Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.  I  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende i) e VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het beoin van het jaar MDCCLXXX. DRIE-EN-DERTIGSTE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART. mdccxc1t.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit drie-en-dertigste deel geplaatst zyn. Extract uit de Refolutien van de Heerên Staaten van Holland en Westvriesland, in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genoomen. In dato 25 December 1786. bi. 1 XCII. Missive van de Magiftraat van Wyk aan de Staaten van Utrecht. In dato 3 Juny 1786. . . bl. 151 XCIII. Extract uit de Refolutien van Burgemeefters en Vroedfchappen der Stad Wyk ■ by Duurjltde. In dato 5 juny 1786. 153 XCIV. Publicatie \an het Hof van Utrecht, raakende den Pander j. valburg, nevens eene Misfivé daar toe betrekkelyk. In dato 5 Juny 1786. . - bl. 155 XCV. Missive van de Magiftraat van Wyk by Duurfteede aan de Staaten van Holland en Westfriesland. In dato 8 Juny 1786. bl 157 XCVI. Missive van de Magiftraat van Wyk by Duurfteede aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. In dato 9 Juny 1786. bl. 163 •XCVII. Rapport en Refolutie van Burgemeefteren en Oud-Burgemeefteren van Utrecht, raakende de zaak van Wyk by Duurfteede. - In dato 9 Juny 1786. . bl. 165 XeVIII. Antwoord van de Magiftraat van Wyk by Duurfteede aan het Hof van Utrecht. In dato 9 Tuny 1786. . bl. 169 XCjX.  « LYST der STUKKEN. XCIX. Missive van de Burgery en Gezwoorene Gemeente te Hattem aan den Erfftadhouder. In dato 13 July i?86. bl. 172 C. Publicatie der Regeeving van Wyk by Duurfieedcr, raakende de beveiliging der Stad. In dato 19 Juny 1786. bl. 173 Cl. Adres aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 26 Juny 1786, bl. 176 CII. Resolutie van hun' Ed. Gr. Mog. tot nader Ordre aan het Hof en den Haag, mitsgaders aan den Procureur Generaal van den Hove, en den Bailliuw van den Haage, omtrent de Leuzen van Parthyfchap of Oproer. In dato 28 Juny 1786. bl. 184 CIÜ. Request van het Genootfchap van Wapenhandel te Gouda aan de Magiftraat dier Stad ; nevens het appoinctement op hetzelve. In dato 28 Juny 1786. bl. 186 CIV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, raakende nadere bepaaling van verboodene Huwelyken, in Hun Ed, Groot Mog. Vergaderinge genoomen. In dato 29 Juny 1786. ... bl. 190 CV. Propositie van 4m(lerdam om geen admisfie van gewapende Corpfen of Exercitie - Genootfchappen afzonclerlyk van de Schutteryen , en het doen cesleeren der reeds opregte ; gedaan ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 5 July 1786. . bl. 197 CVI. Stukken, raakende de adjunclie van Mr. p. graafland gilhsz aan Mr. h. hop , als  LYST der STUKKEN. iu als Secretaris van het Hof Provinciaal. In datis 18 January, 15 Maart, 23 Juny en 5 July 1786. . . bl. 2eo CVII. Missive van Gecommitteerden uit de Burger Schutters, Uitkopers en Wagtvryen der acht Burger Compagnien te Utrecht, ten aanzien hunner bezwaren en klagten, de gunftige refleétien en invloed van hun Ed. Groot Mog. imploreerende. Ingebragt in dato 6 July 1786. . . bl. 21a CVIII. Programma van het Amfterdamfche Genootfchap van Wapenhandel, tot Nut der Schuttery. In dato 7 July 1786. bl. 225 CIX. Adres van „de Gezwoorene Gemeente aan de Magiftraat der Stad Hattem. In dato 12 July 178^ . . bl. 230 CX. Extract uit het Refolutien-Boek der Stad Elburg. In dato 14. July 1786. bl. 338 CXI. Resolutie van de gezamentlyke Burgerye der Stad Hattem. In dato 17 July 1786. bl. 239 CXII. Memorie van Geconftitueerden van Bodegraven aan Schout en Ambagtsbewaarders. In dato 19 July 1786. bl. 240 CXIIL Advysen der Raden in de Vroedfchap der Stad Utrecht, over de Adresfen der Burgery van 20 Juny en 3 July. In dato 25 July 1786. - . 1 . bl. 245 CXIV. Resolutie van hun Ed. Groot Mog op het Commando over het Guarnifoen van den Haag. In dato 27 July 1786. bl. 293 * 2 CXV.  ïv LYST der STUKKEN. CXV. Rapport op de doleantie van gedeputeerde Predikanten der Hervormde Gemeentens onder de Clasfen van Alkmaar, Haarlem, Hoorn, Enkhuizen en Edam, over wederregtelyken handel van Gedeputeerden tot de laatfte Synode te Hoorn &c. en op de verzoqte voorziening door Predikanten onder het Cla?fis van Amlierdam, omtrent de begeeving der Synodaale Commisfien. Ingebragt ter Vergadering van hun Ed. Gr. Mog.; in dato 28 July 1786'. bl. 295 CXVI. Authorisatie op Gecommitteerde Raaden tot accesfie in den voorflag der Gedeputeerde Staaten des .Kwartiers van Velums , omtrent het Collateraal van Aélien in de Oostindiiche Compagnie in den Boedel van wylen Weduwe m. e. grothe , Weduwe c. l. kerksteen , te Arnhem overleeden; en gerenoveert het Commisforiaal van 27December 1760,nopens het voorfz. Collateraal. In dato 2 Augustus 1786. • • . bl. 301 ZAA'  Z A A K Ë N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXVI. ÈxtraSt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genotmen op Vrydag den ij December 1786. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gt'mg.  STAAT EN OORLOG. 5 te berinneren de alzints indecente manier, waarop het Hof zich by deszeifs Misfive van 22 Maart had uitgeiaaten over de van Onzentwege op den 17 der gem. maand gedane overbrenging vau Frangois Mourand naar de Voorpoorte, als een Gevange van Ons Collegie ; en wyders het geen Wy daarop in faéto aan UEd. Gr. Mog. hebben voorgedragen tot een evident bewys, hoe weinig Wy zulk eene lafive behandeling hadden verdiend. Het Hof namelyk had goedgevonden Ons by gemelde hunne Misfive daaromtrent te doen voorkomen als tyrannen en geweldenaars, die eene, fchoon van agter, door het Hof gemoveerde quseftie, gedecideerd zouden hebben pak. le droit du plus fort; en dit deede het Hof op zulken toon, dat niets gefchikter was, om de Natie in het generaal , en de Ingezetenen van deze Uw Ed. Groot Mog. Refidentieplaats in het byzonder, op eene fchroomelyke wyze tegens Onze Rechterlyke daden te prasoccupeeren; En het eenig fundament, waarop Wy zulks van een Hof van Justitie ondervinden moesten, kwam daarop neder, dat FranpoisMou* rand boven allen twyjfel, en buiten alle conte-x ftaiie , een Gevange van 't Hof zoude zyn geweest; naardemaal de Drosfaard van den Hove denzelven geapprehendeerd zoude hebben in Persoon; fchoon niemand van de Dienaars van den Procureur-Generaal zich daaromtrent met her fingulier getuigenis van denzelven Drosfard geconformeerd hadde. Geen wonder derhalven, Ed. Gr. Mog. Heeren , dat Wy Ons zulk eene behandeling aantrokken , en 'Ons daar over by de eerst bekwame geleeenheid , naar vereisen van zaken , aan UEd. Groot Mog. beklaagden; vooral, daar Wy van het abufive der voorfz. allegatic overtuigd waren, en daartoe zulke gewigtige gronden hadden, als Wy, ter occafie van het uitbrengen van Ons voorfz. Advis, bereids aan U A 3 Ed.  S ZAAKENVAN Ed. Groot Mog. hebben opengelegt, en dus on» rodig oordelen by deze te herhalen ; hoe zeer Wy de vryheid nemen , van op eene nadere lecture dtrzelve by Uw Ed. Groot Mog. aantedrmgen ; vermits Wy Ons verzekerd houden, als dan , by vergelyking van 's Hofs nu nader ingeleverd Addres , middagklaar te zullen blyken, dat Hun E i. Mog. zich daar mede over het generaal vry wat in de engte gebragt heb' ben gezien , althans de voornaamfte van de ter Onzer Justificatie geallegierde gronden onaangeroerd hebben laten leggen. En hier mede, Ed. Gr. Mog. Haeren ! zou« den Wy welligt van dit geheele poindt kunnen afitappen; doch vermits de Eer van het Collegie yan Uwer Ed. Groot Mog. Gecomm. Raden, zoo wel als de gerustheid der goede ingezetenen op de Justitie, die Wy, even als het Hof, da «er hebben in naam van UEd. Groot Mog. te adniïniltreren 5 zoo hooglyk by dit poinér, geinteresfeert is , hebben Wy vermeend , de meest fpecieufe remarquirs van den Hove ftuksgewyze te moeten opnemen, fchoon Wy Ons bevlytigea * .zullen alle mogelyke kortheid dien aangaande ie betrachten. Wy noteren dierhalven (zonder ook als nu op die bedoelingen uit te weiden, welke uit de combinatie van 's Hofs beide vorige Misfives zonden kunnen geëliciëert worden,) dat Hun Edele Mogende , op pag. 4 en j, van derzelver voorU. nader Addres aan Uw Edele Groot Mogende, de taal „ door bet Hof by de Misfive van 32. Maart vis a vis van ons Collegie gefprooken, et! waar over Wy Ons beklaagd hadden , wel als evereenkomftig den aart der zaake hebben zotken te doen voorkomen, wanneer de waarhei l van het gebeurde voorondersteld wietd. Maar dat Wy vertrouwen, U Ed. Gr. Mog. fan het abufive van zoodanige , op zeer losfe gronden, en gantsch onvoorzichtielyk gemaakte toorondetJlelling, door het geen Wy by Onze yoó-  STAAT EN OORLOG. 7 rige Misfive op pag. '/. & feqq. bygebragt hebben , complefelyk te zullen hebben overtuigd; en Wv voegen 'er nog maar alleenlyk by voor eerst i dat , hoe fterk bet Hof zich over het geen Wy daartoe geavanceerd hebben beklagen moge, als over eene accufatie, die de etre en waardigheid van het Bof op eene verregaande wyze zoude beledigen, het Hun Ed. Mog. echter met behaagd helft, om een eenige van de reflexien op. telosfen , welke Wy hier omtrent op de Stukken, Ons op den 2<* Maart van wegens het Hof toegezonden , gemaakt hadden ; al. hebbende Hun Ed. Mog. zich alleenlyk geborneerd tct eene infertie van de contenue derzelve Hukken, thans door het Hof aan U Ed. Gr. Mog. overgezonden, en gequoteerd met de Letter ai, 2 o a,% en 6,.tot welker leéture eenvoudigl/k gerefereerd is , even gelyk tot de depoütien „n Mr. J. J. van Nispen en H. van den Brinck, gequoteert met de Letter A, 8 en 9. , zonder de ook daar omtrent door Ons gemaakte reflexien te folveeren; terwyl Hun Ed. Mog. enkel verkoozen hebben, oin , na ee ne referte tot de voorn. Stukken, aan U Ed. Gr. Mog. en ieder onbevooroordeeld Mensch te vragen, ot het Hof dan niet ten onrechte door Ons beichuldigd was van adfumtien van tegen de waarheid eeallegeerde faiften ? als mede, of met «videntelyk Jlrydig met de waarheid was het geen Wy op pag. 9. C»an 0nze vorl§e rJtt hadden geheld, namelyk: dat ralle de „ geenen , welke de omftandigheid (der apprehenüe) eezien hebben, daar in volmaakt met i elkander en overeenflemden, dat demeergem. Mourand het eerst geapprehendeerd ts door een \ Dienaar van den Advocaat fiscaal, genaamt ! Andriet Schefer, mitsgaders door een Dienaar van den Procureur Generaal, genaamt Frans . Schericke?» dan op welke eerstgemeldev^, na een herhaalde leéture Onzer vorige Misfive en van de gem. ftukken, het antwoord, zoWy  ZAAKEN VAN SaTrD ' ni6t -orabe! voor den Hove zal «"vallen; waarom Wy alleen nopens de tweede wLFf- Yra"t n aanmerk'-n , d« Hun Edele Mogende, by het voortel derzei ve, niet hadden behoren te dutömuleeren , dat door Ons in de geobiiuerrde pasfage met ronde woorden gefproken is van Getmgen, die te» ovcrftaan van On. Ze Commufartsfen gehoord waren , waar op het woord alle , zoude dezelve pasfage eenen gezonden zin hebben, en niet, regen Oize biykbare inrentie, u,t deszelfs verband met het even nirhTl.^°fQgde gefukt worden> mits"ie° notoirlyk relatief was. Ten a„dere», dat, indien Hun Ed. Mogende waariyk als BOg i„ goeden ernst vermeenden, iw^LS00 h,°,°^aande proflitutie gemer£ reerd hadden , als Hun Ed. Mog. by derzelver Misfive ya„ Maart hebben gelieven te voor. onder/lellen, het als dan onbegrypelyk zal moeten voorkomen, dat Hun Edele Mogende Onze verantwoording daar jegens als nu gezien hebbende , particulierlyk al dat geene mfr S zwygen voorby hebben gegaan , dat het .-hou. den gedrag van hunnen Drosfaard concerneerdï en échter naar Onze gedachten, zeer wel eenl fp-ciale oplosfing verdiend hadde; als: by voor! beeld, dat dezelve Drosfaard niec alleen de ee. mge geweest is , welke gedebiteerd heeft . dat ht ik persoon de Apprehenfie van Mou. te soude gedaan faebbea, waar mede zig in 2< •- • - r>'1 Wenaars van den Proc Kór-Generaal geconformeerd heeft: en 't « "„ dezelve ook by zyn eerfie Rapport aan den Pro. cureur-Generaal, voor zoo verre Wy nu zulks van agter uit s' Hofs Product B. r. L hebbed kunjien opmaken , niet in diervoege fchvnt te ^HBt°oPiefm,,; maarrk» ^t dezelve Dro. laard, loin hy, kort na 't gebeurde, benevens eenige van de wederzydfche Bediendens, fa «J van Onze Vertrekkers ïfummierlyk over her geval ondervraagd wierd, noch tittel, noch j ," van  STAAT EN OORLOG. 9 van eene dergeiyke asfertie heeft laten blyken, ja zelfs niet , dat hy den voorfz. Mourand geconfedereerd zoude hebben als een Gevangen van het Hof; even weinig als dezelve Drosfaard iets hoegenaamd daar van heeft laten blyken, na dat de Advocaat-Fiscaal aan Ons van 't voorgekomene Rapport hadde gedaan , en hem de opgevolgde Refolutie van Ons Collegie communiceerde. Dat alles vermenen Wy, Ed. Gr. Mog. Heeren ! ten minden zoo veel te bewyzen, dat Wy voor de overbrenging van Mourand naar de Voorpootte geen fchyn van aanleiding hebben gehad, om te kunnen vermoeden, dat het Hof in dezen prseventie zoude fuftineren ; en Wy kunnen U Ed. Gr. Mog. teffens met de beste trouwe verzekeren, dat Wy Collegialiter ook niets hoegenaamd van zulk eene fuftenue geweten hebben, voor het des anderen daags door Onze Commisfarisfen (de Roo van Westmaas en Patyn) gedane Rapport van 't geen dezelve dien aangaande des avonds te voren , op eene gehoudene Conferentie met Comrni.sfarisfen van den Hove, ' (de Wilhem en van Minninghen) vernomen hadden. Wel is waar, dat Hun Ei. Mog. zich nu tot {laving van het bevorens ter nedergeftelde, nopens het gunt 'er na de apprehenfie en voor de overbrenging van Mourand is gebeurd , enkel gerefereerd hebben tot eene nadere verklaring van voorn. Drosfaard, welk (tuk Wy bevorens niet gezien hebben, en thans door UunEd. Mog. te berde is gebragt fub A. 7.; eu dat het Hun Ed, Mog. wyders behaagd beeft, om onmidde. lyk op die gedane referte te laten volgen : dat Hun Ed Mog, thans daar niet meer van zeggen zouden, en voorts dit geheele poinct, zonder zich in eenige byzondere details te begeven, met dit niet weinig beduidend compliment aan U fidele Groot Mog. en Ons te befluiten : „ Mou- rand; fchoon door den Drossaak» van A 5 „ het  *o ZAAKEN VAN het Hof geapprehendeerd, en nooit door „ Heeren Gecommitteerde Raaden gerecla- ,, meerd , ÏS i Op auctorisatie van „ Uw Ed. Gr. Mog., door het Collegie van „ Heeren Gecommitteerde Raaden te recht ge» „field: De zaak is in zoo verre af,, gedaan; En Wy wenschen dat nimmer wederom zulk een geval exteere." _ Dan , zonder Ons uittelaten op de reflexien , die zich nopens den aart en natuur van het gemelde Compliment als van zelve zullen opdoen, zy het Ons gepermitteerd alleen kortelyk op den inhoud van 't gem. product A. 7. te reraarqueren , dat ten dezen regarde geene quïestie is over het geen de Drosfaard van den Hove al of niet gezegd heeft aan den Commandeerenden Officier van de Wagt, maar, hoedanig dezelve zich ter zei ver tyd geconduifeerd nebbe in een der Vertrekkamers van Ons Collegie, toen dezelve, over ,t geen 'er gebeurd was , fommierlyk wierd en. dervraagd; welke poinct by het gem. Huk geheel ongetoucheerd is gelaten; uitgezonderd alleen , dat deszelfs apparitie daar ter plaatze, bevorens door 'c Hof als toevallig opgegeven, daar by door denzelven Drosfaard gcattribueerd is aan een verzoek van den Drosfard van Ons Collegie, wiens onder Eede gegevene verklaring hier omtrent van den navolgenden inhoud is; „ D?r, even na dat F. Mourand invoege, als „ by D-pofant te vooren verklaard heeft, was „ opsebragt in de Hoofdwagt, of eigentlyk in „ de Officierskamer , waar in dezelve eerst ge„ weest is, de Drosfaard van den Hove, al,, daar mede prefent zynde, aan hem Depofant „ gevraagd heeft, of hy nu geen Rapport bragt „ aan V Collegie of aan den Advocaat Fiscaal? „ Dat hy Depofant daar op heeft geantwoord, ,, dat hy zulks terfiond doen zoude , maar niet „ wist, hoe hy het ondettusfchen flellen zou met „ den Gevangen; waar op de Drosfaard van den „ Ho-  STAAT EN OORLOG. ii Hove heeft geantwoord , dat hy aldaar nog „ wat zoude blyven; Dat hy Depofant zich ver" volgens begeven heeft naar een der vertrek, ken van 't Collegie , om aldaar aan den Advocaac Fiscaal Rapport te doen: dat een weimg tyds daar na hem Depofant derwaarts ge" volgt is de Drosfard van den Hove, met nog ! eenige van de wederzydfche Dienaars, onder V, welken hy Depofant meend bepaaldelyk ge. „ zien te hebben , Dries, Dienaar van den Advocaat Fiscaal , en Frans , Dienaar van den " Procureur Generaal, die met hun beiden den ' voorn. Mourand geapprehendeerd hadden. Doch welke ook dtt redenen mogen zyn geweest, die den Drosfard van het Hof gemoveerd hebben , om, zelfs voor dat hy aan den Procureur Generaal Rapport had kunnen doen , zien uit eigen beweging aan Ons Collegie te vervoe. gen, die is in allen gevallen onbetwistbaar, dat deszelfs voorfz. nader Declaratoir niets behelst, dat de minfte aanleiding zoude kunnen geven om te vermoeden, dat hy tér dier tyd iets hoegenaamd, hec zv aan iemand der toenmaligen Leden van Ons Collegie , het zy aan den Advocaat Fiscaal van UEd. Groot Mog,, zoude hebben laten blyken van eene fustenue , dat Muurand een gevangen' zoude zyn geweest van het Bof; Dat gevolgelyk het voorn, nader Declaratoir al mede niets inhoud van het poinct, ten dezen opzichte in qutcstie; en by nader gevolg dat het dan ten mmften nu eene uitgemaakte zaak behoorde te wezen, dat het Hof vol/trekt gratis geadfumeerd heeft, dat Wy, by het geven van de ordre tot overbrenging van Mourand, geweten zouden hebben, dat Molt' rand in der daad een Gevangen van het Hof was, of voor zodanig van wegens het Hof gehouden wierd, mitsgaders dat daar van geen fchyn of blyk voorhanden, en het tegendeel van oe/.elve Onze volftrekt Gratis geadfumeerde we. tenfehap waarachtig zynde , Wy dan ook de groot-  12 ZAAKEN VAN grootfte redenen hebben , om Ons te beklagen, dat een Hof van Juftitie Ons op zulk een losfen voet by bunne Misfive van 22 Maart opentlyk by UEd. Gr. Mog., en het gantfche Publicq, van zulke groove Geweldenaryen heeft gaan befcbuldigen, als Wy het displaifir hebben gehad Ons mee zo veele bitterheid te zien toeduuwen , en op pag. 4. van Onze verantwoording met 's Hofs" eige bewoordingen gerecanfèerd zyn geworden , zonder dat daar by iets hoegenaamd van dat aïles uit deszelfs verband is genomen, gelyk het Hof zig nopens de periode of het Kof en de Magiftraat &c. (om zulks alhier in 't voorbygaan te noteren) op pag. 4 van derzelver nader Addres, beeft laten voorftaan: Want by refumtie van de 9de Bladz. van's Hofs Misfive van 21 Blaart zullen U Ed. Groot Mog. bevinden,- dat daarby, fchoon eigentlyk relatief tot prjeventien by informatie, mede is ingeweven het door Ons ontweldigen van Gevangenen aan het Hof en aan den Magiftraat, onder den naam van Preventie by Cognitie , en dat het Hof in die zelfde Periode aan UwEdele Groot Mogende gevraagd heeft, of het Hof en de Magiftraat zulks dan by continuatie zouden moeten aanzien even zeer als dat wy te. gens de gevluchte Burgers zouden procedeer en, in éerztWer huizen vallen, die doorzoeken , om uit df papieren der gevlucht en nieuwe ftoffen ' voor proven tien hy cognitie tegen Edelen, Suppoosten , of Burgers optefpooren, enz. welke laatfte bewoordingen Hun Ed. Mog. mutalis mutandis , uvtrgenomen fchynen te hebben uit het geen op een 26 Maart 1733; door de Heeren van de Ridderfchap gereprocheerd is geworden aan het Hof. Maar men heeft iets moeten zeggen, om Onze gedaane verantwoording als onbetarueiyk te doen voorkomen, en alzoo aan de redenen , waar op Ons beklag gefundeerd is, de kragt van overtuiging te benemen. Dan Wy.houden Oas wel verzekerd, dat, hoe  STAAT EN OORLOG, 13 hoe bekwaam die geene zy, welke de hand in het concipiëeren van het meergemelde nader Adres van den Hove gehad heeft, en al ware het grof gefchut, daarby tegen Ons aangevoerd, zo juist gepoindleerd, als een der kundigfte Leden van 't Hof, enkel en alleen daar toe pro occupato gehouden zynde, het zelve zoude hebben kunnen ftellen, men echter by UEd. Groot Mog. verre te kort zal fchieten in het bereiken van het bedoelde wit , namelyk in de overtuiging van U Ed. Groot Mog., en van het onzydige Publicq, dat de ordre tot overbrenging van Mourand, die door Ons gegeven is op een tyd, waar op fVy zelfs geen vermoeden op reclame van het Hof konden hebben, zoo eene hooggaande proftitutie zoude hebben verdiend, en dat Onze verantwoording, daar jegens gedaan, van zulk een flecht alloy zoude wezen , als 't Hof gaarne aan UEd. Gr. Mog. zoude willen imbuëren. Dit- toch is het poinét , waar op het ten dezen refpeüe enkel ea alleen zal moeten aankomen : Want zoo rasch Wy op den 18 dezer mt het Rapport van Onze Commisfarisfen verftaan hadden , dat het Hof des avonds te voren , deszelfs tot dien tyd toe by Ons volftrekt geïgnoreerde fustenue , op eene verzochte en terflond geaccordeerde Conferentie, hadde geopperd, hebben Wy voorts de zake in haar geheel gelaten, tot dat Wy, het goedvinden van Uw Ëd. Groot Mog. op eene door O.is terftond voorgenomene Reprsefentatie zouden verdaan hebben; van welk voornemen Wy ook terftond daar na aan Hun Ed. Mog. Communicatie hebben doen géven; even gelyk van Onze kort daar na genomene nadere Refiilutie, om, dewyl Wy ondertusfchen geïnformeert wierden, dat de Heeren Gedeputeerden der S ad Dordrecht, op dien zelfden morgen, eene Propofirie, betrekkelyk deze zaak ter Vergadering vaa Uw EJ. Groot Mog. doen zou-  14 ZAAKENVAN jouden , Ons voorgenomen Adres aan ÜEd* Groot Mog. achter te laten. En daar mede zal dan ook geheel vervallen moeten de reproche, dat Wy in allen gevalle het Hof niet behandeld zouden nebben met eene behoorlyke openhartigheid, door namelyk de omftandigheid der mede-Apprehenfie, en het be* grip, dat Wy daar op grondeden, aan Htm Ed. Mog. niet te communiceren ; maar den Gevan. gene naar de Voorpoorte te laten brengen , als een Gevangen van Ons Collegie , zonder daar over met het Hof te fpreken , of te laten /preken : Want ü Edele Groot Mogende penetreren ligtelyk, dat alle foortgelyke reflexien en reproches op die volftrekt onwaarachtige adfumtié berusten, dat Wy voor de overbrenging van den gevangen eenige aanleiding zouden gehad hebben , om op 's Hofs na dato aan Ons bekend gewordene fnstenue bedagt te wezen; behalven, dat het gereprocheerde manquement van open. hartigheid (al ware het zelve , des geenzinrSj by Ons ten regarde van her Hof begaan geweest ,) in allen gevalle aan Hun Ed, Mog. nimmer had behooren te ftrekken tot eene aanleidende oorzaak, om Ons op zoo eene verregaande wyze te proftituërea, als Hun Ed. Mog. gedaan hebHen , immers tot zoo lange Hun Ed. Mog. ttffcns niet volkomen zeker waren van de arifumtie, dat Wy geweten hadden, dat Mourand gefuüineerd zoude worden een gevangen van het Hof tt wezen, en dat Wy denzelven dusonaan gezien via fafli aan Hun Ed. Mog, zouden hebben ontweldigd, en daar toe van het gezag over de Militie , zonder de MINSTE schyn VAN decentie voor den Hove, misbruik zouden gemaakc hebben; Allegatien, welke de bails uitmaken van alle de inveétives , waar mede het Hof heeft kunnen goedvinden 0:is te overladen ; En die Ons des te onnangenamer zyn gevallen , wanLeer Wy confideretirdsn , dat alleen de drift, om  STAAT EN OORLOG. ij om Ons in dier voege ten toon te ftellen, de reden vsn het onveranderd afzenden eener dergelyke Misfive, na dat Uwer E I. Gr. Mog. Refolutie van 18 Maart reeds by den Hove ontfangen was, konde geweest zyn; behalven dat een ieder wist, dat de Judicarure, die Wy toen, zedert den 18 Maart , met relatie tot Mourand exerceerden, geen gevolg was van eenige Onzer daden, of fustenuen, die Wy gedaan of gevoerd hadden op den 17 daar bevorens, maar van eene daags daar na door U Ed. Gr. Mog- genome Refolutie op het geproponeerd* van de Heeren Gedep. der Stad Dordrecht; voor dat de eerfte Misfive van *t Hof ter Vergadering van UEd. Gr Mog. was ingekomen : en het daarenboven van zelve fprak , dat Hun Ed. Mog. Misfive van 22 Maart in de toenmalige omftandigheden van zaken met gene mogelykheid dat effect meer konde hebben , het welk het Hof daar by had doen voorkomen , met derzelver afzending aan U Ed. Gr. Mog. te hebben bedoeld ; namelyk dat Ons gelast zoude worden den Gevangen aan het Hof te restitüeerkn; nopens welk een en ander het Hof (behalven eene op dit respeh zeer irrelevante aanhaling van Ons adveu, dat het Hof ook in de termen kan komen van recht te doen in zaken, waar in Wy reeds aanvankelyk als Rechters gefungeerd hadden) geene andere folutie heeft weten bytebrengen, dan dat de qualifkatie in U Ed. Gr. Mog. voorfchr. eerfte Refolutie van den 18 Maart vervat , in allen gevalle niet konde effeftuëren, dat het geen Wy daags te voren gedaan hadden, niet gebeurd was, en dat het Hof ook daarenboven vermeende , dat hunne redenen van beklag zoo evident en liquide waren, dat daar op, onaangezien de voorlz. qualificatie, al had het Hof den prceci.fen inhoud daar van geweten , des (gelyk Hun Ed. Mog. avanceren) geenlints, het verzogt redres billyk zoude mogen verwacht worden; dan waar op Wy alleen korcelyk zullen aanmerken, dat,  IÖ ZAAKEN VAN dat, wat het eerfte betreft, de zaak evenwel zo fterkjnïet presfeerde, om, hangende de door den Souverain zeiven aan Ons gedemandesrde Procedures tegen den meergem. Mourand, mét zoo veele overyling tegen Ons uitrevaren , op eer.e manier , welke niet konde nalaten aan het pu. blicq een zeer nadelig denkbeeld imsboezemen van de wyze, waar op de Jufiitie by Ons Collegie geadminifixeerd wierd , zoo als ook , na dat 's Hofs Misfive van den 22 Maart alomme publicq was gemaakt , niet duifter is gebleken; en dat wat aangaat 's Hofs ailegatie , dat Hun Èd. Mog. op de evidentie eh liquiditeit der redenen van Hun Ed, Mog. beklag, zoo wel voorhet toen tegenwoordige, als voor het vervolg, het verzochte redres billyk hadden kunnen verwachten, enkel en alleen aan UEd. Gr. Mog. behoeft te worden herinnerd, dat U E Jele Groot Mogende by Hoogstderzelver Refolutie van den 18 Maart (op de toen ingekomene Misfive van den Hove , van welke Refolutie het Hof voor de afzending hunner Misfive van den 22 Maart legale kennis gehad heeft,) reeds getoond hadden te willen prsecaveeren , dat de zake van Mourand, eens aan de Judicature van Ons Collegie gedemandeerd zynde , vervolgens niet door middel van eene tusfchen beide opgekomene Jurisdictie quasstie zoude kunnen in longeur geraken ; als hebbende Uw Ed. Gr. Mog. by dezelve Refo'utie goedgevonden en verftaan , zonder reguard te nemen op den inhoud van 's Hofs gemelde Misfive, by de ten d;en zeiven dage op de Propofiiie van de Heeien Gedeputeerden der Stad Dordrecht genomene Refolutie te perfiftee» ren , en dat Extract van dat gerefolveerde gezonden zoude worden aan de Piaefidont en Raaden van den Hove , om haar daar naar te reguleeren: zynde het ook niet anders dan een palliatief, wanneer het Hof zig ten deeze regarde beroept op Uwer Ed. Gr, Mog. Refolutie van 25 Mey 1735» genomen in het geval van  STAAT EN OORLOG. i? Jacob Pesten, dewyl Uw Ed. Gr. Mog. laatstgemelde Refolutie van 18 Maart insgelyks een klaar bewys oplevert van Hoogstderzelver begrip, dat d e natuur. der zake itl het g£val van Mourand geenzints vereischte , om de toen ingekomene Repreefentatie van 't Hef te brengen ter kennisfe en deliberatie yan de Coikmittenten van de Leden , maar dat integendeel eene zeer prompte afdoening, conform het bereids gerelblveerde op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht , in de toenmalige omftandigheden ten hoogden nul tig en noodzakelyk was; om nu niet te remarqueeren, dat Uwer Ed. Gr. Mogende voorfz. Refolutie den 25 Mey 1735 Ons in alle gevalle voorgekomen is gantsch buiten propoost in dezen door Hun Edele Mogende ingeroepen te wezen; aangezien uit den zameuhang van dezelve Refolutie blykt, dat dezelve genomen is, om aan den Hove onder 't oog te brengen Uwer Edele Groot Mogende ongenoegen, dat het Hof hadde kunnen°goedvinden zig nopens die zake, met voorbygang van de Vergadering, by circulaire Misfive te addresfeeren aan de particuliere Leden; en dat UEd. Groot Mog. alleen sm die reden by dezelve Refolutie gedeclareerd hebben, „dat ,, het wel vryftond aan het Hof, meenende be' zwaard te wezen by eenige Refolutie van de „ Vergadering van UEd, Gr. Mog., zich daar , over, met behoorfyk refpect en decentie, te ), addresfeeren aan dezelve, welke altyd „ gereed zouden wezen, om behoorlyke rtftexie „ te maken op de Vertogen van den Hove, en „ ook niet zouden manqueren die, zoo wanneer „ de natuur der zaake het vereischte, te bren„ gen ter kennisfe en deliberatie van de Com„ mittenten van de refp. Leden; maar dat Uw ., Edele Groot Mogende niet konden goedkeu„ ren , dat het Hof, de Vergadering „ voorbygaande, zich zoude addresfeeren ,, aan de Particuliere Leden elk afzonderlyk, XXXIII. dei*l. B „ en  18 ZAAKEN VAN en zulks niet aan het Lighaam, welk de Sou,, verainiteit uitmaakt , maar aan de Leden, s, welke het Lighaam van de Souverainiteit, of „ de Souveraine Vergadering van UEd. Groot ,, Mog., helpen compofeeren." 'Er zoude nu nog refteren een gedeelte van de reflexle , door 't Hof (op pag. 10 van deszelfs nader Addres) gemaakt , doch 't is Ons voorgekomen, dat Wy dezelve na al het bygebrachte nu verder zeer gemakkelyk kunnen laten leggen; zo om dat ze ten grootften deele gefundeert word op bloote petitiones principii, ais , om dat dergelyke reflexien in allen gevalle niets _ decideeren kunnen van het geen , waarop het eigentlyk zou aankomen: want, gelteld zynde, dat op de ordre tot overbrenging van Mourand (nopens wien Wy even min als het Hof door de apprehenfie privathé competent konden wezen, vermits die apprehecfie, zoo wel als de wegleiding van denzelven naar de Hoofdwacht, door de wederzydze Bediendens te zamen was gedaan.) Wy zeggen gefield zynde, dat op de ordre tot overbrenging van Mourand, fchoon een gevolg zynde geweest van Onze eerdere kennisneming der zake, en van de conduites van 's Hofs eigen Drosfard, ftricT: genomen, iets te remaiqueeren viel , (des egre'r geenzjbts) dan is het Hof evenwel niet bevocgt en gerechtigd geweest , om zulk eene met de beste trouwe, en, op gefustineerde goede gronden , rechterlyk gepleegde daad, zodanig te decrieeren, en in zulk een allerhatelykst daglicht te doen voorkomen, als Hun Edt Mog. met zoo veele overyling hebben gelieven te ondernemen, en Wy houden Ons ook verzekerd, dat, al ware 's Hofs fustenue nopens de preventie tot de Clasfe van Problematicque quajstien te brengen , waar vanjfv'y echter vertrouwen , dat het tegendeel allerevidentst is , in allen gevallen zulk eene verfmadende en vernederende behandeling , als 't Hof zich by deszelfs Misfive van 22 Maart ten Onze  STAAT EN OORLOG. ze opzichte heeft veroorlooft gehad, nimmer de goedkeuring van UEd. Groot Mog. of van eenig onbevooroordeeld en redelyk mensch zal kunnen wegdragen; maar in tegendeel vooral ongepast zal worden bevonden in een ftuk, 't welk Uit den boezem van een Hof van Juftitie komt; en waar in dus niets minder verwacht konde worden , dan zulke fterke blyken van pasfie, byzonder ten regarde van zo een aanzienlyk Col» legie , als dat van Uwer Ed. Groot Mog. Gecommitteerde Raden, waar van Wy de eere hebben , Leden te zyn ; en waar omtrent Wy Ons voor Onze fuccesfeuren , ja voor UEd. Groot Mog. zelve, ten hoogden verantwöordelyk zouden maken , indien Wy Ons zulke behandelingen niet ferieuslyk ter harte namen , en Ons daar over niet hooglyk by UEd. Groot Mog. beklaagden. Dit zy genoeg, Ed. Groot Mog. Heeren"! ten opzichte van 's Hofs Misfive van den 22 Maart jongst/eden. Wy gaan nu over tot 's Hofs opgevolgde Remonftrantie, van den 6 April daar aanvoigende, concernerende UEd. Groot Mog. Refolutie van den 18 Maart op het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht , en Hoogstderzelver opgevolgde Publicatie van den 24 derzelve Maand; zoo echter, dat Wy vooraf noch met een woord zullen moeten toucheren de omflandigheid , welke het Hof, (gelyk Hun Ed. Mog. zeiden) te meer overtuigd hadde van de hooge noodzakelykheid van het doen van zulk een nader Addres, namelyk het provifioneel feponeren van de Papieren , Welke Ons op den 23 Maart op eene zeer irreguliere en bedenkelyke wyze van wegens het Hof ter hand zyn gekomen, en op den It April daar aanvolgende in Originali aan den Procureur-Generaal zyn gerestitueerd. Hoedanig deze omflandigheid , by wege van een preliminair Verhaal, door het Hof aan Uw B 2 El.  *° ZAAK EN VAN Ed. Gr. Mog. is voorgedragen geweest, hebben Wy de eere gehad (op pag. i2 en 13, van Onze Misfive van den 27 Jpril jongstleden) aan UEd. Groot Mog. te herinneren, en Wy hebben daarop wyders laten volgen '* geen Wy vermeenden dienaangaande by 't Hof zelve wichtig genoeg bevonden te zullen worden, om Hun Ed, Mog. te overtuigen van het onverdiende, zo wel als van het onvriendelyke, dat by het voorfz. Verhaal ten Onzen laste was voorgeteld ; dan de ondervinding heeft Ons ook in dit opzicht . getoond , dat Wy Ons te vergeeftch daar mede gevleid hadden. De zaak zelve, zullen UEd. Groot Mog. bevinden , in fubffantie hierop neder te komen; dat op Vrydag den 17 Maart tot driemalen toe viuchteloos van Onzent wege aangehouden zynde, op de communicatie der informatien van 's Hofs Dienaren , en op het laatste daar toe gedaan verzoek nooit eenig antwoord van wegens het Hof gegeven zynde , het Hof vervolgens voortging met informeren tot den 22 Maart , even of 'er Saturdag te vooren niets ter Vergadering van UEd. Groot Mogende was voorgevallen; maar dat Wy vervolgens op Donderdag den 23 Maart , na dat 's avonds te voren ter gelegenheid van den openbaaren Godsdienst reeds voor den by Ons ter Dood veroordeelden Franpis Mourand gebeden was , op eene zeer irreguliere en bedenkelyke wyze van wegens het Hof in handen hebben gekregen vyftien fluks verklaringen, thans door het Hof agter Hun fidele Mog. nadere Misfive gevoegd fub Num. A. a» 3> 4, S> 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17, beneyens een Billet van den Procureur Generaal, welk Billet Wy de Eere hebben gehad op den 27 April Copiëlyk aan UEd, Gr. Mog. overtezenden , ten b!yl;e niet alleen, dat het Hof abuis hadde gehad met UEd. Gr, Mog. te informeren , dat by de voorfz. ftukken mede gevoegd zoude zyn geweest een Recepis, 't welk  STAAT EN OORLOG. 21 't we'k de Procureur-Generaal aan den Advocaat-Fiscaal van UEd. Gr. Mog. by die gelegenheid ter onderteken ng zoude hebben aangeboden ; maar ook, en wel ju het by zonder om UFti Gr. Mog. door de leclure van dat Billet te. overtuigen , dat het Hof niet goedgevonden had aan Ons opening te geven van da ware re» den dezer demarche, eveu weinig als aan U Ed. Groot Mog. daar van opening gegeven is, by de Remonflrantie van den 6 April. Eene behandeling die Ons in de toenmalige fituatie van zaken ten uiterften bedenkelyk is voorgekomen, en Ons vervolgens heeft doen beiluiten, om dè voorn, papieren by provifie te doen verzegelen en feponeren , mitsgaders daar van kennisfe te doen geven aan den Procureur-Generaal; in welk laatfte poinct. dan de hooge noodzakeLiKHEiD moet worden gezogt, die 't Hof gedrongen hadde zig op den voorfz. 6 April nader aan U Ed. Groot Mog. te addresfereu. Maar hoe hebben nu Hun Ed. Mog. dat alles opgenomen , by Derzelver noch nadere Misfive van den 2 Juny daaraanvolgende? Veel zoude daaromtrent, naar Onze gedachten, te remarqueren vallen; doch Wy verbeelden Ons met dit weinige te kunnen volftaan, en zullen daar mede de beoordeling van dit gantfche poiiicl gerustelyk* aan UEd. Groot Mog. overlaten. Wy hadden namelyk geremarqueert, dat Uns de toezending der voorfz. Papieren juist op het voorn, tyd/tip merkelyk gefurpreneert hadde, om dat Vrydags te voren tot drie malen toe , van wegens het Hof gedifficulteert was geworden in eene fimpele communicatie van de informatien van 's Hofs Dienaars. Dit fait beantwoordt het Hof met te advouëren, dat Vrydags middag permisfie was gegeven , om 's Hofs Drosfard en Dienaars voor Commisfarisfen uit Ons Collegie te doen horen; doch van he daar op aan den Drosfard van 13 £ den  sa ZAAKEN VAN den Hove , die zulks eerst des avonds kwam boodfchappen , gegeven antwoord , en van het geen dienaangaande verder op dien zei ven avond gepasfèert is , even gelyk als van het onbeantwoord laten van het derde en laatste verzoek, om communicatie van de voorfz. Papieren gedaan, houd het Hof een diep ftilzwYgen ; en fpreekt slleen van het geen op den volgenden morgen aan Hun Ed. Mog. was voorgedragen , voegende daar lievetis lot opheldering van het gebeurde onder de Letter B. i en 2 locis Extracten uit Hun Ed. Mog. Refolutien van den Ï7 's avonds, en 18 Maart dezes Jaars; dan waaromtrent Wy enkel zullen aanmerken, dat Onzentwege op den gemelden 18 Maart, even min als daar na, geène communicatie van de voorfz. informatien op nieuw gevraagt is; en dat, wat daaromtrent op den gemelden 18 Maart, zeer apparenc door toedoen van een onvolledig Rapport van % Hofs Drosfard, aan Hun Ed. Mog. door den P»ocureur-Gencraal voorgedragen moge wezen, zulks in allen gevalle geene de minfte verantieriug zal kunnen toebrengen in de waarheid van her gebeurde; tot welks opheldering Wy van Onzen kant aan UEd. Groot Mog, alleen zullen voordragen, het geen door de Heeren van Leeuweu en Bogaert, O nze toenmalige Commisfarisfen , ten welker overftasn dat gebeurde op Vrydag den 17 Maart is voorgevallen, daaromtrent fchriftelyk gtcertificeert is geworden, en van den volgenden inhoud is: „ Dat op Vrydag den 17 Maart, wanneer des „ avonds ten huize van den eerst Ondergete» kenden (Mr. AT. van Leeuwen) gecontinueerc wicrd met het beleggen van informatien no,, pens het geen toen des morgens alhier op het ,, Binnenhof gebeurd was, zich ten huize van „ den eerst Ondergetekenden heeft laten aandie„ nen de Drosfaard van den Hove, verzoeken„ de den Advocaat Fiscaal te mogen fpreeken. „ Dat de Advocaat Fiscaal, daar op in een „ an«  STAAT EN OORLOG. 23 „ ander vertrek zynde gegaan , en aldaar met „ gein. Drosfaard gefproken hebbende, terftond „ daar na aan Ons gerapporteert heeft, dat gem. »y Drosfaard hem Adrocaat-Fiscaal te kennen „ hadde gegeven, dat, indien zulks gerequireert „ wierde, hy Drosfaard en de Dienaars van den . Procureur-Generaal, die by 't gepasfeerde prae„ 1'ent waren geweest, vryheid hadden, om zich „ tot het geven van getuigenis der waarheid „ voor de Heeren Gecommitteerde Raden te „ mogen fifteeren; dan dat hy Advocaat-Fiscaal, >» te gelyk vernomen hebbende, dat gem. Dros„ faard en Dienaars reeds gehoord waren Voor „ Heeren Commisfarisfen van den Hove , daar „ op ten antwoord hadde gegeven, dat het aan„ genamer zoude wezen, als de Procureur-Ge„ neraal de goedheid geliefde te hebben hun lie„ der verhoren aan hem Advocaat-Fiscaal te „ communiceeren; dat de voorn. Drosfaard ee. ,, uigen tyd daar na weder aan het huis van den „ eerst Ondergetekenden gekomen is, en bin„ nen het vertrek , daar Wy ten fiae voorfz. ,, vaceerden, gelaten zynde, in Onze praefentie „ aan den Advocaat-Fiscaal geboodfchapt heeft, dat de Procureur-Generaal zwarigheid maak" te, om in het vóorftel van hem Advocaat„ Fiscaal , zonder voorkennisfe van Heeren „ Commisfarisfen, te bewilligen: dat de Advo« „ caat Fiscaal daar op aan gem. Drosfaard in ., Onze praefentie verzocht heeft , om zynent „ wege nochmaals daar op by den Procureur' J„ Generaal aantehouden , waar op dezelve Dros„ faard weder is vertrokken , doch niet lang „ daar na te rug is gekomen met een nadere '„ boodfchap, mede in Onze praefentie gedaan, „ namelyk, dat Heeren Commisfarisfen zwarig„ heid hadden gemaakt, om aan het voorftel „ van. den Advocaat-Fiscaal , zoo als het zelve „ gedaan was, door den Procureur-Generaal te „ laten defereren zonder voorkennisfe van den „ Raad ; maar dat de Procureur-Generaal daar B 4 „ toe , | ■  24 ZAAKEN VAN s, toe genegen zoude zyn onder conditie , dat s, de Advocaat-Fiscaal ook zyne informatien . „ communiceerde aan den Procureur - Generaal: „ dat de Advocaat-Fiscaal daar op in Onze pra> „ fentie geantwoord heeft, dat hy zich cp dien „ voet met den Procureur-Generaal niet konde „ inla;en, raaar als noch verzocht, dat de Pro„ cureur-Generaal de goedheid zoude gelieven „ te hebben van aan zyn gedaan verzoek te vol« 9, doen: wnar op de Drosfaard aannam daarvan „ aan den Procureur-Generaal rapport te zullen „ doen ; doch dat "Wy op dien avond daarom„ treilt niets naders hebben vernomen, noch als „ toen den Drosfaard weder gezien hebben, „ fchoon Wy tot zeer laat met het nemen van „ informatien ten huize van den eerst Onderge, ,, tekenden zyn bezig gebleven," Ziet daar . Edele Groot Mos. Heeren ! het geen 'er op Frydag den ly Maart ter dezer zake is gebeurd: Van 't geen dien aangaande op Saturdag den 18 dito nader zoude mogen wezen voorgevallen, k Ons niets ter waereld bekend ; en Wy zullen 'Ons daaiom ook onthouden van op 's Hofs genotuleerde van den 18 Maart eenige remarques te maken, als alleen, dat 'er in allen ge<;?ie uic blyken kan de gepastheid Onzer bevorers gemaakte remarque , dat Uwer Ed. Groot Mog. Advocaat-Fiscaal niét verzocht heelt om Com\ municatie van de Informatien door 's Hufs Die¬ naars van Juftitie, welke de apprehenfie van Mourand gedaan of ceadsisteerd hadden, voor Heeren Commisfarisfen van oen Hove gegeven , zoo als op pag. 42 van 'y Hofs Remonftrantie van den 6 April aan UEd. Gr. Mna. was voorgefleld. Wy remarque'ren echter noch met een wo®rd, dat UEd. Gr. Mog. Advocaat-Fiscaal Ons geïaiormeert heeft, dat de Procur. Generaal op Saturdag den 18 Maart in het geheel geen rader aanzoek tot Communicatie der wederzyds beleg- de  STAAT EN OORLOG. 25 de informatien by hem gedaan heeft , of door den Drosfaard van den Hove heeft la:en doen ; maar dat al het daaromtrent voorgevallene des avonds te voren is gebeurd, en wel op zoodanige manier, als door Onze Commisfarisfen in voegen voorfz. is gecerdfkcert; mitsgaders dat hy Advoc. Fiscaal op het laatfte toen des avonds gedane verzoek nimmer eenig antwoord van den Pi-peur. Generaal beeft ontfangen. Voor het overige refereren Wy Ons, Ed.Gr. Mog. Heeren ! tot het geen Wy by Onze Mis* Jive van den 27 April ten dezen reguarde bereids aan UEd. Gr. Mog. hebben voorgedragen; en Wy houden Ons wyders verzekerd, dat daar mede van zelfs beawwoord zal wezen de vraag van het Hof, of wel ooit aan plichtmatige daden (gelyk het Hof dezelve heeft gelieven te noemen) eene disgratieufer tournure zoude zyn gegeven, dan de remaique op Hun Ed. Mog. dien aangaande gehouden gedrag ? En Wy voegen 'er noch maar alleen by, dat, hoe zeer Hun Ed. Mog. tot den 22 Blaart ignorantie geproetendeert hebben van de qualificatie , des Saiurdags te voren aan Ons verleend, (fchoon de in» houd daar van door meest alle de Nieuwspapieren aan een yder bekend was geworden, en Hun Et1. Mojr. zeker de eenige niet geweest zullen zyn, welke daar van onkundig waren) Hun Edele Mog. echter noch voor het afzenden hunner MisTive van dienzelfden datum legale kennis gehad hebben, dat UEd. Gr. Mog. goedgevonden en verllaan hadden , zonder reguard te »emen op den inhoud van het verzoek, hy 's Hofs eerfte Misfive van den 18 Maart gedaan , by de Rêfoluiie ten dien zeiven dage op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht genomen-, te perfifteeren ; en dat, indien Hun Ed. Groot Mo?, vervolgens de Communicatie van de by het Hof ingewonnen informatien als een zo plichtmatige daad hebben aangemerkt , het dan eenigermaten verwonderingsB 5 * waar-  «o ZAAKEN VAN waardig fchynt, dat Hun Ed. Mog. toen niet aanftonds beflotèn hebben, om aan het bovengemelde verzoek, op toen voorleden Vrydag gedaan , te defereeren, maar dat daar mede noch tot den volgenden Donderdag gewacht is geworden , en wel , gelyk Wy te meermalen hebben aangemerkt, zonder Ons nopens de reden van de toezending derzelve ftukktn de minfte elucidatie te geven , waar op het Hof zelfs nu noch ï.t'et direct heeft gelieven uittekomen; want Hun Ed. Mog, zeggen (op Pag. 14.) eenvoudiglyk , dat het oogmerk van 's Hofs demarche was , dat Wy aan het 46 Art, van den Jlyl van Procedeer en in Crimincele zaken zouden voldoen, door op be gesuppediteerde bescheiden zodanig regart te nemen, als Wï zouden oordelen te behoorenj Ook ter gelegenheid van het advifeeren op een verzoek om gratie; met byvoeginjr., dat zulks voor Ons niet problematicq konde zyn; waar in Hun Ed. Mog, zich echter grovelyk abuferen ; vermits Wy dezelve demarche met een gantsch ander oog hebben befchouwt, en Wy ook billyk vertrouwen, dat UEd. Gr. Mog., het gantfche geval in concreto overwegende , de reden daar van, na al het nu reeds bygebrachte, lichtelyk zullen kunnen opmerken, zonder dat het nodig zy Ons daaromtrent breder te elargeren. Wel is waar, Ed. G. Mog. Heeren! dat het Hof op dezelfde bladzyde aan Uw Ed.Gr. Moggevraagt heeft, of het Hof evenwel niet vooronderstellen moest, dat de dispofitie van het 46 Articul van den ftyl van Procederen in Criminele zaken aan Ons Colh'gie, ten minden aan den advocaat Fiscaal bekend was, natnelyk: „ dat „in alle Staten van Procesfen en zaken, ,, tot d f. sententie en executie „ van dien, ontfangen zal worden het gee,,'ne dat tot ontlastinge, ende inno„ centie van den Geaccuseeroe blyken „ zal; behoudelyk dat bi en beviwd, dat n het  STAAT EN OORLOG. a? „ het zelfde niet verzogt en word door Calum- "Maar Wy hadden wel gewenscht, Ei. Gr. Mol. Heeren ! dat het Hof de applicatie van die zoo onaangename vraag op het geval van den meergem. Mourand een weinig nader «rededuceert hadde; dewyl Wy vertrouwen, dat als dan in het oog zoude hebben gelopen het. disgratieufe niet alleen , maar ook het ojivoorzigtige van zulk eene grievende allegatie: Want (om niet te fpreken van Uwer Ed. Gr. Mog. Advocaat Fiscaal, die , de voorfz. ftukkan in Ons Collegie gebracht hebbende , by de deliberatien, wat Wy daar mede doen zouden, in 't geheel niet tegenwoordig is geweest, en dus op eene zeer onverdiende manier mede in de voorfz. allegatie is betrokken) Wy vermenen op Onze beurt te kunnen volftaan met aan het Hof te vragen, of Hun Ed. Mog. dan vermeend hebben , dat tn de voorfz. itukken eenig blyk refideerde van iets dat tot ontlasting van den meergen. Mourand zoude kunnen ftrekken; ja wat meer is, tot deszelfs innocen- T1Zoo Neen, welke dan de reden geweest zy van eene zoo finguliere toezen ding van de voorfz. ftukken? En zoo Ja, waarom Hun Ed. Mog. , zich hier omtrent ex Officio voor denzelven Mourand hebbende geïnteresièert, dan teffens aan een Collegie, als het Onze, dat veronderfteld fchynt te worden zelfs van de dispofitie van het voorfz. 46 Articul onkundig te zyn geweest, niet hebben voorgeligt met het opperen van zodanige Confideratien, als Hun Ei. Mog., naar derzelver meerdere kunde en ondervinding , begrepen zouden mogen hebben op fundament van de voorfz. ftukken tot ontlasting en de 1 nnocentie van den meergem. Mourand te zullen moeten ftrekken , al ware het, vermits de kortheid des tyds, op eene daar toe geproponeer-  *« ZAAKEN VAN de Conferentie , waar toe Wy in dat geval, even gelyk Vrydags te vooren , met de uiterfte bereidwilligheid oogenblikkelyk zouden gevaceert hebben ? Maar, Ed, Gr. Mog. Heeren ! bet Hof zelve heeft de voorfz. Stukken nimmer met een zoodanig oog befchouwt; en deze, indien Wy Ons niet bedriegen, zal dan ook welligt eene van de redenen geweest zyn, dat het Hof zich onthouden heeft van Ons nopens het waare oogmerk van de toezending derzelve Stukken op ecuige de allerminfre wyze te elucideeren. Trouwens dat altans de innocentie van Mourand, op den 23 Maart, wanneer Wy de meergem. Stukken ontfingen , niet by Hun Ed. Mog. gepraefumeerc is , kan middagklaar blyken uit 's Hofs Misfive van daags te voren v aan U Ei. Gr. Mog., als waar by Hun Ed. Mog. Qop pag. 1.) toen reeds met ronde woorden gepoieert hebben, dat Mourand, terwyl de* zelve bezig was zig feitelyk te o p p öseeren tegen het doorryden van de Koets , waar in de Heeren Gedeputeerden dtr Stad Dordrecht, uit Uwer Ed. Groot Mog. Vergadering komende., gezeeten waren , in flac ïanti delicto was geapprehendeerd. ; en «ven dat zelfde verbeelden Wy Ons teffens te evinceeren 's Hofs toenmalig begrip , dat in, de voorfz. Stukken al mede geen blyk te vinden was van iets, dat dienen konde tot ontlasting van den meergem. Mourand; want zoo ras hettbegaan van zulk een delict (hoe 't dan"ook naar Rrchten zoude behooren gedefinieerd te worden) toen reeds by Hun Ed. Mog" zeker wierd gehouden, bleven 'er immers geen termen meer over, om teffens op verfcho- ning of ontlasting van den Dader te denken , die in ipfo aclu, of gelyk Hun Ed. Mog. het zelfs roemen, in flacranti delicto was geapprehendeert ; en dat Hun Ed. Mogook nimmer aan db oistinatie van den meer-  STAAT EN OORLOG. 29 meergem. Mourand hebben getwyffeld , blykt allerduidelykst uit het geen Hun Ed. Mog. daar na gepofeert hebben by derzelver opgevolgde Remonftrantie van dm 6 April (op pag. 55.) namelyk „ dat de Ondernemers van de oproe„ rige ftitelykheden, welke op den 17 Maart „ direü ingericht waren tegen Uwer Ed. Groot ,, Mog. Souver aine be fluiten, en tegen de invi. oiabiliteit, welke aan de Heeren, ter Illustre „ Vergadering van UEd. Groot Êlog. compa- reerende, competeert, allen op de aanmaning, „ hun door den Drosfaard van den Hove gedaan, „ daar van gedeffleert hadden, uit ge zo n- „ dert den voorn. mourand, die DAAROM gevat was:" Het blykt derhalven, zoo Wy vertrouwen, allerduidelykst , dat 'er een andere reden moet zyn geweest, die Hun Ed. Mog. daags voor dat de Executie Onzer Sententie nopens Mourand voortgang flond te hebben, geanimeert heeft gehad , om Ons toen eerst de meergem. ftukken in handen te doen komen; gelyk mede dat 's Hofs nu nader geallegueerde palliatieven , namelyk , dat men eensdeels toen noch geen kennis hadde gehad, dat U Ed. Groot Mog. op 's Hofs Remonftrantie van daags te voren geen'regard hadden genomen, en anderdeels , dat men tot dien 23 Maart toe in de verwagtinge zoude zyn geweest, dat of Wy, of de Advocaat-Fiscaal, 's Hofs informatien gerequireerd zouden hebben alvorens te vonnisfen , niet anders zyn dan uitvluchten van verlegendheid; aangezien, wat het laatfte betreft, gelyk gezegd is, des Vrydags te voren tot driemalen toe te vergeefsch op commu« nicatie van. de informatien , by den Hove ingewonnen . geïnfteert was, en men Ons, of Uwer Ed. Groot Mog. Advocaat-Fiscaal, op het laatfte daar toe gedane verzoek nimmer met eenig antwoord hadde verwaardigt; terwyl de gepra. tendeerde ignorantie van het fucces van 's Hofs Misfive van den 22 Maart enkel en alleen beru J S" ten  3° ZAAKENVA N ten moet op eene captie, dat men daar van noch geene legale kennisfe gehad hadde; want dat alle de Leden van het Kof daar van ten eenemale ignorant zouden zyn geweest, zoude zich gemakkelyker laten zeggen , dan overtuigend doen voorkomen. Voor het overige, Edele Groot Mogende Heeren ] zuilen Wy Ons niet aantrekken de tournure, die het den Hove behaagt heeft (op pag. J4-) te geven aan de door Ons bevorens gedane allegatie van eene der voornaam/ie redenen. waarom Wy op den 23 Maart hebben goedgevonden de meergem. Papieren toen niet te lezen , maar dezelve te doen verzegelen , en provijïoneel te feponeren , tot dat Wy gelegener tyd tot het examen derzelve zouden gehad hebben. Wy zullen 'er alleen op aanmerken, dat nimmer door Ons gepofeerd is, dat Wy Ons niet hadden durven wagen aan het geen het eovengem. 46 Art. vanOns vorderde, gelyk het Hof, (zoo gereed geweest, om Ons te befèhuldigen van abufive voorftellingen van uit derzelver verband gerukte pasfa. ges) dit poinct geheel abufivelyk, en buiten deszelris verband, aan UEd. Groot Mog. heeft voorgtfteld; maar dat Wy Ons niet behoor, den te wagen aan de toenmalige demarche van het Hof, welke Ons op dien tyd zoo fufpect moest voorkomen, en waar van men het ware oogmerk voor Ons verborgen had gehouden; terwyl het voor Onze gemoederen, aan welke Hun Ed. Mog. nu zeggen dit Ons begrip te zullen overlaten, eene grote gerustheid is , dat Wy het zelve niet voor Hun Ed. Mog., maar ten genen dage voor den Rechter van Hemel en Aarde zullen . moeten verantwoorden. Hier mede, Ed. Groot Mog. Heeren! zouden Wy geheel van dit onaangename poindt kunnen afftappen , ware het niet, dat het Hof zig byzonder gefloten hadde aan zekere pasfa- ge,  STAAT EN OORLOG. 3* ge, voorkomende op pag. 16. van Onze Misfive van den 27 April, namelyk, „ dat Ons ook „ van agter gebleken was , dat Wy van de meergem. Stukken zeer weinig vrucht zou„ den gehad hebben, dewyl de informatien, ', daar'in vervat, meest al tendeerden tot pra> „ tenfe Justificatie der nullo jure gefustineerde „ preventie aan de zyde van het Hof , over welk poinft, na dato van de qualificatie, aan ,, Ons verleent , gene contestatie meer vallen „ konde, en dewyl dezelve informatien voor het „ overige in het generaal van dien inhoud wa~ ren, dat Wy 'er liever niets van wilden zeg,, gen, dan Ons daar óver op eenigerhande wyze „ in dezelve Onze Misfive by U Ed. Gr. Mog. ,, expliceren." Eene pasfage , waar omtrent het Hof zig op pag. 14 van derzelver nadere Misfive gerefereerd heeft tot de aan UEd. Gr. Mog. overgezondene Befcheiden fub Litt. A. 1—17, met verzoek, dat UEd. Gr. Mog. Ons zouden gelieven tegelasten, om alles te zeggen, wat wy daar op zouden weten te zeggen, ten einde blyken mogte, wat met de odieufe infimulatie, (gelyk Hun Ed. Mog. die noemen} op pag. 16 gedaan , wierd gebw teerd; of, gelyk Hun Ed. Mog. zig by het flct van voorfz. hunne nadere Misfive hebben gelieven uittedrukken, dat het UEd. Gr. Mog. behagen zoude , Ons te gelasten, om, nopens den inhoud der informatien, by het Hof in de zaak van Mourand genomen, alles te zeggen, wat wy daar van zouden weten te zeggen, om zich jegens de door Ons daar omtrent op eene zeer ingratieufe wyze (gelyk Hun Ed, Mog. die noemen) geirftnueer* de verdenkingen te defendeeren. Vooraf, Ed. Gr. Mog. Heeren] konnen Wy niet nalaten Onze verwondering te betuigen, dat het Hof zich aan de voorfz. met zoo veel menagement geëxteadeerde pasfage zoo zwaar heeft kun-  32 ZAAKËN V A N kunnen floten, danr eene dergelyke manier van fchryven by Hun Ed. Mog. zoo gemeenzaam is ten Onzen opzigte, waar van de preuves te .vinden zyn in deze zelfde Misfive van het Hof op pag. 11 en 13, en byzonder op pag. 14 in de periode, waar op Hun Ed. Mog. gem. aanmerking en verzoek aan UEd. Gr. Mog. ten Onzen opzichte gedaan, onmiddejyk is gevolgd. Maar Wv moeten 'er byvoegen, dat Wy by Orze Misfive van den 27 April bereids diverfche remarques op eenige van de meergem. Stukken, voor zoo.veel de by het Hof gefuftineerde apprehenlie van Mourand door den Drosfaard van Hun Ed. Mo?, in persoon betrof, aan UEd. Gr. Mog. hebben voorgedragen, zonder dat daar op by s'Hofs nadere afgevaardigde Misfive eenige andere folutie is gevolgt, dan eene fimpele referte tot de ftukken zelve, en dat Wy dus met het zelve regt s'Hofs voetfpocr ten dezen betreden mogen in Ons mede te refereeren tot diezelve ftukken; welker als nu gedane overzending en bloote Ieclure Wy ook vertrouwen , dat Ons by U Ed. Gr. Mog. van zelve dispenfeeren zal van de onaangename moeite, waar toe bet Hof verzogt heeft, dat UEd. Groot Mog. Ons daar omtrent zouden gelieven te gelasten; weshalven Wy de Vryheid zullen nemen, om voor als nog het goedvinden van UEd. Groot Mog. ten dezen reipecte af te wagren; fchoon Wy Ons over het generaal mede nog refereeren tot de kennisfè, welke U Ed. Gr. Mog. hebben van het geen 'door Mourand zeiven geconfesfeert is, gelyk mede tot hét Request, het geen door denzelven op den 28 Maart jongstleden aan Ons Collegie geprefenteert is geworden , waar van Wy de Eere hebben hier nevens Copie te voegen; en laatftelyk tot de overtuiging, die hier boven getoond is by 't Hof zelve te refideren, dat (wat 'er ook "tot zogenaamde innocentie of ontlasting van gem. Mourand in deze of geene van  STAAT EN OORLOG. 33 van de voorfz., fchöön alle folemneel Beëedigde ftukken, zoude mogen voorkomen) dezelve Mourand nogtans geapprehendeert is in flacranti delicto, en geweest is een der ondernemers van de Oproerige Feitelykheden,welke op den ij Maart jongstleden direft ingerigt geweest zyn tfgen Uwer Ed. Gr. Mog. Souveraine bejluiten, en tegen de inviolabiliteit, welke aan de Heeren, ter llustre Vergadering van U Ed. Gr. Mog. Comparerende, competeert, ja zelfs de eenige is geweest, die daar van (zo als het Hof 'er byvoegd) niet heeft willen de fister en, en daarom gevat is. En hier meede, Edele Groot Mogende Heeren ! zouden Wy nu direéïelyk kunnen overgaan tot het geen Wy de Eer gehad hebben aan Uw Edele Groot Mogende te advifeeren noopens het geene de Prsefident en Raaden van den Hove op den 6 April jongstleden aan U Ed. Groot Mog. hebben geremonftreert gehad , met betrekking tot Uwer Edele Groot Mogende Souveraine Beiluiten van den 18 en 24 Maart jongstleden. Doch Wy kunnen niet nalaten vooraf nog kortelyk aantemerken, dat Wy Ons in het algemeen hooglyk hebben verwondert, dat Hun Ed. Mog. Ons, behalven al het verdere , insgelyks als een misflag fchynen te hebben willen toerekenen, dat Wy by Ons advis zoo vryelyk Onze gedachten hebben geuit nopens de generale inrichting van de voorn. Remonftrantie; als waaromtrent het Hun Ed. Mog. heeft goedgedacht, zig by de introductie van derzelver nadere Misfive van den 2 Juny dezes Jaars in dezer voege te expliceeren, „ dat Wy zelfs van ,, Ons hadden konnen verkrvgen, „ om U Ed. Groot Mog. daar by aanteraden tot „ betoning van Hoogst der zeiver ongenoegen over „ de wyze, waar op het Hof zig omtrent Uwer „ Ed. Groot Mog. voorfz, Bejluiten had uitge,, laten" XXXIII. deel. C Wy f  :4 ZAAKEN VAN Wy bekennen, Ed, Groot Mog. Heeren! dat Ons Advis van den 27 April jongstleden in fubftaiuie daarop is uitgekomen : doch wie quaüficeert bet Hof, om in diervoege Adviefen re trtiixeeren, die Wy , niet ongivergt, maar op fpeciale requijitie van U Ed» Gr. Mog. ais Hoogs tderz el ver Consiliarii, aan UEd. Gr. Mog. fubminiflreren? wie. weet, als iemand zich veroorloofde om indiervoege te rai« ïbnneeren over zulke Adviefen van het Hof, hoe Hun Ed. Mog. dan in de weer zouden wezen, om zich daar aan gelegen te laten leggen ? Dan, hoe veel te vreemder is zulk eene handelwyze nopens een Collegie, als het onze, byzonder in ,een geval, waar in het Hof buiten dien gelegenheid hadde, om in het gedecerneert Befoigne ten dien reguarde alles te avanceeren, wat Hun Ed. Mog. zouden oordeelen ter dier zake gepast te zyn ? Of zoude het Hof, onaangezien de zoo folemneele ABc van Indemniteit, de dato 19 July 1663 , waarby ook aan Ons Collegie de vrymoedigheid in het uitbrengen van Adviefen door UEd* Gr. Mog. zelve geguarandeert is, op dit refpect mede een onvervreemdbaar Privilegie hebben, om, wanneer Hun Ed, Mog. begrypen mochten , dat daar toe materie was, als dan met dezelve Onze Adviefen even en in dier voege te handelen , als met Addres» fen van particulieren, zonder in het allerminfte die reverentie , en dat refpecr. te obferveren , v/elke het Hof aan het Collegie van Uwer Ed„ Groot Mog. Gecommitteerde Raden, mede in derzelver betrekking als Confiliarii van UEd* Groot Mog., verfchuldigt is? Dit ondertusfehen is Ons ten dezen van het Hof ontmoet, en, wanneer UEd. Gr. Mog. zullen gelieven nategaan, welke harde uitdrukkingen Ons pasfim met betrekking tot de gronden van Ons voorfz. Advies door het Hof zyn toegevoegd geworden, dan houden Wy Ons verzekerd , dat Hoogstdezelve gepenetreart zullen we-  STAAT EN OORLOG. 35 wezen van de billykheid Onzer aandoening en furprife , toen Wy vernamen dat Ons geadvi» feerde aan U Edele" Groot Mogende in diervoege door een Hof van Justitie ten toon was ge- ^Trouwens, Ed. Gr. Mog. Heeren! wat kon Ons onaangenamer vallen, dan ook ten dien refpecle'voor het oog van U Edele Groot Mogende, en van de gantfche Natie, geproftitueert te worden? Toen het op fustenuen fcheen aantekomen van Ons als Regters, in tegenoverftelling van fuftenuen van het Hof, ook in derzelver Regterlyke qualiteit, konce 'er misfchien nog een glimp gevonden worden voor 's Hofs yver, om hunne gepretendeerde Jurisdictie in het geval van Mourand te handhaven, fchoon Hun Ed.%Mog., ?elyk Wy getoond hebben , zich ook in zoo verre zeer merklyk door drift hebben laten vervoeren; . . Maar welk palliatief kan men toch uitdenken voor eene zoo verachtelyke behandeling van een Advis, dat Wy gegeven hebben in eene geheel andere relatie, namelyk als Raadsluiden van UEd. Gr. Mog. zelve, en wel nadat UEd. Gr. Mog. goedgevonden hadden Ons te injungeeren om Hoogst dezelve daar van te dienen? _ TT , Wel is waar Edele Groot Mogende Heren! da' het Hof Ons by de introduftie van deszelfs nadere Misfive van den a Juny opentlyk befchuldigt heeft van verfcheide onbetame.ykneden, die in Ons voorfz. Advis zouden voorkomen , en zich voorts op pag. 15, iö en 17 van dezelve Misfive fpecialyk heeft beyvert, om deze en gene door Ons geïndigiteerde periodes, die Wy vermeenden niet zeer te ftroken met betuigingen van fchuldpligtige veneratie voor de Eooge en Wettige Overheid dezer Provincie, als daar 10e geheel ongepast te doen voorkomen; _ Dan, wat het eerfte betreft, zyn de befchuldiC a gm-  36 ZAAKEN VAN gingen zoo generaal en in vago ten Onzen laste opgegeven, dat het Ons niet mogelyk is die alle fpecificquelyk te beantwoorden; en Wy zullen Ons dernalven vergenoegen met alleenlyk optenemen het geen aan de zyde van het Hof tot juflificatie van de voorfz. periodes is bygebragt; terwyl Wy vertrouwen, als dan nader te zullen blyken, dat Onze daaromtrent gemaakte reflexien wel degelyk de byzondere opmerking van UEd. Groot Mog. hadden verdiend. Wy hadden namelyk in de eerlte plaats vraagsgewyze voorgefteld, wat men , by voorbeeld, denken moest van de declamatien , niet tegen fuftenuen van Ons Collegie (zoo als men het zocht voortedragen) maar tegen de Bejluiten van UEd. Groot Mog. de dat is 18 en 24 Maart 'I78Ö, DAT NAMELYK ALLE INGEZETENEN &c. mitsgaders van de pasfage uit Vattel, IL N'YÜ PLDS DE LlBERTé &C. f .Maar deze vraag fuftineert het Hof, dat althans abufivelyk in het begin van het (zoogenaamd) zwart Register der befchuldigingen, tegens Hun Ed. Mog. ingebragt, zoude gefield zyn, om dat de voorfz. p 'srages voorkomen in derzelver Misjive van 22 Maart, wanneer Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van den 24 dito nog niet in de waereld was ; en om dat uit dezelve Misfive (pag* 8.) al mede overtuigend blyken zoude, dat de pasfage, daar by gemeld, was ingericht tegen eene preventie by cognitie of informatien, en tegen de gevelgen van dien, vooral , indien daar by kwame , dat Wy ook in zulke zaken de plano en zonder figuur van proces zouden procederen. Doch wat het eerlte betreft, imagineeren Wy Ons, dat de zamenhang van alle Onze remarques ten dezen opzichte zal aanwyzen. dat Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van 24 Maart door Ons niet geallegeert is relatief tot de voorfz. pasfages in abftra&o, maar tot de volgende Retnarques; ten minden, dat, zonder notoire ca-  STAAT EN OORLOG. 37 vHlatie, gene andere uitlegging aan de door Ons by die gelegenheid gedaane aanhaling van Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van den 24 Maart kan gegeven worden; en ten opzichte van de evengemelde twede echappade vermenen Wy te kunnen volftaan met UEd. Groot Mog. alleenlyk te doen opmerken , dat 's Hofs voorwendzel van het toen noch niet hebben van Uwer EU Gr. Mog. Refolutien van 18 Maart, Ons toegefcheenen is, en als nog toefchynt, het masker te wezen , waar achter het Hof getracht heeft te verbergen deszelfs weten» fchap riet alleen van 't geen 'er op dien 18 Maart ter Staars-Vergadering gerefolveert was, maar ook dat Hun Ed. Mog., onder praetext van Onze zogenr amde fustenuen tegentegaan; wel degelyk by hunne Misfive van 22 Maart gedeclameert hebben tegen UEd. Gr. Mog. zelve; het geen, om niet alles optehalen, naar Onze gedachten fpeciaal ook daar uit blykt, dat het anders niet te pasfe zoude hebben kunnen komen, om toen al te fpeculeeren op de gevolgen uit het procederen de plano en zonder figuur van proces, als waar van by de zogenaamde boodfchap, die onzentwege aan het Hof gedaan was, gene mentie hoegenaamd had kunnen gemaakt worden, en waar toe het Hof vervolgens gene andere aanleiding gehad heeft, dan dekennis, hoe Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van 18 Maart ten dien regarde genomen was. Voor het overige, Ed. Gr. Mog. Heereni tracht het Hof als nog de aanhaling van dergelyken pasfagien daar mede te justificeeren , dat van dezelve enkel en alleen gebruik zoude wezen gemaakt ter overtuiging van U Ed. Gr. Mog., dat Hoogstderzelver getrouwe Raadslieden niets hadden voortgehragt, dan het geen door geaccrediteerde Schryvers over het Publicq Recht wierd geleerd, overeenkomfiig te zyn met de zuiverfte gronden van recht en billykheid, welke tusfchen eenen Souverain en deszelfs Onder- C 3 2**  33 ZAAKEN VAN zaten, in een welgeregeld Staatsbeftier behoor* den plaats te grypen; Dan, gefteld dat de zaak zelve zich eenigermaten zoude kunnen laten horen, waar toe verkiest men dan in allen gevalle tot zogenaamde overtuiging van UEd. Groot Mog. juist zoodanige pasfages, waar van een Collegie , van zoo veel kunde en doorzicht, als het Hof van Bolland, zich moreel geperfuadeerd moeste houden , dat, byzonder in eene epocque van tyd, als deze , zeer geredelyk misbruik zoude worden gemaakt, zoo ter onteering van UEd. Gr. Mog., als tot wegneming van de gerustheid der Ingezetenen over de Rechtsplegingen , die by Ons Collegie, in den naam van UEd. Gr. Mog., en op Hoogstderzelver fpeciale qualificatie, zouden geoeffend worden ? Het Hof wist immers (fchoon quafi niet legaal) dat de Judicature in het geval van Mourand zoodanig' door UEd. Grooi Mog. aan Ons gedemandeerd was , als Hoogscdeizelver Refolutie van den 18 Maart contineerde; Hun Ed. Mog. konden teffens met generhande gratie de minde ignorantie pretenderen, dat Wy teritond daar na uit kragte van de voorfz. Refolutie gereëntameeid hebben de procedures, die Wy s na de gehoudene Conferentie van 's avonds te voren, gedaakt hadden tot dat Ons bekend zou zyn geworden, wat U Ed. Groot Mog, daaromtrent zouden hebben gelieven te relblveren ; en Wy menen dus nogmaals dat Wy wel degelyk gefundeerde reden hadden, om te mogen vragen, wat men denken moest van de allegatie, uit Yattel, il n'v k plus de l i b £ r t é tour les Citoyens, dés qu'ils ne font pas asfures de ne pouvour être condamr.és, que juivant les Loix, dans les tormes eta- blies, et p ah. leur juges ordinaire s ? gelyk mede van de declamatie over het gevaarlyke, dat in eene materie van zoo veel gtwigt een iegelyk bloot zoude ftaan, om op infor- ma-  STAAT EN OORLOG. 39 matten, door den Advocaat Fiscaal van UEd. Groot Mog. genomen, zonder resfource, af getrokken te worden niet alleen van hunnen dagelykfchen Rechter, maar zelfs ook van t-e 0RD1NAR1S JüSTlTIE, Witte nooit van de vastgefleide wyze van procederen in Criminalibus mocht afgaan, en van allen middel van hoger bero>p aan dezelve, en dus tn eene zoo akelige materie eensklaps ontzet te worde,val een der dierbaarfte Foorrechten, welke Svrï Mensch /* een Vry Land konde competeren; van een Voorrecht, tot confervateZn het welk Onze Voor-Ouderen zoo veele stromen .loeds hadden gestort; van een Voorrecht, dat zoobeVnd SI'hbt Privilegie de Non Evocando; Ja (het geen met dan met ontroering en schrik voor de gevolgen door Hun Ed. Mog. gezegd wurd) lomtyds van een noch dierbaarder Voorrecht , Z dat, om, volgens de by de Wetten vastgestelde wyze te worden geoordeeld, waar toe ydèr mensch een recht hadde, dat Niemand mocht benemen? Trouwens, Edele Groot Mog. Heeren! als 7ulk een taal, byzonder in de toenmalige omS digheden van zaken, met betuigingen van fchtJplichtiaeveneratie voor den Souveratn met wo rden, zoo wel als daden, o ver een is te brenIZ dan is 'er naar Ons begrip geen onderfche d meer tusfehen eerbiedige oï voor den SouZain Ufive Addresfen, en dan kan een yder, ïs hv flegts protefteert reverent te wezen, en op ?vne allegatïen uit deze en gene, vooral Franfcbe Schryvers , een zeker vernis weet te ?4en , voor aan vryelylc aan ü Ed. Groot Mog. alt voordragen, wat hem gelust; maar van Se gevolgen dit zoude wezen, laten Wy aan UEd. S Mog- zelve ter beoordeling over, zonder Ons daaromtrent breedvoeriger te elar|e?en; fchoon Wy niet nalaten kunnen 'er noch  4Q ZAAKEN VAN kortelyk bytevoegen, dat eene dergelyke manier van ichryven vooral is aftekeuren aan de zyde van een Provinciaal Gerechtshof, 't geen in de zaak van den meergem. Pesten zich opentlyk beroemde: dat het nimmer afgelaten hadde voor Uwer Ed. Groot Mog. Souveraine Vergadering te houden en te bewaren dat refpecï, 't welk zy daar aan fchuldig waren, en zich altoos eene TTflej „ Van smaakt hadde, in eerbied aan UEd. Groot Mog. den geringflen Onderdaan niet toetegeven, en in getrouwheid elk met hun exempel voortegaan. Jen anderen , hadden Wy by Ons voorfz. Advis de attentie van UEd. Gr. Mog. al mede gevestigt, op de, ,naar Onze gedachten , zeer aanitotelyke allegatie , dat, indien de Ingezetenen van den Hage. om dat aldaar de Refidentte-Plaats van den Souverain is, dat onfchatbaar voorrecht zouden moeten misfen, als dan geenc der Stemmende Steden de eere zoude wenfchen te genieten van, ten kosten van zoodanig voorrecht, de Hooge Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. by hun gevestigt te zien. Het is waar, Ed. Gr. Mog. Heeren.' dat het Hot zulks ftricr. genomen, niet ftellig heeft gelegeerd , maar alleen in dien fmaak, dat Hun Ed. Mog. zulks van gene der Stemmende Ste. den geloofden: _ Doch het is niet minder waar, dat de allegatie aan de zyde van 't Hof daaromtrent in haa. ren aart en natuur dezelfde blyft; en even zeer gelchikt is, om de Ingezetenen van Uwer Ed. Or. Mog. Refidentie-Plaats tegen Uw Ed. Gr. Mog. Souveraine Befluiten te indisponeeren, dan wanneer dezelve ftellig was voorgedragen ge. worden; byzonder daar dezelve allegatie ("gelyk pit den zamenhang blykt) gevolgt is op eene zoogenaamde twyffeling, of in de zorge voor de veHghefd van UEd. Groot Mog. in Hoagstder. zeiver Refidentie mogelyk niet eenige grond geIteld zoude wezen voor de noodzakelykheid var. zulk  STAAT EN OORLOG; 41 zulk eene Preventie, door Ons te doen, als by Uwe Ed. Gr. Mog. Publicatien van den 23 February en 24 Maart befdt dezes Jaars vermeld is; fchoon dezelve, naar de gedachten yan Hun Ed. Mog., op niets minder zoude uitkomen , dan op eene privatie van het onfchatbaar voorrecht, dat zoo wel aan de Ingezetenen van 's Gravenhage, als aan die van de ftem. tnende Steden en andere plaatzen competeren zoude, namelyk van nergens anders, dan voor derzelver privativen, Ordinaris, dagelykfchen , en competenten Regter, ofte voor de Ordinaris Justitie, te recht te moeten itaan; in voege, dat het gantfche beloop der voorfz. pasfage , gevoegt met het geen verder door den Hove bygebragt is tot betoog van het imminent gevaar, waar aan de Ingezetenen van s'Gravenhage aldus , tegen Regt , Privilegiën, en Billykheid , zouden wezen blootgefteld, by aldien Wy Ons piet bedriegen, eigeraartig gefchikt is , om by minkundigen het akelig denkbeeld te doen opkomen en huisvesten , dat de Ingezetenen van s'Gravenhage (wel eer zoo als Hun Ed. Mog. de plano gedecideert hebben, de wellust van Nedhrland,) thans zoo maar eensklaps politicquement ontzet zouden wezen van een hunner dierbaarfle Voorrechten, en wel ten zodanigen gevolge, dat, gelyk het Hof(Zie pag. 48 der Remonftrantie van den 6 April) zich verzekerd hield , de Steden in Uwer Ed. Gr Mog. Vergadering fesfie hebbende , zulks' omtrent hunne Burgers nimmer zouden toelaten ■ daar nochtans door de Ingezetenen van deeze Uwer Edele Groot Mog. Refidentieplaats in de gemeene lasten, die voor 't genot van de be* fcherming der Wetten door middel van de Ordinaris Justitie wierden gebragt even veel, als door dezelve Burgers, wierd be' taald: weshalven Wy nogmaals gerusrelyk aan het oordeel van UEd. Groot Mog. overlaten of Wy , als ten dezen geconfuleerde Raadslied C 5 den  42 ZAAKEN VAN den' van den Souverain, wel hebben mogen na. laten zulke reflexien fpecialyk aan UEd. Groot Mog. te doen opmerken , en of onder de Clasfe derzelve niet particulierlyk behoort de openbare Belydenis, die het Hun Eiel Mogende behaagt heeft te doen van derzei ver geloof, dat, indien het gunt voorfz. is aan de Ingezetenen van 's Gravenhage te beurt mocht e zyn gevallen, om dat het Illufire Corps, het welk de Perfona Moralis van den Souverain verbeeld, verkiest alhier deszelfs Hooge Vergadering te houden , als dan gene der Stemmende Steden van Uwer Ed. Groot Mog. Vergadering de eer zoude wenfchen te genieten van tot zulken prys de Hooge Vergadering van U Ed. Gr. Mog. by hun gevestigd te zien. Ten derden hadden Wy gemeent (op Pag. 19 van Ons meergemeld Advis) te mogen vragen ; wat men denken moest van 's Hofs oogmerk in het buiten eenige noodzaak zydelings chocqueerep ov uitdrukkingen, waar van ue Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht zich by derzelve Propojitie op den 18 Maart jongstleden ter Staats-Vergadering hadden bediend? Hun Ed. Mog. hebben te recht gegist , dat die vraag relatief was tot de woorden van een troup Canaille (op Pag, 43) maar betuigen geen oogmerk te hebben gehad"., om of zydelings of rechtftreeks op de voorn. Propofitie te chocqueren; en voegen 'er by (gelyk de zamenhang zoude ukwyzen) dat Hun Ed. Mog. alleenlyk hadden willen aantoonen de incongruiteit, die 'er in zou renderen , dat alle Ingezetenen van 's Hage , hoe edel, hoe aanzienlyk, in effecte onderhevig zouden kunnen gemaakt worden aan de rigeur eener dispoiirie, waar toe alleen de euveldaad van een troup Canaille aanleiding gegeven had ; maar Hun Éd. Mog. zullen Ons wel ten beste gelieven te houden , dat Wy, de voorn, betuiging ongetoucheert latende, Ons nopens den za-  STAAT EN OORLOG. 43 zamenhang, waar in Hun Ed. Mog. van voorfz. uitdrukkingen gevva^ hebben gemaakt, alleenlyk refereeren'tot de k&ure van de paslage zelve; als die, Onzes bedunkens, op de bloote küuur zal aantoonen, dat de explicatie , welke men daar aan nu van agter op dit refpeér. gegeven heefc , vry ver gezocht is : behalven dat Wy voor ais noch niet wel penetreeren , waarom Lieden van meerdere Ciasfe, in Cas dezelve zich insgelyks aan zulke fuoode en fchandelyke ondernemingen fchnlaig maakten , als Francais Mourand en zvne Complices onder het oog van U Ed. Gr. Mog., mitsgaders ten aanzien van de Juftiiie en Militie, gedaan hebben, als dan min. der onder de Ciasfe van een troup Canaille, dan die Boosdoenders, zouden behooren gêrangfchikt te worden , en waarom de zoodanigeri als dan -aan de rigeur der voorfz, dispolitie minder dan voorn. Mourand en zyne Complices zouden behooren te worden onderhevig gemaakt : en dat N het in allen gevalle aan Hun Ed. Mog., die zich op andere refpeéten , om redsneu aan Hun Ed. Mog. bekend, zoo dikwyls op allegatien van wegens de, Stad Amsterdam gedaan, hebben ■ beroepen, vry wat beter gepast zoude hebben, zich met den domiciliairen Rechter derzelve Stad f gelyk in de zaak van P. van Egmond gedaan isi, en Hun Ed. Mog., welke getoond hebben van de Stukken , tot die zaak betrekkelys lectuure te hebben gehad , zekerlyk niet zullen ïgroreeren) in hunne herhaalde ongenoegens, ten minlten daar over te verheugen, dat de dtspo/ttie over de /Ir af en befioten is in de Vader lyke hand van UEd. Groot Mog., en wyders eene hoope te voeden , dat de Burgers en Ingezetenen bewaard zullen bi. yven van ooit in andere termen te vallen, in plaatze van de dispolitie , daar over hy Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 34 Maart jongstleden gedaan, onder het oog van UEd, Gr. Mog. zelve, in zekeie by het Hot be-  44 ZAAKEN VAN bedoelde gevallen, opentlyk van imcowgrüi. teit te gaan tauxeersn, en alzoo het wantrouwen, zoo wel op de Rechtvaardigheid, als op de Wyshttd van UEd. Groot Mog., meer en meer by zeker gedeelte van het Publicq te doen toeneemen en vergroten. Eindelyk hadden Wy by Ons meergemeld Advis gevraagt , wat men a! verder denken moest van de zorge, die het Hof gebruikt hadde, om aan de eene zyde niet te advoueeren, het geen by Uwer Edele Groot Mogende Publicatie van den 24. Maart nopens de aart en natuur van de misdaad door Mourand geperpetreert, gezegd was, namelyk, dat het een direcl attentaat was geweest tegen de Souverainiteit van UEb. Gr. Mog.; maar dat het Hof zich aan den anderen 'kant behaagd hadde met het zelve te befchryven, als een attentaat tegen de Koets, waarin de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht gezeten waren. Doch Wy bevinden nu van achter , dat in dit Ons voorflel eenfchryfout is ingeflopen geweest, als hebbende het Hof de voorfz. misdaad niet befchreven gehad , als een attentaat tegen, maar aan de Koets; een fout die, vermits de kortheid des tyds, waar in Ons voorfz. Advis op de Remon. ftrantien van beide de Hoven, de datis 6 en 7 April jongstleden , om de toen op handen zynde verandering van Ons Collegie, noch voor het y einde van dezelve Maand in gereedheid moest gebracht worden, niet anders dan door den haast, en geheel toevallig begaan is, even gelyk anderen van foortgelyken aart, die het Hof zelve enkel als fchryfouten heeft opgenomen, gelyk trezjjn kan worden op pag. 15 en 29 van H. Ed. Mog. nadere Misfive; weshalven Wy 0<)s dan ook niet zullen aantrekken de hatelyke vraag van het Hof, of publicque Befchuldigers van hunne medemenfchen niet wet de grootfte getrouwheid behoorden te zorgen, dat het geen zy dezeiven als eene misdaad te laste leggen, niet verzwaren ?  STAAT EN OORLOG. 45 ren? En of dit vooral niet Rechters, ja Rech. ters die pretenderen ordinaris Rechters te Zyn, betaamt? Trouwens, Ed. Gr. Mog. Heeren! welke verandering zal het toch in de zaak maken, of 'er gelezen worde aan, dan tegen de Koets? Want by die zelfde pasfage (op pag. 43 der voorfz. Remonftrantie van den 6 April') waarin gefproken is van de Publicatie van den 24 Maart , waar by U Ed. Gr. Mog. de misdaad door Mourand gepleegd, als een direct attentaat tegen de Souverainiteit geconfedereerd hebben, befchryft het Hof die zelfde mts' daad als een verfoeilyk attentaat aan de Koets, waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht gezeten waren, gepleegd^ Weshalven het ook, na die ware lezing van s Hofs eige woorden, Onzes bedunkens, vry meer dan fchyn heeft, dat het Hof door die tegenoverftei. ling te kennen heeft willen geven die- daad niet te houden voor zulk een direSi attentaat tegen de Souverainiteit. En men zegge niet, Ed. Gr. Mog. Heeren ! dat de influiting van het een de uitfluiting van het andere niet medebrengt, en dus zulk eene reflexiemeer blyken zoude geven van bitterheid van geest, dan Vrf» justesse vak raisonnement, mitsgaders dat zulks te meer zoude doorftralen , als mén 'er by reflecteerde , dat het daar niet te pas kwam die daad te apprefiëeren , en dat het Hof op pag. 9 in fine, en 10 'van deszelfs Misfive van 11 Maart dezelve genoemd zoude hebben een delict, direct tegen den souverain, qua talis, begaan , en in de Remonftrantie van 6 April (maar drie regels lager) eene onderneming tegw de veiligheid van u- wer Ed. Gr. Mog. illustre versowen, en op pag. 17 (of zo als dezelve Remonftrantie agter het Advis van Uwer Ed. Gr. Mog. Gecomm, Raden gedrukt flaat , op pag. jy) e e-  4Ö ZA AKEN VAN eene oproerige f e it e l y k h e i o , Dlrect ingerigt tegen uwer Eü. Gr. Mog. souveraine besluiten, en tegen de in vu «labiliteit, welke aan jje Heeren, ter illustre Vergadering van UEd. Groot Mog. compareerende, competeert. Want by dé voorfz. pasfage uit 'j Hofs Misfive van 22 Maart zeggen Hun Ed. Mog. niets anders , dan dat de zaak van Mourand van na' tuur was als 't geval, wanneer het delift, waar van iemand hefchuldigt wierd, direct tegen den Souverain, of (in eene Republicq) tegen'de Perfonen ter Vergadering, welke den Souverain reprtefenteert, comparerende, qua talis was inge. rigt, en dus eene accufatie van gekwetfte Majesteit konde importeren: en het wyst zich derhalven van zelfs, dat Hun Edele Mog. wel verre van zich aldaar in voegen voorfz. fiellig over de quaiiteit der misdaad uittelruen, in tegendeel hun gevoelen daaromtrent in 't geheel niet hebben geü't, maar alleen gezegd hebben, dat dezelve (namelyk voor zo verre den accufator Publicus aanging) eene accusatie van gekwetfte Majesteit zoude kunnen importeeren: en dat Hun Edele Mogende hier omtrent Hun gevoelen mede niet geuit hebben , door (op pag. 43 der Remonftrantie van 6 April) te zeggen , „ dat „ de Straffen, by Uwer Ed. Gr. Mog. Publica„ tie van 24 Maart gemeld, door HoogstdezeN „ ven bedreigt waren geworden, om een troup „ Canaille , fgelyk de Heeren Gedeputeerden „ van Dordrecht de Daders van het verfoeilyk Attentaat aan de Koets, waar in welgem. Hee„ ren gezeten waren, gepleegd, genoemd had„ den) te wederhouden en aftefchrikken , van „ diergelyke, tegen de veiligheid van U„ wer Ed. Gr. Mog. llluftre Perfoonen ftrekken- de ondernemingen, en dus de rust, wel„ ka daardoor geftoord was , alhier te „doen hersteld worden," Zal, oh- zes  STAAT EN OORLOG. 41 zes bedunkens, genoegzaam blykens uit de eenvÖndiee lefture van dezelve pasfage zoo wel als by de lectuur van de geöbjicieerce periode uit de voorfz. Rmotiflrantie op pag. 5J- Behalven dat van de daad, door Mourand be. eaan efi pag. 51. der voorfz. Remonftrai negefprókeifwoS, als, volgens ^f%vf B«' Ven Gedeputeerden der Stad Dordrecht, bet Olmen Maiestatis involverende : En laatstlyk , dat zelfs by de nadere Mufi.e van den a Juny de exifentie van het zelve Ou men nergens door het Hof is erkend; Wesbalven, naar Onze gedachten , alles za. rnenloopt om te mogen befluiten, dat welke denkbeelden 'er anderzints over de jufiesfe onzer raifonnementen by het Hof zouden moge,, huis vesten, Hun Ed. Mog. nogtans ten aezen op zichte gemanifesteerd hebben, hoe treffend een enkel voorftel van de by Ons geïndigiteeroe pa,fases seweest zy, om , zonder dat wy daarop blondere reflexien hadden gemaakt, Hun Ha. Mog. terftond de relevance daarvan te doen gevoelen , en teffens hoe verlegen Hun Ed. Mog. zich hebben gevonden met daar aan een couleur « geven ; dewyl als nu getoond is, dat niets van het daartoe bygebrachte den toets kan door- ^VÓor het overige zulten Wy Ons wederhouden van eene particuliere beantwoording van dat geen 't welk Ons toegefchenen is , meer het menfchelyk zwak van Hun Ed. Mog. te zullen verraden , dan blyken te geven van Derzelver Rechtvaardigheid in het appreciëren van de disSerie die Wy vermeenden gebruikt te hebben met het by een enkel voorftel van de voorfz. Wylavinden Ons verplicht, om einddyk noch in het algemeen optemerken , dat: het_Hot zedert het emaneren van Uwer Ed. Groot Mog. Publicatie van ^ Maart 17M de vrypostigheid heeft gebruikt, om zich in deze zaak te laten  48 ZAAKEN VAN zien, als Conftliarii Principis, of als getrouwe Raadslieden van UEd. Groot Mog.; maar dat Wy vertrouwen met recht aan het Hof te mogen vragen , waar de Prjefident en Raden van den Hove de bevoegdheid hebben bekomen, om zich ;« zoodanige qualiteit, of wel op pratext van zoodanige qualiteit, opentlyk party te mo- ?en 5jllen te§en de Souveraine Befluiten van Uw Ed. Groot Mog. zelve, en wel zoodanig, als Hun Ed. Mog. by Derzei ver Remonftrantie van den 6 April gedaan hebben, en by Derzelver nader Addres van den 2 Juny daar aanvolgende hebben gecoiitinueert te doen? Op den 22 April van den Jare i73j fchreef het Hof aan UEd. Groot Mog., dat zy op de zaken , die naar de ordre van het Land aan de Staats-Vergadering waren gekomen , de dispofi. tien van UEd. Groot Mog. ontfingen, en completelyk obtemporeerden , als Souveraine ( Staats-Resolutien; uitgezonderd, wan¬ neer het Hof bevond, dat de Staats-Vergadering door particuliere Menfchen gefub- en obripieerd wierd , en dat daar op by U Ed. Groot Mog. Refolutien wierden genomen, welke het Hof in gemoede prajudiciabel oordeelde aan het belang van de Juftitie , als wanneer het Hof zich wel gedroeg in eene abihnentie van daar jegens iets te ondernemen, maar zich niet konde abfiineren van daar jegens refpe&ueufe Remonltrantien te doen! Maar in dit geval, daar geen fchyn van fuben obreptie , welke door particuliere perfoonen zoude gepleegt zyn, heeft plaats gehad; daar het gebeurde op Vrydag den 17 Maart aan de Staats-Vergadering gekomen is naar de ordre van het Land ; daar U Ed. Groot Mog. de Pubhcatie van 24 Maart 1786; naar Derzelver Hoge Wysheid , in de toenmalige omftandigheden zeer nuttig en noodzakelyk hadden geoordeelt; en daar de Leden van UEd. Groot Mog. Hoogstaanzienlyke Vergadering, (uitgezonderd de Hee- ren  STAAT EN OORLOG. 49 ïsn Gedeputeerden der Steden Delft en Hoorn, die reeds op den 18 daar bevorens zwarigheid hadden gevonden in het verlenen van de qualificatie aan Ons Collegie, om de zaak van Mourand de plano en zonder form van proces af tedoen, en wyders uitgezonderd de Heeren Gedeputeerden der Steden Amflerdam, Gouda en Schoonhoven, die, zoo als aan UEd.Groot Mog. bekend is, om redenen van een gantsch anderen aart , de Refolutie van den 24 Maart hadden aangezien) allEn eenftemmig tot het arretteren van de Publicatie, by dezelve Refolutie gemeld, hebben befloten; Nu (telt bet Hof zich daar tegens in de bresfe , en pousfeert zulks tot zoodanige Extremiteiten , dat men niet alleen de qualificatie , die by gemelde Publicatie vervat is , maar zelfs de gehele werking van Onze Ioftruétle, zoo wel als de aanllelling van een afzonderlyk Advocaat.» Fifcaal van UEd. Groot Mog. by Ons Collegie, vry onbewimpeld en ftoutmoedig voordek, als ten hoogden prEejudiciabel voor de Vryheid, als ftrydig tegen 's Lands Privilegiën, voor welker behoud (zoo als by de Misfive van 22 Maart aan het Hof ontvallen is) zoo vsele ftroomen hloeds door Onze Voorvaderen ge/lort waren; ja , als in zeker opzicht de Ingezetenen van een Recht ontzettende, dat Niemand hun hernemen mocht ; en naar over UEd. Groot Mog. (dit toch moest 'er noodzakelyk uit voortvloeien) zich mitsdien generhande dispofitie hadden mogen aanmatigen: En dit alles doet het Hof niet alleen geheel ongevergd, maar ook zonder door iemand der Ingezetenen van 's Gravenhage daar toe verzocht te wezen ; terwyl zelfs de Magiftraat dezer Plaatze zoo wel als de ordinaris , dagelykfche en competente Rechter van de Haagfche Burgerye , eerbiedigiyk in de Befluiten van UEd. Groot Mog. berust. Dan Wy vragen nochmaals , hoe komt het XXXIII. deel. D Hof  50 ZAAKEN VAN Hof over het generaal aan zulken titul ?. 't is waar * wanneer de Souverain goedvind in deze en gene gevallen 's Hofs Advis te vragen , dat Hun Ed. Mog. dan ah Confiliari-Principis daar op hun Advis uitbrengen; maar op welken grond kunnen Hun Ed. Mog. zich in die qualiteit aan de Staats-Vergadering vervoegen , ah derzclver Advis in 't geheel niet gerequireert is ? Althans Wy kunnen naauwlyks geloven , dat het 8 Art. van de InftruÜie, waarop het Hof, Qua judex, befoigneert, en welk Art. inhoud 2at het Hof ook rennisse zoude mogen nemen van Privilegiën, alzo wel onzen Onder/aten, als Vreemden, geene Onder fat en wezende, wonende binnen onzen voorfz. Lande, gegeven , het fundament zou moeten opleveren , waar op zulk een titul over het generaal zou moeten berusten. En Wy kunnen in allen gevallen niet fupponeeren , dat Hun Ed. Mog. begrypen zouden uit dien hoofde het recht en de bevoegdheid te hebben bekomen , om zich tegen alle Staatsbefluiten van UEd. Groot Mog. , wanneer Hun Ed. Mog. waanden , dat 's Lands Privilegiën daar by lyden zouden, opentlyk, als Confiliarn van UEd. Gr. Mog. , tegen UEd. Gr. Mog. zelve , te mogen verzetten , en zich daar toe, byzonder in een facrdeufen tyd , en waar in 's Lands Ingezetenen zelve zoo yverig op de Confervatie hunner Privilegiën vigileeren, aan het Hoofd van de Ingezetenen te ftellen , fchoon niemand derzelve, het zy aan UEd. Gr. M)g., het zy aan het Hof, klachtig gevallen ware; en zulki, gelyk ten dezen gebeurd is op eene wyze, die niet nalaten konde om de difldentien te vermeerderen, U Ed. Gr. Mog. van despoticque onrechtvaardigheden verdacht te maken , eD particulierlyk by de Ingezetenen van deze Uwer Ed. Gr. Mog. Refidentie-plaats een denkbeeld te doen opkomen, als of de Rechtsplegingen by ten Collegie als het Onze, vooral wanneer in deze  STAAT EN OORLOG. Si ze of geene zaken de plano en zonde}-figuur van Proces by Ons mogte geprocedeerd worden , in de gevolgen niet genoeg te redouteeren waren, en waar aan het Hof zelve (uitwyzens hiinne Misfive van 22 Maart, waar by U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 18 daar bevoorens, onder beneficie van klachten , prsetenfelyk over Ons gedaan , een vry onaangename cenfure ten dien regarde ondergaan heeft) niet dan met fchrik en ontroering konde denken. En nun-zegge niet, Ed. Gr. Mog. Heeren! dat het aan de Prffifident en Raden van den Hove nogtans tot eene groote fatisfaclie zoude verftrekken, dat de Hooge Raad eene, fchoon minder uitgebreide, echter omtrent veele poinclen met 's Hofs Misüves inftemmende Remonftrantie gedaan heeft. Want, dsar gelaten , wat de Heeren van den Hoogen Raad gemoveert moge hebben, om ten regarde van Hun Ed. Mog., en derzelver Suppoosten , of Onderhorigen , die met hun allen een zeer gering getal uitmaken , met zoo veel fpoed eene dergelyke Remonftrantie in de waereld te brengen , als UEd. Groot Mog. van welgem. Hoogen Rade hebben ontfangen; dit is ten minften zeker, dat de Heeren van den Hoogen Raad niet hebben kunnen goedvinden, zich, onder beneficie van insgelyks Confiliarii Principis te wezen , aan het Hoofd van de Ingezetenen over het generaal te ltellen , (het welk, indien daar toe eenige dispofltie ware geweest, mogelyk nog aangenamer aan het Kof zoude geweest zyn) min nog op zulk een hogen toon, en met zo veele harde en bedenkelyke uitdrukkingen, als waar van het Hof heeft kunnen goedvinden zich op diverfe refpedlen te bedienen, en waar van het Hof zelve by het flot hunner Remonftrantie van den 6 April het ongemefureerde fchynt gepenetreerd te hebben. En wat betreft den geallegeerden yver voor het bewaren en verdedigen van de onfchatbare D 2 Rech-  52 ZAAKEN VAN Rechten, den Edelen, Geprivilegieerden, Aanzienlyken , en min aanzienlyken Ingezetenen , Burgers en Inwoonderen dezer Plaatfe compèterende, beige het Hun Ei. Mog. niet, dat Wy cordatelyk zeggen, dat dit, naar Onze gedïcbten, bet fchild is, waar agter men zich ten dezen artificielyk verbergt; en dat, welke Proteftatien dienaangaande gedaan zou 'en mogen wezen , 'er, naar O >ze opinie , iets anders moet zyn , dat lot dergelyke demarches' aanleiding heeft gegeven: Hadden Hun Ed. Mog. zich enkel en alleen bepaald tot de qualificatie om de plano en zonder figuur van proces te kunnen procederen, (welke qualificatie nochtans, zoo. als naderhand blyken zal , gantsch niet gemeriteerd hadde zoo provelyk getauxeerd te worden) het zou wellicht fchyn van welvoeglykheid kunnen hebben , dat het Hof zich dien aangaande refpeétueufelyk aan UEd. Groot Mog. addresf*eerd:\ Maar dat de Privilegiën, en wel het allerdier* baarfte , het Privilegium de non evocando, juist na dat de zaak van Mourand aan de Jadicature van Ons Collegie was overgelaten, zoo een diepen indruk op de gemoederen van Hun Ed. Mog. zoude gemaakt hebben, dat enkel en alleen plichtshaiven door 't Hof gerefolveerd zou wezen, om zich dienaangaande met zulk een exces van yvar voor de Ingezetenen van 's Gravenhage in de bresfe te ftellen, is Ons voorgekomen een adfertie in zich te bevatten, waar van UEd. Groot Mog. zich apparent niet zeer getnakkelyk door het Hof zullen lafen overtuigen; in aanmerking, zoo van de pasfie , waar mede ook dat poincr. door Hun Ed. Mog. getracteerd is , als dat de ondervinding zoo dikwerf getoond heeft, hoe vooral de Magiftraat van 's Hage telkens tegens het Hof voor de coofervatie van diezelfde Privilegiën heeft moeten ftryden, waar omtrent, behalven diverfe andere, notabel is de Memorie welke door den Magiftraat van 'f Hage op * den  STAAT EN OORLOG. 53 den 19 July 1762 aan UEd. Groot Mog. overgeleverd is , mede te vinden in de Nederland' fche Jaarboeken van denzelven Jare 1762 pag. 6"37 tot 773; van welke Memorie Wy ook daarom gewag maken , dat dezelve veele zaken in zich bevat, die rot oplosiing kunnen dienen vau verfcheidene rtfl xien , welke thans op nieuw aan de zyde van het Plof zyn verlevendigd geworden : Refererende Wy Ons wyders ter beoiHeeling hoe het Hof, indien het hunne gefuftineerde Jurisdictie concerneerd, onr de nu zo irerk tegen Ons gereclameerde Privilegiën van 's Lands Ingezetenen van tyd tot t$f gedacht heek, niet alleen tot het gunt dienaangaande op verlcheHe plaatzen geobferveerd is door wylen den Prce/ident van Bynckershoek, in het eerfte boek zyn er Quasjliones Juris Privati, maar ook in her byzonder tot de project Inflruttie voor den Hove, welke op den 28 Sept. van den Jare 167O, aan UEd. Groot Mog. door het Hof is overgezonden ; gelyk mede tot het geheugen van meest alle de Steden, fpeciaal ook der S'ad Amsterdam, welke Stad in den Jaare 1671, by gelegentheid van het mainctineeren van derzelverRechten en Privilegiën in het geval van Dirk van Harencarfpel, dienaangaande zoo veele onaangenaamheden van het Hof heeft moeten doorftaan, dat Heeren Gedeputeerden derzelve, Srad zich gelast hebben gevonden met klaare en duidelyke woorden ter Staats-Vergadering te denuntieeren „ dat de Heeren Burgemeesteren en Re. „ geerders der Stad Amjlerdam bevindende, dat „ die van den Hove voortgingen haar alle zoor„ ten van kleinigheden aantedoen, en, (taande „ de Vergadering van Haar Ed. Groot Mog., een Mandament van Attentaten hadden ver„ leend met de Claufule van Eücte , in deze ,, Provincie ten reguarde van de Steden onge,, hoord en daardoor het reffect van de Recht,, bank van Amjlerdam, by openbare klokken- D 3 • , »> ee'  54 ZAAKENVAN »» geflag en offixie van Billetten, verachtelyk voor een ieder te proftitueeren, midlerwylen ook niet zouden nalaten haare Rechten en „ Privilegiën, haar by de Graven van Holland „ in der tyd propter bene merita gegeven , by derzelver Succesfeurs bezworen, by de fatis,, factie bedongen , en met goed en bloed be„ waard, naar haar uiterfte vermogen te mainc„ tineeren en defendeeren, en, niet zouden kun,, nen gedogen , dat haar dezelve by het Hof „ van Holland, of eenig Procureur Generaal, „ het zy in Criminalibus, het zy in Civilibus, „ onder praïtext van-Ediftale Citatie, of fchyn „ van infraétie van het Recht en Hoogheid van de Heeren Staaten van Holland en West„ Vriesland, of dergelyke feitelykheid , afhan„ dig wierden gemaakt, of dat die van den \, voorfz. Hove in dat Cas zelve Rechters in ' eigene zaken zouden wezen ; vertrouwende, „ da: zy daar in door de Mede-Leden van de Vergadering zouden worden geadfifteerd; zon» ,, der hun echter eenigzints te willen onttrek„ ken de Ordinaris Juftitie, of het geen by haar „ Ed. Gr. Mog., volgens de Ordre van de Regeering, zouden worden goedgevonden en „ gerefolveerd!" al het geen nader blyken kan uit Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 5 December 1671 , te vinden in de Aanteekeningen van Boel op Loen., Cafu 67. Een geval, »t geen Wy, om zulks hier in 't voorby gaan op te merken, vooral ook daarom aanhalen, dat het gelegenheid fchynt gegeven te hebben, tot het doen emaneeren van het Placaat van 15 September 1677 en de Verklaring van 16 December 1678, van welker bewoordingen het Hof zig thans zo dikwils tegen onze Judicature in ma. terie van tumult, feditie, en wat dies meer is, bediend heeft ; Refererende Wy Ons dien aangaande tot het geheele beloop der voorfz. zake, onder anderen vootkomende by Boel op de zo even aangehaalde plaats , mitsgaders by Wagenaar  STA AT EN OORLOG. SS » naar in het twede Deel van Amjlerdatns Gefchieéenisfen, bl. 320 tot 339. Gelyk Wy Ons met betrekking tot de hevigheid van de differenten, welke in de Jaaren 1761 en 1762 op nieuw , tusfchen het Hof en den Ha°e, fpeciaal ook over de door het Hot aan dieövan den Hoge betwiste werking van de nu zo fterk ingeroepene Privilegie» der Burgers en Ingezetenen, ontdaan zyn , nogmaals refereeren tot de bovettgem. Jaarboeken van 541 tot 772 tn EtTwyders , ter beöordeeling hoedanig U Ed. Gr Mog. zelve gedacht hebben over de onverzet'telyke contenance , welke dien aangaande door het Hof in den Jiare 1763 , tegen Uwer Gr. Mog. fpeciale Ordres en goedvinden van den 4 Maart deszelven Jaars, wierd gehouden, tot Uw Ed. Gr. Mog. Refolutie van den % Augustus daar aanvolgende, en bet daarin voorkomende Rapport van de Heeren Uwer Edele Groot Mogende Gecomtnitteerdens. Trouwens, Ed. Gr. Mog. Heeren! indien het refpeSt voor de Privilegiën van 's Lands Ingezetenen, en fpecialyk voor het zo dierbaar Privilegie de non evocando , het Hof in derzelver gradfcribeerde Quallteit van Cenfiltaru Principis, ten deezen zo fterk gemoveerd hadde, hoe is het dan te begrypen, dat de Piëteit van zulk een Sentiment juist Werkzaam is geworden even na den 18 Maart jongstleden? loen UEd. Groot Mog. Or.s by Hoogstderzelver Rejolutie van den 31 January 1785, hebben gMu.thorifeerd en gequalificeerd, om een naauwkeung onderzoek te doen op het gehouden gedrag van de refpeétive Bailliuwen binnen deze Provincie, in alle de'districten, daar tumultueufe beweegingen hadden plaats gehad , en fpeciaal , of dezelve aan hunnen pligt hadden voldaan, dan in hoe verre daar in nalatig geweest waren; mitsgaders om voorts te inquireeren , omtrent de Belhamels en Opltookers van die beweegmgen, ten D 4 em"  56 ZA AKEN VAN e einde dezelve met den eerden GeanprehendeerJ, en herwaarts overgebragt zouden worden , om, anderen ten exempel, ten rigoureusten aan den Lyve, en naar exigentie van zaken met de dood te worden geftraft; gelyk mede om tot het voor'zeide onderzoek en Procedures, tot Onze aififtentie te employeeren den Advocaat Mr. Johan* nes Gerardus Luyken, onder den Titul van Advocaat-Fiscaal, met zodanige verdere Perfoo« nen tot Amanuenfes , als nodig zouden mogen worden geoordeeld, zoude 'er, in het tegenwoordig Systema van den Hove geraifonneerd zynde, dezelve reden zyn geweest, om de Piëteit van Hun Ed. Mog. gevoelens nopens het Stuk der Privilegiën werkzaam te doen worden, als in en na het geval van Franpois Mourand. De In- en Opgezetenen van her Platten Land hadden toch zoo wel aandeel aan 's Lands Privilegiën , als die van de eerfte Stemmende Stad in Holland; maar toen zat het Hof geheel ftil, fchoon daar uit een menigte van procedures voor Ons Collegie voortvloeide, waar op openbare ftrafoeffeningen alhier in den Hage gevolgd zyn , en waar van verfcheide anderen, na openbaar klokkengeflag, zyn afgelopen by Sententiën, gewezen op Intendith ; zoo dat het Hof niet zal kunnen voorwenden , daar van ignorant te zyn geweest. Toen UEd. Groot Mog. by Hoogstderzelver Publicatien van den 23 Febr. 1785 en van den 9 September daar aan volgende, fpeciaal ook aan den voornoemden Advocaat Fiscaal hebben gelast om dezelve Publicatie ftridlelyk en prajciefelyk te executeren naar derzelver form en inhoude, zonder eeniga de allerminlte conniventie of disfimulatie, is het Hof al wederom blyven ftilzitten, fchoon dezelve Advocaat-Fiscaal, naar de tegeswoordige fustenue van 't Hof, niet kan gezegd worden ten regarde van iemand der Ingezetenen daar toe de bevoegdheid te hebben, en byzonder niet ten regarde van iemand der In-  STAAT EN OORLOG. 57 Ingezetenen van V Gravenhage, als ten regarde van niemand hunner (wanneer het Placaat van den 15 September 1677.zaak decideren moest) een ordinair., dagelyks, en Competent Offici er. zynde; Toen U EdeleJJroor Mog. voorts op den 33 leb. 1786 by eene nadere Publicatie een gely-, ken last aan gem. Advocaat Fiscaal gegeven hebben, en aan denzelven teffins Ons Collegie als den Regtbank hebben aangewezen , voor welken hy het Recht der Hoge Overheid ter zake, in dezelve Publicatie vermeld, by praïventie zouden hebben te handhaven, en teffens de Commisfie , die hem te vooren ad fpeciales a&us was opgedragen , permanent hebben gemaakt, met verdere aan Ons verleende qualificatie , om aan denzelven Advocaat Fiscaal ten koste van den Lande zoo veele adfiftentie van Dienaars der Justitie, eu, des noods, van een afzonderiyken Drosfaard te verlenen , als dezelve Advocaat Fiscaal zoude mogen nodig oordelen; is het Hof' wederom ftil blyven zitten : Maar naauwlyks hadden UEd. Gr. Mog. op den 18 Maart daar aanvolgende goedgevonden en verliaan , Ons te qualificeeren, om den meergem. Mourand door den - AdvocaatFiscaal van UEd. Groot Mog. voor Ons te regt doen stellen, en denzelven wyders zoodanig exemplaar te ftiajfen. als Wy in JuJIitie bevinden zouden te behoo' ren, of de terftond ontwaakte yver van den Hove begon yiings zoo fterk by Hun Ed. Mog. te werken, dat alles in een zeer kort beftek van tyd de onaangenaamfte Cenfures onderging. De wegleiding van Mourand (fchoon daarover op den 22 Maart geene quseftie had behoren gemoveerd te worden, byzonder daar het Hof dien aangaande zoo miferabel geïnformeerd was) wierd geproclameerd als een daad van geweld , gepaard met een violent misbruik van het gezach "over de Militie , en voor een Hof ProD 5 vin-  52 2AAKEN VAN vinciaal in den hoogden graad vernederend en fmadelyk. En het gerefolveerde van UEd. Gr. Mog., zoo wel ten regaarde van Ons Collegie , als nopens de aanftelling van een afzonderlyken Advocaat-Fiscaal van UEd. Gr. Mog. by Ons Collegie , was een zaak, waar aan een Hof Provinciaal zich, in de toenmalige omftandigheden van zaken , geheel ongevergd , plichthahe momentelyk gelegen moest laten leggen ; terwyl noch het adquiescement van den Magiftraat en Schepenen van 's Gravenhaage ten reguarde van hunne Burgers en Onderhoorigen, noch de eerbied en gehoorzaamheid, welke het Hof aan de Souveraine Bïfluiten van UEd. Gr. Mog. verfchuldigd was , den gaande gemaakten yver van Hun Ed. Mog. heeft kunnen houden binnen de bornes van zolanige moderatie , als byzonder van een Hof van Jufiitie zoude mogen verwagt worden, altoos derzelver Handelingen te zullen beftieren. En vraagt men het H>f naar de waare beweegreeden van zulk eene onderneeming, dezelve is evenwel geene andere , dan gevoel van plicht, om als Getrouwe Raadsluiden van UE^Gr. Mog. by Hoogstdezelve ex Officia te yveren voor de behoudenis der Vryheden , Privilegien en Rechten van de Ingezetenen, in het byzonder van deze Uwer Ed. Groot Mog Refidentie-Plaats; en , indien de yver in het betrachten van dien plicht , aan het Hof de eene of andere uitdrukkinge mocht hebben doen ontglippen, welke by UEd. Groot Mog. niet genoeg gemefureerd zoude mogen worden geoordeeld, dan verzoekt het Hof om gunftige verfchoning; als op her ferieufte protefterende, dat, zoo iets diergelyks in derzelver Remonftrantie mochte zyn vervat, zulks aan het Hof ten hoogften zoude ftnerten , daar Hun Ed, Mog. niets met meer hartelykheid wenschten, dan Voorbeelden voor Hunne Medeburgeren te zyn in het betonen van fchuld'  STAAT EN OORLOG. 59 fchuldplichtige Veneratie met -voorden en daden voor Hmne Hoge en Wettige Overheid! Vleijende woorden, voorwaar! dan welker beoordeling Wy , zonder daar iets meer van te zeggen , eetivoudiglyk zullen overlaten aan UEd. Groot Mog.; terwyl Wy nu nog zoo kort, als het gewicht der zake toelaat, een weinig nader zullen moeten deduceren, dat, welken ophef het Hof van de voorfz. Vryheden, Privilegiën en Rechten der Ingezetenen in het byzonder van deze Uwer Ed. Groet Mog. Refidentie - Plaats gemaakt hebbe, Hun Ed. Mog. nochthans zeer ver zyn te kort gefchoten in het betoog der relevance van al hetzelve in het cas fubjecr., 'c zy met betrekking tot de Judi* cature van Ons Collegie bv preventie , 't zy ten regarde van de quilificatie, in Uwer Ed. Groot Mog. Publicatie van 24 Maart 1786 vervat, om tegens de Overtreders van dien Qpofitis terminis habilibus) de plano en zonder figuur van pro cés te procederen. Het is namelyk, wat het eerfie betreft in confesfo , dat UEd. Groot Mog. by Hoogstderzelver Refolutie van den 18 Maart 1786 Ons, voor zoo veel des noods, gequalificeerd heb. ben, om de perfeon van Frangois Mourand, ■ door Uwer Ed. Groot Mag. Advocaat - Fiscaal voor ons te recht te doen ftellen , en denzelven wyders zoodanig te doen flraffen , als Wy in jüftitie bevinden zouden te behoren; mitsgaders 'dat U Ei Groot Mog. op den 34 daar aan volgende, Ons, (onverminderd Uwer Ed. Groot Mog. Publicatie van den 23 Febr. i785) voor zoo veel des noods , als nog hebben gequalificeerd , om de Contraventeurs van de Vaderlyke Vermaning en Waarfchouwing, by Hoogstderzelver Publicatie van dienzelfden datum gedaan, door Uwer Ed. Groot Mog. Advocaat ïtscaal voor Ons by preventie te regt te doen ftellen,  6b ZAAKEN VAN en wyders in conformité van dezelve Publicatie fe ftraffen. Dit poinrft, voor zoo verre den gemelden Mourand betreft , afgedaan zynde , beeft het Hof gemeend zich tegen de voorfz. Publicatie by eene Remonftrantie te moeten verzetten, op fundament dat de qualificatie, daar by ten Onzen opzigte vervat (zelfs in het afgetrokkens en buiten de vrylating , om tegen de Contra' venteurs de plano en buiten figuur van procés te procederen, befchouwi zynde) ftryd'g zoude wezen tegen der Ingezetenen Privilegiën de Non Evocando , en teffens van zeer pra/udiciable gevolgen voor dezelve zyn zoude. Wy-erkennen, Edele Groot Mogende Heeren! dat het Hof door fpecieufe allegatien , en raifonnementen, eene zaak, die op haar zelve van de alleruiterfte klaarheid is, enigermaren als problemaiicq aan Luiden van weinig doorzigt, en der waare Conftitutie van Ons Collegie onkundig , hebben doen voorkomen ; en wyders niet hebben nagelaten alles bytehaalen, dat enigermaten capab-1 zoude kunnen wezen , om deze en gene Leden van Uwer Ed. Groot Mog. Vergadering op haare zyde te krygen , zelfs door raifonnementen, die geheel buiten de quajstie zyn, en daar mede geene de minfte gemeenfchap hebben. Doch Wy vertrouwen, dat de volgende Remarqués genoegzaam zullen wezen tot een com. pleet betoog van 's Hofs noroir ongelyk, en tot uit den weg ruiming van alle de daar jegens door het Hof geopperde difficulfeiten. Wy noteren ten dien einde in de eerfie plaats, dat, gelyk het onbetwistbaar is, dat de volheid van Jurisdictie notoir berust in den boezem van den Souverain , het ook zoo buiten alle contéftatie behoorde te wezen , dat aan den Souverain toekomt het Regt, nier alleen tot het doen van delegatien van deeze of geene zaaken aan  STAAT EN OORLOG. 61 aan Regtbanken hier te Lande, die anders geconfidereerd zouden worden tot de Judicature over zoodanige zaken, of geheel niet, of mat ter eerfler Inftantie, competent ie wezen; maar ook tot het creëeren van geheel nieuwe Sedentaire Rechtbanken. Van het eerfte zoort zyn, by voorbeeld, alle delegatien , welke Uw Ed. Gr. Mog. van tyd tot tyd by fpeciale aanfchryvtngen, zoo aan het Hof als ook wel aan den Hogen Rade, by byzondere gelegenheden , gedaan hebben, en welke dus inderdaad niet anders zyn geweest dan Exceptien van den generale regul; terwyl anders zints de refpeftive Hoven van Juftitie befloten zyn binnen de bornes van de Inltruéhe, waarop dezelve refpectivelyk befoigneeren; eene Stelling, die door 't Hof zelve op pag. 9, van het bekende Ampel Bericht erkend word , met te advoueeren, dat het Hof geene andere Jurisdictie mag exerceer en, dan ^bewezen kan v/orden specialyk. aan den Hove te wezen aanbevolen. Terwyl, voor zoo veel de creatie van geheel nieuwe Rechtbanken betreft, niets anders bygebragt behoeft te worden, dan de exiflentie van zoo veele Rechtbanken , als men , buiten de Collegien , een Originair Recht van Judicatuur exereeerende , hier te Lande heeft; by voorbeeld het Hof zelve , den Hoogen Raad, de Collegien van Dykgraaf en Hoogheemraden, van Houtvester en Meestersknapen , van ons Collegie en dat van Schepenen Commisfarisfen in de Steden in materie van Gemeene Middelen, van Gecommitteerden tot de Groote Visfcherye in materie van Pilotage; en wat dergelyke meer zyn: alle welke Collegien geene wettige exiltentie zouden hebben , indien de Souverain geen volkomen macht hadde gehad, om dezelve te creëiren en de Regters, daartoe benoemd, te maken tot Judices Leoitimi of Ordinarii, welke beide woorden door de Groot in zy- ne  fi2 ZAAKEN VAN ne Apologet. Ordd. Hol/. Cap. 15 , gebruik! worden als Synonyma, 't geen hier, in 't voorbygaan , eens vooral genoteerd word , ora te doen zien, hoe weinig uit de vulgaire betekenis van het woord Ordinaris, immers voor zoo verre de aanhalingen uit de Groot betreft, door het Hof tegen Ons heeft konnen geraifonneerd worden, dewyl Judices Ordinarii, of Legitimi, naar de Groofs meening, zyn: alle nopens deze en geene zaken, of materiën wettiglyk hier te Lande Gecontinueerde Sedentaire Rechtban ken , in tegenoverftelling van die geenen, welke hy noemt Judices, extra ordinem lecti: zoo als geweest zyn de «4, Gedele. geerde Rechteren van wylen Johan van Oldenbarneveld, de Groot , Hogerbeets , &c. met welken het Hof Ons mogelyk wel gelyk zoude willen ftellen, of misfchien wel met die Extraordinaire Rechters over de zaken van Majefteit, welke voorheen gefield waren door den Hertog van Alba: • Want anders begrypen Wy niet, waarom het Hof op pag. J3 in fine van de Remonftrantie van 6 April aan UEd. Groot Mog. heeft doen opmerken, dat de Groot in het 15 Cap. van de voorfz. Apologet., na alvorens gezegd te heb» ben , ,, dat het in alle vrye Regering hatelyk ,, was over het bloed, eer en goed van de In„ gezetenen andere, als ordinaris Rechters (Le„ gitimos zegt de Groot) te ftellen, veel meer, ,, als die Perfbonen niet zyn in dienst van da „ Juftitie , non in ullo judiciali mumere) „ maar politieke Perfoonenvervolgens ook fpeciaal had afgekeurd het ftellen van Extraor. dinar is Rechters in cas van Majefteit' Immers op de zoo evengemelde periode volgt aanftonds: ,, Inter cetera qua; Dux Albanus a Legibus „ aliena fecit, etiam in causfts Majefiatis Ju» „ dices dedit extra ordinem lbctos, „ & metuens ne Quaïfitores Legitimi fupplicia „ exigere noüent, ufus ad ea est fpgculatori» ,i bus,  STAAT EN OORLOG. 63 bus, quod in wftro Negotio factum vidimus: !, Majores noftri conquesti olim funt, hac re violari Leges, nequis in re Criminum alios-» '! quam Ordinarios Judices experiretur; multi , etiam armorum noftrorum jus ex hac potis\, fimum Causfd defenderunt." Maar, om weder ter zake te komen, het zy men dan Ons Collegie confidereren wilde , als Nu voor de eerstemaal in materie van Muiterye, /editie en diergelyke gecreëerd , het zy als daar toe fpecialyk , even als het Hof in andere gevallen , by aanfchryving of Refolutie (het woord in eenen Juridicquen en ge/.onden zin opgevat zynde) gedelegeerd ; hit zal altoos blyven vastltaan, dat U Ed. Gtoot Mog. buiten alle twyffel zulk een fedentairen Rechtbank , al ware het nu voor de eerftemaal, in zaken van foortgelyken aart zouden hebben kunnen creëeren, en dat in cas men U Ed. Groot Mog. Befluiten van 18 en 24 Maart als Delegatien wilde aanmerken, het genoeg zoude wezen, dat Ons Collegie in zulk foort van zaken by pueventie zoo wel onder de Ciasfe van Judices Legitimi behoort, als het Hof; dewyl Wy daar toe ab ipfis Reïpublica Libera incunabulis door U Ed. Gr. Mog. zyn aangefteld , zoo als in het vervolg nader zal blyken; En deze reflexie verzoeken Wy ü Edele Groot Mogende ook daarom te willen opmerken , dat dezelve, naar ons begrip, eene compleete folutie inhoud van het geen het Hof zig (pp pag. 40 der nadere Misfive van 2 Juny,) heeft laten voorltaan met fundament tegen Ois te kunnen aanvoeren uit de nadere Jantekening van de Heeren Gedeputeerden der Stad amsterdaM tegen UEd. Gr. Mog. Refolutie van den 22 Decemb. 1784; als waarby niet anders beweerd is, dan dat de Souverain, in buitengewone gevallen , wel bevoegd zoude zyn, om eene buitengewone voorziening te doen, waar door een of ander Ingezeten zou moeten te recht ftaan voor een  tf4 ZAAK EN VAN cén ander Rechter, da'i die anders ten zyren opzichte was dagelyks en ordinaris , doch c'at de Souverain , behoudens de Privilegiën en ce gronden der Regering, de kennis van Crimineele zaken , in plaatfe van aan hit gewoone Ge» rechts-Hof dezer Provincie, niet by Delegatie zoude kunnen demanderen, aan dezen en genen, daar toe pro lubitu uitgekoren perfonen, geene rechters zynde (te vinden in de Ne* der landfche Jaarboeken van Febr. 1785. Pag. 2.13 et feqq.) < Ten anderen , dat, in welke van beide de voori>„ adfpecten men UEd. Gr. Mog. Souveraine Balduiten van 18 en 24 Maart dezes Jaars ten regarde van Ons Collegie, zoude willen befchouwen , daar jegens nimmer zoude kunnen worden tegengeworpen het Privilegium de non evocando, het geen, hoe men het ook mc« ge tourneren, notoirlyk ipreekt van Evocatien naar buiten 's lands. Het Privilegie van Plertog Philips van Bourgondien, van dato 11 Juny 1452, z-'gt met zco veele woorden , dat de Ridderfchap, Edelen, en goeden Lieden van Holland en Friesland aan hem Hertog hadden doen tonen , dat zyne Onderzaten der vootzeide Landen dikvyls en tct vele ftondm geëvoceert, getogen, en gedagvaait wierden voor hem, en voor zynen grooten Rade buiten dezelve landen, om zaken, die altyd ge/laan en behoord hadden voor zynen Paden of [Vetten, zyner gemelde Landen; maar dat van toen voortaan zyne voorzeide Onderfaten niet meer geëvoceert, getogen, noch gedaagt en zouden worden te Regte buiten den palen yan den voorzeiden Lande van Holland en Vriesland, voor Hem, nogte voor zynen voorfchreevcn Rade, om geenderhande zaken, dan alleen om de vier, by dat Privilegie opgenoemd, gelyk gezien kan worden in de Handv. van Amfl. 1 Deel, fol. 75. col. a. Het Privilegie van Maximiliaan en Maria de da*  STAAT EN OORLOG. 65 tlato c.6 May 1480 heeft mede voornamfrlyk ge* tendeerd , om de Ingezetenen verder tegen de voorfz. Evocatien naar buiten 's Lands gerustte ftellen; Kennelyk is het tog , dat de Graven uit den huize van Bourgondien, vcor al de zaken, die in Holland t'huis hoorden, naar bulten 'sLands evoceerden voor hunnen Geheimen Raad, en dat de Staten , als Repraïfenterende de Ingezetenen/ des-Lands, zuike geweldenaryen, door deze en diergelyke Privilegiën, trachteden te beletten; en zulks van Maximiliaan en Maria ia 't byzonder hebben geöbt.neerd nopens het ftuk van evocatien in de vier gevallen, die Hertog Philips gereferveert had voor zich en zynen groten Raad; ten dien effede , dat de Ingezetenen zo min in die gevallen meer genoodzaakt zouden worden elders , dan hier te Lande, te regt te ftaan, ais in alle de anderen, waar in Hertog Philips verldaard hadde, dat de evocatien naar buiten voortaan zouden afzyn en ophouden : want de argumentatie, door het Hof (op pag. 39 en 40 var. hunne Misfive van <. 26 November 154.8, io October 1554, 5 Febr, 155j , en 10 tot '15 April J557* ' , liehalven , dat ook in latere tyden menigvuK dig maaien gebleken is, dat UEd. Gr. Mog. het Privilegie van Maximiliaan en Maria nimmer in dien fmaak, als het Hof thans doet, hebben opgevat; u:twyzens onder arderen de bekende Jujlificatie van Uwer Ed. Groot Mog. Refolu. tie van den 4 Aug ustus 1617; als-waai by met zo veele woorden is gepoleera geworden: „ Dat „ het kennelyk was, dat by de Raden van den „ Hogen en Provintialen Rade verfcheidë zaken „ wierden gefustineerd, die men voor deezen een5, pariglyk zoude hebben wederfpmken, als na., deelig de Wettelyke Regeeringe van deeze LanE 3 » den.  70 ZAAKEN VAN ,, den, als was vooreerst cjrV. En tèn derden, ,, dat ieder Ingezeeten van deeze Landen Ge,, priviligeerd zoude zyn, om te regt te ft aan voor de voorfz. Raden, en dat zyluiden ge„ fteld zouden zyn om zodanig Privilegie voor„ teftaan , dat ook de Staten haar Committee- rende tot de adminiftratie , daar mede eenig Recht aan de Raden zouden hebben overge„ geven; alles contrarie aan 'c gunt tot nog toe ,, is verltaan en met confènt van alle de Leden, ,, zonder contradictie van iemand , verfcheide „ malen gepraftifeerd , by prasventien, evocatien „ en extraordinaire delegatien , zelfs in zaken niet van de meeste importantie , als zynde „ nieuwe Dykagien ; zynde voor dezen alle de Leden van de Vergadering daar in eens ge„ weest van Verftand, dat veele zaken, inzon„ derheid Lyf en Leven rakende , volgens de Rechten en Privilegiën van de Landen , aan „ de voorfz. Raden niet en mogen worden ge- bragt ; dat de Privilegiën de Non Evocando fpreken van buiten, en niet van binnen de Provincie.'' Op hoedanige eigentlyk gezegde Privilegiën de non evocando mede geoogd is door wylen *s Hofs Prefident de Mauregnault, wanneer hy in zyne Jurid. Obferv. pag. 305, hseft aange. tekend , „ dat by de Recbtpleging in de zake van Oldenbarnevelt, de Groot en Hogerbeets, „ op eene eclatante wyze gerenverfeerd is het „ Privilegiumtide Non Evocando, aan de Hol- landers en andere Onderdanen van de Geuni» • t „ eerde Provinciën van den Lande in der tyd, en van oudsher vergunt, en welk Privilegie „ de Non Evocando de Bondgenoten van de U„ nie zodanig ter harte hebben genomen, dat by „ het 9 Aft. van de Oude Inftruclie van den „ Rade van Stalen, en by het 17 Art. der Na* „ dere Inftructie van gem. Raad van Vi July ,, 1651 geordonneerd is, dat in het doen >n en „ van 'c geen in die Inftruétie vermeld is, zal „ wor-  STAAT EN OORLOG. 71 „ worden geprocedeerd, gelyk men Voor 's Prin3, een Bedin gewoon is te doen; behoudelyk, „ dat niemand zal worden geëvoceerd buiten „de Provintie, daar hy woont, zonder „ Confent van de Staten derzelver Provincie?" Waar m';de zich insgelyks conformeert Let gewichtig Advis van H. de Groot, (welks refutatie het Hof ten dezen heeft op zich genomen;) terwyl by het zelve Advis mede betoogt is, dar, al waren de voorfz. Privilegiën breder luidende, (te weten die van de Graven geohtineerde Privilegiën de Non Evocando naar buiten voor den Groten Raad, waar toe het Advis van de G~oot alleen betrekkelyk is) dezelve echter niet gebruikt kunnen worden tegen de Staten, als by dt Staten zelve verkregen zynde tegrns den Prince, dat is, tegen den Graaf en niet tegens de Staten; weshalven dezelve ook met geen fchyn van grond geëxpliceerd kunnen worden tegen het blykbaar but, en de intentie, waar mede dezelve door de S aten ten behoeve van hunne Onderzaten tegen denGrave zyn verzogt en verkregen geworden: namelyk om voortaan niet meer geê/oceerd te worden buiten,s Lands; en geenzints om hunne Onderzaten altoos en in alle gevallen, die tot ae Ciasfe van de Cas Royaux zouden kunnen gebragt worden, ter eerlter inftantie privativeiïk en alleen te doen te recht ftaan voor den Have van Holland, met seclusie niet alleen van zodanige Rechtbanken hier te Lande, als UEd. Gr. Mog. zouden mogen goedvinden in deze of geene fpeciale gevallen daar toe te committeren , maar ook van de ordinaris dagelykfche en competente Rechters derzelve Onderzaten ; 't geen nochtans , indien 's Hofs explicatie van het Privilegie van Maximiliaan en Maria fteek hield, notoirlyk uit het fystema van Hun Ed. Mog. zoude moeten voortvloeijen, en teffens ten gevolge zoude moeten hebben , dat zelfs de creatie van alle zulke fedentaire ColleE 4 gien,  79 ZAAKEN VAN giën , welke ter eerder inftantie over zomtnige zaken, die 's Graven Heerlykheid raken, de Judicauire exerceren, geheel nul zoude wezen, als , ftryrijg tegen de Privilegiën de Non Evocando , gelyk het Hof die expliceert , als by voorbeeld van de refpfclive Boog- Beemraads Collegien; en het Collegie van Houtvester en Meesterknapen; eene fustenue , die, C'nzes bedunkens, vooral ongepast zoude wezen in den mond van een Collegie, aan 't welk , zoo als van wegens de S'ad Amsterdam in den Jaare 1662 aan het Hof gefchreven is, vermits het op eene Inftructie befoigneert, geen Originair Recht mag worden toegefchreven , maar alleen een gelimiteerde macht, niet verder gaande, dan de woorden van de Infirutlie medebrengen ; terwyl het jn allen g;valle de Gerechten der Steden en Plaaizen in deze Provincie zonden moeten wezen , welke de voorfz. Privilegiën zouden moet ten inroepen, als hebbende de Originaire Jurisd'ctie in alle , zoo Civile als Criminele zaken, in haren boezem, en wel volgens het Declaratoir van UEd. Groot Mog. zelve , (voorkomende in het bekend Fertooch van dato 16 Oclober 1587.) van zulke oude tyden herwaards, dat van de beginzelen derzelve Collegien, welke ordinarie tot de Administratie van Justitie in alle de gem. zaken vaceren, geene Memorie is; dan, welke Collegien , wel verre van zich met'eene dergelyke fustenue, a's het Hof ten dezen voert, te conformeren , integendeel klaarlyk getoond hebben van begrip te zyn, dat de Privilegiën de Non Evocando, als tegen den Graaf zynde vei kregen, den Souverain nimmer de handen gebonden hebben, om in hare eige Provincie over het Stuk van de Judicature zodanige beftellingen te maken , als dezelve Staatsgewyze zouden oordeelen ten meesten dierste van den Lande te verfhekken ; en daar toe, indien het noodzakelyk wierd bevonden, wel een zeker gedeelte van haar Oud Recht, (door sc Hof  STAAT EN OORLOG. 73 Hof telkens een eigen Recht der Ingezetenen genoemd, als of het door "de Ingezerenen tegkn de Staten verkregen ware} hebben willen aftaan en abdiceren , gelyk varl tyd tot tyd san diverfe andera Collegien gedaan is , waaromtrent onder anderen notabel is zekere van wegens de Stad Amsterdam, in den Jare ï6~i r in 't geval van Dirk van Harencarspel, geformeerde Memorie (onder anderen te vinden in de Aantekening van Boel ad Doen, Cap, 67.) voor zoo verre daar by gededuceerd is geworden. ,, Dat Schepenen van Amfierdam,■ en an- . „ dere R---chtbar,ken van Schepmen der Steden „ en Plaatzen in Holland en West-Fries land, „ zyn het oudfle Collegie van Judicature in' den„ zeiven Lande, welk Collegie zekerlyk van dl' ,, le oude tyden is geweest in train cn originelyk „ en uit haar eigen zelfs heeft gehad èt judica5, ture van allerlei zaken, en exerceert volkome„ ne Jurisdictie, hebbende mede dezelve Colle- gieri allen 't zelve zor^vuldiglyk geconfer- veerr, en bewaard tot op dezen huidigen dag ,, toe, voor zoo verre dezelve van haar voorfz. Oud Recht niet en hebben afgeftaan, ofgeab'„ diceert gehad, V zy aan de Collegien van de „ Hoven van Justitie, van Dyk-Graaf en Heern-^ Raden, van Houtvesters en Meesterknafen, of van meer andere Jus ticiers, zoo 't zelve „ wel pertinentelyk werd gededuccert j, by den Heere H. de Groot in zekere Memorie, „ of Schrifture, ftaande in de gedrukte Conful- tatien van de Holland'fche Rechtsgeleerdheid, 1 „ 3 Deel, Vol. 2, Conf. 22Ó , N. 18 & feqq." Trouwens, hoe byzonder ook in Cafibus Regiis van ouds deleg atien van Rechters gedaan zyn geworden, kan onder anderen blyken uit het geen in den Jaare 1584 plaats heeft gehad in 'c geval van Êalthafar Geragde , den Godlozen Moordenaar van Prins Willem I., 'va welk geval (om Ons te bedienen van het geen op den 11 Maart 1729 door Heeren Gedcput. E 5 der  7* ZAAKEN VAN der Stad Leyden ter Staats Vergadering is voorgedragen) „ Men niet en vind, dat het Hof „ zoude hebben gefustineert de Judicature over „ dat abominabel faict aan hen privativelyk te „ competeren ; maar de enormiteit van het de„ liet, en de ontdekking, welke men heeft ge. „ tracht uit den Moorder te trekken, de Staa „ ten bewogen fchynt te hebben , om tot die ,, Judicature eene Delegatie van „ REGTEREN te doen, namelyk van den Hogen Raad , het Hof, en Schepenen van ,, Delft, die ook te zamen de Sententie heb,, ben geweezen." En wil men voorbeelden, hoe de Staaten reeds by den aanvang van de Republicq deze en geene zaken formcelyk geëvoceerd hebben , ja tot zich zelve hebben getrokken, zonder dat iemand in zyne gedachten heeft gekregen, om daar toe aan den Souverain zeiven het vermogen te betwisten, fchoon die gebeurtenisfen voorvielen in eene epocque van tyd, waarin althans geene atteinte aan 's Lands Privilegiën doof iemand zou hebben durven worden ondernomen, na dat even te voor en zoo veele firoomen bloeds voor het behoud der Privilegiën ge/lort waren; Dan refereeren Wy Ons, i. Tot Uwer Ed. Groot Mog. Refol. van 3 Maart jj88 , fprekende van een geval waarin bet Hof, tot voor/land, (zo als by die Refol. gezegd word") van de auElotiteit van denzelven Hove, niettegenftaande verfcheide prtefentatien, vermaningen, en verzoeken, in prejudicie van de Privilegiën en Statuten van de Univerfiteit te Leyden, voort -procedeerde ; zo dat verklaard en gerefoiveerd wierd dat de voorfz. zaak by Zyne Excellentie van Nasfau afgedaan zoude worden ; verzoekende daarom Zyne Excellentie, dezelve zake voor hem te willen evoceer en, om voorts by Zyne Excellentie ge-  STAAT EN OORLOG. 75 geabfolveerd te mogen worden, ah naar behooren. Tot het gerefolveerde op den 2 Omber Ij88, waar by de Gecommitteerde .Raden van wegen de Staaten gecommitteerd en geordonneerd hebben den Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Holland te faifeeren de Perfoon van zekeren Joost van Geef, en denzelven Joost 'van Geef, te logeeren op de Voorpoorte, mitsgaders deszelfs papieren te leveren in de Kamer van de Staaten , 't geen ten gevolge gehad heeft, dat de Ridderfchap , Edelen en Gedeputeerden van de Steden van Holland en WestVriesland, reprjefenteerende de Staaten van denzelven Lande , den gem. Joost van Geef, by Sententie , te vinden onder den datum van 22 Novemb. 1588, ter zake, dat hy tegens den welftand, rust, en cenigheid der Vereenigde Nederlanden veele en verïcheide zaken had voorgefield , gecondemneerd hebben binnen ' veertien toen eerstkomende dagen te trekken uit den Lande van Holland en WestVriesland , en daar uit te blyven zyn leven lang, op pcene van Exemplaarlyk aan den lyve geftraft te worden. » Tot de by UEd. Gr. Mog. zelve op den 15 Febr. 1589 uitgebragte Dispofitie tegens zekeren Vrybuiter, genaamd Hendrik Cornelisz. Verrejager, gevangen op de Voorpoorte alhier , welke toen onder Cautie Jutatoir, en handtasting, uit de hegtenis ontflagen is, mits blyvende uit den Quartiere van Haarlem, Amfierdam en de Steden en Flaatfen van NoordHolland , tot dat anders by de Staaten daar in zoude wezen voorzien en j-eordonneeid , op poene van de Galge &c. En 4«  76 ZAAKEN VAN 4. Tot Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van 15 January 1590, waar uit blykt dat zekere Erasmus. ter zake van Verraderye, tot Wourkom geatter.teert, ten eeuwigen dagen door de Staaten is gebannen ; na dat alvorens in Qclober 1589 verftaan en gerefolveerd was-, dat, mits de groote opfpraak en confequentie, die gecaufeerd wierd door het lang ophouden van den Gevangen, tegens denzelven by den Gecommitteerde Raden en de Gedeputeerden van de Steden, alhier blyvende, zoude worden geprocedeerd, als naar behooren: Alle weike voorbeelden, teffens kunnen dienen ter beoordeling aan 'sHofs 13 Remarque op 't voorfz. Advis van de Groot, als of namelyk het daar vooronderftelde Recht van U Ed. Groot Mog., om zaken tot haare Vergadering te evoceeren , of ook andere Regters daar over te committeeren, meer een gevolg zou wezen van het piaevalerf-nd begrip van dien tyd, dan overeenkomftig met den 3art der z^ke, byzonder in qu&uien over gekwetfte Majeft,it, waar in de Souverain belang had , of, gelyk he' Hof'er (Zie p»g. 46.) byvoegt, Party was; efne uirdrukking, waar van Wy de beoordeling al meede gaarne aan UEd. Goot Mof. ze've overlaten, wanneer met dat zogenaamde Party wezen iets anders bedoeld mogte zyn, daej het belang van de Hoge Overheid, by d. punitie van alle Crimina hoe o^k genaamd; behalyen dat de applicatie van zulk eene onaangename R°maiq ie in allen gevalle zeer fautief ze u le wezen in 't geval in qnasstie, waar in UEd. Groot Mog. tig in 't geheel niet met de Judicature gemoeit hebben , nog by Onze del'f beratien , zo als de Graven (gelyk de Raadsheer van Spaan in zyne Verhandel, over het Burg. Regtsgeb. p. 25 en 26 getoond heeftJl aaar, het voorbeeld der Koningen en Keizers > van  STAAT EN OORLOG. 17 van het Frankifche en Duytfche Ryk , wel eer cevvoon waren, tegenweoraig zyn geweest; zynde het ook 'een linguliere uitvinding Ons ïndireet te willen doen voorkomen, als met betrekhing tot U Edele Groot Mogende in dezelfde relatie (taande, als voorheen des Graven gezin ftond met relatie tot den Grave ; ten einde alzoo van applicatie te kunnen maken de gealtereerde Pasfage uit de Verhandeling van den Raad-Per.fonaris van den Spiegel §. 21.: want, op die wyze raifonnerende , kunnen Wy de Leden van het Hof eodtm Jure befchouwen, als behorende tot des Graven gezin, dewyl Huil Ed. Mog. als noch fuftinererr Raadsluiden van Holland te zyn, en zich in dier.voege tituleren: Behalven dat het gevolg, uit Onze relatie tot UEd. Groot Mog. in zaken, die ge', heel Politiek zyn , getrokken , te weten , dat Wy even daarom in Onze Rechterlyke qualiteit niet zoo neutraal zouden wezen in zaken van Majelteit, als andere Rechters , en byzonder als tegenwoordig het Hof van Holland, even verre jrezocht en fletrisfant aan denzelven Hove zoude wezen voorgekomen, indien iets dergelyks aan het Hüf te gemoêr. ware gevoerd in de bekende gevallen van Mr. Jacob Pesters, en den Pisefident van der Mieden : Maar Wy merken, Edele Groot Mog. Heeren , eene merkelyke digresüe te hebben gemaakt van het geen Ons but was by Onze.twede remarque te betogen, natnelyk, dat, het zy men Uwer El. Groot Mog. Befluiten van den 18 en 24 Maart jongstleden ten Onzen opzigte confidereren mochte als eene Creatie vin een Nieuwen Rechtbank, het zy als fpeciale delegatien, UEd. Groot Mog, nochthans.in geene van die beide adfpecten iets het allerminlte zouden gerefolveferd hebben , dat geconfidereerd zou. de kunnen worden , ftrydig te wezen tegen 's Lands Privilegiën , en fpecialyk tegen het zo* dierbare Piiyilegium de Non Evocando. Wy  ?S ZAAKEN VAN Wy voegen 'er , om weder ter zake te komen, nu wyders nog by eene darde, en, gelyk Wy eerbiedig vertrouwen, zeer peremptoire re* marqué , namelyk, dat het zoo verre van daar is, dat UEd. Groot Mog. ,by Hoogstderzelver voorn. Souveraine Befluiten nopens het Snik der Judicature in materie van muiterye, feditie, oproer, of wat dies meer is, iets nieuws ten Onzen regarde zouden geflatueerd bobben, dat integendeel, van de geboorte der Republiek af, Ons Collegie geconflitueerd is tot een Legitiem Rechter in alle de zaken, welke by de Inftruótie, waar op Wy befoigneeren, zyn opgenoemd. Reeds in dm Jaare 1589, en dus mede zeer kort, na dat 's Lands Ingezetenen van het Spaanfche juk bevryd waren, was 'er ter Vergadering qusestie gevallen of tegen de gevangenen, ter zake dat zy den dienst van den Lande verlaten, en zich by de Vyanden begeven hadden, Judicature ly de Staaten zoude worden gebruikt, dan of de zaake de Ordinaris jFufiitie zoude bevolen worden ; en men had wyders opgemerkt, dat in gelyke zaken van exorbitante deliéten , als Verradery en Muiteryen , Seditien, Mishandelingen van 's Lands Munitiën, Pi* vres en anoere goederen, valfche Munten en dergelyke occurrentien, geene zulke Exemplaire en korte Expeditie gedchiedde, als de gelegenheid der zake en de IVelftand der Landen was vereisfchende. En vervolgens hebben de Staaten, na dat daar van een poinct. van befchryving was gemaakt, op den 11 Maart I589, verklaard en gere foly eer d, dat de Judicature van al zulke en diergelyke zaken , als voor en, aar genomen en gebruikt zoude worden van wegens het Gemeene-Land hy de Gecommitteerde Raden van de Staten, als daar toe gedelegeerd van de Staten voorn., mits, dat dezelve ten tyde van de Vergadering van de Staten daar op voor het Sen-  STAAT EN OORLOG. 79 Sententiëeren zouden mogen nemen het Advis van de voorfz. Staten. Daar op is, na veele en langdurige dehberatien daar over gehouden , eindelyk gearresteerd de Inftructie voor Ons Collegie de dato aa January 1590} die men niet moet doen voorkomen (gelyk het Hof doet op pag. 19 van hunne nadere Misfive) als ingefteld in een tyd van Oerlog en verwarring, toen de Republiek , pas geboren zynde, haare behoorlyke form en confiftentie nog niet gekregen had, om daar meede, zo als 's Hofs oogmerk fchynt te wezen , de dispofitie van het 5 en 6 Art. van dezelve Inftru&ie te doen voorkomen , als tempor air , en , zedert dat de Refublicq eene behoorlyke form en confiitutie had gekreegen, vervallen : want het is kermelyk , dat niet alleen, gelyk Wy zo aanftonds zeiden, veele en langduurige deliberatkn , op expresfelyk daar toe gemaakte poinSlen van befchryving, over het maken en arres eren van de voorfz. InftrucTde , die derhalven geenzints op eene prsecipitante wyze in de Waereld is gekomen , gehouden zyn ; zo als des roods, zoude kunnen blyken uit de Notulen fub datis 9 tot 19 April 15 tot 24 Maart, 24 Juny tot 1 July, aö Aug. tot 12 Oclob. alle van den Jaare 1586. En voorts fub datis 10 Maart 1588, 7 tot 22 July , 7 tot 14 Aug. mitsgaders 4 Nov. 1589» tot dat eindelyk op den 22 Jan. 1390 de voorfz, Inftructie gearrefteeid is, benevens nog een dito Inftructie voor de Gecommitteerde Raden nevens Zyne Excellentie. Maar ook, dat de voorfz. oude Infiruclie van Ons Collegie zedert rien tyd geene verandering ondergaan heeft nopens het ftuk van de Judicature , fchoon ze in den Jaare 1623 (wanneer de Republicq zich althans in geene verwarde omfiandigheden bevond) nader gerefumeerd, en op den 28 Sept. van het zelve Jaar gearrefteerd is geworden , gelyk daarna in diezelfde Eeuw nog  8o ZAAKEN VA N tiog eens gedaan is, wanneer de Articulen, Onze Judieamre concerneerende, uitwyzens de IrifrrnéHe welke onder den datum van 4 OStob. 1670 bekend is, over het generaal al wederom dezelfde zyn gebleven; zonder dat daarin ook by de tegenwoordige luftructie van 1751 verandering is gemaakt,, zo als hierna zal worden getoond. Trouwens , Ed. Gr. Mog. Heeren 1 om U Ed. Gr. Mog. , en ieder onbevooroordeeld Mersch, completejyk te overtuigen, dat de aan • Ons in de voorfz. gevallen by preventie gedefereerde Judicatuie geen weik van overhaasting is geweest, maar na rype deliberatie, van Oudsh'r ten diende dezer Landen nodig is bevonden , byzonder daar Onze Inftruclrie alleen by preventie konde wei ken; en derhaiven niemand daar meede in zyne Jurisdictie verkort was, vertrouwen Wy niets anders nodig te hebben ,/ dan U Ed. Gr. Mog. te herinneren het geen 'er ra het arrelleeren van de L.ftructde, de dato aa Jan. ijgo., in de volgende maand February van dat zelve Jaar ter Staats-Vergadering is gt« pssfeerd. Onze Pfffidecesfcuren namelyk , leverden ep den 16 Febr. 1590. een Vertoog in, waarby dezelve nopens Art. 5 en 6. der meergem. Inftructie aan UEd. Gr. Mog. te kennen gaven. „ Dat aangaande alle exaclien en concusiien ,, v;;n de Officieren van den Oorlog enz. aan ,, de Gecommitt. Raden niet verder behoorde „ te lastè geleid te worden, dan de opzicht van ,, dien; maar dat het decreteeren, en doen Exe~ ., c ut eer en, de Heeren Raden van Staten com,, peteerde : gelyk meede de zaake ,, van Valsche Munt en diergely- k e , tot KEKNlbSE van den P r o- ., viNCiALEN Rade van oüds altyd „ gestaan hebbende:" Maar , ten blyke , hoe daar over by de Staaten gedacht wisrd, en particitiierlyk, welke gra-  STAAT EN OORLOG. Ei gratie het hebbe, dat nu, na verloop van circa twee Eeuwen, de werking Onzer Inftructie voor het eerst met relaae tot 's Lands Ingezetenen door 't Hof getraduceerd word als ftrydig legende Vryheid, en tegen 's Lands Privilegiën, tot welker behoud zoo veele ftroomen bloeds waren gejlort; heeft men flechts te letten op Uwer Edele Groot Mog, by die gelegenheid gedane Verklaring. „ Dat UEd. Gr. Mog. den inhoude van den ,, 5 en 6 Art. nodig hadden gevonden om vee„ le goede reedenen tot der Landen ,, dienst. —» En dat de aan Ons alzoo by „ preventie gedemandeerde kennisfe en „ Judicature nopende de vet yalfchinge van de „ Munt, Seditiè, en andere zaken, by expe- rientie nodig was bevonden tot der Lan* „ den wel/land; zulks dat het inhou- „ d fc. n van deeze articulen, voldoende den text van dien, met „discretie gebruist zynde, de „ Landen zouden wezen gediend, " EN NIEMAND IN ZYNE JURISDICTIE „ VERKORT." Eene Verklaring, waar uit Wy vermenen, dat dan ook op het allerëvidentfte blyken zal , dat zeer veele van 's Hofs argumentatien waarlyk van dien aart zyn, dat het te verwonderen is, hoe daar van zoo veel ophef hebbe kunnen worden gemaakt; als by voorbeeld: ,, Het geheele poinct der Privilegiën, en par„ ticuiierlyk dat • van Maximiliaan en Maria ,, ten regarde van het Hof: „ Dat Wy volgens Onze Inftructie alleen ,, zouden uitmaken een Collegie van Poli„ tie, en geenzints een Collegie van Justi- „ tie. „ Dateer geen Rechtbank, als de Onze, tot ,, confervatie van de veiligheid van den Souve,, rain in deszelfs Refidentie-plaats , en van de „ rüst in den Burgerftaat nodig zoude wezen, XXXIII. DffltL. F „ in-  82 ZAAKEN VAN ,y indien Wy ten aanzien van 't Hof Hechts ,, eene handelwyze hielden, die conform was ,, aan Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van 26 ,5 Sept. 166%. „ Dat Wy in allen gevalle door prseventie „ wel de accidentcele qualiteit van Rechters zou- den verkrvgen ; maar nooit die van Ordt„ naris Rechters, (door de Groot in zyne „ Apologie telkens genoemt Juduces Legi- „ timi.) «, En dat zoo al eenig Recht van Judicatur; „ door Ons kon worden uitgeofffend, Wy dan „ echter zulks alleen zouden behoren te reftrin,, geren tot Vreemdelingen en Militairen , al,, hier geen vast domicilium hebbende . maar 5, geenzints tot anderen* Want alle fbortgelyke argumenfatien, even gelyk de Qep pag. 24.) voorgewende incompatibiliteit van in een Politiek Collegie teffens eene Rechterlyke qualiteit te hebben , en wat men nl verder uit Franfche Schryvers over het .Publieke Recht (waar door men in allen gevalie het Jus Publicum Hollahdis niet verdaan kaï ) aan de zyde van het Hof heeft bygebracht, zullen nacflonds haare kracht verliezen, als men lichts in het oog gelieve te houden: Dat reeds in denjare 1590 by Experientie aan UEd. Groot Mog. gebleken was de nuttigheid, dat Ons Collegie, behalven de waarneming der Politieke Zaken, mede wierd gecommitteert, om by Praeventie in de zaken, by Onze Inlf.ruct.ie gemeld, Recht en Juftitie te kunnen adminiftreren. Dat Onze Prasdecesfeurpn kort na het arrefieren der voorfz. oude Inftructie wel hebben getracht eene Excufatie te obtineren van het daar by aan hun teffens opgedragen Rechter - Ampt; maar dat UEd. Groot Mog. verklaard hebben, zulks om veele goede redenen tot der Landen welstand nodig te hebben gevonden, Dat  STAAT EN OORLOG. S3 Dat UE?. Groot Mog. by die gelegenheid al verder hebben verklaard, dat, vermits Ons Rechter-Ampt alleen zou kunnen werken by Preventie, daar DOOR mitsdien JNlEMAND in ZYNE jurisjdictie VERKORT WIERD, en dus ook byfönderlyk niet het Hof van Holland , aan wien Onze Prasdecesfeuren de privative Judicature over de delicten , by Onze Inftructie vermeld, zoo het fchynt, hadden willen toekennen , blyvende asn Ons Collegie alleen het toezicht, I Dat de voorfz. InftrticVie wyders generaal legt , zonder distinctie te maken tusfchen de perfonen van de Delinquanten, terwyl daar by alleenlyk geregardeert is op' den aart en natuur van de daar by gementio* neerde Delicten, even gelyk gedaan was by Uwer Edele Groot Mogende voorgemelde Anferieure Refolutie van den 11 Maart i<8q. En dac Ons Collegie derbalven reeds voor circa twee Eeuwen van den Souverain zeiyen bekomen heeft de radicale qualiteit, om by praventie niet alleen kennisfe van zulke delicten te nemen , maar ook om daar over firajfen te decreteren, mitsgaders te doen executeren: waar omtrent, gelyk Wy reeds hebben g<*remarqueerd, de zaaken ook by de nadere Infiruclie van 1623 gebleven zyn op den ouden voet, even gelyk by de nog nadere Inftructie, gedateert 4 Ocl, 1670, welke posterieur is aan de geobjicieerde Refolutie van 1603, waar van de notoire irrelevance eo ipfo ten duidelykften zal moeten in her. oog loopen; terwyl het Hof (Zie pag. j 1 in fine en 52.) zich ook buiten (taat heeft gevonden, om te toor.en , dat die Refolutie relatief zoude wezen tot een geval, waar in Wy, uit kragte Onzer Infiruclie , by praiventie competent waren; en zich daarom fchynt te hebben willen debarasferen van het bewys, dat uie Refolutie op pag. 48 van de Remonftrantie van 6 April te regt was ingeroepen , tot confirmatie van de F 2 al-  «4 ZAAKEN VAN algemeenheid der Peiling, dat indien Wy eenig Ingezeten van 's Hage , of van eenige andere Stad of Plaats, in flagranti deden apprehenderen, of anders door middel van informatien iefs tot laste der Ingezetenen mogten hebben , Wy dezelven, of aan het Hof, of wel aan den da. gelykfchen Rechter zouden behoren ter hand te ftellen, en dat wanneer Wy tot bevordering van de rust of voorkoming van onrust, perfonen, tot 's Hofs Jurisdictie behoorende, in verzekering hadden doen nemen , de Judicature daar over door Ons zoude moeten gelaten worden aan het Hof. 't Is waar Edele Groot Mog. Heeren l dat evenwel in 't geval van Simon van Halewyn de informatien door Onze Prasdecesfeuren aan het Hof gecommuniceerd zyn; Maar het Hof eikend op pag. 50 van hunne nadere Misfive, dat het zelve geval, even gelyk dat van den Provoost Generaal van Dalen, (welk Jaatfte echter van een gantsch anderen aart en natuur was) niet door Hun Ed. Mog. geallegeert is geworden, als een bewys, van gehoudenheid, maar dat Wy de informatien [gelyk 'er had kunnen worden bygevoegt, in dat geval op voordragt van zyne Koninglyke Maj'efteit van Groot-Brittanien] in den Jaare 1693 de facto aan Hun Ed.Mog. gefuppediteerd hadden; invoege dat het niet nodig is geweest daar van by Ons Advis van den 27 April te gewagen , en het Hof zig derhalven ook merkelyk bedriegt met op pag. 50 de reden van Ons ftilzwygen nopens. dat geval daar in te zoeken , „ dat het zelve betroffen had een Burgemeester van een Stad, ftem in Staat hebbende, de„ wyl Wy (quafi) foigneufelyk hadden geëw„ teerd alles wat aan de Leden van UEd. Gr. Mog. Vergadering aanleiding zou konnen ge,, ven, om te befluiten, dat Wy in zulke ge„ vallen als ordinaire Rechters, in hac mate„ ria, gelyk Recht zouden hebben met Sche- 5» Pe"  STAAT EN OORLOG. 8j ,, panen van die Steden tot het berechten van „ derzelver Regenten en Burgers:" En wat daar verder op volgt. Behalven dat het Hof zelve in 't geval van George Carew en Jan Cherland erkend heeft , zeer wel te konnen begrypen : • Dat tusfchen de Jurisdictie, aan het Colle-. „ gie van de Gecomm. Raden by preventie ge„ defereert, en tusfchen die geene welke ge* ,, ëxerceerd word by de ordinaris Juflitie, dat „ onderfcheid is, dat de Gecomm. Raden niet' pracife gehouden zyn ter handen te nemen de ,', Criminele zaken , die t'haarder kennisfe zou* „ den mosren komen, gelyk de ordinaris Jufti„ tie geobligeert was te doen." En dat mitsdien, al waren 'er noch veel meer dito Exempelen bytebrengen, dezelve ten dezen niets zouden kunnen opereren, nog eene fpeciale folutie zouden behoeven. Maar het komt Ons voor, Ed. Gr. Mog. Heeren! dat het Hof zich van dit anificium heeft willen bedienen, om de Leden van UEd. Gr. Mog. Vergadering tegen Ons voorintenemen, en UEd. Gr. Mog., als 't doenlyk ware, te doen geloven , dat Wy wellicht eens tegen Regenten of Burgers van de Steden , Item in Staat hebbende, zouden ondernemen, 't geen het Hof zich in den Jaare 1672 heeft veroorlooft gehad nopens Mr. Cornelis de Wit, Burgemeester van Dordrecht, en Ruward van Putten , die , volgens de aantekening van Wagenaar, in het 14 Deel der Vaderl. Historie, pag. 141 , door den Fiscaal Mr. Johan Ruysch, welke met een Jacht naar Dordrecht was gezonden , om den Ruward te lichten , op Zondag den 24 July 1672 uit zyn huis is gehaald, zonder Burgemeesters of iemand der Wethouders te kennen, en vervolgens eer de Wethouderfchap by een konde zyn, of iets befluiten, "terftond is overgebragt naar ,s Gravenhage. Dan Wy vertrouwen, Ed. Gr. Mog. Heeren! dat, dewyl Wy van Onze Inftructie nimmer als F 3 met  86 ZAAKEN VAN met discretie (gelyk in UEd. Gr. Mog. Refolutie van i(5 Febr. 1500 vooronderfteid is) gebruik hebben gemaakt, Hoogstdezelven zich derhalven door middel van foorfgelyke reli xien, die enkel door het hatelyke gecharafterifeert worden , nu o«_k niet zullen laten afleiden ,. noch het minde denkbeeld in zich laten opkomen tot vermindering van het vertrouwen , waar mede On Col egie reeds gedurende circa a> Eeuwen nopecs de uitoeffening Onzer Judicature door Hoogstciezelve vereerd is geworden , en waarvan zelfs de minde verkleining Ons ten hoogden imertelyk zoude vallen, daar Wy niet, dan volflrekt ongaarne, de waarneming Onzer plichten op het ftuk van de Judicature betrachten, en niets liever zouden wenfchen , dan dat Wy eens vooral geëxcufeert zouden kunnen blyven van de verplichting , waar aan UEd. Groot Mog. Ons ten dien opzichte gefubjecleert hebben; En, daar mede, Éd. Groot Mog. Heeren! zullen Wy alle verdere reflxien op Onze gehoudeue conduites , mitsgaders zogenaamde fustenuen en bedoelingen, voor beantwoord houden; terwyl Wy ten befluite Onzer voorfz. dei de reflexie nog maar alleen opmerken, dar Oize voorfz. Inftruclden nopens het poinct der Judicature in materie van Muiterye &c., zoo als Cezelve Jüdicature aan Ons ah ipfis Reipublicce Liberee incunahulis, in voegen voorfz. door U Ed. Groot Mog. is aanbevolen, al mede geene verandering by ds Inftructie van 1751, waar op Wy thans befoigneren, ondergaan hebben, maar dat de zaken integendeel op dat refpecl ook daar by wederom gelaten zyn op den ouden voet: Dit echter hebben Hun Ed. Mog. by de Re. monjirantte van 6 April gelieven tesrentefpreken, a'thans in twyffel te trekken ten regarde van de Ingezetenen die binnen deze Provincie gedomh ciiieert zyn; Dan Wy vertrouwen Ons hieromtrent gerustelyk te konnen refereren tot Ons geadvifeerde op  STAAT EN OORLOG; 87 op den 27 April p, 35—38 ; terwyl Wy nopens de daar opgegevene Solutien , voorkomende op pap: ja, 53 en 54 der nadere Misfive van i Juny nauwlyks bef rypen kunnen, hoe 't moeelyk zy feweest, de-zelve in goeden ernst als fatisfaftoir aan UEd. Groot Mog. optedidchen. Want men ndfuraeert in bet generaal by aan. houdenheid, dat de periode zonder dat Wy noch' thans diesaangaANDe of in eenigerhandk wyze écz, voorkomende in het 14 Art. van Onze tegenwoordige Inftructie , als immediast volgende 00 hy preventie moeten decreteren en doen executeren, daar o p of direct flaan zouden , of : nders niets zouden betekenen, en dat derhal ven ^ daar mede niets anders bedoeld zoude konnen zyn, dan het Privilegie de non Evocando? Daar Hun Ed. Mog. echter niet kunnen ignoreren , dat in den Jaare 1751 , toen Onze regenwoordive Inftructie gearresteert is , over de Privilegiën de non Evocando in 't geheel geene deliberatien gehouden of gevallen zyn ; geiyk mede, dat de verschikking van zommige Articulen de enkel -toevallige oorzaak is, waarom iemand, di» niet weet, met welk oogmerk Onze Inftructie van 1751 in de waereld is gekomen, en welke de Hoofdpointen zyn geweest, waar in ter dier tyd deze en geene veranderingen nodig zyn geoordeeld, in den eerden opSlag in een denkbeeld zoude kunnen vallen, als of Onze Judicature by praevenrie by die gelegenheid eene limitatie zoude hebben "gekregen, die dezelve te voren nooit gehad hadde , ja waar aan de Inltellers van het Concept der voorfz. Inftructie in 't geheel niet hebben gedacht; zo dat de periode zonder dat diesadngaande enz. met geene mogelykheid zulk eene applicatie , of explicatie kan dulden , als *t Hof daar aan volftrekt gratis heeft geleend; maar notoirlyk, (even gelyk volgens Art. 4 van de drie vorige Inftruüien) moet geconfidereerd F 4 wor-  ZAAKEN VAN worden van applicatie te wezen op de Ordre, om daar op- te letten, dat des Gcmeene-Lands Gerechtigheden cjr1 & wierden geconferveerd en onderhouden; zo nochtans dat Wy dienaangaande of in eenigerhande wyze (Politiquement namelyk, niets zouden mogen doen tot pratjuditie van de Gerechtigheden) Leden of Steden van dezen Lande: eere explicatie, welke indien men de periode gelyk mede, tot zoude mogen ftrekken, tusfchen twee haakjens zet , zich , Onzes bedunkens, met nog meerdere klaarheid zal voordoen; komende het Ons wyders voor, dat de combinatie van de 4 en 6 Articu'en Onzer drie vorige ïnftruéiien alleen daar aan haare fource is verfchuidigt, dat nu in Art. 14 alles gebracht is , waar in'Wy ftraffen zouden konnen decreteren, en doen executeren hy preventie; waar na in Art. 15 gefproken word van Onze Judicature ten aanzien van de ColieBive Middelen, en in Art. 16 van Onze Judicature over de gefchillcn, tusfchen partyen vallende t„r oorzake van alle inkomften , omftagen, en Contrihutien , die hy UEd. Gr. Mog. waren of namaals zouden worden gecon ■ fenteert , op welk alles dan eindelyk volgt: zonder zich anders (dat is, huiten de gevallen, die in Art. 14, 15 en 16 geëxcipieerd waren) het fait van de Ordinaris Juftitie aan aar Hogen of Provincialen Rade, de Collegien ter Ad. miraliteit, of andere Rechter en Competeerende, te onderwinden. Weshalven Wy dan ook vermeenen , dat wel verre dat Onze Judicature in eene van de voorfz. gevallen by die gelegenheid eene meerdere reftridie zoude hebben bekomen, dan toen dezelve by de grondlegging dezer Republicq aati Ons gedemandeert wierd, en zedert gedemandeert is gebleven, integendeel de zamenbang van ïdles ten duidelykften aanwyst, dat dé Sanctie, welke U Ed. Groot Mog. by Onze vorige Infiructien nopens zuike zaken om veele goede re.  STAAT EN OORLOG. f9 denen, tot der Lande Welftand, nodig hadden geoordeeld, en waar van de nuttigheid nopens de Materie van Muiterye, Seditie enz, reeds in den Jaare 1590 by experientie aan UEo. Groot Mog. was gebleek en, by Onze tegenwoordige InftrucYie ten fterkfte geinhsereerd en bevestigd is geworden. En welke zou tog anders de reden kunnen geweest zyn van de verfchikking of Combina~ tie der gemelde Articulen? Het Hof, fchoon het 'er juist niet ftellmg voor uitkomt, (waar van de reden niet moeilyk valt te gisfen) fchynt te willen conjeftureeren, als of dat een gevolg zou kunnen zyn geweest van het Placaat van 15 September 1677, contineerende het zoo dikwyls ingeroepene Declaratoir van der Ingezetenen in disput abel regt; welk Declaratoir Hun Ed. Mog. almede onder de Ciasfe van de Privilegiën de Non Evocando geran geert hebben; maar quo jure, of quo colore zulk eene gisfing door of van wegens het Hof van Holland kan geopperd worden, dat zedert het emaneeren van 't voorfz. Placaat zo dikwyl tegens de Steden gefustineerd heeft, dat by het zelve Placaat niets nieuws was geftatueerd , min nog eenige derogatie gedaan was aan hunne gefustineerde privarive Judicature met betrekking tot de cas Royaux, ja op den 7 Febr. 1729 met zo veele woorden aan UEd. Groot Mog. gefchreeven heeft: „ Regtens „ te zyn, dat in de concesfie van alle de Pri„ vilegien,hoe Algemeen die ook zyn, ,, altoos worden geöor deelt tacite uitgeflooten zyn „ die zaken, welke immediatelyk de „ Hoogheid van den Pkibce of Ge,, ver van zodanige privilegiën ,, raken; waar onder de zaken van Majes* ,, teit, althans geene van de minst voornaame uitmaken," zullen Wy lievsr aan UEd. Gr. Mog. btöordeeling overlaten, dan Ons daar F 5 over  90 ZAAKEN VAN over breedvoeriger elargeeren; fchoon Wy niet kunnen afzyn UEd. Gr. Mog. te doen opmerken , dat diezelfde fustenue Hun Ed. Mog, insgelyks gemoveerd fchynt te hebben, om Ons te betwisten en aan zig zeiven privativelyk toe te • eigenen de Judicature in het geval van Mourand , alhoewel dezelve was Burger en Schutter van 's Gravenhage, en om die re "en, velgens het 5 Art. van de poin&en, welke op den 14 Maart ï765 tusfchen het Hof en den Haag door U Ed. Gr. Mog. gearrefteerd zyn, al ware dezelve (des geenzints, zo als Wy hier boven getoond hebben) in flagrantï van wegens den Hove alleen geapprehendeerd, nochtans op daar toe gedaan wordende requifitie, zoude hebben moeten worden overgelevert aan den Gerechte van 'j- Gravenhage, zonder zich in zodanig geval verder met de Judicature te mogen be* moeijen. Ja maar de Confiitutie van de Regeering in 't Jaar 1751 zonde misfehien (zo als Hun Edele Mogende 'er byvoegen) aanleiding hebben kon. neu geven tot de limitatie van Onze voorfz. Judicature, en indien dit zo ware, dan was net apparent zeer voorzichtig daar nier van ie roeren , en dan Itraalt 'er ook eene pryslyke voorzichtigheid door in de verplaatzmg van de voorfz. periode, of, eelyk Uwer Ed Gr. Mog. Gecommitteerde R :>den het noemen, in het com • ïineren van het 4 en 6 Art,, ro wel als in het fiilzwygen, daar van in a&is gehouden. Dan Wy vertrouwen bülyk aan Hun Ed. Mog. te mogen vragen, welken invloed de toenmalige Confiitutie der Regeering op zulk een aanmerkelyk gedeelte van Onze Judicature zoude kunnen gehad hebben? Hun Ed. Mog. fuppoueren daar van de mogelykheid, en raiiÓJineren dan wyders hypotheticé voort; maar waarom dan den prafutmiven grond, waarop zodanige vooronderftelling zoude mogen bemeten, niet opgegeven ? En  STAAT EN OORLOG. 9i En is het niet een ecbappade van verlegenheid, als men erkel en alleen a posfe, in een zaak van zoo veel gewicht, gaat argHmenteren , of gistingen maken , ad esfe, te meer, daar ook Onze vorige Initructien, zoo wel in Stadhouder lyke , als in Stadhouder looze lyden, hieromtrent dezelfde zyn'gebleven, en het Erffclyk verklaren van het Stadhouderaat op zich zelve met zulk een poinct niets gemeens had? Waar zoude het ook heen , Ed. Groot Mog. Heeren! als op zulke gronden geadfumeerd zoude worden eene itilzwygende Derogatie aan de InPauGiian , waarop verfcheide Collegien be. foigneren ? Van ouds wierden alle Leenzaken voor den Grave en Zyne Leen - Mannen van Heiland berecht : Men heeft in deze Provincie ook een apart Leenhof gehad ; dan , dat Leenhof is geheel geëxftingueert, en de Leenzaken zyn by eene fpeciale delegatie en evocatie gebragt aan de Hoven van Juliitie; (nopens welke materie notabel is Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 7 April iööi, onder anderen' te vinden in de Refol. van Confid. ten tyde van den RaadPenfionaris de Wit p. 526 & ftaa') Zoo hebben ook de Hoven van Juftitie by derzelver Initructien de bevoegdheid bekomen, om in cas posfesfoir te oordeelen over zaken, die anders notoiilyk behooren zouden tot de Judicature van de refpective Gerechten in de Steden en ten platten Lande: Maar, hoe zoude het Hun Ed. Mog. fmaken, indien 'er nu eens iemand opkwam , die van achter, op fundament van de Privilegiën n e nou Evocando , voortaan de werking van dat gedeelte hunner Initructien zoude Wiïlêri betwisten ? En Hun Ed. Mog. alzo tefFcns met de daad bedanken yoor het beneficie, 't welk Hun Ed. Mog. op Pag. 47 der nadere Misfive van 2 Juny poferen, dat door zulke en andere fchikkingen aan de Ingezetenen door den Sou- ve-  *9 ZAAKEN VAN verain vergunt zoude wezen , doch op andere refpeften zoude worden afgefchilderd, als gein. troduceert tegen de onvervreemdbare Privilegiën der Ingezetenen? En men zou niet moeten zeggen, dat zulks alleen Civile zaken zoude raken, even of een dergelyk argument meer gepermitteerd zoude wezen in Criminalibus: Want zoo lang de Souverain zelfs de Initructien van de refpeftive Rechtbanken in zoo verre niet uitdrukkelyk reftringeert, of geheel affchaft, zoo dat daaromtrent ontwyfelbaar van de wille en begeerte van den Souverain zoude kunnen blyken, fpreekt het (onder reverentie) van zelfs, dat de werking van zulke Inftrudtien, al worden dezelve op andere refpeócen , gelyk hier plaats gehad heelt, veranderd, nopens al het verdere moet blyven voortduren, zonder dat daar tegens argumentatien te pas komen uit Placaten of Refolutien , die geëmaneert of genomen zyn by gelegenheden , dat aan zoodanige Infrruétien ia 't geheel niet gedacht is, gelyk het Hof nopens hunne eige Inftruétie beweert ten aanzien van het Placaat van \y Sept. 1677. En byzonder vertrouwen Wy dit te mogen urgeren nopens eene InftrucTde als de Onze, particulierlyk nopens het fluk van de Judicature by preventie in zaken van Majesteit; dewyl het tegen alle evidentie van zaken aanloopt, dat UEd. Groot Mog. nopens de Ingezetenen, zonder dat daar toe de minfie aanleiding op dien tyd geweest is, stilzwygende zouden hebben willen affchaffen een zoo notabel gedeelte Onzer Inftruftie , dat by de grondlegging dezer Republiek, om zoo veele goede redenen, daar in geïnfereerd was , en vervolgens daar in was gelaten , onaangezien de daar jegens' door Onze Piasdecesfeuren gedaane Remonftrantie ; en wel uit hoofde zoo van de by experientie bevondene welltand van den Lande by zulk eene fanftiefc als om dat het alleen by preventie zoude werken ,  STAAT EN OORLOG. 93 ken , en dat alzoo, volgens een Staatsgewyze geuit begrip van den Souverain zeiven, Wismand daar MEDE IN ZyNE JüRISDIC' TIE verkort wierd. Ziet daar, Ed. Gr. Mog. Heeren! gelyk Wy Ons eerbiedig laten voorftaan, completelyk betoogt, dat Uwer Ed. Gr. Mog. Publ. van den 24 Maart 1786, (waarop het, vermits de zaak van Mourand reeds afgedaan is, thana voornamelyk zou moeten aankomen, en waar tegen s Hofs Remonftrantie van 6 April ook byzonder]yk is ingericht geweest) wel verre van nopens de Judicature van Ons Collegie in zulke zaken fa preventie iets nieuws te hebben gemtroduceert, ter contrarie volkomentlyk quadreert, zoo met de Inftruétie waar op Wy thans befoisneren, als met alle de vorigen, van de geboorte der Republicq af, en dat dezelve Publicatie mitsdien in zoo verre niet had behoren afgelchilderd te worden , als ftrydig tegen de Rechten en Privilegiën van 's Lands Ingezetenen, of liever tegen die van deze UEd. Groot Mogende Refidentieplaats, daar dezelve eeniglyk gepubliceerd is en te pas kan komen. Wy hadden 'er, op pag. 21 van Ons Advis van den 27 April, nog bygevoegd, dat het ook niet ongemakkelyk viel te conjeétureren, waar het van daan kwam, dat nopens zaken van dien aart zoo wel een ordinaire Rechtbank by Ons eeconftitueert was, als by het Hof Provinciaal, namelyk, op dat zaken van zulke eene aangelegenheid noch van Ons Collegie alleen, noch van het Hof alleen , zouden afhangen , naar mate de Accufator Publicus by het eene of andere Collegie daar van geïnformeerd was, maar van beide de Collegien met een gelyk Recht, als wanneer de emulatie alleen een genoegzame prikkel konde worden, om altoos van weerskanten vigilant te zyn, en yverig om elkanderen daar in te prsevenieeren. Ta maar, zeggen Hun Ed. Mog. op pag. 25 van  54 Z A A K E N V A N van hunne nadere Misfive, te voren is 'er rooit een afzonderiyk Accuiiitor Publicus by Ons Cel. lede geweest, rins kon de voorouder (telde emuiatie niet te p^s komen; want hoe kon de Procureur-Generaal ajjtuiatie teren zich zehen oeflener, ? Doch het is palpabel, dat Hun Ed, Mog. Onze aanmerking ten dezen opzichte in een gantsch ander daglicht voordellen , ais Wy dezelve ge» maakt hadden : want wy hebben de emulatie, gelyk de famenhang uitwyst , niet in den Procureur-Generaal gefield , maar in de refpetllive Collegien zelve; en wat zal 't 'er derhalven toe» doen , dat 'er buiten den Procureur-Generaal te voren geen afzonderlyk Accufator Publicus by Ons Collegie is geweest? Wy hebben toch , zoo wel als Onze Pradecesfeuren , voor de aanlfeliing van den tegenwoordigen Advocaat - Fiscaal, altoos het recht en vermogen gehad , om , wanneer 'er zaken mochten voorkomen, waar in Wy, volgens Onze Initructien , competent waren, als dan zoo wel san den Procureur-Geneisal te gelasten, om daar in by preventie het Recht van de Hooee Overheid voor Ons Collegie waartenemen , als Wy nu doen aan den tegen woordigen AdvocaatFiscaal; zoo dat Onze emulatie wel degelyk in zulke zaken werkzaam heeft kunnen wezen, fchoon 'er te voren geen afzonderlyk AdvocaatFiscaal by Ons Collegie geweest is: Om eindelyk niet te remarqueren , dat , al wisten Wy de ware reden voor het etablisfe. ment van Ons Rechtkr-Amït in zulke zaken niet zodanig optegeven, dat het Hof van Holland zich daar door van deszelfs nuttigheid en dienst tot den welfhnd van den Lande zoude laten overtuigen, het in allen gevalle genoeg «oude wezen, dat UEd. Groot Mog. voor arca twee Eeuwen zelve hebben gedeclareert , veele goede redenen voor de delatie der voorfz. Judicature aan Ons Collegie gehad te hebben, en  STAAT EN OORLOG. 95 en wyders , by Hoogstderzelver B fluiten van 18 en 24 Maart jongstleden , de duMelykfte preuves hebben gegeven van H',ogtderzelver begrip , dat dezelve redenen nog niet ten eenenmale ophielden, of cesfeerden. En bier mede zouden Wy gemakkelyk pasferen kunnen de tegenwerping van den Hove, (op pag. 21 en 40 in fine der nadere Misfive van 2 Juny) dat echter het oogmerk van Onze Inftructie nimmer zou geweest zyn , dat de zaken, door middel van den Accufator Publicus, ter Onzer kennisfe, als Rechten, zouden worden gebracht; maar wel, dat, als Wy daar van quovis modo kennisfe hadden, Wy dan den Fiscaal actief konden maken , door hem de app>ehenfie van zulke Perfonen, tot wier laste eet.;ge informatien waren, te gelasten: want dit is een poinct, dat blotelyk door het Hrden , de veiligheid en de curiteit van den Staat, Muiterye ende Oproer, n Seditie en dergelyke, rakende , zonder her zelve eenigzints te verfchuiven , of te difFereren; fchoon genomen ook de Gecommitteerde Raden de Per/oen van de voorfz, deliElen beklaagd of geaccufeert, gehoord, geëxamineert, en dezelve, of voor de voorfz. gedane examinatie , of ook ka dato van dezehe geapprehendeert zouden mogen hebben , zonder daar van eenigzints in gebreke te blyven. En hier jegens obfteerd niet, dat het zelfde ge-  STAAT EN OORLOG. ie7 geval Vreemdelingen zoude raken, namelyk de voorfz. George Carew en Jan Cherland, die beide in Engeland woonachtig waren. ■ Want, behalven dat Onze Ioftruétae (gelyk Wy te meermaalen hebben aangemerkt) generaai legt, en het nu voor de eer/le reize is, dat daaromtrent zodanige distinctie is geopperd, als waar mede Hun Ed. Mog. nu voor den dag zyn gekomen, om goed te maken derzelver Systema, dat Onze Iuibudtie nooit anders tegen Ingezetenen zoude konnen werken, dan door middel van Apprehenfie in flagranti, zal 't genoeg zyn daarenboven nog korteiyk op te merken,, dat alle dergelyke Hellingen, en daar uit geformeerde ratiocinatien en gevolgtrekkingen, pnvanvelyk en alleen berusten op eene volftrekt gratis ten deezen geadfutneerde applicabiliteit en relevance van Uwer Ei. Groot. Mog. Placaat van 15 tept. 1Ó77, waar by, gelyk Hun Ed Mog. zelve meer dan eens beweerd hebben, geen Jus Novum is geftatueert geworden., althans niet met relatie tot de zogenaamde Cas Royaux; terwyl het Hof zelve als nog fuftineert in Cafibus Regtts , onaangezien de algemeenheid der bewoordingen van het voorfz. Piacaat competent gebleven te zyn; zonder onderfcheid, of het Vreemdelingen zoude aangaan, dan Ingezetenen; gdyk mede zonder onderfcheid, of daarin geprocedeerd zoude worden per modum inauifltionis, dan door middel van Apprehenfie inflagranti; zo dat het vyaarlyk vreemd is dergelyke diltirélien aan UEu. Gr. Mog. te willen opdringen met relatie tot Ons Collegie, het geen daaromtrent zo wel vt mune. ris, en uit krachte van hunne Inftru&ie, competent is , als de Praefident en Raden van den Hove fuftineeren te zyn uit krachte van de Initruétie, waarop het Hof befoigneert; en aan t welk in den Jare 1672. in de gevallen van Van den Arend en Metzelaar , door U Ed. Groot Mog. zelve de faculteit en bevoegdheid is toeeekend, om vi muneris, en uit krachte der toen- ma-  lol ZAAKEN VAN malige InflruElie ("waar aan 't Placaat van xy Sept. 1677. niefs ter waereld gederogeert heeft) Recht en Juftitie te adminiftreeren , niet alleen door middel van dadelyke Apprehenfie, fchoon niet in flagranti deliclo gedaan zynde, maar ook door middel van verleende Mandamenten Crimineel, en zulks fchoon dezelve beiden Ingezetenen waren van deze Provincie, En laatfie/yk, dat by de gegevene Solutie op de woorden ten uiteinde toe, welke in Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutien , by die gelegenheid genomen, zyn geïnfereert geworden, namelyk dat dat procedeeren ten uiteinde toe in niets anders zoude hebben kunnen beftaan, dan in procedures by EdiEle, tegens ingedaagde gevluchte Perfoonen gebruikelyk , gantsch en al uit het oog is verloren, 't geen 'er gedaan zoude moeten worden, als de ingedaagde Perfonen geduu. rende den loop van zodanige proceduren in hechtenis geraakten. Immers Wy kunnen Ons niet verbeelden , dat in zodanig geval het procederen ten uiteinde toe by Ons Cjllegie zoude hebben moeten ophouden, en vermenen integendeel dat Onze Pra> decesfeuren ook als dan wel degelyk de bevoegd heid zouden hebben gehad , om firaffen te de ,» -creteren en te doen executeren; behoudens echter de faculteit, om, by abfentie van UEd. Gr. Mog., zoo als in 't geval van Carew en Cherland gedaan is , dezelve zaken ter afdoening te zenden aan de Pra^lidem en Raden van het Hof. En het zal mitsdien ook zeer weinig ter zake doen, of Wy al, dan niet, in ftaat zouden wezen UEd. Gr. Mog. met dergelyke voorbeelden te vermoeijen ; dewyl het aankomt op Onze Rechterlyke qualiteit, en niet op de gevallen waar in dezelve gewerkt heeft. Trouwens, al wierde nog een gantfche menigte van zulke Exemplen door Ons te berde gebragt, 't zou welligt nooit aan foortgelyke re-  STAAT EN OORLOG. 100 reflexien, als op de gelegeerde voorbeelden gemaakt zyn, ontbreken; en Wy zullen Ons derhalven vergenoegen met nog maar een enkel derzelve aantehalen, te weten het geen gebeurd is in het voorleden Jaar 1785, toen Wy op den ol January, gelyk hier boven reeds geremarqueerd is geworden, by gelegenheid der tumuU tueufe bewegingen, die hier en daar op het platte Land ontltaan waren , qualificatie van UEï. Gr. Mog. bekomen hebben, om met alleen een naauwkeurig onderzoek te doen op het gedrag van de refpedive Bailliuwen binnen deze Provincie in alle de Districten , daar tumultueufe bewegingen plaats hadden gehad, en fpeciaal of dezelve aan hunnen plicht hadden voldaan, dan in hoe verre daar in nalatig geweest waren ; maar ook „om re inquireren op de Belhamels „ en Opftokers van de voorfz. bewegingen, ten „ einde dezelve met den eerften geapprehendeert ,, en herwaarts overgebragt zouden worden, „ om, anderen ten exempel, ten rigoureuften „ aan den Lyve, en na exigentie van zaken „ met de dood te worden geftraft" Daar het echter notoir was 1. Dat de meefte , zoo niet alle de geeren, welke daar in geconcerneeit waren, Ingezetenen waren van deze Provincie. 2. Dat 'er geen één van allen was geap. prehendeert in flagranti. 3. Dat alleen door middel van Informatien de zaken naar behoren ter Onzer kennisfe gebragt konden worden; zonder dat het Hof, onaangezien de Publiciteit, zo van de voorfz. Refolutie, als van de daar op gevolgde Rechtplegingen , zich daar tegen, op prastext van voor der Ingezetenen Privilegiën te vigileeren, in het allerminfte verzet' heefr. Eindelyk moeten Wv; alvorens van dit poinft afteftappen, nog iets zeggen van *s Hofs objectie uit het Illuster Exempel, 't geen op  xi» ZAAKEN VAN op pag. 31. van Ons Advis wai ingeroepen, om daaruit argumento, hoe zeer alleen in 't voorbygaan, te toonen, dat het ook zoo breed niet gelegen was met het gefustineerde door her Hof dat zelfs Ex privi/egio, gelyk men 'er nu nader heeft bygevoegd, aan Hun Ed. Mog. in alle ie CafusRegii eene Privative Jurisdictie zoude toekomen j 't geen roede door het Hof was aangevoert, om Ons de Judicature by preventie te betwisten in de gevallen, waar van Onze Inftructie fpreekt, voor zo verre die mede tot de Ciasfe van de Cafus Regii behoren. Deze reflexie hebben Hun Ed. Mog. met rélatie tot zich zeiven geheel onaangeroert laten leggen; maar het geval zelve, ofwel de Refolutie in het zelve Cas genomen , bv .wege van Retorfie ingeroepen , als een voorbeeld van Uwer Ed. Groot Mog. attentie voor het Recht der Ingezetenen , om niet van derzelver Ordinaris , dagelykfche en competente Rechters, nog ook (zelfs niet, wanneer de omfhndigbeden eene Extraordinaire Dispolitie vorderen) van de Ordinaris Juftitie afgetrokken te worden: „De* „ wyl UEd. Groot Mog. goedgevonden had„ den , {niet aan Ons Collegie , als nooit by „ buitenlandfche Mogendheden voor Ordinaris ' „ Rechters bekend hebbende geftaan) maar aan „ het Hof, eene gewicbiige Vraag te doen, con„ cerneerende Notabele Regenten eener zeer aan„ zienlyke Srnd , tegens welken door eene bui* „ terdandfcheMogendheid, wegen?zekere daad, ., ftraf gevorderd wierd, te proponeeren, of in „ de overgegeeve Stukken iets wierd gevonden, ,, het gsen naar Rechten en Piacaten dezer Lar,, den materie zoude kunnen opleveren tot het „ wettiglyk entameeren van Crimineele Proce. „ dures tegen dezelven; hoe zeer UEd. Groot „ Mog. 'er teffens hadden bygevoegd; eene ver,, klaring, dat in allen gevalle die Procedures. ,, agter volgens 'j> LaNDS PrIVILE- ,, gien nergens elders , dan voor de Recht- ,, bank  STAAT EN OORLOG. ni „ bank der gemelde Stad, en zulks door den „ Hoofd-Officier en voor Schepenen aldaar, als „ den Ordinaris, Dagrlykschen en „ Competente n Ree titer, geïnftitueert en „ gevoerd konden worden."" Een voorbeeld derhalven, 't welk Hun Ed. Mog. geloofden tegen Onze fustenue (gelyk altoos de zaken artifici/slyk voorgedragen worden) op het allerfterkfle te zullen militeeren. Maar Wy verbeelden Ons, Edele Groot Mogende Heeren! dat, wanneer aan het Hof ft geen nullo jure adfumeert toen als Ordinaris Rechter geconfuleert te wezen) eens gevraagd wierde, of Hun Ed. Mog. het gerefolveerde in dat geval aanzagen als eene Derogatie aan hunne Inftructie, ze als die, zelfs ex Privilegio , aan de zyde van het Hof met betrekking tot alle de Cas Royaux GEëxPLiCEERT word, het antwoord dan wel ras negatief zoude wezen; en dat derhalven ook door het Hof even min aan Ons, op fundament van dat voorbeeld, de werking Unzer' Inftructie zoude kunnen betwist worden, indien het anders zeker ware, dat het voorfz. geval mede tot de zaken behoorde, welke in Onze Inftructie zyn opgenoemt als de zodanige , waar in Wy by praeventie Recht en Juftitie zouden kunnen adminiftreeren. Edog Wy behoeven het geenzints daar by te laten. Want vooreerst : was bet ten tyde van het nemen der voorfz. Refolutie zeer verre van uitgemaakt te wezen, dat de voorfz. klagten gefundeert waren; min nog dat in de overgegeve. ne ltukken iets zoude worden gevonden, het geen volgens de Confütutioneele Wetten en Placasten dezer Landen materie zoude kunnen opleveren tot "het wettiglyk entamerep van Crimineele Procedures tegen de aanzienlyke Perfoonen, over welker gehouden gedrag de van wegens Zyne Groot-Brittanni/che Majesteit ter Staats*  iia ZAAKEN VAN Staats-Vergadering ingebragte klagten. rouleer» den. Trouwens daar over wierd van 't Hof, qua consiliarii priNcipïs, een preliminair Advys gerequireert ; en 'er was gevolglyk op * dien tyd geene aanleiding ter Waereld , om te fpeculeren op eene eventuele Judicature van Ons Collegie, of, om bet anders te zeggen, om te fupponeren, dat het voorfz. geval, hoe het ook Zou mogen befchouwd worden , ooit gebragt zoude konnen worden tot Verraderye, Muiterye, Seditie, Oproer, vervalfching van de Munt, of mishandeling van 's Lands Fïvres, Munitiën van Oorlog of andere Goederen; welke nogtans de eenige gevallen zyn, waar in Ons by preventie de Judicature, zonder eenige limitatie of relhiélie, by Onze InRrtiétie is toegekend. Weshalven , wzzx Ons begrip, dan ook niets natuurlyker was, dan de Helling, dar, indien 'er iets in de overgegevene ftukken zoude mogen ontdekt worden dat materie zoude kunnen opleveren tot het wetüglyk entameren van Criminele Procedures , de zaak in dat geval, niet, gelyk Z$ne Groot-Bnttannifche Majffteit fcheen te vorderen , zoo maar aanjlonds zoude . kunnen worden afgedaan by eene PoliticQtiE dispositie, maar dat het judicieel departement daar in zoude moeten tusfchen beide komen , en wel zodanig, dat als dan ter dier zake, achtervolgers 's Lands Privilegiën, nergens elders, dan voor de Rtchtbank oer gemelde Stad /Imfiirdam, en zulks door den HoofdOfficier en voor Schepenen aldaar, als oen ordinaris dagelykfchen en Compétenten Rechter zoude kunnen geprocedeert worden. Doch hier komt by in de tweede plaatze , dat, om de Refolutie in 'c voorfz, geval op den si December 1780 genomen ; (onder anderen voorkomende in üe jfaarb. op de Maand jfanuary 1781. pag. 233.) van applicatie te kunnen maken op Uwer La. Groot Mog. Publicatie van den  STAAT EN OORLOG. 1*3 den 24. Maart jongstleden , door het Hof ten minften had behoren ie worden opgegeven , waar in toch beftaan zoude de gelykheid van de gevallen, welke aanleiding gegeven hebben rot het nemen van de voorfz. reipective Belluiten; in zoo verre namelyk, dat, als Wy in het laatfte Competent konden zyn , Wy dan cafu quo, volgens Onze Inftruüie, ook Competent zouden hebben kunnen wezen in het eerlte. Maar Edele Groot Mog. Heeren, ("om geene verdere byzonderheden van dat zoo veel ge-* ruchtsgemaakt hebbende geval ten dezen optegeven) wie penetreert niet het merkelyk onderfcheid , dat 'er is tusfchen opentlyke Perturbatien van de gemeene Rust, onder het osg en in de Refldentie-Plaats van UEdele Groot Mogende, mitsgaders het ondernemen van attentaten tegen de Souverainiteit van UEd. Groot Mog., door een troup Canaille, en tusfchen daden , waar over deze of geene Buitenlandfcln Mogendheid klagten by UEd. Groot Mog. doet inbrengen tegen Heeren Burgemeester en en Regeerders van deze of geene Stad, of derzelver Ministers ? Immers in het eerlte geval maken het Recht der Hooge Overheid, en de B-'langens der Justitie , hoogstnoodzakelyk, dat met alle rigeur en promptitude tegen de. Daders geprocedeerd werde ten uiteinde toe j doch in het laatfte geval zou het plaats kunnen hebben, dat 'er ten regarde van de Mogenheid, die klager is, incidenten tusfchen beiden kwamen, die alle verder onderzoek dienaangaande geheel zouden doen vervallen , zonder dat het Recht der Hooge O vetheid hier te L^ande daarby verder eenig belang zoude hebben. En met dat oog, naar 't Ons toefchynt , heeft het Hof zeive, de opgemelde Refolutie van U Ed. Groot Mog. befchouwt na den vyandelyken aanval van Zyne Groot Biittannifchen Msiefteit tegen dezen Staat, uitwyzens de MisXXXIIl, deel. H J-  U4 ZAAKENVAN five van de Prajident en Raden van den Hove. de dato 27 Maavt 1781, (mede te vinden tn de Jaarboeken van het zelve Jaar pag, 839) als waar by onder anderen door 'c Hof aan U Ed. G. Mog. is te kennen gegeven, dat het, bunnes bedunkens, eenigzints vreemd en ongeraifonneeid zoude zyn , om , nu de Republicq met Groot Britlannien in Oorlog was, tïh contemplatie van d-d Vyand te beoordelen , of inen, volgens de door dien Vyand zeiven niet langer gerefpecteert wordende Rechten en Verbit.tenisfen, Criminele Procedures zoude moeten aanvangen, en of de Con/titutioneele Wetten zulks zouden hebben gepermitteerd; Waarna ook in 'c geheel geene quaastie meer geweest is over Criminele 'Procedures in de voorfz. zake, terwyl door den Hoofd-Officier der Stad Amfierdam nimmer eenige demarches tot net entameren derzelve gedaan zyn , even min als daarna aan de zyde van den Procureur Generaal by het Hof uit hoofde van furannatie: Behalven, dat fpeciaal nok uit het door den Hove geallegeerde Contra-Manifest, in dato 12 Maart 1781 . (imde te vinden in de Jaarb. d. hpag. 605 G5 feqg ) is gebleken, dat Hun H. Mog., na ern zeer aanmerkelyk verhaal van 't geen 'er met betrekking tot die zake gepasfeerd was, daar by vry duidelyk hebben te kennen gegeven, dat de on party dice waereld daar uit van zelfs zoude moeten opmaken, wat 'er te denken ware van het voornaam ,, motieff, of liever van het pratext, waar van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit zich daar„ omtrent bediend had, om aan Hoogstdeszelfs Vyandelyke O igmerken tegen de Republicq ,, den vollen teugel te vieren.'' Met byvoeging onder anderen. ,, Dat ook de „ uii komst had geopenbaart, dat de haat over „ de Accesfie van de Republicq tot de Con„ ventie met de drie ISoordfche Mogendheden de dryfveer der Raadllagen van 't Hof van „ Groot-  STAAT EN OORLOG. nj s, Groot-Brittannien, en de ware bron der Vy„ andelyke Refolutien tegens dezeii Staat, ge„ weest was." , Ui1- al het welk dan ook middagklaar is aftenemen, dat de voorfz. zaak althans hier te Lande nimmer geconfidereerd is als natura fua gedisponeerd zynde tot een Crimineel Onderzoek , min nog als eene vo>r het R cht van de Hooge Overheid binnen dtze fio incie van zo veele'aangelegenheid, en 'presfange zynde, dat 'er eene fpeculatie zonde nebben kunnen vallen over eene evenmeele Jttdk&ure van ien by het Collegie van Uwer Ed. Gr Mog Gecommitteerde Raden; 't geen zich in dat ge al van nunne zyde ook nimmer op preventie zoude neoben kunnen beroepen. Ondertusfchen vertrouwen Wy Ed. Gr. Mog. Heeren 1 dat na al het toe hier toe gededuceerde, byna onnodig is ie;s te rescontreren van 't geen aan de zyde van hrt H >t geajlegeerd is tot betoog van het prajudiciabel onderfcheid , dat 'er in allen gevalle wezen zou >e tusfchen de ludicature in zulke zaken by een Co'negie, als "dat van Uwer Ed. Gr. Mog. Gecomtnuteerae Raden, en tusfc'ien eene Judicature by een Provinciaal-Gerechtshof. Want door het opperen van derge'yke refkctien pretendeert bet Hof in effééte wy,:er te zyn, dan UEdele Groot Mogende, we:ke Onze Judicature in zulke zaken by preventie, zoo als nier boven getoond is , tot dienst van den Lande noodzakelyk hebben geoordeeld, en wel van de grondlegging dei Republicq af, zo zelfs, daf her by eene futaeele Injhucïte aan Ons Colk gie i» opgedragen, en , onaangezien 4e daar jegens door Onze pradecesfearen gedaane Remonftrantie , opgedragen- gebleven is tot den huldigen dag toet ren poinct, waar aan het Hof te voren nimmer getornd heeft; dan het geen nu juht, by gelegenheid van het voorgevallene tn Maart jongstleaen zoo lierk door Htr Ei. ' Ha M,g.  115 ZAAKEN VAN 'Mog. gequerelleert is, dat, ging het naar den z!n van Hun Ed Mog., de Souverain'die gedeelte Onzer Inltructie voor 'c vervolg maar geheel zoude -moeten afVchsffen : „ D^h om de meest fpe&ieufe reflexien , welke daar toe zyn bygebragt, niet gebeel onbeantwoord ts laten, zy het Ons vergund , hoe zeer ten overvloede , daaromtrent met weinige te remarqueren: Vooreerst, dat de befchryving van Ons Collegie, als een Collegie van Politie, even of het zelve in hac materia alhier geene Jurisdictie zoude hebben, en de Leden , hetzelve Collegie compolereude , dus alleen Politieke Perfoonen zouden wezen , en geen Rechters, min noch o rbinaire Rechters; (het geen de fpil is , waar op alles aan de zyde van het Hof moet draaijen) niets anders is dan eene bloote petitio principii, lynrecht aanlopende tegen de Inftruilie, waar op Wy haStenus befoigneren, en uit kragte van welke Wy , met betrekking tot de zaken daar in opgenoemd, zoo wel ordinai' re Rechters zyn als de Leden van het Hof; dat is te zeggen: Judices Legitimi; want men fpeelt ten Onzen opzichte altoos met het woord ordinair; even gelyk men pasfirn gedaan heeft, ten regarde van Uwer Ed. Groot Mog, Advocaat-Fiscaal by Ons Collegie; fchoon de Procureur-Generaal in den zin, waar in dat woord telkens door 't Hof gebruikt word, met relatie tot de Ingezetenen, die geen Suppoosten zyn, of niet uit anderen hoofde onder de jurisdictie va" den Hove resforteren, zoo min d e ordinaire Officier, is, als de gemelde Advocaa'-Fisc^ai, even weinig, als derzelver da. celyksche Officier; welke woorden nochthans veelvuldige malen gerepeteerd zyn, om alzoo des te beter occafie te hebben van ihdirectelyk tegen Ons Collegie, en tegen gem. Advocaat-Fiscaal , employ te kunnen maken van het Placaat van 15 Sept. 1677, fchoon Hun Edel  STAAT EN OORLOG. 117 Edel Mo?» zulks, voor zoo verre hun zelfs en den Procureur-Generaal betreft, niet gaarne zouden admitteeren ; en om wyders een coleur te geven aan de geadfumeerde Helling, dat, indien door Ons by preventie in zuike zaken recht word gedaan, de Beklaagden, als dan r.iet te recht zouden (taan. of geoordeeld wordeu by de Ordinaris Juftitie; hoe zeer het notoir is, flat de Adminiftratié van de Ordinaris Juftitie in zulke zaken, zoo wel aan Ons by eene fpeciale Inftructie is opgedragen , als aan het Hof, ten dien effeéte , dat regulanter de preventie beilisfen moet , welke van beide de Collegie competent is. En men moet niet zeggen , Ed. Gr. Mog. Heeren! dat de wooraen by preventie niet gevonden worden in de Inftruétie van den Hove; dewyl het van zelve fpreekt, dat Wy, zoo lang Onze Inftructie niet is afgefchafc, door Hun Ed. Mog. niet kunnen worden buiten gefloten , dan door preventie aan de zyde van het Hof, even gelyk Wy het Hof niet zouden kunnen buiten fluiten , dan door preventie aan de zyde van Ons Collegie ; en dat 'er dus ook ten dezen rei'peéte wet degelyk tusfchen Ons eene concurrentie van Jurisdictie plaats ' heeft , hoe zeer alleen naauwlyks, en niet in cas d''Appel, om dat Onze Inftruftie daar van zwygt, en als dan teffens de reden cesfeert, waarom aan Oüs 'de Judicature 'intalibus is opgedragen by pre. ventie. Alleen voegen Wy 'er nog by, dat ook aan de woorden by preventie geen goeden zin kan gehecht worden, als men het idéj van concurrentte van'Jurisdictie niet zoude willen admitteeren; aangezien by prceventi'e Rechter te zyn van zelfs eene concurrentie van Jurisdictie moet doen vooronderttellen, en, zonder dezelve, ge. heel en al chimericq zoude wezen : en dat het voor het overige een enkel fpeelen met woorden is, wanneer men zeat, dac evenwel het idéé H 3 van  H8 ZAAKENVAN van Ordinaris Rechter te zyn, (trytJlg zoude wreken mef het i téa wan het alteen te zyn by p KVEMTlèi want als men door het woord OK.dinar'. Rechter werftaat een Judex Legiti «irjs, een Sedentair Collegie y.in Juftitie, dor den Souverain zeiven wettiglyk aang fte:d, om ia zekere zaken hy preventie recht te noen, en ren dien einde gemuilieert met eene fpecialë Infttuelie, da'i moer, die geheele Lufus in vnce van z- lts vervallen. By vo' rbeeld, hoe zeer iemand zich ter Purge fean ft Hen voor Zynen dagelykfchen en Compttenten Rechter, zonder dat'het Hof /.ulks betwisien kan , vermag echter het Hof volgens het %fte Art. der InftruStie , waarop Hun Ed. M g. b f-gneeren, zodanig iemand, ter Purge ontfangen by preventie, maar is het Hof in dat geval dan geen Ordinaris Rechter, en de zaak niet by de Ordinaire Juflitie in dien zin namelyk, als die woorden op diverfche refpecten tegen O s griirgeerd worden aan de zyde van hei Hd? Dif zullen Hun Ed. Mog. zeker niet gaarne toeftemmen. En daar mede vervallen ook de V.ayen , d e het Hof op pag. 26 en 27. van derzelver nadere Misfive gedaan heeft, om Onze p astenfe verlegenheid te doen gevoelen over de fustenue, dat Wy in hac materia zo wel Ordinaris en Competente Rechters zyn , als het H f: namelyk, of 's Lands' logezaenen dan ooit gewoon waren geweest voor ons te recht te flaa: ? Of de vorige Advocaaten-Fiscaals of Procureurs-Generaal derzelver gewoone Aanklagers voor Ons Collegie geweest waren ; dan of de thans voor de ferftemaal aangeftelde afzonderlyfce A v can' -F'^caal ooit gewoon geweest was le.fen hen te procedeeren ? En wat dies meer is: want (om niet te zeggen, dat men over de Oproeien ^aifmneert ef, ichoon dat Collegie zoo wel op eene li ft '.en eindelyk in bet generaal, zonger Ons aan Voordeel van Menfchen te ftooreu, O'.ze geiusthéid fielten in de Weienfchap van den Oppernchter van Hemel en Aarde, dat eed en plxnt de Cynofure zyn geweest van Onze Rtchterlyke daden : Ja maar, Ed. Gr. Mog. Heeren! Wy hadden O s mede gerefereerd tot her vnhaalde door Wagenaar pag. 179 ; Doch indien Wy , gelyk het fcheen, zulks gedaan handen om aan het Hof te verwyten, (zoo ais Hun Ed. Mo^. zich by de derde aanmerking hebben geheven uitcedrukten) dat 'er geheel geen onderzoek naar de handadigen aan de Moora der de Witten was gedaan , dan zoude dat zelfde verwyt immerjt vry meer gepast zyn tegen de Gecomm. Raden yin dien tyd, daar dezelve niet alleen dr Moord zoüden hebben kunnen voorkomen,maar ook. indien Onze tigenwoordige fufienue aoorging. tegen de fchuldigen aan dat Oproer by p r m» ventie zouden hebben moeten Cognosceeren en Procedeeren Ziet daar, E 'ele Groot Mogende Heeren! wederom een Haaltje, hoe een gematigd Hof zich op allerhande wyze beyverd heeft in de eene hatelykheid op de andere te ftapelen. Dan, het zy Ons vergund, daar jegens korte- lyk  STAAT EN OORLOG. 147 lyk te mogen remarqueeren. 1. Dat voor zoo verre de reden becreft, waarom wy het Verhaal van Wagenaar nopens de voorfz. gebeurtenis, en de gevolgen van dien, hebben ingeroepen, dezelve door Ons zoo even reeds is opgenoemd, en dat Wy derhalven onnodig oordeelen dezelve op die refpecl te herhaalen. 2. Dat het een ze r miferabel echappatoir van een Hof van Justitie is, welke zelfs eene privative Jurisdictie in zulke zaasen aan zich toeeigent, aan OnzePia:decesfeuren by retorfie te willen verwyten , dat zylieden de handdadigen aan zoo eene execrable moord in allen gevalle voor zich te recht zouden hebben behooren te Hellen by preventie, particulierlyk in gevalle 's Hofs tegenwoordige fultenue doorging , dat Ons Collegie enkel Politicq zoude wezen, en in zulke z>iken geene Judicature zoude kunnen of behooren te exerceeren : en 3- dat, voor zoo verre de allegatie betreft, dat Onze predecesfeut en de voorfz. Moord zouden hebben kunnen voorkomen, waar toe men zich refereert tot Wagenaar faderl. Hiliorie XW Deel, pag. 165 tot 169, eene enkel toevallige impruuentie van niet meer dan twee Leden uit het toenmalige Collegie van Uwer Ed. Gr. Mog. Gecommitteerde Riaden, welke daar toe door valfche gerugten, zelfs door Lieden van aanzien aan dezelve verzekerd , ge. induceerd waren , wel is waar ex post fiëlo gebleken is , aan 't woedend Gemeen ruim e te hebben gegeven , om te doen , dat de befaamde Joan van Bankhem , Schepen , en naderhand liadiiuw van 's Gravenhage, eenige Luiden by Eede had doen beloven ; maar dat het zeer weinig gratie heeft zulk eene onvoorzichtigheid aan het gamfche toenmalige Collegie te verwyten; behalven dat het vreemd is ee;ie daad, waaromtrent zich geene de minfle traces van bedekte redenen voordoen, alleen Ex Eventu in zulk een hatelyk daglicht te plaaizen; want indien zulke argumentatien fteek hielden, zoude men eo*  128 ZAAKEN VAN eodem Jure aan UEd. Groot Mog. zelve kunnen verwyten , dat Hoogstdezelve de gelegenheid, om wegens zulk een gruwelyk at~ ' tentaat , als door Mourand en zyne Complices gepcrpetreerd is , recht te plegen en firaffe te oefenen , hadden kunnen voorkomen door zodanige Refolutie niet te nemen , als die van den 24 Fehruary jongstleden : maar, gelyk bet de' abfurditeit zelve zoude zyn daar over op die manier te raifonreren , zoo is 't ook eeven abfurd uit het geen Wagenaar ter plaatze voorfz. heeft aangetekend, zulk een fanglant verwyt te doen aan de toenmalige Leden van Ons Collegie. Doch , om weder ter zake te komen, alle 's Hofs argumentatien , om nopers Onze Rechtsplegingen odieufe denkbeelden te doen opvatten, *yn waarlyk in eflecle niet anders dan befchuldïgingen van UEd. Groot Mog. zelve, welke Ons dienaangaande met Hoogstderzelver vertrouwen vereerd hebben , ja zoo veele tentamina, om Onze Inftruclie geheel op losfe fchroeven te ftellen. En, dit alleen in 't oog wordende gehouden, zal het vervolgens ook onnodig zyn ampel te dettrnëren het zoo breed uitgemeten bezwaar , 'r welk in de inappellahiliteit Onzer Sententien voor de Ingezetenen zoude relideeren : want, zoo ras Wy uit krachte van Onze Infiruclie bevoegd zyn in zulke zaken by arrest iecht te doen, fpreekt het van zelve, dat zulke raifon-nementen van geen het allerminfte alloy kunnen wezen. Om nu niet te remarqueren, dat, cafu quo, het zelve ook plaats heeft by den Hogen Rade ten regarde van de Leden van dat Collegie, cn de.'zelfs verdere onderhorigen ; ja dar, volgens de gronden van het Jus commune, het middel van appel in materie van Oproer geenzhus zoude behooren gefavorifeerd te worden; waaromtrent behalven de L, 6. §. 9« in fine D. de inj. rupt.  STAAT EN OORLOG. 129 rupt. irr. test. , en het daar op aangetekende door D. Cothofredus, aanmerkelyk is de L, 16= D. de appell , beiden geallegeert in de Juridique Ob/ervatien van wylen den Prefiaent de Mauregnaultp. 127; gelyk mede het geen voorkomt by den Raadsneer Sande , Decis. Frif. Lib. 5., tit. 9, def. 12, welke aldaar zegt: Adeo Crimen Seditionis (qua publica Pax & „ Quiesturbatur, fhvusque Reïpublicse in dis* •3, crimen addneitur) Legibus nostris exofum est; ,, ut H o c K o MIN £ damnatonm appellationes ,, RBCIPI PROHIDEANT URi" Hier mede Ed Groot Mog. Heeren! zullen Wy voor beantwoord houden de voornaamfite reflïCtien , welke het den Hove goedgedacht heeft nader by te brengen met relatie tot de Judicature van Ons Collegie by preventie, en tot defr.ruct.ie van 't geen Wy dien aangaande by Ons Advys van den 27 April jongstleden geremarqutert hadden ; 'Er feniet dus, volgens de Ordre, die Wy Oas voorgefteld hadden, nog maar alleen over, om ter toetze te brengen de cenfure , welke Ons voorlz. Advis wyders ondergaan heeft ten regarde van het Procedeeren de plano en zonder figuur van Proces , of liever ten regarde van Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 24 Maart jongstleden, voor zoo verre daar by, des noods, eene fpeciale qualificatie, om zulks, (pofitis terminis habilibus~) te kunnen en te mogen ioeii, vervat is. Om het geen hieromtrent in queestione is te kunnen beöordeelen, gelieven UEd. Groot Mog. in her algemeen geïnformeert te wezen. Voor eerst: dat Wy nimmer beweerd hebben, dat in alle die gevallen, waartoe Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 23 February jongstleden becrekkelyk is, eene ctergelyse wyze van Procederen zoude kunnnen of behooren te wo » den gea Imitteerd , maar dat daartoe wel degelyk qualificatie door den Souverain heeft kun= XXXIII, deel. I neu  130 ZAAKEN VAN nen en mogen verleend worden nopens zulke gevallen, waarin iemand zig, in de tegenwoordige tydsomftandigheden , en onaangezien de daar jegens zo ernfliglyk en vaderlyk gedaane waarfchuwing , andermaal zoude mogen verftouten van zig te verzetten tegen de Souveraine B flui«t?n van Uwer Ed. Groot Mog. Vergadering, by de Publicatie van 24 Maart daar aan volgende , (gi lw net Hof zig op Pag. $6 van hunne B*dere Misfive heeft uitgedruki) gebuteert. Ten anderen: dat het al mede zeer verre van daar is , dat volgens Onze manier van denken , al het geen geconlidereert zoude kunnen worden in de termen van Uwer EJ. Gr. Mog. laatst gemelde Publicatie te vailen, altoos, en in alle gevallen zonder ondeifcbeid , gedisponeerd zoude wezen om de plano en zonder figuur van Proces te worden afgedaan, waar van het Hof Oüa op diverfe relpcran geïnfimuleerd heeft. Neen, Edele Groot M igende Heeren! Wy zelve zouden Ons hooglyk bezwaard vinden met zulk een fyftema te defendeeren; en , wanneer Ons een exempel voorkwam , van foortgelyken aart en natuur zynde, als dat van Mr. Pieter de Groot, waar van het Hof by U Ed. Groot Mog. meldinge heeft gemaakt, dan zouden Wy zeer zeker mede van begrip wezen, dat de qualificatie, in de voorfz. Publicatie vervat, volgens de meer dan praefumtive intentie van U Ed. Groot Mog. zelve, niet zoude kunnen of behooren te werken , maar dat de zaak als dan onderzogt zoude behooren te worden in een Ordinair Proces , en dan zoude O is mede niets aangenamer zyn, dan overtuigd te worden van des Geaccufeerdens onfchuld, voor al in re tam gravi, en daar de ftraffe zoo rigoureus zoude moeten wezen ; en byzonder zou het O.is verheugen , wanneer Wy op die manier gelegenheid hadden aan de Ingezetenen van deze Uwer Ed. Groot Mog liefidentie-plaats blyken te geven van uen hoogen prys , waar op derzelver Eer'  STAAT EN OORLOG. i|J Eer en Leven , zoo wel by een Collegie, ah het Onze, gefchat word, als immer gedaan zoude kunnen worden by eenig ander Collegie van Juftitie. Om kort te gaan ; Wy beweren alleenlyk, dat , wanneer 'er termini habiies zyn , om in zulke Extraordinaire gevallen , met volkomene gerustheid van des Rechters Confcientie, de plano en zonder figuur van procés Recht en Juftitie te kunnen adminiflreren, en het welzyn van de Republiek zelve 'er belang by heeft, dat 'er promptelyk geftatueerd werde een Exempel, 'er als dan niets onbillyker en onrechtvaardiger is, dan aan den Souverain zeiven het vermogen te betwisten, om daar toe qualificatien te verleenen. Dit waSj bv voorbeeld, het geval van Mom rand, welke (om hier gebruik te maken van dè uitdrukking in de L. 16. Cod. de pcenis) Sic iit IPSO FLAGITIO DEPREHENSÜS' ERAÏ, ut vix etiam ipfe ea, qua obmiferat, negaré fupTecerii, Zyne misdaad importeerde niets minder dan een direSt attentaat tegen de Hoogheid der Souverainiteit van U Ed. Gr. Mog. Zoo intrepide als dezelve door hem en zyne Complices ondernomen was , zoo boosaartig was by in de volvoering, terwyl zyne Complices zich door de Bediendens van de Juftitie lieten dehorteren , maar hy alleen hartnekkiglvk bleef voortgaan , zoo dat hy daarom, gelyk het Hof zelve erkent heeft, gevat is. En dit gebeurde in eene epocque van tyd, waar in UEd. Groot Mog. zelve gemanifesteert hebben te begrypen, dat alle longeur van Procedures ten hooglten fchadelyk zoude wezen aart het publicque Welzyn. En wanneer dan in zoodanig geval ook daarenboven de informatien van dien aart zyn, dat dezelve den Rechier, als 't ware, noodzaken, om alle twyffciiiigen ter zyde te Hellen, (geI a lyk,  132 ZAAKEN VAN Jyk, indien de nood het vorderde, en Wy Onze Rechterlyhe daden verantwoorden moeiten, nopens de zaak van Mourand , ten duidelykfte zoude kunnen blyken) dan vertrouwen Wy aan yder onbevooroordeeld en redelyk mensch gerust ter overweging te kunnen overlaten, of het niet de uiterfte dwaasheid zoude wezen in zodanig geval mordicus te blyven inhsereren, dat, al was de zaak nog zoo klaar en evident , en de apprehenfie van den Dader gedaan in ipfo atïu, ofwel/» flagranti delicto, een Reen. ter dan evenwel in zulk eene notoire en liquide zaak, en in zulke eene tydsomftandigheid, geene vryheid zou :e hebben, om , by ontftentenis eener in allen opzigte volledige Confesfie van den Delinquant, de plano tn zonder figuur van proces recht te doen, vooral indien daar toe eene qualificatie van den Souverain zeiven tusfchen beide komt, die nochtans altoos vooronderfteld moet worden , indien ze zal kunnen werken, gepaste termen te fupponeren, om daar van gebruik te maken met eene geruste confidentie. Deze denkbeelden, Ed. Gr. Mog. Heeren! hadden Wy Ons gevormt, rdet alleen van U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 18 Maart dezes Jaars met betrekking tot den meergemelden Mourand, maar ook van Uwer Ed. Groot Mog. Publicatie van den 24 daar aanvolgende; en het is derhalven ook volitrekt abulief, dat UEd. Groot Mog. volgens Onze ftellirg , (gelyk het Hof op pag. 30. hunner nadere M;sfive de zaak voordraagt) naar goedvinden in de firma judiciorum verandering zouden kunnen maken, zelfs ten nadeele van de defenfie der befchuldigden in Capitale Deliclen. Behalven dat uit eene herhaalde lecture van Ons geadvifeerde op dit refpecl (pag. 23.) ad oculum blyken zal, dat Wy de Woorden naar goedvinden niet hebben gebezigt in bet afgetrokkene, maar gecombineerd met de woorden frt>  STAAT EN OORLOG. 133 pro rè nata en naar mate, dat de omfiandigheden , zulks , naar het begrip van U Ed. Gr. Mog.; in deze of geene conjuncture van tyden, volstrekt noodzakelyk zouden doen worden. En dat wy 'er voorts (pp pag. 24 ) hebben bygevoegd, dat, hoe zeer het publicque welzyn een promptelyk ftarueeren van exemplen in eene maierie , als deze, naar Ons begrip ten hoogften noodzakelyk konde maken, het Hof zich echter merkelyk bedriegen zoude , wanneer het waande, dat UEd. pr. Mog.", by de quaJificatien , aan Ons verleend , zouden hebben goedgevonden Ons te pelasten, om, zoo maar aanflonds en in koelen bloede de Delinquanten ter Galge te wyzen, zonder den aart en natuur van derzelver misdryf en de omftandigheden die 't zelve verzeld mochten hebben , te onderzoeken; en dat Wy integendeel hebben begrepen , dat Ons wel degelyk van de begaane misdaad op eene overtuigende wyze blyken moest, fchoon 'er geprocedeert wierd de plano en buiten figuur van Proces, gelyk Wy ook de zaak van Mourand, die zelfs, terwyl hy bezig was het voorfz. Attentaat te plegen , en dus in flagranti delicto geapprehendeert is geworden , niet anders dan op liquide blyken hadden beoordeeld. Men objtcieere derhalven aan UEd. Groot Mog., of aan Ons, als Hoogstderzelver Conjiliarii, zoo veel pasfagien uit de Schryvers over het (zoogenaamde) publicque Recht , als men vinden kan , om aantetoonen, dat elk Burger van een Vry Gemeenebest uit hoofde van het Contract, hetwelk de grondflag der Maatfchappye is, recht heeft tot de volledig/Ie verdediging yan zyn Leven, Eer en Goederen voor de Rechtbanken, en dat daar mede zekerlyk niet wel te compasfeeren is het Recht, - om hem het zelve naar. goedvinden (welke woorden men, volftrekc tegen Onze meningen en intentie, uit derzelver verband heeft gerukt) te beneemen. I 3 * Men  134 ZAAKENVAN Men urgere al verder, dat in een Extraerdi* nair Crimineel Proces op vermeende liquide blyken Cwaar voor Verklaringen van Getuigen naar Rechten, niet gehouden konden worden, zoo lang dezelve niet zyn gebragt in forma Jiroban. ti, en de party de vryheid niet heeft' gehad , pm de getuigen, of getuigenisfen te reprocheeren} geene condemnatie behoort te volgen. Men vleije zich eindelyk dat Ons argument tegen het zo breed uitgemeeten bezwaar van de Ingezetenen , by zulk eene manier van Procedeeren,'vooral by een Collegie, als het Onze, namelyk, dat het Hofzoo niet altoos, ten min* fle doorgaans , in deszelfs eigen boezem zoude hebben , om doorpromptitude en vigilantie te pras. yenieeren, en . dus in allen gevalle geene antici, peerende middelen yan UEd. Gr. Mog. nodig had , onder anderen gefolieerd zoude kunnen worden met aan UEd. Gr. Mog., geheel bui. ten propoost, en, zonder dat iets van dien aart door Ons is bygebragt, op eene zeer finguliere wyze (zie pag. 35.) te vragen , of het met de egale wyze van Juftitie te adminiftreeren in een Vry Land, en met de Rechten van Vrye Menfchen, te compasfeeren zoude zyn dat het zou afhangen van de Meerdere of Mindere vigilantie van derzelver Overigheid, of zy techr. tot eene volledige, dan tot een eng bepaalde defenfie zeude hebben? Want, indien men de zaak had gelieven voorteflellen, gelyk ze waarlyk is , dan zouden alle zulke reflexien, waar mede Wy Ons over het generaal in thefi zeer gaarne conformeeren, niet met zoo veel ophef geavanceerd zyn geworden. Over de regul immers is op zich zelve geene quffistie, maar het komt !er op aan, of dezelve in zekere byzondere gevallen, wanneer de nood het vordert, of het publicque welzyn anders daar by pericliteeren zoude, geene limitatie of feftri&ie kan ondergaan? of, om het met de erge woorden yan het Hof te zeggen, (zie pag.  STAAT EN OORLOG. 135 53.) of de Souverain geene zu'ke tX"r9orire voorzieningen kan doen in zeer lin^uliere gevallen , als de evidente noodzakelyhheid zulks ichynt te v^reisfchen ? Dit laatfte , waar -van Wy de adfirmative beweren, fchynt het Hof zelve in medio te hebben gelaten. En dus zullen alle de generalia , die pasfim door het Hof aangevoerd zyi, zeer weinig kunnen afdoen nopens het poinct , waar rp het thans eeniglyk aankomt; terwyl He adfutmie, waar op de evengem. aan UEd. Gr, M> g. gedaane vraag zou moeten berusten , (nam- lyk, dat de auclorilatie, in UEd. Gr. Mog. Publicatie van 24 Maart vervat, alleen aan on Collegie gegeeven zoude zyn , met uitfluitii g van de Hoven en het Gerecht van 's Gravenhage) op pag. 2ft van Ons voorfz. Advis reeds e?ne volvordoende beantwoording, gelyk Wy vertrouwen , gehad heeft, tn wel zoodanig , dat het Hof op pag. 35 hunner nadere Misfive , om zich te redden,'heeft moeten overgaan tot eene zeer finguliere uitlegging van dezelve Publicatie, namelyk dat de voorden bï proeven* t1 e daar in zouden ABUNh.rkn; ua welke vreerode manier van Wetien uittehggen nter alleen ftrydig is tegen de reduien , quod Leges benignius fint interpretanda, ut voluntas ent urn conferietur, & quod in ambigua voce Legis ea potius accipienda fit fignificatio, qu/ë vitio caret cum etiam voluntas Legis ex koe colltgo posfit; maar ook , voor zo veel 'c gevolg betreft , dat men daar uit zou willen haaien, tegen de maxime van het Hof zelve, dat (in alle gevalle) de insluiting van het een de uitsluiting van het ander niet medebrengt, war roede Hun Ed. Mos, rp een auder rtfptct (zie Pag. 17.) goedgevonden hebb.n de ju tesle van Ztker railonnement, aan Onze zyde gemaakt, op eene vry onaangenaame wyze le carpetren. 1 4 Wy  i36 ZAAKEN UN Wy erkennen ondertusfchen zeer gaarne, dat zulke extraordinaire dispofitien, waar over alhier quaestie is , altyd maar temporair kunnen v/ezen, dcch geenzints voor nu en in het vervolg, en van nu voortaan; ?elyk het Hof op Pag. 53 der Remonftrantie yan den 8 April gezegd heeft, uat ten deezen opiichte in de AuElorifatien, waar over men klaagde, • gevonden /,oude worden. M".ar Wy inhjereeren nogmaals, dat het niet dan ydele declamatiën zyn , wanneer het Hof z-% van die> uitdrukkingen prevaleert, om daar uit eere ptaetenfe akeligheid der gevolgen te de. riveeren, indien de voorfz. Auclonfatien bleven voetwerken. Dit vertrouwen Wy op Pag. 25 en 26 van Ons meergem. Advys zeer klaar betoogd te hebben. En het is, naar Oize gedachten, een bloote ecbsppade, die men Vr nopens de Publicatie van 24 Maart op gevonden heeft, namelyk dat wy over 't hoofd zouden htbben gezien, dat die woorden van nu voottaan , daar in zo wal gevonden worden , als de woorden nu en in het vervolg in de Publicatie van 23 February jongst' leden. Wrant in de Publicatie van 24 Maart zyn de woorden van nu voortaan niet geinfereert in de daar by voorkomende Auctorisatie, (zo als het Hof beweerd) maar in de voorafgaande pe'iod"s.. contineerende: 1. het vertrouwen van UEd. Groot.Mogende dat elk en iegelyk der • Ingezetenen van deeze Uwer Edele Groot Mogende Refidentie-Plaats zich van toen voortaan ten zorgvu'digften zoude wachten, van zich an~ dermaal tegen de Souveraine Befluiten van Uwer Edele Groot Mog. Vergadering te verzetten; en s. de vermaning , om zich inzonderheid als gehoorzame Ingezetenen aan Uwer Ed. Groor Mog. Soirersine hevelen, vooral aan de zodaniger», die UEd, Groot Mog. tot eer en-luister van * Hoogst»  STAAT EN OORLOG. ?37 Hoogstgemelde Vergadering noodzakelyk oordeelden te gedragen , zonder zich van toen voortaan op eenigerhande wyze met woorden of caden daar tegen te verzetten: Behalven dat dezelve Publicatie, g?lyk 't Hof zelve gepenetreerd heeft, alleenlyk relaüef is tot de daar by fpeciaal gebuteerde gevallen, en geenzints tot al het geen verboden is gewerden by de anterieure Publicatie van den 23 February ; welke laatstgemeïde Publicatie, (om zulks alhier in 't voorbygaan optemerken) of wel de auctorifatie, daar in voorkomende, waar by de Commisfie van Uwer Ed. Groot Mog. Advocaat-Fiscaal by Ons Collegie , die te voren fpeciaal en temporair was, generaal en perpetueel is gemaakt, door bet Hof op verfcheide refp<-cten geconfundeerd is met de auctorifatie , die gevonden word in de Publicatie van den 24 Maart daar aanvallende, en ook zeer ten onrechte door Hun Ed. Mog. (op pag. 34.) is voorgedragen , als veel verder geëxtetideert te zyn , dan het Articul van Onze inftructie medebrengt ; dewyl al het daar by verbodene enkel en alleen relatief is tot de materie van Muiterye en Oproer, en het zich als van zelve wyst, dat, indien UEd. Groot Mog. het einde hebben gewild , men dan ook met weinig gratie aan Hoogstdezelven de faculteit zoude betwisten tot het daarftellen van de media, om dat einde te bereiken : Om niet te remarquerenj dat het zeer zonderling is nu ook al te gaan querelleren dat ge. deele der Publicatien van den 23 February jongstleden, aangezien daar over tot dus verre geene quasstie is geweest, evenmin als over de Publicatien van den 23 February en den 9 September des voorleden Jaars; en het bovend.tn ook nauwlyks te begrypen is, waarom men in de dispofitien van de beide laatstgemeïde Publicatien berust heeft, en nochtans zoo een merkejyk bezwaar fielt in die van den 23 February 1 5  13» ZAAKENVAN dezes lopenden Jaars, ten ware dat het Hun Ei. Mog. onaangenaam geweest mochte zyn, dit Ons Collegie daar by aan Uwer Ed. Groot Mog. Advocaat-Fiscaal als de Rechtbank is aangeweczen, voor welken hy het Recht der Hooge Overheid bv praavenrie zoude hebben te handhaven , waar yan in de beide vorigen geene mentit was gemaakt; gelyk in den Jaare 1073 mede her geval, was van den Advocaat-Fiscaal Ruysch, uitwyzei s UEd. Groot Mog. Refolutie van den 9 May 1673. , dan het geen by Hoogstderzelve Rf/olut/e van den 13 September daaraanvolgende erepareerd is , zonder dat het Hof, fchdofl da r van in Authentica forma kennisfe gehad hebbende , zich ooit daar over beklaagt heeft, en waar toe in dit geval nog minder reden zoude zyn , als in het evengemelde geval van den Advocaat-Fiscaal Ruysch, vermits, op zyne Repraefentatie , aan denzelven wierd aangewezen eene Judex vere Delegatus , daar Onze aan den Advocaat-Fiscaal by praaventie toegewezene Rechtbank, ten regarde van Muiterye, Oproer, en wat dies meer is, wettiglyk geconftitueerd is geweest van de grondlegging der Republiek af, en daar toe gemunieerd is met eene fptciale Inftrubïie, welke van den Jaare 1590 af, tot den huldigen dag toe, hier omtrent in het wezen der zake geene de minlte verandering ondergaan heeft, zoo als hier boven breder is aangetoond , waar toe Wy de vryheid nemen Ons hier ter plaatze te refereren. Voor het overige (om weder te keeren tot de Publicatie van 24 Maart) hadden Wy op pag. 23 van Ons voorfz. Advis eenige voorbeelden opgegeeven, waar in mede op hooge ordre de plano en buiten figuur van Proces is geprocedeerd geweest: Wy zouden 'er", nopens andere materiën, hebben kunnen byvoegen , behalven het 2de en 4de Articul van het Placcaat van Keizer Carel  STAAT EN OORLOG. 135) tegen de Bancqueroutiers , Hun Hoog Mog. Placaat van 20 Oftober 1693 tegens de Vagebonden , Knevelaars , Rovers , Straatfchenders &c het zy vaste Woonftede hebbende, o f niet , te vinden in het Groot Plac. Boek 4 Deel Fol. 507 en derzelver nader Placaat van den 6 January 1707. te vinden in het Groot Plac. Boek j Deel Fol. 762 & feqq; dog vermrs dezelve minder paral'el waren aan Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van 24 Maart jongstleden , hebben Wy de aanhaling derzelve agterwege gelaten , en Ons geborneert tot Exemplen, die Wy vermeenden wat nader by te komen. 't Is waar, Ed. Gr. Mog. Heeren ! dat onder die te vooren bygebragte Exemplen, te weten die van 1672, en 1673, (waar by nog gevoegd zoude kunnen worden eene aanfchryving van Zyne Hoogheid aan Schout en die van den Gerechte van Wasfenaar, de dato 8 April 1673, waar by, in Cas van weigering om ten diende van de Lande naar Alphen te trekken, de ffrsffe van de Galg, zonder eenige Genade, of figuur van Proces, bedreigd is geweest) zommige relatief zyn tot de Militairen , welker fubordinatie het Hof byna despoticq noemt, en dat de meeften der overige plaats hebben gegrepen in tyden , wanneer de Vyand op den bodem der Republicq was; gelyk mede dat dezelve zyn faêia , welke alleen door den dringendflen rood , en het bovendryven van het Peliticq boven het Burgerlyk belang, in gevallen, waar in anders de gantfche Bnrgerftaat perieliteerde , zyn veroorzaakt; ja , Wy erkennen 'cr teffens gaarne by, dat uit zulke in zeer extraordinaire gevallen plaats hebbende exceptien van den generalen regul geene gevolgen tegen de generale maximes eener Vrye Staats -Regeering , en de daar op gebouwde Vryheid van zich in den Burgerftaat voor de Juftitie op de allervolledigfte wyze te defenderen, kunnen getrokken worden. Maar  140 ZAAKEN VAN Masr Wy vermeenen teffens dat bovengemelde O .ze aanmerkingen klaar genoeg evinceeren, dar 'er evenwel termen kunnen zyn voor zulke extraordinaire gevallen, en dat, wanneer de Souverain (aan welken de beöordeeling daar van allee" toekomt) de dadelyke exiftentie daar van ondervind , dezelve dan ook in een tyd van Oproer en Combustie , byzonder als de veiligheid van den S ouverain zeiven daar by zo hooglyk geïnteresfeert is, wel degelyk bet vermogen heeft, om daaromtrent zulke exrraordinaire dispofitien uit!ebienoen , als by Uwer Ed. Groot Mog. meergem. Publicatie ten dezen opzichte , na eene zoo Vadeilyk daar by gedaane waar.fchuwing, vervat is, en dat dan alle Rechters wel degelyk gehou< en en verplicht zyn zich daar na , prfitis terminis habilibus , in Judicando te reguleeren. ■ Ocdcriusfchen hïdden Wy Ons ten dezen regarde tnsgelyks gerefereert tot het geval der in 1696 te Amfierdam te recht gefielde Oproermai< rs , geSllegeert by Wagenaar in het XFlde Deel der aderl. Bist., 63 B. No. 19; maar, vol e^s, het Keggen van het Hof {zie pag. 30.) behoefde roeu flechts intezien deszelfs BePchryying van Amderdam llde Deel, zifte Boek , pag. 2:7 en ai», in O&avo, om uit de Nota /. (waarby ror her Confesfie-boek van 15 Maart I66v tot 9 April ifpfi, folio «95, «96 en 198 verfo gerefereert word) overtuigd te worden , 1 dat die Perfoonen niet de plano en zon- der JIgoür van Procrs (het geen men, om dit met een woord te releveeren , hier en daar zeer ten onrechte als een Synonymum doet voo'komen met het woord Politicquement) maar op derzeivkr Cohfessir n te recht waren gefield. Edoch naar Ons begrip, is de voorfz. pasfage, zeer verkeerdelyk daar toe ingeroepen , om dat de gemelde Nota i blykbaar betrekkelyk is tot de drie Oproermakers, die gehangen zyn op  STAAT EN OORLOG. 141 ot> Frydag den derden February van dat Jaar, en niet tot de beide anderen, welke da,gs te voren reeds des avonds ten 6 Uur en, by toortslicht wierden opgehangen uit een vengfier der ^E^èlyk % Ed. Gr. Mog. Heeren ! hebben Wy gaene zwarigheid gemaakt gehad om 'er bytevoegen, dat mede notabei was het gezegde van Qasfius, te vinden in de Annales Tacttt, Lib. 14. Cap. 44. No. 7. „ Habet aliq 10 ex iniquo omne magnum Exemplum, o.u.>o V contra singulos utilitate P u!' blica rependitur." Maar Wy zyn niet weinig g-Turpreneerd geweest over de exorbitante bitterheid , wan me. de die allegatie op pag. 31. van 't hofs nadere Misfive van den 2 Juny ia beantwoord gewor- ^Eerst geeft men, zonder dat het 'er iets toe doet, of eenige de minlte reden daar toe aanleiding gaf, het gevai op , waarin dar gezegde van Casfius was gebezigd ,alswaauhv vierhonderd MeN>-CHEN en KlNDERt-N, van dewelken het GROOT-TE gedeelte ont wyffelbaar onschuldig was, de slachtoffers geworden waren: . . ' Vervolgens verkiest men de Nederdunjche Vertaling van den Ridder Hooft, in plaatze van den originelen text, waarvan het 0 >gmtrlt niet moeijelyk te gisfen valt ; en , «onder zich te borneren tot het geen enkel en alleen daaruit door Ons aangehaald was , hcth men zich wyders behaagt, met 'er by te voegen de, volgens gemelde Vertaling, even voorbaande woorden, dat fat eenice onnozelen wel het leven zoude kosten, maar met gelyke reden, als wanneer van een heir, dat gevloden hadde, de tiende Man gekneppeld wierd, de dappe- ren ook hun lot stonden; En eindelyk remaiqueeit men op het gezegde zei-  M* ZAAKEN VAN zelve, „ dat daar in lag opgefloten een adveu „ van onbillykheid, dewelke te bedryven beter „ door een HeIDENSCH raadsheer „ mocht aangeraden, dan door Christe„ nen, welke uit eene onfeilbare bron geleerd „ hadden, dat men het kwade niet „mokt doen, Op dat het goede ,, daar uit vol gr, tot een regel, om zich „ daar na te gedragen, bygebragt worden." Wilden Wy, Ed. Groot Mog. Heereu 1 zulk eene handel wyze, naar merites, beantwoorden, het zoude Ons gewisfelyk niet aan flof ontbreken: maar Wy zullen ze liever met die verachting pasferen, welke dezelve verdient, dan Ons begeven in eene reciprocatie van reflexien, waar mede Wy Ons welligt met die van den Hove egaal zouden kunnen ftellen; En Wy remarqueren dus maar alleen , dat, hoe zeer het voorfz. gezegde van Casfius als in het gebruik zeer periculeus zynde , zoo als in dat verfoeijelyk behandelde geval, gelyk mede jn het geen voorkomt by Faber Cod. Lib. IX. Tit. 6. Def. 4. (waar mede dat van den Ru* ward van Putten , voor zoo veel de geadjudiceerde pyniging betrof, vry parallel is geweest) ten duidelykst is gebleken, en hoe zeer het zelve vervolgers niet dan grayisfma oh caufas, en dan nog aan de zyde van een Rechter niet anders , dan met de uiterfte omzichtigheid en met volkomene overtuiging voor zich zelven, kan of behoord in aanfchouw te worden genomen, zoo dat het onmogelyk zoude zyn, dat eene onnozele daar van het onfchuldig flachtoffer wierd, er evenwel, naar Ons begrip, als het fano fenfu opgevat werde, termen kunnen wezen, om daar van employ te maken, gelyk het aan Christenen Overheden en Rechters betaamd ; dewyl men anderzints zoude moeten convoleren tot de aolurdiieit van te (tellen, dat in alle de Exemplen , die Wy hebben bygebragt, zoo door de Lefcislaiive, als Exccutive Macht, meer Heiden* fche  STAAT EN OORLOG. 143 fehe dan Christelyke msximes zouden geadopteerd wezen. Dan het zy Ons vergmt (en hier mede zullen Wy alle verdere hatelyke reflexten pasferen kunnen) nog de eene en andere pasfagien aantehalen uit voorname moderne Christen Schryvers , welke Ons voorgekomen zyn ten dezen refpecte misfchien wel eenige attentie te zullen verdienen. Wy buteren namelyk voor eerst den Raadsheer Wynanis in deszelfs TraStaat de Publicis judiciis § 19 en 20. Preliminarium ; alwaar hy zegt: Adquando proceditur de plano, ac »o» fervato more procedendi ordinario ; quod „ lïcet raro, & fere non uili fupremis Confiliis, „ urgentibusque circumftantiis permittendum , „ aliq'iando tarnen , ubi majus periculum , ac ex morft, ordinisque ordinarii forma, dispen,, dium fequeretur, admittunt Authoris ; atque „ id contingit in Crimine lasfce Majeflatis, in „ Rebellionibus , in feditionibus Exercitus , in commotionibus popularibus, ac aliis repentinis „ Cafibus." Ten anderen het geen door den Profesfor B a n n 1 z a nog voor weinige Jaren geleerd is ii zyne Delineatio Jwis Crim, fecundüm Con~ ftit. Carol. ac Therefi,, part. 2, Lib. 4, Cap. s>9 § 649, 6yo, 653, 65'656, 657 en 658. En laatftelyk bet geargumenteerde door den kundigen Leyferus in Meditat. ad PandeElas % fpecim 573 Med. j. et 8, die nog vry wat verder , dan Wy doen , gegaan hebbende , aldaar beweerd heeft, dat 'er zelfs gevallen kunnen zyn, waar ta Perdwlles geltraft kunnen wordea causfd prosfus inditïd, dan namelyk, quum ex mord judicii pemicies, aut aliquid malum magnum civitati.impendet, et ipfa Reipublicte Principisque filus celerrimdm exfecutionem pofcit; en 'er wyders heeft bygevoegd,^ quaèfliones Jïc formas, Nemo srit vir Bonus, ac Patriae Studiosus, qsji illam non adfirmet. Ter-  14} ZAAKEN VAN Terwyl Wy 'eindelyk nog in het generaal moeten aanmerken, dar de zeer onaangenaame taxatie van Onze gevoelefrs nopens de meergemelde door UEi. G". Mog. aan 0 ;s gegeven qualificatien des te meer onverdiend van wegens , den Hove aan Ons wedervaren is, daar Wy by 't Hot van Ons meergemeld Advys het niet en" kei gelaten heoben by eene opening van Onze gedagten, dat UEd. Gr. Mog. eenvoudiglyk zouden -be horen te perflüeren by Hoogstderzelver Befluiten van den 18 en 24 Maart dtzes Jdars, ouder betooniug van Uwer Ed. Gr. Mos. ongenoegen over de wyze, waar op het Hof zien daar omtrent by UEd. Groot Mog. had uitgelaten, byzonder, zo als Wy op p gtergelar,en.") Maar Wy ook op dat Ons geadvifeerde wy« ders met zoo veele woorden hebben laten vol. gen, „ ten ware U Ed. Groot Mog. niet onge„ raden mochten oordeeleu, om tot wegneming 9J van de fchromelytce vooroordeekn, die zedsrt „ her publiek worden van 's Hofs Misfive de dato 22 Maart jongstleden , by dezen eu „ geenep , byzonder ook tegen Ons Collegie, 3J verwekt fchenen te wezen , (en die vooral • ,, niet verminderd zyn zedert de publiciteit van 5) de Remon/it antie van den 6 April en de na- „ dtt  STAAT EN OORLOG. MS „ dere Misfive van den a Juny daar aar.yolgen* „ de) voor zoo veel des noods nader goedte- vinden en te verftaan, dat Wy van de qua. lificatie , om de plano en zonder figuur van s, Procis voor Ons te doen procederen , con,, form de ware intentie van UEd. Groot Mos.. „ en het begrip, 't welk Wy ons daar van ab initio gefbrmeert hadden, niet anders gebruik zouden maken, dan wanneer zulks , des noods ,, met toeflemming en approbatie van UEd. „ Grott Mog. zelve , voor de Cohfiervaiie van „ de gemcene Rust, of tot eclatante handhaving „ van dfinviolable eer en digniteit van Uwer Ed. Groot Mog. Hoogstaanzienlyke Vergade. 3, ring , en van de Illufire Perfonen , die De. „ zelve Compoferen zullen, zoude worden btvon- „ den VOLSTREKT NOODZAKKLÏK TE ,, ZYN." Eene byvoeging (eenigzints coïüciderende in Uwer Ed. Gr. 'Mog, hier boven reeds aangehaalde Refolutie van den li Maart 1589) welke geheel met fliizwygen door het H »f gcpnvfesrt is; doch die Wy vertrouwen, by UEd. Grooc Mog. en het onbevooroordeelde Pubhek, ten preuve te zullen ftrekken, van de finceriteit Onzer gevoelens , en aan den anderen kant van Onze volkomene bereidwilligheid, om, wanneer Wy, tot 0:is innig leedwezen, andermaal in de hoogstöoaangename verplichting mochten geraken , van in dergelyke zaken de plano en zonder figuur van Procés recht te doen, Onze verrichtingen als dan prsallabel, en v03r dat 'er gefententieert wierde, aan het oordeel van UEd. Groot Moz. zélve te onderwerpen: Wilden Wy Ons nu verder uitlaten over de noodzaak, waar in Wy geweest zyn, om Otze manier van denken en handelen ten dezen nader aan UEd. Groot Mog., en aan de tegen Ons zo fterk geprsejecupterd wordende Natie openteleggen, wy zouden mogelyk ten dien einXXXIL1. dsel. K 4 de  145 ZAAKEN VAN de mutatis mutandis over kunnen nemen 's Hofs geallegeerde defenfie in de zaak van den meer» gem. Pesters, namelyk, ,, dat, indien 'er ge„ tornt wierd aan de faculteit van Hun Ed. „ Mog., om op Notoria, zonder Confesfie (zo als toen het geval was_) Recht te doen , als dan voor alle ondeugende Menfchen de deur ,, zoude, worden geopend, om zonder vreze voor ,, de Juftitie , alles te ondernemen , wat de ,, boosheid van haare harten haar zoude komen ,, optegeeven, nademaal zy dan niet zouden be* ,, hoeven bekommerd te weezen voor eenig Ex„ traordinair Crimineel vervolg van de Crimi„ neele Juftitie , maar die altoos , door het al' „ legeeren van fritole excufes, wel zouden we„ ten te ontkomen. —— Dat dan altoos onder„ nomen zoude worden te appelleeren. —— -Dat „ de Juftitie die altoos heilig behoorde te zyn, ,, telkens in gevaar zoude worden gtbragt, als. ,, behalven de Confesfie van het faclum Crimï» „ nofum, ook eene bekentenis van de Animus „ noedzakelyk was. — Dat ondertusfehen ah ,, omme gedivulgeerd wierd, als of het Hof in ,, die zaak tegen Rechten had gehandeld , en „ een onfchuldig Man, zonder zyne Confesfie, „ fchuldig hadde verklaard; ja dat men elkan„ deren had willen doen begrypen, dat deze be„ handeling van het Hof van zulk een ver uit„zicht was, dat voortaan niemand „ van zyn eer of leven zeker zou„de zyn, als dit niet g e stuit 5, wierd, en menigvuldige andere kwaadaar„ tige uitftrooizeis meer, die hier en daar, na „ elks geneigtheid , minder of meerder ingang „ vonden.1" Maar , hoe zeer Wy tot eene dergelyke re. prtefentatie vry wat meer reden zouden hebben in dit geval, dan het Hof in de zaak van den meergem. Pesters gehad heeft, aangezien het gedrag, door Hun Ei. Mog. in die zaak ge- hou*  STAAT EN OORLOG. 147 houden, door den Souverain is afgekeurd, terwyl het Onze eensdeels een gevolg geweest is van eene fpeciale daartoe aan Ons verleende qualificatie , en anderdeels heeft gediend ter verdediging van de Rechtvaardigheid, zo wel als van de gepastheid van Uwer Ed. Gr. Mog. meer. gem. Souveraine Refolutien; hebben Wy echter vermeend , dat het geheel onnodig was, Uwer Ed. Gr. Mog. reeds zoo veel gevergde attentie daar mede nog langer optehouden, even min als met een breedvoerige rescontre van de hatelyke allegatie, waar van 'c Hof zig in de laatfte plaats op Pag, 55 hunner nadere Misfive yan den i Juny, heeft kunnen goedvinden te bedienen, namelyk : ,, dat Wy nog maar zeer onlangs ia 'i geval van % C. ten Noever, na eene ont- fangene Misfive van Burgemeesteren , Schea, penen en Vroedfchappen der Stad Woerden , ,, met de daad hadden getoond meer respect „ voor de daar by gereclameerde Privilegiën de „ Non Evocando te hebben, dan Wy tegen- woordig begrepen te moeten hebben, nu den ,, Hogen Raad en het Hof die zelfde Privdegien ,, sllegeerden, zo voor derzelver refpeétive on,, derhorigen , als voor alle de Ingezetenen des Lands." Want Hun Ed. Mog. hebben zelfs erkend, dat Onze bevoegdheid, om in dat geval Judicature te exerceren enkel facultatief was , daar dezelve nu integendeel, met betrekking tot de Contraventeurs tegen de voorfz. Publicatien, is geworden Necesfitatis. Behalven, dat het particulierlyk nopens de zaak van Mourand zo vreemd niet geweest zou zyn, mindere deferance aan eene verging van het Hof te toonen, als Wy in 'c voorfz. geval getoond hebben aan den Magiftraat van Woerden , vermits Wy niet alleen toen reeds een en andermaal onaangenaaroe demarches van het Hof hadden moeten ondervinden , maar het bovendien K a ook  548 ZAAKENVAN ook vry zeker was , dat het Hof niet zessreri konde den Ordinairen, Dagelykfchen en Competente» Rechter te zyn van een Burger en Schutter yan 's Gravenhage , gelyk Schepenen van Woerden waren ten opzigte van gemelden ten Noever , en gevolgrlyk hunne Judicature even als Wy (vermits geen van Ons beiden door de Apprehenfie op zig zelve Competent was geworden) enkel en alleen zouden hebben moeten fundeeren op den aart en natuur van het door Mourand begane delict, in hoedanige gevallen, als zynde de Referyatis Principi, Hun Edele Mogende zelfs beweren, dat de Privilegiën de Non Evocando eene uitzondering lyden; zo dat die beide gevallen in geenen dele parallel zyn, en dat van ten Noever althans niet had behoren te dienen tot eene aanleiding, om Ons eenig disrefpetf voor 's Lands Privilegiën de Non Evocando by deze gelegenheid te gaan verwyten. Ondertusichen verhoopen Wy , Ed. Groot Mog. Heeren ! dat Hoogstdezelve de prolixiteit van deze Onze verantwoording, welke , tegen Onze verwachting zoo merkelyk is uitgedyd, gunflig zullen gelieven te veifchonen, en te ge. lyk zorgè zullen gelieven te dragen, dat, wan» neer UEd. Groot Mog. in 't vervolg nodig oordeelen mochten , in materiën van dien aart On. ze Adviefen te requireren, Wy ali dan niet andermaal blootgeüeld zullen kunnen worden aan zulke verregaande onaangenaamheden en proftituiien , als Ons thans van de zyde van het Hof van Holland zyn wedervaren. Terwvl Wy voorts verzoeken, dat Uw Ed. Groot Mog., by Hoogstderzelver dispolitie, Ons wel zullen gelieven aftehouden van Ons dienaangaande met de Heeren van den Hove in eenen verderen Permefhyd, intelaten. Hiermede, Edele Groot Mogende Heeren I Zullen Wy God Almagtig bidden , U Ed. Groos  STAAT EN OORLOG. 140 Groot Mog. te willen houden in Zyne Heilige Protectie. (Onder Rond) Uw Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raden van de Staaten van Holland en West' Vriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve 9 (Was getekend) A. j. ROYER. Aan de Ed. Mog. Heeren Gecomm, Raden van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. Geeft met alle ootmoedigheid te kennen Fran. cols Mourand, gevangen op de Voorpoor* te alhier. , , . Dat den Suppliant, ter zaake van het door hem geperpetreerde attentaat tegens de Hoogheid en Souverainiteit van Hoo^stgemelde Hun Ed. Groot Mog,, door Uw Ed, Mogende by fententie, den 04 dezer Maand gepronuncteert, ter dood zynde verwezen, mitsgaders gecondemneert in de kosten en mifen van de Juftitie, ten zelve dage, door Hun Ed. Groot Mog., op de herhaalde inftantien van de jHeeren Gevaerts, K 3 Bur-  «*P ZAAKEN VAN Burgemmrer| en de Gyzelaar, PenGonaris der Stad Dirdrccllt, dien hy Suppliant in het byzonder beledigt had , aan hem Suppliant is geretireerd de (tralie des doods, en de opgemelde Sententie van Uw Ed Mo?, veranderd in een Eeuwigdutirend Confinemenr. Dat de Suppliant, die eikent heeft en blyft erkennen , dat hy door zyne gepleegde misdaad de flrafle des doods fchuïdig was , zich nooit genoeg kan bedanken voor de Edelmoedige voorfpraak der voornoemde Heeren Gevaerts en de Gyfelaar, en van de Grootmoedige Barmhartigheid van zynen Geëerbiedigden Souverain; dan dat de Suppliant in faveur van zyne beklagens. waardige Vrouw , welke zig in den uiterften nood zoo getrouw aan den Suppliant getoond heeft, en voor zyne ongelukkige kinderen, ook van Uw Ed. Mog., welker rechtvaardigheid hy erkent , eene gratie moet imploreren , om naraemlyk aan hem remisfie der kosten , waar in hy gecondemneerr is, te verleenen; Wtshalven zoo keert de Suppliant zich tot Uw Ed. Mog, , allerootmoedigst verzoekende , dar het Uw Eo. Mog. goedgunltiglyk moge behagen , aan den Suppliant te verleenen Remisfie der kosten en mifen van Juftitie , waar in hy by bovengemelde Sententie is gecondemneert. (Onder ftond) 't Welk doende &c. (Was ger.) F. MOURAND. M. II. VAN SON HENDRIKSZ.  juny; juny, STAAT EN OORLOG. 1786. iji XCII. Misfive van de Magiftraat van Wyk aan de Staaten van Utrecht. In da* to 3 Juny 17 86. EDELE MOGENDE HEERENI Hoe zeer wy geoordeeld hadden, geen geloof te moeten liaan aan verbreide gerugten van Crnnineele Procedures tegens Ons of iemand onzer Burgeren en Inwonejs, gegrond op onze verrigtingen ter mtoerfening van het Regt der Magiftraats beireiling, tot redres van zoodanige overgeleverde poinften van bezwaren, als waar toe wy, ingevolge van een fpeciaal aanfchryven van UEd. Mog., onze Burgeren en Inwoners hebben opgeroepen , en om het welke met onze Burgeren te reguleeren en applaneeren U Ed. Mog. ons ook , door de toezending van het ter Staats-Vergadering uitgebragte Rapport van den eerften September 1784, volkomen bevoegd hebben erkend, zoo hebben wy niettemin tot onze verwondering ontwaard, dat die gerugten te zeer gegrond waren , als zig hier binnen deeze Stad, op den 9.9 May jongstleden, heeft vervoegd een Pander's Hoofs dezer Provintie, om te exploiteren zoodanige Crimineele dagvaardigingen , ook tot Citatien in perfoon , als verleend zouden zyn op drie onderfcheide Requesten, jegens ons en één onzer Burgeren, by den Procureur Generaal dezer Provintie aan den Hove geprtefenteerd ; zoo als by het exploicteeren van de voorfchreven dagvaardigmg ook zoodanig heeft ondernomen, dat wy, ter handhaving van het Regt onzer Stad , zoo in het Civile als inzonderheid ook in het Crimineele competeerende, ons in de verpligting hebben gevonden , om dien Pander, genaamd Johannes Valburg, in verzekering te ftellen en te houden, tot tyd toe dat de grief, daar door aan onze JuK 4 ns-  152 juny* ZAAKEN VAN 1785. risdidtie toegebragt, op eene allesztnts fatisfaftoir* wyze zal zyn weggenomen. En nadien wy düar door de onwederfpreeli haare bewyzen bekomen hebben van de allerverregaandfte demarche van den Hove , als zy ten eerenmale incompetent, en hf weêrwil van de geheiligfte Regten en Voorregten , onze Stad en derzelver Burgeren en Ingezetenen competeerende, de voorfchreven Citatien hebben konnen goedvinden, te verleenen, en alzoo ook in cas Crimineel (ware bet. mogelyk) over ons en onze Burgeren zig een Judicature aantematige'i, waar tegens wy in allen opzigten bevoorregt zyn. Het zal niet nodig zyn, aan CJ Ed. Mog. openteleggen , wat belang yder Burger en Inwooner der Stad en Steden heeft, om bewaard te worden by het Regt, dat aan dezelve, ten aanzien van Civile en Crimineele Rfgtsvorderingen , toekomt, en wat de gemeeflers en Vroedfchappen der Stad Wyk by Duurfteede. In dato 5 Juny 1786. T) urgemeefteren en Regeerders der Stad Wyk by I ^ Duurfteede, van ter zyde zynde ontwaar geworden, dat ter laatst gehoude Extraordinaire Vergadering van de Edel Mogende Heeren Staaten deezer Provintie , een voorftel zoude gedaan zyn, om deeze Stad K j met  i54 juny, ZAAKEN VAN 178^ met Militaire Troepen te bezetten, en dat over dat voorftel op aanftaande Saturdag in eene buifengewoone Vergadering door Hun Eiel Mogende nader ft-ond gedelibereert te worden, en Hun Edel Achtb., overeenkomftig de begeerte der geheele Eurgery volftrekt be» flooten hebbende, geene Geweldaadige bezetting van deezer Stads Territoir te zullen geheugen, veel min te zullen toelaaten, dat eenige Militaire Troepen zich binnen deeze Stad begeeven, maar in tegendeel, onder invvagting van den geduchten byltand van een Rechtvaardig God voorneemens zynde, alle geweld met geweld te keer te gaan, hebben goedgevonden en verItalan de Burgers en Ingezeetenen deezer Stad en der Vryheid van dien daar 'van behoorlyk kennis te geeven, op dat een ieder, vooral de Ingezeetenen deezer Stads Vryheid , in tyds zoodanige befchikkingen omtrent hunne Perfoonen en Goederen zouden kunnen maaken , als zy zouden oordeelen te behooren; en ten einde daar in op a:le mogelyke wyze behulpzaam te zyn, hebben Hun Ed. Achtb. voorders beflooten aan alle die geenen, welke buiten deeze Stad, edoch binnen deszelfs Vryheid, woonachtig zyn, en welke eenige Goederen binnen deeze Stad ter berging en bewaa. ring zouden willen inbrengen, aan te bieden, gelyk Hun Ed. Achtb. aan dezelven daar toe aanbieden by deezen de Groote Kerk deezer Stad of zoodanige andere verzekerde plaats, als Hun Ed. Achtb. nader daar toe zullen doen gereed maaken, en waar van een ieder ter Secretarye deezer Stad de nodige kennis op morgen zal kunnen bekomen, enz. XC1V.  JUEjy, STAAT EN OORLOG. 1786. 155 XCIV. Publicatie van het Hof van Utrecht , raakende den Pander j. valburg, nevens eene Misfive daar toe betrekkelyk. In dato 5 Juny 178Ö. Tjet Hof Provintiaal van Utrecht, doet te weeten: £~i dat by Hun Ed. Mog. de Heeren Siaaten deezer Provintie in confideratie genomen zynde, dat hangende Hoogstderzelver deliberatien over de zaaken van Wyk , behoorde zore gedraagen te worden , dat de Pander Johannes Valburg, als welke alles hseft gedaan en verrigt in officio , niet werde mishandeld, Hoogstgemelde Heeren Staaten by Refolutie van den 'i deezer, den Hove hebben geaudorifeerd, om in cas van mishandeling van den gedetineerden Johanne Valburg door den Pretenfe Magiftraat van Wyk by Duurfteede of op derzelver last, Reprefaille te moogen gebruiken, als meede om deeze Hunner Ed. Mog. Auctorifatie te doen publiceeren , ter plaatze daar het Plof zulks noodig zoude oordeelen te behooren. En op dat hier van geene ignorantie zoude kunnen worden gepretendeert,' zal deeze in het O verkwartier deezer Provintie worden gepubliceerd en affigeerd. (Onder ftond) In kennisfe van my. (Was get.) CORNELIS DE WYS. < EDE-  i5<ï juny, ZAAKEN VAN 1786; EDELE ACHTBAARE HEEREN! Wy hebben, als daartoe door de Edele Mogen'e Heeren Staaten dezer Pfovintie geautborifeerd zynde, op heden een Publicatie gearresteerd, om, wanneer de Pander Johannes Valburg te Wyk by Duurfteede , alwaar by van wegen den pretenfe Magiftraat feitelyk is in arrest gefield, en gehouden word, eenige mishandeling mogte worden aangedaan , repreiailles te mogen gebruiken. Van welke Publicatie wy IJ Ed. Achtb. eenige exemplaren by dezen doen toekomen , zoo om te dienen tot deszelfs informatie, als ter kennisgeving daarvan aan de Burgers en Ingezeetenen van Wyk. Ondertusfchen maken wy gebruik van deze gelegenheid, om UEd. Achtb. vriendelyk , maar tevens op het ernlligfle te vermanen, om den gemelden Johannes Valburg uit den voorfchreven arreste en detentie, hoe eerder zoo beter, te relaxeeren, ofte die relaxatie zoo veel mogelyk ten fpoedigfte te effedtueeren , met overlevering aan denzelven van alle de papieren, welke hem zyn ontnomen, en die alleen in officio onder hem berustsnde waren , en dit ter voorkoming van de Executie van de voorfchreven Publicatie. En hier me. de enz. Gedateert den 5 Juny 1786. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de praefiderende en andere Raden 's Hoofs van Utrecht. (Was gct.) CORNELIS DE WYS. xcv.  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 157 X.CV. Misfive van de Magiftraat van Wyk by Duurftede aan ie Staaten van Rolland en Westfriesland. In dato 8 Juny 1786. EDELE CROOT MOGENDE HEERENI -T^aar wy ons zedert de Refolutie van de Staaten I J deezer Provintie van den 25 February 1784, en de aan ons dien conform gedaane Aanfchryving van den 4 Maait deszelven Jaars, in de verphgting gefield vonden, om meede te concurreeren, ten einde de harmorde en goede order binnen deeze Provintie en onder d-rzelver lngezeetenen te herftellen en te conferveeren, en dus alle oöze Burgeren en lngezeetenen op te roepen, om Hun Ed. Mog. te informeeren, welke Bezwaaren onze Burgeren en lngezeetenen zouden verlangen gedresfeert te zieu; ten einde daar aan , naar den aart der thans plaats vindende confiitutie, konde voldaan worden; hebben Wy, ter voldoening aan het zelve, in de maand July 1784 aan de Staats-Comm.sfr daar toe benoemt, doen overgeeven zoodanige Artikèlen van Bezwaaren, als door de Burgery deezer Stad waren opgegeven en Hun Ed. Mog. concerneer. den. Wy oordeelden by die geleegenheid wel onder het 002 te moeten houden, die Rechten en Voorrechten, welken aan onze Stad, en derzelve Burgery, met opzicht tot de Magiflraats-Beftelhog a hier toekwaamen- zo als wy daarin ook zyn gefterkt geworden, door'het uitgebragte en aan ons vervolgens toegezonden Staau-Rapport van den 1 September 1784, waar bv aan de Staaten alhier geadvifeerd wierd, om, door de Steedelyke Regeeringen met derzelver Burgeryen te doen reguleer en en Applaneeren het aandeel, het welk deze/ven, zoo in de Nominatien, als in de aanftelling hunner Regenten zouden hebben. Na dat di- Puinélen van Bezwaaren, voor zoo veel Hun Ed. Mog. concetneerden, reeds in de maand July 1784 hadden overgelevert, en meer dan een Jaar te  158 juny, ZAAKEN VAN i7S6. vergeefsch op afdoening van dezelven hadden uitgezien, en thans naby een tweede Jaar, evai vrugteloos is afgeloopen , hebben wy geoordeelt middekrwyi ' voor zoo veel onzen post en pligt, ais Leden van de Magiifraat deezer Stad betrof, allereerst te moeten werkzaam zyn, oni aan onze Burgeren te beneemen alle redenen van klagten, en san onze zyde ie prEefteeren alle het geen konde verftrekken tot een grond van Eensgezindheid , en om het onderling vertrouwen tusfchen de refpeclive Staats- en onse Regeerings- Leeden met onze Burgers en Inwooners te bewaaren, te bevestigen en beftendig te maaken. En waarom wy geene 'zwaarïgheid hebben gemaakt, om, behalven het aan ons en onze Burgeren notoir competeerende Recht ook op gronden van het hier voorgemelde aan ons toegezonden Staatsrapport, tot genoegen van onze Bur. gery , en met derzelver vooi kennis te arresteeren zoodanig Reglement, concerneerende de Regeerings-Beftelling deezer Stad , als ons op gronden van'deezer Stads Rechten en Voorrechten toekoomt, eh welk Reglement van Regeering , na verloop van vier maanden daarna, door de Burgery met de Meerderheid van onze Regeerings-Leeden wierd beëcdigt en vervolgens op den 21 Maart deezes Jaars , daadelyk geintrodu' ceert; waar meede wy oordeelden aan het hoofd oogmerk , waartoe de Steedelyke Bezwaaren meede waren opgeroepen , te voldoen, en waar van wy ons niet konden onthouden , als wy nog iemand onzer fpecialyk, voor zoo veel ons Stads-Regeeringsbeftel betreft ons onder eenige Edelyke verpligting bevonden, tot Puncdueele Obfervamie van het door bovengemelde Srsats-Comtnisfie alzoo genoemde onwatige, fchadelyke en drukkende Reglement op de Regeering deezer Provintie , van den Jaare 1674 , en 'er dus niets in den weg was , dat wy aan onze Burgery niet zouden hebben moeten presteeren , het geen wy aan dezelve gehouden en verpligt waren , zonder dat wy konden vermoeden , dat het zelve zoude gedient hebben om een ongelukkig opgereezen verfchilleud begrip over het verfhnd van den Provintiaalen Eed grooter te maaken , ten gevolge dat wy, (hoe zeer onze Stad een in-  juny, STAAT EN OORLOG, 1786. 159 integrerend en Stemhebbend Lid van Staat deezer Provintie is) onze Gecommitteerden, welken met Hun Ed. Mog. daar over niet inïdemden , zedert den 15 July 1785 van de Staats-Vergadering deezer Provintie op eene zeer onwettige wyze , hebben geweerd en te rug gehouden gezien ; en niet tegenftaande alle betoogen ons Recht, en inflantien tot redres daarin niet alleen niet mogen reusfeeren , maar zedert den 21 Miart deezes jaars, ons met de Voorllemmende Leeden, geftarkt door weinige Leeden van de Meerderheid der Stad Utrecht , met dezelve in die onaangenaame fltua» tie bevinden, als wy verpligt zyn geweest, om tot voorkominge van alle onheilen in een breedvoerige Msefive, op den ai April deezes voor te draagen aan de Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provintie, welke zedert met den op-nbaaren druk is gemeen g;mnakt , en waarvan wy vertrouwen , dat U Ed. Groot Mog. zullen geinformeert zyn. Wy hadden gehoopt, dat de voordragt van ons Recht en de wyze , waarop wy door de Voorllemmende Leeden tot dien tyd toe zyn behandeldt geworden onze zaak eens tot liaan zoude gebragt hebben, dan in tegendeel, hebben wy tot ons leedweezen moeten ondervinden, dat de Voorllemmende Leeden , met de weinige Regenten der Stad Utrecht niet af te brengen zyn van zoodanige violente maatregelen, als waartoe haare genoome Refolutie van den 29 Maart deezes jaars en derzelver uitgevaardigde Publicat/e van den 12 April daar aan volgende verftrekt, en waar tegen wy ter Maintien van ons Recht, verpligt zyn geweest ons te hebben moeten verzetten, ten gevolge, dat men wel tegen ons niet aanftonds tot geweldige middelen heeft bellooten, als men onze Stad niet kan betwisten het Recht van Stem in Staat te hebben , en derhalven, dat tegen onzen wil en expres» fe voorkennis dezelve met geen Militie kan bezet worden; zoo als wy op die gronden in onze Misfive, den 24. April deezes jaars aan Z. H., als Stadhouder deezer Provintie daar tegens ook Advertentie hebben gedaan ; dan heeft men konnen goedvinden, om j;gens ons by den Hove deezer Provintie door den Procureur-Generaal te doen verzoeken Crimineele Dagvaar- din-  i6o juny, ZAAKEN VAN i7Cö. dinjen, ook tot Cifatien in Perfoon, a!s meede ook tegen een onzer Burgeren, en beftaan om het exploicteeren van dezelve te onderneemen , door een van 's Hoofs Panders , in prajjuditie en ten nadeele van het ons en o;izer Burgeren competeerende Privilegie de non evocando, boven al in het Crimineele toekomende, als tot fchending van het Terrroriaal Recht , onze Stad corrfpeteerende, zoodanig, dat wy tot Maintien van het zelve Recht, ons in de onvermydelyke noodzaake hebben gevonden, om gemelden 's Hoofs Pander alhier in verzeekering te houden , tot dat de grief ons aangedaan zal zyn gebeetert; dat in plaatze wy ook daar in by ons Rechr van H>oge en onafhangelyke Jurisdictie tegen den Hove zouden zyn gemantineert geworden, moeten wy als de gevolgen van de voorfz. disfentie ondervinden, dat die van den Hove in haare onwettige demarches , tegens ons zyn gefterkt geworden by het Rapport van de Heeren Gedeputeerden Staaten deezer Provintie, met de op den 24 Maart deszes jaars, bv^evoegde Commisfie uit denzelven Hove, ter laatfter Ext;aordinaris Siaats-Vergadering van den , 3 deezer maand Juny uitgebragt, als wy in het zeeke•re gtinformeert zyn, dat het Advies van welgemelde Heeren Gedeputeerden en byaevoegde Commisfie daar heenen (trekt, om de Staats-Leeden te advifeeren om (zoo men zich heeft gelieven uit te drukken) met ons eenen anderen weg in te liaan , en eernge Militie bier lit&r toe te zenden, quafie wel onder die voorzorge van zich met onze Burgerlyke zaaken niet te mogen bemoeyen, en ons als dan, door een Commislie te be• zoeken; dan vinden wy ons verpligt wegens dat voor(tel ons aan U Ed. Groot Mog te vervoegen, als wy, vreezende , dat het zelve voorftel mogelyk door eene meerderheid in de voorllemmende Leden , en weinige S.acis Regenten van Utrecht, als in deczen onze par- j tyen en over onze zaak ter decifis even min als den Hove competent zynde, zoude konr.en worden ter Concluiie gebragt, en wy dus een aanmarsch van Troepen tegen ons te dugten hebben , ons in de noodzaake hebben gevonden a3n UEd. Groot Mog. als onze Boudgenoo.en te moeten addresfeeren, ais wy , met al  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. i6i, alle de Rechten en Voorrechten aan een (temmende Stad van Staat competeerende, met de verdere Leden en Steden deezer Provintie het Verbond van Unie hebben aangegaan , ten einde daar door niet alleen tegen buiten —- maar ook regen binnenlandsch geweld en oneenigheden, bewaard en beveiligt re worden in die Privilegiën , Vryheden, Rechten en Gerechtigheden, als aan ons en onze Burgeren en Ingezetenen toekomen, en welke aan ons door onze Meede-Leden van Staat, ook ingevolge den Staat Eed , (welke het eerfte Arti. kei van de Unie tot fundament heeft,) behoort gepresteert en heilig na gekomen te worden, zonder 0113 daar inne eenige force, geweld of ongelyk te mogen aan doen, a!s ons in zoodanig geval (het welk wy uit hoofden van het voorfz. voorftel vrezen) den weg en het recours tot de gezamentlyke Bondgenooten, en dus ook tot U Ed. Groot Mog. is open gelaaten. — Het is daarom als mede op de bewyzen van vriendfehap en het belang , welke U Ed. Groot Mog. in de zaaken onzer Provincie betoonen te flellen, zoo ter applaneering van de gefchillen , welke noodlottig, zedert eenigen tyd binnen dezelve plaats vinden, dat U El. Gr. Mog. zich gedrongen vonden, by derzelver Misfive van den 9 December 1785 , alle inteicesfie en hulpa niet alleen aan te bieden, maar, dat U Ed. Groot Mog. hangende de Delibeiat en van de Staaten deezer Provintie over dat aanbod , in ons geval ook op de voordragt van veifcheide Genootfchappen en Addres* fen der Burgeren van onderfcheide Steden van de Provintie Holland hebben gelieven te begrypen , dat aanbod niet uit zyn geheel te brengen , en daarom op de voorfz. Addresfen aller gunftigst hebben gelieven te disponeeren, met het doen van eene aanfehryving aan Z H. waar by UEd, Groot Mog. aan Hoogstdenzelven hebben gelieven te verzoeken en te gelasten, geene orders, hoe ook genaamt, te geeven tot het doen marcheeren van eenige Troepen van deezen Staat en fpeciaal van die , welken op de repartitie van de Provintie Holland (taan, naar deeze Provincie, of eenige Steden of Plaaten, in dezelve gelegen; en dat zoo onverhooptelyk daar toe bsreids eenige febikkingsn by Z. XXXIII. DJH'.L. I, H.  *»6a juny, ZAAKEN VAN 1786. H. gemaakt, ofte orders gegeeven waren, dat dezelve dan daadelyk zouden worden ingetrokken en buiten effect gefield. Daar wy ons thans , om voorfz. redenen , in het geval bevinden, dat wy, by circulaire Misfives aan de Bondgenooten, een genoegzaam gelyk verzoek hebben moeten doen , ter afwendinge der gevolgen van eene te vrezen Refolutie op de hier boven gementioneerde voordragt ter inroepinge van den Herken of gewaapenden Arm tegen ons, zouden wy ons , by deeze gelegenheid, aan pligtverzuim fchuldig maaken , als wy mankeerden om U Ed. Groot Mog. onzer allefinrceerften en eerbiedigen dank te betuigen, gelyk wy zulks doen, voor die oprechte en zoo zeer gereede vriendfchappelyke voorzorge, als U Ed. Groot Mog. uit confideratie van de motiven der Addresfen, in gevallen van onze omftandigheid hebben genomen , en met allen fpoed doen uitvoeren ; wy zouden dus aan die zo zeer betoonde genegen blyken van U Ed. Gr. Mog. het grootfte ongelyk aandoen, zo wy één ogenblik in twyffel trokken, dat dezelven thans niet even onverandert by U Ed. Groot Mog. refideerden , en daarom hebben wy geoordeelt, in deeze onze fituatie ons niet anders ten aanzien van U Ed. Groot Mog. te mogen veroorloven, dan met die achting en eerbied, welke wy aan U Ed. Groot Mog., als onzen zo gunllig betoonden Bondgenoot, verfchuldigt zyn, te folliciteeren Hoogstüerzelven aanhoudende vriendfchap en gunfte, ten einde dat ook in het thans fubiifterende geval moge blyven werken die dispolitie, welke U Ed. Groot Mog. ten aanzien van eenigen aanmarsch van Militie ter repartitie van de Provincie Holland ftaande, naar deeze Provintie, of eenige Steden derzelve , bereids hebben genomen, en daar van aan Z. H. kennisfe gegeeven hebben, hoe zeer ook zedert door de Voorllemmende Leden en weinige Stedelyke Regenten op naam van de Staaten dezer Provintie, onlangs aan U Ed. Groot Mog. by Misfive contrarie remonftrantien zyn gedaan, waar van wy vertrouwen, dat het hoog verligt doorzigt van U Ed. Groot Mog. de redenen wel zullen gepenetreert en ingezien hebben. En  juut, STAAT EN OORLOG*. I?8G. 163 En daar wy en onze Burgeren en Ingezetenen ons op U Ed. Groot Mog. hoogst billyke wyze^van denken vertrouwen, en de voortduuring van UEd. Groot Mog. gunfle ons waards eerbiedig verzoeken, beveel'rt wy Ü Ed. Groot Mog. in de profetie van God Almagtig, en zyn edele groot mogende heeren! UEd. Groot Mog. Dienstvaardige Vrienden , iNagebuuren en Meede-Bondgenooten. Burgemeelïeren en Regeerders der S:ad Wyk by Duurfteede. Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) Wyk by Duurfteede den 8 Juny 1786. l. van schaik. XCVI. Misfive van de Magiftraat van Wyk by Duurftede aan de Heeren Staaten 's Lands van Uireclit. In date 9 Juny 1786. » 1 edels m3gende heeren . T"\aar wy door U Ed. Mog. ons op de alleronwettigfte wyze gefecludeert zien van eene extraordio haire Staatsbefchryving, belegt, om op een voorgebragt rapport van Heeren Gedeputeerden, en een bygevoegde Commisfie, in de zake, ons betreffende, te refofveeren , en wel, zoo wy geinformeert zyn , op een Voorftel, by dat rapport gevoegd, tenderende^om met ons eenen anderen weg inteflaan, en wel dien, om Militie hier naar toe te zenden, zoo vinden wy ons verpligt, in de eerfte plaats tegen UEd. Mog. te protesteeren van verkoninge van dat Regt, hec welk aan La on«  164 juny, ZAAKEN VAN ; 178Ö. onze S:ad als een integrerend Lid van Staat toekomt, en mitsdien van nulliteit omtrent alles , dat ter dezer aangelegde extraordinaris befchryving, ook fpeciaal tegen ons, zal worden beflooten. En daar wy mede geinformeert zyn , dat Zyne Hoogheid U Ed. Mog. heeft doen toekomen de Misfive, dié wy aan Hoogsrdenzelven , op den 24 April dezes jaars hebben afgezonden, en dus dat U Ed. Mog. daaruit zullen gezien hebben het Regt, dat onze Stad als een Hemmend Lid van Staat competeert, om , buiten derzelver fpeciaie toeftemminge en expresfe bewilliging, geene Militie, het zy ter repartie dezer Provintie ("waar van wy mede Betaalsheeren zyn) of van de Bondgenooten flaande, naar dezelve te doen marcheeren; zoo inhsereren wy by dezelve middelen en motiven aan U Ed. Mog., en verzoeken, dat U Ed. Mog. wel onder het°oog zullen gelieven te houden , wat aan ons ten dien opzigte als een ftem hebbende Stad in Staat toekomt , en dat U Ed. Mog. in praejuditie van onzer S.ads en der rtfpeétive Stedelyke Regten dezer Provintie, tot het inroepen van Militie, tegen ons niet zullen gelieven te concluderen, alzo wy in een onverhoopt contrarie geval aan U Ed. Mog. (even als aan Zyne Hoogheid is gedaan) moeten declareren, dat wy allen aanmarsch en aannadering van Militie naar deze Stad, en het betreden door dezelve van het Territoir en Vryheid van dien , buiten onze voorkennis en expresfe bewilliging, zonder onderfcheid, waar die Militie gerepartieert is, zullen houden voor een attentaat van geweld, en het welk wy dan ook met alle mogelyke geweldige middelen zullen afkeeren. Wy vertrouwen dus, dat U Ed. Mog. wel zullen gelieven te bezeffen , welke de gevolgen van een uittebarften Burger Oorlog konnen zyn, waartoe wy ten onzen opzigten bereids moeten nemen de Publicatie, door of op den naam van 'c Hof Provintiaal , den 5 Juny jongstleden, gearresteerd , zoo men die beftaan neeft, volgens deszelfs teneur, in het O verkwartier te affigeeren. Wy protesteren daaromme tegen U Ed. Mog., van 't vergieten van Burgerbloed onfchuldig te zyn, als wy ter bewaaring en beveiliging van onze Reg-  jony, STAATEN OORLOC. i?86. 16$ Regten verpligt zyn, alle geweldige middelen tegen ons te rescontreren met zodanige onaangenaame en nadrukkelyke middelen, als men gewoon is, alleenlyk in de gevallen van openbaar geweld, tegen zyne vyanden te appliceeren. Waarmede wy in dat vertrouwen U Ed Mog. bevelen in de befcherming des Allerhooglten, en zyn edele mogende heeren 1 U Edele Mogende goede Vrienden, Burgemeelteren en Regeerders der Stai Wyk by Duurfrede. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) Wykby Duurflede den 9juny 1786. l. van schaik. XCVU. Rapport en Refolutie van Burgemeefleren en Oud- Burgemeefteren van Utrecht, raakende de zaak van Wyk by Duurltede. In dato 9 Juny 1786. Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, zoo veel de kortheid des tyds in eene zaak van zoo ctelicaten aart, en uit hoofde der gevolgen van zoo groote importantie , heeft toegelaten , in overweeging genomen hebbende het poinct van befchryving der extraordinaire Staats-Vergadering van den 3 dezer, de ampele ouverture van het verrigtte der Heeren Hun Ed. Mog. ordinaris Gedeputeerden in de zake der Stad Wyck , met het geene daarby voor conlideratie word gedeclareerd; — mitsgaders de Misfive van Heeren Regeerders der Stad Wyck, aan Heeren Gedeputeerden gefchreeven, door Hun Ed. Mog. ter zeiver Vergadering ingediend, — dus, zonder fpeciaal en gedetailL 3 leerd,  166 juny, ZAAKEN VAN 1786. ïeerd, zoo als het gewigt der zaak anderzints wel fchynt te vorderen , ie hebben kunnen nagaan alle de poinélen , by dezelve vervar , en daarom niet alle dezelve intredende, maar veele aan haare plaats latende , * hebbïn Heeren Burgemeefteren en verdere Gecommitteerden ter befchryving verzogt en geauthorifeerd, ter naas'komende gecontinueerde Extraordinaris Vergadering der Staaten voor Stads fentiment te declareeren t Dat Hun Ed. Gr. Achtb. in aanfchouw genomen hebbende dat geene, 't welk aanleiding tot het voorgevallene te Wyck heeft gegeeven , namentlyk, hoe over een zeer geruimen tyd een algemeene klagte en kreet der Ingezetenen is opgegaan, over verkorting en verduiftering hunner aloude Regten en Privilegiën, in zoo verre, dat Hun Ed. Mog., ten einde na gedaan onderzoek de wettige bezwaren derzelve Ingezetenen te kunnen remedieeren , eene Commisfie van negen Heeren uit het raidden van Hun Ed. Mog., ter onderzoek dezer zake, en ter advifeering der gepaste middelen van redres , hsbben benoemd. — Hoe inmiddels de Ingezetenen wettig zyn opgeroepen , om hunne bezwaren imeleveren"; hoe dezelve ingediend, en by voornoemde Staats-Commisfie rypelyk overwogen zynde, door dezelve aan Huu E l. Mog. is gerapporteerd, dat veele dier bezwaren volkomen gegrond bevonden hadden , met opgave van zoodanige nodige middelen van redres, welke in dezen de gepaste geoordeeld waren. — Hoe dit békend geworden zynde by de Ingezetenen, het vurigfte verlangen heeft te wege gebragt, om hunne by eene plegtige Staats-Commisfie van de oudfte Heeren van de drie Leden van Staat voor wettig verklaarde bezwaren, nopens verkorting in hunne aloude Regten, Vryheden en Privilegiën, wel fpoedig te zien geremedieerd. — Hoe niettegenftaande dit alles , terwyl met een taay geduld daar naar wierd gereikhalst, na verloop van een zeer geruimen tyd , nogtans door voordurende dilayen niets daaromtrent verrigt wierd. Hoe dit, (?t geen natuurlyk is in eene Natie, welke van ouds-her ten uiterlten is gezet geweest op de behoudenis haarer Regten, Vryheden en Privilegiën, in goo verre dat buime Voorvaderen hun goed en bloed  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 167 seredelyk voor dezelve opgeofferd , en zig dieswegens de ysfelykfte rampen getroost hebben) hun onvergenoegd en gemelyk heeft gemaakt, en by vervolg van tyd onverduldig heeft doen worden, defespereerende eindelyk, als of men , hoe zeer ook hunne bezwaren door eene Staats-Commbfie voor gegrond verklaard waren , en zy hunne Regten , Vryheden en Privilegiën, ten fterkften reclameerden, echter niet van zins waren, daar eenige redresfen in te maken, en dat zulks vooral plaats heeft gehad te Wyck. Dat Hun Ed. Gr. Achtb. vereer 111 aanfchouw genomen hebbende , hoe de Regeering der Stad Wyck opentlyk declareert, alles gedaan te hebben, in de perfuafie van daartoe gehouden te zyn uit hoofde van hun gedaanen Eed ter handhaving der aloude Regten, Vryheden en Privilegiën hunner Stad, waarvan zy meenen, niet te kunnen afgaan , dan ten koste van hun goed en bloed. Zoo dat al genomen, dat men m deze omflandigheid van zaken, in yver en drift , de menschlykhe'id zoo zeer eigen , te verre gegaan ware, nogthans word geverfeert in de termen van een quaestie over de Regten, Vryheden en Privilegiën der Stad Wyck ; en dat in 't geval, hier voren gemeld , van algemeene kreet en doleance wegens verkorte en verduifterde Regten, Vryheden en Privilegiën, Opróeping der bezwaren, en dieswegens, gegrond verklaring derzelver klagten door eene S'.aats-Commisfie, zonder dat daarinne na verloop van zoo een zoo langen tyd eenig het minfie redres is gemaakt. Hun Ed. Gr. Achtb. derhalven, om alle voorgemelde redenen vermeenen, dat deze zaak in deze omftaiidigheden, en in de termen van een different tusfchen de Staaten en de Stad Wyck, niet gefchikt is tot het inbrengen van Militie binnen de Stad Wyck, om onder bedekking van dezelve de zaken aldaar door eene Commisüe te herflellen , conform het begrip van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten, volgens 't gunt door Heeren Gedeputeerden cafu quo, tot, indien de Staaten zulks nodig mogten cordeelen , ter befchryvinge voor confideratien hebben gedeclareerd. — Dat ook het employ van Militie in Burgergefchillen, te meer in L 4 ver-  168 junv, ZAAKEN VAN i?ö2. veiTchiüfln tusfchen intejrreerencle Leden van Staat, op zig zeiven genomen , .een te fterk en ongepast middel is, en by de Ingezetenen zeer gehaat; maar daarenboven, in 't geval in qucestie, en in de jegenswoorde ltfnatie van zaken , en gefteldheid der gemoederen,-vau roodanice gevolgen zonde kunnen zyn , waarvan men wel het begin , dog geerizmts het einde a priori kan nagaan, veel minder bepalen, of hetzelve niet mogelyk na zig zoude kunnen (Iepen de riiï'ne der geheele Provjntie, door'binneniandfehe verdeeldheden en twisten, die daardoor al meer en meer zouden aangeftookt worden. Dat ook, hoe zeer men door circulaire brieven aan de B'-mdgenooten , en op de kragtigfle wyze aan de Lnïrezcteneu verzekering mogte Reven van het zuiver oogmerk van het employ der Militie, in dit geval hetzelve nogtans , uit hoofde van het wantrouwen der thands zoo zeer onfruste en geanimeerde gemoederen , niet zal kunnen beletten het formeeren van allerlei fuspicien , die veelerlei verwarringen en onheilen, in cas van oppolirie , kunnen veroorzaken; waaromme Hun Ed. Gr. Achtb. van opinie zyn, dat het niet raadzaam is voor Hun Ed. Mog., daartoe te refolveeren, maar integendeel Hun Ed. Mog. een middel dienden te etnployeerden, dat Hun Ed. Gr. Achtb. voorkomt, verre boven het eerstgemelde preferabel te zyn, r.amentlyk , raar nu de Heeren van 't eerlte Lid van Staat door beide de overige Leden zoo dikwerf, en nu op deze extraordinaire befchryving zoo ferieus zyn verzogt en r angernasnd, om "eindelyk eens meede te con. eurreeren tot het befoigneeren over de nu reeds zoo lang ingcro-?pene bezwaren der ingezetenen, Hun Éd. Mog, nu dadelyk, en zonder langer uitftel , tot dat zoo lang gewenschte werk ter fpoedigfte afdoening dienden toetetreden, waardoor de ontiuste en'genoegzaam defespereerende gemoederen tot meerder bedaardheid zullen worden gebragr. Dat betrekkelyk de Stad Wyck, Hun Ei Mog. na hunne hooge wysheid , voorzierigheid en edelmoedige Gemagiigheid, alle andere conhderatien postponeerende, aan dc confervatie en heiltelling der Rust, Eensges-  juny, STAAT EN OORLOG. 3786. 169 gezindheid, Vertrouwen, en .algemeen Welzyn der Ingezetenen, en aan de voorkoming van alles, wat daarin verder en grooter nadeel zoude kunnen toehrengen, dienden inmiddels by proviiie te furcheeren de aldaar eeënthameerde Citatien (waardoor de ongelukkig gedetineerde Pander van 't Hof Provintiaal uit zyne be» klagelykfte fi.uatie zoude gered worden); wanneer Hun Ed. Mog. vervolgens in de zask van Wyck zouten dienen te amplecleeren het middel van interceslie der hooge Bondgenooten , Hoogstdezelven by circulaire Misfives daartoe inviteerende, ten einde alzoo deze zoo ongelukkige ontflaane twist, met de Stad Wyck, door de zagtlte weg van tuslchenfpraak, by de Unie reeds voorgefchreeven, en meer gefchikt na den aart en denkwyze der Ingezetenen van onze vrye Republiek, op eene amicale wyze uit den weg geruimd, en de Rust , Vrede , en 't onderling vertrouwen weder herfteld moge worden. XCV1II. Antwoord van de Magiftraat van Wyk by Duurltede aan het Hof van Utrecht. In dato 9 Juny 178Ö. edele, erentfeste, hoog geleerde heeren 1 Wy zyn door het Geregt berigt, dat een fchamele 'Boodfchapper aan den Heer eerften Burgemeelter dezer Stad heeft overgebragt een paket, waarin by de opening bevonden zyn eenige gedrukte bladen, zynde Examplaren van een gefchrift, geintituleerd Publicatie, welke UEd. Hoog Gel., ingevolge van eene voorgewende , en dus pretenlë authorifatie van Staatt-Leden, die zig noemen de Heeren Staaten dezer Provintie, op den 5 Juny jongstleden zoude zyn gearresteert geworden, met zekeren bygevoegden brief, tot onderfchrift hebbende de Prajfideerende en andere Raaden 's Hoofs van Utrecht , ter Ordonnantie van dezelve, en ondertekend CornelU de Wyt. Wy zyn uit het gebeurde in vioegere tyden ge, L j noeg  170 juny, ZAAKEN VAN 1786. noegzaam onderrigt, hoedanig het Hof Provintiaal 'er altyd op toegelegt heeft, om zig op alle wyze meefrer te maken van Stad en Steden in derzelver Territoriale Regten , en de uitoeffetiing van haare regtsplegingen , zoo in het Civile, sis byzonder ook in het Crimineele te verkorten, en te benadeelen, invoegen dat Stad en Steden te meermaalen tegens het inbreken op die haare Regten door die van den Hove de allerferieufte en efficacieufte middelen hebben moeten emp'oyeeren , tot zoo verre zelve, dat de hooggaande licentie van den Hove in het verleenen van onwettige Crimineele dispofuien , zoo tegen Regeerders als tegen Burgers van Stad en Steden , niet anders heeft kunnen beteugeld worden, dan met her dadelyk apprehendeeren zelve van den Procureur-Generaal, Subftituut Procureur-Generaal, Deurwaarders, Panders, en Dienaars van den Hove, en de correéHen, dezelven aangedaan, waarvan de menigvuldige geëxteerd hebbende gevallen te omllagtig zyn , om dezelve by herrinnering aan U Hoog Gel, (die van dezelven niet onbewust [kunnen zyn_) alhier optehaalen, als wy alhier daarvan alleenlyk vermelding maken, ter betoog, dat het by U H. Gel. voor geene zoo ongewoone zaak kan gehouden worden, dat de een of ander Suppoost van het Hof, ter beteugeling van U H. Gel. onwettigs dispofitien, en ter confervatie van Stad en Steden Regten, meer dan te veel in apprehenfie gefield, en in derzelver Perfoonen de onbehoorlyke ftappen van U H. Gel. zyn gecorrigeerd geworden , zoodanig, dat men eens eindelyk zoude hebben mogen vertrouwen, dat U H, Gel. eens voor. al toe het befluit zouden gekomen zyn, om het empieteeren op S:ad en Steden Regten vaarwel te zeggen , en U H. Gel, in de uitoeffeninge van de administratie, aan U H. Gel. gedemandeerd, zig enkelyk en ftriftelyk te bepalen tot de kennisfe van die zaken, en die zaken alléén, welke aan U H. Gel. zyn voorgefchreeven geworden, en dus dat U H. Gel. zig wel zouden gewagt hebben , om , onder wat voorwendzel ook van prerenfe authorifatien, U H. Gel. te doen opwerpen als incoaipetente en prtetenfelyk gedelegeerde Regters, ook ter daarftelling van zoodanige genoemde  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 171 PuWicatien, als waartoe U H. Gel. door eenige authoritien hoe ook, van hen, die zig in dezen pret». lyk Staaten noemen, niet ^»6efflW?J,°trd^ als wv niet min integreerend Leden van Staat, en m,efters van U H. Gel. zyn, als die^Leden, welke ^fSoI erd hebben, U H Gel. pretenfelyk en zeer Sn Sgte tegens ons c>o U H. Gel. zeggen) te aUWvifv?rfeêren dus in een geval, dat ons Geregt, voornamentlyk beftaande uit Magiltraats Leden, even Sn ali wy, zig met ü H. Gel , wien wy m dezen S eeere wyze erkennen, konnen irilaaten-ten ware SS iSie en het geweld, waartoe U H Gel geoor. deeld hebben, zig tegens ons te moeten laaten gebruiken or> eene allezints voldoende wyze door U tl. Gel. zuilen zyn gebeterd, en ^ grief, ons aangedaan volkomen en na ons genoegen zal zyn herfteld, t welk wy vertrouwen, dat fpoedig zal gefchieden, en du, dat U H. Gel. ons buiten de onaangename onhandigheid zullen houden, om in den Perfoon van den Pander te maintineeren, dat Regt, 't welk ons competeert en waartoe te meermaalen, tot confervatie van Stad'en Steden Regten, is geprocedeerd geworden. En hiermede ( Edele, Eretttfeste, Hoog Geleerde Heeren, Beveelen wy U Hoog Gel. in de befclierming des Allerhoogften. Uw Hoog Gel. welmeenende Vrienden, Burgemeefteren en Regeerders der Stad Wyck by Duurltede. Ter Ordonnantie van dezelve. WyckbyDuurftede (Was ger.) den o luny 1786. yj J ' L. VAN SCHAIK. XC1X.  172 juny, ZAAKEN VAN 178(5. XCIX. Misfive van de Burgery en Gezweorc* ne Gemeente te Hattem aan den Erf* fiadhouder. In dato 13 July 1786. DOORLUCHTIGE HEER ERFSTADHOUDER! • De Burgery nevens de Gezwooren Gemeente der Stad Hattem , hebben de eer aan Uwe Doorluchtige Hoogheid by deezen te declareeren, dat reeds zedert den tyd van byna een Jaar, de vervuliinge van eene Scheepenftoel ,' met het afderven van wylen den Heer B. J. Daendels, in de Maand July des voorigen Jaars opengevallen , te vergeefsch hebben te gemoet gezien, en <'aar op gewagt; waar bv voor eenigen tyd door het fubite overlyden van den Heer Scheepen Wy r.en , nog een tweede plaats is komen te vaceeren, welke meede nog onvervuld is, het geen Uwe Doorluchtige Hoogheid zeer gemakkelyk zult penetreeren , ten hoogden, praejudiciabel aan onze Stad te zyn; aangezien hier door veele zaaken in het eerde Lid van de Regeeringe , door de weinige Magidraats Leden , die geenzins allen nog geduurig ter Steede aanweezig blyven , onafgedaan, en van tyd tot tyd verfchooven worden , zodaanig , dat zelfs de geheele Juftitie in handen is van drie Heeren Burgemeesteren, waar van egter de uitfpraak over het Leven, de Eer en de Goederen der goede Burgery moet afhangen ; offchoon volgens eene conftante gewoonte in Gelderland, voornaamelyk in de Stad Arnhem en te Hattem by Refolutie te regte bepasid is, dat niet minder dan de Meerderheid , gelyk alhier vyf Leden van de agt uitmaaken ; tot het formeeren van eene Conclufie moeten prsfent zyn ; en hoe zeer nog de directie alhier aanloopt tegen de Grondwetten , kan afgenoomen worden uit de nood- zaa>  jony, STAAT EN OORLOG. 1786. 173 zaakelykheid, waar in zich de Gemeente onderfcheidene reizen bevonden heeft, tot zoo verre, dat dezelve noz onlangs door de afweezigheid der Magiftraat, meuweT Leden ad interim heeft moeten nomineeren tot hec waarneemen der Juftitie, welke anders geheel en al zou hebben moeten itil ftaan, en op Gods genaade heenen dobberen. c, ... Uwe Doorluchtige Koogheid zich uit hoofde van het Regeerings-Reglemént des Jaars 1750, gechargeert vindende met de aanltellinge van de Magiftraat binnen onze Stad , oordeelen de Burgerye nevens hunne directe Reprefentanten, de Gezwooren Gemeente, dat de vervulling der gemelde openftaande plaatzen geen langer dilai of uitftel zal kunnen lyden, te meer, wyl zulks regelre°t ftrydig is met de eenige wettige Stads Reglementen0, en aloude Confiitutie, waar by toch met ronde woorden vermeld ftaat: „ dat alle Vacatuuren in den Raad binnen den tyd van een Maand , of zes 1' weeken zullen moeten werden vervuld. Deeze redenen en motiven zullen by Uwe Doorluchtige Hoogheid , zoo wy vertrouwen , van dat gewigt en aanbelang gefchat worden, dat hoe eer hoe liever, ten minften voor den afloop van deeze maand , Uwe Doorluchtige Hooghaid aan de begeerte der Burgery en Gezwooren Gemeente voldoen zal, aangezien anderzins dezelve zich genooddrongen zullen vinden, om, tot voorkoming van alle Regeeringsloosheid, en om niet langer het bellier en de manience door zulk een klein getal van Perfoonen te laaten uitoeffenen , alle zodaanige middelen te beproeven en in 't werk te ftellen , die de Wetten deezes Gewests en van onze Stad ons'zullen aan de hand geeven. De Gezwooren Gemeente en Burgery hebben niet willen nalaaten , alvorens die nog in te flaan, Uwe Doorluchtige Hoogheid nogmaals en ten laasten by deezen tot de fuppletie der vootfz. Vacatures op het vriendelykst aan te maanen , ten einde Uwe Doorluch. tige Hoogheid en de geheele Natie verpligt zullen zyn den rechtmaatigen handel en 'c gedult der Gezwooren Gemeenten en Burgery te erkennen. Hier  i?4 juny, ZAAKEN VAN 1786. Hier meede Uwe Doorluchtige Hoogheid in Godes Heilige Protedlie aanbeveelende, zoo verblyven doorluchtigste heer erfstadhouder ! Uwe Doorluchtigfte Dienstwillige Dienaaren De Gezwooren Gemeente der Stad Hattem,. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) j. h. van dyk, Scriba. h. meylink, Scriba. De Burgery der Stad Hattem, en op lpeciaale last van dezelve. (Was get.) g- w. VAN barneveld. ant. BARNI'.VEl d. C. j, vinkenbrink. n. auckus. Hattem den 13 Juny 1786. C.  JUNy, STAAT EN OORLOG. if86. 175 C. Publicatie der Regeeringe van Wyk by Duurfteede, raakende de beveiliging der Stad. In dato 19 Juny 1786. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurfteede met genoegen .geïnformeerd zynde, hoe verfcheide lngezeetenen der byzondere Provmtien gedeclareerd hebben, geneegen te zyn, om deeze Stad fn Burgery, als het nood zal zyn, volgens het Verbond der Unie, tegen alle geweld en overheerfchmg, S deszelfs Steedelyke Rechten te komen verdeedigen l befchermen; doch dat die braave Nederlanders.gaarn vooraf eenige verzeekering hadden van de proteft e der Sa laat deezer Stad, van welke zy, in geval van Sanige adfiltentie behooren te jouisfteren, hebben na lyne Deliberatie goedgevonden en verftaan, gelyk Hun Ed Achtb. goedvinden en verttaan by deezen , „ dat een iegelyk, welke ter zaake voorfz. zich herwaards " naar deeze Stad zal begeeven , met alle mogelyke " motectie van de Magiftraat en het gewoone Burger" Recht deezer Stad, lal begunftigd en van het noo" diee Logement en Alimentatie zal voorzien worden, " en dat bovendien alle dezelve, des begeerende,.tien W Stuivers daags tot hun verder onderhoud genieten " ÏÏen '' en eindelyk, „ dat de Gekwetften, mits" gaders de Weduwen en Weezen der Gefneuvelden, " hun leeven lang geduurende, behoorlyk zullen on" Souden wordel » terwyl de Magiftraat deezer Stad genoegzaame voorzorg , omtrend een bekwaame voorraad der noodige Levensmiddelen zal in het werk ftellen qualinceerende Hun Ed. Achtb. by deezen het Provinciaal Corps Vry willige Jagers alhier, onder de Spreuk: Pro Pace et Belle, om ten uien einde de C01 fributien, welke elders voor deeze Stad gefchieden, te omvangen , om daar van , zoo verre dezelve verftrekïmi"luiten, de voorfz. betaalingen te doen en verders alles te verrichten, wat het zelve Corps, tot Defenfie deezer Stad, zal oordeelen te behooren.  176 JONT, ZAAKEN VAN 1785. En zal deeze tot een ieders naricht (more folito) worden gepubliceert en geaffigeert, mitsgaders door den Druk gemeen gemaakt. Aldus gcarresteert in de Magiftraat der Stad Wyk by Duurfteede voornoemt, op den 19 Juny 1786, en (more folitö) gepubliceert en geaffigeert ten zeiven dage. In kennisfe van my, Li van schaik. Cl. Adres aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 26 Juny 17S6. edele groot achtbaare heeren! T"Ve Gecommitteerdens uit de jgt Burger-Compagnien j$ 3 dezer Stad, btftaande uit de Schutters, Wagtvryen en Uitkopers , te zamen uitmakende de Stemgeregtigden uit de Burgery, welke op laatstleden Maandag , den 19 dezer , het Collegie van Gc qualificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, volgens den inhoude van het 4 Hoofdftuk van het nieuw gearresteerde, en door de Burgery op iq Maart dezes Jaars beëedigde, Reglement, hebben verkooren, waar van zy Ondergetekende tot het bezorgen der introductie en beëediging van voorfz. Collegie, door bovengenoemde Stemgeregtigdens, fpeciaal gelast zyn; hebben zig, volgens het ai Art. van hetzelve nieuwe Reglement, by den Heer eerften Burgemeester vervoegd, om de tyd aftevragen, welke bet aan zyn Ed. Achtb. zoude conveniëeren, het nieuw verkooren Collegie in den Eed te neemen, en hebben, by weigering van dien, op een Extraordinaire Vergadering der Vroedfchap , tegens Dingsdag den 20 dezer, geïnfteert: aangaande het welk een en ander, zoo wel als omtrent de middelen, dienende tot betoog der biliykheid van hun verzoek, zy zig refe- ree-  juny, STAAT EN OORLOG. 178Q-. 177 reeren aan het Adres, door hen in die zaak van hunne Principalen ten dien dage ingeleverd: kunnende zy wyders aan UEd. Gr. Achtb. niet verbergen, met de uiterfte verwondering en bevreemding vernomen te heb-, ben het Appoinclement, op gem. Adres door den Raad verleend, zoo wel als dat 'er aan hun bygevoegd mondeling verzoek, aan de twee Heeren Burgemeesteren gedaan , tendeerende ten einde de Raad niet mogte fcheiden , ten zy ingeval van disfavorabele dispofnie eerst een nader Adres zoude zyn binnen gekomen, geen gehoor verleend is. Voorts hebben zy in hoop geverfeert , aan het billyk en in decente termen opgeRelde verzoek , door hen uit naam hunner Principalen gedaan, niet mogt of konde worden gedifficulteerd, of hetzelve gedelaijeerd , aangezien de beëediging van voorn. Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery niet anders kan worden geconfidereerd, als zynde een gevolg van het Declaratoir, door de Burgery op den 20 Maart jongstleden ingeleverd , het welk door de daarop gevolgde beëediging der Burgery, op het volgens gem. Declaratoir ingevoerde nieuwe Reglement, waartoe , ingevolge van eene Refolutie van UEd. Gr. Achtb. , drie Heeren Raden zyn gecommitteerd , ten vollen door UEd. Gr. Achtb. is erkend en geadvouëerd. By alle deze redenen van furprife komen nog de voor hen lsefive expresiien , in het Appoinélement vervat, van zig noemende fpeciaale Gecommitteerden! door de Burgers, Schutters en Wachtvryen: welke hen des te meer verwonderen , daar zy Ondergetekende aan den Heer eerden Burgemeester , by het afleggen hunner eerde Commisfie, hunne Qualificatie hebben opengelegd en vertoond, waar van zy vertrouwden, zyn Ed. Rapport aan den Raad zoude hebben gedaan ; doch zyn zy Ondergetekende bereid , des gerequireerd wordende , dezelve ten allen tyde te vertoonen. Deze verwondering is nog merkelyk vermeerdert door de redenen van delay tot den 6 July aandaande, in meergem. Appoinctement vervat, als wordende daar in gefield , dat 'er een extraordinaire volle befchryving van de Vroedfchap nodig zoude zyn, om een finaal afdoende XXXIII, deel. M Ap-  178 juny, ZAAKEN VAN 1786. Appoin6r.ement aan de Burgery te kunnen verleenen; een grond, welke zy Ondergetekende vertrouwen, nog door eenig bewys in den aart der zaak gelegen , nog door eenige retroacta zoude kunnen vastgefteld worden, maar wel integendeel, op beide die wyzen, ten fterkften word tegengefprooken. Voor eerst, om dat het gearresteerde Reglement, waar van de invoering en beëediging der Gecommitteerden uit de Burgery een gedeelte uitmaakt, meer dan eenmaal het onderwerp van de ferieufe deliberatien van den Raad, ten dien einde ten vollen befchreven, geweest is, en hetzelve Reglement eindelyk door den Raad zelve praeparatoir is gearresteerd; ten tweeden, om dat het erkennen van Gecommitteerden uit de Burgery, op den a Augustus des voorleden Jaars, ook zonder eene volle befchryving gefchied is; ten derden, om dat, ingevolge den Eed, welke de Burgery in handen van eene Commisfie uit den Raad , daar toe door eene Vroedfchaps Refolutie geauthorifeerd en gedecerneerd, heeft afgelegd, welken Eed , onder aanroeping van den naam des Allerhoogften gedaan , de Burgery zig een cas van Confcientie zoude maaken, immer te violeeren , de Heer eerfte Burgemeester ratione officii verpligt was , het wettig verkooren Collegie van Gecommitteerden in den Eed te neemen, en dus het Adres, door de Ondergetekende op laatstleden Dingsdag geprefenteerd , niet verder tendeerde, als om aan UEd. Gr. Achtb. te verzoeken, gemelden Heer eerften Burgemeester te induceeren, zig van zyn pligt in dezen te acquiteeren; ten vierden, om dat, al ware het al (het geen de Ondergetekendens volftrekt negeeren) dat 'er een volle befchryving van den Raa \ nodig ware tot het refolveeren , aangaande de gevraagde beëediging van het gequalificeerd Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, egter met dat al het niet nodig ware , daar toe zulk een lang delay te bepalen , als is den 6 July aanflaande , daags naar de Staaten Vergadering : welke bykomende omflandigheid aan de Ondergetekende een (zoo zy geloven) gegronden argwaan op de intentie van den Raad zoude moeten verwekken, daar in beftaande, als of men het  juny, STAAT EN OORLOG. 17S6. V9 Domesticque dezer Stads Regeeringsbeftelling van de deliberatien der Sraaten Vergadering zoude willen doen afhangen: het geen vermeerdert word door het mondeling gezegde van den Heer Secretaris de Rutver, welke by het rapporteeren der Conclufie van den Raad ipfis verbis gezegd heeft, op den Ó July, daags naar de Staaten Vergadering; van welke woorden de Commisfie aldaar praefent getuigen zyn, welk delay zoo veel te meer onnodig is, daar 'er veelvuldige voorbeelden zyn , dat 'er tot een extraordinaire befchryving niet meer dan twee of driemaal vierentwintig uuren tyds vereischt is , zoo als uk de Retroafta van Uiid. Gr. Achtb. blyken kan, waar toe de Ondergefz. niet anders allegeeren , dan de extraordinaris befchryving den Aug. 1783, ingevolge van de Vroedfchaps Refolutie' van Maandag den 11 daar te voren, belegd tot het arresteeren van het geconcipieerde plan , of fchikkinge , by gelegenheid der affchaffing van de Recommandatien , als mede het Request , den 8 Aug. 1785 aan de Vroedfchap geprefenteerd, door de Gecommitteerden , het welk in een extraordinaris befchryving den volgenden dag wierd gerenvoyeerd , zoo als den 19 January 1784 een volle befchryving is gehouden, ingevolge een Refolutie, den 12 te vooren daartoe genomen , gelyk 'er nog veele andere voorbeelden zyn, dat dezelve buitengewoone befchryvingen, binnen zeer korten tyd, even als.de Staaten Vergadering, wel binnen a of 3 dagen, werden byeen geroepen. Deeze'waren niet alleen de redenen, waarom de Ondergetekenden zig verpligt rekenden , in die genomen Refolutie niet te kunnen berusten, maar ook, dat het ingeleverd Declaratoir op den 20 Maart jongstleden , mitsgaders het geene de Burgery nog verder te verrigten ftaat, deeze zaak zoodanig presfeerde, dat de Burgery in geen delay hoegenaamd kan acquiësceeren. Daarom de Ondergetekendens vastltelden, dat aan hun verzoek zoude werden voldaan , namentlyk , dat de Raad niet zoude fcheiden, voor dat het antwoord van de Burgery op de genome Refolutie aan UEd. Groot Achtb. zoude zyn gecommuniceert; doch nimmer dag. M 2 te^  i8o juny, ZAAKEN VAN 1786. ten zy, dat de Raad zoude fcheiden, voor dat de Refolutie aan de Commisfie was bekend gemaakt, dat aan dit verzoek niet zoude worden gedefereerd. Zy zouden als dan hun gevoelen aan UEd. Gr. Achtb. gecommuniceert hebben. Edog, hierin te leur gefield zynde , hebben zy be» flooten , zig te vervoegen by den Heer eerften Burgemeester , met verzoek, van tegen Donderdag morgen Extraordinaire Vroedfchap te beleggen, dan hetzelve werd door gemelden Heer niet geaccepteerd ; om dat zyn Ed. zeide, Donderdag op de Schouw te moeten zyn, en de Vergadering niet kunnende bywoonen, de Vroedfchap niet konde beleggen , vermits die geene, welke de Vroedfchap belegt heeft , in de Vergadering diend teperswocrdig te zyn ; radende de Commisfie van de Burgery, zig daarom by den Heer van Bronkhorst te addresfeeren , als niet twyfelende, of zyn Ed. zoude zulks niet weigeren; hetwelk door de Commisfie gefchiedde. Dan in plaatze van aldaar een favorabel antwoord te ontvangen, werd dezelve door een finale weigering afgezet, op zoodanige wyze, dat geen Onderdaan van een Monarch, men laat ftaan, een Vrygeboren Burger vau hunnen Reprefentant, immer zou« de kunnen verwagten. Het flot was , ik wil en zal het niet doen. Dit gaf oorzaak, dat de Commisfie zig weder by den Heer Loten vervoegde , en de onaangename behandeling van den Heer van Bronkhorst, zonder dat zyn Ed. daar naar hooren wilde , egter met alle zyne coleuren, naar waarheid, en zoo veel moge» lyk, affchilderde; deducerende verder, dat fchoon zyn Ed. by de Vergadering niet konde pnefent zyn, egter dezelve konde beleggen, en alzoo het voorftel, dat door de Burgery by het ingaan van den Raad zoude gedaan worden , aan den Heer van Bronkhorst konde demandeeren , om in de Vergadering te produceeren. Doch zyn Ed. perfifleerde by de weigering, zeggende, dat hy geen Vroedfchap wilde beleggen , om dat hy niet kon , daar hy op de Schouw moest zyn. De Ondergetekendens hierop overwegende de behandeling , welke zy hadden moeten ondergaan, en daar  juny, STAAT EN OORLOG. 1785. 181 by confidereerende, dat een vry Volk dit nimmer van hen, die hun reprefenteeren, behoeven te dulden, hebben gerefolveerd, het eenige middel bv de hand" te nemen, dat hun als een vry Volk overfchiet, te weeten het doen van eene infii-uarie aan Heerei Burgemepfleren tot het beleggen der Vroedlchari, op een v( ■ rftel der Burgery, ten hunnen kosten roet opene Benrie, en klinkenden Gelde; van welke inlïnuatie, zoo wel,.als van het relaas , door den Deurwaarder qualitate qua gedaan , hier nevens een Copia Authemniek geannexeerd is. Daar dit opgemelde de On iergerekendens intusfchen, ook de Burgery, alle pasién affnyt, om aan hunne Reprefentanten die voordragten te doen, zonder welke de waars Confiitutie van onze Republiek geheel en al zoude gerenverfeerd worden, waarop de gedugtfte onheilen notoir zouden moeten volgen; zoo als ook, niettegenftaande alle die gedaane inflantien, door Heeren Burgemeefteren, op Donderdag laatstleden, geene extraordinaire Vroedfchap belegd is: Zoo is het, dat de Ondergetekendens geen anderen weg voor hen hebben open gezien , dan zig op heden in de ordinaire Vergadering aan UEd. Gr. Achtb. te addresfeeren. — Om voor eerst aan UEd. Gr. Achtb. te informeeren de onredelyke behandeling van Heeren Burgemeefteren aan de Burgery gedaan, kunnende dezelve niet ongevoelig voorby gegaan worden; als kunnende ook zulke Reprefentanten , die op deeze wyze met de Burgery omfpringen , niet langer refpe&eeren , als zy verpligt is, hunne wettige Reprefentanten te doen; verzoekende daarom die middelen zonder delay , aangaande die twee Heeren, by de hand te reemen, weike de ware Confiitutie van een Vrye Republiek omtrent de Reprefentanten , ten opzigte van hun, welke zy reprefentee- ren, ipjbfacïo, aan de hand geeven. Daar, in de tweede plaats , de Ondergetekendens by deez*. aan UEd. Gr. Achtb. voordragen, het geen zy op bovengemelde verzogte extraordinaire Vroeafchap aan UEd. Gr. Achtb. zouden te kennen gegeeven hebben ; waarom de Ondergetekendens hetzelve by deeze, uit hoofde hunner Commisfie , de eer hebben aan UEd, Gr. M 3 Achtb.  i8a juny, ZAAKEN VAN Achtb. te doen , namentlyk het geene hunne furprife veroorzaakt heeft, blykens de geallegeerde redenen , ten opzigte van de genomene Refolutie , laatstleden Dingsdag , boven "geallegueeft , het geen als toen immediaat aan UEd. Gr Achtb. zoude zvn te kennen gegeeven, indien U E1. Gr. Achtb. aan 't verzoek der Commisfie, van niet te willen fcheiden, voor het antwoord derzelve aan U E1. Gr. Achtb. was bekend gemaakt, gedefeieert hadde. Hierom is het, dat de Ondergetekendens nogmaals repeterende, het geen boven in het voorbygaan gezegt is, dat de Burgery geacquiësceert heeft , hierin , dat het Reglement alleen aan hunnen kant zoude beëedigt worden, en die 14 Raden, welke als toen voldoende Declaratien hebben uitgelevert, op den 12 Oelober als hunne permanente Raden zoude erkennen ; latende de overige Raden 'ot gezegden 12 Oétober in hunne posten fungeeren, ondar die fpeciale mitsen conditie, dat in de werking van het nieuw bezwore Reglement aan hunnen kant niet zoude worden tegengewerkr. Op dec.e voorwaarde heeft de Burgery van hunnen eerften eisch tot den 12 Oétober eerstkomende toen afgezien, te weeten van de wederzydfche beëediging van het meergemelde Stedelyke Reglement. Indien nu de Burgery in het effecd: van dit Reglement gefrusteerd word, het geen werkelyk gefchied , door het weigeren van liet behoorlyk in den Eed neemen van meergemelde Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, ais dan word dit Contract, aan de andere zyde, verbrooken , offchoon de Burgery hetzelve getrouw blyft; en hierom is de Burgery ongehouden , aan hunne belofte in deeze te voldoen. Om alle deeze redenen verzoeken de Ondergetekendens op heden eene finale dispolitie, het zy favorabel, het zy niet , op hun laatstleden Dingsdag ingeleverde Adres: daar de Burgery het daar voor houden moet, dat , indien U Ed. Gr. Achtb. op heden niets mogten antwoorden, als een aveu van alle de middelen, welke door de Burgery, zoo op fundament van de zoo even geallegueerde redenen als anderzints zouden mogen wor.  juny, STAAT EN OORLOG. 1788. 183 den in 't werk gefield , en indien ü Ed. Gr. Achtb. •by hun delay mogten blyven peififteeren , het niet an. ders zullen en kunnen confidereeren, dan als een decli. natoir Appdinftement, om , uit hoofde der deduétie, en na bevind van zaaken, die maatregulen te gebruiken, welke de Burgery in de préparatoire posfesfie van het Stedelyke Regeerinsrs-Reglement zullen ftellen, om als dan daar van het tffeéfc te forteeren; latende de sevolgsn voor rekening van die Raden, die tor het een en ander, zoo even genoemt, mogten geconcludeert hebben. 't Welk doende enz. (Was get.) G. Bentittk . A. d'Averhoult, C. van Benthem, W. van Dyk, J. H. de Ridder yan Almkerk, J. de Ridder, Anz. de Vry, Berm. Kruis, J. de Joncheere, J. van Lidt de Jeude junior, G. Heetveldt , ƒ. C. Pronken, % L. Vos, % van der Voeren C. van der Moolen, Willem Post, A. Booy, f. C, des Tombe, A. van Eldik, A. Abeleven , W. G. S. van Baerli , J. van der Ven , Paulus Bosch Bois , Petrus de Koning, Corn. van Hengelaar, W. Overwyn,ö. D. Gerdon, J. Vos van Zyll, J. Lubberding en G. Roggeveen, M 4 CIL  >8f Jüny, ZAAKEN VAN 1786". CII. Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. tot nader Ordre aan het Hof en den Haag, mitsgaders aan den Procureur Generaal van den Hove, en den Bailliuw van den Haage, omtrend de Leuzen van Parthyfchap of Oproer. In dato 28 Juny 178Ó. Omfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden , gefchreeven alhier in den Hage den 26 deezer, concerneerende hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 33 Febr. deezes Jaars , nopens de huiverigheid van zommige Officieren dienaangaande ; en daar by in confideratie geevende eene nadere aanfchryving, tot des te meerdere gerustheid van de refpective Officieren en Jufticieren, aan welken de executie der voorfz. Publicatie is gedemandeerd , en tot finaale aflnyding van alle exceptien en uitvlugten; Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verfiaan, dat aan Praefident en Raden van den Hove, mitsgaders aan Bailliuw en Schepenen van 's Gravenhage , van wegens hun Ed. Gr. Mog. by Misfive zal worden te kennen gegeeven hoogstderzelver ongenoegen over de flapheid , met welke door hun • de hand aan de executie van de voorgemelde hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van 23 Febr. deezes Jaars tot hier toe is gehouden , met nader last aan het Hof en den Haage voornoemd , om de Ordres , in de voorfz. Publicatie vervat, ten aller ernftigften te obferveeren en doen obferveeren; en dat voorts , tot wegneming van alle exceptien en uitvlugten, die eenige huiverigheid in de executie van de, voorfz. Publicatie zouden mogen over. laaten , aan voorfz. Hove en den Haage , tot rigtige obfervantie zal worden aangefchreven, dat tot de door hun Ed, Gr. Mog. verbodene Leuzen van Parthyfchap, overeenkomfhg hun Ed. Gr. Mog. gedeclareerde wil en intentie , wel degelyk mede behooren alle Orange gecouleurde Doeken. Daslën, Hals- en Borst-Cieraaden, Ho=  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 185 Horolögie- en Rottingbandjes , Kwasten , en al het geen verder als een teeken van Parthyfchap gedraagen word , Medailles , Borstbeelden en Munten fpecialyk daar onder begreepen; mitsgaders dat niemand der geenen , welke zig door het verkoopen , opentlyk ten toon ftellen , ©f draagen van eenige der-voorfz. of andere Leuzen aan overtreeding van hunner Ed. Gr. Mog. meergem. Publicatie zouden mogen fchuldig maaken,, zig met de limitatie of exceptie by voorfz. Publicatie, in de bewoordingen : voor zoo verre dezelve tot hiertoe niet naar behooren zyn gewettigd, en alleen zouden dienen voor tekenen of Leuzen van Parthyfchap of Op' roer, als tot een ganrsch ander einde, en met een gantsch ander oogmerk in dezelve Publicatie gemfereerd, zal kunnen of vermogen te behelpen; met hst aan gemelden Hove en den Haage, om zig in de executie van de voorfchrevene Publicatie ftiptelyk en pra> cifelyk daar rja te reguleeren: En zal Extract van deeze Refolutie worden gezonden aan den Procureur-Generaal , mitsgaders aan den Advocaat-Fiscaal van hun Ed. Gr. Mog. by het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raden, en aan den Bailliuw van 's Gravenhage, om te ftrekken tot derzelver narigt. Zullende wyders nog aan den Procureur-Generaal van den Hove, en den Bailliuw van 's Gravenhage refpr&ivelyk worden aangefchreeven en gelast, om hun Ed. Gr. Mog. ten fpoedigften, en wel uiterlyk binnen den tyd van veertien dagen, op eene voldoende wyze, te informeeren van de redenen hunner nalatigheid in de vereischte punctueele obfervantie der voorfz. Publicatie van hun Ed. Gr. Mog. van den 23 Febr. laatstleden, ten einde als dan daar op na bevind van zaken te worden gerefolveerd ; met verdere last aan dezelve Procureur-Generaal en Bailliuw, om aan de voorzeide Publicatie, en aan hun Ed. Gr. Mog. voorfz. Refolutie met alle uaauwkeurigheid te voldoen. Accordeert met de voorfz. Refolutien. M 5 CIIL  i8ö juny, ZAAKEN VAN 1786. CIIL Request van het Genootfchap van Wapenhandel te Gouda aan de Magiftraat dier Stad; nevens het appoinctement op hetzelve. In dato 28 Juny 1786. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Ondergetekende Commisfarisfen of Beftuurderen van het Genootfchap van Wapenhandel binnen deze Stad , ter fpreuke voerende, Eendragt maakt Magt, uit naam en van wegen de Leden van het zelve Genootfchap. dat het zelve meestendeels, beftaat uit diezelfde Schutters en Ingezetenen , welke in deu Jaare 1783 zig vlytig hebben toegelegd, om in de nieuwe Stasts-Exercitie de nodige bekwaamheid te verkrygen, en die, met allen mogelyken yver en lust getracht hebben de Schuttery. van deze Stad daarin voortegaan en aantemoedigen , daartoe zy het genoegen hebben gehad, niet alleen de Vaderlandlievende medewerking van TJ Ed, Gr. Achtb. te ondervinden, maar zelfs hunne eerite blyk of proef van vordering met een openbaare en plegtige goedkeuring van U Ed. Gr. Achtb. te zien bekroonen. — Dat, niettegenltaande die aanmoediging en de pogingen van U Ed. Gr. Achtb. ter bevordering des Wapenhandels, door 't invoeren van een nieuwe Ordonnantie op de Schutrerye dezer Stad, en den onvermoeiden yver der meefte Officieren van den Krygsraad der gemelde Schuttery en veeier Burgers , is gebleeken, dat in weerwil van alle die moeiten de uitkomst niet aan de billyke verwagting heeft beantwoord, en die aangewende middelen ongenoegzaam zyn bevonden , om door dezelve de Exercitiën van de Schuttery tot zodanige trap van volmaaktheid te kunnen brengen , dat die, in tyd van nood , tot wezenlyke beveiliging van Regenten en Ingezetenen zouden kunnen worden geëmployeerd. —— Ja zelfs, dat het te dugten is, dat dezelve Schuttery niet lang in een tamelyk ge* oeffende ftaat zal blyven , zonder een zoodanig oeffen» fchool, 't welk uit daattoe byzondere lust en genegen-  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 187 genheid betoonende Burgers bedaar, en den algemeenen nay ver gaande houd, ten voorbeeld te hebben : daar de ondervinding bevestigt, dat 'er grootere en ipoedigere vorderingen in den Wapenhandel, door zoo. danige heden te maken zyn, die enkel uit lust en ge* negenheid daartoe gedreeven , zig de meerdere moeite en last ligt laten vallen, dan wel door eene generaale Schuttery , te zamengefteld uit lieden van differente fmaak en vermoogen, en waar onder het, wegens de algemeene verpligtïng tot den Wapenhandel, niet misfen kan, of 'er moeten gevonden worden, die niet anders dan «nkel en alleen om aan dezelve te voldoen, tegen hun genoegen de Exercitiën verrigten; zoo wel als zoodanigen, die door onvermoogen of gebrek aan tyd daarin verhinderd worden. — Dat zy vervolgens, tot indandhouding van dea Wapenhandel by de Schuttery dezer Stad , met den anderen eendragtig overeen gekomen zynde, om ter meerdere vordering gezamentlyk zig verder in de militaire manoeuvres bekwaam te maken, bedendig onder het Commando van den Stads Adjudant Dr. vaitGenderen, geduurende het Jaar 1784 daarmede zyn voortgegaan, tot dat zy zig, zoo door aanwas of toeneeming van meerdere Leden, als wegens de bekrompenheid van hunne toen gewoone Exercitieplaats , gedrongen hebben gevonden in 't laatst verlopen jaar, zig van een betere en gefchiktere plaats te voorzien; en wilden zy behoorlyke vorderingen maken , noodwendig zoodanige Perfoonen tot Officieren te moeten verkiezen, welke zy gefchikt vonden, om hunne vorderingen te volmaken en den gewenschten luister bytezetten. — Dat zy vertrouwen door deze hunne poogingen en hun gedrag als gefchikte en Vaderlandlievende Burgers, de agting hunner Medeburgeren en de goedkeuring hunner Regenten zig te hebben waardjg gemaakt; — waarvan zy dan ook het genoegen gehad hebben by herhaaling blyken te mogen ondervinden, daar zy niet alleen meermalen door de Leden van U Ed. Gr. Achtb. Vergadering met derzelver opwekkende tegenwoordigheid zyn vereerd geworden, maar ook tot foutien van 't zelve Genootfchap door veele aanzienlyke en Vaderlandlievende Regenten en In-  i88 junt, ZAAKEN VAN 178e. Ingezetenen dezer Stad, kragtdadige onderfteuning hebben mogen erlangen. —— Dat wyders dezelve Leden, daar hunne bedoelingen tot geen ander einde ftrekken, dan om 't nut van 't Vaderland en van derzelver Medeburgeren te bevorderen, vermeenen wegens de voor den Burgerftaat gevaarlyke oogmerken , die hun zoo door verkeerd onderrigte als kwalyk gezinde Lieden worden te laste gelegd, offchoon zy zulks met andere Voorftanders der Burger Wapen - OefFening zig gaarne willen getroosten, echter niet langer te kunnen nog moeten wagten, zig tot U Ed. Gr. Achtb. te vervoegen , om van dezelve, zoo om verkeerde inductien tegentegaan, als tot bevordering der verdere aanwas van *t zelve Genootfchap, een openbaar blyk van goedkeuring over derzelver pogingen te mogen obtineeren. —• Redenen waarom zy geoordeelt hebben, nu de tyd tot hervatting hunner gewoone Exercitiën fterk nadert, zig aan U Ed. Gr. Achtb. te moeten addresfeeren met eerbiedig verzoek, dat hun moge werden gepermitteerd, om ter verrigting hunner Exercitiën Corpssewyze onder het opzigt van de by hun verkoozene Officieren en Onder-Officieren in de Stad te mogen vergaderen, en onder hun geleide dezelve uit en in te mogen trekken; zonder dat zy daardoor willen begrepen worden te tragten , zig van de gewoone Schutters dienften te ontftaan , of eenige atteinte aan de Ordonnantie op de Schuttery nog daarby bepaalde Krygsraads-regten toe te willen brengen. — Neemende ten dien einde ook de Vryheid, om ter verdere opheldering hunner inrigting en oogmerken ten dezen een domesticq Reglement deszelven Genootfchaps te annexeeren, en latende wyders aan de wysheid en prudentie van U Ed. Groot Achtb. over, om ter verzekering der veiligheid en algemeene gerustheid, die Leden van het Genootfchap, welke nimmer Schutters eed hebben gedaan , in een eed van getrouwheid aan deze Stad te nemen. 'c Welk doende enz. De Magiftraat der Stad Gouda, gezien ende geëxamineerd hebbende de geannexeerde Requeste van Commisfarisfen of Beftuurderen van het Genootfchap van Wa-  juny, STAAT EN OORLOG. 178Ö. i2s> Wapenhandel binnen deze Stad, ter fpreuke voerende Fendragt maakt Magt, alsmede eene qualificatie van de eezamentlyke Leden van hetzelve Genootfchap op «melde Commisfarisfen of Beftuurderen ; nog, een exemplaar van het Reglement voor het voornoemde Genootfchap, dienende ten Bylage van dezelve Reoueste • wyders het fchriftelyk berigt van den Krygsraad dezer Stad, en voorts gelet op al het geen indezen te letten ftondt , vind, dat in het verzoek, by dezelve Requeste gedaan, niet kan worden getreeden; edog approbeert des niettemin de vorderingen en yver, door de Supplianten in het beoefenen van den Wapenhandel betoond, en vertrouwt, dat dezelve niet zullen nalaten , fteeds alles aantewenden, t geen tot encouragement hunner Meede-Burgeren, tot luister en roem der Schutterye, en tot verbetering van den Wapenhandel kan ftrekken, en teffens medewerken , om hun te maken bekwame Verdedigers van Vaderland en Vry- Actum den 28 Juny 1786. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) v. van ey«. CIV.  ipo juny, ZAAKEN VAN 1786. CV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, raakende nadere bepaaling van verboodene Huwelyken, in Hun Ed. Groot Mog. Pergaderinge genoomen. In dato ao Juny 1786. Ontfangen een Misfive van de Praefident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 28 dezer, houdende , tot voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Appointement van den 18 May deezes jaars, derzelver Confideratien en Advis op de daar nevens te rug gaande Requeste van lfaac Bon, Turf-Schipper en Maria de Knegt, meerderjaarige ongehuuwde Dogter. , woonende onder Pynacker, zynde de Suppliante een Dogter van de Zuster van des Suppliants overle. dene Haisvrouw; tendeerende, om van hun Ed. Gr. Mog. tot voltrekking van derzelver voorgenomen Huwelyk, te obtineeren dispenfatie van hun Edele Gr. Mog. politicque Ordonnantie van 1580 , en van de Publicatie van 21 May 1C04; we'k advis, waar by te gelyk is voorgeflagen door eene renovatie der Publicatie van 21 May 1664 en van 23 Febr. 1736 voor het vervolg, minder aanleiding over te laaten tot het allegueren van onkunde van de prohibitie der Huwelykan in dezelve Publicatie vermeld, met bygevoegde uitdrukkelyke fpecificatie, dat onder de verboodene Huwelyken mede behoord het Huwelyk van een Vrouw met haar Mans Broeders of Zusters Zoon , hier na volgd geinfereerd. Fiat infertio. Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan , in dit finguliere geval , uit hun Ed. Groot Mog. Souveraine magt aan de Supplianten, ter voltrekking van hun voorgenomen Huwelyk, te verleenen dispenfatie van hun Ed. Gr. Mog. politicque Ordonnantie van 1580 en van de Publicatie van 21 May 1664;  juny, STAAT EN OORLOG. 1786. 191 1664; zullende daar van aan de Supplianten worden verleend Oétroy in forma; en dat voorts de vooiflag in het Slot van het voorfz. Advis zal worden geëxamineerd door de Heeren Gedeputeenen der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mo». Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met Commisfarisfen van den Hove , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele oroot mogende heeren ! Ingevolge de geëerbiedigde requifitie van Uw Ei. Groot Mog. hebben wy geëxamineerd de hier nevens te rug gaande Requeste van Ifaac Bon en .Maria de Knegt, woonende onder Pynacker , zynde de Suppliante eene Dogter van des Suppliants overledene Huisvrouw , tendeerende om van Uw Ed. Gr. Mog. ter voltrekking van der Supplianten voorgenomen Huwelyk te obtineeren dispenfatie van U.v Ed. Gr. Mog. politicque Ordonnantie van 1580, en van de Publicatie van 21 Mey 1664. Wy hebben dezelve Requeste vervolgens géfteld in handen van die van den Gerechte van Pynacker, om zig op den inhoude van dien te informeeren, en ons nopens den ouderdom, het gedrag en de omftandigheden van de Supplianten , en de waarheid der politiven* te dienen van onderrigting. Die van den voorn. Gerechte hebben ons gerescribeert, dat de Suppliant 36, en de Suppli« ante 24 jaaren oud is; dat zy beide zyn van een zeer ordentlyk gedrag , en zeer naarftig in het waarnéemen van hun beroep en huisfelyke zaaken ; dat de Suppliant een goede kostwinning heeft, door middel van het Veenen en Turfvaaren , en dat de Pofitiven , in de Requeste gemeld, zyn overeenkomftig de waarheid: voorts heb-  toa Juny , ZAAKEN VAN 1786. hebben de refpeétive Moeders van de Supplianten by Declaratoir onder de voorn. Requeste verklaard , in der Supplianten Huwelyk te con* fenteeren. Daar wy nog onlangs de eer gehad hebben Ed. Groot Mos. Heeren ! in een gedetailleerd advis onze confideratien omtrent de dispenfatien met betrekking tot Huwelyken in den derden graad , van affiniteit aan U» Ed. Gioot Mog. ie fuppediteeren , zullen wy ons nu over deeze materie niet breed uitlaaten: alleen zullen wy Uw E^. Groot Mog herinneren , dat hoe zeer in vroeger tyd wel eens bedenkelyk is geoordeeld , of het Huwelyk met overledene Huisvrouwe Susters Dogter wel aan de politicque Ordonnantie contrarieerde, en ook in deeze en s geene gevallen zoodanige Huwelyken door Uw Ed. Groot Mog. zyn gepermitteerd , over de ongeoorloofdheid van dezelve egter geene fpeculatie me^r kan vallen, na dat Uw Ed. G^oot Mog. by Publicatie van den 21 Mey 1064 de goede Ingezetenen hebben gewaaifc louwi , dat Uw Ed. Groot Mog. conform voorgaande iterative dispofitien verltonden , dat Huwelyken met overledene Huisvrouwe Broeders of Susters Dogter, niettegenltaande daar van geen fpeciaal Verbod in het 8 en volgende Art. van de politicque Ordonnantie was gedaan, waren en door Uw Ed. Groot Mog. zouden worden gehouden voor ongeoorloofd en niet gepermitteerd: en dat derhalven het Huwelyk , het welk de Supplianten met eikanderen gaarne zouden aangaan, niet alleen valt in de generaale prohibitive fanclie van de gem. Articulen van de politicque Ordonnantie, maar ook door de voorn. Waarfchouwing van den 21 Mey KS64 fpeciaal ongeoorloofd is verklaard, en dat bygevolge de Supplianten, indien zy met eikanderen zullen trouwen, -eene abfolute dispenfatie noodig hebben; welke dispenfatien wy begrypen , dat niet behooren verleend te worden dan om byzondere redenen, wel-  jöNYj STAAT EN OORLOG. 1786. 103 welke plaats hebben in de gevallen, waar in de dispenfatien verleend worden, en niet in de geVallen omtrend welke de prohibitive Wet blyrt werken, hoewel bet aan den anderen kant zeeker is, dat indien 'er eenige zoodanige redenen exteeren , de dispcnfatien omtrend Huwelyken , welke zonder eenige haefitarie volgens de Mofaïfche Wetten geoorloofd zyn , met veel meer gerustheid konnen verleend worden, dan om. trend Huwelyken , aangaande - welke ten dien * opzigte fpeculatie valt, en dat het door de Supplianten voorgenomen Huwelyk onder die behoord , welke zonder eenige fiaefitatie volgens de Mofaïfche Wetten geooüoofd zyn. Het zal 'er dan ten deezen voornaamelyk op aankomen , of de redenen, welke de Supplianten voor hun verzoek allegueeren , van dat gewigt zyn, dat Uw Ed. Gr. Mog. door dezelve gepermoveerd zouden kunnen worden , om tot het aangaan van een Huwelyk wel, by ons Landrecht, maar niet by de Mofaïfche Wetten verbooden, dispenfatie te verleenen; — de Supplianten pofeeren, dat nog onlangs aan Perfoonen, welke in gelyke betrekking tot eikanderen ftonden als de Supplianten , door Uw Ed. Gr. Mog. dispenfatie is verleend, en bedoelen waarfchynlyk het geval van Johanna Medendorp, Weduwe Fredrik Willem Wolters, en Coenraad Frederik Wolters, in het welk door Uw E^. Gr Mog. (hoe wel tegen het advis van het Hof) een Huwelyk is toegelaaten van een Vrouw met den Zoon van de nog in leven zynde Suster van haaren eerderen Man: dog hoe zeer het biet vreemd zoude zyn, dat het gemelde geval aan de Supplianten zelfs minder favorabel zoude voorkomen dan het hunne , dewyl het veelen niet buiten fpeculatie fchynt, of het zelve niet by de Mofaïfche Wetten verbooden is; en het zelve tot coi.fufie van graaden en andere incongruiteiren, weike in het voor handen zynde geval zoo zeer geene plaats zouden hebben, XXXIII. deel. N aan.  194 Jony, ZAAKEN VAN xjrJJff. aanleiding geeft, zoo verdiend echter ten deezen reflexie , dat in het Befogne over dat geval gehouden, behalven verfcheidene andere fpeciaale redenen, in confideratie is gekomen, dat het geen uitgemaakte zaak zoude zyn, dat een Huwelyk van een Vrouw met haar Mans Susters Zoon by de Landwet verbooden is, en dac dus de dispenfatie, welke in dat geval zoude verleend worden, geene abfoluute dispenfatie zoude zyn : daar en boven zyn 'er ook mogelyk met betrekking tot de politie redenen , waar om , in iien beide die foorten van Huwelyken by de Mofaïfche Wet niet verbooden zyn, de Huwelyken van Mans met Dogters van de Broe* ders of Susters van hunne overledene Huisvrouwe minder faciel geadmitteerd moeten ' worden , dan de Huwelyken van Vrouwen met de Zoons van haare overledene Mannen, De Supplianten allegueeren by derzelver Requeste ook als eene rede voor hun verzoek en verzekeren ten fterkften , dat zy zig verbeeld hebben, dat na doode van des Suppliants Huisvrouw alle betrekking, die een engagement met eikanderen zoude beletten , volilrekt ophield , voor al in confideratie , dat de^Suppliant nimmer by zyne voorn. HuisvrouW eenige Kinderen verwekt heeft, en dat zy 'geene de minfte kennis gehad hebben van een Wet , die hen zoude verbieden met eikanderen te trouwen, en beroepen zig ten dien opzigte op hunne Conditie , als Lieden zynde, welke ten platten Lande woonagtig zyn. Dog Ed. Gr. Mog. Heeren! de onkunde van een Wet kan wel, ingeval van overtreeding, eenige reden tot verfcnooning aan de hand geven, maar is op zig zelve geene genoegzaame reden, om te permitteeren het geen by de Wet verbooden is; hoe zeer het echter in deeze materie aanme rking verdiend, dat de genegentheid om met eikanderen te trouwen, terwyl men van de Wet onkundig is, gevestigd wordende, het veel  johy, STAAT EN OORLOG. 1786. 195 veel verdriet en ontust , veroorzaaken en aanleiding tot onbetamelyk heden geven kan, indien het voorgenomen Huwelyk naderhand geen voortgang kan hebben, het geen dan ook wel de reden zal geweest zyn, waar om Uw Ed. Gr. Mog. niet lang geleden —— dispenfatie hebben verleend aan Jan Sluis en Grietje Best, om met eikanderen te trouwen, niet tegenttaande de Publicatie van den 23 Febr. 1736 (en dus eet) Wet van veel jonger datum, dan die welke de Supplianten betuigen geiguoreerd te hebben) derzelver Huwelyk verbood, als zynde de laastgemelde getrouwd geweest met den Stiefzoon van den eerstgemelden. Wy zyn om het tot dus verre geavanceerde van advis, dat het verzoek van de Supplianten zoude behooren te worden gedeclineerd; ten waare Uw Ed. Gr. Mog. in aanmerking van de twee bovengemelde nog recente voorbeelden van gunftig verleende dispenfacien in gevallen, wel. ke zouden konnen fchynen geene favorabeler reflexie te verdienen , dan het voor handen zynde geval , en uit confideratie van de onkunde van het Verbod, wa^r in de Supplianten, toen zy bönne genegeudheid tot elkander vestigden, geverfeerd hebben , en van de goede Getuigenisfen aangaande der Supplianten gedrag, mogten refolveeren . dit Huwelyk door het verleenen van de verzogte dispenfatie ter permitteeren; maar te gelyk door eene renovatie van de Publicatie van aj Mey 1664 en van 43 Febr. I736 voor het vervolg minder aanleiding over te laaten tot het allegüeeren van onkunde van de prohibitie der Huwelyken in dezelve Publicatien vermeld , met bygevoegde nitdrukkelyke fpecificaiie, dat onder de verboodene Huwelyken mede behoord het Huwelyk van een Vrouw met haar Mans Broeders of Susters Zoon. Ons niet te mm eerbiedig refereerende tot Uw Ed. Groot Mog. wyzere bevattiogen. N 2 Hier  iq6* juny, ZAAKEN VAN 1786. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Almagtig Uw Edele Groot Mogende in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. Gefchreeven in den Hage den 28 Juny 1786. (Onder Mond) Uw Edele Groot Mogende gantsch Dienstwillige, De Pra-fident en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland. ? (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was ger.) ADRIAAN BOOT. CV.  july, STAAT EN OORLOG. 17Ï6. 197 CV. Propofitie van Amfierdam om geen admisfie van gewapende CorpCen of Exercitie - Genootfchappen afzonderlyk van de Schutteryen, en het doen cesfeeren der reeds opgeregte. Gedaan ter Vergaderinge van hun Ed. Gr, Mogende. In dato 5 July 1786". ■T^ve Heeren Gedeputeerden der Stad Amfierdam hebben ter Vergadering gedaan , en vervolgens in Gefchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie, tendeerende, dat door hun E om daar van by het requiree* ren der Commisfie van de Heeren Staaten van Zeeland mentie te worden gemaakt; en zal voorts gelyk extract gezonden werden aan de Praefident en Raaden van den Hove tot derzelver narigt; zullende wyders van de voorfchreeve adjunctie kennis worden ge?eeven aan de Heeren Staaten van Zeeland , en dezelve ver* zogt om den voornoemden Mr. Pieter Graafland Gil* lisz, by eene gelyke Refolutie meede ten fine voorfchreeve te qualificeeren, en daar van insgelyks aanfchryving aan den Hove te doen. Woensdag den 15 Maart 1786. fxntfangen een Misfive van de Heeren Staaten van V/ Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 20 der •jfioTleede maand , waar by zig bereid verklaaren om Mr. Pierer Graafland Gillisz te adjungeeren aan Mr. H rik Hnp als Secretaris van den Hove, op defn voet der Refolutie van hun Edele Groot Mogende van den 18 January laatstle'eden , ingeval hun Edele. Groot Mos. meenmg, daar meede was dezelve aaufteliing te houden voor een directe en actueele vervulling van een 1 van Hoogstderzelver tourbeurten , volgens de uitfpraak van zyn Hoogheid van den 22 July 1674 en het provffioneel geconvenieerde tusfchen de twee Provinciën den 16 Juny 1724 > breeder hier na geinfereert. EDELE GROOT MOG. HEEREN, BYZONDKRE GOEDE VUIKNDEN, NA' GEBUUREN EN EONDGENOOTEN. *VT 7y hebben beeden in Onze Vergadering geW leezen Uw Edele Groot Mogende Misfive en bygevoegdè Refolutie van den 18 January jongstleeden , houdende verzoek, dat Wy, op gelyke wyze wilden disponeeren, ten opzigt van  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 203 van Mr. Pieter Graafland Gillisz door Uw Ed. Gr. Mog. aan Mr. Hendrik Hop, als Secretaris van den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, geadjuugeerd , als -by de voorfcbreeve Refolutie is vermeld; en vervolgens by Ons daar over zynde gedelibereerd, hebben Wy niet willen afzyn , om Uw Ed. Gr. Mog. op dit lujet te refcribeeren, dat Wy bereid zyn om den ge. melden Mr. Pieter Graafland Gillisz re adjuugeeren , op gelyken voet, als by Uw Ed. Gr. Mog. voorfchreeven Refolutie is bepaald, met toezegging van Commisfie by het affterven van Mr. Hendrik Hop, als Secretaris van den Hove van Hollam, Zeeland en Vriesland; ingeval Uw Ed. Gr. Mog. meening daar meede is, dee-/ ze aanffelling te houden voor een directe en actueele vervulling van een van Hgogstderzelver tourbeurten, ingevolge de uitfpra% van zyn Hoogheid, den Heer Prins van 0*./ge, van den a2 July 1674 , en het provifioneel geconvenieerde tusfchen de twee Provinciën, den 16 Juny 1724.,■ >Wy zullen hier op Uw Ed. Gr. ' Mog antwoord inwagten , niet twyffelende of Uw El. Gr. Mog. zullen van de redelykheid . van Ons begrip overtuigd zyn , terwyl Wy inmiddels. Edele Groot Mog. Heeren! Byzonder e goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. God Almagtig zullen bidden, U Edele Groot Mogende loffelyke Rt-geeringe met alle profperiteit en voorfpoed te willen zegenen. In het Hof van Zeeland te Middelburg den 20 February 1786. (Onder ftond) U Edele Groot Mog. byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten , De Staaten van Zeeland. (Laager ftond} Ter Ordonnantie van dezelve. (Was ger.) w. a. de beveren. Waar  204 July, ZAAKEN VAN 1786. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive zal werden gegxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem , en verdere hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Jullitie, en de Vergadering, daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Vrydag den 23 Juny 178Ö. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren, hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden by Refolutie commisforiaal van den 15 Maart laatstleeden hadden geëxamineerd eene Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 30 February bevorens, waar by zig bereid verklaarden, om Mr, Pieter Graafland Gillisz te adjungeeren aan Mr. Hendrik Hop, als Secretaris van den Hove , op den voet van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 18 January laatstleeden, ingeval hun Edele Groot Mog. meening daar meede was, dezelve aanftelling te houden voor eene directe en acïueele vervulling van eene^van HoogstderzsJver tourbeurten , volgens de uitfpraak van zyne Hoogheid , den Heere Prince van Orange van den 22 July 1674, en het provifioneel geconvenfeerde tusfchen de twee Provinciën den 16 Juny 1724. En dat zy Heeren Gecommitteerden, of fchoon niet ten eenemaal ongegrond oordeelende de bedenking, door de Heeren Staaten van Zeeland by de voorfchreeve Misfive ten aanzien der te doene adjunétie van Mr. Pieter Graafland Gillisz aan Mr. Hendrik Hop , geopperd , voor zoo verre daar uit in zeekere gevallen eenige verwarring in de tourbeurten der twee Provinciën nopens de vervulling van het Secretariaat van den Hove zoude kunnen ontftaan, evenwel bevonden hadden, dat het geen welgemelde Heeren Staaten tot vereffening daar van by hunne voorfchreeve Misfive voorftelden, zoo generaal was, dat het zelve in meer dan een seval aanleiding zou kunnen geeven, of tot onzeekerheid, of tot eene manifeste onbillykbeid. Dat zy, daarom noiig geagt hebbende, om by eene na-  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 205 nadere en meer gearticuleerde fchikking de gemoveerde bedenkelykheid op eene tequitable wyze te vereffenen semeend hadden, dat daar toe met ongefchikt zoude zvn zeeker Plan, door hen ontworpen, en in eene aan het einde van dit Rapport gevoegde Concept Relcnptie aan de Heeren Staaten van Zeeland vervat ; eu mitsdien van gedagten zouden zyn, dat hun Edele Gr. Mogende, het gemelde Plan goedkeurende , als dan zouden kunnen arresteeren, en aan de Heeren Staaten van Zeeland doen afvaardigen eene Misfive van den volgenden inhoud. EDELE MOGENDE HEEREN, BYZON» DERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN EN BONDGENOOTEN. Wy hebben wel ontfangen Uw Ed. Mog. Misfive van den 20 February laatstlee. den waar by Uw Ed. Mog. in antwoord op Onze Misfive van den 18 January bevoorens zig geneegen toonen om Mr. Pieter Graafland Gillisz te adjungeeren aan Mr. Hendrik Hop , als Secretaris van den Hove , op den voet onzer Refolutie van den gemelde» 18 January, met toezegging van Commisfie by het affterven van gezegden Mr. Hendrik Hop, als Secretaris van den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland , ingeval onze meening daar meede zyn mogt om deeze aanftelling te houden , voor eene directe en actueele vervulling van eene van onze tourbeurte, ingevolge de uitfpraak van zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange van den 22 July 1674, en het provifioneel geconvenieerde tusfchen de twee Provinciën den 16 Juny 1724: op welk voorftel Uw Edele Mog. declareerden, ons antwoord te zullen inwagten. , Of fchoon wy met genoegen uit de gemelde Misfive gezien hebben de bereidvaardigheid van TJw Edele Mogende om aan ons verlangen met betrekking tot de voorfchreeve adjunctie te voldoen,  üo6 july, ZAAKEN VAN t?8(£ doen, het welk wy in foortgelyke gevallen gaarne willen reciproceeren; aoo kunnen wy echter niet nalaaten eenige bedenkeiykhe ten. ■ Het zoude to« kunnen gebeoren, dat by het overlyden van Mr. Hendrik Hop, of by deszelfs vroeger defiftement van het Secretariaat van den Hove, de aan hem nu geadjungeerd wordende Mr. Pieter Graafland Gillisz, het zy door een Anterieur afirerven, of door het verlasten van het gemelde Adjunéffchap , niet in aanmerking zoude kunnen komen om de gemelde als dan effectivelyk eerst plaats hebbende vacature te vervullen: in welk geval wy , indien wy de door Uw Edele Mogende geproponeerde conditie, zoo generaal als die ligt, mogten hebben geaccepteerd , ons verftooken zouden zien van eene onzer tourbeurten, als hebbende dan de voorfchreeve adjuncue geen het minlte weezentlyk fffeft gehad. En vermits dit met de billykheid niet wel zoude zyn over een te brengen, zoo vertrouwen wy, dat het voorftel, door Uw Edele Mo. gende aan ons gedaan , alleen in die fuppofitie is gefchied, dat de te doene adjunclie dadelyk haar volkomen bejlag zoude gekregen hebben. Da:» gelyk dit eenige nadere hmitatie in het geproponeerde door Üw Edele Mogende noodzarikelyk maakt, zoo is het ons na eene overweeging van de mogelyke gevallen , die hier omtrent kunnen plaats hebben , voorgekomen dat de fchikking in deeze gevoegelykst dus zoude kunnen vallen: Voor eerst, dat wanneer de eerstkomende vacature van een Secretariaat van den Hove door het overlyden of den afftand van Mr„ Hendrik Ho» word veroorzaakt, dezelve by ons , inge- vol-  july, STAAT EN OORLOG. i?8f5. 207 vclge ds ia deezen thans aan ons competeeren» de tourbeurt, zal worden vervuld , het zy dan door de aanftelling van Mr. P. Graafland Gil-, lisz, zoo die dan nog adjunct Secretaris zyn aiogt, tot Secretaris effectief; of dit geen plaats hebbende, dan door een ander Perfoon: Tf.n anderen , dat op gelyke wyze de eerst vallende vacature zender onderfcheid door wien ze veroorzaakt word, ter dispolitie van Holland zal blyven, zoo de voornoemde Mr. Pieter Graafland Gillisz dan geen adjunct Secretaris van den Hove meer zyn mogt: Ten derde, dat daar en tegen zoodanige eerfte vacature, geduurende het adjunctfehap van gemelde Mr. P. Graafland Gillisz door een ander, dan door Mr. Hendrik Hop, gemaakt wordende , de vervulling daar van, by anticipatie der tourbeurt van Zeeland, zal (taan aan Uw Edele Mogende; met dien verftande nogtans, dat relyk dan onze tourbeurt maar zoude ftil ftaan^ als geen effect nog gehad hebbende, wy zoo ook in 'dat geval altoos zullen moeten jouisfeeren van de vervulling der vacature , die in het vervolg door Mr. Hendrik Hop zoude mogen gemaakt worden, zonder dat zoodanige disSofrtte evenwel, als zynde dan alleen eene vervulling van onze ftil geftaan hebbende tourbeurt, op de aan qns competeerende volgende tourbeurten zal worden geimputeerd. Een dusdanig arrangement, als alleen inhou- / dende eene verfchikking aan de tourbeurteri, die in zeeker mogelyk geval zoude moe.en plaats hebben, vertrouwen wy dat by Uw Ed. Mogende niet onbillyk zal worden gekeurd, ofte eenigzins prasjuuiciabel aar, het recht van de Provincie van Zeeland : terwyl wy ons in tegendeel verbeelden, dat Hv Ed. Mog. by eene overweeging vau ons voorftel zullen zyn geconvinceerd , dat volgens het zelve de bepaalde evenreedigheid tusfchen de twee Provinciën welke Uw Ed. Mogende niet reden reclameeren,  *o8 jolt, ZAAKEN VAN i78ct ren , volkomen zoude worden bewaard , en geen andere verandering te weeg gebragt, dan dat cafu quo de eerlte tourbeurt van Zeeland zoude worden vervroeed , zonder dat de tweede beurt van Uw Ed. Mog. Provincie daarom evenwel ten aanzien van den tyd eenig uuftel zoude behoeven te ondergaan. Wy zullen het antwoord van Uw Ed. Mogende hier op te gemoed zien ; en gelyk wy ons vleyen, dat by het zelve ons nu nader gedaan voorltel zal worden geaggreerd, zoo vermeenen wy in dat geval de voor handen zynde zaak op den bovengemelde voet te kunnen houden voor afgedaan en gearresteerd ; in het byzonder ook ten dien effecte, dat by Uw Ed; Mogende verder geen zwaarigheid zal worden gemaakt om aan het verzoek, by onze Misfive van den 18 January laatstleeden gedaan als nu te defereeren, en den voornoemden Mr. Pieter Graafland Gillisz in ftaat te ftellen om ais Adjunct Secretaris van den Hove in functie te treeden. Voor het overige beveelen wy Uw Ed. Mo* gende Perfoonen, Regeering en Provincie in de protectie van God Almagtig, en blyven &c. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, met goedkeuring yan het gemelde Plan, de voorlchreeve Concept-Refcriptie by deeze te arresteeren, en dat dezelve aan de Heeren Staaten van Zeeland zal worden toegezonden. Woensdag den j July 1786. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland , gelchreever te Middelburg den 26 der voorleede maand, waar by ampledteeren de varfchikking van de tourbeürten in zeeker geval ten aanzieh der fuppletie van vacature van het Secretariaat vaa den Hove, by hun Edele Groot Mog. Misfive van den 23 te vooren voorgeflagen, in antwoord op die van ge- mel-  july, STAAT EN OORLOG. ij%6. zzq melde Heeren Staaten van den 20 Fcbruaiy te voren nopens de door hnn Edele Groot Mogende cedaane JdjBi die van Mr. Pieter Graafland Gillisz aan Mr. Hend» k flop, met byvoegins van hunne Reiblutie daar op aJs> nu geneomen; brteder hier na geinfereert. edele GKoot MOG. HEEREN, By• ZONLERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN EN B0NDGEN0OTEN. Uw Ede'e Groot Mog. Misfive van .den 23 & ezer maand , in antwoord op de onze van dei, 20 February laatstleden , nopens de door tlw Ed Gr. Mog. gedaane adjunclie van Mr. Pieter Graafland Gillisz. aan Mr. Hendrik Hop , als Secieuiris van den Hove van Holland, Zeel?nd en Vries'and, in voegen , als by Uw Ed. Gr. Mog. Re folutie van den 18 january te voren is vei vat, beerien by ons ontfangen en daar over gedelibereerd zynde, hebben wy geamplecteerd de anangemen'en by Uw Ed. Gr. Mog. voorfz. Misfive vcoigeflagen, behelzende eenige verfchikking yan de tourbeuiten , welke irt zeker mogelyk geval zoude moeten plaats bebó ben j ten aanzien der fuppletie van vacatuure van bet Secretariaat van den Hove, en als nu goedgevonden, om, volgens het verzoek, gedaan by Uw Edele Gr. Mog. anterieure Misfive, den zeiven Mr, Pieter Graafland Gillisz. te adjupgeeren aan gemelden Mr. Hendrik H p, in zyne voornoemde qualiteit, op den voet als by onze Refolutie van heeden , hier nevens gevoegd, en over een komende met de voorengenoemde van Uw Ed. Gr. Mogende, breeder is gemeld, terwyl wy bereid zyn, om by het affterven van den zeiven Mr. Hendrik Hop , als Secretarsr yan den Hove, ten behoeve van voornoemde Mr. Pieter Giaafland Giliisz. in het exfteerendé geval, de nodige Commisfie te doen dcpecrieeren. , -XXXüI. dael. o wy  aio july, ZAAKEN VAN 1786". Wy vertrouwen hier meede aan Uw Ed. Gr. Mogende intentie te hebben voldaan, niet twyffelende, of Uw Ed. Gr. Mog. zullen het zelve wanneer diergelyk geval aan onze zyde mogt exiteeren, meede wel willen reciproceeren.' Inmiddels deeze zaak, op den voorfz. voet insgelyks houdende voor afgedaan. Zullen wy, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden Nagebuuren en Bendgenooten 1 God Almagtig bidden Uw Edele Groot Mogende loffelyke Regeering met alle prosperiteit en voorfpoed te willen Zegenen. In het Hof van Zeeland te Middelburg den 26 Juny 1786. (Onder ftond} Uw Edele Groot Mogende goede Vrienden Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Zeelandt. (Laager Rond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get ) w. a. de beveren; Ex.  jULYj STAAT EN OORLOG. 178Ö. flïf Extract uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeelandt. Den 26 Juny 1786. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan Mr. Pieter Graüfland G llisz. aan Mr. Hendrik Hop by deeze te adjungeeren, en meede aan te ftellen tot Secretaris van den- Hove van Hofland , Zeeland en Vriesland, des dat dezelve adjunctie' en aanftelling aan hem Mr. Hendrik Hop, niet tot eenige prajudirie of vermindering van deszelfs qualiteit of tractement zal verftrekken, en dat by affterven van den meergemelden Secretaris Hop, Mr. Pieter Graafland Gillisz. de voorfz. Bediening zal mogen waarneemen op zoodanige baaten en emolumenten , als voornoemde- Mr. Hendrik Hop thans geniet. En zal Extract: deezer gezonden worden aan voorfz. Mr. Pieter Graafland Gillisz., om zig daar na te reguleeren 4 en om teffens by provifis hem tot het aftterven van Mr. Hendrik Hop , ' te dienen voor en in plaars van Commisfie, als hebbende (blykens hun Ed. Gr. Mog, Misfive van den 18 January laatstleeden) by het afleggen van den Eed van zuivering, ook gedaan de verklaaring, gerequireerd by het derde poinft van het gêconvenieerde met hun Edele Mogende , vervat en hun Edele Gr. Mog. Refolutien van den 1 December 174a en 23 Maart 1743 , en die van deeze Provintie van den 5 Maart 1743.' En zal voorts, by Misfive, gelyk Extract worden gezonden aan den Prsefident en Raaden van den Hove, tot derzelver narigt, mitsgaders aan de Heeren Sraaten van Holland, by rescriptie op Hoogstderzelver voorfz. Misfive, meede worden kennis gegeeven van de by hun Edele Mogende ten opzigt van de bovengemelde adjumffte, genomen Refolutie* (Onder flond} Accordeert met voorfz. Regi&riiB^u ( Was get.) w. a. PB BS veruw, O a Waar  *ia jolt, ZAAKEN VAN , 1786. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , de voorfchreeve Misfive en Bylage aan te neemen voor Notificatie, en zal daar van aan Praelident en Raaden van den Hove kennis worden gegeeven tot derzelver informatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. 91 nis sfessri B9 t ns'rv.ytjbi sa «t*K»f>'.Y.d' qoH — 1 1 — CVII. Misfive van Gecommitteerden uit de Bu/ger Schutters ,. Uitkopers en Wagtvryen der acht Burger Compagnien te Utrecht, ten aanzien hunner bezwaren en klagten de gunftige refleSlien en invloed van hun £d. Groot Mog. imploreerende. lngebragt in dato 6 July. Ontvangen een Misfive van G committeerdens uit naam en last van de Burger Schutters, Uitkopers en Wa?ivryen van de acht Burger Compagmen binnen Utrecht', gefcnreven aldaar den 5 deezer, waar aan by hun Edele Groot Mog. voordragen derzelver bezwaaren en klagten, breeder 111 de Misfive omfehreeven, met verzoek en in het vertrouwen , dat hun Edele Groot Mog. zie hunner niet zullen gelieven te onttrek ken1,,. om aan hun Sfad en Burgerye te prsefteeren de middelen , ter handhouding van hunne onvervreemdbare Rechten en Voorrechten, en ter bevestiging van dezelve imploreerende op hunne voordragte hun Ed. t-r. Mog. gunftige rtfleftien en hoogstderzelVer invloed, alles op de gronden en reedenen , in:de navolgende Misfive gedetailleert. qo sijqii>> - vd .bnfilkK ó£V otoMtt tföwH /; Fiat infer tic. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive zal vyoiden geéxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en vndere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot - Be- jtifcW " t\ fi  joly, STAAT EN OORLOG. i?86. 213 Befögne , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis; en is , dien onverminderd, Copie van dezelve verzogt, door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de ordre nader te examineren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Amfbrdara , Rotterdam, Brielle, Hoorn, Enkhuyfen, Edam, en Medembhk, om daar op te veritaan, de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! *t \\ 7as van verfcheiden jaaren herwaards, W dat de Burgers en Inwoonders van deeze Siad en de refpe&ive Steden deezer Provincie, hunne bezwaren en klagten ten fine van redres , omtrent zaaken , het gemeene Bondgehoodfcbap , de particuliere huishouding dezer Provincie , en wel inzonderheid het Regeerings Reglement van den jaare 1674, 200 mondeling, als by uitgekomen Gefchriften, hebben te kennen geseeven, zoodanig, dat wat inzonderheid het affchaffen van de Recommandatien betrof, zoo wel als het Nomineeren en Eligeeren van binnen tyds openvallende vacatures in den Raad dezer Stad , daar omtrent federt Augustus en D cember 1783, ter requifitie van de Burgery die befluiten zyn genomen, welke tot een voorbereidentiyke weg ten fine van redres konden verftrekken , zoo als hun Edele Mog. de Heeren Staaten dezer Provincie te zeer overtuigd van de billykheid en de gegrondheid , der alhier federt een zoo geruimen tyd plaats gevonden hebbende klagten en bezwaren der Burgeren, In- en Opgezetenen, zulks hun Ed. Mog. heeft doen te raaden worden, om by Refolutie van den 25 February 1784. te benoemen een extraordinaris Commisfie van negen Heeren, uit ieder Lid van O 3 Staat  114 iT«x, ZAAKEN VAN 1786. Staat drie,-»» te onderzoeken en haar Edele Mog. te advifeeren , welke middelen zouden behooren by de hand genomen te worden, om met wegne. mine yan alle wettige bezwaren der Ingezetenen, de harmonie en goede ordre binnen deze Provin. cie en onder derzelver Ingezetenen te herftellen en conferveeren. En het was dan ook als een eevok van deze Commisfie, dat Burgemeefteren en Vroedfchap deezer Stad by Publicatie gearresteerd den 13 April 1784 en gepubliceerd den | 17 dito , om geinformeert te worden van alle j zoodanige wettige bezwaren, en om dezelve ■ zonder verhaasting te konnen opgeeven, aan een iegelyk Burger en Inwooner , van wat ftaat of conditie hy ook zy (alleen uitgezonden; Vreem- \ delingen, Dienstboden, Bedeelden, en die alhier j geen vast verblyf hadden) hebben bepaald een j tyd van vyf weeken, na afkondiging van dezelve Publicatie , om hunne wettige bezwaren in Gefchrifte te ftellen en voor het verloop van gezegde vyf weeken ter Secretary van Stads Pol'icie ondertekend en verzegeld over te brengen. Alles ten einde Burgemeefteren en Vroedfchap (na inhoude van evengemelde Publicatie) na expiratie van den geftelden tyd uit examinatie van het overgebragte, in ftaat zouden werden gefteld, eene juifte opgave der bezwaren, over. eenkomftig Stads Rechten en met bewaring van dezelve , ter voldoening aan het gerequireerde van hun Eiele Mog. uit te brengen, op dat tzoo als de Publicatie al verder inhoud) gem ! megzame middelen mogten werden uitgedagt, en aan de hand gegeeven, waar door alle die bezwaaren , en daar uit opgereezen misnoegtheeden wierden weggenomen, de eensgezindheid en het onderling vertrouwen tusfchen de Staats en Re. gearings Leden met de Burgers en Inwooners her. leveniigt , bevestigd en befiendig gemaakt te Van'dusdanigen inhoud, Edele Groot M'ig. Heeren, wat de Publicatie , waar by Utreen * Bur-  [uly, STAAT EN OORLOG. 178G. 915 Burgeren en Inwooneren door haaren Raad op den 17 April 1784. plegtig wierden opge/oepen om hunne wettige bezwaren in Gefcbriften binnen de daar by bepaalden tyd over te leveren, waar aan zy dan ook voldaan hebben , zoodanig dat alle de onderfcheidene bezwaren van onze Burgeren en Ingezetenen op den 21 Mey 1184. in handen van een daar toe gedecimeerde Commisfie van de Vroedfchap zyn overgeleverr , tn voorts op den 24 daar aan volgende ter deliberatie van den Raad zyn overgebragt, wanneer daar over. tot den 28 Juny 5784. verfcheidene deliberarien zyn gevallen, toen vervolgens gerefolveerd wierd, dat alle dezelve ingekomen bezwaaren by Copyen authenticq aan de Staats Commisfie zouden worden overgegeeven , zoo als dan ook is gefchied, met dit verder gevolg , dat die Staats Commisfie na examinatie van dezelve bezwaren ter Staats Vergadering van den 1 September 1784. hebben uitgebragt een zeer ampel Rapport , waar by zy hebben moeten erkennen de billykheid en gegrondheid der voorgedraagene klagten, en zonderling ten aanzien van het Regerings Reglement van den jaare 1674. als zv gtene zwarigheid gemaakt hebben , ope^ ttyk te verklaaren, dat in dit Reglement vier voornaame gebteeken gevonden worden, die te weeg brengen dat het zelye voor de Provincie fchadelyk en voor de Regeering drukkende is, zoo dat het zelve onder de Ingezetenen by den minften tegenloop van zaken , veel argwaan en misnoegen moest verwekken , en tot de optelling dier gebreeken overgaande , ftellen zy in de eerlte plaats , dat dit Reglement wel verre van naast en meest over een te komen met de Regeering van de Provintie , gelyk die van ouds geweest was (zoo als men Prins Willem de III. ingevolge hoogstdeszelfs betuiging by de prxfenta* tie van dit Reglement, fchynt diets gemaakt te hebben) in tegendeel daar meede ten eenemaal O 4 een-  |lf joly, ZAAKEN VAN 1780. contrarieerende en ook zelfs in velen opzitten ftrydig is met de Privilegiën , Handvesten en Gerretigheden van den Lande. Welke zoo uitdrukkcdyke gedaane verklaring van een S aats Commislie, (zonder verdere aanvoering van de overige opgetelde gebreeken) volkomen wettigt het verzoek en de inftantien door de Burgeren en Ingezetenen alhier , met opzigte tot het redres der overgeleverde pon eden van bezwaren, als haar Edele Mog. Gecommitteerdens al verder by de przemisfe van dat zélve Rapport verklaren , dat met rebtie tot die bezwaren , dezelve hen zyn voorgekomen van de meefte aangelegendheid te zyn , en dat ter bewaring van de rust en goede order binren deeze Provintie, daar op eene prompte voorzieni^ge vereischte. zegpende dat het om uie reden was, dat zy Gecommitteerdens, die op andere pointer) van de overgeleverde bezwaren meede ten fioe van Rapport waren G.committeert, by dit hun voorfz. Rapport zig alleen tot faatstgenoemde, nanuntlyk tot redres van .het voorgenoemde Regeerings Reglement hebben moeten bepalen. Waarom wy dan ook alhier in dat uirzigt en vast vertrouwen hebben geverfl-erd, dat aan die p-ompte voorzieninge ingevolgen van den teneur van dat Kapport , zonden zyn voldaan geworc'e.i, en daarom na dat het zelfde Rapport aan onze Burg-rye tn het begin van de maand September 1784. ingevolge van een Vroedfchaps Refoluie dezer Stad wier-d ter hand gefield om feunne conlideraticn daar op in te brengen, zulks met a'lle mogelyken fpoed hebben gedaan en de. zelve nog voor het einde van die marnd in handen van de daar toe gedecerneerde Commisfie «wergebragt. Daar het by de vóórfz. gelegendheden , van zonderling befabg voor de Burgery was, dat de poincten , S;ads Regeerings-beltelling betreffende , niet wierden onderhevig gemaakt aan de bcltelüng en het oordeel van de voor-  joly, STAAT EN OORLOG. 1786. 217 voorftemmende Leden van Staat, als daar van ingevolge van onze conftitutie geheel gefecludeert zynde , en dienvolgende dat de Sta 1 daar irne bewaard wierd , by bet recht aan haar en, de Burgery competerende, en dat mitsdien wierd weggenomen het wederregtelyke en gansch on» w-t'ige dat ten dien opzigte by het Regeerings Reglement van 16/4 tegens Stads Regten en Voorrechten was vastgefteld geworden. En waar toe by het voorfz. Rapport dan ten duidelykftén is geadvifeert, reaelyk en b'dlyk te zyn, dat aan de Burgétye alhier eu elders, wierde gegeeven eenig aandeel in de aanttelling hunner Regenten , op zoodanig eene wyze ais ter voorkoming van kutp'.ryen, cabalen, en andere desordres, meer wyl wy ons met alle veneratie tekenen; (Onder fiond) U Edele Groot Mog. dienstwillige Dienaaren. Uit naam en last van de' Burger Utrecht Schutters , Uitkopers en VVagt- de 5 Jaly vryen van de acht Burger Com» 1786» pagnieu binnen Utrecht. Uit de Compagnie Turkyen. G. Ber.tink. J. A. d'Avcrhoult. W. van Dyke. C. van Benthem. Uit de Compagnie het Pajpe-VaandeL JAi.de Riddtr v. Almktrki D. J. de Ridder. Anzs. de Vry. Herms. Krult, Uit de Compagnie het Fortuin* Jb. de Joncheere. i J. van Lidt de Jeudejrè Gé He et veld A, Z. J. Carels. Uit de Compagnie de Bloedkui!» J. C. Pronckert. M. J. Eyck. G. van de Vooren. C. yander Moolen. Uit de Compagnie de Zwarte-Knegten. A. v. Eldik. J, C. des Tombe. R. Molenaar, D. V. Dort, üit  |uxy, STAAT EN OORLOG. 1786. tof Uit de Compagnie d'Orange-Stam. A. Abeleven. G. C. Egeling, P. vander Pen, Uit de Compagnie de Pekftokken. Paulas Besch Bots. Petrus de Koning. Cornelis v. Hengelaar. W* Overwijn. Üit de Compagnie de Hand-Voetboog* Ó. D. Gordon. J. Vofs van Zyll. J. Lubberding. Gt. Roggeveen, CVIIJ. Programma van het Amfterdamfche Genootfchap van Wapenhandel, tot Nut der Sehuttery. In dato 7 July 1 1786. Heeft het kloekmoedig , doch onderdrukt Wyk by Duuritede op de loffelyke drangredenen, die met zoo veel Mannentaal in het uitgefchreven Programma der aanzienlyke Vergadering van gewapende Burger» Corpfen in Holland , op de overtuigendife wyze aan het beste gedeelte der Natie zyn opengelegt* de pligtmatige aandagt van een goed gedeelte waardige Neder» landers mogen tot zich trekken tot onderfleuning haarer gerechte zaak; — eene onderfleuning, die, dank zy der Voorzienigheid ! doet zien , dat dit Gemeene* best, hoe hetzelve ook gefoltert word, nog een aantal rechtaarte Vaderlanders aan alle oorden in zich bevat, die een dadelyk gevoel hunner bondgenootfchappelyke verpligting hebben, en op de gronden der Unie, even -als hunne Voorvaderen zich, door eene algemeene ver» eeniging , der heerschzucht en dwinglandy van eenen P.iilips wettig onttrokken hebben, thans ook zoo volXXXIII. deel» P veer*  326 july, ZAAKEN VAN 1786. veerdig zyn, harten en handen te vereenigen , en in een te flaan, om eikanderen trouwhartig niet alleen in lief en leed aile hulp en byftand toetebrengen , maar zelfs goed en b'oed opteofferen tot behoud der Burgerlyke Vryheid, en het doen eerbiedigen der vereenigde ftemmen van een Vry Volk, dag aan dag toenemende listige en heerschzucbtige pogingen van de dwingelanden — de verdrukkers — de gezworen vyanden van den Burgerftaat, welke, in weerwil, dat hun onrecht en geweldadigbeden, zoo klaar, als de Zon op den helderen middag aangetoond, en hun met zoo veel bezadigheid, als ernftigen nadruk, by herhaaling voorgehouden zyn, ja, na zelfs in Gelderland die vrije, wel vereenigde, en redelyke Volk-item op de ongehoordfte wyze gefmoord te hebben , als nog ftoutelyk den kop durven blyven opfteeken, en de borsten dier tedere Moeder, welke hen gevoed heefc, zoo wreedaartig helpen van een fcheuren, als of zy niet alleen boven de Wetten zyn, om geweldig te mogen handelen , maar zelve met de wreekendé ftraffe van een geducht en rechtvaardig Opperweezen, het welk immers den moord der Burgerlyke Vryheid niet onverfchillig kan gedoogen, als het waare openlyk den fpot dryven, en in hunne harten zeggen daar is geen God! — eene onderfteuning — eene vereeniging derhalven, welke naar maate dezelve algemeener en gereeder Hand grypt en word uitgeoeffend, te feller het hart der Burger-hateren zal grieven, en eindelyk hen den moed zal moeten doen ontzinken, om hun land - verdervend en verfoeielyk Plan van overheerfching en geweldige onderdrukking verder doortedryven, hoe mènigwerf, en hoe onbefchaamd zy het zelve ook, deels verblind, deels opzettelyk , als met een toegefchroeid geweten en gehoorweigering aan de ftemme der waarheid en geregtigheid , in het pleegen van een opeenllapeling van fchreeuwende ongeregtigheden , hebben doorgezet. — Zoodanige onderfteuning en vereeniging word nu onwederfprekelyk vereischt, byzonder te doen blyken aan die Burgeryen en Steden van het door inwendige belagers zoo openlyk mishandeld Gcmeenebest, welke in zoortgelyke , zoo niet veel erger omltandig-  JULY, STAAT EN OORLOG. i?86. 227 heden , als het onderdrukte Wyck thans zich bevinden , daar zy aan het befhiur der Regeering moeten befchouwen eene Meerderheid, die regtflreeks haare welmeenende pogingen tegengaat, en met haare beftryders als in het naauwst verbond fchynt te flaan , waardoor zoodanige Burgers en weinige voor de vuist en oprechtelyk met hun inftemmende Regenten geheel en al op zich zeiven gelaten worden, en van alle kragtdadige medewerking tegen de overheerfching ten eenemaale verdoken zyn. Het is dienvolgenae, om dezelfde dringende redenen , by het aangehaalde Programma ten behoeven van die van Wyck zoo bondig betoogd, en ten deezen met een woord nader aangedrongen, dat de braave en kloekmoedige Burgers der Gelderfche S eden Hattem en Elburg mede op een byzonderen plij.tfchu!digen onderftand hunner Landgenoegen een geregte aanfpraak kunnen maken. «— Beiden hebben immers aanho ider,* de met den grootften iever, bedaardheid en onverfchrokkenheid getoond , dat zy de veelvermogende heersebzucht het hoofd durven bieden , en niet zullen nalaten , de heldhaftige voetftappen hunner Voorouderen en tydgenooten te drukken , ja veel liever , gelyk de eeenftemmige taal dier waardige Burgers is, hui,né huizen boven hunne hoofden zullen afbranden j en een ander Vaderland opzoeken, of op de wallen fneuvelen , aan toelaten, dat der overheerfching toegegeeven wor* > de, of het geweld ongewroken op hen zegenpraale, door t gedwee van alle redres aftezien, hunne verklaring van alle aanmarsch van Militie voor een daad van geweld te zullen houden, naar eed en pligt niet geftand te doen en toeteftaan, dat het uitvaagzei van het tntiischdom , hen als Regenten worde opgedrongen, —— Dan om dit ; alles op die voorbeeldige, moedvolle en eene ftandvas. tige wyze ter uitvoer te brengen, dienen die onze onderdrukte , doch heldhaftige Mede-Burgers by tyds ; in genoegzamen ltaat van tegenweer te zyn , en hier aan ontbreekt zoo veel dat die braaven niet te fpoedig met de nodigè middelen daartoe kunnen voorzien worden , en even als die van Wyck een aanzienlykenj enderftand in geld, als anderzins behoeven. P 2 Wel  «28 july, ZAAKEN VAN 1786. Wel aan dan braave Meede-Burgers en Landgenoo. ten ! Gy, die met zoo veel erkentelyke bereidwilligheid uwe bioederlyke milde hand ter onderfteuning der Wyckenaaren hebt geopend , en het uwe wel willen toebrengen, laten ook deeze verdienftelyke, onzer aller medewerking en hulpe billyk vereisfchende Gelderfche Bondgenooten, die bereidwilligheid even zoo zeer behoevende , ook in gel ke maate ondervinden! — Laat dus het bezef onzer verplichting zich tot een enkele plaats niet alleen uitflrekken ; maar laten wy betonen, dat wy aan allen wenfchen nuttig zyn, en zoo veel mogelyk byftand willen bieden. —- Deeze opvolging ©nzer verplichting vorderen volftrektelyk ook onze gemeene belangen volgens de gronden der Unie, by ons en elk Burger plegcig bezworen 1 —- En wat behoeft 'er meerder gezegd te worden, om eene plichtbetrachting optewekken by Vaderlanders, die meer dan eens en nog onlangs getoond hebben, dat der onderdrukten zaak de haare is , en zy ten allen tyde daartoe niets te dierbaar rekenen , om niet voor een vrywiliig offer voor de gemeene zaak des Vaderlands., waar die ook beftreden word, te doen verftrekken. — Schatten, waardde Meede-Burgers en Landgenooten! fchatten te bezitten, zegt immers, hoe veel men zulks ook waane, in de daad weinig, maar die te bezitten , en wel te gebruiken, dit is edelaanig , — dit is waarlyk ryk te zyn, en betoonen de regte waarde van dien te kennen ? — En kan men zulks wel ooit grootmoediger en tevens plichtmatiger aan den dag leggen, dan het te doen ten dienfte van het Vaderland en de Vryheid ter handhaving van de Republikeinfche Confiitutie van dit Gemeenebest, en ter verzekering van elks wettige bezittingen en eigendom, mitsgaders die der gantjche Maatfcnappy ? Uit overtuiging van die edele denkwyze van brave Vaderlanders, hebben het Genootfchap van Wapenhandel, onder de zinfpreuk, tot nut der Schuttery, binnen deze Stad vermeend, zich niet te mogen ontrekken, om de wakkere en verdienftelyke Burgeryen van Hattem en Elburg, op derzelver zoo mondelinge, als fchriftelyke ailernadrukkelykfte vertoogen, by herhaling  jcjly, STAAT EN OORLOG. 1786. 229 gedaan, ook in het voorftaan haarer gerechte zanke, en het bewerken van haare redresfen, alle mogeïyke hulp en adfiftentie te doen geworden: En is het in de ftreelende verwagting van het goed gevolg eener zoo pligtelyke onderneming, dat de Commisfie van Directie van het gemelde Genootfchap en Commisfarisfen der Burger-Sociëteit, nadat daarvan insgelyks opening aan de waardige Leden eener Vaderlandfche Sociëteit binnen deize Srad was gegeeven , en derzelver medewerking verzogt, waarvan men zich alles goed beloofd , hebben befloten, refpeétivelyk uit hun midden * Gecommitteerdens te benoemen , om, gedurende den tyd van agt dagen , te beginnen op eerstkomende 1 maandag den 10 July i/8ö, dagelyks, zoo in de Burger-Societeir in de Warmoesffraat over de Vischfteeg, als in de Herberg de Karsfebocjm in de Kalverftraat binnen deeze Stad , op den middag van twaalf tot twee uure, te vaceren tot het ontvangen van zoodanig aandeel , als elk braaf Burger en Ingezeten, ter kwyting zyner Vaderlandfche pligt, daarin zal gelieven te neemen, ten welken einde 'er voor de geenen, die zulks verkiezen mogten , een lyst van infehryving op bMde pïaatzen zal voorleggen , waarop ieder , het zy voor eene Maandelykfche Contributie , gedurende dit lopende jaar, het zy in eens, voor zoo veel of weinig, als hy zal begeeren, ten behoeven van die van Hattem en El burg zal kunnen intekenen , op gelyke wyze, als voor die van Wyck is gefchied; en zal 'er ook tevens een gefloten Bus by de hand zyn voor die welmenende gevers , welke verkiezen mogten , voor hunne giften niet bekend te willen ftaan. Alles onder behoorlyke verantwoording aan de gezamenlyke Contribuanten , zoo rasch zulks eenigzins zal kunnen gefchieden. En werden wyders alle Vaderlandfche Schutteryen, -Vry-Corpfen, Wapen-Genootfchappen en Burger-Societeiten by deeze met al dien vriendelyken nadruk , die het gewigt deezer zaake vordert, openlyk mede verzogt, om elk in den haaren op gelyke wyze te wilien werkzaam zyn, ten einde deeze iidchryving, even zoo broederlyk en volieverig, als zy zicii in gelyke gevalP 3 len  t3o july, ZAAKEN VAN 1786. len meermaalen betoond hebben, te beginnen en te begunftigen , terwyl de God van Nederland deeze vereenigde pogingen met den besten u'nflig gelieve te be» kroonen, en de goede zaak des Vaderlands en der Vryheid op derzelver geweldige tegenftrevers doe zegenpraaien, en tot in het laatfte Nagedacht, zich de verkregen Vryheid waardig gedragende , onafgebrooken bevesti^e 1 Amfierdam den 7 July iy?.6. Uit naam van de Commisfie van Directie des voorn. Genootfchap: J. Venver, L. G. Vis» fcher, Th. van Leeuwen, C. Swart, C. Veeckens, £. van Keyzerswaart. In kennisfe van my, jacobus kok , Secretaris. Uit naSm van Commisfarisfen der Burger-Societeit: J Petig, y. C. Htspe, M. G. Buneman , F. Beeldfnyder Gz,, D. v. d. Saan Lkz. , y. Slee Zing Junior, A. Sondervan, In kennisfe van my. ' j. c. hespe, Secretaris. CIX. Adres van de Gezwoorene Gemeente aan de Magiftraat der Stad Hattem. In dato 12 July 1786. wel edele achtbaars heeren! De Gezwooren Gemeente deezer Stad, op den 8 May deezes jaars 1786, door de Burgery by Addres (picia.il venogr zynie: 1. Dat de Gezwooren Gemeente, daar zich nu twee Vacatures in de Magiftraat bevonden , van welke de eene  july, STAAT EN OORLOG. 1780V 231 eene al zedert den 14 July 1785 had opengeftaan, het hunne geliefde aan te wenden , dat deeze twee Vaca* tures ten fpoedigften vervuld mogten worden. 2. Dit aan U Wel Ed. Achtb. zoude declareeren, dat de Gezwooren Gemeente de helft in alle zaaken van Regeering toekomt, uitgezondert het bellier der Juftitie en dagelyks beftier der Stad omtrent geringe zaaken , welke aan Hun Wel Ed. Achtb. alléén zyn toevertrouwt, en al verder mogte Protesteeren tegens al het geen de Magiftraat, in zaaken de Gemeente meede betreffende mogte refolveeren en bet zelve voor nul verklaaren. 3. Dat meede gelieve te refolveeren, om aan de Magiftraat kennis te geeven dat zonder fpeciaal toeltemming van de Gezwooren Gemeente geene Militie, onder welke pretext ook , binnen deeze Stad mogte gebragt worden. Omtrent welk eerfte poinct, doen tydes , aireede by de Gezwooren Gemeente Refolutie genoomen en voorzieninge gedaan was, en vervolgens nog nader gedaan is, en wat het ade en 3de poinct- betrof, de Gemeente meede aannam, zoo veel in hun is, hun Wettig gezag te maintineeren en aan de Burgery genoegen te geeven. Hierom is het Wel Edele en Achtbaaren Heeren! dat de Gezwooren Gemeente zich verpligt rekent aan U Wel Ed. Achtb. met alle refpect te kennen geven, dat het 'er verre van daan zy, van meerder authoriteit en gezag te pretendeeren , dan hun wettig competeert; doch helaas! vraagen Wy, waar is het Ons van ouds wettig competeerend gezag? Zoo 'er zaaken zyn, in welke 't regt der Gemeente al erkent word, en waar in U Wel Edel Achtb. niet met Ons in een begrip liaan, zoo moeten Wy Ons laaten welgevallen te aanhooren, dat dezelve dan zaa. ken de Juftitie raakende zyn, dewelke, dan onaange» zien de Confideratien van de Gezwooren Gemeente, door U Wel Ed. en Achtb. gedecideert of ten besten genoomen, opgehouden worden. Wanneer dit nu zoo door den beugel kan , en als Recht moet befchouwd worden , van welk nut is dan P 4 't  a3« juw,* ZAAKEN VAN 1786, 't Collegie der Gemeenslieden ? (dat onzes erachtens het zelfde is en dus een gelyke Magt moet hebben , met de Vroedfchappen in Hollandfche en andere S eeden ,) dan is het zelve geheel overbodig en beftaat maar in naam. .... Waar is thans het Recht van Gemeenslieden ingevolge de Reglementen van de jaaren 1705 en 1780 i Bv welke nadiukkelyk gezegt word. ,, De Magiltraat zal'geen Confent konnen geeven tot eenige Petitiën " van de Staaten Generaal of Raaden van Staate, als 3' met Confent van de Gemeente, item geene Ver" bonden of Alliantien ingaan, Vreede of Oorlog aanneemen , noch toeftemming geeven tot het aannee" men van een Stadhouder of Kapitein-Generaal , dan ?! met Confent van de Gemeente." Noch vindt men duidelyk befchreeven by een Convenant van den jaare 1556, „ Dat of te namaals beider Landfchappe geaccordeert worde eenige ichauin" ge tot behoef des Heeren, by de Uitzettinge der" zei ver drie Gemeenslui uit den voorfz. Achten by *\ Scheepenen gekooren zullen worden , die Zemnge !' en de verdeelinge te zien doen." Ook zoude men uit nog voorhanden zynde Stukken kunnen aantoonen, dat Hun Wel Edele en Achtb. m vroerxere dagen aaii de Gezwooren Gemeente rapport van het verhandelde ter Landfchaps Vergadering gedaan hebben. , , Van welk laatfte in andere Steden, alwaar dezelve Coriftitutie plaats vind, althans in het nabuurig Elburch de Gemeenslieden ten huidigen dage nog van bet Recht jouisfeeren , om met en nevens de Magiftraat de Stads Gecommitteerdens ter Landfchaps- en Kwartiers-Vergaderingen te volmagtigen en aan deze,, ve li.ftruétien te helpen geeven, gelyk zulks nog op de jongfte Landfchaps-Vergadering van May 1786 zal sehieeken zyn. . , , , , ' Wanneer men nu eens bedaardelyk het een en ander nagaat, en inzonderheid zich bepaald tot het willekeurig handelen van Stads Gecommitteerdens ten Landdage buiten concurrentie der Gezwooren Gemeenten?, hoe helder middagklaar laat zich dan niet zien , Bet  july, STAAT EN OORLOG. 1785. »3S nadeelige en fchroomelvke , dat hier uit noodwendig voortvioeid , en no* klaarder , wanneer men het oog, maar eens vestigt op het onlangs verrigte ter laatfte Landfchaps-Vergadering binnen Ziuphen gehouden; op welke de meede Stads'Gecommitteerdens geen reguard fchynen geflagen te hebben op de billyke Volk-Stem, die van alle 'kanten te zamen was gevloeid; alwaar men de requeftreerende lngezeetenen doedt befchouwen, als minderjaarige fchamele en bedeelde Perfoojien, Handwerkslieden, welke geen kunde in LandsZaaken konden hebben en die her. ongeoorloofd ware, gich daar meede te bemoeien. Waarom Wy , Edele en Achtbaare Heeren! niet fchroomen te verklaaren, „ dat het de Gezwooren Gemeente, die meede Volks-vertegenwoordigers zyn en nimmer kunnen gedoogen , dat die geenen, welke zy de eer hebben te repiaefenteeren in hun natuurlyk Recht benadeeld worden, in haare Ziele fmerr , te moeten verneemen, dat een Volk, ja een Vry Volk, dat zich zeiven ten kosten van hun bloed van het Spaansch Tyrannisch Juk heeft ontdaan, door hunne vertegenwoordigers , die het gezag niet anders dan uit naam en van wegens hen utoeffenen , een bal in de mond gedopt en dom gemaakt worden, om daar door hunne klaag en fmeektaal, onrrent gewigtige zaaken te fmooren-" VVy doelen op het arresteeren by de Landfcha'p van de berugte Publicatie, alhier den 28 May, gepublicert, en by welke iri 't vervolg niets minder dan eene Crimineele vervolging bedreigt word tegens zoodane Verzoekers, aks de Teekenaars der Nationaale Requesten, zoo op die, als op eene vorige Vergadering geprefenteert, en waar by een Generaal? Amnestie voor al het Misdaadige , reeds daar door gepleegd, werdt aangekondigt. Hoe kan het mogelyk zyn , dat zulke billyke verzoeken , als onder anoeren dat , tot redres en revideering van een Regeerings-Reglement, dat zoo zeer tegens onze Cbnftitutie aandruisfehende werd verklaart, als misdaadig word befchouwt ^ indieu daar in een misdaad geleegen is, zoo reekent de Gezwooren Gemeente het zich een eer te verklaaren, dat zy dan misdat, P 5 di*  S34 Jui-Y, ZAAKEN VAN 1780. digers willen zyn en blyven; want alfchoon bezwooren hebbende dat voorfz. Reglement te zullen naleeven , zoo oordeelt de Gemeente hun echter volkomen vry te ftaan , zonder krenking van dien Eed, hunne gedagten nopens de tegenflrydigheid in het zelve te mogen uiten; en vertrouwen, daar zy het tweede Lid deezer Stads Regeering uitmaaken, zy nimmer in dit afpecr. kunnen komen van minderjaarige, fchamele en bedeelde Perfoonen. Wy vinden ons dan ten fterkften verphgc, en om niet al te ver uit te weiden, alleenlyk maar met relatie tot deeze Stad , een oogenblik by dat gezegde Regie, ment ftil te (laan, en het zelve te vertoonen, als dat het op den duur niet zal kunnen beftaan. Dit Regiement van den jaare 1750 , dat men zoo ieverig zoekt te handhaven van de zyde der lngezeetenen deezer Provintie , is insgelyks door den Heer Stadhouder bezwooren , welke dus onder die veiphchting legt van al het geen daar by aan Hoogstdenzelven werd toegekend , heiliglyk en naar den letter uit te oeffenen, doch gefchied dit, en is men ook zoo ieverig om het zelve van de zyde des laatften te doen oblèrveeren? . , , „ , Verfchoon ons Wel Edele en Achtbaare Heeren I dat wy eenige zaken vragende voordellen, laatende de beantwoording ftilzwygende aan de waarheid zelve over. Heeft de Heer Stadhouder niet kunnen goedvinden drie Regenten alhier aan te ftellen, die geheel ongequaiificeert waren , tegen onze Stads Rechten , en dus ook tegen den letter van voorfz. Reglement? Heeft de Gezwooren Gemeente [na ernftige doch vrücbtelobze poogingen, tot maintien van Stads Rech» ten by ÜW Wel Edele en Achtb.] zich niet by den Heer "Stadhouder vervoegt en verzogt, dat, wanneer de beklaagde Heeren ongeceegen mogten blyven om aan hunnen pligt te beantwoorden, deeze Heeren dan door Hoogstdenzelven by de eerstkomende keur mogte' i worden gepasfeert?- - • , H-eft de Heer Erfftadhouder niet hoe duidelyk deeze non qualificatie ook ware aangetoont, kunnen goedvinden by eene nieuwe keur deeze Heeren allen weder-  july, STAAT EN OORLOG. 1786. a3j derom aan te ftellen, fchoon onze klagten Rellende in handen van beklaagde Heeren ten fine van bericht? Deeze klagten aan Zyre Hoogheid den 29 January 1785 afgezonden, en anderhalf j'aar ongeveer verloopen zynd>2, heeft Zyne Hoogheid aan deeze z-.ak wel iets verder gedaan, of is ons zulks gebleeken ? Hoe lange heef: de Heer Erfïïadhouder de aanftellii g van Gemeens-Lieden alhier uitgeoeffend , zonder dat Hoogstdenzelven dit recht by den letter van voorfr. Reglement wierd toegekend? Zegt de ietter van dit Reglement niet meede, „dat „ de Magiftraat der Stad Hattem zal beftaan uit agt „ Perfoonen enz., en is Zyne Hoogheid daar op niet „ verplicht dat getal compleet te houden, en nog wel „ te meer, daar onze oude Stads-Reglementen zeggen, „ dat een vacatuure in de Magiftraat, binnen den tyd j, van een maand zal moeten worden vervuld ?" Heeft Zyne Hoogheid nu niet, onaangezkn deeze verplichting , en zoo veele vriendelyke inftantien van Gemeente als Burgery, een Scheepensftoel byna een jaar opengelaaten ? Is hier by niet een tweede Scheepenftoel op den 2 May jongstleeden opengevallen , welke dus meede al ruim anderhalve maand heeft open geftaan, en met de eerfte ten huidigen dage nog onvervult is? Hebben wy onlangs, ter vervulling van deeze plaatfen , en ter voorkoming van Regeeringtoosheid , nog niet andere wegen in moeten liaan ; die meede geen effect hebben geforteert, en van welke Uw Wel Eiele en Abhtb. niet onbewust kunnen zyn? Om nu verder van geene andere zaaken , direct dit Reglement raakende, of daar uit voortfpruitende , te gewaagen , of fchoon 5er nog een reeks zoude kunnen opgeteld worden , en wel zulkcu, die veele Regenten buiten ftaat ftellen, om zich naar behooren van hunnen Eed en Pligt te kunnen kwyten. Ook zwygen wy, dat, al wierd dit Reglement zoo van de eene als andere" zyde ftiptelyk geobferveert en nagekomen, het zelve als dan nog ftrydig is en blyft tegen onze oorfprongelyke Confiitutie. Daar dit alles Wel Edele en Achtb. Heeren! door uit*  *3S july, ZAAKEN VAN 1786. niemand kan, noch zal ontkend worden waar te zyn , hoe is het dan mogelyk ? dat de Teekenaars van gezegde Nationaale Requesten, als misdaadigers kunnen werden befchouwd, pardon ontvangen, en verders be« dreigd worden met een Crimineel Proces! Daar nu meede door Burgers en lngezeetenen deezer Stad , het zelve verzoek gedaan is, zoo vind de Gezwooren Gemeente zich in de volfirekte verplichting ba?r deeze zaak aan te trekken, en ftellig by dit Declaratoir te verklaaren , „ dat zy deeze Publicatie houden als een Direct Attentaat op de natuurlyke „ en Conflitutioneele Rechten en Privilegiën deezer ,, Burgery, en van dien aart, dat dezelve noodwendig ,, de pernïcieufte gevolgen moet naar zich Heepen;" en daar wy in 'c zekere onderrigt zyn, dat deeze verfcheide Riddermatige en van een nabuurige Stad is doorgedrongen : en verders in aanfchouw nemende , dat, onzes erachrens,- in zaaken, raakende de Privilegiën, geen oveiftemming zal kunnen vallen, het geen hy het arresteeren van deeze Publicatie niet fchynt in acht genoomen te zyn, zoo laaten Wy aan die StaatsLeden, welke tot dezelve hebben geconcurreert, over alle die fchroomelyke gevolgen , welke men te wagten heeft, zoo uit het willekeurig buiten effect ftellen van de .meest geheiligde Siaatsgronden, als uit zoodane maatregelen , waar door. men den lngezeetenen het Rectrf en de Macht zoekt te beneemen van op zulk eene wyze , als zy de beste keuren, hunne bezwaren voor den Reprtelentativcn Souverehl te brengen. Een Recht, 'i welk ieder Burger van een vrye Republiek op 't ogenblik zyner Geboorte met zich brengt; een Recht eindelyk , dat hun door geweld en over. magt, maar nimmer op gronden van natuurlyke, noch Staatkundige billykhei 1 kan ontnoomen worden. En declareert de Gezwooren Gemeente verder ten opzigte van het Publiceeren en Afii^eeren van dezelve, binnen deeze Stad, zonder onze Concurrentie, te houden voor Informeel, Onwettig, en van Nul en Onwaarde; en zulks nog te meerder, daar het MagiftraatsCollegie geconftitueert moet zyn uit agt Perfoonen, en ten muitten de Meerderheid van die agt vereischt werd om  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 237 om eenig befluit of Refolutie te kunnen neemen, een getal van maar drie Perfoonen deeze Publicatie hebben doeiï afkondigen en affigeeren ; by aldien daar omtrent, al eens by een Magiftraats-Vergadering is gehandelt geworden , en dus hier tegens om voorengemelde redeoen ten fterkften protesteerende , om daar door ons, zoo voor ons Collegie en onze Burgery , als voor de Nakomelingfchap gedechargeert te houden. Terwyl wy dan ook op verzoek der Burgery op 't ernftigst infteeren , dat buiten de Gezwooren Gemeente als het tweede Lid van Regeering , geene zaaken, uitgezondert het beftier der Juftitie, ter Conclufie gebragt worden. En laatftelyk rekenen wy ons niet minder verplicht aan Uw Wel Edele en Achtb. te declareeren: „ dat, „ daar het ons ten klaarften blykt, dat de Burgery „ zich erinnert het onlangs voorgevallene binnen Arn,, hem , met de Militie aldaar Guarnizoen houdende, „ als ook in andere Steeden, en voor diergelyke fchroo„ melyke omflandigheden niet te onrecht bevreest zynde , wanneer binnen deeze Stad Militie wierde ge' bragt, dat Wy, zonder welker Concurrentie en " goedvinden immers geene Militie alhier mag wor„ den binnen gelaaten, waar omtrent Uw Wel Edele „ en Achtb. met ons eenftemmig denken , alzoo op „ den a September des voorleeden jaars , in het zelf , de geval zyn gekent geworden, niet zullen permit\, teeren of gedaogen, 'dat, onder welk pranext ook, „ alhier Militie binnen kome ; maar dat wy ons ver„ plicht zullen reekenen , alles daar tegen in het werk „ te ftellen, wat billyk en in ons vermogen is, enz. cx.  238 july, ZAAKEN VAN 1786* CX. ExtraB uit het Refolutien-Boek det Stad Elburg. In dato 14 July 1786. Door den Heer Praefideerende ter Vergadering van Raad en Gemeente zynde gecommuniceerd , dat aan Zyn Ed. Geur. door een' Bode van de Stad Arnhem was vertoond een Patent, houdeude uitfchryving van eeoen Extraordinairen Kwartitrdag , tegens maandag den 17 July binnen Arnhem; ten fine van' deliberatie over zekeren voorflag van de Gedeputeerden ter Generaliteit om den Raad van S aate te authorifeeren ter Negotiatie van de nodige Penningen ter voldoening van de geftipuleerde fournisfementen aan Zyne Keizerlyke Majefteit, uit hoofde van 't jongst geflooten Vre* des-Tracitaat. En hier op gedelibereerd zynde, is gerefolveerd en gearresteerd, de eventueele Gecommitteerdei s te gelasten en te authorifeeren, gelyk g.fchied by dezen: 1 Om ter Kwartiers-Vergadering namens deeze Stad te confenteeren in de Authorifatie op den Raad van Staate, ten fine van Negotiatie der/bfnodigde Penningen tot voorfz. Fournisfement aan Zyne Keizerlyke Majefteit. 2. Dat zy Gecommitteerdens niet zullen vermogen, namens deeze Stad, te treeden in eene vermeerdering vsn lasten op vaste Goederen, noch ook in de hefFnw ge van eenige Extraordinaire Middelen ; maar daar in te difüculteeren. Laatende echter aan de refpecfive Gecommitteerdens over , om inval 'c Kwartier om Penningen benodigd mogte zyn, te concurreeren tot eene Negotiatie. 3. Dat de Gecommitteerdens zich niet zullen inlaaten in eenige vcrdtre of andere puineren , als in de uitfchryying waren gementioneerd, uitgezondert alléén in eenige kleine zaken , direct'nog indirect relatie tot déeze Stad hebbende. En zoo on verhoopt, des ongeacht of die ter contrarie ter Kwartiers-Vergadering met het een of ander mogt worden doorgtflagen, daar tegens, namens deeze Stad,  july, STAAT EN OORLOG. 1786. a3o Stad, te protefteeren en Stads aanteekening te referveeren. En zal hier van behoorlyke mentie worden gemaakt in de te expedieeren Commisfie, en Extract, deezer aan de eventueele Gecommitteerdens worden ter hand gefield , om ziph hier naar ftiptelyk te reguleeren. ("Onder Hond) In fidem Extractu. (Was get.) h. h. vitringa. CXI. Refolutie van de gezamentlyke Burgery e der Stad Hattem. In dato 17 July 1786. De gezamentlyke Burgerye der Stad Hattem, door G. W. van Bameveld, N. Aukes, A, Barneveld% en C. J". Finkenbrink, als haare Gecommitteerdens in zake betreffende de twee vacante Schepens-plaatzen, wel en wettig geconvoceert, om van haare verrigtingen rapport te doen , heeft beflooten en yastgefteld , zoo als dezelve befluit en vastfteld by dezen: —— ,, Dat, ,, aangezien de Burgerye uit het rapport van haare Ge„ committeerdens gebleken is , dat de Heer Erfftad„ houder kan goedvinden, de twee vacatures in de ,, Magiftraat, niettegenftaande alle inftantien van Ge„ meente en Burgerye , tot heden onvervuld te lateri , „ en met zynen duurbezworen Eed, het welzyn der Stad en onze Privilegiën als een Souverain Opper„ vorst te handelen na zyn wil en welgevallen, heden „ over veertien dagen de Burgerye andermaal zal ver„ gaderen , en alsdan finaal refolveeren, welke meest :,, Conftitutioneele middelen zullen •moeten in 't werk , „ gefield worden , o n de twee vacatures in de Magi. „ Itraat vervuld te zien." E i zullen hiervan drie eenslui-  HO july, ZAAKEN VAN 178Ö» luidende Copyen worden gemaakt, en door onze bovengemelde Gecommitteerdens namens de gantfche Burgerye getekend , waarvan één Exemplaar zal worden overgegeeven aan onze Maaibaat, één aan onze Gezworen Gemeente , en één onder onze voornoemde Gecommitteerdens blyven berusten , die by dezen teffens gelast worden , om de gantfche Burgerye tegens heden over veertien dagen andermaal by een te roepen» De gezamentlyke Burgerye der Stad Hattem. Uit last van dezelva. (Was get.) D. W VAN BARNEVELD. N. AUKttS. a. barNeveld, en C. J. VlNKENBlUNK. CXII. Mfemorie van Giconftitueerden van Bodegraven aan Schout en Ambagtsbewaarders. In dato 19 jtuly 178Ó» EOELE ACHTBAARE HEEREN! T"Xe Ondergeteekende , als Geconftitueerden eener \_y goede gedeelte der Burgeren en Ingezetenen deter Ambagte, die reeds getekend hebben, of nog itaan te tekenen , blykens Copye der volmagt (bier annex) door dezelven in hunne gemelde qualiteit getekend , neemen de vryheid, UEd. Achtb. met alle verfcduldigde eerbied ter kennisfe te brengen, dat hunne Committenten in de fecuure verzekering verfeeren , dat 'er in het opmaken der rekeningen, en overflaan der.ordinaire Dorps lasten over dezen Ambagte , kwalyk geitelde ofte abufivie posten moeten inflnipen , wyl dezelve lasten zedert jaaren herwaarts telkens hooger en drukkender zyn geworden, la welke denkwy.e dezelve met reden gefterkt zyn, ver-  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 94x verneemen.de, dat de verfchillen tusfchen Hun Ed. Achtb. in der tyd, en den Ed. Achtb. Heer Schout, over zyn Ed, Achtb. ingeleverde Memoden van falaris enz. , dcor Hun Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raden van Hun Ed. Gr. Mog. de Heererf Staaten van Holland en Westfriesland by onderling accoort zyn getermineert met een afkortinge van circa ofte even over de ƒ900: per jaar. Daar de door zyn Ed. Achtb. voor dien tyd inge* leverde Merrorien van falaris denkelyk ook te hoog zullen zyn gefield geweest, en echter door Hun Ed. Achtb. in der tyd zyn goedgekeurt, mogelyk door onkunde ofte onoplettendheid, en dat men daarenboven niet kan ftellen, dat zyn-JEd. Achtb. alléén de oorzaak kan zyn geweest dier continueele verhoogingen , zoo hebben dezelve reden, in vreeze te zyn, dat zoortgelyke onoplettendheden ofte abuifen in andere posten meerder zullen hebben plaats gehad, en over het hoofd zyn gezien geworden. Terwyl die telkens verzwaarde ordinaire Dorpslas» ten, zedert den jaare 1781, allerdrukkendst zyn geworden door een invordering van extraordinaire Dorpslasten, die hunne Committenten nu met zekerheid weten, voort te fpruiten uit den aankoop der Ambagst-Heerlykheid , buiten voorkennis onzer Committenten, en zonder hunne toeflemming door Ambagts-Bejvaarders in der tyd geöuiplecleert, en ten hunne fchade gefield. Daar nu onze Committenten meenen, in die begrip»; pen te meer gevestigt te kunnen zyn, doordien men in de omfchryving der ordinaris Dorpslasten op de meenigte van billetten 'ontwaar werd, dat voor de ordinaris lasten van 1783 en 17S4 te zamen circa zoo veel omfchreven werd , als de vorige jaren yder op zig zelfs, en dat na hun best geweeten geen aanmerkelyke mindere bezwaren kunnen plaats gehad hebben, en dat die mindering te groot is, om alleen door 'de bovengemelde korting van ƒ 9C0:-:- op des Heeren Schouts fpecificatie veroorzaakt te zyn geworden. — En dat nagaande die zelfde billetten de extraordinaire Dorpslasten met een aaizienelyke mindere opbreng kunj:en XXXUI, DEEL. Q - VOl-  242 J"LV5 ZAAKEN VAN 1786. voldaan werden als in vorige jaren, en dat dezelve fecuur meenen te weten , dat de uitgaven uit hoofde dier aankoop (zoo dezelve billyk was) niet lager kunnen zyn, zoo houden zy zig ten vollen overtuigt, dat 'er onbillyke direftien moeten plaats hebben gehad, gelyk dezelve zig verzekert houden, dat de flille aanbefteding der ontfangst van Verpondinge en Dorpslasten voor een vastgefteld getal jaren, uit kwade direclien moet voortgevloeit zyn, als ftrydende tegens de Regten en voordeelen der Ingezetenen , daar men meent te weeten , dat ten tyde dier beftee 'ing geprefenteert wierd, dezelve voor ƒ25:-:- per jaar minder aanteneemen. De Ondergetekenden voor eenige kwade Uitwerkzelen der gemoedsgefteltenisfe hunner Committenten vrezende, ofte ten minfte voorziende, dat daaruit merkelyke tweefpalt in dit Ambagt onder de Burgeren en Ingezetenen konde opryzen, die het zoet der zamenleeving zouden verwyderen, en de in deezen tyde zoo zeer te vreezene oneenigheden mogten veroorzaken, welke onfeilbaar plaats zouden moeten hebben , aangezien onze Committenten geenzints hebben nog willen toeftemmen in den aankoop der gezegde Ambagts-H;erlykheid voor hunne rekening, hebben zy gaarne die Commisfie op zig willen neemen, in hope door meedewerking van U Ed. Achtb. de Eendragt en Vreede onder dezelve te behouden ofte le herftellen. Waaromme de Ondergetekenden, in hunne qualiteit, U Ed. Achtb. eerbiediglyk verzoeken, ten beste te neemen , dat zy vrydigmoediglijk UEd. Achtb. verzoe. ken, hun in deze goede meening de behulpzame hand te willen bieden , en daartoe indagtig te willen zyn den Eed, met aanroeping van Gods Heiligen naam, door U Ed. Achtb. by aanvaarding uwer Achtb. bedieninge gedaan, onder belofte, van alles wat in U Ed. Achtb. vermogen is , toe te zullen brengen tot nut en voordeel onzer Committenten. En daar de Ondergetekenden tot heden niet in ftaat zyn, met zekerheid hunne Committenten in 't gelyk ofte ongelyk hunner denkwyze te ftellen , en dat zy over de wel of kwalyk gefchiktheid der verdeelinge in de  july, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 243 de omfchrijving, het welk by onze Committenten veel oplettendheid baart, niet kunnen oordeelen , wyl de lysten daarvan hun nimmer vertoont zyn ofte mogen werden , zoo verzoeken de Ondergetekenden U Ed» Achtb. met alle fchuldige eerbied , in name hunner Committenten, hun toeteftaan, dat zy vilie mogen neemen der Papieren, Reekeningen, en andere Documenten , voor zoo verre zy die nodig zullen oordeelen te hebben , en daartoe dadelyk de nodige ordres te ftellen, en vooral die, welke betrekking hebben op dee Ambagts-Heerlykheids aankoop, opdat dezelve daardoor in ftaat mogen gefield worden , hunne Committen verflag hunner bevindinge te kunnen doen, en zoo zy hopen, alle kwade opgevatte denkbeelden uit den weg te ruimen. Verzoekende UEd. Achtb., te gelyk tog indagtig te willen weezen, dat den aankoop des Ambagts-Heerlykheid een zaak is, w-.lke , ingevalle dezelve, gelyk de Ondergetekende dm ven onderftellen , niet voor rekening hunner Committenten met regt kan zyn gedaan geworden , om redens welke zy in 'c vervolg ("des noods) zullen allegeeren, zulks dan nog geenzins, ("gelyk zy begrypen) het tegenswoordige Collegie van ü Ed. Achtb. kan aangeteigt worden, en dus niet alleen geen ongenoegen aan UEd. Achtb. kan veroorzaken , maar dat U Ed. Achtb. pligtshalve gehouden zyt, onze Committenten van dien en andere onbillyke lastposten te helpen bevryden, en zoo veel mogelyk buiten Procesfe houden ; maar ten kosten zal moeten loopen dier Ambagts-Bewaarders, welke in dier tyd in fundtie waren , als blyvende verantwoordelyk voor de door hun verkeerd en kwalyk verrigte zaken , waarvan U Ed. Achtb, pligtshalve gehouden zyn, den Burgeren en Ingezetenen zelfs regt te verlchaffen. UEd. Achtb. zullen, gelyk de Ondergetekende durven vertrouwen, dezelve de zaken, zoo veel mogelyk in UEd. Achtb. vermogen is, gemakkelyk willen maken; en vooral hun in ftaat ftellen ,'zonder making yan eenige kosten, de verzogte en nodige verligtinge in deeze tenfpoedigfte te kunnen erlangen, opdat zy dezelve zonder opfchortinge mogen termineeren, wyl, Q a in-  a44 Fft, ZAAKEN VAN 1786. ingevalle onverhoopt en tegens verwagting U Ed. Achtb contrarie der Ondergetekenden goede mtentien en verwaSe mogten refolveeren, dezelve door hunne ComSenten "geL .yn, en gelyk^zv in dat geva eerbiedis zvn doende by deezen , U Ed. Achtb. uititei van befalinge der aan hunne Committenten omgeichreeyene S verdoeken . tot tyd en wylen dezelve zig in ftKVuile™Sld heoben," de nodige documenten ter vifie te ku" nen krygen , en waartoe de Ondergetekende UEd, Achtb. beloven, allen fpoed te zullen aanwenden - en bv onverhoopte weigering dier mtftel, pro«steeren de Ondergetekende, in hunne qualiteit, namenhunner Committenten om redenen en tot tyde Xfchrèven tegens dezelve betalinge, en by alle voortTl WHl Achtb. voor God, den Souverain, en onrCo^mhteme^veTntwoordelyk-.houdende voor alle kwade en fchaclelyke gevolgen, die uit UEd. Achtb. Seringe en niet meidewerking kunnen voortvloe.jen, demoediglyk verzoekende, dat, ingevalle UEd. Achtb. bevorens gunftig te refolveeren , hierover geliefden te S/reeren zulks moge gefchieden in afwezentheid d LeTn van UEd. Achtb. Collegie welke in den a nkoopSet^ Ambagts-Heerlykheid direct ofte indireft meede gewerkt hebben , wyl dezelve door onze Committenten in deze (behoudens de agting Hun Ed. Achtb. ï fchSdiS) "iet als onpartydig kunnen geconfidereert wo de" ' dat UEd. Achtb. gelieven ordre re ftellen, S al het te fpreekene over deeze zaken exacte genetuleert worde, om by gelegenheid te kunnen dienen, daar her/al vereischt mogen worden j als meede, mo!n ApOndergetekende zeer wel zien, voor zoo verre Kl^nw cSSutStenniet kan ten nadeele ftrekken ^ T omeefchreeven lasten over de Burgeren en Ingezetenen welke onS niet gecommitteerd hebben, ten Ceï fchade werde geïnnlt, en zelfs, dat die geeSr^lke, nadat hun door UEd. Achtb. een tyd zal ïefteW zyn, binnen welke zy onze volmagt meede kunnen Tekenen , hetzelve niet gedaan zullen hebben , E uEd. Achtb. gehouden zullen worden, voor hun aanaeel in den aankoop der Ambagts-Heerlykheid te hebben geconfenteert, en daarin wel willen parucip e-  jolt, STAAT EN OORLOG. 1786. 245 ren; en daardoor zal het ten overvloede aan U Ed. Achtb. ten klaarften confteeren , dat die Lieden zelfs, welke door verkeerde ontvangen advifen, ofte uit vreeze voor nadeel, ofte uit andere verkeerde begrippen, van het tekenen onzer volmagt te rug zyn gehouden, in geene deelen begrypen, daarin door hun agterblyven te hebben geconfenteert. • Eindelyk neemen de Ondergetekenden de vryheid, UEd. Achtb. ten fterkfle te verzoeken, hun goed doeleinde in dezen aantezien, en hun den last, die zy U Ed, Achtb. mogten aandoen , ten besie te neemen ; terwyl zy hoopen, dat de geest van wysheid U Ed. Achtb. zal omringen, en dat de God des Vadeilands UEd. Achtb. voor alle meedewerking ten regte in deze in zyne dierbaare befcherminge zal neemen, terwyl zy zig met aiïe verfchuldigde eerbied noemen, 't Welk doende enz. (Was get.) M. VAN LOOI'IK , D. MEURS , • L. BÜTOT, W. VAN ROSSOM. CXIII. Advyfen der Raden in de Vroedfchap der Stad Utrecht, over de Adresfen der Burgery van 20 Juny en 3 July. In dato 25 July 1786. y ' J. 1 •■• ■■] edele GROOT ACHTBAARE heeren! De Ondergefchreven (zonder zig eenigzins intelaten over de wyze, waar men het geprojecteerde Regeerings Reglement op den avond van den 20 Maart 1786 heeft zoeken te introduceeren, en door een klyn gedeelte der Burgery doen beëdigen) heden moetende delibereeren over het verzoek , door de Burgery gedaan , om haare Gecomm., ingevolge het 4de Hoofdfluk van het door hun genoemde nieuw gearresteerde, ea door de Burgery op Gr. Achtb. Perfoonen en aanzienlyke Vergadering afgefmeekt, en my in Hoogstderzelve protectie en vriendfchap te hebben aanbevolen , my noeme met te uiterfte hoogagting. Edele Groot Achtb. Heeren! Uw Ed.Gr. Achtb. Onderd. Dienaar en Mederaad. (Was get.) j. j. van westrenen. 'f Hage den 23 July 1786. q 5 VI.  850 july, ZAAKEN VAN 1786. V h edele groot achtbaars heeren! Hoe zeer ik in deze moeyelyke tyden, ter bevordering van de publieke rust, het 'er op toegelegd hebbe, om, met ter zyde Helling van myne byzondere begrippen, aan den wil en begeerte van een notabel gedeelte der Burgery en Schuttery te voldoen, zoo verre namelyk ik my zulks geoorloofd rekende, en uit die principes ook bereid zoude zyn, myne toeftemming te geven, dat het Collegie van Gecommitteerdens conform het Adres desaangaande, door de Vroedfchap wierde in den Eed genomen, zoo is en blyft het nogtans myn onveranderlyk fyftema, dat ik my zoude moeten veroordeelen, wegens het begaan van Mein-Eed, ingevalle ik van het Regeerings-Reglement, op die wyze, als het zelve op den 12 October laatstleden nog door my is bezworen, kwame aftegaan, door, zonder daar van alvorens wettig ontflagen te zyn, na een ander Reglement te handelen. Om welke volwigtige reden ik my in gemoede verpligt vinde, in dezen te moeten difficulteeren , gelyk ik ook het minfte aandeel niet hebbe in den Eed, welken veelen uit de Burgery en Schuttery op den avond van den 20 Maart dézes jaars hebben gelieven te praefteeren. Edele Groot Achtbaar e Heeren l Hebbe de eer met alle eerbied te zyn. Uw Ed. Gr. Achtb. Onderd, en Gehoorzaam Dienaar. (Was get.) A. v, r0m0nbt. den 25 J»h 178Ö. VII.  july, STAAT EN OORLOG. itfS. 251 V I h EDELE CROOT ACHTBAARE HEEREN ! In overweging genomen hebbende het point der Extraordinaire volle Befchryving, tenderende, omme te d'eliberee'en en refolveeren op zeker Adres, den 20 Juny door Gecommitteerdens uit de 8 Burger-Compagnien aan Uw Ed. Gr. rtchtb. geprtfenteerd, en waarby te kennen geven, dat 16 door hen genoemde Perlbonen uit de 8 Buraer-Compagnien van dezer Stads Schuttery waren gcëligeerd, om uit te maken het Collegie van gequaüficeerde Gecommitteerden uit de Burgery, met verzoek, dat Uw Ed. Gr. Achtb. den Heer eerften Burgemeefter zouden verzoeken en induceeren, om de gemelde Perfoonen in den Eed , "ofte wel by wygering van zyn E. zoodanig dispofitie nemen, waar door de Burgery het volkomen effect van die door hen gedaane Eiectie ter dadelyke introductie van het zelve Collegie bekomen ; en welk Adres, na dat dopr Uw Ed. Gr. Achtb. gerefolveerd was, het zelve op eene volle Extraordinaire Befchryving op den 6 July in overweeging te nemen, zedert op den 26 July agtervolgd is van een tweede , met bygevoegde door een dezer Stads Deurwaarders aan de twee Heeren Regeerende Burgemeefters gedaane Infinuatie , waarby nog, op dingsdag, op het te voren ingediende Adres, eene finale dispofitie, het zy dan favorabel het zy niet, verzogt wierd ; doch op welkers lecture de Vroedfchap , na deliberatie, geperfilfeerd heeft by haare te voren genome Refolutie, omme op den 6 July deze zake af te doen: waarop dan eindelyk gevolgd is het Adres of Manifest , den 3 dezer ingediend , waarover de Vroedfchap geoordeeld heeff gelyktydig met het eerstgemelde te moeten delibeeren en refolveeren, en ten welken einde de Extraordinaire Befchryving , die op den 6 dezer hadde moéten plaats hebben, uitgefteld is tot heden den 25 July: kan ik niet anders dan voor myn Advis difficulteeren in het daar by gedaane verzoek: om redenen. Dat ik nooit anders tot de befoignes en deliberatien over  S52 july, ZAAKEN VAN 1786. over de D.itneiïieke bezwaren ben overgegaan , dan onder deze bepaalinge, welke ik ook menigmaalen geuit hebbe, namelyk. Dat alle dezelve befoignes en deliberatien waren préparatoir en dat alles , het geen ten dien opzigte mogte kunnen gearrangeerd en geapplaneerd worden , niet eerder zoude worden vastgefteld en in train gebragt, dan nadat de bezwaren over het Provinciaal RegeeringsReglement van den jaare 1674 zouden zyn uit den weg geruimd , en het zelve op eene wettige wyze zoude zyn veranderd en verbeterd geworden; gelyk ook zulks de intentie van Uw Ed. Gr. Achtb. fchynt geweest te zyn, blykens de op den 21 July 1785 gearresteerde en den 28 daar aan volgende gedaane Publicatie, waarby het eerlte Concept-Reglement concerneerende de beftellinge der Stads Regeering &c. wordt bekend gemaakt, en waar in men woordelyk vindt deze periode. —— Om, zoo ras by de Heeren Staaten dezer Pro • yincie, met affchaffinge van het Regeerings-Reglement van den jaare JÓ74, een nieuw Reglement van de Regeer in ge dezer Provincie Staatswyze zal zyn vastgefleld en ingevoerd , gearresteerd, finaal gerefolveerd en in train gebragt te worden. En, of wel deze Publicatie op den 3 Augustus daar aan volgende, na dat daags te voren Gecommitteerdens uit de Burgery door den Raad zyn erkend geworden , wederom by eene nadere Publicaiie heeft moeten ingetrokken worden , zo fchynen doch Uw Ed. Gr. Achtb. in die begrippen gebleven te zyn, by het op nieuws Publiceeren van gemelde Concept-Reglement, met eenige daarinne gemaakte veranderingen, op den 16 September 1785, zynde wel volgends het gevoelen van eene kleine Meerderheid toen uitgelaten de periode uit de Publicatie van den 28 July, hier voren opgegeeven, en in derzelver plaatze gefield: om te zyner tyd gearresteerd, finaal gerefolveerd en in train gebragt te worden; doch aan welke tydsbepalinge ik, en, zoo ik vertrouwe, ook de Meerderheid van de Leden van den Raad geenen anderen zin kan geven, dan de zoo evengemelde: namelyk : na dat de bezwaren over het Provinciaal Regeerings-Reglement van den jaare 16*4. zouden zyn uit dea weg geruimd. Daar  july, STAAT EN OORLOG, ij**. 253 Daar ik dan altyd in die begrippen geverfcerd heb. be ben ik ook op den 19 en 20 December 1785, tyde* wanneer by Adres wierd aangedrongen op defina. l7132 van gemelde geapplaneerde Stedelyk ReïipSt omme akhans drie maanden daarna in train frS'gTdr SoeT ^""begreep Staatswyze als toen geudchBtpir ook daarW „„wenden " T? rSuïen datTt°R«i.nient van den jaS 1 7i „„ V.iveJ ivde geurgeerd wlerde , dat de op Séfrond» 1 den een oï"a ven discnsfle heef, oitge„,et zonnet ren d ' Schiiftuuren, daal over tusThen èe„TSe^e,V**. r ie» tóe tefennien, wat na eene dadelyke mttodnOn v.5 't geapplaneerd'Stedelyk Reglement geijkt, zoo fpteekt het van Kift., dat ik h.yne Item met kan ge-  254 JÜ*i ZAAKEN VAN 178Ö. ven tot het doen beëdigen van de benoemde 16 Perfoonen, als Gecommiiteerdens uit de Burgery; ik kan znlks te minder doen , om dat bet zelve direct zoude ftryden tegen het ifte Art. van 't 4de Hoofdft. van gemelde Reglement, 't welk dicteert, dat 'er behalven den permanenten Raad een beftendig Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery zoude zyn; ik kan dit Arr. op geene andere wyen zuiks ook zyn mogt, laten betwisten; nimmer kunnen wy, die zoo zeer gehouden zyn te waken voor Siads Privilegiën, aan iemand buiten Raad en Burgery, en (om maar regt uit te Inreken) inzonderheid met aan de Heeren van de Voorllemmende Leden , w«Ake preterdien dieswegend ook door dezciven mo^cn gefor- XXXIII. DtBL. R  2JS july, ZAAKEN VAN 1786. meerd worden , eenige Souvereiniteit voor zoo veel het domeftiek beftier en de Migillraats-beftelling aangaat , binnen onze Muuren en Vrvheid toekennenNiet alleen by het blekend Groot Stads Regt , waar van zedert eenige dagen een verbeterde druk het ligt ziet, maar ook by een onlangs uitgekomen Stukje, #2naamd Vertoog over de Souvereine Regten , de Stad Utrecht in haare compet'erende, te vinden in het tweede Deel van het GenootJchap tot her Hel der Eensgezind" heid en Burger Regten blaiz. 100. en volgende, en op veele andere plaatzen , word dir een en ander op een voldingende wyze betoogd; waarom wy Ondergetekenden althans dan ook vast bepadd zyn , onf ten allen tyde met alle onze vermogens te blyven verzetten tegen alle aanflagen , hoe listig of geweldadig dezelve ook mogten zyn, ingengt tot ondermyning van Stads iüalienabele Regten. Dan , om wedertekeeren en meer bepaald te blyven by het voorwerp van Onze tegen woordje b.foign s: wy befcbouwen het als eene uitgemaakte zaak, dat het voorffemeld nieuw Stedelyk Ke^lemenc van den kant der Burgery op den 20 Maart laatstleden werkelyk geïntroduceerd is , om op den 12 Octo^er aangaande wederzyds dadelyk in het bezit te geraken van alle deszelfs Artikelen. Zal nu de Burgery het behoorlyk effvft genieten op dien bepaalden tyd , dan moet notoir al het nodige daartoe in tyds worden geprepareerd. Onder die vereischte prepanroiren ,. welke de Burgery zisr, in Miart wel uitdruidyk heeft voorbehouden, en welker volbrenging, onder andere , mede heeft uitgemaakt ééoe der voorwaarden van het toenmaals aangegaan Contract, behoord, onzes oordeels, in de eerlte plaats de aanltelling en beëdiging van voornoemde Burgei-Gecommuteerd<.-n, Zonder dat dit toch is voorafgegran, kan de Burgery niets in het werk ftellen van zoodanige pointen , welke volftrekt voor 12 Oét >ber motten in gereedheid zyn. Het in den Ed nemen van het zelve Collegie van Gecommitteerden, vooral indien hetzelve ditmaal gefchied onder eenige bepalingen in het formulier van den gearresteerden lied , is geenzints ftrydig, nog tegen den Krikten letter van het Re-  july, STAAT EN OORLOG. 178Ö. 35$ Reglement van 167+, noch tegen den Eed, welke de Raaden op den 12 Oftober 1785, by de weder aanvaarding van hunne bedieningen, hebben afgelegd. Geene gemoedelyke zwarigheden kunnen ons derhalven hierin hinderlyk zyn, te minder, daar het afleggen van den Eed op het gearresteerde Reglement, of Inftructie voor het Burger-Commitié , eigenlyk een ;actus is van de Leeden van dat zelve Collegie, zonder dat de Vroedfchap kan worden geoordeeld, door de bevordering der beëdiging iets te plegen, waardoor het nieuw Stedelyk Reglement ook van haare zyde effective zoude worden geintroduceerd. Deeze introductie door de Regeering moet op 12 October plaats hebben ; dit is aan het Volk plegtig toegezegd, in deeze zekere verwagting heeft de Burgery het gemelde Reglement den ao Maarr met Eede bekragtigd, en zig tot deszelfs handhaving verbonden; van deezen afgekgden Eed kan en zal deidve nimmer meer afgaan, gelyk ook inzonderheid het (tuk van meergedagt Burger-Committé, als den zekerften waarborg tegen alle overheerfching, ongetwyffeld met alle magt door ben zal worden vastgehouden. Daar nu de invoering van het voorzegt Collegie van Gecommitteerden gewisfelyk éénmaal — en wel voor 12 October aanftaande —— zal moeten gefchieden ; daar deszelfs beëdiging aUeen eene préparatoire fequë'e is van de gedaane toezegging ; daar die Eed eeniglyk voor de Leden van dat Collegie, en geenszins voor den Raad, van eene verbindende kragt is, en daar de Burgery zoo uittermaten gezet is op de voldoening van deeze hunne begeerte, kennen wy geene redenen uitdenken, waarom de Vroedfchap hen in deeze niet zoude kunnen te willen zyn; en even min kunnen wy nagaan , dat de beëdiging der Gecommitteerden uit de Burgery eenige nadeeligen invloed zoude kunnen hebben op de delibiaatien van de Heeren Staaten deezer Provintie. Alles toch, wat dit BurgerCollegie betreft, is zuiver huishoudelyk, waaromtrefifc Heeren Burgemeefteren en Gecommitteerden ter befchryvmge zig buiten twyffel zullen houden aan Vroedfchaps Refolutie van 9 Augustus des voorleden jaars; terwyl men vertrouwd, dat de Heeren van de VoorftemmenR a de  iCo july, ZAAKEN VAN 178^ de Leeden , hoe zeer derzelver thans gemanifesteerde gezindheid over de afdoening der bezwaren dieswegens juist ge*n aunTig voouiitzigt geeft, deeze en diergelyke b< fchikkingen geheel en alleen aan deezer Stads-Regeering en Burgery zullen overlaten, zonder zig daardoor te laten aftrekken van zoodanige goede voorneemens , welke by dezelven nog mogten plsats hébben omtrent de Ptovimiale R-dresfen; althans wy verfeeren op dit fluk in deeze nenkbeelden, wy agten ons gehouden , de Burgery zoo veel te gemoet te komen , als eenigzints mei de regelen van billykheid kan beftean, vooral in zaken, welke gefchikt zyn tot herftelling en bevestiging van het vertrouwen tusfchen ds Rageering en het Volk. Wy geloven , en Uw Ed. Gr. Achtb. zyn het daarin zeker met ons ééns, dat. de Regeering geenszir.ts gefchikt is, om daaiin eigen belang of eene gewaande grootheid van de ge Aagten der Regenten na te jagen, gelyk het dan ook zeker is , dat ieder eerlyk en cordaat Lid der Regeeiing, welke, afkeerig van de voorgemelde bedoelingen, boven al het welzyn' van het Volk in het oog heefi, en die zyne hoogfte beloning zoekt in een goed geweten , en tevens in de agting, ia de liefde, en in het vertrouwen van zyne Mede-Burgeren , nimmer van het Volk iets te vreezen heeft; daar integendeel het zelve Volk noodwendig zoodanige Regenten moet verdenken , welke maar de minfle zwarigheid maken, om zig voor hen te verantwoorden, of die hen tragten blind te houden voor hunne verrigiiugen, Daar dit alles nu zoo is, en daar wy g. e e wettige redenen vinden, om te difficuheren, kunnen wy, om alle de bygebragte redenen, niet anders, dan nogmaals advifeeren, dat wy, wat ons aangaat, volkomen bereid zyn, de zestien benoemde Gecommitteerden uit de Burgery dadelyk in den Eed te nemen op de voor hen gearresteerde inftruftie, onder zoodanige veranderingen, welke voor deeze reis in het formulier van den. eed zullen moeten plaats hebben, als wy hierna zullen laten volgen, waarby Uw Ed. Gr. Achtb. dan tevens uiidruklyk zouden kunnen declareren, dat de Vf-etfchap door deeze actus van beëdiging der Burger-Committeerden niet wil-  july, STAAT EN OORLOG. 1780. 261 den verftaan worden, zig van haar kant eenigzins verder te verbinden , ^nn reeds op den 20 Maart jongstleden gefchied is. Op deeze wyze en onder deeze bepalingen worden , onzes bedunkens, alle bedenkingen uit den weg geruimd: hierdoor word de Raad verzekerd, dat de Buraery denzelven binnen tyde geene beëdiging van het nieuw Reglement zal vergen , en de inwilliging van des Voiks gedeclareerd verlangen, in deeze, kan wel ligt eene overl'choone gelegenheid geven, om op éénmaal de fubfilierende verwydering voor altyd uit den weg te ruimen ; dit, zoo veel in ons was, te bewerken, hebben wy (leeds welmenende bedoeld; daar heen hebben alle onze wenfch^n en pogingen , openlyk en onder de hand, zig altyd uitgeftrekt, (het welk de tvd nog wel eens openbaren zal,) met 'behoud nograns van dat aangenomen fyltema , waarin wy dagelyks meer en meer worden bevestigd; jal daartoe hebben wy te meermaalen de yverigfte inftantien gedaan i zoo by den Raad als by de Bargery, dog a'les tot hiertoe zonder eenig gewenscht effed. Alle refl,"étien, welke mogelyk by gisfing over eeze ongelukkige dispofitie zouden kunnen gemaakt worden, willen wy fefst met Itilzwya n voor. y,aan; het is, vooral thans, geen tyd om aai.leiiing te geven tot nieuwe verbittering, de omftaodigheJen, waarin wy ons zedert de inlevering van der Burgeren ia:;:!!; adres bevinden, zyn uitermaten critiek; de zaak, waarover wy dehbereeren, kan uit dien hoofde de allergedugtffce gevolgen hebben. Wy hebben geen den minden lust nog oogmerk, om eenjge lesfen aan onze M de-Raden voor te fchryven, en bitteren eeniglyk onze gï agten te uiten , het welk , zoo wy meenen, ons d. >or nie. maud met grond kan worden misduid ; maar laren wy nogtans, met al dien aandrang, welke het gewigr der zaak vordert, Uw Ed. G>. Achtb. mogen verzoeken, ja! mogen bidden, dat dezejve, ter liefde van het welzyn en de rust van deeze Stad en Burgery, waarvan mitfchien de rust der geheele Republiek kan afhangen, in deeze toch alle mogelyke faciliteit gelieven te gebruiken ; dit zal srotelyks ftrekken tot vervulling van onze vutigfte wenfchen, en tot voorkoming van zulke R 3 ge-  a62 jolt, ZAAKEN VAN i?8 6" gevolgen, vrelke wy in geval van eene min gunflige dispofitie voorzien, aan dewelke wy i auwlyks durven denken, die wy hartelyk zullen betreuren; maar waaraan wy ons zeiven ten eenemaal onfch'uldig zullen houden; betuigende voor nu als dan, aan geene derzelver eenig deel te villen oe >ben, en verzoekende de iniertie van dit ons advies, met referve, om van hetzelve zoodanig ander gebruik te maken, als wy , tot onze byzondere decharge, zullen geraden viuden. (Was get.) van senden, J. c. smïssaert en van haeften. Met het bovenftaande Advies heeft de Heer Raad eyck zig geconformeert. Utrecht den a5 July 1786. IX. edele groot achti.aare heeren ! Thans moetende Advifeeren op het Adres , den 30 Juny laatstleden aan de Vroedfckap geprefenteerd, door Gecommitteerden uit de agt Burger-Cotnpagnien dezer Stad, waar by word te kennen gegeven de Electie van gequalificeerde Perfoonen , tot een Collegie van Burger-Gecommitteerden , en verzogt , om de sldus verkorenen uit de Burgery door den Heer eerften Burgsmeefter te doen in den Eed nemen; zal het niet noo* dig zyn te herhaalen myn fteeds voortdurend begrip, omtrend de verbindende kragt van den Eed , afgelegd op 'r Provinriaal Regeerings Reglement , 't welk nog fubfifteerr, ook omtrent die Pointen, Stads Regeerings belteiling betreffende, welke by het Provintiaal Regeerings Reglement zyn vervat, «dederd den 20 Decemb. des vorigen jaars hab ik my, beneffens zeer veele myner Mede Raden, daaromtrend duidelyk geëxpliceerd, zoo als blykt by myne Aantekeningen, in de Notulen rai de Vroedfchap geinfereerd ; waarom ik dan nog van  j"ly, STAAT en oorlog. 178S. 263 van eedaaten ben, dat het provifioneele Stads Regee* rii gs Reglement ais nog niet is geïntroduceerd, en uit dien hoofde ook gtme'de Collegie van Gecommitteerde. ui> de Rurgery, overeenkomftig het 4 Hoofdftuk van voorn. Reglement kan worden beëedigd ; en hoe zeer ik gaarne bekenne, dat alle Stads Domeftieke zaaken, voor zoo verre dezelve by het P ovintiaal Regerings Reglement van den jaare 1674 niet zvn vervar, geheel en alleen afhangen van de Vroedfchap en de Burgery, echter is, het met de intro''ic'tie van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery dus gelee, gen, dat, zelfs volgends het >fie Ait. van 't meergemelde 4de Hoofdftuk, alwnar gezegd wordt, „ behal,, ven dtn Perma, enten Raad zal 'er een beftendig „ Colhsie van G qualificeerde Burgers worden gein„ rroduceerd , o.'Hei den titul van g«comraitraf seggen, dat ik van den beginne af aan, oaar ik me ie in de'Cbmmisfie ner 10 Heeren geweest ben , Dimmer anders gedagt hebbe , en ook niemand myher Mede-Raden, gelyk het uitgebragt Repport te dier tyd ten duidèïykfte aantoont, dan dat het Cön* cep -P ari van een Regeerirgs, Realement alleenlyk dienen zoude , om ten ïyde , wanneer het oude Regeerings Reglement van den jaare 1674 op eene wettige wyze zoude zyn vernietigd , tot ltand gebragt te worden. In die zelfde geaa«'en ben ik gebleven , wanneer het in de Vroedfchaps Vergaderingen verder geapplaneefd is, en fb nog iii uie zeilde gedagten. Dus it. tset my onmogefyk, om een gedeelte'van dusdanig C-. ncept-Reglement , lie? welk nog niet legaal gearresteeid is , te doen werken. Niemand immeis zal curven beweeren, dat de Raad reeds permanent geworden is , tot welkers evenwigt men een Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery hodie geoordeeld heeft: Daar nu het ilte Alt. van 't 4de H lofdftuk ten doiüf'.vVfte fpreekt, „ dat 'er nevens den permanenten 5, Raad dusdanig Collegie zoude pl -a s hébben ," is het ten duidelykfte evident , dat daar de Raad" nog jeen permanente Raad geworden is, 'er ook nog geen Collegie van G committeerden uit de Burgery fut hun evenwipt nodig is; om welke aangehaalde redenen Uw Ed. Gr. Ach b. zeer ligt bemerken kunnen, dal ik aan het verziek in deze voor als nog niet kan inltemmen, maar zal moeten daar mede fupercedeeren , tot dat ik niet meer zai gehouden zyn my aan het oude Regee» rinss Reglement verbonden te achten. ' Verder niet intredende de fuftenuê der onderteekenaars , even als of de Raad bewili'gd had van zoodanige dispofitien te maaken over de Raadsplaatzen , als 2y in hunne Adresfen ter r eder Hellen , zegge ik ee- niglvk van gedagten te zyn, dat sy daar 10e geen het mmst  july, STAAT EN OORLOG. 1785. aój minst recht hebben en ook niet zulien kunnen bewyzcn, die m'agt hun immer is afgettaan. 'En betnfF nde het laatfte Aires or zoogenaam-i Manifest , za ik voor als noj my daar over niet ui laaten, als in /ig bevattende zoodanige uitdrukkingen , die ik my in hec geheel niet aautrekke , ais in alle deze een zuiver gevviife in my zelve omdragende ; en van zuike ge zegdens omtrent myn perfoon een ieder een vry oordeel pverhatende. (Was ger.) / f. c. craeyvanger. XI. EDELE GROOT AfiHTBAARE HEEREN! Reeds den 26 Juny hebbe ik myne gedagten over de Extraordinaire Vergadering, belegt tegen den 6 July , ia de Notulen doen infereeren. ' Op den 3 Juiy , toen men dezelve verfch.iivende tot deze Vergadering van heeden belloot, heb ik in fubftantie geieelareert ; dat ik niet had ingeftemt in het nemen van de voor de Burgery zoo nadeelige Refolutien, waarover zy zig beklaagd ; dat ik inhaleerde myae gezeg» dens , ingeleevert de Maandag te vooren , en dat ik nog van dezelve begrippen was, namelyS, dac 'er geen ex raordinaris volle befchryving over deze reeds afgedaane en aan de Burgery toegezegde zaak konde plaatze hebben, maar dat de Gecommitteerden volgens den duidelyken zin en letter van het 21 Artikel van het 4. Hiofdftuk van het reeds .door de Burgery bezwooren Reglement, behoorden in den Eed genomen te worden, alzo deze befchryving na myn oordeel was informeel, en niet konde tendeeren, dan om een informeele daad, ftrydig tegens alle order van Regeering, te begaan , dat is , om voor een tweede reis te dehbereeren o^er een reeds geconcludeerd ftuk, waardoor zeer ligt tweederlei conciufie in die zaak konde te voorfchyn komen, R 5 e«  afiö july, ZAAKEN VAN 1786. en wel zulk een geconcludeerd ftuk, dat, reeds door de Burgery bezwooren zynde , in de magt des Raads nier. meer is, om buiten locftsrnrring van bet daar op beèedigd Volk re versluieren, «onder daar door te veroorzaaken eene fcheoding van den Eed, uaarop aoor't Volk afgelegd, dat ik a's Ra;id had #edisf>nti- eerd, dat ik als £;eboore Buraor niet anders konde doen, dan ter behoud van het Recnr , hy 't Volk veikrtegen en beëedigd, my by de Burgery te voeueo, ter' reclama van 'z zeive , en dat ik 'er op infteerde, dar de Burgery eens eindelyk gelteld wierd in het geBot en bezit van het Rec'rt, aan haar toegelegd, door het btëeüigen van derzelver gekooren Gecomm.neerden , als alleenlyk ?ynde een gevolg van net R zie» snent, oat niet c er Burgeren c incurreutie geapplaneerd en gearresteerd waf, —-—- Ik declartere by deze no;;. maals te perfifteeren by die gedagren , en dat ik o ,rdeel , het in de mugt des Raads , na het in den Eed nemen van 't Volk, niet is, de executie van dat beèedigd Reglement te hinderen, te dilayëeren , en veel min te weigeren. Door het beëedjsen des Volks heeft de Raad zig verpligt , om van haar kant alles o«k te contiibueeren, wat tot dat Reglement behoord, en zy mag, zy kan nu niet te rug , bunder zig zelve op een ongehoorde wyze ongelyk te zyn; en ik worde des te meer in deeze ïnyne gedagten bevestigd , wanneer ik nagaa, dat ik met wylen de Heeren Berger en Asch van Wyk , en de thans nog in leeven zynde Heeren Verbeek, van den Boogaerd, Eyck, Bronkhorst * Westreenen, van der Does, Verfchoor , Falck, Abbema, Smisfaert, Woertman , de Leeuw, Ram, van der Musten, van Die/en, Tvey% Mariens eu van Haeften, den 20 October 1783, op de vraag van den Heer Weling: wat hebben de Burgers en lngezeetenen met het huishoudelyke van Stads Regeeringe te doen ? te zien in Stads Notukn, en ook in het 4de iets voor Utrechts Burgeren, pas. 36, 37, 38 en 39, erkend hebbe, dat wy Plaats-bckleeders der Burgery zyn, ■ dat wy omtrent de Privilegiën en Voorregten des Volks aan hetzelve verantwoording fchuldig zyn, > dat de. Bur-  july, STAAT EN OORLOG. 1786. a6? Burgeren bevoegd waren, om zig daar mede te bemoejen, - ■—- dat de Volksitem gehoord was, — dat uit het confirmatoir van 1414 voornaame Burgers, teekenende in 4. dag™ tot appui van 't Request , door 314 andere voornaame Burgers, bleek , dat men niet konde foutineeren , dat dit ftilxwygen te disapprobeeren, maar in'egendeel te approbeeren was, en dat wy uit dien hoofde dus aan geen oubezonne vorderingen het oor geleend hauden. Daar ik dit alles, met de genoemde Heeren, toen ter tyd uit eenen mond fpreekende, erkend hebbe, kan ik van my niet verkrygen, die zelve toen by my erkende doch nu veel grooter en Merker Volksftemme, als nu beftaande uit alle de Compagnien, Wagtvryen en Uükoopers, afcewyzen, of door het weigeren van de beëediging haarer Gecommitteerden, het Volk te ontzetten van 'c voornaamfte poinct van haare fecuriteit, en wel zoo een hoofd-poinct, dat die beëediging niet gefchiedende, de Burgery daar door met den 12. October word ontzer en verftoken van het geheele door hun , met referve omtrent de nog twee differentiale poincten, bezwooren Reglement, waardoor haar gedaane Eed te loor word gelteld, en alle uitzigt op redresfen, daar men. nu reeds twee jaaren na heeft gereikhalst by de Burgery , tegen alle beloften en gedaane toezeggingen, in rook vrdwynen moet. — Ik blyve daarom nog van Advies, dat die Gecommitteerden boe eer hoe beter behooren in den eed genomen te worden, ter voldoening aan het van Volks zyde reeds beëedigd Reglement. Ten allen tyden , zonder eenige referves , door my gevoteerd zynde tot de introductie van dat Reglement voor het oog des geheelen Volks, zoo dra mogelyk van de kant der Burgery, oordeele ik, het van my een liegt beltaan zoude zyn, myn woord niet geftand te doen, ja ik zoude my zelve moeten vtrwyten , dat men in dat cas met gegrond regt als dan my (die gedecltelyk in de Commisfie met de Burgeiy geweest ben van 's Rsadswegen , en die conferentien wederzyds hebbe bygewoond, daar ik hun en in de conferentie, en by 't Rapport, en by 't arresteeren van dit Reglement , dit bt-ëedigen vrywi!li°hebbe toegekend,) zoude konnen befchuldigen van niet 1 ter  258 julv, ZAAKEN VAN 1780". ter goeder trouwe met de Burgery te hebben gehan- dek. * (Was ger.) JAN PIETER DE RIDDER. Utrecht, den 25 July 1786. XII. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Hoewel uit de verfcheide ingeleverde Advifeu en Declarato;ren van den Ondergetekende, in Stans Notulen te vinden, en die, door het publiek maken de zelve, in handen der geheele Burgery zyn , duidelyk op te maken zyn deszelfs fentimenten , zoo over het nieuw ontworpen Stads Regeerings Reglement, als 0. k over de introductie van het zelve, waartoe hy zig kortheidshalve refereert; fchynt het haast overtollig te zyn om daar iets meer by re voegen , zoo het niet wa« m zig te verklagen over net point dezer volle Beichyving. Hewel ru, sedert het bepaalen derzelver, door de zig noemende Gecomtrnrreerden uit de 8 Burger-Compagnien dezer Stad, btlbame uit de Schutters, W-igtviyen en Uitkopers, te zamen uitmakende de Siemgeregtigden uit de Burgery; maar van weik, als een ieder in dezen tyd onbefcliroomd zyn gevoe'eo dorst te uiten, ras !>et tegendeel zoude blyken, zodanige ve inde en met alie denkbeelden van ontzag en eerbied aan zvne Wettige Overigheid verfc uldigd ftrydige demarches zytl gedaan , dat de Postenteit dezelve nauw'yks nui kuv en geloven, en men, dezelve met de mogely. ke en gedreigde gevolgen inziende, liefst zoude verkiezen M niet verder uittelaaten , en alles te laaten vaaten; heeft de Ondergetekende geprefereerd , om da te]yk te toonen , dat hy , nog om lief of leed , of om eenige andere zaken, van tier betragten van zyn pügt, en nskoming der by dc aanvaardiging van zyn post ge-  july, STAAT EN OORLOG. 1786. *6$ aeprsefteerden Eed, is aftefchrikken, duidelyk in deze zyn gronden, terwyl het hem'thans nog vry itaat, te UltH'-t komt den Ondergeteekende dan voor , dat dè R.ad het verzoek in deze gedaan , „ om namemhk den Heer eerften Burgemeefter te induceeren, orr, de " .6 Genomineerde Leden, die het Collegie van G • " qualificeerde Gecommitteerden uit de Burgery moe*' ten uitmaken , de eerfte 4 jaaran, ingevolge va sc Reglement in den Eed te nemen , of wtl, by wei" geiing van zyn Ed. zoodanige dispofitie te nemen, " waar door de Burgery het voikomen effiö van dïe Electie ter dadelyke introductie van het zelve Gölle" si» bekome;" moet wy/.en van de han i , als ssynde tè prematuur en ontydig; alzoo, zoo lange Stiaiswyze het Reglement van 1674 op geene wettige Wyze is ge evoceerd en veranderd , het bedoelde Reglement op dc S ads Regeering, volgens 't welk dat Collegie moet a^introduceetd wordefl , nimmer efftér. kan fofteeren, als diredl tegen het zelve ftrydende. Waarby nog gevoed kan worden, dat het introduceert en voor het tegenwoordige in train brengen van da Collegie zelf zoude llryden tegen den letter van dat Reglement, als waarby Art. 1. van het 4de Hoofdftuk , en het welk men den Raad zelfs afgedrongen heeft dus te veranderen : „ behalven den permanenten Raad , zal 'er een b'tttndig Collegie van Gequalificeerde Burgers wur'* den geïntroduceerd," dus, ten allerkiaarften blykt, "at zöo lange dezelve permanente Raad niet aanwezig 'is hetzelve geen plaats kan hebben ; gelyk ook neg geen plaats heeft een vernieuwd Rsgeermgs Reglement; en zynde, volgens het 11de Art. van 't zelve, het vgileeren op de obfervantte van dat Reglement door de Regenten een der voornaamfte plichten van het zelve Collegie. W ar tegen met geen regt kan geallegeerd worc'en de gepretendeerde introductie van 't zelve Reglement op den ao Decmber laatstleden , alzoo het zelve den R;>ad, na vëe! refiftentie, was afgedrongen: waarom ook het gepub iceerue en verrigtte op dien dag, op den 6 Maart, is vernietigd en voor informeel verklaard. En  27o july, ZAAKEN VAN 1786. En kan dus het gebeurde op den 20 Maart daaraan volgende even weinig geobjicieerd worden, alzoo, behalven dat tot zoo eene zaak volftrekt een volle befchryving noodig was, het onwettige van dien voor het oog van ieder oplettenden en onzvdigen aanfchouwer zie ten eerften moet vertoonen ; als men nagaat al het op den ao Maart voorgevallene, van den vroegen morgen tot den laaten avond, en waar uit middag klaar blykt , dat de Raad dien öag mets minder dan een vtye deliberatie gehad heeft, en dus mede al het od dien dag verrichte voor informeel en or.we'tiï gehouden moet worden ; laaiende de Ondergetekende het beêedigen van hetzelve Reglement door de toen vergaderde Schuttery , en die hetzelve vol.trekt van den Raad begeerde, voor rek.-ring der geenen, die daartoe hunne Hem gegeven hebbe-. . Hier mede zoude de Ondergetekende knnnen befiuiten, zoo het op den 3 Juiy ingeleverd Adres, of veel liever Manifest, hem niet noodzaakte by iezé weder te cV.clareeren, dat, gelyk hy nimmer door de Burgery rot Raad dezer S.ad is aaogefteld, hy ook met kan besrvrxn , dat ffezeive hem van zyn Post kan ontikan , of daar van beroven, alzoo dezebe, volgens zyn oordeel daartoe volkomen onbevoegd zyn , en hetzelve alleen dependeert van den wettigen Souverain , of die geenen , aan wien hetzelve door het thans nog vigeerend Reglement is gedemandeerd , of wel by een vernieuwd in het vervolg, zal worden gedemandeerd, en dus in zyn post zal blyven volharden, tot zoo lange Hv van dezelve wettig ontflagen wordt, of door geweld, waar tegen hy niet beftand is, in het waarneemt van dezelve verhinderd wordt. En op dat hier van ten alle tyde zal kunnen blyken, verzoekt dezelve , dat dit als zyn fenüment m btads Notulen van heden mag worden geinfereerd. (Was get.) r. verschoor. XIII.  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 271 XIII. edele gboot achtbaane HEEREN! Blykens myne Advilèn, alle relatief tot het arresteeren , bfë^iaen en dadelyk in trant brengen van een provfioneel by de Vroedfchap gearresteerd Stedelyk Regeerings Reglement, in Vroedfchaps Notulen fucceafivelyk geiiT^reerd, en aan welkers inhoud ik my by deze korr^eidshalven als nog refereere, te vinden, confteert het, dat ik , agtervolgens die myne gevoelens , daamm ook thans aan der Rtquestranten verzoek, van 20 Junv jongs'leden gedaan , niet kan voldoen , nog den Hetr eerden Burgemeester authorifeeren, een geëligeerd Collegie van Gemeenslieden uit de Burgery in den Ee t te nemen. Declarerende wyders by deze, nimmer als door overmagt of geweld my aan de gevolgen, zoo door remotie ujt myn Post als Raad, of anderzins , uit dit myn deeünatoir advis , conform den teneur van zeker Manifest, den 3den dezer door een gedeelte der Burgery ingediend, te'zullen lubmitteeren, daar tegen ten krag. tigften by deze procederende; veel min de infimulatien, daar in vervat, voor my tactte te avouëren : zullende derzel ver reverente en decente termen niet verdér intreden; maar my de faculteit referveeren , om, ten allen tyde, des nodig oordeelende, de gronden van dit ea andere myner Aivifen, daar toe betrekkelyk, gedetailleerder tot myne decharge in Vroedfchaps Notulen te kunnen doen infereeren. (Was get.) o. w. PH. FALCK. Utrecht den 25 July 1786. XIV.  972 ju«f.| ZAAKEN VAN 178e. XIV, E D " T.E GROOT ACHTB^ARE HF.ERKN! Te meermalen,-sedert den ao-D;c?mber des afgeiope;- jasrs , omtrent de gebondenheid ar.n den Eed op 'r piovintiaal Regeerings Reglement, thands nog fubft fterehde , ook. ukt betrekking tot d;e poiruen , het S ad». Reg«eringsbeftel'aangaande , welke by 'c zelve Provintiaal Reglement zyn vervat, my hebnende geëxpliceerd , met' die gevólgen , dat nog op den 20 December voorn, nog op den 20 Maart jongstleden , uit hoofde van gemoedelyk bezwaar, profluerende nu gezegde gehoudenheid , ik my hebbe ingelaatert ofte geil em 1 ,' tot het linaal arresteeren of dadelyk introducér» n van het provilioneel geapplaneerd Stads Regeerings Reglement ; zoude het overbodig zyn , my op nieuw dezen aangaande te elargeeren. Myne Aantekeningen en DecUratoiren , te vinden in Vroedfchaps Notulen van"den 27 D-cember 1-85, van 19" January, 6, 13, 20 en 27 Maart dezes Jaars , «ienoteren duidelyk genoeg , weike omtrend deze zaake myne gevoelens en d. 't enen van dien zyn, en waar aan ik dan ook als no my reftreere; Alleenlyk onferveere ik, dat men op de laatfte dezer Aantekeningen, by zekere gedrukte Extract Refolutien van Burgemeesters en Vroedfchap dezer Stal, gereflecteerd vindt, als of de beëediging der Burger-Compaonien op den 20 Maart zoude equivaltreu aan eene volftrekte en dade^yke introductie van 'c geapplaneerd Stads Regeerings Reglement, aangezien de intentie van de Burgery en geene andere in deze zoude moeten praevaleren. Met welke Helling fchynt overeenteltemmen de pofi'ie ,' voorkomende by den aanvang vm 't A Idres, op den 20 der afgelopen Maand Juny ingediend, en was'op gebouwd is, zoo de gedaane Eleftte van G qualtficeerde peifóonen tot een Coliegie van idurgerG committeerden, ais het verzoek, om de aldus verli..tenen uit de Bnrgery , door den Heer eer.ten Burgemeefter . te doen in den Eed neemen. D ch omuènd welke Helling ik vermeme te moeten twyfelen, of  july, STAAT EN OORLOG. 178(5, a73 of rfe^ve, als Bër,tfs\ei r'e op de intentie der Bürgèry, boven alle anderen zoude moeten prïevaleren, wanneer, behalven eene, on den ao M^art kénnelyk geweigerde intro 'nöie en geweigerde wederzydfche beoe.'iging, gpp e da -elyke ir.rmr'uftie , zonder de beëediging van df Leden van de Vroedfchap fchynt te km neu plaats hebben. Zonder dat in deze ook iers zoude kunnen afloen het beroep op ze'rer vo srwaardelyk voordel , zoo als bet zelve gevonden wordt aan 't Oot van het detail, by forme v-n Declaratoir der Burgery, op den ao Maarc jongstleden ir.peleverd; aangezien het 'er verre van af is dar de Vroedfchap op gezegden 20 Maart zoude erkend et; geavoneerd hebben , dat aan de zyde der Bursery het geaDplnneerde Stedelyk Reglement zoude worden gehoud. n voor g ï itroduceerd , daar ter contrarie de V ed'cnap (behalven dat dit en anderen, by voorn. Dcclaratoir vooikutnende, voordellen op den 20 Maarr geen onderwerpen van deliberatie of omvraage hehnen uit gemaakt, veel min dat by eenige Refolutien daarin gencquiefeen ZOude zyn) na het gelybydig ink'men van her zelve detail, met de antwoorden der Bijrger.Compagnier) °P de onderfcheidene Adviefen of D-claratoiren der prefente Leden van der Raad verklaard heefr, te blyven p-rfifteeren by den nhoud van ge?egde Advifen , en alzoo riet anders girekend kan wor en , dan alle die voo' waardelyke voorde h n niet te hehb«n geaccepteerd , ofte pe^trgreerd; ge yk dan ook by nader l>dararoir van Officieren en Gecommitteerden uk de B ■ra; r-Cfimpa^nien daar-op niet is geïndeerd geworden. Na al 'r wtlk de AcTa van den «20 Maarr wel gerevrortecd zyn roet de Diëe.i'R'ng van de Dech:ta'-oireti van eenige Raden , doch fimpelyk , pro ut jacent, en conform derzelver zeer onderfcheiden let er'ykcr- inhoud, zonder iets meer, als meede met de , op derken aandrang , in vooruuzigt van de anderszins re dugmmitfte , die wegens de reforme van 'e Provinciaal Regeerings Reglement nu kortlings is gedecerneerd , verzogt is te dienen van Rapport , en binnen welken termyn de zaaken, wil men dezelve niet exponeeren aan eenen totalen ondergang , althands niet behooren gebragt te worden buiten haar geheel. (Was gerj a. s. abbema. Utrecht den 25 July 1786. De ondergetekende verklaart zig hoofdzakelyk te voegen by het befluit van bovenlfaande advis. (Was get.) p. h. j. ivoy. XV.  july, STAAT EN OORLOG. 1786, 277 XV. edele groot achtbaare heeren! Het was uit hoofde der verplijting tot opfervantie van het Regeerings Reglement van 1674, dat ik by den aanvang der deliberarien over de ingeleverde Bezwaren , nopens het Stedelyke , dezelve coufidereerde als préparatoir, om by.tyd en wylen, een nieuw Provinciaal Regeerings Reglement ^eintroduceerd zynde, als dan zoodanig Stedelyk Reglement te arresteeren en intevoeren, het welk meest met den inhoud van het Provinciale overeen kwam en ten meeste nutte der Burgeren en Ingezetenen verftrèkken kon. Het was , om die zelfde redenen , dat ik den ao December 1785. my buiten ftaat bevond, om het nieuw geapplaneerd Reglement finaal te arresreeren , en veel minder vond ik my bevoegd, den 20 Maart 1786, om het zelve te inrroduceeren én te doen be-eedigen. Daar 'er nu, Ed. Gr. Aehib. Heeren! zedert dien tyd geen Staatsgewyze ontflag uit dien Eed is daarge» fteld , en ik my dus als nog in die zelfde oraftand gheden bevinde , kan ik niet anders dan'my ook thans onbevoegd rekenen, om een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgeiy te doen be-eedigen, vooral daar ik het nimmer van eenig wezendiyk nut heb befchouwd te kunnen zyn , en het zelve althans in geen aanmerking komen kan , zoo lang de perma» nence van den Raad niet wettig is vastgefteld. En wat betreft het Adres of Manifest, op naam der Burgery by den Raad den 3 July ingediend ; fchoon ik het zelve niet dan voor Notificatie aannemen kan, vind ik my by deze verpligt te declareeren, dat ik den inhoud van het zelve en de gevolgen, daar uit profluerende , overlaat voor rekening der geenen, die daar oorzaaken en uitvoerders van zyn of zullen zyn , protefteerende niettemin tegen dezelve als informeel; verzekerd zynde, dat alle onaangenaamheden, welke voor my daar uit mogen voortvloeyen , my alleen daarom overkomen , om dat ik , volgens myn beste weeten, S 3 naar  S78 jbly, ZAAKEN VAN ï78—- Uit de^e woor -en blykt ten allerklaarfLn, dat bet beitaan van dat Collegie verbonden zoude zyn aan het beftaan van eenen permanenten Raad, en niet zonder denzelven zoude worden ingevoerd. Daarom, volgens myn beginzelen, welke ik ue eer gehad heb, op den 13 February dezes jaars aan Uw Ed. Groot Achib. te deduceeren, en van dewelke, wat men ook daartegen ingebragt hebbe, ik geene Voldoende reden hebbe gevonden om afrewyken , geen permanente Raad binnen deze Stad wettig kan woiden geïntroduceerd ,  july, STAAT EN OORLOG. 17^6. 281 ceerd , dan ingevolge van een voorafgaand Staatsbefluit, waar by het mer de permanence van den Raad ft y dge Artikel in 'r Regeeringx-R-glemeiit van J764 wo ie vernieiigd ; gelyk ook de Vroedfchap tor noch toe altyd in het begrip is eeweest, dat lot bet invoeren van eenen permanenten Raad een ontflag uit den Eed, op gemelde Realemenr gedaa' , voor haar nodig was; en daar zoodanig ^ene vernietiging of zoodanig een ontflag uit den Eed nog nkt is gefchied, dus de Raad dezer Stad. nog niet als peuoanent kan befchouwd worden, zie ik niet, hoe ik zoude kunnen (temmen tot heï doen beëdigen en invoeren van een Collegie, welks beftaan af'>a':«lyk is gemaakt van «ene voorwaarde, die nog niei beftaac, en hoe de Vroedfchap, die erkennen most nog niet permanent te zyn, en nog verbonden te weezen aan het Reglement van 1674, een Collegia konne erkennen en tot invoering van het zelve medewerken, het welk de permanence van den Raad, en de vernietiging van het Reglement van 1674, ten minfte voor een gedeelte onderfteld. Nog meer, E^ Groot Achtb. Heeren! by het Xlde Aft. van het zelfde 4de Hoofdltuk jn bovengemelie provilioneel Reglement, wordt ook aan het gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery opgedragen het nauwkeurig agt geven, dat op her te arresteren Provinciale Reglement geen indragt gefcbiede. Hoe kan nu, zoo lang geen nieuw Provincial Regleunnt Sïsatswyze h gearresteerd, een Collegie wordf n ingevoerd, welk ftrekken moet, om opzigt te hebbeu over eene zaak, die nog niet in wezen is. Om deze redenen, Ed. Gr. Achtb. Heeren 1 is het my volftrekt onmogelyk, myne toeftemming te geven tot het invoeren en beëdigen van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burg.ry, zoo lang niet, by verandering van het Reglement van 1674, de permanence van den Raad dezer S.ad wettig zal zyn yastgefteld, en een nieuw Provinciaal Reglement van Regeerir.g ingevoerd. En hier in kan by my geene verandering maken het beëdigen van het nieuwe Stedelyk Reglement , door een gedeelte der Burgery op den 20 Maart laatstleden; S y al-  a8t july, ZAAKEN VAN 1785. alzoo, na het vernietigen der op den ao December des voorleden jaars afgedwongen en informeele Refolutie, en het herroepen derzelve by Publicatie van den 6 Maart daar aan volgende , de zaak wederom in haar geheel, als voor den 20 December, zynde gebragt, op gemelde 6 Maart geene deliberatien over het invoeren van een nieuw Reglement van Regeering mst eenig wettig effect hebben kunnen vallen, als welke alleen, volgens de wyze van Regeering, alhier gebruikelyk , het" onderwerp" kunnen zyn eener extraordinaire en volle Befchryving, op dewelke ook die Leden van den Raad, welke uit hoofde hunner Commisfien afwezig zyn, of anderszins geene zitting in den Raad hebben, gelegenheid moet gegeeven worden, om ook hunne gevoelens te uiten , en, op gemelde 20 Maart flegts eene gewoone Vroedfchaps-Vergadering is geweest, waar geene dan gewoone zaken met verbindend effect konden behandeld worden ; dus al het overige , wat op dien dag en wel inzonderheid met betrekking tot het Reglement van Regeering gefchied is, moet worden gehouden voor geheel informeel, en gevolglyk ook het in den Eed neemen der Schuttery op het nieuwe Stedelyke Reglement, waar toe ook de Schuttery dien dag niet in de Wapenen gebragt, of, op wettig ge. zag, door de Vroedfchap opgeroepen was. Ik zwyge hoe uit de Vroedfchapt-Notulen blykt, dat daaromtrent zoodanige omftandigheden hebben plaats gehad , dat men die daad op haar zelve ook niet wel anders, dan als zeer informeel kan befchouwen, en welke ik derhalven (buiten dat zy, hoe het ook anders daar mede gelegen mag wezen, eene particuliere daad is der geenen, die daar aan deel hebben gehad, en my dus In geenen opzigte aangaat) met alle haare gevolgen, laate voor rekening der geenen, welke dezelve hebben ver. rigr of goedgekeurd. Vat nu verder de Declaratie of Manifest, op naam der gery, den 3 dezer maand aan Uw Ed. Gr. Achtb. ov rhandigdj betreft; ik zoude dat alleen voor notificatie Éatirleemén; en, zonder my over dat vreemde ft.uk , 't wtiv ik evenwel met voor het werk der geheele Burgery eiitenne, breder uittelaten , moet ik alleen  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 283 leen betuigen, dat de bedreigingen daar in vervat, geene verandering in mvne gevoelens kunnen te wege brengen , alzoo ik daarom altyd fhndvastig hoope te zullen blyven van om lief of leed niet afrewyken van het geen ik recht en billyk oordeele. Dan, op dat men mogelyk uit myn ftilzwygen niet afleide , dat ik het recht, het welk men zig by die declaratie fchynt toe te fchryven, erkend hebbe, agte ik het heden niet onnodig, (waartoe my mogelyk naderhand de gelegenheid mogt geweigerd worden) te verklaren , en in de Notulen van Uw Ed. Gr. Achtb. te doen aantekenen, gelyk ik thans, voor nu als voor als dan, verklare by deeze, dat, ingevalle men, volgens de gedaane bedreigingen mogt onderlhan, my van nrynen post als Raad te ontzetten, en een ander in myn plaats aanteltellen, ik die daad houden zal voor onwettig en van onwaarde, als gedaan zynde door Perfionen, tot het een en ander gansch onbevoegd , en my zeiven befchouwen als tegen alle recht en reden in myne wettige bezitting geftoord; terwyl ik, indien men, des ongeagt, evenwel, met omkeering van alle orde , daarmede mogt voortgaan , en ik my genoodzaakt vinden , voor eene grootere magt te wyken, ik my daar in getroosten zal met de Itreelende bewustheid, dat my znlks alleen overkomt, om dat ik als een man van eer< my aan recht, billykheid , eed en pligt gehouden hebbe; betrouwende dat alle weldenkende en niet misleide Menfchen myn gedrag in deze zullen billyken: daar ik my tevens op het oordeel van die zelfde weldenkende cn niet misleide Menfchen beroepe, en aan hunne beflisfing overlate of de hoonende en gruwelyke aamygingen , by gemelde declaratie aan de Meerderheid van dezen Raad gedaan , tot welke Meerderheid ik in dit opzigt ook behoore, verdiend zyn, al-:oo het aan niemand van den waren toedragt der zaken , alhier voorgevallen , behoorlyk onderrigt , onbekend kan wezen, hoe tea onregte ceze Vergadering word befchuldigd van onderdrukking en vertrapping der Burgery; befchukhgingen, welke alleen de zoodanigen verdienen , die een misbruik makende van hunne magt, anderen van hunne ïechten en bezittingen beroven ; en nitt zoodanige Regen.  s84 july, ZAAKEN VAN i?8ö. genten, die, gelyk Uw Ed. Gr. Achtb., zoo veel my bewust is, altyd gedaan hebben, een ieder by het zyne bewarende en alleen het ware welzyn hunner Burgeren behartigende, alle billyke verzoeken gereedlyk inwilligen, en alleen aan zoodanige eisfchen weigeren te voldoen , welke zy oordeelen niet te kunnen toeftaan , zonder fchending van de plegtiglte Eeden en omkeering van alle recht en orde! (Was ger.) w. j. Bi VAN dielen. XVIII. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN 1 Achre my onbevoegd, om redenen , in het breede roo leling gededuceerd, om het verzoek by het ingediende Adres wan den 20 Juny te accordeeren; en vin«^e my in g; moede verpligt , het zelve te declineren. En wat bet Manifest of Adres , van den 3 July betreft, zoude ik het zelve 'voornotificatie aannemen, en in at Vrr.edlchv-ps-Notulen infereeren , zonder nogthans te avouerer oei geen by het zelve gelteld is, als of jk, door niet te kunnen voldoen aan de begeerte der Requeftranten , aan hun de vryheid g.laten hadde, om over myne Raad.sp'aats, 't zy van heden af, of op den 12 October te disponeeien ; daartegen protesteerende, en de gevolgen overlatende voor rekening van die geene, welken zullen goedvinden daartoe te procederen. (Was get.) D. J. MARTENS. Utrecht den 25 July 1786. XIX.  july, STAAT EN OORLOG. l?86. a8y X I X. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Hoe zeer ik met de Heeren yan Senden en Smis. faert by een ampel advis , heden morgen aan U Ed. Gr. Achtb. voorgedragen , getragt hebbe, den Riad tot het in den Eed neemen van het Collegie van Gecommitteerden, onder zeekere bepalingen te doen beHuiten, is zulks echter vrugteloos. De Meerderheid, vergun my de waarheid te zeggen, is te Zeer tegens de Burgery vooringenomen, en laat zig door menfchelyke zwakheid, die groote dryfveer onzer meefte daden wegliepen , of toont met de daad, dat zy door haare conclulie de beëdiging door de Burgery in handen van eene daartoe door den Raad genomineerde Commisfie, op het gecoi cipieerde Stedelyke Reglement, den 20 Maart gedaan, houien voor illegaal, en dus móet die daad door elk oczydige befchouwd worden , als enkel gefchied, om , wa's het mogelyk , de Burgery tot dén 12 Oétober te doen iupercedeeren met de introductie van het nieuwe Stedelyke Reglement, en de Regenten in haare posten te doen continueeren, op hoop, dat 'er mooglyk in dien tusfchentyd, door eene onderling geborene vereeniging en vertrouwen, gejegentheid zoude geboren worden , om in dit Stedelyk Reglement eeniae poinct n ten voordeele van den Regent en S'adhouder te veranderen; en waarlyk, Ef. Gr. Achtb. Heeren , daar het by my eene vaste ïtelregel is, dat zonder tuidchei komst van de Burgery in de Regeen'ngsform van deze S ad Utrecht niets kan worden veran. derd, en 'k all en op de ftemme des Volks, welke haare R--gten, waarop zy volgens my*- inzien aanfpraak hadden, te rug eisehtén, in de affchaffing der recommandatien , en de wyze op welke de .usfcnentyds va» ceerende Raad>p!aatzen buhoorden begeeven te worden, hebbe geiteend , en dus ook de verandering in het Huishoudelyk beltier, op haar gedeclareerde!) wil. niet ver. mo?,te te beletten; indien men aan de zyde der Re. geenng dir dus begrejpen hadt , en de vervvydering welke 'er tusfchen oezeu Raad en het grootere gedeej! te  285 july, ZAAKEN VAN te der Burgeren en Ingezetenen zoo ongelukkig plaats heeft, op alle mogelyke wyze hait gezogt weg te neemen , door zig meer handelbaar en toegevend omtrent de uitdrukkelyke wil der opgeroepen meenigte te gedragen, zulke onderlinge fchikktngen wareu zeer mogelyk geweest; dan thans wordt in eens alle die mogelykheid aan de zyde van den Raad den bodem ingeilagen, daar veelen verfeeren in deze, naar myne gedagten , dwalende begrippen, en het beëdigen weigeren, om de twee volgende redenen, i. Omdat de beëdiging der Burgery op den 20 Miart, tot inffandhouding van haare zyde van het Reglement is formeel. Indien dit begrip reeds op of kort na den 20 Maart heeft plaats gehadt, heeft men myns oordeels niet wel gedaan , de Burgery tot op dit ogenblik blind te houden , die , al was hen geene andere blyk dan eene legale Commisfie overig, moet befluiten , dat de beëdi ging op den 20 Maart is wettig. De tweede en voornaamfle rede is , dat men fustineert gehouden te zyn aan het fchadelyk en drukkend Reglement, van den jaare 1674 en om gemoedelyk bezwaar, Hiertegen Haan» de de voorgebragte redenen des contrarie vermeint, dat de Burgery iets van den Raad vordert, het geen de Regenten , om den gedaanen Eed op den 12 Oftober jongstleden, niet kunnen doen. Ik zal thands in geene verdere rescontre treden, dan het zy my geoorloofd, de gevolgen van deze weigering onder het oog van U Ed. Gr. Achtb. te brengen. Hoe zeer ik af'keering ben van alle dadelykheden j tegens die myner Meede-Raden, welke zig ongelukkig volgens myn inzien in de bovengezegde dwalende begrippen bevinden, en zig met den uitdrukkelyken wil van het grooter gedeelte van Utrechts onafhangelyke Burgeiy weigeren te vereenigen, echter moet ik bekennen , dat het niet te verwagten is, dat de Burgery in dezen van haar gemanifesteerd voorneemen zal afgaan , daar zy in zulk een geval zig door de Bondgenooten , en van het door onderling belang aan de vrye Nederlanden zoo naauw veiknogte en door een Tractaat vereengd Hf van Frankryk van een onbezonnen en omberaden pas zoude moeten zien beichuldiüen. Des  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 287 Des Ed. Gr. Achtb. Heeren het te voorzien is, dat deze Raad zal worden beroofd van veele kundige Mannen, die de rust en vieede der Stad, en Inwoonderen van dezelve, gezworen hebben te zullen bewaren. Het kan niet anders, of door deze finale weigering moet de Burgery ontrusr, en tn de noodzaak gebragt worden , otn, dat God verhoede, tot buitengewoone mid- • delen overtegaan. Het grootere deel der Natie, welkers oogen op ons Utrecht gevestigd zyn, welke in dezelve begrippen als onze Burgery verfeeren , zal derzelver gedraging met raad en daad onderfteunen. In ons Nederland zal een generale Volks-kreet opgaan, en die Raden , welke te behouden thands myn oogmerk is, zullen, fchoon zy als flille Burgers levende , derzelver Burgerlyke veiligheid behoord gehandhaalt te worden, by veelen met veragting worden befchouwd, en mogelyk door deze weigering een tyd doen geboren worden , wanneer een geheele fcheuring tusfchen den reprefenteerende Souverein dezer Provintie , en het grootere getal der Ingezetenen zal ontftaan , waaruit dan de allerfchromelykfte gevolgen in dit Gewest , ja in ons geheele Vaderland zullen geboren worden. Een fcheuring, Ed. Gr. Achtb. Heeren, welke of de Burgery, volgens haar verkregen Regt tot de Magiflraats-bellelling zal doen fpreeken ,en hunne woorden met 'er daad ondertteunen, of dezelve onder een eigendunkelyk bellier zal doen bukken ; en wie uwer is 'er, Ed. Gr. Achtb. Heeren, die zulks niet bezeft? Wel aan dan Ed. Gr. Achtb. Heeren, is het, dat de Raad niet kan befluiten, volkomen in te (temmen in het beëdigen van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, door den Heer Praedident Burgemeefler onder de 'gedaane voordragt by het ampel advis van de Heeren van Senden en Smisfaerty waarby ik my hebbe gevoegd , ik bidde U Ed. Gr. Achtb., wendt dog van uwe zyde alles aan, wat mooglyk is, om de rustte bewaren, -— toond Ed. Gr. Achtb. Heeren , dat gy nog eenige toegevenheid omtrent uw gevoelen bezit, aan die Burgery, aan die Stad, van welke gy Leden en Inwoondets zyt, welker weivaart U des te naauwer aan 't harte moet leggen, — offer iets uwer by zóndere  £88 jolt, ZAAKEN VAN 1785. re begrippen op tot welzyn van het algemeen, immers zóêkt in dezen U niet te verzeten 'esens'een herhaald verzoek, tegens den eisch der B;rg ry , die van uwe zyde geene wezenrlyke daad, maar flegtï een formula. riteir , volgens 'net beloofde op den 20 Maart vordjèri j — neeme, is he. moóglyk, een belluit, om de rust re behouden, de fcheuring tusfchen Regenten en Bursers re voorkomen, en geen oorzaak te geeven tot alle de hoven aangehaalde en andere mogelyk niet te voorzifie gevolgen , om daardoor de fcheuring in dezen R.sa i voortekomen. Ten dien efmje néeme ik thans de vryheid, het volgende san U El. Gr Achtb. voor te dragen: Of de Meerderheid van ü El. Gr. Achtb. niet zoude kunnen brfluitén, in piaatze van den eerften Burgemeefter, twee Heeren van die Raaden, welke geene zwaiighed in de b' ë dging van dit Collegie, onier zekere m:ds, en een'voorfchrift van den Eed hebben gemaakt, te commirteeren, en in welken gevalle het volgend declaratoir aan de Burgery zoude kunnen worden uitgeleverd : „ De Vroedfchap in rype ovcrweeging genomen hebbende oe verzoeken der Burgery ter in den E-d-neeming van her Collegie van Gecommitteerden, en haaren _ eisch op den 3 July dezes jaars ingeleverr , heeft nodig geoordeeld-, omtrent de in den Eed- eeming zelfs te declareeren, dat H m Ed. Gr. Achtb. niets meer-f>r wenfebende, da/i de rust, vrede en welvaart der Stad Utrecht, en der Ingezetenen te bevorderen, goedgevonden hebben te committeeren ue Heeren, om1 het Collegie van Gecommitteerden , volgens het h;er Hygevoegd Formulier, te be-edigen , echter o der dezen verftande , dat door deze be-ediping het nieuw Stedelyk Reglement aan de zyde der Vroedfchap op geenethande wyze zal gehouden worden geintroduceerd te zyn, of aan den Raad eenige actus conform hetzelve , en finaal ftrydig met den gedaanen Eed op den ia October jongstleden , zoude konnen gevergt woraen voor den 12 October eerstkomende." ik hoope , dat de Burgery, als daardoor , na myn inzien, aan haar verzoek van be-ediging voldaan worden-  july, STAAT EN OORLOG. l?8& 289 dende , in zulk een declaratoir genoegen zal neemen, hoe zeer ik moet bekennen , wel in myn vermogen te hebben, ben te raaden: dog vermids tegens mynlyitema ftrydende is, hen eigendunkelyk te willen belturen, moet ik alles aan de Burgery overlaten. Zie hier Ed. Gr. Achtb. Heeren al het geen ik, om de fermiteit der Burgery, nog als het uiterfte heb kunnen voordragen; geene andere middelen my u.tvoerlyk* en dit zelfs onzeker voorkomende. Indien onverhoopt deeze voordragt mede geen gehoor mogte erlangen* moet ik my alleen op de hulpe van den God der Vryheid verlaten, en Utrechts Burgery aan zyne befcherming toevertrouwen. (Was get.) J, vAN HAEFTEN. Utrecht, den 25 Ju'y 1786. De Ondergetekende voegen zig by het bovenftaande voorftel. (Was get.) A. H. EYCK, VAN SENDEN , JAN FIETER DÈ ' RIDDER, J. Q. SMISSAERT. Eed, te doen by het .Collegie van Gecommitteerden uil de Burgery, met die veranderingen, welke by de eerfte introductie van dat Collegie zullen moeten geobferveerd worden. * Dat zweere ik, dat ik tot het verkrygen van dee= ze "Commisfie aan niemand eenig aanzoek heb gedaan, veel minder daarvoor iets belooft of gegeeven heb, nog beloven of geven zal, het zy in myn perzoon, het zy in myne Familie, of door anderen; dat ik al den tyd mvner bediening, zonder aanzien van perfoon, na myn beste weten, zal toezien, dat in zoodanig Reglement op de form van Regeering dezer Provintie, het welk geduurende den tyd van myne voorfz. bediening Staats* ë XXXIII. deel. T wy-  aoo july, ZAAKEN VAN l?36. wyze, met concurrentie van het Volk , mogt worden gearresteerd, en dat inzonderheid in het Reglement, op de Magiftïaats-beftellmg deezer Stad gearresteerd, den 15 September 1785, en door de Burgery be-edigd dea 20 Maart 1786, als mede op de erkende R.egten en P.ivilegien der Sta i en Burgery , geene infra&ien gefchieden, of veranderingen gemaakt worden, maar dat alle dezelve onveranderd worden nagekomen ; en zoo daarinne eenige veranderingen wierden voorgellagen of ondernomen, door wie zulks o->k zou ie mogen wezen , dat ik in myne kwaliteit als Gecommitteerden uit de Burgery aanftonds met myne Meede-Gecommitteerden zal concurreeren tot het inleveren van eene doleantie aan den Magiftraat deezer Stad, ten einde dezelve alle ondernemingen tegen alle dezelven helpen afweeren, en dezelve buiten eenige alteratie of inbreuk geconferveerd blyven; voorbehoudens nogthans zoodanige alteratieiï, welke met wederzyds goedvinden van Raad en Burgery nog zouden kunnen worden gemaakt in de twee nog onverdiende pointen, rakende het zesde Artikel van het derde Hoofdftuk en het tiende Artikel van het vierde Hoofdltuk van hetzelve Siedelyk Reglement; voorts dat ik my ftiptelyk zal gedragen na en overeenkomftig het Reglement voor de Gecommitteerden nit de Burgery vastgefteld; dat zal ik niet laten om lief of om leed, om maagfc jap of zwagerfchap, om giften of gaven, of om eenigerhande zaken." Zoo waarlyk helpe my God Almagtig! X X. edele croot achtbaare heeren! Daar ik op den 1 July 1785 , by den aanvang van het delibereeren over de bezwaren gedeclareerd hebbe, hetzelve te houden voor préparatoir tot dat 'er een nieuw Reglement van Regeering dezer Provincie by Hun Ed. Mog. op eene wettige wyze en met concurrentie van den Heer ürfttadhouder zal zyn gearresteerd. En alzo het vervolgens nopens het arresteeren van het ge-  jüLY, STAAT EN OORLOG. J786. 291 geapplaneerd Stedelyk Regserings-Reglement blykt, uit de Notulen van den 27 December 1785, geeh ander aandeel aan de Refolutie van den 20 December gehad hebbe, dan dat dezelve door di omflandigheid van tyd had moeten aanzien, en my verder in myn Declaratoir van den 20 Maart 1786 betoond hebbe den Eed op het nieuw geapplaneert Stads Regeerings Reglement niet te kunnen afleggen, en niet ingeflemd hebbe in het in den Eed 'neemen van de Burgery; zoo is het, dat in die fentimenten nog blyvende verfeeren , my ook thans buiten ftaat vind en onbevoegd reken , om zoodanig een gequalificeerd Collegie yan Gecommitteerden uit de Burgery te be-edigen; als zynde een gevolg van myn fentiment, dat eerst uit den Eed van 't Reglement van 1674 °P eene wettige wyze moet ontflagen zyn; en begrypende, dat de permanence van den Raad eerst wettig moet zyn vastgefteld, eer zoodanig een Collegie kan worden geintroduceerd. En wat aangaat het Adres of Manifest, op naam der Burgery by de Vroedfchap den 3 July ingelevert, laat ik het zelve en de gevolgen van die over voor rekening van die geenen, die 'er inftellers en uitvoerders van zyn of zullen zyn, daar tegen protesteerende; dezelve houdende voor informeel en van onwaarde , by my zelfs overtuigd zynde , dat de gevolgen , welke daar uit zouden proflueren, my niet anders zullen overkomen , dan dat ik volgens Eed en pligt hebbe gehandeld. (Was get.) J. A» MARTENS. Utrecht den 25 July 1785. XXI. De Ondergetekende vermeinen (fchoon niet op den 20_ Maart dezes jaars ingeftemd hebbende in de beëdiging van de Burgery, blykens derzelver infertien in Vrroedfchaps - Notulen van den 27 Maart laatstleeden) dat de Vroedfchap, als een gevolg van den 20 Maart jongstleeden by meerderheid, genomen RefoluT 2 tie,  292. july, ZAAKEN VAN . 1786. tie, tot het in den Eed neemen van de Burgery op het Stads Regeerings - Reglement, behoort als nu inteftemmen in de be-ediging van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, conform bet 4de Hoofdftuk vart voorfz. S'ads bezwooren Regeerings - Reglement , zonder dat deze be-ediging verhinderen zoude, de nodige redre>fen of alteratien te maken, met concurrentie van de Regeering en Burgery, of dat deze Aétus de Regeering verplicht tot de introductie van het Regeerhgs-Reglement zelve aan de zyde van de Vroedfchap, vcor den 1* October aanftaande; inhtereerende weder, op dat fujet, derzelver gegeeven Declaratoiren op den ao Maart paüfato. (Was get.) p c. burm^nde la bassecoür en w. van dam. Utrecht den aj July $786. XXII. De Conclufie door de Meerderheid genomen zynde, tot afwyzing van het gedaan verzoek, is door den Beer jan pipter. de ridder ingeleverd het volgend Protest. edei/ï groot achtbaare heeren! Ik declareer by deezen wel uitdrukkelyk regens de genoome conclufie te protesteeren, en voor my die te houden voor informeel, nul en van onwaarde, ftrydig met het aan de Burgery reeds beloofde en by hun verkreege Regt, welk aan hun reeds duidelyk toegekent is by de eerlte conclufie. Ik laate daarom die tweede conclufie, met al wat daaruit kan voortvloeijen, voor rekening en verantwoording van die geene, welke dezelve gelieven te neemen , betuigende by deezen voor de Posteriteit, aan dezelve geen deel te willen hebben of te hebben, en onfchuldig te zyn aan alle de funeste gevoWen die mogelyk uit deze conclufie ftaan gebooren te worden , zoo binnen deze Stad als Republiek. Utrecht den 25 July 178Ö.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 293 CXIV. Refolutie vn hun Ed. Groot Mog. op het Commando over het Guarni* foen van den Haag. In dato 27 July l?8ö. Tiy refumtie gedelibereerd zynde op het Rapport den ï5 5 November laatstleeden ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , tot voldoening aan hun Edele Groot M^g. Refolutie Commisforiaal van den 28 September te vooren zoo veel het Commando over het Guarnifoen van den'Hage en hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4 en 5'Maart (672 betreft; als meede op de Misfive . van Zyn Hoogheid, gefchreeven op het Loo den 4 December 1785, en den 7 by Copie aan de Leden gegeeven, met eene daar by gevoegde Memorie van confideratien , en daar toe fpecleetende Bylaagen van A. tot M. omtrent het voorfz. Staats - Rapport ov r het Commando van het Guarnifoen van den Haag: Is goedgevonden en verftaan, op de gronden by het • vootfz. Rapport gelegd , de Heeren Gecommitteerde Raaden by deeze te 'gelasten , zig voortaan , nopens het Guarnifoen in den Haag , ftipteiyk te gedragen naar den inhoud van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4 en 5 Maart 1672 met relatie tot alle de poincten daar in vervat. . „ En zal Extract dezer Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden worden gezonden, om haar daar naar precifelyk te gedraagen ; en zal gelyk Extraét by Misfive worden gezonden aan Zyn Hoogheid tot deszelfs informatie. De' Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tegen de voorfz. Refolutie geprotefteert , en dsar tegens gerefeiveert zoodanige nader Aanteekening , te doen als dezelve zullen te rade werden. T 1 De  294 July, ZAAKEN VAN 1786. "T\e Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , J_.jP ArafterdTti, Rotterdam, Brielle, Hoorn, Enkhuyfen, Edam en Me'demblik hebben tot de voorfz, Refolutie niet geconcuneert, en daar tegen zoodanige nadere Aanteekening gerefetveert, als de Herren hunne Principaalen zullen vermenen te behooren. T""V Heeren Gedeputeerden der Steden DordJL/ recht, Haarlem, Leyden, Gouda, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en' Purmerende , hebben tegen voorfz, Ptotest en Aanteekening zoodanig Contra-Protest en Contra-Aantekening gereferveert, a's de H>?« ren hunne Principaalen zullen te rade werden. Accordeert met de voorfz. Refolutien. ExtraEi uit het üeghter der Refolutien van ae Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. in ' haar Edele Groot Mog. Vergadering genoomen op Vrydag en Saturdag den 4 en 5 Maart 16*2. f\p bet gemoveerde van eenige Leden, is, na voor\Jr gaande rype deliberatie , by eenparige Refolutie van de Ridderfchap, Edelen en Steden, tot onderlinge gerustheid gedecreteert ende vastgefteld, gelyk gedecreteerd ende vastgefteld werd mits dez^n, oat de Compagnien Lyf-Guardes van haar Edele Groot Mog., ende de vier ordinaris Compagnien Paarden, alhier Guarnifoen houdende, mitsgaders ook alle zoodanige verdere Militie , als in tyd van extraordinaris voorvallende nood in de Refidentieplaatfe van haar Edele Groot Mog. gebragt zoude mogen worden , onder niemands bevel als van haar Edele Groot Mog., ende van de Heeren derzelver Gecommitteerde Raaden flaan zal , ook geduurende haar verblyf aldaar aan niemand anders als aan  july, STAAT EN O0RLQG. 1786. 295 aan haar Edele Groot Mog., ende de meergemelte Heeren Gecommitteerde Raaden gehoorzaamheid fchuldig zal zyn ofte pareeren mogen , direftelyk ofre indireftelyk, in eeniger maniere ; dat ook dien aangaande het geeven van het Wagtwoord, en alle andere teekenen van gezag over de voo^chreeve M'iirie, privanve zullen verblyven aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, zonder dat het zelve refp ft aan iemand anders zal mogen werden overgegeeven^ ofte aan iemand, wie, ofte van wat Carafter, Funftie of Digniteit in de Polnie ofte in de Militie hy ook zoude mogen weezen, eenige Afte van commandement ofie gezag daar over ooit ofte ooit toegelaaten werden; ende dat daar van ^en Articul in de Iuftrudtie van de welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden ingelyft zal werden. Accordeert met voorfz. Register. CXV. Rapport op de doleantie van gedeputeerde Predikanten der Hervormde Gemeentens onder de Clasfen van ( Alkmaar, Haarlem, Hoorn, Enk' huifen en Edam, over wederregteIjken handel van Gedeputeerden tot de laatfte Synode te Hoorn &c.. en op de verzogte voorziening door Predikanten onder het Clasjis van Amfierdam, omtrent de begeeving der Synodaalt Comtnisfien. Ingebragt ter Vergadering van hun Ed. Groot Mog. 28 July 1786. T~Xe Heer Penfionaris van Staveren heeft ter Vergald dering gerapporteert de confideraiien en het advis van de Heeren , hun Edele Groot Mogende Ge. committeerden tot de Kerkelyke zaaken , hebbende ingevolgen en ter voldoening van derzelver Appointement van den-9 November 1785 geëxamineert de Requeste met de daar nevens gevoegde Bylaagen, ten zeiven daT 4 ge  soj july, ZAAKEN VAN 1786» ge aan hun E^ele Groot Mogende geprefenteert door gedeputeerde P.edikanten der hervormde Gameentens , resforu-erende onder, en uitmaakende de Ciasfen van Alkmaar, Haarlem, Hoorn, Enkhuifen en Edam, als mede ingevolgen en ter voldoening van derzelver Ap« pointement van den 30 Maart dezes jaars de Requeste ten zei ven dage aan hun Edele Groot Mogende geprefenteert, door eenige Predikanten der hervormde Gemeentens , buiten Leden der Clasfis van Amlterdam, wordende by het eerstgemelde na het praemitteeren van eenige redenen en motiven gedoleert over een gantsch wederrechtelyke, willekeurige en inconfequente handelwy/.e der rneer-'erheid van de byzondere Gedeputeer<3ens op het Noordhollandsch Synode in den jaare 1785 binren de Stad Hoorn gehouden, omtrent zekere, by dat R quest breeder vermelde, dus genaamde Rooster, betrekkelyk de Synodaale Commislien en wyders daar by verzogt, dat het hun Edele Groot Mogende behaagen moge aan de ftem der Ciasfen , immers in geheel domelticque zaken te doen geworden eene vrye en onbelemmerde Cuifus, ten einde den by de groote meerderheid der inret;reerende Leden der Noordhollandfche Synode wettig gearresteerde Rooster effect te doen forteeren , en wyders zoo tanige efficacieufe voorzieninge te doen, dat in het vervolg nimmer op de Hoog Eerwaarde Synodale Verga lering byzondere Leden hunne inftrudtien te buiten gaan , en door het capitatim uitbrengen der (temmen , in zaaken op welke zy gelast zyn, volffrektelyk tegen de intentie van hunne Principaalen aan ie gaan of dezelve te illudeeren, of wel de byzondere Ciasfen te quaiificeeren, om zoodanige Gedeputeerdens in zoodanige gevallen door Kerkelyke middelen van confhaiute tot hun pligt te btengen, te ftraffen, of te nni'ót jeren, zoo en in diervoegen als de Ciasfen , volgens Ktj'kelyke wetten , en de in deeze door hun Edele Grojt Mogende te nemen dispofitie zouden menen te behooren , t.n houdende het laatstgemeïde Request een verzoek om den Aikmaarfchen Rooster effect te doen forteeren, of dar andeis door hun Edele Groot Mogende dien aangaande zoodanige fchikkingen mogten werden gemaakt ,  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 297 maakt, als waar door de Supplianten met de binneleeden gelykelyk in dezelve Commisfien en voorrechten mogten deelen. En dat zy Heeren Gecommitteerden , op de , zoo zy meenden allezints folide en peremtoire gronden en redenen by monde voorgedraagen, en in het breede gededuceerd, van gedachten geweest waren , dat door hun Ed. Groot M^g. zoude behooren te worden verklaard , dat op de by de eerstgem. Requeste door Gedeputeerde Predikanten der Hervormde Gemeentens, resforteerende onder, en uitmaakende de Ciasfen van Alkmaar, Haarlem, Hoorn, Enkhuifen en Edam , op den 9 November van den voorledene jaare 1785 aan weigem. hun Ed. Gr. Mog. geprefenteert, gemaakte doleantie over eene dus genoemde wederregtelyke , willekeurige en incoi fequente handelwys der meerderheid van de byzondere Gedeputeerden tot bet Synode , in den gemelden jaare 1785 binnen de Stad Hoorn gehouden; als zynde van allen grond en fundament ontbloot, geen reguard kan werden genomen; en dat om geene mindere redenen in de byzondere verdere by voorfz. Requeste gedaane verzoeken niet kan werden getreeden , en dat dienvolgende alle de verzoeken , by voorfz. Requeste gedaan, door welgemelde hun Ed, Groot Mog. zouden behooren te werden gedeclineerd, en» gewezen van de hand. £11 dat voorts op het eerfte Lid van het verzoek, door eenige Predikanten der Hervormde Gemeente, buiten Leden der Clasfis van Amfierdam , op den gemelden 30 Maart van dit loopende jaar aan hun Ed. Gr. Mog. gedaan, om den dus genoemden Alkmaarfchen Rooster effect te doen forteeren, door welgedagte hun Ed. Gr. Mog. zoude behooren te werden gerefolveerd, dat uit.hoofde der gefuppediteerde confideratien ook daar aan niet konde worden gedefereerd; doch dat ter affnyding van alle verdere oneenigheden, door welgemelde hun Ed. Groot Mog. zoude kunnen en behooren te worden gerefolveerd , dat gelet zynde op het tweede Lid van voorfz. laatstgemeïde Réquest , waar by de Supplianten, ingeval derzelver eerst gedaane verzoek hun niet kon worden toegeftaan, imploreeT 5 ren  $98 july, ZAAKEN VAN 178e. ren dat hun Ed. Gr. Mog. als dan eenige fchikkingen zouden gelieven te maaken, van nu voortaan , by het begeven der Synodale Commisfie, uit den boezem van het Noordhollandfche Synodus voortkomende, deezen of diergelyke regul zoude moeten worden geobferveerr. Dat het Prsefidie zal werden opgedraagen aan dien Predikant, die uit de Synodale Stad, alwaar hy dezel. ve zyne bediening heeft, tot het Synodus zal werden gecommitteert , onder bepaaling , dat hy zig aan den last van eene ter opening van het Synodus gewoone gefchikte Predikatie zal moeten onderwerpen , en dat op hem , voor het uitoeffenen dezer beide gewigtige posten, het beneficie van het deputatismus zal werden opgedraagen: en dat tot dit alles eene Secundus uit de buiten Leden uit die zelve Clasfis zal werden benoemd; dat in het eene jaar een Asfesfor uit de Stads Predikanten en een Scriba- u't die van buiten zal werden benoemd , en daarentegen in het volgende jaar een Asfesfor uit de buiten , en in het zelve jaar een Scriba uit de Stedelyke Predikanten gecommitteert. Dat in het eene jaar drie eerfte Correspondentien , als naar Gelderland , Zuidholland en Utrecht, yder door een der Predikanten uit de Steden, en naar Vriesland, Overysfel en Stad en Lande, yder door een der Predikanten van buiten zal werden waargenomen. En in het andere jaar vice verfa de drie eerstgemelde Commisfien, yder aan een der Predikanten van buiten en de drie laastsgemelden, yder aan een der Predikanten uit de Steden opgedraagen. E ■ de Secundi benoemd uit de buiten Predikanten, wanneer de predikanten uit de Steden met deeze Communiën wiemen vereerd. En daar en tegen de Predikanten Uit de Steden in die Commisfien, waar in de buiten Predikanten tot Primi wierden gecommitteerd. En dit alles voor het vervolg vice verfa. Dat wyders de fluiting van het Synode zal moeten gefchiedetj door een van die Predikanten, op wien de Correspondentie naar Gelderland, Utrecht, Vriesland, Overysfel en Stad en Lande zouden werden opgedraagen , welke daar over onderling zullen moeten fchikking maaken , of zulks niet voegzaam kunnende doen, by  july, STAAT EN OORLOG. 1786. 299 bv-Loting terniineefen-: terwyl aan de Post van Scriba zoude moeten blyven gea 'fecreerr de Correspondentie naar Zuid hol land. Eu dat eindelyk ten minfteö een maand, voor dat bet Synodus particu'.aris van Noordhollaud iïond gehouden te worden door den Predikant uit de Steden, alwaar het gemelde Synodus dat jaar vergaderen zoude. En die in dat jaar op het Synode zoude worden gecommitteerd, aan deszelfs Huis zouden behooren te werden geconvoceerd zes Predikanten uit de Sceden en zes van buiten, welke in dat>jaar op het Synode volgens Ciasficale order of fchikkingen zoude werden gecommitteerd, om communicatief en onderling behoorlyke fchikkingen en vriendelyk dienaangaande overleg te maaken, waar toe de gemelde Predikant uit de Steden verpligt zal zyn ten minden veertien dagen te voren annfchryving aan den Praefes der Ciasfen te doen, met verzoek van daar van advertentie te geeven aan de Leden , welke hy oordeelde daar toe geregtigt te *> En dat wyders van de door hun Ed. Gr. Mog. int deeze te nemen Refolutie zoude behooren te werden gezonden Copie aan de Heeren, van wegens hun Ed. Gr. Mog. gecommitteerd op het Synode van Noordholland, thans volgens toeftemming van welgedachte hun Ed. Gr. M-jg. vergadert binnen de Stad Enkhuifcn, met last, om daar van op het gemelde Synoius volledige kennisfe te geeven , en zelve die in Aétis te doen infereeren, met verdere qualificatie, om in naam van hun Ed. Gr. Mog., op wiens Commisfie-zy de eer hadden in dat Synode tegenwoordig te zyn , elk Lid tot dat Synode behoorende, en dus alle de Leden van alle de Ciasfen , te gelasten van zig in allen deelen daar na pracifelyk en punctuelyk te gedraagen, en voorts te vermaanen, om in allen rust en eendragr, zoo in de Clasflcale als de Synodaale Vergaderingen te verkeeren en in derzelver verrigtingen eene behoorlyke en gepaste Order in agt te nemen , en om voons onder eene erkentenisfe der gunftige concesfie van hun Ed. Gr. Mog. tot het houden der laatstgemeïde Vergadering , niet uit het Oog te verliezen den verfchul-  jee july, ZAAKEN VAN 1786. digden eerbied voor die geenen , welke by Commisfie van bun Ed. Gr. Mog. dezelve komen te adfifteeren. Waar op gedelibereerd en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem , Amfierdam , Alkmaar en de volgende Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadete deliberarie; En is dien onverminderd, en hangende hun Ed. G% Mog. deliberatie over het voorfz. rapport, en tot dat daar omtrent nader en finaal zal wezen gedisponeerc, goedgevonden en verftaan den Heer Mr. Johan van Nispen , Raadsheer in den Hove Provinciaal, by Refolutie van den 23 Maart dezes jaars gecommitteerd tot het bywoonen van het Synodus Particularis van Noordholland , aan te fchryven en te gelasten , dat hy zorge zal hebben te draagen , dat ten aanzien der Synodaale Commisfien , hangende hun Edele Gr. Mog, deliberatien over het rapport dien aangaande , ter Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. op heden uitgebragt, en tot daar omtrent door hun Ed. 'Gr, Mog. finaal zal wezen gerefblveert, alles gelaaten werde op den ouden voet, zonder daar van in eenige maniere af te vvyken: met verdere last en qualificatie, om van deeze hun Ed. Groot Mog. intentie kennis te geeven ter Synoïaale Verga, deru-g van voorfz. Noordhoilandfche Synode, zig thans bwiien de S.ad Enkhuifen bevindende. Accordeert met voorfz. Refolutien. CXVL  aug. STAAT EN OORLOG. 1786. 30T CXVI. Authorifatie op Gecommitteerde Raaden tot acces/te in den voorflag der Gedeputeerde Staaten des Kwartiers van Veluwe, omtrent het Collateraal van AElien in de Oostindifche Compagnie in den Hitdel van wylen Weduwe m. b. grothiï , Weduwe c. l. kerksteen, te Arnhem overheden', en gerenoveert het Commis/briaal van 27 December 17601 nopens het voorfz. Collateraal. In dato 2 Augustus 1786. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecomtnio teerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 2.6 der voorleede maand, waar by ter kennis van hun Ed. Groot Mog. brengen een Request en Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten des Kwartiers van Velu-, we, voorllaande, om met de betaling van het Collateraai wegens zeekere Actiën in de Oostindifche Compngnie j gevonden in den Boedel van wylen Vrouwe Margaretba Elifabeth Grothe Wed. van C. L, Kerkfteen , te Arnhem overleedeu, te fupercedeeren , tot dat het different, of lngezeetenen van een andere Provit cie, alwaar het middel op'de Collateraale fucceslie meede geheeven word, verpligt zyn, ter plaatfe alwaar het Sterfhuis valt, dan wel binnen de Provincie van Holiani het Collateraal wegens voorfz, Adtien te voldoen, en inmiddels de Executeurs van den Testamente van wylen gemelde M. E. Grothe, Wed. Kerkfteen te verklaaren voor diligent, en alles te houden iu ftate; verzoekende voorn. Heeren Gecommitteerde Raaden hun Edele Groot Mog. qualificatie omtrent den voorfz. voorllag; cn wyders iu confideratie gevende, om dit different zoo tusfchen de Provinciën van Gelderland , Utrecht, als de verdere Provinciën alwaar het zelve plaats zoude kunnen hebben, finaal af te doen, om voor net vervolg een-zeekeren voet te hebben, waar naar zig te reguleeren ; brceder hier na geinfereerd, - F, at  3o2 aug. ZAAKEN VA N 17S6, Fiat inferttOê Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en vetttaan de Heeren Gecommitteerde Raaden by deeze te authorifeeren om in de 'gedaane voorflag der Heeren Gedeputeerden Staaten des Kwartiers van Veluwen te accedeeien , en daar van by Misfive aan dezelve ken* nis te geven ; en is voorts, by renovatie van het gedecerneért Commisforiaal op den 27 December 1760, goedgevonden en verftaan, dat de bedenking in het flot der voorH;, Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog, Gecommitteerden tot het groot Befogne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Gecommitteerden in de Provinciaale Reekenkamer, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en aivis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren ! ïT 7y hebben ontfangen de bier nevens ge» W voegde Requeste en Misfive van de Ht-eren Gedeputeerden Staaten des Kwartiers van Veluwen, waar by voorflaan, om met de beta> ling van het Collateraal wegens zetkere Adtien, in de Üostindifche Compagnie gevonden in den Boedel van wylen Vrouwe Margaretha glifabetfj Grothe Weduwe van C. L. Kerkfteen binnen de Stad Arnhem overleeden te fupercedeeren tot dat het different, of lngezeetenen van eene andere Provincie, alwaar het middel op de Collaterale fuccesfie meede gegeeven word, verpligt zyn, ter plaatfe alwaar het Sterfhuis valt, dan wel binnen de Provincie van Holland het Collateraal wegens voorfz. Actiën te voldoen, en inmiddels de Executeurs van den Testamente van wylen gemelde M. E. Grothe, Wed. Kerkfteen te verklaaren voor diligent en alles te houden in flaate. r U  aug. STAAT EN OORLOG. 1786. 30% U EUel Groot Mogenden zullen zig gelieven te herinneren al wat op die materie in.den jaare 1760 , tusfchen deeze Provincie en die van Utrecht in het geval van Gerard Arnoud liasfelaar, Burgemeefter der Stad Amfierdam is geventileerd geworden , te vinden in de . Registers van UEdel Groot Mog. onder de datums van 3 en 17 September, 1 November en 17 December 1760, uit welke laatfte Refolutie blykt, dat het recht van de Collaterale fuccesfie van Actiën in de Oostindifche Compagnie als toen binnen de Provincie van Utrecht is betaald geworden , zonder dat daar op iets anders gevolgt is, dan dat different als toen is Commisforiaal gemaakt met de Heeren van de Ridderfchap en verdere üwer Edel Groot Mogende Gecommitteerden, tot het groot Befogne met en heneevens Heeren Gecommitteerde Raaden en Gecommitteerden in de Provinciale Reekenkamer. Wyders gelieven U Edel Groot Mogende zig meede nog te herinneren het geen waar van in de bygevoegde Misfive melding word gemaakt, namentlyk dat de Provincie van Utrecht, in den jaare 1781 , ter occafie van het confenteeren in de Petitie tot foulaas van de Oostindifche Compagnie ter Vergadering van haar Hoog Mog. heeft ingebragt eene zeer ampele Refolutie , en daar by ten fterkften geinfteerd, dat het voorfzdifferent eindelyk ten haaren faveure mogte worde getermineerd en afgedaan , zonder dat daar op meede fvoor zoo veel de Gecommitteerde Raaden bekend is) eenig vervolg gekomen is. Dit de ftaat der zaake zynde, hebben de Gecommitteerde Raaden fcrupule gemaakt, voorn. Heeren Gedeputeerde Staaten op hunne gedaane voorflag te antwoorden, of ietwes daar in te doen zonder voorkennisfe van U Edel Groot Mog., weshalven de Gecommitteerde Raaden de vryheid neemen ter overweging van U Edel Groot Mog. te geven of hoogstdezelven zullen goed-  Sol atjg. ZAAKEN VAN 178Ö. goedvinden de Gecommitteerde Randen te authorifeeren, om in de gedaane vourflag van weige. melde Heeren Gedeputeerde' Staaten te "ccedeeren, en daar van by Misfive aan dezelve kennisfe te geven , of wel zoodanig anders te disponeeren , als U Ed. Goot Mog. naar derzelver hooge wysüeid zullen oordeelen te behooren; dan alvörens deeze te befluiten moeten de Gecommifteerde Raaden nog de vryheid neemen, U Ed. Gr. Mog. in confideratie te geven of hoogstdezelve niet zullen gelieven bedagt te zyn, om dit different zoo tusfchen de Provincie van Gelderland , Utrecht, als de verdere Provinciën alwaar het zelve plaats zoude konnen hebben fin&lyk te termineeren en at te doen, om voor het vervolg een zeekeren voet te hebben, waar naar zig te konnen reguleeren. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Gr. Mogende te willen houden in Zyne heilige proteftie. Gefehreeven in den Hage den 26 July 1786. (Onder flond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Sraaten van Hol» land en Westvriesland. (Laager Rond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get») a. j. royer. ede-  aug. STAAT EN OORLOG. 178S. 30S bdele mccende heeren j Uit de inleggende Requeste van Mr. J. T* Grothe en L. C. Grothe, in qualiteit als Executeurs testamentair van den Boedel wylen Vrouwe Margaretha Elilabetb Grothe Wed» van C. L. Kerklleen , zullen Ufid. Mog. met meerderen gelieven te vernemen het verzoek door de Supplianten ten opzigte van de betalinge des Collateraals , wegens Obligatien ten SmSi VZ de posandifche Compagnie , binnen UEd. Mog. Provincie geheeven wordende, aan de Heeren Staaten dezes Quartiers gedaan en door hoogstdezelve aan ons gerenvoyeerd ten einde daaromtrent te handelen , als wy zouden vermeenen te behooren. Wy hebben ten dien reguarde bevonden dat hier omtrent by de Provincie van Utrecht in den jaare 1781, ter occafie van het confenteeren in de Petitie , tot foulaas van de Oostindifche Compagnie, ter Vergaderinge van haar Hoog Mog. in foortgelyk geval eene ampele Refolutie is ingebragt , wanneer de Heeren Gedeputeerden der refpective Provinciën , welke zig hier op nog niet verklaard hadden, zyn verzogt zig daar toe meede te willen bekwamen , alles breeder by die Refolutie vermeld; ( En vermits in dezen nog geene finale Refolutie, voor zoo verre ons bekend, is gevallen zoo hebben wy best geoordeeld, UEd Mo? * aan wien de Financien van de Provincie fpecï aal zyn gedemandeert, te verzoeken , otn de* Supplianten by provifie en hangende de deliberatien , of Ingezetenen van een andere Provincie , alwaar het middel op de Collaterale fuccesfie meede geheeven word, verpligt zyn ter plaatle, alwaar het Sterfhuis valt, dan wel'binnen UEd. Mog. Provincie , het Collateraal -te voldoen , te verklaaren voor diligent en alles te houden in ftaat.  3oö auo. ZAAKEN VAN 1786. Waar meede, Edele Mogende Heeren. beveelen wy U Edele Mogende in Godes heilige befcherminge. (Onder ftond) TJ Edele Mogende goede Vrienden , de Gedeputeerde Staaten des Quartiers van Veluwen. (Lager ftond) Gefchreeven „ , • Ia te Arnhem, Ter ordonnantie van deden 27 Juny ze^en. 1786. ' (Was get.) D. W. BRANTSEN» In margine ftond geapoftilleert, Zy deeze Misfive en Bylaag gefteld in handen van de Heeren Commisfarisfen van de vyf Comptoiren. Werdende dezelve verzogt hun Edel Mog. daar op te dienen van hunne confideratien en advis. Actum den 4 July 1786, (Onder ftond) Ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (Was get.) A. J. ROYEK, Aan  mjg. STAAT EN OORLOG. 1786. 3°f Aan de Edele Mogende Heeren Staaten des Quartiers van Veluwen. edele mogende heeren! Geeven zeer eerbiedig te kennen Mr. Jacob Tieleman Grothe en Lanrens Carel Grothe, in qualiteit als Executeurs Testamentair en Erfruitters der Nalatenfchap vaii wylen Vrouwe Margaretha Elifabeth Grothe , Wed. van C. L. Kerkfteen , binnen deeze Stad Arnhem overleeden zynde. Dat zig in dien Boedel bevinden Obhgatien, ten lasten der Oostindifche Compagnie , waar van in de Provincie van Holland word gevordert eene betaalinge des Collateraals. Dat daar toe de Supplianten vermenen ongehouden te zyn, alzoo de gelibelleerde Obligatien zyn gereede effecten, welke eigentlyk gehooren in het Sterfhuis, Dat overzulks zoo eene betaalinge des Collateraals te pas komt, die nergens anders dan by dezen Quartiere, alwaar het Sterfhuis gevallen is, zoude kunnen gevordert worden , doch is daar van alhier geen voorbeeld te vinden. En kan geenzints met eenige grond by de Provincie van Holland gefulmineerd worden, dat aldaar eenige betaalinge des Collateraals zoude moeten gefchieden van Obligatien , ten lasten der Oostindifche Compagnie, in een Sterfhuis buiten die Provincie gevonden wordende. Terwyl gemelde Compagnie fpecleert tot het gemeene Bondgenootfchap, en dienvolgens in allen gevallen het Collateraal , zoo zulks van de gelibelleerde Obligatien zoude moeten betaald worden, nerV 2 gens  3©8 aug. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1786. gens anders zoude kunnen gedaan worden dan aan de Provincie of Qaartier, alwaar het Sterfhuis gevallen is. Dat otn die reeden de Supplianten zwarigheid maken om die van hiar gevorderde betaalinge te doen, vooral, om dat zulks in het toekomende van nadeelige gevolgen zoude konnen weezen. Derhalven neemen dezelve de vryheid het gunt voorfz. ter kennisfe van UEd. Mog. te brengen , en zeer eerbiedig te verzoeken, dat UEd. Mog. die voorzieringe gelieven te doen , waar door de Supplianten voor het toekomende gelibereerd blyven van alle verdere aanfpraak door de Provincie van Holland, tot betaalinge eens Collateraals van de gementioneerde Obligatien , en ingeval UEd. Mog, geduureude UEd. Mog. tegenswoordige Vergaderinge, wegens de kortheid des tyds die verzogte voorzieninge niet mogte kunnen doen, dat als dan door U Ëd. Mog. de Heeren ordinaris Gedeputeerde Staaten dezes Quartiers daar toe mogen Worden geauthorifeerd. (Onder ftond) 't Welk doende &c. Pro Stylo. (Was. get.) matth. vorster. Pro vera Copia. d. W. brantsew.