Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.  i  2 A A & JT H VAN STAAT èn OORLOG, 7 betreffende de vereenigde nederlanden} zedert het begin van het jaar MDCCLXXX, ACHT-EN-DERTIGSTE DEEL, te AMSTERDAM, bï JO HANNES ALLART, mdgcxgvii.   Lr Y S f van alle de stukken, welke tri dit agt en dertigste deel geplaatst zyn. Vekvolg van N°. LXXVI. bl. i LXXVII. Missive der Admiraliteit te Amfter. dam', met hun Adres aan Hun Hoog Mog. over hunne verlegentheid om geld tot betalingen. In dato 12 April 1787. . . • bl. 14 LXXVIII. Rapport op de gereclameerde beloofde hulp aan Regerings-Leden en 't grootfte gedeelte der Burgeryen van Hattem en Elburg, om provifioneelé aanwyzing van WoonPlaatièn, en een Colleéle in Holland voor de meest be- „ hoeftigen. In dato 13 April 1787. . " . bl. 21 LX.XIX. Publicatie van Burgemeestereri èri Vroedfchappen der Stad Utrecht. Iri dato 17 April 1787. • bl. 25 LXXX. Request van den Krygsraa'd aan de Edele Achtbare JVkgiftrsat en Vroedfchap der Stad Franeker. In dato 18 April 1787. i . bl 30 * 4 LXXXL  vrr . LYST der STUKKEN. LXXXI. Rapport op de Misfive der Admiraliteit te Amfterdam van co Maart 1787 met Hun Addres aan Hun Hoog Mch gende over Hunne verlegentheid aan geld tot betalingen. In dato 20 April '787' • • bi. 33 LXXXH. Credentiaal van Rotterdam, en Misfive van Burgemeesteren dier Stad aan den Raadpenfionaris, op 't fubjeél der geremoveerde en nieuw aangebelde Vroedfchappen. In dato 25 April ^87' • • . bl. 35 LXXXIII. Extract uit de Refolutien van de Ed. Gr. Afftb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Utreeht In dato 29 April 1787. . bl. 41 LXXXIV. Resolutie van Hun Edele Groot Mogende op de Propofitie van Rotterdam, concernerende de Magiftraatsbeftelling. In dato 27 April ^87. bl. 46" LXXXV. Dispensatie omtrent den Heer van Starrenburg, van de affiniteit by het nte Art. der inftruftie voor Gecommitteerde Raden bepaalt, In dato 28 April *787- • • • bl. 50 LXXXVI. Declaratoir ingeleverd aan den Oud-Raad van Dordrecht. In dato 10 April i787. . ^ bL £ LXXXVII.  LYST der STUKKEN. a LXXXVII. Acte van Qualifkatie te Amfterdam. In dato ,. /.pril 1787. bl. 60 LXXXVII1. Adres aan de Edele Gr, Achtb. Heeren Burgemeesteren en Zes en-der. tig Raaden der Stad Amfterdam. In dato .. April 1787» . bl. 6a LXXXIX. REQUESTaan den Edelen Manhaften Grooten Krygsraad der Stad Amfterdam. In dato . . April Ï787. . bl. 67 XC. Adres van eenige Friefche Volmagten . aan 'de Staaten van Friesland, omtrent de Publicatien van 25 Sept. 1786. In dato .. April 1787. . bl. 76 XCI. Adres van den Burger-Krygsraad aan Burgemeesteren van Amfterdam. In dato . . April ^87. . bl. 7a XCII. Aantekening van Jonkheer R» J. vaw der Capellen tot de Marsch, tegen de Refolutie der Meerderheid , waar by de, door de Heeren Staten van Holland aangebodene JVJediatie, wordt gedeclineert ; voorts Protest van Zyn Edele tegen het ftellen van de misfive der Minderheid aan de Bondgenoten in handen van den Hove Provintiaal. In dato 2 Mey 1787. . bl. 82 XCIIL Missive van Bnnremeesteren en Vroed-' fchap der Stad Utrecht , aan de Staaten van Holland^ tot aandrang eener *'5 k bil.  £ LYST der STUKKEïfc billyke Mediatie» tn dato 3 Mey 1787. bl. 87 XCIV. Aanschkyving aan den Generaal-Major van Ryssel, tot informatie op de 1 fchuldige Officieren omtrent gegeven opening aan den Raad van Staten tegen Hun Edele Groot Mogende begeerte , en dezelve provifiöneel van den Dienst te dispenfeeren. In dato 3 Mey 1787. . bl. 92 KCV. Missive van Burgemeesteren en Vroed, fchappen der Stad Schiedam, om maintenue by de uitoefening eener Vrye Magiftraatsbeftelling van Burgemeesteren, Schepenen en Vroedfchappen; en om Provifioneele voorziening. In dato 4 Mey 1787. i • . bl. 94 XCVl» Request van den Burger - Krygsraad te Gouda met de verdere Onder-Officieren , Burgers en Inwoonders van die Stad en naby gelegen Dorpen, om 't tweede gedeelte der Pföpofitie van Haarlem van 30 Maart laatstleden nader in deliberatie te leggen. In dato 4 Mey 1787. . » bl. 133 XCVII. Resolutie van Hun Edele Groot Mog. op eene MLfive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, tot aandrang eerier bilJyke Mediatie. In dato 4 Mey 1787. . bl. 139 XCVIII.  LYST der STUKKEN. » XCVIII. Propositie, gedaan ter Staatsvergadering op den Landdag te Arnhem den 5 Mey 1787, door Jonkheer R. J. van der capellen tot de MaRSCH* * . . bl. 140 XCIX. Missive van den GeneraahMajor van Ryssel, nopens zyn verrichte uitkragt der ordres in Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 3 Mey, nevens de Stukken daar toe betrekkelyk. In dato 8 Mey 1787. . . bL 145 C. Request van Burgers en Ingezetenen aan de Regeering van Breda, om herftel van Privilegie. In dato 9 Mey 1787. . • bl. 15» Cl. Resolutie van Hun Edele Groot Mog. op den voet van 't Confent in den Extraordinaris Staat van Oorlog voor dit Jaar; en voor 6 Maanden in de continuatie der Ordinaris Staat. In df.to 9 Mey 1787. - . bl. 161 C1I. Aanfchryving aan den Generaal-Major van Ryssel, tegen het nadeelig effect van Hun Hoog Mogende aanl'chryving aan de Staats-Officieren, van 8 laatstleden. In dato 10 Mey 1787. bl. 170 CIII. Resolutie van de Staaten van Holland op de Magiflraats-beflelling te Hemden. In dato 11 Mey i/87. bl. 173 CIV*  xit lys;t der stukken? CIV. Verklaart, dat de zaak by de Misfive van J. Bichon c. f, en by de Requeste der Oud-Schepenen J. Koog c. f., ajf mede by de Misfives van Burgemeesteren van Rotterdam, over het gebeurde , nopens de remotie van 7 Raden en derzelver plaatsvervulling j mitsgaders omtrent de VroedfchapsVergaderingen , als mere domesticq , &een object van Hun Edele Groot Mog. deliberatie kan zyn. In dato il Mey 1787. ... bl. 176 CV. Resolutie van Holland, houdende op vvat voet dezelve confenteeren in de ext*aovdinaris en ordinaris Staaten van Oorlog voor dit Jaar. In dato 11 Mey 1787. . bl. 179 CVI. Missive van Staaten Generaal Over de aangelegde befognes nopens het voorkomen der gevolgen van een BurgerOorlog. In dato 11 Mey 1787. bl. 189 CVIL Extract Resolutie van de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden Staaten van Friesland, betreffende de Akademie van Franeker. In dato 12 Mey 1787. bl. 191 CVIH Declaratoir door de Ondergetekende op den ai Mey 17^7, overgegeven aan de noch overig zynde Leden, van de Öenatus Generalis van Frieslands Univeffiteit te Franeker. In dato .. Mey -787. • ■ • »>-c$  LYST der STUKKEN. CIX. Contua-Aantekening van n Steden tegen de Nader-Aantekening van Ridderfchap van den 29 November 1786, ten opzigte van Zyn Hoogheid als Ca. pitein- Generaal dezer Provincie, in dato 12 Mey 1787. . bl. 196 CX. Missive van Gecommitteerde Raden over hun verrigte op een Propofitie van den Fiscaal Luyken, nopens een voornemen van Burgers en Ingezetenen van den Briel, om in hunne Wapenoefeningen zich met O-range Gocardes te vertieren: met exhibitie van bellhdden dien aangaande. In dato 12 Mey 1787. ... bl. 2.6 CXI. Missive van de Staten van Utrecht aan de Staaten van Holland, om eene heilzame Refolutie tegen de flappen or> naam der Utrechtfche Burgery , en van den Generaal-Major van Ryssel. Ia, dato 11 Mey 1787. . bl. 231 CXII. Missive van de Staaten Generaal aan de Staaten van Holland , om niet té begeven de lVjilitaire Vacatures daarby vermeld, met nevensgevoegde Stukken. In dato 13 Mey 1787. . bl. 237 CXIII. Missive van den Generaal-Major van Ryssel aan Hun Ëd. Gr. Mog. en provifioneele Notitie der Regimenten, welke zich gedeclareerd hebben omtrend Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 10 dezer. In dato 15 Mey 1787. bl. 25* CX1V.  xiv LYST der STUKKEN. CXIVo Met toezending van een periode uk een Misfive van Gedeputeerde Staten van Utrecht., tot beklag over'vyandelyke ondernemingen door Huzaren van Hun Edele Groot Mog. Legioen van Salm, en aanfchryving aan den Generaal-Major van Ryssel, concernerende zyn Cordon-Troupes gedaan; en refcriptie aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, met toezending der gezonden ordres aan voorn. Generaal Major. In dato 16 Mey 1787. . . bl. 256 CX V. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden der Staten van Oyerysfel. In dato 16 Mey 1787. bl. 263 CXVI. Missive van de Heeren Staaten van Vriesland, aan de Heeren Staaten van Holland en West vriesland. In dato 18 Mey 1787. . . bl. 266 CXVTI. Adres aan de de Regering van Zwolle , om herroeping van de Gedeputeerden van Overysfel uit 's Hage. In dato 18 AÜey 1787c . , bl. 270, CXVIII. Concept-Extensie op den voet eener . ' Negotiatie van vyf Millioenen Guldens tegen twee en een half per Ct. gearresteerd by Hun Edele Groot Mog. In dato 19 Mey 17S7. . bl. 273 CXIX. Papieren , betreffende de Electie van een  LYST der STUKKEN. een Burgemeester te Rotterdam. In data as Mey 1^7. ; . bl. 27^ £>XX. Rescriptib van Staaten van Holland aan de Staten van Utrecht:, op hunne Misfive van den 18 dezer. In dato 2a Mey 1787. . . . bl. 280 CXXI. Missive van P. Glifport c. f. te Amfterdam , over het gebeurde met opzicht tot de remotie van 9 Raden en de aanftelling van 9 anderen. Ingebragt by Hun Ed. Groot Mog. In dato 124 Mey 1787 bl. 291 GXXII. Request van de algemeene Vergadering der Gewapende Burger-Corps i.om geen betalingen ter Generaliteit te doen als voor de in treffen der Obligatien; 2. om de Vyanden des Vaderlands tot reden te brengen 5 3. tot Suspenfie van den Stadhouder en Admiraal-Generaal, met inhouding van zyne- traclementen en emolumenten. In dato 25 Mey 1787. . . . . bl. £29 CXXIII. Antwoord van de Staaten van Utrecht op Haar Edele Groot Mog, Misfive van den 22 dezer. In dato 29 Mey 1787. • • • • bh 334 CXXI'V. Extract uit de Refolutien van de ■Heeren Staaten van Holland en West» Vriesland, in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen ; waar by de zaak, in de Requeste van Burgers en  xvi LYST der STUKKEN. Inwoners van Amfterdam over de remotie van Vroedfchappen en. aanftelling van anderen, verklaard wordt, als mere domesticq zynde, geen object van Hun Edele Gr. Mog. deliberatien te kusnen zyn. In dato 29. Mey 1787. bl. 343 CXXV. Reqtjest van Burgers en Inwoonders van Amfterdam., over de Propofitie van Haarlem, rakende den invloed des Volks. In dato 29 Mey 1787. . bl. 352 CXXVI. Missive van Zyn Hoogheid, over de Vertogen der Regeering van Rotterdam, en de Supplicatie van Burgers en Inwoonders van Amfterdam, over de geremoveerdeRaden, en derzelver Plaatsvervulling Ingebragc by Hun Ed. Gr» Mog. In dato 29 Mey 1787. bl. 361 CXXVII. Resolutie van den Breeden Raad der MadGre«/»ge»,raakende het gedrag van den Afgevaardigde in 'sHage Scato Trip. In dato .. Mey 1787. bl. 364 ZAA*  z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, MDCCLXXXVII. (Vervolg van N°. LXXVI. van D. XXXVII.) Nader Bericht van 9 Proedfchaps- Leden van Rotterdam, concernerende de Regeringsbefiellingen. No. 3. Extraft uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam. Vergaderinge Maandag den 25 July A. 107a. Prefenten van der Muyden, Pesfer,, van Tck. FroeJen , Rogendorp , van Berkel, de Reus, Hartman, van de* Aa Timmeis, de Vries, van Zoekn, G. Jacobs* Visch. Punt, Gael, G. Wiüemsz, Visch Kouwenhove, Predenburg en de Secretr Abfeuten Pacts, Sonmans, Foorburg , Biscop, Blanckert en de Groot. De Refoiutün, £pf, In deliberatie gelegt zynde, is goed gevon* den enae verftaan , dat op huiden ende XXXVIII. deel. A actft  3 april» £ A A K 2 N VAN 1787. acht dagen , dat wezen zal den 1 van de toekomende maand Augusty, by lotinge van de Witte en de Swarte Boonen zal worden seprocedeert tot Nominatie van twee Gequalificeerde Perzonen , omme daaruit by Zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange als Stadhouder van deze Provincie een geëhgeert te werden tot Schepen dezer Stad, tot fuppletie van het Schepens ampt, door doode ende overlyden van wylen de Heer Pieter van der Vult, op den Vlii Juny jongstleden, in den Heere ontQapeT), vacant gevallen , ende dat voor alzulkén tyd ende langer niet, als den gemelten Heere van der-Vult, byal. dien hy in levenden lyve ware gebleven, als Schepen zoude moeten hebben gedieht, breder uitwyzende de Ampliatie van het Octroy by de Edele Groot Mog, Heeren Staten van Holland ende West vriesland op den IX November XVk acht ende vyfdg, op't Stucq van de verkiefinge ende beftellinge van de Magiftrature aan de gemelte Stad verleent, daartoe in dezen word gerefledteert, waar van aan de Heeren Voorburg ende Biseop, de eerfte buiten de Stad wonende, ende d'andere Retpublica eau/k ablent zynde, by Misfive notificatie zal worden gegeven , omme te ftrecken, tot derzelver naerigtinge. In DeliUratie, ÖV. Ver-  Atat. STAAT EN OORLOG. 1787. 3 Vergaderinge Maendag den 1 Augitfto, Ao. 1672. Prefenten van der Meyden, Pes/èr j Vroefen, Hó' getidorp , van Berckel, de Reus $ Hartman, van der Aa, Timmers$ de Vries , van Zoelen, Voorburg, Blanckert, G. Jacobsz , Visch j Punt, Gael, G fVillemsz, Visch ± Kouwenhoven > Vredenburch endé Secretaris. Abfenten, van Tck, Paetst Sotimans, Biscop en de Groot. De Refolutien, &c. Alvorens ingevolge ende tot voldoeninge van de Refolutie van deze Vergaderinge van dato den XXV. der voorlede maand July* by lotinge van de Wicte en de Swarte Boonen, te Procederen tot Nominatie van twee Gequalificeerde Perzonen, omme daaruit een by Zyn Hoogheid den Heere Prince van Crange, geëligeert te werden tot Schepen dezer Stad, tot Suppletie van het.Schepens1 aTipt door doode ende overlyden van wyle de Heer Pieter van der Vult vacant gevallen, fen dat voor den tyu oy de voorfz, Refolutie uitgedrukt, daartoe deze Vergad. onder an* deren fpecial. was aingeleid: Is naar ouder gewoot te vooraf vastgeftelt, dat, als tot het Schepens-ampt voor deze maal niet eligibel wezeude (benevens de Heeren Burgemeesteren van der Meydèn, Vis(er „ 'van Tck en de Vroefen) een üotge ziüleu hebben dé Heeren Hogenaorp, Hartman, van der Aa, PaetSn van Zoelen, Sonmans, Voorburg, Hi$. cop, Pum i Gaal, Vredenburg ende de Groot, ende vervolgens getreden wezendé tot tiet trekken van de gemelde Witte en Swarte Boonen, zoo heboen de vyf Swarte Booneri getrokken de Heeren van Berckel 9 Voörbürgi A 2 Bluné-  4 april. ZAAK E N VAN 1787. Blanckert, G. Jacobsz, Visch en de Ga/7 by dewelke aanftonds aan handen van de Heeren Burgemeesteren gedaan wezertde den behoorlyken eed , zyn de verdere Leden van de Vroedfchap in Burgemeesteren«kamer geredreen, latende de Boonheeren hare vryheid, die eenigen tyd aldaar metten anderen gebefoigneert hebbende , de opgern. Leden van de Vroedfchap weder in de Vroedfchappenkamer hebben befcheiden, ende aan dezelve bekent gemaakt dat zyluiden tot Schépen hadden genomineert Jacob van Herzele, ende Leonard van Naersfen: waarop zynde gedelibereert, is de opgemelte Nominatie, als daarinne geen erreur befpeurt wordende, gelaudeert ende geapprobeert, gelyk d'zelve ge. laudeert ende geapprobeert word mits dezen, zullende mits dyen d'zelve, by Misfive aan Zyn Hoogheid, den Heere Prince van Orange ten fine als boven metten aldereerften overgezonden worden. In deliberatie, &c. Vergaderinge, Saturdag den 29 April 1673 Praefent, van der Meyden, de Reus, van Eyk, van Berckel, Hartman , Kievit, van Zoelen , Blanckert, Punt, Vapour, Baastiaann, L van Naers/en , Dane, Beyer, Verbeecq , Rofemale , de Braun , Soury, de Mey, R van Naersfen, BoïcH, Mtmmers, van de Velde, en de Secretaris. Abfent Paats, Het Gerefolveerde &c. Waar aan getreden wezende tot het trekken van de zwarte en de witte Boonen, om te komen tot de voorfz. Verandering van de Ma-  april. STAATEN OORLOG. 1787. 5 Magifttature, zoo hebben de vyf zwarte Boonen getrokken de Heeren Hartman, van Zielen, Souty, de Mey en R van Naersfen , by dewelke aanftónds aan handen van de Heeren Burgemeesteren en Regeerders dezer Stad gedaan zynde den gewoonlyken Eed, zyn de verdere Leden van de Heeren van de Vroedfchap in de Kamer van de Heeren Burgemeesteren geretireert, latende de Boon heeren haar Vryheid, die eenigen tyd met den anderen ge» befoigneert hebbende, de opgemeJde Leden van de Vroedfchap, weder in de Vroedfchap. pen Kamer «hebben befcheiden, ende aan dezelve bekent gemaakt, dat zylieden tot Bur. gemeesteren hadden Genomineett, de Heeren: Johan van Berkel, L. van Naersfen, B. Verbeecq en J. de Brouw, Heer van de Ketel, ende tot Schepenen Pieter du Bois, Parils, Timmer, de Jonge, Mr. Bartkolomeus van den Velde, Oude Schepenen, D. RoCemale, Bah ihazar Bosch, Pieter Masfys, hack Elfevier, Leonard van Maerfen , de Jonge , omme aan Zyn Hoogh. den Heere Prince van Orange overgezonden te wordeD. Waarop gedelibereerd zynde, is de voorfz. Nominatie als daarin geen erreur bevonden zynde, gelaudeert en geapprobeert. Alzo &c. Vergaderinge Sondag den 29 April JÓ74 prefent alle de Heeren Leden van de Vroedfchap, Penfionaris ende Secretaris zonder D. Blanckert. De Refolutien &». Waarna getreden zynde tot het trekken van de zwarte en de witte boonen, om te komen tot de voorfz» veranderinge van de Magiftrature, zoo hebben de vyf zwarte bonen geA 3 trok-  5 apsil» Z A A K E N VAN 1787, trokken de Heeren Timmer s, Vapour, Verbeecg, Soury ende Tsbrands, by dewelke aanftonds aan handen van de Heeren Burgermeesteren ende Regeerders dezer Stede afgelegd zynde den gewonelyken Eed, zyn de verdere Leden van de Vroedfchap in de Heeren Burgemeesteren Kamer geretireert, latende de Boon-Heeren haar vryheid s die eenigen tyd met den anderen gebefogneert hebbende , de opgemelte Leden van de Vroedfchap weder in de Vroedfchaps kamer hebben befcheiden, ende aan dezelve bekent gemaakt, dat zyhiiden tot Burgermeesteren hebben genomineert de Heeren Adr. Hartman , J. dt Mey, B.Bosch en J. Maifts, ende tot Schepenen Mr. F. du Bois, Cornehs Blonck, Ifaac Elfèwr, Mr. J. van der Luiden , Johannes ae Mey , Adr- van Hersfele, Jacob d'Aane ende Mr. L. Verboon, omme aan zyn Hoogheid, den Heere Prince van Orange overgezonden te worden, omme.twee uit de voorfz. Nominatie geëligeert te worden tot Burgemeesteren ende vier tot Schepenen voor twee aanüaande Jaren , om als Burgemeesteren ofte Schepenen de voorfz. Ampten refpecïivelyk volgens de Privilegiën en Conftuuien te bekleden, ende is gevolgentlyk de Heer Isbrams als jongfte BoonHeer met de voorfz. Nominatie vertrokken na 'sGravenhage, om aan hooggemelte zyn Hoogheid de voorfzt Nominatie over te le* veren* Ver*.  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 7 Vergaderinge Donderdag den 3 Mey 1674 pret'ent van Berckel, L> van Naersfen, de Reus, van der Meyden, van Zoelen, Vapour, d'Anen, Verbak , Roosmak , de Btauw , Loury, de Mey, Bosch, Tsbrands, Masfys, Penfionaris en Secretaris. Abfenten Kievit, Paets , van Eek, Blanckert, R. van Naersfen, van den Velde, Timmers. De Refolutien Ende is verders alhier ter Vergaderinge gerefereert, dat zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange tot nog toe geene Eledtie uit de Nominatie van de Heeren Burgermeesteren ende Schepenen hooggem. Hoogheid overgelevert hadde gelieven te doen , door menigvuldige occupatien, als mede daar uit ontftaande, dat de Nominatie maar contineerde vier perfonen tot Burgemeesteren genomineert, om twee daar uit te elige.ren, ende een Nominatie van agt perfonen om vier uit dezelve tot Schepenen voor twee aanftaandejaren geëligeert te worden. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden ende gerefolveert, dat van wegen deze Stad aan hooggem. Hoogheid zal werden eerbiediglyk geremonfireart, ende zoo veel als doeodelyk is getoont, dat zedert den Jaare 1638 aan hooggemelde Hoogheids Doorluchtige Voorouderen -— nog andere Nominatie is geofFereert als van Burgermeesteren die twee Jaren gedient hadden , oftev door eropefche'roent van Ampten geen Burgermeesteren konde blyven, ende dat Burgermeesteren die maar een Jaar gedient hadden aan hooggemelde Hoogheids hoogloffelyker Voorouderen nooit voorgedragen zyn: dat wyders wel waar is, dat aan hooggemelde Hoogheids A 4 hoog-  8 april. ZAAKEN VAN 1787. hooeloffelyker Memorie Voorouderen altyd is geprefenteert een Nominatie van veertig perfonen om uit dezelve zeven tot Schepenen ie eligeren , dog dat in den Jaare 1650 van wegen deze Stad ten dienste van de Juftkie is verzogt, dat de Schepenen twee Jaaren in haar dienst, cafibus expresfis exceptis, in haar funétie zouden moeten continueren, het welke de Stad volgens haar Ed. verzoek toegeilaan is, ende dienvolgende hooggem Hoogheid gedienftig te verzoeken, dat Zyne Hoogheid ter reguarde van de twejarigen dienst van Schepenen dezer Stad gelieft te laten jouisferen van vorengenu Privilegiën, alzoo den dienst van de Juftitie na de conftitutie van deze Stads gelegentheid zulks is vereisfehende , dog ingevalle hooggemelde Hoogheid piet welgevallig zoude mogen zyn, dat dies. aangaande zyn hooggemelde Hoogheid volkomen contentement zal worden gedaan , ende dat gtwolgentlyk des noot zynde 't gepasfeerde aan zyn hooggemelde Hoogheid met Extracten uit de Privilegiën ende Notitien daarvan gehouden zal worden getoont. Vergaderinge, Woensdag den 9 Mey 1674 prefent van Setkei, de Reus, Hartman, van Tck, Kievit, van Zoele, Dar.en, Roosmale, de Brauwt Soury, de Mey, R. van Naersfen, Bosch, Timmers, van de Velde, Ts~ brands, Masfis, Penflonan's en Secretaris. Ablènten L, van Naersfen, van dep Meyden, Paats, Blanken, Wil* lem Bastiaansz, Vaponr, Verbeek. Rapport gedaan zynde door den Heer Pen» fionaris by de Heeren Burgemeesteren dezer Stede, tot uitvoeringe van"de Refolutie van de laatstvoorgaande Vergaderinge^ gecommic- teere  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 9 teert geweest zynde, is goedgevonden deze Vergaderinge te continueercn tot nademiddag de klokke vyf uuren , tegens welken tyd de abfente Leden mede voort"aanleggen van deze Vergaderinge befchreven zyn geweest. Vergaderinge Woensdag nanoen den 9 Mey 1674 prefent van Berckel, L van Naersfen, de Reus, van der Meyden, Hartman, van Tck, Kierit, van Zoelen, Vapour, Danen, Verbeeck , Roosmale , de Brauw, Soury, de Mey, R. van Naersfen, Bosch, Timmers , van den Velde , Isbrands, Masfis, Penfionaris en Secretaris. Abfent Paats, Blanckcrt, Willem BastiaansZé 't Gepasfeerde van de laatstvoorgaande Vergaderinge is gelezen, eride by den Heer Penfionaris 't Rapport dezen verleden morgen in deze Vergadering gedaan — gereitereert, waarop zynde gedelibereerc, is goedgevon« den ende verftaan , dat aan zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange zal werden geofFereert een Nominatie van agt Perfonen , om uit dezelve 4 tot Burgemeesteren te werden Geëligeert, ende een van veertien Perfonen om zeven uit dezelve tot Schepenen geëligeert te werden , ende dat dienvolgende de Haeren Vapour, Verbeecq, Soury, Timmers ende Tsbrants als by Lotinge op den 29 April laatstleden getrokken hebbende de Zwarte Boonen, de Nominatie by Haar Ed. gedaan in conformité van de Refolutie zullen amplieren : waarop de verdere Leden van de Vroedfchap om de voorfz. Heeren Boon • Heeren haar Vryheid te laten , haar hebben geretireert in de Kamer van de Heeren Burgemeesteren, latende de Boon HeeA g ren  10 april. ZAAKEN VAN 1787. ren in de Kamer van de Heeren Vroedfchappen , die eenigen tyd aldaar mee den anderen gebefoigneert hebbende , de opgemelte Leden Vroedfchappen weder in de Kamer van de Heeren Vroedfchappen hebben beicheiden ende beken: gemaakt, dat zy tot Burgermeesteren hebben genomineert de Heeren Johan van Berckel, Leonard van Naersfen een Jaar gedient hebbende als Burgermeesteren» Adriaan Hartman, üud.Burgermeester. Dirk üanen , Johan de Mey, Balthazar Bosch, Mr. Bartholomeus van Velde, Oud-Schepenen, en Johan Masfis, ende tot Schepenen Dsminicus Roosmale, Mr. Leonard van Naersfen een Jaar gedient hebbende, Mr. franco du Bots, Oud-Schepen , Cornelis Blonck, Jacob van Gar.gel, Abraham Cleve/lein, Ifaac Elfevicr, Samuè'l Lois, Bartholomeus Vawey, Mr. Johan van der Linden, Hencrik Gevers, Jacob Dane, Jan de Mey ende Adriaan van Hersfele, omme aan zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange overgezonden te werden,, omme uit de voorfz. Nominatien refpeótivelyk vier tot Burgermf.es;teren ende zeven tot Schepenen geëligeert te werden, omme een Jaar als Burgermeesteren ende Schepenen te dienen. Ende zyn gecommitteert de Heeren Tsbrands ende Mr. Samuet Beyer als Penfionaris, omme de voorfz. Nominatie aan zyn Hoogheid over te brengen , ende is Mr. Leonard Verboom uit de Nominatie gelaten, als andere te na in maagfehap beftaatide. Ende gevolgentïyk zyn by zyn Hoogheid tot Burgermeesteren geëligeert Johan van Berckel, Leonard van Naerfèn ,Adriaam Hartman ende Dirk Dane, ende tot Schepenen Mr. Franco du Bois, D. Roosmale, Mr. L. van Naersfen, Ijaac El/evier, Mr. Johan van der Linden, Jacob Danen ende Adriaan van Hersfele, ende hebben alle de voorfz. Heeren re-  afblUtj STAAT EN OORLOG. 1787. is refpeöivelyk den Eed gedaan van zuiveringe in handen van den oudften Burgermeester, ende wyders in handen van den Bailliu, zulks als voor den Jaare 1661 placht gedaan te werden, ende is den Eed van maintenue van het Privilegie, (medebrengende dat men geen Neringe buiten de Stad binnen de drie honden roeden zal mogen doen) uitgeftelt tot de naaste Vroedfchap. Vergaderinge Dingsdag den 15 Mei 1674 Prasfent de Heeren J. van Berckel 1 Hartman, van Naersfen , Danen , de Reus, van Tck , van Zoelen, Vapour, Verbeecq, Roosmah , de Brauw, Timmers, van den Velde, Tsbrands, Masfis, Penfionaris en Secretaris. Abfent van der Meyden , Kievit, Paats , Blanckcrt, Bastiaansz , R. van Naarsfen. De Refolutien van de laatstvoorgaande Vergaderinge zyn gelezen ende gerefumeert, ende by het merendeel van de Leden geremarqueert ende verklaart zynde haar intentie geweest te zyn , dat de Heeren BoonHeeren die in tyde ende wylen in 't Nomineren van Burgemeesteren endè Schepenen voortaan in de Nominatien refpe&ivelyk zullen ftellen die Burgemeesteren ende Sche. penen, die maar een Jaar refpedtivelyk zullen gediend hebben , om aan Zyn Hoogheid geprefenteert te worden, ende is goedgevonden de voorfz. Refolutie met die remarques te ampiiëeren , gelyk dezelve en de andere Aflens daartoe relatief daarmede geampliëert werden met dezen, zulks dat de Boon-Heeren haar in toecomende daar na zullen moeten reeuleren , ende niet vermogen de Burgemeesteren ende Schepenen maar een Jaar ge- '  la april. ZAAKEN VAN 1787. gedient hebbende. voorby te gaan ende van de Nominatie afte laten. En is mede goedgevonden dat de Heeren Bailliuw, Burgemeesteren en Schepenen gehouden blyven, te doen den Eed van maintenue, van het Privilegie van dat binnen de drie Honderd Roeden buiten deze Stad geen Neringe gedaan mogen worden. Is mede voorgelezen &c. Vergaderinge Maandag den 49 April 1675, Prefentibus alle de l,edeu, Penfionaris en Secretaris, (demto Paats.) De Refolutien £f c. Waaraan getreden zynde tot het trecken van de Swarte ende Witte Boonen om te komen tot de voorfz. veranderinge van de Ma1 - giflrature, zoo hebben de vyf Swarte Boonen getrokken L. van Naersfen, de Reus, Vapour, Bastiaansx. ende Roosmak , by dewelke aanftonds aan handen van de Heeren Burgemeesteren ende Regeerders dezer Stede afgeiegt zynde den gewonelyken eed , zyn de verdere Leden van de Vroedfchap in de Burgemeesteren-kamer geretireert , latende de Boonheeren haar vryheid, die eenigen tyd met den anderen gebefoigneert hebbende, de opgemelte Leden van de Vroedfchap weder in de Vroedfchaps.kamer hebben befcheiden, ende aan dezelve bekent gemaakt dac zyluiden tot Burgemeesteren hebben genomineert , de Heeren Ad. Hartman, D. Danen, maar een Jaar gedient hebbende , Ptrbeek, Soury, J. de Mey, R, van Naers* fsn, B, Bosch, ende P. Timmers , ende tot Schepenen Mr. F. du Bois, J Elfevier, Mr. J van ■der Linden, J. Danen, Ad. van Hrzele een Jaar gediend hebbende, Mr. B. van 1 de  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 13 de Velde, J. Mas fis, J. Heydanus, S. Leis, Abraham van Clevejteyn, B. Verwey, Johan de Mey Jansz , Johan Bei/er, ende Dr. Wittem Roosmaie, omme aan Zyn Hoogheid den Hee» re Prince van Orange overgezonden te wer» den , omme vier uit de voorfz. Nominatie tot Burgemeesteren, ende zeven tot Schepenen geëligeert te werden, omme een Jaar als Burgemeesteren ende Schepenen de voorfz, Ampren refpeélivelyk volgens dfc Privilegiën en Costumen dezer Stede te bekleden Waarop gedelibereert zynde, is de voorfz. Nominatie als daarin geen erreur bevonden zynde, golaudeert en geapprobeert, ende 19 gevolgentlyk de Heer D. Roosmale, als jong* fte Boonheer naar ouder gewoonte met de voorfz. Nominatie vertrokken na 'sGravenhage , om aan hooggemelde Zyn Hoogheid dezelve over te leveren. Wyders &c. (Onder flond,) Accordeert met de voorfz. Refolutien voor zo veel 't geëxtraheerde aangaat. In Rotterdam den 3 April 1787. By my als Secretaris, (Was geteekent,) W. W. VAN BEKCKW-» LXXVII.  14 april. ZA AKEN VAN 1787. LX XVII. Misfive der Admiraliteit te Amfterdam , met hun Adres aan Hun Hoog Mog, over hunne verlegens heid om geld tot betalingen.' In dato 12 April 178/. T"\e Raadpenfionaris heeft aan Hun Edele Groot JL/ Mog. in bedenking gegeven, of Hoogstdezelve niet zouden kunnen goedvinden de Misfive van de Gecommitteerden ter Admiraliteit tc Amfterdam van den ao der voorlede Maand , waar by onder het oog van Hun Edele Groot Mog. hebben gebragt derzelver vruchteloze reprjefentatien aan de refpeclive Provinciën, over de achterlykheid in de betaling der Ordonnantiën van den Raad van Staate, tot vergoeding der kosten zoo voor Aanbouw als Equipage, en derzelver verlegentheid daaromtrent hebben te kennen gegeven; met Communicatie der voordrachte te dier zake aan Hun Hoog Mog. gedaan, en een Lyst hunner Pretenfien; onder de Notulen van den 5 dezer aan de Heeren Gecommitteerde Raden gezonJen om Advis , teffens te maken Commisforiaal aan de Hollandfche Kaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deze Provincie. Edele groot mogende heeren! De achterlykheid, in welken de meeste* zoo niet alle de Bondgenoten van ö Edele Groot Mog. zyn, in de betaling der Ordonnantiën , die Wy van den Raad van Staate hebben gekregen, ter vergoeding van de kosten die zoo voor Aanbouw als Equipage van .Schepen , zedert eenige Jaren ge-» daan zyn, en dat nier alleen van die Ordonnantiën, die door den Raad van Staate op gedane petitiën zyn geëxpedieert, maar zelfs 'ook  april. STAAT EN OORLOG. 1787- 15 ook van de zodanige, welke voortgefproten zyn uit Petitiën , in dewelke fommige Provintien hebben geconfenteett . en dac nog meer is . van dezulke welke by Hun Hoog Mogende zyn geconcludeert, brengt Onze finantietle omftatidigheden in grote verlegentheid. Over deze achterlykheid hebben Wy wel aan de refpeétive Provintien eerbiedige reprefentatien, en zelfs nog laatftelyk gedaan, maar tot heden zonder eenig fucces. Inmiddels kunnen Wy niet verbergen dat Wy zeer veel moeite vinden, om te betalen de Leverantien , die door de Ingezetenen ter goeder trouw a*n Ons gedaan zyn , en de Kostpenningen dewelke aan de Officieren , die Schepen gecommandeerd hebben , of nog Commanderen, verfchuldigd zyn. Maar daarenboven zyn Wy dikwils in zeer grote verlegentheid, o'n aan het Zeevolk te betalen de verdiende Maandgelden , en aan het Volk van de Werf derzelver verdiend Loon. Tot nu toe hebben Wy aan dat alles eenigfints kunnen voldoen uit de Quotes, die U Edele Groot Mog. hebben gedragen in de gedane Petitie, in welke ü fidele Groot Mog. hebben geconfenteert; maar die Quotes verre van voldoende zynde om te vergoeden alle de gedane kosten, hebben Wy ons verplicht gevonden aan Hun Hoog Mog., met de Misfive die Wy de vryheid nemen hier by te voegen, eerbiedig voor te dragen, dat Wy op dien voet buiten ftaat zyn voort te werken, en verzocht dat 'er ee-nige fchikkingen m^gten woiden betaamd om Gns in dit Ons agterzyti te helpen ens daar uit te redden. Wy betuigen , Edele Groot Mog. Heeren ! Onze erkentenis voor de gunftige en prompte fchikkingen , die door en van we» gens U Eüeie Groot Mog. genomen zyn, om  16 april. Z A AKEN VAN 1787. om door de afgiften van derzelver aandeel Ons in ftaat te houden, en Wy betuigen teffens Onze ieverige bereidwilligheid om zoo dra 'er iets zal worden beraamd waar door aan Onze omftandigheden word te gemoet gekomen, mede te werken ter beveili ging van de Koopvaardy-Schepen dezer Republiek, en ter bevordering van de Eer van deszelfs Vlag. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! bidden Wy God Almachtig U Edele Groot Mog. Regering genadiglyk te willen zegenen. In Amfterdam den 20 Maart 1787. COnder ftond) U Ed. Gr. Mog. zeer Dienswillige, De Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit. (Was geteekend) G. BEELDSt.YDER. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) C BACKEK, Cz. hoog  april, STAAT ËN OORLOG. 1787. ij hooo mogende heeken! Zo dra Onze Heren Gecommitteëfdens tot de Haagfche Befoignes ons hebben kennis gegeven van de geformeerde Staat van Equipagie voor het lopende jaar ter betaling, gedeeltelyk van de Schepen die tegenswoordig in dienst zyn, gedeeltelyk van die geenen, die op nieuws zouden behoren te worden in dienst gefield ter beveiliging van de Commercie en Zeevaart van de Republieken ter uitvoering van de bevelen van U Hoog Mog. om eene Militaire Commisfie haarde Oost-Indien te zenden: Hebben wy aan de Officieren van dé Werf de nodige ordre gegeven, dat die nieuwe SchepeD met name de Medea, een Fregat van 40 St , de Amazone en de Zephir, beide van 36 St., de Valk van 20 St,, en de Havik van 14 St. in gereedheid zouden worden gebragt, om te worden betrokken; en Wy hebben te gelyk een generale werving geopent, om , zodra de Winter over was, de Schepen, die fuccesfivelyk in gereedheid gebragt wierden , te kunnen bemannen. Die orders zyn gegeeven, niettegenftaande zedert eenige Jaren de Petitiën van Kquipagien ter Zee, niet alleen by ü Hoog Mog. niet worden geconcludeert, maar zelfs, dat de Provinciën, die in dezelven confent hebben gedragen, uitgenomen nogthans die vart Holland, zedert een geruimen tyd weigeren op dezelve zo ais van ouds, eenige betalingen te doen , voor dat dezelve geconcludeert zyn; alles, en wel byzonderlyk dit laatfté zeer tot veragtering van onze privative Finantie, dewyl de quote van die Provincie, en het geen Wy daar op ontfangen, op verre na met voldoende is voor de kosten die • Equipagien vereisfcheri, vtPV,';ie üf,'res daar en boven gegeven < XXXVllL deel. B HoöJ  18 april. ZAAKEN VAN 1787. Hoog Mog. Heeren! in de aangename hoop, dar by de refpeétive Bondgenoten eenige fchikkingen zouden worden gemaakt, ter betaling van de Ordonnantiën die Wy van den Raad van State hebben gekregen , op Petitiën in welke dezelven hebben geconfenteert, en althans op dezulke, welke by ü Hoog Mog. zyn geconcludeert, en dat ook deliberatien zouden worden aangelegt ter realifering van die Ordonnantiën, welke door den Raad van Staten aan ons zyn gegeven, maar by de Provinciën niet worden gcrefpecteerd. Zodra het ys uit het water, en de werving vry aanzienlyk gevordert was, hebben Wy een Fregat van ao St. in dienst gefteld , maar de- verdere aanwerving en in dienstflelling geftaakt, om dat de fom der voorfz. Ordonnantiën , die Wy van den Raad van State hebben gekregen, en pretenfien op het Last- en Veil geld tot zodanige een aanmerkelyke hoogte geklommen is, gelyk U H. Mog. uit het montant van ƒ9,996,785:£5:4 der hiernevensgaande bylagen zullen ontwaar worden , onder welke fomme niet begrepen is het geen Wy nog te pretenderen hebben van de Provintie van Holland, welke pretentie door dadelyke betalingen gedurende het vorige Jaar merkelyk vermindert is, en Wy hoop hebben dat nog dagelyks verminderen zal, doch niet genoegzaam, om, zonder de pecuniele hulp der overige Bondganoten tot eenige nieuwe tquipage over te gaan, en de oude fchulden onbetaald te laten. Deze redenen hebben ons vervolgens weerhouden , Hoog Mog. Heeren ! het exempel van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze , die ïmmcdiaat na het formeren van de Memorie van Equipagie , de nieuwe Schepen in dienst heeft gefteld , te voigen ; want Wy willen U Hoog Mog. niec verbergen, dat  APSiti STAAT EN OORLOG. 178;. i$ dat Wy door de importante fom van onbe4 taalde Ordonnantiën, in fchulden gedompelt zyn, en dat Wy door verdere voortgang in het maken van kosten, de Ingezetenen , die ter goeder trouw Leverantien hebben gedaan, en de Officieren , die Ocze bevelen tot het Viélualiëren hunner Schepen agtervolgt heb» ben, ongelukkig zouden maken» Wy zyn te meer huiverig geweest dit exempel van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze te volgen , om dat de betaling der Kost-penningen by Ons tot op heden geregult op de twee maanden is gefchied, die van circa de helft der maand-gelden ook geduurende den dienst der Schepen plaats heeft, en om dat Wy nu met afftmaffing der 40 per Cent voor de Schryvers, een nieuwe en geregelde wyze van betaling der Maandgelden en Kost-penningen by drie Maandelykfche Monfter- rollen beproeven ; welke wyze aan de Officieren, het Zee-Volk, derzelver Vrouwen, en alle die by hun belang hebben, zeer aangenaam en opbeurend zal zyn , edoch vereischt, dat er genoegzame Penningen in cas zyn. Door dit Ons gedrag zullen Onze Sche* pen niet vroegtydig in gereedheid Zyn. Hoog Mog. Heeren! te meer daar Wy met onna. gaanbaare locale zwarigheden te worftelen hebben; het geen Ons bewogen heeft aan Ü Hoog Mog. eerbiedig deze Onze verlegentheid vGor te dragen, met opregte betuiging, dat zo dra 'er eenige fchikkingen gemaakt zullen worden, in de betalingen Van Onze zo wettige hier voren opgenoemde Preten* fien, —— zo dra Wy zeker zyn, dat voorn, geprojecteerde Kosten ten minften voor dit Jaar nog by de Provintie van Holland zyn geagreëert , en Wy op een geregelde wyze in unze Finantie worden gefubfidieert, Wy met iever zullen medewerken ter beveiliging B a van"  20 april» ZAAKEN VAN 1787. van de Zeevaart dezer Landen , en de geprojecteerde Schepen in dienst brengen. Hier mede &c. Amfterdam 30 Maar 1787* (Onder ftond) De Gecommitteerde Raden ter *, Admiraliteit. (Was getekend) JOOST hüyghens. (Laager ftond) Accordeerd met zyn Origineel. (Was gecontraiïgneerd) C. BAKKER, CZ. Lyst der Pretenfien by 't Collegie te Amfter» dam, in dato ao Maart 1787, op de volgende Provintien, en Last- en Veilgeld. CNymegen ƒ 273724: 9: i Gelderland*? Zutphen 109353:- 8:ic^> 1 Veluwe 177177:10: ƒ560 255: 8: 4 Zeeland .... 93539. 8: 8 Utrecht . . . 486725-' 7- 4 Vriesland .... 44~59: 8: 1 Overysfel . . . . 341*19- 8: 4 Stad en Lande . . . 590720:14: 8 , _______ ƒ2116819:15: 5 Verhoogde Last- en Veilgeld 879.965:19:11 Te zaaien f 2996785:15: 4 NB. Op dit laatfte genegotieerd ƒ 104000;—:—. Waar  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 21 Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfives en By lagen, onvermindert het daar op verzegt Advis van de Heeren Gecommitteerde Raden, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommicteer. den tot de zaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deze Provincie refiderende, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. LXXVUL Rapport op de gereclameerde beloofde hulp aan Regerings-Leden en 't grooifie gedeelte der Burgeryen van Hattcm en Eiburg, om pro* vijioneele aanwyzing van IVoonPlaatfen, «n een LolleÏÏe in Holland voor de meest behoeftigen. In dato 13 April 1787. De Raad-PenGonaris heeft ter Vergadering gcrapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, ingevolge en tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 22 Maart dezes Jaars, hadden geëxamineert het Adres van Regerings-Leden nevens het grootfte gedeelte der Burgeryen van de Steden Hattem en Elburg , met een Bylaag daar toe betrekkelyk, dienende tot een Vertoog van den deerniswaardigen toeftand, waar in zig nog bevinden, en op fundament der dringende redenen, reclamerende de by Hun Edele Groot Mog. plegtig beloofde kragcdadige hulp en befcherming, met eene provifionele aanwyzing van een of meer Woonplaatfen aan hunne byna uitgeplunderde en beroofde Burgers, om zig aldaar, met bewilliging der Stedflyke Regeringen, als geborene Burgers B 3 of  a, april» Z A AKEN VAN 1787. of Inboorlingen van Holland en West-Vriesland neder te zetten ; en permisfie tot een Colleae in deze Provincie voor de meest behoeftigen onder dezelven , breder onder de Notulen van den voorfz. 22 Maart. „ rr ^ En dat de Meerderheid van Hun Heeren Gecommitteerden van gedagten was geweest, dat alvorens te delibereren over de verzoeken zelve van eenige Regerings-Leden en Burgers van Hattem en Elburg, om voorziening in hunnen toeltand, het beter zoude zyn , om door eene Officieele en Bondgenoot, fchappelyke tusfehenkomst, by de Heeren Staten van Gelderland de noodzaaklykheid van die voorziening voor te komen, door aan Hun Edele Mogende . welke op den 24 dezer ftaan te Vergaderen, tl depecheren eene Misfive van den volgenden inhoud: 1 edele mogende heeren ! Verfcheide Regerings-Leden en een gedeelte der Burgeryen van de Steden Hattem en Elburg hebben zig aan Ons geaddresfeert, en met te kennengeving yan de ongelukkige en overbekende (ituatie, in welke zvlieden zig bevinden , geïmploreert, onze voorziening en byftaod , daartoe verzoekende , dat wy zouden gelieven hun provtSoneel een of meer Plaatzen, binnen Onze Provincie van Holland aan te wyzen, om zig aldaar Viet bewilliging der refpefiive Stedelyke Regeeringen, als gebêorne Burgers en ingezetenen dezer Provintie, by provifte , te kunnen nederzetten met hunne Echtgenoten en Kinderen, en de weinige hun overgeblevene Goederen, met permtsfte tot eene Collecïe binnen deeze Frovintte, voor de meest behoeftige onder dezelve, en hun vervolgens daar wel te willen doen wedervaren die vermo» gende onder ft euning en hulpe, waarop zy vermenen en hopen, dat zy in aanmerking van hunne liefde voor hunne onbetwistbare Stedelyke en Bur-  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 23 gcrlyke Voorrechten en Vryheden. en de daaruit gefprotene voorbeeldeloze ongelukken, en totaal beaerf va» hunne Steden en Huisgezinnen, gegronde aanfpraak kunnen en mogen maken. Daar Wy nu hier door, Edele Mogende Heeren, den ongelukkigen toeftand, waarin die Supplianten buiten hunnen fchuld en toedoen fjzoo zy vermenen) zig bevinden , vernorneD hebben , zouden Wy zeker niet ongenegen zyn, aan hun alle mogelyk foulaas, in die hunne omftandigheden toe te brengen; dog Wy hebben gemeent, alvorens, op eene Bondgenootfchappelyke wyze voor dezelve by U Edele Mog. te moeten intercederen', ten einde 't U Edele Mog. zou. de mogen welbehaaglyk zyn, dezelve Regenten en Ingezetenen, weder binnen hunne Steden te ontvangen, en met voorbygaan van 't gebeurde , en van 't gene daar toe aanleiding zoude mogen gegeven hebben , hen te herfteilen in de Goederen en Bezittingen, welke zy uit hoofde van de toenmalige omftandigheden hadden geoordeelt te moeten veria, ten. — Terwyl Wy Ons flaceren ; dat daar door het vertrouwen en de genegenheid van dezelve Réqueftranten, omtrent U Ed. Mog. zoude kunnen worden herfteld, en zy alzoo weder kunnen jouïsferen van die dierbare Panden, waartoe zy volgens hun Geboorteen Burgerrecht, den billykften aanfpraak hadden ; En Wy Ons teffens van dezelve Requeflranten durven voordellen, dat zy zig als getrouwe en gefchikte onderzaten, omtrent U Edele Mog., als hunnen Wettigen Souverain , zullen gedragen. Daar Wy nu, Edele Mog. Heeren, door deze onze intercesfie, tonen, op eene Conilitutionele wyze te willen handelen, omtrent U Edele Mog. als een Lid van 't Hooge Bondgenootfchap, alvorens over de voorfz. Vetzoeken van dezelve Requeflranten finaal B 4 te  »4 april. ZAAK EN VAN 1787. te delibereren, zoo hopen en vertrouwen Wy ook, Edele Mog. Heeren , dat deze Officieele Demarche by U Edele Mog. ten Onzen genoegen , zal worden gereciproccert, door eene gunftige en fpoedige deference aan dezelve , in die billyke verwagting , dat U Edele Mog. door een voldoend antwoord op deze Onze Misfive , Ons wel de volledigfte verzekering zullen gelieven te geven , dat de gem. Requeftranten, op die voet wederom veilig tot hunne Posten, Goederen en Bezittingen zullen kunnen reverteren. Waar mede enz. En dat vervolgens inmiddels het Befogne be. hoorde te worden gecontinueert; zynde de Conciliatoire Voorfjag door Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam gedaan, om ten minden , in afwagting van hoedanig effeft de voorfz. nadere Bondgenootfchappelyke intercesfie van Hun Edele Groot Mog. by de Staten van Gelderland, ten faveure van de Supplianten zoude mogen zyn, ondertusfchen eenige Protectie en Soulaas in den sdueelen hooggaanden nootdruft van de Supplianten , van wegen Hun Edele Groot Mog. binnen deze Provincie te accorderen, door de Meerderheid volftrekt gerejeóteert geworden , en heeft de Heer van Wasfenaar Heere van Starrenburg gedeclareert, de voorfchr. Concept-Misfive niet te hebben geapprobeert. Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden pordrecht, Haarlem, Ley. den, Amfterdam, Gouda, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Monnickendam en Purmerende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, is de finale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Ï-XXIX.  april, STAAT EN OORLOG. 1787. 35 LXXIX. Publicatie van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht. In dato 17 April 1787. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, in ervaring zynde gekomen , dat de Meerderheid der Staats-Leden te Amersfoort, onder den naam van de Heeren Staten dezer Provmtie , byeenkomende , heeft kunnen goedvinden , behalven zoo vele andere bewyzen van derzelver kwade .gezindheid ten opzigte van de$er Stads Burgeryen en Ingezetenen , nu ook, zedert eenige dagen, Adfiftenten te zenden in de Geregtshuizen van onderfcheiden Geregten ten Platten Lande dezer Provintie , met geen ander oogmerk, dan om zoodanige Schouten, welke, als getrouwe Burgers, aan Vroedfchaps heilzame intentie; tegen de uitputting der wettige Provintiale Comptoiren, hebben getragt te beantwoorden, zoo door executien, als anders, te vexeeren , en hen alzoo door geweld te noodzaken , de door hen gegaderde Penningen naar Amersfoort overtebrengen, hebben zig in de noodzakelykheid gevonden , alzulke geweldadige en voor Stad en Provintie ruïneufe handelingen van derzelver Mede-Staatsleden, welke niét langer kunnen worden getolereerd , op zoodsnige wyze tegentegaan , waardoor aan den eeuen kant de bovengemelde fchadelyke inzigten verydeld , maar ook aan de andere zyde , zoo veel mogelyk, alle aanleiding tot vermeerdering van verwyderiüg en verwarring geprasvenieerd worden. Waaromme dan Hun Edele Groot Agtb, hebben geoordeeld, niet alleen alle middelen van offenlïe als nog aan derzelver gezegde Mede-Staatsleden overtelaten, maar ook dus ver, immers zoo lang alle mogelykheid van eene billyke bevrediging niet voor altyd is afgefneden, geen gebruik te maken van die middelen van regtvaardige wedervergelding, welke de Vroedfchap zeer ligt zoude kunnen ia. B 5 het  a6 april. Z A AKEN VAN 1787. het werk (tellen, en waartoe Hun Edele Gr. Agtb. anders , na vrugteloos zpo vele bewyzen van derzelver gematigde eD vredelievende gezindheid te hebben afgelegd, door alle weldenkende Nederlanders teu vollen geregdgd zouden moeten worden gehouden ; en hebben Hun Edele Groot Agtb. , om alverder aan de ga'ntfche waereld te tonen, dat het Dezelve, geenzins om de uitoeffening van eenig onwettig of onmatig gezag, maar alleenlyk om het welzyn van Stad en Burgery, zoo wel als om de herltelling en bevestiging van hunne aloude Voorregten te doen is , by provifie zig nog wel willen vergenoegen met het neemen van zulke Refolutien, en het ftellen van zoodanige Ordres, gelyk op heden werkelyk by de Vroedfchap is gefchied, waardoor alle willekeurig en voor deze Stad fchadelyk misbruik en vervoering van die Penningen, welke alleen door dezer Stads goede Burgeren en Ingezetenen worden opgebragt, uiet alleen voorge. komen, maar ook die Gelden zoodanig verzekerd zullen worden, dat dezelve nimmer ten nadeele, maar veeleer, ingeval van noodzakelykheid , ter beveiliging van Stad en Burgery zullen kunnen worden gebruikt. Van welke genomen Refolutie de Vroedfchap heeft gedagi, het welmeenend Publiek niet onkundig te moeten laten , in dat billyk vertrouwen, dat alle goede Burgeren en Ingezetenen van deze Stad en Vryheid gaarne al het hunne zullen toe> brengen , tot bevordering van deze Vroedfchaps heilzame oogmerken ; ten welken einde alle Bur* gers en Ingezetenen voornoemd op het ferieufte worden vermaand , van nu voortaan die penningen, welke dezelve, zoo wegens Huis- en Haard. Reden , Dienstboden-, Paarden-, KofFy en TheeGelden, als wegens eenige andere belastingen, van welken aart die ook zouden mogen wezen, gewoon zyn te betalen aan de onderfcheiden Uitmaners , Collecteurs, of Admodiateurs binnen deze Srad, aan geene andere perfonen te voldoen, dan aan die „geenen , welke daartoe binnen weinige dagen by na-  A?ril. STAAT EN OOR. LOG. 1787. 57 nadere Refolutie fa het openbaar zullen worden bekend gemaakt; terwyl Hun Edele Groot Agtb., uit hoofde der voorgemelde gedane voorziening , *l verder hebben goedgevonden , by alteratie van Vioedfchaps Publicatien en Refolutien van a2 Sept., oCét. 1786, a Jan. en 5 Maart 1787, voor zoo verre dit Artikel aangaat, aan alle Schouten en Gadermeesters der refpeélive Geregten dezer Provintie overtelaten , gelyk aan Hen overgelaten word by deze , van nu voortaan , tot dat hier in nader zal zyn voorzien, alzulke Penningen, Welke door Hen ten platten Lande , buiten de Jurisdictie van deze Stad , gecollecteerd zyn, of nog verder gecollecteerd zullen worden, te brengen naar zoodanige plaats, alwaar zy zullen meenen, zulks gevoeglykst te kunnen doen, ter voorkominge van hunne particuliere fchade, welke de Vroedfchap nooit beöogd, maar altvd gaarne afgewend gezien heeft; waaromme Hun Edele Groot Agtb. ook by dezen declareeren, dat, zoo onverhoopt, voor de Publica. tie dezes, eenige fchade aan een der Schouten was toegebragt, uit hoofde dat dezelve aan de Ordres der°Vroedfchap omtrent het niet brengen der Penningen naar Amersfoort hadden voldaan , de Raad bereid is, dezelve Schouten, na behooilykc opgave van gemelde fchade, dadelyk te indemneereri; blyvende intusfchen alle Ontfaugers, Rentmeesters en anderen , welke 's Lands Penningen maniëren, wel uitdrukkelyk onderworpen aan die bevèelen, welke by bovengedagte Vroedfchaps Refolutieu en Publicatien, tegen de vervoering der Gelden, ten hunnen Comptoiren berustende , zyn geftatuëerd ; behoudens zoodanige nadere arrangementen, welke Hun Edele Groot Agtb., tot verydeling van verdere machinatien tegen Stad en Burgery , zullen geraden vinden. — En ten einde ïremand hiervan eenige onwetenheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd , gedrukt en aangeplakt, volgens gewoonte. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht ge- ar-  98 /pril. ZAAKEN VAN 1787. arresteerd, en more folito van den Stadhuize gepubliceerd op den 17 April 1787, In kennisfe van my, J. W, DE ROEVER. Extraêl uit de RefolwJen van de Edele Groot Agtb. Heeren Surgemtesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Dingsdag den 17 April 1787. In nadere deliberatie gelegt zynde, dat de Amersfoorifche Staatsleden , niet te vreden met al liet geen tot hiertoe door dezelvcn ten nadeele van deze Stad en Burgery is verrigt, van zig hebben kunnen verkrygen . adfiftenten ie zenden , eerst in de Geregtshuizen van twee — en vervolgens, — aangemoedigd door»-de ondervinding der goede rtüiflfe dier geweldige maatregelen ook in andere Geregten ten platten Lande dezer Provintie, ten einde, zoo door bedreigingen van executie, als anders , de refpeébve Schouten en Gadermeesters ie dwingen, de door hen gegaderde penningen te brengen naar Amersfoort, heeft de Vroedfchap, by ondervinding gewaar wordende, dat derzelver gematigdheid en lydzaamheid gecnszincs van de billyk veihoopte uitwerking zyn, om deze en andere redenen , breder vervat by Publicatie van beden , geoordeeld, dat éénmaal aan zoo veeie violente en oveiheerfchende handelingen van Derzelver MedeStaatsleden paal en perk gefteld , en dezer -Stads Goede Burgeren en Ingezetenen tegen dezelve beveiligd behoren te worden; waarom dan Hun Ed. Groot Agtb. ook hebben goedgevonden , dat de inkomsten van alle zoodanige middelen, welke geheel of gedeeltelyk alhier geheven worden, en voor zoo  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 29 zoo ver dezelve door de Burgers en Ingezetenen worden betaald, niet meer op de Provintiale Comp. toiren, maar in handen van zoodanige vertrouwde Perzoonen , welke door de Vroedfchap daartoe zu!« len worden gecommitteerd , zullen worden overgebragt , ten einde aldaar, tot voorkoming van verder fcbadelyk misbruik , geconfigneerd, en, in geval van noodzakelykheid, tot welzyn en ter beveiliging van Stad en Burgery gebruikt te kunnen worden; en worden mitsdien alle Uitmaners en Collecteurs binnen deze Stad, hetzy dezelve van Staatsof van Stadswege zyn aangefteld, geene uitgezonderd , wel uitdruklyk gelast, alle de penningen , welke, alhier gegaderd, onder hen berusten, mei den eerften, en de nog verder binnen deze Stad en Vryheid deor.hen zullen worden gecollecteerd, op dezelve tyd , óp welke zy gewoon zyn die ten Comptoire te brengen, by provifie en tot dat hen dien aangaande nadere aanwyzing zal zyn gedaan , te deponeeren onder de bewaring van de Ed, Agtb. Heeren Gecommitteerden ter Directie vaii dezer Stads Finantie, waartoe Hun Edele Agtb. yderen Zaturdag van tien tot twaalf uuren voor den middag ter Finantiekamer zullen vaceeren; wordende wyders de Admodiateurs en Collecteurs van zoodanige Middelen , welke als in ééne Masfa over de geheele Provintie worden geheven, en waarvan aan Stads Thefaurie of niets , of maar een zeker gedeelte word goedgedaan , al meede geordonneerd, vau nu af aan met allen mogelyken fpoed eene fcbeiding te maken, tusfchen het geen binnen deze Stad , en het geen in de verdere Steden en ten Platten Lande dezer Provintie door hen word geïnd en ontvangen, teneinde ook dat gedeelte van hunne Admodiatien en Collecten, het welk door dezer Stads Burgeren en Ingezetenen word opgebragt, pro rato van de geheele Somtne der Admodiatie of Collecte, insgelyks door hen provifioneel, ter Kamere van Stads Finantie voorfchreven , zal kunnen worden gedepoliteerd. En opdat aan Vroedfchaps ierieufe intentie in deze alleszints worde voldaan, willen Hun Edele Groot  So april. ZAAKEN VAN 1787. Groot Agtb. alle biervoor genoemde Uitmaners, Admodiateurs en Collecteurs, op het nadrukkelykfte hebben gewaarfchouwd, dat deze Refolutie in den ltriktffcen zin en zonder eenige conniventie zal worden geëxecuteerd, waartoe ook tegen de onwilligen en nalatigen, hetzy met provifionele fuspenfie van hunne Bedieningen , ofte anders, naar bevind van zaken, zal worden geprocedeert; terwyl aan den anderen kant, alle de geenen, welke zig volgens den Inhoud dezes zullen gedragen, ten allen tyde zullen worden geïndemneerd, en fchadeloos gefteld, wegens zoodanige zwarigheden, welke hen dieswegens zouden kunnen overkomen. En zal Extract dezes aan meergenoemde Uitmaners, Admodiateurs en Collecteurs, tot derzelver byzondere informatie» worden ter hand gefteld. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearresteerd op den 17 April 1787. In kennisfe van my, j. w. de roever. LXXX. Request van den Krygsraad aan de Edele Achtbare Magiftraat en Vroedfchap der Stad Franeker. In dato 18 April 1787. Geven zeer reverentelyk te kennen, alle Leden van het Malefeits-Gericht der Stad Franeker, aat tót haar Suppliants kennisfe gekomen is, hoe tl Wel Edele Achtb. Gecommitteerden ten Landsdage, het doen van rapport des afgelopen Landdags geweigerd hebbeD, in forma te perfecteeren, door Hun Edele Advifen op ieder poinct ter tafel van Hun Edele Mog. uitgebragt, niet te openbaren, tegens een wettige en volkomen Refolutie van U Wel Edele Achtbare, uitdrukkelyk meldende, dat Heeren Gecommitteerden ten Lacdsdage verplicht zul-  april. STAAT EN OORLOG, Ï787. 31 zullen zyn, na de gehoudene Landsdag direct aan hunne Committenten te doen behoorlyk Rapport in forma ; een Refolutie zekerlyk met dat heilzaam oogmerk opgefteld en ingericht, ooi niet onkundig te zyn hoe 'sLands zaken worden behandeld, het geen U Wel Edele Achtb. ook niet onverfchillig kan zyn, zo zy Supplianten verklaren dat haar niet onverfchillig is, zy Supplianten kunnen L) Wel Edele Achtb. verzekeren, dat Heeren Gecommitteerden breedvoerig geadvifeerd hebben , om de bewuste Publicatien van den 25 Sept. 1785, in hare kragt te houden, tegens der Supplianten nadrukkelyk, ernftig en even nedrig verzoek ten Requeste, gedaan den 15 January 1787, ons daar toe gehouden vindende volgens Eed en Plicht, om voor ons en der Burgeren Hee tten te waken , daarenboven tegens het belang en de intentie van onze brave Burgery: al waarom de Supplianten met eerbied en geen minder ernst en nadruk U Wel Edele Achtb. verzoeken , om de Heeren Gecommitteerden ten Landsdage te ordonneeren , omme ftipt de genomene Refolutie te obferveeren, en verders dezelve te verzoeken en te permoveeren, omme in het vervolg Hun Edele Advizen uit te brengen, als meest (trekkende tot eere van onze Stad, en ten meeste nutte onzer Burgery, waar toe de Supplianten U Wel Edele Achtb. zeer eerbiedig aan de hand géven, om de Heeren Gecommitteerden op de best mogelyke wyze te perfuadeefen, om de bewuste Publicatien te helpen uit deu weg ruimen, en de ManneIyke en Vaderlandlievende Propofitie ter Tafel van Hun Edele Mog, uitgebragt , door ds Wel Edele Heer Coert L- van Beyma, in dato den 21 Sept. 1786, en hier copielyk annex fub A , wederom te voorfchyn te brengen , en de intentie van dien te helpen effeclueeren, waar door konde bewerkt worden het zo nodig herftel van alle ingeflopen abuizen in ieder Departement van onze Regeerings-Collegien, en dat zulks op eene wettige conttitutioneele wyze, en op dat wy eens wederom mogen beleeven die rust en. kalmte , welke Ons beneyens alle inwoo» ners  32 april» ZAAK EN VAN 1787» ners dezer Republiek , onder het genot van onze Dierbare-Vryheid, toekomt, zy Supplianten verklaren zich genegen en bereid om het hsare met alle hunne vermogens tot dat gewenschte einde te zullen toebrengen, en U Wel Edele Achtb. in alle cordate Vaderland- en Stadlievende pogingen te zuilen onderfteunen. Quo fafto £rV. P. SANNES, N, SNELUDS, J. TUfNEMA , N. E. SCHELïEMA, P. HERBST, JOH. HAITSMA , DOUWE nota, P. HERBST , THEO* DORUS EMMEN, R. H DE JONO, J. BOERSMA , J. p, SPVXSMA, B. ' MUTTELtllAN , J. DE V CQ_ THO- len , DOÜWE ZYLSTRA, DIRK WAARDENBURG. NlCOLAAS SCHELTEMA, als Secretaris. ExtraEt uit de Refolutien van Woens* dag den 18 April 1787. Is ter Vergadering gedetibereert over navolgende Request, door het Malefeits-Gericht van deze .Stad ingeleverd, luidende als volgt. Fiat Infertio. Waar op na gedane omvraginge by pluraliteit van Remmen is gerefolveert en geamsteerd , de Volmachten ten Landsdage te verzoeken , zo ais gefchied mits dezen, om op den aanftaanden Landsdag de beide Publicatien van den 25 Sept. 1780 te helpen abrogeeren en vernietigen. Voorts te doen effeftueeren, dat de ingeflopene abuizen, in het Provinciaal Beftuur of Collegien by eene te noemene Commisfie te mogen worden geredresfeert. En •  A#ril. STAAT EN OORLOG. 1787. 33 En dat de Heeren Volmachten wegens deze Stad , by het doen van Rapport, van de Landsdagen, volgens Refolutie van den 5 December inhz -mede zullen inhibeeren , de gedaane Refolutie * Advifen van het gebefoigneerde, ten ware eenig! poin&en op den Landsdag voorkwamen , welke fecretesfe vereischten. En zal Extraél dezes aan dé Supplianten werden behandigt. Aldus gedaan en gerefolveert op den Raadhuizë binnen Franeker den 18 April 1787. (Was getekend) a. Eins ma , en S. jongstra. . Ter Ordonnantie van dézelven j CORNELUS SCIIELTEMA. LXXXf. Rapport op de Misfive der Admira* liteit te Amfterdam van 3 Maan 1787 met Hun A.idres a.m litin HoogMog.ovèr Hunne verlegentheid aan geld tot betalingen. In dato ao Maart 1787. De Raadpensionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mo%. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, ingevolge en tot voldoening aan dun Edele Groot Mog Refolutie Commtsforiaal van den iat dezer maand , met eenige van de Hollan üche Raden en Ministers van de Collegten ter Admiraliteit in deze Provincie reödeerende , hadden geëxamweerÉ een Misfive van de Gecommitteerden ter Admiraliteit te Amfterdam van den 30. der laatstledeH XXXV1I1. deel. G HlsUüd.j  34 Apaii-. ZAAKEN VAN 17S7; maand, waar by onder het oog van Hun Edele Groor Mog. hebben gebragt derzelver vruchteloze rep-sefematie aan de refpe&ive Provinciën over de acht.cr!ykheid in de hetaiin? der Ordonnantiën van den Raad van State tot vergoeding der kosten, zoo voor Aanbouw als Equipagie; en derzelver Verte) entheid Maar omtrent hebben te kennen gegeven ; met communicatie der voordragte te dier sake aan Hun Hoog Mog gedaan , en een Lyst hunner Prserenfien ; breder onder de Notulen van den 5 dezer geïnfereert. Fn dat zy iieeren Gecommitteerden van advife waren , ciat de zaken daar henen zouden behoren te werden gedirigeert, dat, om zoo veel mogelyk te gemoed te komen aan het gebrek van penningen by het Coilegie ter Admiraliteit te Amiterdam iu het byzonder, en by de Collegien ter Admiraliteit binnen deze Provintie renderende, in het generaal, en dezelven alzoo in ftaat te (lellen tot het prsfteren van derzelver refpective aandelen iu het werk der Equipagien ter Zee, het reftant der Negociatien, waar toe de Collegien ter Admiraliteit op de Maze er te Auilterdam , by ttefoluden van Haar Hoog Mog. in dato 3 December 1784, en 31 January 1785 > ten laste van het verhoogde Last- en. Veilgeld zyn geauthorifeend geworden , bedragende , voor her Coïiegif op de Maze noch eene fomme van ƒ 512,000 : o : o; en voor dat te Amiterdam, eene fomme van f 879,905:19:11, zoo voor Capitaa! als Interest, door Haar Edele Groot Mog. fpecialyk zoude behoren te worden geguarandeerd; in dier voegen, dat, in cas het mochte gebeuren, dat her voorfz. Fonds van 't verhoogde Last- en Veilgeld in gebreke zoude mogen blyven , de beloofde Interesfen van de Capitalen , naar inhoude der Obligatien, richtig te betalen, Haar Edele Gr. Mog. vier Maanden, na dat de klachten deswegens aan Boogstdezelven zullen wezen aangebracht, en. hetzelve door Hoogstdezelven niet zal zyn geremedieerd en herfteld, de interesfen van de gemelde Capitalen zullen doen betalen ten Comptoire üene-  ASRit. STAAT EN OORLOG* 1787. gs raai van Holland , even als de Interesfen van alle andere Capitalen, ten laste van deze Provintie lo> pende, en zulks tot. 3 pCt vry geld, zonde- eenige belasting nu of in het vervolg , als waar van dezelveu zouden worden geëximeerci ; alles onder verband van des Gerneene Lands inkomilen en goederen. En' dat verders alle Weesmeesferen , Voogden Adminiilrateuren of Cttrateuren, welke ee;ii ge Penningen onder derzelver Adsniniftratie , Direciie of Bewaring hebben, teflvns zouden worden geauthori. feerd, orn dezelve Penningen aan te leggen in Obligatien ten laste van het voorfz Fonds, onder Hooggemelde Guarantie; gelyk roede. i,m van de Eecepisfen of andere Effecten , onder derzelver Adminiftratie , Directie of Bewaring zynde , zoo veel te verkopen , ais tot de voorfz, te f urneren Penningen van noden zullen zyn. En dat voorts, door Haar Edele Groot Mog. mee opzicht tot de dadelyke voldoening der Quote van deze Provintie, in de kosten der voorfz Extraordinaris Equipagien ter Zee, in behoorlyke en vaste termynen, ten behoeven van de voorfz Collegien, en in het byzonder ten behoeven van het Coilegie ter Admiraliteit in West-Vriesland veri den Noorder-Quartiere, zodanige finantiele fchikkingen zouden worden gemaakt , dat dezelve Collegien daar door, zo veel mogelyk, in (laat zouden worden gefteld , om de zaken van *de Zee gaande te houden, en zulks zo fpoedig mogelyk; daar fettier gene der Bondgenoten aan het werk van de Zee meer iets contribueren, maar hetzelve geheel en al aan zigzelv^n fchynen overtelaten. Waarop gedelibereerd en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzocht zynde door de Heeren Ge. deputeerden der Stad Dordrecht en alle de volgende Leden, om daar op te v?rftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, is de finale kel'oiutie uïtgefteld tot nadere deliberatie: en zyn de g-m.• Heeren verzogt de last van de Heeren hunne Princi. palen daar op ten fpoedjgften te willen uitwerken,, O 2 LXXXIL  96 april» ZAAKEN VAN 17*7- LXXXIL -Credentiaal van Rotterdam, en Mitfive van Burgemeesteren dier Stad aan den Raadpenfionaris , op 't fubjeEt der geremoveerde en nieuw aangeülde Vroedfchappen. In dato Sjj Maart 1787- Is gelezen het navolgend Credentiaal, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam ter Vergadering geëxhibeerd. Fiat InfertiOo En heeft de Raadpenfionaris ter gelegenheid der le&ure van 't voorfz. Credentiaal gecommuniceerd een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der gem. Stad van den 23 dezer aan hem gefchreven, op *t fubjeér, der remotie van zeven Vroedfchappen, en de fuppletie van derzelver plaatfen , en het gebeurde by die gelegenheid; in de volgende Misfive vervat. Fiat Inferuo. Waarop gedelibereerd, en by de Heeren van de Ridderfchap en Edelen-, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Gorinchem , Brielle , Hoorn, Enkhuyzen, Edam en Medembhk hetzelve Credentiaal voor onwettig, en daar tegen het Credentiaal van den ifl February laatstleden voor Wettig erkend en verklaard zynde ; terwyl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht ,, Haarlem , Leyden , Amfterdam , Sch'edam , Schoonhoven , Alkmaar, Monnickendam en Purmerende van Advis waren, dat het thans ingediend Credentiaal, als op het welk quoad formam geene Confideratien konden gemaakt worden, als formeel en wettig behoorde te worden verklaard, en by de Heeren Gedeputeerden: der Stad Gouda - het zelve Credentiaal overgenomen zynde ; is goedgevonden en verftaan het voorfz.  APRil,. STAAT EN OORLOG. 1787. 37 Credentiaal als formèel en wettig by deeze te houden; en is dien onverminderd Copie daar van verzegt by de Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, om daarop te verftaan de intentie van dé Heeren hunne Principaalen , 'waarby zig als toen gevoegd hebben de Heeren van de RidderfchaD, en ce Heeren Gedeputeerden der Steden Delft,* Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enchuyzen , Hdarn en Medemblik; terwyl de Stem van Rotterdam niet in Computatie heeft kunnen komen, vermits de Prffifentie van twee Deputatien, die over en weder elkander de Wettigheid der comparitie querelleerden, en de Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda byde Refumptie van hunne Overneming hebben afgezien. Extradt uit de Refolutie» van de Vroedfchap der Stad Rotterdam , genomen in Haar Edele Groot Achtb. Vergadering op Maandag den 22 April Ï787. Ter Vergadering van Kaar Edele Groot Mog. zyn na voorgaande deliberatie Gedeputeerd, zoo als Gedeputeerd worden by dezen, voor de. noch overige dagen van deze lopende Maand, federt den 23 tot den So April 1787, beide ingefloten: de Heeren Mr. Jean Bichon, Mr. Paulus Bóogaertt Mr. Jacob Herman Vingerhoed, Regerende Uurge, meesteren , Jan Jacob Elfevier , Mr., Jacob Reepmaker en Samuel van Hoogfiraten, alle Raden in de Vroedlchap, mitsgaders Mr. Herman Nederburgh, Raad en Penfionaris dezer Stad; met last om op alle voorvallende zaken ter Hooggemelde Vergadering zodanig te adviferen, als ten meesten dienfte van den Lande zullen bevinden te behoren; Zullende vopr goed, vast en van waarden worden gehouden, alle 't gene door welgemelde Heeren . A 3 Ge-  38 april. ZA AKEN VAN 1787. Gedeputeerden ter Hooggemelde Vergadering zal worden gedaan en Verricht: En wordende door deze ingetrokken de Deputatie ter ineergem. Vergadering van Hun üdele Gr. Mog.. oö den aó January 1787 by de Vroedfchap dfzer Stad gearresteerd. - Accordeert met voorfz, Refolutie» (Onder flond) By my als Secretaris, (Was geteekent,) W. W. VAN BERCKEL» HOOG EDELE GESTRENGE HEER ! Heden morgen, op derzelver verzoek tesr Vergadering van de Vroedfchap dezer Stad, acces zynde verleend aan een aantal Opper- en Onder-Officieren van dezer Stads Schuttery als Gecommitteerden van den Krygs« raad, mitsgaders aan deGeconftitueerden van meer dan 1200 Burgers en Ingezetenen dezer Stad; hebben dezelve gezam.entlyk by monde van.Mr. H. A. Keet als Secretaris van den Krygsraad, aan de Vergadering van de Vroedfchap voorgedragen: dat zy als ten uiterflen nadelig voor de welvaart erf bèlangens dezer Stad en Burgery hielden het langer aanbiyven in de Vroedfchap dezer Stad , van de als toen mede aanwezende Heeren Vïr. Jacob van der Heim, Johan Adriaan van der Hoeven , Regerend Burgesueester, Jonkheer,Johan Marten Collot a'Escury, Mr liane van Teylwgen, Jofyan Franpois van 'Hpo,;endorp . Mr Reinier Fredrik van Staveren, Mr. Anthony Wilhelmus Senn  april. STAAT EN OORLOGi 1787. 39 Senn van Bafel, alle Raden in de Vroed- Verklaretide zy Gecommitteerden en Geconftitueerden in namen van derzelver Committenten en Constituenten de voorn, zeven Heeren niet meer te zyn Raden in deze Vroedfchap, en dieshalven te begeren en te verwagten dat vaD die oogenbliR, van de waarneeming van alles wat tot die postenbehoort , of waar toe die qualiteit yereischt wordt, zy zich zullen onthouden (waartoe den- Krygsraad en Geconftitueerden niet rangeren de qualiteit van Dykgraaf en Hoogheemraad van Schieland) zonder zich op eenige wyze tegen deze verlatinge, waardoor zy ook ipfo faEto van hunnen gedanen Eed ontflagen zyn , te verzetten, direct noch indirect,: Verzoekende en infterende zy Gecommitteerden en Geconftitueerdens uit naam der Krygsraad en Burgery dieshalvé aan de verdere Leden der Vroedfchap , dat deze zeven vacante plaatzen op heden zouden worden gefuppleert, conform 't OcTirooy aan deze Stad in den jare 1615 verleent by. directe aanftelling. Op welke voordracht en begeerte eenige debatten zynde gerezen, en door de gemelde Heeren tegen derzelver voorfz. remotiè zynde géprotefteert, hebben vervolgens dé verdere zéstien aanwezende Raden in de Vroedfchap de vorengem. zeven Raadsplaatzen gehouden voor vacant, en dezelve gefuppleert met de volgende Heeren, te weteri Mr. Jan Wynand Ram, Daniël Jacob Erbervelt,, Michiel Marinus ae Monchy, Willem Pieter Chriftiaan Top , Jan Daniël üukhelbcsch van Liender , Pieter Ellinckbuyzen , Aarnoui. yanmSeeftingh . welke zeven rtetren, op verzoek van jiem. Commisfie immediatelyk den Eed als Raaden in de vroedfchap in handen! van den Hoofd-Officier dezer Stad hebbende G 4  40 afriï.. ZAAKEN VAN 1787» afgelegt, zyn door de alstoen zynde Vroedichaps Vergadering , ter Vergadering van Hun bdeie Groot- Mog- van wegens deze Stad gedeputeert voor de noch werige dagen van deze lopende Maand , zedert den 23 tot den 30 April 1787 beide incluis, de Heeren Mr. Jean Bichen* Mr. Paulus Boogaatt, Mr. jacob Betman Vingerhoed, Regerende Burgeine stèren , Jan jacob E-Jevier, Mr. Jacob Reepmaker en Samuel van Hoo'gftraten, Raden in oe Vroedfchap , mitsgaders Mr. Herman Nederburg, Kaad en Penfionaris dezer Stad, en ujenvolgende op verzoek van gem. Com« mi. fic voorts goedgevonden door deze in te treüken de depusatie ter Uagvaart op den 26 Ja-iui ry 17Ö7 by de Vroedfchap dezer Stad geaneiteert , zoo als U Hoog Edele Geftr. ook zal coniferen uit het Credentiaal, 't welk door gem. Heeren aan L' H002; Edele Geftr. za! worden geêxhibeert, waar van Wy nodig geoordeeit hebben ü Hoog Edele Geftr, by dezen kennis re geven , ten einde de gem. Heeren van der Heim, van der Hoeven, d'Escury, van Teylingen, Hoogendorp, van Staveren en van Bazel tet Vergadering van Hun Edele (Groot Mog. niet meerder zouden worden ge. admitteert. Waarmede Wy U Hoog Edele Geftr. bevelen in de befcherminge Godes, en blyven Hoog Edele Geftrenge Heer ! (Onder ftond,} Ü Hoog Edele Geftrenge goede Rotterdam Vrienden, *len 1 ^ April Burgemeesteren en Regeer- 1787» ders der Stad Rotterdam. (.Lager üond) , Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) w. w. van berckel. 4.XXXHL  april. STAAT EN OORLOG» 1787. 41 LXXXÜI. ExtraEt uit de Refolutie» van de Ed. Groot Agtb, Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Ir. dato 26 April 1787, De Vroedfchap,inhalerende Derzelver Publicatie van den 17 dezer lopende Maand, en van oordeel zynde, by dezelve Publicatie, zoo wel als by Refolutie van denzelven Datum, zoodanige redenen te hebben gegeven, welke Hun Edele Groot «gtb, tot dien ftap, hunnes ondanks, hebben gepermoveerd, die door alle Weidenkenden en het beloop van zaken kundig zynde zullen moeten worden gebillykt, agt het thands onnodig, in eepe epzetlyke wederlegging te treden, van eene zoogenaamde Publicatie, welke door de pretenfe Staten binnen Amersfoort op den 20 dezer is gearresteerd , terwyl de Vroedfchap alleszints verfeert in dat vast vertrouwen , dat alle regtgeaarde Vaderlanders, in deze verligte tyden, al te wel onderfcheid weten te maken tusfchen eene wettige Staats-Vergadering en f usfchen eigendunklyke byëenkomsten van twee Staats-Leden, met asfumtie van eenige individuëelePerzonen, dan dat dezelven aan zomsaige uitdrukkingen , zoo als, aan Eed en pligt getrouw blyvende Ambtenaren, welke aan niemand dan aan die Staats-Lêden zouden verantwoordelyk zyn, gelyk ook van geweld, confcientiedwang, de meest mogelyke moderatie en toegevenheid, en zoo vele andere, in bovengenoemde Publicatie der Amersfoortfche Staats-Leden voorkomende , eenig gewigt zouden attribuëeren, wordende alle dezelve door Raad en Burgery, welke allenskens aan zoortgelyke vredelievende gezegdens gewoon worden , als zoo vele ydele klanken aangezien , die geene reflectie, veel min eenige refutatie, meriteeren, en waaromtrent de Vroedfchap te meermalen heeft ge- ,, declareerd , en als nog verklaard, zodanige handelingen gaarn aan Derzelver Meede-Staatsleden te wijlen overlaten j het weik Hun Edele Groot Agtb. O 5 ver-  49 april» ZAAKEN V A N 1787, vermeeaen, in dit gevsl rnet te meer gerustheid té tnogen doen , da» ;iileen eene blote vergelyking van her gezegde by meergedaate Amersfoortfche Publicatie . dat men de aan Eed en pligt getrouw blyvende jiti.btenuren vt.n hmns Bedieningen zoude willen ontzetten, met de woerden van Vroedfchapf voornoemde Reioiu ie van 17 April, en rnet het geen ingevolge van oezeive by deze darjelyk word ter uitvoer gebragt, by al het welk nimmer iets anders is bedoeld d-.tn eene pi ovifioneeïe fusper.fie, genoeg is, om daaruit op'emaKen, aan welke zyde alhier by de waarheid is gebleven ,• en wat men gevolglyk van diergelyke Publicatien te denken heeft, terwyl boven dif.alres het heil des Volts, als de hoogfte Wet* waaraan alle byzondere confideratien en omftandighedt-n ondergefchikt moeten worden, en over welks bevordering, zoo veel deze Stad aangaat, de beoordeling in de eerfte plaats aan de Vroedfchap moet worden toegekend , by Hun Edele Groot Agtb. van zoo grote waarde is, dat Dezelve, die edele bedoeling boven al in het oog hebbende, en zig uit dien hoofde vleijende, met de liefde en het vertrouwen van het grootfte gedeelte hunner welgezinde h/ïeede-Hurgeren $ zig zeer ligt eeoige ouheusfche expresfien van anderen kunnen getoosren. En heeft de Vroedfchap ingevolge van het by voorgemelde Publicatie gerefolveerde en geflatuëerde, goedgevonden. aan het Pubiek bekend re maaken, gelyk aan hetzelve bekend gemaakt word by d e, dat, in plaats der nagenoemde Coleöeurs, Ui'maners en Admodiateurs van onderfcheiden Ongelden binnen deze Stad en Vryheid wordende ge. heven, welke, geweigerd hebbende te voldoen aan Vroedfchaps ferieufe intentie , vervat by bovengenoemde Publicatie van den 17 dezer, en by Refolutie ten zeiven dage genomen , en vervolgens aan hen ter hand geheld, by provifie in hunne refpective Bedieningen zyn geluspendeerd, ten einde hen langs dien weg het opvolgen van de Ordres der Voorltemmende Leden binnen deze Stad te beletten, hy Refoluüe van heden door Hun Edele Groot Agtb. tos  april. STAAT EN OORLOG. 1787, 43 tot de provifioneele waarneming der onderfcheidene Collecten zyn benoemd en gecommitteerd de navolgende Perzoonen, als: Tot de Collecte van hec Dubbeld Huisgeld, In de Compagnien Turkyen en Handvoetbueg. Nicolaas de Visfer , in plaats van Wernard Wilmerink. Zwarte Knegten en Pekftokken. Comeiis van Hengelaar, in plaats van Reinier Antonie Bonebakker, Fortuin en Bloedkuil, Jacobus Schroot, in plaats van Abraham Petrus Corff. Papenvaatuie! en Oranje Stam, Gerardus Bresfer, in plaats van Lambertus de Visfer, Buiten de Catharyne Poort, mitsgaders de Hoge en Lage Weyde, Simonvan Dulmethorst, in plaats van Jan van Eyck. Buiten de lolfteeg Poort, Jacobus van Koten, in plaats van Bernardus Sluiterman. Buitea de Wiitevrouwe Poort, Jan Hendrik de Wild, in plaats van Hendrik Schuurman. Tot de Collecte van het Haardfteden Geld. In de Compagnien Papenvaandel en Zwarte Kr.egten, Antonie ran Eldik , in plaats van Jan Willem van Schalkwyk. Turkyen en Fortuin, Johannes van Driel, in plaats van Abraham Petruj Corff. Oranje Stam en Pekftokken, Jacob Laurens van Velthoven, in plaats van Reinier Antonie Bonebakker. Buiten de Casharyne Poort, Johannes van Gelder , iu plaats van Wer* tiardvan der IVell. Kuiten de Tolfteeg' Poort, Adr tonus Franciscus Blanché, in plaats van Bernardus Siuu terman. Tot de Collecte van den Impost op de Koffie eh Thee, als mede up de Dienstboden en Paaiden. In de Compagnien uranje Stam en buiten de Catnaryne Poort, Arnoly het ifte Art. der hftruüie^ voor Gecommitteerde Raden bepaait. /« dato 28 April i787- Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden, gefchreven inden Hage den 26 dezer, waar by, alvorens door den Heer ^ fenaar, Heer van Starrenburg , in Plaa» va" den Heer van de Noordwyken, wegens de Riddericnap  april. STAAT EN OORLOG. 1787. g% in hun Collegie gecommitteert, fesfie wierde feno. men, ter kennis en deliberatie van Hun Edele Gr. Mog. brengen een bedenking, refulterende uit het eerfte Artikel hunner Inftrudbe , waar by Hun Ed. Groot Mog. hebben vastgefteld, dat de Leden van het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raden malkander niet zouden mogen beflaan in con/anguiniteit of affiniteit, na computatie van de Keizeriyke.Rechten tot in den vierden graad; welke affiniteit in de vorige Inftru&ien alleen tot den tweden graad was bepaald geweest, nadien de Heer Geehinck, Heer van Stabroek, wegens Amfterdam in 't voorfz. Collegie gecommitteert, uit hoofde zyner Huisvrouw aan gemelden Heer van Starrenburg in den vierden graad beftond; hier na breder geïnlereert. Fiat Infert'tOt Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en vei ftaan, den gem. Heer van Wasfenaar, FWre van Starrenburg , by deze te dispenferen van het eerfte Articul der lnftructie, door Hun Edele Gr. Mog. op den 28 Augustus 1751 voor de Heeren Gecommitteerde Raden gearreftcert , met opzicht tot den daar by bepaalden graad van affiniteit; en dat voorts door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne met de Heeren Gecommitteerde Raden zal worden geëxamineert, in hoe verre het voorfz. ifte Artikel van de bovengem. lnftructie, betrekkelyk tot de daar by bepaalde graden van affiniteit, zoude behoren te blyven op den daar by bepaalden voet, of welke alteratie dien aangaande in conformité der oude vorige Inftruftien van Heeren Gecommitteerde Raden voorn., zoud" behoren te worden gemaakt, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. En zal Extract dezer Refolutie, mee opzicht tot de daar by verleende dispenfatie , zoo aan voorn. Heeren Gecommitteerde Raden, als aan den Heer van Star. renburg tot informatie en naricht worden gegeven, O 3 £ee-  5a miL. ZAAKEN VAN 1787. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Op gisteren is door de Wel Edele Heer van Was fenaar, Heer varf Startenburg, aan den Heere de Koo van Westmaas ter hand eefteld. en vervolgens door den/elven m Ons Collegie overgebracht, een Misfive- van de Heeren van de Ridderfchap en üdelen, waar bv dezelve Ons hebben kennis gegeven, dat » vermits het overlyden van den Wel kdele Heer van der Does, Heer van de Nowdwyken* de pteats welke van wegen welgem. Ordre m Ons Collegie bekleed wierd , was komen te vaceren, dezelve den gem. Heer van Wusjettaar, Heer van Starrenburg , daar toe haa geëligeert en gecommitteert, met verzoek, dat Wy denzelven in Ons voorfz. Collegie geliefden te verlenen rang en fesfie als na behoren. ■■ r':";t«» Dan dewyl ü Edele Groot Mog. by het eerfte Articul der InftruÉtie, waar op Wy de Eere hebben te fungeren , hebben gelieven vast te (tellen, dat de Leden van ons Lol. legie malkander niet zouden mogen bejtaan \n confanguimeit of affiniteit, na computatte van de Ktizeriyke Rechten tot in den vierden graad, terwyl in de vorige Inltructien voor de Uecommitteerde Raden gearrefteert, de voorla, affiniteit alleen tot den tweien graad is r>ep»ald geweest, en de Heer Geelvinck, Heer van Stabroek , Onze Medebroeder in Rade, thans inliet gem. Collegie van wegen de Staci Amfterdam gecommitteerd, uit hoofde zyner Huisvrouw aan welgem. Heer van Wasfenaar, Heer van Starrenburg in den gem. vierden graad zich bevind te beftaan; hebben Wy » offchoon gem. Heer van Starrenburg Ons allen allefints aangenaam zoude wezen, en by Ons wel in confideratie is gekomen , ot de zin van het voorfz. Articul wel eigentlyk gezegd kan worden, volgens de prsel'umtive in-  APRIL. STAAT EN OORLOG. 1787. $3 tenue van U Edele Groot Mog., applicabel te zyn op het geval waarin in deze word geverfeert, waarin de gem affiniteit alleen plaats zoude hebben, tusfchen een Lid , welkers fesfie is permanent, en een ander, welker fesfie naar verloop van twee Jaar n ftaat te expireren , echter gemeend de bedenking, welke uit de voorfz. omftandigheden der letter van het gem. Articul is geboren, te moeten brengen ter kennis en deliberatie van U Edele Groot Mog., alvorens door denzelven Heer in Ons Collegie fesfie werde genomen, het welk Wy vervolgens de Eer hebben te doen by deze. Daar meede, Edele Groot Mogende HeerenX zullen Wy God Almagtig bidden, U Edele Groot Mogende te wilien houden in zyn Heilige Protectie. Gefchreeven in den Hage den 26 April 1787. (Onder ftond,) Uw Edele Groot Mogende Dienst» willige, De Gecommitteerde Raaden J van de Staaten van Holland en Westvriesiand. (Lager Rond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,) a. j. royer. D 3 LXXXV.  \ 54 april. ZAAKEN VAN 1787. LXXXVI. Declaratoir ing leverd aan den OudRaad van Dordrecht. In dato 30 Aptil Ü787. edele groot agtbaabe HEErBN! Is het eene onbetwistbare waarheid, dat er tusfchen alle lighamen en derzelver deelen zulk een juist ■verband plaats heeft, dat geene van de laatstgenoemde befchadigd of beledigd kunnen worden, of het geheel ondergaat daarvan het levendigst geve el, ja ontvangt dikwils zulk eene fterke fchok , dat het door dezelve niet alleen aan het kwynen flaat, maar zelfs geheel dreigt in te ttorten ; — even zoo is het met eene Burger-Maatfchappy gelegen; — de Leden van dezelve te zamen, in zoo vele grote of kleine lighamen vereenigd, ftaan met elksnderen in de naauwfte betrekking, elk is een onmisbaar deel, en allen moeten dienstbaar zyn tot inftandhouding van het geheel; de minffe afwyking hier van verfpreid haren nadeeligen invloed , en kan by verderen voortgang niet anders dan eene gantfche omkeering der Burger-Maatfchappy ten gevolge hebben, Indien ergens ter Waereld, voorzeker zal de waarheid hiervan ten opzigte van ons Gemeenebest volkomen moeten erkend worden. - ■ ■ Met U Edele Groot Agtb. geboren of opgevoed op eenen beperkten grond, die met het Vryheids-bloed onzer Voorvaderen als doortrokken is, alwaar de algeineene Wetten aan elk en een yge'yk dezelfde voorregten en pligten voorfchryven, is het ook onbetwistbaar, dat wy onderling het hoogde belang hebben op des anderen geaeêi fchappelyke en byzondere onafhanglykheid, eer, rist, voorfpoed en welvaren, en daarenboven ten duurfte verpligt zyn, om die elk in zyn post én Rand se bevorderen en te handhaven, als welken de eenigüe gronden uitmaken van het Verbond der Unie, en waarop ook nog de Eed van den eerften Re»  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 55 Regent tot den minften Burger nederkomt, — Waren deze Beginzelen niet door toegevenheid en weelde verduisterd, of. door misbruikt gezag verkragt geworden , onze Natie had den hoogften trap van Maatfchappelyk geluk bereikt, en zeker niet behoeven te kampen tegen eigenbaat en trotschhcid, door welken beiden , zonder tusfchenkomst. def Godlyke Voorzienigheid , die onzen verderrlyken llaap als in een nieuw leven van werkzaamheid herfchapen heeft, wy véelligt in den diepen afgrond van verderf nedergezonken , met onze Kinderen reeds de Onderdanen van een willekeurig gezag, zoo niet in naam, althans zeker in de daad, zouden geworden zyn, — Maar zal dat. nieuwe leven zyne volkomen werking oeffenen, en zynen gelukkigen invloed door alle rangen der Maatfchappy verfpreiden, dan moet de fchadelyke tweedragt gefluit, het blind vooroordeel gebannen, en alle eigenbelang ter zyde gefteld worden. Vooral die twee* dragt, welke tot nog toe in de Raadzaal, alwaar de Eendragt haren Zetel moest gevestigd hebben, de gewigtigfte belangens van Stad en Vaderland ongelukkig doet vertragen; -— vooral dat vooroor» deel, het welk blindelings niet dan haat en afkeer voedende, de heilzaamfte befluiten tegenhoud; — vooral dat eigenbelang, waardoor veelal opofferingen gefchieden aan Hem , wiens onbeperkt vermogen niet dan allernadeeligfte gevolgen kan te weeg brengen voor een Volk, dat niet ontaart van de deugd zyner Voorvaderen , de Vryheid als het beste gefchenk, en de ware ConfJtutie des Lands, als de edelfte bezitting, hoog waardeert. Op deze beginzelen alléén rust de werkzaamheid van den verligten, den weidenkenden Burger, den eerlyken Vaderlander. —— Hierom verfoeit hy alles , waf fchade zoude kunnen aanbrengen; en wel verre van zig het belang des Vaderlands niet aan te trekken, gaat hy integendeel alle aanflagen tegen hetzelve kragtdadig te keer, terwyl hy tevens alle uiterften vermyd en tegenwerkt. Hy getroost zig ook daarom alle valfche aantygingen van zynen misleiden MeD 4 de.  56 april. ZAAKEN VAN 1787. de-Burger, en alle listige tegenwroetingen van een meer ervaren gedeelte, ja hy verduurt tot in den hoogden nood, de fmadelyke te leurftelling van hem en hun, die volgens Amt en Pligt, zoo al niet de eerden moesten zyn, om hem voortegaan, althans zeker zyne aangewende pogingen met al hun vermogen behoorden te onderfteunen. — Dit zyn de gevoelens, Edele Groot Agtb. Heeren! met wel» -ke onze harten doortrokken zyn, en die wy vertrouwen , dat door geen eerlyk Nederlander kunnen gewraakt worden. Daar wy nu zoo wel onze elge verpligting, als die van onze Vertegenwoordigers, kennen, en de braafheid en trouw in den eenen zoo (wel weten te eerbiedigen, als wy het tegepovergeftelde in den anderen afkeuren en veragten, zoo erkennen wy met blydfchap, reden te hebben, om boven andere van onze Zusterlyke Steden op vele weldenkende Vaderlandfche Regenten te mogen roem dragen, terwyl wy aan den anderen kant tevens met leedweezen moeten belyden, geen minder reden te vinden , ons te bedroeven, dat er onder het midden van onze Kegenten ook zulken gevonden worden, die gantsch verfchillende gevoelens koesterende, zig als bet ware fchynen verbonden te hebben , om Reeds tegen de begeerte des Volks en die der beste Regenten aantedruifchen, en derzelver billyke pogingen te vertragen, waaruit niet anders dan onheilen voortvloeijen , die de fchromelykfte gevolgen zouden kunnen na zig Hepen , dewyl de Burgers eenmaal afgeflooft door zorg en waakzaamheid , na het uitoeftenen van het taaide geduld, zig in het einde veelligr wraak zouden kunnen verfchaffen, «— Wy behoeven niet lang naar bewyzen te zoeken, om de waarheid van onze billyke klagten te daven; want, om niet eens te fpreken van het gemanifesteerd gevoelen, het welk die bedoelde Regenten niet alleen aankleven, maar by alle voorkopende gelegenheden zelfs openlyk aan den dag leggen , behoeven wy ons flegts te herinneren alle die ffilddglen, die men beef? in bet werk gefteld, om  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 57 onze regtvaardige pogingen, tot herftel der verloren Vryheid , te verydelen , om onze billyke begeerte te vertragen, onzen arbeid moeyelyk te maken, en waar het mogelyk daardoor uitte werken, dat wy even als in vroegere dagen, van onze Vryheid niets dan den boten naam overhielden. Getuigen hiervan onder anderen, is de herftelüng van byna alle de Privilegiën onzer Stad; —— een yder weet met hoe veel zorg en moeite dezelven herkregen zyn , uit de handen van hun , die dezelven, overeenkomftig hunne dure verpligting, handhaven en befchermen moesten, niettegenftaande het blykbaar was, dat de dugtigheid van onze billyke vorde. ringen den genen het best bekend waren, die dezelven het meest betwisteden. Getuigen hiervan is de jongfte Misfive aangaande de verkiezing van Burgemeesteren aan Hun Edele Groot Mog., door zeven Leden uit het midden van U Edele Groot Agtb. gefchreven , waarin niet alleen de bolwerken der Vryheid, onze Privilegiën en Accoorden, geheel tegen onze belangen verklaard en uitgelegd worden, maar ook de pogingen ter verkryging van de by ons en de gantfche Natie zoo zeer gewenschte Grondwettige HerJIelling, als een bron vau verwarringen befchouwd; en aldus aan's Volks Hooge Vertegenwoordigers word voorgedragen. • Getuigen hiervan zyn de menigvuldige Tegenkantingen en Protesten zedert de jongstverlopen Jaren , aangetekend in de Notulen van U Edele Groot Agtb. Vetgadering, waaruit volkomen blykbaar is, dat die der bedoelde Regenten meest allen regtltreeks aanlopen tegen het hartelyk verlangen des Volks en het gemanifesteerd gevoelen der braaffte Regenten, — Protesten, die alleen fchynen ingerigt te wezen, om de heerschzugtigen onder de Makomelingfchap de middelen in de hand re geven, om de herftelde Voorregten by eene vroegere of latere gelegenheid weder te verdrukken en ten onder te brengen,. De herdenking, Edele Groot Agtb. Heeren, van deze bezwaren, om geen grooter aantal optebalen , heeft hec billyk ongenoegen van de weldenkende D 5 Bur-  58 april. ZAAK EN VAN 1787. Burgery onzer Stad dermaten ontdoken, dat hetzelve gevoegd by onze vurige verlangers, om de hoosde noodzaaklyke Eendragt in de Raadzaal, en het vertrouwen tusfchen het Volk en zyne Vertegenwoordigers, eens eiadelyk herdeld te zien v ons reden genoeg geven zoude,, om de jongde flappen van . onze naburige Steden natevolgen. Dan, Edele Groot Agtb. Heeren! hoe zeer wy ook de bedoelde verrigtingen van onze Amderdamfche en Rotterdamfche Mede-Burgers goedkeuren, geiyk wy onze gevoelens daaromtrent openlyk aan den dag helmen gelegd, betuigen wy egter, dat wy in deze Stad, even als zy, niet dan ongaarne en in den hoogden nood daartoe zouden befluiten. — Op hoe vele redenen onze bekommering op die van zommige Leden dezer Vergadering ook gegrond zy, wy kunnen egter nog niet" vermoeden, dat zy nu, daar zy het lieve Vaderland in eenen byna vegen ftaat voor hunne oogen zien nederleggen , niet mede zouden toelchieten , om hetzelve te redden, neen wy vieijen ons , dat het eindelyk ook bun medelyden zal gaande maken, en dit belet ons te vrezen, dat wy immer tot dien altoos noodlottigen, maar dan noodzakelyken Stap gebragt zullen worden. — Wy verwagten, o Agtbare Vaderen! dat eenmaal het gewenscht tyditip daar zal wezen , waarin de algemeene belangen des Volks, door eik van ü Edele Groot Agtb. als om ftryd zullen ter harte genomen worden, en in die hoope is het, dat wy wenfehen, dat ons verlangen den behoorlyken indruk zal maken op de harten van U Edele Groot Agtb., en vooral op die genen, die zig tot nog toe tegen de pogingen des Volks en der beste Regenten verzet hebben. — En zoo er onverhoopt onder ü Edele Groot Agtb. nog mogten gevonden worden, welken zouden kunnen weigeren, gehoor te geven aan onze begeerteus , verzoeken wy de zoodanigen, met allen ernst, liever den hun toevertrouwden Post van Regent uit eigen beweging te willen nederleggen. dan dat zy door hunne halftarrigheid het Volk doen befiuiten , om hen tot den kring te doen wederkeren, waaruit zy tot den Eeren  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 59 Post van Regent verkoren zyn. Terwyl wy daarentegen, ten aanhoren van een Alwetend God. welmeenend beloven, dat wy die geenen van U Edele Groot Agtb., die zig met de daad Voorftantlers betonen van 's Volks dierbare Voorregten , als onze Vaders belchouwen zullen, met eene opregte toegenegenheid agtervoken , en hen (is *t nood) met de wapenen in de vuisten, als Mannen van eer, tegen allen aanval verdedigen, — jaa, dat wy liever ons leven gewilüg voor hun zullen opofferen, dan dat wy gedogen zouden, dat zy in hunne Perzonen en Goederen , van wie het ook zyn mogt, immer benadeeld wierden. Waar mede wy eindigende, U Edele Groot Agrb. aanbeveelen in de befcherming des Allerhoogften, wiens voortdurenden Zegen wy over deze Vergadering en alle derzelver Vaderlandfche belluiten eerbiedig affmeeken, en de Eer hebben ons te noemen, Edele Groot Agtlare Heet en l U Edele Groot Agtb. onderdanige Dienaren, De Leden der gecombineerde Vergagadering,reprefenterenrie deDekenen der t'faamverbondene Gilden, de drie Schuucryen en Officieren der Burgerwagten , alle binnen deze Stad. üit naam derzelve, a. lamme, Prefident. c. f. duffer cz., Secret. LXXXVII. V  6b april. ZAAKEN VAN 1787. LXXXViL ASte van Qualificatie te Amfterdam, In dato .. April 1787. De Ondergeteekenden, alle Burgers of Inwooners der Stad Amfterdam en derzelver Jurisdictie , tnet het ukertte genoegen en dankbaarheid gezien hebbende, de lorfclyke en cordate flappen, door een zeer groot aantal brave Officieren van dezer Stads aanzienlyke Burgerye , ten besten van Stad eD Vaderland gedaan, verklaren niet alleen dezelve ten overvloede , by dezen , als hoogstnuttig en noodzakelyk goed te keuren , en welgemelde Offieieren ten ernftigften te verzoeken , om fteeds met denzelven yver, voor de belangen der goede Burgerye , te willen voortwerken ; maar hebben tevens, ter promptere bereiking van dezelve heilzame doeleinden , en ten einde de brave Heeren Lede» van den Krygsraad op eene zo kragtige als regelmatige wyze in derzelver verder te doene Demarches te onderfteu'ien, goedgevonden te Verzoeken, te Quaiificeeren en te Machtigen, gelyk zy Ondergeteekenden Verzoeken , Quaiificeeren en Machtigen by dezen, de Heerer» Mr. Dieder in Johan van Hagendor p, Mr. Emestus Ebeiing. Lambert Wyk, Junior. Simon Donker Hendrik van Blomberg, Salomon Bos Mr. Wigbolt Sltcher, Jacobus d'/imeur. Pau us Rombertus Nauta Beuckent» Mr. Otto Willem Johan Berga Elifa Lynflagir. J./cob Laden, Hendriksz. Pieter Witmond Jacob van Staphorst, En Jan Croon. Of derzelver Succesfeuren, welke door Ons Onder-  april. STAAT EN OORLOG, 1787. €t dergeteekenden , volgens een nader te beramen Plan, zullen verkozen wordep, om met welgemelde Heeren Leden van den Krygsraad, ofte wél mee eene Commisfie uit dezelve zo veel mogelyk, gemeenfchappelyk te overleggen en te beramen, al het geene ter bevorderirg der goede Zaake des lie. ven Vaderlands , en inzonderheid van de goede Burgerye dezer Stad , zal dienftig worden geoordeeld, ten einde in naam der Ondergeteekenden, de Heeren Leden van den Krygsraad , in die verrichtingen, welke gemeenfchappelyk zullen worden: beraamd en nodig gekeurd, en als dan door dezelve Leden van den Krygsraad zullen worden uitgevoerd , op de gefcliiktfte en kragngfte wyze te Onderfteuiien; Qualificeerende en Magrigende de Ondergeteekenden opgemelde Heeren daarenboven, om verder in hunne namen, zo by Hun Edele Gr. Mog. de Heeren Staten van Holland en WestFriesland, by den Achtbren Raad dezer Stad , als by andere Collegien, waar zulks gefthikt tn dienftig mogte geoordeeld worden , zodanige gepaste Addresfen in te leveren , als ter bewaring of her* kryging van dezer Stads Rechten en Vryheden, en tot vestiging van eene ware en duurzame Biirgerlyke Vryheid, zo voor deze Stad als het gan.fche. Vaderland , zullen (trekken ; als echrer, zo veel mogelyk met voorkennis van de Ondergeteekenden. Belovende de Ondergetekenden hun* Heeren Gequalificeerden , omtrent al het geene zy uit kragt en in naarkominge dezes zullen verrigten , te zullen ftyven en herken, vryho;:ien en indemneeren, ondtr verband van hunne Perfonen ec Goederen , als naar Regten. kxxxviir»  6a april. ZAAKEN VAN 1787. LXXXVIH. Adres aan de Edele Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Zesen»dertig Raaden der Stad Amfterdam, In dato .. April 1787. Geeven zeer refpectueuslyk te kennen de Ondergeteekenden , zynde allen Inwoonders deezer Stad, of' derzelver Jurisdictie. Dat wanneer ter kennisfe van hun gekomen was, dat de gewichtige Propofitie van wegens de Stad Haarlem, op 5,0 January 1787, ter Staats-Vergadering gedaan, en wel voornamentlyk het tweede Lid derzelve, tendeerende tot benoeming eener StaatsCommislïe, om de thans zo algemeen aangevoerd wordende bedenkingen, omtrent de generaale Reprefentatie van het geheele Volk, welke, volgens de gefteldheid van dit Gemeenebest alhier behoorde plaats te hebben , te examineeren , en teffens na te gaan, en te onderzoeken, op hoedanige wyze, ingevolge de Conftïtutie en'sLands waare belangens, eenige generaale Maximen omtrent den invloed , welke uit hoofde der Regeeringsform by Reprefentatie aan het Volk toekomt, zoude behooren te worden gearrefteerd ; mitsgaders aan welke billyke bepaalingen, die allen twyfel en rechtmatigen argwaan affnyden kunnen , die een en ander onderheevig gemaakt zoude kunnen worden; zy Ondergeteekenden daar in het Heilzaam en Vaderlandsch doel hebben meenen te ontdekken , hoofdzaakelyk hierop uitkomende, om zodanige Commisfie te doen lfrekken tot een middel, waar door eene verlichte Natie op eene eclatante wyze konde gerust gefteld worden, dat het herftel van derzelver Rechten, wel dra een onderwerp van ernftige Deliberatie by haare hooge vertegenwoordigers zouden worden, en welke gerustftelling het gefchiktfte middel was, om de kalmte en a'gemeene tevredenheid te doen herieeven, welke in eenen Burgerftaat, waarvan het braafRe en notabeifie gedeelte haare gewichtigfte be. - , laa-  apziu STAAT EN OORLOG. 1787. 63 langens, waar omtrent zy eene billyke nayver voel*., n een merkelyk gevaar rekent, zo hoogstnoodzakelyk zyn. Dat zy Ondergeteekenden, deze zaak uit dat oogpunt befchouwende, en aan het opgemelde Voorftel der Stad Haarlem zo veel gewichts hegténde , het van hunnen plicht gerekend hebben , om zich by een eerbiedig, doch niet min nadrukkelyk verzoek, tot ü Edele Groot Achtb- te keeren, ten einde U Edele Groot Achtb. derzelver Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergadering gelieFden te gelasten, om conform opgemelde Propofitie der Stad Haarlem te voteeren, dezelve zo veel mogelyk te appuieeren, en zo ras mogelyk, ter Conclufie te helpen brengen. Dat zulks ook van dat, voor hun Ondergeteekenden zo zeer gewenscht gevolg geweest is , dat U Edele Groot Achtbaare Conclufie op dit belangryk poinct, conform de billyke begeerte der Ondergeteekenden, gevallen is, en daarna door Concurrentie van ae'ze Stad met die Staatsleden, welke insgelyks van de nuttigheid daar van gepenetreerd waren, het zelve Voorftel van de Stad Haarlem, tot dadelyke Conclufie is gebracht geworden, tegen de Stemmen van de Ridderfchap en andere Staatsleden, welke daar door getoond hebben noch afkeerig te zyn, om die vrye denkbeelden van gezonde Staatkunde te adopteeren, welke meer en meer doordringen, en welk eenen verlichte Natie met goeden bloed zal volhouden. Dat zy Ondergetekenden, in zo verre aan hunne billyke begeerte voldaan ziende, het hoogfte recht meenden te kebben om te vertrouwen, dat 'er door de Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergadering, wanneer 'er tot de dadelyke benoeming van die be« langryke Commisfie zoude geprocedeerd worden , die zelve Vaderlandfche oogmerken, welke de Stad Haarlem tot het doen der Propofitie gepermoveerd hebben, en waar van de Ondergeteekenden met zo veele* duizenden hunner brave Land- en Stadgenooten zich zo veel goeds beloofden, plichtmaatig zoude hebben in het oog gehouden. Dan  •54 april. ZAAKEN VAN 1787» Dan dat zy Ondergeteekenden, tot hunne uiterfte verbazing, zo wel, als tot hunne grievende fmerte, hebben moeten ontwaren, dat de Heeren Hendrik Muilman , Cornelis Munter en Franc van der Goes , uitgemaakt hebbende de Meerderheid van dezer Stads Deputatie ter Dagvaard, hebben kunnen goedvinden, om zich, wanneer ter benoeming van opgemelde Comtnislie, waar toe door de Ridderfchap (hoe zeer dezelve anderzints, wanneer het namelyk aankomt op het doen van eene Propofitie ter vernietiging van het Corps van den Rhyngrd\e van Salm, zeer veel roept van menageeren van 'sLands Penningen, is voorgedragen eene Nominatie van negentien Staatsleden, dan waar tegens door andere Leden van Staat begrepen word , dat eene Commisfie van acht Heeren genoegzaam en merkelyk meer menageus voor 's Lands Finantien zoude zyn) is geprocedeerd geworden, zich af te zonderen van alle die Staatsieeden, welke tot de Conclufie zelve van de Propofitie geconcludeerd hebben a en zich op het ftuk der Nominatie van dezelve te voegen by de Ridderfchap en die Steden , welke zich ter Staatsvergadering daar tegen onverzettelyk gedeclareerd hadden. Dat door dit gehouden gedrag van voornoemde Heeren Gedeputeerden dan ook geëffectueerd is, dat tot opgemelde gewichtige Commisfie benoemd is gev/orden, eene groote Meerderheid van zodanige Regenten , wier dikwerf gemanifesteerde denkenswyze een onverzettelyk fysthema heeft doen bly. ken , om zich tegens alle verbeteringen van ons vervallen Staatswezen te verzetten, en alle pogingen ten dien einde door de Vaderlandfche Regeeringen en verlichte Burgeryen in 't werk gefield, tegen te werken» Dat dit gedrag van opgemelde Meeren Gedeputeerden de Ondergeteekenden te meer moet verbaazen, daar dezelve Gedeputeerden noodwendig hadden moeten penetreeren, dat het met den aart der zaken, met de intentie van U Edele Groot Achtb. door derzelver favorable Conclufie op de Propofitie zei-  april. STAAT EN OORLOG. r?8;. 6$ zelve, .gemanifesteert met de billyke begeerte van die Burgerye , welker belangen hun gedrag moeten regelen, onbegaanbaar is, om doof hun votum te accedeeren tot die Staatsleden , welke zich uit alle macht tegen de Propofme der Stad Haarlem hadden geopponeerd, en aan welke Leden niets anders overbleef, dan om door eene zodam>e NoT'vV \ac°u ^ Ridderfchap geproponeerd is, de Vaderlandfche bedoeling van die Propofitie illuioir te maken, ja zelfs van een tegenövergefteld effect- te doen worden. Dat dit gedrag van voornoemde Heeren Gede. puteerden zich in noch ongunfliger licht zal vertoouen, by de befchouwing, dat meergemelde Pm. politie van de Stad Haarlem , gegrond zynde op de daarby erkende billykheid en wettigheid van eenen redelyken Volks invloed op de Regeerinff het eene handtastelyke ongerymdheid moet involveeren , dat het opgeeven van eenige maximen om» trend dien invloed toevertrouwd word aan eene Commisfie, waar van de groote meerderheid dc billykheia en wettigheid van denzelven by herhaling heeft ontkend. 3 Dat hier door het groote oogmerk der Stad Haarlem, om door eene Staats-Commisfie den te r°cht op zyiie Vryheid jaioerfchen Nederlander te verzekeren , dat zyne wezendiykfte belangen in vertrouwde handen waren, niet alleen gedwarsboomd, maar zelfs daar door uitgewerkt is, dat de argwaan en het misvertrouwen noodwendig meer en meer moeten aangroeien en tot eene hoogte klimmen waar van de gevolgen van een onberekenbaar na! deel voor het lieve Vaderland kunnen zyn. JDat het gedrag van opgemelde Heeren in dezen gehouden, nog meer U Edele Groot Achtb in. dignatie en afkeuring der brave Burgerye moet verdienen, daar het hun niet onbekend kor.de zvn dat zy geene bevoegdheid hadden , om door derzelve Stemming gilles toe te brengen wat (trekken konde, om dje principes van waare Vryheid testen tevvvf/ï?rWe'ke d00r Ü Ede!e Grooc Achtbaare XXXVIil. deel. Ë teefo  65 apiul. ZAAKEN VAN 1787' reeds in den Jaare 1781 zyn geadopteerd geweest, en waar van Amftels Raad, zonder haare Achtbaarheid door eene hiconfequentie te verkleinen, niet kan afgaan. , . „. _ Dat 'er dus de Achtbaarheid van ö Edele Groot Achtb. Vergadering, zo wel, als het heil van den Lande en van deze Stad en derzelver Burgerye, ten hoogtfen aan gelegen is, dat U Edele Groot Achtbaare door een opentlyk des-adveu van het gehouden gedrag der voornoemde Gedeputeerden , aan het geheele Vaderland zo wel als aan de burgerye dezer Stad, doen blyken, dat U Edele Groot Achtb. sfkeerig zyn , om eene Propofine , welks , doeleinde zo wel met die door U Edele Groot Achtb. dikwerf gemanifesteerde principes van K.egeering, als rnet de meer en meer algerneen geworden denkbeelden van de Ingezetenen ftrookte, op eene indirecfe wyze, niet ilegts illuloir, maar zelfs fchadelyk te doen worden. Redenen waarömme de Ondergeteekenden zich tot 13 Edele Groot Achtb> keeren, met allen eerbied, doch tevens met den meesten nadruk verzoekende, en ten allerernftigften daarop mfteerenden; dat het U Edele Groot Achtb. behagen moge, om de opgemelde Heeren Gedeputeerden Hennk Mmlman, Cornelis Munter en Franc van der Goss, ïllico, irnmers ten allerfpoedigften, te rappelleeren , en wyders van wegens deze Stad en Burgery ter eerlter Staats-Vergadering te doen verklaaren: dat U Ed. Groot Achtb. wei verre van de Stemming van opgemelde Heeren Gedeputeerden te homologeeren, dezelve integendeel als regen U Edele Groot Achtb. gemanifesteerde intentie by de benoeming der diKwils gemelde Commisfie, W conformité van de Nominatie van de Ridderfcnsp uitgebragt, expreslelylc en volkomen te disapprobeeren, en dat V Jtdeie Groot Achtb. daartegen de Stem dezer Stad ten opzichte van de benoeming derzelver Commisiie voegen by de Nominatie van Dordrecht, Haarlem en andere zeven Steden, welke daar mede hebben ingeftemd: dat U Edele Groot Achtb. voorts het  AïMuh. STAAT EN OORLOG. 1787. 67 gedrag door de Heeren Penfionarisfen van Berkel en Visfcher by die gelegenheid ter Staats-Vergadering gehouden, volkomen approbeeren, en dat U Edele Groot Achtb. voortaan als Gedeputeerden ter Staatsvergadering van wegens deze Stad gelieven te Committeeren , alleen de twee voorn. Heeren Penfionarisfen ; ofte anderzints met en benevens dezelven zodanige Heeren Raden, waarin de Burgerye dezer Stad, êen genoegzaam vertrouwen field, en wélke behooren tot de bekende Minderheid Referveerende de Ondergeteekenden voorts aan zich" het nemen van zodanige gepaste maatregelen, ten opzichte van de voorn. Heeren Hendrik Muilman, Cornelis Munter en Franc van der Goes, als dezelvert in tyd en wylen zullen oordeelen te behooren. *t Welk doende, &c. LXXXIX. Request aan de Edelen Manhaften Groeten Krygsraad der Stad Amfier dam, In dato .. April 1787. Vertoonen met fchuldig refpeft, de Ondergeteekenden , alle Burgers en Inwooners der Stad Amfterdam. Dat zy Ondergeteekenden aan het Collegie van U Wel Edele Manhafte, uitmakende den Grootert Krygsraad van deze Stad, met alle de Rechten daar aan verknocht, altoos zo veel gewichts gehecht hebben, dat zy hetzelve, gelyk zy vertrouwen, op dé beste gronden mogen houden voor het groote en derke Bolwerk van hunne Burgerlyke Vryheid en Vei. ligheid, Dat zy Ondergeteekenden, hetzelve Collegie uit dat oogpunt befchouwende, bet zich altoos tot eene der eerfte Burgerplichten gerekend hebben , om , met eenen phchtmatigen Na-yver, zo veel in hun is, te waken, dat door niemand, wie het ook zy^ eenige ondernemingen in het werk worden gefield Ï; ü * tel  68 • april. ZA AKEN VAN 1787. tegen de Prerogativen en Rechten van een Collegie, het welk in een onaffcheidelyk verband ftaat mee de Rechten der Burgerye, en alzo met al wat aan dezelve lief en dierbaar zyn moet. Dat zy Ondergetekenden , met deze gevoelens bezield, tot hun grievend leedwezen hebben moeten ondervinden , dat de zints eenigen tyd gehoudene handelwyze van de Heeren Colonellen Frans Bosboom , Jan van Marfelis, Junior, Nico/aas Warin Anthonisz* en Jan Dan/ér Nyman^ is geweest van dien aard, dat in dezelve maar al te zeer de duidelykfte kenmerken te ontdekken waren, dat by dezelve een onwrikbaar voornemen huisveste, om zich niet llegts aan alle plichtmatige medewerking tot behoud der onwaardeerbare Vryheid te onttrekken, maar zelf om zich tegen alle zodanige demarches , als door U Wel Edele Manhafte ten nutte van Stad en Vaderland gedaan zyn, te verzetten, om onbepaald te heerfchen over een talryk en Eerbied waar. djg Ligchaam van Officieren, dat getoond heeft en nog toond bezield te zyn met eenen brandenden yver, om de Burgerye van deze Stad te herdellen in bet bezit van haare onbetwistelyke Rechten; eene yver, die de rechtmatigde erkentenis van alle Uwe Medeburgers , en de verwondering van de gantfche Natie verdiend, doch welke yver eene misdaad fchynt in de oogen van die vier Heeren Colonellen, en hunne heimelyke magtige Voordanders, welke het Collegie van V Wel Edele Manhafte deswegens alle moeilykheden brouwen. Dat deze intentie van opgemelde Heeren Colonellen zich opentlyk gemanifesteerd heeft in den Grooten Krygsraad , gehouden op den 21 February dezes ]aars, als wanneer dezelven van zich hebben kunnen verkrygen. om, zonder eenige bewimpeling, eene ftelling in te voeren, dat het vrye Collegie van U VVel Hdele Manhafte zoude onbevoegd zyn, over eenige zaken re delibereeren, welke niet door hun Heeren Colonellen wierden voorgedragen, en waar toe alzo derzelver toelaating niet geobtineerd was, niet alleen, maar ooft dat het Collegie van Ü Wel Ede.  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 69 Edele Manhafte zoude zyn gedestitueerd van de raagt orn eene Krygsraads.Vergadering te continueeren, indien zy Heeren Colonellen mogten goedvinden , om zich daar tegen willekeuriglyk te ver* zetten. Dat het willen doordryven van een zodanig Sys« thema , waar door het Recht van den Grooten Krygsraad zo tastbaar van deszelfs tederften kant word aangetast, noodwendig van die kommerlyke gevolgen moet zyn , dat die onderneeming moet gereekend worden op niets anders uittelopen, dan op eene poging , om de geduchte kragt van het Burger Krygswezen te verlammen , en geheel buiten activiteit te brengen ; door welk middel deze Heeren Colonellen zeer waarfchynlyk ten oogmerk hebben, om zulken onzer Regenten in de hand te werken , wier bedoelingen zo zeer zigtbaar zyn, om de Wettige Volksftem te fmooren , deszelfs invloed te weeren, en de herftelling der by ufurpatie verkorte Rechten, met al hun kragt en vermogen tegen te gaan. Dat die onderneeming al verder geconfidereerd moet worden, als een poging om eerfe willekeurige magt te occupeeren, welke al het gewigt van denKrygsraad tot een loutere harsfenfchim reduceren, deszelfs voortreffelyke Vryheden aan banden l®g-, gen, en in efFecte hen Heeren Colonellen de volflagene Meesters van ü Wel Edele Manhaftens vrye Deliberatien maken zouden. De rampzalige gevolgen, welke uit eene zo fchreeuwende ongerechtigheid zouden kunnen proflueeren , zyn te menigvuldig , om die alle op te tellen. U Wel Edele Manhafte penetreéren zekerlyk al ras , indien de verdervende hand in hare heillooze en fchandelyke pogingen flagen mogt, om ook in deze Volkryke Stad een Godloos Oproervuur te doen ontbranden, het welk men op verliheidene plaatfen als het laatöe hulpmiddel voor dwang en overheerfching in het werk Held, hoe fchrikbarend het in deze Stad gefchapen zoude ftaan, wanneer het aan de willekeur van Colonellen ofte de Meer. E 3 der-  70 april. ZAAKEN VAN 1787, derheid van hen , overgelaten bleeve te oordeelen, of *er reede zy tot het bejchryven des Krygsraads of niet: Immers de gantfche Stad zoude aan de woede van een opgeruid en onkundig Gemeen overgegeeven zyn, indien de Krygsraad niet, zonder concurrentie van de Meerderheid der Heeren Colonellen, mogt vergaderen tot het beramen en in het werk ftellen van efficatieufe middelen , ter voorkoming en iiuiting van Geweld en Oproer, en om de Stad by hare rust te bewaaren ! de Ondergeteekenden vertrouwen dat geen enkel rustbeminnend Inwooner zulk een Systhema zal, nochtekan toegedaan zyn; want dit zoude even zo veel wezen als ftaande te willen houden , dat Heeren Colonellen meesters zyn van de Stad, en meesters over de Zielen der Burgerye en Schutterye van dezelve , welke met aanroepinge van Gods Heilige Naam gezwooren hebben, omme met Raad en Daad de welvaard van deze goede Stede voor te ftaan, en, om deze goede Stede ty haare Rechten en Privilegiën te bewaren en te beJchermen. Dit gefustineerde door opgemelde Heeren Colonellen , hoe gevaarlyk ook op zich zelve, is echter noch gevolgd geworden door eene demarche, welke van noch gevaarlyker uitzichten is; het inroepen namelyk van een Gerechtshof om zich te inmisceeren in de domeflicque beftelling van een Collegie welks onafhangelykhsid een van deszelfs edelfte Voorrechten uitmaakt, en welks handelingen alzo door hen Heeren Colonellen', zonder een directe inbreuk op deszelfs yrye Rechten te entameeren, aan gene vreemde decifie konden gecompromitteerd worden. Dan, Edele Manhafte Heeren ! is die demarche van deze vier Heeren Colonellen voor U Wel Edels Manhafte Collegie, en voor het gantfche Ligchaam deezer Stads Burgerye, grievend en hoonende, zy js het te meer, om dat in de eerfte plaats, Heeren Colonellen dezelve gedaan hebben op den grondflag yan een Publicatie van den Stadhouder Willem den ïf," een Publicatie, welke geltatueerd is in een tyd- ■*" 5 wp>  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 71 ftip dat den Stadhouder door een woeste en onzinnige hoop, uit de heffe des Volks, in die dagen van verblindheid, alles opgedragen werd, wat zyne zinnelykheid goedvoïtd te begeeren; doch welke berovingen van Rechten men thands, in deze meer verlichte dagen, ten fterkften rèclameerd, en waar toe zommige Leden van Hun Edele Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op de loffelyke Propofitie der Stad Haarlem , hebben betoond te willen werkzaan zyn. Bovendien is de grief en den hoon des te grooter , daar de vier Heeren Colonellen, in de tweede plaats, het Hof van Juflitie, in hun Request om Mandement Poenaal hebben misleid gehad; want de Krygsraad tegen welke zy Mandement Poenaal hebben gevraagd, was geene Krygsraad door de Leden van dezelve belegd, maar eene Continuatie van die Krygsraad door Heeren Colonellen zelve, hoe zeer meer bepaald , dan meu immer gewoon geweest is (dan van welke bepaling der Keeren Colonellen , de Vergadering van den Grooten Krygsraad nauwlyks geopend zynde, zelve hebben geglisfeerd, ten blyke, dat zy geconvinceerd waren, dat ook andere zaken, buiten de vervulling der openftaande Officiers-Plaatfen tot dien Krygsraad behoorden, en de onderwerpen der Deliberatien van denzelven konden , mochten en moesten uitmaaken) befchreven tegen den 21 February jongstleden, en toen op reces gefcheiden, om dat alle zaken die in dezelve verhandeld moesten worden , niet konden worden afgedaan, wel is waar dat zy naderhand, in de Vergadering van den Krygsraad , hebben gedeclareerd gehad niet te willen gedoogen, dat 'er over iets anders gehandeld ofte geconcludeerd zoude worden , dan alleen om toe te treeden tot het vervullen van de vacant zynde Officiers-Plaatfen; masr Edele Manhafte Heeren» wie gaf hen het vermogen om zulks te begeeren ? hebben zy hunnen wil gefundeerd gehad , ook al op de by hun geliefde en geadopteeerde Publicatie van Wi/iem den IV dan moet zulks meer verwondering baaren , daar die zelve Publicatie niet zo veel woorden zegt, Dat £ 4 van  72 APaiL. ZAAKEN VAN 1787, van nu voordaan dezelve Krygsraad zal hebben haare vrye Deliberatie» over alle zaken tot haar gehoor ende, en dat het aan dezelve Krygsraad ingelyks zal vm /laan om by vacatuure van Colonels, en verdere Hoofd- OfficiersPlaatfen , zodanige Verkiezingen en Aan/lellingen te doen, ah zy in conformiteit van de Privilegiën, oude Cofiumen, Reglementen, en herkomens ten meesten nutte en welzyn va» de Stad zullen oordeelen te behoore». Het (laat dan volgens die zelve Publicatie aan U Edple Manhafte, om in den Krygsraad vryelyk te delibereeren , over alle zaken tot dezelve gehoorende; en echter hebben die Heeren Colonellen, Voorflanders van die Publicatie, ü Wel Edele Manhafte refpedabei Collegie die Vryheid willen betwisten ! dit Contrast is derhalven e'en uittlekend bewys van de willekeurige handelwyzen van opgemelde Heeren Colonellen, en van hunne eigendunkelyke interpretatien van die zelve Publicatie. Maar, Edele Manhafte Heeren.' het conftcerd in de derde plaats al verder, dat deze Heeren Colonellen roet hun Adres aan het Hof van Juflitie niet ter goeder trouwe hebben geageerd , daar zy by hun Kequest om Mandament Poenaal, tegen de waarheid aan , hebben durven goedvinden te pofeeren, dac zy in de VergaderiDg van den Krygsraad den ai February laastleden gehouden, zouden hebben geprotefteerd , tegen de Continuatie van den Krygsraad , niet alleen, maar ook tegen alles wat daar inne verder mogte worden geproponeerd ofte geconcludeerd: Van dit Voorgeeven van een zodauig Protest, is niet alleen geen bewys voor handen, maar het gedrag door hen Heeren Colonelien gehouden, heeft zulks v3n zelve gelogenftraft; want hoe kan het met de gezonde reden — hoe met hun voorgeeven, en hoe , eindelyk, met den aard der zake overeen gebracht worden? Dat zy Heeren Colonellen, aan den eenen kant, aan het Hof van Juliitie durfden zeggen te hebben geproLeiteerd tegen alles wat in de gecontinueerde eerfte Sesfie van den Krygsraad zoude worden ge. proponeerd- daar zy aan de andere kam zelve hebben  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 73 ben medegewerkt, ter executie van dat geene wat in die gecontinueerde Sesfie door ü Wel Edele Manhafte is gearrefteerd en geconcludeerd «eworden? De Ondergeteekenden bedoelen de door U Wel Edele Manhafte aangeftelde Commisfie tot het Defenfie-Wezen dezer Stad, juist door U Wel Edele Manhafte aangefteld, na dat de genoemde Heeren Colonellen' zich uit den Raad geabfenteerd hadden. Het is U Wel Edele Manhafte bekend , dat die zelve Heeren Colonellen zich by de door ü Wel Edele Manhafte aangeftelde Comnnffie hebben geaddresfeerd gehad, en opening van het, door dezelve geconcipieerde Plan van Defenfie, gevraagd, het welk hen gegeven zynde , door hen is geapprobeerd , met aanbod (doch, naar Ons inzien, onder eene niets beduide Referve,) fan hetzelve, gezamerylyk , in cas van nood, ter executie te brengen, met dat gevolg, dat zy vier fcfeeren Colonellen , nevens den braven Manhaften Heer Colonel van Goudoever, en de verdere Heeren Officieren dier Commisfie, voor Heeren Burgemeesteren gecompareerd zyn, ten einde het Plan aldaar ook te fuppediteeren; dat vervolgens eene Commisfie uit de Vroedfchap is benoemd, om, met de gezament. lyke Heeren Colonellen eu verdere Heeren Officie, ren, die het Plan van Defenfie hadden gemaakt, de Confert te ageeren , tot uitvoering van het zelve Plan , indien de nood zulks had verëischt. ~ Deze demarche van de vier Heeren Colonellen kunnen de Ondergeteekenden niet anders cotfidereeren te zyn, dan als een Adveu van het door ü Wel Edele Manhafte in de gecontinueerde , doch door hen verlatene Sesfie van den Krygsraad , ten dien refpeófe gerefolveerde en geconcludeerde; doch zy kunnen hetzelve geenzints compatibel maken, met een Protest tegen alles wat zoude worden gerefolveerd en geconcludeerd, dat zy in den later tyd aan het Hof van Jufiitie voorwenden te hebben gedaan, om daar door een fchyn te willen E 5 by-  74 april, ZAAKEN VAN 1787. bybrengen van de onwettigheid des gecontinueerde Krygsraad. Dat alzo deze handelingen niets minder involveereiide, dan eene directe aanranding van de onwaardeetbaare Rechten van den Grooten Krygsraad , zy Ondergeteekenden geen vryheid hebben, om flappen van zo kommerlyke gevolgen, met een onverfchillig oog aan te zien; zo wel uit kragte van den Burger-lied , waarby zy gezwooren hebben , omme met Raad en Daad de welvaart van deze goede Stede voor te flaan\ als inzonderheid uit kragt van den Schutters-iïed, welke hun in eene indispenfabple verplichting legt , om deze goede Stede by haar Rechten er. Privilegiën te bewaaren en te befcher» men. Dat zy Ondergeteekenden in dit zo eclatant geval hunne verplichting daar toe te meer gevoelen, aangezien het gedrag van opgemelde Heeren , welke als Colonellen het voorflaan van 's Krygsraads Rechten hunne Hoofdplicht moesten rekenen, door eene tëgenovergeftelde bedoeling , te minder verantwoordelvk te Houden is , en derzelver inbreuk .op U Wel"Edele Manhaftens Collegie meerder afkeuring verdiend, naar mate ze van dien kant het minst moest verwagt worden. Dat, om alle deze redenen, zy Ondergeteekenden vermeenen te mogen vastPtellen , dat opgemelde Heeren Colonellen, zo wel het vertrouwen van dé goede Burgerye in het algemeen, als de achting van U Wel Edele Manhafte 'in het byzonder billyk verbeurd hebbende, thans geheel ongefchikt zyn, om dien gewicbtigen Post , welks gezag zy op eene zo eclatante wyze, ten kosten van de Rechten van U Wel Edele Manhafte Collegie , hebbende getracht te misbruiken, langer te blyven bekleeden. Dat alzo zy Ondergeteekenden , gerustelyk vertrouwende dat U Wel Edele Manhafte, met die zelfde cordaatheidjwaar aan de Burgery dezer Stad, ja het geheele Lieve Vaderland, zo veel verplicht is, voor de belangen van den Vryen Krygsraad zullen Waken, en geen zwarigheid zullen maken, om het  april. STAAT EN OORLOG- 1787. 7$ het recht van Renjotietcr confervatie der waardigheid en onafhankelykheid van U Wel Edele Manhafte Collegie, ter behouding van eene goede order in het zelve, en ter gerustftelling van de goede Burgerye, in deze te doen gelden. Dat dit recht ü Wel Ed. Manhafte ontegenzeggelyk competeerd, en dat daar van door L' Wel Edele Manhafte in meer dan één geval gebruik gemaakt is, toonen de Exempelen in dezen en in voorige dagen ; immers ü Wel Edele Manhafte hebben noch kortlings in derzelver jongst» leden gehouden Krygsraad hetzelve recht uitgeoef. fend met den Capitein Johannes Ciprianus van Ewyk te demitteeren. Dan een noch voortreifelyker voorbeeld, en dat van zeer Veel applicatie is, met het gedrag van de genoemde vier Heeren Colonellen,' door het inroepen van een onbevoegd Gerechtshoif, leveren Ons de voorige dagen, iu de Refolutien van de Edele Manhafte Krygsraad in den Jaare 1749 gehouden; Fredrik Vaster, Luitenant in een der Compagnten dezer Stads Schuttery, den Stadhouder hebbende ingeroepen over, en ter Zaken dat de Edele Manhafte Krygsraad de Capitein Henskes van zyn Post ontllagen hadden , en den Luitenant Gellink gederoirteerd ; werd daarom als een onwaardig Lid gedemitteerd, en geconfidereerd, als of Hy nooit Luitenant geweest was, met dat gevolg, in weerwil van zyn gedaan Protest, en beklag aan den Stadhouder, dat de Edele Manhafte Krygsraad al verder relolveerden , dat Heeren Colonellen by Heeren Burgemeesteren verzoeken zouden, om dezelve Fredrik Vaster, zo wel, als den Luitenant Gellink en zekere Advocaat Commelyn de Stad te ontzeg, gen, indien zy zich niet ftil hielden. Dit gebeurde Edele Manhafte Heeren, is een doorflaand bewys van het gering valeur dat de Krygsraad toen reeds Relde in het geufurpeerd vermogen van den Stadhouder, om zich met pure Domeftique zaken van den Krygsraad te immisceeren. Ja zelve bewyst het, welk een recht van Remotie de Krygsraad had en uitöeffende, tegen iemand die niets had gedaan, dan alleen den Stadhouder in te roepen.  74 ap&ïl. ZAAKEN VAN 1787. " De Ondergeteekenden vertrouwen derhalven dat het geene de minde bedenking dragen kan, dat de genoemde vier Heeren Colonellen ook verdienen dadelyk gedimitteerd te worden, om dat zy hebben ingeroepen, een Gerechtshof dat nog'minder bevoegdheid in beflisfing van Domedique zaken van een Vryen Krygsraad coaapeteerd, dan de Stadhouder zich arrogeerde in dien tyd te hebben. En keeren hier omme de Ondergeteekenden zich tot U Wel Edele Manhafte met zo veel ernst als nadruk, verzoekende dat dezulke Van de opgemelde Heeren Colonellen , welke by hun hier vooren gemeld gevaailyk Systheroa mochten blyverTperfifteren , en in deze in U Wel Edele Manhafte Krygsraad niet tegenswóordig zyn mogen, worden verklaard , vervallen te zyn van die Posten, door hen refpeélivelyk' bekleed, en zulks ten einde derzeiver alzo open te vallen Posten te mogen worden geremplaceert, door zodanige Heeren, wier bekende curdaatbeid en Vaderlandsliefde hun hec vertrouwen der brave Burgery verworven heeft, 't Welk doende, enz. XC. Adres van eenige Friefche Volmagten aan de Staaten van Friesland, omtrent de Publicatien van 25 September 1786. In dato .. April 1787. EDELE MOGENDE HEEREN.' Da. Ondergeteekenden Volmachten van de Grietenyen Ferwerderadeei en Westdongeradeel in Uosrer^o, van de Grietenyen Hemelumer-Oldephert en Nöbrdwolde en van het Bildt in Westergo, als mede van de Steden Sneek en Dockum in 't Quartier der Steden , by herhalinge hunne gedagten hebbende laten gaan, over de bekende twee Publicatien, van den  iP&iu STAAT EN OORLOG. 1787. 77 den 25 September 1786, zyn overtuigt , dat eene derzelver hoe wel op voordrage van het Collegie en Hof Provinciaal geïrredeert, gegrond is op erroneufe, en in het oog loopende fautive pofitiven, gn dat de andere ten eenemaal gefchikt fchynt, om alle mogelyke wegen tot redres der diep vervallene Conftitutie dezer Republiek in 't algemeen, en dezer Provintie in 't byzonder in eens af te fnyden , en zulks op een wyze, waar van in de Hidorien van dit Land, zelfs ten tyde van eene Hertog van Albas geen voorbeeld is te vinden. Dat ook deze Publicatien in zulke vague en onbepaalde bewoordingen zyn begreepen, dat uit dezelve allerlei aanleidingen, toï vexatiën aan de Acculatorcs Publici word gegeven. En vooral ook dat die Publicatien eenen diepen indruk, ec gevoeligheid, ja zelfs een mistrouwen op de Hooge Regeering en Collegien dezer Provintie , niet fltgts in deze Provintie by de Ingezetenen, maar overal waar dezelven in de Waereld bekend geworden zyn, hebben veroorzaakt; gelyk het ook voornoèmde Volmachten natuurlyk voorkomt dat zulke Volks - Reprsfentan ten, die noch gepre' zen, noch gelaakt, noch getauxeert willen worden', door hunne eigene Ingezetenen, die door den weg tot kiagten aan hun te doen moeilyk maken , van kwade oogmerken worden verdagt genouden en dus gewantrouwt. En het is hierom , dat voornoemde Volinagten voordellen , om door een nadere Publicatie, de twee gezegde Publicatien van den 25 September 1786 buiten effefl: te dellen , en liever indien op de algemtene Vergadering van Exercitie-Genootfchappen iets zodanig is bedreeven , waar uit een voornemen, om eene Kegeering in een Regiering op te rigten, of om zich aan hunne Wettige Overheid te onttrekken zoude geblyken ; of wel dat door hec prefenceeren vin Adresfen aan de Regeeringen, door hei rondgaan met dezelve, of door derzelver verteekeamg eenige co bustie of onrust in den Lande is verwekt, de aanleggers ea onderneemers daar  78 april. ZA HEN VAN 1787;, daar van, voor den Hove Provinciaal te doen aclioneeren , op dat aan hen de gelegenheid gegeeven worde, om zich te defendeeren: het welk tog by iemand die zonder vooiöordeelen, zonder lust om ongerechtigheid te doen, wil bandelen, nooit kan worden geweigerd. En indien niet conform deze Propofitie word geconcludeert , referveeren voornoemde Volmagten aan zich, tot hunne decharge, aantekening dezes in 't Quartiers-Boek te doen infereeren. XCI. Adres van den Burger • Krygsraad aan Burgemeesteren van Amfterdam. In dato ,. Aptil 1787. De Comparanten, allen Hoofd-Officieren der Burgerye , en alle Leden van den Grooten Krygsraad dezer Stad, vinden zich, zo vcor zich zeiven, en voor verre het grootfie gedeelte hunmr Schutters, als op den' aller (Ier kften aandrang van veele Duizenden van hunne Medeburgers en Stadgenooten, hier by het Raadhuis Vergaderd, in de allervolftrekfte noodzakelykheid aan dezen Achtbren Raad in te breDgen en te declareren. Dat zy met gedagte hunne Schutters, Medeburgers en Stadgenooten op de gevoeligfte wyze zyn getroffen geworden , door het bezef van den akeligen toeftand, waar in het lieve Vaderland, de Onwaardeerbnare Vryheid, de Rust en Veiligheid dtzer Stad, en eindelyk al wat hun lief en dierbaar is, in dit hagchelyk tydftip gebragt is; een tyditip, waarop zy een tastbaar gevaar gevoelen, dat het geheele werk van Herftelling en Verbetering van onze Conftitutie, welks gewenschte vordering reeds aan elk braaf Regent en Welmeenend Burger de blydfte vooruitzigtert opleverde, door eenen allergeweldigften fchok eensklaps zoude omverre geftooten en vernietigd te worden, indien zulks niet tydig door eene cordaate eö be-  april. STAAT EN OORLOG. 1787. 79 bedaarde, doch tevens kragtige werking van de Burgerye verhoed en voorgekomen wierdt. Dat zy zich wel met die gerustllellenden hoop ge* vleid hadden, dat deze magtige Stad, door haaren uittlekenden invloed en vermogen, op eene cordaate wyze 'sLands goede Zaake dermaate zoude gehandhaafd hebben , dat de waggelende Vryheid eens éénmaal op een' vasten voet gegrondvest, en daar door die allernadeeligfte onzekerheid en ongerustheid, welke thands meer en meer toeneemt, onder de Ingezetenen weggenomen , en de Burgerlyke Rust en Eendragt, Bloei en Welvaart herfteld en duurzaam bewaard zouden zyn geworden. Dat zo vuurig en welmeenend als deze verwagI ting by hun geweest is, zy daar in tot noch toe even fmartelyk zyn te leur gefteld geworden , daar zy, tot hunne grievende imarte en billyke bekommering, * wel verre van in dezen Achtbren Raad een vast volItandig en duurzaam Staats - Beginfel te zien plaats nebben, integendeel van tydtottyd, ja bykans van dag tot dag, derzelver Debberatien en Befluiten dermaate zien wankelen en draayen, dat, en de Achtbaarheid dezer Vergadering daar door verkleind wordt, en te gelyk dat gewigt verliest, waardoor het lieve Vaderland in deszelfs uittertte nood meef dan eens gered is, en thans kan en moet gered worden. Dat zy Comparanten, en met hun alle de Duizenden, die thans beflooten hebben de Vryheid van het Vaderland en den Welvaart van deze Stad te verzekeren en te beveiligen, de oorzaak van de jam- • meriyke gefteldheid van dezen Achtbaren Raad, met alle deszelfs nadeelige uitwerkingen daar in gelegen vinden, dat rer in dezelve zich een party be* vind, waar van de Vooritanders zodanige beginzelen vast houden, weike geheel inlopen tegen die Heilzaame Ntaatsgronden, welke eene andere parthy in dezen zelfden «aad is toegedaan, en welke Staatsgronden, als bevorderlyk voor de ware Burgerlyke Vryheid, overeenkomen, met den vuurigen wensen en verlangen van verre het grootfte gedeelte van de Gosp  8o april. ZAAKEN VAN 1-87, Goede Burgerye, en waar voor de brave Burgeryg aan. die Leden aile gevoelens van de hartelyklfe dankbaarheid toedraagt; dat deze twee overgeftelde werkingen in dezen Achtbaren Raad, indien zy Comparanten met behulp der goede Burgerye zulks niet tydig wilden voorkomen , baarblylselyk eene zo droevige uitwerking zouden veröorzaaken, dat het mistrouwen der Burgerye,'t welk noodwendig , door eene voortduwende onzekerheid over haare gewigtigfte belangen , reeds tot eene zeer groote maate heeft moeten klimmen, wel dra tot dat uitterfte zoude komen , dat 'er de fchroomelykite Toneelen binnen deze Stad te vrezen, ja onmisbaar te verwagren zyn. Dat derhalven zy Comparanten, voor zich, voor voornoemde Schutters, en op aandrang van zo vee. Ie duizende hunner'Medeburgers en Stadgenoten, ter voorkoming van anders te dugtene onheilen , om zich aan geen onverantvvoordelyk verzuim fchuldig te maken, in de volltrektfte verpligtingen zyn, om zo voor zich, als voor voornoemde hunne Schutters, Medeburgers en Stadgenoten, te vergen en te infteeren, dat die Leden van dezen Achtbaren Raad, tegen wien het mistrouwen der Burgerye zich wel het meeste bepaald, zich van nu voortaan befchouwen, als omflagen van hunne Posten als Raden dezer Stad, ten einde daar door de anders zo zeer te dugtene gevolgen van dat mistrouwen, het welke het aanblyven van die Leden allergevaarlykst maakt, voor te komen. Dat zy voor deze Leden van den Raad, welker aanblyven zy om voorzegde redenen thans ten uiterften gevaarlyk rekenen, houden de Heeren Mr. Fredrik Alewyn, Mr Willem Gerrit Dedel Salomcnsz., Mr. Joan Graafland Pieter sz., Mr. Mar ten Adriaan Beels, Hendrik Muilman, Comelis Munter, Mr. Nicolaas Calkeen, Franc van der Goes en Mr. Apollonius Jan Comelis Lampfins, en alzo dezelve van nu aan verklaaren en houden als gene Raaden dezer Stad meer te zyn, en dienvolgens infteeren, dat derzelver plaatfen, als door deze tusfchenkomst derBur- ge.  apbil. STAAT EN OORLOG. 1787. 8i gerye opengevallen zynde, onverminderd de Privilegien dezer Stad ofte het recht der Burgeryein lLTÏ-°%eUde> door den Achtbaren Raad ten allerfpoedigften met zo veele brave en by de Barïe Sftn/trOUWde P^eTS ^rden aangevuld , en waartoe zy dus den Achtbaren Raad inftantelïï verzoeken te willen procedeeren ; terwvl zy Z den anderen kant op het plegtigfte veSren Z nLÏZS16 dar°,Vaardig ^ ' 0- -etna*lleden niet te dulden, dat aan voornoemde Negen Heeren eenige hindernis, overlast, veel min perfoneel ?e iyK van alle hunne Schutters , Medeburgers m fef fneüttdneVeTgteD' ^ i»"8endeeI8SdS ten aiie tyde , als mannen van eer krascdaadia- r*> beveiligen en te befchermen , in die ffie vei. wagtmg dat de geheele Natie', zo wel a s voorif Heeren dezen flap der Burgèrye zal aanmerk n % lZe PI,«tn'a«'«e en noodzakelyke dTadvan ze fsbehoud, ter voorkooming van 's Lands wisfen val en ter nog tydige bewafring van dTgZJh pende Rust, Order en.Veiligheid in dTz^Z^gó Verzoekende eindelyk nog de ComDaranfPn zich, voor voornoemde hunne SchlTtSs fvT in^^^et^!rteD'dat dit ^^zsss: iyK in de Notulen van dezen Achtbaren ft*** worde gemfereerd, op dat nu en altoo?Mvfc. £Ï de voornoemde Heeren Mr FrJkf* j» v » Francjan der Goes^Mu Si^^J en t &rgeru ?? StadSen°ten, vervuld vaö, geSSn en dankbaarheid voor dezen Achtbaaren LadTïaw AAXV1I1. deel. F XfJJJ  82 mey. ZAAKEN VAN I787. XCH. Aantekening van JonMteer• R. J. van der Capellen tot deMarsch, tegen de Refolutie der Meerderheid, waarby de, door de Henen Staten van Holland aangebodene Mediatie, wordi gedeclineert; voorts Protest van Zyn Edele tegen het dellen van de misfive der Minderheid aan de Bondgenoten in handen van den Hove Provintiaal. In dato 2 Mey 1787. edele mogende heeren! BV gelegenheid der deliberatien van Donderdag laatstleden over de Misfive van de Heeren Staten van Holland van den 13 December houdende een herhaald aanbod van Mediatie , met de Meerderheid van ü Edele Mog. met geconcurreert SdS , om dezelve wederom te dechneeren , maar wel integendeel van begrip geweest: zynde om van de welmeenende Bondgenoodfchappelyke Officien tot herftel van zaaken in dit Gewest , door df Heeren Sraten van gezegde en andere%°™™°> met zoo veleblyken van welmenendheid geoffereerd , gebruï Ie maken, myne aantekening ^werd hebbende, zoo wel met betrekking tot de dringende Soodzakelykheid in dezen, als ten opzigte tot het tefloitby de Meerderheid dezer Vergadering genomen om de Misfive, waarby andere Leden van Staat met my de intercesfie der hoge Bondgenoten hebben ve™ogt, ten einde de Meerderheid der HeeieStatendezer Provintie te willen pernioveeren tot een billyk herftel van onze gireerde Confitutie. te ftellen in handen van den Hove "ovinS, om daaromtrent Hun Edele Mog. gedurende dezeLandfchaps-vergadering, te dienen van deszelfs "Confideratien.en Advys; - zal ik de enr hebben, my van een en ander thand» te acnuitteeren. ^  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 83 Ik agte het overtollig , om alhier in 't breede uit te weiden over de hoofd-aauleiding, waardoor de Heeren Staten van Holland zig verpligt gevonden hebben, Hoogstderzelver Mediatie aan te bieden. Ik hebbe in het noodlottig tydftip, toen de Meerderheid dezer Vergadering kon befluiten, den Militairen arm tegen twee Steden, integreerende Leden van Staat, tegen Burgers en Ingezetenen, die tot maintien van derzelver privative en domestique belangen werkzaam waren, eh hunne byzondere Regten en Voorregten deswegens reclameerden, ten fterkften geprotesteerd , de jammerlyke gevolgen , welke uit deze geweldige onderneeming moesten voortvloeijen, voorfpeld, en dezelve buiten myne verantwoording gefield. De uitkomst heeft myne bekommering gebillykt; en daar geheel Nederland nog niet van den algemeenen fchrik, welke dit befluit verwekte , bekomen is, daar Hetzelve aoo zigtbaar den gefchokten band der Unie verder losgerukt, en het reeds zoo ongelukkig fubfifteerend wantrouwen tusfchen Regenten en Ingezetenen , zoo merkelyk en zoo gevaarlyk heeft vermeerderd, verkieze ik alle verwytingen, waardoor de bykan» onherflelbare wonde verergert zou kunnen worden te vermyden, en my diensvolgens tegenwoordig, over deze treurige gebeurtenis, waarvan zoo veelen nog aanhoudend de gevolgen moeten bezuuren, niet verder uittelaten, in hope, dat de tyd naby mag zyn, dat een yder door een herftel van zaken genegen zal bevonden worden, om aan het gebeurde niet meer te gedenken. Ik zal my alleen bepalen, om met weinigen, ten opzigte der aangebodene Mediatie, aan te merken dat naar myn inzien, de Hooge Bondgenoten, in 'c byzonder uit hoofde van 't laatfte gedeelte van den iften Artykel van het Verbond der Unie, zig beregtigd , jaa in de necesflteit gebragt vonden om Hoogstderzelver welmeenende goede Officien aan te wenden tot vereffening van gefchiilen, van aart en natuur als plaats hebben ten opzigte der Steden Hattem en Elburg, als integreerende Leden van F a , Staat,  84 mey. ZAAKEN VAN 1787. Staat, en waarin verre het grootfle gedeelte der Inwoonderen, uitmakende de burgerlyke Maatfchappy dier twee Steden , begrepen zyn. De geftrenge maatregelen , tegen dezelve ter uitvoer gebragt , moesten, om der gevolgen wille, die zelfde Bondgenoten bedagt doen worden, om naar middelen uit te'zien overeenkomstig den aart der Unie, teneinde nog by tyds voor te komen, en wel te meer daar bykans alle de Ingezetenen van Nederland zig deze zaak aantrokken , dat Gelderland niet verder van een gereten , en eindeiyk nutteloos en gevaarlyk voor het Bondgenoodfchap mogte worden. Niets was hiertoe gefchikter, dan het asnbod van bemiddeling naar het voetfpoor van meenigvuldige voorbeelden: waarom ik met andere Leden van Staat, en overeenkomftig het verlangen onzer Ingezete» nen, wel gewenscht hadde, dat U Edele Mogende hadden kunnen belluiten, de aanbiedingen als voren aan tcneemen, om dus doende door eene Conftitutioneele tusfchenkomst der Bondgenoten al het differentiale in deze Provintie, tot eene gelukkige afkomst te brengen; zynde 't nu integendeel al mede te vreezen, dat 'door deze herhaalde verweigering, vooral uit hoofde van zommige uitdrukkingen in de extenfie der refcriptie aan Hoogstgèdagte Heeren Staten , de zoo zeer te wenfchen harmonie tusfchen Bondgenoten meer en meerftaat geftoord te worden. Belangende het Addres, dat ö Edele Mog. eene radeloze klagte gelieven te noemen, door andere Leden van Staat met my aan de Hoge Bondgenoten gemaakt, zal ik met weinigen aanmerken, dat wy, na alles op gronden, welke ik nogmaals verklare, te blyven aankleven, en uit eene bekommering voor de gevolgen van verdere verwyderingen, in 't brede by die Misfive gedetailleerd, vrugteloos tot een Conftitutioneel herftel te hebben aangewend, eindeiyk eenen weg, voormaals in zoortgelyke omftandigheden betreden, zoo als uit de retroacla kan blyken, hebben ingefiagen, met geene andere inzigten , dan die in voorfchr. Misfive zyn uitgedrukt, namelyk dat de Hoge Bondgenoten de Meerderheid der Staats-  mey. STAAT EN OORLOG. i7b>. 85 Staats-Leden op de meest gefchikte wyze geliefden te overtuigen van het gewigt der motiven voor de dringende noodzakelykheid van redres, en tot herftel van de zoo onontbeerlyke Rust, fiendragt en onderlinge Harmonie in deze Provintie. Deze, <*e. lyk ik vertrouwe allezints. welmeeneude' inzigten aan de Bondgenoten voorgedragen, worden dan te onregt door U Edele Mogende, gezegt, eenvoudig aaarop neer te komen , als of wy hierdoor bv Hoogstdezelven hadden willen klagen , dat eene zeer groote Meerderheid van deze Vergadering van haare begrippen niet heeft kunnen of willen afgaan om zig by die van eene zeer kleine Minderheid te voegen, en hare Staatkunde aan te neemen. Ik zal hieromtrent maar eenvouwig remarqueeren dat, offchoon ik het ongeluk hebbe, van met eene zeer grote Meerderheid in myne begrippen in ziaken van Regeering te verfchiilen , ik dezelve evenwel gaarne aan het oordeel van een onpartydig' Publiek de eenigfte Regter tusfchen ons, Wil onderwerpen' terwyl ik my tevens vleye, dat de drangredenen! door my en andere Leden dezer Vergadering voor eene verbetering in ons Staats-weezen zoo meenigmaal voorgedragen, eindelyfc eens zullen bevonden worden, in de daad te berusten op de weezentlyke bevordering van den welvaart onzer Ingezetenen En ik durve ö Edele Mog. verzekeren , dat die Staatkunde der zeer kleine Minderheid in de Staatsvergadering van deze Provintie, ter goeder trouw geen ander doelwit heeft. Ook verftrekt het voor die zeer kleine Minderheid tot een groot genoegen van te hebben mogen ontwaren, dat duizenden van Burgers en Ingezetenen, waaronder zoo veele notabele en zoo veele kundige , welke met de zeer groote Meerderheid en zeer kleine Minderheid, dezer Vergadering, Leden van een en dezelfde Maatfchap. py zyn , deze Staatkunde der zeer kleine Minderheid, uitwyzende de meenigvuldige Addresfen toe reclame van Regten en Voorregten by U Edele Mog. ontvangen, met de daad openlyk hebben verklaard voor de haare aan te neemen. F 3 Daar  86 mey. ZA AKEN VAN 1787. Daar nu onze bedoelingen, door ons aan de Bondgenoten te addresfeeren, zuiver, en naar den aart öer Conftitutie ingerigt zyn , wil ik niet ontveinzen , dat U Edele Mog. befiuit , om dit ons Addres, even als of wy ons door dezen flap vergelen hadden, en te buiten waren gegaan, te: tellen in handen van den Hove Provintiaal, om U Edele Mog. daaromtrent te dienen van deszelfs Conuderatien en Advys, my niet weinig heeft gefrappeert. Jk betuige, het ware oogmerk dezer zoo vreemde • en ongewone Refolutie , om eene Conft.tutioneele demarche van integreerende Leden der Staten van deze Provintie, ter examinatie aan een aan dezelven geiubordineerd Collegie overtegeven, voor als nog niet wel te penetfeeren. Ik zal daarom, alvorens my verder te verklaren, afwagten , wat hieruit zal moeten profluëeren ; voorlopig vinde ik my egter genoodzaakt, tegen het prejudiciabele dezer refolutie, als eene atteinte aan het Regt, alle de Leden dezer Vergadering competeerende, ten Iterklten te moeten protesteeren, met referye van al het geen ik tot maintien van myn Regt, als een Meede-Lid dezer Vergadering , zal genoodzaakt zyn werklteUig te moeten maken; terwyl ik tevens meede voorbehoude, om my over de ongewone en thands meer en meer zoo opmerkelyk toeneemeude Staatsmaximes, waardoor alle politique zaken van aanbelang aan den Hove, om te dienen van praeadvys, worden gezonden , nader te expliceeren, uit hoofde derbedenkelykheid, daarin gelegen, als diviëerende van de oorfpronkelyke inrigting van voorfchr. Hof; terwyl hetzelve door de geftadige behandeling van pohti. que zaken zoo merkelyk agterlyk blyft, uitwyzende onder anderen de zoo roeenigvuldige by hetzelve hangeDde onafgedaane Procedures , m de adminiftratie eener prompte Juftitie, waaraan mtusichen ©nze Ingezetenen niet weinig gelegen is. (Was getekend) R. J. VAN der CaPELLEN Arnhem tot de Marsch. èen s Mey 1787.  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 87 XCIII. Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, aan de , Staaten van Holland, tot aan¬ drang eener billyke Mediatie. In dato 3 Mey 1787. edele groot mogende heeren! Het is niet aan ü Edele Groot Mog. voor Wien Wyzoo dikwerf Onze denkwyze hebben opengelegt , dat Wy by een breedvoerig betoog Onze ware geneigdheid tot het fpoedig zien eDtameren eener billyke Mediatie zullen behoeven te bewyzen: de Deferencer met welke Wy de raadgevingen van Hoogstdezeive, vervat by de exhortatoire Misfive van den 13 December 1786, hebben ontfangen, en het empresfement met welke Wy dien beandwoorden, zullen daar van tot getuigen kunnen verftrekken; ook is geenzins Ons oogmerk door het doleren over het door Onze tegenparty dagelyks gepleegd wordend geweld, noch door het op nieuw rescon. treren van alle de valfche pofitien en hatelyke infi» mulatien, in zoo vele Misfives der van Ons disfen. tiërende Staats-Leden voorkomende, de ferieufe deliberatien van U Edele Groot Mog. te interrumperen. Dan, Edele Groot Mog. Heeren, eene zaak voor Onze Stad en Burgery van het grootfte aanbelang, is de wyze waarop eene zoo zeer gewenschte Mediatie zoude kunnen worden geëntameert, daar men veel al ziet dat van de eerfte inrichting het al of niet fuccederen der aangelegendfte zaken afhangt. Wy twyfFelen geenfinds of ü Edele Groot Mog., ja zelfs alle de Leden van Hoogstderzelver Vergadering, van welkers billyke denkwyze Wy fteeds zulke openlyké preuves ontfangen hebben , zullen noch aan Óns noch aan Onze goede Burgery ten kwaden duiden, dat Wy Onze bekommering diesaangaande met die rondborstigheid voordragen , waartoe de rechtvaardigheid Onzer zaak, en Onze F 4 Eed  83 met. ZAAK EN VAN 1787. Eed en Plicht, als Vertegenwoordigers van eene cordate, ftandvascige en vryheid-minnende Burgery Ons noodzaken: De van Ons disfentiërende Staats-Leden hebben meer dan eenmaal onder de plechtiglle betuiging van bereidwilligheid tot het aannemen der Mediatie, als onwrikbare voorwaarden gefteld: 1. Dat Zy Ons niet als hunne partby willen aanzien , maar andere met wien Zy geen ver. fchil hebben, als zodanig doen voorkomen, ten welken einde Zy hebben uitgedacht met Ons niet anders dan als Gecommitteerden uit de Burgery te willen handelen, daar Zy integendeel op de Conferentien als Staten van den Lande van Utrecht zouden paroisferen. Wy hebben, zoo Wy vertrouwen, Edele Groot Mog. Heeren , in een vorige de ongerymdheid dezer ftelling ten duidelykften bewezen,-en de fchadelykheid valt niet minder in het oog, wanneer men iiagaat dat Wy door het aannemen dier voorwaarde alle die daden als Condemnabel zouden avouëren, welke Wy verricht hebben uit hoofde van de waarachtige Onwettigheid der Amersfoortfche Vergadering, en van de Wettige wyze waarop Wy door de Burgery , ingevolgen derzelver deugdelyke Voorrechten , zyn verkoren: 2. Eifchen de meergezegde Staats-Leden dat de Conferentien tot Mediatie binnen deze Stad, immers binnen deze Provintie zouden gehouden worden. Wy vleijen Ons ook in verfcheide Misfives, zoo aan U Edele Groot Mog. als aan Oun Edele Mog. d« Heeren Staten van Overysfel en Stad cn Lande gefchreven,ten klaarften gededuceert te hebben, hoe webiig deze Provincie in de acfuële fituatie van zaken tot het houden van zulke byeenkomrten gefchikt is, en hoe zeer 'een Neutraal Territoir daar toe te verkiezen zoude zyn, zonder dat daar tegen contrarie Voorbeelden eenigzmts in aanmerking kunnen komen, dewyl Voorbeelden geene WetteD zyn, en •vooral niet waaneer 'er zulk een aanmerkelyk onder-  mey. STAAT EN OORLOG. 5787. 89 derfcheid tusfchen de omftandigheden plaats heeft: en eindelyk wat deze Stad zelve betreft, de,menées, die noch dagelyks door de twee Voorftemménde Leden binnen dezelve worden gebruikt, doen ons de bïtterfte gevolgen van tweedracht en rustverftoring te gemoet zien; indien Conferentien van zulke een aangelegendheid alhier gehouden worden , en door een vry acces en reces voor een ieder, zonder de minfte exceptie, aan alle die gene welke niet door Ons ter Stad zyn uitgedreven, maar vrywillig, uit haat tegen de Burgery, en tot gemakkelyker executie hunner geprojecteerde geweldige mefures en finistre intrigues ver-trokken zyn, gelegenheid gegeven wierd onder Onze eigene proteélie en guarantie, op dien zeiven voet voort te varen: waarom Wy nochmaals op dit ftuk ten fterkften moeten blyven iafte.ren. En 3. Vorderen de roeergezegde Staats-Leden, dat alle de Provinciën Gecommitteerden ter Conferentien zullen zenden: Ons oogmerk is niet, Edele Groot Mog. Heeren, dit fustenu van hunne zyde in te treden; dan niet minder blyven Wy van Onze zydei.i het denkbeeld, dat eene billyke Mediatie vordert, de Mediateurs hunne Officien aan beide de parthyen aantebieden, ten zy men Ons als geen parthy zoude willen doen voorkomen, — iets het geen allen fchyn van billykheid in de Mediatie zoude wegnemen: Ook vleyen Wy Ons, dat ü Edele Groot Mog,, zo wel als de Heeren Staten van Overysfel en Stad en Lande, met Ons in het zelfde begrip zullen verferen, en tot acceleratie eener Mediatie, op billyke gronden geëntameert, Onze parthy zullen exhorteren, de Militie, waar mede zy zich als geënvironneert hebben, buiten het Territoir dezer Provintie te zenden: want waartoe kan dezelve immers dien. ftig zyn, dan om door eene gedurige alarme de tweedracht gaande te houden; daar intusfchen het Platte Land dezer Provincie jammerlyk door dezelve gedrukt word, en aan hunne brutaliteiten, gepleegt onder een woest Orange gefchreeuw, geëxponeerd F 5 is.  90 met. ZAAKEN VAN 1787. is. Indien het immers de van Ons disfentiërende Staats-Leden in waarheid om eene billyke Mediatie te doen is, daar toe is vredelievendheid, en eene oprechte zucht tot welzyn der Provintie , gepaart met verzaking van alle eigenbelang, en gene Krygsmacht van noden , ja zelfs in hunne eigen fysthema , dat namentlyk de Conferentien alhier behoorden gehouden te worden , hoe zeer Wy zulks als onuitvoerlyk en dodelyk voor de Vryheid van Stad en Provintie befchouwen, en daarin nimmer zullen kunnen toeftemmen , is het aanwezen van Krygsvolk niet alleen onnodig, maar verraad 'hetzelve finiftre oogmerken. Mediateurs of Scheidsmannen behoeven immer gene andere Wapenen dan de overtuiging der Reede; de geringfle fchyn van Contrainte verandert de Mediatie in eene Arbitrage, en wel in zulk eene Arbitrage, welke niet by Compromis, maar vi atmata aan een der twee parthyen word opgedrongen. Wy zullen de pretieufe attentie van U Edele Groot Mog. niet bezig houden met, tot adfttuctie van dit Ons gepofeerde, voorbeelden , afgeleid uit de Jaren 1610, 1672, 167,9 en 1674, aantehalen: dan Wy vermenen op gronden zoo der rechtvaerdigheid vau Onze zaak , als der onbetwistbaarheid Van het bygebrachte, Ons te kunnen vlyen, dat U Edele Groot Mog. indien overhcopt eenige Propofitie ter Generaliteit, rakende de Mediatie, van welken aart ook, het zy onder den fchyn van Acceleratie als anderzinds, wierde gedaan , het wel daar heen zullen gelieven te dirigeren, dat dezelve, als niet zynde van het Resfort dier Vergadering, buiten omvrage, ten minften buiten conclufie werde gehouden. Niet, lidele Groot Mog. Heeren, dat Wy hiermede eene billyke Mediatie zouden willen vertragen, dan de heerschzuchtige inzichten van de twee Vooritem» mende Staats-Leden , hunne Plans tot renverfement der thans alhier fubfifterende Regerings-vorm, hunne voorbeeldeloze orrverfchilligheid omtrent de onrechtmatigheid der middelen,welke Zy daar toe aanwenden, en hunne fubtiliteit om deze en gene van hun-  met. STAAT EN OORLOG, 1787. 91 hunne moderatie te overtuigen, terwyl Zy in hunne zoogenaamde Vergaderingen , Collegialiter het tegendeel plegen, zoo wel als de expresfe begeerte van Onze goede Burgery, die het met Ons in dezen volkomen eens is, gebieden Ons alle mogelyke behoedzaamheid te gebruiken , ten welken einde Wy Ü Edele Groot Mog. plechtig declareren, niettegenftaande Onze ware geneigdheid tot herltel van rust en vrede, nimmer door Onze toeftemming eene Mediatie, op dien partydigen voet, zoo als de van Ons disfentiërende Staats-Leden dezelve thans begeren, te zullen helpen faciliteren, terwyl Wy nochtans Onze vorige verklaringen herhalen , dat Wy niets vuriger verlangen dan Conferentien, op eenen billyken voet aangelegt, zo fpoedig mogelyk te zien entameren, en dat Wy in waarheid gezind zyn op dezelve zoo veel faciliteit te gebruiken als met dezer Stads en Onzer Burgeren Rechten begaanbaar is. En hiermede, na Ü Edele Groot Mog. in de befcherming des Allerhoogften aanbevolen te hebben, blyven Wy, Edele Groot Mogende Heeren I ("Onder Rond) U Edele Groot Mog. zeer Dienat» willige goede Vrienden, Utrecht Burgemeesteren en Vroed» den 3 Mey 1787. fchap der Stad Utrecht. (Lager Rond} Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteekent,} N. Ti VAN VOORST. XCIV.  9ï ~- weï. zaaken van 1787. XCIV. Aanfchryving aan den GencraalMajor van Rysfel, tot informatie op de fchuldige Officieren omtrent gegeven opening aan den Raad van Staten tegen Hun Edele Groot Mog, begeerte , en dezelve provifionecl van den Dienst te dispenfeercn. In dato 3 Mey 1786. De Heeren de Gyzelaar en verdere Heeren by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 6 Sep. tember 1786, Gecommitietrt tot het Perfoneel Befogne, hebben ter Vergadering gecommuniceert , dat zy in het zekere waren geïnformeerd , dat fommige Officieren van het Cordon hadden kunnen goedvinden , om opening te geven aan den Raad van Staaten , van de Ordres door den GeneraalMajor van Rysfel gefield, en dus hadden gecontra. venieerd aan den expresfen wil en begeerte van Hun Edele Groot Mog., vervat by Hoogstderzelver Refolutie van 8 November 1786; en dat zy Heeren Gecommitteerden dit gedrag aanmerkende, als een zaak van het grootfte aanbelang, niet minder tnvolverende, dan eene directe disöbediëntie en vilipendie aan de Ordres van Hun Edele Groot Mog., zich vervolgens verpligt hadden gevonden, zulks ter kennis van Hun Edele Groot Mogende te brengen, en Hoogstdezelven in bedenking te geven , om den Generaal-Major van Rysfel aantefchryven, om zich naauwkeurig te informeeren , of en welke Officieren zich aan het gunt voorfz, is, hebben fchuldig gemaakt, en daar van aan Hun Edele Groot Mog. veiflag te doen; als mede in het byzonder j om de Officieren, die door hera in het gemelde geval bevonden mogten worden, provifioneel en onverminderd het geen Hun Edele Groot Mogende wouden nodig oordelen, tegen hen te llatueeren, van den dienst te dispenfeeren. Waarop gedelibereert zyude, is goedgevonden en ver-  - mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 93 verftaan, dat den Generaal-Major van Rysfel zal worden aangefchreven, om zig naauwkeurig te informeeren, of en welke Officieren zich aan het gunt voorfz. is hebben fchuldig gemaakt, en daar van aan Hun Edele Groot Mog. verflag te doen ; als mede in het byzonder, om de Officieren, die door hem in het gemelde geval gevonden mogten worden proviuoneel en onvermindert het geen Hun Edele Groot Mog. zouden nodig oordeelen tegen hen te ftatuö. ren', van den dienst te dispenfeeren. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de Conclufie gecontradiceerd, en perfifteren by het Overnemen der Propofitie van het Perfoneel Befogne , om dezelve in de order nader te examineren, Confidererende gemelde Propofitie als een poincr. van dat gewicht, dat op dezelve by fimpele praïlec. ture niet kon geadvifeerd worden. Waar tegen met geen den minllen grond zoude kunnen geailegueerd worden, dat de Heeren van de Ridderfchap en Edelen zich in de deliberatien van den 8 November 1786 niet hebben ingelaten, vermits zy daar door buiten tegenfpraak hun recht van over alle zaken , die Refolutie aangaande, en zelfs over zaken uit die Refolutie profluërende, vryelyk te adviferen, niet kunnen verloren hebben. En welke allegatie derhalven van geen de minfte applicatie zyn kan op het voorhanden zynde geval, ,waar het niet op de' Refolutie zelve, maar op een nieuw object van deliberatie , by gelegenheid alleen van die Refolutie, en dus wel degelyk op een poiut van Overneming aankomt. Referverende derhalven, zodanige Nadere Maatregulen, tegens het nemen van gemelde Conclufie, als zy te rade zullen worden. De  94 met. ZAAK EN VAN 1787. De Heer van Wasfenaar, Heere van Starrenburg , heeft zig met de voorfz. Refolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Hoorn, Enkhuyzen, Edam en Jvledemblik hebben tegens het nemen van de voorfz. Refolutie geprotefteert, en gedeclareert: niet voor hunne rekening te willen hebben de gevolgen, welke daar uit zouden kunnen profluéren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle nebben zich met de voorfz. Aantekening van de Heeren van de Ridderfchap geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfter. dam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam , Schoonhoven, Alkmaar , Monnickendarn en Purmerende hebben tegen voorn. Protest en Aantekeningen zodanig ContraProtest en Contra-AantekeDing gereferveert als geöordeelt zal worden te behooren. XCV. Mitfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Schiedam, om maintenue by de uitoefening eener Vrye Magiftaaatsbeftelling van Burgemeesteren , Schepenen en Vroedfchappen ; en om Prövifionèele voorziening. In dato 4 Mey 1787. Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Schiedam , gefchreven aldaar den 2 dezer, waarby, op fundament der geallegeerde en copielyk overgelegde Privilegiën,  met. STAAT EN OORLOG. 1787. 95 gien, verzoeken, door Hun Edele Groot Mog. by eene finale uitfpraak te worden gemaintineerü by de uitoeffening eener vrye Magiftraats-Beftelling van Burgemeesteren en Schepenen hunner Stad, mitsgaders tot de vervulling der Vroedfchaps-Bedieningen, in't vervolg zullende vaceren, en zulks Jaarlyks op den dag door Hun Edele Groot Mog. by Hoogstderzelver fuccesfive Octroyen bepaald; wyders om een Prövifionèele voorziening, hangende Hun Edele Groot Mog. deliberatien ten principaale, ter fpoedige Elecfie aanbiedende hunne geformeerde Nominatien op den 30 der voorlede Maand, op dat hunne Stad aan geen Regeringloos beituur. worde geëxponeerd; breder hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylaagen zullen worden gezonden aan Zyn Hoogheid den Heere Prince Erf Stadhouder, met verzoek om daar op deszelfs Confideratien en Bericht aan Hun Edele Groot Mog. te laaien toekomen. En hebben Hun Edele Groot Mog. inmiddels , onverminderd, zo de Rechten van Zyn Hoogheid, als de gereclameerde Óctroyen en Privilegiën der Stad Schiedam , en zonder daar aan de minfte at« teinte te geeven, uit de Nominatien, by de voorfz. Misfive gevoegd, by deze geëligeerd. Tot Burgemeesteren: Mr. Thomas Joannes Pigeaud. Mr. Philippus Theodorus van Cloon. En Mr. Hendrik van derHeim, Heere van Baarland, Bakendorp en Oudelande. Tot Schepenen: Dr. Wilhelmus Mattheus Keuchenius. Dr. Anthony Gyskerti Hodenpyl. Cer-  96 mey. Z A A KEN VAN 1787. Cornelh Heereman. Amoldus van den Bergh. Hendrik van den Heuvel, Lz. Mr. Bernard Johan Pielat van Bulderen, En Mr. Adriaan Maasdam. Ën tot Raad in de Vroedfchap: Mr. Bernard Johan Pielat van Bulderen. En zal van de voorfz, Ele&ie van Burgemeesteren en Schepenen, mitsgaders van Raad in de Vroedfchap , by*Misfive, kennis worden gegeven aan den Hoofd Officier der Stad Schiedam, om de Ge. eligeerde Perfoonen te beëdigen, en in haare Func tien te inftalleeren. En zal voorts van de voorfz. Eleöie van Schepenen, by Misfive, kennis worden gegeven aan Zyn Hoogheid, met verzoek , om daaruit Schepenen Commisfarisfen van des Gemene Lands Middelen aan te Hellen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben het twede Lid der voorfz. Re. jolutie wel uitdrukkelyk gecontradiceerd, daar tegens op het krachtiglte geprotefteerd, en geïnhaereerd hunne Aantekening in de gevallen ten aanzien der Steden Alkmaar, ' Purmerende en Dordrecht, met referve van de faculteit om dezelve Aantekening verder te ampliSeren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben verklaard , zig met de boven. t ftaande Refolutie, voor zo veel de prövifionèele voorziening betreft, in genen deele te hebben geconformeerd. De Heeren Gedeputeerden der Steden Brielle, Enchuyzen, Edam en Medemblik, hebben tegen het tweede Lid der voorfz. Re-  Meï. STAAT ËN OORLOG. ,787. 97 Refolutie zodanige Aantekening gerelerveerd oo\deeeleneren PrinciPalen zui,en °odig T"|e Heeren Gedeputeerden der Steden Dor. JU* drecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchetn, Schiedam' Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam ert Purmerende hebben tegen voorfz. Protest en Aantekeningen zodanig Contra-Protest en Contra-Aantekening gereferveerd , als de Heeren hunne Principaalen zullen vinden te beho- De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben gedeclareerd, dat zy in het nemen van de Refolutie over de prövifionèele voorziening omtrent de verandering in dé Regering der ótad Schiedam niet geconcurreerd , niaar de Conclufie daar vart aange. zien hebben. - 8 edele croot mogende heerenI Wy hadden wel gewenscht ons te hebben kunnen dispenferen, de veelerhaude gewigtige deliberatien van U Edele Groot Mog. te vermenigvuldigen, met een Addres 1 dcor ons aan Hoogstdezelve te doen. Dan de bezeffing van onze verplichting om de Prj. vilegien, aan ons als reprefenterende de Bun gerye der Stad Schiedam, zoo door de Gra« ven in der tyd, als door ü Edele Groot Moe gefchonken , te handhaven , en y verzuchtig om dezelve gaaf en ongefchonden op onze Nakomelingen te brengen , voert ons in dé onvermydelyke noodzakelykheid' ü Edele Groot Mog, eerbiedigst te adiëeren. De Privilegiën, welkers handhaving wvbëi xvvm f' Edele Groot Mog. Heeren! zyn beaaXVIÜ, deel. G trejj»  93 MR*. Z AA KEN VAN 1787. treklyk tot de Jaarlykfche Magiftraats-Beftelling binnen onze Stad, en tot de vervulling der Vroedfchaps-Bedieningen; waar van het geval thans dadelyk door de vrywillige afftand van Mr. Arend Vink fenior voor handen is. Wy willen niet ontveinzen, dat Wy na de wederinvoering van het Stadhouderfchap in het Jaar 1747, onze Nominatien van Burgemeesteren , Schepenen en der vacerende Vroedfchaps-Bedieningen, Jaarlyks ter Electie hebben geprsefenteerd aan den Vader van den tegenwoordigen Heer Stadhouder, in die Qualiteit. Wy erkennen ook te gelyk; dat wy gedurende de Minderjarigheid van den Heer Erfstadhouder , eerst aan deszelfs Vrouwe Moeder, en na haar Overlyden de voorfz. onze Nominatien aan ü Edele Groot Mog. als exercerende de Voogdy over denzelven, ingevolge U Edele Groot Mog. aanfchryving van den 16 Jan. 1759» fuccesfivelyk ter Electie hebben toegezonden; ja wy erkennen daar en boven ook daarna te hebben gedefereerd, aan V Edele Groot Mog. Refolutie van den 8 Maart 17Ó6 tot op den 30 April van het laatst afgelopen Jaar 1786, zynde de gewoone dag tot de Magiftraats-Beftelling, by ü Edele GrMog. Oclroijen bepaald. Dan niet tegenftaande die openhartige erkentenis van gepleegde daden, zo vermenen wy met de volkomenfte gerustheid, dat als de verplichting derzelve zal moeten werden onderzogt en beilist, wy nimmer tot de continuatie zullen kunnen werden veroordeelt, Wy Rellen vast, Edele Groot Mog. Heeren! dat als men in den Jaare 1747 en 1766 met diezelve rondborstigheid , als men thans God dank! vermag te doen, had durven fpreken; en dat wy of onze Prsedecesfeuren , met ééne gepaste fermiteit, het maintien der Octroyen en Privilegiën, die wy thans zullen  MET. STAAT EN OORLOG. I?87. 99 reclameren, hadden durven inroepen, en zich U V/Jr effeni!?f der aa"fthryvingen door U Edele Groot Mog. gedaan, hadden geëx cufeert, ü Edele Groot Mog. toen ^ min als nu, dezelve als eene abfolute verplicht,™ zouden hebben geobtrudeerd: wy v£enen die aanfchryving van den 8 Maart 1766 vi geen anderen zin te moeten opvatten 'dan als een daad; waar by ü Edele Uroot Mog heoben verklaard, aan ons te hebben gerei nmteerd, de Jaarlvkfche toezending dr Nominatien; - welke Hoogstdezelve in qualiteit als Poogoen, over den toenmaals Minderiarigen Heer E-f-Sradhouder, - en in dk bi trekking alken hadden geoordeeld te moeten vorderen tot corfervatie, voor zo veel des P°u%S TIÏÏÏ redU ™han™ 'oenmaligen Pupil, in tyd en wyle des goedvindende te fustineren. En wy (tellen vast, da; daar uit geenerhande verdere verplichting tegens ons kan werden geëiiciëert, zoo lang Zy fe "w heid ,„ gebreke zal biyven oir! Aliunde zfn recht, tot de Eledhe der Magittraats-Be (telling en der Vroedlchaps-Bedieningen, uit 5e Nominatien door ons geformeerd , tot eene demonflratie te betogen? Wy zyn al overlang bedagt geweest Fhilips by der Gratiën Godes Hertoch van -* Bourgondien, vanLotrich, van Brabant, en van Limborch , Grave van Vlaanderen, vanArroys, van Bourgongien, Palatyn, van Henegouwen , van Holland, van Zeeland, van Namen, Markgrave des Heiligen Ryks, Heere van Vriesland , van Saluys ende van Mechelen, doen cosd allen Luden, hoe dac wel waar is, dac Symen Heye Arentsz. als Onzen Bailiiu van Schiedarnme , en de Vuyt. machen Zynre Commisfie van den zelve dienlte, alle jaar binne Onzer Stede van Schiedarnme gezet heeft alzo andere Bailliuwen aldaar voor hem gelyke Commisfie hebbende, ook gedaan hebben twee Burgemeesteren, zeven Schepen ende twee Treforiers , die elk zyn Jaar vuyc dat alzo plegen te bedienen, mer want om zekere zaken, zonderlinge dienende tot vordérnisfe ende welvaart van Onze voorfz, Stede van Schiedarnme die in corte veurlede Jaren als Wy vernemen zeer verarmt ende in Perfonen, Koopmanfchappe ende Neringen grooteüx vermindert en ten afteren gegaan is, Onze voorfz, Bailliuw by aduife, ende goeddunken van Onzer getrouwer Stedehouder^ende Kade van Holland op ten dag van huiden met Onzen gerechten, ende der Vroedfchap van Onzer Stede van Schiedarnme vruchtelyk veurkomen is, als dat Wy nu voortaan geduurende den tyd. van zyn leven, dat Wy hem Onze voorfz. Bailliuwfchap bevolen ende gemachtigc hebben een-en twintig Perfonen , Poorteren ende Inwonende aldaar by naamen Jan Ottetz, Anthonis Jacobsz Willem Wouters , Jakob Rembrandsz, Pieter Franckensz, Jacob Hertnanusi Taco, Jan van W'ter, Hendrick Gysberisz, Kees Ficert, Lo *etu Guerrsz, Adr taan Woutersz , Philips Hutgen'tz , Ban hout Claar jcinsz , Jacob Arentsz Jan Jacob Claesz , Pieter van Ryn Jansz, Mdriaan Jacob Muysz. Fk-  iio mey. ZAAKEN VAN 1787. Floris Hendricksz , Coenraat Aelhrechltz, Sy> mort de Wyst Heyn Pietersz, by den meesten . ftemmen van hem Iuden by horen Eeden vuyt hem allen, ofte andere Poirteren ende Inwonende, aldaar alle Jairop den derden dag van Nouembri voormiddage binnen Onzer voorfz. Stede van Schiedarnme , nemen ende kyfen zullen ende ook Eeden, alfoo dat behoort, om dat naaste Jaar aldaar te dienen vuyt den genen van de voorfz. een-en twintig Perfonen die dan tot Burgemeesters noch Trefauriers niet genoemt, en zyn van Onzer wegen kiezen ende Eeden zal zeuen Schepenen, behoudelyk, dac die genen die alzoo tot Burgemeesters, Schepenen of Treforiers gecoren werc, dat die niet dan een Jair lang an een in den dienstte blyuen zal, maar na den vuytgange van dien Jaire te minfte een Jair daar vuyt blyven, eer die in den zeluen dienste weder gecoren worden zall, ende wart oock, zoo dat eenige van den bovengenoemde een en twintich perfonen ofliuich worde, ofte metzynre alingerwoonfiat, vuyt Onzer voorfz. Stede voere, zoo zullen die anderen van den zeluen een ende-twiutig Perfonen noch aldaar blyvende by den meesten (temmen van hem luyden, in die Stede van dien oflyuich of wechuareode, by horen Eede andere kiezen van den Poorteren aldaar, nutfie daar toe wezende ; zoo is 't, dat Wy, als tot der vordernisfe ende weluaart van Onzer voorfz. Stede , zonderlinge genegen zynde, ende ook overmits verzoken van Onzen Bailiiu, Gerechten, ende Vroed, fchsip van Schiedarnme voorfz-, aan Ons hier gedaan wefende alle 't zeluen dat zy aldus mit malcandereu overcomen zyn, ende hier bouen in 't lange verclaart ftaat, belieft, ende geconfirmeert hebben, belieuen en confirmeren mit defen Onze Bryeue, ende gelsten oock, dat alfoo ftad- ende vaste te houden,  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 111 den , ende van een ygelyk te doen houden de voorfz. Symen Heye Arentsz, Ons Bailliuws leuen lang gedurende, en daar en tende tot Onfen weder zeggen , zonder argelist In oirconde defen brieue, ende Onze Zegele hyer aan gehangen; Gegeuven op ten achttien dach in Augusto in 't Jair Ons Heeren duyfent vyerhondert drie en tzesrig. Aldus geëxtraheerr uit het Register der Privilegiën , berustende ter Secretarie der Stad Schiedam den a Mey 1787. (Onder Rond) By my Secretaris. (Was getekend) ysbrand de kock c. t. Tk/lwie by der Gratiën Gods, Hertoginne van Bourgongien , van Lotryck , van Brabai d, van Limburch, van Luxemburch, en van Gelre, Gravinne van Vlaanderen, van Artois, van Bongongien , Palatyne van He» negouwen, van Holland, van Zeeland, van Namen ende van Zutphen, Markgravinne des Beylicx Ryks, Vrouwe van Vriesland ende Saluis, ende van Mechelen , doen te weten alle den geenen die jegenwoordige letteren zullen zien of hoiren leefen, alfo Ons clairlicke gebleecken is, dat by wylen Hertoch Ph. van Bourgongien Onzen ou (en Vader, Zaliger Ged., in den Jare van drie en tfestich lestleden, Or ze goede Steden van Schiedarnme , by Onfen Stedehouder ende Raide van Holland gegonnen, geconlenteert, geoorlooft ende geordonneert is, om rust, vrede ende eendrachticheyd binnen der zeluer ötede te heb-  tli mey. ZA AKEN VAN 178^ hebben ende te houden, dat tie Vroedfchap binnen derfeluer Stede zoude mogen kielen by haire Eede een ende twintig Perfonen , Poirteren dnde inwonende aldaar, welke een ende twintich Perfonen by den meesten Stemmen van hemluyden by hairen Eede , vuyt hem allen of anderen Poirteren ende inwonende aldaar, alle Jaren op ten derden dach van Nouembri voormiddage binnen Onfer voorfz. Stede van Schiedarnme nemen ende kiefen zullen ende oock Eeden alfoo dat behoort, om dat naaste Jaar vuyt te dienen , twee Burgemeesteren, tweeïhreforiers, muite daartoe wefende, ende dat alfoo gedaan zynde, dat dan Onfen Bailiiu aldaar oock alle Jair op ten feluen dach desgelyx, en om dat naaste Jair aldaar te dienen vuyt den genen van den voorfz. een en twintich Perfonen, die als dan tot Burgemeesters, noch Treforiers niet genomen en zyn , en van Onfer wegen Kiefen ende Eeden zal zeven Schepen, behoudelyk dat die genen die alfoo tot Burgemeesteren, Schepen ende Treiöriers gecoren fullen worden, in maachfchappen binnen afterskind malcander niet beflaan en zullen, ende zoo wie alfoo tot Burgemeesters, Schepen ofte Treforiers gecoren wort, dat tie niet dan een Jaar aan een in dien dienst blyuen fal, maar uaa den vuytgange van dien Jaire, ten minden een Jaar dair vuyt blyuen , eer die in denzeluen dienst weder gecoren zal worden j ende wairt oock zoo dat eenige van den bovengenoemden een ende twintich Perfonen oflyuig worde, ofte met zyner alinger woondat vuyt Onfer Stede voere, off datter oock yemand foo cranck of oud worde, dat hy niet bequaam en wair te dienen , zoo fullen die ander van denzeluen een en twintich Perfonen aldair blyuende, by den meesten Stemmen van hemluyden in die Stede van dien by hairen Eede anderen Kiefen van den Poii*  Mi*. STAAT ÈN OORLOG. 1787. Poirteren aldair nutfle ende bekwdamftè aair toe wefende ; Soo is !t, dac Wy noch ouermits ootmoedichs verfoecks willen, van onfe L.eue ende Getrouwe onderlaten van Jchiedamme voorfz., vuyt fonderlmge fpe. tiaal gratie derzelver Stede geconfènteert ende geoorlooft hebben, confentereii en oorlouen mit defen Onfen Brieue, voor Onsen voor Onfe nacomelingen, dat van nu voort, aan tot eeuwigen dagen gedurende die Vroetfchap ende Kyckdom van Onfer Stede voorn., kiefen ende ordonneren fullen , Een endtwintich perfonen, die welcken alle Jair db ten dag voorfz. zullen kiefen, ende ordonneren twee Burgemeesteren ende twee Treoners, ende die eeden, ende oock den Bailhu, als dan feuen Schepen', in alre manierè v zoo voorfz. Haat ontbieden daaromme endé beuele^ Onfen Bailiiu ende Dienre van Onier Stede voorn , endé allen anderen dient ?enCnnrn Vt' dat zy 'c inho^ van de. fen Onfen Bneue van punt tot puut, wel onderhouden, ende doen onderhouden, fonder yet ter contrarie te doen, ofte laten gefchien, in eeniger wyfe, want wy 'c alfbó gedaan , ende gehouden willen hebben in oirconde van defen Brieve, ende tot eeuwige vasticheyd, hebben Wy Onfen Segèl hiS aan doen hangen ; Gegeuen in Onfe Stede van Genr, óp den drie en twintigftën dach van Maeue, in 'c Jaar Ons Heeren Duyfent . vyer hondert fes en feuenticli. 1 Op de pleycke Itond aldus, by mvnré Joncyrouwe de Hertoginne ende haerert Raedt, aldaer, myn Heere den Hertoge van tkuen, den Bislchop van Lmdick HermcJ van Bouillon HeJ Alolpk W&euelTll van der Marcke, Heere tot Ravefleyn, die Graue van m»c*etre Heere Vd„ Gruthuyfen; Mr. Jan van Bonnette, Heere tot #W, dié  U4 mey» ZAAKEN VAN 1787. tegenwoordig waeren ; ende was onderteyckenif(D  mey» STAAT EN OORLOG* 1787. 119 confent vuyt fonderlinge Gracie, mits defen Onfen EriefF, dat fy voortaan hebben fullen vier-en-twincig Peifoonen , daar off die Baiiliu in der tyd wefende, een ende die eerfte wefen fal die welke 24 Perfonen van Onfen wegen by feeckerè Comrnisfn:, daer toe voorde eerfte reyfe genomen ende gefteld/uilen worden van de Beste en Notabelfte derfeluer Stede, en die van nu voortaan macht hebben zullen alle Jare ten gewonelyken dage vuyt de voorfz. 94 ofte anderen vuyt ten lichamen van derfel. uer Stede te kiezen vier Perfonen tot Burgemeesteren , en veerthien Perfonen tot Schepenen , die zy gehouden zullen wezen over te feynden , Ons ofte Onzen Stadhouder van Holland, om daar vuyt te nemen ende te ordonneren twee Burgemeesteren ende zeven Schepenen metten Baillui eed gedaan heb« bende , kiezen zullen twee Threforiers die Jaarlycx gehouden zullen worden rekeninge te doen van den incomen der voorfz. Stede naar ouder gewoonten, ende zullen een van twee Burgemeesteren, ende een van Threfo» ryers twee Jaren aan een mogen wezen, daartoe willende , ende Ordonnerende dat iu de voorfz. 24, nog onder de Burgemeesters en Schepenen niet en zullen mogen wezen den Vader met den Soonenoch twee Gebroeders, en dat indien een van de Burgemeesteren en Schepenen binnen hoiren tyt Storuen, zo zal die Baiiliu een ander Burgemeester of Schepenen, uyt den anderen geprajfenteerden Perfoonen tot Burgemeester ofte Schepene nemen, ende Eeden als voren, en de als een van den voorfz. 24 fterft, zo zullen die anderen bin. nen zes weken daarna , Ons, ofte Onzen voorfz. Stadhouder van. Holland prefeuteeren drie anderen Perfonen , nut en bequaame , om daar vuyt een genomen te worden die den Baillui Eeden zal, alvorens, dit al geduurende tot Onzen , ofte Onzen Eruen ende NakomeH 4 lin-  rap mey. ZAAKEN VAN 1787. lingen wederzeggen ; en zullen die voorfz. Supplianten gehouden wefen, den Onfen je* genswoordigen Octroyen te doen registeren, in Onfen voorfz. Reeckenkamer in Holland, alleer zy 't effect van dien fullen mogen gebruycken , ontbieden daaromme ende beuelen Onfen voorfz. Prasfident, ende Luyden van Onfen Raide ende Reeckeningen in Holland, ende allen anderen Onfen Rechteren Jufticiëeren, Officieren ende Onderzaten wien dit aangaan ofte aanroereu zal mogen haren behouderen, ende een van hun byzonder zoo hen toebehoren , dat zy de voorfz. Supplianten van dezen Onzen jegenwoordigen Oclroyen, oorlof ende Confent, ende van alle den inhoude van dezen in den maniere voorfz. doen laten ende gedogen„ rustelyk ende vredelyk genieten ende gebruiken , zonder henluyden te doen ofte laten gefchien, eenig hinder, letzel ofte moeyenisfe ter contrarie, want Ons alfoo gelieft, des t'oirconde hebben Wy Onfen Segel hier aen doen hangen, gegeuen in Onfe Stad van Brusfel den 14 dag van Januaryo, in 'tjaer Ons Heeren Duyfent Vyff-hondert ende feven ende twintich; ende van Onfen Rycken te weten van den Roomfchen, en Germanien 't negenfte, ende van Caltilien ende andereu 'c elffte. Op de pleycke Hond, by den Keyzer in zynen Raide; ende was ouderteykent L. du fytiouil. Ter zyde op de pleycke flond aldus, op ten 16 dag in Meye in 't Jaar Duyfent vyf Hondert ende acht-en twintig; zo zyn deze cpene Brieven van Octroye, navolgende heuren in houdene by Ordonnantiën van de Luy. den van Rekeningen in Holland, Geregistreert in 't 2 geluwe Registeren, rustende in der Kamere van der Reeckeningen; beginnende primo Meye, Anno 1527 fol. 41; Actum als voren, by my, en was ondertekent D.t D.w»»*i* ende  WY, STAAT EN OORLOG.' ,787. m ende was Bezegelt met een groot Zegel van Nle ftaaTt? vnithangende aan een dob- (Onder Rond ,) Accordeert metten Originele Brief? gefchreuen in Perchemyne, Be! legelt ende Onderteyckend als boueu daar tegen gecollatio* neert; by my (Was geteekent,) C. BUYS, Op den 4 Oétobris Anno 1616, hebbe ik Ondergefchreven het Oétroy ende Priuile^ie hier voren gaande gecollationeert, tegenshe't agehrwe Register, berustende ter Ramere van Reeckeningen in Holland, aldair fol 4? Tv5?\?aei\ida"mede> uitgezonden in den den. yZeT' accorderende beyon- Des t'oirconde hebbe ik dezen onderr™ kent, ten dage en Jare als bouen. y" (Was geteekend) J. VAN B1YR0P. (Onder Rond} Aldus geëxtraheert uyt het Register der Privilegiën , berustende ter Secretarie der Stad bchiedam, den a Mey 1787by my Secretaris '* (Was getekend) YSBRAND DE KOCXC, C. T. "5 De  ia2 mey. ZA A KEN VAN 1787. De Ridderfchap , Edelen en Steden van Holland en West-Vriesland , reprefenterende de Staten van dezelyen Landen, doen te weten , alfoo ons vertoond is by burgemeesteren ende Vroedfchappen der Stad Schiedam , voor haar felven ende vuyt den name van derfelver gemene Burgerie , dat om vele ende verfcheyde trouwe dieniten, den Graue ende ürauinnen defer Landen , van tyd tot tvd gedaan, defelve tot vordernisfe , ende vveluaart der voorfz. Stede, haar met verfcheide loffelyke Preuilegien , al voor ende omtrent den Jaare twaalf hondert, hadden eebeneficeert , ende fpecialyk , dat Hertog Philips van Bourgondicn op den 8 Augusty des Taars veerthien hondert drie en tfestig, haar hadden geoétroyeert, abfolutelyk by de meeste Stemmen te mogen kiefen, uyt een en twintig perfonen, zynde Vroedichappen, olte uyt den anderen Poorteren ende inwonende, aldaar, Jaarlycks twee Burgemeesteren, zeven Schepenen , ende twee Irefauners , welke Priuilegien door Vrou.ve Maria van Bourgondien op den 23 Maart veerthien hondert fes en t'feuentich was geconfirmeert ende in verfcheyden refpeften geamplieert geweest, blykenue by de befegelde Brieuen van Oftroy, daar van fynde verleend, doch alfoo omtrent den laare vyftien hondert feuen en twintich aan Keyfer Catel den Vtfden klachtelyk was te kennen gegeuen, dat van desfelfs wegen, tegens de voorfz. Privilegiën, ende de conti, nuele rustige ende vreedfamige posfesüe van dien , henluyden was geïnterdiceert ende bevolen in dier vougen Burgemeesteren, Schepenen ende Treioriers niet meer te kielen , foo was naar vertoog van het recht, ende gerechtigheyd der voorfz. Stede , echter by Hóogstgemelte Heer Seyfer geoótroyeert ende geaccordeert geweest, dat fy voortaan fouden hebben Vier-en-twimig perfonen, van de  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. ï23 besten ende notabelfte derfelver Stede, die reprefenteren foude het Lichaam der voorfz. Stede die macht hebben fouden aliejaaren, ren gewonelyken dagen , vuyt de voorfz. Vier' en-twmtich perfonen, ofte andereu uyt den Lichame derfelver Stede te kiefen vier perfonen tot Burgemeesteren, ende veerthien tot Schepenen, dze fy gehouden Rillen wefen over te feynden aan den Hoogstgemeite Heer Keyier, ofte fynen Stadhouder over Holland, omme daar uyt te nemen, ende te ordonneren twee Burgemeesters ende feven Schepenen Ü'ler ,rt0tc-ZVne Keyfei''y1so Maart 1787 benoemd ter onderzoek van het tweede Lid der PropoOtie van de Stad Haarlem ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. op den 30 January 1787 gedaan , en dewyl door het excuferen J van eenige Heeren in de voorfz. Commisfie' benoemd, dezelve is vervallen, met verzoek dac het voorfz. tweede Lid der gemelde Propofitie andermaal ter tafel en in de deliberatie van U Edele Groot Mog. moge worden gebracht , en tot dezelve benoemd die Perfonen , welke daar toe door Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht op den voorfz. 30 Maart zyn geproponeerd; tot,den verderen inhoude van hec welke wy ons voorts refe» reren , en voorts verzoekende dat door de tekening van dit ons Declaratoir mag wor* den gehouden, als of hec originele Requeste zelve door ons was ondertekend. Aclum Hazerswoude den 30 April 1787. ( Was getekend door 79 Perfooneu.) Met bet vorenftaande Request van Burgers en Ingezetenen van Gouda, Conformeren zich de Burgers en Inwoonders van Rodegrave en onder de Jurisdictie van Zwanenbur- ■ gerdam. (Was getekent door 69 PerfoonenO XCVJL  meï. STAAT EN OORLOG. 1787. 139 XCV1I. Refolutie van Hun Ed. Gr. Mop* op eene Misfive van Butgemeesieren en Vroedfchap der Stad Utrecht, tot aandrang eener billyke Mediatie. In dato 4 Mey 1787. Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, gefchreven aldaar den 3 dezer, tot nader aandrang hunner waare geneigdheid , om eene billyke Mediatie fpoedig te doen entameeren, met zoveel faciliteit, als met dezelve Stad en hunner Burgeren Rechten taflaanbaar is. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaau , dat de voorfz. Misfive zal worden geëxa mineert door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daarop gediend van derzelver Confideratien en Advis, en is, dien onverminderd, Copie daar van verzocht, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, om daarop te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, en is wyders, by de voorfz, geleegenheid goedgevonden en verftaan, de Heeren Hun Edele Groot Mog. Gedeputeerden ter Generaliteit by deze te gelasten om te inhaleren het gemanifesteerd begrip van wegen deze Provincie, dat deze zaak niet behoort te worden gemaakt lot een objeéf. van de deliberatien van Hun Hoog Mogende. De Heeren van de Ridderfchap hebben geinhaereert Hun Declaratoir op de Refolutie van den 13 December iaatstleden en fuc cesfif gedaan. De  !4o met. ZAAKEN VAN 1787. De Heer van Wasfenaat» Heer van Starrenburgt heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeert» De Heeren Gedeputeerden der Steden Delftt Brielle, Edam en Medemblik, hebben geïnhEereerc Hun Aantekening op de Refolutie van 13 December laatstleden en fuc. cesfif gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuyzen hebben geïnhaereert Hun Aan. tekening den 2 February laatstleden en zeedert gedaan. XCVIII. Propofitie, gedaan ter Staatsvergadering op den Landdag te Arnhem den 5 Mey 1787, door Jonkheer R. J. van der Capellen tot de Marsch» EDELE MOGENDE HEEREN! Daar by allen, aan wien 'sLands beftier is aanbevolen, 's Volks welzyn als de hoogfte Wet fieeds moet worden in 't oog gehouden, zal een yder geredelyk toeftemmeri , dat dezelve niet kan betragt worden, zoo lang plaats hebbende verdeeldheden , en een gemanifesteerd gemor en ongenoegen, blyven voortduren, welke zonder ontruiming van de oorzaken en aanleidingen nimmer zullen ophouden. Daar het nu eene onwederfprekelyke waarheid is , dat deze Provintie door gevaarlyke verdeeldheden gefcheurd word; dat het grootfte gedeelte der Ingezetenen, vooral in de Steden, welke men mag onderllellen , de meesre verkregene kundigheden te bezitten, op eene verbetering van zaken heeft aangebuudeu, zoo vordert 'sLands welvaart, dat men niet ,anger uitftelle- om den voortgang en  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 141 de gevolgen zulker gevaarlyke verwyderingen en verdeeldheden door gepaste middelen voor te komen. Niemand onzer immers , Edele Mog. Heeren { onverfchillig met welke gevoelens hy over 'sLands zaken bezield is, zal ftaande houden, dat de (taat van zaken in deze Provintie op den duur, zoo als dezelve thands gefield is, kan blyven; en ik meen te mogen zeggen, dat de Ingezetenen van Nederland dagelyks meer en meer, door den geest waarmeede zy bezield zyn, tonen, dat zy niet Uil zullen zitten , voorenaleer het Herftellingswerk zal daar gefteld zyn, als het eenigfle middel, om een voorheen zoo gelukkig, dog thands door verdeeldheden gefcheurd Vaderland, nog voor eenen anderzints gewisfen val te behoeden. Daarenboven is het zigtbaar, dat de binnen- en buitenlandfche omftandigheden der Republiek genoeg aanduiden, dat, offchoon. 't ook voor een tyd mag gelukken, om de pogingen tot herftel tegen te houden, het Volk van Nederland' egter den moed nimmer zal opgeven. Ik bid, Edele Mog. Heeren 1 dat Hoogstderzelver aandagt hier op gevestigd blyve! — Hebbeu niet alle de middelen, de geftrengfte zelfs, te werk gefteld , om den berftellings-yver onzer Ingezetenen te keeren , dezelve niet ten fterkften doen toeneemen ? En men zou waarlyk aan den edelen inborst onzer Landgenoten te kort doen , om niet te verwagten , dat zy by hun voornemen zullen volharden, dog deze edele inborst, dit van ouds zoo beroemd caracfer der Inwoonders van Nederland, verlangt tevens niet vieriger, dan dat dit beöogde Herftellings werk, met welke het lieve Vaderland ftaan of vallen moet, geregeld gefchiede : En offchoon de moed onzer Landgenoten van die der Vaderen niet is afgeweken, toont egter hec taayfte geduld, dat men de gevolgen van altoos beklagenswaardige uiterftens , die eindelyk niet meer zullen kunnen voorgekomen worden, weet te bezeffen." Cod beware ons allen, Edele Mog. Heeren! voor deze uiterftens! Het geene gebeurd is, en volftrekt nog verder gebeuren zal, kondigt ons aan, zoo gee-  142 mey. ZAAKEN VAN ij8p geene middelen zonder tyd-verzuim worden by dc hand genomen, dat deze uiterftens misfchien naby zyn. — Eene verbetering van zaken , gegrond op de reeds door duizenden gereclameerde herftelling onzer zoo verregaande gealtereerde Regeeringsform, eu daaruic voortgevloeide oneindige bezwaren, langer uitgefteld wordende, zal dé uitkomst, wanneer het te laat zou kunnen zyn, bevestigen, dat U Ed. Mog. zig te vergeefs kunnen vleyen, om dezelve door die middelen , welke thands nog in Hoogstderzelver handen zyn, op den duur tegen te hou* den. Gevoelig getroffen over den toeftand van dit Ge» west, — over de omftandigheden, waarin zig onze Ingezetenen bevinden , en over den invloed , die een en ander zoo zigtbaar op ons wankelend Staatsgebouw heeft, wage ik het, U Edele Mog. tevragen: Of de gefchapenheid van zaken in Gelderland geen redres verëischt ? Of de klagten onzer goede Ingezetenen over de ingevoerde wyze van beftier ongegrond zyn? Of zy in allen opzigte overtuigen, de blyken hebben, dat dat beftier in dezejProvintie enkel ingerigc is , tot nut der geenen die bfeftierd worden? San men onze Ingezetenen gerust ftellen omtrent het gevaarlyke , gelegen in de zoo hoog geflegene Stadhouderlyke auctoriteit ? Durft men dezelven verzekeren, dat deze met de Voorregten Van een Vry Volk kan ttroken, en dat de wetgevende en uitvoerende magt in allen dele alléén op deze gronclllagen rusten? Kan het allezints onwettig ingevoerde Reglement op de Regeerings-beftclling dezer Provintie gezegt worden gevestigd te zyn , gelyk het behoorde, op de waaragcige gronden dat alle formen van Regeering alleen 's Volks welzyn moeten beoogen? Is men dan beregtigd, om het» zelve te Willen doen houden voor het eenige en ware fundament van Regeeriftg? Is het in deze dagen reeds niet op de overtoigendfie wyze beweezen, dat dat Reglement 'sLands Hoogheid en Souverainiteit aanrand, door de Regenten van eenen Stadhouder te doen afhangen, en door op de altoos geëerbiedigd  MRY. STAAT EN OORLOG, 1787. -43 digde Regten van Burgeren en Ingezetenen eenen gevaarlyken indragt te doen? Is het niet onlochen. baar, dat hieruit zyn ontdaan de verregaande verwyderingen in het midden onzer, een allergevaarlykst wantrouwen by de, Ingezetenen op hunne Regenten ; jaa bet ongelukkigfte , dat immer aan Vrye Ingezetenen kan overkomen ? Kunnen of mogen onze Ingezetenen omtrent dit alles en nog zoo veel grievends daarenboven, onverfchillig blyven? Kunnen Regeeringen en Ingezetenen in de Steden zeggen, dat derzelver byzondere Regten en Privilegiën onaangeroerd zyn gebleven? daar het evenwel vast flaat, dat nog onder het Hertoglyk beftier, nog na de af'zweering, de Heeren Staten alle de vereenigde Regten des Volks hebben bezeten , wyl daardoor der Steden byzondere Regcen geheel zouden vernietigd zyn , dat door de Unie en andere overeenkomsten wederfproken word; nimmer hebben Ridderfchap en Steden hare Regten en Privilegiën aan de Provinciale Staats-vergaderingen overgegeven , maar veeleer dezelve aanbevolen ter befcherming en handhaviag. Zulk een opdragt en overgave der onwaardeerbaarfte Voorregten heeft nimmer plaats kunnen hebben , als zynde het een ftelregel in ons Staats-regt, dat Regten en Privilegiën niet aan de Regeeringen, maar aan de Ingezetenen behoren, dewyl alle overeenkomsten en verdragen niec alleen ten overftaan der Regeeringen, maar wel uitdrukkelyk met goedvinden der Burgeryen gemaakt zyn. Kan 'c al verder aan de Burgers en Ingezetenen onverfchillig zyn, door wien dezelve beftierd worden? Blykthet nietionwederfprekelyk, dat de Vooryorften zelve zig met de aanftellingen der Regenten in de Sceden nimmer hebben mogen bemoeijen; maar dat het Voorregt, om eigen Regenten in de Steden te verkiezen, zoo oud is, als de Steden dezer Provintie zeiven zyn? Is het gevolglyk voor Burgers en Ingezetenen niet grievende,, van dit Voorregt verdoken te zyn, en zelfs te moeten aanzien, dat aaar goedvinden de thands voc/rgefchreve palen ten op*  144 ZAAKÈN VAN ifByt opzigte der onwettige uitoeffening in dezen, meermalen ten praejudicie der belanghebbende, zynoverfchreden? En welk een fchrikverwekkenden indruk hebben de uitgeoeffende Staats-maximes niet veroorzaakt , waarby men waant beregtigd te zyn , om Vrye Nederlanders , wanneer men 't dienftig oordeelt, onder een Militair bedwang te houden II Veel meer zou ik aan U Edele Mog. ter overwegirg kunnen voorftellen , zoo ik niet by my zelve overtuigd was, dat het geene ik thands de fier gehad hebbe by te brengen, voldoende is, om U Ed. Mog. te overtuigen , dat onze Ingezetenen, jaa dat die van geheel Nederland, met regt naar eene hervorming in deze Provintie reikhalzen. — Een aantal omftandigheden, zoo met betrekking tot het raals uitwendige , deze Provintie en het geheele Bondgenootfchap concerneerende, vorderen voorzeker , dat U Edele Mog. hier niet meede aarfelen. En daar de Meerderheid van U Edele Mogende goedvind, geene aangebodene bemiddelingen van Bondgenoten te admitteeren, — daar de Heer Stadhouder , hoe zeer ook gewoon , met woorden te betuigen bereid te zyn, om van zyne zyde tot herftel van zaken te concurreeren , de gunftigfte gelegenheid tot eene reconciliatie , gebouwd op een Cocftitutioneel redres, heeft doen voorbygaan; en daar het geene in andere Provtntien plaats heeft , op deze eenen merkelyken invloed moet hebben, zoo houde ik my verzekert , dat U Edele Mog. , aangezien het gewigt der zake, bedagc zullen worden, om die middelen by de hand te neemen, waardoor eene eigen redding, gegrond op een billyk her* ffel van zaken, overeenkomfljg het algemeen verlangen onzer goede Ingezetenen, zal kunnen daargefteld worden; en waaruit gevolglyk ook alleen kan profluëeren het effect, van de by 0 Edele Mog. zeiven aan den dag gelegde begeerte , om de rust en goede harmonie in 't algemeen te helpen herftellen, tot voorkoming van den totalen ondergang van het geheele Bondgenoot/chap. Dat U Edele Mog. uitfprake doen over de waarde of  mey. STAAT EN OORLOG. 1*87. 145 of onwaarde van dit myn voorftel , of hetzelve yerdiene een onderwerp van Hoogstderzelver deliberatien te worden! Tot myne verontfchuldiging, welk noodlot over ons ook befchoren is , zal ik altoos kunnen zeg. gen : „ de Republiek kan te gronde gaan , maar ,, de vertroosting van een goed Burger , al moét hy zig onder hare puinhopen begraven, beftaatj „ in alles wat tot redding van 't Gemeenebest kan i, ftrekken, beproefd te hebben." XCTX. Misfive van den Generaal-Majot vari Rysfel , nopens zyn verrichte uit kragt der ordres in Hun Edelè Groot Mog. Refolutie van den 3 Mey, nevens de Stukken daar toé betiekkelyk. In dato 8 Mey 1787. Ontfangen een Misfive van den GeneraaNMaior van Rysfel, gefchreven te Woerden den 8 dezer , houdende , met byvoeging der by hem ineekomene berichten, zyne verrichtingen uit kracht der ordres, vervat in Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 3 dezer , en welke Officieren hv wegens disobedientie, uit voorn, hoofde provifio' neel van den dienst heeft gedispenfeert , breder met elf Bylagen hier na geïnfereerdé Fiat InfertiOi Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden eri verltaan, dat de voorfz. Misiive en Bylagen zullen woroen geëxamineerd door de Heeren by Hün EdGrooc Mog. Refolutie van den 6 Sept. 1786, tot het perfoneel befogue gecommitteert, en de Vergadering daar op tin fpoedigften te dienen van derzeWer Confideratien en Advis; en is, dien onvermindert, Copie van dezelve verzocht door de HeerevvaJ\rd? kiaderfcnaP en Edelen om dezdvé irj AXXVlll. DBEI,. £  ï46 mey. ZAAKEN VAN 1787. Ae Ordre nader te examineren, en door de Heeren cledeoateerden der Steden Delft, Brielle Hoorn , SSkhKïen , Edam en Medemblik, om daar op te verfS de^ntentie van de Heeren hunne Princtpalen. , EDELE GROOT MOGENDE HEERENl MYN HEEREN ! Tneevolge de zeer gerefpecteerde Ordres T van HunEdeleGroot Mog.,en Hoogstde ielver Aanfchtyviog om my exae) te informeren, of, en welke Officieren zich hebben fchuidis pèmaakt aan desöbedientie en viliSndteaSow Edele Groot Mog. Ordres, fn Hoogstderzelver Refolutie van den 8 Novernber 1736 vervat, hebbe ik aan alle ComSdantel der Regimenten Cavallerye en Dragonders, alsmede der tons Infanterye, onder het Cordon, dat x de Êere hebbe te Commanderen, gehorende bevolen, my exadt te berichten, of, en welke open ngen zy van myne gegevene Ordres ol den 25 April laatstleden, aan den Raad van Staten gegeven hebben, ter voldoening . SS Hun Edele Groot Mog. Refolutie van I Hen 27 derzelve Maand. Ik hebbe de eere, Uw Edele Groot Mog. hier nevens de by my ingekomene Denchten toe te zenden, waaruit het Uw Edele Groot Mog. blyken zal dat tegens bovengemelde Refolutie* van den 8 November 1786 gepec CeDehCoÏÏel Commandant van het Regiment Cavallerie van den Lieutenant.Generaal Prince van Hesfen-PhUipfthall, Grave A. van ^üeTSutenant-Collonel van het Regiment Dragonders van den Lieutenant-Generaal Prince van Hesfen-Casfel,/. F W""' De Collonel Commandant van het Rag -  ME?. STAAT EN OORLOG. 1787. i47 ment Dragonders van den Generaal-Major Grave van Byland, IV. van der Duyn. De Lieutenant-Collonel van het Regiment Infanterie van den Generaal-Major Stuard, A J. Levingflon. De Lieutenant-Collonel van het zelve Regiment H. Ba/neavis, De Lieutenant-Collonel van het Regiment van den Generaal-Major Dundas, D. S. W. J. van Raetsve/d. De Collonel van het Regiment van deri Generaal-Major Paiiardy, G. W. S. des Villates. De Major van het eerfte Battaillon vari het Regiment van den Collonel van Pabst 'i Abr. van Thiele. Van den Lieutenant-Collonel van het Regiment van den Lieutenant-Generaal van Hardenbroek, fV> S. van Hogenheim, hebbe ik als nog niet dan een mondeling Bericht bekomen , dat aan gemelde Refolutie van den Raad van Staaten hadde voldaan, met eene openhartige Belydenis van in deze zonder achterdocht en onbezonnen te hebben gehandeld 1 als niets meer ambitionerende dan aan de hooge Ordres van ü Edele Groot Mog. en inzonderheid van die in meergemelde Refolutie van den 8 November 1786 vervat te öbediërien. Alle deze Hoofd-Officieren hebbe ik na inhoud van de hooge Ordres van U Edele Groot Mog,, in Hoogstderzelver Misfive van den 3 dezer lopende Maand vervat , provifioneel van den Dienst gedispenfeert, én Ordre gezonden, het Commando dat zy voerden, over te geven aan den hun in rang volgenden Officier, Verders hebbe ik de Eere hier by te voëgen de Berichten van den Collonel Gommandant van het Regiment Infanterie van den Ge. K 2 ns-  ' 143 mey. 'ZAAKEN VAN 1787. netaal-Major Grave van Byland, C. van Lo» eau. Van den Collonel van het derde Battaillon van het Regiment van den Generaal-Major Grenier, van Citiers. Van den Lieutenant-Collonel van het Regiment van den Collonel Prince van SaxeGotha, S L. E. Scheper. Welke ik bevonden hebbe te voldoen aan den Letter van welgemelde Refolutie van 8 November 1786. Hebbende de volgende Commandanten der Regimenten tot het Cordon behorende, meergemelde Refolutie van Raden van Staten van den 27 April niet bekomen. De Lieutenant-Collonel van het tweede Battaillon van het Regiment van den Lieutenant-Generaal van Onderwater, fV. Spiering. De Collonel Commandant van het eerfte Regiment van den Lieutenant-Generaal Prince van Waldek, van Minnigerode. De Capitein van het twede Battaillon van het twede Regiment van den LieutenantGeneraal Prince van Waldek, Commande» rende vier Compagnien te Woudrichem , S. Behr. De Colonel Commandant van het Eerfte en Tweede Battaillon van het Regiment van den Generaal-Major Grenier, G. van de Pol. De Lieutenant-Collonel van het Regiment van den Collonel Sulyard de Leef daal, S. W. Craufe. De Lieutenant-Collonel van het Regiment Mariniers van den Rhyngraaf van Salm, J. S. B. des Borgnes. in hope hier mede exactelyk aan de hooge intentie en ordre van Uw Hdele Groot Mogende te hebreu voldaan, hebbe ik de Eere my in Hoogstderzelver Proceöie te be-  MET. STAAT EN OORLOG. 1787. i49 bevelen en met het, ootmoedigfle Refpecl te zyn. Edele Groot Mogende Heeren! Myn Heeren! f Onder ftond) Van Uw fidele Groot Mog, de Onderdanigfte en Ge. hoorzaamfte Dienaar, Woerden (Was geteèkent,) den 8 Mey l7&7' A. VAN ryssel. hoog WEL gebore gest. HBErI Tar voldoecinge van ü Hoog Wel Geb. gerefpefteerde order in dato den 4 Mey, zoo hebben de eere van te berichten , dat' op den 28 April 1787 een Refolutie van Hare Edele Mog. da Heererf"Raden van Staten der Verenigde Nederlanden, in dato den 27 derzelve maand ontfangen heb ; inhoudende, dat aan den Commanderende Officier der Dragonders van Hesfen-Casfel, gecanton» neert te Hilverfum, Loosdrecht en Loenen zal aangefchreven worden, „ om Haar Ed. „ Mog. ten fpoedigften te berichten, of hy „ zedert den 30 dezer maand van den Ge„ neraal-Major van Rysfel ordres bekomen „ heeft om op zekere Sein-fchoten in dezel„ ve ordres vermeld, met zyne onderhebben„ de Troupes op het Territoir der Provintie van Utrecht te marcheren." Waar op den 29 de eere hebben gehad van te berichten: „ dat zedert den 30 dezer, ge„ ne ordres van den Generaal-Major tut „ Rysfel heb ontfangen om op zekere SeinK 3 „ fcho.  ?50 ME*. ZAAKEN VAN 1787. „ fchoten in dezelve ordre vermeld , met myne onderhebbende Troupes op het Ter„ ritoir der Provintie van Utrecht te marche„ ren; hopen hier mede aan de intentie van ,, Uwer Edele Mog. voldaan te hebben, en „ hebben de eere van met het alderdiepfte relpeét te blyven," dit is het bericht dat ik de eere hebben gehad van aan Haar Ed. Mog. te doen, hopen hier mede ook aan de intentie van U Hoog Wel Geb. voldaan te hebben, en hebben de eere van my met alle refpeö. te noemen ffoog Wel Geboote Geftrenge Heer ! (Onder ftond) U Hoog Wel Geb. Onderdanige en gehoorzame Dienaar, Hilverfum (Was getekend) den 6 Mey I787. P. F. VERSTER» EDELE MOGENDE HEEREN! Totvoldoeniege, aan Uw Edele Mogende zeer gerefpeöeerde Ordres , hebbe ik de Eer, mee de uiterfte eerbied aan U Edele Mog. te berichten, dat den 26 dezer Maand, ik Ocdergefchreven Collonel Commandant van het Regiment Waalfche Dragonders van den Generaal- Major Grave van Byland, thans gecanconneert, te Alphen en Outshoorn, van den Generaal-Major van Rysfel hebbe beko« men eene Misfive, met eene order, van dien inhoud, als conform de hier nevens gefielde Copien, wélke ik van myn plicht hebbe ge. acht gevonden te moeten beantwoorden, met protestatie tegen de executie van bovengemel- de Order, omtrent het inmarcheren, met myn  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 151 onderhebbende Regiment op Territoir van de Provintie van Utrecht, zonder behoorlyke attachés van de Heeren Staten van die 'Pro. vintie, gelyk als blykt uit de mede ingelegde Copie van myne Misfive. In verwachting , hiermede aan U Edele Mog. Hooge Ordres en Intentie voldaan te hebben, en na myn in U Edele Mog. Proteüie te hebben aanbevolen , zoo neme ik de vryheid van my mee de allernedrigfte eer. bied te noemen, Edele Mogende Heeren 1 (Onder flond) U Edele Mog.Onderdanigfte en Gezoorzaamfte Dienaar, Alphen (Was getekend) den a8 April 1787. w. Baron van dek ddyn. edele mogende heeren ! Ter fchuldige obediëntie aan U Edele Mog. zeer gerefpecleerde bevelen van den 27 dezer hebbe ik de eere te berichten, dat zedert den 20 dezer by het Regiment, welke de eer hebbe te Commanderen, gene andere ordres ingekomen zyn, dan die, waar van de eer hebbe hier nevens Copye aan U Edele Mog. toe te zenden ; waar mede hopende aan dë intentie van U Edele Mog. voldaan te hebben, hebbe ik de eer met diep refpeft te zyn, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond) U Edele Mog. Onderdanige en Gehoorzame Dienaar, (Was getekent) 'sGraveland a. Grave van rechteben. den 28 April 1787. K 4 hoog  IS* mey. ZAAKEN VAN 1787, HOOG WEL GEBOREN GESTR. HEER ! Ter voldoening aan de Requifitie van U Hoog Welgeb. Geftr. in dato den 4 dezer, of my geworden is een Refolutie van Haar Edele Mog. de Heeren Raden van Staten der Veröenigde Nederlanden, in dato den 27 April 1787. inhoudende: ,, omme Haar „ Edele Mog. ten fpoedigften' te berichten, ,, of ik federt den 20 dier Maand van den „ Generaal-Major van Rysfel ordres bekomen ,, hebbe, om op zekere Sein fchoten, in de„ zelve ordres vermeld, met m'yne onderheb» bende Troupes op het Territoir der Pro,, vintie van Utrecht te marcheren." Hebbe ik de Eer U Hoog Welgeb, Geftr. te berichten dat ik aan Haar Edele Mog. heb ferefcribeerd dat my zederd den ao dier ilaand , van den Generaal-Major van Rysfel gene ordres dies aangaande zyn toegezonden. Waar mede de Eer hebbe. my met fchuldige Eerbied te noemen, Hoog Welgeboren Geftr, Heetl (Onder ftond) U Hoog Welgeb. Geftr. On-, derdanigfte Dienaar, Oudewatet (Was geteèkent) den 5 Mey I787. ' II. BALNEAVlS1 EDELE MOGENDE HEEREN! Met alle Obediëntie aan U Edele Mogende zter gerefpecteerde beveelen van den 27'dezer , hebbe de eer te berichten dat zederd den 20 April geen andere ordres by het Eerfte Battaillon van den Generaal-Major * ' ' ' J ' ■ SW  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 153 Stuart hebbe ontfange, het welk de eer heb. be te Comuiandeeren.. In boope dat Uwe Edele Mog. intentie voldaan te hebben, teekene my met het al. lerdiepfte refpe#. Edele Mogende Heeren', (Onder Rond) Uw Edele Mog. Zeer Onderda. nigfte en Gehoorzaamde Die. naar, Naarden (Was geteèkent,) den 29April 1787. a. j, livinostoh. edele mogende heeren! Ter fchuldige gehoorzaamheide, aan Uw Edele Mog. zeer gerefpe£teerde Ordres van den 37 dezer lopende Maandt, hebbe ik de Eere, te berichten: dat zedert den 20 dezer Maande, gene Ordres: om op zekere Sein» fchooten in dezelve Ordres vermeld, met myne onderhebbende Troupes, op het Territoir der Provintie van Utrecht, te marcheren; van den Heer Generaal-Major van Rysfel hebbe bekomen: by de vier gedetacheerde Compagnien, waar ©nder de Staf van het Eerfte Battaillon van het Regiment van den Generaal-Major Dun. das, dewelke ik de Eer hebbe te Commanderen , hopende hier mede aan de intenties van Uw Edele Mog. te hebben voldaan, waar mede ik de Eere hebbe met alle diepfte eerbied te zyn. Edele Mogende Heeren 1 (Onder ftond) Uw Edele Mog. Onderdanige en Gehoorzaame Dienaar, Muyden (Wasgetekent,) den 29 April d. j. w. j. van raetsfblt, 1787» Lt. Collonel. K 5 , ede»  IJ4 mey. ZAAKEN VAN 1787. EDELE MOGENDE HEEREN! Ter voldoening aan Uw Edele Mog. zeer geëerbiedigde Orders, in dato Vrydag den 27 April 1787, zoo hebbe de Eer te berichten, dat zedert den 20 dezer Maand door den Generaal-Major van Rysfel gene orders aan het Regiment van den Generaal.Major Paliardy zyn gegeven , om op zekere feinfchoten, in dezelve orders vermeld, op het Territoir der Provincie van Utrecht te marcheren. Verbly vende met het allerdiepst refpecï, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond) Van Uw Edele Mog. ,de Onderdanigfte en Gehoorzaamfte Dienaar, Woerden tien 28 April (Was getekend) 1787. g. w. j. des VJLLATES» EDELE MOGENDE HEEREN S Met fchuldige obediëntie aan Uwe Edele Mog. zeer gerefpecteerde bevelen van den 27 dezer, hebbe ik de Eer te berichten, dat zedert den 20 dezer Maand gene andere Orders by het eerfte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabst, in GuarDifoen te Naarden , welke de Eer hebbe te Commanderen, zyn ingekomen. Hopende hiermede aan de Intentie van Uw Edele Mog. voldaan te hebbe, terwyl de vry-  mev. STAAT EN OORLOG, 1787. 153 heid neme te befluiien , en met allerdiepfte refpecf. te blyve, Edele Mogende Heeren! COnder ftond,) Uw Edele Mog. Onderdar.igfte en zeer Gehoorzaamde Dienaar, Naarden (Was getekend) den 29 April 1787. alexander van th1elen, edele mogende heeren! Alzo ik ingevolge de Refolutie van Haar Edele Groot Mog. de Heeren Staten van Holland en West-Vriesland van den 8 November 1786,aan de Hoogstgerefpedteerde orders en beveelen van Uw Edele Mog. van den 27 dezer niet kan voldoen, zo vertrouwe ik dat zulks my in deze, door Uw Edele Mog. niet kwalyk zal genomen worden. Waar mede de eere hebbe, my in de Hooge Protectie van Uw Edele Mog. aanbevee' lende, met het allerdiepfte refpedt te zyn. Edele Mogende Heeren l (Onder ftond) Uw Edel Mog. aller Onderdanigftc en zeer gehoorzaame Dienaar, Ysfelfteyn (Was getekend) den 28 April i787- ghristian van l0gau. ede.  156 mey. ZAAKEN VAN 1787. edele mogende heeren ! In Antwoord op U Edele Mog, Refolutie van den twedeD dezer, dient , dat de reden waarom ik niet geantwoord hebbe op U Ed. Mog, Refolutien van den 27 en 08 April , geenzints aan eenig düay, maar alleen daar aan te attribuëren is, dat ik in het denkbeeld geverfeert hebbe, dat U Edele Mog eerfte Refolutie door de laatfte, als pofitive Ordres behelzende , wierd gefurcheerd , voor het overige doet het my hartelyk leed , dat ik, behoudens de hoogstverfchuldigde Eerbied en hoogachtinge voor U Edele Mog,, genoodzaakt ben, uit hoofde van eene Refolutie van Hun Edele Groot Mog. de Heeren Staten van Holland en West-Vriesland, van den 8 November 1786, op het allerootmoedigfte te verzoeken, dat het U Edele Mog. goede gebefte moge zyn, om my varr nader of ampler antwoord op U Edele Mog. Refolutien van den 27 April en a Mey 1787 allergunftigst te excuferen. Met diepst verfchuldigde Eerbied en Hoogachting heb ik de Eere te zyn , Edele Mogende Heeren I (Onder ftond) U Edele Mog. alleronderdanigfte en gehoorzaamde Dienaar, (Was getekend) Oudewater den 5 Mey 1787.. van citters» ee>e«  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 157 EDELE MOGENDE HEEREN/ UEdele Mog. zullen goedgunftig gelieven myn zeer refpeétyeufes ftilzwygen op Hoogstderzelver Refolutie van den 27 April dezes Jaars niet kwalyk te interpreteren. Thans wage ik het tot myne rechrvaerdigin. ge, aan U Edele*Mog. op Hoogstderzelver Refolutie van den 2 Mey laatstleden te refcriberen , dat de Refolutie van Haar Edele Gr. Mog, myne Heeren Staten van Holland en Westvriesland van den 8 November des voorleden Jaars expresfelyfc interdlceert, ora aan iemand zonder exceptie eenige ouvertures of wetenfchap van Hoogstderzelver or. dres, door den Generaal-Major van Rysfel aan de Regimenten van 't Cordon gegeven, te doen. Dus heb ik myn buiten Raat bevonden om aan de Refolutie van U Edele Mog. te kunnen voldoen, zonder de ordres van den Souverain dezer Provincie tegen te gaan, In hoop dat U Edele Mog. myn ftilzwygen in eene voor myn zoo Epineufe fituatie goedgunftig zullen gelieven te excuferen, te meer, indien myn de immediate ontvangst van U Edele Mog. tweede Refolutie van den 28 April laatstleden , in het denkbeeld gebracht heeft, dat eene antwoord op die van den 27 onnodig zy, heb ik de Eer, myn in Hoogstderzelver Protectie gerecommandeert te hebben , met de diepfte ontzag te verblyven, Edele Mogende HeerenX (Onder ftond) ü Edele Mog. Onderdanigfte Dienaar, Ameiden (Was getekend) den 4 Mey 1787. j, E. schepbrn.  153 mey. Z A AREN VAN 1787* C. Request van Burgers en Ingezetenen aan de Regeering van Breda, om herftel van Privilegie. In dato 9 Mey 1787. EDELE AGTBAARE HEEREN DROSSAART, PRESIDENT, BORGEMEESTER EN SCHEPENEN. ^""leven reverentelyk te kennen , de OndergeteeVJ kende Bergers en Inwoonders der Stad Breda. Dat aan gemelde Stad en Jurisdictie, door EngelIrecht, Graaf van Nasfau, iu den jaare 1404., is gegeven het onherroepelyk Privilegie, dat nergens op de Dorpen eenige opflag van Goederen zyn mag, dan alleen binnen de gemtlde Stad van Bre« da, gelyk ook aan die van de Laaken haile by Privilegie van Gerard va» Ros/eghem, 10 January 14U vergunt is, dat niemand in de Baronie eenige fneden van Laakenen houden zal , noch geen getou. wen zetten , noch meesteryen van Wolle, anders dan binnen de Poorten van Breda , gelyk nog al Verder die van de Laakenhal door Johan, Hertog van Lotteringen, begunltigd zyn met het Privilegie , dat al 't Wolle werk inkomen moet binnen de Poorten van Breda; gelyk die Privilegiën te vinden zyn in de Befchryving van Breda, in de Bylaagen lub No. 55 en 41, en geconfirmeerd zo door Graaf Mngelbrecht van Nasfau No. 62 , als daar na door Prins Maurits 4 Juny 1620, üat ten tyde, wanneer die gemelde Privilegiën naar behooren wierden gemaintineerd , het deeze Stad in derzelver Commercie en Navigatie wel ging; floreerde, en alle Braave Borgers behoorlyk aan de kost geraakten, zo door arbeid,, Confumptie, die de gemelde Privilegiën der Stad aanbragten, en veele Buitenluyden en Vreemdelingen , die hunne Goederen, ter opflag of verkoop aanbragten, en andere daar en tegen, die kogten, naar de Stad lokten.  mey. STAAT EN OORLOG, 1787. 159 Dat ook hier door den Schipper, Voerman, Ambagtsman en andere, die zo door de Fabriquen der Laakenen en Wolle Manufadtuuren, en kaade werken , door laaden en losfen der Scheepen en Karren, een ordentelyk beftaan hadden, zodanig zelfs, dat voor die Ampten, wanneer zy publicq ten profyte van de Stad zyn verkogt, meer door de Ingezetenen gebooden wierd, dan zy by de taxatielyst der Ampten, waren getaxeerd , en dus een merkelyk voordeel aan de Stad aanbragten. Dat al mede niet ontkend kan worden, dat ten tyde de gemelde Privilegiën by de Magiftraat van Breda nog wierden gemaintineerd, niet minder ook de Comptoiren van de Convoyen en Licenten, en van den Land- en Water-Tol een merkelyk voordeel gaven , en derzelver Amptenaaren daar door ook een beter beRaan hadden. Dat intusfchen door het verwaarlozen van die, en andere Privilégiën ten klaarflen te zien en na te gaan is, dat deze te voren zo fiorifante Stad, dagelyks al verder naar zyn ondergang heen fpoedt , door dien daar in de Commercie en Navigatie merkelyk begint te verminderen. Dat hier door dan ook notoir moeten verminderen de Stads inkomsten, die ook door het verwaarlozen der Privilegiën gelegenheid gegeven hebben, dat de goede Burgery belafst is geworden met belastingen, die zy niet hadde behooren te dragen, als" daar zyn het Straat-Geid , het Brand- Emmer- en Lantaarn-Geld , het invoeren van Verponding op de Huizen, het Ryksdaalder Geld, de belegde belasting op de Doodkisten, en andere, alle welke belastingen de Tien Raaden, als de Geconftitueerdens der Burgery, en de toezienders, dat de Burgery met geene belastingen belast wierd in prejudicie der Privi. legien (lub No. 14, 32 en 48 in de Bylagen van de Befchryving van Breda te vinden) hadden behoren tegen te fpreken, en de Gildens daar op ten minfte te doen hooren, tot het heffen vau welke lasten zy by continuatie hebben geconfenteerd Dac de Magiflra^t daar toe Oéiroyen heeft gevraagd aan de Hea«  36o mey. ZAAKEN VAN 1787» Heeren van den Domeyn Raad , ftrydig tegen het aan deze Stad vergund Privilegie door Jan van Po* lanen, Heere van der Lecke en van Breda iNo. 48. waar by aan de Poorteren van Breda vergund is, dat zy hunne Accynl'en of Lasten', weder mogen nederzetten, en hogen tot Poorteren oirbare, zonder eenige verzoeken daar over aan den Heer, of iemand van zynentwegen te doen. Dat zy Supplianten met die belastingen thans al zo veele Jaren agter den anderen zyn belast geweest, zonder dat die belastingen zyn nedergezet, niettegenftaande zy ftrydig waren "tegens de uitdruklyke 6de Articulen der Capitulatienvan 1625 en 1637; — Dat zy Supplianten intusfchen ondervinden, dat, nademaal hunne Privilegiën , die zy hebben , en waardoor hunne Voorzaten hun goed en bloed hebben opgeofferd, ten eenenmale verwaarloosd, en niet gemaintineerd zyn, noch gemaintineerd worden tot merkelyk verval van deze Stad, en derzelver in« komsten, alsmede dat echter de Jaarlykfche Slooten der Stads Rekeningen van jaar tot Jaar verminderen, het dus meer dan tyd wordt ïiatefporen, waar aan dat verval is toe te fchryven : Dat inmiddels zy Sup. plianten begrypen, dat U Edele Wel Agtb , ais Vaderen der Borgerye, die zig by Eeden verplicht hebben, de Borgerye by bare Privilegiën, en Voorrechten te bewaren, alsmede niet de Heeren Tien-Raden, geen werk maken, iets te helpen Contribueeren tot herftel der Privilegiën, daar Braave Regenten in andere Steeden met hunne Burgeren zig daartoe opgewekt vinden, en U Edele Wel Agtb. daarin tot voorbeeld zyn, zy Supplianten het daarom van hunnen plicht meenen te zyn, om U Edele Wel Agtbare daartoe eindelyk te moeten opwekken, om de Borgerye het effect van hare Voorrechten te doen genieten: Redenen, waarom de Supplianten zig zyn keerende tot L1 Edele Wel Agtb , ootmoediglyk verzoekende, dat U Edele Wel Agtb., als Reprefentanten en Vaderen van de Borgery, gelieven te helpen maintineeren de hier voren gemelde Privilegiën, ten ein- dé  m* STAAT EN OORLOG. 1787. ,6i de de Borgery, die hare Lasten tot hiertoe vrvwillig gedragen heeft, ook het genot geniete via weaeroin bunnen ontheffen , indien gemelde Privilegien voor de Stad zo voordeelig, wede om hun. «oude werking hadden: en w|deiTSïï!er Je Oftroyen, waarop die belastingen gebleven zyu ^B(ï.^II*WJ.'-00,.k U WeI Edele Agtbal e: „H l&JP VaD dle geheeve"e belastingen Xven L ,i!fff M V°°rtaaD t0t heffe» 'in beI sdn" £ ffen O^f" »an den Heer en Baron ! of deszelfs Domem-Raad , als ftrydig tegens het aan deze Stad vergund Privilegie dLt%nvm PoLl meer gelieven te verzoeken, maar daarToe telCon voceeren de Deekens der Refpeflive GiTdena Z deat0Vder,1gren' °f ^ "^-Akneld h^vor'de™ bXi J ge7e met ^fldanige bel^tinge behoord gen geven eD' h"n Cü"fent daartoe te ™' 't Welk doende, enz. CL Refolutie van Hun Edele Groot Mogi op den voet van 't Confent in den . Extraordinaris Staat van Oorlo* voor dit Jaar; en voor 6 Maanden in de continuatie der Ordinarii Staat. In dato 9 Mey 1787. Bv refumtie gedelibereert zyodg op het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raden in den Ha?e , tttfens vervangende de Heeren Gecommitteerde Ra* den in West-Vriesland en het Noorder-Quanier < van den 22 Maart dezes Jaars en daags daar aart ter Vergadering ingekomen, hebbende tot voldoenmg aan Hun Eoele Groot Mog. Refolutien Gommisioriaal van den I3 January en 14 Maart dezes Jaars geéxamineert de Misfive van Hun Hoog Mo? met de Misfive van den Raad van Staten ter geleide x5Yvn.d,DadS SCSat vaQ Oorl°g ™« d" jaar XXXVIÜ. DEEL. L el,  i62 mey» ZAAK EN VAN 1787. rf«».mpiirr • als mede de Misfive van gem. Raad van SS^pttte van den voorfz. Staat dienen- dCIs goedgevonden en verftaan , dat door de Heeren Ö^^^^^ ter Generaliteit eerst en vooraf zïïlen werden opengelegt eenige remarques, ■ cern^ende zodanige Posten op de yoorfz. Extra. ^noru Staat dewelke zyn voorgekomen , eene ovSeaSagt teUdienen; bsftaande die remarqu sin ^^gg.-. zy„ ftd ,e Pennoenen voor een getal van zemen Offieieren onder het Corps van den Collonel RfmeravevMSalm. waaromtrent m aanmerS" moet komen , dat dit geheele Corps, door een geprecipiteerd befluit der meerderheid ter Vergadering van Hun Hoog Mog., by Overftemming en in weerwil van de herhaalde inftantien van wegens Hun Edele ur. Moe , tot prövifionèele continuatie van dit Corps, ter tyd toe, dat de deliberatien over het al dan niet aanhouden van een voet van Si Troupes by de Armé van den Staat in Vredesïyd , met onderling overleg der gezamemlyke Bondgenoten tot maturiteit zouden Slï gebracht, van Generaliteits wege gelicentieert en afgefchaft zynde geworden , Ss voor deze Provincie meer dan genoegzame redenen oplevert, om die Post geneel 3 te wyzen, en wel met te meerder grond, nadien Hun Edele Groot Mog. zedert goedronden hebbende, het voorfz.gehele Corps in Hoogstderzelver Provinciale Dienst over te nemen de gem. Officieren verzuimd hebben van de'ze voor hun zoo gunftige gelegenheid een nuttig gebruik te maken. ■ , _r H Dat , hoe zeer de Raad van Staate by fpeciale Refolutie van Hun Hoog Mog- Geauthorifeert is geworden, om de Officieren van de afgedankte Corpfen over den uitkoop hunner Penfioenen op een redelyke voet te  mey. staat en Oorlog. i7g7. t£g conveniëren, het heilzaam oogmerk van die Authonfatie weinig bevordert, zo niet geheel Elufoir werd gemaakt, door de menigvuldige verloven, aan de gemelde Officieren van tyd tot tyd verleend werdende ; waar door aan dezelve een gerede weg gebaand word, om hunne Penfioenen buiten 'sLands te verteeren. — Konnehde hier van ten bewys verftrekken , dat onder een aantal van vyf-enzeventig Gepenfioneerde Officieren in het Legioen van den Generaal Grave de Mai/lebois niet minder, als zes en-vyftig voorkomen, die allen op verlof uitlandig zyn. iii. Dat zeftere Chevalier de Moychy onder het evengem. Legioen, als Capitein effeótif, met een Pennoen van ƒ 700:0:0 werd gebracht, die by deze Provincie , door welke nochthans alle de Traktementen en Soldyén van dit geheele Legioen betaald zyn , niet bekend fiaat. iv. Dat zig op deze Staat eenige Officieren vertonen , dewelke reeds Compagnien irt Dienst van de Republicq bezittende, in het een of ander van de afgedankte Corpfen met behoud dier Compagnien, in hooger Qualiteiten, als Hoofd-Officieren zyn overgegaan, en welke als nu met de volle Penfioenen, tot dié hooger Qualiteiten geaffefteert, op de voorfz. Staat gefteld zyn , in de vaste verwachting , zo als de Raad van Staate zich uitdrukt: dal de Conclufiejp het favorabel Rapport, den 24 Nov. des voorleden jaars deswegene uitgebracht, by de Bondgenoten geen zwarigheid zal ontmoeten j dan waaromtrent geremarqueert moet worden, dat de gem. Officieren by hun overgang in de voorfz. Corpfen reeds het dubbeld faveur hebben genoten, van hunne Compagnien lil de permanente Dienst van den Lande te behouden , en van teffens tot een hoger rang in die zelve Dienst gepromoveert te .jyn; ea dat zy dienvolgende geenzints verleren in de L a tefs  ió4 mey. Z AA KEN VAN 1787. termen van de zoodanigen, dewelke uit hoofde der Capitulatien een wettige aanfpraak op bet genot der volle Penfioenen bonnen maken. Terwyl ook het voorfz. favorabel Rapport op geen gewichtiger Redenen of gronden gebouwd werd, dan dat de meergemelde Officieren terzake van de hoger rang, die zy thans bekleden , verhinderd werden by hunne refpective Regimenten dienst te doen; edoch eene alleguatie , welke in allen gevallen van geen verdere of andere uitwerking kan zyn, dan ten aanzien van de Excedenten of Surplufen, met welke de volle Penfioenen het Moncant der by hun thans genoten werden de Traétementen te boven gaan , en zulks ter tyd toe, dat zy de voorn, hooger qualheiten by hunne Regimenten ejfeStivelyk verkregen zullen hebben; Op welke alzins billyke en rechtmatige voet Hun Edele Groot Mog. dan ook vermsenen, dat de Penfioenen voor de meergera. Officieren gereguleert zouden behooren te worden. . V. En laatfielyk, dat op die ftaat gebracht is het Tractement voor een Major by het vierde Battaillon Artilleristen, welke Post, zo min op het Plan van augmentatie van den Jare 1784, als op de twede Extraordinaire Staat van Oorlog van den Jare 1705, te vinden is, en welke, als geheel nieuw en voor 's Lands dienst van geen volftrekte noodzaaklykheid, zeer gevoeglyk gefpaart zou bunnen worden. Terwyl Hun Edele Groot Mog. wyders moeten obferveeren, dat by de Raad van Staate geomieteert zynde eenige melding te maken van de Soldyen der Manfchappen, welke noch overgebleven zyn uit het Plan van Augmentatie, waarmede de Armée van den Staat op den 15 Dec. 1784 is vermeerderd, die Omisfie by eene nadere Misfive van den Raad van Staate wel is geredresfeerd geworden : Edoch, dat Hun Edele Groot Mog , verre van langer in de continuatie van een Post van dien aard te bewilligen,  »iey. STAAT EN OORLOG. 1787. 165 gen, integendeel van begrip zyn, dat, gelyk de ge. heele voorfz. Augmentatie alleen is geweest Temporair en met een bepaald oogmerk gearresteerd, om terftond na het eindigen van de doenmalige Bui. tenlandfche onlusten wederom gereduceert. te worden , zoo ook als nu de redenen van Financie daar voor ten krachtigften pleiten, dat door de afdanking van deze noch resterende Manfchappen , waar van de Soldye, ten lasten dezer Provincie, niet minder, als een Som van Honderden Agtien Duizend Guldens 's Jaarlyks bedragen, de Provinciale Cas van dit bezwaar gelibereert en ontlast werde; en om die redenen dan ook het befluit hebben genomen , om die object, volftrekt te declineeren en af te wyzen. En is voorts goedgevonden dat onder beneficie van de voorfz. remarques in de voorfz. Extraordinarius Staat, en in de Ampiiatie van dezelve ren aan. zien van het Subfidie van 't 5de Battaillon van den Fursc van Wdldek, met fpeciale afwyzing nochtans van het zo evengemelde Objecï wegens de overgebleven Manfchsppen op de laatstgedane augmentatie , Confent zal werden gedragen; dan dat daar benevens op het krachtigfte zal werden gerepraafenteerd , gedeclareerd en gedenuncieert, dat Hun Edele Groot Mog. tot een voor haare Provinciale Financien zoo bezwarend Confent nimmer zouden zyn gekomen , indien daar toe niet gepermoveert waren geworden door de ferieufe overweging , dat de voornaamfle Ingrediënten van die Staat op de duidelyke Teneur van Capitulatien , Confenten en plechtige Verbintenisfen zyn gevestigd , welker dadelyke prasftatie de Eer, zo wel , als de wezentlyke belangens van de Republicq ten fterkfte vorderen , en welker richtige nakoming , zonder krenking van de Publicque Trouw, niet achtergelaten kan worden. Dan dat Hun Edele Groot Mog. tevens hurin* gevoelige aandoening niet mogen verbergen , by de herinnering van het noodlottig tydftip, waaraan deze Extraordinaire Staat van Oorlog zyn geboorte n verfcirtildigd. — Een tydftip , waarin dit GeL 3 mee-  i<5ó met. Z A AKEN VAN 1787. peenebest, met eenen Vyandelyken aanval gedreigd, de Legers van een machtig Nabuur tot op hare Grenzen zag genadert, voorzien met een talryke menigte van ligte en irreguliere Troupes , hoedanige, naar de tegenwoordige manier van Oorlogen, volftrekt nodig en onontbeerlyk zyn; dan van welk foort van Troupes de Armée van den Staat geheel ontbloot was. — Een Tydftip, waarin deze Provincie door eene voor haare Financien veel te drukkende ondervinding heeft moeten ontwaar worden , hoe zy de last der kostbaare Oorlogs-toebereidfelen , verre buiten en boven alle evenredigheid, heeft moeten torsfen; — hoe andere Bondgenoten, deels door verweigerde Confenten, en deels door gebrekkige Furnisfementen, de belangens van de gemene defenfie in de waagfchaal hebben gefteld; en hoe verfcheiden dier Bondgenoten dóór een tegens de gronden van het Bondgenootfchap aandruifchende handelwyze, hunne beurfen voor de allernodigfte voorzieningen , tot het voeren van den Oorlog geftooten gehouden hebbende, al verder, zodra de hoop tot afwending eener voor het Vaderland allerverderflykfte Oorlog , en ter behoud van eene gewenschte Vrede, gelukkiglyk kwam opdagen, als doen, door een, niet minder vreemd en onbeftaanbaar gedrag, niet dan te zichtbaar getoond hebben, zich aan de middelen, ter bereiking van die heilzame eindens , al mede te willen onttrekken. Dat Hun Edele Groot Mog. zich dan ook niet kunnen vergenoegen met ten fterkften te infteren , ten einde , hoe eerder zo beter eene behoorlyke Liquidatie van de Gelden op de twede en derde Ex» traordinaris Staat van Oorlog van den Jaare 1785 geformeert , en de gedane uitfchotten door de refpective Provinciën onderling vereffend worden ; maar dat Hoogstdezelve door het gewichtig aanbelang van al het gunt voorfz. is, zich genoodzaakt en gedrongen vinden, om zo ernftig als nadrukiyk te denunciëren, dat, in het geval, dat de andere Bondgenoten» vergetende de plichten, by het verbond Her  mey. STAAT EN OORLOG. I787. 167 der Unie aan de Leden opgelegt , zich zo verre zouden laten vervoeren, van de last der voldoening aan de Hoofd-Objecten der meergem. Excraordinaris Staat van hunne fchouderen aftefchuiven, Hun Edele Groot Mog. zich van hunne zyde niet langer zullen kunnen weerhouden van zodanige gepaste maatregulen daar te ftellen, als , in dat geval, o;ivermydelyk zyn zullen, om het voorheen zoo heilryk en vrugtbaar, dan thans van de primitive inrichting geheel afgeweken Verbond niet verder tot een grievend bezwaar en eene onverdraaglyke last voor Hoogstderzelver Provintie te doen ftrekken, Dat Hun Edele Groot Mog. wyders met betrekking tot de continuatie van de Ordinaris Staat van Oorlog niet zonder de hoogfte gevoeligheid ontwaar, werden, dat, daar de Confenten van deze Provincie in de fuccesfive Ordinaris Staat van Oorlog al zedert een geruimen tyd telkens gepaart zyn geworden, met de ernftigrfe reprefentatien over de verregaande traagheid en fchreeuwende agterheid der andere Bondgenoten in het ftuk der contributien tot de zoo nodige inflandhouding van 'sLands Zeemacht, die herhaalde reprasfentatien echter tot dus verre van zoo weinig ingang zyn geweest, dat daarentegen de zaken thans tot dit uiterfle zyn gekomen , dat verre de meeste Provinciën, afleggende alle zorg voor'sLands navale Macht, met welke nochtans de ganfche Republiek moet ftaan of vallen, door hun gedrag niet onduidelyk het aanhoudend voornemen aan den dag leggen, om alle betalingen tot een , met de gewichtigfte belangen van het dierbaar Vaderland Zoo nauw verknocht onderwerp, op alle wyze te ontduiken, en het bezwaard Financie-wezen dezer Provincie, door welke alleen in het gepasfeerde Jaar een fom van over de twee en veertig Tonnen Gouds tot de Marine is opgebracht, onder die last geftadig te doen bukken. Dat, gelyk eene nandelwyze van dien aart geen geringe invloed moet voortbrengen op de contributie dezer Provincie, met opzicht tot de Landmacht, Hun Edele Groot Mog. mitsdien zwarigheid L 4 moe-  IÓ8 mey» ZAAKEN VAN , 1787. moeten maken, om, zoo lang aan de voorfz. zoo dikwerf herhaalde Inftantien, by hunne Mede Bondgenoten niet zal wezen voldaan, en -zoo lang het effecT: van de nadrukkelyke denunciatie by de nu onlangs uitgebrachte Refolutie omtrent de extraor» dioaris Equipagie niet zal wezen gezien , zich tot een onbepaald confent in de continuatie van de ordinaris Staat te determineeren ; maar goedgevonden hebben , om by provifie niet langer dan voor den tyd van zes maanden in de continuatie van de ordinaris Hiaat te confenteren, zoo als Hun Edele Gr. Mog. doen by dezen; en zulks onder deze limitatie Bti expresfe conditie, dat voor alle de Troupes op ït ttpattxtie dezer Provincie fiaande, in de GeiderCche Steden un Plaatzen Guarnifoen houdende, de nodige patenten zullen worden gedepecheert, om van daar naar de Steden in de Generaliteit te marcheren; met verdere denunciatie, dat, by aldien aan dit verlangen van Hun Edele Groot Mog. niet met er daad mocht zyn voldaan, uiterlyk by het vervallen van de Heeremaand van Juny , alle dezelve Troupes alsdan by Hun Edele Groot Mog zullen werden gehouden voor gelicentieerd, en dienvolgens ook dadelyk buiten foldy zullen werden gefteld. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben ten opzichte van de eerfte remarqué omtrent het Corps vpn den Rhyngrave van Sahn geïnhsereert derzelver bepaald en gelimiteerd confent op den 8 September 1786 enkel voor den tyd van drie maanden gegeven, en vervolgens de propofitie door de Heeren van de Ridderfchap den 27 Febr. laatstleden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. gedaan , waar door het zelve gehele Corps voor gelicentieert moet worden gehou. den, en zyn derhalven van Advis geweest dat op de voorn, extraordinaris Staat van Oorlog behoorden te worden gebracht en gepasieert de penfioenen voor de by de voorn, repgrque gementioneerde 16 Officieren van ge-  meï. STAAT EN OORLOG, 1787. 169 gemelde Corps , aan welke uit hoofde der afdanking van 'c zelve Corps zulks notoir competeert. De Heeren Gedeputeerden^kr Steden Delft en Gorinchem , hebben zich geconformeert met het Advis van Heeren Gecommitteerde Raden, en by die gelegenheid geïnhjereert derzelver gedaane Inltantien tot affchaffing van het Corps van den Heere Rhyngraaf van Salm. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, als niet geconcurreerd hebbende tot hernemen der bovenftaande Refolutie, voor zo ver betreife, het, cafu quo, daadlyk licentiëren &c. der Troupes op de repartitie dezer Provintie flaaude , na 't expireren der lopende Heerenmaand, hebben Voorde Heeren hunne Principalen gereferveerd, om daar jegens, al of niet te doen zodanige Aantekeüing, als dezelven mochten oordelen te behoren. De Heeren Gedeputeerden der Steeders Brielle, Hoorn, Enchuyzec, Edam en Medemblik, hebben tot de voorfz. Refolutie, zo al» dezelve is leggende, niet geconcurreerr. Is na voorgaande deliberatie, en by renovatie der Refolutie Commisforiaal van den 4 Mey 1784, op het gevoeglykst effeótueeren der denunciatie by de Confenten van 1783 en 1784 in de Staten van Oorlog, ter Generaliteit gedaan, om Hun Edele Groot Mog. Finantie door decharge van minder noodzaaklyke articulen tot confervatie van 'sLands Zeemacht in Raat te houden; goedgevonden en verllaan, dat de gedecerneerde Befognes daar over zullen worden voortgezet en tot effect gebracht» L 5 CU.  ITO msv. Z A AKEN VAN 1787. CII. Aanfchryving aan den Generaal-Major van Rysfel, tegen het nadeelig ± effeSt van Hun Hoog Mog. aanfchryving aan de Staats-Officiercn , van 8 laatstleden. In dato 10 Mey 1787. Op het geen door den Heer van Wasfenaar Heere van Starrenburg en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden by Refolutie van den 6 September laastleeden , rakende het defenfie-weezen van deeze Provincie , aan Hun Edele Groot Mog. in conlideratie is gegeeven; is, conform derzelver Advis, in overweeging van het nadeelig effect., het welk de Aanfchryving van Hun Hoog Mog. aan de Commandeerende en verdere Officieren van den Staat op den 8fte Iaastleeden gearrefteert, in den tegenwoordigen Raat van zaaken te weeg zoude kunnen brengen, goedgevonden en verftaan , den Generaal-Major van Rysfel, ten fpoedigften en zonder eenig uitftel door Hun Edele Groot Mog. aan te fchryven , om aan alle de Commanderende Officieren in het Cordon, in den naame van Hoogstdezelven bekend te maaken, dat Hun Edele Groot Mog. het .met Hun Hoog Mogende volkómen eens zyn , dat geene Troupes van den Staat van het Territoir van de Eene Provincie op dat van Eene andere mogen trekken , zonder Patenten van de laatstgemelde daar toe ontfangen te hebben , zoo lang dezelve zich aan de Unie van Utrecht houden» en zeiven geene Vyandelykheeden op eenige Leden van het zelve Bondgenoodfchap'onderneemen. Dat Hun Edele Groot Mog. hen commanderende Officieren nog derzelver onderhebbende Subalternen en Soldaaten, nimmer eenige ordres daar tegen ftrydende zullen geeven : Dan dat Hun Edele Groot Mog. hunne adfiftentie aan de Regeering der Stad Utrecht, a!s een Lid van het Bondgenoodfchap, hebbende toegezegd , ingeval dezelve vyandelyk ' . mocfi-  mey. staat en oorlog. 1787. i7ï mochte werden aangevallen, of door aantnarsch van Troupes uit Gelderland in gevaar gebracht mocht worden , en dus als zodanig Lid van hec Bond. getootfchap gerechtigd zoude werden, het voorfi. fecours van Hun Edele Groot Mog. te reclameren , de aanvallers niet anders kunnen confidereren, dan als zich zeiven van de voorfz. Unie in dezen opzichte te hebben afgefcheiden , en daar door den Eed door de Militie van den Staat aan de Bondgenoten ten hunnen aanzien onder anderen gedaan, vervallen en buiten effeét gefteld te zyn, en integendeel denzei ven Eed, ten aanzien van het vyandelyk aangevallen Lid in vollen kracht te zyn gebleven: Dat Hun Edele Groot Mog, dan ook verwachten, dat zy Commanderende Officieren en hunne Sabalternen en Gemenen, na deze duidelyke verklaring van Hun Edele Groot Mog., geen de minlte zwarigheid zullen maken, aan de Ordres van Hoogstdezelven , onaangezien de bovengem. aanfchryving van Hun Hoog Mogende, in alles te onderwerpen. Dat hy Generaal-Major van alle de gem. Officiejen zal vorderen derzelver verklaring dezen aangaarfde; mitsgaders die genen die zwarigheid zouden maken zich daar aan te onderwerpen, by provifie en onverminderd Hun Edele Groot Mog. verdere dispo« fitie in den dienst të fufpenderen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, offchoon zich in de deliberatien over de voorfchreve aanfchryving aan den GeneraalMajor van Rysfel niet ingelaten hebbende., inhalerende Haar gedaanë Aantekening op Vrydag den 4 dezer, waar by te kennen gegeven hebben, dat, offchoon zich op deze of geene zaak in de deliberatien niet ingela. ten hebben, aan zich echter bly ven referveren, op die zelfde zaak, of daar uit voorkorneride gevolgen, ten allen tyde de vrye deliberatie over zodanige zaaken te houden, en te meer noch moeten declareren, dat zodanig niet inlaten, wel verre van eenige approbatie aan  ï»7 mey. ZAAK EN VAN 1787. aan zodanige Refolutie te geeven , integendeel is (trekkende omme te doen blyken, dat dezelve met haare denketiswyze in geenen deele is overeenkomftig, zoo als ook tot derzelver Decharge moeten verklaren, dat tot de Refolutie, op heden genomen , tot afvaarding van die voorfchreeve aanfchryving aan den Generaal-Major van Rysfel in geenen deele hebben geconcurreerd j maar dezelve wel expresfelyk gecontfadiceerd , en voor de gevolgen daar uit voortkomende, gcenzints verantwoordelyk willen gehouden worden, laatende dezelve voor Rekening van die Leden, die daar in toegeftemd hebben. De Heer van Wasfenaar , Heer van Starrenburg, heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Hoorn, Enkhuyzen, Edam en Medem.bük, hebben tegen het nemen van de voorfz. Refolutie geprotesteerd en gede. clareert niet voor hunne rekening te willen hebben de gevolgen , welke daar uit zouden kunnen profluëren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle, hebben zich met de voorfz. Aantekening van de Heeren van de Ridderfchap geconfor. meert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Schiedam,Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende hebben tegen voorfz. Protest en Aantekeningen zodanig Contra-Protest en Contra.Aantekening gereferveert, als geoordeelt zal worden te bepjren. CIH.  MBY. STAAT EN OORLOG, 1787. 173 CRI» Refolutie van de Staaten van Holland op de Magiflraats-beftelling te Hemden, In dato n Mey 1787, By refumtie en tot finale afkomst op beden, volgens Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 26 der voorlede Maand, gedelibereert zynde op het Rapport den 6 te voren ter Vergadering uitgebracht, door de Heeren van de.Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne, hebbende ingevolge en tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 16 November 1784 geëxamineert een Request aan Hun Edele Groot Mog. geprsefenteerd door Fredrik Rant, Burgemeester, en Confiantinus WilheU mus Propfiing Schepen der Stad Heusden, zoo voor zich zelfs, als Gecommitteerd van vier Mede-Leden van de Magiifraac derzelve Stad, en alzo te zamen zes van de elf Leden der Magiflraat aldaar, befiaande uit den Castelein Orosfaard, drie Burgemeesteren en zeven Schepenen, verzoekende efficacieufe voorziening nopens de Magiftraats-beflelling aldaar, als mede een.Misfive van W. van der Doet van Noordwyk , als Castelein Drosfaard over Stad en Lande van Heusden, gefchreven alhier in den Hage, den 15 November 1784, houdende deszelfs bericht op het voorfz. Request nevens de Bylagen by dezelve Misfive gevoegd: en voorts ingevolgen en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. nadere Refolutie Commisforiaal van den 9 February 1786" eene Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange , gefchreven op het Loo den 6 bevorens, houdende mede deszelfs confideratien en bericht op het voorfz. Request, benevens de Bylagen tot dezelve Misfive behorende; mitsgaders eindelyk, inge» volgen en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog» Refolutie Commisforiaal van den 19 Cctober 1786, eene Misfive van de Meerderheid van de Mag ftraat der,Stad Heusden, gefchreven aldaar op den 13 van N de.  174 mey. ZAAKEN VAN 1787. dezelve Maand Oétober, daar by, op fundament der redenen in dezelra Misfive gedetailleerd , noch» maals verzoekende, dat Hun Edele Groot Mogende ten fpoedigften volgens de Refolutie by Hun den 37 December 1783 omtrent de Jaarlykfcha vernieuwing dér Wet aldaar, overeenkomftig Stads Privilegiën genomen , den Drosfaard en Schout dier Stad zouden gelieven te ordonneren, zich conform de voorfz. Rechten en Privilegiën omtrent de Magiftraats-beftelling-te gedragen. Alsmede op de Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden van den 25 der gemelde Maand April, en den 26 by Copie aan de Leden gegeven met de daar by gevoegde Misfive van P> C. Hoynck van Papendrecht, by hun, na het overlyden van den Heer van de Noordwyken, op zyn verzoek gequalificeert tot de provifionele waarneming der Posten van Drosfaard en Schout der Stad Heusden c. a., kennis gevende van zyn bevinding en verrichte, en vragende hoe zich in deze verder te gedragen. Is, op de gronden by het voorfz. Kaport gelegd, goedgevonden en verftaan , by deze te verklaren, dat voortaan , • met betrekking tot de Magiftraats^ beftelling der Stad Heusden , overeenkomftig de oude Rechten en Herkomen, en Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 13 Maart 1670, zal moeten worden gehandelt; met last aan den Casrelyn Drosfaard van de Stad en Landen van Heusden in der tyd, om zich dien conform te gedragen. En zal van deze Refolutie kennis worden gegeven, zo aan Zyn Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, als aan den thans noch fungerende Magiftraat der Stad Heusden , om denzelven refpedivelyk te ftrekken tot informatie en naricht. Dat wyders, gelyk de Nominatie tot verandering van den Magiftraat te Heusden, op den 3 January van dit Jaar geformeert, naar dat zelfde principe is ingericht, terwyl de affchrapping van twee Perfonen , en de aanvulling derzelven met twee anderen uit de oude Schepenen, welke van wegens Hun Ed. Hroot Mr>x, moet gefchieden , thans, daar den Dros.  meï. STAAT EN OORLOG. 1787. 175 Drosfaard van Heusden overleden is, door den Perfoon , die ad interim als Drosfaard is aangefteld, zal worden gedaan , den thans fungerende Magi. ftraat der Stad Heusden zal worden aangefchreven , om ten fpoedigften , de Nominatie in het Collegie van dienende Schepenen, op den 3 January laatstleden geformeert, den ad interim aangeftelden Drosfaard te prsfenteren, ten einde daarmede conform het oud herkomen, door het affchrappen van twee Perfonen en het fuppleren van twee anderen uit de oude Schepenen te worden gehandelt. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, zyn van Advis geweest, dat alle de Stukken tot de voorfz. zaak relatif behoorden te worden gezonden aan hec Dof, of aan den Hogen Raad, ten einde na behoorlyk onderzoek daaromtrent zodanig te Adviferen als in goede Juftitie zal bevonden worden te behoren , onvermindert Hun Edele Groot Mog. deliberatie over de Propofitie door de Heeren vanGorinchem den 21 Maart gedaan, en dat voorts de Magiftraat, dewelke volgens Hun Edele Groot Mog. Refolutie is herfteld, en by continuatie weigert daar aan te voldoen, by aldien binnen zekeren bepaalden tyd daar aan niet obtempereert, derzelver Posten zouden behoren te worden voor vacant verklaart, en nader omtrent derzelver fuppletie zodanig gedelibereert en gerefolveerc als Hun Edele Groot Mog. zullen oordelen te behoren; en hebben mitsdien de voorfz. Refolutie wel expresfelyk gecontradiceerd. T~\t Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik hebben gedeclareert in het nemen van de bovenftaande Refolutie niet te hebben geconcurreert, maar gemeent, dat de quseftie over de principale zaak behoorde te werden geren voijeert aan de Ordinaris Juftitie, en dat ver-  176 mey. ZAAKEN VAN 1787. verders de Leden der Magiftraat der Stad Heusden , welke als noch wygerig bleven , om hunne Posten wederom te aanvaarden , behoorden te worden aangefchreven, om zich na Hun Edele Groot Mog Refolutie van den 14 Maart laastleden te gedragen, hunne funcr tien te hervatten, en tot de gewone tyd der Verandering van de Regering van voorn. Stad te blyven waarnemen, en dat iu geval dezelve binnen een zekere te bepalene tyd daar aan niet kwamen te voldoen , als dan derzelver Posten door Hun Edele Groot Mog zouden 't behoren te worden verklaart voor Vacant, en omtrent de fuppletie van dezelve zodanig ge1 delibereert en gerefolveert, zo als Hun Edele t Groot Mog. als dan zouden oordeelen te behoren. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben volgens de last van de Heeren Hunne Principalen het vorenftaande Rapport, zo als het legt, gedeclineerd. CIV. Verklaart, dat de zaak by de Misfive van J. Bichon c. f., en by de Requeste der Oud-Schepenen J. if. Koog c. f. als mede by de Mis li¬ ves van Burgemeesteren van Rot' ter dam, over het gebeurde, nopens !" -1 • ■ ■ de remotie van 7 Raden en der zei- r ver plaatsvervulling, mitsgaders omtrent de Vroedfchaps-Ver gade- i ringen, als mere domesticq, geen obf'ecl van Hun Edele Groot Mog. deliberatie kan zyn, ln dato li Mey 1787. By refumtie gedelibereert zynde óp de Misfive van Jean Bichon van Tsfelmonde, J. A. van der Hoeven,  mey. STAAT EN OORLOG. i787. i77 ven, J. van derHeim, Hendrik van Beeftinsh , C van der Staal, J. M, Qollot d'Eseury, C Gloeninx' van Zoelen en Ridderkerk, J. van Talingen, l"al fW*?, J G. van Mteïop, R, *>? Jn s'J^n" tn ,\ T va\Bazel eil ™» Tfendoom, gefchreven te Rocterdao, den 24 der voorlede Maand houdende een narré van het voorgevallene daa^ te voren in de Vroedfchap aldaar fakende de re. SÏÏ6 T 7 Raden eH rf"«lver%laatsvervu IinK door anderen : als mede op de Requeste van hannes Hoog , Mr. Dirk l.odewyk va» CattenLl ian^lT 5*9* ' fT' C>'»'« de Groot "mt, Jan Damel de Loches, Mr. Cornelis de Heusde Str.\r?tm SiUUrmondt ^ Mr. Marinus Hooe alle Oud-Schepenen der -tad Rotterdam , verzakende hun Kdele GrÓ3t Mo^ en efflea" deufe voorziening tot redres^an al het gebeuSs Sm * TÏZ':Jn "och °P ee" MisfiveVn den 5!?' Jm Enhon C' S- van den 2 dezer, met ee» een M?sfive ÏS hRU° bove^m- narré:'vo0rs op een MiMive van Burgemeesteren en Reg-erdere der voorfchr. Stad van den a3'April, op,'fhS der remotie van 7 Vroedfchappen en de funnS van derzelver plaatzen, mitsgaders het gebS ov die gelegendhe.d: en op eene nadere M°,i>vaï «ReÏThT a,deZer> l»°-«-ePde, da zy in de gefteldheid van zaken by d.e Misfive omfchreven vloeiïT hatd len geöordee»^ de convocane eener' Vroedfchaps-Vergadenng te moeten dilayeren toï dat zy met zodadge ordres van Hun Edele Groot M:,g. zouden worden voorzien, waar door zyin Raat geileld w,erden*ene zodanige Vergadering ! kunnen convoceeren ; alles breder onder de N?tuinfereen '5 V°°rleede ÊD 3 deZer ^^nd ge- d^dT^RT^ 615 Ver?aan bv deze fe verklaren, dat de zaak by- de voorfz. Misfives en Requeste vermeld , als mere domefticq zynde , ten obÏÏ? 1 voor de deliberat.cn van Hun L& cfroo" Mot f^ns^ dsvo,gended™  ,78 mey. ZAA KEN VAN 17*7» Adresfen moeten worden gehouden voor verval. k En zal Extract, deezer Refolutie gezonden worden aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Rotterdam tot derzelver informatie en naricht. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tegen de conclufie van de voorfz. , Refolutie geprotesteerc , en ten krachtigflen geüreeert, dat van wegens Hun Edele Gr. Moe" al het voorgevallene op en na den 23ite April dezes Jaars nopens de pretenfe remotie van eenige Vroedfchaps-Leden der Stad Rotterdam, en de pretenfe aanfteliing van eenige nieuwe in derzelver plaats , zoude behoren te worden vernietigt en buiten effect geiteld, en alles aldaar wedergebracht op den voet, als het zelve is geweest, voor den voorlz. a3fte April. De Heer van Wasfenaar Heere van Starrenburg, heeft zich met de voorlz. Refolutie geconformeert. D: Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enckhuizen , Jidam en Medemblik hebben geinhereert derzelver Declaratoir op den 3 dezer Maand, bv gelegenheid van de deliberatien over de als toen ingekomen Misfive van Burgemees. teren en Regeerders der Stad Rotterdam gedaan, en als toen in de Notulen geinfereert, en mitsdien in het nemen van de bovengemelde Refolutie niet geconcurreert, daartegens geprotefteert en gereferveert zodanige Aantekening, als zy te raden zouden wordetf. D- Heeren Gedeputeerden der Srad Gorin» chem hebben gedeclareert, dat de Heere hunne Principalen van gedagten zynde geweest, dat Hun Edele Groot Mog. zich  MEY, STAAT EN OORLOG. 1787. 179 het gebeurde te Rotterdam , wel degelyk zoii' den behoren aantetrekken , en daar in de vereischte voorziening doen, ten einde alles wederom werde herfteld in den vorigen ftaat, onvermindert als dan Hoogstderzelver deliberatien over de aldaar iubfifteerende verfchil* len, zy mitsdien de bovenftaande Refolutie hebben gecontradiceert, de nadelige gevolgen , welke daar uit kunnen voortvloeijen , voor rekening en ter verantwoording gelaten van die Leden, welxe rot dezelve hebben geconcurreerd, eu eindelyk aan de Heeren hunne Principalen zodanige nadere Aanteke» ning gereferveert, als die zouden mogen nodig vinden. CV. Refolutie van Holland, houdende op wat voet dezelve confenteeren in de extraordinar is en ordinaris Staaten van Oorleg voor dit jaar» in dato II il% 1787. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland hebben ter Vergaderinge ingebragt en laateu leezen de Refolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie hunne Pnncipaalen, houdende met by voeging van eenige llemarques, de Voet , op welke hoogstdezelvë conlenteeren in de extraordinaris Staat van Oorlog voor dit jaar, met denunciatie, dat, wanneer de ani dere Bondgenooten de hoofd objeéten, van de voorfchreeve extraordinaris Staat van hunne fchouderea aflchuyven, hoogstdezelve het verbond , tusfchen de Bomigenooten aangegaan, niet langer tot een bezwaar van hunne Provincie zullen doen ftrekken, voorts met opzigt tot de continuatie van de ordina. ris ataat van Oorlog verklaarende, vermits de meeste Provinciën zig de Zeemagt fchynen geheel te onttrekken, by proviüe in de voorfchreeve ordinaris M 3 Staalt  180 mey. ZAAKEN VAN 1787. Staat van Oorlog alleen voor zes maanden te confenteeren, en wel onder deeze expresfe Conditie, dat voor alle de Troupes op de repartitie van de Provincie van Holland en Westvriesland ftaande, en in deGelderfche Steeden en Plaatfen Guarnizoen houdende, de nodige Patenten zullen worden gedepecheerd, om van daar na de Steeden in de Generaliteit te marcheeren , met denunciatie , dat dezelve zullen worden gehouden voor gelicentieerd en buiten Soldy gefield , by aldien aan hoogstderzelver verlangen uïterlyk by het verval van de Heeremaand van Juny niet zal zyn voldaan: volgende de voorfchreeve Refolutie hier na geinfereert. Fiat Inftrtio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , dat Copie van de voorfchreeve Refo- « lutie, gezonden zal worden aan den Raad van Staate, om te ftrekken tot derzelver narigt. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Overysfel en van Stad en Lande, hebben de voorfchreeve Refolutie, voor zoo veel aangaat de denunciatie ten aanzien van de ordinaris Staat van Oorlog, Copielyk overgenbomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. En dat voorts Copye van de voorfchreeve geheele Refolutie, gefteld zal worden in handen van de Heeren van Rouwenoord en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, om met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by haar Edele zelfs te nomineeren, te vifiteeren, examineeren , en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen, Ex-  mey. STAAT EN OORLOG. 1787, 181 ExtraQ uit de Refolutien van de Exhibitum Heeren Staaten van Holland en demi Mey Westvriesland in Hun Edele 1787. Groot Mog. Vergadering ge. noomen op Woensdag den 9 Mey 1787. By refumtie gedelibereert zynde op het Advis van de Heeren Gecommitteerde Kaaden in den Hage, teffens vervangende de Heeren Gecommitteerde Raaden in Westvriesland en het Noorderquartier van den 22 Maart deezes jaars , en daags daar aan ter Vergaderinge ingekomen, hebbende tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog, Refolutien commisforiaal van den I2january en 14 Maart deezes jaars, geëxamineert de Misfive van Hun Hoog Mog. met de Misfive van den Raad van Staate ter geleide der extraordinaris Staat van Oorlog voor dit dit jaar geformeerd, als meede de Misfive van gemelde Raad van Staate tot ampliatie van den voorfz. Staat dienende. is goedgevonden en verftaan dat door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit eerst en vooraf zullen werden open gelegd eenige remarques, concerneerende zodanige posten op de voorfz. extraordinaris Staat, dewelke zyn voorgekomen eene byzondere aandagt te verdienen; beftaande die remarques in de navolgende Poin&en: i°. Dat op de voorfz. Staat zyn gefteld de Penfioenen voor een getal van zes. tien Officieren onder het Corps van den Collonel Rhyngrave van Salm, waar omtrend in aanmerking moet komen dat dit geheele Corps door een geprscipiteerd belluit der meerderheid ter Vergadering van Hun Hoog Mog., by overftemming en in weerwil van M 3 de  s8* met. ZUKEN VAN 1787. ^ de herhaalde inftantien van wegens Hun Edele Groot Mog , tot prövifionèele continuatie van dat Corps ter tyd toe, dat de deliberatien over het al, dan mee aanhouden van een voet van Ltgte Troupes, by de Arrr.ée van den btaat in Vreedenscyd met onderling overleg der gezamentlyke Bondgenooten tot matiiritek zouden zyn gebragt, van Generaliteitsweege , gelicentieerd en afgefchaft zynde geworden, zulks voor deeze Provincie meer dan genoegzame redenen oplevert, om die post geheel . af te wyzen , en wel met te meerder grond; nadien Hun Edele Groot Mog. • zedert goedgevonden hebbende , het voorfz. geheele Corps in hoogstderzelver Provinciale diensc over te nemen, de gemelde Officieren verzuimt hebben, van deeze voor hun zoo gunftige geleegentheid een nuttig gebruik te maken. Dat, hoe zeer de Raad van Staate by fpeciale Refolutie van Hun Hoog Mog. geauthorifeerd is geworden , om met de Officieren van de afgedankte Corpfen over den uitkoop hunner Penfioenen op een redelyke voet te convenieeren, het heilzaam oogmerk van die autkorifacie weinig bevordert, zoo niet geheel elujbir werd gemaakt door de menigvuldige verhaven aan de gemelde Officieren van tyd tot tyd verleend wordende, waar door aan dezelve een gereede weg gebaand word, om hunne Penfioenen buiten 'sLands te verteeren; tonnende hier van ten fatwys verftrekken , dat onder een aantal van vyf en zeventig gepenfioneerde Officieren in het Legioen van den Generaal Grave de Mailitiois, niet min-  mey» STAAT EN OORLOG. 1787. 183 minder, als zes-en-vyftig voorkomen, die allen op verlof uitlandig zyn. 3°. Dat zekere Chevalier de Moychy onder het evengeimelde Legioen, als Capitain effectief met een Penfioen van ƒ 700: o:q werd gebragt, die by deeze Provincie , door welke nogthans alle de Traktementen en Soldyen van dit geheele Legioen betaald zyn, niet bekend Raat. 4°. Dat zig op deeze Staat eenige Officieren vertoonen, dewelke reeds Compagnien in dienst van de Republicq bezittende, in het een of ander van de afgedankte Corpfen met behoud dier Compagnien in hooger qualiteiien, als Hoofd-Officieren zyn overgegaan, en welke als nu met de volle Penfioenen , tot die hooger qualiteiten geaffecteerd , op de voorfz. Staat gefteld zyn, in de vaste verwagting, zoo als de Raad van Staate zig uitdrukt, dat de conclufie op het favorabel Rapport den 24 November des voorheden jaars desweegens uitgebragt by de Bondgenooten geen zwarigheid zal ontmoeten, dan waaromtrend geremarqueerd moet worden , dat de gemelde Officieren by hun overgang in de voorfz. Corpfen reeds het dubbeld faveur hebben genooten, van hunne Compagnien in de permanente dienst van den Lande te behouden, en van teffens tot een hooger rang in die zelvé dienst gepromoveerd te zyn; en dat zy dienvolgende geenzints verfeeren in de termen van de zoodanigen, dewelke uit hoofde der Capiculatien een wettige aanfpraak op het genot der volle Penfioenen konnen maken. Terwyl ook het voorfz. favorabel Rapport op geen gewichtiger Redenen of M 4 gron-  184 mey. ZAAKEN VAN 1787. gronden gebouwd werd , dan dat de meergemelde Officieren ter zake van de hoger rang, die zy thans bekleden , verhinderd werden by hunne refpective 'i Regimenten dienst te doen; edoch eene alleguatie, wetlke in allen gevallen van geen verdere of andere uitwerking kan zyn, dan ten aanzien van de Exceden. ten of Surplufen, met welke de volle Penfioenen het .Montant der by hun thans genoten werdende Traktementen te boven gaan, en zulks ter tyd toe, dat zy de voorn, hooger qualiieiten by hunne Regimenten effe&ivelyk verkregen zullen hebben; üp weke alzins billyke en rechtmatige voet Hun Edele Groot Mog. dan ook vermeenen, dat de Penfioenen voorde meergem. Officieren gereguleert zouden behooren te worden. 5°. Eu iaatftelyk , dat op die ftaat gebracht is het Traktement voor een Major by het vierde Battaillon Artilleristen, welke Post, zo min op het Plan van augmentatie van den Jare 1784, als op de twede Extraordinaire Staat van Oorlog van den Jare 1735, te vinden is , en welke , als geheel nieuw en voor 'sLands dienst van geen vojRiekte noodzaaklykheid, zeer gevoeglyk gefpaart zou kunnen worden. Terwyl Hun Edele Groot Mog. wyders moeten obferveeren, dac by de Raad van Staate geomittcert zynde eenige melding te maken van de Soldyen der Manfchappen, weike noch overgebleven zyn uit het Plan van Augmentatie, waarmede de Armée van den Staat op den 15 Dec. 1784 is vermeerderd , die Qmisfie by eene nadere Misfive van den Raad van Staate wel is geredresfeerd geworden; Edoch, dat Hun Edele Groot Mog., ver-  meï. STAAT EN OORLÖG. 1787. 185 verre van langer in de continuatie van een Post van dien aard te bewilligen , integendeel van begrip zyn, dat, gelyk de geheele voorfz, Augmentatie alleen is geweest Temporair en met een bepaald oogmerk gearresteerd, om terftond na het eindigen van de ' doenmaligeJBuicenlandfche onlusten wederom gereduceert te worden , zoo ook als nu de redenen van Financie daar voor ten krachtigften pleiten, dat door de afdanking van deze noch resterende Manfchappen, waar van de Soldye, ten lasten dezer Provincie, niet minder, als een Som van Honderden kgtien Duizend Guldens 's Jaarlyks bedragen, de Provinciale Cas van dit bezwaar gelibereert en ontlast werde; en om die redenen dan ook het befluit hebben genomen, om dit objeét volftrekt te declineeren en af te wyzen. En is voorts goedgevonden dat onder beneficie van de voorfz. remarques in de voorfz. Extraordinaris Staat , en in de Ampliatïe van dezelve ten aanzien van het Subfidie van 't 5de Battaillon van den Furst van Waldek, met Jpeciale afwyzing nochtans van het zo evengemelde ObjtÜ wegens de overgebleven Manfchappen, op de laatstgedane augmentatie, Confent zal werden gedragen; dan dat daar benevens op het krachtigfte zal werden gerepraefenteerd, gedeclareerd en gede, nuncieert, dat Hun Edele Groot Mog. tot een voor baare Provinciale Financien"zoo bezwarend Confent nimmer zouden zyn gekomen , indien daar toe niet gepermoveert waren geworden door de ferieufe overweging , dat de voornaamfte Ingrediënten van die Staat op de duldelyke Teneur van Capitulatien , Confenten en plechtige Verbintenisfen zyn gevestigd, weiker dadelyke pra> ftatie de Eer, zo wei , ais de wezentlyke belangens van de Repubiicq ten fterkfte vorderen, en welker richtige nakomingzonM 5 der  i86 mey. ZAAKEN VAN 1787. der krenking van de Publicque Trouw , niet achtergelaten kan worden. Dan dat Hun Edele Groot Mog. tevens hunne gevoelige aandoening niet mogen verbergen , by de herinnering van het noodlottig tydftip , waar aan deze Extraordinaire Staat van Oorlog zyn geboorte is verfchul- digd. Een tydftip, waarin dit Gemee- nebest, met eenen Vyandelyken aanval gedreigd, de Legers van een machtig Nabuur tot op hare Grenzen zag genadert, voorzien roet een talryke menigte van ligte en irreguliere Troupes, hoedanige, naar de tegenwoordige manier van Oorlogen, volftrekt nodig en onontbeerlyk zyn; dan van welk foort van Troupes de Armée van den Staat geheel ontbloot was. — Een Tydftip, waarin deze Provincie door eene voor haare Financien veel te drukkende ondervinding heeft móeten ontwaar worden , hoe zy de last der kostbaare Oorlogs-toebereidfelen , verre buiten en boven alle evenredigheid , heeft moeten torsfen; — hoe andere Bondgenoten, deels door verweigerde Confenten, en deels door gebrekkige Furnisfementen, de belangens van de gemene defenfie in de waagfchaal hebben gefteld; en hoe verfcheiden dier Bondgenoten door een tegens de gronden van het Bondgenootfchap aandruifchende handelwyze, hunne beurfen voor de allernodigfte voorzieningen , tot het voeren van den Oorlog geflooten gehouden hebbende, al verder, zodra de hoop tot afwending eener voor het Vaderland allerverderflykfte Oorlog, en ter behoud van eene gewenschte Vrede , gelukkiglyk kwam opdagen , als doen, door een, niet minder vreemd en onbeftalnbaar gedrag, niet dan te zichtbaar getoond hebben, zich aan de middelen ter bereiking van die heilzame eindens, a! mede te willen oattrekken. _ Das  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 187 Dat Hun Edele Groot Mogende zich dan ook niet kimnen vergenoegen met ten fterkften te infteren , ten einde , hoe eerder zo beter eene behoorlyke Liquidatie van de Gelden op de twede en derde Extraordinaris Staat van Oorlog van den Jaare i78y geformeert , en de gedane uitfchotten door de refpective Provinciën onderling vereffend worden; maar dat Hoogstdezelve door het gewichtig aan» belang van al het gunt voorfz. is, zich genoodzaakt en gedrongen vinden, om zo ernftigals nadruklyk te denunciëren, dat, in het geval, dat de andere Bondgenoten, vergetende de plichten, by her verboud der Unie aan de Leden opgelegt, zich zo verre zouden laten vervoeren, van de last der voldoening aan de Hoofd-Objecten der meergem. Extraordinaris Staat van hunne fchouderen aftefchuiven , Hun Edele Groot Mog, zich van hunne zyde niet langer zullen kunnen weerhouden van zodanige «gepaste ,maatregulen daar te ftellen , als, in Hat gevat, onvermydelyk zyn zullen, om het loorheen zoo heilryk en vrugtbaar, dan thans van de primitive inrichting geheel afgeweken Verbond niet verder tot een grievend bezwaar en eene onverdraaglyke last voor Hoogstderzelver Provintie te doen ftrekken. Dat Hun Edele Groot Mog. wyders met betrekking tot de continuatie van de Ordinaris Staat van Oorlog niet zonder de hoogfte gevoeligheid ontwaar werden, dat, daar de Confenten van deze Provincie in de fuccesfive Ordinaris Staat van Oorlog al zedert een geruimen tyd telkens gepaart zyn geworden, met de ernftigfte reprefentatien over de verregaande traagheid en fchreeuwende agterheid der andere Bondgenoten in het Ituk dercontributien tot de zoo nodige inffandbouding van 'sLands Zeemacht, die herhaalde reprasfentatien echter tot dus verre van zoo weinig  i88 met. ZAAKEN VAN 1787. rtig ingang zyn geweest, dat daarentegen de zaken thans tot dit uiterfie zyn gekomen , dat verre de meeste Provinciën, afleggende alle zorg voor 'sLands navale Macht, mee welke nochtans de ganfche Republiek moet ftaan of vallen , door hun gedrag niet onduidelyk het aanhoudend voornemen aan den dag leggen, om alle betalingen tot een, met de gewichtigfte belangen van het dierbaar Vaderland zoo nauw verknocht onderwerp, op alle wyze te ontduiken, en het bezwaard Financie-wezen' dezer Provincie, door welke alleen in het gepasfeerde Jaar een fom van over de twee en veertig Tonnen Gouds tot de Marine is opgebracht, onder,die last geRadig te doen bukken Dat, gelyk eene handelwyze van dien aart geen* geringe Invloed moet voortbrengen op de contributie dezer Provincie, met opzicht tot de Landmacht, Hun Edeie Groot Mog. mitsdien zwarigheid moeten maken , om , zoo lang aan de voorfz. zoo dikwerf herhaalde Inftantien, by hunne Mede-Bondgenoten niet zal wezen voldaan , en zoo lang het effect, van de nadrukkelyke denunciatie by de nu onlangs uitgebrachte Refolutie omtrent de extraordinaris Equipagie niet zal wezen gezien, zich tot een onbepaald confent in de continuatie van de ordinaris Staat te determineeren ; maar goedgevonden hebben , om by provifie niet langer dan voor den tyd van zes maanden in de continuatie van de ordinaris Staat te confenteren, zoo als Hun Edele Groot Mog, doen by dezen; en zulks onder deze limitatie en expresfe conditie, dat voor alle de Troupes op de repartitie dezer Provincie fiaandei in de Gelder hhe Steden en Plaat» zen Guarnifoen houdende, de nodige patenten zullen worden gedepecheert, om van daar naar de Steden in de Generaliteit te marcheren; met verdere denunciatie, dat,  met, STAAT EN OORLOG. 1787. 189 by aldien aan dit verlangen van Hun Edele Groot Mog. niet met er daad mocht zyn voldaan, uiterlyk by het vervallen van de Heeremaand van Juny, alle dezelve Troupes alsdan by Hun Edele Groot Mog. zullen werden gehouden voor gelicentieerd, en dienvolgens ook dadelyk buiten foldy zullen werden gefteld. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. C VT. Misfive van Staaten Generaal over de aangelegde befognes nopens het voorkomen der gevolgen van een Burger -Oorleg. In dato 11 Mey 1787. EDELE MOGENDE HEEREN! De Heeren Onze Gedeputeerden deze morgen met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State, in conferentie geweest zynde, hebben aan Ons gerapporteerd, dat de Heeren Ge. committeerden uit den Raad aan haar Heeren Ge. deputeerdensjn de voorfz. Conferentie hadden voorgedragen en in bedenken gegeven, of niet de hachelyke toeftand, waar in de zaken binnen deze Republicq gebracht zyn, door de ingekome tvdingen dat bereids een Detachement Militairen mer een Corps Burgers dn de Provincie van Utrecht is handgemeen geweest, ten hoogften noodzakelvk maakt, dat ten allerfpoedigften op het ferieufte werde gedacht  ïqo mey. ZAAKEN VAN 1787* dacht en befoignes aangelegt, om te overwegen de middelen, waar door onder Gods zegen noch zoude worden voorgekomen de akelige gevolgen van een volflrekte Burger-Oorlog, en de daaruit noodzakelyk moetende profluëren totalen ondergang van deze geheele Republicq Wy zyn met gemelde Heeren Onze Gedeputeerden, en Gecommitteerden uit den Raad volkomen overtuigt, dat.na het gepasfeerde te Utrecht, geen ogenblik te verzuimen Is, om middelen te beramen tot voorkoming van meerder verwarring en vergieten van menfchenbloed , welk het onvermydelyk gevolg zal zyn van het aanvoeren van Burgers en Militairen, de eene tegen de andere, en de onverzoenlyke haat; die daar uit Raat geboren te worden, en hebben daarom de Heeren Onze Gedeputeerden verzocht en gecommitteert, om met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad de voorfz. Befoignes ten fpoedigfte aan te leggen, en voort te zetten, en van alles aan Ons Rapport te doen. Ondertusfchen kunnen Wy niet nalaten U Edele Mog. op het nadrukkelyklte te verzoeken, om zonder tydverzuim, die van de Stad Utrecht te willen exhorreren en te induceren , om zich te onthouden van alle het geen naar feitelykheden of violente middelen zoude gelykenen, en om mede die voorziening te doen, dat door het aantrekken van gewapende Matifcbappen of Auxiliaire Corpfen , geen meerder ombrage of reden van klagten aan de Hee. ren Staten van Utrecht of aanleiding tot dadelykheden en onaangenaame ïencontres werde gegeven ; terwyl Wy de Heeren Staten van de Provincie van Utrecht even inftantelyk hebben verzocht, om door het doen aantrekken of verplaatfen van Militie , de zaken niet verder buiten haar geheel te willen brengen, maar alles te laten in den Raat waarin zich heï tegenwoordig bevind. Waar mede, U fidele Mogende te willen houden in Zyne  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 191 Heilige Protectie. Ia den Hage den 11 Mey 1787. (Onder ftond) Uwer Edele Mogentheden, Goede Vrienden, De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. (Was geparapheert) A. J. T0RCK, Vt. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteèkent,) h. facel. CVII. ExtraEt-Refolutie van de Edele Mog. Heeren Gedeputeerden Staten van Friesland, betreffende de Akademie van Franeker, In dato 12 Mey 2787. Is by refumptie gedelibereerd op de Misfive door de H. H Curatoren van 'sLands Academie te Franeker, over den toeftand van gemelde Academie, in betrekking tot de tegenwoordige tydsömftandigheden. in den grooten Landsdag van dezen Jaare, aan de Edele Mog. H. H. Staten dezer Provintie gefchreven, en door gemelde Heeren Staten ny Relblutie van den 3 Maart 1787 aan dit Collegie gezonden , met last om zich zodanig fpoedig doenlyk te informeeren op de faiten, by de voorfz. Misfive aan- ge-  19» mey. ZAAKENVAN 1707. gewezen , gelyk mede nopens al wat betrekkelyk in die Misfive voorkomende, zaken en Materiën aan 'sLands Academie mogte zyn voorgevallen, wyders met authorifatie, om van zulks zodanig met de daar jn gecomprehendeerende Perfonen te handelen, als dit Collegie, na verëisch verfchuldigd. Waarop gedelibereerd en geconfidereerd zynde,-, dat tot het w|lzyn en de bevordering van den bloei en den luister der Academie volftrekt nodig,is, dat de Profesforen, Studenten en andere Leden van de Academie, zich houden buiten de Politieke gefchillen, thans zo ongelukkig in de Republiek fubiifteerende, is goedgevonden en verftaan, allezins goed te keuren de pryswaardige zorge der Heeren Curatoren van de Acadenve, betoond, en ciaar en tegen de gedragingen, van de Profesforen Manger, Valekenaar en van Koten, en wel inzonderheid van den Profesfor Coopmans, als nadeelig voor den bloei en luister der Academie af te keuren. lin vervolgens gedelibereerd zynde, op de middelen van voorzieninge in het toekomende, is dieu aangaande met overleg der Heeren Curatoren goedgevonden en verftaan, de vier Profesforen, Studenten en andere Academifche Burgers , die Leden of Honoraire Leden van 't Vrycorps of van de BurgerSociëteit zyn mogten, te ordonneeren, zo als dezelve geordonneerd worden mits de&cn, om kun Lidmaatfehap van 't Vrycorps en ae Burger Sociëteit te franeker, binnen den tyd van agt dagen, na dat deze Ordonnantie ter hunner kennisfe zal gekomen zyn te ver* laten, en vervolgens van zaken, en ingevolge de (tand, en het beroep van ieder derzelver verftaan zoude te behooren, en eindelyk met Qualificatie , om met Communicatie , en overleg der Heeren Curatoren voorfz. de efficacieufte en kragtdadigde middelen te beramen en daar te ftellen , ter voorkominge, dat niepdtei onaerwys en de Studiën werden geïnterrumpeerd en verhindert, door zaken waar door de Profesforen niet zyn beroepen, nogte waar toe de jonge luiden, door hunne Ouders of Voogden na de Academie ayn gezonden. En  mey. STAAT EN OORLOG. x?8r. j% En daar by gelet op den Requeste van Johan Pate kenaar, Samtui Remkus Maneer rZ/r. r 7 Tfiendnrut va» r», n tvja?&er j bad/o Coopmans en demk «n hS f r°£Sfore? aan ^orzeide Aca^ cemie, aan Hun Edele Mog. de Heeren Staren at gehoord het rapport, van de Heerfn^J t' f * W^#ï^0«™ gecommitreerd meffTe zLVfV0i^ns blezen de informatiên, by gemelde Heeren Comm/sfarisfen genomen '1« SwrMeSTC d°°r de ^Sm! J tiénS? * Co°Pmans en.**» tot hunne lus! Snnln p en,,0f Honora'<-e Leden van 't Vrycorps Wn F"oeker zy"> e» dat de vier gemelde Pro. fesforen Manger, Vakkenaar, C**^ en, « £ Zijl ™"* f ",ge itude«ten, ook Leden zyn 2» 5Ö^&s»tyJ binne° fchou^ng aa„ den Profesfor VakkenZr?^ Re£ ~ ZTt!JZu> hmr*™^» ovreVdierTe?yk gearag^ngen hadden te kennen gegev-n ) zien%er publieke z.ken te bemoeien, door nevens andere de sï u r Re*e.nn« te Prslenteeren, ten einde de Stads Gecom uitteerden van den Landsdage ae. st mog en worden om tot intrekking of gaLS tèm J tWee bfkende p|ac<*ten "o *en 2<  ï94 mey. ZAAK.EN VAN 1787. Steden dezer Provintie , om dezelve tot een dieraelvk verzoek te animeeren. Fn dat de vier genoemde Profesforen, na dat de hier vorengemelde Memorie, door de Heeren Curatoren , aan Hun Edele Mog. de Heeren Staten dezer Provintie was ingediend , hebben kunnen goedvinden ter plaatzing in de Leeuwarder Courant, aan de Erven Ferwerda te zenden, en het zelve door de Erven Ferwerda geweigerd zynde, in eenige andere Couranten te doen plaaczen, een Advertentie, waarin dezelve Mankeeren, aan de discretie en in het byzonder aan de eerbied aan de Heeren Curatoren aan de gemelde en andere Profesforen Studenten en verdere Burgers der Academie memant uitvezondert, uitdrukkelyk te verbieden,^ aan dezelve verboden word mits dezen, om zich m eenige CorpCen . Genootfchappen of Sociëteiten de geringjte relatie tot de thans fubfifteerendegefchillen hebben te begeven of dezelve by te wonen, en zich op eenigerhande wyze te bemoeiien met de Politieke zaken, met Ordonnantie om zich van dat alles zorgvuldig te wagten, inzonderheid om zorg te dragen, dat zy by eenige Advertentie , of op eenige andere wyze niet mankeren , aan het refpeét en de onderwerping aan de Hooge Regering , en aan de Heeren Curatoren verfchul- dlSvêrwagtende het Collegie dat de Profesforen zich nevens alle andere, die tot de Academie behoren, sereedlvk aan deze welmenende fchikkingen zullen onderwerpen, en dat dezelve promptelyk zullen agtervolgen, en naarkomen, en daar door zullen prasvenieeren , de onaangename gevolgen die by eene onverhoopte overtredinge , de Executie van Hun Edele Mog. bevelen onvermydelyk zouden yeróorza- keKn zal deze Refolutie aan de Profesforen Manger, Valckenaar, Coopmans en van Koten, welke ten dien einde op 't Collegie zullen worden ontboden :gter deze Tavel worden voorgelezen, voorts zal een hxtratt daar van worden gezonden aan den Senatus Judialis van de Academie, met last om dezelve aan alle  mey. STAAT EN OORLOG* 178?. de overigen , waar toe dezelve betrekking heeft, bekend te maken, en daar van aan 't Collegie rapport te doen ; voorts op de obfervantie en ftrikté nakoming dezer Refolutie, een naaukeurig en wakend oog te houden, deszelfs uitvoering te bevorderen, en by de minde nalatigheid of overtreding het Collegie daar van te informeren. En zal eindelyk Extract dezer mede worden ge. zonden, aan de Heeren Curatoren tot derzelver informatie. (Onder ftond) Accordeert met voorfchrevene Boek. In kennisfe van my als Secretaris (Was getekend) h. h. van wyckél. CVIII. Declaratoir door de Ondergetekende op den 21 May 1787, overgegeven aan de noch overig zynde Leden, van de Senatus Generalis van Fr letlands Univerfiieit te Franeker. Iti dato » . Mey 1787. De Ondergefchreven alle in Qualiteit al* civet Aca* demici gehoord hebbende , dat by Refolutie" van het Collegie der Gedeputeerde Staten, aan hun verboden is , om langer eenig Lidmaatfchap en Ëxercitie-Genootfchap, of in eenige andere Sociëteit, ten minften zo genaamde relatie, tot de zwevende Gefchillon in Ons Vaderland hebbende te houden of tö continueeren, by welke Relólueie zy 2ich in hunne Vryheid ten hoogften bezwaard vinden , verklaren mits dezen te renumieeren, aan de bovengemelde N a QusH  i96 MEï. ZAAKEN WAN 1787. Qualiteit van Cives Academici verzoekende, dat dit hun Declaratoir by de noch overige zynde Leden van de Senaat mag worden aangemerkt, als een voldoende beantwoording van hunne zyde, op de aan hun Gecommuniceerde Refolutie , en als goed gekeurd , daar van opening gegeven ter plaatfe daar zulks behoott. E. Ra VAN BISNEMA. H. W. BEBKKERK. E. ROOBDA CANNUNNIK. P. W. FEENRTRA. JR. HAR1NXMA. J- MULDE&. A. j. WESTRA. P. C V. D. VEEN. J. SCHRADER. V. SLOOT E N. ï. A. BOODE. O. N. THOLEN. A. C. BOODE. D. NIEUBUÜK. P. DE GüVRE. A. BRUJ.MNG. M. SALVERDA. W. NAOTA. G. HOLL-ARD. F. CANTZ ALTA. J. VAN DRABBE. H. BLANKENDAAt» ClX. Contia- Aantekening van 11 Steden tegen de Nader - Aantekening van Ridderfchap van den 29 JSovember 1786, ten opzigte van Zyn Hoogheid als Capitein-Generaal dezer Provincie. In dato ia Mey I7B7. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden , A.Tïïterdam , Gouda, Rotuuam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, hebben ingev lge hunne relcrve tegen de n;>aere Aantekening van de Heeren van de Kidderlcnap van den 29 Movember 1786 , doen declareren en Aantekenen. Dat zy Heeren Geputeerden als nog wel expiesfeiyk inbakeren Je Contra-Aantekening van de ia Steden, op den aólte October te vc* 1  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 197 voren in deze Registers geinfereerd, als wel verzekerd zynde, dat de poderiteit, door derzelver eenvoudige herlezing geconvinceerd zal worden, dat de Heeren van de Ridder, fchap zich niet in ftaat bevonden hebben de geconnefleerde voordragt der 12 Steden, in haar geheel aan te tasten , veel mm te ontzenuwen, maar zich alleenlyk hebben moeten vergenoegen, om aan deze en geene daar toe uitgekozene poinéten zodanige tournure te geeven, als best met hun oogmerk overéénkwam , en om voorts de toevlugt te nemen tot het opentlyk voorftaan van een fystema van Overheerfching en Geweld, 't welk door onze Voorvaderen, ten koste van hun bloed . bedreden is, waar tegens zich het tegenwoordige geflacht Gewapend heeft, en 't welk door den Vryen Nazaat in volgende Eeuwen gedetesteerd zal worden. Dat zy Heeren Gedeputeerden geheel afkeerig van de vermenigvuldiging van Aantekeningen en Contra.Aantekeningen, gaarne zich zouden hebben geëbdineerd van deze Nadere Infertie, doch dat zy niet onverfchillig genoeg zyn omtrend hec teder poinct van waarheid , om dilzwygend te gedogen, dac de nakomelingfchap door abufive voordellingen misleid zoude worden; gelyk zy het ook verre beneden hunne digniteit, als Vertegenwoordigers eener Vrye en brave Natie (op welken Ti tul zy Heeren Gedeputeerden den hoogden roem dragen,) zouden rekenen , indien zy geoordeeld wierden door hun ftilzwygen zich ongevoelig te tonen omtrend zodanige Sentimenten, als door de Meerderheid van de Ridderfchap met opzicht tot 'sLands Hoogheid en der Ingezetenen Vryheid van tyd tot tyd zyn gekoestert, en thans breder gedeveloppeerd. Dat nochtans zy Heeren Gedeputeerden alles hebbende willen opofferen aan hunne N 3 op-  ?98 mey* ZAAKEN VAN 1787. oprechte zucht, om in de Provincie Gelderland de harmonie tusfchen de refpective Staats-Leden, mitsgaders de Vryheid en Veiligheid der Ingezetenen herfteld en geconferveerd te zien , het doen dezer nadere Aantekening , waartoe men reeds voor een geruimen tyd is gereed geweest, tot hiertoe hebben uitgefteld in die hoope, dat de door Hun Edele Groot Mog. aangebodene Mediatie door de Heeren Staaten van Gelderland zou zyn geaccepteerd. Doch dat het uit de Misfive gisteren ingekomen gebleken zynde, dat Hooggem> Heeren Staten aan dit Vriendnabuurlyk aanbod niet gelieven te defereren," zy Heeren Gedeputeerden hun weder antwoord op de bovengem. Nader-Aantekening van de Ridderfchap niet langer verfchuiven kunnen , maar zich gedrongen vinden tot een nader detail van zaken toe te treden. . , Dat zy derhalven hiertoe overgaande met kunnen nalaten , ter voorkoming van alle misvatting , welke uit de eerfte lecture van den aanhef der laatstgedane Aantekening van de Ridderfchap mogt geboren worden, di» ftinöelyk te remarqueren. Dat zy Heeren Gedeputeerden by de Contra- Aantekening der 12 Steden niet hebben ontkend , of in twyffel getrokken , dat de Meerderheid van de Riddeifchap geprotefteerd heeft tegen de Refolutie van den 22 September laatstleden , relatief de nadere voorziening omtrent den Heer Capitein-Ge' neraal dezer Provincie; — noch ook, dat die zelve Meerderheid op den 6 October, by haare Aantekening, getracht heeft eenige redenen van dit haar Protest te geven. Dat zy Heeren Gedeputeerden by de gemelde Contra-Aantekening der 12 Steden, niet te min naar waarheid hebben gepofeerd, . en als nog ten fterkften affirmeren , w ae eet' 1787.  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 199 eerfte plaats, dat de Heeren van de Ridderfchap tot de Refolutie van den 6 September, waarby de Sufpenfie van den Heer CapiteinGeneraal notoirlyk haare eerde exidentte bekomen heeft, dadelyk hebben geconcurreerd; zynde tot een fprekend bewys daar van, het welk geen wederlegging ontmoet heeft, geallegeerd het benoemen van een Heer door de Ridderfchap zelf, tot het Perfoneel Befogne, 't welk by die zelve Refolutie van 6 September gedecerneerd is; gelyk zy ook tot andere Maatregulen, ingevolge van dien genomen, fpeciaal op den 8 en 11 September, hebben geconcurreerd. En in d&jwede plaats, dat zy Heeren van de Ridderlcnap niet alleen op die tyden, toen zy in de gemelde Refolutien bewilligden, geen de minde tegenredenen geallegeerd hebben , en dus toonden door de voorgedragene gronden van wantrouwen ten vollen geconvinceerd te wezen; maar dat zy ook, toen zy begonden te disfentiëeren, in het befoigne op den 16 September, en by het nemen der Refolutie op den 42 daaraanvolgende, door de bondige redenen der Heeren Gedeputeerden zodanig zyn verftomd geworden , dat zy toen ter tyd, fchoon daartoe verzócht en gefommeerd,geen de minfte pogingen hebben gedaan , om dezelve te wederleggen, gelyk zy, indien zy voor hun fentiment voldoende gronden wisten, daartoe verplicht waren geweest; doch dat zy gewacht hebben tot op den 6 Octo. ber , wanneer zy voor het eerst hunne prae. tenfe redenen by hunne aantekening hebben te berde gebracht, en toen tevens een houding aangenomen, als of zy gene, zelfs gene waarfchynelyke gronden ook voor die bovengemelde Refolutien, tot welken zy geconcurreerd hebben, hadden horen allegeren. Dat deze eontenance zekerlyk ieder weldenkenden heeft moeten furpreneren, doch dat "N4 de  aeo mey. ZA AKEN VAN 1787. de ftap, dien de Meerderheid van de Ridderfchap by hare laatstgedatie aantekening gedaan heeft, noch meer verwondering moet baren, als men aanmerkt, dat zy daarby beftaan heeft de concurrentie van de Ridderfchap tot de bovengem. Refolutie van 6 September te ontkennen,immers te bewimpelen,en voor te geven, dat zy het nemen van die Refolutie eenvoudig heeft aangezien. Want, offchoon zy Heeren Gedeputeerden in genen deele aan de Ridderfchap, hunnes ondanks , willen obtruderen de eer van te hebben geconcurreerd tot die maatregelen , waardoor het dierbaar Vaderland tegen de gevaarlyke ondernemingen welke men machineerde , tot hier toe beveiligd is; zynde het al te zeer bekend , dat de Meerderheid van de Ridderfchap gewoon is in zodanige gevallen flechts Aanfchouwers van de gewich» tigfte raadflagen te zyn; dat zy Heeren Gedeputeerden nochtans, zoo lang zy het zich tot één der heiliglfe plichten rekenen , der waarheid hulde te doen, niet kunnen toeftemmen, dat de R idderfchap de meergem. Refolutie yan 6 September flechts zou hebben aangezien; dewyl zy Heeren Gedeputeerden van het tegendeel ten vollen verzekerd zyn, en ook de Registers van Hun Edele Groot Mog., zoo lang als de Meerderheid van de Ridderfchap zal goedvinden derzelver echtheid te erkennen, tot befchamende getuigen tegen haar verftrekken zullen ; vermits deze Refolutie, gelyk ook andere foortgelyke op den 8fte en nden September genomen, als met concurrentie van al de Leden gearresteerd zynde, gaaf, en zonder eenigerhande. Aantekening gecoucheerd zyn ; een bewys, het welk vooral tegen de Heeren van de Rid- " derfchap ten fterkften ftringeert, omdat de Registers voor 't overige zwart zyn van hunae aantekeningen, en byzonder van zulken, waar  mey, STAAT EN OORLOG» 1787. aot waar by7 zy declareren, dat zy tot een genomen Refolutie niet hebben geconcurreerd, of, zoo.als men zich dikwils uitdrukt, dat zy de Conclufie hebben aangezien; gelyk de voorbeelden van het één en ander, onder eene ontelbare menigte ook te vinden zyn op de Refolutien van 25 Augustus en ia September deszelven Jaars , en dus weinige dagen voor en na de quajstieufe Refolutie; — kunnende er mitsdien gene andere reden gegeven worden , waarom foortgelyke aan. tekening op den 6 September niet geïnfe. reerd is, dan deze eenvoudige en onwederfprekelyke, dat de Ridderfchap zich toen * zoo inaéMÉf niet gedragen, maar tot de Conclufie dadelyk geconcurreerd heeft. Dai voorts de Heeren van de Ridderfchap een tweede zeer abufieve allegatie maken, wanneer zy willen voorgeven, als of de Refolutie van 6 September kon aangemerkt worden als een gevolg van die nopens het Commando alkier in den Haag ; en als of zy de Refolutien , die als zodanige gevolgen konden aangemerkt worden , eenvoudig hadden aangezien} terwyl het integendeel zeker is, dat de iufpenfie van den Heer CapiteinGeneraal geen de minfte connexie heert met de dispofitie over het Commando en uit geheel onderfcheidene principes is afgeleid; ge. lyk dan ook die Steden, welke zich niet geconformeerd hebben met de Refolutie no. pens het Commando, geredelyk tot die van 6den September geconcurreerd hebben; . doch dat daarenboven de Meerderheid van de Ridderfchap zich grovelyk vergist, door te allegeren, dat zy zodanige Refolutien flechts zou hebben- aangezien , daar zy ter contrarie tegen de Refolutie van 19 Ocïober nopens de onderwerping der Gardes du Corps aan de ordres van Heeren Gecommitteerde Raden , heeft geprotesteerd, en zulks doen N 5 aan.  b03 mey. ZAAK EN VAN 1787. aantekenen; met een by voeging, welke aantoont, dat zy die Refolutie (welke ook de eenigfte is , die in dat adfpecl zou kunnen voorkomen ) aanmerkten als een gevolg van die over het Commando; vermits de Heeren van de Ridderfchap by die aantekening »»* hareren derzelver protest en aantekening op de Refolutien van 37 Julyen 17 Augustus laatstleden , relatief het Commando. — Ten bewyze wederom, dat zy Heeren van de Ridderfchap zich zeer verte van de waarheid verwyderen , voor eerst als zy voorgeven, dat zy de fufpenfie van den Capitein-Generaal op den 6 September hebben aangemerkt, als een gevolg van de Refolutie nopens het Commando ; vermits zy dan daartegen , met inhffifie van hun vorig protest, zouden hebben geprotesteerd. En ten tweeden, dat zy zich niet minder abuferen, wanneer zy voorgeven , dat zy de gevolgen van de Refolutie over het Commando eenvoudig hebben aangezien ; vermits zy tegen de zodanigen expresfelyk hebben geprotefteerd, Dat wyders, voor zo verre de Meerderheid van de Ridderfchap nu ook by hare la3tstgedane Aantekening tracht te kennen te geven , dat , alhoewel zy zich niet verzet hadden tegen de maatregelen en voorzieningen , welke op den 6 September en vervolgens tot afwending van de toen opgegeven gevaren genomen zyn, zy nochtans tot dezelven geenzins hadden geconcurreerd; zy Heeren Gedeputeerden aan die zelve Meerderheid van de Ridderfchap herinneren moeten (behalven de te voren gemelde benoeming van een Heer tot het perfoneel Befoigne) daar en boven noch eene andere gebeurtenis , waarvan niet alleen de Leden van Hun Edele Groot Mog. en de Registers kennis dragen; maar waarvan zelfs het geheele Bondgenootschap getuigen kan; toen namelyk op  mky. STAAT EN OORLOG. 1787. 203 den 8 September laatstleden, de Ridderfchap met het gehele Corps der Vergadering van Hun Edele Groot Mog. verfcht nen is in de Vergadering van de Heeren Staten Generaal, om aldaar plechtiglyk te concurreren tot één der fterkfte en cordaatfte maatregelen van Hun Edele Groot Mog., te weten, tot de reclame der Hollandfche Troupes , om met dezelve deze Provincie tegen gevreesde ondernemingen te dekken. Dat zy Heeren Gedeputeerden hiermede vertrouwen, uit de Registers van Hun Ed. Groot Mog., en uit de daden van de Heeren van de Ridderfchap , de waardy van derzelver laarstgedane Aantekening, ten aanzien der prtemisfen , genoegzaam ontwikkeld te hebben, om te kunnen beoordelen, wat prys men Rellen moet op de affirrnatien of ontkentenisfen van een Corps, welks Meerderheid zich zo verre vergisfen en vergeten kan ? en of het niet voor 't honneur van de Ridderfchap te wenfchen ware geweest, dat zy het liever beneden hunne digniteit gefteld hadden zich tot zulke abufieve allega* tien te laten entraineren, dan zich op hunne geboorte te verheffen, en te gloriëren op een rang van 't Eerfte Lid van Staat, 't welk in de Vergadering van Hun Edele Gr. Mog. noch titul noch voorrecht geeft. Dat nochtans deze idéés van geboorte en rang zo veel impresfie by de Heeren van de Ridderfchap fchynen gemaakt te hebben, dac onder de eerfte bezwaren (welke zy tegen de maatregelen van Hun Edele Groot Mog. aanvoeren, en waardoor zy Hoogstderzelver Souvereine befluiten van onrechtvaardigheid zoeken te befchuldigen , of aan het effect van drift en particuliere misnoegdheid toetefchryven) geen geringe plaats beflaat de herinnering van de hooge geboorte van den Heer Stadhouder, en deszelfs oorffrong uiteen Huis,  ad* met. ZA AKEN VAN 1787. 't welk de grond/lage» dezer Republiek heeft helpen leggen, en aan welks iever en trouw dezelve hare opbouwing en befcherming gezegd wordt grotelyks verfihuldigd te zyn. — Terwyl zy Heeren Gedeputeerden wel erkennen~, dat zodanige herinnering niet ongelchikt is, om by den één en ander die gevoelens te verwekken , welken eene hooge geboorte hem dunkt te meriteren, en om ook in de harten van alle Vaderlanderen die dankbare nagedachtenis te doen geboren worden, welke de goede en lofwaardige daden van des Heeren Stadhouders Voofgangeren verdienen , met dien oprechten wensch , dat Zyn Hoogheid door eene ieverige en getrouwe navolging van al wat loffelyk is, ook diezelve dankerkentenis had mogen wegdragen: doch dat zy Heeren Gedeputeerden evenwel nimmer kunnen avouëren, dat of de geboorte van Zyn Hoogheid, of de verdienften Zyner Voorvaderen by eenig Lid van Staat, aan wien de zorg voor de Vryheid van het Volk, en het behoud van 't Vaderland ter harte gaat, dien invloed behoren te hebben , dat me» daarom aan eenige entreprifes van geweld zou mogen toegeven, of dezelve bewimpelen en voorfpreken , veel min verzuimen zodanige maatregelen te nemen,' als men oordeelt tot afwendingvan gevaarlyke en gevreesde ondernemingen noodzakelyk te zyn. Dat zy Heeren Gedeputeerden wel hebben opgemerkt, dat de Ridderfchap, door onder diverfe benamingen in te roepen de noodzakeiykheid van een volledig onderzoek, en door Zyu Hoogheid te doen voorkomen , als hebbende een jus perfeSte acquilitum, zich zeiven en anderen trachten te animeren tegen een fufpenfie by Poiiticque Voorziening, en even daardoor, zonder het te durven noemen, tonen dat Zy de redenen voor en tegen zodanige fufpenfie aan een Jufiitieel onderzoek zouden wtë«  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. «05 willen onderworpen hebben. — Doch dat evenwel de Heeren van de Ridderfchap niet9 hebben kunnen te voorfchyn brengen tot wederlegging of rescontre van die. onwrikbare Staatsmaxime, welke by de Contra-Aantekening der 12 Steden op dit refpecf is ingeroepen , en .welke als niet wederfproken by dezen word geïnhaleerd; zynde zoo gefundeerd in het wezen der Souverainiteit, dat men , door dezelve in twyffel te trekken , alle denkbeelden van Oppergezag wegneemt. Dat trouwens, zoo dra Hun Edele Groot Mog. meenden, of foupconneerden, dat de Heer Capitein ■ Generaal tegen de Hoogheid van de Provincie, en tegen de VJryheid van de Ingezetenen gevaarlyke ondernemingen mediteerde, (het geen juist de grond der Sufpenlie geweest is, en zonder uitftel een prompte vooorziening vereischte) Hun Ed. Groot Mog. zelve alleen, en niet eenig Collegie van Juftitie bevoegd en verplicht waren te beoordelen, wat daar tegen behoorde in 't werk te worden gefteld, als zynde aaar in het Opperbeftier en het Beleid der gemene zaak, 't welk ten eenemaal onvervreemdbaar van de Souverainiteit is, zoo esfentieel gelegen, dat men opentlyk toond aan Hun üd. Groot Mog. alleenlyk den naam van Hoge Overheid te willen laten , maar in der daad Huogstderzelver Gezag beneden dat van den geringlten Souverein cies aardbodems te vernederen , en geheel te willen vernietigen, warneer men durft vergen, dat in gevallen daar het aankomt op de Dcfcherming van het Land tegen ondernemingen van geweld, Hun Edel - Groot Mog zich, als de parthy van Hunnen stadhouder, zouden moeren onderwerpt n aan de Julli ieele uitfpraak van een Rechtbank , aan wims oordeel langs dien weg zou verbleven worden de bepaling , wat 'cr  ao6 mey. ZAAKEN VAN I787. 'er tot beveiliging van de gemene zaak, en tot behoud van het Land al of niet konde en mochte gedaan worden, en aan welken Rechtbank dus even daardoor het beleid van 'sLands zaken, 't welk privativeiyk van het departement van den Souverein is, gefubjec* teerd zou worden. — Een fyftema, 't welk de Heeren van de Ridderfchap.ingewikkeld voorftaan, doch het welk zoo ftrydig is met den aart van alle regering, en zoo gevaarlyk voor »sLands veiligheid, dat het alle Leden van Staat met indignatie, en de Ingezetenen met fchrik vervullen moet. Dat het verder niet minder honende voor den Souverein is, wanneer de meerderheid van' de Ridderfchap de fufpenlie van Zyn Hoogheids Militaire functie zoekt verdacht te maken, door dezelve te doen voorkomen als inlopende tegen zyne erffelyke Rechten. Iets, het geen men vooral niet ftilzwygend pasferen kan, om dat by de Refolutie van 22 September laatstleden , tegen welke alleen de Ridderfchap geprotefteerd heeft, gene andere furcheanqe is in de wereld gekomen , dan die van de begeving der Militaire Charges; doch welke niet als eene erffelyke collatie kan worden aangemerkt , vermits dezelve in genen deele behoort tot het ampt van CapiteinGeneraal, maar als een perfoneel faveur, by eene fpeciale Refolutie , afgefcheiden van Zyn Hoogheids Commisfie, aan Hem is gedefereerd, en nimmer erffelyk verklaard. — Terwyl de fufpenlie der eigentlyke functie van Capitein - Generaal niet by de meergemelde Refolutie van 22 September is geïntroduceerd , maar geïnhsreerd, en reeds te voren was gearrefteerd by de voorzieningen, welke op den 6 September en eenige volgende dagen genomen zyn, en tot welke de Heeren van de Ridderfchap nevens alle de Leden van Hun Edele Groot Mog. eenparig hebben ge- con«  MEY. STAAT EN OORLOG. 1787. ao/ concurreerd; zoo dat het bezwaar wegens het furcheren dezer erffelyke bediening (indien het zelve tegen eenig Lid geallegeerd kon worden, des geenzins) zoo wel zou redunderen ten laste van de Ridderfchap, als van de Steden. Doch dat daarenboven het erffelyk recht omtrent dit ampt, gelyk ook omtrent het Stadhouderfchap , wel een faveur is voor zyn Hoogheids Defcendenten, als hebbende daardoor de expectance, om Hem in die Charges te fuccederen, maar dat het geenzins aan den Capitein-Generaal of Stadhouder voor zich zei ven, eenig meerder recht of gezag geeft, veel min Hem in zyne functie independent maakt van de Heeren Staten, zyne Committenten , en zynen wettigen Souverein , by wiens goeddunken hy daarin fungeren, en werkzaam zyn moet; terwyl het van een zeer gevaarlyk uitzicht zoude zyn, indien de Capitein-Generaal, om dat men zyn Huis met gunden overladen, en zelfs de fuccesfie in zyne Charges aan Zyne Nakomelingen toegezegd heeft, oordeelen mocht, door die zelve overmaat van weldadigheid gefteld te zya buiten het bereik van 't Oppergezach, in zo verre, dat hy, wanneer hy eenige gevaarlyke ondernemingen entameerde, of prepareerde, daarin niet zou mogen tegengegaan en bedwongen worden door den Souverein , van wiens goeddunken hy dependeert, en die als Hoge Overheid bevoegd en verplicht is de Bediening, waartoe zy hem ten nutte van den Lande Gecommitteerd heeft, te furcheeren, en te doen ftil ftaan; zo dra zy oordeelt, dat de Exercitie daarvan voor 'sLands Hoogheid en der Ingezetenen Vryheid gevaarlyk zoude zyn: zynde dit praciefelyk het geval, waarin Hun fidele Groot Mog dezer dagen hebben geverfeeid, en genoodzaakt zyn geweest, van dit hun Oppergezach gebruik te ma»  oo8 mey. .Z AA K EN VAN 1787, maken; ten dien effecte, dat niet alleen het beste gedeelte der Natie, en inzonderheid van de Ingezetenen dezer Provit cie, degenomene maatregelen heeft gebillykt, en toegejuicht, maar ook getoond ten vollen teconvinceerd te zyn van de rechtmatigheid van het wantrouwen omtrent den Heer Stadhouder, 't welk zodanige voorzieningen heefc noodzakelyfc gemaakt. Dat wel de Heeren van de Ridderfchap thans ftaande houden, dat zy die kracht van convictie in de voorgedragene gronden van wantrouwen niet kunnen vinden, voorgevende, dat, fchoon zy in het eerfte zich tegen de raadflagen van Hun Edele Groot Mog. niet verzet hadden, om voor de gevolgen niet aanfprekelyk te zyn, zy nochthans rad" hand de onfchuld van den Heer Stadhouaer blykbaar hadden zien opdagen, doch dat zy Heeren Gedeputeerden niet hebben kunnen ontdekken , welke de middelen zyn geweest, waardoor deze Juftificatiè van Zyn Hoogiieid zo blyk» baar geëclatteerd heeft : moetende uit de laatstgedane Aanteekening van de Uidderfchap worden opgemaakt," dat de meerderheid van dat Corps, in het begin der maand September, verneemende, wat 'er in Gelderland pas» feerde, en hoe daaruit eene algemeene vrees geboren wierd , dat de Heer Stadhouder in zulke geweldige ondernemingen zou voortgaan, en ook deze Provincie trachten te mvadeeren , zy Heeren van de Ridderfchap wel geconvinceerd zyn geweest, dat Hy daarom, trent geheel onfchuldig was , maar niet te min (het geen noch hans met eene complete convictie van onfchuld by sequitabele eo cor-, date Staatsleden bezwaarlyk zou zyn overééif te brengen) Hem in zyne directie en bevel over de Armée hebben helpen fuspendeeren, of ^zo als zy zich uitdrukkenj zich tegen zodanige luspenfie niet verzet; en wel, omdat  Mèy. STAAT EN OORLOG. 1787, a0$) het mogelyk was , dat Zyn Hoogheid zülkè geweldige plans tegen deze Provincie formeerde , en dat zy wegens die mogelyke gevolgen niet aanfprekelyk wilden zyn; doch dat naderhand het kwaad, 't welk rrien gevreesd had, narnelyk de dadelyke voortgang van het het Militair geweld tot in deze Provincie, niet hebbende plaats gegrepen , Zy Heeren van de Ridderfchap daardoor de onfchuld van den Heer Stadhouder ten klaarden hadden gedemonftreerd gevonden. Dat nochthans zy Heeren Gedeputeerden niet kunnen penetreren, hoe men uit het niet Voortgaan van het begonnen geweld betluiten kan , dat de opgevatte vrees ongegrond zoude zyn geweest, vermits men de afwending van het dreigende gevaar veel eer, onder den Zegen van God Almachtig, aan hec gewenscht effect, der maatreguleh van Hun Edele Groot Mog, moet toekennen, dan dé exiltentie der veriedelde ontwerpen daarom in twyffel trekken; Dat Zy Heeren Gedeputeerden by dé con; tra-Aantekening der 12 Steden breder gedei tailleerd hebbende de bronnen , waaruit het opgevatte wantrouwen omtrent Zyn Hoogheid laatstmaal gefproten is, zich daartoe by dezen wei expresfelyk refereren en al het zelve inhxrerende als noch geen zwarigheid maken aan de pofteriteit te laten beöordeelen; Of Zyn Hoogheid, door de Provincie Gelderland, op een tyd, dat de andere Provin. cien van Militie byna geheel ontbloot waren, met eén gröot gedeelte der Armée van dezen Staat op te vullen , en zich dus te Rellen aan het Hoofd van een goed aantal troupes , om en by zich opzettelyk verzameld , niet even daardoor veel ombrage heeft moeten verwekken, en alle cördate en gevVvtë0** Staa£sleden noodzaken, om op zyrie XXXVitL DEEL. O gé.:  aio. mey. ZA AKEN VAN 1787. gedragingen en desfeinen nauwkeurig acht te fiaan , en daartegen op hunne hoede te zyn ? Of wyders de Heer Stadhouder op dien zeiven tyd goedvindende zyne gevoeligheid te betoonen nopens de Refolutie van Hun Edele Groot Mog., relatief het Commando over 't Guarnifoen van den Haag, en zich boven den Souverein verheffende, hoogstderzelver befluit voor niet genomen te verklaren, zich ook daardoor niet heeft doen keDnen als iemand, die geen zwarigheid maakte tegen de Hoogheid van den Souverein te attenteren, van wien men dus allerlei gevaarlyke ondernemingen verwachten kon , en tegen wien men zich derhalven wapenen moest? Of daarenboven het dadelyk misbruik van - die Militie, welke hy gezorgd had by de hand te hebben , en waarmede hy op zulk eene ongehoorde wys, tegen alle aanmaningen en inltantien aan , de Rem in Staat hebbende Steden Hattem en Elburg heeft doen occuperen , geen bewys van des Stadhouders inclinatie tot geweldadige ondernemingen en tot bedwang van der Ingezetenen vryheid heeft opgeleverd, en Hun Edele Groot Mog. genoodzaakt, om deze Provincie en den vryen landzaat in dezelve, by tyds tegen foortgelyke eDtreprifès van geweld te beveiligen, en den Heer Stadhouder het misbruik der Hollandfche Militie te beletten ? En of om dit alles de fuspenlie van den Heer Capitein-Generaal, als een middel ter beveiliaing dezer Proviucie , niet even zoo weitig als noodzakelyk gekeurd moet worden '? Oat, hoe zeer de beantwoording dezer eenvoudige voordragt notoirlyk tenderen moet tot Justificatie- van het door Hun Edele Gr. Mog opgevatte wantrouwen , en de daarop aefundeerde inaatregeleb, en hoezeer zulks ook  ME*. STAAT EN OORLOG. tjsf. ail ook op het ogenblik, toen die gebeurtenis, fen, welke het gehele Land beroerd hebben ZnC5 ID harke .^"'Iyke gedaante vertoonden* en de waarheid nog door geen kunst bezvS was, by de meeaten gene de minfte haïfitarie ontmoet heeft, de Heeren van de Riddfrfcha J evenwel thans zig tegen de kracht de coS viftie fchynen gewapend te hebben, Sar «y met alleen het gepleegde geweld omtrent dl Steden Hattem en Elburg zelf, maar ook frJ°fh&ds gedraS d™omrlm trachten te defenderen, en te roemen, "«-«ren Dat trouwens de Meerderheid van de Ridderfchap met empresfemént verzeke-t dat hetdmdelykgebkken en gedemonflreeu zoudlvm dat hec geval van die Steden niet anders dan een feiteiyke opftand en rebellie is geweest" en dat het occuperen Va,, dezelve door MilU aire macht, wel verre van naar dwin'landï te zwemen, in tegendeel als een ^ar VOor dezelven moet worden aangemerkt. L'at nochtans zy H,eren Gedeputëerderi naar die voorgewende demonflratie eener rebellie gezocht hebbende, erkennen rnoes. ten dat zy dezelve nergens, noch in het Manifest van de Heeren Staten van Gelderland van den 16 Sept. i786, „och in hét a . daar gepubliceerde Placaat van Amnestie ™„ den i; derzelver Maand daaraanvSde" noch in de laatstgedane aantekening vande R dderlchap hebben kunnen ontdekken, maar alleenlyk bevonden , dat alles wat ren E der Stad Elburg afzonderlyk geallegeerdl beftaat ,n het weigeren der Publ c?ie vari seker verbod tegen het presenteren Van Jd- Dat zy Heeren Gedeputeerden by dezen ?antZd ^ dèCidereD.' noch aan de*S aan de Stedelyke Rechten van gem. Stad O 3  212 mey. ZAAKEN VAN 1787* conform is geweest; noch aan den anderen kant (zo als de Ridderfchap zich vermeet} dat het een Rebellie tegen den Souveraia heeft geïnvolveerd, — Oordelende zy Heeren Gedeputeerden , dat de beflisfing van dit gefrhtl tusfchen Staats-Leden onderling een object had kunnen zyn van die Mediatie , welke door diverfe Bondgenoten aan de Heeren Staten van Gelderland vruchteloos is aangeboden. Doch dat niet te min uit het Protest der Stad Harderwyk , relatief het geval dezer twee Steden, ten Quartiersreces. fe van Veluwe gedaan, en aldaar geïnfereerd, en vervolgens door den Druk publicq gemaakt , ten volle blykt, dat de Gelderfche Steden (het zy wel het zy kwalyk) fuftineren het Recht te hebben , en ook met er daad dikwyls hebben gepracf ifeerd, om het doen van Staats-Publicatien, waartoe zy niet geconcurreert hebben op haar Territoir te weigeren , op fundament van zekere aan haar Competerende Privilegiën. — En dat zy Heeren Gedeputeerden uit dit gedeclareerde van één der Gelderfche Staatsleden zelf ziende coniferen, dat de weigering van het doen der. bovengemelde Publicatie te Elburg gefundeerd is geweest op een ge/ustineerd, en met voorbeen den gejiaafd Privilegie , menen te moeten befluiten, dat de beoordeling van het gepasfeerde omtrent Elburg niet zo zeer afhangt van de beflisfing der voorfz. qusstie , maar alleenlyk van. de beantwoording dezer vragen: of het fuftineren, dat men zodanig een Privilegie heelt, een misdaad van rebellie genaamd raag worden? en of een Lid va» Staat in 't voorftaan eener fustenue, die door lommigen zyner Mede-Staatsleden erkend en gebillykt word, door andere disfentiërende Leden met Militair geweld mag tegengegaan en bedwongen worden? Dat wel de voornanders van du Geweld, ■ pe-  met. STAAT EN OORLOG. 178*. 213 penetrerende van welk een ver uitzicht het is, disfentiëerende Staats-Leden, die hunne Privilegiën voorftaan, wegens rebellie te befchuldigen , en door den Herken Arm te willen overmeesteren , nu ex post faEto, na dat de geheele Natie daar door in beweging is geraakt, alle pogingen aanwenden, om de oppofitie tegens de voorfz. Publicatie te doen voorkomen als de daad, niet van de Regering of Stad, maar van eenige opgeruide Ingezetenen, en tot dat einde de Getwoorene Gemeente, door welker concurrentie de Meerderheid der Regering aldaar geformeerd is, trachten te repraefenteren als Perfonen, die onbevoegd zouden zyn, om de Regering in een zaak van natuur als deze , te helpen uitmaken. Doch dac daar en tegen die van Elburg ailegeren , dat het weigeren van het doen der Publicatie gerefolveerd is by Meerderheid eener Gecombineerde Vergadering van Raad en Gemeente, en daar omtrent niet alleen fuftineren, dat volgens het Stedelyke Reglement , 't welk ten dezen opzichte het eenige rigtfnoer zyn kan, en ook in zoo verre nimmet geSbrogeerd, maar beftendig geobferveerd is , de Magiftraat in Politicque zaken (waartoe het maintien der Privilegiën notoirlyk behoort) niets verrichten mag zonder concurrentie der Gemeente, en in tegendeel verpligt is daarover , mitsgaders over alles, 't welk op de Lands en Quartiersdagen verhandeld wordt, Gecombineerde Vergadering van Raad en Gemeente te houden; maar dat alles, behalven dit gefustineerde omtrent het Conftitutioneel Recht van de Gezwoorene daarenboven, met relatie tot de U/antie en Pra&ycq, door dezelven ten fterkften word geaffirmeerd en verzekerd, dat zulke Gecombineerde Vergaderingen , federt onheuglyke tyden, onafgebroken,zelfs na den jare 1750, lot nu onlangs, tot de Stad geoccupeerd is, O 3 mee  314 mw ZAAKEN VAN 1787, met 'er daad hebben plaats gehad; gelyk deze affirmatie voorkomt in de Misfive door den Magiftraat en Gezworepe Gemeente aan Hun Edele Groot Mog. gefchreven uit Elburg den i September laatstleden, en te vinden in deze Registers op dèn 4 September daar aan volgende. ■— Zynde het wyders ook publicq bekend geworden, dat zelf die Leden van den MagiRraat, die van hunne twee Mede-Radens en van de Gezwoorene desfentieeren, by zekere Refolutie in de maand Maart van 't vorige jaar de Wettigheid van die Gecombineerde Vergaderingen allervolledigst erkend en gedeclareerd hebben , geene andere dan zulke Gecombineerde Vergaderingen van Raad en Gemeente te kennen, maar in dezelve de Gemeente aan te merken , als één Lichaam met den Magiftraat uitmakende. Terwyl ook door opentlyke daden de Wêttigheid en het gezag van die Gecombineerde Vergaderingen, fpeciaal in deze materie erkend is, wanneer meer dan één van die Magiftraats - Leden , welke anderziDts van de Meerderheid van Raad en Gemeente disfentiëerden, nochtans uit krachte van den last door Raad en Gemeente hun daartoe gegeven, tegen het arrelteeren der boven, gem. Staats-Publicatie ten Landsdage, namens de Stad Elburg geprotefteert hebben. — En , offchoon men naderhand getracht heeft het Conjlitutioneele Recht van de Gezworenen in dezen te betwisten, dat nochtans zy Peeren Gedeputeerden , zonder de quaestie over dit point by dezen te beflisfen , geen zwarigheid maken te declareren: dat zy niet de miiilte reden kunnen vinden, waarom het houden van zulke Gecombineerde Vergaderingen , 't welk faEto zoo veel jaren ongeftoord heelt plaats gehad, juist in dezen tyd een refcilie zou geworden zyn, of waarom men de handelingen van de meerderheid van Raad sn Gemeente, gecombineerd vergaderd, niet  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. ai^ zou mogen Rellen op naam van de Regering der Stad Elburg, daar de Magiftraat van die zelve Stad met woorden en daden de wettig, heid van die gecombineerde Vergaderingen' erkend, en het gezag van derzelver Refolutien, tot dien tyd toe, gerefpecleerd heeft.— Dat zy Heeren Gedeputeerden integendeel uit dit alles meenen te moeten opmaKen, dat, zo lang dusdanige gecombineerde Vergaderingen niet op eene wettige wys afgefch3ft en vernietigd waren, derzelver handelingen niet konden of móchten befchouwd worden, als feitelykheden van refracfaire en rebellerende Ingezetenen, maar als maatregelen van een integreerend Staats Lid , 't welk zyne Privilegiën reclameert en handhaafd, en 't welk men , zo het zich daarin mochte vergisfen, wel door middel van mediatie of arbitrage mocht trachten te overreden en te rccht te brengen, maar geenzins door Militair geweld te doen zwygen en oukken. Dat voorts ten laste der Stad Hattem af. zonderlyk niets hoe genaamd gefpecificeerd zynde, Zy Heeren Gedeputeerden hebben moeten vastftellen , dat *er geene byzondere misdaad van dezelve heeft kunnen geallegeerd worden. — Dat wel de gevluchte Regenten en Ingezetenen van die Stad als een waarfchynelyke reden van het tegen hun gepleegde geweld hebben opgegeven zeker different met den Heer Stadhouder over de aanftelling van één van deszelfs Guardes du Corps tot Schepen en Raad aldaar , welke gföordeeld wierd niet tot den eed geadmitteerd te kunnen worden , uit hoofde van de omftandighedeh, waarin dezelve zich bevond; — dat ook die opvatting wel eenige confirmatie fcheen bekomen te hebben door de dadelyke inftallatie van gem. Guarde du Corps , zo dra de Stad door de Militie geoccupeerd was, en alle fultenuen omtrent Rechten en Privile» O 4 gien  ?i6 MEY. ZAAKEN VAN 178* eien door de wapenen overwonnen waren; — doch dat het nauwelyks te geloven was, dat in de exiftentie van dit different de misdaad dezer Stad gelegen zou geweest zyn; vermits het aan een ieder in het oog moet lopen , dat zulks als een object, waaromtrent Rech-er. en Privilegiën geconfuleerd moeten worden, wel eenig nader onderzoek meriteetde, maar geenzins gefchikt was, om door den Militairen Arm gedecideerd te worden. Dat nog wel als eede generale befcbuldiSine tegen beide de Steden geailegeerd wordt, dat zy zich gewapend, en tot die Wapening vreemde hulp, ingeroepen hebben — Doch dat hier tegens in aanmerking behoort te komen, einsdeeh, dat deze wapening niet anders gefchied zynde dan op last van de Regeering der retpeétive Steden, seenzins geconfidereerd kan worden als een feitelyke opftand van muitzuchtige Ingezetenen , maar als maatregulen van integreerende Leden van Staat, die bevoegd zyn voor hunne veiligheid te zorgen, en anderdeels, dat de beflisfing van het misdadige dezer wapening ten eenemaal afhangt van de beoordeeling der wettigheid van het gebruik der 1 MüRaire macht te8en dezelve' vermits geenerhande Oppofitie van gewapende Man. fchap te pas zoude zyn gekomen, indien er geen geweld tegen haar gebruikt was, en de Oppofitie nimmer misdadig konde zyn, indien dezelve was ingericht tegen onrechtvaardig geweld. Dat derhalven, wanneer men dit alles nagaat , en .geene andere befchuldiging tegen deze ongelukkige Steden hoort te berde brengen, hieruit gtredelyk is op te maken, dat de misdaad van dezelven tot hiertoe gene andere blykt geweest te zyn , dan die van Onze Voorvaderen , welke in het voorftaan 'iiunner Vrvheden en Voorrechten ook door  uey. STAAT EN OORLOG. 1787. 317 Militair geweld wierden tegengegaan, maar met verëende krachten de dwinglandy gefnuikt, en tot confervatie der gemeene Vryheid , eikanderen met goed en bloed hulp geboden hebben. Dat wel de Meerderheid van de Ridder, fchap aan het g-pasfeerde omtrent riaitem en Elburg die tournure zoekt te geven, als of de Heeren Staten van Gelderland niets andets gebuteerd hadder., dan Guarnifoen in de bovengem. Steden te leggen , ten einde de Juflitie aldaar ongeltoord zoude kunnen ageren, —— Doch dat by het meergemelde Protest der Stad Harderwyk, als één der gewichtigffe Privilegiën ook van de Gelderfche Steden in het brede gedetailleerd is, dat zy niet verplicht zyn tegen wil en dank Guarnifoen in te nemen ; en dat mitsdien dit voorwendfel, wel verre dat hetzelve zoude ftrekken, om het gebruik der Militie te veroiitfchuldigen, in tegendeel een nieuwe indracht op het recht van die Steden involveert. fin offchoon de Heeren Staten van Gelderland zelfde kracht dezer ailegatie gevoelende, zich daarvan trachten te disculperen, door by eene expresfelyk daartoe ingerichte Misfive Hun Edele Groot Mog. te verzekeren, dat het niet zoude gefchied zyn, in weerwil van de Regeer ing, maar flechts van twee Leden van dezelve, die ondanks de overige zes MagiflraatS' Leden zich, met behulp van eenige opgeruide Burgers , van het bewind hadden meester gemaakt $ dat nochtans zy Heeren Gedeputeerden niet kunnen nalaten hiertegen te remarqueren: — dat men door deze ailegatie, welke alleen* lyk relatief kan zyn tot de Stad Elburg, en in genen dele appiicabel is op Hattem, in elfecfe confesfeert, ten aanzien van de laatst» gemelde Stad generhande defenfie te heb- ben. Dat voorts, met opzicht tot Eb burg in het byzonder, de Regeering niet heeft O 5 be.  ui8 mey. ZAAK EN VAN ^787. beftaan uit acht Magiftraars-Leden, maar uit den Magiftraat of Raad met en benevens de Gezworene Gemeente; ten dien effedte, dat (gelyk te voren getoond is) Raad en Gemeente gefamentlyk de Regeering der Stad uitmaakten , en dat mitsdien daar de Meerderheid van Raad en Gemeente, gecombineerd vergaderd, zich tegen het innemen van Guarnifoen geöppofeerd heeft, de bezetting van de Stad notoirlyk in weerwil van de Regeering gefchied is. Dat ook de Regeeringen der beide Steden, zo wel Elburg als Hattem, weinig dagen voor dat dezelven door de Militie zyn ingenomen , hun tegenzin tegen 't ontfangen van Guarnifoen getoond hebben in twee onöerfcheidene Mislives , uit naam van de Regeeringen , op een legale wyze, door de refpective Stads Secretarisfen ondertekend , en by Hun Edele Groot Mog. op den 4 September laatstleden ingekomen. — Dat daarenboven de Protesten, van wege de beide Steden ten Landdage tegen het zenden van Militie gedaan, den tegenftand der Regeeringen daar tegen op het allerduidelykst en folemneelst manifesteren. -— Maar vooral dat dit point, fpeciaal omtrent de Regeering van Elburg tot eene complete demonftratie gebracht wordt door het Extracl uit het Refiliatie-boek der Stad Elburg, 't welk by de bovengemelde Misfive aan Hun Edelé Groot Mog. toegezonden, en in deze Registers op den 4 September laatstleden te vinden is , waaruit blykt, dat by het 10 point der Refolutie van den 26 Augustus de Gecommitteerden van gemelde Stad ten Landdage gelast zyn, tegen alk bezetting van dezelve met Militie te protesteren, en te declareren, dat, wyl Magi' firaat, Gemeente en Burgery, by refpeeïive Refojutien en Addresfen zich daartegen gedeclareerd hadden, zodanige demarche zou worden befchouwd als een daad van geweld.  mev. STAAT EN OORLOG. 1787. 3i9 En eindelyk dat op den a8 Augustus, wanneer er drie Leden Van den Magiftraat in de Gecombineerde Vergadering prsfent waren, met unanimiteit van (temmen by Raad en Ge. meente gerefoiveerd is, dat de Stads Secretaris met adfiftentie van' twee Bodens, op het einde der Stads Jurisdictie, den eventuëlen Commandant der gezonde Militie interdiceren zou, 'op het Stads Territoir te trekken, wyl Raad, Gemeente en Burgery ongezind waren Militie te ontfangen. Dat het na dit alles onbegrypelyk moet voorkomen, hoe men noch ter goeder trouw kan ontkennen, dat deze twee Steden, in weerwil harer Regering, bezet zyn, en hoe men zulk eene geweldige bezetting als regelmatig en billyk durft voorfpreken. Dat trouwens het onverdedigbare hier van aan een ieder moet in 't oog lopen, als men nagaat : op wat wyze de Troupes tot deze Expeditie zyn toegerust geweest? wat dezelve in die Steden hebben uitgericht? en wat het motief van dit alles geweest is ? — Zynde het bekend en buiten tegènfpraak, dac de Troupes, tegen deze Steden afeezonden, semunieert zyn geweest met grof Gefchut en Houwitfers, en dus in ftaat gefteld om dezelve te bombarderen en vyandelyk te overweldigen. Dat vervolgens na de dadelyke overweldiging, eri de vlucht van Regenten en Ingezetenen, de Militie aldaar, even als op Vyands bodem, de verfchrikkelykfte plundering en verwoesting heeft aangericht, zonder dat tot hier toe wegens dien euvelmoed eenigerhande exemplare en eclatante ftraf geïnfligeerd is; weshalven zy Heeren Gedeputeerden , zoo lang Bevelhebbers en Gemenen des. wegens mee rigoureufelyk geltraft zyn, het dasr voor moeten houden , dat de Militie aan den last , immers aan het oogmerk van hare Zenders voldaan heeft, en mitsdien ge- em-  aao mey. ZAAKEN VAN' 1787. employeerd is om twee Stem in Staat hebbende Steden met geweld te overmeesteren en te ftraften ; en zulks alles (want men heeft j hier voren bewezen, dat gene andere motiven daar toe geüUegeert zyn) uk hoofde dat die Steden hare geiuftineerde Privilegiën en Rechten hadden durven voorftaan, en de Vryheden harer Ingezetenen zoeken te verdedi. gen. Dat zy Heeren Gedeputeerden, langer dan ■ hun aangenaam is geweest, zich by het geval van Hattem en Elburg hebben moeten ophouden , om door eene eenvoudige ontwikkeling der waarheid de posteriteit te convinceien: ln de eerfte plaats , dat de onderneming tegen de gem. Steden niet op een legaal Adres van derzelver Regering, noch op een fpecïaal en gedetailleerd verzoek van het notabelfte gedeelte der Burgery, ingericht is geweest , om een hoop oproerig Grauw alcaar te beteugelen ; maar integendeel , om in weerwil van Regering en Burgery, deze twee Steden, als disfentiërende Staats-Leden, / in het voorftaan hunner gefuftineerde Privilegiën tegen te gaan en te bedwingen; en dat derhalven dit geval in geenen deele is gelyk te Hellen met het ongenoemde, maar nochtans bedoelde geval der Stad Rotterdam , werwaards tot herfteiling van de rust, die , dnor het opgeftookte Grauw gedurig geftoord tl wierd, op de herhaalde klachten der vermogendfte Ingezetenen, een Staats-Commisfie is afgevaardigd , en tevens Zyn Hoogheid verzocht, om NB, piet overleg van Burgemeesteren aldaar, een convenabel geial Troupes 3 derwaards te doen marcheren, ten duidelyken bewyze, dat zulks niet gefchied is in weerwil noch van de Regering, noch van de Burgery ; en dat mitsdien de Heeren van de Ridcitif/chap du geval bedoelende, hetzelve hier Z09  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. aal zoo kwalyk geplaatst als malgratieus te paste brengen. Moetende voorts liet hier boven geallegeerde omtrend Hattem en Elburg (trekken in de tweede plaats, ten einde te demonftreren , dat de deer Capitein-Generaal de Mi. litie van den Staat heeft misbruikt, om tegen twee disfentiërende Staats-Leden een ongehoord geweld te plegen. Teg n welke ailegatie de Heeren van de Ridderfchap zich wel beroepen op de Ordres van de Heeren Staten van Gelderland, aan welke Zyne Hoogheid moest obediëren, en welke hem mitsdien van alle verantwoording deswegens excuferen. Dan dat, hoe zeer zy Heeren Gedeputeerden ten flerkften ftaande houden, dat Zyn Hoogheid als Capitein en Admiraal-Generaal gehouden en verplicht is de ordres, die Hy ontfangc om tegen 'sLands gemenen Vyand te ageeren , met alle Activiteic te executeeren, en te doen executeeren, en ook, wanneer de nood zulks vordert, ter beteugeling van muitzuchtige Ingezetenen, met promptitude en goed beleid de ontfangen bevelen moet obferveren en nakomen; nochtans deze verplichting op het tegenwoordige geval zeer ongelukkig gereclameerd en geappliceerd wordt , vermits de Heer Capitein-Generaal de twee Gelderfche Steden niet heeft kunnen aanmerken als vyandeo van den Staat, noch als muiuuchtige Ingezetenen , maar (gelyk getoond is) als disfentiërende Staatsleden; en het daarenboven ter goeder trouwe niet ontkend kan worden , dac gemelde Zyne Hoogheid in de Provincie Gelderland zulk eene ji.fluentie beeft, dat zonder zyne inftigatie o! goedkeuring nimmer zodanige ordrea in de wereld konden geKomen zyn: moetende zy Heeren Gedeputeerden, zonder op te tellen de relatien , waardoor velen der GeL der-  &2i mey. ZAAK EN VAN 1787. derfche Staats-Ledtn aan de gunst en aan 'c Hof van Zyn Hoogheid geattacheerd zyn , zich ten dezen opzichte alleenlyk beroepen op het getuigenis van den Heere van Bronckhorst en diverfe andere Regenten in de gemelde Provincie; welke als van naby der zaken kundig, de meestbevoe^de getuigen zyn , en welke by derzelver Misfive, gefchreven uit Zutphen den 2 September des vorigen Jaars aan Hun Edele Groot Mog. onder anderen declareren : dat het door niemand kan geloochend worden, dat tegenwoordig, door alle de verregaande af'wykingen der Conftitutie , de •Heeren Staten van Gelderland wel in naam Souyerain zyn, maar inderdaad en wexentlyk ondergtfehikt aan Hoogstderzelver Stadhouder. En, al ware het, dat deze Stauhouderlyke invloed in Gelderland ter goeder trouwe, en zonder bloozen orstkend kor.de warden, dat nochtans zy Heeren Gedeputeerden menen, dat ten aanzien van het gepasfeerde omtrent Hattem en Elburg, Zyne Hoogheid notoirlyk al de verantwoording voor zyne rekening heeft genoaien, door aan de Heeren ■Gecommitteerden van de drie Overysfelfche Hoofafteden Zyne Stadhouderlyke intercesfie te refuferen, en geen het mintte uitllel in de onderneming tegen de Steden Hattem en Elburg te willen admitteren; niettegenftaande uit eene Misfive van de Regering der eerstgemeïde Stad, aan de Regering van Zwol gefchreven, en aaq Zyn Hoogheid gecommuniceetd, ten duidelyklte bleek, dat zy genegen waren de aangebodene Mediatie te accepteren, en aan alle reaelyke voorwaarden te defereren: terwyl de onverzettelyke weigering van Zyn Hoogheid, om daartoe Zyne goede Oökien toen ter tyd aan te wenaen , aes te meer de attentie moet na zich trekken , vermits uit de prffimisfen van het Placaat van Amnestie op den 17 September deszelven jaars te  MEY. STAAT EN OORLOG, 1787. 223 te Zutphen gearrefteerd, blykenkan, dat gemelde Zyn Hoogheid, toen de Steden overweldigd, de Ingezetenen verdreven, en hunne bezittingen door roof en plundering ver. woest waren , het van Zyn plicht gerekend heeft, voor deze overwonnen Staats-Leden by" hunne Mede-Leden te intercederen. Dat zoodanige handelwys omtrent integrerende Leden van Staat nimmer de goedkeuring van Hun Edele Groot Mog. heeft kunnen wegdragen, en alleenlyk plaufiebel heeft kunnen voorkomen aan de Heeren van de Ridderfchap op een tydftip, toen zy zoo inge. nomen waren met de gedragingen en .uitdruk, kingen van den Heer Stadhouder, dat zy zelfs zyne Voorfpraken worden, wanneer hy zich boven den Souverein verheft, en deszelfs Refolutie declareert ten zynen opzichte te houden voor niet genomen. Dan dat zy Heeren Gedeputeerden zich niet zullen ophouden met het;onbehoorlyke van zoodanige uit» drukking nader te deduceren, als wel verzekerd zynde, dat al wie ougevoelig is voor den hoon hier door Hun Edele Groot Mog. aangedaan , voor alle convictie moet onvatbaar zyn. Dat eindelyk de Heeren van de Ridderfchap by hunne nadere Aantekening nog wel hebben geürgeerd, dat in een zaak van natuur als de fuspenfie van den Heer Capitein-Generaal , niet anders dan met èénparigheid had mogen geconcludeerd worien; — doch dat zy Heeren Gedeputeerden al het gene de Ridderfchap deswegens voorgeeft , moeten aanmerken , ten dezen van geen de minfte applicatie te zyn , vermits die Refolutien , waarby eigentlyk de exercitie van den Post ^an Capitein-Gene-aa dezer Provincie gefurcheerd is. met eenparigheid van al de Leden genomen zyn; teiwyl ae fut,penfie der begeving der Militaire Charges niet anders is dan een  aai mey. ZAAKEN VAN lj-8?. een corfequentie van de vorigen ; behalvert dat ook in een tyd , wanneer de Provincie aan gevaarlyke ondernemingen geëxponeert is, geen provifionele beveiliging der Koogheid van het Land, en der Vryheid van de ingezeteren door de dislenfie van het één of ander Lid kan of mag tegengehouden worden, daar in zodanig geval allerbyzonderse het behoud van de genieene zaak de hoozfte wet moei wezen —Eu dat, gelyk Hun Edele Groot Mog. reden hadden om te vrezen , dat een Capitein-Generaal. die in ftaat was, om, op naam van eenige Staats-Leden, hunne disfentiërende Medeleden met Militaire magt te overweldigen, ook in ftaat zoude zyn , om , op naam van eenige Bondgenoten, èen disfentiërende Provincie aantètasten; zo cbk zy Heeren Gedeputeerden vertrouwen, dat de pnsteriteit geconvinceerd zal zyn j dat de Meerderheid der Leden van Hun Edele Groot Mog. bevoegd en verplicht was, om met al het vermogen dez,er Provincie zodanige ondernemingen afteweren, en door eene prövifionele en efficacieufe voorziening den Heer CapiteinGeneraal te verhinderen, om het fystema, iu Gelderland geadopteerd , in deze Provincie voorttczetten, en denzelven buiten de faculteit te ftellen, om zyn gezag over de Militie op gelyke wys te exerceren tegen de Provincie Holland, als tegen de Steden Hattem en Elburg. Dat zy Heeren Gedeputeerden hier mede alle de Hoofdpointen, welke in de laatstgedane Aantekening van de Heeren van de Ridderfchap voorkomen, gerescontreerd hebbende, dit twistgeding zullen befluiten met dien oprechten wensch, dat alle de refpective StaatsLeden , en ook de Heeren van de Ridderfchap, op het voetfpoor hunner Ed. Voorvaderen, welke by de'grondvesting dezer Republicq zich zo verdiend gemaakt hebben, r ten  lift STAAf ÉN OORLOG, tféf. 225 ten allen tyde tot die maatregulen , die ter beveiliging van deze Provincie, en derzelver Hoogheid en Vryheid (trekken kunnen , en vooral in dit tydsgewricht zo noodzakelyè: zyn, cordaac en volvaardig zullen concurreren. De Heeren van de Ridderfchap en Ede* len hebben met inhsfie van derzelver Contradictie en Protest, op de Refolutien va" den 22 en 28 September en 18 October 1760 , als mede van derzelver nader aantekening van den 29 Nov. 1786 op de voorfz. Contra-AantekeniDg derzelver nader Jnfertie gereierveert. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geïnliEereert derzelver Declaratoir op de Refolutien van den 22 en 28 Seri.* tember, 6,. 18 en 26 October en 29 Nov. laatstleden gedaan. Heeren Gedeputeerden der Stad Gö« rinchera hebben gedeclareerd, dat, of. ichoon wel zy Gedeputeerden op den 20 JNovember laatstleden, ter gelegendheid Van de nadere aantekening vati de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, met en benevens de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Arhfterdatri, Godda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende tèö krachcigden hebben geïnhaleerd de ContraAantekening op den 26 Odober te Voren ge. -— daan , en tegen de voorfz. nadere Aantel», ning van de Heeren van de Ridderfchap zodï. nige nadere Contra-Aantekening hebben relerveerc, als geÖordeelt zou worden te be. horen j zy echter zwarigheid maakten om ni"i de bovengemelde Steden te concurreren tof fcvvwï,rdoen"in'èreren van de "bofenaaandenar AXXVIII, DEEL, P ^  326 mey. ZAAKEN VAN • 1787. dere Contra. Aantekening , zonder daarom* trend vooraf van de intentie van de Heeren hunne Principalen geïnformeerd te zyn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rrielle hebben geïnhsereert derzelver Aantekening op de Refolutien van den 32 en a8 September, 6, 18 en aó Oftober en 29 Nov. laatstleden gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geïnhajreert het Advis van de Heeren hunne Principalen en derzelver Aantekening op de Refolutien van den 32 en 28 September, 6, 18 en 26 Oef ober en 29 Nov. laatstleden gedaan. CX. Misfive van Gecommitteerde Raden over hun venigte op een Propofitie van den Fiscaal Luyken, nopens een voornemen van Burgers en Ingezetenen van den Briel, om in . hunne Wapenoefeningen zich met Orange Cocardes te ver fleren: met exhibitie van befcheiden dien aangaande. In dato 12 Mey 1787. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raden, gefchreven in den Hage den 11 dezer, waarby kennis geven van Hun verrigte, op een Propofitie door den Advocaat-Fiscaal van Hun Édele Groot Mog. by Hun Collegie, den 28 der voorlede Maand gedaan, omtrent het voornemen eeniger Burgers en Ingezetenen der Stad Brielle om daags dsaraan , by derzelver offeningen in den Wapenhandel zig te verfieren met Orange Cocardes, en van de refcriptie daarop van Burgemeesteren derzelve Stad, mitsgaders van de befcheidens, concernerende de gem. ouverture door gem. Advocaat-  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 4*7 Fiscaal huo zedert geëxhibeert, welke zy bereid waren in originali aan Hun Edele Groot Mog. te exhiberen, ten ware Hoogstdezelven Hun mogten Quaiificeeren, dezelve te Rellen in handen van den Bailliuw der Stad Brielle, om daar van Arnptshalve employ te maken; breder hierna geïnfereert. Fiat Infertio, Waarop gedelibereerd zyndë , is goedgevonden en verftaan, dat, met approbatie van hetgeen door de Heeren Gecommitteerde Raden ter zaake voorfz» is verrigt, de voorfz. Misfive zal worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, en de Vergadering daarop gediend van derzelver Confideratieti en Advis, en is dien onvermindert, Copie van het laatfte Lid derzelve verzogt door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen om dezelve in de Ordre nader te examineren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuyzens Edam en Medemblik , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principalen. edele groot mogende heeren 1 Op den 20 der voorleden maand is aan Ons, direct na dac U Edele Groot Mog. Vergadering gefcheiden was, door den Advocaat-Fiscaal van U Edele Groot Mog. by Ons Collegie .voorgedragen , dat eenige Burgers en Ingezetenen der Stad Brielle zouden nebben voorgenomen, om daags daar na, .by gelegenheid van derzelver Oeffeningen in den Wapenhandel, zich té verfteren met Orange Cocardes , mitsgaders dat daarvan onder de hand kennisfe was gegeven aan ee« voornaam Staacs-Lid, die zulks des avonds te voren aan de attentie van hem Aavccaac Fs§< P fl casi  228 mey. ZAAKEN VAN 1787. caal gerecommandeert hadde , waarop Wy, vermits het toen niet mogelyk was daar van aan U Edele Groot Mog. kennisfe te geven, en echter daaromtrent, naar Ons begrip, geen tyd behoorde te worden verzuimt, op het geproponeerde van gemelde AdvocaatFiscaal, na deliberatie, goedgevonden en gerefolveert hebben, de Heeren Burgemeesteren der Stad Brielle te verzoeken en aantefchryven, om, des noods, met adfiftentie van het Guarnizoen, de nodige voorziening te doen, dat tot voorkoming en affnyding van alle disputen onder de Burgers en Ingezetenen derzelve Stad, en tot bewaring van de rust binnen dezelve, hangende Uwer Edele Groot Mog. deliberatien op de Requeste door Mr. Adriaan Dirck van der Eyck, Oud - Burgemeester derzelve Stad, c. f., in de maand Augustus van den jare 1785, "aan U Edele Groot Mog. gepraefenteert, immers tot Uwer Edele Groot Mog. nadere dispofitie, gene Cocardes door de Burgers en Ingezetenen derzelve Stad , hec zy onder de Wapenen , als anderzints , by welke occafie het zyn mochte, wierden gedragen: Van welk gerefolveerde Wy voorts ten zeiven dage extract hebben gezonden aan den Bailliuw der Stad Brielle en den Lande van Voorae, mitsgaders aan den Commanderende Officier binnen de Stad Brielle , om te ftrekken tot derzelver informatie en naricht. Burgemeesteren en Regeerders derzelve Stad hebben daarop by Misfive, den 30(te daaraan volgende by Ons ingekomen gcrefcribeert en bericht , dat door Hunne Burgers en Ingezetenen , geene Cocardes van wat couleur ook wierden gedragen., dat zy alroos wakende, om de publicque rust binnen hunne Stad te doen Rand grypen , in den tegenwoordigen tyd by verdubbeling daarop attent waren; dat zy tegen het dragen ven Cocardes by waar- fchou-  MEY. STAAT EN OORLOG. 1787. aaj» fchouwing van den 3ifte January 1785 reeds hadden voorzien , mitsgaders dezelve waar. fchouwing geampliëert en gerenoveert hadden , dat 'er dus geen vreze was, dat zulks door iemand van hunne Burgeren zoude gattenteert worden; en dat , indien zulks onverhooptelyk gebeurde, zy daar in efficacieuslyk zouden voorzien. De voorfz. refcriptie door Ons in handen van gem. Advocaat-Fiscaal tot deszelfs naricht gefteld zynde, zouden Wy voorts van bovengem. Onze verrichting by de eerst daar op gevolgde Vergadering van U Edele Groot Mog. aan Hoogstdezelve kennisfe hebben gegeven, ware het niet, dat de Advocaat-Fiscaal Ons verzocht hadde, dat Wy daar mede noch voor eenige dagen zouden fuperfederen, ten einde hy Ons midlerwylen nadere informatie zoude kunnen geven nopens de echtheid der voorn, ouverture; en heeft dezelve vervolgens aan Ons geëxhibeerd, voor eerst zekere hem gefuppediteerde Befcheiden , welke zouden moeten ftrekken tot probatie, dat reeds op den 8 Maart jongstleden , behalven verfcheide door anderen gepleegde irregulariteiten en ftrafwaardige bedryven, zich aldaar opentlyk en ongeftoort vertoont hadde een Karei, die zich met een Oranga Cocarde op de bom, en eenen groenen tak daar boven, vefierd hadde. Ten anderen zeker Declaratoir, by forms van turbe, dat volgens de algemeene geruchten het Corps Burgers, welke des Zondags onder het Commando van den Capitein (thans Regeerende Burgemeester} Jacobus Roest op de Stads Weyde exerceeren, reeds op Zondag den safte der voorleeden maand met Orange Cocardes daar ter plaatze zouden verfcheenen zyn , indien zulks toen niet door directie van den Pra?Gdent Burgemeester geprasvenieerc was , maar dat zedert van eene P 3 an-  ' 330 MB*j ZA AKEN VAN 1787, anderen kant tentamina gedaan waren, om zulks op den volgenden Zondag, voortgang te doen hebben; En laatftelyk noch deze en gene hem Advocaat-Fiscaal gefuppediteerde Bsfcheiden, om te dienen tot bewys, dat niet alleen omlheeks van gem. tyd diverfe verbodene Vercierfelen van Orange-Coleur binnen de Stad Brielle waren gedragen, mitsgaders door zekeren Kaerel op ftraat Orange boven was geroepen; maar ook, dat aldaar door diverfcne van de Burgers, tot het voorn. Corps behorende, in volle Wapenrusting gebrilleert wierd met Orange Kwasten aan de Zabels, dat de Knecht van het Witte Burger-Vaandel op den 21 der voorl. maand April gezien was met een Oranje Cocarde in de hand, en met een Orange Lint aan deszejfs pypebcs, en dat wyders op den aó daar aan volgende, ten huize van den Knecht van het Orange Burger-Vaandel, een Orange Cocarde was gebracht geworden : Alle welke Befcheiden Wy bereid zyn in Originali aan U Edele Groot Mog. te exhiberen, ten ware ü Edele Groot Mog. mogten goedvinden Ons te quaiificeren, om dezelve te «ellen in handen van den Bailliuw der Stad Brielle, om daar van zodanig employ te maken, als dezelve Amptshalve zoude mogen vermeïien te behoren. Waar meede, - Edele Groot Mogende Heeren\ zullen Wy God Almagtig bidden, U Edele Grcot Mogende te willen houden in zyn Heilige Prote&ie. Gefchreeven in den Hage den 11 Mey 1787. (Onder ftond,) Uw Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Kaaden van de Staaten van Holf Lager ftond) land en WestvrieslandTtr Ordonnantie van dezelve, ^ Was getekend) A. j. aovER.  mey. STAAT EN OORLOG. 1787, 231 CXI. Misfive van de Staten van Utrecht aan de Staaten van Holland, om een heilzame Refolutie tegen de flappen op naam der Utrechtfche Burgery, en van den Generaal' Major van Rysfel. In dato ii Mey 1787. edele mogende heeren j byzondere goede vrienden, nacebuuren en bondgenoten! Niet lange geleden gaven Wy U Edele Gr. Mog. kennisfe van de fituatie, in welke deze Provincie zich gebracht vond, door de tégens alle ordre aanlopende bevelen by den Generaal-Major van Rysfel afgegeven; Wy informeerden U Edele Groot Mog. teffens dat Wy Ons daardoor Eeds en.plichtshalven genoodzaakt zagen eenige veranderingen in de gecantonneerd zynde Troupes te maken , ten einde de vreze door die ordres in Onze Ingezetenen veroorzaakt, zoo niet geheel wegtenemen, immers te verminderen; Wy voegden hierby Onze allezins gegronde klachte wegens deze verllitziende ftap van meergem. Generaal-Major van Rysfel, en verzochten ü Edele Groot Mog. eene fpoedige en efficaiieufe voorziening , ten einde dezelve wierde belet dit zyn voornemen ter executie te leggen, en met de eigene Troupes van de Generaliteit een der Bondgenoten op hun eigen Territoir tegens alle Recht en de gronden der Unie vyandelyk te bejegenen; terwyl ü Edele Groot Mog. betuigden Ons vast voornemen, om, zoo immer ietwes dergelyks by een Officier binnen deze Provincie zich bevindende op U Edele Groot Mog. Provincie ondernomen en uitvoerde , Wy uit al Uns vermogen De» zelve zouden achtervolgen en ten exempele van andere doen flraffen, dac Wy aldus ook eenige verP 4 an-  333 mey. ZAAKEN VAN 1787. snderinge in het cantonnement makende, de ftrikt. fte ordres zouden afgeven om eenigertnate' het Territoir van ö Edele Groot Mog. te violeren, of hoe het ook zoude mogen zyn, zich daarop te laten zien. Wy hebben vervolgens dan ook een begin met de verplaatfinge van het Cantonnement makende, den Collonel Grave van Efferen gelast, den 9 dezer met zyn Regiment te marcheren, en met vier Compagnien na Vreeswyk, en drie na jutphaas te vertrekken , en zich aldaar te cantonneren tot nader ordres, en voorts drie Compagnien na Maarsfen en Maarsleveen, twee naar de Meern en twee na Harmelen , ten zeiven einde, te detacheren, met de flipfïe ordres nochtans van wel zorge te dragen, dat gene zyner onderhebbende Manfchappen, in eenige wyze, h?t Territoir der Provincie van Holland of ook de Vryheden van Utrecht ofte Wyk by Duur» itede kwame te betreden; Wy hadden niet anders verwacht, dan dat deze Onze ordres, op die wyze, enkel ter beveiliginge van Cnze Provincie tegens de incotsftiuitionele ordres, door den Generaal-Major van Rysfel afgegeven, gefield, ook alzoo zou. den zyn befchouwt , en Wy niemand beledigende ofte daartoe eenig oogmerk hebbende , ook door niemand beledigt zooden zyn geworden; dat ook U Edele Groot Moa gene de minde oogmerken zouden hebben om Ons in Ons wettig Gezag te verkorten, en alzulfcswel hebben willen zorge dragen, dat de gegeve ordres door den Generaal Major ran Rysfel wierdea ingetrokken , ten minden niet ter executie gelegd. Pan, Edele Groot Mog. Heeren, Wy moetend Edele Groot Mog. communiceren, dat in een tyd, dat Wy, Uns verlatende op de aan Ons zo gedienstig geoffereerde Meuiatie der Hoge Bondgenoten en binnen korten het herdel der zaken binnen Onze Provincie daardoor verhoopten, alle order verbroken en van de zyde der Stad Utrecht zodanige vyandejykneden gepleegd zyn, die Wy nimmer hadden kunnen geloven, en welke Wy rnet verwachtede,  mey, STAAT EN OORLOG. 1787. 233 de, dan ook geene ordres daar tegens hebben konnen geven, terwyl op den avond van dien zelfden 9 Mey een Corps gewapende Burgers, Auxiliairen en andere uit Utrecht zyn getrokken , by zich hebbende drie (tukken Gefchuc, en rnet dezelve het eerfte Battaillon van denzelven Collenel Grave van Efferen, tusfchen Jutphaas en de Vaart vyandelyk hebben bejegend, en het voorn. Battaillon, offchoofi vermoeid, door den zwaren Marsch en gene de minfte vyandelykheid tegens iemand, veelmin, volgens de ftriktfte Ordres , tegens de Burgers van Utrecht in den zin hebbende, en, zo de tydinge tot hiertoe behelzen, bereids in hare Quartierea veelal ontwapend, gekomen , deerlyk gehavend, en zonder Canon zynde, dan ook hebben op de vlucht gejaagd , waarby vervolgens noch is gekomen, dat op de gegevene Seinfchoten, de Ordres, by den Generaal-Major van Rysfel afgegeven, da« delyk hebben begonnen gerealilèerd te worden; Wy kunnen voor U Edele Grooc Mog. niet verbergen Onze ontroering over deze beginfelen van openbare vyandelykheid, en zyn ten uiterften verwondert over de (tappen , welke ten dezen zo door of liever op Naam der Utrechtfche Burgery zyn gedaan, om de Stad en Provincie te doen te gronde gaan, als ook by denzelven Generaal-Major tan Rysfel, zo Wy nu moeten vast (tellen, zo niet op expresfe last, ten minften met medeweten en bewilliging van U Edele Groot Mog. tot totale verbreking van het Bondgenoodfchap, ocdermeining en vilipendering van alles wat dierbaar en heilig was, en aldus tot bederf en ondergaDg van de gehele Republiek. 6 ' Wy vinden Ons derhalven verplicht a!s noch U Edele Groot Mog. te verzoeken van in ferieufe overweging te willen nemen de gevolgen welke noodwendig uit zulke Inconftitutionele pasfen zullen moeten profluëren, en infteren op het nadrukkelykite , dat L' Edele Groot Mog. fpoedig nog zodanige heilzaame Refolutie zullen gelieven te nemen, als P 5 zou-  «34 mey. ZAAKEN VAN 1787. zouden konnen diecen , om het waggelend en genoegzaam verbroken Gebouw van het Bondgenootfchap ltaande te houden, en alzulks om denzelven Generaal-Major van Rysfel fpoedig zodanige ordres geven, dat alle Troupes uit het Hollandfche Cordon van het Territoir dezer Provincie worden geweert, en die airede tegens alle orde en ftrydig mee alle gronden van het Bondgenootfchap daarop zich mochten bevinden, met 'er daad zich daarvan te rugge begeven, en verhindert zulks wederom te doen. Wy hopen dat U Edele Groot Mog. als noch met Ons wel zullen willen medewerken tot herftel van de rust en orde binnen deze Provincie, waartoe U Edele Groot Mog. lichtelyk zullen kunnen begrypen, dat de violente middelen by hem Generaal-Major van Rysfel in 't werk gefteld ofte ook op den Naam der Utrechtfche Burgers niet wel te zullen kunnen coöpereren, maar veel eer de verbittering vermeerderen , alles onherftelbaar in verwarringe brengen , en niet eer de rust herftellen , dan na dat de ganfche Provincie geruïneerd, het Bondgenootfchap verbroken en de Ingezetenen totaal geruïneerd zullen zyn : Wy imploreren op dit alles U Edele Groot Mogende ferieuste attentie, welke niet zal kunnen nalaten, zo Hoogstdezelve ter liefde van het Vaderland en behoud der Unie noch vermenen iets te moeten doen, dit alles te confidereren, en dan twyrfelen Wy ook niec of U Edele Groot Mog. zullen allen lhconftitutionele flappen by vervolg voorkomen, én die reeds gedaan zyn op het fpoedigfte herftellen. En hiermede, Edele Groot Mogende Heere», Byzondere Goede frUnaen, Nagebwen en Bond' genotenl bevelen Wy U Edele Groot Mogende in de protectie van God Almachtig , dien Wy bidden Dezelve te cofiferveren ia goede en voorfpoedige Ke<  Mbv. STAAT EN OORLOG.. 1787. 235 geringe. Gefchreven te Amersfoort den 11 Mey 1787. (Was geparaphreert) w. e. de pekponcher, Vt. (Onder Rond) Uwer Edele Groot Mog. zeer goede Vrienden, De Staten van den Lande van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) ph. ram, Abf. Secr. Misfive van Gedeputeerde Staten 's Landt van Utrecht aan den Collonel Grave van Etteren» edele &©» Ingevolge van het geen deze aangaande by Ons is gerefolveerd, hebben Wy goedgevonden U Ed. xe gelasten, op Woensdag den 0 dezer maand Mey zeer vrcegtydig met deszelfs gehele Regiment, met achterlating van zware bagagie en Zieken uit Rhe» ren, Amerongen en Leerfum zich op marsch te begeven, langs die route, we'ke U Edele in het nevensgaande Patent geëxpresfeerd zal vinden, en op die plaarzen tot rader order Gecantomieerd te blyven, welke voor de refpective Detachementen, by cvengemelde patent zyn geëxpresfeerd, zyn aange- we-  236 mey. ZAAKSN VAN 1787. wezen, en vervolgens, die Wy verlaigen dat zoo veel mogelyk door een Officier mogea worden gecommandeerd , de ftriktfte orders te geven, dat gene gewapende Manfchappen het Territoir van de Provincie van Holland , zco min als dat der Stede Utrecht en Wyk by Duurftede betreden; gelyk ook om ieder in zyn Diftrict nauwkeurig te waken en toetezien, dat gene gewapende Corpfeu, zoo Burgerlyke als Militaire op het Territoir dezer Provincie door of in hunne Cantonnementen komen marcheren zonder Ons Patent of Attaché, en indien zulks onverhooptelyk mochte gebeuren, als dan den Commanderende Officier van zodanig Corps te laten aanzeggen terug te marcheren, en het Territoir dezer Provincie te verlaten, met byvoeginge, dat hy Commandant anderzints genoodzaakt zoude zyn zich daar tegen ook met geweld te verzetten ; zullende dienvolgens op de eerfte tyding van eenige aacmarsch de gehele Militie van'het Cantonnement onder de wapenen gebracht, en zoo veel mogelyk in ftaat van tegenweer, gefteld moeten worden, en zal in dusdanigen geval de Commanderende Officier gehouden zyn, aanttonds per Üxpresfe hier van aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden als mede aan de Heerst) Gecommitteerden tot het Defenfie-wezen te Amersfoort kennis te geven om z"bo fpoedig mogelyk asiiftentie eu nadere ordres te ontfangen; Terwyl Wy ü Edele al verder gelasten, ingevalle U Edele of ce Commanderende Officier der andere Detachementen door eene te groote Overmacht aangetast mochten worden , zich als dan met deszelfs of derzelver onderhebbende Manfchappen langs den naasten weg te retireren over Amerongen na Rhenen, en zoo veel het Detachement van Maarsfen en Maarsfeveen aangaat, naarZoest; Wordende Ü ndele geiast, zoo in de marfche als in het Cantonnement zelve de ftrikfte discipline te houden, en te zorgen, dat generlei exacfien of overlast werde gepleegc; En wat het Cantonnement van V.-eeswyk , anders genaamd de Vaart, in 't byzonder betreft, geiieve U Edele de inquarüering aldaar op  MEY. STAAT EN OORLOG. 1787. 237 op de gemakkelykfte wyze te doen, nochtans zoo , dat gezorgd werde de Manfchappen beiioorlyk gehuisvest worden, en vooral goede opzicht over de Sluizen aldaar te houden, en zorg te dragen, dat van dezelve , tot onderwater zetten van de Provincie geen gebruik worde gemaakt. En hier mede &c. Gefchreven te Amersfoort den 8 Mey 1787. VCXII. Misfive van de Staaten Generaal aan de Staaten van Holland, om njet te begeven de Militaire Vacatures daarby vermeld, met nevensgevoegde Stukken. In dato 13 ^ Mey 1787. EDELE MOGENDE HEEREN! T\. Macdonald, Major van het Regiment van den Generaal-Major Staart , des Borgnes Lieutenant-Collonel van het Regiment van den Rhyngraaf vanSalm; eenige Officieren van het Regiment Infanterie van den Generaal-Major Pallardy, van Raasvéld, Lieutenant-Collonel en Commanderende het eerfte Battaillon van het Regiment Infanterie van den Generaal-Major Dundas; des Vilattes, Colonel Titulair Major en Capitein van een Compagnie ia't Regiment van den Generaal Major Pallardy, hebben by Ons op heden by Misüven en Requesten aan Ons te kennen gegeven de groote verlegendheid, waarin zy zich bevinden ,' door de ftrydige ordres , door U Edele Mog. en door Ons en den Raad van Stare aan haar gegeven; zoo als ü Edele Mog, uit de Misfiven en Requesten copyelyk hier nevens gevoegt, breder zullen gelieven te zien. De voorfz. Misfiven en Requesten door de Heeren Onze Gedeputeerden en Gecommitteerden uit den Raad van State geëstamineert, en daar van Ons rapport gedaan zynde, kunnen Wy niet ledig ftaan aan U Edele Mog. te reprefencerén dat Wy by gele., gen.  233 mey. ZAAK EN VAN 1787. genheid der provifionele dispenfatie van dienst van eenige Officieren, uit hoofde van gegevene opening der by hun onttangene ordres, van den GeneraalMajor van tiysfil, om op zekere fein-fchoten zonder Territoir ie ontzien , naar Utrecht te marcheren, by U Edele Mog, hebben aangekend, generhande ingang hebben gevonden, maar dat integendeel de. zelve roet ftïlzwygen zynde beantwoord , U Edele Mog. zyn overgegaan tot dien flap, om de Officieren, welke zich niet bereidwillig hadden getoond, om te verklaren, dat zy de gemelde ordres van voorn. Generaal-Major zouden opvolgen, dadelykte fulpenderen. Wy zouden mitsdien wel haast de moed verloren geven, om op dit point nader by U Edele Mog. met eenige hoop van fucces te urgeren; Dan het criticq moment, en het bezcf van de gevolgen, welke de ver dere executie van de voorfz. Refolutie en de vervuilng der Plaatfen van de gemelde Officieren, welke volgens informatie, by U hdele Mog. mede ftond te gitchiedei', noodwendig zoude moeten hebben, dringt Ons, om noch deze uiterfte poging te doen, en Ü Koele Mog. mee allen mogelyken ernst!, en by al wat dierbaar is, te obtefteren, van toch deeze zaak in nadere en bedaarde overweging te nemen. Wanneer aezelve word ingezien van de zyde der Milfairtn, ^an men niet disconveniëren, dat ja wel dezelve zich bevinden in de facheufe omftandighe* den, van te moeten.kiezen tusfchen de harde alternative , v;m een hun voorgefteld wordend verlies van hun fortuin en beftaan, aan de eene; en aan de at dere zyde, van een verzaking van de verplichting, waar in zy tof de gezamentlyke Bondgenoten ftaan, eo eene ongehoorzaamheid aan die uitdrukkelyke Ordres, weikc hun uit naam van dezelve, overeen' komftig de ongineit- verplichting gegeven zyn; doch dai echter voor hun, zullen zy als brave en eerlyke luiden handelen, gene andere keuze te doen is, dan zich friptelyk te houden aan die ordres welke het in. trekken van eene iiovmtie zonder confent van den Tcrriiorialen Souverain verbieden; terwyl zy tot dat  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 239 dat einde zich zelve geen andere vraag behoeven te doen, dan of zy van die hunne verplichting aan de gezamentlyke Bondgenoten , en van het nakomen der Ordres , hun uit derzelver gezamentlyke naam gegeven konnen worden ontflagen door een der Bondgenoten afzonderlyk, van welke vraag de negative immers buiten alle bedenkelykheid is. Wanneer de voorfz. Refolutie van U Ed. Mog., en de gemediteerde vervulling der Plaatfen van gemelde Officieren word befchouwd met betrekking tot de andere Bondgenoten, zouden Wy vergeefsch werk doen, indien Wy wilden betogen, dat nimmer kan worden goedgemaakt, dat, of het recht van Betaalsheer of dat van Territorialen Souverain de bevoegdheid zoude geven om aan Troupes van de Unie , hoe zeer op derzelver repartitie ltaande, of zich op het Territoir bevindende, ordres te doen toekomen, welke zouden moeten opereren of geëxeteerd worden op het Territoir van eene andere Provintie, en om die Troupes of derzelver Officieren, welke zich niet bereidwillig verklaren, tot het naarkomen dier Ordres te fufpenderen of casferen, en andere in de plaats te Rellen. Die zaak is by meer dan eene gelegenheid tot demondratie gebracht, en op zich zelve zoo klaar en eenvoudig, dat Wy Ons niet konnen voordellen , dat wanneer men dat recht of die bevoegtheid aan den Betaalsheer of Territorialen Souverain zouden willen toekennen, als dan geen een wezenlyk merkteken van onderfcheid tusfchen Provintiale Militie, en Militie van de gezamentlyke Bondgenoten, zal konnen aan de hand gegeven worden.' Na dit weinige gealleguèerde, willen Wy U Ed. Mog. geern zelve, tot Rechters maken, of het ge. refolveerde van U Edele Mog, aan de eene zyde, de Militie niet brengt in de meerde anxieteit, en of aan den anderen kant Wy enden Raad van State, het voor de gezamentlyke Bondgenoten zouden' konnen verantwoorden, wanneer Wy Ons r?e voorfz. zaak niet met allen ernst aantrokken, es niet ferieufelyk bedagt waren, op het maïncien, zoo wel van de Recb-  mt* ZAAKEN VAN iföp Rechten der Unie , als van die der Militairen, weike door de getrouwheid aan hunnen plicht zich in zoodanige ongelukkige omstandigheden gebracht vinden. Wy konhen op de middelen daartoe dienende,niet denken, zonder Ons te verliezen in een Zee van verwarringen, welke daar uit ontftaan moeten; zonder te apprenenderen de verregaande verwyderingen welke daar uit ftaan geboren te worden, ja zonder dit te confidereren als de voorbode van eene zoo aanRonds Voor de deur ftaande totale verbreking van den band der Unie. Dit denkbeeld komt ons al te fchrikbarend voor, dan dat Wy zouden verliezen alle hoop dat U Ed. Mog. wel zullen gelieven af te zien, van door eene vervulling der Plaatfen van de bewuste Officieren , de zaken onherftelbaar buiten haar geheel te brengen, maar integendeel die voorziening zullen doen, dat de gedecerneerde fufpenlie geen verder effect fortere; ten minften zullen Wy Ons nooit berouwen, van daar toe tot op dit laatfte ogenblik U Edele Mog» met alle welmenendheid verzocht, en op het vurig» Re gebeden te hebben. Waar mede eindigende bidden Wy God Almachtig, Edele Mogende fleeren! U Edele Mog. te willen houden in Zyne Heilige Prottöie. \ In den Hage den 13 Mey 1787. (Onder Rond) Uwer Edele Mogendheden goede Vrienden, De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. (Was geparaphreerd) A. j. torck, Vt. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteèkent,) h. f/.gel. Mis-  STAAT EN OORLOG, 1787. a4ï Misfive van den Major Macdonald. HOOO MOGENDE HEEKEN! Hebbe de eere ü Hoog Mog. by dezen kennisfe . te geven , dat ik met myne onderhebbende Officieren van vier Compagnien van Het twede Battaillon van het Regiment van den Generaal-Major Stuart, g-.steren avond om half zes Uuren aan het Logement van den Collonel Commandant van Cis. £L fc" ?nt^oJeD .alwaar ™Y «ne Refolutie van Hun Edele Groot Mog. werd ter hand gefteld" waar van de vryheid neemé hier nevens Copve Ex. tracl te voegen, zonder Ons eenige tyd te willen KgTe£ T °Ver den lnnoud va" <"en bedaardeSc Jk ^fe.re" \ om °nze f«timenten deswegens Schnftelyk te kunnen Communiceeren, infte- rw»by- T CCn h£ftige en deftl'ge toon, op e?a Cathegonsch antwoord; of Wy de ordres van Hui t w^0?1 ,Mo|* d-e Heeren Staten van Holland en Westvnesland wilden op tempereeren, en op aanfchryvmge van.den Generaal-Major van Rysfei zoude marcheerenV Ja of neen, • y Waarop VVy unanime hebben gedeclareerd dat Wy de ordres van Hun Edele Groot Mog. binnen "K" ■"»»« Provincie als Onze SouveralS en Betaalsheeren zouden eerbiedigen en obfervee^ ren m?ar dat Wy uit kracht varl U Hoog E Refolutie van den 8 dezer niet vermochten od hit zonder met behoorlyke attaché van den wettieert Souverain dier Provincie te zyn gemunieerd - er, Ir Wy gerefolveerd waren onze^emTche In"'al 0" zichten naar den inhoud van dien te conform-eren. aSL^ Clrca twee l,uren daarna> S Adjudant Damens van wegens voorfz. Colonel va* c,,SxvTrDïïyk op auQorHatie va°den %  a43 mr* ZAAKEN VAN 1787. neraal-Major van Rysfel werd aangezegd, dat ik en den Capitein va» Pa»huys in de» dienst varen gefuspendeerl. zynde over de Subalterne Officieren als TnTyl nv?ygdoorSPOrzedEerbiedige Deferentie aan de Hooge ordres van U Hoog Mog., het ongenoegen van Hunne Edele Groot Mog., en veel. Ret hunne perfecutie zullen attireeren, neeme ik de vryheid rny met myn ganfche Corps aan U Hoog Mog! Souverain Proteétie te recommandeeren, en over onze Perfoonen en interesten de gracieufe Confideratien van U Hoog Mog. te ïmploreeren. Waar «Se ik de eere hebbe my met alle verfchul. digde fentimenten van eerbied en veneratie te noe- men' Hoog Mogende Heeren, &c. Oudewater den ia Mey 1787. (Was geteekend) D. MACDONALD, Majot* De Staten va» Holland e» West* • „ Vriesland» Ree. 13 i787« Edele Geftrenge, Vrome, Discrete, Lieve^Getrouwe! Wy hebben, in overweginge van het nadelig Effeél, het welk de aanfchryving van Hun Hoog Mog. aan de Commanderende en verdere Offiefcren van den Scaac, oP den 8 laatstleden gearrefteert , in den tegenwoordigen ftaat van zaken, te weeg zoude kunnen brengen goedgevonden en verftaan U Edele ten fpoed^fte en zonder eenig uimei door deze aan te fchryven, om aan alle de Commanderende Officieren , in het Cordon 10 den name van Ons bekend te maken. ^  Mev. STAAT EN OORLOG. 1787. 24$ Dat Wy bet met Hun Hoog Mog. volkomen eens zyn, dat gene Troupes van den Staat van het Territoir van de eene Provintie op dat van de andere mogen trekken, zonder Patenten van den laatstgemelde daar toe ontfangen te hebben, zoo lang dezelve zich aan de Unie van Utrecht houden , en dezelve gene vyandelykheden op eenige Leden van' het zelve Bondgenootfchap ondernemen. Dat Wy hen Commanderende Officieren noch derzelver onderhebbende Subalterne en Soldaten nimmer eenige ordres daar tegen ftrydende zullen geven, dan d3t Wy Onze asfiftentie aan de Rege. ring der Stad Utrecht als een Lid van het Bondgenoodfehap hebbende toegezegt, ingevalle dezelve vyandelyk mochte worden aangevallen of door aanfnarsch van Ttoupes uit Gelderland in gevaar gebracht mocht worden, en dus als zodanig Lid yara het Bondgenootfchap gerechtigt zoude worden het voorfz. fecours van Ons te reclameren en dé aanvallers niet anders kunnen Confidereren, dan, als zich zeiven van de voorfz. Unie in dezen opzichte te hebben afgefcheiden, en daar door den Eed door de Militie van den Staat aan de Bondgenoten, ten hunnen aanzien onder anderen gedaan, vervallen en buiten effect- gefteld te zyn, en in tegendeel denzelven Eed , ten aanzien van het vyandelyk aangevallen Lid, in volle kracht te zyn gebleven. Dat Wy ook Verwachten, dat zy Commanderende Officieren en hunne Subalternen en gemenen, na deze duidelyke verklaring van Ons , gene dé minfte zwarigheid zullen maken aan de ordres van Ons , onaangezien de bovengemelde aanfchryving Van Hun Hoog Mog., zich in alles te onderwerpen. Kn dat U Edele van alle gemelde Officieren zult vorderen derzelver verklaring dezen aangaande 3 mitsgaders die gene die zwarigheid zouden maken zich daar aan te onderwerpen, by provifie en onvermindert Onze verdere dispofitie in den dienst te fuspenderen. Q a Waar  a44 mey» ZAAKEN VAN 1787, Waar mede Wy ü Ed. in de befcherming Gods bevelen. Gefchreven in den Hage den 10 Mey 1787. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staten, (Was getekend) c. clotterbooke. Misfive van den LieutenanuColone des Borgnes* Dat. 12?.. „„„ Ree. i3$Mey WEL EDELE GEBOREN HEER i Ik en andere Officieren van het Regiment van den Rhyngrave van Salm, thands Guarmfoen houdende binnen Gorinchem, en door niy wegens abfentie van andere Hoofd - Officieren gecommandeert wordende, vinden Ons in de uiterfte verlegendheid gebracht, door het Patent van den Generaal-Major van Rysfel gisteren ontfangen, om , ten fpoedigfte, my met het gemelde Regiment op marsch te begeven na Utrecht, daar onlangs by my ontfangen is een Extract uit de Refolutie van Haar Hoog Mog., my toegezonden op last van den Raad van Staate , en by welke het Ons verboden wordt te trekken buiten het Territoir van de Provincie, binnen welke Wy gelegen zyn, na eene andere, ten zy alvorens zy verzocht en verleend Attaché op het Patent door de Wettige Souverain dier Provincie , we-waards Wy gelast worden te trekken. Door deze twee , tegens eikanderen alzo geöppofeerde Orders, vind ik my en myn onderhebbend Corps in aanmerkelyke engtens gebracht , daar,  MEY. STAAT EN OORLOG. 1787. 245 wanneer Wy aan het bevorens gemelde Patent niec obediëren , de fchadelykfte gevolgen daar van te duchten zyn, en aan de andere zyde, het zelve na. komende, wederom te vrezen hebben de poenaliteit in gem. Refolutie van Haar Hoog Mog. vervat, van namelyk geconlidereert te zullen worden als ongetrouw aan den Eed door Ons aan den Lande gedaan en deswegens ter verantwoording geroepen te zullen worden. Ik en de brave Officieren, onder myn Commando thans ftaande, penetreren zeer wel het gewicht van den Eed, by voorfz. Refolutie Ons herinnerd, gelyk ook van de Orders in dezelve vervat; dan daar niet alleen, en byzonder de gemeenen, van zodanige middelen van beftaan voorzien zyn, dat zy, door het niet nakomen van dit Patent, ontftoken wordende van de Soldy, zich zouden kunnen generen , kan ik niet nalaten deze hooggaande verlegendheid aan U Edele Geb. te kennen te geven, met ootmoedig verzoek van daar van ter Vergadering van Hun Hoog Mog. een fpoedige Communicatie te willen doen, en te effectueren , dat Wy, het bovengem. Patent obediërende , irreprochabel gefteld worden aan Onze aan den Lande gedane Eed , en aan de Orders by evengem, Hun Hoog Mog. Refolutie vervat, of dat Wy, aan de nakoming van het voorgem. Patent Ons excuferende, mogen worden opgenomen in de hoge en byzondere Protectie van Hun Hoog Mog., en dadelyk mogen ondervinden , dat de gevreesde , en door de Staten van Holland bedreigde inhouding der Soldy, op eene andere wyze vergoed werde, en daar toe de nodige Ordres mogen worden gedepecheert. Ik bidde om hier omtrent met Uw Wel Edele Geboore Orders en Coniideratien ten fpoedigften vereerd te mogen worden; terwyl ik voorts de Eer heb &c. Wel Edele Geboren Heerl &c. Gorinchem den 12 Mey 1787. (Was getekend) J, S. B, DES BORGNES, LieUt. Col. Q. 3 Aan  a46 MEY» ZA AKEN VAN 1787. Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Verïenigde Nederlanden. LeBtum den 13 Mey 1787» Geven met de diepfte eerbied te kennen , de Ondergetekende Officieren van het Regiment Infanterie van den Generaal-Major Pallardy, leggende binnen de Stad Woerden, zoo voor zich zeiven, als in naam en van wegens verfcheide Capiteinen en andere Officieren van het zelve Regt* ment, ingevolge eene qualificatie daar toe door dezelve op hem getekend. , nat Dat de Supplianten nevens alle de verdere urneieren van het vorengem. Regiment, zes alleenlyk daar van uitgezonderd , zich in de onvermydelyke verplichting hebbende gevonden , om , volgens Hunnen Eed aan den Gemenen Lande gedaan en ingevolge de Refolutie van Ow Hoog Mog. van dato 8 Mey laatstleden, op de vraag aan Hun uit naam en van wegens de Edele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West-Vriesland gedaan, ot zy, namentlyk bereid waren , om op de eerfte orders welke zy zouden bekomen, te marcheren tot op het Territoir van de Provincie Utrecht, te declareren, dat zy aan dezelve orders, volgens Hun Fed aan de Unie gedaan, niet konden of mochten optempererenj doch dat zy anderzints volkomen bereid waren, alle andere orders van Hun Edele Gr. Mog, binnen de Provintie exadt te obediëeren, het fenfibel en fletrisfant grief hebben moeten ondergaan, van door den Collonel Seulyaart van Leef daal, als Commandeerend Officier der Stad Woerden, van hunne Militaire Charges te worden gefufpendeert, en voor zo verre de Subalterne Officieren betreft, dadelyk uit de Stad Woerden te worden geliceotieerd,  MEY, STAAT EN OORLOG. 1787. 247 Dat ondertusfchen de Supplianten, welke zo vele Jaren den Lande als Officieren van eer hebben gediend, daardoor in de uiterlte ongeleegendheid zyn gedompeld en boven de fletrisfute van hun eer, teffens van hun beftaan geheel zyn beroofd, daar zy nochthans eerbiedig vermeenen, dat zo 'er al tusfchen Uw Hoog Mog. en de Edele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West-Vriesland eenige verfchillende denkbeelden omtrent het verftand en het effect, van den Eed door de Officieren in dienst van den Staat gedaan, in teegenoverltelling van den eed particulier aan Hun Edele Groot Mog, geprefteerd, zouden mogen plaats vinden, Zylieden althans dat different niet zouden behooren te beflisfen, doch dat ook aan hun geen tyd of gelegenheid gegund zynde, om hunne vermeende befwaren by een eerbiedig adres in den fchoot van Hun Edele Gr. Mog. zelve neder te leggen, zy alzoo liever hebben moeten verkiezen deze zoo grievende fufpenlie te ondergaan, dan zich aan mein-Eed en Ontrouw aan den Gemenen Lande (immers zoo zy ter goeder trouw tot dus verre , zich lieten voorRaan, byaldien zy hadden aangenomen, dadelyk aan dezelve ordres te zullen obtempereren) opzettelyk fchuldig te maken. Dat, in deze voor hun en vele hunner ongelukki. ge Familien zoo beklagenswaardige epreuve, voor de Supplianten en hunne verdere mede-Officieren, niet anders overig blyft, dan om hunne toevlucht te nemen tot de rechtvaardigheid en clementie van Uw Hoog Mog , ootmoedigst biddende, dat het Hoogstdezelve goedgunlfiglyk moge behagen, om door de meest gepaste middelen te effectueren, dat zy Supplianten en hunne verdere mede-Officieren van dezelve fufpenfie van Dienst mogen werden onthever en in de refpective rangen, in welke dezelve by het gem. Regiment gehoren , weder in het Commando van het zelve Regiment betiteld. Of dat Uw Hoog Mog. in deze zodanige andere voorzieninge zullen gelieven te doen , ais Hoogst. Q 4 dc_  s48 mey. ZAAKEN VAN 1787. dezelve, naar hunne bekende wysheid en sequiteit zullen oordelen te behoren. (Onder ftond) *t Welk doende, &c. (Was getekend door 34 Perfoonen.) Aan de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden* Geeft met de diepfte eerbied te kennen L\. J. W. var. Raasfeit, Lieutenant-Collonel in dienst van den Staat en Commanderende het eerfte Bataillonvan het Regiment Infantery van den GeneraalMajor Dundas, leggende te Muyden. Dat de Suppliant op den 28 der Maand April laatstleden, door middel van eene Bode van de Generaliteit, ontvangen hebbende Extract uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Raden van Staten der VerënigdeNederlanden, houdende aanfchryving aan hem Suppliant; om aan welgemelde Rade van Staten te berichten, of hy zedert den ao dier Maand April eenige ordres van den Generaal-Major van Rysfel had ontfangen, om op zekere feinfehoten roer. zyn onderhebbende Troupes op het Territoir der Provincie Utrecht te marcheren; uit verfchuldigt refpect voor dezelve aanfchryving aan welgemelden Raad van Staten heeft bericht, gene zodanige ordres van gemelden Generaal-Major van Rysfel te hebben bekomen. Dat hoe zeer ook de Suppliant eerbiedigst vertrriiwd in deze niet anders te hebben gedaan, dan het geen zyn plicht, en de Veneratie voor welgemelden Raden van Staten mede brengen, dezelve echter tot zyn grievend leedwezen uit eere aanfchryfing aan hem door den Generaal-Major van Ryysl ais Commanderende Chef over de Troupes in  weï. STAAT EN OORLOG» 1787. 340 in de Provintie van Holland tusfchen de Maze en Zuider-Zee, op den 7 dezer maand Mey gedaan , en hebbende ten bylage Copie van een Refolutie door de Edele Groot Mog. Heeren Staten van Holland en West-Friesland den 3 Mey te voren genomen , heeft moeten ondervinden dac hy daar by i3 gedispenfeert van zynen dienst, en geordonneert het Commando van het eerfte Bataillon van het zelve Regiment over te geven aan den hem in rang volgende Hoofd-Cfficier; terwyl aan hem Suppliant uit de-gemelde Refolutie van Hun Edele Groot Mog. is voorgekomen, dat hy door de hier voren, gemelde eenvoudige refcriptie op de voorzeide aanfchryving van welgemeiden Raad van State, zoude worden geconfidereerd zich te hebben fchuldig gemaakt aan eene directe disöbedientie en vüipendie aan de ordres , vervat in Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 8 November 1786. Dat in deze zoo facheufe en voor hem Suppliant zoo fletrisfante omftandigheid de Suppliant vertrouwt, zyn ootmoedigst recours te mogen nemen tot Uw Hoog Mog., eerbiedigst verzoekende, dat het Hoogstdezelven goedgunftiglyk moge behagen door de meestgepaste middelen te effectueren dat hy Suppliant van deze dispenfatie moge worden ontheven en weder in het Commando vaft het eerfte Batailion van het zelve Regiment herftelt. Of dat Uwe Hoog Mog. zodanige andere prompte voorziening gelieven te doen, als Hoogstdezelve naar hunne bekende Wysheid en Rechtvaardigheid zu.'len oordelen te behoren. (Onder ftond) 't Welk doende &c. (Was getekend) t>. j. W. J. VAN RA&sfelt , * 'i Lieut. Coli. Q 5 4an  fi50 mey. ZAAK EN VAN 1787. Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. LeEtum den 13 Mey 1787. Geeft met fchuldige eerbied te kennen Gerrit Willem Jacob des 'Villates, Collonel Titulair, Major Effectif en Capitein van een Compagnie in het Regiment van den Generaal-Major Pallardy, ten dienfte dezer Landen. Dat hy Suppliant op den a8 April laastleden, ontfangen heeft eene Refolutie van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, in dato den 87 der gem. maand April, inhoudende eene aanfchryving, om aan den zeiven Rade ten fpoedigften te berichten, of hy Suppliant zedert den ao van die maand , vaD den Generaal-Major van Rysfel ordres bekomen had, om, op zekere Sein-fchoten in de. zelve ordre vermeld , met zyne onderbebbende I roupes op het Territoir der Provincie van Utrecht te marcheeren. Dat hy Suppliant daarop heeft bericht, dat zedert den 20 dier maand by het voorn. Regiment, hetwelk hy de eer had te Commandeeren, geenerlei ordres waren ingekomen. Vermeenende de Suppliant, dat het althans aan hem niet ftond , om door zyne weigering van bericht, op de voorn, aanfchryving van gem. Raad van Staate , zodanige verfchillende denkenswyze, als tusfchen gem. Kaad van Staate en de Heeren Staten van Holland en West-Vriesland, aangaande het effect van den eed door het Militaire-wezen aan den ge neenen Lande geprefteert te beflisfen , hy Suppl. niet te min tot zyn grievend leedwezen heeft moeten ondervinden , dat op den 5 dezer maand Mey, door of van wegens den Generaal-Major van Rysfel als Commandant en Chef over de Troupes in de Provincie van Holland, tusfchen de Maaze en Zuider Zee aan hem is toegezonden Copie van eene Refolutie van Hoogstgem. Heeren Staten van Hol. land  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 251 land en West-Vriesland, rnet aanfchryving om het Commando van het Regiment Infanterie van den Generaal-Major Pallardy aan den hem in rang volgende Hoofd-Ufficier overtegeven, wordende hy Suppliant daarby provifiuneel van den Dienst gedispenfeert. Waarom hy Suppliant de Vryheid neemt zich te keeren tot U Hoog Mog. met reverentelyk verzoek, dat het U Hoog Mog. gratieufelyk behaagen moge hem Suppl. te "neemen in Hoogstderzelver vermogende Protectie, endoor Hoogstderzelver tusfchen» komst by de Heeren braten van Holland en WestVriesland te effectueeren, dat de voorfz. voor hem zo fletrisfante dispenfatie van. dienst, als Hoogstfenfibel vallende voor een Officier die den Lande reeds zeven en veertig Jaren heeft gediend, zo fpoe•dig mogelyk worde opgeheven en buiten werking gefteld, of dat U Hoog Mog. wel auderzints zodanige voorziening gelieven te doen, als Hoogstdezelve in deze zullen vermeenen te behooren. (Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (Was getekent) G. W. J. DES TILLATES. CXIII. Misfive van den Generaal-Major van Rysfel aan Hun Edele Gr. Mog. en prövifionèele Notitie der Regi. menten , welke zich gedeclareerd hebben omtrend Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 10 dezer. In dato 15 Mey 1787. Ontvangen een Misfive van den Generaal-Major van Rysfel. gefchreven te Woerden den 14 dezer.  ass mey» ZAAKEN VAN 1787. zer, waar by provifioneel aan Hun Edele Groot Mog. toezend een Notitie der Regimenten, welke zich gedeclareerd hebben omtrend Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 10 dezer; breder in de navolgende Misfive en Bylage vervat. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, dat op aanftaande Saturdag den 19 dezer provifioneel zal worden gedisponeerd over de zodanige Militaire Charges van het twede Bataillon van den Generaal-Major Stuatt, als op dien dag zal komen te blyken dat vacant zyn geworden , door het perfevereeren der Officieren by hun reeds geuit fentiment; ten einde alzo aan dezelve Officieren, die gedifficulteerd hebben om aan de ordres van Hun Edele Groot Mog. van den 10 dezer te gehoorzaamen, gelegenheid te geven om by nadere reflectie daarvan terug te komen, en zal Extract dezer noch heden gezonden worden aan den Generaal-Major van Rysfel, ten einde Hun Edele Groot Mog. met beirekking tot het voorfz, Battaillon, voor, of ui. terlyk op aanftaande Saturdag 'smorgens, van zyne nadere bevinding Rapport te doen ; en is wyders goedgevonden en verftaan, het gecommuniceerde, ten aanzien van de overige Bataillons, wegens disobediënte Officieren voor tegenwoordig te houden in Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geïnhsreerd hunne Aanteekening op de Refolutie van den 12de dezer, tegen de bovengem. Refolutie geprotefteert, en gedeclareert, niet voor hunne rekening te willen hebben de gevolgen, welke daaruit zou. den kunnen proflueeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen-, Edam en Medemblik hebben tegen het ne-  NEY. STAAT EN OORLOG. 1787. 253 nemen van de voorfz, Refolutie peprotesteert, en gedeclareert niet voor hunne rekening te willen hebben de gevolgen, welke daaruit zouden kunnen profluëeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda , Rotterdam , Schiedam , Schoonho» ven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, hebben tegen de voorn. Protest en Aante» keningen, zodanig Contra-Protest en ContraAantekening gereferveert als geöordeelt zal worden te behooren. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN] MYNE HEEREN! Ik hadde gehoopt U Edele Groot Mog. heden Rapport te konnen doen van alle de Regimenten het Cordon uitmakende, in hoe verre de Officieren aan U Edele Groot Mog. Refolutie van den io dezer hadden gedeclareerd aan dezelve te willen obediëren , of zich ftrydig dezelve gedeclareerd hadden; doch my noch niet geworden zynde de Declaratien der Regimenten, de linker vleugel formerende, noch van het Regiment Mariniers van den Rhyngrave van Salm. als mede niet van het Regiment van den Prince van Waldeck, hebbe ik echter niet willen afzyn U Edele Gr. Mog. te doen toekomen de hier bygevoegde Notitie der Regimenten welke zich gedeclareerd hebben. Van het Regiment van den Prince van SaxeGotha, hebbe ik van den Lieut Col. Schepern verzoek bekomen, omme de gem. Refolutie aan den Col. Comm. van der Bcrch te mogen Communiceren, hebbende niet te min imme. diaat aan myiie Ordie het Eerfte Battaillon zich  254 mkï. Z AA KEN VAN 1787. zich naar Schoonhoven,en van het twede Vyf Compagnien naar Woerden en twee naar Leerdam begeven. In hope eerstdaags in ftaat te zyn U Edele Groot Mog. van de overige Regimenten rapport te doen, hebbe ik de Eere my in de hoge Protectie van U Edele Groot Mog. te bevelen en met het ootmoedigfte Refped te zyn, Edele Groot Mogende Heeren! MYNE HEEREN.' (Onder ftond) Van ü Edele Groot Mog. denOnderdanigen en Gehoorzamen Dienaar, (Was getekend,) Woerden den 14 Mey 1787. &. van ryssel. Prövifionèele Memorie van de Qbe» diénten en Des-Obediënten, om aan de Orders van Haar Édele Groot Mog. te voldoen. Van het Regiment Dragonders van den Generaal-Major Grave van Byiand, alle Prefente Officieren Geöbediëert. Van 't Regiment Lieut. Gen. van Harden' broek, geweigert Lieur. Coil. Brender a Bran* dis, Major Cramer, Capits. Verfter, Grenadier Capit. Piper, Capits. Titulairs, J, M. Thooft, en % Thooft. Van het Tweede Batt. Generaal Major Stuart, alle geweigert uitgezondert de Vaandrig Hamilton, die niet op de Lyst is geannoteerd. Van  mey. STAAT EN OORLOG. 3787. 255 Van \ Eerfte Battaillon Grenier, geweigert Lieut. N. du Pont, Vaandr. d'Ozênne en Vendr. Choxfy, Van 't Tweede Batt. Grenier, alle geöbediêert. NB. Op marsch hun woord van Obe. diëntie geretracteerd de Major Ber. hin de Teliiers, Capit, de Cajarras, Capitein Herrenschwan en Vendr. Price. Van 't Derde Batt. Grenier, alle geweigert uitgezondert de Col. Comm. van Citters, Vend. Sup. Ie Jeune, Adjudant Dames, en de Quartier-Meester Pafauche. Van 't Regim. Pallardy, alle Prefente geweigert, uitgezondert de Lieut. Col. Nahuyst Maj. Groene, Lieut. Steb, NB. De Capit Reepmaker, Vaendr. Ever» dinge, en Vaendr Wiersmaa, heb. ben des anderendaags gedeclareert te zullen Obediëeren. Van de Artillerie te Woerden heeft gewei, gerd Lieut. Colthof. Van de overige Regimenten en Corpfen uit de geformeerde Linie zyn noch geen Rapporten ingekomen. Aftutn Woerden den 14 Mey 1787. (Was getekend) A, „VAN RYSSEL» CXIV.  a56 mey. ZAAKEN VAN CXIVt Met toezending van een periode uiteen Misfive van Gedeputeerde Staten van Utrecht, tot beklag over vy. andelyke ondernemingen door Huzaren van Hun Edele Groot Mog. Legioen van Salm, een aanfchry' ving aan den Generaal-Major vso Rysfel, concernerende zyn QordonTroupes gedaan; en refcriptie aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, met toezending der gezonden ordres aan voorn. Generaal' Major. In dato 16 Mey 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staten 'sLands van Utrecht, gefchreven te Amersfoort den 14 dezer, tot beklag over zekere vyandelyke ondernemingen, die van wegens eenige Huzaren van Hun Edele Groot Mog. Legioen van Salm, te Zeist zouden zyn gefchied ; breder hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert en de voorfz. Misfive in handen van de Heeren tot het perfontei Befogne by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 6 Sept. laatstleden gecommitteert, om derzelver Confideratien en Advis ten fpoedigften geftelt zynde, is, conform het Rapport der gem. Heeren , ftaande de Vergadering gedaan, goedgevonden en verftaan dat aan den Generaal-Major van Rysfel zal worden gezonden een ExtracT: uit de voorfz. Misfive, continerende de periode; „ De Huzaren van den Rhyngrave hebben ,, gisteren avond het Cantonnement te Zeist „ vyandelyk geattacqueert, eenige van de „ voorposten afgefneden en weggevoerd, vier „ burgers zyn mede op een der Sehildwach- a tefi  mey, STAAT EN OORLOG. *?8?. ,5? *' llVSfZ* d°ch door de huIP ! der ónt lofl ? "Me VeT^reid zich „li J ds InSezetenei) raeer en meer„ velen achten zich in hunne woonJla^Len „ niet meer veilig, en worden geoootikt „ met verlaemg van hunne be.ittinïenTn ëoe F/a* Injertip. T)er!!hZT V2n d? .Ridde«-fchap en Edelen  158 mry» ZAAKEN VAN i?87« fen en Protesten, de voorfz. materie fpeöflrende, de Conclufie aangezien. De Heer van Wasfenaar , Heer van Star* renburg heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeert. , De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Bnkhuy zen, Edam en Medemblik hebben, met inSe van hunne Advifen ?n Protesten de vtorn. materie fpecterende, de Conclufie aangezièn. EDELE GR. MOG. HEEREN , nYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NflGEBDHREN EN BONDGENOOTEN1 Het is met de grootfle ontroeringe en fmerte dat Wy Ons in de noodzakelykbeid gebr'achtzien, wederom Onze klachten Voor ü Edele Groot Mog. open te leggen over het geen, zederd de laatfte Mislfve der Heeren St'ten'van den i, dezer Maand m Onze Provincie is voorgevallen , malven het ingerukte Corps Artilleristen, onder ComSdo v"n den Capitein de Neef, waarvan ?e Heeren Staten aan D Edele Groot Mog. kennisfe gaven, heeft een Regiment uit het Cordon binnen ü Edele Groot Mog. Provincie geformeerd, kort daarop te Vreeswyk aan de Vaart en te Jutphaas , ronder Ons Patent of Attaché, post gevat, en alzoo tegen de pruhibitoire Refolutien, en Orders van Hun Hoog Mog., en den Raad van Staïe , aan de Troupes van het Bondgenootfehap gegeven , alsmede tegen de heiligfte GroSden der Unie, met verbrek.nge van d a Eed' aan de Generaliteit gedaan, het 1 err toir dezer Provincie gedoleerd , en of dit noch niet genoeg ware, is reeds een goed  mey. STAAT EN OORLOG, i^ji 950 gedeelte van het Corps van den Rhyngrave van Salm in particulieren Eed en Dienst vari U Edele Groot Mog. ftaande ; binned de btad Utrecht getrokken. De akelige Tonelen van eenen Burgerkryg, hec meest verwoestend oordeel,, het welk immer eene Maatfchappy kan overkomen; hebben in Onze ongelukkige, en door langdurige "onenigheden* bykans geheel bedorven Provincie, bereids eenen aanvang genomen, de Vyandelyke on. dernemingen hebben zich niet bepaald, tot de rencontre in den Avond of Nacht tusfchen het vermoeid en afgematte Bataillon van deri Collonel Grave van Efferen, en tusfchen eenige gewapende Utrechtfche Burgers, Auxiliairen en anderen, rykelyk met Gefchut en andere Oorlogs-Ammunitie voorzien ; de Iluzaren van den Rhyngrave hebben gisteren avond het Cantonnement te Zeist vyandelyk geattaqueerd, eenige van de Voorposten af* gelneden, en weggevoerd, vier Burgers zyn mede op een der Schildwachten aangevallen, doch door de hulp van twee andere Soldaten op de vlucht gedreven : de angst efl vreze veripreid zich onder Onze goede Ingezetenen meer en meer ; vele achten zich in hunné Woonplaatzen niet meer veilig , en worden genoodzaakt, met verlatinge van hunne Bezittingen en Goederen naar elders t» vluchten en eene veilige fchuilplaats te zoeken? Wy behoeven U Edele Groot Mog. de ge' volgen van dit alles niet aftefchetfen , veelmin de onoverkomelyke nadelen Van de voorts duringe van eenen Burger Oorlog onder het oog te brengen; Haar Hoog Mogende en dé Kaad van Staten, hebben dit onlangs by derzelver Misfives in 't brede gedaan. Wy zouden menen aan Uwer Edele Groot Mo» verlicht oordeel te kort te doen, indien Wy hierin wilden uitweiden. Wy zien ons thanè R * aan-  aöo mey. ZAAKEN VAN 1787. aangevallen door Troupes van het gemene Bondgenootfchap niet alleen , maar ook door de zodanigen welke in particulieren Eed en Dienst vao U Edele Groot Mog. itaan ; en laten U Edele Groot Mog. gaarne zelfs oordelen, waarvoor of Wy dit by voortduringe te houden hebben. Dan het ftaat noch aan U Edele Groot Mog. om een einde van alle deze beroeringen te maken, waartoe van Onze zy de nimmer de geringde aanleidinge gegeven is; het hangt van U Edele Groot Mogende af, den band der Unie nog te bewaren , waarby Onze Heeren Staten altyd getrouwelyk gebleven zyn, en nog fteeds wenschten te volhafden ; het uitbarften van eenen volkomen Inlandfchen Oorlog , waarvan nu reeds de beginzelen zich hebben geopenbaard, kan nog door U Edele Groot Mog. worden voorgekomen en het lieve Vaderland voor deszelfs totalen ondergang worden bewaard, _ En Wy hopen nog dat U Edele Groot Mog» zo op de inftantien van Onze Heeren Staten by de naastvorige Misfive gedaan, als op deze Onze naderen aandrang reguard zullen gelieven te nemen , en niet langer aanleiding geven om Burgers tegen Burgers, Militie tegens Militie in het harnas te jagen, waarvan Wy Ons verzekerd houden, dat de gehele Natie , en de Nakomelingfchap (mdien zy dit goede Land nog bewonen) Ons onfchuldig zal moeten houden» Dit alles kan worden geëffectueerd; wanneer U Edele Groot Mog. tot de gehoudenheid aan de Unie zullen gelieven wedertekeren, door hec geleden ongelyk ter liefde van het Vaderland te repareren, Derzelver Troupes en gewapende Burgers terug te ontbieden, en het wederkeren te beletten, en ook 7 ver-  met. STAAT EN OORLOG. 1787. a6j verder het Territoir, en Souverainiteit dezer Provincie, ongefchonden te laten» En hiermede, Edele Groet Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden, Nageburen en Bond* genoten ! bevelen Wy ü Edele Groot Mogende in de protectie van God Almachtig, dien Wy bidden Dezelve te conferveren iu goede en voorfpoedige Regeringe. Gefchreven te Amersfoort den 11 Meyi787. (Was geparaphreert) n. c. KOLFP. (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mog. zeer goede Vrienden, De Gedeputeerden derEd. Mogende Heeren Staten 'sLands van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) Ht At £AAN» R 3 edi»  zö% mey. ZAAK SN VAN 1787. edele mogende heeren! &c. Wy-tiebben wel ontfangen U Ed. Mog. Misfive van den 14 dezer maand, houdende in 't byzonder eene hevige klachte over zekere vyandelyke ondernemingen, die van wegens eenige Huzaren van Ons Provinciaal Legioen van Salm, te Zeist zouden zyn gefchied. Wy hebben niets meer geërnpresteerd gehad, dan om op het ontfangen dier Misfive aanftonds de nodige deliberatien aanteleggen, zoo om nopens de prajxife toedracht van c gebeurde te worden geïnformeerd , om dan naar bevind van zaken te kunnen handelen, als om als noch alle mogelyke precautie te gebruiken , ten einde Ons te meermalen geeonttateerd fysthema van de Unie door gepaste middelen van defenfie te willen bewaren, niet zoude worden geëludeerd door eenigerhande maatregelen, die in het minfte naar het offerifive zouden zwemen. De aanfchrvving, door Ons heden aan den Generaal-Major va» Rjsjèl op dat refpect gedepecheerd , ieverd h'er van het fprekendsc bewys op \ waarom Wy best geoordeeld hebben'een Extract uit Onze dien aangaande genomen Refolutie aan U Edele Mog. by deze te doen toekomen. Die zelve, gevoegd by den inhoud Onzer Misfive op gisteren aan de Heeren Staten van Gelderland gefchreven, en byCopie Circulair aan de Bondgenoten, en dus ook aan Ü-Edele Mog» Provincie toegezonden (waar toe Wy fWby dezen refereren) dispenfeert Ons om in ee.ne byzondere discusfie te treden van den verderen inhoud van U Edele Mog. Misfive, waar by Onze oogmerken en ientitnenten anders zeer onbillyk worden getaxeerd. Wy laten de beoordeling daar van gaarne aan elk .onp&riydigen over: en con-  mey. STAAT EN OORLOG. 1737. 263 tenteren Ons voor 't overige met alleen nochmaals aan U Edele Mog. te verzekeren, dat Wy , ten hoogfte afkerig van alle geweldadige middelen, niets yveriger verlangen» dan (leeds het Onze toetebrengen tot nut en veiligheid van alle de Leden van 't Bongenootfchap; waarvan Wy niet zullen ophouden de dadelyke bewyzen te blyven geven. Voor 't overige &c. CXV. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden der Staten van Overysfel. In dato 16 Mey 1787. De Heer van Haerfolte tot den Doorn, heeft ter Vergadering overgegeven een Concept-Refolutie, zo als vermeend, dat door Ridderfchap en Steden zoude behooren te worden genomen, met relatie tot de Heeren Gedeputeerden dezer Provintie ter Generaliteit, zo als dezelve ten dezen is geïufereerd. Fiat Infertio» In aanmerking zynde genomen, dat van tyd tot tyd door deze en gene Staatsleden klagten gedaan zyn of misnoegdheid betoondt is, over het gedrag der Heeren, namens deze Provintie, Sesfie hebbende ter Vergadering van Hun Hoog Mog., en dat fchoon die Heeren in verfcheide pasfen door hun gedaan , wel niet gezegt kunnen worden, eigeDlyk tegens den letter van hunne Inltruétie aangegaan te zyn, dezelve achter niet volkomen kunnen vry gefproken worden , van zomtyds tegens de doorgaans gemanifesteerde intentie van Ridderfchap en Steden, omtrent de behandeling van zaken, vooral met betrekking tot de ongelukkige fubfifterende onöenigheden binnen de Republiek te hebben gehandelt, en eerder hunne eigen Politieke begripR 4 pen  864 mey. ZAAKEN VAN 1787. gen te hebben gevolgd , dan wel die van de Staten , Gie zy ter welgemelde Vergadering hadden tc reprsefenteren, en voorcs ernftig zynde overwogen, op welke wyze best aan een diergelyk inconveniënt, het welk iu de tegenwoordige om Handigheden , van eene zeer nadeelige uitwerking zyn moet, door de Mefures ter Generaliteit, wegens deze Provintie onrierfteund, niet te doen quadreeren met de Dispo. fitien in de Provintie zelve door de Staten gemaakt: Is verftaan hier toe onder anderen dienstig te zullen zyn , dat Ridderfchap en Steden eens in het algemeen hare Sentimenten, omtrent de groote zaak, die deze Republiek thans verdeeld houd, voor haare Gecommitteerden ter Generaliteit open leggen, en dezelven op het ferieufte deden begrypen , dat zy niet wilden , dac eenige andere denkwyze door de Provintiaale Rcpraefentanten ter Vergadering van Hun Hoog Mog, zal worden gemanifesteerd, dan die werkelyk de haare is, en uic de fuccesfive Refolutien binnen de Provintie genomen , zal doordraaien. En hebben Ridderfchap en Steden dien ten gevolge verklaard, gelyk zy verklaaren mits dezen: In de eerfte plaats, ,, dat zy ten hoogften afkeuren, alle gebruis van de Militaire Magc, in Burgerlyke ,, gefchilien , het zy dat die gefchilien tuslchen „ Staatsleden of Kegencen onderling, of Regenten „ onderling, of tusfchen Burgers en Regenten mog,, ten plaats hebben." En ten anderen, ,, dat zy van gevoelen zyn, dat ,, niet alteen het weteyn en voorfpoed, maar zelfs ,, het beilaan van de Republiek daar van afhangt, „ dac de Stadhouderiyke invloed, die lot eene zo verderfFelyke hoogte geklommen was, binnen de ,, juiste paisn gebragt worde, of voor zo verre dit reeds hier en daar in deze en gene opzigten mag „ gefcfiied zyn, daur binnen worden gehouden." Dat daar Ridderfchap en Steden met een zo gewenscht gevolg, binnen deze Provintie, aau de herIteliir.g van de Conftitutie hebben gewerkt, dezelve a'le pogingen, welke mogten kunnen ftrekkeu, om d>ea Stadbouderlyken invloed elders, voor zo verre de-  MEY. STAAT EN OORLOG, 1787. 86~ dezelve tegen zodanige herftelüng gedirigeert is, te onderfteunen , zullen moeten befchouwen , als indirectelyk Rrekkende, om ook tegen haare fchikkingen aan te werken, en haare oogmerken te verydelen; en dat Ridderfchap en Steden ook niet anders wenfchen , dan dat de Vryheid en Rechten des Volks, in andere Provintien, die met de haare hebben gedeeld in de enorme misbruiken, welke in het ftuk van de Regering plaats hebben, insgelyks op eene Conftitutioneele en vau alle geweld ontbloote wyze mogen worden herfteld. En is voords goedgevonden, „ de Gecommitteer„ dens ter Generaliteit ferieufelyk te gelasten, om „ zich ftiptelyk naar de boven gemanifesteerde „ denkwyze van Ridderfchap en Steden te gedra„ gen, zonder zich met eenige uitvlugten* getrok„ ken uit het ftiizwygen van hunne Inftruétien, of „ diergelyken , te mogen behelpen ; met inthima„ tie, dat Ridderfchap en Steden, by het niet na„ komen daar van zich in de noodzakelykheid zul„ len zien gebragt, van niet alléén hunne uitge„ bragte Advyfen ter Generaliteit op eene eclatan„ te wyze te desavouöeren , maar verder om hun„ ne Commisfien dadelyk in te trekken, en hen ter „ veiancwoording op te roepen." Waarop zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steden zich met de voorlz Concepc-Kefolutie geconformeerd, en is dezelve van Ridderfchap en Steden aangenomen en gearresteerd. De Heeren Drost van Zalland, Vollenhoven en Haaxbergen, Bentinck tot Werkeren, Rechtereti tot Mennigshaven Junior , Sloet tot Evenlo, Sloet toe Westerholr, Sloet tot Canneveld, hebben zich hunne Aantekening hier tegen gerel'erveerd, en heeft de Heer Drost van Vollenhoven Copie daar van verzocht. De Heer van Vóerst tot den Borgel , heeft zich gereferveerd, zyn nader Addres hier over aan Ridderfchap en Steden. Accordeert met voorfz, Register, (Was get.) DIRK ODM8AR. R 5 CXVf.  066 met. ZAAKÏN VAN 1787. CXVI. Misfive van de Heeren Staaten van Vriesland, aan de Heeren Staaten van Heiland en Westvriesland, In dato 18 Mey 1787. EDELE GR. MOG. HEERENj BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN EN BONDGENOTEN! De Onlusten zedert eenigen tyd reeds in de Provincie van Utrecht gefrneuld hebbende , het gevaar, dat daar door, naar ons inzien , die Provincie en derzelver goede Ingezetenen bedreigde , en het fchromelyk vooruitzicht, dat deze dagelyks n eer en meer toenemende oneenigheden aan het £?.ncfche Gemenebest een gevoeligen flag zouden kunnen toebrengen, hebben Ons fints lange op middelen bedacht doen zyn, ter afwending van alle de onheilen, die hier uit Honden geboren te worden. Wy hebben daar toe (gelyk bekend is) alle mogelyke, en, zoo Wy oordeelden, gepaste wegen ingeflagen ; Wy hebben onbewimpeld en cordaat Onze denkwyze aan de refpeftive Bondgenoten opengelegd , zoo wel door zommigen te perfuaderen tot gematigdheid en het employ van zachte middeïea, als anderen ce disfuaderen van het nemen van maatregulen en het doen van Happen, met betrekking tot die gefchilien, welke Wy meenden verkaard en met 'sLands welzyn onbeftaanbaar te zyn. Wy hebben in *t byzonder Onze tusfchenfpraak, tevens met die der overige Bondgenoten , op gronden der Unie welmenend geoffereerd aan de Provincie van Utrecht; Wy hebben daar toe Heeren uit het midden Onzer benoemd, en Onze bereidwilligheid getoond, om deze interventie der Provinciën ten fpoedigften in effeft te Hellen en tot eene zoo hoog nodige activiteit te brengen. Dan tot Ons leedwezen is de yver van alle de Bondgenoten daar toe niet even flerk geweest.  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 267 Ongelukkig beleven Wy thans, Edele Mog. Heeren! het tydftip , dat die Onlusten tot dadelykheden zyn uitgeborften. Wy zien de heilloze beginzelen van eenen inwendigen Kryg binnen die Provincie, het plengen van Burgerbloed (een toneel, waar voor ieder weldenkende, zoo wel uit beginzelen van Vaderlandsliefde, als uit gevoel van Menfchelykheid, yzen moet) heeft aldaar, belaas! bereids een aanvang genomen. En wie overziet de vreeslyke gevolgen, die daaruit, worden deze rampzaligheden niet aanifonds gefluit , zullen kunnen en moeten voorkomen. Het is uit een levendig en aandoenlyk bezef van dit alles , Edele Mog. Heeren ! dat Wy dezen aan U Edele Mog. afvaardigen: de akelyke omftandigheden, waar in de beroeringen binnen den Lande van Utrecht de geheele Republiek brengen, eifchen fpoedige voorzieninge; en wil men het ganfche Gemenebest niet zien verloren gaan, 'er behoord zonder draalen hand aan het werk geflagen te wordeti. Dan de keuze der maatregulen hier omtreDt is, Cnzes oordeels, geheel niet onverfchillig: ftoffe ju overvloed zou 'er zich opdoen, om aanmerkingen van gewicht te maken, op de demarches van U Ëd. Mog. zints eenigen tyd , fpeciaal met betrekking tot de Utrechtfche gefchilien. Maar het is thans de tyd niet, Edele Mog. Heeren! Ons daar over in 't brede uit te. laten , daar de praslente fituatie van zaken uitredding vereischt. Wy zullen dan dit alleen hier in 't oog houden, en ter bereiking daarvan U Edele Mog. twee middelen voorflaan, die Onzes oordeels van geen gering fucces zouden kunnen zyn. Voor eer&t; dat 'sLands behoudenisfe volftrekt vordert, dat U Edele Mog. dadelyk afftand doen van hunne handelwyze, met opzicht tot de Militie van het Bondgenoodfchap zins eenigen tyd gehouden en noch gecontinueerd wordende, zo omtrent het employ , dat U Edele Mog, daarvan maken, als omtrent de perplexiteit, die in de Militie gebracht  368 MlY« ZAAKEN VAN 1787. bracht en veroorzaakt word, rnet ordres te geven, die door de Troupes, voorbehoudens Hun eed en plicht, niet kunnende of mogende geëxecuteerd worden , hun ontydige en gansch wederrechtelyke dispeulatien en fufpenfien van de zyde van U Ed. Mogende op den hals halen; waar door het beftaan der Troupes verbroken, de zoo hoog nodige fubordinatie weggenomen, de verwyderinge ten hoogften top gevoerd, en de Militie tot een plichtmatig en ordentelyk gebruik volftrekt onnut gemaakt word. Handelingen, welke niets anders ten gevolge kunnen hebben , dan dat daardoor de zaken meer en meer uit haar geheel geraken, de onderlinge disfidentien vermeerderd , en de verfcheuring der zo gezegende Unie hoe langer hoe geweldiger worden moet. Ten tweden: dat de nood thans evidentelyk verevent , alle vyandelykheden, waar en door wie ook gepleegd wordende, dadelyk te doen ophouden. ' Wy rekenen dit zo hoogstnodig, en vleyen Ons tefiens met volle zekerheid van de even fterke Convictie aan de zyde van U Ed. Mog. op dupoineï, dac Wy U Edele Mog. by alles wat den Lande dierbaar is , by dezen exhorteeren en bezweren, om de Stad van Utrecht van alle hoftiliteiten af te manen en daar en tegen over te halen, om zonder verwyl zich aan eene Bondgenoodfchappelyke tusJehenkomst te onderwerpen : ten einde nog door dat eeDig CoKftitutioneei middel voor een volkomen bederf behoed te worden. Wy twyffelen geen oogenblik , of deze reprsefentatien, zo wanneer dezelve door U Edele Mog. oprechtelyk gedaan en met ernst aangedrongen worden, zullen van een gunftig erFecf zyn, en Wy beloven Ons daar van alles goeds. Immers kunnen O Edele Mog. niet ontkennen eenen veel vermogenden invloed op die vaD Utrecht te hebben, oneer anderen daarin gemanifesteerd, dat die Stad een gedeelte van het Corps vaa den Rhyngrave van Salm,  met. STAAT EN OORLOG. 1787. 269 Salm, ter befolding van O Edele Mog. privé ftaande, binnen haare nuturen heeft ontvangen. Doch indien onverhooptelyk alle deze prsesfanta aanmaningen en waarfchuwingen , door U . Edele Mog, aan die van Utrecht gedaan , evenwel van geen effecT: bevonden wierden, dan is 'er geen andere weg over (daar U Edele Mogende toch zullen moeten avouëren, dat 'er, zal het Land behouden blyven, eene fpoedige afkomst van zsken diend te wezen , en dat het onverantwoordelyk zyn zoude, het Bondgenoodfchap , door de tergiverfatie van een Stad in eene Provintie tot dat uiterfte gebracht te zien, dat hare verbreking te vrezen (laat) dan U Edele Mog. uit kracht van alle die gewichtige bedenkingen, welke Wy hebben ter neder gefteld, en op gronden der Unie op het folemneelfte te fommeren , om dezelve halftarrige Plaats te abandonneren , aan dezelve alle protectie en foutien te ontzeggen, en met de daad te onttrekken, en om vervolgens met Ons en de andere Provintien zonder referve en completelyk toe te treden, ten einde gezamenerhand zodanige efficacieufe middelen te beramen, en te executeren, als onder Gods Zegen in ftaat zullen zyn, om de tust in die Provincie te herltellen, de wederhorigen tot hunnen plicht te brengen, de Unie te bewaren, en alzoo het lieve Vaderland voor haren ondergang te behoeden. En daar deze zaak de uiterfte haast vereischr, verzoeken Wy van U Edele Mog. een fpoedig, en zoo Wy ons vleyen een voldoend antwoord ; ten einde daar naar Onze verdere maatregulen te kunnen inrichten. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! Byzondere Goede Vrienden! Nageburen en Bondgenoten l Wy U Edele Mogende bevelen in da befcherming var»  bqo meï. ZAAKEN VAN 1787. van God Almachtig. Leeuwarden den 18 Mey 1787- (Onder ftond) U Edele Mogende goede Vrienden, De Staten van Friesland* (Was geparaphreerd) j. c. bergsma, Vt* (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was geteèkent,) a. j. van smikia, CXV1I. Adres aan de Regering van Zwolle, om herroeping van de Gedepu-teerden van Overysfel uit 's Hage, In dato 18 Mey 1787. wel edele hoog agtbaüe, en wel edele agtbare heeren, burgemeesteren, schepenen en raden, als mede de gezworen gemeente der stad zwolle. Geven aan Uw Edele Hoog Agtb. en Wel Ed. Agtb. eerbiedigst te kennen de Burger-Ge. committeerden, benevens de verdere ondergetekende Burgers en Ingezetenen dezer Stad , welke de kortheid des tyds toegelaten heeft, zig op die wyze te voegen, — hoe zy remonftranten, met en nevens het grootfte en beste gedeelte der overige Bur»  STAAT EN OORLOG. 1787. 371 Burgerye en Ingezetenen van deze Stad en Provintie, niet alleen reeds lange tyd met de uiterfte fmerte en indignatic hebben moeten aanzien en vernemen, dat by verfcheidene importante gelegendhedeu de uitdrukkelyke, of zeer prefumtive, goede intentie van Ridderfchap en Steden door Hoogstderzelver tegenswoordige Gedeputeerdens ter Vergadering van Hun Hoog Mog. of direcfelyk gecontrecarreerd, of„ ten minlten veronagtzaamd en elufoir gemaakt wierden , zonder het gevolg van eenige toereikende voorziening daar tegen in het toekomstige ; maar nu ook dezer dagen daar te voren ontwaar worden, dat die zelfde Gedeputeerden van zig hebben kunnen verkrygen, om in eene zaak, en op een ogenblik , in- welke het op niets minder fcheen aan te komen, dan op het behoud of verlies van Vryheid en Vaderland , en omtrent welken zy reeds voor lang gelast waren , de Provintie van Holland zoo veel mogelyk te fecondeeren en te volgen i integendeel op hunne eigen autoriteit eene Refolutie of aanfchryving van den Raad van Staaten aan de Militie dezer Landen, met al het gevolg daarvan, vlak tegen de intentie van Holland, en dienvolgens van deze Provintie te helpen confirmeeren, welke, indien daaraan door Hollandfche Regimenten wierde voldaan, naturelyker wyze voor de Stad Utrecht, en het gantfche Land dodelyker konde worden; — Voorts dat in dit ontzaglyk tydftip de Troupen, ter repartitie dezer Provintie (taande, allen ten minften ter bewaring van de een of andere plaats ge« bruikt wierdeh , waarin anders ligtelyk een gedeelte der geenen, die nu naar Utrecht aanrukken, had moeten gelaten worden; zo al niet zelfs de CavaU lerie meede derwaards aangevoerd wordt door derzelver eerfte Ritmeester en Commandant c sn Generaal-Major van det Hoep, die opent yk in den Eed der gepretendeerde Staten van Ütrecbc is overgegaan; en dat integendeel aan deze Provintie een enkele Compagnie Artilleristen , welke zy op de volftrektfte wyze ter harer beveiligiog gevordert had , door de otaten van Gelderland onthouden * bleef,  0.11 mey. ZAAKEN VAN 1787. bleef, onder pratext van die niet te kunnen misfen, terwyl zy met den Heere Kapitain-Generaal een geheel legertje met Generaals naar Utrecht afzenden; — En eindelyk, dat terwyl Remonftranten zig nu nog met de hoop flatteerende , dat hét eerfte gevaar door de dapperheid en vigilantie der Stedelingen, mitsgaders de cordate refolutie van Hun Ed. Groot Mog.. gelukkiglyk afgeweerd zynde, Ridderfchap en Steden meede na afdoeninge der importantfte Provintiale objecten, op deze Vergadering eindelyk ook eene toereikende voorziening zouden doen, zoo omtrent Hoogstderzelver reprefentatie in het Bondgenoodfchap, als omtrent de Militie, waarvan de goede Ingezetenen reeds veel te lang niets dan angst , vreze eri gevaar , voor hun zweet en bloed getrokken hebben, zy gisteren avond van de. Burgers der twee aanzienelykfte Steden van Holland, in deze Republiek, brieven ontvangen opgevuld met de bitterfte en gefundeerfte klagten, over het geene voorfchr.; welken zy de Eer hebben, by dezen te armecteeren, en tevens op het alleronverwagtfte «net leedweezen verneemen , dat de Staatsvergadering dien dag reeds geieheiden ware, aangezien zy, na zig verzekerd te honden , dat Uw Edele Hoog Agtb. en Wel Edele Agtb., met hun overtuigd zullen zyn , dat zelfs veronderfteld , dat door deze Provintie ook in zulk eene critiekfte omftandigheid dé (tip(te neutraliteit geobferveerd diende te worden, er egter uit haren naam, veel minder zonder haare voorkennis, niets gedaan mogte worden, waardoor de veiligheid der Stad Utrecht , van Holland zelf, en gevölglyk van het gantfche Land, direét in de waagfchaal gefteld wierd, en van de fentimenten der Gelderfche en Amersfoortfche Heeren, als mede van die der Officieren en Soldaten , ten eenemaal afhankelyk gemaakt worden. De remonftranten verzoeken over zulks zonder eenig verder betoog daarvan, op her ernftigfte: „ Dat Uw Edele Hoog „ Agtb, en Wel Edele Agtb. gelieven te bewerken, „ dat Ridderfchap en Steden zonder uhftel weder ,, byeen geroepen worden, en alsdan namens deze Stad  kEY. STAAT EN OORLOG. i.78T, „ Stad ten fterkften geürgeerd, dat door Hoogsts, dezelven de tegenswoordige Gedeputeerden im„ mediaat uit 's Hage opontboden mogen worde™J om in perzoon rekenfchap en verantwoording "n „ derzelver gedraging in dezen te doen , en intuïï >, fchen andere Gedeputeerden, op Wier gevoelens s. en trouwe de Natie zig verlaten kan. derwaird, " Huï PdfiÊZ °Men,-met !3St om het ^enéTege's „ Hun Edele Mog intentie reeds is gedaan, nos » zoo veel mogelyk te desavouëeren en te herS pen. En voorts, wat de Militie ter repartitie dezer Provintie ftaa„de, betreft: „ Den vooWm „ den Generaal-Major van der Hoop, buSToIdï als Ritmeester te Rellen, gelyk oók alle verdere „ M.litairen, welke door Ridderfchap en Steden! 9, in de Provintie gerequireerd zynde, zig bÖ „ de Heerenmaand aldaar niet fisteeren. of in an! M dere opzigten aan de orders van Hun Ed. Mol ,, disobeuient bevonden worden, verklarende § * Sn anderzints i» h verder betaleï van deze Troupen te moeten difficulteeren." CXViH. Concept-Èxtenfie 0p den voet eener JSegotiatie van vyf Millioenen Guldens tegen 'twee en een half per Ct gearrefieerd by Hun Edele Grooï j Mog. In dato 19 Mey 1787. DVXSf£Se°rlSfih/eft-ter Veering gérap, poneert de Confideratien en het Advis van de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hud Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zakïï van de Financiën , hebbende, ingevolge en tor vnb doen.ng aan Hun Edele Gr. Mog!tfol i Gom J ™J wn den a4 Maart laatstleden , by h™ dragen der Confemen voof dit Taar pPfWPrL» . biet de n^.Q^MttX^S^^^ Kren11 mifsff™™"?? "-danige "meest SXVu-^-arende *y*e het verder beny  m mey. Z ft AKEN VAN 1787- fliade tot fteun van de Gemeene zaak en prajftatie der wdtage Confenten, by zonder tot het werk van <\e Marine, zoude kunnen worden gevonden. Dat zv Heeren Gecommitteerden hadden gecon«Oreert dat. gelyk by de deliberatien over het arAfteren' Van de ^uaordinaris Middelen over du loper de jaa?" zichtbaar gebleken was, dat zeer aanifenlvke Sommen van Penningen tot prsftatie der «dragene Confenten, tot Beftuur van de gemene laak?in 't byzonder met betrekking tot het allergewien ii"t en belangryk onderwerp der hoogstnodige voorSng tot maintien en inftandhouding van ÏÏands Navale Macht, vereischt zullen worden, ten vollen evident en buiten tegenfpraak was dac de daar toe benodigde Gelden met anders or U Edele Gr. Mog. by dezelve Misfive, op verlcheide refpeöen, al wederom grovelyk mishandeld worden, 'of bet mogelyk ware de Heeren Staten van Gelderland, zoo wel als de andere Bondgenoten , tegens Ons voorintenemen, en de zuiverheid Onzer bedoelingen, en van alle Onze gedragingen , gedurende den loop dezer ongelukkige twisten en onenigheden in verdenkinge te brengen ^ Wy , die daarenboven door U Edtle Gioot Mog. althans op derzelver last, of uiet derzelver medeweten en toeltemming op eene nooit te voren ge« hoorde wyze vyandelyk aangevallen zyn, waarvan zeer vele Onzer goede en getrouwe ln- en Opgezetenen de fchrikbarende en verwoestende gevolgen reeds meer dan al te veel ondervonden hebben, en noch dagelyks ondervinden ; Wy hebben thans geen lust Ons intelaten in eene breedvoerige rescontre van den inhoud van dezelve Uwer Edele Gr. Mog. Misfive , en achten zulks te minder nodig , daar dezelve Misfive niet aan Ons geaaoresfeerd zynde, Wy deszelfs beandwoordiDg gaarne willen en gerustelyk kunnen overlaten aan de Heeren Staten van Gelderland, welke Wy niet twyfFelen, of zullen zoo wel als de andere Bondgenoten het erroneufe veler (lellingen door U Edele Groot Mog. by Derzelver Misfive geadopteerd, en het gevaarlytte daar van, ook met opzicht tot de Hoogheid en Onafbangelykheid van hunne Proviucien, zeer wel penetreren, en ter zyoer tyd aan ü JEdele Groot Mog. tot ple- nai-  mey. STAAT EN OCRLCG. 1787. a8j naire overtuiging van alle onzydige tnenfchen voordragen; alleenlyk moeten VYy remarqueren, dat, indien dit U Edele Groot Mogende fysthema omtrend het verifand der Unie, en de daaruit voortvloeijende onderlinge verplichtinge der Bondgenoten, waarlyk gegrond ware, Wy Ons zeiven en de andere minvermogende Leden van het Bondgenootlchap, ten hoogften beklagen zouden, in zoodanig eene verëeniging te ftaan met U Edele Gr. Mog., die als dan met meerder fchyn zouden kunnen oordelen gerechtigd te zyn tot zulke daden, als Hoogstdezelve nu (naar Ons in. zien) wel door overmacht, maar op eene gansch inconflitutionele en wederrechtelyke wyze, ten Onzen aanzien, komen te plegen, en welke Wy niet anders dan als daden van geweld en overheerfching kunnen befchou» wen, en als openbare attentate op de Hoogheid en Onafbangelykheid Onzer Provintie, waar tegen Wy verplicht en ook voornemens zyn met behulp en adfiftentie van Onze getrouwe Bondgenoten en met alle die middelen, welke de Voorzienigheid Ons zal aan de hand geven, Ons krachtdadig te verzetten , ten einde Wy Ons ten dezen opzichte, zoo by het tegenwoordige Geflacht; als by de poiteriteit onverantwoordelyk mogen ftellen, latende Wy de gevolgen van een inlandfche Kryg, door U Edele Groot Mog. ofte door hen, die door U Edele Groot Mog. bezoldigd of gefouteneerd worden, in Onze Provincie geöpend , en het bloed, het welk daar door , tot Onze innige fmarten, reeds geftortis, en, (zoo God het niet verhoede) noch verder geftort mochte worden, doch waar aan Wy betuigen kunnen, geheel onfchuldig te zyn , voor rekening en ter verantwoording van die genen, welke daar yan , de oorzaken zyn ; Terwyl Wy met relatie b. tot U Edele Groot Mog. Misfive aan de Heeren  2?4 mey. ZAAKEN VAN 1787. ren Onze ordinaris Gedeputeerden den 15 dezer gefchreven , en door dezelve Heeren ter onzer Vergadering overgebragt, hebbende tot Bylage, eene Extracf-Refolutie van U Edele Groot Mog., houdende derzelver nadere ordres aan den Generaal-Major van Rys» fel gegeven, rondelyk verklaren moetei niet te weten, welken zin O Edele Groot Mog. hegten aan de woorden Ojfenftef en Defenjlef, want zonder Ons thans wederom te elargeeren over de onbevoegdheid van U Edele Gr. Mog. ofte van eenig ander Bondgenoot, om zich ongevraagt te immisferen in het interieur bellier van deze Provincie, althans niet op zodanige wyze, ais door U Edele Groot Mog. gefchied is, laten wy gaarne aan het oordeel van het onzydig Publicq, of de inrukking van Troupes in Onze Provincie buiten Ons confent, op fundament alleen van eenige verplaatzinge door Ons in de Canton. cementen op Ons eige Territoir gedaan, zonder eenige intentie om iemand , hy zy wie hy zy, te beledigen, maar integendeel met de ftrikfte ordres om zorge te dragen , dat gene Gewapende Manfchappen het Territoir van U Edele Groot Mog. kwamen te betreden, of he: emploi van ligte Troupes ter particuliere befoldiging van O Edele Groot Mog. Baande, derzelver ftroperyen door de fehele Provincie,even of dezelve in's Vyands and waren, en gedurige aanvallen op Onze Militie, die byna dagelyks gefchieden, en * ten Platten Lande gedurige fchrik en vreze aanjagen, — of dit alles de naam van Offenfief of Defenftef dragen moet, Wy voor Ons • houden het zelve voor OfFenfief, in den fterkften zin , en wenfchen , dat het God Almachtig behagen mag Ons in ftaat te ftellen, (zo gene andere wegen geöpend worden langs welke, behoudens de eer en de hoogheid van deze Provincie door U Edele Gr. Mog.  MEï. STAAT EN OORLOG. 1787. Mog zo grotelyks geledeerd , de rust en goede order, als mede de eensgezindheid , cn vertrouwen alhier herfteld kunnen Worden, het welk Wy altoos oprechtelyk verlangd hebben en noch verlangen; Ons daartegen op eene krachtdadige wyze te defenderen en alle mogelyke pogingen aan te wenden, om de Vryheid en ünal'hankelykheid van Onze Provincie onverkort aan de posteriteit overtebrengen, waartoe Wy gene middelen onbeproeft zullen laten , als gene politie onaangenamer en ondragelyker houdende, dan die, van door een mede-Bondgenoot overheerscht te worden. Het is waar, U Edele Groot Mog. hebben Ons van Derzelver intentie, alleen tot eene defenfive handelwyie (die in allen gevallen noo,it te pasfen kan komen, zoo lange 'er gene geweldige aanvallen plaats hebben) trachten te overtuigen door derzelver gegeve nadere Ordres aan den Generaal-Major van Rysfel, om zich op het gepleegd geweld, door eenige Huiaren, tegen de voorposten van Onze Gecantonneerde Militie te Zeist, waarover de Heren Onze ordinaris Gedeputeerden aan ü Edele Groot Mog. waren klachtig gevallen, en het welk maar een begin geweest is van vele volgende vyandelyk heden, te informeren, en het zelve waarheid bevindende, dezelve na bevind van zaken te corrigeren ; welke gevolgen deze U Edele Groot Mog. aanfchryving aan den Generaal-Major van Rysfel hebben zal, zal de tyd moeten leren. Dan de berichten , die Wy dagelyks ontvangen van alle de fcbadena en verwoestingen, zoo door deze lichte Troupes, als ook door de andere Militie, door ü Edele Groot Mog. in Onze Provintie doen Cantonneren, veroorzaakt wordende, geven Ons weinig hope op een goed fucces , ja wanneer Wy in overweging nemen de handelwyze van ü Edele Groot Mog, op de. zel£  $86 mey. ZAAKEN VAN 1787. zelfde tyd in welke Hoogstdezelve Ons verzekeren van derzelver intentie, om niet anders dan defenfief te willen ageren , of geilgeert te willen hebben, door het gevangelyk houden van een Officier, vyf Sergeanten, een Tambour, en acht en veertig Gemenen, in den noodlottige Nacht van den 9 dezer, naar Vianen gevlucht, en aldaar (immers zoo Wy wel bericht zyn) tot hiertoe gehouden, weten Wy niet, wat Wy van alle deze Uwer Edele Groot Mog. betuigingen denken moeten; Wy treden het geval zelfs niet in, het welke aanleidinge tot deze vlucht gegeven heeft, en waaromtrend Wy verftaan hebben, dat een nauwkeurig onderzoek gefchieden zal ; maar het zelve kan in allen gevallen nöoic eene wettige rede voor U Edele Groot Mogende opleveren , om deze Perfonen als Krygsgevangen te confidereren; doch ook, al ware het hier mede al eens anders gelegen, wat zyn deze nadere ordres aan den Generaal-Major van Rysfel gegeven, anders, dan eene aanmatiging van Jurisdictie op Ons Souverain Territoir, waar toe Wy vertrouwen, dat U Edele Groot Mog. by nadere overweginge wel zullen willen erkennen , geenzins gerechtigd te zyn, zoo lange Dezelve deze Provincie niet als geheel overheerscht zullen kunnen befchouwen. Wy eindigen deze Onze Misfive met verzoek, indien verzoeken noch helpen kan, dat U Edele Groot Mog. Ons eene behoorlyke reparatie gelieven te bezorgen voor alle de lselle en fchaden , Onze Provincie en deszelfs ongelukkige Ingezetenen aangedaan , en gerustftelling, dat diergelyke in 't vervolg niet weder gefchieden zal, en zulks doende zullen gelieven medetewerken tot behoud en vastmaking van den band der gezegende Unie , waar by deze Republicq zoo lange welgevarende heeft, en alleenlyk welvaren  MEY. STAAT EN OORLOG. 1787. flgj kan, waar toe Wy van Onze zyden altoos bereid geweest zyn, en noch bereid zyn, alles toetebrengen wat eenigzins mogelyk is. En hiermede, Edele Groet Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden, Nugeburen en Bond» genoten l bevelen Wy U Edele Groot Mogende in de protectie van God Almachtig, dien Wy bidden Dezelve te coufcrveren in goede en vooripoedige Regeringe. Gefchreven te Amersfoort den 18 Meyi787„ (Was geparaphreert} J. A. VAN WESTEBEN, Vt, (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mog. zeer goede Vrienden, De Staten van den Lande van Utrecht. (Lager ftond.) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) S. A> '•AAN»  aS8 MEY. ZAAKEN VAN gjjgjj EDELE MOGENDE HEEREN ! BH". ZONDERE GOEDE VR1ENDKN l NA* GEBUUREN EN BONDGENOTEN! Uw Edele Mog. Misfive van den 18 dezef maand is door Ons op heden, zyndeOn* ze Eerfte Byeenkomst na derzelver receptie t {;elezen en aanftonds tot een Objeét van De* iberatie gemaakt. Indien Wy alle de onaangenaame reflexien op Onze gedragingen eö fentimenten^ welke door de geheele Misfive vèrfpreid zyn, en al het geen Ons daar by, het zy direct, of van ter zyde geïnfinuëerd of te laste gelegt wordt, in 't byzonder wilden opnemen, en met equivalente uitdrukkingen tegengaan , zouden Wy Zekér overvloedige ftof voor handen hebben tot het fchryven van een geëxtendeert antwoord: doch Wy hebben gemeend, Ons hier van te kunnen en te mogen dispenfeeren , eensdeels, om dat Wy dus doende," maar in eece herhaaling -komen zouden van 't geert Wy te meermalen hebben gezegd, en met (prekende daden bewezen; en anderdeels, om dat Wy Ons hier in niet zouden kunnen begeven, zonder de rechtmatige gevoeligheid, welke op meer dan een refpecl: by Ons verwekt is, aan den dag te leggen, en even daar door de verwyderingen verdeeldheid te grooterte maken* Terwyl Wy ook vertrouwen, dat Onze her. haalde pogingen om de rust in U Edele Mog. Provincie te helpen bevordereu, Ons gemanifesteerd verlangen éh zorg tot voorkoming van alle geweld, benevens de middelen daar toe in 't werk gefteld, en eindelyk alle Onze daar toe betrekkelyke gedragingen , by elk onpartydigen de zekerfte waarborgen zullen opleveren van Onze belangeloze zucht, zö om den band der Unie, ten aanzien van alle de daar toe behorende Leden ongefchonderi te doen blyven, als om het Bondgenootfchap z«i«  mey, STAAT* EN OORLOG. i787. fl8d zelve, 't welk, zo wy 't willeurig voorbeeld van sommige andere Provinciën opsevoled hadden , reeds lang tot een enkel niet vervallen zou zyn, (taande te houden. ivlre 00ne,nd,Ke arbeid* e" de zo aanmerke. llrfi Tmen, h,er toe door °"s hefteed, zyn )n deze de onwraakbaarfte getuigen vari Onze welmeenende, en, in weerwil van zd veel tegenkanting, tot noch toe onveranderd gebleven gevoelens.. Wy zouden derhalven, de zaak alleen uit ïe h£Tngern; 8ezichtPu"* befchouwendei he beantwoorden van i Ü Ed. Mog. voorfz! Misfive voor pnnodig kunnen houden; en zouden daar toe in de termen, waar in'zich alles thans bevind , ook geredelyk befloten hebben indien Wy onder Ons vooTn men om liefst verdere iebriftelyke discusfien tér zyde te ftellen ook gevoegelyk hadden kunnen cornprehendereri die periode uit de gezegde Misfive waar by Onze daad, door welke de Stad van Utrecht, ingevolge' het armgend aanzoek haarer Redering, tegen gewe d hebben zoeken te beveiligen . word verklaart w?r OfenJUf in den fierkjiel »», en wel zodanig, uat u Edele mW declareren te wenfchen, in-ftaat gefteld te woroen, om (gene.andere wegen van herftel Geopend wordende) zich daar tegen oP eenë krachtdadige wyze te dafenderen , en allé mogelyke pogingen aantewenden om de Vrvheid en Onaf hangelykheid van derzelver Pro. vincie onverkort aan de Pofteriteit over tl brengen; alles met bygevoegde verzekering, laateT™ dam°e mtfePrt«ft te zullen Wanneer Wy toch. deze veelbeduidende periode, vooral befcnouwd in haren fi-" hang zoo met den inhoud van den eehel-r. fXM T n befchu,di8'«g vanoverhïer XXXvTli'Jtt 8 Z°VnVerCliend WOfd &.  s9o 'MSï. ZAAKEN VAN 1787. 1 laste geleed, als met de onderfcheiden maatregelen , thans in U Edele Mog. Provincie beraamd wordende, wel hebben overwogen, / "heeft het niet anders kunnen zyn, of dezelve heeft Onze byzondere aandacht naar zien. moeren trekken, daar Wy hier in eene ingewikkelde bedreiging menen te befpeuren, om, op grond van Onze vermeende offen/ive daad. Ons voortaan als Fyanden te zullen confidereren en behandelen, althans ten minfte die Troupes, met welke wy de Stad Utrecht en hare veiligheid zoeken te dekken, - en dus met dezelven ook die Stad, op eene hostiele wyze te zullen aanvallen , en naar vermogen trachten te bederven. • Het gewicht, dat wy in de gevolgen hier van ftellen moeten , daar het aizo gedeclareerde in al zyne uitgeftrektheid opgevat, niet zeer veel van eene Oorlogs - Verklaring, zo Wy de Stad Utrecht tegen geweldadige aanvallen willen blyven befchermen, zoude fchynen te verfchillen, en de zorg, die Wy dus in zoo een critiek moment, vooral ten algemenen beste, moeten oeffenen, verplicht Ons om by deze geïndigiteerde gevoelens van U Edele Mog. fpeciaal ftil te ftaan, en met dien ernst, waar toe in 't byzonder ook de betrekking van 't Bondgenootlchap Ons bevoegd maakt, te verzoeken en te begeren, dat door eene voldoende, ronde, en van alle dubbelzinnigheid gezuiverde explicatie aan Ons wor. de opengelegd, wat Uw Kdele Mog. met de voorfz, periode hebben bedoeld, en of derzelver intentie zich tot zodanige vyandelyke attacque, als Wy in den inhoud der gebruikte woorden vrezen te befpeuren , uuürekKe . naardien Wy in dat geval ook v»n °nze*Jde, Onze maatregulen hiernaar zouden dienen fcn daar dit poinct een object van eene prmte voorziening opleverd, zoo kunnenWy  WH?. STA AT ËN OORLOG» 1787. *9i hierom Ons niet dlspenferen om op eene al. Jerfpoedigfte explicatie hier van aantedringén* terwyl het uitftel daar van niet zou kunnen nalaten Ons opgevat ongunftig vermoeden té veifterken, en Uns, Onzes ondanks, te verplichten , om dien overeenkomftig Onze fchik. kingen interichten. Voor 't overige beveleö Wy Üw Edele Mog. in de befcherming van God Almachtig, die Wy van berte wenfchen, dat derzelver pogingen, ftrekkende tot bevordering vart rust, vrede en eensgezindheid alzins Zegenen wil: terwyl Wy van Onze zyde als nóch fteeds bereid blyvende om daartoe al wac ifl Ons vermogen is mede te contribuëeren, irj die gevoelens Ons noemen , Edele Mogende Heeren l £rV. CXX1. Misfive van P. Cliffort c. fi te Amfterdam, over het gebeurde mei opzicht tot de remotie van 9 kddeh en de aanfielling van 9 anderen. Ingebragt by Hun Edele Gr. Mog. In dato 34 Mey 1787. Ontvangen een Misfive vaa F. Cliford cüm luis, gefchreven te Amfterdam den 18 dezer, met de Bylagen daar toe betrekkelyk, waar by ter kennis van Hun Edele Groot Mog. brengen het gebeurde met opzicht tot de remotie van 0 Raden en de daar op gevolgde aanftelling van 9 anderen j breder hm na geïnferëerd. Flat Infertlo. Waar op gedelibereerd zynde j ié goedgevonderi en verftaan, dé voorfz. Misfive en Bylagen aari tnemeu voer Notificatie; én is* dien onverminderd * T daar  3Q2 MEÏ. L A aken van 1787. daar van Copie verzocht door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Gorinchem , Brielle , Hoorn, Enkhuyzen, Edam enMedemblik, als mede door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam tot derzelver informatie. EDELE GROOT MOGENDE HEERENi De Eed, welke een ieder der Leden van ü Edele Groot Mog. Vergadering verbind , om 'sLands Privilegiën, Handvesten, Gerechtigheden ende oude lofelyke Con/Jitutien voor te /laan en te defenderen, doch niet anders dan met deze expresfe bepaling, voor zoo veel dezelve niet zyn prajudiciabel de Privilegiën en Gerechtigheden van de Steden in het particulier, welke dus direöelyk en in de allereerfte plaats de befcherming van u Edele Groot Mog. behoren te genieten, zal genoegzaam billyken de ftap, welke zeventien Leden van de Vroedfchap dezer Stad, en dus behalven de Gecommitteerde Raad Geelvink in ?s Hage reiïdeerende, doch welke zyne denkenswyze, by Misfive van den 14 dezer, hier achter mede fub n. q« gevoegt, aan Heeren Burgemeesteren ten klaarfte heeft gemanifes. teerd, en vermits de „continueele indispofitie van den Heer D. Hooft Willemsz. , en de uitlandigheid van de Heer Lampftm, hunne mede-Raden , meer als de helft van dezelve uitmakende , en onder deze alle de Burgemeesteren, welke tevens Raden zyn, zich genoodzaakt oordelen te doen, om door een eenvoudig verhaal en daar bygevoegde gepaste reflexien ter kennisfe van U Edele Groot Mog. te brengen. • '.>";•' , Ue Gebeurtemsfen, welke gedurende de laatfte weken alhier hebben plaats gehad, en waardoor de algemeene rust en veiligheid in deze aanzienlyke Stad, anderfints een voorbeeld  MEf. STAAT EN OORLOG. 1787. 293 beeld van goede order en Politie, niet weinig zyn geitoord en aan deszelfs Koophan» del, en het Publicq Crediet mogelyk een on. herftelbaare kreuk is toegebracht. Zy rekenen zich hier toe ook verplicht, om dat zy alle met duure eede zich verbonden hebbende, totvoorftand en befcherming van der Stede Privilegiën, Gerechtigheden en Or. donnantien, en dezelve door de gansch willekeurige ondernemingen van een gedeelte hunner mede-Ingezetenen, opentlyk gefchonden ziende, voor God, voor hunne medeBurgeren, en voor hun eigen, göweetens, niet zoude kunnen verantwoorden, indien zy nalieten aan ü Edele Groot Mog. , aan alle hunne Stad-en Landgenoten, ja aan de ganfche waereld te doen zien , dat zy niet alJeenig tot zodanige violente handelingen en onderdrukkingen der Burgerlyke Vryheid en Voorrechten niet mede gewerkc, maar dat zy bok alle mogelyke en wettige middelen aangewend hebben om dezelve afteraden en tegen te gaan. Na dat op den 21 der afgelopen Maand de Vroedfchap behoorlyk vergaderd was geweest , en over verfcheidene onderwerpen hebbende gedelibereerd^, na gewoonte was gefcheiden , en Heeren Burgemeesteren weder na hunne Kamer waren gegaan, wierden dezelve door een Stads Bode verzocht, om in den Raadzaal terug te keren; Hun Edele Groot Achtb. aan dat verzoek defererende, wierd aan den Heer Burgemeester Hooft, door eenige Perfonen ter Raadkamer ingedrongen , overhandigt een ongetekend Adres, conform de Copie hier nevensgaande, fub No. 1. De eerfte vraag hieromtrent was, of men hetzelve lezen , en in overweging behoorde te nemen of niet. De Ondergetekenden, voor zo verre zy in T 3 dea  m mey, ZAAKEN VAN 1787. den Raad prefent waren, oordeelden zulks niet te moeten doen. Voor eerst, om dat de wettig by een ge. roepene en gehoudene Vroedfchaps-Vergaderinv reeds gefcheiden , Burgemeesteren in hunne Kamer, en diverfe Leden mede uitgegaan zynde, derhalven geen andere of nieuwe Vergadering, Czoqder voorafgaande Overleg en Convocatie door Heeren Burgemees. teren,) gehouden konde werden. Ten anderen, om dat het Adres op eene zo ongeregelde als onbetamelyke en illegale wyze ter kennisfe van den Raad was ge• bracht. En wel voornamentlyk in de derde plaatfe , om dat zy uit de ontmoeting van zommige hunner, dewelke wel onverhinderd de deur der Juftitiekamer, door welke men uit de Raadkamer in de Zaal gaat, tusfchen twee aldaar posthoudende Burgers, onder het prefenteren van hun Geweer, waren uitgegaan, maar op de Zaal by de grote trap waren te. gengehouden , en genoodzaakt terug te keren naar de Raadkamer, moesten beiluiten , dat deze Vergadering volftrekt gedwongen was , pn de deliberatien dus geheel onvry zouden wezen , gelyk de Officieren der gewapende Burgery, op het Stadhuis prefent, en aldaar op expresfe last van Heeren Burgemeesteren, en fchriftelyke order van Collonellen , met hun onderhebbende Compagnien gekomen, ten einde aan de Vroedfchap, de nodige vrybeid van deliberatien en van gaan en komeu te bezorgen , niet hadden belet, of kunnen beletten, dat de voorn. Leden van den Raad in hunne pretentie, of onder hun oog wierden tegengehouden. Doch deze bygebrachte redenen vonden geen ingang , men refolveerde by meerderheid, het Adres te lezen, en daar na Heeren Burgemeesteren te verzoeken, aan de behan-  mey, STAAT EN OORLOG. 1787. 295 digers van het zelve te antwoorden: dat het geen point van deliberatie voor dezen Achtbaren Raad konde uitmaken, als zynde de Vroudfehap niet gequalificeerd» om hare Mede- Leden van derzelver Raadplaatzen te deposfideren, Jtrydende , zulks tegens de Refolutie van Hun Edele Groot Mog- van den 9 Augustus 1638. De Ondergetekende, voor zo verre'zy prefent waren, referveerden tegen het in deliberatie brengen van dat Request, eene Aantekening, welke door een referve van Contra.Aantekening der overige veertien Leden wierd beantwoord, zynde deze gemelde Aantekening , hier nevensgaande fub No. 2, den 3 dezer gedaan. Hier na fcheide andermaal de Vroedfchap, indien men deze twede Vergadering al eens voor wettig had moeten erkennen, des neen, en van deze Refolutie wierd door Heeren Burgemeesteren aan de Overhandigers van het Ruk kennis gegeven; doch dezelve daar mede geen genoegen nemende , hebben eenige van de voorfz. 14 Leden aan deq Secretaris Huyghens, uit naam van alle de Leden, die tot de Refolutie geconcurreerd hadden, opgegeven de twee Byvuegfelen, in de hier nevens gevoegde Refolutie No. 3» gemeld. En daar mede eindigde deze dag, en de zaken bleven eenige tyd in dezelfde Raat, behalve dat op den a7 April aan ieder der Raden , wiens plaatzen preténfelyk vacant waren verklaard, door den Notaris Geniets, en twee Getuigen , uit naam van Izaak van Goudoever Collonel, 30 Capiteins, 48 Luitenants en 38 Vaandrigs voor zich en uit naam van een aantal hunner Officieren, Onder-Officieren» en wakende Manfchappen , benevens negen Perzonen, voor zich» en zich noemende Gequalificeerdent van veel duizende Burgers en lnweon-.. ders dezer Stad gedaan is, een Infinuatie by welke na voorafgegane aanzegging van 't geT 4 ne  ap6 met. Z A AKEN VAN 1787. ne vervat is , in het Stuk op Zaturdag den ai April by den Achtbaren Raad ingelee. * verd, Infinuëeren dat zich zal hebben te wachfen , om na dien tyd wederom ais Raad in de Vroedfchap te verfchynen, of aldaar als zodanig, eenige Zitting te nemen, veel min noch het zy binnen deze Stad, hel zy elders in eenige Vergadving, of Vergaderingen, welke dezelve ook zyn mogen, als Raad dezer Stad te fungeer en, of direEt of indireSt waar te nemen of te verrichten, zodanige Posten of daden, welke door den Raad of Raden dezer Stad gewoon zyn waargenomen of verricht te worden , en zulks alles ten einde daardoor de ware belangens, rust en veiligheid dezer Stad, in allen opzichten werden bevorderd en bewaard, zynde daar by gevoegd een Protest, van niet aanfprakelyk te willen zyn, voor eenig Perzaneel ongeval dewelke uit de wygering dezes, voor de Geinjinueerden* mocht e voor tfpr uiten , mee een referve tot het van mploi maken van zodanige middelen, als hun Inftnuanten in ftaat kunnen ftellen, om hen en hunne Principalen het wezentlyk en dadelyk effeSt, van de alzo gedane en in voege voorfz. goedgekeurde remotie, van de Geinfinuecrdens, nu en voor altoos te doen genieten. Doch inmiddels was in de refpective Wyken dezer Stadeer tekening gelegd eene Acte van Qualificatie , hier nevens gevoegd fub No, 4., deze tekening aan de Inwoonders, by de gedrukte Billietten, hier nevens gevoegd fub No. 5, bekend gemaakt, waar uit blykc, dat dezelve in den beginne flechts op weinig dagen bepaald is geweest , doch welke van tyd tot tyd is gecontinueerd, zoo dat het getal der Tekenaren, volgens de opgaaf by het Request, op den 3 Mey ingeleverd, over de 0ooo zouden bedragen hebben. be alzoo geqtialificeerde en eenige HoofdPSicieren van de Schuttery, hebben op den o ie 'dezer in Burgemeester Kamer overgege? * • "' yen,  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. ao? ven, een nader Addres houdende; verzoek, om de negen Raadplaatzen op den ai April door hun vacant verklaard, in de Vroed» fchaps-Vergadering , op dien dag zullende gehouden worden, te vervullen, of zoo zulks op dien dag niet konde gefchieden, een dag te bepalen , om de vervulling ten fpoedigften en ujterlyk maandag te doen, met eene bygevoegde Lyst van de Perfonen, die de Burgerye, zoo men voorgaf, aangenaam zoude zyn, zonder echter daar aan den Raad precifelyk te willen bepalen , of hunne vrye keuze te verhinderen. De Ondergetekende meenden in de Vroedfchaps. Vergadering op dien dag gehouden, niet te moeten compareren , waar van en van de redenen daar toe dienende , eenige hunner aan Heeren Burgemeesten by Misfive hier nevens gevoegd fub No. 6. kennisfe hebben gegeven; —- Dit veroorzaakte dat deze Vergadering flechts uit een der Heeren Burgemeesteren en 15 Vroedfchappen beftond, by welke ge» refolveerd wierd den dag der fuppletie op den 7 dezer vast ftellen; hoe zeer daar toe volgens informatie alle de prefente Leden niet hebben geconcurreerd. De Ondergetekende voor zoo verre zy on« der de negen Leden niet behoren , ten voorfz. einde een Convocatie-billiet bekomen hebbende; ende verdere Ondergetekenden , aan welke de Prelident-Burgemeester de JBo. dens gelast had, geen zodanige Convocatie, billiet te overhandigen, daar van geïnformeerd zynde, hebben in die Vergadering door den Secretaris doen inleveren de Protesten en Declaratoiren hier nevens gevoegd , fub No. 7. Doch wat gebeurt 'er, eenige Leden geheel andere gevoelens koesterende , als die gene die op den 2.1 April een ongetekend T 5 A d..  «98 met. ZAAK EN VAN 1787. Addres hadden overhandigt, en onderricht van de evengemelde onverwachte Refolutie ter aanftaande verkiezing van negen nieuwe Raden , oordelen van die hunne gevoelens ten fpoediglte, en op eene wettige wyze te moeten doen coniferen, ontwerpen een Request hier nevens, fub No. 8. gevoegd, leggen hetzelve den 6 ter tekening, en doen het op maandag den 7 dezer by het aangaan van den Raad, hoewel toen uit hoofde van de kortheid ke qualificatie hebben kunnen overleggen , en alleenlyk voorgegeven , Ondergetekenden ontvangen hebbende een Billet , waarSy zy geconvoceerd w den, om volgens Refolutie van de Vroedfchap, in dato 3 Mey ^787, te verfcheinen in de Raadkamer , alwaar de Vroedfchap zal Vergaderen den 1 Mey dezes Jaars, om te treden tot de Ele&ie van Raden, en vernomen hebbende, dat de gementioneerde' Refolutie Van 3 Mey genomen is, om de Electie te doen, ter vervulling der plaatfen van de preienfelyk geremoveerde negen Raden : zo hebben zy ge. meend , den Acntb. Raad kennis te moeten gevèn, dat zy, in de Vergadering van 34 April laatstleden, voor zo vele zy toen pre. feut geweest zyn, zich in de toenmalige deli. beratien over Het ingeleverde fluk, renderende tot remotie vm negen hunner Vjede-Katten, niet ingelaten, maar tegen de Refolutie, daar-  MEY. STAAT EN OORLOG, 1787. 319 daarop genomen, geprotesteerd hebbende , en alle de Ondergetekenden de remotie van negen Raden niet anders kunnende houden, dan inconftitutioneel, onwettig, nul, en van onwaarde, ovirzulks niet kunnen concurreren tot de electie van nieuwe Raden, maar « daar tegen wel expresf'elyk protesteren by dezen: inhaererende wyders de twede, derde, vyfde en zesde Ondertekenaars hunne Misfive, den a Mey laatstleden aan Burgemeesteren, en den Raad gefchreven: begerende de Ondergekenden, dat deze in de Notulen van den Achtb. Raad worde geïnfereerd. Hier mede hebben Wy de Eer te blyven met behoorlyk reipecl. Edele Achtbare Heeren I (Onder ftond) Uwer Edele Achtb. Dienstwillige Dienaars, (Was geteèkent,) p. clifford. n. faas. z. h «lewyn. JOHAN FREDRIK D'ORVILLE» hakman VAN de POLL. P. FI.IAS J. W1TSEN. NB* De Raden Huydecoptr van Maarsftveen en Jactb Elias Amoudsz, niet in de Stad zynde, hebben elk een Brief, zaktlyk van üen zelfiien inhoud gefchreven en te gelyk met den yorenftaanden aan den Achtb. Raad doen toekomen. ede-  820 mey. ZAAKEN VAN 1787* edele ACHTBARE HEEREN! De Ondergetekende Raden vernomen hebbende , dat op laatstleden Donderdag by de als toen prefent geweest zynde Leden van den Achtb. Raadgerefolveerd is, om op den 7 dezer toetetreden tot Electie van Raden, ter vervulling van de Plaatfen der pretenfelyk geremoveerde, en dat ten dien einde aan de overige Raden Biljetten van Convocatie zyn afgezonden, verklaren by dezen ten fterkften daar tegens te protefteren, als mede tegens 't gunt ingevolge van dien zal worden verricht, en al het zeivete houden voor nul en van onwaarde, verzoekende hiervan infertie in de Registers. Aclum den 6 Mey 1787. (Was getekend) FREDRIK ALEWYN. MARTEN ADRIAAN BEEtS. H. MUILMAN, N. CALK0EN. w. G. DEDEL sz. J. GRAAFLAND PZ. C. MUNTER. F. VAN DER g0es. No, 8. Aan de Edele Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Raaden der Stad Amfterdam» Geven met verfchuldigde eerbied te ken-. nen, de Ondergetekende Burgers en Inwoonders der Stad Amfterdam: dat zy Ondergetekende altoos met de uiterfte aandoening en leedwezen gezien hebbende, de bewegingen en onrust welke zo in Nabuurige Pror  MWè ST*AAT EN OORLOG. i787. 3*1 Provimien, als in deze Provintie zelve, van tyd tot tyd hebben plaats gehad, en voor 20 verre hün aangaat, allezints genegen zynde, om volkomentlyk te berusten in de Staats- en Erf-ftadhouderlyke Regering, zó als dezelve door 'sLands Ocfroyen Privilegien en Wetten, én wel laatdelyk in den Jaare 1766 is gevestigd , vervolgens noch hebben moeten ondervinden, dat eenige van hunne Medeburgers en Inwoonders dezer Mad van zich hebben kunnen verkryeen. van U Edele Groot Achtb, op eene geheel ïllegaale wyze af te dwingen Refolutien, en te verzoeken zaaken, waar in de Ondergetekende nimmer hebben ingeflemd , of aan vve.ke verzoeken zy nimmer eenig deel hebben gehad. Dat de Ondergetekende tot nöjr toe aan de wyze beftieiing van hun geëerbiedigde Regering hebben overgelaaten, orri tot beteugeling van zodaanige onbehoorlyke en oproerige Demarches, van de gepaste maatregelen gebruik te maaken, dan dat men. eindelyfc tot die hoogte van geweldoeffening gekoomen zynde, dat men op eene Wyze die tot dit noodlottig tydftip toe geen voorbeeld heeft m onze Republicq , eenige Lé. den der Regering van derzelver bediening heeft geremoveerd , en thans op dezelfde wyze zou trachten andere Perfoonen in derzeiver plaatfen aantelfellen, dé Ondergetekende zich vcrpligt oordelen , ten einde uit hun Stilzwygen niet zou worden afgeleid eenige toeltemming van hec geen men door eenige toe reprsfentatie van de Stemme des folks oDtwyffdbaar Onbevoegde Perfoonen heeft kunnen goedvinden tè doed, en te verrichten , opentlyk te betuigen, dat de begeerte van dezelve hunne Mede • Burgeren Biet kan, noen moet gehouden worden voor de Stemme des Folks, alzoo zy ondergeteken. yvy^Ïiï16 °ootd voor hoofd hec zelve recht heb. XXXVJ11. DEEL. X, b„g  322 mey. ZAAKEN VAN 1787. ben als elk ander Burger, niets liever verlangen , als dat de welgevestigde Conftitutie van ons Lieve Vaderland mooge blyven Geconserveerd , de Wettige Regering van deze Stad, haare Deliberatien en Refolutien te laaten behouden a alle andere Veranderingen en Schadelyke Nieuwigheden geweerd, en alle andere geweldoeffeningen , door de Efficacieufte middelen tegengegaan worden , dat de Ondergetekende , C welker gering getal alleen aan de bekrompenheid van tyd , als zynde eerst op laatstleden Saturdag avond gerefolveerd, om dit Addres te maaken, hoe zeer de Ondergetekende altoos in dezelve denkbeelden hebben geverfeerd, moet toegefchreven worden, zynde de Ondergetekende verzekerd, dat ingevalle flechts eenige meerdere tusfchenruimte van tyd overgelaten was geweest, het getal van hun Ondertekenaren oneindig Superieur geweest zou zyn, aan die geenen, die men heeft weten te induceren, de qualificatie te tekenen,) inzonderheid op het ernftigst infteren ten einde de gedaane onwettige Remotie van eenige Heeren Vroedfchappen als door een zeer klein gedeelte van de Burgeren en Inwoonders dezer Stad, ("naar het geheel gerekend,) aan de Edele Achtbaare Vroedfchap afgedwongen , worde verklaard Illegaal en Onwettig; dat by U Edele Groot Achtb. niet worde geprocedeerd tot het aanftellen van eenige Nieuwe Vroedfchappen, declarerende de Ondergetekende , dat zy de tegenswoordige Vergaderingen van den Raad dezer Stad, als waar toe faitelyk de toegang aan een groot gedeelte van Wettige Leden van dezelve word belet, niet kunnen, noch willen houden , voor een Wettige Vroedfchap, noch ook eenige Nieuwe op een onwettige wyze aanteftellen Pretenfe Nieuwe Raaden zullen Confidereren voor Wettige Reprefentanten van de goede Burgery en In- woon-  mey, STAAT EN OORLOG, 1787. 323 woobders dezer Stad, over zulks verzoeken en Infteren, dat by ü Edele Groo Achtb' mets worde gerefolveerd , het geen in PraV ui ditie van der Onderget. Declfratbir 3e kunnen ftrekken, ten rninfte alvoorens aHe de Burgeren en Inwoonders dezer Stad 0d de meest Convenabelfte wyze daaromtrent iedÏÏ voor zich zelve zullen zyn gehoord. fOnder ftondj 't Welk doende, &e. No'. 9. EDELE GROOT AGTBAABE HEÉj&EK ! De Ondergetekende Raden , meest alle 2 op den 3 Mey laatstleden, aan. ü Ëdeie Oioot Achtb by Mufive communiceert héb. bende.de redenen, 0:n welke zy zkn nr fioneel var, de Vergad.-ring der Vroedfchap moesten „mhouden , gelyb 7y Qok den P Apni laatsteden, voor zo vele zy toen prefent zyn gero, ztch niet hebben ingelaten in de de iberatien wegens de remotie van o hunner xwede-Raden , en de Ondergetekenden vervofgens tot de Réföfotié Van den , Me . zoo mm 8}S tot de Electie van 9 Perfonen i in de Vergadering van den 7 dezer hebben geconcurreert, maar integendeel by Misfiven me Eleöie hebben geprotefteeft, vinden zitffi verplicht ter kennisfe van ü Edele Gr. Achtb £« !??eü* de frichti8e eD Peremtoire re* den, die hen volftrekt wederhoud in Versaderingen, welke door U Edele Groot Achtb. E f7jegenwoord,ge tyd^omftandigheden ftaari btfcbreven te worden, te verfchynen, hier iü feeftaande, dat zy al 't geen op In zedert dS X 3 £f]  3H mt. ZAAKEN VAN 1787* « ai April is voorgevallen, ten opzicht van den Aclitb. Raad, de remotie van 9 Leden van dien en de daadlyke introdu&ïe van 9 andere Perfonen in denzelveu., ter vervulling van de plaatfen der evengern. prastenfelyk geremoveerde Leden, niet anders kunnen aanzien, en houden, dan als ten eenemaal informeel, wederregtelyk, en onwettig, als zynde de» zelve remotie ftrydig, zo met de Privilegie van Vrouw Maria van Bourgondien van Maart 1476, volgens 't welk de Vroedfchappen hun leven of Poorterfchap geduurende fungeeren, als met de Refolutie van Haar Edele Groot Mog. in dato 9 Aug. 1658, by welke uitdrukkelyk geftataeerd is, dat aan de Vroed- 1 fchappen geenzints competeert het regt of de dispofuie tot uitzetting of fuspenfie van haare Medeleden uit dezelve Vroedfchap, en vloeiende uit de illegaliteit van de gedaane remotie , van zelfs voort de illegaliteit van de opgevolgde eleótie. Indachtig derhalven aan Hun Eed en Plicht, ter bewaring en handhaving der Rechten, Privilegiën en Costumen dezer Stad, zoo kunnen 1 zy van zich niet verkrygen te adfifteren by een Vergadering, tot welke niet alle de Leden , die tot dezelve Vergadering behoren, zyn opgeroepen, en in welke integendeel op eene gansch informele en illegale wyze, met verkrachting van de oudfte en heiligde Privilegiën, 9 andere Perfonen zyn iugekoren en 1 toegelaten worden. Neen, Edele Groot Achtb. Heeren, zy zouden hunne eer en confcientie verzaaken , zy zouden te kort doen aan hunne verplichting jegens de goede Burgery, en aan 't ver- , trouwen dat een groot gedeelte van dezelve in hun is (tellende, indien zy door 't verfchynen in Vergaderingen , zo al die thans gecompofeert zullen zyn, derzelver wettigheid wilden erkennen en homologueeren. Zy  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 335 Zy vinden zich integendeel genoodzaakt op 't plechtigile te protefteren, zo tegen de praïtenfe remotie van negen hunner Medeleden , ais tegen de gansch inconflitutionele aanRelling van andere Perfoonen in derzelver plaatzen, verklarende al 't zelve te houden voor nul, krachteloos en van onwaarde, alsinvolverende een manifeste fchending, en daadlyke verbreking van de aloude Handvesten en Grondwetten , waarop de Rurgetlyke vryheid, veiligheid en goede orde binnen deze aanzienelyke Stad gevestigt is, en alleen beftendig gevestigd kan blyven. Zy referveren dienvolgende aan zich 't employ van alle zodanige verdere maatregulen en demarches , als zy op eene wettige en conftitutionele wyze in tyden en wylen raadzaam en gepast zullen oordelen. Amfterdam den 10 Mey 1787. (Was getekend) P. CUFFORD. HUYDECOPER VAN MAARSSEVEEN, JACOB ELIAS, arnoüdsz. n. FAAS. z. h. ALEWYN. J. WITSEN. JOAN FREDRIK D'ORVILLE. HARMAN VAN DE POLL. P. ELIAS. EDELE GROOT ACHTBARE HEEREN! Het is niet als met de gevoeligfte aandoening, dat de ondergeteekende Raad in de Vroedfchap, en van weegens dezelve gecommitteerd in het Collegie van Haar Edele Groot Mog. Gecommitteerde Raaden, en dus X 3 om  g96 me* ZAAKEN VAN 17%7« om wettige redenen, & Rei Public» caufa abfent, heeft vernomen het gebeurde in de Vroedfchap op den 21 April laatstleden, wegens de Remotie van 9 zyner Mede Raaden, 200 wel als het geen daarop is gevolgd den 3 May , en eindelyk de Electie van 9 Perfonen, in eene Vergadering op den 7 daaraan volgende; dan tot welk laatfte hy zelfs geene Misfive van Stads wegen, zo als anders altoos in diergelyke gelegendheden , 't geen uit Stads Misfiven Boeken, ter Secretarie berustende, van de oudfte tyden af, blyken kan, aan de Heeren Gedeputeerdeus van Stads, wegen in de Staats-Collegien, te gefcbieden gebruikelyk is, wanneer maar eenige Eleclien van nieuwe Regenten moet werden gedaan , hepft ontfangen, waarom hy dan ook dit voornemen heeft geïgnoreerd, immers niets daarvan geloofd, en om die redenen dan ook niets ten dien opzigten heeft geëntameerd , ondernomeD , gedaan , of gedeclareerd. ' En vermits deze violente en onvoorbeeldelyke behandeling ten opzigte van 9 zyner Mede-Raden gepleegd, naa zyne gedagten abfolut is ftrydende met het Privilegie van Vrouwe Maria van Bourgondien, van Maart 1476, volgens het welke de Vroedfchappen hun leven of Poorierfchap geduurende moeten fnngeren. Als mede direcT: aanloopt tegens de Refactie van Haar Edele Groot Mog. in dato % Augustus 1658, by welke uitdrukkelyk is gesitueerd, dat aan de Vroedfchappen geenzints competeert het Recht, of de dispofitie. tot uitzetting of fuspenfie van hunne Mede? lieden uit dezelve Vroedfchappen. Zo als hy ook nergens eenige voetftappen heeft gevonden, dat immer zelfs aan de geheele Volkftem, of al het Volk in het genenaai, hoe zeer hy anders betuigd de wettige, Volk-  meï. STAAT EN OORLOG. 1787. 327 Volkftem te eerbiedigen, en derzelver belang altoos gaarne zal horen en innemen, en na zyn vermogen, behoudens Eed en Plicht, opvolgen, en dus zekerlyk nog minder aan een gedeelte van dat Volk by eenig Privilegie, Wet, Handvest of Costuim, dat Recht is toegekent, om hunne wettige verkoren Vroedfchappen of Regenten , zo maar pro lubitu, en zonder form van Proces te mogen of te kunnen removeren , 't welk hy meent van de uiterfte gevolgen te wezen , en op dien voet alle ogenblikken te kunnen voorvallen. En hy mogelyk door zyn ftilzwygen zoude kunnen werden gehouden daarin te hebben gehomologeerd of geconfenteerd , zo neemt hy door dezen de Vryheid U Ed. Gr. Achtb. eerbiedig voortedragen, dat hy indachtig aan zyn Eed en Plicht, ter mede bewaring en handhaving der Rechten, Privilegiën , Handvesten en Costuimen dezer Stad, moet verklaren deze, tot zyn innig leedwezen verkeerd, gedane handelwyzen niet anders te kunnen coniidereren dan illegaal en informeel, direct ftrydende tegens de oudfte en heiligfte Privilegiën , die hy en zyne voorzaten tot op den huidigen dag hebben bezworen, en om die redenen zich genoodzaakt vind op het plechtigfte by deze te moeten protefteren , zo tegens de praetenfe Remotie van de 9 Heeren , zyne Mede.Raden, als tegens de ganfche inconftitutionele aanftelling van andere Perfonen in derzelver Plaatfen, verklarende dus alles, wat dien aangaande reeds is gefchied , of nog zoude mogen werden ondernomen, te moeten houden voor nul, kragteloos en van onwaarde. Biddende, dat, U Edele Groot Achtb., en de conftitutionele Raaden dezer Stad, dog ernftig gelieven te overwegen, en na te deuken de ongelukkige en jammerlyke poel van X 4 ram-  |a8 mey. ZAAKEN VAN 1787. rampen, waarin de Republycq in het generaal, en deeze voormaals zoo aanzienelyke Stad in hetbyzonder, werd ter nedergeftord, zoo de ongelukkige disfidentien verders werden uitgebreid, 'twelk niet anders dan eene totale ruïne van de Commercie , de voornaamfte, zoo niet de eenige fource van het welvaaren dezer voortyds zoo florerende Stad, moet naa zich liepen ; en vermits zulks by den ondergetekende ten allerfterkften weegt, en hy de fchromelyke gevolgen daarvan vermeenc niet fterk genoeg te kunnen aandringen , zoo heeft hy het van zyn pligt geagt om deze zyne wyze van denken aan U Ëd. Groot Achtb. te moeten voordragen , met verzoek, dat het zelve tot decharge van zyn gemoed, en ten einde daarvan altoos aan zyne Mede-Burgers, en voor de Posteriteit ten eeuwigen dage zal kunnen ,blyken , in zodanig Register mag werden genoteerd, als ü Edele Groot Achtb. zullen goedvinden en vermeenen te behoren, referverende aan zich wyders, om deeze zyne fentimenten zoo publycq mogelyk te maaken. Betuigende echter altoos bereid te zyn, en tê'blyven, om ten welzyn van het lieve Vaderland in het generaal, en van zyne Geboorteftad in het byzonder, alles wat in zyn gering vermogen zal wezen, te helpen medewerken, en aanwenden, om de zo hoog nodige rust en eendracht, ten voordeele van de Commercie en zyne Mede-Burgers, wederom te doen opluiken en herboren worden. In welke Principes hy betuigd met alleCon. |!deratie te zyn, en onveranderlyk te blyven, Edele Groot Achtbaar e Heeren 1 (Onder ftond) Van U Ed. Gr. Achtb, de zeer onderdanige en gehoorzame Dienaar ss Hage (Was getekend) den 14Mey 1787. n. geelvinck. CXXII,  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 319 CXXII. Request van de algemeene Vergade* ring der Gewapende Burger Corps I. om geen betalingen ter Generaliteit ie doen als voor de intresfen der Obligatien; 1. om de Vyanden des Vaderlands tot reden te brengen; 3. tot Suspenfie van aen Stadhouder en Admiraal-Generaal, met inhouding van zyne tratïementen en emolumenten. In dato 25 Mey 1787. Is geleezen de navolgende requeste van de algemene Vergadering der Gewapende Burger Corps van de Steden en het platte Land in Holland, thans binnen Dordrecht vergadert» om de daar by geallegueerde' reedenen verzoekende: 1. Dat Hun Edele Groot Mog. door Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Generaliteit gelieven te doen declareren, dat zy, gedurende de fataale directie ter Generaliteit, hun contingent, 't zy in de reeds geconfenteerde lasten, 't zy in de zulken, waartoe als nog zou. demogen befloten worden, zullen inhouden, en terGeneraliteitsCasfe gene penningen meer zullen inbrengen, dan alleen zo veelen als benodigt zyn , tot het betaalen der interesfen van de Obligatien ten lasten der Generaliteit thans loopende. e. Dat Hun Edele Groot Mog. de Vyanden des Vaderlands met verenigde Burger en Militaire Magt der Provincie tot reden brengen, en derzelver hostiliteiten afkeeren zuf. len. 3. Dat Hun Edele Groot Mog., op het voorbeeld der fuspeDfie van het Capitain-Generaalfchap, den tegenwoordigen Stadhouder, Wil- ' lem den Vyf den, ook provifioneel zullen fuspendeeren in het Stadhouder- en AdmiraalX § Ge,-  3$o mey. ZA AKEN VAN .1787. Genèraalfchap dezer Provincie , met inhouding van alle de traktementen en emolumenten, tot die bedieningen ten laste dezer Provincie ftaande. Fiat Infertio, Waarop gedelibereert en Copie van de voorfz. Requeste verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de Ürdre nader te examineeren , en door de verdere Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie* Aan de Edele Groot Mogende, Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Geeft mèt behoorlyken eerbied en gepasten ernst te kennen de Algemeene Vergadering der gewapende Burger-Corps van de Steden , en het platte Land in Holland, thans binnen Dordrecht Vergaderd. Dat zoo iemand binnen deeze Provintie regt heeft, om te vertrouwen, dat 'er op zyne ernftige verzoeken een behoorlyk reguard zal worden geftaagen, het de Suppl. is, die, (zonder verwaandheid gefprooken) zig verheelt, in de eerfte plaats de bevoegtheid te hebben, om zig, met hoop op den besten uitflag, tot U Edele Groot Mog. te keeren, als zynde haare Vergadering famengefteld uit die Burger-Corps, die niet alleen door U Ed. Gr. Mog. zelf onder JHoogstderzelver protecYie zyn genomen, maar die ook door hunne opentlyke gedraagingen toonen , dat zy hunne bezittingen, jaa zelfs hun leven voor het algemeen belang en de Vryheid van hun Vaderland veil hebben, en met de daad opOfferen : uit die Burger-Corps, die zig ten allen  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 331. tyde hebben aangeboden, en nog aanbieden, ter bcdcr.erming en beveiliging van de Perfoonen en Vergadering van hunne Opperde Vertegenwoordigers , van die Vergadering, waarin de Ho igrieid en Niajefteic deezer Provintie word ten toon gefpreid: eindelyk, uit die Burger-Corps , die uit hoofde van al het vorenftaande, buiten conteftatie, de eerfte flagroffers zyn zouden van de woede en moordzugt van die heerschzugtige Dwingelanden , die door hunnen vyandlyken aanval , reeds daartoe het toneel heoben geopend, en niet verder zullen rusten, dan hunne gewelddadige pogingen, door de meest emcatieufe middelen, die U Edele Groot Mog. op dit tydftip nog volkomen in handen hebben, worden te leur gefteld. Dat de Suppliant vermeent, met grond te kunnen vooruitzien, dat, indien de uiterfte pogingen door p Édele Groot Mog. thans niet worden daargefteld, *er eene verwarring zal geboren worden , welke niet alleen den totaalen ondergang der Provin tien Gelderland en Utrecht, maar ook die van deze magtige Provintie, jaa van het geheele Bondgenootfchap zal naar zich liepen. Dat de Suppl. vertrouwt, dat U Edele Groot Mog. in deze tydsotr.ftandigheden te minder zwarigheid hier omtrent zullen maken , daar 'er van de zyde van eenen, zyne allerheiligfte Eeden en Plichten verbroken hebbende Stadhouder , aan het hoofd van flechts eenige weinige Gelderfche en Utrechtfche Dwingelanden eenen Burger-Oorlog dadelyk is aangevangen, door de influitingder Stad Utrecht, en de verraderlyke attacque op Stads wettig Territoir aan de Vaart, met dat noodlottig gevolg, dat het geftorte Burgerbloed reeds een droevige kreet heeft doen opgaan , en voor den Troon van den Rechter van Hemel en Aarde om wrake fmeektj  333 met. ZHKEN VAN 1787. fraeekt; ja de Eer van het Volk van Nederland vordert , dat het zelve ten (trengffen gewroken wórd, vooral daar de gamfehe weldenkende Natie zoodanig met dit denkbeeld is vervuld, dat, wanneer de zaken wederom op de lange baan gefchoven wor. den, het te vrezen, en niet minder te verwachten is , dat die reeds te lang getrapte en verdrukte Natie, tot eene heilloze wan. hoop zal overflaan ; als (taande dezelve in dat vast en gegrond begrip, dat, dewyl de aanval van den kant der faamgezworene Dwingelanden begonnen is , allen, ja zelfs de geweldigfte maatregelen niet anders dan als louter defenfive kunnen worden befchouwd. Dat de Suppl. daarenboven van mening is, dat de Meerderheid der Staten van Gelderland en de Voorftemmende Leden der Staten van Utrecht, uit hoofde hunner uitgeoeffende Dwinglandy, door U Edele Groot Mog. met geen ander oog kunnen worden befchouwd, dan met dat, waar mede de Suppl. hen aanziet; namelyk als den Bloedraad van eenen, alle gunlten verbeurd hebbende Stadhouder; als Verftoorders van de Algemene Rust, en Schenders van de Rechten en Privilegiën van Vrygeborene Burgers; ja als Ufurpateurs van de Hoge Regering, niet langer waardig om in eenige Collegien van het Bondgenoodfchap, *t welk door hen verbroken is, de belangen van een Vry Volk te behandelen. Dat de Suppl. al verder gene zwarigheid maakt, om aan U Edele Groot Mog. opentlyk te declareren, dat zy den Perfoon van Willem den Vyf den aanmerkt , als de eenige origine van alle de rampen, die ons gefolterd Vaderland thands overkomen ; als een Verbreker van zyne duurde verplichtingen, waar mede hy aan de Souverainiteit dezer Provintie was verbonden; als door het treden in de  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 333 geweldadige maatregulen der Gelderfche en Utrechtfche Dwingelanden een Aanvaller en Belager van de Hoogheid en Vryheid dezer Provintie , en derhalven, als verbeurd hebbende alle die gunden en voordelen , waar mede eene weldadige, dog nu met de grootfte ondankbaarheid behandeld Volk, hein reeds meer dan te lang heefc opgehoopt. Dat de Suppl. eindelyk even min voor ü Edele Groot Mog. kan verbergen, hoe gevoelig zy is over den hoon en de indignatie, waar mede de Souverainiteit dezer machtigfte Provintie van het Bondgenoodfcbap , door de fatale DireÉiie, in de Generaliteits-Coliegien , federt langen tyd is behandeld; een hoon , Edele Groot Mog. Heeren! dies te fterker en onverdraaglyker, daar het deze Provintie alleen is, die meer dan de helft der penningen , ter Generaliteit benodigt , fourneert, en dus meer, dan de andere zes Provintien te zamen, in het Bondgenoodfchap herideert, ja zonder wier hulp alle de overige Provintien reeds lang in de uiterfte armoede en ellende zouden zyn gedompeld geweest. Hét is dan om alle deze redenen , dat de Suppl. de eer heeft zich te keren tot ü Edele , Groot Mog. , en met den meest gepasten eerbied , maar ook met het fterkst vertrouwen op de betamelykheid en gegrondheid ha. rer vorderingen, verzoekt: l. Dat U Ed Gr. Mog. door Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Generaliteit gelieven te doen declareeren, dat ï zy, geduurende de fa.ale direótie ter Generaliteit, hun contingent, 't zy in reeds geconfenteerde lasten , 't zy in de zulken, waar toe als noch zoude mogen beüoten worden, zulleninhou! den, en ter Generaliteits Casfa geene 1 penningen meer zullen inbrengen, dan zo  334 mey. Z A AE EN VAN 1787. zo veelen als benodigt zyn, tot het betalen der Intresten van de CJbliga» tien ten lasten der Generaliteit thans lopende. g, Dat U Edele Groot Mog. de Vyanden des Vaderlands met vereenigde Burger en Militaire Macht der Provintie tot reden brengen, en derzelver hosti» liteiten afkeren zullen. 3. Dat U Edele Groot Mog., op het voorbeeld der fuspenfie van het Capitein-Generaalfchap, den tegen woordigen Stadhouder Willem den Vyfden , ook provifioneel zullen fuspenderen in het Stadhouder en Admiraal-Generaalfchap dezer Provintie, met inhouding van alle de traktementen en emolumenten, tot die Bedieningen ten lasten dezer Provintie ftaande. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was getekend) a. u. brouwer , i Secretaris» CXXIII. Antwoord van de Staaten van Utrecht op Haar Edele Groot Mog Misfive van den 11 dezer» In dato 2p Mey 1787. edele gr. mog. heeren, byzondere goede vrienden, nagebouren em bonogenoteh! Zo immer eene Misfive onverwacht by Orts ontvangen is, hec is die, welke ü Edele Groot Mog.  mey. STAAT EN OORLOG. 1787, 335 Mog aan Ons den 2a dezer hebben goedgevonden te adresferen, en ftaan Wy ten alleruiterfte verwondert, zo wanneer Wy het contenu van dezelve bedaardelyk overwegen; immers daar Wy Onze Provincie dadelyk op last van U Edele Groot Mog. , ééne Onzer Hoge Bondgenoten en Naburen, geïnvadeert zien door twee Bataillons van den GeneraalMajor Grenier, mitsgaders het Corps van den RhynGrave van Salm, boven en behalven eenige Artilleristen (alle welke Troupes gedeeltelyk zyn Troupes van de gezamentlyke Bondgenoten, gedeeltelyk in privativen dienst der Provincie van Holland). Daar Wy door deze Troupes Onze Provincie onveilig, Orze goede In- en Opgezetenen geplaagd en mishandeld, de Militie zich op Onze last op Ons eigen Territoir bevindende, vyandelyk bejegend en aangevallen zien, is het voor Ons, en moet het voor elk onzydlg, ja eenvoudig Ingezeten onbegrypelyk zyn te vernemen , dat dit alles niet zoude mogen genoemd worden overheerfching en fchending van Önze Provincie en Territoir; en evenwel U Edele Gr. Mog. gelieven te verklaren Onze Misfive, klaaglyk deze rampen door U Ed. Groot Mog., ten minften op derzelver last, binnen deze Provincie daargefteld voordragende, niet te kunnen beantwoorden, zonder daardoor in Hoogstdezelve eene rechtmatige gevoeligheid te verwekken; zo U Edele Groot Mog. met billykheid zich van deze Expresfie bedienen kunnen , uit hoofde van eene Misfive deswegens by Ons gefchreven, hoe veel te meer oordelen U Edele Groot Mog. dan, moet deze gevoeligheid in Ons niet plaats hebben, die, offchoon inferieur in macht, nochthans ten aanzien van de Hoogheid en Onaf» hankelykheid dezer Provincie in eene volmaakte gelykoeiü Raan met U Edele Groot Mog., wanneer Wy gene woorden, maar daden — gene confequentien uit (tellingen na willekeur getrokken, maar effeciive fchending van Ons Territoir, dadelyke invafie Onzer Provincie, aanvankelyke ruïne Onzer goede Ingezetenen, en despotieke behandelingen van Vrye Luiden m een Vry Land, onder den naam van Vryheid,  336 mey, ZAAKÊN VAN 1787* heid, overwegen en befchouwenl ja Onze verwon» dering ryst ten top, wanneer Wy al het geen voorfchreven is overwegen, en teVets herdenken, hoe dat het nu meer dan acht maanden geleden is, wanneer Wy door U Edele Groot Mog. en de overige Bondgenoten vermaand zyn, om derzelver tusfchenkonist tot herftel der rust en goede orde in Onze Provincie aftewachten , en inmiddels gene fterke middelen daar toe te beproeven, en dat Wy deze tusfchenkomste accepterende, en niet tegenftaande deze Onze vredelievende gevoelens ondervindende^ dat men van de zyde van Utrecht die Stad in zodanigen ftaat bracht, de Ingezetenen derzelver in zulk eenen dwang hield, den loop der publieke en andere zaken zoo zeer géoeerde, dat alle goede orde en vryheid daar binnen weggenomen en verhindert wierd, even als was men daar in eenen werkelyken Oorlog, en tevens de macht over de gehele Provincie alleen in handen had, en zonder dat daar tegens van de zyde der Bondgenoten iets gefcnied is, maat integendeel dat U Edele Groot Mogende niet alleen dezelve Stad uit de Magazynen in Derzelver Provincie met een groten voorraad van Artillery en Ammunitie lieten voorzien, maar ook differente gewapende Ingezetenen uit de Provincie van Holland derwaards toelieten te trekken, om deze verwarringen en desorders noch te vergroten, Wy noch.. tans heilig Ons van alles geabftineerd en de beloofde hulpe van Onze Bondgenoten hebben ingewacht < ja , 'daar Wy byzonder aan notabele Leden van U Edele Groot Mog. Vergadering, ten betoon van Onze oprechtheid, en ter liefde van Onze Provincie en der Ingezetenen welzyn zodanige verzekering daar van zelfs aanboden, dat niets van allen dezen iuïneufen toeftelnodig kan gerekend worden; maai1 dat de Stad van Utrecht, zoo wel als de gehele Provincie, in afwachting van de dadelyke praestatie der geoffereerde tusfchenkomfte der Bondgenoten, volkomen vry en voor elk een accesfibel hadde kunnen zyn en blyven , zonder dat nochtans die Leden van U Edele Groot Mog, Vergadering hier in  mey, STAAT EN OORLOG. 178?. 3$ in konden bewilligen, uit hoofde der zich opgeworpen hebbende Regering van Utrecht , in geeri billyke en CoiifiitHtionele beflisfinge der gefchilien "zin hebbende, ook niet verkoos, de verwarringen te doen ophouden. —- Dit alles herdenkende , betuigen Wy niet te begrypen , war, U Edele Gr. Mog. met Hoogstderzelver herhaalde pogingen om de rust in Onze Provincie ie helpen bevorderen, en hunne gemanifesteerde verlangen en zorg tot voorkoming van alle geweld, benevens de middden aaar toe in het werk gefteld . en eindelyk alle hunne daar toe betrekkelyke gedragingen , bedoelen.. Zeker weten U Edele Groot Mog" , zeker weten Hun Hoog Mog. en eik onpanydige, die eenige kennis heeft van zaken, eh welkers kundigheid niet enkel ontleend is ub verfcheide Nieuwrpapieren , die zedert-de ongelukfcig plaats hebbende, ooeenigheden binnen Onze Provincie, zich hebben toegelegd om met laster, ir-vecfives en fpotternyen , Onze handelingen aan het publiek te annonceren, en de waarheid bi»t door, ware her mogelyk, te verdonlfiftrën ; (Nieuwspapieren'en fchnften, over welke dikwils-by Ons, doch altyd te vergeefs-geklaagd is geworden) deze alle, zeggen Wy, weten, hoe Wy verlangd hebben, dat eindelyk de Ons zoo gedieustelyk geöffereerde en volgens de U;n'e verl'chuldigde tusfchenkomst der Bondgenoten mochtc?' plaats vinden, en hoe dikwerf en by alle gelegenheden Wy daarop hebben geïufl-erd, doch tot hier toe te vergeefs. Het is w;ar, Edele Groot Mog. Heeren! mogelyk zoude zulks al plaats gehad hebben , zoo Wy praallabel de Wettigheid der tegenswoordige Regering binnen Utrecht, én het gené aldaar als doraeftïcq was verklaard ende geïntroduceerd, hadden willen erkennen; dan hoe zeer esne erkentenis van het grootfte en voomaamfte Poinn r-n eindigen deze Onze Misfive nochmaals meVde alle eXgfte toftntie, dat U Edele Groot Mogende Ons, 'die niemand Onzer Bondgenoten eenilzints voornemens zyn te oftenferen, of Ons op haar Territoir eenige macht of recht aan» Sn veel min vyandelyk te bejegenen, ook recifroc'quelyk gelieven te behandelen, .en dus dadeFvk de SieTaan Onze Souverainiteit aangedaan nromlelyk e hernellen, en daar toe alle die 1 roupes ff Corpïen , welke op ü Edele GrVlog Ord^s o onder Hoogstderzelver toelating zich op üftilern • tob en binden deze Provincie bevinden, dadelyk terug gelieven te ontbieden, en Ons gerustheid te geven, dat U Ed. Gr. Mog. morgen zullen, -dat zulks niet meerder plaatfe vind ) ten einde Wy m ftaat ïogen zyn derost en welvaren onder Onze IngezeSïln weder té brengen en bevestigd te zien. Voor ït "erbe bevelen Wy U Edple Groot Mog. ir1 de befcherming des Allerhoogtten, hartelyk wenfchen. de dat het Denzelven behagen mag U Ed. Oroot Mog. tot gevoelens van billykheid ten Onzen op. zichte te doen wederkeren, en aldus derzelver poSngen met Ors en verdere Hoge Bondgenoten te S ftrekken tot bevordering van rust, vrede en Sgez ndheid, ten einde alle geweid en mconftnuïtonele daden voor het vervolg geweerd cn voorgeSen mogen worden, blyvende Wy altyd gereed, zo veel de Hoogheid en Onafhankelykheid van , OwGewest zulks toelaat, daar toe naar Ons vermogen te helpen contribueren, in die gevoelens Ons noemen 1 P Edele Groot Mog. Heeren l Byzondere Goede Vrienden*. Nageburen en Bondgenotenl (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. goede Vrienden, Amersfoort De Staven van den Land* ^«frt* (Was J, a. van wesïrenen, Vt» (Lager ftond) - Ter Ordonnantie van dezelve, (Wa^ get,) Abf. Secr.  • mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 343 CXXIV. ExtraSt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland , in Hun Edele Groot Mog. Vergadering genomen; waar '■ by de zaak, in de Requeste van Burgers en Inwoners van Amfterdam over de remotie van Vroedfchappen en aanftelling van anderen, verklaard wordt, als mere 'domefticq zynde, geen object van Hun Ed. Gr. Mog. deliberatien te kunnen zyn. In dato 20 Mey 1787. Is gelezen de Requeste van J. Hartfinck Cz,, c. f., Geeommitteerdens van een groot aantal Burgers en Inwoonders der Stad Amiterdam, verzoekende, dat het Hun Edele Groot Mog. behage, al het ge* refolveerde op den 27 February, mitsgaders de op den ai April dezes Jaars gedane remotie van negen Vroedfchappen, en de aanftelling op den 7 Mey van negen andere Raden, gelieven te verklaren nul en illegaal, en wyders dezelve Stad en Burgers het fpoedigst redres van al het gebeurde te bezorgen door prompte en efficacieufe voorziening , en inmiddels de aangeftelde en beëdigde L.eden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog, niet te admitteren ; breder met een Bylaag hierna geïnfereerd. Fiat Infertio. Waarop gedelibereerd zynde, Is goedgevonden en verftaan, by deze te verklaren, dat de zaak, by de voorfz. Requeste vermeld , als mere domefticq zynde, geen object voor de deliberatien van Hun Edele Groot Mog. kan uitleveren, en dat dienvolgende het voorfz. Request moét worden gehouden voor vervallen. En aal Extract dezer Refolutie gazonden worden Y 4 aan  «.44 mêy» ZAAKEN VAN 1787. aan Burgemeesteren en Vroedfchappen ,der Stad $mfterdam, tot derzelver informatie en naricht. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben ge'fnhajreerd hun. Protest en Aantekening op den 11 dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dcift , Gorinchem, Brielle, Hoorn , Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben in het nemen van de bovenftaande Refolutie niet geconcurreert, daar tegens geprotefteerd | en geinbaereert hun Declaratoir en Aantekening van den ir dezer, by gelegenheid van de Refolutie ten zeiven dage genomen in de zaak rakende de Stad Rotterdam. Jan de Edele G roet Mag. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland, Geven eerbiediglyk te kennen de Ondergetekende Geeommitteerdens van een groot aan:al Burgers en Inwooners der Stad Amfterdam* Dat zy Ondergetekendens met derzelver Committenten zederd een geruimen tyd met Leedwezen gezien hebbende de bewegingen, welke zo in nabuurige Provinciën, als in deze Provincie zelve by aanhoudenheid plaats hebben, en welker aiïernadeligftc gevolgen, zo als zy vertrouwen, meer dan te wel by U Edele'Gioot Mog. worden gepenetreert, en wat hun aangaat alleztns genegen zynde, pm volkomentiyk te berusten in de Staatseii Erf-Stadhouderlyke Regering, zo als dezelve door 'sLands Octroyen, Privilegiën en Wetten, en wel laastlyk in den Jaare 1760 gevestigd is geworden, vervolgens tot hun (merfte frnarte hebben moeten ondervinden,  mey. STAAT EN OORL°OG. i?8f. 345 dat eenige van hunne Mede-Biirgeren en Ingezetenen, zonder eenige qualificatie, en geconfidereerd de Volkrykheid der Stad , alleen een gering gedèelte van derzelver Burgers en Inwoonders uitmakende , van zich hebben kunnen verkiygen aan Burgerneeste» ren en Raaden derzelver Stad Aiüfterdarn, over zaaken van publicq bewind verfcheide verzoeken te doen, waar aan zy Ondetgetekendens met hunne Committenten nimmer eenig deel hebben gehad, en waar in dezelve dus veel minder hebben ingeilemd. Dac men zich hebbende onderdaan dezelve verzoeken door de verfchyning en adfiltentie van gewapende Manfchappen te appuieeren, de Leden der Vergadering het vry acces en reces tot dezelve te beletten, en dus de vrye deliberatien van den Raad te belemmeren op eene wyze, die zob weinig over een te brengen is met de Eer en "Waardigheid van derzelver Vergadering, als met de goede order, die in eene geregelde Maatfchappy vereischc word, men echter daar door heeft weten te weeg te brengen, Refolutien, welke zekerlyk zonder zodanige geweldadigheden nimmer plaats gehad zouden hebben. Dat de Ondergetekendens met genoegen hebbende ondervonden, dat het grootfle gedeelte der Regenten van hunne Stad zich afkerig betoonden , om mede te werken tot de omkering van 'sLands Conltitutie , die men aan de andere zyde op het oog fchynt.-te hebben, men ook ai wederom ten einde den invloed, welke de Stem van deze Stad in de Vergadering van U Edele Groot Mog- heeft, te veranderen, en volgens \zyn oogmerk te doen werken, tot die hoogte van geweld-oeffening gekomen is, dat men met gelyke adfiltentie en onder even zodanige tumultueufe bewegingen op den 21 April dezes jaars, onaangezien alle proteftatien van nulliteit en illeÏ5 ga-  346 mey. ZAAK EN VAN 1787. galiteit , Negen Raden uit de Vroedfchap dezer Stad precenfelyk geremoveerd heeft. Dat dezelve zogenaamde remotie de Ondergetekendens, en, zoo zy vertrouwen, met hun het grootfte gedeelte van de inwoners dezer Stad, zynde voorgekomen, ongehoord, wederrechtelyk en van de verregaandlte uitzichten, de "Ondergetekende dan ook hadden verwacht, dat by de Regering dezer Stede zelve maatregelen zouden hebben kunnen genomen worden, tot herftel van dezen onwettigen ft3p en beteugeling van diergelyke geweldenaryen ; maar dat de Ondergetekendens integendeel hadden moeten ondervinden, dat een Committé van den Krygsraad , en eenige zogenaamde Geconftitueerdens, die, zoo zy voorwenden, door 15 a 16000 Perfonen zouden zyn gequalificeerd , op den 3 Mey laatstleden, (de gelegenheid waarnemende, dat de Kamer van burgemeesteren alleen door een der regerende Heeren wierd waargenomen) by monde van denzelven hadden verzocht, dat de Raad de vacant verklaarde Raadsplaatzen geliefde te vervullen. Dat nieuegenftaande de Vergadering der Vroedfchappen toen alleen uit vyftien Leden beftond, en men aan de pretenfelyk geremoveerde. Heeren , "door een gedane infinuatie en verregaande bedreiging het acces tot de Vroedfchaps-Kamer hadde geweigerd , het zelve verzoek geredelyk geaccordeerd, en de pretenfe aanftelling van Nieuwe Raden op den 7 Mey Jongstleden bepaald was geworden. Dat een groot aantal Burgers en Inwooners der Stad Amfterdam daar van kennis .nakomende zich verplicht geoordeeld hadde, ten einde uft hun ftilzwygen niet zou worden afgeleid eenige toefternraing van het geen onder den fchyn van de ftemme des Volfea verricht wierd, zich by Requeste aan Burgemeesteren en Raden dér Stad Amfterdam» te  mey. STAAT EN OORLOG. 17^ 347 te adresferen , .daar by te betuigen , dat de begeerte van deze hunne Mede-Burgeren niet kon noch moest gehouden worden voor de Stemme des Volks, alzoo zy Ondergetekendens benevens hunne Principalen niets liever verlangden, als dat de wettige Cotiftitutie van het Vaderland bleve geconferveerd, de wettige Regering van hunne Stad , hare vrye deliberatien en Refolutien mochte behouden, en alle andere geweld-oeffeningen en fchadelyke nieuwigheden door de efficacieuste middelen tegengegaan wierden, met verder ernflig verzoek , dat de gedane onwettige remotie van eenige Vroedfchappen wierde ver. kiaard illegaal en onwettig, dat by de vergaderde Vroedfchappen niet mochte worden geprocedeerd tot het aanftellen van eenige nieuwe Vroedfchappen, en dat verder niets mochte worden gerefolveerd , het geen in / prejudicie van der Ondergetekendens Declaratoir zouden kunnen ftrekken, ren minften alvorens de Burgers en Inwoners alle, op de meest convenabelRe wyze daaromtrend ieder Voor zichzelve zoude zyn gehoord. Dat het zelve Request door een vry aanzienlyk aantal Burgers en Inwoners, (het geen echter by meerder ruimte van tyd vry aanzienlyker zoude geweest zyn) op den 7 Mey by het aangaan der Vroedfchaps-Vergadering , door twee der Ondertekenaars, aan een der Bodens, de Vroedfchaps-Kamer bedienende, overgegeven zynde, de Ondertekenaars hadden moeten ondervinden, dat , na omtrend tien minuten tyds het zelve aan die gene, die zich met deszelfs overlevering belast hadden, is terug gegeven, met een mondeling, en in der daad, geconfidereerd het vervolgens gebeurde , befpottend antwoord, dat men van het zelve des anderen daags by Burgemeesteren moes'.e dienen, terwyl men ondertusfchen, zonder op het - zei-  343 mey. ZAA.KEN VAN 1787. zelve verzoek eenige verdere acht te flaan, direct, is toegetreden tot het pretenfelyk aanftellen en in den Eed nemen van 9 andere Perfonen, quafi als Kaden in de Vroedfchap. Dat de Ondergetekendens met hunne Prin. cipalen geen zweem van eenige reden kun» ren vinden , waarom de vergaderd, zynde Vroedfchappen, anders zoo gereed om aan de Volkftem te voldoen, de,Stemme van de Ondertekenaars van het zelve Request en Declaratoir hebben geweigerd te horen. Dat daar toe gene aanleiding kon geven het Adres van het zelve Request aan Burgemeesteren en Vroedfchappen , dewyl zulks niet alleen is het gewoon Adres , om dat byna altoos Burgemeesteren en Vroedfchappen adfifteren; maar ook geen byzonder Collegie binnen deze Stad gevonden wordende , dat onder de benaming van Burgemeesteren en Vroedfchappen bekend en van 't Collegie der Vroedfchap ontierfcheiden is, gevolgelyk, daar het Adres twelediglag, zelf3 iu abfentie van Burgemcestereu het Request buiten bedenkclykheid aan de Vroedfchap was houdende, Dat*de Ondergetekendens en hunne Committenten gepenetreerd van de akelige gevol/ gen, welke diergelyke handelwyzen , die'by 2eer vele Inwoners dezer Volkryke Stad als daden van vioientie befchouwd worden, zouden kunnen hebben , zich haasten om hun N rechtmatig bezwaar te brengen in den fchooi van Uw Edele Groot Mog., van welke, als hunne Vertegenwoordigers zy de handhaving van de gevestigde en dier bezworene Conftitutie dezer Stad met reden verwachten mogen. Dat zy onnodig achten te treden t in een detail van alle de ongehoorde gevolgen , die daar uit zouden profluëren, zoo een gering getal van menfehen (gering in aanzien van het aantal der bewoners dezer Stad) zullen gehouden worden een Volkftem uit te  meï. STAAT EN OORLOG. i?ê7. 349 te maken, en daar door de wettige Regering op een geheel wankelbare voét zoude worden gefield, daar het immers de ongerymdheid zelve zoude zyn, dat zy, zoo ras hun aantal evenredig was aan dac van die Perfonen, welke de qualificatie zouden getekend hebben, of het zelve overtrof, bevoegd z^ude wezen, om op hunne beurt nieuwe Raden aan te ftellen , of de aanwezende te removeren, welke faculteit echter uit het abfurd fyffema van hunne ' Medeburgers noodwendig zoude y voort vlojyen 'vesbalven de Ondergetekendens en hunne CoHimieietjren de vryheid gebruiken zich te keren tot U Rd. Gr,«vlog., met ootmoedigverzoek., dat het U Ed. Gr. Mog behagen: moge, al het geen op den 37 February gerefolveerd is , mitsgaders de op den 21 April dezes Juars pretenfe gedane remotie van 9 Leden der Vroedfchap, en de op den 7 Mey pretenfe aanftelling van negen Perzonen tot ftadeuinde Vroedfchap,gelieven te verklaren, nul en illegaal, en wyders deze Stad en Burgers he' fpoedigst redres van al het gebeurde te bezorgen, door al zulke prompte en efficacieufe Voorziening, als Uw Ed. Gr. Mog. naar derzelver meerdere Wysheid zullen bevinden te behoren; en inmiddels de voorn, pretenfelyk aangefteide en beëdigde Leden ter Vergadering Van Uw Edele Groot Mog. niet zullen gelieven te admitteren. (Onder ftond) 't W^lk doende &c. (Was geteekend) Ais Gecommitteerden van een groot aantal Burgers en Ingezetenen der Stad Amfterdam. J. C. HARTS1NCK IZAAC VAN HtLSDINGEN» J. C. H/1RTSJNCK. A. L.'VAN HAKPEN. Aan  S50 üBï. ZAAKEN VAN 1787. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Wettvrieüand. Geven met > verfchuldigde eerbied te kennen , de Ondergetekende Burgers en Inwoonders der Stad Amfterdam. Dat zy Ondergetekende altoos met de uiterfte aaudoening en Leedwezen gezien heb. bende , de bewegingen en onrust welke zo in Naburige Provintien als in deze Provintie zelve, van tyd tot tyd hebben plaats gehad, en voor zo verre hun aangaat, allezints genegen zynde, om volkomentiyk te berusten , in de Staats- en Erf • Stadhouderlyke Regering, zo als dezelven door 'sLandsOctroyen, Privilegiën en Wetten , en wel laatftelyk in den Jaare 1766 is gevestigd, vervolgens noch hebben moeten ondervinden, dat eenige van hunne Medeburgers en Inwoonders dezer Stad van zich hebben kunnen verkrygen, van O Edele Groot Achtb. op een geheel illegale wyze af te dwingen Refolutien, en te verzoeken zaken, waarin de Ondergetekende nimmer hebben ingeftemd, of aan welke verzoeken zy nimmer eenig deel hebben gehad. Dat de Ondergetekende tot noch toe aan de wyze beftiering van hun geëerbiedigde Kegering hebben overgelaten, om tot beteugeling van zodanige onbehoorlyke en oproe» rige Demarches, de gepaste maatregulen van gebruik te maken, dan dat men eindelyk tot die hoogte van geweldoeffening gekomen zynde, dat men op eene wyze, die tot dit noodlottig tydftip toe geen voorbeeld heeft in onze Kepublicq, eenige Leden der Regering van derzelver bediening heeft geremoveerd , en thans op dezelve illegaale wyze zou trachten aDdere Perfoonen in derzelver plaatfen aanteftellen , de Ondergetekende zich verplicht oordelen , ten einde uit hun ftil-  mey. STAAT EN OORLOG. 1787. 351 ftilzwygen niet zou worden afgeleid eenige tóeflemming van bet geen men door eenige tot repraefentatie van de Stemme des Volks, ontwyffelöaar onbevoegde Perfoonen heeft kunnen goedvinden te doen, en te verricbten, opentlyk te betuigen, dat de begeerte van dezelve hunne Mede-Burgeren niet kan noch moet gehouden worden voor de Stemme des Volks, alzo zy ondergetekende , die hoofd voor hoofd het zelve reent hebben als elk ander Burger, niets liever verlangen, als dat de welgevesrigde Conftitutie van ons Lieve Vaderland mooge blyven geconferveerd.de Wettige Regering van deze ,Stad» haare Deliberatien en Refolutien te jaaten behouden, alle Veranderingen en Schadelyke Nieuwigheden geweerd, en alle anderen ge» weldoeffeningen , door de Effkacieufte middelen tegengegaan worden, dat de Ondergetekende, (welker gering getal alleen aan de bekrompenheid van tyd, als zynde eerst op laatstleden Saturdag Avond gerefolveerd, óm dit Addres te maaken, hoe zeer de Ondergetekende altoos in dezelve denkbeelden geverfeerd hebben , moet toegefchreven worden, zyni'e de Ondergetekende verzekerd, dat ingevalle flechts eenige meerdere tusfehenruimte van tyd overgelaten was geweest, het getal van hun Ondertekenaren oneindig Superieur geweest zou zyn, dan die genen , die men heeft weten te induceren , de Qualificatie te tekenen,) inzonderheid op het ernfligfte infteren , ten einde de gedane onwettige Remotie van eenige Heeren Vroed, fchappen,als door een zeer klein gedeelte van de Burgeren en Inwoonders dezer Stad, (naar het geheel gerekend) aan de Edele Achtb. Vroedfchap afgedwongen , worde verklaart illegaal en onwettig; dat by ü Edele Groot Achtb. ciet worde geprocedeerd tot het aaru ftelien van eenige Nieuwe Vroedfchappen , de.  25- mey, Z AA K EN VAN 1787. declarerende de Onderget., dat zy de tegenwoordige Vergaderingen van den Raad dezer Stad, als waartoe faitelyk de toegang aan een groot gedeelte van Wettige Leden vau dezelven word belet, niet kunnen, noch willen houden voor een Wettigen V roedfchap, noch ook eenige Nieuwe op een onwettige wyze aan te dellen Pretenfe Nieuwe Raden zullen confidereten voor Wettige Reprelèntanten van de goede Burgery en Inwoonders dezer Stad, over zulks verzoeken te infleren, dat by U Edele Groot Achtb. niets worde gerefo'veerd, het geen in prejudicie van der Ondergetekendens declaratoir zoude kunnen (trekken , ten minften alvorens alle de Burgeren en Inwoonders dezer Stad op de meest convenabelfte wyze daar omtrent ieder voor zig zeive zullen zyn gehoord, (Onder ftond) "t Welk doende, &c. CXXV, Request van Burgers en Inwoonders van Amfterdam, over de Propofitie van Haarlem, rakende den invloed des Volks. In dato 29 Mey I" g gelezen Requeste van J. C. Hartfinck c, f., Burgers en Inwoonders der Stad Amfterdam , voor zich en een zeer aanzienlyk aantal hunner MedeBurgers en Inwoonders, die gedeclareerd hadden te vreden te zyn met de Staats> en Erf-Stadhouderlyke Regeering, zoo als die in 't Jaar 1766 was gevestigd, verzotk>n ie, voor zo ver door die Stads Gedeputeereens omtrent de Propofitie der Stad- Haarlem rakende den irrvloed des Volks, eenig Advis mocht worden uitgebracht, als conform de intentie van  ÜE7. STAAT EN OORLOG. 1787. 35s van Burgemeesteren en Inwoners» Hun Ëdele Gr. Mog. geliefden te confidereren, dat het grootfté der Burgery en fpeciaal der Ondergetekende Conftituenten tot noch toe daaromtrent niet gehoord waren, en dat de laatstgem. volftrekt niet als hunne daden of gevoelens konden adopteren , 't geen by de Geconftituèerden van eenigen hunner Mede. Burgers mocht worden verricht of geavanceerd ; breder hier na geïnfereerd. Fiat Infirtio. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de voorfz. Misfive en Bylage aantenemert Voor Notificatie. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen < als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, linckhuyzenj Edamen Medemblik, hebben geïnfteert, dat de voorfz. Requeste wierd gemaakt Commisforiaal in een groot. Befogne, en hebben vari dezelve Requeste Copie verzocht^ Aan de Edele Groot Mog- Heeren Staaten van Holland eti West'Vriesland. Geven met verfchuldigde Eerbied té keri» nen de Ondergetekende Burgers en Inwoners der Stad Amfterdam < zoo voor zich als voor een zeer aanzienlyk aantal van hunne Mede-Burgers en Inwoners, welke gedeclareerd hebben te vrede te zyn, met da Staats- en Erf Stadhoudérlyke Regering, zoo als die hatftelyk in oen Jare 1766 gevestigd 'is, geconstniueerd, gelast en gequalificeerd XXXVIII. pïïel. Z vm  3S4 Z A A K E N V A N i?8f. om de tot confervatie Van dezelve nodige en geichikte demarches te1 doen. Dat" de Ondergetekendens voorgekomen ■ zynde, dat by de Vroedfchap hunner Stad, in overweging zoude genomen worden de bekende ■ Propofitie der Stad Haarlem , óver 'de bepaling van den invloed des Volks, en in dat wel gegrond begrip ftaande, dat de invosring van zodanigen Conftitutionelen invloed van dien aart, en van zodanige voor de gevestigde Regeringsform dezer Landen bedenkelyke gevolgen was, dat daar omtrend niet alléén met Geconftitueerdens van een gering gedeelte hunnef'Mede-Burgeren gedelibereerd, maar integendeel volgen» de zekerfte en welbegrepene gronden van het Staatsrecht, het geheel Volk, en dus,tzoo verre hunne Stad betrof, alle Inwoners derzelve daar op behoorden gehoord te, worden., overzulks te radë waren geworden, zich by Requeste aan Burgemeesteren en de wettige Vroedfchap hutfner Stad te addresferen , _en aldaar op zodanige gronden, als in het zelve Request (Ke't wélk dé Orïdefgetekendens de Eer hebben aan dezen te annexeren) kortelyk zyn aangevoerd , te verzoeken, dat, voor zoo vérre, welgemeld Collegie de meergemelde Propofitie tot een objecT: van derzelver deliberatien zouden nemen , dezelve tevens geliefden goed te vinden, daar omtrend mede te requireren de Confideratien, zoo wan de Ondergetekendens en van hunne CoDftituanten , als van de verdere Burgers en luwooners der Stad Amfterdam. Óat de. Ondergetekendens het Adres van het zelve Request hadden ingericht aan Mr. Pieter Cl'-fford, Mr, Hendrik Hooft Danielsz.; Mr. Gerrit Dsdel SalamoMz. én Mr. Marten Adriaan Beek, Regerende Burgemeesteren en Reaeerders, mitsgaders de Leeden van den Raad,  mey. STAAT ÈN OORLOG. 1787. 355 Raad , uitinaiende de wettige Vroedfchap derzelver Stad. Dat de Ondergetekendens niet kunnen noch willen ontveinzen, dat zy deze extenfie van hun Adres geprefereert hebben, om daar door in het midden te laaten het onderzoek in hoe verre het tegenwoordig Collegie van de Vroedfchap der Stad Amfterdam ter zaake van eene remotie van eenige Leeden, en de aanftelling van eenige Perfoonen tot Raaden, welke beide daaden zy Ondergetekendens , als wederregtelyk, illegaal, en inconftiuuioneel befchouwen , als een wettig reprefentatief van de Burgers en Inwooners derzelver Stad kan worden geconfidereerd; Dat de Ondergetekendens zig omtrent dit zelve poinct de Eer gehad hebbende aan Uw Edele Groot Mogende te addrèsfeeren , «n daar omtrent hoogstderzelver voorziening te verzoeken , om even die zelve reden hadden gemeend hoogstderzelver deliberatien en op dat fujet te nemen Refolutie eerbiedig te moeten afwagten, en dus verkozen hebben het Adres van hun Request in die termen in te richten, dat, daar geadjeerd wierden de wettige Leeden van de Vroedfchap , zelfs de nieuw gecreëerde Raaden over de voldoenenheid van dit gemaakt Adres niet heiiteeren konden, ten zy aezelve wilden te kennen geven dat zy zelve aan de legaliteit hunner aanftelling twyffilden , en het zelve Adres voor volleei dig moesten houden, zoo zy zich zelve als . wettig", Vroedfchappen befchouwclen. Dan dat de Ondergetekendens oodertusicfcen tót hunne grootfte verwondering hebben moeten ondervinden, dat aan den Iterften.Ondertekenaar het zelve Request terug was gegeven,, zonder etrige'dispofitie, maar met by voeging van een Extract uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Amfterdam ia dato 24 Z x Mi?  356 mbï. ZAAKEN VAN 1787. May dezes Jaars, mede'brengende, dat by welgemelde Vroedfchap de- titulature van het zelve Request gelezen zynde, goedgevonden en verftaan wat, h°t Requezt zelve vermits niet in gewoone en behoorlyke farm aan Burgemeesteren en fes en dertig Raaden geadresfeert was niet te Leezen, en aan den eetften Tekenaar^te rug te doen toekomen, met kennitgeeving van dezelve Refolutie. Dat de Ondergetekendens onkundig zynde , dat ergens is bepaald eene titulatuur welke met uitfluiting van andere decente, diitinclive en genoegfaam defiguerende Adresfen aan het Coilegie der Vroedfchap by verzoekfchriften zoude moeten worden gebezigd. e>i in het byzonder verzekerd zynde dat de by de evengedacbte Refolutie van de Vr edfchap befchrevene , zeer verre is van altoos té worden gebruikt, dan ook ook niet baddert kunnen verwagten , dat men onder een voorwendfel van dien aart, Cd at op zyn best genomen in een niets beduidende Etiquette zoude uitlopen,) de ftemme van een aanzienlyk aantal Burgers en Inw>joners in een ztak van dat gewicht zoude hebben geweigerd te hooren. Dat zulks de Ondergetekende te meerder furpreneerd, om dat nocii zoo onlangs in de Maand April, Wannetr eenige Leden van den Grooten Burger Krygsraad dezer Stad, konden goedvinden een "zeer (inguiier en zelfs ten aanzien der form geheel ongefchikt Adres aan «en der Heeren Burgemeesteren by het uitgaan en fchdden der Vroedfchap over te geven , tenderende tot de pretenfe remotie van negen Raaden, men geen zwarigheid gemaakt heeft het v«sz«ek niet alleen te Leezen, maar ook in deliberatie te brengen en daar op te refolveren, niet tcgenllaande men by de txtenfie der Refolutie zelve erkend , dat het zelve verzoek niet op de ordinaire en legale wyze ter kennisfe van  mey» STAAT EN OORLOG. Ï787. 357 van de Vroedfchap was gebragt, — Dat de Ondergetekndeos met kunnen peneireren , de redenen waarom men in het ee::e gevnl , daar het op eene odieufe remotie vun Regenten aankwam, alle irregulariteiten en illegaliteiten, die men zelve erkend, mee, z 10 veel indulgentie pasfeerd, «3 een zoo fcrupuleus attachement aan een niet alleen onbewezens, maar zelfs niet exjfterende Etiquette betoond in een geval, waar in zig de ile .i van een aanzienlyk aantal Burgers en lnwooners tot bewaaring en inftandhouding vsn 's Lands Conftitutie verheft, te meerder daar by hua niet wel kan opkoomen het denkbeeld , dat men door het willen doen veranderen van der Ondergetekendens Adres , zoude getracht hebben ingewikkeld te doen advoueeren de wettigheid en legaliteit van "een aanftelling,' waar omtrent in a;le geva'len de deliberatien j < van Uw Edele Groot Mog. nog hangende zyn , en waar omtrent de exienlie van het Adres, r>p zyn fterkfte genoomen , alles in het midden geiaaten heeft — Dat de Ondergetekendens voor ?\% en hunne Conltitusnten te raade ^yn geworden het vooreeftaande onder het «>