Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.  I  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar MDCCLXXX, VYF-EN-DERTIGSTE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES AL L ART, MDCCXCVI.  ■  aJ&jb • 'Y' •' ' S - T ' 3 ■ b3 ttvJ. nat aania^oUov ;o: nsb.' is nsb nsv s'UiIobiï .-oM'lCOïtl ■ 3 vxst AÏLB DE stokken, welke in ^tfir' vyr^fe^D'ER ti.OSTE DEEL m*\ nnA , - Mij'. •'.')"* geplaatst zyn. fl 5fl» • I ' ' CLXXX. Provisioneele Refolutie op de-ge» ftelde Ordres tot onflag der Militie uit de gehoorzaamheid aan den CapiteinGeneraal eu-aridere vdorzien'ingen daar ' 'by'gedaan, enz, In dato 22 Septemb. 1780. ' 1 ; .; rrj bl. 1 CLXXXI. Resolutie van hun Ed. Gr. Mog„ ' tot vernietiging .van het Gofps CentSuisfes ^ en Gecommitteerde Raaderl op het- dedommagement der dienende Officieren en gemeenen in het zelve te ■ advifeeren. In dato 22 Sept. bl. 4 GLXXXII. Placaatfn van de Staat-en vari Friesland, behelzende verbod der Exercitie- Genootfchappen en het' tfcelcenen van Reguesten , nevens de lyst der Stemmen , daar over, uitgebragt. Irl dato 25 Sept. 1786. . bl. 5 CLXXXIII. PvESCRiPTiE van de Staaten vari Gelderland op. hun Edele Groot Mog. Misfive van den 11 deezer, op het adres wegens de Steden Hattem eri Ëlburg. In dato 25 Sept.1700. bl. 15 ; " GLXXXlVi  « LYST der STUKKEN. CLXXXlV. Advis van Gecommitteerde Raaden tot voldoeninge aan hun Edele Groot Mog. Refolutie van den at de. zer j over de voet en wyze, waar op de Officieren en Gemeenen van het ver* nietigde Corps Cent-Suisfes , hun leeven lang geduurende, zouden behooren te worden gededommageert, In dato 2,7 Sept. 1786. . . bl. 19 CLXXXV. Advis van Gecommitteerde Raaden op de Requeste van den Ambachtsheer , mitsgaders Schout en Gerechte der Stede dmeyde, om continuatie der Wapenoeffening, enz. Ingebragt ter Vergadering van hun Ed. Groot Mog. in dato 28 Sept. 1786. . bl. 26 CLXXXVI. Declaratie van hun Edele Gr: Mog., dat zy zig de dispofitie over het marcheeren van gewapende Corpfen door Steden en Plaatzen, byzonder met vliegende Vaandels en flaande Trommels, niet kunnen aantrekken. In dato a8 Sept. 1786. . bl. 45 CLXXXVII. Missive van den Erfftadhouder aan hun Edele Groot Mog.; en nadere bekragtiging van het Ontflag der Militie uit den Eed aan den KapiteinGeneraal. In dato 28 Sept. 1786^.48 CLXXXVI!!. Missive van de Staaren van Vriesland aan de Staaten van Holland, behelzende aanbod van Mediatie ter vetw  LYST der STUKKEN.; irj verefFenitig der Onlusten. In dato 30 Sept. 1786. . . bl, 54 &LXXXIX. Request van Burgers èn Ingezet» tenen van Zierikzee, aan de Magiftraat dier Stad \ nevens Appointemeht op hetzelve. In dato .. iept. 1786. bL 57 CXC. Missive van de Heeren Staaten van Stad en Lande aan de Staaten van Gelderland, over het gefchil met de Steden Hattem en Elburg. In dato 5 O&ober '1786* . * * bl. 60 CXCI. Nader Aanteekening van de , Ridderfchap op hun Edele Groot Mog. Refolutie van 22 en 28 September 1786, ten opzigte van Zyne Hoogheid als Capitein Generaal deezer Provincie. In dato 6 Oétober 1786. . bl 65 CXCil. Missive op naam der Staaten van Utrecht (te Amersfoort vergaderd) over de Mediatie der gereezene oneenigheeden in die Provintie. Ingebragt ter Ver? gadering van de Staaten van Holland in dato 6 0&. 1786. . bl. 68 CXCIII. Resolutie van de Staaten van Hok lat.d, tot voorziening tegen een Vyan* delyken aanval op de Stad Utrecht» In dato 6 Oét. 1786. . bl. 71 C&CIV Publicatie Van de Regéering der Stad Deventer, raakende het invoeren * a van  iy LYST der STUKKEN. van een Regeerings-Reglement; als mede de vryheid van het inleveren van Adresfen. In dato 7 October 1786. . . . bT.'7S CXCV. Origineel Verhaal omtrent de: tumulj tuëufe bewegingen, voorgevallen binnen de Stad Hoorn, op den 11 OélobJ 1785. . . ' bl. 8a CXCVI. Rapport omtrent • de Recognitiën der Roomschgezinden aan de" Bailluwen en Officieren, en het dedomageeren derzelve. Ingebragt ter Vergadering van de Staaten van Holland, In dato 12 Ocl 1786. . bl. 90 CXCVIL Rapport relatif tot de dubieteit van eenige Guardes du Corps over den Eed , volgens een geftelde Ordre by Gecommitteerde Raaden en betrek» kelyk tot het zelve Corps. In dato 14 Oét. I7d6, . . bl. 116 CXCVIIf. Nadere bekragtiging van de Refolutie der Staaten van Holland, ten op* zigte van Zyne Hoogheid als KapiteinGeneraal dezer Provincie; nevens eene Misiive van Zyne Hoogheid aan de Staaten Generaal, met de Stukken daar toe betrekkelyk. In dato 18 Oétober - 1780. . . bl. 120 CXCIX. Missive van Gecommitteerde Raaden , met een Acle van Zyhe Hoog. heid,  LYST der STUKKEN. y heid, concerneerende den afgelegden Eed in 1766 door een Esquadron Guardes du Corps, en een Rapport van het voorgevallene by de communicatie dier Acte aan het voorfz. Esquadron. In dato 19 Oct. 1786. . bl. 159 CC Resolutie der Staaten Van Holland,, tot casfatie van den Eed door de Officieren en Gemeenen van het Esquadron Guardes du Corps.aan Zyn Hoogheid gedaan, en dezelve daar van om> flagen; en aanfchryving aan den cö'mmandeerenden Officier daar toe betrekkelyk. In dato 19 ■ O&obei 1786". bl. 164 CCI. Addres -van een groot aantal Burgers en Inwoonders van Haarlem en Juris-; dictie, ten aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op hun Edele Groot Mog. Misfive van den 22 September ; met een Declaratoir nopens hunne gevoelens van trouw en eerbied voor hun Edele Groot Mogende; met betuiging van hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over der Requeftranten verklaaringe.' ïn dato ao Ocl:. 1786. . • bl. 167 CCII. Resolutie van hun Edele Groot Mogende tot refcriptie aan de Staaten van Vriesland, op derzeiver MLsfives van 22 September en 5 Oélober 1786, over de zaaken in Gelderland, en. tot-aan-, * 3 bod  Ü LYST der STUKKEN. bod van Mediatie. In dato 21 üclober 1786. * . • bl. 17a CCIII. Missive der Regeetders van Amersfoort aan de Staaten van Holland, over hun regt als Medelid der Souvereine Regeering van Utrecht, en verzoek om hun Edele Groot Mog. tusfchenkomst tot handhaving van hun regt, en de redding der Provincie van Utrecht. In dato 23 Ocl:. 1786. . bl. 179 GCIV. Missive van Gecommitteerde Raaden aan de Staaten van Holland, met een Memorie en Rapport van den Collonel van der Capïllen, nopens de Guardes du Corps. Ingebragt in dato ^5 Oét. 1786. * • bl. 186 CCV. Propositie van Gedeputeerden van Amfterdam aan hun Edele Groot Mogende , ten einde ook by de Stad Utrccht de Mediatie der Bondgenooten worde aangenoomen, enz. In dato 25 Oét. 1786. . * bl. 193 CCVI. Contra-Aantekening van twaalf Steden op de Nader-Aanteekening van de Ridderfchap van 6 Oétober op de Refolutie van 22 September, ten opzigte van Zyn Hoogheid als Capitein-Generaal deezer Provincie* ln dato 26 Oét. 1786. . . . bl. *5>8 CCVII. Extract uit het register der Refolutie»  LYST der STUKKEN. vri tien van Ridderfchap en -Steden, de Staten van Overys/el; behelzende hec advis van den Drost van Ysfelmuiden, omtrent eene Misfive des Koning» van Pruisfen. In dato 27 Oétober 1786 bl. 210 €CVIII Missive van Zyne Koninglyke Ma je* fteit FreoR7K Willem ds.n li. van Pruisfen, aan hun Hoog Mogende de Heeren Staten der Verëenigde Nederlanden. . . . bl. 213 CCIX. Missive van de Regeering van Ziericzee aan hun Edele Groot Mogende, over het voorgevallene in Zeeland f omtrent het Generaliteits Rapport over de Concept-Antwoorden aan de Hoven van Londen en Berlyn, en de nadere Misfive van den Koning van Pruisfen; en hun advis daarop ; mitsgaders om met Hun Edele Groot Mogende te concurreeren tot herftel der conftitutioneele Regeeringsform en tegen alle inbreuken daarin. Ingekomen dato 1 Nov. 1786. * bl. 217 CCX. Request van 't Collegie der Burgerkrygsraad van Gouda, met een aantal Burgers en Inwoonders aldaar, als mede van Oudewater, Bodegraven en Boskoop, ten aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op Hun Edele Groot Mogende Misfive van 22 Sept.; met een declaratoir nopens hunne gevoelens van trouw  Vin LYST der STUKKEN. trouw en eerbied :voor Hun Edu_ Groot Mogèhde ; met betuiging van Hun Edele;. Groot Mogende ;gevoelig> beid en genoegen over der Requeltranten Verklaaring, Jn.dato a November • *.t ■ bl. 222 CCXI. Requesi.: van een groot, aantal Bur* gers en Inwoonders van- Alkmaar, ten i aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op Hun Edele Groot Mogende Misfive van 22 September, met een declaratoir nopens hunne gevoelens van trouw en eerbied voor Hun Edele Groot Mogende ; met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over der Requeftranten verklaring. In dato 2 Nov. *7|& • bl. 130 CCXII. Addres van Burgemeesteren 3 'Scheepenen en Raaden , nevens de groote meerderheid der gezwoore Gemeenten en gevlugte Burgeryen van Hattem en Elburg, om Hun Edele Groot Mog. befcherming in hunnen nood en verder dreigend gevaar. In dato 2 Novèmber 1786 bl. 236 CCXIII. Adres van een groot getal Burgers en In woon ders van Amper dam , aan de Staaten van Holland en IVestwiesland, om hulp aan de Ingezetenen van Hattem en Elburg. In dato 6 No« vember \fZ6. . . bl. 285 " GCXIV.  LYST der STUKKEN. ïx CCXIV. Aanschryving aan den Generaal Major van Ryssel, nopens zyne verantwoording aangaande Hun Edele Groot Mogende ordres , raakende het fecoureeren der Stad Utrecht by vyandlyke attaque, met indemnifatie. In dato 8 Nov. 1786. . bl. 289 CCXV. Vier Requesten, allen van den zelfden inhoud, van een menigte Burgers en Ingezetenen van Dcrdrecht en 't grondgebied van dien,'ten aanzien van 't gedrag van den Stadhouder , met een declaratoir hunner gevoelens van dankbaarheid en verbintenis aan Hun Edele Groot Mogende ,1" met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over der Re queftranten verklaaring. In dato ti Nov. 1786. . . bl. 293 CCXVI. Request vanj J. Hubert cum fuis, als.Geconftitueerden van meer dan duizend Burgers en Ingezetenen van Rottertam, over 't gedrag van den Stadhouder „ met een declaratoir hunner gevoelens van' liefde en attachemenc . voor Hun Edele Groot Mogende, en . concetneerende de Stadhouders-, Capitains- en Admiraals' Ampten door één Perfoon; met betuiging van HunEdele Groot Mogende gevoeligheid en ,, genoegen, over de gedeclarserde fen? timenten voor Hun Edele Groot Mogen-  LYST der STUKKEN. gende. In dato 9 November 1786.' • * • • bl. 298 CCXVII. Request aan hun Edele Groot Mogende van Burgers en Ingezetenen van Holland, uitmakende het geheel Lig(chaam van Auxiliaire Burger-Corpfen, ter asfiftentie binnen Utrecht, om de Ingezeetenen der Steden Hattem en Elburg dadelyk te prjefteren de hun toegezegde hulp. In dato 10 November 1786. . . bl. 308 ÜCXVIII. Antwoord van de Heeren Staaten van Gelderland aan de Staaten van Stad en Lande. In dato li Novemb. 1786. • . bl. 316 CCX1X. Extract uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee, Maandag den 13 November 1786. Aanteekening der Heeren van Zierikzee. op de Contra-Aanteekening van den Heer van Lynden, op het Advis van gemelde Heeren, en verdere Stukken. In dato 13 November 1786. bi. 323 CCXX. Missive van de Heeren Staten van Gelderland aan de Heeren Staten van Zeeland. In dato 14 November 1786. C- , bl. 338 CCXXf. Requesten van Burgers en Inwoonders van Delft; van Gorinchem; van W9UZ  JLYST der STUKKEN. xi Wouèrichem ; van Papendrecht en Ma» tenai op de Fortres van Hellevoet fluts; van Veur , Voorfchootcn en den Leid[chendam onder Stompwyk; en Nootdorp, Nieuweveen en Hoogeveen; met een declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mog., en om dadelyke. prseftatie der beloofde hulp aan de Steden Hattem en Elburg; met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Ed. Groot Mogende. In dato 15 Novemb* 1786. .... bl. 343 CCXXH. Missive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht aan de Ambachts-Heeren en Vrouwen. In dato 15 Nov. 1786. . . bl. 350 CCXXIII. Missive van de Heeren Staten van Gelderland aan de Heeren Staten van Holland en IVestvriesland. In dato 16 Nov. 178G. . . , bl. 351 CCXXIV. Request van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Schoonhoven aan Hun Edele Groot Mog., met opzigt tot het gedrag van Zyn Hoogheid , en een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mog.; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over der Requeftranten verklaring, In dato 1? Nov. 1786. . , bl. 3-4 CCXXV,  m msm BER STUKKEN. rrXXV. RroüËST van eetiige Inwoonders van 't Dorp en Ambacht Voorburg aan Hun Edele Groot Mog. , met een declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mogende; en om dadelykepr»ftatie der beloofde hulp aan de_ Steden Hattem en Elburg; met betmging van Sun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen, over de gedeclareerde Sentimenten 'voor Hun Edele Groot Mogende. In dato 17 November^78&  2 A A K E N VAN STAAT en OORLOG, MDCCLXXXVI. CLXXX» Provifioneele Refolutie op de ge/lelde Ordres tot ontfiag der Militie uit de gehoorzaamheid aan den Capi. tein Generaal en andere voorzieningen daar by gedaan , enz* In dato £2 September 1785. By refuouie en tot finaale afkomst op heden volgens hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 16 ücezer , gedelibereerd zynde op het Rapport ten zeiven dage uitgebragt door de Heeren van de Kidderfchap en verdere hun Ed, Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende toe voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutien Cotnmisforiaal van den 8 en 11 te vooren, gcëxami* neerd eene Misfive van Zyne Hoogheid den gem. 8 op het Loo gefchreeven , tot Refcriptie op de door hun Ed. Gr. Mog. by Misfive van den 6 dier maand gevraagde explicatie van deszelfs byzondere en perfoneele Sentimenten over de geweldige maatregelen tegens de Steden Hattem en Elburg genomen ; als mede de Misfives der drie Hoofdlieden van Overysfel, Campen , Deventer en Zwolle, daar toe relatief j breeder onder de Notulen van voorfz. 8 en 11 deezer. Is goedgevonden en verrfaarj, by provifie en onXXXV. deel. ' A ver-  3 sept. ZAAK EN VAN 1786. verminderd de verdere deliberatien van hun Ed. Gr Mos. by deeze te perfilteeren by de differente settelde Ordres ten aanzien d-'.r Militie van den Staat, waar bij dezelve tot nader bevel is ontllaaEen van het Artikel in den Eed, uit kragte van het welk zy aan den Capitein Generaal deezer Provincie gehoorzaamheid verfchuldigd was , en waar bv ook nog andere noodige voorzieningen zyn gedaan , om provifioneel voor te komen den invloed van den Capitein Generaal op, en deszelfs direóhe over de gemelde Militie, als in dit ogenblik onbeffcaanbaar geoordeeld zynde met de zeekerheid dezer Provincie , en de maatregelen tot dat einde genomen wordende; en verder by provifie op te fchorten het effect van hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den 8 Maart 17Ó6 , waar by aan Zyn Hoogheid, als Capitein Generaal deezer Provincie, by fpeciaale delatie is opgedragen de collatie en begeving van alle Charges over de Militie, ftaande ter Repartitie deezer Provincie, van Vaandrig tot •Colonel incluis, mitsgaders dat dien conform aan de Chefs der Militie ter Repartitie deezer Provin. cie ftaande, zal worden aangefchreeven , om by Brovifi" en tot nadere Ordre van hun Ed. Gr. Mog. van dé voorvallende Vacatures by hun Regiment of Corps aan hun Ed. Gr. Mog. aanftonds kennis te geven , ten einde by hoogstdezelve 111 de vervulling daar van te worden voorzien ; blyvenrie niet te min in, zyn geheel het geen ten opzigte van Militaire Charges onder de Zwitfers of andere overgenrmen Troupes by gemaakte Iraétaaten of Capitulatien aan anderen is geaccordeerd; met verdere last aan de Heeren Gecommitteerde Randen om, by het in Eed nemen der Officieren de Clauful , concerneerende de gehoorzaamheid aait den Capitein Generaal, uit den Eed te laaten. En zal Cooie van deeze Refolutie worden gezonder, aan Zyn Hoogheid tot deszelfs naricht; en 00 kennis van dezelve gegeven aan den Raad van Staate , voor zo veel het point der dispolitie over de Militaire Charges aangaat.  siPT. STAAT EN OORLOG. 178S. 3 De groote meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap en li delen heeft dé voorfz. Refolutie gecohtradiceerd, daar tegtri wel expresfelyk geprotefiesrd, met referve van nader Aanieekening. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben gedeclareerd, dat de Regeering van dezelve Stad van gedagten is, dat in aanmerking van de jegenswoordige omitsadigheden van zaaken, en bun Ed. Cr. Mog. Refolutien fuccesfivelyk genomen, de funelie van Zyn Hoogheid, als Capitein Generaal deezer Provincie met al het geen daar toe relatief is , provifioneel en als een gevolg van dezelve Refolutien, zoude behooren te cesfeeren ter tyd en wylen', dat de zaaken wederom in die termen waren gebragt, dat hoogstdezelvè de gem. functie zonder inconvenienten voor zig zélfs Wederom zoude kunnen aanvaarden. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brièüe hebben verklaard tot de voorenftaandé Kefolutie niet te hebben geconcurreerd | maar de Conclufie te hebben aangezien. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn 4 hebben gedeclareerd dat zy in de Conclufie van het voorenftaandé Rapport niet geconcurreerd , maar op fpeciaale 'last vail de Heeren hunne Principaaien geadvifeerd hebben , dat daar het mee is bewezen dat Zyn Hoogheid zig aan eenig misdryf heeft fchuldig gemaafu, zy dit rapport declineerden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdaaij Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven , Alkmaar, Monnikendam en ft a Pui-  4 sept. ZAAKEN VAN 178Ó. Purmerende hebben tegen voorfz. Protest en Aanteekeningen zodanig Contra Protest en Contra Aanteekening gereferveerd als geoordeeld zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz» Refolutien. CLXXXI. Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. tot vernietiging van het Corps Cent-Suisfes; en Gecommitteerde Raaden op het dedommagement der dienende Officieren en gemeenen in het zelve te advifeeren. In dato as Sept. Bv refumtie , en tot flnaale afkomst op heeden volgens hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den ió deezer gedelibereerd zynde, op het Rapport ten zeiven dage uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne, hebbende, toe voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaaV van den 13 January deezes jaars met de Heeren Gecommitteerde Raaden geëxamineert de Propoütie van de laatstgemelde Heeren omtrent het Corps van Cent-Suisfes; als mede de retroathve Memorie des aangaande door dezelve Heeren in het Befoigne op den 27 Mey geëxhibeert. Is goedgevonden en verftaan , tot foulaas voor de Finantie van deeze Provintie, het Corps CentSuisfes by deeze te mortificeeren; met verzoek aan de Heeren Gecommitteerde Raaden om hun Edele Groot Mog. te dienen van derzelver confideratien en advis over de voet en wyze, waar op de Officieren en Gemeenen het zelve Corps thans compofeerende zouden behooren te worden gededommageert haar leeven lacg geduurende. . De  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 5 De groote meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen heeft tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben tot de voorfz, Refolutie niet geconcurreert, maar de conclufie aangezien, Accordeerd met voorfz, Refolutie. CLXXXII. Placaaten van de Straten van Friesland, behelzende verbod der Exercitie- Genootfchappen en het teeketien van Requesten ; nevens de lyst der Stemmen, daar over uitgebragt. In dato 25 Sept. De Staten van Friesland, allen den geenen, die dezen zullen zien ofte hooren lezen , falut: alzo Onze Gedeputeerden en Onze Raden in den Hove Provinciaal zich gezamentlyk aan Ons, na onderling gehouden Befoigne , geaddresfeerd en voorgedragen hebben; Dat, daar Wy op de Adresfen van eenige Ingezetenen uit verfchillende Grietenyen en Steden van deze Provincie, ten tyde van #en gedreigden Oorlog , ieder afzonderlyk aan Ons gedaao , om zich in den Wapenhandel te oefFenen, by Onze Refolutie van den 19 December 1783 , daar op hadden verklaard , den yver der goede Ingezetenen, om zich te bekwaamen in het behandelen van Wapenen , ten einde in geval van nood het dierbaar Vaderland tot nut en befcherming te kunnen zyn, ten hoogfien te laudeeren , en Ons derhalven niet ongenegen zouden toonen, gelyk reeds by voorraad door het fourneeren van Wapenen uit 's Lands Magazyn hadden gedaan, dien yver op te wekken, itigevalle dezulken, die op eene reguliere wyze, onder de Regering van hunne weuige Overheid , en het beftier hunner Opperhoofden, zich 'naar ge. lormeerde Wetten en Reglementen willende gedra» A 3 gen,  6 fE?r. ZA&KENVAN «n, met exhibitie van zodanige Wetten en Regie. m"nteu hun aan Ons kwamen te adresfeeren , op So d VaS die Refolutie de wettigheid der thans fxfifterende Exercitie Genootfchappen of Fry-Corpfen, en de Legatifatiën daar van , door de refpechve Officierenen Magiftraten vervolgens verleend, eenig pn alleen waren berustende. . . ? Dat eeter deze Onze heilzame Refolutie zodanig eene exteniie begon te ondergaan, dat de gevolgen AZvan met opzigt tot de rust van dit yry en ge. g-Tend Land, by het Collegie en het Hof niet langer met onverlchillige oogen konden worden aangezien er Zy over auika zich verphgt rekenden Uns onder het oo» te brengen, dat men by genoegzaam alle de gepielde Genootfchappen was begonnen Swm»UtW*n te benoemen, die te Leeuwarden tó S- zamen komen, aldaar eene generaale Verïaderinge van Gecommitteerden te formeeren, m dez- ve te beroemen een Praefident en Secretaris; in die Veteaderinge Commisfien te verlenen, bm!„ ; buuenlandiche Correspondentie te houden, circulaire Mi.sfives af te vaardigen, en aldus aan defe?Ver2aderi«g eene wezenlyke esfiltentie te gen en zich alzo -ot een lighaam te maaken: Wvders aldaar te handelen over zaken van hef uiteet Eewigt, en concernerende de Hoogheid des ZQ Sw iwn zich zelfs onderling door eene form% C Aéte heeft verbonden, de Conftuuue van S ProSntle. te zullen handhaven naar inhoud v" den fchriftelyken last der refpeftive GenootShaDPen aan hunne Gecommitteerden en zulks ionder kennisfe van hunne wettige Overheid, cn ■Si dar men zelf nodig geagt heeft daar op te „r,rti Onze Approbatie. , rT Y Uai zy Heeren Gedeputeerden en van den Hove alk deze handelingen aanzagen, als direCt ftrydig tret 'meergemelde Onze Kefdutie van den 19 DecSber 17%, naardien de Exercitie. Genootfchappen |lor eerJe7 generale Asfbciatie over de geheele: Provinrie z,ch ten eenemaal onttrekken aan de Regeiïnson der refpeftive Grietenyen en Steden , waar toe zy telkens door Ons gerenvoyeerd zyn.  sf.pt. STAAT EN OORLOG. 1786, 7 D't wyders iy Heeren dee^e algemeene byeenkomften van Gecommitteerden uit Gewgperrde Genootfchnppen befchouwden ais fchadeiyk voor de rust en goede orde, om dat daar uit, zo ooit uit itts , eene Regeering in eene Regeering te wagten ware, iets ten eesemaal onbeftaanbaar met de vry* heid en veiligheid der goede Ingezetenen. Eindigende dezen hunnen voordragt met aanra» ding, om by Ons daar omtrent te willen doen de nodige voorzieninge, dour deze generale Vergade» ring van Gecommitteerden der Exercitie-Genootfchup' pen te disfolveeren , de Aften, Contraften, Conventien en alle Refolutien by dezelve, of by de Exercitie-Genootschappen met elkanderen aangegaan en genomen , te vernietigen, en in 't vervolg dergelyk foort van zamenkomften en handelingen te verbieden. Zo is 't, dat Wy dit ernftig voorftel , door da twee zo refpeftabele Collegien van Politie en Juftitie in deze Provincie gezamer.tlyk aan Ons gedaan , in rype deliberatie gelegd hebbende, en de kragt en gevolgen van dien met alle overtuiging gevoelende , goedgevonden hebben tot nut en heil van Onze Ingezeteneu en Confervatie van de rust en voorfpoed des Lands, aan alle de Exercitie-Genootfchappen of Vry-Cotpfen , thans zynde of namaals komende, te interdiceeren en verbieden door kragte dezes, om geene znmenkomsten van eenige of alle de Exercitie-Genoot fchappen , Gecommitteerden uic dezelve, of eeniaje generale Vergadering, van. welke natuur ook , binnen Leeuwarden of ergens anders meer te houden of op te rigteh ; disfolverende Wy over zulks de generale Vergadering van Gecommitteerden .der Exercitie-Genoot fchappen binnen Leeuwarden gehouden; met casfatie en vernietiging tevens van alle Aften/, Contraften, Conyenüen en Refolutien by dezelve of by eenige Exercitie G'nootfchappen, aldaar of ergens elders onderling aangegaan of genomen. Met wyder verbod en intcrd;ftie aan alle da Schut teryen en Genooijchappea ia deeae Provincie A 4 zich  8 &ept. ZAAKEN VAN 1786. zich bevindende, of de particuliere Leden van dien, om eenig dadelyk deel te neemen, of zich op eeniger wyze te laaten gebruiken of engageeren in de Onlusten en Oneenigheden, welke tot Ons grievend leedwezen in andere Provinciën plaats hebben; veel min te ondernemen, om tot behulp van een of ander parthy aldaar uit te trekken , het zy gewapend het zy ongewapend, buiten Ons uitdrukRelyk confent. Alles onder poene, dat de zodanigen, welke contrarie dezes komen te handelen, en zich alzo aan de overtredinge van deze Onze Publicatie fchuldig maken, daar over met Bannisfement of zwaardere Straffe aan den Lyve zullen worden gelhaft, naar omftandigheid van zaken. En op dat niemand hier van ignorantie voorwende , zal deze alömcie worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affiche *e doen n T J Aldus gerefolveert en gearrefteeri op het Land- fchapshuis binnen Leeuwarden den 25 September ' J. c. eeugsma , Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. VAN SMINIA. Placaat van de Staaten van Fr ietland , verbiedende het ter Teekevinge leggen^an Requesten, enz» In dato 25 Sept* De Staaten van Friesland, allen den geenen die dezen zullen zien of horen lezen, falut: alzo Wy met aandoening en tot Ons innig leedwezen dagelyks bevinden, msdeels, dat veele der Couranten en Nieuwspapieren, zo in Hollnnd als elders ge. diukt, en in deze Provintie wordende ingevoerd, $1 dikwils vervuld zyu met volftrekte Onwaarheden  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 9 den over allerhande onderwerpen, ook de Regee. ringen het beftier des Lands betreffende, Requesten en Adresfen te ontwerpen en op te (tellen , daar toe Vergaderingen aan te leggen, dezelve vervolgens niet alleen in publieke huizen ter tekening te leggen, maar ook by de Woningen van Burgers en Ingezetenen daar mede rond ?e loopen, om el!c en een ieder tot de Tekening en prjefentering daar van aan de Regeering op allerhande wyze wigtig te maken en over te halen,ja zelfs daar toe by publieke trommelflag uit te nodigen. Het welke alle omftandigheden en ondernemingen zynde , die nergens anders toe kunnen ftrekken , dan om de waarheid, rust en het goed vertrouwen in den Lande te ondermynen. en in plaatfe daar van leugenag'.ige en liefdelooze berigten en verhalen, onrust en wantrouwen in te boezemen, en op die wyze den grond te leggen tot onwaarheden , ook veele der wezerlykfte gebeurtenisfen daar in niet zelden met bygevoegde, opgefierde en verzonnene omftandigheden in een ten eenemaal verkeerd dagligt worden geplaatst, en zulks overal met gedurige inmengzels van de hatelykfte en honendfte uitdrukkingen en fchandelykfte lasteringen, niet flegts ten ■ aanzien van particuliere Perfonen, Amptenaren en JLeden der Regering , maar zelfs betrekkeiyk geheele Collegien en den Souverain zelve; baarbïykelyk ondernomen met het verfoeieiykst oogmerk , om de zo ongelukkig thands fmeuleade onlusten in Ons gezegend Gemeenebest aan te kvveeken, het zaad van twist en tweedragt te zaaijsn, en het zo nodig vertrouwen tusfcheu de Regenten en Ingezetenen, ware het mogelyk, alömme weg te nemen. Anderdeels, dat fommige Perfonen, op het voor. beeld van Lieden in andere Provintien, zedert eenigen tyd hun werk maken , om alhier op glntsch ongewoone wyzen verwarring, welke Zo God het niet genadiglyk verhoede, den gewisfen ondergang Van den Staat, benevens de daar aan onaffcheidbiar verknogt zynde dierbaare panden van Vryheid en Godsdienst, ten onvermydelyken gevolge zal moeten hebben: A 5 Zo  to sept. ZAAKEN VAN 1786. Zo is 't, dat Wy, het gewigt van dit alles inziende en niets fterker nog volieveriger dan het welzyn van Land, Kerk en Ingezetenen/, volgens de gronden onzer bezworene Conftitutie behartigende, (hoe *eer het ooi: buiten Ons bereik zy , dat kwaad, ten aanzien van het eerfte Lid, als uit andere Provintien zyn oorfprong hebbende, dadelyk en volledig te fluiten,) echter niet hebben willen afzyn, om den voortgang en uitwerking daar van zo allerverderfelykst voor de bloei dezer Provmtie en aller Ingezetenen waarachtig en duurzaam welzyn, voor zo veel in Ons is, voor te komen, en te beletten , door nier. alleen Onze goede Ingezetenen daar tegen op het welmenendst en nadrukke ykst te waarfchuwen , maar ook elk en een iegelyk op het ernfligst te verbieden, om zulke onwaarheden, lasteringen en rustverftorende berigten na te drukken en op die wyze de verdere bereiding daar van'te bevorderen: willende Wy tevens aan elk en een ieder hebben geïnterdiceert en verboden,, zo als Wy inferciiceeren en verbieden by dezen, om eenise eefchriften in rym ofonrym, en onder welken naam h.-t ook zyn mag, waar in de handelingen der Reaeering van de Republiek in het algemeen, cf van deze of andere Provinciën, Steden en Landen in het byzonder worden getaxeerd, geprezen oi aelaakt, of waar in Regenten, Amptenaren of particuliere Perfoonen in hun eer of reputatie worden ftekwetst en beledigd, te maken, fchryven of drufclen, of dezelve alhier gemaakt, gefchreven of gedrukt zynde te verkopen, uit te ftrooijen, divuleeren of te communiceren. Van gelvken ioterdiceren en verbieden Wy, om eenige Requesten , over welk onderwerp ook ,jn publieke huizen of op andere plaitzen ter 1 ekeniuR te leggen , daar toe vergaderingen te houden,, ct met "dezelve by de huizen en woningen der bursers en Ingezetenen rond te lopen, om die op de eene of andere wyze tot de teekening daar van uit te nodigen , over te halen of te doen tekenen: laicnde niet te »ia W» eea ieder lnSezïieQ efl e!k  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 11 geërkend Corpus dezer Provintie, volgens bet aloud en loffelyk gebruik des Lands, de volkotnene vryheid , om zich, {indien eenig verzoek te doen heeft, of zich ergens over bezwaard vind,) op de gewone wyze en forme en in behoorlyke uitdrukkingen aan de Regeering te adresfereo. Alles op poaue, dat de zodanigen , welke tegen deze Onze Lands Vaderlyke weimening komen te handelen, en deze Onze Publicatie in het een of ander poincl komen te overtreden, daar over met Banuisfement of zwaarder ftraffe aan den Lyve zuilen worden geftraft , naar omftandigheid van zaken ; wact Wy zulks alles, onder afbidding van 's Heeren zegen, tot bewaring van rust en behoud van den Lande, alzo verftaan te behoren. En op dat niemand hier af eenige ignorantie voorwende , zal dexen overal worden gcpubliceert en geafligeert, ter piaatze daar men gewoon is Publicatie en affiöie te d.en, Aldus gerefolveert en gülrrelteert op het Landfchapshuis te Leeuwarden den 25 September 178Ó. J. c, hfrgsma , Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog> a. j. van smijnïa. OOSTERGO. Leeuwagrdbraoeel. Jr. XJlhe van Burmannia, met vee! yver voor de Public. Mr.EELCü VAN HaERSMA. zeer llerk er tegen. Ferwerderadeel. HORATIUS ALLAKT VAN K.NYF. fterk tegen. Jr. M. F. D. van Zytzema. . . zeer voor. J> de Schepper. . . . zeer voor,. Westdonueraderl. Jr.SlCCO DOUWÜ VANAYLVA. zeer llerk tegen, . iVlr. COERT LAMBERTUS VAN JbEYMA zeer fterk tegen. Oost-  ia sept. ZAAK EN VAN i?86. Oostbongeradeel. Mr, foh.Casoarus Bergsma. met zeer veel yver'er voor. Hr. tl: CÏOH L1V1US VAN ALTEN A. . • • zeer fterk 'er tegen. collomerland. Grietman Mr. Martinus van Scheliinga. zeer voor. ACHTCARSPELEN. Grietman D. de Blok van Haarsma. . zeer voor. A. A. van Haarsma. .... 'ervoor. Dantumadeel. Grietman P.A. BERGSMA. (^«O doch 'er tegen. Mr. TJEPKE HAlTsMA. . . 'ertegen. TlE tjerksteradeel. Grieman Hohbe Baard van Sminia. . 'er voor. Jetfe Van Sminia. .... 'er voor. Smallingerland. Grietman Hetïor Liviu's van Haersma. 'er fterk voor. Yoaarderadeel. Grietman c. van Scheltinga. . . - 'er voor. D. S. Mebias. ... 'er voor. Rauwerderahem. Grietman F. J. f. J. H- van Eyfinga. . • met veel yver 'er voor» WESTERGO. Menaxdumadeel. Jsh. Mebias. ... 'er voor- Franequeradeel. Mr. Sipke Basfeleur. . . 'er zeer voor. Barraoeel. Grietman Jan Baron van Echien. 'er zeer voor. B AARDE'iADriiX. Je. W. H. T. C. Baron thoe Schuartzen- berg en Hohenlandsberg. - . zeer voor. AREND JOH. VAN GLINSTRA. fterk tegeo. L> A. E. van Sluyterman. . zeer voor. Hennauderadeel. jr. B. P. Aubinga van Humalda. . fterk 'er voor.' Won*  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. i3 Wonsera deel. Grietman Wilco Baron thoe Schwartzen- berg en Hohenlandsberg, . . geer voor» Jr. Rink van Burmania. . . »er Voor. WlMBRlTSERADEHL. Grietman Egbert Sjuk Gsrrold Jukke- ma van Burmania Rengers. zeer fterk'er voor. Hemelomek- Of.dephert en Noordwolde. Grietman A. ƒ. CARELDKBEE- K.E. . . . zeer fterk 'er tegen. Mr, ABRAHAM DE VRIESE. zeer fterk'ertegen. 'T BlLD. Grietman Jr. Willem Anne van Haren, zeer fterk voor. ^KEIN SMIT. . . zeer fterk tegen. ZEVENWOUDEN. Utingeradeei.. Dr. y. de Cocq. . . . 'er voor* Aengwirden. Mr. EDE ALMA VAN IDliMA. . 'ertegen. DoNlAWAUSTAL. Grietman Jr. F. jf. J. van Eyfinga. fterk 'er voor. Haskeuland. Grietman Jr. Schetlo Hesfel Roorda van Eyfinga. . . met veel yver voor. y. Moorman, toegenaarnt Bouw-. mzester. / . . v oaverftaanbaar Advys. ScBOTERLAND» Grietman M. van Sckeltinga Danielsz, 'er voor. A. de Wind. . . . 'er voor. Lkmsterland. Grietman Regnerus Livius Andringa de Kempenaar, heeft geen fesfie op het Quartier, om dat in het Collegie zit, doch op deszelfs Kamer is het Advys van Westergo opgefteld, den 21 September 1786. Jr. PJETER 1DZËRTHARINXMA. fterk'ertegen. JOHANNES WIEL1NGA. . fterk'er tegen. Gaas-  14 sept. ZA AKEN VAN 1786. ga aster l and. Grietman L. A. O. E. Rengars. fterk 'ervoor. CEPEUSVAN HYLKEMA. iB.J.SCHUlNERlüS,beidenïet pr. doch ertegen, Opsterlaisd. Grietman R Baron van Lynden. . abfent. Marcus van Heioma. . . . abfent. Oost-stellingwerf. AYZO VAN BOELENS. . fterk tegen. A. WtUinge, . • 'er voor.' West-stellingwerf. JAN ROOK DA. . • fterk tegen. STEDEN.' Leeuwarden. TAN OTTO FABER. ) JOHANNES DE VRIES. S alle drie fterk tegen. JOUKE ANDELES. j> BoLSWAUT. N. Elgersma, . . . fterk voor. Franeker. L. J. Rengers. . . fterk voor. Sneék. Eco de Wendt. • . • fterk vcor. HOYTE SWANENBURG. . fterk 'er tegen. DOCKÜM. NIC. POSTHUMUS. . fterk 'er tegen. Harlikceiï. gyds Schaaf. » . zèer 'er Voor. ÏUNIUS VAN ALEMA. . zeer 'er tegen. Mr. hDUARD MAR1US VAN EEY MA. . • • zeer 'er tegen. Staveren. Charles Bigot. . . zeer 'er voor. Slooten. JAN TEYTSES BAKKER. . fterk tegen. WoRJKÜMi DAM 10 BONIFACSUS VAN DER HAAR , Hter van Camper Nieuwland. fterk tegen. Petros Camper* . . . 'er zeer voor.  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 15 Ylst. Symon Hesfels Overwyck. . . 'er voor. HlNDELOPEN. Adrianus van Loon. . . . 'er zeer voor. Ale Taykes. . . . 'er zeer voor. CLXXXIli. Refcriptie van de Staaten van Gel» der land op hun Edele Groot Mog» Misfive van den 11 deezer op het adres wegens de Steden Hattent en Elburg, In dato 25 Sept. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, gefchreeven te Zutphen den 16 deezer tot refcriptie op bun/ Edele Groot Mog. Misfive van den u te vooren, op het addres van wegens de Steden Hattem en Elburg aan hun Edele Groot Mog. gedaan; welke infcnptie hierna volgt geinfereert. Fiat infeitio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat 'de voorfchreeve Misfive zal worden geëxarnineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en Vergadering daar op gediend van derzelver cocöderatien en advis. Accordeert met voorfz. Refolutie. Edele Mogende Heeren, Byzonderë goede Vrienden, Nagcbuuren en Bondgcnooien; Hoe zeer wy ons gevleid hadden, dat onze Mi^fives welke wy op den 4 en 7 dezer maand aan Uw Edeie Mog. hebben ge. fchreeven die higresfie by Uw Edele Mog. zouden hebben gevonden, dat daar uit eene voliecdige overtuiging by Uw Edele Mog. was  16 sept. ZAAKEN VAN 1786. was gerefulteert nopens de verkeerde denkbeelden , waar in Uw Edele Mog. zyn gebragt omtrent de waare reedenen en motiven, welke ons tot het neetnen van onze Refolutie van den 31 Augustus jongstleeden met betrekking tot de Steden Hattem en Elburg hebben bewoogen , hebben wy nogthans met leedweezen het tegendeel van dien moeten verneemen uit den inhoud van U Edel Mog. Misfive van den 11 deezer, waar by Uw Edele Mog. niet alleen betoonen geen de minfte reflexie op onze zoo billyke als ernflige reprsefentatien , welke met een diep ftilzwygen werden gepasfeert, te hebben gemaakt, maar waar by ook Uw Edele Mog. zelfs nog een Hap verder gaan, en onderneemen om onze handelingen en nefluiten te veroordeelen, en ons deswegens > reekenfchap" af te vorderen. Wy ftaan waarlyk in twyfFel Edele Mog. Heeren , of wy meer verontwaardigd moeten zyn over het addres door, en van weegens , eenige van onze Ingezeetenen aan Uw Edele Mog. gemaakt, dan verbaast over den inhoud van Uw Edele Mog. Misfive, waar by dat addres aan ons hebben toegezonden, Wy zyn bülyk met ifidignatie aangedaan dat onze Ingezeetenen , waar onder zelfs Leeden der Regeering worden gevonden , zig hebben durven te onderftaan , om zig over ons, hunne wettige Souverain , by Uw Edele Mog. te beklagen , en aan ons toe te fchryven en te verwy'ten oogmerken en maatregelen , van dewelke wy zoo zeer alieen zyn , en die wy zoo zeer verfoeyen, als een eenige van onze Bondgenooten. Uw Edele Mog. zuilen niet van ons verwaaien , en wy zyn ook niet voorneemens om ons in te laaten in eene wederlegging van voorgeevens en Hellingen die op eene fchar>  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 1/ fchandelyke wyze verdraaid , en in een allerhatelykst daglicht voorgefteld worden. Onze handelwyze en befluiten van den beginne af, der ongelukkig gereezene onlusten en verdeeltheeden in deezen voorheen zoo bloeyendcn, maar thans zoo zeer vervallen Haat, zyn al te waereldkundig, dan dat die eenige justificatie zouden vorderen. 1 Maar wy moeten verftelt ftaan , dat Uw Edele Mog. hebben kunnen van zig verkrygen, om zoo een ongehoord en alle de paaien van eerbied aan ons verfchuldigd te buiten gaande addres van eenige Ingezeetenen deezer Provincie, en waar van het bloote voorlid, meerendeels in fchrikverwekkende exclamatien beftaande, voor Uw Ed. Mog. fufficient hadde behooren te zyn, om van de ongegrondhied der pofitiven overtuigd te worden, aan te neemen, en daar aan gehoor te verkenen , en dat het Uw Edele Mog. daar beneevens heeft kunnen behaagen, om zig by derzelver Misfive met betrekking rot ons uit te laaten op eene wyze met de discretie en vriendnabuurlykheid tusfchen twee met eikanderen verbondene Leden van een Bondgenootlchap, en met de digniteit van eene fouveraine Provincie zoo weinig beftaanbaar, en zulks nog wel te verzeilen met een comminatoir voor ons Souverain Gezag, en independentie ten hoogften belee. digende. Wy hebben zoo min als een der andere Bondgenooten ons aangetrokken of getneleert, wanneer U Edele Mog. zo in vorige jaaren als geduurende de tegenswoordige binnenlandfche troubles en beroeringen, in. gevallen misfchien van vry minder aanbelang, employ van de Militie in Uw Edel Mog. Provincie hebben gemaakt, en wy hadden dus ook nimmer kunnen vermoeden dat Uw Edele Mog, zig thans in het beltier van onXXXV. deel. B ze  ,8 sept. ZAAKEN VAN x?8& ze provinciale zaaken van gelyken aart, als die zouden hebben willen immisceeren. Wy befchouwen derhalven deezen Itap van Uw Edele Mog. van die natuur en verre uitziende gevolgen, dat wy ons aan de eene kant verplicht hebben gevonden om die tot kennisfe van onze Meede-Bondgenooten te Sen brengen, ten einde Uw Edele Mog., door hunne meedewerkinge, mogen worden overreed, om van derzelver irreguliere handelwyze te rug te komen, terwyl wy moeten verklaaren, dat geene politie voor ons min verkieslyk zoude weezen, dan die, om door zyn Meede-Bondgenoot de wetten te werden voorgefchreeven. m ( En aan de andere zyde ons niet kunnen dispenfeeren, om Uw Edele Mog. eene nadere en duidelyke explicatie te vragen omtrent de waare zin van het comminatoir in het Hot van Uw Edele Mog. Misfive vervat, en wat het oogmerk en intentie van uw Edele Mog. daar meede zoude mogen weezen , ten einde wy daar na onze verdere maatregelen zullen kunnen neemen. i Ondertusfchen verhoopen wy dat de ïnltantien , welke wy voornemens zyn by onze overige Meede-Bondgenooten ten einde voorfz. te doen , de gewenschte uitwerkinge en Svioed op Uw^Edele Mog. zullen mogen hebben, vermits wy anders tot ons leedweezen moeten te gemoed zien het noodlottig tydftip van het verval en den totalen ondergang van het Bondgenootschap, en met het zelve van het dierbaar Vaderland, waar aan wy niet dan met fchrik kunnen Redenken, en het geen God verhoedeu wil, dog waar omtrent nogthans in zoo een onverhoopt en geducht geval altyd die vertroostende gerustheid van een zuiver en Man* eeweecèn van daar toe geene de minlte ge° aron»  se#t. STAAT EN OORLOG. 1786. it> gronde aanleidinge te hebben gegeevenj voor ons zal overblyven» Waar rnéedë4 eindigende zullen wy Edele Mogende Heeren , byzonder goede Vrienden Nagebuuren en Bondgenootenl God bidden Uw Edele Mog. te houden in zyne genadige hoede, en te nee* men in zyne heilige befcherminge. Gefchreeven te Zutphen den 16 Sept. 17864 (Onder ftond) U Edele Mog. goede Vrienden1, De Staaten des Furftendoms Gelre* en Graaffchaps Zutphen* (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezeive* (Was getéekent) n. GUTB. PtSQHEÉ. CLXXXlV. Advis van Gecommitteerde Raadett tot voldoeninge aan hun Ed, Groot Mog, Refolutie van den 21 dezer f óver de voet en wyze, waar op dé Officieren en Gemeenen van het ver* fiietigde Corps Cent - Suisfes, hun leeven lang geduurende,, zouden behooren te worden gededommageert. In dato 27 Sept. ' Is geleezert het advis van de Heeren Gecommitteerden Raaden van den 27 deezer, houdende, tot voldoening van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 21 te vcoren, derzelver confideratieri en advis over de voet ert wvzs} waar op de Offi< B a eie*  flo sept. ZAAKEN VAN 1786. eieren en Gemeenen, het vernietigde Corps CentSnisfes thans compofeerende, hun keven. lang geduurende zouden behooren te worden gededommageert, breeder met twee Bylaagen hier nader geinfereert. Fiat Infertio. Waar op gedelibereert, en Copie van bet voorfz. Advis met % Bylaagen verzogt zynde , door de Heeren Gedeputeerden der ^eeden Dordreeht Haarlem, Leyden , Amfterdam , Gouda , Rotterdam Gornichem, Schiedam, Schoonhoven, AlkSSr', Monnikkendam en Parmere.deou. daar:op m verdaan de intent e van de Heeren hunne Fnn. c pllen, i? de finale Refolutie uitgefteld tot nadere Sberatie: en is, dien onvermindert, goedgevonden en verdaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden by deeze té qualificeeren, om, hangende de Seliberatien van hun Edele Groot Mog. over het voorf?.^ Advis, met de betaaling der Traclementen en Soldven op den gedaane voet voort te gaan; lis mede om Burgemeesteren en Regeerders van 's HaTe de noodige kennis te geeven, dat met den t dfezer maand ter executie van hun Edele Groot «log Refolutie van den ai deezer komt te cesuren net Serviesgeld , het welk aan het gemelde Cwps Cent-Suitfes, alhier in 'sHage Guarmzoen gehouden hebbende, voor reekemng van het Land is betaald geworden. De sroote meerderheid van den Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als meede de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Accordeert met de voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden zig by ü Ed. Gioot Mog. Refolutie van den ai deezer,  sept* STAAT EN OORLOG. 1786 at zer, genoomen op het Rapport tot vernietiging van het Corps Cent-Suisfes uitgebragt, gelast vindende, om U Edele Groot Mog. te die» nen van derzelver confideratien en advies over de voet en wyze waar op de Officieren en Gemeenen , het zelve Corps thans compofeerende , hun leeven lang geduurende zou* den behooren te werden gededomageert: hebben om zoo fpoedig als hun doenlyk was te voldoen aan U Edele Groot Mog. ordres, doen formeeren en ge'éxamineert een Lyst van de naamen en qualiteiten van alle de Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen, met byvoeging van derzelver Ouderdom en de tyd welken zy den Lande gedient hebben ; als mede van de Tractementen en Soldyen by hun jaarlyks genoOten; en nog een Memorie van de refteerende en onbetaalde lermynen van de groote en kleine Monteeringen bedraagende de fomma van ƒ10334:18:4, welke beide zy de eer hebben hier neevens te voegen: en hebben Gecommitteerde Raaden ook nog nagegaan de voet waar op de reductie in den jaare 1752, onder dat zelfde Corps is gefchied, waar by aan hun was gebleeken, dat alle de te dier tyd gereduceerde" Officieren hadden behouden het zelfde Traétement, als dat zy in dienst geweest zynde hadden genooten, except, dat aan de gemeene Cent-Suisfes niet meerder dan cwee guldens 's weeks was toegelegt geworden. De Gecommitteerde Raaden daar op nu zullende toetreeden, om, U Edele Groot Mog. te dienen van hunne Confideratien en advis, zouden onder welneemen van UEdele Groot Mog. , in aanmerking neemende de hooge Ouderdom en de langduurige dienst zoo der Officieren als Gemeenen, als meede het gemis van kleeding en het ferviesgeld het welk beide terftond koomt te cesfeeren, van gedagten zyn dat aan dezelven zouden B 3 be.  ,s sept, ZA AKEN VAN i?86; behooren te werden geaccordeert en toegeE voor Penfioen hun leeven lang geduu, rende iaarlyks dezelfde Traétementen en Soldyen als dezelve refpeétive tot nu toe mdtenst zynde hebben genooten , en dat daar van 'smaandelyks een Ordonnantie zoude behooren te worden gedepecheert, ten naame van den Capitein de Lange, om door hem , na alvoorens van het leeven bewys te hebben seproduceert, verdeelt en mtgerykt te wor. den , en dat daar voor als meede tot dedornagement, van het gemis, dat voornoemde Capitein komt te ondergaan door de reduÉtie van het Corps aan hem eene fomma van 250 guldens 'sjaars zoude behooren te werden Toegelegd, terwyl Gecommitteerde Raaden nopens de' onbetaalde termynen van de klee, ding van gedagten zyn, dat ü Edele Groot Mog. hun behoorden te quahficeeren dezelve ! ten meefte menage van den Lande at te betaalen en te voldoen; als meede, om Burgemeesteren en Regeerders van 's Hage de noof dige kennis te geeven, dat met den 30 deezer maand ter executie van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 21 deezer komt te cesfeeren het fervies geld , het welk aan het gemelde Corps alhier in 'sHage Guarnizoen behouden hebbende, voor reekening van het Land is betaald geworden. Edog refereeren de Gecommitteerde Raaden zig niet te min tot de hoog wyze dispoiitie van Ü Edele Groot Mog. Den 27 September 17861  sEPTt STAAT EN OORLOG. 1786. s5 Lyste van het Corps Cent-Suisfes, derzelver namen , qualiteiten, ouderdom , en hoe lange ieder derzelve den Lande gedient heeft, als meede der Traktementen en Soldyen, geformeert den 26 September 1786» Naamèn en qualiteiten. Ouder, den Traclemen. dom. Lande ten. gedient Johannes Lange, Capitein , Adjud. &c. 65 jaar 38Èjaar f 1248 o o .Willem Carl Emilius Graaf Schwerin, eer- fte Lieut. ... 64 43 910 o o Anthon Muiier, tweede 1 Lieut 69 51 789 o o Johan Wubbenhorst , Onder-Wagtmeester 68 38^ 400 8 o joh. Carel Abraham Mange, Corp. . . 27 52 249 12 o Carel du Maine, Corp.i69 385 34912 o Jan Willen Rinderhof, Corp 72 38| 249 12 o Cent-Suisfes. • C Benjamin Jeffèreys . 81 38^ 133 9' 4 Z Godlieb Rofel . 73 38^ 133 9 4 4Jacobus Spelthaan . 74 38^ 133 9 4 {JDeeze ^bovengaande zyn op het ade Onder-Wagtmeesters inkomen feedert 21 July 1779 ) Rudolph Huber . . 65 45 182 o o Hendrik Egging . . 75 38^ 182 o o Jacob Favre ... 64 44^ 182 o o Anthouy Fernhout .76 38 £ 182 o o Willem Speet ... 72 54 182 o o Arnoldus Clements • 04 38^ 182 o o Tfanfporteere f5519** 0 , • - Ba Baart  2i sept. ZAAK EN VAN 1786. Naamen en qualiteiten. Ouder- den Traaemen- dom. Lande ten. gedient Cent-Suisfes. Traniport f 5579 1* o Baart Snel .... 70 jaar «J» 0 ° Jean Bonouvrié . . 73 3H 182 o o Anthony Engels , . 77 3H ï8» °» ° Leendert Groenewegen 67 3° 2 i»2 0 0 Mathys Benraadt . . ?t 182 o o Toh.PieterGrondfchottel 82 38* 182 o o tJirkObrink ... 63 38i ^ 0 0 Friedrik Scholtz . . 69 37 Iga o o Dirk Kremer . . . 7a 182 o o Jan Koppenael , . 73 3»* 182 o o Vincent van Gog . 65 182 o o Johannes Gravens . 57 '34 182 o o Toost Kupfers ... 83 38* 18a o o Joh. Philippus Keeh . 52 30^ 182 o| o Tohannes Hellepet . 57 4©i 18a o o Joh. Pieter Croller . 6t 39 182 9 o Jarig Bonninga . . 57 31 ï»2 o a Leenden van der ülft 62 41 18: o o Christiaan Jungbluth 60 31 182 o o Ernst Conrad Schonlau 64 33 182 0 o Adam Philip Klok . 66 45 182 O o Siurdt Barent Camffer- man ..... 51 28 182 o o Jacob Kundig . . 67 45 182 o o Christian. Bimmerstorfer 65 34 182 o o EdeHendrikMeerhuyfer 55 28 182 o o Johannes Apenaar . 66 46 182 0 o Hans Ulrich Deutz , 65 44 182 C o Johannes Bergman , 53 29 182 o| o Johan Jacob Schaffer . 58 28 182 o o JeanBefancon,Tambour 19^ |8j| o o ■i'JieodorusKrom,Pyper . —- 182 o o ƒ11221 ia o  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 25 Memorie omtrent de Kleeding der Compagnie Cent-Suisfes. Wanneer de Compagnie Cent-Sufsfes is gekleed geworden, hebben de kosten van derzelver Monteering bedragen een fomma van . . ƒ22580 0:0 Waar van de betalinge is gedaan in 48 termynen of vier jaaren met . . . 470 8 4 Ieder lopende maand, zoo als in de Ordonnantiën van Soldyen, voor dezelven 'smaandelyks is goedgedaan : de voorfz. Compagnie zoo met groote als kleine Monteerin gen, is gekleed, den x Mey 1785, zynde daar op betaald 17 termynen tot 30 September 1786, bedragende . 6585116 6 De keine of dagelykfche Monteeringen door dezelven moeten gedragen werden de tyd van twee jaaren , en dus tot 30 April 1787, waar van de kosten voor ieder termyn zyn opgegeeven tot f 177: 1: 8 , daar van zoude de betaaliog komen te cesfeeren met ge. melde 30 April 1787. De groote of beste Monteerin gen moeten gedragen worden vier jaaren, welke expirceren j met 30 April 1789, waar van ■ ieder termyn van maandelykfche betaaling bedraagt . 293116 8 En vermits de licentieering van '1 het Corps, zoudsn de termy- [ B5 «en  S6 sept. ZAAKEN VAN 1786. nen van betaling der Kleeder. gelden van gemelde Compa. goie van wegens het gemeene Land nog ten volle behooren te werden voldaan van 1 October 1786 tot 30 April 1787, zyn zeeven termynen jegens f 470:8:4 ieder, dus W 18 4 En nog ter voldoening van de termynen der groote Monteering, federd I Mey 1787, tot 30 April 1789 , wanneer dezelve expireeren voor 24 termynen tegens f 293:6:81 ieder, eene fomma van . j 7042 o o Belopende te famen . ƒ 10334 18 4 CLXXXV. Advis van Gecommitteerde Raaden op de Regueste van den Ambachtsheer , mitsgaders Schout en Gerechte der Stede Ameyde, om conti» nuatie der Wapenoeffsning, enz. Ingebragt ter Vergadering van hun Edele Groot Mog. In dato 28 Sept, Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden van den 26 deezer, hebbende, tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Appoin» tement van den 4 Augustus laastleden geëxamineerd de Requeste van den Ambachtsheer, mitsgaders Schout en Gerechte der Stede Ameyde, waar by dezelve ter Tafel van hun Edele Groot Mog. over* leggende de aan hun refpeétivelyk gedaane addresfen van een aantal Bursrers en Ingezeetenen der voorfz. Stede vervolgens op de by die Requeste en bygevoegde adresfen gelegde gronden fupplieeren, dat; ljun Edele Groot Mog. by het refolveeren overd»  sept» STAAT EN OORLOG. 1786. 27 Wapenoeffening in den Lande van Vianen en Ameyde zodanige Refolutie zouden gelieven toe te neemen , dat daar door dc Ordre tot dezelve, welke door de Heeren Gecommitteerde Raaden was ge. field, ter voorfz. Stede van Ameyde niet mogt worden ingetrokken, maar gelyk tot nu toe was gefchied, blyven yoortduuren , en dat inmiddels by provifie de Geweeren, welke uit 'sLands Magazyn aan voorfz. Stede waaren verftrekt, aan dezelve ten gebruike mogten gelaaten worden ter tyd en wylen, dat op de Waapening buiten bezwaar van den Lande , de noodige fchikking zoude zyn gemaakts breeder in het volgende Advis vervat. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd, en Copie van het voorfz. Advis verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht tot Hoorn, met Monnikendam en Purmerende, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principalen , is de finale Refolutie uitgedeld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden, ingevolge en ter voldoening van Uw Edele Groot Mog. marginaale Apoftille van den 4 Augustus laatstleden , geëxamineerd hebbende de Requeste aan TJw Edele Groot Mog. gepra> fenteerd by ofte van wegen den Ambachtsheer , mitsgaders Schout en Gerechte der Stede Ameyde, waar by dezelven ter Tafel van Uw fcdele Groot Mog. overleggende de aan hun refpeétivelyk gedaane addresfen var» een aantal Burgers en Ingezetenen der voorfz. Stede, vervolgens, op de by die Requeste en bygevoegde Addresfen gelegde gronden, ootmoedig fuppliceeren dat Uw Edele Groot Mog. by het refolveeren over de Wapen, peffeningen in den Lande van Vianen eiï Amey-j  23 sept. ZAAKEN VAN 1786. Ameyde zodauige Refolutien zouden gelieven te neemen, dat daar door de Ordre tot «lezelve, welke door de Gecommitteerde Ra| den was gefield , ter voorfz. Stede van Ameyde niet mogt worden ingetrokken, maar gelyk tot nu toe was gefchied, blyven voortduuren; en dat inmiddels by provifie de Geweeren, welke uit 'sLands Magazyn aan voorfz. Stede waren verttrekt, aan dezelve ten gebruike mogten gelaaten worden , ter tyd en wylen dat op de Wapening, buiten bezwaar van den Lande, de noodige fchik* king zoude zyn gemaakt. Vermeenen tot eclaircisfement van het voorfz. verzoek te moeten prasmitteeren, dat wanneer ter executie van Uw Edele Groot Mog. bevelen nopens de Wapenoefening ten platten Lande, in het laast van den jaare 1784 gegeeven, onder anderen ook de nodige aanlchryvingen te dier zaake waren gedaan aan de Stede Ameyde , mitsgaders aan de refpective Dorpen, onder Vianen en Ameyde resforteerende , daar uit gerefulteerd is, dat op verzoek van de gezaamentlyke Schouten en Gerechten een behoorlyk Keglement, met infertie van de hoognoodige eed van getrouwheid, by de aan te ftellen Officieren en Onder-Officieren af te leggen , door de Gecommitteerde Raaden genoegzaam even eens , als een en ander was geproponeerd, is geapprobeérd geworden. Dan dat het aanftelleu van die Officieren, en vooral het praefteeren van den voorfz. Eed , zo veel oppofitie heeft gevonden, dat Gecommitteerde Raaden geoordeeld hebben by Misfive in dato 4 November 1785 de hun toegekomen informatien deswegens aan Uw Edele Groot Mogende te moeten toezenden , ten einde boogstdezelven daar op zouden mogen refolveeren , zo als zouden vinden te behooren; cn dat Gecommitteerde Raaden al ver. der,  8ÊPT. STAAT EN OORLOG. 1786. 29 der, op de requiiltie, vervat by Uw Edele Groot Mog. Refolutie, den volgenden dag reeds genomen , den 24 April deezes jaars derzelver confideratien en advis ter Tafel van Uw Edele Groot Mog. hebben overgelegd, hoedanig naar derzelver gedagten in de toenmalige omftandigheden van zaaken zoude kunnen worden gedisponeerd, hoofdzaakelyk daarop neerkomende, dat de gefielde Ordres ter Wapenöeffening, om redenen breedvoe. rig by het voorfz. advis voorgedragen, in den Lande van Vianen en Ameyde , met uitzondering van de Stede Vianen, zouden kunnen worden ingetrokken. Uit dit gepriemitteerde is duidelyk op te maaken dat de veertig Ingezetenen te Ameyde, die de adresfen, aan de Supplianten gemaakt, hebben geteekend, op de eene of andere wyze kennisfe van het bovengemelde geadvifeerde moeten hebben bekomen, en dat zulks aanleiding tot der Supplianten voorgemelde verzoek moet gegeven hebben. Dog hoe zulks ook moge zyn, daar laaiende , moeten de Gecommitteerde Raaden op het zelve aanmerken, dat het grootelyks moet furpreneeren dat het gedaane verzoek berust op die onderftelling en gelegde grond: Dat de Ingezetenen der Stede Ameyde ten opzigte van de opvolging der gefielde Ordres, aangaande de voor» * gemelde Wapenoefeningen, altoos in gehoorzaamheid zouden hebben uitgeblonken, ja by een expresfe deputatie uit hun midden aan het gefielde Reglement zig vrywillig hadden komen onderwerpen en aanbieden tot het doen van zodanigen Eed van getrouwheid, en het in acht nemen van zoodaanige prscautien , als Uw Edele Groot Mog. of de Gecommitteerde Raaden bereids  3o sept. ZAAKEN VAN t7«i reids hadden vastgefteld , of liog zou^ den mogen wastftellen. In confideratie uit de Bylaage, gevoegd by de Misüve door de Gecommitteerde Raaden op den 4 November 1785 aan Uw Edele Groot Mog. gefchreven, confteerd: Oroot MOfrg^ Ameyde yan eene c pasnie, uitmakende een groot derdendeel van de weerbaare Mannen , alle de Officieren beëedigd waren, dog dat van een tweede Compagnie geene Utficieren waren aangefteld , en de daar onder resforteerende Manfchappen met onder het Reglement gebragt, uit hoorde van de zigtbaare blyken van onwilligheid, niet alleen van de Schutters, maar ook van de fubjeóten, welke over die Compagnie zouden moeten aangefteld worden tot Officieren, en welke zeer waarfchynlyk den voorfz. Eed direct, zouden weigeren. Want indien de Gecommitteerde Raaden te dier tyd de voorgemelde informatien met hadden bekomen, maar integendeel die compleete bereidwilligheid en genegenheid van alle de Manfchap , die aldaar gewapend moest worden, om de gefielde Ordres op te volgen , welke in der Supplianten Requeste cum annexis werden vermeld , waren ontwaar geworden, zouden dezelven de Schutterv of voorgemelde Manfchap te Ameyde , zo wel als die te Vianen, welke zig allezmts lofwaardig in de executie van de geitelde bevelen heeft gedragen, van de verdere Diftricten en Dorpen hebben geëximeerd , en van zelfs ook moeten eximeeren, om dat het eeadvifeerde, tot intrekking der meergemelde Wapenoefeningen, berust op de aangebragte bewyzen van de, volflagen ongenegendheid en tergiverfatie der meeste Manfchap tegens zodanige oeffeningen en tegen het afleggen van  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 31 van den Eed van getrouwheid by de Officieren en Onder-Officieren, en zulks vooral ter voorkoming dat daaromtrend geen onderzoek gedaan, en veeie Ingezetenen, die, of door ftompheid van begrip, of door het verkeerde voorbeeld van diverfe Dorpen in den Alblasferwaard, en verdere bykomende omftandigheeden, in een verkeerd denkbeeld gebragt, niet zonden behoeven gerechercheerd en notoir over de verregaande ongehoorzaamheid geilraft te worden. De volftrekte bereidwilligheid om de ge* Helde en verder te Hellen Ordres naar te komen , by der Supplianten Requeste vermeld , fchynd dus niet volftrekt generaal op alle de Ingezetenen te Ameyde te buis gebragt, maar tot de voorgemelde eene beè'edigde Compagnie, waarfchynlyk beftaande in die veertig Mannen, welke zig aan de Supplianten hebben geaddresfeerd , bepaald te moeten worden. Zo zeer nu als alle gewapende Corpfen buiten confent en aggreatie, mitsgaders buiten Eed van getrouwheid aan de hooge Overheid, in ftand zynde, zeer gevaarlyk in een Land, vooral in een Republicq kunnen zyn , kunnen dezelve even zeer ten nutte verftrekken, indien ze wettig ingefteld en behoorlyk beëedigd, hun welzyn in de gehoorzaamheid aan de hooge Overheid komen te vinden, en uit dien hoofde met dankbaare Harten bereidvaardig zyn om dezelve tot bevordering van den algemeenen wellland teegens alle verkeerdheeden van anderen te onderfteunen, en zig appliceeren om ook in Cas van Vyandelyke invallen niet onbekwaam tot defenfie van hunne eigen Haardfteden en Mede-Ingezetenen bevonden te worden; —Daar dan deeze loflyke eindens het but van de voorgemelde Ameydenfche Ingezetenen fchynt te weezen, zouden de Gecommitteerde  3* sept. ZAAKEN VAN 1786* de Raaden vefmeenen dat dezelve geaggreeerd behooren te worden , ten minften dat ten opzigte van de voor gemelde zig yverig toonende Ingezetenen het te meergem. geadvifeerde van Gecommitteerde Raaden niet behoord relatif gemaakt te worden, zo lang geene nieuwe of andere redenen zig voordoen welke alle Waapenoeffeningen ten platten Lande zonder onderfcheid toonen fchadelvk te wezen; en zouden de Gecommitteerde Raaden dierhalven, zullende dienen van advis , onder het welmeenen van Uw Edele Groot Mog., van gedagten zyn dat by het generaal intrekken van de Ordres tot de Waapenoeffeningen in den Lande van Vianen en Ameyde, by advis van de Gecommitteerue Raaden van den 24 April deezes iaars 1786 breeder vermeld , niet alleen van die intrekking geëxcipieerd zoude kunnen worden de Stede Vianen , maar boven dien ook de Stede Ameyde, immers en in allen gevalle met relatie tot die Ingezetenen aldaar, welke genegen zullen zyn de Uurgery en Schuttery der voorfz. Stede uit te maaien en te repraefenteeren , en alzo op den voet van het gearrefteerde Reglement de geordonneerde Waapenoeffeningen verder te blyven voortzetten, en dat ook de 'sLands Geweeren , voor zo verre die daar toe benoodigd , en uit de Magazynen uitgegeven zyn, aan dezelve Lieden zouden kunnen gelaaten worden, tot dat op de Wapening aldaar, buiten bezwaar van den Lande, de noodige fchikking gemaakt zal zyn, of tot zoo veel vroeger als den dienst van Uw Edele Groot Mogende zulks zal koomen te vereisfchen. . Dog refereeren de Gecommitteerde Kaaden zig allezints tot Uw Edele Groot Mogende hoogwyze dispofitie. Den aó Sep. 1786. Aan  sept. STAAT EN OORLOG. 178(5. 33 Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en WestFriesland , den eenigen gebiedende Souverain van den Landt van Vianen en Ameyde, Geeven met den diepften eerbied te ken* nen de ondergetekende Ambachtsheer, mitsgaders Schout en Gerechte der Stede . Ameyde* Dat toen het Uw Edele Gröot Mog. be^ haagde j doör hoogst derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden ook ter deezer Stede de Wapening en Wapenoefening te ordonneeren, de Supplianten die daar mede waren gelast elk in deszelfs betrekking, gelyk pligtmaatig was , het hunne hebben gecontribueerd , ten einde de voorfz. Ordre exaételyk wierde gehoorzaamt en uitgevoert. Dat gelyk de Supplianten needrig ver. trouwden, zig in deezen van hunnen pligt gekweeten te hebben, zy thans meenen daar aan te zullen te kort doen * zo zy aan dé Ingezetenen deez_er Stede het getuigenis weigerden , dat dezelven zig met de voorbeeldigfte bereidwilligheid en onderwerping hebben gedraagen 4 en met onafgebrooke yver toegelegd , om om ftryd aan de wyze Verordeningen van den Souverain, en hoogstderzelver Gecommitteerden te voldoen ; Dat toen, het hun Edele Mog. de Heeren Uw Edele Groot Mogende Gecommitteerde Raaden behaagde, om in dit Domain te doen invoeren een Reglement op de Wapening ^ en daar by te voegen een Eed, te doen by de Officieren, welke over de gewapende Manfchappen gefteld wierden, de Ingezeteneri deezer Stede , gelyk zy tot hier toe in gehoorzaamheid hadden uitgeblonken, zo ook toen zig by eene expresfe Deputatie uit ^v JiUD n^den aan het geitelde Reglement vryXXXV. deel. C wil  34 sept. ZAAKEN VAN 1786. willig hebben komen onderwerpen, en aanbieden tot het doen van zodanigen Eed van getrouwheid , en het in acht neemen van zoodanige praecautien, als üw Edele Groot Mog. , of hun Edele Mog. hoogstderzelver Gecommitteerde Kaaden hadden yastgefteld of nog mogten vastftellen: Dat naar der Supplianten needrig inzien , aan dit zo voorbeeldig gedrag en dit attachement aan Uw Ed. Gr Mog. als dèn eenigen Souverain, en derzelver wyze Wetten, waar in de gewapende Ingezetenen deezer Stede tot hier toe zig hebben gefignaleert, voor het grootfte gedeelte is toe te kennen het geluk, dat het Vuur van heilloos Oproer, het geen op het Land , inzonderheid in dit Dotnain gewoed heeft, tot deeze Stede met is overgeilaagen, en dat de Geest van weerbarfti^heid en ongehoorzaamheid, welke thans ongelukkiglyk nog by de Nabuuren heerscht, tot dus verre op de Ingezeetenen deezer Stede geenen invloed gehad heeft. Dat de Supplianten zig enkel beezig zouden hebben gehouden met hei gehoorzaam uitvoer n van üw Edele Groot Mog. beveelen, en zii in ftilte verheugd hebben in het genot vrn dc-zelver heilryke vrugten , zonder zig te onderwinden de hoogwigtige deliberatien van Uw Edele Groot Mog. te interrumpee- ^üan dat de Supplianten geadieerd zynde door die Ingezetenen deezer titede , welke op Crdre van hun Edele Mog, de Heeren Gecommitteerde Raaden zig in den Wapenhandel oeffenen , by Requeste , tot welker inhoud zy eerbiedigst de vryheid neemen zig te refereeren, gemeend hebben, in gemoede verplist te zyn, aan het verzoek by zoo dikwyls zy Leden des Genootfchaps zouden " oordeelen te behooren , met flaande Trommen '! en vliegende Vaandels en Corps door deeze 9 Stad, naar en van hun Exercitieveld zouden trek» ken. met al de Téekens en Vercieringen by het , Genooifchap bepaald en aangenomen, of nog te \ bepaalen en aan re neemen, onder deeze mits, ' dat zy telken reize aan den Heer Prajfident % Burgemeester, of aan zodanig iemand als hun Edele Groot Achtb. daar toe zouden gelieven te '? benoemen, kennis van hun trekken Zouden gee5 ven, uitaezondert in die gevallen, dat de drinj) gende nood de kennisgeving onmogelyk of ge. va3rlyk maakte." ' Dat de Heeren hunne Principalen het zelve Declaratoir, het geen nog veele andere zaaken in» hield en by de Nieuwspapieren was publiek gemaakt , en waar van zy Heeren Gedeputeerden de eer hadden hier neevens een Copie te voegen, hadden gemaakt Commislbriaal, ea teevens iJeeren Burgemeesteren hadden verzogt om aan de Schutters , welke het zelve Declaratoir ter Kamer van Heeren Burgemeesferen hadden ingeleeverd, uit naam van de Vroedfchap aan te zeggen , dat hun Edele Achib. het meergemelde ftuk hadden gemaakt Commislbriaal en reeds een Befogne gedeb eer-  SEPT. STAAT EN OORLOG. 1786. 47 cerneert, met intentie van het zelve ten fpoedigde te houden; en dat het aan hun Edele Achtb. eenparig aangenaam zoude zyn, dat de Leden van het zelve Genootichap , hangende de deliberatien van deeze Vergadering , met geene ilaande Trommen en vliegende Vaandels zoude trekken; dat de Befognes over dat werk geëntameert, en daar van voorlopig rapport gedaan zynde , de zaaken tot dus verre waren op dien voet gebleeven ,dat de Heeren hunne Principalen begrypende dat het zelve eenig en alleen dependeet van het verftand der bovengemelde Refolutie van den 7 deezer, mitsdien gemeend hadden best te zyn zig te addresfeeren aan hun Edele Groot Mog en te verzoeken dat hun Edele Groot Mog. zouden gelieven te verklaaren of zoodanige Genóotfchappen van Wapenoefening, ten welker faveure de gemelde Refolutie was genomen , uit kragte van dezelve Refolutie de bevoegtheid hadden, om met vliegende Vaandels en Ilaande Trommen door de Steden te trekken zonder bekomen permisfie der Regeering, in welk geval de Heeren hunne Principalen bereid waren om zig daar tegens niet te oppofeeren , en dat wyders , ingeval hun Edele Groot Mog. niet mogten goedvinden, om op heeden in deezen een finale Refolutie te neemen, als dan de gemelde trekking by provifie mogte werden gefurcheert hangende de deliberatie van hun Edele Groot Mog. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan , by deeze te verklaaren, dat de intentie van hun Edele Groot Mog. by het neemen der Relólutie van den 7 September laatstleden in geenen deele geweest zynde of hebbende kunnen weezen, om eenige de minde atteinte aan het nodige Gezag der wettige Magidraten toe te brengen , hun lidele Groot Mog misdien de dispofitie over het marcheeren der gewapende Corpfen door Steeden en Plaatfen , byzonder met vliegende Vaandels en Ilaande Trommels , als notoirlyk afhangende van de te geeven permisfien door de refpective Magiftraaten, zig in geenen deele kunnen aantrekken. De  & sept. Z A AKEN VAN 1786. De Heeren Gedeputeerden der Steden Hoorn en Medenblik hebben geinha> reert derzelver Declaratoir op de Refolutie van deii 7 deezer gedaan. Accordeert met voorfz. RefolutierJ. GLXXXVTI. Misjie van den Erfftadhouder aan hun Edele Groot Mogende; en nadere bekragtiging van het Ontflag der Militie uit den Eed aan den Kapitein - Generaal. In dato 28 Sept. Ontfangen een Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange, gefchreeven op het Loo den 26 deezer over de Refolutie by hun Edele Groot Mog. den 22 deezer ten zynen opzigte , als Capitain Generaal deezer Provincie genomen , volgeude dezelve Misfive hier na geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde is goedgevonden en verftaan, by de voorfz. hun Edele Gr. Mog, Refolutie van den 22 deezer als wel en wettig genomen, by deeze te petfifteeren. De groote meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen heeft geinha;reerd derzelver Contradictie en Protest op de Refolutie van den 22 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geinhasreert derzelver Deciara. ic toir op de Refolutie van den 22 deezer ge. t daan. j De  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 40 De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle hebben geinhasreert derzelver Aanteekemng op de Refolutie van den 22 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben geinhaereert het advis van dé Heeren hunne Principaalen , en derzelver Aanteekening op de Refolutie van den 22 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Levden, Amfierdaro, Gouda, Rotterdam , Gorinchem, Schie. dam. Schoonhoven, Alkmaar, Munnickendam en Purmerénde, hébben geinhaïreert derzelVér Contra-Protest j én Contra-Aanteekening tegen het Protest en de Aanteekeningen ort de Refolutie van den 22 deezer gedaan. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden. Wy hebben met zeer veel leedwee jen 4 uit Uw. Edelé Groot Mog. Misfive en Relolutie van den 22 deezer loopende maand gezien, Jat het Uw Edele Gr.. Mog* behaagd heeft, by provifie, en onvermindert de verdere deliberatien van Uw Edele Groot Mog. te perfifteeren by de differente geitel' de ordres, ten aanzien der Militie van den Staat, waar by dezelve, tot nader bevel * is ontflagen van het Articul in den Eed, uit kragte van Het welke' zy aan ons, als Capitain Generaal van Holland ën Westvriesland è gehoorzaamheid verfchuldigt was ; dan van welke ordres Uw Edelé Groot Mog. aan *r*viFS» in onz6 voorrz« qüaliteit. nimmer hebXXXV. deel. D bed  5ö sept. ZAAKEN VAN ï?86. ben gelieven eertige kennis te geeven , en verder by provifie opfcborten het eftett Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van den 8 Maart 1766, waar by aan ons, als Capitain Generaal Uwer Edele Groot Mog. Provincie, by fpeciale delatie is opgedragen de collatie en begeeving van alle Charges over de Militie, ftaande ter Uwer Edele Groot Mog. repartitie, van Vaandrig tot Colonel incluis. Wy kunnen over deeze Uw Edele Groot Mog. Refolutie niet ongevoelig zyn , als waar door wy met de daad verdoken worden van het recht, ons met volkomen eenparigheid van alle de Leden van Staat, m onze qualiteit van Erf-Capitain Generaal van Holland en Westvriesland opgedragen en gede- feWy'zouden dus met regt kunnen reclatneeren het effect deezer Uwer Edele Groot Mog. met eenparigheid genomene Refolutie , die, zoo dezelve zoude kunnen en mogen gealtereert of ingetrokken worden, ten minften volgens de Grondwetten met zoude mogen verandert en opgefchort worden, dan met gelyke eenparigheid. Maar het geen ons boven al gevoelig aandoet , en waar in wy met ons ftilzwygen niet kunnen berusten , is het motief, dat Uw Edele Groot Mog. gelieven te allegeeren tot het neemen deezer Refolutie; om namentlyk voortekomen onzen invloed als Capitain Generaal op , en onze directie over de gemelde Militie, als in dit ogenblik onbeftaanbaar met de zeekerheid Uwer Edele Groot Mog. Provincie, en de maatregelen, tot dat einde genomen wordende. Wy zouden, behoudens het geen wy aan Uw Edele Groot Mog. verfchuldigt zyn , van Uw Edele Groot Mog. kunnen verzoeKen , en wel met dien ernst, die een zaak van dat aanbelang, als is de coniervatie van 0 OB-  *ept. STAAT EN OORLOG. i?8Ö. gt onze eer en goede naam, vorderde om aan ons te willen mededeelen de reedenen van mistrouwen, die Uw Edele Groot Mog. tegens onzen invloed op , of direélie over dé Militie , hebben opgevat, wanneer wy volkomen in ftaat zouden zyn , om aan U Ed. Groot Mog. te kunnen bewyzen de ongegrondheid van derzelver mistrouwen, en van de infimulatien, die eenige, voor het Vaderland, en voor ons, kwalyk geintentioneerde Perfoonen, aan Uw Edele Groot Mog. hebben ingebragt. Dan wy zyn ten vollen gerust, dat niets, met eenigen grond van waarheid, teegens ons zal kunnen worden geallegeert, het welk ons, met regt> het vertrouwen van Uw Ed* Groot Mog. zoude hebben kunnen doen verliezen , en wy kunnen voor God , voor Uw Edele Groot Mog., voor het gantfche Volk van Nederland, zelfs voor de geheele Waereld , betuigen, dat wy ten dien opzigte een blank geweeten hebben; Uw Edele Gr. Mog. zullen het ons ten goeden houden 4 wyl onze eer ons dierbaarder is dan het Iee>* ven, en wy met dien blaam en fletrisfure niet kunnen blyven , die al de blyken van mistrouwen van Uw Edele Groot Mog. en byzonder de bovengemelde periode uit Uwer Edele Groöt Mog. meergemelde Refolutie op ons hebben geworpen , en wy, zo aan het Huis , waar uit wy gefproten zyn, als aan die, aan welke wy de eer hebben vin geallieerd of geparenteert te zyn, aan haar Hoog Mog. en aan de refpective Provinciën , aan welker dienst wy, door de waardigheden, op ons erfelyk gedevolVeert, zyn verbonden s en aan ons zeiven verfchuldigt zyn, om ons van die blaam te zuiveren $ dat wy, ons zeiven onfchuldig kennende aan het verbree-' ken van die trouwe,. want toe wy ons ^ zö aan Uw Edele Groot Mog. als aan den LanDa de  52 sept. ZA AKEN VAN 178& de van Holland en Westvriesland door den Eed, dien wy als Erfftadhouder, Erfgouverneur, Erfcapitein Generaal en Admiraal, van Uwer Edele Groot Mog. Provincie , ter Vergadering van Uw Edele Groot Mog. by het aanvaarden der bovengemelde waardigheeden hebben afgelegr., het daar voor moeten houden, dat niets weezendlyks ten onzen laste is, en dat alle de maatregelen, ten onzen nadeele genomen, alleen daar uit zyn refulteerende, dat zommige Leden Uwer Edele Groot Mogende Vergadering het oor hebben gelieven te leenen aan Lieden , die derzelver vertrouwen onwaardig zyn, en die aeen ander oogmerk hebben , dan om de wettige voorrechten , aan ons en aan ons Huis, door Uw Edele Groot Mog. ver eend, en door de vorige Heeren Stadhouderen , en Capiteins Generaal geëxerceert, te verminderen , of zelfs om een geheele verandering in de wettige vastgeftelde. conltuutie deezer Landen te maaken, en het Stadhouderfchap , of geheel te vernietigen , of wel uittewerken , dat het zelve van geen nut voor het lieve Vaderland, of voor de goede Ingezeetenen zyn kan. ïerwyl wy verder aan ons referveeren om ter onzer volkomene justificatie, zodanige verdere maatregelen te neemen, als wy raadzaam oordeelen zullen. . Hier meede zouden wy kunnen eindigen, ware het niet, dat.wy nodig oordeelden, om nogmaals te betuigen, dat nimmer by ons iets is "gedaan of getenteett , het geen wy oordeelen niet overeenkomflig te zyn met de waare belangens van den algemeenen Staat der Vereenigde Nederlanden , en byzonder van den Lande van Holland en Westvriesland ; en dat wy niets meer verlangen dan om in flaat geilek te worden, om/met 'er daad blyken te kunnen geeven van  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 53 van de waare Vaderlandsliefde, waar meede wy bezield zyn , en dat ons niets meer ter harte gaat, dan het welvaaren van de Vereenigde Nederlanden , en byzonder van Uwer Edele Groot Mog. Provincie , waar in wy zyn gebooren en opgevoed, en dat onze grootfte zugt is, om in Gods hand een nuttig werktuig te zyn tot bevordering van het welweezen van den Lande. , Waar meede, Edele Groot Mog* Heeren, byzondere goede Vrienden, Wy Uwe Edele Groot Mog. beveelen in Gods heilige protectie. (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mog, Dienstwillige Dienaar, (was geteekent) WILLEM PRINS van ORANGE, (Laager ftond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (was geteekent) Op 't Loo T, J. DE LARREY. den 26 Sept. 178Ö. D 3 CLXXXVIII.  04 sept. ZA AKEN VAN 1786. CLXXXVIII. Ifflsftve van de Staaten van Friesland aan de Staaten van Holland, behelzende aanbod van Mediatie ter vereffening der Onlusten. In dato 30' Sept. EDELE MOGENDE HEEREN, BïZONDERE GOEDE VRiEINDEN, plAGËBOUREN en BOISDOENOQTEt. 1 Hoe meer wy den tegenwoordigen toeftand van ons Gemeenebest met aandagt befchouwen , hoe bekommerder wy voor deszelfs behoudemsfe worden, en hoe zig het denkbeeld, het fchnkbaa. rend denkbeeld meer mogelyk aan ons vertoond , van deszelfs aanftaanden ondergang , zo daar tegen niet alle uitvoerlyke hulpmiddelen zonder mtüe! worden geadhibeerd. Wy hebben zo uit de Communicatie van eene BriefwisfeliDg tusfchen Uw Edele Mog. en de Heeren Staaten van Gelderland , over het gepasfeerde te Hattem en Elburg, als uit Misfives van de Reeten Staaten van Utrecht aan Uw Edele Mog. over reene minder ferieufe onderwerpen gefchreeven, Wederom nieuwe (toffe gekreegen, om ons te allarpjeeren, eu het ergfte van het dierbaar V aderland ie vreezen. T , , In de daad, Edele Mog. Heeren! wy beeven, wanneer wy aanfchouwen tot welk eene hoogte de onlusten en gefchiilen tusfchen Uw Edele Mog, en meergemelde Provinciën bereids gereezeu zyn: en wy zouden vermeenen aan onzen pligt, als Bondgenoot te kort te doen, en ons tevens zo wel voor ?sLands tegenwoordige Inwoonders als voor de Nakomelingfchap veraptwoordelyk teftellen, indien wy langer dille zweegen en de gevoelens van ons Hars aan Uw Edele Mog en ook aan onze Mede-Bond, gennoten, in tyds omftandigheden als deeze, niet aabgwimpelt openbaarden,  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 55 Wy bidden dan Uw Edele Mog. met ons eens ernftig te willen bedenicen, of de verwydering welke 'er thans exfifteerd, en die natuurJyker wyze van dag tot dag vermeerderen moet, binnen korten niet dat ongelukkig gevolg zal kunnen hebben, dat vreemde Mogendheden (hunne belangens daar inne geconcerneerd agtende) zig in die gcfchillen mengen , en veel ligt tusfchen Provinciën en Provinciën parthy kiezende, tot dadelykheden komen, en het Toneel des Oorlogs in de Gewesten van ons Vaderland openen zullen. Waar van het rampzalig einde niet anders kan zyn , dan de omverwerping der Zuylen van allen welvaart, de onherftelbaare verbreeking der banden van het Bondgenootfchap, en gevolgelyk de geheele ondergang van onze voormaals zo bioeyende en gezeegende Republiek. Gevaarlyke toeftand! Akelig vooruitzigt! des te verfchrikkeiyker, naar maaie 'er zig waarfchynlykheid voor opdoet! Het is uit aanmerkinge , Edele Mog. Heeren • van alle deeze zo zeer dreigende onheilen , van het hachelyk tydftip , het geen wy beleeven , dat wy ons op het fterkfte genoopt voelen, en niets gepres. feerder hebben, dan ons tot Uw Edele Mog. en de verdere Bondgenooten te wenden, aan dezelve de gedugte fituatie van zaaken voor te houden, en tevens met die ongeveinsde deelneming , met dje zuiverheid van inzigten, met dien hartelyken yver , met die blaakende Vaderlandsliefde, welke een waar Bondgenoot van dit Gemeenebest immer kan kenfchetzen, aan Uw Edele Mog. gelyk mede aan de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht onze kragtigfte en welmeenendfte mediatie en tusfchenfpraak aanbieden, onder deplegtigfte verzeekering, dat wy niets begeerlyker, niets heuchelyker voor ons zouden kunnen uitdenken, dan dat het ons (onder den Zegen van God Almagtig gebeuren mogt) om door het aanwenden van alle mogelyke Officien, en gerugfteund door den byftand van andsre Provinciën tot het zelfde gewenscht einde , D 4 den  50 sept. ZAAKEN VAN i?86V den grond te leggen tot eene reconciliatie, welke alle onlusten verbande, alle fchaadelyke buitenland, fche influentie afweerde , alle verdenkingen verdreef', de harmonie en het vertrouwen onder alle de Bondgenooten deed herleven, de rust en kalmte in den Lande herftelde, den bloey en voorfpoed der Inwoonderen van deeze Republiek bevorderde, en daar door het lieve Vaderland van den Oever des verderfs tot den luister van voorige daagen te rugEc brsct. Wv houden ons van de cordaatheid en Vaderlandsliefde van üw Edele Mog. te wel verzeekerd, dan dat wy een ogenblik in twyM ftaan, of Uw Edele Mog. zullen deeze onze offerte in het ware ligt befchouwen, en niet aarzelen, om dezelve, als geen ander doel hoegenaamd dan 'sLands behoudeniïfe hebbende, te accepteeren. Waar meede, Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden , Wagebuuten en Bondgenooten, Wy U Edele Mogende beveelen in de befcherminge van God Almagtrg, Leeuwarden den 30 September 1786. , (Onder ftond) U Ed. Mog. goede Vrienden. De Staaten van Vriesland, (was geparapheert) J. C. BEftGSMA, Vt, (Lager ftond) Ter ordonnantie van hun Edele Mog. (was geteekent) A. T. VAN SMIHlA. "CLXXXIX;.  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 57 CLXXXIX. Reguest van Burgers en Ingezeetenen van Zierikzee , aan de Magiflraat dier Stad ; nevens Appoin» tement op hetzelve. In dato .. Sept. Geeven eerbiediglyk te kennen de Ondergeteekenden , als Burgers en Inwoonders deezer Stad. Dat zy Supplianten met innige fmerte zedert een geruimen tyd hebben gezien , de verfoeilyke en doemwaardige maatregulen , door overheerfching en geweld, in veele plaatzen van dit hun dierbaar Vaderland, genoomen, om de ftem des Burgers, tot reclame van verloore of gefchonde Rechten en Privilegiën, te fmooren of vrugteloos te maaken. Dat wanneer zy Supplianten hier by vergelyken de tyden dér roemrugtige Voorvaderen , die om het fcheoden der Privilegiën en Voorrechten eene mag. tige Graaflyke Kegeering (na het vergeefs beproeven van fmeekfchriften,) zig hebben van den hals geworpen, en aai deezeii Staat, onder Gods Zeegen , bezorgt die wel ingerigte en Reprajfentative Regeeringsform, welke de Heerschzugt en grootsheid zedert lang afgunftig was geworden ; dat , zulks overweegende, met een overmaat van afkeer en afgryzen moeten befehouwen, die aterlingen , welkers heillooze oogmerkenen beginzels, die van dec dwingeland PHILIPS en den wreeden DUC D'ALVA, verre overtreffen. Dat zy Supplianten des , zedert den rampzaligen jongften Engelfifien Oorlog, met gevoelige dankerkentenis, hebben vernomen, de menigvuldige cor. daate en welmeenende befluiten en poogingen van Uüd. Achtb., om alle de ingefloopen- misbruiken eo abuizen in de onderfcheide Departementen van het beftuur en regeering van het, land te redresfeeren en herftellen; dan dat zy, tot hier toe, zig hebben onthouden, met de dadelyke verklaaring D 5 van  58 sept. ZAAKEN VAN 1786. van deeze hunne fenfible dankbaarheid in de Vergadering van UEd. Achtbaarheedens te verfchynen ; echter nu niet langer kunnen nalaaten , deeze (zo zy Supplianten nederig vertrouwen) betaameiyke gevoelens aan ÜEd. Achtb. open te leggen , daar zy Supplianten hebben vernomen, dat UEd. Achtb. deezer dagen wederom eene welmeenende en Cordate Refolutie hebben genomen, en ter tegenwoor. dige Staatsvergadering deezer Provincie doen bijbrengen TEGKN het gebruiken van de Militie, ter Repartitie deezer Provincie ftaande , tegens ftedetl en plaatzen in deeze Republicq, die, tot herkryging van hunne wettige Rechten en Privilegiën, Confiitutioneele middelen by de hand genoomen hadden , of nog gebruiken zouden; — en welke hun Supplianten dermaaten met dankbaarheid had vervuld , dat niet in ftaat zyn, onder woorden te brengen, die hunne yvrige en zuivre gevoelen , naar vereisch kunnen uitdrukken , terwyl zy by deezen op het plegtigfte betuigen, dat hunne harten zyn vervuld met ongeveins/ de hoogachtinge , opregten eerbied en vuurige liefde omtrent UEd. Achtb. perfoonen en Vaderland — en Burgerlievende Regeering, onder welke zy Supplianten zig volkoomen gelukkig en veilig achten. By welk dit hun dank-addres , zy Supplianten verhoopen , dat hun gepermitteerd zy te voegen; dat zy Supplianten biliyk en gerust vertrouwen , dat UEd. Achtb, in derzelver regtgeaarde , hooggefchaite en piigtmatige Sentimenten zullen volharden, en nu het 'er op aan fchynt te koomen, om het lang gefolterd Vaderland en de onderdrukte en getrapte Vryheid te redden , van dien totalen ondergang, welke 'sLands haatren , met verfmading z vaa den allerheiligften Godsdienst, deezer dagen, dadelyk hebben betoond, dezelve berokkend te hebben, als nu niet zullen ontmoedigd worden , om ais waare befchermers van 's Volks geheiligde Rechten pal te ftaan, en voor de gewigtige beiangens van het Vaderland en den Vrygebooren Burger, manmoedige befluiten te neemen, die de laat- fte.  sept. STAAT EN OORLOG. 1786. 59 fte nakomelingfchap , aan UEd. Achtb. perfoonen in zeegening zullen doen gedenken, en de Supplianten verpligten, om met al hun goed en bloed , is 't nood , UEd. Achtb. te befchermen, tegen ai het geen wegens derzelver pligtbetragting , mogte wedervaaren; gelyk zy Supplianten met allen nadruk en opregtheid deeze dadelyke befcherming, is 'r, nood, zyn aanbiedende, met dat bezef, het geen 't gewigt' der zaak vordert. Keverentelyk verzoeken zy Supplianten eeniglyk by deezen , dat UEd. Achtb. door alle gepaste en meest vermogende middelen en wegen , ter Vergadering van de Heeren Staaten deezer Provincie gelieven te bewer fon, dat deeze Provincie met die van HOLLAND in deezen algemeenen nood COMMUNICATIEF handde, en overeenkomftig die hunne maatregulen, befluiten genomen worden, die de Vryheid en veiligheid, zo wel van Regenten als Burgers, op duurzaame gronden vesten kunnen» 't welk doende, enz. APPOINTEMENT. Gedelibereerd zynde op het Dank-Addres, by een groot aantal Burgeren en Inwoonderen deezer Stad ter Raade ingegeeven , is goedgevonden en verftaan , uit naame van deezen Raade de Supplianten te declareeren : dat Hun Edele Achtb. niet dan met het hoogfte genoegen, en zelfs niet zonder gevoel van eene aan een Vaderlander eigen zynde aandoening , bet by het gem, Addres ter nedergeftelde hebben kunnen zien, befchouwende het zelve als de taal des harten van de Supplianten; dat Hun Edele Achtb. uit overweeging en bezef daarvan by deezen declareeren , dat zy nimmer zullen ophouden met alle kragt en vermogens, onder den Goddslyken en onmisbaaren invloed en onderftand, zig te blyven verzetten tegen alle die geenen , die , met verzaaking van zyn geweeten, deszelfs eerzugt en belangen , ten koste en prooi van de onwaardeerbaare Vryheid van dit Gemeenebest en 'sLands »  Co sept. ZAAKEN VAN 1786; belangen, zal tragtep te verheffen. Dat zy ook in deeze , by de Supplianten te regt genoemde kommerlyke tyden zullen pal liaan , tegen al het geen, dat hun door eene verdervende hand, om bet behartigen van 'sLands goede zaak, in tyd en wyle mogt overkomen; dat zy nimmer zullen gedoogen, dat deeze waardige Burgery de kluisters der Slaverny zal torfchen , voor dat. de dood hun de kragten hebbe benoomen , om daar voor als braave en Burgerlievenóe Regenten te zorgen ; dat Hun Edele Achtb. ook van der Supplianten kant, op goede gronden vertrouwen, dat zy nimmer hunne wederkeerige verpligting zullen uit het oog verliezen , en altoos toonen dat hunne daaden met hunne woorden volkoomen overëenftemmen. Ook dan , wanneer onverhoopt Hun Edele Achtb, in derzelver perfoonen , of wel deeze gantfche Stad en Burgery in 't gemeen, uit hoofde van derzelver getrouwe volvoering van hun Eed en Plicht , in eenige ongeleegenheeden mogten geraaken, dar. zy, zig ten dien opzigte van de trouw der braave Burgery verzeekert houdende , zullen toonen Regenten te zyn , die een bezef hebben, dat zy VERjNTWQORDELTKz\n, aan GOD, aan het FOLK, en hun Eigen GEW.EETEN. CXC. Mttfive van de Heeren Staaten van Stad en Lande aan de Staaten van Gelderland, over het gsfchil met de Steden Hattem en Elburg. In dato 5 Ot'lober 1786, EDELE MOGENDE HEEREN , BVZONDERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN EN BONDGENOOTEN! \ . . Daar de gezegende Unie het veiligfte Plegtanker voor het beftaan, de zekerheid en onafhankelykheid van dit Gemeenebest , derzelver Provinciën s  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 61 cien , Steden en Leden van dien , de duurfte verpligting, zo wel op Overheden als Ingezetenen gelegt heeft , eensdeels , om met vereende krachten t'zaam te - (pannen ter bevorderinge van al dat geene, het welk de duurzaame voorfpoed, de beltendige Luister, en de waare grootheid van Neerlands Volk kan vermeerderen en bevestigen, en anderdeels om by onverhoopt misverftand, of onderling geichil, door gepaste en conftitutioneele middelen, alles aftewenden, wat daaraan hinderlyk of naueelig zyn kan, hadden wy ons billyk mogen vleyen, dat de pogingen welke wy , en andere Bondgenoten , zo ernftig als welmeenend, by UEd: Mog. ^eeds habben aangewend , om de zweevende gëfchillen , zo wel in UEd. Mog< Provincie , als in die van Utrecht , door de goede Onlcieir der Bondgenoten te doen bemiddelen, en uit den weg te ruimen , van die uitwerkinge zouden zyn geweest , dat wy ten dezen opzigte in de refcriptie van UEd, Mog. zouden hebben kunnen berusten. Dan uit den inhoud van UEd. Mog. Mislive in dato den 17 September jongstl. , ontwaar zynde geworden , dat , na de gedagten van UEd. Mog. de gefchillen met die van Hattem en Elburg, geen» zints voor een Mediatie, en nog minder voor een minnelyk accoord , of afdoeninge door Arbiters, maar veel eerder voor intercesfie in faveur van disobediente Ingezetenen gefchikt zouden kunnen geoordeeld worden , kunnen, ja, mogen wy voor UEd. Mog. niet verbergen onze regtmatige vrees en bekommeringe voor de fchromelyke en veruitziende gevolgen, welke veelligt, hieruit, ten nadeele van het lieve Vaderland en van van UEd. Mog. Provincie in het byzonder , hoe langs hoe meer te dugten zyn. Het is geenzins ons oogmerk in eenige discusfie te treeden , van de reedenen en motiven , welke UEd. Mog. hebben kunnen beweegen , met betrekkinge tot de Steeden Hattem en Elburg eenig employ van Troupes te maaken , om na inhoud van het Manifest op den 16 Sept, jongstl., door UEd.  62 oct. ZAAKEN VAN 1786. TJEd. Mog. gearrefteert , en uit derzelver naam aan ons medegedeeld, het wettig gezag van UEd. jVlog. te handhaven , nog ons intelaaten in eenig onderzoek, of, en in hoe verre men aan de andere zyde te regt gemeent heeft omtrent deze of geene zaaken , waarvan met opzigte tot de Stad Elburg meer in het bVzonder by het voorfz. Manifest melding is gemaakt, zig tegens de uitoeffening van dat gezag te kunnen of te mogen verzetten, of dat wy ons zouden begeeren te elargeeren over de zo zeer geè'clateerde gerugten van plunderinge, en ongeregeldheden , als door de ïronpes van den Staac * in de Stad Hattem zouden zyn aangerigt, en die niet zouden kunnen nalaten, de hoogfte indignatie, én de rigoureulte ftraffe te verdienen, als vertrouwende, dat, na gedaan onderzoek, de waarheid daarvan komende te geblyken , daarin door UEd. Mog. ten fpoedigften zal worden voorzien, en de geledene Schaden na behooren vergoed; maar daar de nood van het geheele Land om een fpoedige redding en uitkomst roept , hebben wy , uit aanmerkinge van de Burgerlyke oneenigheden , die waarlyk in UEd. Mog. Provincie, zo door de «efchillen tusfchen diverfe Leden van Staat, als met Burgerven fchynen plaats te vinden , en genoeg, zaam blykbaar door diverfe addresfen van notablé Staatsleden aan de refpeftive Bondgenoten gedaan , gemeend eer en alvorens wy ons zullen kunnen houden in dezen opzigte te hebben gedefungeerd, UEd. Mog. nogmaals by alles wat lief en dierbaar is , en op 't piegtigfte te moeten verzoeken , en te exhorteeren, ten einde in deeze noodlottige omftandigheden , onze voorige inftantien gevoegd by die van andere Bondgenoten, ter bemiddeling der zwevende gefchillen in UEd. Mog. Provincie gehoor te willen geven , dezelve met alle bedaardheid te overwegen, en ter harten neemen met al den ernst , die'de rust van UEd. Mog. Provincie en de behoudenis van dit gefoltert Gemeenebest , hoe zeer ook anderzins door den Hemel begunftigd, met al dat geene het welk by een redelyk en be- ta-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 63 tamelyk gebruik, haar van buiten ontzaggelyk, ent van binnen waarlyk zo groot, als immer een Volk op den Aardbodem maken kan , billyk komen te vorderen. Laat daartoe in de eerfte plaats de beklsaglyke toeftand van UEd. Mog. Provincie op zig zelfs, en in het afgetrokken befchouwd, UEd. Mog. aanzetten , en overhaalen: ligtelyk kan de minfte vertraaginge gevolgen na zig fleepen, die de breuk onherftelbaar maaken, en alles aan een totaale verwoestinge en vernietiginge bloot (tellen. Is het veelligt mogelyk, dat de overweginge van zulke en diergelyke droevige uitzigten UEd. Mog. hebben doen befluiten , hunne bemiddelinge tot vereffeninge der gefchillen in de Provincie van Utrecht voorgeflagen, en daarvan by derzelver Misfive van den 2 September jongstl. aan ons Com. municatie te geeven ? wat kan 'er dan redelyker, wat met den aart en toeüand der zaaken , meer overeenkomftiger en billyker gevonden worden , dan dat UEd. Mog. die volgens hun eigen voordragt by het Manifest gedaan , de bekomraerlyke gefteldheid van zaaken in den haaren, van zo veel aanbelang en nadenken voor de rust van derzelver Provincie befchouwen , gebruik maaken van die middelen, welke UEd. Mog met zo veel ernst en nadruk aan hunnen ongelukkigen Bondgenoot gemeend hebben te moeten aanbieden. Hec zyn daarenboven , Edele Mog. Heeren! de veelvuldige buitengewoone demarches, niet alleen, met betrekking tot het employ der Troupes van den Staat , maar fpeciaal ook tot het openen der Generaliteits Magazynen in zommige Provinciën en het gebruiken der Ammunitie in dezeive zonder voorkennis en Auctorifatie yan den Raad van Staate, hoedanige demarches by veelen als notoire gevolgen der bekende gefchillen, en daarop gevolgde Militaire expeditien tegens de Steeden Hattem en Elburg gewettigt worden, en die in deeze buitengewoons omftandigheden, en beweegingen, zo niet jure ten minften de fa&o , niet weinig Juflificatie hebben gevonden, fieE  r54 oct. ZAAKEN VAN 1786. Het zyn , Edele Mog* Heeren ! al verders de verfchrikkeiykite disordres, confufie, en ongelukkige collifie, waardoor niet zelden onfchuldige perfoonen de fatanle flagtoffers worden gemaakt van kwalyk beftuurde maatregelen, men zwyge van opzettelyke boosheden , waartoe de onbezonnens drift den mensch in tyden van binnenlandfche onlusten , en beroeringen maar al te veel verleid en Alle deeze en meer akelige , doch niet te min allergewigtigfte redenen en bedenkingen zyn het, die UPd. Mog. ons wel zullen gelieven te vergunnen , dat wy , om ons voor de Nakomelingfchap als een getrouw Bondgenoot ten deezen opzigte onaanfpraakbaar te ftellen, aan de bedaarde en ernflige overweeginge van UEd. Mog. by deezen komen voor te draagen en op het lterkfte aandringen- - 5 En is het onverhooptelyk dat in dit alles by UEd. Mog, niet mogte gevonden worden die kragt en nadruk, die wy meeifen daarin geleegen te zyn ? dan verzoeken wy, dan bidden wy UEd. Mog. op het vuurigue , dat die bekommerlyke invloed, die opgevatte argwaan, en dat wantrouwen tegens UEd. Mog. en derzelver denkenswyze aan de goede In» ea Opgezetenen van dit gemeenebest ingeboezemd, en die een byna algemeene gisting ,'en ontrusting door het gantfche Land, ten gevolge hebben, waartegens UEd. Mog. gemeend hebben door het emalieeren van een Manifest te moeten voorzien , alleen , by UEd. Mog. voldoende zal geoordeeld worden, om de ontftaane gefchillen aan het onpartydig onderzoek en de bemiddelinge der hooge Bondgenooten over te geeven. Hier door is bet tog, Edele Mog. Heeren! dat de eer én waardigheid van UEd. Mog. Perfoonen én Regeeringe in het helderst dagügt kunnen worden geplaatst, alle kwaade verdenkingen die 'er anderzints tegen de wettigheid van UEd. Mog, verrigtingen nog hier of daar zouden kunnen fchyrien overig te blyven , geheel en al worden wegge-  bef. STAAT ÈN OORLOG. ij8& é£ genomen en uitgeroeid, en alzo opentlyk, én rhet de daad aan den dag ge'egt , die edelmoedige eri Vaderlandlievende deDkensWyze , waarvan ÜEd. Mog. door het meergemelde Manifest, elk en een jeder zo zeer zoeken te overtüigen, en dat op die gronden, Ut?d. Mog. mede zullen worden gepermoveert de procedures, die tegens den een of ander ter zake Van deeze gefchillen reeds mogten zyn begonnen , of voorgenomen zyn verders té onderueemen , als het gereedfte bewyè van UEd. Mog. indulgentie, waartoe wy onze intercesiie niet genoeg kunnen aandringen, by provifie buiten verdere pourfuïte te laten verblyven, terwyi wy UEd. Mog. als een welmenend en trouwhartig Bondge* noot kunnen verzekeren , dat wy even zo bereid, als genegen zullen bevonden worden , om UEd. Mog. en elk en een iegelyk by zyn wettig gezag f Hechten , Vryheden en Privilegiën, op een billyke en regtmaatige wyze te helpen mainineeren. Voorts kunnen wy niet afzyn UEd. Mog, by deeze gelegenheid kennis te geeven , dat wy de Misfive van UEd. Mog. in dato den 16 September laatstleden , met derzelver Bylagen , betrekkelyk het misverftand tusfchen UEd. Mug. en de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland gefield hebbende in handen van Heeren onze Gecommitteerden^ derzelver rapport ten fine Van nadere DehV beratie blyven inwagten* Waarmede enz. CXCI. Nader Aanteekening van de Riddert fchap op hun Edele Groot Mog. Refolutien van 22 en 28 September 1786, ten opzigte van Zy e Hoog. heid als Capitein Generaal deezer Provincie. In dato 6 OSt, 1786. De Heeren van dè Riddérfchap en Edelen hebvv£e,?» uit kraSte Vim hUnne referve van AanXXXV. deel, E te-  66 oct. ZAAKEN VAN 1786. tekening op hun Edele Groöt Mog, Refolutien van den 32 en 28 September jongstleden, nader doen aanteekenen en declareeren , abfoluut van gedagte te wezen , dat Zyne Hoogheid niet kan worden aefuspendeerd in qualiteit als Capitein Generaal van deeze Provincie, of aan hoogstdezelve ontnomen, zelfs niet provifioneel , in het geheel of voor een gedeelte, het geene aan hem by Staats-Refolutien met eenparigheid is gedefereerd geworden, althans niet, dan met eene gelyke eenpaarigheid, en op onwederfpreekelyke en in Rechten beweezene gronden, dat hoogstdezelve op de een of ander manier zig aan pligtverzuim zoude hebben fchuldig gemaakt, en dus gehandeld tegens den Eed , door hem by het aanvaarden van deeze hooge Charge , aan de Unie in het generaal, en aan deeze Provincie in het byzonder geprsefteerd. Dat de Heeren van de Ridderfchap uit hoofde van deeze laatfle confideratie, zig gedrongen vinden , om alle de Leden deezer hooge Vergadering, welke tot het nemen van zodanige Refolutien hebben aanleiding gegeven of geconcurreerd, op het eindigde en fterkfte te fommeeren, gelyk dezelve doen by deezen , om duidelyk en in Orde op te geven alle die Poinélen van befchuldiging met de verificatien van dezelve tegens Zyne Hoogheid, uit hoofde van welke zy begreepen hebben , dat hoogstdezelve de behandeling hem aangedaan zoude hebben gemeriteerd, naardien het ten eenemaale ftrydig is tegens alle goede Juftitie en Policie, zo wel als tegens de Grondwetten deezer Lande, die altoos de voornaame, zo niet de eenige zeekerheid voor de eer , voor het Leven en voor de wettige bezitting van ieder Ingezeeten, van de hoogfte tot de laagfte toe , moeten uitmaaken, aan iemand, wie het zoude mogen wezen , zodanige fletrisfure toe te brengen, als Zyn Koogheid door de gedaane fuspenfie heeft ondergaan , zonder de befchuldigingen , uit hoofde van welke zulks gefchied , open te leggen , dezelve met valable bewyzen te Itaaven, en aan de befchuldigde gelegendheid te geer  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 6? geeven, omme zig daar omtrend te kunnen verantwoorden. Dat de Heeren van de Ridderfchap tot rog toe geene de minft e bewyzen, jaa zelfs waarfchynlyk gemaakte Pointen van befchuldiging tegens Zyne Hoogheid vernomen hebbende, vervolgens niet alleen uit hoofde van dit alles, ten kragtigfte tegens de voorfz. Refolutien moeten protefteeren , maaf zig daar en boven verpligt vinden, rondborstig te verklaaren, dat haar uit al het gebeurde ten klaarften is gebleeken, dat zyne Hoogheid het betoonde mistrouwen en de behandeling, welke hoogstdezelve thans voor het Oog van de geheele Natie moet ondergaan, in geenen deelen heeft verdiend, veel min te kunnen begrypen, hoe het aan Zyn Hoogheid kan worden geweigerd, het geene door hoogstdezelve in zeer gepaste uitdrukkingen , by Misfive van 26 September aan haar Edelè Groot Mog. is verzogt, en des noods gevorderd , ten einde als nog daar door gelegendheid te verkrygen, zig voor de geheele Natie en onpartydige Waereld op eene betamelyke wyze te kunnen verantwoorden , en deszelfs onfchuld in eeu helder en klaar daglicht Hellen. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam, Medembllk en Purmerende hebben tegen de voorfz. nadere Aanteekening, zodanige nadere Contra-Aanteekening gereferveerd als geoordeeld zal worden te behooren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geinhsereerd derzelver Declaratoir op de Refolutien van den 22 en ati def voorleede maand gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle hebben geïnhaleerd derzelver AanE a tee«  68 oct. ZAAKEN VAN 1786* teekening op de RefolutieD van den 22 en 28 der voorleden maand' gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben geinhtereerd het advis van de Heeren hunne Principaalen , en derzelver Aanteekening op de Refolutien van den 22 en 28 der voorleede maand gedaan. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXCII. Misfive op naam der Staaten van Utrecht (te Amersfoort vergaderd} over de Mediatie der gereezene oneenighetden in die Provincie* lngebragt ter Vergadering van de Staaten van Holland. In dato 6 0£l. 178Ó. Ontfangen een Misfive óp naam van de Heeren Staaten van Utrecht gefchreeven te Amersfoort den 3 dezer, waar by kennis geeven van de acceptatie der mediatie van de Bondgenooten in de gereezene oneetiigheeden in dezelve Provincie, infteerende op de prfeftatie van die Vriendnabnurlyke intercesfiej breeder hier na geinfereert» Fiat Infertio. En heeft de Raadpenfionaris op het voorfz. iüb» jeft gecommuniceerd , dat eenige dagen geleeden by hem waren geweest de Heeren van Lynden tot Lunenburg , befchreeven in de Ridderfchap van den Lande van Utrecht, en Laan, Secretaris van gemelde Provincie, die hem opening hadden gegeeven, door de Heeren Staaten van Utrecht gelast en geauthonlèert te zyn , by derzelver Refolutie van den 16 der voorleede maand, om by de Le-  oct. STAATEN OORLOG. 1786. 69 den van hun Edele Groot Mog. Vergadering te tragten te verneemen, om welke reedenen zoo veeIe '1 roupes op de confiniën der Provincie van Utrecht wierden geplaatst , als mede om te infteeren op een voldoend antwoord op de vraag , by voorige Misfive gedaan; en dat hy Raadpenfionaris, zon^ der te anticipeeren op de deliberatien van hun Ed. Groot Mog. vermeend had, aan dezelve Heeren te kunnen antwoorden, dat de Heeren Staaten van: Utrecht verzeekert konden zyn, dat het opontbod van Troupes en derzelver plaatzing op de confiniën van dezelve Provincie met geen ander oogmerk gefchied was , dan tot bewaaring van de rust en veiligheid van hun Edele Groot Mog. eige Provincie; en dat, met opzigt tot de tweede vraag, hun verzeekerd had, dat hun Edele Groot Mog. geen andere intentie hadden , dan om by de Unie te verblyven , de Heeren Staaten van Utrecht voor hunne Bondgenoot te erkennen , en gaarne aan dezelve alle Bondgenootichappelyke Officiën te willen priefteeren. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan ; dat de voorfz. Misfive zal 'worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutie. Edele Groot Mogende Heeren ! By zondere Goede Vrienden, Nage» buur en en Bondgenooten ! Naardien Wy thans het genoegen hebben, dat alle de Hooge Bondgenooten , zig op Ons verzoek genegen hebben verklaard , de , in deze Provincie gerezene oneenigheden , en meer en meer toeneemende verwarringen , door derzelver Hooge tusfchenkomE 3 fie  7o ocx. ZAAKEN VAN 1786. fte bv minnelyke fchikkingen, overeenkom, ftig de conftitutie en het waar belang der Provincie, te vereffenen, betuigen Wy by deze, de , aan Ons, door U Edele Groot Mogende toegezegde Bondgenootfchappelyke Officien, me t de levendig fte gevoelens van erkentenisfe, te accepteeren, en,W in«e de verwarringen groot zyn , en het bedert der Provincie , met rasfe fchreden meer en ' meer fchynt te naderen, vinden Wy Ons verpliet, met dien ernst, welke het gewigt dezer-zake, en het behoud van de Provin. de, aan Onze zorge aanbevolen, vorderd, op U Edele Groot Mogende, en de verdere Hooge Bondgenooten, te mfteeren, die Vriendnabuurlyke intercesfie aan Ons ten fcoedigften te willen prsefteeren, en Gecommitteerden ten dien fine te benoemen , om de conferentien aan te vangen, het zy alhier te Amersfoort, alwaar Wy genoodzaakt zyn Onze Vergaderingen , voor als nog te continueeren, het zy op zodanige andere plaats, alwaar men vry en veilig geagt zal konnen worden te confereeren. Wv houden Ons verzeekert, dat U fcd. Groot Mog. . door Onze diverfe eircutaire Misfives, van de ongelukkige gefleldheid der zaken, plenair geinformeert, Ons dezen naderen aandrang gelieven ten goede te hou, den. en zig overtuigd vinden , dat de zaaken in deeze Provincie, thans tot dat uiter. fte zyn gekomen, (Wy zeggen dit met ont. roeringe en leedwezen) dat alleen een fpoedige tusfchenkomst van Onze Bondgenooten, £ val der Provincie, onder de Goddelyken Zegen, nog fchynt te konnen P»*^^ Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede 'Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, be. vee en Wy ü Edele Groot Mog. m de pro. te&ie va/God Almagtig, Dien Wy bidden  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. ?i Dezelven te conferveeren in goede en voorfpoedige Regeeringe. Gefchreeven te Amers. foort den 3 Oftober 1786. (was geparapheert,) w. E. de perponcheu, Vt. (Onder ftond,) üwer Edele Groot Mogende zeer goede Vrienden, De Staaten van den Lande van Utrecht, (Laager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve, (was geteekent,) ph. ram. Abf. Secr. CXCIII. Refolutie van de Staaten van Hol» land, tot voorziening tegen een Vyandelyken aanval op de Stad Utrecht. In dato 6 0£t De Heer van Wasfenaer, Heer van Starrenburg, en verdere Heeren by hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 6 Sept. 1786 gecommitteerd tot het Perfoneel Befogne, hebben ter Vergadering voorgedragen: Dat aan het gemelde Befogne van meer dan eene zyde, en byzonder door eene Misfive van de Vroedfchap der Stad Utrecht, tydingen waren ingekomen van een toeftel, in de Provincie van Gelderland gemaakt wordende, om door het employ van een groot aantal der Trouppes van den Staat, thans in die Provincie zig bevindende, eerstE 4 daags  72 oct. ZAAKEN VAN i?86. daags een Vyandelyke onderneming tegen de Stad Utrecht ter uitvoer te brengen, om dezelve, ware het mogelyk , voor over.magt te doen bukken ; welke tydingen zo gecircumfrantieerd, en met een detail van de beraamde Qrdres nopens den tyd en wyze van den aanmarsch , en het getal der hier toe befterade Troupes waren opgegeven', dat zy Heeren Gecommitteerde» , uit hoofde van het gewigt der zaak, zwarigheid hadden moeten maaken, om daar van aan hun Edele Groot Mog. geenerley communicatie te doen: Dat zy voor zig evenwel niet ontveinzen konden , geen genoegzaamen grand voor de realiteit van dat alles te hebben aangetroffen: immers dat, voor zo veel eene diergelyke qnderneeming gefchieden zou met kennis en concurrentie der Heeren Staaten van Utrecht, die genoegzaam wierd weder» fprooken door de demarches van die Heeren , en door derzelver zo openlyk, als onder de hand, gedaane verzekeringen, van niets vyandelyks tegen Utrecht, te zullen aanvangen, maar ten vollen genegen te zyn, om dén weg inteflaan tot eene mincelyke fchikkmg; verzeekeringen dus, welken, indien men de exiftentie van eenige goede trouw fupponeeren wil, alle geloof verdienen moeten: terwyl, wat betreft het doen van een vyandelyken aanval buiten kennis en medewerking der Heeren Skaten va» Utrecht (iets het geen, naar het fchynt, wel het meest gevreest wierd j dit zo extravagant was voorgekomen, dat ook daar in geen de minfte ■waarfchyniykheid gefield kan worden. Dan dat, wat van dit alles ook zoude mogen wezen, zy Heeren Gecommitteerden egter niet konden vcrbeigen de nadeelige uitwerkfelen , die zy bifreurden ,dat doo» de ingekomen tydingen binnen Utrecht wierden te weeg gebragt, naardien hierdoor weder was ontdaan de grootfte agitatie in de gemoederen , welke natuurlyk ten gevolg moest hebben , eene meer tot nemende verwydering, en dus eene dispofitie, geheel en al (trydig met die, welke den meest gelcjjïikten grond zoude dienen te leg,.  ocT. STAAT EN OORLOG. 1786. 73 leggen voor het goed fucces der aan te wenden pogingen tot eene gepaste minnelyke fchikkingr en dat zy daarom vermeenden , dat het van het alleruiterfte belang zoude zyn, dat 'er tenfpoedigften middelen wierden aangewend, om de opgevatte vrees en bekommering te doen verminderen, en de zo hoog nodige kalmte in de gemoederen te Utrecht te doen herleeven : Tot welk einde hun niets gefchikter was voorgekomen, dan het doen eener gerustftellende verzeekering van wegens hun Edele Groot Mog, , gepaard met zulke maatregelen , die den ernst daar van genoegzaam zouden kunnen aan den dag leggen. Waar op gedelibereerd zynde, is, conform het geen door de voorfz» Heeren Gecommitteerden op üe gem. gronden in bedenking is gegeeven, goedgevonden en verftaan, dezelve Heeren by deeze te -qualifkeeren, om uit den naam van hun Edele Gr. Mog. aan de Vroedfchap van Utrecht tot haare meerdere verzeekerdheid, voor zo veel rfes noods, toe te zeggen, dat, ingeval een Vyandelyke geweldadige aanval, of wel een aanmarsch van Trou» pes uit Gelderland tegens de gem. Stad wierd ondernomen , hun Edele Groot Mog. aanftonds met, hunne voor handen zynde magt dezelve zullen befchermen, en van allen violenten overlast naar vermogen beveiligen; En is wyders in conformiteit hier van, goedgevonden , den Generaal Major van Rysfel aan te fchryven, om ingevalle de Stad van Utrecht Vyandelyk mogt aangevallen , of door aanmarsch van Iroupes uit Gelderiand in gevaar gebragt mogt worden, als dan met de Troupes onder het Gommando van hem* Generaal Major ftaande, voor zo ver die daar toe gefchikt by een te brengen zyn, en zulks met eenige hoop van fucces ondernomen zal kunnen worden , dezelve Stad naar vermogen te helpen defendeeren , en alle violente aanflagen daar tegen, zo veel doenlyk, te verydelen. En dat eindelyk aan de Heeren Staaten van Utrecht van het voorfz. befluit een gepaste cornmuE 5 aU  w oct. ZAAKEN VAN 1786. uicatie zal worden gegeven , en daar toe aan dezelven geaddresfeerd de naarvolgende Misfive. Fiat infertio. De Heeren van Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorzeide Conclufiie niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Brielle hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd, maar de Conclufie daar van aangezien. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben gedeclareerd, dat zy beneevens andere Leden in de Refolutie van 6 Sept. dezes jaars tot het toezeggen van dadelyke adfiftentie aan de Vroedfchap der Stad Utrecht niet hebben geconcurreerd , dog dat zy daar na Ordres van de Heeren hunne Principaalen hebben ontfangen, volgens dewelke zy zig nu met het voorenftaande Rapport conformeerden. Accordeert met de voorfz, Refolutien. Edele Mogende Heeren, byzondert goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten* Ter Onzer kennisfe gekomen zyndé, dat binnen de Stad Utrecht zedert weinige dagen eene meerdere bekommering is ontftaan voor eene violenten aanval, welke die Stad eerlang zoude te wagten hebben, welk alles gefundeerd wierd op zeer gecircumftantieerde tydingen uit Gelderland , houdende eene opgave niet alleen van het aantal Troupes, die uit de aldaar zynde Militie hier toe zou-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 75 zouden worden geëmployeerd, maar ook van de ordres en bepaaling van tyd, die tot derzelver aanmarsch zouden zyn beftemd, en de verdere arrangementen dienaangaande beraamd ; zoo hebben Wy Ons verpligt geoordeeld daar op Onzen ernftigen aandagt te vestigen. Wy houden Ons wel geperfuadeerd , dat de voorfz. bekommering, hoe fterk ook aangedrongen , op geene genoegzaame gronden kan berusten, dewyl de verzekeringen van het tegendeel door üw Edele Mog. by meer dan eene gelegenheid , en nog onlangs by de Misfive van den 9 Sept. laatstleden aan Ons gedaan , mitsgaders door die , welke heden by Ons ontfangen is, nader bevestigd, Ons als voldoende waarborgen voorkomen, dat de weg van minnelyke fchikking door üw Edeie Mog. in deze is geprefereerd, en dat 'er geenerlei intentie by Uw Edele Mog. gevonden word om dezelve door geweldadige maatregulen elufoir te maaken. Dan hoe gerust Wy ook voor Ons meenen hier op Ons te kunnen verlaaten , zoo wel als op üw Edele Mog. goede gezindheid om met Ons zaam te werken tot herftel van de ongelukkig plaats hebbende verwarringen, zoo zien Wy egter met leedweezen de agitatie, welke de opgevatte bekommering in de gemoederen binnen de Stad Utrecht verwekt, en het voedzel, dat daar aan door verfcheiden elkander afwisfelende tydingen, die uit hoofde der bygebragte omftandigheden en particulariteiten de grootfte impresfie maaken moeten, word toegebragt: Wy befchouwen toch al dat fchrikbaarende als het grootfte impediment voor het fucces der aan te wenden pogingen tot eene minnelyke vereffening van zaaken , en als een alzins verderfelyk Zaad van verdere verwydering; het 1 welk dus, naar onze gedagten radicaal behoort  75 oct. ZAAKEN VAN 1786; hoort te worden uitgeroeid , zal anders die rust en kalmte in de gemoederen kunnen worden te weeg gebragt , zonder welke zeker niets met de gewenschte vrugt zal kunnen worden ondernomen. Wanneer Wy nu by deze gefleldheid het oog gevestigd hebben op L'w Edele Mog. gedeclareerd verlangen naar een gepast herftel van zaaken, zoo hebben Wy gemeend, als een getrouw Bondgenoot, hier toe niet beter te kunnen medewerken, dan door by provifie, en onverminderd de nadere pogingen die Wy tot dat einde gaarne met Uw Edele Mog. zonden willen beraamen, te beproeven , of wy de octbreekende gerustheid in de gemoederen binnen de Stad van Utrecht ook eenigermate door eene gepaste verzekering van Onzen kant konden doen herleeven. Tot dat einde hebben wy geconiïdereerd, dat de aldaar ontftaane. bekommering , vergeleken met de byzonderheden , waar uit dezelve word afgeleid , gebouwd word op eene vrees voor onderneemingen , die niec alleen met concurrentie van Uw lidele Mog. maar byzonder ook buiten hoogstderzelver medewerking, zouden kunnen worden geëntameerd» Het eerfte word by Ods wel compleetelyk wederfprooken door Ons volledig vertrouwen op Uw Edele Mog. verzeekeringen , terwyl ook het laatfte by Ons als geheel onwaarfchynlyk .wordt aangemerkt; doch in de fituatie, waarin de zaaken zig bevinden, hebben Wy egter gemeend dat tegen beiden de gezegde gevallen, en wel vooral tegen het laatfte, als, naar het Ons voorgekomen is , het meest gevreesd wordende , de te geeven gerustftelling zoude moeten dienen. Met dat inzigt alleen hebben Wy dan ook befloten om der Stad van Utrecht, tot haare mest'  oct. STAAT EN OORLOG. i786. 77 meerdere verzekerdheid voor zoo veel des noods te doen toezeggen , dat ingeval een Vyandelyke geweldadige aanval, of wel een. aanmarsch van Troupes uit Gelderland tegen dezelve mogt worden ondernomen, Wy aanftonds met de magt, die Wy voorhanden hebben , haar zouden befchermen en van allen violenten overlast naar Ons vermogen beveiligen. Van dit Ons befluit, hét welk Wy niet verwagten dat immer zal behoeven te worden gerealifeerd, hebben Wy gemeend eene cordaate opening aan Uw Edele Mog. te moeten geeven, eensdeels om alle verkeerde impresfien nopens deszelfs waar motief vo-ir te komen , en anderdeels om Uw Edele Mog. te overtuigen van Ooze opregte genegenheid tot eene gemeenfehappelyke behandeling van zaaken, en tot eene dadelyke bevordering van die heilzaame intentie i, welke Uw Edele Mog. zoo duidelyk aan Ons hebben gemanifesteerd. Wy vermeenen zelfs , daar Wy op grond van Uw Edele Mog. gedaane verzekeringen moeten vastftellen , dat een violente aanval op de Stad van Utrecht nimmer op begeerte of met concurrentie van Uw Edele Mogende zal gefchieden , gerustelyk te kunnen en te moeten vertrouwen, dat indien evenwel een zaak van die natuur fgefupponeerd voor een oogenbhk haare mogelykheid) dadelyk plaats had, of ondernomen wierd, Uw Edele Mog. als dan niet alleen Onze pogingen tot afweering van zulke ondernemingen niet zouden wraaken , maar zelfs met al hun vermogen Ons daar in feconderen. Wy vertrouwen, dat Uw Edele Mogende deze Onze demarche zullen aanzien als een bewys van Onze opregte zugt tot behoud der Unie, en van Onze welmeenende genegenheid tot aanhoudende prasftatie van alle Bond.  78 cct. ZAAKEN VAN 178& Bondgenootfchappelyke Officien, die van Ons kunnen worden verwagt of gevorderd. Waar mede &c. den 6 Oftober 1786. CXCIV. Publicatie van de Regeering der Stad Deventer , raakende het invoeren van een Regeer ings-Reglement ; als mede de vryheid van het inleveren van Adres/en. In dato 7 Oftober 1786. Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stad Deventer doen te weten: dat in ervaringe gekomen zyn , hoe zommige kwalykgezinde perfonen, het zy Ingezetenen van deeze Stad, her. zy anderen, het zy uit eigene beweeging, het zy daartoe door heerschzugtige belagers van de algemeene Vryheid opgeruid of misfchien omgekogt, onophoudelyk hun best doen, om de goede Burgeren en Ingezetenen tegen de Leden van Kegeeringe optezetten , en derzelver befluiten verdagt te maken , of zelfs aan de hatelykfte oogmerken toeteïchryven , ja dat dezelven in 't byzonder zig niet ontzien hebben uittefirooijen, dat de naburige Corpfen , welken met het edelmoedig voorneemen, om hunne Landsgenoten tegen allen gevreesd geweld te helpen befchermen, vrywillig en zonder eenig voorweten, veelmin nog aanzoek van onzen kant, zyn toegefchoten, alleen door Schepenen en Raad en de Gezworen Gemeente waren ingelaten; om met hulp van dezelven de Volkitem binnen deze Stad te fmoren , en het Concept-Reglement, op de Regeeringe van deeze Stad geformeerd, doortedringen en intevoeren: — Dat wy wel ten vollen bezeffen , hoe ongerymd diergelyke uitftrooifels moeten voorkomen aan alle die geenen , die de gantfche aaneenfchakeling van alle onze handelingen en Refolutien, het zy afzonderlyk, het zy benevens onze Gezworen Gemeente genomen, kunnen  6CT. STAAT EN OORLOG. 1786. 79 nen doorzien, en die de onmooglykheid bezeffen, dat Ingezetenen van andere Steden dezer Provincie, die 'er zeiven op uit zyn, om. in de Regren, hun onwettig beroofd , wederom herfteld te worden, ooit hunne handen leenen zouden, om zooda nige verfoeilyke en onderdrukkende oogmerken , als men ons verraderlyk tragt aantewryven, te helpen onderfteunen, Dat ondertusfchen op den 23 der laatst afgelopen maand aan ons door de Generale Overlieden van de Gilden zynde geprajfenteerd een verzoek, door vele Leden uit verfcheiden van de refpecfive Gilden, getekend, inhoudende in fubftantie, dat op zekere daarby niet uitdruklyk gefpecificeerde artikelen van bet in druk uitgegeven Concept-Reglement op de Regeeringe van deze Stad geen reflexie mogt genomen, maar dezelve of vernietigd of veranderd worden , met bygevoegde bedreiging , van anders alle zulke artikelen voor nul en van geener waarde te zullen houden ; Wy daarop voor antwoord en appoinftement hebben afgegeven, dat Schepenen en Raad de Supplianten tot hunne gerustheid konden verzekeren, dat geen oogmerk hadden met en nevens de Gezworen Gemeentereen nieuw Regeerings-Reglement voor deze Stad te arresteeren en vastteflelen, voordat de gcede Burgery , hoofd voor hoofd, en zonder in aanfchouw te neemen, tot welke Coilegien mogten behoren, genoegzame gelegenheid zoude hebben , hare Confideratien op hetzelve, welke zy voor het algemeene welzyn nuttig zoude vinden , vryelyk optegeven , terwyl Haar Wel Edele Hoog Agtb. intusfchen hare verwondering moesten te kennen geven over het verzoek ten Requeste gedaan , als kunnende voor als nog niet in aanmerking komen, doordien door de Heeren Gecommitteerden in hec uitgebragte Rapport zelve was voorgeflagen , en door Raad en Gemeente geapprobeerd de wyze, op welke over hetzelve diende te worden gedelibereerd, waaruit Supplianten konden zien, dat geen ander oogmerk hadden, dan de Volkitem te refpecteeren; Voorts betuigende, niet te weten, dat in het  Is oct. ZAAKEN VAN het voorfchr. Reglement, geformeerd door een Commisfie , op welke Schepenen en Raad en de Gezworen Gemeente gemeend hebben , benevens de goede Burgery, volkomen vertrouwen te mogen Hellen , zulke artikelen gevonden wierden , welke dat vertrouwen moesten beneemen , dog tevens te zullen verwagten, dat de Supplianten, wanneer de tyd, volgens de orde van behandeling dezer zaak, daartoe zal gekomen zyn , fpecifiecq die poinclen zouden opgeven, over welken zy zouden vermeenen als Burgeren, die alleen het algemeen belang en welzyn van de Stad in 't oog hebben , zig te mogen bezwaren. En dat wy wel gehoopt hadden , dat een diergelyke verzekeringe alle zoodanige als voormelde looze en boosaartige uitltrooizelen zoude hebben doen ophouden , dog thans ook al vernemen, dat hetzelve niet genoegzaam ter kennisfe van de goede Burgery in 't gemeen , en wel in 't byzonder van de Tekenaren van het voorfz. verzoek fchynt te zyn gekomen , en het ongenoegen nog al fteeds wordt aangekweekt; als mede» dat die vryheid , welke wy üeeds aan een ieder hebben toegekend , en waarin wy tot hiertoe getragt hebben, een ieder te maiDtineeren, door private perfonen word gefchonden door het doen van bedreigingen aan derzelver Meede-Bnrgeren en Ingezetenen, en dezelve daardoor te dringen , om Requesten en Adresfen te tekenen, welken zy zeiven niet vrywillig zouden verkiezen te doen , of ook door diergelyke bedreigingen van het tekenen van andere addresfen , waartoe zy van zelfs geneigd waren, te wederhouden. Zoo is 't, dat wy alsnog, niet om ons van eene verdenking te zuiveren, welke by verftandigen geen plaats kan vinden, maar om min kundigen van de ware gefchapenhetd van zaken te onderrigten, en zwakke gemoederen gerust te Hellen, goedgevonden hebben , opentlyk en uitdrukkelyk re verklaren , gelyk wy verklaren by dezen, dat reeds voor lang door ons met gevolg van de Gezworen Gemeente is beQoten, dat geen Reglement op de Regeering  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 81 dezer Stad zal worden ingevoerd , zonder dat het goedvinden van de goede Burgery daarop zal zvn verkreegen , en dat wy ook nog voornemens zvn dat belluit ten allen tyde geftand te doen, en nooit eemg geweld, hoe ook genaamd, zullen gebruiken, om de vrye Volkttem daaromtrent te fmoren ; met vermaning en waarfchuwing aan alie onze o^oede Burgeren en Ingezetenen, om zig voor de heiïnelv. ke en loze practyken van die geene te wanenu die niets anders zoeken , dan niet alleen de Burgeryen tegen de Regeering, maar ook Burgers re* gen Burgers optezetten, en dus door een algemeen wantrouwen , eene algemeene verwarring uittewerken, welke in deze tyden den weg van alle ver. betering in ons Staatswezen zoude toefluiten en ons dus aan de overheerfching , en aan hun , die door hunne listen die overheerfching begnnftied hadden, ten prooi geven; waartoe niets meêr van dienst zal zyn, dan dat ieder voor zig zeiven bedaardelyk en onpartydig de voorvallende zaken beoordele, en tevens niet verzwyge, maar, zoo veel doenlyk, wereldkundig makede namen van die perfonen , welken op bedekte wyzen misnoegen efl wantrouwen zoeken te zaaijen. En op dat niemand zoude kunnen voorwenden 1 dat hy tot zyne veiligheid of gerustheid nodkhad. zyne denkenswyze te verbergen , en alleen onder de hand te openbaren; Zoo is 't, dat wy verder bv dezen verklaren, aaii de eene zyde als noa aelvk altoos de vrywillige Addresfen, Requesten of Remonltrantien van onze goede Burgeren en Ingezetenen te zullen ontvangen; en daarop behoorivk te rehecteeren, dog tevens ook aan de andere zvde niet te zullen gedogen, dat iemand, van welke begrippen hy ook omtrent den politieken Staat des Lands , en omtrent de middelen tot herftel van denzei ven aantewenden, zyn moge, over het vrvelyk en betamelyk uiten van die begrippen worde gemolesteerd , of dat iemand door bedreigingen, veel min door dadelykheden worde Bedronken 0tV%rvu Zy monde,yk» het zy fchriftelyk, voo? XXXV. deel» F «n.  8a oct. ZAAKEN VAN i?86. andere gevoelens uittekomen , dan die inderdaad by hem huisvesten, en dat wy alle de geenen, die van zoodanige molestatien, bedreigingen of dadelykheden mogen overtuigt worden, zonder oogluiking en zonder aanzien van perfonen of denkenswyze , aanftonds zullen ftraffen , en wei alle bedreigingen ten minften met eene boete van vyftig Heeren ponden, en dadelykheden met eene boete van honderd Heeren ponden, bannisfement of kjjftraffe, zoo als wy in goede juftitie naar omftandigheden van zaken zullen oordeelen te behooren. ^„P0" blicatum Cosf. FOCKINCK, C. A. JORDENS DDren. den 7 0£t. 1786. Ter ürdonn. des Rades. — A. H. CRAMER, Secret. 178Ó. CXCV. Orgineel Perbaai omtrent de tumul» tu'èufe bewegingen , voorgevallen binnen de Stad Hoorn, op den 11 OStober 1786. Wanneer de Afvuuring van het Gelegalifeerd Exercitie-Genootfchap op den 11 Oétober, zynee de gedenkwaardige dag van Bos/u's nederlaag, bepaald was, vergaderden de Leden des namiddags ten half twee uuren in de Doelen, welkers plaats afgefchoten was met palen, door dewelke lynen liepen Waar agter een menigte Aanfchouwers zich bevonden. De Magiftraat en Corps met Stads Bodens en Dienaars der Juftitie verzeld, van het. Stadhuis af , binnen gekomen zynde , begon men de Exercitiën en Mariceuvres op de cierlykfte en roemwaardigfte wyze te verrigren ; beftaan 'e gezegde Magiftraat uit de drie oudfte Heeren Burgemeesteren , (zynde de Heer Hoofd-Officier, hoe gaarne daar by ook tegenwoordig, door indispofitie, en de vierde Burgemeester van Stralen , mede abfent) mitsgaders vier Heeren Schepenen, terwyl de drie andere Heeren Schepenen, benevens de twee Hee. ren Secretarisfen dezer Stad als Officieren by de Es-  ott, STAAT EN OORLOG. 1786. 83 Exercitiën moesten tegenwoordig zyn. Van de Vroedfcbap , fchoon al!e verzogt, was de Heer Philippus Confiamyn Boon, de eenige dewelke daar by tegenwoordig was , zynde de Heef Mr. Dirk van Foreest mede als Officier by de Evolutien van het Battaillon prasfent. Een groot aantal Honoraire Leden, als mede dér beste Burgers en Ingezetenen dezer Stad , wiren hier mede by tegenwoordig , benevens een a-ntal Leden van andere gewapende Schutteryëii en Elkercitie-Oenootfchappen, waar onder die van Alkmaar, Pui-merende en Twisk; en het Genoorfchap had het genoegen de opentlyke goedkeuring wetr, te dragen, zynde alles tot dus verre in de grootfté ordre en accuratesfe afgelopen ; doch na dat men de Parade-Marsch, waar by Heeren Officieren voor de Heeren van de Regering falueerden, op de plaats der Doelen had volbragt, pasfeerde het Corps met volle Muziek, Ilaande Trom en vliegend Vaand.d, de Turfhaven, langs het oude Noord en ledige Erf , (de Kaasmarkt reeds te veel met Kaas bezet zynde om den doortogt te geheugen,) de Kerkftraat door; hier was het eerst dat het veragteiyk Graauw door allergeweldigst dringen het Battaillon in disorde zogt te krygeü; de zeven Purmefender Genootfchaps-Leden bleven, niet tesenflaande hef gedrang , agter het Battaillon ; marcheerende vervolgens langs de Nieuw- en Muntftraat, de oVerzyde van de Turfhaven tot de Doelen; by het. ih% marcheeren door de Waterpoort der Doelen, fcheeh het dat het Gemeen hun opzet volvoeren wilde, en drongen zo ontzaglyk aan, dat het laatfte Pelottoiï met zeer veel moeite binnen gekomen zoude zyn$ hadden de Heeren van Purmerende, met en benevens de twaalf gewapende, die tot afwering van het Gemeen by het Corps tegenwoordig waren , de menigte niet mede afgekeert; doch toen het laatfte Pelotton was binnen gemarcheert, meenden zy de Purmerenders af te fnyden, waarop een dezer Heren na zyn Zabel greep, doch hier in direcl door een ander Purmerender wierd tegen gehouden: het Ge-  84 oct. ZAAKEN VAN 1786. meen hier door zeer verbitterd , meende zich aan deze Heeren te wreken en hun buiten de Doelen te houden: de brave Officier, zynde den Wel üd. Manhafte Heer Willem Schuurman, commandeerende het laatfte Pelotton , dit bemerkende, liet direér. halte, regts-om-keert maken, en het Geweer vellen met oogmerk om dus de menigte af te keren; waarop deze eenigzints te rugge deinsde, en de Purmerender Heeren gelukkig binnen de Doelen kwamen. , ., , Het Genootfchap bedankt zynde, trokken de meeste Leden af, ieder naar zyn huis, vermenende dat het daar by zoude gebleeven zyn; doch de menigte fchaarde zich om en by de Doelen, dreigende de Purmerenders , die toen aldaar nog tegenwoordig waren , te zullen opwagten , en van kant te maken ; dit gefchiedde in het vallen van den avond: duister geworden zynde, wierd de hoop al groter , en vrezende dat de Purmerenders hun zonden ontglippen, trok een groot gedeelte na de Westerpoort, alwaar die Heeren moesten afvaren; een ander gedeelte buiten de Poort, zeggende aan den Oudendyk dezelve te zullen opwagten; intusfchen waagde men het om Oranje boven te roepen, Oranje Liedjes te zingen, de Patriotten te vervloeken , en met een fteen door een glas der Societeits-Kamers in de Doelen , alwaar twee regerende Heeren Burgemeesteren, benevens de Heeren van Purmerende waren, te werpen; waarop genoemde brave Burgervaderen, zynde de Heeren van Fxeest en van Hoolwerff, zich naar buiten begaven, en den Burgervriend van Foreest zich iu het midden der woeste menigte begaf, hm. zeer hartelyk aanlprak, en afvroeg: wat hun begeerte 'en zoeken was, en waar in zy benadeeld wiet den? /» zo zy benadeeld wier den, zy dan nu opentM aan hem als hun Burgervader, kon/e en moesten klagen of «naers zich rustig en vredig naar kun begeren Niemand der Bende deed nu zy ei mond open, waar op zyn Wel Edele Geftr. het -ïuii nogmaals afvroeg, hun vermanende naar huis te gaan: zy deinsden wel wat terug, doch zet»  oct» 9 TA AT EN OORLOG. 1786. 85 ten fpoedig weder op, zeggende: wy hebben het zo zeer niet tegen de Hoornfche, maar wy zullen de Pur. roeren ders den hals breken. De Heer Pieter van Akerlaken, dewelke zich met een Heer van Purmerende buiten de deur begaf, om dezelve naar de Westerpoort te conduiferen, en het oproer dagt te ftillen , wierd met fteenen gaten in het voorhoofd gegooid, en moest zich, benevens de Heer Noordenbosch van Purmerende , door de vlugt redden. Boven en behalven den Heer van Akerlaken, zyn nog verfcheide Leden van het Genootfchap geïnful* teert, zynde onder anderen een Exerceerend en Honorair Lid deerlyk geflagen en mishandeld. Intusfchen waren de Leden van het Genootfchap op eenige weinige na weder in de Doelen vergaderd , en brandden van begeerte om op de muitzug. tigen los te gaan, zich daar toe aan Heeren Burgemeesteren addresfeerende, doch het geen Hun Ed. Groot Achtb. wel en te recht begrepen, dat buiten concurrentie en fpeciale Refolutie van de Magi. ftraat dezer Stad, als zynde de eenige Wetgevende Magt , niet konde gefchieden: ten dien einde wierd ten half tien uuren des avonds MagiftraatsVergadering belegt, wanneer de brave Burger-Kapitein Heynis, benevens de brave Luitenant Hamy (die by abfentie van den Burger-Kapitein Gallis , liet commando voerde,) beide de gemelde Compagnien op brandwagt leggende , en door hun in aanmerking genomen zynde de flegte toeftand der Schuttery . daar zy alle nog niet eens voorzien waren van Geweeren, declareerden , met hunne Compagnien van geen de minfte nut te kunnen zyn, ten zy het Genootfchap van Wapenhandel hun in cas van nood adfilteerde: hier op wierd door gezegde Edele Groot Achtb. Magiftraat gerefolveerd, de gementioneerde Burger Compagnie op brandwagt leggende, op den Raadhuize, en het Genootfchap in de Doelen , in de Wapenen te doen komen, en daar by goedgevonden de Comoiandeerende Officieren van gemelde Burger-Compagnien te qualifiF 3 ce«-  86 oct. ZAAKEN VAN 1786. ceeren, om in deze met den Commandant cn Capiteinen van het Genootfchap de Concert te ageeren, en dusdanig plan tot defeoiie dezer Stad en ituiting van Tumult gezamentlyk te beramen en doen exe* cmeeren, als dezelve zouden oordelen te behoren. De Leden van het Gencotfchap dit aangezegt zynde, kwamen niet alleen allen, voor zo veel het bun doenlyk was , op ; maar zelfs had men het genoegen, te zien, dat Honoraire Leden, mitsgaders onze nabuurige Alkmaarders en die van Twisk , de Wapenen opvatten, enter onzer ariüftentie toefnelden; zynde ieder Compagnie tot ontfanging en esecutering der refpeótive ordres, in een aparte kamer, waar voor een Sqhildwagt geposteerd was, vergaderd; en onder allen de gewapende Manfchappen dusdanige ordre en discipline als men in het Militaire zoude kunnen begeren. Vervolgens door gemelde Officieren van de Burger-Compagnien en die van het Genootfchap op Kiipkeins-Kamer in de Doelen Conferentie gehouden zyr.de, en na de Heeren van Purmerende te hebben gehoord, wierd onderling en unaniem gerefolveert-, dat een detachement van de BurgerCompagnien zich zoude vervoegen naar de Westerpoort, een ander detachement, riaar de Doelen, pra de Heeren van Purmerende af te halen en naar tic Westerpoort te conduisereti, en dat daar agter by aftogt een detachement van het Genootfchap r.oude opfluiten , om de Heeren van Purmerende na den Cudendyk te géleiden, ten einde wanneer het Graauw aldaar hun wilde attacqueeren, dezelve Jkeren vry geleide te bezorgen : hebbende in» middels de Officieren van de purger-Compagnien den gantfehen tyd door doen Pat.ouilleeren. Het oproerig Gemeen , merkende dat het ernst geworden was , en'dat meri hen loon na werk zoude 'verfchafFen, deinsde langzaam af. Een detachement van de Bur^er-Compagniën, pnder geleide van den Kapitein Heynisam de Doelen gekomen zynde, trok voor uit; hierop volgden é€ $ÊS«'«P vari Purmerende , en een detachement; van  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. . 87 van het Genootfchap, onder geleide van den Wel Edele Manhafte Heer Kapitein Mr. Henrik Carbafius, betraande uit drie Officieren, twee Onder.Officieren en agt-en-twintig Schutters, floten de train, marcheerden de Turfhaven langs,tot op het Breed; by de Westerpoort gekomen zynde , alwaar een detachement uit de Burger-Compagnien, onder het geleide van den Luitenant Ham, zich bevond, deed gemelde Heer Luitenant de gelederen openen en het geweer prefenteren, het geen door den Kapitein Heynis gevolgd wierd; wanneer het detachement van het Genootfchap met de Heeren van Purmerende, na het falut aan de Burger-Detachementen te hebben gedaan , de Poort uitcaarcbeerde , en met een daar toe afgevaardigde fchuit de Heeren van Purmerende tot den Oudendyk uitgeleide deden. De Heeren van Purmerende en het Genootfchap vertrokken zynde, marcheerde de Capitein Heynis met zyn detachement na de Doelen , de Luitenant Ham na de Roodhuize ; en eerstgemelde dede in de Doelen aan Heeren Burgemeesteren , als Colonellen dezer Stad, rapport van zyn verrigte en het voorgevallene. Eenigen tyd daar na vervoegde zich gezegde Capitein Heynis, met den Luitenant Htm, wederom in de Doelen, declareerden aan den Heer Burgemeester van Foreest, die daar prasfent was, dat de rust en ftilte , voor zo veel zy vermeenden, binnen deze Stad tierfteld was; en derhal ven in bedenking gaven of men de Burger-Compagniën niet zoude afdanken: hier op wierd gerefolveert de Burger-Compagnien te doen aftrekken, en wierden de commandeerende Officieren der öchuttery verzogt, door den Heer Burgemeester van Foreest, hun onderhebbende Manfchap, uit naam van Heeren Burgemeesteren als Colonellen dezer Stad, op het har» telykst dank te betuigen voor hunne moeite en vïgilantie in dezen betoont; dit verrigt zynde, wende gemelde Heer Burgemeester van "Foreest zich tot den Heer Ut. Jan Hendrik van Stralen , als ComF 4 man-  88 oct. ZAAKEN VAN 1786. mandant van het Genootfchap, gaf zyn hoogde genoegen te kennen over de Vaderlandslievende denkenswyze vao de Leden van het Genootfchap; dat zy in deze hadden betoont door onwederfprekelyke daden , door als één éénig man op te komen, daar zulks vrywillig was, hun Goed en Bloed tot handhavening van Vryheid en Voorrechten , bevordering van t endragt en Rnsr, en demping van tumultueufe bewegingen, in weerwil van de aanflagen van vuile Aterlingen veil te hebben ; en dat hy derhalven met geen woorden konde uitfpreken zyn dankbaarheid en genoegen in deze , aan de Kegeering en de Goede Burgery van Hoorn, voor de dienften door het Genootfchap gepraefteert, met icftamelyk verzoek, van byaldiea wederom het grauw eenige tumultueufe bewegingen mogte maken, zy zich binnen deze Doelen, het geen hy als Colonel dezer Stad, het Genootfchap voor hun Alarm-Plaats declareerde te zyn, wilde vervoegen. Deze Aanfpraak door den Commandant van Stralen, als getroffen zynde door de goedkeuring van Heeren Burgemeesteren dezer Stad , omtrent het verrigtte van het Genootfchap in de dankbaarfte termen beantwoord zynde, gaf Zyn Wel Edele Manhafte het Gedeclareerde van de Heer Burgemeester van Fo%eest, opentlyk aan de Leden te kennen, wanneer zy als één éénig man betuigden , niet te kunnen uitfpreken hun verplichting aan Heeren Coloncllen en de Magiftraat dezer Stad, dat zy niet zouden nalaten om aan het requifit van Heeren Burgemeesteren by de eerfte tumultueufe bewegingen te voldoen , en dat zy ten allen tyde zouden tonen te beantwoorden aan de by hun getekende Aéte van Verbindtenis, en de hooggunttige Refolutie van Hun Edele Groot Mog. de Heeren Staten van Holland en West-Friesland, de dato 22 Sept. Ï78Ó. Waar op het Genootfchap wierd afgedankt, en een ieder zich naar huis begaf. Het detachement ter tscorteering van de Heeren van 1'urmerende uitgezonden , kwam des morgens ten half zes uuren , zonder eenige moedvvilligen te heb-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 89 hebben ontmoet, en na door de Heeren van Purmerende op de Vaderlandslievende wyze te zyn onthaalt , wederom binnen deze Stad; marcheerde voor de Doelen, en wierd aldaar afgedankt. De Heer Hoofd-üfficier dezer Stad heeft inmid. dels niet {til gezeten , terwyl zyn Wel Edele Ge» ftrenge door zyn Pracïizyns de Vaderland- en Vryheidlievende Heeren Mr. Cormlis Carbafius, als Advocaat , en Gualtherus Mhtthtsus , als Procureur , daags daar aan , de benodigde informatiën (voor zo veel zy te bekomen waren) heefe doen inwinnen, en op den 13 Ocfober by Heeren Schepenen judiciëel doen vervangen en beëedigen, hebbende Zyn Wel Edele Geftr. op den i4den daar aan volgende, by Heeren Schepenen dezer Stad verz'ogt, apprehenfie op de perfonen van Arnoldus Schel, Her» manm Oosterdam en Jan Jongman; ten minften dagvaarding in perfoon tegens gemelde Perfonen, ten dage by Hun Edele Achtb. te prsefigeren; het geen ten gevolge heeft gehad , dat Hun Edele Achtb. tegens den i7den daar aan volgende, het laatfte lid van het verzoek van gemelde Heer HoofdOfficier hebben geaccordeert, en daar toe geprajfigeert den S7den jongstleden, Arnoldus Schel en Hermanus Oosterdam zyn inmiddels voortvlugtig geworden, en ten dage dienende, niet gecompareert; wanneer door de Practizyns van gemeldea 'Heer Hoofd-Officier is verzogt het eerfte default, en voor het profyt van dien apprehenfie op bovengenoemde perfonen, met annotatie hunner Goederen, en byaldien zy niet te bekomen mogten zyn, admisfie tot het doen van Edictale Citatien in Ordinaria Forma ; welk verzoek door Heeren Schepenen is geaccordeert, waarop gemelde Heer HoofdOfficier de nodige maatregelen tot apprehenfie ilico heeft werkftellig gemaakt, en de Goederen van de Gedaagden* in perfoon judiciëel heeft gedaan anno* teeren. Jan Jongman , inmiddels met permisfie van de Heeren Schepenen , alzo hy noodwendig uit de fctad moest, is van de Schouts-Rolle mede abfent F 5 ge.  90 oef. ZAAKEN VAN 1786. geweest; en is geordonneert op morgen te moeten compareeren, om te antwoorden op de artikelen, dewelke hem Gedaagden in perfoon aldaar zullen worden voorgehouden, op poene van apprehenfie, het geen by hem is aangenomen. Uit naam der Burger-Societeit, binnen de Stad Hoorn, onder de Zinfpreuk: Tot Nut der Burgerfland, En 't Vr'je Vaderland. Getekend by my als Secretaris, JOHANNES SIEWERTSZ. CXCVI. Rapport omtrent de Recognitiën der Roomschgezinden aan de Bailluwen en Officieren, en het dedoma* geer en derzelve. Ingebragt ter Vergadering van de Staaten van Holland. In dato 12 Oéï. i78ó. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, ingevolge en ter voldoening van hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 18 Maart deezes jaars, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn reiideerende , zig hadden geinformeert op het roontant der Recognitiën , welke door de Roomschgezinde Ingezeetenen en de Bezorgers van Roomfche Kerken aan de refpe&ive Bailiuwen deezer Provincie, zeedert de laatfte tien jaaren waren betaald, als meede geêxamineert, of en in hoe verre de Recognitiën zouden behooren te worden geanriulleert en afgefchaft ; mitsgaders op hoedanige wvze de voorfz. Bailiuwen en Officieren dien aan' gaan-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 91 gaande in zoodanig geval zouden behooren te wor. den gededommageert. En dat, door de Heeren Gecommitteerde Raaden in het Befogne gefuppediteert zynde de navolgende Lysten, welke omtrent het tienjaarig genot der gemelde Recognitiën geformeert waren ujt de opgaven , ten dien opzigte door de refpectïve Bailliuwen en andere Officieren binnen deeze Provincie aan hun gedaan, tot voldoening aan de Aanfchryvingen , aan dezelve ten dien einde afgezonden, bedraagende over het Zuider Quartfer het montant van / 12721:14:0, en over het Noorder Quartier de fom van ƒ 4893:2:0; zy Heeren Gecommitteerden voorts van advife waren , dat , daar hun Edele Groot Mog. reeds hadden goedgevonden , aan de refpecT;ive Bailiuwen en Officieren deezer Provincie by hoogstderzelver Refolutie van den 18 Maart deezes jaars te verbieden, om van de Roomsch-Catholicque Ingezeetenen onder Hunne refpective Dilfricten eenige Penningen , onder den tittil van AdmisCegelden, Bienvenuen of hoe zulks ook zoude mogen genaamt worden , af te vorderen of te ontfangen, maar dezelve Roomlche Ingezeetenen hunnen Godsdienst in frilte en in conformiteit van de nog in vigeur zynde Placaaten in dat fujet te laaten oeiFenen, en het voorts niet van eenige hardigheid kon worden vrygelprooken , dat een gedeelte der Ingezetenen deezer Provincie boven alle de overige , door het betaalen der voortz. Recognitiën , wierd bezwaard, alle reedenen fcheenen te dienen, om hun Edele Groot Mog- te permoveeren, om de voorfz. Recognitiën voor het vervolg te annuüee» ren en af te fchaffen, onder die conditie nogtans, dat het effecl van deeze gratie niet eerder zoude plaats hebben, als na dat aan hun Edele Groot Mog. zoude wezen gebleeken, dat de tot hier toe genooteoe Recognitiën, van welkers betaling de Roomsch. gezinden zig op eene willekeurige wyze bleeven dispenfeeren , geheel en al zouden weezen af betaald tot dien' tyd , op welke hun Edele Groot Mog. tot de gemelde arichaffiDg zouden goedvinden te  92 oct. ZAAKEN VAN 1786. te refolveeren; doch dat zy Heeren Gecommitteerden confidereerende, dat de Amptgelden en honderdfte Penningen, welke de Bailiuwen en andere Officieren dezer Provincie gehouden waren aan den Lande te betaalen , op het genot der voorfz. Recognitiën waren gereguleert en bepaald; ja zelfs, dat deeze Recognitiën het voorname, zooniet het eenige inkoomen van verfcheide Bailluagien en Cfficien uitmaakten , aan den anderen kant niet konden ontveinzen van gedagten te zyn, dat het meede niet van hardigheid vry te pleiten zoude wezen , indien de gemelde Bailiuwen en Officieren , welke de meergemelde Recognitiën niet op een clan. deltine, maar op een wys by hun Edele Groot Mog. bekend en geauthorifeert s'4iadden genooten, deswegens niet ten eenenmaale wierden gededomageert en fchadeloos gefield; Dan dat hoe zeer zy Gecommitteerden van de billykheid van zoodanig dedommagement, inzonderheid ten opzigte van de tegenwoordige Bailiuwen en. Officieren overtuigt waren, dezelve egter, uit hoofde van de zorg voor 's Lands Kas, welke zorg met geen reden thans ligt kon gefield worden, niet konden nalaaten onder het oog van hun Edele Groot Mog. te brengen , dat indien de gemelde tegenwoordige Bailiuwen uit 'sLands Kas wegens het gemis der voorfz. Recognitiën wierden gededomageert , deeze dedomagementen over de beide Quartieren, volgens de gedane opgave, een fom van ƒ 17614:16:0 jaarlyks zouden bedragen, welke fom niet als by het uitfterven der thans in functie zynde Bailiuwen en Officieren zullende verminderen , tot een aanmerkelyke last voor 's Lands Financien zoude ftrekken , en een important bezwaar voor dezelve uitleeveren, indien hun Edele Groot Mog. daar toe refolveerden, om de voorfz. dedomagementen ra het geheel , of voor een gedeelte, aan de Succesfeuren van dezelve Bailiuwen en Officieren te laaten behouden. Rut  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 95 Fiat Infertio A en B. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde, door de Heeren van de tüuderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de verdere Leden , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgeüeld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. A. Lyst van het montant der zoogenaam¬ de Recognitiën , welken door de Roomschgezinde Ingezeetenen en de Bezorgers der Roomfche Kerken zedert de laatfte tien jaaren aan de Bailiuwen en andere Officieren in het Zuider Quartier deezer Provincie zyn betaald, volj gens opgave door voornoemde Bail. luwen ter voldoening aan hun Ed. i: Groot Mog. Refolutie van den 18 j/ Maart 1786, en opgevolgde Aan- fchryving van de Heeren Gecommitteerde Raaden in het Zuider Quartier van den 10 Mey daar aan volgende gedaan. In het Quartier van Zuidholland. DenHoofdofficier der Stad Dordrecht • Wegens jaarlykfche Recognitie van de Kerken binnen gemelde Stad als van de Kerk op de Haven . • f 105 o o Tranfporteere . ƒ 105 o o Van  94 oct. ZAAKEN VAN 1786* Tranfport ƒ 105 o o Van de twee anderen , als die van het Kruis, en die van de Hooge Nieuwftraat by het eindigen van elke driejaarige Commisfie 63 o O DenHoofdofficier der Stad Rotterdam . Geniet geenAdmisfiegelden, Bienvenues of Recognitiën, als ftrydende tegens deszelfs Inftruétie. Den DrosfardvanGo- rjnchem en J Lande van Arkel • Deszelfs Prsedecesfeur met den jaare 1773 tot en met den jaare 1780 incluis, jaarlyks ƒ 210:0:0. Den tegenswoordige over den jaare 1784 mede f 2io:o;o. Edoch over den jaare 1782 maar een fomme van . 20c o o En over de jaaren 1783 , 1784 en 1785, vermits de de weigering van de Roomschgezinde Ingezetenen, niets. Van de Janfenïste Kerk te Gorinchem jaarlyks . 36 o o Doch vermits het onvermogen der zelve Gemeente zedert verfcheidene jaaren geremitteert. Tranfporteere . ƒ 404 o o Den  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. gg Den Bail- Tranfport . ƒ 404 o o liuw van Heukelum. Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Drosfard van Asperen . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Officier der Stede Geertruidenberg en de Heerlykheid Made . Geniet jaarlyks van de Roomfche Gemeente in de Stad . . 52 10 o En wegens de Ingezetenen onder Made jaarlyks . 120 o o Den fungeerende Bailliuw van de Glundert . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. > Den Drosfard der Stede en Lande van Seven- bergen . Geniet jaarlyks van de Roomfche Kerkbezorgers 190 o o Den Bail. luw van Zuidholland. Wegens jaarlykfche Re. . cognitie van de Roomfche | Gemeente te Walfpick » Tranfporteere . ƒ 766] ie o  96 oct. ZAAKEN VAN 1786. Tranfport . ƒ 76610 o ƒ315:0:0, en van die van * de üusfens ƒ 100:0:0, dus" te zamen . . 4T5 o o De gefubltitueerde Bail« liuw van Woudrichem en Lande van Altena . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Dros- fardvanStad enLande van Heusden, mitsgaders [ Drosfard overdeHeer- lykheeden Engelen en Vlymen • Wegens de Roomfche Kerk ' te Heusden zedert den jaare 1749 tot 1783 incluis jaarlyks . . 150 0 O Zedert dien tyd in gebree- ken gebleeven te voldoen Van die op de Haardfteeg onder Hedikhuifen tot den jaare 1781 incluis 5° ö ö c Van de Kerkmeesteren van de Roomfche Kerk te Vlymen tot ultimo Juny 1783 jaarlyks. ... 300 0 o ;;|. ► Tranfporteere . ƒ x68r 10 o Den  oct, STAAT EN OORLOG. _ Den Bail. Tranfport ' \f ^ijtol o luw van ■ I Schietend Wegens de Roomfche Kerk I van Moordrecht jaarlyks» q,lIO' Q En van die aan den Bergfe i Hoek . . . T,J J • 110, O o Den Dros- I fard van [ Noordeloos.Aldaar zyn geen Roomfche I Kerken. J Den Bailluw van den JLande van Stryen. Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bail- f luw van Pa» pendrecht \ en de Maten. Aldaar zyn geen Roomfche! Kerken. Den Bailluw van *s Grave- moer. Aldaar zyn geen Roomfche f Kerken. f Den BaiL luw van I Blokland. Aldaar zyn geen Recogni- I tiegelden van de Room» I fche Ingezetenen of Be* l zorgers der Roomfche I i Kerken genooten. I ( . XXXV. m. TranfP«"e«e • IT^To  93 oct. ZAAKEN VAN 1786. Den Schout |/l823 0 0 van v\ yn- I RmgbToek? Aldaar zyn geen Roomfche] Kerken. « Den BaiU luw van „ P , Bleiswyk. Aldaar zyn geen Roomlche Kerken. Den BailluwvanLek* Zuidbroek. Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bailluw van ., r, „ Slingelandt. Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. DenSchout van de hoo- se en laage , „ 1 Zwaluwe. Aldaar werden geen Recog. nitien betaald. Den Schout I en Seheepe- | nen van _ r. Sovk Aldaar zyn geen Roomfche ' Kerken. Den Baillnw van Gie- fen Nieuw- r, kerk. Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. , Tranfporteere . | f 1823 o o In  OCT* STAAT EN OORLOG. 1786. 0«, Tranfport . ƒ 1823! oj o ln het Quartier van Delf- j I land en Overfiacqué, I i Den Hoofd, officier der Stad Delft Geniet jaarlyks aan Recognitie van de Roomfche" In gezetenen en de Bezorgers! van de Roomfche Kerken 650 o| 0 Den Hoofdofficier der Stad Schie- 1 dam . . Geniet jaarlyks aan Recognitie van de Roomfche In gezeetenen en pezorgers der Roomfche Kerken 70 o o Den Bail. luw van den vBrielle en Lande van Voorne . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken Cuitgezondert in de oude Tonge) Den Bail- ' luw van 's Graven- hage . Geniet jaarlyks aan Recognitiën van de Roomfcheln. gezeetenen en Bezorgers der Roomfche Kerken, als van de Franfche Carmeli. _ten tot 1784 incluis „ . I50 De Janfemsten Kerk tot , 0 W ' • • 'joo/ o o Tranfporteere . ƒ a893/~ G 3 / W„_  lC.o oct. ZAAKEN VAN ^ Tranfport . 1/2893 01 o Van de Paftoors Kerk tot | 1783 . • , • .1 »50 o o Van de Kerk van EyKendui- nen tot 1783 - • a5 o o Van de Kerk van Nieuwveer, tot 1783 • • 100 0 0 Zynde de resteerende jaaren in gebreeken gebleeven te betaalen. Den Bail* VblardiSgenAldaar zyn geen Roomfche v i& Kerken, egter geniec voor[ de Roomfche ingezetenen aldaar van de Gemeente van Zouteveen jaarlyks 251 oj o DenBail- cTedeTeede Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bail- Delfland . Geniet jaarlyks van deRoom- fche Kerken: n , Als van Maasland tot 1785 162 10: O Van die van de Ketel tot _ ï?85 * • • 78 «° 0 Van die tot Schipluiden tot 1 I 178* ... 2So o o Van die van Pynacker tot 1785 • * 107 o o Van die van Berckel tot 1781 ƒ200:0:0. , En tot 1785 • • 120 c 0 Tranfporteere . ƒ 3891 o! o Den  oct. STAAT EN OORLOG. i786. xoj Den BaiL TraDfp°" • ■ / Sfcl o o luw en Ruard van den Lande van Putten . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bail- I luw van de Beyerlanden Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bail. luw van Rhoon . Geniet jaarlyks aan Recog» niEie * • • 12 I2j o Den Bailluw van Jieenvliet Aldaar werden geen Recognitiën betaald. Den BailluwvanAb- benbroek Aldaar zyn geen Roomfche F Kerken. I DenBailïuw van Middelharnas . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Railte w van Na- ters . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. f —4- Tranfporteere . ƒ 39031 ia[ o G 3 Den  a 7AAKENVAN ï7*& ioa oct. Z a « " Tranfport . !ƒ 39°3 "l 0 Den Bail- \ luw van iS'aaldwyk ftndSeGT'Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. j Den Bail- | luw vanRys- eQ ^ n Wyli * de Bezorgers der oude Roomfche Kerk jaarlyks ai o o En van de nieuwe in I7«4 Q opgerigt • . Den Bail- SrkJïïd Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den BailluwvanRys- oort,gezegt Tongen. Oeniet geen Recognitiegelden. Den Bail}aw van Waterin- lomeLveénen Geniet jaarlyks van de £ou enen Roomfche Ingezetenen van Wateringen . 150 o q Van die van Souteveen . 40 o o Zynde in de Lier geen Room fche Kerk. Tranfport . ƒ 48391*^0  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 103 Den Bail- Tranfport . .f423912 o luw van Monfter Hééft genooten voor de Roomfche Kerk in de Poeldyk jaarlyks tot 1785 incluis ƒ 300:0:0. En voor 1780 . . 12e o o In het Quartier van Rhynlandt Dén Hoofdofficier der Stad Ley- den . Heeft van de Roomfche Kerken voor deeze jaarlyks . genooten ƒ 1200:0:0. doch nu . . 400 o o Den Hoofdofficier der Stad Gouda en als Bailluw van BloemendaalenGou- derack . Geniet jaarlyks voor de vyf Roomfche Kerken binnen Gouda . . «748 o o En wegens Bloemendaal 31 to o Den Bailluw van Schoonhoven en Lande vanBelois Geniet geen Recognitiën Den Bailluw van Woerden Geniet jaarlyks van de Be. Tranfporteere . ƒ55391 2 0 G 4 zor-  loi oct. ZAAKEN VAN 1786. Tranfport . f 5539 » 0 zorgers der Roomfche Kerk aldaar . . 70 O o En voor die van Zwammerdam 24 o o Den Bailluw vanOu- dewater . Geniet iaarlyks van de Roomfche Kerk . 270 o o En van de Janfenisten Kerk aij o o Den Dros- | fard van Vi- f anen . Geniet jaarlyks van de Roomfche Kerk . 150 o o Den Bail- luw van 1 Rhynland Geniet jaarlyks van de Roomfche Kerken Als van Rhynzaterwoude Ho o o Van Voorburg . o o Van Aarlanderveen . 126 o o Van Cudelftaart . 60 o o Van Seven hoven • 5° c O Van Soetermeer . 60 o o Van Sasfenheim . 60 o Van Soeterwoude . 220 o o Alle tot den jaare 1784. I Van Stompwyk tot 1785 00 oj o Nog voor de weekelykfche dienst van de Cappellaan te Alphen jaarlyks . 104 o o Den Dros- fard van * Ameyden Aldaar zvn geen Roomfche Kerken. Tranfporteere , ƒ 7060 2 o Den  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 105 Den Dros- Tranfport . ƒ 7060 2 0 fard van Jaarsveld Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Dros- fard van , i Liesveld Aldaar zyn geen Roomfche Ketken. Den Bailluw van Wasfenaar Geniet geen Recognitiën hoe genaamt. Den Bailluw van Alkemade Geniet geen Recognitie. DenBailluw van Uhynsburg Aldaar zyn geen Roomfche Kerken , egter door de naastgeleegen Kerken is voor deezen zeekere Recognitie betaald , doch. hoe veel weet niet. Den Bailluw van.de Noordwy- ken . • Geniet jaarlyks van de Be. zorgers der Roomfche Kerken . . • 325 o 9 Den Bail. luw van I Valkenburg Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Tranfporteere . ƒ 7285 2!""^ G 5 Den  ï.c-5 oct. ZAAKEN VAN i?J6. Den Bail- Tranfport . f 7285 2 0 luw van jNoordwy- kerhout, ' Lisfe en Voorhout Geniet jaarlyks van de Roomfche Rerken Als van die van Noordwy- keihout . . 100 o o Van Lisfe • . 150 o o Van Hillegom . . 10c o| o Den BailItvw vanHa- zerswoude Geniet jaarlyks van de Roomfche Kerken . 200 o o Den BailIaw van Voshol . . Geniet jaarlyks van de Roomfche Kerken Als van die onder Zwam- merdam . . . 100, O o Van die van Randenbnrg 138 12 o En die van Lange en Korteraar zamen • . 175 o o Den BailSuw van jNieucóop *rj Noorden De Prsedecesfeuren hebben genootcn . 300 o o Doch de tegenswoordige niets. Den Bailluwvan Ag- tienhoven Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Tfanfporteere . 1 / 8548 14 o Den  oct. STAAT EN OORLÖG. 1786. 107 Den Bail- Tranfport . ƒ 8548 14I 0 luw van , \ Benthayfen Aldaar zyn geen Roomlche Kerken. I Den Bail. luw van Warmond Geniet geen Recognitiën. Den Bailluw van Koudekerk Geniet geen Recognitiën. Den Baüluw van Homade . Geniet geen Recognitiën. Den Bail>luw van Goudriaan Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. Den Bail. luw van Ca- baiw • Geniet jaarlyks van de • Roomfche Paftoor . 31 10 o Den Bailluw van Ze- vender . Aldaar zyn geen Roomlche Kerken. g Den Bail- luw van den | Lande van Stein en Willens Aldaar werden geen Recognitiën betaald. Tranfporteere . 1/8580 4 o Den  io8 oct. ZAAKEN VAN I786. Tranfport . ƒ 8580 4 o Den Bailluw van Hekendorp . Aldaar zyn geen Roomfche Kerken. DenDrosfard van Zuid-Polsbroek . Geniet geen Recognitiën. Den Bail- luw van I Berg-Am. ] bagt . Aldaar zyn geen Roomfche 5 1 Kerken. Den Bailluw van Voorfchoo- ten . Heeft voor deeze genooten jaarlyks ƒ200:0:0 en in 1785 maar . . 100 o o En voor het loopende jaar nog niets. Den Bailluw van Oestgeest Geniet jaarlyks van de Bezorgers der Roomfche Kerk . . . ïocl o o Den Bailluw van Veur , Heeft voor deeze genooten ƒ 125:0:0, doch in den jaare 1784 maar . 36 10 o En in 1785 en 1786 niets. Tranfporteere . \f 8816 14! o Den  oct. STAAT EN OORLOG. 1786.- 109 Den Bail- Tranfport . ƒ88161410 luw van de beide Cat« wyken en het Zand. Geniet geen Recognitiën. Den Bailluw van Èsfelykerwou. de . . Geniet jaarlyks . 20 o o Den Bailluw van Haastrecht Heeft genooten tot den jaare 1783 incluis . 150 0 o In het Quartier van Amjtelland, Den Hoofdofficier der der Stad Haarlem . Geniet geen Recognitiën. Den Hoofdofficier der StadAmfter- dam . . Geniet jaarlyks geen Recognitiën, doch by aan komst van een Hoofdofficier werd door ieder Priester voor eens gegeeven een goude Dueaton of drie Ducaten. Den Bailluw vanAm- ftelland . Geniet jaarlyks van de Roomschgezinde ingeze. tenen en Bezorgers van de Roomlche Kerken . 5C5 o o Tranfporteere . ƒ 949114I o L>ea  lio oct. ZAAKEN VAN 178Ö. Den Bail- Tranfport . ƒ 949114 o luw van Brederoode Geniet jaarlyks aan Recognitiën van de Roomfche Kerken Als die van Overveen . ioo: o o Van de Vogelzang . 80 c o Van Vel zen . • 150 o o Van Schoorl . . 30 o o Van alle welke Recognitiën rog ettelyke jaaren onbetaald zyn. Den Bail- luw von ' Kennemer- land . Geniet jaarlyks aan Recognitien van de Roomfche Kerken Als die van Aalsmeer van 1781 tot 1786 . 5c o o Rokkegeld tot kleeding der Dienaars van de Juftitie 6 6a Van Akerlloot tot den jaare 1783 . . . 140 c o Rokkegeld ... 660 De overige jaaren niets. Van Berkenroode tot 1786 53 o o Van Caftricum tot 1783 140 0 o Rotckegeld ... 660 De volgende jaaren niets» Van Heemskerk tot 1785 90 o o Rokkegeld . . 660 Het Kalf tot 1785/300:0:0. Rokkegeld . 660 Doch dewyl 'er in 1784 een Roomfche Kerk te Gost-1 zaandam gekomenis,heeft het Kalf geconditioneert te betalen jaarlyks . 180 o o Tranfporteere . ƒ10536! 4! o Het  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. jiï Tranfport . ƒ10536 4. o Het geen tot 1786 betaald heeft Van Heylo tot 1784 . 100 o O Rokkegeld . . 6 6| o De overige jaaren niets. Van Limmen tot 1784 . 100 o o Rokkegeld . 660 De overige jaaren niets. VanOsdorp tot 1781 f220:0:0 Rokkegeld . 660 De overige jaaren tot 1786 incluis . . • 20° o o Van Uitgeest tot 1784 . 75 0 o RóRkegeld ... 900 De overige jaaren niets. Van Wormer tot 1784 • 80 o 0 Rokkeaeld . . 660 De overige jaaren niets. Van üostzaandam ' . 200 0 o RoKkegeld 660 Van Marken tot 1783 . 10 10 o De overige jaaren niets. Den Bailluw van Gooyland . Geniet jaarlyks aan Recog nitien van de Rpomfche Kerken Als van die van Muyden 50 o o Van Weesp • . 112 10 o Van Hollandsch Ankeveen 50 o o Van baarden met Busfem 95 o o Van Laaien ♦ 5° 0 o Van Blaricum . . 3» i°. o Van de Janfeniste Statie te' Hilverfum . . I5°> 0 0 En voorde Koom^chgezinde » Statie van Hilverfum * 25° 0 0 Tranfporteere . ƒ12131' 4 o Den  na oei. ZAAKEN VAN 1786. Tranfport . ƒ12131 4 o Den Schout vanlv; uiden, Weesp en Weesper- Karfpel . Geniet jaarlyks aan Recog nitien van de Roomfche Kerken Als van die van Muiden 10 10 o Die van We-«o . 25 o o Die op Hollandsen Ankeveen 25 o O Den HoofdBaiJJuw van de Loos* drecht . Geniet jaarlyks aan Recog. nitie voor de Roomfche j KerK te Teccop tot 1783 22 o o Den Bailluw van As- (e-ndelf . Geniet geen Recognitiën. Den Baüluw van de . "Watergraafs of Diemer- meer . Geniet geen Recognitie. Den Schout van Kronenburg en Loenen . Geniet geen Recognitiën. Den Bail- luw van j Blois . Geniet jaarlyks aan Recognitiën van de Roomfche Kerken Tranfporteere . ƒ13213'14 o Als  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 113' Tranfport . ƒ 12213 o b Als die van Wyk op Zee tot j 1783 ƒ ico:o:o. Seeaert dien tyd gemode- reert tot op . 42 o o Wyk van Üuyn . . igol o, o Spaarnwoude . , ï00 0 ó Crommeniedyk tot den jaare J ï"83 . . . 60 o o Sedert dien tyd niets. Dejanfeniste Kerk te Westzaandam pleeg te betaa- | len voor Recognitie . 66 o! o Die van Crommenie . 6o' oj o Die van Wormerveer • 20I o* o Doch hebben zedert verfcheidene jaaren niets be- I taald. I ƒ12721 o', o Aan den Hoofdofficier der Stad Alkmaar f 300 ÖF o Aan de Bailluw van de Nyenburgen 260 o o Item aan die van de drie Êgmonden met ' Rinnegum . , 2y.»nder, en tot alle dezelve gezamentlyk, uit hoefde van de waardigheden, die wy de eer hebben in  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 12$ de Republicq te bekleeden, en die op ons erflyk zyn gedevolveerd, ftaan; wyl het voor den Staat geenszins onverfchillig zyn kan, of wy de agting en vertrouwen van de Regenten en Ingezetenen verdienen, dan of wy door ons gedrag en gehouden Directie dezelve ver» looren hebben ? Wy zouden meer dan een Exempel kunnen bybrengen van gebeurtenisfen in deeze of geene Provincie , of Steden , die duidelylc doen zien, hoe men by zommige Regenten onzen Perfoon en handelwyze heeft in verdenking gebragt; ja het ontbreekt ook aan geen voorvallen , waar in ontwyffelbaare be« wyzen doordraaien, dat men op-onze wettige Rechten en Prasêminentien , op ons erflyk gedevolveerd, heett tragien te empieteeren, en de allerduidelykfte traces mede brengen van ontevtedenheid tegen onzen Perfoon ; "Wy zullen die voorvallen voor het tegenwoordige voorbvgaan, en ons alleen bepaaleu tot dat geen, het welk aanleiding gegeven heeft tot die verregaande klagten , befchuldigingen , en aar uit refulteerende «e» foiutien tegens ons, by occdfie van de on« eenigneden , en beroerten in de Provinciën van Gelderland en Utrecht. Af keerig van aüe middelen van geweld, of om den Militairen Arm te gebruiken in Burgerlyke qusttien en verdeeldheden, zo hebben wy ons niettemin by meer dan eene gelegeuheid, in de onaangenaame noodzakelykheid gevondeu , om op verzoek van de Heeren Staaten van deeze en geene Provincie , daar van gebruik te maaken; en wy hebben nimmer weigerig geweest daar aan de hand te leenen, zo ras ons zulks door de Heeren Sraaten van de refpective Provinciën ver* zogt wierd. Het is ons ook nooit als een Poincf. van befchuldiging toegekent, wanneer wy in de Pro-  is* oct. ZAAKEN VAN 1786* Provinciën van Holland en Zeeland , op tequï* fine van de Heeren .Staaten van voorfz. Provinciën , Troupp.:s hebben gezonden , tot maintien van de goede order en tranquiiiteit; en of fchoon wy met grlyken Kecht, in onze quaiiteit van Capitein Generaal, aan de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht niet konden weigeren die zelfde bul? c asfillen. tie van de Trouppes, die huni;e Edele Mog.of tot hertHl van de goede order, bewaring en confervatie van de rust, of tot hunne eigen veiligheid nodig oordeelden; zo is ons zulks tot eene zware misdaad , en een ftap v"3n verregaande uitzigt toegereekent. Wy behoeven ons omtrend het gebeurd" in de Provincie van Gelderland niet breedvoerig uit te laaten; de heeren Staaten van gemelde Proviucie hebben , by hunne onderfcheiden Müfives aan de relpeftive Bondgenoo en , de reedenen opgegeeven, waarom hunne Edele Mogende geoordeeld hebben, den Militairen Arm te hulp te moeten roepen; en te gelyb veiflag gedaan van al het gepasfeerde in gemelde Provincie, en Steden; waar uit volkomen confteerd, dat by die occafie, nog van de zyde van Burgers of Ingezetenen, nog van den kant der Militairen, eenig bloed vergooten is; dat de Steden Hattem en Elburg, als nu met een behoorlyk Garnizoen bezet zytide, men thans beezig is dt differenten door het Hof van Juftitie te laaten onderzosken , en termineeren; waar door dan alle vrees voor een gedugten Burger-Oorlog , en het ( mployteren van meerdere ïroupes, komt te cesfeeren : het geen ook, te gelyker tyd, tot Onze Jultificatie en verontfchuldigiog dienen moet, en zien doet, dat Wy, in deezen, niets verngt hebben, dan dat geene, dat Wy , als Capitain Generaal van Gelderland, verplijrt waren te verngten, en 't geen Wy in andere Provinciën , ter requifitie van de Hee-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. I2g Heeren Staaten , in foortgelyke gevallen . mede hebben gedaan. ' Wy kunnen ons beroepen op de Refolutie van de Heeren Staaten van Gelderland vari den 31 Augustus jongstleeden, waar bv Wv r^gL-v .««^«"«fd > een bekwaam aantal Militie, met al het noodige voorzien, onder het Commando en beleid van een bekwaam Officier , naar de Steden Hattem eri Elburg te zenden ; van welke Refolutie een Copie nier nevens gaat. Wy behoeven Ons ook niet breedvoerig in te laaten, omtrent het voorgevallene in du Provincie van Utrecht ; de Heeren Staaten van die Provincie hebben aan de Bondgenoot ten voldoende ouverture gegeeven van al hec gebeurde. Hun Edele Mog. wel verre van alleen te zyn, om de verfchillen tusfchen de Regenten en Ingezetenen , aldaar plaats vindende , in het minnelyke re fchikken en uit den weg te neemen, hebben integendeel zeedert een geruimen tyd alle mogelyke middelen in het werk gefield, en alle wegen vaö gematigtheid ingeflagen , om deeze zo verderflyke onlusten uit den weg te ruimen ■ met openlyke verzeekeringen van de zvdê van hooggem. Heeren Staa:en, dat daar toe ieneufe deliberatien zouden worden aangeIegt , in welke op alle ingebragte bezwaren zoude worden gelet, en dezelve op eene' Conltitutioneele wyze , zo veel mogelyk weggenomen, — Gelyk dan ook met da? inzigt de Conferentien tusfchen de Heeren Gedeputeerden van de Heeren Staaten, en de Heeren van Onzentweege derwaards gecommitteerd en afgezonden bereids een aanvang hebben genomen; dan welke Conferen- * tien door de dadelykheden a tot welke men binnen de Stad Utrecht heeft kunnen goedvinden over te gaan, en de afzetting van de vvJïfttIge Re2ei»e ïtie van de voorfz vier Provintun ftaande, na de Provintien vanGéMerl 1 jf Utrecht marcheerden, en tragteden zoo veel van  «ct. STAAT EN OORLOG. 1786. 133 van ons afhing, voor te komen, dat dezulke die reeds in de Provintie van Gelderland Guaruizoen hielden , ofïchoon ui den Eed van de Heeren Staaten van laatstgem. Provintie ftaande, niet wierden geëmployeert tot voorfz. eindens. Wy voldeeden dus, zoo veel yan Ons konde werden gevergt aan de intentie van gemelde Heeren Staaten van de voorfz. vier Provintien, en behoudens dat geen , het welk Wy aan de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht verfchuldigt waren, en Wy Konden dus geehzins verwagten , dat daar uit zulke onaangenaamé en voor Onze eer en goeden naam, fletrisfante Refolutien zouden hebben kunnen proflueeren. Wy ontvingen op den 7 der vorige maand September eene Misfive van de Heeren Staten van Holland, waar van Wy de Copie hier neevens byvoegen, waar uit Uw Hoog Mog. zullen kunnen zien, dat hooggemelde Heeren Staaten daar by declareeren hun uiterst ongenoegen, en teffens fenfibelst leedweezen , over de demarches , tot welke de Heeren Staaten van Gelderland hadden kunnen goedvinden, ten opzigte van de Steeden Hattem en Elburg, te komen, als meede het gunt op naam van de Heeren Staaten van Utrecht, tot het doen inrukken van eenige Militie binnen dezelve Provintie was ondernomen, en van Ons requireeren ejne praecife en openhartige opening van Onze perfo. neele denkenswyze over de geweidige maatregulen, tegen dezelve Steeden en Provintien beraamd, en in het werk gefteld, met verdere byvoeging, dat hun Edele Groot Mog. verwagtende waren, dat hoogstdezelve door eene voldoende ouverture van Onze gevoelens (binnen vier en twintig uuren na den ontfangst deezer aanfchryving aan hun Edele Groot Mog. bekend te doen worden; zullen ï 3 wor*  ï'34 oct. ZAAKEN VAN i?867 worden gefield en gehouden buiten de onaangename noodzakelykheid , tot het neemen van zoodanige maatregulen , die voor Onzen Perfoon en'Huis. niet anders dan van nadeelige gevolgen zouden kunnen zyn. Het zoude Ons niet kwalyk hebben kunnen genomen worden, indien Wy, gevoelig eeroffen over het verneederende , dat in deeze Misfive voor Ons was opgeflooten, dezelve voor eenigen tyd hadden onbeantwoord aelaten , immers zwarigheid gemaakt, om Onze gevoelens, hoe zeer Wy voor Ons zeiven van, de oprechtheid derzelve overtuigt zvn, voor hooggemelde Heeren Staaten open te leggen, binnen eenen korten en bepaalden tvd van vier en twintig uuren, die niet genoegzaam was, om een edelmoedig en weldenkend hart , getroffen over de blykbaare preuves van wantrouwen van een Souyeraine Vergadering, waar van men zelfs Luns , tot behoorlyke kalmte te brengen, en dus zig zelfs in Haat te vinden om met bedaartheid, betamelyke eerbied, en teffens gepaste yrymoedigheid te kunnen antwoorden. Wy hebben niet te min aan dat gerequireerde voldaan, voor zoo veel de kortheid des tyds heeft toegelaaten, zoo als aan üw Hoog Mog uit de Copie van deeze Onze refcriptie, hier by gevoegd, zal komen te conftee- ïeWy hebben niettemin tot Ons fenfibel leedweezen moeten ondervinden, dat deeze Onze refcriptie aan hooggem. Heeren Staaten niet voldoende is voorgekomen, zoo als wy al korf daar aan hebben moeten zien , uit eene Misfive van hooggem. Heeren Staaten van den ió van dezelve maand September , bv dewelke Ons, als Capitein Generaal van Holland, gelieven aan te fcliryven, om geene Vacatures van Militaire Officien m de Regimenten ter hunner repartitie Kaande ,  otv ST^AT EN OORLOG. 1786. J35 te vervullen, maar dezelve provifioneel, en tot hoogsiderzeKer nadere dispofitie, vacant te houden; en eindelyk ten allerduidelykften uit de Misfive en Refolutie van hooggem. JHeeren Staaten van den 22. derzelve maand, waar by na deliberatie op Onze Misfive van den 8 te voren , concerneerende Onze byzondere en perfoneele fentimenten over de maatregulen tegens de Steeden Hattem en Elbuig genomen, verklaren by provifie en onvermindert de verdere deliberatien van hun Edele Groot Mog. , te perfifteeren by de differente gefielde ordres , ten aanzien der Militie van den Staat, waar by dezelve toe nader bevel is ontflagen van het Articul in den Eed , uit kragte van welke zy aan den Capitein Generaal der Provintie gehoor* zaamheid verfchuldigt was, en waar by nog nadere voorzieningen zyn gedaan , om provifioneel voor te komen den invloed van den Capitein Generaal op, en deszelfs directie over de gemelde Militie, in dit ogenblik onbefiaanbaar geoordeelt zynde met de zeekerheid der Provintie, en de maatregelen tot dat einde genoqmen wordende , en verder by provifie op te fchorten het effect, hunner Edele Groot Mog. Refolutie van den 8 Maart 1766 waar by aan Ons als Erf-C piteiu Generaal der Provintie, by fpeciale delatie is opgedragen de Collatie en begeeving van alle Charges over de Militie ter repartitie van de Provintie, van.Collonel:tot Vaandrig incluis. Wy refereeren Ons tot den verderen inhoud van voorn. Refolutie , waar van Wy insgelyks de eere hebben Copie hier by te voegen. Gemelde Heeren Staaten vonden wyders goed, nog diverfe Refolutien te neemen, alle relatief tot de Militie, op haare Provincie gerepartitieerd, en waar in wy voor I 4 On-  f2p pct. ZAAKEN VAN 178$; Onze Perfoon niet minder geconcerneerd zyn, als onder anderen het geordonneerde aan de Commandanten van de refpeftive Regimenten, om 'geene Rapporten of Lysten , hoe genaamd, aan Ons te zenden, dan van welke Refolutien Wy geene directe en legale kennisfe van de tleeren Staaten ontfangen hebben. Eene Refolutie zo verneederend voor Ons, kon niet dan eene zeer gevoelige aandoening op Ons verwekken; Wy dagten het van Onzen indispenfabelen pligt te weezen, om Ons daar over aan hooggem. Heeren Staaten te moeten addresfeeren , en Ons bezwaar over zo eene onverdiende en fletrisfante Refolutie aan hooggem. Heeren Staaten voor te (tellen , in hoop dat een bedaarde overweging van Ons regtmaatig bezwaar, by hun Edele Gr. Mogende eenige ingang zoude vinden , en hoogstdezelve zoude doen terug komen van die vooroordeelen tegens Unze Perfoon en direcfie opgevat, en gepermoveerd zouden zyn geworden , om in aanmerking van de facheufe gevolgen , die uit eene demarche van zo een bedenkelyken aart te dugten zyn, voorfz. Refolutie in te trekken. Wy refereeren Ons tot de voorfz. Misfive, hier neevens mede Copielyk bygevoegd, en laaten gaarne aan het oordeel van Uw Hoog Mog. en van de relpeöive Bondgenooten, ja yan de geheele Natie, over, om te beoordeelen of Wy in deeze voor Ons zo flettrisfanie Refolutie kunnen blyven berusten , behoudens dat geene 't welk Wy aan Ons zeiven, aan Ons Huis, ja aan de gantfche Republicq verfchuldigd zyn Wy reclameereu die Rechten, die Praïëmiriéntien, die Ons als Erf-Capitein Generaal competeeren , en wy hoopen dat het Ons niet ten 'fneid genomen, heeft, om zig op den 12 ier gepasfeerde 'maand September per Memorie aan U Edele Mog. te addresfeeren , met verzoek om zodanige pofitive beve ;ien te mogen ontfangen, die den Ondergetekende in ftaat konden ftellen óm aan alle ontfangene ordres te kunnen' voldoen, wyl zeer Veele van het Esquadron Guardes du Corps zwarigheid maakten om aan de ordre van Ü Edele Mog. van den 5 September rakende het Commando over de Troupes die in den Haag Guarnifoen houden , na behooren en na den precifen inhoud van die Refolntie te optempereeren , en in ^ ^eëriP wa~en dat den particulieren Eed, wel. XXXV. deel. L ke  163 oct» ZAAKEN VAN 1786, ke een ieder van dit Corps aan Zyne Hoogheid gedaan heeft, daar in den voornaamften hinderpaal was; en vermits den Ondergetekende tot dus verre met geen Refolutie of decifie van U Edele Mog. hier omtrent is vereert geworden, zoo vind den Ondergetekende zig verpligt om ter kennisfe. van U Edele Mog. te brengen , en dus hier by te voegen Copie van eene Aéte, welke heeden ogtend ontfangen hebben, en waar van den Ondergetekenden ingevolge de ordie van Zyne Hoogheid terftond communicatie gedaan heeft, by welke Acte zyne Hoogheid goedvind, alle die geene die tot het Esquadron Guardes du Corps behooren van den Eed aan hoogstdenzelven gedaan, te ontflaan, na welke gedaane communicatie verfcheide ü-uardes du Corps aan den Ondergetekende verzogt hebben om hunne dimisfie zoo dra mogelyk, als Guarde du Corps te mogen bekomen van Zyne Hoogheid. Verzoekende ü Kdele Mog. wyders om zodanige pofitive ordres te mogen ontfangen , welke alle verdere zwarigheeden kunnen opruimen. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (was geteekent,) A. P. VAN DER CAPELLEN , Commandeerende Officier van. het Esguadrs» Guardes du Corps. Zy» 1786.  oct» STAAT EN OORLOG. 1786". 163 Zyne Hoogheid heeft goedgevonden , oui redenen hoogstdezelve daar toe moveerende, om alle de Officieren, Exempts, Brigadiers, Sous-Brigadiers, Guardes du Corps, Pauker en Trompetters , en alle die geenea welke verders tot het Esquadron Guardes du Corps behooren , en den Eed aan Zyne Hoogheid hebben afgelegt, welke jaarlyks aan het Corps wierd voorgeleezen , en door alle die geenen, welke in het voorfz. Corps, in welke qualiteit het ook mogte zyn, wierden aangenomen, is geprefteert, daar van by deezen te ontdaan ; terwyl Zyne Hoogheid zig ten vollen verzeekert houd , dat hy het zelve vertrouwen zal kunnen Rellen in alle die geenen, welke tot het voorfz. Esquadron Guardes du Corps behooren , als toen zy aan Hem by eenen byzonderen Eed verbonden waren. Gedaan op het Loo den 17 Oétober 1786. (Was geteekent,) W. PR. VAN ORANGE. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. By abf. van den Geheim. Secr,£Was geteekent,) j; DE RÏEMER» L i CCV  164 oct. ZAAKEN VAN i?8S, CC. Refolutie der Staaten van Holland tot casfatie van den Eed door de Officieren en Geineenen van het Esquadron Guardes du Corps aan Zyn Hoogheid gedaan, en dezelve daar van ont/Jagen; en aanfchryving aan den commandeerenden Officier daar toe letrekkelyk. In dato 19 OSléer 1786. By refumtie en tot finaale afkomst op heeden , gedelibereert zynde op het Rapport den 14 deezer ter Vergadering uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende ingevolge en tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 14 der vooTleeden maand met de Heeren Gecommitteerde Raaden , geëxamineert een Misfive van de laatst^emelde Heeren van daags te vooren, concerneeumde een dubieteit van verfcheide Manfchappen vafi het Esquadron Guardes du Corps omtrent het pareeren aan de ordres by voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden den 5 der gemelde maand voor het Guarnifoen alhier uit kragt van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 27 July bevoorens geftelt, zynde een Exemplaar van die Ordre by ge. melde Misfive gevoegt; als meede een Memorie van den Colonel van der Capellen als Commandeerende Officier van het Esquadron Guardes du Corps, relatif tct den Eed , breeder onder de Notulen van den voorfz. 54 September. . Is, conform de gronden by het voorfz, Rapport gelegd aoedgevonden en verftaan, den Eea door de Officieren en Gemeenen van het Esquadron Guardes du Corps by het intreeden van hetzelve aan Zyn Hoogheid gedaan, by d.-ze te annuileeren era te casfeeren; als meede, de Officieren en Gem enen van het voorfz. Corps, die öenzelven Eed hebben  oct. STAAT EN OORLOG. I786. 165 geprefteerd, daar van by deeze te ontflaan; en zal van deeze Refolutie Copie worden gegeeven aan den Heer Erfftadhouder; mitsgaders aan den commandeerenden Officier van het voorfz. I^qtiad1om te ftrekken tot informatie en r.arigt; mei aaiifchryving aan den laatstgemelden, om de Oilkjeren en Gemeenen van het meergemelde Corps, direct, na het ontfangen der Refolutie kennis te geeven. van dit hun Edele Groot Mo.g. befitiit, en aan dezelve teffens nader voor te ftellen, dat het de ferieufe wil en begeerte van hun Edele Groot Mog. is, dat de ordres door Heeren Gecommitteerde .Raaden gefteld, vervat in hnn Edele Mog. Refolutie van 5 September 1786, ftiptelyk werden nagekomen ; en om in het byzonder de gemelde Officieren en Gemeenen, hoofd voorhoofd, af te vraagen, welke dienaangaande derzelver meening en begrippen zyn; met verdere ordre aan hem commandeerenden Officier, om de zoodaanige van het voorfchreve Corps, die eenige zwaarigheid zouden mogen maken, om de voorfz. ordres pudtüeel, zonder eenige referve of limitatie te agtervolgen, te houden voor gelicentieerd , en van deszelfs verrigtingen en ontmoetingen een exact en precis fchriftelyk Rapport aan Heeren Gecommitteerde Raaden te doen. En is eindelyk goedgevonden den voorfz. commandeerenden Officier mede te gelasten, om alle zodanige Ordres , Reglementen of andere dispofitien, onder welke benaming dezelve zouden mogen zyn, particulierlyk het voorfz. Esquadron concerneerende aan de Heeren Gecommitteerde Raaden te exhiberen; wordende dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt, alle die Hukken met hunne confideratien en advis daar op ten fpoedigften ter Tafel van hun Edele Groot Mog. over te brengen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de voorfz. Refolutie gecontradiceert en geinhtereert derzelver Protest en Aanteekening op de Refolutien van den 27 t-3 J«<  ,66 oct. ZAAKEN VAN 1786. T.,iy en 17 Augustus dezes jaars gedaan, en voorts me?de tegen de voorfz. Refolutie gepSeeV, mei referve van Nader-Aanteekening. De Heer van Wasfenaar Heere van Starrenburg heeft zig met de voorlz. Refolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle en Medembhk hebben eeinhEereert derzelver Aanteekening op de fefolmien van den 27 Juli en i? Augustus dezes jaars gedaan, en meede tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven , Alkmaar , Monnickendam en Purmerende, hebben tegen voorfz. Protest en Aanteekening en zodanig Contra-Protest en Contra-Aantekening gereferveert, als ge. pordeeld zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCI.  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 167 CCL Addres van een groot aantal Burgers en lnwoonders van Haarlem en Jurisdiiïie, ten aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op hun Edele Groet Mog Misfive van den 22 September ; met een Declaratoir rtoopens hunne gevoelens van trouw en eerbied voor hun Édele Groot Mog,; met betu'ging van hun Ed. Groot Mogende gevoeligheid en ge* voegen over der Requefiranten ver* klaaringe. In dato 20 Ocl. 1786. Is geleezen het navolgende Addres van een groot getal Burgers en Inwoon ders der Stad Haarlem en derzelver Jurisdictie . ten aanzien van het Antwoord van Zyne Hoogheid aan hun Edele Grooc Mog. van den 26 der voorleeden maand op hoogstderzelver Misfive van den 22 te voren, en by het zelve Addres uitboezetnende hunne gevoelens van trouw en eerbied voor hun Edele Groot Mog. Fiat Infertio. Waar op gedelibereert zynde, hebben hun Edele Groot Mog , ten uiterften gevoelig voor de blyken van vexknogtheid aan de Eer en Regeering van hoogstdezelve, zo wel als aan de algetneene belangen van het Vaderland in het voorfz. Addres ge» manifesteert, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen, de regt Vaderlandfche verklaaring wegens de bereidvaardigheid der Onderteekenaaren van hetzelve , om zelfs met hun goed en bloed hun Edele Groot Mogende Lands Vaderlyke pogingen tot behoud der Vryheid te onderlteunen , goedgevonden en verftaan , het voorfz. Addres, vermits by het zelve geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder aan te neemen voor notificatie. En zal Copie deezer Refolutie ten behoeve der L 4 Re-  168 oer. ZAAKEN VAN 1786. Requefiranten worrlen uitgegeeven tot derzelver in. formatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben toe de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle , Enkhuizen, Edam en Medemblik hebben in het neemen van de « bovengemelde Refolutie, zodanig als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Accordeert met de voorfz. Refolutièru Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, ^"^eeven met verfchuldigden eerbied te ken» \J nen de Ondergeteekende, alle Burgers der Stad Haarlem , en derzelver Jurisdictie. Dat zy Ondergeteekenden, met de allerui*terfle verontwaardiging hebben gezien , dat Willem de Vyfde, Prins van Orange en Nasfau, in zyne Brief aan LI Edele Groot Mog. gedateerd den 26 September 1786 , en gefchreeven in antwoord op de Misfive van den 22 derzelver maand, waar in U Edele Groot Mogende aan hem kennis gaven van hoogstderzelver Refolutie op dien dag genomen, aangaande de differente gefielde ordres, ten aapzien der Militie van den Staat , ter repartitie van de Provincie Holland ftaande, waar by dezelve tot nader bevel is ontflagea \%W den. Eed aan hem Capitein Generaal ge-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 169 daan, en by welke Refolutie U Edele Groot Mog. verder by provifie hebben opgefchort, het effect der Refolutie van den 8 Maart 1766 , waar by aan hem Capitein Generaal was opgedraagen de collatie en begeeving van alle Charges, over de Militie, ftaande ter U Edele Groot Mogende repartitie , van, Vaandig tot Collonel incluis. Dat, zeggen zy, deeze verdwaasde Prins van zich heeft kunnen verkrygen, onder andere zeer ongemefureerde uitdrukkingen, tegen de waarheid aan, voor den alweetenden God,voor het gantfche Volk van Nederland, ia voor de geheele Waereld te betuigen, het "daar voor te moeten houden, dat de maatregulen , door U Edeie Groot Mog. ten zynen nadeele genomen , alleen daar uit zyn refulteereade, dat zommige Leden van U Edele Groot Mog. Vergadering , het oor hebben gelieven te leenen aan Lieden, die derzelver vertrouwen onwaardig zyn, en die geen ander oogmerk hebben , dan om de voorrechten aan hem en aan zyn Huis verleend te verminderen, ja om zelfs eene geheele verandering in de wettige Conftitutie deezer Landen te maaken. Deeze aantyging, Edele Groot Mogende Heeren , is niet alleen een grievende hoon voor de Achtbaare Vergadering van U Edele Groot Mog., dewyl dezelve notoirlyk daar heen ftrekt om te doen voorkomen , als of deeze maatregulen flechts 't werk waren van eene fnoode Gabaal, die alleen eigen groot? heid zoekt, ten keste van de wettige Conftitutie van ons Vaderland, ja zelfs dat U* Edele Groot Mog. enkel gedient hadden tot laage werktuigen van eenige weinige Perfoonen, welke niets dan haat tegens hem Prince van Orange in het hart voeden. Maar zy Öndergeteekenden , vrye Ihwoo.. L 5 ners,  l7o oer. ZAAKEN VAN 1786, ners van Nederland, achten zich ook ten allerhoogfte door deeze uitdrukking beleedigt. En daar zy de loffelyke befluiten door U Edele Groot Mog., in deeze dagen van kommer en gevaar, waar in de Burgerlyke vryheid met een totaale ondergang bedreigt word, even gelyk het gantfche Volk van Nederland , met de allergrootfte goedkeuring hebben ontfangen, achten zy het van hunne onvermydelyken plicht te zyn by deze eene openlyke declaratie van hunne gevoelens aan den dag te leggen , en daar zy geen den minften twyffel liaan, of de eenpaarige ftem des Volks zal zich hier in met hun verheffen . en hier meede aantoonen , met welke verfoeyingswaardige voorgeevens, Willem de Vyfde, Prins van Orange, de waereld poogt te misleiden. Zy betuigen dan, Edele Groot Mog. Heeren , dat zy Willem den Vyfden , Prins van Grange , aanzien als een Aanftooker en Bewerker van alle de geweldaadige aanflagen, door de Staaten van Gelderland tegens hunne ongelukkige Ingezeetenen in het werk gefield. Dat zy met het innigst genoegen hebben vernoomen de niet alleen edelmoedige, maar voUtrekt plichtmaatige deelneeming van U Edele Groot Mog. In den toeftand deezer hunne verdrukte Medeburgers , welke door den band der Unie aan hun verknogt zyn, en welker flaverny ook onvermydelyk die van ons gantfche Vaderland zoude ten gevolg hebben Dat zy het voorgeeven van Willem de Vyfde , Prins van Orange , als of hy in deeze allesn gehandelr. had op ordre van de Staaten van Gelderland, niet anders aanzien dan als een laffe en niets waardige uitvlugt, gefchikt om alleen d» geenen te blinddoeken , welke geen kennis hebben van den waren toeftand der  oêt. STAAT EN OORLOG. 1786. i?r der zaaken , en met welk een despotieken invloed hy die ongelukkige Provincie beheerscht Dat hy Prins van Orange door dit onveraDtwooroelyk en drafwaardig gedrag alle vertrouwens by U Edele Groot Mog. en by de geheele JNatie heeft verbeurd. Dat zy derhalven billyken en allerhoogst noodzaakelyk reekenen de maatregulen, welke U Edele Groot Mog, hebben genomen, om hem Willem den Vyfde , Prins van Orange , te ontzetten van dien invloed op de Militie van deezen Staat, welken hy anders als Capitein Generaal deezer Provincie zoude hebben, en die hy zonder deeze voorziening van Ü Edele Groot Mogende zoude hebben kunnen misbruiken , om ook den Jiurgers dezer Provincie het flaaffche juk op den vryen hals te dringen. Het zy verre van hun om de befluiten van U Edele Groot Mog. te willen voor uit loopen ; maar zy zonden den grond dien zy betreeden, en den asch hunner Voorvaderen fchande aandoen , indien zy niet te gelyker tyd betuigden gereed te zyn , om de Lands Vaderlyke poogingen van U Edele Groot Mog. tot behouding dier vryheid, welke een rechtfebapen mensch, niet dan mee zyn lee. ven overgeeft, en onder welke Aanranders het hun een grievend leedweezen doet , een Nazaat van het Huis van Orange te moeten tellen, met hun goed en bloed te onderdeu. nen. De Ondergetekenden vertrouwen, dat U Edele Groot Mog. deeze uitboezeming hun» ner waare gevoelens zullen aanmerken als een blyk van trouwe en eerbied voor hunne weldenkende Overheid, terwyl zy den regt» vaardigen God, welke zoo dikwyis ons lieve Vaderland uit het dreigenst verderf heeft gered, op het vuurigst afbidden over de bedui-  17a ocx. ZAAKEN VAN 1786. fluiten van U Edele Groot Mog. zyn gena» digen Zeegen te willen verkenen. Geteekent door 923 Perfoonen. CCII. Refolutie van hun Edele Groot Mogende tot refcriptie aan de Staaten van Vriesland, op derzelver Misfives van 22 September en 5 OSt. ' 17 86, over de zaaken in Gelder¬ land, en tot aanbod van Mediatie. In dato 21 Oct. 1786. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapportecrt de confideratien en het advis van de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende, ingevolge en ter voldoening van hun Edele Groot Mog. Refolutien commisforiaal vsn den 23 der voorleede maand , en 5 deezer , fccëx'imineert twee Misfives van de Heeren Staaten van Vriesland, gefchreeven te Leeuwarden den 20 en 30 der voorleede maand, de eetfte tot refcriptie cp hun Edele Groot Mog. Misfive van den 4 te voren over de gefteldheid der zaaken in Gelderland; en by de tweede, uit aanmerking der onheilen ir dezelve Misfive voorgefteld uit de onlusten en gefchillen, die tusfchen hun Edele Groot Mog. en de Provinciën van Gelderland en ütrecht daar by gezegt worden reeds gereezen te zyn , aan hun Edele Groot Mog^, gelyk meede aan de Heeren Staaten der beide gemelde Provinciën gedaan hadden, derzelver mediatie aanbiedende, ten einde, als breeder in dezelve Misfive onder de Notulen van den 23 Sept. en 5 deezer is gedetailleert. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan , dat tot refcriptie op de bovengemelde Misfives aaii de Heeren Staaten van Vriesland zal wor*  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 173 worden gearrefteert en afgezonden de navolgende Misfive. Fiat lnfertio. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDELE MOGENDE HEEREN\ Wy hebben, ter behoorlyken tyd , wel ontfangen, U Edele Mog. Misfives van den ao en 30 der gepasfeerde maand. En wat de eerstgemelde Misfive betreft, zoude het Ons aangenaam zyn geweest, een prscifer antwoord te hebben mogen ontfangen , op Onze Misfive van den 4 daar te vooren: Dan, daar U Edele Mog., om ree» denen,Ons onbekend, hebben geprefereerd, zig by dezelve Misfive, op een zeer ingewikkelde wyze , aangaande den inhoud van de Onze, te expliceeren, achten wy het onnodig, daar wy, op eene openhartige wyze, Onze idéés , aangaande de gefteldheid van zaaken, in de Provinciën van Gelderland en Utrecht, aan U Edele Mog, en de verdere Bondgenooten hebben opengelegt, mitsgaders de middelen, die wy , naar Ons vermogen, in het werk gefield hebben, om een Burgeroorlog, met alle derzelver-akelige gevolgen, voor te komen, na zoodanig antwoord, als wy, daar op , van U Edele Mog. bekomen hebben , in eene nadere juitificatia te treeden, aangaande Onze oprecnte int.ntie, om het vergieten van Burgerbloed, zoo veel doenlyk in deeze Republiek , voor te komen.— Wv zuilen , voorbedagtelyk, vermyden alle reflectien, die op de min of meer yergezogte bedenkingen , op deeze Onze intentie, zoo als Wy dezelve by Onze voor. fchreeve Misfive klaar hebben uitgedrukt, zouden kunnaen vallen, Terwyle het Ons,  m oct. ZAAKEN VAN i?8ov bv deeze Misfive, meer is te doen, om by de^ze Onze eenvoudige pincipes, ten nutte van de gemeere zaak , te perfifteeren , als om in fubtile discusflen, waar in, dikwerf, bet weezentlyk nut van het Vaderland , als uit het oog verlooren word , in te treeden. Met dat oogmerk , Ons dan bepaalende tot de laatstgemelde Misfive van ü Edele Mog. vnn den 30 der gepasfeerde maand , willen Wy, zeer gaarn , defereeren aan U Edele Mog. betuigingen, van hoogstderzelver aoprehenfien, aangaande het fchrikbaare , doorgaans, in gemelde ü Edele Mog. Misfive, aangedrongen, betrekkelyk het geen, in deeze dagen , zig in deeze Republiek , vertoond. Dezelfde gewaarwording heeft Ons genoodzaakt, de mefures te nemen, die Wy oordeelden, om, dien aangaande, naar Onze vermogens, te voorzien. — En Wy hebben het genoegen, dat U Edele Mog,, met de Provinciën van Zeeland , Overysiel en Stad en Lande, meer of min, in die zelfde gedagten zyn gevallen, en met Ons hebben gecoöpereerd, om de Troupes van den Staat, met te doen ftrekken tot middelen, om, in dit gezeegend Land, een toneel tot het vergieten van Burgerbloed, te openen, — Wy zullen met ü Edele Mog, ftandvaatig, hier inne, en in alles, wat tot behoud van de gemecne rust, ftrekken kan, concurreeren. — Maar, dit onderfteld zynde, heeft het Ons, ten uitterften, verwonderd, dat ü Edele Mog,, by derzelver gemelde MiUive, van den 30 September laatstleden, Ons hebben gelieven voor te draagen, als ftaande in hooggaande onlusten en gefchillen, tusfchen Ons , en de Heeren Siaaten van Gelderland en Utrecht. — Daar Wy van zoodaauige onlusten , en gefchillen, veel min van hooggaande differenten, tusfchen Ons en gemelde Heeren Staaten, ter goeder trouwe, verklaaren, niets te wee. ten»  de-r. STAAT EN OORLOG. 178Ó. 175 ten: en dus , ten uiterften, verwonderd zyn geweest, by gemelde ü Edele Mog. Misfive, ontmoet te hebben, U Edele Mogende voorflap tot Mediatie van dezelve , ons geheel onbekende , differenten ; dewelke wy derhalve, met alle de verderen inhoud van de meergedagte U Edele Mog. Misfive daar toe relatief, mitsgaders de vrees dat vreemde Mogendheden, deel daar inne zouden kunnen neemen, en tusfchen Provinciën en Provinciën, Parthy zouden kunnen kiezen, zoo als ü Edele Mog, zig gelieven uit te drukken, geheel boven het bereik van ons begrip verklaaren te zyn. Wy kunnen immers niet begrypen, dat 'er eenige, veel mm hooggaande onlusten en gefchillen, tusfchen ons en de Heeren Staaten van Utrecht z >uden kunnen fublifteeren ; daar hoogscdezeiven , Ons, neevens de verdere Bondgenooten by hoogstderzelver Misfi* ve van den 3 Oétober laatstleeden , hebben ingeroepen, als Mediateurs , tot vereffening van de differenten, in hunne eigene Provincie fubfifteerende. Mogen Wy dan U Edele tV»og> wel vragen , tot vereffening van welke hooggaande onlusten en gefchillen, U Edele Mog. zig aanbieden als Mediateurs tusfchen Ons en gemelde Heeren Staaten van Utrecht? — Wy moeten die vraage natuurlyktr wyze doen, om dat Wy, in U Kdeie Mog. gemelde Misfive , daar van geene de minrte opening henben gekreegen : En derhaiven ook niet kunnen weeten, waar omtrent Wy U lidele Mog. Mediatie, ten aanzien van de Hoeren ütaaten van Utrecht, accep eeren zouden. En wat de Heeren Staaten van Gelderland betreft, vinden Wy, by U fcdele Mogeude meergemelde Misfive , wel mentie gemaakt van het meergemelde ie Hattem en elburg; maar vinden daar nevensniets gevoegd, waar uit  1-6 oct, ZAAKEN VAN 1786. uit Wy zouden kunnen opmaken , dat ter dier zaaken, eenige differenten tusfchen Ons en de Heeren Staaten van Gelderland lublifteereh zouden, die een object van de door U Edele Mog. aangebodene Mediatie zouden kunnen opkeveren. 't Is waar, uit de door Ons aan U Edele Mog. gecommuniceerde Brievenwisfeling met hooggemelde Heeren Staaten van Gelderland, kan aan U Edele Mog. gebleeken zyn , dat Wy ten fterkften zyn getroffen geweest over dat gebeurde ; mitsgaders dat Wy , ingevolge het bekende verbond van de Unie van Utrecht, ons verpligt hebben geoordeeld, de klagten door die van Hattem en Elburg aan Ons geaddresfeerd, als zynde een Lid van het voorfz. Bondgenootfchap, te moeten examineeren , en tot dat einde van de Heeren Staaten van Gelderland , dien aangaande , de nodige informatien te verzoeken, ten einde te kunnen beoordeelen, of de voorfz. klagten waren gegrond, en dus de gereclameerde adfiltentie aan de Ingezeetenen der gemelde twee Stem in Staat hebbende Steeden, uit kragte van de voorfz. Unie, geaccordeerd zoude behooren te worden. •——— 1 . Maar Wy begrvpen niet, dat U Edele Mog. deeze Onze demarche , dewelke Wy van alle Onze Bondgenooten, en dus ook van U Edele Mog., insgelyks zouden moeten verwagten, by aldien gelyke klagten over gefuftirieerde verbreeking van bezwooren Privilegiën , gepaard met Militaire aanvallen op gemelde haare Steden, aan hoogstdezelven geaddresfeerd waren geweest; — Dat, zeggen W7y, U Edele Mog. deeze Onze demarche, zouden fchikken in den rang van onlusten en gefchillen, die de tusfchenkomst van U Edele Mogende, als Mediateurs , zouden verei- fchen: integendeel, Ed. Mog. Heeren, wy heb- beiï  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 177 ben zeiven , Ons in deezen als Mediateurs tusfchen hooggem. Heeren Staaten van Gelderland , en de voorfz, twee Steden, by Onze bovengemelde Misfive van den 4 September laastleeden , aangeboden : En dus verwonderd het Ons dies te meer, dat Uw Edele Mog. in plaats van met Ons tot een zodanig heilzaam oogmerk, met alle vermogen te concurreeren, integendeel Onze aangewende Ofiicien, tot vereffening van gefchillen, die gantsch Nederland met fchrik hebben getroffen, by Uw Edele Mog. meergem. Misfive, hebben kunnen goedvinden voor te ftellen, als praeteBfe oneenigheden, die de intercesfie van Uw Bdele Mogende als Mediateurs niet tusfchen hoogstgedagte Heeren Staaten en gem. twee Steeden, maar tusfchen Ons en hoogstdezelve Heeren Staaten, als twistende Patthyen, zouden vereifchen. — Wy willen gaarn aan het verligt oordeel van Uw Edele Mogende overlasten, of het voorfz. Verbond van Unie kan permitteeren, de zaake, onder eene zodanige gedaante te befchouwen; en of dat zelfde Verbond niet veel eeider van Uw Edele Mog. vorderd, om als nog, benevens Ons, hoogstderzelver goede Ofiicien aan te wenden, om de hooggaande onlusten en gefchillen , die tusfchen meergem. Heeren Staaten van Gelderland en de gevlugte Ingezetenen der Steden Hattem en Elburg, zo ongelukkig fubfifieeren , uit den weg te ruimen, en de rust en harmonie in die Provincie te herflellen. — Het is ook waar , dat gem. Heeren Staten van Gelderland, Onze Mitfives, op het voorfz. fubjecf, aan hoogstdezelven geaddresfeerd , hebben beantwoord op eene wyze, waar op Wy thans, geen refleétien, die de aart der zaake anders rykelyk aan de hand zoude geven, zullen maken; mitsgaders, dat hoogstdezelven de Ordres door Ons aan de Militie op XXXV. deel, M On.  378 oct. ZAAKEN VAN ij/9% Onze Repartitie ftaande, tot vermyding van bet plengen van Burgerbloed, en de beveiliging van Onze eigene Provincie gegeven hebben in een zodaanig verkeerd dagligt hebben getragt te (lellen , dat het zelve met Ons oogmerk in geenen deele kon werden overeengebragt. * Maar, Edele Mog. Heeren, Wy hebben geene intentie altoos, om over deeze verkeerde op vattingen, met hoogstcemelde Heeren Staaten van Gelderland m eenige discusfien te treden; even weinig als Wv als een object van Mediatie zouden kunnen admitteeren, het Recht dat Wy oordeelen Onze Souveraine Provincie, zo wel als alle Onze Bondgenoten, te competeeren over de Troupes , op Onze en hoogstderzelver refpective Repartitien ftaande , en door hoogstdezelven refpeétivelyk betaald werdende: gelyk mede niet het Recht, om dezelve te reclameeren , zo dikwils Wy dezelve Troupes tot de beveiliging van Onze eigene Provincie, oordeelen van node te hebben: — Een oordeel, het welk, zekerlyk, aan niemand anders, als aan iedere Souveraine Provincie alleen, kan competeeren; en waar van Wy, dan ook, aan niemand anders begrypen eenige verantwoording verfchuldigd te zyn. Wy hebben, derhalve, den inhoud der voorfz. Brieven van de Heeren Staaten van Gelderland, alhier met geen ander oogmerk , aangeroerd, ais om Uw Edele Mog. te overtuigen, dat deeze Briefwisfeling, door Uw Edele Mog. niet met derzelver gewoone ac curatesfe geëxamineerd moet zyn geweest; om dat anders , daar inne geen ftoffe voor Uw Edele Mog. konde zyn gevonden, om. zo als Uw Edele Mog. gelieven te zeggen, zig te allarmeeren , en het ergfte van het lieve Vaderland te vreezen ; en dat wel uit hoofde van ter zaake , en aan Ons volftrekt onbe■u i„ z,„„„„„„«.,/„ nvinttm en eelchillen . die  öct. STAAT EN OORLOG. i?8ö. ift tusfchen Ons en de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht gereezen zouden zyn. — Wy moeten , derhalve, herhalen, dat het Ons ten hoogden aangenaam zal zyn, by aldien Uw ISdele Mog. in plaats van het aanbod van de voorfz. gantsch onnodige Mediatie, integendeel, met Ons zullen gelieven te concurreeren, met hoogstderzelver goede Ofiicien aan te wenden, ten einde de onlusten en gefchillen in Gelderland , alwaar dezelve wexendlyk plaats hebben , een einde te doen nemen. . Dit dog, begrypen Wy , zal voldoen aan de verpligting, die op Ons, en op alle Bondgenoten rust. — De zaake der Steden Hattem en Elburg heeft een al te groot eclat , in deeze Republiek gemaakt, om zig niét verpligt te oordeelen, als Bondgenoten alle middelen in het werk te fteden, om de rust en eendragt in de gem. Provincie, tusfchen hooggem. Heeren"Staaten, en de Ingezetenen der Steden Hattem en El. burg te herflellen. — En het zal Ons, derhalve, tot het grootfte genoegen ftreKken, eene gunflige dispofitie daar toe van Uw Edele Mog te mogen vernemen. Waar mede &c. CCIII, Misfive der Regeerders van Amersfoort aan de Staaten van Holland, over hun regt als Medelid der Souvereine Regeering van Utrecht , * en verzoek om hun Edele Groot Mog. tusfchenkomst tot handhaving van hun regt, en de redding j der Provincie van Utrecht. Itt dato 23 Ocl. 1786. édele groot mogende heeren i Wy vinden ons in de treurige noodzakelykheid gebragt, om onze gegronde klagten aan U M a gS.  i8o oct. ZAAKEN VAN 1786. Fd Groot Mog. voor te dragen, en van dezelve die hulpe en befcherminge te komen verzoeken welke de Provinciën en particuliere Steden, leden van de önie van Utrecht zynde, «ch onderling S plechtig toegezegd hebben ; en wel mtórukkelyk in gevallen, daar dezelve Steden of Leden quajtie netten anderen hebbende nopende haarlieder Je„, beide de Partyenzich met langer aan ^'f'™ fen fubmitteeren, Eene toezeggmge die zo zeker de crondüag van dit verbond uitmaakt , dat de Ke nubfiek haar ganfche oogmerk en beftaan met de ^rwaarlozinae daar van loude misfen, gemerkt de IwaTkere Sen hier in alleen die beveiliging van Welver Burgerlyke Rechten en Vryheid kunnen fn^n we-ke zy anders verplicht zouden zyn geïSt by e«e andere, daar Toe geichikte macht te Sn. Beloften derhalven , welker ver vu llinge Wv vertrouwen als Medeleden van dit BondgeStfchap ,met het volkomenfte recht te mogen f^rneeren in het geval waarin wy ons bevinden, daar onzrirechtilheden allerduidelykst gefchonZ en onze gemeenfchappelyke bezittingen zells fewèld aangedaln worden door zulken, d.e, wel Se van zich aan het recht te fubmitteeren zich tïs zo verre emanciperen van zelfs de hoogfte Rechtbank dezer Provincie, zo als die Staatsgewy- ZeHVet ï^aVtJ Mog. niet onbekend ZVn da men zederd eenigen tyd heeft kunnen goedvinden door Misfives, P"bllcat!en^Inf^"en fn Addresfen, of op den naam van de Vroedfdiap, «f van de Burgery der Stad Utrecht , opentlyk af ?e eeven en emulgeren, dat dezelve Stad alleen was Siaakende het derde Lid van de Staten dezer PvnvE' ons en de Heeren Regeerders der Stad Rhen"" alzo fugillerende, als of Wy en gemelde Heeren op eemee Vergaderingen der Heeren Sta[en dézer Provincie, by abfentie der andere wetglyf befch evé Steden, het derde Lid van Staten "gepresteerd hebbende, ons eenig onwett ggezag hadden gearrogeerd: niettegenllaande allerno.  OCT. STAAT EN OORLOG. 1786. 181 toirst is, dat het derde Lid van de Staten dezer Provincie reeds van dien tyd af dat de drie Leden eenig aandeel in de Regeeringe der Provincie hebben bekomen , niet door de Stad Utrecht alleen, maar door dezelve benevens de Steden Amersfoort en Rhenen gereprefenteerd , en dat aandeel aan dezelve gezamenilyk opgedragen is ; gelyk ook van voor de oprichtinge der Republiek de Steden dezer Provincie tot alle de Vergaderingen der Staten zonder eenige interruptie, tot op heden toe, fteeds befchreven zyn om aldaar te helpen delibereeren en refolveeren, en ook daartoe gewoon zyn aldaar te compareeren: met dien verftande nogthans, dat by abfentie van eenige derzelver Steden, de Vergaderingen der Staten echter voor compleet moeten worden gehouden , wanneer de Steden en Leden behoorlyk zyn befchreven, gelyk dit nog onlangs, en wel op den 5 July jongstleden , wanneer wy meenden, om eene wettige reden ons van der Staten Vergaderinge te moeten abfenteren, by de Heeren Staten, en in het Lid der Steden mede by de Stad Utrecht begrepen is. Zo als wy dan ook het genoegen hebben te ondervinden , dat U Edele Groot Mog. niet en heb. ben gedifficulteert in de erkentenis van de wettigheid der Vergaderingen van de Heeren Staaten alhier gehouden, niettegenftaande men op naam van de Vroedfchap der Stad Utrecht, en van de Magiftraat der Stad Wyk die Vergaderingen , tegen waarheid en beter weeten aan , als enkel uit de voorftemmende Leden beftaande, heeft willen, doen voorkomen. En fchoon dit zo zeer tegen de waare forme van onze Regeeringe ftrydende fustenu in dezen wordt gedreven door zulken, welker geadfcribeerde qualiteit nimmer wettelyk is erkend, oordeelen wy ech» ter onze klagten hier over voor U Edele Groot Mog. niet te mogen verbergen; eensdeels om dat wy niet en zouden fchynen het zelve door ons ftilzwygen te avoueren; anderdeels omdat U Ed. Gr. Mog. op eene Vriendnabuurlyke wyze de Mediatie M 3 van  l8a oct. ZAAKEN VAN 178&. van eenige thands zwevende gefchillen binnen deze Provincie wel hebben gelieven op zich te neemen en wy zederd lange in verfcheide deelen yan het recht, aan ons als medeleden van het derde Lid der Staten dezer Provincie, in alles op eenCn gelvken voet , als aan de Stad Utrecht competerende, zyn verkort: gelyk wy dit ons recht nog onlangs by eene ampele Ueduftie ter Staten Vergadering hebben betoogd, en de vryheid neemen een exemplaar daar van aan U Edele Uroot Mog. toe te zenden, ons tnt dezelve, en het daar by gedaane declaratoir ten dezen opzichte refereerende, in het billyke vertrouwen van in deze onze rechten door U Edele Groot Mog. op eene Bondgenootfchappelyke wyze herfteld en gemaintineerd te zullen worden. En wei te meer daar ongelukkig door het opwerpen en doordringen, van verfcheide vreemde , en met den aart van alle geregelde Burgermaatfchappyen zo wel als met de waare conltitutie onzer Provincie ftrydende begrippen, de zaaken tot die uiterftens worden gebragt , dat het Oppergezag, zender het welke toch geene Maatfchappy kan be. ftaan, van zyne kragt en werkinge wordt beroofd, zo dat wy te vergeefsch aldaar thands maintien in onze rechten zouden zoeken. Vooral daar wy nu ook nog moeten ondervinden, dat men op deeze onwettige onderftelliogen even onwettige feitelykheeden grondt, die voor alles wat ons dierbaar zyn moet, en waartoe de Burgermaatfchappyen alleen verkieslyk zyn, het leven naainIvk de Perfoneele Vryheid, en de Bezittingen der Ingezeetenen van de Provintie in het gemeen, en van deeze Stad in het byzonder, van het verfte uitzicht zyn, Wy bedoelen hier de reeds geallegeerde Violatien van de hoogfte Rechtbank deezer Provincie, onlangs op zulke eene fchreeuwende wyze gepleegd, daar iemand quafi op den naam van de Stad Utrecht, als het derde Lid van de Staaten, zich via fadli, zoo als de eigen woorden van eene zogenaamde Vroed. *">• — fchaps  -öct. STAAT EN OORLOG. 17S6. 183 fchaps Refolutie medébragten , in dezelve gedrongen, en een plaats aldaar met geweld geoccupeerd heeft, zonder daar toe ooit de vereischte Commisfie by de Heeren Staaten, verzogt en geobtineerd, ofte den vastgeftelden eed in derzelver handen afgelegt te hebben , gelyk die gebeurtenis by de Heeren Staten deezer Provintie ter kennisfe van U Edele Groot Mog. is gebragt; en waar door dan die Rechtbank , aan dewelke in diervoege als die was ingericht, met onze toe-,en medeftemminge , niet alleen de Ingezeetenen van het platte Land, maar ook in verfcheide gevallen die van onze Stad, en van de andere Steden deezer .Provintie, zyn onderworpen , onbevoegd en de loop der Juftitie in zo verre geftremd is geworden; alzoo wy ook nimme zouden kunnen of mógen gedoogen, dat het lot van onze Burgeren, aan de meede beflisfinge van een particulier, die zich dus willekeurig als Réchter komt op te werpen, overgelaten wierd , even als ook alle Ingezeetenen de vonnisfen, welke zulk eene orrgcqualificeerde hadde helpen vellen, te rechte zoude mogen wfaaken , waar uit niets anders dan onveiligheid voor ieders perfoon, onzekerheid voor zyne bezittingen, en verwarringe van rondsomme moet worden gebooren. Dan, Edele Groot Mog. Heeren! onze rechtmatige klagten zyn niet bepaald tot zulke verongelykingen, waar van wy ons de fchadelyke gevolgen, alleen nog maar in het fchromelyke vooruitzigt behoeven voor te ftellen: neen maar wy ondervinden die reeds dadelyk, daar onze gemeenfchappelyke hezittingen en rechten niet meer veilig zyn, maar wy daar in met geweld worden aangevallen , zonder daar tegen door het Recht te kunnen worden befchermd. Want zoo heeft men kunnen goedvinden binnen Utrecht, na afzettinge van de wettige Regenten, de penningen der Provintie in beflag te neemen, en door geweldige middelen, geenzints door eenige rechtspleegingen, te verhinderen, dat die tot zulke eindens worden ^gebruikt, waar toe onze Burgers M 4 en  i84 oct. ZAAKEN VAN 1786. en Ingezetenen, nevens anderen die hebben gefurneerd j al waare het ook, dat zy , die deeze geweldadige handelinge hebben ondernomen, konden worden geconfidereerd als de wettige Vroedfchap der Stad Utrecht, zullen U Edele Groot Mogende nogthands, vertrouwen wy, met ons conveniëren, dat die even zo min gerechtigd zoude zyn, om te beletten dat de publieke penningen tot de gedestilleerde oogmerken wierden aangewend , als eenige meede Hemmende Stad in eene der andere Provintien , gdyk dan ook hier in geene verandering zoude kunnen maaken, al ware het fchoon dat de Stad Utrecht door zoo veele fources uit het gantfche Ligchaam der Provincie verrykt, konde be. -ekeneni het geen wy nogthans vertrouwen verre van daar te zyn, dat zy de helfte van alle de mkomlVm der Provintie kwame te rurnseren: terwyl tog onbetwistbaar is, dat voornaandyk ook deeze Stad , als alle de lasten op eenen egalen voet met de Stad Utrecht draagende, daar toe eene zeer merkelyke fomme contruibueerd, en nocit begreepen is dat het Staatsrecht van deeze of andere Provintien , mede brengt dat een Stad of gewest in Haat zynde om vyf of zes maal meer dan een andere te Conrribueeren , daarom over haar of over de aleemeene Schatkist het bellier aan zich trekken, of die geweldadig in beflag neemen zoude mogen: als door welk een begrip en daar op gefun. deerde bedryven niet alleen de Provincie, maar ook zelfs de gaiil'che Republiek notoir zoude moeten vervallen , gemerkt deeze Provintie in de voldoeninge haarer verpligtinge aan het Bondgenootfchap zoveel haare Contingenten aangaat, hier door reeds word geftremd. ja heett men dit geweld op de gemeenichappe]yke eigendommen mede uitgeltrekt tot het beflaan der Provinciaale Papieren, onder prsetext als of der Heeren Staaten Vergadering niet alhier hadde mogen worden belegd, niettegenftaande dit nergens door eene Wet of overeenkomst verboden is, maar het van zelve fpreekt en zoo veele voorbeelden lee-  oct» STAAT EN OORLOG. 1786. 185 leeren, dat die Vergaderinge aan geen vaste plaats binnen de Provintie is verbonden- Men heefc de bewaarplaats der getveeren opengebrooken, en daar uit de geweeren voor de Gemeene Penningen aangefchaft, tegen wil en dank van die geene welke de bewaring daar van was toebetrouwd , weggenomen; en zelfs by eene zeer honende lnfinua. tie aan een Lid onzer Regeeriog» op naam van de Burgery der Stad Utrecht, violente bedreigingen gedaan, indien hy op de Vergaderinge der Heeren Ordinaris Gedeputeerde Staten, wegens onze Stad Gecommitteerd , zig niet en geliefde te voegen naar het geene . men goedvond hem daar by voor te fchryven; gelyk men niet min Despotieke bevelen en fterke bedreigingen aan bediendens van de Provintie afgegeven en gedaan heeft, dezelve belettende de plichten van derzelver Officie te betrachten, zo veel men oordeelde dezelve feitelyk in bedwang te kuDnen houden ; geweldadigheden , ftremmingen en fchendingen van rechten , die volftrekr alle goede order den bodem inflaan, en het Recht van den iterktten alleen zoude doen gelden! Die wy gevolglyk met geen mogelykheid by aanhoudenheid kunnen of mogen gedoogen, dan waar tegen wy in de onvermydelyke verpiigtinge zyn om ten fboedigfte die hulpe en bafcherming van U Edele Groot Mog. te verzoeken, welke wy meenen uit kragie van het 'Bondgenootfchap van Hoogstdezelve te mogen verwagten, daar wy alle die banden welke de Burgermaatfchappy kan verëenigd houden in deze Provincie , meer en meer willekeurig zien verbrecken, en onze Ingezeetenen tegen zodanige feitelykheden , zonder eene genoeg vermogende Befcherminge niet en kunnen worden gelaten , dan met dezelve in dac opzigt aan de verderfelykfte gevolgen te exponeeren. Wy eindigen dus met te mfteren, dat C Edele Groot Mog. toch niet gelieven te verwylen in ons derzelver Bondgenootfchappelyke Officien op eene Conftitutioneele wyze te prffifteren , en ons by onze Rechten te maintineeren, maar ten fpoedigllen te M 5 co-  ï86 oct. MAAKEN VAN 1786. coöpereeren, om deeze Provintie uit een al te onveSdelyk verderf te redden, waar.toe wy verSpin dat eene niet uitgeftelde praeftatie der VriendKimdvke aangenoome bemiddeling of veel eer derzeC veelvermogende induétien , ten opzigte vande bewerkers van zo veele ongeregeldheden, ITa een Vrugtbaare en gewenschte uitwerkinge zyn ïnflHgn hier meede, Edele Groot Mogende Heeren! ü 1 Édele G^Mog. beveelende in de Befcherminge des Allerhoogften, blyven wy (Onder ftond,) U Edele Groot Mogende Dienstwilligen, De Regeerders der Stad Amersfoort. (Laager ftond ) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) Amersfoort jan both hendriksen. den 23 Oef. 1786. CCIV. Misfive van Gecommitteerde Raaden aan de Staaten van Holland, met een Memorie en Rapport van den Collonel van Jer Capellsn, nopens de Guardes du Corps. Jngebragt in dato 25 OSb. 1786. Ontken een Misfive van de Heeren GecomnmiSe Raaden, gefcbreeven alhier in den Uage den ?3 deezer, waar by ter kenms van hun  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 18? Ed. Groot Mog brengen , een Memorie èn Rapport van den Collonel van der Capellen , tot voldoening aan hun Edele Groot Mog, Refolutie van den 19 dezer', nopens zyne verrigtingen en ontmoetingen hy het communiceeren van gemelde Refolutie aan het Esquadron Guardes du Corps, en het verder daar by gevorderde , waar op hunne confideratien en advis zoo fpoedig doenlyk zouden fuppediteeren, volgende dezelve Misfive en Bylage hier na geinfereert. Fiat Infertio, Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylage zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot. Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne , met de Heeren Gecommitteerde Raaden en de Vergadering daar op geöiend van derzelver confideratien en advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen , als mede de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zich in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Accordeert met de voorfz. Refolutie. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN S De Colonel van der Capellen ons ter voldoening aan Ü Edele Groot Mog. Refolutie van den 19 dezer hebbende overgegeeven een Memorie en Rapport, nopens deszelfs verrigtingen en ontmoetingen by hec communiceeren van welgemelde Refolutie aan het Esquadron Guardes du Corps, met byvoeging van de Reglementen en andere dispofitien het gemelde Esquadron in het byzonder betreffende, welke ingevolge van de voorfe.  ite oct. ZAAKEN VAN 1786. voorfz. U Edele Groot Mog. Refolutie ons moesten worden toegezonden ; hebben wy gemeend dezelve Memorie en Rapport aan TJ Edele Groot Mog. te moeten laaten toekoomen , gelyk wy de eere hebben te doen ' by deeze, terwyl wy niet zullen nalaaten U Edele Groot Mog. ter voldoening aan dezelve Refolutie onze confideratien en advis zoo fpoedig doenlyk te fuppediteeren, omtrent de voorfz. Reglementen, welke wy ten dien einde hebben gefteld in handen van de Heeren onze Commisfarisfen tot de Militaire zaaken. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almagtig bidden , ü Edele Groot Mogende te willen houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven in den Hage den 23 Oétober 178Ó. (Onder ftond,) TJ Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven, (Was geteekent,) a. j. r0yer. Ede-  ocx. STAAT EN OORLOG. 1786. .189 Edele Mogende Heeren Gecommit. teerde Kaaien yan hunne Edele Groot Mog de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Het is ingevolge de Refolutie van hun Edele Groot Mog. van den jo deezer maand Oétober, by welke den Ondergeteekenden als commandeerenden Officier van het Esquadron Gu. ardes du Corps gelast word, om een exact en precies fchriftelyk Rapport aan Uwe Edele Mog. te doen van des Ondergeteekendens verrigtingen en ontmoetingen, by het communiceeren van welgemelde Refolutie, by welke den Eed, zoo door de Officieren als Gemeenen van het Esquadron Guardes du Corps, aan Zyne Hoogheid gedaan, geannulleert en gecasfeert word , en dat de Officieren en Gemeenen van het voorfz. Corps , die denzelven Eed hebben gepraefteert daar van ontflagen worden ; als meede dat de ordre van U Edele Mog. van den 5 September 1786 relatief tot het Commando over de Troupes die in den Haag Guarnifoen houden .punctueel en zonder eeni. ge referve of limitatie door het Esquadron Guardes du Corps moet agtervolgt worden , met verdere ordre > aan den commandeerenden Officier, om aan ieder Officier en Gemeenen hoofd voor hoofd af te vragen, welke dienaangaande derzelver meeningen en begrippen zyn , en om die geenen die eenige zwarigheid zouden mogen maken , te houden voor gelicentieert, dat den Ondergeteekende direct aan bovengemelde Refolutie van hun Edele Groot Mog, heeft voldaan, met dien ge vol. ge,  joo oct. ZAAKEN VAN 1?86. ge, dat eenige weinige Officieren, en Onder-Gfficieren en Guardes du Corps geene de minfte zwarigheid hebben g»maakt om zig dirett aan den inhoud van welgemelde Refolutie volledig te onderwerpen, dat vervolgens een groot aantal declareerden zig aan die Reiolutie te zullen onderwerpen , mits dat zy Guardes du Corps bleeven , geen anderen dienst van hun gevergt wierd als die geenen, die tot ous verre gedaan wes , en die relatief was tot de bewaring en bewaaking van den Perfoon van Zyne Hoogheid, met begeerte dat by aldien eenen anderen dienst van hun gevergtwierd, zy dadelyk hunne demisfie zouden kunnen bekomen, van welk begrip dezelve terug zyn gekomen by eene nadere en nadrukkelyke voorleezing van den zoo pofitiven inhoud van welgemelde Refolutie , met te declarearen zig aan de ordre van den 5 September te fubmitteeren, met byvoeging van de meeste Guardes du Corps zy zouden volgen overal waar ' in hunne Officieren hun voorgingen , in vertrouwen dat niets van hun gevergt zoude worden dat niet overeenkwam met den dienst en aart van hunne post als Lyfwagt: twee Guardes du Corps , Gungrich en Rofeveldt genaamt, zyn blyven volharden met zig niet te willen onderwerpen aan de beveelen van Uwe Edele Mog., dewelke den Ondergeteekenden derhalven dadelyk heeft gelicentieert. En in opzigte van de Abfenten en Zieken, zoo wel Omeieren , Onder-Officieren als Guardes du Corps, heeft den Ondergetekende directe aanfctiryvinge gedaan , om zig fchriftelyk te moeten  een STAAT EN OORLOG. t7%6. 191 declareeren , waar van den Onderge» teekenden, zoo dra mogelyk, aan Uw Edele Mog. rapport zal doen. _/ Den Ondergeteekenden vertrouwt dat deszelfs gedrag, in deezen gehouden, door hun Edele Groot Mog. zal goed gekeurt worden , byzonder om zeer veele van die geene, die tot het Esquadron Guardes du Corps behooren , van derzelver erroneufe begrip, pen te doen te rug komen, en dus niet te zyn overgegaan tot eene da. delyke verdere licentiatie, maar geoordeeld heeft by deezen aan Uw Ed. Mog. eene precife opgave van deszelfs ontmoetingen te moeten doen, en, des noods, nadere ordres te gemoet te zien. Het zy by deeze geleegentheid aan den Ondergeteekenden gepermitteert aan Uw Edele Mog. te vragen , of het niet geeven of accordeeren van Paspoorten in den ftrikften zin by het Esquadron Guardes du Corps moet in agt genomen worden, vermits by dat Corps de manqueerende Manfchappen terftond kunnen geremplaceert worden. En om wyders aan die zelfde Re. folutie van hun Edele Groot Mogende van den 19 deezer te voldoen , waar by den Ondergeteekenden gelast word om aan Uw Edele Mog. te exhibeeren alle zodanige Ordres, Reglementen of andere dispofuien, die particulier het Esquadron Guardes du Corps concerneeren, zo heeft de Ondergeteekende de eer hier by te voegen het Reglement voor *t Esquadron Guardes du Corps, als mede een Extract uit L dat zelve Reglement, by welke laatfte tel.  jfla oct. ZAAKEN VAN 1786. telkens de veranderingen en ampliatien van Ordres, zoo ver het de Gemeene Guardes du Corps in het byzonder betrof, gevoegt zyn; dog omtrent den inhoud van welk Reglement zelve, den Ondergeteekenden moet remarqueeren, dat veele Articulen zodanige veranderingen hebben ondergaan, als de generaale Reglementen door Zyne Hoogheid gegeeven, of dat voor de Cavallerie, of dat voor het Guarnifoen van den Haag, op het Esquadron Guardes du Corps hebben kunnen applicable gemaakt, en by het zelve in gebruik gebragt worden; kunnende den Ondergeteekende niet penetreeren , dat onder dëeze exhibitie aan U Edele Mog., begreepen zoude zvn, veele andere papieren die onder den Ondergeteekende zyn berustende, en die tot de conftitutie van het Corps weinig relatief zyn. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (Was geteekent,) a, P. VAN DER CAPELLEN, Commandeerende Officier van het Esquadron Guardes du Corps. CCV.  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 193 CCV. Propofttie van Gedeputeerden van Amflerdam , aan hun Edele Groot Mogende ten einde ook by de Stad Utrecht de Mediatie der Bondgenooten worde aangenoomen, enz, In dato 25 OSt, 1786. De Heeren Gedeputeerdens der Stad Amfterdam, hebben op expresfe last van de Heeren hunne Pnnc.paalen ter Vergadering voorgedragen, dat bw...wUl. uvcicu nuuiic rnncipaaien, gevoelig aangedaan over het akelige, dat 'er zig voor elk waar Vaderlander in de befchouwing van de tegenswoordige omftandigheeden van zaaken opdoet ; het zv men den aandagt vestige op de kwyning der Fabncquen; op het verloop van den Koophandel: op de drukking van 'sLands Financieweezen; op de naar de gedagten van hunne Heeren Principaaieo! maar al te gegronde vrees, dat, gelyk de Eendracht deeze Republicq van zeer geringe be«'nzelen heeft groot gemaakt , het noodlottig ogenblik voor de deur Haat, dat Tweedracht , welke haar reeds tot aan den Oever van haaren ondergang heeft gebragt, haar in dezelve zal neederftorten; —— Dat oude en nieuwe gefchiedenisfen die bedugting bevestigen. 0 ° Dat dus de plicht van een ieder, Hy zy Burger ot kegent, die het hart wel geplaatst heeft, en het belang van het dierbaar Vaderland op den rechten prys weet te Hellen , zonder onderfcheid , welke gevoelens Hy op deeze of geene Poincten ook moge weezen toegedaan, vordert, om te verlangen en elk 111 zynen kringvalles toe te brengen, dat -eens eindelyk de Tweedracht , of nog liever het ongelukkig wantrouwen , waar aan zy haare afichuwelyke geboorte verfchuldigt is , werde verbannen , en plaats maake voor eene aangenaame kalmte en rust. Dat de Heeren hunne Principaalen ongepast oorvy"vw1s nu te treeden in eene discusfie van de A.XXV. DEEL. W  m oct. ZAAKEN VAN 1786. «««lenen van dit wantrouwen, en de daar uit gefp 00 en allerjterderfelykfte Tweedracht .welke by. zonder in twee nabuurige Provinciën, Gelderland ln Tl recht tot zoo een hoogte zyn ge teegen, SS er! d n een SurgerKryg hadden doen vreezen rSteeien deeze Provincie zelve gemeend had, ^a^e moeten wapenen, welke, hoe onzeker de Sffla* daar van ook zy , zeekerlyk de totale ondèrga^ng van het lieve" Vaderland naar zig zouden fleüaf de Heeren hunne Principaalen geoordeeld hadden in deeze critique omftandigheden van de ReoublicQ niet te mogenStilzitten, byzonder, wanneer zv\S te binnen bragten hunne verpl.gtmg ofn en betrekking op de goede Burgery hunner Stad welke in de? Bloei der Commercie zoo; merkelvkS geconcerneerd, en welker fchnkkelyk verva of leheele ondergang met kan worden vooreekoomen! zoo niet de kragtdadigfte mkidelen worKfin het'werk geftelt, om de Republicq weeder zoodanigen trap van voorfpoed te geven , waar voor zy vatbaar is , het welk zonder herftel der ^L'ïoT™*™** ^ wdat eens alle de verfchillen wierden uit den weg gemunt, en ten ïnoegen , zoo veel mogelyk, der daar in ge. roncerneerde Partyen getermineerd. Dat de Heeren hunne Principaalen geoordeeld hadden , dat die verfchillen of betrekkelyk waren fot het geen in de refoeétive Provinciën zelve plaats Sd , of tot het geen exteert tusfchen de hooge Bondgenooten en ter Vergadering van de GeneraUteu f by welke (blykens de meer dan eens zoo  oct. STAAT EN OORLOG 1786, 195 door de Staaten van andere Provinciën , als van Holland zelve gedaane klachten) de harmonie en het vertrouwen zeer aan het wankelen waren. Dat tot het vereffenen van alle dezelve, naar de gedachten van hunne Heeren Principaalen, niets anders overbleef, dan eene Commisfie , welke de asfopiane en mediatie derzelve wel op zig zoude willen neemen. Dat met opzigt tot de verfchillen in de Provinciën , zy haar aandacht in de eerfte plaats op de Provincie Utrecht hadden gevestigd, alzoo de zaaken aldaar tot eene volflaagen Regearingloosheid waren vervallen , daar de Staaten de Stads Regeering en deeze weeder de Staaten niet als wettig erkenden; doch dat, voor zoo ver de mediatie, door de Staaten verzogt, door de refpecfive Bondgenooten reeds was aangenomen , die zaak reeds een gelukkig begin heeft genoomen , doch dat tot verdere voortzetting derzelve nog deeze en geene zaaken wierden verèischt: als het aanneeraen deezer mediatie ook door de Stad; het ftellen der Stad ïn zoodanig een ftaat, dat dezelve tot vrye delibe» ratien gefchikt was; en het wegneemen van alles het geen de toegang der Stad voor de Staats.Ledeiï onmogelyk of onveilig maakte; en eindelyk het benoemen der Leden toe die Commisfie. Dat met opzicht tot de Provincie Gelderland zie wel eene grotere zwaarigheid opdeed, daar dezelve de aangeboodene mediatie als voor welke quafi geerie termen waren, heeft gedeclineerd; dan dat de dehberatien oP de Misfive van de Heeren Staaten van Overyski van 14 September, waar by zy Copie overzenden van hunne aan Gelderland gefchreevene Brief tot nader aanbod van mediatie en de concurrentie van hun Edele Groot Mog, is commiV lonaal gemaakt , eehe gevoegelyke aanleiding tot eene nadere aanbieding zoude uitieeveren, als meede, om ook daar toe de overige Bondgenooten te verzoeken. Dat met opzigt tot de gefchillen tusfchen de re* fpecttve Bondgenooten, het aan hunne Principaalen ' N a wil  vfi oct. ZAAKEN VAN 1786. „* „nnrpekomen, dat dezelve niet anders zouden f ;erS uit den weg geruimd, dan door £Soemen van eenige Leden uit de ref^ve KrS'dKoe'de'ÏSEÏ^. middelen tebeSamen, en daar van aan hunne committenten Rap. ^DafeSr, voor zoo verre daar in eenige fchikkingen deeze Provincie raakende, mogten weezen ïeconc'erneerd, het voor dezelve m het geheel met lenaden zoud'e weezen, om toe te laaten , dat zoogeraauen zouu intrinfique zaaken der- ^Tkwaïme e bemoeven, daar deeze Provincie akoos dfs t gen ïuit^nlandfche Mogendheeden, te recht heeft ftaande gehouden , dat de Domelhnue belch.kkingen aan haar in het byzonder moes?en worden gelaaten, en geenzins een objecTt van üeïib^ratien van hun Hoog Mogende of van de Bondgenooten konden uitleeveren; maar dat het, om al- fe aanzoek daar toe **W">™^nJ^£ zoude zvn , om in ons zeiven middelen te beraamen ! waar door alle differenten over de bornca . der uitvoerende magt zoo van den Stadhouder, als CaP ïinSeraal en Admiraal, eens voor al wierden uit den weg geruimd, door dezelve behoorlyk te onderzoeken , en omtrent de waarneeming dier Bedieningen en Plichten en Prffiëmmentien , daar aan vèrknogt , zodanige Plans en Inftruüien te concerteeïen, als met de Hoogheid van de SouvqïSeiten confervatie van 's Lands en der Ingezeetenen voorregten en vryheeden , en met het algemene welzyn van den Lande meest overeenkomftig zoude geoordeeld worden , en het zelve vervolgens meede aan hunne committenten voor te ^Dar^de Heeren hunne Principaalen hun Heeren Gedeputeerdens , om alle voorfchreeve reeoenen , gelast hadden ter Vergadering van Holland te profoneeren, en ten allernadrukkelykfte te infteeren: P Voor terst , dat met opzigt tot de zaaken van Utrecht , hun Edele Groot Mog. op de convenabel-  oct. STAAT EN OORLOG. i786, i97 fte wyze tragten te effectueeren , dat ook van de zyde der Stad de mediatie der Bondgenooten wierd aangenoomen. _ Dat de fituatie der Stad Utrecht zoodaanig wierde ïngengt, dat dezelve tot vrye deliberatien gefchikt bevonden werde. En dat aan de Leden van Staat en anderen vrv Acces tot een Reces uit de Stad werde bezorgd en dat daar toe de nodige middelen werden daar' gefield- en dat vervolgens, hoe eerder zoo beeter eenige Leden , zoo uit de refpeétive Regeerman van Holland, als uit die van de andere Provinciën tot die Commisfie werden benoemd. Dat zy Heeren al verder gelast waren te infieeren, dat het gedecerneerde Befogne op de Misfive der Staaten van Overysfel van 14 September* ten lpoedtgfie werde gehouden, en dat zy Heeren gelast waren , het daar heen te dirigeeren, dat de Scaaten van Gelderland ten kragtigiten werden ge. exhorteerd , om de door de Staaten van Overysfel nader aangeboodene mediatie te accepteeren, met byvoeging , dat hun Edele Groot Mog. altoos dezelve Vaderlandlievende gevoelens blyvende koesteren, als nog bereid zyn, haar. aanbod tot mediatie met en beneevens de anderé Bondgenooten te prefteeren. Dat zy, al verder, ingevolge hunnen last moesten proponeeren , om eene Commisfie te decerneeren van eenige Leden uit de refpeótive Bondgenooten, door hun zeiven te benoemen; ten einde alle gepaste middelen te beraamen tot herftel van de rust en het vertrouwen tusfchen de hooge Bondgenooten zelve, met verder verzoek, om daar van aan hunne Committenten rapport te doen. Eindelyk, dat, om alle aanzoek van anderen, om zig met de Huishoudelyke befchikkingen deezer Provincie te bemoeyen, af te fnyden, een Commisfie van eenige Leden van de Regeering deezer Provincie behoorde te worden gedecerneerd , om behoorlyk. te onderzoeken, de bomes van de uitvoerende magt, zoo van den Stadhouder, als CapiteinN 3 Ge-  I9S ocx. ZAAKEN VAN ^ Generaal en Admiraal J ^t d-=g dier bedieningen , de?S daar aan vetknogt, zoodanige bj.id van de te concerteeren, ^ °f1 ^ vau '1 Lands en der Sonverainken , de cXfnva"eVryheid, en met het Ingezeetenen Voorrechten cdiJJ » overeen. aleemeene welzyn van den lm ^ vpr. Ï3ÏS WSW*r^ »oor » en veritaan, aar. net vu" j Heeren van de ,,1 worden ^ëxammeert doode J ^ M de Ridderfchap en verdere hun hdei ^ fej. d£j Gecommitteerden tot het groo der|elver confiVergadering da?r op gedient indert Copie deratien en advis; en is, dien ^ de Rjd- van hetzelve verzogt door de «e £ ^ derfchap en Edelen om het zelve ^ ^ der te examineereni, ej door oe Hoorn, om , Sop £ veSn dSentïvan d. Heeren hunne Principaalen. Accordeert met voorfz. Provinciën. rrVI Contra-Aanteekening van twaalf SfeCC l' den op de Nader-Aanteekening Van de Ridderfchap van 6 Ofl. op de Refolutie van ^J'P*™1? ten opzigte van Zyn Hoogheid ah CapiLin Generaal deezer Provincie, In dato 36 OSlober 1786, tx, Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht , terdam, <*>"?«hem»JSfJ^J^j hebben, uit maar, Monmkkendam ^ ^^^ere-Aanteeke. kragte hunner referve tegen de fhb  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 199 ning , op naam van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen den 6 Oétober laatstleden in de Registers van hun Edele Groot Mog. geinfereerd, nader doen aanteekenen en infereeren: Dat, hoe zeer de principes en handelwyze van de Heeren van de Ridderfehap, of eigentlyk van de Meerderheid uit dezelven, welke doorgaans by deze aanteekening bedoeld wordt, van tyd tot tyd, in diverle deliberatien van het hoogfte aanbelang aan hun Heeren Gedeputeerden genoegzaam zyn bekend geworden , zy nogthans nimmer zig hadden voorgefteld , dat dezelven het tot dat üiterfte zouden gepousfeerd hebben , om in de Registers van hun Edele Groot Mog. eene houding aan te nemen, als of zy, by de deliberatien over de provifioneele fuspenfie van Zyn Hoogheid , als Capitein-Generaal dezer Provincie , geene de minfte, zelfs geen waarfchynelyke gronden voor zodanige fuspenfie hadden horen bybrengen; daar het tegendeel van dien ten volle móet bekend zyn aan alle de Leden, welke die deliberatien, en fpecisal het Befogne den 16 September laatstleeden op dat refpeét gehouden, hebben bygewoond; zynde by die gelegenheid de gronden van wantrouwen omtrent de directie van Zyn Hoogheid met zoo veel klaarheid en kragt van convictie voorgedragen, dat de Heeren van de Ridderfchap daar voor hebben moeten verftommen , en, niettegenftaande de herhaalde verzoeken , en de allernadrtikkelykfte fom. matien van verfcheidene Leden , zig buiten ftaat gevonden hebben, om iets hoegenaamd tot deftructie of rescontre van de voorgedragene gronden van wantrouwen te allegeeren, maar alles mèt een diep ftilzwygen hebben beantwoord , fchoon hun zelfs toen reeds bet onverantwoordelyke van zulk een ftilzwygen met allen ernst is onder het oog gebragt. Doch dat daarenboven de Refolutie van den 22 Sept. laatstleeden , waar tegen de Heeren van de Ridderfchap nn hunne Aantekening hebben doen infereeren, niet anders genomen is, dan cónfequent aan zodanige vorige Refolutien , tot welker conN 4 - clu-  2co oct. ZAAKEN VAN 1786. ine zv zelfs, zonder eene contradictie, gecon- LrJ Ken. Dat trouwens , uit hoofde Ti oïïte wantrouwen jegens den Capi- fan de ordres vïn den Capitein-Generaal; terwyl tevens door hun Edele Groot Mog. onmiddelyk, 7. rna.ini'icatie of correspondentie met Zyn 25 T t Slks alles gefchied is met con^Süe van de Heeren van de «jft^^g zelfs, dat zy uit het midden van hun Corps PPn Heer benoemd hebben voor het perfoneei Bei, het welk by die zelve Refolutie tot het t>eSmen van de nodige Militaire arrangementen, geSrneerd is , en cok vervolgens de hand hebben feleeSd tot het arrefteeren van verfcheideae uit hec Ie fde principe afgeleide maatregelen , op voorlid van hefgenieïde Befogne van tyd tot tyd beraamd. 7vnde het dus ooven alle tegenfpraak , dat de ïroviöonee e furcheance van Zyn Hoogheids func?^ ,k raoitein.Generaal dezer Provincie^ we ke door d bovïgenotSe Refolutie van 6 September eb ntlvk hare eerlte exiftentie bekomen heeft, met kewÏligino van de Heeren van de Riddersch pïearrefteerd; gelyk vervolgens ook diverfe Andere Ordres en fpeciaal die van den 1^ September nopens het overzenden der Mlht«re "PP0' ten , zonder eenige tegenspraak van de RlD- dfpschap vastgeileld en geëmaneerd zyn. Dat dethalven zy Heeren Gedeputeerden aan de poftïritS oUlattï te beoordeelen, wat n»en w  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 201 denken heeft van her prastext van de Heeren van de Ridderfchap, als of zy tos nog toe geene de mmfie bewyzen,ja zelfs waarfchynelyh gemaakte punten van hefchuldiging tegen Zyn Hoogheid zouden vernomen hebben; vermits het, indien dit ovéreenkèöBftig de waarheid ware, dan ook zou moeten vaitftaan, dac zy Heeren van de Ridderfchap, zonder éenio» hun dekende reden, den Capitein - Oeneraal in het bevel over de Militie dezer Provincie, op den' 6 September, hebben helpen fufpendeereiï, , Terwyl aan den anderen kant, voor zoo vefre de Ridderfchap het gewaagd heeft, om by deszelfs "Aanteekening de Leden te fommeeren tot opgave van alle die pointen van befchuldiging tegen Zyn Hoogheid, uit hoofde van welke dezelve de hem aangedaanex behandeling zou hebben gemeriteerd , zy Heeren Gedeputeerden , ter overbodige voldoening aan die fommatie , flegts zouden behoeven te declareeren dat zy zig ten dézen opzigte gefundeerd hebben op die zelvfe gronden en motiven, welke ep den 6 Sept. aan de Heeren van de Ridderfchap zoo folide en convincant zyn voorgekomen, dat zy zelf 'er de kragt van gevoeld, en 'er zig aan onderworpen hebben. ^ Doch dat, offchoon zy Heeren Gedeputeerden zouden kunnen fchynen , hier mede te mo<*en vol ftaan , zy nogtans in geenen deele verkiezen de" gedragingen van de Ridderfchap tot hun rigtfnoer te Rellen, of daar mede hunne apologie by de Na komelingfchap te maken ; maar integendeel bereid" zyn, en des niet fchroomen , om die zelve gronden en motiven , welke te vooren by monde bree. der gededuceerd zyn , als nog rondelyk en klaar voor te draagen , en in deze Registers te vereeuwigen. — Moetende niet te min ten dezen refpec te in het oog gehouden worden, dat het geenzins hunne intentie is , om deze opgave als eene be fchuldiging, zig zHven als Befchuldigers, den Heer Stadhouder als befchuldigden te doen voorkomen en over deze materie een foort van pleitgeding aarï te leggen, het geen de bedoeling fchynt te weeN 5 zen  a02 oct. ZAAKEN VAN i?86. ren van de Heeren van de Ridderfchap, welker Meerderheid een geruimen tyd , in de gewigugfte deubera ien van Staat, eene contemnce heeft gehou ien ' daar uit men fchier zoude moeten opmaken dat zy meer de voorfpraken van den Heer sïïdhouder* en van deszelfs Raadgeevers, dan de Handhavers van de Souvereiniteit begeeren te zyn. fiat w Heeren Gedeputeerden met 'er daad altooa ïewond nebben de adminiftratie eener goede ^iteTpoIicie,zo0 Mak * ^^J^ 'Landen vooral niet minder, dan de Heeren van de Ridderfchap rdie 'er by hunne Aanteekening een zoo, ieaSSS&n ophef van maken) mee yver te Sbbfr voor-eftaan, en zig ook verzekerd houden5e U Z onpartydige Nakomelingfchap in alle £ maatre-eleï; dobt hun Edele Groot Mog. omfen?hunnen S adhouder en Capitein-Generaal genomen , iiet alleen rechtmatigheid en «equiteit, ma»- boven al ook langmoedigheid en moderatie Sonderen zal , niet te min ook thans als eene SwaSaare maxime van Staat vasthouden , en ïTdïeze gelegenheid wel expresfelyk inh*reeren moeten! dat onderwerpen, het beftier van 'sLands ïkencóncerneerende , en in in. het byzonder de Teedenen voor het al of niet continueeren van den Senst van die geenen, die door den Souverein geoordeeld wordt, daar in te moeten worden geinS&ndeerd?niet' wel aan eenig juft eel onderzoek Sn onderworpen worden; maar dat het ter contrr ïfe in alle ïevallen privativelyk van het Departementvan den Souverein is, te beoordeelen, wat tot he - beleid van de gemeene zaak, en tot benoud van den Lande tegen gevaarlyke onderneemingen, ïn het werk behoort te worden gefield. Daop deeze gronden zy Heeren Gedeputeerden zonder van vroegere gevallen te gewagen , maar Sa alleenlyk tot deze laatfte tyden bepalende, ten £hoev van de pariteit , moeten verklaaren ; S de tegenwoordige Heer Stadhouder zig het rechimatig misnoegen en wantrouwen van hun hd. Groó^Mog. en van de ganfche Natie heeft geam-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 203 reerd, door de Militie van den Staat, als tot eenen Vyandelyken aanval met grof Gefchut gemunieerd, tegen Hattem en Elburg aan te voeren, en deeze Steden dadelyk met zoo veel overhaasting als geweld, in weerwil haarer Regecring en Burgery, te doen occupeeren. Dat zy Heeren Gedeputeerden Wel hebben op. gemerkt, dat Zyn Hoogheid zig hier omtrent tracht te verfchoonen, door zig te beroepen op de ordres van de Heeren Staaten van Gelderland; dog dat, behalven het alzins vreemde en onvoldoende van zodanige verfchooning ten opzigte eener Provincie, waarin zyn Hoogheid ter goeder trouw niet ontkennen kan de alleriterkfte influentie op het meerderdeel der Regenten te hebben; daar en boven by Heer Stadhouder, in het uitvoeren van die zo. genaamde ordres onwederfpreekelyk getoond heeft, dat het ook zyn wil en begeerte was, vrye Steden en Burgeryen, die haare Privilegiën en Voorrechten reclameeren en voorftaan, door geweld te bedwingen en tot zwygen te brengen. — Immers dat het voorbedagtelyke eener zodanige ondemeerning niet alleen van achteren ten klaariten. gebleken is uit de voorafgegane buitengewoone verzameling van Troupes in de Provincie Gelderlaud, welke toen reeds alle voorteekenen van een verkeerd opzet opïeeverde, 'maar dat zulks boven dien vooral eene geaverreerde zaak is geworden , na dat hun Edele Grcot Mog. van zyn Koogheid gerequireerd hebben pra> ciefe en openhartige opening van zyn perfoneele denkwyze over de maatregelen tegen de gemelde Steden Hattem en Elburg beraamd; en na dat zyn Hoogheid, in plaats van aan de requifüie van hun Edele Groot Mog. te obedieeren, en een ronde verklaaring deswegens te doen , heeft kunnen befluiten, om, weinig overeenkomttig met het refpeét aan hun Edele Groot Mog. verfchuldigd, in fubftantie te allegeeren, dat hy vry mogt denken, en dat daar omtrent voor hem geen jujlificatie te pas kwam; eri voorts met eenige vague en ongedetermineerde uitdruki kingen zyn fentiment bewimpelde, het gepasfeerde om-  204 oct. ZAAKEN VAN 1786. omtrent Hattem en Elburg tragt gelyk te (lellen met. het gebruik, het welk hun Edele Groot Mog. wel eens van de Militaire magt gemaakt hebben tot bewaring hunner authoriteit in deze Provincie; terwyl noethans een ieder, die onderfcheid weet te maken tusfchen het rechtmatig maintien van de goede order' en tusfchen eene geweldige poging om de rJuraerlvke vryheid te overheerfchen , geconvinceerd moet zyn, dat het beledigende is voor hun Edele Groet Mog., hoogstderzelver maatregelen ter beteugeling van een woest en oproerig , dog door zyn Hoogheid nimmer opzettelyk tegen gegaan, en ten muitten daar door aangemoedigt Graauw , het welk onder den Gruwelkreet van Oranje boven het Land beroert , den Souverein belaagt , en de Perfoonen en Bezittingen der beste Ingezeetenen molefteert, in vergelyking te brengen met die despoticque onderneemingen, welke ftrekken, om de Deur voor biüyke reprsefentatien van 's Lands klagende Ingezetenen toe te muuren , de wettige en eerbiedige Voiksftem , door geweidadige middelen te fmooren, en den weg ter vereffening en bemiddeling van opgerezene gefchillen en oneenigheeden door Militairen dwang af te fnyden. En dat derhalven zyne Hoogheid, wanneer hy de Voor/tanden hunner Vryhcden op den zelfden voet toont te befchouwen, en te willen behandelen als de genen, di" Schuldig zyn aan muitzugt en oproer , even daar door het misnoegen en wantrouwen van vryheidhevende Landzaten verwekt en verdient. Doch dat daar en boven de Heer Stadhouder zig weegens het geweld, niet ter beteugeling van een hoop oproerig Gemeen,maar teegen de Item instaat hebbende Steden Hattem en Elburg gepleegd, en de daaruit ten zynen laste ontftaane foupcons, des te minder by hun Edele Groot Mog. zuiveren kan , daar hy uit hoogstderzelver aaufchryvmg van den 16 Maart en 55 Augustus deezes jaars, volledig ge» informeeid was, dat hun Edeie Groot Mog, dusdaanige maatregulen van geweld improbeerden ,_en daar va* abhorreerden} en dat, des niet te min,  oct. STAAT EN OORLOG. ,786. 205 hy Heer Stadhouder geene poogingen gedaan heefc om de Heeren Staaten van Gelderland van die zo! genaamde ordres te detourneeren ; ja zelfs, dat nog de fuccesfivelyk gefchreevene Misiives, nog de expresfelyk daar toe afgevaardigde Commisfien van de drie Overysfelfche Hoofdlieden by hem eenig het minde effeét gehad hebben, fchoon die fchriftelvke en mondelinge ïnftantien met den ernst en nadruk eener oprechte liefde voor het Vaderland ten fterkften wierden aangedrongen, en gepaard gingen met eene getrouwe voorftelling van' alle die gevolgen . die het pleegen van geweld hebben zou op het hart van de iNatie , en op de rust en veilighdd van de Kepublicq; met byvoegmg inzonderheid fom het pratext van zyn Hoogheids verpiigting als Capi. tein-Generaal weg te neemen) dat zy Heeren Gecommitteerden der drie gemelde Hoofdlieden zvn Hoogheid adieerden in zyn qualiteit als Stadhouder, welke aan hem fuppediteerde de nodige invloed en verpiigting, om de rust van het Vaderland, en de harmonie tusfchen de byzondere Provinciën, Leden en Steden van dien te trachten te conferveeren en te herftellen. Doch dat alle welden- kenden , met zoo veel aandoening als verontwaardiging, hadden moeten zien, dat zyn Hoogheid al te zeer geattacheerd aan het eens gevormd Plan /het welk, blykens ai den toeftel daar toe, niet uit over «ïüfr' ^T, l"f Crn e:?reS 0verleS «efproten wasï onverzettelyk heeft blyven weigeren , om zvne goede Cfhcien , tot afwending van het beraamde geweld te interponeeren , ja zelfs , fchoon 'er in eenig uitftd van weinig tyds 'geen het minde pericul kon geleegen zyn, en'er geen reedenen tot overhaasting konden exüeereri, nogtans tegen de fterkfte ïnttantien aan, volftrekt gerefufeerd heeft, het al. , lerminite retardement te effectueeren, En dat hy dus, door deeze weigering al de verantwoording van de gepleegde violenue wor zw reekening heeft genoomen, en zonder eenig regu ;rd te flaan op de indantien van zulke notabele Staatsleden , neg op het aan hem bekend fentiment en ver-  ao6 oct. ZAAKEN VAN 178& «■rhneen van hun Edele Groot Mog., aan de geï 1- n«tie setoond heeft te prasfereeren het pleebC? van feweld als Capitein-Generaal , boven het faxenden zyner StadEouderlyke Gfficien tot con- ^.°en tTe vlrftefken, en hun Edele Groot Mog. hühen Haat gefield hebben , om juist tn een tydbuiten waai » misbruik van 'sLands S?liri f reeds dadeWk gemaakt wierd, de dispofitie Mihti reeds üaaeiy * . . deezer provlncie T'Je te Sn'in handen van zoodanig iemand, ftaande, te laaten m ndu Mq> ï„d°eP en op de vyh'eeden der Natie zoo weinig gende , en op < 3 Edele Groot Mog. Saf^SPJnffiiSt onverfehiilig te kunnen rVn, integendeel verpligt geweest, tegen den Pe ffi ian den teeeenwoordigen Stadhouder, en desS invloed op de Militie de noodige P«caimen te feernen vooral in een tyd, waarin dezelve, na vS de Provincie Gelderland met een groot gedeeke der Armee van den Staat te hebben opgevuld zig heeft durven emancipeeren, om, opeen Toon'zonder voorbeeld, zyne gevoeligheid aan den daa te leggen nopens de dispoütJe, door hun Edele O-ooi Mog. genomen ten opzigte van het Comm ndo over het Guarnifoen van den Haag; m zoo verre zelfs, dat de Stadhouder , even als ot hy, door een fuperieur gezag, het vermogen hadom Se Souveraine befluiten van hun Edele Groot Mogende te annulleeren, niet fchroomt te verklaaren, da hV de gemelde Refolutie aanmerkt, als of dezelve ten zynen opzichte nooit genomen ware, * bene «kdrukkine, die, wanneer dezelve in al haar energie Sd geëloliceerd , niet dan het hoogfte realen timent van hun Edele Groot Mog. zoude menteeren; vooral na dat de herhaaling derzelve m de M.sljve van zvn Hoogheid aan hun Hoog Mogende van den 10 deezer maand, alle twyffeling, die men anders  ogt* STAAT EN OORLOG. i786. ao7 nopens de meeming daar van zou hebben willen plaats geeven, geheel heeft weggenoomen, wanneer hier door nader is geconftateerd , dat zyn Hoogheid niet uit drift en overyling, maar met een voorbedagt opzet, zig m diervoege heeft geuit. Doch eene uitdrukking ten minften, welke niet heeft kunnen nalaaten te effecfueeren, dai hun Ed" Groot Mog. misnoegen opgewekt is tegen een Officier van Staat, die zig zoo verre vergeet, dat hw in plaats van de Refolutien van zynen Souverain te refpecteeren en te obedieeren, dezelven (des goedvindende) voor krachteloos en van onwaarde durft houden, en de duidelykfte preuven geeft, dat hv. als hy waant, dat zyne eer zulks vordert , geen zwarigheid zou maken, tegen de Hoogheid van den Souverain te attenteeren en zig boven deszelfs beveelen te willen Verheffen. a Dat een diergelyke demarche, thans gepaard met de duidelykfte blyken eener inclinatie tot het pleegen van geweld, en dat wel van iemand, die ziff aan het Hoofd van een goed aantal Troupes, om. en by hem voorbedachtelyk verzameld , bevindt, aan hun Edele Groot Mog. geene andere keus heeft overgeiaaten, dan om of hun Souverain Gezag en met het zelve de vryheid en veiligheid van den Lande, en van de goede Ingezeetenen, aan des Stadhouders discretie ten prooy te laaten , of de nodige maatregelen te neemen, ten einde de gemee11e zaak tegen alle gevaarlyke onderneemingen te beveiligen. -~ Terwyl zy Heeren Gedeputeerden gemeend hebben, dat het doen van eene keus tuslchen deeze twee uiterften geen diffkulteit of dubieteit ontmoeten kon by Leeden, aan wien de Hoogheid van den Staat, en de Vryheid van het Land ter harte ging; zynde aan hun Heeren Gedeputeerden geen wet of reeden bekend, waarom de meerderheid der Leeden van hun Edele Groot Mo*. Vergadering zig in zulke omftandigheeden ten aanzien der deknfie van het lieve Vaderland, en vaa ' onze duurgekochte Vryheeden , de handen zoude laaten binden door de disfenfie en inconiequente ban-  208 oct. ZAAKEN VAN i?86. bandelwys van bet één of ander Lid,en fpeciaal van de meerderheid der Heeren van de Ridderfchap, die % met opzigt tot het gezag en honneur van hun Ede" ? Groot Mog. zo ongevoelig toonen te zvn da zy , by hunne bovengemelde aanteeke- vereir, , en beledigende voor Hollands vrye Land- ÜS'ïv Heeren Gedeputeerden vertrouwen , dat zv door dk één en ander, het welk alleen een kortJ fchets behelst van het geen by verlcheiden oehberatien over zaaken, tot deeze materie behoorend , met allen aandrang en «nat breeder mMdehng ï« vooreedrasren , genoeg en zelfs ten overvioeae hebben Toen zier. ,dat de beiluiten van hun Edele Groot Mog., waar over de Heeren van de RidderfclZ zig"beklagen, niet dan op zeer folide gron. dS'hebber^berust, en dat het derhalven ten uiterfe SSee d is , dat de gemelde Heeren door ï/iS e, zonder wedergaê, andermaal hier SS&i hebben durven vorder*,; «erg her iuist d*eze provocatie is, die hen Heeren vjcd pieerden ,bunnes ondanks, in de verpiigting heef t 2 om dit nader detail van zaaken te doen, fn "aar'door in de Registers van hun Edele Groot Ho- een Monument te plaatzen, waar van de gevollen zo by het tegenwoordig als volgend Gefl ebt alleen voor reekening van die Heeren uit de Ridderfchap zyn zullen, welke hen Heeren Gedeïïeerden V onpartydig en ongepast , ^ geheel onberade"', tot deezen ftap gedrongen hebben. De Hee-en van de Ridderfchap eh Edelen hebben met inhasfie van aerzelver Contradi&ie en Protest op de Refolutien van den ao ep n8 September der voorleeden maand en 18 deezer, op de voorfz. contra aanteekening derzelver nadere aanteekening gereferveert.  óct. STAAT ËN OORLOG. 1786* aojs De Heet van Wasfénaer Heer van Star» renburg heeft gedeclareert niet te con= curreeren in de voorfz. refetvé van nadere aanteekening. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geinfwereert derzelver declaratoir op de Refolutien van den 23 en 28 September i 6 en 18 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Bfielle hebben geinhsreert derzelver aanteekening op de Refolutien van den 22 en 28 der voorleede maand, en den 6 en 18 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden dér Stad Hoorn hebben geinhasreert het advis van de Heeren hunne Principaalen, en derzelver aanteekening op de Refolutien van den aa en 28 der voorleede maand , en den 6 en 18 deezer gedaan. Accordeert met de Voorfz. Refolütidri.' XXXV. deel. O CC'VH.  aio oct. ZAAKEN VAN 1786. CCV1I. ExtraQ uit het register tier Refolutien van Ridderfchap en Steden, de Staten van Overysfel} behelzende het advies van den Drost van Tsfelmuiden, omtrent eene Misfive des Konings van Pruisfen. In dato 27 Ocïober 1786. De Heere Drostê van Ysfelmuiden heeft ter Vergaderinge overgegeeven deszelfs advis, dezen eeïnfereerd :\, De Ondergetekende geëxamineerd hebbende de Misfive van 'Zyn Majefteit den Koning van Pruisfen aan de Heeren Staten Generaal, gefchreven te J3erlyn den 2 September jongstleden , «contineert in een Extract uit de Refolutien van Hun Hoog Mog. van den 16 daaraan volgende, zoudevanadvifezyn, dat aan welgemelde Heeren GedeDUteerden behoorde te worden aangefchreven en gelast, om voor advis van deeze Provintie ter ver. ladering van Hun Hoog Mog. uittebrengen, dat de voorfz. Misfive van hoogstgem. Zyne Majefteit den Koning van Pruisfen,, voor «00 verre dezelve meerder inhoud dan de ingrediënten van een Ordtnaris Crcdentiaal, in diervoegen zoude behoren te worden beantwoord, dat Hun Hoog Mog. betuigden , met de uiterfte aangenaamheid te hebben vernomen , dat Zyne Majefteit die zelfde gevoelens van vriendfchap voor, en deelneeming in de belangen van deeze Republiek, by deze geegendheid, geliefde te manifesteeren, welke by vvylen Hoogst, deszelfs Heer Prsedecesieur, glorieufer gedagtenisfe tot deszelfs overlyden toe, altoos waren geprofeteerd geweest, en dat Hun Hoog Mog. ook van hunnen kant konden verzekeren, dat Hun niets meer ter harten zal gaan, dan de zoo zeer gecimenteerde vriendfchap en goede verftandhouding, welke tusfchen de Kroon van Pruisfen en deeze RepublieK heeft ftand gehouden, aantekweeken en te bevestigen, en dat zy dien ten gevolge een gevoelig ver-  oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 21j maak zouden genieten , zoo dikwyls het in hun vermogen (laan zoude, om aan eenige Propofitien Van den kanc van Zyne Majefteit gedaan worden» de , naar Hoogstdeszeifs wentchen te beantwoorden; dog dat zy, voor zoo verre de voorfz. Misfive van Zyne Majefteit ten onderwerp had de zaak van den Heere Prince Erfftadhouder , nog niets anders doen konden, dan zig te beroepen op hunne Misfive in dato den 30 Augustus 1784, aan wylen Zyne Majefteit geaddresfeerd, waarin Hurt Hoog Mog. een genoegzaam detail gegeven hadden van de redenen , welke Hun, uit hoofde van de Conftitutie der Republiek, xbelettedeh, om zig zaken van die natuur aantetrskken , in vertrouwen , dat Zyne Majefteit dat alles overwegende, wel mede bezeffen zoude , dat die poin&en, waarover hooggemelde Heere Prince Erfftadhouder vermeende, zig té kunnen en te moeten beklagen, geheel en alleen zyn van het ret/brt van de Souvereiniteit Van iedere Provintie afzonderlyk, zonder dat eenige tusfchenfpraak of interventie daaromtrent geadmitteerd zoude kunnen worden „ wélke den fchyn zoude kunnen meedebrengen , van op derzelver onaf hanglykhe'id eenigzints te empisteeren. Dat Hun Hoog Mog- uit dien hoofde meede met geen minder genoegen hadden gezien de verklaring van Boogstgemelde Zyne Majefteit, waarby den inhoud, der Mufive van deszelfs Doorlugtigen Prasdecesfeur, den 18 September des afgewekenen jaars 1785 aan Hun Hoog Mog, geaddresfeerd , inhaereerde , voor zo verrre dezelve inhield Hoogstdeszeifs bil* lyke en uit den aart van naburige en alleen doof vriendfchap verbondene , dog van* elkander onafhanglyke Staten, allezints quadreerende denkwyze, yan niet van meening te zyn, om zig in de interieuté omftandigheden van onzen Vryen Staat in te laten. Dat Hun Hoog Mog., onverminderd al het voorfchreveö, geene de minfte zwarigheid maken, om Zyne* Majefteit te declareeren , dat het belang , welke Zyne Majefteit by Deszelfs Misfive in de Stadhouderlyke Familie betoond te neemen, inderdaad aan Hun Hoog Mog , gelyk Zyne Majefteit hoopte eri Ü 2 vêf'  sia oct. ZAAK ÉN VAN 1786. vertrouwde, geene de minlte verdenkiug had ingé« boezemd, uit hoofde van de nauwe verwandfchap , welke tusfchen Zyne Majefteit en Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Gemalinne van den Heer Erfitadhouder fubfifieerde, welke belangftelling natuurlyker wyze niet konde nalaten, op den Heere Erfftadhouder te refaillisfeeren ; te min , daar Hun Hoog Mog. begreepen , dat Zyne Majefteit met het zenden van den Heer Grave van Goertz als Envoye Extraordinaris en Minister Plenipotentaris by dezen Staat, vooral en in de eerfte plaats zoude bedoeld hebben, om nauwkeuriger van den waren toeftand van de interi'èure zaken van de Republiek onderrigt te worden, waaromtrent Hunne Hoog Mog. hartelyk wenfchen, dat dezelve Heer Grave van Goertz door het na/por en van de onpartydigfte berigten, en het behoorlyk penetreren van de ware Conftitutie dezes Lands, waarom* trent de ondervinding geleerd heeft, dat Ministers van andere Mogendheden zoo ligtelyk in erreur kunnen worden geïnduceerd, ten vollen genoegen van Zyne Maiefteit moge Hagen, in welk geval Hun Hoog Mogende vertrouwden, dat Zyne Majefteit volkomen zoude worden overtuigd , dat nooit meerder redenen dan in de tegenwoordige omftandigheden plaats gehad hebben, of hebben kunnen, welke Zyne Majefteit zouden kunnen per moveer en , om volgens de uitdrukkingen, in gemelde Misfive van wylen Zyne Majefteit vervat, den Heere Erfftadhouder by alle gelegenheden aanteraden , om zyne handelingen 'derwyze interigten, dat Zyne Hoogheid daardoor 't vertrouwen en de genegendheid der gezamentlyke Heeren Staten mogte verdienen." (Was getekend) a. w. b. van paixandt* Met dit advis hebben zig terdond geconformeerd de Heeren Mulert tot de Leemcuil, en van Haarfolte tot den Doorn, en is hetzelve door de overije Heeren van de Ridderfchap overgenomen, terwyl de Heeren Gedeputeerden der drie Steden aangenomen hebben,  / I oct. STAAT EN OORLOG. 1786. 215 zig hierop nader te verklaren, en hunne verklaringe daarover aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden ïniezenden, om alsdan door dezelve daarop de Conclufie naar de orde te formeeren. CCVIII. Misfive van Zyne Koninglyke Majefteit Fredrik WilhrA den II, van pruts/en , aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staten der Verëenigde Nederlanden. WY FREDRIK WILLEM, door Gods genade Koning van Pruisfen, &c. &c. &c. Aan de Hoog Mog. ome byzondere lieve Vrienden en Nabuur en. de Heeren Staten der Verïenigde Nederlanden zy vooraf onze Vriendfchap, *n wat Wy meer liefs en goeds vermogen; HOOG MOGENDE HEEREN, BYZONDERE LIEVE VRIENDEN EN NAUUUREJN ! „ Naardien het aan de Voorzienigheid behaagt beeft, Onzen Hoogge&ertieu en geliefden Oom , Fredrik den, II. Koning van Pruisfen , uit dit tydelyke op te roepen, en Wy daar door tot de Koninglyke Regeering der Staten by denzelven nagelaten, zyn gekomen , zo hebben Wy goedgevonden, Onzen werkelyken geheim Staats-Minister en Groot-Meester der Garderobe , Grave van Goertz, in kwaliteit als Onzen Envoyé Extraor dinar is en Minister Plenipstentiaris by U Hoog Mog. af te zenden, en aan denzelve een byzonder teken van Onze uitflekende ach- , ting te geven, en uitvoeriger onderling te. bet uigen , gedeeltelyk hoe zeer Wy wenfchen met de hooge Republiek der Verëenigde Nederlanden, even die zelfde goede Nabuurfchap ec nauwe Vriendfchap te onderhoudén , welke van Onze Predecesfeuren zedert honderde jaaren op Ons voortgeplant is, O 3 ge«  £ï4 oct. ZAAKEN VAN 1786, sedeeltelyk ook het groote aandeel, het welk Wy als een zo digt Nabuur aan de bedroefde onlusten nemen, die zedert een geruimen tyd eenige der Vereenigde Provintien beroeren ; doch voornamentlyk aan de differenten , welke in eenige derzelve met den Doorl. Erf-Stadhouder, Prince van Oranje en Masfau zyn ontftaan, en aan de zeer buitengewoons onderdrukkingen* welke deze Vorst zo onfihuldig moet lyd'en. „ Wy willen U Hoog Mog. met geene wydloopige uitbreidingen hier over ophouden, daar Zyn Doorl. de Prins Erf-Stadhouder , by verfcheide MisQven aan de Staten van Holland en West-Friesland gefchreven de hardigheid der hem overkomene verkortingen zyner Voorrechten , zo omftandig en overtuigende heeft voorgefteld; maar Wy refereeren Ons veel meer op de Misfive, welke Zyne Majefteit Onze Predecesfeur op den 18 September des jaars 1785» 20 wel aan U HoöS Mog* als aan de Staten der Provintie van Hollanden West-Friesland, in 't byzonder heeft doen afgaan. ' Wy bekragten en vernieuwen den geheelen inhoud van dezen Welmenendan Brief, op het ernftigfte, herhalende het Vriendfchappelyk verzoek, daar by aan dezelve" gedaan , dat de zaken aldaar ten aandien v3n Zyne Doorlugtigheid den Erf-Stadhouder ~ door billyke middelen van overeenkomst op den voïigen met de CoDftitutie en Conventie overeenkom» ftigen voet, ten fpoedigfte mogen worden herfteld. In het byzonder verzoeken Wy U Hoog Mog. hier mede vriendelyk en inftaiitelyk om by de Staten van Holland en West-Friesland , en waar U Hoog Mog. bet verder dienftig zullen vinden, door derzelver veel vermogende bemiddeling, op de nadrukkelykfte wyze te effectuéereii, dat Zyne Doorl. den Erf-Stadhouder door middelen van uitkomst , die niet moeilyk uit te vinden zyn , in ffcaat gefteld worde , om wederom met eere en welvoegelykheid jia VHage te kunnen retourneren, om Zyne Hooge Ambten uit te oeffenen, en dat vervolgens over de jsog oveiblyvende differenten, eene met de gereen»  oct. STAAT EN OORLOG. 17S6. 215 rechtigheid, de eer en het ware Intrest V3n alle de parthyen overeenkomende duurzame uitkomst getroffen worde, waar toe Wy met andere Vrienden en Nabuuren der Republiek door Onze Raad en be« middeling op eene zo billyke als on party dige wyze, gaarne alles wat mogelyk is, willen toebrengen. Wy hebben den Grave van Goertz inftrucfie gegeven , om dit alles zo wel aan U Hoog Mog., als ook naar de omftandigheden aan de Staten van ieder der Provintien breedvoeriger voor te dragen , van Onzentwegen het nodige te verzekeren , en daar van opening te doen, en wanneer zulks goedgevonden wierd, daar over met Hun in onderhandeling te treden. Wy verzoeken U Hoog Mogende dethalven den meergemelden Grave van Goertz , in deze zeer gewigtige zaak volkomen geloof te geven , en met hem alle dat gene te verhandelen en af te doen, wat men na de omftandigheden van beide de par«* tyen goed en nodig zal vinden. Wy hopen en vertrouwen , dat L1 Hoog Mog., zo wel als de Staten van ieder der Provintien , ons niet zullen vekdenken , dat Wy Ons den Erf-Stadhouder hier in zo kragtdadig en ernftig aannekmen* daar Wy eensdeels zo na met hem zyn verwand , en het noodlot van dezen Vorst, van Zyne Gemalinne, Onze lieve en waardige Zuster, welker verhevene en aan-de Republiek geheel toegedane gevoelens U Hoog Mog. wel niet twyffelachtig zullen zyn , als mede van hunne Kinderen en Nakomelingfchap, Ons onmogelyk onverfchillig zyn kan; en anderdeels daar Wy met overtuiging weten en kunnen verzekeren, dat Zyne Doorluchtigheid de Heere Erf-Stadhouder en Zyne geheele Familie de Hooge Republiek der Verëenigde Nederlanden van gantfcher Ziele zyn toegedaan , en zeker nooit tegens haar Intrest en Staats-Systhema, ietwes zullen doen, maar dezelve op alle mogelyke wyze zullen tragten te behouden en te bevorderen. Hier by komt, dat Wy, als de naaste Nabuur der Verëenigde Nederlanden, en na de nooit verO 4 ou*  2i<5 oer. ZAAKEN VAN l?86V ouderde Vérbindtenisfen der wederzydfche Staten, een zo groot en gewigtige Interest hebben , dat de met de oude Conftitutie overetnkomflige gefieldheid der Republiek, in 't wezentlyke «iet veranderd, maar onverbrekelyk behouden werde , en dat de inwendige onlusten en differenten , die zekerlyk uit een bloot misverjiand zyn ontdaan , op de fpoedigfle wyze , door eene billyke, redelyke en bondige verzoening, pn door eene duurzame goede verftandhouding by alle de daar by geïnteresfeerde Partyen , vereffend worde. Wy bevelen deze ten uiterfte gewigtige zaak aan U Hoog Mog., en alle het gene waar van Wy aan dezelve op bovengemelde wyze, weltneenenden vriendfchappelyk hebben opening gedaan; en gelyk Wy hopen hier in niet te zullen misten, zo verzekeren Wy U Hoog Meg. daar en tegen. dat Wy de geheele Republiek der Verëenigde Nederlanden, en ieder der Provintien in byzonder , met Vriend-Nat huuflyke Vriendfchap en toegenegenheid, altoos zyn en blyven toegedaan." (Getekend) FR. WILLEM. (Gecontrafigneerd) FISKENSTEIN. V. KERTZERCs  nov, STAAT EN OORLOG. 1786. 217 CCIX, Misfive van de Regeer ing van Zierie « zee aan hun Edele Groot Mogende , over het voorgevallene in Zeeland omtrent het Generaliteits Rapport over de Concept-Antwoorden aan de Hoven van Londen en Berm /yn, en de nadere Misfive rvn den Koning van Pruisfen ; en hun advis daarop; mitsgaders om met Hun Edele Groot Mog. te concurreeren tot her (iel der confiitutioneeleRegeeringsform en tegen alk inbreuken daarin. Ingekomen dato I November 1786. Oritfangen een Misfive van Burgemeesteren Scheepenen en Raaden der Stad Ziericzee' gei'chreeven aldaar den 27 der voorleede maand * waarby, ter kennis van Hun Edele Groot Mog, ■brengen de toedragt der zaak omtrent het rapport hunner Provintie, zoo over de beide Concept-Antwoorden aan de Hoven van Londen en Berijm by het Generaliteits Rapport van den 2 Augustus laatstleeden overgelegd, als over de nadere Misfive van den thans regeerenden Koning van Pruisfen van den 2 September, mitsgaders hun advis daarop, en vermits van die Provinciale Refolutie reeds door den Heer van Citters ter Generaliteit was gebruik gemaakt, zich bereid betuigende om met Hun Edele Groot Mog. mede te werken tot herftel der Confiitutioneele Regeeringsform, en weg. neeming van alle inbreuken door heerschzugt en dwingelandy, daar in gemaakt; breeder hierna ge. infareerd. Fiat lnfertio. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz, Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, «1 verdere Hun Edele Groot Mog. Geconjmitteer. Q 5 dei?  fti8 nov. ZAAKEN VAN 1786. den tot het groot Befogne, en de Vergadering daurop gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutie. edele croot mogende heeren! Toen door Heeren Commisfarisfen van Staat op den 13 dezer, ter Tafel van de Edel Mogende Heeren Staaten deezer Provintie, een Rapport was uitgebragt, zo over de beide Concept-Antwoorden aan de Hoven van London en Berlyn, by het Generaliteits Rapport van den 3 Augustus laatstleeden overgelegt, als over de nadere Misfive van den thans regeerenden Koning van Pruisfen van den 1 September, waar by Heeren Ccmmisfarisfen Hun Edel Mogende advifeeren, om de Heeren Ordinaris Gedenuteerdens deezer Provintie ter Generaliteit te auflorifeeren, om daar zy het van vrugt zouden oordeelen, het Systhema, het welk deze Provintie beftendig heeft aangekleeft, en in de tegenwoordige omltandigheeden van zaaken met allen nadruk zullen blyven mhsereeren , te manifesteeren , op zodanige wvze dat indien het zelve ten uitvoer wierd gebragt, daar door niets minder zoude werden geëffeétueert, als dat deeze Provintie yan het Bondgenootfchap zoude werden afgefcheurt, en daar door niet alleen de band van Unie , welke ten kosten van zo veel bloed en goed nu zints twee Eeuwen is tot ftand gebragt en zeedert zoo gelukkig heeft eefubfilteert, rnaar ook die Liaifons van ge. meen belang, door welke de twee Provintien van Holland en Zeeland, zo veele Eeuwen op het naauwst zyn verbonden geweest, ten eenemaal zoude werden afgebroken , in een zaamenloop van gebeurtenisfen, in welke  mv. STAAT EN OORLOG. 1786. 219 men de wederzydfche hulp bet meest nodig heeft, immers zo luidt het Declaratoir, waar meede dat Rapport word beftooten, ,, dat ,, nogthans indien deeze pogingen" (om namentlyk door. het aanwenden van goede ofiicien de verdeeldheeden en wantrouwen weg te neemen , de verzwakte Banden van Lnie te herftellen, en de Regeeringsiorm met de Burgerlyke Vdorregten op vaste gronden te vestigen) onverhoopt vrugteloos waaren, en de voortduuring der oneenigheeden , gelegenheid aan de Magtige JNabuuren van „ den Staat verfchaften, om zig van de eene „ of andere zyde in de gefchillen te men„ gen, Hun Edel Mog. verklaaren, deeze „ Provintie te zullen houden buiten de gevolgen ; en in die gevallen zoo veel mo« gelyk is , te zullen zorgen , dat hunne „ goede Ingezeetenen niet meede de ongelukkige flagtofters worden van een twist, die Hun nog als Leden van het Bondges, nootfchap, nog Provintiaal in geenen dae„ le aangaat." Wat, Edele Groot Mogende Heeren kan dit declaratoir, indien de woorden iets zullen beteekenen anders bedoelen, dan het even vooren gemelde ? Wy hebben ons derhalven met dit Rapport in geenen deele willen of kunnen conformeeren, maar integendeel geadvifeert, om alvorens het Rapport over de voorgemelde Mis» " five van den thans regeerenden Koning van Pruisfen ter Generaliteit uit te brengen, mitsgaders het geen U Edele Groot Mog. daar op zouden, advifeeren , af te wagten , jn die hoop dat wy daar door eenige meerdere legaale keunis van den waaren toeftand van zaaken zouden bekomen , om dan onze Deliberatien ingevolge van dien op een zekeren grond te kunnen inrigten ; en offchoon wy ons hadden geflatteerd, dat dit ons geadvifeerde bv onze Meede.Leeden van Staat wel  aao nov. ZAAKEN VAN 1786. wel zo veel ingang zoude hebben gevonden, dat dam door de Conclufie van het voor* fchreeven Rapport, immers zoo verre het Declaratoir betreft, zoude zyn voorgekomen, en waar toe wy onze Gedeputeerdens de fterklte inftantien hebben laaten doen, als van oordeel zynde, dat dit poindt van geen minder Gewigt, als het maaken van Oorlog of Vreede, en het invoeren van nieuwe belastingen zynde , geenzints by meerderheid kan werden ter Conclufie gebragt: zoo hebben wy egter tot onze groote verwondering en leedweezen moeten ondervinden , dat de Heer Raadpenfionaris deezer Provintie heeft kunnen goedvinden, dit voorengemelde Rap. port, met een zeer kleine meerderheid van maar ééne Stem , te Concludeeren ; tegen welke Conclufie wy dan onze Gedeputeerdens op voorengemelde gronden op het kragtigfte hebben doen protetteeren , en declareeren , dat wy dezelve houden voor gantsch Onwettig, Kragteloos, en van geener waarde, en ons zelve nimmer daar aan verbonden zullen rekenen , onder referve van zodanige maatregulen te zullen neemen , als wy zouden nodig vinden teberaamen, om ons voor God en onze Ingezeetenen verantwoordelyk te ftellen ; dan daar wy nu vernomen hebben , dat door den Heer Ordinaris Gedeputeerden deezer Provintie, van Citters, reeds van voorgemelde Refolutie is gebruik gemaakt, en dezelve ter Vergadering van Hun Hoog Mogende ingebragt, kunnen wy niet afzyn de gantfche toedragt deezer zaak, by deezen ter kennis van U Edele Groot Mog. te brengen; op dat U Edele Groot Mogende zouden weeten dat dezelve by ons geenzints als een Wettige genoomen Staats-Refolutie wordt befchouwd, maar integendeel gehouden voor onwettig, krachteloos en van geen waarde, zonder dat wy willen gereekend worden, aan  öav. STAAT EN OORLOG. 178Ó. 221 aan de naatkoming van dien verbonden te zyn ; integendeel betuigen wy ü Edele Gr. Mog. onze welmeenende bereidwilligheid, om met Concurrentie van ü Edele Grooc Mog. meede te willen werken, tot herftel van de Conftitutioneele Regeeringsform, en wegneeming van alle inbreuken door Heerschzugt en Dwingelandy daar in gemaakt; waar toe wy wenfchen, dat de Albeftuurende Voorzienigheid ook de raadilaagen van U Edele Groot Mogende met zyn Zegen wil bekroonen en voorfpoedig maaken. Waar meede Wy U Edele Groot Mogende in de Befcherming des Allerhoogften zullen aanbeveelen, en blyven edele groot mogende heeren1 (Onder ftond,) ü Ed. Gr. Mog. byzondere goede Vrienden, Burgemeesteren, Scheepenen en Raaden der Stad Ziericzee» (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven, (Was geteekent,) Ziericzee francois breekpot. den 27 Oct. 1786. Secretaris. cox.  aai nov. ZAAKEN VAN 1786. CCX. Request van 't Collegie der Burger' ' kry&sraad van Gouda , met een aantal Burgers en Inwoonders al" daar , als mede van Oudewater, Rodegraven en Boskoop ten aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op Hun Edele Groot Mog. Misfive van 22 Sept.; met een declaratoir nopens hunne gevoelens van trouw en eerbied voor Hun Edele Groot Mogende; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over der Reque/lranten ferklaaring, In dato 2 November 178Ö. Is geleezen de navolgende Requeste van het Col* legie van de Burgcrkrygsraad der Stad Gouda, mitsgaders een aantal Burgers en Inwoonders dier Stad, en van eenige naby geleege plaatzen als van Oudewater, Bodegraven en Boskoop, met opzigt tot het antwoord van Zyn Hoogheid aan Hun Ed. Groot Mog. op Hoogstderzelver Misfive -van den 22 September laatstleeden, en by het zeive ReqtiesE uitboezemeLde hunne gevoelens van trouw en eerbied voor Hun Edele Groot Mogende. Fiat Infertio. ■ Waarop gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mog., ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hoogstdezelven, zo, wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland, in het voorfz. Request gemanifesteert , en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwea de recht Vaderlandfche Verklaring wegens de bereidvaardigheid der Onderteekenaaren van hetzelve, om zelfs met hun Boetten bloed Hun Edele Groot Mog, Eandsvader-  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. .223 lyke pogingen, tot behoud der Vryheid, te onderfteunen , goedgevonden en verftaan , de voorfz. Requeste , vermits by hetzelve geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder, aan te neemen voor Notificatie. En zal Copie deezer Refolutie, ten behoeve der Requeftranten, worden uitgegeeven tot derzelver informatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik hebben in het neemen van de bovengemelde Refolutie, zodanig als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Aan de Edele Groot Mogende Heeren de Staten van Holland en Westvriesland. Geven met alle verfchuldigde Eerbied te kennen , het Collegie van den BurgerKrygsraad der Stad Gouda, mitsgaders de verdere Ondergetekende Burgers en Inwoonders dier Stad, als ook van eenige naby gelegen plaatzen. Dat, wel verre van onverfchillig te-zyn,' zy zedert eenen geruimen tyd met de allergrootfte aandoeninge gezien hebben de hooggerezene gefchillen en oneenigheden, die in on-  é24 nov» ZAAKEN VAN onze Republiek ontdaan zyn , en de gevolgen , welke tot algemeen verderf daar uk Zyn voortgefproten ; dat deze aandoening* niet weinig vermeerdert is, na dat zy handtastelyk en ten duidelykfte overtuigt zyn geworden, dat alle déze menigvuldige rampen, die niet minder dan den totaalen ondergang van ons wel eer gezegend gemeenebest zullen en moeten naa zich fleepen , zo niet geheel ten minfte voornaamentlyk zyn toetefchryven aan het ongehoord en alzints wederrechtelyk gedrag van zo iemand, die wel eer de liefde van de geheele Natie geweest is, en de doorflaandfte blyken van geneegenheid en hoog» ach'tinge, zelfs van U Edele Groot Mog. ïn zulk een ruime maate boven zyne voorzaaten ondervonden heeft. Dat zy noch altoos in het denkbeeld geftaan hebben , dat de voornaamfte misflaagen, ten verderve van bet algemeene welzyn, minder zyn voortgekomen uit een bedorven hart, als wel uit eene verwaarloosde opvoeding, en de ver= dervelyke Raadgeevingen van zulke baatzuchtige Lieden, waar aan Willem de Vyf» de, zedert zyne komst tot de Stadhouderlyke woardigheid,gretig het oor geleend heeft, en die als geen belang hebbende by de weiwaart van deze Républiek ten koste van dezelve fchynen gezwooren te hebben hunne gevaarlyke desfeinen, tot vernielinge van de Burgerlyke Vryheid, en tot vernietiging van alle wettig bezworene Privilegiën en Voorrechten , te volbrengen ; dat zy dus nog fteeds in die ftrelende hoop geleeft hebben, dat eindelyk eens het licht der waarheid in het Huis van Ortmje zou zyn doorgebrooken, en dat Willem de Vytde met verwerping van zyne verkeerde Raadgevers, die de Republiek en met dezelve Hem en zyn Huis op den rand van hun verderf gebragt hebben , zou zyn overtuigt geworden, det het eenmaal tyd ge- wor-  «5V. STAAT EN OORLOG. 1786. 225 worden was , om met verzakioge Van alle eige gewaande glorie en ambitie gehoor te geven aan billyke (tem en klagten van een Volk, aan 't welke alleen hy de opkomst, de bloei , en het welvaren van zyn geheele filuis ontegenzeggelyk te danken heeft. üat zy, hoe zeer tor heden in Zodanige waarlyk al te gunftig opinien geverfeerd heb* bende, echter thands tot hun grievend leed. wezen moeten verklaaren , dat meergemelde Willem de Vyfde by hun in genen deele meer vry te fprckenis, en dat zy niet langer kunnen of mogen confidereeren dat zwakheid van verftand , en verblindheid van Cara&er de dryfveeren zyner daaden geweest zyn, maar dat zy byna moeten gelooven, dat het hart van Willem de Vyfde even zo bedorven, ja even onbuigzaam is, als dat dier g«ne, dja hem met hunnen raad zo lange gedient henben: dat echter hunne verontwaardiging mmmer tot zulk eene hoogte gereezen is, dan toen zy uit de Nieuwspapieren gezien hebben, dat dezelve Willem de Vyfde zich in zo verre beeft kunnen vetgeeten, om in ?yn ifnefaan U Edele Groot Mog. gedateerd den 26 September 1786 , en gefchreven in antwoord op de Misfive van den 22 dezelve maand, waarin U Edele GroDt Mog aan hem kennisfe geven van Hoogstderzelver Refolutie op dien dag genomen, aangaande de differente geftelde ordres der Militie van den S'aat ter repartitie van deze Provintie van Holland ftaande, waar by dezelve tot nader order ontUagen is van den Eed aan hem als Capitein Generaal gedaan , en bv welke Refolutie U~ Edele Groot Mog. verdér by provifie hebben opgefchórt het HrFeft der Refolutie van den o Maart 1766, waar by aan hem als Capitein Generaal was opgedragen de Collatie ter begevtnge Van alle Charges over de Militie , ¥YY™"de ter U Edele Groot Mog. repartitie XXXV. deel. p van  s26 nov. ZAAKEN VAN 178& vin Vaandrig tot Collonel incluis; dat, zegS wv, deze Willem de Vyfde van zich heeft Snen verkrygen, onder andere zeer orjgeXreerd uitdrukkingen tegen de waarheid aan voor den Alweetenden God , voor het «ntfctie Volk van Nederland , ja voor de ShSe Waèreld te betuigen, het daar voor ff moeten houden, dat de maatregulen door U Ede e Groot Mog. ten zynen opzichte SnoSS; alleen daar uit zyn re^eerende Hnt- rommiae Leden van U fidele urout Mos VeSering het oor hebben geheven »7«ne"ïn Lieden, die derzelver vertrouwen onwaardig zyn, en die geen ander oogmerk hebben, dan de voorrechten aan Hem en ZVn Huis verleend , te verminderen, ja om zetfs eene geheele verandering.in de wetSe Conftitutif dezer Landen te maaken. Dat deze aantyging niet alleen een grievende hoon voorde Achtbaare Vergadering van ü Edele Groot Mog. involveert, maar da? daar uit ook voornaamentlyk by alle min doorzichtige Burgers en byzonder by Vreemoelin' en die gene kennisfe hebben van de Conftitute dezer Landen, noch van de omftaSeden, welke in dezelve plaats hebdie door omgekogte SchryverS de «aken in een verkeerd en verraaderlyk licht worden voorgedraagen zonde kunnen wotden opgemaakt , als of deze maatregulen flechts het werk eener fnode Cabaal waren, die alleen eige grootheid zoekt ten koste Jan de wettige Conftitutie van ons Vader, land ia zelfs, dat U Edele Groot Mogende enkel gedient hadden tot laage werktuigen van eenige weinige perfonen, welke met dan eene byzondere haat tegen het «ma van Oranie in het harte voeden , dat deze befchïïdigingen niet alleen grievend en trefSe voor U Edele Groot Mog. zyn maefen, maar dat ook alle Burgers en Inwoon-  Rov. STAAT EN OORLOG. 1786. aay ders dezer Republiek, die hunne Vryheid en Voorrechten op den rechten prys weten te (tellen, deze uitdrukking ten fterkfte ter harte moet gaan en zich daardoor beleedigd achten. Dat, daar zy de loffelyke en cordaate beiluiten , door ü E ele Groot Mogende in deze dagen van kommer en gevaar genomen, waar in de behoudenis der Burgerlyke Vryheid alleen doot het gewette ftaal fchynt heil echt te kunnen worden, even gelyk het gantfche Volk van Nederland met de groocile goedkeuringe hebben ontvangen, zy hec dus ook van huDne indispenfabele verpligtinge geoordeeld hebben, by deze eene opent, lyke declaratie van hunne gevoelens aan den dag te moeten leggen, en volkomen durven vastftellen en vertrouwen, dat de eenpaarige ftem des volks, gedreeven door de kragt der waarheid , zich hier in met hun zal verheffen , en hier mede aantonen , met welke te recht ongegronde voorgevens Willem de Vyfde Prins van Oranje , gantsch Europa poogt te misleiden. Dat zy hier aan zullende voldoen, by eene bedaarde overweeging van het fchandelyk en hatelyk Regeerings-Reglement, waar onder de burgers van Gelderland zuchten, en het welk ingevoerd is in zodanige tyden, waarin aan geene Wetten of Privilegiën eenig gehoor wierd gegeeven , zich niet kunnen begrypen, hoe het mogelyk is, dat Willem de Vyfde met verkrachtinge van de eenvoudige waarheid, voor net verlichte oog van een Voik dat eenmaal wys fchynt geworden te zyn, en zyne wezentlyke onderdrukkers heeft leeren kennen , zich in het wredelyk uitvoeren van de beveelen tegen de zo jam. me lyk verwoeste Steden Hattem en Elburg, kan beroepen op de Refolutien van de Staaten van Gelderland, daar het toch zeker is, P a dat  aa8 Kov. ZAAKEN VAN 1786, dat de continuatie en discontinuatie van deze Regenten alleen van hem dependeert, dat hv verders over alle Lucrative Commisfieti i„ die Povintie naar zyn welgevallen disponeert, en dat verre de aanzienlykfte Staatsleden in zyne particuliere en huishoudelyke diDaE ^wanneer zy by alle deze omftandigheden nog voegen de ongelovelyke pogingen, d e door wettige Stads-Comtnisfien vrugteloos zyn aangewend, om Willem de Vyfde van diergelyke geweldige voornemens te dehorteeren, wanneer zy in overweg nge^ nemen de differente genomene Refolutien by diverfe Hoge Bondgenoten, en byzonder by U Edele Groot Mog. hunnen afkeer tegen zulke maatregulen ten duidelykfte gemamfes«erd hebben ; wanneer zy einddyk moeten betuigen , dat Willem de Vyfde , offchoou aangezocht door de aanzienlykfte Staatsleden van Gelderland, geen ééne flap in zyne hoedanigheid als Stadhouder van Gelderland gedaan heeft, om de differenten tusfchen inteareerende Leden van Staat by te leggen , 1 dan, Edele Groot Mog. Heeren! ttaan zy m beraad , of zy denzelven Willem de Vyfde niet moeten houden en aanzien voor den aanftooker en bewerker van alle die gewe daadige aanflaagen, door de Staaten van Gelderland tegens hunne ongejukkige Ingezetenen in het werk gefield; dat het bezef van deze zamenlopende Omftandigheden , en de overtuiging, dat het gedrag van Willem de Vyfde in deze alzints misdaadig geweest is , aanleiding heeft gegeven dat zy met het innigst aenoegen hebben vernomen , de met alleen Edelmoedige, maar volftrekt plichtmaatige deelneeminge van ü Edele Groot Mog. in den toeftand van deze hunne verdrukte Mei deburgers , welke door den band der Unie aan hun zo naauw verknocht zyn, en wua?  rov, STAAT EN OORLOG. 1786. 229 flaverny ook onvermydelyk die van ons gantfche Vaderland zoude ten gevolgen hebben. Dat hy Prins van Oranje, door zyne onverantwoordlyk gedrag dus natuurlyk verlooren hebbende alle vertrowen by U Edele Groot Mog. en by de geheeie Natie , de Supplianten dierhalven ten fterkfte moeten billyken, en hoogstnoodzakelyk oordeelen , de Maatregulen, welke U Edele Groot Mog. hebben genomen, om hem Willem de Vyfde te ontzetten van dien invloed op de Militie van dezen Staat, welke hy anders als Capitein Generaal van deze Provintie zoude hebben , en dien hy zonder deze voorzieninge van U Edele Groot Mogende zoude hebben kunnen misbruiken , om ook den Burgeren dezer Provintie het flaaffche juk op den Vryen hals te dringen. Dat, offchoon het in alle andere gevallen verre van de Supplianten is, om de Geëerbiedigde befluiten van U Edele Groot Mog. voor uit te lopen, zy echter thands zouden vermeenen, den vryen grond, dien zy betree, den, en die gekogt is door het bloed van onze gemartelde Voorouders, onwaardig te zyn, indien zy niet te gelyker tyd betuigden ge. reed te zyn, om de Lands Vaderlyke pogingen van U Edele Groot Mog. tot behoud van die Vryheid, welke een Rechtgefchaapen Mansch niet dan met zyn leven overgeeft, en onder welker aanranders het hun een grievend leedwezen doet een Nazaat van het Huis van Oranje te moeten tellen, met hun goed en bloed te onderfteunen. De Ondergetekende vertrouwen , dat D Edele Groot Mog. deeze uitboezeroing hunner waare gevoelens zullen aanmerken als een blyk van trouw en eerbied voor hunne weldenkende Overheid, terwyl zy verder den Rechtvaardigen God, die zo dikwerf ons P 3 lie-  23o nov» ZAAKEN VAN ^ö. lieve Vaderland uit het dreigend verderf geJ hplfr on het vierigfte fmeeken zynen riÏÏ en zegen te lillen verleenen over de Sflutl vanlS Edele Groot Mogende. (Onder ftond) De Officieren van den BurgerKrygsraad der Stad Gouda. (Lager ftond) In Naam van dezelve , (Was geteekend) cornelis van alphen. Secretaris. En voorts door 405 Perfoonen. CCXL Request va» een groot aantal Burgers en Inwoonders van Alkmaar, te» aanzien van Zyn Hoogheids antwoord op Hun Edele Groot Mog» Misfive van 22 September , met een declaratoir nopens hunne gevoelens van trouw en eerbied voor Hun Edele Groot Mog.; met betuiging van Hun Edele Groot Mog gevoeligheid en genoegen over der Requeftranten verklaring. Ia dato 2 Nov. (786. Is geleezen de navolgende Requeste van een groot aantal Burgers en Inwoonders der Stad Alkmaar, rnefbetrekkiSg tot het antwoord van Zyn HoogEd op Hun Edele Groot Mog Misfive van den S Septembf- laatstleeden, en by het zelve Re-  Nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 231 quest uitboezemende hunne gevoelens van trouw en eerbied voor Hun Edele Groot Mogende. Fiat Infertio, Waarop gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mog., ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hoogstdezelven, zo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland , in het voorfz. Request gemanifesteerc , en niet dan met het groptfte genoegen kunnende befchouwen de recht vaderlandfche Verklaring wegens de bereidvaardigheid der Onder* teekenaaren van hetzelve, om zelfs met hun goed en bloed Hun Edele Groot Mog. Landsvaderlyke pogingen , tot behoud der Vryheid , te onderdeuren, goedgevonden en verltaan de voorfz. Requeste, vermits by hetzelve geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder aan te neemen voor Notificatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam eti Medemblik hebben in het neemen van de bovengemelde Refolutie, zodanig als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten, Accordeert met de voorfz. Refolutien. P 4 Aan  432 Kov. ZAAKEN VAN 1786V Jan de Edele Groot Mogande Heeren Staaten van Bolland e» Westvriesland. Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen de Ondergeteekende Burgera en Inwoonders der Stad Alkmaar. Dat zy Ondergetekenden, met de Wmte aandoening en afgryzen vernoomen hebben , dat de Prins van Oranje en Nasfau , na dat hv zt>t£» » Inaar' hoe mcn ook met de naam van XXXV. DEEL. Q Lj,QdSd  a43 nov. ZAAKEN VAN i?8o. Landsvurftelvke wraak en Hoogheid fchittere. wv hebben ook onze rechten. Wy «kennen gaarne 't behoorlyk Opperge2a2 der Staaten in Provinciaale Zaaken ; maar Smer hadden zy 't recht, hunne met hun ïdvkfta-nde Medeleeden geweldadig te overfeerfchen , of dezelve , die zig op hunne fDreSe Privilegiën beriepen, m plaats van £te hoorei ofte wederleggen, door den Militairen arm te overtuigen en quov.s modo tot het Syftema door de meerderheid aangenomen te dwingen of anders de Steeden en Burgeryen aan eene totaale veriuehnge te ^/Sêeven aan het hoog. verligt oordeel van U Edele Groot Mog., die, zoo cordaat voor 'toog der ganfche Natie, aan de meerderheid onzer Staatsleden hebben gedecla?eerd een afgryzen van hunne niaatregulen te hebben , niet te herinneren, dat, zo, dit Syitema doorgaat, 't gedaan is met onze Bu rer vke Vryheid, dat dan onze welherbragte K SenidVnaamen zyn, dat de onderiinae hulp en beloofde befcncrming van de SeerdS Bondgenooten (van welke toS fuidèlvk de Steeden en Burgeryen zoo wel ïs de Provintien individueele Leeden zyn) een harsfenfchim is geworden. Dan is 't gedaan met de veiligheid van on- "DatSen^onze brave Vaderen te vergeefs hun Bloed geplengd. Zo zou het gelag van Philips gereorefenteerd worden dan kan de Militaire arm, dan kan het geweld de taak belhsfen , dan hebben we geen verkregen reg meer'op onzen Vaderlyken Geboorttngrond , op onze Voorouderlyke VryheeX rniddele'rwvi daar U Ede le Groot.Mog. deernis met onzen toeftand kregen , daar t Volk van Ntêrland als een eenig Man hun  nov. STAAT ËN GÖR.LOÖ. i78ö. S4J ftem begon te verhefFen , en meer en meer: met kragt verheft, daar al wat gevoel bezat tegen de bewerkers van onze rampen zich deed hooren, en 't getal onzer Onderdruk* kers zekerlyk zal verminderen , hoe zeer 't ons waarlyk fmartte, den Stadhouder als 't Hoofd derzelven te moeten befchouwen, om dat hy de Ziel en 'c middenpunt der Gelderlche Staatsvergadering is, want veelen zyn medegefleept door 't credit van anderen zonder de zaak door te denken veelen komen terug , de cordate Harder wyker Regeering heeft zelfs haar Protest tegen 't gepleegd geweld en hun disfent tegen 't berugt Geldersch Manifest en opgevolgde zogenaamde Amnestie openlyk aan de Burgerye by Pu, blicacie bekend gemaakt. Hier om wende men 't op eenen anderen boeg, 'er wierd aan veelen onzer een Amnestie of Pardon, een door niemand begeerd Pardon , dat ons te gëlyk aan de gr mtte euveldaden fchuldig verklaarde aangeboden y terwyl men 'er om ons , was 't mogelykte verdeelen , zommigen onzer waardiglte Medeturgeren even willekeurig van uitzonderde. En waren die van misdaden overtuigd ? dit geloofde niemand, zelfs de meerderheid der Staatsleden niet, want 'er was tegen dezelve geene aanklagte veel min bewys; en hoe kon ook de Souverain tevens Rigter zyn ? Neen, Edele Groot Mogende Heeren, mefl zag geen kans die tot onderwerping te dwingen , zommigen derzelven hadden zig op fpecialen last en met volkomene approbatie van de Leeden van Raad, Gemeente en Burgery (gelyk U fcdele Groot Mog. dit uit de annexen fub No. i tot 4 kan blyken} aan ü Edele Groot Mog. en aan de Hooge Bondgenooten vervoegd; desniettegeoftaande fluit  a44 kov. ZAAKEN VAN 1786Ï men er even willekeurig de gehaatte Tekenaaren van dat Adres, die men als^ardnekK Verdedigers der Volksrechten beschouwden buiten , en niettegenftaande U Edele Groot Mog. als getrouwe Bondgenooten de^ zelfde gTekenaaren zo uitdrukkelyk, zo LaXaderlyk onder derzelver hoede en proTeüie genoomen hebben, neemt men hunne Goéderen in beilag en decerneerd civiel arrest op hunne Perfoonen , om zig zo van hun enP anderen welke men van te vooren (zonder onderzoek) bepaald en gewild had , dat de. fchuldigen moesten zyn, te kunnen ^DmT't is verre van iemand onzer, Edele Groot Mog. Heeren , eenig gebruik te willen maken van eene elk eerlyk Mensen zoo beledigend aangeboden Pardon , daar echter het te vreezen is, dat de nood en wanhoop zommigen derzelven tot akelige uiterftens ZOwrd;agenr5ocgnCde bewustheid van onze onfchuld in onzen boezem: wy hebben niets begeerd dan gehoord, onpartydig gehoord te worden , en hebben ons plegtig voorgenomen, het ga hoe 't ga, liever alles te wagen dan immer te gedogen dat onze aangeborene ^tuuTyke tl Burgerlyke Vryheeden aan willekeur en dwang onderworpen worden. Onze zaak is toch de zaak van 't Volk van Neêrland , het beste gedeelte van 't zelve heeft zig met luide ftem voor ons verklaard, zal nimmer ftfl zittende ons bederf zien voltooien, ons verderf tog zal dat des ganfehen Vaderlands flegts weinige oogenblikken voor- gaü Edele Groot Mog. zoo zeer betrokken bv 't welzyn der Unie , de verdere Hooge Bondgenoten, zullen tog zekerlyk ter onzer hulpe eenmaal toefchieten.  Nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 345 Dan, Edele Groot Mog. Heeren, den nood dringt ons, wy zyn gefcheiden van onze Bezittingen, veelal berooft van alle Middelen van Beftaan ; men hond met geweld onze wettige Eigendommen aan; de Soldaat leeft op discretie in onze Huizen, teert onzen hoognodigen Wintervoorraad op, zelfs zonder noemenswaardige betaling, en die, namens ons, by de overgeblevene Regenten inftantien doen om eens eindelyk van die ichadelyke Gasten ontflagen te worden, zyn verachtelyk weggezonden, en dus brengt men veelen onzer, onze Echtgenoten en Kinderen in de fchromelykfte omftandigheeden. Wy wenden ons daarom by herhaling op *t eerbiedigst tot U Edele Groot Mog. onze getrouwe , onze beproefde Bondgenooten , zo volvaardig gereed , zo vol yverig , wen 't gemeen belang, 't belang van 't Bondgenootschap, en waarom ook niet van Steeden en Leeden, die in hunnen kring de1 gemeene zaak hebben getragt nuttig te zyn, dog 'er de noodlottige flagtoffers van wierden, om hulpe roept: wy wenden ons tot U Edele Groot Mog. die ons zo grootmoedig In der. zeiver befcherming naamen, en fmeeken met dien aandrang, die 't gewigt der zake vop dert, Dat U Edele Groot Mog. als nu in deezen presfanten nood, zodanige ef. ficacieufe middelen gelieven daar te Hellen, als naar derzelver hooge wysheid en bekende Vaderlandsliefde best gefchikt zullen bevonden worden, om ons dadelyk de toegezegde protectie en effea der Unie , welke U Edele Groot Mog. zo edelmoedig verklaart hebben tot derzelver laatften adem toe, ook ten onzen opzigte, te zullen Q 3 main»  H6 kov. ZAAKEN VAN 17M. maintineeren, werkelyk te doen ge» pieten. (Onder ftond,) Dit doende, &c. (Was geteekent,) Uit Hattem door 98 Perfoonen. Uit Elburg door 138 Perfoonen. mo Jnterrogatorien , om daar op ter inftantie der Directeuren van de Burger-Sociëteit te Zwolle, na voorafgaande Arrest en wettige Citatie, onder folemneelen Eede te hooren Hendrik Eiberts. r. Ouderdom en Verwandfchap te vraagen? Ad Art. I. Getuige Hendrik Eiberts, zegt ongeveer agt en vyftig Jaaren oud en niet Verwandt te zyn, * 0, Xan Getuige annexe Adteftatie (die verzogt wordt met exhibitum te teekenen) te vertoonen, voor te leezen , en te ondervraagen , of de Onderteekening daar van niet door hem eigenhandig gefchied zy? Ad Art. 2. Na dat aan Getuige annexe Atteftatie, met exhibitum hujus geteekend , waare vertoond en voorgeleezen, heeft dezelve verklaard, dat eigenhandig zelfs geteekend heeft. Of Getuige onder zynen zoo even ge-  N8V. STAAT EN OORLOG. 1786. 547 gedaanen plechtigen Eed niet verklaart, dat al het geen in voorfchreeven Atteftatie vermeld word , de zuivere en, oprechte waarheid is? Ad Art. 3. Getuige verklaart op zynen gedaanen Eed, dat al het geene in gemelde Atteftatie ftaat vermeld, de zuivere en opregte waarheid behelst. Aldus na voorgaande Arrest en wettige Citatie onder t.ede gedeponeert corsm Rigter E. Scriverius, en Keurnooten Janus Hisfiak en Wolter van der Veen. Actum Zwolle den J5 September 1786» (Onder ftond,) \ Ma prafente. (Was geteekend,) F. RAM, Gever. pro vera Copia. H. A. TOBIAS, Secretaris. Fk Ondergeteekende Hendrik Eiberts, woonagtig te Hattum, Verklaare my aldaar in de Stad bevonden te hebben , ten tyde als de Militaire Troupes inrukten; dat ik toenmaals door een Officier van de Cavallerie , wiens Naam my onbekend, gedwongen ben meede te gaan na de Herberg den Engel, en aldaar de Stal aan te wyzen, dat ik zulks gedaan hebbende, de Militairen die Stal met ge veld opengeflaagen en zig daar van meester gemaakt hebben. Dat ik daarop door Juffer Meyer gezonden ben na het Huis vm de Q 4 Koop-  848 nov. ZAAKEN VAN 1786. Koopman Barneveld om Thee te haaien; dat ik aldaar gezien hebbe eenige Officieren in een Kamer zittende, en welke de Soldaaten en Ruiters by continuatie de Wyn uit de Kelder van de Wynkooper Barneveld aanhaalden. Dat ik vervolgens ook hebbe zien plunderen in het Huis van den Predikant Appelius, en de Goederen uit het zelve verbergen, en dat de Colonel van Plettenburg de Plunderaars te eemoete kwam, zonder het te beletten. ; Dat ik in 't generaal aan diverfe Huizen en op verfcheidene plaatzen, te menigvuldig om gefpecificeert te konnen worden, hebbe gezien, dat dezelve op eene fchandelyke en Barbaarfche wyze wierden geplundert, de Glaazen ingeworpen, de Goederen en Meubilen gedestrueert of weggeftooken; en dat ik my den volgenden Dag, uit vreeze van door die losbandige Militaire Geweldenaars , volgens hun bedreigingen mishandelt te zullen worden, genoodzaakt gevoDden hebbe de Stad te verlaaten: zynde ik ten allen tyde bereid om het hier boven gedeponeerde met folemneelen fiede te fterken. Zwolle den 13 September 1786. > (Was geteekend J hendrik elberts. (Boven in margine hu jus ftond) Exhibitum in judicio binnen Zwolle den 15 Sept. 1786. (Onder ftond,) In fidem. (Was geteekend,) f. ram. Pro vera Copia. JI. A. TORIAS, Secretaris.  Kov. STAAT EN OORLOG. 1786. 249 N°. 3. Interrogatoria , om daar op ter inftantie van de Directeuren der Burger Sociëteit te Zwolle, na voorgaande Arrest en wettige Citatie onder folemneelen Èede te hooren Hendrik van Brummen , Roedendraager te Hat» tem» I. Ouderdom en Verwandfchap te vraagen? Ad Art. 1. /"Getuige Hendrik van- Brummen, zegt ruim VJ vyftig jaaren oud en niet Verwand te zyn. Aan Getuige annexe Atteftatie (welke verzogt word met de exhibitie te teekenen) te vertoonen, voor te leezen en te ondervraagen , of dezelve niet door hem eigenhandig onderteekent zy? Ad Art. 2, Na dat aan Getuige annexe Atteftatie, met het exhibitum hujus geteekend, waare vertoont en voorgeleezen, heeft Getuige verklaard dezelve eigenhandig onderteekend te hebben. 3. Of al bet, geene in dezelve vermeld word, niet de zuivere en oprechte waarheid behelst? Ad Art. 3. Getuige zegt Jaa. Aldus na voorgaande Arrest en wettige Citatie onder Eede gedeponeerd , Coram ■Richter Scriverius, en Keurnooten Janus Q 5 Hei-  a5o kov. ZAAKEN VAN 1786. Hesfink en Wolter van der Veen, Actum Zwolle den 13 September 178Ó. (Onder ftond) Me prefente» (Was geteekend,) f. ram, Gever, pro vera Copia. H. A. TOBIAS. Secretaris» ft Ondergeteekende Hendrik van Brummm » nnrfanoer van de vyftiglten Penning te Hat. fem? verklaare by deezen uit de mond van ,7~ Hnkvrouw te hebben vernoomen , dat Slve na'Ter inrukken der Militie binnen Ha turn, ^nde te huis gekomen, in prefenSe vaa twee Getuigen bevonden beeft, dat nnpn ' plantte van de Directeuren der Burger-Sociëteit te Zwolle, na voorgaande Arrest en wettige Citatie onder folemneelen Eedé -> te hooren Hendrica Niboer , \ Huisvrouw van F. A. Partes. 1. Ouderdom en Verwandfchap te vraa« gen? Ad Art. 1. Getuige Hendrica Nvboer, Huisvrouw van. F. H Partes , zegt in de 40 Jaaren oud en niet Verwand te zyn. Aan Getuige annexe Atteftatie (welke verzogt word met exhibitum te teekenen) te vertoonen, voor te leezen en te vraagen, of de Onderteekentng daar van niet door haar eigenhandig gefchiedzy? Ad  «ov. STAAT EN OORLOG. 1786. 355 Ad Art. 2. Na dat aan Getuige annexe Atteftaiie, met het exhibitum hujus geteekend4 waare vertoont ea voorgeleezen , heeft Getuige verklaard dezelve eigenhandig onderteekend te hebben. 3- Of Getuige al noch op haar gedaane „Ma niet verklaart, dat al het geene in dezelve vermeld is, de zuivere en • oprechte waarheid behelst? Ad Art. 3. , Getuige verklaard op haar gedaane Eed dat de inhoud van gemelde Atteftatie de zuivere en oprechte waarheid behelst. Aldus na voorgaande Arrest en wettige Citatie onder Eede gedeponeerd, Coram Richter A. Scnverius, en Keutuooten Janus BisJink en IVoiter van der Veen. Aclum Zwolle den 15 óeptember 1786. (Onder ftond,) Me pre/ènte. (Was geteekend,) r. ram. Pro vera Copia. H. A. TOBIAS, Secretaris. . Ik Ondergeteekende, Logement houdende in den (vogel binnen Hattum, verklaare, dat ik na bet inrukken der Militaire Troupes binnen Hattum, te huis koomende, het zeive ten eenemaal geplundert en de Meubile Goeif\  7AAKEN VAN 1786* „o^-iïnpprd °n weggeftoolen bevon* Goederen geweerd o» w ëë hoorde den hebbe , dat ik 00J. a ve ° m I- brutaliteiten van de Ruuers. w Huia bezit ^^^fUa aanzienelyke ondergaan, en dat deaeive noomen voorraad van Hooy en Haver wegg en byna alles °?f "^^n tydebereid om "hebben; zynde lk."nK''deenteyfteraen. Ac- (Was geteekend,) HENDRICA NIBOERS. Huisvrouw van F. H. PARTES. •u> (Boven in margine hujus Rond,) Exhibitum in judicio binnen Zwolle den 15 September 1786. (Onder ftond,) In fidem» (Was geteekend,) |f. RAM. » Pro vera Copia» H. A. TOBIAS, Secretaris. N9  my* STAAT EN OORLOG. 17R6. 157 N°. 5. Interrogatoria ,om daaropterinflantie der Dit edeuren van de Burger* Sociëteit te Zwolle, na voor. afgegaan Arrest en wettige Citatie, onder folemneelen Eede te hooren Maria Koeling, dienende als Meid by Monfr* Vinkebrink te Hattum* i i. Getuige Ouderdom en Verwandfchap te vraager. ? r Ad Art. 1. Getuige Maria Roefing, dienende voor Meid by de Heer Finkebrmk, zegt in 't 20 Jaar oud en niet Verwandt.te zyn. 2. Aan Getuige annexe Adteftatie (welke mén verzoekt, dat met het exhibitum mooge beteekent worden) te vertoonen, voor te leezen . en te vraagen , of de Onderteekening daar van nietdoor haar eigenhandig gelcbiedzv? Ad Art, 2, > Na dat aan Getuige annexe Atteftatie, met t exhibitum hujus geteekend, waare vertoond en diltmételyk voorgeleezen , heeft dezelve verklaard, dat de Onderteekening daar van door haar eigenhandig gefchied is. 3. Of zy op haar plechtig gedaanen Eed met verklaart, dat al het geen in gemelde Atteftatie vermeld is, de zuivere en oprechte waarheid behelst? Ad Art. 3. Getuige verklaart op haar gedaane Eed, dat al 't geenin gemelde Atteftatie ftaat vermeld, de zuivere en opregte waarheid behelst. Aldus na voorgaande Arrest en wettige Gitatie onder Eede gedeponeert coram Rig. vyyu r Scrimiusi en Keurnooten Janus Hit- XXXV. deel, R u ji k  55^ „ffv. ZAAKEN VAN 17BS» fink en Weker van der Veen. Adum Zwolle den 15 September 1786. (Onder ftond,) Me prafente, (Was geteekend,) F. RA M. Pro vtra Copia. H. A. TOM AS; Secretaris. Ik Ondergeteekende Maria Roeftf, woonende als Dienstmeid by Mr. Ftnkebrmk te Stum verklaare, dat ik, na het inrukken Sf Militairen binnen Hattum, te hu»: koomende gezien hebbe , dat de deur , welke forens digt genooten w«| ge«ree« . geweld was losgeflaagen, dat de WjWm Chitzen , Catoenen , Baajen , kruideniers W aren, enz. voor het grootfte gedeelte was kec-ispettooien; dat de Doozen en Kisten waa enCftukk'en en in malkander gtflaagen , de Goederen door het Huis geworpen, de Booter met voeten getreeden, de Kelder op een toandelyke wyze met Menfchendrek Bevuild, de Zilvere Knoppen var. de Bybel» S eeden en geftoolen, Spiege a, PorcelyS wat dies meer is, in Hukken geftaageS en getrapt, kort om alles erbarmelyk vernield en eepïundert. . Hier van myn Verklaaring verzogt zynde hebbe ik niet willen verweigeren dezelve alzoo af te geeven, onder off rte van het gercponeerdlmet folemneele Eede te fterken.  MOV. STAAT EN OORLOG. 1786. 255 Zwolle den 13 September 1785. Ten Huize van myn Vader Lambert Ree/ïnk, Gemeensman van Hattum, verklaare ik al het hier boven gedeponeerde , even als ten Huize van Vtnkebrinky en deeze en foortgelyke ftarbaarfche handelingen en brutaliteiten meede in andere Huizen en op meenigvuldige andere plaatzen ontmoet en gezien te hebben, onder folemneelen offerte als boven. Actmn Zwolle den 13 September 1786. (Was geteekent,) mak ia roksink. (Boven in margine hujus ftond,) Exhibitum in judicio binnen Zwolle den 1* September J786. s (Onder ftond,) Infidem» (Was geteekent,) F. RAM. i g Pro vera Copia» h. a. torus. Secretaris. R a  soo hov. ZAAKEN VAN 178& vo  S7o Kov. ZAAKEN VAN 178& PhsRnk en Wolter van der Veen, Aftum Zwol* leden 13 September 1786. (Onder ftond) Me prefente» (Was geteekend,) ' F. RAM, Pro vera Copia» H. A. TOBIAS. Secretaris» no 10. interrogatoria,omdaaropterinW ' flantie van de DireSteuren der Burger-Sociëteit te Zwolle, na voorgaande Af rest en wettige Citatie onder folemneelen EeUe te hooren Elbert Muiier en JNicolaus Aukus. 1. Ouderdom en Verwandfchap te vraagen? 6 Ad Art. J. ifte /Getuige Elbert Muller, zegt in zyn O vyftigfte Jaar oud en niet Verwand sde. Geïmge Nicolaus Aukus , zegt ruim 24 Jaaren oud en niet Verwand te zyn. Zyn Getuigen beide niet Diaconen te Hattum ? A(J  «ov. STAAT EN OORLOG. 1786. &?i Ad Art. a, ïfte. Getuige zegtjaa. 2de. Getuige zegt Jaa. 3- Hebben Getuigen niet uit de mond van hunne Meede- Diaken Jan vanfPy* ie en van de Ouderling Èvert Koning verdaan , dat dezelve met en beneevens de Meede-Ouderling Coenden van Volden, na het inrukken der Militie te Harum , zig geinformeert hadden na de Armen-Kasfe, geplaatst geweest in het verwoeste en geplunderde Huis van de Predikant van Echterend Ad Art. 3. ïfte Getuige zegt Jaa 't gevraagde in deezen waar te zyn. 2de. Gemige zegt zulks gehoord te hebben van Jan v»n IVybe, en 't gevraagde in deezen waar te zyn. 4. En dat dezelve Armekas geheel gefpolieert en het Geld weggeftoolen was ? Ad Art 4, ïfte. Getuige zpgt Jaa. ade. Getuige zegt Jaa. 5' Houden Getuigen zich na hun beste weetenfchap niet verzeekert, dat in dezelve Armekas wel circa neegen honderd Guldens a3n Geld geweest is, als meede eenige Obligatien? Ad Art, 5 ïfte. Getuige zegt na zyn beste weetenfchap 't gevraagde in deezen waar te zyn. 2de, Getuige zegt na zyn beste weetenfchap 't gevraagde in deezen waar te zyn. Aldus na voorgan de Arrest en wettige Ci. tatie onder Eede gedeponeerd, Coram Richter E. Seriverius, en Keurnooten Janus His-  272 «ov. ZAAKEN VAN 1786* fink en Wolter van der Veen, AQum Zwolle tien 15 September 1786. (Onder ftond,) Me prefente, (Was geteekend,) F. kam. Pro vera Copia, h; a. tobias, Secretaris, N°. 11. Tk Ondergeteekende Jan van Asfelt , Ge« I meensman der Stad Hattum, Verklaare by oeezen , dat ik by het inrukken der Militaire Troepen binnen Hattum my met Willem Jan Tulleken binnen myn Huis bevonden hebbe, dog door 't cóntinueele Gefchut en 't vliegen van Grenaten over myn Huis vervaard wordende, het zelve verlaaten, de Deur toe. geflooten , en my met der vlugt buiten de Stad begeeven hebbe , met gevaar van myn leeven wegens het geftaadig fchieten na de Overysfelfche kant. Dat ik op Vrydag den 8ften deezer, my wederom naar Hattum begèeyen hebbende, aldaar met twee Getuigen myn Huis in ogenfchyn genoomen, en bevonden hebbe, dat aldaar alles was gedefinieerd, de Winkel in het Voorhuis en de Glaazekast ten tenemaal gedemolieert en geplundert, Kooper en Tin geftoolen, een Kabinet en diverfe Kasten vernield en opengeflaagen, al het * Linnen, voorts eenig Geld en Zilver wegge- roofd, en geceialyk zodanig huis gehouden,  SÖW STAAT EN OORLOG. i78Ö. *73 dat men van de woeste JBarbaaren niet erger te verwagten was. Dat hy Depofant al meede gezien heeft, dat eeven dezelve gruwzaame hoftihteiten en geweldadigheeden aan menigvuldige andere Huizen gepleegt waren Zynde hy ten allen tyde bereid om zulks met folemneelen Eede te Herken. Zwolle de» 13 September i786. (Was geteekend,} JAN VAM ASSELT, (Boven in margine hujus Hond) Exhibitum in judicio binnen Zwolle den itf Sept. 1786; * (Onder ftond,) in fidem. (Was getèekerid,') t' RAM. Pro vera Copid. H. A. TOBIAS, Secretaris. N°. 12. Ik Ondergeteekende Herm&nus de Wolf, Bun ger te Hattum , Verklaare my aldaar be« eVnnfnfhiLhebbLn' t0en de Mi,itie inru^e, en tot heeden aldaar te zyn Verbleeven, dat ik de Soldaaten. hebbe hooren breeken aan het Huis van Vis/er ; dat ik eenige Goede Ze?ven,nPhH Hüis T F^^oTdl zelve hebbe zien draagen, ais meede Wvn ö mar»  m K0V. ZAAKEN V.AN Ï736. Barneveld', en dat ik meer diergelyke Brutaliteiten. Losbandigheeden en Roveryen hebbe zien pleegen , te meenigvuldig om gefpecificeerd te konnen worden. • Zynde ik ten allen tyde bereid om zulks met folemneelen Eede te fterken. Zwolle den 13 September 1786. (Was geteekend,) HERMANUS DE WOLFf. Pro vera Copia. H. A. TOBIAS, Secretaris. n". n* Op Dingsdag den 5 September 1786, ben ik na gisftng om vier a vyf uuren sagtermiddags aan de Dykpoort van Hattum gekoomen, die genooten was , en toen de "Waterbrug overgegaan, worde ik voort door een Soldaat aangerand , met te zeggen , gy lend myn Arreflant, waar op ik antwoorde , Viieftd , daar moet ik meede te vreeden zyn; Voorts diretft omringt van verfcheiden Soldaaten , met te zeggen, vervloekte Patriot, Spitsboef, Spion, doufol/le morgen hangen, toen gebragt zynde in een Huisje kort aan de Binnenpoort het eerfte Huisje van het Caterveer aan de Regterhand , meenende dat de Vryheid genaamd word: Daar vond ik; na gisftng wel 20 Soldaaten, mogelyk een minder of een meer, waar ik hoorde een eenparig gefchreeuw vervloekte Patriotten ö*e. waar by ondervond, dat alles dat daar in Huis was, cebrooken en aan ftukken geftaagen, zelts gedeeltelyk ook de Glaazen in 't Huisjen; Daar een korten tyd geweest zynde, kwaamen twee  mr. STAAT EN OORLOG. 1786. 375 andere onbekende Officieren , waar door ik geordonneerd wierd , om met 4 Man na de Kerk te worden gebragt, daar koomende worde ik bewaard door een Soldaat met blank Geweer, zynde toen in de Kerk daar ik een deel Soldaaten zag, waar een groot gedruis in de Kerk gemaakt wierd, zoo dat my toeicheen , dat het grootfte gedeelte half dronken was; waarop een ontzaglyk gefchreeuw deeden van Vivat de Prins van Orange Tn de Patriotten onder. 6 Dat toen in de Morgen ftond het Volk in if, *erk groote hoftiliteiten aanrigte , met VJesfen Wyn uit te drinken, dezelve aan ftukken te gooyen , en Glaazen, alles wat maar leedig was, de Stoelen voor een groot gedee te aan ftukken gehouwen met de Sabe i de Kaarsblakers van de Banken met Sabels afgeboogen, en vervolgens aan ftukken gehouwen» zoo veel maar mogelyk was, dnn weer houwen in de Banken gedaan , egter met hebben kunnen merken , dat de Predikftoel eenig letzel is aangedaan. Daar zittende , ben ik 's Woensdags tus. deK\mJ a^V^ 08 gisfinS ' ora dat de Klokken ftii ftonden, overgebragt na het Huis van JutTr. Tulleken, na my verbeelde het tweede Huis van de Homoetfche Poort daar heb ik verzogt om een ftukje Papier! ten en Inkt, het welk my gegeeven wierd niet wel zoo groot als het vierdepart van een abufeerd had de Sleutels van het Stadhuis weegens het Vuurfteede Geld meede te neemen, mogten worden na Zwol gezonden aan niyn Kinderen , en toen vervolgens altoos bewaard wordende door een Soldaat , dat memand met my fpreeken konde, waar by veele van die Soldaaten gehad hebbe, doch meest Duitfers, met te zeggen, vervloekte fatrtot gy zult morgen henken, toen daar ges 3 Wee-  flï6 kov. ZAAKEN VAN 1786. bleeven zynde tot gepasfeerde Donderdag, avond na gisfing zeeven uuren toen ik ontflaagen wierde , dan doen ondervindende » dat de voornoemde Sleutels en die van myn eigen Huis niet waaren weggezonden aan nwn Kinders, welke ik aan de Commandeerende Officier met een Briefje had overgegeeven , maar daar op is my belooft by myn 1 vertrek door Bern. Brouwer , zoo ik meen, om de Sleutels morgen vroeg aan de Heer Hoekman te zullen bezorgen. Zwolle den 8 September 1786. (Was geteekend,) HERM. TUINIER. (Onder ftond,) Afsegeeven ter RequiGtie van de Hee' ren Gecommitteerden tot het Defenfieweezen der Stad Zwol. (Agter op deeze ftond,) 1786 den 10 September eerst myn Sleutels uit Hattum wederom ontfangen. Pro vera Copia» H, Am TOBIAS, Secretaris* N°. 14. Ïk Ondergeteekende F. A. van Vlier den * woonagtig te Hattum, Verklaare op den «rden deezert wanneer de Militaire Troupes de Stad Hattum zyn binnen gerukt, aldaar sebleeven te zyn , en des avonds met myn Vader de Zee-Capitein in het Huis van den Predikant Appelius my begeeven hebbende,  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 977 aldaar te hebben gevonden verfcheidene Soldaaten , zich bezig houdende met plunderen en rooven en met geheele Pakken onder hun Armen uit bet Huis te draagen; dat dezelve op de komst van my Depofant en myn Vader zich wel geretireerd hebben , doch dat een der Soldaaten myn Vader met den blanken Sabel gedreigt heeft; Dat alle de Meubilen , welke niet geroofd en weggeftoolen waaren, in het Huis van gemelde Predikant appelius vernield en geruineerd waren en het geheele Huis deerlyk geplundert, Dat ik vervolgens de Militairen in het Huis van Mevrouw Daendels Linnen nebbe zien ftukken fcheuren, en vernielen, en diverfe Huizen, in fpecie dat van de Hopman van Laer op eene zeer fchandelyke en vyandige wyze geplundert en de Meubilen daar in kort en klein geflaagen , en alle de Winkel, waaren, van het geene zy niet konden meede neemen, door een gegooit, bevonden hebbe; Dat ik al wyders , even na,dat ik met de Jonge Heer Tulleken uit zyn Huis gegaan was , weer terug koomende geaien hebbe, dat eenige Militairen beezig waaren met de Deur aldaar met een Byl en met hunne Sabels open te hakken , die hem Ondergeteekende beneffens Tulleken hebben willen "dwingen , om te geeven, het geen zy eischten ; In 't kort, dat door de Militaire Troupes zoo veele en onderfcheide baldadigheeden en hoftili. teken zyn aangerigt, dat het de Ondergeteekende moeijelyk valt alles te fpeciiiceereu. Verklaarende ik altyd bereid te zyn, om zulks met folemneelen Eede te fterken» Actum Zwolle den 13 September 1786. (Was geteekend,; F. A. VAN VLIERDEN, Prg vera Copia, H. A. TOBIAS, Secretaris. S 3 N?.  378 kov. ZAAKEN VAN 1786. N°. 15. Ik Ondergeteekende Aaltjen Wynbergen „ Huisvrouw van Egbert van der Linde , woonagtig te Hattum , VeTklaare dat ik op Dingsdag den ^den September, toen de Militie voor Hattum was, uit vreeze met myn Kind de Stad veriaaten hebbe en naar Zwolle gevlugt ben , dat ik de Donderdag daar aan volgende getragt hebbe binnen Hattum te koomen , om myne zaaken na te zien, dog voor de Homoetfche Poort door de Soldaaten terug gekeerd ben , welke my dreigden zoo ik niet terug wilde keeren op myn te zullen fchieten: Dat ik Vrydag den 8ften deezer wel onverhindert door de Homoetfche Poort binnen Hattum gekoomen ben, en aldaar binnen myn Huis kocmende bevonden hebbe, dat alles geruineert en geplundert was, Glaazen, Porcelein, Spiegels, Linnen, Wollen en wat dies meer is verbrooken en aan (tukken gehakt, Koöper, Tin, Zilver en Goud, en wel dertig Guldens aan gereed Geld , weggeftoolen , het geheele Huis door met menfchendrek bevuild, en generalyk zoodanig huis gehouden , dat het eer de fchyn had, als of 'er woeste wilde Barbaareu, dan redelyke Menfchen in geweest waaren. Dat ik toenmaals ook bevonden hebbe dat het Huis in brand geweest was door een Houwitzer of Yzeren Bol, welke door het Dak en Zolder heen gevallen was op een Calminkën Borstrok en aldaar gefprongen , waar door die Borstrok in het Spanwerk is in brand geraakt, hebbende de Ondergeteekende nog vier groote ftukken van dat ge* fprongen Yzer in Huis gevonden, en verders van haare Buuren J. Dalhuis en Beek' rnan vernoomen , dat dezelve de brand in haar Huis geblust hadden, wordende de voor. fdireeve ftukken gedeeltelyk alsnog ten haa-  HOy» STAAT EN OORLOG, 1786. sjst, ren Huize bewaard. Dat de Ondergeteekende vervolgens met een Pakje Linnegoed zig weederom uit Hattem willende begeeven, door een Officier, welke aldaar Overfte genoemt word, is belet geworden, en gedwongen om haar Pakjen terug te moeten bren. gen. Dat de Ondergeteekende verders zeer wel bewust is en met eigen oogen gezien heeft ' zeer veele Huizen, welke even als het haare en ook zommige nog flimmer op een deerlyke wyze gefpolieerd, geruineert en geplundert waaren : onder anderen van van Barneveld , van Brummen, Ontv. Barneveld, Burgemeester Daendels, Do. Appelius, Lamb. Beumer, Derk Keiler, Jan Jaspers en anderen, te meenigvuldig om te fpecificeeren. . Zynde de Ondergeteekende ten allen tyde bereid om de voorfchreeve Depofitie met folemneelen Eede te fterken. A&um Zwolle den 21 September 1786, (Was geteekend,) AALTJEN WYNBERGEN. Pro vera Copia. II. A. TOBIAS, Secretaris. N°. 16. Ïk Ondergeteekende attefteere, onder pre» fentatie, van zulks ten allen tyde met folemneelen Eede te ftaven, dat 'sdaagsnadat de Militie binnen Hattem was gerukt, zeeker Soldaat, met naame Scheffer, onder een aaneenfchakeling van de Godlasterlyke vloeken aan my vertoont heeft, drie groote nieuwe Spykers, welke nog kunnen gezien worden a S 4 en  *8o nov. ZAAKEN VAN 1786. en voor handen zyn , en gezegt heeft, dat dezelve zouden gediend hebben om die geene welke van de Patriotten onder de Wapenen gevonden wierden , direct in hunne Deuren op te hangen. Zwolle den 21 September 1786. (Was geteekend,) joh anna esselink. (Onder ftond,) Deeze Verklaaring is afgegeeven in prefentie yan ons. • = (Was geteekend,) j. h. van nyK, en J. B. MEYLIHK. a :: • Pro tera Copia. h. a, tobias, Secrtiaris. Copia. Aan den Hove Provinciaal des PurN°. I. ftendoms Ge/re en Graaffchap Zutphen. edele mogende heeren 1 Geeven met verfchuldig Refpect te kennen, de Ondergeteekende der Gezwoo. ien Gemeente mitsgaders de Geviugte Burgery der Stad Hattem, dat zy met de uiterfte verwondering vernoomen hebbende, dat zeker aan de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland en de verdere Bondgenooten, pp gronden der ünie van Utrecht geprefenteerd Addres in dato ïo September deezes jaars aan de Teekenaaren van het zelve zou« ^e worden geimputeerd als eene zwaars mis. da3ds  Hoy. STAAT EN OORLOG. 1?8Ö. «81 daad, vinden zich verpligt aan ü Edele Mog. by deezen te declareeren en te kennen te geeven. fa Dat het voorfz. Adres op hunnen fpecialen Last en Commisfie niet alleen is gedaan aan Hooggemelde Heeren Staaten van Holland en verdere Provinciën, maar zelfs, dat zy Rapport van deeze hunne voorfz. Gecommitteerden bekoomen hebbende , by eene expresfe Acte van Guarantie en Approbatie bet zelve in alle deszelfs deelen en leeden Jiebben geapprobeerd en verklaard gehouden te willen worden, als hadden zy dat met de leekening hunner handen Perloonlvk be. kragtigd. Al 't welke ü Edele Mog. gelie. ven te verneemen uit de per Copiara Autbenticam hier nevensgaande Acte van Approbatie en Guarantie fub A. Ook vinden zy verpligt met voorig Reipedt te declareeren, dat vermits zy zig niets icwaads bewust zyn , en zonder iemand in zyne Rechten aan te vallen, bunnen aangeboorene Burgerlyke en Steedelyke Vryheid zoo veel m hun was, op eene wettige wvze te hebben getragt te befchermen, zy On. dergeteekende gereed en bereid zyn, en niets meer verlangen dan geleegentheid te hebben, alle hunne daden en zuivere oogmerken in deezen niet alleen aan hunnen Opperfte Kechter, maar ook voor elke onpartvdtee Rechtbank te verantwoorden. . Verzoekende verder dat ü Edele Mogende deeze hunne Declaratie en Byiaage gelieve te brengen daar en zoo het behoord. (Onder ftond,) Dit doende, &c. Was door 95 handen geteekent.Aftum Zwolle den ia Oöober 1786 en volgende daagen. S5 ft-  s8a nov. ZAAKEN VAN J786. Copie. N°. II. Wy Ondergeteekende zoo Leeden der Gezwooren 1 Gemeente als verdere Burgers en Ingezeetenen der Stad Hattum, welke zig op den 5den September 1786 in de noodzakelykheid hebben gevonden om tot verzeekering van hun leeven , of om niet door de woede van befoldigde Krygsknegten mishandelt te worden , voorfz. Stad provifioneel te verlaaten, en binnen Zwolle te retireeren , (welke gevreesde onheilen van agteren maar al te zeer zyn bevestigd geworden) verklaaren door en kragt deezes volleedig Rapport te hebben ontvangen van zeekere Commisfie door de Heeren H. van Wes~ A. terveld en J, H. van Dyk , by de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland op den ioden der laastafgeloopene maand afge? legd , ten fioe by het geprasfenteerd Adres ' aan hun Edele Groot Mog. vervat, waar toe wy ons gedraagen ; approbeeren ten vollen en in allen deelen en pointten al het geene door onze voorgem. Gecommitteerden in 'sHage en elders verrigt en woordelyk aan ons gecommuniceerd is ; waar omtrent wy willen gehouden worden, als waare het zelve perfoonlyk met de Teekening onzer handen bekragtigt. Guarandeerende wy onze voorfz, Gecommitteerdan allenthalven ter zaake voorfz. met alle aankleeven en gevolgen van dien. Ten teeken van waarheid deeze by ons Ondergeteekende Gemeenslieden fampt Burgeren en Ingezeetenen > geteekent binnen Zwolle den 12 Oétober 1790 fes en tachtig gn volgende daagen. Was geteekend door 96 Naamen.  mov. SÏAAT EN OORLOG. 1786. a83 Copia, Aan den Hove Provinciaal des Fur~ N".III. ftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. . EDELE MOGENDE HEEREN! Geeven met verfchuldigd Refpecï te ken? nen , de Ondergeteekende Leeden der Gezwoorene Gemeente , mitsgaders de geviugte Burgerye der Stad Elburg , dat zy met» de uiterfte verwondering vernoomen hebbende, dat zeker aan de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland en de verdere Bondgenooten , op gronden der Unie van Utrecht, gepraïfenteerd Adres in dato 10 September deezes Jaars , aan de Teekenaaren van 't zelve zou worden geimputeerd, als eene zwaare misdaad, vinden zich verpligt aan U Edele Mog by deezen te declareeren en te kennen geeven; Dat het voorfz , Adres op hunnen fpeciaalen Last en Commisfie niet alleen is gedaan aan Hooggemelde Heeren Staaten van Holland en verdere Provinciën, maar zelfs, dat zy Rapport van deeze hunne voorfch.Gecomr mitteerden bekoomen hebbende, by eene expresfe Aéle van Guarantie en Approbatie , hetzelve in alle deelen en leeden hebben geapprobeerd en verklaard gehouden te willen worden, als hadden zy dat met de Teekening hunner Handen perfoonlyk bekragtigd. Al 'c welke U Edele Mog. gelieven te verneemen uit de per Copiam Autheuticam hier neevensgaande Acte vah Approbatie en GuaA. rantie fub A. Ook vinden zy zich verpligt met voorig Refpeót te declareeren , dat vermits zy zich; niets kwaads bewust zyn, en , zonder iemand in zyné Rechten aantevallen, hunne aangeboorene Burgerlyke en Steedelyke Vryheid s zoo veel in hun was op eene wettige wyze' heb?  ï84 nov. zaaken -van 1786. hebben getracht te befchermen, zy Ondergeteekende gereed en bereid zyn, en niets meer verlangen dan gelegenheid te hebben, alle hunne daaden, en zuivere oogmerken in deezen niet alleen aan hunnen Opperften Rechter , maar ook voor elke onpartydige Riechtbank te verantwoorden. Verzoekende verder dat U Edele Mog. deeze hunne Declaratie en Bylaage gelieven te brengen daar en zoo het behoord. Dit doende, &c. Was geteekend door 97 Perfoonen. Aétuma Campen den 10 September 17H6. Copia. n°.iv, Wy Ondergeteekende Leeden der Gezwoorene Gemeente der Stad Elburg, benevens de geviugte Burgeren van dezelve Stad, allen ingevolge Refolutie van Raad en Gemeente der Stad Elburg, in dato den 4den September 1786 ten Raadhuize derzelve Stad genomen, geretireerd binnen Campen , verklaaren door en kragte deezes volledig Rapport te hebben ontfangen van zekere Commisfie door de Heeren Rauwenhof en Seis, nevens Gerret Hengevelt, IV. Z. namens de Gezwoorene Gemeente, geadfifteerd met den Stads Secretaris Mr. Hertn. Henr. Vitringa, by de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland op den loden deezer ten fine by het geprtefenteerde Adres aan Hun Edele Gr. Mog. vervat, waar toe wy ons gedraagen ; approbeeren ten vollen en in allen deelen en  mv. STAAT EN OORLOG. 1786, 285 poinaen j al 't geene door, onze voorgem. Gecommicteerdens in 's Hage verricht is , als meede het Protest door onze voorfchr. Gecommitteerdens op den i3den deezes aan de Staaten deezer Provincie ingezonden. Alle welke ftukken aan ons woordelyk zyn gecommuniceerd, en welken wy willen gehouden worden, als hadden wy dezelve per. foonlyk met de Teekeningen onzer handen bekragtigd. , Guarandeerende wy onze voorfch. Gecommitteerdens allenthalven ter zaake voorfz. met allen aankleven en gevolgen van dien* Ten teeken van waarheid is deeze by ons Ondergeteekende Gemeenslieden fampt Burgeren en Ingezeetenen geteekend binnen Campen op den 3often September 1786 en andere daagen. Was geteekend door 88 Performer CCXUI, Adres van ten groot getal Burgers en inwoonders van Amfterdam , aan de Staaten van Holland en Westvriesland, om hulp aan de In* gezetenen van Hattem en Elburg. In dato 6 Nov. 178Ó. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Geeven met behoorlyke eerbied te kennen de Ondergetekenden Burgers en Inwoonders der Stad Amfterdam; dat zy lieden wel verre van onverfchillig en ondankbaar te zyn, nopens de Lands Vaderiyke zorge van U Edele Groot Mog. , integendeel niet willen afzvn aan hunno Huur» «*>.-- fplichtirig te voldoen , en alzoo opentlyk en voor 1 het oog van de geheele Natie te betuigen de ver. knogt*  286 nov. ZAAKEN- VAN 1786. knoatheid en de levendigfte gevoelens van dankbaare eikentenisfe , waar meede zy aan O Edele Groot Mog. verbonden zyn , wegens Hoogstderzelver Vaderland- en Vryheidminnende pogingen ter behoud van Vryheid en Voorrechten , en byzonder wegens die cordate Refolutien, welke U Edele Gr. Mog. zoo'met opzigt op de Troepen , ftaande ter repartitie dezer Provintie, als voornamentlyk ten reguarde van den Heer Kapitein Generaal , in ae omftandigheeden van zaaken, welke zedert eenige tyd in deeze Republiek hebben plaats gehad, hebben gelieven te neemen; — dat hoe zeer het fchynt dat deeze allezints pryswaardige demarches van U Edele Groot Mog welke de openlyke goedkeuringe van het grootlte , beste en verliglte gedeelte der Inwoneren dezer Republiek hebben weggedraagen, gevoegd by de beloofde protectie van ü Ed. Groot Mog. aan de onderdrukte Ingezeetenen van Elburg en Hattem, wel zyn geweest van zoodanig effect, dat daar door de woede des ge weids , welke de twee evengenoemde ftem in Staat hebbende Steeden , met arififtentie van den Militairen arm , op eene allergeweldadigfte wyze, van hunne MeedeStaatsleeden hebben moeten ondervinden, en waar meede die van Utrecht door een aanmarsch van Troupen wierden bedreigd , eenigzints m haaren loop fchynt geftut te zyn, de Ondergeteekende nogthans voor het oog van U Edele Groot Mogende geenzints kunnen verbergen de angstvolle bekommering waarin zy verkeeren , ten opzigten van de beklagenswaardige lnwooneren der twee voorfchreven Steeden Elburg en Hattem ; nademaal deeze niet alleen genoodzaakt zyn geweest, om uit vreeze vooreen aannaderend, of uit dadelyke ondervinding van een allerwillekeurigst geweld, hunne woningen, bezittingen en goederen te verlaaten, maar-daarenboven hebben moeten ondervinden, dat hunne nagelaten woningen , bezittingen en goederen , door de roof en plonderzieke Militairen, en zulks onder het oog en ten aanzien van hunne Chefs en Gffieieren, zyn weggenodmen en geamoveerd , 01 an-*  »ov, STAAT EN OORLOG. 1785. 28? derzints zoo niet geheel en al, immers voor een groot gedeelte zyn geplunderd en vernield geworden , terwyl die ongelukkige Ingezeetenen zelve daar door zyn gedompeld geworden in eene die. pe armoede , te rampzaliger naar mate het Winterfaizoen en de daarmede verzeld gaande nypende koude, en andere daaraan onvermydelyk verknogte ongemakken (waardoor ook hun Vee , het geen daar en booven van het nodige voeder is veritoo» .ken , aan eenen byna zeekeren dood word bloot gefield) zich meer en meer doen gevoelen; des, dat het met die onfchuldige flagtoffers van eene fchreuwende dwingelandye gedaan zouden zyn geweest, by aldien niet de liefderyke voorzorge der nabuurige zoo Overysfelfche als Hollandfche Ingezeetenen , daarin op eene medogende wyze hadden voorzien ; dat, wel is waar , de zig pretenfelyk noemende Heeren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden , om quafi, eene zogenaamde Amnestie te doen publiceeren, even als of de ingezeetenen der twee voornoemde Steeden (die van niets te befchuldigen zyn dan dat zy zig by hunne wettige Rechten en Privilegiën hebben zoeken te bewaaren, en daar toe op een allertedertlte wyze hebben geëmployeerd zoodanige middelen, welken nimmer dan door dezulke die het geweld op den ftoel des Rechts trachten; te plaatzen , zyn afgekeurd) zig zouden hebben fchuldig gemaakt aan het crtmen lafce Majeflatis, en voorts van dezelve hebben gevorderd eene opgave der fchade, welke zy door de voorfz. handelwyze geleden hebben • dan dat het aan de hoge wysheid en het doorzigt van üw Edele Groot Mog. geenzins kan ontilippen, dat het van die Ingezetenen met geene mogelykheid te vergen is, dat zy zig aan die fchreeuwende vorderingen van die zogenaamde Heeren Staaten zullen moeten onderwerpen , en zig alzo met de daad fchuldig verklaren aan zoodanigen misdaad, welke nimmer ten hunnen laste heeft kunnen of behoren ingebragt te worden; des het, in conuderatie van die willekeurige handelwyze , ze*  ffl*8 koV. ZAAKEN VAN 17^ w 5« dat zV. of zie zülléri moeten fubjedteeren "n da^ gan" cb onwetfig geweld, of dat zy ander? «»««r lonen od een gantsch wederrechtegïe fn Eo'fde'wyze voor altoos verdoken te worden van hunne wettige eigendommen en beHtiTneen, en alzo aan eene totale en onherfteloaa. S ruïne te worden opgeofferd; buiten en behalven, St het Uw Edele Groot Mog. geenzints kan zyn onbekend, dat «edagte pretenfe Heeren Staten v n Seriand hebben kunnen goedvinden , om uit. drukkeWk%an die zogenaamde Amnestie mtteflut. ten zoodanige perfonen, welken zig by ÜW Edele Croot Mog. hadden geaddresfeerd , derzelver regtSaSe klal en in den fchoot van Uw Edele Groot Mor. hadden nedergelegd, en van Uw Edele Groot Mol derzelver veelvermogende intercesfie en hulp hadden verwagt en verkregen.En vermits Sft St alle» blykbaar is, dat de voorfz. z.g alzoo noemende Staten van Gelderland a leen openlyk H^n fnnt drwen met de protectie van Uw Edele Gr. M frOTlo™, door Uw Edele Groot Mog, fan de Ingezetenen van de voornoemde Steden Elburg en Sten. gedaan, om namelykhun te doen iouïsleeren van het effedt van het Bondgenootschap Tr Unie, «naar ook, dat alles vrugteloos zal zyn, zoo lang Uw Edele Groot Mog. niet geheven te refolveeren, om die beloofde owte&e te doen overgaan neene dadelyke prestatie en daarftellmg der beloofde befcherming en hulp; Zoo keeren ,de On. dergetekende zig totTJ Edele Groot Mog., met eerbiedig verzoek , dat üw Edele Groot Mog. de Inge. zet nen der Steden Hattem en Elburg dadelyk Reheven te prssteeren die hulpe , welke door Uw Fdelé Groot Mog. aan dezelven is beloofd geworden, en dat Uw Edele Groot Mog. ten dien einde ten fpoedigften met er daad gelieven in het werk te Stellen , of te doen ftelleü , zoodanige efflcacieufe mVddelenrals Uw Edele Groot Mog. naar Derzelver Hoge Wysheid zullen oordeelen best gefchikt te weezen, om de geviugte en verdrevene lngeze. tenen van de Steden Elburg en Hattem te doen  kov. Staat ën oörlöö. ï7sê. *ty genieten de door Üvv Edele Groot Mog, aan hüij " toegezegde proteQié en het effect, der Unie, en hen alzo wederom kost en fchadeloos te doen ftelléfl ih. de Posfesfie hunner woningen en bezittingen, èn hen voorts te doen jouïsfeeren van die Regten eii Privilegiën , welke 'hen op eene wettige wyze zyn competeerende» 't W. Dt CCXIV. Aanfchryving aan den Generaal Major yan Rysfèl, nopens zyne verantwoording aangaande Ban Edelé Groot Mog. ordres, raakende het .fecoureeren der Stad Utrecht by Vyandlyke attaque , met indemni* faiie. In dato 8 Nor. 1786. De Heer van Wasfenaer Heer van Starrenburg érl verdere Heeren by Hun Edele Groot Mog. keloiutie 'van den 6 September laatstleeden gecommitteerd tot het perfoneel Befogne, hebben ter Ver^ gadering gecommuniceerd: Dat de Generaal Major van Rysfèl ter hunner kens fiisfe had gebragt eene by hem ontfangen Refolni tie van den Raad van State van den eerden deezer: maand , Waar by aan denzelVen, mitsgaders aart den Colonel van Pabst gelast wierd, om Hun Ed. Mog. ten fpoedigften te berigten, of door den Colonel vau Pabst , Commandeerende dé Troupes te Naarden en dilirïcten , ingevolge dé aanfchryving van den Generaal Major van Rysfel, Commandeerende het Cordon Troupes tusfchen de Maas en Zuiderzee, ordres waren gegeeven aah de Commandanten van eenige Regimenten, in de Provin* cie van Holland gecantonneerd , om op dè éerile twee _ Seinfchooten t hunne Regimenten marsenvaardig te doen maaken, om, als die Signaalfchooten door zes diergelyke gevolgd wierden, aariltondS lanJt ten korMten en gèmakkelykften weg naar de XXXV. DEKhé T plaat-»  fl9o Nov. ZAAKEN V AH 178Ö. ülaatzen hunner rendez-vous in de Provincie van Utrecht, zonder territoir te ontzien, te marcheeren, en aldaar de ordres van den voorn. Generaal Major van Kw/e/aftewagten, en zoo ja, op wat grond de voorfz. ordres door hun gegeeven waren; omtrent welken last van den Raad van State , de voorn. Generaal Major van Rysfel gaarne wenschte te weeten , hoe hy zich zou hebben te gedraagen ; terwvl , wat den Colonel van Pabst betreft: , deeze, volgens ingekomen informatie by 't Perfoneel Befogne, aan dén Raad van Staate opening heeft gegeeven van de by hem geftelde ordres, en tot een grond daar van geallegueerd de bekoomen ordre van den Generaal Major van Rysfel. Dat zy Heeren Gecommitteerdens daar benevens van den gem. Generaal Major van Rysfel ouverture bekoomen hadden van de ordres, door hem gelleld uit krachte van Hun Edele Groot Mog. Refolutie en Aanfchryving van den 6 Oftober laastleeden , waar by hem gelast was, om ingeval de Stad van Utrecht vyandelyk mogt aangevallen, of door aanmarsch van Troupes uit Gelderland, in gevaar gebragt mogt worden , als dan met de Troupes onder zyn Commando ftaande, voorzoo verre die daar toe gefchikt by een te brengen waren , en zulks met eenige hoop van fucces ondernomen zoude kunnen worden , de gemelde Stad naar vermotten te helpen defendeeren , en alle violente aanflagen daar tegen, zoo veel doenlyk, te verydelen, en dat zy Heeren Gecommitteerden de gezegde ordres niet anders hadden bevonden dan volkoomen inftemmende met de voorfz Aanfchryving van hun Edele Groot Mog., en in geenen deele ftrydig met dezelve ofte die eenigzins exceaeerende. Dat zy aaaroro begreepen hebbende, dat de verantwoording, welke de Raad van Staate in deeze komt te vorderen , alhoewel afgevergd van twee commandeerende Officieren, echter in de daad concerneert de genomen belluiten en maatregulen van hun Edele Groot Mog., gemeend hadden, de attentie van Hoogstdezelven daar by te moeten be- paa*  ffov« STAAT EN OÖRLOG. j78^ s9g paaien , als geenzins kunnende vermoeden, dat hun Edele Groot Mog. eene diergelyke indirecte pooging, zoo zeer aanloopende tegen hunne hoogheid en gezag met onverfcbiliige oogen zouden aanzien, en daar door aanleiding geeven, dat derzelver ordres, tót behoud van de gemeene zaak gefteld, van hec goedvinden van den Kaad van Staate afhangelyk gemaakt zouden worden. Waarop gedelibereert zynde, is, conform aan het geen by gemelde Heeren Gecommitteerden in voege voorfz. in confideratie is gegeeven, goedgevonden en verftaan , tot maintien van Hun Edele Groot Mog. geëmaneerde bevelen, by directe Aanfchryvmg den Generaal Major van Rysfel wel erpresfelyk te gelasten, om zich in geenerlei verantwoording van t geen door hem tot uitvoering van Hun Ed. Groot Mogende Aanfchryving of Ordres van den 6 Oüober laastleeden, raakende het fecoureeren der Stad Utrecht ingeval van attaque of vyandelyke aanmarsch van Troupes tegen dezelve , mogt verrigt of bevolen zyn, anders dan aan Hun Edele Gr. Mogende zeiven , intelaaten ; als blyvende de gemelde Aanfchryving en Ordres met al het geene ter Voldoening daar aan verrigt is, of nog verrigt zou mogen worden, voor reekeniug van Hun Edele Gr. Mog,, met verdere qualiiicatie op den gem. Generaal Major, om van dit Hua Edele Groot Mogende Declaratoir en expresfe begeerte, aan den Raad van Staate kennis te geeven, en op grond daar van zich van de verantwoording, in de Refolutie van dat Collegie van den i deezer maand gevorderd* te excufeeren; gelyk ook met last om de noodige ordres te ftellen, dat de commandeerende of andere Officieren, onder zyn bevel ftaande, alleen aan Hun Edele Groot Mog. of aan hem Generaal Major reekenfchap geeven , zonder eenige verantwoording aan iemand anders te doen, veel min van de hun te geeven ordres andere ouverture te doen, dan aart hen, die dezelve ordres moeten executeeren. En is daar by verder goedgevonden, om den Generaal Major van Rysfel, van alle de gevolgen, die a heug  sq2 nov. ZAAKEN VAN i?86. hem ter deezer zaake , of uit hoofde der voldoeX van eenige beveelen van Hun Edele Groot Mol., 't zy reeds gegeeven of .nog te geeven , Sen overkoomen, te indemneeren en bevryden, denzelven , mitsgaders alle de hem onderhoorige Officieren en Soldaaten, die wegens de voldoening aaTde gefielde ordres van Hun Edele Groot Mog., in eenige ongelegenheid mogten geraaken, neemende in hoogstderfelver proteótie en befcherming, niet last en qualificatie, om hier van aan de geenen , die daar by belang mogten hebben, de noodige overture te geeven. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben zig iu de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. De Heer van Wasfenaar Heer van Starrenburg, heeft verklaart zig met het voorfz. Rapport, uit hoofde dat de hoogheid van den Souverain daar in zoo zeer is geconcerneert, ten vollen te conformeeren. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizun * Edam en Meden blik, hebben zig in de vooriz. deliberatie niet ingelaaten.  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 593 CCV. Fier Requesten, allen van den zelfden inhoud, van een menigte Burgers en Ingezetenen van Dordrecht en 't grondgebied van dien, ten aanzien van 't gedrag van den Stadhouder , met een declaratoir hunner gevoelens van dankbaarheid en verbinte. «is aan Hun Edele Groot Mog,; met betuiging van Hun Edele Gr. Mog. gevoeligheid en genoegen over der Requeflranten verklaaring. In dato 8 Nov, 1786. Zyn geleezen vier Requesten van een menigte Burgers en Ingezeetenen der Stad Dordrecht en derzelver grondgebied, ten aanzien van het gedrag van den Stadhouder deezer Provincie; en by dezelve Requesten, hierna geinfereerd, uitboezemende hunne gevoelens van dankbaarheid en ver. bintenis aan hun Edele Groot Mogende. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende, ten uiterften gevoelig,over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hoogstdezelven, zoo wel als aan de alseraeene belangen van het Vaderland in de voorfz. Requesten gemanifesteert, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de recht Vaderlandfche verklaring wegens de bereidvaardigheid der Onderteekenaaren van dezelve, om zelfs tot hunnen laatften levensfnik, Hun Edele Groot Mogende Landsvaderlyke poogingen tot behoud der Vryheid te onderfteuflen , goedgevonden en verdaan , de voorfz. Requesten, vermits by dezelve geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder aan te neemen voor Notificatie. En zal Copie dezer Refolutie, ten behoeve der T 3 Re.  |0| *ov. ZAAKEN VAN 1786, ïlequeltranten , worden uitgegeeven tot derzelver infüimatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielïe, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben tot het neemen van de bovengemelde Refolutie, zoodanig als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Aan de Edele Groet Mog, Heeren Staten van Holland en Westvriesland* EDELE CBO0T MOGENDE HEERENï Wanneer wv Ondergetekende alle Burgers en Ingezetenen der Stad Dordrecht en cerzelver grondgebied, het onverantwoordelyk en ergerlyk gedrag van den tegenwoordigen Stadhouder deezer Provintie, Willem de Vyfde, en deszelfs fchreeuwende Direüie in den laatften Engelfchen Oorlog, benevens de rampen daar door veroorzaakt, m ons geheugen terug roepen, vinden wy meer dan redenen genpeg om hem die Liefde en opregte Hoogagting, waar mede wy weleer zyn Perfoon pleegen te achtervolgen , ten eenemaal onwaardig te houden,ja te moeten betuigen dat de Naam van Willem de Vyfde ons tot fchrik.tQt afgryainge geworden is *m  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 295 en wanneer wy hierby bedaardelyk overwee* gen , zyne onbetaamelyke pogingen om het gezag hem toevertrouwd uit te breiden, en de heimelyke middelen en ongeoorloofde kunstgreepen daar toe reeds zedert lange in het werk gefield , dan kunnen wy niet na» laaten, zyn Perfoon als gevaarlyk voor 's Lands Vryheid te befchouwen. — Ja wanneer wy boven dat al nog herdenken hoe hy in plaats van 's Volks Voorregten en dierbaare Vryheid te verdeedigen, dezelve onlangs in het verdrukte Gelderland , onder den dekmantel van eene Refolutie van de :' ' Staaten dier Provintie, openlyk door den gewaapenden arm van 's Lands Krygsknegten fchandelyk heeft laaten onderdrukken, daar hy zulks wegens zyn onbepaald vermogen op de Meerderheid van Gelderlands StaatsLeden door een enkel woord had kunnen tegenhouden, dan kunnen wy, Edele Groot Mog. Heeren, geenzints ontveinzen,dat wy met de uiterfte ontevredenheid, en daar uit voortvloeiende billyke verontwaardiging tegen hem zynde aangedaan , geene geringe zwarigheid maken om de uitvoerende magt langer toe te vertrouwen, in de handen van hem , die met eene Godtergende Stoutmoedigheid tot op den huidigen dag nog durft beweeren door zuivere Vaderlandsliefde gedreeven te worden, afkeerig te zyn van alle middelen van geweld, en nimmer iet gedaan , of getenteert te hebben ,t geen hy oordeelt niet overeenkomflig te weezen met de waare belangen van den algemeenen Staat der Verëenigde [ Nederlanden. Alle welke bezwaaren op ons Ondergetekende zodanigen indruk gemaakt hebben, dat wy de vryheid neemen óm deeze zo wy me enen gegronde vreeze, voor U Edele Gr. Mog. als voor onze getrouwe Landsvaderen onbewimpeld open te leggen, met oprechte dankbetuiging tevens onzer harten, dat het T 4 U  ?9 1SAAC HUBERT. PIETER DE MONCHY. N. M. BOGAERT VAN ALBLAS- SERDAM. THOMAS THEODORE CREMER» DANIËL DE JONGH. *V CORNELIS VAN DEN BOSCH. CCVII. Request aan Hun Edele Groot Mogende van Burgers en Ingezetenen van Holland, uitmakende het geheel Ligchaam van Auxiliaire BurgerCorpfen , ter as/ijlentie binnen Utrecht ., om de Ingezeetenen der Steden Hattem en Elburg dadelyk te pree/leren de hun toegezegde hulp. In dato 10 Nov. 1786. Is geleezen de Requeste van Burgers en Ingezeetenen van Holland, uitmaakende het geheele Lig. cnaant  kov. STAAT EN OORLOG. 178Ó. 309 chaam van Auxiliaire Burger-Corpfen, ter asfifien» tie binnen Utrecht zich bevindende , en fpeciaal onder Hun Edele Groot Mog. Protectie genoomen, om de redenen , daar in breeder hier na volgende gedetailleerd, verzoekende, dat Hun Edele Groot Mogende de Ingezeetenen der Steeden Hattem en Elburg dadelyk gelieven te prsefteeren de hulpe , welke door Hun Edele Groot Mog. aan dezelven is belooft , en ten dien einde ten fpoedigften met 'er daad in 't werk te flellen, of doen ftellen zoodanige efficacieufe middelen, als Hun Edele Groot Mog. best gefchikt zullen oordeelen , om de geviugte en verdreevene Ingezeetenen van dezelve f vee Steeden te doen genieten de door Hun Edele Groot Mog. hun toegezegde Protectie en 't effect, der Unie, en ben alzoo onder Hun Edele Groot Mogende guarantie wederom kost- en fchadeloos te doen flellen in de posfesfie hunner inwooningen en bezittingen, en hen voorts te doen jouïsfeeren van de Rechten en Privilegiën, hen wettig competeeren. de. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Requeste zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als meede de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. V 3 Af*  3lo kov. ZAAKEN VAN 1786, d(tn Haat Edele Groot Mogende* de Heeren Staaten van Holland en Westvriesietnd. Geeven met behoorlyken eerbied te kénnen , de Ondergeteekende Burgers en Ingezetenen van Holland , uitmaakende het geheele Lighaam van Auxiliaire Burger-Corpfen, ter adfiftentie binnen Utrecht zich bevindende, en fpeciaal onder U Edele Groot Mog. Protectie genoomen. Dat zylieden wel verre van onverfchilhg of ondankbaar te zyn nopens de Landsvaderlyke zorge van U Edele Groot Mog., integendeel niet willen afzyn aan hunne duure verplichticge te voldoen, en alzo openlyk en voor het oog van de geheele Natie te betuigen de verknochtheid en de levendigfte gevoelens van dankbaare erkentenisfe , waar meede zy aan Uw Edele Groot Mog. verbonden zyn, weegens hoogstderzelver Vryheidslievende poogingen ter behoud van Vryheid en Voorrechten , en byzonderlyk weegens de Cordaate Refolutien, welke ü Ed. Groot Mog. zoo met opzigt tot de Troupes , ftaande ter repartitie van deeze provincie, als voornaamlyk ten reguarde van den Heer Capitein-Generaal, in de Omftandigheden van za^en , weliten zedert eenigen tyd binnen deeze Republiek hebben plaats gehad, hebben gelieven te neemen. Dat hoe zeer het fchynt, dat deeze allezints pryswaardige demarches van U Edele Groot Mog. , welke de, openlyke goedkeuïinge van het groot fte, beste en verlichtfte gedeebe der inwooneren deezer Republiek hebben weggedragen, gevoegd by de beloofde proieBie vanü Edele Groot Mog. aan de ondeidrukte Ingezeetenen van Elburg en Hattem , wel zyn geweest van zodanig efFecT:, dat daar door de woede des gewelds, welke de 0 * v ' twee  NOV. STAAT EN OORLOG. 1785. 311 twee evengenoemde Stern in Staat hebbende Steeden, met adfifteutie van den Militairen Arin , op eene allergeweldigfte wyze van hunne Mede-Staatsleden hebben moeten ondervinden j en waar mede\die van Utrecht door eenen aanmarsch van Troupes wierden bedreigd, eenigzints in haaren loop fchynt gefluit te zyn; de Ondergetekenden nochtans voor het oog van U Edele Groot Mog. geenzints kunnen verbergen , de angstvolle bekommering, waar in zy verfeeren ten opzichte van de beklagenswaardige Inwoonderen der twee voorfz. Steden Elburg en Hattem; nademaal deeze niet alleen genoodzaakt zyn geweest om, of uit vreeze voor een aannaderend, of uit dadelyke ondervinding van een allerwillekeurigst geweld, hunne woningen , bezittingen en goederen te verhaten, maar ook daar en boven hebben moeten ondervinden, dat hunne nagelaaten woo» ningen, bezittingen en goederen door de roofen plunderzieke Militairen , en zulks onder het oog en ten aanzien van hunne Chefs en Officieren, zyn weggenomen en geamoveerd, of anderzints, zoo niet geheel en al, immers voor een zeer groot gedeelte zyn geplunderd en vernield geworden; terwyl die ongelukki. ge Ingezeetenen zeiven daar door zyn gedompeld geworden in eene diepe armoede; te rampzaliger, naar mate dat het winterfai. foen en de daar mede verzeld gaande nypende koude, en andere daar aan onvermydelyk verknochte ongemakken , (waar door ook hun Vee , het geen daar en boven van het nodige voeder is verftoken , aan eenen byna zekeren dood wordt bloot gefield) zich meer en meer doen gevoelen; des, dat het met die onfchuldige flachtoffers van eene fchreeuwende dwingelandy gedaan zoude zyn geweest, by aldien niet de Üefderyke voorzorge der naburige, zoo Overysfelfche als Hollandfche V 4 In»  Sia nov. ZAAKEN VAN 1786. Ingezeetenen, daar in op eene mededogende wyze hadde voorzien. Dat, wel is waar, de meerderheid der Hee. ren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden, om, quafi, eene zoogenaamde .Amnestie te doen pubüceereu , even als of de Inwooners der twee voornoemde Steeden , (die van niet anders te befchuJdigen zyn , aan dat zy zich by hunne wettige Rechten en Privilegiën hebben zoeken te bewaren , en daar toe op eene allerdecentfte wyze hebben geëmployeerd zodanige middelen, welke nimmer dan door dezulken, die het geweld op den Stoel des «echts trachteden te plaatzen , zyn afgekeurd,) zich zouden hebben fchuldig gemaakt aan het Ciimen laefce Majeftath, en voorts van dezelve hebben gevorderd eene opaave der fchade, welke zy door de voorfchreeve handelwyze geleden hebben ; dan dat het aan de hooge wysheid en het doorzicht van Uw Edele Groot Mog. geenzints kan ontflippen , dat het van die Ingezeetenen met geene rnogelykheid te vergen is, dat zy zich aan die fchreeuwende vorderingen van die Heeren Staaten zullen moe. ten onderwerpen, en zich alzoo met de daad fchuldig verklaren aan zodanigen misdaad , welke nimmer ten hunnen laste heeft kunnen of behoren ingebragt te worden ; des het, in confidentie van die willekeurige handel, wyze, zeker is, dat zy, of zich zullen moeten fubjecteeren aan dat gantsch onwettig geweld, of dat zy anderzints gevaar loopen op eene gantsch wederrechtelyke, en ongeoorloofde wyze voor altoos verftoken te worden van hunne wettige eigendommen en bezittingen , en, alzoo aan eene totale en onherflelbare ruïne ie worden opgtöfferd; buiten en behalven dat het Uw Edele Groot Mog. geenzints kan zyn onbekend, dat gedachte Heeren Staaten van Gelderland hebben  nov. STAAT EN OORLOG. 1786". 313 ben kunnen goedvinden , om uitdrukkelyk van die zoogenaamde Amnestie uittelluiten zoodanige perfoonen , welken zich by Uw Edele Groot Mog. hadden geaddresfeerd , derzelver rechtmatige klachten in den fchooc van Uw Edele Groot Mog. hadden neder gelegd, en van Uw Edele Groot Mog. derzelver veelvermogende interceslie en hulp hadden verwagt en verkregen. En vermits uit dit alles blykbaar is, dat de voorfz. Staaten van Gelderland niet alleen openlyk den fpot dryven met de Protectie van Uw Edele Groot Mogende , en de belofte door Uw Edele Groot Mogende aan de Ingezeetenen van de voornoemde Steeden Elburg en Hattem gedaan, om namentlyk hun te doen jouïsfeeren van het effect van het Bondgenootfchap der Unie , maar ook , dat alles vruchteloos zal zyn , zoo lang Uw Edele Groot Mog. niet gelieven te refoiveeren, om die beloofde Protectie te doen overgaan in eene dadelyke praeftatie en da3rftelling der beloofde befcherming en hulp. Zoo keeren de Ondergeteekenden zich tot Uw Edele Groot Mogende , met Eerbiedig verzoek, dat Uw Edele Groot Mogende de Ingezeetenen der Steeden Hattem en Elburg dadelyk gelieven te praïfteeren die hulpe, welke door Uw Edele Groot Mogende aan dezelven is beloofd geworden , en dat Uw Edele Groot Mogende ten dien einde ten fpoedigften met 'er daad gelieven in het werk te Hellen, of te doeD flellen zoodanige efficacieufe middelen, als Uw Edele Groot Mog. naar Derzelver Hooge Wysheid zullen oordeelen best gefchikt te wezen, om de geviugte en verdrevene Ingezetenen van de Steeden Hattem en Elburg te doen genieten de door Uw Edele Groot Mogende aan hun toegezegde Proteétie en het effect der Unie, en hen alzoo ónder Uw Edele Groot Mogende V 5 gu>  3i4 nov. ZAAKEN VAN 1786. guarantie wederom kost- en fchadeloos te doen ftellen in de Posfesfie hunner woonineen en bezittingen , en hen voorts te doen jouïsfeeren van die Rechten en Privilegiën , welke hen op eene wettige wyze zyn competeerende. 't Welk doende, &c. A, Pompe van Meerdervoort P. C. Zoon, als Commandant en uit.naam van het De- tacuement van Dordrecht, Meerdervoort, Stryen en Schraavendeel. y. A. Pryn, als Commandant en uit naam van het Detachement van Veur, Voor- fcbooten en den Leidfendam. A. G, Mappa , als Commandant, en uit naam van het Delfiche Detachement. Ads. Hartevelt, als Commandant , en uit naam van het Haagfche Detachement. P. Snoeck, als Commandant, zn uit naam van het Detachement der Lej fche Schut- terye. \ A. Ie Roux Jalabert, als Commandant, en uit naam van het Detachement van het Genootfchap van Vianen. F. Bredero, als Commandant, en uit naam 'van het Detachement der Schiedamfche Schutterye. J, de Jong van Son, als Commandant, en uit naam van het Raamsdoncks Detache- ment. RudolfRom, Ifaacz, als Commandant, en uit naam van 't Genootfchap van Gorinchem» Ary de Ligt, als Commandant,en uit naam van het Detachement van 't Genootfchap van Vlaardingen. C. Preuyt, als Commandant, en uit naam van het Detachement van 't Genootfchap uit den Brie),  mov. STAAT EN OORLOG. 1786. 315 Z>. van Genderen, als Commandant, enit naam van 't Detachement van 't Genootfchap van Gouda. A* G. Couman, 'als Commandant, en uit naam van het Detachement van het Genootfchap de Vryheid! te Schoonhoven, Jacobus Verhagen, als Commandant van het Detachement van Leyderdorp. AtJ.Knok, als Commandant, en uit naam van het Detachement van Papendrecht. Lucas Butot, als Commandant en in naam van alle Manfchappen van het Detachement van Bodegraaven. Corn. van Buren , als Commandant en in naam van alle Manfchappen van het Detachement te West-Zaandam. J. van der Meulen, als-Commandant en in naam van alle de Manfchappen van het Genootfchap voor Vryheid en Vaderland van Leiden , in Utrecht zich bevindende. Arie Klaa/è Koot, als Commandant van het Detachement van 't Genootfchap van Soetersvoude. Ab. Sondervan, als Commandant en in naam van alle de Manfchappen van het Detachement van Amfterdam. A. R. van Genderen, als Commandant, en nit naam van het Sprangfe Detachement. CCVIIL  3i6 nov. ZAAKEN VAN 1786. CCVIII. Antivoord van de Heeren Staaten van Gelderland aan de Staaten van Stad en Lande. In dato ii Nov. 1786. EDELE MOCENDE HEEREN, BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NiGEBUUREN EN BONDGENOOTEN! Door de Raaden deezes Furfiendoms en Graaffchaps by deeze onze tegenswoordige Vergaderinge aan ons gecommuniceert zynde , U Edele Mog Misfive van den 5de Oétober laatstleeden, houdende refcriptie op d'onze van den 17 September daar te vooren, hebben wy niet nagelaaten den inhoud van dien in een nauwkeurige overweeging te neemen. Wy zyn aan de eene zyde zeer gevoelig aan U Edele Mog. by aanhoudeuheid betoonde genegenheid, om geern iets te willen contribueeren, het geen U Edele Mog. zig verbeelden tot nut, rust en dienst van onze Provincie te zullen ftrekken; doch fmert het ons aan d'andere kant zeer te ondervinden, dat wy het ongeluk hebben gehad, om U Edele Mog. niet in alles by onze vorige Misfive te voldoen. . Dat voornamentlyk concerneerende 't poinct van de door ü Edele Mog. op een beleefde wyze aange. bodene Mediatie tot een vergelyk, en het ons gansch niet onverfchillig zynde, of wy by ü Edele Mog. in verdenking zouden blyven, als of onze daaromtrent gemaakte weigering , eenige andere oorzaak hadde, als onze volflage Convictie, dat het voorhanden zynde geval daartoe in geenen deele gedisponeert was, zo hoopen wy niet, dat het U Edele Mog. zal verveelen , dat wy nog eens O Edele Mog. daarpver komen te onderhouden. Wy verzoeken mitsdien, dat ü Edele Mog. met ons gelieven te obierveeren hoe de natuur van de zaak van zeifs aan de hand geeft, dat, zal 'er een Me-  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 317 Mediatie tot het bemiddelen en uitwerken van een vergelyk plaats hebben , 'er zig als dan deze drie volgende Poincten behooren voor te doen en gevonden te worden, als voor eerst, dat het voorwerp tot een vergelyk behoord bekend te zyn en vast te ftaan. Ten anderen, dat zo een voorwerp fusceptibel is na zyn aart en natuur voor een vergelyk. En ten derden , dat men moet weten , wie de Parthyen zyn , tusfchen welke zo een vergelyk zal getenieert worden door den Mediateur. Wy hebben meer dan eens U Edele Mog. refcriptie doorlopen, of wy daarin het eerfte PoincT: ergens mogten ontdekken. Doch wy zien tot ons leedwezen , dat ü Edele Mog. blyven by de niets bepalende expresfien van verfchillen en oneenigheden, zonder te exprimeeren, waarin die fpeceficq na ü Edele Mog, gedagten beftaan, waardoor dit poinct voor ons alsnog in het onzekere blyft fubfifteeren. Wat ons zelve betreft, wy hebben tot hiertoe geen andere oneffenheid met eenige Ingezetenen van Hattem en Elburg gehad, als dat die zig bevoegd hebben gereekend, om zig de faclo aan onze Aucthoriteit , als de waare en eeniglte Souverain van dezen Furftendom en Graaffchap te onttrekken, en te» gevolge van dien eigener Aucthoriteit te refufeeren, de laatfte, om onze gearrerteerde en de geheele Provincie door, en ook in alle de Steden gepromulgeerde Publicatie, van den 11 Mai deezes Jaars, mede aldaar te publiceeren , en zo aan den Hove, als nog naderhand aan ons haar conftante voorneemen, om zig aan onze Aucthoriteit te onttrekken , op een geheel onbezonnen wyze hebben te kennen gegeven, en de andere, om, fchoon aldaar dit ftuk gepubliceert is, de faQo door verfcheide eigenwillige rigtingen der inhoud van dien tegen te gaan , zo wel, als de eerfte, tot vilipendie van ons oppergezag, en beide opentlyk door zig te Wapenen, en gewapende Manfchap in die Steden tot haar hulpe, zo voorga, ven, tegens ons en onze Aucthoriteit te admitteeren. Het  Si8 nov. ZAAKEN VAN 178& Het voorwerp mitsdien van onze handelwyze heeft daarin tv ftaan , om zodanige Inwoonders van dié Steden, voor zo ver die aan zulke moedwilligheden participeerden , tot reden en erkentenis van onze wettige Aucthoriteit en obfervantie van onze beveelen en vigerende Wetten te brengen , door middelen, die te gelyk konden ftrekken tot Prote&ie van die door geweld , of vreeze voor mishandelinge alleenlyk waren medegefleept , of om dat zig ftil gehouden hadden, mishandeld waren geworden. Aan dit voorwerp is tegenwoordig voldaan, door het plaatfen in de Stad Elburg, zonder tegenftand,van een liataillon gereguleerde Troupes tot Guarnifoec in 't zelve, en in Hattem, door't verjaagen van een troup dolle Menfchen, die, na dat op dé aannaderende Troupes, her eerst uit het Kanon hadden vuur gegeeven , hoewel niemand hebben gekwetst, de vluju bebben genomen na d« Provincie van Overysfel, fchoon van daar nog niet opgehouden hebben , enkel om haar euvelmoed te toonen op de Militie, op de Stad zelfs uit Kanon van een Battery, op 't Overyslelfche territoir opgeworpen, fterk te vuuren. Dit ltuk is afgeloopen , en zullen wy ons altyd in ttaat bevinden , om het geen wy daar omtrent gedaan en geordonneert hebben te juftificeeren, zo uit hoofde , dat alle zagtzinnige vermaningen van geen de minfte vrugt geweest zynde, de noodzakelykheid geen ander middel , als het employ van de iterke hand, wilde men niet met recht zig befchuldigt zien, van de Autoriteit van onze fouveraine Vergadering te verzuimen en te verwaarloozen, en tot contufie en verwarring, en met één woord gezegd, tot een compleete Anarchie, waarin een ieder, als fubordinatie refpueerende , doet het geen hy eigenwillig goedvind , zonder op eenige Wetten agt te geeven , occafie tegens onze verplig. ting aan te fourneeren, overliet, als uithoofde van de natuur der zake, welke , ingevolge den Eed der Militairen , zo een gebruik van de Militie permitteerde , en van de conftante gewoonte in deeze Re- pu-  nov, STAAT EN OORLOG* 1786, 319 publicq, die aantoonde, dat men zulks altyd zo begrepen had, gelyk het geval van 1610 ten aanzien van de Stad Utrecht in de Hiftorien bekend is, en wy daarin gevolgd hebben de voorbeelden in onze Provincie van 1707 , wauneer men nog in Holland, nog in de andere Provinciën daarover zo gedagt heeft, als men nu daarover met relatie tot Hattem en Elburg een geroep maakt, als of het een gansch ongehoorde zaak in onze Regeering zoude zyn , gebruikte maken van 'sLands Militie t;t maintien van de aangetaste autoriteit van de Hoogheid der Souveraine Magt, maar integendeel het redelyk en met de Gronden van de Unie overeenkomende heeft geöordeeld , om zelfs Militie tot het redigeeren van de twee Steden Nymegen en Arnhem aan deze Provincie op deszelfs verzoek toe te zenden, en voorts ook nog laatftelyk in 1717 ten reguarde van de Steden Zutphen en Lochem. Maar zal het genoeg zyn dien aangaande thans maar alleen te remarqueeren , dat dit Stuk by een wettig gevolg niet meer tot een voorwerp van onderhandeling over een vergelyk kan werden geno. men, en daarby te voegen, dat 'tgeen die van Hattem en Elburg verder mogten voorgeven van haare Privilegiën en Voorrechten , als of die door den inhoud van de quseftieufe Publicatie zouden geledeert zyn, ten eenemaal abufief is. Die gewilde Privilegiën en Vdwregten , zo 'er die gevonden mogten worden , zyn ai nog volkomen in haar geheel, en byaldien zy die ook fpeciaal mogten hebben met betrekking tot de forrfie van Regeering in die Steden, en dat die van die natuur en efficacie zouden wezen , dat, offchoon daarvan met ons eenparig aveu was afgegaan en aan een ander daarvan iets was overgegeven, zulks aan die ia deszelfs weerwil zouden mogen werden ontnomen , zyn wy altyd genegen en bereid geweest, en zyn 't ook al nog, om haar daar over te hooren. Hebbende alken ons misnoegen moeten tonen over het geen feytelyker wyze eigenwillig wierd on-  Sao nov. ZAAKEN VAN 1786. ondernomen, als kunnende zulks nooit in een welgefteLe Regeering de Hoogheid van het Land m Ie Souverainitek refideerende, tolereeren of lyden, en wel op zo een wyze, dat wy al aanftonds, zo ras men zig maar eenigzints konde viyen yan de herftellmg der rust, een ate van Amnestie voor de miiSe men gte die volgens het eigen aveu in het Sn haar voorfz addres aan de Heeren Staaten van HollanS, na de wil van haar hoofd, fchoon ongeróemt gedraaid wierd, hebben gearrefteert en laaten publiceeren met uitzondering alleen, zo als 111 diergelyke gevallen van geweldadige ondernomene beroertens , altyd aangeraden word , van eenige, die prafumtif voorkomen , de Auteurs te zyn van een misleidinge der Gemeente, waarvan een ieder binnen een gefielde Termyn kan jouisfeeren , en, zo zig al verder mogten willen laaten misleiden, is dit haar eigen fchuld en nooit te wyten aan ons , welke zo openlyk onze zagtmoedigheid hebben betoond , en ook al nog aan de geëxcipieerde hebben overgelaten om, zo kunnen, haar gedrag in Juftitie te rechtveerdigen en den ordinans Richter in zo een materie 't Hof Provinciaal daarover regtelyk te laaten erkennen. ■ , , Wy gaan in dit alles thans voorby 't geen mogt voorgevallen zyn in de Stad Hattem, na dat die door de Militie, geïrriteerd door het vyandlyk behandelen van dezelve door een panhy doldriftige Menfchen fhet geen te Elburg gemankeerd hebbende, ook aldaar zulke effecten niet heeft geproduceert) en verder door de vrywillige Vlugt, en het verlaten van der Ingezetenen Woningen aangemoedigt, is geoccupeert geworden , niet om dat wy zulke disordres eenigzints zouden willen approbeeren, ot zelts conniveren, gelyk wy op 't eerfte gerugt daaromtrent zelfs al aanftonds een Auétorifatie op den Hove hebben verleend om zig over alles naukeung te informeeren, maar om dat zulks nog niet volkomen ten einde heeft kunnen gebragt worden , wy ons oordeel daarover ook nog by provifie moeten opfchorten , met verzekering nogtans, dat wy m f gee-  kov. STAAT ËN ÖORLÖG*. 178Ö. §ii geenen deele van intentie zyn om het daarby té laaten, maar integendeel om zulks na rigeur te doen Straffen, als de Schuldige zullen zyn uitgemaakt^, zullende voorts U Edele Mogi zo wy hoopen begrypen, dat dit geen de minfte relatie tot de quaeltie over de wettigheid van het employ der Militie tot de Voorgemelde eindens heeft, en dus ook niet tot rechtveerdige klagten over ons gedrag ooit kaïl worden geallegueerd. Dit eérlte Poinft van 't Object,'van eén vergelyk j en bygevolg van een Mediatie manquerende, zoude het wel byna overtollig kunnen fchynen , om ons over de twee volgende uit té laaten. Maar kunnen wy ons echtèr niet dispenferen, om ook daaromtrent aan U Edele Mogende eenige hoewel korte oblèrvatien mede te deelen; en wel omtrent die beide te gelyk , daarin bellaande, dat in een veelhoofdige Regeering het niet kan mankeeren j of daar doet zig veeltyds een verfchil van fentimenten op, maar dat daar uit geenzins Volgt; dat alle verfchillen fusceptibel zyn voor een vergelyk over dat verfchil, door tusfchenfpraak van een Mediareur, maar is de gëwoone weg niet alleen in ' deeze Provincie, maar ook in alle d'andere, om tot een afkomst van Zaaken te geraaken, dat de Minderheid der Stemmen in materiën, daar de Wetten geen eenparigheid vereisfehen , moet wyken Voor de Meerderheid, en dat de Conclufie na die Meerderheid genomen, alzo Wettig is, als die by eenparigheid van alle de Stemmen word gemaakt j zullende het overal, zo men vertrouwd, zeer vreemd irr d'ooren moeten klinken , wanneer geduurig een Minderheid zich overftemd ziende ; zoude mogen praetendeeren , dat dit verfchil haar zoude kunnen qualittceeren, om het aantemerken als een bekwaam voorwerp , om door een vergelyk door tuslchenfpreeken yan één Mediateur getermineert te worden. Wy willen dan ook wel geern bekennen, dat net waar is, dat in onzè Landelyke Vergaderinge discreperende fentimenten omtrent de forme van Regeering , zo als die in het Keglement van 1750 is XXXV. OEEi. X $er-  0 BOT. ZAAK EN VAN 1786. vervat, en waarop eenparig den tegenswoordigen Heere Erfftadhouder, by Hoogstdeszeifs Meederjaarigheid, in den Jaare 176Ó, met een Umverfeel genoegen van ieder een, groot en klein , is geinftalleerd en beëedigt, hebben plaats gehad. Doch is het te gelyk waar, dat dit verfchil heeit heftaan, in de gedagten over een materie van Staat, waarin wy niet kunnen denken , dat het ons zoude kunnen gevergd worden , dat wy een Minderheid als onze Parthy, waarmede wy in onderhandeling tot een vergelyk zouden kunnen komen, zouden kunnen aanzien. Wv twyffelen of het wel nodig zal zyn hier nog iets by te voegen, omtrent hetgeen ü Edele Mog., noa uit het aanneemen ook van onze Mediatie m bet bevredigen van de Onlusten , in de Provincie van Utrecht ontftaan , avanceeren, om ons insgelyks tot het accepteeren van dezdve in onze Provincie aan te moedigen. Wy bemoeien ons voor als nog niet met de gefteldheid van d'oneenigheden aldaar ontftaan, nog met het begrip, dat de Heeren Staaten aldaar daarvan foveren, en is dienaangaande by ons tot hiertoe niets gepasfeerd, nog by ons ondernomen, als, dat wy aan het verlangen van die Heeren Staaten, zelfs door niet te weigeren hetgeen zelfs verzogten hebben voldaan. . Voor het overige en tot befluit deezes, agten wy het onnodig om hier iets by te doen, ten aanzien van de voor ons ten hoogden onverwagte ordre van U Edele Mog. aan 't Regiment op U Edele Mog. Repartitie ftaande, als betaalsheeren, zonder eenig reguard te neemen op ons Territoriale regt, ons wettig, zo lang zulke MiKtie zich op ons Grondgebied bevind, toegezonden. Wy refereeren ons ten opzigte van dit ïnconltituëele tot den inhoud van onze voorige Misfive, en laaten geern verder de overweging van de gevolgen van dien voor 't eige belang van U Edele Tvlog. Provincie aan U Edele Mog. over , in hoope. dat U Edele Mog. van zelfs zullen bemerken, r ' hoe  Wov. STAAT EN OORLOG. s?8<5. ^3 hoe hoogstnoodzakelyb het zal zyn, dat die al te ichielyk, na ons begrip, geadopteerde nieuwe maxime , boe eer hoe beter werde ingetrokken, en bet Territoriale regt van ieder Provincie onbelemmerd werkzaam blyve. Waarmede enz. Gefchreven te Zutphen den li November 1784 Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was geteekend) B. O. PLEGHER, P. M. De Staats-Leden, uitmakende de Minrdstheid', hebben ter Vergadering gedeclareerd,.dat zy dé Pofitnen en onheujchs Pofitien in deezen tiriet Voor komende, voor rekening der Meerderheid overlieten; aan zich tevens teferveerende, om dezelve by eene Misftve aan de Heeren Staaten van Stad en Lande, naar behooren te wederleg* gen. CC1X. Extract uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee* Maandag den 13 November 1786. Aanteekening der Heeren van Zierikzee op de Contra Aanteekening van den Heer van Lynden, op het AdHit Van gemelde Heeren, en verdere Stukken. In dato 13 Nov* 178Ó. Dat Hun Édele Achtb. wei aewenscht hadden door de reedenen in de Comr-Aanteekening van den Heer van Lynden, zo overtuigt te zyn X a ge.  3-4 Kov. ZAAKEN VAN 1786. geweest van de Ongefundeerfheid en het lasfive in hun Advies en Protest; dat Hun Edele Achtb. aan de verzoeken der Vier Staatsieeden en fpeciaal aan den Heer van Lynden hadden kunnen voldoen, alzo de refleftien van Hun Edele Achtb. geenzints gemaakt zyn om de thans zo hoog noodzakelyke Harmonie onder de Staatsieeden te verminderen, maar om dat zy vermeenen om aan hun plicht te voldoen, niet anders te moeten advyfeeren dan zy gedaan hebben , en geenzints in gebreeke zullen blyven om hun Advis te zuiveren, zonder eenigzints uit het oog te verliezen , de reguards welke Hun Edele Achtb. aan hunne meedeleeden en aan Zyn Hoogheid in die betrekking fchuldig zynaltyd bewaarende dat menagement, welke tuslchen Leeden van deeze Achtbaare Vergadering en Socti inter pares in agt behoort genoomen te worden, DOgthans met die Vryheid als Leeden van een vryen Staat competeert , met weglaating van alles wat naar een kruipende en flaaffche vrees zweemen mogt, overtuigd, dat niemand van Hun Edele Achtb. zal vorderen, om onverfchillig aile de daaden van zyn Hoogheid, befchouwt als den eerden amptenaar van Hun Edele Mog. met een diepe dilzwygentheid en eerbiedige bewondering te venereeren, eguards die men alleen kan vergen van onderdaanen tegen hunnen Souverainen Monarch. Hun Edele Achtbaare zullen uit Hongagting voor den Heer van Lynden, op de voorgedelde poinften terdond antwoorden, zonder eeter te willen begreepen zyn gehouden te weezen, daartoe op de enkelde aanmaanmg van een Staatslid verpligt te zyn. De Heer van Lynden zal buiten twyftel met Hun Edele Achtb. indemmen , dat *er geduurende den aeheelen Oorlog met hetUyk van Groot-Brittannierj door de navale magt van de Republiek geen enkel Vvandelyk Schip van Oorlog genoomen, noch der Vvand een aanmerkelyk nadeel is toegebragt ge worden, maar dat geduurende het geheele Jaar var l7«a het grootde gedeelte der Zeemagt van de Ke publiek werkeloos op de Rhcede vaa Texel heert ge  *ov. STAAT EN OORLOG. 1786. 325 ieegen, indien men uitzondert den noodlnttigen togt naar de Noordzee, zo even naar het onmogelyk verklaaren, om naar de Haven van Brest te Zeilen, ondernoomen, in een jaargety volftrekt onbekwaam tot deze reis, gelyk gebleeken is, even als men had kunnen en behooren te voorzien , door het verongelukken onder anderen van het Schip onzer Admiraliteit , onder 't bevel van braaven Kapitein Haringman. Zyn Hoog Edele Geb. zal gelieven de Goedheid te hebben , om de Staaten Notulen van dien tyd na te liaan, om overtuigt te zyn, hoe veele propofitien door de bVzondere Staatsieeden zyn ingebragt, hoe veel Memorien, Advifen &c. iterative reizen door Hun Edele Mog. en de andere Bondgenooten , tegen deeze fataale werkeloosheid gedaan ; hoe veele foupcons tegen Zyn Hoogheid, -Is Admiraal aan bet hooft der navale magt zyn ontftaan, die Zyn Hoogheid zoo gewigtig heeft geoordeelt , dat hy dezelve door eene Juftificatoire Memorie heeft getragt weg te neemen en uit den weg te ruimen, echter niet met een gewenscht effect, om dat dezelve geene faiten bevatten,die de aétiviteit van Zyn Hoogheid manifesteeren; faiten , werkzaame Efforts zouden buiten twyfFel ten voordeele van Zyn Hoogheid hebben uitgewerkt het geen de gebeurde faiten, tegen Hattem en Elbuig, ten nadeele van Hoogstdenzelven hebben aangebragt, om dat faiten meer afdoen als hondert me. morienren gefchriften , die zeedert zes jaaren ten voor- en nadeele van Zyn Hoogheid zyn opgefteld. — Hun Edele Achtb. twyffelen geen oogenblik , of Zyn Hoog Edele Geb. zal deeze inactiviteit mee Hun Edele Achtb. en de geheele Natie als een beweezetf-fait aanmerken, — deeze inaöiviteit moet by Zyn Hoogheid, aan het hoofd der Zeezaaken als Admiraal aangefteld, of begunftigd, — of reegengegaan, — of door de Admiraliteiten, of Zeeofficieren onder het Commando van Hoogstdenzelven ftaande, teegengewerkt zyn: indien men het laaste geval Helt, dan kan men geen genoegzaame X 3 ree-  ga6 kov. ZAAKEN VAN 1786. reedenen vinden , waarom Zyn Hoogheid van het refradtair en difobedient gedrag der Z«-Offiaeren , en het inaöief der Admiralueits Collegien aan Hun Hoog Mog. geen kennis heeft gegeeven, in welk geval Hun Hoog Mog. fpoedige voorzienmge >n deeze wanorders zouden genoomen, en Zyn Hoog- heid efficatieus gemaintineerd hebben. Men zoude geen jaaren lang beezig geweest zyn, met het onderzoek, hoe men de fchuloige aan de mislukte Expeditie na Brest behoorde te regt te ft ellen1, maar Zyn Hoogheid prompte fatisfaélie hebben bezorgt. Hun Edele Mog. zouden dan zo wel als de andere Bondgenooten den nutteloozen arbeid om Memorien en propofinen ui te keveren en te dom, tegens die fatale inaftivjteit, zich wel hebben kunnen fpaaren. Hun Edele Achtb. ignoreeJen ten eenemaal , dat Zyn Hoogheid eemge efficatieufe poogingen heeft aangewend om met Hun F dele Mog, en de andere Bondgenooten die werkeloosheid teegen te gaan, of zig over dezelve ee.ngSn s te beklaagen, terwyl de refpeft.ve Admiralitèits Collegien in byzondere Memonen hun gedrag hebben gejuftificeerd, uit al het welk Hun Edele Achtb. niet de geheele weldenkende Natie , al-yd en nog hebben opgemaakt, dat 'er iets haperde in de direclie van Zyn Hoogheid, en dat hoogttdezel. ve met de navale mogt van de Repubhecq du directie liet heeft gthoudtn , ais hy hadt behooren en kunnen ■"tiet zoude Hun Edele Achtb, tot een fenfibel genoegen verftrekken, indien Hun Edele Achtb. Zyn Hoo°g Edele Geb. op hunnen tour mogten verzoeken. Hun Edele *chtb. van het tegendeel hunner Sustenus te overtuigen, en Hun Edele Achtb. aan te wvzen, welke kragtdaadige efforts en maatregelen Zvn Hoogheid heeft genoomen en aangewend, om die fataale werkeloosheid teegen te gaan, en dat Hoogstdezelve zo gewerkt heeft met de navale magt , dip toen voor handen was, als hy had kunnen en behooren te doen Niemand is daar «eichikt «i» W Edele Geb., d,e hy  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 3a? eene diepe Staatkunde en bevinding deezer zaaken, onder het oog van Zyn Hoog Ldele Geb. voorgevallen , de uitgebreidfte kundigheeden in andere Weetenfchappen voegende , buiten twyfel in den ftyi eens beichaafden Edelmans , aan hoffelyke politesfe gewoon , vry van injurieufe uitdrukkingen en alles wat na fchotfchriften geijkt, de activiteit van Zyn Hoogheid in een helder licht zoude weeten te plaatfen , waardoor Zyn Hoog Edele Geb. een groot gedeelte der Soupcons van Hun Edele Achtb. en de geheele Natie wegneemen , de eer van Zyn Hoogheid op het kragtigst verdeedigen, en aan de iaate Nakomelingfchap overbrengen zoude , waartoe Hun Edele Achtb. de Vryheid neemen Zyn Hoog Edele Geb. op het nadrukkelykst te Solliciteeren. Op even Solide gronden berust het geadvifeerde van Hun Edele Achtb. wegens het niet meedewerken van Zyn Hoogheid om *s Lands Frontieren en Fortificatiën in een goeden ftaat te houden; dat dezelve in een zeer vervallenen en gedelabreerden Staat waren , blykt uit het ampel rapport van Heeren Commisfarisfen uit Hun Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland tot derzelver infpectie gecommitteerd. —— Indien Zyn Hoogheid aan het hoofd van den Raad van Staaten efficacieus heeft meedegewerkt om 's Lands Frontieren en Fortifica. tien in een goeden (laat te brengen,moet men noodzaakelyk vast Rellen, dat Hoogstdezelve, daar in door iemand, of iets anders is verhindert geworden. Hun Edele Achtb. bcgrypen niet, waarom Zyn Hoogheid van deeze teegenwerking geen kennis heeft gegeeven , noch zig over het contrarieeren zyner poogingen aan Hun Hoog Mog. heeft beklaagd, voor het uitbarflen van den Oorlog met Zyn Keizerl. Majefteit, alzo het buiten twyfel is , dat Zyn Hoogheid als Preüdent van een Collegie, aan welkers zorgen deeze zaaken zyn toevertrouwd» van den flegten ftaat der Fontieren is onderrigt geweest , of ingeval Hoogstdezelve zig met dit niet veel heeft gelieven bezig te houden, zal het Zyn X 4 Hoog  5a8 hov. ZAAKEN VAN 17^ Hoog Edele Geb. het klaarde Convinceeren, dat Hoogstdezelve niet kragtdaadig heeft meede gewerkt , om 's Lands Frontieren en Fortificatiën m een beboorelyke ftaat van teegen weer te houden. — Zyn Hoog Edele Geb. zoude Hun Edele Achtb. en de gantfche Natie een onbefchryfelyken dienst doen.indie* zyn Hoog Edele Geb. op zynen tour door'geverifieerde faiten de betoonde vigilantie van Zyn Hoog Principaalen in een helder dag gelierde te (tellen, en teffens te toonen, zo Zyn Hoogri. waarlyk efforts heeft aangewend tot onderhouding derzelve, wat belet heeft dat deeze efforts ter kennis der Staatsieeden niet zyn gekoomen , en wie liet geweest zyn, die de heilzaame poogingen van ■ Zyn Hoogheid hebben verydelt en tèegengewerkt, waar door Zyn Hoog Edele Geb. wederom zoude èffectueeren ,' dat de eer van Zyn Hoogheid heriteld, de fchuldige te vegt gefield en geconvinceert de ftraf hunner misdaaden ondergaan zouden , het geen Hun Edele Achtb. met de weldenkende Natie met het hoogfte genoegen zouden zien. Dat de Singuliere tn met het belang der Natte jtrydtge denkenswyze en het manqueeren aan eed en pligt Zynef Hoogheid , geene ongefundeerde en laefive uitdrukkingen zyn in het advies van Hun Edfele Achtb. iullen Hun Edele Achtbaare aan Zyn Hoog Edele Geb, niet bshoeven tebewyzen, maar om meerder haatelykheden deezer onaangenaame zaaken te menageeren , Zyn Hoog Edele Geb. verzoeken zig te moogen refereeren aan de addresfen der reipectahele Burgeryèn van Haarlem , Gouda, AHtmaar , jle aanteekening der twaalf voornaamfte leeden van Hun Edele Groot Mog. op het protest van Ridderfchap enz. Hit welke Zyn Hoog Edele Geb. zal ppmaaken , dat de uitdrukkingen van Hun Ede e Achtb. niet zoo ongefundeert en ongepast zyn, als Zyn Hoog Edele Geb. dezelve heeft gelieven te noemen s Hun Edele Achtb. weeten niet, wel^e verdere en andere inrurieufe expresfien in hun advies door Zyn H<.0g Edele Geb. bedoelt worden. Hun Édele Achtb. kunnen en willen wel avoueeren, dae  wov. STAAT EN OORLOG. 1786. 329 de ronde goede Zeeuwfche taal van Vaderlandfche Volksreprefentanten eenigzints harder klinkc In de ooren vaneen veel befchaafder Vreemdeling, maar het injurieufe en na fchotfchritten geiykende kunnen Hun Edele Achtb. in hun advies niet ontdekken, en uit het geavanceerde van Zyn Hoog Edele Geb. moe. ten Hun Edele Achtb. twyffelen, of Zyn Hoog Ed. Geb. de eigenfchappen van een Stads advies en een Schotfchrift wel met die attentie heeft beltudeert, om over dezelve op zo een decifiven en meesteragtN gen toon uitfpraak te doen, die Hun Edele Achtb. in de mond van een Staatslid teegen een meedelid. veel injurieufer voorkomt, dan alles wat Zyn Hoog Edele Geb. Hun Edele Achtb. gelieft aan te tygen. Hun Edele Achtb. zouden Zyn Hoog Edele Geb. gemakkelyk op denzelven toon kunnen bejeegenen, indien Hun Edele Achtb. niet begreepen, dat hunne ftof nog zoo geheel niet is uitgeput in bondige bewyzen, dat zy behoeven te koomen tot fcheldwoorden, eene ellendige uitvlugt,om zig.te redden als men geen bewyzen weet aan te voeren en zig gebragt voelt ad terminos non loqui. Hun Edele Achtb. zullen hier om Zyn Hoog Edele Geb. naar eene nadere explicatie van het injurieufe en na fchotfchrift geiykende in hun advies, verzoeken, en dat Zyn Hoog Edele Geb. aan Hun Edele Achtb. de verdere periode woordelyk gelieft optegeeven, waar in die uitdrukkingen geVonden werden. — Hun Edele Achtb. hebben geconfidereerd , dat deeze aantyging Zyn Hoog Ed. Geb. mitsdien in drift zoude ontvallen zyn, waarvan een bedaarder overweeging Hun Edele Achtb. moogelyk fatisfaftie zoude geeven, nademaal zy na rigeur behandelt, anders op eeu eclatante wyze door de adfiftentie van 's Lands civiele Wetten zoude kunnen gevorderd werden. Hun Edele Achtb. verzoeken , dat Zyn Hoog Edele Geb. het hun meede niet kwalyk gelieft te duiden, dat zy niet van hun geadvifeerde afgaan, alzoo Hun Edele Achtb. door geen een argument zyu overtuigd en geperfuadeerd geworden, van de X 5 QU»  356 kov. ZAAKEN VAN 1786. ongegrondheid en het Iffifive in hun advies en pro. test, tot zoo lang , dat Hun Edele Achtb. door Zvn Hoog Edele Geb. beeter zullen zyn ondemgt, terwyl zy de Vryheid neemen zig te mogen refereeren, aangaande de wettigheid der genoomen Conclufie , aan hunne aanteekening op die der Heeren van Middelburg, en van deeze hunne aanteekening infertie in den Text der Notulen van Staat verzoeken. CONTRA-PROTEST der Heeren van Middelburg , op het gem. Advies der Heeren van Zierikzee. Dat Hun Edele Achtb. reeds op den 16 deezer, derzelver bewondering over de allezins vreemie uitdrukkingen van de Heeren van Zierikzee. by geleegennetd der zeiven dage genoomen conclufie op de rapporten, den 6 te voeren uitgcbragt, hebbende te kennen gegeeven, wet verzoek ,• om de-zelve uit de Notulen van Hun Edele Mog. te ligten, dan ook wel hadden gewenscht dat aan Hun Edele Achtb. zi wel als aan andere Leeden, die sehke inftantien hadden gedaan, hier in was genoegen gegeeven . ten einde zo als Hun Edele Achtb. zig toen uitdrukten, niet in de noodzaakelykheidgebragt te zyn, om daar tegen haare confideratien te moeten tnleeveren, en de gewigtige deliberatien van Hun Edele Mog. met enaangenaame refieStien bezig te houden. Dan dat Hun Edele Achtb. zig thans m hunne verwagting vindende gefrufieerd, ook niet langer van ztg kunnen verkrygen om zulte ongewoone uitdrukkingen als die door de Heeren van Zierikzee by hun voornt. Protest zyn gebeezigt, en die niets minder involveeren, dan ver. resaande infimulatien ten laste der overige Leeden, m de direStie der publique zaaken met ftilzwygen voerby te gaan, en vooral buiten rescontre te laaten de volgende /tellingen , die aan Hun Edele Achtb. het bedenkelyktt zyn voorgekomen, als voor eerst: dat de Heeren van Zierikzee declareeren de conclufie te houden voor onwettig; ten tweeden: dat zig aan dezelve nimmer zouden verbonden reekenen; en ten derden: dat- daar tegen re-  hov. STAAT EN OORLOG. 1786. 331 fervecrden zodanige maatregulen, als ter voldoening van hun lied en Plint zouden noodig vinden, te neemen. Dat defingida'iteit van deeze bewoordingen Hun Edele Ach'b, langen tyd heeft doen in twyfel /laan over de redenen en hel bedoeld oogmerk van dezdve, en zig alleen een van deeze drie heeft kunnen vooy/lellen, of dat de Heeren van Zierikzee abufivelyk van den toedragt der zaak zyn geïnformeerd geweest; het geen Hun Edele Achtb z'g even wel het minst kunnen verbeelden, of dat zy de overige Leden hebben willen af/chrikken van met de conclufie, als zynde tegens haar Advies , voortte. gaan ; het geen, om dit in 't voorbygaan te zeggen, zo min als het in ait geval heeft plaats gehad, nimmer het efff£t op den geest van Hun Edele Achtb. en zo zy vertrouwen van de overige zyn zal, of eindelyk dat welgem. Heeren, met het voorn. Protest juist dat geene hebben willen te kennen geeven, het geen in den zin en woorden geleegen it. Dat aan Hun Edele Achtb. ongelukkig alleen dit laat/ie alternatief over blyvende, zo ook thans zouden moeten treeden tot het rescontreer en van de hier vooren opgenoemde fiellingen. — Dat het Hun Edele Achtb. hier toe weinig moeite zoude kosten, om ten klaarfien te betoogen de wettigheid van de genoome conclufie, de verbindende kragt van dezelve, ten aanzien van alle de Leeden zonder onderfcheid, en deszelfs volkoome eenstemmigheid met Eed en Pligt van elk Regent, waar uit verder de onbeftaanhaar heid van het neemen van alle mefures, die daar mede niet overeenkom/lig zyn, zig van zelve zoude developpeeren ; dan dat Hun Edele Achtb. hier mede aan den eenen kant zouden vermeenen te kort te doen aan de bekende intelligentie der Heeren van Zierikzee, nopens het beleid van zaaken ter Vergadering van Hun Edele Mog., en zig aan den anderen kant flatteer en, dat het tot hier toe geavanceerde, misfehien reeds genoeg in ftaat zal zyn, om welgem. Heeren te permoveeren hel gedaan Protest uit de Notulen te ligten. Dat evenwel by ontflentenisfe hiervan Hun Edele Achtb. niet zouden kunnen nalaatcn aan de Heeren van Zierikzee onder het oog te brengen, dat het niet genoeg is, het by enkelde asfertien omtrent zaaken van dte asfi- tien»  33a nov. ZAAKEN VAN 1786. ftentie te laaten berusten, maar dat men in zulk esn ge* val van dezelve met recht zoude kunnen requireercn: Eenigzins nader te detailleren; voor eerst: waar in volgens hun gedagten geleegen is de onwettigheid van een conclufie met de meerderheid der Leden, vaneen zaak, die volgens de gronden van Regeering met de meerderheid conclufibel was; ten tweeden: op we/ken grond een Lid van Staat kan reekenen aan zodanig een conclufie, offchoon tegen hun advies genoomen, niet verbonden te zyn , en ten derden : waar in die maatregelen beflaan, die de Heeren van Zierikzee aan zig hebben gereferveert, om zo zy zeggen te voldoen aan hunnen eed en pligt, en of dezelve ook eenig voorneemen ten doel hebben om de genoomen refolutien van Hun Edele Mog. op eene of andere wyze illufoir te maaken. Dat de beantwoording van de voorn. Pointen , over* eenkomflig de gronden van Regeering, al ligt de onbe» lïaanbaarheid der uitdrukkingen, in het protest der Heeren van Zierikzee vervat, zoude aan den dag leggen , en aan welgem. Heeren by nadere exaniinatie te veel in 't oog zouden hopen, om de voorfz. uitdrukkingen langer in den Text der Notulen gcïnfereert te laaten; terwyl echter, wanneer Hun Edele Achtb. zig in deeze billyke verwagting vinden te leur gefield, en de Heeren van Zie» rikzee onverhoopt aan de inftantien van Hun Edele Achtb. ,en van zommige der andere Leeden mogten blyven difficulteeren, Hun Edele Achtb. in zulk een geval verklaaren , het voorfz Protest te houden voor eene al te driftige vooringenomenheid, voor de eens geadopteerde gevoelens, zig zeiven volkoomen vry kennende van alle de nadeelige infimulatien daar in vervat, en zo min als iemand befchroomd, om zig wegens hun gehouden gedrag in het helpen neemen der gezegde conclulien , ten allen tyde, voor God en hunne Medeburgeren verantwoordelyk te flellen. %*-  KOV, STAAT EN OORLOG. 17S6. 333 ExtraEt uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee. Maandag den 13 November 1786, Aanteekening der Heeren van Zierikzee op het Contra-Protest van de Heeren van Middelburg op het Advies en Protest der gem. Heeren van Zierikzee, nopens de Refolutie van den 13 Ochber 1786. Over het Systema deezer Provintie omtrent de tegenswoordige gefchillen. Dat Hun Edele Achtb. met zeer groot leedweezen moeten betuigen aan het verzoek der Heeren van Middelburg, om hun advies en protest uit de Notulen van Staat te ligten, niet te kunneu voldoen, geenzins egter uit weinige confideratie voor zo een aanzienelyk Meedelid, voor het welke Hun Edele Achtb. zeer groote reguards hebben, en met welke Hun Edele Achtb. hartelyk wenschten geen verfchil te hebben, en differente Sustenues te moeten defendeeren , maar enkel en alleen daarom, «ademaal Hun Edele Achtb. tot nog toe geconvinceert zyn van de billykheid hunner Advies en gedaan Protest tegen de onwettigheid der Conclufie met de meerderheid genoomen, op het rapport om het Systema deezer Provintie te manifesteeren , terwyl Hun Edele Achtb., freenzints twyfelen, of de Heeren van Middelburg, zullen volgens hunne gewoone wyshetd en voorzigtigheid» de verklaaringe van Huu Edele Achtb, houden , enkel uit con. defcendacce en hoogagting voor de Heeren van Middelburg, en geenzins als of Hun Edele Achtb. volftrekt gehouden waren, om aan het verzoek en vraagen van een enkel Staatslid te beantwoorden. Hun Edele Achtb. vinden de Confideratien van de Heeren van Middelburg in veele opzigten zeer billyk en gegrond, en met veel verftand en doorzigt voorgedraagen , en zouden geene zwaarigheid maa-  334 nov. ZAAKEN VAN 1786. maaken om dezelve te adopteeren, indien Hun Ed. Achtb. uit het zelfde principium redeneerden, en de zaaken uit het zelfde oogpunt met de Heeren van Middelburg befchou wden. — Hierom zullen zy de Heeren van Middelburg, volgens hunne principe redeneerende , zeer veel toe kunnen geeven , indien de Heeren van Middelburg alleenig eenige attentie gelieven te vergunnen aan de volgende twee Hoofdpointen, die Hun Edele Achtb. ver. meeuen, dat de Cardinaale pointen van dit verfchil uitmaaken, en een korte aanmerking verdienen. i. Of het laatfte gedeelte van het rapport is kunnen worden geconcludecrt met de meerderheid ; a. en ten anderen, op welk eene wyze Hun Edele Achtb. de voorgeflelde vraagen door de Heeren van Middelburg moeten beantwoorden. Uit het laatfte Lid van het Rapport, waar byHun Edele Mog. declareeren : dat ingeval deeze twist niet konde werden bejlist, en de magtige Nabuur en „ van den Staat zig daar in mogten inmiseeeren, als dan te zullen zorgen, dat hunne Ingezeetenen de ongelukki- Re flagtoffer s daarvan niet wier den, vermits het hun „ nog principaal, nog als Leden van het Bondgenood„ Jchap aanging &c. kunnen Hun Edele Achcb. niet anders afleiden, dan dat Hun Edele Mog. zig in zulk een geval van het Bondgenootfchap, vooral van de Provintie van Holland, zullen affcheiden, en op de best mogelyke wyze een Staat op zig zeiven formeeren ; 't geen noodzaakelyk zoude moeten volgen , indien Hun Edele Mog. zig niet willen inmiseeeren in de rampen, die het Bondgenootfchap als dan zouden treffen, nademaal het on. moogelyk is, dat zonder dit te effetflueeren , Hun Edele Mog. hunne Ingezeetenen zouden kunnen bevryden, om niet insgelyks de facrifices der rampen te worden en in dezelve te deelen, daar het wiskunftig zeeker is, dat, het geene het geheel aan- ëaat, ook by confequentie het gedeelte aangaat, en lun Edele Mog. de vreemde Mogentheeoen zouden moeten overtuigen, dat dezelve met de Provintie van Zeeland niets te befchikken hadden, nade*  nov: STAAT EN OORLOG. 2786*. 335 demaal Hun Edele Mog. zig niet meerder reekenden onder het Bondgenootfchap der Verëenigde Nederlanden, in wier twist zig de Vreemde Mogendheeden hadden geïmmisceert, maar dat zy Heeren Staaten van Zeeland, zig van het Bondgenootfchap hadden afgefcheurd en een Staat op zig zelfs geiormeert, om hunne Ingezeetenen de Sacrifices niet te laaten worden van deeze twist, die hun niet meer aangaat. Indien dit de meening der woorden van het rapport niet is, dan beemgen Hun Edele Achtb. dat zy de zin van dit gedeclareerde Svsthema der Provintie van Zeeland niet penetreeren . en aan hunne Meede-Leeden van Staat moeten vraagen- wat deeze woorden dan beteekenen? en waarom'Hun Edele Mog. zulk een declaratoir zonder daar toe van iemand genoodzaakt, maar geheel vrywillig en tot welke eindens hebben gedaan, kunnende Hun Edele Achtbaare naauwlyks het enkel denkbeeld verdraagen, dat zulk eene illudre Vergadering, als waaruit die der Staaten van Zeeland 13 gecompofeert, een Systhema zoude willen manifesteeren, dat of niets beteekende, of in zulke duistere woorden was geenveloppeerd., dat men naar den weezentlyken zin en beteekenis moet raaden: te meer daar het zelve dient, om aan Vreemde Mogendheeden het waare Systhema deezer Provintie te declareeren, het geen onmoogelyk is, dat Hun Ed. Mog, in zulke duistere termen hebben willen doen. Ooi dit plan, dit Systhema, ter gelecgener tyd te effectueeren, en weezentlyk daar te dellen, zoude 'er buiten twyfel een verbaazende verandering in. de conditutie der Republiecq van de Ve;eenigde Nederlanden moeten gebragt werden, en Hun Ed. Mog. zouden verpligt zyn , in deeze hunne Frovintie een nieuw plan van Regeering in te voeren, indien zy hunnen nieuwen en afgelchetden Staat met derzeiver Ingezeetenen willen maintineereu, en beletten dat zy de ongelukkige facrifices van den nyd en jaloufy der nabuurige Moogendheeden V die zig met den twist over ae zweevende gelchillen hadden bemoeid, niet werden. Hun Edele Achto.  S3Ó hov. ZAAKEN VAN if86* jgnoreeren, welke maatregelen en welke regëeringsform Hun Edele Mog. zouden adopteerert; dan zy twyfelen geen oogenblik, of de Heeren van Middelburg , die de grootheid deezer gebeurtenisfen naar haar gewoone wysheid en doorzigt zo wel penetreeren, zo als Hun Ed. Achtb- gereedelyk zullen avoueeren , dat 'er waarlyk een verbaazende" verandering in de Conftitutie en Kegeerihgsform deezer Provintie zoude moeten gebeuren , om dezelve zo kleen van omtrek, zo gedelabereert in haare finantie, zo diep vervallen in haare Fabriecquen en Koophandel, te maintineeren. Zodraa de verandering deezer Conflitutie en daar uit proflueerende Regeerinf sform het noodzaakelyk gevolg van dit gemanifesteerd Systhema werdt ter effect gefield , verroeeueri Hun Edele Achtb. een p rint te zyn van groot gewigt, dat volgens de order der fiegeering niet met de meerderheid conélufibel is. ^— Hun Edele Achtb. zyn de eerfte niet die dit hebben uitgevonden en gefield: men vind het duidelyk in de befchryving van den Teegenwoordigen Staat van Zeeland , door zeer voornaame Staatsmannen in deeze Provintie opgefteld, in het odé Deel van de Teegtnwoordige Staat van alle Volken Fol. 54. „ Volgens de Wyze van Regeering in de ,, Provintie van Zeeland word by de Meerderheid geconcludeert, uitgenoomen in zaaken, die vol„ gens de oude order der Regeering of by uitdrukkelyk befluit daar van uitgezonden zyn, als ophelling van Schattingen , nieuwe Belastingen , Tractaaten van Oorlog of Vreede, en Verandering van Regeering." Dit laatfte bevestigt de Meening van Hun Edele Achtb, volkoomen, en leid hen tot het tweede point om aan de vraagen der Heeren van Middelburg te voldoen, met die klaarheid, dat dezelve volgens hun penetrant oordeel flraks zullen overtuigd zyn, dat 'er in het Systhema der Heeren van Zierikzee , niets is, dat tot eenige onwettige of gevaarlyke Staatkunde kan aanleiding geeven. Hun Edele Achtb. verwagten, dat uit de aange. haalde Woordeft en het geavanceerde , de Heerea van  HöV. STAAT ÈN OORLOÖ. 178Ó. 357 yan Middelburg het antwoord zullen vinden, waarin de onwettigheid der conclufie befiaat, nademaal eene verandering in de Conftitutie en Regeeringsform jmet de meerderheid niet kan geeoncludeert werden. 2. Point. Een Lid van Staat kan zig niet verbonden reekenen, aan eene conclufie met de meerderheid genoomen , om dat deeze Conclufie zelfs onwettig is en van zig zeiven vervalt, als of dezelve niet genoomen was, waarom een Staatslid, dat daarin niet heeft geconfenteerd, niet gehouden is , om na die conclufie teegen zyn zin onwettig volgens de order der Regeering genoomen, zig te gedraagen. Hun Edele Achtb. zouden zig in het exteerend geval na zulke maatregulen, - te» ten gedraagen , als zy dan het best voor L .me Stad zullen oordeelen, doch zyn buiten de mooee» lykheid, om dezelve te bepaalén : zy Zouden van de omftandigheeden van tyden en zaaken moeten afhangen , even als de maatregels, die de andere Staatsieeden zouden adopteeren, om het gedeclareerde Systhema te effedtueeren. Zodra de Heeren van Middelburg de goedheid zuilen gelieven te hebben , cm aan Hün Edele Achtb. de maatregulen en wyze, op en naar welke men den Staat van een aparte Moogendheid zal formeeren te communiceereu, zullen Hun Edele Achtb. niet in gebreeke blyven om aan de Heeren van Middelburg eenig naader berigt over de Maatregulen meede te deelen, die Hun Edele Achtb. dan zullen vólgen vermeenende Hun Edele Achtb. aan den inhoud van het Contra-Protest der Heeren van Middelburg hier meede te hebben voldaan , met verzoek, dat die Heeren het Hun Edele Achtb. niet kwalyk gelieven te neemen , dat zy by hun advies en pro* , test blyven perfifteeren, en van deezelaanteekening"' mfertie in den Texc der Notulen van Staat verzoeken. XXXV. peel. Y CCX,  SS8 nov. ZAAKEN VAN 1786. CCX, Misfive van de Heeren Staten van Gelderland aan de Heeren Staten van Zeeland. In dato 14 November 1786. fc edele mogende heeren j byzondere goede vrienden, nacebuuren en bondgenoten! Hoe aangenaam het ons is geweest, in Uw Ed. Mog. refcriptie van den 16 Odtober laatstleden, welke ons door de Raaden dezes Furftendoms en Graaffchaps wel is toegekomen , te verneemen Uw Edele Mog. declaratoir, dat zeer verre zyn, van te oordeelen, dat in geenerlei gevallen van Burger lykc eneenigheden, de fterke arm van de Militie totftaving van het gezag der Hooge Regeering , of der jfuptie zoude mogen gebruikt worden, (welk noodzakelyk recht zot weinig Üw Edele Mog- aan ons zouden willen betwisten, als zig zelf"s daarvan priveeren,) zoo kunnen wy egter niet ontveinzen, dat wy met leedwezen hebben gezien , dat Uw Edele Mog. eenigzints fchynen te twyfelen, of wy wel te regt, in hec geval van de oproerige bewegingen te Hattem en Elburg , van dit door Uw Edele Mog. erkende, en aan ons wettig competerende regt, empioy zouden hebben gemaakt. Wy hebben in onze voorgaande de waare omftandigheeden van dat geval, en ons opregt oogmerk voorgefteld. En het is alleen aan de fenfatie, welke men met opzigt tot onze handelingen omtrent het voorgevallene te Hattem en Elburg van alle kanten, door zoo veele onwaarheden' en lasteringen , met allen yver heeft pogen te verwekken , en waarin men maar al te veel geflaagd heeft, dat wy meenen, deze twyffeling van Uw Edele Mog. te moeten attribuëeren. Vastelyk vertrouwende, dat Uw Edele Mog. omtrent de ware gefteldheid der zaake volkomen geïnformeert zynde, geredelyk met ons wel zullen willen  Mov. STAAT EN OORLOG. 1786. 33$ inftemmen, dat in de omftandigheden, waarin wy ons bevonden, niet anders door ons konde of behoorde gehandeld te worden. Daar men eerst te Elburg, en daarna te Hattem, door oprokkening van heethoofdige menfchen, opent» lyk toonde , onze be veelen en de hier in de Provintie vigerende wetten te vëragten, en te vertreden , en zig te prepareeren, om dit door het ge. weid van wapenen , door inroeping en inneemen van gewapende Manfchappen uit een andere Proyintie, en door 't maken van een compleete hostile toeftel, met zig van allerhande oorlogstuig, uit andere plaatzen gefourneert, te voorzien, te willen fouteneeren, zynde door de Auöreurs daartoe waargenomen de omftandigheid, dat beide die Steden van geen Militair Guarnizoen waren voorzien. Wy hebben des te eerder kunnen overgaan tot irnuefflen eener Refolutie» om de Steden Hattem en Elburg met Guarnifoen te voorzien, ten einde hetzelve zoo wel tot beveiliging van de vreedzaame ea ftille Ingezetenen zoude kunnen verftrekken, als tot executie van onze politicque beveelen, waarmede wy het Hof Privintiaal hadden belast , omdat wy bevonden , dat dit geen nieuwigheid was, maar dat onze Voorzaaten in de vrygelykzoortige gevallen van 1707 en 1717, ook daarvan het zelfde gebruik hebben gemaakt, en zelfs daarin, in 't jaar 1707, zyn gejustificeert door de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, die wel eerst alle minnelyke wegen by Haar Edele Mog. refolutie van den 21 Ocfober 1707 hebben aangeraden, maar in het wezen der zaak met onze Voorzaten hebben ingeftemd , zoo als daarvoor ook in het byzonder by Misfive van den 1707 zyn bedankt geworden, en dienthalven, nadat overtuigd wierden, dat die minnelyke wegen vrugteloos wa« ren ingeflagen, geconcurreeit hebben in het verleenen yan Patenten tot het doen marcheeren van een Regiment Cavallerye en een Regiment Infanterye, tot voorfz. einde na onze Provintie. Y 2 Uit  Uo nov. ZAAKEN VAN 178Ö. Uit het gunt voorfz. denken wy, dat Uw Edele Mog. van zelfs zullen opmaken, hoe weinig de oneffenheid met zommige Ingezetenen van yooifz. twee Steden Hattem en Elburg fusceptibel is voor een mediatie, en tegelyk de regtmatigheid, waarom wy ons van de acceptatie van de anderzints op zig zelfs vriendelyke aangebodene mediatie hebben moeten excufeeren. Wy vermeenen, dat dit ons gehouden gedrag , nooit zal kunnen worden befchouwd, als tot zyn gevolg te zullen kunnen hebben een lcheunng tusfchen de Provintien of een Burgerlyken oorlog; zoo dit onvermoedelyk nogtans mogt gebeuren, vertrouwen wy , dat zulks met regt nooit aan ons zal kunnen worden geattribuëert , maar veeleer aan die geene, welke zig vrywillig in onze Provintiale domelticque zaken kwamen intemengen , en aan die geene, welke tegens alle goede ordre aan, zig telens onze belluiten feitelyker wyze komen te op. poneeren, door hulpe tegens de exercitie van onze fouverainiteit te verkenen. Wv zyn zeer afkeerig, om eenige maatregelen te neemen, die eene gegronde reden tot een fcheunng tusfchen de Provintien of tot een Burgerlyken oorlog zouden kunnen geeven. Dan wy hopen, dat Uw Edele Mog. tegelyk zullen bezeffen, dat het attribuëeren van een blote naam aan iets, t welk uit de natuur van het gebeurde niet is proflueerende, geen regtmatige vrees kan verwekken ; immers zoo veel ons betreft, moeten wy finceer betuigen, zoo weinig in de dadelyke exercitie van ons louverain gezag door eenige vreeze voor zulke gevolgen te zvn aangedaan geweest, als onze Voorzaten m zoortgelyke gevallen gefield , daardoor m geenen deele afgefchrikt zyn geworden ; en weeten wy niet, waarom wy zelfs als nu ons minder zouden hebben mogen vleyen met de adfiftentie , zoo nodig, van onze Bondgenooten als in 't jaar 1707, wanneer de uitkomst heeft doen zien, dat zoodanige maatregelen nog eenige fcheunnge tusicnen de Provintien, nog eene Burgerlyke oorlog hebben te wege gebragt. wy  sov. STAAT EN OORLOG. 1786. 341 Wy hebben dan dat volkomen betrouwen op Uw Edele Mog, penetratie en discretie,- dat, wanneer zig in ons geval eens willen transporteeren, geen ogenblik zullen hsefiteeren, om ons fentiment te billyken. Wat verder onze oneffenheid met de Heeren Staten van Holland en Westvriesland aangaat, zo beftaat die in onze , zoo wy ons verbeelden, gefundeerde klagte ten aanzien van de twee volgende poinclen: — als voor eerst in 't geven van ordres, als Betaalsheeren, over 'c employ van de Militie, om eenige zaaken te verrigten, of natelaten, fchoon die Militie zig op ons Territoir bevind, en aan ons den eed van gehoorzaamheid heeft gedaan. En ten anderen daarin, dat fchoon opgemelde Heeren Staaten in Haar Edele Mog. misfive aan ons van den 4 September dezes jaars, tot onzegrootfte fatisfaétie verklaard hebben , zeer afkeerig te zyn, van zig in zaken het afzonderlyk en privatief beftuur der Provintiaale Regeering van onze Provintie betreffende, op eenige wyze intelaaten; egter zoo het fchynt, een exceptie van die gefielde en erkende regel tragten te maken , omtrent het door ons geordonneerde ten aanzien van die van Hattem en Elburg, zonder nogthans eene reden te hebben kunnen geven van die expeditie , om te billykan 't aanneemen van de klagten dier Ingezetenen over haar Souverain , en zig daarmede te bemoeijen, niettegenllaande alle de qualiteiten van de gefielde regel daarop volkomen quadreeren. Het zal ons ten uiterften aangenaam zyn, indien Uw Edele Mog. Hoogstderzelver intercesfie tot vereffening van die oneffenheden, waarby zekerlyk 't geheele Bondgenootfchap zig geïsteresfeert kan rekenen, wel zullen willen verkenen, en verkiezen wy ook daarom liever de periode in üw Edele Mog. refcriptie, raakende Uwer Edele Mog. refolutie, by de eerfte gerugten van het voorgevallene te Hattem en Elburg genomen , omtrent 't employ van de Militie op Uw Edele Mog. Provintie geY 3 v re.  342 nov. ZAAKEN VAN 1786. repartitiëert, thans voorbytegaan, als daarop eenige remarques te maken. Voorts, Edeie Mog. Heeren ! kunnen wy niet anders als ten vollen laudeeren Uw Edele Mog. loffelyken yver, om voor de Frontier van Vlaanderen te zorgen; egter meenen wy te gelyk in confideratie te moeten geven, of het wel redelyk zoude wezen, dat zulks gefchiede door ontbloting van een ander Frontier aan een ander kant, gelyk onze Provintie is, en of het dus niet de regte plaats »> om de remplaceering te zoeken by die geene, die oorzaak van de ontbloting zyn, in welkers onderzoek, als aan Uw Edele Mog. genoeg bekend zynde, ook wy mede thans liever niet willen mtreeden * joo Weinig, als om te indageeren, waar de ware oorzaaken van de ongelukkige ftaat , waarin de Republiek zig bevind, zyn beftaande. Wy betreuren met Uw Edele Mog. de droevige fituatie, waarin zig dit Gemeenebest bevind, met ÜHceere betuiging, dat wy, gevoelig aan Uw Edele Mog. vriendelyk aanbod, gaarne met Hoogsdezelve, voor zoo veel 't Bondgenootfchap zig by 't herftellen van 't onderling vertrouwen tusfchen de Provintien geïnteresfeert mag rekenen , zullen concurreeren, om aan dat grote werk te arbeiden, en alle zoodanige middelen met Uw Edele Mog. helpen berambn, als daartoe meest bekwaam zullen bevonden worden. Waar meede enz. * Gefchreven te Zutphen den 14 November 1786. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was geteekend,) b. c. plegher* CCXI.  Nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 343 CCXI, Requesten van Burgers en Inwoonders van Delft; van Gorinchem ; van Woudrichemi van Papendrecht en Matena; op de Fortres van Bellevoetfluis; van Veur, Voor f chaoten en den Leidfchendam onder Stompwyk; en Nootdorp, Nieuweveen en Boogeveen , met een declaratoir hunner gevoelens voor Bun Edele Groot Mog., en om dadely. ke prctfiatie der beloofde hulp aan de Steden Hattem en Elburg; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mog. In dato 15 Nov. 1786. Is geleezen de Requeste van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Delft en de Jurisdictie van dien, waar by, na betuiging der verknogtheid en levendigfte gevoelens van dankbaare erkentenis voor Hun Edele Groot Mog. Vaderland- en Vryheid-lievende poogiDgen, tot behoud van Vryheid en Voor. regten, en byzonder voor de cordate Refolutien, zoo met opzigt tot de Troupes, op deeze Repartitie als voornamelyk ten reguarde van den CapiteinGeneraal, genomen; voorts, om geallegueerde redenen verzoeken, dat Hun Edele Groot Mog. de Ingezetenen der Steden Hattem en Elburg de beloofde hulp gelieven te prasfteeren ; en ten dien einde ten fpoediglten met 'er daad in het werk te Rellen, of doen ftellen de best gefchiktfte efficacieufe middelen, om de geviugte en verdreevene Ingezetenen der gem. twee Steden te doen genieten de hun toegezegde Protectie en 't effect der Unie, en ben alzoo wederom kost- en fchadeloos te doen Rellen in de posfesfie hunner wooningen en befzittingen, en hen voorts te doen jouisfeeren van de Rechten en Y 4 Pri.  ?44 nov. ZAAKEN VAN 1786. Privilegiën, hen wettig competeerende , hier na preeder geïnfereerd. Fiat Infertio. Als meede een foortgelyk Request van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Gorinchem, hierna geiniereerd. Fiat Infertio. Voorts een Request van eenige Burgers en Inwoonders der Stad Woudrichem, hierna geïnfereerd ten zeiven einde (trekkende. Fiat hfertio. Wvders een Request van vericheide Inwooners der hooge en vrve Heerlykheid Papendrecht en Mar tena, hierna geïnfereerd, ten fine voorfz. Fiat Infertio. Nog een Request van diverfe Burgers en Ini woonders op de Fortres Hellevoetfluis , hier na. geïnfereerd , ten einde als vooren. Fiat hfertio. Mitsgaders en Request van een turbe Burgers ^ In- en Opgezetenen der Heerlykheeden Veur, Voorfchooten en den Leidfchendam onder den Banne van Stompwyk, hier na geïnfereerd en tendeerende ais hier boven gemeld is. Fiat Infertio. En eindelyk een Request van In. en Opgezetenen der Heerlykheden Nootdorp, Nieuweveen en Hoogeveen ten voorfz. einde tendeerende. Fiat Infertio* Waarop gedelibereerd zynde, hebben Han Edele  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 545 Groot Mog, met opzigt tot de fentimenten , door de Supplianten der reip. voorfz. Requesten, voor hoogstdezelven, gedeclareerd, ten uiterflen gevoelig over die blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog., zoo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland, in de voorfz. Requesten gemanifesteerd, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befehouwen de regt Vaderlandfche verklaaring der Onderteekenaareu van dezelve, goedgevonden en verftaan, de voorfz. Requesten ten dien opzigte , vermits daar omtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aan te neemen voor Notificatie; en zal daar van Copie , ten behoeve der Supplianten van de refpective Requesten worden uitgegeeven toe derzelver informatie , zullende dezelve Requesten met opzigt tot de Steden Hattem en Elburg, worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik , hebben tot het eerfte Lid der voorfz, Refolutie, zoo als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. y 5 Aan  S46 nov. ZAAKEN VAN 1786, Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, Geeven met behoorlyken eerbied te kennen de Ondergetekenden , ilurgers en In* wooners der Stad Delft en de Jurisdictie van dien, van, enz. Dat Zylieden, wel verre van onverlchillig of ondankbaar te zyn nopens de Landsvaderlyke zorge van U Edele Groot Mog., integendeel niet willen afzyn aan hunne duure verplichtinge te voldoen, en alzo openlyk en voor het oog van de geheele Natie te betuigen de verknochtheid en de levendigfte gevoelens van dankbaare erkentenisfe , waarmeede zy aan ü Edele Groot Mog. verbonden zyn, wegens Hoogstderzelver Vaderlanden Vryheid-lievende pogingen ter behoud van Vrvheid en Voorrechten, en byzonderlyk wegens die cordaate Refolutien, welken Uw Ed. Groot Mog. zo met opzichte tot de Troupes, ftaande ter repartitie van deeze Provintie, als voornamelyk ten reguarde van den Heer Capitein-Generaal, in de omftandigheden van zaaken , welken zedert eenigen tyd binnen deze Republiek hebben plaats gehad, hebben gelieven te nemen. Dat, hoezeer het fchynt, dat deze allezints pryswaardiee demarches van Uw Edele Groot Mog. , welken de openlyke goedkeunnge van het grootfte, beste en verlichtfte gedeelte der Inwoneren dezer Republiek hebben weggedragen, gevoegd by de beloofde Protectie van Uw Edele Groot Mog. aan de onderdrukte Ingezetenen van Elburg en Hattem, wel zyn geweest van zodanig effect , dat daar door de woede des gewelds, welke de twee evengenoemde Stem in Staat hebbende Steeden, met adfiftentie van den Militairen Arm, op eene allergeweldadigfte wyze van hunne  wov» STAAT EN OORLOG. 1786. 347 Mede-Staatsleden hebben moeten ondervinden , en waarmeede die van Utrecht door eenen aanmarsch van Troupen wierden bedreigd , eenigzints in haaren loop fchynt gefluit te zyn ; de Ondergeteekende nochtans voor het oog van Uw Edele Groot Mog. geenzints kunnen verbergen de angstvolle bekommering , waarin zy veffeeren ten opzichte van de beklagenswaardige Inwooneren der twee voorfchreven Steden Elburg en Hattem; nademsal dezen niet alleen genoodzaakt zyn geweest, om, of uit vreeze voor een aannaderend, of uit dadelyke ondervinding van een allerwillekeurigst geweld, hunne Woningen, Bezittingen en Goederen te verlaaten , maar ook daar en boven heb. ben moeten ondervinden, dat hunne nagelaten Woningen , Bezittingen en Goederen , door de roof- en plunderzieke Militairen, en zulks onder het oog en ten aanzien van hunne Chefs en Officieren , zyn weggenomen en geamoveerd, of anderzints, zo niet geheel en al , immers voor een zeer groot gedeelte zyn geplunderd en vernield geworden ; terwyl die ongelukkige Ingezetenen zeiven daar door zyn gedompeld geworden in eene diepe armoede ; te rampzaliger , naar maate dat het Winterfaifoen en de daar meede verzeld gaande nypende koude , en andere daar aan onverroydelyk verknochte ongemakken £waar door ook hun Vee , hec geen daar en boven van het nodige Voeder is verftoken, aan eenen byna zekeren dood wordt bloot gefield) zich meer en meer doen gevoelen; des , dat het met die onfchuldige flagtoffers van eene fchreeuwende dwingelandye gedaan zoude zyn geweest, by aldien niet de liefderyke voorzorge der uabuurige, zo Overysfelfche als Hollandfche Ingezetenen, daar in op eene medogende wyze hadden voorzien. Dat,  .348 nov. ZAAKEN VAN 1786; Dat, wel is waar , de meerderheid der Heeren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden, om, quaii, eene zoogenaamde Amnestie te doen publiceeren, even als of de Inwooners der twee voornoemde Steden, (die van niets anders te befchuldigen zyn, dan dat zy zich by hunne wettige Rechten en Privilegiën hebben zoeken te bewaaren , en daar toe op eene allerdecentfte wyze hebben geëmployeerd zoodanige middelen , welke nimmer dan door dezulken , die het geweld op den Stoel des Rechts trachteden te plaatzen, zyn afgekeurd,) zich zouden hebben fchuldig gemaakt aan het cr'mcn l» Stad Amersfoort gedepecheerd , ontfangen heeft, met notificatie en to zendinge van een gedrukt exemplaar der nadere aanfchryvinge aan de Schouten en Gadermeesters van U Edele Ambagtsheerlvkheden , met vermaninge aan U Edele, om zorae te dragen, dat U Edele Schouten en Gadermeesters zig na den inhoude dier aanfchryvinge zul. Ien gedragen ; — vinden wy ons in de noodzakelvkheid, U Edele te adverteeren, dat, vermits de abfentie van onze Gecommitteerden, geene Wettige vergaderingen der Heeren Staaten of derzelver Oe. deputeerden, zedert den laatfte July dezes Jaars gehouden zyn, of kunnen gehouden worden; conlidereerende wy de bpveelen, die op naam der Heeren Staten en derzelver Geputeerden te Amersfoort gegeven zyn, of zullen gegeven worden, voor ilhWaal en van onwaarde, al waaromme Wy U Ed. uit dien hoofde verzoeken, aan de hier boven gementioneerde admonitie niet te defereeren, maar veeleer te appuïeren de aanfchryvinge door Ons aan de Schouten en Gadermeesters van ü Edele Heer-  hov» STAAT EN OORLOG. 1785. 351 lykheden, in dato den 9 dezer, gedaan, waarvan: wy Copie hierby voegen, en dienvolgends te willen effeétuëeren, dat geene 's Lands Penningen door de Gadermeesters gecollecteerd wordende naar Amersfoort, maar op de gewone 'sLands Coniptoiren binnen deze Stad zullen gebragt wordenZynde Wy ten vollen bereid, om ü Edele desaangaande van Stads wegen te guarandeeren voor alle onaangenaame pourfuites, welke U Edele uit hoofde van het bovenftaande zouden kunnen worden aangedaan. Waarop Ons verlatende, beveelen Wy Ü Edele, Erentfeste, Vrome, Hoog Geleerde, Discreete.' in de protectie des Alierhoogften. Gefchreven te Utrecht den 15 November 1786. U Edele Goede Vrienden, Burgemeesreren en Vroedfchap der Stad Utrecht. CCXIII. Misfive van de Heeren Staten van Gelderland aan de Heeren Staten van Holland en H'estvriesland. In dato 16 Nov. 1786. EDELE MOGENDE HEEREN, BVZONDERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN EN . BONDGENOOTEN! Wy hebben niet dan met de oiterfte verontwaardiging , zedert een geruimen tyd, moeten ondervinden de verregaande en onbepaalde licentie van eenige Courantiers en Schryvers van periodicque werken, in betrekking tot de publicque zaken, en Perionen, welke dagelyks vermeerderd,en thands zoo hoog geklommen is, dat daarinne geplaatst worden zoodanige Articuls, waar door onze Souveraine Vergadering, de Heer Erfftadhouder, de Raden dezer Landtchap , de Officieren, Magiftraten en  35a nov. ZAAKEN VAN 178Ó. en Ministers, onze Refolutien, Placaten en beveelen , op de onwaaragtigfte en eerrovendlte wyzen worden afgefcbilderd. Wy hebben egter deze , hoe zeer onlydelyke , handelwys wel eemgen tyd mee die onbezorgdheid, die de overtuiging van na Eed eD Pligt gehandeld te hebben, ons inboezemde, willen veragten, zoo lang inzonderheid wy nog eenig uitziet behouden konden, dat onze en de voorfz. Perfonen meer dan het eigentlyk belang van den Lande, aangevallen wierden , in die verwagting dat of de Courantiers en Autheurs van gemelde Gefchriften, hun eigenbelang op het oog houdende, van zelfs, of op bevel der Overheden, m wier Territoir die gedrukt worden , en die byna even zoo weinig , als wy verfchoond blyven, tot inkeer zouden komen; maar, daar wy thands moeten zien, dat wy in deze onze billyke verwagting worden te leur gefteld, en dat dit extreem kwaad van erger tot erger is overflaande, vermeeenen wy, dat wv niet verkeerd zouden handelen , wanneer wy, om nog zoo mogelyk alle onvermydelyke ge. volgen, welke daaruit tot bederf van Land en Volk te wagten zvn, voortekomen, door eene volkome fuppresiie en verbod van invoer van zoodanige Couranten , en periodicque Schriften, daartegen op het ernftigtte komen te voorzien. Oan, dewyl wy penetreeren de inconveniënten , welke door eene volkomene fuppresfie dier Couranten, en Nieuwspapieren, wegens de Ad venenden, die veelal daarfnne geplaatst worden , voor de goede In- en üpsezetenen zouden kunnen worden veroorzaakt, bylonderlyk, daar tot nog toe, geene Couranten binnen deze Provintie worden gedrukt , hebben wy wel geprefereert, met het doen emapeeren van een al zulk verbod tetrens het debiteeren en uitgeven yan dezelve in deze Provintie provifioneel te fuptrcedeeren: maar egter teffens vermeend, ons met te kunnen nog te mogen dispenfeeren van Uw Edele Mogende , en de rleeren Staten der Provintien, waar in alzulke Couranten en Nieuwspapieren gedrukt worden, te verzoeken, van wegens het gewigc der  «OVV- STjtAJVEN OORLOG. i?B6. 353 zaak derzelver hooge--attentie-daarop ook bepaal. delyk;;te..axeer,en, en te. willen confiderecren, hoe de gemoederen -eler goede^ In- en Opgezetenen door zoodanige Schriften worden verhit, hoe tweedragt, onrust, wantrouw, en verdenking van Ingezetenen tegens de wettige Overheden worden' ingeboezemd , en hoe , by nader gevolg, daardoor allé boop op berftel van rust en eensgezindheid tusfchen de Ingezetenen ten eenemaal verydeld word. En het is qp deze onbetwistbare gronden , dat wy, hoe zeer wy ook anderzins alifen zyn, om de vryheid der drukpers, të' beteugelen, wanneer die op eene betamelyke wyze tot voorftand der Burgerlyke Vryheid," ontdekking van waarheid, en aanmoediging van deugd en opregte Vaderlandsliefde word gebruikt, Uw Edele Mog te gelyk op het vriendnabuurlvktie en eriiftiglte verzoeken , dat Uw Edele Mog. tekens,'zoodanig fchïndelyk misbruik, het geen van de gewoone Couranten en Van Verfcheide wekelykfche. of op andere gezette tyden uitkomende Oefchriften word gemaakt, dadelyk voorziening gelieven te dqen , immers dat daannne niet geplaatst worden .zulke.' Articuls, dte voor den wettigen Regcringsform voikomêu fubverfief zyn, . waarin de Souveraine. Vergaderingen , derzelve,r„ Refolutien., P.lacateu en bèveeien , de Heere Erfltadhouder, en.e.bigë hooge'Starid-Perfonen, doör'verfopijelyke lasteringen op dé eerroVendfte wyze worden'aangetast'én gelsedeert, of waardoor de goede Ju- en Opgezetenen der refpective Provintien, têgéns"integrerende Leden dier Vergaderingen worden gep-£eoccupeert, en van de allenthalvige gehoorzaamheid' timi hei 'wettige Overheden afgetrokken, ; Deze hier mede eindigende, zullen wy enz. enz, Gefchrévén, te':Zutphen den 16 November 1786. 'Tériprdonnantie van Hun. 'Ed Mog. •(Was geteekend,)  Kov. zaaken van ï?86V NB. Eene Misfive van denzelfden inhoud was aan Edele Mogende Heeren Staten van Amersfoort gefchreven, denkelyk om in overweeging te worden genomen, wanneer in die Stad eene Courant zou worden aangelegd. CCXXIV. Requeste van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Schoonhoven aan Hun Edele Groot Mogende, met opzigt tot het gedrag van Zyn Hoogheid, en een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Gr, Mogende ; met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over der Requeftr anten verklaring, In dato 17 November 1786. Is ieleezen de Requeste van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Schoonhoven, met opzigt tot het gedrag van Zyn Hoogheid en Zyn Antwoord op Hun Edele Groot Mogende Misfive; en hy welk Request, hier na geïnfereert, hunne gevoelens voor Hun Edele Groot Mog. en Hoogstderzelver belluiten uitboezemen. Fiat Infertio. Waarop gedèlibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende, ten uiterften gevoelig over de blyken van verknochtheid aan de Eer en Kegeering van Hoogstdezelve , zoo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland, in het voorfz. Request gemanifesteerd, en niet dan met het grootfte ge» noegen kunnende befchouwen de recht Vaderlandfche verklaring wegens de bereidvaardigheid der Ondertekenaren van het zelve, om, ten kosten van hun goed, bloed en leven, Hun Edele Groot Mo0 • gen-  »oV. STAAT EN OORLOG. t7S6. 355 S?HdeILa.ndSVat7eri.y-e P°gingen» behoud van Vaderland en Vryheid, te onderfteunen, goedgevonden en verftaan, het voorfz. Request, vermits by het zelve geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder aan te neemen voor Notificatie. En zal Copie dezer Refolutie, ten behoeve der «equestranten , worden uitgegeeven tot derzelver yVe Heeren van de Ridderfchap en Edelen 4-/ hebben tot de, voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft. Brieüe, Enkhuizen, fcdam en Medemblik, hebben tot het neemen van de bovengemelde Refolutie, zoodanig als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn i hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Aan de Édele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West» vriesland. Ge-nmet fchuldigen Eerbied te kennen de Ondereetekende Burgers en Inwoonei der Stad Schoonhoven. Dat zy het gebeurde omtrent Hattem en Elturg met verbazing en verontwaardiging Vernomen hebben, dat zy WjHem den Vyf. den houden voor den aanftoker der gewei, dige maatregelen tegen die Plaatfen door de Staaten van Gelderland g. nomen, dat by de Ondergetekende de veron.waardigingzoo mogelyk nog vermeerdert is, door ue onwaardige Misfiven aan ü Edele Groot Mogen- de>  356 nov. ZAAKEN VAN I786. fteeren, en ten dien einde ten fpoedigfte met er daad in 't werk te Rellen of doen Rellen, de best gefchiktfte efficacieufe middelen , om de geviugte In verdreevene Ingezetenen der gemelde twee^teden te doen genieten , de hun toegezegde Protectie en het effeft der Unie , en hen alzo wederom kost- en fchaadeloos te doen (lellen in de posfesfie hunner wooningen en bezittingen, en hen voorts te doen iouisfeeren van de Rechten en Pnvdegien , hen wettig compeieerende. Hie na breeder getn- fereerd. _. . . . Fiat lnftttm Waarop gedelibereerd zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende, met opzigte tot de Sentimenten door de Supplianten voor Hoogstdezelven gedeclareert , ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mogende, zoo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland m derzelver Request gemanifesteerd , en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de regt Vaderlandfcke verkraaring der Ondertekenaaren van het zelve, goedgevonden en verftaan, de vooriz. Requeste ten dien opzigte , vermits daaromtrent «een fpeciaal verzoek is gedaan, verder aanteneemen voor Notificatie j eri zal daarvan Copie ten behoeve der Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver informatie ; zullende het zelve Requeste, met opzigt tot de Steden Hattem en Elburg, gorden geëxaraineert door de Heemi van de *uö«  Kov. STAAT EN OORLOG. 1786. 359 derfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daarop gediend van derzelver confideratien en advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie njet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen , Edam en Medemblik , hebben tot het eerfte Lid der Voorfz. Refolutie , zo als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben zig in de voorfz. deliberatie niee ingelaaten. Aan de Edelei Groot Mogende, Heeren Staaten van Holland en Westvrietland. Geeven met behoorelyke eerbied te kennen , de Ondergetekende Inwoonders van den Dorpe en Ambachte van Voorburgh. Dat zylieden wel verre van onverfchillig of ondankbaar te zyn nopens de Lands Vaderlyke zorge van U Edele Groot Mogende, integendeel niet willen afzyn aan hunne duure verpligtinge te voldoen, en alzoo , openlyk en voor het oog van de geheele Natie te betuigen de verknochtheid, en de Ievendigfte gevoelens van dankbaare erkentenisfe waar meede zy aan Uw Edele Groot Mogende verbonden zyn, weegens Hoogstderzelver Vaderland- en Vryheid-lievende pogingen ter behoud van Vryheid en VoorZ 4 reen-  3óo nov. ZAAKEN V A'N if$j rechten, en "byzonder wegens die córdate Refolutien, welken U Edele Groot Mogende z'oö met'opzichte' op naamentlyk ten Reguarde van den Heer 1 Capitain - Generaal , in de omftandigheden -. - van zaaken, welken zeedert. eenigeh tyd , binnen deeze Republiek, hebben plaats gehad, hebben gelieven te neemen. J : Dat hoefeer het fehynt, dat deeze allenkihts pryswaardige- demarches van Uw Ed. iib i Groot-Mogende v welken- dé-goedkeuringe van hetgrootfte ï beste • en verlichtfte gedeelte der Inwoonders .deezer Republiek, hebben weggedraagen , gevoegd by de jeloofde Protectie, 'van Uw Edele Groot Mogende aan de onderdrukte Ingezeetenen van Elburg en Hattem, wel zyn, -geweest van zoodanig effect, dat. daar door de woede des ge weids, welke de twee evengenoemde v.ftem' in Maat' -hebbende Steden, met adfiftentie van den Militairen Arm, op eene aldergeweldadlgltè. wyze van hunne MedeLeden , (in Staat) hebben moeten ondervin- den, en waar .mede die, van Utrecht., door >-.vii Aannwscti van 'froupcn wierden be. ' dreigt cemgzints in haarèn Joóp " fchynt * gefluit tc:zyn,' de Ondergeteekende: noch. , [| tau.s , voor. het oog van Uw Edele Groot , Mogende geenzints kunnen 'verbergen , de angstvolle bekommeringen , waarin zy verket'.eu,; uc, opzichte van de beklagenswaardige, la.wopcdürs der twee voorfz, Steden 'Elburg* jeu" Haitcra. Naderaaal deeze niet '.alleen.genoodzaakt' zyn geweest, voor een aannaderend , of uit dadelyke onderyinding '. . ■■ ^n'eeu al'lerwiilekeurigst geweld, hunne .... woningen /'bezittingen en goederen, te heb* moeten ^erlaa/vsm, Maar' ook daar en . 'boven hebben moeten"ondervinden, dat hun' he nageïaate woningen, bezinhfgefi èu goeie - . de-  Nov. STAAT EN OORLOG. 3786, 361, deren , door de roof en plunderzieke MiliI tairen, en zulks onder het oog en ten aanzien van hunne Chefs en Officieren, zyn weggenomen en geamoveerd, of anderzints zoo niet geheel^en al, ten miniien voor een zeer groot, gedeelte zyn geplundert en vernielt geworden, terwyl die ongelukkige Ingezetenen zelfs daar door zyn gedompeld geworden in een diepe armoede, te, rampzaliger, n3ar maaten dat het winter faifoen en de daar meede verzejd gaande nypende koude , en anderen daar aan onvermydelyk verknochte ongemakken, waar door ook hun Vee* het geen daar en boven van . het nodi. ge Voeder is verftooken, aan een byna zekere dood word bloot gefield, zich meer en meer doen gevoelen, des , dat het met die ongelukkige en onfchuldigè flagtoffers van eene febreeuwende dwingelandye gedaan zoude zyu geweest, byaluien niet deliefderyke voorzorgen der nabuurige., zoo Overysfelfche "als Hollandfche ingezetenen, daar in op: eene mededogende, wyze hadden voorzien. I : Dat,-wel-is waar ,, de meerderheid der Heeren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden, om, quafi, eene zoogenaamde Amnestie te doen publiceer^n-, even als of de- Inwopners der twee voornoemde Steden, (die van niets anders te befchuldigen zyn, dan dat zy zich by hunne wettige Rechten en Privilegiën hebben zoeken te bewaaren , en daar toe op eene allerdecentfte wyze hebben geëmployeerd zoodanige middelen , welke nimmer dan door dezulken , /die het geweld op den Stoel des Rechts trachteden te plaatzen, zyu afgekeurd,) zich zouden hebben fchuldig gemaakt aan het crimen l#f<£ Majeflatis, en voorts van dezelve, hebben gevorderd eene opgaave der f'chaade-, welke zy door de voo.fz. handelwyZ 5 ze  §45 nov. ZAAIEN YAN 1786, ze geleeden hebben; dan dat het aan de hoe* ge wysheid en het doorzigt van U Edele Groot Mog. geenzints kan ontlhppen , dat het van die Ingezeetenen met geen mogelykheid te vergen is, dat zy zich aan die fchreeuwende vorderingen, van de Meerderheid der Heeren Staaten van Gelder and zullen moeten onderwerpen, en zich alzoo met de daad fchuldig verklaaren aan zodanige misdaad, welke nimmer ten hunnen laste heeft kunnen of behooren ingebragt te worden; des het in confideratie van die willekeurige handelwyze zeker is, dat zy , ot zich zullen moeten fubjeéleeren aan dat gantsch onwettig geweld, of dat zy anuerzints gevaar loopen op eene gantsch weüerregtelyke en ongeoorloofde wyze voor altoos verftooken te worden van hunne wettige eigendommen en bezittingen, en alzoo aan eene totaale en onherftelbaare ruïne te werden opgeofïert; buiten en behalven dat het U Edele Groot Mog. geenzints kan zyn onbekend , dat de gedagte Meerderheid der Heeren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden, om uitdrukkelyk van die Amnestie uit te fluiten zodanige perfoonen, welke zia by ü Edele Groot Mog. hadden geaddresfeerd , derzelver rechtmaauge klagten in den fchoot van Uw Edele Groot Mog. hadden nedergelegd, en van Uw Ed. Groot Mqg. derzelver veelvermogende ïntercesfie en hulp hadden verwagt en verkreegen, en vermits uit dit alies blykbaar is, dat de voorfz. Meerderheid der Heeren Staaten van Gelderland niet alleen openlyk den fpot dryven met de Protectie van Uw Edele Gr. Mog., en de belofte door üw Edele Groot Mog. aan de Ingezetenen van de voornoemde Steeden Elburg en Hattem gedaan , om namelyk hun te doen jouisfeeren van het efc feft van het Bondgenootfchap der Unie; maar  pof. STAAT EN OORLOG. 1786. 36$ ook dat alles vruchteloos zal zyn, zo lange Uw Edele Groot Mog. niet gelieven te refolveeren , om die beloofde Protectie te doen overgaan in eene dadelyke praeftatie en daarftelling der beloofde befcherming en hulp. Zo keeren de Ondergetekende zich tot Uw Edele Groot Mog., met eerbiedig verzoek , dat Uw Edele Groot Mog de Ingezetenen; der Steeden Hattem en Elburg dadelyk gelieven te prasfteeren die bulpe, welke door üw Edele Groot Mog. aan dezelve is beloofd geworden , en dat Uw Edele Groot Mog. ten dien einde ten fpoedigfte met 'er daad gelieven in het werk te ftellen of doen Hellen, zodanige efficacieufe middelen, als Uw Edele Groot Mogende naar derzelver hooge wysheid zullen oordeelen best gefchikt te wezen, om de geviugte en verdreevene Ingezetenen van de Steden Elburg en Hattem te doen genieten, de door Uw Edele Groot Mog. aan hun toegezegde Protectie en 't effect der Unie, en hen alzo wederom kost en fchadeloos te doen ftellen in de posfesfie hunner Woningen en Bezittingen, en hen voorts te doen jouisfeeren van die Rechten en Privilegiën, welken hen op eene wettige wyze zyn competeerende. 't Welk doende. * «■ 9 9 9 9