Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de vereenigde nederlanden; £ e de r t het begin van het jaar MDCCLXXX. ZE VEN-EN-DERTIGSTE DEEL. tè AMSTERDAM,by JOHANNES ALLART, mdccxcvii.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit zevenendertigste deel geplaatst zyn. XXXI. Request van Regenten , Burgers eri Ingezeetenen van de Koog, in den Banne van WestZaanen, mei een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mogende, met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen daarover. In dato 15 Feb, 1787. . bl. i XXXII. Resolutie op een Misfive van Gecommitteerde Raaden, met eene Propofitie van den Fiscaal Luyken , betreffende een oproerig Articul in dé Brielfche Courant van 10 dezer. In dato 16 Febr. 1787. . bl. 4 XXXIII. Propositie van Haarlem, Over dé noodzaakelyke verfterking van 't Guarnifoen van den Haag , met een voorflag daartoe uit het Legioen van deri Rhyngraaf van Salm. In dato 17 Feb. 1787; . . bl. u XXXIV. Approbatie van Hun Edele Groot Mogende omtrent het verrigte van Gecommitteerde Raaden , omtrent het gebeurde met opzigt tot hét Vaendei * 4 v&iiï  yin LYST der STUKKEN. van Hun Edele Groot Mog. Lyf-Guardes te Voet, met de Bylaageni In dato 21 Feb. 1787. . . bl. 14 XXXV. Extract uit de Refolutien van de Heeren fctaaten van Holland en Westvriesland, in Hun Edele Groot Mog.Vergaderinge genoomen ; inhoudende" eene Propofitie van Gorinchem, tot herftel van al het bedreven te Heusden'y voor, op en federt 6 January, tot een judicieel onderzoek naar de fources, en om 't Guarnifoen aldaar niet te verminderen. In dato 21 February 1787. • . bl. 27 XXXVI. Publicatie van het Hof van Holland , raakende het fchenden van het Vaandel der Lyf-Guarde van Hun Ed. Groot Mogende. In dato 23 February 17®7> • • bl. 35 XXXVII. Propositie van de Ridderfchap van Holland, om het geheele Corps van den Rhyngraaf van Salm met den 14 Maart aanftaande te licentieeren. In dato 27 February 1787. . . bl. 37 XXXVIII. Missive van de Officieren en verdere Leden van het Exercitie-Genootfchap te Heusden , aan de Vergadering van Gewapende Magten te Delft gezonden. In dato £5 Feb. 1787. . bl, 39 XXXIX. Extract uit de Notulen van den Raad  x LYST der STUKKEN. ix Raad Ordinair der Stad Zierikzee. In dato 26 February 1787. » bl. 43 XL. AddRes aan de Gezworen Gemeente der Stad Deventer. In dato ... Febr. 1787. . ' , bl 45 XLI. Authorisatie van Hun Edele Groot Mog., op Schout en Gerechte van Oostzaandam, om tegen oproerige bewegingen, de nood zulks vorderende, geweid met geweld te keeren. In dato 1 Maart 1787. f . bl. 47 XLII. Adressen van Ingezeetenen der Banne van Jisp, en van Officieren der Schuttery en Ingezeetenen van Caftricum, met een Declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mog«, tot aandrang der Propofitie van Haarlem, en ter comprehenfie by de twede in de Refol. vstn 7 Sept. 1786, met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde fentimenten voor Hun Edele Groot Mog. In dato 6 Maart 1786. . bl. 50 XLIII. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en WestVriesland, in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen ; inhoudende een Declaratoir van Dordrecht en Haarlem; contra-Declaratoir van Ridderfchap en 6 Steden, en aan gemelde 2 Steden ï 5 Co,  X LYS T der STUKKEN. Copie gegeeven van 't verhandelde iri haare abfentie. In dato 6 Maart 1787. * bl. 59 XLIV. Resolutie van Hun Edele Groot Mog. op de voordragte van Gecommitteerde Raden , nopens een voornemen van 't Exercitie-Genoodfchap alhier , om door 50 a 60. Leden in zeker huis heden en morgen te doen Wagt houden. In dato 7 Maart 1787. bl. 61 XLV. Adres van Burgers en Ingezeetenen der Ambachts-Heerlykheid Benmbroek, met een declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groöt Mogende, en tot Comprehenfie in de Refolutie van 7 September 1786, en van Inwoonders van 't Dorp Bennebroek , tot aandrang der Propofitie van Haarlem; met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten in 't Dank-Adres. In dato 8 Maart 1787. : bl. 6§ XLVI. Resolutie van Hun Edele Groot Mogende op de voorziening der Mili. tie ? tot verfterking van 't Guarnifoen alhier van Logis en verdere behoeftens, en dezelve gelaten 't faveur van 12 Stuivers. In dato 9 Maart 1787. bl. 70 XLVII. Resolutie van Hun Edele Groot Mo*  LYST der STUKKEN. xr Mogende tot aanfchryving aan de zig noemende Magiftraat te Hemden, om al het gebeurde aldaar op en na den 6 January laastleeden te vernietigen. In dato p Maart 1787. . bl. 73 XLVIII. Qualificatie op Gecommitteerde Raaden , tot vernietiging van het gebeurde te Hemden, op en na 6 January laatstleeden, door een Commisfie uit hun Collegie derwaarts. In dato 14 Maart 1787. . . bl. 75 XLIX. Declaratoir van D. B. van der Haer en P. Camper, aan de Staaien van Friesland. In dato 15 Maart 1787. bl. 82 L. Adres van een aantal Friefche Bur«gers aan de Heeren Sicco Doum van Aylva, Coert Lambertus van Beyma, Horatius Allard Hiddema van Knyff* Hector Livius van Altena, Arend Julianus Carel de Bere, Abraham de ftriefe, Rein Smit, Pytter Edzard van Harinxma thos Sloten, Johannes Wielinga, Jan Roorda, Aizo van Boelens , Folkert Rypperda , Bavius Nauta 3 Junius van Alema, EduardMarius van Beyma, en Hotte Zwanenburg. . . bl. 85 LI. Rapport nopens de vermeerdering der Vroedfchap te Rotterdam tot het getal van 40, en de 16 ontbrekende plaatfen, by direéle aanftelUng van Bun  xii LYST der-STUKKEN. Hun Edele Groot Mog. te vervullen. ^ ïngebragt ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mog. In dato 17 Maart 1787. . . • bl. 86 LIL Adres van Burgers en Ingezetenen van Amfterdam, aan Hun Edele Groot Mog., raakende de zaak van Hemden. In dato 19 Maart 1787. . . bl. 94 LIIL Twee Requesten aan Hun Edele Gr. Mog. van W. Ris c. f., te Hoorn, om voorziening in den toeftand aldaar; en een Reqnest van G. Matth^eus om voorziening tegen de hem aangezegde ontruiming derzelve Stad; nevens de Relolutien daar op genomen. In datis 16, if en 20 Maart 1787. . bl. 95 LIV. Missive van Gecommitteerde Raaden, met de informatien van den Krygsraad der Lyfgardes te voet, en 27 Byl. in de zaak van den Vaandrig van der Hoop , met de Misfive en Bylage van Gecommitteerde Raaden onder 14 Maart daar over, ingekoomen ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog, In dato 20 Maart ^787. . bl. io5 LV. Missiva van de Minderheid der Vroed* fchap van Rotterdam aan de Staaten van Holland en Westvriesland. In dato 21 Maart 1787. . . bl. 124 LVj. Declaratoir van Rotterdam, ter Ver-. - gil-  LYST dèr STUKKEN. xm gaderingê van Hun Edele Groot Mog. In dato 21 Maart 1787. . bl. 1:0 LVII. Dispensatie ten behoeve van Cornelis van Ammelrooy, om met de Zusters Dogter van wylen zyne eerfte Vrouw te mogen trouwen. Toegeftaan door Hun Edele Groot Mog. In dato 21 Maart 1787. t . bl, 132 LVIII. Adres van Regeeringsleden, en 't grootfte gedeelte der Burgeryen van Hattemtn Elburg, nopens de middelen van voorziening in hunnen deerniswaardigen toeftand. Geleezen ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mog. In dato 22 Maart 1787. . bl. 141 LIX. Advis van Heeren Gecommitteerde Raaden in 'süage, over den Extraordinaris Staat van Oorlog. In dato 23 Maart 1787. . . bl. 154 LX. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en WestVriesland, op de Propoficie van Hoorn tot bezwaar over de Refolutie van 17 deezer Maand ; daar by geperfilteerd. In dato 23 Maart 1787. . bl. 172 LXI. Resolutie van Hun Edele Gr. Mog. en dag gefteld =tot de Benoeming van Heeren tot de Commisfie omtrent de Generale Volks-Reprefentatie." In dato 23 Maart 1787. . bl. 177 LXÏÏ*  kïv LYST der STUKKEN. LXIL Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en WestVriesland , inhoudende Confent in de Extraordinaris Middelen voor dit Jaar. in dato 24 Maart 1787. , bl. 180 LXIII. Missive van Gecommitteerde Raden over hun verrigte uit kragt van Hun Edele Groot Mog. Refolutie van 14 dezer, nopens een Commisfie naar Heusden, met een Verbaal van 't verrigte en wedervaren hunner Commisfarisfen. Ingekomen by Hun Edele Groot Mog. In dato 24 Maart 1787. t f f bl. 183 LXiV". Declaratoir van de Leeraaren der Hervormde Gemeente te Utrecht, aan de Magiftraat dier Stad. In dato 34 Maart 1787. . . . bl. 200 LXV. Aires van Leden van den Burger-Krygsraad te Amfterdam , aan den Hoogen Rnade in Holland, In dato 26 Maart 17^7- . . . bl. aoa LXVI. Missive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Hdarlem aan die van Hoorn. In dato 29 Maart 1787. bh hq6 LX VIL Resolutie op de refcriptie van Zeeland , op eene Mislive en Refolutie van Hun Edele Groot Mog., concerneeren de het Plan tot verbetering der directie by de Oost-Indifche Compagnie, In dato 30 Maart 1787. . bl. 210 LXVIII.  LYST der STUKKEN. Xv LXVIII. Missive van Gecommitteerde Raaden in West vriesland en het Noorder- Quartier, en de Magiftraat van Hoorn, tot ' preliminair verflag van hunne bevinding en handelingen aldaar. Ingekomen ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. In dato 30 Maart 1787, bl. 212 LXIX. Berigt vanBurgemeesteren van Hoorn op de Requesten van J. Ris en W. Brkebaard, als mede van G. Matth/eus, raakende het voorgevallen oproer in die Stad. Ingekomen by Hun Edele Groot Mog. In dato 30 Maart 1787. bl. 235 LXX. Benoeming van Gecommitteerden tot hetOnderzoek der bedenkingen omtrent de Generale Volks-Reprefentatie. In dato 30 Maart 1787. . bl. 268 LXXI. Missive van het Collegie ter Admiraliteit te Amjhrdam aan Hun Hoog Mop\ de Staaten Generaal. In dato 20 Maan • • . bl. 271 LXXII. Dank-Adres van Burgers en Ingezetenen van Kampen aan de Staaten van Qverysfel. In dato .. Maart 1787. bl. a7g LXXIII. Remonstrantie van Hoorn, over het onderzoek op het voorgevallene aldaar; en tot redres. In dato 6 April *7R7- • ' . . bl. 28x LXXIV.  xvi LYST der STUKKEN, LXXIV. Rapport op de ingeleverde Stukken I raakende de Magiftraatsbeftelling te Hemden. In dato 6 April 1787. bl. 206 LXXV. Provisioneel Berigt van Gecommitteerde Raden in 't Noorder-Quartier op de Remonftrantie van Hoorn van 6 Apnl. In dato 11 April 1787. bl. 304 LXXVI. Nader Bericht van 9 VroedfchapsLeden van Rotterdam, concernerende de Regeringsbeftelling. In dato u AP"1 ï?87. . . bl. 008 5TAA-  £ A A K E N VAN STAAT en OORLOG, MDCCLXXXVII. XXXI. Request van Regenten , Burgers en Ingezeetenen van de Koog, in den Banne van IVest Zaanen, met een Declaratoir hunner geveelens voor Hun Edele Groot Mog,, met betuiging van Hun Ed. Groot Mog. gevoeligheid en genoegen daarover» In dato 15 Feb. 1787. Is geleexen de Requeste van verfcheide Burgers en Ingezeetenen van de Koog , in den Banne van West'Zaanen, waarby uitboezemen de gevoelens van dankbaare erkentenis en verknogtheid aari Hun Edele Groot Mog,, wegens Hoogsr.derzeIv>er Vadèrlyke zorge voor het lieve Vaderland j. brecder hierna geinfereerd. Fiat Infertiè. Waarop gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende, ten ukerfte gevoelig over de biyken van verknogtheid aan de Eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog., zo wel als aan de s'^^e belangen van het Vaderland i in der XXXVII. DEEL, A Sup-  4 f E9. ZA AKEN VAN 8787.' Supplianten Requeste gemanifesteerd , en niet dars met het crootfte genoegen kunnende befchouwen de reet Vaderlandfche verklaring der Onderteekenaaren van het zelve, goedgevonden en verstaan, het voorfz. Request, vermits daarby geen fpeciaal verzoek is gedaan, verder aan te neernen voor Notificatie, en zal daar van Copie ten behoeven der Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver informatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. TT\é Heeren Gedeputeerden der Steeden j J Qeift, Brielle, Enkhüyzen, Edam en Medemblik, hebben tot de voorfz. Refolu»' tie , zoo als dezelve is leggende , niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn* hebben zich in de voorfz. deliberatie «iet ingelaaten. Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Ho/land en West» Friesland* Geven met fchuldige eerbied te kennen* de Ondergeteekenden Regenten , Wurgers en Ingezeetenen van de Koog, m den Banne West-Zaanen. . V , „ Dat, hoe «eerde Ondergeteekende (welke zich mogen beroemen, dat zy, zoo Regenten als Burgeren en Inwoonderen van de Koog voorn?, in denkenswyze en Vaders landsliefde onderling unaniem zyn) zich1 vollcoomen verzeekerd houden , dat ü Edele Groot Mogende niet gediend zyn met laffe  rcc, STAAT EN OORLÓG. 1787. £ vleyeryen , de Ondergereekend.ns nochtans zich verbeelden , dat U Edele Groot Mog. niet zal ongevallig zyn, dat zy Ondergeteekenden , in navolging van andere Rechtgeaarde Vaderlanders , opentlyk aan U Edele Groot Mcg. blyken geven , hoe hoog de Gndergeteekende lchatten zodanige Refolutien en vvyze Maaïregulen, ais door ü Ed. Gr. Mog, van tyd tol tyd zyn Renomen; — door welke krachtdadige Refolutien , deze Republiek (welke eerst door eeii onrechtvaardige Engelfche Oorlog, — daar na door een bedreigde Keizerlyke aanval — en wyders door inlandfche Beroerten» fcheen als ten eenen male in de allerdroevigde ong( = lukken gedompeit te zullen worden) tot nog fcoe in Itaat is gebleeven , in zo verre, i'a'è de Ondergeteekend«n gorustelyk vertrouwen, dat, U hdele Groot .Viog., in haar yver voor 's Lands welvaaren , voort arbeidende, de Republiek in haare voorige luister zal worden gemahnineerd , en, voor zo verre dezelve daar in ofte in haar Rechten en Vryheeden mogte zyn verkort, volkomen zal Worden heriteld. Het zy de Gndergeteekende tot dat einde vergund, om in de tegenwoordige zorgclykc omftandigheden, U Édele Groot Mog, oprechtelyk te mogen verzekeren, dat zy allen, wanneer zulks werd gevorderd, volkotnen bereid zyn, om, op het loiïèlyk voetIpoor van de waardigfte hunner Mee.de Inge. zeetenen van dit Gemeenebest , dé alzinss pryzenswaardige beöogingen van ö Edele Groot Mog. , op alle mogelyke wyze , te onderfteunen; —— en vcords dackeiyk té erkennen en volkomen goed te keuren , al wat tot deezen tyd, döor U Edele Groot Mog. met eene onwankelbaare getrouwigheid en Vaderlyke zorge , ten m:tc van het lieve vrygevogte Vaderland en derzelver Bond. A 9 ge* .  rw. Z A AKEN VAÜ *7&f* cenooten , zoo heilzaam is ondernoomen en beflooten; — en fmeeken wyders den Alvermogenden God, dat Hy verder, Uwer Edele Groot Mog beraadOagingen , wyze en kloekmoedige befluiten, met de dierbaar, fte zvner zeegeningen wil achtervolgen, op dat ons Gemenebest eerlang in Rust, Vreede en Eensgezindheid bloeije - eo, de dierbaare Vryheid, zo in het Godsdrenftige als Burgerlyke , op onwrikbaare zuilen, in dezelve gevestigd blyve. Zullende aan de Ondergeteekende verder niets aangenamer zyn, dan een geneegen b vk van U Edele Groot Mog te mogen ontfaneen, dat dit hun hoe zeer eenvoudig, doch nochthans hartelyk en welmeenend declaratoir van goedkeuring en beede, zo gunftie bv ü Edele Groot Mog , is aangenomen aïs het zelve vry en oprecht, met een waar Vaderlandse!) oogmerk hier is onderteekend , en eerbiedig aan ü Edele GrooC Mog. word opgedragen. (Onder ftond,) "t Welk doende, &c. (Was geteekent docr 290 PerfoonenJ XXXII. Refolutie op een Misfive van Gecommitteerde Raaden, met eenefropofitte van den Fiscaal Liiyken , betreffende een oproerig Articul tii de Brielfche Courant van 10 dezer. In dato 16 Feb. 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreven alhier op heden , waai  rti. STAAT EN OORLOG. 1787. s waar by ter kennis en deliberatie van Hun Edele Groot Mog. brengen een propofitie door den Advocaat Fiscaal Luyken aan bun op heden overgegeeven , betreffende een verregaand oproerig Articul in de daar n.vensgaande Briellbhe Courant van den 10 dezer geplaatst; geevende teffens by die Misfive in confideratie het voortzetten der d.libe* ratten over het reprimeeren van de licentie des Courantiers en voorziening te doen tot ukroeijing van dit verderffelyk kwaad; breder hier na geinfö♦eert. Fiat Infertü» Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan de gemanifesteerde blyken van attentie van de Heeren Gecommitteerde Raaden, op ai het geen , 't zy direftelyk, 't zy indireótelyk , eenige atteinte zoude kunnen toebrengen aan de rust en veiligheid in deeze Hun Edele Groot Mog. Refidentie-plaats , in alleu opzigten te laudeeren en te approbeeren. Dat de Brielfche CouFant van den 10 dezer, by de Misfive van Heeren Gecommitteerde Kaaden , en daar nevens gevoegde Propofitie van den Advocaat Fiscaal van Hun Edele Groot Mog by der* aelver Collegie vermeld , en daar by '& te berel"  i?ss. STAAT EN OORLOG. 1787. 3 den , en aantehitfen tot het maken van een formeel Oproer , in weerwil van de Publi. catien , daar jegens door Hun Edele Groot Mog. confecutivelyk gedaan emaneeren. Onder de laatfte foort komt het my (onder eerbiedige correctie) voor, dat in hee pyjonder behoord zekere zoogenaamde Brief van een Hagenaar aan een Zeeuw, geïnferecrd in de Rrielfche Courant van den 10 dezer, als waar by de Inwoneren van deeze Hunner Edele Groot Mog. Relïdentieplaats, benevens die van Rotterdam (alwaar het debiteeren van dezelve Courant is verboden,) tegens den aanftaanden achttien Maart vry duidelyk zyn uitgelokt, en geinciieert om als dan het exempel van het geen nu onlangs in de Provincie van Zeeland binnen de Stad Goes gebeurd is, te volgen; onder anderen met byvoeging: „ Dat'de Opperfte Richter op zy- nen tyd de fchuldigen wel zoude doen „ vinden en ftraffen, zonder dat zy naar het „ groene zoodje behoefden gefleept te worden door „ de handen van een getergt Gemeen, al hadden zy door hunne openbare Fyandfchap tegen het „ Doorlugtig Huis , en wegens de ongeflrafte „ Lasterjchryyers, den haat des Volks dubbeld „ verdiend, en dat als de Juflitie maar niet be„ lemmerd wierd, de fchuldigen hun deel wel „ zouden krygen: want dat men geene Generaals „ Amnestie {zonder exceptie van deeze en geene „ ErandftigterSy) durfde verwagten uit vreezs „ voor de gevolgen, namelyk: dat dan het ge„ meen de Juftitie zelfs zoude administreer en. op die wyze , als men te ter Goes hadde be„ gonnen> dat de Volk-Stem dog Orange wast en dat als de valfehe Fryheidkraaijers die „ nu maar hoorden, zy dan den mond wel zou- den houden , tn waarlyk ina&ieff worden." Alles zodanig breeder, en in diervoege, als U Edele Mog. blyken zal uit de Courant, welke ik de Eer hebbe, hier nevens, ter ta-  ja *eb. ZAAK EN VAN ttf* fel van ü Edele Mogende ie producee- re" . . j Ik zoude hier nog by kunnen voegen, dat de Magifttaat van 'sGravenhage, voor eenigen t>d nodig geoordeeld heelt, ten reguarde van eenen der tegenwoordige Brièli'che Courantiers gebruik te maken van het regt van Politicque uitzetting, dat dezelve zig daarna hebben geëcablisleèrt te 'sGravefande , en aldjar gedrukt eene zogenaamde 'sGravefandfche Courant s edog over het generaal zodanig ingerigt , in het byzonder met betrekking tot 'sGravenhage ,dat U Edele Mog. reeds op den 20 Mairt van het voorledea Jaar aan Schout en Geregte van 'sGravefande, heboen aaiigefchreeven, de Drukkeiye, welke aldaar tot het Drukken van dezelve Coulant was opgerigt, finaal te doen fluiten ; en wyders zorge gedragen hebben, dat dezelve Courant in het vervolg niet meet verkogt of gedifiribueett wierde, mitsgaders, daar van per viisfive kennisfe hebben gerieven aan Burgemeesteren en Regeerders, Ser Dagvaart Steeaen in het Zuider-Quar; tier. als meede aan Burgemeesteren en Regeerders van 'sGravenhage, refpettivelyk met verzoek en last, om ieder in den haaren de nodige ordres te ftellen, ten einde de gemelde Courant binnen hunne Steeden en Jurisdictie niet meer verkogt of gedifiribueert wierd; en eindelyk dat de gsm. Courantiers zedert hun etablisftment in de Stad Brielle, onaangezien dat een en ander , fteeds van kwaad tot erger zyn overgegaan, zo als uit verfcheidenep door hun uitgegeevene Couranten zoude konnen confieeren- Dog ik bepale my tans alleen tot de voorn, leeds zeer veel gerugts gemaakt hebbende Courant van voorleden Saturdag; en neeme vervolgens de vryheid van daar omtrent uit hoofde van bovengeau reeden, eerbiedig in eonü  e*?. STAAT EN OORLOG. 1^87. ijf confideratie te geeven, om dezelve direclelyk te brengen ter kennisfe van liun Edele Groot Mog , ten einde dien aangaande door Hoogstdezeïve zodanige voorziening te kun. nen worden gedaan , als Hun Edele Groot Iviog. zouden mogen vermeenen te behoo» rei). 'sGravenhage den 16 February 1787. (Was geteekend) ■ J. G. LüYKEN. X&XIil. Propofitie van Haarlem, over d& uoodzaahlyke vtrjlerking van 't Cuarnifoen van den Haag; met een voor/lag daartoe uit het Le* gioen van de Rkytigraaf\%n balm. In dato 17 Feb. 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem» hebben ter Vergadering voorgedragen; dat gelvfc de aanhoudende zorg voor de Rust en Veiligheid van Hun Edele Groot Mog. Refidentie.Plaats, als waar mede de noodzakelyke Vryheid van deliberatien op het naauwst verbonden is , fteeds een voornaam objeft van Hoogstderzdver attentie behoord uit te maken; Zy Heeren Gedeputeerden ten volle hier van gepenetreerd , en hunnen aandagt vestigende op de Route onderneemingen, waar van deze Plaats reeds meer dan één voorbeeld had opgeleverd , niet weinig waren getroffen worden , door de op gisteren ter Vergadering gehoudene dehberatien , als tot onderwerp gehad hebbende, een diretie en onder publiek gezach uitgekomen aanfporiug, byzonder voor de Ingezetenen van den Haag, om niet alleen des Souverains Heilzame beveelen te verachten, maar zelfs zig daar tegen aan-  fa feb. ZA AKEN VAN 178^ tekanten, alles onder eene niet duiftre aanpryzing van geweldadige middelen, ónder dezulke, als waar van het Oproer en de Plundering onlangs binnen de Stad Goes ondernomen, een versch exempel had gegeeven. Dat zy Heeren Gedeputeerden wel vertrouwden, dat lbortgelvke pogingen, wanneer men die hier beproeven wilde, eene gepaste tegenkanting zouden ontmoeten , en niet ftraffeloos geduld worden; dan dat zy egter vermeenden, dat hoe gerust men ook zoude moogen zyn op de waakzame zorg van de Politie en de Juftitie alhier, en welke goede verwagting men ook zoude kunnen vestigen op de hulpmiddelen , die tot ftaving van des Souverains hoog gezag alhier voorhanden zyn , even» ■wel de voorzigtigrieid, die zeifs de geringde krenking van die authoriteit niet gedogen kan, vorderde, dat naar mate der toeneemende ftoutlieid, ook de maatregelen tot krachtdadige verydeling derzelve wierden beraamd en in ft'werk gefield; dat zy jn de ernitige overweging hier van in aanmerking genomen hebbende , dat Hun Edele Groot Mog. tot beveiliging van hunne Refidentieplaats , en maintien van hunne wettige Autoriteit, fteeds alLier voorzien waren geweest sn nog waren van een zeker aantal van Militie, niet hadden kunnen nalaten in bedenking te neemen, omniet het nu verminderde Guarnifoen van den Haag in dit tydftip tot de gewone, altiians tot eene meerdere fterkte, dan aftueel plaats heeft , behoorde te wordeu gebragt; en dat zy de gepastheid en noodzakelykheia hier van zo palpabel hadden gevonden , dat zy gemeend hadden, aan hunnen pligt tot bevordering van alle mogelyke prsecautien te kort te zullen doen, indien zy het werkfrellig maken daar van niet aanprezen, en met allen ernst daar op uitteerden , aangezien het van zelve fpreekt, dat hoe groot vertrouwen men ook in de alnier thans aanweezende Militie zou kunnen (lellen, nogthans het zelve aan alle mogelyke van haar te vergen diensten moet zyn geëvenredigd, en dat het Guarnifoen van den Haag thans zoo a«naierkelyk kkiner zyny d5r  tot STAAT EN OORLOG, 1787Ï 13 de , dan het in gewone tyden van rust en kalmte nbdig geoordeeld is , het weinig confequent o£ voorzichtig gehandeld zoude zyn , indien men , zoo als de emftandigheden zich thans opdoen, het zelve op den aQueelen voet liet, zonder aan eenige vermeerdering daar van te denken. Dat zy Heeren Gedeputeerden ten vollen overréed van de billykheid en het ontegenzegp.elyke van dit hun verlangen , verder bedagt waren geweest over de wyze , op welke zodanige noodzakeiyke verfterking van 't Gusruiiben van den Haag convenabel en met den meesten fpoed zoude kunnen gefcbieden; en dat het hun was voorgekomen, dat men fpeciaal in 't oog houdende eensdeels, dat men zig zal dienen te bepaalen tot Militie, binuen deeze Provincie zynde, en anderdeels, dat het Guarnizoen alhier fpeciaal ook eene vermeerdering van Cavallery behoord te ontvangen , aan- » ftonds als van zelfs gebragt wierd, om zig te fixeeren tot het LegioeD van den Rhyngrave van Salm j al? niet alleen uitleeverende Cavallery zoo wel als Infantery , maar boven dien in het byzonder. een Corps zynde, alleen aan deeze Provintie verbonden, en dus natuürlyk boven anderen, eene fpeciaale aanmerking verdienende, om 'tot befcherming der-rust in de Refidentieplaats van zynen Souverain, en tot maintien van Hoogstdeszelfs wettig gezag, mede te werden gebruikt. En dat zy Heeren Gedeputeerden op deze gronden moesten ptoponeeren, en op het nadrukkelykftê aandringen , dat Hun Edele Groot Mog ten fpoedigften zouden behooren te befluiten , om het Guarnizoen van deze hunne Refidentieplaats met een convenabel aantal Militie te verfterken , en tot dat einde de nodige patenten tot aanmarsch herwaards te depecheeren, zqo voor 8 Compagnien Husfaaren en a Compagnien Scherpfchutters -van het Provinciaal Legioen van den Rhyngrave van Salm, thans Guarnifoen houdende te Heusden, als voor 2 Compagnien Jaagers uit Leerdam , behoorcnde tot het zelfde Legioen j en dat de hiér op te"  f4 feb. ZAAK EN VAK 1737. te nemene Refolutie zoude behooren te worden gearresteerd zonder rerumtie. Waarop gedelibereerd en Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde, door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve iri de ordre nader te examineeren, en dodr de Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Amfterdam, Gouda, «otterdam, Schiedam, Brielle, Hoorn, Enchuyfen , Edam en Medemblik, om daar op té verftaan de intentie van de Heeren, hunne Pnncipaalen, ïs de finale Refolutie uitgeftelet tot nadere deliberatie. De Heer van TFasferiaart Heere van Starrenburg, heeft zig met het voorfz. geproponeerde geconformeert, XXXIV. Approbatie van Hun Edele Groot Mog. omtrent het verrigte vaii Gecommitteerde Raaden, omtrent het gebeurde met opzigt tot het Vaendel van Hun Edele Groot Mog. Lyf'Guardes te Voet, met de By kagen. In date-2,1 Feb. 1787. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerden Raaden, gefchreeven alhier op beden , waar benevens aan Hun Edele Groot Mog. laaten toekomen vier Rtfolutien, by Hun den .19, 20 en rwden genomen op de gekregen kennis, dat op het Vaandel van Hun Edele Groot Mog. Lyfr Guardes te Voet, waar mede de Wagt op den 18 was afgetrokken, boven de Kop van de Leeuw in het Wapen dezer Provintie ftaaBde, flreepen waren gevonden uitmaal'ende de gedaante van een Galg; en op de verzogte Authorifatie door het Hof, om tot ontdekking van dé Dader of Daders van dit allerverregaandst Attentaat, onder zcekere Ifmltstfó , lm-  feb. STAAT EN OORLOG, ifëfi tj Impuniteit te mogen belooven; breeder hier na ge« infereerd. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, de Conduite van de Heeren Gecommitteerde Raaden , ter zake vooifz gehouden, by deze ten vollen te Approbeeren ; en is dien onverminderd , Copie van de voorfz. Misfive en Bylaagen verzogt duor de Heeren Gedeputeerden der fcteeden Schoonhoven, Alkmaar, Monnicken. dam en Purmerende, om daar op te verdaan de Intentie van de Heeren Hunne Principaalen. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Op laatstleden Maandag den 19 dezer» kennis gekregen hebbende, dat op het Vaandel van U Edele Groot Mogende Lyf. Guardes te Voet , waar mede de Wagt op den voorige dag was afgetrokken, boven de Kop van de Leeuw, in het Wapen van deeze Provintie ftaande, Streepen waren gevon» den, uitmakende de gedaante van een Galg» en te gelyk door het Hof, by abfentie van U Edele Groot Mogende Vergadering, Onze anthorifatie verzogt zynde, om tot ontdekking van den Dader of Daders van dit aller» verregaandst attentaat, onder zekere limitatie , impuniteit te mogen beloven; hebben Wy gemeend omtfend het voorfz. verzoek niet te moeten difficultereu , maar Ons het beloven van impuniteit te moeten laten welgevallen. Wy hebben de Eere aan U Edele Groot Mög. hier nevens te laten toekomen de Refolutien daar omtrent genomen, en vleyeo Ons, dat U Edele Groot Mog. dit ons verrigte, uit aanmerking der enormiteit van 'c geplaegde fait, met Hoogstderzeiver goedkeu-  m pkb. za/vxv_:n van ij%fi keuring zullen gelieven te vcreeren; terwyl aan U Edele Groot M >g» voorts uit dezelve Refolutien zal blyken , wat verder in het voorfz. geval heeft plaats gehad, en welke maatregulei? door Ons , als het Guarnifoen van U Edele Groot Mog* Refidentieplaats , Commandeerende, reeds zyn ï en nog worden genomen, om de Daders en InfÜgateurs van 't zelve, mitsgaders alle die geenen welke zig aan plichtverzuim in deeze mogten hebben fchuldig gemaakt, te ontdekken en te doen ftraffen. Waar inede, Edele Groet Mogende Heeren l zullen Wy God Almagtig bidden , U Edele Groot Mog. te houden in Zyn heilige Protectie. Gefchreeven in den Haage dèn ai February 1787. (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog, Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Vriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, i (Was geteekend,) a. j. royeeu , Ex-  »eb. STAAT EN OORLOG. 1787. 17 ExlraSt uit het Register der Rejolutien van de Edele Mogende I? ' Heeten Gecommitteerde Raaden van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den February 1787» De Secretaris Royer heeft aan Hun Edele Mog. gerefereerd , dat de Griffier van den Hove Mr. A. Bodt, zig zo even aan Hem had geSddresfeerd , en , uit naam ^an welgem. Hof, te kennen gegeeven, dat het zelve, door den Procureur Generaal kennis gekreegen hebbende, dat. op het Vaandel van de Lyfgardes van Hun Edele Groot Mog. te Voet, waarmede de wagt op gisteren was afgetrokken , ftreepen waren gevonden , te zaamen gevoegd in de gedaante van een Galg , gemeend had dat die zaak was van zodanige importantie , dat tot de ontdekking der Daaders en Medepügtigen, niet alleen , onder de hand , Prffiaiiën behoorden uitgeloofd te worden , maar dat daar en boven nog zoude dienen beloofd te worden de impuniteit, aan den Daader, of Daaders en Medepligtigen van het voorfz. fait, met die bepaaling nogtans , dar hy Daader of zy_ Daaders alleen van die impu. niteit zoude jouisfeeren , indien hy of zy, tot het pleegen der voorfz. misdaad , door anderen mogten weezen aangezet , en derzelver Inftigateur of Inftlgateurs kwam of kwamen te ontdekken , en bekend te maaken, en dat, dewijl het Hof niet bevoegd was tot het belooven van zodanige impuniteit , en Hun Edele Groot Mog. heeden niet vergaderd waren , het zelve gemeend «r„tliad,,te n,oeten verzoeken, om over deeze XXXVIL deel, B m3.  ,8 «eb. ZAAKEN VAN 1787. ^materie met Hun Edele Mog. in conferentie te trccdcr-- Waarop gedelibereerd zynde is goedge. vonden en verftaan , den Wel Ed. Heer «m der Does, Heer van de Nootdwyken, en den Heer Clotterbooke Hun Edele Mog. medebroederen in Raade, met en benevens den Secretaris Royer , by deeze te verzoeken , om met Commufarisfen van den Hove, over 't eunt voorfz te willen confereeren. En voorts in agting genoomen zynde , dat Hun Edele Mog. tot hier toe van het voorfz. geval niets, vau weegen den Commandant van het Guarnifoen alhier , nog door de Rapporten van het voorvahende op de Wagten, hebben vernoomen, is nog goed gevonden en verftaan, de Heeren Grasmnclel en Changwon te verzoeken, gelyk dezelve verzogt worden by deeze, om, van den Generaal Major van Kretschmar , uit naam van Hun Edele Mog., te verneemen, of er iets gebeurd is op de Wagt, omtrent het voorfz. Vaandel? Zoo jaa, wat ? en waarom 'er van het voorgevallene , niet aanftonds aan Hun Edele Mog. is kennis gegeeven? (Onder ftond,; Accordeert met voorfz. Register. (Was geteekend) a. j. royrr.  feb. STAAT EN OORLOG. 3787. 19 Extradt uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 19 February 1787. De Wel Edele Heer van der Does, Heer van de Noordwyken, en de Heer dotterboa/ie, Hun Edele Mog. Medebroederen in Raade, mitsgaders de Secretaris Roysr t hebben gerapporteert, datzy, ingevolge van Hun Edele Mog. goedvinden van heeden waren in Conferentie getreeden met de Heeren le Leu de Wühem en van den Boetfelaar, Raade in den Hove, en dat dezelve Heeren aan Hun in fublfantie het zelve hadden te kennen gegeeven,als door de Secretaris Royer heeden morgen van den Griffier Bodt was vernomen , en aan Hun Edele Mog. gerefereert, met verzoek, om tot het belooven van de impuniteit, zoo als dezelve am Hun Edele Mog. was voorgefield, de noodige autborifatie te mogen erlangen. Waarop gedelibereerd en welgemelde Heeren voor derzelver genomen moeite bedankt zynde, is goedgevonden en verdaande» zelve by deeze te verzoeken , om aan welgem. Heeren Commisfarisfen van den Hove, in antwoord op derzelver gedaane voordel, uit naam van Hun Edele Mog, toe te voegen, dat Hun Edele Mogende 'zig laten welgevallen, dat door deu Hove impuniteit werde beloofd aan den Dader, of de Daders en Medepligtigen van het fait in qusftie met die bepaling nogtans, dat hy Dader,' of zy Daders, alleen van de gemelde itnpu. niteit zullen jouisfeeren , indien hy of zy tot het pleegen der voorfz. misdaad door anderen mogten wezen aangezet, ea derzeN Ji a ver  ao feb. ZAAK EN VAN 1787. ver -Inftigsteur of Inftigateurs komt of komen te ontdekken en bekend te maken. En hebben de Heeren Grasmnckel en Chaniraion. voorts gerapporteert, dat zy, ingevXe vIS Hun Edele Mog. Refolutie meede 3 heeden, van den Generaal Map,.van Kreuchmar de Mormanen by Hun Edeie M?g. goedgevonden hadden gerequireerd en dat dezelve aan Hun gezegd had , het voorfc geval geheel te hebben geignoreert toigisteren avond te neegen uuren , wanSer'de Vaandrig van der Hoop we kcï met het Vaandel, waar aan het lait was geper netreert, de Wagt was afgetrokken, hem Sfo meert had f dat door den Advocaat Fiscaal U Hoen , omtrent het meergemelde geval was gerequireerd j dat hy hier op aan gem. Vaandrig het Arrest had aangezegd S denaelven heden morgen in de Provoost had doen logeeren , alwaar teins van denzelven de nodige mformauen iionens het gebeurde (tonden genoomen te S , dat de gemelden Generaal Major hun by deeze gelegenheid had overgegeven een Misfive vin gem. Advocaat Hscaal , waarby hem verwittigde van het voorneemen van 't Hof, om door Heeren Coram SrTsfen infpecfte van het Vaandel -in quseftie «doen kernen, welke Misfive zy de eere hadden^er tafel van Hun Edele Mog. ie ^Waaróp gedelibereerd en welgemelde Heeren voor derzelver genoomen moeite bedankt zvnde is goedgevonden en verftaan, dat S h et' neemen der voorfz. Infpectie geen zwarigheid moet worden gemaakt, waar van dezelve Heeren verzout zyn den Generaal Majovaïf Kreuchmar te willen informeerei1 en voorts de Heeren Hun Edele Mog Commisfarisfen tot de Militaire l by deezen te verzoeken, nopens al het geene  feb» STAAT EN OORLOG. 1787. ai tot meergemelde geval concerneert, en de reedenen waarom van het zelve niet aanftonds aan Hun Edele Mog, is rapport gedaan, op het nauwkeurigfte te willen informeeren, en aan' Hun. Edele Mog. van derzelver bevinding Kapport te doen , ten einde in deze verder zodanig gerefolveert te worden, als Hun Edele Mog. zullen bevinden te behooren. En zal ten dien einde Extract deezer aan welgemelde Heeren worden ter hand gefield. Accordeert met het voorfz. Register. (Was ge teekend,) a. j. r0yer. ExtraEt uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den do February 1787. Op het geproponeerde van den Heer de Roo van Wettmaas, Hun Edele Mog. Meede-Sroeder in Raade, is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden en verftaan , de Heeren Hun Edele Mog. Commisfarisfen tot de Militaire Zaaken by deeze te verzoeken, om het Vaandel van Hun Edele Groot Mog, Lyf-Guardes te Voet, waar mede de Wagt gepasfeerde Zondag is afgetrokken, en waarop de ftreepen, in Hun Edele Mog. Refolutie van gisteren vermeld, zyn gevonden, op de bekwaamde en zeekerite wys in een der Vertrekken van Hun Edele Mog. te £ 3 doen  22 feb. ZA AKEN VAN 1787. doen overbrengen , en door dezelve verzegeld zynde, te doen custodieeren. ün zal Extract deezer gegeeven worden aan welgemelde Heeren Commisfarisfen toe naricht. Accordeert met voorfz. Register. (Was geteekend,) a. J. royer. Exlratl uit het Register der Refolutien van de Edele Megende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 31 February 1787, De Wel Edele Heer van der Does, Heer van de Noordwykcn, en de Heeren de Roo van Westmaas en Clotterbooke, Hun Edele Mog Commisfarisfen tot de Militaire zaalten, hebben gerapporteerd, dat zy, ter voldoening aan Hun Edele Mog. Refolutie van gisteren, gemeend hadden, de Generaal van Kretschmar , het Garnifoen alhier thans Commandeerende, te moeten hooren op de Vragen , aan het einde dezer geïnfereerd , en dat daar op door denzelve waaren gegee. ven de Antwoorden, welke daar nevens wareu genoteerd* Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , welgem. Heeren Com» misfarisfen voor derzelver verrichte en geno» men moeite te bedanken , en dar. Extract dezer, benevens Extracten van de Refolutien , op eergisteren, gisteren en heeden , omtrent het geval daar in geconcerneert , door  feb, STAAT EN OORLOG. 17S-. 23 door Hun Edele Mog, genoomen, aan Hun Edele Groot Mog. zal worden gezonden by de Misfive mede aan het einde deezer ge. voege. Antwoorden op de nee- Vraagen , gedaan aan vensftaande Vraagen den Generaal Major gegeeven. van Kretschmar, Op den 20 February 1787. Zegt, Ja. Zegt, Zondagavond, om 9 uuren, door de Vaandrig van der Hoop, die hem kwam zeggen, by den Fiscaal, over het gepleegde, ontboden te zyn geworden. Zegt, op laatstleden Zondag, na het aftrekken vandeWagt. Zegt, van de Hoofdwagt. Zegt, de Vaandrig van der Hoop. Zegt , het Arrest 1. Of het Vaandel , thans aan hem vertoont , het zelve is met het geen waar over hy gisteren van wegens Hun Edele Mog. is onderhouden? 2. Wanneer, en van wien hy allereerst kennlsfe bekoom en heeft van de vilainie , omtrent het zelve Vaandel begaan ? 3. Wanneer het gemelde Vaandel ten zynen huize gebragt is geweest? 4- Waar hetzelve toen van daan kwam ? 5* Welke Vaandrig daar meede te Wagt was geweest? 6. Of hy eergister aaan  S4 feb. ZAAKEN VAN 1787. aan denzelven door een Adjudant te hebben doen aanzeggen. Zegt, de Heer van Hoey , als Capitein, en de Heer Groveftir.f, ais Lieutenant. Zegt, om dat de Vaandrig van der Hoop bekende,het gepleegde gezien te hebben , en daar van aan hem geen rapport had ge. daan. Zegt, zulks gedaan te hebben tot fecuriteit, om hem verder te kunnen examineeren, [en dat het de voorïge avond te laat was , om hem in de Provoost te doen brengen. Zegt, hem gezegd tp hebben,dat het ge. beurde een zeer llegte daad was. Zegt, dat op het gezegde niets van belang heeftgeantwoord, dog dat hy Vaandrig het Vaandel aan hem vertoont had , met vond niet een Arrest had aangezegt aan de Vaandrig van der Hoop? 7- Welke Officieren, beneevens den Vaandrig van der Hoop tusicheri voorleeden Saturdag en Zondag de Hoofdwagt hebben betrokken? 8. Welke aanleiding by gehad heeft, om alleen den Vaandrig van der Hoop Arrest aan te zeggen, en niet aan ieai3nd van de andere Officieren? 9- Welke reeden hy gehad heeft, om het arrest van den Vaandrig van der Hoop op gisteren te veranderen in een Logement van denzelven Vaandrig by den Provoost? 10. Of hy den Vaandrig van der Hoop, over 't geen nopens d3t Vaandel ondernomen was, onderhouden heeft? U. Zoo Ja ,. waar in zulks beftaan heeft, en wat hem daar op door gemelden Vaandrig is geantwoord? be»  kb. STAAT EN OORLOG. 1787. 25 bekentenis van het daar aan gepleegde gezien te hebben. Zegt, dat de iflformatien van den Capitein van Hoey, Lieutenant Groveftins en Vaandrig van der Hoop genoomen; de twee eerfte by het Hof en de laatfte onder den Auditeur berusten. Zege, neen, want dat het daar op gefchrapte veel zwarter was. Zegt, Ja. Zegt, door hem en anderen daar by zynde, om re probeeren waar mede de fchrap.pen gemaakt waren, en of uit gedaan konden worden. Zegt, om dat van de zaak, behalven van de voorfchreve fchrappen , nog niets wist, en de intentie was, om aanftonds na het nemen der vastgeftel- B5 Welke informatien hy verder dien aangaande heeft bekoomen? la. Of het gemelde Vaandel tans aan hem vertoont , nog in den zeiven. ftaat is , als toenhy allereerst ontdekte , wat daaromtrent was ondernoomen geworden? 13. Zoo daaraan zeedert eenige verandering is gekoomen , of zulks gebeurt is ten zynen Huize? 14- Zoo Ja, door wien? en om welke reeden zulks gefchied is? 15- Welke de reeden is geweest, dat hy van de gedaane ontdekking, met betrekking tot het zelve Vaandel , niet terflont aan het Collegie van Hun de  26 feb. ZAAK EN VAN 1787. de infbrmatien aan Hun Eceie Mog, daar van kennis te geeven. Zegt neen, om dat toen nog niets wist als van de voorfz, fchrappen, en dat meende geen Rapporten zonder eenige bepaaling aan Hun Edele Mog. te moeten doen. Verval: als op de twee voorige Articulcn beantwoord zynde. Zegt, niet door de Kry gsraad, welke over de zaakin quffifiie nog niet was geïnformeert, maar door de twee oudfteCapiteins.zyn. de de Heeren van Krelschmar en van det Duyn, met den Auditeur. Zegt, dat uit dc voorfz. informatier gebleeken is, dat alle de drie Officieren ir de gemelde zaak ge concerneert , geant Édele Mog., of wel lan den eerden Heer van het zelve kennisfe heeft gegeeven? 16. Of hy niet begrypt en overtuigt is , dat hy zulks had behooren te doen? 17. Waarom hy zelfs op gisteren daar van aan bun Edele Mog. niet eerder kennisfe gegeeven heeft , dan na dat hy reeds gerequireert was, en daar over wierd onderhouden? 18. Of de Vaandrig van der Hoop, door den Krygsraadvan hetGuarnizoen in de Provoost , over de voorn, gebeurtenis gehoort en ondervraagt is? Zo Ja , wat hem dien aangaande kennelyk is geworden? woord  FEB. STAAT EN OORLOG. 1757. 27 woord hebben , van den Daader niets te weeten. {Onder ftond,) Accordeert met het voorfz. Register. (Was geteekent,) A. J. ROVER. XXXV. ExtraSt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in Hun Edele Gr. Mog. Vetgaderinge genoomen, inhoudende eene propofitie van Gorinchem, tot hetftel van al het be~ dreven te Hemden, voor, op en federt 6 jPanuary ,tet een judicieel , «nderzoek naar de Jburces, en om yt Guarnifoen aldaar niet te verminderen. In dato 21 Feb. 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben ter Vergadering gedaan, en vervolgens in gefchrifte overgegeeven, de navolgende Piopofitie: EDELE GROOT MOGENDE HEEREN i i De Heeren Gedeputeerdens der Stad Gorinchem bevinden zich door de Heeren hunne Principalen gekst, in deze Hoge Vergadering voor te dragen. Dat hunne Principalen van het ogenblik af aan , toen het Alvernielend Tweedragtsvuur binnen deze Kepublicq ontvlamde, en de gefchillen, tusfchen de VVetgeveüde, en Uit.  28 fsb. Z A AKEN VAN 1787. Uitvoerende Magt zig vertoonden , altoos met die Cordaatheid , welke aan Vaderlandslievende Regenten , ook in de haggelykfte . ogenblikken , behoord eigen te blyven , hebben deen manifesteeren hun gezêleert Principe en onwrikbaar Syftema , om namelyk alle onderneemingen en ufurpatien , waar door het Hoog Gezag van den Souverain ge« vilipendeert, en de waare Republicainfche Conftitutie gerenverfeert zoude kunnen worden, kragtdadig tegen te gaan, en, voor zo veel nodfg, op een beftendigen voet te helpen herfl'eüen. - Dat hunne Principalen, ter bereiking van dit zo heilzaam oogmerk', nooit gehaïfiteert hebben , maar integendeel volyverig, volgens eed en plicht, fteedsheb» ben geconcurreert gehad, tot het neemen van zeer ernftige en allezints Patriottifche maatregulen en befluiten. - Dat hunne Principa. len , al nog met dien zelfde geest bezield, en aan Hun vorig Principe en Syftema ten fterkiten geartachcert bly vende, dan ook nooit zullen ophouden, zo lang Zy eene plaats in deze Luisterryke Vergadering bezitten mogen , het Gezag van den Souverain, zo wel als 's Lands Wettig Gecontinueerde Regeeringsvorm , benevens de Stedelyke en Burgerlyke Rechten , op de allerkragtdadigile wyze te helpen voorftaan, bevorderen, en vastltellen. - Dat men daar toe van dezer Stads wegen, niet alleen als een integrerend Lid van Staat, maar ook in zyn huishoudelyk departement , nog nimmer een ogenblik verzuimt heeft, in het helpen beramen en doen ten uitvoer brengen van zodanige ernltige middelen, als, naar tyds gelegenheid, de gepaste en efficacieulte vvierden bevonden, ter handhaving van het Hoge Souverain Gezag, en ter beteugeling van alle moedwil, en oproerige bewegingen, daar tegen ondernomen. - Dat ook deze middelen niet geheel vruch-  feb. STAAT EN OORLOG, 1787. so vruchteloos in hunne uitwerking zyn bevonden j maar dat de applicature derzelve, met zo veel fucces omtrent den eene aargelegt, voor al niet behoort verzuimt te worden, in opzigt van andere , wier overtredingen groo. ter, en wier ondernemingen des te gevaarlyker zyn, naar maa'e daar in, met een opzetrelyk voornemen, en een blykbaar gepraïmediteert oogmerk , is geimpiëteert geworden op den .Souverain en op eene gevestigde Conftitutie van Regeering. Dat hunne Principalen hier mede nader ter zake zullende toetreden, zich mitsdien vtrphgt hebben gevonden , aan de Leeden van deze Hoge Vergadering onder het oog te doen brengen de zorgelyke vooruitzichten, welke zich van alle kanten vertonen, en die het, hodie mihi crastibi, mogelyk niet geheel ongepast doen zyn, in het geval, dat men de 20 verregaande excesfen en feitelykheeden, door de zich noemende Magiltraats-Leedcn van Heusden, op den 6 January laatstleden, met het veranderen der Regering, begonnen, en zedert den 25 daaraan volgende, tot den hoogden trap van geweld, voortgezet, onverfchillig, of ten tnmfte met eene verminderde gevoeligheid, zoude willen aanzien, en niet doen ilraft'en , volgens de* Wetten en Placateu van den Lande. ■ Dat hunne Principalen , de attentie van Hun Edele Groot Mog. niet zullen ophouden met een uitgebreide expófé van alle die gebeurtenisfen, en ondernemingen , waartoe zich anders een ruim veld zoude opdoen , maar dat men zig flegrs ter herinnering bepalen zal, tot dat géene, 't- welk den Sou» - verain zelf direct heeft getouchert en grove, lyk beledigt; — dat immers de verandering der Regeering te Heusden, gevoegd by eene willekeurige introductie van een geheel nieuwe wyze der Magillraats-hertelling , quafi door  30 feb. ZAAK EN VAN 1787. door of op naam der Burgery, ongeacht en in weerwil van Hun Edele Groot Mogende hangende deliberatien/, ondernomen , een daad involveert, ten hoogden Isefief voor het Souverain gezag , en niet minder gefchikt, om alle goede ordre geheel te renverfeeren, gelyk Zy Gedeputeerden by derzelver propofitie , op den 25 January laats'Ieeden in deeze Vergadering gedaan, het gevoelen van hunne Principalen hier omtrent reeds hebben opengelegd, en met allen nadruk aangedrongen, niet geheel zonder effect, maar met dit gevolg, dat, op een ingekomen Misfive van tien Dro*faard, en andere Stukken, ten zeiven dage aan de zich noemende Magifiraat van Heusden, door Hun Edele Groot" Mog. op het ernfiigfte is aangefchreeven. om niets beirekkelyk tot de Zaaken van Poiicie of jfujïitie , en byzonder met relatie tot den Drosfaard, te imoveeren, of aan de deliberatien van Hun Ed. Groot Mog eenige ptcsjudicie toe te brengen. — Maar, hdele Groot Mog Heeren, heeft de zich noomemle Magiftraat van Heusden aan deeze aanJ'chryving, aan dit uitdrukkelyk bevel van de Souverain voldaan? Heefc men zeder; den 25 January, niets geïnrioveert, beirekkelyk de zaaken van Poiicie en Jufiitie» eu ^yzorder ook met relatie tot den Dros/aard? Her tegendeel ;s gebeurt, is bekend, en behoeft geen bewys. Men heeft den Drosfaard, op eene arbitraire wyze, gedeposfedeert gehad van e?ne Bediening, hem door U Ecjeie Groot Mog, opgedragen , en een ander , quafi ad interim , in deszelfs plaats gelleld. Men heeft veele andere Amptenaren, op eene, zo willekeurige, als geweldige manier, van hunne Bedieningen ontzet. Men heeft vernieuwce Regeerings-Reglementen, geheel-vernietigende oe vorige Conliitutien, doen opftelien , ingevoerd en doen beëedigen. Eli was het by dit alles nog gebleeven, bdele Groot  feb» staat en OORLOG. 1787. sï Groot Mog. Heeren, de demarches zouden roogelyk, door een betoond berouw, en opgevolgde herftejling , eenige verfchooning kunnen vinden in de clementie van den Souverain ; maar neen , men heeft Rappen gedaan , welke alle apprehenfie van mogelyk. heid genoegzaam te boven gaan; men heeft den vreedzamen Burger en Ingezeeten, door eene geweldige Publicatie, op bedreiging van Lyfftraffe, celet, zich aan eenige andere Collegien, wie dezelve ook zouden mogen zyn, buiten de zogenaamde Magidraat en BurgerGeconftkueerdens, met Adtesfen of Smeekfchriften te vervoegen. Men heeft dus afgelheeden het recurfus adprincipem zeifs, de laaide toevlugt en de grootfte Waarborg, voor Onderdanen van alle Koningryken en Staaten, zo wel als voor Ingezetenen eener vrye Repubücq. Men heeft behalven dit alles kunnen goedvinden (riet is, Edele Groot Mog. Heeren , naauwelyks geloofbaar, maar egter waaragtig) quafi op Requifitie van de Burgers en Ingezeetenen te abrogeeren, en te vernietigen alk inftellingenniet alleen die, welke te voren ten tyde der Graven onder den naam van Privilegiën, maar ook onder de Staaten Regeering onder den naam van OElroyen gediend hebben. Wat wil men meer? Men heeft U Edele Groot Mog. om regt uit te fpreeken, als Souverain van deeze Provincie afgezwooren, en zich zeiven , binnen den naauwen omtrek van het kleine Heusden, verheeven tot een Souveraine Mogendheid , tot de Vrienden en Nabuuren van ü Edele Groot Mogende Men vergelyke hier mede, Ed. Groot Mog. Heeren, de grootheid der misdaden , waar door een aanmerkelyk aantal van particuliere ingezetenen deezer Provintie voor hun zeiven, en voor hun beklagenswaardig huisgezin te recht ondervinden moeten , nog werkelyk in befioten gevankenis de  3a fkb. ZAAKEN VAN 1787, de gevolgen hunner ongehoorzaamheid aan U Edele Grooc Mog. bevelen, en het rechtvaerdig uitvverkfel van eene ftrafoeffenende Juftitie. En wie zal anders zeggen kunnen, of de misdaden van die ingezetenen, vooral wanneer men de omftaudigheden van dien tyd in aanmerking neemt, waren ligt, in tegenoverdeiling van de geweldige bedryven door de Heusdenaren ondernomen en dade* lyk uitgevoerd. Zal dan de Juftitie in dezen werkeloos moeten blyven ? Zullen de ftokebranden , de uitvinders, de belhamels en eerde aanvoerders van dat Heusdansch Oproer, en geweldige ondernemingen tegen den Souverain, ongellraft de grootlle misdaden gepleegt hebben? Zal dat over een te brengen zyn met die gelykheid van alk in alles . welke het beste effect en het waare kenmerk opleverd van een Vry Gemeenebest? Of zuilen alle deeze misdaden uitgewischt en voor geaboleerd gehouden worden , na dat de zich noemende Magiftraat van Heusden , nog even , zoo het fchynt 5 gebruik makende van de gelegenheid , welke men heeft , door het Commisforiaal en daar uit geproflueerde rapport, op den 15 deezer ter Vergadering uitgebracht, by Misfive aan den dcor hen beledigden Souverain toezend eene pra^enfe Refolutie, in derf haare genomen , waar by zy, wel verre van te erkennen kunne gepleegde exces/en en misdaden» en daar omttent van den Souverain te vragen Abolitie en Pardon, integendeel, met de daad.,te kernen geeven, dat alles, ter goeder trouwe is gedaan , en dat zy dit vernietigen en buiten tffe£t fielten , niet uit eigen apprehenfie van het kwaad, maar, om dat ze geïnformeerd zyn, dat hunne handelingen by zommige Staatsieeden worden geoordeelt onwettig en tegen Hun Edele Groot Mog. beves* len aankopende te weezen Zal een diergelyk niets beduidend, en op zich  nu». STAAT EN OORLOG. 3787. 33 zich zelf befchouwd, nog al meer beledigend Declaratoir, hen lieden kunnen bevryden van een Judicieel onderzoek ? Zal het zenden daar toe van eene Commisfie uit den Hove derwaards , nu een daad van geivela moeten heeten die een wraaklust in den Souverain zou te kennen geeven, ei waar van men mitsdien moess abhor. teeten? Zal dit Judicieel onderzoek, vooral in de tegenswoordige tyd, daar ds fnaaren alomme tot Oproer ge/pannen worden,zeer kaggelyk zyn? — Het tegeudeel fchynd waaragtig , eh is ook by ü Edele Groot Mog. in andere gevallen , zelfs van minder géwicht, ook anders begrepen, terwyl de ondervinding geleerd heeft, dat de oproeren het fpoedigfte geweerd worden, wanneer dezelve , door opfpeuring der fources , en het (traden der fchuldigen, in haare eerde beginfelen kragtdadig worden tegengegaan. — Dat de Heeren Hunne Principaalen op alle de hier voorgelegde , en nog meer andere bykomende gronden, van gedagten zyn , dat de Staat der ernltige deliberatien van Hun Edele Groot Mog. omtrent het herdeden der gepleegde excesfen en het (traden der misdryven, door de zich noemende Magiftraat van Heusden begaan, in het minfte niet is verandert , of buiten zyn geheel gebragt, zeden de Misfive op den 17 deezer van daar ingekomen, en Commisforiaal gemaakt, maar dat wel degelyk , zonder eenig verwyl of oponthoud, die deliberatien moeten werden voortgezet , en ter Conclufie gebragt, ten dien eifecte, dat alles, het welk, ongeacht de hangende deliberatien van Hun Edele Groot Mog. en in vihpendie van Hoogstderzelver direér geftelde ordres, is bedreeven, niet alleen zedert den 25, maar ook voor, op, en zedert den < Jan. laatstleedsn, weder werde herfteld, en in zyne vorigen ftaat gebragt; dat 'er vervolvwfm een "Side judicieel onderzoek gefchiede XXXVII. deel. c 6 nas*  • 34 stee» ZAAKEN VAN 1787» „aar de fources van dien, en de Misdadigers geftraft worden ; en dat 'er inmmdels zorg werde gedragen,' om de Stad van Heusden althans van geen minder Guarmloen verl erkt fe l!?en. &t de Heeren Hunne Pnncipaalen, Cwel expresfelyk desavouerende en improberende , al het gunt, 't welk , door derzeiver Gedeputeerden, contrarie aan hun hier voor uitgedrukte meening en fcntimei.t, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogende mogt zyn verligt , losgelaten, of eenigzints SegeftemtO ^ Gedeputeerden verder gev last hadden', te doen proponeeren. \ Dat , hoe eer zo beter , met allen •moseiyken fpoed, eene Commisfie uit den Hove Provinciaal, door het Hof zelf uit de Haare te benoemen, werde gezonden naar rieusden, eensdeels ten tinde dadelyk te doen bentellen, alles, wat 'er voor, op en zedert den 6 January laatstleeden aldaar, zoo met betrekking tot de Poiicie , als tot de Tuftitie, en het geen verder eenige relatie hebben mogt tot de beftelhng der Regeering is we'kftellig gemaakt, ongeacht en 11» Viüpendte v.n Hunne Ed. Groot Mogende nacgende deliberatien op dat fujet, en van Hoogscderzelver dire& gedane aanfehryvingen; en anderdeels , om te inquirceren zo wel op de fources , welke eenige aanleiding toe al het geen vo .rfchreveu ftaat, gegeven mog e 1 he- ben, als op de uitvoerers en werktuigen van dien , dezelve, naar bevind van zaken, dadelyk te doen apprenendeeren, en vervolgt is te proccdeeren, als bevonden zal worden , tot maintien van het Hoog yezag van den Souverain , tot befchermi iü van de ru^t , en ter beveiliging aei goede ingezetenen, naar  feb, STAAT EN OORLOG. 1787. $5 de Wetten van den Lande, in goede Juftitie re behoren; dat wyders ook, (cm daar van ais de nood het vorderen mogt gebruik te kunnen maken) vooral de vereischte ordre worde gefield, dat het actueel in Heusden leggende Guarnifoen van daar niet uitgetrokken, of eeniglints vermindert worde, voor dat in het zelve een geiyk , immers geen minder Guarnifoen riadelyk zal zyn binnen gerukt, en dat ook het aldaar zich bevindende Guarnifoen zal moeten daan ter dispofitie, en aan de ordres van de Heeren uit den Hove Provin» ciaal, derwaards te Committeeren, op gelyken voet als zulks te Rotterdam, in opzicht van Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerdens, heeft plaats gehad. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verdaan, dat het voorfz. geproponeerde zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun hdele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis ; en is, dien onverminderd, Copie van hec zelve verzegt door de Heeren Gedeputeerden der Steeden Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, om daarop te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. De Heeren van de Ridderfchap èn Edelen hebben zig met het voorfz. geproponeerde ten vollen geconformeert; en alsnog ten fterkften geinfteert op eene kragtdadlge voorziening rot maintien der Hoogheid van Hun Edele Groot Mog., met verdereinftantie, dat het Befogne op gem, Propofitie ten fpoedigftep mogte worden gehouden. Ca De  36 web» ZAAKEN VAN 1787. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Brielle, Hoorn, Enckhuizen, Edam en Medenblik, hebben zig met het voorfz. Advis van de Heeren van de Ridderfchap geconformeerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben geinhasreert de Propofitie , door hun op expresfe last van de Heeren hunne Principaalen gedaan , en geinfteerd, dat, conform dezelve, door Hun Edele Groot Mog. ten fpoedigften worde gerefolveert. XXXVI. Publicatie van het Hof van Bolland t raakende het fchenden van het Vaandel der Lyf-Guarde van Hun Edele Groot Mogende. In dato 23 February 1787. Alzoo het Hof van Holland in ervaringe is gekomen , dat op het Vaandel van het Regiment JLyf-Guardes te Voet van Hun Edele Groot Mog. de Hoeren Staten van Holland en Westvriesland, waaronder voorleden Zondag den 18 February laatstleden, de Wagt is afgetrokken, getekend zyn eenige zwarte Schrappen of Trekken, verbeeldende een Galg, waarvan één Streep loopt tot aan de Kop van den Leeuw op hetzelve Vaandel ftaande; en er der Juftitie ten hoogften aan geleegen ligt, dat de Dader of Daders van dit enorm fait worden ontdekt, en anderen ten exempel geftraft; en die ontdekking egter tot hiertoe, niettegenftaande alle aangewende devoiren, niet heeft kunnen gefchie- den; Zoo is het, dat 't voorfz. Hof een Praa- mie belooft van Duizend Zilvere Ducatons aan den geenen, die den Dader of Daders van hetzelve fait, of derzelver medepligtigen ontdekt, zoo dat dezelve in handen.van de Juftitie geraken, en van het fait wor-  feb. STAAT EJS OORLOG. 1787. 37 worden overtuigd; zullende des Aanbrengers naam , des begeerende, worden gefecreteerd. Ën in gevalle die geene, die de ontdekking zal doen, moge zyn een Dader of Medepligtige van of aan'het voorfz. fait, zoo belooft het Hof, (als daartoe fpeciaal geauthorifeerd) boven de voorfz. Praemie, aan denzelven impuniteit of ftraffeloosheid; met die bepaling nogtans , dat de Dader of Daders van die impuniteit of ltrafféloosheid alleen zullen jouïsfeeren, indien hy of zy tot het plegen van de voorfz. misdaad door een of meer anderen mogten zyn aangezet, en de geenen , die hem of hen daartoe heeft of hebben aangezet, op eene overtuigende wyze komen te ontdekken. Ën op dat niemand hiervan ignorantie pretendeere, last en beveelt het voorfz. Hof, dat deze gepubliceerd en geaffigeerd zal worden , daar zulks gewoon en te gefchieden gebruikelyk js. Gedaan in den Raade den 23 February 1787. (Onder ftond,) My Prsfent, (Was geteekent,} ADRIAAN BOET» XXXVII. Propofitie van de Ridderfehap van Holland, om het geheele Corps van den Rhyngraaf van Salm met den 14 Maart aanflaande te licentieeren. In dato 27 leb. ij§7« De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben ter Vergadering voorgedragen: Dat zy, inhasreerende derzelver bepaald en gelimiteerd Confent iu de aanhouding van het geheele Corps van den Rhyn-Graaf van Salm, op den 8 September van het C 3 ge-  38 feb. ZAAKEN VAN 1787- gepasfeerde Jaar, bepaaldelyk voor den tyd van drie Maanden gedragen, en welk Confent nu reeds op den 8 December des voorieeden Jaars is geëxpireert en vervallen; en voorts in ferieufe overvveeging neemende, dat de aanhouding van het zelve Corps de grootfte fteen des aanftoots der disdentien en oneenigheeden tusfchen de Leden van Hooggemelde Vergadering is geworden, en waar aan zy Heeren van de Ridderfehap niet dan met de uiterfte aandoening kunnen gedenken, zig in gemoede verplicht vonden, aan Hun Edele Groot Mogende te moeten proponeeren , en ten fterkften te infteeren dat het zelve geheek Ccrps ten fpoedsgften, en wel met den 14 Maait aanftaande, werde gelicentieerd op den voet, als hetzelve reeds by Hun Hoog Mog. is gelicentieerd geworden, met verdere inftantie, dat deze zaak, een point van bezwaar zynde, waaromtrent geen overftemming plaats heeft, voor alles werde afgedaan. _ Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde, door de Heeren Gedeputeerden der Steden Leyden, (zynde de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht en Haarlem als nog abferit,) Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende , om daar op te verdaan de Intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finale Refoiutie uitgelteh tot nadere deliberatie. De Heer van Wasfenaar, Heere van Star» reuburg heeft gedeclareerd niet te hebben Gecoijcurreert tot den gedaanen voorflag van de Heeren van de Ridderfehap, maar inteegendeel , uit hoofde van de Refolutie van den 4 Augustus des gepasfeerden Jaars, welke zonder teegenkanting van een eenig Lid is genomen, en waar in wel duidelyk is uitgedrukt de intentie van Hun Edele Grooc Mog om dat gedeelte van het Legioen van den RhynGraaf van Salm, het welk op de Repatütie dezer Provintie ftond, in haren par»  feb, STAAT EN OORLOG. 1787. 39 particulieren dienst te Continueeren tot tyd en wyle, dat het Generaliteits Perlbneel Be. fogne geoordeelt zoude hebben wegens de nuttigheid van het al of niet aanhouden van Ligte Troupes , van advis te zyn , dat het voornoemde gedeelte van 't gemelde Corps geene verandering voor dien tyd kan ondergaan , maar in dienst dezer Provintie behoord te, bly ven, als niet kunnende zien, op wat grond men het aanhouden van het zeive kan aanmerken, als de voornaamfte oorzaak van de thans heerfchende oneenigheeden. XXXVIII. Misfive van de Officieren en verdere Leden van het Exercitie-Genoot' fchap te Heusden, aan de Vergadering van Gewapende Magten te Delft gezonden., In dato 25 Feb. I7Ö7. wel edel gestrenge manhafte en wel edele hekkenl Hoe zeer wy ten allen tyden onze bereidwilligheid betoond hebben, om op alle > Bondgenootfchappelyke en Provintiale Vergaderingen welke ter bevordering der gewigtige belangen van ons dierbaar Vaderland gedurende verfcheide jaren belegt zyn, Gecommitteerden uit ons midden te zenden, met last, om ook onze getrouwe medewerking tot eene Grondwettige herftelling van Neêriands Conftitutioneele Burgerlyke Vryheid aantetyeden, vinden wy ons egter thans in de onaangename omftandigheid , van te moeten verklaren, dat zoo wel het geweldadig befluit der Heeren Staten dezer Provintie, waarmede deze Stad en Burgery alle ogenblikken gedreigd word, als de deswegen* betoonde onverschilligheid onzer Mede-Vaderlsndets, welke ons in derzelver diep ftilzwygen om. C 4 trent  40 feb. ZAAKEN VAN 1787. trent onze ongelukkige toeftand tot hiertoe gebleken is, ons heeft doen befluiten , om heden geen Leden van ons Genootfchap ter uwer Vergadering aftevaardigen; terwyl wy, van aile byftand onzer Eroederen verfloken , ons vertrouwen alleen op den God onzer Vaderen, aan welke wy onze regtvaardige zaak eerbiedig opdragen, vestigen, en onverfchrokken afwagten zullen , welk Lot het geweid en de heerschzugt - müfchien in dit zelfde ogenblik - over deze Stad en Burgery zullen uitfpreken, opdat wy alzoo vereenigd blyvende, alle tezamen te gelyk de rampen der Overmagt ondervinden, en getuigen zyn zouden vandeflag, waardoor onze Kegten en Voorregten ftaan verbryzelt te worden. Immers , Wel Edel Geftr. Manh. en Wel Edele Heeren! fchoun Hun Edele Groot Mog, de Heeren Staten dezer Provintie, by Hoogstderzelver Contra aantekening tegen de aantekening der Ridderfehap, nopens de fufpenfle van den Kapitein Generaal dezer Provintie, op zulke onvvrik. bare gronden , de pogingen der Burgeren tot herfte! hunner Regten en Privilegiën ten hoogden bil■iyken - fchoon Hun Edele Groot Mog. daarby het gebruik der Militaire magt tegen Burgers zoo on. geoorlooft vinden, dat Hoogstdezelve onder anderen, uit hoofden der daartegen overgeftelde fentimenten van Zyn Dcorl. Hoogheid Willem den V~yf. den, hebben nodig geoordeeld, dien Prins in opge. melde zyne qualiteit, als Kapitein Generaal dezer Provintie te luspendeeren fchoon Hun Edele Groot Mog. overeenkornltig den wensen, van het weldenkend gedeelte der geheele Natie , de brave Burgery der Stad Utrecht, in het herftel harer Burgerlyke Vryheid, zoo edelmoedig onderfteund, en selfs ter verdediging tegen Militair geweld met geicnut uit 'sLands Magazyueu voorzien, en de adiiftentie der Hoilandfche Militaire Troepen, by eene Staatsrefolutie beloofd heeft fchoon Hun Ed. Groot Mog. , door Hoogstderzelver grootmoedig aanbod van mediaiie, onze verdrukte Bondgenoten, goo te Utrecht en te VVyck by Duurftede, als te Hat.  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 41 Harem en Elburg , tegen alle geweld hebben gepoogd te beveiligen — fchoon Hun Edele Groot Mog. dus door die alles de Burgers dezer Provintie tot herftel hunner Regten en Privilegiën , als het ware aangemoedigd , en ook zoo vesle voorname Leden en Steden der Hoge Vergadering dezer Provintie zig voor de belangens van deze Stad en Burgery ten_fterkften beyverd hebben — fchoon wy,. na drie jaren in der daad regeeringsloos geweest te zyn , op den zesden January laatstleden binnen deze Stad , door de toen alzo fnngeerende Schepenen, op herhaald verzoek van de geheele Bursery, juist in allen opzigten overeenkomfhg de Privilegiën, waarvan deze Stad, ten tyde derGraaflyke overheerIching zelfs jouïsfeerde, en op die wyze, zoo als dezelve Privilegiën , in eene refolutie van den 33 Maart 1670, by gelegentheid. van een gefchil, deswegens tusfehen den toenrualigen Drosfard en de RegenterP van die tyd fubfifteerende , door Hun Ed. Groot Mog. zelve geëxpliceerd zyn, de Regeering alhier hebben zien veranderen , en zells daar na eerst, door de Burgery dezer Stad met de alzoo wettig verkozene Regeerings-Leden een nieuw Stede, lyk RegeeringS'Reglement geïntroduceert is - En fchoon dus binnen deze Stad in geenen deelen op het gezag der Heeren Staaten dezer Provintie geëmpiëteerd, maar integendeel, Pegts eenige Stedelyke bezwaren op eene wettige wyze alhier herfleld zyn — zoo blykt het egter uit de ter Staren Vergadering laatst gedane Propofitie der Stad Gorinchem, nopens het gebeurde binnen deze Stad, dat dezelve, door Militaire magt gefierkt, geen minder g.vveld omtrent deze Stad en Burgery tragt uit te oeffenen , dan het welk zy zelve, in de bcfluiten der Heeren Staten van Gelderland nopens de Steden Hattem en Elburg, met zoo veele andere Leden der Hoge Vergadering dezer Provintie, heeft afgekeurd; terwyl de grote overmagt der Militairen , welke binnen deze Stad in bezetting leggen, en aan welken, tegen den inhoud van het plegtig verdrag tusfehen deze Stad en de Staten dezeHProvintie fubfifteerende. c 5 en  4a feb. ZAAKEN VAN 1787. en op het welk deeze Stad, als een integreerend Lid der Hoge Vergadering van dit Uewest met dezelve heeren Staten is vereenigd gebleven zedert zoo veele jaren de Directie en het Gommandement der geheele Stad is toevertrouwd, ons buiten alle hoop en mogelykheid fielt, om het voorgenome geweld op eenigerleie wyze te kunnen ophouden of at keeren. Aldus, Wel Edel Geftr. Manh. en Wel Ed Heeren 1 aldus is de toeftand van deze ongelukkige Stad en weerloze Burgery , welke zig over niets meer beklaagt, dan over het onmededogend gedrag in dezen van hare Mede-Vaderlanders, welke te ras den inhoud der plegtige Acte van Verbintenis , door zoo vele Nederlanders ondertekend , fchynen vergeten te hebben, terwyl die zelfde Burgery, met de opregtlte gevoelen^ van erkentenis en dankbaarheid , immer zal blyven gedenken aan het aanbod van gewapende adfifientie, het welk haar door eenige Steden en Dorpen zoo vriendelyk gedaan is , niaar waarvan zy, uit hoofde der Militaire orders binnen deze Stad, dat namentlyk in dezelve geen gewapende Manfchappen mogen worden toegelaten, geen gebruik maken kan. — Intusfchen wenfehen wy den besten voorfpoed op al'e de befluiten, welke tot heil van het dierbaar Vaderland in uwe Vergadering zullen genomen worden; onder plegtige betuiging, dat wy gaarn ons met uwe verzoeken aan Hun Edele Groot Mog. ter hulpe van onze Rotterdamfche Broederen, vereenigen zouden, indien wy niet vreesden, dat onze poging daartoe,, met die zelfde verontwaardiging zoude behandelt worden, als ons onlangs gedaan aanbod aan Hun Ed. Groot Mog , waarin wy genoegzaam dezelfde offerte van eewapende adfiftentie reeds gedaan hebben, als waartoe wy van het Vaderlandlievend Ge. nootfehap van Wapenhandel te Delft, op den 23 jongstleden, mede een Concept Request ontvangen hebben; terwyl het ons aangenaam zal zyn te ontwaren , dat uwe Vaderlandlievende ondernemingen immer met een gunftiger oog, dan die der Heus-  feb» STAAT EN OORLOG. 1787. 43 denaren worden aangezien, mogen befchouwt worden, in welke hope wy U aan de befcherming van den God van Nederland aanbeveelen , en de esr hebben, ons te noemen Wel Edel Gefirenge Manhafte en Wel Edele Heeren 1 U Wel Edel Geftrenge Manhafte en Wel Edelens Dienstwillige Dienaren en M e de-Nederlan ders. De Officieren en verdere Leden van her. Vaderlandlievend ExercitieGenootfchap te Heusden. Ter Ordonnantie van dezelven (Was geteekent,) j. c. schutz, Secretaris. Gefchreven in onze Vergadering binnen Heusden. op heden den 25 February J787. XXXIX. ExtraEt uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee. In dato 26 February 1787. Gedelibereerd zynde op de communicatie , door den Heer Raadpenfionaris gedaan, nopens de eerlte Provinciale Vergadering van de Leden van 't Nationale Fonds ter bevordering van de gewigtigfte belangen des Nederlandfchen Volks, als meede op de Misfive van den Heer B. Matthias Pous, als Lid van 't zelve, daarover aan den Heer Raadpenfionaris gefchreven, en door denzelven ter Vergadering voorgebragt, is goedgevonden en verftaan: Hee-  44 feb. ZAAKEN VAN 1787. Heeren Gedeputeerden te gelasten, hier omtrent te declareeren : dat Hun Edele Agtb. niet dan met de uiterlte furprife hebben gezien, dat de Heer Raadpenfionaris deze zyne Communicatie alleen heefc gedaan, uit de Nieuwspapieren, en egter een diep ltilzwygen heeft gehouden van andere niet minder gewigtige zaken in dezelve Nieuwspapieren vermeld. Hun Ed. Agtb. bedoelen hiermede de Acle van Verbintenis, tusfehen eenige Regenten en Mi» nisters dezer Provintie, (en dat met uitfluiting van andere,} aangegaan, als mede de werkloze onverschilligheid , waarmede de Regeering der Stad Goes het plunderen van zoo veele Burgerhuizen heeft aangezien, zonder nog door de Juftitie, nog door de Militie, te hebben medegewerkt, om dat Oproer te fluiten , en de fchuldigen te flralfen; niettegenftaande de fpeciale Refolutie by ü Edele Mog. daaromtrent genomen. Al welk Couranten-Nieuws voor de digniteit van U Edele Mog. veel meer beledigend is , en vry meerder ernftig in Befoignes behoerde onderzogt te worden, dan het Nationaale Fonds, 'c welk uit veel edeler Principes ont. ftaat, en niet anders dan de grootfte blyken van Menschlievenheid en edelmoedige byftand van ongelukkigen aantoont , en gegrond is in dat loffelyk Caracter van onze Natie, die om haare mededogenheid en hulpe jegens ongelukkigen zoo beroemd is; waarom allen, die in dit Fonds hebben ingetekend, wel verre van de indignatie van U Edele Mog., integendeel niet anders dan Hoogstderzelver goedkeuring meriteeren; waarom Hun Edele Agtbaare van oordeel zyn, dat de Heer Raadpenfionaris behoort te worden gelast, aan gemelden Heer B, Matthias Pous in antwoord op deszelfs voorgemelde Misfive te declareeren , dat U Edele Mog. denzelven, en alle verdere Leden van dit Fonds volkomen vry verklaren van de tiatelyke Illatiën, door Hem Heer Raadpenfionaris in zyn gezegde Communicatie aangevoerd; dat U Edele Mog., wel verre van zulks als een Attentaat tegen de Hoogheid en Souveraintteit van U Edele Mog. Vergadering te befchou- wen.  feb. STAAT EN OORLOG. 1787. 45 wen, integendeel de edelmoedige Vaderlandsliefde, door die Leden daarin betoond, allezints moeten louëeren, dezelve adhorteeren, om daarin ter bevordering van het welzyh van ons dierbaar Vaderland met allen yver te volharden , opdat alle de Soupcons niet alleen ten opzigte van gemelde Heer Pcus, maar ook van allen de overige Leden van dat Fouds, uit de Registers van Hun Edele Mog. mogen worden weggenomen, en eerstgemelde Heer daardoor werden in (laat gefield, om in de waarneeming van de hem opgedrage Commisfie ter revifie van de Quotes te continueren, waartoe Hun Edele Agtb. denzelven by deze op 't allerkragtigffe, dog tevens op het minzaamlte folliciteeren , en adhorteeren; verklarende Hun Edele Agtb , dat alle de voorgemelde illatiën hun in het minfte niet hebben doen wankelen in dat goed vertrouwen op zyn Perzoon , waarmede zy die Commisfie aan zyn Edele hebben helpen confereeren. Verzoekende hier van Infertie enz. in den text der Notulen van Staat. Accordeert met voorfz. Notulen, (Was geteekent,.) - j. van den hoüti. XLt Addres aan de Gezworen Gemeente der Stad Deventer, In dato .,. Febr. 1787. wel edele achtbaars heeren! M'.t gevoelig leedwezen hebben de Ondergeteekt de Burgers en Inwoners dezer Stad gezien, fl« ! ?or eene ongelukkige verdeeldheid, uit misverl an g boren , en door de Landverdervende Oianjeparty aangeftookt, de zo lang gewenschte ver-  46 feb. ZAAKEN VAN 1787. verbetering in de Regeeringswyze dezerStad zo zeer is vertraagd geworden, dat, daar onze Burgery ia den aanvang van dit gewigtige tydperk, en dus zedert her begin van den verderfelyken Engelfchen Oorlog , aan haare Nabuuren den weg fcheen te zullen wyzen, deze zelfde Burgery noch werkelyk biyft zugten onder den last van het oude drukkende Regeericgs-Reglement, terwyl inmiddels het nabygeiegen Zwol dat juk reeds afgefchud, en daar door den grond gelegd tot het geruste genot van die Rechten, die van ouds het eigendom zyn geweest der Vrygeboren Nederlanders. Hier door voelen zich deOndergeteekenden ten fterklten aangefpoord, om gene gepaste middelen onbeproefd te laten, ten einde zo fpoedig mogelyk ook tot dat gewenschte géjók te geraken: en deze aandrang wordt noch iierker door de gegronde vrees, dat, zolang het Oude Reglement niet dadelyk zal zyn afgefchaft, de Stadhouderlyke parthy zich met handen en voeten tegen de pogingen der Weldenkende» zal verzetten, en telkens ltruikelblckken in den wegleggen, om de gewenschte vertetering ten langden mogelyk op te houden , of liever : 't geen God verhoede! geheel te verydeien, Lie Ondergeteekenden begrypen zeer wel , dat het, uit hoofde van de kortheid des tyds, niet wel mogelyk is voor de aanflaande Keur een geheel verbeterd Reglement in de plaats van her öude daar ie Reilen , dewyl het niet denklyk is, dat in een vry groot aantal v:-.n Menichen, de gevoelens der Meerderheid over elk byzonder punt van een Nieuw Reglement zullen overeenkomen: doch tevens durven de Ondergeteekenden als een bewezen waarheid aannemen , dat de gantfche Welmeenende Burgeiy hier in, als een der voornaamfte gronden van Verbetering, overeenftemt, dat voortaan alle Stadhonderlyke invloed op de Verkiezing van de Regeering deezer Stad behoort op ie houden, en deze tan de Burgery alken, als aen wettigen Souver tin, afhanglyk moet Zyn. Hierom zyn de Ondergeteekenden te rade geworden,  *bb. STAAT EN OORLOG. 1787. 47 den, zich by dezen tot Uw Edele Achtb. te wenden, met nadrukkelyk en ernftig verzoek: ,, dat „ voor de aanftaande Keur eene Refolutie ter af. %, fchaffing van het oude Reglement, voor zo verre „ het zelve deze Stad betreft, mag worden geno,, uien; en dat voorts de Magiftraatsperfbnen, wel,, ke op Petridag aanftaande zullen gekooren wor„ den, zonder des Stadhouders approbatie dadelyk ,, in den Eed mogen worden genomen; na dat ech- ter alvorens allen hoofd voor hoofd verklaard zul" „ len hebben genegen te zvn, om van goeder har„ ten mede te werken tot een Nieuw en Verbeterd „ ki-glement, waarby de Regeering vry en van den Stadhouder onarhangelyk wordt gefteld, en de „ Keur der Gemeentslieden, volgens een nader te , bepalen Plan , aan de Burgery wordt overgela„ ten.' 't Weik doende, &c. j XLI. Authorifalie van Hun Edele Croot Mog , op Schout en Gerechte van Oostzaandam , om tegen oproerige bewegingen de nood zulks vorderende , geweld met geweld te keeren, In dato 1 Maart 1787. Ontfangen een Misfive van Schout en Gerechte «fata Oostzaandam, gtfchreeven aldaar deti 27 der voorleede maand, waar by ve!zoeken , tot mainïieh der bevelen van Hun Edele Groot Mog. tegens commotien en oproer in praejudicie der veiligheid en teg^n de goede rust der Ingezetenen, weikr byzortder op den 8 Maart aanftaande mogten worden ondernoomen, zoo veel des höods te worden gequalïficeerH , om de nodige ordres re mogen geeven, om geweld met geweld te keeren , en da' de u>rgeloote Manfchap volgens aarfcnryving van Heeren Gecommi'te-rde Raaden van den 2januan 17' 5, aldaar m de wapenen gebragt, werden genoomen in  43 maèbt. ZAAKEN VAN 1787. de fpeciaaïe protectie van Hun Edele Groot Mog, breeder hierna geinfereerd» Fiat Infertio, Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat aan ochout en Gerechte te Oostzaandam zal worden gerefcribecrd, dat dewyl dezelve, zo wel als andere Gerechten , bevoegd zyn, om, de nood zulks vereisfchende, tegens oproerige bewegingen geweld met geweld te keeren , hetzelve dienvolgende aan hun word overgelaten, en zy, des noods, daar toe worden gequalificeerd en geauthorifeerd; en dat van het verder verzoek by de Misfive Copie aan de Leden zal worden gegeeven , om, na genoomen informatie op de inrichting der Wapenoeffening van de voorfz. Manfchap, daarop te disponeeren, zo als bevonden zal worden te behoren. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen, hebben zich in de voorfz." Deliberatie niet ingelaaten. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuyzen, Edam en Medemblik hebben gedeclareert niet te concurreeren tot de voorenltaande Refolutie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn declareeren , dat zy perfideerende by hun gtüit Advis, van gedagten zyn dat over het vorendaaude verzoek van Schout en Geregte van Zaandam geen fpeciale Refolutie behoorde te zyn genomen ; en zig daarom buiten verantwoordinge houden, omtrend gevolgen welke uit het gemanifesteerde contra* rie begrip mogten voortkomen.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 49 edele groot mogende heeren! Daar de Placaaten en herhaalde Publicatien van Uw Edele Groot Mogende omrrend Leuzen en Oproerige Bewegingen, Iteeds worden befchimpr, en te dUgten is, dat veeie onrustige Lieden zich eerstdaags» en wel byzonder op den 8 Maart aandaanfj de zouden kunnen attroupeeren, en de tranquiliteit der goede Burgery ontrusten , Comotie en Oproer verwekken, en de heilzaame Ordres van Uw Edele Groot Mogende illufoir maken, voor al, indien de Gewapen:kt de Bargeryen niet werden geauctorifeerd , . omme alle Tumultueufe Bewegingen en Op' roer , des vereischt werdende , Gewapend en met Geweld te keer te gaan; Zo nemen wy de vryheid Uw Edele Groot Mogende te folliciteeren , tot maintien der beveelen van Uw Edele Groot Mogende tegens Coniotien en Oproer, die in prayaditie van de veiligheid , en tegen de goede rüs't der Ingezeetenen zonden mogen werden onderno, men , om voor zo veel des noods gequalifi» ceerd te mogen worden, dat door Ons de nodige Ordres mogen werden gegeeven, zo nu , als in 't vervolg aan de 'uitgelotene Manfchap, die alhier , ingevolge de Aanfchryving van Heeren Gecommitteerde kaden in 't Zuider-Quartier, in dato sa-January 1785 in de Wapenen zyn gebragt, en noch werkelyk dezelve met vlyt en yver behandelen ; om als de nood het vorderd, alhier Geweld met Geweld te keren; en dat dezelve uitgelotene Manfchap, zo'nu als in der tyd , mogen werden genomen , in de fpeciale Protectie van Uw Ldele Groot Mogende. In Vertrouwen vah Uw Edele Groot Mogende favorabele refcriptie, zo blyve, naar alvorens de God des Hemels te hebben geXX XVII» deel. D fmeekt,  5o maart. ZAAKEN VAN fmeekt, dat Hy Uw Edele Groot Mogende! Perfonen en Raadflagen , zegenen en. voor-* fpoedig maken. Edele Groot Mogende Heeren ï (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mog. Dienstwil.? lige Dierjaaren. (Was geteekend) Schout en Gerechte te Oostzaandam. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve (Was geteekent,) Oostzaandam ' a. dooker.' den 27 Febr. 1787. Secretaris. XL li. Adres/en van Ingezeetenen der Banne van Jisp , en van Officieren der Schuttery en Ingezeetenen van Caftricum, met een Declaratoir huntier gevoelens voor Hun Edele Gr. Mog., tot aandrang der Fropo/tlie van Haarlem , en tot comprehenfie by de twede in de Rejol. vam . 7 Sept.' 1786, met betuiging van Hun Edele Groot Mog. gevoeligheid en genoegen over de gedeeld» reerde Jentimenten voor Hun Ed* Gr. Mog. In datoó Maart 1786. Is geleezen de Requeste vaD een aantal Ingezeetenen der Banne van Jisp, tot dankbetuiging voor Huu Ede-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 51 Edele Groot Mog. Souveraioe befluiten, tot befcherming der wettige Voorregten en 's Volkc Vryheid, als meede tot aandrang der Própofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem den 30 January laatstleeden gedaan, hiér na geinfereerd. Fiat Infertio. Als mede een gelyk Dank-Adres van Officieren der Schuttery en verdere Ingezeetenen der Heerlyk* heid Caftricuiii, mede tendeerende om in de Refblu* tie van den 7 September 1786 te worden gecomprehendeerd. Fiat Infërtio. Waarop gedelibereerd zynde, heb'-.en Hun Edele Groot Mog. met opzigt tot de fentimenten door de Supplianten by hunne Requesten voor Hoogstdezelven gedeclareerd , ten uiterften gevoelig over de blyken van verknogtheid aan de eer en Regeering van Hun Edele Groot Mog. zo wel als aan de algemeene belangen van het Vaderland, in dc voorfz. Requesten gemanifesteerd , en niet dan met het grbotfte genoegen kunnende befchouwen de regt Vaderlandfche Verklaring der Onderteekenaaren van dezelve, goedgevonden en Verdaan de vootfehreve Requesten ten dien opzigte , vermits daar omtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aan te neemen voor Notificatie , en zal daar van Copie ten behoeve van de Supplianten der beide Requesten worden uitgegepven tot derzelver informatie, zullende Copie van dezelve, zo veel den aandrang der Propofitie van Haarlem betreft, aan de Leden wor* den gegeeven , om by de deliberatie over het tweede Lid derzelver, mede daarop zodanig reguard te neemen als geöordeeïd zal worden te behooren, en is Wyders met opzigt van de Officieren der Schuttery en ingezeetenen van Caftricutn, om in Hun Edele Groot M°&> Refolutie van den 7 Sept, 1786 te wor* den begrepen, goedgevonden en verdaan, dezelve D a mg-  - S2 maart. ZAAKEN VAN 1787. mede te comprehendeeren in de Refolutie van den ■jde Sept. laatstleeden by Hun Edele Groot Mog. ten aanzien der Gewapende Schutteryen en gelegalifeerde of toen fnblifteerende Genootfchappen van Wapeuoeffening binnen deeze Provintie genoomen, van welke ook tot dat einde Copie aan de Supplianten uitgegeeven zal worden, om benevens deeze Refolutie hun te (trekken tot informatie en zo het verder behoord ; en zal mede Extract van die poinct dezer Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn worden gegeeven, tot derzelver informatie en narigt. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben tot het eerfte en derde Lid dezer Refolutie niet geconcurreert. De Heer van Wasfenaar Heer van Starrenburg , heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft,'Brie'.le, Enkhuyfen, Edam en Medemblik, hebben tot het eerfte en derde Lid der voorfz. Refolutie , zo als dezelve is leggende, niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geïnhaleerd , hun Declaratoir op de Refolutie van den 7 September laatstleden gedaan. Aan de Edele Groot Mog. Hee» ren Staaten van Holland en Wist* Vriesland. Gevoelig getroffen door de menigvuldige en overtuigende bewyzen . welk U Ed. Groot Mag. van tyd tot tyd hebben gegeeven,  t» STAAT EN OORLOG. 1787, 53 ven, dat des Lands welzytï, handhaving van U Edele Groot Mog. Souverain Gezag, be» fcherming der Wettig verkregene Voorrechten en des Vojbs Vryheid , de voorname dryfveeren zyn , der geëerbiedigde Souveraine Beiluiten : Zouden de Ondergeteekenden weltneenende Ingezeetenen der Banne van Jisp, gaarne, op het voetfpoor van veeie andere, eenige derzelver willen aanroeren en desweegens hunne dankbetuigingen afleggen ! vreesden dezelve niet met optellingen daarvan , de attentie van U Edele Groot Mog. te zullen verveelen. Dan, Edele Groot Mog. Heeren! het zy den Ondergeteekenden vergunt, over eene aaak, hunne gevoelens, onder het Oog vaa U Edele Groot Mog. te brengen. — Niets vuuriger wenlchende, dan dat de heerfchende verdeeltheeden , ten fpoedigfte door gepaste middelen weggenomen en in derzelver ootfprong, krachtdadig werden tegengegaan.— Ten dien einde niets gefchikter kennende dan een Grondwettig herftel der Conltitutie in te voeren; tevens vastftellende, dat tot hier toe, geen beter en heilzamer middel, daar* foe ftrekkende, is uitgedacht, als in de gewichtige Propofitien , van wegen de Stad Haarlem den 30 January dezes Jaars, ter Vergaderinge Voorgedraagen en ter fpoedige Conclufie aangedrongen, is vervat. Kunnen d'Öndergetekende, door zo veele weltneenende Vaderlanderen reeds voorgegaan , hunne goedkeuring over den Inhoud dier'gewichtige Propofitien aan U Ed. Gr. Mog. niet verborgen houden, maar nemen tevens de Vryheid, uit hoofde van het groot belang het welk de geheele Natie daarby heeft , op U Edele Groot Mog. eerbiedigst en tevens ernftig te verzoeken, den inhoud dier meergemelde Propofitien, zo ras mogelyk in ernftige overweeginge te neemen en D 3 ten  54 M&ART. ZAAKEN VAN 1787. ten fpoedigften ter Conclufie te brengen: ten einde de fources der verdeeltheeden , mogen weggenomen , alle Willekeurige Macht opgeheeven , en behoorlyke paaien aan ae noodzakelyke gelteld worden; zo wel, als dat volgens des Lands waare belangen, de Conftitutie op zodanige voet worde bevestigt , als ten meesteu nutte van een Vry Volk en een hun dierbaar Vaderland, zal bevonden worden te behooren. Wy fmeeken God Almachtig, hy wille U Edele Groot Mog. Moed en krachten verleenen , ter verdere beraming V3n gepaste middelen tot redres der ingeiloopen abuizen en daarftelling eener Conftituuoneele Kegeeringsform. Hy neeme U Edele Groot Mog. iu zyne byzondere Beicherminge , en doe tot in het late Negeflacht in zegeninge zyn, de Namen der geenen, aan welke wy eene herftelde Vryheid zullen te danken hebben. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (Was geteekenc) &c. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland ets Weitvr'mlaiid» Geven met verfchuldigde Eerbied/te ken. nen de Ondergeteekende Officieren der Scliuuery, en verdere Ingezeetenen der Heer» lykheid Caftrieuoi. Dat zy Ondergeteekenden niet dan met de innigfte aandoening, zedert een geruimen tyd hebben verromen oe listige en verdervende aanflagen, welke 'er, door eene fnoode Gahaal*; , zo, in vjeeze Kepublicq in 'c gemeen, als  Maart. STAAT EN OORLOG.. 1787. 55 als binnen deeze Provincie in 't byzonder, zyn gefmeed geworden, eenig en n.ileen, om zo wel het wettig Soaverain Gezag en Auctoriteit, aan U Edele Groot Mog , repra> fenteerende de Staaten dezer Provincie , cornpeteerende, te verminderen, als om de Ingezeetenen van deeze Gewesten onder het Juk eener willekeurige Slaverny te brengen. Dat zy desniettegenftaande, met diezelve gevoeligheid en met de grootfte goedkeuring fteeds befpeuren de heilzaame, voor Land eo Volk allelins loffelyke Befluiten, welke *er in deeze kommervolle dagen , (waar in de Burgerlyke Vryheid met een onherftelbaaren ondergang gedreigd word) ter verydeling van alle die aanflaagen, welke alleen door een fnood eigenbelang en eigen grootheid worden hervoort gebragt, door U Ed. Groot Mog. genomen worden. De Ondergeteekenden hebben niet kunnen, nog willen nalaaten , om aan Ü Edele Gr. Mog. opentlyk, hunne gevoelens desweegens ie declareeren , en nevens de verdere Ingezeetenen deezer Provincie , U Edele Groot Mog. by dezen hunne welmeenende hartelyke dankbaarheid te betuigen , voor alle de Vaderlandlievende Pogingen en Befluken , welke 'er ter confervatie der Vryheid, door het Bloed van hunne Voorvaderen tot zulk eenen duuren prys gekogt, ter beveiliging en beicherming van hunne Rechten en Voorrechten , van hunne Perfoonen , hun Kroost, m alles wat hun dierbaar en waardig ïs, door U Edele Groot Mog. genomen zyn. Maar inzonderheid kunnen de Ondergeteekenden niet ongemeikt voorby gaan het treffend genoegen, welke de loffelyke Propofitie door Heeren. Gedeputeerden der Stad Haarlem, op den 30 January 1787, in ü Ed. Gr. Mog. Vergadering gedaan, by hun heeft veroorzaakt. D 4 zy  $6 haart. ZAAKEN VAN 1787. Zy befchouwen de middelen, by die Propofitie geallegueert als den eenigen weg tot een gepast Herftel van de zo gewenschte rust en tranquiliteit,. waar door at het fubll. 4 fteerend misverftand kan . worden 'weggenomen,en eene Grondwettige Her(lclling?overeenkomftift de Conftitutie dezer Landen, kan worden te weeg gebragt. En hierom , Edele Groot Mog. Heeren! ïs ook hunne beede en wensen , dat alle middelen mogen in het werk gefteld worderj, Op dat de Undergeteekenden, benevens alle de Ingezetenen deezer Provincie, het heilryk effect der gemelde Piopofïtie, eerlang uiugen t-ot-lt'and gebragt zrtn. Dan, Edele Groot Mog. Heeren! lust Vr ren oprechte dankbaarheid op de Ondergetekende in 't generaal voor alle die heilzame , Befluiten, door U Edele Groot Mogende toe hutiiie Befcherming en beveiliging gedaan ; welk een dankerkertecis moet 'er dan niet i.n 't hart van die geenen der Ondergetekenden huisvesten, welken den Roomsch Catholyken Godsdienst belyden, voor het Lands Vader]yk bellutt vun O Edele Groot Mog. op den 25 January 1787 genomen en waar by het (J Edele Groot Mog. behaagd heeft hun te ontheffen van de betaling der drukkende Recognitie-Gelden, ten behoeve der refptótive .Bailluwen deezer Provincie. Zy zouden zig fchuldig maken aan eene fnode ondankbaarheid ^het ylelykst gedrogt welke men zig immer kan verbeelden,) indien niet by dezen betuigden dat zy niet in ftaat zyn om met kragt van woorden , de gevoelens van hunne harten, en liefderyke erkentenis, open te leggen: zy moeten opentIyk declareeren , dat dit befluit en weldaat van V Edele Groot Mog., als hunne gelief, de Landsvaderen, nimmer uit hun geheugen ?al gewi&cht worden, maar dat zy, zo wel als.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787, 57 a's hunne .waardfie Panden en hun dierbaar Kroost, tot hunnen laatden adem toe ü Edele Groot Mog. den welverdienden lof, daar voor zullen toebrengen. De Ondergeteekenden hebben zig verpligt gpöordeeld by deeze hunne gevoelens van dankerkentenis, ook doorllaande blyken van hun attachement en verknogtheid aan U Ed. Groot Mog. te moeten geeven, en te declareeren dat zy in allen gevalle, daar de nood het vereisfehen zal, bereid zyn om voor U Edele Groot Mog., en ter befcherming der Vryheid , hun goed en bloed , ja alles wat hun dierbaar en waardig is, op te offeren, en daar door te toonen , dat die zelve beginzelen van Vaderlandsliefde , waar door hunne Voorvaderen alle dwingelandy ver. nield hebben , ook by hun gevonden wor. den. En nadien zy vermeenen, dat, by de liefde tot het Vaderland de magt van een vry j Volk ook by zonder in de Wapenen berust, Waar meede het tep "allen tyde, zyne wettige Overigheid kan befchermen, en zig zei» ven verdedigen , hebben zy zig ook fteeds toegelegt, om alle vorderingen in den Wa« penhandel te mnaken , en zig daar in, op alle mogelyke wyze te bekwaamen. Doch vermits by U Edele Groot Mog. op den 1! January 1787 genomen is zekere Refolutie, waarby alle Exercitie-Genoodfchappen, Gezellchappen ofCorpfen, welke niet begreeperi zyn onder U Edele Groot Mog. ketolutie van 7 Sept. 1786, worden vernietigt, zo hebben de Ondergeteekenden, hoewel zy geen afzonderlyk Genoodfchap, Gezelfchap of Corps uitmaaken , maar zig, volgens U Edele Groot Mog. Refolutie van j8 November 1784, in den Wapenhandel oeffenen, echter vermeend zig ook by dee?en aan U Edele Groot Mogende te moeten D 5 adrea-  .58 maart. ZAAKEN VAN 1787, adresfeeren , met fpeciaal verzoek en ootmoedige beede, dat het U Edele Gr. Mog, goedgunftig behaagen moge, den Ondergeteekenden Hoogstderzelver befcherming en protectie te verkenen, om daardoor te j mïsfeeren van die gunst , welke by U Edele Gr. Mog. Refolutie van 7 September 1786, aan diverfe Schutteryen en Genoodfchappen , is toegedaan geworden , en dus den Ondergeteekenden ook onder diezelve Refolutie te comprehendeeren. De Ondergeteekenden zullen hier niets meer by voegen dan Hunne hartgrondige beede tot God, den Regeerder van Alles, dat het Hem -behage U fcdele Groot Mog, te beveiligen tegen alle onheilen en nadeelen , dat de invloed van Zynqn Geest U Edele Groot Mog. naby zy, op dat de Raadflagen van 0 Edele Groot Mog., welke ten nutte der Ingezetenen en ter befcherming der dierbaare Vryheid genoomen worden, den welverdienden lof, ter dankerkentenis mogen wegdragen, en op dat U Edele Groot Mog. fteeds mogen volharden in het neemen van zodanige verdere befiuiten, welke voor Land en Volk, beftendig nuttig, en by het Nage* flagt aityd in zeegening zullen blyven. Waar meede de Ondergeteekenden de eer hebben, zig met betuiging van de hoogde eerbied , refpecl: en hoogachting cedrig te aoemen, Edele Groot Mogende Heerenl (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. zeer gehoor, zaame,onderdanige, en altyd bereidwillige Dieaaren , (Was geteekend,) &c. XLIIL  paart. STAAT EN OORLOG. 1787. XLIIL ExtraSl uit de Refolutie» va» de Heeren Staaten van Holland en West -Vriesland, in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen , inhoudende een Declaratoir van Dordrecht en Haarlem; contra-Declaratoir van Ridderfehap en 6 Steden, en aan gem. 2 Steden Copie gegeeven van 't verhandelde m hun abfentie. In dato 6 Maart 1787. De Refoküien op voorleede Vrydag genomen, zyn geretumeert, en ca voorgaande deliberatie gehouden voor geanelteerd; en hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht en Haarlem gedaan het navolgend declaratoir ; en voorts Copie verzogt van a!ie de Refolutien in hun afweezen genomen, om dezelve te examineeren, en zig daar op nader te expliceeren. Tpve Heeren Gedeputeerden der Steden \_J Dordrecht en Haarlem hebben, ter voldoening aan de last van de Heeren hunne Principaalen '\ gedeclareerd: Dat ^welgemelde Heeren Principaalen refpectivelyk door den Heer Raadpenfionaris kennis bekomen hebbende van Hun Edele Groot Mog. Kefolutie van den 28 February laatstieeden tot verfierking van 't Guarnifoen van den Haag met een convenabel aantal van Militie, breeder daarby omfchre. ven, dezelve buuden bevonden aan't hoofdoogmerk der Propofitie, hiertoe op den 17 bevooiens ter Vergadering gedaan, voldoende te zyn ; als tendeerende die Refolutie niet alleen din 't gemelde Guarnifoen ten ipoedigften te vermeerderen met Cavallery, zo wel als infantery, maar ook van daar toe te  60 maart. ZAAKEN VAN 1787. te emploieeren, zulke Militie van den Staat, ter Repartitie van deze Provintie daande„ en binnen dezelve zig bevindende , tegen welker gefchiktheid tot het bedoelJe einde met grond geene bedenkingen kunnen gemaakt worden. Dat deeze, als nu, betoonde inclinatie van de gêheele Vergadering, om voorde Veiligheid van des Souverains Refidentie benoorlyke zorg te helpen draagen, gevoegd by het dadelyk in 't werk dellen van de hiertoe nodige middelen, by welgemelde Heeren Principaalen als eene genoegzaame vrucht, baare dispofitie op de voorfz. Propofitie wordende aangemerkt , zy derhalve de reden, die hen gedrongen had om de deliberatien van Hun Edele Groot Mogende door geene Heeren Gedeputeerden van hunnent weegen by provifie te doen bywoonen, wel hadden ■willen houdeu voor vervallen; en dus, offchoon buiten hunne kennis of concurrentie, en zonder bun eenige legaale informatie te doen hebben van de by ae behindelingdezer zaak gevallen bedenkingen, tot het ernploy van andere Trouces, dan by de gezegde Propofitie voorgeflagen waren , gerefolveerd is, hadden bellooten, Heeren Gedeputeerden van hunnent wegen refpecfivelyk aftevaardigen, om de deliberatien van Hun Edele Groot Mog. in den Haage , gelyk voorheen te adfifteeren en voort te zetten ; in dat billyk vertrouwen, dat dezelve Heeren Gedeputeerden, die uit hoofde van den aart hunner Commisfie deeds bevoegd, en zelfs indispenfabel verpügt zyn, om de zorg voor de Hoogheid van den Souverain met die voor de zekerheid en veiligheid van Hoogstdeszelfs deliberatien te paaren, in het beramen en werkfteliig doen maken van de beste hier toe dienende middelen, van hunne Mede-Leeden ter Vergadering zullen onder- vin= ■  Maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 61 vinden die kragtdadige hulp en medewerking , waarop men onderling zig volkomen dient te kunnen verlaten , en zonder welke een totaal wantrouwen, en daar uit volgende geheele fcheuring, gebooren zoude worden. « Waarop de Heeren van de Ridderfehap en Edelen, mitsgaders de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Brielle, Ènchuyzen, Edam en Medembiïk hun- contra-declaratoir , tegen 't voorfz, declaratoir hebben gereferveert; zullende aan de Heeren Gedeputeerden der Steeden Dordrecht en Haarlem legaale Copie worden gegeeven van de Refolutien in hun afweezen genomen. XL1V. Refolutie va» Hu» Edele Gr. Mog op de voordragte van Gecommit» teerde Rade», nopens een voornemen van 't Exercitie Genoodfchap alhier , om door 50 A 60 Leden in zeker huis heden en morgen te doen -> Wagt houden. I» dato 7 Maart 1787. De Heeren Gecommitteerde Raaden, hebben by monde van den Secretaris Royer in fubftantie voorgedragen, Dat zy, door Heeren Commisfarisfen van den Hove en van de Magiftraat van 'sHage, in een gehouden Conferentie zyn onderrigt geworden, dat her Hof door den ProcureurGeneraal had kennis gekreegen, dat het Exercitie-Genoodfchap alhier van imentie was, om heden avond 50 h 60 Leden van hetzelve Genootfchap wagt te doen houden in he: huis van zekere Gerrit/e», ftaande op het Buitenhof alhier, ais mede, om dezelve Leden, naa eenigen tyd, door een gelyk getal te doen aflosfen, en dus de voorlz. wagt op morgen te  6a maart. ZAAKEN VAN 1787* te doen continueeren; dat het Hof de Notaris Hagen, welke gezegd wierd aan het hoofd van gem» Genootfchap te zyn, omtrent dit voorneemen had doen onderhouden, en dat dezelve zulks in zoo verre had geeonfir» meert, dat uit deszelfs gezegde af te neemen was, dat het gem. getal Leden van het voorfz, Esercitie-Genoodfchap op en geduurende den voorfz. tyd, ten einde voorfz. zig ten huize van gem. Gerritfen zoude bevinden, en dat aldaar ook de nodige geweeren in een be. flooten kist zouden worden getransporteerd , met byvoeging, dat dit alles gefchiede met voorkennis van den Souverain , of van die geene, die Hoogstdeszelfs plaats bekleede; dat voorts de Magiftraat van 'aHage door de gem. Gerritfen was onderrigt geworden, dac twee Leden van het meergem. Exercitie-Genoodfchap , met naamen van der ffeydcn en Arneld, tot het voorfz. einde een Kamer en Bier ten zynen huize hadden befteld t zeg* gende: dat aldaar een kist met wapenen zoude worden gebragt, en dat het houden van de voorfz. wagt gefchiede met voorkennis vaij de Gecommitteerde Raaden 5 dat het Hof en Magiftraat van 'sHage bevreesd , dat het houden van zodanige wagt zeer kwade gevolgen voor de publique rust en tranquiliteit zoude kunnen hebben, Heeren Gecommitteerde Raaden hadden gemeend te moeten verzoeken, om tot voorkoming van dezelve de nodige voorziening te doen . in confiderarie geevende „ of Hun üdele Mog. niet zouden kunnen goedvinden de Leden van het zelve Genootfchap onder de hand te perfuadeeren, om van derzelver voorneemen aftezien, als mede, om zig te onthouden van op morgen met derzelver ünifor* mes, gelyk gezegd wierd te zullen gefchieden , in het publicq te verfchyren, en dat de Gecommitteerde Raaden, welke geen de min*  staart. STAAT EN OORLOG. ïfif. 63' minfte kennis hadden gehad van het voorfz. voorneemen van het Exercitie-Genootfchap, veei min daar toe derzelver toedemming hadden gegeeven, gelyk geheel tegen de waarheid door de gem. Leden was geinfinueere en te kennen gegeeven , na alvorens over het voorfz. voorftei gedelibereerd te hebben, zig verpligt hadden gevonden, dit alles te brengen ter kennis en deliberatie van Hun Edele Groot Mog. gelyk zy de eere hadden te doen, en aangenomen hadden , het Hof en Magiftraat van 's Hage van Hoogstderzelver goedvinden te informeeren. Waar op gedelibereerd , en in agting genomen zynde dat offchoon de beraamde fchikking by hec voorfz. Exercitie - Genoodfchap, om door eenige Manfchappen uk het zelve heden en morgen in een byzonder huis , in ftilte eene byeenkomst te doen houden , ten einde by de hand te wezen , om, wanneer de nood het vorderde, en zulks van hun mogt gerequireerd werden, mede werkzaam te kunnen werden gemaakt tot bewaring van de goede rust alhier, blykbaar voortvloeid uit eene heilzame intentie, om , naar vermogen, voor de veiligheid van Hun Edele Groot Mog. «.efiderrtieplaats te helpen zorgen , en in zo verre beantwoord aan die loffelyke gevoelens, waar van het gem. Ge» noodfchap te meermalen profesfie gedaan heeft j , evenwel, daar de thans alhier genomen maatregulen voor compleet voldoende kunnen worden gehouden, om alle verkeerde desfeinen,zo die onverhooptelyk gelmeed mogten zyn, te verydeien, de voorfz. betoonde bereidvaardigheid van 't Genoodfchap , waar omtrend Hun Edele Groot Mog. anders ten >v hoogden gevoelig zyn, aangemerkt kan.wordeo als overbodig en mitsdien in dit tyddip best buiten werking zal werden gelaten: Is goedgevonden en verdaan, de Heren Gecommitteerde Raden by dee« zen te verzoeken en te qualificeeren , om aan de Beduurders van het voorfz. Genoodfchap van Hun Edele Groot Mog. bovengemelde fentimenten ken-< nis  0*4 maart, ZAAKEN VAN *f8f* nis te geven, en hun tenens, te communiceeren Hoogstderzelver verlangen en verwagtivg dat dé voorfz. by het Genoodfchap beraamde fchikking ea byeenkomst geen voortgang nebbe; als meede dat tot voorkoming van alles, wac zelfs maar eenigen fchyn van iets , dat dezen of genen in her. oog mogt lopen, zou kunnen geven, de Leden van het zelve Genoodfchap zig van de openbaare vertoning van tekenen , die hen als zodanigen onderfcheiden , gedurende dezen en den volgenden dag oot* houden. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben tot de voorfz. Refolutie, zoals dezelve is leggende, niet geconcurreerd, De Heer van Wasfenaar Heer van Starrenburg, heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Brielle, Enchuyfen, Kdam en Medemblik, hebben tot de voorfz. Kefolutie, zo als dezelve is leggende, niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben in de vorenftaande Refolutie.niet toegeftemd; maar zyn van gedagten geweest, dat zonder de minfte dankzegging , er ten dezen eene directe interdictie van de voorgenomene demarches behoorde plaats te grypen ; vooral vermits de naam van Heeren Gecommitteerde Raden tot dekking van de* zelve is misbruikt geworden. . , XLV.  iwaart. STAAT EN OORLOG. 1787. C5 XLV, Adres van Burgers en Ingezeetenen der Ambachts-Heerlykheid Bcnnebroek, met een declaratoir hunner gevoelens voor Hun Edele Groot Mogende, en tot Comprehenfie in de Refolutie van 7 Septemb. 1780% en van 'Inwoonders van 't Dorp Bennebroek, iot aandrang der Propofitie van Haarlem, met betuiging van Hun Edele Groot Mogende gevoeligheid en genoegen over de gedeclareerde Sentimenten in 't Dank-Adres. In dato 8 Maart 1787. Is geleezen het Dank-Adres van een aantal Bur. gers en Ingezeetenen binnen de Ambagts-Heerlykheid Bennebroek, waarby hunne gevoelens van erkentenis betuigen voor Hon Edele Groot Mog. Wyze en Heilzame Befluiten tot .behoud Van ons Vry Gemeehebest; en verzoeken onder Hun Edele Groot Mogende Refolutie van den 7 September 1786 te worden Gecomprehendeert,- als mede eert Adres van Inwoonders van den Dorpe Bennebroek, tot aandrang der Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, van den 30 january laatstleden, hierna geinfereert, Fiat lnferiio, Waarop gedelibereért zynde, hebben Hun Edele Groot Mogende , met opzigt tot de Sentimenten door de Supplianten van het Dank-Adres daarby voor Hoogstdezelven gedeclareerc , ten uiterfk-n gevoelig over de blyken van Verknogtheid san de Eer en Regeering van Hun Edele Groot M»g , zo wei , als aan de algemeene Belangen van lier Vaderland , in 't voorfz. Dank- Adres gerïwnif'er,. XXXVII. OüfiL. E teert,  66 maart. ZAAKEN VAN 1787. teert en niet dan met het grootfte genoegen kunnende befchouwen de regt Vaderlandfche verklaring der Onderteekenaaren van hetzelve, goedgevoncen en verftaan, het voorfz. Adres ten dien opzigte, vermits daaromtrent geen fpeciaal verzoek is gedaan , verder aan te neemen voor Notificatie, en zal dast van Copie ten behoeve van de Supplianten worden uitgegeeven tot derzelver informatief zullende Copie van het tweede Adres nopens de aandrang der Propofitie vau Haarlem, aan de Leden worden gegeeven, om by de Deliberatie over het tweede Lid derzelve, mede daarop zodanig reguard te nemen, als geoordeeld zal worden te behoren; en is met opzigt tot het verzoek der eerfte Supplianten, om in Hun Edele Groot Mogende Refolutie van den 7 September 1786 te worden begrepen goedgevonden en verftaan , dezelve mede teComprehenderen in de Refolutie van den 7 September 1786 by Hun Edele Groot Mogende ten aanzien der Gewapende Schutteryen en gelegalifeerde of toen fubfifteerende Genootfchappen van WapenoefFenïng binnen deze Provincie genomen, van welken ook tot dat einde Copie aan de Supplianten uitgegeeven zal worden om beneevens deeze Refolutie hun te ftrekken tot informatie en zo het verder behoort; en zal mede Extraft van dit pointe dezer Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden worden gegeeven tot derzelver informatie en narigt. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben tot het eerfte en derde Lid dezer Refolutie niet geconcurreert. De Heer van Wasfenaar Heer van Starren» burg heeft zig met de voorfz. Refolutie gecoiiformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enchuyfen, Edam en Medem. blik., hebben tot het eerfte en derde Lid der . voorla.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 67 voorfz. Refolutie, zo als dezelve is leggende , niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerdender Stad Hoorn, hebben geïnhaleerd, hun Declaratoir op de Refolutie van den 7 September laatstleden gedaan. Aan de Edele Groot Mogende» Heeren Staaten van Holland en Westyrieiiand. Geven met fchuldige Eerbied te kennen, de Ondergeteekende , alle Burgers en Ingezeetenen binnen de Ambachts-Hcerlykfieid Bennebroek. Dat zy Ondergeteekende zo te zamen als een ieder van hun in 't byzonder, gevoelig getroffen door de allezints treurige omltandigheden van het dierbaar Vaderland , met eene byzondere opmerkzaamheid hebben gade gellaageq de zo wyze en heilzame hefluiten, door 0 Edele Groot Mog. tot wezendlyke behoudenis van ons Vrye Gemeenebest genoomen. Dat zy uit dien hoofde op de aller eerbiedigde wyze, gelyk het beweldadigie Ingezetenen des Vaderlands betaamd, by deezen hunne oprechte dankerkentenis daar voor betuigen j biddende van den God onzer Vaderen, dat hy Ü Edele Groot Mog. Vaderland-, Bevende Pogingen dermaaten zegetie, dat het waare heil voor deezen Lande, eerlang daaruit geboren worde. Daar dan de Ondergeteekende het wezentlyk belang dellen in Uw fidele Groot Mog. Befluiten , konnen zy by deeze gelegenheid niet voorby te betuigen, dat zy Suppiianten eenen hoogen Prys geiteLl hebben, op de zo billyke als heilzaame Refolutie van de Ed. 2 Mog,,  68 maart. ZAAKEN VAN 1787. Mo0'. > u Edele Gr00t Mog' GecoirtHiitteerde °Raaden , op dato ia January 1785 genoomen; welke Refolutie alhier ten gevolge eehad heeft, dat zy Ondergetekende allen vrywillig uit grondbeginfel eener waare en oprechte Vaderlandschliefde , van dien tyd af tot op deezen dag zich met allen vlyt en naarltigheid in den zo hoognodigen Wapenhandel aanhoudend hebben geöeffend. En terwyl de Ondergeteekende met geen minder blydfchap, de heilzaame Refolutie van Uw Edele Groot Mog. van dato den 7 « September des laast voorleden Jaars genomen , mogten verneemen en het hunne srootfte luister zoude uitmaaken, in de Befcherming van hunne Eenige Wettige Hooge Overheid genomen te worden; zo keeren zy Supplianten zich ootmoediglyk tot ü Edele Groot Mog., hartelyk en nedrig verzoekende, dat het Ü Edele Groot Mog. goedgunftig moge behaagen om de Ondergeteekende in boven gemelde Refolutie van den 7 September 1786 te Comprehendeeren. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. . (Was geteekend,) &c. Aan de Edele Crsot Mog- Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Geeven met fchuldige eerbied te kennen de Ondergeteekenden Inwoonders van den Dorpe Bennebroek. Dat Zylieden , kennis bekomen hebbende van de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, op fpectale last van  maart. STAAT EN OORLOG. 1707. 69 van de Heeren Hunne Principalen , op den 30 January jongstleden, ter Vergadering v«n Ü Edele Groot Mog. gedaan, zich, als oprechte liefhebbers van hun dierbaar Vaderland, ten hoogden verplicht vinden, hun, in dit gewichtig tydflip , te vereenigen met het weldenkend deel der Natie; en ten dien einde openlyk voor U Edele Groot Mog. te betuigen, dat zy, de by de voorfz. Propofitie voorgeftelde poinflen aanmerken als voor de Ingezeetenen dezer Provintie van het grootfte aanbelaBg, en het dadelyk werkflellig maken van dezelve , als het eenige middel om, onder den Goddelyken Zegen, de thans plaats hebbende oneenigheeden in dit Gemeenebest te doen ophouden, en deszelfs Conftitutie te vestigen op de in het Bloed der Voorvaderen gelegden grondflag. Het is dan ook uit dien hoofde , dat de Ondergetekende de Vryheid neemen, om ü Edele Groot Mog., wier Land Vaderlyke" zorge in alle derzelver Maatregulen en Befluiten zo blykbaar doordraait, op *t eerbiediglte eu hartelykfte te verzoeken , dat de gewichtige onderwerpen van de voorfz. Propofitie ten allerfpoedigfte in ernftige overweeging genoomen en tot een gewenscht befluit mogen gebracht worden. (Onder fiond) h Welk doende, &c. (Was geteekend,) &c. • E $ XL VI.  7o MA&RT. ZAAKEN VAN Wfc XLVI. Refolutie van Run Edele Groot Mog. op de voorziening der Militie, tot verfterking van 't Guarnifoen alhier van Logis en verdere behoeftens, en dezelve gelaten 't faveur van i2 Stuivers. In dato 9 Maan 1737- II geleezen de Requeste van Jan Pieter Potfen, Lieurenant-Colonel van het Iweede Batiaillon van den Generaal-Major van Byland. houdende de reedenen van volftrekte noodzakelykheid , met een Verzoek tot ordre zonder uittlel, da ten allerfpoedisften in de nooden en behoefte., van hetzelve Vulk, den 4 dezer hier in 's Ha ge ingetrokken , werde voorzien, bieder in navolgende Requeste. . Fiat Infertia. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de Magiftraat van 'sGravenhage van vyepens Hun Edele Groot Mog. zal worden aangefchreeyen en gelast, om het voorfz. alhier ingekoo* men Tweede Battaillon van den Generaal-Major van Byland, en de verdere iugekomene Militie tot verfterking van 't Guarnifoen alhier, van het nodige Logis en de verdere behoeftens nog op heden ten fpoedi^ften te voorzien; met Qualificatie op Heeren •Gecommitteerde Raaden, om de executie van deeze Hun Edele Groot Mog. Refolutie, uit naam van Hoogstdezelven by den voorfz. Magiftraat door al■ le mogelyke gecaste middelen te bevorderen, en de intentie van Hun Edele Groot Mog. effect, te doen forteeren; als mede Hun Edele Groot Mog. te inforraeeren van hun verrigte in deeze; en voorts te indageeren aan wten het te imputeeren is, dat deeze voorziening niet eerder op een behoorlyke wyze is te werk settelt; wordende gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden verder gequalificeert, om aan  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. 71 de Militie tot verderking van het Haagsch Guarnifoen , te laten behouden het faveur van de twaalf Stuivers, zo als dezelve in het Cordon, waar uit dezelve is getrokken , genoten heeft; en daar toe ordres te ftelien. A&n de Edele Groot Mog. Heeren Staaten •van Holland en WestVriesland. Geeft met alle fchuldige Eerbied te kennen Jan Pieter Poofen , Lieutenanc-Colonel vau het tweede Bataillon van den Generaal-1 Major Grave van Byland. Dat het Battaillon, door den Suppliant geleid , op den 4 Maart laatstleden alhier in 'sHage zynde ingetrokken, en in Eed genomen , verplicht is geweest, vermits 'er geene Quartieren voor het zelve gereed gemaakt waren, zig wyd en zyd, en van eikanderen afgefcheiden van Quartieren te voorzien, dog dat zulks zo gebrekkig en in zodanige disordre is gefchied, dat zo niet alle, ten minde het grootde gedeelte van het zelve BatailIon , zig heeft moeten behelpen , zonder Matrasfen, Stroo of eenige andere noodzakelykneden, en op Planken heeft moeten leggen en fiapen. Dat den Suppliant buiten daat zynde in de behoeftens van het Volk te voorzien, en zelfs beducht, om in tyd van nood deszelfs Volk zo fchierlyk, als mogelyk wel zoude werden verlangd, by een te brengen, hier van en van den toeftand, waar in deszelfs Bataillon zig bevind , op den 7de dezer Maand aan Hun Edele Mog, de Heeren Gecommitteerde Raden van U Edele Groot Mog. by Requeste heeft kennis gegeven, en reverentelyk verzogt, dat Hun Edele Mog. in de behoeftens van het zelve Bataillon, zo door het E 4 la.  72 maa«t. ZAAIEN VAN 1787;. laten bezorgen van het nodige Logies , als van Matrasfen, Stroo en het geene verder volgens gebruik aan de Militie van den Staat» in een vreemde Plaats geinquartierd wordende , werd vergund , ten fpoedigften geliefden te voorzien. Dat het zelve Request op gisteren namiddag aan den Suppliant is uitgegeeven mee een Acte Commisforiaal, waar by het verzoek van den Suppliant is gcfteld in handen van de Wel Edele Heer van der Does, Heere van de Noordwyken, en de Heeren de Roo van, Westmaas en C/otterbooke, ten einde het dezelve gelieve het te kennen geven van den Suppliant nader te examineeren en van hunne bevinding raport te doen , en ook vervolgens , aangaande het verzoek van den Suppliant, te dienen van hunne Confideratien en Advis , om als dan nader gedisponeerd te werden naar behoren. Dat den Suppliant , die in de dringende noodzakelykheid , waar in hy zig bevind, om eene ailerprornplte voorzieninge te obtlrteren , geene langwylige Deliberatien kan afwagten , en daarom met het voorfz. Appciu- 1 tement dan ook geen genoegen heeft kunnen nemen , en de vryheid beeft genoaien zulks aan den Heer de Roo van Westmaas te kennen te geven, maar tot nog toe zonder eenig effe$, zoo dat de Supplianten zig daar door in de uiterde verlegendheid be» i vindende, daar de behoeftens van zyn Manfchap zodanig fchreeuwende zyn, dat zonder eenige fpoedige voorzieninge 111 dezelve, het te vrezen is, dat het zelve Volk, waar onder reeds zeven Zieken zyn , aan verdere ziektens en ongemakken zal onderhevig wory den , en buiten Raat geraken, in cas van nood , aan het oogmerk te voldoen. Zig in de voldrekte noodzakelykheid bevind , zig tot U Edele Groot Mog. te kee. ren j  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 73 ren, ootmoedig verzoekende , dat U Edele Groot Mog. gelieven, zonder verder uitflel, ordre te ftelkn, dat ten allerfpoedigfte in de noden en behoeftens van het zelve Volk werde voorzien, en daar toe te verkenen U Edele Groot Mog. Refolutie zonder Refuratie, (Onder ftond,) 't Welk doende &c. (Was geteekent,) j. P. POOSEN. XLVII. Refolutie van Hun Edele Groot Mt* gende tot aanfchryving aan de zig noemende Magiftraat te Heusden om al het gebeurde aldaar op en na den 6 January laastleeden te vernietigen, h dato 9 Maart De Raad-Penfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd , de Confideratien en het Advis van de Heeren van de Ridderfehap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne , hebbende , ingevolge en ter voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal, van den 00 February dezes Jaars, geëxamineert de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem , en de verdere ingekomen Stukken, alle concerneerende het gebeurde te Heusden, onder diverfe Datums in de Notulen van Hun Edele Groot Mog. geinfereert. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden E 5 «a  74 maart. ZAAKEN VAN 1787. en verftaan, dat, onvermindert de nadere Deliberatie van Hun Edele Groot Mogende, over de verdere ingrediënten van de voorfz. Propofitie, aan de zig noemende Magidraat te Heusden, van wegens Hun Edele Groot Mogende, zal werden aangefchreeven en gelast , om al het gebeurde aldaar op, en na, den 6 January laatstleeden , nopens de Magidraats-Beftellhig te vernietigen en buiten allen effect te dellen , en alles aldaar weder te brengen op den ouden voet, als het zelve is geweest voor den gemelden 6 January. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem , hebben tot de bovenltaande Refolutie, zo als dezelve is leggende, niet geconcurreerd , maar in tegendeel tegen de Conclufie, als Sn prsjudicie van hun regt van Overneeming genomen, Geprotedeerd, onder referve aan de Heeren hunne Principalen zodanige nadere Aantekening en Demarche, als dezelve zouden mogen nodig vinden. De Heeren Gedeputeerden der Stad G,orinchem, hebben ingevolge de last van de Heeren hunne Principalen Gedeclareerd en in de Notulen doen icfereren, dat offchoou de Heeren hunne Principalen zig , wat de zaak zelfs aanbelangd , wel hebben kunnen Conformeeren met de Refolutie, welke deu 9 dezer Maand op het uitgebragte StaatsRapport, relatief tot de onlangs, en wel op den 21 February laastleeden van hunnent wege gedane Propofitie nopens de zaak van Heusden is genomen , dezelve niet te min blyven inhsereeren het overige gedeelte der voorfz. Propofitie, en nogmaals ten derkden moeten inderen, dat het Befogne daar over ten fpoedigfte werde gehouden, in vertrouwen, dat aan deze hunne inftantien zal worden voldaan, referveerende zig by manquement van dien zodanige Aantekening en De- mar-  Maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 75 marcbes , als zy in tyd en wylen te rade zullen vinden, maar dat de Heeren hunne Principalen, met betrekking tot de form en manier, waarop de voorn. Refolutie is ge« nomen, vermeenen , dat door het ter Conclufie brengen van een Rapport, het welk. door de Heeren , Hunne Gedeputeerden was Overgenomen, zonder op deze Overneming reguard te liaan, is gebatidek tegen de Ordre van de Vergadering : welke handelwyze de Heeren hunne Principalen mitsdien niet kunnen goedkeuren , maar daar tegen ten kragtigfien moeten Piotelteren. XLVIII. Qualificatie op Gecommitteerde Raa» : ■ den tot vernietiging van het gebeurde te Heusden, op en na 6 January laatstleeden , door een Commisfie uit hun Collegie derwaarts. In dato 14 Maart 1787. O-ufargen een Misfive van de zig noemende Magiltraat der Stad Heusden , gefchreeven in hunne Vergadering aldaar den 12 dezer, houdende eene alleguatie van reedenen, waarom zig verpligt vinden aan Hun Edele Groot Mog. te verklaren, dat zy onmogelyk aan Hun Edele Groot Mog. RefoUi'ie van den 9 dezer voldoen kunnen , en met alle ernst imploreerende , dat Hun Ed*le Groot Mog Hoogsiderzelver voorn, voor bun'zo nadeeligc Refolutie geliefden te veranderen in een gunftjg üétroy op het nieuw Stedelyk RegeeringsReglement, door de Burgers eu Ingezetenen aldaar op den 6 January jongstleden beraamt en vastgelieid, houdende voorts informatie van het voorgevallene by het publiceeren varfifciun Ed. Gr. Mog. laaide Publicatie ; breder in de volgende Misfive vervat. ede-  76 maart» ZAAKEN VAN 1787. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Daar wy plechtig voor God en U Edel Groot Mogende betuigen, dat wy ons geenzints in eenige Provintiaale zaaken gemengt, noch eenige wli of toeleg gehad hebben , om ons in eenige Provinciaale poinélen tegen U Edel Groot Mog, te oppofeeren , maar in der daad alleen volgens ons Stedelyk Kecht in alles zyn werkzaam geweest, daar zullen U Edel Groot Mog. genoegzaam begrypen, hoe zeer ons U Edel Groot Mogende Refolutie van den 9 dezer verbaast en tot in de ziel getroffen heeft. Het verdrag met Wylen Zyn Doorluchtige Hoogheid, Prins Willem den Eerfte, in deze Stad op den 3 December des Jaars 1577 aangegaan , en op den 24 December daar aan volgende door Ridderfehap, Edelen en Steden van Heiland geaggreëerd , en door het Verbond der Unie bevestigd , op het welk deze Stad door de Ridderfehap , Edelen en Steden van Holland, Repraslenteerende de Staaten van dezen Lande , als een integreerend Lid van dezelve Staaten is aangenomen. — Dat verdrag, waar van de Ridderfehap, Edelen en Steeden van Holland, by de evengemelde aggreatie plechtig belooft hebben, den inhoud in alles te zullen volkomen en agtervolgen. ——— En het welk door Ridderfehap en Steeden van Holland niet geaggreëert is, dan op voorwaarde, dat alle Invvoonderen en Ingezetenen dezer Stad het zelve aan hunne zyde ook in alles volkomes en onderhouden zouden; — Dat verdrag houd onder anderen in: ,, dat de verande,, ring der Regeering alhier zoude gefchie„ den volgens de oude Wetten , Privilegiën „ en herkomen van het Land en de Stad van „ Heusden." Nooit heeft deze Stad van dit bedongen en  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 77 en zo plechtig door de Heeren Staaten verzekert voorrecht eenigen afltand gedaan —nooit hebben de Leeden der Magiftraat, of de Inwoonderen dezer Stad dat voorrecht, of iets van dien aart aan een ander afgeftaan, of aan iemand , wie het ook wezen mogt, opgedraagen ; maar zyn daar by door Hun Edel Groot Mog. zelve op den 13 Maart 1670 by eene Staats-Refolutie volkomen gernainétineert; en wy allen en alle de Burgers en Inwoonderen dezer Stad zyn dus volftrekt verplicht, en hebben als Burgers ook gezworen het zelve te zullen onderhouden en naarkomen. Ingevolgen nu en overeenkomftig die oude Privilegiën, by dat verdrag voorbedongen en op den gemelden 13 Maart 1670 door Hun Edel Groot Mog. geëxpliceert, zyn wy op den 6 January jongstleeden, op den wil en de begeerte der Burgers en Inwoonders dezer Stad, tot Magiftraats-Leden alhier verkozen en beëedigt, en daar door hebben de Burgers en Inwoonders dezer Stad en. wy allen juist aan onze zyde voldaan aan de voorwaarde, welke by de voorfchreeve agreatie ten onzen opzichten door Ridderfehap, Edelen en Steeden is voorbedongen en welkers onderhouding en naarkoming wy met Eede bevestigt heoben. Hoe dan, Édele Groot Mogende Heeren! zouden wy het voor een Rechtvaardig God kunnen verantwoorden, indien wy, in weerwil van dezen plechtigen Eed , die wy by onze aanftelling tot MagiftraatsrLeeden, op den 6 January jongstleden , nog vernieuwt hebben, onze aanftelling, conform die Privilegiën gedaan, vernietigden, en dus den inhoud van dat Verdrag fchondeu, het Voorrecht daar by bedongen verzaakten, en ons alzo aan de gruwelyke Zonde van Meineed zo moedwillig fchuldig maakten. Hoe  78 maart. ZAAKEN VAN 1787. Hoe zouden het de Burgers en Inwoonders dezer Stad voor dien zeilden God en voor hunne Nakomelingfchap kunnen verantwoorden. — Hoe zouden zy het bloed hunner Vaderen , zo gewillig tot behoud van die Voorrechten uitgeitort, niet tot wraak tegen hun opwekken 1 ja, hoe zouden zy niet als trouwlooze Bondelingen door U Edele Groot Mog, en door de Hooge Bondgenoten behoren verklaart te worden , uit het Verbond der Unie vervallen te zyn , indien zy aan hunne zyde niet voldeeden aan de voorwaarde door de Staaten dezer Landen, by de meergemelde aggreatie voorbedongen , maar toelieten, dat wy naar willekeur van de daarby befcheidene voorrechten afzagen. Neen , Edele Groot Mog. Heeren! hoe gaarn wy ook overeenkomftig de befluiten van U Edele Groot Mog. handelen zouden, zo vinden wy ons op last en op begeerte der Burgers en Inwoonders dezer Stad, die zig nogmaals beroepen op Hun plechtig Declaratoir* op den 28 February , by U Edele Grooc Mog. ingedient, en op de uitfpraak van ons geweeten ons verplicht aan U Ed. Groot Mogende te verklaaren dat wy om de gemelde gewigtige redenen onmogelyk aan U Edele Groot Mog. Refolutie van den 9 dezer voldoen kunnen, Wy bezeffen wel, Edele Groot Mogende Heeren! dat dit ons eeopaarig befluit, gegrond op den last der Burgery dezer Stal, Ü Edele Groot Mog op het eerfte ogenblik eenigzins verwonderen zal, maar wy vertrouwen tevens , dat U Edele Groot Mog. by het inzien en by eene nadere overweegiug 1 van het voorfz. verdrag en de daarop gevolgde aggreatie van Ridderfehap, Edelen en Steeden van Holland , de verkleeftheid van de Burgers dezer Stad aan hunne geheiligfte Rechten en Voorrechten, en hunue getrouw-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787.* 7<* trouwheid aaji dat bezwore Verdrag niet minder zu'len billyken, ais O Edele Groot Mog by tJoogstderzelver nadere aantekening, omtrent de fuspenfie van Zyne Hoogheid als CapiteinGeneraal dezer Provintie het gedrag der Burgeryen van de ongelukkige Steeden Hattem en lilburg , die even gelyk de Burgers • dezer Stad hunne Privilegiën en Voorrechten reclameerden en voorftonden, ten hoogden hebben geapprobeert en daarentegen by dezelve aantekening zo edelmoedig als Vaderlandlievend tot een grond van de voorfz. fufpenfie van Zyn Hoogheid hebben opgegeeven de betoonde wil en begeerte van Zyne Hoogheid , om die vrye Steeden en Burgetyen in het voordaan hunner Privilegiën en Voorrechten door geweld te bedwingen en tot zvvygen te brengen, en het zelve noemen eenen dispotieke onderneeming, ftrekkende om de wettige en eerbiedige Volksftem door geweldadige middelen te fmoren en den weg tot vereffening van opgerezene gefchillen door Militairen dwang af te dryden, en van welke maatregulen van geweld U Édele Groot Mog, verklaaren te abhorreeren. Op deeze gronden dan is het, Edele Groot Mogende Heeren! dat wy, ons beroepende, niet alleen op het voorbeeld der Burgery van Utrecht , welke in het mainctien van haar Stedelyk Recht zo zeer door U Edele Groot Mog. onderdeunt is, maar ook op het voorbeeld van andere Steden, en byzonder van de Burgery van Dordrecht, die zo onlangs in het Stedelyk Herdel haarer Privilegiën, omtrend het Collegie van Veertigen, deeze Stad heeft voorgelicht. Op deze; gronden is het, dat wy nogmaals van U Edele Groot Mog., die door het bovengemelde Declaratoir der Burgers en Ingezetenen alhier volkomen verzekert zyt, dat 'er nooit eens-  8o maart. ZAAKEN VAN eenige oppofuie , nooit eenig voorneemen zelfs van oppofuie tegens U Edele Groot Mog. of eenige toeleg om ons in de Provintiaale zaaken te Immisceeren in ons gedrag heeft plaatsgehad; maar dat wy alleen onze onbetwistbare en nimmer vervreemde Rechten in het befchikken omtrent onze Stedelyke Regeering en Domeftjqae zaken uitgeoeffend en alzo gedaan hebben, het geen wy, volgens onzen Eed voor onze Burgers verplicht waaren, met al den ernst, met al de welmeenendheid , die het gewigt der zaaken vordert , impioreeren, dat O Edele Groot Mog. hoogstderzelver voor ons zo nadeeligen Refolutie gelieven te veranderen in een gunltig Octrooy op het nieuw Stedelyk Rcgeerings-Reglement, door de Burgers en Ingezetenen alhier op den 6 January jongstleden beraamt en vastgedeld. Hierdoor, Edel Groot Mog, Heeren! zal ■deze Stad en Burgery; hier door zullen wy allen uit onze ongelukkige ficuatie , waarin vry geheel buiten ons toedoen geraakt zyn , Volkomen gered en de billyke — de hevige bekommering, welke thans alle de Huisgezinnen van deze Stad zo zeer ontrust, fpoedig door U Edel Groot Mog. weggenomen worden. In deze gegronde hoop zouden wy hier mede deze befluiten, indien niet de abufive infertien in verfcheide Couranten van ,den 10 Maart ons verpligtte V Edel Groot Mog. te verzekeren (lchoon wy ons niet kunnen voordellen, dat zulks op eene andere wyze aan U Edele Groot Mog. zoude bericht zyn:) dat wy , geinformeert zynde, dat de Subftitut Drosfard alhier U Edel Groot Mogende laatde Publicatie naar gewoonte ontfangen had, alle mogelyke Devoiren hebben aangewend , om dezelve op eene wettige wyze van hem te bekomen, ten einde dezelve naar be-  iHAART. STAAT ËN GöRLÖGè 1787; 8i behooren te publicèeren, en dat wy zelfs in eene expresfe daar toe belegde Vergadering den Subditut Drosfatd, edoch te vergeefsch door een Kamerbewaarder hebben doen inthimeeren, om zittende dé Vergadering dezelvert ten finé voorfchreeve of irt Perfoon in de Vergadering in te brengen, of aan den Kamerbewaarder mede te geven, terwyl hy in tegendeel heeft kunnen goedvinden, die Publï. catien daar na zonder eenigen adfiftentie vart de Magidraat of het Gerecht; door den Secretaris te doen publicèeren. Wy beveelen ü Edele Groot Mog. aan dê Befcherming der Goddelyke Voorzienigheid' en hebben de Eer met alle mogelyke Hoogachting te zyn ö Edels Gróót Mogende Heeren! (Onder ftond,) U Edele Groöt Mog. Goede' Vrienden, De Magiftraat der Stad Heusden; (lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) F. c. TROMER. Gefchreëven in onze Vergadering binnen Heusden, op heden den 12 Maart 1787. Waarop gedelibereert zynde, in goedgevonden en Verftaan , on vermindert de nadere deliberatie van vTvi7?!re Groot M°S' over de Propofitie door  g3 maart. ZAAKEN VA.N 1787. de Heeren Gedeputeerden der Stad Goiïnchem ders 21 der voorleden maand ter Vergadering gedaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden by dezen -te quahficeeren om ten fpoedigften eenige Heeren pit hun midden naar Heusden te Committeeren, om aldaar, in den naam van Hun Edele Groot Mog. by eene nadrukkelyke Publicatie al het voorgevallene op , en na den 6 January laatstleden nopens de MagillraatsBeftelling te vernietigen en buiten alle eirect te ttetlen, en alles aldaar weeder te brengen op den voet als het zelve is geweest voor den gem. 6 january; ontflaande de Ingezetenen aldaar van den gedaanen Eed op het nieuw Regeerings-Reglement, en voorts ordre Hellende dat de nieuwe Magiftraat niet verder fungeere ; en dat de oude Magiftraat proviuoneel hare vorige funttien hervatte. XL1X. Declaratoir van D. B. van der Haer en P- Camper, aan de Staaten van Friesland, In dato 15 Maart 1787. EDELE MOGENDE HEEREN ! Daar een der bedroefdfte waarheden, welke in de bereids afgewisfelde 'Volks. Regeeringen haare bevestiging vindt , dat een Republiek kaare Grondwetten nooit lange overleeft, even zeer, als de duidelyke letter der Procuratien van Volmachten ten Landsdage, omme geene fundamenteele Wetten te renverfeeren, en wel fpeciaal 't Reglement Reformatoir van den 21 December 1748 onkreukbaar natekomen en te onderhouden, ende alzo door een iegelyk te doen nakomen en onderhouden, als om ftryd van de Ondergeteekenden.ichyuen aftevordereo die middelen, welke zouden kunnen verftrekken, om zoda. nige afwvkingën te remódiëeren: zo hebben, dezelve ter voldane van i^ed en Plicht geöordeelt, a'an  maart» STAAT EN OORLOG. 1787. 83 O Edele Mog. te moeten voordraagen: ,, om eene „ tommishe te benoemen, in dezelve a le de : «! „ pheatoiren welke 't Reglement Reformatoir even „ gedagt, na den Dood van deszelfs nooit „ te roemene Sucheer al heeft moeten onderga?? „ na te gaan, en, om dezelve alle, geene uit "e! „ zondert, met een nauwkeurige op osfin2 van de ,, redenen aan welke zy ieder der^l^S^J „ verfchuldigt zyn," ter Tafel van dezen Staat te dienen, ten einde na een nauwkeurig onderzoek van de afzonderiyke redenen tot ieder explKr betrekkelyk, mede ook afzonderlyk dezelve rechï en remeaie mogen wedervaaren. Terwyl de Ondergeteekenden *t voo* eene on weeifprekelyke waarheid houden, dweVeCmSl " 11? met O,vsrr.0l-T'og van alle de Leden '^ie zelfd, we?reXfSt geft3Cht iS' m 20^S „ die zelfde wil kan of mag verandert werden, eff „ even daarom (op dar men de woorden van den " na u Prov,"cla,al 'n z«kêre Misfive van den 18 „ Odober 170Ó, betrekkelyk de bekende Refolutie „ van den 23 Mey vart dat Jaar, omtrent de Jur s! „ diöie quitte tusfehen den Hove en den Actie* „ mifchen Senaat van Friesland , voorkomende „der Heeren Gevolmachtigden Staten zyn mag", „ die hun Jaarlyks werd toevertrouwt, dezelve re* „ pnefeDteren, de Stemgerechtigden Ingezetenen „ derLanden.en de Magiftraten en Vröedfchappe! „ der Steden , die de originele Souverainen des „ Lands zyn, en ip welker boezem de oppermacht „ alle Jaaren wederkeert, en uit dien hoofde aan de „ bepalingen, die m de procuratien worden voor„ gefchreeven, verbonden zyn, ja dat dit iets is, „ het welk zo zeker en vast Itaat, dat niemand! " rL^T k£nnJS heeft van ««e Vonden onzer „ Conftitutie , ondernemen zal, dit te weerfpre,, ken, uit confidentie van alle >t bovenftaande bw dezen de Ondergefchrevenen verklaaren , alle de afwykmgen van de primitive en duidelyke letter van meergemeld Reglement Reformatoir te huiden Voor F a za«  84 maart. ZAAKEN VAN 1787. zaken, die even zeer in haare beginfels, als voortong laboreeren aan die gebreken welke volgens de bezworene Conftitutie van friesland h m eene plaats betwisten, onder de wettige Kefolutien van dat Getneenebest, en daarom voor nul en van onwaarde geconfidereert en gehouden moeten wor- ^Aldus geproponeert by de Ondergeteekenden als Volmachten ten Landsdage wegens de Stad Workum den 15 Maart 1787. d. n. van oer Haer, van Campers Nieuw-Land. jetrus camper. edele mogende heeren1 51 De Ondergeteekende Volmacht van Worknm, vind zich gedrongen, na eene toedragt van verfcheide eebeurtenisfen, niet langer te mogen Mille zitten, maar tot maintien van 'sLands gemeene Mantrens aan U Edele Mog., de navolgende Propofitie, fe moeten voordragen, ten einde wegens het Quartier der Steden aan de drie Landquartlereu te werden voorgeftelt, zich voor zyn Advis met dezelve Propofitie Conformeerende. Concept-Propofitie voor U Quartier der Steeden, HetOuartier proponeert aan de andere Quartieren, Om mei intrekking der Publieren van 25 Sf™be' iongstleeden, by Publicatie vast te ftellen; „ dat.Hun . Edele Mog. een ieder hunner Medeburgeren wil?. lende maintineeren, by die Rechten , welke de ! geboorte in een vry Getneenebest op hun heeft ' overgebragt, zich genegen verkiaaren, omme alle £ zodanige Addresien en Requesten te ontvangen, " als een ieder Burger van Frieslands Gemeene! best , tot weeringe van ingefloope Abuizen in * 'sLands fundamenteele Conftitutie, nodig zal " oordeelen , in te dienen, ten einde langs dezen " weg, eens 't gewenschte effeft gebooren moge  maart. STAAT EN OORLOG., 1787. 85 ,, werden , dat 't zo nodig onderling vertrouwen „ tusfehen de Regering en hunne Medeburgeren „ herftelt, en de onbepaalde Heerschzugt beteugelt „ moge werden." Aldus geproponeert op's Landfchapshuis binnen Leeuwarden den 14 Maart 1787. d. b. van der haer. van Campers Nieuw Land. L. Adres van een aantal Frie/che Burgers aan de Heeren Sicco Douwc- van Aylvay Coert Lambertus van Beyma, Hotatius Allard Hiddema van Knyjf, HeÊtor Livius van Altena , Arend Julianus Carel de Bere, Abraham de Vriefe, Rein Smit, Pytter Edzard van Harinxma thoe Sloten , Johannes IVtelinga, Jan Roorda, Aizo van Boelens , Poliert Rypperda, Bavius Nauta, Ju* nius van Alema, Eduard Marius van Beyma, Hoste Zwanenburg. „ T"\e Ondergeteekenden , alle Ingezetenen van „ \J de Provincie van Friesland, uit de Publieke „ Nieuwspapieren verftaan en geleezen hebbende „ eene Misfive , door de genoemde Heeren , op ,, den 26 December 1786, aan de Edele Groot „ Mogende Heeren Staten van Holland en West- Friesland gefchreeven , hebben gemeend in de„ zen niet te moeten ftilzitten, om die Heeren van Hunne Sentimenten te verwittigen , en nemen „ dus de Vryheid, aan dezelve by dezen plechtig te betuigen , dat zy in de Sentimenten, in die „ voorgeroerde Misfive vervat, volkoomen genoe„ gen nemen, en dezelve aanzien als gepaste mid» „ delen , om de Volks Vryheid en Rechten in Friesland, en in de andere Provinciën van Ons „ gefolterd Nederland, op haare waarde te ftellea en te bevestigen. F 3 Dat  86 maart. ZAAKEN VAN 1787. Dat zy vooral zich door de bezwaarlykheid tot herftel van de ingefloopene Abuizen in de Regee" ring, door de Publicatien van den 25 September " i786toegebtagt, ten hoogden bezwaard oordee! lende , aan dezelve verzoeken, om alle gepaste „ middelen tot intrekking derzelver Publicatien aan te wenden. En om: hier aan te meer kragt by te zetten , verklaaren de Ondergeteekenden , de Heeren , voornoemd, in het voor daan en defendeeren van ' die Sentimenten , in de voorgemelde Misfive vervat, en in derzelver pogingen, van welken " aart ook, tot intrekking van de voorgemelde Pu, blicatien, en voorts in alle zodanige handelingen ,' en daden, als dezelve tot verder herftel der wettige Regeeringsform dezer Provincie, zullen oor. * deelen en onderneemen, als Mannen van Eer, naar al hun vermogen, en des noods met Goed en Bloed, te zullen onderdeunen; waaraf zy dezen pasfeeren tot hun wettig geblyk; belo' vende daar toe te zullen compareeren , daar en ' op zulke plaatzen binnen deze Provincie, als de voorgemelde Heeren en alle de zulke , welke ' zich in het vervolg by dezelve in Sentimenten , mogen voegen ten Landsdage, zullen gelieven , aan hun voor te fchryven." In kennisfe onze handen, Acbjm den &c. LI. Rapport nopens de vermeerdering- der Vroedfchap te Rotterdam tot het getal van 40, en de 16 ontbi ekende plaatfen. by diretle aanftelling van Hun Edele Groot Mog. te vervullen. Ingebragt ter Ver gade)inge van Hun Edele Groet Mog. In dato 11 Maart 1787. De Raadpenfionaris heeft ter Vergaderine gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfehap  maart. STAAT ÊN OORLOG. 17S7. 87 €11 verdere Bun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het gioot Befogne , ingevolge en tot voldoening aan Hun Edele Groot Mogende Refolutie Commisforiaal van den 5 December 1786, 30 January en 14 Febrnary 1787 hadden geëxamineert de Requeste door Ifaac Hubert cumfuis, voor hun zeiven en als Geconftïtueerden vjo meer dan duizend hunner WotabeUte Medeburgers en Ingezetenen , zo uit de voorname Kooplieden als andere ftanden binnen de Stad Korterdam den 26 November laatstleden aan Hun Edele Groot Mog. geprelenteerd „ ttendeereude om het Co'Jegie der Vroeufcnap van dezelve Stad geaugmenteert te hebben tot het priroitif getal van XL , behoorlyk volgens de Oude Privilegiën geqiialifkeerde Perfonen , en ten dien einde de XVi ontbfeekende plaatzen.by directe aanftelling van Hun Edele Groot Mog. te vervullen; met aanfcliryving aan den Hoofd-Officier der voorfz. Stad, Gm dezelve te Beëedigen en in functie te doen treeden ; als mede een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen van gem. Stad van den 4 January dezes Jaars, tot bericht op de voorfz, Requeste; en een Misfive v3n 9 Leden derzelve Vroedfchap daar nevens voegende hun afzouderlyk bericht daar op; wyders een Misfive van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden van Rotterdam van den 23 January; met zes Bylagen, dienende rot bericht op Hun Edele Groot Mog. requifitie van den 10 te voren op een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen derzèlve Stad, tot inaintenu in hun repradentatif carader concerneerende een Vroedfchaps-vermeerderiüg; voorts een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen van den 29 January, uit kragte der voorfz, Requeste berigtende op het Adres van Burgemeesteren, Scheepenen en, Raaden, 't voorfz. fubjeét betreffende, en nog een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen voorn, van den 8 February , met een Declaratoir van 14 Raaden tegen een illatie by 't voorfz. Bericht van 't Collegie van Burgemeesteren, Scheepenen en Raaden; en eindelyk een Request door F 4 ?«-  88 maart. ZAAKEN VAN 1787, Vfokanties Hofg, c. f. Oud-Schepen der voorfz,. Stad den 30 January ter Vergadering geprafenteert, tot het afflaan van het voorfz. verzoek van de OudSchepen Ifaac Hubert c. f. En dat de meerderheid van Hun Heeren Gecommitteerden had geconfide. Teert, dat , gelyk de buitengewoone voorziening, van Hun Edele Groot Mog. tot het zenden eener Staats-Commisfie naar Rotterdam , om aldaar onderzoek te doen, en middelen tot herftel der ru.t toe, zo als bevorens) binnen dezel„ ve haare Stad Rotterdam, zouden „ blyven by het getal van XL Vroed. ,, fchappen," even alsof daar door de Vroedfchap ook van toen af en ten Eeuwigen dagen verbonden ware geworden, geene verzoeken tot verandering in dat Privilegie aan hunne wettige Souverainen te mogen doen, of dat deeze, op de billykfte verzoeken daar toe gedaan , niet zoude hebben kunnen, of mogen reguard geeven. —-—> Hoedanigeabfurdc illatien,alle de fteedelyke Privilegiën en Odroyen van de Staten geobtineert , op losfe fchroeven (lellen. 4,< Dat Hun Edele Groot Mog. als het w mam-  maart. STAAT EN OORLÓG. 1787, 93 fnaintien der Privilegiën bezworen hebbende, niet vermogens zyn, om een Oclroy of Privilegie van wat natuur ook, maar vooral zodanig, waar op een Stedelyke Regerings-Conftitutie gefundeert is, buiten bewilliging van die, aan wien het gegeven is, vooral in weerwil van een Stads-Regeering, mede integrerend Lid van de Souverainiteit, in het minst of in het meest, te veranderen 5 veel min te vernietigen, zonder zich reprucbabel te dellen aan Geweld en Overheerfching, waar var! den Souverain niet kan of mag worden gefoubfonneert, die mitsdien ook die daad niet kan nog mag doen, waar door een wel en wettig verk reegen Privilegie , dat by niemand eenige contradictie lydt, zoude ophouden een Privilegie te zyn. 5. Eindelyk ,dat om alle de bovenftaande redenen en meer anderen, by de Berichten der Vroedfchap van Rotterdam, in hetbreede, en tot evidentie gededuceert en gedemonftreerd, by Hun Edele Groot Mog. gedaan, de Vroedfchap, al ware dit verzoek alleen aan hun gedaan , ook daar op geen reguard kan neemen,ter contemplatie van een klein gedeelte harder Burgery, die zig over haare Medeburgers een gezag fchyïlen te willen aanmatigen, waar tegen zich een veel grooter, en niet min no* tabel gedeelte der Burgery op de decen* lte, dog teffens ernftigfte wyze, fpeciaal dan ook tegen dit gedaan verzoek om vermeerdering der Vroedfchap verzet. LIL  94 maart. ZAAKEN VAN 1787. Lil. Adres van Burgers en Ingezetenen van Amfttrdam, aan Hun Edele Grcot Mog. , raakende de zaak van Heusden, In dato 19 Maart 1787. > Geven met alle refpect te kennen de Ondergeteekenden, alle Burgers en Inwoners der Stad Amlterdam , en Jurisdictie van dien , Dat de Ondergeteekenden met zeer veel leedwezen van tyd tot tyd hebben vernomen, hoe dat het beste gedeelte der Magifttaats-Peribonen van Heusden, uitmakende de Meerderheid van dien , en de Weldenkende Burgery van dezelve, ten derkften en by aanhoudenbeid doleert, dat de Drosfaard haarer Stede, niet tegendaande daar toe herhaalde inftantien door haar zyn in het werk gefteld, tot hier toe niet heeft kunnen goedvinden , ingevolge de Refolutie van U Edele Groot Mog. van den 17 July 1665 , zyn Fixum Domiciliuin of vast verblyf binnen gemelde Stad te houden-, — en dat zy al verder zedert een geruiraen tyd zyn verdooken gebleven van het dengdelyk elfeéf. hunner alöude en wettige Rechten en Privilegiën, betrekkelyk de Kegeringsbedelling haarer Stad en Jaarlykfche Verandering van dien, welke nochihans by Refolutie van U Ed, Groot Mog* van Maart 1Ó70 aan haar ten allerduidelykden en op de onwraakbaalde wyze zyn toegekend. Dat de gevolgen daar van zyn geweest, dat by U Edele Groot Mog. ten opzichte van het geen die Magiftraats-Perfoonen en brave Burgery hebben vermeend ter zaake voorfz. te kunnen en te nïb« gen verrigten , zodanige Refolurien genomen zyn, omtrend welke , sis van Publieke notorieteit zynde , de Ondergeteekenden ten dezen zich zullen onthouden om zich in her breede te elargeren. Dat 'er intusfehen de Ondergeteekenden en alle brave Burgers, In- en Opgezetenen dezer Provincie  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 95 cie ten hoogden aan gelegen legt, dat de voorgemelde regtmatige klagten van de Magiftraats-Perfcooen en Burgery van Heusden op de fpoedigfte én beste wyze uit den weg geruimd en aan derzelver biliyke inftantien eenmaal voldaan worde, waartoe de Ondergeteekenden volgends de Gronden der Unie zich in de onvermydelyke verpligting rekenen, zo veel in hun is, mede te moeten werkzaam zyn. Redenen , waaromme de Ondergeteekenden zicht tot U Edele Groot Mog. by dezen addresleeren, met allen eerbied , doch tevens met al dien nadiuk,. die het hoog gewigt der Zaak vordert, verzoekende : „ dat U Edele Groot Mog. hoe eer zo „ heter, de Deliberatien, weiken in'ü Edele Gr. „ Mog. Vergadering , zo met betrekking tot de „ Inwooning van den Droslaard van Heusden binnen „ dezelve Stad, als de Regerirgs-Bedellicg en Jaar„ lykfche verandering der Magiftraat aldaar, bereids „langen tyd geleden, zyn begonnen, gelieven „ voort te zetten en ten einde te brengen, mitsga,, ders de Regeering en Burgery van Heusd-m, by „ derzelver atöude Rechten en Privilegiën en dien „ conform genomene Relblutien van U Edele Gr. „ Mog4 te maintineeren en het behoorlyk effect „ daar van te doen en te laateri genieten." 't Welk doende, enz. LUI, Twee Requesten aan Hun Edel» Gr. Mogende van W. Ris , c, f. te Hoorn , om voorziening in den toeftand aldaar; en een Request van G. Mattbaeus om voorziening tegen de hem aangezegde ontruiming der zelve Stad; nevens de Refolutien da&r op genomen. In dat'is ió , 17 en 20 Maart 1787. Is geleezert de Requeste van Willem Ris Koopman, en Jan Breebaard Boekhandelaar, Burgers en In-  96 maart. ZAAKEN VAN 178/* Inwooners der Stad Hoorn, voor zig zeiven en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner Medeburgers , waar by na een ampel verflag, van de oproerige beweegingen en het gedrag daaromtrent gehouden, kragtdadige maatregulen van Hun Edele Groot Mog. verzoeken ter handhaving der openbaare rust , en ter beveiliging hunner Perfoonen en Goederen, als meede een tweede Request van dezelve Supplianten, houdende eenige raken tot aandrang der onverwylde efficacieufe voorziening, en nog een Request van Gualtherus Mattheus, Bailliuw èn Schout van de Stede Schagen en Schager-Cogge , mitsgaders Notaris en Procureur te floorn, ter efficacieufe voorziening, ten einde de hem gedaans aanzegging of ordre van Burgemeesteren der voorn. Stad om dezelve te ontruimen, ten fpoedigften worde ingetrokken en' buiten eftecT; gefield ; waarop gedelibereert zynde, is, onvermindert de verdere deliberatien, goedgevonden en verdaan, dat de voorfz. drie Requesten en Bylagen by de eerfte gevoegd, in originali , om de fpoed, zullen worden gezonden aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn , om Hun Edele Groot Mog. daar op teö fpoedigften, en met terugzending van dezelve Requesten, te dienen van bericht, en dat daar bene-' vens aan den Heer van de Blocquery het interims Bailliuws-Ampt te Hoorn waarnemende , zal worden aangefchreeven om zorge te dragen dat de Wetten en Placaten van Hun Edele Groot Mogende binnen de voorn. Stad naar behooren worden geëxecuteert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendamen Purmerende hebben gedeclareerd, in geenen deelen verantwoordelyk te willen zyn voor de akelige gevolgen, die uit het niet doen eener provifioneele efficacieufe voorziening in een zaak van zo veel gewicht kunnen voort» vloeden, maar dezelve over te laaten, voor rev  maak?. STAAT EN OORLOG. 1787. $f rekening zoo van da Heeren Gedeputeerden van Hoorn, als van andere daar mede ingeitemd hebbende Leden, die met zo veel he. vigheid zich tegen aile dusdanige voorziening hebben verzet, De Heeren van de Ridderfehap en Edelen , als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft,Rotterdam, Gorinchem, Schiedam . Brielle, Hoorn, Enckhuizen, Edarii -en Medemblik hebben tegen 't voorfz. declaratoir een contra-declaratoir gereferveert. De Heer van Wasfenaar , Heer van Starrenburg heeft zig by het declaratoir der voorfchreeve 8 Leden gevoegd. ÊxraSl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , in Hun Edele Groot Mog. Pergaderinge genomen op Saturdag den 17 Maart 1787. Ontfangen een Misfive van Gecommitteerden uit het Collegie van Schepenen der Stad Hoorn, houdende dat de Adminiftratie der Juftitie binnen die Stad niet meer gehandbaaft wordende, en het oproerig grauw binnen dezelve meester zynde, zig verpligt gevonden hadden hun herwaards te begeeven , ten einde hunne billyke klagten in den fchoot van Hun Edele Groot Mogende uit te ftorten , en waarby, met referve tot de gehaakte Adresfen van Ris en Breebaart, adverteeren dat zo Hun Edele Groot Mog. geen nadrukkelyke en efficacieufe middelen van voorziening ten allerfpoedigften gelieven te neemen, het te dugten was, dat de oproerige Jaaren van 1747 en 1748 door geheel Noord-Holland zouden vertoond worden. XXXVIi. ü£Ei. G En  98 maart. ZAAKEN VAN 178?. En heeft de Raadpenfionaris daar benevens gecommuniceert een op 'c zelve ogenblik ontfangen Misfive van twee Gecommitteerden uit het Collecte van dezelve Scheepenen, houdende, dat het Gemeen geen Militie wilde hebben, zig van alle dePatriotten wilde meester maaken en waarfchynlyK het Magazyn en Arfenaal van Hun Edele Mogende tot weering van de Militie gebruiken, zynde öchenenen gevlugt. , , Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Vriesland en het Noorder-Quartier by deeze te Authorifeeren,omten fpoedigften de nodige voorziening te doen , tot fecuriteit van het Arfenaal, het Magazyn, de Archiven, Comptoiren en t geen verder den Lande toebehoort, en om voorts de Concert met de. Magiftraat der Stad Hoorn zodanige verdere efficacieufe middelen tot herftel en confervatie van de rust in het werk te ftellen, als de gefteldheid en conftitutie van de/Stad hun zullen aan de hand geeven, onder het erhploy der inkomende Militie, en om de verdere reguliere Militie, die zo daar toe als tot weering van verdere Oproerigheden in het Quartier, door voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden zouden worden gerequireeït op de prompftc wyze te ontbieden , en voor dezelve de nodige Patenten te depecheeren, en dat de Generaal.Major van Rytfel zal worden aanaefchrecven, om op de eerfte requifitie van de tieeren Gecommr.teerde Raaden in West-Vriesland en het Noorder-Quartier, de vereischt wordende reguliere Militie zoo Infanterie als Cavallene te laten volgen, eu dat eindelyk de Colonel van Pab/it benevens de Commandanten van de twee Compagnien, welke door voorfz. Colonel van Pabjt naar Hoorn mogten zyn gedetacheert, zullen worden aangefchreeven, om niet verder als tot Alkmaar te Marcheeren, en aldaar de nadere Ordres van voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden aftew3gtenj en zal Extraét deezer Refolutie gezonden worden, aan de Heeren Gecommitteerde Raaden voornoemt, als me-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 93 mede aan de Magiftraat der Stad Hoorn , zo veel ieder aangaat, tot derzelver refpecïive informatie en Harige De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben gedeclareert in het neernen van ue ooveefhande Refolutie, voor zo veel de qnaaficatie op Heeren Gecomt.;it;eerde Raaden in het Noorder.Quarner concerneert , niet te hebben geconcureert, maar inregendeel wel expresielylc te hebben gecoütradiceerd, en van gedagten te zyn geweesr, dat, (in fuppofiae, dat de zaken binnen de Stad Hoorn, zodanig gelteld waaren, als by twee op heeden ingekomen Misfwes van eenige Schepenen der voorn. Stad was voorgedragen, fchoon de Heeren van de Ridderfehap en Edelen niet genoeg hunne verwondering konden betuigen, dat de Heeien Gedeputeerden der Stad Hoorn, als daar in zoo aanmer» kelyk geinteresfeerd, daar van ignorant waren; by Hun Edele Groot Mog, ren fpoedigften behoorde te worden genomen eene Refolutie, en Prefident en Raaden van den Hove aangefchreeven, om, zo dra doenlyk eenige Leeden uit het gem. Hof daar na toe te zenden, de Juftitie wederom in activiteit te brengen , en voorts zodanig te handelen als dezelve pro re nata vermeenen te behoren. De Heer van Wasfenaar% Heer van Starreni burg heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeert, De Heeren Gedeputeerden der Steeden üelft, Rotterdam, Gorinchem, Brielie, Enckhuyzen, Edam en Medembhk, het)-en zig gevoegd by de aantekening van de Ridderfchap. Ga Dg  loo maart. ZAAKEN VAN 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, reclameeren uit Daam en op fpeciale last van de Heeren hunne Principaalen, de Refolutie op Vrydag den 16 dezer wettiglyk genomen, en protefteeren van nulliteit tegen de bovenftaande Refolutie, op onbeweezenc voorgeevens van gevaar voor de Magazynen en Comptoiren van den Lande binnen Hoorn, direct ftrydig met de gereclameerde Refolutie, en met de Regten en Privilegiën , der voorfz. Stad, niet minder, dan aan eenig snder Lid dezer Vergadering, onwederfpreekelyk competeerende, en zonder de Heeren hunne Principalen te hooren, met zo veel hevigheid, doorgedrongen: — Vertrouwende, dat, zo zy en andere Leden al eenige heevigheid mogten hebben laten blyken in het voorftaan van onbetwistbaare voorrechten, zulks aan alle onzydigen, zo wel als aan de onbevooroordeelde pofteriteit, meer gepast zal voorkomen, dan in het tegengefteld geval. Referveeren wyders aan de Heeren hunne Principalen zodanige aanteekeninge, middelen en demarches , als dezelve zullen goedvinden daar jegens te doen en werkftellig te maken. ExtraSt uit de Refohtien van de Heeren Staaten van Hollanden WettVriedqnd , in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen op Dingsdag den ao Maart 1787. De Refolutien op voorleede Saturdag genomen zyn gerefumeert, en na voorgaande deliberatie gehouden voor gea>reiïeert; en ©p de inftantien van Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn geleezen zynde, de by hun, ftaande de Vergadering, ontfangen en overgegeeven Misfive van Burgemeesteran en Rtgeerders der gemelde Stad van den 19 dezer Maand,  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. ici Maand, hierna geinfereert; is goedgevonden en verftaan by de gearrefteerde extenfie van voorleede Saturdag te perfifteeren. Fiat Infertio, De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben geinhsreerd hun Aantekening op tie Refolutie van voorleden Saturdag gedaan, en daar by geperfifteerd. De Heer van Watfenaar. Heer van Starren, burg beeft geperfifteerd by zyn Aanteke. ning op de Refolutie van voorleden Saturdag. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enckhuyzen, Edam en Medemblik, hebben geperfifteerd by hun Aantekening op de Refolutie van voorleden Saturdag. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, verklaren in naam en op expresfe last van de Heeren hunne Principalen te inhsreren de reclame proteftatie en referve, in de Notulen van voorleden Zaturdag geinfereerd, en nogmaals op het ernftigfte en kragtigfte te protefteeren tegen ailes, wat boven, en ftrydig met de Refolutie op Vrydag wettiglyk en met hunne bewilliging genomen, is of zoude mogen worden gerefolveerd of ondernomen , fpeciaal mede daartegen, dat op hunne Misfive, op heden ter dezer Vergadering ingekomen , geen reguard is genomen, hoe zeer de inhoud van dien allezints voldoende is, om de Leden dezer Vergadering van het abufive van het met zo veel ophef voorgewend gevaar van 'sLands Arfenaal, Magazynen en Comptoiren te overtuigen, en dus de aanleidende •orzaak van de Refolutie van Zaturdag te G 3 does  102 maart. ZAAKEN VAN 1787. doen verdwynen; verklarende al het zelve te houden als ftrydirx met de Rechten en Privilegiën aan hunne Stad als een inte. arcerend Lid der Souverainiteit, als mede fan allen en een iegelyk hunner Ingezeetenen, competeerende, en dus als nul en wederrechtelyk , en-aau zich te behouden alle zodanige middelen, als zy, tot voorftand en confervatie van de voorfz- Rechten en 1 rivilegien, zullen te rade worden te emploijeren. edele cr00t mogende heeren i Wy hebben wel ontfangen ü Edele Gr. Mog. Refolutien van den 16 en 17 dezer maand Maart, als meede dtie Requesten, als «wee van Ris, c. f,. als treede een van Maiiheus, dewelke U Edele Groot Mog. goedgevonden hebben, aan ons om fpoedig Berigt te zenden ; wy betuigen buiten ftaat te zyn , U Edele Groot Mog. op dezelve voor als nog te kunnen berigten, in aanmerking reemende de omftandigheden waar in onze Stad zich in de gepasfeerde Week heeft bevonden , en dierhalven tot confervatie van de ru3t, binnen deeze Stad raadzaam geoordeeld hebben, de gem. ftukken met de uiterlte omzigtigbeid te moeten behandelen, vermits dezelve met een aan-eenfchakeling van onwaarheden zyn opgevult, als roeede om daar doör voor te komen, de allkr nadeligfte gevolgen die daar door in onze Stad te' dugten zoude Zyn, indien dezelve publicq Waren; wy zulllen egtei niet nalaaten O üdele Groot Mog. zo fpoedig als mogelyk omltandig te berigten, van hec voorgevallene in deezen, en vertrouwen dat dit ons gedrag de goedkeuring van V Edele Groot Mog. zal wegdragen. < Wy kunnen ü Edele Groot Mog. intus- fchea  maart» STAAT EN OORLOG. 1787, 10% fchen verzekeren, dat het hier thans in vollen rust is, en dat zulks reeds des avonds van den 15 deezer heeft plaats gehad, en dat hier geen het minfte gevaar te dugten is. Dan, Edele Groot Mog. Heeren! wy vin! , den ons ten uiterften bezwaard met de Refolutie van U Edele Groot Mog. van den 17deezer, waar by het ü Edele Groot Mog. heeft gelieven goed te vinden Heeren Gecommitteerde Raaden van dit Quartier te auct.orifeeren, om zig met de gefcnillen binnen deeze Stad te iinmisfeeren ,en zo dezelve tot effect, gebragt worden , willen wy wel betuigen niet te kunnen refponfabel zyn voor de gevolgen, die daar door voor Stad en burgery te dugten zyn. ' Wy begrypen dat de klagten aan U Edele Groot Mog. gedaan op het Herkfte zyn voorgedragen, en dat zulks in confufie en drifc is gefchied; en vermits door de abfentie van verfcheiden'e Heeren Scheepenen als mede een Minister van deeze Stad, dewelke zig na de Refidentieplaats van ,U Edele Groot. Mog. hebben begeeven, en waardoor de Juftitie geen voortgang kan hebben, zo zouden het na ons inzien noodzakelyk zyn dat daar in wierde voorzien , en d;t U Edele Groot Mog. ten dien einde een Commisfie uit den Hove geliefden te zenden, om met de Regeering deezer Stad de nodige rust te bewaaren en de Juftitie haar voortgang te doen erlangen, en dat de Refolutie van den 17 dezer ten einde Gecommitteerde Raden daartoe gequalificeert , mogt werden opgeheeven, ten minften gefurcheert. Hun Edele Mog. de Heeren Gecommitteerde Raden fchynen by hun Misfive aan U Edele Groot Mog. geaddresfeert ^ bedugt te zyn voor derzelver Comptoiren, Arzenalen en verdere Bezittingen; dog wy kunnen en durven U Edele Groot Mog. verzekeren, G 4 dac  Ï04 maakt. ZAAKEN VAN 1787. dat deswegens geen de minfte gevaar geweest is , en dat zulk voorgeven , na ons inzien , gefchied is om de zaken alhier te vergroten. De ordres door U Edele Groot Mog. om 2 Comp. reguliere Tronpes herwaards te zenden , is ons zeer welgevallen , en wy kunnen U Edele Groot Mog. verzekeren , dat alle ingezetenen daar mede volkomen genoegen nemen , in vertrouwen dat dezelve onder den Eed van Burgemeesteren , als Gouverneurs dezer Stad gebragt worden, en dat het verder zenden van Troupes blyve uitgefteld. Wy recommandeeren onze Stad en Eurgery in de veilige Protectie van U Edele Groot Mog., en na derzelver Perfonen en gewich. tige Deliberatien in de befcherminge des Allerhoogften te hebben aanbevolen , hebben wy de Eer met diep refpedl te zyn, Edele Groet Mogende Heeren l (Onder ftond,) U Edele Groot Mog. Dienstwillige , Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve (Was geteekent t) Hoorn e< j. van de blocojcery. dea 19 Maart? 787. PU-  maart, STAAT EN OORLOG. 1787. 105 PUBLICATIE. Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Hoorn, met de grootfte verontwaardiging vernomen hebbende, de Oproerige bewegingen en infolentien door eenige lieden binnen deze Stad gepleegt , zo door het infiaan der Glazen aan het Stadshuis, het huis van de Heer Burgemeester van Foreeji, als aan anderen Burgers huizen , het geen niet tegenftaande de herhaalde vermaningen van Heeren Burgemeesteren nogthans is gepleegt, en de feitelykheden zyn toegenomen, waar mede het refpect van de Regering de. zer Stad grotelyks is beleedigt, hebben omme tegen zulke verregaande infolentien en oproerige bewegingen te voorzien , en de Vreede en Rust binnen deze Stad te conferveren, goedgevonden, met advis van de Vroedfchap dezer Stad , te beloven , een premie van drie honderd Caroli.Guldens, uit de Stads cssfa te betalen aan die genen, welke de aanleggers en Belhamers van deze oproerige bewegingen en begane feytelykheden weten aan te vvyzen , zo dat dezelve in handen van de Juftitie geraken, en van het fait worden overtuigt; zullende des aanbrengers naam (des.begeerende) worden gefecreteert. En teftens alle en een ier^elyk wie hy ook zy , op het ferieufte te vermanen en bevelen , zig voor het toekomende van diergelyke oproerige bewegingen en infolentien het zy aan Huizen of Perfoonen, te wagten en te onthouden, kunnende een iegelyk verzekert zyn, dat de gene, welke zig daar aan fchuldig hebben gemaakt, of onverhooptelyk in het toekomende mogten maken , (ontdekt zynde) zonder eenige oogluiking ten ftreng» ften , volgens de Wetten en Placaten van G 5 den  ic6 maart. ZAAKEN VAN 1787. den Lande 1, als verftoorders van de publicqae rust zullen worden gedraft. Aldus gedaan en gepubliceert den 13 Maart 1787. Prasfenten als in 't Register. In kennisfe van my, ' c. j. van de blocquers". LIV. Misfive van Gecommitteerde Raaden met deinformatien van den Krygsraad der Lyl'gardes te voet, es 27 Byl. in de zaak van den Vaandrig van der Hoop, met de Misfive en Bylage van Gecommitteerde Raaden onder 14 Maart daar over , ingekoomcn ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. In date 20 Maart 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden, gefchreeven alhier in den Rage den 19 dezer , waarby tot voldoening van Hun Edele Groot Mog Refolutie van den 14 te voren toezenden al het geen van den Krygsraad van het Regiment Lyf-Guardes te Voet, van Hun Edele Groot Mog,, bp hunne requifitie ontvangen hadden van NQ. ï tot 27 (*;, rakende de infor» matien en verdere ftukken in de zaak van den Vaandrig van der Hoop, en opgaaf der reedenen van het muteeren vau deszeifs arrest by den Pro« voost in een huis arrest, breder hier na geinfereerr. Fiat (*) Van wegen de uitvoerigheid, hebben wy deeze £3lagen ag'f:< gelaaten.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787, 107 Fiat In/irtio. Waaróp gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylagen , mitsgaders de ingekome Misfive van de Heerea Gecommitteerde Raden met de Bylagen dezelfde zsak concerneerende, den 14 dezer in advis gehouden, zullen worden geëxamineerd,door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Ed» Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaken van de Juftirie, by het vorig Commisforiaal van den 7 dezer maand, en de Vergadering daarop gediend vaa derzelver confideratien en advis ; en is dien onverminderd goedgevonden, de Heeren Gecommitteerde Raaden by deze te qualificeeren om den Gener. Major van Kretschmar aantezeggen , dat aan den Krygsraad van 't Regiment Hollandfche Lyf-guardes te voet onverlet word gelaaten omdeby de indaaging tegen den Vaandrig van der Hoop ondernomen Procedures voorttezetcen ; zullende tot dat einde de gefuppediteerde origineele informatien, na dat daarvan de nodige Copien zullen genomen zyn, ook we. der worden terug gegeeven. edele groot mogende heeren! In voldoening aan U Edele Groot Mog. Refolutie van den 14 dezer Maand, door ons van den Krygsraad van het Regiment LyfGuardes te Voet van U Edele Groot Mogende gerequireerd zynde alle de informatien en verdere (lukken tot de zaak van den Vaandrig van der Hoop betrekkelyk , als mede een pertinente opgaaf van de reedenen die baar hebben ^epermoveerd om het arrest van gem. Vaandrig by den Provoost te muteeren in een Huis-arrest; hebben wy de Eere al het geen dienvolgeade door gem. Krygsraad  108 maart. ZAAKEN VAN 1787. raad aan ons is toegekomen, hier mede aan U Edele Grooc Mog. te zenden. Daar meede, Edele Groot Mogende Heerenl zullen Wy God Almagtig bidden, U Edele Groot Mogende te willen houden in zyn Heilige Protectie. Gefchreeven in den Hage den 19 Maart 1787. (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mogende Dienst» L_. willige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Hol* land en Westvriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekenr,) a. j. royer. edele mogende heeren ! Ter voldoening aan het eerfte Lid van Uwer Edele Mog. Misfive van den 15 dezer, waarby Uwe Edele Mog. van ons hebben gelieven te requireeren, alle de informatien en verdere ftukken, tot de zaak van den Wanung van der Hoop betrekkelyk, heb« ben wy de eer, alle die jnformatien en ftukken , hier nevens aan Uwe Edele Mog. te s doen toekomen. ' Doek 1787.  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. 109 Doch ominsgelyks te voldoen aan het tweede Lid van dezelve Uwer Edele Mog. Misfive , waar by mede van ons is gerequireert eene pertinente opgaaf van de redenen, die ons hebben gepermoveerd, om het arrest van gemelden Vaandrig by den Provoost, te muteeren in een Huis-arrest, zullen wy genoodzaakt zyn, de zaak van den beginne af op te haaien. Wy zyn dan, Edele Mogende Heeren! op den 28 February laatstleeden , wanneer wy voor de eerftemaal wegens de zaak van den Vaandrig van der Hoop zyn geconvoceerd geworden, geïnformeerd, dat de Generaal-Major van Kretschmar, zodra dezelve kennis had bekomen van het misdryf, het welk met op■ zicht tot één der Vaandels van het Regiment was geperpetreerd , den Vaandrig van der Hoop. die met het zelve Vaandel was afgetrokken, noch dien'zelfden avond in Huis-arrest had doen plaatfen, en hem, vervolgens des anderendaags ochtends , na gehouden befoigne met de vier Hoofd-Officieren en AuditeurMilitair van het Regiment, in den Provoost buiten acces had doen dellen, om redenen , dat die Vaandrig aan den voornoemden Generaal - Major had bekend, met het zelve Vaandel te zyn afgetrokken, na dat hy Vaandrig het gemelde misdryf, aan het zelve Vaandel gepleegd , had ontdekt : en zulks zonder daar van kennis te hebben gegeven aan den Capitein of aan den Lieutenant van de Wagt; en zonder vervolgens daar van aan den meergenoemden GeneraalJMajor Rapport te hebben gedaan; en die Vaandrig zich dus op eene verregaande wyze jegens het geheele Regiment, zo als ook tegen de ordre van den Militairen dienst vergreepen had ; waar by noch kwam, dat zich verfcheiden prefumtien cpdeeden, dat de gemelde Vaandrig de daader zoude kunnen zyn van het fait*  üo maart. ZAAKEN VAN 1787* fait, het welke aan het Vaandel was gepleegd, oi ten minden meer dan iemand in (laat zoude wezen , om deu daader van dat fait te kunnen ontdekken; vermits het hoogstwaarfcbynlyk was , dat de bewuste figuur niet op het Vaandel had gedaan, toen de voorn. Vaandrig daarmede des daags te voren op de Wacht was getrokken , en vervolgens de Heeren Leden van de Vergadering van Hun Edele Groot Mog. daar mede had gefaluëerd, alzo het zelve anderzints toen reeds zoude moeten zyn gezien geworden; en dat het zelve figuur ook niet op l)et Vaandel kon zyn gemaakt, gedurende den tyd dat het zelve Vaandel op de trom voor het geweer had gefegen, of in den beugel onder de Gaandery was geplaatst geweest; en mitsdien het gem. figuur op het Vaandel zoude moeten zyn gemaakt, gedurende dat het zelve Vaandel in de Officiers-Wagt was bewaard geworden , te weten, van het liaan der Taptoe af tot des anderen daags ochtends orntrend agt uuren; in welke Ofikiers-Wagt de Vaandrig van der Hoop toen, gedurende dat de Lieutenant de Hoofd-Ronde deed, een geruimen tyd alléén was geweest, terwyl integendeel de Lieutenant vau de Wagt zich dien nacht niet alléén in dezelve Wagt had bevonden, alzo de Vaandrig van der Hoop verzuimd had de DagRonde te doen. Wy wierden toen al mede geïnformeerd, dat de voorn. Generaal-Major te meer gemeend had den Vaandrig vau der Hoop provifioneel by den Provoost , en wel buiten acces te moeten doen plaatzen, om dat hy Generaal-Major van begrip was, dat, even als by den Hove van Holland, insgelyks ook van wegen het Regiment, met alle mogelyke zorgvuldigheid naar den Dader van het fait, aan het Vaandel gepleegd, moest worden geinquireerd; en dat hoe zeer hst welgeru Hof  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. m wel was de competente Rechter, ingeval hec zelve fait door een Burgerlyk perfocn moge wezen begaan , wy niettemin , uit krachte der Refolutie van Hun Edele Groot Mog., in dato 30 September 1Ó54, by preventie de competente Rechters wegens het meergem. fait zyn gouden, ingeval de Dader van het zelve fait mogt bevonden worden één der Officieren, Onder-Officieren of Manfcbappen van hetzelve Regiment te zyn, en die' dader, door ordte van den Commandant van het Regiment, op de verfche daad geattrappeerd en geapprehendeerd was geworden. in de gemelde onze eerfte Sesfie zyn vervolgens alle de informatien, welke in de zaak van den Vaandrig van der Hoop genomen waren , geieezen, en zyn wy toen ook verder onderricht, dat, offchoon door het Hof van Holland aan den Generaal-Major van Kremh» mar was gedeclareerd geworden , dat in het onderzoek , by welgemelde Hove gedaan , geene blyken van fchuld ten lasten van iemand , en dus ook niet ten laste van den Vaandrig van der Hoop waren voorgekomen , dezelve Geiteraal-Major niettemin, ter requu fttie van den Auditeur-Militair, had voorgenomen , denzelven Vaandrig piovifioneel uit zyn detentie by den Geweldigen Provoost en buiten acces niét te doen ontflaan, maar hem Dader te doen hooren op eenige Artikelen, welke voomamelyk betrekking hadden tot het fait, aan het Vaandel gepleegd; doch dat de voornoemde Géneraal-Major was verhinderd geworden om het zelve nader verhoor te laten doen, door dien hy, eerst mondeling, en daarna fchriftelyk , door den Secretaris van der Hoop met alien aandrang was verzogt geworden, den meergemelden Vaandrig niet nader orntrend het gemelde fait te doen hoo. ren , maar denzelven Vaandrig ,uit zyne detentie te doen ontflaan; en dat hy Generaal. Ma-  na maart. ZAAKEN VAN 1787* Major daarom het zelve nader verhoor hadt uitgefteld , en best geoordeeld hadt deswe* gens, met overlegging der gemelde Misfive van den Secretaris van der Hoop, en van alle de genomen informatien , te verzoeken de Ordres van U Edele Mog. „ Of, namelyk, hy Generaal-Major het gem. nader Verhoor van den „ Vaandrig van der Hoop al of niet zoude doen voortgaan , als mede „ zodanige Verhooren, als uit hetzelve nader Verhoor zouden mogen „ profluëeren; en of de meergemelde Vaandrig van eter Hoop , tot dat „ hetzelve Verhoor of Verhooren, „ zouden weezen afgeloopen, al of" „ niet by den Provoost en buiten ac,, ces moest bly ven geplaatst; ofwel „ hoedanig hy Generaal Major zich anderzins in deezen zoude hebben r te gedragen." Al hetzelve dus in voorgemelder voege aan ons voorgedragen zynde, is vervolgens al verder in de eerfte Sesfie van onze Vergadering geleezen Ower Edele Mog Refolutie van den 27 February laatstleden , waar by Uwe Edele Mog, hebben gelieven goed te vinden en te verftaan, ,, Aan den Generaal-Major van „ Kretschmar over te laaten, om ten „ aanzien van het Verhoor, door den Audu.eur«Militair van het Regiment „ Lyfgnardes verzogr, en de verdere Verhooren , daaruit kunnende pro,, flueren, ais mede de wyze der be„ waaring van den Vaandrig van der ,, Hoop, en het geene deeze verder ,, zoude mogen aangaan zo.iarig te ,, handelen, als hy Generaal-Major, ,, en , des noods ,* een ie formeeren „ Krygsraad , volgens d^n aard der ,5 zaa-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 113 „ zaake , mitsgaders de gronden en „ ordres van den Militairen dienst, zouden bevinden te behooren; met ,, last, om vervolgens van deszelfs „ verrichtingen in deezen, en het j» geene daaruit zoude komen te pro„ fineren , aan Uwe'Ed. Mog. nader ,, rapport te doen." Gelyk wy dan uit kraehte van' de evengemelde üwer Edele Mog. Refolutie zvn geconvoceerd geworden, hebben wy dan ook begrepen, dat Uwe Edele Mogende door de verdere behandeling der zaak , en de wyze van bewaaring van den Vaandrig van der Hoop, 330 den Generaal van Kretschmar en, des noods , aan or.s overteiaaten, in plaats van omtrent dat een en ander zodanige fielUge ordres te geven , als die Generaal Major had verzogt, ftüzwygende hadden gea'pprobeerd al het geene tot daartoe in de zaak was verricht geworden; en dat Uwe Edele ivlog. teffens aan ons volkomen vry hadden gelaaten , om , zo wel met opzicht tot de verdere behandeling dier zaak, als met relatie tot de wyze van bewaaring van den meergemelden Vaandrig, zodanig te oordeelen en te handelen, als wy als Rechters en naar gronden van Recht en billykheid zouden bevinden te hehooren. Wy hebben dienvolgende, Edele Mogende Heeren! in de meergemelde onze eerde les. ue, zonder alvoorens iets naders nopens de wyze van bewaring van den Vaandrig van der Hoop te bepalen , met eenparigheid van itemmen geaccordeerd het verzoek van den Auditeur Militair, om den meergcmelden Vaanenig nader te hooren op de Artikelen, aan ons geëxhibeert; en wy hebben teffens gerefolveerd , dat het xdve verhoor immeoiaat na het fcheiden van onze Vergadering vvvlm n zoude worden' ten einde wy des na- XXXV11. deel. H dSm  114 «AART. ZAAKEN VAN 1787. demiddags ten zes uuren weder zouden kun. nen Vergaderen, en als dan Rapport van het zelve verhoor aan ons zoude kunnen worden gedaan Wanneer wy vervolgens des nademiddags van den zelfden 28 February andermaal Vergaderd waren, hebben onze Commisfarisfen en de Auditeur Militair aan ons gerapporteerd , dat het gemelde verhoor was gedaan, — dat de Vaandrig van der Hoop wel had èrkend , dat hy geduurende zyne wagt TSën ronde hadt gedaan, doch dat met oplicht tot het fait, aan het Vaandel gepleegd, geen meercer eclaircisfement uit hetzelve verhoor was te halen; — dat voor het overige het gedrag, door den voorn. Vaandrig in het verhoor gehouden, gantsch niet decent was geweest; — en dat zyne antwoorden ook niet in alles voor voldoende konden gehouden worden. Wy hebben daarop dat nader Verhoor geleezen en nauwkeurig overwogen, en wyders, na rype deliberatie, en gehoord het declaratoir en Advis van den Auditeur Militair, met eenpaarigheid van Stemmen goedgevonden , de detentie van meergem. Vaandrig te veranderen in een huisarrest; doch alvorens het. zelve te doen executeeren, kennis van deeze onze Refolutie te doen geven aan den Generaal Major van Kretschmar, Dit vooraf hebbende laten gaan, zullen wy nu toetreden tot een pertinente opgaaf van de redenen, die ons daartoe hebben gepermoVGcrd» Een van beiden is zeker, Edele Mogende Heeren! of wy moeten ons confidereren als de competente Rechters van den Vaandrig van der Hoop, niet alléén wegens de Militaire Delicten door hem begaan, maar ook met relade tot het fait, aan het Vaandel gepleegd, indien de Vaandrig ,mogt bevonden worden daar  JBiART. STAAT ÉN OORLOG. 1787. tig daar aau mede fchufdïg te zyn; of wy moesten ons alléénlyfc befctiouwen aJs competente Rechters ten reguarde der Militaire Delicten, Wy voor ons meenden, uit krachte der ge. melde Refolutie van 50 September 1654, ook de competente Rechters te zyn van den Vaandrig van der Hoop wegens het Fait, aan het Vaandel gepleegd, indien aan ons blyken mogt, dat hetzelve fait door hem was geper'petreerd ; en op dien grond accordeerden wy dan ook aan den Auditeur Militair zyn verzoek, om den meergetneiden Vaandrig, vooral met relatie tot dar fait, nader op artikelen te horen , ten einde te beproeven, of 'er mogelykheid ware, om he.n dien aangaande tot confe.vfie te brengen , cf immers eenig eclaircisfement nopens den Dader te doen geven; doch teen nu die Vaandrig desweegens met allen mogelyken aandrang was ge« hoord , en tot geene de minde bekentenis dienaangaande hadt kunnen worden gebragt, begrepen wy, volkomen buiten ftaattezyti, om hem daaronurend te overtuigen , zo als ons uit de'reeds genomen informatien ook bleek, dat 'er geene hoop was om eenig be. wys door middel van Getuigen ten laste van den Vaancjrig van der Hoop, met betrekking tot het fait, aan het Vaandel gepleegd, te kunnen bekomen; en dat ot.s ten dien opzichten derhalven niets overbleef, dan alleenlyk bloote fuspicien en prefumtien; op fundament van welke alléén, wy na regt en billykheid deswegens niet verder tegen den Vaandrig van der Hoop konden doen voort procederen, en hem by gevolg deswegens niet langer in detentie en buiten acces konden doen hóudea; te minder, om dat wy geinformeert waren, dat het onderzoek over dat principale fait aan den Hove van Holland was gedemaiuleer.*, en het welgemelde Hof aan den Generaal Major van Kretschmar hadt doen declareeren , dat aan H a hé:  jló maart. ZAAKEN VAN 1787. hetzelve Hof geene blyken van fchuld ten laste van iemand, en dus ook niet ten laste van den Vaandrig van der Hoop, wa^en voorgekomen ; als mede dat op fundament van het zelve 'sHofs Declaratoir, van wegen de familie van meergemelde Vaandrig ten fterkïten by den Generaal Major van Kretschmar op het ontflag uit den Provoost was geinftead geworden ; waarom wy ook tot eene langduriger detenfie van den meergenoemde Vaandrig uit den gemelde hoofde niet konden of mogten befiuiten; te minder, da*.r Uw Edele Mogende op het verzoek van den Generaal Major van Kretschmar geene ftellige Ordres dienaangaande hadden gegeeven , maar zo wel de wyze van bewaaring van den Vaandrig, ais de verdere behandeling der zaak , geheel en al voor rekening van dien Generaal-Major, of van ons hadden gelieven te laten. En wat verder betreft, Edels Mog Heeren! de Militaire dehcten, door den Vaandrig ' van der Hoop begaan , zo hebben wy begreepen, den Vaandrig van der Hoop ook op dat fundament niet langer in detentie te kunnen houden, om dat ons geene Wetten bekend waren, waar by eenige bepaalde draf op die begaane Militaire deliélen was geheld, en die ftraf derhalven geheel en al van onze arbitrage dependeerde; waarom wy dan ook volkomen gerechtigd waren om te oordeel», zoals wy geoordeeld hebben , dat die Militaire delicten nooit zwaarer zouden kunnen worden ge' ftraft, dan met casfatie, met inhabiliteit, of mogelyk op het ftrengfte met casfatie met in fa mie ; tot het infligertn van hoedanige ftraf de Perfoon van den Gecondemneerden geenzins wierd vereischt; en by gevolg ook niet zyne langer detentie; welke bovendien geheel onnodig was geworden, ten einde zyne confeslie te bekomen, alzo hy, met rela-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 117 tie tot de Militaire deiitlen, reeds volkomen hadt geconfesieerd. Wy vermeenen, Edele Mogende Heeren! dat wy ter verdere voldoening aan U Edele Mog. requifitie niet zullen behoeven aan te tonen, dat naar Rechten en Practyk het onderfcheid tusfehen Crimineele Procedures by wege van Apprehenlie, en Crimineele Pro. cedures by wege van Dagvaarding in Perfoon , alleenlyk gelegen is in de foort van ftraf, op de aangetygde Misdaad gefteld; ten dien effecte dat een befchuldigde, die, van de aangetygde Misdaad overtuigd zynde, aan Lyf of Leven zoude moeten worden geftraft, ook moet worden geapprehendeerd en in detentie gehouden; en dat in tegendeel een befchuldigde, wiens Perfoon tot de ftraf, welke hem zoude kunnen worden geinfligeerd, niet nodig zoude weezen, ook niet in de gevangenis mag worden gelegd, maar dat tegen denzelven by weege van dagvaarding in Perfoon moet worden geprocedeerd ; zo als wy ook vermeenen, dat wy niet behoeven te urgeeren dat de gevangenis eene foort van ftraf is, welke naar Rechten en billykheid door geen Rechter mag worden gedecerneerd of gecontinueerd , dan alléén in die gevallen , waar in zulks by de Wetten en Reglementen uitdrukkelyk is toegelaten. Wy hebben ook wel geconfidereerd , dat de Vaandrig van der Hoop, in Huis-arrest geplaatst wordende, hetzelve Huis-arrest zoude kunnen viöleeren; maar wy hebben teffens begreepen , dat zodanige mogelykheid ons geenzints bevoegd kon maaken, om zyn detentie , zonder eenen in Rechten gefundeerden grond, en dus op eene willekeurige wyze te doen continueeren, te minder, vermits hy , zyn arrest vibrerende, en dus zyn Regiment verlaateude, zyne Militaire misH 3 dry-  Ïi8 maart. ZAAKEN VAN 1787. dryven," en dus ook zyne ftraf, merkelyk zou .'6 verzwaaren; en wy derhalven, zodanig viöleeren van het arrest , offchoon op zig zelfs mogelyk, niet te min als ten hoogften onwaarfchynlyk moesten befchouwen. Wv vertrouwen eerbiedig hier mede aan Uwer Edele Mogende requiütie volkomen te hebben voldaan; en gelyk wy overtuigd zyn, in deezen als heden van eer en Rechtvaardige Rechters, volgens het licht vau ons gewiste, te hebben gehandeld, zo vleijen wy ons ook, dac .Uwe Edele Mog, daarvan in6gelyks zullen weezen gecönvinceerd, vermits Ü Ed.Mog. na bekomen kennis, dat wy gerefolveèrd hadden de detentie van den Vaandrig van der Hoop by den Provoost te veranderen jn een Huis-arrest, zulks geenzins hebben afgekeurd, maar zich vergenoegd hebben „ om by Refolutie van den 1 dezer aan den Generaal Major van Kretschmar te gelasten. „ Zorg te dragen, dat de Vaandrig ,, van der Hoop uit het arrest, waarin „ hy zich toen bevondt niet wierde „ ontflagen, voor en al eer hy Gene„ raai Major aan Uwe Edele Mogende „ van al het geene door den geformeelden Krygsraad zoude weezen „ verricht, ingevolge van Uwer Ed, „ Mog. Relolutie van den 27 Pebrua„ ry , raport zoude hebben gedaan j% en dat daarop door Uwe Edele ,, Mogenden eene finaale Refolutie „ zoude weezen genomen." Voor het overige nemen wy by deeze gelegenheid de vryheid, aan Uwe Edele Mog. kennis te geven,, dat wy aan den Auditeur Militair van het Regiment op deszelfs verzoek hebben verleend authonfatie, om by behoorlyke indaging tegen den Vaandrig van der Hoop voort te procedeeren; doch denzelven Auditeur teff'ens hebben gelast, roet het doen der-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787, 119 der indaging te ftiperfederen , tot dat wy dienaangaande het goedvinden van Uwe Edele Mog. zullen bebbert* vernomen; vermits Uwe Edele Mog. alie de informatien en verdere ftukken, tot de zaak relatief, van ons hadden gelieven te requireren. Wy hebben de eer met allen eerbied te zyn, Edels Mogende Heerenl (Onder ftond,) Van Uwe Edele Mog. de Onderdanige en getrouwe Dienaaren. De Praefident en Leden van den Krygsraad van het Regiment Hollandfche Lyfgardes te Voet. (Was geteekend) 1 j. l. reynst , Prefidem. (Lager ftond) Ter ordonnantie van den Krygsraad, (Was geconti) 's Hage den 19 Maart 1787. r. van suchtelen. edele groot mogende heeren ! Door den Generaal Major van Kretschmar op laatstleeden Maandag den 12 deezer, kennis gekreegen hebbende, dat de Vaandrig van der Hoop zich uit deszelfs aangezegd HuisArrest had begeeveo, en te gelyk door den H 4 ge-  Ito maart. ZAAKEN VAN 1787. gemelden Generaal Major verzocht zynde , om met onze ordres gemunieert te weezen , hoedanig zich in het'voorfz, geval zoude heb-» ben te gedragen, hebben wy begreepen , aan den zeiven te moeten overlaaten, gelyk wy in de geheele behandeling deezer zaak hebben / gedaan, om in hetzelve, zodanig te handelen , als vermeenen zoude te behooren , en hebben voorts omtrent het aan ons gecommuniceerde gerequireerd en bekoomen het Schriftelyk Rapport, dat wy de eere hebben met een daar bygevoegde Bylaag hier neevens aan U Edele Groot Mog. te laaten toekoomen. Waar meede, Edele Groot Mogende Heerenl zullen Wy God Almagtif» bidden, U Edele Groot Mogende te willen houden in zyn Heilige Protectie. Gefchreeven in den Hage den 14 Maart 1787, (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mogende Dienstwillige , De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekenr,) A. j. R.OYBR. ede,-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 121 EDELE MOGENDE HEEREN! De Ondergeteekende Generaal-Major heeft de Eer aan Uwe Edele Mog. rapport te doen , dat cp gisteren morgen gehoord hebbende , dat 'er een gerucht liep , als of de Vaandrich van der Hoop zyn fluis-arrest geviöleerd , en zich op de vlucht begeven zoude hebben, hy Generaal Major aanltonds een Onder-Adjudant-naar het Huis van dien Vaandrig heeft gezonden, met last om denzelven in Perfoon te gaan fpreeken; dat, Hie Onder-Adjudant daar van terug gekomen zynde , heeft gerapporteèrt, dat hy den Vaandrig van der Hoop nog te zien, nog te fpreeken hadde kunnen kiygen; en hem Onder-Adjudant geantwoord was, dat die Vaandrig was in de Kraamkamer by zyne Vrouw, welke in Barensnood was , en waarvan hy Vaandrig niet van daan konde; — dat zodanig antwoord het vermoeden orntrend de voortvluchting van gemelden Vaandrig siec weinig vermeerderende, hy Ondergetekende Generaal Major daar van kennis heeft gegeeven aan de twee Capiteinen Commisfarisfen uit den Krygsraad en den Auditeur Militair, met last om daar over met den Lieutenant-Collonel Reynst, als Prefldent van den Krygsraad, te gaan fpreeken; dat Capiteinen Commisfarisfen en den Auditeur Militair vervolgens , na gehoudene Conferentien en genomen befiuit, met welgemelde Keere Prefident , vervolgens zich begeven hebben naar het Huis van meergenoemde Vaandrig van der Hoop, en naar denzelven hebben gevraagd, doch toen orntrend een even gelyk antwoord bekomen hebben, dat te vooren aan den Onder-Adjudant gegeeven was; — dat Capiieinen Conimisfarisfen vervolgens ten fterkften hebben geinfteerd , en voornoemden Vaandrig herhaalde reizen hebH 5 ben  123 maart. ZAAKEN VAN 1787. ben laaten ordonneren, uit naam van den Krygsraad, om zich in Perfoon voor hun Commisfarisfen te verwonen, en met dezelven voor een oogenblik te fpreeken , dog dat zy Commisfarisfen in fubftantie aïtyd hetzelve antwoord hebben bekomen; dat op de verdere inftantien van dezelve Commisfarisfen , zelfs onder bedreiging dat men anderzins genoodzaakt zoude zyn het Huis te doen viüteeren , aan dezelven tot een bocdfchap is terug gebragt, dat men zulks zoude afwagten , maar dat die Vaandrig niet van de Kraamkamer konie komen; hebbende niet te mm deszells domeftiquen niet willen erkennen, dat die Vaandrig niet t'huis was; —-— dat Commisfarisfen en den. Auditeur Militair van het bovengemelde aan voornoemde Heer Prcfident rapport hebbende gedaan, by hun is befioten den Ondergetekende Generaal Major te verzoeken om namens den Krygsraad daar van kennis te -geeven aan Uw Edele Mog. en derzelver re. fpecteerende Ordres daaromtrend te verzoeken; dat de Ondergetekenae zulks immeüiaat op gisteren hebbende' verricht, de Heer Secretaris van der Hoop inmiddels aan een Hoofd • Oificier van het Regiment heeft erkend,, aat meergenoemde Vaandrig uit zyn Huis-arrest was geaufugeerd, maar dat voornoemde Heer Secretaris verzogt, dat voor dien dag nog geene vilitatie in het Huis van dien Vaandrig mogte worden gedaan, uit hoofde dat de Vrouw van denzelven wezenlyic was in Barensnood, en in een zeer critique fituatie; van al het welke te gelyker tyd op gisteren aan Uw Edele Mog. kennis is gegeeven; dat Hw Edele Mog. daarop hebben gelieven goed te vinden aan den Ondergeteeken. den te gelasten , van al hetzelve op heden asn Uwe Edele Mog. fchrifteiyk Rapport te doen; aan de Ondergeteekende overlaatende, ver.  waart. STAAT EN OORLOG. 1787. 123 verders daaromtrent, zodanig te handelen als vermeenen zal te behoren. - Dat de Ondergeteekende, tot meerder verzekerheid, vervolgens door den Adjudant aan den fieere Secretaris van der Hoep heeft doen af vraagen , of dezelve gemeide zyn gezegde en verzoek aan een Hoof-Officier van het Regiment gedaan, wel fchriftelyk geliefde te doen overgeeven, waarop de Ondergeteekende in den Namiddag heeft ontfangen eene Misfive vaa voorn. Heere Secretaris van der Hoop, welke Misfive de Ondergeteekende, nevens dit Rüpport, de eer heeft aan U Edeie Mo?, te t%hïbeeren, verzoekende als nu met faoogstde■ ,zelve ordres nader te mogen worden vereerd. (Was geteekent,) 'sFJage j. van kretschmar. den 13 Maart 1787. wel edele gestrenge HEEr! Ik ben geinformeerd , dat deze morgen iemand van wegen Uw Edele Geftr. of van aen Krygsraad aan het huis van myn Neef den Vaandrig geweest is om hem te zien, en dat den zelve geantwoord zoude zyn , dat men hem niet zien konde. Ik voorzie vervolgens dat Uw Ed. of de Krygsraad zig verpligt zal vinden, om huiszoeking naar riem te iatcn doen ,en misfchien wel met eclat. En dewyl zyn Vrouw, zedert deze morsen dadelyk in arbeid zit, en diergelyke demarche dus voor h»ar de allernadeeligfte gevolgen zoude kunnen hebben, neem ik de vryheid Uw Edele Geftr. te verzoeken, om die ongelukkige Vrouw in dit tydftip, van zodanig evenement te willen bevryden, terwyl ik geen zwa-  124 maart. ZAAKEN VAN 1787. zwarigheid maak te erkennen, dat myn Neef* zich van hier geretireerd heeft, als zynde ik daar van door zyn Vrouw een geruime tyd na zyn vertrek geadverteerd , waar door ik rrry vleye, dat de noodzakelykheid van eene huiszoeking zal zyn vervallen. Ik heb de eer met het verfchuldigd refpecb ' te zyn, Wel Edele Gefirenge Heerl L'w Ed. Ootmoedige Dienaar, (Was geteekent,) 'sHage f. van oer hoop. den 12 Maart 1787. L V. Misfive vun de Minderheid der Vro*dj'cftap van Rotterdam aan de Staaten van Holland en Westvriesland. In dato 21 Maart 1787. EDELE croot mogende HBEREn! De Ondergeteekende Raaden in de Vroedfchap, waar onder twee Regeerende en twee OudBurgemeesteren der Stad Rotterdam, gezien hebbende de ftanteekening door de Heeren Gedeputeerden» derzelve Stad in February laastleeden, en bet declaratoir op den 21 dezer Maand in de Registers van ö Edele Groot Mog. gedaan infereeren, ten naame van de geheele Vroedlchap der voorfz. Stad, hebben geoordeeld U Edele Groot Mog. te moeten informee«n, dat die beide Stukken alleen afkomftig zyn van de bekende veertien Heeren Bichon, van der Heim, van Beefting , van der Hoeven, van der Staal, Groettinx, a'Escury, van Teyiingen, Mos fel, van Hogendorp, van Mier op, van Staveren, van Bazel en van T&ndeorn, hebbende de Ondergeteekenden voor zo veel  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 125 veel zy by het arrefteeren van voorfz. Aanteekening en Declaratoir in de Vroedfchap zyn praïfent geweest, den inhoud derzalve expresfelyk gecontradiceerJ3 en (peciaat mer opzicht tot het laatstgemeldejget eclareerd ïö de Extra Ordinaris midde.'en gaaf en zander eenig accrochemint of referve te confenteeren. Wy hebben ons te meer genecesfiteerd gevonden tot het doen van deeze communicatie aan U Edele Groot Mog, uit hoofde van de verregaande declaratien , welke onze voorn. Mede Raaden zich niet ontzien hebben in de voorfz. Aantekeningen aan ü Edele Groot Mog. te doen, niet alleen met opzicht tot eene nog niet genomene Refolutie tot aUgmentatie onzer Vroedfchap, aan welke zy z ggen , dat de Vroedfchap prsetenfelyk uit gemoedelyke overtuiging zich niet zoude kunnen gedragen , maar ziRaden, by Misli. ve aan U Edele Groot Mog. , verzocht hebben ook noch hunne contradictie te mogen hebben. Daar dan de reden dezelfde is, vertrouwen wy e-erbiedig dat ook het zelfde Recht als nog moet plaats hebben, en dat wy de woorden van de Heeren Gedeputeerden der Steden Gorinchëm en Schiedam , uit derzelver aantekening van 14 December, op deze zelfde materie gebezigd , mogen overnemen: — dat U Edele Groot Mog, , zonder hunne digniteit te compromitteren , aan zich zeiven niet Örfgêlyk kunnen zyn, en mitsdien eene gelyke Refolutie als die van 21 April 1786 ook voor dezen Jaare zullen nemen en ter uicvoer brengen , en door gepaste middelen de nodige voorzieninge doen, ten einde door onze Meede Raden zoo wel als door ons , de door ü Edele Groot Mog. ge. maakte Nominatie en daaromtrend gefielde ordres plichtmatig werden gerefpecleerd en opgevolgd. Zeer allieen zynde van zulk *eene Despotycque denk- en handel wyze, als onze meede Raden in hunne voorfz. Aanteekening en Declaratoir manifesteeren, hebben wy ons vergenoegd met de falutaire ciaufuk van hoür prsjudicie in Ü Edele Groot Mog, Refolutie vah ii April geinfereerr , en onder beneficia van dezelve , oHs aan het befluic van U* E'ïele Groot Mog, gefubaitreerd , zo ais wy ons daar aa*n tot de finale afdoening onzer differencen zullen blyven fubmitteeren hoe zeer wy an¬ ders vry meer reeden zouden hebben , dai: onze Medêraaden om ons te beklagen, dat die gevenereerde Refolutie veel verder afwykt van ons Systhe«13, dan van dac onzer Mederaden —- dewyl het voórnaame poinci van quseltie daar in beftaat , of dé Nominatie van Burgemeesteren en Scheepenen onzer Stad. aan den Heere Stadhouder ter Eieclie behoord gezonden te worden? — Ed zo ja, dan in de tweede plaats, hoe de form of het fatzoen van die Nominatie zou behooren te zyn — Omtrent het eerde is door de dispofitie van U Edele Gr. ' Mog.,  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. iay Mog., onze Party gelaten in zyne, by ons onwettig gekeurde Posiesfie; gelyk mede omtrent het tweede, zo veel aangaat her Collegie van Schepenen. En her is alleen met opzicht tor de Nominatie van Burgemeesteren, dat ons gefuftineerde boven dat van onze mede Raaden, door o Edele Groot Mog. is gevolgd — Terwyl het maken der Nominatie door TJ Edele Groot Mog. in plaats van Uoonheeren uit ce Vroedfchap, voor de éé:ie Party niet voor- of nadeeliger is dan voor de andere, — vermits het van 't Lot afhangt, en dus aller onzekerst is , of het meerdertai der Boonen aan onze mede Raaden, of aan ons te beurt zoude vallen. . En *by dat alles komt nog, dat zulk een provifioreële fctïikking natuurlyk veel harder moet vallen voor de Ondergetekende, die in all' het quaeftieufe zich zeiven gelyk en confequent zyn, dan voorde XIV Heeren, wier fysthema zo fluctnëert, dat het hen weinig past van gemoedelyke overtuiging te fpreeken, daar enkele partyzucht en afhangelykheid hec Compas is, waar op derzelver raifonnementen uitlopen. De vergelyking van voorfchreeve Aantekening én Declaratoir, met onze fucce#üVe verzoeken, waar tegen die ftukken zyn ingerigt, zal U Edele Groot Mog, doen zien dat wy ons niet te fterk uitdrukken; — wy fustineeren, dat de latere Ociroyen of Privilegiën elfect moeten forteeren boven de vroegere — en daarom reclaraeeren wy de Octroyen op de Magidfaatsbelteliing van 1650, 1658 en 1673 en willen wy ock dat van iö'5 op de vervulling der Vroedfchapsplaatfen in volle obfervanue gehouden hebben, tot dat by U Edele Gr. Mog. za* zyn verftaan, dat het vroegere Privilegie van 1479 als ten eeuwigen dage gegeven zynde, op 't verzoek van de Meerderheid der gezamenlyke Burgemeesteren, Schepenen en Raden, en van een goed aantal notabele burgers en Ingezetenen onzer Stad, moet revivisceeren. Maar onze Mederaden , fchoon zy in thefi met ons erkennen en tot hunn' voordeel fchynen in te roe-  laB maart. ZAAKEN VAN 17874 toepen denzelfden regel, dat de Ocïroyen „ van tyd toe tyd vervangen en opgevolgd zynde door „ andere — de laatfte altyd geftrekt hebben tot ,' een Wet en regel voor het volgend bewind," beweren echter, dat de Magiftraatsbeftelling niet moet gefchieden, volgends ü Edele Groot Mogende aan onze Stad Anno 1650, 1658 en 1673 verleende, en nooit ingetrokkene Octroyen, maar volgends de vroegere Privilegiën van i"479> I483 en »524— terwyl zy met opzicht op de Vroedfchap wel het laatfte Octroy van 1615 willen handhaven, voor 20 vee! het getal van XXIV aangaat, doch niet omtrent derzelver aanftelling of Electie, welke zy eigener arétoriteit, hebben gedefereerd en noch zouden willen laten aan den Prince Erfftadhouder quafl onder een Acte van non prejudicie , welke z'y echter nooit van Zyne Hoogheid hebben gevergd noch ontvangen , dan by gelegenheid der laatfte vacature. Dan wy zullen ü Edele Groot Mog. met geene verdere reflexien op de voorfz. contradictoire aanteekeningen van onze mede Raaden ophouden, — maar van onze zyde aan U Edele Groot Mogende meergerc. provifioneele fchikkicg van ii April 1786 -scquiesceerende, dezen eindigen met ootmoediglyk te verzoeken , dat U Edele Groot'Mog. gelieven voor of op den 29 April dezes Jaars weder eene Nominatie van vier Raaden onzer Stad tot Electie van twee Rurgemeesteren en van veertien Perlbnert ter verkiezinge vari zeven Schepenen te formeeren en toereikende ordre te Pellen , dat die Nominatien het vereischte effect forteeren. — Terwyl de Ondergeteekende met opzicht op de nadeelige gevolgen en confufie , welke men in de voorfz. aantekening voorgeeft , dat uit U Edele Groot Mog. voorfchr. Refolutie na dato derzelve reeds gerefulteerd zouden zyn , of noch zouden mogen refulteeren , U Edele Groot Mog. kunnert verzekeren , dat zederf of uit hoofde van de aan» Helling der thands kegeerende Burgemeesteren en Schepenen , geene zodanige confufie of gevoigen plaa:è  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. u9 plaats gehad hebben , noch voor het vervolg te' vreezen zyn. - Ën dat indien met de ingewikkelde' comminatien , welke voornamen>iyk in het laatstgemelde declaratoir onzer mede Raaden zyn ter nedergefteld, en de meldinge van fchromelyke gevolgen welke uit het nemen eener riefolutie toe augmentatie onzer Vroedfchap zouden kunnen proflueeren bedoeld4mogten Worden, het gebruik makeu van een door allerleie iaage kunltenaryen verkregen invloed op het ruuw en onkundig gemeen tot feitelyke refiftentie tegen het beëedigen en irl functie Rellen der nieuwe Raaden, de fterk- te en iever onzer nieuw opgerigte Schuttery, ons de Volkomenfte gerustheid geven, dat wy zeer wel in Raat zullen zyn de auctoriteit der Regering en de executie van ü Kdele Groot Mog. Souveraine bevelen, behoorlyk te maintineeren. Den Zegen des Allerhoogften.over U Edele Groot Mog.afbiddende,hebben wy de Eer ons te noemen, Edele Groot Mogende Heeren \ (Onder ftond,) U Edele Groot Mog. Rotterdam Onderdanige Dienaren den 21 Maart 1787. p. boogaert. jacor herman v1ngerhoeot» isaac van rtLPHEN. P. J, van DER goes. p. gevers, j. j. elzüv:er. j. reepmaker van strevels» hoek, 6amüel van hoogst rai en* XXXVII, nsEt, ï LVL  l3o maart. ZAAKEN VAN l?87« LVI. Declaratoir van Rotterdam, ter Ver* gaderinge van Hun Edele Groot Mog. In dato ai Maart 1787. Ter gelegendheid van de deliberatien over her Rapport op de Extraordinaite Middelen voor dit Jaar van den aafte Decemöer laatstleden, hebben de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam het volgende Declaratoir overgegeeven, om in de Notulen te worden geïniereert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben gedeclareert, expresfelyk gelast te zyn , omme ter voorkoming van alle verwarringen , en uit aanmerking, dat reeds by alle de overige Leden van Hun Edele Groot Mog. was geconfenteerd in de fixtra-Ordinaris Middelen, ook in dezelve content te dragen, doch by die gelegenheid, namens de Vroedfchap te doen, en in de Notulen van Hun Edele Groot Mog. te laten infereeren, het navolgend Declaratoir. De Vroedfchsp der Stad Rotterdam, gehoord het Rapport van het Befoigne, op laatstleden Zaturdag den 17 dezer Maand gehouden, en by meerderheid van ééne ftem ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. uitgebragt, ten einde Hun Edele Gr. Mog. te adviferen, om aan het verzoek by eenige Burgers en Ingezetenen dezer Stad gedaan, tot vermeerdering der Vroedfchap met XVI Leden, te voldoen, vermeend (hoe zeer zy nimmer geloven kan, dat zoodanig een Rapport , tlrydende tegens alle gronden van Regeering , en tegens de duidelykfte letter van het wel en wettig verkreegen en nooit betwist Stads.  üaaris STAAT ËN ÖDRLÖG. 1787. m Priviiegie of Oftroy van Ao. 1615, by de Vergadering vaa Hun Edele Gr. Mog. zoude worden geaoiplecteerd,) in allen gevallen , verplicht te zyn 4, ter deezer Vergadering te declare/ren: dat zy bezwooren hebbende, de confervatie van alle exteerende en niet geabrogeerde , maar ia deugdelyké oofervanue Zynde Privilegiën ea Octroyen , niet zal kunnen \iulden , of toelaten zodanig een inbreuk tegen dezelve, fpeciaal tegen hec gementio. neerde Üctioy Van 1615, als waar toe by de Meerderheid van het voorfz. Befoigne géadvifeert is, en dit te minder, daar hec meergemelde verzoek, öm de Vermeerdering der Vroedfchap niet flecnts geheel onwettig zonder behoörlyk voorkennen en zonder baare toeftemming gedaan is , maar ook door een veel grooter aantal Van Burgers en Ingezeetenen van haar Stad, die nevens andere de Gemeene Lande en Stads lasten dragen, opentlyk gedisavoueert en tegen gefprooken word. De Vroedfchap verklaard wyders: dat zy ihb&rerende en volkomentlyk approberende de gronden by de Heeren Gedeputeerden dezer Stad, met concurrentie van de Heeren van de Ridderfehap en Edelen , mitsgaders de Heeren Gedeputeerden der Steed ö Delft, Hoorn eö Enkhuyfen, by hui.* ne AdVyzen in het voorfz. Befoigne op Zaturdag laatstleden gelegd, zich tegens eene Refolutie ter contrarie , so ze onverhooptelyk mogt genomen worden, ten allen tyden ten krachtigfte zal verzetten en blyven verzetten, latende mitsdien nu , voor als dan, alle de fchromelyke gevolgen, die uit . / I oi - hit  iSa .maart. ZAAKEN VAN 1787. het nemen van zodanig een Refolütie, als waar toe de Advyzen van de Meerderheid van het voorfz, Befoigne ten' deren , en waar aan de Vroedfchap uit gemoedelyke overtuiging zig niet zoude kunnen gedragen, voor rekening en ter verantwoording vau die zouden kunnen goedvinden zich daar mede te conformeren. Infteerende eindelyk de Vroedschap, by alle hare meeda Staats-Leden, en fommerende ieder van hun , zo uic overdenking van Eed en Plicht , als, uit hoofde van de bereidwilligheid , tot hier toé by deeze Stad betoond , in het dragen der Gemeene Lasten , om de wettige Regeeriug dezer Stad, by alle baare Rschten, Vryheeden en Privilegiën weirherig te maintineeren , en in alle die Rechten waar van de Vroedfchap , namens de Stad, in wettige Posfesfie is , als meede Lid van Staat te ftyven en te Herken. LVIf. Dispenfutie ten behoeve van Cornelis , van Ainmelrooy, om met de Zusters Dogter van wylen zyne eerfte Vrouw te mogen trouwen. Toe°eftaan door Hun Edele Groot Mug," In dato 21 Maars 1787. Ontfangen een Misfive van Prefident en Raaden gefchreeven in den Hage den 20fte dezer, houdende tot voldoening aan Hun Edele Gr. Mog. Appoinctement van den 28de der voorleden Maand derzelver Conüderatien en Advis , op de daar by terug gaande Reqüeste van Cornelis van Ammeirooy % Oud circa *8 Jaaren , en van Henrica van Ar kei, Oud circa 37Jaaren, beide wonende te Gorinchem, zyn- 1  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 133 zynde de Suppüante eene Dogter van de Suster van des Suppiiants Overleede Huisvrouw, tendeerende om van Hun Edele Groot Mog, te obtineejen dispenfatie tot het aangaan en voltrekken van hun voorgenomen Huwelyk, breeder hierna geinfe. reert. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden verftaan, in aanmerking van de by der Supplianten Requeste gebuteerde en gemelde recente voorbeelden van gunftig verleende dispenfatien , welke zouden ingevallen kunnen fchynen geen favorabler reflectie te verdienen, dan het voorfs, voorhanden zynde geval, en uit Confideratie van de onkunde van het verbod, waarin de Supplianten , toen zy hunne genegendheid tot eikanderen vestigden, geverfeert hebben, en van de favorable getuigenisfen, aangaande der Supplianten gedrag, aan de Supplianten te verleenen dispenfatie , en te permitteeren hun voorgenomen Huwelyk te voltrekken. En dat wyders de voorllag in dezelve Misfive tot renovatie der Publicatie van 21 Mey 1664 en van 33 February 1736, metde byvoeging, zal worden geexamftieert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie mee Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en. Advis. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Ingevolge de geëerbiedigde requifitie van U Edele Groot Mog., hebben wy geëxamineerd de hier nevens terug gaande Requeste van Cornelis van Ammeirooy , oud circa 58 Jaaren, en van Henrica van At kei, oud circa 37 Jaaren, beide wonende te Gornichem , zynde deSuppliante eene Dochter van de Zuster «an des Suppiiants overleeden Huisvrouw, 1 3 ten»  134 maart. ZAAKEN VAN 1787. tendeerende , om vaa U Edele Groot Mog, te obtineeren dispenfatie, tot het aangaan en voltrekken van hun voorgenomen Huwelyk. Wy hebben dezelve Requeste gefield in banden van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Gornichero, om zich op de Waarheid der pofitiven van de Requeste, en d» conditie van den Suppliant te iniormeeren , de Ouders van de Suppliante te hoeren, en ons te dienen van onderrichting en Confiderauen. Gemelde Burgemeesteren en Regeerders hebben ons gere'icribeerd, dat de Ouders van de Suppliante de voorn. Henrka van Arkel, voor hen ontboden, gedeclareerd hadden, da? zy niet alleen volkomen toeftemdpn in het Huwelyk van haare Dochter met den Suppliant den gemelde C.van Ammelroy, maai dat zy uit hoofde van hunne naauwe betrekking, en in aanmerking van de faiertelyke gevolgen, welke , by verhindering in de voltrekking vau dit Huwelyk te duchten Honden , naar niets meer verlangden ;■ dan dat aan het "verzoek om dispenfatie kon worden voldaan; dac zy Burgemeesteren en Regeerders zich vervolgens" ook zoo veel mogelyk hadden doen hifortneeren op de waarheid der verdere pofitiven van deï Voorn. Requeste, en dat hun gebleeken was dat de eerdere Huisvrouw van den Suppliant, met uaame Hendrica de Jongh , overleeden in den Jaare 1765 eene Zuster is geweest van de Moeder der Suppliante, en dat 'er geen Kind, Kinderen of Kindskinderen uit het Huwelyk van den Suppliant met gemelde Hendrica de Jong zyn nagelaten: dat beide de Supplianten zyn van de Hervormde • Godsdienst ordentelyke Burgerlieden, en voor zo ver hnn Burgemeesteren eo Regeerders kennelyk was, ocbefprooken in derzelver gedrag; dat dezelve als zeer eenvoüdige Perfoonen, zekerlyk de Wetten en Placaaren, Welke oiacrend hec aangaap van Huwelykea  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. 135 fübfifreeren , ignoreerende , moesten aangemerkt worden zich ter goeder trouwe aan elkanderen te hebben geëngageerd, en dat derbal ven derzelver handel wyze, zo we! als derzelver Perfoneel beftaan, allezints fcheen de gratie van Uw Edele Groot Mogende, in het obtineeren van de verzochte dispenfatie te kunnen meriteeren. Nog onlangs, Edele Groot Mog. Heeren! hebben wy onzeConltderatien opeen verzoek, prsecies in dezelve termen vallende als dit tegenwoordige , aan U Edele Groot Mog. voorgedragen , by gelegenheid dat Ifaac Bon en Maria de Knecht Uw Edele Groot Mog. hadden geadieerd tot het obtineeren van dispenfatie ter voltrekking van derzelve voorgenomen Huwelyk , het geen wy toen, (met referte tot een anterieur meer gedetailleerd Advis op het Stuk der dispenfatien orntrend Huwelyken, aangaande het uitdrukkelyk Verbod van zoortgelyke Huwelyken by Uw Edele Groot Mog. Publicatie van den Jaare 1666, aangaande het requifit van fpeciale redenen tot het obtineeren van dispenfatie , aangaande de motiven , welke 'er veel ligt met betrekking tot de politie 'voor handen zyn , om , offchoon een Huwelyk met de Dochter vau de Zuster van eene overleeden Huisvrouw by de Mofaifche Wet niet verboden is , in het admitteeren van diergelyke Huwelyken minder faciel te zyn , en aangaande het ortgenoegzaame van de onkunde van eenige Wet tot het obtineeren van dispenfatie om te mogen doen het geen by die Wet verboden is,)hebben geremarqueerd, moeten wy als nog inhareeren, en , gelyk wy toen van Advis waren, omtrend het verzoek van de gemelde Ifaac Bon en Maria de Knecht, zo zyn wy nu ook van Advis, orntrend het verzoek van deeze Supplianten , dat het zelve zoude behooren te worden gedeclineerd, ten ware Uw Edele 1 4 Groot  136 maart. ZAAKEN VAN 17B7. Groot Mog. in a-anmerking van de by derzelver Requeste gebuteerde en gemelde recente voorbeelden van gnnitig verleende dispenfütien ,- ingevallen welke zoudr;n kunnen fchynen geene favorabeler reflectie te verdienen , dau ,het vo.orbanden zynde geval, en uit conlideratie van de onkunde van het verbod', waarin de Supplianten, toen zy hunne genegenheid tot elkauderen vestigden , geverfeerd hebben , en van de favorabele getuigenisfen aangaande der Supplianten gedrag , mogten refolveeren dit Huwelyk door het verleenen van de verzochte dispenfatie te permiiteeren; maar te gelyk door eene re. «ovatie van de Publicatie van ai Mey 1664 cn van 23 February 1736 voor hec vervolg minder aanleiding over te laaten tot hec allegueeren van onkunde van de prohibitie der Huwelyken in dezelve Publicatien ver:neld, met bygevoegde uitdrukkelyke fpecifkatie, dat onder de verboden Huwelyken mede behoord hec Huwelyk van een Vrouw met haar jvians Broeders of Zusters Zoon ; op Welke renovatie wy vermeenen dat Clw Edele Groot Mog. te meer zullen behoren bedagt te zyn , indien ook dit Huwelyk van de Supplianten word gepermitteerd,, om dst ,het anders te dugten is, dat dc voorfz, prophibitïve fanctie door de vermeenigyuldigde gevallen , waar in zonder byzonder dringende en fpeciale redenen dispenfatie word verleend ; geheel en a! buiten werking zal geraken , daar 'er echter zeer gewichtige redenen zullen geweest zyn, om dezelve te doen emaneeren; en wel zulke redenen, die als cog voor dezelve fubfilleeren. Wy refereeree ons niet re min aan U Ed» Groot Mog. Wyzere bevattingen* Hier meede, Edele Groot Mogende HménX bidden Wy God Almachtig U Edele Groot Mo*  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 137 Mogende in eene Jangduurige en Voorfpoe* dige Regeering te conlerveeren. Gefchreven in den Hage den 20 Maart • i7U7. (Onder ftond) U Edele "Gróót Mog. gansch Dienstwilligen, De Prajfident en de Raaden over Holland, Zeeland / ' en Vriesland. (Lager ftond) v " ' ' \ Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) adriaan bodt» Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. Geven reverentelyk te kennen Cornelis van Ammeltoy, oud circa agt en vyftig Jaaren, en Henrica van Arkel Jonge Dngter, oud eirca zeven en dertig Jaaren, beide woonende te Gorinchem. Dat des eerften Suppiiants Huisvrouw wylen Hendrica de Jongh in den Jaare 1785 overJeeden zynde, eene daagelykfe ommegang met de tweede Suppliante hem daarna eene zeer ferieuze genegenheid voor dezelve heeft doen opvatten , weike ook van de zyde van de tweede Suppliante door eene welmeenende I 5 lief-  ,3.8 MAART. ZAAKEN VAN 1787. liefde is beantwoord , en de Supplianten dus bellooten hadden met den anderen een Wettig Huwelyk aan te gaan, waartoe zy ook reeds ■de toeftemming en goedkeuring van des tweedes Suppiiants Vader Ary van Arkel en haare Moeder Adüaantje de Jongh verkreegen hebben, zonder dat zy Supplianten zig eenigermaten hadden voorgefteld, dat in de volvoering van dit Hun voomeemen ietwes aan hun zoude hebben kunnen obfteeren. Dat de Supplianten, welke belde zyn zeer Burgerlyke Lieden en dus in de beste trouwe geiguoreerd hebben , hoedanige befchikkingen door U Edele Groot Mog. nopens het contracteeren van Huwelyken cusfchen Perfoonen, welke eenigzints aan elkanderendoor \ affiniteit zyn verbonden , bevoorens zyn geëmaneerd: — als nu met de uiterfte ontroering zyn geïnformeerd geworden , dat bun geprojecteerd Huwelyk zo niet direct , ten minften indirect zoude inlopen tegeu U Edele Groot Mog. Politique ordonnantie en opgevolgde Publicatie van den 21 Mey 1664, als zynde wyle de voorn, eerfte Huisvrouw van den eerften Suppliant geweest eene Zuster van des tweede Suppiiants Moeder. Dat de Supplianten echter ook van de andere zyde onderricht zyn geworden , dat te meermalen door U Edele Groot Mog., aan lieden , in eene gelyke betrekking tot elkandereu ftaande, als de Supplianten, en nog onlangs op den 29 Juny 1786 aan Izaak Bon en Maria de Knegt dispenfatie van de bovengem. wetten tot het aangaan van een Wettig tiuwelvk is verleend, — en de Supplianten zich mitsdien ook vleijen, dat daartoe ten dezen mede favorable termen exfteeren, aangezien niet alleen der Supplianten voorgenomen Huwelyk nog met de Goddelyke Wetten, nog met het ratcht der Natuur ftrydig is, maar dat ook de Supplianten beide zynde van den  Maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 139 den Hervormden Godsdienst, gemeend hebben , dat na doode van des eerden Suppiiants Huisvrouw, by dewelke hy nimmer Kind of Kinderen heeft verwekt, alle betrekking tusfehen hun Supplianten, welke een diergelyk engagement zoude kunnen beletten, ophield, en zy dus in dat vertrouwen begonnen hebben eene liefde voor eikanderen te voeden, welke hoe langer zoo meer zynde bevestigd, thans aan de Supplianten de grie« vendfte fmerten, ja hun tydelyk ongeluk gewis zoude veroorzaaken, indien U Edele Gr. Mog, niet mogten goedvinden uit hoofde van Hoogstderzelver Souveraine magt, de beletfelen , welke der Supplianten echtverbintenis zoude mogen verhinderen, goedgunftiglyk uit den weg te ruimen. Weshalven zoo keeren de Supplianten zig tot U Edele Groot Mog., ootmoediglyk verzoekende dat Ü Edele Groot Mogende uit Hoogstderzelver Souveraine magt de Supplianten goedgunftiglyk gelieven te verkenen dispenfatie jot het aangaan en voltrekken van hun voorgenopmen Huwelyk naar de wetten van deezen Lande, en daar van aan de Sup pliancen te veleenen Oftroyin Optima forma* (Onder ftond J 't Welk doende, &c. (Was geteekent) M. H. VAN SON , HENDRIKSZ. (In margine ftond ge'appoftilleerd) De Staten van Holland en Westvriesland vinden goed, dat deeze Requeste, onverminderd de overneeming door de Heeren Gedeputeerd den der Steeden Schoonhoven, Alkmaar,  S4Q waart. ZAAKEN VAN 1787. Monnickendam en Purmerende, zal worden gefield in handen van den Pr- , En dit uiterfte, Edele Groot Mog. Heeren, zcu velen onzer den dood verkieslyk maken. Want hoe zouden wy gebruik kunnen maken van eene amnestie, die, reeds verlopen zynde, ons aan de akeligfte gevolgen zoude exponeeren; die, fchoon wy voor 'c Lpperwezen, voor U Edele Groot Mog. en voor de ganfche Natie onze onfcbuld zoo dikwerf ... ontvouwd hebben, eene fchuldbekeutcnis zoude influiten. Een ftap, die velen onzer 't geweld zou in den mond doen lopen, en ons blooc (rellen aan de genade of ongenade van verhitte Krygsknechten , die , (de weinige weidenkenden echter uitgezonderd) nog dagelyks onze Huizen openbreken, onze goederen roven, onzen voorraad verteren, en door de biwerlte fcheld woorden hunne gevoelens te onswaards uitdrukken. De te Elburg nog onlangs, ja van tyd tot tyd beroofde Huizen en Winkels van de Mede-Ondergetekenden H. Hoef'hamer, A van Gelder Mz,' E. vanDiermen, G. Hoef hamer , D. van Diermen, de opgebroken Huizen vau Trouwt, J. H. Veldhoen, G. Deitman, J. ^Tï. Eherveld, om van veele andere niet te gewagen, kunnen ten bewyze (trekken ; terwyl velen der Ondergetekenden door de zoogenaamde Regenten, 't vervoeren hunner iiigendommen geweldadig belet is : Kegenten, waar van zommigen zich niet Ichamen het Volk tot 't aanheffen van oproer-tonen aantemoedigen; terwyl de Militaire Patrouilles aan de Huizen der Burgeren publicq geweld ple-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 145 plegen, en dat alles genoegzaam ftjaffeloos, • om te zwygen dat men onze waardigfie MedeBurgers (zommigen enkel en alleen om dat zy zich aan ü Edele Groot Mog. vervoegd heb. ben) gaarne zou opofferen; fchoon men tegen niemand hunner, tot op dit oogenblik en dus naar een tydverloop van meer dan zes maanden, eenige gerechtelyke vervolsiDsr. heeft zien te werkftelien,of met eenigerhande befchuldiging tegen hen in het püblicq verfchynt. Er blyft dan voor ons niets meer overig Edele Groot Mogende Hetren, dan in deelè oogenblikken U Edele Groot Mog. a] weer te adiëren, en het daardellen der toegezegde proteétie, en 't effect der Unie, by dezen te reclameren. Effecten , welker vryheid van ' reclame zelfs door de zoo vérfchillend denkende Regeering van Amersfoort zoo uitdrukkelyk aan de particuliere Leden van Provinciën word toegekend ; die zeggen toch in hunne Misfive van 28 Oelober 1786, door den dtuk gemeen gemaakt, met zoo veel woorden, hoewel met een gansch ander oogmerk : dat Hun Ed, Achtb. zich in de noodzakelykheid bevinden, vati de Bondgenoten die hulp en befcherming te komen verzoeken, welke de P!0vincien en particuliere Steden, Leden van de Unie zyijde, zich onderling en plechtig toegezegd heiben, en wel uitdrukkelyk in gevallen, daar dezelve Steden of Leden quaftie met den anderen hebbende , nopende haarlisdef Gerechtigheden , beideparthyen zich niet langer aan het recht willen fubmitteeien Eene toezegginge, die zoo zeer de grondjlag van dit verbond uitmaakt, dat de Republicq haar gar.fche oogmerk en bejiaan met de verwaarlozing daar van zoude misfen, gemerkt de zwakkere Leden, hier in alleen, die beveiliging van derzelver Burgerlyke Rechten en VtyheCd kunnen vinden, welke zy anders verplicht zouden wSyJ,>Sewee"> tene andore toe gefchikte XXXVIl, BEEt. K * Jvmh,  ttf MAAKT» ZAAKEN VAN 178?* macht te zoeken 1 Beloften dtrhalven, welker ver» vulling wy vertrouwen, als Mede Leden van dit Bondeenootfchap , met het volkomenfle recht te mogen reclameeren , in het geval, waar tn wy enf bevinden , daar onze Gerechtigheden aller dutdelykst gefchonden , en ouze gemeenfchappelyke Bezittingen zelfs geweld aangedaan worden. _ En geen wonder; want hoewel t zeker is, dat onze Regeetings Collegien, als integrerende Staats-L-eden, de Souveraimtext der Provintie tot algemeen nut en behoud hebben gemeen eemaakt, zoo is toch nimmer aan de Meerderh'eid eene willekeurige overmagt, over hunne Mede-Staatsleden,in weerwil van Regeering en Burgerye en dat in zaken, die nunne Stedelyke Rechten betreffen, afgedaan ; gelyk dit in het protest der Stad Elburg in dato 26 Augustus 1786 ter Quartiers-recesfe geinfe. reerd, zoo wy vertrouwen, aan de MedeStaatsleden overtuigend is gededuceerd. Wv reclameeren die krachtdadige hulp eri befcherming, die ü Edele Groot Mog., voor 't oog der Natie, ja van gansch Europa, zoo plechtig beloofd hebben ten onzen opzichte tot derzelver laatften adem te zullen mamtineeren en werkelyk te doen genieten, tot herftel onzer zware grieven en onberekenbare fchadens. Wy twyffelen geen ogenblik aan de welwillendheid van Uw Edele Groot Mog. en aan derzelver genegenheid te ons. waards, die, te meermalen zoo keurig en by verfcheidene gelegenheden onze zaak ver- deWyefmeken D Edele Groot Mog. in dezen uiterften nood, zich volgens den aan U Edele Groot Mog. gedeclareerden wensch van zoo veele duizenden van Hollands beste Ingezetenen onze zaak kragtdadig aantetrekken. Mitsdien hopen, ja vertrouwen wy, dat ü Edele Groot Mog. provifioneel aan onze  **aart. staat èn oorlog. ï?sf, 1$ vlugeende en veel al uitgeplunderde en beroofde Burgers een of meer plaatfen , binnen de Provintie van Holland wel znllen gelieven aan te wyzen, om zich aldaar, met bewilliging der refpective Stedelyke Regeeringen , als geborene Burgers en Inboorlingen van Holland en West-Vriesland , by provifie te kunnen nederzetten , met hunne Echtgenoten en Kindéren, en de weinige hun overgeblevene Goederen, met permislie tot eene Collecté binnen deeze Provincie voor de meest behoeftigen onder dezelven, en hun vervolgens daar wel te willen doen wedervaren, die vermogende onderfteuning en hulpe, waarop zy vermeenen en hopen, dat zy j in aanmerking van hunne liefde voor hunne onbetwistbare Stedelyke en Burgerly. .ke Voorrechten en Vryhedeu, en de daaruit yoortgefprotene voorbeeldeloze ongelukken ka totaal bederf van hunne Steden en Huisgezinnen , gegronde aanfpraak kunnen en mogen maken* 't Welk doende, enz. Aan Hun Edele Mogende de Heeren Staaten des Furftendoms Gil" re en Graaffchap Zittphen* EDELE MOGENDE HERREM! De Ondergeteekenden, uicmakende ver het grootfte gedeelte der Burgeryen van dè Steeden Hattem en Elburg, hebben tot hunne totale en finale decharge nodig gevonden , zich als nog aan ü Edele Mog. te vervoegen, en met verfchuldigd refpect voor te draagen: Dat het aan gansch JNeêrland maar al te zeer bekend is, dat de Meerderheid van O Edele Mog. hebbende kunnen goedvinden in de maand Augustus en begin van September K J5 09ê;  m*art.zaaken van 178?. deezes Jaars onze ongelukkige Steeden door Militaire Magt , met allerlei grof Gefchuc», iaa zelfs met houbitzers, gewaapend te doen . oecupeeren, de Ondergeteekenden, die tee¬ lten zulk eene Overmagt niet beftand waaren, hunne eiaene Steeden hebben moeten verhaten, en in 't naburig Overysfel, 't welk hun met open armen ontfing, een veilig verblyt zoeken ; Dat deze fituatie ons te meer gegriefd heeft, wyl wy geene bewustheid hadden tot zulke verfchriklyke uiterftens eenige aanleiding te hebben gegeeven. Dat wel is waar, by de Ondergetekenden en derzelver Stedelyke Regeeringen fuftenuen gevoed wierden, die devieerden van de denkwyze der Meerderheid van U Edele Mogende; doch dat dezelve onzes erachtens deunende op de fpreekende Privilegiën onzer Steden, en op onze ontwvffelbare Stedelyke en Burgerlyke Vryheden, zy billyk hadden moeten verwachten, dat men deze fuftenuen onderzogt, immers der Ondergetekenden gehoord, en van de ongegrondheid hunner vermeende Rechten overtuigt zou hebben ; terwyl men nu al Burgeryen attaqueerde, die nimmer oproer gezogt, nooit de goede order omgekeert, nog tegen billyke Wetten zich verzet hebben, die op de wettige Rechten van U Edele Mog. nimmer den minften inbreuk gedaan, maar zich eeniglyk bepaald hebben , wat de Stad Elburg betreft (want 't verfchil met Hattem was eeniglyk een verfchil met den Stadhouder, en dit is zelfs niet ter tafel van ö Edele Mog. gebragt, en dus is 'er tegen die Stad zelfs geene befchuldiging) tot eene bedaarde en Conftitutioneele verdeediging onzer aan. geboorene en verkreegene Burgeriyke en Scedelyke Rechten , gegrond op den aart der zaaken, op 't Staats Recht van dit Gewest, en op 't voorbeeld van een aantal ftemmende Steden in andere , ja ook in oaze Provin-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 149 vincie , zelfs van de Stad Elborg in vorige Eeuwen, zonder dat in die tyden daar op reflexie gevallen is, veelmin die Steden met Militie geattaqueerd zyn, (alle welke pofitien wy, wierd het ons flechts vergund, ons gedrag te verdeedigen, by de ftukken deducee» ren zullen;) en dan ook zouden zy in ftaat zyn te demonftreeren het volftrekt abuflve van de aan O Edele Mog* gefuppediteerde : 1 informatien , als of flechts twee Regenten neevens de Gemeente de bewuste Refolutien tot lepofitie der Publicatie en weering der Militie te Elburg onwettig hadden gearrefteerd, wyl by 't Stedelyk Reglement dier Stad, 't welk nimmer gealtereerd, maar in deze veelal onafgebrooken is naar geleefd , zoo uitdruklyk is geftatueerd, dat de Magiftraat in Politique zaaken de Gezwoorene Getneente kennen zal, om derzelver concurrentie te hebben, om te zwygen, dat de Magiftraat niec lang geleeden, zoo uit eige beweeging, als op verzoek der ganfche Burgerye tot driemalen toe op 't allerernftigfte den Heere Stad» houder heeft Verzocht in de tegenwoordige tyden geene Militie te zenden, waaromtrent men zich op Zyn Hoogheid beroepen kan, daar de Regeering van Hattem op gelyke wyzen tegen de inleegering van de Militie zich nevens die ganfche Burgery dier Stad ernftig, verzet heeft. Alle welke en een aantal andere bewyzen de Ondergetekenden tot formeele deductie hunner Rechten & jufiificatie hunner gedragingen zullen referveeren. Dat U Edele Mog. dus by nadere overweeginge ligtelyk zullen bezeffen, hoe hard en fmartelyk 't bos vallen moet door 'sLands Militie uit onze wooningen te zyn verdreeven, onze Huizen ter dispolitie van den Soldaat te moeten laaten, terwyl verfcheiden der Ondergetekenden, ja zelfs hoog zwangere Vrouwen, door K 3 dep,  $b maart. ZAAKEN VAM itfp den Soldaat, ja fomtyds op bevel van den Officier genoodzaakt zyn geworden hun ei) gen bedden te verlaaten, en op ftroo of buiten Huis een rust- en kraamplaats te zoeken: onzen voorraad te zien verteeren, geweldadig door een zogenaamde Magiftraat belet te worden, gebruik te maaken van onze eigendommen; maar te moeten gedoogen „ dat ze door huisbraak en diefftal geroofd worden, en dat zelfs, naar dat men de eerstgemelde Stad op een voorbeeldelooze Barbaarfche, Godönteerende, en tot den Hee= mei om wraak fchreeuwende wyze, door de Militie , volgens de Staats-Reiblutie ter beveiliging der goede ordre en herftellwg der ru$i gezonden , en die ook door ons zweet en bloed gevoed wordt, heeft zien uitplunderen , en zoo door alle deze mishandelingen, van welken men zékerlyk geen voorbeelden in de Geïchiedboeken zal kunnen aantreffen , die zelfs verfcheidene Raden van ü Edele Mogende by de gedaane infpettie hebben doen verbaasd ftaan, hunne ongelukkige Steden in den jammerlykften toeftand te zien gebragto En terwyl wy deze nog teekenen, Edele Mogende Heeren, is op den 6 December, onder andere geweldenaryen , hec Huis van den mede Ondergetekende Hermanus Jam te Hattem, op gegeevene ordre, met fabel en geweer door een ibldaat, (die aldaar nieuw quartier zogt, en van dit Huis, dat geflooten was, tegen wil en dank van den Éigenaars ook werkelyk bezit genomen heeft) geweK dadig opengebrooken. Dat de Ondergetekenden niet min treft hunne kostelyke Privilegiën, waaronder 't jus de. non evocando geene der minden is , en hunner Steden ontwyfelbare Civile en Crimineeie Jurisdictie, zoo maar Willekeurig te zien pasl'eeren , ais of ze niet exteerden , en 't Bof'delegeeren, om richterlyke (haften tegen OiïB  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 151 ons uit te oeffeaen; en zoo, gelyk de BurW gerlievende Regeering van Harderwyk zich te recut in fubltantie uitdrukt, zonder dat de Zaak immer onderztcht was, de Privilegiën der Steeden willekeurig den bodem in te Jlaan* Niet min grievend is 't, Edele Mog. Heeren, dat dezelve Meerderheid van U Edele Mogi, na dat onze Burgeryen geruineerd, onze Steden bedorven of geplunderd waren , aan veelen onzer , die van geen misdaad aangeklaagd, veel min overtuigd waren, pardon /• aanbood, en anderen, even min van iets misdadigs bewust, waar onder zelfs zommigen, die zich op expresfen last en met volkouiene approbatie van de meesten der Ondergetekenden , op gronden der Unie aan de Heeren Staten van Holland en de verdere Hooge Bondgenoten geaddresfeerd hadden, hier van uitzonderde; daar echter niemand der Ondergetekenden , fchoon eenige weinigen onzer , wel eenigen tyd ter verrichting van allerpresfantfte bezigheden nn en dan na die Steden zich begeven hebben, niemand onzer echter, zonder van eenig misdryf overtuigd te zyn , een nooit begeerd , nimmer verlangd, pardon, of amnestie, zal kunnen aannemen , maar daar van wel expresfelyk af-. ftand doet. Wy hebben wel een behoorlyken «erbied voor 't reprajfentatif Souverain gezag der Heeren Staten, maar dit ook, Edele Mog. Heeren, keut hare palen, en 't is immers beneden 't eerbiedwaardig Souverain gezag, in een door dromen bloeds vrygevogten Land, 1 dit gezag door den Souverainen wil alléén te juftificeeren, en te zeggen : fiat pro ratisne, voluntas. Aan God en aan 't Volk ('t zy met eerbied gezegd,) zyn U Edele Mog. toch verantwoording fchuldig , en de Regeerings-Collegien der Steden zyn immets ü Edele Mog. K 4 in»  153 maart. ZAAKEN VAN 1787. integreerende Meede-Leden, en zoo gerechtigd van de ontdane verfchillen, voor al die de fprekendfte Privilegiën hunner Steden raken, behoorlyk onderzoek en redres te vorderen ; ze zyn immers gerechtigd zich tegen geweid te verzetten. :" Dat zy Ondergetekenden en de Regeeringên hunner Steden dit alles tot herhaalde reizen aan U Edele Mog. vrugteloos hebbende voorgedragen, als Leden der Unie zich gedrongen hebben gevonden de Hooge Bondgenoten , ipeciaal noch onlangs by herhaling de Heeren Staten van Holland en West vriesland, te adieeren , en derzelver hulp en meedewerking op gronden van de Unie van Utrecht te verzoeken, gelyk de Gecommitteerde der laastgemelde Stad, op den Landdag te Zutphen in Augustus dezes jaars gehouden, zich namens die Stad dit wel uitdruklyk heeft gere» ferveerd. En wyl de Staat der zaken , hoe langs hoe ernltiger, ja van 't fchromelykst vooruitzicht word , willen de Ondergetekenden U Edele Mog. verzocht, ja gebeden nebben, bedaardlyk en mee dien ernst, die 't gewicht der zake vordert op dit alles te willen refleéteeren, en aan de Ondergeteekenden, met intrekking der zoozeer honende, geëmaneerde en geprolongeerde amnestie, en de daar by voorkomende uitzondering, (Traande dezen Landdag) te vergunnen vryelyk zig naar hunne woningen en bezittingen te begeven, en hun beroep aldaar waar te nemeu , de hun aangedaane enorme fchadens op de gevoeligfte wyze te vergoeden , de Militie alvorens uit hunne Steden t» trekken, en eindelyk met wederzydfche in ftaat houding der hangende gefchillén, dezelven onpartydig en behoorlyk,, volgens de gronden der" Unie, te laten onderzoeken. De Ondergeteekende vertrouwen, dat dit bil-'  maast. STAAT EN OORLOG. 1787. 153 billyk verzoek'door U Edele Mog. gunstig zal worden geaccepteert, daar anders de Burgeryen , na hunne Steeden niet kunnende terug keeren, het dilaieeren in deezen zullen moeten ho«den voor eene noodlottige verweygerjng. Terwyl immers U Edele Mog , door 't toeftaan van dit ons zoo billyk verzoek, de naderende fcheuring der Unie, welke 't verderf van onze ganfche Provincie toch maar eenigè oogenblikkeu zal voorgaan , zullen prasve'nieeren, voldoen "aan den'gedeclareerden wensch van alle de Bondgenooten, van zoo een groot aantal notabele Leeden van 0 Edele Mbg. Vergadering, aan den wensch der ganfche Natie , en vooral ook aan U Edele Mog. duren eed , (aan welke alles toch öndergefchikt is) van te zullen maintineeren de Rechten en Voorrechten der Ingezeetenen. Laat de bedaarde overweeging van dit allergewichtigst ftuk, bidden wy, den aandagt van U Edele Mog. eenige oogenblikken bepaaien, eer alles onherftelbaar worde. Daar toch de Ondergeteekenden, die nu reeds meer dan drie maanden van hunne Haardfteeden en Altaren, en dat alléén uit Elburg ten getale van byna vierd'half hon-< dert zielen zyn afgefcheurd , en by herhaling al wat van hun dependeerde tot reconciliatie en herftelling der zaaken zelfs hebben toegebragt, voor Godt, voor 't teegenwoordig entvoor 't toekomend geflacht zich onfchuldig houden van alle de gevolgen, welke natuurlyk moeten voortvloeijen uit 't daadlyk uitbarsten van eenen Burger-Oorlog, aan welken zy Ondergetekenden niet dan met ziddering denken kunnen, en welker aannadering echter door alles en van alle zyden word aangekondigd, en die misfchien, de Hemel weer; 't, eer 't iemand denkt, ontvlammen zal; & 5 ter~  m maart. ZAAKEN VAN 1787. terwyl de Ondergetekenden, in dat onverhoopt geval, in die verfchriklyke uiterftens, de beflisfing hunner zaak enkel en alleen van de redding van hec rechtvaardig Opperwezen, en vau de krachtdadige hulp hunner Bond. genoten , ingevolge derzelver verplichting, uit hoofde der Unie, zoude moeten afwachten. (In margine fiond) AdtBm Campen en Zwol refpeclivelyk den 2 December en volgende dagen. (Onder ftond) *t Welk doende, enz. (Was getekend) &c* I4X. Ad'is van Heeren Gecommitteerde Raaden in *s Hage over den Extraordinaris Staat van Oorlog, In dato 23 Maart 1787. de Gecommitteerde Raaden overzulks zwaarigheid moeten maaken, om, voor als nog, en zo lang hec eitect der nadrukkelyke Denunciatie , dewelke, ingevolge het geadvifeerde by het onlangs uitgebragte Rapport over de nieuwe Equipagie ter Zee , eerstdaags by vernieuwing zal werden gedaan, niet zal wezen gezien, zig voor een Gaaf en onbepaald Confent in de continuatie der Ordinaris Staat van Oorlog te verklaren; maar veel eer van gedagten zouden zyn, dat het confent van deze Provincie by provifie met bepaling van eenige maanden gelimiteert zoude behooren te worden. Hier mede zullen de Gecommitteerde Raaden overgaan ter Examinntie van de nadere Misfive van den Raad van State, by Uwer Edele Groot Mog, Refolutie Commisforiaal van den 14 dezer maand, in haare handen ge. ileld; dienende deze nadere Misfive tot Amvan meergedagte Extraordinaris Staat XXXVli. duel. L vaa  16a maart. ZAAKEN VAN 1787. van Ooilog, met betrekking tot 'twee onderfcheidene objecten, waar van by die Staat geen melding was gemaakt. Het eerfte objed raakt de Mardchappen , welke nog zyn overgebleven uit het Plan van Auamentatie, waar mede de Arniée van den Staat, op den 15 December 1784 « geaugmenteen; beftaande die overgeblevene Maiifchappen in een Corporaal en twaalf Ruiters by het Regiment Lyfguardes te Paard', een Sergeant bl ieder Compagnie Grenadiers; en een Sergeant en een Tambourby ieder Compagnie Fufeliers van de Infanterie; en een Onder-Lieutenant, drie Bombardiers, tweeTambours en zeven en twintig Car.onniers by ieder Compagnie Artillerye. Het tweede object is betrekkelyk tot het fubfldie voor het vyfde Battaillon van de Vorst van Waldeck. Wat het eerfte poinct aangaat, moeten de Gecommitteerde Kaaden obferveeren , dat , gelyk de voorfz. geheele augmentatie alleen is geweest Tempor air, en met het bepaald oogmerk gearrelteerc, om, .terftond na het eindigen der doenmalige Buitenlandlche OnI lusten, wederom gereduceert te werden, zo ook als nu, de redenen van Financie ten kragtiaften daar voor pleiten , dat door de afdanking van deze nog refteerendeManfchappen waar van de Scldyen ten lasten dezer *** Provincie, niet minder, als een fom van byna hondèrd-en-agttien duizend guldens 's Jaarlyks ' bedragen, de Provinciale cas van dit bezwaar ffeiibereert en oudast werde; dog dat, met. opzigt rot het tweede pointt, het gantsch ander> gelegen is, nadien het fubfldie voor het vvfde Ba'tai'lon van den Vorst van Waldeek op eene formeele Conventie gegrond zynde, daaraan niet gederogeerd kan worden. En het is op fundament van al het hier voor gededuceerde, dat de Gecomn.itteer.ie Raaien U Edele Groot Mogende zullende dienen van  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 16% van derzelver Confideratien en Advis, onder het weineemen van U Edele Groot Mog. , van gedagten zoude zyn, dat U Edele Grooc Mog. adopteerende de Pradiminaire remar* ques, by de premisfen van dit hun Advis opgegeeven ; mitsgaders onder beneficie van het Declaratoir en de Denunciatie hier boven gemeld , in de voorfz, Extraordinaire Staat van Oorlog Confent zouden behoren te dragen , monteerende dezelve Staat, uitwyzens de Bylagen hier agter gevoegd, in vergelyking van die van den [aare 1785 , eene meerdere fomme voor de Quota dezer Provincie van ƒ 366741:6:0 in het Jaar. Dat wyders Hoogstderzelver Confent in de Continuatie van den Ordinaris Staat van Oorlog by provifie tot den tyd van zes Maanden bepaald , en in de aanhouding der bovengemelde nog refterende Manfchappen finaal gedificulteerd, en die post geheel afgeweezen zoude behoren te werden, Ëdog refereeren de Gecommitteerde Raden zig ter hoogwyze dispofitie van ü Edele Groot Mogende. Den 23 Maart 1787. L vk U' > I' ■ - J y <■ "••}•■• '.'•••«*•*# L i Staat  l64 maart. ZAAKEN VAN 1787. Staat van de verandering van den Exit aor dinar is Staat van Oorlog voor den Jaare 1787 tegens die fan 1785 ter kopende maand, ingaande met primo January 1787» Aanllag van Aanuag van meeraer m 1785- »787- ï7»7- Gelderland . 804 ? 4 3754 14 9 3950 " 5 Holland . 8446 18 39008 13 6 3056* 15 6 Zeeland . 1333 6 8 614312 1 4«i° 5 o Utrecht . 844 3 4 3!JOi I 27 305° '° 3 Vriesland . 1687 10 7801 9 4 6113 19 a Overysfel . 5»a «o 2388 17 7 «76 7 4 Stad en Lande 845 16, 8 3901 1 - 3055 _4 U 14474 8 ,66899 ic —152425 2 Drenthe . 150 | 19 iij £3^ 19 11 14624 8 57568 9 1 52944 1 11 Dus bedraagt —<— den aanflag van den Ex- traordinaris Staat vanOor-1 log voor 1787J meerder dan! > — die van 1785 5a944 » H 675Ö8 9 11 __|_ j_ Voor de zeven Pro-iVoor de Provintie van vintienen hetLsnd- Holland en Westfchap Drenthe. Vriesland. Tic Ver- 1 ■—" 1 ■1 meerde- Ter loop. In 't Jaar. Ter loop. In 't Jaar. ring van Maand. Maand. den Extra- j ordinaris Staat van Oorlog V00ÏÏ787 52944 l " 635329 3 30561 '5 6 Ó16397 4  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 165 Staat van de Vermindering en Vermeerdering van den Extraor dinarii Staat van Oorlog van het Jaar 1787, teegen die van het Jaar 17 85. Het montant van den ' . . Extraordinaris Staat van Oorl. voor het Jaar | I ^ I 1785 heeft bedraagen .... • • .\>fl4^H\s VERMINDERING. | ' 2de Capittel. J. F. van Alphen, Lieut. deficit Attest. . 29 3 4 W. vanEynden ,Vendr. obiit 1786 . 25 P. Borg, Vendr. obiit 1785 ... 25 J. C. Schneider, Lieut. obiit 1785 . 2934 \ — - lo8;6 k gde Capittel. J. Oftervalt, Sous Lieut. obiit 1786 . 2934 C. Lulin, Capt. obiit j 1785. . . 100 ' — -- "93. - 5de Capittel. J.Falaifeau, Lieut. Coll. 80 C. van Geufeau, Capt. Geavanc. . 75 ! J. Coenders, Capt. 75 , J.Henderfon,Capt.obiit I 1785 • • 75 —- ' • 35 » • /I4634 * L 3 7te  l66 Maabt. ZAAKEN VAN 1787. ƒ14624 8 7de Capittel. 1 Jtf.J.deTrevifani,Capt. deficit Atteft. . . • •. • 5868 8fte Capittel. G. Schimmelpennink v . d. Oyen, Lieut. Coll, 75 J.Sonnevelc,SousLieut. 25' G. H. van Stokheim , j Vendr. een enkeld Jaar 25 J.F. vanStammen,Lieut. j obiit 1786. . 29, S 4: N. Ie Cavelier, Lieut. obiit 1786. . 29 2 4 H. M.Derieux, Lieut. obiit 17H5 . 29 3 4 A. Bfoucq, Lieut. obiit 1785 • • 29H J. Marcelü, Vendr. 25 H. Jansfen , Sous Lieut. obiit 1786 . 25 , J. A Fitsgerald, Capt obiit 1780 . ff 6 8 N. Schraid, Lieut. deficit Atttft. . « fl<, 3 4 A« del'Hommede Cour biere, Capt. ob. 1786 58f 1 S. Hasfe L Sous Lieut. obiit 1786 . 25 H.Starken, Lieut. obiit 1686 . . 293 4 J.H.RasLieut,obiiti786 2934 D.Cumlius, Sous Lieut. | deficit Atteft. . 25 C. ten Oever, Lieut. | obiit 1785. . 2934 1 Ijl I ƒ14624 8 A#  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 167 | ƒ14624 8 A. van Boekholt, Sous Lieut. obiit 1785 . ; 25 i S. van Dokkum, Vendr. obiit 1786 . 25 C. E. van Dalen,Lieut. obiit 1785 . 2934 j . G. T. Raab, Capt. obiitj i >l 1786 . . 5868 A. Boye , Lieut. obiit | 1785 . • 2934 J. van Meeteren, Sous Lieut. obiit 1786 . 05 R. H. Ridder, Lieut. j J obiit 1686 . 2934 W.R.Gr.vanYfenburg, | Capt. . 5868 ! F. Vogt, Lieut. . 29(3 4 J f ] - 308 08 9de Capittel. : G. Adrhtanfen, Cornet deficit Atteft. . 05' i E.G. van Kesfel . 05, j J. Liebel, Lieut. . 39 .4 S. Lutz, Lieut, . 2a<< 4 J. Rasfie de Plaife, Lieut. 29^ 4 J. de Wilde, Lieut. i 394 P. Stas, Cap. Lieut. een enkel Jaar . . 29 4 H. de Hellenberg» Lieut. obiit 1485 • • 29 3 4 T. Lohnian, Cap. . *8 ' 8 J ■ '_ - 283 68 10de Capittel. j i C. Rey, Cap. deficit Attelt. . . | 5868 I I . li, | , ƒ14624 8 L 4. E»  l68 maart. ZAAKEN VAN 1787. I/14624 i E. de laForest, Vendr, deficit Atteft. . 25 J. B. van Espendonk, S. Lt metdubb.penfioen 50 O. v. d. Velde, Vendr, 25 A. Veltkamp, Vendr. 25 C. F. Hartman , Sous Lieut. obiit 1785 . 25 J. J. Rocbus, Vendr. 25 J. M. Faupel Vendr. 25 L. F. van Boucop, Sous Lieut. . 35" • A. Verfpyck, Vendr. 35 A. Wiegers, Sous Lieut. 25 A. Bol, Sous Lieut. obitt 35 J. J. Dykman, Vendr. 25 F. H. Stork, Vendr. 95! F. Fransfen , Vendr. obiit 1786 . 25I J. Steffers, Sous Lieut. 25 F. du Thour, VendrJ i met dubbeld penfioen 50 E. Hasfelhof, Vendr. 2-> F. H. Bispink, Vendr. 25 A.J.Arnoux,SousLieut. obitt :785 . 25 J. G. Roth, Vendr. 25 J. van Oosterhout, Sous Lieut. ' 25 W. Groenen , Vendr. obiit 1785. , 25 600 12de Capittel. Vice AdmiraalZoutman , vooreenJaar,inplaat$| van 4 jaar I4^dagen 6811210 I 3i°7 9*3 I I ' | ƒ146341 8 VER.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 169 VERMEERDE. 8 RIMG. 5de Capittel. L.vanRiedefel,Cap. by gebrek van Atteftatie de Vita van den Staat van Oorlog afgelaten word voor 1785,1786 en I787,driednbbeld , gebragt . 44 13 6 8fte Capittel. W.Wyngaard,Cap. Utfupra . 175 9de Capittel. 1 C. J. Stachou- I wer, Lieut. I Utfupra , 87] 10 J. Forbes , ƒ Vendr. . 75I 16210 10de CapitteL F. Engert , Vendr. Utf. 75 J. Godding,. Vendr. Utf 75 J.deS.Milfort Vendr. Utf. 75 225 13de Capittel. | De Penlioe- | l >Ï4ö34l 8 L 5 nea  i7o maart, ZAAKEN VAN 1787. / 96/14624 8 Ben «an de Officieren der Oor pfeö, in g%VolgeH.H M. Refol, van 15 Dec* 1785, en I2 Apni 1786 iere tuceert , miisga.iers de tiitkoopen van | irvnmige der teive Corpfen, 1 jngev. H.H.M. Refolutie van 3 Mey 1786 .... 31898 1 8 14de Capittel. Extraordinaire / Tractementen' VandenGener. GravedeMailieboi3 , Coll. ^prengporten , én Lt. Coll. de Meyerh 1926I 8 6 15de Capittel. I DeT.eeden enBedien deus van ite gewi ezen rlogén Krygs* taad , i^gev. Haar Hoog Móg, Refol vaa 17 Mey =786. 295 6 8j I I ió^e Capittel. Verhoging der Trac (ƒ14624 8 te.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787, 171 j ƒ 14624 8 tementen van de Ingenieurs ingevolge Haar Hoog Mog. Refol. van 15 Mey 1786 . 282a 10 8 17de Capittel. DesnieuweCom. pagnien van het 4 Batt. Artillerie, ingev.HaarHoog I Mog. Refol. van 15 üec. 1784. 110978 10 x8de Capittel. Tracïement van denMajorvanhetj 4 Batt. Artillerie 188 19de Capittel, Intresfen van een Capitaal van iscom Guldens, ingevolge Haar Hoog Mog. Ref. van n Julyi786 4687 10 . -56051,110 j 53944 iks En bedraagt dus den Extraordinaris Staat van Oorlog voor X787 ter loopende — -w maand . . . (ƒ67568 911  172 maart. ZAAKEN VAN [1787. LX. Extratï uit de Refolutien van de Hee. ren Staaten van Holland en WestFriesland, op de Propofitie van Hoorn tot bezwaar over de Refolutie van 17 deezer Maand; daar by geperfifteerd, In dato 23 Maart ^?87. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gefchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben, in den naam en op fpeciale lasc van de Heeren hunne Principaalen, eer Vergadering voorgedraagen: Dat dezelve niet kunnen nalaaten met de niterfte aandoening enempresfement nader onder het oog van U Edele Groot Mog, te brengen, en op het kragtigfte aan te dringen, de beklaaglyke toeftand waarin hunne Stad en Burgery, door de Refolutie den 17 dezer by Hun Edele Groot Mog. genomen, is gebragt, en den hoon en fmaad die aan hun , als mede Stem in Staat hebbende, daar door is aangedaan. Dat de Heeren hunne Principalen niet ontkennen dat 'er tot hun leedwezen beweegingen hebben plaats / , gehad, dog dat dezelve zeer zyn ver' groot,'en met veele onwaarheden bezwalkt geworden, gelyk ü Edele Gr. Mog uit hec mondeling Rapport, van de Heer Burgemeester Jager, alles dat hy heeft gezien en bygewoond, hebben kunnen ontwaar worden, en ook de uitkomst bewyst, dat bet voor-  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. itfj voorgewende gevaar van 's Lands Arfenaal , Magazynen en Comptoiren ii^aar is bygebragc geworden , om U Edele Groot Mog. te permoveeren, om van de Refolutie van Vrydag den 16 dezer af te gaan; daar het tog evident is, dat zedert Donderdag avond 'er niets is voorgevallen , hoe zeer ook valfche berigten in de Couranten als anders gefpaigeert, getragt hebben de gantfche Natie te perfuaderen , als of 'er te Hoorn een hoop Muitelingen huisveste, welke by continuatie dreigde alles te Overmeesteren, en tragten de Arfenalen, Magazynen en Comptoiren te forceeren om zig tegen het inkomen van Militie te verzetten. Dat de Heeren hunne Principalen tot wegneeminge en refutatie van verkeerde voorgeevens en nadeelige impresfien, in de aanftaande Week een Omftandig Berigt van al het gepasfeerde zullen inleeveren, en de zaken in derzelver ware dagligt voordellen, wanneer zy vertrouwen dat U Edele Groot Viog. ten volle zullen zyn geconvinceerd, dat de Refolutie van den 17 dezer niet hadde behoren genomen te worden , en dat de Protesten en referves daar teegen door hun gedaan, op goede gronden fteunen. Dar de Heeren hunne Principalen derhalve niet kunnen ontveinzen dat de Rogeering der Stad Hoorn zeer is gefletrisfeerdby die Refolutie, dat Gecommitteerde Raaden, die binnen de gemelde Stad nooit de minfte Jurisdictie hebben gehad , worden gequalificeert onderzoek te doen na zaken aldaar voorgevallen; maar dat hunne zielen nog daar en boven grieft m<»t het  174 maart. ZAAKEN VAN 1787.. het Collegie van de Magiftraat, daar aan SchepeneH Calthans zekerlyk niet na den Jaare 1533) nooit beftellinge over eenige Staats of Stads Regeering. zaken heeft gecompeteerd , jaa daar het tegenwoordig Collegie van Scheepenen, als zynde op eene onwettige wyze verkozen, nimmer door verre de Meerderheid der Regeering is erkent, maar integendeel tegen de exi« ftentie van het zelve geprotefteerd, gelyk de Notulen van U Edele Groot , Mog. uitwyzen, en daar dit Collegie nog daarboven door derzelver gemaakte adresfen en voordragten van zaken, kenbaar heeft gemaakt, welke gedagten men van deszelfs Neutraliteit en bevoegtheid moet vormen. Dat bet dus ten klaarften blykt, dat door zulk een Collegie op dien voet binnen de Stad Hoorn te vestigen , aan de Regeering van West-Vrieslands Hoofdftad de uiterfte laefie zoude worden aangedaan. Dat al verder de Heeren Gecom. mitteerde Raden ofte eenige Leden van dien prstenfelyk te Alkmaar Vergadert, daar de plaats tot dat einde gedeftineerd, binnen de Stad Hoorn gevonden word, hebben kunnen goedvinden zonder eenige de minfte kennis geving, Burgemeesteren aan te fcbryven, dat in Guarnifoen na Hoorn zouden worden gedetacheerd vier Compagnien Cavallery en een Bataillon Infantery. Zaken waarlyk voor de Regeering van eene Stem in Staat hebbende Stad ten uiterfte graveerende , en ftrydig tegen de gevestigde Conftitutie dezer Lande. Dat  maart, STAAT EN OORLOG. 17»». 175" Dat de Heeren hunne Principalen op die Misfive terftond per expresfe na Alkmaar hebben gedepecheert een antwoord om te wezen geëxcufeerc van meer dan twee Compagnien Ca» vallery binnen hunne Stad te ontfangen, vermits men dezelve niet zcude kunnen inquartieren ; waarop door Hun Edele Mog. is geantwoord daaraan niet te kunnen delereren,. Dat de Heeren hunce Principaalen zig dus dooi de nood gedrongen hebben gevonden, by circulaire Misfives aan de Kegeeringcn der Stem in Staat hebbende Steden van dit alles kern is te geeven, en daarby te voegen, dat 'er niet meer als twee Compagnien Cavallery benodigt zyn,om de rust welke zeaert den avond van den «5 dezer volkomen is herftelt, te bewaren, en behoorlyk onderzoek van zaken te doen ; met inftaniifn, dat daar men ten opzigte van de Steeden Hattem en Elburg, zo zeer heeft gecondemneerd het gebruik van de Militaire Magt, het niet te compasfeeren zoude zyn, dat men dej^tad Hoorn en deszelfs Burgery met den Militairen Arm zoude willen onderdrukken , de refpeüive Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. door derzelver Heeren Principaalen mogen worden geauthorifeerd , deeze facheufe Re!olutiï in zo verre te altereeren, dat de Stad Hoorn niet met meer dan a Compagnien Cavallery reguliere Troupes worde- bezw aard , en dat het onderzoek omtreDd het voorgevallene al-' daar, door een Commisfie uit de Hove mag w rden gedaan, 'e meer daar de Regeering van die Stad altoos tegen t  ij6 maart. ZAAKEN VAN 1787. gen gedelegeerde Regters heeft geprotefteerd, en zulks ook tegen de Conftitutie van deeze Repnblicq ftrydig is. Dat de Heeren hunne Principalen over zulks ten fterkflen reclameerende het Regt aan de ftemmende Steden binnen deze Provintie competeerende, als mede de Refolutie van den 16 dezer ; zo wel als inhasreerende derzelver gedaane Protesten en referves teegen de Refolutie van den 17 dezer, ten kragtigften infteeren dat aan hunne zo billyke voordragt ten dezen worde voldaan, en eene zo duidelyke infraflie van de Regten der Stad Hoorn als by de Refolutie van den 17 dezer is vastgefteld, (waar uit gevolgen van het verfte uitzigt zouden kunnen refulteeren ,) voorgekomen worde, en dat ten minde zoo lange de Heeren Principaalen in de refpective Steden over den inhoud der circulaire Misfives aan de Heeren derzelver Gedepu> teerden geene nadere last hebben doen toekomen, aan Gecommitteerde Raden , zonder Refumtie worde aangefchreeven , met de executie van de Refolutie van den 17 dezer (waar tegen door de Heeren hunne Principaalen, zo uitdrukkelyk en met ampele referve is geprotefteérd, ) te fupercedecren, toe de nadere Ordre van Hun Edele Gr. Mogende. Waarop gedelibereerd zynde is goedgevonden en verdaan, by Hun Edele Groot Mog, Refolutie van den 17 dezer maand, als wel en wettig genomen, by deeze te perfideeren. De Heeren van dé Ridderfehap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Ste-  bimrt. STAAT. EN OORLOG. 1787. 1?? Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enchuyzen, Edam en Medemblik., hebben de voorfz. Refolutie gecontradiceert, en als nog geperfifteert by hun advis dat de Refolutie van den 17 deezer behoorde te worden geftelc buiten efFeét. De Heer van Wasfenaar, Heer van Starren, burg, heeft geperfifteert by zyn advis, op de Refolutie van den 17 dezer. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben derzelver gedane reclames van de Refolutie van den 16, zo wel als de protesten en referves tegen die van 17 dezer,nogmaals op het fterkfte en in naam van de Heeren hunne Principalen geïnhaleerd. LXI. Refolutie van Hun Edele Groot Mog. en dag gefield tot de Benoeming van Heeren tot de Commisfie om. trent de Generale Volks-Reprefintatie. In dato 23 Maart 1787. By refumtie, en tot afkomst op heeden volgens Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 17 dezer, gedelibereert zynde op het tweede Lid der Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem den 30 January laatstleeden ter Vergadering gedaan , tot het benoemen van eenige Leden van de Regeering dezer Provintie om de bedenkingen omtrent de generale reprefentatie van het geheele Volk, welke volgens de gefteldheid van dit Gemeenebest, alhier zou behooren plaats te hebben , te examineeren en teffens na te gaan, en te onderzoeken, op hoedanigen wyze, ingevolge de Conftitutie van 's Lands ware belangen eenige generale maximes omtrent den invloed, welke uit hoofde der Regeeringsform by reprefentatie notoirlyk aan 't XXXVII. deel. M Volk  178 maart. ZAAKEN VAN 1787. Volk toekomt, zouden behooren te worden gearrefleert, mitsgaders aan welke billyke bepalingen , die alle twyffeling en regtmatige argwaan affnyden kunnen, dit een en ander onderhevig gemaakt zoude kunnen worden. ' . ' ]s goedgevonden en verftaan dat ten einde voorlz , en conform het gemelde Lid derzelve Propofitie , waarmeede Hun Edele Groot Mog. zig by deeze eonformeeren , op heeden en agt dagen den 5° dezer maand zal worden geprocedeert tot het benoemen eener Commisfie van eenige Leden van de Regeering dezer Provincie. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen , hebben tot de voorfz. Refolutie zo als die is leggende, niet geconcurreerd , maar hebben gedeclareerd , .dat zy geëxamineerd hebbende, het tweede Lid van de Propoli de van de Heeren Ciedeputeerden der Stad Haarlem , op den 30 January laatstleeden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. gedaan, deszelfs inhoud geconfidereert hebben als een object, van het uiterfte aanbelang, en 't welk voor de Wettige en vastgeftelde Conftitutie, welkers bewaaring met duuren Eede by alle Leden der Regeering bezwooren is, van zeer vooruitziende gevolgen zoude kunnen worden, en tot welkers onderzoek en behandeïing, zy vervolgens vermeenen, niet anders dan met fchroom en eene-byzondere voorzichtigheid te kunnen worden overgegaan; dan dat zy teffens in agting genoomen hebbende, dat reeds verfcheide Leden zig hebben geneigd betoond, tot het decerneeren van de daarby geproponeerde Commisfie, mede wel geneegen zyn om daar toe in zo verre te coneurreeren, ten einde te helpen onderzoeken, of, en in hoe verre , zonder prejudicie of derogatie van eenige Privilegiën en* loffelyke Coftumen der refpeCtive Steeden, Coüegien of hoogere en mindere Perfoonen en behoudens  maart. STAAT EN OORLOG. 178?. 179 dens alle zodanige Regten, Voorregten en Geregcigheden, als aan eenige van dien zyn toegekent, door eene behoorlyke fanétie van den Souverain geconfirmeert , of met eene wettige en gehomologeerde Posfesfie bekragtigd, en die vervolgens altoos van de te» genwoordige Conftitutie onaffcheidelyk moeten gehouden worden, aan den inhoude van de voorfz. Propofitie al of niet zoude kunnen en behooren te worden voldaan; zonder zig egter hiermeede eenigzints in te laten in de verdere merites van het voorfz. geproponeerde , ofte te advouëeren de gronden en motiven daarby vermeld; en zulks alles onvermindert de vrye deliberatien van de Ordre van de Ridderfehap over 't gunt by de te houdene Befognes van de voorfz. Commisfie vervolgens zoude mogen voorgedragen of verhandeld worden. De Heer van Wasfenaar, Heer van Starrenburg heeft zig met de voorfz. Refoiutie gecohformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn , Énkhuyzen, Edam en Medemblik , hebben in het nemen van de voorn. Refolutie, zodanig als dezelve is leg* gende, niet geconcurreert, maargedeclareert, dat de Heeren hunne Principalen, zonder zig inteiaten, veel minder te advouëeren de gronden by de voorn. Propofitie vervat, wel mogen lyden, dat 'er een Commisforiaal Befogne werde gedecerneert , ten einde nategaan en te examineren, of, en in hoe verre zonder krenking der thans gevestigde Regeeringsform en Privilegiën, aan de voorn. Propofitie al, of niet zoude kunnen worden voldaan. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Rotterdam en Gorinchem, hebben toe Mn de  i8o maart. ZAAKEN VAN de bovenftaande Refolutie, zo als die is leggende, niet geconcurreert, als zynde alleenlyk door de Heeren hunne Principalen geauthorifeert, om, onverminderd de vrye deliberatie over de gemalde Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en zonder zich daar over geheel of gedeeltelyk intelaten , veel min te advouëeren de gronden by dezelve gelegt , te mogen concurreeren tot het helpen benoemen van eene Commisfie , om naar te gaan of en in hoe verre t zonder krenking van dè gevestigde Regeeringsform deezer Lande, en van de Privilegiën , of loffelyke coftumen der refpedtive Steeden, aan den inhoud dier Propofitie al of niet zoude kunnen en behooren te worden voldaan. L Xil. Exiratïuit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West' Vriesland, inhoudende Confent in de Extraordinarii Middelen voor dit jaar. In dato 24 Maart 1787. By refumptie gedelibereert zynde op het Rapport den as December laatstleden ter Vergadering mtgebragt door de Heeren van de Ridderfehap, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaken van de Financien, hebbende met en benevens de Heeren Gecommitteerden Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende, ingevolge en tor voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Kefo-, lutie Coaimisforiaal van den 19 daar te vooren, overwogen, hoedanige Middelen zouden kunnen en behoren te worden vastgedeld tot verval der lasten van het lopende Jaar, voor zo veel dezelve uit de Ordinaris Middeleu niet gevonden zullen kunnen worden. ,  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 181 Hebben de Heeren van de Ridderfehap en Edelen , mitsgaders de Gedeputeerden van de refpective Steden, uit den Naam en van wegens Burgemeesteren en Vroedfchappen van dezelve Steeden geconfenteert en bewilligt, zo als Hun Edele Gr. Mog. confenteeren en bewilligen by deeze, dat voor dit lopende jaar 1787, de volgende Extraordinaris Middelen zullen worden geheeven, namentlyk op de Huizen één Honderfle Penning of Extraordinaris Verponding , op de Tiende en andere in de Verponding Contribuëerende Goederen één en één halve Honderfte Penning of Extraordinaris Verponding, met dien verftande, dat aan de Eigenaars zo van de Oude als Nieuwe Tienderi word gelaaten de keuze, om, of de voorfz. Verponding, of in plaats van dien , den vyfden Peuning van het rendement derzeive Tienden, op den voet van Hun Edele Groot Mog. Publicatie van den 3 February 1766 te betaalen ; mits van de Tienden, welke onder een en het zelve DiftricT: van ingaring gelegen zyn, de eene of andere betaaling prasfereerende, op een eenparigen voet, zonder van het eene blok de Verponding , en van het andere wederom den Vyfden Penning van derzelver rendement te mogen betaalen ; op de Landen één twee Honderden Penning of halve Extraordinaris Verponding; op de Ordinaris Obligatien en Losrenten, één en één hal ven Honderden Penning, wel verftaande dat daar onder niet begreepen zyn , de Obligatien ten laste van de Oost- en West-lndifche Compagn'en dezer Landen onder guarantie van Hun Edele Groot Mog. of de Heeren Staaten Generaal reeds Genegotieerd zynde of nog Genegotieerd zullende worden; als mede met die Obligatien gehoorende tot de Negotiatie, tot welker aflosfing byHun Edele Groot Mog. Refolutie van den 27 January 1785, als mede by die van den 17 February 1786, een Som van Honderd-Duizent Guldens Jaarlyks zyn geguarandeert, noch ook zodanige Obligatien, waar in recepisfen van anticipatiepenningen, ten laste yaji de Oost-Indifche Compagnie dezer Landen, M 3 on-  i8a maart. ZAAKEN VAN 1787. onder Hun Edele Groot Mog- guarantie zyn geconverteert; op de Aétien van de Oost-Indifche Compagnie één en één halve Hondeiftenpenning , in diervoegen dat over de Jaren, waar in geen hoger uitdeeling als vau twaalf-en-een-half percent zal worden gedaan, de waarde van ieder Actie, in plaats van op Vier-Honderd Guldens, niet hoger als op Drie-Honderd Guldens geftelt, en dat, by vermeerdering of vermindering der dividenten, voor ieder percent hoger of lager uitdeeling , de waarde van ieder Actie met twaalf-en-een half percent zal worden vermeerdert of vermindert , zulks dat by een uitdeeling van Vyftien percent de waarde op DrieHondert-een-en-Dertig en een Vierde Guldens, en. by een uitdeeling van tien pereent op Twee-Hon. dert-Acht-en-Zestig en Drie-Vierde Guldens gereekent zal worden; op de Actiën van de West-Indi» fche Compagnie één Honderite Penning, indien daar van in het lopend Jaar een uitdeeling word gedaan en anders niet; en op de Lyfrenten, mitsgaders op de Ampten en Bedieningen Twee Honderfte Penningen; wordende de Termynen van Betaalingen geregn» leert op den isJulyen 1 September aanftaande, en is tot den ophef van de voorfz. Extraordinaris Middelen gearrefteert een Placaat. En is laatftelyk nog goedgevonden en verftaan, dat door de Heeren van de Ridderfehap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financiën , met de Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Quartieren zal worden overlegt, op hoedanige meest bekwaame wyze, en ten minfte bezwaaren, het verder benodigde zal kun. nen werden gevonden, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Conilderatien en Advis. Lxar.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 183 LXHL Misfive van Gecommitteerde Raden over hun verrigte uit kragt van Hun Edele Groot Mog Refolutie van 14 dezer , nopens een Commisfie naar Heusden, met een Verbaal van verrigte en wedervaren hunner Commisfarisfen. Ingekomen by Hun Edele Groot Mog. In dato 04 Maart 1787. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Kaden, gefchreven in den Hage op heden , waar by ter kennis van Hun Edele Groot Mogende brengen, uit kragte van Hoogstderzelver Refolutie van den 14 dezer, naar Heusden te hebben gecommitteerd de Heeren Clotterbooke en Bogaert, hunne Medebroederen, geadfifteerd met den Advocaat Chanfieury, als Secretaris; als mede te hebben gearrelteerct een Publicatie , copieiyk daar nevens, zynde verder daar by overgelegd het Verbaal van gemelde Heren , hunne Commisfarisfen, inhoudende derzelver verrigtingen en wedervaren; alles breder hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde , is Copie van de voorfz. Misfive en Bylagen verzogt door de Heeren van de Ridderfehap en Edelen, om dezelve in de Ordre nader te examineren, en door de Heren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Go» rinchem , Brielle, Hoorn, Enchuizen , Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heren hunne Principalen; terwyl de Heren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Ley. den, Amfterdam, Gouda, Schiedam, Schoonhoven , Alkmaar, Monnickendam en Purmerende van M 4 Ad-  184 maart. ZAAKEN VAN 1787. Advis zyn geweest, dat de verrigtïngen van Commisfarisfen van Heren Gecommitteerde Raden volkomen behoorden te worden geapprobeerd en gelaudeerd. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Op het ontfangen van Ü Edele Groot Mogende Refolutie van den 14 dezer, hebben Wy de Heeren Clotterboke en £0* gaerd, Onze Medebroederen in Raade, gecommitteerd om zig, geadfifteert door den Advocaat Chanfteury, onder den titul van Secretaris, zoo fpoedig mogelyk naar Heusden te begeven , en aldaar aan den inhoud van de voorfz. U Edele Groot Mog. Refolutie de nodige executie te geven. Vervolgens hebben Wy, na alvorens Derzelver Conlideratien te hebben vernomen , gearrefteerd de Publicatie , waarvan Wy de eere hebben een exemplaar hier nevens aan U Edele Groot Mogende te laten toekomen, en aan den Officier te Heusden Commanderende, afgezonden de aanfchryving mede hier nevens gevoegd. En hebben welgemelde Heeren, welke zig op laatstleden Zondag naar de voorfz. Stad hebben begeven , en van daar op eergisteren alhier zyn geretourneerd , aan Ons op heden overgegeven het Verbaal van Derzelver verrigtiugen en wedervaren , dat Wy de eere hebben by deze ter kennisfe en deliberatie van ü Edele Groot Mogende te brengen» Daar meede, Edele Groot Mogende Heerenl zullen Wy God Almagtig bidden, U Edele Groot Mogende te willen houden in zyn Hei.  maart» STAAT EN OORLOG. J787. 185 Heilige Protectie. Gefchreeven in den Hage den 24 Maart 1787. (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mogende Dienst» willige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) a. j. h.oyer. PUBLICATIE. De Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West-Vriesland; allen den genen, die deze zullen zien of horen lezen , falut: alzoo de zig noemende Magiftraat der Stad Heusden, by Misfive, gefchreven in hunne Vergadering aldaar, den 12 dezer, aan Hun Edele Groot Mog. verklaard heeft, dat zy onmogelyk voldoen konden aan Hun Edele Groot Mog, Refolutie van den 9 dezer, om redenen, breder in dezelve Misfive vervat; en de belangens van den Lande nogthans volftrekt noodzakelyk maken, dat de bevelen, welke by dezelve Refolutie , niet dan na een ryp overleg, mitsgaders in allen opzigte overeenkomftig 'sLands ware welwezen, Conftitutie en den aart der zake, M 5 door V  186 maart. ZAAKEN VAN 1787. door den Souverain beraamd zyn, volledig ter uitvoer werden gebragt. Zoo is 't, dat de Gecommitteerde Raden voornoemd, uit den Naam en van wegens de Edele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West. Vriesland , overeenkomftig Hoogstderzelver nadere Refolutie van den 14 dezer, hebben goedgevonden en verdaan , al het geen op en na den 6 January laatstleden, met betrekking tot de Magiftraatsbeftelling binnen de Stad Heusden is voorgevallen, by deze te vernietigen en buiten effect te ffel« len; verklarende ai het zelve dadelyk te herftellen op dien voet, waarop het Voor den gemelden tyd geweest is, waarna een ieder, dien het moge aangaan , zig zal hebben te gedragen. Ontdaan wyders de Ingezetenen der gemelde Stad, van welken ftaat of conditie dezelve zyn mogten, van den gedanen Eed op het nieuwe Regeerings-Reglement , bet welk aldaar op den voorfz 6 January beraamd is , in welke betrekking dezelven daar op den Eed zouden mogen hebben afgelegt: Ordonneren en gelasten voorts, dat allen en een iegelyk zig ten zorgvuldigften zullen hebben te wagten en te onthouden van al het geen aan het gunt voorfz. is eenige verhindering zoude kunnen toebrengen, directe* lyk of indirectelyk; als het welke niet anders zoude kunnen worden aangemerkt, dan als ' een roekeloze indragt tegen de Hoogheid van den Souverain, en mitsdien te moeten incurreren Hunner Edele Groot Mog. hoogde indignatie, mitsgaders alzulke onaangename gevolgen, correctien offtraffen, als de overtreding van Hoogstderzelver bevelen billyk verdiend. En ten einde niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretenderen , zo gelasten en bevelen Wy, uit den name en van wegens als  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 187 als boven , dat deze binnen de Stad Heusden, ten overftaan van de UzeiznChtterboke en Bogaerf, die Wy uit Ons midden derwaarts gecommitteert hebben , zal worden gepubliceert en wyders geaffigeett, ter plaatze daar zulks, zoo binnen de Stad Heusden, als op de Dorpen daar onder resforte. rende, gebruikelyk is, en behoord te gei'chieden. Aldus gedaan en gearrefteert in 'sHage den 16 Maart 1787. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raden. (Was geteekend) A. J. ROXEK. Ver*  j88 maart. ZAAKEN VAN 1787. Verbaal gehouden, en aan de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Ra* den van de Staten van Holland en West Vriesland, overgegeven door de Heeren C. Clotterbooke en J. P. Bogaert, Hun Edele Mog. Medebroederen in Rade , op expresfe qualificatie van Hoogstgemelde Heeren Staten by Hoogst' derzelver Refolutie van dato 14 Maart 1787, uit kun midden Gecommitteert, omme zich met asfiflentie van den Advocaat Chan. fleury , als Secretaris der Commisfie , naar Heusden te begeven, ten einde aldaar het geen door Hun Edele Groot Mog. by de voorfz. Refolutie is vast gefield, tot uitvoer te brengen. EDÉLE MOGENDE HEEREN! Omme te voldoen aan de intentie van Hun Edele Groot Mog. zo wel als aan de Commisfie, waar mede V Edele Mog. Ons hebben gechargeert, zyn Wy op Zondag den 18 dezer met 'sLands Buiten Jagt na Heusden op reis gegaan, en zyn den volgende dag (Maandag den 19 dezer) tegen den avond te Wyck, een uur gaans van Heusden, gearriveert, alwaar Wy uit hoofde van het laage Water in de Rivier niet verder met het Jacht hebbende kunnen komen, Ons verblyf hebben moeten fixeeren. De Commandeerende Officier van het Guarnifoen te Heusden , van Ons arrivement gead> verteert, heeft dadelyk daar op zyne Com. plimenten van verwelkoming by Ons gedaan, en onze Ordres zoo nopens de Wagten aan het Jacht, als anders gevraagt. De informatien welke Wy al dadelyk van den-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 189 denzelve ontfingen, van de ftille en bedaarde dispofitie der gemoederen der Ingezetenen, zoo in de Stad, als ter Plaatfe, alwaar Wy ons bevonden , hebben Ons ten einde ook aan orze ?yde eene volkomen confience te doen blyken , doen refolveeren van geene Wagt voor of op het Jacht te requireêren; zynde alleenlyk door den gemelde Commandeerende Officier een Wagtmeester der Huzaren, te Heusden in Guarnifoen leggende, in een naby gelegen huis voor den nacht tot onze dispofitie en Ordres geplaatst. Den aard van onze Commisfie overwegende, hebben Wy vermeent, alvoorens tot het dadelyk uitvoeren van dezelve te Procedeeren , te moeten inquireeren na de acfueele omftandigheden en gefteldheid der gemoederen van de zodanige, welker verrigtingen op en na den 6 January laatstleden, Wy gelast waren te vernietigen , ten einde Ons ook daarna te kunnen reguleeren, en hebben ten einde daar van de nauwkeurigfte informatien te bekomen, den Secretaris der Stad, die by de zich noemende nieuwe Regeering, zowel als by de ouda Regeering voor den gemelden 6 January had gefungeert en als nog fungeerde, en die dus de nauwkeurigfte kennis hier van konde dragen, by Ons gerequireert, gelyk dezelve dan ook, zich nog dien zelfden avond aan het Jacht vervoegd hebbende , deszelfs informatien in zoo verre overeenkomftig waren met die van den Commanderende Officier, dat 'er gene vreze voor dadelyke en feitelyke oppófitien tegen de executie onzer last overbleef; waarom Wy dan ook refolveerden, omme gene buitengewone precautien van bezetting van posten in de Stad, of in de wapens komen van het Guarnifoen , maar alleenlyk de gewone en verfchuldigde Militaire eerbewyzingen te requireren. De  ïoo maart. ZAAKEN VAN 1787» De Subflitut Drosfaard mede van Ons arrivement geadverteerd, en den volgende morgen vroeg aan het Jacht gekomen zynde , en, na ons mede wegens ons arrivemenc gecomplimenteert en Onze ordres gevraagt te hebben , Ons mede overeenkom/lig de hier vorengemelde berichten geïnformeert hebbende van de ftille gelatendheid en bedaarde dispofitie der gemoederen van de Ingezetenen der Stad in het algemeen, en verzekert hebbende , dat 'er gene feitelyke oppofitien of tumultueufe bewegingen te vrezen waren , hebben Wy daar op dadelyk gerefolveert, om nog dien zelfden morgen (Dingsdag den 20 dezer) tot de executie van Hun Édele Mog. Commisfie, en dus tot het doen der Publica. tie, welke den 16 dezer by U Edele Mog. was gearrefteert en aan Ons voor Ons vertrek ter hand gefteld , te procederen, en hebben gemelde Subftituit Drosfaart daar van kennis gegeven, ten einde alles wat nodig was tot het doen dezer Publicatie te prepareren, met last en ernftige recommandatieu aan gemelde Subftituit Drosfaart, om in deszelfs qualiteit zorge te dragen, dat Onze vemgtingen door generhande onrustige bewegingen, van welke kant het ook mochte zyn, werden geïnterrumpeert of achtervolgt. Wy hebben vervolgens ten half elf uuren meteen Stads Rytuig, geëscorteert door een Commando Huzaren van het Corps van den Rhyngrave van Salm, te Heusden in Guarnifoen leggende, en ten dien einde Ons door den Commanderende Officier toegezonden, Ons naar Heusden begeven: de Commanderende Officier Ons bereids hebbende kennis gegeven van het gebrek der nodige Cannoniers in de Stad, en dus van de volftrekte onmogelykheid, om Ons de vereischte Militaire honneurs door het losfen van het Gefchut der Stad te geven, hebben Wy om deze perem- toi-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 191 toire redeD, denzelve daar van moeten exeuferen, doch voor 't overige hebben Wy zo van de Wacht by het ir.komen en uitryden der Poort, gelyk mede op de Parade, als anders alle vereischte Militaire honneurs ontfangen: ook hebben Wy in het Logement het Hof van Holland afgetreden , de Complimenten van verwelkoming ontfangen van eenige weinigè Leden der oüde Magiftraat , den Subftituit Drosfaart en den Secretaris Tromer, gelyk mede van den Groot*Major der Stad ert Van den Commanderende Officier aan het hoofd van alle de Officieren van het Guarnifoen. Inmiddels ontfingen Wy van een Onzer Bodens een papier , 't welk hy zeide hem ter hand gefield te zyn door den Secretaris Tromer en den Advocaat de Koek, verzeld of opgevolgd, (zóo als hy Ons informeerde) door een aantal Leden der Burgerye en van het Exercitie Genoodfchap, welke Wy ook byna ter zeiver'tyd in goede ordre ongewapend en in ftilte voorby Ons Logement zagen pasferen, hebbende gemelde Advocaat de Koek hem Bode verzocht hetzelve papier aan Ons over te geven uit naam en van wegens de Magiftraat en Burgerye der Stad. Het zelve papier inziënde, bevonden Wy tot Onze furprife en leedwezen hetzelve te wezen een Protest tegen Onze voorgenomen verrigtingen, en Declaratoir van met en benevens de overige Leden der oude Magiftraat niet weder in functie te kunnen treden, en van zodanigen inhoud , dat Wy geoordeeld hebben, behoudens hetCaracter, waar mede wy door ü Edele Mog. van wegens Hun Ed. Groot Mog. waren bekleed, en behoudens onzen bepaalden last, niet te kunnen aan of overneemen, maar hetzelve aan den Secretaris Tromer, die hetzelve had onderteekent, te moeten terug zenden, gelyk Wy dan ook hetzelve dadelyk ingefloten in een enveloppe, (waar  192 maart. ZAAKEN VAN 1787. (waar in hun Onze weigering en teruggave en de redenen van dien met korte woorden van onzentwegen door den Secretaris der Commisfie werd geïnflnueert, uitwyzens de Bylage hier nevens gevoegt,) aan het Huis van den Secretaris Tromer hebben terug gezonden. Wy hebben Ons dadelyk daarop, behoorlyk geSdfifteert en verzelt door den Subftitut Drosfaard en den Secretaris Tromer, ten Stad. huize begeven, en in Schepens Kamer gekomen zynde, den Subftitut Drosfaard gelast de Klok te doen kleppen, terwyl dezelve, ingevolge Onze ferieufe recommandatie , is gegaan op deStraat, en de voor het Stadhuis Vergaderde menigte ten fterkfte heeft vermaand, omme zig gedurende en na het aflezen der Publicatie (lil te gedragen. Wy zyn daar op ter Puye van het Stadhuis getreden, alwaar Wy Ons geplaatst hebben ten wederzyde van de Secretaris der Commisfie, welke vervolgens U Edele Mog. Publicatie aan den Volke diftinüelyk heeft voorgelezen en gepubliceert, gedurende en na het eindigen van welke leflure eene voorbeeldige ftilte en bedaardheid onder de Vergaderde meenigte is geobferveert. Zo dat Wy (na dat ook de affkie der Publicatie aan het Stadhuis was gefchied , en een genoegzaam getal exemplaaren van dezelve tot het doen der verdere affixien in handen van den Subftitut Drosfaard was gefteld,) hier roede zonder de minfte dadelyke oppo» fitie of interruptie aan het eerfte gedeelte onzer last, vervat in Hun Edele Groot Mog. Refolutie van 14 dezer voldaan hebbende , Wy daarop dadelyk zyn bedagt geweest, om ook aan het laatfte gedeelte derzelve Refolutie , namelyk de dadelyke herftelling in functie van de Oude Magiftraat te voldoen , en hebben ten dien einde een Onzer Bo-  maart. STAAT EN OORLOG, 1787. 193 Bodens gezonden aan de Huizen van alle de Leden der voornoemde Magiftraat, die voor den 6 January laatstleden hebben Ge", fungeert, en dezelve uit Onzen naam doen convoceren ten Stadhuize tegen half twee uuren; welke Bode Gedepecheert zynde zyn Wy weder vergezelt en geadfifteerd als voren , van het Stadhuis afgetreden' en in Ons Logement terug gekomen, alwaar Wy kort daar na luit het fchriftelyk relaas van Onzen Bode hebben gezien, dat enige weirage Leden der Oude Magiftraat hadden aangenomen ten beftemde tyd ten Stadhuize te compareeren, terwyl omtrent de andere, die niet te Huis gezegt wierden te zyn, het ancwoord was dat men het hun zoude doen weten of te Huis komende zeggen, en omtrent een, dat hy niet in de Stad was, en dien dag met terug verwagt wierd. Hoe onzeker Wy Ons door zodanige Rap. porten bevonden, omtrent het opkomen der geconvoceerde Leden der Oude xWagiftraat, hebben Wy egter (de convocatie debito mo. do gefchied zynde} vermeent met Onze verrigtingen te kunnen voortgaan, en hebben Ons dus wederom behoorlyk geadiifteert en yerzelt als voren op het bepaalde uur ten Stadhuize begeven. Aldaar hebben wy op Onze convocatie, "in Schepens-Vertrek opgekomen en Prefent ge. vonden , behalven den Subftitut Drosfaart Uerlacn en den Secretaris Tromer, welke Ons yerzelt hadden, de Burgemeester der Oude Pegeenng A, Rauws , de Schepen J. L. Nokt, en de Schepen A. van Baak; terwyl Wy na zelfs nog eenigen tyd toevens niet tobben zien opkomen , en dus Abfent gebleven zyn, de Burgemeester der Oude Regering, Dr. F. J. Leemans en Fr. Rant, en de Schepenen G.'de Kok, D. Papet, A vyvw??**» en C' W' PrMfling* zynde de ScheAXXVI1. deel. N peil  94 maart. ZAAKEN VAN 1787. pen C. van der Burch in den voorleden Jaare Overleeden. Ter dezer plaatze niet gezonden , of de Leden der Oude Magiftraat niet hebbende doen convoceren tot het uitoeffenen van eenige Acïe van Magiftratuur, van Politie of Juftitie , maar alleenlyk omme volgens het laatfte Lid der Refolutie van Hun Edele Groot Mog. Ordre te ftellen , dat de Oude Magiftraat provifioneel haare funöien hervatten , welke Ordre Wy hebben gemeene niet beter of anders dan door deze convocatie te kunnen ten effeéte ftellen ; hebben Wy begrepen , dat het Abfent blyven van eenige fchoon wel de Meerderheid der Magiftraat uitmakende Leden, Ons hier in niet konde verhinderen , nog eenige invaliditeit onzer verrigtingen konde involveren, maar dat Wy ten overftaan van de Prefenten konden en möesten voort procederen. Wy hebben Ons derhalven geplaatst aan het boveneinde der Tafel , en de Prefente Leden der Oude Magiftraat naar hunnen Rang nevens Ons, en heeft als doen de eerfte Ondergetekende, als eerfte Heer der Commisfie mondeling voorgedragen den fubItantiëelen Inhoud onzer Commisfie, en byzonder het zo evengemelde laatfte gedeelte der Refolutie van Hun Edele Groot Mog. en daar by gevoegt in fubftantie: „ dat Wy ,f om te voldoen aan gem. Hun Edele Gr. „ Mog. Refolutie hun Prefente Leden zo wel als de Abfente ter dezer uure en plaat. ze hadden geconvoceert; ten einde Hun „ dadelyk en gezamentlyk in hunne Oude „ Magiftraats Funftien provifioneel te herftels> len- „ Dat Wy hun Prefenten zo wel als Ab„ fenten, dan ook uit naam en van wegens „ Hun Edele Groot Mog. dadelyk provifio„ neel herftelden in de posfesfie van de re- » fp*o  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 195 fpective Magiftraats-Bedieningen, in wel„ ke zy voor den 6 January laatstleden ge» ,, fungeert, en op den Eed daar toe by den „ aanvang hunner Bedieningen gedaan. En dat Wy hun Prefente en Abfente Le,, den ernftiglyk vermaanden en gelasten om ,, hunne refpeélive Functien dadelyk te her„ vatten en gezamentlyk ieder het zyne toe te brengen tot confervatie van de Rust in, „ en welzyn van de Stad. „ En dat Wy ten einde van deze Onze „ daad en verrigtingen ten allen tyde en ook „ aan de Leden zoude kunnen blyken, ver- langden, dat daar van door den Secretaris „ Aantekening in het Register der Stad wer» „ de gehouden.'1 Wordende ter gelyker aan de prefente Leden in handen geftelt het nodige getal exem})laaren der gedane Publicatie voor alle de Leden der nu herftelde Magiftraat, gelyk mede op requifitie der prefente Leden eene Copie van U Edele Mogende Refolutie van den 16 dezer, ten einde aan hun>- zo wel als aan de Abfente Leden van Ouze Commisfie mogt blyken. Waarop gemelde Prafente Leedert der Magiftraat zig bereidwillig hebbende gede» clareert, omme aaïï de voorfz. ordres van Hun Edele Groot Mog. te obteropereeren, en aan Onze recommandatie te voldoen, Wy zyn opseftaan, deeze Vergadering gefcheiden is, en Wy na de complimenten van affcheid van de Prsfente Leden ontfangen te hebben, weder vergezelt en geadfifteert als voren, in Ons Logement zyn geretourneert, en van daar onder escorte van een Commando Cu» rasfiers van het bovengem. Corps van den Rhyngrave van Salm kort daarop Ons wederom naar Ons Jacht hebben begeeven, en de volgende morgen de terug reize herwaarts aangenomen, en den volgenden dag, (DonN a der»  196 maart. ZAAKEN VAN 1787. derdag den 22 dezer) in 'sHage zyn gere» tourneert. En hier mede vermeenende aan de Commisfie, waar mede H Edele Mog. Ons hebben gecriargeert te hebben voldaan, zouden Wy dit Ons rapport kunnen befluicen, in- . dien Wy niet nodig oordeelden U Édele Mogende nog met een woord te moeten berichten , dat Gns zoo door den Subditut Drosfaart als door den Secretaris der Stad zyn voorgedragen, de twee volgende bedenkingen en aanmerkelyke zwaarighedem Vooreerst, dat aangezien de non-compari- 1 tie op Onze convocatie der abfente Leden, welke alle (except alleen de Burgemeester F. T. Leemtrn) behoorden tot de zig genoemt hebbende nieuwe Regeering, hun gedaan Protest en hun gedrag by deze gelegentheid gehouden, het veel ligt zoude kunnen gebeuren , en zelfs te verwagten was , dat dezelve in hunne weigering om hunne functien met en benevens de nu op Onze Convocatie opgekome Leden te hervatten, periifteerden , 111 welken gevalle deze als in zodanigen gevalle de minderheid der geheele Magiftratuur uitmakende, in merkelyke verlegentheid zoudén kunnen geraaken, als zynde volgens bekende Regeerings ordre zeker, dat gene minderheid der Magiftraat validelyk kan refolveeren, of hunne Refolutien kunnen doen executeeren en refpecteeren, en dat 'er vervolgens in dien gevalle en in dezen opzigte eene volftrekte Regeeringloosheid zoude kunnen plaats hebben , waar van de gevolgen vooral in deze tyden niet genoeg te dugten waaren; verzoekende en begeerende dat wy mede hier omtrent de nodige voorzieninge zouden doen. Hoe zeer wy ook het gewigt van deeze hun. ne bedenking en bezwaar hebben gepenetreert, hebben wy by raanquement van inftructie en  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 197 en last ten dezen opzigte aan hun billyk verzoek en begeerte niet kunnen voldoen, maar Ons moeten vergenoegen met hun aU leenlyk aan te raden, om by alle gewoonelyke en voorkomende gelegentheden alle de Leden der nu in hunne functien herftelde Magifiraat volgens oude gewoonte te doen convoceeren, en in gevalle van non-comparitie van zoo veele Leden , als met hun de meerderheid der Magiftraat konden uitmaken, of dat zy vermeenden gegronde redenen te hebben om zulks te verwagten, zy zig deswegens aan Hun Edele Groot Mog. om de nodige voorzieninge konden adresferen. De twede bedenking en daaruit voortfpruitende vraage beftond hierin, of ook de by U Edele Mog. Publicatie gementioneerde vernietiging, buiten effect ftelling en hcrftelling van het geen op en na den 6 January laastleden is voorgevallen, mede betrekking had tot alle zodanige attens fcabinaal en van Juftitie, als by de nu vernietigde Regeering of Scheepensbank waren gepasfeerd of gepleegt. Wy kunnen niet ontveinzen, dat Wy deze bedenking al mede gevonden hebben van hec grootfte belang te zyn voor de Ingezeetenen van de Stad en Lande van Heusden, welker goed recht, 't welk zy mogelyk in de goede trouwe zoo uit hoofde van Vonnisfen, andere dispofitien of actens fcabinaal van transporten, als anders geduurende dien tyd van den 6 January laastleden tot dato van het doen der meergem. U Edele Mog. Publicatie vermeenen te hebben geacquireert ( gelyk Ons geïnformeert is, dat zodanige gevallen in der daad hebben plaats gehad) door zodanige dubieteit in de waagfchaal fchynt geftelt. Dan hoe zeer Wy dit hebben gepenetreert, hebben Wy Ons egter, aangezien de bepaling Onzer last en den inhoud van Hun Edele Gr. Mog. meergem. Refolutie, waarby alleenlyk N 3 men-  io8 maart. ZAAKEN VAN 1787. mende word gemaakt van zodanige vernietieins, buiten effect ftelling en herfteUing, als concerneerde de Magiftraatsbeftelling, onbevoegt geoordeelt om een zoo gewigtig poinft van bezwaar te decideeren, en daar door de Refolutie van Haar Ed. Gr. Mog. en Publicatie van U Edele Mogende te expliceeren. Waaromme Wy den gem. Secretaris, die zig ten dezen opzigte byzonder bezwaart en verlegen bevpnd, hebben aangeraden, zich mede des aangaande rechtftreeks aan Hun Ed. Gr. Mog. te addresfeeren, ten einde daarop eene legale decifie of voorzieninge te erlangen ; terwyl Wy Ons verplicht hebben gerekent, om van dit een en ander by dit Ons rapport te moeten mentie maken, ten einde U Edele Mog. des goedvindende hier wegens Hun ba. Groot Mog. zouden kunnen prsevenieeren. Gelyk Wy dan in dezen na Ons beste wee* ten, en met alle mogelyke omzigtigheid hebben gehandelt en vermeenen te hebben gedefungeert, zoo eindigen Wy in hope en verwagting, dat ü Ed. Mog. Onze verrichtingen met derzelver goedkeuring zullen vereeren, en hebben de eer met verfchuldigt refpect te zyn edele mogende heeren? (Onder ftond,) U Edele Mog. Dienstwillige, (Was geteekent) 'sHage c. clotterbooke,junior. den 24 Maart 3. p. boocaert. 1787. De  BiAART. STAAT EN OORLOG- 1787. 199 De Edele Mog. Heeren Gecommitteerden uit het Collegie van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Kaden van de Staten van Holland en West-Vriesland, alhier te Heusden prefent , ingezien en gelezen hebbende zeker Inltruraent, aan een Hunner Ed. Mog. bodens overgegeven , hebben het zelve gevonden van dien aart en inhoud, dat zy zich uit hoofde van de natuur van hume last volftrekt onbevoegd , en ook daarenboven om. veele redenen ten eenemale ongeraden vinden om het zelve over en aantenemen, en zenden dus het zelve Inftrumeut by deze aan den Se. cretaris Tromer, die het zelve ondertekend heeft, terug. (Onder ftond,) Uit Naam van Hun Ed. Mog. (Was geteekent,) 20Maart 1787. t. n. chanfleury. Secretaris der Commisfie» Aan den Commanderende» Officier te Heusden. edele! manhafte.' &c. "\"Tadien Wy de Heeren Clotterbooke én BooJ_\ gaert, Onze Medebroederen in Rade , uit het midden van Ons hebben gecommit. teerd, om binnen de Stad Heusden zekere Refolutie, door Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staten dezer Provincie op den 14 dezer genomen, te doen executeren: hebben Wy, na voorgaande deliberatie, goedgevonden U Edele daar van by dezen kennisfe te doen hebben, ten einde welgem. Heeren door U N 4 Ede-  20O maart. ZAAKEN VAN 1787. Edele en het Guarnifoen der gem, Stad, in derzelver voorfz. qualiteit erkend mogen werdén. Waar mede &c, (Was getekend,) 16 Maart 1787. G. R. LXIV. Declaratoir van de Leer aar en der Hervormde Gemeente te Utrecht, aan de Magiftraat dier Stad, In dato 24 Maart 1787. Vertonen de Ondergetekende Predikanten , dat zy (hun ter hand gefield zynde den 22 Maart dezes jasrs, op de grote Secretary der Politie, door eene Commisfie uit Hun Edele Groot Agtb., een Extraö uit de Refolutie van de Edele Groot Agtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap dezer Stad) om te beantwoorden aan het vertrouwen van Hun Edele Groot Agtb. hen aangaande , dat zy , zoo veel in hun is, niet zullen nalaten aan Vroedfchaps heilzame intentie in dezen te voldoen, ferieuslyk den inhoud der gemelde Refolutie met elkander hebben overwogen, en geene de minde bedenking hebben gevonden, om te verklaren, dat zy gezind zyn, om als Verkondigers van 't Ëuangelie des Vredes, alles wat in hun is, toetebrengen, dat tot bevordering van Vrede en Eensgezindheid in dezen zorgelyken tyd kan dienen, en te volharden , orn, zoo veel de tegenswoordige tydsomftandigheid toelaat , de Gemeente^ over het overtreden van Gods geboden te beitraflcn, en tot de beoeffening van alle Christelyke deugden, uit het waar geloof voortkomende, te vermanen, en als Kerkelyke Perzonen zig van alle Poli. tieke reflecïie.n cn gisfingen het zy in duidelyke, het zy in eenigzinrs dubbelzinnige uitdrukkingen in hun publiek dienstwerk te onthouden; — dat zy ook wel  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. aoi wel voornemens zyn , den Hogen God te fmeeken voor Hun Edele Groot Agtb,, om die en dergelyke gaven en deugden, als in de bovengemelde Relölutie vermeld worden; — dat zy in 't publiek gebed de Gemeinte reprefenteren, in welke elk nevens hun behoorlyke vryheid heeft, zyne gemoedelyke overredingen te volgen, zoo weinig kunnen en mogen voor God in 't gebed woorden gebruiken, waardoor de wettigheid van de tegenwoordige tfegeering zou geaffirmeerd, ah waar door dezelve wettigheid zou genegeerd worden, gemerkt de gemoederen der Gemeinte hieromtrent niet even eens denken, en zulks lloomis in de devotie, en verwydering in de harten zou voortbrengen; —— vertrouwende zy Ondergetekenden, dat Hun Edele Groot Agtb., na Derzelver billykbeid en gematigheid, niet zullen willen aan hun Ondergetekenden iets vergen, dat zy confidentie-halve niet kunnen doen, maar genoegen neemen daarin, dat zy zulke uitdrukkingen gebruiken, die, zonder aan iemand er gemisfe te geven, aan elk der Bidder en zyne natuurlyke vryheid van denken ovetlaten. (Was geteekent,) jac. hinlopen, cauolus seoaar, hüb. van kortenhceff, paolus rutgers, h. schouw, joh. wolterbeek, p. j. bach1ene, Utrecht andreas kok, den 24 Maart henricus weylano, wilhelm leenoert kkieger, N 5 LXV.  202 MAART. L A AKEN VAN 1787. LXV. Adres van Leden van den BurgerKrygsraad te A'nfterdam , aan den JJoogen Raade in Holland. In dato 26 Maart Ï787. Geeven reverentelyk te kennen Ifaac van Goudoever, Colonel, Mr. Gaie Ifaac Gales, Nico!, dsjchenbergh, Iperus Wisfelius, Harm. van Pembroek, Mr Diedetik Johan van Hogendorp, Anthony Meynts,. jan de IVitt, George ffend) ik de Wilde, Pieter Confiantyn Nobel, Ruybert Bastert, Mr. Jacob Anthony de Roth, Mr, Reinier Leendert Bomvens, Mt. Gerard Nicolaas Pieter Hasfelaer , E'nst Willem Boer, Sakmon Jan van Keulen , Jodocus Ciemens van Rail, HendrikAnthony Mulkr, fvir, TAeodorus Cornelis van Her» zeele, Balthazar Scr/öJer, pirksz. , Hermanus van Ledden Hulfekosch ,, Adam Langenhart Wasfenbergh , Pieter Boek, Daniël Marsfenier. Jan Herman Schimtnelpenninck, Daniël Cuyk van Mier op , Dirk Verjleegh, Michiel Huyghens, Piefer Patna de Kernpenaer, Corner lis Leonard Kolf, Paulus van Pruy/èn Morisf, Cornelis Hoorens van Heyningen, Jodocus Cornelis Sibmacher, Hendrik Croefe, Eduardsz-, Jan Lambers, Hendrik Melisfen, Wouter Smit, Leenden Anthony van der Meulen, Willem Daniël des Ruelles, Mr. Johan Frederik Hofman en Willem Lynflager, Capiteinen; Go* ris Cruys, Harrnanus Griethuizen, Harmanus Drost , Hendrik van Blomberg, Junior, Jacob van Sm, Gyslert Mulder, Hendrik Hovingn, Hendrik Baart, Abraham Falentyn, Nicolaas Barreveld, Elias Baart, Hendriksz, , Evert Jan Everwyn, Adriaun Doublet, jan Fr ede rik Wakker, J. Hendriksz, Mart en Kooy, Junior, Hendrik Pieter Barkmeyer, Eduard Barneveld, Theodorus van Effen, Junior, Jacob Hendrik Hoogenbergh, Nicolaas vau Keen, Timotheus van Harrevelt, Hendrik Kuyper, Nicolaas van Blyenburgh, Augustinus Hendrik de Meiander, Ar ent Reesfn, Jacobus Wilhelmus Ogelwight , Zacharias Handier, Junior, Jacob Koopman, Harmanus Meyer, Üarmsz., Elias Hambeek»  &i&art* STAAT EN OORLOG. 1787.203 leek, Pieter Bakker, Lodewyk Gerhard Visfcher , Henri Collard, Jacob de Bordes, Nicolaas Odinck, Jan Hendrik Stulen , Hendrik Asfchenbergh , Christiaan Schellinger, Hz , Daniël van Ros/en, Junior, Coen» raadt Crul, Junior, Willem Roelofs, Jan Jacob Go» defroy, Joan Adam van Lankeren, Dirk van Lanke» ren, Harmanus Boerrigter, Jacobus Johan van der Meulen, Jacobus Gorden, Hendrik Stokebrand, Marcus Hendrik Ogelwight, Eliza Lynjlager, Junior, Ja. cobus Posthumus de Jonge, Albert Janfe Boon, Bertiardus Meyer, Dirk Schröder, Jacob Hendrik de Ridder, Engelbert Victor, Adriaan Holtzman, Jan Kersjes, Junior, Ar ent de Heus, Chris lof el Brands, Junior, Hendrik Husfem, Frans Jacob Schumacher, Gysbregt Drever, Jan Willem van Steger en, Hendrik Haak van Veen, Johannes Lodewyk Lans, Jcatines Wesfing, Willemsz,, Jdcobus Waller, Jan Boufcholten en Eibert Stoefak, relpeöivelyk' Luitenants en Vaandrigs van de Burgerye, en alzo Leden van den gtooten Krygsraad der Stad Amfterdam. Dat, hoe zeer by Refolutie van de Edele Groot Mog. Heeren Staaten" van Holland en Westvriesland in dato den 12 July 1674 uitdrukkelyk is verftaan en verklaard, dat de Hoven van Juftitie gansch niet en zyn bevoegd aan haar te trekken ofte kennisfe te neemen van eenige zaaken van Politie, en het (onder reverentie) notoir is, dat, byaldien met êenigen fchyn van grond in twyffel zoude kunnen getrokken, ofte eenigzins quaeftieus gemaakt worden , het recht van den gemelden Grooten Krygsraad, of de Meerderheid der Leden van dien, cm, naar voorafgegaane befchryving wettiglyk vergaderd zynde, dezelve Vergadering ter Deliberatie ever de daarin voorgekomene doch noch onafgedaane zaaken tot eenen volgenden bepaalden dag te kunnen continuëeren óf prorogeeren , zodanige quseftie zoude weezen een Object van Politie, en geenzins van Juftitie ; het niettemin aan Ftans Bosboom, Jan van Marfelis, Nicolaas Warin, Antonis en Jan Danfsr Nyman, in qualiteit als met en benevens den eerften Suppliant, zynde de gezamentlyke Colonellen van de voorfz.  s04 maart. ZAAKEN VAN 1787. Burgerye , heeft kunnen gelasten, om, na dat op eend befchreeven Vergadering van den gemelden .Grooten Krygsraad , den 21 February laastleden binnen de Stad Amfterdam gehouden, by eene overgroote Meerderheid der Leden van dezelve gerefolveerd was die Vergadering te continuëeren of prorogeeren tot den 2,1 Maart toen aanftaande, zich op den 15 der laatstleden maand by Requeste te adresfeeren aan den Raade Provinciaal,'en, na het pra;mitteeren van eenige abufive en irrelevante middelen,van denzelven Raade te verzoeken Mandement, uit krachte van 't welke aan den Colonel Ifaac van Goudoever, en den Capuein Mr, Gale Ifaac Galet (de eerde en twede Supplianten in deeze) en aan alle verJere Capiteinen, Luitenants en Vaandrigs der voorfchreeven Burgerye, op zekere groote pce^e, tegen de Hooge Overheid te verbeuren, zoude worden gtinterdiceerd, de Refolutie van den 31 February 8787 op eenigerlei wyze ter uitvoer te bres,gen , of eenigen Grooten Krygsraad te houden, welke niet door Colonelfen of de Meerderheid van dien, met voorkennis van Burgemeesteren der gemelde Stad, was geconfenteerd en befchreeven geworden ; mitsgaders iets te doen of te verrichten tot prejudicie van of ftrydig tegen het Recht van Befchryving van den Grooten'Krygsraad, aan Collonellen competeerende, direct., of indirect, geref'erveerd hun verder recht ; en waarby voorts de eerfte en tweede Supplianten en verdere Capiteinen, Luitenants en Vaandrigs der voorfchreeven Burgerye, .welken zich daartegen party zouden willen ftellen, zouden worden gelast te betaalen de kosten, daaromme.gedaan, met de Claufule juftificatoir, als naar ityle. Dat op hetzelve verzoek by AppoincremeDt van den voorfz. Raade zynde geordonneerd te compareereu op den 19 daaraan volgende voor Heeren Commisfarisfen , die Partyen zonden hooren , en den Raade rapport doen, orhme , hetzelve gehoord, gedisponeerd te werden naar behooren, de Snpplianten vervolgens, na dat hetzelve Appoinótement ter /  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. £05 ter hunner kennisfe gebragt was, wel op die geor« donneerde Comparitie aan gemelde Heeren Commisfarisfen hebben doen voordragen , dat zy Supplianten , ingevolge de hiervooren gememioneeide Staats-Refolutie, en de bevoorens gemanifesteerde begrippen van den voorfz, Raade zelve met de uiterfte fiducie fustineerden , dat de voorfz. zaake, als mere domefticq zynde, niet konde geacht worden te zyn een Object van Cognitie voor de Ordinaris Juftitie, veel min nog materie opleveren voor eene posnaale interdictie ; met byvoeging, dat zy Supplianten voor zich alleenlyk hadden doen compareeren uit refpect voor de Juftitie, ten einde denzelven Raade van den waaren toedragt der zaake, en den aart van het daaruit tusfehen de Supplianten en de voorn, vier Collonellen outftaane different te informeeren , doch geenzins om daardoor de competentie van denzelven Raade nopens de wettigheid of onwettigheid van de befluiten der voorfz. Grooten Krygsraad, of met opzicht toe de verfchillen, tusfehen de Leden van denzelven, als de zodanigen onderling gereezen, te erkennen, of zich daaraan op eenigerhar.de wyze te fubmitteeren ; doch dat niettemin de voorfz. demarche van voorn. Colonellen, en de poogingen tot pra;tenfe justificatie van dezelve , aan hunee zyde gedaan, van dien uitflag zyn geweest, dat welgemelde Raade Provinciaal, gehoort het rapport van de gemelde Heeren Commisfarisfen ten zeiven dage, by een nader Appoinctement of dispofitie op de voorfz. Requeste gedaan ftellen , heeft geordonneerd eene nadere Comparitie voor dezelve Heeren Coumisfarisfen, wederom ten zeiven fine, als de voorfz. eerfte Comparitie was geordonneerd geweest; doch met byvoeging , dat alles middelerwyl zoude blyven in ftate en furcheance tot den dag van de Comparitie, en dien dag al; dan waarvan illico van wegens de Supplianten Appel aan deezen Hooger» Raade is geïnterjecteerd geworden; hetwelke als nu profequeerende. Zo Keeren zich de Supplianten tot deezen Hoogeo Ka 4-  ao6 maart. ZAAKEN VAN 1787. Raade , reverentelyk verzoekende U Edele Mog. Mandement in Cas d'Appel van het voorfz. Appoinctement of Dispofitie van den Raade Provinciaal in dato den 19 Maart 1787, in communi forma. 't Welk doende &c. (Was geteekent,) m. h. van son, hendr1ksz. s. bollard. LX VI, Misfive yan Burgemeesteren enVroedJchap der Stad Haarlem aan die van Hoorn, In dato 29 Maart 1787. edele groot achtbaars heeren! Gelyk het onlangs gebeurde in Uw Edele Groot Achtb. Stad, en 't geen daaromtrent ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. voorgevallen is , ons , by 't rapport dat wy daar van door de Heeren onze Gedeputeerden ontfangen, reeds met de trefferdde aandoening had vervult, zo kunnen wy niet ontveinzen deze fenfatie aanmerkelyk by ons verlevendigt te hebben gevonden, by de lecture van Uw Edele Groot Achtb. Misfive van den a4fien dezer maand , aan Heeren Burgemeesteren en Regeerders dezer Stad geaddresfeert. Wy maken geene zwarigheid, rondborftig te erkennen, dat de concurrentie van de Heeren onze Gedeputeerden tot Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 17 Maart onze volkomen goedkeuring heeft weggedragen, en dat die Refolutie door ons befchouwt is als volkomen gefchikt naar die om Handigheden , welken met betrekking tot het gepasfeerde binnen Hoorn, ter Vergadering kenbaar waren geworden: Terwyl wy echter Uw Ed. Groot  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 207 Groot Achtb. even ftellig kunnen verzekeren, dat het oogmerk , noch van de Heeren onze Gedeputeerdens by 't helpen arrefleeren der voorfz. Refolutie , noch van ons by 't approbeeren van de hier in gehoudene conduite, geweest is, of noch is, om aan Uw Edele Groot Achtb., . of derzelver Stad, eenigen hoon cf fmaad aan te doen. Met leedwezen hebben wy daarom gezien, dat Uw Edele Groot Achtb. de evengemelde Refolutie in dat ongundig licht befchouwen , en meenden dus verplicht te zyn, Uw Edele Groot Achtb., ten minden met betrekking tot onze intentie te desabufeeren. Gaarne zouden wy dit ook doen ten aanzien van den inhoud der voorfz. Refolutie, doch meenen ons hier van te kunnen dispenfeeren, door eenvouwdig Uw Edele Groot Achtb. te verzoeken , om derzelver Circulaire Misfive tegen de gezegde Refolutie te vergelyken ; alzo wy ons verbeelden, dat, wanneer dit bedaard en zonder vooringenomenheid gefchied , dan de vermeende bezwaaren, uit die Refolutie getrokken , aanfiouds merkeiyk zullen worden vermindert, en zelfs ten eenemaal Zullen verdwynen, na dat Uw Edele Groot Achtb. volmondig erkennen , dat hier termini habiies zyn voor het doen van onderzoek door eene Commisfie uit het Hof van Juftitie. Wy meenen als noch, dat, zou 'er een onderzoek tot de nodige elucidatie van den Souverein gefchieden , dat nimmer eenvouwiger, efficacieufer , en met minder afwyking van den ordinairen voet van behandeling, kon gedaan worden , dan op die wyze , gelyk nu bepaalt is ; waarom wy , ter goeder trouwe niet kunnen zien , dat de ingewikkelde infinuatie, als of hier gedelegeerde Rechters aangedeld zouden zyn, in het alderminfte van applicatie kan wezen. Ondertusfchen declareeren wy cordaat, dat wy ten allen tyde bereid zyn , en blyven zullen , om de Rechten van de nevens ons Stem in Staat hebbende Steden, en dus ook van de Stad van Hoorn, vol-  ao8 maart. ZAAKEN VAN 1787. volyverig te helpen voorftaan en maintineeren; doch wanneer wy ons op deze wyze uiten, willen wy echter geenzints verftaan worden een Systhema te etablisfeeren, dat ook in buitengewone om/iandigheden alle ordinaire Stedelyke behandeling moet blyven plaats grypen, zonder daar iets toe of af te doen. Zodanig Systhema toch zou , naar ons inzien, allerverderfelykst wezen, en den grondflag leggen tot de fchadelykfte verdeeldheden, als uitleverende de grootfte ruggefteun en aanmoediging voor een oproerig gemeen, om, na zich, 't zy van den wil en gezindheid , het zy van 't vermogen zyner Regering t2 hebben meester gemaakt, vryelyk en zonder vrees in zyne oogmerken voort te gaan, v.rmits het dan niets te duchten zou hebben van eenige buitengewoone voorziening, Wy verbeelden ons, dat U Edele Groot Achtb. dit in thefi met ons moeten eens zyn ; en laten dan gaarne aan derzelver nadere overweging over, ■wat daar uit verder ten aanzien van die cmilandigheden,waar op alleen Hun Edele Groot Mog. tot hier toe hebben kunnen bouwen, moest voortvloeien. Wy zullen dit niet verder uithaalen, maar meenen genoeg geavanceert te hebben , om U Edele Groot Achtbaare re overtuigen, dat zo ais wy de zaak inzien, en zo als dezelve actueel is gefirueert, het ons in gemoede onmogelyk is , om tot eene vernietiging van Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den ïvden dezer Maand , in 't geheel of ten deele te helpen befluiten. Niets anders ondertusfchen by dit alles op het oog hebbende, dan het herftel der rust, binnen U Edele Groot Achtb. Stad , en om even daar door den voortgang der oproerige desfeinen , die zich aldaar vertoond hebben , krachtdadig te fluiten; zou het ons byzonder aangenaam zyn, indien U Edele Groot Achtb. door het fecondeeren der genomene maatregelen daar toe geliefden mede te werken. Het blykbaar nut dat hier uit zoude voortvloeijen, ver.  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. 209 verplicht ons om hetzelve op onze beurt aan ü Edele Groot Achtb. aan te pryzen, en teffens, orn t belang der zaak , daar toe een verzoek aan Ö Edele Groot Achtb. te addresfeeren, alzo wy ons verzekert houden , dat 'er geen beter middel tot heritel van het nodig vertrouwen in de gemoederen van de brave Burgers kan worden in 't werk gefteid, dan even dit; 't welk dus aan U Edele Groot Achtb. niet onverfchillig kan of mag ZVn Voor het overige bidden wy God Almachtig, dat Hy U Edele Groot Achtb. en derzelver Stad in Zyne Heilige Protectie neeme, e» de pogingen tot ontdekking der waare fources van 't gepleegd oproer zegenen wil; en noemen ons voorts met ajle volvaardigheid. edele groot achtbaars heeren | Uw Edele Groot Achtb. Goede Vrienden, 1 Burgemeesteren en Vroedfchap» pen der Stad Haarlem. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) Haarlem den 29 Maart 1787. o. van schoylenburch. (de Superfcriptie was) edele groot achtbaare heeren! De Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn , Te Hoorn. XXXVII. deel. O LXVIL  aio maart. ZAAKEN VAN 1787. LX VII. Refolutie op de re fcriptie van Zeeland op eene Misfive en Refolutie van Hun E elt G*oot Mog , concerneerende het Plan lot verbetettng d«T directie by de Oost" Indijche Compagnie. In dato jo Maart 1787. De Heeren van Berckel en vanJVyn. Penfionarisfen der Steden Amfterdam en Gouda reipcCtivel^k, en ten dezen vervangende de Heeren de Gyfelaart Nederburg en Ryfer, Pecfionarisfen en Secretaris der Steeden Dordrecht, Rotterdam en Alkmaar , refpettive met den Kaad-Fenfionaris als by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4 juny 1783 tot de zaken van de Opst-lndifche Compagnie dezer Landen gecommitteerd; ingevolge en ter voldoeninge aan Hun Edele Groot Mógende Kefulutie Commisforiaal van den a Maart dezes Jaars, geëxamineerd hebbende de Misfive van de heeren Staten van Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 15 der voorleede maand , tot refcriptie op Hun Edele Groot Mog. Misfive van den 1 December laatstleden, concerneerende het Plan tot verbetering van de direQie by de Üost-Iudifche Compagnie, den 17 February 1786 ter Generaliteit gearrefteerd ; mitsgaders op eere daarnevens gevoegde Refolutie van Hun Edele Groot Mog. van den gem. 1 December, alles by de Notulen van den 1 December en 2 Maart voorn, breeder vermeld ; hebben ter Vergadering ger pporteerd. Dat Hun Edele Groot Mog , by de voorfz. Refolutie en Misfive van den 1 December laatstleeden, aan de Heeren Staaten van Zeeland bree voerig hebbende gecommuniceerd Hoogstderzelver cooiideratien op de bezwaren die Hun lidele Mog. ,by eene voorige Misfive van den 8 Mey van het voorleeden Jaar, hadden vermeend gelegen te zyn in de introductie van het voorfz. by Hun Hoog Mog. gear- re«  maart. .STAAT EN OORLOG. 1787 air refteerde Plan van redres by de Oost-Indifche Compagnie deezer Landen; mitsgaders, ter zeiver tvd gemanifesteerd Hun Edele Groot Mog. bereidwillig! beid, om, mgevalle de gem. conlideratien aan de Heeren Staten van Zeeland nog niet voldoende voorkwamen, de coDcert met Hun Edele Mog ter Generaliteit zodanige verdere arrangementen te helpen maken, waar door tot volkomen genoegen van Hoogstdezelven, zelfs alle fcbyn'van overwigt van de Kamer Amfterdam boven de andere Kameren zoude kunnen worden weggenomen, mits maar het getal van Bewindhebberen in de Befognes, by de gem Refolutie van Hun Hoog Mog. bepadd niet werde verminderd, maar langs den weg eener vermeerdering van Bewindhebberen uit andere Kameren gebragt m de proportie, waar in dezelve zich voor dato dier Refolutie, bevonden hebben: — Zy Heeren Gecommitteerden wel hebben gevonden dat meergedagre Heeren Staten van Zeeland by hunne gem. refcnptie van den 15 February laatst]., zich van hunne zyde.ook wel genegen hebben verklaard * tot zodanige arrangementen te concurreeren; maar teffens geproponeerd de zaake met Hun Edelé Groot Mog. ter Generaliteit daar heen te dirigeeren, dat ten fpoedigften Bewindhebberen mogten worden aangefchreeven, om in eene expresfelyk te convoceeren Vergadering van zeventienen zich te bekwamen om aan eene Commisfie. uit Hun Hoog Mog. daar toe te decemeeren, eene prascife en gedetailleerde opening te geeven van den aöueelen ftaat der Compagnie, zo in haar Financieel, als Mercantiel Zeeweezen en Militair beftaan. Dan dat zy Heeren Gécommitteerden deezei voorilag hadden geconfidereerd aan bedenkelykheeden onderhevig te zyn; en voor als nog zich buiten ftaat bevonden, om daarop hunne conlideratien en advis aan Hun Edele Groot Mog te rapporteerendoch in allen gevalle hadden begreepen, dat dit poinét geheel gefepareerd zynde van het maken der voorfz. arrangementen, en dus geheel op zich zelvea itaande, de gefteldheid van zaaken volftrekt vorderO 2 de.  »» maart. ZAAKEN VAN 1787. de , dat met de voorfz. Befogne ter Generaliteit over de gem. arrangementen, onverminderd de deliberatien over de voorn. Propofitie, allen fpoed W1Waearopm gSe'libereerd zynde, is , conform het advis van voorfz. Heeren Gecommitteerden op de daarbv gelegde gronden goedgevonden en verftaan de Heeren Gedeputeerden van deze Provincie ter Generaliteit, te qualificeeren , aldaar opening te «even van de faciliteit van hun Edele Groot Mog. £0 als door dezelve by Hoogstderzelver voorfz. Misfive van den 1 December laatsdeeden, invoege voorfz aan de Heeren Staren van Zeeland is te kennen gegeeven , om namelyk eenige nadere arrangementen, tot wegneeming der difficu te. en rakende het voorfz. Plan yan Redres tot wederzydsch cenoegen te maken. " En voorts te infteeren , dat ten fpoedigften ten dinn einde een Befogne ter Generaliteit werde gedecerneerd. LXVIII. Misfive van Gecommitteerde Raaden in Westviiesland en het NoorderQuartier, en de Magiftraat van hoorn, tot preliminair \ ei {lig van hunne bevinding en bundelingen aldaar. Ingekomen ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. In dato 30 Maart 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden in Westvriesland en het Noorder Quartier , mitsgaders Schout, Burgemeesteren en Scheepenen der Stad Hoorn , componerende de Magiftraat derzelve Stad, van den 27 deezer, met twee Bylaagen , waarby, uit kragt van Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 17 te voren, een preliminair verflag doen van hunne bevinding en handelingen te Hoorn voorn, breeder hier na geinfereerd, ^  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 213 Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan, dat de voorfz. Misfive en Bylagen zujlen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfehap, en verdere Hun Edele Groot Mog Gecommiteerden tot het groot Befogne, met de Heeren Gecommitteerde Raden te Hoorn refideerende, en de Vergadering daarop gediend van derzelver conlideratien en advis; en" is dien onverminderd Conie daar van verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , om daaron te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen; als mede door de Heeren Gedeputeerden der Stad Enckhuizen tot informatie. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen , als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enckhuyfen , Edatn en fviedeinblik, hebben geinhasreerd hunne AanteekeniDg op de Refolutie van den 17 deezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben in naam van de Heeren hunne Principalen ten fterkften geïnhaereerd de gedane reclames van de Refolutie van den 16 dezer maand , zo wel als de Protesten en Referves tegen die van den volgenden dag, met verklaaring, dat zy dierhalven de Refolutie , zo ten aanzien van het ingekomen berigc aan hun lieder Principaalen , als ten aanzien van de vorenttaande Misfive van Heeren Gecoaimitteerde Raden van het Noorder-Quartiergecombineert met Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Hoorn, voor zo verre die beide ftukken ook zyn Commisforiaal gemaakt met gemelde Heeren Gecommitteerde Kaden , Confidereeren als een onwettig en onbeftaanbaar gevolg van O 3 de-  ai4 maart. ZAAKEN VAN 1787. dezelve op den 17 Maart genomen informeele en overylde Refolutie, en alzo tegens dat gedeelte van dezelve Commisforiale Refolutie mede ten fterklten protefteeren , terwyl ook de onwettigheid en onrechtmatigheid van dezelve Commisforiale Kefolutien te meer daar in doorftraalt, dat , hoe zeer ook zy Heeren Gedepuieerden by hunne Propofitie van bezwaar den 13 Maait laastleeden, tegens de voren gemelde Refolutie van den 17 Maart daar te voren,-ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogende gedaan, ten fterkften daar op hebben geurgeert, dat welgemelde Heeren Gecommitteerde Raden geene jurisdictie althans binnen de Stad Hoorn konden ofte vermogten te exerceeren , en dat ook even zeer Schepenen der Stad Hoorn, zig volgens de geftaafde Conftitutie der gemelde Stad, waaraan ook de Souverain dezer Provincie even heilig en onveranderlyk als zy Heeren Gedeputeerden in hunne Principaalen gebonden zyn, in geene zaaken van Politie direct of indirect mogen inmisceeren , of zig laten employeeren, desniettemin, zonder eenig reguard hoe ook genaamt , op, of de minfte praBcedente deliberatie over de wettigheid en applicatie van deeze zoo onwederfprekelyke , en in de Conftitutioneele Regeeringsform der Stad Hoorn gevestigde gronden en argumentatien, door dezelve Commisforiale Refolutien eene nieuwe atteinte aan alle deeze Stedelyke en RurgerJyke Regten word toegebragt, en daar ook by dat alles de gezonae reeden, de billykheid en de eerfte principes van eene welgeordende Regtspleeging nimmer kunnen wettigen , dat verschillende berigten van twee byzondere Leeden of Perzoonen, welke in het voorftel van daaden en gebeurtenisfen zo fterk van den andere difFereeren, als zig in de Misfive van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raden, ia  maart. STAAT EN OORLOG?, 1787. 215 in vergelyking met het berigt van de Princi. palen van hun Heeren Gedeputeerden rencontreeren, zullen worden gefubj cteerd aan het meede - oordeel, Rapport en Preadvies van bun , welke daar in zelve zo merke yk zyn geïmeresfeerd. JJat eindelyk zy Heeren Gedeputeerden moeten declareeren , dat de voordragt door den Heer Burgemeester Jager, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog., ten aanzien van het gebeurde binnen de|Stad Hoorn gedaan, (voor zo veel hun bekend isj der waarheid conform is geweest; en dar inteegendeel h< t voorgeven hy dezelve Misfive van welgemelde Heeren Gecommitteerde RadeD gedaan, alsof zy Heeren Gedeputeerden zouden zyn geauthorifeerd geworden , om van Hun Edele Groot Mog. te imploreeren eene generaale Amnestie voor die geenen, welke zig, ter geleegendheid van dat gebeurde , zouden mogen hebben vergreepen, volftrekt is onwaaragtig, terwyl zy Heeren Gedeputeerden ook daar uit vertrouwen manifest te zyn, dat althans het Berigt van de Heeren hunne Principalen nimmer aan de beöordeeling van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raden had behooren te zyn gedemandeerd. edele groot mogende heeren ! Daar het Uw Edele Groot Mog. heeft goedgedacht by Hoogstderzelver Refolutie van den 17 Maart laastleden derzelver Gecommitteerde Raaden in West-Vriesland en den Noorder-Quartiere te qualificeren, om de Concert met den Magiftraat der Stad Hoorn , zodanige efficacieufe middelen tot herftel en confervatie d?r rust in het werk te ftellen , als de gefteldheid en conftitutie O 4 van  916 maart. ZAAKEN VAN 1787. van de gem. Stad zouden aan de hand geven; hebben Wy reeds op laastleden Vrydag in Onze Gecombineerde Vergadering binnen dezelve Stad een aanvang gemaakt van Onze befoignes en deliberatien , ten einde aan U Edele Groot Mpg. bevelen met een zodanige fpoed als de aart en het gewicht der za. ke vereischte te kunnen voldoen Gecommitteerde Kaden zullen voor als nog niet treden in een detail van Hunne byzondere verrichtingen , terwyl Zy Zich hebben voorgefteld om ter zyner tyd by een volledig Raport alle Hunne handelingen te brengen onder het oog van U Edele Gr. Mog. , in het eerbiedig vertrouwen dat dezelven de volkomene goedkeuring van den Souverain zullen wegdragen. Doch intusfchen vinden Wy Ons wegens , de aanhoudende pogingen, die door de zodanige, welke de uitvoering van de Gns toe. vertrouwde Commisfie met een ongunftig oog befchouwvn , als nog worden aangewend , om waare het mogelyk Ons onder» zoek vruchteloos te maken , en de gepaste maatregelen, welke by aeezeSouveraine Vergadering zyn genomen , tot herftel van de rust en goede order binnen de Stad Hoorn, geheel en al te veriedelen , in de onvermydelyke noodzakelykiieid gebracht om de ge. wichtige deliberatien van Uw Edele Groot Mog. met Onze reprefentatien te mterrurn. peren. Wy behoeven üw Edele Groot Mog. niet te herinneren de fterke inftantien, welke op Jast van de Meerderheid der Vroedfchap op Dingsd3g den 20 Maart door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn ter Vergadering van üw Edele Groot Mog. zyn in het werk gefteld , om Hoogstderzelver Refolutie van den 17 Maart laastleden te doen intrekken, en langs dien weg het nodig Guarnifoen uit dee-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. Si7 deeze Stad te weren, midsgaders de op ns verleende qnahficaiie buiten effLét te Rellen. En wanneer zelfs Üw Edele t>roo; Mog. hadden goedgevonden ly evengemeide Reiolutie te FerfiReren, heeft de Meerderneid der Vroedfchap nog niet kunnen h-fluiten oin binnen hunne Muuren te ontvan.nn die Militie, voor welke uit krachte van Uw Edele Groot. Mog. Refolutie van den 17 Maart de nodige Patenten waren afgevaardigd , door Hoogstderzelver Gccoramiueerdu Raden, die dis toen wegens hei Oproer binnen de Stad Hoorn ontflaan , na voorafgaande Bel'chry. ving van al'e de refpefiive Leden te Alkmaar waren Vergaderd, en daar van aan Burgemeesteren fcliriftelyk hadden kennis gegevenMaar men is als toen te rade geworden, Gecommitteerde Raden door Burgemeesteren by Misfive te doen verzoeken, om niet meer dan ,twee Compagnien Cavallerie reguliere Troupes derwaarts af te zenden, immers ea in allen gevallen daar mede te fuperfedeeren tot dat zy zig op nieuws aan ü Edele Groot Mog. zouden hebben geaddresfeert; voor welk verzoek men intusfehen geen ander voorwendfel wist te arripieeren, dan dat op dien tyd binnen de Stad Hoorn een diepe ftilte heerschte , en dat men geen kans zag om voor zoo een groot aantal Troupes de nodige inkwartiering of huisvesting te bezorgen. Gecommitteerde Raden vonden zig daar door in de noodzakelykheid gebracht om by een nadrukkelyke refcriptie aan Burgemeeste. ren de ongepastheid van dat verzoek voor oogen te ftellen, allen de door hun gemaaktebedenkingen en tegenwerpingen uit den weg te ruimen , en dezelve op het ernftigfte te exhorteeren , om zig niet langer te verzet, ten tegen de gedeclareerde intentie van LT O 5 Ede-  2i8 maart, ZAAKEN VAN 1787. Ede'e Groot Mog.; welke exhortatien ook eindelyk ten gevolge hebben gehad, dat dezelve door den PraefiJent - Burgemeetter by Misfive wiedden geïnformeerd,dat de Militie, na vertoninge van behoorlyke Patenten, binnen dezelve Stad zoude worden ontvangen ; ja dat men zelfs , zoo veel mogelyk was , de nodige inkwartieringe of huisvesting zoude trachten te bezorgen: gelyk ook vervolgens , zonder eenigen verdere tegenItand, twee Compagnien Cavallerie van bet Regiment van den Prince van Hesjen-Philips* dal. een Bataillon Infanterie van den Gene» raal-Major Dundas, benevens tién Man Artilleristen met een Bombardier op laatstleden Vrydag aldaar zyn ingetrokken. Dit gedrag van de Meerderheid der Vroedfchap deed ons hopen en vertrouwen , dat rrieh eindelyk zoude hebben afgezien van alle verdere directe of indirecte middelen , om een Staatsbefluit, het welk reeds aanvankeiyk is ter executie gelegd, en in allen opzichten het meest gefchikt is tot herftel van de rust en goede order binnen dezelve Stad, ja zelfs iD het geheel Quartier, alsjiog door U Edele Groot Mog» te doen herroepen en vernietigen. Maar, Edele Groot Mog. Heeren, in deze gegronde verwachting vinden Wy Ons op nieuws te leur gefield, dewyl de gem. Meerderheid (na dat alvorens op laatstleden Vrydag door de Gedeputeerden derzelver Stad ter Vergadering van U Edele Groot Mcg, wederom vruchteloze inftantien waren gedaan tot intrekking van de voorfz. Refolutie^ by gedrukte Circulaire Misfives op naam van Burgemeesteren en Regeerders afgevaardigd, zig aan de Leden van Staat heeft geaddresfeerl, ten einde die facheiife Refolutie (zoo als zy zig gelieven uit te drukken) in zoo verre zoude worden gealtereerd, dat dezelve Stad  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 219 Stad niet meerder dan met twee Compagnien Cavallerie reguliere Troupes zoude worden bezwaard, en dat het onderzoek van het gepasfèerde aldaar door een Commisfie uit den Hove zoude mogen worden gedaan. Terwyl wy verder zyn geïnformeerd, dat ter Vergadering van de Vroedfchap, op den 26 Maart laatstleden gehouden , (waar by, de Burgemeester van Straalen alleenlyk heeft geadfifteertj de Raden van Br eedehof en de Hart door dezelve Meerderheid met een' buitengewone Commisfie ter Vergadering van U Edele Groot Mogende zyn afgezonden, ten einde te effeétueeren dat aan het gem, verzoek zoude worden voldaan , en het zoo mogelyk daar heen te dirigeeren , dat een i\mnestie worde verleend ; en dat eindelyk by gem. Meerderheid (niet tegenftaaride het Protest van twee notable Leden en derzeive referve om zoodanige Contra Memorie by U Edele Groot Mog. intedienen als zy nodig zrllen oordeelen) een Bericht nopens het voorgevallene zoude zyn gearrelteerd , het welk waarfchynelyk ter 'iafel van U Ed. Groot Mog. zal worden ingebracht. Daar dus deze zaak, naar alle waarfchynelykheid , op nieuws in deze Souveraine Vergadering zal worden voortgebracht, hebben Wy vermeent ons niet te kunnen dispenfeeren van met alle mogelyke kortheid onze Confideratien, zoo met opzichte tot den inhoud van gem.Circulaire Misfive,als nopens de voorfz. finguliere demarches van de voorfz. Meerderheid aan U Edele Groot Mog. voor te dragen. Het fchynd ons, Edele Groot Mog. Heeren , buiten alle bedenking te zyn, dat volgens Uwer Edele Groot Mog. gedeclareerde intentie in onze Gecombineerde Vergadering noodwendig een politicq onderzoek moet plaats hebben, zoo ten opzichte van den aart en  s20 maart. ZAAKEN VAN 1787. en natuur der bewegingen . welke in dezelve Stad zyn ontdaan , als nopens derzelver waare fource, terwyl anderlints geene gepaste en efficacieufe middelen zouden kunnen worden beraamd om de rust en goede order op een gepaste voet te herftelien. Wy hebben ook uit dien hoofde raadzaam en nodig geoordeeld, om acht Perfonen, welken volgens de aan Ons gefuppediteerde informatien ten hoogden fufpeét zyn van de vcornaamde Auéteuren en Aanftokers van die verderfelyken Commotien te zyn geweest, by provifie in een politicque bewaring te doen nemen. , En zonder Ons voor als nog eenigzints in te laten met betrekking, tot de byzondere faiten en omftandigheden, die by fuccesfive Adresfen zyn voorgedragen, kunnen Wy echter Uw Edele Groot Mog. in het algemeen verzekeren , dat Ons zoo uit de erkentenis van eenige der in bewaring genomen Perfonen , als uit diverfe verklaringen van geloofwaardige Getuigen ten vollen is gebleken, dat de turaultueufe bewegingen en het Oproer aldaar voorgevallen , geenzints by die Adresfen zoo zeer zyn vergroot, noch met zo veel onwaarheden zyn bezwalkt , als by de Misfive van de Meerderheid der Vroedfchap aan U Edele Groot Mog. is te kennen gegeven: maar dat in de daad de Stad Hoorn zich in die ongelukkige fituatie heeft bevonden : dat het graauw is meester geweest, en de wettige Regeering tot onregelmatige Happen heeft genoodzaakt. Dit is zelfs zo zeker , dat Wy met volkomen gerustheid durven adfirmeeren, dat by aldien de OudBurgemeester Jager by zyn mondeling Rap« port ter Vergadering van Uw Edele Groot Mog. uitgebragt, zulks mocht hebben ontveinst , hy geenfints de waarheid heeft hulde gedaan. Ja  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. aat Ja Wy vinden Ons verplicht om tot Ons innig leedwezen Uw Edele Groot Mog, te moeten berichten, dat de contenance van de Meerderheid der Vroedfchap van de evengem. Stad, by Uw Edele Groot Mog. geeu admiratie behoefd te verwekken, daar by het tot dus verre gedaan onderzoek Ons reeds tot lasten van zommige ceden van dat Collegie, zyn voorgekomen zaken en omftandighe len , vau een zodanige aart en natuur, dat zy wel licht in de mcgelykheid zouden kunnen worden gebracht, om het gedrag door hun in dat hacbelyk tydsgewricht gehouden voor hunnen competenten Hechter te verantwoorden. Doch hoe zeer Wy Ons aan de eene zyde tot een Politicq Onderzoek bevoegd oordelen , gevoelen Wy ecncer aan den anderen kant Onze verplichting om Ons van Rechterlyke d iden te onthouden , en om deeze reden zullen Wy die informatien en bewyzen, welke reeds ter onz* rkennisfe zyn gekonen, of verder zullen worden gefuppediieerd, aan den als Hoofd Officier fungerende Mr. Chrhtiaan Jan van de Blocquery doen ter hand fleilen , ten einde het recht der Hooge Overheid zonder Onze tusfehenkomst voor het Collegie van Schepenen waar te nemen ; en aldaar te procedeeren zo als volgends de Wetten van den Lande en de alhier geëtablisfeerde Rechtpleging zal worden bevonden te behoren , gelyk ook reeds aanvankelyk door Ons is gefchied. Deeze eenvoudige en waarachtige voor» dracht van Onze bevindinge , en van Onze handelingen , is reeds genoegzaam om Uw Edele Groot Mog. te doen penetreren, dat de Meerderheid van de Vroedfchap der Stad Hoorn geen den minden grond heeft om naar waarheid te kunnen avanceeren dat Gecommitteerde Raden , die fliptelyk uitvoeren de Com-  «22 maart. ZAAKEN VAN 1787. Commisfie, welke aan Hnn benevens de Magiftraat door Uw Edele Groot Mog. is opgedragen , zich een Onwettige Jurisdictie binnen de Stad Hoorn zouden aanmatigen , en dat Wy gezamentlyk zouden medewerken om de Burgers en Ingezetenen van de gem. Stad aan een gedelegeerden Rechter te onderwerpen, waar tegens de Vroedfchap derzelver Stad altoos zegt geprotefteerd te hebben, als ftrydig zynde met de Coniritutie van deeze Republiek. Voor het overige behoeven Wy niet te onderzoeken, of aan Schepenen binnen dezelve Stad immer eemge beltellinge over Staats-, Stads- of Regeerings zaken, zoude hebben gecompeteerd , het welk de gem. Meerderheid by hare Circulaire MisOve ten fterkften ontkend , dewyl zulks reeds een object der deliberatien van Uw Edele Groot Mog. is, en daar en boven door Uw Edele Groot Mog. niet in het byzonder aan Schepenen, maar aan het geheele Collegie van den Magiftraat hunnen gewicbtigen last hebben opgedragen, en dienvolgende deRegeerende Burgemeesteren, als te znmen met Schepenen den Magiftraat of Wethoudcrfchap compoferende, daar van geer.zins zyn uitgefloten. Ja Wy vermeenen buiten alle bedenkinge te zyn dat eene Commisfie,die het herftel van de rust en goede order tot haar oogmerk heeft, zelfs volgens den aart en natuur van de Regerings-form der Stad Hoorn, niet gevoeglyk aan eenig ander Collegie binnen dezelve Stad lubfifterende, had konnen worden toevertrouwd. Het is waar, Edele Groot Mog Heeren, de Meerderheid van de Vroedfcnap onde.'ftaae zelfs de wettigheid van hetCoiiegie van Schepenen, het welk thans de eer heeft binnen de iStad Hoorn , in naame van Uw Edele Groot Mog. Juftitie te adminiftreeren, opentlyk te be->  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 223 betwisten; doch zoortgelyke allegatien, welker wederlegging van ons tegenswooruig oogmerK gehéél verwydert is, bewyzen wel ten kiaarften eene zeer verregaande partialiteit van de gemelde Meerderheid, doch konnen niet anders dan als ten hoogften ongepast worden geconfidereert door Uw Edele Groot Mog., die zig de beflisfing van de daar over ontfrane quasfïie , als nog hebben voor behouden, en inmiddels de Schepenen als Medeleden van de Magiftraat tot deeze Commisfie op een plechtige wyze hebben gequalificeert. Wyders kunnen wy onze verwondering niet ontveinzen, dat de gemelde Meerderheid zich zo zeer beklaagd over de inkwartiering van de twee Compagnien Cavallerie, en een Bataillon Infanterie, ja zelfs heeft gehafardetrt om by eene Cig, die derzelver Gecommi'teerde Raaden in die Quartier uitdrukkelyk hebben gequaiificeert, om tot dat einde de nodige Patenten attevaardigen, op een indirecte wyze te infimuleeren, als of hoogstdezelve den Militairen arm zouden willen misbruiken ter onderdrukking der Stad Hoorn en van derzelver goede Burgerye, daar men een zodanig misbruik ten opziente van Hattem en Elburg zo zeer had gtcondemneert. Wy zullen deeze gedemefureerde uitdrukkingen liefst ter verantwoordinge overlaten voor die Leden van de Vroedfchap, welke dezelve zo onbedagtzaam hebben gebezig'; teiwyl geen eerlyk Regent imner zal toeiiemmen , dat wanneer de Militie van Staat word afgezonden om de Regering te handhaven , tegens een doldriftig gemeen, het welk aan den muitzugt den vryen teugel viert, en ter befcherming van de braave Ingezetenen, ja van de Juftitie zelve, die geheel en al buiten a&i-  &H maart. ZAAKEN VAN 1787* vheit was gefteld, als dan zouden kunnen gezegt worden, dat men de bülyke ftem van Burgers en Magif.trar.en, welke hunoe wettigs Rechten ^n Privilegiën, zo duur gekocht met het Bloed van onze Voorvaderen, op een befcheidén en conliitutionele wyze reclameren, door Geweld en overheerfching tragt te fmoren; gelyk Uw Edele Groot Mogende zeiven her>ben begreepen ,• dat binnen de Steeden Harem en Elburg heeft plaats gehad. Intus'chen konnen wy U Edele Groot Mog, op het plegtlgffe verzekeren, dat wel verre, dat zig een te groot Guarnifoen binnen de Stad Hoorn zoude bevinden, het zelve naau. welyks toereikende is , ter beteugeling van hij gemeen, het welk flechts na gelegentheid reikhalst, om die brave, maar by hun gehate Ingezeetenen, welke reeds zo veel onverdiende mishandelinge hebben ondergaan, aan eenen onbezonnen wraaklust op te offeren; zo dat wellichi Gecommitteerde Raaden zich in de noodzakelykheid zouden kunnen tu vinden om het zelve uit krachte van Uw Edele Groot Mog. qualifkatie in het vervolg te augmei teeren. Wy betuigen dus niet te kunnen bezeffen, hoe de Meerderheid der Vroedfchap daar voor zoude kunnen reponderen, dat men aan zoortgelyke Oproerigheden, wanneermen in het vervolg daar tt>e een gunftigen en gefchikte tyd mochte geboren zien, niet wederom op nieuws den vryen teugel zal vieren, terwyl in alle gevalle de ftilte, die zeden den ij Maart binnen de Stad Hoorn zoude hebben geheerst, en alleen veroorzaakt is, door de voldoening aan de onredelyken eisfehen van het gtaauw, voor zeker geen grond kan opleveien, om het onderzoek van net voorledenen , en het nemen van gepaste maa rt gulen voor het toekomende ter zyde te ftellen. Ein«  smart. STAAT EN OORLOG. 1787. 33$ Eindelyk, Edele Groot Mog. Heeren, zy liet Ons gepermitteert te retnarqueeren, dat voor zo verre door de Gedeputeerden der Stad Hoorn in dé daad eenige inftantien zouden mogen worden gedaan, tot het verlenen van Amnestie, zulke en diergelyke conduites van de Meerderheid der Vroedfchap van de voorfz. Stad , als fpruitende uit eene beduchtheid en niet ongegronde verwachting,;dat de Aanftokers, ja zelfs de eerfte Aanvoerders van het geweldadig Oproer by de Juftitie hunne coudigne ftraffe zullen erlangen , door ods geconfidereert worden, ftrydig te zyn met het heil van deu Lande , en met de waarachtige intentie van Uw Edele Groot Mogende. W y zullen hiermede deeze Misfive beduiten, terwyl net Ons ter zyner (yd aan geen gelegerdheid zal ontbreken, om l w Edele Groot Mog. nader opening te geven , van Zaken en omftandigheden, waardoor de waare redenen en motiven van het zonderling gedrag der Meerderheid van de Vroedfchap, of ten minften van sommige Leden van dat Collegie, in een helder daglicht zuilen worden gefteld, en Wy vergenoegen Ons met voor het te?enwoordige alleenlyk twee Co. pie-Verklari' gen van divtrfe Getuigen , die omtrent het voorgevallene tot eenige ophel» deringe zullen kunnen ftrekken, hier nevens te brengen onder het oog van Uw Edele Gr. Mogende. Wy durven Ons Voor her overige daar op gerustelyk te verlaten, drt Uw Edele Groot Mog. volkomen zuUYn zyn aeperfuadeerd „ dat Wy zo zeer als de Vroedfchap der Stad Hoorn afkerig zyn" van alle Onderdrukking der Ingezetenen door den Militairen Arm, of door middel van gedelegeerde Rechters; maar dat Wy integendeel geen ander oogmerk vvv,r?ben' dau °vereenkomftig de gedeciareerXXXVh. deel. p de  aaó ma&rt. ZAAKEN VAN 1787. de intentie van Uw Edele Groot Mog., op een krachtdadige wyze te keer te gaan die bewegingen , welken de Meerderheid der Vroedfchap zelve erkend, dat binnen de gemelde Stad hebben plaats gehad; en tot welkers onderzoek dezelve een Commisfie uit den Hove nodig oordelen ; offchoon langs dien weg, ten minde zo men een Judicieel Onderzoek bedoeld, de Ingezetenen veel eer van hunnen dagelykfchen en competenten Rechter worden afgetrokken, als immer zal kunnen plaats hebben by de uitvoering van Onze Commisfie, die geene het minft; prsejuditie toebrengen aan de Wettige Judicature, welke Schepenen der Stad Hoorn over hun» ne Meedeburgers en Inwoonders Competeert. Waar mede Wy God Almachtig bidden U Edele Groot Mog- in een lange en voorlpoedige Regeering te bewaren , en hebben de Eer met de diepfte Eerbied te zyn, Edele Groot Mogenae Heerenl (Onder ftond) U Edele Gr. Mog. gantsch Dienstwillige, De Gecommitteerde Raden van de Staaten van Holland en West-Vriesland , in West-Vriesland en den NoorderQuartiere, mitsgaders Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Hoorn, compoferende de Magiftraat derzelver Stad, In naam, en op last van dezelve, als daar toe by Refolutie ter Gecombineerde Vergadering van Gecommitteerde Raden, mitsgaders van de Magiftraat der Stad Hoorn voorn,, binnen dezelve Stad genomen op Dingsdag den 27 Maart 1787, fpeciaal gequahficeerd zynde. (Was getekend) H. CARBASIUS, Op  maart. STAAT EN OORLOG*. 1787.337; 00 huiden den 24 Maarc 1787, compareerden VGormy Cornelis van Oostveen, Notaris Publicq, by den Edele üove vau Holland geadmitteerd, binnen de Stad Alkmaar redderende , prsefent de nagenoemde Getuigen. De Wel Edele Heer Nicolaas Botbergen , Med.. Doétor, en deszelfs Huisvrouw Mejufvrouw Adelhydies Nklen, wonende te Hoorn, doch om de navolgende omftandigheden zich binnen deeze Stad onthoudende, competent van Ouderdom om der waarheid getuigenis te kunnen geven, dewelke ten diende der geene die hier van gtbruik zouden willen maken, verklaarden hoede zuivere waaiheid is. En wel eerlteiyk hy depofant dat hy op den 13 Maart 1787 by het Huis van den Heer Burgemeester van Foreest llaande, aldaar heeft gezien aat'er glazen waren ingeflagen, waar by eenige Vrouwlieden , en de jonge van Nicolaas Syppel, benevens de Dienaar der Ju« ftitie Jacobus Schaap (tonden , turende een dier Vrouwlui zeggeni daar komen noch al wat nieuwsgierige Lieden, waarop door hem geantwoord is , God betert nieuwsgierige Lieden, het is Vee die zo iets aan een Burger Huis doen , en vooral aan het Huis van zo een braaf Man en Burger-Vader, waarop een uit die Vrouwen (welke volgens nadere informatie is geweest de Vrouw van eenen Willeni Doffer) het woord opnam, en zeide: Vee, dat is -wat veel gezegt, wanneer de Dienaar aiitwoorde, zyn het dan by u brave Lieden die zulks doen, waarop hy zyn gezegde herhalende zyn weg vervolgd heeft. Dat zy Depofante op den zelfde morgen heeft moeten ondervinden , dat voor haar hais verfeneidene Vrouwlieden tyn gekomen , zeggende : hier woond die Botnergen, zoude zoo een kaerel pralen van vee, die zyn glazeit zullen ook rinkelen. Dat zy tweede Getuigen mede op dien P 2 mof-  228 maart. ZAAKEN VAN i?8?W morgen gehoord heeft dat de Boendermaker van Exter, wonende op 't Noord, naast de Veth, tegens Ar noldus Moorman zeide: Zoo moe; het maar gaan, het moet nu maar door. gezet worden; fprekende van glazen inwerpen, de vorige avond gepasfeert. Dat beide de Depofanten op den 15 Maart hebben gezien , dat een ontelbare menigte volks, vercierd met Orange, op het fterkde hebben gefchreeuwd: Orange boven, Orange, Orange, Vivat de Prins, en dergelyken , onder het zwaaijeu met hunne hoeden. Dat hy eerlte Depafant op die tyd heeft gezien , wanneer het Rytuig van de Heer van Oosthuizen voorby kwam, zynde de knegts met hunne volle Levery uitgedoscht, dat die Heer met genoegen en vriendelyk gelaat die oproerige menigte groete, het welk door de oproerigen ook op dezelfde wyze wierd be« antwoord. Dat de eerde Depofant een weinig daar na van den Uitdrager Way heeft horen zeggen tegens eenige gemeene Vrouwen, nu die Botbergen moet 'er ook maar van kant. Dat hy Depofant dit alles bemerkende, en niet buiten reden voor zyn leven beducht zynde, zig genoodzaakt heeft gevonden zyn Stad te verlaten en zig naar Alkmaar te begeven. Dat de tweede getuige des namiddags heeft moeten ondervinden , dat 'er weeder een groote meenigre oproerige voor haar huis vergadert waaren , vercierd met Orange , eenige Vlaggen by zig hebbende, onder welke hoop zich bevandAndries Sommeester, zwaaijende met een Vlag, zettede een flt-s aan de Mond, als meede /indries Killoet Mignot een Blaauwverwer en Jan van der Kolk de Oproerkreet uirbazuinende. Dat de Knegts van de Heer van Oosthuyzen zich daar ook by hebben bevonden met ge« noé- \ "  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 229 noegen dat werk aanziende, deeze en geene uit de hoop de hand toereikende. Dat in die tusfehen tyd eisfelyk op haar Pothuis is gedanst en gelchopt tegens de deuren en venfters, de klopper van de deur willen draaijen , dreigende de glaafen in te liaan, ilaandemet fteenen op de deur, vloe. kende en fcheldende op de Patriotten, zeggende onder anderen volgens de getuigenis van haar Meid , hier moet Patriotten bloed ftromen. Dat zy Depofaute zeer ontfïeld zynde de vlucht genomen heeft achter haar Depofants huis, over een hoge fchutting van het huis van de Heer Verloren: dat zy daar gedurig dezelve Oproerkreet heeft gehoord , en in de Zydekamer ftaande, gezien verfcheid-ne Vlaggen en Orange Linten , buiten weinige de gantfche menigte vercierd met Orange, fchellende aldaar aan de deur, eisfehende wyn en geld om vrolyk te wezen op de Victorie van de Prins en om zyn gezondheid te drinken,'t welk echter geweigerd wierd; waarop het volk juichende zeide: neen hier krygen wy niet, wy moeten naar ome Heer van Oost* huizen en van Straalen, befpeurende dat zy hier mede wilden aanduiden de Burgemeester van Straalen. Dat wyders de Depofante den 16 en 17 Maart van den Heer Kattenburg heeft gehoord, dat die op den 14 Maart des avonds ten huize zynde van de Burgemeester Opperdoes , gedurig befpeurd had dat deszelfs knechts binnen kwamen, hem fprekende en dan weder uitgezonden wordende , tot dat eindelyk de knechts 's avonds 8 uuren weder in de kamer komende zeide: Myn Heer nu zyn zy aan de gang, — Myn Heer van Hooi werf en Berkhout zyn ook in 't Pakhuis; waar op de Heer Opperdoes zeide: kom laat ons eens drinken twee glazen wyn , gebruiP 3 ken-  a^o maart, ZAAKEN VAN 1787. kende daar na nog eens infchenkende, zeide : het goed fucces. Dat zy Depofante alle droevige tydingen van tyd tot tyd horende, dat men ysfelyker gevolgen nog te duchten had, zig mede geraden heeft gevonden om naar Alkmaar by den eerfte Depofant te gaan. Gevende voor redenen van wetenfchap al 't zelve te hebben gezien, gehoord, ondervonden en bygewoond , voorts als in den Text bereid zynde zulks met Eede te fterken. Gepasféert in Alkmaar, prsefent Michiel Johan de Lange en Adrianus Bolt en, als Getuigen. (Onder ftond,) Quod Atteftor. (Was geteekend) C. VA» OOSTVEEM, Notaris. Compareerde ter Gecombineerde Vergadering van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Kaden van de Staten van Holland en West-Vriesland, in West-Vriesland en den Noorder-Quartierc &c,, van de Ed. Groot Achtb. Heeren de Magiftraat der Stad ' Hoorn, Nantje Jaspers, oud 47 Jaren, particuliere Schipper, wollende te Encht'yzen, en 'Jede Stoffels oud 53 Jaren , Castelein in de He|bèrg Schippers Welvaart te Broekerwelke verklaarden waar en waarachtig d • , daï op Donderdag den 22 Maart rt^s Jaars 7^7 'smiddogs tusfehen 12 en uureh,* re k, oekerbaven, ten Huize van Depófant gekomen zyn, zes Mansper*  maart* STAAT EN OORLOG. 1787. 231 perfonen , welke in prajfentie van de Depo1'anten, op 't geen door hun, aan de voorfz. zes Perfonen gevraagt wierd, zéiden te komen van Hoorn en te voet geg3an,te zyn langs de Dyk na Schellinkhout, met oogmerk om aldaar een Schip te huren, doch 't welk niet gelukt was, en dat zy dierhalven van daar te voet zich begeven hadden na eene plaats onder Oosterbeek, genaamt aan de Meulentfes, en aldaar voor 5 Guldens gehuurd een Visfchers Schuit, welke hun te Broekerhaven had gebracht. Dat gelyk de eerfte Depofant afzonderlyk verklaart, de voornoemde zes Mansperfonen (of eenigen van hun) te Broekerhaven aan de Knecht van de eerfte Depofant, wiens Schip te Broekerhaven lag , ten aanhoren van de Depofanten , gevraagt hebben , of hy hun niet met het gemelde Schip over Zee konde brengen, doch dat de eerfte Depofant daarop uit het Vooronder te voorfchyn komende, gezegt heeft, zulks niet te kunnen duen, vermits het zelve bevragt was. Dat ook (gelyk de tweede Depofant afzonderlyk verklaard) de voorn, zes Perfonen of eenige van hun ten zynen Huize aan zyn Vrouw , dewelke zulks aan hem heeft verhaald, feebben gevraagt, of aldaar voor hun geen Schip te krygen was, en dat vervolgens deeze vraag ook gedaan hebben aan den tweede Depofant , die inmiddels by hem gekomen was, en dat de tweede Depofant daarop voor hun een Schipper heeft gezocht, doch daarmeede niet is te recht geraakt, en dat vervolgens de eerfte' Depofant (die nu verder meede verklaard) en de voorn. Perfonen by hem rweecl- Depofant in huis zyn gekomen om een kop Coffy te drinken, onder het drin. k«n van welke een Schipper is ingekomen, die aa e lotrièh heeft , hunlieden van daar voor ló Guldens te vervoeren. P 4 Dat  33» maart. ZAAKEN VAN t7s?. Dat vervolgens de voorn, zes Perfonen na verloop van ongeveer een uur zyn vertrokken, en gelyk de beide Depofanten gehoord hebben, de reize bepaald hebben na Nykerk doch dat voor derzelver vertrek één van dê voorfz, Perfonen, welke aan de Depofanten heden na de middag, op ordre van Hun Ed. rf„°?' -eene Bode' ë^GHetn meteen Under-Officier en eenige Soldaten , is vertoond in de ordinaire Oyfelkamer aan 't Col. leg'e, een Brief heeft gefchreven aan deszelfs Muisvrouw, en door denzelve aan de andere gezegt is, dat hy het Compliment aan hunne Vrouwen zoude maken, zeggende verder j dan kan myn Vrouw van avond of morgen na van Straalen gaan. 5 Dat gelyk de eerfte Depofant afzanderlyk verklaart de gem. Brief gefchreven zynde, ^f.T ?e700ILz- perfonen iemand verzocht heeft den Brief te laten brengen na Boven-Carfpel , en dezelve aftegeven in Kode Hart, om van daar met de Postwagen, die ten 4 unren 's namiddags van Ent huizen na Hoorn afryd, te kunnen verzonden worden, dog dat voor het afgeven van deeze Blief twee perfonen te Broekerhaven kwa- Wdkf dC eeDe' êe]yk ^n de eerfte Depofant naderhand te Enchuyzen is voorgekomen, geweest is de onlangs by het Ta. muit te Hoorn geapprehendeerde perfoon, en «at een van de voorn, twee perfonen aan de andere zes heeft gevraagd, om mede te varen , dog dat zulks aan hun door de gem. zes perfonen is afgeflagen , met byvoeging va„ deze woorden: gy moet uw maar uit de kinken houden wy zullen wel maken dat gv gte:i nood hebt. öy Dat gelyk beide Depofanten verklaren deeze twee perfonen den weg na Enchuvzen W gegaan en den Brief, felyk de Se Pepofagt alleen verklaart, hebben mede ge! no-  maart, STAAT EN OORLOG. -787.433 nomen ; hebbende wyders de beide Depo. fanten, die zulks wederom gezamentlyk verklaren , de eerstgemelde zes perfonen met het by bun gehuurd Vaartuig zien vertrekken. Dat omtrent drie uuren na hun vertrek teBroekerhaven nog zyn gekomen twee perfonen, welke (volgens het zegden van den eene) uit Hoorn kwamen , en den eene een Zadelmaker was, en de andere aan zyn rok fcheen een Paruikemaker te zyn , vragende na de zes voorn, perftmen, welke de Depofanten hun antwoorden, reeds voor omtrent drie uuren met een Schip vertrokken te zyn en dat daar op door gemalde twee perfonen voor 15 gulden een Schip is genuurd , met het welk de Zadelmaker alleen is vertrokken. - Dat terwyl het gemelde Schip gereed gemaakt wierd, door de Depofanten aan gem. perfonen onder anderen gevraagd is, waarom de vertrokken zes perfonen weder terug moesten keren; en dat daar op door den Paruikemaker in fubftantie geantwoord is; om dat 'er geen zwarigheid voor hun zou zyn, want dat zy een brief zonder naamtekening van een Heer uit Hoorn by zig hadden welke gem. Zadelmaker voorlas , en waar van de hoofdzakelyke inhoud hier in belfond; dat de Schryver van de Brief wel om honderd guldens wenschte dat de voorn, zes perfonen in de Stad gebleven waren' , want dat de Militie den Eed niet zoude doen aan Gecommitteerde Raden, maar aan Burgemeesteren van Hoon. Verklarende verders de Depofanten, dat na het lezen van voorn. Bnef de voorn, twee perfonen gezegt hebben , da: dezelve was van den Heer Crap uit Hoorn, en dat zy niets gedaan hadden dan op last van Heeren Burgemeesteren : dat hier op de ZadelP 5 ma-  234 maart. ZAAKEN VAN 1787. maker met het gem. Schip in Zee is gedoken, om (gelyk hy en de gem, Paruikemaker voorgaven) de meergem. zes perfonen terug te halen ; terwyl de Paruikemaker (Volgens zyn zeggen) de weg na Hoorn nam om aldaar voor tien uuren terug te wezen. Dat de voorn. Paruikemaker nog iets heeft gezegt, het welk de tweede Depofant gehoord heeft, op den Wel Edele Geftr. Heer Blokt Secretaris van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Raden, toepasfelyk en fchimpend te zyn , zonder echter de prascife bewoordingen verftaan te hebben , doch het welk de eerfte Depofant duidelyk gehoord heeft , daar in beftaan , die Blixems Kint heeft ons die kooi geftooft, denöteerende daarmede den voorn. Heer Secreteris, omtrent welke hy immediaat te voren , den eerften Depofant gevraagd had, of hy denzelven Heer kende ? Eindelyk verklaren beide de Depofanten , - dat de drie Perfonen , welke thans in het Logement van Hun Edele Mog. alhier in bewaring zitten , en heden namiddag, op ordre van Hun Edele Mog., door een Bode met eenige Militairen geadfifteert, aan hun zyn vertoond , mede geweest zyn onder de zes Perfonen, nopens welker komst te Broekerhaven en vertrek van daar by dezen is gedepofeerd, mitsgaders dat de Zadelmaker Jahannes Wolfrath, en de Pruikemaker Jaques Heiiry, dewelke alhier in't Collegie ontboden, en aan de Depofanten vertoond «yn, geweest 1 zyn die Zadelmaker en Pruikemaker , van welke de Depofanten in deeze hunne verklaring mentie gehaakt hebben. Gevende de Depofanten voor redenen van wetenfehap, het door hun gedepofeerde gezien , gehoord en bygewoond , mitsgaders nog in verfche geheugen te hebben. Ën is deeze door de Depofanten met folem- nee-  maaut., STAAT EN OORLOG, 5787. 235 neelen Eede bevestigd, zeggende zy ten dien einde : Zoo waarachtig helpe wy God Almach- t'g- Acïum binnen Hoorn den 25 Maart 1787. (Onder ftond) In pra-fentie van ons Secreta» risfen, (Was getekend) b. bi.ok. xi. carbasius. LXIX. Berigt van Burgemeeseeren van Hoorn , op de Requesten van J. Ris en W. Breebaard, als mede van G. Matthffius, raaiende het voorgevallen oproer in die Stad. Ingekomen hy Hun Edele Groot Mog, In dato 30 Maart 1^87. Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn , gefchreeven aldaar den 26 deezer, houdende derzelver Berigt'op de Requesten den 16 ie vooren aan Hun Rdele Groot Mogende geprefenteerd, als twee van Willem Ris, Koopman, en Jan Breebaard, Boekhandelaar, Burgers en Inwooners derzelve Stad , voor zig zeiven en zig qualificeerende als Gecommitteerden van een groot aantal hunner Medeburgers; als mpde de Requeste van Gualterus Maithaus. Bailliuw en Schout van de Steede Schagen en Schager-Cogge, mitsgaders Notaris en Procureur aldaar, breeder hier na geiniercert. Fiat  336 maart, ZAAKEN VAN 1787. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz Berigt, mitsgaders de bovengem. Requeste zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfehap en verdere Hun Edele Groot Mog Gecommitteerden tot het groot Befogne met de Heeren Gecommitteerde Raden te Hoorn refideerende, en de Vergadering daarop gediend van derzelver confideratien en advis. edele groot mogende heeren! Wy hebben nauwkeurig geëvamineerd de twee Requesten van Willem Ris , Koopman , en Jan Breebaard , Boekhandelaar , Burgers en Inwoonders dezer Stad, voor zich zeiven en zich qualificerende als Gecommitteerdens van een groot aantal Hunner Medeburgers, als mede de Requeste van Guahherus Mattbaus, Bailliuw en Schout van de Stede Schagen en Schager-Cogge, mitsgaders Notaris en Procureur alhier, welke U Edele Groot Mog. by Hoogstderzelver Refolutie van den ?6 dezer goedgevonden hebben, met de Bylagen, by derzelve eerfte gevoegd om de fpoed, in origina/i, aan ons te zenden , om ü Edele Groot Mog. daar op ten fpoedigften, en met derzelver terug, zending te dienen van Bericht, en welker Receptie wy reeds de eer gehad hebben by onze>iaatfte Misfive aan ü Edele Groot Mog. van den 19 daar aan volgende te accuferen, met byvoeginge, dat wy ons toen nog niet in ftaat bevonden, om aan die U Edele Groot Mog. Hoogsc gerefpeéteerde ordres te kunnen voldoen , maar zulks zoo dra mogelyk zouden tragsen werkftellig te maken. Knde mitsdien als nu, ingevolge en ter gehoorzame voldeeninge van dien, daar toe da> - * •*-<«#, • '  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 237 dadelyk overgaande, zy het ons gepermitteerd, Edele Groot Mog. Heeren! met relatie tot het Eerfte Kequest van voornoemde Willem Ris en Jan Breebaard, uit menagement en tot voorfcominge van verdere verwyderingen, met een oiep ftilzwygen te mogen pasfeeren de menigvuldige generale vague en ongedetermineerde klachten, dewelke daarin aan U Edele Groot Mog. worden gedaan, over en ter zake van de Uapheid en werkeloosheid ,'dewelke ten onz.:n opzichte, iedere eenen gèeuimen tyd, zoo in het Poliricq bellier, als in de uitot ffening van de Crimineele Juftitie binnen deze Stad, zeuden hebben plaats gehad; even gelyk wy mede vermenen ons niet te moeten elargeeren over den lof, dewelke, by tegenoverltelhng, daar in aan byna alle de Leden van he. Collegie van Schepenen zoo mildelyk word toegezwaaid , als moetende dat alles , naar onze gedagten , flechts worden geconfedereerd voor een bloot gevolg en dadeiyk eff.ct, der verfchillende denkenswyze tusfehen onze Burgeren en Burgeren onder n;alkanderen, ais mede tusfehen ons en dat gedeelte onzer Burgerye, hec welk zich zeiven van ons en onze begrippen en verrichtingen disgratieu'edenkbeelden formeerd; daar wy (reeds foigneufelyk hebben getragt wel kragtdaetig , dog teffens met de in een Republtcq ailefints gepaste voorzichtigheid en moderatie, mitsgaders zonder inquifltie of tyrannie, voor de publicque rust en veiligheid binnen deze Stad, voor zoo veel maar immer mogelyk is geweest, behoorlyke zorge re dragen en by aanhoudendheid waakzaam te zyn, zoo als wy als lui» den van eer oprechteiyk, ja heiliglyk. kunnen betuigen , nimmer andere vues gehad , nogte iet anders gebuteerd te hebben, dan alleen, waar toe wy ons by diergettaafden üede verplicht tekenen , het mainétien van de jegens- v/oor.  s§8 maart. ZAAKEN VAN 1787* woordig nog fubfifteerende, en na eenen Tagtigjarigen üo?log op het goed en bloed onzer nooit volprezen Voorouderen gecimenteerde, en dus als geheiligde Conftitutie van ons lief en dierbaar Vaderland. Dan het grieft ons , Edele Groot Mog. fleeren! en vooral den Burgemeester van de Blocquay, die, hoe ongaarne ook, zig echter ter obediëntie van U Edele Groot Mogende Souveraine bevelen, in deze bittere tyden, gerecesftteerd gevonden heeft, gedurende di jegenswoordige Vacacure van de Hoofd-Cffl* ciersplaats, dien lastigen en voor hem geheel en al nieuwen en vreemden post te bekleden, voor het oog van 'sLands Hoge en Geëerbiedigde Overheid, befchuldigd te worden van fchandelyke plichtverzuim en doenieuswa;>rdige inactiviteit, en daar toe onder meer anderen ia't byzouder te zien aanvoeren eene op oen 1 January van dit Jaar, en dus lange voor zyne op den 17 February eerst gedateerde qualificatie reeds gepasfeerd , en • uit corfideratie van des anderzins onbefproken daderg 'it-toon van berouw en leedwezen, by politieque correctie afgedane zaak , tot welker wederverlevendiging hy, als daar toe niet expresfelyk geaurborifeerd , en daar en boven meer gevaar als heil te gemoet ziende , zich , onder eerbiedige verbetering, geenzins heeft kunnen imagireren vorpligt nog gehouden te zyn. Geheel anders dan hy , naar zyce inzage, vermeend heeft te moeten te werk gaan omtrent den perfoon van Amoldus Schel, dien hy, by het aanvaarde) zyner funétie , in hechtenisfe heeft gevonden , en dewelke op zynen Eisch en Aarklagte, uit kragte Uwer Edele Gr. Mog. Publicatie van den 25 February 1786, Recta.* terlyic is gebannen 'geworden. Dan wasr van de Supplianten,om redenen, die mialchien. niet zeer verre zouden te zoeken  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 239 ken zyn, by hunne voorfz. Requeste geene de minfte mentie hebben gelieven te raaaken. Wel is waar, Edele Groot Mog. Heeren! dat ter Kamer van Burgemeesteren door1 Di« reóleuren vau het Exercirie-Gezelfcbap het welk alhier onder de Zinforeuk: Tot nut van Hoorns Burgery , voor zo verre ons bewust is, zonder eenig kwaad oogmerk is opgericht , is verzogt, dat fian den Boekverkoper Vermande mogt worden verboden de verdere uitgave van zeker Weekblad , o.ider den Tiiul van den Noord-Hollandfche Patriot, en dat daarop aan den gem. fioekverKoper is gerecommandeert het uitgeeven van het voorfz. Weekblad na te laaten, dog wy ontkennen ten allerfterkllen , als'volftrekt onwaarachtig, dat die Luiden by het doen van voorfz. ver. zoek eenige de minde bedreigende byvoeginge, zo min als by voorfz. Requeste ftaat ge. pofeerd, hebbe;) gedaan: en dus begreipen O Edele Groot Mog. gereedelyk , dat er, in dit geval, voor den fungeerenden Hoofdofficier geene termini habiles voor handen waaren, om naar de Leeden van dat Gezelfchap uit dien hoofde ofte ter dier zaake, 1 eenig gerechielyk, veel min het geftreagfte onderzoek te doen; even zo weinig als wy of gem, fungeereode Hoofd-Officier in ftaac geweest zyn tegen te gaan of te Frocedeeren tegens den Boekverkoper Brouwer, tegens wien nooit eenige klagten zyn ingebragt, en die, voor zo véei wy weefen geene Oproerige gefchriftén, maar flechts eene kleine brochure, ten Titul voerende: Verdedigend Antwoord aan de Eetroovende Noordhollan&fche Patriot, en wel bizonder tegen deszelfs No. 2., heeft uitgegeeven : waar door hy zich naar onze gedagten, geenzins Crimineel nog Culpabel maakte, maar in dezelve termen viel, als- waarinne Verwande, door het  340 maart. ZAAKEN VAN 1787, het uitgeeven der Noord-Hollandfchen Patriot zelven dadelyk verzecrde. De irfultes, welke reeds op den ïo Maart aan drie Leeden van het Genoodfchap van Wapenhandel : Voor Vaderland en Vtxheid. mitsgaders deszelfs Knegt of Bode worden gezeüd gepleegd te zyn, zyn nimmer directelyk ter kennisfe van den fungeerenden Hoofd-c »ffic,er gebragt , zoo min als de in, houd der ten Requeste gevoegde verklaaringen van den Regeerenden Schepen Mr- (Fouter Anthony van der Ramborst en van Jan vm Krimpen en deszelfs Vader Jacobus van Krimpen; hoe zeer hy, Mr. Jan Christiaan van de ulotquery niet wil ontveinzen op den Jl deezer Maand, den geenen , die den voorn. Knegt of Bode de Zwarte Cocarde van de hoed hadde gehaald, zulke friielyk. heeden, behoudens haar recht van klagen verboden , en dat hy den zeiven Knegt of Bode en eenigen anderen perfoonen den weg van kbgre daar tegen open gefteld heeft , gelyk Burgemeesteren wyders op den 12 daar aan volgenden , tot confervatie van rust en vreede, zoo het mogelyk waare, geoordeeld hebben vreijelyk te mogen defereeren aan het verzoejt van Directeuren vao her vo rfz. ExejcmoGezelfciiap, tn mitsdien het dragen van zwarte Cocardes by monde te verbieden met quahficatie op de Bodens en Dienaars van ae. Juftitie om de Contraventeurs daar van uit naam van Burgemeesteren, als Gouverneurs der Stad, te adverteeren: dan met zo wfimeiucces , dat zelfs een Suppoost van den Magiftraat, zo ais ftraks nader zal moeten wornen gedetailleerd, weigerde aan die heilzaatre ordres van zyï e wettige on. iniddeiyke Overheid te ootemptrceren ; ier. wyl het voor het overige eene vo Riekte onwaarheid is en ook eene abfolute onmoge- lyk-  maart* STAAT EN OORLOG. 1787.24* lykheid involveerd, dat de Prsefident Burgemeester uitdrukkelyk zoude hebben beloofd oi' fano fenfit zoude hebben kunnen beloven, niet te zullen gedogen , dat 'er tegens de door ons nimmer erkende tekenen van het voorfz. Genootfchap op eenigerley wyze zoude worden geattenteerd. Vervolgens zullen wy de Vryheid moeten nemen, Edele lir >ot Mog. Heeren, U Edele Groot Mog, (e inf'ormeeren , dat meergem. ivnegi or tsoae van net voonz. uenoodlchap, aoor zyne aaar op verder gevolgde verre, gaande infolentien en brutaliteiten , de Principaale , zo niet de eenige Caufa movens is geweest, van de als toen, in den namiddag en des avonds van tyd tot tyd befpeurde Zamenrotdng , weike veroorzaakte , dat de twee op Brandwacht liegende Bnrger Oompagnien wierden geordonneerd in de Wapenen te komen, en Burgemeesteren by mon. de van den Secretaris Ca'bafius , lieten afkondigen het verbod tegens het dragen van zwarte Gocardes gtarrelr.eerd. Voor het overige is het eene waarheid, Edele Groot Mog Heeren , die wy geenszins willen ontkennen , dat 'er aan het huis van den Buigemeester van Foreest, en by zommige particuiitren, op den laaten avond, eenige weinige Glasruiten , 't zy dan door ingooijen , inflaat. of krenge.j zyn gebroken en aan drukken geraakt, waar op de Regeering befloot de Compagnie, waar van een Rot de Hoofdwagt betrok, in de Wapenen te doen komen , waar door de veiligheid , zo door Patroulléeren als anderszins , herfteld is, zo dat-des nagts ren ra uuren alles weder volkomen in rust en ftilte was. Het welk üingsdag oen 13, den gantfchen dag alzo heefr gecontinueerd. Ende hier mede aldus g, naderd zvnde tot Woensdag den 14, zo heelt het zich als toen, XXXVII. ïiLEL. Q met  242 maart. ZAAKEN VAN 1787. reet betrekking tot de politiven der Tweede Requeste van voorn. Wtllem Ris en Jan Breebaard , in dezer voegen toegedragen , dat meergem. Knegt of Bode van het Genootfchap zich den gantichen dag weder vertoond hebbende , des avonds ten 6 uuren, door eenige jongens, de Glazen by hem ingegooid wier« den , waar tegens hy zich met het werpen van Handgranaten begon re weêr te ftellen, waar op door order van Capiteinen, die by den anderen vergaderd waren, de Trom ge. roerd wierd , en de Compagnien op hunne loop plaatzen kwaamen, van waar eene derzelve zonder bevel afmarcheerde. Men deelde losfe en fcherpe Patronen uit, naar welgevallen. Men hoorde fchieten van agter de Vest. Men fchoot ook wederom, het welk alles ten gevolge heeft gehad, dat zekere Lindeman zeer zwaar, onzeker of door zyn tegen , of door zyn eigen, partye aan zyn been is gek west gewordeu ; gelyk ook zekere Jan Babtist buiten de Wagt geboorende, met een Wel met fcherp dog geenszins met febroot geladen, en niet afgefchoo. ten geweest zynde Snaphaan, door het Volk van de Compagnie, mitsgaders op ordre van den Capitein Binkhtru geapprehendeerd, en weder ontvlugt zynde, dien nagt door de Dienaars van de Juftitie van zyn bed geligt en dus vervolgens in verzekering gebragt is. Wordende vervolgens de Knegt .of Bode van het Genoodfchap, op verzoek van fommige perfonen, in Civiel Arrest gebragt, en de Bode van Beek geordonneerd hem te bewaren tot den volgende morgen ten 11 uuren, en als dan, als wanneer de Raad wederom ftond te vergaderen, met hem in Burgemeesters Kamer te komen, en wierd wyders be« kend gemaakt, dat alle de geene die iets ten laste van denzelven of anderen had intebrengen, zulks dan in gefchrifte konden doen, waar  maart, staat en Oorlog. 1787. 343 waar door de rust wederom herfteld, en dé Compagnien van tyd tot tyd bedankt wier. den; blyvende die Compagnien, dewelke op Brandwagt lagen, tot 'smorgens om 6 uuren in de Wapenen , wanneer dezelve mede wierder afgedankt. De Vroedlchap intusfchen tegens 's morgens om tl uuren weder geconvoceerd zyn* de, bevond men, naar het Stadhuis gaande, den Roden Steen bezet met een groot aantal van wel tusfehen de 35 en \5 honderd menfehen , dog alle in een gefchikte ordet zonder geweeren als anderzints: welker Gecommitteerden binnen gedaan zynde verzogten, dat aan deze drie rioofd-Pomdten mogte worden voldaan, nameotlyk: 1. Dat gem. Bode of Knegt van het voorfz. Genoo fenap, genasmt Jan Meyer, mogt worden gebannen 2. Dar de in den voïigen nagt geapprehendeerde Jan Baptist mogt worden losgelaten, 3. Dat voorfz. zoo Genoodfchap ala Gezelfchap mogte worden vernietigd , en dus ieder onder zy>>e Burger-Compagnie mogt Kxerceeren. Wy vonden ons dus , ridHe Groot Mog. Heeren! iu de groo'fte Verleaendheid, en waren , tot voorkominge van meer ere onheilen , wel genoodzaakt voorf«. vei zoeken te moeten accordeeren en zulks aan de vergaderde menigte bekend te maken; waar in wy te minder zwarigheid z;gen, naardien 1, Meer voorn Jan Meyer geen geboren Burger, maar van buiien ingekomen , en daar en boven een flecht kaerel is, ja ge«gt word, reeds voor^ heen uit Medernblik te zyn uitgebannen: gelyk hy dan nu ook ahier zyn voorfz. Arrest gevioleerd heeft , en dus daarom zoo wel als om het draQ 2 gen  «44 waart. ZAAKEN VAN 1787. gen zyner Cocarde, op aanklagte van den fungerenden Hoofd-Officier, door de twee eerige alhier in Loco zynde Schepenen, inet voorkennisfe van Burgemeesteren en Vroedfchappen , uit deze Stad en Jurisdictie is gebannen. 2. Cm dat Jan Baptist zyn geweer was gebleken niet afgefchoten te zyn geweest, en 3* Vermits het voorfz. Genoodfchap, fchoon ja wel in ü Edele Gr. Mog. Protectie genomen , echter nimmer eenige eigentlyk zoogenaamde Legalifatie van lioogstdezelve heeft bekomen, als zynde het verlenen der Legalijatien, volgens Refolutien van 7 en 04 September .786, aan de refpective Regeeringen of Magiftraten , en dus in cas fubjecr. aan ons, aan wien daar toe nogtans nooit eenig verzoek is gedaan, gerenvoyeerd en overgela. ten. Dan wel verre, Edele Groot Mog. Hee« ren! van, gelyk wy vertrouwden, hier door de rust ten eenemaal herlteld te zien, begon het Gemeen op de been te komen, en zoodanige Excesfen te plegen, die wel degelyk ftraf baar waren, dog waar in door de intsuipejlhe abfentie van vyf onzer zeven Schepenen niet en konde worden voorzien ; al het welke dus voortduurde tot 's avonds ten u uuren , wanneer alles volkomen in rust en vrede was, zoo als het ook fedett, ja zelfs tot dit ogenblik, in «diepe ftilte gebleven is. Eindelyk moeten wy de vryheid nog neemen V Edele Groot Mog. ten opzichten der Requeste van Gualtherus Matthxm te doen remarcqaeeren , dat hy fchoon Notaris en Procureur, en dus een fuppoost zynde van de Regeering en Vierichaar , mitsgaders in laastgem. qualificatie terrolle compareerende, zee-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 245 zeekerlyk beeter aan Eed en Pligt zoude hebben voldaan, door zich met gratie te on. derwerpen aan de heilzaame maatregulen , ten algemeene nutte, door ons, omtrent anderzins op zich zelve indifferente zaaken, be. raamd en genoomen : en dat het tegens de waarheid aandruischt, dat de fungeerende Hoofd-Officier hem op eene indiscreete wyze bejeegend of dezelve nog wy aan hem de Stad ontzegd zouden hebben; dat dezelve Hoofd Officier hem integendeel, tot voorkominge van en om zich niet geëxponeerd te zien aan infultes, het dragen eener Cocarde heeft afgeraden , met byvoeginge flechts, dat hy anders beeter zoude doen de Stad te verlaaten , gelyk hy zeide voorneemens te zyn s'anderendaags tog te zullen doen; terwyl hy naderhand den Regeerenden Burgemeester van Straalen pasfeerende , by het groeten, aan denzelven wel degelyk vertoonde , dat hy de Cocarde nog op den hoed was hebbende: zoo dat'er ten deezen geene aanzegginge nog ordre van Burgemeesteren, om onze Stad te ontruimen, exteerende nog in rerum natura zynde , dezelve gevolglyk ook niet kan worden ingetrokken en buiten effect, gefteld, nog ten dien einde, onder reverentie geenige hoe ook genaamde voorzieninge van U Edele Groot Mog. kan te pasfe koomen. Gelyk wy ons meede dog tot ons innig verdriet en hartelyk leedweezen , te vergeefse!) geflatteerd hebben , dat op de voorfz. beide eerstgemelde Requesten nimmer zouden hebben kunnen volgen nog genoomen worden zoodanige fterke Refolutien, als waar van wy de kommer volle en fchrikbaarende effecten reeds dadelyk binnen onze Stad, tot onzer aller bittere zieis-fmerte, daar gefteld en werkftellig gemaakt zien: terwyl wy daar tegens verklaaren op de allerfterkfte wyze te protefteeren, niet alleen tot confervatie van Q 3 on-  24ö maart. ZAAKEN VAN 1787. onze eer en candeur, zoo voor het jegenswoordig en volgende geflagten, als voor de laatlte pofteriteit, maar ook tot maindtien van de Privilegiën en Voorrechten aan onze Stad en goede Burgery, als een integreerend Lid van Staat, en de Vergadering zelve van U Edele Groot Mog mede helpende compufeeren, onttgenfpreekelyk competeerende, dewelke wy ten allerkragtigften by deezen vermeenen te mogen , ja te moeten reclameeren , ten einde dezelve even zoo gaaf en ongecancelleerd aan de nakumelinglchap te ku'nen overlaten, als wy dezelve zuiver en ongefchooden van onze voorzaten hebben geacquireerd en overgenoomen. Hier mede, Edele Groot Mog. Heeren l vertrouwende aan U Edele Groot Mog. intentie te hebben voldaan, hebben wy de eer de voorfz. Requesten wederom aan U Ed. Groot Mog. terug re zenden , en ons , na toebiddinge eener voorfpoedige RegeeriDge, met allen eerbied te noemen, Edele Groot Mogende Heeren I (Onder ftond,) U Edele Groot Mog. Dienstwillige , JBurgemeesteftcn en Regeer, deis der Stad Hoorn. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (Was geteekent,) Hoorn den 26 Maart c. j. van de blocouery. ï?87. Aan  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 247 Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Geven met verfchuldigden Eerbied te kennen Willem Ris , Koopman , en Jan Breebaard, Boekhandelaar , Burgers 1 eu Inwoners der Stad Hoorn, voor zich zeiven en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner Medeburgers. Dat de Supplianten door de gevaarlykè fituatie , waar in zy , zoo wel als hunne Committenten en andere weldenkende Ingezetenen hunner woonplaatfe zig bevinden, genoodzaakt zyn, om hunne gegronde klachten en ootmoedige fmekingen eerbiedig uit te ftorten in den fchoot van U Edele Groot Mog., van wien zy, naast het Opperwezen, in dit hachelyk ogenblik eene krachtdadige befcherminge en gerustftelling voor de veiligheid van hunne perfonen en bezittingen alleenlyk konnen te gemoete zien. Zy vertrouweu dat thans reeds ter kennis van U Edele Groot Mog. zullenszyn gekomen de oproerige bewegingen, waar van de beginfelen federt een geruimen tyd binnen de Stad Hoorn zyn befpeurd , en die op laatstleden Maandag tot zulk een hoogte zyn geklommen , dat veele wederfpannige Ingezetenen zich niet alleen hebben verftout, om door onbehoorlyke t'zamenrottingen de rust binnen de gem. Stad te verftoren , en de heilzame bevelen van U Edele Groot Mog. die nog zoo onlangs by eene ernftige Waarfchouwinge zyn herhaald, opzettelyk te overtreden , maar ook met een voorbeeldeloos geweld de glazen inteflaau , zoo van het huis van den Regerenden Burgemeester Nanning van Tor eest, welke wegens zyne Vaderlaidfche denkenswyze het voorwerp is der oprechte hoogachting van de Supplianten en Q 4 hun-  848 maart. ZAAKEN VAN i7s7. hunne brave Medeburgers , mitsgaders bv verfcbeidene Leden van een Kxercitie-Genoodfchap, bet welk nog zoo onlangs met de fpeciale Protectie van U Edele Groot Mog. is beguufligd geworden. 8 De Supplianten, benevens hunne Committenten, zouden intusfchen hier mede de gewichtige deliberatien van ü Edele Gr. Mog met behoeven te interrumpecren, indien zy zich mochten verlaten op de activiteit van de Cnmmeele Juftitie binnen hunne Stad, en daar van konden verwachten die gerustftelling voor de veiligheid van hunne Perfonen en Bezittingen , waar op zy in de betrekking van getrouwe Burgers en lngezete. nen, in een vry en welbefluurd Gemenebest, hebben! * Z°° êegr0"de Dan zy vinden zich tot hunne grievende fmerte genoodperst, cm rondborftig te verklaren, dat zy van dien kant geene genoegzame zekerheid konnen te gemoete zien en dar zonder de krachtdadige voorziening van U Edele Groot Mog., niets anders te wachten is, dan dat het reeds uitgebarlten üProe? za bly ven voortduren en aanwakkeren ii zelfs de volffrekce ruïne van hun"San. Een te weeg brengen, waar van de fchrikverwekkende geruchten zich reeds verfprei S..°Pr " zm'le 00^Uk, waar in zy O Edele Groot Mog. adiöeren, en de Supplianten, me z,g tot dat einde , met agtèfia ff£ van alles wat hun dierbaar is , grWairdf hebben begeven, met zulke aandcen7nge„ en ontroeringen vervullen • dat zy zig lah;* ftaat vinden, om op eene gepaste wyze 2 tedrukken, wat zy thans in hunne harten eevoelen. oc Het is intusfchen verre van de Supplianten dat zy het Collegie van Schepenen op een": ger.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 249 oerhnn.n'e wyze van plichtverzuim zouden befchufdigen ; neen , Edele Groot Moü. Heeren ! zy erkennen en eerbiedigen byna alle de lieden van dat Collegie als brave en cerdate Vaderlanders, en als ee.lyke Rechters. Gaarne wenschren de Supplianten , dat zy ook het zelfde getuigenis zouden kon nen afleggen van den Burgemeester van de BlocquerJt in wiens handen door U Edele Groot Mog. gedurende de jegenswoordige vacature der bedieninge van Hoofd.Officier de bewaringe van het recht der Hogel. verheid aldaar is toevertrouwt; gaarne wenschren zy in Raat te zyn om naar waarheid te konnen verklaren, dat de gem. Burgemeester zich zeden de aanvaardiging van dien gewichtigen post hadt beyvert om met eene voorbeeldige waakzaamheid, welke in dit hachelyk tydltip inzonderheid wordt vereischt, de wyze en heilzaame l'lacaaten van ü Edele Groot Mog» te maintineeren , de eerfte beginzelen van de rumultueufe beweegingen, zo veel mogelyk is , tegen te gaan , en zonder eenig aanzien van perfonen tegens de Overtreeders te procedee» ren. Maar, Ed. Groot Mog. Heeren, de Sup. plianten konnen , noch willen niet ontveinzen, dac desaangaaude eene flapheid, eu werkeloosheid heeft plaats genade, waar van zy de redenen niet zullen onderzoeken , maar nederig overlaten aan het hoogwys oordeel van hunnen geëerbiedigclen Souverain. De Supplianten zouden een ruim veld hebben, indien zy voor O Edele Groot Mog. wilden optellen alle die gebeurtenisl'en, welken de oproerige bewegingen van laatstleden Maandag zyn voorafgegaan, en als het ware hebben voorfpeld; doch zy konnen zich echter niet onthouden van eenige ftaaltjes onder het oog van U Edele Groot Mog. te brengen, welke niet alleen ten allen tyde volledig konQ 5 nen  sgo maart. ZAAKEN VAN 1787. nen worden geftaafd, maar zelfs zo waereldkundig zyn, dat zy geen het minde bewys Wereisfchen. Zy bedoelen namelyk,dat zich reeds op den eerden January van dit Jaar een bekend perfoon heeft verftout, om met eene Oranje Cocarde vercierd, opentlyk op 's Heeren Straten te verfchynen, met dit gevolg, dat hy wel aan Burgemeesteren om vergiffenis, we. gens zyn misdryf heeft verzocht, maar zonder dat de fungerende Hoofd Officier heeft konnen goedvinden , om , niettegenftaande by de fuccesfive Placaaten of Waarfchouwingen van U Edele Groot Mog. het dragen van zodanige verbodene leufen of tekenen van parthyfehap op flraffe van ten minden confinement was verboden , deswegens eenige Crimineele Procedures te ondernemen. De Supplianten konnen al verder niet onaangeroerd laten , dat Directeuren van een zoogenaamd Exercitie Gezellchap, het welk onder de fchoonfchynende Zinfpreuk , Tot nut der Schuttery t doch in de daad met een allcliuts fchadelyk oogmerk binnen de gemelde Stad is opgelicht, zich ter Kamer van Burgemeesteren hebben vervoegt, met verzoek, dat aan den Boekverkooper Vermande mocht worden verboden het uitgeeven van zeeker Weekblad, onder den Titul van den NoordHollandfchen Patriot, met byvoeging, dat zo» aan het gemelde verzoek niet machte worden vol' daan, zy Directeuren hunne onder hebbende Man~ fchappen niet konden weederhouden van hst huis van den gemelden Boekverkooper te plunderen, en dat men de verdere gevolgen zoude laten voor reekening va» Burgemeesteren. Wie zoude niet met reede hebben mogen verwachten, dat die ftoute taal, en onbefcha3mde verklaring , welke door Mr. Jan Christiaan van de Blocquery, die zich als Prtes. Ëdent Burgemeester ter Kamer van Burge. ■tee*.  MAART. STAAT EN O O RL CC*. 17S7, 251 meesteren bevond, is aangehoort , denzeiven zoude hebben aangefpoort , om het gellrengfte onderzoek te doen naar de Leeden van dat prffitens Gezeifchap, welker beduurders geene zwaarigheid maakten om aan hunne Regeerders onbewimpeld te kennen te geeven , dat men zwanger ging van een heilhos oogmerk , om de bezittingen van een braaf en gezeeten Burger te jpolietren of te vernielend Maar neen , Edele Groot Mog. Heeren , nog de Burgemeester de Blocquery, nog zyne Mede-Regenten zyn daar "door werkzaam geworden, terwyl inteegendeel die drafwaardige bedreiging der Beduurders van een zoo ondeugend Complot voor hun is geweest van au gewenscht gevolg, dat aan den gem. Boekverkoper is gerecommandeert het uitgeeven van het voorlchreve Weekblad natelaten, zonder dat tot op dit ogenblik eenig onderzoek is gedaan tiaar de zoodanigen , die het verfoeyelyk ontwerp fmeedden, om op de goederen van eenen hunner Medeburgers geweldadig aantevallen. — Geheel anders, Edele Groot Mog. Heeren , handelt men met den Boekverkoper Brouwer , die zich opemlyk heeft verftout om zulke gefchriften , welke alleenlyk drekken om hec zaad van Oproer te verfpreiden , mitsgaders de wettige Londitutie omtekeeren, die ook deswegens by de Piacaaten van U Ed. Gr. Mog. expresf'elyk zyn verboden , zelfs met de namen der Schryvers uit te geven, en ta verkepen, zonder dat men tot dus verre die onbetamelyke hande'.wyze heeft tegengegaan, / veel min tegens denzelven volgens den gedeclareerden wil en intentie van den Souverain geprocedeert Zulk eene ftrafftloosheid van ondeugende bedryven , vergeld met de zichtbaarfte blyken van eene verregaande eenzydigheid moesten naiuurlyker wyze het op-  aj2 maart. ZAAKEN VAN 1787, oproerig gemeen en derzelven verfoeijelyke raadgeévers aanmoedigen, om verder voort te gaan, en op het voorbeeld van andere plaatfen vooral aan de Leden van een gelegalifeerd Genoodfchap , van welker Vaderlandfche fentimenten zy een afkeer hebben , hunnen bozen wraaklust bet te vieren. Daar van hebben drie Leden van het gemelde Genootfchap, mitsgaders deszelfs Knecht of Bode reeds op den 10 Maart fmertelyke ondervinding gehad , wanneer dezelven opentlyk op 's Heeren Straaten door drie bekende perfonen op eene verregaande wyze zyn geicfulteerd, zodanig, dac zich tegens eene grooie overmacht niet konnende verzetten , geneodzaakt zyn geweest zich door de vlucht uit handen van hunne vervolgers te redden. üecze en andere geweldadigheden , waar van aan V Edele Groot Mog, uit de hier nevens gevoegde verklaringen ten overvloede kan blyken , zyn wel door de beledigde Leden van het Genoodfchap ter kennis van den fungeerenden Hoofd - Officier gebracht, met een ernftig en gepast verzoek om protectie, en goede Juftitie. Maar, Edele Groot Mog Heeren, wel verre, dat daar op een rigoureus onderzoek zoude zyn gevolgt, zo zyn tot op dit oogenblik die billyke klachten van geen het minde effect geweest, en de Supplianten benevens hunne Committenten blyven geftadig bloot gefteld aan de quaadaartigheid en woede van hunne gedeclareerde Vyanden; — ja zelfs, Edele Groot Mogende Heeren , wanneer de Directeuren van dat zogenaamde Exercitie-Gezelfchap zich ter kamer van Burgemeesteren hebben vervoegd en verzocht, dat geene zwarte Cocardes zouden mogen worden gedragen , welke niettemin de erkende en geoorloofde tekenen zyn vaneen Genoodfchap, het welk U  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 353 U Edele Groot Mog. met Hoogstderzelver fpeciale Protectie hebben vereert, heeft hec aan Burgemeesteren goedgedacht, om aan dit ongepast verzoek gereedelyk te defereeren, en het dragen van zwarte Cocardes te verbieden , niettegenftaande de Praïfident Burgemeester uitdrukkelyk had beloofd niet te zuilen gedogen , dat 'er op eenigerley wyze zoude worden geattenteerd tegens de voorrechten of tekenen van het gemelde Genoodfchap. b.n of dit alles noch niet genoeg was, Edele Groot Mog. Heeren, om den geest van eenzydigheid te kenmerken, zoo hebben alle weldenkende Burgers tot hun grievend leedwezen moeten ondervinden, dat, terwyl men het dragen van Oranje Cocardes, de onbehoorlyke bedreigingen, die door den mond der Directeuren van een zoogenaamd Exercitie.Corps ter kennis van Burgemeesteren zyn gebragt, het disfemineeren van oproerige gefchriften , mitsgaders het geweldadig aanvallen van ordentelyke Burgers , tot das verre ongeftraft laat , ja zelfs geen behoorlyk onderzoek waardig keurt, Burgemeesteren van zig hebben kunnen verkrygen om den Procureur Matihrn. Jan Hal/maan , die hem mede de Cocarde van de hoed heeft gerukt en dezelve onder zyn voeten getrapt, zynde teffens gedreigd om degelyk wat af te flaan; hebbende zy Getuigen hun leven en veiligheid in de vlugt moeten zoeken. Dat zy Getuigen vervolgens zig over deze infolente behandeling hebben gaan addresR 2 fee.  a6o maart» ZAAKEN VAN 1787. feeren aan den Keer Prasfident-Burgemeester Mr. J. C van de Blocquery, als door deEd. Groot Mog Heeren Staten van Holland en West-Vriesland aangefteld tot Hoofd-Officier dezer Stad, en aan zyn Wel ILdele Geftr. hebben verzocht om behoorlyke fatisfiQie, dan dat gem. Heer Hoofd-Officier, io plaats van hun Getuigen zulks te verfchaffen, hun Getuigen op een allerbrutaalfte wyze heeft bejegend over het dragen hunner Cocardens, en wel in zoo verre, dat zy Getuigen zeer - ongetroost van daar hebben moeten vertrekken; hebbende nog tot hun leedwezen moeten ondervinden, dat het gemeen gepeupel by het in en uitgaan van het huis van den Hoofd-Officier', met het roepen van hoezêe , zeiden , dat kan ons niets doen. Dat zy Getuigen vervolgens des avonds tusfehen half zeven en zeven uuren zyn gekomen op het Noord, by de Noorder Kerk alhier, ten ein A^te gaan na de Vice Prsödem-Burgemeester en den Pnelident-Schepen, ten einde hunne klachten , wegens het hun hier vorengemelde geval , by gem. Heeren in te brengen, als kunnende by den HoofdOfficier daar omtrent geen verhoor krygen, hun als toen zyn ontmoet vyf a zes mansperfonen, waar van één hun Getuigen door zyn flecht gedrag en character bekend, genaamd Andnes Galet, welke tegen hem tweede Getuige zeide, nu is evenwel de Cocarde van de hoed af, prsfenterende hem Getuige wat flagen te geien, het geen hy Getuigen echter is ontkomen, dog zynde zy Getuigen hierdoor verhinderd geworden om by gezegde Vice Praïtident-Burgemeester en Praeiidentöcnepen te gaan. i )an verklaart hy eerfte getuige Jdn Meyer nog, dat hy op den 12 Maart 707 des midddgs om half drie'uuren is komen gaan langs het zogenaamde Weytje voor by de Baan- ftraat,  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 261 * ftraat, dat als toen uit gezegde Baanftraat is komen aangaan een groot aantal Volk, gewa. pend met Bylen, Mesfen, Vlesfen en Steeren , en hem getuigen daar meede zyn na. gegaan, waar door hy getuige genoodzaakt is geworden, zyn veiligheid en behoud in de vlugt te zoeken. Gevende zy getuigen voor reedenen van wetenfchap al het geene voorfz, is ieder omtrent -het geen hen is ontmoet, in eigener perfoon te hebben gehoord, gezien, byge. woond en ondervonden, en voorts als in de text, bereid zynde dit hun gedepofeerde des noods, en gerequireerd wordende nader met folemneele Eede te bevesiigen. Aldus gepasfeerd te Hoorn voorn, in prsfentie van Willem Nicolaas Crap Hellingman en Sy brand Bakker, als getuigen. (Was geteekent,) g. matth^us, Nutaris. Aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West' Vriesland. Geven met verfchuldigde eerbied te kennen Willem Ris en Jan Breebaard, wonende te Hoorn , zoo voor zig zeiven en als Gecommitteerden van een groot aantal Burgers en Ingezetenen der gemelde Stad. Dat de Supplianten na het concipieeren van het Adres 't geen zy de eer gehad hebben heden morgen aan den Heer Raadpenfionaris te overhandigen, ten einde het zelve te brengen ter tafel van Uw Edele Groot Mog zoo per expresfe als door diverfe brieven geinformeert zyn geworden , dat de oproerigheden binnen R 3 die  s$2 maart. ZAAKEN VAN 1787. die Stad tot eene zodanige hoogte geklommen zyn, dat het oproerig gepeupel meester is, en de Regeering genecesfiteerd heeft het Genoodfchap van Wapenhandel voor Vadcrland en Vryheid, het welk onder de fpeciale protectie van U Edele Groot Mog. is genomen , benevens het zogenaamde ExercitieGezelfchap, onder de Zinfpreuk: tot Nut van Hoorns Schuttery, te disfolveren ; als mede den perfoon van Jan Meyer, Bode van het door U Ëdele Groot Mog. gelegalifeerd Genoodfchap , uit de Stad te bannen; en eindelyk, Edele Gr. Mog. Heeren, om eenen zekeren Baptist , Metfelaarsknecht binnen voorfz. Stad , op order van den braven Kapitein Binkhorst geapprehendeerd , uit zyne detentie te ontflaan, welke Baptist voor een van de voornaamfte Oproermakers word gehouden, en ook gevat is, by zich hebbende een Snaphaan, met fchróot geladen. Dat zulks is verricht geworden door eene groote fchaare* beftaande uit Timmerlieden, Handwerksgezellen, en allerlei gemeen, welke in gelederen van vieren op gisteren morgen na het Stadhuis gemarcheerd zyn, om door hunne Gecommitteerdens de nodige inftantien tot de voorfz. verzoeken te laten doen, en waar in zy dan ook gellaagd zyn; dat Burgemeesteren en Vroedfchappen na gehoudene deliberatie, gedurende welke tyd die groote menigte een kring by de huizen aan beide zyden tot aan de trappen van het Stadhuis heeft geformeerd, eene Publicatie hebben afgekondigd , waarby alle de drie vooifz verzochte poincien zyn geaccordeerd geworden. Dat na deeze bekomene zegenpraal een zwaar gejoel onder de menigte is ontltaan , en Baptist door het gepeupel in triuroph naar de Oranje-Exercitieplaats is geleid. Dat de Supplianten uit de informatien by ex-  maart. STAAT EN OORLOG. 3787. 263 expresfe bekomen , en door diverfe brieven nader geconfirmeerd, niet in ftaat zyn den deplorabelen toeftand van hun GeboorteStad , waar in het oproerig gemeen alles naar hun welgevallen onverhinderd verricht, en welke volgens de voorfz. Informatien het ftrafwaardig getier maken van Oranje boven, nu is het onze tyd, de Patriotten na de blixem, wy moeten eene cendrachteiyke Burgerye hebben, en wat dies meer is. Dat dit alles is voorgegaan door fterkere zamenrottingen aan het huis van den gemelden Jan Meyer om het zelve te plunderen, en aan hunne wraake , met opzicht tot den voorfz. Meyer, den vryen teugel te vieren. Dat gemelde Meyer die onbezonnenheid van het gemeen te gemoete ziende, tot zyne adfiftentie op recommandatie van deszelfs Kapitein Binkhorst eenige Burgers en Ingezetenen binnen zyn huis heeft genomen, om de te pleegene violentien dadelyk met geweld te keer te gaan. — Dat hy na hec oproerig gemeen één en andermaal te hebben gewaarfchuwd om zig van zyn huis te verwyderen, eindelyk zig verplicht gevonden heeft tot befcherming van zyn perfoon en bezittingen van die middelen gebruik te maken, welke hem by de hand waren. Dat daar op de nooit volpreezene Capjtein Binkhorst met zyne Compagnie voor het huis van gem. Meyer geposteert heeft, dewyl; de brave Capitein Boon de allarmtrom geflagen zynde, naar het Stadhuis met deszelfs Compagnie is gemarcheerd, alwaar Burgemeesteren vergaderd waren, van wien hy tot vier maal toe de nodige ordres heeft afgevorderd, dog geenzints heeft kunnen bekomen. U Edele Groot Mog. zullen uit dit gehoude gedrag van Burgemeesteren moeten befpeuren, dat de Burgerlyke veiligheid voor R 4 Hoorns  364 maart. ZAAKEN VAN 1787, Hoorns beste Ingezetenen in onzekerheid is gebragt. Dat echter de Capitein Boon gerefolveerd is zonder ordres naar het huis van Meyer toe te marcheeren, alwaar hy naauwlyks gearriveerd was, of 'er wierd reeds op de Compagnie van den Capitein Binkhorst door het graauw met fcherp en fchroot gefchooten; waar op de Leeden van het door ü Edele Gr. Mog, gelegalifeerde Genoodfchap, onder de Compagnie van gemeiden Capitein Moon behorende, zig als brave Schutters hebben gedragen, daar de anderen zig hebben gereti\ reerd. Dan, Edele Groot Mog. Heeren, en dit zal ö Edele Groot Mog. verbazen! kort daar na ontfangt de Capitein Boon van zeekere van Zanten en Suurman, twee Leeden van het zogenaamde Exercirie-Gezelfchap , Tot nut van Hoorns Schuttery, uit naam en op ordre van Burgemeesteren eenen last, dat dezelve benevens deszelfs onderhorige Manfchap de Snaphaan moesten nederleggen , waar aan gem. Capitein Boon egter niet heeft gedefereerd maar integendeel deszeifs manfchap met los kruid en fcherp lietlaaden en ten eerden fchieten, waar op echter het gepeupel afdeinsde. Dat na gemelde retraite egter van de Paardemarkt wierd gefchoten; waar op de Capitein Boon eenige manfchap detacheerde om de verdere Oproerigheden zo veel mogelyk te dillen. - Dan kort daar na worden twee fchoten met fchroot uit de Noorder poort gedaan, en een derzelver treft den ongelukkigen Lindeman in zyn been , het geen vol glas zit en voorde ahernadeeliglte gevolgen doet dugten. Dat de Supplianten zo voor zig zeiven als voor hunne Mede-Committenten het van hunnen onvermydelyfcen plicht geoordeeld hebben, de bovengemelde faiten ten fpoedigfteu on>  maart. STAAT EN OORLOG. 1787 265 onder het oog van U Edele Groot Mog. te brengen, ootmoedig en eerbiedig van U Ed. Groot Mog affmeekende, den ake'igen toeftand, waar in de brave Burgers van Hoorn zig bevinden, door zoodanige efficacieufe middelen provifioneel te mitigeeren , als Ü Edele Groot Mog. naar Hoogstderzelver wysheid tot confervatie van de Burgerlyke veiligheid zullen nodig oordelen, en dat de Refolutie, door U Edele Groot Mog ten dien einde te nemen, mag worden uitgegeven zonder reiümtie. (Onder ftond) 't Welk doende, &£. (Was getekend) willem ris. JAN brêebaart. Aan de Edele Groot Mogende, Heeren Staaten van Hólland en Westvriesland. Geeft met fchuldigen Eerbied te kennen Gu* altherus Matthaus, Bailluw en Schout van de Stede Schagen en Schager-Cogge', mitsgaders Notaris en Procureur te Hoorn Dat hy Suppliant op den 12 Maart 1^87 tot zyn fmerte en innig leedwezen heeft moeten ondervinden, dat hy geheel onkundig zynde van de akelige omftandigheden , waar in de gem. Stad Hoorn zig bevond , ( als zynde eenigen tyd uit voorn. Stad geweest) op het Stadhuis aldaar in zyne qualiteit als Procureur paroisfeerende, door de Dienaars der Juftitie, in prtefentie van diverfe perfonen, op eene zeer indiscrete manier is aaegefproken, om op R- 5 or-  söö maakt» ZAAKEN VAN 1787. ordre van den Hoofd-Officier Mr. Jan Chris* tiaan van de Blocquery van zynen hued te nemen de zwarte Cocarde, welke hy Suppliant reeds federt veele Jaren herwaarts gewoon was te dragen , zonder echter dasr mede immer te heoben beoogd, om zich met een Leus of Teken van Partyfchap te verderen ; dan dat hy Suppliant vermenende hier door ten hoogden te zyn beledigt, aan gem. Dienaars heeft te kennen gegeven , dat hy voor als nog niet konde refolveren de Cocarde van zyn hoed te doen , en dat , ingeval de HoofdOfficier eenige Actie wegens het dragen van gezegde Cocarde fuftineerde te hebben, dezelve als dan moeste inftitueeren voor Schepenen van Hoorn, als zynde des Suppiiants wettigen en competenten Rechter. Dat hy buppliatit vervolgens van het Stadhuis gegaan zynde , des middags ten half één uuren, door een Stads Bode eene aanzegging heeft bekomen , om op ordre van den Prajfident Burgemeester, den voorn. Mr. Jan Christiaan van de Blocquery, des middags om twee uuren van denzelven 12 Maart aan het huis van hem Praiïdent-Burgemeester te verfchynen , en dat hy Bode naar hem Suppliant langen tyd had gezocht, vermits Burgemeesteren hem Suppliant ter hunner Kamer op het Stadhuis hadden gerequireerd, dan dat gemelde Burgemeesteren als toen reeds waren afgegaan. Dat vervolgens, den Suppliant op den be. paalden tyd ten huize van den Prasfident-Burgemeester zynde gekomen, dezelve hem Suppliant ihiigelyks op,eene indiscreete wyze heeft bejegend wegens het dragen van zyne zwarte Cocarde , hem afvragende of hy die Cocarde wilde afdoen of niet; dat hy Suppliant, die geenzints eene zodanige aileronaangenaamfte ontmoeting en bejegening was verwagtende, daarop aan hemPrasfident-Burge- mees-  M&fiRT. STAAT EN OORLOG. 1787. 267 meester 'heeft geantwoord, dat hy zulks weL zoude hebben willen doen, ingeval by Burgemeester hem zulks op eene vriendelyke wyze had verzogt, maar dat hy daar toe als toen niet konde refolveeren , doch dat, indien 'er uit hoofde van het dragen van gezegde Cocarde eenige Actie zoude konnen worden geinltitueerd, hy Suppliant dan moest worden geroepen en te recht gefteld voor Schepenen van Hoorn, als zynde zynen Competenten Rechter. — Dat hier op hy Burgemeester heeft kunnen goedvinden aan den Suppliant te declareeren , dat dezelve hem Suppliant, als een publicque Commotieen Combuftiemaker confidereerde , dat de gevolgen voor rekening van den Suppliant zouden zyn, en dat voorts aan den Suppliant uit naam van Burgemeesteren de inwoning der Stad wierd ontzegt. Dat hy Suppliant wel tot vermyding van alle onaangenaame gevolgen aan de voorfz. hem gedaane aanzegging ten fpoediglien heeft geobtempereerd, en de voorfz. Stad Hoorn verlaten, maar niettemin eerbiedig vertrouwt, dat eene zodanige handelwyze , waar toe geene de allerminfte fchyn van grond voor handen was , niet anders kan worden befchouwd. dan als ten hooglten wederrechtelyk en despoticq, mitsgaders ftrydig met de Voorrechten van de Burgers en Ingezetenen van een vry Gemeenebest, welke de Suppliant met eerbiedige fiducie vermeend te mogen reclameeren. Dat intusfchen voor den Suppliant in de jegenswoordige ornftandigheden der zaake niets anders overig zynde , dan zyne toevlucht te nemen tot de rechtvaardigheid en squiteit van zynen geëerbiedigden Souve- Zoo keert de Suppliant zich tot CJ Ed. Gr. Mog. ootmoediglyk verzoekende , dat het Hoogst-  268 maart. ZAAKEN VAN 1787. Hoogstdezelven moge behagen zodanige ge. paste en efficacieufe voorzieninge te doen, als U Edele Groot Mcg. naar Derzelver Hoge Wysheid zullen verbenen te behoren, ten einde de voorfchreve aan den Suppliant gedane aanzeaginge of ordre van Burgemeesteren der Stad Hoorn om de voorfz. Stad te ontruimen, ten fpoedigften worde ingetrokken en buiten effecl: gefteld. (Onder ftond) 't Welk doende, enz. (Was getekend) adr. harte veld. LXX. Benoeming van Gecommitteerden tot het Onderzoek de> bedenkingen omtrent de Generale Volks»Reprejentaties In dato 30 Maart 1787. Ingevolge Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 23(10 dezer op het laatfte Lid der Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem den 50 January dezes Jaars orntrend de Generale Volks Reprefentatie en Conform dezelve genomen, heden ge procedeert zynde tot het benoemen eener Commisfie van eenige Leden der Regeering dezer Provincie tot het Onderzoek der bedenkingen daarorntrend op den voet derzelve Refolutie. Hebben Hun Edele Groot Mog goedgevonden en verftaan, daar toe by deze teCommitteeren de Heeren: Dirk van Boetfelaer, Heere van Kyfhoek, uit de Ordre van de Ridderfehap en Edelen. Mr. 1  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 269 Mr. Pieter Hendrik van de Wall, Oud-Burgemeester en Raad der Stad Dordrecht. Mr. Christofel Jan van Dam, Oud Burgemeester en Raad der Stad Haarlem. Mr. Gaspar de Roo, Ileere van Rofenbürg, Regee- rend Burgemeester en Raad der Stad Delft. Johan Gaely Raad in de VrOedfchap der Stad Leyden, i Mr. Balthafar Elias Abbema, Raad in de Vroedfchap der 6tad Amfterdam. Mr. Alexander Hendrik Metelerkamp, Raad in de Vroedfchap der Stad Gouda. Mr. Reinier Frederik van Staveren, Raad in de Vroedfchap der Stad Rotterdam. ; Mr. Johan Schildhouwer van Hoey, Oud-Burgemeester en Kaaü der Stad Gorinchem. Mr. Daniël Francais Pichot, Oud-Burgemeester en Raad der Mad Schiedam. Mr. Stephanus Jacobus Schelms, Raad in de Vroedfchap cier Mad Schoonhoven. *« Gabrtei Leonard van Oosten, Raad in de Vroedtchap der Stad Bnelle. j Mr. Pieter Binkhorst, Raad in de Vroedfchap der Srad Alkmaar. Hermanus de Hart, Raad in de Vroedfchap der - Stad Hoorn. Mr. Hugo Adriaan van Blciswyk, Oud Burgemeester en Raad der Stad Enkhuyzen. Mr. Roeiof Boot, Oud-Burgemeester en Raad der Stad Edam. Mr, Carel van Al/èm van hingen, Oud Burgemeester en Raad der Stad Monnickendam. Mr. Jan Pan, Regeerend Burgemeester en Raad der Stad Medetpb ik. Mr. Laurens Peereboom, Oud-Burgemeester en Raad der Stad Purmerende. En zal Extract dezer Refolutie aan elk der voorn. Heerei: tot derzelver informatie en narigt worden gegeeven. De  27o maart. ZAAKEN VAN 1787. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen hebben geinbasreer: hun Aanteekeumg op de Refolutie vau den 23de dezer gedaan. De Heer van Wasfenaar., Heer van Starrenburg heeft geinhaereert zyn Aanteekemog op de Refolutie van den 23de dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft', Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Edam en Medemblik, hebben geinhsreert hun Aanteekening op de-Refolutie van den 23de dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steeden Rotterdam en Gorinehem, hebben geinh£ereert hun Aanteekening op de Refolutie van den 23fte dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dor. drecht , Haarlem , Leyden , Gouda , Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende hebben gedeclareerd , in de voorenltaande Benoeming van Negentien Heeren, tot de daaiby bedoelde Commisfie, zo als die Benoeming is leggende, niet te hebben geparticipeerd, maar integendeel van gedagten te zyn geweest, dat deeze Commisfie, om wezenlyk van vrucht te zyn, behóordé te worden opgedraagen aan een kleiner aantal van Leden, waartoe zy 'erook dan alleen agt met Naamen haddeu opsegeeven, te weten , de Heeren van Wasfenaar Heere van Starrenburg, befchreeven in de Ordre van de Ridderfehap , Mr Pieter Leonard van de Kafteele, Raad en Pen fi"naris der Stad Haarlem , Mm b'ranciscus Gualterus Blok, Schepen en Raad der Stad Leyden, Mr Balthazar Elias Abbema Raad in de Vroedfchap der Stad Amlterdara , Mr. Alexander Hendrik Me-  waart. STAAT EN OORLOG. 1787. 271 Metelerkamp, Raad in de Vroedfchap der Stad Gouda, Diderik van Horbag, Raad in de Vroedfchap eis Elefteur der Stad Schoonhoven , Mn Rutgerus Paladanus, burgemeester en Raad oer Ssad Alkmaar, en Mr, A'bul van der Willige, Raad in de Vroedfchap der Stad Erkhuizen; dan dat, vermits de Meerderheid der Leden , in weerwil van de ernftigfte gedane waarfchouwi> g , dat het vervullen van de Comnaisfie op oie wyze , gelyk ten deze nu gedaan is, bewyzen zou inhouden van eene begeerte om dezelve- van 't begin af onnut te maken, ever wel geweigerd, heeft om van haar fentiment m 't minne af te gaan, zy Heeren Geoepu eerden dus , om zich nier verantwoordelyfc te Rellen voor cie nevotgen , die uit ceze waarfchynelyke verydeling der hoop van de gehele Natie te duchten zyn , zich verplichthadden gevonden, van dit hun iaitimenr by provifie in de Notulen te doen blyken, en voorts aan ae Heeren hunne Principaalen, wien zy wisten de*,e zaak ten uiterfte ter harte te gaan , te refèrveeren bet doen van zodanige Aanteekening en Demarche, als dezelve zouden oordeelen , ten deze meest gepast en efficacieus te wezen. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen, als mtede de Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, de Meerderheid der Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, de Heeren Gedeputeerden der Steden Rotterdam, Godnchem, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, haam en Medemblik , hebben het doen van een Contra-Declaratoir tegen het voorfz. Declaratoir gereferveert. LXXI.  272 maart. ZAAKEN VA-N 1787. ; ■ . k_ LXXI. Misfive van het Collegie ter Adtnira. liteit te Amfterdatn aan Hun Hoog Mog. de Staaten Generaal. In dato 30 Maart 1787» HOOO MOGENDE HEERENl Zoo dra als de Hecen Gecommitteerden» tot de Haagfche Beïoignes ons hebben kennis gegee<,en van den gefurmterden Staat van iiquipagie voor hec lopende Jaar, ter betaling gedeeltelyk van de Schepen, die jegenswoordig in dienst zyn, gedeeltelyk van die geene, die op nieuw zouden beho^n te worden in dienst gefteld, ter beveiliging van de Commercie en Zeevaart van 'de Republiek, en ter uitvoering van de bevelen van Uw Hoog Mog. om eene Militaire Cpromisfie naar de Oost-Indien te zenden , hebben wy aan de Officieren van de Werf de nodige orders gegeven , dat die nieuwe Schepen, met name ae Medea, een Fregat van 40 üukken, de Amazone en de Sephier , beide van 36 ftukken, de Valk van 20 en de Haukvan 14 Hukken, in gereedkeid zouden werden gebragt, om te worden betrokken; en wy hebben te gelyk eene generale Werving geöpeDd, om zoo dra de Winter over was, de Schepen, die fuccesfivelyk in gereedheid ^gebragt wierden, te kunnen bemannen. Die * orders zyn gegeven, niet tegenftaaude zeden eenige Jaren de Petitiën van Equipagien ter Zee niet aileen by U Hoog Mog niet worden geconcludeerd, maar zelfs dat die Provintien , die in dezelve Confent hebben gedragen, uitgenomen nogtans die van Holland , zeden een geruimen tyd weigeren op dezelve, zoo als van ouds, eenige betalingen te doen, voordat dezelve geconcludeerd zyn, alles, ert wel byzonderlyk dit laatfte , zeer tot veragtering van onze privative Finantie , dewyl de Quote van die Provintie , en het geen wy daarop ontvangen , op verre na niet voldoende is voor de kosten, die de liqui-  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 373 Equipagien vereisfchen. — Die orders zyn daarenboven gegeven , Hoog Mog. Heeren! in de aangename hoop , dat by de refpedtive Bondgenoten eenige fchikking zoude worden gemaakt ter betaling van de Ordonnantiën , die wy van den Raad van Staten hebben gekregen op Petitiën, in welke dezelve hebben geconfenteerd, en altans op dezulke, welke by Uw Hoog Mog. zyn geconcludeerd, en dat ook deliberatien zouden worden aangelegd ter realifeering van die Ordonnantiën, welke door den Kaad van Staten aan ons zyn gegeven, maar by de Provintien niet worden gerefpecteerd. Zoo dra het ys uit het water, en de werving vry aanzienlyk gevorderd was, hebben wy een Fregat van ao Rukken in dienst gefield, maar de verdere aanwerving en in dienstftelling geftaakt, omdat de lom der voorfchreven Ordonnantiën , die wy van den Raad van Staten hebben gekregen en Pretenfien op het Last- en Veilgeld", tot zoodanige een aanmerkelyke hoogte gt klommen is, gelyk Uw Hoog Mog. uit het montant van / 2,996,785: f 5:4, der hier nevensgaande Bylagen , zullen ontwaar worden, onder welke foort me niet begrepen is, hetgeen wy nog te prctendeeren hebben van de Provintie van Holland, welke pretenfie door daadlyke betalinge, gedurende het vorige Jaar, merklyk verminderd is, en wy hoop hebben, dat nog dagelyks verminderen zal , dog niet genoegzaam , om zonder de pecuniëele hulp deroverige Bondgenoten, tot eenige niefiwe Equipagie overtegaan, en de oude fc'nul» den onbetaald te laten. Deze redenen hebben ons vervolgens weerhouden, Hoog Mogende Heeren! het exempel van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze, die immediaat na het fomeeren van de Memorie van iiquipagie, de nieuwe Schepen in dienst heeft gefteld, te "volgen; want wy willen Uw Hoog Mog. niet verbergen, dat wy door de importante fom van Onbetaalde Ordonnantiën in fchulden gedompeld zyn, en dac wy door verdere voortgang in het mafcei van kosten, de Ingezeteoen, die, ter goeder trouw Leve- XXXVII. Dns.L. S ran,  274 maart. ZAAKEN VAN 1787. randen hebben gedaan, en de Officieren, die onze bevelen tot het victuaiiëeren hunner Schepen agtervosgd hebben, ongelukkig zouden maken. — Wy zyn te meer nuiverig geweest, dit exempel van het ColJegie ter Admiraliteit op de Maze te volgen, om dat de betaling der kostpenningen, by ons tot op heden geregeld, op de twee maanden is gefchied t die van circa de helft der maandgelden ook gedurende den dienst der Schepen plaats heeft, en omdat wy nu met sffchaffing van de 40 perCent voor de Schry* vers, eene nieuwe en geregelde wys van betaling der maandgelden en kostpenDingen by drie raaandelykfche Monfrer-Rolle beproeven , welke wyze aan de Officieren, het Zeevolk, derzelver Vrouwen, en alle die by hun belang hebben , zeer aangenaam en opbeurend zal zyn, edog vereischt, dat er genoeg» zame penningen in cas zyn. Door dit ons gedrag zullen onze Schepen niet vroegtydig in gereedheid zyn, Hoog Mog. Heeren! te meet, daar wy met onnagaanbare locale zwarigheden te worftelen hebben , het geen ons bewogen heeft, aan Uw Hoog Mogende eerbiedig deze onze verlegenheid voortedragen, mst opregte betuiging, dat, zoo dra er eenige fchikkingen gemaakt zullen woraen in de betalingen van onze zoo wettige hier voren opgenoemde Pretenfien, — zoo dra wy zeker zyn , dat voornoemde geprojecteerde kosten , ten minden voor dit Jaar, nog by dé Provintie van Holland zyn geagreëert, en wy op een geregelde wyze iu onze Finantie worden gefubfidiëerc , wy roet y ver zullen mede werken ter beveiliging van de Zcevsart de^er Landen, en de geprojecteerde Schepen in dienst brengen. Hier mede enz. AmRercan. den 30 Maart 1787. Lyst  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 275 Lyst der Pretenfien by V Collegie te Amflerdam, tn dato 20 Maart 1787 , op de volgende Provin tien, en Last- en Peilgeld. tielderland< Zucphen 109353: 8:ic£ ^Veluwe i7Ti7?:io: 4^ Zeeland . . ^ f. 5 X"es!anr1 .... 44059:8:? Stad en Lande . . . 590720:14: 8 -17 u J r _ /2Il68ï9:i5: 5 Verhoogde Last- en Veilgeld 879965:19:11 Te zamen f 299678 v x NB. Op dit laatfte genegotieerd / 104000;—;—, LXXIl. Dank Adres van Burgers en Ingezetenen van Kampen aan de Staaten van Overysfel. /» dato .. Maart 1787. EDELE MOfiENOE HEEREN .' Genieten wy , als Mede Ingezetenen van deze Landichap, te midden onder de traanwaardise verdeeldheden, welke, als fcbadeiyke voortbrengsels der zelfs beoogende heerschzugt. ons lieve Vaderland elders zoo deerlyk teisteren, het onderfcheidend Voorregt, dat wy ons, wegens de inftandhoudme en trapswyze toenemende bevestiginge eener zoo wenfchelyte Ëendragt verbiyden mogen 1 - Bel-ven wy de gelukkige dagen, waarin by"ons bevestigde proeven gegeven worden, dat er eene eenfternmige neiging -uslchen oe geëerbiedigde Volks-Beftierders en luslcheu de Ingezetenen piaats vindt, om alles, S 2 wat  ap maart. ZAAKEN VAN ; 1787. wat de duurgekogte Burger-Vryheid en Voorregten verpesten konde, hoe eer hoe beter , weg te ruimen , en uit ons Vry Gewest te bannen! Wierden, in het byzonder , de eerbiedige Smeekfchriften der Burgeren , die zoo wel naar de Vryheid hunner Regenten, als naar hunne eigene Vry. heid haakten, gehoord en aangenomen; ja, maakte het meermalen de voorname hoofdzaak van Ü Edele Mog. overwegingen uit, hoe, op de fpoedigfte en meest voegzame wyze, aan her billyk gekeurde verlangen van uwe Vryheid en Vaderlandlievende Ingezetenen te voldoen! Zulk eene onderfcheidende ondervinding behoort de gemoederen der zulken , die in dat Voorregt deelen , met de tederlte gevoelens van erkentenisfe te doortrekken, althans Neêrlands tegenwoordige Bewooners zouden fchromelyk van derzelver braave Voorzaten ontaarden, ja zy zouden den naam van Nederlanders onwaardig zyn, wen niet de pogingen van derzelver Beftierers , ten algemenen nutte , tot haudhavinge van Vryheid, en ter beveiliginge van 'sLands welzyn en luister aangewend, eenen diepen indruk by hen maakten, en eene vanzelfsheid tot danken kweekten. De Vryheidlievende JNederlander, die , ter bewarirg van dat onfchatbaar en met den Godsdienst naauw verbonden pand, alles vhI heeft, die ter befcherming van het zelve, de grnotde gevaaren met heldenmoed durft tarten; ja, di aan den belager van hetzelve veel liever zynen laat (ten bloed druppel, dan zyne Vryheid af zou Haan, de Vryheidlievende Nederlander gevoeld eene unbeprypelyke verkleefdheid aan zyne Beflie» rers, weu Zy zig aan den naam van Vaderen des Vaderlands gedragen : Zy bekleden de eerfte plaats in zyne agtinge, liefde en eerbied, de Godsdienftige noemt derzulker namen geftaritg in zyne dille en openlyke bcdefpraken : Én wen bet immer op de verdediging van zulke Regenten, tegeo muitzugt en verdrukking, aankomt, dan gordt de Edelmoedige Neoerlanoer, zonder dwa^ig gereed , de wapens aan tot derzelver beveiliging, en de liefde  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 377 tot het algemene welzyn van zyn Vaderland maakt hem genegen, om, wen het nodig was, Derzelver leven, voor den prys van zyn eigen leven te willen kopen. Is het dan zoo, Ede! Mog. Heerenl- dat de bekend geworden Staatsbelluiten, die by U 1 ele Mog met zulk eene Lands Vaderlyke belangde, jg genomen wierden en uitgevoerd , aan ons het onwaardeerbaar bezit van zulke Volks-Voogden in U Edele Mog. aan weezen , de Bewooners van deze Landfchap , die onder de vleugelen van ü Kdeie Mog., als Voorftanders hunner Vryheden e i Voorregten, gerust en veilig mogen fchuilen , zouden zig by hunne Landgenoten in biliyke verdenking brengen, of niet eene verlagende verbastering van het voorouderlyk Caracïei by hen plaats vona, wanneer dezelven aan de Natie geene openlyke blyken toonden, dat zy derzelver waardige Regenten op hoogen prys Relden , en hunne heilzame Staatsbefluiten mét een toejuichend genóegen kroonden. Het is niet alleen uit dit beginzel, Edele Mogende Heeren 1 maar ook nog andere redenen wierden , byzonder by de ondergetekende Burgers en Ingezetenen van Kampen verpligtend geoordeeld, om derzelver dankbare erkentenis, door een ootmoedig Adres , by ü Edele Mog. af te leggen. Kan niets het lievend Vaderharte op eene meer aangename wyze vertederen , dan wanneer deszelfs getrouwe ,zorg, en Vaderlyke belangftelling in den welvaart zyner Kinderen, door het erkennend Kroost wordt toegejuicht; billyk mag men dan vertrouwen , dat het aan de Vaderen des Vaderlands eene ftreelende vergenoeging moet aanfchaffen, wen derzelver Burgeren, ingenomen met hun getrouw en wys bedier, den danklust binnen het erkennend harte niet befluiten willen, maar daarvan openlyke proeven geven; Althans niets kan berer gefchikt zyn, om zoodanige Regenten , die uit het zuivere beginzel vau ware Volks liefde werkzaam zyn , behoorlyk te onderfchragen , en tot de ftandvastige voortzetting van derzelver loffelyke pogingen optewekken , dan dat S 3 het  ai% maart. ZAAKEN VAN 1787. het Volk die ondernemingen goedkeurt, toejuicht, en zig geneegen verklaart, om de handhaving derzelven, ten koste van hun goed en bloed te helpen bevorderen. Deze beweeggronden oeffenden reeds langen tyd een zeer fterk vermogen op de gemoederen der Kampenaren , om deze tot hunne verfcbuldigde pligtpleeging tê doen befluiten , en om de eerfte gelegentheid , die daartoe best gefchikt was , te omhelzen; maar, welke tyds gelegentheid kan daartoe meer voegzaam zyn, dan deze, in welke aan Kampens Burgers het vereerend genoegen te beurt valt, om derzelver hoogst geëerbiedigde Regenten, aan wier beftier de hoogfte Magt van deze Land. fchap is aanbetrouwd , binnen de muuren hunner Stad te mogen ontvangen, ten einde dezelve hunne hoogwyze Jjtaatsbefluiten voortzetten, en de meeste belangers van dit Gewest bevorderen. De Ondertekenaren meenden derhalven, aan hun» ne heerfchende neiginge tot dankbaarheid, hoe eer hoe beter, te moeten voldoen, en nemen de vryheid, aangaande de gevoelens van hun hart, door dit fchriftelyk Adres, aan U Edele Mog. vetflag te doen. Wy hebben dan de liere, Edele Mogende Heeren! om met eene welmenende opregtbeid, deze verklaring afteleggen , dat de Lands Vaderlyke liefde en zorge, door U Edele Mog. met zoo veeIe cordaatheid en getrouwe behartiginge van onze Veiligheid , Welvaart en Vryheden beoeffend , de allertederfte verkleefdheid van wederliefde en eerbiedige hoogagiinge by ons gaande houdt, en gedurig" aankweekt: aandoeningen, Edele Mog. Heeren! welke onaffcheidenlyk gepaard gaan met eene zuivere belanglteliinge in, en met eene wilvaardige tcebrenginge van alles, wat de eere en luisrer van uwe geëerbiedigde Perzonen, den bloei en welvaart van uwe aanzienlyke Geflagten , de veiligheid en voorfpoed van uwe wenfchelyke belangens, bevorderen kan: En terwyl wy den God van Nederland met dankbare harten zegenen, dat het Hem behaagde, zulke Zoonen der Edelen op onze Eereftoelen te  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. 379 te plaatzen, en hun de lorFelykfte en voor 'sLands welzyn heilzame befluiten , in het harte te geven terwyl wy onze vuunge gebeden voor zynen Throon brengea , dat het Hem gelieve, U Edele Mog. de doelen der Eere langdurend te deen bezitten , de harten van U Edele Mog. aanhoudend met den geest der Wysheid, des Raads, der Godsvrugt en der kloekmoedigheid te bezielen, voortezitten in U Edele Mog. hooge Vergaderingen, en U Edele Mog. zulke befluiten te doen nemen en uitvoeren, die onze Veiligheid, Vryheid en Voorfpoed met den gezamentlyken welvaart van ons lieve Vaderland bevorderen, en die den luister van derzelver Vormers doen toejuichen, zelfs by het laat. fte Nageflagt. Terwyl wy deze onze dankzeggingen en fmeekgebeden ten Hemel zenden, kunnen wy teffens niet afzyn, om ü Edele Mog die geruste verzekering te doen, dat wy eene aller flerkfte gehegtheid aan onzen Eed en Burgerpligt gevoelen, en dien ten gevolge niets te dierbaar fchatten, maar alles veil hebben, om, zoo onze byfland daartoe gevorderd wierd, aan de volvoeringe van U Edele Mog. hoogst loffelyke beramingen kragt te geven. Dan, Edele Mog. Heerenl gelyk wy veele andere voorbeelden zouden kunnen bybrengen, waardoor onze danklust gaande wierd, mogen wy vooral niet verbergen, dat het befluit van U Edele Mog. den 31 january deze3 jaars 1787 genomen, om, ingevolge het voordel den 26 Oótober-des vorigen jaars 1/86, door een aantal van zes Heeren Edelen voorgedragen , om op exempel van vorige tyden , de Leden van Regeering, voor zoo verre nodig, te dispenfeeren van den fied, by de admisfïe ter ver. gadering van Ridderfehap en Steden gedaan , dat dit edelmoedig befluit eene zoodanige gewaarwording by ons veroorzaakte , welke wy onder geene woorden kunnen brengen; wy wierdeu geheel gevost , en dat gevoel was eene blakende liefde 'tot erkentenis: Wy zagen er niet alleen in , dat onze hoogstgeëerbiedigde Staats-Leden in hetzelfde denkbeeld bleven verkeeren, dat de hervorming yan het S 4 druk-  a8o maart. ZAAKEN VAN 1737. drukkend Reglement op de Regeeringsbeitellinge , dat in den jaare 1674 in deze Landfchap op de 011wettigfte wyze was ingevoerd, noodzakelyk was: Wy bemerkten teffens, dat U Edele Mog. den belangvollen toeleg hadden, om daarmede, als zynde eene zaak van het hoogfte aanbelang, den grootften fpoed te maken , alzo nu een hinderend bezwaar wierd weggeruimd , waardoor wtliigt anders eene aanmerkelyke en hoogstnadelige vertraging had kun. nen veroorzaakt worden: 'lerwyl hierdoor de blyde hoope verlevendigd wierd, dat aan het hygend verlangen der Ingezetenen eerlang zal worden voldaan, en eene zoodanige beftelling der Regeeringe worden ingevoerd, welke met den aart van een Vry Gemeenebest overeenkomt, en waarby Regenten en Ingezetenen , van alle eigenmagtige overheerfchirsge ontzet, en tegen de vreeze voor dezelve, in het toekomende beveiligt worden Of zullen wy nu nog nodig hebben, om onze gedaane verzoeken daaromtrent by U Edele Mog. te hernieuwen en aantedringen? Neen. Edele Mog. Heeren! dit zoude het laakbaar Caraéter van eene fchandelyke onvoldaanheid tekenen Hebben ü Edele Mog. zelve daartoe gelieven te befluiten, om zulk een fehynbaar belet, zei uit den weg te ruimen ? Wierd daarin het voorbeeld van vorige tyden , de cordaatheid van onze Voorvaderen gevolgd: Wy vertrouwen, Edele Mog. Heeren! dat diezelfde edele geaartheid , welke onze Jaarboeken in onze Voorouders fchetfen , dat namenlyk dezelve, in zaken van een algemeen belang, geenzints van draalen hiehen, ook by U Edele Mog. in aülk een ligt befchouwt wierd , dat daarvan de Voorregten eji Vryheden van Regentenen Ingezetenen met het ftaa» of vallen der Republiek afhingen. Het zy ons dan alleen gegund, ttcele Mog. Heeren! door dit eetbiedig rtdres onze hartelyke dankbetuiging by O Edele Mog. wegens die zoo heilzame beraaming afteleggen. Eer moet er in ons denkend beRaan eene vergetelheid omtrent ons zeiven, en een verdenking van ons aanwezen, kunnen plaats grjft>en , eer wy, by de errinneriDg van dezen voorde.  maart. STAAT EN OORLOG. 1787. a8l delingen flap, ter bewerkinge van onze Vryheid gedaan . de liefde en hoogagtinge vergeten zullen welke wy deswegens aan U Edele Mog. verfchuldigd zy n. Maar neen! onze Nakomeliugfchap zal ook , door onze aanmeldinge , van deze edeimoe. digheid onzer Lands-vaderen kennis dragen, en het zal by hen aan gene aanfporingen ontbreekcn, om ü Edele Mog. en derzelver aanzienelyke Geflagten te zegenen. De God onzer Vaderen beftraale ü Edele Mog. beftendig met zyn heerlykst ligt; Hy maake -alle de Staarsberamingen van V Edele Mog. tot heil van Nederland voorfpoedig, en verblyde ons eerlang daarmede, dat wy aan U Edele Mog. wegens de gelukkige voltooyinge van het ondernomen werk de herltellinge van onze Vryheid, de gevoelen van on. ze dankbaare herten mogen aanmelden. — Het welk doende, enz. Kampen den .. Maart 1787. LXXM. Remonftrantie van Hooru, over het onderzoek op het voorgevallene a!~ daar; en tot redres. /« dato 6 April 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn heb. ben ter Vergadering gedaan en vervolgens overgegeeven de remonftrantie , hier na geinfereeet. edele groot mogende h&eren! Het was niet dan met de uiterfte aandoe, ning, en onder het voorgevoel van de fchroomelyke gevolgen , welke wy ons van het effect van de executie van U Edele Gr. Mog., zo iuconftitutioneelyk genomen , en S 5 met  2Si april, ZAAKEN VAN 1787. met de Meerderheid van flechts ééce Stem aan onze Stad opgedrongen Refolutie van den 17 der Maand Maart 1787 moesten voorRellen, dat wy, uit kragte'en ten gevolge van dezelve binnen de Muuren onzer Stad, op den 23 dier Maand zagen binnen komen het Collegie van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raden van West Vriesland en het Noorder-Qjtaitier , verzeld van een J3attaillon infantery en twee Compagnien Cavallery , en voorzien van twee Stukken Canon ,. en daartoe gehoorende train, meer in den uiterlyken fcfiyn, als waare het dat onze Stad eu als toen geheele Rille Burgery voor de Troupes van een overwinnend Vyand hadde moeten bukken , dan onder die houding, welke men anderzins van een Collegie zoude mogen verwagten, het welk gewoon haare Sesfie binnen dezelve Stad te houden, althans niet nodig had. eene zo Statelyke, en niet min fchnkverwekkende intrede in derzelver Muuren te doen , en Reeds den Burger, door de Krygszuchtige vertoning van twee Stukken Canon voor hunne Vergadering, welke, zo wy geinformeert worden, geftadig geladen blyven , in eene geduurige conrternatie te houden. En deeze onze aandoening is dan ook niet weinig vermeerderd , wanneer wy reeds dadelyk na de intreede van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden , door dezelve de concert met den Magiftraat dezer Stad, hebben zien gebeuren, zaken, welke maar al te zeer hebben bevestigd de zo gegronde Vrees welke wy by onze mondelinge Propofitie ter Vergadering van Uw Bdele Groot Mog. op den 23 Maart 1787 gedaan, reeds toen hebben gemanifesteert, dat namentlyk onze goede Burgery door den Militairen Arm ftond te worden verdrukt, en hunne Wettige en wel veikreegen Voorrechten , als het waare, met  april. STAAT EN OORLOG. tfFtf 283 met den voet Ronden te worden getreden. Trouwens! het kan aan Uw Edele Groot Mog. niet onbewust zyn, daar doch welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden zdve, benevens Schout , Burgemeesteren en Schepenen onzer Stad , by hunne Misfive, laastleeden Zaturdag ter Vergadering van Uw Edele Groot Mog., ter hunner naainen , offchoon ook alleen door den Secretaris Carbafius ondertekend, ingekomen, zulks opentlyk erkennen , dat zommige onzer Burgers en ingezetenen reeds weinige uuren na deeze hunne intrede binnen onze Stad, zonder te mogen weeten rer welker z iake, en zonder eenige gelegenheid te hebben zig aivorens met iemand wie hy zy, te mogen beraaden, voor de zogenaamde gecombineerde Vergadering van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raadeu en den Magiftraat onzer ï>tad zyn gerequireert , en vervolgens als de grootfte misdadigers onder Militaire escortes, en alzo artnata manu , op hunne order, onder Militaire bewaaking en bewaaring, en buiten allen acces gefteld. Eene handtlwyze, welke welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en onze Magiftraat met hun , onder de opgefmukte en verbloemde benaming van eene Polhicque Cusiodie aan Uw Edele Groot Mog. ais niet bezwaarend voor onze Ingezetenen, als overeenkomüig met den geest hunner Commisfie, en als ten hoogften weibehaaglyk aan Uw Edele Groor Mog. zeiven tragten te doen voorkomen , doch welke wy, in een Land van Vryheid en Juftitie , met haaren wel verdienden en regtgeaarden naam van ongeoorloofde Inquifiüe , en geweldadige Overheers fchtngt beftempelen, en welke wy alzo aanmerken, als volmaakt ftrydig met het regt, het welk ieder Burger en Ingezeten van dit  «84 april. ZAAKEN VAN 1787, Vrye Gemeenebest in het algemeen, en onze goede Burgery in het byzonder, eigen is, ais weederftreevig aan aüe gefchikte regtspleging, en als cenen vrugtbaaren bron, om, onder de veelhoofdige benaming van Politicque Voorziening zo gevaarlyk voor de Juftitie, de Regten en Privilegiën der Burgers en Ingezetenen van den Lande te verkragten, en een blcedig toneel van vorige beroertens, aan wetke ons de eerfte beginzelen deezer Republjcq nog met fchrik doen herdenken, daar in te doen herleeven. Immers, vermeenen wv, dat, bv aldien al eens aan welgemelde Heeren Gecommitteerde Kaden, gecombineert met den Magiltraat Onzer Stad , zoude kunnen worden toege-kent de faculteit, om een Politicq Onder. Zoek te mogen doen naar de oorzaak en auïheurs van de ongeregeidheeden, welke binnen onze Stad hebben plaats gehad, hoedanige bevoegdheid wy egter ten (terkften aan hun betwisten en tegenfpreeken, daar Uw Edele Groot Mog. by meergem, Hunne Reiolutie van den 17 Maart laastleden, welgemelde Gecommitteerde Raden , buiten eene particuliere aufdorifatie 0p dezelve tot het doen van eene fpoedige en nodige voorziening tot fecun'Ht van bet Arfenaal, het Magazyn, de Archiven, Comptoiren en het geen verder den Lande toebehoord, alleenlyk hebben geauftorifeert, om de Concept met den Magiftraat onzer Stad zodanige verdere efficacieufe middelen tot herftel en confervatie van de rust* tv hes werk te ftellen, als de gefteldheid en Conl jtitutie on%er Stad zouden aan de hand geven en daar mitsdien dezelve Authorifatie, welk! in weerwil en tegens de uirdrufcfcelykfte proteftauen van de Regeering onzer Stad zynde verleend, nimmer eenige extenftve en willekeurige interpretatie van oe zodanigen , welke daar meede op eene extraordinaire wyze zyn be¬ ft  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 285 bekleed, kan admitteeren , geene auctoriteir, hoe ook genaamd, tot het doen van eenigpoiiticq Onderzoek aan hun gegeven heeft, nogthans eer. zodanig poiiticq Onderzoek nimmer diergelyke violente en wederregtelyke demarches orntrend onze Burgers en Ingezetenen wetti* gen kan. Ën waarlyfc , Edele Groot Mog. Heeren, wanneer wy het oog vestigen op de Refolutie, den 10 Augustus 1784, met betrekking tot de Onlusten , ter dier tyd binnen de Stad Rotterdam ontflaan , door Uw Edele Groot Mog, genomen , wanneer wy nagaan, hoe uitdrukkelyk Uw Edele Groot Mog. daar by als toen hebben verklaard , dat Hoogstderzelver intentie, door het adjungeeren van de daar benoemde Commisfarisfen aan den Magi. llraat der gemelde Siad geene andere was, als om zig alleenlyk op eene politicque wyze orntrend de fubfi[terende oneenigheden te doen informeeren, om ver volgens daar op nader te kunnen delibereeren , en zodanige Ordres te fielten en Voorzieninge te doen, als naar gelegen» heidder zaake zoude geoordeeld worden te behoren, zonder daar mede in het oog te hebben, om hierdoor eenige kleinigheid aan de Regeering der Stad Rotcerdam toetebrengen, of zig in eenige hunner huishoudeiyke zaken of beftuur te willen immisceren , veel min, om door het nemen van de voorfchreve Refolutie, aan de welherbraete Privilegiën , Vry- en Gerechtighe» den van de rejpeëtive Steden en Leden van Uw Edele Groot Mvg. Vergadering, en in het byzonder van de Stad Rotterdam , eenige atteinte of preejudicie toe te brengen. Dan immers durven wy met eeDe gepaste vrymoedightid aan U Edele Groot M tg. , aan elk onbevooroordeeld mensch vragen, of diergelyke Politicque Cuflodien, of diergelyke geweldaaige Rappen orntrend gezeten Burgers van eeE Stad, welke de eer heeft een integrerend  286 april, ZAAKEN VAN 1787. rend Lid van deeze V Edele Groot Mogende Vergadering ie zyn, met die zo uitdrukkeiyke verklaring van ü Edele Groot Mog zelve , welke doch in gclyke omftandigheden , zal men een Conlequente handel- en deukenswyze van den Souverain verwagte», akyu zig zelve'n gelyk moeten zyn , kunnen worden overeengebragr; en of wy dierhalven niet met de uiterfte biliykheid de open haare afksuring van zoortgelyke hanüeiwyze van de Eequsteit van ü Edele Groot Mog. imploreeren , ja! als getrouwe Regenten vorderen mogen. Wy vertrouwen doch, Edele Groot Mog. Heeren, dat het eene bekends zaak is, dat , tegens gezeten Burgers, welke liaan ter goc- oer naam en faam, en die niet fufpect. zyn van voortvlugtigheid, niet dan in de zwaarfte dehclren by direöe Apprebenfie kan en vermag te worden geprocedeert, en dat althans zulks volgens het prhileeium de non evocando, het welk voor ieder Ingezeten, zo wel als voor U Edele Groot Mog., ieder in hun individu , het heiligde plechtanker zyner Burgerlyke Vryheid is , en het kenmerk , waar door den Burger en Ingezeten van het flegre fchuim van overgegeven Booswigten en verdervende Landlopers in dezen Lande in Cas van misdryf word onderfcbtiüen, nimmer anders mag gefchieden dan op decreet van zynen dagelykichen en competenten Rechter, en na dat de bewyzen daartoe door den Accu. fator Publicus ingewonnen , behoorlyk zyn onderzogt en overwogen , en tot het doen van een ftap van dien aard over voldoende zyn bevonden. W y vertrouwen teffeas , Edele Groot Mog. Heeren, da- het effeéè van eenen zo vernede. renden Stap voor een welgezeten Burger, als is het verleenen vau een" decreet vau corporele apprehenfie teegens hem , nimmer uit eene Politicque voorziening kan geboren wor' den; 1787.  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 287 den; daar, by aldien men de bewaaring der gemelde Perzonen zoude willen aanmerken als te moeten dienen tot voorkoming dat dezelve niet zouden aufugeeren , deeze bewaring buiten acces van Vrienden of Practifyns, in de daad, onder eene verbloemde benaming, niet anders is dan eene dadelyke Apprelienfie Corporeel, en eene detentie van dezelve Burgers, met inzigt, om daar in de Juftitie voor uit te lopen, en de accufatien, welke men tegens hen zoude mogen hebben, op eene indirecte wyze te verfterken; Terwyl, voor zo verre men deeze zogenaamde PoliticqueCuftodie zoude willen doen voorkomen, als/loodzaakelyk om te effectueeren, dat deze Perzoonen ten allen tyde by de hand zouden zyn, om als getuigen te kunnen worden gehoord, en, dat alzp deze PoliticqueCuftodie zoude moeten fubintreren in de plaats van eeneCi.vile Gyzéiing, zeekerlyk hunne bewaaring niet buiten acces van Vrien • den en goede raadgeving zoude kunnen zyn, en zylieden, zig genegen tonende, der waarheid getuigenis te geven, niet daartoe verder door eeDe willekeurige Gyzeling zouden behoren te worden geconftringeerd. Dan, wel verre, dat deze zogenaamde Po. litique Cuflodie van zommige onzer Burgers en Ingezetenen, welke immers, indien zy de piaefentie van gemelde Heeren hadden gelchroomd, zig in tyds aan de mogelykheid hunner requifitie zouden hebben kunnen onttrekken, zoude ftrekken, om uit den mond der gemelde Perfonen eene behoorlyke informatie van het voorgevallene te bekomen, zo vertrouwen wy , en wy durven met de uiterfte fiducie welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en den Magiftraat onzer S?ad, op de folemneelfte wyze daarop fommeren, dat de Politicque Custodie van dezelve onze Burgers en Ingezeetenen tot geen ander  a&8 april. ZAAKEN VAN 1787. der oogmerk diend, dan om hen , niet a?s getuigen , maar als befchuldigde Perfoönen tegens henzelven te ondervraagen, hen door middel van een directe detentie, waaroaurend bet voorwendfel,' dat zy quafl in de Civile Gyzelkamer worden bewaard , niets in het weezen der zaak veranderd, te intimideeren, en langs dien weg, zo zy al aan de eene of andere ongeregeldheden fchuldig zouden mogen zyn, van hun te bekomen zodanige Confesfie, waar op vervolgens tegens hen het nodig decreet van Apprebenfie zal kunnen worden verzogt, en even faciel verleend, ten dien effe&e, dat de aantasting htmner,perfoonen , welke daar van zoude moeten zyn het gevolg,reeds gefchied zynde, dat decreet niet anders zyn zal dan eene Continuatie van die politicque bewaan'ng, in welke dezelve per. lbonen als nu reeds zyn gefteld, Maar wanneer nu di<- is hst eenige , het waare ontmaskerde oogmerk van deeze zogenaamde Politicque Cuftodie , zo als het zelve in de daad is, en ook zo even is getoond, niet anders te kunnen zyn, dan immers verbeelden wy ons, dat ü Edele Groot Mog. zelveri zullen moeten erkennen , dat eene diergeiyke handebvyze de Regten der Purgeren en Ingezetenen deezer Landen, en byzonder van onze Stad, volkomen ondermynt, en dat dezelve een direö attentaat - importeerd op den ordinairen en gefcnikten loop der Juftitie, zo als dezeivé binnen deeze Lande behoord te wordei. geëxerceert , en aan welkers mainöien en protectie een ieder Regent met folemneelen |-ede gebonden is; zonder daar in eenige Politicque Vermengingen of Verbasteringen te mogen gedogen, en dat ook. deeze demarche van Gecomninfeerde Raaden , zoo wel als van den Magift aat onzer Stad, is eene willekeurige en indirecte uitbreiding van de maet, aan hun door Uw Ede-  april. STAAT EN OORLOG. 1787. a8o Edele Groot Mog. verleend, welke alzo weeder binnen zyne dadelyke bornes behoord gebragt te worden. Ja l wy vertrouwen , dat U Edele Groot Mog. 2ullen moeten erkennen, dat de Proteftatien, welke welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden , en dezelve onze Magiftraat by gemelde hunne Misfive doen , als of zy geen voorneemen hadden zig met de befchuldigingen der geaccusfeerde (men zegge liever, door een gedeelte dier Magiftraat zelve gedenuntieerde) Perfonen, eenigfints te bemoeijen of intelaten, zyn ten uiterften geaffè&eert, en aan hunne eige daaden en gedragingen ten hoogften wederfpreekende; daar ook de verklaringen nevens hunne Misfive gevoegd , en gedeeltelyk voor hun ingewonnen , en ook zelfs door hunnen Minister, hoe zeer daar 'mperfoneel ?econcerneerd, geteekend , en ligtelyk wel" gecoucheerd , zeekerlyk niet de edelmoedigfte kenmerken van diü fcrupuleuze en nauwgezette onzydig • heid aan den dag leggen, maar integendeel de waare bedoelingen van dat zogenaamd ge. combineert Collegie maar al te klaar mani. festeeren , in zo verre, dat het zelve niet alleen zyn oog op de Ingezetenen van onze Stad, maar ook op die van het geheel Noorder.Quartier fchynd gevestigd te hebben; * terwyl wy het verre beneden ons agten om de lasterlyke infimulatien, welke dit Collegie ten aanzien van zommige onzer waardige Regenten uit voorzeide verklaringen , by derzelver ongevergde en antidotaale Misfive en voorlopige verantwoording , tragt te elicieren , althans voor het jegenswoordige, te wederleggen ; daar het immers doch de heerfchende fmaak fchynd te zyn , om ds eerlykfte en welmenendfte Regenten als füfpe&e Perfonen aan het publicq, en ook dik- ^^ih aan üw EdeIe Groot M°g- ^lven voor XXXVII. beul. T t«  a9ö april. ZAAKEN VAN 1787. te dragen, ten einde langs dien weg tot zodanige oogmerken te geraken, welke nimmer anders zouden kunnen worden bereikt ; en deeze onze bedoelde en gecalumnieerde Regenten zig getroosten, daar in met andere eerlyke en onfchuldige Lieden gelyk te daan; alleenlyk ons flatteerende, dat Uw Ed. Gr. Mog. daar door zullen zyn geconvinceerd, ; wat 'er zy geweest van de waarheid en reali. teit van die fchrikverwekkende voorgevens, welke aanleiding tot Uw Edele Groot Mog. Refolutie van den 17 Maart laastleden gegeven hebben , wanneer deeze bewyzen, welkers partialiteit zo ten aanzien van de perfonen , welke daar in voorkomen , als ten reguarde van den geen, welke aan een derzelve de authenticiteit gegeeven heeft, hebben moeten dienen, om doch Uw Edele Groot Mog. van de intrekking van dezelve Refolutie te dehorterenj dat Uw Edele Groot Mog. een attent oog vestigende op de faiten, welke daar by, zelfs op de verkeerde overbrengingen van veragtelyke delateurs, als misdaden aan waardige Led en. onzer Regeering worden geïmputeerd , eindelyk eens zullen gelieven te penetreren, hoe gevaarlyk het is, om de eer, het aanzien en de welvaart van brave Burgers en Regenten afhankelyk te maken van de zulke, welke reeds politiequement voor misdryven aanmerken omftandigheden, waar van de beöordeeling naderhand een object van hunne regterlyke Cognitie zoude moeten uitleveren, wanneer daar tegens niet in tyds word voorzien, en dat Uw Edele Groot Mog. alzo de zaken in hnn waar dagligt befchouwende , als nu even bereid zyn zullen, om dezelve Refolutie, als op onwaare voorgevens, op eene alzints indirefte wyze, en by loutere furprife van de Religie van Uw Edele Groot Mog. geobtineert , wederom buiten effect te ftellen, Ea  april. STAAT EN OORLOG. 1787. i9t En daar deze onze reprefentatie voornamentlyk tot dat einde is ingerigc, en om verders , ais gegronde redenen voor dat ons regtmatig verzoek, aan üw Edele Gr. Mog. onder het oog te brengen, hoe derzelver Refolutie, direct, tegens de Conftitutie onzer Stedelyke Regten , en tegens de Privilegiën van onze Burgers en Ingezetenen, word geextendeert verre kuiten de letter van de Authorifatie daar in verleend, zo kunnen en mogen wy niet nalaten als nog ten fterkften op de intrekking van dezelve Refolutie te urgeeren. Wy vermeenen te meer daar op te moeten aandringen, daar, by aldien aan welgemelde lieeren Gecommitteerde Raden en de Magiftraat onzer Stad, zoude kunnen worden toegekend eene zo onbepaalde magt vap Poiiticq Onderzoek, offchoon ook nimmer by de letter der Refolutie zelve aan hun gegeeven , ook daar uit niet dan de honenfte en verneederenfte gevolgen zelve voor de notabelfte Leden van de Regeering onzer Stad te voorzien, en volgens de ingewikkelde bedreigingen ten hunnen aanzien in de gemelde Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden vervat, dadelyk te verwagten zyn. Terwyl dezelve Uw Edele Groot Mogende Refolutie welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, en onze Magiftraat tot geene verantwoording hoe ook genaamt verpligtende, mirt nog dat U Edele Groot Mog. even gelyk by de hier voren gemelde Refolutie in dato ia Augustus 1784, ter gelegenheid van de binnen de Stad Rotterdam ontftaane onlusten genomen, is gefchied, zelve de beoordeeling der nodige voorziening aan zig zouden hebben gereferveert; het zelve zogenaamde gecombi» neerde Collegie binnen onze Stad, alzo eeu magt zoude kunnen oeffenen, zelfs hoven den" Souverain, wanneer daar aan in tyds geen paal of perk wierd gefteld. T a lm>  *oa april. ZAAKEN VAN 1787. immers, Edele Groot Mog. Heeren, vermeenen wy, dat aan het eerfte en voorname oogmerk van de voorzeide Refolutie , namentlyk de herfteliing van de rust binnen onze Stad, compleetelyk is voldaan, terwyl de fuspenfie van dezelve vooral is toe te fchryven geweest aan de ontydige en 'onverantwoordelyke vlugt dier genen , welkers pligt het ware geweest, de Juftitie in behoorlyke activiteit te houden , en voor de bewaring van de rust, ter gepaster tyd, eed enamptshalven, de nodige zorge te dragen. En even zo vertrouwen wy, en durven daar voor perfoneel de zekerfte waarborging beloven , dat ook deeze herftelde rust voor het vervolg niet weder zal worden geftoord, daar wy door twee Compagnien Cavallery, en des noods ook door de twee andere Compagnien Cavallery , welke rondsom onze Stad zyn gecantonneert, genoegzaam gedekt en beveiligd zyn voor alle nieuwe verftoringen van dezelve; terwyl wy te meermaalen hebben gedeclareert , en als nog gaarne declareeren, dat wy geenzints genegen zyn, den loop der Juftitie, wanneer wy verzeekerd zyn, dat die neutraal zal worden geadminiftreert , in het minften of het geringften te ftremmen, of een gepast onderzoek naar de eerfte oorzaak, beleiders en aanvoerders van de beweegingen, welke binnen onze Stad hebben plaats gehad , tegen te gaan; en het is dan ook ten einde van dat ons gevoelen een open.lyke blyk te geeven , dat wy te meermaalen aan U Edele Groot Mog. hebben gedeclareert, en wy Inhas'eeren deeze onze geneigdheid als nog ten fterkften , dat wy bereid waren eene Commisfie uit het Hof van Holland, als het Provinciaal Hof van Juftitie, binnen onze Stad te accepteeren . om naar dat alles een geregeld en behoorlyk onderzoek te doen. Wy  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 293 Wy verbeelden ons doch, dat Uw Edele Groot Mog. met ons zullen moeten inftemmen, dat in zaaken van dien aard, welke de ftoring of het behoud van de algemeene rust betreffen , en waar over de Souverain zelve vermeend een behoorlyk onderzoek te moe« ten doen, de Conftitutie deezer Provincie abfolut meede brengt, dat een zodanig onderzoek, gefchiede door dien Regter , aan welken de befcherming van de Hoogheid van den Lande is gedemandeert, en welke, door eenen folemneelen Eed aan zynen pligt gebonden , alehans niet vatbaar zyn kan voor Politicque inzigten in zaaken , alwaar het alleen aankomt op de uitoeffening van eene Onzydige, Onbevooroordeelde en Ongeinteres* /eerde Juftitie; daar integendeel alle delegatien, vooral van Politicque Collegien, welke aan geene Inftrucfie, min nog aan eenige folemneele Eedsverbintenis ter dier zaake onderfchikt zyn , en welke dikwils uit verkeerde principes van poiicie zig bevoegd oordeelen van de ftrikfte rcgulen van eene welgeordende regtspleging, en van de juifte denkbeelden van Juftitie aftewyken , niet dan ten uirerften haatelyk, en met de Conftitutie van een vry Gemeenebest volftrekt onbeftaanbaar aan den Burger en Ingezeten moeten voorkomen, en deeze ook alzo door de beroemfte Mannen van Staat, in vorige Eeuwen reeds , ten hoogften zyn verfoeid, en zelve met den Raad van den Hertog van Alba zyn gelyk gefteld. Wy vertrouwen verder, Edele Gr. Mog. Heeren ! dat onze Burgers en Ingezetenen daar door niet zullen worden afgetrokken van een Regter, welke in dat geval van wegens den Souverain zeiven de Juftitie uitoeffenende, ook ter dier zaake hun Competente Regter zyn kan, wanneer zylieden zig onverhooptelyk aan eenig misdryf van dien aard T 3 mog-  t9l april»' ZAAKEN VAN 1787. mogten hebben fchuldig gemaakt, en van wiens integriteit en Ongeinteresfeertheid in de zaak zelve , onze Burgers en Ingezeetenen zullen kunnen verwagten een eguaal onderzoek zonder, aanzien van perfoonen en zonder eenige voorafgaande veronderftelling van hoogltraffelyke misdaaden in den een, en de blankfte onfchuld in den anderen , en van welkers gematigheid en aanklevenheid aan eene onpartydige Juftitie zy althans geene Politicque Custodien zouden te vreezen hebben. Wy eindigen dierhalven deeze onze eerbiedige, doch teffens aller ferieufte remonftrantie aan Uw Edele Groot Mog. in die gegronde hoop en verwagting, dat Hoogstdezelven, eindelyk , door de ftem der waarheid overreed , gehoor zullen gelieven te geven aan de billyke en herhaalde doleantien , welke wy reeds tegens de meergemelde Refolutie van den 17 Maart laastleden, met zo veel nadruk, hoewel rot dus verre vrugteloos voor Üw Ed. Gr. Mog. hebben uitgeftort, en dat Hoogstdézelve alzo zullen gelieven optehefFen en dadelyk buiten effect te ftellen eene Refolutie , welke onze goede Burgers en Ingezetenen met fchrik heeft vervuld , en onze Stad in haare gevolgen met eene totale ruïne bedreigd, daar ook niemand der Opgezetenen zig binnen dezelve veilig zal agten, en alle Markten en van buiten inkomende Vertieringeu geheel zullen ftil ftaan; eene Refolutie, welke op de despotiekfte wyze word uitgevoerd, en verre buiten de letter van dezelve , en alzo tegen de intentie van Uw Edele Groot Mog. zelven word uitgebreid, en op de willekeurigfte wyze tot onderdrukking van onze Burgery geufuspeert, en waar van de gevolgen , zo die onverhooptelyk moet blyven beftaan , niet dan allerrampfpoedigst voor het welvaaïen van onze Stad zyn kunnen j da"n waar  april» STAAT EN OORLOG. 1787. 295 van wy ons ten plegtigfte voor het oog van de gantfche Natie onfchuldig houden, en die overlaten ter verantwoording van dezulken, welke door heimelyke raderen gedreven, in hunne verdigte voorgevens de eerfte oorzaak van dezelve zyn geweest. Terwyl wy, die aan het behoud van onze Stad, en aan de Protectie van onze onderdrukte Burgery , onze eigene welvaart zo nauw verknogt oordeelen, in dien gevalle niet zullen mogen nalaten, Ons recours tot de Hooge Leden van het Bondgenoodfchap te neemen, ten einde door Hoogstderzelver Officiële tus. fchenkomst voor alle verdere Gppresfie te worden beveiligd. Waar mede wy de eer hebben, met de meeste eerbied te zyn. Edele Groot Mogende Heerenl (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mog. zeer gehoorzaame Dienacren, DeGedeputeerden der Stad Hoorn,' zoo voor zig als in naam van de Vroedfchap der gemelde Stad. (Was getekend) J. V. BREEDEHOFF. HERM. DE HART. . M. MERENS ah Penfionaris» Waarop gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden , Amfterdam , Schiedam , Schoonhoven , T 4 Alk-  z;6 april» ZAAKEN VAN 1787. Alkmaar, Monnickendam en Purraerende , Copie van de voorfz. Remonftrantie verzogt, om daarop te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen; en is, dien onverminderd goedgevonden en verftaan,. dat dezelve zal worden gefteld in handen van de Heeren Gecommitteerde Raden in WestVriesland en het Noorder-Quartier, om Hun Edele Groot Mog. daar op ten fpoedigften te dienen van Bericht. LXXIV. Rapport op de ingeleverde Stukhen, rakende de Magiftraatsbefielling te Heusden. In dato 6 April 1787. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerap. porteerd , dat de Heeren van de Ridderfehap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, ingevolgan en ter voldoeninge van Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 16 November 1784, hadden geexamïneerd een Request aan Hun Edele Groot Mog. geprefenieerd door Fredrik Rams, Burgemeester, en Conftantinus Wilhelmus Probjting , Schepen der Stad Heusden, zoo voor zig zelfs als gecommitteerd van vier Meede-Leden van de Magiftraat derzeive Stad, en alzo te zamen zes van de elf Leden der Magiftraat uhiaar,'béftaande uit den Caftelyn Drosfaard, drie Burgemeesteren en zeven Schepenen, verzoekende efficacieufe voorziening nopens de Magiftraatsbeftelling aldaar, als meede ééne Misfive van W. van der Does van Noordwyk, als Caftelyn Drosfaard over Stad en Lande van Heusden , gefchreven alhier in den Hage oen 15 November 1784, houdende deszelfs Bericht op het voorfz Request nevens de Bylagen by d^elve Misfive gevoegd; en voorts ingevolgen en ter voldoeninge van Hun Edele Groot Mog. nadere Refolutie Commisforiaal van den 9 February 17,8.6 eene Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Priace yan Orange, gefchreven op het Loo den ó | ": ' be.  April. STAAT EN OORLOG. 1787. 297 bevorens , houdende meede deszelfs Conlideratien en Bericht op het voorfz. Request, benevens de Bylagen tot dezelve Misfive behorende; mitsgaders eindelyk, ingevolgen en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiial van den 19 Odober 1786, eene Misfive van de Meerderheid van de Magiftraat der Stad Heusden, gefchre» ven aldaar op den 13 van dezelve maand üétober, daar by, op fundament der redenen in dezelve Misfive gedetailleerd, nogmaals verzoekende, dat Hun Edele Groot Mog. ten fpoedigften volgens de Refolutie by Hun den 27 December 1783 orntrend de Jaarlykfche vernieuwing der Wet aldaar, overeenkomftig Stads Privilegiën genomen, den Drosfaard en Schout dier Stad zouden gelieven te ordonneeren, zig conform de voorfz. Regten en Privilegiën orntrend de Magiftraats-Beftelling te gedra. gen. Dat de meerderheid van hun Heeren Gecommitteerden in confideratie had genomen , eensdeels, dat door Zyn Hoogheid en den Caftelyn Drosfard van Heusden niet gedefavoueerd , maar in tegen, deel , volkomen erkend is , dat de Refolutie van den Magiftraat der Stad Heusden, van den 27 December 1783 , Conform en overeenkomftig is met de Privilegiën van dezelve Stad, en in 't byzonder met het Handvest van den 17July 1404 door Hertog Aelirecht van Beyeren aan de voorfz. Stad verleend , en anderdeels dat Zyn Hoogheid en den Caftelyn Drosfaard van Heusden, zonder te kunnen allegueeren eene fpeciaale Refolutie van Hun Edele Groot , Mog., waar by eenige verandering in de voorfz, Privilegiën zoude zyn gemaakt, voor het te niet doen van de gemelde Refolutie van den Magiftraat der Stad Heusden, eeniglyk hebben geadvifeerd op fundament van een oud contrarie gebruik of Posfesfie, waardoor dezelve Privilegiën zonder expresfe fanétie van den Souverain haare kragt zouden hebben verlooren. En dat, gelyk dien volgenden ter beoordeeling, of de voorfz. Refolutie van den Magiftraat der Stad T 5 Heu»-  oq8 april. ZAAKEN VAN 1787, HeiiEden van effect behoord te blyven, alles afbangd van het effect, het welk, in 't ftuk van Privilegiën, aan een bloot gebruik of Posfesfie kan en mag worden geattribueerd , zy Heeien Gecommitteerden gemeend hadden dat een ieder met hen zal jnliemmen dat tot die beoordeeling alleen m conlideratie behoord te worden genomen, dat de conlervatie en handhaving van de Privilegiën der refpective Landen, Steden en Ingezeetenen deezer Provintie, als het principaale bolwerk van de Vryheid ïynde, onder de Regeering van Hun Edele Groot Mog, altoos is geweest een der voornaamfte voorwerpen en doeleindens van Hoogstderzelver voorzorg, en dat particulierlyk daarom alle grondwetten van Staat, naar dat grondbeginzel zyn ingerigt. Dat gelyk zulks naar de opinie van hun Heeren Gecommitteerden onder anderen tastoaar is uit alle de voor handen zynde , zo oudere als latere Reglementen, Commisfien en inftructien , weske immer door Hun fidele Groot Mog. als voorfchriften zyn gegeeven, zo aan de geenen die ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. compareeren, als aan de lücceshve Heeren Stadhouders, mitsgaders aan de Heeren Hun Edele Groot Mog Gecommiiteerde Raden, en alle andere Ampteuaaren cri Coilegien , welke zedert de erettie van de Republicq door Hun Edele Groot Mog. geëmpioyeerd zyn , of nog geëmpioyeerd worden , om Hoogstderzelver Souveraine Rechten te helpen uitoeffenen, als waar by, ten allen tyden, aan de Leden van Staat, en aan alle de gemelde hooge Amptenaaren en Coilegien het maintien der voorfz. Privilegiën op de allerfolemneelfte wyze is aanbevolen geworden ; zy Heeren Gecommitteerden ook alzo vermeenden daar uit te mogen en te moeten con» cludeeren, dat het, onder de Regeering van Hun Edele Gr. Mog , eene onwrikbare Staats-Maxime is, en blyven moet, dat de Privilegiën van de Steden, nimmer eenige verandering kunnen ondergaan, 'dan door expresfe Refolutien van Hoogstdezelven, «sa praealable cognitie van zaken, op verzoek, of int-  APRIL, STAAT EN OORLOG. 1787. 299 immers na verhoor van de geenen, die de Privilegiën verkreegen hebben , genomen ; en dat mitsdien , geene blooie aétens posfesfoir , welke zonder voorgaande expresfe fanclie van Hun Edele Gr. Mog. door de gem. Amptenaaren of Coilegien, het zy onder prsetext om de hoogheid van U Ed. Groot Mog. te bevorderen, of wel met oogmerk, om hunne eige rechten te estendeeren, tegen den teneur van Steedelyke Privilegiën ondernomen of gepleegd zouden mogen zyn, immermeer eenig Juridic eflrect, voor het toekomende, ten nadelen van die Privilegiën kunnen Uitleveren; En dat alzo ten aanzien van het cas fubject. , de voorfz Refolutie van den Magiftraat der Stad Heusden, als conform zynde met Privilegiën , welke door geenerlei expresfe Staats-Refolutie vernietigd of veranderd zyn, alleen ter oorzake van een bloot geïntroduceerd contrarie gebruik, niet kan worden gehouden voor invalide. Dat zy Heeren Gecommitteerden wel in agting hadden genomen , dat Zyn Hoogheid zig beroept op een posfesfie, welke ten minden zederd 't Jaar 1673, tot dato van de gemelde Refolutie van den 29 December 1783 beeft plaats gehad, zonder dat gedurende al dien tyd van meer dan eetie Eeuw, een eenjg voorbeeld ter contrarie heeft geësceerd; als meede dat Zyn Hoogheid urgeerd, dat dezelve Posfesfie ooentlyk, en met volkomen goedkeuring van Hun Edele Groot Mog., ja zelfs in den Stadhouderlozen tyd door Hun Edele Groot Mogende zelve met concurrentie vsn den Magiftraat, welke de Nominatie heeft overgezonden, en met ftilzwygende toeftemming van de Burgery en Gemeente der Stad Heusden zoude zyn geëxerceerd geweest, midsgaders. dat Hun Edele Groot Mog., by meer dan eene gelegendheid, en inzonderheid met relatie tot de magt der Stadhouderen, om de Electien der Regeeringen uit de geformeerde Nominatien te doen, ten klaarften zouden hebben getoond te begrypen , dat niet alleen de refpective Handvesten en Privilegiën, maar wel degelyk ook de oude gebrui-  300 april. ZAAKEN VAN 1787. bruikep daar omtrent tot een rigtfnoer zouden moeten dienen: Dog dat in dit een en ander niet was gevonden dat gewigt het welke Zyn Hoogheid daar aan ichyat te attribuëeren: want dat, voor zo veel betreft de langduurigheid van de voorfz, posfesfie, zy Heeren Gecommitteerden geoordeeld hadden, dat behalven dat de voorfz. Staats maxime , medebrengende, dat wettige Privilegiën niet zonder expresie fanétie van den Souverain gealtereerd kunnen worden, als een ftelregel zynde, waarmeede de vryheid daan of vallen moet, aan geenerlei eludeerende cxceptien of bepalingen behoort te worden gefubjècleerd, dewyl anderzints een deur geopend aoude worden om vroeg of laat alle Privilegiën den bodem in te flaan ; zy Heeren Gecommitteerden .boven dien ook niet hadden kunnen begrypen, hoe de langduurigheid iets zoude kunnen toebrengen, tot wettiging van een posfesfie, waarin , by aldien flechts de voorfz Reglementen, Commisfieu, in» ftrudien en andere Grondwetten van den Lande in aanfchouw worden genomen, geen tydftip kan worden aangeweezen, waarin dezelve posfesfie deugdelyk en manutenibel zoude hebben kunnen worden, gelyk het almeede onbegrypelyk was voorgekomen , waarom toch, als 't op 't verlies van Privilegiën aankomt , zelfs meer reguard zoude moeten worden genomen op de langdurigheid van eene Posfesfie, dan wanneer 'er questie is over het verlies van Regale en andere Regten , die door de Hollandfche Graven in dtr tyd, of door Hun Edele Groot Mog. op dat refpecl: by Refolutie van den 8 December 16G2 tot voorkoming van abuizen, en daar uit volgende inconvenienten voor Hun Edele Groot Mog. en de goede Ingezetenen en Vafallen eenige goederen van JHoOfistdezelve ter leen houdende , na voorgaande rype deliberatie hebben verftaan en verklaard , dat geene veranderingen, alteratien of innovatien in eenige ttivtfUtUren van Leenen, van Hun Edele Groot Mog. gehouaen wordende, door Hoogstderzelver Stadhouder van dezelve Leenen en de Leenmannen buiten , boven 9/ tegen den teneur van ie eerfte uitgifte gedaan of ge-  april. STAAT EN OORLOG. 3787. 301 gemaakt hadden kunnen of zouden mogen worden, zonder Hun Edele Groot Mog. expresfe Concesfie of van de Princen van den Lande in der tyd geweest zynde, en dat voor zoo veel eenige toen of namaals bevonden zouden mogen worden anders gedaan te zyn, of eenige Leenen abufivelyk verleid en verleend te weezen aan perzoonen die daar toe volgens de natuur en Conditiën van de uitgifte van dezelve leenen niet waaren gcregtigd, dezelve zouden worden gehouden voor kragteloot en van onwaarde, ende zulks in regten of daar buiten geen effect zoude kunnen of mogen forteeren NB. zonder dat eenige laps van tyd of Prafcriplie daar jegens Zoude kunnen obfteeren, of geallegucerd mogen worden. Terwyl het ook niet aan exempelen ontbreekt, dat in de gevallen , als Heeren van Heerlykheeden , welke door de Hollandfche Graven in der tyd aan de eerfte verkrygers met eenige regale Regten, als by voorbeeld met dat van Hoge Jurisdictie, waren uitgegeeven, zonder dat dezelve eerfte verkrygers of hunne fuccesfeuren de Posfesfie van die Regten dadelyk hadden aanvaard , eindelyk te raden zyn geworden , om zodanige Regten te reclameeren , beide de Hoven van Juftitie deezer Provintie geen zwarigheid hebben gemaakt, om dezelve gereclameerde Regten aan dezelve Heeren als nog te adjudiceeren, niet tegenftaande de Graaflykheids Officie, ren, in die gevallen zedert de gedane uitgiften, en veel langer dan eene Eeuw, van wegen de Graaflykheid die Regten hadden blyven exerceeren. Dat wyders zy Heeren Gecommitteerden van oordeel waren geweest, dat de toegevendheid , door den Magiftraat der Stad Heusden gebruikc in het overzenden van Nominatien, en door de Burgery, met zulks ftilzwygende aantezien, als eenig. lyk toegefchreeven kunnende worden aan perfoneele deference voor de geenen, aan wie de Nominatien ter Electie zyn overgezonden , geen grond ter wereld kan opleveren , om daar uit vast te maken eene abfolute abdicatie van Stads Privilegiën voor alle volgende tyden: te minder nóg, overmits 'ot zodanige abdicatie niets minder dan eene formeele ces-  302 april. ZAAKEN VAN 1787. cesfle en afftand zoude kunnen worden gerequi. reerd , terwyl daar toe ook tefFens zoude worden vereischt gene ftilzwygende maar eene uitdrukkely. ke toeftemaiing en goedkeuring van den Souverain , uit wiens boezem de Privilegiën zyn afgekomen. En dat laatftelyk de voorfz. Refolutien van Hun Edele Groot Mog. in de Misfive van Zyn Hoogheid aangehaald , van de oude gebruiken alleen fpreeken, met relatie tot die Steden en Plaatzen, welke, ten aanzien van de Magiftraatsbeftelling geene particuliere Handvesten of Privilegiën hebben; het welk te evidenter moest voorkomen, om dat by infpeclie van die Refolutien blykt, dat Hun Edele Groot Mog. by het neemen derzelve geene intentie altoos hebben gehad, nog kunnen hebben , om te bepalen , of plaatfelyke Plivilegien al of niet door bloot gebruik of onbruik, zouden kunnen worden vernietigd. Dat als de Heer Erffiadhouder eindelyk nog be» weerd heeft , dat de voorfz. Posfesfie , offchoon dezelve ftrydig is met uitdrukkelyke Privilegiën, welke erkend worden door geene fpeciaale fanctie van Hun Edele Groot Mog. vernietigd of veran* derd te zyn, en waar van de Confervatie mitsdien aan Zyn Koogheid zelve op hec nadrukkelykfte is aanbevolen , egter van dien aart en natuur zyn zoude, dat Zyn Hoogheid daarin, hangende de deliberatien van Hun Edele Groot Mog. by weege van provifioneele dispofitie, zoude behoren te worden gehandhaafd, zy Heeren Gecommitteerden onnodig hadden geoordeeld , om zig daaromtrend in het breede in te laten , als vermeenende de zaak gedisponeerd te zyn, om zonder verder uitftel finaal te worden afgedaan. En dat de Meerderheid van Hun Heeren Gecommitteerden dienvolgens op de voorfz. gronden van Advis zoude zyn, dat by eene expresfe Refolutie van Hun Edele Groot Mogende zoude behoren te worden verklaard, dat voortaan met betrekking tot de Magiftraatsbeftelling der Stad Heusden, overeenkomftig de oude Regten en herkomen, en Hun Ed.  april* STAAT EN OORLOG» 1787. 103 Ed. Groot Mog= Refolutie van den 13 Maart 1670 zal moeten worden gehandeld, niet last aan den Caftelyn Drosfaard van de Stad» en Landen van Heusden in der tyd, om zig dien conform te gedragen. En dat van zodanige te nemen Refolutie kennis zou behoren te worden gegeven, zo aan Zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prmcc Erf-Stad« houder,als aan den thans nog fungeerenden Magiftraat der Stad Heusden, om denzelven refpeöivelyk te ftrekken tot informatie en naricht. Dat wyders, gelyk de Nominatie tct verandering van den Magiftraat te flensden, op den 3 January van dit Jaar geformeerd , naar dat zelfde principe is ingerigt, terwyl de affchrapping van twee perfonen, en de aanvulling derzelven met twee anderen uit de oude Schepenen, welke van wegens Hun Edele Groot Mog. moet gefchieden, thans daar de Drosfaard van Heusden Overleden is, door Hun Edele Groot Mog. zelve of wel by den perfoon die ad interim als Drosfaard zig zoude magen vinden aangefteld , dient gedaan te worden , den thans fungeerenden Magiftraat der Stad Heusden zoude behoren te worden aangefchreven , om, ten fpoedigften, de Nominatie in het Collegie van dienende Schepenen, op den 3 January laatstleden geformeerd , aan Hun Edele Groot Mog. te laten toekomen, ten einde by Hoogstdezelve, of wel een Drosfaard ad interim aangefteld zynde, dan dcor dezen, daar meede conform het oud herkomen, door het affchrappen van twee perfonen en het fuppleren van twee anderen uit de oude Schepenen, waar van tef•fens een Lyst zal moeten worden overgezonden, te worden gehandelt. Waarop gedelibereert, en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfehap en Edelen, om hetzelve, in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Leyden, Amfterdam, ■Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schieda «, Brielle, Hoorn, Eukhuyzen , Edam en Medemblik , om daar-  304 april. ZAAKEN VAN 1787. daarop te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. LXXV. Provifioneel Berigt van Gecommitteer» de Raden in 't Noorder-Quartier op de Remonftrantie van Hoorn van 6 April. In dato 11 April 1787. Ontfangen eene Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden in West.Vriesland en het Huurder-Quartier, gefchreven te Hoorn den 10 dezer, waar by, tot Provifioneele voldoening aan Hun Edele Groot Mog. aanfchryving van den 6 te vooren, berigten op de Remonftrantie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, onder de Notulen van gemelden 6 gebragt, welk Provifioneel berigt hierna volgt geinfereert. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat in afwagting van het gedetailleert berigt ter zaake voorfz , vin de voorfz. Heeren Gecommitteerden Radèn gerequireert, inmiddels Copie van het gem^ provifioneel berigt aan de Leden zal worden gegeven, om by de deliberatien op de overgenomen Remonftranne voorfz. daaromtrent het nodige reguard te nemen, en is dien onvermindert Copie vau het voorfz. Provifioneel Berigt verzogt , door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , om daarop te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , hebben met inhasfie van derzelver gedane Declaratoir, Protesten en Referves , en zonder daar van eenigzints af te gaan, of de wee-  april, STAAT EN OORLOG. 1787. 303 wettigheid der Extenfie van de Refolutie op de ingeleeverde Remonftrantie te advouëeren de ingekomene Misfive met provifioneel Be' rigt van Heeren Gecommitteerde Rcaden overgenomen , om dezelve te brengen ter kennisfe van de iieeren hurne Principalen. De Heeren van de Ridderfehap en Edelen, als mede-de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft,-Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medem. blik, hebben geperfifteert by hun Declaratoir onder de Notulen van heden. edele ORÓOT mogende HEEREN ! Wy hebben ons vereerd gevonden met ü Edele Groot Mog. geëerbiedigde aam ichryving van den 6 dezer Maand Aoril, tenderemte omme IJ Edele Groot Mog 'ten fpoedigite te dienen van bericht op de Remonftrantie van de Heeren Gedeputeerdens der Stad hoorn , in de Refolutie van dien dag gemfereerd, en zouden geenzints in gebreken zyn gebleven daaraan completelyk te voldoen , zo wy niet by de eerfte ledhire hadden geremarqueert, dat by die Kemonftrantie diverfe zaken in een gantsch verkeerd adfpecc worden yoorgefteld, en dat dezelve o^er het geheel riet .mders is dan een zamenweefzel van ongegronde, hateiyke en valfche infimulatien ten onzen reguarde, aangevuld met een aantal onwaarheden , die hoe verachielyk ook, nogthans na behooren moeten worden gerescontreert. Terwyl de Romanesque aanvang of eerfte paragraaf dier Remonftantie aanftonds al doet zien , wat van de verdere inhoud te wachten zy, fchoon ook tevens in die eerfte paragraaf de woorden van fchrik. XXXVil. DüEL. V £S  3o6 april. ZAAKEN VAN 1787. ge Confiernatie te houden, klaarlyk doen zien, waar de Regeering de fchoen ten dezen wringt ; dewyl het 'er zo verre van af is, dat die zogenoemde ftatetyke intrede voor Hoornsch Burgerye fchrikverwekkende zou« de zyn geweest, dat integendeel zich eene zichtbaare blydfchap op de aangezichten van verre het beste gedeelte dier Burgery kwam te vertoonen, en noch zoude blyven, zo niet de vrees, dat de Regeering dezer Stad eenmaal middel zoude vinden door verkeerde intrigues de Refolutie van U Edele Groot Mog. van 17 Maart jongstleden te doen intrekken , deze hunne blydlchap merkelyk kwam te benevelen : fchoon wy aan de andere zyde geenzints ailiëen zyn van te geloven , dat dezulke , dewelke zich tot uitvoerders van de heillooze oogmerken van grootere hebben laten emploijeren , en bovenal ook die eerfte oorzaaken zeiven met fchrik befchouweu al dat geene , het welke hun eenige condigne ftralTe, fchoon noch ia 't verfchiet, fchynt te voorfpellen. VVy vertrouwen, Edele Groot Mog. Heeren, dat ü Edele Groot Mog. alle de aangeroerde motiven by voorfz. Remonftrantie zullen befchouwen als voortkomende van eene Regeringe, dewelke zekerlyk ten dezen niet neutraal is noch zyn kan , en welke vooral zeer byzonder luiden in de mond en pen van den Hr. van Bredenhojf, onzen medebroeder in R'-de , omtrent welkers condunes wy ons by vervolg nader zullen elargeren: terwyl wy integendeel met dezelve fijucie vertrouwen, dat U Edele Groot Mog. aan hunne Gecommitteerde Raden wel de Juftitie zullen willen doen van te geloven , uai dezelve , volgens hunnen eea en pligt, geen valscn noch onwaarachtig Rapport doen zullen, maar integendeel traenten te beantwoorden aan dat vertrouwen , hetwelk O Ed.  april. STAAT EN OORLOG. 1787. gö? Ed. Gr. Mog, altoos en vooral in deze zake, in hun hebben getoont te ftellen. Dan dsar dus door ons niet zo geredelyk als wy wel zouden hebben gewenscht, aan de begeerte van U Edele Groot Mog. zal kunnen worden voldaan, nemen wy de vryheid, ü Edele Groot Mog. inmiddels te refcriberen , dat wy ten fpoedigfte mogelyk een gedetailleerd bericht aan U Edele Groot Mog. zullen inleveren, waardoor de voorfz. Remondrantie ten eenemaale zal worden ontzenuwt, onze handelingen gejustificeerd en wy van alle verkeerde idéés en aantygingen zullen worden vrygefprooken. Ën onder des, Edele Groot Mog. Heeren, bevelen my U Edele Groot Mog. in de befcherminge des Alderhoogüen, dien wy bidden U Edele Gr. Mog. Regering te willen zegenen, ten beste van ons Lieve Vaderland. Gefchreven binnen Hoorn den 10 April 1787. (Onder ftond,) U Edele Groot Mog. gantsch Dienstwillige , De Gecommitteerde Raden in West-Vriesland en het Noorderquartier. (Laager ftond) Ter Ordonnantie Van dezelven, (Was geteekent,) b. slok, V a LXXVI.  So8 april. ZAAKEN VAN 1787. LXXVI. Nader Bericht van 9 Vroedfchap!'Leden van Rotterdam, concernerende de R-geungsbeftelling. In dato 11 April 1; Ö7. Ontvangen een Misfive van P. Bogaert en acht zyner Mede-Raden der Stad Ro'terdam, geien* even aldaar den 7 dezer, met drie liylagen, houdende , tot voldoening aan Hun Kdele Groot Mog. Refolutie van den 23 der voorlede maand het daar by van hun gerequireert nader berigt in hunne Misfive van den 21 derzelve maand aan Hun lidele Gr. Mog. bedoeld, breder hier na geinfereerd. Fiat Infertio, Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat voorfz. nader Bericht en Bylagen, by de vorige Refoiutien Commisforiaal tor die zaak zullen wnrdeu geëxamineert door de Heeren van de Ridderfehap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne , en de Vergadering daarop gediend van derzelver Conlideratien en Advis : en is voorts goedgevon fen en verftaan, dat op Vrydag en acht d^gen den 20 dezer zal wefden gedelibereert en gertfolveert, of in deze zaak een provifionele Refolutie al of niet behoord te worden genomen; hebbende oe Heeren Gedeputeerden der Stad Kotterdam Copie van voorfz- nader Bericht verzogt, om daarop re verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, en tot het ftellen van een' dag ten fine voorfz. niet geconcurreerd. EOELE GROOT MOGENDE HEEREN 1 Wy hebben op den 23 VJaarr 1787 ontvangen U Edele >root Mog. aanlchryvmg van caags te voreu, ten einde wy hec na-  april. STAAT EN OORLOG. 1787, 309 nader bericht in onze Misfive van den ai derzelve Maand , aan U Edele Groot Mog. bedoeld, uiterlyk op Dingsdag den 10 April aan U Edele Groot Mog. zouden laten toekomen. Geerne al wat maar eenigzins in ons» vermogen is, willende aanwenden om aan die gevenereerde ordres van U Edele Groot Mog. te obediëren, acquiteren wy ons daar van by dezen , hoe zeer wy anders wel reden gehad zouden hebben ons te beklagen dat de Gedeputeerden onzer Stad niet getragt hebben ons een ruimer termyn te doen veigunnen, daar wy uit hoofde van zekere omftandigheden, welke de attentie van U Edele Groot Mog. niet waardig zyn, doch aan da gemelde Heren niet onbekend waren, de Misfive vau den Heere Erfftadhouder den 7 December ter Vergadering van U tfdele Groot Mog. ingekomen , eerst in het laatst der maand Maart hebben in handen gekregen , welks inhoud wy betuigen dat aan ons voor dien tyd niec bekend is geweest. Daar echter Zyne Hoogheid , zich by de evengem. Misfive refereert, niet enkel tot het bericht onzer Mede-Leden, van den 20 Maart 178Ó, maar ook tot de Stukken, concernerende de differenten over de Magiftraats-be« ftelling in de Steden Dordrecht, Schoonhoven, Alkmaar en Purmerende, welke U Ed. Groot Mog. weten dat zeer opereus, en echter nog niet volfchreven of tot dien ftaat gebragt zyn, dat daar op by U Edele Groot Mog. voor als nog gedelibereerd kan worden, vleien wy ons, dat, indien wy naderhand mogten bevinden, door den fpoed waar mede deze in gereedheid gebragt heeft moeten worden, iets wezenlyks geömitteerd of niet genoegzaam wederiegd te hebben , de billykheid van U Edele Groot Mog. ons zal V 3 ver-  3io april. ZAAKEN VAN 1787. vergunnen , de vryheid en gelegenheid orn deze te ampliëren. Ook vertrouwen wy dat de intentie van ü Edele Groot Mog. alleen maar is geweest , thans ons nader bericht te requireren over de ' Magiftraats-beftelling, en niet teffens over de Eleétie der Kaden in de Vroedfchap onzer Stad, dewyl de verzogte augmentatie van dat Collegie , over weltte men hoopt dat eerstdaags finalyk by U Edele Groot Mogende zal werden gedelibereerd en gerefolveerd, de fpoedige afdoening van het verfchil over de fuppletie van vacatures , welke thans niet exteren, minder noodzaaklyk fchynt te maken, — en waar over wy dierhalven verzoeken des noods een nadere afzonderlyke Memorie aan U Edele Groot Mog. te mogen inleveren, terwyl dat gedeelte van ons vorige verzoek ook eenigzins van natuur is veranderd ,door de ACLe van Non-fraïjudicie, onder welke Zyn Hoogheid den jongden Raad onzer Stad heeft geëügeerd. Wy zullen dieshalven ons by dezen alleen bepalen tot ons gedane verzoek over de verkiezinge der Burgemeesteren en Schepenen van onze Stad. En I Ter toetfe brengen 't geen daar tegen is ingebragt, door onze Mede-Raden, in derzelver voorfz. Bericht van 20 Maart 1780, en dan II. De allegatien welke dear by gevoegd worden, in de Misfive van Zyne Hoogheid van den 7 December. I. Onze XIV Mede-Raden tonen zich niet weinig verwonderd, dat wy eene gedecideerde Minderheid van de Vroedfchap dezer Stad uitmakende , echter de tusfchenkomst van U Edele Groot Mog. hebben geïmploreerd en niet goedgevonden te berusten, in de Conclufie by de Meerderheid genomen, om de Propofitie wel door de Heer Gevers alleen gedaan,  april, STAAT EN OORLOG. 1737. 311 daan, doch door ons allen geappuieerd en geümplieerd , te declineren. — Masr wy moeten op onze beurt onze verwondering betuigen, over die reflexie, en ov r al 't geen onze Mede-Raden bladz. 4 tn 5. van hun Bericht daar op laten volgen. —— üewyl wy nimmer reden gegeven hebben, om aan ons se adtribuëren het abfurde begrip , dat de Minderheid van een Collegie en fpeciaal van de Stedelyke Vroedfchappen dezer Provincie in allen gevalle de faculteit zoude heboen, om tegen alle Refolutien , by de Meerderheid wettig (quoad formant') genomen , zich te verzetten, de Meerderheid tot eene discusfie van de merite van zulke Refolutien te engageren, en inmiddels het effeér. derzelve te ftremmen, &c. &c. Wy menen integendeel, dat onze MedeRaden de fterkfte ondervinding hebben, van het geduld, waar mede wy ons getroosten, telkens, ja byna in alle Vergaderingen door hunne altyd eenparige vota te worden overftemd, zonder daar tegen iets anders te doen , dan 't geen nimmer aan eenig Lid van een Collegie kan of behoort te worden betwist, namelyk het doen aantekenen van onze contraire opinie. — De Rem door de Gedeputeerden onzer Stad in de Vergadering van U Edele Groot Mog. uitgebragt, over het verfterken van 't Haag. iche Guarnifoen met een gedeelte van 't Corps van den Rhyngrave van Salm, — over het twede lid der beroemde propofitie van de Stad Haarlem, over de zaken van Heusden, Hoorn enz. dit alles en nog veel meer, zeer tegen ons genoegen befloten , doch echter door ons aangezien, dient ten bewyze, dat wy het verwyt onzer MedeRaden niet verdienen, en zeer wel penetree* ren, dat eene by meerderheid genomene Conclufie, hoe zeer door de minderheid quoV 4 ad  31a april» ZAAKEN VAN 1787. ad merita causfie afgekeurd wordende , door dezelve niet mag worden gequerelleerd, veel min gebragt ter beoordeeling van U Edele Groot Mog. Maar wy vertrouwen, dat niemand aan ons of aan eenig Lid van een Vroedfchaps of ander Collegie zal of kan betwisten de vryheid van oppofirie tegen Refolutien by overftemming genomeD, wanneer de minderheid fuftineert dat dezelve quoad formanaan eenig wezenlyk defect laboreeren , by voorbeeld ; wanneer mede gecomputeerd zyn de opinien van Leden die in het qu^tieus object eeni» perfoneel honorabel of profitabel belang hebben , of ook wanneer het befluit der meerderheid van dien aart is, als het cas fubject , namentlyk , dat de dadelyke uitvoering , ook door de Leden die de minderheid uitmaken, zou moeten gefchieden, en echter door dezelve befchouwd word als direct ftrydig tegen den Eed, door hen, by de aanvaarding hunner Raadsplaatfen, afgelegd. ; Zodanig is de quasstie, welke wv tot kennis van V Edele Groot Mog. hebben* gebragt namentlyk, of de Vroedfchap aan den Stadï houder van ü Edele Groot Mog. moet en mag toezenden eene Nominatie ter Electie zo van Raden ais van Burgemeesteren en Schepenen onzer Stad. Ten opzichte van de laatfte, ftellen onze Mede-Raden zich voor te onderzoeken: „ Of de Eletftien van Bnrgemeesteren en Schepenen onzer Stad, thands behoren te „ worden gedaan in conformiteit der Privi„ legien, welke in vroegere, dan wel volgens die welke in latere tyden aan oie van i n terdatn zyn gegeven en geconcedeerdV" En daaromtrent pr£emitteren onze MedeKaden bl. 6. ,, dat het in genen deeie is ae„ conftateerd dat de eerdere, door de latere ,, vol-  april, STAAT EN OORLOG. 1787. 313 ,, volftrekt, en in alle r.y.dperken zouden zyn vernietigd of geabrogeerd." Dus dagren of fchreven zyin Maart 1786Maar - in December van 't zelfde Jaar begrepen die zelfde Heeren : dat het tegen ,, alle gronden van Rechten aanloopt, „ dat „ 'er wegens zekere dispoficie of Stadsveror„ dening een Oótroi word ingeroepen , aan „ welke dispofitie of Stedelyke verordening „ door pofterieure Octroyen is gedero* „ geerd," — en zy voegden 'er by „ dat „ de Octroyen ten tyden der Graven ten aan- zien der Stedelyke Regeringen gegeven , van tyd tot tyd vervangen en opgevolgd ,, zynde geworden, door andere Octroyen, „ de laatfte altyd geftrekt hebben tot een Wet „ en een Regel voor het volgend Stedelyk „ bewind en dat bet dieshalven eene „ manifeste abfurditeit uitieverd , zich op „ deze of gene anterieure Privilegiën te be„ roepen, ten einde een posterieur en vige„ rend Privilegie gealtereerd of vernietigd te „ krygen." Onze Mede-Raden moeten zich hier overtuigd vinden van een gapende Contradictie,'— of zy moeten admitteren deze diftinttie: „dat „ vroegere Privilegiën of Oöroyen volftrekt vernietigd worden door zulke latere, welke „ voor den Verkryger meer voordelig en ,, zonder uitdruklyke bepaling van tyd of „ conditie gegeven zyn. —— Doch dat de „ oudere nooit vervallen , maar met alle recht gereclameerd kunnen en mogen wor„ den, wanneer de latere, zonder of tegen „ begeerte der genen, die daar in geïnteres,, feerd waren, zyn in de waereld gekomen, „ — of voor den Burger min voordelig, .—. „ of duidelyk geaccrocheerd zyn aan deze of ,, gene conditie, omftandigheid of tydperk, welke reeds vervuld zyn." Deze diftinclie op de bekendfte principes V 5 vaa  314 april. ZAAKEN VAN 1787. vau het recht en op de gezonde reden deunende, vereischc geen betoog, voor al niet by den Souverain, aan wien het altyd gedeplaceerd is Auöoriteiten of gronden van Kechten voortedragen. Een Privilegie is een gunst, een gift waar by de Schenker nooit kan winnen, maar altyd verliest. —— Het kan dus niet itrekken om den Verkryger te benadelen , want dat zou tegen den naam en aart van een Voorrecht dryden — En ook niet herroepen, ingetrokken of verminderd worden, dan by verbeurte, door een wettige Sententie of StrafoefFening , —- of op verzoek, begeerte of afftand van allen die 'er reeds dadelyk of by vervolg toe gerechtigd zyn of zullen worden. — Dewyl niemand , zonder zyn fchuid , wil of overgifte kan worden ontgoed , of beroofd van een Posfesfie of Exfpectance , waar toe hy éénmaal justo titulo het recht bekomen heeft. Onze Mede-Kaden willen dieshalven om het üdtroy van 1650 op de Magiftraats-beftelling onzer Stad, fchoon het laatfte zynde, echter zyn effect te benemen, 't zelve doen voorkomen als temporair en conditioneel gegeven, namelyk om alleen te werken, gedurende het gemis van een Stadhouder , en weder te flaapen, zoo dra 'er een Stadhouder exreerd. Eene ftelling, welke gratis en zonder eenig het minfle bewys word geadfumeerd; — en waar toe men zich vruchteloos beroept op 'sLaiids Hilforie van dien tyd, en fpeciaal op Wagenaar, — dewyl daar uit wel con* fleert, 't geen niemand ooit heeft tegenge. fproken, dat de dood van Prins Willem denII, en het voornemen, of liever de apparentie, (Want een vast befluit was 'er toen nog niet genomen) dat U Edele Groot Mog. geen Stadhouder weder Zouden aanftellen, aanleiding, ja oorzaak gegeven hebben tot de gene»  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 315 nerale Refolutie van 8 December 1650, uit krachte van welke, de Octroyen tot eigene Magifhaats-befteihng by de meeste Holland' fche Steden > en fpeciaal ook by Rotterdam verkregen zyn; — doch dat zulks geeuzins involveert een accrocbement aan die conditie of tydsbepaling , zo lang 'er geen Stadhouder zyn zoude. Onze Mede-Kaden erkennen zeiven dat tegens hunne Relling kan worden ingebragt, dat die ( ctroyen niet inhouden ,, eenig blyk van eece zodanige temporaire en gelimiteerde »Conceslie; neen maar in,, tegendeel dat dezelve dus ingericht i'chy- . „ nen te zyn, dat daar aan een perpetueele „ werking geadtribueerd zoude maeten wor,, den," — en 't geen die Heeren daar op laten volgen oin te beweren, dat zulks aan hun begrip niet zcude obfteeren is zo Rerk tegen dat begrip geoppofeerd, en voor het onze militerende , dat wy derzelver eigene woorden overnemen: „ 'er was toen ,, gene dispofitie by de Steden om op nieuw ,, een Stadhouder te verkiezen , maar veel „ eerder een gezindheid om voor bet ver- volg eene Regering zonder Stadhouder in ,, te voeren en te blyven maintineren , in weik fysthema het alzo van zelve fprak, „ dat de Octroyen door de Steden ter beftel • ,, ling van hunne eigene Magidraten voor het „ vervolg van U Edele Groot Mog. verzogt werdende, abfoluut ongelimiteerd moes,, ten worden gevraagd en alzo ook gecon„ cedeerd; terwyl het in dat principé eene ,, notoire Contradictie , ja zelfs eea hand- lastelyke ongerymdheid zoude hebben ge- manifesteert, wanneer desniettemin de re,, fpeétive Steden de Concesfie dier verzogte ,, C&royen aan eenige temporaire werking ,, of limitatie zouden hebben willen restrin„ geren." Die Octroyen zyn dan ongelimiteerd en zon-  gio* april. ZAAKEN VAN 1787. zonder eenige bepaling van tyd of conditie gegeven , en wel d desfein, om dat zulks te dier tyd was de ware intentie en wil van den Souverain; Dat men naderhand weder heefc moeten befluiten tot de aanlielh'ng vau Stadhouders, gaf geen Recht om het bevorens zonder limitatie weggegevene terug te nemen. Zoo het vry ftaat groote Objecten door yergelyking met een gering voorbeeld opte'h'elderen , ftelle men eens het geval dat de Eigenaar van een Landgoed , waar aan het een of ander recht of heerfchend ièrvituit behoorde, 't welk hy gewoon was door zyn Jager, Rentmeester of ander Officiant te laten exerceren , dat Recht afftond of wegfchonk, uir hoofde van een voornemen, om zulk een Officiant niet meer te employeren. —• Ja al wa< het, dat hy by het doen dier donatie zeide, ik zal toch geen Rentmeester of Jager meer houden , en het convenieert my niet om dat recht zelf uitteoeffenen en daarom fta ik 'er van af; — zou dan zulk een afftand of donatie vervalen? ■— en de Scheuker zyn oude recht terug kunnen vorderen; wanneer hy r adtrhand, 't zy uit eigen verkiezing of uu dnng zyner huisgenoten weder een Ja. ger of Rentmeester aanltèlde? Wy denken niec dat dit door eenig mensch adfirmatief beantwoord zal kunnen worden, — en meenden dat zulks een voldoende refutatie is van 't geen onze Mede-Raden bl. 8. raifonneren, ujt de praamisfen van de voorfz. Octroyen d'Anno 1Ó50, welke behelzen dat dezelve verleend wierden, vermids hetaffterven van Prins Willem den II., en daarom , dat 'er geen Stadhouder van de Provincie ext eerde; Wy kunnen 'er andi rs nog by voeger), dat, indien dit de eer.ige reden geweest ware, U Edele Croot Mog. dan immers de Electien hadden kunnen overlaten aan het Hof Pro.  april» STAAT EN OORLOG. 1787. 317 Provinciaal, 't welk oordeelde: ,, by mangel ,, van een Stadhouder deze beltelling te „ moeten doen, gelyk van ouds.'' -— Zo als ter plaatfe door 'onze Mede-Raden zei. ven geciteerd bl. 136. verhaald wordt door Wagenaar, die 'er onmidlyk. op laat volgen; ,, doch de Staten verftonden het anders, en 't Hof vond ongeraden zich (lerk re kanren tegen den wil der Staten, die, thans meer „ dan immer te voren toonden, dat/zy zich „ als Souverainen der Provincie gedragen ,, wilden." —. En waarom zouden ook U Edele Gr. Mog. zei ven, of door de Heeren Gecommitteerde Raden die Ëlectien niet zo wel hebben kunnen doen , ten opzichte van de ftemmende Sleden, als van de andere plaatfcn , by de voorfz. hcfolotie van 8 December <6$6 bedoeld? Cnze Mede Raden fchynen een byzonder voor.ieel voor hunne fuftenue te (tellen in de woorden , welke zy uit de pra;rnisfen van ons Rotterdamsch Octroo, dus opgeven: „ Dat door het droevig afderven van ,, Zyne Hooghtid den Hee_e Prince ,, Wdlem van Orangien , onfte flyker „ M.-niorie , die in zyn leven , Onze ,, Stadhouder was , aa- dewelke ook „ Wy, als ge/ucc 4en ! zyn ie in de plaat„ le var» nooggedigte deeren en de „ Graven van Holland , de voorfz. „ Electie en verkiezing hadaen gelie„ ven te conferveeren?' Door welke conjervatie onze Mede Raden menen, „ dat U Edele Groot Mog. getoond „ zouden hebben te begrypen, dat dit recht „ van Electie van uds af mede aan der Gra,, ven Stadhouder hebbende g coupeteerd , „ aan dezelve behoorde te worden gecontu ,, nueetd, en geenfin s als een meuw beneficie aan nun uieuwlings te worden opsedragen.". Maar ongelukkig- berust dit geheele raifon» ne<  318 april. ZAAKEN VAN 1787. nement op een enkele drukfout; — men heeft het Octroy enkel gelezen in de vitieufe uitgaaf van S. Lois, achter zyn Chronyk of befctiryving van Rotterdam bl. 581. zonder zich de moeite te geven van hetzelve te vergeiyken niet het Origineel, onder de Charters onzer Stad berustende; waar van wy een authenrycque Copie ten dezen annexeren Bylage No 1. noch zelfs met andere editien, als in he' Groot Placaatboek van Cau c55 Scheltus Vol. 4. bl. 412. vmt in plaats vau 't woord conferveeren ftaat confereeren. Dus D Edele Groui M -g. Voorzaten geen* fints gezegd hebben , dat zy dat Rechr van Electie aan den Stadhouder voorbehouden of voor hem bewaard, maar wel integendeel dat zy 't zelve aan hem opgedragen hadden. Dat recht nu, 't welk Origineel aan de Graven , en vervolgens aan V Edele Groot Mog. als derzelver Opvolgers, had toegekomen, en op hoogstderzeiver deiatie of olandaat, door de Stadhouders , niet als een eigene praeëmiuentie, maar alleen uit naam en hst van den Souverain was geëxerceerd en nu door 't afderven van Prins Willem den II. aan U Ed. Groot Mog., als de waareer eenige Eigenaars van 't zelve, terug gekomen was, te dier tyd door U Edele Groot Mog, voor zo veel de ttrmhefcbende Steden aangaat, aan de Regeringen derzelve, die zulks van haren wege ende van wege hare gemene Burgery en Poorters refpective, verzogten , gecuncedeerd en afgedaan zynde , zonder eenige limitatie of bepalinge van tyd en conditie; — heeft dies. halven by de aanftelling der volgende Stadhouders, door U Edele Groot Mog. niet kunnen bedoeld zyn, in de Commisfien by weike aan dezelve Stadhouders gegeven is de macht, auétotiteit en fpeciaal bevel, om de Burgemeesteren , Schepenen en Wetten te veranderen naar behoren en achtervolgende de Privilegiën van de te»  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 319 refpetTm Steden en Plaatfen. Indien daar on« der niet begrepen waren de Octroyen in en na 1650 verleend , zou bet nodig geweest zyn dezelve uitdruklyk te excipiëren; — maar dit zou niet hebben kunnen gefchieden, zonder dat alle de Steden, die dezelve verkregen hadden, daar van praaallabel eene retrocesfie of wederafftatid gedaan hadden aan U Edele Groot Mog. — En deze is nimmer gefchied, en konde ook niet gefchieden, als het eigendom zynde van de gehele Burgery van elke Stad, waar van de Regenten geen renunciatie of teruggave kunnen doen. — Dat de evengemelde macht, au&orittit en zonderling bevel in de voorfz. Commisfien aan de drie laatfte Stadhouders gegeven, een nonens zoude zyn, en als woorden van gene de minlte krachc of betekenis zouden moeten aangemerkt worden (zo als onze Mede-Kaden bl. 10. van hun Bericht ter neder ftellen) is een zeer abufieve allegatie, dewyl die woorden van applicatie zyn, op zo vele Steden en Plaatfen als de voorfz. Oétroyen tot eigen Magiftraats-beftelling, van U Edele Gr. Mog. niet hadden gevraagd of verkregen, gelyk Medemblik (volgens Wagenaar, Vaderl. Hift. la Deel, bL 137.) en verfcheiden der Steden, welke geen Stem in Staat hebben, als mede op die Stemmende Steden welke naderhand nieuwe Oétroyen of Reglementen verkregen hebben, waar in op derzelver verzoek door U Edele Groot Mog. weder is ingevoerd het eligeren van Burgemeesteren of Schepenen door de Stadhouders, gelyk onze Mede Raden zeiven opgeven dat zulks in de Steden Dordrecht en Brielle Ao. ü.74 en 1672 heeft plaats gehad. En dexe laatstgemelde exempelen doen ook ten duidelykften zien, dat noch by U Edele Groot Mog. noch by de Stedelyke Regerin. gen, noch by Prins Willem den UI. zeiven , ter  320 april. ZAAKEN VAN 1787. ter dier tyd niet is begrepen , dat in deszelfs aanftellbg tot Stadhouder, of in de vooifz. woorden van de«.ze]fs Comiiisfie , gelegen was eene casfatie van die vrye Magiitnaus-beltellingen, welke by de t clroyen van ifSi-o waren geconcedeerd. —— Dan im■mers hadden die van Brielle niet behoeven te verzoeken en U fidele Groot Mog. te verlenen het expres nader Octroy van 23 Augustus 167^; „ waar by.de drie Octroyen ,, van 14 February en 14 Ju'y 1Ó51 en 26 „ April 1070 geheel en al zyn vernietigd en ,, gemoitificeerd , invoege als of die nooit verleend waren geweest, rnet auctorifatie ,, dat de Magidraac dier Srad Jaarlyks we,, der zodanig op den ouden voet genomi- neerd , geëligeerd en gecompofeerd zoude „ worden als by de oude Handvesten van „de voorfz. Stad - was geüaiueert en dat ii» d«- voorfz gehele zaak in allen . delen wederom zodanig gehandeld en ge„ practifeerd zoude worden als federt den ,, Jare 16 fo en 1650 incluis en zulks ten „ tyde van de vorige Stadhouders van 011,, zen Lande was en had mogen worden ge- praclifeerd." Exceptio firmat regulam in ca/ibus non exceptis — Bseft de Sta I Brielle zuls. een nader Odtroy en Auctorifatie nodig gehad en geobtineerd , dan. volgt ontegenzeglyk , dar alle de andere Steden, gene van welke dat exempel hebben nagevolgd, indien zy by hunne in of 11a tójo gevraagde Octroyen niet wilden blyven, een diergelyk verdoek hadden moeten doen, of op dat van den Brielle een generale Refolutie: uitbrengen dat door de aanRelling van een Stadhouder van zelfs cesfeerden alle de Octroyen op de belteltmgen der Regerings Coilegien ca doode van den vorigen Stadhouder verleend. Maar dat men 'er zoniet over dagt, blykt ook.  april. STAAT EN OORLOG. 1787» 331 ook uit het geen te Dordrecht gebeurde Aö. Ï674, waar men oordeelde: ,, dat dè voor,, gaande Octroyen als een Regl#ment voor de Regering dier Stad Ao. 1650 verleend „ en fuccesfive ampliatien van dien door de ,, gelukkige herReliing van den tegenwoor3» digen ftaat dezer Provincie eenige noodza„ kelyke veranderingen kwamen te vereis fchen en uit dien hoofde verzogt en verkregen wierd een Octroy op zekere ordre en Reglement, te vinden bl. 1875 der verzameling van de Heer van de Wall, die daar by aantekent , dat in den Jare 1687 de ged?gten van vele Regenten dier Stad daar heen liepen om alle de Octroyen te vernietigen en de Regeringsform te herftellen (even als in den Brielle) op den voet zo als ze voor het Jaar 1650 geweest was — en dat men be. floot om door eenige afgevaardigden daar over met den Prins van Orange in overleg te treden, — doch dat Zyne Hoogheid zulks voor een zaak van het uiterfte gewicht aanzag, en beloofde zyne gedagten dieswegens nader aan de Regering te doen toekomen ; waar mede die verandering achter wege bleef. . Zo wy wel geïnformeerd zyn , worden ook in de Vroedfchaps-Notulen der Stad Gouda traces gevonden van evengelyke overleggingen door Stads Gedeputeerden met den Stad. houder jn den Jare 1674 gehouden , met dien uitflag , dat het voorgenomen dddres aan U Edele Groot Mog. ('t welk de Prins zelf by een vorig appoinöement in dato ja December 1672 had getoont nodig te oordelen) mede is achtergebleven, en men zich vergenoegd heeft met eene zoogenaamde dispofitie van Zyne Hoogheid den 8 December 1674 op een fchriftelyk Addres van Burgemeesteren: ,,, ten einde bet voor haar NB, „ onnodig zoude zyn aan de eene zyde eenig *W?v/yeuf verzoek aan de Staten vau Holland XXXVII. dêel. X -ii  %i% april. ZAAKEN VAN 1787. „ en West - Vriesland te doen, en aan de andere zyde ter dispofitie van zyne Sere,[ nisfime Hoogheid (zo fprak men te dier tyd aldaar) wedergebragt zoude worden al 't ,, geen aan deszelfs hoogloflyke Voorouders £u „ heeft gecompeteerd," —- ten blyke dat de toenmalige Regering dier Stad, hoe fterk ook aan Zyne Hoogheid gedevouöerd, geenfints begreep, dat, ipfo faëto by de aanftelling van den Prins tot Stadhouder het Octroy van U Edele Groot Mog. vervallen was. — Welke adfumtie door de Regering der Stad Alkmaar ook met veel klem van redenen is gerefuteerd in haar Bericht, aan U Edele Groot Mog. van dato 3 December 1784 bl. 85 en volg., waar toe wy de vryheid nemen , ter bekorting dezer, ons te refereren, te meer, dewyl ook Zyne Hoogheid by deszelfs Bericht tegen ons verzoek bl. 2. ons daar in voorgaat. Wy menen dieshalve genoegzaam gedemonftreerd te hebben, dat onze Mede-Raden zich zeer abuferen in 't geen zy bl. 10. van hun Bericht pofeeren: dat de refpective Steden dezer Provincie, unanimi confenfu en door eene opgevolgde aaneenfchakeling van daden , de voorfz. door onze Mede-Raden voorgeftelde uitlegging aan het verftand en de werking der verfchillende Privilegiën en Octroyen, voor en na het Jaar 1650 verleend 9 hebben gegeven van het oogenblik af dat Ü Edele Groot Mog. hadden gerefolveerd weder een Stadhouder te verkiezen. -—— Dat alle de Steden , aan den Stadhouder Willem den Hl. en deszelfs beide Opvolgers hebben overgelaten die Jaarlykfche Electien, welke door Willem den 11 en deszelfs Voorzaten waren gedaan , word door ons niet gecontradiceerd. —— Maar wy houden ftaande dat zulks alleen moet worden toegefchreven aan liet particuliere goedvinden der Re-  — april» STAAT EN OORLOG. 1787. 325 Regenten van elke Stad, die daar toe zyti overgegaan of gebragt, niet door een befluit of begrip van U Edele Groot Mog,, maar door zodanige motieven, als door de Vroedfchap der Stad Alkmaar, bladz bö. van het evengemelde Bericht, zyn opgegeven , en welke het maar al te waar is, dat in alle dé Regerings-Collegien van ons Land de overhand gehad hebben, en in veele nog hebben. Wel is waar, dat in ü Edele Groot Mog.* Refolutie over het Amfterdamfche different 1689, en mogelyk in meer diergelyke geval, len, bewoordingen voorkomen, — welke het fysthema, 't geen ter contemplatie Van den Stadhouder alomme in de Steden waa geadopteerd, fchynen te begunlïigen; — doch dit is niet vreemd als men conlidereerd dat in die tyden en gevallen , tusfehen de Regeringen van die Stad of Steden, en den Stadhouder geen verfchil was gemoveerd over het Kecht , maar alleen over de manier der EleÜH , en dat ö Edele Groot Mog zóó wel als andere Coilegien, zoo van Polirie aJs Juftitie gewoon zyn, den voordragt der partyen litiganten, of der verzoekers in de middelen of het narré hunner Refolutien of dispofitien doorgaands overtenemen of te Volgen, zonder dat men dezelve uit dien hoofde mag houden voor adfiruiatien of erkentenisfen van die Coilegien zelve, zoo als Zyrt Hoogheid mede aanmerkt in deszelfs Conlideratien tegen het Request Van Burgemeesteren en Electeurs der Stad Schoonhoven over de Magiftraats-beftelüng , bl, 10. En dat dit fpeciaal op deze matérie van de noodzaaklykfte applicatie is, blykt uit hec Brieifche geval, waar in onze Mede-Raden, bladz. ïi. van hun Bericht, aan ü Edele Groot Mog. Voorzaten het ongelyk doen Van te fubponeeren, dat in Hoogstderzelver Octroy van 23 Augusty 1672 zoude zynoverX a g».  3»4 april. ZAAKEN VAN 1787. genomen (dat is volgens hun begrip erkend) het pofitief dat de Octroyen van 1650 enz. „ Vermits het aanllellen van eenen Stadhou„ der over deze Provincie, op de oude Prae„ eminentien van zelfs waren kornen te ver„ vallen— en dat echter Hun Edele Gr. Mog dair op zouden hebben verleend een nieuw Cctroy , niets NB. volftrekt Mets behelzende, dan de mortificatie en vernietiging van die zelfde vorige Octroyen , welke zoo ze reeds van zelfs door de aanftelling van den Stadhouder en de Commisfie aan Denzelven gegeven, en dus door een daad van den Souverein, vervallen waren , geene nadere vernietiging of mortificatie nodig hadden. — Men kan immers niet mortificeren 't geen reeds dood is? — noch een non ens vernietigen? En dieshalven zouden U Edele Groot Mog. Voorzaten , indien Dezelve in het gevoelen van de Brielfche Regenten gedaan hadden, eenvoudig verklaard nebben, dat hen 't verzogte nieuw Octroy niet van noode was. Trouwens , men zal, (zoo wy meenen) nooit kunnen toonen , dat ü Edele Groot Mog. ooit opzetlyk zyn afgegaan van hec eerfte Articul van het bekende Eeuwig Edict van den 5 Augustus 1667, behelzende: „ dat ,, de faculteit van Nominatie en Verkiezinge „ van Burgemeesteren en Vroedfchappen , ,, Schepenen en alle andere Magiltratelyke Bedieningen in de Steden zal blyven aan — ,, de Steden refpettive zoo als die aan haar by oud gebruik ofte by Privilegiën en Oo „ troyen is geconfirmeerd of gecmcedeerd — zonder dat de voorfz. Nominatie en de ,, Verkiezinge of eenig gedeelte van dien „ ooit ofte ooit daar van in 't geheel of ten ,, delen aan iemand zal mogen worden gede. „ fercerd en overgegeven ," Wy kunnen niet denken dat men ons hier zal willen tegenwerpen, dat dit Eeuwig Edict den  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 385 den 3 July 1672 (en dus vóór het Bridfche Octroy) reeds herroepen zoude zyn - want dit is een vulgaire dwaling, waar van het te* gendeel confteert uit de woorden dier Refolutie, welke niets anders behelst, dan ,, dat ,, de Leden der Staten Vergadering malkande„ ren ende allen die 't zelve Ediét fuccesfi,, velyk hadden bezwooren, dispenfeet den van den Eed by henluiden daar op gedaan: ftel„ lende malkan deren in dezeifde vryheid en „ de faculteit, NB. die haar tot het aanfteüen ,, en e/igee word voorgefchreeven, nodig geoordeeld om op onze beurt U Edele Groot Mog. te doen opmerken, dat in de Graaflyke tyden, (waar onder men ons wel zal toel'temmen dat het Jaar \«8o niet behoort,) de Verkiezing van Burgemeesteren en Schepenen oirfpongelyk en van de oudfte tyden af, niet ge»  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 333 gerefideerd heeft in den boezem van de Stadhouders , snaar van de Graven , en door die zelfs nooit geconcedee'd is geworden aan de Stadhouders alleen , noch ook in derzelver Politycque Qualiteit, maar eerst aan de Bailliuwen en naderhand aan de Stadhouders , als hoofden van , en gevoegd met den Raadt van Holland, nu gen-imd het Provinciaale Hof van Juftitie. ■ Dat voorts, indien Prins Willem den I. dat Recht heeft geëxerceerd , alleen en zonder concurrentie van 't Hof, hy zulks niet gedaan heeft uit kragte van zyn oude Qualiteit als Stadhouder van den Koning Philips , maar uit kragte van 'c geen hy zich zeiven had toegevoegd, by het voorfz. Oélroi van 13 Febr. 1580, 't Welk men weet, dat fchoon op naam van dien Koning, eigenlyk afkomftig is van welgem. Prins Willem, a's toen door U Edele Groot Mog. voorzaatej bekleed zynde met de Hooge Overheid van den Lande, en dus de Sou. verainiteit , wel niet in naam , maar in der daad in handen hebbende , waar van hy by dat Octroy zich bediend heeft, om het Stadhouders-Ambt te favorifeeren, in nadeel van den Rade Provinciaal , 't welk te vooren een Concurrent Recht met den Stadhouder, tot het Kiezen der Magiftraats-Perfoonen of Regters géhad hebbende, toen aan denzelven wierd gepostponeerd en alleen in des Stadhouders abfentie die keuze doen zoude. De voorfz. opgaaf van den inhoud der eerfte Graaflyke Chartres kan ook dienen om in een beter licht te ftellen ï^'t geen in het Bericht van Zyn Hoogheid bladz. 3 onder aan, verhaald word , van de deliberatien onzer Vroedfchap Ao. 1614, om ook te be. komen het recht van abfolute electie der Burgemeesteren &c. namelyk , dat onze Voorzaaten daar toe eenigen grond meenden te vinden, om dat die keuze van ouds wae ge.  534 april» ZAAKEN VAN 1787; gefehied by den Bailliuw onzer Stad, wiens Ambt de Stad by koop van U Edele Gr. Mog. had verkregen, en dat de Leden van den Raade Provintiaal, (die dus te ^ier tyd, naar 't fchynt, van de voor/z. eledien nog niet geheel ontzet waren} geene of wr,"nige kennisfe hadden van de qualiteiten van de Burgers en Regeerders dezer Stad &c. — alles volgens bygaand Extract uit de Refolutien door ons Collegie, ten dien einde genomen, Bylage No. 2. — en waar uit geenszins blykt dat men toen een Privatief recht tot die Ëlectien aan den Stadhouder Competeerende, zou hebben geagnosceerd, en daar door van het voorgenomen verzoek te rug gehouden zou zyn. Ligtelyk zullen ü Edele Groot Mog. nu ook penetreeren, dat wy niet kunnen toeftemmen het voorftel der quajstie, zoo als 't zei. ve wordt gedaan bladz. 4. van het Bericht van Zyn Hoogheid: namelyk dat wy zouden vermenen dat door U Edele Groot Mogende Octoy van 13 December 1650 het Recht van Electie aan de Vroedfchap zoude zyn overgebragt in prejudicie van den Stadhouder. Dit Rellen of ibuteneeren wy geenszins , maar ontkennen wy wel expresfelyk. l. Om dat 'er toen geen Stadhouder exteerde, en dat Ambt nog nimmer Erflyk gemaakt was, — en 'er dus geen phyfiecq nog moraal wezen beftond , dat geprasjudicieerd konde worden, — dan alleen het Hof van Holland , 'c welk wy reeds uit Wagenaar en Aytfema gezien hebben , dat zyn oud kecht tragtte te doen herleven, doch door de Souveraine Wil van U Edele Groot Mog wierd te rug gehouden. *. Om dat de Claufule in de Commisfien der Stadhouders, waar by door U Edele Groot Mog. de macht gegeven is  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 335 is aan Prins Maurits 1 November 1585, en aan Fredrik Hendrik 24 Mey 1635; om de Burgemeesteren, Schepenen en Wetten te veranderen naar behoren, en daar hetzelve van noden wezen zal, voor welke laatfte woorden in de Commislien van de Princen Willem den II, 19 December 1647. Wdlem den III. 4 July 1672. Willem den IV. 3 Mey 1747. en Willem den V. 27 February 1766. gefteld is: achtervolgende de Privilegiën van de refpeStive Steden en Plaatfen, alleen apphcabel is op die Steden en Plaatfen waar zulks behoort, of van noden is te gefchieden, en de Privilegiën het toelaten , en midsdienjdaarlyk medebrengt, dat de intentie van U Edele Groot Mogende by die Commhfien geene andere geweest is, of zich niet verder heeft uitgeftrekt, dan om door eiken Stad* houder refpeétive te doen uitoeffenen zodanig Recht als ü Edele Groot Mog. op die onderfcheiden tyden nog werkelyk bezaten , en vóór dato van elke dier Commisiien niet hadden afgedaan, of na dato zouden afftaan aan de re» fpective Steden of Plaatfen, waar toe men moet vastftellen dat ü Edele Gr. Mog. de vrye dispofitie altyd als Souverainen van den Lande aan zich behouden hebben. — Kon en mogt dit gefchieden geduurende het leven en de funftie van een Stadhouder, die immers niets anders is,' noch ooit geweest is, dan de Plaatsbekleder, de Reprafentant, de Mandataris of Minister van den Graaf of Souverain, en niet kan prsstenderen, de confervatie van Rechten, welke de Souverain, op wiens naam en last Hy die uitoeftend, niet langer wil behouden of zich toeëigenen, maar goed-  33« april» ZAAKEN VAN 1787* goedvindt aan anderen afteftaan, —• hoe veel meer kon dit met alle Recht en met de beste Gratie gefchieden in een tyd toen het Stadhouders Ambt vaceerde, en niemand ter Waertld daar op eenig Recht kon pretenderen ? Zoo min als de Bailliuwen zich hebben kunnen of mogen oppoferen , dat hunne oude Rechten, naderhand gedeeltelyk op de Stadhouders zyn overgebragt, en dat de dominiale goederen, waar in zy de Schouten, Schepenen enz. plagten aanteftellen, door U tfd» Groot Mog, verkogt, en alzoo die aanftellin- gen op anderen overgedragen zyn zoo min als de Opvolgers der Drosten in Overysfel en der Bailliuwen in onze Provincie zullen kunnen reclameeren de afgefchafte Diensten der Boeren,en Recognitiën derRoomfche Pastoors en Kerken, even zoo min kon Pring Willem de III. zich beklagen , dar U Edele Groot Mog. voor zyne aanftelling 't een of ander Recht of voordeel, bevorens door de Stadhouders geoeffend of genoten, aan anderen hadden afgeftaan. —■ 5t Stondt aan liem , of Hy om dat gemis, de geoffereerde Post wilde refuferen; maar die aangenomen hebbende , moest hy zich vergenoegen met zoo veel als U Edele Groot Mogende hadden overbehouden , en dus aan vHem geconfereerd. Meer kon Hy niet vorderen, en voor al kon of mogt Hy van die genen, die door den allerbesten titul, een ongelimitèerden afftand van den Souverain zeiven, in de wettige püsfesfle van zodanige Rechten of Voordelen waren, dezelve niet te rug vorderen, veel min vid fatti of door zyn overmacht of onweerftaanbsren invloed ontneemen. —-— Door diergelyke middelen heeft die Vorst, en dus ook geen zyner Opvolgers, aooit kunnen erlangen een Wettig bezit van die Rechten enz. Meen-  April. STAAT EN OORLOG„ i7S?. ^ Meende Hy , uit hoofde van den genera, len mhoudzyner Commisfie of ardere meer of mm fchynbare redenen , dat Hy van V ' gemis dier Hechten enz. voor de aar Jaar . 'ding zyner Ambten, niet genoegzaam S formeert geweest zynde, daardoor benadeeld was, dan had Hy in allen gevalle nooTt S g ander Rec'it dan tegen ü Edele Groot M07 zeiven ais zyne Committenten, t0l fcffi loosfteilinge; - hoe zeer dit zelfs varTa'len grond ontbloot zoude zvn in een Ambte. naar , die met titulo onerofo . maar iBtZ , koÏÏerïïdT 9 ' Zyne M0fte"i»8e bï. Heur Stadho"der heeft wel het een of ander te begeven gehad in de Plaatzen onJangs aan den Keizer gecedeerd, — zou zvn "0yghe*d ook kunnen fultirier n daar coe nebben? — of is tot dien afftand devzeift confent, uit hoofde van de Rechten" wefke r?nPff arals houder Vice Prinap , pK is de Stadhouder in der daad , de Curateur van zyQ Souverain, die bui:en Hem dan o^ïffiS^en? ' °m e£n,ge a«-S voordel in het Bericht van Zyn Hoogheid Bladz. 4. gedaan, dus veranderen: g Dat onze waare fuftenue is , dat op den I? December 1650 in het Recht tot de Ma gidraatsbel elling onzer Stad deze veVan! ring gemarkt is, dat toen het Recht va,i 5 Edele Groot Mog. om zeiven of doo der. S adlïïjE ,n d% ^ Raden ian de coen,evV03onr f"rgei9eeStereD en «chepenenle ooen, voor- altoos is vern etigd, of eiaedvlr fchan e" .overg^ragen aa'n de V rö2Ê xxxviï ïï£:Diet ln rjudicie van ^ * mek  338 APRIL. ZAAKEN VAN 1787. melden Stadhouder en Raad, maar van den Souverain ztlven , die dat voorrecht wegfchook, 't welk tot dien tyd toe in Hoogstdeszelfs eigen boefem berust had, en op fpeciale last, (zonderling bevel) van U Edele Groot Mog, aan Stadhouder en Raad gedefereerd was, niat om nominiproprio, als een eigen praemiiiextie, maar nomine Principis, en alleen by abfentie van den Souverain, in desaelfs naam uitteoeffenen. Dit mesnen we, in het eerfte gedeelte van dit ons Bericht compleetelyk betoogd te hebben, op den aart der zaake en den inhoud der Privilegiën, zoo wel als op de gronden van 'c Recht gefundeerd te zyn, en wy vinden in het Bericht van Zyn Hoogheid bladz. 4-10, daar tegen niets geadduceerd, dan t geen in dat van onze Mede-Raden reeds voorgefteld en door ons gerefuteerd is, waar toe wy dieshalve ons zullen refereeren. Het veorname Wapen van beide onze Par* tyen, beftaat in het vorige gedrag onzer Vroedfchap, welke aan eiken Stadhouder de Jaarlykfche Nominatien ter Electie van Burgemeesteren en Schepenen heeft toegezonhpi, M:iar met die daad heeft zv tel¬ ken Jaare alleen maar kunnen afftaan de perfonele Jouisfance van haar Recht, voor dat fpeciale geval, en zulks nog niet eens jure, maar aiieen oy geaoogen vau uaatc umgcia, die 'er zich met alle Recht tegen hadden kunnen obpofeeren , maar zich geenzins verbon» ' den voor 't vervolg, veelmin daar door verbonden of kunnen verbinden hare fuccesfeurs noch de Burgery, wier Repradentanten zy waren, en aan welke zy beloofd hadden alle Stads Rechten te bewaren, en geenszins die weg te geven. Tegen Regenten, die zich zoo verre geëmancipeerd hadden, zou de Burgery recht hebben om derzelver remotie te vorderen, en hen  april. STAAT EN OORLOG. 1787. S50 hen voor andere onafhangklyke bewaarders harer verkregen Rech en te doen verwisfeien. Een gemeen goed is toch niet aiienabel dan met Confent van ailen die er deel aan hebben, ——en een fideicommis goed, (waar mede een Privilegie naast overeenkomt) is nimmer aiienabel, zoo lang 'er wezens geboren kunnen worden, tot wier behoeve dat goed gefchikt is. Zelfs mag aan zodanig goed , geene wezenlyke verandering, welke de geringde deterioriatie of vermindering van het genot der volgende gebruikers veroorzaaken zoude, op eenige wyze, of door wie het ook zy, toegebragt worden. En dit brengt ons van zelfs tot het verfchil over deforrn der Nominatie, welke, zoo den Heere Stadhouder het Recht van Electie al eens toegekend konde worden, dan aan denzelven geprsfenteerd zoude moeten worden. Daar omtrent erkend Zyn Hoogheid dat in het gebruik gedevieerd is van den ftn^en letter van het Oöroi van 13 Decemoer 1650^ doch laat 'er deze aliernadruklykde woorden op volgen: „ Dat zyn Hoogheid niet kan „ verwagten, dat men de telkens ingeroepen „ wordende regul van de ïnviolabiiiteit en irrevocabiliteit'der Privilegiën tot zoo verre j, zou willen extendeeren, dat daarom aati „ eene Regeering omtrent poincten van min„ der aanbela- g, niec geoorloofd zoude zyn 5 „ by gemeen goedvinden, en om particulie,, re redenen een hair breed daar van afte- gaan." Het is dan zoo ver gekomen, dat de Stad» houder van U Kdele Groot Mog. wi n uit zyne corporeel beëedigde Commisfie mcumoeert, te vorderen en te bewaren de Hoosheid, Gerech ■ tigheid, Privilegiën, en we/varen van den . de, Leden, Steden en Ingezeetenen van dén. Onderneemt te lchertzen met het telkens in» Y a roe-  3«jo april. ZAAKEN VAN 1787. roepen van den regul der inviolabiliteit en iCTevocabiliten dier Privilegiën en geoor. ■ looid ftdt dat een Regeering daar by van gemeen goedvinden en om particuliere redenen afwykc, omtrent poincten van minder belang! . Wat zal 'er van de Vryheid en veiligneid van onze ongelukkige Republycq, en van el. ke Stad en corporatie in dezelve, worden indsen 'sLands eerfte Ambtenaar zulke «evoelens voed, en openlyk belydt? Daar im> mers de droevige ondervinding ons leert, quod ej'us ad exemplum Mus componitur orbis, war zal die Vryheid aan de Regenteneens toegelaten wordende, paal of perk vinden? Wie zal decideeren, of de poindlen van welke men wil afwyken, van vee! of minder belang zyn ? Wat zal het meerdere zyn waar tegen men dat relatieve mindere zal vergelyk.-r« ? Waar in zullen beftaan die particuliere reedenen, om welke die afvvykingen zul. len vryftaanï Van wien zal de beoordeelrng van dat alles afhangen? — het gemeengoedvinden V zal men daar door eene eenpaarigbeid of alleen eene meerderheid der Regeenngs-Perfoonen verftaan?— zal dat gemeene goedvinden uit derzelver eigen fentimenten , of ook uit den, invloed van Machtiger mogen proflueeren? — en zal het zelve ook al verbindende zyn voor de nakomelingfchap, en opgevolgd moeten worden ook dan als de redenen waarom men tot die afwykinff gekomen is, niet meerder bekend zyn? Ja — zeggen Onze Mede-Raaden hier op by hunn' Bericht bladz. 24, „ Prins Willem „ den III. heeft kort na Zyne aanftelling tot „ üta.ihouder geluftineerd dat een Nominatie ,, van V? II tot Burgemeesteren en van XIV „ tot Schepenen, gepraderiteert moest wor„ den — De Regeering, na dat zy de ree„ deoen van haar tegeugeftelde fuftenue (om maar IV tor. Burgemeesteren en VIII of » VI  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 34I „ VI tot Schepenen te nomineeren) had se„ detailleerd — en de Stadhou 'er des niet„ temin by zyn gevoelen dien aangaande was „ blyven perfifteeren — heeft zich daar„ meede geconformeerd by eene formeele Refolutie van dato 9 Mey 1674 " welke zedert is gevolgd - En deze ufance welke zy zeggen en wel zyn kan dat in meer Steden-plaats heeft vis hen genoeg, om ons te provoceeren tor. beVgeven van reedenen of motieven , waarom, fpe%iaal met opzicht tot deze Stad zoude moeten worden geïntroduceerd, die nieuwigheid van zich te houden aan het prajfcript van Stadsprivilegie. Eene verging , welke aan U Edele Groot Mog. te meer fingulier zal voorkomen, en de gevaarlykheid der voorfz. Leer, van ge. oof loofde afwykingen van de Privilegiën des te «erker zal doen gevoelen, als U Edele Groot Mog. die zoogenaamde formeele Refolutie, op welke men zich beroept, zullen gelieven in te zien, Cten dezen annex fub ,.No. 3.) waar by fpeciaal uit die van 3 Mey deszel. ven Jaars blykt dat dezelve niet is genomen met maar tegen 't gemeene goedvinden der Vroedfchap, — welke het van genoegzaam belang oordeelde, om deswegeu reprefentatien aan den Stadhouder te doen — en dat de Vroedfchap geene particuliere redenen gehad heeft, om 'er toe ovenegaan, dan alleen het perfifteeren van Zyn Hoogheid by deszelfs gevoelen, en dus deszelfs invloeden overmacht. . Ja - dat de Vroedfchap zu'ks gedaan heeft op den 9 Mey, en dus de wetrige Nominatie door Boon heeren op den 29 April geformeerd, heeft.veranderd, en aan den Stadhouder ter Electie gezonden, acht da^en na dat de tyd, binnen welke de Electie moest gefchieden, reeds gepasfeerd was. Waar door zy dus heelt verwaarloost het Privilegie, volgens 't Y 3 welk  342 APRIL. ZAAKEN VAN 178?. Wélk de Heeren, die op de Nominatie boven I aan Ronden, op den 1 Mey tot Burgemeesteren j en Schepenen beëedigd hadden moeten worden . en gedoogd dat ai dien tyd de Stad gerèaei td en de Jufti ie geadminiltreerd wierd, door Coïi -Men welker helfie geene wettige ■ Burgemeesteren of Schepenen meer waren. Zyn 'er nu tegen zuik eene Refolutie nog redenen nodig? of is dezelve m'er inviolabel en irrevocabel dan een Octroy van ü Edele Groot Moe ? — is het niet genoeg dat wy onze requifitie fundeeren op zusk een Char- 1 ter, 't welk zoo door onze Mede Raden ais door Z>n Hoogheid erkend wordt, niet geheel en ül vervallen te zyn, maar alleen in zoo verre als het Recht van Ele&ie aangaat, zoo dat alle fihikkingen omtrent hetbejlaan der Megeringsform j binnen deze Stad, en de bepalingen daar by omtrent de rauicale qualiteit der Regenten ge-i maakt, niet zyn te niet gedaan— ^Bericht! van de Meerderheid der Vroedfchap bladz. | 25, en van Zyn Hoogheid bladz. 10 onder *{ aan} welke woorden klaarlyk mede brengen | een adveu, dat de door ons gerequireerde 5. form der Nominatie, als op dat Oftroy van:; 1650 gefundeerd zynde, nog gevolgd behoort | te worden ■— want by leéhire van 't zelve I OÖroy zullen U Edele Groot Mog. bevinden,! dat het volftrekt geene andere zaaken conti-:; neert dan deze drie. 1. Dat de Electie van BurgemeesterenL en Schepenen zoude gefchieden uit de. Genomineerden by Lotinge, door mid« del van een gelyk getal witte en zwarte boonen. a. De fihikkingen, dat Schepenen zo, wel als Burgemeesteren twee Jaarett zouden dienen, en dat de Nominstien niet grooter zouden zyn dan een dub. beldtal ven zo veelen, als tot fupple- menc  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 343 ment van het Collegie vereischt zoude worden. 3. De bepaling der radicale Qualiteit dat niemand tot het Burgemeester of Schepen s Ambt zou werden genomen, dan die Profesfie zou doen van de Publyc- que Gereformeerde Religie , of ten minften dezelve en de oeffemnge van dien zou zyn toegedaan. Zyn dit nu de eenigfte fihikkingen en bepaalingen, welke buiten het hoofdpoinü (de Kleclie by Lotingè) 'êr in voorkomen, en is het in Confesfo , dat dezelve niet vervallen zyn , door de aanftelling der Stadhouders , {gelyk het ook uit Bylaage No. 3. confteert, dat de eetfte Nominatie uit welke Prins Willem de III. Ao. 1673 heeft geëligeerd, conform dat Octroy is ingericht geweest,) dan behoort het immers genoeg te zyn, dat wy de obfervaiuie van die fchikkingen vorderen, om dat dezelve in dat Octroy zyn vorrgelchrecven, zonder dat onze Mede-Raaden, die evén als wy daartoe verpligt zyu, ons kunnen vergen nog andere redenen daar voor op te gt ven. Om echter te tonen , dat wy zulks doen kunnen,' moeten wy onze Mede-Raaden vragen of zy 'er geen wezenlyke nuttigheid in zien, dat de Leden der Coilegien twee achtereenvolgende Jaaren fungeéren, en niet alleen te gelvk afgaan, maar by verwisfeling telkens de helft of byna de helft? — en of zy het breken van die orde niet zeer nadelig zou. den achten, fpeciaal voor de Juftitie zo wel als voor de goede Politie en het obflrveeren van een egale cyncfuur in dezelve ? — zoo ja, — of zy als Regenten dan kunnen verantwoorden, daartoe aanleiding te geven, of immers zulks mogelyk te maken en aan het welbehagen van één enkel Mensch overtelaten, door de Burgemeesteren en Schepenen, die maar een Jaar gediend hebben, weder y 4 °p  344 april. ZAAKEN VAN J?8?. «n de Nominatie te ftellen? want daar door word aan Zyn Hoogheid immer.s de Vryheid gegeeven, (ten minsten de Vroedfcnap oerooft zich van 't vermogen om zulks te kunnen belette^ dat alle d?e 1He™rï ie. pasfeerd en een gantsch nieuw Collegie geeligeerd worde ? ° fa Is he: voorkomen, dat iets diergelyks kan gebeuren, geene wezenlyke nuttigheid, gene genoegzame reden voor het admitteren van onze lus.emi , al was dezelve waariyk een nieuwigheiden hoe kunnen onze Mede-Racen züflcs afkeuren, daar het ten opzichte van Borgemeeaferen ten tyde van de -tadhoude^s Fredrii Hendrik en Willem den II, zedtrt 163b tot 105c, in dieivoege is geprarftifeerd; zo als on*e Voorzaten in den Jaare 1674, aan Prins Willem de III. fchoon vrueteloos, nebben geremonftreerd. Dan — wy vleien ons, genoeg gezegd te heob,n, om U Edele Groot Mog! van het belang van ons gefustineerde, ook ten deze opzichte, te convinceren, daar Zyn Hooe! heid zelve ae zwakheid van het tegenecftelde gevoelen fcnynt te heiben gepenetreerd, en daarom b.adz. u van deszelfs Bericht te ken. vea./e.eft» " dat «"gevalle U Edele Groot „ Mog mogten begrypen, dat het een zaak „ is van zo veel aanbelang dat Hooastdezel„ ven daar in hare Souveraine Auéthorheit „ zullen behoren te interponeren, om 'te *' ëfp*Jft begr'P der Meerderheid va,ï de „ Vroedfchappen, het tegenwoordig te doen „Ophouden, Zyn Hoogheid dan ook wd mag lyden dat voortaan de Nomioatien der „ Vn. penen '1 zonder van Burgemeesteren te „ ipreken j hem ter fileéiie gezonden wor„ dende, niet meer tot her getal van XIV „ -naar alleen van VI of Vil! Perfonen refpecp tive gebragt worden." ^ •! Het eenige, dat ons nu nog refteert te  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 34$ beantwoorden, is de Propofitie door Zyn Hoogheid bladz. 19 van deszelfs Bericht gedaan, ten einde, in cas by ü Edele Groot Mog. eenige difficulteit of bedenking, tegen hec afwyzen van ons verzoek , mogt over. blyven, de decifie dier quaefte zoude werden gerenvoyeerd aan de Ordinaris Juftitie — refererende Zyn Hoogheid daar omtrent zich tot deszelfs Misfive tegen de Alkmaarfche Vroedfchap van dato 14 September 1785, waar by ten exempel word ingeroepen ü Edele Groot Mog. Refoiutie van 25 Oftober 1759 concernerende het eügeren van Schepenen Crimineel der beide Loosdrechtên. Wy menen, Edele Groot Mog. Heerenj dat zulks op ons geval niet applicabel is, noch van- ons gevergd kan worden, om de volgende redenen; ï. Wy reclameren niet, gelyk de Ambachts-Heer van de Loosdrechten, een patrimonieel Recht, noch iets, waar in wy eenig perfoneel eigen belang hebben, maar alleen in onze qualiteit van Mede-Vroedfchappen van Rotterdam, het Reent ooor onze Voorzaten voor onze Stad of Burgery van üÈd. Groot Mog. verkregen* a. Wy hebben , zoo wy vertrouwen , U fcviele Groot Mog. niet tot onze Panhyen, en begrypeu ons volkomen van onzen plicht geacquiteerd te hebben , aiet onze fustenue aan het oordeel en goedvinden van ü Edele Gr. Mog; te fub mi t teren. 3. Wy zouden ook met eene Judicieele Sententie tegen den Heere Erfftadhouder weinig geholpen zyn , aan ^ Y 5 wel.  54f5 april. ZAAKEN VAÜ 1787. welke onze Mede-Raden als een res inier alios a£ta dan nog zouden kunnen weigeren zich te gedragen. —-• En al waren zy mede conform onze ietentie gecondemneerd , zou zuiks hen óf hunne Succesfeuren nog niet beletten om by nieuwe deiatie aan Zyn Hoogheid of deszelfs Opvolgers al weder dezelfde zogenaamde eivihseiten te betonen. 4, Om niet te zeggen, dat het van 3 of 9 Raden eener Stedelyke Vroedfchap wat veel gevergd zoude zyn, voor het belang hunner Burgery, Proceskosten te moeten fubporteeren uit hunne Privé-beurzen , dewyl zy als de Minderheid uitmakende, geene dispofitie hebben over Stads kas , waar van onze Mede-Raden gebruik zouden maken. 5. Ook zou het Hof Provinciaal, 'e welk anders over diergelyke objecten de competente Rechter zyn zoude, de vereischte Neutraliteit in deze quaestie misfen. Dewyl, gelyk wy hier boven uit alle onze fuccetfive Handvesten hebben doeii zien, de Stadhouders nimmer eenig recht tot de Electie van Burgemeesteren en Schepenen in ónze Stad . hebben gehad , dan concurrent met den Rade van Holland. — Dat overzulks de macht in de Commisfie van den tegenwoordigen Stadhouder geïnfereerd — om de Burgemeesteren , Schepenen en Wetten te veranderen na behoren, en achtervolgende de Privilegiën van de refpeftke Steden, zoo dezelve verttaan wierde ook op onze Stad nog applicabel en door het Octroy vaa 13 December 1650 niet  april. STAAT EN OORLOG, 1787. 347 niet vervallen te zvn, dan met relatie tot onze Stad, zóó geëxpliceerd zou moeten worden, dat, om onze Burgemeesteren en Schepenen , na behoren, en achtervolgende de Privilegiën der Stad Rotterdam, te veranderen, de Nominatie door de zoogenaamde Boonheeren gemaakt, overgezonden en gepraefenteerd zoude moeten worden aan U Ed Groot Mog. en wanneer U Edele Groot Mog niet vergaderd, en dus abfent waren , dan aan L' Ed. Groot Mog. Stadhouder en Rade van Holland, welk Collegie dus in de mogeiykhetd en verzoeking gefteld zou worden o zulk een notabel Recht ook gedeeltelyk aan zich zelve te adjudiceren. jj3n — Wy durven met de volkomenite fiducie vast ftellen, dat dit geval niet zal kunnen exteren , dewyl U Edele Groot Mog. den inhoud van dit ons nader Bericht tegen dat van Zyn Hoogheid en van onze Mede Raoen, geëxamineerd en overwogén heboende , niet zullen iijefiteren, aan ons verzoek , vervat by de Misfive door het C' llegie van Heert-n Burgemeesteren en Kegeerders onzer Stad, den Sb November 1785 aan Ü Edele Groot Mog. geadresfeerd, te voldoen, en aan de vroedfchap der Stad Rotterdam aantefchryven en te gelasten, ciat de Momiiiatien en Electien van Burgemeesteren en Schepenen alhier, voortaan zullen moeten worden uirgebragt, prsecilelyk cor,form de Octroyen van 53 December 1650 en 19 November 1658 (geampliéefd a8 July if-7a> van ü Edele Groot Mogende door Burgemeesteren en Vroedfchappen van haren wege en van wege de gemene Burgery en Poorters derzelve Stad verzogt en geobtineerd. Waar mede ons en onze Stad in de protectie en Vaderlyke zorge van U Edele Groot Mogende aanbevelende , en den Zegen des Allerhoogften over ü Edele Groot  348 april, ZAAKEN VAN 1787. Mogende affmekende, wy ons eerbiedig noe* men, Edele Groot Mogende Heerenl (Onder ftond,) Rotterdam U Edele Groot Mog. Onder» den 7 April danige Dienaren, 1787. (Was getekend) p. BOOGAERT. isaac van alphen. J. p. BOOOflBRT. P. J. van DER goes. JACOB herman vingerhoedt. P. OEVERS. J. J. ELSEVIER.. J. reepmaker van strevelshoek. samuel van hoogstraten. N8. I. Oclroy, ende Privilegie verleend by de Heeren Staaten van Holland ende West-Vriesland, aan de Stad Rotterdam, daar by dezelve Stad geoólroyeert endegepriviligeert werd by Lotinge van de Witte en Zwarte Boonen de Burgemeesteren ende Schepenen binnen de voorfz, Stad zelfs te creëeren ende maaken. D2 Ridderfehap, Edelen ende Steden van Holland ende West-Vriesland, Repra». lenterende de Staten van denzelven Lande, doen te weten, alzoo ons vertoond is by Burgemeesteren ende Vroedfchappen der Stad .Rotterdam van haaren't wegen, ende van wegen de gemeene Burgerye ende Poorteren derzelver Stad, hoe dat by Brieven van Octroy ende  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 349 ende Privilegie dato den 8 December Ao. 1483. hooger Memorie Hartog Philips van Bourgongien als Grave van Holland de voorfz Stad van Rotterdam op haar verzoek hadde gegunt , dat de Vroedfchappen derzelver Stad , alle jaaren twee dagen voor Meydach uit henluyden zouden mogen, kiefen by' Lotinge van de Witte ende Zwarte Boonen , vyf perfoonen dewelke wederomme kiefen zouden achtien gequalificeerde perfoonen aan den gemelden Hartoge, of by abfentie van den zeiven aan zyne Stedehouder ende Raaden van Holland in gefchrifte over te zenden ende prefenteerei, omme daar uit geëligeert ende gekozen te werden twee tot Burgemeesteren, ende feven tot Schepenen, welke vooifz. Brieven ook by Keyfer Karei Hoogloflyker Memorie als Grave van Holland , op den 15 November 1524 waren geconfirmeert, welk getal van Burgemeesteren by Philips de Tweede Koning van Hlspanien, als Grave van Holland by Oc troy van dato den 13 February Ao. 1580 tot drie, ende laastelyk by ons volgens het Cctroy van dato den 16 O&ober 1637 tot vier Burgermeesteren was geaugroenteert, daar van alle Jaren twee Burgermeesteren waren afgaande , ende op nieuws twee andere Burgemeesteren uit het Corpus van de Vroedfchap der voorfz. Stad op voorgaande Nominatie van een dubbelt getal by de voorfz. vyf perfoonen gedaan, wierden geëligeert ende verkofen , ende gemerkt door het droevig affterven van Zyne Hoogheid den Heere Prince Willem van Orangien, onfterflèlyker Memorie die in Zyn leven onzen Stadhouder was (aan den welken ook wy als gefuccedeert zynde in de plaatze van de hooggedachte Heeren eDde Graven van Holland, de yoorfz. Electie en Verkiezinge hadden gelieven te Confereren) het doen van de voorfz. Electie ende Verkiezinge van Burgemeesteren ende Schepenen, wederomme aan ons " : :' , )  350 april. ZAAKEN VAN 1787. ons als Souverainen dezer Provincie was gekó» men. Ende zy Verthoonders oordeelden dat het voor den dienst van de voorfz. hare Stad, en de Poorteren van dien , mitsgaders den welfltand, ruste en eenigrieid van de Politie, ende Regieringe derzelver oorbaarlykst zoude zyn, dat op voorgaande Nominatie als voren te doen volgens voorfz. Privilegiën derzelver Stad de voorfz. Verkiezingen, ende Electie, by b inde Lotinge onder de Perfooneh tot Burgemeesteren en Schepenen, genomineert zoude werden gedaan 5 zoo waren zy Verthoonders geraden geworden haar aan ons te adresfeeren, ende zeer ootmoedelyken te verzoeken, dat het ons geliefde haarluiden gratieu» felyk te Oélroijeeren, Priviligeeren vergunnen ende toe te daan, dat de gemelde Nominatie invoegen voorfz. by de voorfchr. vyf Perzoonen gedaan zynde uit de vier Perzoonen tot Burgemeesteren genomineert twee tot Burge" meester wederomme met lotinge van twee Witte", en de twee Swarte Boonen werden gecreëert, ende gemaajkt zulks dat die gene, dewelke elks een zwarte boon zoude komen te trekken, Burgemeesters zouden wezen, en de twee Jaaren in haare bedieninge continueeren, te weten voor het eerfte Jaar met de aanblyvende Burgemeesteren, ende voor het tweedejaar met de Burgemeesteren die als dan zouden aankomen, ende wyders dat de Schepenen die maar een Jaar zouden hebben gedient, voor nog een Jaar zouden coniinueeren, ende dieDVolgende, dat de voorfz. vyf Perzoonen tot Schepecen zoude Nomineeren een dubbeld getal van zoo veel Perzoonen als tot Supplement van het Collegie van Schepeiienjaartyks zouden moeten aankomen, waaruit een enkel getal, van Schepenen mede by Lotinge van Witte ende Swarte Boonen insge• lyks.zouden werden gecreëert, ende gemaakt, in diervoegen dat die geene daarop het Loc van  april, STAAT EN OORLOG. 1787. 251 van de Swarte Boonen zoude komen te vallen, Schepenen zouden zyn, met dien verftande nochtans , dat een Vroedfchap Schepen komende te worden, 't zy een of twee Jaaren als Schepen gedient hebbende, de volgende Jaaren daar aan zoude zyn nominabel ende eiigibel tot 't Burgemeester-ampt , by maniere van lotinge als vooren; ende dat niemand tot het Burgemeester of Schepen: ampt zoude werden genomineert, als die geene die Profesfte zoude doen van de Puhlicque Gereformeerde Religie , ofte ten minften de zelve en de Oejfeninge van dien zoude wezen toegedaan. Verzoekende zy verthoonders van 't gene voorfz. was, Brieven van Octroy en Privilegie, in optima firma. Zoo is *t, dat wy de zake en 't verzoek voorfchreve overgemerkt hebbende . ende de verthoonders daar inne willende gelieven , uit onze Rechte wetenfchap, Souveraine? macht ende authorkeit, dezelve verthoonders gecétroyeert, gepreviligeert ,. vergunt ende toegeftaan hebben , Octroyeeren, Priviligeeren, vergunnen ende ftaan haar toe mits dezen, dat de Nominatie van Burgemeesteren ende Schepenen,' in voegen vooren verhaalt, by de voorfchreve vyf perfoonen gedaan zynde uit de vier perfoonen tot Burgermeesteren genomineert , twee toe Burgemeesteren wederomme met Lootinge van twee Witte ende twee Zwarte Boonen zullen werden gecregert ende gemaakt, zulks dat die gene dewelke elk een Zwarte Boon zullen komen te trekken , Bargermeesteren zullen wezen, ende twee Jaaren in haar bedieninge zullen comiuueeren, te weten voor het eerfte Jaar mee de aanblyvende Burgemeesteren , ende voor het tweede Jaar niet de Burgemeesteren , die als dan zullen aankomen , ende wyders, dat de Schepenen dewelke maar een Jaar zullen hebben gedient , voor noch een Jaar zullen continueeren, ende dat dien-  352 April» ZAAKEN VAN 17874 dien volgende de voorfz. vyf perfoonen tot Schepenen zullen Nomineren een dubbelt se. tal van zoo veel perforen als tot fiipplemént van het Collegie vau Schepenen Jaarlyks tó Schepenen zullen moeten aankomen , waar Z£\taï £en e"kelt Seta' van Schepenen mede by Lootinge van Witte ende Zwarte üoonen , msgelyks zullen werden gecreëert ende gemaakt; invoegen dat die gene daar vTiiïf Wan Zwarte üoonen zal K°™en te Ha ' Sc^ePenen z«!ien zyn, met dien verbande nochtans, dat een Vroedfchap Schenen komende te werden, 't zy een of twee JaS als Schepen gedient hebbende, de volgende ;rhe"tiai1 zal ^«minabel enEligibel ,tot het Burgermeester-Ampt by maniere van Lotinge als vooren, ende dat niemand tot het Burgermeester of Schepens Ampt zal werden genomineert als die gene , die profesïie zal doen van de Publicque GereforLerdfRel1 gte, ofte ten minften dezelve, ende de oeffeninge van dien zal wezen toegedaan. Ende ten emde de verthoonders dezen onzen Oc troye ende Privilegie mogen genieten als naar behooren Jasten en ordonneren wy. allen ende eenen legelyken dezen enigzi„cs aangaande, der, v'/ffT tC r^uleren» ende de verthoon- de verrhf^^" de/en 'aten Senieten> ^det de verthoonders te doen, ofte te laten gefchieden eenig hinder, letfel , moeijenisfe ofte empefchement ter contrarie. Gegeven in den Hage onder oneen groote Zegde hieraan doen hangen op den 13 üecembrll in 't Jaar onzes Heeren en.gen Heylands en Zaligmaker 2y. Ca s Vrhendert was geparaphee't Cats Vt. op de Plycque ftond, Ter Ordonnantie van de Staten, ende was gêtekent Herb. va„ Beaumont , hebbende onder uit hangen itond, Naar dat deze opene Brieve van Pri- vi-  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 353 vilegie , ende Octrooy, ten Bureele van de Camere van de Rekeninge in den Hage waren geprefenteert; ende geleezen, zoo zyn dezelve aldaar geregiftreert in 't vierde Register met de Roode Leeuwe, beginnende met den Jaare 1643. — ftaande aldaar folio 108 Recto , Gedaan ten Bureele voorfz. den ±6 Decemb. Ao. 1650. — Lager ftond, mv je* genwoordig, ende was getekent, C. Buys. Accordeert met deszelfs Origineel. Rotterdam den 3 April 1787. (Onder ftond) By my als Secretaris. (Was geteekend) w. w. van berckel, N°. 2. Extracï uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam. Vergadering gehouden den 8 December 1614. abfent Willem ffuygensz, A. Keyz&r, C. Qnbefchaemde, Schaelhens, ende van Dtiel. In de voorfchreeve Fergaderinge &c. Daar naar is by de Gecommitteerde tot de Refumue van dezer Stede Privilegiën , rakende het Stuk van de Electie van de Magjftraten, Rapport gedaan van eenige poincten by henluiden in de voorfz. Privilegie gerematqueert. «.vv«Te weten » dat volgens het Octroy dezer XXXVIl. deel. % Ste-  S54 april. ZAAKEN VAN 1787. Stede, vergunt by den Prince van Orange, r HooglofFelyker Memorie, het Corpus van de Vroedfchappen moet beftaan in twee en dertig Perfonen-, ende dat men hetzelve heeft laten t er/let ven op vier en twintig , zonder daar toe hebbende nader OEtroy. Item dat by Privilegie geen andere Perfonen verboden werden famen te dienen, als Vader en Kind , met twee Broeders, en dat hetzelve verbod behoord geëxtendeert te werden tot Broeders Kinderen incluis, zoo wel in affiniteit als in bloede. En ten laasten, dat veel andere Notabele Steden aan haar hebben de vrye en abfolute Electie van Vroedfchappen en Burgemeesteren, gelyk mede deze Stad eertyds gepriviligeert is geweest, om haare Vroedfchappen by abfolute Electie te verkiezen, en voorts om Nominatie te doen van haare Burgemeesteren , ten einde dat de Verkiezinge daar uit by den Bailliuw dezer Stede zoude werden gedaan. Gevende mitsdien de Heeren Vroeéfchappen in bedenken, of niet geraden zoude wezen op alle dezelve Poinéten van wegen dezer Stede, Octroye te verzoeken aan de Heeren Staten van Holland. Dan alzoo de tyd verlopen was. Is de voorfchreve Deliberatie uitgefteld tot morgen, en goedgevonden dat daar toe fpecialyk Vergaderinge van Vroedfchappen zal werden geleyd. Vergaderirge den 9 Dec. 1614. abfent IVillem Huygensz, Keyzer, C. Onbefchaemde, C. van Driel en Guiileaume Schaelkens. }.n de voorfchreve Vergaderinge &c, Eindelyk is mede ommevraag gedaan op de Poiriqen van bedenkinge by de GeconH mit-  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 355 mitteerde tot de Refumtie van dezer Stede Privilegiën, op gisteren den Vroedfchappen voorgefteld: Waarop by Meerderheid van Stemmen verftaan is, dat het eerlyk en dienftig zoude wezen voor deze Stad, dat dezelve mogten bekomen het recht van abfolute Electie van haare Burgemeesteren en Vroedfchappen, en mitsdien gerelblveert, dat men met de eerfte gelegenheid zal tragten, om daar toe te geraken. Tot welken einde verhaalt zynde , twee vericheide middelen onder de voorfz. Gecommitteerde geproponeert, die men zouden mogen gebruiken om de voorfz. Electie te doen. Het eene, dat men de Vroedfchappen zouden kiezen by meerderheid van Hemmen, die by Billietten befloten zoude werden ingebragt; en de Burgemeesteren by gelyke Billietten, inhoudende dubbelt getal van Perfonen, dewelke daar naar by Lotinge van de witte en de zwarte Bonen, ofte by al. zulke andere Lotinge als men zoude goedvinden, zoude worden gefcheiden. Het anderen, dat men naar ouder ge» woonte, uit de Vroedfchappen zoude Loten by het trekken van de zwarte en de witte Bonen, vyf Perfonen, dewelke nomineren zouden vier Perfonen, om daar uit wederom twee gelotet te worden tot Burgemeesteren, by trekkinge van de Bonén , ofte andere bekwame Lotinge, als voren. Is goedgevonden de voorfz. Deliberatien uit te ftellen tot de naaste Vergaderinge ,ten einde dat de Heeren Vroe Ifchappen op de middelen van de voorfz. Electie haar zeiven rypelyk mogen bedenken. 7, % Ver-  S5ó april. ZAAKEN VAN 1787, Vergaderinge den 15 Decemb. 1614 abfent Willem Huygemz , Cornelis Onbefchaemds en G. Schaelkens. In de voorfchreve Vergaderinge &c. Waar naar in de voorfchreve Vergadering ge van Vroedfchappen , voorgelezen zynde het Projeö van de Refolutie in de laaste voorgaande Vergaderinge genomen, op de Poincten van bedenkinge by den Gecommitteerde tot de Refumptie van dezer Stede Privilegiën, geproponeert, luidende als volgt: üe Vroedfehappen van Rotterdam uit het Rapport van de Heeren Burgemeesteren, en de Gecommitteerde volgens de voorgaande last van dezelve Vroedfchappen gebefoigneert hebbende, op de Refumptie van de Privilegiën, raakende het Ruk van de fiieéiie, onderrigt zynde, dat van ouds, de Stad Rotterdam is geregtigt ende gepriviligeert geweest om de Vaceerende plaatfe in het Collegie van de Vroedfchappen door abfolute Verkiezinge van 't zelve Collegie te vervullen, dat ook van ouds de Burgemeesteren dezer Stad, na voorgaande Nominatie, zyn gekooren geweest by den Bailliuw derzelver Stede, confidereerende dat de Stad, by koope van de Ed. Mog* Heeren Staaten van Holland en West - Vriesland, het Bailjuwfchap heeft verkregen , ende dat vele Notabele Steden van Holland ende WestVriesland , als nog ufeeren het Regt van Abfolute Electie van hare Burgemeesteren en de Vroedfchappen; ook daar op lettende, dat in den Raade Provinciaal veele Perzoonen zyn, en. XXXVIIL) » * « ■ tk «■