Z . A A K E N VAN , STAAT en OORLOG.   Z A A K E N . VAN STAAT en OORLOG, betreffende de vereenigde nederlanden; zédert het begin van het jaar MDCCLXXX. ZES-EN-DER.TIGSTE DEEL. te AMSTERDAM,b* JOHANNES ALLART, mdccxcvi.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit zes-en- dertigste deel geplaatst zyn. CCXXVL Request van 235 Burgers en Ingezetenen der Stad Hoorn; waarby, niet willende verantwoordelyk zyn voor het gedrag hunner Reprefentanten , hunne fentimenten uiten over het gedrag van Zyn Hoogheid , en hunne gevoelens van dankzegging en attachement aan Hun Edele Groot Mog. In dato 1* November 1786. . . bl. 1 CCXXVII. Missive van de Meerderheid van de Staaten van Gelderland aan de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk Hoogstderzeiver ürdres, aan den Kolonel van het Regiment Dragonders, te Arnhem in Guarnifoen, gegeeven. In dato i8 Nov. 1786, , bl. 7 CCXXVIir. Missive vari Burgeméesteren der Stad Wyk by Duurjlede aan de Edele Mog. Heeren Staaten der Provintie van Groningen. In dato ao November! 1786. . . bl. io CCXXIX» Missive van de Regeering van Wyk by Duurfïede aan alle de Schouten, teil platten Lande der Provintie Utrecht * wo;  ö LYST der STUKKEN. wonende. In dato ao November 1786. bl. 16 • • • CCXXX. Requesten van Burgers en Inwocmders van Heusden en van het Dorp OudBeyerland, met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mog., eii om dadelyke Prasftatie der beloofde hulp aan de Steden Hattem an Elburg; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde fentimenten voor Hun Edele üroot Mog. In dato 22 Nov. 1786. . • • bl- l9 CCXXXI. Request van J. Peereboom, cum fuis , alle Burgers en Inwoonders der Stad Vurtrterende, met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Gr. Mo°- ; en om dadelyke hulp aan de Steden"1Hattem en Elburg; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde fentimenten voor Hun Edele Groot Mog. In dato 25 lNov. 1786. bl. 29 CCXXXII. Nadere Aantekening van de Heeren van de Ridderfchap op de ContraAantekening der uedeputeerden van 12 Steden, ten opzigte van Zyn Hoogheid als Capitain-Generaal deezer Paovincie. In dato 29 Nov. 1786. . bl. 36 GCXXXUL Requesten van Burgers en Ingezetenen van Schiedam, en, Ingezetenen van  LYST der STUKKEN. iH van 't Dorp van Kethel; en van Burgers en Inwooners van Giefen in 't Land van Altena\ met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Ed. Gr. Mog., en tot dadelyke Proteétie der Ingezetenen van Hattem en Elburg-, met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Gr. Mog. In dato 30 JNov. 1786. . bl. 47 CCXXXIV. Missive van den Hove Provintiaal van Gelderland, ten antwoord aan de Stad Elburg. In dato 30 i\ov. 1786. bl. 57 CCXXXV. Protfst der Stad Harderwyk, aan Hun Edele Groot Mog. In dato ... Nov. 1786. . . bl. 59 CCXXXVI. Request van 400 Burgers en Ingezetenen van 'sGtavenbage , met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Ed. Gr. Mog., nopens de directie van den Stadhouder en om Zyne hooge Charges te bepaalen, alsmeedetot dadelyke Protedtie der Ingezetenen van Hattem en Elburg; met betuiging van Hun Ed. Gr. Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mogende. In dato 1 Dec. i; 86. . . bl. 65 CCXXXVU. Rapport omtrent het gebruik der Wapens boven de Plicateu en Publicatien van Hun Edele Groot Mog. en Gecommitteerde Raden, en ten aanzien * a der  IV LYST der STUKKEN. der Busfen die de Bodens dezer Provin. tie dragen-, als mede tot infcrmaue by Gecommitteerde Raaden nopens de Sauvegarde van de Postwagens tusfchen Amfterdam en den Haag.. In dato i Dec. 17Ï56. > ' bl* 7J rrXXXVIII. Rapport en Refolutie op een Misfive en Refolutie der Staaten van Zeeland , concerneerende een nader vast wel als aan de Sïfmeen"belangen van het Vaderland, in de voorfz. S S n gei nifesteerd, en niet dan met het Jrootfte genoegen kunnende befchouwen de regt ladrSndK verklaaring der Onderteekenaaren van , dezelvegoedgevonden en verflaan, de voorfz. Reauesten ten dien opzigte, vermits daar omtrent geen Wriaal verzoek is gedaan, verder aan te neemen foor No Stie , en zal daar van Copie ten behoeve der Suppliant'en worden uitgegeeven, tot derzel. ver informatie; zullende dezelve Requesten met oplilr tot deSteden Hattem en Eiburg worden geexamfneeÏÏ door de Heeren van de Ridderfchap en verder Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden ïot hetGrootBefogne,en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen , Ëdam en Medemblik, hebben tot het eerlte Lid der WzVRefolutie , zo als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Aan  kov» STAAT EN OORLOG. 1786. 21 Aan de Edele Groot Mogende, Heeren Staaten van Holland en ffestvriesfand. Geeven met behoorelyke eerbied te kennen , de Ondergetekende Burgers en lnwoonders der Stad Heusden. Dat zyiieden wel verre van onverfchillig of ondankbaar te zyn nopens de Lands Vaderlyke zorge van U Edele Groot Mogende , iutegendeel niet willen afzyn aan hunne duure verpligtinge te voldoen, en alzoo , openlyk en voor het oog van de geheele Natie te betuigen de verknochtheid, en de levendigfte gevoelens van dankbaare erkentenisfe waar meede zy aan Uw Edele Groot Mogende verbonden zyn, weegens Hoogstderzelver Vaderland- en Vryheid-lievende pogingen ter behoud van Vryheid en Voorrechten, en byzonderlyk wegens de cordate Refolutien , welke Uw Edele Groot Mog. zo met opzichte op de Troupes, ftaande ter repartitie van deeze Provincie, als voornamelyk ten reguarde van den Heer CapiteinGeneraal, in de omtlandigheden van zaken welken zedert eenigen tyd binnen deeze Republicq hebben plaats gehad, hebben gelieven te nemen. Dat, hoe zeer het fchynt, dat deeze allezints pryswaardige demarches van Uw Edele Groot Mog. welken de openlyke goedkeuringe van het grootfte , beste en verlichtfte gedeelte der Inwoneren dezer Republicq hebben weggedragen , gevoegd by de beloofde Protectie van Uw Edele Groot Mog. aan de onderdrukte ingezetenen van Elburg en Hattem , wel zyn geweest van zodanig effect, dat daar door de woede des gewelds, welke de twee evengenoemde Stem in Staat hebbende Steden, met adfiftentie van den Militairen Arm, op eene allergeweldadigfte wyze van B 3 hur  ^ kov. Z AA K EN VAN 1786. hunne Mede-Staatsleden hebben moeten onde vinden , en waar mede die van Utrecht foor eenen aanmarsch van Troupen w.erden Sei2d, eenigzints in haren loop fchynt gefluit e zyn; de Ondergetekende!*-nochtans Innr het "og van Uw Edele Grooe Mog. leenzin «Snen vertegen de angstvolle bekommering waarin zy verfeeren ten opztch?e van de beklagenswaardige Inwooneren der twee voorfz, Steden Elburg en gran, nademaal deezen niet alleen genoodzaakt zyn SSveest om, of uit vreeze voor een aan» faderend, of'uit dadelyke ondcrvindmg van een S-erwillekeurigst geweld, hvtn^^"1^ gen, bezittingen en goederen te verlaten , S ook daarenboven hebben moeten onSinden, dat hunne nagelaten Wooningen Bezittingen en Goederen, door de roof- en JÏÏffiSe Militairen, en zulks onder het oo* en ten aanzien van hunne Chers en uitkeren , zyn weggenomen en geamoveert of anderzints, zo met geheel en al, romers voor een zeer groot gedeelte zyn geplundert en vernield geworden ; terwyl die ongelukkige Ingezetenen zeiven daar door zyn gedompeld geworden in een diepe armoede; tï rampzanger, naar maten dat het WinterSaifoen en de daar meede verzeld gaande nypende koude, en andere daar aan onverraydeIvk verknochte ongemakken (waar door ook hun Vee, het geen daar en boven van het nodige voeder is verftooken, aan eenen byna zeekeren dood word bloot gefield) zich meer en meer doen gevoelen; des dat het met die onfchuldige flachtoffers van eene fchreeuwende dwingelandye gedaan zoude zyn geweest, by aldien, niet de liefderyke voorzorge oer nabuurige zo Overysfelfche als Hoilandfche x ingezetenen , daar in op eene mededogende w'yze, hadden voorzien. < W, wel is waar, de meerderheid der  kov. STAAT EN OORLOG. 1786. 23 Heeren Staaten van Gelderland hebben kunnen goedvinden, om quafie, eene zooge. naamde Amnestie te doen publiceeren, even als of de Inwooners der twee voornoemde 'f Steden , (die van niets anders te befchuldigen zyn, dan dat zy zicli^by hunne wettige Rechten en Privilegiën hebben zoeken te bewaaren , en daartoe op eene allerdecentfte wyze hebben geëmployeerd zoodanige middelen , welke nimmer dan door dezulken, die het geweld op den Stoel des Rechts trachteden te plaatzen, zyn afgekeurd,) zich zouden hebben fchuldig gemaakt aan het crime» l lenige Leden in het gehoude Befogtie «ver deeze S voorgedragen , daar tegens in gepaste u.t. Tl kUigen en mlt onthouding van al wat lasfief wee. «n kon, ïaare denkwyze cordatelyk hebben opencelegd , en doen zien, dat het voorgewend misfrouwen omtrent de üiredie van zyne Hoogheid in deszelfs e^ei genoemde Qualiteit, aan Hun was voorgekomen van allen grond te weezen ontbloot, ïot dien tyd toe geöordeelt hebbende, dat, daar zy vantunne zyde%en enkele Megative Sustenu ge-  nov. STAAT EN OORLOG. i786. 37 voerd hadden , in geenerlei pleitgeding moeten of Kunnen komen , teegens alle zodanige infirnulatien , ais by t Befogne van den 16 September laatstleden bier en daar zyn opgegeeven , zoo lang dezelve niet door bewyzen, welke een behoorlyk onderzoek en discusfie verdienden , wierden onderlteund, l £n_ het beeft de Heeren van de Ridderfchap ten uiterllen verwondert, in de evengemeide ContraAantekening te hebben moeten ontwaar worden een verwyt, als of zy in deeze zaak niet confequent zouden .hebben gehandeld , om dat quafi de Refolutie van den 6 September laatstleeden met hunne bewilliging zoude wezen gearrefteert, en dat daarbv reeds de voorfz. Surcheance van den Heer Capitein-Generaal, haare eerfte exittentie zoude gekreegen hebben , alzoo de Heeren van de Ridderfchap tegens de Refolutie ten opzigte van 't Commando van 't Guarmioen van 's Hage, met eene kleine pluraliteit genoomen, bereids (fchoon zonder eenig effecYi hebbende geprotefteert, het neemen van zommige Keloiutien, die als gevolgen daarvan konden worden befchouwd, eenvoudig hebben aangezien, en zig vervolgens ook niet verzet tegens die voorzieningen en maatregulen, welke men heeft goedge. vonden te neemen op de ftellige vooorgeevens en iterke verzeekeringen van zommige Leden nopens ae presfante nood en het gevaar, waar in deeze Provincie zig ter dier tyd zoude hebben bevonden, ten einde met te worden bloot gefield aan eenige reproche nopens de mogelyke gevolgen van dien en om integendeel een bewys te geeven, dat dl Heeren van de Ridderfchap (welke op dien tyd het gewigt en de gefundeerdheid dezer voorgeeveiis met aanttonds grondig genoeg konden onderzoeR t fn dezeIven inmiddels niet opentlyk en directelyk wilden verdenken) geen minder belang in de zorg voor de Provincie Helden , als een eenig der andere Leden van deeze Vergadering; maar dat dezelve vervolgens niets ter wereld hoorende voordrangen, veel min bewyzen, waar door het opgeC 3 vat  38 nov» ZAAK EN VAN 1786. vat mistrouwen op zyne Hoogheid eenigzints konJe worden goedgemaakt; en integendeel Hoogstdeszefts onfchuld aanftonds blykbaar ziende opda«n eindelyk gemeend hebben hunnen afkeer van file'dié overhaaste en fterke maatregulen hunner voorn Vedeleden te moeten aan den dag leggen en dezelve ten ernftigfte te moeten provoceeren en fommerèn , om op een voldoende wys en fpecifiSk cp te geev?n de gronden en bewyzen, waar 0P eene zoo ongehoorde verdenking en verregaande Behandtnng ten aanzien van Zyn Hoogheid zoude kunnen w&den gejustificeerd; waarom de Heeren van de Ridderfchap dan ook vermeenen , dat ai hadden dezelven tot alle de ^/^aaS het voorfz. moment van onzeekerheid, veroorsaakn door de opgegeeven g^aaren, geconcurreert, des geenzins , dezelven echter naderhand daa. tegens hebben moeten opkomen, ten einde door hun ltu zwygen de handeiwyze der Heeren Gedeputeerden van de voorfz. twaall Steden voor 't oog der Natie niïnehSne"e Heeren van de Ridderfchap vervolgens gemeend na deeze korte prsemisie als nu te moeten obferveeren; „ „m.„„f Dat Zy nimmer onverfchillig kunnen zyn omtrent de confervatie van de Regten,,die aan ieder Ingebeten van deeze vrye Republiek toekomen, en welke na deszelfs eerfte grondwetten zonder dugtige reedenen cn duidelyke preuves aan niemand mogen wórden ontnemen. , , We!ke waarheid van die evidentie is, dat de vcorfc. Heeren Gedeputeerdens «Ive daar aan hulde moeten doen , wanneer zy by hunne ContraAmteekemng ffchoon met alierongeiukkigfte App 1otï en totgderzelver pretenfc verfenoomng) beo» ben eoedfevonden voor te draagen : "at ae Tnpar%lie Nakomeling fchap in alle de maatregulen SSW GrootW omtrent de, in CaMein-Generaal genoomen , Met alleen regU ZmigZi en aguitev, maat boven al ook hvgmoedigheu> in moderatie zal bewonderen, ^  nov. STAAT EN OORLOGi 1786. S9 Dan dat de Heeren van de Ridderfchap zig door eene ten deezen zoo groote ophef van de langmoedigheid en moderatie van voorfz. Heeren Gedeputeerdtns geenzints hebbende laaten aftrekken van de hoofdzaak, waar, op het in deezen eeniglyk aankomt, te vergeefsch gezogt hebben na die bezwaaren tegens den Heere Capitein - Generaal, welker fpecinque opgaaf en bewys by hun was gevorderd, en integendeel niets anders hebben- kunnen ontwaar worden, dan eenige zeer algemeene en vague taxatiën , welke federt eenigen tyd de gewoone taal van fommige driftige en misnoegde menfchen geworden is ; zonder eenige veel min behoorlyke en byzondere aanduiding en bewys, en dus geheel ongenoegzaam, om op dezelve eene befchuldiging veel min fchuldig verklaaring te gronden : en zulks voor al niet in een zaak van dat uiterfte belang : waar by een Vorst van een zoo hooge Geboorte, en gefprooten uit een Huis, 't welk de grondflagen deezer Republiek heeft helpen leggen, en aan welker iever en trouw dezelve haar opbouwingen befcherming grootelyks verfchuldigt is, tegens zyne Èrflelyfce regten , alleen by Politique voorziening en by overflemming, in eene zoo aanzienlyke waardigheid werd gefuspendeert; en zulks alles op zoodanige motiven en gronden , die zyn eer en goede uaam zoo aanmerkelyk compromhteeren, en waarom de Heeran van de Ridderfchap dan ook zoo lang alle deeze onbeweezene en ongedetèrmineerde taxatiën niet nader zullen wezen gefpecificeert, en na gehoorde defeofie van Zyne Hoogheid, gejuftificeerd, dezelve als geheelYmgepast en onvoldoende, mee een diep Uilzwygen moeten en zullen pasfeeren. Dat het wel waar is, dat de voorn. Heeren Gedeputeerdens tot eene byzondere hopfdbefchuldiging en als de voorn iame pretenfe grond, der voorfz. fuspenfie hebben geallegueert, het gedrag van Zyne Hoogheid in de zoo zeer bekende zaak van Hattem en ülburg , en dat men daar in niets wat de taal van vergroting en gewaagde gevolgtrekking kan jpgeeven} heeft agter gelaten, om dat zelve gedrag in C 4 een  êo nov. ZAAKEN VAN 1786, een ougunftig , batelyk en fchultverwekkend daglicht te (tellen , maar met een verbazende moeite en omflag gearbeid om deeze inboezemingeli eemgen fchyn te gceven. . Dat de Heeren van de Ridderfchap niet voorby kunnen , om ook als mi met affnyding van zeer veele Reflexien, die zy zouden kunnen maken, op alle de daar by ingeviogtene deciamatien en ïilatien ter hunner decharge ƒ zoo wel als tot een opentlyK betoog , welke hunne grondbeginzels en inzigten zyn, op dit fubjecfc in 't byzonder te doen aariteekenen, dat het voorfz. geval zeer verkeerdelyk en zeer geforceert door de Heeren Gedeputeerdens word voorgedragen als een geweldigen dwang van een (tembebbende Stad en Burgery , welke hare Privilegiën en Voorregten op een wettige wyze zoude hebben gereclameert, daar het zelve genleeken en duidelyk gedemonftreert is, niets anders te weezen dan eene fytelyke opftand van eenige weinige Regenten , dewelke door eene party hunner Ingezeetenen geilerkt, de Meerderheid hunner toer de Regenten door het inroepen van Perionen geheel onbevoegd tot het behandelen van de zaken van Regeering overheerschten , zich met die Ingezeetenen tegens de , waarfchouwingen en beveelen van hunne Souverein verzetteden, en dezelven niet alleen opentlvk vilipendeerde , maar zig zelve tegens Hem wapenden , en tot die Wapening vreemde hulp inriepen, en dus in den völften zin en op de fterkfte wys tegen de Hooge Overheid rebelleerden, en dat zoo lang het na de zekerfte en algemeen aaneenoome gronden van het Recht niet alleen geen misdaad is, zoodanige Regenten en Ingezetenen na dé alleremftigite, doch vergeeffche en verfmaade waarfchouwingen tot hunnen pligt weder te brengen, niet door eene Vyandelyke overweldiging, maar door de tusfehenkomst van de ordinaris Juftitie na de onhandigheden van het geval, met eene genoegzaame Militaire magt voorzien en gedekt tegen» alle verachting en mishandeling, en des noods in' ftaat gefteld om aan het oogmerk der bouvereme 1 be-  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 41 bevelen te voldoen , en zulks sl.'es daar toe , om aan dozelve Regenten en revolteerende Ingezetenen gelegenheid te geeven, om derzelver bezwaaren en belangens van welken aart ook, en mitsdien ook dezulke , welke het effect en genot hunner waare of gepretendeerde Privilegiën concerneerden, voortedraagen, en Hun dienaangaande recht te doen weder/aaren', maar dat, zoo lang integendeel deeze handelwys en Souveraine voorziening (die den waaren itaat van dit gantfche berugte^geval conftitueerd) na dezelve Wetten en ontegenfpreekelyke maximes eener gezonde Staatkunde geoorloofd , betamelyk, en voorden Souverain zelve fchuldplig. tig is, ja zoo lang de eed en trouw van de Oppermagt die voorzorg in zulke buitengewoone omftandigheden vordert , ter bewaaring van haar ei*e hoogheid en gezag, ter befcherming van haare ftiile en gehoorzaame ingezetenen, en om geene eigen, dunkelyke aanmatiging van overheerfching maar bet Recht en de Wetten door de beflisling van 't Hoogst Gerechts-Hof te doen fpreeken, de Heeren van de Ridderfchap, noch in de mefures en beiluiten van de Heeren Staaten van Gelderland nog m derzelver volvoering door den Heer Capitein-Generaal van hunne Provintie eenige de minde bedenking, veel min fchitldigheid vinden kunnen , maar wel dat Zyne Hoogheid, integendeel, door- eene disobediente aan die ordre, na het oordeel der Heeren van de Ridderfchap, zich zelve aan de zorgelykfte verantwoording en de Provintie van'Gelderland aan de treurigfte verwarringen en gevolgen zoude hebben bloot gefield, ^üat al wyders de Heeren van de Ridderfchap zich eene^ eer rekenen , deeze grondbeginfelen van recht en Staatkunde opentlyk voorteftaan en de hunne te maaken , echter met deeze vuurige wensen 3at nimmer het rampfpoedig geval extecren moge, dat zy dezelve tegens eenige Ingezetenen van deeze Provintie door opruijing van vreemde, onder Dra»text van Privilegiën, zonder eenig rechtcrjyk onderzoek dienaangaande te gedoogen , en met de C 5 wa-  4a Nov. ZAAK EN VAN wapenende hand, mitsgaders ^oor «nger^ hulp aangemoedigd , zullen behoeven te doen werken, SorTwe 1 vezeekerd, dat de voorn. GedeputeerSens in dien gevalle de eer en hoogheid van den SouvSein »5o wel als de Heeren van de R.ddeifchZ door die zelfde middelen, als de eenig overSvvende zoude weeten te doen handhaaven, gelyk zulkte meërmaalen in zaaken van oneindig minder belang en'uitzigt is gefchied, -^"Xldate ongeoorloofd of misdaadig te zyn bedeeld in de Heeren Staaten , die tot hetzelve beflooten ot in Sun die derzelver befluit volbragt hebben ; Dat Swydïi voorde gantfche waereld een verbaazend Contrast moet veroorzaaken , dat daar de voorlz. volvoering der befluiten van de Heere S aR ™ Gelderland op hun eige territoir derzelvevolkoo menc en uitdrukkelyke approbatie gevonden heelt, die zelfde volvoering in deeze Provnicie, fchoou <\-ir mrie . als eene zu vere domeltique zaak van HÏre Sdgeïoot, niets gemeens hebbende by de Meerderheid deezer Vergadering, als een onbehoorlyk beftaan is aangemerkt, en wel zoo onbehoor?k, dat men bier heeft kunnen goedvinden , den feein-Generaal deezer Provintie daar over in eene 2? waardigheid te furcheeren en voor het üDg van de Natie te flettnsfeeren; Dat de Heeren v n de Ridderfchap voorts vermeenen , da:c perfoi ee fe eevoelens bv Zyne Hoogheid , op de ipeciaie aJSving van Hun EdeteGroot Mogende open ' elèïd we? verre van te verdienen , als onbetamefvk en met eene zoo ingratieufe verdenking te worTn get™«rd ^ ^ de Contra-Aanteekening van TJl Heeren' Gedeputeerdens b gelchied, op■ ae vooifz. gronden van de ontegenlpreke.yke wettig heid der befluiten van de Heeren Staaten van Gelderland en van zynen pligt gebouwd *Yn« » n»« anders te kennen geeven dan dat Hy zich niet hetft Enen of mogen onttrekken aan de f™™^ zer Ordres, offchoon Hoogstdezelve teffens daar by duidelyk heeft doen zien , welke eene moeite en aandoening die pligt by hem veroorzaakt heelt,  mov, STAAT EN OORLOG. 178(5. 43 uit hoofde der ongelukkige omftandigheeden van zaaken, en da mogelykheid die 'er overbleef dat de opftand en drift der bovengemelde teegenftreevende Iogeieetenen van Hattem en Elburg fomtyds het Horten van eenig bloed ten gevolge zoude kunnen hebben gehad, en dat het in die omftandigheeden vervolgens in het byzonder te pasfe kwam, na de voorfz. openlegging van Hoogstdeszelfs gevoelens, aan zig die vrye denkwyze te referveeren, welke den minlten Burger en Ingezeeten in deeze Vrye Repubücq competeert. Dat wyders voor zoo verre de voorn. Heeren Gedeputeerden nog als eene befchuldiging teegens Zyne Hoogheid inbrengen , dat Hoogstdezelve etne Refolutie van Staat zoude hebbm geconfidereerd ais of dezelve ten zynen opzigte nooit getioomen ware, en dus getoont , dezelve niet te refpecleeren , maar voor kragteloos en van onwaarde te houden, de Heeren van de Ridderfchap vermeenen dat het Zyn Koogheid behoord vry te ftaan , om zig zoo merkelyk bezwaard oordeelende by eene dispofitie waar by Hy in zyne eer en goede naam voor de ganfche Natie zonder eenig verhoor is geöxponeert, desweegens ter bekwamer tyd zyne klagten en bezwaaren in den fchoot van U Edele Groot Mog. uit te ftorten en op deeze wyze aan eene flettrifure welke Hy niet meent verdient te hebben niet te acquiesceeren , ten waare het reeds voor iets onbetameiyks zoude moeten gehouden worden , dat iemand welke een vry gewisfen draagd en duidelyk doet zien zig aan geenerlei disobedientie te hebben fchuldig geraaakc, in gepaste termen over eene zoo zeer bezwarende dispofitie doleerde en op de reparatie der toegebragte grieven in (teerde, en dat in de laatfte plaats de verdere raifonnementen van de voorn. Heeren Gedeputeerdens berusten op deeze zeer erroneufg veronderfteiling, als of zyne Hoogheid de aanmarsch en inrukking der Troupes in meergemelde Steeden zoude hebben kunnen en behooren te prasveniee» ren , en tot dat einde gebruik moeten maken van zyne Stadhouderlyke influentie op de Meerderheid der  44 nov. ZA AKEN VAN i?bo. der Regenten, dewyl 'er geenerlei verfchil tusfchen de Leden van Staat onderling heeft geexteerd, het welk door de Meerderheid der H, H. Staaten van Gelderland n armata is beflist geworden, maar oat integendeel de reeden van het Employ der 1roupes eenialvk beftaan heeft in den bedenkelyken Staat, waar in de voorn. Steden zig bevonden, mitsgaders in de hooge noodzaakeiykneid van een lpoedige en zeekere rust en ordre aldaar, dan waar omtrent geenerlei tusfchenkomst van den Heere Stadhouder is gevraagd en in confidentie genoomcn, en dat, by aldien al eens de zaak had kunnen worden befchouwt te vallen in de termen vun een different tusfchen Leden van Staat, de Heeren van de Ridaerfchap begrypen, dat de voorlz. Heeren Gedeputeerdens ingevallen zodanig iets in deeze Provincie mogte weezen voorgevallen, zelis noogstwaarfchynlvk van oordeel zouden zyn .dat Zyne Hoopheid als dan nog door beide de Parthyen zoude hebben behooren te weezen aangezogt.alvoorens van Hoogstdeszelfs influentie gebruik te maaken. En dat gevolglyk ook de verdere refledhen , die tóen heeft goedgevonden by dit alles nog al mede in te rigten op de weinige deference , die 4yne Hoogheid had getoond te maaken op de Misiives en Cummisfien van de drie Hoofdireeden van Overvsfel zeer weinig te pasfe komen , daar dezelve voor dat die zaak Staatsgewyze was afgedaan en gearrefteerd, direcl aan de Heeren btaaten van Gelderland, en niet daar na aan Zyne Hoogheid, die aan de beveelen deezer laatften gebonden was, hadde behooren gefchreeveu en afgezonden of gedaan " Da°trdde"Heeren van de Ridderfchap hier meede deeze hunne Nadere Contra-Aanteekening zouden kunnen befluiten , indien de dcor yoorfz. Heeren Gedeputterdens voorgewende onkunde van de Wet of reeden waarom de meerderheid der Leden van Hun Edele Groot Mog. Vergadering zig m zulke omftandigheeden als zy Heeren Gedeputeerden gelieven af te fchilderen, zouden lasten binden om de  nov. STAAT EN OORLOG. 1735. 45 disfenfie en inconfequente handelwys van het een of ander Lid , en fpeciaal van de Heeren van de Ridderfchap die zig (quafi) met opziet tot het gezag en het honneur van Hun Edele Groot Mog, zo ongevoelig betoonen te zyn* Hun niet eenigzins noodzaakte,, om nog met een enkel woord op te merken, dat deeze Wet of Regul zyn grondflag vind in die onverbreekelyke Staats-maxime, dat geen zaaken of regten Unaniem gearrefteerd, en zodanig opgedraagen en geconcedeert, dat daarby een jus perfeEte acquifitum voor een derde is geconftateerd, en op de plegdgfte wyze , ja met folemneelen Eede , erflvlyk aan Hem. toegezegd , door eene Meerderheid aan hem kunnen ontnomen worden , vooral niet, zonder een volledig onderzoek en duidelyk bewys van zulke omftaqdigheden , die hem van die concesfie billyk en ha gronden van Kechtvaardigheid priveeren moeten , alzoo zonder deeze voorzorge alle gronden eener Kegeeringsform zeer gemaklyk kunnen worden ondermeind, en een weg tot allerlei gevaarlyke menees en Cabaleeringe opengefteld, zullende de Heeren van de Ridderfchap zich niet aantrekken de aan hun toegevoegde Epbithete van ongevoeligheid aan het gezag en honneur dezer Vergadering, als dergelyke taxatoire expresfien verre beneeden hunne Geboorte en Rang , als het eerfte Lid van Staat, (rellende, terwyl zy altoos begreepen heb» ben, dat deeze beide het meeste bevorderd en gehandhaafd zouden worden, wanneer Rechtvaardigheid en Billykheid, zonder drift, deszelfs befluiten regelen en bellieren, en zy zullen, dan meede zeer gaarne aan het oordeel van de onpartydige Natie overlaaten, in hoe verre met deeze waare gronden de voorfz. Surcheance van Zyne Hoogheids qualiteit' van Capitain-Generaal zal kunnen' worden gecompasfeert, zonder voor zig in dat Gezag en Honneur , 't welk uit zodanig beftuit op de voorfz. Heeren Gedeputeerden zoude nlogen redundeeren, te willen participeeren, maar zullen al 't zelve geheel en alleen voor de Rekening en verantwoording van dezelve Heeren Gedeputeerdens overlaten. » De  46 nov. ZAAKEN VAN 1786. D» Heer van Watfenaar, Heer van Star'renlurg heeft gedeclareerd niet te nebben geparticipeert in de deliberatie waar uit voorfz. Nader-Aantekening is geproüueert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam. Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende hebben de Contra-Aantekening cp den 26 der voorleede maand gedaan, ten kragtigfte geïnhsreert ; en tegen da vooriz. ^ader-Aanteekening van de Heeren van de Ridderfchap zodanige Nadere Contra-Aanteekening gereferveert, als geöordeeld zal worden te behooren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geïnhsereerd derzelver Diclara. toir op de Refolutien van den 22 en 28 September, 6, 18 en 26 O&ober laatstleeden gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Erielle hebben geïnhaereert derzelver Aantekening op de Refolutien van den 22 en 28 Sept. 6, 18 en 26 O&ober laatstleeden gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben geïnhasreert het advis van de Hkeren hunne . Principaalen , en derzelver Aantekening op de Reiolutïen van den 22, en 28 september 6, 18 en 26 O&ober laatstleeden gedaan. CCXXXIH.  nov. STAAT EN OORLOG. 2786. 47 CCXXXW. Requesten van Burgers en Ingezete~ nen van Schiedam, en Ingezetenen van 't Dorp van Kethel; en van Burgers en Inwooners van Giejèn in 't Land van Altena; met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mog., en tot dadelyke ProteElie der Ingezetenen van Hattem en Elburg; met betuiging van Hm Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mogende. In dato 30 Nov. 178Ó. Is geleezen de Requeste van verfcheide Burgers en Ingezetenen der Stad Schiedam, en de Ingezetenen der Dorpe van Kethel; waarby, met jullificacie van Hun Edele Groot Mog. Handelingen en Befluiten, ten opzigte van den Stadhouder, de Militie deezer Provincie en de overheerschte Steden in Gelderland en Utrecht genoomen, zich gereedelyk aanbieden, om met hun Goed en Bloed, ja alles wat hun dierbaar is , die Poogingeri en Befluiten van Hun Edele Groot Mog. in alle gevallen te onderdennen en verdeedigen ; en Hun Edele Groot Mog. te verzoeken, dat de Minderheid der Gelderfche Ridderfchap en Staatsieeden in derzelver Pogingen tot afweering van geweld, efficacieus te blyven fouteneeren ; de bedreigde Steeden van Utrecht, is 't nood met alle magt te verdedigen; en de ongelukkige llagtoffers van 't overheerschte Hattem en ülburg met 'er daad de kragtdaadigfte blyken van Protedtie te verkenen , breeder hierna geïnfereerd» Fiat Infertio. Als mede de Requeste van eenige Burgers en Inwoonders vau Gieslèu en den Landen van Altena, waar-  43 nov. ZAAKEN VAN t7W wtofHy uitboezemen de levendige gevoelens van dankbare erkentenis en verkuogtheid aan Hun Ed. ?• f a'fü  5* kov. Z A AKEN VAN 1786. verder zullen uitweiden, zig refpecWlyk refereerende tot de naar hunne gedagten bondige enwelgefundeerde adresfen van zoo veele notabele In- en Opgezeetenen van audere Steeden en Plaatzen deezer Provincie, welke met het zelve pligtmatig oogmerk de vrvheid genoomen hebben de Souveraine Vergadering van U Edele Groot Mog. te adieeren, maar U Edele Groot Mogende als hunne eenigfte Befchermers, eerbiedig nade- r'gadering , gehouden in Augusty en September laatst' leeden, hebben Haar Wel Edele Achtb. ingevolge hunne referve nodig ge'Cordeelt deeze nadere Aantekening ter Quartiers Vergadering te moeten ir. keveren. edele mogende heeren1 Wy hebben met de uiterfte verwondering ge» zien , dat U Edele Mog. met eene geringe meerderheid hebben kunnen goedvinden te concludeeren, en dus met concurrentie van dit Quanier ter Landfchaps-Vergadering eene Refolutie helpen arrefteeren , in fubftantie behelzende, om employ van de Militaire Magt tegens de Steden Hattem en Elburg te maaken, en dezelve goedwillig of kwaadwillig met Guarnizoen te voorzien, en verders den Hove te authorifeeren , om te Elburg tegens die geenen, welke zig zouden geöppofeerd hebben tegens 't afkondigen en affigeeren van 's Landsfchaps Publicatie dato 11 Mey deezes jaars te procedeeren, alles nochtans ongeprjejudicieerd de ordinaris Jurisdictie in gem. Stad van Elburg voor 't toekomende. Wy moeten drie voornaams zaaken in deeze Refolutie remarqueeren, als: 1. 't niet afkondigen en affigeeren dier Publicatie; 2. 't inleggen van Guarnifoen in Stemhebbende Steden; en 3. de Authori. fade op den Hove; — en dan voorts de gevolgen, welke uit gemelde Refolutie zyn gefproten, itortelyk aanhaalen; — doch, alvorens hier toe overtegaan, moeten wy vooraf U Edel Mog. onder 't oog brengen , dat deeze Extraordinaire Landsdag was uitge» fchree-  6o nov. ZAAKEN VAN fchreeven , wegens een Subfidie voor de W. I. Comp., en dat volgens Landfchaps Refolutie, dato 9 ücïober 1660 op Extraordinaire Landdagen niet mag voorgenoomen of verhandeld worden , dan waar over de uitfchryving is gedaan , zonder dat ons hier tegen kan worden geobjicieerd , dat die Refolutie meesten tyds niet in acht genomen is, dewyl dezelve niet geabrogeert zynde , zekerlyk werken moet, zodra zy door een Lid van Staat wordt gereclameerd, 't geen op deezen Extraordinairen Landsdag, zo door de menigvuldige Protesten , als 't overneemen van zaaken door deezer Stads Gecommitteerden maar al te klaar gefchied is, en welke overneeming buiten dien altoos in Detellge gevallen der Steden Gezanten dient vry te ftaab, om op dezelve de intentie hunner Principaalen , zo lang die niet weeten welke Poindten op een Landdag zullen voorkomen, te verdaan. De voorbeelden daar van zyn , ook zo voor als na 't fluiten der Unie, te menigvuldig , dan dat wy 'er eenige van aan U Edel Mog. zouden behoeven voortedragen; 't ligt ook in de natuur der zaake, ten zy men Kidderfcbap en Steden Gezanten 7 en niet Ridderfchap en Steeden voor de Staaten van deezen Furflendom en Graaffchap wilde houden. Het is ook uit dien hoofde, Edel Mog. Heeren, dat wy op deezen Voorjaars-Landsdag infteerden, dat aan ons voortaan de Poindten van uitfchryving mogten werden toegezonden, om daar op in onze Vergadering te kunnen delibereeren; doch tot ons leedweezen moesten Wy ondervinden, dat die Propofitie is afgeflagen, zelfs door Leden, die 't zelfde belang met ons daar in hebben, welke wy echter hoopen en vertrouwen , dat by eene nadere overweging met ons zullen inftemmen , ten einde wy 't effecT: van eene zo billyke Propofitie mogen erlangen. En hiermede dan overgaande tot de redenen van ons Protest tegens gementioneerde Refolutie , zo willen wy in de eerlte plaats omtrent de Publicatie en AffiÊcie, als zynde de oorfprong van een Epo.  nov. STAAT EN OORLOG. 1786. 61 Epoque, waarvan geen voorbeeld in de gefchiede. nis deezer Republiek te vinden is, ïemarqueerent dat 't wel eene ontwyffelbaare waarheid is , dat , na afzweering van den laatlten Hertog, de Souvereiniteit wordt uitgeoeffend door de Staaten deezer Provintie, zynde Ridderfchap en Steden ; doch even zo zeker'is 't ook, dat die Staaten met geene meerdere magt zyn bekleed, dan de Voorvorsten, welke by hunne inhuldigingen de Privilegiën moes» ten bezweeren, tot welker maintien de Leden mal. kander ook altoos de hand geboden hebben ; uitwyzens de menigvuldige verbonden , zo tusfchen Ridderfcjfap en Steden , als- Steden onder malkander , zecfert den jaare 1343, tot in deeze Eeuw toe gefloten. Een blyk , Edel Mogende Heeren, hoe men altoos omtrent 't Poinft van, Privilegiën gedagt heeft. By 't fluiten der Unie van Utrecht is ook uit dien hoofde wel uitdiukkelyk bedongen : „ dat „ een iegelyke Provintie en die particuliere Ste. 5, den , Leden en Ingezetenen van dien zou gehandhaaft worden by haar luider fpeciale ende ,, particuliere Privilegiën , Vryheden , Exemtien , Regten , Statuten, loffelyke en welhergebragte „ Costumen, Ufantien, en allen, anderen haar lui,, der geregtigheden." — Zynde 't ook , volgens redenen, rechten en refolutien, evident, dat in Privilegiën geene overftemmiug plaats heeft. Waar uit dan volgt, dat de Heeren Staaten niet Souverain kunnen gebieden in de Jurisdictiën der Steden, maar zig moeten fchikken naar Privilegiën, Vryheeden, Voorrechten, en wel hergebragte Gewoonten van ieder Stad , en zelfs verbonden zyn ; die te helpen handhaaven, en dus ook niet de Steden , die 't recht hebben haare eigen Wetten te maaken, buiten derzelver toettemming kunnen opdringen eenige Ordonnantiën voor haare IngezeeteI nen, en mits dien ook niet coultringeeren tot het Publiceeren derzelver; zynde de voorbeelden, dat de Steden zig buiten zodanige Staats-Refolutien zouden gehouden hebben, menigvuldig, zo als onder I 1  02 nov. ZAAKEN VAN i?86. der anderen de Ordonnantie op de Testamentmaaking uitwyst. Ook zullen de Regeeringen der Steden deezes Quartiers buiten twyfel in derzelver Registers vinden, hoe zy in de Jaaren IÓ75 en ióbo omtrent de Placaten op 't (tuk van de Jagt gedagt hebben. Uit de Recesfen blykt het, hoe dit Q^uartier zig in den jaare 1750 gedragen heeft omtrent 't Placaat wegens 't houden van Kermisten; en geeven de Retruadta deezer Stad ons diverfche voorbeelden aan de hand, dat Publicatien of geheel zyn gefeponeert of met veranderingen gepubliceerd; alle welke gevallen fpecificq aantehaalen, deeze Aantekening te wydlopig zou maaken. 't Contleert hier uit genoeg, dat men thans een geheel ander Systema fchynt te willen invoeren, waar tegens 't ons voorkomt hoogtyd te zyn, dat de Steden malkander maintineeren; 't ligt ook in de reden, Edel Mog. Heeren! dat eene Ordonnantie, welke op de eene plaats allernuttigst is, op eene andere contrarie effecT: kan hebben, en dat niemand beter, dan de Regeering, onderrigt kan zyn, wat dienftig voor haare Stad en Burgery is. . Wy zullen ons thans niet elargeeren, Edele Mog. Heeren' in hoe verre dit alles omtrent Elburg, op de bewuste Publicatie, dato 11 May dezes jaars toetepasfen is. Het is U Edel Mog. bekend, dat dit point niet onderzogt is, maar dat men ten eerden tot de wapenen zyn toevlugt heeft genomen, en die Mad, als mede die van Hattem, armata manu genoodzaakt Guarnifoen intenemen. — En dus overgaande tot 't tweede point, vermeenen wy, dat, „ dewyl het 7 Art. van de Unie van Utrecht liatueert, dat de grensfteden en' ook andere des *' noods gehouden zullen zyn te ontfangen, zodanige bezettingen, als de Vereenigde Provintien, by Rade van den Stadhouder der Provintie , V daar de bezetting gelegt zal worden, goedvinden en haar belasten zullen;" de ablolute verplignng tot 't inneemen van Guarnifoen zig alleen bepaalt tot de Grensfteden, en dat dezelve zig, met opzigt tot de anderen, niet verder uitftrekc ais des noods.  nov. STAAT EN OORLOG, 1786. 63 't geen onzer 'er achtens in geenen anderen gezonden zin kan uirgelegE worden, dan wanneer de nood tegens den gemeenen Vyand zulks vereischte, en dat mitsdien de Steden Hattem en Elburg, daar die nood niet voorhanden was, en welke niet als Grensfteden kunnen aangemerkt worden , volgens dien articul geen Guarnifoen behoefden inteneemen, Hoe kiescti de Steden ook altoos zyn geweest op 't inneemen van Guarnifoen , blykt uit de Jnftrudlien aan den Graave van den Berg, Nieuwenaar, Prins Maurits, Fredrik Hendrik en Willem den Tweeden H. Loff Mem. gegeeven, waarby zo uitdrukkelyk wordt bepaald dat dezelve geen Guarnifoen in de Steden zouden leggen , als met confent van den Magiftraat. Nog nader is op de groote Vergadering in 1651 bepaald, dat geen Compagnien ofte Volk van Oorloge , 't zy te water ofte te lande gaande, binnen eenige leflote Sleden van de voornoemde Provintien zouden mogen komen, omme door dezelve te pasfeeren, zonder kennisfe van de R&fpeëtive Magiftraten van dien, maar dat dezelve buiten de voornoemde Steden zouden moeten bly. ven leggen, en van haare aankomfle advertentie geeven aan dc gemelde. Magiftraten, den welken, zo haast doenlykf ordre zouden geeven, om 't voornoemde Volk, zy door de Steden, of buiten om dezeiven, te doen pasfeeren , zulks zy goedvinden zouden te ordonneeren, welke order 't Volk van Oorloge gehouden zou zyn precifelyk te agter volgen. Waaruit duidelyk confteert, dat een Magiftraat, welke ongehouden is Militie door te laten pasleeren, en dus dezelve geen ogenblik binnen hunne muuren te laaten, niet verpligt is dezelve tegens hun wil in Guarnifoen te neemen. Waar mede wy vermeenen, dit point te hebben afgehandelt, en over te kunnen gaan tot de verleende Authorifatie op den Hove. Wy behoeven ons hier over niet ampel uittelaa. ten, Jt Is te bekend, hoe over 't jus de non evocando (door de Groot, in zyne Apologie, zo omihmdig verhandelt, zo voor als na de Unie gedagt is; 't ware te wenfchen, dat er geene Voorbeelden van inbreuk op  64 fcotf. ZAAKEN VAN i?864 op dit heilig Privilegie in 'sLands Gefchiedénisfen ie vinden waren ; want, offchoon men mogelyk hier tegens zou willen aanvoeren , dat zulks niet anders gefchied, dan voorbehoudens de Crimineele Jurisdictie voor 't vervolg, zo is echter 't onttrekken der Ingezetenen van hunnen dagelykfchen Rechter en de Judicature over dezelve by delegatie aan 't Hof optedragen, niet te palüeeren, veel min te redresfeeren, dooreen aüe de non prajudicando voor 't vervolg, welke acles zeer goed zyn, wanneer eene Regering met haar wil iets afftaat, opdat daar uit voor haar in 't vervolg geen nadelige confequentie werde getrokken ; maar dezelve iets tegens haar wil optedringen, onder zodanige relerve, zo als in dit geval gefchied is, kan met anders geconfidereert worden, als van de gevaarlykite ge. volgen voor der Steden Jurisdictiën; vermits ieder derzelver als-dan dagelyksch bloot ftaat, om door eene meerderheid , hoe gering dezelve' ook mag wezen, temporeel, doch echter telkens by vernieuwing, en zo dikwils als men goedvind, van zyne voorrechten ontzet te worden , waardoor dan die voorrechten op losfe fchroeven geilek, en niet anders dan als chimericq zouden kunnen befchouwt, en dus totaal infruftueus en den bodem ingeflagen worden. De gevolgen, welke daar uit geiprooten zyn, beftaan, (behalven een buiten voorbeeld verleende generaale authorifatie op den Hove) in im». portante kosten voor deeze Provintie , zo tot employ der Militairen , en 't gebruik der Ammunitie, als 't provifloneel in befolding neemen van de Guardes Dragonders , in welk alles dit Quartier haar quota zou moeten contribuëeren, en dewelke dus als pointen van bezwaar by overitemming ook niet hebben kunnen geconcludeert worden. Men kan hier nog byvoegen de generaale gisting in de gemoederen van de Ingezetenen dezer Republicq, ja een ongenoegen van onze Bondgenooten, waar uit te vreesen üaat, dat de banden der Unie, waardoor onze Republicq tot nu toe zo gelukkig by haar voorfpoed bewaard is , zullen worden verbroked. r Het  *o* • STAAT EN OORLOG* 1786b 6$ Het is dan, zo tot confervatie van de Privilegiën der Steden, waarvan deeze stad nooit vry wij lig ™. reiaxeert heeft en welke wy ons tot een pligl fe. kenen , ongelchonden aan de NakomelingfehL te moeten overgeeven , als uit aanmerking der gevolgen, welke te vreezen waren uit deeze refolutie te S",^»' » wy onze Gecommitteerden fpeciaal gelast hebben tegens dezelve, als zvnde een volkomen inbreuk pp der Steden Privilegiën en zo bezwaarend voor haar, als integrerende Le! den van Staat, te protegeren \ en nocdig gevon. den, de redenen van dat protest by deezen nad?r aan. ü Edel Mog. voor te draagen, declareerende dat wy de by Meerderheid genlmene refXie houden voor informeel, als ftrydende tegen de gronden der Regeering, en dezelve met alle de kof en eï gevolgen, daaruit voortgevloeid, en nog voorttevloenen laatende voor reekening van die Leden, weiken daartoe geconcurreerd hebben, — mCt ver zoek, dat deeze onze nadere aanteekening tot onze* decharge ten recesfe mag worden geinfereerd. CCXXXVI. Request van 400 Burgers en Ingezetenen van 's Gravenhaage, met een Declaratoir hunner gevoelens voor Bun Edele Grooe Ihogende, nopens de direBie van den Stadhouder en om Zyne hooge Charges iè bepaaleu, als meede tot dadelyke Prote&ie der Ingezetenen van Hat. tem en Elburg ; met betuiging) van Hun Edele Groot Mag, gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Huti Edele Groot Mogende, In dato 1 Dec. 1786, Ïs geleezen dé Requeste van een aantal Bur°-ers vYvugre.eter11 van'sG"vénhage, waarby nt* AAAVi. D JE lik. Ê * Ue.  66 dec. ZA AKEN VAN 1786. betuiging hunner dankbaarheid aan Hun Edele Gr. Mogende, voor hoogstderzelver onophoudetyke Waakzaamheid tot beveiliging van een Vry Volk tegens een onbepaalde Heerschzugt, voordragen de Directie van den Stadhouder, en verklaaren hunne ftandvastige getrouwheid aan Hun Edele Groot Mogende , aan de iïeve Vryheid en aan 't dierbaar Vaderland; verzoekende Hun Edele Groot Mogende den Erf-Stadhouder in Zyne hooge Charges te bepaalen als by de Requeste is gedetailleert; en hunne Vryheidlievende Mede-Burgers van Hattem en Elburg met de daad in Hun Edele Groot Mogende Protectie te neemen, en het effect derzelve in hunnen uiterften nood te doen genieten , breeder hier ua geinfereert. Fiat lnfertio. Waar op gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende, met opzicht tot de Sentimenten door de Supplianten voor Hoogstdezelven gedeclareert , ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mogende , zo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland in de voorfz. Requeste gemanifesteert, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de regt Vaderlandfche verklaring der Onderteekenaaren van het zelve, goedgevonden en verftaan, de voorfz, Requeste ten dien opzigte, vermits daar omtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aan te neemen •voor Notificatie, en zal daarvan Copie ten behoeve der Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver informatie, zullende dezelve Requeste, met opzigt tot den verderen inhoud, worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. De  dec. STAAT EN OORLOG. 3786. 6> De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben tot het eerfte Lid der voorfz. Refolutie, zo als dezelve is leggende, niet geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , hebben zig in de voorfz. deliberatie niet in^elaaten. Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West' vriesland» Geeven met verfchuldigden Eerbied te kennen de Ondergeteekenden, alle Burgers en ingezetenen van 'sGravenhage; Dat zy Supplianten, ftetds bezield zynde met ongefchonden trouw en blaakende liefde vo'or het dierbaar Vaderland , zig verplicht achten om in dit hagchelyk tydsgewricht, 't welk, hun's bedunkens, het heil of dea val van dit Gemeenebest beflisfen moet, hunne gevoelens onbewimpeld, gelyk het een vrygebooren Nederlander past, aan den dag te leggen ; Dat zy ten dien einde in de eerfte plaats hunne eerbiedige dankbaarheid aan Uw Edele Groot Mog. moeten betuigen voor de onophoudelyke waakzaamheid, welkeHoogstdezelven betoond hebben om een Vry Volk voor de gemanifesteerde onderneemingen eener onbepaalde Heerschzucht te beveiligen , en bet behoud onzer Provincie , aar» het welk dat der geheele Republicq verknocht is, te ftaaven door de krachtdadige befcherE a ming  68 dec. Z A AKEN VAN 1-86, ming van haar eerfte en dierbaarfte Steunpilaar , de Vryheid. Dat deeze zelfde grondbeginzelen de Supplianten nooozaaken aaD Uw Edele Groot Mog eerbiediglyk voortedraagen, dat de gehoude Direftie van den Stadhouder hen reeds zedert eenige jaaren , en veel meer nu ten hoogften verderffelyk voor het welzyn deezer Êepubiicq heeft toegefcbeenen; want zonder in discusfte te willen treeden van alle de zoo geweldadige als geheime aanflagen , welke door denaelven zedert het begin van denfchandelyk gevoerden Engelfchen Oorlog tot heden toe tegen 't litve Vaderland gefuieed zyn , en wier doelwit alleenlyk gemist is door de beftuuring der weldoende Almacht, welke fteeds de God der Vryheid en de Redder van Nederland geweest is , en onder Deszelfs zegen, door de wyze en cordaate befluitets van Uw Edele Groot Mog. heeft de laatfte onderneeming van den Stadhouder tegens de getrouwe en Vryheidlievende Ingezetenen van jHattem en Elburg ingericht, der Supplianten harten met ontroering vervuld, daar zy herdenken , dat die Staats-Dienaar, welke aan her Opperweezen en Neertauds Volk gezwooren heeft de Vryheid en Privilegiën io ons Gemeenebest te zullen handhaven en befciiermen , de aan hem gedefereerde Charges misbruikt, en dien geheiligden lied gefchonden heeft, in zoo vene, dat door deszelfs toedoen, en om deszelfs belang alleen, het vernielend vuur van den Burgerkryg in 't hart van ons Vaderland ontvlamd is, 't geen door de Mannelyke en Burgerlievende Beftuiien van Uw Edele Groot Mog wel zo vene gedempt is, dat het Neerlands Staat nog niet in volle vlam heeft kunnen zetten , doch' het welk echter noch onder de aslche ligt te fmeulen , en welligt, door de verdervende hand  dec. STAAT EN OORLOG. 1786. 69 band eens Dwingelands of van den fnoOden aanhang zyner Geweldadige Medeftanders aangevuurd, het weleer bloeiend en gelukkig .Nederland zo mie kunnen verteeren. En hoe lang immers, Edele Groot Mog. Heeren . is die zelfde Stadhouder de liefde en wellust der Natie geweest? Immers van zyn geboorte uur af tot dien rampzaligen tyd, in welken overtuigend gebleeken"is, dat hy, wel verre van het welzyn van deezen Staat voorteftaan, den gezwore Vyand van dmzelvtn, onzen meineedigen Geloofsen weleer Bondgenoot, in de hand werkte, zyne eminente Charges niet flegts verzuim* de maar ook ten kwaade aanwendde, en eindelyk om dit zwart tafereel te volfooijen, aanleiding gaf om het Vaderlandscb bloed in ons onderdrukt Gemeenebest door een bin» nenlandfchen oorlog te doen ftroomen. De Supplianten moeten ten befluiten nog aanmerken, Edele Groot Mog. Heeren, dat deeze Reildentie-plaats van Uw Ede'e Groot Mog. veelvuldige maaien ontrust is geworden door de yverigfte aanhangeliogen van ' den Stadhouder, zonder dat dezelve immer zyne afkeuring, van een diergelyk oproerig gedrag betoond hebbe , ja zelfs integendeel hunne woeste en muitzuchtige pogingen ter Vergadering van üw Edele Groot Mogende openlyk verontfchuldigd , en met den naam van eene onfchuldige Frohjkheid beftempelt heeft. De Supplianten ontveinzen dus geenzints den diepen indruk, welken de Sentimenten en het gedrag van den Stadhouder op hen gemaakt hebben, vermeenende als getrouwe Ingezetenen verplicht te zyn , dezelve met behoorlyken eerbied aan U Edele Groot Mog. 4voortedraagen , zig wyders verzekerd houdende, dat hunne gevoelens by de faate nakomelingfchap z-illen gerechtvaardigd worE 3 den,  7o dec. ZAAK EN VAN i?86. den, en erkend als blyken van hunne ftandvastige getrouwheid aan U Edele Groot Mog., aan de lieve Vryheid en aan het dierbaar Vaderland. Weshalven de Supplianten zig keeren tot ü Eüele Gtoot Mogende, eerbiedigiyk verzoekende; dat het Hoogstdezelven, als Vaderen des Vaderlands, welke voor het oog des Almachtigen aan het zelve trouw gezwooren hebben, en tot heil der Vryheid , Vertegenwoordigers van een Vry Volk «yn, behaagen moge , den Erf-Stadhouder in die hooge Charges, welke hy geduurende een reeks van Jaaren tegen Eed en Plicht ten verderve van het geduldig en te lang verdrukte Nederland, heeft aangewend, zodanig te bepaalen , dat hem , voor wien het beste en verlichtfte gedeelte der Natie alle liefde en vertrouwen verlooren heeft, en die reeds nu zyne ttraffe in de harten van alle Burgeren zo wel als in zyne gewisfe vind, alle macht beiomen Wcrde om 't lieve Vaderland nog dieper in dien poel van rampen te doen zinken, in wien het zelve door zyne Directie uit een bloeiende gelukltaat gtftort is, en dat Hoogstderzeh er alomberoemde Wysheid en Vaderlandsliefde de noaige maatregulen tot dat gewenscht einde beraamen mogen. *.n aai het Uw Edele Groot Mog. wyders volgens Hoogstderzelver bekende Rechtvaardigheid, goecte trouw en plechtige belofte, behaagen rroge de onfchuldige ilachtofFers van d»o Stadhouder, onze Vryheidlievende medebroeders, welke om zynen't wille uit HatLem en Elburg moeten vluchten, en van alle hunne bezittingen beroofd, en door den arm des gewelds, die flavinne van het Despotismus, zyn uitgeplundert en tot de bitterfte ellende gebracht, met de daad in Hunne Hooge Pfoteétie te neemen en Hen het heuchelyk effeö; derzelve in hunne uiterfte nood te !  dec. STAAT EN OORLOG. 17S6. 71 te doen genieten , ten einde het aan geheel Europa moge blyken , hoe geheiligd het woord van onze geëerbiedigde en geliefde" Souveraine Reprsfentanten zy: hoe dezelve fteeds voor de belangen der Vryheid en des Vaderlands en het heil hunner Ingezetenen waaken, en hoe zeer Hoogstdezelve de hoogagting en onwankelbare getrouwheid van een Vry en dankbaar Volk waardig zyn. 't Welk doende &c. CCXa'XVII. Rapport omtrent het gebruik der Wapent boven de Placaten en Puhli, catien van Hun Edele Groot Mog. en Gecommitteerde Raden, enten aanzien der busfen die de Bodens deur Prountie dragen; ah mede tot informatie by Gecommitteerde Raaden nopens de Sauvegarde van de Postwagens tus/chen Amfterdam en den Haag, In dato 1 Dec, 1780. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het Groot Befogne , ingevolge en ter voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 28 September 1785, meten benevens de Heeren Gecommitteerde Raaden , hadden geëxamineert, welke nadere voorziening behoorde gedaan te worden omtrent het gebruik der Wapens boven de Placaaten en Publicauen van Hun Edele Groot Mog. en derzelver Gecommitteerde Raaden; mitsgaders ten aanzien van de Êusfen, t die door de Boodens van deeze Provincie doorgaans gedragen worden; als metde de retroafttve ConlIderatien door gem. Heeren Gecommitteerde Raaden E 4 in  fa dec. ZAAK EN VAN in het Befogne van den 15 December 1785 daar op, geëxteibeert. En dat zy Heeren Gecommitteerden niet hebbende kunnen ontdekken, dat het geen actueel met relatie tot de Busfen van de Bodens en de Wapens boven de Placaaten en Publicatien plaats heeft, voor zoo verre het Wapen van den Heer Stadhouder daar in gevonden word, op eenigerhande expresfe Sanfti© of "Refolutie van Hun Edele Groot Mog, zoude berusten, en daar en tegen volkomen overtuigd zynde, dat noch den aart der zaak, noch de betrekking, welke de qualiteit van Stadhouder op eene Provincie geeft, het voorfz. gebruik eenigzins kunnen weldoen, maar dat het zelve in tegendeel moet worden aangemerkt als geheel en al ftrydig met eene gepaste welvoeglykheid, en regt gefchikt, om, het zy diredt, of ten minfte voor het oog der Natie, her, ■wettig gezag van den Souverain te verminderen, derhalven op grond der gemanifesteerde principes, in Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 28. September 1785 vastgefteld , niet hadden kunnen nalaaten het voorfz. gebruik te confidereeren , als een volltrekt misbruik, 't welk, wel verre van eenigzins te kunnen worden gelegitimeerd, integendeel, vooral in een tydftip, gelyk thans plaats heeft, een fpoedig en geheel redres vereischt. Dat zy Heeren (j'ecommitteerden hierom van gedachten zouden zyn, dat Hun Edele Groot Mog. zouden behooren te refolveeren , dat van nu voortaan boven alle Placaaten, Publicatien, Ordonnantien en andere Stukken, die gewoonlyk met het Provinciaal Wapen worden voorzien, het zy dezelven worden geëtrjaneert van wegens Hun Edele Groot Mogende, of van Heeren Gecommitteerde Raaden, wanneer dezelven worden gedrukt , geplaatst zal moeten worden het Wapen van Hun Edele Groot Mog. zynde den Tuin met de Wapens van de Steden omzet, en houdende de Leeuw alleen het Wa^ pen van Hun Edele Groot Mogende in deszeis linker klaauw, zoodanig als 't gem. Wapen voor den Jare ^47 is gebruikt geweest: Als.mede, dat, voor zoo,  dec. STAAT EN OORLOG,, 1785. 73 veel de Busfen der Bodens van deze Provintie aangaat , dezelven alleen zullen moeten beftaan uit het Wapen van deze Provintie, en dus met weglaating van dat van den Heer Stadhouder, 't welk zich thans boven het ztlve geplaatst vind. En dat Heeren Gecommitteerde Raaden zouden behoren te worden verzogt , om hier aan niet alleen eene fpoedige executie t? geeven, maar teffens ook zorge te dragen, dat de alzoo gemanifesteerde begeerte van Hun Edele Groöt Mog. on geenerley wyze wierde geëludeerd. ■ Dan dat zy Heeren Gecommitteerden by de behandeling en 't onderzoek der voorfz. twee Pointen , fpeciaal gelet hebbende op de zoo ftellige als billyke maxime van Hun Edele Groot Mog ' in Hoogstderzelver Refolutie van den 28 September 1785 vervat, dat namentlyk, alle inkruipingent die of direct, of ten minjien voor 't oog der Natie ftrekken kunnen, om 't wettig gezag van den Souverain te verminderen, nimmer kunnen worden gelegitimeerd, maar dat in .t byzonder in de tegenwoordige gefteldheid van ty den eene verdubbelde attentie vetetscht word, om alles, wat daartoe maar aanleiding zoude kunnen geeven, zorgvuldig te vermyden, ten einae dus zoo veel te beter de autlotiteit van den Souverain te handhaven , en alle denkbeelden , als of de OpperJie Magt maar gedeeltelyk by 'sLands Staaten berustte, by een ieder ajitfnyden; door de algemeenheid dezer (telling, en de applicatie daarvan ook op andere gevallen , zig gedrongen hadden gevonden, om de attentie van Hun Edele Groot Mog, in '1 byzonder ook te bepaalen tot de materie van Sauvegarde , naar dien het fcenneJyk was, dat binnen deze Provintie hier en daar openlyk tekenen vertoond wierden van eene Sauvegarde van den Heer Stadhouder , fpeciaal , onder anderen, ten aanzien van de Postwagens, tusfchen de Stad Amfterdam en 'sHage rydende , offchoon dezelven jouisfeerden van een expres Octroy van Hun Edele Groot Mog. en bovendien van wegens Hoogstdezelven m vroeger tyd eene Sauvegarde hadden ontvangen, dan welke naar 't fchynt aan die van den E 5 Heer  74 dec, ZAAKEN VAN 1786. Heer Stadhouder eene plaats had moeten inruimen; terwyl het egter was voorgekomen, dat diergeiyke uitwendige en in 't oog loopende daaden, volftrekt behoorden te worden te keer gegaan , ten waare een genoegzaame grond van wettigheid voor dezelven kon worden gevonden; dan welken zy Heeren Gecommitteerden volmondig verklaaren moesten, noch in de Refolutie van den Souverain, (van wien evenwel deze magt alleen kan afkomen) noch in den aart van 't Stadhouderfchap, in 't minst te hebben ont- deEn dat zy daarom zig niet hadden kunnen dispenfeeren, van aan Hun Edele Groot Mog. in bedenking te geven, of Hoogstdezelven niet zouden kunnen goedvinden , om door Heeren Gecommitteerde Raaden de nodige Informatien te doen neemen naar de openlyke vertooningen van Sauvegardes van den Heer Stadhouder, binnen deeze Provincie plaats hebbende , mitsgaders naar den oorfprong daar van en de gronden waar op dezelven berusten, en van dezelve Heeren tefTens te verzoeken derzelver Confideratien en Advis, ten aanzien van de voorziening , die met betrekking tot het verkeerde, dat in deeze zoude mogen blyken plaats te hebben, gevoeglykst tot maintien der hoogheid van den Souverain, door Hun Edele Groot Mog. zoude kunnen worden gemaakt en in 't werk gefield. „ , Waar op gedeliberecrt en Copie van het voorfchreve gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen om het zelve in de Ordre nader te examineeren, als meede door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gouda, Brielle, Hoorn. Enkhuizen, Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, is de finaale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. CCXXXVlIf.  dec. STAAT EN OORLOG. 1786, 75 CCXXXVIII. Rapport en Refolutie op een Misfive en Refolutie der Staaten van Zeeland , concerneerende een nader vastgefleld plan tot verbeetering der DireÜie by de Oost-Indifche Compagnie; aanfchryving aan de Hol» landfche Kameren om de Kamer Zeeland , zonder concurrentie tot gemelde plan met geen penningen te adfifieerent qualifieatie op Gecommitteerde tot het Perfoneel Eefogne, om van Bewindhebbers tot het vyfde Deüartement verfiag te requireeren van '/ geposteerde in de byeenzynde Vergadering van Zeventienen. In dato 1 Dec* 1786. De Heeren de Gyfelaars van Berckel, van Wyn en Nederburgh, Penfionarisien der Sleden Dor» drecht, Amlteldam, Gouda en Rotterdam, en ten deezen vervangende den Heer Ryfer, Secretaris der Stad Alkmaar, met den Raadpenlionaris, als by Hun Edele Groot Mog, Refolutie van 4 Juny 1783 tot de zaaken van de Oost-Indifche Compagnie ge. committeerd , uit kragte van Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 17 Mey deezes Jaars 1786, geëxamineerd hebbende de Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland , gefchreeven te Middelburg, den 8 te vooren, waar beneevens aan Hun Edele Groot Mog. laaten totkcmen een Copie der Refolutie ten zeiven dage in Hoogstderzelver Vergadering genoomen , inhoudende allegatien tot reedenen van bezwaar tegens Hun Hoog Mog. Refolutie van 17 February van 't zelfde Jaar, waar by een nader Plan tot verbeetering van de directie by de Oost-Indifche Compagnie is vastgefleld ; breeder onder de Notulen van gemelde 1.7 Mey geïnfereerd : hebben ter Vergadering gerapporteerd ; dat zy Heeren Gecommitteerdens ten over»  76 dec. ZAAKEN VAN 1786, overvloede , en hoe u er van het tegendeel overtuigd, hadden gemeend te moeten nagaan, of het genoemde Plan, met er daad in zig bevatte zoodanf» ge grieven, als by voorfz. Misfive, byzonder by de gemelde Refolutie, zyn voortjeiteld. Dat by voorfz. Refolutie het Oétroy van de OostIndifche Compagnie word voorgelteld als tweederley poiinen bevattende, waar van fommige relatief zyn tot de ordre en pol'tie, &c Waar op de onder- fcheidene Reederyen zig tot een lighaam nebben willen te zaamen voegen; — en de anderen tot At Voorregten uit de enkele gumt van Haar Hoog Mogende afvloeijsnde^ Dat aan Hun Heeren Gecommitteerden de reedenen , van die diflinflie niet was gebleeken , alzoo by de voorfz. Refolutie niet wierd geklaagd over de verhindering van eenige Voorregten , aan de MaaHciiappy in het gemeen, by het Oclroy gegeeven: — in welk geval alleen, met reeden zou hebben kunnen worden gefustineerd, dat, geduurende den ku'p van het zelve zulks nog konde, nog mogte gefchieden; en dat zy Heeren Gecommitteerden dienvolgens zig dan ook alleen zouden bepaalen tot de bovengemelde poinften van Ordre en Politie. — Omtrent welke zy in het generaal moesten remarqueeren , dat de Heeren Staaten van Zeeland poi'eerende, dat daar in door den Souverain van een Vry Land, even zoo min verandering zoude kunnen worden gemaakt, als in conditiën van Asfociatien van een particulier Cornptoir, dan ook hadden behcoren aan te toonen de onbevoegdheid van een Souverain, om, ziende, dat een lighaam van die uirgeftrektheid, en van dien invloed voor het belang van de gautfche Republicq, als is de Oost-Indifche Compagnie , en dat buiten ftaat was , zig langer ftaande te houden , zonder den onderftand , die door derzelver beftierderen , van den Souverain verzogt wierd, —• dien onderltand toetezeggen, en te verieenen op zoodaanige conditiën, als Hy tot beter in (hndhouding van dat lighaam oordeelt te behooren» Dat  dec. STAAT EN OORLOG. t7B6. 77 Dat Heeren Gecommitteerden zig verbeelden dat ieder particulier, om adfjftentie van penningen wordende aangefproken, een gelyk regt heeft. Dat dit te meer plaats heeft in zoodaanige gevallen, waar in geen wezendiyke veranderingen in het Conlfitutioneele van zoodaanig lighaam worden geïntroduceerd , en byzonder, wanneer verre het grootite gedeelte der Geinteresfeerden zig die veranderingen laatea welgevjlen , gelyk die der Hollandiche Kameren , of drie vierdens der Geinteresfeerdens zig tegens deeze veranderingen niet hebben geoppoieerd. Dat het wel waar was, dat door de Kamer Zeeland , daar tegen deeze en geene zwaarigheden waren en nog wierden gemoveerd , en zeifs door de Heeren Staaten dier Provintie nader aangedfongen; — dog dat het zeer fingulier moest voorkomen, dat dit gefchiede door een Kamer, die al zedert zeer veele Jaaren een zeer importante fom van penningen , zelf ter montant van eenige Millioe. nen , aan een der Hoilandfche Kameren fchuldig was, en die zonder het genot van die penningen, en dus indirect, zonder de hulp van Hun hdele Groot Mog. reeds lange zoude hebben moeten ophouden met betaalen ; daar men in tegendeel veel eer had mogen verwagten, dat de Heeren Staten van Zeeland, dia ten voordeele der generaale OostIndifche Compagnie, zoo hier te Lande, als voor Indien, genoegzaam niets in vergelyking van Hun Edele Groot Mogende hebben verftrekt eei i^e deference zouden hebben betoond voor het begrip van die hunner Bondgenooten , door wier krachtdaadige hulp en byltand dat Heerlyk Gebouw der Oosulnd, Compagnie tot op deezen dag is liaan de gebleeven. Dat zulks na de gedagten van Hun Heeren Gecommitteerden , te meer reflectie verdierde, wanneer men gewaar wierd, op welke min foiide gronden de contradictie van de Hoeren Siaten van Zee. land berustede. Dat die gronden , naar de gedagten van Hun Hee-  ?g dec. ZAAKEN VAN 1786. Heeren Gecommitteerden konden worden gebragt tor twee Hoofdgronden; Foor eerst, dat de Comp. was opgengt naar eene behooriyke evenredigheid, welke door dit plan zoude worden verbroken. En in de tweede plaats, dat de nu gemaakte veranderingen uitliepen ten nadeele van Hoofdparticipanten, zoo beëedigde als anderen ; en wel geduurende den loop van een geobtineerd Oftroy. Dat gelyk Heeren Gecommitteerden, met opzigt tot het eerfte point, volkomen advoueerden, dat by de oprigting van de Oost-lnd. Compagnie een zekere — offchoon geene volftrekte evenredigheid was in het oog gehouden, met opzigt tot de Vergade. ring van Zeventienen — tot welke 8 Rewindhebberen van de Kamer Amfterdam, 4 uit de Kamer van Zeeland, — en uit ieder der vier overige Kameren één Heer, en de Zeventiende, of door Zeeland , of door een van de Kafneren uit het Zuiderof Noorder-Quartier, maar nooit door Amfterdam worden gecommitteerd; - Zy integendeel vermeenden , dat men die zelfde eevenreedigheid te vergeefs zoude zoeken in 't getal van Bewindhebberen in ied-ir Kamer, daar men, om hier van overtuigd te zyn, het oog flechts had te vestigen op he> 25 Articul van het eetjte O&roy van 20 Maart 1Ó02, alwaar dienaangaande geene proportie word gevonden tusfchen de Kamer Amfterdam, die de helft, Zeeland, die een vierde, — en de vier onrige Kameren, welke te zaamen een vierde in de Compagnie h e. rideercn; waar uit dan ook, na de gedachten van hun Heeren G.committeerden, alleszints manitesc was, dat die eevenreedigheid niet daar zynde, dan ook niet kon worden weggenomen, d^or een vermeerdering in het getal van Bewindhebberen in de afzonder'yke Kameren', en welke vermeerdering, zelfs Baande het Oftroy, geen nieuwigheid is. Dat de Heeren Staaten van Zeeland deeze disproportie ook wel fchynen geremarqueerd te hebben, daar Hoogstdezelve genoegzaam coonen, dat, wanneer de werkzaamheid van deeze nieuwe Bewindheb-  dec. STAAT EN OORLOG. 1786. 79 hebberen zig alleen tot de Kamer van Amfterdam hadde geborneerd, zulks dan zoude hebben kunnen worden toegegeven. Dat met opzigt tot de Vergadering van Zeventienen , in dewelke alle zaaken , de gemeene Compagnie betreffende, behandeld moeten worden, de eevenreedigheid , die te vooren exteerde, door de introductie van het plan niet wierd verbrooken daar eeven als te vooren 8 Leeden van de Kamer Amfterdam compareeren, — en waarom het dus ook vreemd moest voorkomen, dat de Kamer Zeeland had geweigerd, om in de thans by een zynde generaale Vergadering te verfchynen. Dat zy Heeren Gecommitteerden al verder met de Heeren Staaten van Zeeland zouden toeftemmen, dat ook voorheen in voorfz Vergadering wierden geleezen en geëxamineerd alle de Brieven en Papieren uit Indien komende ; dog dat de uitteftrektheid derzelven oorzaak had gegeeven, dat dit werk was gedemandeerd aan een minder getal van perfooDendan dat zy niet konden begrypen, hoe de Heeren Staaten van Zeeland in goeden ernst hadden kunnen pofeeren, dat het Haagfche Befoigne, waar in dit Examen gefchiede, zeedert den jaare 1Ó50 tot heeden toe is gecompofeerd geweest; in den zehea geest en met het zelfde oogmerk, als het zaamenftel der generaale Vergadering meedebragt, — daar zy oogenbhkkelyk 'er op laaten volgen: „ naamentlyk „ door vier gecommitteerde Bewind hebberen uit de Kamer Amfterdam, — twee uit Zeeland , - en „ één uit ieder der 4 andere Kameren," en dus toonen, dat, daar de vier Kameren , eeven als tot de Vergadering van Zeventienen, ieder één Heer zenden, — de Kameren van Amfterdam en Zeeland in hunne Gedeputeerden op de helft zyn verminderd ; en waar uit dus ten duidelyklien confteert dat Bewindhebberen zelve gemeend hebben, dat die eevenreedigheid , welke de Souverain in de Vergadering van Zeventienen had geïntroduceerd, in de Befognés niet volftrekt noodzaakelyk was. Dat zy Heeren Gecommitteerden waren geïnformeerd,  8o dec. Z*A AKEN VAN i?8o, meerd, dat voor den jaare 1650 flechts één der Ka» meren van het Zuider- en één der Kameren van het Noorder. Öuartier, één Heer tot de Haagfche Befoignes committeerden; - dog dat dit Befoigne in het gemelde Jaar gebragt zynde op het tegenwoordig getal. de disproportie, welke daar in voor* zeeker plaats heeft , aanleiding heeft gegeeven tot eene Refolutie der Vergadering van Zeventienen, van 16 Januarv 1654, houdende , daï de refumtie der Indifche Brieven en Papieren zal gefchieden in 'sHage, namentlyk door vier Gecommitteerden uit de Kamer Aralterdam, twee uit die van Zeeland, ert uit de refpective kleine Kameren ieder één, mitsflemmende Kamers genyze, (dat is na het aandeel» dat ieder Kamer in de Compagnie hasrideerr.) Dog dat deeze wyze van Hemmen thans niet meer geöbferveerd wordende , de disproportie in het Haagsch Befoigne daar door zeer groot was ten na* deele, zoo wel van de Kamer Amlterdam, als van die van Zeeland ; ja dat door de toevoeging van nog 3 Amfterdamfche Bewindhebberen uit bet 5 Departement, Amfterdam alleen nader word gebragt tot de proportie in reguarde van de Hoilandfche Ka* meren. , Dat zy Heeren Gecommitteerden niet konden ont. kennen, dat daar door de proportie van Z.eland niet op dezelve wyze wierd verbeeterd ; dog dat daar toe van dienst kon zyn het weder in train brengen der zoo eeven gemélde Refolutie van 1654. Als wanneer zoude zyn weggenoomen de disproportie tusfehen de Kameren, en het by de Heeren Staaten van Zeeland gevreesde overwigt van de Ka» mer Amfterdam, en in welk geval de apparitie der 3 Bewindhebberen uit het 5 Departement dan ook niet ten nadeele van een der andere Kameren zou kunnen ftrekken, terwyl de noodzaakelykheid van de prefentie van eenige Leeden uit dat Departement, het welk de zaakeH reeds geprepareerd heeft, dan ook buiten alle tegenfpraak behoorde re zyn. Dat al verder door de Heeren Staaen van Zee* land gewag was gemaakt van drie /oorten van Bé-  dec. STAAT ÉN OORLOG. i7B6. gr" *fÈH%? r 8lSn t0t den Eisch vm Behoeftens, - tot den Ktschvan Retour en en tót den Chineefchen Handel' rwVn" ï!f \hT ^^«eerde plan van vïK ring in het belt.er van de Uost-Jnd. Compagnie rnaaken.211 Verander5nS in * «veegheid lou Dat het eerfte der gemelde Befoignes gecompo. S h. i ^ ,en-en PöPIerefi> waar van het een we.' iendlyk deel uitmaakt, het hier vooren geavanceerde ook daar roe kan worden relatief gemaakt, Hó ?nV™e\mm Van/at BeloiS"e> als%3n de'twee anderen kan worden gezegd, dat de inrichting aantoonde hoe zorgvuldig* de Vooronders akoof gewaakt hebben tegens het overwigt van de eene Kamer boven de andere; want dat in de Col Se, tot den Ersch van Retouren, welke uit 5 Bew „dh£ beren bellaar , door de Kameren van het Sr en Noorder-Qnart.er twéé Leeden werden aëcoS ?rï3t Cmmhr'e 101 dedireivalrt en Handel op China, drie Amlterdamfche Bewiudheb! bers met een Zeeuwsch Bewindhebber wofdèn Lèommitteerd, zonder dat tot dié Commisfie acfes -heeft een Bewindhebber der vier overig" Kaneren - J8SB2ïr beürte,infiS 00k ™ WïXï Dat zy Heeren GeCommirteerden hadden gemeend ' dit een en ander onder het oog van Hun fdéIe Gr Mog te moeten brengen, om te doen zien Songelukkig, menhet veranderen van eene onderftfc als een gründ van bezwaar *8 Dat boven dien de Héeren Staaten van Zeeland! tc^°gSd1rrhee *efojuil*.»°* gemeesteren , Scheepenen en Raaden , mitsgaders de Leeden der Gezwoorene Gemeente ten einde het voorfz. oogmerk des te beter te bereiken , de fituatie der Stad Utrecht, zoodanig niet zou behooren te worden ingericht , dat dezelve tot vrye delil eratien gefchikt bevonden wierd ; mitsgaders dat ten dien einde aan de Leden van Staat en anderen, vry acces tot, en reces uit dezelve wierde bezorgd, en daar toe de nodige middelen wierden daargedeld. Terwyl wy, om (voor zoo veel in ons vermogen is ) mede te werken tot het herftel der tranquilitett, Uw Edele Groot Achtb kunnen verzekeren, dat de van Uw Edele Groot Achtb. disfentieerende Staats-Leden ons op het fterklte betuigd en verzekerd hebben, geene middelen van geweld tegen de Stad Utrecht te zullen employeeren ; en dat wy diergelyke affirmatie aan Bondgenooten gedaan, van zoo veel kracht en waarde confidereeren, dat Wy Uw Edele Groot Achtb. desweegens wel durven guarandeeren; gelyk wy ook op dit fundament geen  dec. STAAT EN OORLOG. 1786. 123 zwarigheid hebben gemaakt op den 6 O&ober laatst, leeden, de Heeren Onze Gecommitteerden te qualificeeren, om uit Onzen Naam aan Uw Edele Gr. Achtb., voor zoo veel des noods, toe te zeggen, dat Wy ingeval van vyandelyken aanval, of aanmarsch van Troupes uit Gelderland tegen Uwe Stad, dezelve aanftonds met onze voorhanden zynde Magt zouden befcherrnen, en van allen violenten overlast naar vermogen beveiligen; in welke fentimenten van goedwilligheid en trouw wy als nog zyn perfevereerende. Wy laten het derhalven aan de beöordeeling van Uw Edele Groot Achtb., aan wien de fituatie van zaken in derzelver Stad best bekend is, ten eenenmaal over, of en in hoe verre deze verzekeringen Uw Edele Groot Achtb. zouden kunnen permoveeren, om zodanige extraordinaire middelen van defenfie, als Uw Edele Groot Achtbaare geoordeeld hebben tot hier te moeten admitteeren en werkftelh'g maken, thans by provifie te furcheeren en te ftaken. Wy voegen hier by de Copie van de Misfive door ons op heeden aan de Heeren Staaten van Utrecht afgezonden, in hertrouwen'dat U Ed. Groot Achtb. deeze onze demarche aanmerkende als een nieuwe blyk van onzen yver om het belang onzer Bondgenooten , en fpeciaal ook van Uwer Edele Groot Achtb. Stad en Provintie, op de best mogelyke wyze voor te ftaan en te bevorderen, onze pogingen gaarne zullen fecondeeren , en al wat in derzelver vermogen is trachten aan te wenden en te effeclueeren,'om gelegenheid te geeven, dat de Conferentien van Gecommitteerden tot het werk der Mediatie, het zy in een Stad uit de Provincie Urrecht, het zy in ééne der Steden van onze Provintie, ten fpoedigften kunnen worden aangevangen ; weshalven wy ook Uw Edele Groot Achtb. verzoeken , om , zoo fpoedig mogelyk , zich op dit een cn ander te expliceeren , ten einde als dan hoe eerder hoe beter eenige Leden , zoo Uit de Regeering van deeze , als van de andere Pro-  IB4 dec. ZAAKEN VAN 1786. Provintien, tot de gem.lde Commisfie zouden kunnen worden benoemd. Waar mede, &c. B„ Mufw aan de Heeren Staten van Utrecht, edele mogende heeren! Gelyk Wy uit Uwer Edele Mog. refcriptie van den 9 September laatstleden met veel genoegen hebben mogen vernemen , dat U Edele Mog. niec alleen gaarne aannamen de by Onze Misfive van den 4 daar te voren herhaalde offerte van Mediatie, maar ook zelve ons daar toe verzogten; en gelyk ü Edele Mog by diezelve refcriptie toonden, verlangende te zyn, om te vernemen, welke middelen by Ons tot bylegging der fubfifteerende oneenigheden mogten zyn uitgedagc, en van employ kunnen gemaakt worden, zo hebben Wy niet willen afzyn , U Edele Mog. Copielyk toetezenden de beide Misfives, door Ons op heden aan de Regeering, zo van de Stad Utrecht, als van Wyk by Duurftede afgezonden , gelyk Wy dezelve Regeeringen ook by Copie van den inhoud dezer hebben kennisfe gegeeven , ten einde daar door eensdeels nog nader aan den dag te leggen het by 0:is geadopteerd fyltema van Neutraliteit, en anderdeels, om, ware het mogelyk , het ontftaane misverftand en wantrouwen te verminderen, en eene zoo hoogstnodige weg tot gepaste onderhandelingen te baaaen. Het is dan ook, Edele Mog. Heeren 1 uit hoofde dezer beide Confideratien, en wel byzonder van de laatstgemelde , dat Wy Ons verpligt achten, U Edele M >g met dien ernst, weike het belang dezer zaake vorderd, tevens in ferieufe bedenking te ge. ven, of L' Edele Mog. niet zouden kunnen befluiten,  dec. STAAT EN OORLOG. 1786. ï25 ten, om, even als Wy de Regeering der Stad Utrecht (gelyk uit Onze Misfive. conlteert) hebben getragt te permoveeren , om de gemelde Stad in eene dusdanige fituatie te brengen , dat dezelve tot vrye dehberatien was geknikt, en aan de Leden van Staat en anderen een vrye acces tot, en reces uit^ezelve veizorgd, en daar by getoond te buteeren het ftnaken van alle extraordinaire middelen van defenfie, even zoo de Militie, in de Provincie van Utrecht gebragt, geheel ofce wel hec voornaartilte gedeelte derseive uk die Provincie te doen trekken, en van dezelve te verwyderen , als zullende , naar Onze gedagte , daar door worden uit den weg geruimd , die voornaame grond van wantrouwen, welke aan Utrechts Burgeren fieeds voedsel geeft rot verdenking , met betrekking tot de daar door gebuteerde oogmerken , en teffens gefcbiKt is , om die kalmte uit de gemoederen te verdryven , welker exiilentie en aankweeking ten deeze vulftrekt veretscht wordt. Wy zullen hier op U Edele Mog. intentie, zoo Ipoedig doenlyk inwagten en delingen en geweldige maatregulen ; waar tegens zy de tusfchenkomst van andere Bondgenooten zouden moeten admitteeren. — En zouden verders de Heeren van de Ridderfchap op die gronden van ge-  DBc. STAAT EN OORLOG. 1785. 133 gedagten weezen, dat geene exhortatoire Misfives op dit fubjedt aan de andere Provinciën te pasfe Jtomen. Met betrekking tot het derde Lid van meergem. Propofitie, kunnen de Heeren van de Ridderfchap wel adopteeren het geene dien aangaande in het project Rapport word voorgedragen. Dog met relatie tot het vierde Lid der meergem. Propofitie vermeenen de Heeren van de Ridderfchap , dat een tyd als deeze geheel niet gefchikt is, om zaaken van een zoo aanmerkelyk belang, als hier worden voorgefteld, en welker moeijelyke bepaaling, om gawigtige redenen, zedert meer dan tweè Eeuwen is agter gebleven, met die koelheid en moderatie welke nodig is te behandelen; en dat het even zeer gevaarlyk voor den Lande, als prejudiciabel voor den Heere Stadhouder , en in het byzonder voor zyne Hooge Erfopvolgers, zoude kunnen worden, daar thans aan te arbeiden; bly. kende onder anderen uit dit Projeft.Rapport zelfs, met hoe veel eenzydigheid de meeste voorftellingen over de hooge waardigheden van Stadhouder, Capitein- en Admiraal-Generaal gedaan worden, daar geen een enkel woord by het zelve gezegd word dat ook in zodanig een onderzoek zoude behooren te worden geregardeerd op de Commisfien, wettig verkregene Regten , en deugdelyke Posfesfien aan de Heeren Stadhouders , Capiteins- en Admiraals-Generaal competeerende. De Heer van Wasfenaar,Heer van Starrenburg heeft zig met de voorfz. Refolutie niet geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben zig geconformeert met het gead» vifeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam, ten aanzien van de drie eerfte Leden van het Rapport op den 25 November jongstleden uitgebragt, dog met opzigt tot het laatfte gedeelte van hetzelve I 3 , Rap*  i34 dec. ZAAKEN VAN i?8d. Rapport gedeclareert, dat de Heeren hunne Principaalen van gedagten waren, dat 'ei eene Commisfie van eenige van de Leeden der Regeering deezer Provincie behoorde te werden gedecemeert, om behoorlyk te onderzoeken de Bornes van de Uitvoerende Magt, zo van den Stadhouder, ais CapttahjGeneraal en Admiraal, en omtrend de Waar\ neemingen dier Bedieningen, de pligten en praeëminentien daar aan verknogt, zodanige Plans en Schikkingen te maken , als met de Hoogheid van den Souverain , de confervatie van 'sLands en der Ingezetenen Voorregten en Vryheid , en met het algemeen welzyn van den Lande meest overeenkomftig ^oude geoordeeld worden, en om vervolgens gemelde Plans en fchikkingen ter deliberatie van Hun Edele Groot Mogende te brengen, dog dat het na de gedggten van de Heeren hunne Principaalen ten deezen yoornamentlyk zoude aankomen, op welke Leeden zodanig eene Commisfie zoude behooren te werden gedecemeert; dat het hooft oogmerk van het geproponeerde der Regeering v^n Amfterdam, ten aanzien van het vierde Lid van derzelver propofitie daarin was geleegen, zo als daar by expresfelyk word uitgedrukt , om af te fnyden alle aanzoek van anderen, om zig met de Huishoudelyke be-, fchikkingen deezer Provincie te bemoeijen j dat dit oogmerk niet dan allerbeitzaamsr tonde werden aangemerkt, vermits 'er mets gevaarlyker was voor de Republicq , dan das buitenhndfche Mogendheden zig meileerden met domeftique zaaken in ons Vaderland; dan dat ingeval aan dat oogmerk zoude voldaan worden, het dan ook zeeker was, dat men niets moest verzuimen, om dat oogmerk te beryken; dat door het decemeeren yan zo eene Commisfie buiten concurrentie vaa zyn Hoogheid 'er alle vrees was, dat d£  SJEC STAAT EN OORLOG. 17S6. ,35 de zaak van geen gewenscht efFeft zoude zyn, want dat alle plans en fchikkingen, dewelke zonder die concurrentie gemaakt wierden, al wederom mogelyk onderhevig zouden zyn aan reflectieh van andere Mogendhceden , en d3t de Heeren hunne Principaalen om die reeden van begrip waren, dat de te decerneerene Commisfie van dien aart en Natuur moest zyn , dat 'er geene refleétien op konden gemaakt worden , en zodanig ingerigt, dat niet alleen alle buitenlandfche Mogendheeden , maar ook alle de Ingezetenen van de Republiek van welke denkenswyze dezelve ook mogten zyn, met 'er daad geconvinceert wierdeu , dat het de toeleg was van Hun Edele Groot Mog., om eens eenmaal alle differenten, betreffende het Erfstadhouder, Capitein- en Admiraal.Generaalfchap deezer Provintie uit den weg te ruimen , en dat dit na de denkbeelden vart de Heeren hunne Principaalen door geen beter middel konde gelchieden , en dat daar toe niets gefchikter was , dan te ampleéteeren het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden in het Befogne op den 23 der gepasfeerde maand gehouden , om namelyk eenige Leeden te Committeeren tot dat Werk, en Zyn Hoogheid, welke in alle zyne Qualiteiten ten fterkften daar in was geinteresfeert, mede te verzoeken om een gelyk getal voor te liaan , en dezelve ter approbatie van Hun Edele Groot Mogende te prtefenteeren, en dat dan verders alle die Heeren, dewelke zouden moeten befiaan uit Leeden der Regeering deezer Provincie, als een Commisfie van Hun Edele Groo: Mog. zouden behooren te worden geconfidereerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfier. dam hebben in de Notulen laaten infe. teeren de volgende Vroedfchaps.Refolutie. I 4 £*.  136 dec. ZAAKEN VAN i?8ó; ExtraEt uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Amflerdam. Den 28 November i?86. Commisfarisfen van den Achtb. Raad, ingevolge en ter voldoening san de Refolutie Commisforiaal van den zeiven Raade van den 21 deezer, geëxamineerd hebbende een Concept-Rapport, op den 17 November ter Vergadering van Holland geexhibeerd, op de Propofitie van wegens deeze Stad op den 25 Oclober gedaan, en welk Concept-Rapport, zoo als Commisfarisfen door Heeren burgemeesteren zyn geïnformeerd, op den 23 deezer in een finaal Rapport geconverteerd is; met byvoeging eener Concept-Misfive aan de Staaten van Gelderland, gefcbocid op den voet, by 't voorfz. Rapport voorkomende, en met welk Rapport, ter Vergadering uitgebragt zynde , zich Negen Leden hebben geconformeerd; — hebben gerapporteerd: Dat zy geoordeeld hebben , dat by deezen aan Hun nas gedemandeerd het onderzoek , of en in boe verre voorfz. Concept-Rapport met de intentie van den Achtb. Raad ovcreenkomftig was. Dat Commisfarisfen meenen, dat, gelyk de Propofitie van deeze Stad en het ?.!s nu uitgebragte Rapport vierledig is, de Confideratien van Commisfarisfen zich dan ook natuurlyk tot zo veele Poin&en zullen moeten bepaalcn. Dat met opzicht rot bet eerfte Poinr te ftaan en te bevorderen, daar aan gereedelyk zullen defereeren, en onze poogingen fccundeeren door al wat  i)Ec. STAAT EN OORLOG, i4f ZfJ" u"Ielvet verm°gen is, aan te wenden, om gelegenheid te geeven , dat de Conferentie" vaï Gecommitteerden tot het werk der Mediatie bv praferenue in de Stad van Utrecht, als daar'toe buiten alle tegenfpraak, en naar den aart der zaV. ke, en volgens het interest van de partyen, in dee. ^"Siï^.»?' teD ^'Wkunïen t»??1**1'1* Telke-* en meer ant3ere redenen, Wv IZT Va" ^egnp zyn» dat de rc. ZAAKEN VAN i?8ó. maand , met dc Heeren by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1785 tot het Financieweezen der Admiraliteit in Vriesland gecomraitteert , als mede de Hoilandfche Raaden en Miidsters van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie iefiieerende.geëxamineert het Rapport dena Augustus laastleeden , door de gemelde Heeren tot onderzoek van 't Financiewezen, der Admiraliteit in Vriesland, ter Generaliteit gedaan, van hunne bevinding ten opzigte der mogelykheid om uit de Haven"van Harlingen te haaien de twee Oorlogfchepen, volgens de Propofitie, wegens deeze Provincie aldaar gedaan, gedeitineert tot een Prsfent voor Zyne aller Christelykfte Majefteit, breederonder de Notulen van den voorfz. 17 November. Waarop gedelibereert en in agdng genomen zynde, dat nit het Rapport van de Heeren Hun Hoog JVIog. Gedeputeerden tot het onderzoek van het Financieele Weezen van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, den 2 Augustus deezes Jaars aan Hun Hocg Mog. gedaan , relatif hunne bevinding ten opzichte van de mogelykheid , om uit de Haven van Harüngen te doen brengen de twee Oor» logfebeepeu van 74 Stukken, ten klaarften blykt. - Dat, zoo als actueel te gefteldheid der Haven van Harlingen, en vau de Scheepen van 74 Stukken is, de laatstgemelde met geen mogelykheid uit die Haven kunnen werden gehaald , en op diep Water uicgebragt; eene Waarheid , die van wegens de Admiraliteit in Vriesland zelfs geadvoueerd wordende, buiten alle conteftatie was. — Dat ondertusfehen het nooit te verantwoorden zou zyn, dat deeze twee kostbaare kielen, welke de Republiek meer dan een Millioen Guldens hebben gekost, zonder dat daar van ooit eenig gebruik was gemaakt, of had kunnen worden gemaakt, in de Haven van Harlingen zouden moeten blyven leggen opgeflooten en aldaar verrotten; gelyk nochtans zeeker zoude moeten gebeuren wanneer tot het uitbrengen der voorn. Schepen geen kragtdadice middelen wierden by der hand genomen, 't geen 6 nog  dec. STAAT EN OOR LOC 178 . 173 nog daar en boven te meer noodzaakelyk was, om dat, door de fiegte ftaat der Finantie van 't Collegie ter Admiraliteit in Vriesland , aan die Scheepen DOtoirlyk het nodige onderhoud niet gefchiedt, en dezelve dus van fituatie niet verbeteren, maar dagelyks verminderen , en binnen kort onbruikbaar zouden worden. Dat het derhalven fchynt gedecideerd te zyn, dat, welke dienst men ook van deeze Scheepen van 74 Stukken wil maaken, of waar toe men dezelve zoude willen gebruiken, in allen gevalle kostbaare middelen behooren te worden aangewend , om de meergem. Scheepen uit de gezegde Haven te haaien, en naar elders te doen brengen. Dat deeze middelen niet behooren te worden aan» gewend in het moment, dat men van die Scheepen wil employ maaken, maar alvorens, naardien men althans in dit geval te Harlingen , ettelvke maatK den zal nodig hebben, om die middelen werkltellig re maaken, waar door men met hoop van fucces de Scheepen in diep Water zou kunnen brengen. Dat de middelen, om de Schepen te brengen buiten de Haven der Stad Harlingen, by het Rap. port van den 2 Augustus wierden opgegeeven twee. derlei te zyn; te weeten, of het bouwen van nieuwe Kameelen, zoo lang, zoo wyd en zoo hol mogelyk, als mede het verwyden van de buiten-hs. ven, van welk een en ander de kosten wierden ge. calculeerd om een fom vau / 120 è 130,000:0:0 of het maaken van nieuwe Kisten tot verfterking van de oude Kameelen, waar van de kosten wierden opgegeeven te bedraagen een fom van ƒ 20000:0:0doch welke fom, om de toevatligheeden, die meest altyd een diergelyk werk verzeilen, gevoeglykst op ƒ 30,000:0:0 zal moeten worden gecalculeerd. Dat het employ van het eerfte middel de byna eenpaarige gedagten was geweest, van alle de geenen, die in dit werk zyn geconfuleerd; zoo als 't zelve in het breede by het Rapport van den 2 Aug. 1786, was gedetailleerd, en dat, hoe zeer de Heeren , Haar Hoog Mog. Gedeputeerdens voor het enj. ploy  m dec. ZAAKEN VAN 1786. ploy van dit middel, alstoen wel niet decifif hadden geadvifeerd, het niet te min uit het, by dat Rapport, opgegeevene vry klaar bleek, dat dezelve van gedagten waren geweest , dat op alle de geavanceerde gronden, het bouwen van nieuwe Kameelen het eenige zeekere middel was , om de Scheepen uit de Haven te brengen , en dat deeze operatie de fom van ƒ 120 a 130,000:0:0 rykelyk zou kunnen opweegen. Dat het tweede middel, het maaken van Kisten, voor een fom van ƒ 2,000a & 30000, zich als eene (uit hoofde van de in vergelyking met de kosten van nieuw te bouwen Kameelen) geringe fom, wel zeer aanprees , maar dat nochtans alle de onderfcheidene confideratien, door Heeren Gedeputeerden daar tegens, by het Rapport opgegeeven, hun zoo gewigtig waren toegefcheenen , dat men zonder meerder fecuriteit voor 't goed effedt te hebben, dan alleen het advis van twee perfoonen van de Admiraliteit in Vriesland, hoe kundig ook in hunne kring, en zulks dire6l tegens het advis van alle andere kundige perfoonen, daar voor, volftrekt niet durfde te advifeeren, als ten uiterfte apprehendeerende de nadeelige gevolgen, die uit deeze opera; tie ligtelyk zouden kunnen proflueeren. Is, conform het advis van de gem. Heeren Gecommitteerden goedgevonden en verftaan, dat, van wegens deze Provincie , de zaken ter Generaliteit daar henen zullen worden gedirigeerd, dat ten fposdigfte moge worden geprocedeerd tot den aanbouw van nieuwe voldoende Kameelen, volgens een fecuur plan, daar van te maaken, en tot het verwyden van de Buiten-haven der Stad Harlingen, als zynde het eenige zekere middel, om de voorn. Scheepen van 74 Stukken buiten de Haven van Harlingen en op diep water te brengen: ten ware de Bondgenooten mogten goedvinden, op dit fubjedl nog een middel te beproeven, 't geen mogelyk van goed effeft zon kunnen zyn , hier in bettaande, om het brengen van de voorn, twee Scheepen van 74 Hukken uit de Haven van Harlingen , en het transporteeren van de-  dec, STAAT EN OORLOG. i786. 175 zelve naar hét nieuwe Veer of elders, door een Commisfie, daartoe te benoemen , publiquelyk re doen aanbefteeden voor rifico van den aanneeiier en volgens plans en beftekken , daar van te formeeren. Dat althans deeze publique befteeding zoude kunnen worden getenteerd, en 't fucces van dat ten. tarnen aan Haar Hoog Mogende gerapporteerd • dan dat in alle gevallen eerst en vooraf behoort te worden gefixeerd een zeeker fonds , waar uit te vinden de gelden, benoodigd tot de operatie, zoo wel om de Scheepen buiten de Haven van Harlin. gen te brengen, als om, vervolgens, dezelven, buiten de Havens gebragt zynde, naar elders te tran' iporteeren ; zonder welk zeeker fonds alle aantewenden middelen onmogelyk waren; dan waartoe by t Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, geene penningen , hoe genaamd, voorhanden zynde, en geen daartoe bepaalde fondfen ter betaalinge kunnende worden aangeweezen, men vermeenen zoude, 111 dit extraordinair geval als het prompfie en gereedfte middel, van de Generaliteits Cas gebruik te kunnen en te mogen maaken. Dat , - hoe zeer deeze kosten op zich zelfs een nieuw bezwaar voor de Bondgenooten zouden opleveren, men daar tegen over moet ftellen het behoud of bederf deezer kostbaare Panden die de Republicq zulke Schatten hadden gekost, en alle welke kosten geheel nutteloos verfpild moesten gerekend worden , indien hier omtrent geen fpoedige en krachtdadige voorzieninge gefchiede. En voorts door voorn Heeren Gecommitteerden verder aangedrongen zynde op het important gewist deezer zaak (het behoud namentlyk, of bederf der door den Lande aangebouwde Scheepen van Oorlog) en de gevolgen van dezelve voor de Marine, de Hartader der Republicq, en door Hun gedeclareerd zynde, dat zy vermeent hadden deeze gelegentheid te moeten arripieeren, om, ter hunner volkomen verantwoording, aan Hun Edele Groot Mog onder t oog te brengen, dat, gelyk 'er diende gezorgd  176 rEC« ZAAKEN VAN , nm a* boveneèm. twee Schee» pen van 74 *tuAk*S_„ ° en naar elders te doen Suf niet aS 1 gen tot hun groot nadeel maar Sve"Jet zou kunnen gebruiken, dan na verloop ^^iJt^^n voor de Republicq niet Seg was, een aantal Schepen te hebben, Sr dat hit *er vcornaamlyk op aan kwam, deels, ^de Scheepen, die men hadt, bchoorlyk te onTrhonden dee s om dezelven zodanig te plaat£»e^ nevens derzelver tuigagie gereed te hou. den' dat men op de eerfte requifttie rekening kon maaken, daar%an een zeer fpoedig gebruik te kunSJ hebben, en dat deeze waarheid zoo zeeker en «.nuraal was dat het zelve met alleen behoord ratrtf g ypen'ten aanzien van de Scheepen van 5ÏAdmirflkeit in Vriesland , maar ook van de ScheeDen der andere Admiraliteits Colleg.en. Is om de gemelde redenen wyders goedgevonden èn verftaan, dat de Heeren, van wegens deeze Provincie gecommitteerd tot de Perfoneele Commisfie van het Defenfieweezen zullen worden aangefchreeven, de zaaken , in de Befognes van de geïamendvke Gecommitteerden tot de gem. PerfoSe Commisfie, daar heenen te dirigeeren, dat ten ïnoedigften zoude mogen worden onderzogt en aan Wnn Hooe Mogende voorgedragen, werwaards de "waare ScgheePeg„ van de o'nderfcheidene Colleg.en fcest zouden worden gebragt, onderhouden en beiaard! ten einde by de Hand te zyn om altyd ten ftoediêften te kunnen worden geëmployeerd.1 en ?af voo ts de Befoignes nopens de gehele Manna van den Staat ten fpnedigften , en met pospofme Jan alle andere zaaken, werden by de hand gene,.  dec. STAAT EN OORLOG., 1786. 177 men, en voortgezet, als omtrent welker bepaalingen id veele opzichten moet geoordeelt worden periculum in mora te zyn. CCXLVII. Misfive van de Minderheid der Friefche Staatsleden aan de Staaten van Holland. In dato 26 Dec. 1786. edele mogende heeren ! Het was op den 14 deezer, dat de Meerderheid der Volmachten.ter Landsdage , heeft goedgevonden te concludeeren, en vervolgens den 16 daar aan volgende af te zenden eene Misfive aan Ü Edele Mog. , dienende tot beantwoording en rescontre van U Mog, Misfive van den 1 sNiovember daar te vooren aan de Staaten van Friesland geaddresfeerd. De Ondergetekende Sicco Douwe van AylvaenCoert Lambertus van Beyma, Volmachten van West Dongeradeel, en dezelve Grietenye, ten Landsdage Repraïfenteerende, waar by zig voegen Horatius Allar. dus Riddemavan Knyff, Volmacht weegens den Adelyken Staat van Ferwerderadeet, en Heclor Liviusvan Altena, Volmacht weegens den Eigen-Erfden Staat van Oost-Dongeradeel, uit Oostergo; Arend Julianus Cdrel de Beere en Abraham deVrieJe, Volmacncen van Hemelumer Oldepherd en Noordwolde. en di> Grietenye Reprtefenteerende ten Landsdage, waar by zich voegd Rein Smit, Volmacht weegens den Eigen-Erfden. Staat van het Bilde , uit Wes'ergo; Fitter Edzard van Harinxna tot Slooten en Jehannes Wieling», Volmachten van Lemlterland , en Jan Roorda , Volmacht van Stellingwerf West-Einde , de twee voorfz. Grietenyen ten laatiïen Landsdage gereprasfenreerd hebbende; waarby zig voegt Ayzo van Boelens, Volmacht uit den Eigen-Erfden Staac van Stellingwerf Oost-Einde uit de Zeevenwouden * Folkert Ripperda en BaviusNauta, Volmachten van D2^uj?,» 5unUu van ^lema en Eduard Marinus van XXXVi. deel. M Bey.  178 dec. ZAAKEN VAN 1786. Beyma, Volmachten van HarlingeD , en de beide Refpeétive Steeden ten Landsdage Reprsefcnteeren ■ de; waar by zig voegt Hotte Zwaanenburg , Volmacht uit de Vroedfchap fier Stad Sneek , uit de Steeden; hebben gemeend aan onzen Plicht in onze qualiteit te kort te zullen doen, byaldien wy in de teegenwoordige hachelyke tydsomftandigheeden ftil zaaten , sn U Edele Mog. onkundig lieten van onze fentimenten, zo ten opzichte van U Edele Mog. en Hoogstderzelver Belluiten, als ten opzichte van het geen de Meerderheid der Volmachten goedgevonden heeft aan U Edele Mog. te fchryven. Wy zullen immers U Edele Mog. niet behoe* ven te zeggen, dat Wy, die den Oorlog voor twee Eeuwen tegen den Spaanfchen Dwingeland gevoerd, voor wettig houden , die het Ontzet van Leyden in den Jaare 1574, wanneer Philips de Tweede nog niet was afgezwooren , door Zeeuwfche Burgers uitgevoerd , aanzien voor den voornaamen grondilag onzer Vryheid , voor eene wettige onderneeming , die deer geene Souverain van Zeeland kon of behoorde te worden tegengegaan ; dat wy dus ook de adfiftentie door de Burgers aan Burgers in deezen tyd verleend, niet alleen niet afkeuren , maar wy moeten zeggen, dat zelfs, indien U Edele Mog. dit hadden zoeken te beletten, wy misfehien U Ed. Mog. in dat zelve licht, als Bondverbreeksrs, als vyanden van den Staat zouden hebben moeten befchouwen, in welk onze meede Volmachten U Ed. Mog. by de door ons gecontraükeerde Misfive fchynen te doen voorkomen U Edele Mog. zuilen dus lichtelyk begrypen , dat wel verre van U Edele Mog. gedrag in deeze hagchelyke tydsomftandigheden te befchouwen alt eene dadelyke parthykiezing en overheerfching van den eenen Bondgenoot oter den ancuren , wy integendeel in Ü Edele Mog met den hoogden eerbied be« wonderen, die waare zucht voor het Vaderland, voor de geheiligde belangens van dit Vry Volk , welke, onzes erachteus, alleen in ftaat is bet dierbaar Vaderland, de onwaardeerbaare Hechten des Volks  DBc. STAAT EN OORLOG. 1785. 179 Volks te beveiligen tegens alle dadelyke overheerfching der zulken, die het op eigen grootheid toeleggende , geene goede orde , geen rust in den Lande kennen zullen , dan wanneer het Volk als Slaaven van hun , willekeurig de Wet ontvangt; die, ter bevordering hunner heerschzugt, misfchien gaarne de gezeegende Unie van Utrecht, thans niet als een Verbond tusfchen Provintien , Steden en Leden derzei ve, maar als alléén tusfchen Provintien opgericht , zouden willen doen vocrkomen , om daar door de Meerderheid in ieder Staatsvergadering te gemakkelyker de Leeden der Provinciën , die dan geene befcherming te reclameeren zouden hebben, willekeurig te kunnen onderdrukken. Wel verre 'er af, dat wy de generaale Wapening der Ingezeetenen in Holland , door U Edele Mog. geordonneerd, als eene geweldadige aanval, of zelfs als eene befchikking over de individuëele vryheid der Ingezeetenen zouden befchouwen, zoo merken wy dezelve niet ahders aan , dan als eene uitvoering van iets , waar toe U Edele Mog. en alle derzelver Ingezeetenen, uit hoofde van het 8 Art. der Unie, verbonden waren, en welk U Ed. Mog van alle derzelver Meede-Bondgenooten met recht konden eisfchen. Wy hebben ons ten- hoogden moeten verwonde', ren, dat deeze , door ons gecontradiceerde Misfive der Meerderheid, uit het zelveQuartieris voortgekomen , uit het welke voor weinigen tyd het voorftel kwam om in deeze Provincie , ingevolge het 8 Art. van de Unie van Utrecht, de Ingezeetenen te Wapenen : welk voordel toen dour ons allen met genot gen gezien zynde, zoo hebben wy in de argumenten , by de Misfive van U Edele Mog. nu bygebragt , die kracht van overtuiging Diet gevonden, om van fentiment te veranderen, en ons daar meede te kunnen conformeeren Wy, die in navolging onzer waardige Voorzaa» ten, nooit zullen kunne." toegeeven, dat alle Trou. pes Generaliteits zyn, maar die met dezelve als het M a wee.  l8o dec. ZAAKEN VAN 1786. weezendlykst en krachtdadigst recht van Souverainheit belchouwen, en volgens onzen Eed vast' hotiden : de beichikking over ons eigen Soldate*, que, kunnen ook niet andets dan aan U Edele Mog. het zelve recht toekennen, het geen wy voor ons zeiven vindicèeren. „ „ , , .d En dus zyn wy wel verre van U Edele Mog. befluiten daar omtrent te befchouwen, als den aanflag van eenen Vyand , of als gefchikt om beroerten te veröorzaaken. Wy hebben niet kunnen begrypen, hoe de Meerderheid, die voorgeeft overtuigd te zyn , dat geen der Bondgenooten recht van zeggen of gebieden competeerd op eers anders Souverain Territoir, of verantwoording mag vraagen van eene Souveraine Regeering over daaden, welke die meend naar omftandigheid van zaaken in dat' gewest te moeten uitöeffenen ; hoe , zeggen wy, die zelve Meerderheid U Edele Mog. kan ten kwa'aden duiden , dat dezelve ordre ftellen tot beveiliging van haare eigene Provincie, zonder vooraf daar van de Bondgenooten te informeeren; Wy zullen ons niet inlaaten in de, naar ons inzien , beleedigende uitdrukkingen in den Brief der Meerderheid aan Ü Edele Mog. vervat; wy gevoelen het hatelyke daar van ten allerfterkften; wy yzen wanneer wy de woorden Eed- en Plichtverbreekers in de mond onzer meede Volmachten hooren. Wy oordeelen genoeg gezegd te hebben, om ö Edele Mog te doen begrypen , dat wy, geheel alüëen zynde van de fentimenten in voorgemelde refcriptie aan U Edele Mog. gemanifesteerd, daar toe niet alleen niet hebben geconcurreerd, maar ook de Conclufie ten krachtigften gecontradiceert en dies weegens geprotefteerü. Wy neemen over zulks de Vryheid om door dee. ze Misfive U Edele Mug. daar van ter onze de» charge de noodde kennis te doen geworden, met verzoek dat U Édele Mog. de voorgemelde Misfive op naam der Heeren Staaten deezer Provincie aan U Edele Mog. gedepecheert, zullen gelieven aan te merken als voortkomende alleen van die Staatsieeden,  dec, STAAT EN OORLOG. 1786*. 181 den , welke zig in veele gevallen, ten minden in dit, fchynen verëenigd te hebben, en teegens welker voorneemen en maatregulen de nillykfte vertoogen en erndigde waarfchuwingen voor facheufe gevolgen van geen het minde effect fchynen te zyo. Wy verhoopen dierhalven, dat na dit ons decla» ratoir , niet meede op onze reekening zal worden geplaatst die Misfive aan ü Edele Mog. afgezonden , door die zelve Staatsieeden gearrefteerd, met zoo veel overhaasting en praacipitance, dat de Leeden der Vergadering, zig met eene enkele praelecture van dit zoo geëxtendeerd duk in de Quartieren hebben moeten vergenoegen , en daarop dadelyk Advifeeren ; zonder dat aan het wettig en op de Conflhutie deezer Regeering gegrond verzoek, om dezelve eenige uuren in deliberatie te houden, gehoor is gegeeven; gelyk meede aan de eerstgenoemde Volmachten van Westdongeradeel , Copie der geproduceerde Brief eisfchende, otn volgens het 23 Art. van het bezwooren Reglement van 1748 over dezelve nader in den Haaren te delibereeren , dezelve Copie dadelyk is geweigert af te ceeven, vóór dat de Misfive was gerefurneert en geboekt. Wy vermeenen van deeze, zoo in het oog lopende onreegelmatige handelwyze U Edele Mog. te moeten informeeren, terwyl ü Edele Mogende uit deeze voordragt gemakkelyk zulien kunnen opmaaken, hoe het onbegrypelyk zy, dat eene Misfive van die Extenfie in min dan één uur tyds, in ieder der vier Quartieren van Staat gearredeerd, en door de Meerderheid der Volmachten , zonder eenige hffifitatie goedgekeurd is geworden- Eene Misfive, welkers bloote prslectuur ons heeft doen verbaasd zyn , hoe onze meede Volmachten op zodanigeri hoogen en beleedigenden toon aan onzen voornaamden en machtigden Bondgenoot, met welkers bloei of val de geheele Republiek moet daan of vallen, hebben durven fchryven: en dat over poinéfen ,. gedraagingen en befluiten van U Edele Mog., welke door de bloem der'beste Ingezeetenen van Ü Edele ftjog. Provincie zyn toegeM 3 l'uichd,  i8a dec. ZAAKEN VAN 1786. iuichd , en in welker goeden uitflag de Meerderheid van onze Staatsvergadering, met ons' zeer overtuisd zal zyn , dat de geheele Friefche Natie het vuurigfte belang Helt. Ta Edele Mogende Heeren ! indien die zelve Meerderheid der Volmachten, geheel en al, zoo het fchynt, vergeetende , dat zy Reprefentanten en geen willekeurige beheerfchers van dit Volk zyn, niei op eene ongehoorde wyze de eerbiedige klaagItemmen der Ingezeetenen en Burgeryen door de ftre.rgfte bedreigingen van Lyfftraffen nu onlangs hadden onderdaan te fmooren ; wel ras zoude het verwonderd Nederland, het welk nu de laagte, wsar toe wy vervallen zyn, fchynt te verfoeijen; wel ras , zeggen wy, zoude het verwonderd Nederland de braave en welmeenende Friefche Land. zaaten hunne demme horen verheffen om onze Vertogen te onderdennen. Inmiddels oordeelen wy het onzen plicht te zyn, om ten koste van onze eigene ruste en tydelyke beiangens, voor dat Volk naar onze vermogens in de biesfe te fpringen en onzen Eed indachtig te blyven , waar by wy voor het heil van het Land gezworen hebben te zullen waaken. En het is ingevolge daar van dat Wy gerust op U Edele Mogende aequiteit vertrouwende, U Edele Mogende erndig willen hebben verzogt, ja zelfs verwagten Wy, dat ü Edele Mogende in Hoogstderztiver ongttwyffel rechtmatige gevoeligheid, geene Maatregulen zullen Anesteeren , waarin de Ingezetenen deezer Provincie, en ten minden van die Grietenyen en Steeden, welke Wy de Eer hebben te Ren'sefenteeren, zouden worden de ongelukkige flachtöffers van befluiten en handelingen door de Meerderheid der Volmachien ten Landsdage, en buitèn hun toedoen, ja zelfs teegen hun intentie (Wy houden Ons des verzeekert) genoomen en uitgevoerd. Eu in dit allezins gegrond vertrouwen , bidden Wy God Almachtig , dat Hy ü Edele Mogende lange wil conferveeren in Hoogsrderzelver zo luis- ° ter-  dec. STAAT EN O GR LOG. 1786. 183 terryke als voor den Staat heilzaame Regeering j en blyven Edele Mogende Heeren \ (Onder ftond) ü Edele Mog. Dienstwillige Leeuwaarden den aó Dec. 1786. CWas geteekend) S. D. VAM AYLVA , C. L, BEYMA , H. A. H. VAN KNVFF, H. L. VAN ALTENA, A. J. c. DE liliERE, A. DE VRIESE, REIN SMIT, P. E. VAN HARIKXMA TOT SLOOTEN, J. WIELINGA , J. ROOUDA , A. VAN BOELICNS, F. RIPPERDA, B. NA li TA , J. VAN ALEMA , e. M. VAN BEYMA , H. ZWAASENBURG. M 4  t 1  ZAAKEN VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXX VIL I. Misfive van de Magiflraat der Stad Wyck by Duurftede aan de Hee* ren Staten van Holland en We.t~ Friesland» ln dato i fanuari 1787. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Tjen wy ons in de maanden September en October, des verlopen jaars, door de Edele Mog. heeren Staten van Groningen en de Ommelanden, zoo gunftig met eene Misfive vereert vonden, met aanbieding van hunne Bondgenootfchappelyke Officien , om de verfchillen op eene billyke wyze by te leggen tusfchen Ons en de Voorftemmende Leden , en de Rust, Vreede en Etndragt in onze Provintie te herftellen , hadden wy ons nauvvlyks durven vleijen, dat ü Edele Groot Mog. insgelyks zouden goedvinden, eene zoortgelyke misfive, den 13 December, aan ons aftevaardigen. — Wy hebM 5 ben,  x36 jan. ZAAKEN VAN 1787. ben , Edele Groot Mog. Heeren ! geen ogenblik buiten noodzake willen toeven, om U Edele Groot Mog. vau onze Vredelievende gevoelens te overtuigen , tot het welk wy ons door de duidelyke verklaring van U Edele Groot Mog., die eene gepaste Mediatie, het best gefchikt middel, om de gerezenene gefchillen op eene convenabele wyze te verelfenen, keurden, niet weinig aangemoedigt vonden. Eene Mediatie trouwens, door welke deze Stad en Burgery gevaar zoude kunnen lopen» om de vrugten hunner onvermoeide Conftitutioneele pogingen, gedurende ruim twee jaren aangewend, te verliezen of befchadigd intezamelen! Eene vereffening der fubfi stee rende gefchillen tusfchen Ons en de Voorftemmende Leden, op eene wyze, met onze waardigheid, met de rechten, met de belancens, met 't heil van onze Stad en Burgerye onbeftaanbaar, zal en kan ons door geene der Bondgenoten, en zeker niet door ö Edele Groot Mogende, die in uwe Provintie een grondwettige herftelling verlangen, opgedrongen worden. — De goede Officien door ü Edele Groot Mog., volgens derzelver geëerde Misfive in den jaare 1785, aan de Heeren Staaten van Utrecht aangeboden , zyn Ons, daar onze Stad, fchoon een integreerend Lid van Staat, toen reeds door de Voorftemmende Leden feitelyk buiten de Staatsvergadering was gehouden, by geruften bekend geworden, en op geene meer zekere "rronden, Edele Groot Mogende Heerenl zouden wy°van de geneigtheid tot mediatie der Leden , welke te Amersfoort by een komen , hebben kennis gedragen, indien niet Hun Edele Mog. de Heeien Staaten van Groningen en Ommelanden , ons zulks ren hunnen opzigte verzekerd hadden, indien niet U Edele Groot Mog. dit ons medegedeeld ber'igt bevestigt hadden door de verklaring , dat U Jïdefe Groot Mog zig volgens de trouw van het Bondgenootschap verpligt hadden geoordeeld, hunne Vriendnabutirlyke inftautien by die Staats-Leden, welken te A netsfoort vergaderen, te vernieuwen, met dat gevolg , dat door dezen de mediatie zoo van  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 187 van U Edele Groot Mog. als van de andere Bondge. nooten was aangenomen. — Wy verheugen ons over de gelnkkige reüslite der vernieuwde vriend, nabuurlyke inftantien van U Edele Groot Mog. , daar onze Stad en Burgery aan dezen uitflag verflag verfchuldigd zyn, dat U Edele Groot Mog. ook geraden hebben gevonden, Hoogstderzelver aanbod tot mediatie, thans in 't byzonder, en wel direttelyk meede aan Ons te addresfeeren, en tevens by dit aanbod eene copia der nadere misfive van U Edele Groot Mog. aan de Staats-Leden, te Amersfoort vergaderd, er by te voegen: Een blyk van attentie, Edele Groot Mog, Heereni het welk wy op den waren prys weten 'te fchatten. — Wy oordeelen de belangens van onze Stad en Burgery niet beter te kunnen behartigen, en tevens te beantwoorden aan het aanbod van U Edele Groot Mog., het welk wy gaarn als een blyk van 't op. regt verlangen van U Edele Groot Mog., om alzoo te kunnen medewerken tot de herflelling van eensgezindheid , willen aanmerken, dan door ons gunstig te verklaren, overeenkomftig met den voorfiag van U Edele Groot Mog. over eene gepaste mediatie, van welke wy ons alle heil beloven, door het fysthema van Neutraliteit , het welk ü Edele Groot Mog. volgens Hoogstderzelver misfive aan de Staats-Leden te Amersfoort betuigen geadopteert te hebben. — Reikhalzende verlanfcen wy na 't ogenblik, Edele Groot Mog, Heeren.' om die zoo gewenschte mediatie daargefteld te zien , en zouden het voor onze Stad en Burgery onverantwoordelyk agten , indien wy dit aanbod van TJ Edele Groot Mog. niet met den gevoeligften dank aannamen. — Wy wenfehen niets vuriger, dan door O Edele Groot Mog. in ftaat gefield te worden, om die gevoelens, gelyk wy wenfehen, te kunnen b!y. ven aankleven. — Ook bleven wy niet in gebie. ken , Hun Edele Mog. de Staten van Gronirgen en Ommelanden van onze bereidwilligheid te verzekeren , om benevens de goede Officien van Hoogstdezelve, ook die van andere Bondgenoten, die  1 388 ja?« ZAAKEN VAN 1787.' die ons namemlyk dezen dienst volgens de Unie van Utrecht willen bewyzen , te zullen accepteeren; blykens onze misfive aan Hoogstdezelve, van welke wy de eer hebben hiernevens eene copie te voegen. Omtrent de Heeren Staten van Gelderland egter hebben wy eene uitzondering moeten maken , en deeze moeten wy hier niet af een vernieuwen, maar ook uitftrpkken tot die Provintien, welke een ander rigtfnoer in zaken, alleen privativelyk hunne Bondgenoten rakende, dan U Edele Groot Mogende volgende, zig durven vermeeten, hunne mediatie te hnerponeren, en Mediateurs te benoemen, zonder te weeten , of wy hunne mediane zullen aanneemen of verwerpen, en hunne quafi Mediateurs territoir verleenen of weigeren. — Onze pligt en da belangens van onze Stad en Burgery noodzaaken ons , ook hier die Preliminaire Poinclen aantevoereu , welker daarltelling den weg tot mediatie moet banen; en wy durven ons in dezen met de veel vermogende Officien ook van U Edele Groot Mog. , welke wy thans in 't byzonder direüelyk allervriendelykst en ernfligst imploreeren, vleyen, daar U Edele Groot Mog. geconvinceerd zyn, dat alleen eene gepaste mediatie het gefchiktst middel was , om de gefchillen op eene convenabele wyze te vereffenen. — Tot deze Pra:liminairen brengen wy, Edele Groot Mogende Heeren 1 — U Dat deze Provintie van Troupen geëvacuëert, en deze van 't Stichts-Territoir verwydert worden : een poincl: , door U Edele Groot Mog. zelfs van dat gewigt gerekend , om hetzelve met al den ernst , welke het belang der zake vordert, aan die Staats-Leden, te Amersfoort vergaderd, in ferieufe overweeging te geven, en 't zelve als den voornamen grond van ons wantrouwen, met betrek, king tot degeduteerde oogmerken ,te defigneeren. — II. Dat onze domeftique zaken, het StaÜs Regeeringsbefiuur betreffende, als finaal afgedaan, buiten alle verdere diliberaiien, in de voorgenome conferentien zullen blyven. — III. Dat uit het eerüe Lid de Heer Mr. Willem Emmery de Perponcher de  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 189 de Sedlnitzky, Heer van Wolphersdyk, Canonik ten Dom, zal gefloten blyven. En op dezen voet vernieuwen wy even bereidvaardig , als wy onze Gedepu eerden naar Utrecht wilien zenden , het aanbod onzer Stad van vry acces en reces voor alle de Stichtfe Ma. ts-Leden, uitgezonderd alleen den Perfoon van Mr. W. E- de Perponcher, om dit heilzaam werk met den meesten fpoed voorttezetten. En hiermede, Edele Groot Mog Heeren! beveelen wy U Edele Groot Mog. in de befeherminge Godes, en blyven Edele Groot Mogende Heeren ! U Edele Groot Mog. zeer goede Vrienden, Burgemeesters en Regeerders dei Stad Wyck by Duurfteede. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekend) WyckbyDuurfteede l. van schalk. den a January 1787. II. Misfive der Stad Utrecht aan de Heeren Staten van Holland en West-Viiesland, over de aangebodene Mediatie. In dato 8 Jan. 1787. edele groot mogende heeren! D-ar Uw Edele Groot Mog., by Hoogstderzelver misfive van den 13 December des voorIe-  j9o J&n. ZAAKEN VAN 1787 leden jaars, ons hebben voorgefteld, door het accepteeren eener ons aangebodene mediatie den weg tot het vereffenen der in deze Trovintie fubiisteerende gefchillen te baanen; en wy in alle zaken, het Regeeringsbeftel dezer Stad concerneerende , iteeds begreepen hebben , daarvan onze goede Burgery niet onkundig te mogen laten , konden wy niet anders te werk gaan, dan, gelyk wy de eer hebben gehad, aan Uw Edele Groot Mog, te refcibeeren, overeen poindt van zulk een grote aangelegenheid derzelver gedagten inteneemen. De 3 Collegien, aan welke dezelve in onderfcheiden tyden hunne belangen hebben toebetrouwd, en waarvan 'er 2 door den vorigen Raad zyn erkend , en het derde , te weeten dat van gequalificeerde Gecommitteerden, op onze tegenswcordige Conftitutie is gevestigd , zoo wel als de goede Burgery zelve , ten dien einde door hen geconvoceerd, verklaren zig, uitgenomen eenige weinige individueele Leden, met den inhoud dezer volkomen te conformeeren , en betuigen dus, nevens Ons , hunne dankerkentenis voor de pogingen , door Cw Edele Groot Mog. tot herltel van rust en eendragt aangewend, terwyl zy , zoo wel als wy , in de gedagten verfeeren, dat eene mediatia invoegen als door Uw Edele Groot Mog. voorgefteld, ook daarin van eene Arbitrage verfchilt, dat de Mediaïeurs zig zeiven, en wel aan beide de parthycn aanbieden , tot prsesteering van gelyke onpanydige en bondgenootlchappelyke Officien , terwyl daarentegen de Arbiters door de in gefchil zynde parthyen worden verkoren, of wel uit eenig hen toebehorend gezag, de zaak in verfchil tot zig evoceeren , welk laatfte wy verzekerd zyn , in 't geval in quaestte geen plaats te kunnen hebben: Eene onderlcheiding tusfchen Mediatie en Arbitraeie, welke, gevestigd op de Unie van Utrecht, Uw Edele Groot Mog. zoo wel als de Ed. Mog. Heeren Staten van de Provinciën Overysfel en Siad en Lande ook fchynen geadopteerd te hebben, blykens de offerte, welke Uw Edele Groot Mog. be- ne-  jan. STAAT EN OORLOG. i;87. IQI nevens de Heeren Staten van de gezegde Provintien, zoo aan ons, als aan de mee ons in verfchil zynde Staats-Leden hebben gedaan. Üaar wy ons dus vleijen , dat U Edele Groot Mog., zoo wel als wy , van de noodzakelykheid der aanbieding in eene mediatie zullen geconvinceerd zyn, kunnen wy niet afzyn, te verklaaren, geene andere Mediateurs als uit zulke Provintien die door dusdanige offerten by ons bekend zyn' te kunnen aanneemen; weshalven wy, zonder eeni* gen fchroom, de mediatie ons door Uw Edele Gr Mog. en de Edele Mog. Heeren Staten van Over" ysltl en Stad en Lande aangeboden , accepteeren. Egter kunnen wy niet ontveinzen, te zeer overtuigd te zyn vaii de billyke denkwyze van Uw Ed. Groot Mog., dan dat Hoogstdezelve zco min als de Heeren Staten der twee andere Provintien immer van ons zouden kunnen vergen, 't aanneemen van een Plan van Conveniëntie , ten faveure der van ons disfentieerende Staats.Leden, of van eenkr ander, waardoor aan Stads of der Burgeren inaüënabele regten , eenige de minfte atteinte zoude worden toegebragt , ten welken opzigte wy ons zoo wel op onze omfive van 4 November jongstleden, als op de Unie van Utrecht zelve beroepen by welke verbindtenis alleen van het maiotien en de guarantie der wederzydfche Regten door de Bondgenoten word gewag gemaakt; zullende Uw Edele Groot Mog., benevens de Heeren Staten van Ovcysfel en Stad en Lande , ons by de aamevanseiie Conferentien bereidwillig vinden, omtrent alle an. dere poinöen in zulke onderhandeling te treden als uit de propofitien van de Heeren Uw Edele Groot Mog. Gecommitteerden cn die der twee andere Provintien zullen geboren worden , ia zelfs, om tot bereiking van het heilzaam oogmerk dier Conferentien, tot bezorging van rust en vrede aan Stad en Provintie , alle mogelyke faciliteit te gebruiken. b Ten blyke van dit ons opregt voornemen , zyn wy bereid , op de requificie van Uw Edele Groot Mog.,  19a jan. ZAAKEN VAN 1787. Mog., alle de auxiliaire Burgers, die tot onze hulp zyn toegefchoten, en thans alhier Guarnifoen houden, te laten vertrekken, zoodra de zoo wederregtelyke door de Vooritemmende Leden ingevoerde Militie den bodem dezer Provintie zal verlaten, waartoe wy ons vleijen , dat de vermaning van Uw Edele Groot Mog. onze Mede-Staatsleden zal bewogen hebben; in welk geval wy ons volkomen op de guarantie van Uw Edele Groot Mag. zullen blyven verlaten. Edog kunnen wy alhier niet verbergen, dat, wat het vry acces en reces tot en van deze Stad aangaat , het accordeerën van hetzelve aan alle de Staatsleden, zonder eenig onderfcheid , ons als zeer zorgelyk is voorgekomen. Wy begeeren in geen wydlopig detail te treden , van zoo veele faéla , waardoor verfcheide dier Staats-Leden zig den billyken haat van onze goede Burgery hebben op den hals gehaald; U Edele Groot Mog., zoo wel al$ geheel Nederland, zyn daarvan onderregt; ook zoude zulk een verhaal weinig gefchikt zyn , tot herltel van rust en vrede, het eenigfle doelwit der pogingen van Uw Edele Groet Mog. ; dan wy willen gaarne aan Hoogstderzelver aequitabel oordeel overlaten , of het accordeerën van he: onbepaald acces en reces, gedurende eenen tyd van wederzydfche conferentien , wanneer de aangelegenheid der zaak de gemoederen in eene gedurige beweging houd, en daardoor telkens nieuwe alteratien doet geboren worden, al, of, ot' niet geraden zoude zyn , en of 't zelve gefchikt zoude wezen , om zoo veele wonden, aan Stads welzyn, door die Leden, toegebragt, te verzagten, dan wel weder levendig te maktn. Het zoude ons, Edele Groot Mog. Heeren.' om alle deze redenen voorkomen , dac eene neufrafë plaats, het zy Leyden,/het zy zulke andere in Holland , als Uw Edele Groot Mpg. daartoe zouden verkiezen, veel meer dan deze Stad tot het houden dier byêc'nkomsten gefchikt zoude zyn ; byéénkomsten, waarvan onze goede Burgery de hoogde ver. Wüg-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 193 wagting zoude hebben, indien zy niet zoo dikwerf had ondervonden , boe meesterlvk men zig van fchynredenen weet te bedienen, orri daaruit incidenten en dilayen te doen geboren worden, waardoor het, hoe langs hoe meer, onmogelyk word, om tot een einde van zaken te komen. Het is dus uit vrees voor de voortduring van dez»; menëes, en geenzins om eenig mistrouwen, het zy tegen Uw Edele Groot Mog. , het zy tegen d^ Heeren Staten van de twee andere Provintien , te kennen te geven, dat wy, uit naam van onze Burgery, verzoeken, dat Üw Edele Groot Mogende, door derzelver veel vermogenden invloed , het daar heen gelieven te dirigeeren, dat de thands door ons geaccepteerde conferentien , 4 weken na den ontvang dezes worden geopend, en a maanden na derzelver aanvang getermineerd, 'c geen wy vertrouwen, het eeniglle middel te zyn, om het tergiverfeeren, en fteeds opgeven van ver gezogte zwarigheden onmogelyk te maken. En hiermeede, na Uw Edele Groot Mog. in de befcherming enz. Utrecht den 8 January 1787. III, Misfive der Stad Utrecht aan de Hee. ren Staten van Overysfei, over de aangeboaene Mediatie. In dato 8 Jan. J787. edele mogende heeren! Nadat wy in de maand November des afgelopen jaars, by eene ampele Misfive, onze gedagten, aangaande de vereffening der in deze Provintie fubfifteerende verfchil'en, langs den weg van mediatie, aan llw Edele Mog en aan de Heeren Staten van 4 der overige Gewesten, hadden vocgedragen, met toezending tevens van zoodanige Hukken, welke wy meenen, niet ongeichikt te zyn ter voorlopige adftrrclie der byzondere Voorregten, welke van de XXXVI. deel. N oud.  ,94 jan. ZAAKEN VAN 1787. oudtte tyden aan deze Stad hebben gecompeteerd, hebben de Heeren Staten van Holland en WestVriesland, by Hoogstderzelver misfive van 13 December jontstleden, ons kennisfe gegeven, dat de van ons disfentieerende Staats-Leden , te Amersfoort byeenkomende, de aan dezelven aangebodene Mediatie haddeD geaccepteerd , Ons ter zelve tyd insgelyks Hoogstderzelver Bondgenootfchappelyke Officien aanbiedende , en ons verzoekende en exhorteerende , dat wy , ter beantwoording aan het welmeentnd verlangen van Hunne Edele Groot Mog., ons dezelve zouden laten welgevallen , en Hoogstdezelven met den meesten fpoed daarvan verwittigen. . ' - '-O- •« Nadat wy nu op dit aangelegen Huk de gedagten der 3Burger-Commisfien, en vervolgens,door dezelven ook die van onze gantfche burgery hadden ingewonnen , is met volkomen onderling goedvinden by ons gearrefteerd , en heden aan de Heeren Staten van Holland en West-Vriesland afgezonden, eene refcriptie, welke wy de eer hebben, Uw Ed. Mogende hier by copielyk te doen toekomen , en waaruit Uw Edele Mog. zal confteeren , dat wy benevens de Mediatie van Hunne Edele Gr. Mog., ook die van ü Edele Mog. en van de Heeren Sta. ten van Stad en Lande hebben aangenomen , terwyl wy van oordeel zyn, dat de aart van alle Mediatien eene offerte aan beide de litigeerende Pgrthyen meedebrengt, gelyk Uw Edele Mog. , zoo wel als de Heeren Staten der 2 genoemde provintien , uitwyzens Hoogstderzelver onderfcheide Misfives, aan Ons geadresfeerd, zulks ook te regt hebben begrepen j wien volgende wy ons dan ook die reaal niet aan de Heeren Staten der overige Gewesten op dit fujet hebben kunnen expliceeren. Wy neemen voor het overige de vryheid, kortheidshalve , ons te reféreeren tot de bygevoegde Copye MisGve zelve, verzoekende en vertrouwende, dat Uw Edele Mog., met concurrentie van de Heeren Staten van Hollanden van Stad en Lande, zoodanige arrangementen zullen gelieven te maken , waar-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 195 waardoor de ontftaane differenten tusfchen Ons en de Voorftemmende Staats-Leden dezer Provintie, op de prompfte wyze , behoudens onze Stedelyke Regten en Vryheden kunnen worden getermineeru. Wy beveelen Uw Edele Mog. in de befcherming enz. Utrecht den 8 January 1787. IV. Publicatie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, raakende /Idresfen tegen het ingevoerde Regeer ings-Reglement. In dato o Jan. 1787. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, met veel bevreemding vernomen hebbende, hoe zommige kwalykgezinde en door eigenbelang gedrevene Menfchen onderhandfche pogingen aanwenden , ten einde, onder allerhande voorwendzelen , en met fpeciale belofte van geheimhouding der Namen, eenige goede Burgers en Ingezetenen dezer Stad te misleiden , en hen te doen tekenen zeker Declaratoir, Adres, Request of iets van zoortgelyken aart; waarby de Ondertekenaren, behalven verfcheiden uitdrukkingen , welke zo min met de waare Vryheids en Vaderlands liefde, als met de Nederlandlche Opregtheid overeenkomftig zyn , hoofdzakelyk verklaren, niet alken geen deel te heb. ben gehad , aan het geen binnen deze Stad gedurende dit jaar gebeurd, en door de Burgery verrigt is, met betrekking tot de invoering en beëediging van het Stedelyk Regeer ings-Reglement, en het geen daaruit is geproflueerd, maar veeleer quafi gewenscht en gebeden te nelt, ben, dat nimmer iets van dat alles was voorgevallen, hebben Hun Edele-Groot Agtb. nodig geoordeeld, te verklaren , geene de minlte intentie te hebben , om iemand, hy zy wie hy zy, eenigzints te bepalen , veel min eenige de minlte moeite aantedoen , wegens zyne byzondere denkwyze, al was het ook N 2 dat  iojs jan. ZAAKEN VAN 1787. dat die van de groote meerderheid kwam te verïchillen , ja zelfs integendeel van oordeel te zyn , dat a3n een iegelyk volkomen vryheid behoord te worden overgelaten , om ten allen tyde, zoo wel in het Godsdienstige, als in het Burgerlyke, uittekomen voor die gevoelens , welke hem de beste toefchynen , mits dat van deze vryheid worde gebruik gemaakt , op eene wyze, waardoor nog de heerfchende Godsdienst, nog de goede zeden, nog de vastgeltelde orde in den Burgerftaat, nog eindelyk het algemeen belang des Volks worden in gevaar gebragt, of eenig het minfte nadeel komen te lyden. — Dan hoe zeer Hun Edele Gr, Agtb. ook geneegen mogen zyn, om de vryheid van denken en fpreken zoo ver te helpen uitfirekken, als maar eenigzints met de regelen van eene gezonde Staatkunde kan worden overeengebragt; en hoe bereidwillig ook, om de billyke klagten van alle Ingezetenen te horen , en aan derzelver regtmatige begeerten, zoo veel mogelyk , te voldoen, legt op hen geene mindere verpligting , tegen alles, wat tot ftoring der rust , en tot vermeerdering der onrust en verwarringen, ftrekken kan, te waken. Om alle welke redenen Burgemeesteten en Vroedfchap goedgedagt hebben , alle goede Burgers en Ingezetenen dezer Stad onder het oog te brengen, dat, nademaal aan een ieder, niemand uitgezonderd, gedurende al den tyd, dat tusfchen Raaden Burgery over de verandering in de Regeerings-vorm is gehandeld, overvloedig, en zelfs by verfcheiden herhalingen , tyd- en gelegenheid is vergund geweest, om met zyne begrippen openlyk voor den dag te komen , het thands , nu Stads Kegeeringsvorm, ingevolgen van het onbetwistbaar regt van Raad en Burgery, zco plegtig is vastgelleld, en in train gebragt, de tyd niet meer is, om die vastgeftelde orde te willen renverleeren , of zig tegen dezelve , uit hoofde van verfchillende begrippen , te verzetten, en zulks zco veel te minder, indien de pogingen, ten dien einde aangewend, onbehoorlyk en wedeiregcelyk in zig zelve zyn , gelyk als is  jAtf. STAATEN OORLOG, 1787. 197 is het prefenteeren van eenige Declararoiren, Adresfen, Requesten of iets diergelyks, ten opgemelden einde, aan iemand, wie het ook zyn moge, buiten den wettigen tegen woordigen Raad dezer Stad, hec geen dus by dezen aan ailen en een iegelyk, niemand uitgezonderd, wel fcherpelyk word verboden, en wyders verdaan, dat, indien een of meer Burgers of Ingezetenen , vergetende den Eed , of andere betrekking, waarmede zy aan deze Stad, en aan de bewaring van derzelver Voorregten, zoo naauw verbonden zyn, mogten bedaan, zig met hunne meergemelde disfentiëerende begrippen of met eenige Verzoekfchriften, vap zoodanigen aart, welker beoordeling aan de Vroedfchap dezer Stad toekomt, by iemand anders, waar en wie het ook moge zyn, buiten dezer Stads wettige tegenwoordige Regeering , te vervoegen, of wel van hunne vermeende bezwaaren eenig ander onwettig gebruik te maken , tegen alle dezelve en ieder van hen in het byzonder, ten rigoureuften zal worden gepro> cedeert, als tegen dezulke, welke de publieke rust en goede orde verdoren , en die zig dadelyk verzetten tegen die Magidraat, welke door zeer ver het grootfte gedeelte der Burgery voor hunne eenige wettige Overheid word erkend ; zullende Hun Edele Groot Agtb. aan de andere zyde ten allen tyde gereed worden bevonden, om alle zoodanige Burgers en Inwoners, welke met de daad tonen, den hoogden prys te dellen op des VolKs zoo duur gekogte Regten en Vryheden, met alle hunne vermogens by die diere en onfchatbare Panden te bewaren. — En worden de Heeren van den Ed» Agtb. Geregte yerzogt, op het maintien dezer erndig te vigileereri. - En op dat niemand hiervan onkundig zy, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, zoo als het behoord. - Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearredeerd den 8 January 1787, en den ia dito daar aan volgende gepubliceerd. In kennisfe van my, J. W. DE RÜEVER. >r< . N 3 V.  i9B jan» ZAAKEN VAN 1787. V. Request van eenige Ingezetenen van Zierikzee en Brouwershaven , aan de Staaten van Zeeland, tegen de Exercitie-Genoot/chappen. In dato 8 January 1787. EDELE MOGENDE HEEREN1 Geven reverentelyk te kennen de Ondergetekende , alzoo t'zedert eenige tyd in ons Eiland , en vooral te Zierickzee, eenige Lieden zig hebben opgehouden met het exerceeren , tot zoo lange er een Sociëteit of Vry Corps onder eene zekere.benamingc is voortgefproten van zoogenaamde Patriotten , die zig hebben kenbaar gemaakt door 't dragen van zwarte Cocarden, ja zig zeiven hebben verbonden onder den anderen , om hunne MedeIngezeetenen , zoo ze in hunne Vryhtden mogten worden verkort, te onderfteunen , gelyk er dan ook eenige van die Lieden naar Utrecht zyn geweest , om die Burgery tegen allerlei aanval van binnen en van buiten te onderfteunen , welke Lieden by haar retóur verciert waren met Hoeden en daarop hooge Pluimen en Linten van allerlei couleur, waarmede zy door de Stad liepen. - En dewy) in de voorgaande Zomer, wanneer Zyne Doorl. Hoogheid in deze Provintie was, verfcheide Landlieden zyn geweest, die een Oranje Strikje op de Hoed hadden , dog het geen welk zeden eemgen tyd weder begon te verminderen. — Dan terwyï de Heeren van Zierickzee hunne Marktdag van Zaturdag op Donderdag fielden, daar veele Ingezetenen van Schouwen en Duyveland tegen waren , dog evenwel hetzelve hun lieten welgevallen, kwamen er verfcheiden Buitenlieden met Orange Lint op hunne Hoeden in de Stad , het welk van die Viy Corporisten zeer kwalyk wierd genomen, en men nulkander begon te te'rgen , gelyk onder an(ieitn gebeurde aan een Burger van öommenede, ge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 190 genaamt Gerard Moerfaat , met een Orange Lintje op zyn Hoed , door een zoogenaamde Patriot , Jjaack den Uil, by de Burgemeester wierd gebragt, welke op verzoek vati de Burgemeester zyn Lindje van de Hoed afdeed, dog buiten komende door de voornoemde Ifaack den Uil wierd uitgelagchen, en gezegt, waar is U Lintje, nu doet het weder eens op uw Hoed , en daarover moeijelyk zynde , aan» ftonds het Lintje op zyn Hoed deed, en zeide, nu zal het erop blyven, haalt ge 't het er eens af! — Hierop verfchenen eenige Lieden uit Dtiyveland des Zondags in de Kerk te Zierickzee , met Oranje Lint op hunne Hoeden. Hierover waren de Cocardedragers desperaat, en de meeste van de Re. geering nam het zoo kwalyk, dat met meerderheid van Stemmen wierd gerefolveert, daartegen een Publicatie te doen, gelyk er dan op den "25 November 1786 is gepublicert , waarby het dragen van Oranje Lint op Lyfftraffen en Bannisfement is verboden. Hierop wierden de Ingezetenen van 't platte Land en ook alhier zeer te onvreden, om dat er vryheid wierd gelaten tot het dragen van zwarte Cocardes en Pluimen enz. ja tot tergsns toe, uit alle welke omftandigheden voortkwam , dat twee Lieden, als de Wagemaker van Haamttede en een Boere Kaerel van Nieuwerkerk in Duyveland, door Bailliuw, Schout en Dienaars , geadfifteerd met de Militaire VVagt, wierden gevat, en op 's Gravenfteen gebragt, voor dat zy zig wat fterk daarover hadden uitgelaten. - Doen wierd het gemeene Volk nog moeijelyker, en namen een voorneemen, om met eikanderen te bewerken, was 't mogelyk, de geapprashendeerde, eerst met vriende]yk verzoek los te ktygen, of andere raiddelen te gebruiken, het welk van dat gevolg was, dat des anderen daags twee Inwooners van Zonnemaire en Bommenede in onze Stad kwamen , en vraagden aan verfcheide Lieden, of zy mede gingen na Zierickzee-, welke vraagden, om wat te doen ? zy zeiden , om die Lieden, die gisteren boven gezet zyn, te verzoeken om vry gelaten te worden; en verder N 4 zei»  aoo jan. ZAAKEN VAN 1787. zeiden, dat er reeds al verfcbeiden weg waren naar Zierickze. — Hierop kwamen verfcheide Lieden by malkanderen, en gingen mede over Zonnemaire en Dreyfchor , dog welke alle niets hebben misdreven , maar een ieder maar \erzogt, om hierin te voorzien, dat de geappraehendeerden mogren wer. den losgelaten, en vryheid aan een ieder wierd gelaten, te dragen, wat hem beliefde, of anders alles direft te verbieden; dog hebben nkt by of omtrent Zierickzee geweest, al waarom verfcheide van die Lieden door de Juftitie op aanklagte van den Schout jfacob Molenburg zyn vervolgd , zelfs zoodanig , dat eenige zig hier niet langer veilig agtende, genoodzaakt zyn geweest, bet Land te verlaten, en zig na elders te begeven. — Het welk zoo ver gegaan is, dat de Heer Rentmeester in zyne qualiteit als Bailluw van Dreyfchcr, Zonnemair en Noordgouwe, zekere Brief heeft overgelegt, die door onze Magiftraat voor Notificatie is aangenomen , en in Advis gehouden , vermits de misdaad, in voorfz. Mbfive vermeld, tot npg toe hier niet genoeg bekend was. Ja men heeft op den ^ dezer nog een Peifoon met naame Marinus den Hollander, welke jn Zierickzee kwam, om affaires te doen , willen appiaïhendeeren , omdat hy met de meergemelde hoop uit nieuwsgierigheid was medegelopen , dog onder eenige vourfpraak is vry geworden. Zie daar Edele Mogende Heeren , wy laten aan V Edele Mog, eigen oordeel, of uit allen dezen niet ten allerduidelykften blykbaaris, de ooizaak van de geheele combufiïe in onze Stad en omleggende Plaatzen , uit Zierickzee oorfpronkelyk is, ja men houd niet op , om ons te tergen, want voor 2 a 3 dagen zyn hier uit Zierickzee nog 8 a 10 Perfonen van die zoogenaamde Patriotten geweest, waarfchynelyk cm te zien en te vernemen, wat 'er by ons van gezegt wierd. — Men heeft ook een Boer, eene van Ce vreedzasmfte, genaamd Theunis Skhoof, welke des Dingsdags na de nieuwe Marktdag , zyn verkogte goed in de Stad bragt, flegt bejeegend , v^elke door drie Jongens met zwarte Cocarden wierd. aan-  jan. STAAT EN OORLOG. I787. aoi \ aangerand met deze woorden: wel duivelfe Boer, wat doet gy nu in de Stad, weet gy niet, dat hec geen Marktüag is, waarop hy zeide , wel Strontjongens, mag ik in de Stad niet ko nen als ik wil. — Ja dat nog verder gaat, men durft den armen Arbeider aan het Landwerk , verbieden met geen Oranje op zyn hoed te gaan , of anders van den dyk af te blyven , fchoon zynde Ingezetenen van deze Stad , die dagelyks hun brood aan den dyk moeten winnen. — Om alle welke redenen en welke men nog meer zoude kunnen te berde brengen, wy ons keeren tot U Ed. Mog., ootmoedig ftneekende, het ü Edele Mog. gunftig moge behagen, om tog zeo veel mogelyk te voorzien met de Genootfchappen en Vry-Corpfen te verbieden, en met geen zwarte Cocarden of Pluimen op haare Hoeden te gaan, of anders alles te verbieden, of geheel vryheid te verleenen tot voorkoming van meerdere onheilen, ja dat de Juftitie mogte werden'; gefurcheert, om geene Ingezetenen uit deze Stad en anderen Plaatzen over het dragen van Oranje Lint te apprashendeeren, en die reeds haar zeiven hebben geabfenteerd , niet verder werden vervolgt door de Juftitie, maar weder vryheid verleend, om terug te komen, en de Landwerkers ongeftoord hun arbeid mogen vervorderen. 't Welk doende, &c. VI. Misfive van de Magiftraat van Heus' den, reclameerende hunne plaats in de Vergadering van Hun Edele Groot Mogende. In dato 8 Ja* nuary 1787. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN1 Nauwlyksch ontwaarden de Burgers en Ingezetenen dezer Stad de lofFelyke Pogingen van U Edele Groot Mogende, en der Heeren Staaten van N 5 zom-  aoa jan. ZAAKEN VAN 1787. zommige andere Provintien , tot berftel van zoo veele verdonkerde Voorrechten , welkers opdelving den Landen zoo veel Heils heeft toegebracht. — Nauwlyksch zagen Zy daar toe andere Burgers in zo veele onderfcheidene Steden yverig meedewerken, of Zy bezetten ook Hunne Verplichting tot dat Heilzaame Doeleinde, en vonden zich daar door opgewekt, om insgelyksch Hunna Stedelyke Grieven en Bezwaren te Heritellen, en daartoe mee vereende Krachten onvermoeid Werkzaam te zyn, gelyk Wy daar van in veelen opzichten de treffelyklte blyken ondervonden hebben, — Dan, hoe verre dezelve daar in ook hebben mogen vorderen, achteden zy echter alles onvolkomen en daardoor niets gewonnen, zo lange Zy niet, gelyk in vorige tyden weder in de Hooge Vergadering dezer Provintie gerepraefenteerd werden. En het was dus uit hoofden van deeze overtuiging der Burgers en Ingezetenen deezer- Stad , het was derzelver bewustheid van Hun Pligt in dezen en van Hun onbetwistbaar Recht daar toe ; dat Zy zich eindelyk genoopt hebben gevonden , de Exercitie van dit Récht by Ons op een Wettige wyze te reclameeren, en de uitoetFening daar van des Noods van Ons te eisfehen en aan Ons te gelasten. Hierom is het, Edele Groot Mog. Heeren! dat Wy volkomen overreed zynde van de Billykheid van dezen eisch , als {leunende op het Verdrag , volgens het welk deze Stad zich in den Jaare 1577 by de andere Leden van Holland begeeven en met dezelven zich vereenigt heeft - Op de Unie van Utrecht, welke haar in dezen ter nadere Bevestiging en als tot een Waarborg verflrekt — Op de dadelyke Posfesfie , waar door zy zoo lange van dat Regt geufeert heeft, zonder daar van by vervolg immer eenige Wettige afftand gedaan te hebben en boven alles op het gelyk Recht der Ingezetenen eener Vrye Republiek deswegens, - hierom is het, herzeggen Wy , dn Wy geenzints geaarzeit hebben aan het verlangen en de Wettige begeerte van Onze brave Burgery te voldoen , en mitsdien het ge.  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 203 genoegen hebben aan U Edele Grooc Mog. te cornmuniceeren , dat Wy befloten hebben en voornemens zyn de Oude Plaats dezet Stad in U Edele Groot Mog. eerst volgende Vergadering weder te occupeeren, zo om U Edele Gr. Mog. in Hoogstderzelver Patriotttfche pogingen te onderfcbragen, als , om Ons van Onzen Plicht jegens Onze Stad en Landgenoten , welker belangen Wy door Ons langer agterblyven te zeer zoude verwaarlozen , naar Ons vermogen te kwyten , zullende Wy alsdan de Eere hebben aan U Ed. Gr. Mog kennis te geeven van de gelukkige vorderingen , welke ( Onze weldenkende Burgery in het opfpooren van haare Rechten gemaakt heeft, en van alle hetgeen alhier omtrent het Stedelyk beftuur deezer Stad op eene allezints Wettige Wyze geintroduceert is, terwyl Wy diensvolgens de poinéten van JBefchryving als van Ouds voor deeze Stad verwagtende, en daarop Ons verlaatende U Edele Gr. Mog. aan de Befchermiag der gunftige Voorzienigheid aanbeveelen en de Eer hebben te zyn, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mogende Dienaren en Goede Vrienden, De Leden van de Magiftraat der Stad Heusden. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend.) F. C. TROMEH. Gefchreeven in Onze Vergadering binnen Heusden den 8 January 1787. VU.  2o4 JAN. ZAAKEN VAN 1787. VII. Refolutie van hun Edele Groot Mog. omtrent het gebruik der Wapent beven de Placatcn en Publicatien van Hun Edele Groot Mogende ! en Gecommitteerde Raaden, en ten aanzien der Bodens- Busfen in de beide Quartieren. In dato 11 Jan. ijtij. By refumtie en tot finale afkomst op heden, vol. gens Hun Edele Groot Mog. Refolutie van oei. 20 der laatstlede Maand , gedelibereert zynde op het Rapport den 1 te voren ter Vergadering uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap en verüere Hun Ldele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , hebbende ter voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisfo. naai van den 28 September 1785, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, geëxamineert, welke nadere voorziening behoorde gedaan te worden om. trent het gebruik der Wapens boven de Placaaten en Publicatien van Hun Edele Groot Mog en derzelver Gecommitteerde Raaden; mitsgaders ten aanzien van de Busfen, die door de Boodens van deeze Provintie doorgaans gedragen worden; als mede de retroaétive Confideratien door gem. Heeren Gecommitteerde Raaden in bet Befogne van den 15 December 1785 da*r op geexhibeert. Is op de gronden by het voorfz. Rapport gelegt goedgevonden en verdaan , dat van nu voortaan boven alle Placaaten, Publicatien, Ordonnantiën en andere Stukken, die gewoonlyk met het Provinciaal Wapen worden voorzien, het zy dezelven worden geëmaneert van wegens Hun Edele Groot Mog of van Heeren Gecommitteerde Raaden, in de bei' de Quartieren, wanneer dezelven worden gedrukt, geplaatst zal moeten worden het Wapen van Hun Edele Groot Mog., zynde den Tuin met de Wapens van de Steden omzet, en houdende de Leeuw al-  jan. STAAT EN OORLOG, iffi. 205 alleen het Wapen van Hun Edele Groot Mogende in deszelfs linker klaauw, zodaanig als "t gemelde Wapen voor den Jaare 1747 18 gebruikt geweest: Als mede, dat, voor zoo veel de Busfen der Bodens in de beide Quartieren van deze Provintie aangaat, dezelven alleen zullen moeten beftaan uit het Wapen van deze Provintie, en dus met weglaating van dat van den Heer Stadhouder, 't welk zich thans boven het zelve geplaatst vind. Wordende de Heeren Gecommitteerde Raaden in de refpedive Quartieren gequalificeert, om hieraan niet alleen eene fpoedige executie te geeven, maar tefFens ook zorge te dragen, dat de alzoo gemanifesteerde begeerte van Hun Edele Groot Mog. op geenerlei wyze werde geëludeerd. En is wyders, omtrent bet geen door de voorfz. Heeren Gecommitteerden by het gemelde Rapport ten aanzien van de materie van Sauvegarde in bedenking is gegeeven , goedgevonden en verftaan, dat door de Heeren Gecommitteerde Raadfen in de beide Quartieren de nodige lnformatien zullen worden genomen naar de openlyke vertooningen van Sauvegardes van den Heer Stadhouder, binnen deeze Provintie plaats hebbeude, mitsgaders naar den oorfprong daar van , en de gronden waar op, dezelven berusten, met verzoek van derzelver Confideratien en Advis , ten aanzien van de voorziening, die met betrekkirjg tot het verkeerde, dat in deeze zoude mogen btyken plaats te hebben , gevoeglyK&t tot maintien der Horigheid van den Souverain , door Hun Edele Groot Mog. zoude kunnen woeden gemaakt en in het werk gefield. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. D* Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Hootn, Enkhuyzen , Edam en Medemblik, hebben, zonder te advoueeren de  2o6 jan. ZAAKEN VAN 1787. de gronden van het Rapport, tot de voorfz. Refolutie geconcurreert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle hebben de voorfz. Refolutie aangezien. VIII. Approbatie van het verrigte van Gecommitteerde Raaden , omtrent zeeker Exercitie • Genoot/chap te Voorburg '1 en Qualificatie op Gecommitteerde Raaen nopens Exercitie - Genoodfchappen ten Platten Lande, In dato 11 Jan, 1787. /^kistfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden gefcheeven in den Hage den jo dezer, waarby te^ kennis van Hun Edele Groot Mogende brengen de voorziening by hun gedaan, omtrent zeker zogenaamd Exercitie-Genootfchap door C. Siliakus Boekverkoper te Voorburg opgeilgt, en het voorgevallene by dat Corps, breeder hier na geïnfereert. edele groot mogende heeren! Geinformeert zynde , dat op den laatst voorleeden tweeden Kersdag, zeker zogenaamd Exercitie-Genootfchap door C, Siliakus , Boekverkoper te Voorburg , opgerigt, aldaar voor de eerftemaal in het openbaar op een ftuk Land, gelegen aan den agterweg, gemanoeuvreerd heeft, zig als Tambour bedienende van zeekeren P, van Raveftein, (zynde een derTambours van de Haagfche Schutterye) en van zeekeren P- Jolyt meede alhier woonagtig als Fluiter, welke beide Perfoonen in het voorleden Jaar meede in die relatie geparoisfeert hebben by het Corps,  JAN» STAAT EN OORLOG. 1787. s©v Corps, waartoe Francais Mourand behoord heeft , het weike U Edele Groot Mog. op den 24 Maart 1786, uit hoofde van de verderfelyke Raadfiajgen , daar uit voortgevloeit, hebben vernietigd; mitsgaders dat by die gelegenheid door een grooten hoop der. waarts zamengevloeit Volk , zo op het gemelde Dorp, als naderhand onder Weg naar Delft en herwaards , diverfe baldadigheden gepleegt waaren ; hebben Wy , vermits de abfentie van U Edele Groot Mog. goe Igevonden en gerefolveert, om, onverminderd het Judiciecl onderzoek naar het geen ten tyde voorfz. gebeurd is, aan Schout en Gerechte van Voorburg aan te fchryven en te gelasten , om , by provifie en tot daaromtrent anders by U Edele Groot Mog. zoude mogen worden goedgevonden en verftaan, de nodige voorziening te doen, dat geenerhande publieke byeenkomften of Exercitiën van het Genootfchap, het welk op den gemelden laatst gepasfeerden tweeden Kersdag aldaar op zeeker ftuk Land had getnanceuvreert , meer komen plaats te hebben , van hupheder verrichtingen en weedervaaren ten dien opzigte aan Ons kennis geevende , en voor zo verre zig eenige zwarigheeden by de executie van het gunt voorfz. is, mogten opdoen, zulks doende per expresfe. Waarop Wy door gemelde Gerecht by Misfive zyn geinformeerd geworden , dathet zelve aan den voorn. C, Siliacus, uit Onzen naam, had aangezegd en gelast, dat zorge zoude hebben te draagen, dat by provifie en tot dat anders by U Edele Groot Mog. zoude mogen worden goedgevonden en verftaan, voor het gunt voorfz. zorg te draagen, en dat door denzelven was aangenomen daar aan te zullen gehoorzamen; van al het welke Wy Ons verpligt hebben gevonden ü Ed. Gr. Mog. by deeze kennisfe te geeven. VVaar  so8 jan. ZAAKEN VAN 1787. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen Wy God Ahnagtig bidGen ü Edele Groot Mogende te willen houden in Zyne Heilige Prote&ie. In den Hage den 10 January 1787. (Onder ftond) Uw Edele Groot Mogende Dienstwillige , De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvrit. land. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekendj x a. j. rover. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , het verrigtte van de Heeren Gecommitteerde Raaden ter zaake voorfz. by deeze ten vollen te approbeeren, en dezelve Heeren te qualificeeren om geen andere Exercitie-Genootfchappen ten Platten Lande te admitteeren , als die fpeciaal onder Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 7 September laatstleeden zyn of zullen worden gecomprehendeert. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de voorfz. Refolutie gecontraaiceert. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Enkhuyzen, Edam en Me-  JAN. STAAT EN OORLOG. 1787. aog Medemblik , hebben in het nemen van de voorn. Refolutie in geenen deele geconcurreert, maar dezelve gecontradiceert en gedecfareert van gedagten te zyn, dat ten aanzien van de zaak, vervat in de Misfive van Heeren Gecommitteerde Raden, Schout en Geregte van Voorburg van wegers Hun Edele Groot Mog. behoorde te werden aangefchreeven en gelast , om Hun Edele Gr. JVlog. binnen een korten en bepaalde tyd van de ware geftelüheid der zaken te informeeren, ten einde het zelve gezien en geëxa- mineert zynde , als dan daar op te delibereeren en refolveeren, zo als geoordeelt zoude worden te behoren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, declareeren dat Zy tot het neemen van de vcrenftaande Relbiutie niet hebben geconcurreerd , nadien zy van oordeel zyn , dat met opzigt tot het gepasfeerde te Voorburg, niets moest worden beflooten zonder voorafgegane informatien van he; Geregt al. daar; en wat aangaat de gefielde ordres omtrent de Opgezetenen ten Oplatten Lande, dat Zy Gedeputeerden met inhsefie van het Declaratoir door Hun op de Refolutie vat? 7 September 1786 gedaan, ook nu meenen dat over een point van zoo veel deficatesfe niet zonder voorkennis en ordre van de Heeren Principalen behoorde te worden gerefolveerd, te meer, daar na Hunne gedagten alle Inen Opgezeetenen ten dezen gelyk regt hebben , en dus niemand in de zoo nuttig geroemde Wapenhandel moet worden verhindert, voor dat het klaar blykt, dat hy daarvan ten nadele van den Lande , of van de publicque rust poogt misbruik te maken. In welk geval alleen het na de tegenwoo: dige gefteldheid van zaken zoude kunnen te pas,,„,,fe ,komen den zodauigen, onder wat naam XXXVI. deel. O die  iio jan. ZAAKEN VAN 1787. die zig ook mogten voordoen, da Wapen, oeffening dadelyk te beletten. Weshalven Zy Gedeputeerden deze Refolutie, .zoo als dezelve legt, contradiceeren, en voor de Heeren hunne Principalen referveeren wat dezelve verder mogten goedvinden daaromtrent te doen. IX. Dank-Adres/en van Burgers en Inwoonden van Monnickendam en Jurisdt&ie; van de Zantpoort onder Velfen; van Zuandyk en van 't Eiland Marken; met een Declaratoir hsntier gevoelens voor Hun Edele Groot Mogende; en nog by de tweede om Comprehenfie in de Refolutie van 7 September; en by de derde om hulp aan Hattem en Elburg; met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoe, ligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mogende. In dato II January 1787. Is geleezen de Requeste van een aantal Burgers en Inwoonders der Stad Monnickendam en Jurisdictie van dien, waar by betuigen hunne gevoelens van Dankbaarheid voor Hun Edele Gr. Mog. cordate en Vryheid befchermende befluiten, en vuurig wenfehen, den voortgang met dezelve fermeteit en cordaatheid , om de Burgerlyke Vryheid , voor alle oveiheerfching te beveiligen', breeder hier na geinfereerd. Fiat Infertio, Als mede de Requeste van een aantal Bewoonders van 't Gehugt, genaamd de Zandpoort onder de Am.  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. au Ambagtsheerlykheid Velzen, tot nitboezeming hunner gevoelens voor Hun Edeie Groot Mog. en derzelver erkencenis voor Hoogstderzelver betluiten voor 'sLands welzyn en Vryheid, met bede teffens, dat hunne gewapende Burgery, die zich in den Wapenhandel aanhoudend oeffent, in de byzondere befcherming van Hun Edele Groot Mog. werde genoomen, zoo als die gunst aan meer andere Gewapende Burgeryen is verleend , breeder hier na geinfereerd. Fiat Inferüo. Voorts de Requeste van een aantal Burgers en Ingezetenen te Zaandyk , daar by mede betuigende hunne gevoelens van dankerkentenis voor het loflyk bellier van Hun Edele Groot Mog. tot bewaaring der duurgekogte Vryheeden en Rechten, breeder hier na geïnfeieerd, verzoekende het aanwenden van beftaanbaare middelen, waardoor de ongelukkige Burgers en Ingezetenen van Hattem en Elburg wederom vry en veilig tot hunne bezittingen zoude kunnen wederkeeren. Fiat Infertio, En eindelyk de Requeste , namens de gantfche Burgery van 't Eiland Marken, mede tot betuiging hunner dankbaarheid aan Hun Edele Groot Mog., voor Hoogstderzelver gewenschte maatregulen , zich, des noods, aanbiedende, om met hun bloed het Vaderland ten dienst te ftaan, breeder hier na vólgende. Fiat Infertio, Waarop gedelibereerd zynde, hebben Hun Edele Groot Mog., met opzicht tot de fentimenten, door de Supplianten der refpedtive voorfz. Requeseen, voor Hoogstdezelven gedeclareerd, ten uiterften gevoelig over die blyken van verknogtheid aan de eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog. zoo wel als aan de algemeene belangen van het VaderO a land  213 jan. ZAAKEN VAN 1787. land in de voorfz. Requesten gemanifesteerd , en niet dan met het grootfte genoegen kunnende be« fchouwen de regt Vaderlandfche verklaaring der Ondenekenaaren van dezelve ; goedgevonden en verftaanj de voorfz. Requesten, ten dien opzichte, vermits daaromtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aanteneemen voor Notificatie; en zal daar van Copie , ten behoeve van de Supplianten van de refpeöive Requesten worden uitgegeeven tot derzelver informatie , zullende van de tweede Requeste, met opzicht tot het daar by gedaan verzoek, om de Gewapende, en zich nog in den Wapenhandel oerTenende Burgery, in de byzondere befcherming van Hun Edele Groot Mog. te hebben genoomen, Copie aan de Leden worden gegeeven, om, na informatie op de inrichting daarop, na bevind te disponeeren; en zal de derde Requeste met opzigt tot de Steeden Hattem en Elburg worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne , en de Vergadering daarop gediend van derzelver Confideratie en Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz» Refolutie niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle , E ikhuyzen, Edam en Medemblik , hebben tor het eerfte Lid der voorfz Refolutie, zoo als dezelve is leggende, niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , hebben zich in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Am  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 213 Aan de Edele Groot Mogende, Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, Geeven zeer refpectueufelyk te kennen dc Ondergetekende, alle Burgers en lnwooners der Stad Monnikendam en Jurisdictie van dien. Dat zy geheel en al bezield met die eigene gevoelens van Dankbaarheid, waar mede zoo veele duizenden hunner Landgenoten zyn vervuld geworden , over zoo veele wvze , cordaate en Vryheidbefchermende maatregelen , welke door U Edele Groot Mog. in deze kommerlyke tyden , en voornamentlyk zints de geweldadige befluiten door de Heeren Staaten van Gelderland genomen , in 'e werk gefield zyn; ook niet zouden hebben uitgefleld , om dezelve voor het oog der gantfche Natie in den fchoot van O Edele Groot Mog. neder te leggen, indien niet het bezef dat zy Ondergetekende maar een zeer gering gedeelte van Hollands Ingezetenen uitmaken, en dus hunne Dankzegginge mogt fchynen eene min gewichtige waarde te bevatten, hun tot nog toe had doen verwylen, om zig mede van die aangename Burgerplicht te kwyten. Dan dat zy Ondergetekende , in overweging nemende, dat hun flilzwygeH, na zoo veele voorbeelden van bykans alle de Burge. ryen der Stemhebbende S?eden dezer Pro. vintie, welligt verkeerdelyk zoude kunnen werden uitgeduid, als of zy Ondergetekende van die hunner brave Landgenuteti ve fchjl. den, immers minder de nojdzakelykheid en waarde der door U Edele Groot Mogende genomen cordate Bt""; - «eueerden, ofte daar omtrent in eene laakbaar oiu'.'rfehiMigheid verkeerden , nie< langer hebb n willen afzyn, om.ook hunne gevoejeni te. kennis ' O 3 • ■ van  9i4 jan. ZAAKEN VAN 1787. van U Edele Groot Mog., als hunne hooge ~ en geëerbiedigde Vertegenwoordigers te brengen ; eene ftap waar toe zy zig te meer verpligt rekenen , uit aanmerking, dat ook de Cordaate en Vryheidlievende Regeering hunner Stad, tot alle die heilzaame maatregelen, ter Vergadering van U Edele Groot Mog. geconcurreerd hebben. Dat zy dan ook met die Cordaatheid, welke het kenmerk van Vryheidlievende Burgers uitmaakt, en te gelyk met die hartelykheid , welke door het bezef van de nuttigheid en noodzakelykheid der door U Edele Groot Mog. genomene maatregelen veroorzaakt is, verklaaren, dat zy niet alleen eerbiedig goedkeuren en ten uiterlte voor den Lande heilzaam oordeelen, alle dia Refolutien , welke door U Edele Groot Mog., met opzichte der bevordering van den BurgerWapenhandel , het natuurlyklte middel ter bewaring der Nationale Vryheid, genomen zyn, en inzonderheid de Refolutie van goedkeuring en Protectiegeving aan alle de Vaderlandfche Genootfchappen van Wapenhandel , welke daar toe, door ware Vryheidsmin, en op zuivere Republikainfche gronden, zyn aangefpoord. Maar dat zy Ondergetekende ook onder die hoogstnodige en voor de Vryheid onontbeerlyke maatregelen die Refolutie tellen , waar by U Edele Groot Mog. den Capitein-Generaal in dien post hebben gefuspendeert; eene Refolutie , waar door ü Edele Groot Mog. niet alleen openlyk betonen , dat de gedragingen van denzelven Capitein Generaal van dien aart zyn, dat thands de uitoeffening van dien post aan Hoogstdenzelven volllrekt niet kan vertrouwd worden, zonder de aangerande Burgerlyke Vryheid in het dringendde gevaar te brengen: maar dat al verder U Edele Groot Mog,, door het nemen van die Refolutie, getoond hebben, eene  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 215 eene averfie te hebben om Burgergefchillen met den Gewapendeo'Arm te beibsfen, maar daar tegen de geweldig aangevallene Bond» genoten, op de heilzame gronden der Unie, te willen helpen en in hunne Rechten fty. ven en fterken. Dat alzoo de Ondergetekende ten uiterften zyn verontwaardigd geworden, wanneer zy moesten ontwaaren, dat voorfz. Heeren Stadhouder , in ptaatfe van alle deeze U Edele Groot Mog. maatregelen eerbiedig te billyken; in plaats van door een overgefteld gedrag het vertrouwen van U Edele Groot Mog , en de gunst der Natie te herwinnen, in tegendeel dezelve heeft durven toefchryven aan gevoelens van perfoneele haat, tegens hem Heere Stadhouder, of wél aan an. dere onwaardige inzichten, welke by eenige Leden , in U Edele Groot Mogv Vergadering , zouden refideeren; daar nu, blykens zoo veele Adresfen, waar by de Ondergetekende ook deze hunne dankerkentenisfe wenschten te voegen , buiten allen bereik van twylfel is, dat voorfz, Heere Stadhouder zoo wel de gunst en genegenheid van geheel de weldenkende Natie , als het vertrouwen van U Edele Groot Mog, verloren heeft. Dat dan ook de Ondergetekende, na deze openlyke aan den dag legging van deze hunne gevoelens, nog moeten verklaren, dat zy niets vuuriger wenfchen, dan dat U Édele Groot Mog. met dezelve fermeteit en Cordaatheid, welke tot behouding dtr gevaarlopende Vryheid, en tot ftuiting van eene reeds begonnen Burger-Oorl g. daar in met dezelve pry^waardige en voorbeeldelooze Vaderlandsibvenden y ver, ten gewenschten einde toe, te zullen zien voortvaaren: — biedende, (des noods) nevens andere braave Vaderlanders, aan, voor zoo verre derzelver beftaan zulks toelaat, en op die wyze daar deeze Burgery 't bekwaamst en nuttigst toe nrogte werden bevonden , (daar hun ruimte van goed ontbreekt) met hun bloed 't Vaderland in deezen ten diende te ftaan. Dan, Ede!e Groot Mog. Heeren 1 hebben dus deeze Burgers (met en benevens 't beste en braaffte gedeelte deezer Provinciale Inwoonders) reden , ja overvloedige ltoffe , omme U Edele Groot Mog. deswegens den verdienden Lof, door hunne dankbetuigingen toe te zwaijen; in fpyt van Aterlingen, die de voorlz. heilzaame p gingen van U Edele Groot Mog., zo door lasteren, als door andere gevlcekte pogingen zoeken re ftremrnen en tegen te houden (zeker uit eigen belang of andere haateiyke ondeugden) Daar heeft  £24 j&n. ZAAKEN VAN 1787. heeft ieder deskundig Inwoonder dezer Provincie byzonder de met (taande Want-visfchers in de Zuiderzee en 't Y , doch allerbyzonderst de Inwoonders van het Eiland Marken dubbele ltoffe om U Edele Gr. Mog, te bedanken , weegens 't emaneeren van Hoogstdeszelfs Placaat, in dato 15 December 1780 » relatif de Visfchery op de Zuiderzee en het Y. Waarlyk , Edele Groot Mog. Heeren! deeze gantfche Burgery, erkennen met oprecht dankbaare harten, U Edele Groot Mog. Vaderlyke zorgen voor de waare welftand van alle deezer Provinciaale en fpecialyk ook deezes Eilands goede Op- én Ingezeetenen: en betuigen by deeze plechtig hunne verkleefdheid aan deeze Souveraine Vergadering!! Gods dierbaarfte zegeningen over U Ed. Groot Mog. en ons dierbaar Vaderland affmekende, noemen wy ons, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) TJ Edele Groot Mog. gantsch Dienstvaardige, Namens de gantfche Burgery van 't Eiland Marken. (Was geteekend) cornelis pietersz. , Burgem. piETEtt klaasz., burgem. (Laager ftond) Ter Ordonn. van Burgem, voorn. (Was geteekend) c, du haas, Secretaris. X,  jam. STAAT EN OORLOG. 1787. aag X. Misfive aan de Staaten van Holland van Staaten Generaalmet een Misfive van den Raad van Staaten en een Extraordinaris Staat van Oorlog, ln dato 12 Jan. 1787. Ontfangen een Misfive van de Hèeferi Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , gefcbreeven alhier in den Haage den 29 December laastleeden, waarby, met verzoek van Provifioneele continuatie der betaaling van de Militie en verdere lasten geduurende de deliberatien over de Staaten van Oorlog , aan Hun Edele Groot Mog. toezenden een Misfive van den Raad van Staate met een extraordinaris Staat van Oorlog, tot een' fpoedig confent daarin, met daadelyk furnisfement bekragtigd; breeder hier na volgende. Fiat tnfertió. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan; dat de voorfz. Misfives en extraordinaris Staat van Oorlog zullen worden geèxamineert door de Heeren Gecommitteerde Raaden ih den Haag en te Hoorn refideerende , en de Vergadering daarop gediend van derzelver confideratien en advis; met Qualificatie op de voorfz. Heeren Gecommitteerde Raden , om inmiddels op de betaa. ling der Militie de nodige ordres te ftelién. edele mogende heeren ! Wy hadden gewenscht, voor het eindigen van dit Jaar, na ouder gewoonte, aan U Edele Mog, en de Heeren Staten van de andere Provinciën , - te hebben kunnen toezenden, de Ordinaris en Estraor, , dinaris Staten van Oorlog voor het VoJgenXXXVI. deeL. P 6 de'  936 jam» ZAAKEN VAN 1787. de Jaar; maar dezelve reeden, die Ons voor- " leeden Jaar daar in heeft verhindert, belet Ons, zulks als nog te kunnen doen, eu die reeden, is aan L1 Edele Mog." bekend. Dit Verpligt Ons, U Edele Mog. te verzoeken, om geduurende de deliberatien daar over, de betaling van de Militie en de verdere lasten , daar in begreepen , by provifie te continueeren , op denzelven voet, als dit Jaar is gefchied, ter tyd en wyle, dat eene nieuwe Staat van Oorlog in gereedheid zal zyn gebragt, waar in Wy vertrouwen , dat geene der Provinciën, 0111 de zaaken niet uit zyn geheel te brengen , zwarigheid zullen maken. Ondertusfchen heeft de Raad van State zig niet kunnen dispenfeeren, aan Cns te doen toekomen een Extraordinaris Staat van Oorlog voor het aanftaande Jaar; geaccompagneert met een Misfive, waar by gedetailleerd hebben, de Traüementen en Pennoenen daarop gebragt, met de reedenen daartoe diebende, zoo wel als het geen nog verfchuldigd is, weegens de aanfchaffing van ligte Troupes, in den tyd van nood, en de lasten by het sangaan van de Vreede, door den Staat op zig genoomen. Wy kunnen niet nalaten , Copye van de voorfz. Misfive , en van den voorfch. Extraordinaris Staat van Oorlog, aan U Edele Mog. en aan de andere Bondgenooten toe te zenden, met vriendelyk verzoek, hoe eerder , zoo beeter, daar in te willen confenteeren, en derzelver Confenten , met dadelyk fournisfement van penningen te bekragtigen. Zonder in het detail te treeden van de noodzakelykheid van de voldoening der Tradtementen en Penfioenen, op den voorfz. Extraordinaris Staat gebracht, welke ten klaar, ften by de voorfz. Misfive is gededuceert, zouden Wy aan Onzen pligt te kort doen, indien Wy die Provinciën, die tot nog toe zig  jam. Staat en oorlog. 1787. ^7 zig onttrekken , aan de betaaling der iigte Troupes, die by den gedreigden Oorlog zyn aangenoomen , en aan de voldoening der fommén die den Staat heeft moeten uitlooven, tot het verkrygen van de Vreede, niet ten fterkften aanmaanden en exhorteerden, om daar in het Hunne, nevens Haare Mee. de-Bondgenooten te contrifaueeren. Als de zaak met een onpartydig oog word ingezien , kan men niet als de hoogfte dankbaarheid verfchuldigt zyn aan die Provinciën, die, doe den Staat door den werkelyken aanmarsch van een Leeger, waar onder een gedugt aantal ligte en irreguliere Troupes, gedreigt is geworden met eenen Vyandelyken aanval, zig in de bres hebben willen ftellen, en uitterfte efforten doen, om ook nieuwe en ligte Corpfen op te regten, zonder te wagten na de Confenten van alle de Provinciën, en die , wanneer zig de hoop heeft opgedaan, om tot een Vreede te geraken , zonder gelyke Confenten af te wagten , de hand hebben geleent, om zodanige Sommen uitteloven, als vereischt wierden, óm dat heilzaam oogmerk te bevorderen: en het zoude onreedelyk zyn, de last van het een en ander alleen op die Provinciën te fchuiven, daar alle de Provinciën te zamen , en dus het geheele Bondgenootfchap daar van de vrugt, en het voordeel hebben genooten : op welke grond Wy vertrouwen, dat de gemelde Provinciën, na rype overweeging zig zullen laten beweegen, om in de betaling der ligte Troupes , en van de Interesfen van het Capitaal van de Sommen, by het Definitief 'lraöaat uitgtlooft, niet alleen te confenteeren, maar ook haare quote daar in te berde te brengen. Zonder aan Ons verlangen hier omtrent te voldoen, zal het zelve een twistappel worden tusfchen de Bondgenooten, waar van de gevolgen niet genoeg te dugten zyn. P a Bo-  ftü8 JAN. ZAAKEN VAN -787, Boven en behalven de voorfz. pointen heeft de Raad van State, by haare voorfz. Misfive, de refpective Provinciën, wederom herinnert de weinige voorzorg, die zeedert eenigen tyd gedaan is voor de Fortificatiën en Magazynen, by gebrek van Confenten en Fournisfementen op de daartoe gedaane Petitiën, een zaak , nogtans, waar van de fecuriteit en veiligheid van de Republicq ten grooten deelen afhangt, om niet byzonderlyk te melden van de agterftallen op de Leegerlasten. Wy verzoeken, dat op deeze poirtten een byzondere reflexie mag worden gemaakt, alzoo met het cesfeeren van gevaar van buiten, de aandagt op dezelve niet zoo zeer gevestigt fchynt te zyn, als het wel behoorde: en voor het overige kunnen Wy niet, als alle de Ingrediënten van de bovengemelde Misfive van den Raad van State met allen ernst aanpryzen. Wy hopen met den Raad, dat de refpeétive Bondgenooten,4dit alles eenmaal behoorlyk zullen overweegen, en by tyds zullen prevenieeren de ruïneufe gevolgen die uit zodanige ophouding van Confenten en Fournisfementen zullen refulteeren: maar als Wy nagaan het weinig effect van alle voorgaande reprefentatien, zyn Wy veel eerder in groote bekommering en vrees, dat , zoo de Vaderlandsliefde geen beeter effecten voortbrengt, als tot nog toe gedaan heeft, de defenfie van het Land nog zoo fpoedig niet na behooren bezorgt, de lasten van het Bondgenootfchap nog zoo ras niet egaal, en vol vaardig gedragen, en deszelfs fchulden nog zoo fpoedig niet betaald zullen worden , zoo dat Wy Ons met hec aangenaam en heilzaam vooruitzigt van den Raad nog niet derven vleijen. Niettemin is niet Hun Onze hartgrondige wensch, dat de harten van alle de Bondgenooten vereenigt mogen worden, om met agterftelling van al-  jan* STAAT EN OORLOG. 178?. 2ao alle particuliere inzigten en belangen , het oog voornamentlyk te vestigen, op het behoud van het gemeene Vaderland, en het maintien van de Unie , die nu ruim twee honderd Jaaren , gelukkiglyk heeft gefubfifteert. Waar mede eindigende bidden Wy God Almachtig, Edele Mogende Heeren! U Edele Mogende te willen houden in Zyne Heilige Protectie. In den Hage den 32 December 1786. (Onder ftond) Uwer Edele Mogendheeden Goede Vrienden. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. (Was geteekend) w. c. h. van l vn den, Vt. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was gecont.) h. facel. P 3 M/f-  330 jan. ZAAKEN VAN 1787. Misfive van den Raad van Staa° te. Ree. l9l Decemher ^ ' HOOG MOGENDE HEEREN! Hoe zeer Wy gehoopt hadden, dat Wy in Haat zouden zyn gefteld , om voor het uiteinde van dit Jaar te kunnen fonnee» ren, en met de gewoone plechtigheid aan U Hoog Mog. over te brengen eenen nieuwen Ordinaris en Extraordinaris Staat van Oorlog , in dier voegen ingericht, dat daar by voldaan zoude zyn geweest aan de reflexten van tyd tot tyd door deezen en geenen der Bondgenooten daar omtrent gemaakt, zal het echter niet nodig zyn de reedenen te detailleeren , waarom Wy aan U Hoog Mog. maar alleen kunnen doen toekomen den neevensgaanden Jixtraordinairen Staat van Oorlog. En hier omtrent moeten Wy V Hoog Mog. doen remarqueeren, dat, offchoon het montant der T raftementen en Per fioenen op den laatst voorgaanden Extraordinairen Staat van Oorlog gebragt, blykens den hier agtergevoegden Staat van vermeerdering en vermindering, effeétivelyk is verminderd met ƒ 0500:6:0; deeze ExtraordinairenStaat echtermonteerd opƒ67568:9:11 ter lopende Maand. Want behalven de Officieren in en voor den Jaare 175a gepenfioneert en gereformeert, hebben als nu op deezen Staat ook moeten worden gebragt die der laatst gereduceerde Corpfen van den Generaal Grave de Maillebots; den Colonel Ptince van Resfen-Darmfiadï den Colonel de Matha; den Lieutenant-Colonel Sternbach; den Major de Lega; den Cayitein Weisfenburg en nog zestien Officieren yan  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 431 van het Corps van den Colonel Rhyngrave van Salm , dewelke uit hoofde der reductie van det Corps van Generaliteits wegen hebben moeten worden gepenfioneert; en dat niet alleen met één Jaar Penfioen, maar ook met de agterftallen van die hun Penfioen, ingegaan met den dag van de reductie hunner Corpfen, en zelfs ook met het montant van 4 Jaaren dusdanig Penfioen, voor zoo verre een aantal van een honderd agt en dertig hunner dit équivalent, by wege van Uitkoop, hebben verkoren, in plaats van het voorfz, aan hun toegezegde Jaarlyks Penfioen , van welk alternatif aan hun de keuze, by ü Hoog Mog. Refolutie van den 3 Mey 1786, was overgelaten. En daar aan de eene zyde van deezen Staat hebben moeten worden afgelaten die Officieren, van dewelke geene behoorlyke atteftatien waren ingekomen, hebben Wy aan den anderen kant gemeend daar op te mogen, brengen die weinige Officieren, dewelke reeds eene Compagnie in dienst van den Staat hebbende, in het een of ander deezer Corpfen als Hoofd-Officieren waren geëmployeerd, in de vaste verwachting, dat de Conclufie van het favorabel Rapport, dien aangaande op den 24 November laatstleeden ter Vergadering van U Hoog Mog. uitgebragt, by de Bondgenooten geene zwarigheid zal ontmoeten. Voorts zyn meede over den tyd van twee jaaren op deezen Staat gebragt de Penfioenen , by U Hoog Mog. Refolutie van den 17 Mey deezes Jaars toegelegt aan de Leden en Suppoosten van den geweezen Hogen Krygsraad, van en met den 1 January namelyk 1786 af, tot welken tyd toe derzelver Traclementen waren voldaan ; terwyl Wy van de Heeren Staten van Holland en Westvriesland een opgave verwagten van alle de f4 te-  232 jan. ZAAKEN VAN 1787. betalingen door hoogstdezelven in de laatfte Jaaren op de post van den Hoogen Krygsraad gedaan, ten einde daar van vervolgens aan de Bondgenooten eene behoorlyke liquidatie te doen toekomen. Als meede over een tyd van byna drie Jaaren, overeenkomftig U Hoog Mog. Refolutie van den 10 January 1785 het Extraordinaris Traétement van den Generaal Grave de MaiUebois ter fomme van ƒ 5000:0:0's Jaars , onvermindert altoos en in afwagting van het fucces der deliberatien van de refpeclive Bondgenooten, over het verzoek van voorn. Generaal tot verbeetering van deszelfs ap« pointementen na de Reductie van zyn Legioen ; mitsgaders een Extraordinaris Collonels en Capiteins Traétement ten behoeve van den Collonel Sprengporten, van 1 Maart 1785 tot den laatften Oétober deezes Jaars, wanneer voorn. Colonel als Generaal-Major in Rusfifche dienst is overgegaan, beide conform U Hoog Mog. Refolutien van den 16 Juny 1785 en 7 December 1786. En nog van en met den 28 February 1786 , en dus over byna twee Jaaren , een Extraordinaris Luitenant-Collonels Traétement, zoo als hetzelve by ü Hoog Mogende Refolutie van dien dag aan den Luitenant» Collonel df Meyern is geaccordeert. Wyders hebben Wy op deezen Extraordinaris Staat als nu ook gebragt, ingevolge U Hoog Mog. Refolutie, van den 27 December 1784 , het Traétement van den Ca. pitein Ingenieur Frank, van en met den 10 January 1785 als wanneer denzelve is beëdigt, mitsgaders de verhoging der Traétementen, aan de Ingenieurs competeerende, zeederd ultimo Juny 1786 en zulks uit kragte van ü Hoog Mog. Refolutie van den 15 Mey 1786; en om op die wyze te gemoed te komen aan de bedenkingen van die BondgenoQten, dewel-  jan. STAAT EN OORLOG. 3787. 233 welke tot nog toe zwarigheid hebben gevonden , om conform Ons verzoek van den 22 Augustus 1786, de Ingenieurs haarer Repartitie deeze verhoging te doen geworden. Met even gelyk oogmerk hebben Wy al meede op deezen Staat gebragt, de vyf laast opgeregte Compagnien Artilleristen, dewelke thans nog maar alleen waren overgebleeven, van de Militie gebragt op den tweeden Extraordinaris Staat van Oorlog van den Jaare 1785, terwyl aan de eene zyde de afdanking deezer Artilleristen niet is gerefolveert, en aan den anderen kant echter de Soldyen, volgens de voorfz. Repartitie, aan hun niet behoorlyk worden betaald. En offchoon by het ptyn van Augmentatie, en de daar op gevolgde Refolutie van U Hoog Mog. van den 15 December 1784 , Dogte ook op den tweeden Extraordinaris Staat van Oorlog van den Jaare 1785, geen Majors Traétement van het vierde Battaillon Artilleristen is gebragt, hebben Wy uogtans, uit hoofde dat de geëtablisfeerde voet van 'sLands Militie meede brengt , dat by elk Battaillon een Majors-Traétement word uitgetrokken , gemeend geene zwarigheid te moeten maken, om hetzelve meede op deezen Extraordinaris Staat van Oorlog te brengen, over de Jaren 1785, 1786 en 1787. Laatftelyk hebben Wy op deezen Extraordinaris Staat ook nog gebragt de Interesfen van een Capitaal van ƒ 1250000:010 , ingevolge en uit kragte van U Hoog Mog. authorifatie van den 11 July 1786 genegotieerdj, en zulks over een tyd van 18 Maanden, van 1 July 1786 tot ultimo December 1787. En gelyk Wy verzoeken, dat U Huog Mog. deezen Extraordinaris Staat aan de relpeétive Bondgenooten gelieven toe te zenden , mee eene gepaste exhortatie tot de reguliere voldoening van alle de posten daar op gerepar- ? 5 tit  334 JAN. ZAAKEN VAN 1787. titieerd, zoo vertrouwen Wy ook , dat Hoogstdezelve zig wel overtuigd zullen houden , dat de aanfchaffing van ligte Troupes ten tyde dat dezelve zyn aangenomen, volftrekt noodzakelyk was , om de Republicq in eenig postuur te kunnen brengen, en dat mitsdien geene der Bondgenooten zig zal willen blyven onttrekken , om met egaale fchouderen te helpen dragen alle de lasten, die zoo wel daar uit als uit hoofde van het definitive Tradtaat, op naam en ter beveiliging van het gantfche Bondgenootfchap te Fontainebleau geflooten, zouden mogen profluëeien. Verder vertrouwen Wy, dat U Hoog Mog. de hooge Bondgenooten tenens zullen gelieven aan te manen, om geduurende den Jaare 1787 te continueeren in de be* taling der Militie, en van de andere posten gerepartitieerd op den Ordinaris Staat van Oorlog, die voor den Jaare 1785 was geformeert , en die naderhand ook voor dee» zen Jaare 1786 is gecontinueert. Terwyl deeze Extraordinaris Staat, in die voegen zynde gegouteert met opzigt tot den 2 en 3 Extraordinaris Staat van Oorlog voor den Jaare 1785, alleenlyk overblyft, dat na bekome opgave van de daar op betaalde gelden , ingevolge onze Misfive van den 21 December 1785, een behoorlyke liquidatie worde geformeert, en de gedaane uitfchot» ten door de refpective Provinciën onderling vereffend. Voorts hopen Wy, dat Wy tydig, immers voor het aflopen van het aanöaande [aar, zullen mogen worden in ftaat gefield tot het formeeren van een behoorlyken nieuwen Ordinaris Staat van Oorlog, waar toe echter vooraf, zoo als aan U Hoog Mog. bekend is, door de hooge Bondgenoten nog veele difnculteiten zullen moeten worden uit den weg geruimd» en onder anderen vastge- fteld,  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 235 fteld, of de Provincie van Zeeland by aan* houdendheid zal blyven jouïsfeeren van het douceur, het geen alleen voor een bepaalden en reeds verloopen tyd aan haar was geaccordeerd. En of de Heeren Staaten van Vriesland by continuatie zullen konnen volftaan , met te blyven afwyzen een goed gedeelte der Militie, by voorfz. Ordinaris Staat van Oorlog op haare Provincie gerepartitieert, met welker betaaling de Generaliteits Casfa, offchoon daar toe niet gefchikt, nu reeds zedert meer dan drie Jaaren is bezwaard. Een bezwaar, Hoog Mog. Heeren ! het geen te meerder drukkende is, om dat deeze Casfa , geduurende dien zeiven tyd met zoo veele andere buitengewone uitgiften is belast, dat het montant daar van, in geenen deele geévenreedigt is met de opkomften van de Generaliteits middelen , vooral daar Wy , om dat hst behoud van den Lande alles moeste overweegen , ons in deeze laatfte Jaaren niet hebben kunnen dispen'feeren, om zelfs buiten en behalven het geen met voorkennis of expresfe authorifatie van U Hoog Mogende aan de Ordinaris Militie en aan de nieuw opgeregte Corpfen is betaald , ook nog zeer veele andere geheel, buitengewoone , dog hoogstnoodzakelyke uitfchotten te doen. Maar hier door, en door den agterftand van zommige Provinciën in de betaling van de by haar verfchuldigde Renten en Interesfen , is dan ook deeze Cas van de gezamentlyke Bondgenooten, dewelke weinige Jaaren geleeden , beeter van contante penningen was voorzien, dan immer te voren, thans meerder geëpuifeert , dan dezelve geduurende een derde deel van een Eeuw is geweest. En dit meenen Wy, uit hoofde van de betrekking waar in de Raad de Eer heeft tot het Eondgenootfchap te ftaan, niet te  S36 JAN. ZAAKEN VAN 1787. te mogen verbergen , gelyk Wy ook om even dezelve reedenen oordeelen U Hoog Mog. attentie teffens daar op te moeten vestigen, dat niettegenftaande alle de ernltigfte aanmaningen door U Hoog Mog. zoo wel, als door ons van tyd tot tyd gedaan en herhaald, fommige Provinciën nog niet hebben voldaan haar verfchuldigd aandeel in het geen de Staat by Capitulatie heeft toegezegd , voor de oprichting van de Corpfen, dewelke reeds weder zyn gereduceerd, nogte ook hunne Confenten hebben gezuiverd, in de geconcludeerde Petitiën , tot vinding der kosten, onder anderen voor Fortificatiën en voor Legerlasten , waar door al meede verfcheide Lieden , die met den Raad , in naam van het Bondgenootschap, hebben gecontraöeert, in de uiterlle anxicteit worden gebragt, en met eene totaale ruïne gedreigd; door welk een en ander het publicq Credit word gebroken, en de Staat geëxponeerd, om, by opkomende nood, zelfs met aanbod van dubbeld geld, of in het geheel niet, of niet tydig en kwalyk te werden bediend. Even min vermogen Wy na te laten aan U Hoog Mog., en daar door aan de refpective Bondgenooten onder het oog te brengen, dat den ftaat van 'sLands Magazynen onder anderen nog vorderd het aangieten van een vry importante quantiteit metaal Gefchut; dat daar toe ook reeds eenigen tyd geleeden met 'sLands Gefchntgieter een behoorlyk Contract is aangegaan , en dat dien conform met allen iever is voortgewerkt, dog dat de Petitie , dewelke bereids op den 15 Aug. 1785 is gedaan , tot gedeeltelyke vinding deezer kosten , tot nog toe het onge? Juk heeft gehad van by geene der Bondgenooten in behoorlyke aanfchouw genomen, veel min geconfenteerd te zyn , en dat den Raad hierom dan ook eindelyk genoodzaakt zal  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 037 zal worden, om dit werk, hoe nodig ook, te flaken. üat zoo ook nog veele Fortificatie-werken , Cafernen , Hospitaaien en ArtilleryeMagazynen nodig zyn te maken, te vernieuwen , en te herftellen ; dat zommige Bondgenooten met zeer veel reede urgeeren , dat de daarvan geformeerde plans werden geëxecuteert; dat zelfs eenige van de allernodrgfte werken reeds in den gepasfeerde Jaare dadelyk zyn aanbefteed, zoo ais in de Suppletoire Petitie tot de Fortificatiën , meede van den 15 Aug. 1785 is gemelt; dog dat door de onverfchilligheid, die ook deeze Petitie by alle de Leeden van het Bondgenootfchap heeft ontmoet, met dit alles almeede niet kan worden voortgevaren. En hoe zeer het ook van zelve fpreekt, dat de Raad door deeze zaaken , zoo dikwerf en zoo onbewimpeld aan den aandagt van U Hoog Mog. , en aan die der gezamentlyke Bongenooten , voor te dragen en aan te dringen, zig buiten alle verantwoording fteld, is het egter verre af, dat dit zoude zyn de voorname bedoeling van Onze op zoo veelerhande wyzen voortgebragte inllantien; neen, Hoog Mogende Heeren , eene andere en edeler dryfveer dringt Ons tot dusdanige, misfchien tedieufe, maar in allen gevalle hoogstnodige herhalingen ; de hoop namentlyk, dat de refpeétive Bondgenooten dit alles eenmaal behoorlyk zullen overweegen, en, naar derzelver wysheid en vooruitzigt, zullen worden overtuigt van de noodzakelykheid,. die 'er is, dat nog in tyds geprajvenieert werden de ruineuze gevolgen , dewelke uit zodanige ophoudiug van Gonfenten en burnisfementen ter eeniger tyd gewisfelyk moeten en zullen voortfpruiten. Wy treeden dan tegenwoordig liefst niet verder in deeze materie; —- Wy pasfeeren dit-  «38 jak. ZAAKEN VAN 1787*. ditmaal zelfs de ODverfchiUigheid van zommige Bondgenoten, omtrent handelingen met Buitenlandfche Mogendheeden, hoe zeer het interest van de Kepubücq daar door niet weinig veragtert en derzelver Confideratie buiten 'sLands vermindert word; nog minder reieveeren Wy thans al het inconftitutioneele, het geen zeedert eenige maanden , zoo ten aanzien van de Generaliteits Militie , als met opzigt tot de directie van 's Larids Magazynen heeft plaats gevonden, om dat nog zoo onlangs daar omtrent reeds gepaste remonltrantien zyn gedaan; — maar wy hopen , dat het gebeurde in deeze dagen , nimmer in volgende tyden tot confequentie zal worden getrokken; —— En Wy wenfehen van harten , dat alle de Leeden van het Bondgenootfchap, bezield met eene waare en opregte Vaderlandsliefde, alle hunne kragten zullen vereenigen, om, met agterltellmg van alle particuliere belangens, te bereiken het algemeen hoofd-oogmerk, het behoud namelyk van dit Gemeenebest, en de wezentlyke welvaard van deszelfs bewoners En word deeze Onze welmeenende wensch vervult, dan zal niet alleen in deeze Landen wel ras alomme de eendragt, de rust, en het zoo noodig vertrouwen berfteld, het defenücwezen behoorlyk bezorgt; de lasten van het Bondgenootfchap egaal en volvaardig gedragen, en deszelfs fchulden rigtig betaald worden ; maar dan zullen ook onder 's Heemels albeilisfende zeegen , alle abuizen worden verbeetert, de Conftuutie bevestigt , en Unie bewaard, en alle Staats-deliberatien zodanig vrugtbaar gemaakt , dat de vorige luister en bloey deezer Republiek wederom zal herleeven en vermeerderen. Hoog M gende Heeren ! Wy bevtelen U Hoog Mogende in Godes hei-  jam. STAAT EN OORLOG. 1787. 23» heilige Protectie. In den Kage den 21 December 178Ö. (Gept.) J. PESTERS, Vf. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van den Raad van Staate der Ver* eenigde Nederlanden. (Was getekent) J. H. MOLLERUS. XI. Berigt der ZwolfcheGecommitteerden aan de Burgery, inhoudende de PéünBen van het Nieuw Regeerings - Reglement der Stad. In dato 17 january I787. HOOG GEACHTE MEDEBURGERS ! Dewyl wy door Ulieden uit hoofde van eene Refolutie van Raad en Meente, en opgevolgde Publicatie van Schepenen en Raaden, van den a^October 1785, by Afte van den 7 November daar aan volgende, gemagtigd zyn, om, inüwennaame en van üwent wege, de bezwaaren van een groot aantal uit Utieden midden geteekend, in te dienen s voornamelyk over het zoo fchadelyk RegeeringsRegleruenr van den Jaare 1675, en herdrukt in den Jaare 1748, het welke, volgens Uwe nadrukkelyke verklaring, tegen de Oppermagt, Onafhanglykheid en Voorrechien van deze Stad en Provincie is inkopende, met Qualificatie, om daar over de nodige addresfen en voordellen aan Raad en Meente , of derzelver heeren Qecommüte&rdtn te doen , de nodige veranderingen en ver-  94© jan. ZAAKEN VAN 1787* verbeteringen tot herftel dier bezwaaren te ontwerpen, en tot dat herftel op de gefchiktfte wyze mede te werken, mits niets bepaald vast te ftellen dan met Ulieder toeftemming. Zoo kunnen wy thans U Edelens niet alleen beligten, datwy, ingevolge onzen Burger-Eed, Stads Rechten en Privilegiën ter harten neemende , volkomen inltemmen met het gevoelen van meer dan veertien honderd Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, en alzo-oordeelen, dat het gemelde Regeerings-Reglement, als ftrydig met dezer Stads Rechten en Privilegiën, ten eerften kan en moet worden vernietigd; maar het zal Ulieden ook bekend zyn, dat vyf Heeren Burgemeesteren dezer Stad daar mede over een komen, en dat de Gezwoorene Gemeente met eenpaarigheid van Straten, reeds op den 5ded dezer Maand heeft goedgevonden, dat gedagte Re. geerings-Reglement kan en behoort te worden afgefchaft. Derhalven, daar de Volksitem alhier zoo zigtbaar voor de affchaffing en nietig verklaaring van dat gevaarlyk Reglement zich verheft, zal het tegenwoordig te beöordeelen fiaan, hoedanig Reglement best alhier , zoo ter weering van eenen nadeeligen Stadhouderiyken invloed aan de eene, als van eene fchadelyke Ariftocratie aan de andere zyde, behoort te worden ingevoerd: op dat Uwe Rechten , Vryheid en Welvaart , op eenen vasten en duurzaaien grond, gevestigd mogen worden. Heeren Gecommitteerden uit Raad en Meente, hebben reeds voor agt Maanden, daaromtrent een Rapport uitgebragt , dat door Ulieden , en door Ons in het byzonder, met den vereischten aandagt overwogen is. U Wel Edelens hebben ook uit onze , door den Druk gemeen gemaakte, ontwerpen en berigten, onze gevoelens en pogingen in dezen vernoomen; en het, Itrekt Óns tot genoegen , dat meer dan elf honderd van Ulieden , by eene onderteekende Acte, van den 3den dezer Maand en volgende dagen, Ons gehouden gedrag tot daar aan toe hebben ge« laudeerd en voikoomen goedgekeurd. Na  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 241 Na dien tyd, hebben Wy geen geringe pogingen aangewend, om, zo veel immer mogelyk, met behoud uwer Rechten en Vryheden, onze gevoelens met die van Ons verfchillende Burgeren te verenigen, en zyn daar mede thans zo verre gevorderd, dat Wy by dezen Ülieden eenige Poindten aanbieden kunnen, die als Grondwetten , in het nieuw te maken Hegeerings-Reglement dezer Stad behooren ingelascht f.e worden. Vertrouwende Wy, dat alle Burgers, met ware Vaderlands- en Vryheidslièfde bezield, hoe wel derzelver fentimenten daar by niet volkomen gevolgd mogten zyn, zich echter, ten algemenen nutte, daar mede wel zullen kunnen en gelieven te vereenigen. O Wel Edelens hebben zich reeds zo menigmaal verklaard, met Ons in de hoofdzaak avereen te komen, ter inrigung en vastftelling van eene Grondwettige verbetering, en daarom vertrouwen Wy van uwe brave en cordate denkwyze , dat Gylieden, de bit r bygevoegde Poinóten, zonder vooroordeel , met den nodigen aandagt wel zullen gelieven te overwegen, en met uwe goedkeuring en Onderteekemng ten eerllen te bevestigen , om mede te dienen tot beveiliging der Vryheid, en ;ot Grond, vesting der ruste , veiligheid en welvaren dezef Stad. Wy bevcelen Ons in uwer aller- gunfle, en maken ftaat op uwe getrouwe medewerking : terwyle Wy met ware Hoogachting blyven, U Wel hdelens Dienstvaardigs Zwolle Medeburgers en Gecainmit- den 17 jan. 1787. teerden, J. M. MULLER, v. BOUMEESTER, EGBERT DIKKIiRS , H. WYNRES , H. VAN DER VEEN , ZiON VAN OER VE«T, BENJAMIN TER HORST, JOflANNES < FOlUbR, JAN MHtlLEMftN, L, LINT¬ HORST, H. J. VAN CLERFF, W. VAN SI KA ATEN , JAN CLAZ2S , J. L. „,,«tir BRÜNfi, JAN TIMMERMAN. XXXVI. DEEL. Q FÖIN-  24» jan. ZAAKEN VAN 1787. POINTEN, welke de Burger-Com- " tnisfie nodig geoordeeld heeft, onder approbatie van hare Committenten , in het nieuw te formeeren Regeerings-Reglement, te moeten geplaatst worden. Aft. I. De Burgers en Ingezetenen dezer Stad en derzelver Jurisdictie, zullen in verfchillen over 'sLands middelen, aan de Regtbank van de Heeren Gedeputeerde Staten niet onderworpen zyn; maar alleen aan dezer Stads "Rechtbanken, als van ouds. Art. 2. De Jaarlykfche keuze van de Regenten dezer Stad, zal voortaan gefchieden, zonder eenige de minlte inzage van de tydelyke Stadhouders. Art. 3. Ds Leden der Gezworen Gemeente, zullen ingeval van Vacatures, door de geheele Burgery , voor zo verre dezelve van den Christen Godsdienst, geen Leden vau Raad en Meente, of derzelver Mi. uisters en Suppoosten , Livereybedienden , en Bedeelden van eenig Armgeld zyn, met de Meerderheid , volgens een nader te maken plan , worden aangeftelu. Art. 4. De Gemeenslieden , zullen aan de Jaar. lykfche recufatie ter prajfente Leden van de geheele Burgery, door befloten briefjes , zonder naams ondertekening, met de Meerderheid , volgens een nader te maken plan, onderworpen zyn. Art. 5. leder Burger zal, onder eene nader te bepalene boete , verpligt zyn , zo by de verkiezing als recufatie tegenwoordig te zyn , wettige nader te bepalene reden van wegblyven uitgezonderd. Art. 6. De thans fungeerende Gemeenslieden , als meede de nieuws te verkiezene , zullen gedurende de drie eerfte keurdagen, aan de Jaarlykfche recufatie niet onderworpen zyn, by aldien dezelve vaardig zyn, een nieuw Reglement op de Regeering dezer Stad, tot genoegen van de Burgery, te helpen arrefteeren» en aannemen te agtervolgen. Art. Jf. De Leoen van de Gezworen Gemeente, ver-  jan» STAAT EN OORLOG. 1787. 243 verdeeld in vier Straten, zullen in ieder Straat met de Meerderheid hunne Hemmen uitbrengen ; doch zullen , in geval de Advifen der Meerderheid van alle de vier Straten met eikanderen niet over een komen, hoofd voor hoofd daar over hunne Remmen moeten uitbrengen , en met de Meerderheid der prajfente Leden concludeeren. Art. 8. Tot de graden van Bloedverwantfchap onder de Leden van de Magiftraat, by het Stadregt bepaald , waar door dezelve van de Magiftrature worden uitgefloten, zullen.mede zyn begrepen, dat geen Schoonvader en Schoonzoon , Stiefvader en Stiefzoon, gelyktydig in den Raad zullen zitten. Waar onder echter de thans fungeerenden niet zullen begrepen zyn; noch ook de zodanigen, die gedurende dat zy in den Raad zitten, door Huwe» lyk tot die verwantfchap komen. Art 9. Het zal altyd aan de Minderheid der Magiftraat , als mede aan de Minderheid der Gezworen Gemeente vry ftaan , om tegen de Refolutien en Conclufien . welke door de Meerderheid geno. men worden , te protefteeren en aantekeningen te maken, en dezelve zullen niet belet worden, zich daar over aan de Burgery uit te laten. Art 10. Ue Leden van de Magiftraat, welkè in het vervolg zullen worden verkoren , zullen gene Provinciale ot Stedelyke Ambten bekleden. Art, ! 1. De Leden van de Gezworen Gemeente, welke in het vervolg worden verkoren , zullen , behalven die Ambten, waar van zy by het Stadrecht zyn uitgefloten , ook geene bekleden, waar door dezelve aan de Provintie, of een buitenlands Heer of Mogendheid refponfabel zyn ; als mede , niec mogen zyn Schout ten platten Lande, Fiscaal van eenigen Droste, Klerk of Kamerbewaarder van de Provincie, Commis van 'sLands Magazynen, of Auditeur Militair. Art. 12. Het zal de Burgerye ten allen tyde vry ftaan, eene Burger-Commisue te continueeren, of ook dezelve in te trekken , zo en in diervoegen , Q 2 als  144 jan. ZAAKEN VAN 1787. als zy ter bevordering van hare belangens zal dien. ftig oordeelen, Art. 13. De Jaarlykfche Rekeningen, zo van deze Stad als Geestelykheid , zullen veertien dagen voor dat die worden gefloten, op den Raad rlooren voorliggen, en zal het aan ieder Gemeensman vry ftaan, dezelve in dien tyd te kunnen en mogen examineeren. Art. 14 Alle Grondwetten en daar onder deze drie en twintig Artikelen, zullen niet mogen worden veranderd , vermeerderd of verminderd , dan met Concurrentie van de Burgerye dezer Stad; welk regt de Burgerye mede toebehoort, ten aanzien van de Civile of Burgerlyke Wetten, en de uitöeffening van dezelve; doch laat de Wetgevinge ten aanzien van het Burgerlyke, aan Raad en Meente, en de uitvoering daar van aan Schepenen en Raaden 9 onder voorbehoud en zonder krenking van het recht van reclame der Concurrentie tot dezelve, zo wel als tot de Grondwetten , daar omtrent de Burgery oorfprongelyk toekomende. Art, 15- De vervulling der vacatures in de Magi* ftraat, zal gefchieden door de gantfche Gezworen Gemeente, ingevolge het Deventer Plan, met zodanige- veranderinge, als overëenkomftig dezer Stads Conlfitutie nodig bevonden wordt ; mits dan noch dezelve gefchiede met bedoren Briefjes, en zonder naams ondertekening. Art. 16. De recufatie van de Magiftraat, zal tot aan de revifie van het Reglement daar op te maken, jaarlyks, door de gezamenlyke Leden van de Gezworen Gemeente, me: de Meerderheid, na het aftreden der Verwanten , mede met befloten Briefjes, gefchieden: waar cp van buiten gelchreven is, de naam van den genen, die gereculeerd worden, van binnen de naam van die geenen recufeerr, welke Briefjes niet zullen geopend, maar ongeopend verbrand worden, ten zy de meerderheid voor die recufatie bevonden| word. Art. 17. Tot Requilïten by het verkiezen van een Ma-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 245 Magiftraats Lid, by het Stads regt bepaald, zal mede gehooren, dac zodanige in vry en onbezwaard vast goed, in deze Stad, Viyheid of Schoutampt, van dien bezitten, de waarde van drie duizend gulden, of de waarde van dien, boven het opleggend bezwaar, doch zullen geen Hypoteeken voorvast goed gerekend worden. Art. 18. De jaarlykfche verkiezing van Schepenen, zal voor zo veel dit gefchikt kan gefchieden, moeten zyn over zulke Magiftraatsleden , die in geen Commisfien buiten de Stad zyn. Art, 19. De Leden van de Magiftraat of Ggzwo» ren Gemeete, welke jaarlyks niet worden gerecufeert, zullen den gewoonlyken jaarlykfchen Eed niet behoeven te doen. Art. 20. De Magiitraat dezer Stad zal in alle voorkomende zaaken van gemeene Competenten, tusfchen haar en de Gezwooren Gemeen:e , aan dezelve vooraf Confent moeten vragen, en wanneer zulks niet mogt gefchieden, zullen alle zodanige Refolutien gerekend worden , als of dezelve niet waren genoomen. Art. ai. De Convocatien tot de Extra.Ordinaire Vergaderingen van Raad en Meente, zullen zo verre mooglyk, ten minlte twee dagen te voren moeten gefchieden. Art. 22. De Gezwooren Gemeente zal ten allen tyde bevoegd zyn, om zonder concurrentie van de Magiftraat zo veele Vergaderingen te mogen houden , als dezelve zal goedvinden. Art. 23. by het af hooren der Stads en Geestelyke Rekeningen , zullen mede overgelegd worden de refpettive Leggers der Goederen en Effecten, aan de Stad en Geestelykheid toebehoorende. Qs  ï46 jan. ZAAKEN VAN 1787. XII. Extract uit het Register der Refolutien van de Edele Agtb. Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen van 's Gravenhage. In dato den 18 January 1787. Gedelibereerd zynde op de Requeste , aan Hun Edele Agtb. gepraefenteerd door Johannis Boudewynfe, Hendrik Vullings, Junior, Arie van der Broek en Pieter Brughman , als geautborifeerde en gequallficeerde door een aantal van 170 perfonen, zig alle by een Adle van authorifatie en qualihcatie op de vier bovengemelde, waarvan Copia authenticq aan Hun Edele Ag:b. is ter hand gefield, noemende Schutters van 'sHage, waarby dezelve in fubltantie verzoeken, dat de Haagfche Schuttery, immers de Supplianten, van den Eed aan den Prince van Orange als Erfftadhouder gedaan , moge worden ontflagen. — Waaromtrent alvorens finaal te refolveeren, Zyne Uoorl. Hoogheid is verzogt, Hoogstdeszelfs gedagten aan Hun Edele Agtb. te whlen communiceeren; en in confideratie Hoogstgemelde Zyne Doorl. Hoogheid heeft gedeclareerd, „ dat zyn Hoogheid zeer veel redenen heeft, om „ zig verzekerd te houden van de agting , liefde, „ en 't vertrouwen van verre de meeste, zoo voor» ,, name als mindere Schutters , Burgers en Inge„ zetenen van 'sHage , en fpeciaal ook van den 3» Krygsraad en verdere Officieren van de Schuttes, ry, eh dat zyn Hoogheid dus volkomen over„ tuigd is, de iolemneele Eed verbintenis, welke thands aan de Requeftranten ichynt te misha„ gen , niet nodig te hebben , om een volkomen ,j vertrouwen te blyven Hellen op de welgezinc,, béid,, mitsgaders op den yver, getrouwheid en „ affetfie van de overige en verre de meeste en „ notabelfte Leden van dezelve Schuttery , voor .,, zig wel te mogen lyden, dat het artikel, betrekkelyk tot zyne Hoogheid, uit het formulier van 1» den  jan. STAAT EN OORLOG, 1787. 247 den Schutterlyken Eed gelaten worde, en dat alle die geenen, welke den Eed, dien conform, '}) bevorens hebben gedaan, van dezelve gehouden „ worden voor ontflagen." En daarop ingenomen zynde de belangens van den Burger-Krygsraad, dewelke eenparig, uit overweeging van het edelmoedig Declaratoir van Zyn Doorl. Hoogheid, verklaard heeft, de dispofnieop dit Request aan het oordeel van de Magiitraat overtelaten, is, na rype deliberatie gerefolveerd , het Artykel in 't Formulier van den Schutterlyken !, Eed , betrekkelyk tot zyne Hoogheid , als firf, ftadhouder, voortaan uittelaten, en te declaree' ren, gelyk gedeclareerd word by dezen, dat alle die geenen, welke den Eed, dien conform bevo, rens hebben gedaan, van denzelven Eed gehou- den worden voor ontflagen.'' — En is de Heel Collonel van Slingeland verzogt, van dit Hun Ed. Agtb. gerefolveerde aan de Burger-Krygsraad ken. nis te geven , en dat voorts deze refolutie gedrukt, en aan ieder der refpeétive Officieren en Schutters een exemplaar gegeven zal worden, om te itrekken tot hunne narigt. XIII» Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Woerden , om admisfie en befchry ving ter Vergaderinge van Holland, en om in de Staats-Commisfien te deelen» bi dato 18 Jan. 1787. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN I Na dat onze Predecesfeuren , met toeftemminge van de gemeene Schutterye en Burgerye dezer Stad , zich op den 8ften Augustus van den Jaare 1572 begeeven hadden in het verbond tusfchen de Edelen en Steden van Holland, op den 15 July deszelven Jaars te Dordrecht gemaakt, was het niet Q 4 an»  S48 jan. ZAAKEN VAN 1737. anders dan een rtatuurlyk gevolg, dat de Stad Woer. den, deelende m-t andere Steden in dezelve lasten, en san de gevaaren zich flerker bloot Hellende, dan groote Steden , die van meerder defenfie , ea minder geëxponeerd waren , ook moest deelen in de voordeden, en in 't bellier van eene Sociëteit, die men als volkomen nieuw moest confidereeren, en tot welke alle de comraóteerende parthyen evenveel recht hadden. Het was om die reden , dat de Regenten van Woerden, na dien tyd, tot der Staten vergaderinge befchreeven wierden, en ook noch befchreevea zyn , na dat de Stad in den Jaare 1575 en 1576, eene harde beleegering van byna een jond Jaar hadt uitgeftaan, waardoor deze Stad, zo door de Hand. vastigheid der Regenten, als den moed der Burgeren, zo niet meerder, ten minfien zo veel voordeel aan de Leden van 't Bondgenootfchap heeft toegebragt, als 'er weinige Steden in Holland gevonden worden. Het was ook om die reden , dat onze Voorva. deren rooit hebben kunnen verwagten , dat aan deze Stad het grootfte prerogatief, van namelyk als een lid van Staat te worden geconfidereerd , zoude worden ontnomen: te min, om dat kort na den aanvang der belegering, in den naam der Bondgenoten aan de Regeering van Woerden, onderden sangenamen tytel van Medebroederen, een brief gefchreven is, om dezelven tot Handvastigheid,aan te isanen, en daar by, onder anderen, gezegd is': „dat zy uit de brief aan zyne Excellentie, gefchreeven „ en gedateerd den ia September 1575, met genoe- gen hadden verftaan , van hun luider goed eu „ vromer gemoed , vertrouwende dat zy luiden daarincevolharden zouden, als goede eu getrouwe ,, Verbondsgecoten , zoo tot hunnen prys ende „ eeie , als ook tot bevorderinge en vermeerderinge van hunne Viyheeden, PrivUegien ende handvesten, s» cn 'r gunt eenigzints tot hunner en hunner Stee- de Gemeente , Welvaart voor den toekomenden tyd bevonden'zoude worden te dienen, 't welk >> al.  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 249 ,, allyds, en in *f byzonder in zulke gevallen behoort, ,« en zy luiden niet hadden te twyffden een re,, compenfe ende de vrugt te zullen zyn, hunner „ vromigheid en getrouwigheid." Dan, Edele Groot Mog. Heeren! hoe zoetlui. dend deze beloften waren, die onze Voorvaderen in tyd van nood , en toen deze Stad voor het Bondgenootfchap allernoodzakelykst was, mogten horen , wierden echter de dienden, door de Burgery gedaan, met welker preftatie zy zich hadt uitgeput, weldra vergeeten, en het kusfen der Stad, mogelyk door de heerschzucht van weinigen, uit de Vergadering als uitgefchoven. — Een evenement, waarover wy noch heden verbaast (taan , doch waar van wy verkiezen niets meer te zeggen. — Een evenement, *t geen onze Predeces» leuren , in zo verre hebben ter harte genomen , dat zy , zonder ooit van hun recht afftand gedaan te hebben, reeds in den Jaare 1605, en vervolgens, in den Jaare 1638 by adres aan Hun Edele Groot Moge inftantien hebben gedaan, omme weder in de posfeffie van dat recht der Stad te geraken, en r.er Vergadering van Hun Edele Groot Mog. te wor-, den geadmitteerd; welk adres door Hun Ed, Groot Mog. gefteld is in handen van den Heere Prince van Orange, als Stadhouder, omme daarop te advifeeren: doch is, voor zo verre wy weten, dat advis nooit uitgebragt, noch door Hun Edele Groot Mog. op het adres gedisponeerd. Het is in ons vermogen niet het adres zelfs letterlyk aan Uw Edele Groot Mog. open te leggen, omdat hetzelve in de voor deze Stad noodlottige tyd van 1.672 en 1673, nevens zeer veele chartres dezer Stad , door de vyanden aan de vlamme zal zyn opgeofferd; dan wy vertrouwen dat het zelve in de Registers van Uw Edele Groot Mog. zal geregiflreerd zyn, en wy hebben redenen, om geen» zints te twytelen , of het recht der Stad zal door hen , die nader aan dien tyd geleefd hebben , en die eene menigte van befchryvingen tot de Vergaderingen van Staat, aan onze Stad toegezonden, Q 5 heb-  a5o jan. ZAAKEN VAN 1787. hebben kunnen produceeren, bondiger zyn gededuceerd, dan wy heden zouden kunnen doen: ja wy denken zelfs daaruit, dat Hun Edele Groot Mog. bet advis van den Stadhouder hebben gevraagd, te moeten befluiten, dat de argumenten , by het adres gemaakt, op goede en onoplosfelyke gronden hebben gerust, en wy trekken diezelfde confequentie ook daaruit , dat de Heer Stadhouder, voor zo veel wy weeten, daarop nooit heeft geadvifeerd. En het is ook hit dien hoofde, dat wy, (zonder voor als noch te treden in een onderzoek, of dezë Stad , fchoon dezelve nooit ter Staaten Vergadering was verfcheenen geweest, echter naar den aart der confthutie dezer Kepubliek en op gronden van rechten , niet zoude kunnen vorderen , om ter Staatsvergadering te worden geadmitteerd; het van onzen indispenfabelen plicht hebben geacht, niet langer (lil tê zitten , maar ons by dezen aan Uw Edele Groot Mogende re addresfeeren, en met vereischten eerbied voor üw 'Edele Groot Mog. Vergadering, doch tevens met billyke verwagting van een goed fucces, te verzoeken, dat Uw Ed.Gr. Mog. Gp het adres door onze Voorvaderen in den Jaare 1638 gemaakt, als noch favorabel gelieven te dispo* rieeren, voor zo verre het verzoek aangaat, om de Gedeputeerden dezer Stad ter Staatsvergadering te admitteer en, en in 't vervolg tot dezelve te befchryven, en deze Stad verder in redelykhcid te doen deelen in de Commisjien, door de Staats-Leden bekleed wordende. Wy beveelen Uw Edele Gr. Mog. in de belcherminge van den Almachtigen God, en blyven, Edele Groot Mogende Heeren l (Onder ftond) Uw Edele Groot Mogende Ootmoedige Dienaren, Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Woerden. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve, Woerden (Was getekend) den 18 Jan. 1787. J. «poors.  ja». STAAT EN OORLOG. 1787. 251 XIV. Request van J. Huöert cum fuis te Rotterdam, tot bet fpoedig houden van 't Befogne op ,t Rapport van Bun Edele Groot Mog , ge wee* zen Gecommitteerden aldaar; en om inmiddels geen Raaden van dis Stad t'ontfangen tot wier laste dat Rapport tendeert. In dato 24 January 1787. Is geleezen de Requeste van J. Hubert cum fuis , voor Hun zeiven en alsGeconftitueerden van ruim elf honderd en vyftig hunner notabelfte Medeburgers en ingezetenen, zo uit de Voornaame Kooplieden als andere Standen biuneu de Stad Rotterdam, om de daarby hierna breeder gedetailleerde redenen verzoekende, dat Hun Edele Groot Mog. het Beiogne over het Rapport der Heeren Gecommitteérdens van Hun Edele Groot Mog. zo fpoedig gelieven te houden, als Hoogstderzelver overige Occupatien zullen toelaatenj en inmiddels, als Gedeputeerden der Stad Rotterdam niet te ontvangen die Raacen , tot wier laste in dat Rapport eenige accufatie van wangedrag of pligtverzuim is vervat, en dat daar van, voor den 1 February eerstkomende aan Burgemeesteren en Vroedfchappen derzelve Stad aanfehtyving worde gedaan. Fiat Infertio, Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Requeste ten fpoedigften zal worden geëxamineerd by de anterieure Refolutie Commisforiaal op het. Rapport van de Heeren Gecommitteerden te Rotterdam van dato 1 November laatstleeden, door de Heeren hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne, met voorfz. Heeren ge weezen Gecommitteerden te Rotterdam, en de Vergadering daar op teffers gediend van  952 jak. ZAAKEN VAN 1787. van derzelver confideratien en advis ; en is dien onvermindert, Copie der nadere Requeste van voorn. J Hubert cum Tuis, verzogt door de Hee« ren Gedeputeerden der Steeden Rotterdam en Gorinchem, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen zyn van Advis geweest dat op de voorfz. Requeste van J. Hubert cum fuis, ten fpoedigiien het Bericht van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Rotterdam behoorde te worden gevraagd. , T^e Heer van Wasfenaar, Heer van Starren* JLJ burg,heeft geadvifeerd voor het voorfz* Commisforiaal. De Heeren Gedeputeerden der Sfeeden Delft, Rotterdam, Brielle, Hoorn, bekhuizen , Edam en Medemblik , hebben zich met het voorfz. advis van de Heeren van de Ridderfchap geconformeerd. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. /^leven eerbiedig te kennen Izaac Hubert \Jf en Mr, Heter de Monchy, Oud-Schepe. nen, Mr. N. M. Bogaert van /tlblasferdam, Collonel, en Tkom Theodore Cremer , Kapitein der Schuttery, Daniël de Jongh, Comelis van den Bosch, Gerrit van der Pot, Heer van Groeneveld , Jacob E. de Vogel, Pieter de Koker , Comelis van der Hoeven , Jan Viruly, Aernout van Eeefting en Jan Theodore Frescarode; voor hen zei ven en als Gecouftitueerden van ruim elf honderd en vyftig hunner no-  JA». STAAT EN OORLOG. 1787. 853 nocabelfte Medeburgers en Ingezetenen, zo uit de vournaame Kooplieden als andere (tanden binnen de Stad Rotterdam. Dat zy uit bet Bericht ten naame van Burgemeesteren en Vroedfchappen hunner Stad, door XIV Leden van dat Collegie op den 4 December 1786 gearrefleerd, en aan Uw Edele Groot Mog. ingezonden, tegen-het Request door de Ondergeteekenden op den 20 O&ober deizelven Jaars aan Uw Edele Groot Mog. gepraïfenteerd, ten einde het Uw Edele Groot Mog. zoude gelieven de voorfz Vroedfchap, door directe aanftelling van XVI nieuwe Leden te augmenteeren tot het primitieve getal van XL - gezien hebben dat de voorfz. XIV Leden aan Uw Ed. Groot Mog. tragten te imbueeren, dat het zelve verzoek-,, niet ingerigt zoude zyn te„ gen de Leden die het Collegie van de „ Vroedfchap thans compofeeren, als of die „ zich hun Ampc onwaardig gemaakt, Mal„ verfatie , Verzuim of Ondaad gepleegd „ zouden hebben." Dat de Ondergeteekenden vreezende dat hun ftdzwygen ten deezen opzichte zou kun. nen werden opgevat als een adveu . en dierhalven oordeelende Uw Edele Groot Mog. daaromtrent te moeten desabufeeren zich thans in de onaangenaame noodzaakelykheid gebragt zien, —■ om aan U Edele Groot Mog. rondelyk te declareeren: Dat, hoe zeer zy (al waren alle de Leden der Rotterdamfche Vroedfchap, volftrekt ir. reprochabeO eene wezenlyke nuttigheid ftellen in de augmentatie van dat Collegie, en in de verklaringe welke zy op den 10 Juny 1785 van Uw Edele Groot Mog. hebben verzegt, ,, dat het incompatibel is, te ge„ lyker tyd te bekleeden de qualiteit van „ Vroedfchap — en van Advocaat-Fiscaal, „ Secretaris en verdere Ambten of Bedienin- j> gen  054 jan* ZAAKEN VAN 1787. „ gen der Admiraliteit of Oost. en West. ,, Indifche Cornpagnien" &c — zy echter tot beide die addresfen of immers tot de verhaasting derzelve wel byzonderlyk zyn gemoveerd door de volftrekte overtuiging waar io zy, en de meeste, zo niet alle hun" De Committenten verfeeren, dat verfcheiden , thans fungeerende Raaden in de Vroedfchap zich hebben fchuldig gemaakt aan zodanig wangedrag en verzuim , en daar door het vertrouwen der voornaamfte Burgery in zo verre verbeurd hebben , dat het beltier der Stedelyke Zaaken, noch de Stem der Stad over 's Lands belangen niet meer kan werden overgelaten aan «en Collegie waar in zulke Raaden met hunne afhangelingen of blinde navolgers de meerderheid uitmaken, en alle cordaate pogingen hunner brave Medeleden op de hardnekkigfle wyze dwarsbomen. Dat de Ondergeteekenden zich in de voorfz. overtuiging hebben verfterkt gevonden door de Leclure van bet uitvoerig Rapport van de Heeren Uw Edele Groot Mog. Gecommitteerden , die de toedragt van zaaken binnen deze Stad onderzogt, gezien en ondervonden hebben , cp den 1 November aan Uw Edele Groot Mog. overgebragt, als waar by de meeste der bovengemelde XIV Raaden , en fpeciaal de Burgemeester van der Hoeven. de Oud-Burgemeester van der Hem , en de Vroedfchappen d Escury, van Teylingen, Mosfel, van Hogendorp. van Staveren en van Rafel in zulk een licht voorkomen, dat de Ondergeteekenden zich daar toe kunnen refereereu, eu het gintsch onnodig oordeelen 'er iets meer by te voegen tot juftiricatie van hun en hunner Committenten begrip, dat de Vroedfchap der Stad Rotterdam ten fpoedigiten van die Leden gezuiverd , of immers van derzelver overheerfchenden invloed ontheven behoorde te worden. Dat  ja». STAAT EN OORLOG. 1787. 055 Dat de Ondergeteekenden geerne zouden hebben afgewagt, den uitflag der deliberatien van Uw Edele Groot Mog., zo over de ge« daane verzoeken tot incompatiebel verklaringe van de Ambten der Admiraliteit en Compagnien met de Stads Regeering, — en tot augmentatie van de Vroedfchap — als over het voorfz. Rapport van Uw Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het onderzoek der fources , uit welken het voorgevallene in de Stad Rotterdam, en het aldaar gerezen ongenoegen en wantrouwen was veroorzaakt. Doch dat de algemeene en fterke fenfatie, welke het evengemelde Rapport binnen hunne Stad veroorzaakt , en de aannaderende tourbeurt van den Burgemeester van der Hoe. ven , om op den 1 February eerstkomende als Gedeputeerde dezer Stad ter Vergadering van Uw Edele Groot Mog. te compareeren, en dus eene eere te genieten, welke (hetzy met allen eerbied gezegd) behoudens de Waardigheid van den Souverein niet kan worden toegeftaan aan iemand, die by Hoogstdenzelven in diervoege fitb teatu is. De Ondergeteekenden in de abfolute verpligting brengt, van zich by dezen op nieuws te keeren tot Uw Edele Groot Mogende, met ootmoedige bede dat het Uw Edele Groot Mogende gelieve, het Befoigne over het voorfz. Rapport van de Heeren Gecommitteerdens van Uw Edele Groot Mogende zo fpoedig te honden , als de overige niet min gewichtige occupatien van Uw Edele Groot Mogende zullen toelaten ; en inmiddels als Gedeputeerden der Stad Rotterdam niet te ontvangen die Raaden, tot wier laste in het voorfz Rapport eenige accufatie van wangedrag of plichtverzuim is vervat, en dat daar van voor den 1 February eerstkomende aan  256 jan. ZAAKEN VAN 1787. aan Burgemeesteren en Vroedfchap derzelve Stad aanfchryvinge werde gedaan. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c« (Was geteekend) isaac hubert. ï1eter de monchï. fcï. b0gaert vam alblass5r"» dam. th. theod. cremer. daniël de jongh. kornelis van den rosch. ceurit van der pot , van groeneveld. jacob de vogel. pi eter de koker. corn. van der hoeven. jan viruly. a. van bbeftingh. j. th. frescarode» XV. Refolutie van Hun Edele Groot Mog, wegens het ajfchiffen der Recognitiegelden. In dato 25 January 1787. By refumtie gedelibereerd zynde op het Rapport, den 12 Oclober laatstleden ter Vergadering uitgeoragt door de Heeren van de Kidderfchap én verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne , hebbende , ingevolge en tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 18 Maart te voren, met de Heeren Gecommitteerde Kaaden , in den Haag en te Hoorn refiderende, zich geïnformeerd op het mon-  jan. staat ën Oorlóg, ï787. *57 montant der fiecognitien, welke door de Roomsch gezinde Ingezetenen, en de Bezorgers van Roomiche Kerken aan de refpeftive Bailluwen dezer Pro. vintie, zedert de laatfte tien jaren waren betaaldals mede geëxamineerd, of en in hoe verre de Recognitiën zouden behoren te worden geannulleerd en afgefchaft mitsgaders op hoedanigen wyze dft voorfchr. Bailluwen en Officieren dien aangaande in zoodanig geval, zouden behoren te worden se* dedommageert. - Is goedgevonden en verftaan, de Recognitiën, welke door de Roömschgezinde In! gezetenen en de Bezorgers van de Roomfche Kerken, aan de refpeftive Bailluwen dezer Provintie jaarlyks zyn betaald geworden, by deeze, van ntf af aan te annul eeren , en aftefchiffen; mus nogthans dat gemelde Ingezetenen en Bezorgers van de Roomfche Kerken verpligt zullen zyn, om de ag* terftallen der voorfchr Recognitiën /tot dato dezff aan de refpedive Bailluwen en Officieren te vol- XVI. Approbatie van Hun 'Edele Groot Mog, van het verrigte van Gecommitteerde Raaden uit krast van Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den n deezer, en Refolutie omtrent het IVapenoehnend Gezelfchap te Overfchie. In data 26 Jan, 1787. Ohtfahgen een Misfive van de Heeren Gecom* mitteerde Raaden , gefchreeven in den Hage op heeden , waar by kennis geeven van hun verrigte uit kragt der qualificatie Van hüh Edele Groot Mog Refolutie van 11 deezer, en fpeciaal met opzigte tot Overfchie, daar by overleggende een Misuve van Schout en Gereg:e van Overfchie éh Hogenhan, verzoekende bepaaldelyk van Hun Edde yyVS?8' intentie» weegens het Wapenoeffeneni aa AVI. deel, r >• qs-  358 jan. ZAAKEN VAN 1787. Gezelfchap te Overfchie , geiuformeert te zyn , hier na breeder geinfereert. Fiat Infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , het verrigte van de Heeren Gecommitteerde Raaden ter zaake voorfz ten vollen te approbeeren; en dat wyders aan schout en Geregte van Uverfchie en Hogenban van weegens Hun Edele Groot Mog zal worden aangefchreeven, om zorge te dragen dat de Aanfchryvingen door de Heeren Gecommitteerde Raaden op den 18 en 24 deezer aan hunlieden gedaan , ten einde alle verdere Byeenkomften eti Wapenhandel van het Genootfchap te Overichie dadelyk te doen ophouden en cesfeeren , promptelyk en volleedig effecl forteeren , zonder zig daar van, onder wellt pretext bet ook zyn mogte, op eenigerhande wyze te laaten wtderhouden , of iets het geen daar teegen ftrydig ondernomen zoude mogen worden , te ge. doogeu, direCtelyk of indiredtelyk: van hun verrigte en bet geen hun diesaangaande verder mogt voorkomen t'elkens aan de Heeren Gecommitteerde Raaden kennisfe geevende , ten einde door dezelve Heeren zooanige nadere voorziening te doen , als naar de omftandigheeden betonden zal worden te behooren. En dat middelerwylen Extract deezer zal worden ter hand gefteld aan de hoofd-Officieren der Steeden Delft en Rotterdam, mitsgaders aan de Bailliuwen van Delfland en Sehieland, ten einde zig daar na ieder in hun regard, mitsgaders des noods, gezamentlyk en met gemeen overleg te reguleeren. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geinhasreert hun Aanteekening op de Refolutie van den 11 deezer gedaan. De  jan. STAAT EN OORLOG. «787. a59 De Heer van Wasfenaer, Heer van Starrenburg, heeft zig met de voorfchreeve Refolutie geconformeert. T\e Heeren Gedeputeerden der Steeden JL/ Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemhlik, hebben geinhaereert hun Declaratoir op de Refolutie van den n deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geinhsreert hun Declaratoir en Contraai&ie op de Refoiutie van den li deezer gedaan. edele groot mogende heeren! Wy hebben uit kragte van, en ter voldoening aan de Qualificatie, in Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van den u dezer vervat, reeds op den 18 dezer aan de refpedtive Schouten en Gerechten van Voorburch en Overfchie , en wyders op den 22 dezer aart de refpeélive Schouten en Gerechten van Rhynsburg, deKethel, Aarlanderveen , Oudshoorn, Pynacker, Leydtrdorp, Bodegraven, Boskoop, Gelkenes, Goudriaan , jaarsveld, Raamsdonk , Sprang en Monfter , by aanfchryving gelast, om ieder in Hun DiftricT: allen verderen byeenkotnst en Wapenhandel van de aldaar fubfifteerende Genootfchappen (als nier fpecialyk in Uwer Edels Groot Mog. Reloiutie van den 7 September laatstleden gecoroprehendeerd zynde) dadelyK te doen oph )uden en cesfeeren; en ons vervolgens te informeeren, zuo van het geen ten dien opzichte door Hun Lieden zoude wezen verrigt , als van het geen by die geleegenheiü zoude mogen voorvallen, alles met verderen last, om, byaldien onverhoopteiyk aan Ra Hun  z6o jan. ZAAKEN VAN 1787. Hun Lieden in de Executie van 't gunï voorfz. is eenige zwaarigheden mogten voor| komen ; ons van dezelve aanftonds per ex- presfe kennisfe te geven, ten einde daarom» trent door ons zoodanige nadere voorziening te worden gedaan , als wy na omftandigheden zullen oordeelen te behooren; het geen nopens die van Voorburch ten gevolge gehad heeft, dat jchout en Gerechte van Voaiburch reeds op den 20 dezer aan ons gerefcribeerd hebben, dat Corneiis Siliacus op de hem uit onzen naam gedaane aanzegging en gegeeven last om zorge te dragen, dat alle verdere Byeenkomst en Wapenhandel van het Exercitie-Genootfchap, door hem te Voorburch opgericht , dadelyk kwamen optehouden en te cesfeeren , had aangenomen daar aan te zullen gehoorzaamert. Vervolgens is by ons ingekomen de Refcriptie van Schout en Geregte van Overfchie en Hogenban, gefchreeven aldaar op den 2s dezer, houdende dat zy lieden ter voldoening aan bovengem. onze aanfchryving , om zoo veel tnogelyk alle rust en eendragt hunner Ingezeetenen te doen continueeren, ter hunner hxtranrdinaire Vergadering omboden hadden Corneiis B:efevelt, Hend?ik van Eek, Fitter Maatje en Gerrit van den Berg; als bekend Leeden te zyn van het Wapenoefenende Gezelfchapte Ovet/chie; mitsgaders den inhoud van ■> gemelde onze Aanfchryving aan die Perzoonen hadden gecommuniceert, waar op dezelve Copie Authemicq van dien verzogt hadden , ten einde in den haren bekend te maken, en daar op in fciip-is binnen tweemaal vierentwintig uwen te berigten; met verdere by voeging, dat het zelve Bericht, ingekomen zynde door Hunlieden aan Ons gecommuniceert zoude worden; en dat zybeaen inmiddels vernauwden voor zoo veel Hun aanging voldaan te hebben aan onze intentie» Dan  JAN. STAAT EN OORLOG. 1787. 261 Dan vermits hec ons a.1 aanftonds opmerkelyk voorkwam, dat door particuliere Per. foonen aanftalte gemaakt zoude worden om te berigten op eene aanfchryving , die wy op auétoriteit van U Ëd^e Groot Mog. aan Schout en Geregte der Plaatze gedaan hadden, en waar op wy zelfs van Schout en Geregte derzelve Plaats, voor zoo veel den inhoud van dien betrof, geen berigt verwagteden, of behoefden , terwyl wy alleenlyk derzelver informatie perequireerd b;d'len nopens de dadelyke Executie , en het geen by tiie gelee, genheid zoude moogen voorvallen, ten einde als hier boven is vermeld; zoo hebben wy, ten blyke dat met de gemelde refcriptie ook geenzints aan onze intentie voldaan was, reeds op eergister, na deliberatie, goedgevonden en verftaan aan Schout en Geregte voorn, nader aantefchryven dat wy geen Bericht van de Perfonen, by Hunlieder Misfive van den 22 deezer opgenoemd, of van het Wapenoeffenend Gezelfchap , daar by vermeld , met betrekking tot bovengemelde onze aanfchryving van den 18 deezer inwagreden , of behoefden ; en Hunlieden wyders gelasteden, om zorge te dragen , dat het geen wy aan Hunlieden ter Executie van Uwer Edele Groot Mog. Refolutie van den 11 deezer by onze voorige hadden aangefchreeven, da delyk en onverwyld effect zoude forteeren , zonder Hunlieden daarvan op eenigerhande wyze en onder welk prsetext het zyn moat, te laaten wederhouden ,- en om ons verbolgens te informeeren, zoo van hetgeen door Hunlieden ten dien opzigte zoude wezen verrigt , als van het geen by die geleegenheid zoude mogen voorvallen; insgelyks met verderen last, om, by aldien oovernooptelyk aan Hunlieden in de Execu ie van *t gunt voorfz. is eenige zwaarigheden moeten voorkomen , ons van dezelve aanftonds per exR 3 pres-  ü6a jan. ZAAKEN VAN 1787. presfe kennisfe te geeven , ten einde daar omtrent door ons zoodanige nadere voorziening te worden gedaan , a!s wy na omftandigheden zouden oordeelen te behooren. Edog , voor dat gemelde Onze nadere aanfchryving aan Schout en Gerechte voorn, kennelyk heeft kunnen worden, is gister morgen by Ons ingekomen eene nadere Misfive van meergemelde Schout en Geregte , gedateerd den £3 deezer, waar van Wy de eer hebben hier nevens aan U Edele Groot Mog. Copie toetezenden, en waar in, voor zoo veel Schouc en Geregte aangaat, niets anders vermeld is, dan dat Hun waren overgeleeverd de daar by woordelyk geïnfereerde Confideratien der Burgers en Ingezeetenen van het Wapenoefenende Gezelfchap te üverjchie, ■ getekend door de bovengemelde vi*r Perfoonen ; en dat Zylieden van alle hunne ver. ligtirgen Uns daar by kennis gaven; welke verrignngen., voor zoo veel wy uit de gemelde zoogenaamde Confideratien nebben kunnen opmaken , in niets anders zouden hebben beltaan , dan dat zylieden onze Aanfchryving van den i8den deezer aan gemelde vier Perioonen hadden gecommuniceert , mitsgaders dezelve (hoe zeer wy daar toe geen ordre hadden gegeeven) Copielyk in handden van die vier Petfoonen gefield hadden, en wel ten einde derzelver Confideratien , des heb' lende aan Hunlieden fchrtpelyk optegeeven; het geen , om zulks alhier in 't voorbygaan optemerken, nogtans gehfel anders door Schout en Gerecnte voorn, by Derzelver bovengemelde eerfte refcriptie aan ons is voorgedragen geweest, zo als by vergelyking van den woordelyken inhoud van dien, hier vooren geinfereert, nader aan U Edele Groot Mog. zal konnen blyken. Ondertusfchen verbeelden wy ons, Edele Groot Mog, Heeren, dat de voornamen inhoud  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 263 houd van de voorfz. zoogenaamde Confidera. tien, namelyk, dat de Berigters cum fuis niet zouden vallen in de termen van Uwer Edele Groot Mog. Refolutie van den 11 deezer,om dat zy geene Exclufive Sociëteit van Wapenhandel zouden hebben opgeregt, welke eenigermaten in de termen viel van een zoogenaamd Fry Corps of Gtnootjchap, zeer weinig reflexie by U Edele Groot Mog. althans by eene geleegenheid als deeze, zal verdienen, aangezien zylieden door hun eigen Geregt voorfz. gequalificeert worden , als het Wapenoeffenend Gezelfchap te Overfchie, het geen wy vertrouwen alleen genoeg te zullen weezen om Uw Edele Groot Mog. te convinceeren, dat hunlieder Gezelfchap wel degelyk beltaat uit particuliere Perfoonen , die een Genootfchap van Wapenhandel te Overfchie hebben opgerigt, en dat dezelve dus, onder pretext van zig daar als Burgers, overeenkomftig de Ordres door U Edele Groot Mog. bevoorens gegeeven, irr den Wapenhandel te oeffenen, geene geleegenheid behooren te hebben, om heteffeót van Uwer Edele Groot Mog. meergedagre Refolutie van den 11 dee. zer op eene indirecte wyze ten hunnen opzigte, zoo niet geheel en al elufoir te maaken , ten minden , zoo lang hun mogelyk zoude weezen, te dilayeeren Wy neemen nog maar alleen de vryheid van in het byzonder a;in U Edele Groot Mog te doen opmerken, dat, naardemaal de meergemelde vier Perfoonen by derzelver voorn, zoogenaamde Confideratien rondelyk aan Schout en Geregte voorn gedeclareerd hebben , dat zy intusfchen buiten inhibitie of yerbod zouden Voortgaan met in voldoening (quali) van de Hooge en Souveraine Beveelen van U Edele Groot [Hogende, hunne (zoogenaamdej gewootie Dorps Exercitiën te verrichten, en derzelver tot dus verre gehoudene contenance ons E. 4 niet  s64 jan. ZAAKEN VAN J787. niet geheel onwaarfchynlyk voorkomen, dat de gemelde Perfoonen zig welligt verder zouden konnen veroorloven , om ook onze bovengemelde nadere Aanfchryving, wanneer dezelve hun bekend zal worden voor geene op hun toepastlyk zynde inhibitie of verbod te houden, wy mitsdien in de tegenwoordige omftandigheeden van zaaken vermeend hebben, op de bovengemelde tweede refcriptie geene nadere Aanfchryving aan Schout en Geregte voorn, te moeten afvaardigen, immers voor en aleer wy geleegenheid zouden hebben gehad om aan U Edele Groot Jvlog. van al het gunt voorfz. is kennisfe te geeven; behalven dat wy tot finale uit dien wegruiming van alle verdere tegenftribbelingen , gaarne bepaaldelyk van Uwer Edele Groot Mog. intentie nopens het IVapenoeffewend Gezelfchap te Overfchie zouden geintormeert zyn, ten einde ons daar na prascifelyk te konnen reguleeren. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren'. zullen Wy God Almagtig bidden , U Edele Groot Mogende te willen houden in zyn Heilige Protectie. Gefchreeven in den Hage den 26 January 1787. (Onder ftond,) Uw Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) a. j. roycr.  jan» STAAT EN OORLOG. 1737. 265 edele mogende heeren! De Confideratien der Burgers Ingezeetenen van 't Wapenoefenende Gezelfchap aan ons by Memorie overgelevert woordelyk luidende: Aan den Edelen Achtbaren Gerechte van Overjchie en Hogenban. edele achtbaare heeren ! De Ondergeteekende Burgers en Inwoonders van Overfchie , ontfangen en geè'xamineert hebbende de aanfchryving van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van Hun Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Vrie.sland in dato den 18 deezer, aan U Edele Achtb. gefchreeven , en door ü Edele Achtb. aan hen Ondergetekende gecommuniceert en Copielyk ter hand gefield, ten einde hunne Confideratien (des hebbende) aan ü Edele Achtb. fchriftelyk op te geeven, zo geeven dezelve Ondergetekende mits deezen zich de eer van ter voldoening aan het zelve einde , aan de aandacht van Uwer Edele Achtb. voortedraagen. Dat gelyk zy Ondergetekende, benevens hunne overige Medeburgers, wel. ke zedert de Publicatie van Hun Edele Groot Mog. tot het Wapenen van de Ingezetenen ten platten Lande , zich gezamentlyk vry willig in de Wapen behandeling geoeffend hebben , en de • zelve alsnog Cultiveerende zyn, nimmer gebuteerd hebben , zich door het formeeren van eenige afzonderlyke con. * 5 gre-  266 jan. ZAAKEN VAN 1787. gregatie , vsn het generaale Lichaam der Burgerye van deeze plaats aftezonderen , of een exclufive Sociëteit van Wapenhandel op te rechten , welke eenigermaate in de termen viel van een zoogenaard Vry-CorpsofGenooïlchap, hoedanig 'er in ons Land diverfe zyn opgericht, en met welker aard, iuflitut en natuur de voorfz. exercitie niets gemeens noch overeenkomftigst heeft; zy Ondergeteekende zich ook nimmer geconfidereerd hebben als in eenige andere relatiè ftaande dan als alle de Burgers deezer plaatfe , en ook nooit anders dan in die qnaliteit van Burger, en (ais zodanig, op de gerefpecteerde Ordres van Hooggemelde Hun Edele Groot Mogende aan dezelve Burgerye gegeeven , geëxerceert hebben. ■ Gelyk ook zy geenzints weeten immer of ooit anders door U Edele Achtbare Geconfidereert of behandelt te zyn , terwyl Ü Edele Achtb. integendeel op dien voet en om te voldoen aan de intentie van voorgesn. Publicatie tot Wapening der Dorps ingezeetenen, aan hen exerceerende Burgers eene exercitieplaats in de Kerk hebben aangeweezen, en dezelve tot dat einde door het leggen van een houte vloer doen approprieeren ; agnosceerende zo daar in als in alle voorkomende geleegendheeden de voorfz. exercitie als de publicqtie exercitie der Burgery door Hun Edele Groot Mog. geordonneert aantereerken, en geenzints als een willekeurige samenkomst van een privaat en onwettig Gezelfchap , dat op eigene authoriteit zich in een lighaam vereenigt, de Wapenen opgevat, en zich van de Burgery onderfcheiden zou hebben. Dat  an. STAAT EN OORLOG. 1787. 267 Dat de voorfz, exerceerende Burgers alzo geenzints vallende in de termen van het verbód van Hooggemelde Hun Edele Groot Mogende , welke niet fchynen gebuteert te hebben dan zoodanige WapenoefFenende Sociëteiten, als zich uit en buiten de Burgeryen willekeurig opgericht en tot een afzon» derlyk lighaam geformeert hebbende, en dus ongewettigd byeenkcmende den naam van Genootfchappen voeren , door Hoogstderzelver verbod te beteugelen en te doen cesfeeren; maar geenzints intetrekken of te vernietigen de Ordres van Hun Edele Groot Mog., uit .kragte van welke zy als Burgers deezer Plaatze als nog de exercitie der Wapenen oeffenen ; en waar van zy als nog in geenen deelen gedispenfeert zyn, zy mitsdien gemeend hebben deze hunne Confideratien onder het oog van U Edele Achtbare te moeten brengen , als vermeenende (onder reverentie) dat de meergemelde aanfchryving en verbod te onrechte op hen Lieden zoude worden toegepast. Terwyl zy intusfchen buiten inhibitie of verbod zullen voortgaan , om , in voldoening van de meergemelde hooge en Souveraine Beveelen hunner Edele Groot Mog. de gewoone DorpsExercitie te verrichten, Hier mede alzo vertrouwende aan de intentie Uwer Edele Achtb. te hebben voldaan. Aétum Overfchie den 23 Jan. 1787. (Was geteekent,) HENDRIK VAN ECK. C0RNEL1S BIEBEVELT. PIETER MAATJE GEERIT VAN DEN EERC. Van  268 jan. ZAAKEN VAN 1787. Van alle onzer verrigtingen U Edele Mogende by deezen kennis geevende, ü Edele Mog. beveelende in Godes genadige Befcherminge, blyve, Edele Mogende Heerenl (Onder ftond) H Edele Mogende Onderdanige Dienaaren, Schout en Geregte van Overfchie en Hogenban (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekend,) t. fontein. Gefchreeven te Overfchie den 23 Januarv 1787. y Qde Superfcriptie was') Edel Mogende Heeren! de Bee. ren Gecommitteerde Raaden van de Edele Groot Mogende Heeren ! de Staten van Holland en Westvriesland , in 'sHage. XVII.  jan. STAAT EN OORLOG. 3787. 269 XVII. Refolutie van Hun Edele Croot Mog. tot bepaling van de plaats voor Gecommitteerden der medieerende Provinciën van de gefchillen in de Provincie van Utrecht ; en dag gefield tot benoeming van Gecommitteerden wegens deeze Provincie. In dato 26 Jan, 1787. By refumptie, en tot afkomst op heden, volgens Hun Edele Groot Mogende Refolutie van den, iy dezer, gcrdeübereerd zynde op het Rapport, ten zeiven dage ter Vergadering uitgebragt door de Heeren Hun Edele Groot fcViOg. Gecommitteerden tot het groot befogne; hebbende, tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 10 te voren geëxamineerd de Misfives zo door Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad l'trecht, aldaar den 8ftcn, als mede door Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyck by Duurltede, den 2 der gern. maand aldaar gefchreven , beide tot refcriptie op Hun Edele Groot Mog. Misfives van den 13 December laatstleden, concerneerende de aangebodene en geaccepteerde Mediatie tot vereffening der gefchillen tusfchen de Staats Leden binnen de Provh.cie van Utrecht fubfifteerende , breder onder de JVotulen van voorfz. 10 January; als mede op de Misfive van de Heeren Staten van Utrecht, gefchreveo te Amersfoort den 19 dezer, en den 24 by Copie aan de Leden gegeven , mede tot refcriptie op Hun Edele Groot Mog. Misfive van den 13 December laatstleden op 't fubjcft der voorfz, Mediatie onder de Notulen van gem. 24 January Is, op de gronden, by het voorfz. Rapport gelegd, goedgevonden en verftaan, den Haag, als in alten opzigte de gefchiktfte Plaats, by deeze te bepaalen, en dat dezelve zal worden voorgeüagen, als de Plaats, op welke de refpective Gecommit- teer-  270 jan. ZAAKEN VAN 1787. teerdens der rnedieerende Provinciën zullen zamenkomen tot hec houden der Conferentien , en dat verders op heden en agt dagen , den 2 February eerstkomende, zal worden geprocedeerd tot het benoemen der Gecommitteerdens van wegens deeze Provincie ; zullende na het nemen der finale Refolutie op dit een en ander, daar van by Misfive kennis worden gegeeven aan de Keeren Staaten *s Lands van Utrecht, mitsgaders aan Burgemeesteren en Regeerders der voorfz. Steden Utrecht en "Wyck by Duurftede , met verzoek , om ook van hunne zyde Gecommitteerden te benoemen, en dezelve, hoe eer, zoo beter , herwaards afievaardigen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geinhiereerd hun Advis op de Refolutien van den 13 December laatstleden, io, 19 en 24 dezer gedaan. De Heer van Wasfenaar Heere van Starrenburg, heeft zich met de vooifz. Refolutie geconformeerd. D1 Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brieüe, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben geïnhaereerd hun /'antekening op de Refolutien van den 13 December laatstleden, jos 19 en 24 dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stcd Amfterdam hebben in de Notulen doen infereereu de navolgende Refolutie van de Vroedfchap derzelve Stad op het voorfz. Rapport; en zich voorts in de deliberatie tot het ftellen van een dag ter beuoeming der Gecommitteerdens van wegens deeze Provincie niet ingelaaten. Ex*  jan. STAAT EN OORLOG, 1787. 271 Extratï uit* de Refolutien van d. Vroedfchap der Stad Amfterdam Den 15 January 1787. Commisfarisfen van den Achtb. Raad, ingevolge van en ter voldoening aan de Reiolutie Commisforiaal van den zeiven Raa. de van gister , geëxamineerd hebbende een Rapport op de Refcriptie der Regeering van de Steeden Utrecht en Wyk by Duurfteede , over de Mediatie der Ueichiüen in de Provintie van Utrecht, den .9 January ter Vergadering van Holland uitgebragt , en onder andere door de Heeren deezer Stads Gedeputeerdens ter Dagvaart overgenoomen, hebben gerapporteerd , dat zy by examen van het voorfz. Rapport geoordeelt hadden hunne aandagt te moeten vestigen op twee onderfcheiden objecten , als aan de eene zyde op de Refolutie tot het ftellen van een prascife dag tot finaale afkomst van gemelde Rapport genoomen, tot welke Refolutie de Heeren deezes Stads Gedeputeerdens ter Dagvaart niet hadden geconcurreerd, en aan de andere zyde op den inhoud van dat Rapport zeive- Dat met opzigte tot het eerfte het ftellen van een dag, tn de daar omtrend gehoudene Conduites van deeze Stads Gedeputeerden ter Dagvaart , Commisfarisfen hebben be. vonden , dat, gelyk de gera. Conduites gefundeert zyn op de Refolutie van den Achtb. Raad van den 31 Uftober des vocrieeden Jaars , dezelve dus ook behooren te worden geappubeerd; dat ook aan de andere zyde, daar i'e Leeden van Bolland , immers de meerderheid derzelve niet hebben goedge. vonden aan het Advys van wtegecs deeze Stad ter Vergadering uitgebragt, te defereeren, de Achtb. Raad dan ook daar omtrend be»  *ia jau. ZAAKEN VAN 1787. behoorde te doen confteeren van derzelver gedagten op dat fujet. Dat derhalven by deeze geleegendheid de noodige Remonftrantien behoorden te worden gedaan , dat gelyk het ftellen van een dag, dan alleen te pas komt, wanneer de Leeden door derzelver langduurige ongereed, heid toonen een voorneemen te hebben, om de afdoening eener zaak, welke voor eene Conclufie met meerderheid fusceptibel is, te dilayeeren, zulks op eene eerfte deliberatie over een zaak vallende geenzins te pas komt, waar van ook in de Refolutien van Holland in vroegere tyden geene voorbeelden te vinden zullen zyn, altans zeeker niet als zulke gevallen waarin een evident periculum in rnora plaats had, en dat de Achtb. Raad daarom wel gewenscht had, dat in een zaak, van natuur als deeze , waarin geene bedugting konde weezen voor eenig dilay, immers niet aan de zyde van deeze Stad , welke door haare Propofitie getoond heeft niet meer te verlangen dan de rust en eensgezindheid in de Provintie van Utrecht te zien herfteld , ten einde dezelve een nuttig Lidt van 't bondgenootfchap te doen worden , tegens her fentiment van deeze Stad aan, geen dag gefield was geworden. Dat zy voor het vervolg van de Leeden van Hun Edele Groot Mog. Vergadering vcrwagtede, dat het ftellen van dag in zaaken daar toe uit haaren aart zoo weinig gefchikt, op een eerfte deliberatie niet zoude worden gerefolveert, daar deeze Stad anderzints zoodanige Refolutie zoude aanzien ais niet genoomen , en daar teegens zoodanige kragt. dadige middelen zoude moeten in 't werk ftellen , als zy als dan zoude oordeelen te behooren. Dat Commisfarisfen, hoe zeer oordeelende dat hét ftellen van een prscife dag in een ge*  jan, STAAT EN OORLOG. 1787. 273 f!val, a's dit , teegens het Advis van een JLidt der Vergadering aan , het zelve genoeg, zaame rèeden zoude geeven, orh zig op de materie zelve niet in te laaten , egter gemeend hadden nog ten overvloede het Rap. port zelve in deliberatie te kunnen neemen en dat het aan Heeren Commisfarisfen was* voorgekomen , dat de gronden waar op voorn. Rapport was fteuDende, namenrlyk, dat na het inkomen van de Misfives der Steeden Utrecht en Wyk by Duurftede, gevoegd by die der Heeren Staten's Lands van Ütrecht onder de Notulen van ïo january deezes en 6 Uctober des voorl. Jaars geinfereerd , des aangebodene Mediatie door de twistende partyen was geaccepteerd, ten dien EffVcte dat toet eenige poü ö van deliberatie zig bepaalde tot het doen eener keuze van de plaats, alwaar de Gecommitteerdens zouden moeten te zaamen koomen , en van de Perfoonen * daar toe van wesjens deeze Provintie re benoemen , geheel en al ware erroneus, dat men, om hier van te weezen overtuigd de hier vooren aangehaalde Misflves ilegrs 'met eikanderen behoefde te vergelykcn • want dat daar in de eerfte plaats, by die de*r Stad Utrecht, de Mediatie alleen van de Heeren Staten van Holland , Overysfel eu van Stad *n Lande word geaccepteerd, en by die van Wyk by Duurftede alleenlyk van een Mediatie van Holland en Stad en Lande word gelprooken, en van de andere Provincie geen gewag word gemaakt; maar integendeel ex* presfelyk worden uitgezonden de Provintie van Gelderland , en voorts die Provintien die een ander richtfnoer als Haar Edele Gr.' & Y.ol8ende' zi§ durven vermeeten hunne Mediatie te interponeeren, en Mediateurs te benoemen , zonder te weeten of de Mediatie aangenomen is of niet, wordende van vvvwr a"dere kant by de Misfive va» de StaXXXVI. deel. S ten  «74 JAN. ZAAKEN VAN 1787. ten 'sLands van Utrecht de Mediatie van alle de Hoge Bondgenoten, en dus der zes Provintien geaccepteerd. Dat in de tweede plaats de acceptatie door de Staten pure en zonder eenig accrochement is gefchied, daar de Stad Wyk, dezelve aan eenige prseliminairen accrocheerd, terwyl de by de Stad Utrecht gepofeerde verwagting omtrent Stads inalienabele Rechten (gelyk zy haar uitdrukt) weinig van een accrochement verfchild. Dat in de derde plaats de Staten van Utrecht zoo wel als de Stad Wyk van oordeel zyn, dat een Stad binnen de Provincie van Utrecht tot die Conferentien meest gefchikt was, terwyl de Stad Utrecht een Hoilandfche Plaats fchynt te prEefereeren. Dat Commisfarisfen vervolgens hebben overwogen , welk fyftema 't meeste met de gemanifesteerde begrippen zoo van Haar Edele Groot Mog. als den Achtb. Raad overeenkomftig was, en dat zy bevonden hebben , dat omtrent de twee eerstgenoemde differenten het fyftema van de Staten 'sLands van Utrecht met dat van Hun Edele Groot Mog. volkomen harmonieert, als weike laatfte by Refolutie van 13 December getoond hebben , dat zy een acceptatie van alle de Bondgenoten noodzaakelyk achtede, en dat zy oordeelden, dat een Mediatie pure moest worden geaccepteerd, dat ook dit het gevoelen van den Achtb. Raad is geweest, daar dezelve op den 25 Oétober ter Vergadering van Holland heeft geproponeerd, om de Stad Utrecht tot het accepteeren der Mediatie van de refpeótive Bondgenoten te exhorteeren, en by haare Refolutie van 30 November ten fterkften heeft getoond van begrip te zyn , dat de Mediatie pure moest geaccepteerd worden. Dat met opzigt tot de Plaats, alwaar die Con»  Jan» STAAT EN OORLOG. 1787. 275 Conferentien zouden dienen gehouden te worden , Haar Edele Groot Mog. gevallen zyn in de idé;s van de Regeering der Stad U recht , terwyl deeze Achtb. Raad daar omtrent nader is gekomen by het gevoelen van de Staten 's Lands van Utrecht en van de Stad Wyk, als daar toe een Stad in die Provincie hebbende praferabei geoordeeld. Dat Commisfarisfen de gronden van hec Rapport erroneus bevindende, en oordeelende, dat zoo lang de hier vorengem. poindten door het accëpteeren van de Staten 'sLands van Utrecht tot de gevoelens der twee Ste« den niet zyn vereffend, de tyd nog niet daar is, om een Plaats en Gecommitteerdens te benoemen , daar om op het voorfchreeve Rapport-Declinatoir zoude moeten advifeeren, dog dat zy door Heeren Burgemeesteren zyn geinformeerd , dat op gisteren ter Vergadering van Holland is ingekomen een Misfive van de Staten 'sLands van Utrecht, waar by zy de by Misfive van de Staten van Holland voorgeflagene verzending der Militie declineeren , de daar by geproponeerde Mediatie accëpteeren , met veizoek om hoe eerder zoo beter naar Amersfoort of een andere Plaats in 't Stigt Gecommitteerdens te zenden , en dat die Mitfive is gefield in handen van de Leden die voorfz. Rapport hebben overgenomen, om daar op het nodig reguard te Haan. Dat die Misfive dus door de Leden van de Vergadering van Holland zelve geoordeeld zynde, als van veel invloed te wezen op de deliberatien over het Rapport, Commisfarisfen dan ook zouden oordeelen dat dezelve ten fpoedigften ter kennisfe van den Achtb. Raad behoorde te worden gebragt, ten einde ha examen derzelve nader over deeze zaak te kunnen delibereeren. Op alle welke gronden Commisfarisfen als Sa nu  Sj6 jan. ZAAKEN VAN nu zullende dienen van advis, onder verbetering zouden wezen van gedagten , dat de Achtb. Raad zig zoude kunnen en behooren te vinden onbezwaard de conduites van de Heeren Gedeputeerdens ter Dagvaard te approberen, en voorts de Heeren dezer Stads Gedeputeerdens ter Dagvaart te qualificeeren en te gelasten om van de hier vorengem. gevoelens van den Achtb. Raad op het ftellen van dag ten kragtigften te doen infteeren, en wyders te declareeren, dat de Achtb. Raad hoe zeer ongehouden zig op dien bepaalde dag op voornoemde deliberatien in te laten , egter op de gronden hier voren gelegd het Rapport zouden moeten declineeren , dog dat dezelve oordeelende dat de Misfive van de Staten 'sLands van Utrecht . op deeze deliberatie noodzakelyk moet wezen van zeer veel invloed , Hun Heeren Gedeputeerdens had gelast, om de Misfive over te zenden, ten einde ter kennis van den Achtb. Raad te worden gebragt, om na examen derzelve zodanige Refolutien ten fpoedigften uittebrengen als de Staat der Zaaken als dan zal vorderen. en voorts te infteeren, dat inmiddels met tfe afdoening deezer zaak nog korten tyd werde gefupercedeerd. En dat laatftelyk de Heeren Gedeputeerdens ter Dagvaart zouden behoren te worden gelast, om wanneer met de afdoening der zaak tegens het advis van dezen Achtb. Raad mogte worden voortgegaan,daar tegens te Protefteeren, en van de gevoelens van den Raad door infertie dezer Refolutie te doen , , confteeren. Edog refereeren Commisfarisfen zig tot het beter goedvinden van deeze Achtbaare Raad. Waar op gedelibereerd en omvrage gedaan zynde , hebben Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen Heeren Commisfarisfen, voor der-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 277 derzelver genomene moeite bedankt, en zig met het bovenftaande Advis geconformeert. (Was getekend,) j. m. van pabst. XVIII, Request van Burgers en Inwoonders van Twisk en naastby geleege Plaatfen , met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Eiele Groot Mogende, om dadelyke Protectie der Ingezetenen van Hattem en Elburg, en tot voorziening te; gen Exercitie-Gorpfen, die niet en- der Protetïie zyn; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mogende. In dato 26 January 1787. Is geleezen de Requeste van een aantal Burgers en Inwoonders van den Dorpe Twisk en naastby geleegen Plaatfen , waarby hunne gevoelens van erkentenis, hoogachting en verkleeftheid aan Hun Edele Groot Mog. en voor Hoogstderzelver Befluiten betuigen, en voorts verzoeken, dat de gevlugte Burgers van Hattem en Elburg, van de door Hun Edele Groot Mog. toegezegde Protectie daadelyk mogen jouisfeeren; en dat 'er geene Genootfchappen, Gezelfchappen of Exercitie-Gorpfen zul. len mogen fubfifteeren , dan die door Hun Edele Groot Mog. zyn genomen in Hoogstderzelver fpeciale Protectie en befcherming; breeder hier na ge. infereert. Fiat Infertio. .Waar op gedelibereert zynde, hebben Hun Ed. S 3 Groot  278 jan. ZAAKEN VAN 1787. Groot Mog- met opzigt tot de fentimenten door de Supplianten by hun Request voor Hoogstdezelve gedeclareerd , ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog., zo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland , in de voorfz Requeste gemanifesteerd, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de regt Vaderlandfche verklaring der Onderteekenaren van dezelve, goedgevonden en verftaan, de voorfz. Requeste ten dien opzigte , vermits daar omtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aanteneemen voor Notificatie. En zal daar van Copie ten behoeve der Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver informatie; zullende de voorfz. Requeste met opzigt tot het verzoek voor die van Hattem en Elburg worden geêxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Groot J\log. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis; en ten aanzien van het laatfte verzoek, by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den ii dezer voorziening gedaan zynde, is goedgevonden en verftaan , dat dezelve Kefolutie aan ce Heeren Gecommitteerde Raaden , te Hoorn refideerende , zal worden toegezonden tot derzelver informatie en narigt. En is eindelyk van de voorfz. Requeste Copie verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Medemblik. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. De Heer van TVasfenanr , Heer van Starrenburg, heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeerd. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Me-  jan. STAAT EN OORLOG» 1787. 279 Medemblik hebben tot het eerfte Lid der voorfz. Refolutie , zo als dezelve is leggende , niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben zig in de voorfz. deliberatie niet ingelaaten. Aan de Edele Groot Mog- Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. Geven met verfchuldigde Eerbied te kennen de Ondergeteekende alle Burgers en Inwoonders van den Dorpe Twisk en naastby geleegen Plaatfen. Hoe zy Ondergetéekende niet alleen met vreugde en blydfchap hebben ontwaart U Edele Groot Mog. Refolutie van de Maand September des Jaars 1785, ter beveiliging van U Edele Groot Mog. Relidentie-Plaats tegen geweld en oproer van een opgeruid gemeen, en die van de Maand September des voorleeden Jaars, tendeerende tot 't perlifteeren by de ordres ten aanzien der Militie, en boven dien bevattende verdere voorziening ter Provifioneele voorkoming van de op de Vryheid cd Souverainiteit van den Lande allezins impieteerende invloed en directie van den Capitain Generaal op en over voornoemde Militie, met Surcheance van U Edele Groot Mog. Refolutie de dato 8 Maart 1766, maar ook tot hunne innige fmerten hebben vernoomen, hoe de zodanige die den Vorst verblinden met hunne leugeDen , den Stadhouder zig zoo verre hebben doen vergeeten, dat hy zig niet gefchaamd heeft bovengenoemde Refolutie van U Edele Groot Mog. op eene voor U Edele Groot Mog. Souvcraine Vergadering allezins lefive wyze S 4 by  8o jan. ZAAKEN VAN 1787. by Misfive te traduceeren en frivolyk voor te wenden, als waare d?eze heilzame Refolutie haar oorfpronk flegts aan eenige Weinige heethoofdige verfchuldigt, en haare fource in eene gemaakte Gahaal te vinden. Heeft het een en ander U Edele Groot Mog. Heeren den weidenkenden iu den Lande , wien het den Stadhouder tot een Eer zou gefield hebben . in de obediëntie aan zynen wettigen Souverain een voorbeeld gegeeven te hebben , in de onvermydelyka noodzakelykheid gebragt, om voor het oog yan gansch Europa open te leggen. hoe alieen zy niet alleen zyn van deeze U Ed. Groot Mog. allezins ltedeerende handelwyze Van den Stadhouder , of het mogelyk waar de heerschzugt en dwingelandy nog van ichaamte te doen bloozen, althans het mom der Hemeltergende leugenen af te rukken; maar ook te doen zien hoe zy in even die zelve Refolutien , weike door den Stadhouder zoo fchandelyk worden getaxeert en aangerand, tot hunne dankbaare blydfchap de doorflaanfte blyken meenen te vinden van maintenue der dierbaare belangens. van een vry Volk, waar uit zy dan ook geredelyk moogen opmaaken , dat U Edele Groot Mog. niets dierbaarder zyn zal dan de geëerbiedigde en op conftitutioneele gronden gevestigde Volkfiem. — De overwe.:ginge hier van verpligt pok de Ondergeteekeiiden om daar zy meede -de naam van Vrye YVestvriezen, van oudsher soo beroemd om hunne dapperheid en Vrylieidshefde dragen mogen, en nog onlangs wat de gruotfte meerderheid aanbelai gt, door U Edele Gropt Mog in U Edele Groot Mog. Refolutie van den 7 September 178Ö ten aanzien der Gewapende Schutteryen en gelegalifeerde of fubfilteerende Genootichappen van Wapenhandel binnen deeze Provincie  jan. STAAT EN OORLOG, 1787. a8i cie genoomen, zyn gecomprehendeert, willen zy zig van hunne Voorouders niet ontaart, of den vryen grond dien zy betreeden onwaardig betoonen, en zig aan de hoogfte ondankbaarheid niet fchuldig maaken, de gevoelens van hunne harten aan U Edele Gr. Mog te verklaren, en opeutlyk aan den dag te legden. De Ondergeteekende betuigen des, dat zy van den beginne des jongst fchandelyk gevoerden Engelfchen Oorlog af, met het grootfte leedweezen hebben ontwaart, dat de verdeeltheden , welke binnen ons Vaderland gebooren zyn, eeniglyk en alleen te imputeeren zyn aan de Inactiviteit en 't ïllufoir maken van de ordres van de wetgeeven» de raagt, welke 'er by de uitvoerende magt plaats had, en tepdeerende was, om vrygeboeren Nederlanders flaaffche kei enen te doen torsfchen , en zoo mogelyk onder een GraafFelyk juk te doen bukken, waar toe men dan geen middelen hoe ongemefureert en verfoeijelyk ook zig gefchaamt heeft in 't werk te ftellen; wel is waar dat men het een en ander heeft zoeken op eene futile wyze te verfchoonen en te bemantelen , dan , de Godiooze toeleg op de Steeden Hattem en Elburg, om Burgers die niet meer dan pligtelyk voor hunne Privilegiën en Voorreden in de bresfe ftonden , door aangevoerd Moordtuig en het Staal der door hun meede bezoldigt wordende Krygsknegten te doen fneeven, met de daar op gevolgde plundering der eerstgemelde Stad, fteld hünnens eragtens 't gepolèerde buiten alle bedenking, en overreed hun ten kragtigften , dat daar de Stadhouder zig dus betoond heeft een Vyand van Vaderland en Vryheid te zyn, de door U Edele Groot Mogende genoomen Refolutien ten uitterften noodzakelyk geworden zyn. S s Waar-  a82 jan. ZAAKEN VAN t/0/. Waaromme zy dan ook U Edele Groot Mog. met de diepfte gevoelens van hoogag. ting en verkleefdheid voor en aan U Edele Groot Mog., dank betuigen, voor en boven geavanceerde, en verdere door U Edele Gr. Mog. genomene Vaderland en Vryheidlievende Refolutien; en naardien het U Edele Groot Mog. goedgunftelyk heeft behaagt» aan de gevlugte Burgers van de Steeden Hattem en Elburg U Edele Groot Mogende Protectie toeteleggen; en de aanhangers der dvvingelandy en heerschzugt door tumulten en oprigtinge van Oranje Corps als in onze Nabuurfchap , waar door men den weldenkenden Ingezetenen tragt te belagen, en niets onbeproeft laten ter bereikinge van hunne doemwaardige oogmerken ; zoo keeren de Ondergeteekenden» wier hartenwensen en opregte bede is , dat de Regtvaardige God, die meermaale zig betoonde de God van Nederland , en een redder van onze verdrukte Voorvaderen te zyn , de Refolutien van U Edele Groot Mog. met zynen Zeegen gelieve te bekroonen, en U Edele Groot Mog. Regeering allezints voorfpoedig maake, ten einde de dierbaare Vryheid, dat edele voorregt, door de befcherming van U Edele Gr. Mog., ongefchonden aan de Nakomelingfchap moge overhandigt worden , zig tot U Edele Groot Mog. eerbiedigiyk verzoekende dat de gevlugte Burgers van Hattem en Elburg van de door U Edele Groot Mogende hun toegezegde Protectie dadelyk mogen jouïsfeeren. En het U Edele Groot Mog. wyders goedgunftiglyk behaage te ftatueeren, dat 'er geene Genootfchuppen, Gezelfchappen of Exercitie-Corps zullen mogen fubfifteeren , dan die geene welke door U Edele Groot Mog. zyn genoomen, in U Ed. Groot Mog. fpeciale Protectie en befcherming , ofte dat U Edele Groot Mog. des aan-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. a8j aangaande dusdanige efficacieufe middelen zullen gelieven daarteftellen, als U Edele Groot Mog. na derzelver hooge wysheid en Vaderlyk toeverzigt zullen oordeelen te behooren; —— (Onder ftond,) 'c Welk doende, &c. (Was geteekend door 50 Perfoonen.) XIX. Misfive der Stad Heusden aan de Heeren Staaten van Holland en WesuVriesland. In dato 29 Jan. 1787. edele groot mogende heeren! , Zekere Dirk van Herwaarden, op den 23 Maart des jaars 1765, door de Magiitraat in die tyd alnier by" refolutie van dezelve Magiftraat zynde aangefteld tot Zetfchipper van deze Stad op Amfterdam , met toezegging, om, na doode van wylen Pieter Vtrbeet, toen Schipper van het voorfchteve 'v eer, als dan in deszelfs plaats tot Schipper te worden aangeftelt, en wylen gemelde Pieter Verbeet reeds lange dezer waereld zynde overleeden , en de voorfchreve refolutie van de Magiftraat dezer Stad ter onzer kennisfe gekomen zynde , hebben wy, ter voldoening ons verpligt geacht, den genejden Dirk van Herwaarden effectivélyk tot Schipper, zoo als voorfchreven is, aan te ftellen, mits doende den Eed van zuivering, by U fcde-  384 JAN. ZAAKEN VAN 1787. Edele Grnot Mog. refolutie, van dato den 23 January 1748, bepaalt; dan gemelde Dirk van Herwaarden ons gecommunieeert hebbende, dat hy, in den gemelden jaare 1765, ter bekoming van de voorfchreve quaüteit als Zetfchipper, met de daarby gedane toezegging, om , na het overlyden van wylen Pieter Verbeet, tot Schipper van deze Stad op Amllerdam te worden aatigeftelt, aan den Meer van Noordwyk, Drosfard dezer Stad, eene fomma van honderd Ducaten gegeven had , onder voorwaarde aan zyne zyde, en onder belofte aan de zyde van den gemelden Drosfard, dat hy Dirk van Herwaarden deswegens geen Eed van zuivering zoude behoeven te doen, zoo hebben wy denzelven Dirk van Herwaarden met geen Commisfie, ais Schipper van het gemelde Veer kunnen voorzien, maar bet nodig gQfcordeelt, mede ter voldoening aan den inhoud van voorfchreve U Edel Groot Mog. Refolutie, van deze gebeurtenis aan U Edele Groot Mogende door deze dirc&elyk kennis te geven; te meer, daar wy geïnformeert zyn, dat dé Heer Fiscaal 't Hoen r.eeds in den afgelopen jaare 1786, van deze omftandigheid door meergemelden Dirk van Her. waarden is ónderrigt geweest, doch vooral, omdat de voorfchreve Drosfard, die zich nimmer met ter woon binnen deze Stad heeft opgehouden , en nu zelfs in verfcheide jaren alhier niet is tegenwoordig geweest, maar welken wy hebben doen aanfchryven , dat binnen zekeren bepaalden tyd zyn vast verblyf alhier moet komen houden, op poene, dac hy, daaromtrent in gebreken blvvende, zoude gehouden worden zyne bedieningen als Drosfard en Schout dezer Stad verlaten te "hebben , en welke gefixeerde termyn wel haast Haat te expireeren, by continuatie in de Refidentiepiaats van U Edel Gr, Mog. woonachtig is , en dus de voorfchreve zake bykans door ons niet behoorlyk heeft kunnen onderzocht worden. Hier mede, zoo wy vertrouwen aan de intentie van voorfchreve ü Edel Groot Mogende Refolutie voldaan hebbende, hebban wy de Eer, over U Ede]  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 285 Edel Groot Mogende den zegen van God Almachtig af te fmeeken, en ons te noemen Eden Groot Mogende Heeren! \ Uwer Edele Groot Mogende goede Vrienden, De Leden van de volle Magiftraat der Stad Heusden. Ter Ordonnantie enz. Gefchreven in onze Vergadering binnen Heus den, op heden den 29 january 1787. XX. Misfive van Gecommitteerde Raaden aan de Staaten van Holland, met een Staat van den Ontvangst en Uitgave der Posteryen voor den jaare 1785, In dato 30 January edele groot mogende heeren.' By het zestiende Articul van de Inftruclie voor Commisfarisfen van üw Edele Groot Mogende ÏPosteryen door Uw Edele Groot Mogende zynde vastgefteld , dat de voorfz. Commisfarisfen ieder Jaar zouden moeten manken een Staat van het in. koomen en de lasten der Posteryen , met aanwyzinge , hoe veel het zuiver provenu rendeert, en daar van aan Ons kennis geeven, ten einde by Ons de nodige ordres zouden worden geftelt, tot aflosfinge van zodanige Capitaalen als daar meede, volgens Uw Edele Groot Mog. Refolutie van den 6 Maart 1751 , afgelost zouden konnen worden, en dat wy Jaarlyks , zoo van het inkomen en lasten der Posteryen, als van de afgeloste Capitaalen, aan  jï86 jan. ZAAKEN VAN 1787. aan Uw Edele Groot Mog. zouden moeten kennis geeven. Hebben wy de eer , by deeze ter kennisfe van Uw Edele Grooc Mog. te brengen, dat de voorn. Commisfarisfen aan Ons hebben toegezonden , de voorfz. hier neevensgaande Staat van Ontfang en Uitgaave over den Jaare 1785, bedragende het zuiver overfchot ƒ 356231 :i2:4j. En dat vervolgens de penningen , van tyd tot tyd , uit het Comptoir der Posteryen zyn overgebragt ten Comptoire Generaal van Holland. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen Wy God Almagtig bidden, U Edele Groot Mog. te houden in Zyn heilige Protectie. Gefchreeven in den Haage den 30 January 1787. (Onder ftond,) ' Uw Edele Groot Mogende Dienst, willige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekend,) a. J. r0yer. Kor-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 287 Korte Staat van den Ontvangst en Uitgave van de Postsryen van Haar Edele Groot Mogende t • de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, voor den Jaare 1785. ONTVANGST. ifte Capittel. Weegens quartaals kortinge , in dit Jaar niet voorgc vallen , dus maar voor ,.. Memorie ade Capittel. Zynde het Rendement v van derefhectivePost Comptoiren, als Eerftelyk binnen • . Dordrecht, Generaal Post-Comptoir . ƒ 11462 16 3 Haarlem, utfup 6948 4 o Delft, utfup 2485 17 1» Leyden, utfup 13106 y 7! Amfterdam, en aldaar het AntwerpfePost- Comptoir . ƒ63440 4 6 Ceulfe en Ham- „,fc"rS.er 'n' Ï39352 4 1 1 esfelie en Bin- j nenlandfe . 60207 9 io| 5 26299918 6 Tranfporteere • • ƒ 262999 18 ~cT Gou-  288 jan. ZAAKEN VAN 1787. Tranfport . , . .....ƒ 26299918 6 Gouda , Generaal Post-Comptoir 4040 1 0 Rotterdam, utfup, 55105 17 3 Gorirtchem , utfup , 4059 10 o Schiedam, utfup . . ..... 270914 \ Schoonhoven,utfup 133» I 6 Brielte, utfup 508 7 6 Jfoorder Quartiir en fVèstvriesiand. en aldaar Alkmaar en Bever- wyk .... 3304 6 6 Hoorn en Enkhuy- fen . ... 3324 2 6 — 4628 9 o 's Gravenhaage, en aldaar het Post Compteir op Duytsland 1 en Engeland. &c. • . 13034 13 1 Zuid-Holland. I &c. . . . 245 9 0 4! Braband, &c. 13625 13 o 5i189 7 o Alphen , Generaal Verwisfel - PostComptoir . «2388 II q Utrecht , Hollands Entrepost . » 9030 i dende bedenkingen omtrent de generale reprEefentatie van 't geheele Volk, welke volgens de gefteldheid van dit Geméenebesc alhier zou behooren plaats te hebben , te examineeren, en teffens na te gaan en te onderzoeken , op hoedanige wyze, ingevolge de conlfitutie en 'sLands waare belangen, eenige generaale maximes omtrent den; invloed, welke uit hoofde der Règeerings-fórm by reprasfentatie notoirlyk aan 't Volk toekomt, zouden behooren te worden gearrefteerd 5 mitsgaders aan welke billyke hepaalingen , die alle tvvyfFcling en rechtmatigen argwaan affnyden kunnen, dit een en ander onderheevig gemaakt zoude konnen worden: ten einde deze Cont misfie, als in het natuurlykst verband ftaande met die by het eerfte Artikel opgegee ven, even fpoedig als dezelve zoude kunnen worden getêrmineerd, en op het refultat van beiden ter zeiver tyd de nodige Refolutien genomen zouden kunnen worden. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden dat Donderdag over veertien daagen,den 15 February aanftaande, zal worden geprocedeerd tot het benoe. men der Heeren, die de Commisfie by Hun Edele Groot  jan. STAAT EN OORLOG. 17S7. 297 Groot Mog. Refolutie van den 13 December laatstleeden beraamd tot het onderzoek der bornes van de Uitvoerende magt, zoo van den Stadhouder, als Ca pitein Generaal en Admiraal, en het concerteeren der noodige Plans en Iuftru&ien omtrent de waarneeming dier bedieningen , en de pligten en prsëminentien daar aan verkn jgt, zullen uitmaaken ; en voorts Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Delft, en de verdere Leeden, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren haare Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geinhasreert hunne Aanteekeuing op de Refolutie van den 13 December laatstleeden gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Edam en Medemblik, hebben met opzigt tot het eerde gedeelte der voorn. Propofitie geinhsereert derzelver Advis van den 13 December 178Ó relatif tot de ten zelvcn dage genomene Refolutie op het vierde Lid van de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam. De Heeren Gedeputeerden der Stad Enknuyzen hebben geinhasreert hunne Aanteekening op de Refolutie. van 13 December laatstleeden, en wel fpeciaal dat op het laatfte Lid dier Refolutie het wooid Infïrucïieworde gealtereert, in fchikkinge met byge* yoegd overleg van Zyn Hoogheid. ? 5 XXIL  «98 jan. ZAAKEN VAN 1787. XXII. Rapport om af tc ftaan 't Verzoek van], Hubert, cum fuis, en om aan Rotterdam vry te laten na goedvinden Gedeputeerden ter Vergadering te zenden. In dato 30 Jan. 1787. De Raad-Peniionaris heeft ter Vergadering gerapporteert , dat de Heeren van de Ridder., icnsp en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne, ingevolge en tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog Refolutie Commisforiaal van den 24 dezer Maand, met de Heeren Hoogstderzelver geweezen Gecommitteerden te Rotterdam hadd-en geëxamineerr het Adres van J Hubert cum fuis, voor ben zeiven, en ais Geconftitueerden van ruim elf hondert en vyftig hunner notabelfte Medeburgers en Ingezere. nen , zo uit de voornaamfte Kooplieden als andere Standen binnen de Stad Rotterdam, om de daarby gedetailleerde Redenen verzogt hebbende, dat Hun Edele Groot Mog. het Befogne over het Rapport der Heeren Hoogstderzelver geweezen Gecommitteerden aldaar zo fpoedig geliefden te houden, als de overige occupatien van Hun Edele Groot Mog. zouden toelaten , en inmiddels als Gedeputeerden der gero. Stad Rotteidam , niet te onti'angen die Raaden tot wier lasten in dat Rapport eenige accufatie van Wangedrag of Pligtverzuim was vervat, en dat daar van voor den eerden February eerstkomende aan Burgemeesteren en Vroedfchappen derzelver Stad aanfchryvinge mogte worden gedaan. En dat de Meerderheid van Hun Heeren Gecommi.teerdeu van Advis was geweest , da: het yer'zoek by het voorfz. Adres gedaan , behoorde te worden afgeflagen , en aan dc Regvermg der Stad gelaten ■ •••/ en onverlet om zodanige Gedeputeerden ter Dagvaart te committeeren als goedvinden zoude. Waar-  jan. STAAT EN OORLOG. 1787. 299 Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steeden Dordrecht, Leyden, Am\ fterdam, Gouda, Gorinchem, Schiedam, Schoon, hoven , Alkmaar, Monnickendam en Pui merende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, is de fiuale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem hebben gedeclareetd , dat zy zo wel als de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht, Leiden, Gouda en Alkmaar, in het Befogne over deze zaak gehouden, van begrip waren geweest dat aan Hun Edele Gr. Mog. behoorde geadvifeerd te worden. „ Om aan Burgemeesteren en Vroed. „ fchappen der Stad Rotterdam aan,, tefchryven , dat het Hun Ed. Gr. „ Mog. ten hoogften aangenaam zou„ de zyn , indien hangende hoogst„ derzelver deliberatien over het Rap. ,, port van Heeren Gecommitteerden „ tot het onderzoek van zaaken te „ Rotterdam , immers by Provifie , „ van wegens de gemelde Stad gee- ne Heeren , als Gedeputeerden ter „ Provinciale Vergadering verfchee„ nen, welken in die deliberatien zoo „ merkelyk geinteresfeerd zyn, of op ,, welken, uit hoorden der zaaken en „ omftandightden ten bunnen cpzich- te in 't vooriz. Rapport gedetail„ leert, thans in meerdere of minde„ ren graad een wantrouwen van vee„ len notabele Burgers en Ingezetenen ,, rust, en wel byzonder de Heeren van der Hoeven, van der Heim, Collot „ d'Escury, van Ttylingen, Mos/ei, van Hogendorf, van Staveren en Scnn van. „ Ba-  3 jan, ZAAKEN VAN 1787. j, Bazel, en dat Hun Edele Groot Mo„ gende vertrouwden , dat aan dit ,i Hun verlangen, en daar mede over- eenkomfiig zynde verwagting, bei» „ den, voortfpruitende uit eene wa« re zucht om , zonder verkorting „ van 't Recht der gemelde Stad of „ van derzelver Regeerings-Leden , ., en zonder aan iemand van hun eeni,, ge fletrisfure te willen toebrengen, ,, alle anderzints te vreezen verwar,, ringen en nieuwe misnoegens voor „, te komen , by welgemelde Heeren „ Burgemeesteren en Vroedfchappen , „ door het maaken der meest gepaste „ fchikkingen, gereedelyk zoude wor» ,, den voldaan." Doch dat vyf andere Leden van 't befogne van een verfchillend gevoelen geweest zynde, en conform derzelver fentiment , op grond van eene daar by gevoegde computatie der Stem van Rotterdam, zei ven, die door eene Vroedfchaps Refolutie punctueel bleek bepaald te weezen, het Rapport zynde opgemaakt, zonder daar by van het tegenovergeïlelde gevoelen ietwes te gewaagen; zy Heeren Gedeputeerden voornoemd in deeze fituatie en behandeling van zaaken,zich verplicht vonden, het zelve alzo uitgebiagte Kapport copielyk over te neemen, ten einde daaromtrent het goedvinden van de Heeren hunne Principaalen te verftaan. xxm.  ïëb. STAAT EN OORLOG. 1787, Soi XXIII. Request van Burgers en Ingezetenen in de Ambagts- Heerlykheid van Tetterode en Aalhertsberg, met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mogende , om Comprehenfie in de Refolutie van f September 1786, het ontfangen der geleende Geweer en; met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten voor Hun Edele Groot Mogende» In dato 1 Feb. 1787. Ïs geleezen de Requeste van een aantal van 141 Burgers en Ingezeetenen in de Ambagts-Heerlykheid van Tetterode en Aalbertsberg, waar by hunne gevoelens van Dankerkentenis aan Hun Edele Groot Mog. en voor hoogstderzelver befluiten betuigen; en hunne verkleertheid om de Vryheid van dit Land en Hun Edele Groot Mog, Wettig Gezag met hun goed en bloed voorteftaan; en voorts verzoeken , dat hunne Burger Compagnie onder die Heerlykheid en Zinfpreuk , voor het Vrye Vaderland , werde gecomprehendeert in Hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den 7September 1780, en dat, dewyl de Supplianten van de nodige Wapenen wa. ren voorzien , de Gommis van Hun Edele Grooc Mog. Magazyn te baarden, mogt worden gequalificeen , de verleende Geweeren voor de onvermogenden weder terug te ontfangen, als die zelve door Vaderlandfche giften bekomen hebbende; breder hierna geiafereert, Fiat Infertio. Waafop gèdelibereert zynde, hebben Hun Edele; Groot Mog. met opzigt tot de fentimenten door de Supplianten by hun Request voor Hoogstdezel. ven  So» feb. ZAAKEN VAN 1787. ven gedeclareert, ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog. , zo wel als aan de Algemeene belangen van liet Vaderland , in de voorfz. Requeste gemanifesteert, en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de recht Vaderlandfche verklaring der Onderteekenaren van dezelve, goedgevonden en verftaan de voorfz. Requeste ten dien opzigte, vermits daar omtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aanteneemen voor Notificatie, en zal daar van Copie ten behoeve van de Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver Informatie; en is wyders met opzigt tot het verzoek der Supplianten als Honoraire en Werkende Leden van de vereenigde Burger-Compagnie , onder de gemelde Heerlykheid en Zinfpreuk: voor het Vrye Vaderland, om in Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 7 September 1786 te worden geconjprehendeert , goedgevonden en verftaan, dezelve Burger-Compagnie voor het Vrye Vaderland in de Ambagts-Heerlykheid van Tetterode en Aalbertsberg , meede te comprehendéeren in de Refolutie van den 7 Seprember laaistleedeo, by Hun Edele Groot Mogende ten aanzien der Gewapende Schutteryen en gelegalifeerde of toen fubfifteerende Genootfchappen van WapenoefFening binnen deze Provincie genomen , van welke ook tot dat einde Copie aan de Supplianten uitgegeeven zal worden, om benevens deze Refolutie hun te ftrekken tot informatie en zo het verder behoord; en zal meede Extract van dit PoincT: dezer Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden worden gegeeven tot derzelver informatie en narigt; en is eindelyk goedgevonden dat het laatfte verzoek van de Supplianten zal worden gezonden aan de gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, om daarop te disponeeren. De Eleeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz, Refolutie niet geconcurreert. De  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 303 De Heer van Wasfenaar, Heere van Starrenburg, heeft zig met de voorfz. Relolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medernbhk, hebben 'tot het eerfte Lid der voorfz, Refolutie, zo als dezelve is leggende, niet geconcurreert/ De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geinhasreett hün Declaratoir op de Refolutie van den 7 September laatstleeden gedaan. Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland» Geeven met alle fcbuldigen eerbied te kennen , de Ondergeteekende alle Burgers en Ingezetenen in de Ambagts-Heerlykheid van Tetterode en Aalbertsberg, Dat de Ondergeteekende alle hebben gezien en geleezen het Dank-Adres door de welmeenende Burgers en Ingezetenen der Stad Haarlem , aan U Edele Groot Mog., gepriefenteerd, en dus met geen minder verontwaardiging befchouwen de verdwaasde handelingen van Willem de Vde,- Prince van Orange en Nasfau , zoo in Zyne zoo ongemefureerde Misfive aan U Edele Groot Mogende, van den 26 September 1786, als verder gedrag zoo voor die tyd, als vervolgens tot heeden toe gehouden, en met zoodanige harten betuigen de Ondergeteekende zoo te zamen als ieder van hun in het byzonder ü" Edele Groot Mog. hunne eerbiedige Dankerkentenisfen5 voor al die cordate, wyze en heilzaame befiuiten by ü Edele Groot Mog.  304 fër. ZAAKEN VAN 1787. genoomen, biddende van den God, die de Vryheid van die Gezegende Nederland door de zigtbaardde blyken zyner aanbiddelykë Voorzienigheid, tot dus verre heeft (taande, gehouden, en die U Edele Groot Mog- in' deze kommervolle dagen gefterkt heeft door Zyne Magtigen Arm , dat diep zelven God U Edele Groot Mog- verder wil Herken, en al ü Edele Groot Mog. befluiten tot confervatie en voortduuring van de dièrbaarlbs Panden der Vryheid en Wettige Conditutie dezer Lande , wil bekroonan met het zegel Zyner Goddelyke goedkeuring 1 By deze gelegendheïd betuigen de Ondergeteekende als Honoraire en Werkende Leden van de Verëenigde Burger-Compagnie onder dezelve Heerlykheid en Zinfpreuke, voor het Vrye Vaderland, en wapen van dezelve Heerlykheid van Tetterode en Aalbertsberg, op het Witte Vaandel, (in plaats van de twee oproerige Orange-Vaandels van de noodlottige Jaaren 1672 en 1747 die de Ondergeteekende Schout eh Scheepenen, mee de Mede-Ondergeteekende Hendrik Lis en Zoon , uit vreeze die door Oproerige by de Loting van den derden Man, mogten worden gehaald en van Kerken en Toorn gedoken, ten blyke van de waare Trouw aan U, Edele Groot Mog. Souverain eo alleen Wettig Gezag, op den 27 January 1785 hebben verbrand) ingevolge de aanfchryving van Hun Edele Mog, de Heeren U Edele Groot Mog. Gecommitteerde Raaden van dato 12 January 1785, zoo by Loting op den voorfz. 27 van dezelve maand en jaare , gevallen ^ als hun loffelyk verbonden hebben zit; te wapenen en in den wapenhandel te bekwaameu , en zig nog daarenboven gezamendlyk met hart en hand, by Acle op den 21 July 1785, en volgende dagen, daar toe, ten overltaan van de eerst ondergetekende Hendrik List  ieb. STAAT EN OORLOG. 1787. 305 Lis, Capitain, en Frangois Augustus de Ge» nefiet. Schout als Secretaris der Compagnie, vrywillig en ten fterkften daar toe nader hebben verpligt, en om verder alles te doen en te verrigten , wat goede en getrouwe Burgers in den Lande van Holland en West» vriesland omtrent U Edele Groot Mog. , als Hun éénige, wettige eu Souveraine Hooge Overheid , fchuldig en gehouden zyn te doen, hun Ondergeteekende ten uitterften aangenaam zouden zyn, dat de voorfchreeve Gewapende Burgerye, die zig aanhoudend, volgens Hooggedagte Hun Ed. Gr. Mogende Refolutie, tweemaal in ieder week, in den zoo hoognodigen Wapenhandel oeffe'nd , zoo om te gehoorzaamen aan die hooggemelde Kefolutie van 12 January 1785, als om te voldoen aan hunne verpligting, om de vryheid van dit Land en U Edele Groot Mog. wettig Gezag, als de waare en eenige Souveraine van den Lande , met hun Goed en Bloed voor te ftaan, gelyk ook gebleeken zynde, wyl de uitgeleezendfte Manfchap uit hun Ondergeteekendens Compagnie, meede de eerfte zyn geweest, welke op den 7 September ifó6 zyn uitgetrokken na Utrecht, zoo om die Provintie, tegens de gewelddadige oogmerken van dien verdwaasden Stadhouder en vStaatsdienaar, te befchermen, als om de Vryheid van het Vrye Vaderland , dat met de overheering van die Provintie ftond of viel, met hun Bloed te verdeedigen, en dus U Edele Groot Mog., als getrouwe Burgers fchuldig zyn , de kragt van hunne verpligting, op alle mogelyke wyze , door fpreekende daaden te overtuigen , U Edele Groot Mog. dezelve Burger-Compagnie voor het Vrye Vaderland , gelieven te neemen ie Uw Edele Groot Mog. byzondere Befcherminge, en dus te houden voor gecompraehendeert in Ü Edele Groot Mog. Refoiuti* XXXVI. deel. V van  306 feb. ZAAKEN VAN I7B7. van den ?den September 1786, en wel fingulierlyk ten deezen opzigten, wyl op dien zeiven Morgen , de Vrouwen hunnen Mannen , Vaders en Moeders hunnen eenigen Zoonen en Kinderen , met ïraanen na Utrecht zagen vertrekken , dezelve als een Offer voor de Vryheid, Gode en zyne Magtigen Befcherming opdroegen en vaarwel zeiden! En wyl de Supplianten Onderteekenaaren zyn voorzien van de noodige Wapenen, de Commis van U Edele Groot Mog. ,Magazyn te Waarden mag werden gequalificeerd, de Geweeren van U Edele Gr. Mog. voor de onvermogende verleend, weeder terug te ontfangen , alzoo de Gegoedfie der Onderteekenaaren , zelve de Vrouwen en Jonge Dogteren niet uitgezonderd , door hunne Vaderlandfe Giften, de Compagnie in ftaat gefield hebben, de eguale Geweeren voor de Onvermogende te bekoomen, en aan Supplianten Onderteekenaaren , weegens dezelve Compagnie, te verleenen U Edele Groot Mogende Refolutie. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. £Was geteekent docr 144 Perfoonen.) XXIV. Addres van het Exercitte-Genootfchap te Heusden, aan de Edele Groot Mogende Heeren Staten van Hol* land en Westvriesiand. C^eveu met fchuldigen eerbied te kennen alle de JT KWri., o" de verdere Leden van het Vaderland-  feb. STAAT EN OORLOG, 178?. 30? laridlievénd Exercitie-Genootfchap te Heusden i —* dat dezelve meer en meer ontwaaren de onophoudelyke woelingen eener verdei flyke Cabale in ons Vaderland, waardoor niet alleen in andere Provintien reeds de droevigfte Oproeren zyn aangericht} maar waarvan de Ichandelykfte oogmerken zich mjsfchien maar al te rasch, ook binnen deze Provintie, zullen ontdekken, gelyk de zoo onverwagte als fpoedige wapening van zu!ke Schutteryen , welke ten tyde der Onlusten met Zyne Keizerlyke Majefteit daartoe niet te permoveeren waren , en andere nieuw opgerichte Sociëteiten meeri deswegens geen geringe vreeze opleveren; --— Dat de Leden door de Patriottifche befluiten van U Edel Mogende, ter beveiliging van 'sLands Vryheid en Onafhanklykheid, en ter bevordering eener Grondwettige Herftelling, in hunne harten, met het zelfde gevoel van dankbaarheid , het welk zoo veele Vaderlandfche Burgers in hunne Dankadresfen aan Uw Edel Groot Mog hebben doen blyken, doorgedrongen < uit bezef van plicht zich genoopt hebben gevonden , om , na vooraf gevraagde goedkeuring van hunne geëerbiedigde Magiftraat, in dit tydftip aan Uw Kdel Groot Mogende vyftig Mannen, of is het nood,, het geheele Genootfchap aan te bieden, om Uw Edel Groot Mog. tegen alle onwettig geweld te helpen fterken — Hoogstderzelver Patriottische befluiten — ook die om het Stadhouderfchap van het gif te beroven, en voor den Lande nuttig te maken —- te helpen handhaven, en, ten dien einde, by de eerfte requifitie van Uw Edel Groot Mogende dadelyk gewapend op te komen , wanneer zulks door Stads eigen nood- niet word verhindert , — Dat de Leden wel overtuigd zyn van de geringheid van hun aanbod, maar dat zy zig vleijen, dat, dit het eerfte van dien aart zynde,, zulks aan hunne welmeenende offerte wel eenige waarde zal byzetten, en dat hun voorbeeld weldra door andere Genootschappen, binnen deze Provintie , zal gevolgt worden. Terwyl zy intusfchen over Uw Edel Groot Mogende dierbaars Perfonen V z eti  308 feb. ZAAKEN VAN 1787. en wyze befluiten den Zegen van den God van Nederland eerbiedig affmeeken. Uit naam van alle de Officieren en Leden van het Vaderlandlievend Exercitie-Genootfchap te Heus* den. In derzelver naam (Was geteekend.) j. h. rietvelt, eerfte Dire&eur. joannes conradus de kock, tweede Directeur. (Onder ftond) In kennisfe van my, (Was geteekend) j. s. schotz, Secretaris. XXV. Benoeming va» Gecommitteerden der Provintie Hol/and. tot de csnferentien over de gefchillen tusfchen de Staats-Leden in de Provintie van Utrecht. In dato 2 Feb. 1787. Ingevolge Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 26 der voorleede Maand, op heeden geprocedeert zynde tot het benoemen der Heereu van wegens deeze Provincie om met de Gecommitteerdens van de verdere Mediëerende Provinciën in den Haag, als in allen opzigte de gefchiktfte Plaats, zaam  ?eb. STAAT EN OORLOG. 1787. 309 zaam te komen tot het houden der Conferentien tot vereffening der gefchillen tusfchen de Staatsleden binnen de Provincie Utrecht fubfifterende. Hebben Hun Edele Groot Mog. goedgevonden en verftaan, ten voorfz.einde, van weegens Hoogstdezelven , by deezen te Committeeren de Heeren Mrs. Ocker Gevaerts» Heere der Steede Geervliet, Simonshaven en Biert, Burgemeester en Raad der Stad Dordrecht. Pieter Ltonard van de Kajteele, Raad en Penfionaris der Stad Haarlem. En Matthias Temminck, Raad in de Vroedfchap der Stad Amfterdam. En zal van de voorfz. benoeming, by de Misfive fub Litt. A, aan de Heeren Staten 's Lands van Utrecht; mitsgaders aan Burgemeesteren en Regeerdets der Steeden Utrecht, en Wyk by Duurlleede, by de Misfive fub. Litr. B. kornis worden gegeeven , met verzoek om ook vair hunne zyde Gecommitteerden ten bovengemelden einde te benoemen , en dezelve hoe eer zo beter, naar herwaarts aftevaardigen , als zynde, naar het begrip van Hun Edele Groot Mogende, de gefchitfte Plaats om de voorfchreeve Conferentien met vrugt by de hand te neemen. En zal Extract dezer Refolutie aan alle de voornoemde Heeren Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot derzelver informatie en narigt worden gegeeven. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geïnhsereert hun declaratoir op de Refolutien van 13 December laatstleeden, 10, 19, 24 en 26 der voorleede Maand gedaan. De Heer van Wasfenaar, Heer van Starrenburg, heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeert. • a V 3 De  gio feb. ZAAKEN VAN 1787. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle , Edam en Medemblik hebben geïnhasreert hun Aanteekening op de Refolutien van den 13 December laatstleeden. jo, 19, 24 en 26 der voorleede Maand gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam , hebben op fpeciale last van de Heeren hunne Principaalen, gedeclareert derzelver gevoeligheid wegens de weinige deference, welke de Meerderheid der Leden van deze Vergadering voor haar heeft getoond, door te weigeren om de finale Conclufie dezer zaak, welke met de benoeming te gelyk had kunnen plaats hebben, nog een korten tyd uitteftellen , met denunciatie , dat zig zouden genootzaakt vinden, om, by vervolg , tegens foortgelyke gevallen de gepaste maatregulen te neemen, en dadelyke blyken van hare nu flegts mee woorden getoonde gevoeligheid te geeven, en svyders zodanig te refolveeren. als met 'sLands Conftitutie en de Vryheid der Ingezeetenen zoude geordonneert worden te behooren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuizen hebben, uit kragte van den last van de Heeren hunne Principalen , Geconcureert tot de voorenftaande benoeming der Refpeclive Gecommitteerden van wegens deze Provintie, zonder daarmeede ftilzvvygende te Advoueeren de Preliminaire Poincten, waar aan deze of geene der Refpeclive twistende Partyen als conditiones fine qua nón de acceptatie der Mediatie van deze Provintie fchynen te accrocheeren. ê.  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 3u A. Aan de Edele Mogende Heeren Staaten des Lands van Utrecht, edele mogende heeren ! Daar de door ons aangebodene mediatie thans zo wel door de Steeden Utrecht en Wyk by Duurftede, ais door Uw Edele Mog. geaccepteerd is, hebben wy gemeend te moeten procedeeren tot de benoeming van eenige Heeren; om van wege deze Provincie de conferentien daartoe by te woonen, en hebben tot dezelve Gecommitteerd de Heeren Gevaerts, Burgemeester der Stad ' Dordrecht, van de Kasteele, Raad en Penfionaris der Stad Haarlem, en Temtninck, Raad in de Vroedfchap der Stad Amfterdam; terwyl het ons is voorgekomen , dat den Haag, als de gewoone Plaats der byéénfcomften van de Bondgenooten, ook in allen opzigten de gefchikfte zoude zyn, om de voorfchreeve Conferentien te houden, vertrouwende , dat Uw Edele Mog,, die by derzelver Misfive, den 6den Ocloher des voorigen Jaars in Onze Vergadering ontfangen , onverfchillig fcheenen te zyn, welke Plaats, mite dezelve tot veilige deliberatien gefchikt geoordeeld konde worden, daar toe beftemd wierd, ook nu ten vollen zullen billyken, dat onze keus op den Haag is gevallen ; vooral wanneer Uw Edele Mogende in aanmerking gelieven te neemen, dat gelyk wy geen reflectie gemaakt hebben op de Confideratien, welke door de Steeden Utrecht en Wyk by Duurj fteede, in derzeiver refcriptie (waar yan Copie hier neevens gaat) geopperd zyn, wy zo ook ons niet kunnen inlaaten op de confideratien , voorkomende in Uw Edele Mog. Misfive, den ipden January laatstleeden uit Amersfoort aan ons geaddresfeert} en op den V 4 34  feb. ZAAKEN VAN 1787. 24 daar aan volgende by ons wel ontfangen. Wy wenfehen opregtelyk, dat, daar wy nu van onze zyde getracht hebben den weg te baanen tot het openen van de bedoelde mediatie , de conferentien fpoedig zullen kunnen worden aangevangen, en gelukkiglyk ten einde gebragt. Waar mede, in verwagting, dat U Edele Mog. ook van Hunne zyde Heeren Gecommitteerden ten bovengemelden einde zullen benoemen , en dezelve hoe eer zo beter, naar herwaarts afvaardigen, &c. 13. Gelyke Misfive aan Burgemeesteren der Stad Wyk by Duurftede. Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad £7trecht, Daar de door ons aangebodene Mediatie thans zo wel door Uw Edele Groot Achtb., en door de Stad Wyk by Duurftede, als door de van Uw Ed. Gr. Achtb. disfentieerende Staats-Leden geaccepteerd is, hebben wy gemeend te moeten procedeeren 1 , tot benoeming van eenige Heeren, om van wegen deze Provintie de Conferentien daar toe by te woonen, en hebben tot dezelve Gecommitteert de Heeren Gevaerts , Burgemeester der Stad Dordrecht, van de Kafteele, Kaad en Penfionaris der Stad Haarlem , en Temminck, Raad in de Vroedfchap der Stad zimfterdam. Terwyl het ons is voorgekomen, dat de Haag in allen opzichte de gefchikfte plaats zou-  feb» STAAT EN OORLOG. 1787. 313 zoude zyn , om de voorfz. conferentien te houden. Wy zullen ons thans niet inlaaten op de confideratien en inftantien , welke door üw Edele Groot Achtb. in derzelver Misfive van den 8 January laatstleeden geöpperd zyn, gelyk wy ons daarvan ook onthouden hebben ten aanzien der refle&ien, voorkomende in de Misfive van de disfentieerende Staats-Leeden aan ons gefchreeven uit Amersfoort den 19 daar aan volgende, waarvan Copie hier neevens gaat, terwyl wy wenfehen , dat de fubfifteerende difTerenten fpoedig en gelukkig zullen mogen vereffend worden, en daartoe de conferentien en poogingen van de Gecommitteerden der medieerende Provinciën van eeu gewenscht effect zyn. Waar mede , in verwagting dat U Edele Groot Achtb. ook van Hunne zyde Gecommitteerden ten bovengemelde einde zullen benoemen , en dezelve hoe eer zo beter , naar herwaads afvaardigen. &c. XXVI. Addres van Burgers en Ingezetenen van Amfterdam , aan de Magt'-. firaat dier Stad, om onderfteuning van de Propofitie van Haarlem. In dato 2 Feb. i 787. AAN DB EDELE GROOT ACHTBAARE . HEEREN BURGEM l'.ESTEREN EN ZESEN DERTIG RAADEN DER STAD AMSTERDAM ! Geeven zeer eerbiedig te kennen de Ondergeteekenden , alle Burgers en Inwooners der Stad Amiterdam; Dat zy Ondergeteekenden, meer en meer gevoelende de zo fchadelyke uitwerkfelen der StaatkunV 5 di-  3i4 feb. ZAAKEN VAN 1737. dige Verdeeldheden, binnen Ons lieve Vaderland ontdaan, en deeds met meerdere hevigheid voortduurende , het hunnen plicht geacht hebben, om alles wat in hun is toe te brengen, ten einde dezelve aanhoudende onlusten en woelingen tot heil van den Lande te doen uitloopen , en die gewenschte kalmte terug te brengen, welke de Ingezetenen van eene duurzaame rust en beftendig geluk verzeekeren kan. Dat zy Ondergeteekenden ten dien einde de waa» re oorzaaken van 's Lands ongelukken, en de daar uit ontdaane gistingen eu verdeeldheden, nafpoorende, weldra tot hunne verbaazing ondervonden, dat de Stadhouderlyke waardigheid, wel verre van hoofdzaakelyk te dienen ter bevordering der vereeuiging van de onderfcheidene te zaam verbondene Provinciën, en te drekken, tot eene promptere en krasttiger uitvoering van des Souvereins bevalen , Integendeel dermaate, boven deszelfs eigenlyk bellek en bedoeling, in magt was aangegroeid, dat 'er niets minder vereischt wierd, dan die treffende Gebeurtenisfen, welke, hoe fmartelyk op zich zei. ve, echter nog tydig, fints het uitbarsten des Engelfchen Ooriogs zyn voorgevallen en op den anderen gevolgt, om den Nederlander het aangrim» mend gevaar van Overheerfching regt te doen gevoelen , en de Natie te bemoedigen om de Stadhouderlyke Magt in deszelfs voortgang te duiten. Dat zy Ondergetekenden met dezelve gevoelens bezield , al verder deu waaren toedand des lieven Vaderlands nagaande, even zeer op de tastbaarde gronden zyn overtuigd geworden, dat de noodlot, tige bron van 'sLands rampen niet eeniglyk te zoeken is in de ver boven deszelfs waare bedoeling toegenomen magt en invloed van het Stadhouderfchap; maar ook, en wel voornamelyk, in het gebrek aan een heilzaam en conftitut toneel'Verband tusfchen -de Burgerysn en hunne Vertegenwoordigers $ een gebrek, 't welk alleen kan verholpen worden, door dien Gevoegiyken en billyken invloed der eerften op hunne Regeeringen, welke eenigzins gefchikt is eenige mer- ke-  fee. STAAT EN OORLOG. 1787. 315 kelyke beweeging, by de Natie te veroorzaaken , aan geduurige omwentelingen zal blyven bloot geitel d; waar vau de uitllag nimmer te bereekenen, maar altoos te dugten is. Dat zy Ondergeteekenden hier in de hoofdoorzaaken van 'sLands Ongelukken, en de daar uit ontltaane en voortduurende Staatsgefchillen en Verwarringen vindende, en te gelyk de onmooglykheid bezeilende, om, zonder het herftel der voorzegde gebreken, eene gewenschte en duurzaame rust in het Vaderland te doen herleeven en vestigen, met een vuurig verlangen het aanwenden vau cordaate en belangelooze flappen eener Vaderlandlievende Regeering, ter bereiking derzelve gewenschte oogmerken hebben te gemoet gezien. Dat dan ook de Ondergeteekenden met een hartelyk genoegen aan dit hun vuurig verlangen in zoo verre voldaan zien, door de zo belangryke propofitie op den 30 January dezes Jaars, wegens de Stad Haarlem ter Staats-Vergadering voorgedragen; houdende voor eerst: „ Dat ter voldoening aan Hun „ Edele Groot Mog. reeds genomen Refolutie van „ den 13 December laatstleeden ten ipoedigften „ voortgang gemaakt worde met de daar by dade* lyk beraamde Commisfie, tot het onderzoek der „ bornes van de uitvoerende Magt, zo van den Stadhouder als Capitein-Generaal en Admiraal, ,, en het Concerteeren der nodige Plans en Inftruc,„ tien omtrent de waarneemingen dier Bedienin„ gen , en de plichten en praséminentien daar aan „ verknogt; en dat, gelyk op dit refpec! niets anj, ders overfchiet dan de Heeren, zodanige Com„ misfie zullende uitmaken te benoemen, hier toe „ direct een dag mag gefield worden; en ten ande,, ren: dat mede met den eerften eene Commisfie ,, van eenige Leden van de Regeering dezer Pro,, vincie mag benoemd worden , om de thands zo „ gemeen aangevoerd wordende bedenkingen om„ trend de generaale reprasfentatie van het geheele Volk, welke volgens de gefteldheid van dit Ge„ meeuebest alhier zoude behooren plaats te heb- „ ben;  3t6 fan. ZAAKEN VAN 1787. „ ben , te examineereo, en teffens na te gaan en „ te onderzoeken op hoedaanige wyze , ingevolge ,, de Conftitutie en 'sLands waare belangen, eeni„ ge generaale maximes omtrend den invloed, wel„ ke uit hoofde der Regeeringsform by represfentatie ,1 notoirtyk aan 't Folk toekoomt, zouden behooren „ te worden gearrefteerd , mitsgaders aan welke ,, billyke bepalingen, die alle twyfel en rechttrsaa- tige argwaan affnyden kunnen, dit een en ander ,, onderhevig gemaakt zoude kunnen worden, ten „ einde deeze Commisfie met die by het eerfte Ar„ tieul opgegeeven, even fpoedig als dezelve zou- de kunnen worden getermineerd , en op het re„ fiiltaat van beiden, ter zeiver tyd de nodige Re- folutien genomen zouden kunnen worden." Dat zy Ondergeteekenden deeze zo gewigtige propofitie met te meer genoegen zyn ontwaar geworden , vermits dezelve niet alleen gefchikt is ter bereiking van die oogmerken, welke zy zich fteeds oprechtelyk hebben voorgefteld, maar ook uit befef dat de drangreedenen, daar toe door de Regeering der gedagte Stad voorgefteld, juist die gronden influiten, welke de Ondergeteekenden rondborftig verklaren als de hunne te hebben aangenoomen, en waarop ontegenzeggelyk de gezonde Staatkunde voor ons Vaderland moet gevestigd zyn; Dat dan ook de Ondergeteekenden eerbiediglyk vermeenen te mogen vertrouwen, dat U Edele Gr. Achtb wel alles zullen gelieven aan te wenden wat eenigzints ter bevordering der heilzaame oogmerken, in we'gedagte propofitie der Stad Haarlem opgelioten, zal kunnen ftrekken; tot welk vertrouwen de Ondergeteekenden te meer recht vermeenen te hebben , wanneer . zy befi-ffen , dat het eerfte Lid dtrzelve volmaakt beantwoord aan den inhoud, en ter bevordering van het oogmerk der propofitie, van wegens deeze Stad op den 25 OStober laatstleeden ter Staatsvergadering gedaan , en de daar op gevallene StaatsRefolutie; terwyl ook het tweede Lid der Propofitie der Stad Haarlem, met opzicht der daar by erkende Regeeringsfom by reprafentatie, en de noodzakelykheid van  ïEb. staat en oorlog. 1787. 317 van eene behoorlyke invloed van het Volk op de regee. ringen, juist die denkbeelden van waare Staatkunde influit, welke reeds in den Jaare 1781 , by U Edele Groot Achtb. aangenomen, en voor het oog der gehef. Natie ten toon gefpreid zyn, by die aan den F ere Stadhouder wegens deeze Stad voorgeleeze1 : Memorie, waar by U Edele Groot Achtb. niet • egts het recht van invloed des Volks op de Regieringen , maar met zoo veele woorden het plaats hebben van eene Volksregeering alhier, erkennen. Redenen waarömme de Ondergeteekenden zich keeren tot U Edele^Groot Achtb., eerbiediglyk en teffens inflantelyk verzoekende, dat het U Edele Gr. Achtb. behagen moge, derzelver Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergadering te gelasten, conform de gedagte propofitie op den 30 January jongstleeden, van weegens de Stad Haarlem, ter Vergadering van Hun Edele Gr. Mog. voorgedragen, te voteer en. dezelve zo veel doenlyk te appuieeren, en zo ras mogelyk ter Conclufie te helpen brengen. 't Welk doende, enz. XXVII. Misfive van den Heere van de Noordwyken, als Drost van Hemden, - aan Gecommitteerde Raaden van Hun Edele Groot Mog., met de Stukken raakende het aldaar voor. gevallene, in dato 5 Feb. 1787, Is ontfangen en geleezen een Misfive door de Wel Edele Heer van der Does, Heer van de Noordwyken , in qualiteit van Drosfaard en Schout der Stad Heusden, aan Hun Edele Mog. gefcbreeven, waar by, vermits de afweezigheid van Haar Edele Groot Mog. Vergadering, aan Hun Edele Mog. heeft toegezonden verfcheide Stukken op laatstleeden Vrydag met een Misfive van deszelfs Steedehouder ontfangen , naamelyk, een Request aan Haar Edele Groot Mog. van J. A. Ger/ach, in qua.  SiS feb. ZAAKEN VAN jföfj lireit van Procureur, J L. Nokt, als Ontfanger van het Amptgeld, A. S. Cotthof, Wed. Godefroy, Ontfangfrer der Verpondingen, en. IV C. Geriach, Adjunct Burger Major en Havenmeester , als meede zeekere Infinuatie en Declaratoir in dato i February 1,787 en een Misfive , in dato als vooren, door A Rauws, J L« Nokt en N van Baak, aan Haar Edele Groot Mog gefcbrëeven, mitsgaders de nog door hem Drosfard en Schout op gisteren en eergisteren outfangene Requesten aan Haar Ed. Groot Motf. van C. Romer, Eyk , Wyk en Brandmeester, L, van Ryswyk, Brandmeester, de Wed, van Kuyk , Marktichipperesfe op Dordrecht , C. van Vtanen, Marktfchipper op Gorinchem en 's Bosch, J. Polmon, Koster en Voorleezer van de Franfcbe Kerk, A E van Duimen, Binnenvader in het Gasthuis, beneffens een tweede Misfive aan Haar Edele Groot Mog. geaddresfeerd door de gemelde Raauws en van Baak, zynde de roeede gemelde Nokt abfend geweest, en eindelyk een Misfive van den Steedehouder Geriach, ia dato 3 February 1787, alle met byvoeging, dat Hun Edele Mog. uit den inhoud der ycorfz, Stukken allerduirielykst gewaar zouden worden , dat de praetenfe nieuw aangefielde Magiftraat van Heusden zig niet had ontzien , om, in vilipendie van Haar Edele Groot Mog» Refolutie van den 25 January laatst, leeden, hem Heer van de Noordwyhn te ontzetten van deszelfs Ampt van ürosfaard, en daar toe by provifie aan te ftellen de prastenfe Burgemeester de Kok, en dat zy voorts zeederd den ontfangst van Haar Edeie Groot Mog* voorfz. Refolutie, daaden, 7.00 in de Politie als de juftitie, hadden gepleegd, welke direct ftrydig waaren teegen de wil en begeerte van de Hooge Overheid; dat hy vervolgens in deszelfs opgemelde qualiteit vertrouwde , dat litin Edele Mog. tot voorkooming van verdere onheilen omtrekt het gunt voorfz. zoodanige middelen zouden gelieven te beraamen en werkftellig te maaken , ais naar derzelver Hooge Wysheid en de pres-  feb, STAAT EN OORLOG* 1787. 319 presfance der zaake, zouden vermeenen te behooren. ' Waarop gedelibereerd en de Confideratien van den Heere Raadpeufionaris ingenoornen zynde, is conform dezelve goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en alle de daar neevensgevoegde Uylasgen zullen worden gezonden aan de Leeden zig noemende de Magiftraat der Stad Heusden, om Hun Edele Mog. daar op te dienen van öerigt, en dezelve daar beneevens aangefchreeven, om al het geene door hun zeederd Haar Edele Groot Mog Kefolutie in dato 25 January laatstleeden, betrekkelyk tot zaaken van Polirie of Juftitie, en byzonder met relatie tot den ^Drosfaard der Stad Heusden is gedaan , m te trekken en alles ten dien opziate weederom te ftellen in dien ftaat, waarin de zaaken zig op het neemen van Haar Edele Groot Mogend» voorfz. Refolutie hebben bevonden , en daar van by^het gerequireerde berigt behoorlyfc te doen bly- En zal voorts Extract deezer aan den Heere van de Noordwyken worden gegeeven, ten einde te firekken tot deszelfs narigt. edele mogende heerenI Naardien der Staaten Vergadering op voorleede Vrydag gefcheide, met voor aanltaande Woensdag en agt dagen , wederom by den anderen ftaat te koomen, vinde ik my als Drosfard en Schout der Stad Heusden, verplicht, aan O fcdele Mogende als in die tusfchentyd fubintreerende in de plaats van Haar Edele Groot Mog te doen toekoomen, de op laatstleede Vrydag avond by myne terugkomst in 's Gravenhaage ter hand gefield zynde ftukken, geflooten in eene .Vlisfive van myne Steedehouder, namenrlyk een • Request aan Haar Edele Groot Mog. van 3- -4> Cer/ach, in qualiteit van Procureur,  3ao feb. ZAAKEN VAN 1787. J. L. Nokt, als Ontvanger van't Aroptgelt, A. S. Colthof Weduwe Godefroy, Ontfangeresfe der Verponding, en IV. C, Geriach Adjunct, Burger-Major en Haverneester, benevens zeekere Infinuatie en Declaratoir in dato 1 February 1787, alsmede een Misfive van dezelfde datum , door de Heeren Rauws , Nokt en van Baak aan Haar Edele Groot Mog. gefchreeven. — En nog de op eergisteren en gisteren, confecutive door my ontfangene Requeste aan Haar Edele Groot Mogende geprefenteert door C. Romer , Eyk, Wyk, en Brandmeester, L. van Ryswyk, Brandmeester, de Weduwe van Kuyk, Ivlarktfcbipperesfe op Dort, Corneiis van Fianen, Marktfchipper op Gorkum en 's Bosch, Jacob Taimon Koster en Voorleezer van de Franfche Kerk, A E. V. Duilmen, Binnen.Vader in 't Gasthuis; beneffens een tweede Misfive, aan Haar Edele Groot Mog. van A, Rauws en A. van Baak, (J. L. Nokt abfent zynde geweest,) en eindelyk Copie van de Misfive van voorn, myne Steedehouder iu dato 3 February 1787. ü Edele Mogende zullen uit den inhoud van het een en ander, waar aan my voikoome refireere allerduidelykst gewaar worden, dat de pretenfe nieuw aangeftelde Magiftraat van Heusden zich niet hebben ontzien, om, in vilipendie der Staaten Refolutie in dato 26 January jongstleeden my te ontzetten van rnyn Ampt als Drosfaard en by Piovifie daartoe aan te ftellen de pretenfe Prefident Burgemeester de Koek, en dat zy meede zeedert den Ontfangst van meergemelde Haar Edele Groot Mog. Refolutie, daden, zoo in Policie als Juftitie hebben gepleegd, direct ftrydig teegens de wil en weth van de Hooge Overigheid. — En vermits tot voorkoming van verdere onheilen het allernoodzakelykst ia, daarteegens ten allerfpoedigst en effica- ti-  feb, STAAT EN OORLOG. 1787. gat tieust worde voorzien, vertrouwt den Ondergeteekende in opgemtlde Qualiteir, dat U Edele Mog. zodanige middelen zullen gelieven te beraamen en werkheilig maaken, als na deszelfs Hooge wysheid en presfance der zaaken zullen vermeenen te behooren. Waarmede de eer hebbe met verfclmldigde Hoogachting te verblyven, Edele Mogende Heerenï (Onder ftond,) Uwer Edele Mogende zeer Ge« hoorzaame Dienaar, (Was geteekent,) 'sGravenhage w. van der doe». den 5 Feb. 1787. v. n. Aan de Edele Groot Mog Heeren Staaten van Holland en West* Vriesland» Geeven met alle* fchuldige onderdanigheid ie kennen, de Ondergeteekenden, alle Burgeren en Atiptenaaren der Stad Heusden. Dat zy Supplianten tot hunne uitterfte furprife op VV oensdag den 3? January deezes jaars 1787 , door en uit naam van de zich noemende Magiftraat der Siad Heusden , door des Stads refpeöive Gerechtsbodens en Kamerbewaarder , quafi ingevolge Refolutie van de volle Magiftraat derzelver Stad, van deu 12 dezrr maand , oicier anderen in Quaiiteit als Amptenaren zyn gefifteert op Vrydag den 2 February daar aan volgende, 'smorgens ten elf uuren, te com» XXXVI. deel. X pa.  33ü rJrEB. ZAAKEN VAN 1787. pareeren op den Raadhuize derzelver Stad, " omnie aldaar, ten overftaan, van die zich noemende Magiftraat, en ten by weezen vau zeekere zogenaamde Gecommitteerdens uit een Collegie, van al meede zeekere zogenaamde Gequaüficeerde Gecommitteerdens uit de Burgerye dezer Stad , te beëedigen zeeker Pretenfe Reglement, op de zogenaamde Regeerings-Beftelling, en het Huishoudelyk beduur dezer Stad , op den 6 January 1787 gearrefteert, en als doen, door de zig noemende Haar Edele Achtb. en Geconftitueerde Gecommitteerdens uit de Burgerye, en als doen , zo zy te kennen geeven, aldaar vergaderde Burgeren en Ingezeetenen bezwooren ; zo als het affchrift door een der Onderteekende Supplianten, by het doen van opgemelde aanzegging dicteert, en doot denzelven verftaan en opgeteekent is; tot het welke , als meede tot het onderftaande Declaratoir, hier aan geannexeert de Supplianten zig eerbiedig refereeren. Dat de Ondergetekende Supplianten als ftille en vreedzaame Burgeren deezer Stad, nimmer of ooit aan het pleegen van zodanige handelingen, als op den 6 January laatstleeden, binnen de Stad Heusden, omtrent het ftuk van de Verandering der Regeericg, met alle de gevolgen en aankleven van dien heeft plaats gehad, zig hebben fchuldig gemaakt, ofte daarinne direct of indirect hebben geconcurreert (hebbende zelfs eenige der Supplianten in Qualiteit als Magiftraais-Leden, en dus Nom. Officii daar tegens geprotefteert,) maar integendeel met de Form van Regeering, zoo als die voor dato heeft ge. fubfifteert, zeer wel te vreeden zouden zyn geweest, zonder na eenige verandering of omwenteling van dien te haaken, of daar inne eenig genoegen te neemen. Dat zy Supplianten hoe ftil en bedaart zy zig  /eb. STAAT EN OORLOG. 278;. 323 ■ zig reeds hebben en als nog trachten te ge/ draagen, niet ongegrond koomen te vreezen, dat zoo zy , aaa de thans zich noemende Magiftraatsbeveelen niet komen te obedieeren, en waaromtrent zy Supplianten met eerbied vermeenen ten uiterften te moeten hajiiteeren, als geinfortneert zynde , van U Edele Groot Mog. by Refolutie geordonneerde Surcheance, aan de zich noemende Magiftraat der gemelde Stad, hangende Hoogstderzelver deliberatien nopens de MagiftraatsBeftelling, ilüco van hunne Ampten en Pusten zich zullen verftoken zien, zo als het zeive reeds met den Adjunct Burger-Major, en mede Suppliant in deze Wiilem 'Carel Geriach, mede tegens den 2 February geciteert zynde, heeft geëxteert, en dasr door voor het meerder gedeelte hun Supplianton beftaan zullen komen te misfen, zoo niet aan verdere pernicieufe gevaren en vervolgingen zich geëxponeert te zien. Weshalven zo keeren de Supplianten zich tot U Edele Groot Mog. , eerbiedig verzoekende, dat U Edele Groot Mog. om reedenen opgemeld , moge welbehagen als Vaderen van de Supplianten, dezelve met Hoogstdeszelfs fpoedigen en altoos geëerbiedigden Raad eu Beveelen te willen begunftigen, hoe zich in deezen , voor hun zoo netelige en ontwyffelbaare nadeelige omftandigheid zullen hebben te gedraagen ; als mede omme dezelve teegens alle verdere 4e vreezene fuites, uit hunne gsdaane weigering reeds ontftaan of nog teontftaan, in Hoogstderzelver Protectie te neemen, en daar van het dadelyk effect te doen genieten; ofte wel dar. het Ü Edele Groot Mogende behage, ter zaake voorfz. ten behoeven der Supplianten , zodanige andere eflicacieufe vnorziéninge te doen, als U Edele Groot Mog. na HoogstX 3 der-  324 feb. ZAAKEN VAN 1787. derzelver Wysheid zullen vermeenen te be* horen. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (Was getekent,) A. S. Colthof, Wed. Godefroy, Ontfange- resfe der Verponding. W. C. Geriach, Adjundt Burger Major en Havemeester. % A» Geriach* Procureur. L. Nokt. Ontfareer van 't Amotffeld. Den Kamerbewaarder Sonnevelt, zal ingevolge Refolutie van de volle Magiftraat der Stad Heusden, van den 11 dezer maand January 1787, de onderftaanc'e Heeren Amp-< tenaaren deezer Stad Heusden , fifteeren, omme op Vrydag den a February 1787, 's morgens ten elf uuren te compareeren op den Raadhuize deezer Stad, en aldaar ten overftaan van de Magiftraat, en ten byweezen van de Gecommitteerdens uit het Wel Edele Collegie van Gequalificeerde Gecommitteerdens uit de Burgerye deezer Stad, te beëedigen het Reglement op de Regeeringsbeftelling^ en het Huishoudelyk beftuur dezer Stad, op den 6 January 1787 gearrefteert , en als doen door Hun fidele Achtbaare, en Geconftitueerde Gecommitteerdens uit de Burgery, en als doen aldaar vergaderde Burgeren en Ingezetenen bezwooren; en het welke door een iedtr ter Secretarie deezer Stad van Heusden te leezen is En zal deeze Citatie gefchieden aan de Heeren:  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 325 Johan Hubei-t Rietvelt, Thefaurier» Dr. Francais Tieleman Leemans. Rentmeester der Godshuizen. Anna Sililia Cohhoff, Wed. Corneiis Gods. froy, Ontfangeresfe der Verponding. Johan Lodewyk Noiet, Ontfanger van het Amptgeld. Johan Aalbert Rietvelt , Commis der Fosteryen. Nicolaas van Caam, Collecteur van 's Stads Gemeene Middelen. Abraham de Bock, dito op Turf en Koelen. Notarisfen. Johan Hubert Rietvelt. Baulus Corneiis Hoynck van Papmdrecht. Procureurs. Paulus Corneiis Hoynck van Papendrecht. Johannes Augustus Geriach. Hendrik Frederik Probfting. Arnoldus Poelman. Directeur van de Brandfpuiten. Jan Adriaan van Giesfen. Hier op by den Ondergetekende tot Relaas gegeeven, ik h$or en zie. Het geene voorfz. ftaat, verklaare ik On. dergeteekende, alzo by het doen der Citatie door den Kamerbewaarder Bastiaan Sonnevelt, op den 31 January 1787 gedaan, na waarheid te hebben geannoteert; prefenteerende het zelve des gerequireert werdende met folemneelen Hede te bevestigen. Actum Heusden den 1 February 1787. (Was geteekend,) J% A. GfiftLACH. X 3 BDB-  33» feb. ZAAKEN VAN 1787. edele groot MOGENDE heeren ! Om dat de Ondergeteekendens , Ampishalven , en als getrouwe Regenten, niet alleen verpligt zyn het welzyn van hunne Ingezetenen in allen opzigten te bevorderen , maar vooral voor het Hoog Gezag van de Hooge Overheid te waaken , eu daar van zo veel in faun is, allen blaam en fchanden af te weeren, zo kunnen zy wederom niet voorby , om U Edele Groot Mog, het volgende mede te deelen: Dat zy geïnformeert zyn dat de pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens op Donderdag , zynde den 25 deezer, na het in Eed neemen van de Burger-Officieren , ook het Genootfchap, op het Burgerplein, en onder de Wapenen in eed genomen hebben. Niet alleen , maar ook dat zy op den 27 deezer , een Burger , William Mawat gekaamd , gerequireert hebben boven te koomen, die dit geweigerd hebbende-, zy daar op zyn Winkel van Koffy en Thee, &c, gefloten , en hem verboden hebben niet meer . te verkopert, Met dat gevolg: Dat hy des Maandags den 29 weder boven ontboden, en verfcheenen zynde, zy aan hem gevraagt hebben wat hy van een Refolutie van U Edele Groot Mog. gefproo» ken ofte verteld had ? En hy daar op geantwoord hebbende, dat hy dat v£n zeker ven Poeteren had gehoord. Dat zy daarop zyn Winkel wederom ontfloten, en hem in vorige Vryheid gefteld hebben. Waarop de Ondergeteekendens verder zyn geïnformeert dat de pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens , ca den ontfangst van U Edele Groot Mog laatfte Refolutie, die zy per  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 357 per post Saturdag , zynde den 27 deezer, ontvangen hebben , voorgegeeven en het Volk hebben tragten diest te maaken: Dat de tydipg voor Hun uit 'sHage gakoomen, zeer voordeelig was , en dat 'er niets in de Misfive ofte Refolutie van U Ed. Groot Mog. was te vinden , dat aan Hun eenigzints, hoe ook genaamd, hinderlyk zyn kon , en dus dat zy in alles, met te regeeren, zoudeh voortgaan. Het geen dan ook van dat gevolg geweest is, dat zy op Maandag, zynde den 29 deezer, Rechtdag gehouden, en tegen den Ge* daagden , die niet gecompareert is , om dat hy Hun , hangende de deliberatien van U Edele Groot Mog., voor geen wettige en competente Rechters erkende, defuilt verleend heeft. Niet aileen , Maar zelfs zo onhefchaamd en op eene hardnekkige wyze tegen gemelde Refolutie van U Edele Groot Mog. zyn aangegaan, Dat zy, pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens, op Woensdag, zynde den 31 deezer, aan zommige Beampten: Als aan de Weduwe Godefroy, als Ontvangeresfe van de Verpondingen , aan den tweeden Ondergeteekende, als Ontvanger van den tweemaal honderfte Penning, aan Procureur Geriach , en aan meer anderen, door den Kamerbewaarder, uit naam van de volle Magiftraat {quafi, om hunne misdaad met vygebladeren te dekken , ingevolge het Stedelyk Reglement) hebben laaten aanzeggen: Om tegens Vrydag, zynde den 2 February. boven te komen, en eed aan de Magiftraat te doen. Een zaak , Edele Groot Mog. Heeren I die niet alleen particulier, halftarrig en onhefchaamd tegen de laatfte Refolutie van O X 4 Ed.  S*8 feb. ZAAKEN VAN 1787. Ed. Gr. Mog. aanloopt , maar zelfs , ingevolge de fuftenu van de Ondergeteekende, een dubbeld attentaat opleverd. Niet alleen, Maar wel degelyk na de misdaad, zo niet van gekwet/le, ten minfte verminderde Majejteit gelykt, en daar voor mag genomen woraen, te meer: Daar het een daad van de uitterfle innovatie is, vermits de Wed. Godefroy , en de tweede Ondergeteekende nooit Eed gedaan , maar altoos maar twee Borgen gefteld hebben, en het ook «est/, van onheuglyke tyden af, practicabel geweest is dat de Beatnpten, by de aankomst van een nieuwe Wettige Regeering Claat ftaan van een Onwettige') Eed gedaan hebben. Waarom de gemelde Perfoonen dan ook voorgenomen hebben , om op de aangekondigde tyd, niet voor de pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens te verfchynen, veel min Eed te doen. Voor eerst, om de Refolutie van U Edele Groot Mog. te -refpecteeren, en gehoorzaam aan die beveelen te zyn. En ten tweeden , omdat zy beneffens de Ondergeteekendens op grond fuftineeren, dat de pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens, hangende de deliberatien van U Edele Groot Mog. niet gequalificeert zyn. Om als Regenten iets te verrichten, veel min om zodanig een Eed af te neemen , en zy dus de Naame Gods, iedelyk laaten gebruiken. Gelyk dien Heiligen Naam dan ook door hun, indien zy dien Eed afleiden , iedelyk zou gebruikt worden. Des is het verzoek van de Ondergeteekendens, dat U Edele Groot Mogende doch een fpoedige en efficacieufe voorziening tegen hit fchenden van Gods Heiligen Naam, en het gezag van de Hooge Overheid gelieft te doen, en 'de  feb, STAAT EN OORLOG. 1787. 329 de pretenfe Magiftraat en Geconftitueerdens in hunnen voortgang te ftuitèn, als mec.e de ftille Ingezetenen, die nu geflingerd worden, bevreest zyn, en de meerderheid der Burgery uitmaaken, het zy by Publicatie, als anderzints , gerust te ftellen , en voor hunne veiligheid , na het hoogwys oordeel van U Edele Groot Mog. op de beste wyze te waaken , tot voorkooming van verdere onheilen en alle nadeelige gevolgen , niet alleen voor deeze Stad, maar zelfs mooglyk voor de ge» heele Provincie. Waar op de Ondergeteekendens zich verlaatende, de eer hebben, na U Edele Groot Mog. in de befcherminge Godes te hebben aanbevolen, zich met alle onderdanigheid t-ï noemen, Eden Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Onderdanige Oienaaren, (Was geteekend) Heusden J. L. Nolet. den 1 Feb. 1787. Adam Rauws. A. van Baak. Aan de Edele Groot Mogende Hee» ren Staaten van Holland en Westvriesland» Geeven met alle fchuldige onderdanigheid te kennen, de Ondergeteekendens alle Burgeren en Amptenaaren der Stad Heusden. Dat zy Supplianten , tot hunne üiterfte furprife, op Donderdag den ifte February deeX 5 zes  330 feb'. ZAAKEN VAN 1787. zes Jaars 1-787, door en uit naam van de zich noemende Magiftraat der Stad Heusden , door de Stads relpedtive Kamerbewaarder en Gerechtsboden, quafi ingevolge Refolutie van de volle Magiftraat derzelver Stad, van den iaden der maand January , in qualiteit als Amptenaaren zyn geciteert, op Vrydag den aden February daar aan volgende, 's morgens ten elf uuren, te compareeren op den Raadhuize derzelver Stad, omme aldaar ten overftaan Van die zich noemende Magiftraat, en ten byweezen van zeekere zogenaamde Gecommitteerdens , uit een Collegie van al meede zeekere zogenaamde gequalificeerde Gecommitteerdens uit de Burgerye deezer Stad , te beëdigen zeeker pretenfe Reglement , op de zogenaamde Regeeringsbeftelling en het Huishoudelyk beftuur deezer htad, op den '6den January goarrefteert, en alsdcen door de zich noemende Haar Edele Achtbaarheedens en Geconftitueerde Gecommitteerdens uit de Burgerye, en alsdoen zoo zy te kennen geeven aldaar vergaderde Burgeren en Ingezeetenen bezwooren. Dat de Ondergeteekende Supplianten, als ftille en vreedzaame Burgeren deezer Stad, nimmer of ooit aan het pleegen van zoodanige handelingen , als op den 6den January laatstleeden, binnen de Stad Heusden, omtrent het ftuk van de verandering der Regeering , met alle de gevolgen en aankleeven van dien, heeft plaats gehad? zich hebben fchuldig gemaakt, ofte daar inne direct of indirect: hebben geconcurreert, maar inteegendeel met.de form van Regeering, zoo als die voor dato heeft gefubfifteert, zeer wel te vreedeu zouden zyn geweest '9 zonder na eenige verandering of omwenteling van dien te haaken , ofte daarinne eenig genoegen te neemen. Dat zy Supplianten, hoe ftil en bedaard zy  FEB. STAAT EN OORLOG. 1787.'331 zy zich reeds hebben, en alsnoch trachten te gedraagen , niet ongegrond koomen te vreezen , dat, zoo zy aan de zich thans noemende Magiftraatsbeveelen niet koomen te obedieeren, en waaromtrent zy Supplianten met eerbied' vermeenen ten uiterften te moeten hasfiteeren , als geinforujeert zynde van U Edele Groot Mog. by Refolutie geordonneerde furcheance U aan de zich noemende Magiftraat der gemelde Stad , bangende Hoogstderzelver deliberatien nopens de Magiftraatsbeftelling aldaar gedaan, illico van hunne Ampten en' Posten provifioneel zullen verftooken zien , zoo als het zelve alreeds met den Adjunct fiurger Major Willem Carel Geriach heeft geëxteett, en daar door voor het meerder gedeelte hun buppliantens beftaan zullen koomen te misfen, zo niet aan verdere ruïneufe gevaaren en vervolgingen zich geëxponeert te zien. Weshalven zoo keeren de Supplianten zich tot U Edele Groot Mog., eerbiedig verzoe. kende, dat het U Edele Groot Mogende, om reedenen opgemeld, mooge welbehaagen , als Vaderen van de Supplianten, dezelve met Hoogstdeszelfs fpoedige en altoos geëerbiedigden raad en beveelen te willen begunftigen, hoedanig zich in deeze voor hun zoo netelige , akelige en ontwyfFelbaar nadeelige omftandigheid zullen hebben te gedraagen; als meede omme dezelve teegens alle de ver. dere te vreezene fuites, nit hunne gedaane weigering reeds ontftaan , of noch te ontftaan , in Hoogstderzelver protexie te neemen , en daar van het dadelyk effect te doen genieten. Of wel, dat het' U Edele Groot Mogende behaage , ter zaake voorfz. , ten behoeve der Supplianten zoodanige andere eflïcacieufe Voorzieninge te doen, als U Edele Groot Mogende, na Hoogstderzelver Wysheid en Sou. I  332 »bb. ZAAKEN VAN 1787. Souveraine Magt, zullen vermeenen te be* hooren. (Onder ftond ,) 't Welk doende, &c. (Was geteekent,) Cornelis Roomer, Eyk, Wyk en Brandmeester. L. van Ryswyk, Brandmeester. De Wed, van Kuïk, Marktfchipperes op Dord. (Onder ftond,) Dit is het Handmerk f van Cornelfs van Viankn, Marktfchipper op Gorkum en 's Bosch, verklaart niet anders te kunnen fchryven. My prcfent, (Was geteekent,) C. C. Düran, Getuige, (Laager ftond) Dit is het Handmerk f van Jakob Talmon, bekent door de |igt in de Hand niet anders te konne fchryven, in qualiteit als Koster en Voorleezer der Franfche Kerk. Ons prefent, (Was geteekent,) S. Roomer. L van Kyswyk , Getuigen. A. E. van Duxlemen , Binnevader in het Gasthuis. ede-  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 335 edele groot mogende heeren! Niet alleen dat de Pretenfe Magiftraat, ingevolge het laatfte fchryven van de Ondergeteekendens, op Maandag, zynde den 29 deezer , Rechtdag gehouden, en tegen den Gedaagden default verleent hebban, Als mede dat zy zo onbefchaamt, en op een halftarrige wyze, tegen de laatïe Refolutie van U Edele Groot Mog, /.yn aangegaan, eri verfcheide Beampten, uit naam van de volta Magiftraat (quafi ingevolge het Stedelyk Reglement) hebben laten aanzeggen. Om tegens Vrydag, zynde den 1 February $ loven te komen en Eed aan de Magiftraat te doen. Maar ook dat zy (ftrydig tegen gemelde Refolutie van ü Edeie Groot Mogende,) zo brutaal en allerfchandelykst hebben te werk gegaan , om den Dosfaart af te zetten ; zo vinden de Ondergetekende zig al wederom Amptshalve verpligt, U Edele Groot Mog. te kennen te geeven: Dar zy op voornoemde 2 February , in plaats van den Hoog Edelen Welgebooren Heer Wigbold Jan Tbeodoor Baron van der Does , Heer van beide de Noordwyken , als DrOvsfaard hebben aangeftelt, den Pretenfe Prefident Burgemeester Govert de Koek. Het geen dan ook van dat gevolg geweest is, dat gemelde Prefident Burgemeester, des namiddags , omtrent half twee uuren , een Dienaar van de Jufticie by zig ontboden, en aan hem gevraagt heeft. Ofte hy Gvavelykheids dienaar was? "Waarop denzelven ja geantwoord hebbende de Pretenf; Prefident Nokt, en A. van Baak, waardoor zy U Edele Gr« Mog. in het denkbeeld tragten te brengen , niet alleen als of deze Stad en Burgery door ons in de verregaandde wanorde gebragt was , maar zelfs, als of wy een gezag oefenden, dat zig verre buiten de grenzen eener Stedelyke Regeering uitdrekte , en het welk wy enkel door onbillyke bedreigingen en drafoefFeningen poogden te doen eerbiedigen , daar wy intusfchen te Wel de nodige diftinétie tusfchen de zaken, welke tot het Judicium van U Edele Groot Mog , en tusfchen die, welke alleen toe de btöordetling der Stedelyke Regeering behoren, kennen en doen plaats grypen , dan dat U Edele Groot Mog. zouden behoeven bedugt te zyt,, dat door ons of met onze voorkennis binnen deze Stad ietwes verrigt is, of verrigt zoude worden , waardoor het Provintiaal gezag ofte de deliberatien van U Edele Groot Mog- eemgzints zouden gelaïdeeré of geturbeerd worden. Immers Edele Groot Mog. Heeren ! hoe zoude men ons van zoodanige fchending van het gezag der Heeren Staten dezer Provintie met eenige waarfchyniyüieid kuDnen verdenken, ten zy men ons tevens als zoo onbezonnen belchouwde , dat wy voor en tegen ons eigen belang te gelyker tyd handelen zouden, daar wy tog als van ouds, voor en na hei Verbond der Unie. te regt een integreerend XX&Vl. ueel. Y Lid  338 fes. ZAAKEN VAN 1787. Lid van de Hoge Vergadering dezer Landen, zonder eenige abdicatie, hebbende uitgemaakt, aan U Edele Groot Mog. hebben kennis gegeeven , dat wy van dit ons Regt, voortaan wederom zullen gebruik maken, en dut niet minder jalours op het wezentlyk gezag der Heeren Staten dezer Provintie, dan andere integreerende Leden van die Hooge Vergadering kunnen geagt worden. Gelyk wy ons onder anderen daaromtrent beroepen mogen op onze laatlte misfive aan U Edele Gr. Mog. in dato 27 January 1787, waarby wy de eer hadden, aan U Edele Groot Mog, kennis te geven van de overtreding van W. va» der Does v, N, van U Edele Groot Mog. Refolutie de dato den 23 January 1748, nopens de begeving der Ampten, het welk ü Edele Groot Mog. ten blyke kan ftrekken, hoe gezeleerd de Magiitraat dezer Stad is omtrent alles, het welk eenige relatie heeft tot de befluiten en deliberatien van U Edele Groot Mog., en hoe ongefaifonneerd en beledigend men dus die Magiftraat en Burgery van temeraire flappen be. fchuldigd heeft. Dan Edele Uroot Mog. Heeren! hoe hazardeus ock anders zoodanige onware pofitiven in gemelde Misfives aan U Edele Groot Mog. zouden toefchynen, zullen egter dezelven U Edele Groot Mog. minder furpreneeren, wanneer U Ed Groot Mog. flegts gelieven in aanmerking te neemen, dat de conduites van A. Rauws, j. L. Nolet en A. van Baak , reeds voor lange van dien aart geweest is, dat dezelve al in den beginne van den jare 1785, door de vier toen alzoo fungeerende Schepenen G. de Koek , D. Papet , J. A. Rietvelt en C. IV. Probfting, by derzelver klagte aan V Edele Groot Mog over de toenmalige fchandelyke inactiviteit van het Officie Fiscaal, alhier voor geen geringe oorzaak der gedurige oproerigheden en uitroepen van Orange boven ftaan opgegeven, terwyl zy en al die geenen , welke in het nieuw geïntroduceert Steedelyk Regeeriugs-Reglement alhier geen genoegen fchynen te neemen, immer en te regt gehouden zyn  feb» STAAT ËN OORLOG. i?8?. 339 zyn te behoren tot die verderfelyke Cabale in ons Nederland , welke zoo wel de Vaderlandiie.vei.de pogingen en befluiten van U Edele Groot Mog., als het grondwettig herftellingswerk binnen deze Stad afkeuren , en zoeken te ondermynen, gelyk zy allen , en alle die genen, welke zig thands tegen ons oppofeeren , daarvan ten tyde van U Ed. Groot Mog. beveelen omtrent de algemeene Wapenoefening ten Platten l.ande de doorflaandfte preuves gegeven hebben. Intusfchen ltrekken zig de woelingen van die Partuy binnen deze Stad zoo verre uit, dat men door het tekenen van zeker Request, waartoe zommige menfchen op de bedriegelykfte wyze verleid zyn, op nieuw getragt heelt, de Wettigheid van onze Regeeringe in twyffel te ftellen, en wie weet, welke fchandelyker geïnventeerde befchuldigingen tegens ons intebrengen , zoo dat wy ons genoodzaakt hebben gevonden, tot voorkoming zoo veel mogelyk van misleiding der eenvoudige Burgers, door middel van een Publicatie daartegens te voorzien , fchoon wy alle reden van verdenking hebben, dat in weerwil van deze onze Publicatie de tekening van het gemelde of een zoortgelyk Request, op zoodanig eene wyze word voortgezet, dat zelfs gegageerde Militaire Perzoonen , Vrouwen , Kinderen en Vreemdelingen , buiten deze Stad woonagtig, daartoe worden aangezogt en toegelaten. Egter willen wy, uit deference voor U Edele Gr. Mog., Hoogstdezelve nog wel eens van de onwaarheid der Pofitiven by de gemelde onderfcheide Misfives ter neder gefteld , nader verzekeren, en ten dien einde voor eerst remarqueeren, dat het wel waar is, dat er by het Wel Edel Collegie van gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery een * Secretaris is aangerteld, maar dat dezelve on» mogelyk tot nadeel van Stads Finantien kan (trekken , vermits er by het keglement is vastgelteid, dat zoodanige Secretaris hoe genaamd geen Traétement mag genieten. Y a Dat  34o feu. ZAAKEN VAN 1787. Dat het ook wel waar is, dat wy op den 12 Ja> nuary laatstleden befloten hebben , dat alle Stads Bdiendens den Eed van getrouwheid op het nieuw gtïmroduceert Stedelyk Regeerings Reglement zouden moeten afleggen, ofte by weigering van hunne bedieningen zouden verftoken worden, als kunnende de otad niemand in haar dienst houden, dan van wiens volkome getrouwheid zy verzekerd is; maar dat het volltrekt geïnventeert en bezyden de waarheid is , dat de weigerende Perzonen tevens met ontzegging der Stad zouden bedreigd, of dat tot dien Eed ook flegts één enkel ander Burger of Ingezeten , dan alleen de Leden van het ExercitieGenootfchap zoude gevraagd , veel min genoodzaakt zyn, gelyk onder anderen de onbefchaamde pofitie van dit onwaaragtig voorgeven allerduidelykst aan U Edele Groot Mog. kan blyken uit het declaratoir van J. 4 Geriach, geannexeert aan f\p. r. der hierby aan U Edele Groot Mog. terug gezonden Rukken, en waarin alleen volgens onze refolutie van de Amptenaren dezer Stad word gewag gemaakt, gelyk uit dit zelfde Declaratoir niet minder evident is, het geen wy reeds gezegt hebben, dat wy alleen een Eed van getrouwigheid aan het nieuw Reglement afvorderen, en dat\ men dus ter kwader trouwe en geheel verkeerdelyk aan U Ed. Groot Mog. tragt te doen voorkomen!, gelyk onder anderen in de Misfive van J. A, Geriach aan W* van der DoeS v. N., de dato den 23 january 1787, en op andere plaatzen meer, dat wy de Stads Beampten ten tweeden malen een Eed op derzelver Commis. fien wilden doen aflJggen, even als of wy de Eeden, in handen der vorige Regeerings-Leden dezer Stad afgelegt, niet erkenden of genoegzaam agteden. üat men voons by een andere Misfive in dato den eerden February 1787 , aan U Edele Groot Mog. vuorgeeft, dat zeker defaulr op een gehouden Kegtdag alhier verleent was tegen een Gedaagden , die ons Oirt als wertige Regenten erkende, dan . dat wy U fidele Groot Mog. Heilig k'innen verzekeren, dat die zelfde Gedaagde, verfcheide da-  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 341 dagen na het eerst verleend default, ons wel degelyk als Regenten , jaa zelfs als Schepenen, er» kmd heeft , toen het zyn eigen belang vorderde en meedebragt , dewyl hy ten overltaan van twee der nu verkozen Heeren Schepenen dezer Stad, ter Secietarye alhier eenig Land getransporteerd, en eeu Hypotheek gepasfeerd heeft, fchoon hy intusfehen naderhand, voorzeker uit particuliere oog • merken, welke mislchien niet moeijeiyk zouden te gisfen zyn , weder niet ter Ordinaris Kolle van Heeren Schepenen, alwaar hy nader geciteerd was, gecompareerd is, Dat men in deze en de volgende Misfive van den 3 February 1787, de Oppofanten tegen ons telkens als de Meerderheid dezer Stad tragt te doen voorkomen , dan dat het contrarie van dien zoo waaragtig is , dat de brave üurgers en Ingesetenen dezer Stad, (alle daartoe bevoegde Mansperfoonen,) tot zulk een nanmeTkelyk getal op nieuws een pegtig Declaratoir gerekend hebben , waarby dezelven nader al het gebeurde alhier approbeeren , en de Leden der .Magiftraat , mitsgaders het Wel Edel Collegie van geqnalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, in derzelver protectie neemen, onder de hartelyke betuigingen , van alle oppofitte tegen de grondwettige herftelling dezer Stad , met opoffering, is het nood, van goed en bloed, te zullen te keer gaan , dat wy na het ftrikfte onderzoek gerustelyk blyvea (taande houden , dat het getal der Oppofanten daartegen geen vierde gedeelte bedragen kan. Eindelyk Edele Groot Mog. Heeren 1 debiteert meu in opgemelde Misfive van den 3 February, ais mede in eene Misfive van den zeilden datum van J A. Cerlack, dat wy den Drosfaard dezer Stad zouden afgezet, en een ander in deszelfs plaats zouden aangefteld hebben, daar zulks egter geenzints heeft plaats gehad ; trouwens het is voorzeker uit de bewustheid daarvan, dat W. van der Doet v, N. in deszelfs misfive aan U Edele Groot Mogs Gecommitteerde Raden, in dato 5 February 1787, a'Y 3 leen  343 feb. ZAAKEN VAN 1787. Jeen van zoodanige pretenfe afzetting en aanftelling gewag maakt, zonder daarbytevoegen pnze Refolutie van den 10 January jongstleden , aan hem by misfive gecommuniceert , uit welke anders aan U Edele Groot Mog. zoude geb'eeken zyn, dat gemelde IV van der Does v. N niet door ons is afgezet, maarLdat hy zyne bedieningen als Drosfaard en Schout dezer Stad , ook zelf door zyn Stedehouder , op een fchandelyke wyze verlaten heeft. Immers Edele Groot Mog. Heeren ! niet alleen was de Drosfaard verpligt, volgens Refolutie van U Edele Groot Mog., van den 17July 1665, deszelfs vast verblyf birinen deze Stad te houden, maar althans was, volgens de costume dezer Stad , het oogmerk van de aanltelling eenes Stedehouders , om, by ziekte ofte noodzakelyke afwezendheid van den Drosfard, deszelfs bediening in de Vergaderingen van de Magiftraat dezer .Stad wsarteneemen; dog niet flegts heeft W. van der Does v. Af. nimmer zyn vast verblyf binnen deze Stad gehoaden, maar heeft zelfs in verfcheide jaren zig binnen dezelve niet vertoond, even als of hem zulks te onwaardig was , zedert hy zyn invloed op de Meerderheid der Magiftrsats-Leden verloren had, en dus geen gelegf-cheid meer voor uit zag, om de Ampten dezer Stsd te verkopen, gelyk wy, onder anderen, nog geïnformeerd zyn, dat hy in vorige jaren by de begeving van Stads Vendue en Lombard daarvoor importante fommen gelds , tot nadeel van deze Stad, zoude getrokken hebben , en dat zulks niet alleen aan den Wel Edele Geb. Heer Fos van Ave* faat, Kapitein ter Zee ten dienften dezer Landen, aan zyn Wel Edele Geb. Huisvrouw, maar ook aan de Heeren Mrs C. A. Lemans en j. C de Kockt als mede aan den Heer J. A* Geriach en Mejuffrouw A. S. Colthoff Wed, C. Godefroy. alle alhier woonagtig, aan Alexcmder Kleyn, Mr. Zilverfnait te Gormckem, en andere meer, zoude bekend zyn; dan ook zyn Stedehouder vond goed, zig van tyd tot tyd van vecie, en nu gedurende dit jaar, van alle JVlagdlraats-Vergaderingen te onthouden, en declareer*  f EB. 1 STAAT EN OORLOG. 1787. 343 reerde zelfs aan den Kamerbewaarder by het beleggen der Vergaderingen, dat hy van den Fraudeur burgemeester geen ödtrs afwagtte, gelyk hy vervolgens ook nog heeft gedeclineerd, by het doen van losfchen ter Secretarye dezer Stad , of by andere gelegentheden , als Schout te compareeren. Aldus was de gefteldheid dezer zaak Edele Groot Mog, Heeren! toen wy geheel in twyfel (tonden,of er nog dadelyk een Drosfard en Schout dezer Stad exiteerde, jaa dan neen, —. en het was om daarvan overtuigt te worden, en het belang der Juftitie te kunnen bevorderen, dat wy ons tot het neemen van voorfchreeve Refolutie verpligt vonden, waarby wy den Drosfard en Schout hebben aangefchreeven , indien hy binnen drie weeken zig met ter woon , ter waarueeming zyner gemelde Bedieningen, niet binnen deze Stad begaf, dat hy alsdan zoude gehouden worden, zyne Bedieningen als Drosfard en Schout dezer Stad verlaten te hebben; maar ook deze bepaalde drie weeken waren verlopen , zonder dat wy iets van den Drosfard en Schout , of van deszelfs Stedehouder, vernomen hadden, zoo dat wy toen die bedieningen verlaten verklaard hebben, en Amptshalveh in de noodzakelykheid zagen, om dezelve Bedieningen provjfioneel te (tellen in bewaiing van den Prajfident Burgemeester, ten einde de Juftitie, zonder welke geea Land of Stad beftaan kan, niet langer zoude geftremt, en beter zoude geadminiftreert worden, van welke onze verrigting wy de eer hebben , by dezen aan U Edele Groot Mog. kennisfe te geven. Zie daar Edele Groot Mogende Heeren! zo wy billyk vermeenen , een volledig bewys van de onwaarheid van alle de opgegeeve bezwaren in bovengemelde (tukken. —— Wy zouden U Edele Groot Mog nog met een meenigte remarques, omtrent de herhaalde onbefcheide en beledigende expresfien, jn gemelde (lukken te vinden , kunnen bezig houden , dan wy willen liever de pretieufe momenten van U Edele Groot Mog. menageeren en zeker vertrouwen, dat U Edele Groot Mogende alle die Y 4 cho-  344 feb. ZAAKEN VAN 1787, choquante pofitiven 'met indignatie zullen pasfeeren, gelyk wy dezelven, om geen misbruik te maken van het vertrouweiyk toezenden door U Edele Groot Mog., en U Edele Groot Mog Gecommitteerde Raden, van dezelve Rukken, voor deze reis nog maar, ook alleen uit deference van U Edele Groot Mog., zonder eenige vervolging zullen daar laten, fchoon wy in het vervolg ons buiten allen twyffel zouden verpligt vinden , de verdigters van zulke lasllve onwaarheden tot behoorlyke reverentie voor de Magiitraat dezer Stad te obligeeren. lntusfchen kunnen wy voor U Edele Groot Mog, niet verbergen , dat het pns byzonder aangenaam zoude zyn , dat eenmaal alle toeleg tot verydeling van ons thans vastgeltelde, en zoo plegtig beëedigde Kegeerings-Conftitutie binnen deze Stad, kon werden voorgekomen , niet alleen omdat wy ons zoo zeer van derzelver nuttigheid overreed houden, maar byzonder ook om te behoeden, dat niet zommïge eenvoudige Burgers of Ingezetenen dezer Stad zig meer en meer ongelukkig maken, daar het tog boven alles vast gaat, dat wy van het wettig nieuw geïntroduceerd Regeerings-Reglement geen woord of ietter, om wie het ook wezen mogt, zullen af of toe doen, maar daar door wenfeheu, voor God en de WaereM te betonen, dat wy aan onzen Eed en pligt getrouw zyn. Eu daar wy het gedrag van dezer Stads burgery, in het redres van hare Stedelyke domelticque zaken, volgens den aart der Vryheid binnen Nederland Conftitutioneel plaats hebbende, zoo gepast belchouwd hebben, d3t wy deze Stad als een Lid van het Bondgenootfchap , ook volgens het Verbond der Unie, van het maintien en van U Edele Uroot Mog. en van de Hoge Bondgenoten reeds verzekerd hielden — daar ons de benevolentie van zoo veeie voornaam? Steden en Leden van U Edele Groot Mog. Vergadering in deze zake reeds zoo ondei;'cheiden malen gebleken is —. daar mogen wy niet twyfelen, of U Edele Groot Mog. zullen gaarn het middel willen daarftellen, waarin wy ten allen tyden een genoegzaam fontien tegen al*  *«. STAAT ÈN OORLOG. 1787. 34S alle oppofitie orntreat dit ons Stedelyk grondwettig; herftel vinden zouden , ten welken einde wy Ü Eude Groot Mog. zoo eir.ftig als vriendelyk verzotken , dat Ü Edele Groot Mog, het op den 6 Janu meester en Raad der Stad Gorincbem. Leonardus den Beer, Oud-Burgemeester en Raad der Stad Schiedam. Mr. Gualterus Georde Gideon van der Mieden , Regeerend Burgemeester en Raad der Stad Alkmaar. Nanning van Foreets, Regeerend Burgemeester en Kaad der Stad Hoorn. Mr. Augustinus Henderik Duyvens, Regeerend Burgemeester en Raad der Stad Enlthuyzen. Mitsgaders tot Ministers en Meede - Leeden, de Heeren Mr.  feb. STAAT IEN OORLOG. 1787. 349 Mr. Caspar Qotterbeoke, Secretaris van Hun Edele Groot Mogende. Mr, Bemardus Black , Secretaris van de Heeren Magiftraateti en Gedeputeerden der Steden , en het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raden in West-Vriesland en het NoorderQuartier, en Mr. Pieter Paulus, Raad en Advocaat-Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze. En zal Extract deezer Refolutie aan elk der voorn. Heeren tot derzelver informatie en narigt worden gegeeven. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot bet decerneeren van de voorfz. Commisfie niet geconcurreerd. De Heer van Wasfenaer Heere van Scar* lenburg , heeft zig met de benoeming der voorfz. Heeren tot het onderzoek der executive magt geconformeerd. De Heer van Wasfenaer Heere van Star. renburg, heeft verzogt van deeze Com. m^fie te worden geëxcufeerd, en is op Zyn verzoek daar van ontflaagen. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Edam en Medemblik, hebben geïnhaleerd hun ^anteekening op de Ref iutien van 13 December en 10 January laatstleden gedaan. De Meerderheid der Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam , hebben de Conclufie voor zoo verre Gecommitteerden builen de Leeden van de Regeering deezer Proyincie z\n benoemd, als wordtDde daardoor direcfehk aangegaan regens de Refolutie van Hun Edele Groot Mog. van 13 December 1786  35o feb. ZAAKEN VAN 1787. 3786 door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, op fpeciaie last van de Heeren Hunne Principalen by derzelver Propofi. tie van 30 January laatstleeden expresfelyk gereclameerd, gecontradiceert en daar tegens zoodanige aanteekening en demarche gere. ilrveert als de Heeren hunne Principaalen zullen vermeenen te behooren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haanem, Leyden, Gouda,Gonuchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, hebben tegen de voorfz. Aanteekening en demarche van de Meerderheid der Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, aan de Heeren hunne Principaalen zodanige Contra-Aanteekening Contra.Demarche gereferveert als dezelve zullen vermeenen te behoren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Rotterdam en Eukhuyzen hebben verKlaart tot het benoemen der lleeren, welke . zullen uitmaken de Commhfii, beraamt by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 13 December laatstleede niet te hebben geconcurreert , dan met expresfe inha-fie van den last en het geadvifeerde onder beneficie van het welk de gem Steden zich hebnen geconformeert met de Propofitie der Stad Amfterdam van den 25 OQ. 1786; houdende dien last dat het wooia /nfirutlie, in het laatfte lid van die Propofitie vouikome-rde, zoude worden verandert in dat van Jchikkingen, en dat dezelve zouden worden geconcerteert met overleg van Zyn Hoogheid. 9 9 9 9 9 9