S 2 A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A, A K E N VAN STAAT en OORLOG, BETREFFEND» DE VEREENIGDE NEDERLANDEN; ZEDERT HET BEGIN VAN HET JAAR MDCCLXXX. E E N-EN-DER TIG S TE DEEL. te AMSTERDAM, bï J O MAN NES ALLART. hbccjch,   L Y S T van alle de stukken, welke IN dit een-en-dertigste deel geplaatst zyn. I. Rapport van Gecommitteerden uit deBurgery der Stad Deventer, aan de Gecommitteerden uit Raad en Meente, betreffende de ingeleverde Bezwaaren der gemelde Burgerye. Uitgebragt in dato 6 January 1786. bl. 1 II. Request van Burgers en Ingezeetenen der Stad Groningen, aan het Collegie van Taalmannen en Gezworen Gemeente; nevens de Refolutie, daar op genomen. In dato 8 January 1786. • bl. 19 III. Alteratie en Verklaring van hun Ed. Groot Mog. Refolutie van denl22 January 1785, wegens den vrydom van 's Lands Middelen voor de Roomfche Armen en Godshuizen in het generaal. In dato 10 January 1786. i . bl. 21 IV. Missive met eenige Bylagen van Burgemeefteren* der Stad Rotterdam, aan de Heeren Staaten van Holland, tot provifioneele eclucidatie omtrent een te doene Pro- * 3 pro-  vi LYST der STUKKEN. pofitie door Gedeputeerden dier Stad, betreklyk tot de reforme der Schutterye aldaar. In dato ii January 1786. bl. 23 V. Propositie van Gedeputeerden der Stad Rotterdam, tot zeeker redres en raforme van de Schutterye aldaar. Gedaan ter Vergaderinge van hun EJ. Gr. Mogende. In dato 11 January 17S6. . bl. 45 VI. Aan Diredteuren van het Betaafs Genootfchap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam, verleend Octroy op het maken van Vuur- of Stoom-Machines naat de uitvinding van james watt. Volgens Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende, in dato 12 January 1786. , bl. 50 VII. Propositie van Gedeputeerden van Am* fierdam , nopens het vereeren van twee Scheepen van Oorlog, yder van 74 Stukken, aan den Koning van Vrankryk, uit erkentenis : en omtrent een Commercie Tractaat. Gedaan ter Vergaderinge van hun Ëd. Groot Mogende. In daco 13 january 1786, , , bl, 55 VIII. Propositie van Gecommitteerde. Raaden nopens de Cent Suisfés; en zyn Hoogheid verzogt by proviüe niet te disponeeren by va-  LYST der STUKKEN. vu vacature van bet Capiteinfchap. In dato 13 January 1786. . bl. 58 IX. Adres van den Heer Mr. j. p. de ridder , uitgebragt in de Vroedfchap van Utrecht. In dato 16 January 1786. bl. 59 X. Missive van Gecommitteerde Raaden met, een Memorie retroaétif, raakende de extraordinaris Verponding der Goederen behoord hebbende tot de Nalaatenfchap van Koning willkm de III. gl. mem. Ingebragt ter Vergadering van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 20 January 1786, . bl. 65 ' (1 " i" . XI. Extracten uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in hun Ed.. Groot Mog. Vergaderinge genoomen ; behelzende een berigt, wegens het voorgevallene aangaande de vacante bediening van Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband. In datis 18, 20 en 21 January 1786. . , bl. 84 XII. Advts van Gecommitteerde Raaden, op de verzogte Amnestie door Ingezeetenen, zoo der Dorpen en Ambagtsheerlykheden van den Nieuwenhoorn en Nieuwe Gote, als van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid van 't Nieuwland; nevens de Bylagen. * 4 In-  yjrr L YST der STUKKEN. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende, in dato ai January 1786. » » . . . bl. 92 XIII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heerea Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 25 January 1786, , bl, 142 XTV. Missive van de Regeering van 'j Hertogenbosch, aan de Staaten Generaal, over het aanftellen van een Fiskaal en Prokureur Generaal van Braband. Ifi dato 27 January 1786, , , bl. 146 %V. Missive van den Raad van Braband en het Hof van' Gelderland'; mitsgaders Contra- Aanteekening van vyf Provinciën; en Misfive der Magiftraat van 's Bosch, mitsgaders Request van Ingezeetenen aldaar en in de Meyery; alle concerneerende de aanftelling van den Advocaat witte tullingh, tot Fiscaal van den Raad van Braband. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed, Gr, Mogende, in dato 10 February 1786, ' * * • t , bl. 150 %Yh Rapport op de Requeste der Gèinteresfeerdens in de Haringvaart deezer Provincie, prn Premie voor de Haringfchepen. Uit,  LYST der STUKKEN. rx Uitgebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr/ Mos. In dato 10 February 1786. bi. 167 XVII. Resolutie van hun Ed. Gr. Mog. de • Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, op een nader Plan tot verbeetering van de Directie der Oostindifche Compagnie. Genomen in dato 11 February 1786. bl. 169 XVIII. Missive van de Staaten van den Lande van Utrecht, aan de Regenten der Stad Wycks nevens het Antwoord, op dezelve. In datis 28 December 1785 en 13 February 1786. ... bl. 185 XIX. Resolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westfriesland , in hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genoomen, nopens de verzogte pecunieele asfiftentie door de Oostindifche Compagnie. In dato 17 February 1786. . . bl. 195 XX. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, in hun Edele Gr, Mog. Vergadering genoomen. Inhoudende, de Refolutie waar by Mr- c. parker de jonge en j. van der cloese sickinga ; als meede Dr. c de * 5 jon-  x LYST der STUKKEN. jonge en w. h. van der sluis, van hunne Vroedfchaps- en Eleéleursplaatfen refpe&ive te Schoonhoven vervallen; en commisforiaal de bedenkingen over het verftand der Refolutie van 9 Augustus 1658. In dato 17 February 1786. . bl. 197 XXI. Gearresteerd een Publicatie tot maintien der Ordres omtrent de rust in den Haag; en qualifïcatie op Gecommitteerde Raaden omtrent het geeven der nodige asfiftentie aan den Advocaat Fiscaal luyken ; en nopens het waaken tegen mefufes van het Guarnifoen alhier. In dato 23 February 1786. . bl. 201 XXII. Advis van hun Edele Groot Gecommitteerden te Rotterdam , op de Propofitie door Gedeputeerden van die Stad, den 11 January gedaan , nopens een redres der Schuttery. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog., in dato 23 February 1786. . bl. 212 XXIII. Mismve van de Burger-Sociëteit te Wyk by Duurfteèe, aan Zyne Excellentie den Marquis de verac, Ambasfadeur van Zyne AllerchristelykfteMajefteitLODEwyk den XVI , nevens het Antwoord op dezelve. In datis 7 en 24 February 1786. bl. 241 XXIV.  LYST der STUKKEN. « XXIV. Rapport op de Provifitie der Stad Dordrecht, over de wyze, en op welke Werven de twee Schepen van Oorlog tot Prefent voor den Koning van Vrankryk , aan te bouwen. Uitgebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende ; in dato 2 c February 1786. . bl. 244 XXV. Resolutie van hun Ed. Gr. Mogende, op het Generaliteits rapport op een Misfive van Burgemeefteren en Schepenen vznOostburg , raakende de reclame van een Grenadier van het Regiment van Salm, te Bergen op Zoom in detentie, die een Schipper gewond had, waar aan dezelve overleeden was. In dao 24 February 1786. bl. 246 XXVI. Resolutie omtrent de Militaire Honneurs aan hun Edele Groot Mog.; en de redresfen op dat fubject. In dato 24 February 1786. . . . bl. 249 XXVII. Brief van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht aan de Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Dordrecht', nevens een Berigt der Schutterye van St. Joris, aan de Regeering van Dordrecht. ïn datis 28 February en 7 Maart 1786. . • bl. 251 XXVIII.  xn LYST der STUKKEN. XXVIII. Missive van den Stadhouder aan de Staaten van Friesland, over de Regeeringsbeftelling in de Steden. In dato 7 Maart '78$ bl. 257 XXIX. Protest van verfcheiden Friéfche Staatsleden uit de Steden, raakende de Regeerings-beftelling in de Steden van hun Gewest. In datis 21, 24 Febr. en 9 Maart I?36'. . . . . bl. 259 XXX. Advis der Regeeringe van Vlïsfmgen, omtrent de aanftelling van den Advocaat witte tullingh tot Procureur van Eraband. Ingebragt ter Vergaderinge der Staaten van Zeeland, in dato 10 Maart 1786. bl. 261 XXXI. Adres van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato" 15 Maart 1786. bl. 264 XXXII. Approbatie van het verrigte van Gecommitteerde Raaden , ten aanzien der nieuwe Vaandels voor het Regiment Hollandfche Gardes te voet. In dato 16 Maart 17%& . . . bl. 272 XXXIII. Resolutie op de voorziening door Gedeputeerden van Leyden en Gouda verzogt te-  LYST der STUKKEN. xnt tegen het afzenden van Militie naarUtrecht. Genomen in de Vergadering van ban Ed. Gr. Mogende, ia dato 16 Maart 1786. bl. 279 XXXIV. Resolutie van hun Ed. Gr. Mogende, op de ontlasting der Roomfche Ingezeetenen van de Admisfiegelden en Bienvenues aan de Bailliuwen. In dato 18 Maast 1785. " . . . bl. 282 XXXV. Resolutie tot qualificatie op Gecommitteerde Raaden op het geproponeerde door Gedeputeerden van Dordrecht, ten aanzien van het Tumult in *s Hage, omtrent de te regt {telling van een Gevangen; het provifioneel Commando over het Guarnifoen van den Haag; en het onderzoek op het gedrag der Militie. In dato 18 Maart 1786. . . bl. 286 XXXVI. Verzoek aan Gecommitteerde Raaden in beide Quartieren om zig te prsepareeren op de Beibignes over de Advifen, op de verzoeken der Zuid- en Noord-Hollandfche Sinodes om vermeerdering van der Predikanten Tractementeu. In dato iS Maart 1786. • • bl. 289 XXXVII. Missive vaa het Hof, om in de zaak van den geapprehendeerden Mourand , voor  LYST der STUKKEN. voor het neemen van Refolutie, te worden gehoord ; en Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. daar op. In dato 18 Maart 1786. bl. 291 XXXVIII. Rescriptie van Zyn Hoogheid, op haar Edele Groot Mog. Misfive, op de Propofitie en verzogte voorziening door Gedeputeerden van Leyden en Gouda, tegen het afzenden van Militie naar Utrecht. Ingebragt ter Vergaderinge , in dato 22 Maart 1768. . . bl. 293 XXXIX. Resolutie der Staaten van Holland op de nadere Renionftrantie van het Hof, omtrent de judicature over den gevangen Paruikmaker Mourand. In dato 22 Maart I786. . . bl. 297 XL. Resolutie van hun Ed. Gr. Mog. tot remüfie der Doodftraf aan Francois Mourand, met commutatie in een eeuwigduurende Gevangenis; en Publicatie dien aangaande; met qualificatie op Gecommitteerde Raaden omtrent zeeker Exercitie- Genoodfchap. In dato 24 Maart 1786. bl. 317 XLI. Rapport op de Stukken concerneerende een different in de Regeering te Rotter-  LYST der. STUKKEN. xv terdam, en raakende een Ordonnantie op de Schuttery derzelve Stad. Uitgebragc ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. in dato 25 Maart 1786. . bl. 322 XLII. Missive van Zyn Hoogheid rakende de aanftelling van Burgemeefteren der Stad , Dordrecht-, aan den Oudraad om berigt, en provifioneele voorziening ; nevens de Stukken daar toe behoorende. In dato 25 * Maart 1786. . . bl. 325 XLIII. Extracten uit het Refolutieboek der Stad Elburg. In dato 28 Maart 1786. bl. 330 XLIV. Missive van de Raaden en Vroedfchappen van Rotterdam, raakendo de zaak der Schuttery van die Stad. Ingekomen ter Vergaderinge van hun Ed. Groot Mogende, in dato 29 Maart 1786. bl. 335 XLV. Extract uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. In dato 29 Maart 1786'. . bl. 346 XLVI. Memorie van den Heer martens, waarnemende de zaken van den Keurvorst van Saxen, aan de Heeren Staaten Generaal. In dato . . Maart 1786. . bl. 347 XLVII.  xvi LYST beu STUKKEN. XLVII. Extract-resollt e by de Meerderheid van den Amfler damfchen Raad genoomen, over de zaak van het Commando in 's Hage. In dato . . Maart 1786. bl. 348 XLVIII. Request van eenige Gecommitteerden uit de Burgery van de Kaap de Goede Hoop, aan de Hoog Mogende Staaten Generaal. Ingeleverd in dato 4 April. . bl. $50 ZAA  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOQ.; MDCCLXXXVL I. Rapport van Gecommitteerden uit de Burgery der Stad Deventer , aan de Gecommitteerden uit Raad en Meente, betreffende de ingeleverde Bezwaaren der gemelde Èurgerye. Uitgebragt in dato 6 jfanuary 1786* De Ondergeteekende Gecommitteerden uit de Burgery deezer Stad, onderzocht hebbende de ingekomen Bezwaaren van gemelde Burgery, hebben geoordeeld best aan de Publicatie van Hun Ed, Hoog Achtb te voldoen, met in de eerfte plaats op te geeven den inhoud dier Bïzwaaren , in die orde , zo als dezelve bv hun zyn ingekomen, tevens daar by overleggende Copyeri van de origineele Stukken; en ten tweeden daar op te laaten volgen hunne bedenkingen over gemalde ingekomen Bezwaaren ; en eindelyk tea derden- hunne eigen Bezwaaren daar by te voegen. I. Ingekomen Bezwaaren der Burgery. h. Een Gefchrift, komende, zo als daar in gemeld wordt, uit een gezelfchap van zeven Burgers, en be« helzende de volgende aanmerkingen. 1. Dat de weg tot kuiperyen en oinkoopingen geXXXI. deel. " A lbo.  2 jan. ZAAKEN VAN flooten, en alle folliciatien naar Atnpten belet moeten worden. 2. Dat geene Ambten, groot of klein, verkogt, nog ook begeeven mogen worden aan iemand, welke dezelven in eigen Perfoon niet bakleeden, maar door een ander zoude willen doen verwalteren, of tegeus genot van eenige_uitkeering laten bedienen. 3. Dat ingevolge daar van , meede de tegenwoordige Boekhouder van den Armenftaat zal verplicht wor» den, dit Ambt zelve waar te neemen, of het zelve neer te leggen. 4. Dat alle hooge Ambtenaaren , Rentmeefters en riergelyken, buiten hun vast Traktement, geene vryheid behooren te hebben, om willekeurig voor zich zogenaamde emolumenten: als Facatio - gelden , Voormeden, toepagten van Ganzen, Vleach, Beter, enz. te bedingen. 5 Du, om ten aanzien van Rentmeefters en andere Adminiltrateurs, inzonderheid van Godshuizen, zo veel mogelyk , dergelyke inkruipzelen voor te kooien, de Erven en Lauderyen onder hun beftuur zynde , in 't openbaar aan de meestbiedende verpagt behooren ie worden. o". Daar de Proviforaaten van 't Weeshuis, Groote Gastbu's, Elilabedw-Gasthuis, Jufferen Klooster, enz., zo wel als het Proviforaat van den Huis-Armenftaat, uit hunnen aard als burger-Lasten moeten befchouwd worden , is de vraag , waarom de eerstgemelda door lieden van rang met zo veel aandrang gefolliciteerd worden, terwyl men het laatfte aan minder zoort van Burgers ook tegeus hun zin opdringt? 7. -By het doen van Reekeningen, zonder onderfcheid , behoorde niemand als Gecommitteerde te aslifteeren, die aan den Rendant tot in den zesden graad verwand of verzwagerd is; ook behoorden by die geleegenheid geene kosibaare maaltyden in 't Weeshuis en andere Godshuizen gegeeven te worden. 8. Dat de Gezwooren Gemeente behoorde na te vorlchen de redenen van het verval der Stads Finantien, en dezelve op een beeter voet zoeken te brengen , op dat Stads fchulden belioorlyk afbetaald , en de Burgery  jAH. STAAT EN OORLOG. 17S6. 3 ry geen vier jnaren of meerder met haare Reekeningen afgeweezen, en daar door ?n de noodzaakelykheid gebragt worde , om haare Leverancien 'lo a 15 Pecent hooger aan te reekenen. 9. Het verval in de Siads Erven en Goederen , derzelver Houtgewasfchen en verdere Producten , te herftellen , en des' noods daar toe een kundig Man op een behooilyk Traktement aan te ftellen. 10. Van alle Adminiftratien genoegzaame Rollen of Liggers te maaken, fpecificeerende alle derzelver Ef« feften, Obligatien, Rentebrieven, Uitgangen , enz. en tevens opgevende de tegenwoordige opkomften der vaste Goederen, ten einde dezelven op de Stads Secretary of andere bekwaame plaatfen gedeponeerd, van ty«t tot tyd ingezien, en met de Jaarlykfcbe Reekeningen der Rentmeelters geconfronteerd konnen worden, door die geenen, welke daar toe uit de G.zwooren Gemeente gecommitteerd zyr>'. li Den Roomschgezihde Ingezeetenen" ten minden de zelfde Voorregten ais den Doopsgezinden te ver* gunnen. 12. Ten aanzien der plaatzen in de Kek, waar over de Kerkmeesters, willekeurig befchikkën , waar door groote misbruiken ontdaan, zou het volgende kunnen worden vastgefteld. 1. Dat een Burgermee-Iter, Gemeensman, Secretaris, Profesfor, voorts allen, die uit hoofde van hun Ambc een vaste zitplaats hebben, boven die geene andere Mans plaats zullen hebben, ten zy hy Zoons hebbe 12 jaaren oud zynde; 2. Dat elke huishouding in ieder Kerk niet meer dan 3 Mans of Vrouwen plaatzen zal mogen hebben , daaf onder gereekend de plaats, welke de Huisvader uit hoofde van zyn'Ambt bezit. 3. Dat in het begeeven dier plaatzen alle Burgers, dezelve verzoekende , op een gelyken voet zullen behandeld worden ; en ten dien einde door de Kerkmeefters aanteekeningen gehouden van de Sollicitanten, op uat die geene, welke eerst gefolliciteerd heeft, ooit de voorrang nebbe in de begeeving. A a 4. Dat  4 jan. ZA AKEN VAN 178Ö. 4. Dat iemand, die in 't geheel geene plaatst heeft, zal voorgaan voor dien, welke reeds eene bezit. 5 Dat de Kerkmeefters aan iemand , die om eene plaatst vraagt, tegens genot van de gewoone Jura van een Certificaat , zullen moeten overgeeven een Lyst van de Sollicitanten, inclufief den geenen, die 'er om vraagt, om dus te weeten , wanneer de begeeving op hem Sollicitant zal vallen. 6. O' men ook niet diende vast te ftellen, dat geene jonkers in de Stads Regeering mogten toegelaaten worden, 7. Of men om dezelfde redenen, waarom men on« lanss den ouderdom van 25 jaaren heeft vastgefteld, eer iemand tot Gemeensman zou kunnen gekooren worden , ook niet dienzelfden ouderdom zou dienen te bepaalen voor alle Ambten, uit hoofde van welke iemand verantwoording aan de Maatfchappy of Burgery verschuldigd is. B. Een Adres van de Roomschgezinde Ingezeetenen deezer Stad, door omtrent 230 Pcrfoonen geteekend, behelzende een verzoek, om den inhoud van hun voorheen L.geleeverd Request, als een wettig bezwaar aan Hun Wel Ed. Hoog Achtb. en Wel Ed. Achtb, voor te draagen. C. Een voordel om de Kermisfen in deeze Stad af te fcrrfF'n, als ftrekkende tot nadeel van de handeldryveilde Burgeren, en bederf der zeden: — als meede, dat de Fabrieken niet anders dan by 't S.uk en aan de Winkeliers mogen verkoopen. D. Klagte van het Bakkers-Gilde, over den zwaaren Impist op 's Lands Gemaal, in vergelyking van de Bakkers van het platte Land, als grootelyks ftrekkende tot nadeel van de Neering in de Stad, dewyl de Bakkers van 't platte Land het Wittebrood zwaarder in gewgt, en 't Koggenbrood minder in prys kunnen verkoopen. Uit hoofde hier van word verzogt om het daar heen te dirigeeren, dat by eene aanftaande ver- pag-  jan. STAAT EN OORLOG. 178& 5 pagting van 's Lands Middelen zy met de Bakkers van 't platte Land mogen worden gelyk gedeld. Hier by is gevoegd een verzoek, dat de jaarlykfche Vette Beesten - Markt weder in de Stad worde gehouden, zo als voorheen gebruikelyk is geweest. E. Behelst. 1. Een voordel, dat de Procesfen fpoediger mogen worden afgedaan. 2. Dat aan de Procureurs en Advocaaten het aanrieemen van kwaade zaakéh worde verbooden , op de boete van honderd Guldens aan de Armen , voor de eeifte maal , en dat, zo zulks ten derden maale gefchiede, hun de Balie ontzegd worde. 3. Dat geen Procureur of Advocaat, wanneer hy de eene parthy bedient, de andere parthy met zyn Aivys zal mogen dienen, veel minder, dat hy van de eene parthy bedankt wordende , de andere zal moogen bedienen , 't zy met Advys of in Conferentien, of hoe ook genaamd, op eene boete van twee honderd Gudens of de Balie ontzegd; wordende tevens geklaagd,, dat zulks door baatzuchtige praftizyns wat al te veel gefchiedt. 4. Dat geen Burgerm°.efter of Gemeensman verkiesbaar moge zyn , die te vooren daarom gefolliciteerd heeft. F. Behelst de volgende Confideratien. 1. Of 't niet van 'c grootde belang zoude zyn , dat de Burger-Commisfie, voor en aleer met de Magidraat te handelen , in derzelver aangenomen qualiteit erkend wierd. 2. Of niet behoorde afgefchaft te worden en zelfs verboden de belofte van Secretesfe, welke de nieuwe aankomende Gemeensluiden , door een willekeurig gebruik , moeten doen, om geheim te zullen houden de Poinften, waar over in de Gezwooren Gemeente word gedelibereerd , 't verhandelde des wegens , ten minden zo lang daar over niet finaal gerefolveerd is, voorts ook de inbrengen en de advifen der byzondere Leden? A 3 3- Of  6 jan. ZAAKEN VAN 1786. 3. Of het niet noodzakelyk zoude zyn, dat de Burger-Commisfie, voor en aleer dezelve met de MagiItraat of derzelver Gecommitteerden over redres in 't een of ander confereerde , voorloopig door de Magiftraat wegens den, waaren aart dier zaaken wierd onderricht, om met te beter fucces haar werk te kunnen uitvoeren , en geen voorwerp van befpotting te worden. Tot een voorbeeld hier van word genomen het on. langs door de Burgery ingeleverde Request, om zo wel Kinderen van kleine als die van groote Burgers in 'c Weeshuis aan te neemen;0by welke gelegenheid veeie Leden der Regeering to: eene volkomen kennis van den Staat van dat Huis zyn geraakt, waar van zy derhalven aan de Burger-Commisfie opening behoorden te geeven, of dat haar anders toegang tot die zelfde Stukken, waar uit de Heeren den (laat van het huis hebben leeren kennen, moest gegund worden. 4. Daar volgens 't Stads-Recht de Scheepen- en R.i«ds-Plaats, als mede de Gemeenmans-Plaats beichouwd worden als eene groote last, om welke te helpen dragen, iemand, die zulks weigerde, zou mogen vervolgd en hem de inwooning deezer Stad ontzegd worden; en daar tot op deezen tyd de lasten daar van noch ook de voordeelen , op geene wettige wyze althans, zyn verminderd, hoe het dan toekomt, dat gemelde plaatzen thans als zeer begeerlyk , ja als waaren zy voor het levensbeflaan noodwendig, worden gefolliciteerd ; ja wat meer is, dat men insgelyks om liryd dingt naar Proviforaten van Godshuizen , en allerhande moeite doet, om van kleiner, als dat van 'c Weeshuis, tot grooter , gelyk dat van 'c groote Gssfhuis op te klimmen; en word uit dien hoofde de Burger-Commislie gerecommandeerd te onderzoeken naar de reedenen van die veranderde denkwyze, om in gevalle nadeelige inkruipzelen hier van de oorzaak mogten zyn, dezelve dan te helpen uiiroeien; of anders , zo die verandering aan de befchaaving der denkbeelden is toe te fchryven, zonder dat daar uit eemg nadeel voor den Burgerllaat voortvloeit, dat dan, tot voorkooming van fpotterny over gemelde Wet, by de Magiftraat op eene vernietiging of verklaanng van dejgelve worde aangedrongen, 5« Of  jan. staat en OORLOG. 1780. 7 5, Of hec niet nodig zy, tot herftel der Stads Fi» nantien dat de 16 Gezwooren Gemeens-Luiden, ads Weide gevoegd? ik. Dit alle loontrekkende Provilooren van de Gastof Godshuizen, alle 6 Jaaren mogen veranderd worden, en dat daar toe geeneVuur- en Licht-Burgers mogen worden verkooren. M. Bevat 23 Bezwaaren , door 22 Burgers onderteekend.^ ^ Vergadering van Ridderfchap en Steden 2ea:mitteerd worden Perfoonen, die aan den Lande, wegens eenige ontvangst comptabel en redevabel zyn; of die eenige Militaire Charges bekleeden , zoo lang als de Stadhouder de willekeurige magt over de Militie van den Staat op den tegenwoordigen voet uitoef. fen2r* De onbepaalde en willekeurige magt van den Stadhouder in het begeeven der Commisfien, als ook, het aanftellen der voornaamfte Ambtenaaren m deeze Pro- V13?CDe onbepaalde magt en befchikking van den Stad. houder over de Patenten. '' ■ ...... 4. Dat de at koop der Leenen in deeze Provincie nog n'er. aan een ieder is vry gefteld. 5 Dat de Burgeren der Hoofdfteden nog niet geÉQegzaanr, door eene Publicatie van Ridderfchap en  ia jan. ZAAKEN VAN 1786*. Steeden, by hun wettig Recht tot de Jacht, door de geheele Provii cie zyn gemaintineerd , met intrekking van alle P'accaacen daar tegen ftrydende. 6. Dat de kleuie Steeden deezer Provincie van haare oude en wel hcrkoomende Rechten en Privilegiën zyri vtrlrpoken, 7. Dat die van de Rootnfche Religie van verfcheiden Burgerlyke en Godsdienftige Voorrechten verftooken zyn; by voorbeeld , dat hun by het Trouwen met G;-> reforme-rden een Eed van verpligting over de wyze van opvoeding hunner Kinderen , en over de zaamen» wooning met de Wederhelft word afgevorderd; als mede , da: den Roomfchen Priefter de vrye toegang by Pciiriquaitten, tot hunne Kerk behooreude , word geweigerd. 8. Dat de Gezwooren Gemeente zich zelve voltallig maakt. 9. Dar de Gemeente by ftraaten en niet hoofd voor hoofd ftemt. 10. Dat de Gezwooren Gemeente ten allen tyde geene inbrengens heeft. 11. Dat de Graaden van B'oedverwandfchap of affiniteit in de Regeering der Stad niet genoeg bepaald zyn. 12. Dat een Gemeensman ad vitam verkooren wordt. 13. Dat by het Collegie van de Magiftraat, 't welk de rechtwyzende en uitvoerende Magt heeft, ook de helft der Wetgeevende Magt geoefFend word. 14. Dat het aan de Minderheid van Migiftraat en Gemeente niet vry flaat tegen de Refölutien en Conclufien, door de Meerderheid genoomen , te protefteeren en aanteekeningen te maaken. 15. Dat een Collegie van Burger-Gecommitteerden, op eene met den aard der zaake overeenkomende nog niet op eene legaale wyze is vastgefteld. 16. Dat 'er geene opening wordt gegeeven aan eeq Commisfie uit de Burgery van Stads Financien. 17. Zie Letter G. No. 4. 18. Dat een Regent, die met eene buitenlandfche Commisfie belast is , te gelyk eene Commisfie van Stads weegen bekleedt. 19. Dat  [AN. STAAT EN OORLOG. 178G: 13 i« Dat 'er , met voorafgaande Communicatie van de Gezwooren Gemeente geen Rooster van de Commisfien geformeerd is , naar welken dezelve onder de Leden van de Magiftraat bekleed worden ; zoo nogthans dat het aan dezelve in zommige gevallen be. hoorde vry te ftaan , met goedvinden van Raad en Meente, te ruilen. . , , . 20. Dat de Secretariaaten en andere Stads Ambten, by tourbeurten worden begeeven. ai. Dit de Amhten en Bedieningen begeeven worden aan Vreemdelingen , die nog geen drie Jaaren als Huiszittende Burgers in deeze Stad gewoond hebben. 22. Dat 'er groote en kleine Ambten in deeze Stad verwalterd worden. 23. Dat de Vryheid der Drukpers nog niet door een uitdrukkelyke Wet buiten alle bepaaling gefteld is. II. Bedenkingen op de voorgemelde Bezwaaren. De 0:idergeteekenden, zich grondende op de Publicatie van Hun Ed. Hoog Achtb. , hebben geoordeeld in de eerfte plaats, en als hoofdpoinéten, die voor alle anderen redres vord.ren, te moeten opgeeven zulke Bezwaaren , welke betrekking hebben op het Regeeringsbeftuur deezer Stad en Piovincie , en uit deezen alleen zuike poincten , welke hun toefchynen gegrond te zyn , en die zy dus mede als hunne eigen Bezwaaren kunnen aanmerken. En hier toe rneenen zy te behooren. A. Voor zoo verre, de Stad betreft. 1. Dat de Burgeren deezer Stad , ftrydig met Stads Privilegiën en verlchillen over 's Lands Middelen, aan de Rechtbank vau de Heeren Gedepu.eerden onderworpen zyn. [£ie Letter G. 4. — L. 9. en M. 17.] 2. Dat ue Gemeenslieden door de Leden van dat Collegie zelve , en niec doar de Burgery worden verkooren. [Zie M. 8.] 3. Dat de Gemeenslieden voor haar leeven worden aangefteld. [M. ia.] . 4. Dat de Gemeenslieden by Straaten en niet hoofi voor  14. jan. ZAAKEN VAN i786J voor hoofd hunne Stemmen uitbrengen. [Z'e M. 9,] r. Dat de Jonkers niet, gelyk te Zwol plaats heek, uit de Regeering deezer Stad zyn uitgeflooten. [A.12.] 6. Dat de verkooren Gemeensluiden eene belofte van geheimhouding moeten doen. [F. 2.] 7. Dat de Graaden van Bloedverwandfchap en Affiniteit in de Regeering deezer Stad niet genoeg bepaald zyn. [Zie M- it.] 8. Dat tot Burgermeefters kunnen gekooren worden zulken , die daar om gefolliciteerd nebben. [E. 4.] In dit zelfde Art. word ook van de follicitatien der Gemeenslieden gewag gemaakt; doch de Ondergeteekenden verwachten , dat voordaan de wyze van Gemeenslieden te kiezen , namelyk door de Burgery, zodaanig zal ingericht worden , dat follicitatien onmogelyk zyn. 9. Dat Ambten en Bedieningen kunnen begeeven worden aan'Vreemdelingen, die nog geen behoorlyken tyd als gezeeten Burgers in deeae Stad heb oen gewoond. [M. 21.] 10. Dat onder de overige Ambten in deeze Stad ook de Secretariaaten by tourbeurten worden begeeven. [M. 20.] tl. D.it tot nog toe aan eene Commisfie uit de Burgery geene opening van Stads Financien is gegeeven. [M. 16.] 12. Dat 'er geene Burger-Commisfie onder behoorlyke bepaalingen legaal is vastgefteld. [M. Ij.] 13. Dat de onbepaalde Vryheid der Drukpers door geene Wet is bevestigd. [M. 23.] 14. Dat de befluiten , die door Meerderheid van Stemmen genoomen zyn , niet dan met eenpaarigheid van Stemmen vernietigd worden, [G. 3 ] zynde de Ondergeteekende van oordeel, dat eea befluit met Meerderheid van Stemmen behoorde veranderd te worden. 15. Het Bezwaar [M. 13.] dat by de Magiftraat, die de helft der reclvwyzende en uitvoerende Magt heeft , komt den ündergeteekenden een gewigtig poincf van fpeculatie voor, 't welk zy, zonder daar over een beflisfend oordeel te vellen , ter ferieufe Deliberatie opdraagen. B. Be-  jan. STAAT EN OORLOG» 1735. i? B. Betrekkelyk tot de Provincie. 1. Dat aan den Heer Stadhouder het begeeven der Provinciaale Commisiien , als mede de begeeving van byna alle Provinciaale Ambten is opgedraagen. [M. 2.] 2. Dat door geene Wet uit de Regeering de^.er Provincie geweerd worden dezulken, welke in eenbe Bediening by een Vorst of Vorftin geplaatst zyn. [G, 2.] 3. De onbepaalde Magt van den Stadhouder over de Militie. [M. 3.] ■ 4. Dat de Gerichtelyke Acten ten platten Lande op naam van den Stadhouder gefield worden. [H. 4.3 5. Dat op aangegraaven gronden geene Verponding is gelegd. [L. 7.] 6. Dat de Burgeren der Hoofdfteeden nog niet genoegzaam , door eene Publicatie van Ridderfchap en Steeden , by hun wettig recht tot de Jacht, door de geheele Provincie zyn befchermd. [M. 5.] 7. Dat de kleine Steeden in eenige van haare Rechten benadeeld zyn. [ML 6.] 8. Deeze zyn volgens het oordeel der Ondergeteekenden de meest gegronde Bezwaaren, welke hun door de Burgery, overeenkomftig de Publicatie van HunEd. Hoog Achtb, zyn ter hand gefteld , en welke zy dug, als in de eerfte plaats redres vorderende , hebben gemeend te moeten voordraagen; vertrouwende dat hunne Committenten met het vvegneemen der overige Be» zwaaren , tot het inleeveren van welke zy eigenlyk door de Publicatie niet zyn opgeroepen, wel zullen willen wagten , tot dat deeze gewigtige poincïen naar hun genoegen zullen zyn uit den weg geruimd. En nu gaan de• Ondergeteekenden over, om hunne gedagten te zeggen over zuike Stukken, die wel meer byzonder , en dus van minder belang zyn , maar die nogthans, volgens hun oordeel, wel verdienen by geleegenheid in aanmerkinge te koomen, I. Het voorftel Letter A. Art. 13. 't welk wil, dat niemand tot een Ambt aangefteld worde, waar van hy verantwoording aan de Maatfchappy of Burgery verfchuldigd is, ten zy hy den Ouderdom van 25 Jaaren bereikt hebbe, komt den Ondergeteekenden niet onbil. lyk voor, dewyl hier ten naasten by dezelfde reedenen plaats  j6 jan. ZAAKEN VAN i?86. plaats vinden, om welke men, niet lang geleeden, ee« ne dergelyke bepaaling voor de Leden der Gezwoóren Gemeente heeft gemaakt. 2. Het voorftel Letter H. betrekkelyk de Stad Deventer. ï. Om aan Profesforen, Predikanten, Rector enPraj. ceptooren, niet alleen voor hun zeiven, maar ook voor hunne Kinders, die zy medebrengen, het Burger-Recht te fchenken, wordt van deu Ondergeteekenden allerbil' lykst geoordeeld. 3. Het voorftel E. I. en G. 5. , om de Procesfen fpoediger af te doen, denken de Ondergeteekenden, dat ook wel in overweeging mag worden genoomen; geevende tevens in bedenking, of men niet ten eenigen tyde eene nieuwe Proces-Ordonnantie dienende te maa» ken, waar by de Procesfen verkort en de Chicanes der Advokaaten belet wierden. 4. Wat betreft het Adres der Roornschgezinden , Letter B. , gaarne zouden de Ondergeteekenden het regtmaatig verzoek van deeze hunne Mede-Ingezeetenen voor zich zeiven, met allen aandrang willen onderfteuiien ; dan de plaatzelyke omftandigheden weerhouden hen zulks te doen , wenfchende van harten, dat fpoedig een meer verlichte tyd van zelfs dat mooge uitwerken, 't welk nu te onderneemen hagchelyk moet gerekent worden. Geenszins echter fchroomen de Onder< geteekenden als hun bezwaar mede over te neemen, Dat van Letter M. 7. daar in beftaande, dat den Roomschgezinden , by het trouwen met Gereformeerden , een Eed van verplichting over de wyze der opvoeding hunner Kinderen , en over de zamenwoonina; met de Wederhelft, wordt afgevorderd , als mede d; t den Roomfchen Priefter de vrye toegang by Delinquauten , tot hunne Kerk behoorende , Wordt geweigerd, zelfs durven de Ondergeteekenden wel als eene becenking opgeeven , of men niet, ongeprtejudicieerd dê Rechten der Gilden, hen tot het Burger-Recht zou kunnen admitteeren. 5. Het voorftel L. 1. , om elk Burger , op ftraffe van het Burgei-Recht voor zich en zyne Kinderen te verliezen , te beletten, dat hy zyn Recht tot de S'a.Js Wet-  jax. STAAT EN OORLOG. 178Ö. 17 Weide aan niemand overdraage; komt den Ondergetekenden nadeelig voor, en zy zouden veel eer van be. grip zyn, dat men eiken Burger vryheid moest laaren, om het Recht tot één Roe-Weidens aan eenen ander, mede groot Burger zynde , af te Maan , mits dat hy zulks by de Weide-Greven liet aanteekenen. III. Byzonder Bezwaar der Burger'Commisfiei Eindelyk zullen de Ondergeteekenden hier nog by voegen hunne eigen byzondere Bezwaaren , welke zy echter, even als de naast voorgaande nier, dan na het afdoen der Hoofd-Bezwaaren, in aanmerking begeeren genoomen te hebben. 1. Dat het Dienstbooden>Geld niet naar evenredig* heid wordt betaald. 2. Dat van gehuurde Rydtuïgen Brugge-Geld word gevorderd, en niet van eigen Rydtuigen. 3. Dat het Poort-Geld niet algemeen wordt betaald* 4. Dat in den Kerkenraad, betrekkelyk het aanftel» len van Ouderlingen , tot groot prejudicie der Gemeen» te, de vryheid van ftemmen door het aangaan van verbindtenisfen wordt weg genomen. 5. Geeven de Ondergeteekenden in bedenkinge , of met den aard der zaaken béftaanbaaf is , dat een Regeerend Burgermeefter tevens Hopman is van een Burger-Compagnie, daar immeis , ingevalle van oproer of andere beweegingen , dezelfde Perfoon niet te gelyk in den Raad kan zitten en het Commando óver de Schut, tery voeten? 6. Geeven laatftelyk in bedenking , of 'eï niet een middel moest worden uitgedacht, om de Vaart op de Schipbeek en den Ysfel gemakkelyker te maaken , en byzonder het Kamper - Diep in een beter ftaat te brengen? En hier mede fluiten de Ondergeteekenden dit hitri Rapport , vertrouwende , dat. ingevolge het verzoek der Burgerye , door Raai en Meente na gedaan onderzoek der ingeleverde Bezwaaren , een Plan van een nieuw Reglement, voor zoo verre deeze Stad betreft, XXXI. deei, B zal  i8 jan. ZAAKEN VAN 17E6. zal ontworpen, en een behoorlyken tyd ter onderzoek aan de Burgery worden voorgelegd; en vervolgens ter Vergadering van Ridderfchap en Steden worden aangedrongen, dat ook de Provinciaale Bezwaaren ten fpoedigften redres erlangen. „ Verklaaren eindelyk de Ondergeteekenden, dat zy „ door hunne bedenkingen en byzondere Bezwaaren, „ die zy alleenlyk uit hoofde van den inhoud der Pu„ blicatie zich verpligt vonden te moeten maaken en „ inleveren, op geenerhande wyze aan de Deliberatien „ van de Commisfie uit Raad en Meente eenige paa„ len willen gefield hebben, noch ook aan hunne Gom„ mittenten de vryheid beneemen, om over die Be„ zwaaren, welke zy Ondergeteekenden meenden thans ,, te moeten voorbygaan , zich nader te adresfeeren; „ nog ten laatften iemand, wie hy ook zy, in zyne vermeende Rechten prsjudicieeren. Onder deeze s, bepaaling maaken de Ondergeteekenden geene zwaa* righeid dit Rapport eigenhandig te ondertekenen. (Was get.) ANf HONY VAN NEE. JAN VAN DER HAAR. JAN VUNDERINK. GERRIT BOLTE. JAN LAMBERTSZ NZ. Mr. T. A. VAN DER MARCK, herm bosscha. GERRIT SCHIMMELPENNING. HENDRIK BRILMAN. HENDRIK TEN HENGEL, JAN HISSINK. BERNARDOS ALBERTS.' 1L  jAi*. STAAT EN OORLOG. 1735. II. Request van Burgers en hgezeetenen der Stad Groningen, aan het Collegie van Taalmannen en Gezworen Gemeente; nevens de Refoiu* tie, daar op genomen. In dato 8 January 170(5. T~"\e Ondergetekende Burgers en Ingezetenen deezer \_J Stad, nemen de Vryheid, U Ed. Achtb. door dez.n te kennen te geven, dat zy met aandoening en leedwezen hebben vernomen, dat Zyne Doorl. Hoogheid heeft goedgevonden, de keus van 8 nieuwe Raadsheeren, in den aangnancien rarg der H. Heeren Burgemeefteren en Raad voor dit jaar zullende uitmaken, voor een gedeelte te disapprobeeren, eit daarvoor andere Perioonen in plaats ie ltcllen. — Eene Keur, Ed» Achtb. Heeren l door 5 Uwer, op de Godsdienftigfte en plegtftatigfte wyze door 'r Lot beftemd, gedaan^ gedaan ■ conform de Keur wetten en Ordonnantiën; gedaan zonder voorinnemende Recommandatien , Li-, gues, of Cabalen; gedaan dierhaiven, zoo zuiver en onbevlekt, als naar den grond en geest van onze Constitutie kan en moet gefchieden, eene Keur dernalven , welke wy by dezen betuigen ten,vollen goed te keuren, en ons byzonder aangenaam te zyn, en daarop óok geenzints ftilzwygend kunnen aanzien, dat daarin door Zyne Hoogheid verandering is gemaakt. — Wy lezen, wel is waar, in 't 5de Artikel Reformatoir, dat aan Zyne Hoogheid een regt van improbatie is opgedragen; dog kunnen met geen-gezond verltand zamen-brengen, dat zulks by Zyne Hoogheid na willekeur of zonder redengeving kan of mag gefchieden; immers Éde* Achtb Hoeren! wat is dan onze Burgerlyke t,f Staatkundige Vryheid „anders dan een fchaduw? Wat zyn. alle die,aan het Opperwezen, mee alle Godsuienltige. Eerbied opgedragen pie^iiiïheden, welke uwe verngB 2 tin»  20 jan. ZAAKEN VAN i?8«. tineen in dezen voorgaan en verzeilen? Wy fidderen in het uitbreiden dezer denkbeelden: is niet om de rand der Keurhoed, uit welke 5 Uwer de zwarte Keur. bonen getrokken hebben, gefchreven: dat het groot/te bewys der Fryheid is, na eigen wetten te leven i is het niet uit hoofde van die eigen wetten, dat uwen vryen keur van de vroegfte tyden af gerekend is een der beste Plegtankers en Waarborgen onzer Vryheid? en zullen wy daaraan zien tornen, en ftille zyn? neen Ed. Achtb. Heeren» een regtgeaard Burger dezer vrye btad kan en mag niet onverfchillig zyn omtrent zyne geheiligde, zoo duur verkregen, en onvervreembare Voorregten; en daarom is het, dat wy de vryheid neemen, Ons aan U Ed. Achtb.als onze byzondere Vertegenwoordigers , aan wien onze belangens vooral zyn vertrouwd, te wenden, met ernftig verzoek, dat U Ed. Achtb. deze onze Remonftrance met derzei ver gronden overwegen , en in zulke gewigtige gevallen dusdane maatregelen te nsemen , „ dat de vryheid der Keur „ nimmer zonder redegeving worde veranderd, en in ' dit prefente geval de beëdiging der gefubftttueerde „ Raadsheeren by provifie worde opgefcnort. M Waarna dan door een breeden Raads ^*™J™ volgenden morgen gearresteerd is, dat de Eedftaving der twee gefubltitueerde Raadsheeren, by provifie opgefchort zou zyn. 111.  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 21 III. Alteratie en Verklaring van hun Ed, Groot Mog. Refolutie van den 21 January 1785, wegens dtn vrydom 'van 's Lands Middelen voor de Room. fche Armen en Godshuizen in het generaal. In dato 10 January 1786. Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden van den 4 deezer, hebbende, in gevolge en ter voldoening aan hun Edele Groot Mog- Appointement van den 16 December 1785, geëxamineert de Requeste, door of van wegens Armmeelteren van de Roorrfche Armen van Aarlanderveen, Alphen, Hazerswoude , Koudekerk, Leyderdorp . Swammerdam, Bodegraven, Langersar, Korteraar, Nieuwveen, Zevenhoven , het Zuid- en Noordeinde van Nieuwkoop en van Noorden , aan, hun Ed. Gr. Mog. gepreiènteert, waar by om reedenen daar in geallegeert heb» ben verzogt, dat hun Edele Groot Mog. by alteratie van derzelver Refolutie van den 22 January 1785 geliefden te verklaren, dat het geene by het elfde Arti» cul van het laatst g. ëmaneert generaal Piacaai wegens de vrydom van 's Lands Middelen en regten in opzigten van de Diaconien en publique Godshuizen was geftatueert, voortaan meede zoude plaats hebben omtrent de Armen der Roomschgezinden ter platten Lande, en in het generaai alwaar zig die op publique au. thoriteit in deeze Provincie zouden mogen bevinden , het zy dezelve Armen aan derzelver Huizen ten platten Lande, het zy in Godshuizen wierden bedeelt, alles op den voet van en onder zoodanige bepaalingen als by de voorfz. Refolutie waren gemaakt. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, by interpretatie nader te verklaren , dat de vrydom van 's Lands Impofnien by hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 22 January 1785 aan de Roomfche Armen en Godshuizen geaccordeerc , verftaan word meede plaats te hebben omtrent de Armen van de Roomschgezinde Gemeentens ten platten Lande in B 3 het  Sl jan. ZAAKEN VAN jfS6c liet generaal, het zy die aan derzelver Huizen, hy zy in Godshuizen, worden begeef: des dat Diaconen of Armmeefteren derzelver Gerheentens aldaar op den voet van hun Edele Groot Mogende van den 8 December !785 , gehouden en verpligt zullen zyn, voortaan, te reekenen van den eerften January ijH6, en zoo vervolgens van jaar tot jaar, de aangeevihgen van Graa» nen voor hunne Armen , ten hunnen naame te doen, ën wyders de Vry-Cilletten daar toe gerioorende van den Gaarder van het Gemaal, waar onder een ieder behoort, te verzoeken op een behoorlyk Declaratoir door twee van hun onderteekenc , om daar op het Graan ter Molen te doen; en laat'ielyk , om, op het,, einde van ieder jaar, aan den Opziender var, het Zegel, een ieder onder zyn Reslbrt, op te geeven net getal der Hoofden , zoo biunen de G >dshuizen als Huisgezinnen daar buitïn bedeeld hordende, ten einde tegens de Conlbmrie- Doeken der Gaarders geconfronteert te worden, al het welk' door de refpeftive Opzienders jaarlyks zal moeren gebrast worden onder het oóg van de Heeren Gecommitteerde Raaden, met verzoek van approbatie op de reeds genotene vrydóm, en conrinuatie vari dien op den zelfden voet voor het volgende jaar, en zoo verder van jaar tot jaar; en eiudelyk dat al her zelve meede plaats zal hebben omtrent den Turf, jaadyks voor hunne Armen opge laan wordende; uur verdere authorifatie op de Heeren Gecommitteerde Raaden voor zoo veel de verdere executie iii deeze betreft, i.. Accordeert met de voorfz. Refölutien. IV.  jan STAAT EN OORLOG. 3786. *3 IV. Misfive met eenige Bylagen van Burgemeefteren der Stad Rotterdam, aan de Heeren Staaten van Hólland, tot provijioneele elucidatie omtrent een te doene Propofitie door Gedeputeerden dier Stad, betreklyk tot de reforme der Schutterye aldaar. In dato 11 January 1786. Ontfangen een Misfive van Burgemeefteren en Regeerders der Stad Rotterdam , gefchreeven aldaar den 10 deezer, waar by ter kennis van hun Edele Groot Mosr. brengen eenige byzonderheeden tot provifioneele elucidatie omtrent een te doene Propofitie door Gedeputeerden derzelve Stad , met -betrekking tot de reforme der Schutterye aldaar; breeder met vier Bylagen hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridder, fchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne met de Heeren Gecommitteerden van hun Edele Groot Mog. te Rotterdam, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis ; en is, dien onvermindert Copie van de voorfz. Misfive verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met de voorfz. R.efolutien. B 4 edr-  jan; ZAAKEN VAN 1786. edele groot mogende heeren! Het belang dat wy tellen in het fpoedig introt uceeren van die fchikkingen, welke door de Heeren U Edele Groot Mog. Gecom» mirteerden, nevens den M'gtilraat deezer Stad, geoordeeld worden , best te kunnen dienen tot herftel van de rust en het vertrouwen binnen onze Stal, verpligt ons ter kênnisf* van U Ed. Groot Mog. te brengen de volgende byzonderh-den, welke dienen kunnen om- ü Ed. Groot Mog. provifioneel te elucideeren ontrent de merite der Propofitie , welke de G-deputeerden^ deezer S:ad gelast zyn ter Vergadering van Ü Ed. Groot Mo^. Voor te draaien , met betrekking tot de wettig gearreftetrde reforme van de Scauttery alhier, v U £d. Groot Mog. gelieven d3n in de eerde plaats geinformeerd te zyn, dat de last, welke aan de voornoemde Gedeputeerdens is gegeven, tot het voordraagen der voorfz. Propofitie , eigenlyk maar afkomlïg is van de elf Vroedfchappen , Bichon , van der Heiaa , van Beefting, van der Hieven, Groeninx, van Teilingen , Mosfel , van H >gendorp , van Mierop, van Staveren en van Bafell , terwyl op den 9 deezer, toen de voorfz. last en propofitie is ge. arrefteerd, de mede Vroed^happen van Berckel, J. Ph. Boogaert, van der 'Staal , de Groot en ü'Efcury abfent waren , en wy nevens de mede Vroedfchappen G-vers , Elfevier , Reepmaker en van HoogfiVaien tot die Refolutie niet geconcurreerd , nog ons daar over in eenige delibtratien ingelaaten, en aan ons gereferveerd hebban daar van kennisfe te geeven,, waar wy ver« pieen^n zouden te behooren. Dat dus de voornoemde elf Heeren uitmaken de minderheid van het geheele Collegie onzer Vroedlchap, weike tot het delibereeren over dat onderwerp niet expresfelyk, veel min met be- fchry-  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. a5 fchryving der in Commisfie en elders abfent zynde Leden is geconvoceerd geweest. Dat onder die elf Heeren zig bevinden vier Leden , die als actueele Colloncl en Capiteinen onzer tegenwoordige Schuttery , zig tegen de geprojecteerde reforme reeds ten fterkften ver. zet, en zig dus buiten hun geheel gefield hebben , om over die materie met de vereischte .Neutraliteit te kunnen delibereeren , namentlyk de Heeren van Hogendorp , van Mierop , van Staveren en van Bafell. Dat ook alleen aan de voornoemde elf Heeren, als individues , zig in de Kamer van Burgemeefteren op den 29 December 1785 gefi. fteerd hebbende , en niet aan of in het Collegie van de Vroedfchap, door ons gedaan is de toezegging, van met de Executie der reforme of disfolutie van deezer Stads Schuttery te fuperfedeeren tot de byeenkomst van U Edele Groot Mog. Vergadering , ten einde aan de Vroedfchap occafie te geeven om die zaak ter Tafel van U El Groot Mog. te brengen. Dat voorts de quasftie over het door die Hee« ren gefuftineerd recht van de Vroedlbhap, om over alles wat de Schuttery concerneert te moeten advifeeren , zig thans niet uitftrekt tot het gten by vervolg van tyd zal moeten plaats heb. ben, maar voor tegenwoordig alleen en bepaald lyk rouleert over de bevoegdheid van den Magiltrartt deezer Stad , met en benevens de Heeren Gecommitteerdens door U Ed. Groot Mog. aan dat Collegie geadjungeerd, om voor deeze maal zoodanige veranderingen in de Schuttery te maaken en in train te brengen , als die gecombineerde Vergadering raadzaam en dienflig zal achten , ter uitvoering van de Commisfie, door U Ed. Groot Mog. aan dezelve gedemandeert, om de rust en het vertrouwen binnen onze Stad weder te herftellen, en daar toe de bekwaamfte middelen te beraamen en ter uitvoer te brengen. B J Dat  «6 jAir. ZAAKENVAN 178*. Dat het zelve verfchil niet fubfifteerd tusfchen de voorfz. Leden van de Vroedfchap en zes Leden van de Weth, maar dat het is de meerderheid van alle de Leden van laatstgemelde Collegie , welke daar omtrent van zoodanig fentiment is , als U Ed. Gr. Mog. uit de- annexe Misfives, door dezelve aan de Vroedfchap gefchreeven , zullen gelieven te zien, als hebbende de Schepen de Mirell daar inne mede geconcurreert, — waar uit volgd, dat het zelve verfchil niet af hangd van de Vraage , of de Schepenen Havart en de Mirell, telfens aclueele Capiteinen der Schuttery zynde, wettig of onwettig gerecufeerd zyn, om over de continuatie of discontinuatie van alle de Officieren der Schuttery en dus ook van hen zelveu in de Weth roede te voteeren. — Dat wyders in hec voorfz. verfchil ook geenzints is geconcerneerd het Financie-wezen , of eenig pecunieel belang van deeze Stad ; naar» dien in het Plan by de voorfz. gecombineerde Vergadering van U Ed. Gr. Mog. Gecommitteerdens en den Magiftraat deezer Stad, op den 30 December laatstleeden gearrcfteerd , foigneus in het oog is gehouden, dat daar uit geen nieuw of meerder bezwaar, dan bevoorens voor S:ads Financien, zoude proflueeren, zoo als zulks by bovengemelde Misfive van de Weth, van den 24 derzelve maand , aan de Vroedfchap reeds was verzekerd. — En eindelyk dat de voorfz. recufatie , over welke de voorfz. Vroedfchappen gantsch onber voegdelyk hebben goedgevonden U Ed. Groot Mog, te adieeren , niet is eene nieuwigheid , maar een oud en conftant poincf van orde in het Colltgie van de Wethouderfcbap in alle diergelyke gevallen geobferveerd, — en bygevolg een poinér. het welk als notoir domeftycq zynde , niet by U Ed. Gr. Mog. (het zy met alle eerbied gezegd) kan worden gediscutieerd, maar of aan de meerderheid der Weth overge- laa-  jan. STAAT EN OORLOG. 178^ 'a? haten , of des noods aan de ordinaire Juftitie gerenvoyeerd zou moeten worden, indien de gerecufeerde Lsden zeiven Haar op infteerden; —• Zullende de tegenwoordige Praefident Schepen de Loches, zoo. wel als de Vroedfchap Élfevier zig ligtelyk kunnen erinneren, dat zy beiden als regeeren ie Scheepenen , op vermaan van den toenmaligen Prasfident Hoog, zig hebben geabftineerd van de dehberatien , ja zelfs buiten de K mer gegaan zyn , ter geieegenheid van een yèrzoïk van den Scheepen Theiing, om als Ca» pitein der Schuttery te worden ontflagen — om reedenen , dat die Scheepenen Élfevier en de Loches daar door in het geval konden komen, van tot deszelfs Succesfeur te worden aangefteld, en dus naar maate zy tot den post al of niet geinclineerd waren, in het al of niet verleenen yan dat verzogte ontflag een perfoneel Interest hadden — hoedanige exempelen 'er des noods meerder geadduceerd zullen kunnen worden. By al het welk nog komt dat, naar ons inzien , de prafentie van de Heeren U Ed. Gr. Mig. Gecommitteerdens en van het Guarnizoen binnen onze Stad, niet gemist zal kunnen worden, zoo lange de Schuttery op dien voet, als het Plan in de gecombineerde Vergadering gearrefteerd, is mede brengende, niet met der daad gebragt , en eenigen tyd in funcYte geweest zal zyn — en dat mitsdien alle redenen te zaamen koopen om U Ëd. Gr. Mog. ten ernftigften te verzoeken, gelyk wy die vryheid neemen by dezen , zoo voor ons zeiven, als voor en in naam van den Hoofd-Officier Gevers en Schepen Hubert, als met ons de meerderheid van de Weth uitmaakende , en van denzelven Heer Gevers, nevens onze mede Vroedfchappen Élfevier, Reepmaker en van Hoogftraaten, dat het U Ed. Gr. Mog. gelieve de furcheance, by de bovengemelde Propofitie verzogt, niet of immers niet dan voor een zeer korten en bepaalden peremptoiren termyn, te verleenen j maar integendeel ter be- vor*  «8 jan* ZAAKEN VAN l?86. vordering van het oogmerk der Commisfie, door U Ed. Gr. Mog. binnen deeze Stad gedecerneerd, nog in deeze Vergadering van ü Ed. Gr. Mog. onverminderd U Ed. Gr. Mog. deliberatien over den verderen inhoud van die Propofitie, te verklaaren. Dat de gecombineerde Vergadering van de Heeren ü Ed. Gr. Mog. G;committeerdens en den Magiftraat der Stad Rotterdam, met het ter uitvoer brengen van de middelen by dezelve beraamd en nog te beraamen, tot herftel van de rust en het vertrouwen binnen deeze Stad zal mogen en moeten voortgaan, mits zig abftineerende van alle dispofitien, welke zouden (trekken tot een n;euw of meerder bezwaar van Stads Financien, en zonder dat daar door de Collegien der Vroedichap en Wethouderfchap refpeftive zullen werden geprsejudicieerd in alle zoodanige Rechten of Posfesfien,als elk derzelve tegen den anderen in toekomende tyden en gevallen zouden mogen fuftineeren. Ons daar mede vleyende, dewyl de fituatie van zaaken binnen onze Stad in waarheid geen langer ophoudinge der gearrefteerde maatregulen permitteert, bidden wy over U Ed. Gr. Mog. den zeegen des Allerhoogften , ons eerbiedig noemende, EDELE GROOT MOGENDE HEERENI (Onder ftond) ü Edele Groot Mogende dienstwillige Dienaaren. Burgemeefteren en Regeerders der Stad Rotterdam. (Lager ftond) Ter ordonnantie van dezelven.(Was get.) w. w. van berckel, Rotterdam den io January •i i7«ö« , EDE»  j/H. ' STAAT EN OORLOG. 1785. ao EBELE GROOT ACHTB. HEEREN! Wy vinden ons verpligt om U Ed. Gr. Achtb zeer wriendelyk te verzoeken om getn nieuwe Keure of Or« donnantie op het ftuk der Schutterye te arresteeren , zonder alvorens daar op zal ingenomen zyn het advis van de Vroedfchap deezer Stad, gelyk zulks altyd en onafgebroken gebruikelyk is geweest. Wy beveelen U Edele Groot Achtb. in de befcherminge Godes en blyven. Edele Groot Achtb. Heeren, (Onder ftond) U Edele Groot Achtb. goede Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Rotterdam. (Lager ftond) Rotterdam Ter Ordonnantie van den 3 Oclob. dezelven. I«785' (Was get.) W. W. VAN BERCKEL. (Nog lager ftond) Accordeert met deszelfs Origineel by my als Secretaris; (Was get.) W. W. VAN BERCKEL. IDE-  $ jan. ZAAKEN VAN tyé. édele groot achtb, heeren! Op den 4 deezer, hebben wy in onze Vergadering ontfangen en geleezen eene korte, en met geene de minfte reeden bekleede Misfive ten naame van Burgemeefteren en Vroedfchappen deezer Stad aan ons geaddresfeert, waar by zeer vriendelyk worden verzogt om geene nieuwe Keur of Ordonnantie op het ftuk der Schutterye te arresteeren , zonder alvorens daar bp zal ingenomen zyn het adyis van de Vroedfchap deezer S:ad, gelyk zulks aityd en onafgebroken (zoo als in die Misfive gezegt word, en het geen wy nog jretne gelepgentheid gehad hebben uit de Retroa&a na te gaan,) gebruikelyk is geweest, en tenens eene Misfive ten naame van Burgemeefteren deezer Stad , meede aan ons geaddresleert, en dienende om ons te disabufeeren omtrent de opvatting welke uit dezelve Misfive natuurlyk zoude moeten gebooren worden, als of hun Eii Groot Achtb. in het refolveeren van de voorfz. Misfive het zy collegialiter of hoofd voor hoofd hadden geconcurreert of bewilligt, en ons re informeeren, dat hun Edele Groot Achtb. die voorfz. Misfive by ons van Burgemeefteren en Vroedfchappen ontfangen expresfelyk desavoueerden, en zoo veel hun Edele Groot Achtb. aangaat, hielden als niet gefchreeven. Schoon de ftrydigheid dier beide Mislives ons daar van mogelyk zoude kunnen dispenfeeren, hebben wy echter best geoordeelt op het voorfz. verzoek by deeze te refcribeeren, ten einde geen oorzaak te geeven dat ons ftilzwygen voor eene toeftemming worde opgenomen. Wy kunnen ons echter om de boven- ge.  jAtn STAAT EN OORLOG. 178Ö. S' gemelde reeden thans niet inlaten om te advoueeren of desadvoüeeren dat aliyd en onafgebroken gebruikelyk geweest zoude zyn geen nieuwe Keur of Ordonnantie op het ff uk der Schuttery te arresteeren 9 zonder alvorens het advis van de Vroedfchap daar op in te neemën , en behoeven dan ook niet te treeden in een onderzoek of de Wethouderfchap zulks diverfe malen in diervoegen gepraétifeert hebbende zig en haare Succesfeurs daar door verpligt heeft dat voorbeeld in allen gevalle ten eeuwigen dage te volgen? En of zy zulks heeft kunnen en mogen doen cf bevoegt is geweest, in diervoegen te borneeren het Keurregt door den Souverain aan de refpeftive Magiltraten en niet aan de Vroedfchaps-Collegien geconcedeert en welke Souverain gewild heeft, dat het oordeel over de municipale Keuren en Ordonnantiën niet aan een Stedelyk politicq Collegie, maar door het ordinaire Regtsmiddel van Reformatie aan den Hove van Juftitie gedemandeerd zoude zyn. Even min zullen wy thans behoeven ftil te ftaan by de bedenking of, en in hoe verre een Collegie van Wette, kan lyden, dat eenige hunner mede Ledenen wel de voorzittende gefubordineert zoude mogen worden aan de befiuiten van een Vroedfchap, by welke die Leden verzogt en des noods gelast zouden kunnen worden deeze of geene zaak in de Weth daar heen te dirigeeren , zoo als de Vroedfchap zoude oordeelen , of wel eene zaak in de Weth niet te concludeeren zonder die alvorens ter deliberatie van de Vroedfchap te hebben gebragr. Wy willen dit alles thans liefst onaan- ge-  3a jan. ZAAKEN VAN 1786. geroerd laten , — in hope dat 'er nimmer geleegentheid veel min noodzaakelykheid zal opkomen, om zulks nader te eplucheeren — en de Regten van ons Collegie, als aan niemand, dan den Souverain, en deszelfs Geregtshoven onder gefchikt zynde te vindiceeren. Het eenige dat wy op het verzoek in de Misfive van U Edele Groot Achtb. vervat, in dit byzondere geval hebben te antwoorden is dat het niet in ons vermogen is ons te engageeren om aan dat verzoek te voldoen, om reeden dat de geheele zaak concerneerende de gebreekige conftitutie van deezer Stads Schutterye, reeds een geruimen tyd geleeden is gebragt ter Tafel niet van ons Collegie, afzonderlyk en op zig zelve , maar van het gecombineerde Collegie, het welk uit kragte van hun Edele Groot Mog. Refolutie van 10 Augusty 1784 alhier thans fubfifteert, en waar van wy te zamen de helfte ofte eene ftem, en de Heeren Gecommitteerdens ons door hun Ed. Groot Mog. geadjungeert de andere helft of tweede evenwigtige ftem uitmaken. Het zal U Edele Groot Achtb. niet onbekend zyn, en die Leden van U Ed. Groot Achtb. die in den voorleeden jaa» re 1784 in ons, en dus ook in het voorfz. gecombineerde Collegie fesfie gehad hebben, kunnen zig ligtelyk erinneren dat op den 17 December laatstleeden aan het evengemelde Collegie geprefenteert is een Request van Gecommitteerden van een aantal Schutteren der refpeétive BurgerCompagnien deezer Stad, te kennen gee» vende, Dat zy in ervaring waren gekomen, dat 'er werkelyk zoude zyn ge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 33 geprojecteert, een nader Concept* Plan van verbeetering der Schuttery, dat hoe zeer zy Supplianten niet mogten twyffelen aan de goede intentie van hun Ed. Mog. en Ed. Groot Achtb. om de Schutterye op eenen refpeétabelen voet te brengen , en in zoo verre daar in volkomen zouden kunnen berusten , echter vermeenden by het zelve zoo merkelyk geinteiesfeert te zyn , uit hoofde dat daarvan grootendeels het herftel van het weerkeerig vertrouwen tusfchen de Regeering en de Burgerye afhangr, dat zy de vryheid namen zig aan hun Edele Mog. en Edele Groot Achtb. te addresfeeren , ootmoedig verzoekende dat alvorens het gemelde point tot conclufie worde gebragt, het de Supplianten vergund worde aan die (de gecombineerde) Vergadering, de dadelyke gebreeken welke daar irï naar hunre gedagten thans plaats hebben, en de middelen welke tot redres van dezelve kunnen dienen , eerbiedig te mogen voordraager. By die geleegentheid wierd door hun Ed. Moe., verzogt by aldien 'er zooda-, nig een Concept-Plan van verbetering der Schutterye mogte plaats hebben, dat aan hun van het zelve zouden worden gegeeven behoorlyke ouvertures. Naardien zy oordeelden dat de verbeetaering der Schutterye een der voornaamfte middelen is, om de rust en het onderling vertrouwen binnen deeze Stad te herffelXXXI. deel; C len,  34 JAN. ZAAKEN VAN 1786. len , en op een duurzaamen voet te brengen, en dierhalven vooral volgens Refolutie van 10 Augustus 1784 was behoorende tot het departement der gecombineerde Vergadering. Welke voorflag door ons Collegie overgenomen zynde, vervolgens door het zelve, nog door de Heeren Vroedfchappen, die toen meede Leden van dien waren, niet is gecontradiceert, maar in tegendeel op den 28 December in deezer voege beantwoord , Dat zy met hun Edele Mog. inftemmende , dat de verbeetering der Schutterye een voornaam middel kan uitleeveren tot bevordering van rust en vertrouwen binnen deeze Stad, mitsdien van oordeel waren , dat zoodanig eene verbetering niet te fchielyk ondernomen kon worden, en dat hoe. zeer zy vermeenden dat aan hun binnen deeze Stad als Wethouderen , NB. zonder eenige mentie van de Vroedfchap te maken, ontegenzeggelyk toekomt het regt en de faculteit, om direcfelyk de nodige voorzieningen te doen , en over allerlei Onderwerpen, Keuren en Ordonnantiën te doen emaneeren, zy echter by aldien hun Edele Mog. konden goedvinden om zoo fpoedig doenlyk het werk der Schutterye en het beraanaen der Middelen tot redres van dezelve, met en benevens hun Edele Groot Achtb. by de hand te neemen, zeer gedisponeert waren, om de verzogte ouverture te geeven,  jAw. STAATEN OORLOG. ï7è6. 35 ven , en de deliberatien over het voorfz. overgeleeverde Plan (bet welk echter alle Ipoed vêreischte) provifioneel in den haaren te fta« ken, — terwyl zy over dat onderwerp alvorens zeer gaarne de gedagten van hun Edele Mog. wilden hooren , én bereid waren met dezelve te concurreeren tot het beraamen der vêreischte middelen tot redres; Waar op door hun Edele Mog. den 29 is gedeclareert, met genoegen gezien te hebben dat hun Ed; Groot Achtb. inftemmende, dat de verbeetering der Schutterye als zeèr bevorderlyk voor de rust en hét vertrouwen binnen deeze Stal, ëeri voornaame plaats verdient, onder de middelen welke tot herftel van dien in confideratie komen , ^ en welker beraaming en ter uitvoer brenging door den Souverain aati het gecombineerde Collegie is gedemandeert, en dat hun Ed. Mog." mitsdien bereid waren , om zoO dra de verzogte ouvertures aan hun' deSwegen zouden zyn gegeeven, de deliberatien over dat onderwerp' tnet hun Edele Groot Achtb. aan fe leggen op zoodanige wyze als rneest convenient zouden worden geoordeelt en dezelve door te zetten met al dien fpoed, welke zoo wel de presfance als de aangeleegenheid der zaake vereilchen' én toelaaten zoude. Ten gevolge nu van die zoo duidely.ke oVergifte én irrftemming met, het begrip van hun Edele Mog. heeft^ons Col-' C 2 k»  4 36 jan. ZAAKEN VAN 1780. legie dan ook 's anderen daags ter gecombineerde Vergadering geëxtradeert, en aan hun Edele Mog. overgegeeven het Concept-Plan van de provifioneele geprejefteerde verbeetering deezer Stads Schutterye , mitsgaders een Concepi-Ampliatie der Ordonnantie op de Burgerwagt. En daar op is den 4 January 1785 door hun Ed. Mog. geproponeert en den 5 door ons Collegie toegeftemd, en mitsdien in de gecombineerde Vergadering goedgevonden en verdaan aan Pieter Stolker, Cz., te vergunnen omme ten Ipoe. digiten aan die Vergadering in Gefchiifte voor te dragen de dadelyke gebreeken , welke naar hunne gedagten in de Schutterye deezer Stad, thans plaats hebben en de middelen welke tot redres van dezelve zoude kunnen dienen, — van welke Refolutie aan dezelve gecommitteerde Schutters een £x*ra<5t door de beide Secretarisfen Baalde en van Nyeveld geteekend, is ter hande gefteld om te ftrekken tot hun narist. Hier op den 11 February de bekende Memorie van de voornoemde Pieter Stolker, Cz. by het gecombineerde Collegie ingekomen en geleezen zynde, is dezelve op den 9 Maart gefteld in handen van Collonellen en Capiteinen van deeze Stads Schuttery, ten einde op dezelve die Vergadering zoo fpoedig doenlyk te dienen van derzelver confideratien , welke dan ook op den 13 April aan hun Ed. Mog. en ons zyn ingeleevert met dat verder gevolg, dat op den 4 Mey in de gecombineerde Vergadering is gerefulveert, ten einde zoo veel mogelyk aan de te houdene deliberatien over de redresfen der Schutterye, allen mogelyken fpoed by te zet-  jan. STAAT EN OORLOG. X786. 37 zetten, en ter voldoeninge van het gerefol veerde op den O Maart, om van wegen dezelve eenige Heeren te verzoeken en committeererr om alle de Stukken daar toe relatif welke op den 17 en 30 December 1784, ii Febrütry , 4 en 17 Maart, 13 en 28 April 1785, waren gefuppediteert te dienen van derzelver confideratien en advis. Deeze Commisfie is thans (aa op de voorfz. Memorie te hebben gevraagt de confideratien en advis van den grooten Krygsraad , en daar op twee onderfcheide Stukken van de meerderheid en minderheid derzelve. ontfangen te hebben) actueel over dat alles befoigneerelide; of de Leden van dezelve in hunne gedagten over die materie zullen verfchillen of een ftemmig in het uitbrengen van een Rapport zullen zyn is nog onzeeker, — gelyk meede of het gevoelen van ons Collegie of van de meerderheid van dien met dat van de Heeren Gecommitteerders van hun Edele Groot Mag. zal overeenkomen dan niet, — maar hoe. dit ook zyn moge, is dit in allen gevalle zeeker, dat het na alle de bovengemelde befluiren der gecombineerde Vergadering riet in onze magt is aan het verlangen van U Edele Groot Achtb te voldoen — dewyl hun Edele Mog. zeekerlyk zullen injheren dat wy na dat door de CommisJie der gecombineerde Vergadering rapport zal zyn gedaan, zoo ras mogelyk ons votum uitbrengen, en zoo het zelve met dat van hun Edele Mog. is over een te brengen , daar op finaal zullen willen concludeeren, en dus voldoen aan den fpeed, waar op wy en onze Voorzaten in het gepasfeerde jaar zoo veele malen hebben aangedrongen. C 3 Wy  38 jan. ZAAKEN VAN i;8<$. Wy vertrouwen dierhalven dat U Ed. Groot Achtb. zig met deeze onze refcnptie voldaan zullen houden, blyvende wy na 's Hemels zeegen aan U Edele Groot Achtb. te hebben gewescht. edele croot achtbaare heeren , (Oider ftond) U Edele Groot Achtb. goede Vrienden, Schout, Burgemeefteren en Schepenen der Stad Rotterdam, (Lager ftond) Uit onze Ver- Ter Ordonnantie van gaderin? den dezelve. li Oftob. 1785. (Was get.) j. v. züïlen v. nïeveltt. (Nog lager ftond) Accordeert met deszelfs origineel , by my als Secretaris. (Was get,) w»w.vanberckel. EDB-  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 35 edele groot achteaare heeren! Wy hebben met de uitterfte aandoe, ning, uit de Misfive van de meerderheid van O Ed. Groot Achtb. Vergadering , in daio l'j Oclober laastleeden aan ons gefchreeven, vernomen, dat het niet in Ü Ed. Gr. Achtb. magt zoude zyn , om in dit byzonder geval aan ons verlangen te voldoen , door ons Advis. over de verandering van deezer StadsSchuttery in te neemen, om reden quafi dat de geheele zaak concerneerende de pretenfe gebrekkige confiitutie van dezer Stads-Schuttery rteds een geruimen tyd geleeden zoude zyn gebragt ter Tafel van het gecombineert Collegie , alwaar nu onlangs , zoo wy verneemen , by de meerderheïd is uitgebragt een rapport, tenderende tot eene totale disfolutie der tegenswooriige Schuttery en eene geheele inveriïe van derzelver form, waar door wy niet alleen zouden worden verdoken van de aanftelling van Collonellen aan deezer Stads-Vroedfchap competeerende, en door dezelve tot hier toe geSxerceert , maar waar door ook zes van onze Medebroederen in Raaden, van hunne refpective qualiteiten #1 de Schuttery, buiten ons advis en concurrentie zouden worden gedimitteerd. Wy kunnen ons niet verbeelden t dat U Ed. Gr. Achtb. deeze onze Vergadering zoodanig een notoire prejuditie en kleinagting zouden willen toebrengen, en zulks op fundament van de zig thans hier bevindende Commisfie, daar deeze Commisfie immers volgens het aan haar gegeeven mandaat zig niet vermag te immifceeren in eenige onzer huishoudelyke zaaken, nogte de Hegeeringe dezer Stad C 4 «•  *H» JAN, ZAAKEN VAN i?8<ï. eenige kleinigheid aan doen , veel min aan derzelver wel herbragte Privilegiën, Vry- en Geregtigheden eenige atteinte of prajuditie toebrengen , en daar dezelve uit kragte van het hier bovengemeld prasfcript wel gecommitteerd is om de rust en het vertrouwen binnen deeze Stad te her» ftellen , en daar toe met en benevens de Magijlraat de bekwaamfie middelen te helpen beraamen , maar geenzints (naar ons inzien) bevoegd is om , tegens het Advis van Collonellen en Capiteinen, tegen dat van de groote Krygsraad, buiten bewilliging van ons en tegen het gemani. festeerd gevoelen van een groot aantal onzer Medeburgeren, zoodanige eene totale disfolutie van deezer Stads-Schuttery in te voeren. Veel minder kunnen wy van de a:quit. teit van U Ed. Gr. Achtb. verwagten, dat U Ed. Gr. Achtb. ons zouden willen ontzetten van eene immemoriale posfesfie om te advifeeren in Ordonnantiën op de Burgerwagt £hoedanige eene concurrentie tot de gewigtigfte municipale keuren van ouds af by de Vroedfchap heeft plaats gehad) en even daar door verfcheide onzer Refolutien op het ftuk der Schuttery kragteloos maaken en buiten effeift Hellen. Dan zoo zulks egter U Ed. Gr. Achtb. ferieufe intentie mogte zyn , vinden wy ons verpligt U Ed. Gr. Achtb. ernftig en rondborltig te declareeren, dat wy de Schuttery, die zonder ons advis en concurrentie mogte ^gecreëerd worden, niet zullen kunnen eikeunen , dat wy de te geevene demisfien aan Collonellen by ons aangefteld wordende, en aan Capiteinen, zoo uit den onze als uit Scheepensbank, ingevolge eene Ordonnantie op em Advis ge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 41 gearrefteerd, fungeerende, voor onwettig zullen moeten houden , en dat wy gevolglyk niet zullen kunnen confenteeren in eenige belastingen of pascunieele uitgave voor eene Schuttery in diervoegen buiten ons advis gecreëerd. Wy laaten na deeze rondborstige en fcrieufe verklaring aan U Ed. Gr. Achtb. over de gevolgen die hier uit zullen ra» folteeren, eu zien de verdere voortgang in deezen aan , als een bron waar uit niets dan verwarring en ongenoegen te verwagten zyn. Wy blyven niettemin bereid om mede te werken tot zoodanige veranderingen, verfchikkingen en verbeteringen in gemelde Schuttery als U Ed. Gr. Achtb. zullen oordeelen te behooren , mits dezelve by haare tegenswoordige form en conftitutie blyve geconferveerd. Wy beveelen U Ed. Groot Achtb. in de befcherminge Codes en blyven edele groot achtbaare heerenI (Onder ftond) U Edele Groot Achtb. goede Vrienden Burgemeefteren en Vroedfchappen der S'ad Rotterdam. (Lager ftond) Ter ordonnantie van dezelven. ("Was get.) w. w van berckel. (Nog lager ftond) Accordeert met deszelfs origineel by my als Secretaris. Rotterdam (Was get.) den 19 Dec. w. w. van berckel. C 5 edk*  & jan, ZAAKEN VAN 178$. edele groot achtbaare heeren! Dezelfde meerderheid van ons Collegie , door welke de Misfive van dato n OfTtober laatstleeden , ter beantwoording van U Ed. Gr. Achtb. korte Letteren van den 3 derzelve maand is gearrefteerd , heeft zig verpligt gevonden op de nadere Misfive, den 19 ciee er by de meerderheid van U Ed. Gr. Achtb. aan ons gedepecheert, die weinige te refcribeeren. Dat het wel een waarheid is, dat eene Commisfie uit het gecombineerde Collegie onlangs aan het zelve heeft ingeleeverd , een by de meerderheid van dezelve Commisfie uitgehragt rapport over het Request &c. van Pieter Stolker , c. s. met een daar by gevoegd Plan tot reforme van deezer Stads-Schuttery, welk een en ander zoo door hun Ed. Mog. als door ons Collegie is overgenomen, doch dat den inhoud derzelve Hukken (welke op geene legale nog gepermitteerde wyze aan U Ed. Gr. Achtb. gecommuniceerd knnnen zyn) by ons nog naauwlyks geleezen , veel min met de vêreischte attentie geëxamineerd waren , toen U Ed. Gr. Achtb. by derzelver voorfz. Misfive reed? in ons geliefden te fupponeeren eene ferieufe intentie, om ons met de geprojecteerde veranderingen te conformeeren. Wy hadden wel gewenscht dat die Leden van U Ed. Gr. Achtb. Vergadering , die in December van het jaar 1784 in het gecombineerd Collegie hebben fesfie gehad , U Ed. Gr. Achtb. hadden knnnen fubnediteeren zóódanige explici" rie van de Refilutien en ^vergiften, ten dien tyde door de Weth genoomen en  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 43 gedaan , welke te compasfeeren zy met hei. geen. dezelve Heeren thans met de meerderheid van U Ed. Gr. Achtb. goedvinden te fuftineeren — doch naardien: men niet verkoozen heeft de redenen en gronden , in onze voorSge Misfive vervat, te beantwoorden, kunnen wy dieshalven voor als nog niets anders doen, dan by dezelve perfilTeeren, en voorts ons werk masken , om die gewigtige materie met alle fcrupuleufe attentie te wikken gia weegen, alvoorens over te gaan tot her -elpen neemen en ter uitvoer brengen, eener finale Refolutie; dit kunnen wy U Ed. Gr. Achtb. verzeekeren onze ferieufe en eenige intentie te zyn , ten einde ons nimmer een gegrond verwyt gedaan zal kunnen worden, dat wy oorzaak zouden zyn van gevolgen, waar uit een bron van verwarring en ongenoegen te verwagten zoude zyn : wy zullen dan _ nu ook even als by onze voorige refcriptie ons niet inlaaten in een onderzoek, of'er hier ter Steede eene meerdere connexie tusfchen de Vroedfchap en Weth plaats heeft of moet hebben dan in andere Steden dezer Provincie , en fpeciaal in het nabuurig Delft, waar de Vroedfchap nu onlangs heeft geconfirmeerd het geadvifeerde van haare 'Minifiers, dat de Vroedfchap en Wethouderfchap zyn twee van den anderen geheel en al independente Collo* gien. Of het maaken van zommige Keuren door de Weth, met advis van de Vroedfchap niet maar alleen te pas komt en van ouds gepradifeerd is geworden, wanneer uit dezelve een nieuw >f meerder bezwaar dan bevoorens voor S ads Financiën zoude proflueeren (een domefticq- point, waar in wy niet verwagten ca ook niet zullen toe-  4* JAN. ZAAKEN VAN 1786. toeftaan dat hun Ed. Mog. nog de Schepensbank zig eenigzints zullen immifeeren) en eindelyk of dit begrip niet geconftateerd is door de daaden van de Weth , en het ftilzitten van de Vroedfchap dezer Stad, toen op den aa April 1783 is gepermitteerd, en op den 14 January 1784 nader geconfirmeerd , He oprigting van een Corps Vrywilli^e Schutters buiten bezwaar van Stads Financien, en toen het zelve op den 8 Mey 1784 by gewoone Publicatie van de Weth weder is afgefchaft , zonder op het een of ander het Advis van U Ed. Gr. Achtb. in te neemen. Dan wy blyven nog hoopen , dat den uitllag der zaaken en de nadere onbevooroordeelde overwegingen van U Ed. Gr. Achtb. het verder eplucheeren van alle die bedenkingen, tot welke door dierge]yke menaceerende declaratien , als in U Ed. Gr. Achtb. laatfte Misüve zyn uit de Pen gevallen , gelcegenheid gegeeven word, onnoodig zal maaken. En dit voor Stads rust en welzyn op het hartelykst wenfchende, blyven we in middels met heilbeede. edele groot achtbaare heeren. (Onder ftond) U Edele Groot Achtb. goede Vrienden Schout, Burgemeefteren en Scheepenen der Stad Rotterdam. (Lager ftond) -Uit onze Ter ordonnantie van dezelVergadering ven. den B4 Dec. (Was get.) 1785. J.van züvlen van nyevelt, (Nog lager ftond) Accordeert met deszelfs origineel by my als Secretaris. (Was get.) w. w, van berckbl.  jak. STAAT EN OORLOG. 1786. 45 V. Propofitie van Gedeputeerden der Stad Rotterdam, tot zeeker redres en reforme van de Schutterye aldaar» Gedaan ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 11 January 1786. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gelchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie. De Heeren Gedeputeerden- der Stad Rotterdam , hebben uit naam van de Heeren hunne Principalen, ter Vergadering voorgedraagen: Dat de Heeren hunne Principalen vertrouwen, als een zeekere en inconftabele waarheid te mogen vast Hellen, dat, volgens de wettige conftitutie en Regeeringsform in de Steden dezer Provincie, de Collegien van Raaden of Vroedfchappen in dezelve, refpectivelyk zyn, en uitmaken de eenige en wettige Reprefentanten van het geheele Corps der Burgeryen in dezelve Steden, en dat alzoo ook het Collegie van de Vroedfchap der Stad Rotterdam is het eenig en wettig reprefentatif van het geheele lighaam der Burgerye der gemelde Stad. Dat daar uit dan ook van zelfs voortvloeid , dat geene Reglementen, Keuren, of Ordonnantiën, by dewelke aan de gemelde Burgerye, of een aanmerkelyk deel derzelve, eenigerley , en in het byzonder Stedelyke ordres , lasten of pligten, zoo perfoneel als reëel, zouden worden opgelegt, of die betrekkelyk zyn tot Burgerlyke en Domeftique Stedelyke arrangementen, in welke het lighaam der Burgerye is geconcerneert en geintereslèert , wetuglyk en met effect, zoodanig dat de Burgerye aan de obfervantie en nakoming derzelve zoude zyn verbonden, konnea wor-  4? jApt. ZAAKEN VAN l?2ê. worden gefteld , geëmaneert of geintroduceert, zonder het aveu, concurrentie of advis van de gemelde Vroedfchap; by welke Collegien , volgens de aloude erkende conftitutioneele Regeeringsform, alleen is de magt om te advifeeren,refolveeren en disponeeren vin alle zaake- ■, fpeCialyk cemcerneerende den ftaat der Steede, Dat dit mitsdien voorai iyne applicatie heeft op zoodanige Reglementen , Keuren of Ordonnantiën , als eoncerneeren of relatie hebben tot de Schutterye in de gemelde Stad, als in welke niet alleen het lighaam van de Burgerye, maar Ook particulierlyk de Stedelyke Financiën , ter zaake van de uitfchotten en kosten , welke uit Stads Kasfe, ten behoeven der Schutterye moeten worden gedaan , zeer merkelyk zyn gec'oncerneert ; zoo als dan ook het Collegie van de' Vroedfchap der' voornoemde Stad ^ tot hier toe is geweest in eene dadelyae erkenae , en ongeftoorde posfesfie. dat namentlyk, de Reglementen, Keuren en Ordonnantiën, op het werk der Schuttery en Burgerwagt binnen de gemelde Siad9> niet anders dan met hunne concurrentie , toeRemming of advis zyn ingeftelt, geëmaneert of geintroduceert geworden. Dat de Heeren hunne Principalen des uiettegenftaande zyn ontwaar geworden , dat 'er by de Heeren Ü Elele Groot Mog. Gecommitteerden , zig thans binnen de gemelde Stad bevindende, en zommige Leden van de Wethouderfchap met dezelve gevoegt, niet alleen wierd* geprocedeert tot het formeeren, reguleeren ent inifellen van een zoogenaamd redres en reforme" van de voornoemde Schutterye , waar door alle 1 vorige Stedelyke Relólutien , Ordonnautien en Reglementen, daar op door of met kennis , toeftemming , en advr's van de Vroedfchap der Stad Rotterdam gemaakti met voorbygang van geme!=f de Vroedfchap en zonder zig aan dezelve in het minde te bekreunen, geheel zouden worden vernietigt en den bodem ingeflagen, en een geheel nieu-  jan. STAAT EN OORLOG, tjto. 47 nieuwe huishouding in dé Schutterye bianen de gemelde Stad zoude worden geintroduceert, maar dat men daar mede reeds zoo ver was gevordert, dat het Plan daar toe by welgemelde Hee. ren Commisfarisfen en eenige Leeden van de Wetrjouderfchap , in het gecombineert Collegie zoude zyn gereguleert en gearrefteert , mitsgaders , hoewel op eene willekeurige en illegale wyze door eene pretenfe meerderheid met zes Leden in het Collegie van de Weth , welke men , door het recufeeren quafi van twee Leden derzelve, op gantsch frivole pranexcen * had weeten te verkrygen , zoude zyn goedgekeurd, in zoo verre zelfs, dat de voorfz. nieuwe infteliing of reforme (volgens gerugten tot niets minder tendeerende, als tot een totale dislblutie der tegenwoordig fubfifteerende Schutterye) met preeritie en buiten kennis of advis van de Vroedfchap eerstdaags binnen de voorfz. Stad Raat te worden gepubliceert en in train gebragr. Dat de Heeren hunne Principalen wel een en andermaal door vriendelyke demarches hadden getragt het zelve voor te komen, en geinfteerr, dat de redresfen en reformes, welke men nodig zoude vinden in de Schutterye te maaken, met advis van de Vroedfchap mogten worden gearrangeert , en daar toe by Heeren Burgemeefteren aanzoek gedaan , dan dat men aan dèzelven had te verftaan gegeeven, Dat, terwyl in de Weth een Refolutie omtrent de Schutterye genomen was, Heeren Burgemeelteren niet konden afgaan, om dat votum in de gecombineerde Vergadering in te brengen, maar wel wilden aanneemen , om met de executie daar van te fupeifedeeven tot de byeenkomst van de Vergadering van haar IJdele Groot Mog., ten einde aan de Vroedichap occafie te geeven, van deeze zaak ter Tafel van haar Edele Groot Mog. te brengen. En  43 jan. ZAAKEN VAN 1786. En dat zv Heeren Gedeputeerden dienvolgende door de Heeren hunne Principalen expresfelyk waren gelast, om deeze zaak te brengen ter kennis van deeze fouveraine Vergadering , en van dezelve met alle nadruk te imploreeren, dat haar Edele Groot Mog. tot maintien van de wettige en tot hier toe ongekrenkte Regten en Posfesfie van de Vroedfchap der gemelde Stad, gelieven te verklaaren, dat, by aldien nuttig en oirbaar zoude mogen worden bevonden, dat er eenige alteratien of redresfen in de forme of Ordonnantiën en Reglementen van de Schutterye der voorfz. Stad zouden worden gemaakt , dezelve Redresfen, Ordonnantiën en Reglementen geen efFecl: zullen forteeren, ten zy dezelve vooraf zulien zyn gebragt ter kennis en deliberatie van de Vroedfchap derzelver Stad, en met derzelver advis als naar ouder gewoonte, geconftateert en gearrefteert zullen zyn ; met verdere aanfchryving van wegens haar Édele Groot Mog. aan derzelver Gecommitteerden te Rotterdam voornoemt, om zig te onthouden van alle deliberatien , tendeerende tot het conftateeren , reguleeren , arrefteeren en executeeren van Redresfen , Reglementen en Ordonnantiën relatif tot de Schutterye aldaar , maar al het zelve als Stedelyk en Domefticq, geheel en al privativelyk over te laaten aan het beftuur van de Regeering derzelve Stad: Dat het wyders haar Edele Groot Mos. behagen moge , de pretenfe recufatie en feclufie van de twee Schepenen Havart en de Mirell, als mede Leden van de Wethouderfchap, van de deliberatie over de te maaken Redresfen, Reglementen of Ordonnantiën voor de Schutterye der voornoemde Stad , als notoir nul en onbeftaanbaar te casfeeren en te niet doen, en dien. volgende aan Schout, Burgemeefteren en Schepenen der voornoemde Stad te gelasten, om dezelve te admitteeren tot alle deliberatien der gemelde Wethouderfchap over zaaken, concerneeren-  jan* STA AT EN OORLOG, Ï786. 40 rende de Schutterye derzelve Stad, en derzelver uit te brengen vota, even als van andere Leden van het Collegie van de Weth, in het arrefteeren, decideeren en refolveren van en op dezelve zaake in computatie te brengen; en dat de voorfz. zaak, ten einde dezelve tot irreparable prajjudicie van het voorfz. regt en posfesfie van de Vroedfchap der gemelde Stad, niet worde gebragt buiten haar geheel, inmiddels hangende de deliberatien van haar Edele Groot Mog., moge worden gefurcheert, eh daar van, zoo aan welgemelde Heeren Gecommitteerden , als aan Schout , Burgemeefteren en Schepenen voor» noemt, van wegen haar Edele Groot Mog. aanfchryvinge moge worden gedaan. En dat zy Heeren Gedeputeerden door de Heeren hunne Principalen verder waren gelast en gequalificeert, om haar Edele Groot Mog. te informeeren , dat dezelve bezig waren met het doen formeeren van eene Memorie s gemunieerc met de nodige Bylagen , die door de kortheid van tyd nog niet in gereedheid hadden konnen worden ge bragt, om nevens deeze voordragt te wonen gevoegd , en voornemens waren , om dezelve eerstdaags te brengen ter Tafel van haar Ed. Gr. Mog., ten einde hoogstdezelve in ftaat te (tellen, om over de merites dezer zaake, met volledige kennis te konnen delibereeren: verzoekende dat dezelve te fuppediteeren Memorie en Bylagen mogen worden gehouden als hier geinfereert. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan * dat het voorfz. geproponeerde zal worden gefteld in handen van de Leden van de Wethouderfchap der Stad Rotterdam , om hun Ed. Groot Mog. daar op te dienen van berigt ; en dat het zelve mede zal worden gezonden aan de Heeren Gecommitteerden van hun Edele Groot Mog. te Rotterdam, om derzelver confideratien en advis daar op aan hun Edele Gr. Mog. te laaien toekomen; met verder verzoek aan de Heeren van Rotterdam , óm de Memotie en Bylagen, XXXI. deel. D by  5o jan. ZAAKEN VAN 178Ö. by de Propofitie gemeld, uiterlyk voor den 8 February eerstkomende te exhibeeren ; met furcheance inmiddels der zaak in de Propofitie vervat , hangende de deliberatien van hun Edele Groot Mogende. Accordeert met voorfz, Refolutien. VI. Aan Directeuren van het Bataafs Genootfchap der Proefondervindelyke Wyshegeerte te Rotterdam, verleent Ocïroy op het maken van Vuur- of Stoom-machines naar de uitvinding van james watt. Volgens Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende, in dato 12 January 1786. De Heer Penfionaris Emants heeft ter Vergadering gerapporteert de confideratien en het advis van de Heeren hun Ed Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de nieuwe inventien , hebbende ingevolge en ter voldoening van hun Éd. Gr. Mog. Appointement Commisforiaal van den 15 der gepasfeerde maand geëxamineert de Requeste ten zeiven dage aan hun Ed, Gr. Mog. geprEelènteert door Directeuren van het Bataafs Genootfchap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam , benevens Jan Daniël Huichelbos van Liender, Lid Confultant van het voorfz. Genootfchap, te kennen geevende, dat Steven Hoogendyk, Burger en Inwoonder van gem. Stad Rotterdam en Lid Confultant van het reeds genoemde Genootfchap , nu 10 i 11 jaaren geleden mee medewerking van eeni. ge andere Peifoonen , zig zeer veel moeite gegeeven, en een aanmerkelyke fomme uitgefchoten had , om te Rotterdam voorfz. een Vuur- of Stoom-Machine op te rigten, dienende om Water op te brengen, even gulyk de gewoone Wind Watermolens , met oogmerk , om door e werking van deeze Machine een ieder te overtuigen, dat dezelv- verre te prajfereeren was boven de gewoone Wind Watermolens, en dus de daar by belang-  jan. STAAT EN OORLOG. ï?S6. 51 langbebbende te engageeren, om zïg voortaan van zoo. danige Stoom-macbines te bedienen: Dat de inrigting van deeze Machine echter niet volkomen aan het zoo evengemelde beantwoord had, 'c welk in 't byzonder naar hun gedagten moest toege1 fchreeven worden aan derzelver plaatzinge, dewyl deeze plaatzing niet gedoogde, dat de Put voor de Pompen gefchikt, uitgegraaven wierd tot die diepte, welke 'er noodzaakelyk vereiscbt zoude worden , om hét groot vermogen van dezelve ;.boven de gewoone Wind Watermolens met de proef, en dus op een ontegenzeggelyke wyze aan te toonen; dat men, wel is waar, door uitrekeningen dit grooter vermogen deezer Machine klaar koude betogen , dog dat voor een bewys van dien aart , flegts een zeer gering aantal van Menfchen vatbaar was, en dat voornamentlyk zy, die hec grootfte nut van den invoer deezer. Machine zouden hebben / juist die geenen waren, welke niet door bewyzen op het Papier, maar door de, daad moeften over^ tuigd worden; dat voorn. Steven Hogendyk het een en ander bezeilende, en teffens overtuigd van welk een oneindig nut de invoer van voorfz. Machines zoude weezen , daar dezelve niet flegts door hun onbepaald vermogen , yeel meer Water opbragten, en het zelve hooger opvoerden , dan de gewoone Wind Watermolens, maar bovendien (het geen een alleruitmuntendst voorregt was) ook ten allen tyden werken konden , dienvolgens te rade was geworden, om ten zynen kosten een nieuwe Vuur- of Stoommachine te doen bouwen , en dezelve zoodanig te plaatfen, dat men de kragt en het vermogen van dezelve konde beproeven tegen een gewoone Wind Watermolen. Dat hy Steven Hogendyk daar toe te eerder was overgegaan, om dat men zeedert het opregten van de hier vooren gemplHp Vuur. nf. Srnnmmachine nanmerkelvke verbete¬ ringen omtrent deeze Machines in Engeland had uitgevonden, en men dus in Haat zoude zyn de proef te neemen met des te grooter hoop van fucces: Dat hy ■ Steven Hogendyk thans reeds bereikt hebbende den ouderdom van agt en tagtig. jaaren , en nogthans yveiig genoeg , om alles by re brengen, wat tot nut van D a zyn  52 jan. ZAAKEN VAN 1786. zyn Vaderland kon dienen, zig echter buiten ftaat bevond , om in Perfoon een werk van dien aart te onderneemen , en dus de uitvoering van dien toevertrouwd en opgedragen had aan de Suppl. welke zeer gaarne dien last op zig genomen hadden, en zelfs met vermaak , daar zy geen ogenblik twyffelden , of het werk zoude volkomen beantwoorden aan het edelmoedig oogmerk van voorn. Steven Hogendyk; dat de Suppl. dan ook reeds zoo verre gevordert waren , dat zy in een Polder naar by de Stad Rotterdam , en tot het doelwit volmaakt gefchike hadden bekomen een ftuk Lands , en de permisfie om op dat Land een Stoommachine op te rigten, en gevolgelyk fpoedig met de opbouwing van denzelve zouden kunnen voortgaan, indien zy daarin niet verhinderd wierden door een zwaartgheid , welke alleen door de gunftige tusfchenkomst°van hun Ed. Gr. Mog. kon opgeheven worden, dat de gemelde zwaarigheid deeze was: dat James Watt woonende te Birmingham in Engeland , en Uitvinder van de nieuwe en met veel grooter vermogen dan de vorige werkende Stoommachines , niet goedvond aan de Suppl. zoodanige Machine van zyne Uitvindinge te leveren , ten ware hy zeeker was, daar door geen fchade te zullen hebben , dewyl hy in zyn Vaderland een uitfluitend Privilegie had om geduurende eenige jaaren Stoommachines van zyne Uitvinding op te rigten ; dat voorn. James Watt echter redelyk genoeg was om zig op de deugd en goede trouw van de Supp'l. te verlaaten , en geneegen was, om hun het voorfz. Stoomwerktuig te bezorgen , indien de Suppl. van hun Ed. Gr. Mog. voor zig konden verkrygen een gelyk Oétroy en Privilegie als hy James Watt in Engeland had geobtineert voor een getal van 15 jaaren. Dat de Suppl. om deeze reden zig in de nood^aakelykheid bevonden, om hun Ed. Gr, Mog. te adieeren en eerbiedig verzogten , dat het hun Ed. Gr. Mog. mogt behagen aan de Suppl. (fchoon zy daar by geen eigen belang hoe genaamd bedoelden) guniïig te verleenen Oftroy en een uitfluitend Privilegie om geduurende zoodanig een aantal van jaaren als hun Et. Gr. Mog. zouden goedvinden alleen binnen deeze Provincie  jan» STAAT EN OORLOG. 1785. j3 cie Vuur- of Stoommachines te mogen maken, naar de Uitvinding van James Watt hier vooren genoemd, en daar van aan de Suppl. te doen expedieeren Brieven in Communi forma. Dat zy Heeren Gecommitteerden by examinatie van dezelve Requeste wel bevonden hadden, dat de Suppl. ten deezen kwamen te verzoeken een feclufif Ocfroy op een Vuurmachine , dewelke door de Suppl. niet was geinventeert, en dus als geen nieuwe inventie ten haaren opzigte konde werden geconfidereert, en vervolgens niet viel in de termen van zodanige Uitvindingen, op welke hun Ed. Gr. Mog. gewoon waren feclufive Oftroyen te verleenen, dog dat zy Heeren Gecommitteerden echter niet konden nalaaten te remarqueren , dat de bovengemelde refleétie, hoe zeer op zig zelfs na hun gedagten zeer gefundeert, echter ten deezen in geen confidentie behoorde te werden genomen, ter oorzaake, dat de Suppl. dit verzoek aan hun Ed. Gr. Mog. niet alleen kwamen te doen met Communicatie, maar zelfs op inftantie van den Uitvinder zelfs, zoodanig , dat de Suppl, van de voorn. Vuurmachine geen gebruik zouden kunnen maaken, ingeval hun Ed. Gr. Mog. dit verzoek aan hun niet accordeerden: Dat hier by nog kwaam, dat dit ver. zoek niet wietd gedaan door particuliere Perfoonen, maar door een Genootfchap, dat zig reeds langen tyd by de geleerde Waereld beroemd had gemaakt, terwyl ook het oogmerk van de Suppl. en in 't byzonder ook van den meergem. Steven Hogendyk zig niet bepaalde, om door het verkrygen van een feclufif Oótroy zig zelfs eenig voordeel te bezorgen, maar eenig en alleen voort kwaam uit een ware zugt, om zonder eenige beloning aan hunne Medeburgeren nuttig te kunnen zyn , en welke refiedtie voor al ten deezen in aanmerking behoorde re werden genomen ten aanzien van de voorn. Steven Hogendyk, als de welke in zyne hoogen Ouderdom met zoo veel yver nog werkzaam was , om ten zynen privative kosten zyn Vaderland van dienst te zyn, en dat het vervolgens aan hun Heeren Gecommitteerden was voorgekomen, dat deeze demarche de goedkeuring van hun Ed. Gr. Mog. volD 3 ko«  $4 JAN, ZAAKEN VAN j?86. "komen meriteerde, en dat zy mitsdien geen zwarigheid maakten, om het verzoek van de Suppl. favorabel aan hun Ed. Groot Mog. voor te dragen, en zulks te minder, om dat zy Heeren Gecommitteerden geinformeert waren geworden, dat door het accordeeren van dit verzoek aan niemand binnen deeze Provincie eenig het allerminfte nadeel zoude worden toegebragt. Waar op gedelibereert zynde , is conform het advis van de Heeren Gecommitteerden goedgevonden en verftaan , aan de Suppl. te verleenen Octroy, om geduurende de tyd van vyftien eerstkomende en agter een volgende jaaren de voorn. Vuur- of Stoommachines naar de Üitvinding van James Watt met feclulie van alle anderen alleen te mogen maken, of doen maaken, met interdictie aan elk en een iegelyk, om dezelve op «enigerhande wyze na te maken , of elders nagemaakt zynde binnen deeze Provincie te brengen , of te doen inbrengen , alles op een boete van tien duizend Guldens by de Contraventeurs te verbeuren , mits de Suppl. gehouden zyn, om alvorens het voorengem. Oétroy aan hen werde uitgegeeven ter Secretary van hun Ëd. Gr. Mog. over te leeveren, en te depoliteeren een nette en accurate aftekening en descriptie van het zelve Werktuig. Accordeert met voorfz. Refolutien. VII.  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. $s VU' Propofitie van Gedeputeerden van Amfterdam , nopens het vereeren tan twee Scheepen van Oorlog . yder van 74 Stukken , aan den Koning van Frankryk, uit erkentenis: en omtrent een Commercie Traktaat Gedaan ter Vergaderinge van hun Ed. Groot Mogende. In dato 13 January 1786. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amflerdam hebben ter Vergadering gedaan en vervolgens in gefchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie. T~\e Heeren Gedeputeerden der Stad AmfterJL/ dam hebben in den name, en op fpeciale last van de Heeren hunne Principalen, ter Vergadering voorgedragen, Dat de Heeren hunne Committenten, in overweging hebbende genomen de omftandigheden, waar inne de Republicq , geduurende de laatfte Troubles, zig heeft gevonden; en aan welke gevaaren dezelve is geëxponeerd geweest ; dan waar uit zy, door de beftieringe der Goddelyke Voorzienigheid , gelukkig is gered ; en by den Vrede met alle haare Nabuuren herfteld : tot het welk de notabele dienllen, door zyne Allerchristelykfte Majefteit, op eene edelmoedige wyze, aan den Staat beweezen , zeer veel hebben gecontribueerd ; en , voor het toekomende, de aangenaamfte gevolgen van de onlangs met het Hof van Vrankryk geflotene Alliantie zyn te voorzien , zoo met betrekkinge tot de herftellinge van de eer en het aanzien van den Staat by vreemde Mogendheden; als met opzigte tot de beftendigheid van de rust en vrede, dewelke daar van onder Gods Zegen , kan werden verwagt: Mitsdien, geoordeeld hebben, aan hun Edele Gr. Mog. in confidentie te moeten geeD4 ven,  56 JAK. ZAAKEN VAN! 1786. ven, of het belang, het welk hoogstgedagte zyne Majefteit heeft gelieven te Hellen , zoo in de corfervatie van de algemeene rust in Europa; als in het behoud en welzyn van dezen Staat; niet zoude vorderen eene byzondere erkemenis van hun Hoog Mog.; en of, derhalve, Hoeren Gedeputeerden van deeze Provintie ter Generaliteit niet zouden behooren te werden gequaliliceerd en gelast, om , van wetge hun'Ed Gr. . v Mog., aldaar, te proponeeren, dat fle Heeren Ambasfadeurs van dezen Staat aan het Hof van Vrankryk mogen werden aargefchreeven, om, op eene plegtige wyze, uit, naam van hun Hoog Mog., zyne Allerchristelykfte Majefteit te kennen te geeven , hunner Hoog Mog. opregte gevoelens van hoogachtinge voor de Perfjqn van zyne Majefteit; mitsgaders hoogstderzelver erkentenis van alle de blyken van toegenegenheid en edelmoedigheid, door zyne Majefteit, in de laatfte Tronbles , aan de Republicq gegeeven: als mede het genoegen van hun Hoog Mog. over de onlangs geilotene Alliantie mat zyne Majefteit; welke hun Hoog Mog. oprechtelyk wenfchen, dat tot verftei king der wederzydfche vriendfchap; verzeekering der algemeene rust en vrede in Europa, en beveiliging en welvaard der beiden Staaten , moge ftrekken : dat hun Hoog Mog. hoopen , dat het zyne Majefteit niet onaangenaam zal zyn , dat hoogstdezelven tot een waar kenteeken van deeze hunne gevoelens, zyne Majefteit verzoeken , wel te willen a3nneemen twee Schepen van Oorlog , welke hun Hoog Mog., reeds, ten dien einde, in gereedheid deeden brengen ; om , vervolgens , naar zodanige Zeehaven van hoogstgedagte zyne Majefteit te zenden , als hoogstdezelve zoude verkiezen : Dat welgemelde Heeren Ambasfadeurs nog mogen werden aangefchreeven , by deeze geleegenheid, hoogstgedagte zyne Majefteit, van we= ge hun Hoog Mog. voor te dragen, dat hoogst- fok, < dg;  jan* STAAT EN OORLOG. 178e. 57 dezelven,' ten einde de belangen der beide Natien zoo veel te nauwer aan elkander werden verbonden, niers meer verlangen, dan om het, by de voorfz. Alliantie , bedoelde Tractaat van Commercie , mede ten fpoedigfte, tot effeét te brengen; en dus bereid zyn, om met zyne Majefteit te concurreeren, om hoe eerder hoe beeter een tyd te bepaalen, en Gemagtigden te benoemen , om de onderhandelingen, over dat gewigtig onderwerp, aan te vangen. Hebbende zy Heeren Gedeputeerden hun Ed. Gr. Mog., alwyders, in confideratie gegeeven, of de zaake ter Generaliteit , dan ook, daar heen niet zoude behoren te werden gedirigeerd, dat de voorfz. Propofitie , ter Generaliteit tot conclufie gebragt zynde, voorts aan een of twee Collegien ter Admiraliteit dezer Lande, moge werden aangefchreeven , op derzelver refpeclive Werven, met den meeften fpoed, te doen aanbouwen en equipeeren twee Schepen van Oorlog, ieder van 74 Stukken Kanon: mitsgaders, dat de Raad van Staaten moge werden verzogr, om , met den eerften, te formeeren, en aan hun Hoog Mog. te doen toekomen, eene extraordinaris Petitie tot den aanbouw en Equipage der voorfz. Schepen; ten einde dezelve aan de Heeren Staaten der refpeclive Provintien toe te zenden, met verzoek, om daar inne, ten fpoedigfte te confenteeren; en door middel van prompte Fournisfementen de gemelde Collegien ter Admiraliteit in ftaat te ftellen, om, zonder tydverzuim, aan deeze hun Hoog Mog. intentie te voldoen. Waar op gedelibereert en Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde , door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve in de ordre nader te examineeren, is de finale Refolutie uitgeftelt tot jiadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. D 5 VIII.  58 jan. ZAAKEN VAN ,786> VIII. Propofitie van Gecommitteerde Raaden nopens de Cent Suisfes i en zyn Heoghei.i verzogt by provifie niet te disponeeren by vacature van het Capiteinfchap. In dato 13 January I786. De Heeren Gecommitteerde Raaden hebben ter Ver-i gadering voorgedraagen , dat zy in het zeekere waren geinformeert, dat de Heer Rengers , Capitein van de Cent Suisfes , zig in een zeer gevaarlyke om» ftandigaeid bevond, en welk Corps alleen door deeze Provincie word betaald, waar van het montant 's jaar]yks met de Serviesgelden circa dertig duizend guldens bedraagt ; en hebben vervolgens in confidentie gegeeven , of hun Edele Groot Mog. , om het Financieel interest dezer Provincie , niet zouden kunnen goedvin» den daar van te maaken een peïnt van deliberatie, en nog heeden aan Zyn Hoogheid van het voorfz. geproponeerde kennis te geeven , met verzoek, om hangende de deliberatien van hun Edele Groot Mog, van de voorfz. Post, by vacature, niet te disponeeren. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. geproponeerde zal worden geexamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog, Gecommitteerden tot het groot Befogne met de Heeren Gecommitteerde Raden , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis ; en hebben dien onvermindert de Heeren van de Ridderfchap Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt , om het zelve nader in de ordre te examineeren ; zullende voorts van de voorfz. Propofitie en Refolutie commisforiaal by Misfive aan Zyn Hoogheid kennis worden gegeeven, met verzoek om, by vacature van de post van Capitein van de Cent Suisfes, daar van by provifie niet te disponeeren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. IX,  jan. STAAT EN OORLOG. 1786, ja IX. Adres van den Heer Mr. J. p. de ridder , uitgebragt in de Vroed*, fchap van Utrecht. In dato l<5 January 1786. edele groot achtbaare heeren ! 2hullende voteren over het Adres der Burgery van j 2 January 1786, en ziende, hoe alles verdraait en verminkt word in 't publiek, heeft de Ondergeteekende nodig geoordeeld, om ten allen tyden te konnen toonen, wat hy gezegd heeft, zyne gedagte op 't papier te Rellen, ten einde allen logen omtrent dit votum te kunnen aantoonen. , Het komt den Ondergeteekende voor , dat in dat Adres voornamenlyk vier poincten zyn te reflecteren 5 I. Dat de Burgery ftaat maakt, dat de Raad zal 1 perfisteeren by haare genomene Refolutie van den , 20 December 1785, en dezelve ten fterkften hand! haven. 2. Dat de Raad uit zal brengen een decli" natoir antwoord op de Refolutie der Heeren Edelen. 3. Dat de Raad niet zal toefraan het zenden " van circulaire MisQven aan de Bondgeuooten. 4. , Dat den Raad verzogt word , te geven een Copie Authentiek van de Refolutie der Edelen, om zig te !' konnen justificieeren voor de geheele Natie." " Op het eerfte poind, kan de Ondergeteekende, niet anders dan voor zyn veertigfte gedeelte van deeze Raad, de Burgery verzekeren, dat hy by die Refolutie perfisteren, en dezelve, zoo veel in hem is, zal maintineren. Hieruit vloeit van zelve een antwoord op het tweede poinci: dat 'er een declinatoir antwoord op de Refolutie der Edelen \ moet worden uitgebragt , door den Raad, 't welk hy gaarne voor zig aan de Burgery wil beloven; dat, alzoo die Refolutie is in commisfie gefteld , en daarop rapport verwagt word, zal hy de Refolutie zelve niet intreden, maar 't Raport der Commisfie daaromusut afwagten. Om-  Co jan. ZAAKEN VAN 1786. Omtrent heiderde poincl: zoude hy denken, dat de Raad aan de Burgery henoorde te beloven, dat de Stad niet in die circulaire Misfiver.s zal toeftemmen; maar dezelve met alle mogelyke middelen zal tegen gaan. 't Vierde poincl- zoude hy volkomen accordeeren, en ftellen aan de Burgery zoo een geauthentifeerde Copie van de Refolutie der Edelen ter handen; en zulks wel om de volgende redenen, te weten: —/Omdat de Refolutie der Edelen de Burgery befchuldigt van geweld tegens de Regeeriag der Sfad , welk door dezelve op den 19 en 20 December 1785 zoude zyn gepleegt, en dat wel tot dien graad, dat het gerefolveerde, op den 20 als vi gr* metu befloten, zoude zyn onbegaanbaar, ja zelfs, dat dit daarom behoorde te worden ingetrokken. De accufatie van geweld, is de Ondergetekende overtuigd , dat zoo wel als de gevolgen uit dat geweld, door de Edelen afgeleid, orbeftaanbaar en erroneus zyn, als men nagaat, dat in onze leeftyd de ondervinding ons heeft geleerd, dat 'er nooit grooter geweld is gepleegd door 't Volk , dan in 1747, misleid door de hoope van minder impofitien te zullen betalen, als 'er een Stadhouder was aangefteld. Wat voor gedeelte des Volks was ter dier tyd de Volkftem, welke aan de Regeering, zoo van Stad als Provintie, de wet voorfchreel? Was dit toen het beste gedeelte der Burgery ? of moest die door vrees zwygen ? Uwe brief, Ed. Gr. Achtb. Heeren aan Zyn Door). Hoogheid van Maart 1785 ]p*rt ons die Volkftem kennen. Pigina 30 der octavo , druk zegt roy , ,, dat in dien confulen „ tyd dc Staaten door eenen hevigen opftand van een onkundig en woedend gepeupel NB. gedwongen zyn ,, tot het aaiïftellen van een Stadhouder, uit NB. een ,, welgefundeerde vrees voor lyf, leeven en goederen." Betuigde niet ter dier tyd de S:aats-Coramisiie by haar Retour, zelfs daarenboven, ,, dat zy verzekert waren, dat, wanneer zy alhier waren geretourneerd geweest, zonder alzo den Prince van Uranje als Stadhouder te hebben gedeclareerd, zy gewisfelyk door het ge„ peupel zouden zyn verfcheurt geworden." Ziedaar, Ed. Groot Achtb. Heeren , de Refolutie van dien tyd by  jan. STAAT EN OORLOG. 178& 6t by de S'aats Commisfie in effeéte conform de waarheid gedeclareerd , te zyn genomen, vi & metu justo vitte & bonorum, en niemand heeft dit nog kunnen tegenfpreken. Ik weet niet, dat de woorden onkundig, woedend gepeupel in zig bevatten, het beste deel eener bedaarde Burgery. Evenwel op 'c geweld van dat gepeupel, is het Stadhouderschap geintroduceert; en het is tot hiertoe nog nooit verklaard , omdat het vi & metu geintroduceert is , nul te zyn, en nooit is 'er gevorderd , dat de Refolutie daartoe , vi & metu genomea, behoorde te worden ingetrokken. Zoo nu een waaragtig geweld en dwang des Volks, met gefundeerde vrees voor lyf en leven in 1747, de wettige authoriteit der Regeeringea zoodanig niet infirngeerden, dat het uit hoofden van dien dwang en vrees gerefolveerde moest ingetrokken worden, ten einde die nieuwe fortn van Regeering intevoeren , met een vrye deliberatie, nemaar moet het Stadhouderfchap, door die Refolutie geintroduceert, in wezen blyven, dan moet vooral Stads Refolutie , (die by een Publicatie naderhand is gealrigeerd) volgens eene vrye deliberatie , wanneer 'er geen Volk byeen was, dus 't ge» refolveerde ratihaberende, in wezen blyven, en 't gerefolveerde in 1785 nu zoo wel van kragt zyn, als in 1747 van kragt en waarde was. By de Refolutie tot sfffixie der Publicatie , had 'er althans geen de minfte metus vita of bonorum plaats; maar moet deze Stads Refolutie vervallen, dan moet ook die van 1747 worden ingetrokken, nam quod ab initio non valet, tractu temporis convalescere nequit. Ja men moet als nog dan de Refolutie van 1747, en het alstoen geftatuëerde, behandelen even zoo, als men Stads Refolutie van ao December 1785 wil behandeld hebben. Daar men nu ter contrarie vasthoud , dat het Scadhouderfciaap wettig word bezeten en bekleed , waardoor als 't zegel gezet word, op *t geen in 1747, vi maxima & metu 'quam justisfimo heeft moeten befloten worden, moet natuurtyit volgen , d:tt de twee Leden zig nu \ niet kunnen fundeeren op een minder geweld, ai was het waarlyk gefchied, ja zy kunnen een bedaard ftand- vas-  62 jan. ZAAKEN VAN 1786. vastig verzoek van 't Volk, geen geweld noemen, Zy kunnen dus uit hoofde van dit mindere , geen intrekking van Stads Refolutie eisfchen, daar 'c allergrootst geweld in 1747 hun hiertoe niet gediend heeft, al was het al eens, dat de twee Leden, van wien zulks nogthans ontkend word , de authoriteit hadden, om zoo een intrekking van Stads Magiftraat te vorderen, idem tnim jus esfe debet, ubi eadem est ratio, 't Zyn beide veranderingen , in de form van Regeering zoo wel in 1747, als nu in 1785, beide zyn zy door toedoen des Volks ingevoerd. Die, welke in 1747, op een geweldige wyze, met gefundeerde vreeze voor lyf, leven en goed, is ingevoerd , houd men voor valide; veel meer moet dan beftaanbaar zyn die verandering, door 's Volks inftantelyk verzoek daar gefteld, fine me • tu justo. Daar nu geen der twee Staats-Leden de Refolutie van 1747 • d'e erkend> is, genomen te zyn vi maxima £5* metu justisfimo, voor onbeftaanbaar houd ; maar integendeel de Raden daarvan niet ontilaan wil, zelfs niet op verzoek, van 't Volks betere gedeelte gedaan, otu de difficuUerende te gemoet te komen in fupzrabundauti, fchoon de heffe des Volks (want dit ktnfchetst my 't wcord onkundig en woedend gepeupel) die heeft doen nemen in 1747 , blykt, dat zy die nog wettig rekenen , en hierom belluit de Ondergeteekenda , dat erkend word fablo ipfo: i. Dat de veranderingen in de form van Regeeringe, door een Vry Volk verzogt van haare Reprefeutanten , of dsdelyke via facli, fchoon tegen den zin der Reprefentanten daar gefteld, valide moeten zyn, al befchuldigd men die van vis & metus. 2. Dat dus de Refolutien , daaromtrent door die Reprefentanten , Heet vi metu justo, als iu 1747 nomen, van kragt zyn, en niet konnen worden ingetrokken , den conftnfu populi. Ja eindelyk ten derde, dat 'er tusfehen het vrye Utreclitsch Volk , es haare ReprEefentaüve Regeering geen zoodanig geweld kan plaats hebben in die gevallen, en dit blykt uit het jaar 1747, dat men zoo extra kragtig rekent, en vooral kan net geen plaats hebben, zoo dat Vrye Voik regt heelt, haar eige Regeering aanteftelleh, of uk haar  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. ' haar naam te doen aanftellen ; want dit regt fluit ook in de magt des Volks, om hun voortefchryven de wet, waarop zy die aanfteld, en volgens welke zy wil geregeerd worden, zoo als in 't Placaatbsek blykt, dat de Gilden met den Ouden en Nyen Raad oudstyds deeden. Waarby nu nog komt, dat geweld geen plaats kan hebben in dit geval, waarin een Volk „ opgeroepen „ door haare Repraefentanten, om haare bezwaren op„ tegeven, aan dien oproep voldoed;" en nadat die zaak byna reeds by de twee jaren heeft gehangen , zonder afdoening, nog te voorzien , dat men haar verkregene regten tegen de oude deaifien, eertyds in haar faveur gevallen, wil afftaan, eindelyk na zoo veel ondervinding het flingeren, en der onzekerheid moede, zig doet ftellen door haare Reprefentanten in de door haar gereclameerde regten , welke ay volkomen heeft bewezen , haar oudtyds gecompeteerd te hebben ; waarvan zy niet dan ( vi of vi armata door alle die tyden heen, ontzet zyn geworden. ^ Admitteert men nu dit befluit, opgemaakt uit den handel zedert 1747 tot beden gehouden, dan blyft Stads-Refolutie valide, al was die ook genomen vi & metu ; dan blyft tevens het Stadhouderfchap en de Refolutie van 1747 op dat ftuk ook in esfen, maar admitteert men dit belluit niet, om dat vis en metus een onbegaanbaarheid doen geboren worden, dan vervalt ook het Stadhouderfchap, een ampt zoo nodig in deeze Republiek, beftaande uit 7 Souveraine Bondgenoocen , zoo veele Departementen hebbende, ten einde door den Heer Stadhouder de befluiten der zeven Souverainen door alle die Departementen met kragt en activiteit te doen ter uitvoering brengen. Kan 'er dan, als getoond is, door dat men 't ge« pasfeerde in 1747 omtrent de iutroductie van 't Stadhouderfchap valide rekent, alfchoön het Wel van vrees en geweld, maar nooit van onbegaanbaarheid, om die vrees of geweld geaapteerd is, geen zoodanig geweld, dat hetzelve het gereiölveerde doet vervallen, of moet doen intrekken, in veranderingen, die 'er op den uitgedrukten wil des Volks in de form van Regeering voorvallen, plaats hebben tusfchen het Vrye Volk van  «4 rjAN« ZAAKEN VAN Utrecht en de Regeering, die haar alleen reprajfenteeit; dan is het ook zeker, dat de befchuldiging van zoodanig geweld het Volk van Utrecht, door'de'Heeren Edelen aangeteigd, is erroneus, en dat de gevolgen , daaruit getrokken , vervallen, te weten , 't intrekken van 't gerefolveerde en gepubliceerde; tot welks arresteeringe de Ondergeteekende ten minften geregtigd was, ten volle, zedert hy vry van alle eed met expiratie van 12 October zynen post met 12 O&ober 1785 niet heeft aangenomen, „ dan onder de gedaane re„ férves, buiten welker admisfie hy toen bereid was, „ zynen ftoel in den Raad ledig te laten." Daar die nu geadmitteert zyn, is de eisch der Edelen voor die Stads Regenten , die niet dan onder die referve haren post weder hebben aangevaard, nog willen aanvaarden, zeer laefief, als wy in qualiteit als Raden, van ons wel of kwalyk refolveren, omtrent voorkomende zaken, aan niemand hier verantwoording fchuldig zyn , dan aaa de Burgery, en hier namaals aan den Opperrigter van Hemel en Aarden, maar hoe genaamd aan geene twee 'Leden van Staat, veel min aan de Edelen alléén, daar wy zelfs een Staats Lid uitmaken. Die Refolutie is ook, volgens des Ondergeteekenden oordeel , zeer la> fief voor de Burgery en den Raad, en verdiend ten fteikften, dat zig Raad en Burgery, deze zaak aantrekt , alzoo der Borgeren goede naam en faam , door die Refolutie, voortgekomen van de aanzienelykfte Inwoonders dezer Stad, en daarom buiten af te meer indruk makende , leden van de Burgermaatfchappy, die in qualiteit als Inwoonders aan die zelve Regten en Privilegiën deelagtig zyn , is aangetast, en verdedigd moet worden voor 't oog der geheele Natie , waartoe de Burgery zeker een geauthentifeerde Copie nodig heeft van de Refolutie, welke ik hun met den eerften zoude doen bezorgen. (Was get.) Utrecht den j, p. de ridder. 16 Jan. 1786. X.  jan. STAAT EN OORLOG. 1780. 65 X. Misfive van Gecommitteerde Raaden met een Memorie retroa&if raakende de extraordinaris Verponding der Goederen behoord hebbende tot de NalaaUtifchap van Koning Willem de, HL gl. mem. Ingebragt ter Vergaderinge va n hun Ed. Gr» Mo gende. In dato 20 January 1786. /^vntvanaen een M «five van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den H>ge den lö deezer, daar by, uit kragfe van hun Edele Gr. Mog» Refolutie van den 20 Sept.'mber 1785 , toezendende een Memorie van Retroaéta concerneerende de extra* ordinaris Verpondingen der Goederen behoord hebbende tot de Nalaatenfchap van zyne Majcltfic Willem tien III. gl. mem,; breeder hier na geinfereerd. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve Misfive en bygevoegde Memorie zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien , met de Heeren Gecommitteerde Raaden , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis: en is dien onverminderd Copie van dezelve Misfive en Memorie verzogt door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de Ordre siader te examineeren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren, Nadien U Edele Gr. Mog. by hoogstderzelver Refolutie 'van den 29 September des voorledene jaars 1785, ter gelegendheid van het XXX. deel. E ver-  ■66 jan. ZAAKEN VAN 1786. verleenen der gewoone Acte van Decharge aan den Ontfanger Generaal deezer Provincie , nopens de invordering der ex'.raordinaris Verponding of honderdfte penningen der Goederen van wyle Zyne Majefteit van Groot-Britiannie in deeze Provincie geleegen, goedgevonden hebben dat door ons aan U Edele Gr. Mog. zoude werde geadvifeert wat 'er zy van de gefteldheid der voorfz, zaak, hebben wy geoordeelt aan de hooge intentie van U Ed. Gr. Mog. niet beeter te konnen voldoen dan door middel van de nevensgaande Memorie , behelzende eene omftandige voordragt van al het geen tot deeze materie betrekkelyk in de Registers van U E iele Gr. Mog gevonden werd ; tot welke Memorie wy ons refereerende daar by alleen moeien voegen, dat ons uit de vergelyking der Lysten by de jaarlykfche Addresfen van den Ontfanger Generaal geannexeert, niet duitter gebleeken, is , dat deeze Lysten van tyd tot tyd met eenige Perceelen zyn geamplieert, welke tot de Nalatenfcbap van hooggemelde Zyne Majefteit niet fpecteeren , maar nieuwlyks door of ten behoeve van Zyne Hoogheid den jegenwoordigen Heer Erfftadhouder aangekogt en geacquireert zyn geworden. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Gr. Mogende te willen houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven in den Ilage den 16 January 1786. (Doder ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland.(Laa°er ftond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) 1. royer. Me-  jIn. STAAT EN OORLOG. 178CT. 6j Memorie-van Retroacïa, concsrneerende de extraordinarii- Verpondingen der Goederen , behoord hebbende tot de Nalatenfchap van zyne Majefteit Willem de Berde gl, mem. In de fuccesfive Placaaten op de invordering der extraordinarii reële Lasten, geduurende het Stadhouderfchap van hooggemelde Vorst, geëmaneert, vind men een ipeciale cüspoiitie , waar by de Descendenten van Prins Willem den I. wel uitdrukkelyk van die extraordinaris Lasten zyn vrygefield ; dan in de volgende Placaaten , na hoogstdeszelfs overlyden gearresteert , werd zoodanige dispofitie te vergeefs gezogt. Niet zeer lang na doode van hoogstgedagte zyne Majefteit addresfeerde zig aan hun Eaele Gr. Mog. de Furftinne Douariere van Nasfau, zoo voor zig, mitsgaders als Moeder en Voogdesfe van haare minderjarige Kinderen , en fpeciaal van haar Zoon Johan Willem Frifo, in qualiteit als Descendent van Prins Willem oen L, zig bezwaarende over de discontinuatie van de gemelde vrydom , en het genot daar van als een peifoneel en altoos duurend Privilegie aan hooggemelde Descendenten oiiherroepelyk vergunt, met allen nadruk reclameerende. Dit adres op den 15 Oclober 1705 ter Staats Vergadering ingekomen , wierd terftond en ten zeiven dage afgeüagen: In agting genoomen zynde (zoo als de Refolutie meede brengt) dat de voorzeide exemtie by voorige Placaaten aan de Descendsnten van Prins Willem de I, verleend, by de E 2 Pla-  68 jan, ZAAKEN VAN J786. Placaaten van 3 January 1703, 18 January 1704., en 8 January 1705, was gèligt en daar uttgelaaieu. Hier op volgde nog in dat zelfde iaar eene Misfive van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen aan hun Edele Gr. Mog. geaddresfeert, zig gevoelig toonende over de Procedures van Arrest en Gyzeling op eenige der voorfz. Goederen , en tegens de Bewoonders derzelve, ter 2aake van de agterfhifige Verpondingen geëntameert , het bovengemelde voorregt mede in qualiteit als Descendent van Prins Willem den I. inroepende. Die Misfive op den n December van bet voorfz. jaar 1705 by hun Edele Gr. Mog. ontvangen zynde, vonden hoogstdezèlve goed, om In confideratie, dat dit zelfde verzoek by de Pr in cesfe Douariere van Nasfau in dezelve qualiteit gedaan, was gedeclineert, en dat in deeze dezelfde reedenen waren militeerende. Aan een Cpmmisforiaal Befogne te de' mandeeren, hoedanig en in wat voege de gemelde Misfive op de vonrfz. gronden zoude behooren te werden beantwoord ; en het was op den 18 Maart van het volgend jaar, dat, conform het Rapport der Heeren Gecommitteerdens , die Misfive, sis mede de nadere Memoden van den Heer Envoyé van zyne Majefteit geëxamineert hebbende, een zeer ampele en uitvoerige Refcriptie aan hoogstgedagte Koning wierd gearresteert. By dat antwoord wierden eenige refkctien gepraeroitteert, ten deele gegrond op de hooge nood, waar in de Financien van den Staat in het generaal en van deeze Provincie in het byzonder, door de zwaa-  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 69 zwaare en langduurige Oorlog waren geredigeert , en waar door men genoodzaakt was 's Lands lngezeetenen meerder Lasten op te leggen , als by de andere hooge Geallieerdens wierd gedaan , ter•wyl ook de generale invordering van die buiten gewoone fchattingen over het algemeen , zonder ex'emtie van iemand, volftrekt nodig was , niet alleen , om dis Lasten te konnen vinden , maar ook om daar door 'x Lands lngezeetenen tot het gewillig dragen dier Lasten te meer aan te moedigen: En ten déele ontleend uit den aart ea natuur van alle reële Lasten op vaste Goederen , alleen relatie hebbende op dezelve Goederen, en geenzins op de Perfoon of de digniteit en luifter der geenen , die dezelve bezitten. By dat antwoord drong men verder aan op de navolgende peremptoire gronden : Dat by hun Edele Gr. Mog. nimmer of ooit was vastgefteld, belooft of toegeftaan, dat de Descendenten van Prins Willem den Eerften gl, mem. altoos zouden jouisfeeren van de vrydom der reëlen honderdfte , twee honderdfte of andere diergelyke Penningen of Lasten. Dat het wel een waarheid was, dat in den jaare 1673 den Heere Prince van Orange, Stadhouder deezer Provincie geworden zynde, hun Edele Gr. Mog. de Descendenten van hooggemelde Prins Willem den Eerften van den eerften reëlen twee honderdfte Penning in denzelven jaare gedragen, hadden geëximeert; maar dat het ook waar E 3 was,  7* jak. ZAAKEN VAN 178G. was, dnt voor die tyd niet bevonden wierü ooit eenige vrydom van de estraordinairis reële Lasten op de Naam van de Descendenten van Prins Willem den Eerften gegeeven te zyn, en dat die eerfie concesfie in den jaare 1673 privative op zig zelve heeft beftaau, zonder eenig gevolg te kunnen geven voor het toekomende. Dat hun Edele Gr. Mog., zonder daar toe gehouden te wezen, uit haare Souveraine magt naderhand in de velgende Confenten die vrydom telkens wel weder hadden toegeftaan, geduurende het keven van hoogstgedagte zyne Majefteit, maar dat het eene Confens nooit echter eenig het minlte gevolg tot het andere had gehad. En dit nadrukkelyk antwoord wierd beilooten met eene gepaste infmuatie, betrekkelyk tot de Souveraine magt van hun Edele Gr. Mog., aan boogstüczelve omtrent de vrydom van extraordinaris reële Lasten competeerende, en waar van zy zig nimmer hadden geabdiceert. Het bleef daar by, tot in het jaar van 1725, terwyl intusichen aan den Ontfanger Generaal de by hem verzogte AElem van decharge wegens de voorzeide agterftallige extraordinaris Verpondingen van tyd tot tyd wierden verleend, en de zaak nopens de dadelyke invordering dier agterftallen ileeds door middel van telkens vernieuwde, doch, nimmer, gezuiverde Commisforiale, Refolutien leevendig gehouden (zoo als te zien is uit de Staats Notulen van den 24. Mey 1712, 27 July 1718, o January 1720, 2 January 1723 en 18 Mey 1725 j blykende uit de eerst- ge?  jan. STAAT EN OORLOG. 178O-. , 71 gemelde Refolutie, dat het montant der voorfz. restanten zedert den jaare 1703 tot 1709 had bedragen de fom van ƒ 385997-I9-°.) Dan op den 14 July van het voorfz. jaar 1725 wierden hun Edele Gr. Mog. op nieuw door zyne Pruisfiicbe Majefteit by Misfive geadieert, en het behaagde zyne Majefteit, zig in de fterkfte termen te uiten omtrent het onderwerp der deliberatien ter Staats - Vergadering aangelegt over het fubje&eeren der Goederen van de Nalatenfchap van wylen zyne Majefteit van Groot- Brittannien aan de extraordinaris Verpondingen. Op die Misfive wierd eene Refcriptie aan hooggemelde zyne Majefteit toegevoegd Cte vinden in het Staats-Register onder den datum van den 14 Aug. daar aan volgende) waar by hun Edele Gr. Mog. door een kort en niet min ernftig betoog, inhaleerden en vasthielden de reedenen en gronden by de bovengemelde anrerieure Misfive van den jaare 1706" aan zyne Majefteits Heer Vader gl. mem. onder het oog gebragt, tot nadere bevestiging van al het zelve.daar by voegende: Dat ten overvloede hebbende doen nagaan het geen van de erectie van de Republicq af op dat fubjecl: was gepasfeert, opregtelyk konden betuigen , nergens gevonden te hebben, dat zoodanige belofte van vrydom van reële Lasten voor de Descendenten van Prins Willem den Eerften zoude zyn gedaan ; maar wel, dat het tegendeel met der daad en met woorden fpecialyk was erkend geworden , als de Heer Prince Frederik Hendrik jn den jaare 1644., ter geleegenE 4 heid  ja JAN. ZAAKEN VAN beid vnn deszelfs prtetenfie tot vrydom van Leerdam, als niet onder H llaod behorende, verklaarde, dat zyne Goederen, in holland geleegen , alle Provinciale Lasten , benevens andere lngezeetenen gehouden waren te dragen: (üeeze notatiie verklaring vnn zyne Hoogheid F/ei enk Hendrik hoo^lcrf. ged. is te vinden i" het Rnnport der Staats Commisfarisfen , met hoogdenzelven over het ltuk der exerme H-erlykheeden geconfereert hebbende, onder de Staats Notuien van 10 Mey 1644.) En by het flot van dit enerpiq antwoord toonden hun Edele Gr. Mog. zig nie: oriverfchiilig omtrent ee uitdrukkingen in de bovengemelde M oiive voorkomende , waar door de vryheid van hoogstderzelver deliberatien, en zulks haar Hooghei t en independentie niet weinig ge~ raakt waren. Voorts vind men, dat aan dea ?y te!yken Ontfanger Generaal de verzngte Acten van decharge by fucceslïve Relbiutien van 17 Nov. 1718, ai F br 733, 50 Jan. 1731 en 10 JaRuary >7,3 'erkend, mitsgadere de gewoone Comuiisforialen gedecerneen zyn geworden. Oe tyd inmiddels genader" zynde, dat de Goederen van de meergemelde N latenfehap , voor zoo veei die nog ouder de admir.'ftratie van hun Hoog Mog. , als Executeurs, waren berustende, aau de hooge Geinteresfeerdens Honden te worden geëxtradeert, wierd het point der agterftallige extraordinaris Verpondingen, als mede van het Collateraal wegens die  |Aï& STAAT EN OORLOG. 1786. . n Goederen, welke in deeze Provinci" waren geleegen , tot een nader object vaa zeer ernftig.i Siaatsdeliberatien gemaakten welke deliberatien, in dezer voegen wierden aangelegt en voortgezet, dac 0p den 1 April van het laatstgemelde jaar zynde1" Siaat£"Ver£aderin& voorgedragen Dat wel zedert het overlyHen van zyne Majefteit Willende meer als eene Refolutie genoomen was , om van de Goederen der voorfz. Nalatenfchap, geleegen in de^e Provincie, te doen vorderen ■ de extraordinaris reële fchattwgen dog dat die Refolutien, tot hier toe, gebleeven waren buiten execu* tie , daar op een commisfonaal Befogne wierd gedecerneert, om te overleggen , wat daar omtrent gedaan behoorde te worden , en of niet, by geleegenheid der delibera. tien over de extraditie dier Goederen , met de Geinteresfeerdens in de voorfz. Nalatenfchap over het verfchuldigde uit den voorfz hoofde, het Collateraal daar onder begreepen , gefprpoken behoorde te worden. Door dit Befogne wierd op den 21 der volgende miiÉrhd een Rapport uitgebragt en daar by geadvifeert: Dat nademaal in alle de jaaren in welke de voorfz. Goederen ge' administreert zyn door of van wegens hun Hnn? Mo?., als Executeurs van het Testament van hoogngödagfê zyne Majefteit, geen extraordinaris fchattingen betaalt wa•* ren, onaangezien, dat de vrydom welke de Placaaten op de honderE 5 fte  74 JAN. ZAAKEN VAN 1786. fte en tweehonderd Re penningen tusfchen de jaaren 1672 en 1703 van Confent tot Coniènt hadden ingehouden , met en zedert het jaar 1703 uit de volgende Placa?ten gelaaten, en het verzoek, om die weder daar in te brengen , by Refolutien van 15 Oflober 1705 en iS Maart l7o* jan. ZAAKEN VAN 17I6. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben gedeclareeit niet te concurreeren tot de voorfz. Refolutie. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuyfen, Edam en Mederablik hebben de conclufie van de voorfj. Refolutie aangezien. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XU. Advis van Gecommitteerde Raaden, op de verzogte Amnestie door lngezeetenen, zoo der Dorpe en Ambagtsheerlykheden van den Nieuwenhoorn en Nieuwe Gote, als van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid van 't Nieuwland; nevens de Bylagen. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr Mogende , in dato al January 1786". /"^ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit\J teerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 19 dezer , houdende , tot voldoening aan hun Edele Gr. Mog. requifiten van den 4 Juny jongstleeden , derzeiver Confideratien en Advis op de Requesren aan hun Ed. Groot Mog. geprefenteert door een aantal Ingezetenen , zoo van den Dorpe en Ambagtsheerlykheden Nieuvvenhoorn en de Nieuwe Gote, als van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid van het Nieuwland, tendeerende tot het obtineeren van Pardon, Abolitie of generale Amnestie voor de Perfoonen daar by vermeld , -wegens het gebeurde aldaar , breeder in het zelve Advis met de Requesten , Berigten en Coniideratien hier aa geinfereert. Fiat I , 1  ïAN. staat en oorlog. 1786. 93 Fiat infertio. Waar op gedelibereerd en Copie van het voorfz. Ad«" vis enz. verzogt zynde, door de Heeren Gedeputeerden der Steden^Anifterdam en Brielle , om daar op te verftaan de «tentiè van de Heeren hunne Prineipaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN1 Ter voldoening aan Uwer Edele Groot Mogende requifitien van den 4 Juny jongstleeden, geëxamineert hebbende de Requeste aan U Ed. Gr. Mog. geprefenteerd, door een aantal In- en Opgezetenen, zoo van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid van de Nieuwenhoorn en de nieuwe Goote, als van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid van het Nieuwland, en daar op als nu van onze ccnfideratien en advis aan U Ed. Gr. Mog. zullende dienen. Hebben wy geoordeeld ons , nopens de faicten, welke dien aangaande in confideratie zouden kunnen komen, kortheidshalve, evenals 'by voorige gelykfoortige gelegendheden, te kunnen refereeren tot het geen de Bailluw van den Lande van Voorne ons in de laatst gepasfeerde maand December, op beide de gemelde Requesten , berigt heeft; en wy de eer hebben hier nevens te voegen ; terwyl wy, nopens de verzoeken by de voorfz. Requeste gedaan, ter verdere voldoening aan Uwer Ed. Gr. Mog. voorfz. requifitie, remarqueeren. Dat wanneer wy de tumultuaire beweegingen, welke op de voorfz. refpective plaatfen voorgevallen zyn, op zig zeiven, en in de gevaarlykheid van derzelver gevolgen , vooral in de conjuröure van tyden , waar in ze gemaakt zyn, befchouwd hebben, ons aan de eene zyde geen ge-  H jan. ZAAKEN VAN i?g(7, genoegzaamen grond is voorgekomen , om daar op voor het verkenen van eenigerhande gratie aan U Ed. Gr. Mog. te kunnen adyifeeren ; maar dat wy aan den anderen kant, uit hoofde van het confiderabel groot aantal van fchuldigen9 en om verdere reedenen , door ens by andere zulke occafien, en laatftemaal by onze Misfive van den 14 der gemelde maand December, aan ü Ed. Gr. Mog. opengelegt , ook met relatie tot het gepasfeerde in den Lande van Voorne, aan ü Ed. Gr. Mog. behoorden te advifeeren vóór het verleenen eener Amnestie j hoe zeer met uitzondering , niet alleen van alle de zoodanigen, welken bevonden zouden mogen worden van de tumultuaire beweegingen , in den Lande van Voorne ontdaan, de hoofdoorzaaken en allervoórnaamfte Inftigateurs te zyn geweest, maar ook in het byzonder van die geenen , tegens welken ter dier zaake dadelyk door deü Bailiuw van denzelven Lande R. O. geprocedeerd word; en gevolgelyk nopens die van den Nieuwen Hoorn en de Nieuwe Goote , onverminderd de Procedures door den Bailiuw van den voorfz. Lande R. O. geëntameert tegens David van den Berg, Boudewyn van der Blom, Dirk van de Velde en Cornelis Meuldyk; mitsgaders nopens die van het Nieuwland „ onverminderd de Procedures, door den meergemelden Bailiuw R. O. geëntameerd tegens Ary Hoogwerf, Barend Hoogwerf, Kryn Daalman, Sywon Plasje, Gerrit Vermeer, Joris Schouten, Willem Poldervaart, en Pieter de Lange. Dat de Advocaat Fiscaal Luyken, wiens coufideratien wy op de voorfz. Requesten, en daar op ingekoomen berigten gerequiteerd hebben gehad , mede gepenetreerd fchynt te hebben, dat dit ons Syfihema tot dus verre over het algemeen door U Ed. Gr. Mog. zelve gegoutee-d is , jterwyl hy 'er voorts heeft bygevoegd , dat hem ook niets ten regard van niemand der gemelde Perfoónen was voorgekomen , het geen hem  j&n, STAAT ËN OORLOG. 1786. £5 hem vryheid zoude geeven om dezelve anders te confidereeren, dan als de voornaamfie Belha' mels van al het geen 'er in de maand January van het voorleeden jaar in den Lande van Voorne , by gelegenheid der voorgenomene Looting van den derden Man , binnen de voorfz. Dorpen en Ambagtsheerlykheden is gepasfeerd, even gelyk over alle die Perfoonen door den Bailiuw van denzelven Lande gedagt was; maar dat gemelde Advocaat Fiscaal des onaangezie» gemeend heeft , met rekue tot de voornoemde David van den Berg, dry Hoogwerf en Barend Hoogwerf, Cwelke zedert de maaud February van het voorleeden jaar in hegtenis hebben gezeten, ïerwyl de evengenoemde verdere Perfoonen , by het indienen van dezelve zyne confideratien, alle nog voortvlugtig waren) fpecialyk te moeten aanmerken, dat de gemelde drie Perfoonen zig, uitwyzeus derzelver verhooren, nopens de meest aggraveerende poir.éien van de accufatie , ten hunnen laste ingebragt, tot dus verre met de fimple negative hadden beholpen , en het zig derhalven Het aanzien, dat het moeyelyk zoude weezen dezelven tot eene meerdere confesfie te brengen , dan in de voorfz. verhooren refpecti» velyk vervat is; invoege dat'er zeer weinig ap. parentie was voor een fpoedige afdoening van derzelver zaaken, ten minden , dat dezelve ge. vaar liepen van eenen tweeden Winter in de Gevangenis door te brengen » indien hetUEd. Gr. Mog. niet behaagen mogt dezelve daar uit,door middel eener zeer byzondere gratie , te verlos- fan Dat gemelde Advocaat Fiscaal intusfchen wel getoond heeft van begrip te weezen, dat de halitarrige ontkentenis van veele anderzirtts baarblykelyke omdandigheden, met relatie tot voornoemde drie Gevangenen, op zig zelfs geen motief zoude kunnen tveezen , om alleen op dien grond zoo eene extraordinaire gratie aan dezelve drie Gevangenen te verleenen j maar dat hy 'er tef-  96 jak. ZAAKEN VAN i?86. teffens heeft bygevoegd, dat het hem niet te min zeeker was voorgekomen , dat 'er , geduurende den loop van de voorfz. Procedures , zeer veel tyd verloopen was, zonder toedoen van die Gevangenen , aangezien de Schouen en Geregten van de voorfz. refpeaive Dorpen en Ambagtsheerlykheden , op welker in de maand January van het voorleeden jaar gefuppediteerde inforraatien, het voornamentlyk aan kwam, eerst langfaam-aan het geeven der naderhand van hun gerequireerde informatien hadden voldaan, en daar na ten hun lieder opzigte bedenking was gevallen of dezelve al dan niet, gehouden waren zig met de door hun als fchuldig, opgegeevene Gevangenen te laaten confronteeren, waar door veroorzaakt fcheen te weezen, dat twee van die Gevangenen, federt de maand Augustus jongstJeeden. en de derde federt primo November daar aan volgende, tot dus verre geheel onverhoord waren blyven zitten ; en het geen , naar alle waarfchynlykheid verder zoude moeien opereeren, dat, zoo lang de quasftie over de gehoudenis van voorfz. Schouten en Geregten ? om die Gevangenen met zig , of elk hunner te laaten confronteeren , niet finaal zoude weezen tntge. maakt, dezelve Gevangenen in hunne tegenwoordige detentie, die daar door van eenen ongemeenen langen duur konde worden, by aanhoudendheid zouden moeten blyven zitten ; het geen hem Advocaat Fiscaal voorgekomen was, dat, na eene zoo langduurige detentie, onze attentie in allen opzigte zoude verdienen, terwyl hy Advocaat Fiscaal niet te min aan onze beoordeeling heeft overgelaaten, of, en in hoe verre wy zouden kunnen goedvinden, daar op ten faveure van de meergemelde drie Gevangenen reflexie te maaken, en in dit extraordinaire geval UEd. * Gr. Mog. uit dien hoofde tot eene anderzints geheel onverdiende clementie te beweegen. Dat hoe zeer wy wel gewenscht hadden in ftaat te weezen, om op fundament van dezelve aan  jan STAAT EN OORLOG. 3786* 0? aan ons gefuppediteerde confideratien een favorabel advis, met relatie tot de meergemelde drie ' Gevangenen , aan U Ed. Gr. Mog. te fubminiffreeren, wy echter, na eene herhaalde overweeging derzelve, begreepen hebben, dat wy zulks niet behoorden te doen. Foor eerst, om dat wy in alle andere gevallen van foortgelyken aart en natuur tot dus verre conftantelyk hebben begreepen, dat, vermits het maaken van oproer op zig zeiven niet graciabel kan voorkomen, derhalven de meenigté der Delinquanten , gevoegd met de meer dan apparente ruïne van derzelver Woonplaatfen, indien tegens alle dezelven crimineele Procedures geëntameerd wierden , de eenige reden konde opleeveren tot het verleenen eener algemeene amnestie , en dat daar uit als van zelve voortvloeide ; dat derhalven onder zoodanige amnestie niet moeften begreepen worden de zulken tegens welken dadelyk van Officieweege geprocedeerd wierd, dewyl de evengemelde reden op de zoodanigert van geene applicatie was: een begrip waar'in wy van tyd tot tyd verfterkt zyn door de fuccesfivelyk by U Ed. Gn, Mog. zélve gemanifesteerde blyken van hoogstderzelver intentie; naardeuiaal U Ed, Gr. Mog. tot dus verre ook altoos over het algemeen getoond hebben te willen en begeeren , dat de verleende amnestien geene atteinte zouden toeb'engen aan bereids da=» rielyk tegens deezen of geenen geëntameerde Procedures, uitgezonderd alleen in cas met betrekking tot iemand derzelve zeer favorable omftandigheden zaamen liepen ; dan welke omftan= digheden wy in dit geval nopens geene der gemelde Gevangenen ontdekt hebben; zynde door den voornoemde Advocaat Fiscaal, zoo min als door den Bailiuw der Plecke ook niets daar toe aan ons gefuppediteerd, terwyl de eerstgemelde ter contrarie in voegen voorfz. zelve geagnosceert heeft, dat hem niets was voorgekomen 9 het geen hem vryheid zoude geven om de meer* XXXI. deel. G ge-  98 jan. ZAAKEN VAN 178Ö. gemelde Gevangenen anders, dan als de voornaamlte Belhamels van al het voorgevallene te confidereeren. Ten anderen , om dat het ons meede in bet generaal is voorgekoomen, dat, zoo de loop der Juftitie ergens met relatie tot die geenen tegens weiken van Officieweege geprocedeerd wierd , behoorde te worden onverhinderd gelaaten, zulks dan althans zoude behooren te gefchieden, met betrekking tot het voorgevallene in den Lande van Voorne, om dat de aldaar ontftaane tumultuaire beweegingen tot eene verregaande extremiteit gepousfeert zyn, gelyk door U Ed Gr. Mog., uit de contenue der berigten van den Bnilluw der Piecke nader zal kunnen blyken. Ten derden, om dat eenige Leden van ons Collegie onder de hand geïnformeerd zyn , dat het 'er nog ver af is, dat de puhücque rust in den Lande van' Voorne geheel herfteld zoude weezen ; ja dat daar als nog niet naar behooren voldaan word aan U Ed. Gr, Mog. zoo heilzaame Publicatien van den 16 Augustus 1784 , en van den 23 February 3785 , relpe&ive. En En laatftelyk, om dat de bovengemelde confideratien van den Advocaat Fiscaal in allen gevalle niet anders zouden bewyzen, dan dat de competente Rechter quovis meliori modo zoude behooren zorge te dragen, dat 'er eindelyk geraakt wierde tot eene behoorlyke afdoening van zaaken, kunnende een enkel dilay van Procedures of de halftarrigheid van Gevangenen in het per/ifieeren by de ontkentenis van hun begaan misdfyf, raar onze gedagten , nimmer een genoegzaam motief opleeveren om gratie te verleenen aan de zoodanigen die andeaszints geenerhande gratie zouden verdienen Weshalven de Gecommitteerde Raaden , onaangezien de meergemelde > confideratien (onder het welneemen van U E'! Gr. Mog.) van advies zouden zyn, dat U Ed. Gr. Mog. uit hoogstderzelvtr Souveraine magt en authoriteit, aan  jiis?. STAAT EN OORLOG. 1786. 93 aan de In- en Opgezeetenen van den Dorpe en Ambagts-Heerlykheeden, Nieuwen Hoorn en de Nieuwe Goote, mitsgaders van den Dorpe en Ambagts-Heeiiykheid van het Nieuwland, ter zaake van de heweegingen, aldaar in de maand January des voorleeden jaars voorgevallen, zouden behooren te verleenen eene dergelyke amnestie, als U Ed. Gr. Mog. bevoorens gracieufelyk geaccordeerd hebben aan de In- en Opgezeetenen van Wasfenaar en Zuidwyk , daar,na aan de In- en Opgezeetenen der Ambagten van Schipluyden , Ho'aenpyl, Sr. Martens - Regt en Dorp; vervolgens aan de In- en Opgezeetenen van den Lande van Arkel ; wyders aan de Inen Opgezeetenen van de Moercapelle , Voorfchooten, Abbenbroek en Meerkerk ; en laatstmaal aan de In- en Opgezeetenen van Noordwyk binnen en Leyderdorp, met uitzondering namentlyk van die geénen, welke bevonden zo\\A den mogen worden van het voorgevallene op de voorfz. refpeótive Piaatfen in den Lande van Voorne de boofdoorzaaken,' en allervoornaamfte Inftigateurs te zyn geweest. En wyders , nopens die van den Nieuwer* Hoorn en de Nieuwe Goote, onvermindert de Procedures door den Bailiuw van den L?nde van Voorne R. O. géêntameert tegens David van den Berg. Bouwin vander Blom, Dirk van de Velde en Cornelis Meuidyk, mitsgaders nopens die van het Nieuwland, onvermindert de Procedures door deu gemelden Bailiuw R. O. geënfameert tegens Ary Hoogwerf, Barend Ho$gwerff, Kryn Daalman, Symon Plasje, Gerrit Veerman, Joris Schouten, Willem Poldervaart en Pieter de Lange, zonder aan eenige van die Procedures de minlte atteinte door de voorfz. refpe&ive amnestien toe te brengen, en dat de Publicatien daar van, refpeöiyelyk te doen (waar van aan den Bailiuw van den Lande van Voorne, by aanfchryving tot deszelfs narigt kennis zoude kunnen worden gegeeven,) meede zoodaG a nig  loo jan. ZAAKEN VAN 1786. nig en in diervoegen geëxtendeert, mitsgaders, voor het vervolg, aan zoodanige bedreigingen van Uwer Ed. Groot Mog. hoogfte indignatie, üelfs van de ftraffe des doods geaccrocheerd zouden kunnen worden, als U Ed, Groot Mog. in alle de voorfz. andere gevallen hebben geoordeelt en verftaan te behooren. 'Niet te min refereeren wy ons ter hoog wyze dispofitie van U Ed. Groot Mogende. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Gr. Mogende te willen ' houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven in den Hage den 19 January 178Ö. (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) A.j. royer. ■ Aan  jan. STAAT EN OORLOG. 1786. xor Aan de Edele Groot Mogende Hee. ren Staaten van Holland en West», vriesland, Geeven ootmoedig te kennen de Ondergeteekende alle lngezeetenen van den Dorpe en Ambachtsheerlykheden Nieuwenhoorn en Nieuwe - Goote. Dat op den 26 January dezes jaars 1785 by gelegenheid dat Schout en Geregcen van ien Nieuwenhoorn en Nieuwe-Goote, de Loon ge van den derden Man ingevolge de aanfcbryvinge van de Edele Mogende Heeren, U Ed. Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden van dato den 12 January bevoorens zoude effeétueeren, door een groot aantal hunner Medeburgers door het gebruik van Drank eenige buitenfporigheden zyn gepleegd , waar d,or de voorfz. Lootinge zoo niet geheel onmogeiyk ten minden zeer bezwaarlyk is gemaakt , welke buitenfporigheden dan ook ten gevolge hebben gehad , dat den Heere Bailiuw van den Lande van Voorne op decreet van de Edele Achtbaare Heeren Leenmannen van den voorfz. Lande een hunner Medeburgeren met naame David van, den Berg hebben !oen apprehendeeren , en in hun Gevangenhuis binnen de Stad Briele doen detineeren , als mede dat drie andere van hunne Medeburgeren met naame Bouwen van der Blom, Dirk van der Velde en Cornelis Meuldyk, uit vreeze van Apprehenfie zyn voortvlugtig geworden, waar door de eerstgemelde Perfoon een geruime tyd, en voor al in de laatlte langduurende en koude Winter, de ongemakken en benauwdheden van den Kerker heeft moeten ondervinden en deszelfs Hoog-Swangere Huisvrouw, door het afzyn van haaren Man in dien ftaat de armoede heeft moeten gevoelen; en waar door mede de drie laatst* gemelde Perfoonen genoodzaakt zyn geworden om hunne Families te verlaaten , en in vreemde Landen of Plaatfen, zonder eenig vooruitzigt G 3 van  les jan. ZAAKEN VAN i?36„ van te lltbfifteeren otn te zwerven: gelyk dezelve dim ook door den fleere Bailiuw van den Lande van Voorna voor de derde maal zyn Gedagvaart, om in Perfoon voor de Edele Achtbaaxe Heeren Leenmannen voornoemd te Compareeren, en het dus te vreezen is , dat dezelve na het verkenen van het vierde of laatfte default by Contumacie zullen worden Gebannen, èa daar door zig in de noodzaakeiykheid zullen zien gebragt, om zoo niet voor altyd, ten minften voor een aantal jaaren uit hunne Gcboorteplaatfen te blyven, en afgefcheiden van hunne Families, miufchien hun Leeven in vreemde Plaatfen of Landen te eindigen. Dat zy Supplianten met bedaardheid het voorgevallene overdenkende moeten toeltemmen, dat hoe zeer zy vertrouwen da:: de meergemelde gedetineerde en voortvlugtige Pe;löonen met het voorfz. gepleegde geen kwaade nog oproerige oogmerken, nog ook geen direct voorneemen om de uitvoering der beveelen van de Hooge Ove. righeid re Uremmen hebben gehad , het zelve echter geheel is itrydig met de goede ordre en de rust, welke door hun iu het oog had behooren te worden gehouden, en het hun derhalven voor zoo verre zy daar aan ook eenig deel hebben gehad, van harten léet is , en daar van nu nog meerder zyn getroffen , daar zy Supplianten nog daaglyks onderrigt worden dat U Edele Groot Mogende niet anders bedoeld hebben , dan door de opgemelds Looting hun gelegenheid te geeven , om hunne eigene bezittingen met vrugt te kunnen befchermen, en U Ed, Gr. Mog., dus voor hun Supplianten» nut en veiligheid hebben gezorgt. Dat zy Supplianten vertrouwen, dat den gedetineerde en geauffugeerdens, en alle die daar in verder zyn geconcerneerd, hier door het gevaar van diergelyke handelwyze dusdanig zullen hebben gepenetreerd, dat zy by vervolg de ordres van ü Edele Groot Mog., ais hunne hooge  \ jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 103 ge en wettige Overigheid beter zullen refpeéteeren en eerbiedig gehoorzaamen , en aan de ordres van den Ed. Achtb. Geregte van den Nieu* werihoorn en Nieuwè-Goote gereedelyk zullen onderwerpen, en zig dus zoo als getrouwe en ftille li gezeftenen betaamt zullen gedraagen. Waar omme de Supplianten zig keeren tot U Ed, Gr. Mog. ootmoedig verzoekende, dat het U Ed. Gr. Mogende gunftig nWgen behaagen om de crimineele Procedures, welke door den Heere Bailiuw van den Lande van V< orne Rationé Officii jegens hunne Medeburgers, de gedetineerde David van den Berg, en de voortvlugtige Bouwen van der Blom, Dirk van der Velde en Cornelis Meuldyk, zyn geëntameerd gelieven te furcheeren, op dat dezelve hangende de deliberatien van U E\ Gr. Mog. over dit hun ootmoedig Smeekfcbrift niet mogten worden Gevonnisd, en dat wyders U Ed. Gr. Mog. aan dezelve Perfoonen, als mede aan alle die aan de meergemelde buitenfporigheden eenig deel hebben gehad, genadig het gebeurde in deezen gelieven kwyt te fchelden en te vergeeven , en daar van aan hun te verleenen Brieven van Pardon, abolitie of generaale amnestie, zoo en in dier voegen, als U Ed. Mog. na derzelver hooge wysheid zullen oordeelen te behooren. (Onder ftond) 't Welk doende &c. (Was get.) Cornelis van den Ban. Lugt gefteld my preDit merk | heeft Dirk fenr. Luyendyk gefteld my J. v. Sina. prelent. Deeze Letters J. S. D. J. v. Sina. heeft Jan Smeerdyk Dit merk f heeft Ary gefteld my prefent. Ugt G 4 y.  J04 JAN. ZAAKEN VAN 1?8G, J. v. Sina. J. J. Smeerdyk. Jacob Poldervaard. Gein Bharenbach, Jan le Franke. Jan Winkel, Antony Hoekendyk. Kryn vau der Linden. Dit merk f heeft Jacob Fergouw gefteld my prefént. J. v. Sina, Dit merk f heeft Jan Luyendyk gefteld my prefent. J. v. Sina. Dirck van den Berg. P. van Lugtenburg. D. Collaar. Dit merk f heeft Hendrik Mierkem gefteld my prefenr. J. v. Sina. Deze Letters N. B. heeft Gerrit van Bemmel gefteld my prefent. J. van Sina. Jan Hoekendyk. A. v. Prooje. Tunis Hollaar. In margine ftond geappoftilleert, De Staaten van Holland en Westvriesland vinden goed, dat deeze Requeste gefteld zal worden in handen van hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerde Raaden om dezelve te examineeren, en Abram Steyl. Jacob Boutkan. Pieter Vryland. Dit merk f heeft Willem Bos zelf gefteld my prefent. J. v. Sina. Uit merk f heeft Gerrit Mijermoi gefteld. my prefent. J. v. Sina. Dit merk f heeft Willem van den Berg gefteld my prefent. J. v. Sina. Cornelis Schouten. Cornelis van Bemmel. Ewout van Lugtenburg. Dit merk f heefc Adrianus van den Berg ge? fteld my prefent. J. v. Sina. Jan Huygo Hoeken* dorp. J. van der Hoeve. Ab. Koekendorp.. Heindrik Graan. Jan Koekendorp.  jan. STAAT EN OORLOG. i786. 105 en de Vergadering daar op te dienen van hunne confideratien en advis. Acliim den 4'Juny 1785. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) c. clotterbooüe» Lager ftond geappoftilleert, Zy deeze Requeste gefteld in handen van den Advocaat Fiscaal Luyken, om hun Ed. Mog. daar op te dienen van zyne confideratien en bericht. Aétum den ö }uny 1784. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raa» den; (Was get.) a. j. royer. G 5 Mog  106 jam. ZAAKEN VAN 1786. Noglaager ftond geappoftilleert. De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland ende W.-st-Vriesland, gehoord de coniïderatien van den Advocaat Fiscaal Luyken, vinden goed dat deeze Requeste gefteld werde in handen van den Bailliuw van den Lande van Voorne, ten einde hun Ed. Mog. , met overzending van de Procedures, welke door denzei ven, R. O., zouden mogen geëntameert zyn, en van zyne verdere informatien , te dienen van bericht. Actum den 8Juny 1785. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (Was get.) a. j. royer. ede-  j&x. STAAT EN OORLOG. i78ö. ic7 EDELE MOGENDE HEttP.EN ! De Ondergeteekenden bekomen hebbende de Requeste, door eenige lngezeetenen van den Dorpe en Ambagtsheerlykheeden Nieuwenhoorn en Nieuwe - Goote, aan de Edele Groot Mog- Heeren Staaten van Holland en Westvriesland geprefeüteeit, ten einde het aan hoogstdezelve gunltig zoude mogen behaagen, om de Crimineels Proceduures, welke door den Ondergeteekenden , Ratione Qfficü jegens hunne Meedeburgers den Gedetineerden David vanden Berg en den voortvlugtigen Bouwen vander Blom, Dirk vander Velde en Cornelis Meuldyk zyn geëntameert, te furcheeren, op dat dezelve hangende de deliberatien van hun Ed. Groot Mogende niet mogten worden gevonnist, dat wyders hun Ed. Groot Mog. aan dezelve Perfoonen, als meede aan alle de geenen, die aan de meergemelde buitenfpoorigheeden eenig deel hadden gehad, het gebeurde iri deezen genadig zouden gelieven kwyt te fchelden en te vergeeven, en daar van aan hun te verleenen Brieven van Pardon, Abolitie of generaale Amnestie, zoo en in diervoegen als hun Ed. Groot Mog. na der« zeiver hooge wysheid zouden oordeelen te behooren , met het daar op ftaande marginaal Adpointement, waar by het zelve is gefteld in handen van den Ondergeteekenden, ten einde U Ed. Mog. met overzending van de Procedures, wel» ke door hem, R. O. ten deezen zyn geënta. meert en van zyne verdere fnformatien te dienen van berigt, heeft dan ook de eere aan die requifitie by deezen te voldoen. — Ondertusfchen zal de Ondergeteekende hier wederom niet detailleeren de reedenen, welke aanleiding gegeeven hebben, dat 'er van zynentwegen niet eerder aan die U Ed. Mog. requifitie voldaan zy: hy tog heeft reeds in zyn Berigt op een gelyk verzoek door de lngezeetenen van den Dorpe en Ambagtsheerlykheid het JNieuw-  ïo8 jan. Z A AKEN VAN 1786. Nieuwland met opzigt tot de beweegingen aldaar voorgevallen aan hun Ed. Gr. Mog. geprefènteerr , en het geen ook met opzigt tot zommige der Delinquanten tot het gebeurde in den Nieuwenhoorn betrekking hadden , dat alles in het breede opgegeeven, en zal ook uit dien hoofde de vryheid neemen, om zig als nu, ten einde niet tweemaal het zelve te herhaalen, daar toe te refereeren , en dien volgende dadelyk ter zaake treedende, heeft hy de eere te remarqueeren , dat wanneer men ook dit Re. quest inziet, de inhoud daar van niet alleen in alles op het zelve uitkomt, maar ook in even zulke generaale termen ingerigt is als dat van het Nieuwland , onaangezien ook hier in gevolge de Informatien van Schout en Geregte van den Nieuwenhoorn diverlè particulariteiten en omftandigheeden hebben plaats gehad , welke men niet als bloote eife'élen van den Drank kan befchouwen, ten zy men onderftelle , dat reeds des morgens om tien uuren de meenigte bevangen is geweest. Want immers wanneer de Ofidergeteekende die Informatien nagaat, welke hy, Ratione Officii, met opzigt tot de beweegingen op den 26 January 1785 in den Dorpe van den Nieuwenhoorne voorgevallen heeft ingewonnen, dan is het hem daar uit voorgekomen , dat bereids des morgens om tien uuren de meenigte met Orange en Geele Strikken , zoo van Papier als Band op den Hoed aanweezig waren , en dat ook toen reeds Ary en Barend Hoogwerff, omtrent welkers verrigtingen in het generaal de Ondergeteekende zig refereert tot dat geene, het welk hy de eere gehad heeft, deswegens by een ander Berigt aan U Edele Mog. voor te dragen,-zig aldaar hebben vertoond zoodanig, dat zy enkel op het zien van den Bode al te kennen gaven , dat denzelve wel eene flegte Rok aan hadde mogen trekken, om dat die mooglyk wel met Vlakken zoude raaken. Hoe zeer uit de  jan. STAAT EN OORLOG. 3786; iep de opgave van denzelven Bode niet te ontdek, ken zy, door wie van de twee Gebroeders zulks ipeciaal gezegt is. Trouwens dat dit niet zonder eenig oogmerk gezegt wierd , deed het gevolg van dien dag; zien, alzoo overeenkomftig de meergemelde Informatien de Schout naauwlyks met de prefent zynde Scheepenen hadde beginnen te delibereeren, of een meenigte Volks , waar onder Bou» wen vanden Berg , Cornelis Meuldyk en Teunis Hollaar, drongen ten Rechthuize in, fchreeuwende om Drank zonder Geld , zoo dat de Schout genoodzaakt wierd om de meenigte tot bedaartheid te vermaanen, en hen te verzoeken: Dat zy hunne belangens op eene ordentelyke wyze aan den Gerechte zouden voorftellen, onder verzeekering dat men hen in alles genoegen zouden tragten te geeven : — Dan dit alles mogt niet helpen, en daar de Schout dus geene geleegenheid konde vinden om met Scheepenen verder te delibereeren , wende hy zyne aanfpraak tot de meenigte en tragtede hun van de nuttig- en noodzaakelykheid van den Wapenhandel te overreeden, edog hy deed zulks met zoo weinig fucces, dat in plaatfe dat de meenigte daar door tot bedaaren gebragt zoude zyn geworden, in tegendeel uit derzelver midden een gefchreeuw ontftond van Hoezee en Qrange boven, en dat de een den anderen aanzettede, als daar waren onder anderen de zoo evengemelde B. vander Blom en Ary Hoogwerff, om ten Regthuize en Regtkamere in te dringen, onder dit zoo allezints brutaal geroep: Wy zuilen 'er al die Blixems uitjagen: een gezegde het welk men ook dadelyk ter uitvoer fcheen te willen brengen , alzoo de deur der Rechtkamer geforceert en het flot aan Rukken gedraaid wierd, en de Schout zig genoodzaakt zag in de deur van de Rechtkamer te gaan (laan, en aldaar aan de meenigte met alle bedaardheid te vraagen: wat zy tog begeerden ? dan welke . vraag  iiü jan. 2 A A k E n van ï?S5„ vraag door den voornoemde B. vander Blom beantwoord wierd met te zeggen : je bent een blixemfe Patriot en een verdomde Oproermaker; rerwyl wederom door een ander geroepen wierd: Wy zullen hem aan Riemen fnyde.n: en zommige op de belofte van den Scnout , dat by ze buiten 's Huis een Soopje zoude laaten geeven hem toeroepen: £en Soopje is niet genoeg: wy moeten zoo veel zuipen als wy stillen zonder Geld: Wy moeten deezen dag eens regt piaijier, en Keten ook hebben. Hier op de Rechtkamer open getrapt zynde, gaf de meenigte zig aan een zeer ongereegeld drinken van fterken Drank over, onder een aanhoudend gefchreeuw en een allezints ongepermitteerd gevloek, rerwyl eene Jan Vermaat lang in de Rechtkamer zeer dronken zynde en overgeevende bleef zitten, en andere, waaronder Diik van de Velden, wederom Schout en Scheepenen forceerden Oranje of geele Linten op hunne hoeden te doen. — Op die wyze alles vrugteloos afloopende, refolveerde de Schout om te fcheiden en naar huis te keeren ; dan nnauwlyks was dezelv eeen quart uur buiten het Dorp of de meenigte waar onder Anthony Ellewit , Willem vaaden Berg en Cornelis Meuldyk agtérhaalde hem, en begeerde dat hy wederom naar het Rechthuis zoude komen, zeggende de zoo evengemelde Anthony Ellewit tegens den Scheepen Scheigrond, welke aldaar ook was: jou blixem , je moet ook weerom; en Cornelis M-uldyk tegens den Schout: je moet niet als Schelm uit het Vendel loopen. Je moet weerom gaan , "gelyk de Schout daar toe ook moest refolveeren, en hoe zeer hy nu onder dat icrug gaan op nieuws de geleegenheid waarnam, om hen tot bedaaren te brengen, zoo was zulks ai wederom van geen ander gevolg, dan dat dezelve Cornelis Meuldyk hem te gemoed voerde : de Prins moet Souverain zyn en de Staaten weg die hebben wy niet van nooden, en voorts foorfc-  jas. STAAT EN OORLOG. 1786. Hï foortgelyke discourfen meer, zoo als aan U Edele Mog. uit de Memorie van Informatien van Schout en Geregte in het breede zal kunnen blvken.' De Schout inmiddels >onder het gefcbreeuw van Hoezee, het zwaayen van het Vendel over zyn Hoofd, het geen door eenen Hendrik Blankevoord verrigt wierd , en het roeren van de Trom , het welk door eenen Geen Bravenboer en Anthony Lyzend gefchiedde alzoo te rug gebragt zynde, vermaande den ganfchen hoop wederom tot bedaardheid en ftiite , met verzeekering dat men hun genoegen zoude tragten te geeven , edog alies al wederom met geen ander fucces, dan dat de hoop fchreeuwde dat Scheepenen ook te rug moeiten komen, gelyk dan ook fommige van hun met het Vaandel , het welk zy bevoorens reeds uit het Huis van den Vaandrig van Tricht gehaald hadden , en het geen door H. B;at;kevoord gedragen wierd naar de Huizen van de Scheepenen vander Poel en vander Meer gingen , om dezelve van daar te haaien en raar het Rechthuis te brengen , terwyl inmiddels in gevolge de opgave van den Schout by de bovengemelde Informatien nog een u't den hoop Haande voor de deur van de Rechrkamer zig voor denzelve Schout pofteerde zyn Mes trok en zeïde: daar zal van daag wat gefneeden metten worden , ik zal myn Mes gaan flypetu Het Geregt alzoo weeder by eikanderen gehaald zynde, dwong hen de Mvenigte, fpeciaal Bouwen vander Blom en Cornelis Meuldyk onder de geweldigfte Vloeken, om te teekenen dat zy Prinsgezind waren, en dit gaf dan ook aanleiding dat 'er door den Schout een Declaratoir wierd opgefteld in fubftantie behelzende , dat Schout en Scheepenen Zyne Doorlugtige Hoogheitl in alle deszelfs qualiteiten ter goeder trouwe verklaarden te refpecteeren , en zoo veel in hun was op alle mogelyke wyze zouden main- ti-  «4 jak. Maaken van i?8ö. tineeren,. het welk vervolgens door Schout en Scheepenen , mitsgaders den Capitein J. van Vliet geteekent, en voorts daar na door den bovengemelde B. vander Blom onder zig genomen is geworden, terwyl de meenigte hier meede nog niet te vreeden, den meergemelde Schout en Gerechte gevergt hebben, om den Vaandrig, welke van huis was af te zetten en eenen anderen in zyn plaats aan te ftellen , met dit gevolg, dat door Cornelis Meuldyk als toen drie Perfoonen , met namen Teunis Hollaar, Pieter Vytvinkel en Ary Langftraat, opgegeeven zvn , om op de Nominatie te ftellen , en dat vervolgens de evengemelde Teunis Hollaar ook tot Vaandrig verkoozen is. De Schout intusfchen door de meenigte op de Rechtkamer als in Arrest gehouden wordende, tragtede met den zoo evengemelde nieuw aangeitelde Vaandrig te fpreeken, én denzelven te disponeeren om het Volk van het Dorp te verwyderen , ten dien einde voorflaande, dat hy hen zoude verzoeken , dat zy hem met het Vaandel zouden t'huis brengen, en dat hy hen dan aan zyn huis een fooy zoude geeven , en Zulks was dan ook van die goede uitwerking, dat de gemelde Teunis Hollaar het zelve niet alleen aannam , maar ook dadelyk effectueerde, dan Cornelis Meuldyk met nog een a twee anderen inmiddels terug gekeert zynde, om, zoo het van agteren fcheen, 0p te pasfen, dat de üchout niet in ftilte heen ging, zoo wierd zulks evenwel wederom geredresfeert , door dat de Lieutenant vander Meer dezelve disponeerde , om met hem naar de nieuwe Vaandrig te gaan, gelyk de Schout dan ook dal tydftip waargenomen heeft om heen te gaan, het welk hem ook door de als toen nog aanweezende niet belet wierd. —. Zie daar, Ed. Mog. Heeren, in het kort en hoofdzaakelyk by een getrokken al het geen het welk ingevolge de ingewonne Informatien op den  jan* STAAT ENTOORLOG; 1786; 113 den- bier voorengemelde tyd in den Nieuwenhoorn voorgevallen is, en gelyk nu de Ondergeteekende meende deswegens vooral tegens de voornaamfte Belhamels het regt van de Hooge Overheid te moeten waarneemen, zoo heeft hy dan ook dadelyk op den ontfangst van de eerfte Memorie van Schout en Gerechte voornoemt gevraagd vier Decreeten van apprehenfie, disponeerende tegens David vanden Berg, Bouwen vander Blom, Cornelis Meuldyk en Dirk vander Velden , edog met geen ander fucces dan, dat flegts een van die , welke tegens den perfoon van David vanden Barg was verleend ter executie gelegt heeft kunnen worden, dewyl de overige zig toen reeds door de vlugt der juftitie onttrokken hadden, en daar door de Ondergeteekendt:, R. O., in de noodzaakelykheid gebragt hebben om jegens hun by Edi&ie te moeten procedeeren. De voornoemde David van den Berg middelerwyl in hegtenis gebragt, en op Articulen gehoord zynde, zoo heeft dezelve wel bekend, dat hy insgelyks met de overige eene Orange bf Geele Strik hadde op zyn Hoed gezet , om' dat de Boeren alle zeiden Prinsgezind te zyn, en dat hy dat ook wilde weezen , mitsgaders dat hy in het gedrang zyndé, in.«e aan den Schout van het Nieuwland was ter hand gefield , getekend, en voorts daar by gevoegd moest worden , ten wiens requifitie zulks ge* fchiedde , en na dat aan die begeerte door des Ondergetekenden Stadhouder dadelyk was voldaan , en de gemelde Memorie geredresfeert en getekend, wederom des anderen daags aan voornoemde Schout was ter hand gefteld , dezelve daar  j jan. STAAT EN OORLOG. 1786. 127 char na op nieuws, na verloop van nog eenige weeken , declareerde , dat den Heer van Oostvoorn van begrip was , dat de gemelde Memorie niet door des Ondergetekendens Stadhouder, maar door den Ondergetekenden zeiven getekend diende te worden, zoo dat, of fchoon'die Schout daar van wel te rug gekomen is, de Oodergete. kende egter, welke vriendelyke en ernftige inftantien 'er ook van zyne zyde wierden in het werk geftelt , daar op niet voor in het laatst van. de maand July eenig antwoord bekoomen heeft; eene omftandigheid, welke de Ondergetekende niet alleen ten volle durft en kan verzekeren , hoe zeer zulks uit die Memorie van nadere informatien niet blyken kan , om dat men daar by de datum , waar op dezelve getekend is, heeft agtergelaaten , maar ook tenens eene omllandigheid , welke de Ondergetekende gemeent heeft onder de attentie van UwEd. Mog. te moeten brengen , om dat daar by op deeze en geene Vraagpoi néten geantwoord word , dat men dezelve niet lpeciaai konde opgeeven, dewyl die door verloop des tyds uit het geheugen waren gegaan , en men het alzoo ftilzwygende aan den Ondergetekenden fchynt te willen imputeeren, dat men ten opzigte van fommige po» incten geene genoegzame elucidatie konde geeven. Middelerwyl waren dezelve Gevangenen , en wierden zy ook nu, gelyk ook nog diverfe andere, waar omtrend men eenige bepaaldere informatien bekomen had , nader gehoord , edog met geen ander gevolg, dan dat de Ondergete* kende omtrend de fource van al het gebeurde even onzeker bleef, en dat de bovengemelde Gevangenen by alle hunne vorige voorgevens bleven perfifteeren. In die omftandigheid van zaken nu , en daar de Ondergetekende by zyn begrip bleef, dat men zeker het best zoude reusfeeren , om de nu al te meermaalen gemelde fource van alles op te fpeu.  128 jan. ZAAKEN VAN i78 hebben wy integendeel, juist op dit tydltipi, dat wy onze pligtmatige pogingen met een gewenscht fucces eindelyk hoopten bekroond te zien , maieten verneemen, dat, zelfs zonder preallabel onderzoek van onze ingeroepen regten, U Hoog M )g. dezer dagen, by Meerderheid, weder een Perfoon, geen gebooren Brabander zynde, tot Advokaat-Fiskaal en Procureur-Generaal van Braband en Lande van Overmaze hebben aangefteld , waar tegen niettemin twee rtovintien op het kragtigfte van nulliteit en informaliteit hebben geprotefteert, en zelfs meer andere mefu- res, zoo wy zyn onderrigt, genomen Wy konnen derhalve, Hoog Mog. Heeren , het zy met allen eerbied mt onzen diepen nood gezegd, deze gedane aaniteliing met anders befchouwen , dan ftrydig met de Verdragen, die tusfchen U Hoog Mog. met den Lan11 Vrn F. D. van Derbeyden. G. van Lanfehof. H. Schouw. Hendk. van Oirfchot, B. Storm. L. vander Horst. W. J. Heeren. F. van Meeuwen. J. R. Hopman. J. G L-font. N H. Vrythojf. y. Schouten. H y. v. d Pavort. HL Hubert. Gerardus yofeph Dec* kers. y, M. Straatman junior. Adrianus Coppens, Adr. yatifen. M. van den Huvel. A. J. Vereyck. N. 'J. D. Haèvel. M. Strs. S. A. Pluym. D. G. van ter Myn. yan de Gruyter. Abm. Hubert. D. H. Berges. y. de Bergh. A. v. Zeeuwaarden. G. van Luinen junior. W. Hubert junior. F. A, Crudop. Louwerts van Osch, L. Engelskerken, y. H Kivits. C. de Groot. P. van Ryn. Gerard Sterk, C. C. de Wys. And. Becker. Christiaan yoh. Kryn. D. Vriezekolk. A. Teunisfe. Jacobus Spierings. P Frans/en. Mattys van Hooft. F. W. Loutermans. P. y van Coenen. A. de Zeeuw. N. van Tienbergen. W. C. Ooien. JW. van Zuylen. Nicolaas van Zuylen Pz. y. Keer. Hend. Christ. Kryn. Hendrik Krol. y. C. Hoffmaus, H. y. Appelboom. yoh. W. Kilian junior» E- Royers. P. Brem. H. Pluyen. J. van de Leur. C. Mowrik. A van Ryckevorfel. Johan van Meeuwen» S. Nisfen. Franc. Deckers. ym. Rariek. H van Allena. Francis van Dolheyden. H. J Kerkhof. A V. Roover junior* R. Wymans. H. Habraken. C. IVygars. A. Meurs. > F. Heynsbergen. L 3 Wou»  l$6 rs>. ZAAKEN VAN Wouters Habraken. G. vander Heyden. jFè H. v. 's Gravefande. Jacobus van Wolfsbergen. Franciscus Kilian. Willem van Roosmaa- len. J. Kuypers. G- y. van Santen. Ger. Hend. van Hemert. B. Valkenburg. M. vander Heyden, Adrianus Teulugt. Paulus van Beugen. Petrus G vander Horst. N- van Mackelenberg. Petrus yinder Velde, y. van Geel. D. A. Lightenvelo. Hendrkus Raaien, A. vinder Schoot. Francis Herle. Huybert Valkenburg Hz. H y. van MtmJUr. Waar op gedelibereeit zynde , is goedgevonden en verftaan de voorfz. Misfive van het Hof van Gelderland by deeze aan te neemen voor Notificatie; en dat alle de bovengemelde verdere Stukken zullen werden geBxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot befogne , en de Vergadering daar op gediend van derzelver coniideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XVL  feb.. STAAT. EN OORLOG. 1786. 167 XVI. Rapport op de Requeste der Geinteres/eer deus in de Haringvaart deezer Provincie, om Pramie voor de Haringfchepen. Uifgebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. In dato 10 February 1786. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Hoeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, ingevolge en ter voldoening aan hun Edele Gr. Mog. Refblutien Commisforiaal van den 5 April en 1 D-cember 1785, met eenige van de Hollandfche Raaden en Minifters van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, hadden gcëximine.-rt twee R quesren van de Geinteresfeerden in de Haringvaart te Delfshaven, Rotterdam , Schiedam, Vlaardingen en Maasfluis, mitsgaders in het Noorder - Quartier , te Enkhuizen, in de Rvp en in het Noord-Eind, en dus de gezamentlyke Geinteresfeerden in de Haringvaart van Holland en Westvriesland, om de redenen by de eerfte geallegeert, verzoekende dat hun Edele Gr. Mog. voor yder Schip, in het zelve jaar ter Haringvangst zullende uitvaaren , een Pajmie van ten minfteii zeven a agt hondert Guldens geliefden toe te leggen, op de wyze als by voorige Rcfolutien van den I? Mey 1775, 12 Maart 1777 en 25 Juny 1779 was bepaald; en dat, in aanmerking, dat de tyd , tot her gereed maaken der Haringfchepen gekomen was, hun Ed. Gr. Mog. op dezelve Requeste ten fpoedigften finaal geliefden te refolveeren, ei| by de tweede op de aangedronge redenen, het zelve verzoek reitereerende, breeder onder de Notulen van den voorfz. 5 April en 2 Dec. 1785. En dat zy Heeren Gecommitteerden in agting genomen hebbende aan den eenen kant , het groot belang, het welk deeze Provincie in het generaal, en de Ingezetenen van dezelve in het byzonder daar by hadden, dat de Haring- V'isfchery binnen dezelve fteeds gecon\. * f&r-  ï^8 «bb. ZAAKEN VAN 3786, ferveert, en was het mogelyk * tot meerdere bloei gebragt wierde ; en aan de andere zyde , dat door het blyvend verbod van invoer van Hollandfchen Haring in Vrankryk , in de Ooftenrykfche Nederlanden , en inzonderheid door het nieuw verbod van invoer van Haring in de Keizerlyke Erflanden , den Haring tot zeer laage pryzen had moeten worden gefleeten , en fteeds zoude moeten blvven gefleeten worden, zo lang de yoorfz. prohibitive Ordonnantiën in de voorfs. Landen plaats hadden, en het daar door gefchapen ftond, dat de geheele Hiring-Visfchery hier te Lande onherstelbaar ftond te worden geabandonneert, indien de Rheeders der Buizen daar tegen niet op de een of andere wyze wierden te gemoed gekomen ; van advife waren, dat aan elk der Schepen, welke in het gepasseerde jaar 1785 ter Haringvaart in Zee waren geloo» pen , zoude behooren te worden geaccordeert en uit :» Lands Os betaald een Praemie van 700 Guldens; dat daarenboven de zaaken ter Generaliteit daar heenen als nog zouden behooren te worden gedirigeert ^ qat de inftantien , welke van wegens hun Hoog Mog. py de Hoven van Weenen en Verfailles bereids waren gedaan , tot intrekking van de voorfz. Ordonnantiën , door hoogstdezelve fteeds met alle mogelyk empresfejnent worden gepousfeert, als het eenig middel zynde, waar door de Haring-Visfcherye hier te Lande op den $uur kon worden geconferveert. ' Waar op gedelibereerd , en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem. Delft, Leidén, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Schoonhoven, Alkmaar, Enkhuifen, Edam en Midemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz. Refo!utien. XVit;  *ei. STAAT EN OORLOG. i7$6i 169 XVII. Refolutie van hun Ed. Gr.,Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, op een nader Plan tot verbeetering van de Directie der Oostindifche Compagnie. Genomen in dato 11 February 1786. De Heeren de Gyfelaar, van Berckel, Nederburgh en Ryfer, refpedive Penfionarisfen en Secretaris, der Steeden Dordrecht, Amlïerdam, Rotterdam en Alkmaar , met den Raadpenfionaris, vervangende den Heer van Wyn, Penfionaris der Stad Gouda , als by hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 Juny 1783 tot de zaaken van de Oostindifche Compagnie gecommit. teert uit kragte van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den o deezer , geëxamineert hebbende de berigten en confideratien van Bewindhebberen d^er refo. Kameren tot voldoening aan hun Hoog Mog. Refolutie, van den 19 Dec. 178J , op het Plan van redresfen, tot verbeetering van het Huishoudelyk bellier der Oostindifche Compagnie, door hun Ed. Gr, Mog. beraamd, en den 5 Jan. 1785 ter Generaliteit ingebragt , welke berigten fuccesüve ter Generaliteit waren ingekomen, als den 27 Dec 1785 ™n de Kameren Hoorn en Delft den <*o D?c. van de Kamer Z-eland, den 4 Jan. 1786, van de Kameren Rotterdam en Enkhuifen, den 10 Jan. ,'786 van de Kamer Amfterdam, den 16 Jan. de confideratien van beëedigde Hoofd-Participanten der Oostindifche Compagnie ter Kamer Amfterdam , en oD den a der gem. maand Jan. een Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland van den ap Dec. 1785» omtrent de conüderarien van Bewindhebberen ter Kamer Zeeland op het voorfz. Plan van redresfen, alle welke (tukken onder de Notulen van den voorfz. 9 Febr. zyn geinfereert: Hebben ter Vergadering gerapporteert, dat het overtollig zoude zyn, om by deeze gelegendheid eene breedvoerige adftruétie te geeven van de nuttigheid en noodzaakelykheid van het invoeren eeniger verbeetenngen 111  I7P fkïu ZAAKEN VAN i?85. het Huishoudelyk beftier van de Oostindifche Maatfchappy, daar hun E i, Gr. Mog. by meer dan eene gejegmdheid hun begrip dien aangaande ten duidetyklte hebben gemanifesteerd , zoo wel als hunne volleedige overtuiging, dat langs deezen weg alleen 'sLands Penningen en Credict, tot onderlteuning en opbeuring van het Financieel vermogen dier Maatfchappy op eene wyze, waar toe men zig met behoorlyke veiligheid genoeg bevoegd zoude kunnen reekenen , aangewend zouden mogen worden. Dat alle de tegenkantingen, die van tyd tot tyd tegen dit heilzaam , en alleen tot nut der Corap. zelve Itrekkende oogmerk van hun Edele Gr. Mog. befpeurd zyn, wel verre van de gronden, waar op eene verbetering in het bellier aangedrongen is, te verzwakken, integendeel dezelven alzints hadden verfterkt, voor zo verre daar uit meer en meer is gebleeken, dat zodanig denkbeeld van verbetering niet alleen niet nieuw of ge. zogt is, maar te meermaalen den aandagt van Bewindhebberen zeiven heeft beezig gehouden, cn in de kragtigüe termen door hen als. noodzaakelyk en onontbeeilyk erkend is. Dat ook niemand, die het cordaat berigt, door be. eedjgde Hoofdparticipanten der Kamer Amfterdam by Mishve van den 1Q Jan. laaistleeden aan hun Hoog Mog. ingeleeverd, inziet, hier aan kan twyffelen: alzoo dit bewys , dat uit den Boefciu der CÓmp. zelve moet gerekend worden ontleend te zyn, zeeker de fterklte bevestiging in zig bevat van het Syft.ma , door hun Ed. Gr. Mog. reeds te voren op gronden , die toen voldoende gekeurd zyn , gemanifesteerd : terwyl men ook de reedenen nagaande, die zoo veel oppofuie tegen de ontworpen fchikkingen van hun El. Groot Mog. verwekt hebben , ras 01 twaar word , dat dezelven niet zoo zeer ontleend zyn uit een befrf van h*t onnodige eener verbetering , (trouwens men erkend paslim dat het beftier in veelenei opzigt voor verbetering fusceptibel is) maar integendeel uit eene gevoeligheid en verkeerde argwaan , dat eene introductie daar van op zodanige wyze, als by de gemaakte ontwerpen voorgeteld is, de kenmerken zoude draagen van eene te  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 171 te onvreedenheid van den Souversn over de Diieflie der Beftuurderen van de Comp. en eene openlyke befchuldiging, dat dezelve zig aan verkeerdheid, en aan wandevoiren zouden hebben 'fchuldig gemaakt, 1 Daar het ondenusfchen zeeker is , dat indien 'er zelfs maar vermoedens of verdenkingen van die natuur by de respedtive gedaane onderzoeken waren opgekomen, in dat geval geheel andere maatregelen hadden moeien zyn voorgellagen , dan welken tendeerden om aan de gem. Beftuurderen al het voordeel, genoegen en invloed hunner bedieningen te laattn behouden , en hen zelfs ia hunne pogingen tot bevordering van het nut der Maatfchappy op eene gepaste wyze te feconcleeren. Terwyl een nader bevvys van de waare gevoelens van hun Ed. Gr. Mog. op dit refpect, en van derzelver geëloigneerdheid van alle inzigten, die op eene gevoe• ligheid omtrend het gedrag van de gezegde Beltuurderen der Comp. berusten zouden, overtuigend te vinden is , zoo in de reeds gemaakte veranderingen ten aanzien der ontworpen Poincten van verbetering , als in her onlangs gedaane voorftel ter Generaliteit, om de coniideratien van elke Kamer op de geconcipieerde redresfen in te neemen. Dat het dus tyd wierd , dat eindelyk eens een afkomst van dit werk wierde gemaakt, te meer, om dat de aandrang der Comp. tot verkryging van p'ecunieele hulp allerpresfantst is, en ondertusfchen volgens de bifluiten van hun Ed. Gr. Mog. niet kan ingewilligd worden, ten zy het arrefteeren van gepaste verbeteringen vooraf gefchied zy , of ten minften daar mede gepaard gaa. Dat wel de gereedfte weg, om hier toe te geraaken,, zoude zyn het finaal bekragtigen van het Plan van redresfen , by hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den 30 Dec. 1784 geadopteerd, en den j der volgende maand Jan. ter Generaliteit ingebragt; als contineereude zeer gepaste en wel overwogen middelen , die op eene alzints conftitutioneele wyze zouden kunnen worden ingevoerd: terwyl ook geene bedenkingen van eenige weezenlykheid daar tegen gemoveerd hebben kunnen worden. Dan -  Jj2 peb.* ZAAKEN VAN Dan gelyk in de geheele behandeling deezer zaak op de overtuigendfte wyze getoond is , dat hun Ed. Gr, M >g. niets anders bedoelden , dan om het bellier der zaaken van de voorfz. Maatfchappy te verfterken , en aan het zelve alle mogelyke kragt by te zetten , ten einde in het byzonder ook door vermeerdering van kundigheid in de commercieele belangen, zoo van Europa als van de Indiën, gepaard met een onafgebrooken arbeid , de meeste vrugt van zodanige gemeenfchappelyke pogingen te kunnen trekken; als mede, dat het aan hun EA. Gr. Mog. onverfchillig was, welke middelen, mits maar tot bevordering van het gezegde oogmerk regt gefchikt zynde, daar toe zoaien worden aangewend: het ook alzo zeeker tot een nader blyk van hun El Gr, Mog. volharding in dat Syftema, zoo wel als van hoogstderzelver aanhoudende toegevendheid en belangelooze zorg voor het behoud der Oostindifche Comp. zal {trekken, indien men met ter zyde Helling voor een oosenblik van de vorige ontwerpen, hoe nuttig en gefchikt die ook zouden mogen zyn, liefs- beproef le, of het P:aD van verbetering, deor de Kamer Amfterdam aan hun Hoog Mog. gefuppediteerd, waar van, als door Bewindhebberen zeiven geformeerd, het conftitutioneele altoos niet kan worden in twyffel getrokken , aan de Hoofdbedoeling in deeze zoude kunnen voldoen: Dat het fpoedig kwam te blyken , dat het zelve in zyn voornaamfte but zeer wel quadreert met het ontwerp , in hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 Dec. 1784 voorkomende, als inssjelyks (trekkende, om eene vermeerdering van kundigheid ia het bellier der Comp,, vooral van derzelver mercantieele belangen, en van eene gezette en geduurige werkzaamheid daar omtrend, te effeftueeren, als mede om in het byzonder aan te vullen en te remedieeren het defeétueufe, dat 'er in de nog plaats hebbende Haagfche Befoanes, waar in thans de gewigtigfte zaaken moeten worden behandeld, gevonden word: terwyl het voorftel om dit alles in de plaats van door een wel ingerigt en vergroot Collegie van Hoofdparticipanten, te doen uitweren door de aanftelling van eenige meerdere Bewind- heb--  feb. STAAT EN OORLOG, 178C m hebberen die b^ de Kamer Amfterdam ih een byzonder en bepaald Departement werken zouden , wel een notabel onderfcheid behelst van het Plan van. hun Ed. Mo?, doch egter niet geconfidereerd kan worden van die natuur, dat het gedeclareerde verlangen van Bewindhebberen, en hun aangevoerd begrip, dat de nieuw aan te ftellen Leden meerder nut zullen aanbrengen in de hoedanigheid van Bewindhebberen , dan in die van Hoofdparticipanten, daarom ten dien effecte zoude moeten worden verworpen, dat hier van ten mmften niet de proef genomen zou Je worden. Dat ondertusfchen, gelyk zy Heeren Gecommitt. te voren by derzelver rapport van den 10 Juny 1784 uit de primitive inrigting der Compagnie aanleiding genomen hebben, om den aandagt te vestigen op het nut, dat de beöedigde Hoofdparticipanten kunnen en behoren aan te brengen, in allen gevalle dit Poinét niet uit het oog kon worden verlooren , daar het integendeel billvk is, dat het voorfz. Plan tot aanftelling van nieuwe Bewindhebberen vastgefteld wordende, als dan naar aanleiding der regtmatige bedenkingen , we ken de beeedisde Hoofdparticipanten der Kamer Amfterdam aan hun Hoog Mog. by hun berigt gefuppediteerd hebben, ook ten hunnen opzigte, ingevolge een nader te mftitueeren onderzoek, het nodige redres uitgewerkt worde Dat het intusfchen zeeker was , dat door het adopteeren van het Plan van verbetering door Bewindhebber'en der Amfterdamfe Kamer aan hun Hoog Mog. voorgefteld, de kosten der nieuwe inrigting ten lasten deezer Provincie grooter zouden worden, dan waar op hun Ed. Gr. Mog. die by hun ontwerp hadden gecalculeerd • doch , daar men niet kan ontkennen, dat de " importantie en uitgebreidheid van het werk , aan de nieuwe Leden te demandeeren, zal men anders bekwame en gefchikte Lieden daar toe vinden kunnen, eene meerdere bezolding vereischt , dan by het vorig Plan was voorgeflagen , en daar de aangelegendheid der rigtige waarneeming van deeze bediening voor de Provincie van Holland is van het allernotabelst aanbelang, zo fchynt men te mogen twyffelen , of in eene dierge-  174 fsb. ZAAKEN VAN 1780-. lyke vermeerderde uirgave , de zaak op eene gepaste wyze tot een einde gebrast wordende, eene genoéirza me reden voor hun Ed. Gr. M\g. zal zyn , orn het voorfz. Project te declineeren , of op het gem. Poinft te veranderen. Dat deeze de vo^rnaamfte bedenkingen waren op het Plan, door de Kamer Amfterdam aan hun Hoog Mo? ingeleeverd, daar het zelve anderzints zeer goede Voorfchnf-en bevat, die in de Hoofdoogmerken met het ontwerp van hun Ed. Gr. Mog. Zefer wel overeen komen, en het zelve hier en daar nog meerder kragt bv zetten. s * Dat vervolgens dat Pian als een zeer gefchikt Project tot provifioneel redres in het beltier der Oostindj. fche Co Tip, kunnende worden befchouwd het dan ook alleen maar zou aankomen op de vraag 0f en in hoe verre het zelve vatbaar zy voor verbeeterineen die in de meerdere bevordering van het bedoelde nut gtlchiKt zou-en kunnen worden gereekend , om de in deeze te maaken kosten eenigzints op te weegen Dat aanftonds de attentie viel op het getal dér aan te ftellen nieuwe Leden , het welk alleen op as be. paalJ word, dan welk getal, hoe zeer het in den beginne eenigzmts voldoende zoude mogen worden gekeurd , egter m het vervolg, indien de nieuwe inrigting het bedoelde uitgebreid nut zal aanbrengen , met nog eenige Leden zou dienen te worden aangevuld ten einde het menigvuldig werk hier aan verknogt' door eene gepaste onderlinge verdeeling behoorlyk waiirgeriomen, en uitgevoerd zoude kunnen worden. Dn het ook aldus was geleegen met de vereisc'itens , die , volgens het 2 Art. in de nieuwe Leden en ten aanzien van hunne Perfoneele omltandigheden zouden gevorderd worden; want, daar het waarfchvnelyk nierweinig moeite zal inhebben , om het nodige getal gefchikte Perfoonen tot deeze bedieningen te vinden, het ook te veel gehazardeerd zoude zyn , indien uien in avans die keuze nog moeyelyker maakteDat deeze twee bedenkingen dan ook aanleiding hadden gegeeven, om in het voorfz. Plan de'twee eerfte Art. eeiiïgzints te verfchikken; terwyl wat de overige Art.  fk". STAAT EN OORLOG. 1786. 175 Art. belangd , daar in ook wel eenige weinige veranderingen nodig geoordeeld waren , doch welken allen zyn van die natuur, dat ze of by de bloote hcluur, of by eene vergelyking van de bovengemelde Mislive of berigt van btëedüie Hoofdpanicipanren der Kamer Amfterdam, aan hun H >og Mog. aanftonds blyken alleen te ftrekken om het geconliaiueerde oogmerk in deeze te meerder te bevorderen, zonder intusfchen het Plan , by het berigt van Bewindhebberen der gemelde Kamer voorkomende , eenigzints in,zyn aart en weezen te iufringeere:). En dat zy H eren Gecommftteerdens op dien voet hadden ontworpen eeu ridder Pian , in het welk zy meenen , dat z uien zyn weggenomen de wezendlyke objeélien, die tegens het Ptan, by hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 Dec. 1704 vastgefteld , zouden kunnen wèruen geoppert , het welk zy de eer hadden by deeze ter Tafel van hun Ed. Gr. Mog. te brengen. Fiat Infrtio van het nader Plan, Nader Plan tot verbetering van de directie by de Oost* indifche Compagme, en zulks om te vervangen fct Phn by haar Edele Groot Msg. Refolutie van den 30 December 1784 vastgefteld. Art. 1. Het tegenwoordig geral van Bewindhebberen by de IOmer van Amfterdam , zal met eenige nieuwe Leden worden vermeernert, en wel by provifie met zes , dog welk getal in het vervolg nog met twee , of uiterlyk vier Leden zal aangevuld worden, naar dat zulks nodig zou mogen worden bevonden. En zullen dezelven in een vyfde de- par-  ±76 fes. ZAAKEN VAN i78g. partement in de gemelde Kamer, het geen genoemd zal worden het departement tet de Indifche zaaken , arbeiden, en daar ter bezorging en behandeling hebben het geen hier na zal worden voorgefchreeventerwyl zy voor het overige ook den naam zullen dragen van Bewindhebberen, ea onder de gezaamentlyke Bewindhebberen den rang hebben en houden naar rato fuccesfïvelyk van den tyd hunner aanftèl» ling. ii In deeze nieuw aan te ftellen Bewindhebberen zal in het byzonder vereischt worden de nodige kundigheid en onder, vinding in,de zaaken van de Commercie, of in de gèlteldheid of belangen van de Oostindifche Compagnie , en zal boven dien ten aanzien van de keuze derzelvert Worden geobferveert, dat zy door hunne omftandigheeden zoo wel gefchikt als ge= neegen zyn om van de behartigh g der zaaken van de Oostindifche Compagnie een hoofdwerk te maken, en zig met alle asfiduiteit daar op toe te leggen. Gelyk zy ook ten aanzien hunner Jaaren en onderlinge parentage onder dezelfde verpligting zullen zyn als de andere Bewindhebberen; en gelyke eeden als die afleggen ; mitsgaders by hunne beëedii ging evenveel in de Compagnie moeten Imideeren, als de overige Bewindhebbe. ren by de Kamer Amfterdam. 3. Uit aanmerking van het menigvuldig en gewigtig werk , waar meede dit departement zal zyn belast, en de asfiduiteit, die daar toe, met verzuim veelal vart  fee. STAAT EN OORLOG. 178*. 177 van andere bezigheeden zal dienen hefteed te worden , zullen de gemelde nieuw aan te ftellen Bewindhebberen voor het vyfde departement een jaarlyks Traélement genieten , ieder van vyf duizend guldens. Dog verder zullen zy in alles even als Bewindhebberen moeten worden geconfidereert, zonder dat daaromtrent, buiten en behalven het geen fpeciaal by de hier uitgedrukte Articulen vermeld : ftaat , eenig onderfcheid in het een of het ander gemaakt zal mogen worden, 4. ■ De aanftelling der gezegde nieuwe Bewindhebberen tot het vyfde departement nal ftaan aan haar Hoog Mog., en gefchieden op voorftelling of benoeming van wegens de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland te doen , als welke Heeren Staaten dit departement niet alleen byzonder nodig gekeurd hebben tot meerder bevordering van de algemeene belangen der voorfz. Compagnie , maar ook ins.de principaale kosten , op deeze inrigting te vallen, zullen voorzien. En zullen deeze Leden den eed als Bewindhebber in handen van haar Hoog Mog. afleggen. 5. Tot alle Boeken en Papieren , geene uitgezonden, dan alleen die van particuliere Commufien ("als waar toe volgens gebruik alleen zulke Bewindhebberen acces hebben, die daar toe zyn gecommitteerd zal aan deeze Leden, als Bewindhebberen zynde, niet alleen de onbelem» merde toegang openftaan, maar zullen in XXXI. deel. M het  j?8 feb. ZAAKEN VAN 1786. het byzonder ook de Bedienden daar toe moeren gehouden worden, dat zy in hunne refpective Posten aau de Leden van het gemelde vyfde departement opening geeven van het geen zy begeeren , en hun , even als aan de anderen departementen, ten dienfte ftaan. 6. Voor het gemelde vyfde departement, zullen op het Oostindisch Huis te Amfterdam de nodige vertrekken worden vervaardigt, alwaar zy hunne byeenkomften en befoignes kunnen houden , en hunne Comptoir-Bedienden plaatfen. 7. De Bedienden , welken dit departe. ment voor zig in het byzonder nodii; zoude mogen oordeelen, zullen door de Kamer worden aangefteld op voordragt van het gezegde departement ; zullende de kosten voor de gemelde Bedienden uiterlyk mogen bedragen ƒ 8000-0-0 in het jaar. 8. Het werk van deeze nieuwe Leden zal wel byzonder beftaan in het praepareeren en bearbeiden van dat geene waar toe de Haagfche Befognes primitivelyk zyn ingengt ; en zullen zy vervolgens met behoorlyke attentie moeten nagaan in het generaal alle Indiiche Brieven , Papieren en Boeken, geene uitgezondert (welken tot dat einde allen, zoo ras zy overgekomen zyn , in hunne handen zullen moeten worden gefteld) en fpeciaal die, wel-  pi, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 179 welken betrekkin? hebben tot den Handel der Maatfcftappye fn de Indien. Voorts zu'.'pii zy zig moeren toeleggen op een onderzoek, welke verandering kan te weeg t>ebragt wor 'en in den Handel zelf, welke meerdere of mindere uitgebreidheid aan dien Handel, als mede aan de vi ye Vaart in de Indiën zou behooren te worden toegedaan ; — welke Comptoiren ingetrokken of derzelver Omflag vermindert zou ie kunnen worden ; ea voorts niets verzuimen om de waare belangen der Maatfchappye te helpen bevorderen. Uit die Brieven en Papieren zullen zy onder hun opzigt moeten doen concipiee» ren het V<-rbaal, gemeenlyk het Hwgsch Verbaal genaamd. Voorts zullen zy de refleftien, die hun zouden voorkomen aan Generaal en Raaden op alle voorgemelde zaaken ^ den Handel en de Commercie betreffende , te moeten worden voorgehouden, by pointen in Gefchrift moeten doen vervatten, én die nevens het Verbaal aan de Kamer van Amfterdam ter hand dellen, ten einde het een en ander door die Kamer gebragt worde tot kennis van de overige Kameren (en dus zoo wel van beëedigde Hooftparticipanteh , als van Bewindhebberen) om dezelven te examineeren, even als de ordre by de Compagnie dicteert voor het Verbaal en de ConceptRefcriptie, die thans in het Haagfche Be= lbgne vervaardigt worden. Ook zul'en zy zig moeten rdeleggeri, om zig te tw;kwaamen tot verkryging vari zoodanige verdere kundigheden , die betrekking hebben op het generaal en byzonder bèdier in de Indiën ; als blyvendft aan hen, tot meerdere bevordering van M 8 lift  ï8o pee. ZAAK EN VAN 1786. het oogmerk hunner beftemming en van het waare nut der Maatfchappy, altoos vry, en tefFens gerecommandeerd , om hunne refleftien op dat een en ander, by Pointen ter Refcriptie dienende, even als vooren, voor te draagen. En ten einde aan de Kameren naar behooren gelegenheid te geeven , om dit werk ook van haare zyde met de vereischte naauwkeurigheid te kunnen naJWin, zullen zy, daar het Verbaal en de Refcriptie op de Brieven, naar de order der Compagnie worden ingerigt, moeten zorgen, dat deeze ter handftelliug aan de Kamer Amfterdam gefchiede, zoo dra het Verbaal en de Refcriptie aan ieder Comptoir in het byzonder, by hen zullen zyn gerefümeert. Des zullen zy altoos zorge moeten dra. gen , dat hun ganfche werk met relatie tot het Verbaal, en de Pointen ter Refcriptie dienende, bearbeid zyn met het laatfte van de maand Maart. Na het afloopen der Voorjaars Vergadering van Zeeventiene zal 'er gehouden worden een Befogne in den Haag , beftaande uit Leden van alle de Kameren, daar onder begrepen eenigen van de nieuw aan te ftellen Leden, voorts het gewoon getal der Hoofdparticipanten , en de Minifters der Compagnie; in welk Befogne alleen zullen worden geleezen het geconcipieerde Verbaal, en de Pointen ter Refcriptie, te meermaalen vermeld. Doch zullen in dat Befogne ook gebragt moeten worden de fchriftelyke Advifen der refpeftive Kameren en verdere Leden van het Befogne , bevattende zoo wel hunne refle&ien op de voorfz. Pointen, als eene opgave van zoodanige anderen, die zy zouden vermeenen obje&en ter Re- fcrip»  fjjb. STAAT EN OORLOG. 1786. 1B1 fcriptie uit te keveren. Zullende wyders na eene overweeging der verfchtllende Advifen eindelyk daar uit geconftateerd worden de Ingrediënten voor de Concept-Refcrip ie n r 1 Na het afloopen van dat Befogne zullen de Minifters van de Compagnie, volgens derzelver inftruftie, uit het gecondateerde de Refcriptie moeten couchee. . ren, en dezelve zoo ras doenlyk, immers uiterlyk zes weeken voor het houden der Najaars Vergadering, aan de respeftive Kameren doen geworden , om daar (ioor gelegendheid te geeven tot een bekwaam examen van die Concept-Refcriptie, ten einde alsdan de finaale Refcriptie in gemelde Najaars Vergadering na een zeer ryp overleg te kunnen arrefteeren. , , En daar het wenfchelyk ware , dat de generaale Refcriptie op de Indifche Brieven en Papieren eer kan gefchieden, dan het gebruik by de Compagnie medebrengt, zal het voorgemelde vyfde Departement niets onbeproefd moeten laaten om te onderzoeken , in hoe verre de aart der zaak zoude toelaaten hier ia eenige verandering te weeg te brengen , en de nodige voordellen deswegens in de Vergadering van Zeeventiene te doen. Doch voor zoo verre de Brieven uit Indien Pointen mogten inhouden , die , zoo zy zouden vermeenen , eene fpoediger' Refcriptie vorderdèn , zullen zy zulke Pointen^ exa gaat, dan zal'er in geen Qemeenebest me°r een Souverein konnen gevonden worden , door diff-rente Leden uitgemaakt, maar alle zaken, in welke uie Leden niet eenparig zyn, buiten conclufie blyven, en by Neutrale Zegslieden beflischt moeten worden. Wy hadden ons altyd voorgeffeld, en zouden alsnog van begrip zyn , dat de Souverainireit van den Lande van Utrecht gezamenlyk huisvest by de drie Leden van Staat, en dat deze Leden te zamen konnen refolveren , zoo als ten nutten der Provintie oordeelen te behooren, evenveel, of juist alle Leden van dezelve opinie zyn, als maar conform de order daarinne werd geprocedeerd ; gelyk Wy dan ook , onder anderen, volgens eene tot hiertoe nimmer (zoo veel wy weten) tegengefproken order, in zaken welke eenmaal gefixeerd, en by de gezamenlyke Leden vastgefteld zyn, vermeenen , dat by zommige Leden geene verandering kan worden gemaak: ; maar dat de andere Leden hec verandering voordragend L.id dewegens kunnen en behooren te houden by de obfervatie vara dat, wat Staatsgewyze eenmaal is vastgefteld geworden , hoe veel te meer dan met relatie van zoodanige zaken en reglementen , welke als een grondflag der Admisfie van alle Regenten in de Regeering by folemnelen eede beloofc zyn, te zullen astervolgd worden , en zonder welke belofte zy in de Regeeringe niet zouden zyn geadmitteerd geworden. Indien een disfentierend Lid zig als party van de Souveraine Vergadering , en den Souverain als zyne party zal konnen aanmerken, geloven Wy, dat het met alle Gemeenebesten en fundamentele Wetten zal gedaan zyn. Dus fchynen U Wei Ed. aan de wetten van wellevendheid en openhartigheid niet  FE|5. STAAT EN OORLOG. 178$. 187 niet alleen te kort te doen , van U Wel E U in dezen als epaal met onze Souveraine Vergadennee te conlilereren , maar inderdaad de fundamentele Conftitutié te ondermyneo, en het wettur gezag van die Vergadering, van welke de Stad Wyck een Mede-Lid is , te desavoueeren. Wy moeten dus vastftellen , dat U Wel Ed. niet genoeg onderfcheiden hebt de relatie, welke "er is tusfcben de refpeftive Leden van Sjant, elk op hun zeiven aangemerkt , van dat reprefentative , hetwelke, alle die Leden vergaderd zynde, te zamen komen nittemaken , te weten, in het eerde geval zoude U Wel Rd, ftelling minder erroneus febyuen , als wel het laa:de,'overmits alsdan de Soiiverain alleen disponerende moet worden geconfireerd, en gèemios Hy« zondere Leden, tot welke nogtans Wy vertrouwen, dat U Wel Ed., op zig zelve geconfldeieerd, alleen wel zult willen begrypen te behooren , eH zal overzulks de byvoeging van eenige nadere Dispofme , tot welke Wy ons hebben genoodzaakt gez'e. . ur hoefde der differente pofiiien, onheuscolyk in U Wei Ed. M'sfive van den 31 Oétoher ter nederzette!.!, U Wel Ei. by bedaarde refl.xle wel voorkomen , niets gemeen te hebben met de Ordinatoiren aan Arn^achts Heerlykheden; maar alleen gefchikt, om Uw Ed. bedaardelyk te doen overwegen, dat wy, zullen wy met ophouden, de Souverainiteit van den Lande van Utrecht te reprefemeeren, in de onvermydelyke noodzake, onzes ondanks, zouden kunnen gebragt worden, om de bezwoorne èn tot hiertoe ongeahereerde Conduu ie binnen onze Provintie met alle mogelyke middelen te maintineeren ; zulks dan ook in het geheel hier met te pasfe koomt de geweigerde feslie aan de Leden, by Uw Ed. tot onze Vergadering gecommitteerd ; als wy nimmer ons bevoegd hebben gerekend, om zoodanige Gecommitteerden van Wyk , welke tot de fesfie op ome Vergadering gequaiificeerd waren, te rtcuferen, maar alleen aan zoodanige Leden fesfie moeten weigeren, welke zwarigheid maakten zig aan den Eed, door elk onzer Leden, tot maint.en der Coafiattitfe by zyne fesfn-neming afgelegt, langer te gedragen, of dezelve ipfo fa£ti te ovenreden; zoo als wy te meerma-  188 feb. ZAAKEN VAN 1786. len aan U Wel Ed. Gecommitteerden hebben voorgehouden ot doen voorhouden , en in welke opinie wy als nog moeten perfisteren , zoo lange onze Vergadering, conform de Conftitune der Provintie, zal blyven eene Vergadering van order , en overeenkomende aan het groot oogmerk van een Gemeenebest, in het welke niet de wil, maar de werten de regel zyn , naar 'c welke de Leden van Regeering ook zig moeten gedragen , en der Ingezeetenen welvaart behartigen; gelyk wy dan ook , om dien zelfden regel, verpligt zullen zyn, ons-te gedragen naar onze bezworen pligt en de wetten dezer Provintie, en,niet naar tydsomftandiglieden , zoo als Uw Ed. zig- verklaren te zullen doen , zonder zig daarinne door eenige aanmaning, veel min ordinatoire corclufien , van wien ook , eeniger maten te laaten interrumperen , en konnen Wy niet nalaten , Uw Ed,, als mede compoferende de Vergadering der Heeren Staaten van Utrechr, in bedaarde overweeging te geven , van welken aart deze U Wel Ed. declaratie , aan den Souverain gedaan, te houden zv , en of dezelve iets anders involveert, dan dat elk Lid de zaken verder zal gouverneeren, zoo als hem goeddunkt, t°t toralen ondergang dezer Provintie en van het lieve Vaderland , en of wy niet ipfo fatio ophouden Souve. ram te zyn , byaldien deze U Wel Ed. declaratie gelundeert, en by vervolg ten effecte zal moeten gebragt worden. Intutfchen kunnen Wy hier byvoegen, met ongenoegen ons gebragt te zullen zien tot zoodanige middelen , als onzen pligt en de Souverainiteit, aan Uns toevertrouwd, tot herftelling der goede order zoude mogen vorderen, en noodzakelyk vereischten ; en verhoopen Wy, dat volgens het flot van U Wel. Ed. Mislive eene bedaarde overweging by allen of ten minlten zommigen der Leden van U Wel Ed. Vergadennge, in welke de Meerderheid alleen door de conclu. derende femme van den Heer eerfte Burgemeefter lchynt geformeerd te zyn, dezelve Vergadering zal brengen tot gemagtigder denkbeelden, en alzulks zal blyven aankleeven de bezworene Conftitutie binnen deze Provintie, als nog fublifterende, en waarinne by een enkel Lid, conform alle Regtsbegrippen, geene alte-  fss. STAAT EN OORLOG. 1786. 18? teratie kan worden gemaakt , en dat U Wel Ed. der» zeiver handelingen hier naar inrigtende, met ons tot het gemeene welzyn veel eer zullen medewerken , als hetzelve met verbreking van alle orde, benadeelende de rust en eendragt, verder willen ftoren, zulks ons dan ook zeer aangenaam zal zyn , den goeden uitflag van bedaarde Raadspleginge der Magiflraat van Wyck uit liet antwoord van U Wel E i. op deze onze nadere Misfive, zoo fpoedig doenlyk, aan de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden af te zenden , te mogen vernemen. Hier mede Edele Erentfeste Vrome bevelen wy Uw Ed. in.de befcherming van God Aimagtig. Gefchreven te Uirecht den 28 December 1785* (Was get.) a. T. godin. Uwer Ed, goede Vrienden, de Staaten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) h. a. laan. Answoord van ie Regeering der Stad Wyck op de bovenjtaande Misfive van de Ed. Mog. Heeren Staaten 's hands van Utrechr. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben wel ontfangen U Ed. Mog, nadere Misfive van den 28 December des afgelopen jaars 1785, en vinden ons verpligt daartegen aan U Ed. Mog. voor te dragen: dat de Staaten van den Lande van Utrecht, beltaau uit drie Leden, alsze, Geëti- geer-  J9o feb. ZAAKEN VAN j78ö. geerden, Edelen, Stad en Steden, en dat alzoo onze Provintie is toegetreden in het verbond van Unie, on. Vermindert die parricmiere Steden, Leden en de Ingezetenen van dien, haarüeder fpeciale ende parriculiere Privilegiën, Vryheden , Execurien, Regten, S atuten , loflyke, ende welherbragte Costumen, Ufantien, ende alle andere haarüeder Geregtigheden, waaritine zy Lieden den anderen uiet alleen geen praijudirie, hinder of letzel doen zullen, maar den andere daarinne, met alle behoorlyke eude mogelyke middelen, ja met lyf ende goed (is 't nood) helpen, hanthoiHen, ftyven, ende Herken 4 befchuiten ende ook befchermen , jegens al!e ende een iegelyk wie en hoedanig die zoude mogen wezen j die hen daarinne eenige dadelyke inbreuke zoude willen doen: Dat ook dezelve Staatï-Leden, ter handhouding aan dar verbond van Unie, wel uitdrukkeiyk gezworen hebben, alle de Privilegiën, Handvesten en Geregtigheden van den Lande van Utrecht, en de diie Leder van dien , als ook de oude wettige en we'herbragte Costumen re zullen voorftaan ende helpen defenderen , ende handhaven. Wy hebben uit dien hoofden altoos wel degelvk onderfcheiden de relatie 4 Welke 'er is , tusfehen de Leden van Scaat dezer Proviiue, elk op zig zeiven aangemerkt, en hunne verphgtmg tegen den anderen, van dat reprefentative, het weik alle die Leden vergadert zynde te zamen toekomt, en daarom ook wel onder 't oog hebben gehouden de gevallen , in welke de Souverain alleen disponerende zoude moeren geconfidereerr worden, en geenzints byzon^ere Leden, of als wy het na onze wyze mogen uitdrukken , dat wy hebben onderfcheiden, dat de relatie, welke 'er op de voorfz. gronden tu.-fchen de Leden van Staat, elk op hun zelve aangemerkt, fubfisteert, geenzints kan toelaten , dat dezelve zig zoude konnen combineren , om als Souverain de een over de ander te dis poneren; dan wel ter contrarie, dat die on. derfcheide relatie, welke 'er tusfehen de Leden van Staat , elk op zig zelve , plaats heeft, ingevolge van de byzondere distir&ie by den Staats eed vermeld , dienen moet, om ieder Lid te maintineren by deszelfs Privilegiën, Handvesten, Geregtigheden, oude wettige en  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 191 en welherbiagte Costumen, en uit dien hoofde hebben wy begrepen , dat de verpligting uit den voorfz. onderfcheiden relatie , welke 'er tUffchen de drie Leden van Staat , elk op zig zelve aangemerkt, behoord te fubfisteren , ons altoos tot een waarborg en verzekering moeite itrekken, dat onze Stad, nevens de ve dere Steden , by hunne oude Regten eii Privikgien zoude geconferveerd en bewaard blyven, waartoe dan ook ontegenzeggelyk behoord het regt tot de Magithaatsof Regeerings-beftellinge dezer Stad. By welk regt wy vertrouwd hebben, dat de Leden van Staat in derzelver veorn. onderfcheiden relatie ais onze Bondgenooten, en aan ons alzoo verbondene, gehouden zyn, ons te maintineren en handhaven, en in diervoegen hebben wy op gronden van onze Coaltitutie , de Leden compoferende de Vergadering van Staaten dezer Provintie, met relatie tot ons gefchil befchouwd al.s Bondgenooten en niet als Souveraine Heeren boven ons, van wieii wy te zamen en ieder byzonder vermogen te reclameren, om aan ons te presteren, het geene dezelve volgens iubüsterende verbonden en beëdigde verbintenis gehouden zyn , en zulks niet doende, zoo als wy tot ons gelyk (taan , en zig alzoo tegen ons ftellen, als onze parthyen confidereren , zoo dat U Ed. Mog. hieruit zullen begrypen , dat het gefouteneerde onzer zyds niet moet geattribueert worden aan een verkeerden invloed van Vreem relingen , den aart der zaken geheel onkundig, en niet genoeg geverfeert in onze Conltitutie, om zig daarin te meileren, en wat U Ed. Mog. al verder daarby hebben gelieven te voegen, even of wy ons niet in Itaat bevonden, om over onze Conftitutie te oordeelen, en ons al 't ware lieten bellieren door hen, die als met een geest van twist en tweedragt bezield, tot verderf van onze Stad en gedeelte. ]yk dezer Provintie, zouden werkzaam zyn. Wy zullen daarop tot voorkoming van onaangenaame refledien niets anders avoueeren , dan dat het juist de gronden der Conftitutie, binnen deze Provintie vigerende, zyn geweest , die gevoegd by het verband, dat 'er tus» ichen de Leden van Staat relative fubfisteert, ons tot foutien van ons Stads-regt alzoo h*böen doen ageren, ter  joi feb. ZAAKEN VAN 1786. ter beantwoording aan dien eed , welke een ieder onzer, als Raden, by den aanvang der Regeering gedaan hebben. En daarom , hoe zeer wy wel willen erkennen , dat de Souvcainiteit van den Lande van Utrecht gezamentlyk buistvest by de drie Leden van Staat, en dat deze Leden te zamen konnen refolveren , zoo als ten nutten der Provintie oordeelen te behoor-en , hebben wy vermeent, dat dit zoo generaal gepofeerde op ons geval van geen applicatie kan zyn, als daardoor zoude werden gerenverfeert de onderfcheide relatie en verbintenis, welke te presteren 'er als gemeld tusfehen de Leden van Staat dezer Provintie elk op zig zeiven fabfisteert, en waaraan een ieder gehouden is; van waar wy clan ook hebben befchouwd, dat U Ed. Mog. by het ons toegezonden uitgebragte Staats-rapport, als confHtutioneel aan ons hebben toegekend het beitel op de Regeerings-beftiering dezer Stad, om 't zelve met onze Èurgery te applaneeren en te reguleeren, zonder dat wy immer hebben konnen begrypen, dat, als wy daarin ons overeenkomltig aan de ons toekomende Regten en Voorregten gedroegen, gelyk wy gedaan hebben , dat wy ten effeéte van het zelve , eerst zouden hebben bebopren onthevenen te worden van die ge. zegde bezworen en tot hiertoe ongealtereerde Conltitutie binnen onze Provintie , welke U Ed. Mog. zeggen njet alle mogelyke middelen te zullen maintineeren, en zulks niettegenltaande U Ed. Mog, aan ons, by derzelver toegezonden Rapport, omftandig demonltreren, dat die beoogde Conltiturie aan zco veele aldaar opgetelde gebreken laboreert, die te weeg brengen, dat dezelve voor de Provintie fchadelyk , en voor de Regeering drukkende is , niet alleen , maar dat dezelve ia veelen opzigten firydig is met de Privilegiën , Hand'vesten en Geregtigheden van dezen Lande. Wy kunnen derhalven niet ontveinzen , Ed. Mog. Heeren , te verklaren, niet te weten, op wat gronden van regt of billykheid men van U Ed. Mog. zoude konnen of mogen verwagten het maintien van een ongealtereerde Conltitutie , welke , by een aan ons toegezonden Staatsrapport , opentlyk verklaart word fchadelyk voor de Provintie, drukkende voor de Regeering, en in zos vee- len  feb'. STAAT EN OORLOG. 1786. 193 ten opzigten firydig te zyn, met de Privilegiën + Handvesten en Geregtigheden van dezen Lande, Wy zouden immers , zoo wy dit van U Ed. Mog. verwagteden, aan Hoogstdezelve te kort do:n, als wy dan aan U E^ Mog. zouden moeten toekennen dat geene, dat het falus populi, als de hoogde wet , ons in dezen verbied , van U Ed. Mo,<ï. te moeten geloven ; want hoe zeer wy met ü Ed. Mog. inftemmen, dat een Giineenebest, in het welke niet de wil, maar de wetten de regelen zyn, naar het welke de Leden van de Regeering ooi» zig moeten gedragen, en der Ingezetenen welvaart behartigen , Wy niet hebben konnen begrypen , hoedanig dat argument ten ónzen opzigten van applicatie zoude konnen zyn, met relatie tot eene Co'n» ituutie en forme, welke als gezegd, gedeclareert word fchadelyk voor de Provintie , drukkende voor de Regeenng, en (trydig met 's Lands Privilegiën , Handvesten en Geregtigheden te zyn. Wy konnen na zoo èen declaratoir al verder niet begrypen, hoe het moge» ]yk zoude konnen zyn , als een bezworen pligt , het blyven handhouden van een duslanige fchadelyke , drukkende , en met Rechten en Privilegiën firydende Confiitütie, te konnen of mogen fbuteneeren. daar wy integenueel van oordeel zyn , dat dit in confesfo zynde, zoo als hetzelve niet kan wederfproken worden, geene Leden van Staat tot de handhoudinge van zoodanige Conftitutie vermogen geconffringeert worden , als ftrydende tegen de algemeene welvaart, en waarom, wy ons, boven het regt ons competerende, ën by vorige te meermaalen aan U Ed. Mog. voorgedragen , te meer bevoegd geoordeelt hebben, om met onze Burgery in te gaan zoodanig eeri Regiement van Regeering, onze Stad betreffende , als tot dienst en welvaart van dezelve kan verftrekken, en waarby wy met onze Burigery vermeend hebben te moeten perfisteren, en ons dien conform gedragende , de aan zyn Hoogheid toe. gezondene Nominatien ter eleétie niet contrarierende , aan de Hoogstderzelve toegekende Rechten, als Erf. ftadhouder ook by herhaaling hebben doen toekomen, en daar wy rtt allen dezen niets anders hebben bevordert , dan het geene wy eeds en ampts-halven verpligt XXXI. deel. N wa-  134 fee. ZAAKEN VAN waren, zodanig, dat het ons geenzints konde vryftaan, langer te bezweeren eene Conftitutie of forme , welke gedeclareert fchadelyk, drukkende, en zoo zeer met de Rechten en Privilegiën firydig is , of ons daaraan lan= ger te gedragen, dan ook daaraan, voor zoo veel ons Stads-recht betreft, op den voet by het aan ons toe» gezondene raport hebben geremedieert, zonder dat wy daarinne eene oppofitie , ook aan de zyde van U Ed. Mog. , met zoodanige bedreigende claufulen , als by onze vorige getoucheerd, immer vermeinden te konnen verwachten , en welke bedreigende claufulen aan ons, als Mede-Leden van Staat, zoo wy vertrouwen , op de hier boven gededuceerde gronden , volkomen gerechtigd en bevoegd maakten tot die declaratie, by onze vorige vervat, welke declaratie wy geenzints befchouwen als Particulieren aan den Souverain gedaan te hebben, maar naar den aart onzer Conftitutie, aan de met ons in een als Staats-Leden onderfcheide relatie verbonden , en alzoo onderling onder een verband ftaande Mede-Leden , zonder dat daar uit met eenige mogelykheid zoude konnen involveren, het geene U Ed, Mog. by Hoogstderzelver nadere Misfive voorftellen, als U Ed. Mog. willen, dat daar door elk Lid de zaken zoude gouverneren, zoo als hem goeddunkt, tot totalen ondergang dezer Provintie en van het Vaderland , en of U Ed, Mog. niet ipfo faBo zouden ophouden Souverain te zyn, als het onbetwistbaar zeker Is, dat het geene U Ed. Mog. in dezen tot het recht van den Souverain gelieven te brengen, daartoe geenzints behoord , maar privative aaa de Stad en Steden met derzelver Burgeryen altoos is verbleven geweest, en welke te handhaven wy volgens eede in ons geval verpligt zyn , en waarinne wy ons by bedaarde overweging te zeer gefterkt zien, dat wy, by hoedanige gematigde denkbeelden ook, ons niet konnen geperfuadeert vinden tot het blyven aankleven van eene bezwore Conftitutie , waarvan U Ed. Mog. aan ons de onwederfpreekbaare demonftratie hebben doen toekomen, dat dezelve fchadelyk, drukkende , en, in zoo veelen opzigten, Jlrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Qsrechtigheden van dezen Lande; én dus, zullen wy mes  feb. STAAT EÈ OORLOG. 1786.- 195 met U Ed Mog. toe het gemeene wlzyn konnen ine» de werken , zal het van ons niet moeren gevergd worr den, ons voor zoo veele onze Stad» Regeerings-beftell.ing betreft , en de relatie die wy tor de P.ovntiale Regeering als Mede-Staatsleden hebben te doei. blyven onder het bezwaar van een Conftitutie of Forme, waaronder wy eed- en plichts-halven tot bevordering zoo van het gemeene welzyn , als dat van onze S>.ad en Burgery, ons niet konnen of mogen ftellen of hou'en. Betuigende wy opregtelyk, dat ons niet aangenamer zal zyn , dan \ met behoud van eene goede (Jonk entje, te konnen medewerken tor herftel van de rust en ëendracht binnen deze Provintie t waartoe wy ons altoos zullen bereidvaardig betoonen. En hier mede U Ed. Mog. nadere Misfive gerescontreert Hebbende, bevielen wy U Ed. Mog. in de befcherming van God Almachtig, en blyven enz. . Wyck by Duurftede den 13 February 1786. XIX. Refolutie van de Heeren Staaten vanHolland ende IVestvriesland, in hun Ed. Grost Mog. Vergaderinge genoomen, nopens de verzogte peewit* eele asjiftentie dotr de Oostindifche Compagnie. In dato 17 February 1786. Ry refumptië gedelibereefd zynde op het rapport, den li deezer ter Vergadering uitgebragt door de Heeren de Gyfelaar , van Berckel, N..derburg en Ryfer refpedtive Penfionarisfen en Secretaris der Sitden Dordrecht, Amfterdam, Rotterdam en Alkmaar, met den Raadpenfionaris, vervangende den Heer van Wyn, P.nfionaris der Stad Gouda, als by hun Ed. Gr. vlogi Refolutie van den 4 Juny I/83 tot de zaaken der O >st» indifche Compagnie gecommitteerd, hebbende uit kragt van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 18 Jan. deezes jaars, geëxamineerd de Mifive van fd« participanten ter Kamer A nllerdam, om pecunieele adiiftentie nog in deeze maan 1 , om de redenen in dezelve Misfive van den 18 vervat. Is goedgevonden en verftaan Bewindhebberen en be» eedigde Hoofdpa>ticipanten van de Oostindifche Compagnie ter Kam-ren van Amfterdam en van het Zuider- en Noorder-Quartier, nu voor ah dan te authorifeeren tot het doen der verz >gte Geld-Negotiatie van tien MiHioen Guldens, vry van honderdlle en twee honderdlle Penningen ; mitsgaders van alle verdere ordinaire en extraordinaire lasten , rru reeds zynde , of die namaals zouden mogen worden geheeven, met toe» zegging aan dezelve teffens der Guaranüe van dee^e Provincie, voor een Fonds van honderd duizend Guldens in het jaar ter jaarlykfche aflosfing, geduurende den tyd van vyfng jaaren ; wordende eindelyk alle Weesmeefleren , Voogden , A irainiftrateuren of Curateuren gequalificeerd, om in de voorfz. Negotiane deel te neemen; ten dien effeéle, dat welgemelde Bewindhebberen en Hoofd participanten , zoo dra het voorfz. nader Plan met de Sanétie van hun Hoog Mog. zal zyn bekragtigd, van dezelve qualificatie gebruik zullen mogen maaken , zonder zig dienaangaande nader te addresfeeren. En zal ExtracT: deezer Refolutie gegeeven worden aan  ?e& STAAT EN OORLOG. 1730. 195 aan Bewindhebberen voorfz. om haar daar na te reguleeren. Accordeert met voorfz, Refolutien. XX* Extraft uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in hun Edele Gr. Mog. Vergadering genoomen. In» houdende, de Refolutie waar by Mr. c. parker de jonge en ƒ. VAN der cloese SlfKINGA ; als meede Dr. c. de jonge en w. 11. 1 van- deu sluis, van hunne Vroed, fchaps- en Elecleursp/aatfen refpective te Schoonhoven vervallen; en commisforiaal de bedenkingen over het verfiand der Refolutie van 9 Augusty 1658. In dato 17 February i j86. By refumf'e gedelibereert zynde over het Rapport den 14 Oftober 1785- ter Vergadering uitgebragt, Op de Requesten van Mr. Cornelis Parker de Jonge en Johannes van der Cloefe Sickinga, zig npemende Vtoedfchappen en El cleuren der Stad Schoonhoven; als mede van Dr. Christiaan de Jonge en Wybrand Hermanus van der Sluis, zig qualificeerende Vroedfchappen derzelve Stad , waar by zig hebben beklaagt ovr een Vroedfchaps Refolutie van den 6 February 17S5, volgens welke zy van hunne Poorterfchap en V:oedfchapsplaatfen waren vervallen verklaart, met verzoek om hun Edele Groot Mog. voorziening tegen die dispofitie, om de redenen by dezelve Requesten breeder gedetailleert; als mede op het Berigt van Burgemeefteren en Vroedfchappea der voorfz. Stad van den 23 Mey , tot voldoening aan hun Edele Groot Mog, Refolutien van den 9, 10 en 22 February, 2 en 14 Maart, op de bovengemelde Requesten ; nog op de N 3 Re.  193 fes. ZAAKEN VAN 1786. R-queste van gemelde J. van der Cloefe Sickinga » me», een Memorie tot refutatie van het voorfz. Berigt; en voorts in het generaal op de verdere Stukken by de Refolutien commisforiaal van den 25 Mey en 31 Auju tv laa'Stleeden vermeld, mitsgaders nog op de Du rer R queste van den vöorft. Mr. C. Parker de' Jvtrje, om sunltigs overweging der conlideratien in het zelve by finale afdoening van het voorfz. Rapport; gelyk ook "p te Requesfce van gemelde Dr. C. de Jonge en M-. C Parker de jonge , ten einde de Item der Stad Sc 100 ihoven , by hun als Aanklager en Parthy gécoi liderf;ert, niet mogt in aanmerking komen, den 5 iNovembe- en 9 December 178J , ten fine vati legu^rd, by Copie aa . de Leden gegeeven. En in agung zynde genomen , dat by vericheiden, Leoen over het verlland van hun Edele Groot Mog. Réfolütie van den 9 Augusty 1658, en de applicatie daar van op het voorhanden zynde ge'al, bedenkingen zyn ontdaan, doch dat dezelven egter genoegzaam daar in overeen komen, dat her gedrag door de voorn, vier Supplianten, met betrekking tot het fixeeren hu.iuer W't 'nplaats gehouden, alzints aanloopt tegens hunne verpiigting als Regenten der voorfz. Stad Schoonhoven^ terwyl volgens de advifen eener groote meerderheid der Leden van hun Edele Groot Mogende Vergadering het gemelde gehouden gedrag der Supplianten', waar op ten deelen nu een volleedig onderzoek gevallen is, ten dien eff^cte firydig moet worden geconfi Jereert met den it.b'iud der Privilegiën van de S ad Schoonhoven, dat de Supplianten even daar door, en dus door hun eigen daaa , van hunne Vroerifchaps- en Ekcteurs,' plaatfen refpeciivelyk zyn vervallen. Is goedgevonden en verflaan , zonder ietwes te decideeren nopens de wettigheid of onwettigheid der Refolutie van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven van den 6 February 17 , nog ook omtrent de by verfchei e Leden gtftisi 11.eerde bevotgtheid voor de Vroede fchappen in de Steden om efficacieuslyk zorg te dragen, dat hunne Meede- Leden van de Regeenng aan de lequifi en die volgens de Oclroyen en Privilegiën hy hst verkrygen van Regeenngsposten als voiftrekc ra-  veb. STAAT EN OORLOG. 3786. 199 radicale vereischtens gevordert worden, by continuatie voldoen, en de uitgeflrektheid dier bevoegtheid in ge1 vallen, gelyk ten deeze hebben plaats gehad , te verklaren , gelyk verklaard word by deeze, dat de voorfz. Mr. Cornelis Parker de Jonge en Jphannes vander Gloefe Sickinga, zig noemende Vroedfchappen en Electeuren der Stad Schoonhoven, als meede Dr. Christiaan de Jonge, en Wybrand Hermanus vander Sluis, zig qualificeerende Vroedfchappen derzelver Stad, door hun gehouden gedrag omtrent het fixeeren hunner Woonplaats, het regt en de bevoegtheid tot het be. kleeden der gemelde Posten hebben verbeurd , en gehouden moeten worden van hunne Vroedfchaps- en Élecleursplaatfen refpeclivelyk te zyn vervallen. En dat wyders door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne zal worden geëxamineert 4 of, en op hoedanige wyze de gemoveerde bedenkingen omtrent het waar verftend der voorfz. Refolutie van den 9 Augustus 1Ó58, door eene nadere elucidatie of interpretatie derzelve zouden kunnen worden vereffent, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. En zal Extract deezer Refolutie by Misfive worden toegezonden aan Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Schoonhoven , en dezelve daar benevens aange» fchreeven hun Edele Groot Mog. te dienen van derzelver Berigt nopens de fituatie, waar in, met betrekking tot deeze zaak, de Vroedfchappen Schmidtman en de Weille, als meede de Eleéteuren Becius en Spiegel zig bevinden; zullende meede Extraér. deezer gegeeven worden aan de Supplianten in deeze geconcerneert zoo veel ieder aangaat, om haar refpeétivelyk daar na te reguleeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Brielle, hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Gedeputeerden der Stad Schoonhoven , hebben gedeelareert, en ter hunner deN 4 char-  sqo ns. ZAAKEN VAN i?8&, charge doen aanteekenen , dat, gelyk zy, om tot eene harmonieufe afkomst van zaken te komen , wel hebben geconcurreert tot deeze conciliatoire Refolutie, niettegenflaande eene wettige meerderheid der Leden van hun Edele Groot Mog. Vergadering de Refolutie van de Heeren hunne Principalen van 6 February 1785 had goedgekeurt; zy Gedeputeerden ouk wel met de overige Leden daar in kunnen concurreeren, dat door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun Edele Groet Mog. Gecommitteerden! tot het groot Befogne werde. geëxamineert, of en op hoedanige wyze de bedenkingen dotr eenige Leden gemoveert over het waar verftand van hun Edels Groot Mog. Refolutie van den o Augustus 1658, door eene nadere elucidatie of interpretatie zoud^ kunnen worden vereffent, met dien verftande nograns , dat door het decerneeren van voorfz. Commisfie , mitsgaders door de deliberatien en Refolutie , welke daar op mogten volgen , de, Heeren hunne Principalen niet worden geprsjudicieert in de deugdelyke en onvervreemdbaare regten, welken aan hunne Stad uit kragte van expresfe Privilegiën en Qclroyen notoirlyk competeeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Enckhuizen, Edam en Medemblick, hebben de voorfz. Refolutie aangezien. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XXL  {-eb. STAAT EN OORLOG. 1786. ±0i XXI. Gearresteerd een Publicatie tot maiti. tien der Ordres omtrent de rust in den Hiag ; en qualificatie op Gecommitteerde Raaden omtrent het geeven der nodige asfiftentie aan (len Advocaat Fiscaal luïken ; en nopens het waaken tegen mefufes van het Guarnifoen alhier. In dato 23 February 1786. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreven in den Haaje op heden , waar by ter kennis van hun Ed. Gr. Mog. brengen derzelver gerefolveerde op den 14 en 21 deezer met betrekking tot het Guarnifoen; en wyders het geproponeerde door den Advocaat Fiscaal Luyken , relatief tot het gebeurde te 's Gravefande op den 15 dee. zer; mitsgaders tot het gebeurde alhier op voorlede Vrydag, en waar by voorts aan hun Ed. Gr. Mog. in confiderarie geeven, om tot maintien van de Ordres, in'hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 16 Juny 1784 en 23 Febr. J785, mitsgaders voor zoo veel den Haage betreft, van hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 9 September 1785 , zoodanige nadere voorziening te doen, als vervat was in een Project Publicatie, breder in de navolgende Misfive en Bylage vermeld. ' Fiat infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan,' te approbeeren en te laudeeren het geen door de Heeren Gecommitteerde Raaden in voegen voorfz. . is verrigt en wyders te arreiteeren de voorfz. Publica1 tie, waar van de nodige Publicatie en affixie zal wor1 den gedaan. En is wyders goedgevonden de Heeren Gecommitteerde Raaden fpeciaal te authorifeeren, om aan den Advocaat Fiscaal Luyken. aan welken de executie derN 5 zei.  £02 feb. ZAAKEN ¥ A N 178$. zelve Publicatie, In het byzonder ten reguarde van hua Ed. Gr. Mog. Refidentieplaats, by preventie gedemandeerd is, ten kosten van den Lande zoo veele affiflentie van Dienaars der Juftitie, en des noods, van eenen afzonderlyken Drosfaard te verleenen, als dezelve Advocaat Fiscaal zoude mogen nodig oordeelen ; als mede dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden verder te authorifëeren, om een wakend oog te houden op de conduites der Officieren van het Guarnifoen alhier, en , by bevind, dat dezelve zig aan mefufes fchuldig maken , daar van hun Ed. Gr. Mog. vergaderd zynde, ten fpoedigffien te adverteeren , en ingeval hun Ed. Gr. Mog. niet aanwezig zyn, als dan daar omtrent zoodanige Orders te Rellen, als dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden tot voorkoming van dien zullen nodig oordeelen. En zal Extract deezer Refolutie worden gezonden aan de voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden, om den inhoud derzelve precies en naar de Letter te obferveeren en naar te komen. Accordeert met voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren! ✓"^einformeert zynde, dat, onaangezien de beVJ vpoiens daar tegen gefielde ordres van tyd tot tyd diverfe ongeregeldheeden alhier in den Haage zyn aangerigt, hebben wy tot ftuiting van den verderen voortgang derzelve, en tot confervatie van de rust en veiligheid in deeze Uwer Eiele Groot Mogende refidentie plaats , in overweeging genomen om de Patrouilles , welke zeedert eenigen tyd waien verminderd, wederom op den voorigen voet uit te zenden; en hebben vervolgens op den 14 deezer, na daar op de confideratien van de Heeren onze Commisfarisfen tot de Militaire zaaken, als meede van den Heere Raadpenfionaris , vernoomen te  FEB. STAAT EN OORLOG. 1786. S03 te hebben, conform dezelve, en een Plan hec welk nopens het uitzenden der voorfcbreeve Pa. trouilles door den Lieutenant Generaal San^oz , thans het Garnifoen alhier Comman Jeerende , aan on6 gepiaïfenteert is, goedgevonden en ver° liaan, deuzelven Lieutenant Generaal Sandoz te authorileeren en te gelasten, om voortaan tot on breugen , en zulks niet kunnende effèc» tueeren daar by blyven, en een Ruiter of Soldaat (waar geen Ruiters geplaatst zyn.) aan de Hoofdwagt zenden om Rap. port te doen , dewelke de nodige adfiftentie zenden zal uit die tot de Patrouilles gedeftineerde Manfchappen, benevens een C 'rporaal èn vier Man van de Ruiterwagt; Tot  F2B. STAAT EN OORLOG. i?86. acy Tot dien einde zal 's avonds tegen neegen uuren een Corporaal als ordonnance op de Hoofdwagt gezonden worden , omme als 'er Cavallerie nodig is, dezelve te waarfchouwen. Ook moet zig op dat uur een OnderOffic er van elk Battaillon op de HoofdJ wagt bevinden, om als ordonnance geëmployeert te worden. Indien des nagts niets nieuws voorgevallen is kan deeze verfterking, als mede de ordonnancen des ogtends by het aanbreeken van den das afgaan. Behalven deeze extra Patrouilles moeten van de Hoofdwagt de drie gewoon* lyke Patrouilles uitgezonden worden. Waar meede &c. (Was get.) c. j. sandoz, Lf. Generaal. Edog befpeürt hebbende, dat het laaten uitzenden der voorfchreeve Patrouilles alleen, en op zig zelve, in de tegenswoordige omftandigheden van zaken, welligt ongenoegzaam zouden kunnen weezen ter handhaving van de algemeene rust, hebben wy vervolgens op den 21 deezer, na voorgaande deliberatie nader goedgevonden en verftaan, de Commandeerende Officier van de Hoofd- en andere Wagten, als meede de Onder-Officieren, op de refpeclive Posten alhier het Commando hebbende, op het ernftigfle te gelasten , om op alle attrouprementen en beginzelen van beweegingen en desordres , hoe ook genaamd op het naauwkeuriglte agt te geeven, en de daar aan fchuldig bevonden wordende te doen apprahendeeren, en ip verzeekering te Hellen , mitsgaders, om, wanneer zulks zoude gefchied zyn, daar van aan ons, of op de tyden, dat ons Collegie nut mogte weezen vergaderd, aan  2öS feb. ZAAKEN VAN 37S5. aan de twee eerde prsfent zynde Leden van het zelve kennis te geeven: van wtlke onze voorfchreeve twee Refolutien wy de nodige Extracten hebben doen geven aan den meergemeld den Lieutenant Generaal Sandoz. met last, om de ordres daar by vervat te doen bekend maken en executeeren; gelyk meede aan den Advocaat Fiscaal Luyken, om te llrekken tot deszelfs nangt. Wy hebben ons wyders verp'igt gevonden nog daar en boven aan Ü Edele Groot Mogende''kennis te moeten ge^tn, dat gemelde Advocaat Fiscaal op den voorfchreeve 21 deezer loopende maand aan ons heeft voorgedragen; ln de eerfie plaats , dat naar zyne informatie op Woensdag den 15 deezer door deeze en geene onrustige M°nfchen, in weerwil van Uwer Edele Gr. Mogende Publicatien van den 16 Juny 1784 en 23 February 1785, binnen de Steeue 's Gravefande in het openbaar geloopen W'as met Orange Linten of Strikken ; en dat voorts , behalven het maaken van een luidrugtig gejuil , op den voorfchreeve Woensdag, oyzonder des avonds , vry wat geraas met fchieten gemaakt was , het geen tot laat in de nagt hadde geduurt, en waar door verlcheide van de Jnwoonders zeer bedugt waren geraakt voor vardere gevolgen ; mitsgaders , dat het volgens zyne informatien zig wyders liet aanzien , dat dergelyke buitenfpongheeden waarfchynlyk by de eerfte gelegenheid aldaar herhaald, en mogelyk tot verdere ex realiteiten zoude gepousfeert worden; en ten anderen, dat de Leden van het Genootfchap het geen alhier ia het Westeinde ter beoeffening van den Wapenhandel des Vrydags by een komt, zedert eenigen tyd genoegzaam dagelyks bloot gefteld zynde geweest aan het fouf- free«  £E3. STAAT EN OORLOG. 17E0*. &of freeren van allerhande onaangenaamhee» den, het wyders op voorleeden Vrydag • den 17 deezer was gebeurd, dat zig een groote troep Menfchen des avonds van circa 6 tot 8 uuren in en voor het Slop het geen naar de exercitie plaats leid , had verzamelt; dat by die gdeegendheid in het Slop op de Deur en Heining met fteenen geftneeten, en geen gering rumoer gemaakt was , byzonder toen de Leden van het voorfchreeve genootfchap des avonds ten agt uuren, of daar om» trent zyn gefcheiden, dat een derzelven die 'er een van de laatften gebleeven was in het naar huis gaan gefmeeten was met vuiligheid en (teentjes, en vervolgens op den hoek van en in het (zoogenaamde) Slop van de drie Boeren met groote fteenen zoo dat dezelve raadzaam had geoordeelt aldaar in te vlugten by een Tuinman, genaamt Riedel, alwaar nog geduurende zyn verblyf met fteenen op de Deur gefmeten was , en voorts was aangeheft een zeer luidrugtig gefchreeuw , dat het Hof van Holland actueel bezig was met zig op de omftandigheeden der laatstgemelde gebeurtenis te informeeren ; en dat hy Advocaat Fiscaal daags te vooren door welgemelde Hove gequalificeert was, den Procureur Generaal, vermits deszelfs in- • dispofitie, in die zaake te adfifteeren, na dat hem daar toe op het voorftel van hem Advocaat Fiscaal door dit Collegie de vereischte permisfie verleend was , maar dat hy Advocaat Fiscaal niet te min had geoordeeld ai het gunt voorfchreeve is te moeten brengen ter kennisfe van ons Collegie, en wyders de vryheid nam van byzonder noopens het voorgevallene te 's Gravefande aan ons in conlideratie te geeven, of wy niet zouden kunnen goed. vin- ' /  ao3 fes'. ZAAKEN V A N 17867 vitiden aan het Garegt der Stede 's Gravefande aan te fchryven en te gelasten orn ons binnen den tyd van driemaal 24 uuren na de receptie exactelyk te informeeren van het geen aldaar óp voc'rleede Woensdag den 15 dezer is gebéurd, welke Per. foonen zig aldaar vooniamelyk met het lopen met Oranee Linten of Strikken als anderzints, gediftingueert hebben , mitsgaders wat dien aangaande door den Bailliuw van hun lieder Diftrict verrigc ware.' Waar op wy 'en zeiven dage aan Schout en Geregte van 's G^avefande zoodanige aanichry. \ ving gedaan hebben. Wy voegen 'er nog alleen by, geinformeert te zyn , dat ook op verfcheide andere plaatfen ten platten Lande, binnen deeze Provincie niet exaételyk word nagekomen , het geen by Uwer Edele Groot Mogende Publicatien van den io~ Juny 1784 en 23 February 1785, is geftatueert, en dat wy derhalven niet kunnen nalaaten aau U Edele Gr. Mog. in confideratie te geeven of hoogstdezelve niet zouden kunnen goedvinden tot maintien van de ordres, in dezelve Publicatien , gelyk meede nopens den Haage in die van den 9 September 178T, vervat, zoodanige nadere voorziening te doen als het projeél inhoud van de Publicatie , her welk wy de eer hebben hier nevens aan U Ed. Gr. Mog. te exhibeeren. Waar meede. Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Kdele Groot Mogende te willen houden in Zyne heilige prorect ie. Gefchreeven in den Hage den 23 February 1786. (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesiand. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) a. j. roybr. PU-  • peb. STAAT EN OORLOG» Ï786Ï 009 PUBLICATIE. De Staaten van Holland en West vriesland ; Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten: Alzoo Wy met het uitterfte leedweezen , en het hoogfte ongenoegen vernoemen hebben, dat, onaangezien Onze zoo ernflige Publicatien van den 16 Juny 1784, en den 03 Febraary 1785, mitsgaders, voor zoo veel deeze Onze Refiden» tie-plaats betreft, onaaDgezien Onze opgevolgde Publicatie van den 9 September 1785, zoo hier, als elders, en byzonder ten platten Lande , met kleinagting en verfmading Onzer Souveraine beveelen , van tyd tot tyd, verfirheide ongereegeldheeden zyn aangerigt, waar door de algemeene rust en veiligheid, byzonder ook van deeze Onze .Kefidentie-plaats, op eene hoogst ftrafbaare wyze is geftoord. Soo is 't, dat Wy, tot voorkoming van verdere gevolgen , die daar uit zouden konnen voortvloeien, en ten einde een iegelyk , binnen deeze Provincie, tegen allen overlast en geweld te beveiligen, hebben goedgevonden en verltaan , by renovatie en ampliatie van de voorfz. Onze Publicatien, als nog allen en een iegelyk zeer ernftig te vermaanen , om zig als fhlle en vreedzaame In- en Opgezeetenen te gedragen, en zig in het byzonder te wagten van alle oproerige gefprekken , beweegingen en zamenrottingen , mitsgaders van alles, hoe ook genaamd, dat verder, het zy onder den bedriegelyken fchyn van vrolykheid, of onder wat voorwendzel het ook zoude mogen weezen , tot ftoring van onderlinge rust en eendragt aanleiding zoude kunnen geeven; en particulierlyk van het pleegen van alle Infolentien , en het doen van fmadelyke bejegeningen, vooral by weege van feiten, of met geweld, aan wien het ook zyn mogte, zoo ten aanzien van deszelfs Perfoon, als Huis of Goederen. Verbiedende Wy voorts als nog wel expresfelyk het uitzetten van Vlaggen , zoo op de Toorens, Kerken . y / en Molens, alg uit alle andere, het zy publicque, het zy particuliere Gebouwen, mitsgaders van de Schepen , Jagten en Schuiten , binnen de Steden of PlaatXXXI. deel. O fen,  2io feb. ZAAKEN VAN Ten, of eenige Binnen-havenen leggende; als mede het doen van ïiluminatien , het te koop te (lellen, opent]yk ten toon plaatfen, verkoopen, diftribueeren en dragen van eenigerhande Teekenen of Leufen van Partyfchap of Oproer , van welke coleur die ook zouden mogen weezen, en in het byzonder het te koop ftellen , opentlyk ten toon plaatfen, verkoopen , diftribueeren en dragen van Oranje Cocardes, Strikken, Linten , Papieren , en van alle andere Veifiercelen van Orange coleur, hoe ook genaamd, voor zoo verre dezelve tot hier toe niet naar behooren zyn gewettigd, en alleen zouden dienen voor Teekenen of Leufen van Parryfchap of Oproer : verbiedende voorts als nog in het generaal mede wel expresfelyk alle getier en ge-, fchreenvv , gelyk mede alle getrommel, en al het willekeurig of eigendunkelyk fchieten langs de Weegen of Straaten, mitsgaders alle openbaare, gerugtmaakende, of iu het oog lopende bedryveu , van welken aart en natuur die zouden mogen weezen, welke tot het verwekken van Commotie , Combuftie , of onbehoorlyke Zamenrottingen van Volk, eenige aanleiding zouden kunnen geeven. Alles op poene van Onze hoogfle ïndignatie, en dat de Contraventeurs van deeze OnzePublicatie, als openbaare Wederllreevers aan Onze Sou. veraine beveelen, en moedwillige Schenders van de algemeene rust en veiligheid, zonder eenige oogluiking» ten minden zullen worden geconfineerd , of daar en boven in het openbaar, ja zelfs , naar exigentie van zaaken, met de Dood zullen geftraft worden : hoedanige ftraffen in het byzonder ook plaats zullen hebben, ten aanzien van de zodanigen, die, offchoon zeiven de voorfz. daaden niet helpende pleegen, nogtans anderen , door beloften , bedreigingen , het geeven van Geld, of op eenige andere wyze, daar toe zouden mogen hebben aangezet. En op dat de zodanigen te eerder zouden kunnen ontdekt worden, gelasten Wy, allen en een iegelyk , aan wien eenigerhande voorltel tot' het pleegen van eenige der bovengemelde daoen gedaan, of aan wien , tot zodanig einde, eenige Beloften, Gefcher ken, Geldgeeving, of Bedreiging zoude mogen gelchied zyn, het  PU. STAAT EN OORLOG. i?86. au zelve aandonds ter kennisfe van de Juditie te brengen , op poene van anderzints als Medepligtigen te zullen worden gedrafr; belovende Wy in tegendeel aan de Ontdekkers van zulke verderffeiyke voorftellingen en aanhitzingen eene volkomene impuniteit, of bevryding van ftraffe, ten aanzien van het geen zy uit kragte , en ter inwilliging van zoodanige misleidingen , ftrydig met deeze Onze Ordres , bereids zouden mogen hebben, gedaan, of ondernomen. Ordonneeren en gelasten voorts wel expresfelyk Onzen Procureur Generaal, als mede den Advocaat Fiscaal, by Onze Refolutie van den 31 January 178? » benoemd (dien Wy by deeze auctorifeeren en gelasten, om by prajveinie tegens de Contraventeurs van deeze Onze Publicatie, byzonder alhier in Onze Refidentieplaats, nu en voor het vervolg het Regt van de Hooge Overheid voor het Collegie van Onze Gecommitteerde Raaden waar te neemen) mitsgaders allen anderen Officieren en Judicieren van Onzen Lande , deeze Onze Publicarie ftriftelyk en prsecifelyk te ex>cuteeren, naar deszelfs form en inhoude, zodder eenige de allerminde connivenue, of disiimulafie, op poene van privatie van hunlieder Officie ; gelyk wy ©ok als nog wel emftelyk gelasten aan alle Schouten en Geregten van de Dorpen, om op de naarkoming van deeze Onze beveelen naar hun vermogen te waasen, en het geen contrarie aan den inhoud deezes door hun zoude mogen o' dekt worden, ten fpoedigden ter kennis van den Officier van hunne Piaats, of DidricT: te brengen, op poene van, naar vereisch van zaaken , wegens hunne ralatigheid in deeze, zoo door piivatie van' hunne Officien, als anderzints, te worden gecorrigeerd. En op dat niemand hier van ignorantie prjetendeere, zoo lasten en begeeren Wy, dat deeze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar het behoord en te gefchieden gebruikelyk is. Aldus gedaan in den Haage onder het klein Zegel van den Lande, den 23 February ifc6. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten., (Was get.) c. CLOTTERBOOCKK. O fl XXI!.  ara fEb. ZAAKEN VAN 1786. ) XXII. Advis van hun Ed'le Groot Gecommitteerden te Rotterdam, op de Pro* pafitie door Gedeputeerden van die Stadt den li January gedaan, noopens een redres der Schuttery. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. , in dato 23 February 1786. Ontfangen een Misfive van de Heeren hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden te Rotterdam, gefchreeven aldaar op heeden, houdende, tot voldoening aan hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den ïi Janu. aTV laatstleeden, derzelver confideratien en advis op de Propofitie door de Hoeren Gedeputeerden der gemelde Stad ten laatstgemelden dage ter Vergadering van hun Edele Gr. Mog. gedaan; welk Advis hier na volgt geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en vexftaan, dat het voorfz. Advis met het bovengemelde geproponeerde , onder de Notulen van den 11 January deezes iaars, en 9 dezer, zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verd; re hun Edele Gr. Mog, Gecommitteerden tot het groot Befogne, beneevens de Heeren hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden te Rotterdam, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis; en is, dien onvermindert, Copie daar van verzogt door de H eren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met de voorfz. Refolutie. EDE-  peb. STAAT EN OORLOG. 1786. 213 edele groot mogende heeren! Daar wy niets meerder verlangen , dan eenmaal hei einde te zien aan eene Commkjfie, in welker uitvoering wy alle mogelyke tegenkantingen en te leur ftellingen hebben moeten ondervinden; hadden wy wel gewenscht eerder te kunnen voldoen aan de intentie van U Edele Groot Mogende vervat in hoogstderzelver Refolutie den 11 January laasdeden genomen, op de Propoiltie ten zelfden dage door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam gedaan"; — dan — vermits het der Vroedfchap derzelve Stad heeft goedgedagt den uiterlyken termyn door U Ed. Groot Mog. gefield tot het inleveren der Memorie by die Propofitie gementioneerd, aftewagten, en dezelve Memorie en Bylagen niet voor den 9 deezer ter Vergadering van U Edele Groot Mogende zyn ingebragt , vinden wy ons thans eerst in de geleegenheid, U Edele Groot Mogende van onze confideratien - en advis te dienen. Gelyk de waarheid zig nimmer klaarder vertoont , dan wanneer zy eenvoudig worde voorgefteld, zullen wy ons onthouden, om het voetIpoor der Rotterdamfche Vroedfchap te betreeden, in U Edele Groot Mogende aandacht door prolixe , en de quxflie niets betreffende arguuientatien te fatigeeren; — maar —■ wy zullen ons bepalen, om alleen dat Point, het welk eigetttlyk her gefchil tusfehen ons, ende gemelde Vroedfchap, of liever, dat gedeelte van dezelve, van welke de Propofitie afkomflig is , uitmaakt, te behandelen. — En dit Point Edele Groot Mogende Heeren l vermeenen wy te beftaan in deeze vrage: Of wy Uwer Edele Groot Mogende Gecommitteerdens , ingevolge de Refolutie van 10 Augustus 1784 gequalificeerd om gezaamentlyk en gecombineerd met den Magiftraat onderzoek te doen naar de O 3 ibur.  214 feb. ZAAKEN VAN 1786. fources , uit dewelken het voorgevallene binnen deeze Stad , en het fubfifteerend ongenoegen en wantrouwen is veroorzaakt ; — en om de rust en het vertrouwen binnen dezelve weerom te herftellen , en daar toe met den voornoemde Magiflraat de bekwaam/ie middelen te helpen beraamen en ter uitvoer brengen; bevoegd zyn tot het arresteeren en executeeren van Redresfen, Reglementen en Or onnantien , relatif tot de Schuttery binnen deeze Stad? Want zyn. wy, ingevolge de Refolutie van 10 Augustus 1784 hier toe bevoegd en geregtigd, gelyk wy met alle fidutie fustineeren; dan moet daar uit van zelve voortvloeien, dat het verzoek van wege de Vroedfchap by meergemelde Propofitie gedaan , ten einde Uwer Edele Groot Mog, Gecommitteerden zouden worden aangefchreeven, Om zig te onthouden van alle delibe» ratien, tendeerende tot het conftareeren , reguleeren, arresteeren en executeeren van Redresfen , Reglementen en Ordonnantiën relatif tot de Schuttery; maar al het zelve, als Stedelyk en Domefticq, geheel en al privativelyk over te laten aan het beduur van de Regeering derzelve Stad, By Refolutie van U Edele Groot Mogende als ten eenemaal ongefundeerd zal moeten wor« den gedeclineerd. Wy hebben om deeze reden dan ook niet nodig, Edele Groot Mogende Heeren! te treeden in eene discusfie der gronden, welke in de twee eerfle hoofddeelen der M;morie c largt gead- ftrueerd zyn. Of de Wethouderfchap in alle andere tyden en omftandigheeden verpligt zy het Advis der Vroedfchap omtrent het_ emaneeren van Keuren in het algemeen ; en in het byzonder van die , welke relatif zyn tot de Schut-  M*i STAAT EN OORLOG. 1786. 215 Schuttery, in te neemen, — En of de Vroedfchap in eene deugdelyke Posfesfie van dit Recht verfeert; behoeven wy hier niet te onderzoeken, wy willen zelfs ten bewyze — hoe weinig gewigt wy aan de applicabiliteit deezer gronden op het Point in quaaftie attacheeren, dezelven met (lilzwygen voa>rbygaan, en daar tegen geene reflexen aanvoeren. — Hoe meenigvuldig en gepast dezelven anderzints zouden kunnen gemaakt worden , om aan te toonen, dat zoo in thefi als in hypothefi deeze fustenue der Vroedfchap aan notoire erreurs — en verregaande abfurditeiten laboreert. Dewyl, al eens toegeftaan zynde , dat de fustenu gefundeerd ware, het welk wy nogtans ver af zyn van te advoueeren , daar uit als dan nog geene gevolgen zouden kunnen afgeleid worden, die tegen ons, en de Wethouderfchap , als ten deeze uit eene CommisCe van U Edele Groot Mogende ageerende, zouden kunnen militeeren. —- Immers indien de Vroedfchap de onbevoegdheid van het gecombineerde Collegie om reformes omtrent de Schuttery te maaken , uit dit haar Recht en Posfesfie zoude willen deduceeren ; dan zoude daar uit te gelyk moeten volgen , dat 'er nimmer gevallen kunnen zyn, waar in de Souverain voorzieningen zoude kunnen doen explenitudinepoteflatis, welken zonder advis en adveu der Vroedfchap, van zoodanig eene Stad, tot welke dezelven betrekkelyk gemaakt wierden , eene verbindende kragt zouden hebben. Hoe abfurd deeze fustenue zy , welke nogtans uit de vorengemelde gronden noodzaakelyk moet voortvloeien , zullen dezelven van eenige applicatie zyn omtrent het Poinft. thans in quzeftie , achten wy onnodig hier te detailleeren ; daar een ieder die zig gezonde denkbeelden van het Souverain gezag in het algemeen —-— En van de Magt van U Edele Groot Mogende in het byzonder vormt , de ongerymdheid derzelve O 4 «r-  816 fee. ZAAKEN VAN 1786. terftond moet opmerken. — En mogen wy dus als een grondregel (tellen , welke aan geene contradictie kan fubjact zyn , dat U Edele Gr, Mogende als den Souverain deezer Provincie de magt competeert, om in soodanige gevallen , k, waar in de rust en veiligheid der Ingezeetenen zulks vereifchen , voorzieningen in en omtrent het beleid der politie binnen de Steden te mogen doen; dan zal het geene adftructie behoeven , dat U Edele Groot Mogende het doen van de noodige voorzieningen aan eene by hoogstdezelve gedecerneerde Commisfie ook hebben kunnen demandeeren. —— En dit leidt ons van zelve tot het Point, het welk het eigentiyk onderwerp van de quasftie tusfehen ons en de meerderheid der Wethouderfchap aan de eene — en de Vroedfchap der Stad Rotterdam aan de andere zyde uitmaakt. — De bevoegdheid namelyk der gecombineerde Vergadering van Uwer Edele Groot Mogende Gecommitteerden en de Wethouderfchap, om de noodige reforme omtrent de Schuttery binnen deeze Stad te arresteeren en executeeren. Om deeze bevoegdheid, welke de Vroedfchap aan de voornoemde gecombineerde Vergadering ontzegt , doch welke wy met alle vertrouwen vermeenen , uit de Refolutie van 10 Augustus 1784, aan dezelve te moeten toekennen, te betoogen , zal het nodig zyn na te fpooren de oorzaaken, welke aanleiding tor het nemen der voorgemelde Refolutie, waar by onze Commisfie is gedecerneerd gegeeven nebben ; en hier toe verzoeken wy! U Edele Groot Mog. om hoogstderzelver attentie te willen .vestigen op de Addresfen, door den Vroedfchap Elfevier, mitsgaders een notabel aantal der aanzienlykfte Burgers en Ingezeetenen dezer Stad, aan U Edele Groot Mogende gedaan, onder de Notulen van hoogstderzelver Vergadering in datis 15, 16 en 21 july 1784 vermeld; als waar uit aan U E'. Groot Mogende zal confieeren; dat de klagten  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 217 by dezelve Addresfen voorkomende, niet alleen betrekkelyk zyn tot de aanhoudende tumultueufe beweegingen, welken zedert een geruimen tyd binnen deeze Stad hadden plaats gehad; ——. Maar ook voornaamelyk tot den vervallen ftaat, waar in de Schuttery zig bevond , Welker gefteldheid (Volgens den voordragt van een groot aanta} zoo Opper- en Onderofficieren als Aielborften uit de gemelde Schuttery in een derzelver Reques'en aan U Edele Groot Mog. geprajfenteerd) Zoodanig was , dat de verdeeldheid en oneenigheid onder de Schutters zeiven , zoo wel als de onbedreevenheid en vervallen ftaat der meefte Compagnien aan de gewapende 'magt der Stad die fterkte i hadden doen verliezen , welke by eerien algemeenen opftand, — Ter beteugeling van het geweld genoegzaam zoude kunnen geoordeeld worden, —— En dat vervolgens de verzoeken , by dezelve Addresfen refpeétive gedaan , niet fiegts tendeeren tot een onderzoek naar de fources van voornoemde tumultueufe beweegingen, ■— en eene voorziening tegen alles het welk de rust en veiligheid zoude kunnen ftooren; maar inzonderheid ook zyn (trekkende tot het neemen van maatregulen , waar door de Stad en Burgery voor het toekomende zouden kunnen beveiligd worden. — Terwyl aan U Edele Groot Mog. al verder uit een examen der Memorie door den Vroedfchap Elfevier op den 6 Augustus deszelven jaars ter Tafel van hoogstdezelve Vergadering ingeleeverd, zal blyken, dat de bezwaaren ' en grieven, by dezelve voorgedragen, ten grooten deele tot den vervallen ftaat en gebrekkige conftituiie der Schuttery relatif zyn. Vergelykt men nu die Addresfen E Iele Groot Mogende Heeren! met het Berigt op dezelven door den Magiltraat den 21 July daar aan vol- \ O 5 gen.  2i8 fe». ZAAKEN VAN 1780*. gende ter Vergadering van ö Ed. Groot Mogende ingeleevert, waar by hun Edele Groot Achtbaare betuigen: Dat zy niets hebben nagelaaten, om op allerlei wyze, by alle geleegenhdd — en in alle omftandigheeden, dien fterken arm (de Schuttery) nog zo veel moogelyk te verflerken en getragt in ftaat te lïellen , om des noods de Rechten en Privilegiën dezer Stad — efiicacieufelyk voor te ftaan , te befchermen en te beveiligen , En waar — by zy dolerende. Dat hunne pogingen byna geheel iltttfoir worden gemaakt; Teffens erkennen. Dat eenige Compagnien niet zyn geconftitueerd , in diervoegen , dat zy zig geheellyk by onverhoopte toevallen, zonder hulp en medewerking van andere Compagnien op dezelven zouden kunnen, verlaaten. Wy zeggen , vergelykt men die Addresfen , met het voorgemelde Berigt, en befchouwt men dezelven dan jn verband met Uwer Eiele Gr. Mogende daar op gevolgde Refolutie van 10 Augustus t;84, waar by wy worden geommit teerd, om gezaamentlyk met den Magiftraat de ruit en het vertrouwen binnen deeze Stad wederom te her/lellen , en daar toe met den voornoemde Magiftraat de bekwaam/ie middelen te helpen beraamen en ter uitvoer brengen ; dan kan 'er, zoo wy ons verbeelden . geene de minfte twylfeling overig zyn , dat U Edele Groot Mogende aan ons en den Magiftraat — het gecombineerde Collegie uitmaakende, niet dadelyk zouden hebben gegeeven de magt om ook omtrent de Schuttery , welker vervallen ftaat een. voornaam object was der klagten van de requeftranten, en welker defeclueufe gefteldheid geen gering voedzel verfchafte aan het misnoegen en wan-  feb, STAAT EN OORLOG. 1786. 219 wantrouwen der aanzienelykfte Iagezeetenen omtrent de Regeering hunner Stad, zoodanige hervormingen te maaken , als het zelve Collegie, na een nauwkeurig onderzoek van de gefundeerdheid dier klakten , mitsgaders van het fubiifteerend misnoegen en wantrouwen zoude nodig oordeelen , om de rust en het vertrouwen te herftellen. , Wy ten minften Edele Groot Mogende Heeren ! moeten met die cordaatheid, waar mede wy van den aanvang onzer Commisfie gewoon zyn geweest aan U Edele Groot Mogende onze gevoelens open te leggen , omtrent de middelen om dezelve tot een falutair en met de digniteit van den Souverain overeenkomend einde te brengen, verklaren , dat indien de intentie van U Edele Groot Mogende niet mogt geweest zyn , om het gecombineerde Collegie — door het zelve te committeeren tot het beraamen en ter uitvoer brengen van de middelen tot herftel der rust en het vertrouwen binnen deeze Stad —• te qualificeeren , om naar exigentie van zaaken, de nodige reformes omtrent de Schuttery te arrefteeren en esecuteeren; r~*—» Wy als dan buiten ftaat zyn om aan het tweede gedeelte onzer Commisfie, — de herftelling van de rust en het vertrouwen — te voldoen ; alzoo wy moeten betuigen, zoodanige gebreeken in de gefteldheid en conftitutie der Schuttery te hebben gevonden, welke niet flegrs de klagten der Ingezeetenen deswegens aan U Edele Groot Mogende gedaan , volkomen juttificeeren , maar welken wy van dat gewigt voor het herftel der rust en vertrouwen binnen deeze Stad hebben geconfldereerd, dat wy na het attenst examen derzeiven vermeend hebben, geen andere weg te mo. gen inflaan, dan de tegenswoordige Schuttery te disfolveeren, en eerie geheele nieuwe recreëren. .— En hoewel wy ons voor het tegenwoordige niet zullen inlaaten in een detail der redenen en motirai, die ons daar toe hebben gepermo'veerd, om  sso feb. ZAAKEN VAN i?8ó". om dat wy van dezelven aan U Ed. Gr. Mog. by ons Rapport een omftandig verflag zullen geven ; kunnen wy nogthans niet nalaaten, om ü Ed. Gr. Mog. alhier in het voorbygaan te informeeren; dat een mistrouwen op veelen der Bevelhebbers — eene verdeeltheid onder de Schutters — en eene onwilligheid en onbedree. yenheid, de plaats yan vertrouwen — eensgezindheid — bereidwilligheid — en kunde in dee. zer Stads Schuttery meerendeel hebben ingenoomenj — ja, Edele Groot Mogende Heeren l wy moeten het hier herhaajen, dat indien wy niet bevoegd zyn, om gezaamentlyk met den Magiltraat de vereischte hervormingen omtrent de Schuttery te maaken , het tweede gedeelte on. zer Commisfie geheel vervalt; daar wy U Edele Gr. Mog. moeten verzeekeren , dat wy tot hier toe niet hebben kunnen uitdenken — noch door de Wethouderfchap — of eenige Collegien of Perfoonen aan ons voorgefiagen zyn eenige andere middelen , welke in oaze magt zouden weezen , om de heilzaame intentie van U Edele Gr. Mogende tot het herftellen der rust en vertrouwen binnen deeze Stad te volvoeren , dan de reforme in het gecombineerde Collegie omtrent de Schuttery vastgelteld — en welke — daar de te doene publicatie dien aangaande in het zelve Collegie ook bereids was gearresteerd, «— zonder deze tergiverfatie der Vroedfchap reeds op dit tydltip daadelyk ten effe&e zoude gebragt zyn. > Wy vertrouwen dat dit eenvoudig voorftel onzer begrippen omtrent de waare intentie der Refolutie van den 10 Augustus 1784 genoegzaam zal zyn om ü Edele Gr. Mog. te convinceeren , dat het gecombineerd Collegie met alle recht de nodige reformes omtrent de Schuttery heeft gearresteerd; — mitsgaders dat de klagten deswerrens door de Vroedfchap ter Vergadering van U Edele Groot Mog. gedaan, van allen grond gedeftitueerd zyn. —-. En wy zou-  feb, STAAT EN OORLOG. 1786. aai den mitsdien kunnen overgaan om U Ed. Gr. Mog. te demonftreeren , dat wy niet flegts van het begin onzer Commisfie in die begrippen nopens het verftand der gemelde Refolutie hebben geverfeerd; — maar dat ook allen , die eenig belang in deeze zaak konden hebben , daar ir» met ons hebben ingeftemd; ware het niet dat wy kortelyk wilden toucheeren, de argumentatien door de Vroedfchap by haare Memorie tegens onze bevoegdheid aangevoerd. — Argumentatien Elele Groot Mogende Heeren! die geene geringe bewyzen uitleeveren van de verleegendheid, waar in men zig bevindt, om het eens aangenoomen fyftema te verdedigen. Voor- eerst, zegt men by de voorfchreeve Memorie, Dit de intentie van U Edele Groot Mogende by het decerneeren onzer Commisfie geen. andere zoude geweest zyn, als om zig alleenlyk op eene politicque wyze omtrent de (toen) fubfifleerende oneenigheeden te doen informeeren, om vervolgens daar op nader te kunnen delibereeren en zoodanige ordres te Jiellen, als naar geleegenheid der zaake zoude mogen geoordeeld worden te behooren, zonder daar meede in het oog te hebben om hier door eenige kleinigheid aan de Regeering der Stad Rotterdam toe te brengen , of zig in eeniqen hunner huishoudelyke zaaken of bejiuur te willen im» misceeren, veel min om daar door aan de •welherbragte Privilegiën, vry-en geregtigheeden van de refpeëtive Steden, Leden van U Edele Groot Mogende Vergade» ring, in het byzonder van de Stad Rotterdam , eenige atteinte of prajuditie toe te brengen; alzoo uit die verklaaring ad oculum confteert, (Zoo als de Vroedfchap zig uitdruk") Dal de gecombineerde Commisfie van Uwer  s22 fee» ZAAKEN VAN 178Ö. Uwer Ed. Gr. Mogende Gecommitteerders en de Wethouderfchap zig tiullo modo vermag te immisceeren in eenige huishoudelyke- zaaken of beduur van de Regeering der Stad Rotterdam , veel minder noch, eenige deliberatien aanleggen of befluiten neemen door welken aan de wel' herbragte Privilegiën, vry- en geregtigheeden der gemelde Stad eenige atteinte of pnejuditlezoude mogen worden toegebragt, | en dat dezelve volttrekt onbevoegt is tot het onderzoeken, beraamen, iijftellen, arrefteeren , en introduceeren van plans tot reforme der fubfifteerende Schuttery, als zynde eene mere domefticque en huishoudelyke zaak, volgens de welherbragte conftitutioneele regeringsform en geregtigheeden der Stad , alleen aan de Stads Regeering en geen andere competeerende. Wanneer men Edele Groot Mogende H eren! dit raifonnement der Vroedfchap in verband met U Edele Groot Mogende Refolutie van 10 Augustus 1784 befchouwd, moet men zig verwonderen , of over de gehafardeerde fteiling die in het zelve geleegen is — of wegens de fingnliere redenkunde, die daar in doordraait, — want daar de argumentatie der Vroedfchap hier in beftaat : dat de reforme van de Schu'tery eene mere domefticque en huishoudelyke zaak zynde, dezelve allee» aan de Stads Regiering, en geen andere competeert; vermids U Edele Groot Mogende in dezelve Refolutie hebben verklaard geen atteinte te willen toebrengen aan de welherbragte Privilegiën en geregtigheden der Stad Rotterdam — zoo is het evident, dat hier uit als dan ook telfens moet volgen , dat alles het geen mere domefiicq en huishoudelyk is, aan de Srads Regeering alleen , en aan geen anderen competeert; — en by verdere gevolg trekking — dat Uwer Edele Groot Mogende Gecommitteerdens alhier niets, hoe genaamd , hebben kunnen en mo-  feb. STAAT EN OORLOG. 17S6. 223 mogen verrigten . dewyl. het geen tegenfpraak kan lyden, dat al het geen, waar toe wy door U Edele Groot Mogende zyn gecommitteerd, — even zoo wel het onderzoek als het beraamen van de middelen rot herltel der rust en vertrouwen ordinarie behoort tot de Collegien van Politie en Jultitie deezer Stdd, en aan dezelve ook zoude verbleeven zyn indien U Edele Groot Mogende niet hadden goedgevonden op de klagten van notable Ingezeetenen daar omtrent met hoogstderzelve Souverajne magt voorziening te doen. Dog deeze is de eenige reflectie niet, die wy op dit argument by de Memorie der Vroedfchap voorgefteld., moeten maaken; —■ wy vinden ons verp igt al verder U Edele Groot Mog. te verzoeken hoogstderzelver attentie te willen bezigen, om de Refolutie van den 10 Agustus 178+ met de woorden uit dezelve by de Memorie aangehaald'te vergelyken , wanneer terftond aan U Edele Groot Mog. zal confteeren , dat men de woorden door het Nt.MSN van voorsz. Resolutie in de periode; en is tot veorkooming &c, uitgëlaaten en voor dezelven de woorden daar door gefubftitueerd heeft. — En van deeze alteratie heeft men zig dan ook: bediend om de zaak zoo voor te draagen , als of de by voeging : tn is tot voorkoming &c. welke agter de Refolutie van fj Ed. Gr. Mogende gevonden word, eene bepaaling contineerde van de magt aan ons eenige regels te voren by de gemelde Refolutie gegeeven; daar het intusfchen zeker is, en uit den inhoud der Refolutie 'in zyne connexie befchouwd, ten klaarften blykt, dat de gesnelde byvoeging niet relatif is tot de magt aan ons aldaar gegeeven, maar dat zy alleen in verband ftaat met de Aclus zelve van U Edele Groot Mog. door het zenden der Commisiie gepleegd. Trouwens , dit is zoo evident, dat wy vermeenen zouden, aan het ver-.., ligt oordeel en de hooge wysheid van U Edele Gr.  A24 fes. ZAAKEN VAN i]BG. Gr. Mogende te kort te doen , indien wy tot adftruétie van onze begrippen deezen aangaande iets meerder deeden, dan de abfurditeit der confequentien , die uit die der Vroedfchaps explicatie noodzaakelyk moeten proflueeren, te indigiteren, — Waar toe wy aanmerken , dat indien de magt aan ons gegeeven om de fources van het voorgevallene — en het mistrouwen te onderzoeken en de middelen tot herftel der rust en vertrouwen te beraamen en ter uitvoer te brengen , bepaald word door de in die byvoeging gevonden wordende claufule dat de intentie van U Ed. Gr. Mog. niet is, om zig in eenige der huishoudelyke zaaken te immisceeren , veel min om door het neemen van de voorsz. Resolutie aan de welherbragte Privilegiën &c. eenige atteinte of prmjuditie toe te brengen ■■— als dan , zoo als hier vooren reeds gezegd is , door ons niets hoegenaamd, haf kunnen verrigt worden ; want uit welk oogpunt wy den aart en de onderwerpen onzer Commisfie befchouwen , wy vinden altoos, dat dezelve is een extraordinair middel door U Edele G oot Mogende gebruikt, om, op de klagten van aanzienlyke Ingezeetenen, voorziening te doen omtrent objecten , welke ordinarie aan het beleid der Collegien van Politie en Juftuie competeeren en mere politieke en huishoudelyk zyn; en wy willen gaarn de Vroedfchap vragen , welke zaaken van het departement onzer Commisfie zouden zvn, indien haare explicatie ten deezen doorging? —- Wy moeten advoueeren dezelven niet te kennen. Maar zyn wy by onze Commisfie, zoo als die in het Lighaam der Refolutie voorkomt , ook gequalificeerd, om tot herltelling der rust en het vertrouwen met den Magiftraat politieke en huishoudelyke middelen te beraamen, zoo als uit het hier vooren gededuceerde notoir is, dan kan men immers, zonder orgerymdheid aan ons en den Magiftraat, uit hoofde der byvoeging door  feb, STAAT EN OORLOG. 1786. 225 door de Vroedfchap gereclameerd, niet onttrekken die magt, welke aan ons daar omtrent is gegeeven, —- of kan en mag men fupponeren dat U Edele Groot Mogende door die byvoegiBg aan ons zouden hebben willen benemen de cognitie van — en dispofitie ever zoodanige objecten , ^welke aan ons te voren waren toegekend , in zonder welk vermogen noch aan het etrfte, nog aan het tweede gedeelte der aan ons gedefereerde Commisfie konde worden voldaan ? — Die byvoeging is tot een geheel ander einde in oe gedelde Refolutie gefield ; en men heeft flegts de Refolutie in haare connexie met een oppervlakkig oog te leezen, om terfiond te zien, dat deeze byvoeging niets anders is , dan eene aÜe van non prajuditie^ alleenlyk ingerigr, om de Steden —— Leden van Uwer Edele Groot Mog Vergadering —— in het algemeen , en de Stad Rotterdam in het byzonder gerust te ftellen, dat niet tegenfiaande U Edele Groot Mog. nodig oordeelden, om in deeze by/.ondere tydsomftandigheeden door eene Commisfie te doen informeeren naar het voorgevallene binnen deeze Stad — en door die Commisfie gecombineerd met den Magiftraat, de inwendige rust en vertrouwen te doen herftellen — en aldus door dezelve te laaten verrigten dat geen , het welk regulatiter Stedelyk en Domefticq was, hoogstdezelveii echter geen voornemen hadden om daar door eerige kleinigheid aan de Regeering te doen, of zig voor hei vervolg in eenige hunner hnish' udelyke zaaken of beduur te willen im* misceerei , veel min om door het neemen der gemelde "Refolutie (die volmaak 1 in haar tjebeel en ongelimiteerd bleef) aan de wel herbrsgD Pnvilegien vry en geregtigheeden van de refpeftive Sleden en Leden eenige atteinte of prajjudüie toe te brengen, —— en dus in effecte dezelven te verzekeren, dat dit een extraordinair middel in een fingulier geval was, het welk niet in confequentie, ten nadeele der Privilegiën van de XXXI, deel, P Ste-  aft6 feb. ZAAKEN VAN 1786, Steden, konde getrokken worden. En het is 'er dus zoo verre van daan Edele Groot Mogende Heeren! dat het fyftema van de Vroedfchap eenig fundament in gemelde clauful of byvoeging zoude kunnen vindeB; dat in tegendeel dezelve aStt van non prejuditie een convincant bewys opleevert voor de bevoegdheid der gecombineerde Vergadering, om zig met Stedelyke en Domeftieke zaaken , te mogen bemoeien , voor zoo verre de reformes omtrent dezelven kunnen {trekken , (gelyk het geval is omtrent de redresfen der Schuttery) om de rust en het vertrouwen te herftellen ; dewyl die byvoeging of aéte van non pra;juditie , niet te pas zoude zyn gekomen, indien U Edele Groot Mogende allés, het geen ftedelyk en huishoudelyk was, aan het ordinair beleid der Collegien van Politie en Juftitie hadden willen doen verblyven en hoogstderzelver Commisfie niets dien aangaande laaten verrigten. Van geene meerdere foliditeit , dan het argument het welke Wy thans gerefuteerd hebben, / is ons voorgekomen te zyn eene andere allegatie, welke door de Vroedfchap is gebruikt, om de bevoegdheid der gecombineerde Vergadering te beftryden. De twyffeling, namelyk, Welke toch het oogmerk der gecombineerde Vergadering, met de door dezelve gearresteerde disfolutie der Schuttery, zoude mogen zyn —— en of de generaale extenfie (welke wy, zoo wel als Burgemeefters aan de Commisfie geeven, en die men aan een wyd uitgeftrekt en geducht vooruitzigt befchouwt) niet wel een voorbode van nog meerder en fterker voorgenoomen veranderingen by het gecombineerd Collegie in het ftedelyke huishouden en bellier der Regeering hunner Stad' zoude kunhen zyn, tot dewelke de gecombineerde Vergadering zig uit hoofde der  Fea. STAAT EN OORLOG. 1786*. aa? der voorfchreeve generaale extenfie hun, ner Cimmisfie tot het beraamen en ter uitvoer brengen van al het geen naar hunne idéés al ware het een geheele omkee» ring en vernieuwing der orde van Regeering , de rust en het vertrouwen binnen de voorfz. Stad, zoude kunnen herftellen, ge» qualificeerd fchynt te houden. Terwyl men zig niet ontziet aldaar verder by te voegen: En in' geval de magt der vootfchreeve gecombineerde Vergadering zig volgens de aan hun gedemandeerde Commisfie zoo ver en zoo uniferveel zoude uitftrekken , zoo dat aile Stads Rechten en Privilegiën geduurende het fubfifteeren der voorn, gecombineerde Vergadering, als het ware zouae moeten flaapen, en niet eerder als na het vertrek van hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden wederom zoude kunnen revivisceeren ; zou hec zeker te vergeefs zyn , om hun Edele Groot Mog. langer over deeze zoo gewigtige materie bezig te houten, en zoo «óór de Vroedfchap als verdere Leden van Regeeritig der Stad Rotterdam, niets anders overig blyven, als zig al het ^een de gecombineerde Vergadering onder voorwendzel va» herftel van rust en vertrouwen zouden mogen goedvinden binnen de gemelde Si ad te ordonneeren en ter Uitvoer te brengen, blindelings te onderwerpen. Is de Vroedfchap, of laaten wy liever zeggen die meerderheid derzeive, welke geen gelegenheid heeft laten voorbygaan om de uitvoering onzer Commisfie te verhinderen , in twyffel welk het oogmerk der gecombineerde Vergadering mee de by. dezelve gearresteerde disfolutie der Schutrery; zoude mogen zyn —- wy Edele Groot Mogende «Heeren l moeten bekennen in geen mindert 'vyffel te zyn vervallen omP 2 trent  üü8 p2b. Z A A K E N V A N 1786. trent het oogmerk , welke dezelve Vroedfchappen mogen gehad hebben om eene zoodanige ingracieufe allegatie hier neder te Hellen.x—-— Want hoe zeer wy ons beyverd hebben om derzelver oogmerk te penerreeren, wy hebben daar voor geen motiven kunnen vinden, dan dezulken welken hun voorzeker zeer weinig eer kunKen aandoen: voor eerst: —— om dat uit de explicatie, welke wy van de magt der Commisfie geven, nimmer dat gevolg kan afgeleid worden dat alle de Stads Regten en Privilegiën, geduurende het fubfifteeren der gecombineerde Vergadering als het waare zouden moeten jlaapen , en niet eerder als na het vertrek van Uwer Edele Groot Mogende Gecommitteerden revivisceeren, — of, zoo als men zig elders (in de circulaire Misfive door de Vroedfchap ter geleegenheid van deze haare propofitie aan de refpective Leden de Vergadering van U Ei. Gr. Mog. compofeerende , gefchreeven uitdrukt : dat de gecombineerde Vergadering zig zoude kunnen aanmaatigen de geheele Regeering en beft el van zaaken binnen deze Stad, met feclufie van het Collegie van Raaden en Vroedfchappen -als zynde het evident dat onze explicatie aan de gecombineerde Vergadering geen andere magt toekend, als om middelen tot herftel der gefchonde rust en het verhoren vertrouwen te beraamen en ter uitvoer te brengen: — iets het welk hemelsbreedt verfchild van de bevoegdheid om alle de Privilegiën te doen fiapen — en de geheele Regeering en beftel van zaaken tot zig te neemen als waartoe wy gaarn avouëeren niet gequalificeerd te zyn, volkomen overtuigd zynde, dat de middelen tot herftel van de rust en vertrouwen binnen deeze Stad, waar van de benaming en uitvoering aan ons gecombineerd met den Magiftraat is gedemandeerd, zig moeten bepaalen tot de zoodanigen, welken op de gedaane klagten der Ingezeetenen betrekking hebben, en waar toe de Stedelyke Regeeringen op zig zei-  feh. STAAT EN OORLOG. 178Ö. 22$ zeiven bevoegd zyn ; — en mitsdien oordeelende, dat voorzieningen van meerder belang, wanneer dezeive nodig geacht zullen worden, door U Edele Gr. Mogende zelve moeren worden ge» effectueert, gelyk dan ook hoogstdezelven aan zig gereferveerd hebben , om na een omftandig *•* Rapport onzer bevindingen, en verrigtingen te hebben gehoord , daar op verder zoodanig te disponeeren , als bevonden zal worden te behooren. —— Maar ook ten anderen; om dat wy gerustelyk de klagende Leden der Vroedfchap durven fommeren, om eenig bewys op te geven, van zoodanige voorneemens of verrigtingen van ons of het gecombineerd Collegie , die eene gegronde vrees kunnen opleeveren, dat deeze gearresteerde disfolutie der Schuttery een voorbode van meerder en fterker voorgenomen veranderingen zoude kunnen zyn —— Maar , daar wy ons verzekerd houden , dat men zulks nimmer zal kunnen doen. Daar de Leden der Vroedfchap integendeel door de ondervinding (geduurende den tyd van iS maanden die wy hier ten koste onzer andere betrekkingen, door de meenigvuldige entraves aan de uitvoering onzer Commisfie gelegd , hebben moeten doorbrengen) heeft kunnen of ten minften had behooren te leeren, dat wy ons in de zaaken van haar beftuur nimmer hebben geimmisceerd, waar toe anderzints de geleegenlieid zig meer dan eens heeft voorgedaan , uitwyzens de Addresfen over de non obfervatie van Stads Privilegien — ende incompatibiliteit der Admiraliteit! Ampten &c. met het bekleeden van de refpe&ivc Regeeringsposten binnen deeze Stad, aan U Edele Groot Mogende fticcesfivelyk gedaan, ja daar wy zelfs in het corcipieeren en arresteeren van het plan tot erectie der nieuwe Schuttery, hec point der kosten geheel onveranderd laatende, en alleenlyk bepaalende, dat de nieuwe Sctiutcery zoude fuccederen in alle de Rechten, Privilegiën en Beneficiën , welke aan de vorige Schuttery P 3 had-  3So vu. ZAAKEN VAN 1786. hadden g-competeerd ; wederom op de zichtbaarfte wyze hebben'getoond dat wy ons in het Financieel of eenig ander beltuur, het w lk riet vin ons departemedf was , geenzints wild " ingereeren. - Hadden wy dan niet bdlyk m Jng verwagten Edele Groot Mogende: Heerer.1 dat de klaagende Leden der Vroedfcrpp, die'inch niet zullen Sffecfcerer,, onkundig te zyn, van het geen 'er in He gecombineerde Verga.leX verhandeld h. na zulke echtante voorbeel den , door ons gegeeven , z.g omtrent hunne chMerique vrees zouden gerust gefteld hebben ten minden zig onthouden , om ons vooi net oog van U Edele Gr. Mog. op eene zoo, ongepaste als ongemerit erde wyze te fugillerer? ■ Doch wy zullen hier omtrent mets verde. by vo sjen __,rnaar als nu overgaat» om U U-dele Groot Mogende te demonieren , Hat wy niet alleen zedert den aanvang onzer towau fie maar dat ook allen , die hier by hebben kunnen gelmreSfeerd zyn , in h t bégnp getoaj hebben , waar in wy als nog met trouw verfeeren, dat de gecombineerde Vergadering ingevolge U Edele Gr. Mogende Refolll- *füfn fo Augustus 1784 ^°Ju:;.^t is, de nodige reformes omtrent de Scnuttery te arresteeren en executeren. Dat wy in geen andere gevoelens hebben kun„en Haan , zonder te gelyk de g-heele esfentie van het voornaamlle gedeelte onzer Commisüe weg te neemen; behoeft , na her geen wy de eer hadden hier vnoren te betoogen , geen adftruétie; even g.-lyk het ook niet nodig zyn zal U E Vle Groot M rgende een aan een gefchaakeld verflag te doen van de differente tyden en geleeaenheeden, waar in wy deeze oize geyoelens openthk er diretlelyk hebben gemanifesteerd. - De No ulen der gecombineerde Ver- eadering en de ampele confideratien, — Berigfen --- en Memoden aan dezelve fuccesfivelyk ingediend , zouaen die kunnen bewyzen , doch  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 231 wy vertrouwen dat niemand onbefchaamd genoeg zyn zal, het geen wy daar omtrent hier pofeeren, te willen tegefpreeken. — Het zy dus tot ons oogmerk voldoende, dat wy U Ed. Gr. Mogende kunnen informeeren, dat reeds op den 17 December 1784 , ter gedegenheid dat door de Gecommitteerden van een aamal Schutters der reip'&ive Burger Compagnien ter gecombineerde Vergadering een Request gepiajfenteerd wierd , tendeerende, dat aan hun alvoorens een concept Plan ter verbeetering der Schuttery , het welk zy in ervaring gekomen waren, dat zoude geprojecteerd zyn, ter conclufie wierde gebragt, gegunt werde derzelver gedagten omtrent de gebreeken in — en de middelen tot • redres van de Schuttery, aan de gecombineerde Vergadering te mogen voordragen; — door ons is gedeclareerd; Dat wy oordeelden dat de verbeetering der Schuttery een der voornaamfte middelen is , om de rust en het onderling vertrouwen binnen deeze Stad te herftellen , en op eenen duurzameu voet te brengen , en dierhalven voor al, volgens Re. folutie van ie Augustus laatstleeden (1784) was behoorende tot het departement der gecombineerde Vergadering. ' _ En dat wy gezaamentlyk met den Magiftraat, die op den 28 derzelve maand verklaard had , bereid te zyn om met ons tot het beraamen der vereischte middelen ter redres te concurreereny — en twee dagen later aan ons geëxtradeerd . had een concept Plan van provifioneele geprojecteerde verbeetering der Schuttery; — mitsgaders een concept ampliatie der ordonnantie op ■ de Burgerwagt, (NB. met declaratoir'van haare privative deliberatien deswegens te zullen furcheren ,) de deliberatien over dit onderwerp in de gecombineerde Vergadering hebben geëntameerd , door op den 5 January 1785 aan de voornoemde Gecommitteerde Schutters derzelP 4 ver  332 feb. ZAAKEN VAN 178G. ver by bovengemelde Requeste gedaan verzoek te accordeeren ; en vervolgens fuccesfivelyk geprofequeerd, zoo met het innemen van de confideratien van Collonellen en CiDiteinen op het ontwerp eener verbeeterde Schuttery , door de meergemelde gecommitteerde Schutters, ingevolge de hun verleende permisfie, ingeleeverd; —f als door het decerneeren van een Befoigne uit de meergemelde gecombineerde Vergadering, om alle de Hukken relatif tot de redresfen in de Schuttery te éXamïneerea , en de Vergadering van deszelfs cpnlideratien en advis te dienen. — Tot dat eindelyk van wegen het voorfchreeve B-f)tgne op den 13 D cember zyn uitgebragt twee differente Rapporten , een door de meerderheid der aldaar voorzittende zes Leden, en een door de overige drie meede Leden ; op welke Rapporten , na dat dezelven met alle de Rukken daar toe relatif zoo by ons , als by de Wethouderfch^p ter particuliere deliberatie waren overgenomen, dan ook op den 28 December laatstleeden in de gecombineerde Vergadering is gevolgd het nemen van die Refolutie, welke de meerderheid der Vroedfchap met de epithete van linguliere en illegale demarche gelieft te befljmp. len. Uit dit fuc i ft expofé is het manifest, en het zal du» geen breeder betoog behoeven , dat ten minden de Wethouderfchap zedert den 28 December 1784 altoos in het zelfde begrip gedaan heeft, waar in wy van den aanvang onzer Commisfie geverfeert hebben, en nog verfeeren, dat namelyk de gecombineerd» Vergadering uit kragte van U Edele Groot Mogende Ref dutie van 10 Auaustus bevoegd was tot het maaken van reformes omtrent de Schuttery; en het zelve als ten der voornaamfte middelen hebben geconfidereerd , om dat gedeelte onzer Commisfie te volvoeren , waar by wy gequalificeerd zyn, om gezaamentlyk met den Magidraat de bekwaamde middelen tot herftel der rust tn ver- troiiï  FSB. STAAT EN OORLOG. 1786. 233 trouwen te beraamen en ter uitvoer te brengen. — Maar — en dit is eene vraag, welke zoo na. tuurlyk is, dat dezelve zig ongerwyffeld aan de attentie van U Elele Groot Mogei.de terltonti beeft moeten voordoen; — JU de Vroedfchap, of zyn die Led«n, welke de klaagende Meerderheid van dezelve thans compofeeren , onkundig geweest van de deliberatien door de gecombineerde Vergadering reeds in de maand December van den jaare 1784 over het redres der Schuttery aangevangen, en zedert ongeinterrumpeerd vervolgd , daar zy niet voor den 11 January 178$ en dus meer dan een jaar daar na , eerst hunne klagten over de handelingen van het gecombineerd Collegie ter Vergadering van den Som/erain hebben ingebragt? — wy hadden wel gewenscht Edele Groot Mogende Heeren ! dat wy hier op konden antwoorden zonder de denk- wyze het gedrag van het grootfte gedeelte der Leden , welke de meerderheid der Vroedfchap ten deezen uitgemaakt hebben , in een licht te moeten plaatfen, het welk voor zeeker, daar oyer zeer weinig luilter zal verfpreiden ; maar —- dewyl wy het ons altyd tot een pligt geacht hebben , om voor U Edele Groot Mogende als onze H)oge Committenten niets te mogen verbergen — en in tegendeel alle onze bevindingen --— en gevoelens rondborftig open te leggen, — zoo zullen wy ook ten deezen U Edele Groot Mogende informeeren: Dat drie der thans klagende Vroedfchappen vander Hoeven, van Beeftingh en Groeninx tot de maand Mey 1785 in de refpeétive qualiteiten van Hoofd-Officier en Burgemeeiters, Leden van het Collegie der Wethouderfchap geweest zynde, in die relatie fesfis in de gecombineerde Vergadering gehad hebben , niet alleen op den 28 December 1784 , wanneer gemelde Collegie van de Weth in de gecombineerde Vergadering gedeclareerd heeft, met ons te zullen concurreeP 5 ren  234 feb. ZAAKEN VAN 1785. ren tot het beraamen van de middelen ter re* dres der Schuttery — maar — dat ook in hunne tegenwoordigheid en met hunnt concurrentie diverie deliberatien over dit onderwerp in dezelve gecombineerde Vergadering zyn gehouden. -— Terwyl wy al verder U Edele Groot Mogende moeten onderrichten dat de Vroedfchappen van Hogtndorp, van Mierop, van Stave~ ren en Senn van Bafell, insgelyks tot de klagende meerderheid behoorende, eerst als Leden van de Vergadering van Collonellen en Capiteinen en daar na als feslie hebbende in den Grooten Krygsraad, aan de gecombineerde Vergadering en het Befoigne door dezelve over de redresfen in de Schuttery gedecerneerd , gediend hebben van hunne refptcrive confi leratien over het ontwerp van eene verbeeterde Schuttery door de meergemelde gecommitteerde Schiuters ingeleeverd , en daar' door de bevoegdheid der gecombineerde Vergadering erkend , om over de redresfen omtrent de Schuttery te delibereeren; maar of dit nog niet genoegzaam waare, om over derzelver gevoelens nopens die bevoegdheid te oordeelen , zoo kan het volgend uit* drukkelyk adveu daar van ten verdere bewyze (hekken ; deeze zyn de woorden waar van zy zig bedienen in hunne bovengemelde Memorie van confideratien. Collonellen en Capiteinen hebben met betaamlyke eerbiedigheid afgewagt , wel' ke geleegenheid U Edele Mogende en Edele Groot Achtbaare het gefchiktfte oordeelden , om een onderwerp van dat belang (men fpreekt hier van Redresfen omtrent de Schuttery) by de, hand te neemen , zonder den loop der deliberatien van U Edele Mogende en Edele Groot Achtbaare te willen interrumpeeren. Dit niet tegenflaande , vermeenden zy zig de geleegenheid der Publicatie van hun Edele Gr. Mog. in dato 18 No- vem-  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 235 vember van bet afgeloopen jaar 1784 > waar by de oeffening in den Wapei,handel ook tot de Opgezeeten ten patten Lande wordt uitgeftrekt, ten nutte te mogen maken , en ingevolge het kennelyk welbehaagen van den Souvendn, aan den Magiftraat deezer Stad, in wiens eed en dienst zy gelteld zyn, op de by bun gewoone wyze te mogen fuppediteeren zoodanige pointen , als zy oordeelden , dat ter behoorlyke a2mulatie onder de Schutters; tot affnyding van nieuwe verfchillen ; en tot voorkoming van desordres by het optrekken der Wagten , di-, re&elyk, en flegts by we ge van pro viïioneele ampliatie op de Ordonnantie van de Burgerwagt, hangende de deliberatien over eene geheele revifie, konden worden geïntroduceerd ; gelyk zy zig dan ook tot dat einde op den eerde en tweede December by Heeren Buigemeefteren en by myne Heeren van de Weth geaddresfeerd hebben , welk addres zy geïnformeerd zyn , dat ter Vergadering van U Edele Mog. en Edele Groot Achtbaare is overgebragt; waaromme zy zig daar aan eerbiedig refereeren. Na deeze' korte voordragt van de denkwyze , en het gedng van zeven Leden der Vroedfchap, welke de Meerderheid, die zig thans aan ü Edele Groot Mogende over de handelingen van het gecombineerd Collegie beklaagd, helpen uitrnaaken ; — en na dat U Edele Groot Mogende zullen gezien hebben, dat de Gedeputeerden der Stad Ro.'terdam zeiven in de co'.fideratien (door bun E lelens in het Staats Befoigne den 9 Ocb>ber 1784 over onze Misfive aan U Edele Groot Mogende van den 30 September te voren, by monde van den Vroedfchap van Teylingen , almeede een Lid der klagende Meederheid — voorgedraagen) zig omtrent het ver-  236 feb. ZAAKEN VAN 178Ö. verfhnd van Uwer Edele Groot Mogende Refolutie van 10 Augustus 1784 aldus uitgedrukt hebben: Dat uit het (aldaar voorkomend) declaratoir dat de intentie van hun Edele Gr. Mogende &c. ontegenzeggelyk bleek: (1 Dat — (2 Dat het onderzoek niet anders kan of moet gefchieden als gecombineerd met den Magiftraat (aan welken Magiftraat Heeren Gecommitteerden aüeenlyk zyn geadjungeerd tot het doen van dat poiticq onderzoek) de rust en het vertrou» wen „ te herftellen en daar toe (alles ,, (poIiticquemt~) met de voornoemde Mart giftraat (en NB. geene anders.) de bekwaamde middelen te helpen beraa,, men en ter uitvoer te brengen." ■ Wy zeggen , na dat U Edele Groot Mogende dit een en ander zullen hebben gezien , zoo twyffelen wy geen ogenblik , of — hoogstdezelven zullen zig billyk verwonderen over de conduite der meerderheid van de Vroedfchap om, na dat zy meer dan een geheel jaar kennis had gedraagen, dat het redres der Schuttery een cctjedt was van de deliberatien der gecombineerde Vergadering, eindelyk het tydftip, dat het geprojecteerde Plan van reforme der Schuttery reeds was gearresteerd — en dadelyk ter executie zoude gelegd worden, te arripiee- ren, om , door het doen van eene propofitie ter Vergadering van U Edele Groot Mogende de uitvoering van de gearresteerde hervormingen te ttremmen; — en daar door onze Commisfie, welke na het executeeren , der gearresteerde reform, in de Schuttery , alhier had gedefungeerd — ten koste van 's Lands Finantien te protraheeren. —— Wy onthouden ons voor het tegenwoordige Edele Groot Mogende Heeren! om over dit zoo ftngulier gedrag alle die reflectien te fuppedi. tee»  feu. STAAT EN OORLOG. 1786. 237 teeren , welken wy degwegens zouden kunnen maaken , eensdeels: om dat wy convenabeler oordeelen dezelven by ons te doen Rapport in dat verband te plaatfen, waar in zy geen gering licht over de oorzaken veeier gebeurtenis» fen, waar van deeze Stad zedert een geruimen tyd het ongelukkig toneel geweest is, zullen kunnen verfpreiden; — En ten anderen , om dat wy voorgenomen hebbende , alle mogelyke kortheid te betragten , vermeenen reeds genoeg gezegd te hebben om U Edele Groot Mog. te convinceeren, dat de fustenue door de meerder, heid der Vroedfchap by haare Propofitie voorgefield —— en in de Memorie van adftructie aangedrongen, • zoo erroneus is in haare pofitiven als ongerymd in de confequentien welke daar uit noodzaakelyk voortvloeien. —— De. wyl wy aan U Edele Groot Mogende geiyk wy ons vleien hebben doen zien; dat al ware men eens genoodzaakt te advoueeren, de twee eer/ie Hoofdpointen by de meergemelde Memorie geadftrueerd , hoewel wy verre afzyn' van zulks te admitteeren , dezelven echter van geen de minfte applicatie zyn op het Point in qusefrie. ——• Dat het gefchil, of de gecombineetof; Vergadering bevoegd is, om omtrent de Schuttery al, of niet de nodige reforme te maken , alleen afhangd van de intentie welke U Ed. Groot Mogende by het neemen der Refolutie vau 10 Augustus 1784 gehad hebben; -— en dar die intentie geen andere geweest is, of heeft kunnen zyn , als die wy aan dezelve van den beginne onzer Commisfie af hebben toegekend, om dat dezelve Refolutie op eene andere wyze geïnterpreteerd zynde , van alle realiteit zoude ontblood zyn; en wy ingevolge van dezelve niets hoegenaamd hadden kunnen verrichten. — Terwyl wy eindelyk (na de explicatie die wy aan de Refolutie geven, te hebben gevindiceert tegens de argumentatien waar meede men dezelve in de Memorie heeft getragt te befiryden) heb*  «3» feb. ZAAKEN VAN 1786. hebben gedemonflreert, Hat de algemeene be» grippen omtrent het verftand van meergemelde Refolutie met onze gevoelens dien aangaande al- tyd hebben ingeftemd, tot dat het eenige Leden der Vroedfchap heeft goedgedagt, na verloop van meer dan een geheel jaar, dat de zaak der Schurtery een onderwerp van de deliberatien der gecombineerde Vergadering geweest wasj — en hoewel een gedeelte derzelve zoo met woorden als daaden had gemanifesteerd in geene andere gevoelens omtrent onze bevoegheid te ftaan, als waar in wy verfeeren, —— op het tydftip dat de geprojecteerde reforme reeds gearresteerd was , de ex cutte derzelve door den Addres aan U Edele Groot Mogende te ftremmen. Wy zouden dus Edele Groot Mogende Heeren ! (daar wy in afwagting van het Berigt der Wethouderfchap over de recufatie der Scheepenen Havart en de Mirell referveertn , om ons omtrent het vierde Hoofddeel der Memorie te expliceeren, tot dat wy daar toe in het te houden Btfoigne met de Heeren ü Edele Groot Mogende Commisfarisfen geleegenheid zullen verkrygen,) deeze onze confiJeratien kunnen be« fluiten, ware het niet, dat wy ons onvermydelyk verpligt vonden aan de feneufte attentie van U Edele Groot Mogende voor te ftellen de ongelukkige gefteldheid, waar in deeze zints lang gefolterde Stad zig nog bevindt , en het akelig vooruitzicht, dat reeds niet zeer ver af zig vertoont , wanneer de goede Burgery zonder eene genoegzaame befcherming in eene wel ingerigte Schutrery te vinden zoude blootgefteld zyn, aan de woede van een oproerige gemeen, het welk zedert ons verblyf alhier wel in het plegen van opentlyk geweld is beteugeld — doch door meer dan eène gebeurtenis nogtans maar al te veel heeft doen zien dat de vrees voor eene efficacitufe tegenltand alleen in ftaat is haare muitzucht onder te houden. ■ Wy  rEc. STAAT EN OORLOG. 1786. 239 Wy ten minften, die overtuigd zyn, dat 'er geene middelen, hoe fchandelyk ook, gefpaard worden , om aan den geest van Oproer nieuw voedzel te verfcbaffen, apprehendeeren zoo zeer de fatale gevolgen, welke voor de rusr der Stad en de veiligheid der weldenkende Ingezeetenen te voorzien zyn; dat wy met al den ernst, welke de aert der zake en het vertrouwen waar meede U Edele Groot Mogende ons vereerd hebben , vereischt, moeten verklaaren; dar, indien de Schuttery welke niet alleen door thans exfteerende temporaire omltandigheeden zig in een diep verneederden ftaat bevind, maar in haare form en conftitutie geheel' is bedorven, moet blyven in dien ftand, waar in zy thans is ——het allezints te dugten ftaat, dat deeze Stad zig welhaast na Ons vertrek , in eene nog ongelukkiger gefteldheid zal' bevinden , als die waar tegen U Edele Gr. Mogende door het decerneeren onzer Commisfie hebben getragt voorziening te doen. Om alle deeze reedenen , en in confideratie der gronden door ons hier voren aangewezen , maken wy dan ook geen zwarigheid om provifioneel U Edele Groot Mogende omtrent het eerfte gedeelte der Propofitie door de Gedeputeerden der Stad Rotterdam op den 11 January laatstleden gedaan, te advifeeren ; dat LJ Edele Groot Mogende behooren dezelve te declineeren; en te verklaaren, dat de Gecommitteerden van U Edele Groot Mogende gecombineert met de Magiftraat, ingevolge, U Ed. Gr. Mog, Refolutie van 10 Augustus 1784 bevoegd en geregtigd zyn, om omtrent het Redres der Schutterye als een gepast middel tot herftel van de rust en vertrouwen binnen de Stad Rotterdam te delibereeren , en zoodanige voorzieningen te doen, als zy nodig oordeelen; met aanfcbryving aai. de Vroedfchsp der gemelde Stad, om de vooifcbreevc hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden gezaamentlyk met den Magiftraat, de  24o FEB. ZAAKEN VAN de gearresteerde Refolutien ter executie te laa. ten leegen, en behoorlyk effect forteeren; mitseaders om zig daar meede niet te moeien, veel aain daar tegen eenig empechement te veroorzaaken, direételyk of indiredtelyk. Wv vermeenen voor het tegenwoordige aan de intentie van U Edele Groot Mogende te hebben voldaan , en zullen dus deze onze confideratien en advis eindigen , in het vertrouwen dat ü Edele Groot Mogende door eene Ipoedige dispofitie aan ons de geleegenheid zullen verfchaffen om deeze gewigtige zaak te volvoeren, en een einde te maaken aan onze Commislié welke door deeze nieuwe hindernisfen alleen thans wordt opgehouden* Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy Godt Almachtig bidden, U Edele Groot Mogende te houden in zyne heilige befcherming, en hoogstderzelver deliberatien te willen zegenen. Uefchreeven in Rotterdam den 23 February 178Ö. (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mog. Dienstwilligen. ©e Gecommitteerden van de Staaten van Holland en Westvnesland te Rotterdam. (Laager Hond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get ) RUDOLFF BAEI.DE. Loco Secr. XXIIL  mb. STA AT EN OORLOG. i73Ö. 241 XXJII. Misfive van den Burger - Sociëteit ts Wyk by Duurd-ede, aan Zyne Ex > cellentie den Marquis de verac , Ambasfacleur van Zyne Aller christe* lykfie Majefteit lodkwyk den XVI. Y nevens het Antwoord op dezelve* In datis 7 en 24 Februavy 1786. monseicneor! TPVe groote weldaden , door Zyne Allerchristelykfta j_V Majefteic aan deze Republiek beweezen, kunnen mee dan een weidenkenden opwekken, om, zoo ver het in zyn vermogen is, zyne verheuging hierover te beruiken, vermits wy zien, dat Zyne Allerchristelykfte Majefteit de belangens dezer Republiek zig ter harte trekt , als of het de Zyne waren, zoo als niet met woorden, maar met daaden gebleken is in den Oorlog met onzen ontrouwen bondgenoot den Koning van Engeland , en onzen Nabuur Jofeph den II. Wy kunnen niet dan opentlyk betuigen, dat zonder de wapenen van Zyne Allerchristelykfte Majefteit in den Oorlog met den eerften onze Oost- en West - Indifche bezittingen ter zyner prooi zouden zyn geweest; en zonder de tusfehenkomst van Zyne Allerchristelykfte Majefteit in den Oorlog met den' laatften zouden onze bezittingen hier op het vaste Land overrompeld zyn geweest, te meer daar onze veiligheid rog niet volkomen is met onze binnenlandfche Vyanden. —— Wy betuigen wel hartelyk onzen dank voor alle meedewerkingen, aangewend door den goedertiernen Vorst, uwen Meelter. Wy verzekeren van onzen kant, dat de belangens van Zyne Majefteit de onze zullen 'zyn , en dat wy ter verdediging van dien goed en bloed ten besten hebben. Wy hopen, dat Zyne Majefteit dezen gulhartigen dank zal gewaardigen aanteneemen. Ver-' wns niemand in geheel de zeven Vereenigde Provintien, nog meer, alle te zamen genomen, in ftaat zyn, öevV^v?den te vergelderi» hebben wy echter van on« AXX1. deel. q zen  *4- fsb. ZAAKEN VAN 1786, zen kant getragt, alzoo het tot geen recompens kart gerekend worden, deze grootmoedigheid te vereeuwigen door een illuminatie , ingerigt naar het vermogen onzer Sociëteit. In hope dat Zyne Allerchristelykfte Majefteit hierin vergenoeging moge fcheppen , hebben wy de vryheid genomen, U Ed. H. G. hier van kennis te geven, om, ingeval deze kleine Sociëteit van dit gering plaatsje eenige lchyn van merïtes by U mogte hebben, hiervan kennis te seven aan Zyne Majefteit, onzen Weldoender. Wy recommandeeren aan Zyne Majefteit deze Republiek, deze Siad en Sociëteit, en verzoeken U» voor ons by Hoogstdenzelven te intercedeeren. Waar mede wy ons met de grootfte eerbied en diepe vernedering noemen. MONSEIGNEUR! Uw H. G. onderdanigfte en gehoorzaamfte Dienaren. (Was get.) Leden der Burger-Sociëteit, onder de. Zinfpreuk: dood of vry. (Onder ftond) Uit naam derzelver. Wyck by Duurftede den 7 Feb. 178Ó. J>, a. de mortain , M.S. Directeur. Waar-  feb. STAAT EN OORLOG. i78ó\ 243 Waarop door den Direcleur p. a. df mort ai n afe navolgende Misfive is ontvangen, den 25 fe- brudfy 'ƒ //tfgtf <ƒ. XXIV. Rapport op de Provifttie der Stad Dordrecht , over de wyze, en op welke Werven de twee Schepen van Oorlog tot Prefent voor den Koning van Vrankryk, aan te bouwen. Uit gebragt ter Vergaderinge van hun Ed Gr. Mogende ; in dato 24 February 1786. De Raadpenfiotiaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, ingevolge en ter voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den \% January deezes jaars met eenige van de Hollandfehe Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, hadden geëxamineert het geproponeerde door de Heeren Gedeputeerden der S:a.i Dordrecht, op welke wyze, en op welke Werven de twee Schepen van Oorlog tot een prefent aan zyne Majefteit den Koning van Vrankryk by de Heeren Gedeputeerden van Amfterdam geproponeert zullen worden aangebouwd. En dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren, dat de zaaken ter Generaliteit daar heenen zouden behooren te worden gedirigeerd , dat tot de Cafu quo prefent te doene Schepen van 74 ftukken Kanon aan Zyne Majefteit den Koning van Vrankryk zouden kunnen worden geëmployeert twee Schepen van die Charter , resforteerende onder het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, met name Vriesland en Stad en Lande, zoo om dat dezelve Schepen by het voorfz. Collegie in Vriesland, door derzelver diep treeden , naauwlyks van eenigen dienst voor den Lande zouden kunnen zyn , als ook en voornamentlyk, om dat dezelve Schepen zyn volftrekt nieuwe Nagels, die nimmer gebruikt geweest zyn , en naat het oordeel van des kundige Lieden, die dezelve bepaaldelyk met dat oog hebben geëxamineerd en geinfpeéteert, zyn gevon-  feb. STAAT EN OORLOG. 1786. 245 den in een goeden ftaat, zonder eenige defecten, hoe ook genaamd, zelfs niet van de minfte kleinigheid, —1 dat dezelven zelfs merkelyk fterker en zwaarder van Hout gebouwd zyn , als mede dat dezelven van agteren veel fcherper zyn, als anders by 's Lands Schepen gewoonlyk plaats heeft , en dus meer overeenkomen nftt de Franfche Conftructie: — en dien volgende, dat daar toe geene gefchikter Schepen by de Marine van deezen Staat zouden kunnen worden gevonden. Dat tot dat einde, ten behoeve van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland , in handen van de Heeren haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot onderzoek van het Financie-weezen van het zelve Collegie, voor het gereis van de voorfz. Schepen zoude kunnen worden betaald eene ronde fomme van ƒ joo,coo-o met deeze bepaaling nogthans, dat de twee voorfz. Schepen daar voor compleetelyk zullen moeten worden geëquipeerd , met Canon geaimeerr, en op ftroom gebragt, om van daar naar een der Franfche Havenen te kunnen worden vervoerd. Dat in confideratie, dat het gemis van zoodanige twee Schepen van 74 (lukken voor de Marine van den Staat geene onverfchillige zaak kan worden geoordeeld, twee Casques van het zelfde Charter wederom zouden behooren te worden aangebouwd , en dat dienvolgende aan de Collegien ter Admiraliteit op de Maaze en te Amfterdam aanfchryving zoude kunnen worden gedaan, om ten fpoedigften voor zoo veele een ieder refpeétivelyk aangaat, de nodige aanftalte tot den aanbouw van de Casques van een Schip van 74 ftukken Canon te maken. Dat dg kosten voor den aanbouw van dezelve Cas. ques van de twee voorfz. Schepen zouden kunnen worden gecalculeert op eene fomme van ƒ 700, coo-o-o te weeten: ieder Casque op ƒ 350,000 0-0, waar van de betaaling aan ieder der voorlz. Collegien tot denzeiven aanbouw zoude moeten worden gedaan , met vrylaating; om wanneer dezelve Schepen zouden weezen afgebouwd , bet -nodig verzoek aan haar Hoog Mog, te doen, ten einde alsdan eene Petitie zoude. Q 3 kun*  S4g. 'er zeer verre af zyn , van eenigzints in te (temmen met het Syftema eener univerfeele , en zelfs door geenerhande Regten of Privilegiën gelimiteerde Militaire Jurisdictie onder het resfort van de Generaliteit , waar op zy hebben moeten vermoeden dat het voorfz. rapport gebouwd is, en niet kunnen nalaaten , de Rondgenooten te exhorteeren , om de uitgeftrekte gevolgen van een diergelyk begrip wel te overwegen. en eflicacieufelyk tegen te gaan; dog dat hun E i. Gr. Mog. genegen zyn Je , om aan de voor handen zynde zaak allen moge.lyken fpoed by te zetten , zig dus (onverminderd echter hun voorfz. begrip , en zonder daar aan eenige atteinte toe te brengen) 'er niet'tegen zullen verzetten, dat in dit finguliere geval , buiten confequentie voor het vervolg , ten dien effecte aan het gedeclareerd verlangen van zulke Provinciën, die zig reeds geëxpliceerd hebben, worde gedefereerd , dat de cognitie en judicature deswegens overgelaaten worde aan den Militairen Regter, zoo en in dier voegen, als by het Slot of Concluüe van het voorfz. rapt ort voorgeflagen is. Accordeert met voorfz. Refolutien, XXVL  Ted. STAAT EN OORLOG. 1786*. 240 XXVI. Refolutie omtrent de Militaire Honneurs aan hun Edele Groot Mog.; en de redresfen op dat fubfeü. In dato 24 Februtry 1786. By refumptie, en tot finaale afkomst op heeden volgens hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 17 deezer, gedelibereert zyndê op het Rapport, den 17 December laatstleeden ter Vergadering uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchnp en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , hebbende, tot voldoening aan hun Ei. Gr. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 28 September te vooren, met de Heeren Gecommitteerde Raaden geëxamineert , hoedanige Militaire honneurs aan de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. by de alhier in Guarniiöen zynde Militie zouden behooren plaats te hebben, en de nodige redresfen op dat fubjecl:. Is goedgevonden en verftaan , dat voortaan by het uitgaan der Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. de Hoofdwagt op het Binnenhof, de Ruiterwagt op het Buitenhof en de Wagt aan de Grenadierspoort zullen moeten uitkomen, en onder her flaan van de Marsch en het fteeken der Tromper, met Sponton, Pallas, Vaendel en gepraMènteert Geweer, de Leden de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. compofeerende, falueeren : zullende gemelde Wagten met geprefenteerd Geweer moeten blyven itaan tot na hei vertrek van den Heer Raadpenfionaris , en denzelven gelyke honneurs bewyzen , ten ware zy van wegens gemelden Heer vroeger door een Staate-Boode mogten worden gelicentiesrr. Dat geduurende de Sesfie der Vergadering van hun Ed- Gr. Mog. voorfz. drie Wagten voor JNiemaho hoe genaamd zullen vermogen uit te kom^n , om denzelven Militaire honneurs te bewyzen, on vermindert nogthans het geen gebruikelyk is ten aanzien der Wag. ten , die elkanderen pasfeeren en aflosfen. Dat de Poort tusfehen het Binnen- en Buitenhof Q 5 voor  &$o feb. ZAAKEN VAN 178^. voor het uur van het aangaan der Vergadering zal moeten worden open gezet, en geduurende haare Sesüe ooen gehouden moeten worden tot zoo lang , als de Wagt by het uitgaan der Vergadering geparadeert hebbende, wederom zal zyt) na binnen gegaan. Dat by de groote D-Jur, 'oeneeden aan den ingang der Vergaderkamer van hun Ed. Gr. Mog. ten tyde der Vergadering, geplaatst zullen worden twee Ordonnantie-Sergeanten , en dat voorts altoos, het zy het Vergadering van Holland is, of niet, buiten voor de gemelde Deur, twee Grenadiers tot Schildwagten zullen moeten worden geplaatst, welke voor ieder Lid van hun Ed, Gr. Mog. als meede voor ieder Lid van Heeren Gecommitteerde Raaden, met geftrekt Geweer front zullen moeten maken, zoo in.het inkomen, als in hec uitgaan; dat meede, geduurende het aanwezig zyn van hun Ei. Gr. Mog., hoogstderzelver Lyf-Guarte te Paard de Wagt zal moeten optrekken met Pauk en Standaard. Dat met opzigt tot het geen by het voorfz. Rapport omtrent de te bewyzen honneurs aan de Heeren Gecommitteerde Raaden en den Heer Raadpenfionaris , is voorgeflagen , de Refolutie daar op zal wotden uit'gefteld, tot dat by hun Ed. Gr. Mog. op het Rapport van den 5 November 1785 nopens het Commando van het Guarnifoen in den Haag zal worden gerefolveert. En is voorts nog oerefolveert, dat een Schildwagt voor het Comptoir van Holland, en een voor de Gevangen Poort zal worden geplaatst. Wordende , met inhaalie van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 28 September laatstleeden, meede brengende, dat de Heeren Gtcommitteerde Raaden de «odige zorge zullen dragen, oat in het generaal, by het Regiment Lyf-Gnardes te Voet van hun Ed. Gr. Mog. geen andere Wapens, dan die van deeze Provincie , voortaan tot uitwendige tetkenen worden gebruikt, dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden voorts nog verzogt, om de nodige ordres te Rellen, dat de Pauk-Vaanen by het Regiment Lyf-Guardes van hun Ed. Gr. Mog. ie Paard gebruikt wordende , en waar op  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 251 op het Wapen van Zyn Hoogheid word gevonden, in zoo verre worden verandert, dat , in plaats van het gemelde Wapen, daar op werde geplaatst het Wapen van deeze Provincie. En zal Extract deezer Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden worden gezonden, om daar aan de vereischte executie te geeven. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot het neemen Van de voorfz. Reiölutie niet geconcurreert zoo als dezelve is leggende, en byzonder niet tot het tweede Lid. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gouda, Gorinchem , Brielle, Enkhuizen , Edam en Medemblik , hebben de conclufie van het tweede Lid der voorfz. Refolutie aangezien. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XXVII. Brief van de Heeren Gedeputeerde Staaten V hands van Utrecht aan de Heeren Burgemeefleren en Vroedfchap der Stad Dordrecht; nevens een Berigt der Schutterye yan St. Joris , aan de Regeer ing van Dordrechr. In datis 28 February en 7 Maart 178(5. EDELE, ERENTFESTE, VROME, HOOCGELEERDE , WTZE, ZEER VOORZIENIGE HEEREN • Wanneer wy in de Utrechtfche Nederduitfche Coulant van den 24 dezer geinlereerd vonden zekere advertentie, houdende: ,, De tydingen , welke ons van buiten deze S.ad worden toegezonden, voorfpellen, binnen kort, gedugte gebeurtenisfen, zoo dezelve, ter plaatfe, daar men vreest, dat die (laan uittebarften, niet op een efficicieuze wyze werden tegenge-  «ja maart, ZAAKEN VAN gegaan , om daardoor in de beginzelen hetzelve ook van ons af te weeren; als men alhier in het zekere van het volgende geinformeert is ; dat eenigen der Antipatriotfche party in 's H. verfcheide conferentien onder elkander gehad hebbende, zig hebben laten ontvallen, dat binnen kort, op Utrecht een coup gedaan zal worden , die voor hun triumphant zal zyn , en alles zal decideeren ; waarvan op een legale wyze op gisreren birigt aan Geconltitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery alhier is ingekomen , welke geen zwarigheid gemaakt hebben, om dit ter kennisfe van de' Burgery, en ook van het Publiek te brengen , in dat vertrouwen, daar het voorfz. berigt niet onduidelyk etu' verradelyke overrompeling door Militairen komt aan te duiden, dat alle braven zig ter onzer advertentie zullen gelieven te. interesfeeren; terwyl men alhier, alle mogelyke priecautiën tegen dergêlyke overrompeling zal neemen;" —— Hebben wy zoodanige infcrtie van dien aart befchouwd, dat wy, voldoende aan onzen pligt, niet hebben mogen nalaten , deswegens eenige nadere recherche te doen, terwyl begrypen, dat de zaak in voorn. Courant bekend gemaakt, contorm de waarheid zynde, het ons incumbeerde, daar tegens alle mogelyke maatregelen te neemen, ten einde de Ingezeetenen dezer Provintie , welke te gelyk met die der Stad Utrecht, daardoor in gevaar zouden kunnen geraken, tegens zoodanige gevreesde onheilen te dekken en beïchermen ; zoo als insgelyks , byaldten dusdanige berigten bevonden wierden, enkele figmenten en uitltrooizels te zyn , de Hooge Overheid niet zoude kunnen nalaten deswegens op haare hoede te wezen, als kunnende dezelve niet anders worden aangezien, als dienende , om de refpeclive Burgeren en Ingezeetenen alhier in beweeging te brengen, en tot dadelykheden aantezetten; en het is hieromme, dat wy de H-eren Burgemeefteren van Utrecht hebben verzogt, nader onderzoek te doen; wanneer is gebleken, dat tot zoodanig een veruitziend advertisfement wel voornamentlyk aanleidinge had gegeeven zekere Misfive uit Dordrecht, op last der Schutterye van Sr. Joris Doelen gefchreeven , en door den Secretaris van dezelve Schutterye on-  maart, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 253 ondertekent, in welke woordelyk'de geadverteerde pasfage gevonden word. En nadien Uw Ed., om alle het geene voorfchreven is, met ons wel zullen begrypen, dat het das te meer nodig is, onderrigt te worden van het fundament, op welk de Schutterye van Sr. Joris, binnen eene Stad van die confideratie als Dordrecht gevestigd, zig beeft verpligt gezien, de Ingezeetenen binnen Utrecht te doen waarfchuwen, en wy daartoe geen expediter middel weten, als onze toevlugt tot Uw Ed. te neemen, zoo verzoeken wy Uw Ed. op het vriendelykfte en ernftigfte, deswegens nader onderzoek-te willen doen , en van derzelver bevindingen aan ons , zoo dra mogelyk , en zoo als het gewigt dezer zake vordert , de nodige kennisfe te doen toekomen, ten einde in allen gevallen, in dezen, voor het welzyn onzer Provintie en goede Ingezeetenen te kunnen zorgen, zoo als de omltandigheden van ons zullen komen te vereifchen. Hier meede Edele, Erentfeste, Fr ome, Hooggeleerde, Wyze, zeer voorzienige Heeren , beveelen wy Uw Ed. in de be. fcherming van God Almagtig. Gefchreeven te Utrecht den 28 February 1780. (Was get.) J. A. V. WESTREENEN, Vt, I78Ó". (Laager Hond) i Uwer Ed. goede Vrienden. De Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) H. A. LAAN. Be-  254 MAART, L A A KEN VAN 1786. Berigt der Schuttery yan St. Joris te Dordrecht aan Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Het heeft U Ed. Gr. Achtb. behaagd, in handen van den Krygsraad van St, Joris Schutterye te itellen (om daarop te berigten) eene ampele Misfive, door de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, van dato den 28 February laatstleden aan U Ed. Gr. Achtb. geaddresleerd, inhoudende verzoek, om onderrigt te mogen worden wegens de waarheid en gefustineerde van zeker Advertisfement, geplaatst in de Utrechtfche Nederlandfche Courant van den 24 der gezegde Maand, gefproten uit een Brief, door onzen Secretaris den 20 February afgezonden aan den Wel-Ed. Geftr. Heer Gordon, te Ucrecht voornoemt. Met ter zyde ftelling van het geheele Advertisfement, het welk wy laten ter verantwoording van hun, die het hebben doen infereeren, zoo zullen wy alleen overgaan tot den inhoud van onzen Brief, en waarfchou* wing, aan den Heer Cordon gedaan, en de zekerheid daarvan aantoonen. — Wy fchreven: ,, dat zeer voornaame en goede Patriotten in 't zekere geïnformeerd waren, dat de Anti-Patriotten in 's Hage verlèheidene conferentien onder den anderen hielden, en zig hadden laten ontvallen, dat binnen kort eene coup gedaan zoude worden op Utrecht, die alles ten hunnen voordeelen zoude decideeren j blykens Copia onzes Briefs. Lett. A." — Dit is , Ed. Gr. Achtb. Heeren , de eenige waarfchouwing, die wy hebben gedaan, en waarvan wy van goeder hand op den avond van den 20 February onderrigt waren, en dat dit berigt van een groote coup, die alles zoude decideeren, waarheid zy, is reeds den volgende Woensdag den 22 February gebleken, door een zeer oproerige Brief geplaatst in de Haagfche Courant van Gosfe, behalvèn door drie Brieven , door van Helden aan den Hoofdfchout van Rotterdam overgegeeven , benevens de gedrukte Brieven , binnen deze Stad geftrooit, en aan veelen alhier gezon-  maart, STAAT EN OORLOG. 17Z6. 255 zonden , allen inhoudende een Plan, om de Schutterye op den 24. des avonds te overvallen , en in deze Stad een moord- en bloed-toneel opteregten. Onder den Goddelyken zegen is dit moorddadig Plan tydig ontdekt. Ware zulks niet gefchied, zoude hetzelve denkelyk zig ook elders hebben vertoond. Het komt 'er dus juist niet zeer op aan , Ed. Gr. Achib. Heeren indien onzen Onderngier al eens in 't noemen van de Plaats zig met juist had uitgedrukt, of dat het eerder hier dan elders was los gebroken. Het is om 't even. De waarheid van die voorname coup is daar, en het algemeen oogmerk , in het doorzetten van dit godloos voorneemen, word beweezen, door 'c geen op 't platte Land, ja ook onder het oog van den Souverain gefchied. — Dan wy kunnen niet geloven, Ed. Gr. Achtb. Heeren, dat onzen Onderrigter in de Piaats mis gehad hebbe , omdat te gdyker tyd berigten van Arnhem , en zelfs in de Nieuwspapieren wierden gevonden, welke melden, dat men daar openlyk fprak dat de Battailjons van Douglas en Semmer/attt eerlang die ' ongelukkige Stad zouden verlaten , om naar Utrecht te marcheeren. En dat dit alles ten vollen fterkt , volgens berigt van onze correspondentie, is de orde door de Magiftraat der Stad Wyck by Duurftede aan haare gewapende Burgery gegeeven , zynde den commandeerenden Officier gelast, „ alies in de best mogelyke ftaat van tegenweer te (teilen, en geweld met geweld te keeren, nadien zy eene overrompeling van hunne Stad wezen " Ziet daar, Ed. Gr. Achtb. Heeren, ons berigt beweezen , beweezen door gebeurtenisfen, die zig na het geven van 't zelve hebben geopenbaard , en de waarheid er van middagklaar getoond. Nooit, Ed. Gr. Achtb. Heeren, hebben wy in onze Misfive aan de Heer Gordon gemeld, dat 'er een Plan ter uitvoer gebragt zouae worden door eenig Krvssvolk. Het is, Ed. Gr. Achtb. Heeren, alleen by wyze van waarfchouwing, dat wy zeggen in »t einde van onzen Brief, „ dat wy geenzints twyifelen , dan dat zy alle mogelyke precautie tegen overrompeling van Iroepes zouden gebruiken." Indien het waar was, dat die  056 maart, ZAAKEN VAN 1786* die van Utrecht het Burger-moordend Battaüjon van Douglas te wagten hadden, Was het danontydig, Ei. Gr. Achtb. Heeren , voor deze Burger-beulen op zyn ttoede te zyn? immers neen. Hiermede , Ed. Gr. Achtb. Heeren , meenen wy, ten vollen te hebben beantwoord aan de requifitie van U Ed. Gr. Achtb. , en van hun Ed. Mog. de H eren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, want wy kunnen , nog mogen niet denken, dat de meening van hun Ed. Mog., of van U Ed. Gr. Achtb. zoude zyn, onze correspondenrle te weeten , waardoor ons dit gewigtig en waaragtig Onderrigt zy meede gedeelt. Zulk eene opening van onze correspondentie te geven, ware in deze conjecture van tyden, in ons oog, allernadeeligst voor het algemeen , terwyl daardoor in veele , zoo niet in alle gevallen , de pas zou werden afgefneden , om de middelen van deienfie tegens onverwagte ontmoetingen tydelyk te beramen, en de eer en goede naam der Schutterye van St. Joris daarby zig merkelyk zou zien bezwalken ; doordien alle correspondentie en vertrouwen op dezelve, niet zonder reden, zou cesfeeren. Naar U Ed. Gr. Achtb. in de befcherming Godes te hebben aanbevolen , hebben wy de eer, met allerverfchuldigd refpedr, ons te ondertekenen. Ed. Gr. Achtb. Heeren. , U Ed. Gr. Achtb. gewillige Dienaren, de Krygsraad der Schutterye van St. Joris en Ed. Voetboog. Ter Ordonnantie van dezelve. „ (Was get.) f. duffer cz., Secretaris. Dordrecht den 7 Maart 1786. XXVIII.  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 257 XXVIII. Misfive van den Stadhouder aan de Staaten van Friesland, over de Regeerings-beftelling in de Steden. In dato 1 Maart 1786. EDELE MOGENDE HEEREN, BYZONDÏRE GOEDE VRffiNDEN l Wy hebben donderdag den 23 February laatstleeden ontvangen Uw Ed. Mog. Misfive- van den 21 daar te voorens, by welke Uw Ed. Mog. ons ge. lieven te refiitueeren de Misfive van den Heere C. L. van lieyma, volmacht wegens West-Dongeradeel, welke wy by onze Misfive van den 12 February aan uw Ed. Mog. hadden gecommuniceert, en waar by Uw Ed. Mog, ons verder gelieven te verzoeken , om binnen den tyd van veertien dagen na receptie van Uwer Ed. Mog. voorfz. Misfive, aan Uw Ed, Mog. te doen toekomen explicatie van onze gedagten omtrent Uwer Ed. Mog. recht, in bet arresteeren van RegeeringsReglementen voor de refpeclive Steden, ert omtrent het recht van Electie in de voorfz. door ons geöxerceert, en wel byzonder omtrent dit laatfte Poinct ; voor af moeten wy betuigen, dat wy in het communiceeren der voorfz. Misfive aan Uw Ed. Mog. geen ander voorneemen hebben gehad , dan om aan een ieder te doen zien, dat wy niet fchroomden om die Misfive, aan welke zoo veel publiciteit gegeeven was , op eene Iegaale wyze ter kennisfe van Uw Ed. Mog. te brengen , en deszelfs inhoud aan Hoogstderzelver examen fubmitteeren ; terwyl wy met leedweezen hebben be; fpeurd uit Uw Ed. Mog. meergemelde Misfive van den Heere C. L. van Beyma, tegens onze ware bedoelini gë in eenen verkeerden zin door Uw Ed. Mog. is opgevat , en over zulks dat die toezendinge aan Uw Ed. IMog. onaangenaam is geweest, zo dat wy ons niet ] hadden konnen voorltellen , dat de overzendinge dier Misfive geleegenheid zoude hebben gegeeven, dat Uw ; EL Mog. aan ons zouden hebben gedaan de twee vraaXXXI. deel. R gen.  258 maart, ZAAKEN VAN 1786. gen, in U.v Ei Mog. meergemelde Misfive vervat, noch dat dezelve aan ons, op zo eene presfante wyze en met vastflellinge van zo eenen korteu tyd , om dezelve te beantwoorden, zoude zyn gedaan. Doch om, zo veel in ons is, aan het gemanifesteerd verlangen van Uw Ei. Mog. te voldoen, hebben Wy niet willen af zyn, omtrent het recht van de Electie der Magiftraaten in de refpedtive Steedeu aan Uw Ed. Mog. rondborftig te verklaaren , „ dat Wy vertrouwen , en ons ten vollen verzeekerd houten , dat het recht der Magiltraats-Beftelling in de elf S eeden van Friesland, aan ons wettig competeerd,'' en byzonder ook te Leeuwarden, zo als Wy met de daad getoond hebben van dat begrip te zyn, door het doen der Electien in de refpedtive Sreeden , uit de aan ons toegezondene Nominatien, zo als Wy nog laatsilyk inde voorleeden maand December voor dit loopende jaar hebben gedaan ; en wat aangaat het recht van Uw E 1. Mog. tot het arresteeren van Reglementen op de Regeeringen in de refpedtive Steeden in het algemeen, zo vinden Wy ons bezwaard, om daar op en byzonder in zo een korren tyd , ons gevoelen bepaaldelyk te kun. nen uitten, doch wy maaken geene zwaarigheid, om, met relatie tot de 'Stad Leeuwarden ftellig voor ons gevoelen te uitten, dat Uw Ed. Mog. gerechtigd zyn om aan die Stad thans een nieuw Reglement te geeven. Wy vleijen ons, dat Uw Ed. Mog. het geen voorfz. is, naar derzelver wysheid overweegende , met deeze Declaratoiren zullen zyn voldaan. Waar meede Ed. Mog. Heeren! Byzondere Goede Vrienden! Wy Uw Ed. Mog. beveelen in Gods heilige protectie. Uwer Edelen Mogende Dienstwillige Dienaar. (Was geparapheerd) w. p. v. ORANGB. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid by abfentie van den Geheim-Secretaris. (Was get.) Op 'tLoo den J. de RIEMëR. 7 Maart 1786. XXIX.  maart, STAAT EN OORLOG. 17E6. 259 XXIX. Protest en Advis van verfcheiden Friefche Staatsleden uit de Steden , raakende de Regeerings-bejlellirg in de Steden van hun Gewest. In datis 21, 24 Febr. en 9 Maart 37S6. De geëxhibeerde Concept-Misfive van het Kwartier van Oostergoo, in zich bevattende de Sustenue, als of aan de Ed. Mog. Heeren Staaten des Lands toekwam het Recht, om naar welgevallen voor de refpeétive Sceeden in deeze Provincie, Regeerings-Reglementen te veranderen en te maaken , firydig met het . Reglement-Reformatoir, mede Conventie tusfehen Landen en Steeden, van den jaare 1580, en met verfchil. lende Staats-Refolutien over die materie genoomen, zynde dit erkend Recht der Steeden om haar eigen Domefiieke Reglementen en Raads-beftellingen te maaken , althans meer dan 300 jaaren in de Steeden geëxerceerd, zo als klaarlyk blyken kan uit twee Reglementen van Bolsward en Sneek, over de forma van Regeeringe , door de Leden der Regeeringe zelve gemaakt in de jaaren 14.56 en 1457 , te vinden in het Charterboek, gelyk ook in de Conditiën, die tusfehen Hertog Karei van Beurgondien , en de Magiftraat der Stad Dokkum in het jaar 1470 gemaakt zyn , onder I anderen bedongen is de kiezinge van de Magiftraat vry te laatpn ; dus verklaaren wy niet alleen ons- met dezelve Misfive niet te conformeeren , maar tevens van j oordeel te zyn , dat wegens dit Kwartier (indien onverhoopt by de drie Land - Kwartieren eene Concltifie I overeenkomftig gemelde Concept-Misfive wierd genoomen) daar tegens ten fterkften behoorde te worden géprotelteert; vermits zoodanige Refolutie een notoire en dadelyke infraftie in het Recht, ieder Stad afzonderlyk onwederfpreekelyk competeerende zoude behelzen, met; referve , om daar tegens ten allen tyde zoodanige te ageeren, als men tot maintien van het Recht der Steeden, zerzelver Burgers en Ingezeetenen zal verftaan te behooren, en indien Uw Ed. Mog. niet tot een foortR 2 ge-  sfo maart, ZAAKEN VAN 1786. gelyk Protest , Kwartierswyze gelieven te refolveeren; zoo verklaaren niet te min Volmagten van Harlingen, zich met de geconcipieerde Misfive, als in zeer onbeleefde termen gecoucheerd, niet te kunnen conformee. ren, en voor zoo verre dezelve de boven aangehaalde Sustenue bevat, daar tegens ten Iterkften te protefteeren , en dezelve nevens alle Refolutien reeds genomen of nog te neemen, waar by her veranderen en maaken van Regeerings-Reglementen voor de Steeden, aan de Staaten des Lands wordt toegekend , te houden voor niemand verbindende, referveerende zy Volmagten wel fpeciaal voor zich en hunne Committenten het Recht, om daar tegens ten allen tyde te ageeren , zoo en in dier voegen , als zy ter handhaaving en befcherming van de Rechten en Privilegiën der Steeden in het algemeen, en van de Stad en Burgery van Harlingen in het byzonder zullen verdaan te behooren. Ten welken einde zy deezen in het Kwartiers-Boek zullen doen aanteekenen. Aöum den 21 February 1786. j. van alema. e. m. va1n beyma. De Ondergeteekende Volmagten conformeeren zich met het boventtaande , en hebben dus deeze onder, fchreeven. Wegens Sneek J Wegens Stavoren. e. de wendt. I b. van s1ppama. Wegens Workum. I charlbs bigot. d. b. van der haer , Van I Camper-Nieuwland. I petrus camper. j De Ondergeteekende Volmagt uit de Vroedfchap wegens de Stad Sneek, by dieninge van bovenftaande Advis en Protest niet preient geweest zynde, verklaart by deezen dat het alleen daar door veroorzaakt is , dat het zelve niet heeft Onderteekend , vermits de Sentimenten daar in vervat, volkomen voor de zyne erkent en  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. aör en aanneemt: hebbende deezen aangeteekend, ren einde zulks ten allen tyde zoude kunnen geblyken. Attum den 24 February 1786. H. ZWAANENBURG. De Ondergefcbreevene Meede-Volmagt ui: de Magi. ftraat der Stad Harlingen abfert geweest zynde , conformeerd zich ook met het bovenltaande Advis e'n Protest. Aétum den 9 Maart 178Ö. syds schaaff. XXX. Advis der Regeeringe van Vlisfingen, omtrent de aan/lelling van den Advocaat WITTE TULLINGH tOt PrOCUreur van Braband. Ingebragt ter Vergaderinge der Staaten van Zeeland, in dato lo Maart 1786. Dat, wanneer Hun Ed. Achtb. alleen in aanmerking neemen, dat de Heeren Ordininaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit, by eene expresfe Refolutie van den 26 September 1705, zyn aangefchreeven , om zorg te dragen, dat op de Misfive der Regeering van 's Bosch van den 14 September deszelven jaars , waarby rec'ameeren zekere Privilegiën medebrengende , dat de Beampten tot de administratie van de Juftitie over Braband in die Provintie moeten zyn geboren , geen Refolutie by Hun Hoog Mogende wierd genomen buiten concurrentie van Hun Ed. Mog de Heeren Staaten van Zeeland , Hun Ed. Achtb. niet kunnen begrypen , hoe de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit, die in dezen van den Heer Cau hebben gedisfentieerd, van zig hebben kunnen verkrygen, om desniettegenltaande de ftem dezer Provintie tot fuppietie der functre van Advocaat fiscaal van Braband te geven aan iemand hoegenaamd, E 3 en  aSi maart, ZAAKEN VAN i78tf. en de Conclufie met de Meerderheid op te maken ; veel min hoe welgem. Heeren in goeden ernst hun gedrag meenen te kunnen verfchoonen , met te zeggen: dat zy in de opinie hadden geverfeerd , dat, zoo lang 'er geen verbod van Hun Ed. Mog. was, dat de Gedeputeerden op geen Generaliteits Ampien konden ftemmen , dezelve hangende Hun Ei Mog. deliberatien over de Misfive van de Magiltraat van 's Bosch en van den Raad van Braband, naar ouder gewoonte gerusr de ftem konden geven aan den Heer Witte luilingh;" daar immers de aanfielling van welgem. Heer, a's geen geboren Brabander zynde , direct aanloopt tegen de in voorfchreeven Misfive gemanifesteerde fustenue der Regeering van 's Bosch, en waarop Hun^ Ed. Mog., in afwagting der advyfen van den Raad van Staaten en Raad van Brabani, hunne vrye deliberatien wilden hebben gereferveert , met fpeciaal verbod aan hunne Gedeputeerden , van toetelaaten , dat Hun t-d. Mog. hierin wierden gefrusteerd. üm met te zeggen, dat welgem. Heeren Ordinaris Gedeputeerden met onkundig waren van Hun Ed. Mog. deliberatien op de Misfive der Heeren Staaten van Holland van den a February 1785, rakende het niet begeeven der Generaliteits Ampten, zoo Politicq als Militair, als met rugfpraak der Provincie , en waarop reeds voor lang Conclufie had kunnen worden genomen, indien de Heer van Lynden voor den eerst Edelen, lchoon door meest alle de Leeden menigmaal daartoe verzogt, met opzettelyk, en tot heden toe geweigerd had , zyn advys uittebrengen, en aldus dadelyk zig zeiven en zyne Meede-Gedeputeerden, in weerwil van de intentie der Meerderheid van de Siaats-Leden , had geraajntmeerd by de faculteit, om over de Generaliteits Ampten zonder kennis der Provucie te disponeeren. Dat Hun Ed. Achtb. bovendien moeten remarqueeren , fpeciaal nopens de conduite van den Heer van Citters , dat hy niet alleen op den eerften December des afgelopen jaars , met zigtbaare precipnance , en fchoon geen der andere Provinciën gereed was , de item gegeeven heeft, maar zelf zyne Committenten daarvan onkundig gelaten in de Misfive, den volgenden dag  maart, STAAT EN OORLOG, 1786. ' 263 afgezonden , tot addres eener NB. ter deliberatie van Hun Ei. Mog. overgenomen Misfive van den Raad van Braband, verzoekende, dat Hun Hoog Mog. by het remplaceeren van de Post van Advocaat Fiscaal van Braband in het eog geliefden te houden een Perfoon , in de regten en praclycq van Braband kundig. Een overneeming, welke ten uitterften onnodig was, daar ov-r de Provintie Rem direct, by het inkomen der voorfchr. Misfive op den eerden December, door den Heer van Citters was gedisponeert, en Hun Ed. Achtb. niet durven denken, dat met deze vertooning van refpeét en gedienitigheid een ander oogmerk bedoelt wierd. Dat mitsdien Hun Ed. Achtb., ten uitterften improbeerende de conduite der Heeren Ordinaris Gedeputeerden, die van den Heer Cau in dezen gedisfentieerd hebben , fpeciaal dat van den Heer van Citters , van oordeel zyn, dat Hun Ed. Mog. hunne bülyke resfentimenten aan welgem. Heeren behooren te temoigneeren op eene wyze, welke met de authoriteit, die den Souverain boven zyne Afgezondene toekomt , beftaanbaar is ; met verdere inflruclie , om uit naam en fpecialen last van U Ed. Mog intetrekken de Rem, door den Heer van Citters aan den Advocaat Witte Tullingh gegeeven , en op de fuppletie van dat Ampt te referveeren U Ed. Mog. vrye deliberatien. Dat vooits van deze Refolutie by refcriptie aan de Heeren Staaten van Holland , in convenable termen , waaromtrent Hun Ed. Achtb. bpreid zyn met de overige Leden in overleg te komen , worde kennis gegeeven. Dat voor het overige Hun Ed. Achtb. zig op het rapport van den 23 February laatstleden, en de Concept-Misüve aan de Heeren Staaten van Holland, deze zaak aangaande , niet zullen expliceeren , dezelve met den gevolge daarvan latende voor rekening van die Leden, die zouden mogen goedvinden, zig daarmeede te conformeeren; Vermeende nogtans Hun Ed. Achtb., deeze gelegenheid niet te kunnen verzuimen, om nogmaals te inlleeren op de afdoening der deliberatien op het Staats-rapport van den 14 February .1785, over de R 4. be-  a64 maart, ZAAKEN VAN 178Ö. begeeving der Generaliteits Ampten , — eene afdoening , te noodzakelyker, nadat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden , by Misfive van den 13 February laatstleden , hunne'fustenue, dat het helpen disponeeren over de Generaliteits Ampten zonder last hunner Committenten , is een agrement aan hunne qualiteit verknogt, door hunne Predecesfeuren genooten, en waarvoor zy hunne recognitie betaald hebben, onder het oog van Hun Ed. Mog. hebben gebragt; dat mitsdien Hun Ed. Achtb. de Heeren van Goes nogmaals gantsch vriendelyk verzoeken, om met de overige Leden te concurreeren tot het bepalen van een dag, waarop, (even als, op de Propofitie van dezelve Heeren, nopens de zaak van den Advocaat Witte Tullingh gefcbied is) de deliberatien over de begeeving der Generaliteits Ampten zouden kunnen worden getermineerd, ten einde aldus voor het vervolg alle rnisverftand voor te komen , en de Heeren Gecommitteerde Raaden te houden buiten de noodzakelykheid , om , ingevolge het voordel der H'eren van Zierikzee , daarvan een expres poinct van befchryving te maken. XXXI. Adres van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Ed.Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroed' fchap der Stad Utrec.it. In date 15 Maart 1786. Geven met fcbuldigen eerbied te kennen, de Ondergetekende Geconditueerden van 136S Burgers en lnwooners, en de Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien , (onverminderd meer voorgaande gedaane Peclaratoiren en Protesten) dat U Ed. Gr. Achtb. aan de Ondergefchreevene , by Copia Authentiek , hebben doen toekomen een Refolutie , by U Ed. Gr. Achtb. genomen op de Contideratien, door Heeren Bargemeefteren en Oud-Burgemeederen, by Rapport, den 27 February jongstleden , voorgedragen, van inhoude, ais de Publicatie, welke U Ed. Gr. Achtb. den 7 dezer Maand,  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 265 Maand, daarvan hebben doen afkondigen, drukken en aanplakken; en welken aangaande de Ondergefchreeven verpligt zyn, aan U Ed. Gr. Achtb. voonedragen : — Dat der Öndergefchreevene principalen zig wegens deze Publicatie zeer bezwaard vinden ; als het motief, by die Publicatie vervat, hierin gelegen is , ,, dat de laatst gepubliceerde Vroedfchaps Rofölutie, op den qo December des voorleden Jaars, als niet vrywillig, maar wegens de doemalige omftandigheid en iituatie van zaken genomen , U Ed. Gr. Achtb. dezelve" confidereeren en houden voor informeel , kragteloos en van onwaarde." — Dat dus U Ed. Gr. Achtb. elf weken na die genomen Refolutie, zig gronden op omllandigheden en eene fituatie van zaken , die , zonder dezelve opfegeven of intetreden, van dien aart zoude zyn, dat U Ed. Gr. Achtb. (na alvorens op den 28 December 1785, beproefd te hebben, of U Ed. Gr. Achtb. door het obtineren van een Staatswys ontflag uit den Eed., deze Refolutie ten effecle konden brengen, en daardoor deszeifs wettigheid volkomen hadden gemanifesteert en geratihabeerd) als nu vermenen, daarin dien grond gevonden te hebben, om dezelve Refolutie te konnen confidereren en dadelyk te houden voor informeel, kragteloos en van onwaarden. Dan waaromtrent de Ondergefthrevene verpligt zyn, aan ü Ed, Gr. Achtb. voortedragen, met allen eerbied, wat daarop word geremarqueert, namentlyk: dat U Ed. Gr. Achtb, op den 20 December 1785, by gelegenheid van het nemen van die Refolutie, vergaderende, vooraf onder de aanroepinge van Gods heiligen naam hebben verklaard, „ dat uwe hulpe beftaat in den name des Heeren , die Hemel en Aarde gefchapen heeft;" zoo als U Ed. Gr, Achtb. te gelyk hebben afgebeden den Goddelyken byftand, in deze bewoordigingen: ,, dat wy ih ons Ampt ons getrouwelyk quyten, en dat wy mogen zien, verftaan , refolveren en doen, 't geen dat best is, en ftrekke tot welvaren, rust en vrede van de Stad en de Ingezetenen van dien , zonder ter regter- of ter flinkerhand aftewyken, of door eenige gunst, haat, of andere :;ff*ctien ons te laten bewegen, of ons ergens inne by eenige oorzaken te vergecen, in allen onzen hanR 5 del  255 m.vart, ZAAKEN VAN 1786. del niets voor ogen hebbende of doende, dan dat behoorlyk en regt is." — Boven het welke als van zonderlinge opmerking in confideratie word genomen de Eed , welke by U E1. Gr. Achtb. is afgelegd , als daarby uitdrukkelyk vermeld ftaat: „ dat ik in alle gelegendheden 't profyt en welwezen der Stad Utrecht en de Borgers en Inwoonders van dien, mitsgaders de verzekerheid en bezwaarnisfen der voorfchreve Stad aangaande , getrouwelyk zal raden, en 'c zelve vorderen na myn beste weten en vermogen:" En word dezen Eed befloten met dit nadrukkelyk Declaratoir: „ Dat zal ik niet laten om lief of leed, om Maagfchap nog om Zwagerfchap , om giften , nog om gaven, nog om geenerhande zaken." — Het zy den On* dergetekenden gepermitteerd , uit de befchouwinge van dit alles, aan U Ed. Gr. Achtb. met verfchuldjg 1e agting de gedagten van hunne Principalen voortedragen, als dezelve van oordeel zyn , dat U Ed, Gr. Achtb. op de bovengemelte gronden , om geene oorzaken of omftandigheden, ja ook niet om Lief of Leed, en generalyk om generhande zaken , eenig befluit of Refolutie hebben konnen ofte mogen ne»men, welke U Ed. Gr. Achtb. op fundament van de fubfifterende omftandigheden befchouwden te moeten houden voor informeel, kragteloos en van onwaarden; dan dat het rigtfnoer van U Ed. Gr. Achtb. by het nemen van derzelver befluiten geene andere heeft konnen zyn , dan het zy om lief of leed, of om eenigerhande zaken, te doen , dat behoorlyk en regt is. — Dat mitsdien der Ondergefchreven Principalen niet konnen bevroeden, dat U Ed. Gr. Achtb. op den ao December 1785, by derzelver toen laatstgepubliceerde Refolutie elf weken zouden hebben blyven perlisteren, zonder by die Publicatie of Affixie immediaat uittekomen , dat die Refolutie by U Ed. Gr. Achtb. gehouden wierd voor informeel , kragteloos en van onwaarde; gezwegen dat, zoo dezelve daarvoor moefte gehouden worden , bet zy met allen eerbied geavanceerd , die Refolutie by U Ed. Gr. Achtb. niet zoude hebben konnen genomen worden , als hetzelve dan notoirlyk zoude involveren, dat de Leden van den Raad, welke daartoe gecon- cur-  maast, STAAT EN OORLOG. 1786. 267 curreert hebben , zig als dan hadden fchuldig gemaakt aan een niet minder (tap van bezwaar tegen hunnen Eei , als die , welke zy als nu by Refolutie van den 6 Maart, op fundament van de gezegde geexteert hebbende omftandigheden en fituatie van zaken, vermeend hebben , uh dfn weg te ruimen.. En mitsdien, houi de Burgery het daarvoor , dat in het nemen van de Refolutie /van den 2o December ,785 , een kragtrg bewvs voor het effeft van dezelve rendeert: als U Ed. Gr Achtb. geconfidereert wordende , Ampts-, Eedsen Pigtshalvtn, geene Refolutie te hebben konnen nemen, welke informeel, kragteloos en van onwaarden Sas waarom de Burgery die Refolutie blyft^efchou. wen en het, als gezegd, daarvoor houd, dat dezelve w en wettig genoden" zynde, het effect daarvan aan hen, door de*nadere Publicatie van ü Ed Gr. Ach b niet kan vrugteloos gemaakt worden ; a s het de Burgery niet gepermkteert is te mogen geloven, dat het aan een Raad vry zoude konnen ftaan, om, op gronden van omftandigheden en eene fituatie van zaken , eeïe als 't ware misleidende, pf abuferende Refoutie te mogen nemen, welke volftrekt informeel kragteloos en val onwaarden zynde, ook nadat men dezelve door opgevolgde daden gemanifesteert, en ten effefte van dien geratihabeert hebbende, na goedvinden zoude kunnen vernietigen, en voorts buiten effect: te Rellen. En daar de Bur|ery diergelyke gevaarlyke grondregelen van refolveren of het nemen van befluiten aan U Ed Gr. Achtb. niet kan of vermag toetekennen; zoo is het, dat de Burgery dan ook de Refolutie van 20 December I78ï , niet kan houden voor waarlyk informeel, kragteloos'en van onwaarden. En dit ook w minder, ais de wyze hoe de Refolutie van U Ed. Gr. Achtb., genomen den 6 Maart jongstleden, bovendien 111 aanmerking komt, waartoe de Burgery vertrouwd heeft, tot een grond te mogen leggen het gerelateerde van de Vroedfchap, by continuatie van de extraordinans befchryving ter afdoeninge van de Bezwaren , van den is Juny 1785, als hetzelve by de Notulen m deze bewoordingen voorkomt: „ Wyders door den Heer „ van Westrenen voorgedragen zynde, of de feminien- „ ten I ■  268 maart, ZAAKEN VAN J73ÓV „ ten der Leden van den Raad , welke op den 26 „ Mey laatstleden , zoo by monde als gefchrifte ver5, klaard hebben, zig te houden aan het Reglement „ van den jaare 1674, en volltrekt te zyn tegen alle „ veranderingen , welke daar omtrent zouden mogen „ ondernomen en gemaakt worden , ook moeten geconfidereert worden, zig fpeciaal gedeclareert te heb„ ben tegen het nomineren van nieuwe Raaden , in cas van vacatuur, door Kiezers, uit de Burgery, en „ of dienvolgens hun Ed. fentiment in het colligeren „ der vota omtrent voorfz. poinö mede moeten ge„ rekend worden , en in confideratie genomen zynde, ,, dat gedagte Leden zig -wel in het Generaal tegen al,, le veranderingen in het Reglement der Regeering van ,, den jaare 1674 gedeclareert hebbende, echter zig van „ de verdere Sesjien, over het piinct der Befchryvinge „ geabfenteert, en ie Befoignes van den Raad niet geacifisteert en hunne gedagten geuit hebben, heeft „ de Vroedfchap geoordeelt, dat derzelver Jtntimenten „ in het colligeren der vota niet mede in aanmerking ,, kan komen, of genomen worden.'" Een gerefolveerde, dat buiten de zig te dier tyd geabfenteert houdende Heeren genomen is door vyf en twintig aanwezen» de Heeren Leden van dezen Raad. —- Op fundament van welk gerefolveerde de Burgery vertrouwd, behoudens alle waardigheid, in dezen ook op gronden van regt te mogen reprocheren de vota van de Heeren OudBurgemeefteren van Beek, Heer van üykveld, van der Dusfen, en van Musfchenbroek, en van de Raaien Boa'dens, Pesters , Zaal, Ewyck en Nahuys, alsmede van den, zig zedert den 21 Juny 1785 , die extraordinsris befchryving mede onttrokken hebbende , Heere Verfchoor , en *den tot die Vergadering niet behoord hebbende Heere Odé, en zulks voor zoo. veel alle die Heeren, of eenige van dien, tot het nemen van de gepubliceerde Refolutie van den 6 Maart jongstleden , mogten geconcurreert hebben, om met hunne vota eene meerderheid van Remmen te hebben veroorzaakt, ook in praejuditie van de Remmen der Raaden , welke op den 20 December 1785 verklaard hebbende , tot het nemen van de laatRe Reloiutie op dien dag niet te heb. ben  maart, STAAT EÏT OORLOG. 1786. 26» ben geconcurreerd, als nu ook hebben geoordeelt, niet te hebben moeten concurreren , om die Refolutie te houden voor informeel, kragteloos en van onwaarde • en daar dit alles mede in aanmerking genomen, zynde' vertrouwt de Burgery, zig op goede gronden verzei kerc te mogen houden, dat 'er ook geene zoo genoegzame meerderheid van ftemmen op den 6 Maart in den Raad hebbe gecxteert, welker getal in confideratie heeft konnen komen, om op gronden van regt en billykheid1 de, op den 20 December 1785, genomen Refolutie te hebben konnen verklaren voor informeel, kragteloos en van onwaarden; als by dat alles de wyze van het colligeren der" ftemmen , met daar onder te tellen dezulken , welke ten dezen in geen aanmerking konden ko. men, hoe zeer 'er ook mdgté begrepen worden dat 'er eene meerderheid geëxteert hadde, hetzelve om bovengem. redenen niet genoegzaam konde zyn , om ééae eens wettig genomen Refolutie vóór informeel, kragteloos en van onwaarde te verklaren. En mitsdien dat de Burgery op die zelve gronden vertrouwd dat aan haar het tffect van dezelve Refolutie ook niet heeft konnen vrugteloos gemaakt worden, ja ook dezelve niet op de verdere gronden, vervat by Publicatie van den 7 Maart jongstleden, als dan nog in aanmerking zoude hebben dienen te komen de middelen, vervat by Adres den 6 te voren door de Ondergetekende aan U Ed' Gr. Achtb. voorgedragen, ter introductie van het se'. arresteerde Reglement van Regeeringe ; als daarby aan de Leden van den Raad eene deure geopend wierd om , zonder eenig het allerminfte bezwaar, en vooral ook „ buiten het presteeren van eenen anderen Eed of contrarieerende aan denzelven, waarin de Raad thans ftaat," de introductie van het gearresteerde Reglement te hebben konnen effectueeren, ook zoodanig, dat alle gemoedelyk bezwaar van die Regenten, welke tot hiertoe op Staatsgewys ontflag van den Eed hebben geRaan, daardoor geheel en al wierd weggenomen • en welk Adres, waarin aan de zyde van de Burgery de allergelrgnaleerfte blyken zyn gegeeven van de confideratie , welke zy aan Leden van een Raad toedraagt met wien het haar opregt ernst was, te concurreren ter  2?o maart, ZAAKEN VAN i?8ö. ter bevordering van rust, vrede en eensgezindheid, tot bevestiging van het profyt en welvaren van deze Stad, zy dan niet hadden konnen verwagten , dat hetzelve aan eene zoo ongunftige dispofitie zoude onderhevig gemaakt worden , veel min, dat ter zeiver tyd eene Refolutie tot een dusdanig einde, als de meergemelte Publicatie tendeert, zoude genomen zyn, als niettemin de Burgery tot haar gevoelig leedwezen heeft moeten ondervinden, en daarom boven alle het gunt voorfchr. zi°- verpligt vind , aan U Ed. Gr. Achtb. op de hier boven gelegde gronden in ferieufe overweging te geven : of het tusifchen een Raad en Burgery vertrouwen kan vestigen , ja of het niet ter contrarie in allen gevallen hoogst gevaarlyk moet befchouwd worden, dat een Raad een Refolutie, die zy genomen heeft, en wel die zy genomen heeft na de regelen en op de gronden , waarna zy verpligt is, haare Vergadering te moeten houden, en alzoo verdaan word, wettig genomen te zyn, en dat dezelve buiten dien niet mag genomen worden , wanneer het haar goedvind , of dat dé gelegenheden daartoe best fchynen te concurreren , maar voor informeel , kragteloos en van van onwaarden te verklaren ; als een "Raad volgens Eed om lief, of om leed, nog om geenerhande oorzaake zoodanig eene Refolutie konde of vermogte te nemen. En of de Burgery en Schuttery zig niet met even veel regt op haar Eed zoude mogen beroepen, als zy gezworen hebben, „ dat zy alle geweld ook tegen de goede Burgery en Ingezetenen dezer Stad, of tegen de Voorregten en Privilegiën van dezelven met Goed en Bloed zal helpen afweeren," en als hierby overwogen word, dat by het Staats-Rapport met zoo veele ronde woorden word verklaard, "„ dat het Reglement van 1674 ten eenemaale contrarieert, en ook zelfs in veelen opzigte firydig is met de Privilegiën, Handvesten en Geregtigheden van den Lande," en daar mede ook met zoo veele woorden overeenkomt bet betoogde van U Ed. Gr. Achtb. by de bevorens gearresteerde Misfive, op den 21 Maart 1785 , aan Zyne Doorl. Hoogheid afgezonden, pag. 2.5—37, en inzonderheid de conclufie, beginnende onder aan op pag. 37, van de in Oc- ta-  waart. STAAT EN OORLOG. 178& 271 tavo gedrukte uitgave : Zoo kan 'er geen ogenblik bedenking vallen , of de Burgery en Schuttery van Utrecht vermag ingevolge van haaren Eed niet alleen geen handhouden aan 't Reglement van 1674, maar is ten allerkragtigften verpligt te effedueeren , dat hetzelve hoe eerder hoe beter uit de Waereld komt. En daarom zullen U Ed. Gr. Achtb. aan de Ondergetekende , zoo wel als aan de Burgery , ten besten nemen, dat zy, onder inbaefie van de middelen vervat by Adresfen, den 6 en 22 February dezes jaars geprefenteerd tot justificatie van hun gehouden gedrag op den 20 December 1785 , en het daarby zedert in Confesfo geltelde aveu, „ dat 'er alstoen een waarag. tige VolkRem heeft geöxteert," waaraan U Ed. Gr. Achtb. gehouden zyn, „ derzelver gegeeven woord ten iine van introductie te presteeren," alsmede onier es. presie inname van de middelen en voordragt, vervat by Adres den ö Maart jongstleden aan U Ed. Gr Achtb. ingeleverd , dat zy met betuiging van alle agl ting verklaren, dat zy in die verwagting blyven verfeeren , dat niettegenftaande de op den 7 dezer gedaane Publicatie , van U Ed. Gr. Achtb. genomen Refolutie van daags te voren , aan de Burgery, onder het declaratoir, vervat by der Ondereefchrevene laatfte Adres, zullen presteeren het effect van de Refolutie, den 20 December 1785 genomen, en mitsdien, dat de Burgery op den 20 Maart zal worden geReld in het dadelyk genot der introductie van het gearresteerde Reglement van Regeeringe dezer Stad, waarop de Burgery alsnog inReert, en hetzelve verwagt,} en daaromme alsnog by deze aan U Ed. Gr. Achtb. word geinhaereerd derzelver by Adres van den 6 dezer maand Maart gedaan Protest tegen elle gevolgen , welke het effect, van die introductie, op wat wyze ook, hinderlyk zoude mogen zyn ; alle dezelve overlatende voor rekening en verantwoording van die Leden van den Raad, wel. ke tot de Refolutie van den 6 Maart , en opgevolgde Publicatie derzelve, hebben geconcurreerd. — En onder deze voordragt en Protest, dat de Burgery in allen gevalle moet onfchuldig gehouden worden, is het, dat de Ondergefchrevene U Ed. Gr. Achtb. bevelend! in  272 maart, ZAAKEN VAN 178Ö. in de hulpe en protectie van den name des Heeren, die Hemel en Aarde gefchapen heeft, en hiermede me: de hoogfte agting tekenen te zyn. edele groot achtbaare heeren! ü El. Gr. Achtb. getrouwe Burgeren. (Was get.) Door de Geconftitneerden en Gecommitteerden. XXXIf. Approbatie van het yerrigte van Gecommitteerde Raaden, ten aanzien der nieuwe Vaandels voor het Regiment Hollandfche Gardes te voet. In dato 16 Maart 1786. Omfangen een Misfive van-de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 28 der voorleede maand, waar by ter kennis van hun Ed. Groot Mog. brengen het geen tot executie van hoogstderzelver Refolutie van den a8 September 1785 , betreklyk de nieuwe Vaandels voor hun Ed. Groot Mog. Regiment Lyfgardes te voet, hadden verrigt, breeder in de navolgende Misfive en Bylage vervar. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, met approbatie van het verrigte in de voorfz. Misfive en Bylage vervat, dezelve aan te neemen voor Notificatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDE-  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. a?3 edfle groot mogende heeren, Het heeft U Edele G'oot Mög. behaagt ors by hoogstderzelver Refolutie van den 28 September iy$s te qualificeeren om voor U Ed. Groot Mog, Regiment Lyf-Guardes te Voec nieuwe Vaandels te laaten maakert, voorzien aan de eene zyde met het Wapen van deeze Provincie , en aan den anderen kant met een ge" wapenden Arm, met een Swaard , en liet Devies Pugno pro Patria: en de gemelde Vaan« dels aan de voorfz, Lyf-Guardes voor ditmaal uit naam van U Ed. Gr. Mog, te vereeren % mitsgaders om zorg te diaken dat de Ringkraagen der Officieren by het gemelde Regiment, insgelyks met het Wapen van fj Ed. Gr. Mog. werden voorzien, en dat in het generaal by het zelve geene andere Wapens dan die van deeze Provincie voortaan tot uitwendige teekenen werden gebruikt Wy hebben Vervolgens doof de Heeren onze Commisfarisfen tot de Militaire zaaken de nodige ordres geftcld om al het gerequireerde, ter executie van de voorfz. U Ei. Gr. Mog. intentie, in gereedheid te doen brengen, endoor dezelve op den 25 deezer maand onderrigt zynde , dat de vier nieuwe Vaandels met de Wapens van U Ed. Groot Mog. waren afgemaakt, en dat de Ringkraagen, en het geene verder in gevolge van U Ed. Gr< Mog. goedvinden word vereischt, binnen kor.eu tyd in gereedheid zoude wezen: hebben wy ten zelven dage genoo* men de Refolutie , waar van wy de eere hebben hier nevens een Extract aan U Ed. Gr. Mog. te. laaten toekomen, welkers inhoud op den 27 daar aan volgende js geëxtcuteert ; en heeft den Generaal Major van Kretschmar , by het ontfangen der nieuwe Vaandels, aan ons uit naam van alle de Officieren van U Ed. Gr. Mog. Lyf-Regiment Guardes te Voet te kennen gegeeven derzelver dankbaarheid voor het ge. XXXI. dse». S fchenk  274 maart , ZAAKEN VAN 178Ö. fchenk van de gemelde Vnandels en de verdere Veldteekenen , door U E i. Gr. M >g. aan het voorfz. Regiment gedaan , met betuiging van derzelver diepen eerbied voor U E i. Gr. Mog., en ware iever om zig de goedkeuring en gurgc van hoogstdezelven by aanhoudentheid waardig te maaken: het welk wy geureend hebben ter kennisfe van U Ed. Gr. Mog. te mosten brengen , terwyl wy ons vleyen door oaze voorfz. Refolutie en de executie van dezelve aan de intentie van U Ed. Gr. Mog. te zullen hebben voldaan» Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren l zullen wy God Almagtig bidden ü Edele Groot Mogende te wihen houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven in den H.ige den 28 February 1786. (Onder ftond) ü Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaien van Hoiland en Wtstvnesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) a. J, roykr. Ex-  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 27J Ëxtraêl uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog» Heeren GecommitteerdeRaaden van de Staaten van Hol" land en Westvriesland, ge» # nomen op Den 25 February 1786. 's Op het geproponeerde van den Heefe de Roo van Westmaas , hun Ed4 Mog. Meedebroeder in raade , is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden ent verftaan dat de nieuwe Vaandels, welke in gevolge hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 28 September 1785 voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet zyn in gereedheid gebragt , op aanftaande Maandag den 27 deezer aan het zelve Regiment zullen worden overgegeeven. Dat het gemelde -Regiment ten dien einde, op den gemelden dag 's morgens precis ten elf uuren zal vergaderen op het Exercitieveld by de Maliebaan, ia groote Uniforme en met witte Geters na dat alvoorens de Parade ten zeiven dage des morgens ten agt uuren zal weezen gehouden. ©at tot het wegbrengen der oude, en het afhaalen der gemelde nieuwe Vaandels, welke door hun Ed. Mog., uit naam van hun Ed. Groot Mog. de Heeren Siaaten van Holland en Westvriesland , aan hoogstderzelver Regiment LyfGuardes te Voet zullen worden vereerd , de Commandant van het voorfz. Regi- * ment door een Officier aan hun Ed. Mog. zal laaten rapport doen, wanneer het zélve Regiment in voegen voorfz. zal weezen gerangeerr. Dn hun Ed. Mojr* door denzelven OfS a ficier  «7 en den 3 February 1785, geëxamineert de Requeste der Reprefentanten van diverfe Roomfch Catholique Gtmeentens binnen deeze Provincie, ten einde bun Edele Groot Mog. aan de refpedtive Bailliuwen en Officieren zouden gelieven te verbieden om van de Rcomscb Catholique Inge-.eetenen eenige Penningen, het zy onder den titul van Recognitiën, Admisfiegelden, liicu vennes, of hoe zulks ook zoude mogen worden genaamd , af te vorderen of te ontfangen, maar in tegendeel de Roomfche Ingezeetenen deezer Provincie hunnen Godsdienst in ftilte, en in conformiteit van de nog in vigeur zynde Placaaten op dat fubjedt te laten oeffenen; of wel hier omtrent naar goedvinden te voorzien; als meede op de nadere Requeste van dezelve Supplianten tien 16 February deezes jaars by Copie aan de Ledrn gegeeven, ten einde hun Edele Groot Mogende de Supplianten van de voor vrye Ingezeetenen , zoo vernedesende s's drukkende last van het betalen der Recognitiën en Admisfiegelden , mitsgaders van diergelvke lasten alleen willekeurig door de Biilliuwen en Officieren ingevoerd, en by inkruiping getolereert, door een favorable Refolutie op hun vorig Request, geliefden te bevryden. Is goedgevonden en verftaan, aan de refptdtive Bailliuwen en Officieren deezer Provincie by deeze te verbieden, om van de Roomfche Catholique Ingezeetenen onder hunne refpedtive Districten eenige Penningen onder den titel van Admisfiegelden , Bienvenues , of, hoe zulks ook zoude mogen genaamd worden , af te vor-  maart, STAAT EN OORLOG. 178*. 285 vorderen of te ontfangen, maar dezelve Roomfehe Ingezeetenen hunnen Godsdienst in ftilte en in conformiteit van de nog in vigeur zynde Placaaten op dat fubjedt te laten oeffenen; zullende de voorfz. Roomsch Catholique Ingezeetenen verpligt zyn ooi , hangende hun Edele Groot Mog. deliberatien over het point der jaarlykfche Recognitiën , dezelve te blyven betaalen , als mede de verfchuldigde agterftallen voor het neemen deezer Refolutie; en is voorts goedgevonden de Heeren Gecommitteerde Raaden in 'de beide Quartieren te verzoeken om zig nauwkeurig te informeeren op het montant der zoogenaamde Recognitiën , welke door de Roomschgezinde Ingezeetenen en de Bezorgers van Roomfehe Kerken aan de refpedtive Bailliuwen deezer Provincie , zeedert de laatfte tien jaaren zyn betaald ; en het zelve in het Befogne te fuppediteeren ; en is wyders goedgevonden , dat door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gioot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden refpedtive zal worden geëxamineert , of in hoe verre de Recognitiën zouden behooren te worden geannulleert en afgefchaft; als mede op hoedanigen wyze de vootfz. Bailliuwen en Officieren dienaangaande in zoodanig geval zouden behooren te worden gededommageert , en de Vergadering daar op van derzelver confideratien en advis gedient. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XXXV.  a86 maart, ZAAKEN VAN 1786. XXXV. Refolutie tot qualificatie op Gecommitteerde Raaden op het geproponeerde door Gedeputeerden van Dordrecht, ten aanzien van het Tumult in 'i Hage, omtrent de te regt ftelling van een Gevangen; het proviftoneel Cammando over het Guarnifoen van den Haag ; en het onderzoek op het gedrag der Militie. In dato 18 Maart 1786. De Heeren Gedeputecrdens der Stad Dordrecht hebben ter Vergadering bekend gemaakt, dat zy op aisteren omtrent het uur, tegens het welk de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. was aangezegt , van hun Logement, over het Buitenhof en door de zoogenaamde Stadhouders- Poort in een Koets zynde gereeden op de Brug, en onder dezelve Poort, maar voornamentlyk by het opkomen van het Binnenhof, alwaar zv eenige ogenblikken wierden opgehouden , door een andere Koets, die voor den ingang der Vergadering Rond, in de houding en het gelaat van eenige Perioonen, die aldaar onder de groote cotflientie van menfehen waren, en welke Perfoonen met zeer veel brutaliteit gemelde Koets naderden, en zig met veel ander Volk als het ware rondsom dezelve Koets attrouppeerden, hadden ontdekt , dat in derzelver houding geen goed voorneemen fchuilde. Dat zy Heeren Gedeputeerdens vervolgens boven zynde gekomen in de Vergaderkamer, direcl: geleegend. heid hadden gezogt, om het geen zy gezien en geobferveert hadden , ter kennis van eenige Leden van het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden te brengen en te infleeren, dat immediatelyk de nodige ordres mogten werden gefield, tegen alle confufie en feitelykheden , die naar hunne gedagten by het uitgaan der Vergadering, zonder goede maatregulen daar tegens te hebben genoomen , waarfchynelyk zouden plaats heb- ben' . Dat  maart, STAAT EN OORLOG. ,7%. tS? Dat ook kort daar op het Collegie extraordinair ro zaamen gekomen zynde aan den Capirein vani d HaofZ wagt door hun Edele Mog. expresfelyk was neert geworden, om by het uitgaan der VeSer?n^ L; j ? dat weiniS tyds na deeze gegeeve ordres de Vergadering gefcheiden zynde , en zy Heef ren Gedeputeerden voorn, langs den zeiven werfriiZ *y by het aangaan der Vergadering genoomen hadden na hun Logement willende ryden f ïa het aanheff n' Poorrr, F^™™ «Sï" ^hoogtetfdl ?X S il "d^^0611' Cn ^^enhof/door een ^rotip canaille, die zig voor en h dezelve had <™ posteert, faitelyk wierden verhinderd, terwyïonder dit gelchreeuw het welk niet anders dan een ojoerTkree was de Paarden van de Koets wierden SSreenen en door geweld eenigzints te rug gedreeven van de X"8!,0? ^^"^enhof^nofh de^SchiidSten rph?dcava,iene' die aldaar va« vvederzyden der le SS EMS0 ^5T3h* d^sw4-s etnigS: deden T h«7 ' . " eemge dev°iren aanwenhun Heeïen r /epeupel ^ te J»an, en den weg , zettelyk door hetC naille betwi^Tblnen". ^ °P" uat de intrepiditeit dezer onderneeming in hP genoegzaam aantoond , welk een T/r ct gepeupel oP de inactiviteit der Militie" heeft gehad; en welke de fchroomelyke gevolgen zó ren rT* ^ indien nieC de P«fooii, die z? Hee" W Gedeputeerdens hebben vernomen, dat n flLSnri enkoEh'"deert ?eW'°rden> WuJJk en S de geSf- eeneK.°?UT Van misdaad wer. uc. geitrait, en boven dien eene d recte voorripninn- ~1 ged,* der ttlS b««.J • «'X £ Hee.  fi88 maart, ZAAKEN VAN 1786. Heeren Gedeputeerdens dien volgens hadden voorgeSagen, om de Heeren Gecommitteerde Raaden te qualiSen, om door het Officie Fiscaal van hun Eo. Gr Mog den inflagranti geapprehendeerden Perfoon de plano en zonder figuur van Proces voor hun te «frhï te: doen ftellen, als meede om het Oppergezag en het Commando ovèr het Guarnifoen alhier, hangende de deliberatien van hun Ed. Groot Mog. over het Rapport van den 5 November 1785, « ponder eenige Sï toe te brengen aan de deliberatien. over het zelve Rapport, provifioneei te ftellen in handen van Heeren Gecommitteerde Raaden ; en dat e.ndelyk aan hun Heeren Gedeputeerdens werde gegeeven eene convenabele fatisfaftie , wegens de nalaatigheid der M.hSre Wagten en Posten , en daar door eene verzekering dat de Ldden van Staat voortaan ongehinderd van èn naar de Vergadering zullen kunnen gaan. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verltaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden, voor zoo Veel Ües' noeds, by deeze te quahficeeren, om den Perfoon, welke gisteren op het Binnenhof ter voorfz. Se in flagrant! geapprehendeerd is , de plano en zonder figuur& van Pröcea door den Advccaat F.scaal van hun Ed. Gr. Mog. voor hun te regt te doen (tellen en wyders denzelven Gevangen zoodanig exemplaar te (haffen , als zy in Juttitie bevinden zullen te £0 En óm verder welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden te qua'ificeeren, om , hangende de deliberatien over het rapport van den 5 November 1785, conce neerende het Commando over &-Militie in deeze hun Ed. Gr. Mog. Refidentieplaats Guarnifoen houdende en zonder eenige atteinte aan de deliberatien over het gem. Point toe te brengen , het Oppergezag en Commando over het veortgde Guarnifoen te oeffenen- en eindelyk dezelve Heeren Gecommitteerd* ««den bv deeze te verzoeken en te qualificeeren, tot het doen van een naauwkeurig en fcrupuleus onder™ek omtrent het gedrsg der Militie, dewelke gisteren ophet Binnen- en Buitenhof de Wagt heeft gehouden en de Posten, welke mede tot afweering van alle disordre, aldaar geplaatst zyn geweest, ten einde als  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 289 dan ten aanzien van het gedaane verzoek door bovengemelde Heeren Gedeputeerden tot eene exemplaare Satisfactie zoodanig te refolveeren, als hun Ed. Gr. Mog. naar bevind van zaaken, en tot maitatien van eene goede discipline en getrouwe uitvoering der ontfange Ordres zullen oordeelen te behooren, en om van derzelver bevinding en verrigte aan hun Ed. Gr. Mog. circumltantieel rapport te doen. Accordeert met voorfz. Rofolutien, XXXVI. Verzoek aan Gecommitteerde Raaden in beide Quartieren om zig te preepareeren op de Befoignes over de advifen , op de verzoeken der Zuid- en Noord-Hollandfche Sinodes om vermeerdering van der Predikanten Traktementen. In dato 18 Maart l?85- De Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, hebben uit naam en van wegens hunne Principaalen rer Vergadering voorgedraagen , dat bereids op den i 393  594 maart, ZAAKEN VAN 1786, EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, byzondeius GOEBK VaUENDKNi Wy hebben wel ontfangen Uwer Edele Gr, Mogende Misfive van gisteren, waar by U Edele Groot MogeHde ons kennisfe geeven van derzelver genomene Staats-Refolutie, op eene propofitie , door de H-eren Gedeputeerden der Steden Leyden en Gouda, in den naam, en op expresfe last , van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering van U Edele Groot Mog. gedaan, om namentlyk eene Aanfchryving te doen aan' de Chefs der Militie van deezen Staat, ter repartitie van U>ver Edele Groot Mog. Provincie ftaande, ten einde provifioneel, en tot dat daar omtrent nader of anders door U Eiele Gr, Mog. zoude weezen beflooten, van zonder fpeciaal confent van U Eiele Groot Mog. , geene Orders te pareeren, welke zouden ftrekken om, met derzelver onderhorige Manfchap , naar de Provincie van Utrecht , of eenige Steden van dien, te trekken, of daar tegen ieis te attenteeren , op pce^e van daar door de indignatie van U E Iele Groot Mog. te zullen incurreeren, en dadelyk van hunne Charges te worden ontheeven; en dat wyders van deeze te neemene Refolutie ten allerfpoedigften aan ons, als Capitein Generaal , zoude worden kennitfe gegeeven ; met byvoeging , dat U E Iele Groot Mog. niet wel anders waren verwagtende, dan dat derzelver voorfz. te neemen Refolutie het volleedig effect zoude erlangen ; en voorts ook vertrouwden , dat, indien ' 'er bereids daar te. gens eenige bepalingen wuren beraamt , of orders afgezonden, die bepalingen zouden worden gealtereert, en die Orders met »er daad ingetrokken; en wyders , dat U Edele Groot Mog., na daar op gedelibereert te hebben , hadden goedgevonden en vei Haan, aan ons, in qualiteit als Opitein t eneraal, daar van kennisfe te gegyen, m>{ verdoek en verwagting, en in het s zee«  maart, STAAT EN OORLOG. 1780. 395 zeekere vertrouwen, dat door ons geene Orders , hoe ook genaamd, zouden worden gegeeven , tot het doen marcheeren van eenige Trouppes van deezen Staat, en fpeciaal van die, welke ter repartitie van Uwer Edele Groot Mog. Provincie liaan , naar de Provincie van Utrecht, of eenige Steden of Plaatfen, in dezelve geleegen ; en eindelyk meede in die zeekere verwagting, dat, indien onverhooptelyk daar toe, door ons, bereids eenige fchikkingen mogten zyn gefield, of Orders gegeeven, dezel. ve , door ons dadelyk zouden worden ingetrokken, en buiten effecl: gefield. De inhoui der voorfz. Misfive, Edele Groot Mogende Heeren, by ons , met die attentie, welke het gewigt der zaake vordert, geëxamineert en overwogen zynde, hebben wy niet wiilen afzyn , in antwoord op dezelve U Edele Gr. Mog. by deeze , te refcribeeren , dat door ons geene Orders hoe genaamd, aan eenige Militie van deezen Staat, om in de Provincie van Utrecht in te rukken , zyn gegeeven ; en dat by ons geen voorneemen heeft plaats gevonden, om eenig Volk van Oorlog derwaards te doen marcheeren , ten ware door of van wegens de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, daar toe aan ons eenig verzoek wierde gedaan; in welk geval wy ons verpligt zoude oordeelen, om die zelfde bereidvaardigheid, voor welgemelde Heeren Staaten van Utrecht , zoo wel als voor de Heeren Staaten der vyf andere Provinciën , te moeten betoonen , welke wy ten allen tyden voor U Edele Groot Mog., wanneer dezelve geoordeelt hebben van ons eenige zoortgelyke requifitien te doen, hebben betoond; dog, om, zoo veel in ons is, te voldoen aan de intentie van U Ed. Groot Mog., zullen wy, in zooda« nig onverhoopt geval, geene Trouppes van den Staat , op Uwer Edele Groot Mog. Provincie gerepanitieert, naar de Provincie van Utrecht doen marcheeren. T 4 Voor  t$>6 maart, ZAAKEN VAN 1786. Voor het overige verzoeken wy, dat U Ed. Groot Mjg, zig gelieven verzeekert te houden , dat wy, niet minder dan U Edele Groot Mog. bezorgr zyn, om je vermyden al dat geene welke aanleiding of geleeeenheid zoude kunnen geeven tot een Burger - Oorlog , of Regeeringioosheid , en dat wy met hart en ziel verlangen , om de Unie en rust in het Land hertleld te zien, en dat niets ons meer ter harte gaat, dan het geluk en de ware belangens van de goede Ingezeetenen deezer Republiek. Waar meede, verhoopende aan de intentie van. U Edele Groot Mog. te hebben voldaan, beveelen wy, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden , Uwe Edele Gioot Mog. in Gods heilige protectie. (Onder Rond) Uwer Ed. Gr. Mog. Dienstwillige Dienaar. (Was get.) W. PR. V. ORANGE. (Laager Rond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Op het Loo (GecoHtrafigneert.) den 17 Maart jjgö, T. J. DE LARREY. XXXIX.  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 297 XXXIX. Refolutie der Staaten van Holland op de nadere Remonfirantie van het Hof, omtrent de judicature over den Gevangen Paruikmaker Mou* rand. In dato 2a Maart 1786. Ontfangen een Misfive van de P/jefident en Raaden van den Hove, gefchreeven alhier in den Hage op needen, houdende een ampele adftruétie van 's Hof gelustmeerde judicature in de zaak van den gevangen Paruumaker Mourand, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereerr zynde, is goedgevonden en verdaan , a!s noz te perfideeren by de Refolutie voorleede Saiurdag. op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, die aan den Hove zal worden toegezonden, genoomen. En zal Extract deezer Refolutie gezonden worden aan de Prafidem en Raaden van den Hove tot derzelver informatie en narigt. Accordeert met de voorfz. Refolutien. 1 5 EDE»  998 maart, ZAAKEN VAN 178Ö. edele groot mogende heeren! Wy hebben op den 17 dezer, by Misfive aan Uw Elele Groot Mog. geaddresfeerd, inftantelyk verzogt gehad , dat het Uw Edele Groot Mog. mogte behasien, in de zaak over de judicatuure van den Paruikmaker Morand niet te refoiveeren, voor en aleer het Hof daar op zoude zyn gehoord; daar wy nu zedert geene aanfchry vinge van Uw Ed. Groot Mog., nopens eenig hoogstderzelver gerefolveerde m die zaak, hebben ontfangen, en echter verneemen , dat Heeren Gecommitteerde Raaden den voornoemde Morand , als hunnen Gevangen , hebben verhoord , en , zoo de gerugten en publicque Nieuwspapieren 'er by voegen, door Uw Ed. Groot Mog. zouden zyn geaiiftonfeerd. . om de zaak van den voornoemde Gevangen de plano, en zonder figuur van proces, af te doen ; zoo hebben wy gemeend veroligt te zyn, om , met al den eerbied aan Uw Edele Groot Mo?, illuftre Vergadering verfchuldigd , doch tevens met die vrymoedigheid , welke wy meenen dat het gewigt der zaak vereischt, en het belang der Juftitie en van ieder Ingezeeten des Lands, Hoofd voor Hoofd , van ons vordert, en met die getrouwheid aan eed en pikt, waar van wy weeten, eenmaal aan den Rechter van Hemel en Aarde reekenfehap te zullen geeven, (gebruik maakende van de vryheid, door Uw Edele Gr. Mog. by hoogstderzelver Refolutie in dato 25 Mey aan ons verleend, cm, Wanneer wy meenen by eenige Refolutie van Uwer Edele Groot Mog. Vergadering bezwaard te weezen , ons daar over met behooilyk refpecT; en decentie te addresfeeren aan hoogstdezelve; En fteunende op de daar by gevoegde expresf; belofte van Uw Elele Groot Mog. Dat hoogstdezelven altyd gereed zullen zyn , om op de vertoogen van den  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 599 Hove behoorlyke reflectie te maaken , en ook niet zullen manqueeren, die , zoo wanneer de natuur der zaake het vereischt , te brengen ter kennisfe en deliberatie van de Committenten van de refpedtive Leden. Ons hooggaand bezwaar dienaangaande onder het oog van Uw Ed. Gr. Mog. te brengen, en als nog op het ernltigite , om redres van het zelve te verzoeken. Het is dan , Ed. Groot Mog. Heeren, een zaak , die door het getuigenis, zoo van den Drost en de Dienaars van den Hove, als van verfcheide andere Perfoonen , buiten alle conteftatie gefield is, en welke ook, voor zoo veel wy uit het geen ons van wege de Heeren Gecommitteerde Raaden is geboodfchapt, by welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden niet wordt in fit&o tegen gefproken : Dat de Drosfaard van den Hove in Perfoon den voornoemde Morand (terwyl hy bezig was zig faitelyk te oppofeeren, tegen het doorryden van een Koets waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, uit Uwer Ed. Gr. Mog. Vergadering komende, gezeeten waren , door de Stadhouders-Poort) in flagranti delicïo heeft geap. prehendeerd , en door 's Hofs Dienaars van Juftitie gedaan vasthouden en wegleiden : dit is, dunkt ons , genoeg om, boven allen twyffel , zeeker te doen zyn , dat de voornoemde Morand , door het fterkst van alle bekende middelen, is geworden een Gevangen van den Hove, waar van het Hof, indien iemand waande een beter recht, dan het zelve, om hem te berechten te hebben, niet anders dan door wettige middelen zoude hebben konnen of mogen ontzet worden. Maar wat gebeurt 'er verder, Ed. Groot Mog. Heeren ? De Drosfaart geen kans ziende , om zynen Gevangen , door het toen fubfrfteerend gedrang na de Voorpoort te doen leiden, brengt denzelven , ter provifioneele be- waa-  3oo maart, ZAAKEN VAN 17SÖ. waaring in de Militaire Hoofdwagt i, eene plaats (gelvk wy onlangs in di Jurisdictie qiiaeftïe met de Regeering van 's Hage over de ju iicatuure van de Perfoon van HUnry Lambert , ten genoegen van Uw Edele Groot Mog. daar op gevolgde favorable decifie, gedemonftreerd hebben) eene plaats, alwaar een Gevangen, (zoo mm als eenig ander depofitum van Meefter) niet verandert van Rechter, maar dsar de geene , die hem aan de bewaaring van die W.icht heeft toevertrouwd , deszelfs volrecht op hem behoudt; maar te gelyk ook eene plaats , alwaar Hteren. Gecommitteerde Raaden het oppergezag hebben; welke hebben konnen goedvinden , om zig van die occilie te bedienen, en het aan ruïne Militaire onderhoorigen toevertrouwd pand, zig, faitelyk en zonder de minfte fchyn van decentie voor het Hof, een Collegie, het weik zoo wei, als dat van hun E iele Mog. de eere heeft, in den naam van Uw Edele Groot Mog. iecht ie doen, toe te eigenen. Welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden laaten eerst door den commanneerenden Officier van de Ho >fdwacht, welke hun Edele M.>g. kennis van die zaak had gegeeven , den D osfaart van den Hjve zeggen: Heeren Gecommitteerde Raaden zullen den Arreftant ' laaten ofhaaien : vervolgens zegt de Advocaat Fiscaal Luyken aan den voornoemde Drosr die toevallig aan het Collegie van hun Edele Mog. kwHin ; Drost , tot Uw narigt dient , dat ae Refolutie van Heeren Gecommitteerde Raaden is, om den Arreftant , die in de hoofdwacht zit , met een Commando, van daar na de Voorpoort te laaten brengen, als een Gevangen van Heer n Gecommitteerde Raaden. De Drost vraagt daar op den voornoemde A Ivocaat Fiscaal , of hy dit dus aan de Heeren van het Hof kon rapporteeren ? De voornoemde Advocaat Fiscaal antwoord; ja, dit is de Refolutie van hun Ed. Mog, En kort daar na is cue Gevangen van het Hof,  maart, STAAT EN OORLOG. 1786*. 301 Hof, met een Commando van Militairen , gebragt naar de Voorpoort van den Hove , met aanzegginge door den Drost van H 'eren Gecommitteerde Raaden aan den Cipier , dat die Perfoon was een Gevangen van Heeren Gecommitteerde Raden, en als zodanig door den Cipier moest worden bewaard. Voor het o 'erige ontfing het Hof, van wege hun Ed. Mig. geene de minde, tusfehen aanzienelyke Collegien betaamende, direéte kennisgeving van dat gerefolveerde van hun Edele Mog. nog van de gronden, waar op dezelven fustineerden tot het aan zig trekken der judicatuure over dien , door 's Hofs Drosfaart in flagranti geapprehendeerden, bevoegd te zyn. Ziet daar, Edele Groot Mog. Heeren, hoe Uwer Edele Groot Mog. Hof van Jultitte voor het oog van de ganfche Provincie, door welker Inwoonders, volgens de inrichting van een welgefleld Gemeenebest, het zelve, als al deszelfs aucloriteit en luider van Uw Edele Groot Mog. zeiven ontleenende » gerefpedteerd behoort te worden ; ja, voor het oog van gantsch Nederland ; door een Collegie, dat meede al deszelfs magt en luider uit dezelfde bron ontleent , en het welk ten deeze in geen ander adfpecl: kan werkzaam zyn , dan als een Collegie van Juftitie, het welk niet vi jurisdiStionis ordinarius* maar toevallig, door middel van prajventie, met het Hof in concurrentie kan komen, op de verfmaadendde en verneederendde wyze is behandeld en ontluiderd. Wy laaten aan de overweeging van Uw Edele Groot Mog. over, in hoe verre het hoog gezag van Uw Edele Groot Mogende zeiven , in dat van hoogstderzelver Hof van Juftitie , door deeze arbitraire handel wyze van Heeren Gecommitteerde Raaden is gevioleerd. Echter vermeenen wy , Ed. Gr. Mog» Heeren , dat dit point op zig zelve daat, en niets gemeens heeft met de vraag, of en uit welken hoofde Heeten Gecommitteerde Raaden zoü'  302 maart, ZAAKEN VAN zouden mogen fustineeren , tot de judicatuure over den voorfz. Gevangen bevoegd te zyn : Want dat, al moest die vraag affirmative beantwoord worden, (des geenzins) die feitelyke ontvoering van denzelven is eene onbehooilyke, en met de goede ordre en Wetten van dit Land, en van alle andere welgereegelde Maatfchappyen , ftrydige daad j als Reunende alleen op. te droit du plus fort, en vallende in de termen van zig zelve te rechten, ofte procedeeren by wege van feyten; welke wy vertrouwen mogen , dat Uw Edele Groot Mog. zullen begrypen , dat in allen gevalle behoort gerepareerd, en de Gevangen wederom ter dispofitie van het Hof gefteld te worden. Dit ons vertrouwen fteunt op de alom beken* de sequiteit en liefde van goede ordre van Uw Ed. Groot Mog., en wy zyn te meer verpligt, daar op te infleeren, vermids, indien zulk eene wyze van zogenaamd praavenieeren geoorloofd is , het te vreezen is , dat Heeren Gecommitteerde Raaden , welke, zoo wel als het Hof, aan den Cipier van de Voorpoorte ordres kunnen geeven, telkens, als het hun goeddunkt, zoodanige 's Hofs Gevangenen , waar omtrent prasventie plaats zou kunnen hebben , na zig zullen neemen , en dat overzulks de vigilantie, welke Uw Edele Gr. Mog. met recht van het Hof vorderen, tot niets anders zal dienen, dan om , als eene manus miniflra van de toevallige Jurisdictie van Heeren Gecommitteerde Raaden te verflrekken. Het geen zeeker niet alleen tegen alle regels van billykheid, maar tegen het alleresfentieelst Privilegie der Ingezeetenen van den Lande, te weeten , van te recht te ftaan voor de ordinaris Juftitie, zoude inloopen. Nu gaan wy over, E iele Groot Mog. Heeren, om aan te toonen, dat Heeren Gecommitteerde Raaden zig de posfesfie van , en judicature over den voornoemde Gevangen nullo ja invito jure, hebben aangemaatigd. Uw  Maart, STAAT EN OORLOG. 1785. 303 Uw Ed. Groot Mog. gelieven dan te zyn geinformeert, dat wy, die behandeling vernomen hebbende, nog dien zelfden avond eene Conferentie van onze Commisfarisfen met Heeren Commisfarisfen van voorfz. Co'.legie hebben laaten verzoeken; dewelke door hun Ed. Mog. aanftonds is geaccordeert geworden , en daar in onze Commif farisfen de Commisfarisfen van hun Edele Mog. hebben voorgedragen, Dat het Hof vernomen had, dat de Paruikmaker Morand door den Drosfaard van het Hof geapprehendeert, en dus notoir een Gevangen van het Hof, als een Gevange van Heeren Gecommitteerde Raaden, was overgebragt naar de Voorpoorte, en aan den Cipier gerecommandeerd, om denzelven , als een Gevangen van Heeren Gecommitteerde Raaden, te bewaaren: dat dit het Hof ten uitterfte had gefrappeerd, dog dat het Hof verwagtende was, dat Heeren Gecommitteerde Raaden, geinformeert, dat de apprehenfie van deezen Gevangen , door den Drosfaard van het Hof gefchied was, denzelven ter ju deel, V  3o6 maart, ZAAKEN VAN 1786. de eerstgemekte dan nog notoir zoude moeten cedeeren aan de laatstgemelde , in confideratie van het esfentieel onderfcheid , dat 'er is tusfehen de furisdiftie van het Hof en die van Heeren Gecommitteerde Raaden, in materie van Muiterye of Oproer, \ zy dan vallende in de termen van 'c Crimeu perduellionis, majejtatis % of Legum Juliarum de Vi - en van de betrekkin*, welke dat onderfcheid heeft tot het weezendlykst Privilegie der vrye Ingezeetenen. Dit onderfcheid Weftaat hier in; dat, volgens de Grondwetten van dit Land, dejuituie, welke het Hof oeffent, is de Ordinaris Jufime, daar in tegendeel, de Jurisdictie , welke Gecommitteerde Raaden oelfenen in die fpec.ale "gevallen, waar in zy, by prseventie, of anderzins, compe!ent kunnen zyn, is eene toevallige of gedelegeerde furisdifte. Dit blyktf uit het c. en 7. Articnl van de Inftruöie van Gecommitteerde Raaden. Want , na dat in het 6 Anicul zyn opgeteld de gevalJen, waar in zy by praventie, dus toevallig, en in het begin van het 7. de gevallen, waar m zv by delegatie Regteis zyn; beflmt het laatst, gemelde Articul zonder hun anders hetfeyt van de ordinaris Jujtitie, den Hoogen Provincialen Raade, de Collegien van de Admiraliteit, en de Geregten van de Steden , of andere Regter en competeerende, te onderwinden.- , De generaale regul is , dat Gecommitteerde Raaden zig met de ordinaris Juftitie met mogen bemoeyen ; de exceptie is , dat zy zulks onder anderen , wel mojjen doen omtrent Muiterve, een delict, even als alle anderen, beboerende tot de ordinaris Juftitie , dog allen by pre- Dat nu zulk eene exceptie van den generaalen regul ftricté geinterpeteerd , en nier buiten de pracife termen geëxtendeerd mag worden, is notoir, dewyl zy den regul confirmeert m cajtlus non exceptis. ^  maart, STAAT EN OORLOG. aüft |M Binnen dezelfde enge bornes , hsmelyk van preventie, is ook beperkt de audorifatie by ÜW Ed. Gr. Mog. Publicatie van dato 23 February 1786 verftrekt op den daar by gemenüoneerden Advocaat Fiscaal , en dezelven kan dus geen verder regt daar uit metieeren, dan in gevallen, als hy waarlyk gepijevenieerd heeft ï dus niet in dit geval , daar ten evidentfte blykt, dat hy door apprehenfie in flagranti geprteveniéerd is. Doch geheel anders is het geleegen met 's Hofs competentie in deeze materie; want, be* lialven dat het zelve oeffent de ordinaris Juftitie , en overzulks reeds uit dien hoofde in de favorabler termen van den generaalen regul verzeert, zoo is daar en boven by het 8 Articul van deszelfs Ififtruclie, het zelve gecommitteerd» generalyk tot het kennen van alle zaaken de hoogheid van den Souverain aangaande; welke hoogheid voorwsar zeer gelardeerd wordt door het pleegen van zulke daaden , welke de accufator puhlicus fustineert het crimen majeflatii te importeeren. Het zelve is dus volgens de , door alle deszelfs Leden beëedigne Inftructie (waar meede ook overeenftemd de teneur der Commisfien by Uw Ed. Gr. Mog. aan ieder Raad gegeeven) niet by preventie of toevallig, maar'akyd, vi jurisdiSlionis ordinarU, de competente Rechter over zoodanige deliéten. Dit hebben Uw Ed. Gr. Mog. zeiven ook dikwyls erkend t zoo hebben (om uit de veele exempelen van vroeger tyd , één, dat in zeker opzigt eenig rapport heeft met het voorhanden zynde te allegeeren) Uw Ed. Gr. Mog. by hoogstderzelver Refolutie van dato 23 July 1677 den Procureur Generaal gelast zig op de kwaade toefpreekingen en onfatlbenlyke bejegeningen door eenige Scheeveningfche en Katwykfche Vrouwlieden, den Heer van Zevender, komen* °!5 \ ,befoiSnes van de Vergadering van Uw Ld. Gr. Mog. waar te neemen , over zaaken in V 3 du  308 maart, ZAAKEN VAN 178$. die befoignes verhandeld, op het Binnenhof aangedaan , te informeeren, en het regt der hooge Overheid waar te neemen, en met allen ernst te procedeeren , tegen die geene, die van de voorfz. Commotie oorzaak zouden mogen zyn geweest , en zig niet hebben ontzien den voorfz. Heer van Zevender zelfs op het voorfz. Binnenhof m dier voege te rencontreeren en btjeegenen ; met last aan den Prsfident en Raaden van den Hove , daar in zonder eenig tydverzuim , Jultitie te adminiftreeren , zoo als, na exigeime van zaaken, zouden oordeelen te behooren. Zoo hebben Uw Ed. Gr. Mog. by hoogstderzelver Refolutie van 27 December 1782 den Hove aangefchreeven, om uit naam en van we- Uw Ea. Gr. Mog. direftelyk en zonder tusfchenkomst van eenige delegatie, tegen den Vaandrig de Witte en tegen der. Boomkweeker van Brakel te procedeeren : gelyk Uw Ed. Gr. Mog. meede, by Refohi ie van o December deszelven jaars, de cognitie over het geen den 6 derzelve maand alhier was voorgevallen , aan den Hove gedemandeerd hebb-n Waar van wy ons, blykens Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie in dato 16 July 1784, ten geiioege van hoogstdezelven hebben geacquitteerd. Zoo hebben ook eindelyk ,Uw Ed. Gr. Mog. hv hoogstderzelver Refolutien van 8 September el * november 1785 refpedive getoond te begrypen, dat wy verpligt zyn by diergelyke occafien. als deeze, werkzaam te zyn, tot hertelling van de rust, en confervatie van de veilig- hCEri of wel, in laatere tyden , het privative der ordinaris jurisdictie den Hove in deeze materie toekomende , by de Stedelyke en andere ordinaris Rechters zomtyds bedisputeerd geworden is door te fustineeren, dat de Burgers en Wzee'tenen altyd zelfs ook in diergelyke cnmina , zonden moeten te regt Raai. voor den Ster, in derzelver reguard ordinaris, d ge.  STAAT ÈN OORLOG. 1786. 309 lyks en competent , uitgezonderd in cas van preventie in flagranti delitlo, zoo kan echter uit die fustenue van de ordinaris Rechters, geen meer regt gebooren zyn voor Gecommitteerde Kaaden , die noch ordinaris, noch dagelykfche Rechters zyn , en niet anders , dan door preventie, competent kunnen worden. Dus zelfs, in illa non concesfa hypothefi. is net zeker, dat wandeer het H ,f door preventie in flagranti dehcïo , waar toe de Procureur Generaal daar en boven volgens het 19 Articul de* inltructie jegens alle Officieren, de ordinaris luit, tie exercerende, bevoegd is , deszelfs huis. diclie gefundeert heeft, 'er geen cognitie of ju. dicatuure van Heeren Gecommitteerde Raaden, uit hoofde van de bovengemelde exceptie van den generaalen regul knn te pas komen. Wy kunnen wyders ook niet af zyn te remarqueeren, dat eene prevtntie, by cognitie of informatien, hoedanige aan de zyde van H-eren Gecommitteerde Raaden voorgewend word dat Tflnieeïe/T,laats zoude moeten «ebbe» , in ahflraêo bcfchouwd, direct is inloopende, tegen het Declaratoir by Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van dato 15 September 1677 gedaan, waar by van het recht de Ingezeetenen competeeren. de, om nergens anders, dan voor derzei,er or-« •dinaris, dagelykfchen en competenten Rechter te recht te liaan, alleen wordt geëxcipieerd het geval wanneer dezelven in flagranti deliEto ge. apprehendeerd zyn. Dit is deFhalven eene fustenue van Heeren Gecommitteerde Raaden, welVr°ur ren Jiegeiyk der Ingezeetenen van het gantfche Land niet genoeg te apprehendeeren isDat namenrlyk m eene matei ie van zoo veel ge. wigt, alle Ingezeetenen , Z;|fs ook de Heeren ter Vergadering van Uwer Ed. Gr. Mog. compareerende, als dien aangaande ieder in zyn particulier, geen meer recht hebbende, dan de geringfte Burger, bloot zouden ftaan , om, op informatien door den Advocaat Fiscaal van Ge- V 3 COD>  sïo maart, ZAAKEN VAN 1786. committeerde Raaden genoomen, zonder refource, afgetrokken te worden, nier alleen van hunnen dagelykfchen Rechter, maar zelfs ook van de ordinaris Juftitie , welke nooit van de yas:geftelde wyze van procedeeren in criminaltbus mag afgaan, en van allen middel van hooger beroep aan dezelve, en dus in eene zoo akelige materie, (en wat kan daar met al, by ïllatien, onder gerangeerd worden?) eensklaps ontzet te worden van een der die.baarfte Voorrechten , welke een vty Mensch in een vry Land kan competeeren ; van een voorrecht, tot conlervatie van bet welk onze Voorouderen zoo veel ftroomen Bloeds hebben geftort; van een voorrecht, dat zoo bekend is; het Privilegie de non evocando, ja! (wy zeggen het met ontroering en fchrik voor de gevolgen) zomtyds van een nog dierbaarder Voorrecht; van dat, om volgens de by de Wetten vastgelleide wyze, te worden geoordeeld, waar toe ieder Mensch een rechr heeft, dat niemand mag beneemen. Wy refereeren ons , kortheidshalve, tot het geen Hugo de Groot in zyne rerantwordtng van dewettehke Redering van Holland Cup 55. % ïehovdehk nu &e. aangaande her£nvitegie_de pm cvocando gezegd heeft, en bidden üw Ei Gr. Moe. de oogen ie iïaan op het geen die groote Man eenige volgende §. §. heeft ter neder gefield. . „ , f„„ Of zullen dan de Regeeringen en Gerechten der Steden en anderen, welke zomtyds, fchoon onzes bedunkens, ten onrechte, dit Pnw.eR.e de -non evocando tegen het Hot, aan welks Jurisdicüe, tanquam judici , Juperiori ordinano hunne onderboorigen iubjeft zyn , met faculteit, om verder aan den Hoogen Raade te appelleert, hebben geallegeerd , met onverfchil. hgheid kunnen aanfehouwen , dat dezelve van hunne Jurisdictie worden afgetrokken, door een Collegie van Policie, het welk zomtyds de plam™ buiten form v*n Proces procedeert , en  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 311 altyd by arrest wyst, en zulks niet alleen door preventie, by wege van apprehenfie in flagranti; maar zelfs door preventie by informatien? zullen dan het Hof en de Magiftraat van 's Hage, by continuatie, moeten aanzien, dat een Collegie', het we!k aldaar geene Jurisdictie heeft, den naam van preventie by cognitie, hun hunne Gevangenen ontweldigen, tegen de gevlugte Burgers procedeeren, in derzelver Huizen vallen, die doorzoeken, om uit de Papieren der gevluchten nieuwe Stollen voor pre ventien by cognitie tegen Edelen, Suppooften, Burgers of Inwoonders op te (pooien, en dezelven daar door van derzelver ordinaris , dagelykfche en competente Rechters af te trekken, ten einde te recht te ftaan voor een Collegie van Policie? Waar blyft dan de perfoneele veiligheid, welke ieder recht heeft van de ordinaris Juftitie te vorderen ? Waar de Burgerlyke Vryheid ? Waar de Pdvilegien der Edelén van nergens, dan voor het Hof te recht te ftaan ? Waar die der Burgers voor de welken de Magiftraat zoo tegen het het Hof geftreeden heeft? Wie is dan zeker in de Rehdentiepjaats van den Souverain ; wel eer de wellust van Nederland? Wy zeggen een Collegie van Policie, Edele Groot Mog. Heeren , en dit (in het afgetrokkene befchoud) leevert , onzes oordeels , eene niet minder gewigtige reeden op, om in dubio deszelfs Jurisdictie in zaaken, de ordinaris Juftitie betreffende , wel te reftringeeren , maar niet te extendeeren. Want, behalven, dat de Leden van zulk een Collegie door behandeling van meenigvuldige zaaken , de executive magt der Regeering betreffende, natuurlyk dikwils worden veihinderd, met die bedaarde en ongeftoorde adfiduiteit en attentie, welke in Rechters, vooral in Rechtere over het Crimen Majefiatis, vereischt word, de verfchillende omftandigheeden en argumenten , welke in het decideeren van zulke delicate qua?sV 4 tien,  $12 maart, ZAAKEN VAN tien, waar van bet leven of de eer en welvaart van derzelver Medeburgers afhangt , te overweegen en decideeren ; zoo is daar en boven voor lang? door den vermaarden Montesquieu in deszelfs Trarftaat, de l Esprit des Loix op meer dan eene plaats byzonder Liv. n geremarqueerd, dat het eene gevanrlyke misflag is in de conftitutie der Regeering van een Land , wanneer de kgis/ative of de executive magt, niet ouderfcheiden van, en in andere handen zyn en blyven , dan de judiciaire magt; want dat hoe meer dezelven geconfundeerd worden, hoe minder Burgerlyke vryheid de Natie behoudt. Daar wy nu zoo aanftonds van dien zoo fchranderen Montesquieu gewaagden , zy het Ons geoorloofd , Ei. Gr. Mog. Heeren, nog een argument het welk wy vertrouwen , uit het geen hy op een andere plaats , in dat zoo nuttig werk redeneert te mogen afhiden, aan de overweeging van Uw Edele Groot Mog. te fuppediteeren , als ftrekkende, om te loonen, dat, byzonder in eene zaak van natuur als de voor handen zynde , wanneer namelyk het delict, waar van iemand befchuldigt word, direct tegen den Souverain , of (in eene Republicq) tegen de Perfoonen ter Vergadering, welke den Souverain reprafenteert, cotnpareerende, qua talis, is ingericht en dus eene accufatie van gekwetfte Majefteit kan imrorteeren , de preferentie om Rechter te zyn niet buiten noodzakelykheid behoort te worden gegeeven, aan een Collegie, beftaande uit Perfoonen, meede Comparanteu in die Vergadering zynde, welk argument hier in beftaat, dat dezelve als meede Leden zynde van het illuster Corps dat beleedigd is, gevaar loopen van die Me.nfchelyke zwakheid niet geheel te zullen kunnen afleggen , welke in zulk een geval ligt kan boven komen, namelyk, om den Beleediger van het illuster Corps , waar van zy Leden zyn , niet met die bedaardheid en in zulken koelen bloede te kunnen behandelen, als  maart j STAAT. EN OORLOG. 378Ö. 313 als in eenen neutralen Rechter hoogstnoodzaakelyk is. Wy doelen, EdeJe Groot Mog. Heeren , op het geen hy zegt Liv. 1. Ch. 5. waar van de titul is, dans quels Gouvernemens le Souverain peut êcre juge, fpreekenrie van het berechten van het Crimen Icefie Majeftatis in eene democratie, in welke het gantfche Volk de eenige Rechter is over eene beleediginsr vin deszelfs Majefteit, en overzulks ieder individu van het zelve over de beleediging van het Corps, waar van hy een Lid is , noodzakelyk moet oordeelen, namelyk S il ftra bon de mettre quelque lenttur dan des affaires pareilles, furtout du moment, que Vaccufé fera Prifonnier ; afin que le people PCUSSE SE CALMER ET JüfiER. de SANG FROID. Waar na hy met opzigt tot Monarchique Regeeringen laat volgen: voici d'autres refiexions. Dans les Etats Monarchiques, le Prince eft la partie, qui pourfuit les accufés, & les fait pu. nir ou abPoudre: s'il jugeoit lui mé me, il feroit ie juge & la Partie. De applicatie van al het welke op het cas fubjeét in eene Staats Regeering , als de onze is, waar in de noodzakelykheid , in zulk eene democratie plaats grypende, niet exlleert , vermids 'er andere ordinaris Rechters zyn, en waar in de Souverain ook de Party is der B^fchuldigden, komt ons voor palpabel te zyn. Wy voegen hier nog by, Edele Groot Mog. Heeren, een pasfa?e uit Vattel; droit des gens T. 1. Liv. I. Ch. XIII. §. 171. waar door aan de zaak nog meer licht word bygezet. Uexecution des loix appartient au Conducteur de la Societé. II eft chargé de ce foin & indispenfablement obligé de s'en acquiter avec fegeffe. Le Prince veillera donc a faire obskr. ver les loix CRIMINELLES; mais il n'ENTRE. PRENDRA point de juoer lui ME me les COU> f >BLES. Outre les raifns , que nous avons alleguées, V 5 #»  ■314 maart, ZAAKEN VAN 1786. en parlant des jugemens civils, & gui ent plus de force encore a ï'egard des cau/es Criminelles; LE PeIISONNAGE DE JUGE CONTRE UN MISERA» ELE NE CONV1ENT POINT A i.A MaJESTE ü'üN Souverain , qui doit paroitre en tuut le Pere de fon peuple. ' Ceft une maxime tres fage & communement recue en France, que le Prince doit fe referver toutesdes matieres de gr ace & abandonner aux Magiftrats la rigueur (ie la Jufïice. Mats cette Juflice doit s'exercer en fon nom & fous fon autorité, un bon Pkince. veillera ATTEt^TlVEMENT SUR LA CONDUITE DFS Mag1sïrats ; il LES OBUGERA OBSERVER SCRUPULEUSEMENT LI- S FoBMES etabl1es. IL SE GARDERA IlIIiN LUI MEME ü'v DONNER JAMAIS ATTENTIE. (En eenige Reegels laager) IL n'Y A PLUS LIBERTé POUR LES citoyens des QU'lLS NE SONT PAS ASSURES DE NE POUvoir ütre CONDAMNéS que su1vant LES LOIX , DANS LPS FORMES etablies ET PAR LEUR. JüGES ORDINA1RES. Vufage de donner a un accttfé des CommiJJ'u'res choifis au gré. de fa Cour eft une invention de quelques Minijhes qui abufoient du pouvoir de leur Maitre. Un bon Prince n,y donnera jamais les mains, s'fl epZ affez éclairê pour prevoir Vhorrible abus que fes Miniftres pourroient en faire. Het is derhalven, zoo wy vertouwen, gedèmonftreerd , dat , van wat zyde men de zaak ook befchouwt, bet recht, de reeden, de voorrechten , en het belang der Ingezeetenen de ten deeze gefustineerde preventie van Heeren Gecommitteerde Raaden vollïrekt refpueeren ; en dat overzulks hun Edele Mog. geene bevoegdheid hebben gehad, om den door apprehenfie in flagranti, 's Hofs Gevangen geworden Mourand , als hunnen Gevangen te confidereeren , ve 1 min denzelven faitelyk aan het Hof te onttrekken : „ En  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 315 En by nadere confequentie, dat hun Edele Mog. verpligt zyn, den Gevangen aan het Hof te reftitueeren, om tegen denzelven, volgens de vasjgeltejde Wetten, en ufances, te worden geprocedeert, zoo als in goede Jufticie zal behooren, en zig voortaan te onthouden van 's Hofs Gevangenen via facli naar zig te neemen. H-bhen nu echter Uw Edeie Gropt Mog. apparent op abufive informatien, 'omtrent den toedragt der voorfz. door den Drost van den Hove in flagranti gedaane apprehenfie , zonder ons te hooren, dienaangaande zulk eene Refolutie genomen, als in de Nieuwspatreren is vermeld , zoo verzoeken wy , dat Uw Ed. Gr. Mog. behaage , de voorenftaande gronden nog eens in ferieufe overweeging te neemen, en daar omtrent, na recht en billykheid, zoodanig nader te refolveeren , als Uw Ed. Gr. Mog.'zul-len bevinden te behooren. „ ' Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God, dat Hy Uw Edele Groot Mogende dierbaaré Perfoonen voor alle onheilen behoede, en derzelyer Regeering doe voorfpoedig zyn. Ge» fchreeven in den Hage den 22 Maart 1786. (Onder ftond) Uw Edele Groot Mogende gantsch Dienstwillige, ,Da Prajfident en Raaden over Holland, Zeeland en Vrieeland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) adriaan bodt. P. s.  3i6 maart, ZAAKEN VAN 1786. P. S. Edele Groot Mog. Heertn, Na dat de bovengemelde Misfive by ons was gerefumeerd , hebben wy ontfangen Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van dato 18 Maart 178Ö, houdende , dat üw Edele Groot Mog. hebben goedgevonden en verftaan, zonder reguard te neemen op het verzoek, by onze Misfive van dien dag gedaan, te perlifteeren by de Refolutie, dien dag, op de Propofitia van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht genomen ; en dat van dit gerefolveerde Extraét gezonden zoude worden, aan den Priefident en Raaden van den Hove , om zig daar naar te reguleeren. Waar op het ons gepermitteerd zv eerbiediglyk te verzoeken , dat Uw Etele Gr. Mog. de goedheid gelieven te hebben ons kennis te doen hebben van den inhoud der daar by gementioneerde Refolutie , waar by Uw Edele Groot Mog. verklaaren te perfifteeren; alzoo wy anders niet kunnen weeten , waar na Uw Ed. Gr. Mog. goedvinden , dat wy ons zouden reguleeren. Voor het overige refereeren wy ons eerbiediglyk tot onze b^'enfraande Misfive , en fmeeken Ujv Edele Groot Mog. by al wat dierbaar is, dezelve, ingevolge hoogstderzelver uitdrukkelyke belofte by Refolutie van 25 Mey 1735 gedaan, te willen aanneemen als eene Remonftrantie; tegen het geen Uw Ed. Gr. Mog. in deeze zaak , zonder onze zoo liquide gronden te hooren, zouden mogen hebben gerefol-  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. ji7 folveerd, en ons dienaangaande die Juftitie te doen wedervaaren, wel» ke wy vertrouwen ie hebben aangetoond , dSt op het recht, de Privilegiën en het belang der Ingezeetenen van den Lande gegrondvest is. XL. Refolutie van hun Ed. Gr, Mog. tot remisfie der Doodftraf aan Franfots Mourand, met commutatie in een eeuwigduurende Gevangenis; en Publicatie dien aangaande ; met qualificatie op Gecommitteerde Raaden omtrent zeeker Exercitie Genoodfchap. In dato 24 Maart 1786". Ontfsngen e?n Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage op heeden , raakende het by hun verrigte in de zaak van den gevangen Franc >is Mourand, na het icheiden van hun Jid. Groot Mog. Vergadering van gisteren , breeder nier na gemfereert. edele groot mogende heeren ! Na dat de Vergadering van U Ed. Gr. Mog. heeden morgen gefcheiden was , hebben de Heeren onze Commisfarisfen teritond geva. ceert tot een nader Verhoor van de Perfoon van Frar^ois Mourand, thans gevangen op de Voorpoorte, en , by die geluegenheid , uit des Gevanges eigen mond vernomen, het geen wy de eer hebben hier nevens Copielyk aan ü fidele Groot Mogende over te zenden. Het doet ons leed, Ed, Gr. Mog. Heeren te moeten betuigen , dat wy , na examen van dat Verhoor, en gehoord het rapport van de Hee. ren onze Commisfarisfen nopens de dispoiitie van  3x8 iiuat, ZAAKEN VAN '*MU van den Gevangen , geene gegronde reedenen gevonden hebben , 'die aanleiding zouden geeLn om uit de confervatie van den Gevangen bv het leeven , eenige byzondere nadere ontdekkingen ten dienfte van de Jufhue te genned te zien: AUeenlyk vinden wy ons gedrongen hier bv te voegen , dat» nu eerst ontdekt is , waar de affpraaken tot het gebeurde gemaakt Sn. en wie daar by al tegenweordig zouden Sn West, en dat het ons derhalven, fchoon niet vvaarfehynlyk, echter ook niet geheel onmoeelyk voorkomt, om uit die omftandigheeden eenige nadere decouvertes te kunnen doen; weshaïven wy de vryheid neemen aan U Ed Groot Moz. zelve in confideratie tn geeven, of en in hoe verre U Ed. Groot Mog. zouden konnen goedvinden op de laatstgemelde informatie by het 'neemen van hoogstderzelver finaale Refolutie ten deezen te regardeeren. ^ Fdele Groot Mog. Heeren ! zullen wy God Alrn£ g bidden U Edele Gr. Mogende te willen houden in Zyne heilige proteftie. Gefchreevea in den Hage den 24 Maart 1786, (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten vsn Holland en Westvriesland. (Laager ftond) ' Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) A. J. ROYER. Waar  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 3ig • Waar op gedelibereert , en in bet byzonder selet zynde, op de herhaalde inftantien van de Heeren Bargemeier Gevaens en Penfionaris de Gyzelaer , is goedgevonden e i verdaan , den gerüeldén Fra/cois Mourand de gedecerneerde Doodfïraf re remitteren , en dezelve ftraf te commuteeren in een eeuwigduurenc e gevangenis ; en dat voorts des aangaande zal worden gedaan de navolgende Publicatie. PUBLICATIE. JT)e Staaten van Holland en Westvriesland, Allen den geenen die deezen zul!en zien of hooren leezen , faïut; Doen te weeten : Dat , hoe zeer het er.orme faict, door Frarcois Mourand, thars gevangen op de Vooipöorte alhier, byzonder op Vrydag den 17 deezer geperpe"eert ' als zynde een direct Attentaat tegen de Hoogheid van onze Souveraim>eit , uir hoofde van deszelfs aart en natuur, voor geen Pardon, Abolitie of andere Gratie, fufceptibel is, en wy ook om die reeden aan de funplïcatie, door Tohanna Elifabeth Bylevelt, Huisvrouw van gemelde Isancois Mourand, op den 23 deezer aan ons geaddrttfeert, niet hebben kunuen defereeren, en dezelve dienvolgende , zoo als ze was leggende , ten zeiven dage hebben afgefiaagen, en gewezen van de hand, nograns de "herhaalde mtercesfien , door de Heeren GEVAERTS, Burgemeefter en DE GYSELAAR, Penfionaris der Stad Dordrecht , met alle tnogelyk empresfement, ten faveure van gèmeluërJ Frarcois'Mourand ter onzer Vergadering gedaan, op het neemen onzer finale Refolutie met relatie tot de zaake van gemelden Frai c >is Mourand geweest zyn van dat effeft , dat wy, uit eene byzondere deterence aan de intercesfie van welgemelde Heeren GEVAERTS en DE GYSELAAR , goedgevonden en gerefolveert hebben, de Itrpffi öes Doods aan den meergemelden Frar,cois Mourand te remitteeren, en de Seinende tegen denzei-  3ao maait, ZAAKEN VAN 1?86. zeiven door onze Gecommitteerde Raaden gedecerneert, en welke door de opgevolgde Confeslie van gemelden Frarcois Mourand, voor zoo veel des noods , nog nader gtjuftificeert is , te veranderen m een eeuwigduurend Confinemenr. i Dat wy echter tot deeze byzondere Clementie, om reeden als vooren, in dit geval uit onze Souveraine Autoriteit en Magt , beilooten hebben in die verwagting , en in dat vertrouwen, dat alle de Ingezeeten van deeze onze Relidentieplaats zulks niet alleen aan de zeer by. zondere en nadrukkelyke intercesfie van gemelde Heeren GEVAERTS en DE GYSELAAR, en vervolgens aan onze zeer extraordinaire Goedertierenheid , die in dit voorhanden zynde geval haare fouice alleen aan de voorfz. deference verfchuldigdt is, zullen dank weeten, maar ook, dat elk en een iegelyk der Ingezeetenen van deeze onze Rcfidentieplaats zig van nu voortaan ten allerzorgvuldigften zal wagten, van zig andermaal tegen de Souveraine beduiten onzer Vergadering te verzetten, in welke manieren zulks zoude mogen zyn, direüelyk, or indiredelyk • terwyl wy alsnog allen en een iegelyk op het ernfbgde vermanen, zig als Rille, vreedzaame, en inzonderheid als gehoorzaame Ingezeetenen aan onze Souveraine beveelen, vooral aan de zoodanigen , die wy tot eer en luider van onze Vergadering noodzaakelyk oordeelen, te gedraagen , zonder zig van nu voortaan op eenigerhande wyze met woorden, of met daaden , daar tegen te verzetten; Alles op pcene niet alleen van onze hoogde verontwaardiging, maar ook dat de Contraventeurs van dien, welke verzoeken , of interceslien ten faveure derzelven ook zouden mogen worden gedaan , zonder eenige dë minde genade met de Galge of zwaarder naar vereisch van zaaken zullen worden geftraft- terwyl wy de Heeren onze Geeommitteerde'Raaden, onverminderd onze Publicatie van den 2<ï February 1780", waar aan wy by deeze geene de  maart. STAAT EN OORLOG. 1786. 3êt de minfte atteinte willen toebrengen , voor zoo veel des noods , alsnog qualificeeren , om de Contraventeurs van deeze onze Vaderlyke Vermaning en Waarfchouwing de plano en zonder figuur van proces, door onzen Advocaat Fiscaal voor Hun, by preventie, te regt le doen RelJen , en wyders in conformité van deeze onze Publicatie te ftraften. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere , zoo gelasten en beveelen wy, dat deeze alhier in den Hage zal worden gepubliceert, ter plaatfe, daar zulks gebruikelyk is, en behoord te gefchieden. Gedaan in den Hage onder bet klein Zeegel van den Lande den 24 Maart 178Ö. Wyders nog in agting genomen zynde, dat uit de bekomen Informatien omtrent het zoogenaamd _ Exercitie Genooifchap, waar toe de gevangene Francois Mourand behoort heeft, genoegzaam blykt, dat by het zelve , onder den fchyn van zig in den Wapenhandel te oeffenen , byeenkomften worden gehouden en overleggingen gemaakt , die tot fchending der operib.iare rust en tegenkanting tegen haar Ed. Groot Mog. wettig Gezag uitloopen, en dat derhalven, vooral na de daadelyke ondervinding die hier van reeds befpeurd is, zoodanig Genoo fchap met geene mogelykbeid langer kan worden geduld; Is goedgevonden en vetflaan, Heeren Gecommitteerde Raaden by deeze wei expresfelyk te qualificeeren en re gelasten , om , zonder eenig verzuim , aanftonds de noodige middelen in het werk te ftellen tot finaale en meest efficacieufe vernietiging van het voorfz. Genootfchap, en weering van deszelfs geheele of gedeeltelyke zamenkomften, onder wat pretext het zelve zoude mogen weezen , mitsgaders om uit hoofde van de reeds on dekte verderffelyke raadflagen, die uit het zelve zyn voortgevloeid , zig naauwkeurig te informeeren , op de Leden , die daar toe mogten hebben behoord , en op derzelver gedrag een wakend oog te houden , alles onverminderd zoodanige procedure* at» ten aanzien van zulken in het gemelde Corps, XXXI. deel. X die  3-a maart, ZAAKEN VAN 1780. die dadelyk mogten blyken zig ftraffchuldig gemaakt te hebben, zouden mogen bevonden worden tot bevordering der algemeene rust alhier nodig te zyn; met ver. zoek aan Heeren Gecommitteerde Raaden, om van het verrigtte daar omtrent aan hun Ed. Groot Mogende kennis te geeven. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Hoorn , declareeren , dat zy inhalerende hunne op gister en eergisteren gedaane Aanteekeningen , in de qualificatie aan Heeren Gecommitteerde Raaden by deeze gearresteerde Publicatie gegeeven, niet hebben geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Atnflerdam, Gouda en Schoonhoven, hebben de voorfz. Refolutie aangezien. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XLI. Rapport op de [tukken concerneerenie een different in de Regeering te Rotterdam , en raakende een Ordonnantie op de Schuttery derzelve Stad. Uitgehragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. in dato 25 Maart 178(5. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne ingevolge en tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisfonaal van den 23 Febr. deezes jaars, beneevens de Heeren hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden te Rotterdam , hadden gecxannneerd de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der gemelde Stad den 11 January te vooren ter Vergadefing gedaan,.ten einde hun Ed. Gr. Mog. zouden ge. lieven te verklaaren, dat by aldien nuttig en oirbaar  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 323 mogte worden bevonden , dat 'er eenige alterarien of redresfen in de forme of Ordonnantiën en Reglementen van de Schutterye der voorfz. Stad zouden worden gemaakt, dezelve Redresfen, Ordonnantiën en Re. glementen geen effect zullen forteeren, ten zy dezelva voor ar zullen zyn gebragt ter kennis en deliberatie van de Vroedfchap derzelver Stad , en met derzelver advis als naar ouder gewoonte geconftateerd en gearresteerd zullen zyn ; met verdere aanfchrvving van wegens haar El, Gr. Mog. aan derzelver Gecommitteerden te Rotterdam voornoemd , om zig te onthouden van alle deliberatien, rendeerende tor het conftareeren, reguleeren, arresteeren en executeeren van Redresfen , Keglementen en Ordonnantiën, relatief tot de Schutterye aldaar, maar al het zelve als Redelyk en dorae"icq , geheel en al privativelyk over te laaten aan het beltuur van de Regeering derzelve Stad. Dat het wyders hun Ed. Gr. Mog behagen moge, de prerenfe recufatie van feclufie en de twee Scbepe"f.n .Ha™rt en de Mirell, als Mede-Leden van de Wethouderfchap, van de deliberatie over de te maken Kedreslen, Reglementen of Ordonnantiën voor de Schuttery der voorn. Stad, als notoir nul en onbeltaanbaar te casteeren en te nitt te doen , en voorts als breedec by die Propofitie is vermeld; als mede de Misfive van Uurgemeefteren en Regeerders der gemelde Stad van oen 10 January en den n ingekomen , waar by ter kennis van hun Ed. Gr. Mog. hebben gebragt eenige byzonderheden tot provi ioneele Elucidatie omtrent de voorfz. Propofitie; voorts een M'sfive van de Raaden en Vroedfchappen der gemelde Srad van den 6 February deezes jaars en den 9 ter Vergadering ingekomen, daar by, uit kragte der Refolutie van voorfz. n January exhibeerende de Memorie en Bylagen by de voorfz. Propofitie gemeld , waar omtrent op het ernltiglte de attentie van hun Ed. Gr. Mog. imploreer- f-*en\/r yders een Mislive van de Heeren hun Ed. trr Mog. Gecommitteerden te Rotterdam van den 23 l'ebruary, houdende tot voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 11 January te vooren, derzelver confideratien en advis op de voorfz. Propofitie X a van  - 3aj maart, ZAAKEN VAN 1786. van Heeren Gedeputeerden der gemelde Stad ; en nog een Misfive van Burgemeefteren en Regeerders aldaar , van den 22 February en daags daar aan ter Vergadering ingekomen, houdende tot voldoening aan hun Ed. Gr. Mogende meergemelde Refolutie van den 11 Ja. nuarv derzelver berigt met de Bylaagen van Litt. A. tot O. op de voorfz. Propofitie; mitsgaders een afzonderlyk berigt van de Schepenen de Loches, van Yzendoorn, Hivarr, Suermond, Hoog en de Mirell, als Leden van de Wethouderfchap te Rotterdam op de meergemelde Propofitie, alles breeder onder de Notulen van den 11 January 9 en 23 February laatstleden geinfereert. Eu dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren , dat hun Ed. Gr. Mog. het eerfte gedeelte der Propofitie door da Heeren Gedeputeerdens der Stad Rotterdam op den 11 January laatstleden gedaan tot maintien van de wettige en tot hier toe ongekrenkte regten en Posfesfie, welke de Vroedfchap fustineerd te hebben, zouden behooren te declineeren en te verklaaren, dat de Heeren Gecommitteerden van hun Ed. Gr. Mog., gecombineerd met de Magiftraat, ingevolge hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 10 Augustus 1784, bevoegd en-geregtigd zyn, om omtrent het redres der Schuttery als een gepast middel tot héUTjél van de rust en het vertrouwen binnen de Stad Rotterdam te delibereeren, en zoadanige voorzieningen te doen, als zy nodig oordeelen; met aanfchryving aan de Vroedfchap der gemelde Stad, om de voorfz. hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden gezaamentlyk met den Magiftraat, de gearresteerde Refolutien ter Executie te laten leggen, en behoorlyk effect forteeren; mitsgaders om zig daar mede niet te bemoeyen , veel min daar tegen eenig empechement te veroorzaaken, direftelyk of indirectelyk: en dat hun Ed. Gr. Mog. het tweede Lid derzelver Propofitie tot casfatie der recufatie en fëclufie van de Schepenen Havart en de Mirell uit de Wethouderfchap , als ongefundeerd, zouden behooren te declineeren. Waar op gedelibereerd en Copie van het vrsorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Rid-  maart, STAAT EN OORLOG. 178É. 325 Ricfderfchap en E leien om het zelve in de Ordre na/ re Pnnce van Orange , gefchreeven op het Loo clen 22 deezer rakende een Refolutie van den Oudraad en goede Lieden van den Achten der Stad Dordreent om geena Nominatie van Burgemeefteren derzelve Mad aan Zyn Hoogheid als Erfftadhouder te zen- VrJA m-ar . e ,aie voor hec vervo,g zelven te doen, breeder in de volgende Misfive vervat! EDEl-E GROOT MOGRNDE HEEREN, BrZOND£UE GOEDE VRIENDEN. WV zyn geinformeert dat by den Oudraad beneevens de goede Lieden van den Achten der Stad Dordrecht by pluraliteit van Stemmen is gerefolveert, om geene Nominatie van Burgemeefteren derzelve Stad aan ons in onze qualiteit als Erfftadhouder der Provincie van Holland te zenden, maar de electie voor het vervolg van alle de Burgemeefteren, by den Oudraad en goede Lieden van den Achten zeiven te doen , tegens de nadrukkelykfte en feneufte proteftatien van verfcheide Leden der voorfz. RegeeriDg. X 2 Wy  3*6 maart, ZAAKEN VAN \7te. Wy hebben deeze Refolutie niet anders kunnen confidereeren, dan als onwettig en onbeftaanbaar; en vertneenen dat de Oudraad zonder voorafgaande kennis en rusfchenkomst van Uw Edele Groot Mog. in allen gevalle daar toe ten eenetnaal is onbevoegt, en vinden ons dus verpligt de voorfz. demarche te brengen ter kennisfe van Uwe Ed. Gr. Mog. met ernftig en inftantelyk verzoek dat Uw Ed. Gr. Mog. aan de Regeering der voorfz. Stad gelieven aan te fchryven en te gelasten , om naar oud gebruik de op handen zynde Nominatie van Burgemeefteren aan ons ter electie toe te zenden; en die zaak door de voorfz. nieuwigheid niet te brengen buiten haar geheel , ofte ons uit de exercitie van ons wettig recht en deugdelyke posfesfie te ftooten ; ter tyd en wyleu wy gelegenheid zullen gehad hebben , om aan Uw Edele Gr. Mog. de notoire ongefundeerdheid der voorfz. by de meerderheid genoome Refolutie , direct ftrydende tegens de Rechten en Prerogativen van den Erfftadhouder van Hdland te doen zien en te demonltreeren; latende de kortheid des tyds, die ons overig is , tusfehen dit en de aanllaatide verandering der Burgemeefteren, niet toe, om de gronden , waar op de voorfz. Rechten en Praerogativen met opzlgt tot de voorfz. door ons te doene electie berusten , naar behooren, ' en overeenkomftig de importantie der zaak te deduceeren. Wy vertrouwen van de equiteit en regtvaardigheid van Uw Edele Groot Mog , dat hoogstdezelve niet zullen toelaaten , dat wy , zonder alvoorens in onze defenfie te zyn gehoord, dadelyk werden ontzet van een Recht , het geen onder anderen op de duidelyke woorden van Uw Ed, Gr. Mog. Octroy van 1674 is gegrond, en het geen niet alleen wylen onze H>er Vader, maar ook onze Vrouwe Moeder als Gouvernante en Voogdesfe en vervolgens Uw Ed. Gr. Mog. als waarneemende de Voogdy over ons ge-  maart, STAAT EN OORLOG, 1786. 3-7 geduurende onze minderjarigheid , en laatRelyk wy zeiven , ongeinterrumpeerd tot hier toe ge- oeffend hebben. , Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren, blondere goede Vrienden, wy beveelen Uwe Ed. Gr. Mog. in Gods heilige protectie. (Onder ftond) U«er Ed. Gr. Mog. Dienstwillige Dienaar. (Was get.) w. pr. v. orange. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Op het Loo _ ~ den 32 Maart (Gcontrafigneert) j^86' t. j. de larrey. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve Misfive van Zyn Hoogheid by Misfive zal worden gezonden aan den Oudraad der Stad Dordrecht, met verzoek om daar op ten fpoediglten derzelver confideratien en berigt aan hun Edele Gr. Mog. te laaten toekomen il en dat inmiddels en hangende hun Edele Gr. Mog. deliberatien, de op handen zynde electie van Burgemeefteren der voorzeide Stad, onvermin iert het wederzyds gefustineerde, zoo wel van Zyn Hoogheid als van de Stad Dordrecht en zonder daar aan de minfte atteinte te geeven, door hun Edele Gr. Mog. zal worden gedaan. X 4 D=  32S maart, ZAAKEN VAN tjUi De Heeren Gedeputeerden der Stad Dord, recht, hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert, maar de conclufie daar vau aangezien. f^\e Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle, JL/ hebben de conclufie van het tweede Lid der voorfz. Refolutie aangezien. I""V Heeren Gedeputeerden der Steden Hoorn, _J Eikhuizen en Medemblik, hebben gedeclareeit, dat zy tot de provifioneele voorziening in de voorfz. Refolutie niet geconcurreert, maar de conclufie daar van aangezien hebben. Woensdag den 29 Maart 178(1. De Refolutien op voorleede Zaturdag genomen zyn gerefumeerd ; en na voorgaande deliberatie g-hnu. den voor gearresteert; by welke geleegenhei i de Heeren van de RWderfchap en E leien, die zig voorleede Zaturdag om de discrepance tusfehen de twee prelent zvnde Leden niet hebben geëxpliceert op de Relolutie OD de Misfive van Zyn Hoogheid, raakende de zaak van Dordrecht, het tweede Lid derzelve Refolutie wel expresfelyk hebben gecontradiceert, daar tegens op het krastiglte geprotefieert, en geinbaereert hun Aanteekenine en Protest, in de gevallen ten aanzien der Steden Alkmaar en Purmerend , den 16 December 1783 en 18 Maart 1784, hy foortgelyke provifioneele Relolutien gedaan met referve van Nader-Aanteekenmg. •p\e Heeren Gedeputeerden der Stad Delft heb\j ben gedeclareert, dat zy op gepasfeerde IZattwdag by gelegenheid van de deliberatien over de Misfive van Zyn Hoogheid, rakende het different tusfehen de meerderheid en minderheid van den Oudraad der Stad Dordrecht te kennen hadden gegeeven, dat, hoe zeer zy conform der.  maart, STAAT EN OORLOG. 1786. 329 zeiver begrip, gemnnifesteert op den 16 December 1783 en 18 Maart 1784 in de zaaken , relarif tot het verfchil tusfehen hoogstgemelde Zyne Hoogheid, en Burgemeefteren en Vroedfchap. pen der Steden Alkmaar en Purmerend , in het nemen van zoodanig een provifioneele Refolutie niet konden confenteren, zy echter in aanmerking nemende, dat het hun was voorgekomen, dat de minderheid van den Oudraad der voorfz. Stad niets avers fcheen te zyn van zoodanig een provifioneele Refolutie in dit geval , eeniglyk en alleen om die reeden, en zonder eenigzints aftegaan van hun begrip van deeze materie, zig tegen de conclufie niet hadden geoppofeert, dan dat de Heeren van de Ridderfcnap en Edelen, hebbende kunnen goedvinden by ^e refumptie der extenfie der gemelde provifioneele Refolutie by eene Aanteekening te contraaicseren, zy gemeent hadden gehouden te zyn , om ook dit hun advis in de Notulen te doen infe. reeren. TPV Heeren Gedeputeerden der Steden DordJL-/ recht , Haarlem , Leyden , Amfterdam , Gouda , Rotterdam , Gorinchem , Schiedam , Schoonhoven, Alkmaar, Munnikendam en Purgerende hebben tegen het nu na het neemen der voorfz. Refolutie nieuwlings opgegeeven Pro. test en Aanteekeningen zoodaanig Contra-Protest en Contra-Aanteekening gereferveert, als Heeren hunne Principaalen zullen vinden te be. hooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. X 5 XLÏIL  33o maart, ZAAKEN VAN 1786. XLIII. Extracten uit het Refolutieboek der Stad Elburg. In date 28 Maart J7S6. De Magiftraat ontvangen hebbende het Rapport van den Secretaris deezer Stad , ingevolge Refolutie van den l December 1785, en by de Refutnptie gedelibereert zynde op de Remonltrantie, door de Gezwoo. ren Gemeente aan Hun Edele Achtb. den 1 December 1785 geprteTenteert , en de provifioneele antwoorden aan hun Lieden ter hand geftdd , alles relatie hebbende tot het erlangen van een Kamer op 't Raadhuis alhier, om aldaar naar welgevallen te kunnen vergaderen. Is goedgevonden en verftaan, aan de Gezwooren Gemeente voor finaal antwoord te doen geworden. Dat, hoe geneegen Hun Ed. Achtb. zyn, in alle gevallen en by alle voorkomende geleegenheden , aan de Vrienden van de Gemeente haar begeerte en bereidwilligheid, met ter zyde Helling-zelfs van eigen perfoneel belang, te betoonen ; hoe gaarne zy willen meedewerken en contribueeren tot het geen hun van wezenlyk nut en agrement kan zyn, het Hun Edele Achtb. hartgrievend fmert in de noodzaaklykheid te verfeeren , in *t verzochte niet te kunnen condescendeeren, en 't zelve van de hand te moeten wyzen. Hun Edele Achth. durven met een goed geweeten en vertrouwende op 'c bewust zyn, van wel te doen, haare handelingen onderwerpen aan 't oordeel van ieder onpanydigen, dewyl zy niets anders voor oogen hebben, dan de Wetten na te komen, onzydig Recht te fpreeken, de Vryheid te befchutten , de geheiligde Conftitutie te befchermen , Rechten en Privilegiën te handhaaven, en niets te verzuimen van 't geen tot welftand en wezenlyk nut der Burgery kan dienen; zy durven ook vrymoedig verklaaren alles toegebragt te hebben en in 't vervolg te zullen toebrengen , tot bewaaring der rust en tot onderhoud van de goede Harmonie en Eendragt binnen deeze Stad. . Met deeze gevoelens bezield, vlyen zy zich de Gezwoo-  maart, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 33T. zwooren Gemeente te kunnen overtuigen dat 't niet in haar macht is, hoe gaarn zy zulks anders zouden doen, hun in deezen genoegen te geeven , indien dezelve maar willen overweegen , dat de Magiftraat gehouden is en met folemneelen Eed verbonden , de Conftitutie re maintineeren , en te waaken op de behoudenis der Voorrechten en Pjasëminentien van den post, die zy de eer hebben te bekleeden; dat hunne refpedtive Scheepens-Plaatzen geenzins hun privatief goed is, waar meede zy naar welgevallen kunnen handelen, maar dat de Eigendom daar van ten deele de Hooge Overigheid en ten deele het ligchaam derSiad competeert. Dat daarom zy niet vermogen verandering in die C nftitutie te maaken, of te gedoogen, dat die gemaakt worde. Dat, geduurende de Regeeringe van alle de tegenwoordige Schepenen en Raaden , nooit de Gemeente een Vertrek op 't Raadhuis , tot het houden van byzondere Vergaderinge gehad heeft. Dat nergens een zweem van diergelyke Vergadering kan gevonden worden, dat de Conrtitutie deezer Stad meedebrengt, waar van de Eed der Gemeente een doorflaand bewys oplevert , dat dezelve op voorboding van de Burgemeefter in der tyd vergaderd, op alle pointen die tot haar kennis moeren komen , en waar in zy hun confent moeten dragen, wanneer dezelve als dan met de Magiftraat een Collegie of Ligchaam uitmaakt. Dat Hun Edele Achtb. niet weeten of zulks is altoos op die manier gepracliieert, en dragen geene kennis van een andere manier van befoigneeren binnen deeze Stad. Dat door 'c accordeeren van de Kamer , en 't houden van onbepaalde Vergadering eene nieuwigheid zoude worden geintroduceert , die Hun Edele Achtbaare onnodig oordeelen , en vermeenen niet in hun vermogen te zyn dit toe te ftaan. Daar de Gemeente zich geenzins hier meede bezwaart kan reekenen, daar Hun Eiele Achtb. hen alle hoofd voor hoofd fommeeren te verklaaren, of zy ooit in een contrarie Posfesfie geweest zyn, en of zy ooit op een ander manier vergadert hebben, als thans nog gebruikejyk is. Ter«  33- maart, ZAAKEN VAN 17S6. Terwyl Hun Edele Achtb. verzeekeren , dat in het Rapport van den Secretaris niets gevonden wordt, dat de fustenue der Gemeente kan favorifeeren , of eenige kracht aan haar verzoek uit hoofde van retroaéta byzetten , hebben zv goedgevonden, den Secretaris te authorifeeren, de G.zwooren Gemeente Copie ter hand te ftellen van gemeiie Rapport, met de vier Bylaagen, willende Hun E lele Achtb. thans zich niet over de merites van A, en B. elargueeren j zoo als ook reeds eene diergelyke Commisfie in 1751 op twee Schepenen en den Secretaris met even weinig vrugt is gedecerneert, welk Rapport by forme van appoinctement als toen aan de Gezwooren Gemeente is gecommuniceert, als fub C. Eindelyk , moeten Hun Edele Achtb, aan de Gemeente nogmaals herinneren al 't geene in de maand February 1784 alhier voorgevallen is, waar uit de vriendelyke fchikkingen met de meefte der thans dienende Gemeens-Lieden eenparig beraamt en volkomen goedgekeurd, is geproflueert, alzo dat Hun Edele Achtb, de zaak van de Kamer als afgedaan confidereeren, zoo nogthans onverhoopt de Gemeente met dit dispofitif niet mogt vergenoegd zyn, en vermeenen meerder recht te hebben als Hun Edele Achtb. Ampt- en Pligthalven kunnen avoueeren en accordeeren , laaten Hun Edele Achtb. aan gemelde Gezwooren Gemeente over dit praetens Recht voor den Hove Provinciaal te ventileeren, zynde Hun Edele Achtb. geneegen dit different aan welgemelten Hove te fubmitteeren en deszelfs decifie af te wagten. Accordeert met voorfz. Refolutie-boek. herman henrik vitr inga. Ex*  maart, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 333 Extraiï uit het Refolutiehuk der Stad Elburg. In dato t3 Maart 1786. wiel edele achtbaare heeren! Bv my geleezen en geëxamineerd zynde 't Rapport door den Secretaris deezer Stad, Mr. H. H Pitrirga uitgebragt, ter voldoening aan U Wel Eoeie Achtb. Refolutie, in da ?«t deeze sPukkenYn de om. der dar Leden hebben ^vonden, zon. der dat daar tegen in confideratie heeft moVen komen het gededuceerde by den Heer Schapen de Loches, gevoegd met nog vyf anderSe hPo;derfchTakeUde ^ v5£ Dewyl Wy echter van oordeel zyn dat 700 danige volumineufe fchriftures, all een gedetailleerde rescontie van die beide S-ukkef nond dTez Vak t ï&f* ' de ^SïïJnTi" oeeze zaak m buitengemeene longueur rand™ rekken en dat wy teiïens appreheKren daï de goede order in en over onze Schutter? ee. duurende een' alzoo geprotrabeerde onzeLrhfid den bevorderd; - e„ dat de Staats-CommT.fia binnen onze Stad, daar door ook tegen Se eTwv oïr' 16 ^ °Pg^ouden f zoo uï len wy ons van zoodanig een' resconrre nf £ meÏÏeef^ 1? ^ Stïkkï menageeren en ons met inhafie der gronden by onze Memorie van adltruflie gededuceerd' wyders nogmaals verlaaten, op de ?eedfgemen«ooeerde ró^ «.««//van 0^ Gr. Mog by de meede al reeds gemelde fifraS van 10 Augustus, als het eenig fundament 1?lL7 08mmehenVebben aan d^^n rL r ! 0m het decerneeren deezer StaatsComm.^fie naar onze Stad aan te zien te kunnericeéeere»; verwag.ende mitsdien Tn de poï fesfie van alle die rechten en gerechtigheden de vllïïT UItzondTg» die%an ouds af aSn twïst tlLTet St3d *** «ompeteerenS geweest , fpeciaal met opzigt tot de beftelling over  34o maart, ZAAKEN VAN 1786. over de Schuttery, door alle de Lede" op gelyke wyze te zullen worden gematntmeerd , ate de Leden ieder in den zynen, by haare rechïn en gerechtigheeden zouden kunnen vertongen gemaintineerd te worden ever, oï er geene Commisfie van Uw Ed. Gr. Mog. binnen onze Sal plaats had; gelyk d,t de war. zin der woorden , waar meede Uw Ed. Gr. M >g.. nooSr.elver intentie in ^ Anj.K-us hebben goedgevonden uit te aru*.Ên^in Uare gewoogne bleekenis verllaan or, betw.stbaar meede brengt ; - zonA" fe S ons meenen te moeten inquieteeren ove de ge wronge interpretatie by de confideratien van Heeren G committeerden daar aan gegeeven, even of die woorden van die «^Mg ris, waar meede de Refo'utie tot het degrnee. ren der C>mmislie beflooten word, en die met ander, dan als een ftipulatie, van onze: zyde_be> dongen, kunnen worden aangemerkt, behel- ZCnd£ '* Dat de intentie van Uv Ed. Gr. Mog. cétenSntt was , met liet adjwgeeren van Ü Commisfie aan de Magittraa,: deezer Stad, - de Regeering deezer Stad eenice kleinigheid toe te brengen , ot zig W willen Tmmifceren in eenige hunner huis. houdelyke zaaken of beltuur, — k In den tegenwoordigen tyd van P™ **™* nis zouden zyn , inaar om met gezegd waren , -en even of dê daar op volgende periode Veel min om door het neemen van de voorfz. Refolutie, aan de welherbragte PriXgien, Vry- en Gerechtigheden van de «f&Hve Sleden en Leden var, Uw Ed Gr. Mog. Vergadering, en in hec byzonder van de Stad Rotterdam , een,. gt atteinte of praejuditie toe te bren- Alleeï"betrTkkelyk moest gemaakt worden tot de ltusyan het lemen der Refolutte, en niet  maart, STAAT EN OORLOG. i7S6. 341 tot de uitoefening van dien, hoedanig eene uitlegging wy geenzinis met de edelmoedige en cordaare denkwyze van Uw E I. Gr. Mog Vergadering vermeenen te kunnen over een brengen. ' Wy reclameeren dan nogmaals en met al den ernst, die het gewigt der zaak vorderd, het ef. fect yan deeze Uw Ed. Gr. Mog. Verklaaring. — YVy reclameeren dienvolgende by onze Vrven Gerechtigheden gemaintineerd te worden zonder dat hier van, her zy voor dit maal zonder confequemte, of ad illum aStum werde gegusieerd , het geen wy meenen dat ander onze toeltemming ook niet zoude kunnen obtineeren: en hoe zoude ons dog zoodanig, een toeiremming kunnen gevergd worden ? — hoe zouden wy ze kunnen of vermogen te gevei ? — en met hoe veel minder regt zoude dieraelvke toeltemming uit eenige onzer daaden kunnen worden geelicieerd? — 0f zoude men daar ioe kunnen gebruik maken van die of deeze toe8efyMedent die wy na gelegendheïi der verlengende Departementen van Regeering , waar m wy ter onzer Stede zyn geplaatst geweest — (hoe zeer als Vroedfchappen zomtyds genoodzaakt de adresfen van Heeren Gecommitteerden ter deezer Vergadering te debatteeren,) r~ aan Heeren Gecommitteerdens behoudens het Jionreur onzer Regeering, gemeend hebben te kunnen en te moeten betoonen , waar door wv ons in onze byzondere qualiteiten, hei zV als mede Wethonderen , het zy als Coloneïlen en Capitemen der Schuttery, gevleid hebtfen o-s te conciheeren de intercesfie^van Heeren Gcommitteerden , om van deeze zaak een fpoedïge en voor onze geheele Burgerye aanneemelvke afkomst te erlangen, gelyk dit in het breede gededuceerd is'by het berigt der Schepenen, als Meede-Leden van de Weth. Wv kunnen niccgeiooven Ed. G. Mog. Heeren ! dat wy ^ 3 zou-  34* maart, ZAAKEN VAN 1766. zouden kunnen verdaan worden door zoodanige toegeef vkheden , in het minst te hebben geprsiudicieérd, zoodanige regten en geregtighe. den , als voor welker "ongefchonden conlervatie Uw Ed. Gr. Mog. hoogstderzelver Souveraine woord hebben gelieven te interponeeren , zoo als wv de te meermaalen aangevoerde uitgedrukte intentie van U*r Ed. Gr. Mig. ter goeder trouwe verdaan hebben , en als uog vermeenen te moeten blyven verdaan. En even weinig hadden wy ook gewagt, dat het ons zoude gereprocheerd worden , dat wy den loop der deliberatien van de Gecombineerde Vergadering over deeze zaak , een geruimen tyd hebben willen afwagten , alvorens ons te haasten met het nemen van eenige beiluiten ter ftaaving, dat de bedelling over de Stada Schuttere _ byzonder de totaale disfolutie der tegenwoordig wettig geëiablisfeerde Schuttery, — lungeerende , en zints onheuglyke tyd gefungeerd hebbende , op Ordonnantiën , met advis van de Vroedfchap, geëmaneerd, ~- nut zonder concurrentie van de Vroedfchap konde plaus hebben; — en dat diergelyke innovatie in onzer Stads • Huishoudelyke zaaken en bestuur . niet was van de competentie van Heere» Gecommitteerden. — Maar deeze reproches en wat dergelyke ongundige inhmulatien, het zv by de confideratien van Heeren Gecommitteerden , het zy by het berigt van Heeren Burgemeefteren , meer voorkomen , getroolten wv ons, zoo verre dezelve perfoueel zyn, — en de meerderheid der Vroedfchap, dat is de Vroedfchap zelve kan dit alles, in de tegenwoordige ty isomftandigheden wel voor by zien, mits her flegts van geen applicatie op de zaaK ten priimcipaale zyn moge. , . . Deeze dog, de zaak ten pnncipaale met uit het oog verliezende. moeten wy de vryheid nemen, Uw Ed. Gr. Mog. nog deeze twee con-  maart, STAAT EN OORLOG. I?86. m fideratien, als het voornaame oogmerk van dee ze onze Misfive , en die wy nog by onze Propolitie, nog by onze Memorie van adflru&ie (immers niet opzettelyk) — getoucheerd heb. ben, nog hebben kunnen toucheeren — te reprasfenteeren. Foor eerst , dat hoe zeer Heeren Gecommitteerden, en nevens hun Heeren Burgemeefteren, den Heer Hoofd-Schout en een der Heeren Schepenen, aan de disfolutie der tegenwoordige Schuttery en de ereclie van een andere volgens een daar toe gemaakt Plan , al het fuc' ™ ^n »5 6edecerneerde Commisfie van Uw Ed. Gr. Mog. naar deeze Stad, fchynen te attacheeren , zoo zeer dat Heeren Gecommitteer- fchied6-76 M ëeVe" * Z0° ZUlks nieC ge* Het allezints te dugten ftaat dat deeze Stad zig wel haast na het vertrek van Heeren Gecommitteerden in een nog ongelukkiger gefteldheid zal bevinden, als die waar tegen Uw Ed. Gr. Mog. door het decerneeren der Commisfie hebben getragt voorziening te doen. . Dat (zeggen wy) dit gevoelen van hoe veel importantie ook , nogtans op geen grond hoe genaamd, nog by de voorfz. confideratien, nog by het voorfz. berigt word gejuftificeerd' en dat de Vroedfchap deezer Stad, 'gevoegd met de helfte der Wethouderfchap, daarentegen gegronde reeden meend te hebben, om (offchoon niet difficulteerende te erkennen , dat onze tegenwoordige Schuttery, na de tegenwoordige tydsomltandiglieden eenige verbeetering vorderd waar toe wy geredelyk willen concurreeren) — de voorgeftelde disfolutie van zorgelyken uitzigt , en het nieuw geprojecteerd Pjan als geheel ongefchikt voor onze Stad te moeten aanmerken. Ten tweeden, dat daar Heeren GecommitteerY 4 den  3U maart, ZAAKEN VAN 1786, den het akeligst Tafreel van de gefteldheid van onze Stad meenen te moeten ophangen, f>t geene wy nu niet willen discu'.ieeren, hoe zeer net ons daar uit voor komt dat Heeren Gecommitteerden tegen het groote deel onzer Ingezetenen ongelukkig geprimeerd zyn) deeze lefteldheid dan zelve, nog minst toe laat, om oegantfche Schuttery te disfolveeren., ta een zoodanig onbeproefd en gehazardeerd Plan als de eredie der geprojecteerde nieuwe Schuttery te introduceeren, waar by men, zonder op middelen van fchikking bedagt te zyn , die na net inzien van de Vroedfciiap alléén bekwaam zyn om rust en herftel van vertrouwen op een beftendigen voet te bevorderen , zoo als de VroedSn dan ook reeds van den beginne der geS ePn mLoegens af, daar toe efteGie demarches gedaan heeft , en als nog in dezelve dispofitiegperlifteerd.'- Waar by men, (zeggen wy) zonder op bemiddeling bedagt te zyn, en zonder reguard te nemen op het gemanifesteerd veSangenSvan het eene gedeelte der Burgery , het ander gedeelte alles toe geeft, en dus een bron van duurzaame ongenoegens, twist en verwarring opend, waar van wy niet genoeg meeSn ïffnnen'waarlchouwen, als zynde van dien aart, dat ons daar aan ten allermeefte ge- Deeze beide confideratien, waar van wy een gedetailleerde deduéüe meenen te kunnen en te moeten menageeren , vertrouwen wy dat Uw T?d Gr. Mog. wel zullen geheven aan te merken , als by onze Propofitie of Memorie van ndftruftie geannexeerd, of daar inne geinfereerd, en alles te zaamen van dat gewigt te houden, S de ernftigfte repi*fentatien of Decaratoiren door eenige der mede integreerende Leden van deeze Souveraine Vergadering immer gedaan , aewoonlyk gehouden zyn, alles met dat opregt . S we meenend oogmerk, dat door de taterve*  maart, STAAT EN OORLOG. i?8ö. 345 tie van Uw Ed. Gr. Mog. deeze zaak een zoo gewenschte uitfiag hebben moge , dat het be. worde5 Wdzyn onzer Scad daar door bevorderd p / / r> »~ W&ar meede, Mele Groot Mog. Heeren ! wy Uw Ed Gr Mog. beveelen in de befcherminge Godês en blyven: EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, (Onder ftond) Uw Ed. Gr. Mog. dienstwillige Dienaarer, De Raaden en Vroedfchappen der Stad Rotterdam. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. Rotterdam (Was get.) den 28 Maart . ï?86* W. W. VAN BBRCKEL, Y S XLV.  3*6 maart, ZAAKEN VAN 178Ö. XLV. Extraft uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Staaten 'i hands van Utrecht. In dato 29 Maart 1786. Hun Ed. Mos. de Heeren, Staaten 's Lands van Utrecht hebben , na rype deliberatie , eenpari? verklaart de uitzeetinge van de Heeren Raaden W. Ver' he, L' B. Frykenius, Tsbr. Bruynt H. van Mierloo, 2v". van Bern en W. de Ruyter, en de aanftelling en beëediging van anderen in hunne plaatzen , te casfeeren, en te houden voor geheel wederregtelyk , nul en van onwaarde, en gerefolveert, dat dezelve in de wettige bezittinge hunner Raad-plaatzen tot den 20 October aanftaande zullen worden gemaintineert. Voorts dat aan de Perfoonen, in hunne plaatzen in den Raad gefteld, zal worden geinterdiceert en verboden, eenige Acte van Magidrature te exerceeren , op pcene van Hunner Ed. Mog. hoogde indignatie. En zyn wyders verzogt en gecornmitteert de Heeren van Cockengen, van Sterkenburg, van Wolphaarsdyk, van Jmerongen, van Schonauwen en van Zuylen. de twee regeerende Burgemeederen der Stad Utrecht, en eerden Burgemeeiter van Amersfoort, om met Commisfarisfen, by den Hove Provintiaal zeiven te benoemen, te overleggen de beste en meest convenable wyze, op welke de ferieufe intentie van Hun Ed. Mog. efficacieuslyk zal kunnen worden geëxecuteert, en ten effefte gebragt. (Onder ftond) Accordeert met voorn. Refolutie. (Was get.) a. s. ph. ram* XLVI.  maart, STAAT EN OORLOG. 1785. 347 XLVI. Memtrie van den He r martens, •waarnemende de zaken van den Keurvorst van Saxen, aan de Heeren Staaten Generaal. In dato . . Maart 1786. hoco mogende heeren! "1TV Keurvorst van Saxen onderrigt zynde, dat Uwe l_J> Hoog Mog. beflooten hebben , om , door eene buitengewoone Deputatie, te doen onderzoeken de middelen tot het daar ftellen van eene nieuwe repartitie der Quotes van de refpe&ive Provintien, welke voordeehgst zoude wezen aan die Provintien , die zig beklagen, by de oude verdeeling te hoog belast te zyn heeft aan den Ondergefchreevenen , deszelfs Chargé d Affaires , gelast, ter deezer gelegenheid aan Uwe Hoog Mog. te herinneren de verbindtenisfen , welke dezelven, gelyklyk met Groot-Brittannien, hebben aangegaan met de Voorzaten van Zyne Keurvorftelvke Doorlugtigheid, by het Traétaat van Vriendfchap en Subfïdie den 13 September 1751 , uit kragt van welken een derde van de jaarlykfche fomme van 48000 P. öt., aan den Koning en Keurvorst belooft, door Uwe Hoog Mogende, volgens de Conftiiutie der Republiek , moest betaald worden. Dit derde is verdeeld over de verfchillende Provintien, van welken 'er zes derzelver Quoten van tyd tot tyd, door den Ontfanger Generaal , aan den Plenipotentiaris van den Keurvorst voldaan hebben ; zoo dat het alleenlyk de Provintie Zeeland is, welke, in weerwil der aanhoudende Vertogen , ƒ 64516: 16 : — is fchuldig gebleven , van welke de Ondergelcbreven, als een fchuld van Staat order heeft, de hetaaling van Uwe Hoog Mog. te re' clameren. De Provintie van Zeeland , een van die zynde, welke zig het meest beklaagd, van te hoog belast te zyn by de oude verdeeling , zal mooglyk een van de eerfte wezen , welke men zal tragten, door eene nieuwe verdeeling te foulageeren; en het is in deeze om-  348 maart , ZAAKEN VAN ï?86. omdandigheeden , dat de Ondergefchreeven, aan Uwe Hooe Mog. eerbiedig moetende overlaten de keus eter maatregelen , welke zy geraden zullen vinden te neemen tot de betaling der gemelde fomme, ondmusfc ren meent te moeten opmerken , dat de vermindering der Quote van die Provintie hem eene zeer gundige gele. genheid fehynt , om dezelve alvorens te verpligten , van aan de oude verbindtenisfen te voldoen, ten einde de Republiek van deze fchuld te ontheffen , welke altyd blyft ten laste van het geheele lighaam der Ur.e, als een der partyen Contractanten van het lractiat. De Ondergeteeke .de houd zig voor het overige verzekert , dat het niet zal ontfnanpen aan het doorzigt en de wyze voorzigtigheid van Uwe H >og M>g., dat van de naauwkeurige nakoming der eenmaal aangegaane verbindtenisfen, of het uitftel om aan dezelven te voldoen, de gemaklykheid of moetlykheid afhangt, welke alle de S'ia:cn moeten ondervinden , in die tyden wanneer «erzelvcr belang vordert , wederom dergelyke Verdragen aantegian, XLVII. Extract-Refhiutie by de Meerderheid van den Ainiteïdamfchen Raadgenoomen , f.rer de zaak van het Commando "fl .l;i: In dato . . Maart 1786. Dat, aangezien de demarches van eene vreemde Mogendheid, zoo by Hun Ed. Groot Mog. als by de Staaten Generaal, waarby wordt gefubintreerd voor Zyne Hoogheid den Heere Prince van Oranje, even als of men Hoojstdeszelfs rechten en praeëmmentien , voornaraenüyk die van Kapitein-Generaal deezer Provincie, had willen verkorten, wel ligtelvk niet alleen in vreemde Landen, maar zelfs by de Natie, twyfWing zoude kunnen ontdaan, als of by de Hoeren Staaten deezer Provincie, zedert de herstelling van het Stadh.ou.ierfchap, niet was geoleeven het Sjuverera en onbepaald gezag over huine Troepen, Hun Ed. Gr. Mog. dm-  maart, STAAT EN OORLOG. 1736. 349 balven hadden goedgedag' , alle dubiëteiten dien aangaande eens in 't geheel weg t-e neem.n. Dat met dat oogmerk Hun El. Groot Mog. verklaaren , dat al het Krygsvolk deezer Provincie, zo te Water als te Lande , van niemand afhangelyk is , en ter dispofirie van niemand ftaat, dan van Hun Ed. Gr, M 'fende. Dat alle Militairen, van den Kapitein-Generaal af, tot den geringlten Soldaat toe, geen uitgezonderd, aan dat Oppergezag onderworpen , en aan het zelve door Eed en Pligt verbonden is. Dat, by afweezen der Staatsvergadering, dat Oppergezag refideert by 't CJlegie van Hun E^ Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden, atn 't hoofd van 'c welk de Stadhouder gefield is, en dat in gevolge de Conftitutie der Regeering, geduurende voorfi. afweezigheid, den Souverein reprasfenteerd. Dat Hun Ed Groot- Mog. nogthans niet verftonden, daar door eeuigzinrs te verkorten de Rechten en Prasëminentien , de Heeren Erf-Stadhouderen en Erf-Kapiteinen-Generaal gegeeven; maar in tegendeel begreepen, dat aan Zyne Hoogheid, uit hoofde zyner Éminente Charges, onder bun Oppergezag, toebehoort het Commando, (hem by Commisfie van Hun Ed. Groot Mog. Etflyk opgedraagen,) over alle de Militie deezer Provincie , geene uitgezonderd, en dus ook niet het Guarnizoen van den Haag; en dat alle de orders, welke Hun Ed. Groot Mog. over de Militie in *t generaal, en over het Haagfche Guarnizoen in 't byzonder, goedvinden te ftellen , regulierlyk aan Zyne Hoogheid of by deszelfs abfeniie aan Gecommitteerde Raaden be: hoorden te wordtn gegeeven, omme verder ter uitvoer te worden gebragt. Dat dienvolgende Zyne Hoogheid , wanneer zulks door deszelfs tegenwoordigheid moogelyk is , zal blyven txerceeren het Commando invoegen voorfz., en het geen daar aan verder verknogt is, waar onder dan ook "het geeven van het Wagtwoord, zoodanig, als het een en ander by Hoogstdeszelfs Pisedecei-feuren is uitgevoerd en genooten geworden; alles onverminderd het Recht en de Magt van Hun Ed. Groot Mog.. en in Hoogst-  350 ^pril, ZAAKEN VAN 1786. Hoogstderzelver abfentie aan Gecommitteerde Raaden, als den Souverein reprzefenteerende , akyd en indisputabel blyvende toekomen, omme, wanneer de nood en de confervatie van den Lande zulks zoude mogen vereisfchen, ook zonder interventie van Zyne Hoogheid, zoodanige orders omtrent de Militie te (tellen , en aan zoodanige Perfoonen ter Executie te demandeeren, als Hoogstdenzelven, naar bevinding van zaaken, ter handhaaving en beveiliging van 's Lands Vryheid en Conftitutie van Regeenng , meest geraaden zullen oordeelei). XLVIII- Request van eenige Gecommitteerden uit de Burgery van de Kaap de Goede Hoop , aan de Hoog Mogende Staaten Generaal. Ingeleverd in dato 4 April 1786. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen Johannes Roos , Johannes Henricus Redelinghuys en Johannes Augustus Bresier, voor hun zeiven, en als Gecommitteerdens van de klagende Burgery van Cabo de Goede Hoop. Dat de evengemelde Colonie, tot welke de Supplianten en hunne Committenten , als Burgers en ingezeetenen van dezelve, de nauwfte betrekking hebben, wegens haare voordeelige fituatie tusfehen Europa en Afia, mitsgaders haare ongemeene vrugtbaarheid, ongetwyrfeld moet worden belchouwd , als eene der gewigtiglte posfesfien van dezen Staar, die de byzondere zorge en attentie van Uw Hoog Mogende, welke zy, offchoon aan de ondergefchikte Regeering van de Oost-Ldilche Compagnie dezer Landen onderworpen , echter als hunne wettige Souverainen eerbiedigen , in alle opzigten overwaardig is. Dat deswegens de Supplianten nedrigst mogen vertrouwen, dat Uw Hoog Mogende niet alleen den welvaart en voorfpoed van de Bewooners van den gemelden uithoek zeer ter harte neemen, maar dat ook in- zon-  april , STAAT EN OORLOG. ,78e» «p «faÏÏS Wel by de 0Pn'gtinge der Volkplantingen eenige fchikkingen door den Stigter van dezelven zyn Jemaakf die tot een rigifnoer voor de Caapfche ReïnfeTzou! den verftrekken, dog welke in het vervolg van tvd door de geenen , aan welken het Bewind dfr Colonne is toevertrouwd, geheel en al zyn veronagtzaamd té ! wyl ne Ingezeetenen geene echte bewyzen varhunnê oorfpronkelyke regten konnen magtig JoSn en nieï iM|by LTi?11^ gele^heden eenige ov rb"yfze,s v n dezelve hebben konnen ontdekken , waardoT zv zvn genoodzaakt geworden, zig te onderwerpen aan 5e bï fchikkingen van Heeren Bewindhebbers, die veel ïf hangen van verfchillende tyden enom(hndie| eden van t nd°nhtftet:nddenkenfyZe,der ^de? vÏÏÏer Be" wnü mer te Land, en byzonder ook van de B-rkten en informatien der Caapfche Ministers, welke ziJ S vendien te meermalen hebben verfhout om de Slvet" len, hun uit het Vaderland toegezonden naar derlel* ver «gendnnkelyk goedvinden ëte veraderen of 2t jw de executie van dezelven geheel en al te onttreK Dat, om voor het jegenswoordige niet uitteweiden in al.  35a april, ZAAKEN VAN 1786. alle de byzondere bewyzen , die ter ftaving van het gezegde ter zyner tyd zullen worden voortgebragt; de Supplianten aïleenlyk de vryheid neemen, van aan Uw Hoog Mogende naar waarheid voortedragen , dat de 1 twee aanzienlykfte Collegien daar te Lande, zynde de Raad van Politie of de hooge Regeering, en de Raad van Justitie, of het hoogde Geregtshof, tot op het jegenswoordig oogenblik niet zyn voorzien van inltructien of berigt fchriften, die derzelver gezag en pligt bepaalen. Dat het ook zeer verre daar van daan is, dat daar te Lande zekere en vastgeftelde wetten zouden voor handen zyn , welke inzonderheid konnen ftrekken tot een rigtfnoer der beflisfinge van zoodanige gefchillen, als uit de locale gelteldlreid of byzondere Huishouding van de gemelde Colonie , en uic den handel en kostwinninge van derzelver Ingezeetenen voortvloeijen , en voor zoo verre 'er eenige Ordonnantiën en Reglementen desaangaande mogteu zyn geëmaneerd , de Ingezeetenen dan nog worden verdoken van de gelegendheid, om daarvan de nodige kennis en wetenicbap te erlangen, ja zelfs te meermalen, nietteffenltaande hunne ernflige verzoeken , geene echte Copyen hebben kunnen bekomen van Wetten of Ordonnantiën , door wellter overtreding zy werden geoordeelt, misdadig en Itrafbaar te zyn. Dat, gelyk by mangel van vaste en permanente Wetten , de regtfpleginge of administratie der Justitie alleenlyk van het goedvinden der Regteren dependeert, de Caapfche Ingezeetenen ook (leeds hier van fmertelyke ondervinding hebben gevoeld, terwyl zy Jpovendien geheel en al zynde ontbloot van de bulpe der knndige Voorfpraken, en in de regtspleging zelve geene de minfte form nog manier van procedeeren immer zynde vastgefteld , de Supplianten zig verzekerd houden, dat hieruit al aanftonds op het duidelykfte komt te blyken van de beklagenswaardige gelleldheid van het geheele Justitie-Weezen, en van de ware fourcs, waaruit te meermalen zyn voortgevloeid die willekeurige en onregtmatige bellijfingen over het lot der Burgers. wel.  Ipèil, STAAT ÉN OORLOG. 1780. 2J§ welkers gewaand misdryf grootendeels daarin was gelegen , dat zy het ongeluk hebben gehad , van re vervallen in ongenade van het Caapfche Ministerie, hoedanige mishandelingen te meermalen, de billyke onderwerpen van klagten aan Heeren Bewindhebberen; eri nog onlangs aan deze Souveraine Vergadering hebberi opgeleverd. Dat, offchbon het éindelyk eene onwederfprekelyke waarheid is, dat de Burgers en Ingezeetenen van den gemelden uithoek voornamelyk hun beftaan en kostwinning moeten erlangen uit de culture hunner Landen , mitsgaders den Handel in Koorn , Vee en Wy.' nen, die zy gehouden zyn të leveren aan ófte ten behoeve van de Compagnie, buiten welke, en uitgezonden den zeer geringen binnenlandfchen Handel, als ook de zeer bepaalde Leverantie aan de Schepen op de Caapfche Rhede geankert , voor hun geen vertier Vau de gemelde produften en goederen geoorlofd of doenlyk is, desmettegenftaaride de aflevering in 's Compagnies Magazynen door het Caapfche Ministerie, zoo Uit hoofde van de willekeurige en onredelyke bepalingen der pryzen en de afvofdering van onbehoorlyke recognitiën ten behoeve van zommige van 'a Compagnies Bediendens als anderzints, aan drukkende, ia byna ondragelyke Conditiën en lasten word onderhevig gemaakt, terwyl bovendien de meeften van 's Compagnies Dienaaren zig zoo wel den Landbouw als derf Handel met derzelver producten opentlyk onderwinden.' en daarin door de Regeeringe worden begunftigd, alhet welk. mtusfchen niet anders dan tot praïjudicie, ja tot ruine der Ingezeetenen kan verltrekken. Dat zoo veele oppofitien te minder dragelyk zyn' voor de Colonisten , die de eer hebben van te behooren aan de Souverainen van een Vry Gemeenebest en welker Ouders of Voorouders voor een gedeelte uit hetzelve zynde oorfpronkelyk , en düs hier te Landë het zoete van de Vryheid hebben gefmaakt, zig derwaarts hebben begeeven, in het gerust vertrouwen, dat zy en hunne fvakomelingen aldaar hetzelfde voorre£„i°TUden 8enieten » z°o verre de Conftitutie der XXXI. deeï.o 2 Co»  354 APM., ZAAKEN VAN l78tf. Colonie gedoogde , en door billyke Overheden naar v-wtaettelde Wetten zouden worden beftuurd. Dat intusfchen de Ingezeetenen van den gemelden uithoek zig , niet lange na het overlyden van den eert en roemrugtigen Stigter hunner Volkplantinge in die gegronde verwagtinge vindende te leur gefteld , reeds in de vorige Eeuw hunne klagten over de toenmalige onderdrukkingen in den fchoot van Heeren Bewindhebberen hebben uitgeftort, en een gepast redres van hunne regtmatige bezwaren atgefmeekt. Dat hierop wel door Commisfarisfen , van wegens de directie hier te Lande afgezonden, eenige tempo„ire fchikkingen zyn gemaakt, welke op dien tyd de ftemmen van de te regt misnoegde Gemeente hebben eefinoord , maar door geene permanente of fundamentele Wetten de wortel van het kwaad zynde uitgeroeid, hiervan het onvermydelyk gevolg is geweest, dat korten tyd daarna de willekeurige beheerfchingen en onderdrukkingen van 's Compagnies magtige Ministers al wederom de overhand genomen, en den Caapfchen Burgerftaat in de noodzakelykheid hebben gabratf om zig, in den jaare 170Ö, met hunne klagten Se?óm aan Heeren Bewindhebberen der Oost-Indifche Compagnie van dien tyd te addresleeren. Dat zulks ook is geweest van dit gevolg, dat uit kragte der aanfchryvinge , door gepelde liewinahebberen by eene Misfive van den 30 Oétober van het gemelde jaar, aan de Regeeringe van de Caap gedaan den toenmalige Gouverneur Willem Adnaanvan der Stel. de fecunde Samuel Elfevier, de Predikant Petrus Kalden , en de Landdrost Johannes Starrenburg, over welker onregtvaardige afperlingen en onbetamelyk gedrag de Ingezeetenen inzonderheid hadden gedoleerd, uit de Colonie zyn gedemoveert , en herwaards opgezonden ; en dat wyders derzelver onwettiglyk en ter fluik verkregene bezittingen zyn geconhsqueert, or aan de Eigenaren vergoed, terwyl zommige ostentatieule Gebouwen, door hun aan de Caap opgerigt, zyn gedemolieert, mitsgaders hunne uitgeftrekte Landeryen te geide gemaakt, en dat insgelyka by de evengemdde  „pril, STAAT EN OORLOG. 1786. 355 Misfive met de navolgende woorden is bepaald ,en vast- gefield. „ Dat 's Compagnies Bediendans aan de C lap, van „ de meefte af tot de minfte toe , die teganwoor.!;g „ eenig Land bezitten, verfiaan wy, dat hun van hets» ze!ve zullen moeten ontdoen, kunnende hetzelve ver„ handelen en benefkeeren, zoo als zy zullen komen „ goed te vinden, op poene, contrarie doende, van confiscatie van dien 4 en dat ingevolge van vorige „ ordres daartoe leggende, en fpeciaal het aaiilcbry„ vens van deze Vergadering in dato 26 April 1668; „ zullende voortaan ook geen Land van eenige vau Compagnies Dienaars in eigendom, huur als ander„ zmts, mogen vergund, of door dezelve bezeten weri, den; zoocok geen handel mogen dry ven met Koorn, „ Vee, or Wyn, zoo door haar zei ven, als door an„ deren , en zulks direct: of indirect , mostende hun „ met haare Soldy te vreden houden , zonder op de „ voorregten de vrye Coloniërs competeeren^e en ge„ noegzaam haar eenigfte middel van fubfistemie zyn„ de, te impieteeren." Dat gemelde Heeren Bewindhebberen hierdoor, en door het maken van eenige andere befcbikkingen , in de voornoemde Misfive vervat, toen ter tyd wel eeiiigermate aan de gegronde klagten der Caapfche Coloristen hebben gehoor gegeeven, gelyk ook deze Vo'kplanting onder de Regeering van 'Louis van Asfenburg die m plaats van den voornoemden Adriaan van der '?t Gouverneur was aangefteld , van alle onderdrukkingen is bevryd gebleven , maar dat de evcneeroeide mftcllir-gen nimmer als vaste en permanente Wetten zyn geconfidereert door de fuccesfive opvolgers van den evengemelden Louis van Asfenburg , die rneeren. deels verfchildeh in aenkenswyze van* hunnen voornoemden Piedecesieur, als weiken integendeel aües wederom naar hun welbehagen er. particulier interest ten r.adeele van den Burgerfiaat hebben ingerigt of ver- S&■ de- doen8gebor£ worden, die s Compagnies Dienaaren, en de Colonisten. ouderling hebben verdeeld , ea de rust eDS andheid uit de Colonie verbannen. ° "C" z 2 Dat  JS6 KPtit, ZAAKEN VAN ï»W. naf de langdurige en onophoudelyke onderdrukking D l rlfche Ministerie, die vooral onder het gen van het Cuplche Min_ > ^ v