UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK LEIDEN 01380067  VAN DE SIERAADEN ü E K. PUBLIEKE GEBOUWEN VAN AMSTERD AM.   WAGENAAR'S beschryving van AMSTERDAM GEVOLGD, in e e n e GEREGELDE AANWYZING van de SIERAADEN DER. PUBLIEKE GEBOUWEN DIER STAD, zeer dienstig voor Alle Liefhebbers der bouw-, beeldhouw- en Schilderkunst, en inzonderheid voor Vreemdelingen , die de merkwaardig/Ie Byzonderheden en Konstfieraaden der Stads - Gebouwen , in eens geregelde orde, willen bezigtigen. Te AMSTERDAM, by J. B, E L W E. u e e c x c.   VOORREDE. Het is een: ontwyffelbaare waarheid, wanneer men een voorwerp of konstfluk met nut wil befchouwen, en'er zig een naauwkeurig denkbeeld van maken , dat men dan vooraf etnige beknopte aanwjzinge of ondemgtinge daar van dient te hebben, vermits men anders met alleen, niet naauwkeurig weet , wat men ziet; maar ook het fraatje of merkwaardige ,'t welk 'er in te vinden is, niet gewaar word, voornaamlyk , als men geen konstkenner is. Dewyl V nu, tot nog toe, niemand, myns weetens , op bedagt geweest, of te voorfchyn gekomen is, om de Sieraaden der Stads- en andere publieke Gebouwen van Amfterdam, afzonderlyk, voor de Liefhebbers der Bouw-, Beeldhouw- en Schilderkonst, en andere Konstminnaa,-,„ of Vreemdelingen , die van buitenlands of van elders herwaards komen . om onze Stads-Gebouwen naauwkeurig te bezingen , op zulk eene beknopte en geregelde manier voor tt fielten , dat zy die, by wyze als in eene beredeneerde Catalogus, geredelyk en gemakkelyk zouden kunnen nagaan , zo heeft ons zulks aanleiding gegeeven, en ■niet ondienftig geoordeeld, om eens een dergelyk werkje 9p te feilen, en aan het Publiek mede te deelen. Ten dien einde dan zyn in het zelve de voomaqvifte en bezienswaardig/le zaaien, alle afzonderlyk, zo verre het. movelyk was, met nommers, als in eene Catalogus, vooreefitfd, op dat ieder voorwerp de liefhebbers des te gereder In fchielyker in 't oog zoude vallen , en tot een groot gemak dienen, om een duidelyk begrip te verkrygen vm al het geene zy aan de Stads-Gebouwen gaarne zouden willen bezigtigen , of naauwkeurig nagaan , en waar toe alk andere, tot nog toe ,uitgegevenebefchryvingen van Amfterdam , zo groote als kleine , niet ingerigt en geMikt of voor dergelyke liefhebbers gebruikbaar zyn , vermits dezelve met veele andere byzondefheden zyn aan* a Se'  ïr VOORREDE. gevuld, welke tot dat oogmerk niet kunnen dienen, en die wy ook, om die reden, agter wegegelaaten hebben, vermits zy den lezer maar zouden hinderen of verwarren. Bovendien hebben wy, in dit werkje, een korte aamvyzinge medegedeeld van alle Nieuwe Stads-Gebouwen , welke in de laatjie jaaren zyn ge/licht, en waar van in alle andere befchryvingen van Amfterdam niets gemeld word of koude worden , vermits zy, na het uitgeven dier befchryvingen, gefticht zyn geworden; als het Lutherfche Beftedeling-huis , het Nieuwe Werkhuis, het Roomfche Hofje van Occo, het Roomfche Maagdenhuis, de nieuwe Komedie, het Kweekfchool der Zeelieden, en andere nieuwe ge/lichten of verbeterde en veranderde Stads-Gebouwen. Kortom, hier zyn niet alleeh alle voor naamfe Konst-Sieraaden der Bouw-, Beeldhouw- en Schilderkonst , maar ook alle Schilderflukken, dia op het Stadhuis en elders in de Kerken of Publieke Gebouwen zyn, aangewezen, en derzelver trihóud verklaard; en tot gemak der Liefhebbers en Vreemdelingen is vooraan , in dit werk, eene 'afbeelding van den platten grond van Amfterdam gevoegd» Ook' hebben wy niet ondien/tig geoordeeld, om dit werkje , in vervolg van tyd, tot meerder verftaanbaarheid voor vreemdelingen , in de Franfche, Engelfche en Hoogduitfche Taaien , in V licht te geeven, en hetzelve met fraaye Konstplaatjes ofgezigtjes van Amfterdam te ver/teren, voor Konstlief hebbers, die dezelve daar by verkiezen mogten, dewyl dezelve ook apart zullen te bekomen zyn. Intusfchen echter wenfchen wy, dat deeze Nederduitfche. Uitgave, den goedgunftigen lezer , vooreerst moge behagen, en voor denzelven tot eenig nut of genoegen ver* ftrekken. WA  WANDELING boor AMSTERDAM. Vreemdelingen, die de Stad willen doorwandelen, om de Gebouwen te bezigtigen , en den weg niet weeten , zullen echter uit de omftaande Verklaar ing van den platten grond, en aanwyzing der Gebouwen .volgens Nommers, *eer gemakkelyk daar mede, zonder een leidsman, kunnen te regt komen, en zien, in welk gedeelte van de Stad de Gebouwen te vinden zyn. - Wel is waar, dat de naamen der ftraaten of gragten, daar de Gebouwen ftaan, op deze grondkaart , wegens der, zeiver klein beftek, niet genoemd worden, doch de Lezer kan zulks geredelyk nagaan in de befchryvmge dier gebouwen. By voorbeeld, wil Iemand het Stadhuis be, zigtigen , dan ziet hy op den platten grond,dat het zeU ve, volgens N°. i, omtrent in 't midden van de Stad gelegen is. Verder kau hy op den hladwyzer zien, dat bet Stadhuis, op pag. i, befchreven word gelegen te zyn op den Dam. - Ofwilhy de Oude Kerk bezigtigen, hy ziét op den platten grond, in welk gedeelte der Stad volgens N-3 , dezelve gelegen is, en de Bladwyzer, agter het werk gevoegt, wyst hem aan, dat op pag. 87. de Kerk befchreven word, en gelegen is, tuslchen de Warmoesflraat en Qudezydsvoorburgwal, w Dus nu ka» men vervolgens allen andere voornaamfte gebouwen, volgens de grondkaart en den Bladwyzer, nagaan. Behalven deeze grondkaart zyn hier ook vier kleine afbeeldingen van de vier voornaamfte Nieuwe Gebouwen, tot verziering van de Plaat, bygevoegd. VER-  VÈ&KLAARiNG van den PLATTEN GROND, A Nieuwe Werkhuis op het Wééspèrveld. B Lutherfche Bcftedelingshuis, Öp dito. C Schouwburg op het Leidfche Plein. DTIet Hms van Barmhartigheid t op de Nieuwe Graft. a Nieuwe Werkhui;;. t Lutherfche Beftedelingshuis» c Huis van Barmhartigheid. d Schouwburg. £ Roomsen Armen-Comptoin t Glasblazerij. a Muiderdijk. b Muiderpoort. ( WeesperpoorU d De Amftel. t Utrechtfchepoort. ƒ Weteringspoort. g Leidfche poort. h Raampoort! 1 Zaagmooleuspoort. k Haarlemmerpoort. t Stadhuis» 2 Beurs. 333 VVaagen. 4444 Vlceschhallen. 5 o 5 Vischmarkten. 6 Koornmarkt. 7 Excynshuis. 8 Koornmeetershuis. p Lombard. 10 Oostindisch Kuis 11 Oosrindilche Werf» 12 WestindisCh Huis. 13 Admiraliteitshuis of Prinfenhof. 14 Admiraliteits Magazyn. 15 Generaal Postcomptoir. ló Doorluchtige School. 17 Latijnfche School. 18 Hortus Medicus of ArtfenyThuin. 19 Schouwburg. 20 Manege. 21 Mannen Tuchthuis, za Spinhuis» 23 W'illige Rasphuis» 24 Kolveniers Doelen. 25 H indboogs Doelen. 26 O. Z. Heeren Logement» 27 N. Zi Heeren Logement,, 28 Nieuwe Stads Herberg. 29 Schrijers Toren. 30 Haringpakkers Toren* 31 Jan Uodenpoorts Toren* 32 Reguliers Toren. 33' Mon.talbaans Toren. 34 Oliede Kerk. 35 Nieuwe Kerk; 36 Ou .ie Zijds Kapel. 37 Nk;uwe i?jds Kapel- 38 Gasthuis Keik. 39 Zuider Kerk. 40 W ester Kerk. 41 Noorder Kerk» 42 Alnftel Kerk. 43 Ooster Kerk. 44 Eilands Kerk. 45 Waale Kerk; 46 Nieuwe Waale Kerk. 47 Engèifche Kerk. 48 Engi Bisfchóplyke Kerk. 49 Lutherfche Oude Kerk. 50 Lutherfche Nieuwe Kerk* 5» Remonftrante Kerk. 52 52 52 Doopsgezinde Kérken. 53 53 53 Joodfche Synagogen. 54 Burger'Weeshuis. 55 Gasthuis. 56 Oude Mannen en Vrouwe». Huis. 57 Diaconie Weeshuis. 58 Diaconie Oude Vrouweft Huis. 59 Aalmoesfeniers Weeshuis. 60 Waale Weeshuis. 61 O. Z. Huiszittenhuis 162 N. Z. Huiszittenhuis. , 63 Leproozenhuis. 64 Krankzinnighuis. 65 St. Joris Hof. 66 Weduwen Hof. 67 Bagynhof» 68 -Lüiiierfche Weeshuis. AAN-  A ANWYZINC? VAN DE SIERAADEN Der PUBLIEKE GEBOUWEN van AMSTERDAM. eerste AfDERLING. WEEKELDLTKE GEBOUWEN^ HET STADHUIS. I Iet Stadhuis is gebouwd midden in de Stad , gele» gen aan den Dam ^ ftaaride met den voorgevel naar her. Ooften, en met den agtergevel naar hef Westen, hebbende eene eenigzins langwerpige gedaante, en beftaande, boven den grond, uit drie verdiepingen, met eea üitlteekenden töoren.- Uitwendige SieraadeHi 1 De verbazende hoogte , breedte én diepte vati het gebouw , over het geheel genomen , zyndc het dak daarby gerekend , doeh zonder de tooren circa 116 Voeten, en met de tooren circa 183 voeten hoog, 282 Voeten breed, en 835 voeten diep ; dus bykans 100 Voeten breeder dan hoog. 2 De eenvoudige en tevens fierlyke bouworde in deszelfs geheelen omtrek, en in alle zyne deekn in het bvzonder, A 3 we  a WEERELDLTKE GEBOUWEN, 3 De drie fraaye uitftekende paviljoenen van de vooragter en beide zydgevels. 4 De fraaye Romeinfche en Korintifche Pylasters, waarmede de tweede en derde verdieping van het gebouw, rondsom van buiten is verfierd. 5 De groote menigte vengfters of lichten en de bevallige festonnen boven en tftsfchea dezelve, rondsom het geheele gebouw. 6 De ougewoone ingang des voorgevels , langs vier fteenen trappen, door 7 poorten ; benevens nog twee zydüngfehe poorten met yzeren traliën gefloten. 7 De ingang van den agtergevel, langs zes fteenen trappen, door eene langwerpige vierkante deur. 8 De lantaarens, die op de hoeken der paviljoenen vair 't gebouw uitfteeken. 9 Het uitmuntend beeldhouwwerk in de Frontcfpies van den voorgevel, verbeeldende de ftad Amfterdam, door eene ftaatlyke maagd, omringd van verfcheiden tritons , en andere zeegedrogten. 10 De drie pragtige en grootfche 12 voeten hooge metaale ftandbeclden, op de lyst van voornoemde Frontefpics, verbeeldende de Vrede, Voorzigtigheid en Regtvaardigheid. 11 Het niet minder fraay beeldhouwwerk van de Frontefpics des agtergcvels, verbeeldende den Koophandel van Amfterdam, door eene aanziehlyke vrouw met derzelver byfieraaden. 12 De drie desgelyks konftige ftandbeclden , op de kroonlystvan bovengemelde Frontcfpies, verbeeldende de Matigheid en Waakzaamheid', met den Atlas in 't midden. 13 De vier koper vergulde arenden, met de fraarten tegen elkander, en op hunne hoofden eene vergulde keizerlyke kroon, ftaande op de vier hoeken van het dak der zydpaviljoenen s op fteenen voetftallen. 14 De  HET STADHUIS. 3 14 De achttien fraaije witte fchoorfteenen, welke rondsom op het dak van het Stadhuis uititeken, en die met lofwerk of festonnen zyn verfierd. 15 De groote looden waterbakken boven op het plat van het Stadhuis, uit voorzorg voor brand. 16 De toeren (taande op een vierkant voetftuk , en rustende op 8 Korintifche Kolommen, zynde op den top verfierd met een fraaijen windwyzcr , welke een koggefchip verbeeld. 17 Het fraay en konftig klokkenfpel, welks ton 7} voet groot over 't kruis is, en 4474 ponden zwaar weegt, zynde voorzien van 7200 gaatjes tot het ftellen der nooten. Inwendige Sieraaden. DE VIERSCHAAR. ■ 1 Een der zeven poorten van den voorgevel ingaande, komt men in eene gaaridèry, alwaar men terftond, door drie fraay getakte koperen traliën, de pragtigc van wit marmer gebouwde Fierfchaar ziet. Een uitmuntend konstfluk van beeldhouwkunde. 2 D2 ingang der Fierfchaaf ten Zuiden, is met twee zwaare en groote koperen deuren gefloten , zynde met fraay konftig en zinnebeeldig traliewerk voorzien, tot het onderwerp betrekkelyk ; als zwaarden , geesfels., blixetnftraalen, de ftam van een boom met een (lang omfüngerd, bytende in een appel, tot een voorbeeld van de vcrleidinge onzer eerfte .voorouderen. — Benedenwaarts ziet men doodshoofden . en doodsbeenderen en meer andere fieraaden. 3 De marmeren Rechtbank is in 't Westen, tot welke men langs drie marmeren trappen opgaat. 4 Boven deeze Rechtbank ziet 'men drie fraaye en zeer konftig in marmer uitgehouwen vakken, bevattende, drie A 2 al-  4 WEERELDLTKE GE BOUWEN , aloude gebeurtenisfen, op den rechter en het recht bet rekking hebbende , als 5 Ten Noorden het vak , alwaar de Romeinfche Burgemcefter jPuniusBrutus zynetwee zoonen, wegens oproer, met den byl laat onthalzen, na dat zy eerst gegeesfeld waren. 6 In het vak ten Zuiden laat Koning Zaleukus zig het eene oog uititeken, om een der oogen van zyn misdaadigen zoon te behouden, welke volgens de wetten de beide oogen had verbeurd. 7 In het middeufte vak ziet men Salomon op zyn Rechterftoel gezeten, om het beruchte duiftere geichil, tusfchen de twee twistende vrouwen, over 't levend kind,te beflisfen. 8 De kon ftig" gemaakte twee paar naakte vrouwenbeelden , welke de drie vakken van een fcheiden; verbeeldende de veroordeelde misdaadigcn , van welke de twee buitenfte hun aangezicht van fchaamte bedekken, daar in tegendeel de handen van de twee andere op den rug zyn geboeid. 9 De twee fraaije reijen uitgeholde Pylasters in liet Noorden, Zuiden en Oosten, ieder rei van een en twee boven elkander. 10 De halve Pylasters in de vier hoeken der Vierfchaar; de onderite van de Jomfche en de bovenltc van de Korintifche bouworde. 11 Ten Westen eene dergelyke bovenrey Korintifche Kolommen, maar beneden , in plaats van de Jomfche Kolommen van de overzyde , de voornoemde twee paar. naakte Vrouwen Beelden. 12 De twee fmalle vakken , tusfchen de Vrouwen Beelden welke met fierlyk loof zyn doorwrogt» In het Noordelyke vak (laat het Wapen der Stad en fn t Z'uidelyk het Koggefchip. ï-3 Iil  HET STADHUIS. 5 13 In het Oosten van de Vierfohaar ziet men de fraaije Beelden der Gerechtigheid en Voorzichtigheid tusfchen de Jonifche Kolommen , wat kleiner dan levensgrootte. 14 De fraaije Wapens van de 8 Rcgeerende Oud-Burgemcefteren, in acht langwerpige fmalle vakken , geplaatst in 't Oosten, Westen, Noorden en Zuiden boven de benedenfte vakken. 15 De fraaije wit marmeren Rcgtcrftoei ten Noorden, van dc Vierfchaar , onder een gewulfden boog, regt over den ingang. Boven dit gcftoelte, in welk dc Secretaris zit, als hy den Vcrwezenen het doodvonnis voorleest, ziet men, tusfchen Korintifche Kolommen,de Stad Amfterdam , door eene Maagd op zwart marmer verbeeld, en op het voettluk de Stüzivygendheid. 16 De fchreijende Kindertjes in den rug van den Regterftoel met een Doodshoofd, en geweldige Slangen om een boom geflingerd , hebbende een appel in hun bek, verbeeldende den eerden val des menfehen. 17 Aan weerszyden van de Maagd de Wapen* der vier Burgemee (leren , en op het voet ft uk eene fraaije Infcriptie met gouden letteren. 18 Een Boom met twee dergelyke Slangen in het Zuiden tegen over den Regterftoel. 19 Aan weerskanten van 't voornoemde voetftuk het X en de Amftel, in de gedaante van aloude Stroomgoden, Het T aan den Westkant en de Amftel aan den Oostkant, met derzelver verfierfelen enz. 20 De breede ruimte ter wederzyden van de Vierfchaar en agtcr dezelve een ruime opgang langs 17 fteenen trappen van weerszyden, naar de tweede verdieping. ai De Gaanderyen rondsom eene langwerpige vier kante open plaats, alwaar men verder de voornaamfte vertrekken ziet van de benedenfte verdieping, als sa De kamer der Stads Roedragende Booden, tegen A 3 _ pver  6 WEERELDLTKE GEBOUWEN, over den TNoordelyken opgang naar de Zaal of tweede verdieping , zynde tegen over den Zuidelyken opgang flcgts een lcoze'deur. 23 In 't Oosten van dc Gaandery, de Vertrekken der Boekhouders van de Wisfelbank , en die der Commisfarisfen van dezelfde Bank. 24 In 't Zuiden van de Gaandery, de twee vertrekken' van den Ontvanger , en van den Esfaijeur van de Wisfelbank. 25 In't Westen van de Gaanderye, de twee ingangen naar cfe vertrekken der Concherge of Kastelein van het Stadhuis, als 2Ö In de Gaandery, agtér den dubbelen opgang naar dc Zaai zyn ook nog ecnige vertrekken, tot verfcbillcndi gebruiken'gcfehikt, als de kamer der Bnrgerwagt; de kamer, in welke naar 't levend model getekend word, en moer andere vertrekken tot berging van noodwendigheden. - ' ' ▼ 27 Oer pragtigPortaal binnen den opgang van den Agtergevel, rustende het gewelf van dit Portaal op zes zwaare vierkante Pilaareh. Iu dit Portaal zyn de ingangen tot verfcheiden vertrekken , als 28 Naar de vertrekken van de Concherge ; naar de Ga-anderye van de Zuider Openplaats , en het voorde gedeelte van het gebouw, naar 't vertrek van dc Rutterwagt; naar de wooning van den Cipier; naar de Verhoorkamer; naar de Boeifen; naar de Schouts-en Civile Gyfeüng , en meer andere gevangen plaatfen of diepe overwelfde'kelders onder den grond, naar welke men uit de wooning van den Cipier , met vyfticn fteenen trappen nederwaarts gaat. 29 In de Gaan deryen en Portaalen van de benedenfte of eerfte Verdieping, ziet men ook op bekwaame afftan- den  HET STADHUIS. 7 den zeven-en-twintig Lantaarens , welke 's avonds aangeftoken worden , om het Stadhuis te verlichten. de burgerzaal. ï De grootfche ingang derzelve is met twee geweldig zwaare, doorluchtige en konftig gemaakte koperen deuren verfierd , en heeft aan weerszyden een boogsgewyze openvak met fraai getakte traliën. 2 Door voornoemden ingang treed men op de groote Burgerzaal, alwaar men een trotsch en voortrefiyk gezigt ontmoet, en allerlei pronkfieraaden van eene geregelde en konftige bouworde gewaarword, by voorbeeld, 3 De ingang zelve van binnen pronkt van weerszyden met half doorgezaagde witte en bonte marmeren Korintifche Pilasters, by drommen tegen,elkander geplaatst, zynde met hun lyst en Kapiteelen 13 voet hoog. 4 De Stad Amfterdam, door een zedige Maagd verbeeld , zittende op een voetftuk boven de lyst van voornoemde Pilasters, verfierd met een olyftak en vreedep.almen in haare handen , en verzcld van de Sterkte en fVysheid aan haare zyde, en andere fieraaden, liggende voor haare voeten .twee Leeuwen, 5 In de Fries van deezen ingang worden de vier Jaargetyden zeer konftig verbeeld. 6 Boven de Maagd, die de Stad Amfterdam verbeeld, ziet men in een Nis het model van het Metaalen beeld de Vrede, die van Metaal op den top van den Voorgevel ftaat. 7 Boven dit model vertoonc zig een Uurwyzer , en nog hooger daar boven een halfrond Schildery, welk het Stadsbeftier verbeeld, door eene aanminnige Vrouw, verzeld van byfieraaden , welke het Burgemeesterlylc gezag, de Staatkunde en andere zaaken en eigenfehappen aanduiden. % Regt tegen over voornoemden ingang ziet men aan A 4 het  8 WEE RELD L TKE GEB O UWE N, het einde van de groote Zaal, een dergelyken ingang, naar het Portaal voor Schepenskamer, pronkende desgelyks van weerskanten met tegen elkander ftaande Korintifche halve Pilasters. 9 Boven de lyst van dit Portaal word de Geregtigheid verbeeld, met een Zwaard in haar ragter en eene Schaal in haar linker hand, verzeld van allerlei zinnebeeldige byfieiaaden tot die kamer betrekkelyk , als de Onwesiendheid, Twist, Tuchtiging, de Dood enz. alles zeer konftig uitgehouwen. 10 Boven dit beeld van de Geregtigheid vertoont zig een Atlas , die den Hemelkloot op zyne fchoudercn torst, zynde het model van den Atlas, die op het toppunt van den Agtergevel ftaat. 11 Boven deezcn Atlas omhoog, tegen het verwelf aan, ziet men een halfrond Schildery van de opftanding ten jongften dage , met tweemaal levensgroote Beelden , door denvermaarden meester Adriaan Bakkergefchildert. 12 Het uitmuntend en fraai gewelf van de Zaal, aan het welk in het middenfte vak, de Amfterdamfche Maagd word verbeeld, in een wagen gezeten, welke van Leeuwen word gep-okken op de wolken, zynde met allerlei byfieraaden konftig gefchildert, onder het opzigt van de bekende Konftenaars, Jan Goeré , $. Hoogzaat en G. Rademaker. 13 Voornoemde middenfte vak , met deszelfs Wolkenhemel , word door twee konftig gefchilderde lysten , omvangen, zynde met veelerlei fraaije en geeftige zinnebeelden alom verfierd, doelende gezamentlyk op de Regeering en den Koophandel van Amfferdam, 14 De Zaal zelve wordt gerekend op 120 voeten leng1£ 5 57 voet duim breedte, en 98 voeten hoogte van Verdieping, en is benevens de rondlopende Gaanderyen, wet,  HET STADHUIS. 9 met derzelver Pylasters , Beelden en Sieraaden , voor het grootlte gedeelte van wit marmer gebouwd. 15 Aan weerskanten van deeze Zaal, z;et men op de vier hoeken de breede Gaanderyen, ten Noorden en te» Zuiden, lopende langs dc opcne plaatlen, van welke dezelve, door twee rcyen vengfters,aan dc Noordzyde boven elkander verlicht worden. ï6 De Zaal zelve word verlicht door drie reyen vcngfters boven elkander, zynde de helft aan de Noordzyde geflooten. 17 De Zaal en dc Gaanden'-en zyn beide aan weerszyden, met geftrecpte of fluitsgewyze uitgeholde Korintifche Kolommen bezet, tusfchen welken, naar de opene plaatfen toe, de vengfters zyn gemaakt. 18 Langs de Zaal liaan twee reyen Korintifche Kolommen boven elkander'; zeven op een rey, maar in de Gaanderyen flcgts een rey Kolommen , welke veel laager van verdieping zyn. 19 Het getal van de marmeren Kolommen, 't welk ia de Gaanderyen ftaat, beloopt ter wederzyde 72. 20 Het gewelf der Gaanderyen , het welk op platte Kolommen rust, is overal met eenig loofwerk verfierd. 21 In de hoeken en in 't midden van de Gaanderyen, ziet men de ingangen naar alle vertrekken van dc tweede, en de opgangen of trappen naar de derde verdieping. 22 Op het midden van de vloer der groote Zaal word een platte doorgefneden Hemelkloot verbeeld, in welken men dc Noordpool ziet, benevens de Geftcrnten, zo als zy doorgaans verbeeld worden , namenlyk de groote Beer, de Draak, de Boer, de Noorderkroon, Hercules, Pegafus en andere Sterren, als mede de Zodiaks-kring, alles van geel Koper in een marmeren vloer uitgewerkt. Jammer is het, dat dit konstltuk reeds door het gaan merkelyk uitgefleten is, en hoe langer hoe meer uitflyt, m }>ede*% A $ 23 Aan  ïa WEERELDLTKE GEBOUWEN, ■ 23 Aan weerskanten van deezen Hemelkloot, waren eertyds nog twee halve platte Aardbollen , in welker eene Europa, Afia en Afrika, werd verbeeld , en in dc andere America^ alles konftig met gekleurde ilecncn ingelegd, maar door den tyd verfleetcn en weggenomen. Merkwaardige Stérdadën der Boogen van de Gaande\ ryen op de Zaal. 1 De 8 vleugcis of imposten , die de vier groote Boogen onderfchraagen, door welke men , uit de vier hoeken der Zaal, in de Gaanderyen komt, zyn van uitgezogt wit marmer, en met hangende Festonnen, loofwerk, bloemen, fruiten en vrugteu, die van Aapjes en Eenhoorentjes beklauterd en beknabbeld worden, zeer konftig verfierd' 2 In dc ryzendc kromte der Boogen, ziet men de vier Hoof.iftofFcn of Elementen, door acht liggende avendelftccnen Beelden van negen voeten,op tweederlei manie-* ren, konftig verbeeld. 3 Boven deeze acht Beelden vertoonen zig acht groote Festonnen van 20 voeten lang, beftaande..uit fi'eraaden, die op de Beelden tocpaslyk zyn.. 4 Boven voornoemde vier Boogen ziet men ook nog , in vier groote vakken of nisfen, de modellen van de vier metaale Standbeelden, die, op de hoeken van het Stadhuis ftaan, naamlykde Foorzigtigheid, Regtvaardigheid, -Matigheid cn Wakkerheid, overcenkomftig geplaatst met de hoeken op welken de metaale Beelden ftaan. 5 Als men van vooren op de Zaal treed, ziet men in den boog, ter regter zydc, het vuur, verbeeld door een naakten Jongeling, met een luchtig kleed om zyn bloote lighaam, komende uit zyn hoofd een vuurvlam, waar by een Feston , en verfcheidene andere zinnebeeldige . fieraaden te zien zyn, 6 Ia  HET STA D H U I S. li 6 In den zelfden Boog regt tegen over het vuur vertoont zig de lu ut in de gedaante van eene naakrgevleugelde Vrouw, wier hoofdniet wolken ovcrfchaduwt en met Herren gekroond is , hellende de wolken met de handen omhoog,- met verdere byfieraaden', en eene konffige Feston boven haar hoofd. Boven deezen boog ziet men het Beeld der Regtvaardigkeid in een nis, welk op den lyst van de. Frontcfpies des Voorgevels aan dezelfde zydc ten Noorden ftaat. 7 Aan de linkerzyde, als men op de Zaal treed, word ineen anderen boog, regt tegenover voornoemden boog, het water, door een naakte Riviernimf met een lieven, afgebeeld, hebbende op haar hoofd eene kroon van paarlen en zeegewasfen, en verdere byfieraaden, als mede eene konftïge Feston, met allerlei daar toe betrekkelyke fieraaden. 8 In dien zelfden boog tegen over het water, ziet mende aarde door cybele verbeeld, zig vertoonende als eene zedige en bevallige moeder, met eene ftedekroon op haar hoofd, en een zuigend kind aan de borst, en andere fieraaden. In de Feston boven Cybele, word de Aarde afgebeeld, door twee naakte kindertjes op een hoop vrugten, benevens andere fieraaden. Boven deezen boog nu Haat het metalen Standbeeld de Foorzigtigheid, welk op den Zuidelyken hoek van 't Frontefpies des Voorgevels ftaat. 9 Aan het einde van de Zaal by Schepens Kamer, ziet men in de boogen der Gaanderyen, dezelfde Elementen nog eens, op eene andere wyze, en met andere bylieraa? den afgebeeld, als 10 In den boog der Gaandery ten Zuiden by Schepens Kamer, ziet men desgelyks het vuur, zeer aartig afgebeeld, door eene Moorin, met een uitheemsch kapzel opgetooid, houdende in haare beide handen een icho-  i- WEERELDLTKE GEBOUWEN, fchotcl of kom van een vreemd m aakzei, in welke een Feniks brand, benevens andere byfieraaden. In de Feston boven haar hoofd, ziet men dergelyke vuur uitbeeldende werktuigen , enz. 11 In dcnzelfden boog tegenover de Moorin, ziet men de lucht, door eene feboone Maagd, met eene Paauw in den regter arm, en een Chameleon op de linker hand afgebeeld, met andere byfieraaden. In de Feston boven haar ziet men twee wigtjes luchtbellen blaazen, rustende op den (taart van dc Paauw enz. Boven deezen boog ftaat in een nis het model van het metaalen Standbeeld de Wakkerheid, 't welk op den Zuidelykcn hoek van 't Frontcfpies van den Agtergevel pronkt. 12 In den anderen boog ten Noorden van Schepcns Kamer ziet men het water, afgebeeld door een naakte Zeenimf, wier onderlyf als dat van eene Dolphyn met fchubben bedekt is, hebbende in haar regter hand een fpuitenden waterbol enz. In de Feston boven haar ziet men twee Zeewigtjes, ieder met een loopend watervat op hun fchoot, en meer andere fieraaden. 13 In denzelfden boog tegen over de Zeenimf 't water, ziet men de Aarde door de Godin Flora verbeeld, houdende haar eene hand op een grooten Aardbol, en in haar andere hand een zikkel, zynde omringd van meer andere fieraaden. In de Feston boven de Aarde, ziet men twee kindertjes of Satyrtjes, op allerlei vrugten verheven zittende, verzeld van meer andere byfieraaden. Boven deezen boog ziet men in een nis het model van het metalen Standbeeld de Matigheid, 't welk op den Noordelyken hoek van het Frontefpies des Agteiv gevels ftaat. Merk-  HET STADHUIS. 13 Merkwaardige Sieraaden der agt groote manneren Beelden, in de vier hoeken af agt gezigten der Gaanderyen. 1 In de acht wederzydfehc hoeken of gezigten van de •Gaanderyen der Zaal, ziet men acht witte marmeren Standbeelden , alle van zes voeten en zeven duimen hoog, rustende op acht bykans even hooge langwerpige vierkante marmeren voetftukken ; alle fraai uitgewerkt, en met konftige Festonnen behangen. Deeze Beelden Vertoonen Cybele en de zogenaamde Heidenfche Goden en Godinnen , als Satumus , Venus , Mars , Apolloy Jiipiter, Mercurius er. Diana. 2 Cybele en Satumus ftaan fchuins tegen elkander over in den hoek van de Gaandery , als men de Zaal optredenden regts af langs de Noorderlyke Gaandery tot aan den hoek voortgaat. 3 De Godin Cybele ziet men tusfchen de Raad- en Weeskamer, in dc gedaante van eene ftatelyke en bedaagde Vrouw, pragtig gekleed met eene ftede of muurkroon op haar hoofd, en van andere fieraaden omringd. — Het voetftuk,op wclkzy (laat is zeer konftig, met allerlei vrugten der aarde en landbouw-gereedfehappen verfierd. - In dc Festonnen daar nevens ziet men desgelyks eene aancenfchakcling van allerlei zoort van vrugten. — De Ronden boven de Raad- en Weeskamer zyn ook fraai met daar toe betrekkelykc fieraaden voorzien. 4 Satumus ziet men tusfchen de daar by gelegene trappen, als een oud kaalhoofdig Man afgebeeld, zynde bykans naakt, houdende in zyn linkerhand een fikkei, en in dc regter een kind, daar hy de tanden inzet, als of hy 't wilde verfcheuren. — De fieraaden en Festonnen boven en nevens hem op 't voctftuk, en in de wederzydfche boogen van den opgang zyn desgelyk zeer konftig  i4 WEERELDLTKE GEBOUWEN, ftig uitgehouwen, niet aardvrugten en andere verficrzelcn tot den landbouw betreklyk. . 5 Van daar verder voortgaande naar den Noordwestelyken boek van de Gaandery, ziet men Mars en Fenus fchuins tegen elkander overllaan. 6 Fenus vertoont zïg aan dezelfde zyde tusfchen de Noordwestelykc opgangen , in de gedaante van eene naakte Vrouw of poezelige Maagd, hebbende voor haar twee wigtjes Cupido, en Aiitros, ftaan, die gedeeltclyk haare fchatnelhefd bedekken. - Het vottfluk op welk zy ftaat, benevens de vleugels der boogen van den dubbelen opgang, zyn aan weerszyden met afhangende Festonnen , op haar bedryf toepasïyk , zeer aartig verfierd. 7 De Krygsgod Mars, die fchuins tegen over Fenus ftaat, tusfchen de kamer van Schepenen Extraordinaris en dc Rekenkamer, wend zyn gezigt naar Fenus, zynde in volle wapenrusting uitgedost, en met oorlogtuig omringd. - Op het voetlluk ziet men veelcrlei krygsgeweer konftig uitgehouwen. - De Ronden boven den ingang van den Rekenkamer cn Schepenen Extraordinaris zyn ook met zinnebeelden daar toe betrckkelyk zeer fraai verfierd. 8 Als men vau daar verder voortgaat cn dc Gaandery regt uitkomt, over de Zaal, voor by Schepenskamer in den Zuidwestelyken hoek van de Gaandery , dan ziet men Jupitercn Apollo. 9 Het Beeld van Apollo ftaat tusfchen den ingang der 1'hefaurie Extraordinaris, cn dc kamer van Commisfarisfen van kleine zaaken, met den rug naar het Westen, in de gedaante van cenen fchoonen Jongeling , zonder baard, met gekruld hair, hebbende cenen lauwerkrans op zyn hoofd. De verdere zinnebeeldige verfieringen, zyn zeer konftig uitgehouwen. Het wit marmeren voctftuk, welk overheerlyk fraai en konftig is uitgewerkt, en  HET STADHUIS. 15 rn met een harp , lier en ander fpecltuig, en zinnebeeldig werk verfierd, is voor het befchadigen, met een houten hek omringd. De Festonnen nevens en by hem, gclyk ook de Ronden boven de kamers , zyn alle met fierlyk loofwerk daar op toepaslyk gemaakt. 10 Het Beeld van Jupiter ziet. men tusfchen de Secretary en dc Thefaurie Extraordinaris, voor den Zuidwestelyken opgang, met den rug naar het Zuiden , in de gedaante van een eerwaardig fterk Man, vol van hair en fterk van baard, en verder met zinnebeeldige iicraaden bekleed. - Op het voetftuk, als mede in de bogen van den opgang, vertoonen zig aan weerskanten fraaije Festonnen met eiken loof cn andere fieraaden uitgehouwen. 11 Vervolgens van daar voortgaande naar den ZuidOostelyken hoek der Gaandery, ziet men Diana en Mercurius, fchuins tegen elkander overftaan. ia Diana ftaat tusfchen dc ingangen van het vertrek van Burgemeefteren en de Thefaurie, zeer konftig uitgehouwen met een halve maan op haar hoofd, en verdere fieraaden daar toe betrekkelyk. - Het voetftuk is alzo konftig uitgewerkt, als dat van Jpolh, cn ruim drie jaaren daar aan gewerkt, om het te voltooijen. Men ziet op hetzelve allerlei jagtgereedfehappen , overheerlyk konftig uitgewerkt, en desgelyks met een hekje omheind, -— De' daar nevens zynde Festonnen , zyn ook methoorens, fchelpen en zeegewas fen aartig verfierd, en de Rondzels boven de naby zynde kamers , zeer geestig met allerlei vrugten opgepronkt. 13 Het Beeld van Mercurius vertoont zig voor den Zuidelyken opgang tusfchen de Thefaurie Ordinaris en de Secrefary, met den rug naar 't Zuiden, in de gedaante van cenen eenigzins bejaarden Jongeling, bykans geheel naakt, zynde zyn hoofd en voeten met vleugelen voorzien, en met verdere fieraaden op zyn perfoontoepas-  ió* WËE RELDLTKE GEBOU WÉSf, paslyk verfierd. — Op het voetftuk en in de twee boogen van gemeldcn opgang, hangen aan weerskanten fraaije Festonnen met loof en andere fieraaden opgetooid. Merkwaardigheden der Schilderyen, die in de vier hoeken en boven de boogen der Gaanderyen geplaatstftaan. i Het Schildery, welk in een der Oostelyke hoeken van de Zuidelyke Gaandery, boven de Thefaurie Ordinaris ftaat, verbeeldde zamcnzweering cler oude Batavieren , welke door Civilis, tot het opvatten der wapenen tegen de Romeinen aangefpoord worden, na 't gastmaal welke by 't maanlicht, in 't heilig woud ofSchakerbosch , gehouden was geworden. Dit ftuk is zeer fraai geordonneerd , vast getekend en mcesterlyk gepenceek door Juriaan Ovens. 1 Het Schildery daar naast boven den dubbelen op* gang , verbeeld de omhooghefling van den Kannefaat, of Kcnnemer Brinio, op een fchild, en zyne inhuldiging tot Vcldoverlfe, zynde hy een Man van groote ftoutheid, cn uitftekende in Vermaardheid en afkomst. Dit ftuk is fraai gefchildert door Jan Lievens. 3 Het Schildery, dat in een anderen Oostclykeri hoek der Noordelyke Gaandery , boven de opgangen naar de kamers van Commisfarisfen van Huwelyks- en Zeezaaken ftaat, verbeeld de overrompeling der Romeinen ,door dc Batavieren in derzelver tenten, met het fakkellicht, in een duisteren nagt, alwaar zy eene groote flagting aanrigten en met buit te rug keerden. Dit ftuk is fraai gefchildert door Jacob Jordaans. 4 Het Schildery daar naast boven den ingang van de Weeskamer , verbeeld het fluiten der vre le, tusfchen Cerialis en Civilis gefloten, waar by eene ftaatelyke Vrouw uit de wolken nederdaalt, terwyl de wederzydfche heirlegers, langs de oevers by den afgebroken  HET STADHUIS. i, ken brug, het vergelyk des Overften toeftemt. Dit ftuk is desgelyks door voornoemden Jordaans gefchildert. 5 Het Schildery, welk in een der Zuidwestelyke hoeken van de Zuidclyke Gaandery, boven den opgang naar de kamer van Commisfarisfen van de ioo en 2colte penning, ftaat, verbeeld deppgeregte zegetekenen,door de Batavieren op de Romeinen veroverd. 6 Het Schildery daar naast, welk boven dc ingangen Van de Tbelaurie Extraordinaris en der kamer van Commisfarisfen van kleine zaaken ftaat, verbeeld de vredehandeling tusfchen civilis en cerialis, op den doorgebroken brug, over den ftroom Nabalia of Niers. Deeze beide laatfte ftukken zyn in Fresco, of natte kalk, gefchildert, door cenen Ie Gra?id, doch dezelve zyn door de vogtigheid der muuxen, zo men zegt, of door onkunde van de zulken, die ondernomen hadden dezelve te verbeteren , zeer veel verergerd, en Worden dus van de Konftenaars niet zeer geroemd. 7 De twee Schilderyen voor dc twee overige ledige vakken , in den Noordwcstclyken hoek der Gaandery boven de ingangen der kamer van Schepenen Extraordinaris cn de Rekenkamer, zyn onvoltooid gebleven, en dus die vakken tot nog toe niet aangevuld. 8 Van de vier overige Schilderyen voor de boogen der Gaanderyen in het Oosten en Westen , zyn 'er flegts twee gefchildert door J. Jordaans, en geplaatst aan de Oostzyde. 9 Het eene Schildery in den Zuidelyken boog boven Burgemeesters kamer, verbeeld Simfon, die dePhiliftyncn verflaat met een Ezels kinnebakken. 10 Het andere Schildery, in den Noorderlyken boog, boven de Jultitie - kamer, verbeeld o a v i d , die den Reus Goliath met den llingerftecn ter nederwerpt. De beide andere boogen der Gaanderyen in het Westen by B Sche-  18 WE ERE LD L TKE GEBOUWEN, Schepenskamer, zyn dus tot nog toe niet met Schilder(lukken aangevuld geworden. Uit- en Inwendige ver fierfelen, voor de Ingangen cn binnen de Vertrekken of Kamers der tweede verdieping. BURGEMEESTERS KAMER, i Als men de Burgerzaal opgetreden is, ziet men aan de linkerhandden opgang van Burgemeesterskamerj boven welke zig een konftig open rond vertoont, zynde ter wedérzyde verfierd met twee naakte Kindertjes, houdende ieder een bondclbyl in zyn hand omhoog, tot een kenteken van de Roomsen Burgerlyke Waardigheid, benevens andere daar toe betreklyke fieraaden. 't Magazyn. Eene dergelyke Poort ziet men ook" in den agtergevel. De menigvuldige vertrekken van dit gebouw zyn tot berging van Scheepsnoodwendigheden en veelerlei Oost-Indifche en andere goederen gefchikt, te wydloopig hier alle op te noemen. 3 Uit het groot Oost-Indisch Magazyn gaat men over een brug, op een tweedeEilandtje, van weerskanten met lootfen bezet, en by de Riemmakers-loots ziet men het Model van het eerfte Sebip, welk op deeze Werf is gebouwd , en Zuidpohbroek word genaamt, waarby het Jaartal 1663 is gevoegd. 4 De Scheepstimmerwerf ziet men, als men op het derde Eilandtje komt, welk het grootfte is, zynde bykans driehondert en vyftig voeten lang. Men ontmoet daar de groote fmcdery , daar met achtien vuuren gefmeed word, alsmeede verfcheidene lootfen voor fcheepsgereedfchappen, enz. (lynbaan der o o s t-in d i s c he compagnie. 1 Dezelve is gelegen op Oostenburg, aan den Oostkant van de agterftraat: het Magazyn en de Werf ftaan, aan het uiterfte einde van de ftads vesten, aan deezen kant, by het bolwerk Zeeburg. Het huis van den Equipagiemecster, welk daar digt by is gelegen, vooraan aan de Oostenburger gragt, pronkt met een fraayen voorgevel, in welks nette Frontefpies het merk der vereenigde O. I. Compagnie, met de letters V. O. C. door een gevlogtcn, in fteen is uitgehouwen. F ft HET  84 tVEERELDLTKE GEBOÜPFËW, HET WEST-INDISCH HUIS EN PAKHUIS. i Dit huis, de gewezene Voetboogsdoele opCingel by de Heiligeweg gelegen, is een oud gebouw, met veele groote vertrekken voorzien. De Voorpoort van 't gebouw is van harddeen en van eene Dorifche bouworde. Boven deze poort ziet men eene ftaale Voetboog, Pylen • benevens ander oud oorlogstuig, alles zeer kondig uitgehouwen. En boven een andere binnendeur daat eenSt. Joris-beeld, den draak doordeekende, zeer aartig afgebeeld. 2 Het Pakhuis van de West-lndifche Maatfchappy is gelegen op den hoek van Rapenburg of de Ygragt, tegen over de Kalkmarkt, zynde een vry groot gebouw, met drie gevels , van welke het middelde met een Kap of Frontcfpies is gedekt, waar in het merkteken van de Geoctroyeerde West-lndifche Compagnie, met de Letters G. W. C. door een gevlogten, is uitgehouwen. Dc Koopwaaren van de West-lndifche Maatfchappy worden daar geborgen, STADSPOORTEN. i De Stad is voorzien van acht Poorten, welke men ontmoet, als men van buiten de Stadsfingel rond wandelt, als, eerdclyk: DE M U I D E R POORT. i Dezelve is gelegen aan het einde van dc Plantafie, jynde een fraay vierkant gebouw van gehouwen deen met een Koepeltooren en Uurwerk zedert wéinige jaaren, nieuw uit den grond opgebouwd , en met verfcheiden bouwkundige Ornamenten verfi'crt. OS  STADSPOORTEN. ?< DE WEESPER POORT. I Deeze is gelegen aan het einde van de Weesperftraat, na by den Amftel, zyttffe desgelyks een vierkant gebouw van gehouwen fteen, van binnen en buiten met een fraajjen voorgevel verfierd, en een Toorentje voor het Uurwerk. DE UTRECHTSCHE POORT. i Gelegen aan het einde van de Utrechtfche ftraat. De izelvekomt in bouworde en fieraaden, met de Weesperpoprtt genoegzaam overeen. DE WEETERINGS POORT. i Dezelve is gelegen aan het einde van de Weterings. ftraat ■: heeft haar naamïontvangen naar de Weteringsvaart; loopt onder de Stadswal door,hebbende nevens zig een fluis met fchutdeuren, onder een fteen verwelfzei, waar door men uit de Stad, onder den Wal door, in de Stadsgragt „ en vervolgens ook in de Wetering kan vaaren. DE LEIDSCHE POORT. i Deze Poort ziet men aan het einde van de Leidfcheftraat en Plein, zynde een fraay gebouw, pronkende[met vier fpitzen op de hoeken, en een Toorentje in 't mi&» den, voorzien van een Uurwerk en Slagklokken, DE RAAM POORT. i Deze is gelegen aan het einde van de Blomgragt, en heeft vermoedelyk haar naam ontvangen van de gereeden toegang tot de Lakenraamen, en onder de Wal doorloopende, is desgelyks van een Sluis en Schotdeuren voorzien. F 3 0 9  cd WEERELDLTKE GEBOUWEN, DE ZAAGMOLENS POORT. i Aan het einde van de Tichelftraat gelegen, tegen over de Stads Klokgietery. Dezelve loopt onder de Wal door, naar buiten, daar de Zaagmolens ftaan, van waar zy vermoedelyk dien naam heeft ontvangen. DE HAARLEMMER POORT. 1 Is gelegen aan het einde van de Haarlcmmerdyk, en "heeft deezen haam ontvangen, omdat men door dezelve naar Haarlem reist. Het is eene ouderwetfche doch konstryke Poort van blaauwe Arduinftcen opgehaalt , en aan weerszyden met twee t'zaam verbondene Kolommen bezet. Vlak boven den doorgang, welke met voordagt bogtig getimmerd is, pronkt het nieuwe Amftérdamfche Wapen , door Leeuwen geftut. Hier boven ftaat een fierlyk Toorentje, voorzien met Uurwyzers cn Klokken, om heel en half uur te Haan. 2 De Binnen Voorgevel is van wit gehouwen fteen heel aardig gewrogt, en de Kolommen, door breede banden, geestig en aardig aan een verknogt. Hier ziet men het oude Stads Wapen uitgebeeld, en aan weerskanten zierlyke Schoorfteenen uitfteeken. Binnen de Poort is aan weerszyden een Wagthuis voor Burgers en Soldaaten. GEE$-  GËESTElTKE GEBOUWEN. TWEEDE AFDElïLINC. De OUDE KERK. e Oude Kerk, welke tusfchen de Warmoesftraat en de Oude Zydsvoorburgwal geplaatst ftaat, is een vry groot en zeer aanzicnlyk gebouw, voorzien van twaalf Ghooren of zogenaamde Kapellen, bchalvcn het groote of boogeChoor, in 't Oosten der Kerk, welk nog dien naanl draagt. De oorfpronk der benamingen van de Chooren kan men in wagenaars befchryvinge van Amfterdam lïazicn. De juiste tyd, op welken deeze Kerk gefticht is, weet men niet, maar men vermoed in 't midden van de veertiende Eeuw, a Dc lengte van de Kerk, met den Tooren daar by, beloopt buitenwerks 300 , en binnenwerks , zonder de Tooren, 249 voeten. De breedte van het middenkruis bedraagt, buitenwerks, 225, en binnenwerks, 208: voeten. Dc geheele omgang word op 640 voeten gerekend, Amfterdamfche maat, de voet 11 duim. Dc Tooren, van den grond af tot aan den Weerwyzer, is 240 voeten hoog. Het fteenen metzelwerk beflaat de helft van die hoogte, en het houten fpits, ('t welk drie omgangen heeft, en op een konftige wyze in elkander verknolt is) , de andere helft. Van buiten is dc Kerk met verfcheïden Wooningen omringd, voor den Koster en andere Bedienden. Ook heeft men in deezen Tooren een fraay • Klokken fpel. 3 Tegenwoordig heeft de Kerk vier ingangen, van welke de grootfte in 't Westen is, onder den Tooren, •zynde een groote en vry aanzienlyke Poort; de andere ingangen, ten Noorden en ten Zuiden, zyn veel kleinec E 4 en  18 geesteltke gebouwen, en van minder belang. Ook ziet men nog, in 't ZuidOosten , eene enkele deur , die weleer tot een ingang diende, maar nu met een yzeren hek van den ftraatweg is afgefloten; en in plaatzevan deeze is, iiihetjaar 1761, een fraaye poort geftigt in 't Noordoosten. 4 De Kerk rust van binnen op 42 groote Pilaarcn. Vyf groote kaarskroonen hangen in 't midden, ieder met 30 armblakers, en rondsom langs den omgang twaalf kleine kaarskroonen, ieder met 16 armblakers. Tusfchen de Pilaaren zyn rondsom de Qeftoelten geplaatst.. Be Prer dikftoel, in 't midden van de Kerk, tegen een Pylaar aan de Noordzyde, is met een fraaye koopere leuning versierd, en, in den Jaare 1642, door eenen Pieter Janszoon Kistemaker gemaakt; op de Predikftoel ziet men deeze woorden. Zr V dat ymand [preekt, dat hy [preekt als Gods woord 1 Petr. IF. 5 Het Hooge Choor pronkt van vooren met een fraay koperen hek, aan welks bovenlyst naar buiten, twee regels van den Heer Cornelis Schellinger, die in 't Jaar 1587 Kerkmeester werd, gelezen worden, teweetcn; 'T MISBRUIK IN GODliS KERK ALLENGS» KEKS INGEBRACHT, IS HIER WEER AFGEDAAN, IN 'TJAAR ZE' VEN TIG EN ACHT. Aan die zelfde lyst binnenwaarts leest men; MEN MOET, OM GODES DIENST EN KEKNIS REYN;TE HOUWEN, OP 'T WOORDS GROND NU VOORTAAN, OP GEEN MENSCHEN INSTEL BOUWEN. In de plaats van 't Hoog Altaar ftaat nu een Predikftoel, ïVeike bykans alleen gebruikt word tot voorlezing van  "» e OUDE K E R K. ^9 het Formulier des Huwelyks , en inzegening van het Egtverbond. In het Zuid-Oosten, boven de kleine zyddeurvan 't Choor, door welke de Bruiden en Bruidegoms dqorgaans in- en uitgaan , leest men deeze regels: Twist, hovaardy encT overdaad Doen dat gheen kuis fier laughe ftaat. uelantiio n. 6 In het achterfte gedeelte van het Choor, op de lyfl; van den houten wand, ziet men de volgende regels, ter gedagtenis van de verdelging der Spaanfehe vloot, in 't Jaar 1588, V Heyhos gehroet, geput de warheid uy't te roeyen Had met de Spaanfe Vloot een groot Heyr opgehraght; Maer God dit heyr verliet; en doet de Vloot verftroyen, Door vuur rondom ten toon, ftaet die te grondt met kraght, Looft hem, die zyn zaak reght, in V Jaar tachtig end'acht. 7 Agter 't groote of Hooge Choor zag men weleer twee fraay gefchilderde glaafen, van welke 'er nog één is nagebleven, doch door den tyd ook al zeer befchadigt is geworden, zynde het andere reeds vergaan, en al voor lang weggenomen, en met andere glaafen weder aangevuld. In het zelve werd de krooning van filips den iitcii bygenaamdde Schoonen, afgebeeld, waar door de Kroon yan Spanje de Nederlanden bemagtigde, onder aan leest men j cPAarlsbisfchop kroont hier, met zyn hand, Den fchoonen Flips met diamant, Tot Koning op Kastiliens troon. Dus eerde ons Nederland die Kroon. In 't andere glas, 't geen nog voorhanden, maar zeer befchadigt is, ziet men filips d e 1 v. het Munfterfche ver,' F 5 drag,  $ö GEESTELYKE GEBOUWEN, ilrag overhandigen, waar by de Nederlanden voor vry' worden verklaart. Onder aan leest men deeze vier regels van vondel: Fiïïppus tekent mei zyn handen Plet Vreéverbond met zeven landen , En Jiaat zyn regt en Tytel af. Dit tuigt het zegel dat hy gaf. Een weinig verder Zuidwaarts ziet men ook nog een nieuw gefchildert glas, waar in dc Wapens van de Burgemeesteren zyn afgebeeld, welke hier zedert de Vcran. dering van 't Jaar 1578 hebben geregeerd. In den Jaare 5654, maaktejmen een begin , met het befchildcren van dat glas, en volgens getuigenis van den Heer wagen aar, zou Jacob Ccdyns 'er nog in 't Jaar 1681 gefchildert, cn twee gulden tien ftuivers, voor elk Wapen, ontvangen hebben. Het laatfte Wapen, in,dit glas gefchildert, is dat van den Heer en Mr. jan baptista slicher, die in den Jaare 1757 Burgemeester wierd. De Wapens van de daar op volgende Burgemecsteren zyn geplaatst in een glas aan den Noordkant der Kcrke,^op den Oosterlykcn hoek van het gewezen Lieve Vrouwen Choor. Bovenwaarts aan ieder der twee glafen vertoont zig het Wapen en Zegel der Stad , wordende vast gehouden, door twee zittende Krygsknegtcn. Na het eerstgenoemde deezer glazen, Honden 'er nog drie, in welke eene het eeten van het Pafcha,door de Israëliten, en in de twee andere, Historiën uit dc Legenden der Heiligen fraay verbeeld waren. Doch de glafen waren reeds vergaan, en zyn dus weg genomen. 8 In de Oude Kerk zyn twee Orgels geplaatst, van welke het grootfte, in het Westen, boven den grooten ingang, ftaat, zynde een fraay ftuk werks, en voorzien van 64 trekkers, 54 ftemmen en 8 blaasbalgen. Hetzel\ " v  se OUDE K E R K. ■ jive rust binnenwaarts in de Kerk, op vier zeer fraaye zwaare marmeren zuilen, welker Capiteelen en Voetftukken zeer konftig zyn verfierd. ChristiaanFatter, Orgelmaker van den Koning van Groot-Brittaunie, george< oen iften , als Keurvorst van Hanover, heeft het in den tegenwoordig verbeterden ftaat gebragt, zedert den Jaare 1724. 9 Het kleine Orgel ftaat tegen den pilaar, op den hoek | van St. Jeroens Choor, aan de Noordzyde der Kerke, en heeft 16 trekkers, 15 ftemmen en 3 blaasbalgen; hetzelve is verfierd, met fraay gefneden cn verguld houtwerk, in het welk het Wapen en Zegel van Amfterdam word afgebeeld. De buitenzyden der Orgeldeuren zyn ook zeer fraay met muziek-inftrumenten befchildert, door den vermaarden Konftenaar cornelis BRizé. Om 'fc Orgel is eene gaandery ,waarop wel eer Zangers en Speelkonftenaars geplaatst wierden, welke alle avonden met het Orgel een fraay Concert uitmaakten , tot vermaak van de geene, die in de Kerk wandelden, doch dit is thans al lang geheel buiten gebruik geraakt. Digt by dit Orgel ziet men ook nog tegenwoordig, het houten mor del van éen Coupe I-Kerk, welke omftrceks het jaar 1700 door eenen Nicolaas Listing is gemaakt, om geltigtue worden op de Botermarkt, d£>ch zulk is uiet volbragt. byzonderheden van de voornoemde twaalf kapellen of chooren. Nu zullen wy de Kerk van binnen eens nader befchouwen en dc merkwaardigheden , welke in voornoemde Chooren zig opdoen, aantoonen, en van Choor tot Choor voortgaan, beginnende met het Hamburger Choor, welk men ontmoet aan de linkerhand, als men de Tooren Kerkdeur ingaat, waar na, als men de Kerk dus rondgaat, de  9* GEESTELYRE GEBOUWEN, de verdere Chooren, na elkander volgen, in die order, zo nis ze hier befchreven worden. i o Het Hamburger Choor,welkers fieraaden van 't Altaar en Beelden , zedert de Beeldltorming van 't jaar 1566, en naderhand door ouderdom, gcdeeltelyk zyn vernietigt; inzonderheid de fraay gcfchildcrde glaafen, welke 1621, zyn weggenomen, en raamen in de plaats gevoegd, op welke, in 't midden, ter grootte van 8 ruiten, alleenlyk, twee Wapens van Hamburg worden verbeeld. Ook ziet men hier nog de Grafnee van den Veidmaarfchalk wirtz Baron van Ornholm, en het Grafteken van den Schout by Nagt willem van der zaan. — paul wirtz Veidmaarfchalk der Vereenigde Nederlanden is, den 23 Maart 1676, te Hamburg overleden, en op den 24fl.cn October 1679. in dit Choor met groote ftaatfie ter aarde bc? fteld. Op zyn Grafzerk leest men in 't koper zyn Graffchrift in 't Latyn. Boven het graf, om hoog tegen de muur, ziet men, in een groot Wapenbord, het geflagtwapen van den KrygST held, desgelyks zyn kling, yzeren handfehoenen, fpooren enz. 11 Noordwaarts ziet men het Grafteken ter gedagtenis van den Schout by Nagt, van der zaan, van marmer opgcrigt; en boven deszelfsFrontefpies twee bazuinende Wigtjcs, voor het Wapen der Vereenigde Nederlanden, 't welk met eene geflooten Kroon gedekt, en van vlaggen en vlaggeftokken omringd is. Onder de lyst vertoont zig het Borstbeeld van dien Zeeheld, in een langrond, welk door eene (lang, die de ftaart in den bek houd, word gemaakt: In een tafreel van zwart, marmer, aan welkers zyden twee ankers, met eikenloof omringd, geplaatst ftaan, en waaronder het Wapen van den overleden, en een Scheepsftryd zyn uitgehouwen, leest men: GE'  DaOÜDEKÈRK. Pt GEDAG TENIS Door haar Ed. Mog. de Heeren ter Admiraliteit doen ©pregtcn ter Eeren van den Schout by Nagt WILLEM van der ZAAN, Omtrent de Kaap Tres Forkas, uit een Algiers Rooffchip, met een ponts kogel gefchooten en ontllapeh den ij Maart 1669. Dus keft men na de doot. Dit is door V Landt tot eer van van der zaan beftelt Om dat een Roovers fchoot ontzielde defen Fielt, Vyf gouden Ketenen had hy voorheen genooten, Rust hier, tot eer van haar, die uit hem zyn gefprooten. Uit een Opfchrift, op de ankers, blykt dat dit Gedenkteken is vervaardigt, in 't jaar 1670, door den Beeldhouwer Romhout Verhulst. 11 Het Binnen en Buitenlands Vaarders-Choor • hief in .zyn geen fieraaden meer na gebleeven. 13 Het Weit kopers of Graankoper s-Choor. Voor by dit Choor, ziet men de Noorder ingang der Kerke, boven welken gefchilderde glaafen plagten te ftaan. 14 Flet St. jferoens-Choor, daar van hebben wy reeds boven No. 9 gemeld. 15 Het Voetboogfchutters-Choor en het Lieven VrouwenChoor. In deeze beide Chooren zyn uitmuntend gefchilderde glafen. Het eerde glas, of vengfter in het Voetboogfchutters-Choor, is in twee af beeldzeis onderfcheiden. In het bovenfte, vertoont zig de bootfchap van den Engel aan Maria; in het andere het bezoek van Elifabeth aan de H. Maagd. Onderwaarts ziet men Paulus en Petrus, en voor Paulus ftaat een aanzienlyk Man,'in een graauw Munraksgewaad gekleed, Welke de Schenker is  % GEBSTELTKE GEBOUWEN, is van het glas, naamlyk , Burgemeester JanClaaszotm van Hoppen, en voor Petrus knielen eenige vrouwen. Men verhaalt, dat van Hoppen, in een bedevaart had moeten vertrekken mar Rome, om zig te zuiveren van debefchuidiging van Ketterye, en daar hem opgelegd werd, om een glas,in de Kerke van zyneParochie, te moeten vcrééren. Men is van gedagtcn, dat de woorden , NEMO L/EDITUR NISI A SE IPSO. dat is: Niemand word beledigd dan van zig zeiven. op dit zyn geval eenige betrekking hebben, welke woorden op eene rollc boven zyn hoofd, van een Bisfchops-ffaf, afwaaijen. Vervolgens ziet men, in dit zelfde glas, het Wapen van van Hoppen, zynde zyn Lyk voor hetzelve onder een Zerk, welke desgelyks met zyn Wapen verfierd is , begraven. 16 In 't Frouwen-Choor ziet men ook twee uitmuntende gefchilderde glafen. In 't eene, welk Noordwaarts naast het voorgemelde is geplaatst, vertoonen zig bovenwaarts, de juichende Engelen, over de geboorte van den Zaligmaker, in eenen geopenden Hemel, afgemaald, en benedenwaarts ziet men het Km&Jefus, dat door de Herders en Wyzen uit het Oosten geëerd en begiftigd word;-.' In het verfchiet ziet men de befnydenis van Jefus , en onder aan (laat het Wapen van Amfterdam, tusfchen een Romeinfchen Krygsknegt en een Bisfchop. Uit een Latynsch Opfchrift, in dit glas, word men gewaar, dat hetzelve aan de Kerk is vereerd, door het gefiagt der JBrundten. 17 In het andere glas, welke Oostwaards is geplaatst, ziet men de dervende Maagd Maria, met een brandende Waskaars in de handen ^ welkers licht zich zeer na* tuur-  de OUDE KERK. 93 timrlyk en konftig vertoont, en fchynt, als merker lang op ziet, te flikkeren: zy word van een ftoct treurigen omringd, en door eene rei van Engelen opgepast. —— Deeze drie voornoemde glafen zyn, in 't Jaar 1555, door eenen Dlgman gefchildert, maar door langheid van tyd veel geleden hebbende, zynze voor eenige jaaren weder in Brabant herfleld geworden. 18 Uit het Lieve Frouwen-Choor kan men Oostwaards door een deur gaan in de Kapel van 't Heilige Graf. Doch deeze verftrekt thans tot een verzamelplaats voor. Turf, en is van de Kerk afgefcheiden, cn heeft niets merkwaardigs. 19 Het Handboogfchutters-Choor. Het merkwaardigfte van dit Choor is, dat men, in den Oostermuur van't zelve, nog den ingang ziet naar 't vertrek, alwaar eertyds de Commisfarisfen van Huwelyks Zaaken gewoon waren te vergaderen, en boven de deur, die rood gefchildert is, ftaat: 't Is haast getrout dat lange rout, Deezen ingang noemde men weleer de Roodeur, en hier van daan is het fpreekwoord, onder het gemeen der Amfterdammeren ontftaan, dat men zegt, dat een Paar voorde Roodeur is gegaan, wanneer zy zig voor Commisfarisfen van Huwelyks Zaaken, (welke echter federt meer dan eene Eeuw deswegen op 't Stadhuis vergaderen} laaten aantekenen. 20 Verder is ook neg merkwaardig, dat men in den Wes termuur van dit Choor, omtrent vyftien voeten hoog van den grond, een yzeren deur ziet, met kalk overwit , en met een hangllot en een hengelflot voorzien. Binnen deeze deur, is ook nog een zwaare eekenhoutendeur, meteen fterk grendelflot, door welke deur, als hy geopend is, men toegang heeft tot een vierkant overwelfd Vertrekje, 't welk zyn licht fchept aan de Zuidzyde door twee hooge fmalle venftertjes. Tegen den Wes- te-  96 GÉESTELTKE GEBOUWEN, telykcn nruur van dit Vertrekje, ziet men éeri eekeiihonten Kas, met drie floten geflooten, en bykans acht voeten hoog. Dc deur van deeze Kas, welke van buiten digt met yzer is beilagcn, Haat, op de helft, voorwaards over, op twee yzeren krukken, welke aan dezelve hangen, cn tot flutten dienen voor de opengeflagen deur. In deeze Kas bevinden zig 45 laadcn, welke ieder bykans twee duim diep, half zo breed als de Kas, bykans ij voet lang , en alle genommerd zyn. In deeze laadcn ziet men dc oorfpronkelykc Handvesten en Privilegiën, door de Graaven van Holland en andere Vorflen cn Mogendheden, van de oudflc tyden af, aan de Stad vergund, welke daar benevens zeer veele andere Brieven en Stukken, reeds zedert 3 of 400 jaaren, bewaard zyn geworden. De lleutcls van dit Vertrekje en van de Kas worden, op de Thefaurie Ordinaris der Stad, bewaard; Deeze oude daarin bewaaring liggende Stukken worden zeldzaam bezieiij In den jaare 1732, in de maand Juny, is zulks, volgens Wagenaar, gedaan door de?Heeren jan s 1 x en Mr. vvillem munter., Öudburgemcesteren, benevens den Secretaris; joan thiery, Pieter Vlaming en Gerrit Schoemaker , welke twee laatflxn toen bezig waren aan eene nieuwe befchryyinge van dc Stad Amfterdam. Na dien tyd, (zegt de Heer Wagenaar in zyne Befchryvinge vaii Amflerdamj was zulks niet weder gefchied, dan op den 13 Octöber 1761, door Regeerendc Burgemecsteren Mr- daniel. de dieu en Mr. güaltherus petrus b 0 udaan, by welke gelegenheid het den Heer Wagenaar ook vergund werd, om by die zeldzaame nerfchouwing tegenwoordig te zyn; en volgens zyne getuigenis, waren de meeste Stukken toen nog zo zuiver en leesbaar, en de zegels aan die der vyfticnde en zestiende Eeuw, zo gaaf:  de OUDÉ KÉRK. f7 gaaf, als of zy ilegts nog weinige wecken gedrukt waren geweest. 21 Naast voornoemde Choor is St. Elois of 't SmidsKapel, in welk de Zuider ingang der Kerke is, eri hier op vo]gdt< 22 Het Huiszitten-Choor, in 't welk eertyds een deiïr was, van buiten met yzer heilagen, boven welke het Jaartal 1622 Hond, door deeze deur kwam men in de Vergaderplaats der Huiszitmeesteren, welke in 't jaar 1497 getimmerd was, en hier deed men uitdeeling van levensmiddelen aan behoeftigen , die in dit Choor by •een kwamen; deeze uitdeeling duurde tot 1655, doch zedert dien tyd is die Vergaderplaats tot een Kerkmeesters-Comptoir gefchikt, en de ingang geheel vernieuwd* 23 In den muur van dit Comptoir aan de Noordzyde, is eene Kas met laaden vast gemetzeld, waar in men eene groote menigte oude Schepens- en andere Brieven, die de Kerk aangaan, bewaard; onder welke gevonden worden van het Jaar 1350. Ook ziet men, in dit Comptoir eenige fraaye gefchildcrde afbeeldzels der Kerke van binnen ; alsmede een gemyterd hoofd , zeer fraay gefchilderd , en men meent, dat het een St.. Nicolaas verbeeld. De Wapenkaart van de Kerk verftrekt ook tot een fieraad van dit Vertrek. Het bekende Schildery van het oproer der Herdooperen, in den jaare 1535^ en de naamen der Burgeren, die daar by zyn omgekomen,, welk hier weleer bewaard wierd, is niet meer voorhanden. 24 Het Eüfabeih Gaeven Kapel pronkt thans nog met de Graflieden der Zeehelden van A. van der Hulst erf Sweers. Desgelyks ziet men daar, onder een verheven Graffleen tegen den Zuidelyken muur, het Graf van 'e geflagt van Bartel, op hetwelk de Hoofdwapens van Bo- G re*f  j>3 GEESTELYKE GEBOUWEN, red en Coymans en van elk derzelve agt Kwartieren zyn uitgehouwen. 25 De Graftombe van den Vice-Admiraal abraham van der hulst, in 't Oosten der Kapelle geplaatst, is met een fraay yzeren hek omringd, en boven dezelve ziet men een konftig marmeren gedenkteken, den Zeeheld verbeeldende; die in volle Wapenrusting, van Vlaggen en Oorlogstuig omringd, op een hoofdkusfen ter nederligt. Twee fchreyende Kindertjes , welke zyn Wapen vast houden, ftaan by hem, en hier boven ziet men den gelukkigen Zeeflag tegen de Engelfchen, van den n , 12 „ 13 en 14 Juny 1666 , in welken hy fneuvelde, afgebeeld. Boven aan vertoonen zig twee bazuinende Vrouwenbeelden , die het Wapen der Vereenigde Nederlanden vasthouden, welk tegen twee kruisgewys geplaatfte ankers rust. Onder dit Wapen ziet men een op hem toepaslyk Opfchrift. 26 Tegen overde bovenftaande Graftombe, aan de Westzyde van 't Choor, ziet men het fraaye grafteken van den Viee-Admiraal sweers, zynde eenige jaarenlaater opgerigt. Boven aan vertoont zig het marmeren Borstbeeld van dien Held, en nog hooger het Wapen van de Vereenigde Nederlanden , benevens dat van den Prinfe van Oranje. Onder aan is de afbeelding van den voordeeligcn flag, in welken die Zeeheld zyn levén verloor. 27 Op een tafereel, welk tusfchen beide van Vlaggen cn Wimpels en andere Scheepsgereedfchappen omringd is, leest men een Latynsch opfchrift, op dien Held toepaslyk gemaakt. 28 De St. Cornelis Kapel of Choor aldus genaamd na een Altaar, 't welk weleer in dezelve was geftigt, door cornelis janszoon drebber en toegewyd aan c. drebber. Doch deeze Kapel is verkogt door fteitrneesteren, in den Jaare 1651, aan den Heer Bur- ge-  de OUDE KERK. 99 gemecster, cornelis de graaf Vryheer van Zuidpokbroek , welke deeze Kapel, met goedkeuring van Burgemeesteren, van de Kerk heeft afgefchut, en tot eene aanzienlyke begraafplaats gefchikt. Men gaat in dezelve, door een zierlyke marineren Poort, die op twee Korintifche Kolommen rust, en gefloten is met eene doorlugtige koperen deur; ter wederzyde ziet men eene opening met traliën voorzien, en boven-welke de Wapens van den Stigter en deszelfs Egtgenoot catharina hooft zyn uitgehouwen. De lyst is verfierd met Zandlopers , Lampen en ander Beeldwerk; op dezelve ftaat, tusfchen twee Kindertjes een Feniks, die uit de vlammen verryst, waaronder, in een zwarten toetsfteen de woorden van den Apostel (i Kor. XV: vs. 42.) te leezen zyn. alsoo sal oock de opstandinghe der dooden zyn het lichaam wort gezaeit in verderflykheid en wort opgeweckt in onverderflyc kheit. Het middelde der vyf glasraamen van de begraafplaats is desgelyks verfierd met de gefchilderdc Wapens van de huizen van de graef en hooft. 29 Verders als men bezuiden 't hooge Choor rond gaat, zal men daar 't graf van den vermaarden Amderdamfchen Konstfchilder pieter laurenszoon ontmoeten, anders gewoonlyk, om zyne lange gedalte Lange Pier, genaamd, welke in den Jaare 1573 overleden en aldaar niet verre van 't Choor , in een dubbeld graf, gelegd is, in 't welk naderhand ook twee van zyne zoonen zyn begraven. Op zyn grafdeen heeft weleer, volgens het zeggen van is aak commelin, het begin van 't volgende vers gedaan: G » Den  ioo GEESTELTKE GEBOUWEN, Den konfiige Schilder Lange Pier Met bey zyn Zoonen leggen hier enz. Doch deeze woorden waren in zyn tyd bykans verfleeten, en zyn in 't jaar 1675, zo 't febynt, in deezer voege verandert, De meester fchilder Lange Pier Met heyd' zyn Soonen, Schilders hier, Begraven, lang en oud bejaart, Blyven noch al in Kunst vermaart. Anno M. DC. LXXV. 30 Noordwaards van 't,voornoemde Choor, ontmoet men de Grafitée van den Admiraal jacob van heemskerk. Boven dezelve ziet men een Tafereel van zwart marmer, aan een Pilaar gehegt. In de lyst van dit Tafereel, onder het Wapen van 't Huis van Heemskerk, tusfchen twee globcn (Taande en met eene (tevenkroon gedekt, leest men in het Latyn, een Opfchrift tot zyn lof ingerigt. De helm en 't harnas van dien braven Zeeheld ziet men aan een Pilaar daar naast opgehangen. 31 Ter gedagtenis van cornelis janszoon,bygenaamd de Haan of het Haantie , is ook ccn dergelyk Grafteken als dat van Heemskerk opgerigt aan den hoekpilaar , ten Zuiden agter het Choor. Zyn wapen ftaat boven in de Lyst, zynde een kraaijende Haan, en onderwaarts ziet men het zegevegt met twee Schepen, in 't welk hy zyn leven verloor. - Op het Tafereel ziet men eenige Latynfche vaerzen tot zyn lof, van den Profesfor caspar barleus, uitgehouwen. Onder de afbeelding van 'tzeegevegt leest men deeze éSgels, van den Ridder laurens reaal : Hier  De NIEUWE KERK. lot Hier rust de Held, die van zyn vyands Schepen In zevenmaal kwam zeven vlaggen fleepen, En gaf voor '/ laatst op twee zo dapper vonk, Dat d'eene vlood, en d'ander hy hem zonk. 32 Aan de zyde van het oudfte glas, in 'twclk de Wapens der Burgemeestcren zyn gefchildert, ziet men ooknog het Wapenbord van den Zweedfchen Admiraal zeehelm. Zyn Wapen vertoont zig óp hetzelve, verbeeldende een zeilend Oorlogfchip, welk van agteren en van de groote fteng de Zwccdfche Vlag voert. Rondsom het Wapen ftaat, h. gt. zeehelm , Ad. y. Zweed, is geft. 27 Mey j:6ó8- — Verders zyn er nog eenige Graflieden in deeze Kerk van byzondere aanzienlykc perfoonen, te wydloopig alle te melden, als onder anderen, dat van Godefridus Frdncfscus Cromhout, die uit een aanzienlyk Roomschgezind huis in deèze Stad is gefproten, in welk het lyk van zyne Echtgendotc, Vrouwe Johanna ElizahethBleefen, het eerst geplaatst is. Deeze Grafftede beftaat uit een dubbeld Graf, gelegen regt voor den in gang der Grafftêe van den Huize van de Graaf, boven gemeld. De NIEUWE KERK. derzelver stichting. 1 De Nieuwe Kerk, zo genaamd, nadien dezelve Iaater is gebouwd dan de Oudé, naamlyk in den Jaare 1408 , of misfehien 6 Jaaren laater, is grootendeels gefticht, door eenen willem eggert, of zo hem anderen noemen willem eggaarts, lieer van Purmerende, en een groot Koopman te Amfterdam, ftaandc diep in de gunst van de Hertogen albhecht cn willem van b e y e r e n , Graavcn van Holland, welken hy dikwils met groote geldfommen onderlteunde , om welke redenen, hy van laatstgemeldcn verfcheidene voordelige G 3 Pri-  io4 GEESTELTKE GEBOUWEN? Privilegiën voor de Stad Amfterdam, en voor zig zeiven verfcheidene voordeden verkreegen heeft, als onder anderen deAmbagtsheerlykheid vznPurmer en Purmerland, en kort daarna het aanzienlyk ampt van Thefauricr des Graven, waar door hy byna het gezag van eengraaflyken Stedehouder verkreeg. Hy overleed op den 15 July 1417, cn werd in deze Nieuwe Kerk, in het Choor of dc Kapclle, welke federt dien tyd , Willem Eggerts Choor of Kapel is genaamd, begraven. Ten Zuiden van het groote Choor; ter wederzyde van een balk ziet men nog zyn Graffchrift, tusfchen twee Pilaaren , op deeze wyze gefield. Anno MCCCC ende XVII den XV dag in Julio, ftarf de Eerbaare Heer Willem Eggaart, Heer tot Purmerende, gedoyteert met twee Vicarien , mede fundateur van deze Kerk, die begraven is onder deeze blaauwe fterk. Ook ziet men zyn Wapen, omtrent boven het Graf, tegen de Zuidermuur uitgehouwen. Men zegt, dat zyn dood de hoofdoorzaak is geweest, waarom de Kerk niet geheellyk volgens de fchetze der Hoofdkcrke van Amiens • in Picardye, is voltooid geworden, zo als men voorneemens was. Deeze gefchilderde fchets word nog in de Kamer van Kerkmeestercn bewaard. LIGGING EN GEDAANTE VAN DE NIEUWE KERK. h De Nieuwe Kerk, gelegen aan den Nieuwen-ZydsVoorburgwal, is gelyk de Oude Kerk, een aanzienlyk kruisgebouw, hebbende alleenlyk in 't midden, een kleinen fpitfen Tooren, vermits de groote Tooren, die men voornemens was in 't Westen te ftigten, en reeds op de helft van de hoogte der Kerke opgetrokken was, onvolmaakt is gebleven, en van boven met een yzeren Leuning bezet. Doch deeze Tooren is onlangs zedert wei- ni-  De NIEUWE KERK. 103 rilgc jaaren geheellyk afgebroken. — De Kerk heeft vier ingangen, van welke de voornaamfte in 't Westen by de geweezene onvolmaakte Tooren is gemaakt. Van de andere ingangen, is één in 't Zuiden, die op den Dam uitkomt , één in 't Noorden, ten einde van de Gravefiraat, en één in 't Oosten, in de eertyds zogenaamde Elendige fteeg. Boven in den gevel van 't Zuider Kruispand, ftaat een fraaye Zonnewyzer. 3 De Nieuwe Kerk geraakte, in den Jaare 1645,op den nden January, by ongeluk, van boven en van binnen geheellyk in brand, maar werd fpoedig herfteld, en na de herbouwing heeft ze omtrent dezelfde gedaante gekreegen, die zy tot nu toe behouden heeft. Dezelve is 315 voeten lang, en met de kruispanden 210 voet breed. Het Gebouw rust op twee en vyftig hardfteenen Zuilen, en word verlicht door 75 groote glasraamen. In het midden van de Kerk hangen vyf groote, en rondsom twaalf kleine kopere Kaarskronen: eerstgemelde hebben ieder 30, doch de anderen ieder 20 of 16 armen met Blakers. chooren en kapellen. 4 De Nieuwe Kerk was eertyds ook van Chooren en Kapellen voorzien, gelyk de Oude Kerk, doch van de meeste derzelve heeft men weinig meer dan derzelver naa« men kunnen nafporen; deeze waren onder anderen. Aan de Zuidzyde der Kerke. I 5if. Joris of Schutters-Choor, agter het vertrek waar thans de Kerkenraad vergadert. II Willem Eggerts Choor, naast en ten Noorden van het Schutters Choor. III 't Choor van Jan Dirkszoon Si 11, eenigzins meer Noordwaarts, zynde van de Kerk afgefcheiden met een G 4 hou-  so4 GEESTELYKE GEBOUWEN, houten fchot, en thans dienende tot eendoorgang naar des Kosters wooning. IV Jacob Verbergen Choor, het welk ook met een dergelyk fchot van de Kerk is afgezondert, en nu tot gebruik van dc keuken voor den koster dient. Jacob Meeuwszoons Choor, thans tot een ftookhuis wordende gebezigt. Aan de Noordzyde waren V Het Metzelaars- of Vier-gèkroonde Choor, in 't Oosten , thans de Oostelyke uitgang, daar het Altaar plag te ftaan, Het wapen van Loen en Boelen (fond weleer in een glas van hetzelve, VI Het Boelinger of Otters-Choor, daar naast, is afgeperkt met een Balustrade van Arduin fteen , naar de Koïintifchc orde en verder met een houten fchutting, dienende nu tot eene bergplaats voor den gravemaker, VII Het Drapeniers-Choor daar op volgende, is desgelyks met eene Balustrade van Arduinftcen, waar op een houten fchutting ftaat, van de Kerk afgezonderd, wordende thans gebruikt tot een timmerloots. VIII Vervolgens ziet men het Heilige Kruis-Choor, ook al van de Kerk afgefchciden met een houten hek, dienende thans voor de Diaconie tot het uitdeden van aalmoefen. Voorts waren 'er weleer nog eenige andere Kapéllen en Chooren, waar van weinig meer dan de naamen zvn overgebleven , als de Kapel van Jacob den meerderen ,van Se. Laurens Kapel, en lieve Vrouwen Kapel, de Kapel yan het Heilige Graf enz. Alle deeze byzonderheden zyn flegts merkwaardig voor Konst - Liefhebbers, den Roomfchen Godsdienst toegedaan : die meer van de Chooren Kapellen en Altaaren wil weeten , kan de befchryvinge' van Amfterdam nazien. O E-  de NIEUWE KERK. 105. gesghilderde glasen. Onder de Glasraamen van de Nieuwe Kerk zyn verfcheiden nieuwe, welke fraay zyn gefchilderd. 5 Een zeer konftig gefchilderd Glas ziet men in 't Noorder-kruispand, boven den ingang, in 'twelk Graaf willem de IV verbeeld word; befchenkendc de Stad met een driekruizig Wapenfchild, maar dit Glas is door den tyd merkelyk befchadigt. 6 Regt tegen over dit Glas, boven den ingang in het Zuider kruispand zag men weleer dergclyk konftig gefchildert Glas, verbeeldende het fchenken van hetVoorregt, om de Roomsen-Koninglyke Kroon boven het Stads-wapen te mogen voeren, doch dit Glas door 't weêr al te zeer befchadigt zynde, is al voor lang weggenomen. Beide glasraamen waren verfierd met de Wapens vanBurgemeesteren, toen regeerende, met welken eerstgemelde Glas nu nog verfierd is. 7 Nog drie nieuw konftig gefchilderde glafen ziet men ten Zuiden van 't groote Choor, boven den ingang van de Kapel van 't Heilige Graf, vertoonende het Heil der Vrede, door verfcheidene Zinnebeelden. Als, dc Oorlog geboeit, de Kryg met haar aanhang vertreden, Mars gekluisterd, de Vrede op den Throon, tredende den- Twist onder haare voeten; de Welvaart van Land en Zee ziet men, in haar vollen bloei, allerlei rykdommen voortbrengende , die door allerlei foort van uitheemfebe koopmanfchappen vertoond worden; dc Boeken duiden'de Geleerdheid, Kon (ten en Weetenfchappen aan, diebyvreedigc tyden bp luiken. De Wapens der 36 Raaden toen in wezen zynde, ftaan op den voorgrond. Aan de vier grootfte Zuilen van 't houten midden gewelf, ziet men 4 Engelen Beelden ftaan, onderfchragende het gewelf. G 5 ge-  lotf GEESTELTKE GEBOUWEN, GESTOELTENS IN DE KERK. 8 De Kerk is rondsom, tusfchen en tegen de pilaarcn en muuren , met fraaije Gelbelten voor de Regeering en mindere ftandsperfoonen bezet. Onder deeze allen munt inzonderheid uit de Predikftoel, welke op dezelfde wyze, als de voorgaande , die 1645 door den brand vernield werd, fchynt gemaakt te zyn. De tegenwoordige is rondsom verfierd met konftig gefnedene beeldjes. Onder aan ziet men in vier vakken, van vooren en ter zyden, eene afbeelding van de vier Euangelisten. By dezelven vertoonen zig de beelden van dc Sterkte, 't Geloof, de Liefde, de Hoop, dc Geregtigheid en Voorzigtigheid. Hooger op ziet men de zeven wei-ken van Barmhartigheid , 111 diepe verfchieten geplaatst , en afgebeeld door kleine beeldjes. De Kap van den Stoel is van onderen met fraai loofwerk uitgehouwen, en heeft boven zig een doorfchynende tooren , met verfcheidene omgangen , op welke kleine beeldjes, die fchynen te wandelen , en andere fieraaden, aartig gefheden, zig vertoonen. Inzonderheid is merkwaardig de leuning van den opgang naar den Predikftoel, zynde met wyngaardsbladen doorwerkt, en op denzelven ziet men een dik bogtig touw liggen, het welk zo konftig van hout is uitgefneden , dat het byna van hennip fchynt gemaakt te zyn, rustende op eenige kleine wigtjes. De maker van deezen fraaijen Predikftoel was de beroemde Beeldhouwer ALBERTUS VINKENBRINK. — HOLSTEYN heeft een konstplaat van deszelfs gedaante uitgegeven, welke van kenners zeer geacht wordt.  bi NIEUWE KERK. 10? ORGELS IN DE NIEUWE KERK. 9 In de Nieuwe Kerk ziet men twee Orgels, èen groot en een klein. Het groote Orgel, door den vermaarden Bouwmeester van Kampen opgerigt, vertoont zig zeer iieriyk boven den Westelyken ingang van de Torendeur, behoevende in fraai geluid en fieradeu voor geen ander in geheel Nederland te wyken. Hetzelve rust op vier halve cn twee heele marmere Korintifche Zuilen, welkervoetff.ukkcn en kroonlysten zeer fraai zyn verfierd. - Aan weerskanten van deeze Zuilen ftaat een zwaare vierkante hooge Penant, of Impost, van wit marmer, waar allerlei flag van Muziek-Inftrumenten uit marmer zyn uitgehouwen. Het Orgel zelve is zeer konftig gemaakt , en kan met vier deuren gefloten worden , welke fraai zyn befchildert, door jfohannes Bronkhorst, met eenige Gefchiedenisfen van Saul en David. 10 Op de twee eerfte deuren van binnen word Saul verbeeld, te paard zittende , en David met het hoofd van Goliath , komende Saul te gemoet, zynde verzeld van zingende en (pelende ryen van Jerufalemfche Maagden. Op de twee andere van binnen, ziet men Saul op den Troon zitten , trachtende David, welke voor hem fpeelt, met zyn fchicht tc doorgrieven. Aan den buitenkant wórd de zalving van Saul tot Koning over het huis van jFuda afgebeeld, zynde met danzendc enfpeelendeMaagden omringd. — Voorts beftaat dit Orgel uit 43 Registers of ftemmen, van welke de vox humana of menfehenftem zeer vermaard is door geheel Nederland. 11 Het kleine Orgel ziet men in 'tZuider kruispand, bewesten den ingang, daar men van den Dam af inkomt; dit Orgel verfchilt zeer veel van het groote, doch bezit eene goede refonantie. *> het  w» GEESTELTKE GEBOUWEN, HET GROOTE CHOOR. 12 Dit Choor is van vooren met een uitmuntend konftig Hek, van gegootcn koper , verfierd , en rust op eenen marmeren Balufirade of voetftal, met uitgehouwen werk van zwart en wit marmer. Twee zwaare koopere Deuren fluiten den ingang. Een zwaare koperen Lyst, die in 't midden met het Stads-Wapen pronkt, welk vastgehouden word door twee Leeuwen , word door zes' zwaare vierkante Pylasters , tusfchen welke 17 gevlamde en 14 regte maar kleine Pilaaren geplaatst ftaan, onderftcund; zynde alles met fraai loofwerk verfierd, en 13 voeten hoog. 13 Dit Choor word voornaamlyk gebruikt tot de plégtigheid van Egtverbintenisfen , des Zondags , en fomtyds ook in de week, ten welken einde daar een Predikftoel en bekwaame. Zitbanken zyn opgerigt. Verder word hier, om 't zevende Jaar, eene Synodale Vergadering gehouden. Ook worden hier tweemaal in 'tjaar, naamelyk 's Vrydags voor Paafchen, en Vrydags voor Kersmis , de pryzen uitgedeeld aan de naarftigfte Leerlingen der Latynfche Schooien, by welke gelegenheid zodanige Scholieren, die tot dc hooge School overgaan , gewoon zyn een Oratie of Reden voering in de Latynfche taal te doen, in tegenwoordigheid van alle Scholieren, Meesters , Schoolbczorgers en andere perfoonen van aanzien.' KERKENRAAD S VER GADERPLAATS. 14. Dc vergaderplaats, daar tegenwoordig de Kerkenraad, des Donderdags na den middag in de Nieuwe Kerk byeenkomt,is een ruim en fraai Vertrek, gelegen Oostwaards van den Zuider ingang, op den Dam. Aan ieder zy-  de NIEUWE KERK. 109 zyde ziet men twee ryen bekleedde Zitbanken ftaan. In 't Westen is een fierlyke Schoorfteen. Twaalf oude gefchilderde afbeeldzelfs van de eerfte Kerkhervormers hangen , langs den Noorderlyken Wand , die weleer aan den Krygsraad vereerd zyn , door den Heer Schepen Gerard van Papenbroek, op den 24 January 1743. het comptoir van kerk meesteren. 15 In dit Comptoir hangt een Wapenbord der Kerkmeesteren, op het welk ruim 80 Wapens zyn uitgebeeld en voor den Schoorfteen ziet men het getal 1666. de weeskamer. 16 Deeze Kamer is een lang en fmal Vertrek, houdende de Wees-Boekhouders daar in hun verblyf. Men bewaard hier de Papieren-Effecten , in eene Kas, welke met eene houten en eene koperen deur gefloten, in een der Kerkpilaaren is ingewerkt. Merkwaardig is het, dat eene zilveren Schaal in een dier Laden van deeze Kas bewaard word , welke , naar zekere aantekening , aan dezelve gebonden , weleer by het vieren van het Avondmaal plag gebruikt te worden , door de Gereformeerden van St. Martyn in Frankryk. Aan deeze Schaal ziet men een klein houten zogenaamd Geuzennapie hangen, op een ivoorcn voetje. Voor den Schoorfteen ftaat eene zinnebeeldige vertooning van de zorg, welke men voor de behoeftigen aanwend, inzonderheid voor zieken en gebrekkelyken , zynde gefchildert door Louis Fabricius du Bóurg. De Mildaadigheid ziet men daar op de Wolken afgebeeld , en in 'tverfchiet de Godshuizen der Diaconie. Ook ziet men,, in dit Ituk, de naamen van de Wees-  Ho GEESTELYKE GEBOUWEN, Wees-Boekhouders , welke , zedert het fchildery hier geplaatst is, in dienst geweest zyn. pragtige begraafplaatsen. Begraafplaats van jan van galen. 17 In het Noorder gedeelte van de Kerk, fchuin agter den Predikftoel, vertoont zig het marnieren Graf van den Commandeur jan van galen, welke , in den Jaare 1653 > na een zegevegt met de Engclfchen , in 'twclk hy de overwinning behaalde, aan zyne wonden overleden is. Hy ligt geharnast op eene verhevene tombe van wit marmer, op welker voorzyde een zecflag is afgebeeld, waar onder men deeze vier regels leest: Hier kit in 't Gr af van eer den dapperen vak galen, Die eerst ging buit op buit Kast Uien afhalen, En, met een Leuwen hert, naby't Toskaanfche firant,. De Britten heeft verjaagt, veroverd en verbrant. 18 In een zwart marmeren tafereel boven de Tombe geplaatst, die met eene Scheepskroon is bedekt, onder het Wapen der Vereenigde Nederlanden , en met Vlaggen, Wimpels , Spietfen , Zwaarden en ander Oorlogstuig verfierd, leest men in 'tLatyn zyne heldendaaden enverxigtingen. Begraafplaats van david sweers. 19 Zuidwaards van 'tChoor,.tusfchen twee Pilaaren, ziet men de Graftombe van den dapperen Zeeheld Kapitein david sweers. Boven dezelve ziet men hec vra-  de NIEUWE KERK. m wapen , de degen en de yzeren handfchoenen van den held hangen, onder welke gelezen word: david sweers, capiteyn, getrouwe yk voor 'tvaderland gestorven, in de victor1euse ba taille tecens de twee koninglyke vlooten van vrankryk en engeland, op dek XXL aucüstï MDCLXXIII. Begraafplaats van michiel adriaanszoon de ruiter. 20 De Graftombe van dien voornaamen Zeeheld, en Luitenant. Admiraal-Generaal munt uit boven anderen en werd vier jaaren na zyn dood opgerigt, aan 't einde van 't Choor in 't Oosten , en is voor liefhebbers van konst wel dubbeld bezienswaardig; dat fraaye ftuk werks werd eerst ontworpen door den Beeldhouwer romboux verhulst , welke het naderhand in fteen uitgehouwen heeft , zynde omtrent 30 voeten hoog en 30 voeten breed. — De beeltenis van dien Zeeheld is van witmarmer uitgehouwen , liggende eenige voeten boven den grond; houdende de ftaf van commando in zyne regterhand, terwyl zyn linkerhand op de borst, en zyn hoofd op een ftuk gefchuts rust. Twee Tritons , welke op een grooten zechooren blazen, liggen aan het hoofd- en voeten-einde. Aan weerszyden van de Tritons bevinden zig twee zwarte marmere Kolommen, welke het bovenwerk onderfteunen. Tusfchen die twee Kolommen vertoont zig op den agtergrond een fcheepsftryd , boven welken een Stevenkroon door twee Wigtjes word vastgehouden ; vier andere onderfteunen de Wapens van Holland en de Vereenigde Provinciën in de hoogte. Een bi-  ffy GEESTELTKE GEBOUWEN, bazuinende Faam (laat tusfchen beide. In de lyst vertoont zig het Wapen der Generaliteit, en daar op dat van den Admiraal , zynde rondsom bezet met Vlaggen. Buiten de marmere Kolommen vertoont zig,in een vak, aan de rcgterhand , het beeld der Voorzigtigheid', en in een vak aan de linkerhand, het beeld der Standvastigheid. Geheel om hoog, in 'tmidden , is het Wapenbord van den Admiraal geplaatst, op welk het Jaar van zyn overlyden te leezen ftaat. Ouder zyn leggend beeld leest men in gouden capitale letters, in een zuiverften toetfteen, een Latyns opfchrift, behelzende zyne daaden en verrigtingen. 21 Aan beide kanten van dit Graffchrift, maar een ■weinig inwaards , ziet men twee Latynfche verfen van den vermaarden nicolaas iieinsius , met gouden letters , in een zwarten toetlTeen uitgehouwen. De Grafkelder van den Admiraal heeft zyn ingang van buiten en agter 't Choor, boven 't welk men leest: INTAMINATIS FULGET HONOPvIBUS, dat is: hy blinkt in onbezoedelde eer. 22 Ook rusten in deeze Grafkelder de lyken van Jonker jan pauluszoon van gelder, behuwd zoon van .de ruiter , die op den 21 Augustus 1673 is gefneuveld ; als mede engel Baron de Ruiter, zoon van den Admiraal ; ook joiiann de witte en miciiiel de witte. De eerfte een fchoonzoon, en de andere een kleinzoon van de ruiter, liet Wapen, benevens de helm , degen en haudfehoenen van van gelder, de eenigfte van  de NIEUWE" KERK. 113 ▼an de vier, welke al vechtende omgekomen is , ziet men aan den naasten Pilaar opgehangen, onder welke men leest: Hier rust die dapper zich in Neêrlands Scheepsmast droeg, Toenfe in een Jaar driemaal twee Konings Vlooien peg, Hy is met zegenpraal voor 't Land op Zee geftorven , En heeft, door lof en eer, hier V Heldengraf verworven, 23 Ook ziet men in deeze Kerk het Graf van den vermaarden Dichter, joost van vondel, gelegen bezuiden het Choor , naar den kant van den ingang der Kerke,op den Dam. Hy ftierf hier, op den 8 February 1679, in den ouderdom van 91 Jaaren , 2 Maanden en 9 dagen , en werd begraven onder een gemeene zerk , zonder eenig Opfchrift , het welk te verwonderen is , dat zig niemand te dier tyde bemoeide, om dien uitmun. tenden Poeët, met een Eereteken op zyn Graf, ter zyner gedagtenis te verfieren. — Omtrent drie Jaaren na zyn dood liet echter de Heer van Wlmmenum en Vromade, oud Schepen en Raad deezer Stad, deeze drie regels op 's Dichters Grafzerk houwen: hic jacet vondelus, pflOEBO ac mus is amicus. dat is: hIer rVst Van VondeLhooghbeIaarDt. apöLL© en zIIn zangberg VVaarDt. Merk-  ii4 GEESTELTKE GEBOUWEN, Merkwaardig echter is het, dat 93 Jaaren na den dood van dien grooten Dichter, naamelyk in den Jaare 177a, (een tydperk nog iets meer dan de gehcelc leeftyd van dien Poëet) het Kunstgenootfchap alhier, onder de zinfprcuk, Dihgentice Omnia, 'smans uitmuntende verdienf ten overwogen hebbende, ter zyner cere, aan een der Pylaaren van de Kerk, waar in hy begraven werd, met goedkeuring van denEd.Gr. AchtbaarenMagiftraat, een eenvoudig, maar fraai gedenkteken, weinige treden van zyne Grafftede af, op hunne eigene kosten, heeft doen oprigten.- Dit gedenkftuk werd, door den beroemden Stads Beeldhouwer, anthony zisenis, naar de vinding cn ordonantic van den vermaarden Konstminnaar en Kenner,denHcere cornelis ploos van amstel jacob cornelisz. , mede Directeur der Teken - Akamie alhier, vervaardigt; verbeeldende eene antique Tombe op een voet, uit zwart en wit marmer; op dezelve ziet men een Urna ofLykbusvan wit marmer gehouwen , verfierd met twee Festonnen van Lauwerbladen, wier einden van de bovenhoeken der Tombe afhangen; op den bovenrand van de Tombe , onder den voet van de Uma, leest men het fterfjaar van den Dichter, aldus overleden mdclxxix. Pp den middcnfleen , zyn naam in groote gouden letters: VONDEL, en op het voetftuk van den voet: jpoor 't kunstgenootschap onder de zinspreuk: diligent1/e omnia. m d c c l x x i i..  De NIEUWE-ZYDS KAPEL. ï Deeze Kapel werd van ou3s de Heilige Stede geKaamt, en daar ter plaatfe gcfticht , uit hoofde van een Mirakel, 't welk aldaar zou zyn voorgevallen, met een ziek mensch, die het Sacrament ontvangen hebbende, 't wederom uitbraakte, cn hetzelve in het vuur gefmeten zynde, na verloop van eenigen tyd, onbefchadigt daar uit was genomen, en in een kist is bewaard geworden. Deeze kist, in welke het Sacrament of de Hostie gelegd wierd, is, zo men wil, nog in wezen, en word in het. Burger-Weeshuis bewaard. Dezelve is 17 duim hoog, ruim 16 duim breed, en over het dekzel genieeten, ruim 32 duimen lang. Van vooren zyn drie yzeren floten. Het dekzel is befchildert met drie witte Hostiën in de vlammen; twee dergelyke zyn tegen de einden, en ook nog een van vooren, voor welke laatfle twee Engelen knielen , doch alle deeze figuuren zyn merendeels uitgefleten en vergaan. De Heer Wagenaar heeft 'er in zyne befchryvinge van Amfterdam eene afbeeldinge van in. prent gegeevcn, pag. 122. II Stuk. Ed. in Folio. De Kapel is gelegen inde Kalverftraat, tegen over het Burger-Weeshuis, alwaar zy haaren aanzienlyidten ingang in 't WTesten heeft. Nog zyn 'er twee andere ingangen , één in het Oosten op 't Kokkin , en één in 't Noorden, in de Wydc Kapelfteeg. In 't Westen ziet men een fpitfen Tooren ten dake uitfteeken. 2 Dc grootte van de Nieuwe-Zyds Kapel word gerekend op 185voeten lengte,en 130 voeten breedte, wordende door 30 groote Glasraamen verlicht. Twintigronde fteenen Zuilen onderfteunen het gewelf. - Tien fraaye koperen Kaarskroonen dienen , om de Kerk des avonds te verlichten. Drie fierlyke koperen Boogen zyn over «le drie toegangen naar het Doophuis gelegt. De fchuine II 2 Plaa-  nfi GEESTELYKE GEBOUWEN, Plaaten, op welke de Predikant en dc Voorzanger dea Bijbel leggen , zyn desgelyks van doorluchtig kooper zeer kondig uitgewerkt. Eene ruime Galery voor de Weeskinderen vertoont zig tegen den Wcstergevel der Kapelle. Hier regt tegen over, in 't Oosten , ziet men een net Portaal, beftaande beneden uit zes groote en boven uit zes kleiner geflingerde Kolommen, welke een klein Kapelletje onderfteunen. Noordwaards is een klein Orgel geplaatst, wier deuren fraai gefchildert zyn, vertoonende aan dc eene zyde, Davids inhaaling, na het verdaan van Goliath, cn aan dc andere zyde, ecnen fpelenden Davit!, door Saul met de fpiefe gedreigd wordende. 3 In 't Comptoir van Kerkmecsteren, aan de Noordzyde van de Kapel gelegen, hangt een groot Wapenbord van Kerkmecsteren, federt het Jaar 1519. Het Wapen en Zegel der Stad, benevens de Wapens van vier Kerkmeesteren , Tielens, Pancras, Scot cn Valconier, ziet men voor den Schoorfteen-Mantel, welke ten tijde van voornoemde Kcrkmeesteren fchynt gemaakt te zyn. Ook is het Schoorfteen ftuk vry wel gefchildert. 4 In het Kabinet van Kerkmecsteren worden nog eenige brokken bewaard , van een gedoodverwd Schilderftuk, op welk het Mirakel der Heilige Stede, en byzopderlyk de Vrouw, die dc Hostie onbefchadigt uit het vuur grijpt; de plegtïge omgang met de Hostie, het aanbidden derzelve, door Engelen en menfehen, en meerandere byzonderheden afgefchildert zyn. 5 In den Zuidoostelyken hoek van de Kapel is nog een gedeelte of ovcrblyfzel van een fraai Glas te zien, 't welk de Aarts - Hertog Maximiliaau aan de Kapel der Heilige Stede prefent gedaan heeft , in den Jaare 1484, na dat ny van zyne ziekte herftcld was. Van het geheele glas kan men eene Prentverbeelding zien, in de befchryvinge fan Amfterdam van den Heer Hagenaar p. m, ft Stuk.  11?. de OUDE-ZYDS-KAPEL. i De Oude - Zyds - Kapel is gelegen aan 't begin van dea Zeedyk, by den Kamperftyger, hebbende aldaar twee ingangen , en twee andere ingangen in de Kapelfteeg. Boven den voornaamften ingang, in 't Noorden , op den Zeedyk, vertoont zig een geraamte, benevens eenige doodsbeenderen, en eenige kooren-airen daar uit opreizen, in fteen uitgehouwen, en waar onder men de volgende latynfche woorden leest: spes altera vit/e. Dat is: De andere hoop des Levens. % Deeze Kapel is iao voeten lang en 90 voet breed, en op dezelve een fierlyk Toorentje meteen omgang. Het gewelf, aan welks Schoorbalken men, hier en daar, nog eenige oude Kopftukken en Beekjes befpeurt , rust in het midden, op drie, en ter zyde langs de muuren, op zeven Pilaaren. Vyf groote Glasraamen met het Stads Wapen, en 't Koggefchip uit Stadszegel befchildert, en drie kleine Glazen, onder eene ruime Gaandery, in't Zuiden, verlichten de Kapel van binnen, eu in 't midden hangen vyf koopere Kaarskroonen. Het gebouw deezer Kapelle is, in den Jaare 175a, merkelyk verbeterd geworden. de GASTHUIS KERK. 1 De Gasthuis Kerk, gelegen op de oude Turfmarkt, alwaar haar voornaamfte ingang is, loopt met een elleboog of winkejhaaksgewyze, tot aan het Gasthuis Hof, H 3  >ii8 GEESTELTKE GEBOUWEN, alwaar een tweede ingang is. Ook heeft de Kerk nog een derden ingang, in welken men uit de lange Gaandery van het Gasthuis komt. Het is een ouden fmal gebouw, hebbende van binnen, ter wederzyde, lange fmalle Galeryen, onder welke zitbanken zyn geplaatst. De Predikftoel ziet men, in 't Oosten, digt by den hoek des winkelhaaks , voor de Galery. Eenige zitplaatfen voor de Wethouderfchap, Regenten van 't Gasthuis en mindere Standsperfoonen, zyn aan weerskanten op en onder de Galery gemaakt. In 't ruim van de Kerk hangen verfcheiden koperen Kaarskroonen. Ten Zuiden van den Predikftoel is een Doophuis afgezonden:, 't welk echter niet gebruikt word. 2 Op de Galery in den Noordwestclykcn hoek van een gedeelte der Kerk , welk zyn ingang op de Turfmarkt heeft, hangt nog tegenwoordig een oud gedenkftuk van dc Brocderfchap der Jeru/alems-Vaarders,.die hier in de 'vyftiende en zestiende Eeuw in wezen geweest zyn, en haar oorfpronk verfchuldigt is aan de reizen in bedevaart naar 't Heilige Land, welke toen nog door zommigen ondernomen wierden. Dit gedenklhik beftaat in een oud Schildery, hi't welk elf zulke Jeru/alems-Vaarders, Burgers deezer Stede, elk met een zogenaamde Jcrufalem» 'fche veer in den arm, knielende ter wederzyde van een altaar, op 't welk een kleed ligt, met het Wapen van Jerufalem beftikt, zyn afgebeeld. Boven aan de Schildery -ziet men de Wapens van deeze elf mannen, benevens een Wapen van Jerufalem, welk het zesde in getal is. De eerfte letters van de naamen der Jerufalems Vaarders ftaan onder de Wapens, en onder aan de Schildery leest men : Pieter Heimicxzoon pmeer, was te Jent. falem Ao. 15:5. Coen Barenisz. Ao. 1550. Cornelis Corveliszoon Velt, Ao. 155.1. Jan Wout er sz. G"ael Ao. 1553. Matthys van 'Bancken Aö. 1553. Wouter Brugmans Ao. 1557.  de GASTHUIS KERK. u? 1557. Floris Gerritz. Ao. 1560. Thomas Symonsz. Ao. 150T. PieterGysbertz. Ruysch Ao. 156a. Reyer WiUemsz Ao. 1562. Evert Jansz. Backer Ao. 1563. 'sHeilands Hemelvaart ziet men boven het Altaar gefchildert, cn in den onderden rand der Schildery, in vier vakken, 'stleilands Opftanding, 't bezoeken van zyn Graf, zyne verfehyning aan Maria, en aan zyne Discipelen. Doch het Schilderftuk en 't gefchrift hebben reeds al veel geleden, door de langduurendheid van tyd. de ZUIDER KERK. Het begin der ftigtinge van deeze Kerk was, gelyk uit een Opfchrift van binnen in de Kerk tegen den muur van den Tooren te zien is, op den 22 Augustus 1603, wanneer de ifte fteen gelegd wierd. Toen werd het werk vier jaar geftaakt, en tot 1611 verder voltrokken, doch de muur en ingangen van 't Kerkhof werden eerst in 't jaar 1614 voltooid. Dit Jaartal ziet men ook nog aan de Tooren boven den Uurwyzer. 1 Dc Zuiderkerk is gelegen, tusfchen de nieuwe Hoogftraat en Raamgragt, hebbende vier ingangen; twee in de Santftraat, wier Oostelykfteeerst, in 'tjaar 1733, gebouwd is; één in de Santdwarsftraat, en één op St. Antonies rjreeftraat, door deezen gaat men ook naar het Kerkhof. Deeze ingang beftaat in een hardfteenen poort, in welker Frontefpies, eene doodbaar, doodshoofden en beenderen zeer konftig zyn uitgehouwen. 2 De grootte van de Kerk is binnenswerks 138 voeten lang, en 91 voeten breed. Het middendak yan de Kerk fteekt verre boven de twee zyddaaken uit, en rust op tien zwaare ronde fteenen Pilaaren, vyf aan weerskanten. De Kerk heeft 16 ongefchilderde Glasraamen, in Wier midden, alleen , het Wapen en Zegel der Stad H 4 ftaan.  43o GEESTELTKE GEBOUWEN, ftaan. In liet midden is de Kerk verfierd,met vier groote , en in de omgangen met acht kleine Kaarskroonen. In den Jaare 1660, werd in 't Zuiden van de Kerk eene ruime Galdery gemaakt, voor de Diaconie Weeskinderen, by welke, in 't Jaar 1749, nog eene andere is gebouwd, boven den ingang in 't Noordoosten, ten diende der toehoorderen in 't gemeen. 3 De Tooren van de Zuider Kerk ftaat in 't Zuidwesten, en is tweehondert zeven-en-dertig voeten hoog, hebbende drie ommegangen , van welke de eerfte van onderen, hondert en vyf voeten hoog is, en de tweede 30 voeten; op welken aan de vier hoeken, vier hardftecnen Kolommen van de Jonifche orde en van gelyke hoogte ftaan. De derde omgang , die omzingeld is, met eene fteenen leuning, is 31 voeten hoog, gerekend van het bovenlte gedeelte van den tweeden omgang. Van den derden omgang tot aan het Kruis gerekend , zyn nog een-en-zeventig voeten. 4 Het gebouw van de Tooren, op zig zeiven aangemerkt, wordt van de Kenners der Bouwkunde zeer gepreezen. De Kap of Koepel is doorlugtig cn met een fraai Klokkenfpel voorzien. Men zegt, dat jan adriaanszoom leegwater, de Maker van dit Uur- en Speelwerk geweest is. 5 In het Comptoir van Kerkmeesters ziet men ecu fraai Schilderftuk hangen, hetwelk door ferpinand bol , in 't Jaar 1669, is gefchildert, cn het aanbrengen der gefchenken tot den opbouw van Salomons Tempel verbeeld. De vier Wapens van Kerkmecsteren, die, in 't voornoemde Jaar,in dienst waren, ftaan in de vergulde lyst van dit Schilderftuk. 6 De Zuider Kerk heeft nog alleen hier ter Stede een Kerkhof, zynde de overige Kerkhoven, welke ook by andere Kerken plagten te zyn , verdweenen of verplaatst;  de ZÜIDER KERK. 121 plaatst; intusfchen wordt op het Zulder Kerkhof 'zelden begraven. Men heeft daar flegts eene dubbele -Grafkelder boven den grond opgebouwd, zynde met twee Zerken gedekt. Dezelve is toebchoorende aan het gellagt van Ifaak Hartman en Jaapje Hanfe Roodènburg, egte lieden, die hier de eerfte, in den Jaare 1684, en de andere in 1701, is begraven , zynde hunne Wapens boven den Grafkelder geplaatst. De Bouwmeester van deeze Kerk word gezegt geweest te zyn hendrik kiïyzer, die ook nog veele andere Stads Gebouwen gemaakt heeft, zo hier als elders, als de Westerkerk, de Noorderkerk, de Beurs, de Haarlemmer Poort, de Jan Roodepoorts en Reguliers Tooren in deeze Stad, en te Delft, het Graf der Prinfen van Oranjen , als ook het Graf der Vorften en Stadhouders van Friesland te Leeuwaarden , en meer andere Gebouwen. de WESTER KERK. 1 willem de vry, Zoon van den regeerenden Burgemeester, fredrik de vry, heeft in den Jaare 1620, op den 9 September, den eerften fteen aan dit gebouw gelegd, ter welker gedagtenismeneen opfchriftkan zien, boven cenen ingang naar's Kosters wooning, bezuiden da Westerdeur van binnen in de Kerk, zynde van d*n volgenden inhoud: Tot oefening van de Christelyke Religie is deeze. . Wester-Kerk geftkht Ao. MDCXXe/ra IX Septcmbri, de eerfie ff een geleyd, ende Ao. MDCXXXI op Pinxterdach de eerfte Predicatie gedaan. 2. De WesterKerk heeft vermoedclyk haaren naam ont« vangen,. om dat dezelve in het Westelyk gedeelte van H 5 d<  fel GEESTELTKE GEBOUWEN, üe Stad geffigt is, fïaande op een ruime Markt met Boomen bezet, en tusfchen de Leliegragt en Rcftraat gelegen. Deeze markt Was wel eer een Kerkhof, 't welk Oostwaards van de Kerk, met eene fraaije Poort van de Toskaanfche orde verfierd was, en voor een meesterlluk van de konst gehouden wierd, wegens de fieraaden, die boven deeze Poort plagten te ftaan. Men ziet nog dergclyke fieraden boven de twee ingangen der Kerk in het Oosten, zynde de Zuidelyke van deeze eene loofe Poort. De twee andere ingangen zyn in 't Westen en Zuiden. Na de Reformatie is ze de grootfte en aanEienlykfte Kerk van alie Kerken , welke hier zedert dien tyd zyn geftigt. 3 Dezelve is binnenswerks ió8 voeten lang en 97 •roet breed, hebbende het gebouw twee ftadien hoogte, welke beide verfierd zyn met Colommen van de Toskaanfche en Jonifche orde. De bencdenfte ftadie is 48 en de bovenfte 39 voeten hoog. Op dezelve rust het dak, welk 37 voeten hoog is, Vyf zwaare Pilaarcn ieder als een drieling zamengevoegd, onderfteunen de fteene gewelven van het gebouw, met derzelver boogen aan weerskanten. De Predikftoel ziet men tegen over een derzelven in het Noorden. 4 In den Jasje 1687 ftelde men een fraai Orgel op vier marmerc Zuilen, in 't Westen der Kerke, en boven den ingang. Dit Orgel heeft 37 Registers of Stemmen, en is van buiten verfierd met keurlyk en fraai beeldwerk. Boven het Orgel ziet men het beeld der Liefde , waar onder men leest, Deo et Proximo, dat is, Go de en den Naasten. De deuren van het Orgel zyn desgelyks fraai befchildcrt, door Gerard de Lairesfe. De onkosten tot dit Orgel werden, in het Jaar 1682 van Kerkmeesteren op zestien of negentien duizend guldens begroot. 5 Eene ruime Galery voor de Weeskinderen van het Aal-  be WEST E- R KER K. 123 Aalmoesfcniershuis gebouwd, rustende op vier fteenen Pilaaren , ziet men in 't Oosten der Kerke, welke naderhand, ten behoeve der toehoorderen in 't gemeen, is vergroot geworden. Vier kooperen Kaarskroonen hangen in 't ruim; ieder van dertig armen ,- en ter wederzyde agt kleinere. 6 Een fraai en kondig Schildery, door Jan van der Heyde gefchildert, verbeeldende de Kerk van buiten en van de Keizersgragt af te zien, hangt in het Comptoir van Kerkmeesters, dat een fraai vertrek is. Ook ziet men hier de Wapens van Kerkmeefteren, door den vermaarden Konstfchildcr, louis fabricius du bourg , in den Jaare 1750, in een zinnebeeldig tafereel, gefchildert. 7 De Tooren van deeze Kerk gaat alle andere Toorens' der Stad, in hoogte cn fraaiheid, te boven, en is gelegen in het Westen van de Stad, hebbende drie ommegangen ef tranfen. De voet van dc Toren, in het vierkant gerekent, beloopt 38 voeten. Van de ft raat af, tot aan den eerden ommegang, is de Toren 140'voeten hoog. Tusfchen den eerden cn tweeden ommegang, zyn zeer fraai bewerkte Kolommen van 48voeten hoog,op de vierhoeken geplaatst, tuSfchen welke, aan ieder kant van-den Tooren, het Stads-Wapen-is gevoegd. Tusfchen den twééden en derden omgang, is de Tooren doorlugtig, en met Speelklokken voorzien. En deeze tusfehenwydte is, ter hoogte van g'S voeten, desgelyks op de vier hoeken met fraaije Kolommen verfiert, en tusfchen deeze zyn vier Uurwyzers geplaatst. — Ook is de kap boven den derden ommegang doorlugtig, hangende in dezelve de groote Slagklok , die 150001 ponden weegt. De top van den Tooren is beneden't Kruis, met de Roomse!? Koninglyké Kroon gedekt, welke het Wapen der Stad Verfierd. De Kap tot aar. het Kruis heeft de hoogte van 73 voeten, derbalveir is de Tooren- in- zyn geheel 299 Vöe-  m GËESTELYKE GEBOUWEN, voeten , en niet 261 voeten, gclyk ze van fommige' Schryvers over Amfterdam abufief opgegeven word. Volgens aantekening van fommigen, zou jan adrriaansioon leegwater het Uur en Speelwerk in deeze Tooren gemaakt hebben. de NOORDER KERK. l De Noorder Kerk, vermoedelykaldus genaamd, naaien dezelve in 't Noorder gedeelte van de Stad gelegen js» ftaat aan de Westzyde van de Prinfegragt, tusfchen de Angelicrs en Brouwersgraften, op een Plein metBoomen bezet, welke men weieerde Prinfenmarkt, maar thans dcNoordermarkt noemt. De ftigtingvan deeze Kerk blykt uit ccn Opfchrift, boven den ingang in 't Noorden van binnen, luidende als volgt. Tot oefening van de Christelyke Religie is deeze Noordcr Kerkgefticht, Anno MDC.XX. den XV Ju9y den eerften fteen geleydt. Anno MDC.XXIII. volmaakt , ende op Paaschdag de eerfte Predicatie gedaan. i De Noorder Kerk is een fraai kruisgebouw, doch veel kleiner dan de twee andere voornoemde nieuwe Kerken, vermits zc Hechts 70 fchreden in haer omtrek heeft. Van binnen heeft ze eene acht kantige gedaante. In elk van de vier Gevels van het Kruis , zyn twee groote hooge Glasraamen, en een glazen rond boven ieder paar Glasraamen. De Gevels van onderen zyn elk twee en negentig voeten breed. Eene fraaije Baluftrade ziet men op 't Plat van eiken Gevel ftaan, en een fierlyke Tooren fteekt uit het dak, welke tot aan den Kloot, die 't Kruis en den YVegwyzer draagt, 54 voeten hoog is. 3 D&  De NOORDER KERK. 125 3 Dc Kerk heeft twee voornaame ingangen, den in 't Noorden en één in't Zuiden, zynde beide, binnen waards. Poorten van de Dorifche bouworde, welke ieder twaalf voeten hoog zyn. Boven ieder van dezelve ffaat her, gekroond Stads-Wapen. Boven den Zuider ingang van binnen , ftaan het Geloof, de tien Geboden en het Gebed des Heeren, op een tafereel afgemaalt. Verders zyn 'er nog twee mindere ingangen. Van biunen rust het Kruisgewelf der Kerke op vier zwaare, als drielingen famengevocgde Kolommen, ftaande de Predikftoel tegen een van dezelve. In het midden van de Kerk, hangt eene groote koperen Kaarskroon, en.vier andere rondsom dezelve. De beroemde henrik de keizer is Bouwmeester van deeze Kerk. de OOSTER KERK. 1 De Ooster Kerk, op Wittenburg gebouwd , is een fraai vierkant Kruisgebouw, In den Jaare ióóq begon men reeds te graaven, en op den vierden October werden de vier eerfte fteenen van het gebouw gelegd, door Gillis Wybrants de Jonge, Dirk van der Waeyen, Hendrik de Penyn, en Aemoud Blom, Zoonen van de toen fungeerende Kerkmeesteren. 2 De Ooster Kerk is een fraai vierkant gebouw, zynde binnenswerks hondert voeten lang en breed, hebbende vier ingangen, van welke drie tot eén algemeen gebruik gefchikt zyn. De vierde dient tot^een toegang naar 's Kosters wooning en Kerkmeesters Comptoir. De Zuidelyke ingang is de aanzienlykflc, en is met een deftig Portaal voorzien, op welks plat eene fierlyke Baluftrade ftaat. De ingang naar het vertrek van Diakenen is in 't Portaal. In het Zuiden cn Noorden, word de Kerk verlicht door twee, en in 't Westen en. Oosten doos.  £20 GEÈSTELYKE GEBOUWEN, door drie ryen Glasraamen boven elkander. In deeze Glasraamen ziet men het Wapen cn Zegel der Stad, en de | Wapens van Burgemecsteren , Mr. andries de graef, johan van de pol, Dr. nicolaas tulp en cornelis van vlooswyk , welke in den Jaare 1671 regeerden , gefchildert. Het gewelf word, door vier vierkante Pilaareu van de Jonifche orde, onderfteund. 3 De Predikftoel ftaat in 't Westen, tusfchen twee dcrzclve, en is vierkant, zynde in elk der drie voorfte Paneelen een byzonder zinnebeeld uitgewerkt, doch alle deeze zinnebeelden zyn van een flang omringd, het afbeeldzel der Eeuwigheid. Daar vertoont zig ccn brandend hert met vleugels, op een lelietak; een anker met Koorenairen en Leliën , en twee Jerufalemfcbe Veeren of Palmtakken, welke kruislings geplaatst ftaan. De Leuning van de Trap rust op dergelyke Palmtakken en Leliën. 4 Dergelyke zinnebeelden ziet men ook in een Basre. lief, boven den toegang naar Kerkmeesters Comptoir, in 't Noorden der Kerke, verwonende een Spiegel met twee Slangen, en eene Duif in 't midden, en Boeken, Palmtakken en andere fieraaden aan weerskanten. Onder aan ftaat : prudentes en innocente s. Dat is: VoO^zigtigen en Onnozelen. 5 In dit Comptoir ziet men, voor den Schoorfteen ea boven de Deur, twee Wapenborden van Kerkmeesteren hangen. Aan weerszyden van den Ooster ingang, tegen over den Predikftoel, ziet men de Geftoelten voor de Re • gecring, en andere Geitoelten zyn rondsom en tegen de wan-  De OOSTERKER K. 12? Wanden geplaatst. Dc kooperen Kroonen, die tot verlichting van de Kerk dienen, zyn 9 in getal. De middenfte en grootfte Kroon is, met het boveneinde van haarcn Hang, vast in 't midden van een Uurwyzer, in het gewelf van de Kerk, vlak onder den Tooren geplaatst en word door deszelfs Uurwerk bewogen. De Tooren vertoont een matige achtkante Koepel , met een Lan* taarn, gelyk die van de Tooren van 't Stadhuis. de EILANDS KERK. 1 Het bouwen van deeze fteenen Kerk wierd , ift> plaatfe van de daar geftaane Loots, op het Bikkers-Eiland, in den Jaare 1734 begonnen, en in 't Jaar 1736 voltooid, en tegen het einde van dat Jaar, deed men daar de eerfte Predicatie. 2 De Kerk heeft, gelyk de voorgaande houten Lootskerk, eene langwerpige gedaante , maar is veel hooger. In dezelve zyn twee fraaije ingangen, één in 't Zuiden en één in 't Noorden, alwaar des Kosters wooningen Kerkmeesters Comptoir is. — In 't Oosten zyn ook nog twee deuren. Verder word het gebouw verlicht, door twintig redelyk groote Glasraamen; twee van vooren, aan weerskanten van den Zuider ingang, en negen aan elke zyde. Twaalf koperen Kaarskroonen verneren de Kerk van binnen; vier in 't midden, van welke de twee. binnenlk de grootfte zyn, en vier aan elke zyde. Zestien witte ronde hardfteenen Kolommen, vanbinnen, onderfteunen het dak. Tegen één van deeze Kolommen in 't Oosten ftaat de Predikftoel. Eene kleine doorlugtige Koepel-Tooren fteekt midden uit het dak, en is van een Uurwyzer en Slagklokken voorzien.  ïa8 GEESTELTKE GEBOUWEN, d e AMSTEL K JE R K. 1 Dc Amfi'd-Kerk, in den Jaare 1669 op het Amftelvcld .geftigt, is gelegen aan de Noordzyde der Prinfegragt, tusfchen de Reguiiersgraft en Utrechtfche ftraat, is een tamelyk hoog houten gebouw, doch zeer vast en konftjg te zaamverbonden. Deszelfs midden dak, welk op twaalf houten llylen rust, fteekt boven de Zyddaken wn Het gebouw is byna vierkant , zynde 100 voeten breed en 100 voeten lang. 2 Dc Kerk heeft 7 ingangen , drie groote en vier kleine, en is binnenwaards met geftoelten , voorde Magiftraats en anderen perfoonen , bezet. Zeven Kaarskroonen hangen in deeze Kerk, welke in den Jaare 1670, dooide Stad voor 664 gulden zyn aanbefteed; als ééfi kroon van 300 pond, twee ieder van 160 pond, en vier ieder van 80 pond tot 17 Huiver het pond. 3 In het vertrek van Kerkmeesters ziet men een fraai zinnebeeldig tafereel hangen, verbeeldende de Wapens van Kerkmeesteren, aan eene Zuil gehegt, Waar* by het beeld der Waarheid zig vertoont, op welk de voornaamfte deugdefl hun oog vestigen. De zinnebeelden van het Gebed en de Boetvaardigheid Haan boven aan dc Zuil. Een Kin.'je , de liefde tot den Godsdienst verbeeldende, wyst naar een klein fchild, op het welk de Schriftuur texten, Gen: 28 vers 17 , P/alm 5 ven •8, Pred. 4 vers 17 en Jez. 56 vers 7 zyn geboekt. Het Y, de Amftel en het Wapen der Stad, wyzen de plaats aan, waar de Kerk geftigt is. Onder aan het Huk , leest men op een Schildje, de volgende regels, door den geagtcn Dichter, laurens bake, Heerevan Wulver horst\ eertyds Kerkmeester van deeze Kerk gemaakt, hebbende weleer op een ouden Wapenkaart geftaan. Dé  de AMSTEL KERK. 129 De godsvrugtplaat/ie wel de godsdienst in de Kerken Dog God die V goeddoen mint, geen woorden zonder werken, Bewoont nog hout nog /leen, maar een opregt gemoet, Dat nedrig fmeekt, en hem met dank en lofzang groet. Dit Schilderftuk is van gelyke foort, als dat in 't Kerkmeesters vertrek der Westerkerk , in den Jaare 1750 , door Louis FabriciusduBourg, Koster van de Amltelkerk gefchildert. de OUDE WALE KERK. 1 De oude walë kerk is gelegen op de Qude-ZydsAgtcrwal, aan den Oostkant,tusfchen de Hoogftraat eü Spinhuisfteeg , hebbende aldaar haaren oudften en voornaamften ingang, op een vierkant plein, welk aan weerskanten met Burger-wooningen is bezet. Ook heeft zy nog' een ingang, in de Hoogftraat, naast het Oost-Indischhuis, langs een langen gang, welke van de Hoogftraat afgefcheiden is, met een fraaije Poort van wit gehouwen fteen, met het Stads-Wapen voorzien. Deeze Poort is nog een ftuk werks van den beroemden Bouwkonftenaar , Hendrik Keizer. 1 De ingang der Kerke op den Agterburgwal is van drie deuren voorzien: eene groote van vooren, en twee kleine aan wederzyde. Boven de groote leest men: gen. xxviii: vs. 17. Ce lieu iet est la maifon de DieU, et la pofte des Cieux dat is: Deeze plaats is het huis Gods, en de poorte des Hemels*» I Bo-  130 GEESTELTKE GEBOUWEN, Boven de Zuider deur ftaat: PSEAUME, V: VERS 8. jfentrerai en ta maifon avec révérence. dat is : Ik zal in uw huis gaan met eerbiedigheid." En boven de Noorder deur : MATTH. XXI: VERS 13. j Ma maifon est la maifon d' Oraifini. dat is: Mijn huis is het huis des gebeds." 3 Deeze Kerk heeft eertyds tót het klooster dér Paulus-Broederen behoord, zynde reeds, inden Jaare 1409, geftigt geworden , gelyk blykt volgens een opfchrift boven, aan een balk, omtrent in het midden der Kerke, welk aldus luidt: Cette eglife a eté fondée Ao. DCCCCIX, raccommandée Ao. MDCXLV1I, aggrandie Ao. MDCLXI. 1 dat is : Deeze Kerk is ge/ligt 1409; herbouwd 1647; vergroot 1661. 4 Deeze Kerk is , van tyd tot tyd, merkelyk verbeterd. Op het dak in 't midden ftaat een klein Koepeltoorentje. In 't Oosten van de Kerk is een fraai Orgel geplaatst. Verder is de Kerk voorzien met de vereischte Ge-  De OUDE WALË KËRK. l3r Geftoeltens voor den Magiftraat en andere Perfoonen. De Waale Weeskinderen hebben hunne plaats op de Galery agter den Predikftoel. Ook heeft de Kerk benedenwaards een afgezonderd Doophuis, agter en aan weerskanten van den Predikftoel, welke aan dc Noordzyde ftaat. Het gewelf van de Kerk word door Veertien ronde fteenen Kolommen onderfteund. In het midden, ziet men drie groote, en aan weerskanten, boven de Galery, zes kleine kopcre Kaarskroonen. De Vergaderplaats van den Kerkenraad is in 't Westen. de NIEUWE WAALE KERK. i Deeze Kerk is geftigt, in den Jaare 1686, zynde laag Van verdieping, doch van een hoog dak voorzien. Op dezelve is geen Tooren. Zij' heeft twee voornaame ingangen', op de Prinfegragt, daar ook Kerkmeesters vertrek cn des Kosters wooning is; in 't eerstgenoemde ziet men een Wapenkaart van Kerkmeesteren hangen. Nog een voornaame cn ook een kleine ingang is 'er op het Molenpad. - Van binnen is de Kerk behoorlyk van Geftoelten voorzien, cn alles zo veel mogelyk tot verrigting van den Godsdienstoefeningen gefchikt. de ENGELSCHE PRESBYTRIAANSCHË KÉRK. 1 Deeze Kerk is gebouwd op het Begw-hof, en buiten twyfel een der oudfte godsdienftige geitigten deezef Stad , vermits het Begyn-hof, waar toe zv eertyds behoorde, reeds voor het midden van de veertiende Eeuw M wezen is geweest. Dc Kerk, zo als dezelve tegen! woord.g zig vertoont, is een klein doch tamelyk wel gefchikt gebouw,met een Tooren in 't Westen, waarop een hoogc fpits ftaat. a De Voorlezer van de Kerk gebruikt een koperen I X T e.  j32 CEESTELTKE GEBOUWEN, Lezenaar, in welke de letters W. M. R. R. dooreen gevlogten ftaan, cn waar op liet Jaartal 16R9 te zien is , betekenende dcezc letters, Wiftem cn Maria Koning cn Koningin. Men zegt, dat deeze Vorftelyke perfoonen dien Lezenaar , benevens de koperen Armblakers, aan de Kerk zouden vereerd hebben. De zilveren Avondmaalsbekers zyn een gefcherik van Izaak Sinkefart, die in den Jaare 1717 Ouderling is geweest. Het Orgel heeft vier duizend twee hondert guldens gekost. Voorts is de Kerk van behoorlyke geftoeltens voorzien. de ENGELSCHE EPISCOPALE KERK. 1 Van deeze zogenaamde Kerk, kan men weinig meer zeggen, als dat zy zedert den Jaare 1700, of kort daarna, beftaanhebbe, uit eenige weinige Episcopaale leden, die tot aan den Jaare 1765 hunne openbaare en godsdienftige Vergaderingen hielden, op een boven-vertrek vaneen huis, op den Ouden Zyds-Agterburgwal, op den Zuidp derhock van de Huidenvetters-floot, welk vertrek weleer, door de Auguftynen tot een Roomfche Kerk was gebruikt. 2, Dit vertrek was van ccn Altaar, volgens de Engelfche wyze, voorzien; en in de plaats van het Altaarftuk, welk de Roomfchcn gebruikten, las men de tien Geboden en de Gehofsbelycienis der Apostelen, met gulden letteren, in de Engelfche taal. In dit vertrek hebben zy, tot in 't begin van 't Jaar 1765, hunne godsdienftige byeenkomften gehouden, maar op den 18 Jan. van dat zelfde jaar 1765, kreegen zy verlof van Burgemecstcren, om voor eerst, tot nadere gelegenheid , in dc kleine Gehoorzaal van de Doorluchtige Schoole,by een te komen, zolang, tot dat zy eene Vergaderplaats konden vinden, gelyk dan ook gefchied is, nadien zy naderhand gelegenheid kreegen, om hunne Vergaderingen en Godsdienst-  De ENGELSCIIE EPISCOPALE KERK. 133 dienstoefeningeu te vervigten, op een bovenvertrek van het Staalhof, op den Groenen Burgwal, bydc Staalftraat, alwaar zy tot nog toe hun godsdienst oefenen. de OUDE LUTHERS CUE KERK. 1 Dezelve is gelegen aan den Oostkant van den Singel, op den hoek van 't Spuy, en voorzien van vier ingangen; van welke één is op den Singel, één in de Handboogftraat, en twee op 't Spuy. - Tot dit gebouw werd de eerfte fteen gelegd, op den 14 Augustus 1632, en op Kersdag van het volgende Jaar, deed reeds de Predikant , Casparus Pfyffers, de Inwydings-Predicatie. 2 Deeze Kerk is vry ruim, en van eene langwerpige vierkante gedaante, rondsom van de noodige vengfters voorzien. De kap beftaat uit drie leijen daken, die nevens elkander opgaan. Van binnen, in de Kerk , ziet men aan weerskanten van het gebouw, in de lengte, desgelyks van agteren in de breedte, drie Galeryen boven eikanderen. Acht en-twintig hardftecnen Pilaareii, van de Dorifche orde , onderfteunen de onderfte Galery binnenwaarts. Maar de mfddelftén en de derde in 't Oosten, gelyk ook het middelde dak, rusten op houten Jo. nifche Kolommen. De hoogde Galeryen, aan weerskanten, worden zelden gebruikt, en door balken, in de kap liggende , onderfteund. In 't Westen is de Predikftoel geplaatst, binnen een vierkant Doophuis, in welks midden dc Tafel ftaat, aan welke het Avondmaal wordt gehouden. 3 In den Jaare 1692, is agter den Predikftoel een dubbeld Orgel geplaatst, en de deuren daar van zyn fraai befchilderd,door den vermaarden SchilderPhilip Tideman. Het Orgel is boven en onderwaarts met fraaije Beelden verfierd. Aan weerskanten van het Orgel, ziet men de I 3 tica  134 GEESTELTKE GEBOUIVEN, tien Geboden en 't Geloof gefchreven, op twee groote tafereelen. Onder bet Orgel is een bank geplaatst, ten dienfte der Doopclingen, benevens hunne getuigen. Verder is deeze Kerk voorzien van banken voor de mannen, en met bykans duizend floeren voor de vrouwen, In het ruim van de Kerk, ziet men drie kooperen Kerkkroonen hangen, elk met drie ringen Armblakers voorzien, Volgens een opfchrift, op een deezer Kroonen, befpeurt men, dat ze reeds in den Jaare 1620, zyn gegoten, cn gebruikt, in het Kerkhuis, alwaar de gemeente , eer de Kerk gebouwd was, vergaderde. Ook hangen 'er nog onder de Galeryen elf kleine Kroonen , met een ring Armblakers; alsmede elf dergelyke Kroonen, op de tweede Galery, in 't Zuiden en in 't Noorden. De onderfte Galery word hy avond met Armblakers verlicht, welke vóór aan de Pilaaren en agter aan de balken zyn vast gehegt, 4 Ook heeft men aan deeze Kerk, in 't Oosten , nog twee ruime vertrekken, boven elkandcrcn, doen bouwen , van welke dc benedenfte , tot een vertrek voor Diakenen, cn de bovenfte tot een Conufiorie of KerkenraadsKamer is aangelegd, alwaar dc Predikanten cn Ouderlingen vergaderen. Op deeze kamer ziet men het Pourtrait van martinus lutherus, en het welk voor echten hem gelykende gehouden word. Ook ziet men 'er nog vier kleine Schilderycn, en afbecldzels van gemeldcn LUTHERUS, zyne Huisvrouw, Vader en Moeder. Boven deeze Confdtorie-kamer, vind men een vertrek, in welk een Bibliotheek is geplaatst, eertyds dienende voor jonge Studenten. 5 Ook word hier ccn houten model bewaard, welk men zegt, eene afbeelding van het voorgaande Kerkhuis te zyn; namelyk , het gewezen Pakhuis de Pot, en drie feaan paaiende Huizen of Pakhuizen op het Spuy, Het  de OUDE LUTIIERSCHE KERK. 135 Het Kerkhuis fchynt, volgens dit model een Kap of Frontefpies op den Gevel gehad te hebben , en deszelfs ingang geweest te zyn, op of omftreeks de plaats, daar thans de Westelyke ingang op het Spuy is. In DiakensKamer, ziet men twee Wapenborden van eenen Broeder en Zuster hangen, welke beide zedert ruim 30 Jaaren aanzienlyke fommen aan de Lutherfche Diaconie gemaakt hebben. Onder het Wapenfchildvan den Broeder, den Heer abraham cromhuysen, die den 6 Aug. i75i,is overleden, leest men het volgend gedigt. De dankbrc godvrugt, die in luthers Tempelchoor, cromhuizens milde gunst haar Armoe zag belonken, Heeft hier zyn Wapenfchild de onfterflykheid gefchonken; En flelf hem 't nageflagt, verheugd, ten heilbaak voor: Wel zalig die, met hem, getrouw aan 's Heilands wetten, Hunfchat, Gods Kerk ten dienfte, ophemelrentten zetten. Op het Wapenbord van zyne Zuster, Vrouwe johanka maria cromhuizen, Weduwe van den Heer en Mr. mei.chior ten hove, lieer van Rhynouwe enz. welke, op den31 Oétober i763,ftorf, ftaat het volgend vers: Godvreezende Armoe ziet zig we dei- mild befchonken. ten hovens Weeduw volgt haar broeders loflyk fpoor: Haar gunst klinkt Luthers Kerk, met dankbregalmen door. Zyjlrooit, door V heil geloof', roept elk dees liefdevonken. De naneef eer, met ons, die over milde Vrouw: Die deugd by wapens voegde, en by de Godsvrugt trouw. de NIEUWE LUTHERSCHE KERK. 1 De,eze is desgelyks op Singel gelegen, aan ds Oostzyde naar 't Noordeinde toe, digt by de Nieuwe HaarI 4 lem-  Ï3Ö GEESTELYKE GEBOUWEN, lemmer Sluis. In 'den Jaare 1668 - wierden drieduizend, zes hondert en vyfticn üytgezogte zwaare Masten tot een grondflag van dit nieuw gebouw in den grond geheid, en op den 24 Oéïober 1668, de vier eerde fteenen gelegd, door Nicolaas Struyk, Hendrik van Riet, Gerrit Hillehrands en Theodorus Dominicus, onder het opzigt der Bouwmeeftcren, Jacob van Riet, Dirk Dominicus , Daniël van Koefchot en David Hunthum ; en reeds , op den eerften Kersdag van 'tjaar 1671, werd de Kerk met eene plegtige Redenvoering ingewyd, door den Predikant, Volkhardus Visfcher. a Het gebouw van deeze Kerk is fraai, en naar een fchets van den Bouwkundigen Dorstman gemaakt, gelykende wel naar de ronde St. Pieters Kerk te Rome. De dikte van de muuris 14 voet, van het fondament opwaarts tot aan de ftraat gerekend, en 10 voeten tot aan de lyst. Het geheele gebouw is 162 voet 3 duim hoog, van den grond af gerekend, tot in de Lantaarn , welke op den Koepel ftaat. Dc fierlyke ronde Kap van 't Voorgebouw der Kerk, waar uit ccn fraaije Lantaarn te voorfclryn (leekt, hebbende tot een Windwyzer een Zwaan, rds het zinnebeeld van lutiier , is buitenwaards met roodkopere plaaten bedekt, welke met verlof van Koning kak.el den xi, tolvry herwaards zyn gebragt,uit Zireden , en word onderfteund, door vier paar ronde gekopkelde, en zes half ronde fteenen Zuilen van de Dorifehe orde, zynde gevestigd op vierkante voetftukken. Verder word het voornoemd gebouw agterwaarts van een half rond gebouw omvangen , welk binnenwaards met hetzelve is verecnigt, en wiens plat van boven ook gedekt is met kooperen Plaaten. Op dit plat heeft men een grootcn looden Regenbak gemaakt , welke altoos van water is voorzien, om zig daar van, in tyd van nood, ■als van brand, te kunnen bedienen, 3 Vier  de NIEUWE LUTHEPvSCHE KERK. 137 3 Vier ingangen ziet men aan deeze Kerk, ddn op den Singel, dén in de Jeroenenfteeg, édn wat verder Oostwaards naar dc Nieuwe Zyds Agterburgwal toe, en ddn in de Osjespoortsftecg. - Twee ruime galeryen boven elkandercn, heeft men binnen inde Kerk , en inzonderheid in 't half ronde gebouw. Na deeze Gaanderyen klimt men langs een grooten Wenteltrap zonder fpil , welke altoos voor een meesterftuk van bouwkunde gehouden is geworden. Op de benedenfte Gaandery ftaan 17 ryen Zitbanken, van welken de vyf eerften zyn afgegefloten; de twaalf and ere, cn veertien ryen, op de tweede Gaandcrye, zyn alleopene plaatfen,die niet afgefloten worden. Maar op dc tweede Gaandcrye is eenafgefchutte plaats voor Weeskinderen. 4 De Predikftoel ftaat in 't voorfte of ronde gebouw, en is met zeer konftig fnywerk verfierd, verbeeldende de voornaamfte Euangciifche Gefchiedenisfcn, in zes vakken verdeeld. — In 't eerfte is afgebeeld, dc Menschwording cn Geboorte, vervolgens, do. Doop, de inftelling van 't Nagtmaal, de Kruisftging cn Op/landing van Christus. Verders ziet men , op de vier voorfte hoeken, de vier Euangelistcn, en aan dc rechter en linker zyde, agterwaards de Apostelen Petrus en Paulus. Hét verhemelte van denPreekftoel, 't welk zeer konftig is uitgewerkt, rust op vier koopere Pylaartjcs. De opgang naar den Preckftocl gefchied langs een verborgen trap in tic muur. 5 Boven den Predikftoel heeft men, in den Jaare 1710, een fraai dubbel Orgel geplaatst, zynde verfierd met fraai gefchilderde deuren, en konftig beeldwerk. Boven aan ziet men David op de harp fpeelende, tusfchen twee wat lager ftaande bazuinende Engelen, welke ieder van een Zwaan zyn vcrzeld. Aan de linker en regterzyde van David en boven hem , zyn de Wapens der vyf Kerkmecsteren geplaatst, onder wier opzigt het Orgel is ge- I 5 maakt,  x-33 GEESTELTKE GEBOUWEN, maakt, naamlyk, Ilarmen Busfcnfchut, Simon Burg, Gerard de Jong, Jacob Oortman en Anthoni Gril. Wat laager ziet men twee wigtjes met fpeeltuigen aan weerskanten van een ftaande harp. 6 Het Doophuis ziet men aan den regterkant van den Predikftoel, beneden tegen den muur; de plaatfing der voornaamfte geftoelten , is bykans als in de oude Lutherfche Kerk. Dus is het ook gelegen met de befloten en andere banken. In het ruim van de Kerk zyn 871 Vrouwen ftoelen gezet. Twee ryen Glasraamen boven elkander verlichten de Kerk , alsmede fchept de Kerk zyn licht door den Lantaarn, welke in 't midden van den ronden Koepel ftaat, en waar onder eene vry zwaare koperen Kerkkroon hangt, met drie ringen Armblakers. Drie kleinere Kroonen , met twee ringen Armblakers hangen rondom deeze Kroon; en op en onder de Galeryen hangen nog 24 andere Kroonen, die flegts één ring Armblakers hebben. Beneden in de Kerk zyn de wanden rondom met fraaije houten Lambrifeeringcn bekleed. Het model van 't Orgel word in de Kerkenkamer zorgvuldig bewaard. de REMONSTRANTSCHE KERK. 1 De RemonftrantfcheKerk is een net, lugtig en eenigzins langwerpig vierkant gebouw, cn heeft twee fraaije ingangen op de Keizersgragt, by de Prinfeftraat; benevens een kleinen ingang , in 't Zuidwesten. De Predikftoel is in 't Zuiden geplaatst, cn boven denzelvcn een fraai Orgel. Langs de drie andere zyden der Kerke, heeft men twee Galeryen boven elkander getimmerd , welke ieder door twaalf houten Kolommen onderfteund worden. 2 Zeven koperen Kaarskroonen hangen in 't midden van de Kerk , onder de benedenfte Galery. Langs de wan-  pe REMONSTRANTS HE KERK. 139 wanden ziet men nette Geftoeltens ftaan, en onder anderen een , aan den regtcrkant van den Predikltoel voor Magiftraats of andere aanzïenlyke perfoonen, Benedcnwaards aan de Kerk, Noordwaarts, is de Kweekfchool der Remonftranten. 3 In de Kerkenkamer, op dc eerfte Galery in 't NoordOosten , alwaar de ingang is, ziet men de gefchilderde Pourtraiten hangen van de Profesforen, Jacobus Arminim, Simon Episcopius, en Philippus van Limborch, van den Predikant jPohannes Uytenbogaart en van den Ontvanger jfoban Uytenbogaart. Op de tweede Galdery ziet men den ingang naar de Bibliotheek van de Kerk, welke met een aanzienlyk getal van nuttige Boeken is voorzien, ten dienfte van dc Studenten en anderen, die 'er gebruik van willen maken. Twee Bibliothecarii, als Leden van den grooten Kerkenraad , hebben daar over het opzigt. De Kerk der Remonftranten is langs de Keizcrsgragt,met fraaije huizen bezet, van welke vyf,die de Kerk toe behooren, en in één derzeive woont doorgaans dc Profesfor. DOOPSGEZINDE KERKEN of VERGADERPLAATSEN. Daar zyn tegenwoordig drie Doopsgezinde Gemeenten, welke men onderfcheid, naar de plaatfen van hunne vergaderingen. De grootfte van deeze drie Gemeenten bezit twee Kerken, die beide tusfchen den Singel cn Heerengraft gelegen zyn. De eerfte is : 1 De Kerk by V Lam, op Singel, tusfchen de Beulingftraat en 't Koningsplein, was eertyds een Pakhuis tot de Brouwery van 't Lam behoorendc, waarom nog een Lam in den gevel ftaat. Dc tweede is: % De Kerk by den Tooren, ook op Singel ten Zuiden van  i4o GEESTELTKE GEBOUWEN, van de Bcrgftraat, fchuins tegen over de Jan-Roodenpoorts Tooren. 3 De tweede Doopsgezinde gemeente houd haare Vergadering in de Kerk, de Zon, op den Singel by de blaauwe Burgwal. 4 De derde Gemeente der Doopsgezinden houd haare Kerkvergaderingen naast de Herberg, de zes Kruiken, gelegen, op de Nieuwe Zyds Agterburgwal, aan den Westkant tusfchen de Lynbaaus- en Spaarpotfteegen. Alle dec^e voornoemde Kerken zyn meer of min groot, en op een behoorlyke wyze, voorzien van Gaanderyen , Stoelen , Banken , Geftoelten , Kaarskroonen, Predikftoelen cn andere Kcrkelyke behoeften of fieraaden, welke by de Godsdienstoefeningen in gebruik zyn. De Kerk van het Lam is onder anderen ook van een fraai Orgel voorzien. KERK of VERGADERPLAATS der COLLEGIANTEN. i De Collegianten, van fommigen Poolfche Broeders genaamd, hebben, zedert den Jaare 1675, hunne Kerkelvke vergaderingen gehouden in een huis , op de Kcizersgragt aan den Oostkant, tegen over de Schouwburg, alwaar de Qranjen-Appel in den Gevel ftaat; na dat zy reeds lang te vooren, dan hier dan daar, in 't een of ander huis, in deeze Stad, godsdienftige oeffeningen hielden. Doch deeze Gemeente is zodanig vermindert, dat zy thans, zedert eenige Jaaren, geenc vergadering aldaar meer houden, en verfcheiden Leden van hunnen thans in voornoemde Mennonite vergaderingen hun godsdienst bywoonen. Dit huis was eigentlyk gefchikt tot een Weeshuis, en in een boven vertrek van hetzelve oefenden zy wel eer hunnen godsdienst. de  141 de QUAKERS VERGADERPLAATS. i De Quakers hebben ook eene zogenaamde Kerk, of liever een vertrek , tot oefening van hunnen openbaaren Godsdienst, ten welken einde zy, na alvoorens elders hunne vergaderingen gehouden te hebben, in den Jaare 1675, een huis op de Keizersgragt kogten , tusfchen de Leliegragt en Prinfeftraat, alwaar zt nog hedendaags in een ruim binnen-vertrek, tot een foort van Kerk gefchikt, des Zondags hunnen godsdienst oefenen. Het huis is kenbaar aan een gefchilderden Driehoek, Ais. boven de deur ftaat. KERKEN der ROOMSGEZINDEN. 1 De Roomfche Kerken hier ter Stede zyn alle zodanig ingerigt en gebouwd, dat men van buiten geene hoedanigheid van eene Kerk zien kan, zynde voordeezen woonhuizen of andere gebouwen geweest, welke vervolgens zyn aangekogt, en van binnen tot den Kerkendienst, met Geftoelten, Banken, Gaanderyen, Predikftoelen , en andere Kerkclyke fieraden vertimmert en tot Godsdienstoefeningen ingerigt. Wy zullen de voornaamfte byzonderheden daar van mededeelen. Twee Roomfche Kerken worden bediend door-Fr»»c'ukaanen of Minderbroeders, als de MOSES en ARONS KERK. 3 Dezelve is gelegen op de St. Antonis of Jooden Breedftraat aan de Zuidzyde, alwaar het beeldtenis van Mozes an Aaron in den Gevel ftaat. De Stigter van dit huis was een Jood, die dit teken deswegen daar had doen fteJkn, 4 De  l4a GEESTELTKE GEBOUFVEN, 4 De Kerk zelve, welke'midden in 't gebouw ftaat, is zeer fraai opgetimmerd, en van drie Galeryen voorzien. Men ziet in deeze Kerk verfcheidene Altaarftukken welke door den vermaarden de wit zyn gefchildert. Ook heeft men, in 't voorhuis van de wooning der Paters , verfcheiden konlhge Schilderyen hangen , van welken eenftaliaanschHuk, verbeeldende St. Franciscus,in eciie verrukking, zynde van twee Engelen verzeld , boven anderen uitmunt. De Predikftoel, nevens het Altaar geplaatst , word van onderen uit den grond opwaards gefchoven, als men denzelven wil gebruiken. Des Zondags voormiddags, word er doorgaands, op het Choor, fraai Muziek en Zang geëxcutcerd. Ter zyde van de Kerk op eene ruime binneplaats, ziet men een fierlyke Fontein en Pomp. De andere Kerk van de Franciskaanen of Minderbroederen, word genaamt het BOOMPJE. i Dezelve ftaat aan de Oostzydc der Kalverftraat, digt aan 't Zuideinde, van agtcren uitkomende op 't Rokkin, alwaar het Boompje in den Gevel ftaat, het welk ook in de Kalverftraat uithangt. a Het gebouw, welk van binnen fraai is vertimmerd, en op 't Rokkin van een breeden Agtergevel voorzien, heeft twee groote Galeryen boven eikanderen , welke drie zyden van 't gebouw bellaan, rustende op zes fraaije houten Kolommen. ■ 3 In deeze Kerk-kan men ook eenige fraaije Schilderftukken, van Graat, van Cuychem en andere Meesters Zien. 4 Dc Dominikanen of Predikheeren hebben tegenwoor¬ dig  KERKEN der ROOMS ge ZIN DEN. 143 dig ook twee Kerken, in het oudfte gedeelte der Stad , wordende de oudfte van deeze twee genaamd, het STADHUIS van HOORN. 1 Hetzelve is in den Voorgevel uitgehouwen. Deeze Kerk Haat aan de Westzyde van de Nieuwe Zyds Agterburgwal, ten Noorden van de Körsjesfteeg. De Kerk heeft twee Galeryen, zynde het Choor op de tweede Galery. Boven, en in 't midden van de Kerk, ziet men eene ruime en lugtige Koepel, tegen welke eene befpotting van Christus is gefchildert. Het Altaar van deeze Kerk is fraai en fierlyk gebouwd, aan weerskanten met nette geflingerde houten Kolommen. In de vertrekken der Paters hangen ook eenige konftig gefchilderde Pourtraitten van voornaame Mannen, uit de orde der Dominikaanen , en onder anderen , één van Paus benedictus den xiii. De andere Kerk der Predikheeren word genaamd. de KERK by den JAN ROODENPOORTS tooren: 1 Dezelve is gelegen aan de Westzyde van den Singel, bezuiden de Bergltraat, fchuins tegen over den Jan Roodenpoorts Tooren.^ Deeze Kerk is een net en lugtig gebouw, doch niet zeer groot. Uitmuntende Altaarftukken , Schilderyen of andere fieraaden van aanbelang, wordendaar, myns weetens, niét gevonden. Hiér 'op zullen wy laaten volgen. de FRANSCHE KERK, of de KERK der ONGESCHOEIDE KARMELITEN. 1 Deeze word de Franfche Kerk genaamt, omdat i» dc-  144 GEESTELTKE GEBOUWEN, dezelve, in de Franfche taal, gepredikt word, zynde gelegen op de Nieuwe Zyds Voorburgwal of Boommarkt, even bezuiden de Roosmaryndceg; zynde de ingang aldaar niet zeer aanzienlyk, en heeft ook een uitgang op den Nieuwe Zyds Agtcrburwal. a De Kerk is geftigt, in den Jaare 1662, onder den naam van de Franfche Kapel, maar naderhand vertim» merd en verbeterd,tot een hoog en fierlyk gebouw, hebbende twee Galeryen, welke op vier fraaije houten Kolommen rusten. Op de hoogde Galery is het Choor gebouwd, boven welk een klein Galerytje voor den Orgeltreder is. 3 Rondsom de Kerk ziet men tien fraaije Basrelieven, in rosagtig graauw, of lindenhoutskleur gefchilderd, dooiden beroemden de wit; de Euangelisten en de voornaamde Kerkvaders verbeeldende. Ook word een fraai Schilderduk van rubbens in de zaal van de wooning der Paters bewaard, verbeeldende de afneeming des Heilands van het Kruis. Bovendien ziet men in die Kerk een marmeren Konstduk van den Beeldhouwer Frangoh Ahfiel, zyndë eene daande Maria, houdende het kind Jefus op den arm. De Paters van dc Orde der Augudynen hebben hier ook eene Kerk, genaamd: de STER. 1 Dezelve is gelegen in de Spinhuisdeeg, daar een Ster op de deur daat; van binnen is ze tot een hooge en deftige Kerk vertimmerd, en van twee Galeryen voorzien, rustende op vier ronde Kolommen. Het Altaar is zinlyk en net gebouwd, en daar regt tegen over is een afgefchooten zitplaats voor de voornaamden en aanziemykden uit de Gemeente. De Predikdoel is uit- miin-  KERKEN der ROOMSGEZINDEN. 145 muntend fraay. Ook ziet men verfcheidene konftige Schildcryen in die Kerk. 2 Vervolgens worden hier Negen Statiën of Kerken bediend , van VVacreldlyke of Ongeordende Priesters, welke de Bul Unigenitus aangenomen hebben. Acht van deeze Kerken zyn in de Stad, en één buiten dezelve. Deeze zyn als volgt: de KERK op het BEGYNHOF. 1 Deeze is een der oudfte Kerken , en gelegen tusfchen de Kalverftraat en'NieuWe Zyds-Voorburgwal. In den Jaare 1725, werd het gewelf van die Kerk fraay bepleisterd , gelyk men op dat gewelf boven 't Zangers Choor lezen kan, zynde de tyd der Stigtinge daar aangetekend. Ook word de tyd der verfraaijingè van 't gewelf, boven het Altaar, en boven de woorden, Deo Opt. Max. dat is: aan den besten en grootften God, door het volgend Tydfchrift aangeduid: agnVs qVI oCCIsVs est ab orIgIne MVnDL dat is: Het Lam dat geflagt is van de grondlegginge derWaereld. 2 De Kerk heeft flegts eene Galery , welke op vier houten Kolommen rust, en het Choor is boven dezelve.' Het Mirakel der Heilige Stede word beneden in de Kerk , m twee Schilderijen , t^gen den wand hangende, afgebeeld. Het Feest van dit H. Mirakel word jaarlyks tot gedagtehis van hetzelve, acht dagen na den 13 Maart, gevierd, by welke gelegenheid, als dan twee konftig gefchilderde vaanen aan twee Kolommen naast aan den ingang der Kerke, hangen. Deze vaanen plagten vanouds, by plegtige ommegangen, door de Stad, .gebruikt te w>r- K den;  14<5 GEESTELTKE GEBOUWEN, den; dezelve zyn getekend met het Jaartal 1555. Ook worden hier nog vier oude Kusfens, welke met de gcfchiedenis van het Wonderwerk zyn beftikt, bewaard, benevens een konftig geborduurd Kafuifel, welke men zegt, dat eertyds, door Keizer B'IaximUiaan, aan de Kapel der Heilige Stede, zou zyn vereerd geweest. In konftige Schilderyen munt dc Kerk niet xiit, maar men heeft hier eenige Altaarllukkcn van Johan ÏVcsnix , cir onder dezelve eene geboorte van den Heiland, en eene Hemelvaart der II. Maagd, welke uitvoerig cn kragtig. zyn gefchildert; als mede eene Opftandiug des Heeren,. van j. Foorhout; ook een ftuk in 't graauw van dc wit gefchildert, het Geloof verbeeldende. de KERK op de NIEUWEZYDS VOORBURGWAL by het SPUY. 1 Deze Kerk, welke men vermoed, dat reeds zedert het Jaar 1623, in wezen geweest is, doeh naderhand verbouwd en verbeterd geworden, is gelegen aan dc Westzyde, tusfchen 't Spuy en de Roskamsltecg, cn zeer netgebouwd , doch niet zeer groot. De merkwaardigheden in dezelve zyn voornaamlyk. 'z Een Altaarft.uk van C. van Savoy, in den Jaare 1656, en nog twee andere van Roofendaal, in den Jaare 1674, gefchilderd. Ook word daar een Lieve-Vrouwcnbceld methet kind Jcfus, welk zeer fraay van hout is gcfnecden,. bewaard. de KERK de POSTHOORN. 1 Dezelve is gelegen aan de Oostzyde van de Prinftsgraft, even bezuiden dc Brouwersgraft, alwaar zy ook. een ingang heeft. Deeze Kerk is ruim en heeft twee Galerven boven elkander, zynde het Choor op eene derde klei-  KERKEN der ROOMSGEZINDEN. 14? kleine Galery geplaatst. Boven het Altaar ftaan deze Latynfche woorden, Altars Privilegiatum, het welk byzondere vergunning van Aflaat betekent, voor de zinken, die aldaar den Godsdienst komen oefenen, wordende zulks als een voorregt aangemerkt. de KERK in de HAANTJEHOEKSTEEG. 1 Deeze Kerk is gelegen in voornoemde Steeg, op den Zuiderboek van de Oudezyds Voorburgwal, en gemaakt op de derde verdieping van dat Huis, zynde van eene Galery voorzien. De Kerk is niet groot, doch men heeft hier een fraay Altaarftuk, verbeeldende de kruisfiging van Christus. Wel eer ftonden de twaalf Apostelen in de glafen gefchildert, doch deeze af beeldingen zyn grootendcels verdweenen. de KERK de PAPEGAAI. 1 Dezelve is gelegen in dc Kalverftraat, tusfchen de jonge Roeien- en St. Lucien-fteegen. De Kerk is een fraay hoog gebouw, hebbende twee Galeryen, van welke dc onderfte op vier ronde Kolommen rust. Op het Altaar, 't welk zeer wel gefchikt is, ftaat een zwaar vergulde cn konftig gedreven Tabernakel. Men ziet in deeze Kerk verfcheidene fraaije Schilderijen, als mede eenigen van de wit, onder welke Cén de Krooning der Lieve Vrouwe verbeeld. de KERK de POOL. 1 Dc Pools Kerk is een der aanzienlykfte Roomfche Kerken, gelegen op de Ygraft, de Buitenkant genaamt, naast het geweezen Werkhuis, thans de Kweekfchool der Zeelieden. In deeze Kerk is nog een St. Anna Bèeld te K 2 zien ,  HS GEESTELTKE GEBOUWEN, zien, 't welk eertyds in de Outcwater-Kapelle plagt bewaard te worden, De Kerk is een ruim, hoog en lugtig Gebouw, van twee Galeryen voorzien, welke op vier houten Kolommen rusten. Twee konftige Beelden, van de Apostelen Petrus en Paulus, ziet men ter wederzyde van het welgebouwd Altaar liaan. i Onder de Altaarftukkcn „ munt inzonderheid uit een gekruiste Christus, -met de Moeder des Heeren, den Apostel Joannes en Maria Magdelena, door de wit gefchildert. Ook ziet men daar eene afneeming van 't Kruis, naar Rubbens, welk (luk weleer den Keurvorst van Keu • len , Clemens Augustus, heeft toebehoort. de KERK het VREDE DUIFJE. i Dezelve is gelegen in de Kerkltraat, aan de Noordzyde, even beoosten dc Spiegelftraat. Geftigt, zo meri zegt.. omtrent den Jaare 1682, ter gedagtenis van dc Nieuwmeegfche Vrede, van waar zc dien naam heeft ontvangen. — De Kerk is klein, en onder de Altaarftukkcn, is eene Op (landing des Heeren te zien, die de wit heeft gefchilderd. Desgelyks heeft men cenen gekruistenChristus van den ouden Voorhout. de KERK in 't MAAGDENHUIS. 1 Deeze is reeds voor het midden der voorgaande Eeuw geftigt, in het Roomfche Meisjesweeshuis, het Maagdenhui; genaamt, (taande aan dc Zuidzyde van het Spuy, op den hoek van den Voetboogftraatdoch thans geheel op nieuw verbouwd , zynde een hoog en pragtig Gebouw, wiens Voorgevel nu de gehcele ruimte van het Spuy ,van de Voetboogftraat tot aan de Handboogjïraat, beflaat, zynde met eenpragtigen Gevel en ingang, met eenige opgaande Trappen, versierd enz. In deeze Kerk ziet men ook  KERKEN dek ROOM SGEZIN DEN. 149 ook een fraay Altaarft.uk, welk door de wit is gefchilderd, verbeeldende de Boodfchap des Engels aan Maria. Men bewaard in deeze Kerk een fluitje Hout, welk men gelooft een gedeelte te zyn van het Kruis des Heeren. de KERK de K R Y T BERG. Dezelve is gelegen op 't Singel, tegenover de Lutherfche Kerk, cn inwendig fraai ingerigt. Die Kerk is veeIe jaaren gefloten geweest, doch zedert ccn jaar of twee worden 'er weder Godsdienftige oefeningen in gehouden. de KERK op het KUIPERSPAD BUITEN de STAD. Deeze Kerk ftaat buiten de Utrechtfche Poort, op het KuipcrspaA, binnen dc Vryheid. Dc Kerk is van binnen redelyk wel gefchikt, en heeft eene Galery in de breedte tegen over het Altaar. Het Choor is in 't midden van deeze Galery geplaatst. Ia deeze Kerk ziet men twee Schildcrftukken van de wit, zynde een gefchenk van den -Huize van moens. De Janfenisten, die de Bul Unigenitus niet aangeno* men hebben , worden hier in zeven Kerken bediend-, welke zyn als volgt: 1 Een der grootfte is gelegen aan -de Noordyde van de Brouwersgragt, tusfchen de Brouwerftraat en dc korte Prinfegragt. Het Gebouw is vry ruim en wel gefchikt. In hetzelve is flegts een Gaandery, maar men vind daar eenige konftige Schilderltukkcn. 2 De Kerk de Drie Bonlekraaijen genaamt, gelegen in de oude Teertuinen, even benoorden de Zeedyk, alwaar voor het huis de Drie Bontekraaijan uithangen, is een net betimmerd Gebouw, zynde van eene-ruime Galery K 3 ,' voor-  XS° GEESTELYKE GEBOUWEN, voorzien , doch de Gemeente is zeer klein. Konstfchilderyen weet men niet dat daar gevonden worden. . 3 Eene andere Kerk is gelegen aan de Noordzyde van de Vinkeftraat , op den Ocstcrhoek van de Baanbrugfteeg. De Kerk beftaat in een vierkant Bovenvertrek , welk daar toe bekwaam is gemaakt. De Beelden van de H. Maagd cn van St. Jofeph ftaan aan weerskanten van 't Altaar , op voetftukken. Tegen 't gewelf ziet men V Heilands Hemelvaart konftig gefchildert. Men heeft ook eene Galery in die Kerk. 4 Dc Kerk de Paauw gelegen in de Keifcrftraat aan de Noordzyde, alwaar men eene Paauw boven de deur ziet. Deze Kerk is aan twee zyden van eene Galery voorzien , boven welke het Choor zig bevind. Merkwaardig cn fraai is hier de Predikftoel, zynde op dezelve de Borstft ukken van de Apostelen Petrus en Paulus uitgehouwen. Voor den opgang ziet men een beeld van Mo/es, levensgrootte ftaan, met de Tafelen der Wet. 5 De Kerk dc Oijevaar is gelegen in de Barndefteeg, aan de Zuidzydc by de Oudczyds Agterburgwal, alwaar eene Oijevaar boven dc deur ftaat. Deeze Kerk is lugtig, en een welgefchikt Gebouw, fcheppende zyn licht door dc Kerkglafen , welke in 't Zuiden geplaatst zyn. De Predikftoel heeft de gedaante van een Kelk, en is te Mechelen gemaakt. Men houd dezelve voor een konftig ftuk Werks. Ook ziet men hier een fraai Altaarftukvan eoETS, Simeon verbeeldende met het kind Jcfu» in den Tempel. 6 Dc Kerk in het Jongens Weeshuis der Roomsgezinden, gelegen aan de Zuidzyde van de Lauricrgragt, tusfchen de twee laatfte Bruggen. Dezelve is tamelyk ruim, maar heeft gecne andere Galery, dan die, waarop het Choor, regt tegen over den Altaar , is geplaatst. 7 De Kerk op dc Nieuwezyds Agterburgwal, benoorden dc Lynbaanfteeg, aan de Gastzyde tusfchen deLyn, .. baans-  KERKEN der ROOMS GE ZINDEN. 151 baarss- en Pottebakkers-fteegen, zynde eerst geftigt, in laaten, belegd, en V gewelf met Bloemwerk bepleisterd, ter gedagtenis van my.'.en overleden Vader Paulo cn van myne nogl eevende Moeder, in V Jaar des Heeren 1749, GRIEKSCHE of RUSSISCHE KERK. 1 Dezelve is geftigt op een Bovenvertrek van een Huis op de Oudczyds Voorburgwal, tusfchen de Minderbroeders en Kreupelfteeg, alwaar de drie Valken in den Gevel ftaan. Het Altaar is van het overige gedeelte der plaats afgezondert, door een houten befc.hot, in welk eene deur is, met eene opening van boven, waar in een verguld houten Kruis ftaat. Twee kleine Schilderytjes hangen ter wederzyde der deuren. De Gemeente is klein en beftaat fomtyds uit twee of drie Perfoonen. S Y»  153 SYNAGOGEN der J 00 DEN. De Jooden hebben hier ter Stede verfcheidene Synagogen , van welke de voornaamfte zyn. de SYNAGOGE der PORTUGEESCHE JOODEN. 1 Dezelve is een fraai en aanzienlyk Gebouw, (taande op 't Plein tegen over het Leprofenhuis, tusfchen de Muiderftraat en Muidcrgragt. By den ingang komt men door eene ruime Poort in een Voorhof, welke aan drie zyden met Wooningen is voorzien, in welke men Schooien houd, om de Jeugd in de Hebreeuwfchc Taaie, en in de Wet te onderwyzen. Ook ziet men daar een Vertrek, daar dc Opper-Rabbi en de Onder-Rabbynen zig dagelyks in de Wet cn in de Talmud oefenen, doch de Par? nasfim vergaderen wekelyks in een ander Vertrek. In den Voorhof ziet men eene Galery , rustende op twaalf Pilaaren, onder welke eene groote Waterbak', met vcrfchei.iene kopere Kraanen (laat. Hier in wasfehen de Jooden hunne handen, voorenaleer zy in de Synagoge zelye gaan. 2 Dit Gebouw is vierkant en tamelyk hoog, cn van een plat dak voorzien, met eene fraaye Balustrade omringd. In den Voorgevel zyn veertien, en in den Agtergevel twaalf groote Vengfters, behalven een rond Licht of Vengfter, in 't midden der Balustrade. De Westelykc ingang van het Gebouw beftaat in eene hooge aanzicnelyke Poort, welke op gemetzelde Kolommen rust. Behalven deeze heeft men nog twee ingangen, die alleenlyk door de Vrouwen gebruikt worden. 3 Het gewelf van 't Gebouw word door vier hooge en zwaare hardfteenen Kolommen onderfteund. Binnen den grooten ingang ziet men een verheven Voorlezers-geftoelte Itaan, op welkers vier hoeken, vier zwaare kooperen K 5 Kan-  i5+ GEESTEL 1'KE GEBOUWEN, Kandelaars zyn geplaatst. — Benedenwaarts , voor dir GeHoekc, Haat de Stoel van den Chacham of Offer-Rabbi, en aan weerskanten zyn de zitplaatfen der Godgeleerden. Wat verder af zitten' de dienende Parnasfim of Ouderlingen ter linkerzyde in een afzonderlykGcftoeltc. Voorts hebben de Mannen beneden, door de gehecle Kerk verfcheidene rijen van Zitbanken , welke met kleine kasjes zyn voorzien, in welke de Kerkboeken en Bidkleden bewaard worden. 4 Aan weerszyden , boven deeze Zitplaatzen , ziet men twee Galeryen voor de Vrouwen, rustende ieder op zes hardfreenen Püaaren, zynde van vooren, met digt traliewerk afgefchut, weshalven men van beneden bezwaarlyk op de Galeryen kan zien. Vier groote kooperen Kroonen hangen in 't midden van de Kerk, op welke by avond kaarfen worden ontdoken. Intusfchcn hangt aan een der Kroonen, een glafen Lamp, welke altoos brandende word gehouden, en deswegen het Eeuwigduurend licht is genaamt. Nog vier Kroonen hangen tusfchen dc groote Pilaarcn, welke zo groot niet zyn als de gemelde, cn onder elke Galery hangen zeven kleine Kroontjes. 5 Het Oostclyk gedeelte der Synagoge is met een hek van glad Sakkerdaanen hout afgefchut; binnenliet welk, eene verhevene plaats is, in welke dc Priesters, op den Sabbath en op andere Feestdagen, wanneer zy voor af, door deLevitcn gewasfehen zyn, hun dienstongefchoeid verrigten. Op voornoemd Hek Haan agtien zwaare kooperen Kandelaars. Een fraai gemaakten Sakkerdaanen houten Kas, in vyf Kasfen verdeeld, (in welke de Boeken van Mofes net befchrecven, eü in Rollen opgerold, benevens andere Kerkfieraden bewaard worden) is geplaatst, tegen den Agtergevel van 't Gebouw, doch dftK&c word niet geopend, dan op den Sabbath, op de Feest-  SYNAGOGEN der JOODEN. 15$ Feestdagen, des maandags cn donderdags, cn by andere plcgtige omltandigheden. SYNAGOGEN van de ÏIOOGDUITSCHE JOODEN. 1 De oudfte en grootfte der tegenwoordige Synagogen is veel kleiner cn op verre na niet zo aanzienlyk als die der Portugcezcn. Intusfcben heeft ze bykans dezelfde gedaante van buiten en van binnen. Het Gewelf word ook door vier hardfteenen Kolommen ondertteund. Eykans ia. 't midden is cene vierkante Leesplaats, cn Oostwaards ziet men eene lierlykc Kas, in welke dc Boeken Mofes en andere Kerkfieraden bewaard worden, verders is, aan weerskanten, eene Galery voor de Vrouwen. 2 In den Jaare 1686 hebben de Hoogduitfche Joodcn , wyl dc bovengemelde Synagoge te klein wierd, nog eene andere Synagoge , boven dc Vleeshal , nevens de groote Synagoge gebouwt, en in den Jaare 1730 nog een derde, agter dc groote Synagoge, doch deeze laatfte is, in den Jaare 1730, vry wat vergroot, en geheel van den grond af opgetimmerd , weshalve» dezelve tegenwoordig, de eerstgenoemde oudfte Synagoge, waarmede zy in gedaante cn grootte vry na overeenkomt, in fraaiheid te boven gaat. Zy heeft een deftigen opgang, en midden op het dak is een fierlykc Koepel gebouwd. De Galery voor de Vrouwen beflaat drie zyden van 't Gebouw.. Boven den ingang in 't Westen is een Tafereel geplaatst, waarop een algemeen gebed aan God en dc Overigheid, met vergulde letters, in de Nederduitfche Taal gefchreven ftaat. 3 Voor het overige hebben de Hoogduitfche Joodcn , bchalven deeze drie Synagogen, nog drie of vier kleine of by-Synagogen, zo in de Amftelftraat, als op VLooijeuburg, van welke echter niets byzonders is te melden. D E R-  156 DERDE AFDEELING, GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTICTEN. Het GASTHUIS. 1 Het Gasthuis, veekyds het St. Pieters Gasthuis genaamd, heeft zyn ingang op de Oudczyds Agterburgwal , aan dc Oostzyde, by het Oude Heeren Logement, door eene aanzienlyke poort, boven welke zig twee groor te Beelden vertoonen; eene kranke Vrouw cn een Man , zynde, door Jan van Logteren, fraai in Heen uitgehouwen. 2 Door deeze Poort komt men in ecnen langen breer den en open gang, aan welkers regter zyde men den ingang van den zogenaamden Bayerd ziet, alwaar allerlei behoeftigen, drie nagtcn, in ontvangen en geherbergd worden, gelyk blykt, uit een Opfchrift boven hetzelve van den volgenden inhoud; Drie nagten langer niet herberg ik, die 't behoeft En houd de vierde uit de fcoisters en 't geboeft. Voorts is dit Gebouw van alle noodigc Vertrekken, en Hulpmiddelen ,voor zieke Mannen en Vrouwen,voorzien. 3 Op de Kamer der Regenten ziet men nog een oud Altaarfhik , 't welk men in den der Nonnen-Kapellen fchynt gebruikt te hebben, alsmede een oud Regenten Gezelfchap. De Wapenborden der Regenten hangen in een fteenen Zomerhuis. Zedert het Jaar 1754 heeft men de Stads Apotheek herwaards overgebragt. II e t  Het PESTHUIS. 1 Dit Godshuis is gelegen buiten dè Lydfe Poort, bezuiden den Overtoomfchen Weg; men gaat naar het zelve van den Overtoomfchen Weg, over een Brug, door een lange Laan, en vervolgens over twee fteenen Bruggen , welkers laatfte met een groot yzeren Hek is afgefloten van de Laan. Verder gaat men over een houten Brug in 't Gebouw, het welk rondsom in 't water ftaat, en genoegzaam vierkant is, zynde van gebakken fteen opgemetzeld. . 1 2 De vier Gevels van het Pesthuis ftaan langs eene ruime vierkante Binnenplaats , welke met Boomcn is bezet, door welkers midden een Vaart loopt, die gemeenfchap heeft met de Gragt rondom het Huis, en over welke één houten en twee fteenen Bruggen zyn gelegd. 3 Van deeze plaats kan men door vier groote Poorten,' naar de vier Vleugcis van 't Gebouw gaan, wierMuuren wel drie en een halve voet dik zyn. De Voorgevel is in 't midden, met een Uitftek of Paviljoen gebouwd, in welke aan de regter kant, of Oostwaards de Regentekamer is, in welke men voor den Schoorfteen-mantel dc Wapens der dienende Regenten, ten tyde der laatfte herbouwing ziet. 4 Verder is dit Geböuw geregeld ten dienfte van eene groote menigte kranke, onnofele befmette en ongerclde Menfchen,. zo Mannen als Vrouwsperfgonen, Het RASPHUI S. i Het Mannen-Tuchthuis, doorgaans alleen het tucht* huis of meest het rasphuis genaamt, isgelegen aan den Heiligen Weg , aan de Zuidzyde tegen over de Voetboorftraat. Tusfchen de Singel en kalverftraat. Men gaat  iffi GODSIIUIZ. en GODSDIENST. GEST1GS'« gaat in hetzelve , door twee groote en aanzienlyke Poorten , boven welker eerfte, die aan den Heiligen Weg ftaat, cn toegang vergunt tot een ruime Voorplaats, mén den Tugtmcester onder de lyst der Frontcfpies, opeen Wagen zittende, verbeeld ziet, metVcrwhout beladen, cn getrokken door Leeuwen, Tygcrs en andere woeste Dieren, die hy met een geesfcl voortdryft, welk alles zcér konftig in hardftecn is uitgehouwen. Boven hetzelve leest men Vtrtutis efl domare quae cuncti'pavent dat is: */ Is der dapperheid eigen te temmen, 't geene elk vreest. 2 De Frontcfpies is met het Beeld der tugtiging in de gedaante van eene Vrouwe verfierd, hebbende aan elke zyde ccn geboeid Manncbeeld. Onder deeze afbeelding ziet men het woord c a s t i g at i o dat is t u g t i g i n g ftaan. 3 Boven de tweede Poort ziet men twee meer dan Icvensgroote Mansbeclden, welke twee half naakte Tugtelinge'n verbeelden, Maande in dien Hand, zo als zy hun dagelyks werk moeten verrigteu, en bezig zyn met raspen van Vcrwhout. 4 Onder dc lyst ziet men een Weefgetouw ftaan, tot eene gedagtenis van de Weevcrye, welke hier in vroegere jaaren geoefend werd. 5 Door deeze Poort gaat men in ccn Portaal, daar de ingangen zyn naar de Kamer der Regenten; alsmede naar de Wooning van den Binnenvader, cn naar de kleine Benedenzaal , in welke twee Schilderycn hangen, verbeeldende twee Collegien van oude Regenten. Ook hangen hier twee kleine Fruitftukjes door i-rxst' stkuvb.y of stijven  Het RASPHUI jfc |$ VEN gefchildert , geduurende dat hy om zyn flegt gedragt in 't Tuchthuis zat. 6 Voorts is dit Huis van allerlei Hokken voor Tugte» iingen, en van veelerlei Vertrekken, Kelders, enz. tot verfchcidenerlei gebruik, voorzien. Het SPIN II U I S. 1 Het spinhuis of Prouwen-Tugthuis, is gelegen aan de Oostzyde van de Oudezyds Agterburgwal, tusfchen het Waaien Kerksplcin en het Rusland, hebbendé zyn ingang, in een Steeg, de Spinhuisfteeg genaamt, door eene fraaye Poort van gehouwen fteen, met een yzeren Hek gefloten , welke aan weerskanten met Kolommen van dc Romeinfchc Orde is bezet. 2 Boven den ingang van deeze Poort, zag men weleer de Tuchtiging, in dc gedaante van eene bedaagde Vrouw, hebbende twee Tugtelingen by zig, welker eene zy met den geesfel dreigt, alles konftig in marmer uitgehouwen. Onder dit Zinnebeeld ftond met gouden letters Schrik niet: Ik wreek geen quaet: 'maar dwing tot goei Straf is myn hart; maar lieflyk myn gemoel. Doch dit fieraad cn vaars is overgebragt naar het Nietswe Werkhuis, op het Weesperplein , alwaar het in de Ringmuur is geplaatst. 3 In de Frontefpies van den Zydgevel, aan den Agterburgwal, ziet men ook drie Vrouwenbeelden ée&e Spinnen,Naayenen Braayen, in hardfteen uitgehouwen, en boven de deur in de Spinhuis dwarsflceg, zag men ook eertyds een Spinnewiel, welk ook is weggenomen J toen de Tugtelingen, in den Jaare i~33, naar hei Nieuw Werk-  i6o GÖDSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. Werkhuis op 't Wecsperveld zyn overgebragt, en de Stads Militie hun intrek in het Spinhuis genomen hebben; 4 Wanneer men door voornoemde Poort binnenwaards* gaat, komt men, voorby een Comptoir van de Poerti'erfchc in een Portaal, alwaar een konftig gefchilderd afbeelding van vier oude Regenten plag te hangen. 5 De Regenten Kamer of Comptoir is een net Vertrek , verzierd, langs den Schoorfteenmantel, met de gciheden Wapens van verfeheiden Regenten. En in 't Schoorfteenftuk, is dc Tuchtiging een breidel aan eene Tuchteiing toereikende , konftig gefchilderd, door de vermaarde Meesters van Boonen, Quinkhard en andere, verbeeldende zo veele Gezelfchappcn van Regenten. 6 Dc Kamer der Regentesfen , welke naast die der Regenten ten Noorden is, pronkt desgelyks met gefneden Wapens van eenige Regentesfen aan den Schoorfteenmantel, en met twee groote Schildcrftukken, onder welke er één van Boonen is. 7 Ook ziet men hier drie kleine fraaije Stukjes, een oud Man, een Koppelaarfter en eene fchrcyende Ligtekooi afgebeeld. 8 Mogelyk zyn er eenige van boven gemelde" fieraaden. naar 't Nieuwe Werkhuis overgebragt geworden* Het WILLIGE RASPHUIS. Nu een Kweekfchool voor de Zeevaart. i Dit Huis is gelegen aan den Ykarit omtrent Kattenburg, op de Ygragt aan 't einde, fchuins tegen over 's Lands Zeemagazyn. Hetzelve was weleer een Pakhuis van de Westindifche Maatfchappy, en werd naderhand bekwaam gemaakt tot een Werkhuis of Rasp huis voor  Hët WILLIGE RASPHUIS. %0t Voor Bedelaars , Lcdigloopers of Lieden van een flegf gedrag. Het. Huis hadt toen geen uitwendige Sieraaden. 2 Dc inwendige gefteldheid van het Huis was naaf de omftandigheden gefchikt, en in verfcheidene daar toe dienende vertrekken, verdeeld. De Regentenkamer, een vierkant vertrek over het Y zyn uitzigt hebbende, was voorzien van een nette Schoorftcenrnantel, met de Wapens der Regenten verfierd. 3 In dit vertrek zag men toenmaals een zeer fraay zinnebeeldig Schilderftuk van den beroemden lairesse, de Tuchtiging verbeeldende, welke een flordig en wanhavenig, halfnaakt Mansperfoon , ten Tugthuize inleid, 4 Tegenwoordig dient dit Werkhuis tot een Kweekfchool voor de Zeevaart, alwaar Jongelingen zig tot den Zeedienst bekwaam maken, ten welken einde alle Vertrekken en Solderingen bekwaamlyk zyn ingerigt. 5 Aan den kant van de Ygragt, heeft men een pragtige Poort tot een ingang gemaakt, verfierd met Beeldwerken Zeemans Gercedfchappen , tot die School betrek» kelyk. 6 Aan de zyde vart dit Huis, is een groote open Plaats van vooren aan de Straat met een Schutting afgeperkt, op welke Plaats een driemast Scheepje met zyn takelagie ligt, Wier masten boven tot aan het dak van het Huis uitfteeken, en op welk Scheepje de Jongelingen zig in de bcnaamingen van de Scheepstouwen en Gereedfchappen, en derzelver gebruik, of in 't klimmen in de Mast „ of in 't Wand oefenen, en de behandeling van 'tScheeps-r werk leeren. Het NÏEÜWE WERKHUIS. ï Dit pragtig Gebouw is geftigt in den jaare ïj&t, L op  ïfo GODSHUIZ. en GODSDIENST. GEST1GT. op het Weesper Veld, in grootte naast het Stadhuis, en alle andere Stads Gebouwen overtreffende. 2 De Grond, waar op het Gebouw ftaat, is lang 835, en breed 255 voeten, en dezelve is langs dc Straat omringd met een muur, ter hoogte van 15 voeten, en langs het Water met Palisfaden en Dryf boomen, ter verhindering van den toegang met fchuiten afgeflooten. 3 Het Gebouw op zigzelve is lang 360, en breed 180 Voeten, zynde de toegang voor de Regenten aan de zyde van de Plantagie, alwaar een groot Voorplein is; de Frontefpies van den Voorgevel aldaar is met Zinnebeelden op het Gebouw toepasfelyk verfierd. 4 In gemelde Ringmuur, in de Kerkftraat , is een Poort, boven welke een konftig uitgehouwen Leeuw met den Kop en Voorpooten zig vertoont, en onder dezelve voorheen gemelde Basreliëf van het oude Spinhuis. 5 In de vier hoeken van 't Gebouw, zyn de Wooningen voor de Opzigters over de Gevangenen, waar door dezelve altoos onder bedwang zyn. 6 De Wooning voor den Schout of eerden Beftierder, die een algemeen bewind over het Huis heeft, is een afzonderlyk Gebouw, in 't midden van het geheel geplaatst, van waar vier doorgangen een vryen weg tot alle Verblyfplaatfen gecven. 7 Het Werkhuis beftaat uit drie Verdiepingen, zynde de eerfte, die drie treeden uit den grond ligt, hoog 15 voeten van vloer tot vloer; de tweede 18, en de derden voeten. 8 Tot de eerfte behooren de Eetzaalen , overdekte Werkgalderyen, en plaatfen voor de Gevangenen, Magazynen , Keukens enz. 9 Tot de tweede, de Werkzaalen der Gevangenen, ea Wooningen voor de Suppoosten. 10 Toï  Het NIEUWE WERKHUIS. 163 10 Tot de derde, de Slaapzaalen, Ziekenkamers, en andere Noodwendigheden. 11 Alle Vloeren rusten op Gewelven, en zyn in Ciment geplaveit, en by alle Ziekenkamers zyn Secreten en Pompen enz. 12. De Regentenkamer is een fraay Vertrek, met konftige Schilderyen, door Rembrand , en andere Meesters behangen. Het VERBETERHUIS. 1 Het Verbeterhuis, of Beterhuis, is een foort van Tugthuis, ftaande aan de Stads Wal of Schans, een weinig beoosten de Weeterinspoort. Het is een lugtig vierkant Gebouw, zynde voorzien aan den Oostkant, meteenen bevalligen, groote n vierkanten Tuin en een Speelhuis, aan de Lynbaansgragt. OUDEZYDS-HUISZITTEN-AALMOESSENIERSHUIS. 1 Dit Godshuis is een fraai, vierkant fierlykGebouw, zynde in den Jaare 1655 opgerigt, waar by vier groote Pakhuizen , tot berging van behoeftens zyn gevoegd, van welke de twee middelden ondereen Gevel ftaan, gelegen op den Leprofen Burgwal, ook het Leprofen of Huiszitten-Burgwal en Turfgragt genaaint, pronkende in den Voorgevel met het Stads-Wapen, en in den Agtergevel met het Koggcfchip uit Stads Zegel. 1 Men klimt in deszelfs Voorhuis, langs een ter wederzyde opgaande Stoep met Leuningen, zynde de opgang aan weerskanten met een fraay yzeren Hek verhard. 3 In het Voorhuis ziet men een Opfchrift, waar uit blykt, dat de Heer harmen van de pol , Zoon van de/» L 2 Bur-  Iö4 .G0DSIIU2Z. en GODSDIENST. GESTIGT. Burgemeester jan van du poll, op den 50ctoberiG5*# den eerften Steen aan dat Huis heeft gelegd. 4 Aan weerzyden van het Voorhuis leest men twee Spreuken uit de H. Schrift. Psalm XLI: vers i. Sa. lich is hy die zig) verftdndtg, gedraagt tegen den Armen. De Heere zal hem hevryden ten dage des quaats ——. en provfrbia XIX: vers 17. Die fich des Armen ont- fermt leent den Heere, ende hy zal hem zyne weldaad vergelden. 5 Uit het Voorhuis komt men, ter regterzyde , in een aanzienlyk Vertrek , onder welks hoogen Schoorfteen-' mantcl, vóór eenige Jaaren, een marmeren Engelfche Schoorfteen is geplaatst. 6 Van vooren is de Schoorfteenmantcl, doop Bartholomeus van der Helst, fraay befchildert, met de afbeelding van de zes Regenten, toen het beltier over de Armen hebbende, als 't Huis gebouwd wierd. 7 Drie fraaye Schilderftukken, gemaakt door Bronkhorst, van Loon en Ilol/lein, zag men eertyds tegen den wand van die Zaal hangen, verbeeldende het uitdeden van Brood, Boter Kaas en Turf; maar één van deeze Stukken, het uitdeden van Turf verbeeldende,. heeft men naderhand verplaatst in dc Uitdeelkamer, en in dcszclfs plaats, een groot Regentenftuk, uit een ander Vertrek„ overgebragt , zynde hetzelve gefchilderd , door Pieter van Anrade. 8 Binnen in de Kamer, boven den ingang, ziet men een welgemaakt Beeld der Liefde, en aan de twee binnenposten , hangen de' Wapens der zes Regenten van dien tyd, konftig in hout uitgebeeld. 9 Verder leest men, aan den wand twee Spreuken uit de H. Schrift, deuïer. XV: vers 11. Gy zult uwe hand mildelyk opdoen aan uwen Broeder, aan uwen bedrukten-, en aan uwen At mm in uwen Land, en prov. XIV: vers 13«  OUDE HU1S-ZITT. AALMOESSENIERSH. 165 vers 13. Want die de Armen verdrukt, fmadet deszelven Maker, maar die zich des Nootdruftigen ontfermt, dit eert hem. 10 Ook is de Zolder van dat Vertrek, benevens vier Nisfen in 't graaiwv, in de vier hoeken zeer fraai, door Holftein befchilderd. 11 Tegen over dit Vertrek ontmoet men de Regentenkamer of't Comptoir, waar in vier konftige Schilderyen hangen, verbeeldende vier Gczelfchappen van Regenten, van welke twee, in de Jaaren i7o6en 1720, door Arnoldus Boonen, cn édn, in den Jaare 1740, door Cornelis Troost zyn gefchildert. Doch het vierde Stuk is, in 't Jaar 1759, door Jan Mauritz Ouiukhard, gefchildert en verbeeld de Regenten, Jan Willink Meures, Mr. Jan Jacob van Beaumont, Jacob Guillot, Gysbert van der Goot, Wil' Urn van der Meulen en Abraham Grommée. 11 Uit het Voorhuis naar agteren gaande, komt men an een Portaal, en van daar in twee Vertrekken;'in het £ene Vertrek, daar de Behoeftigen worden ingefchreven , ziet mca een fraai Schilderftuk voor den Schoorfteen geplaatst , verbeeldende drie Schepen in de barning tegen de Rotzen. 13 Verders komt men,door eenPortaal, in eenfraayen Tuin, rondfom welken eene Gaandery loopt, die met 36 Glasraamen is voorzien, waar in weleer de Wapens deizes en dertig Raaden van den Jaare 1655 gefchildert waren , maar met het vernieuwen der Raamen , zyn de Wapens verloren geraakt, intusfehen bewaart men nog de afbeeldingen op Pergament, omze als het vereischt mogt worden, weder op 't Glas te doen Schilderen. 14 Aan 't einde van den Tuin, ontmoet men een zeskantig lleenen Tuinhuis, 't welke omftrecks den Jaare 1710 is gebouwd, en boven, met de Wapens van de zes toen dienende Regenten verfierd. L 3 15 De  166 GODSHLTZ. en GODSDIENST. GESTIGT. 15 De Gaandery met 36 Glazen, heeft een uitgang in de Amftelftraat, daar men door eene fierlyke hardfteenen Poort, na de Dorifche orde gebouwd , in- en uitgaat; men ziet daar flcgts de volgende Letteren, O.S.H.Z.H. dat is: Oudezyds Huiszittenhuis. Het NIEUWEZYDS HUISZITTEN-AALMOESSENIERSHUIS, 1 Dit Gebouw vind men op de Prinfegragt by de Leliegragt, cn beftaat uit twee byzondere Gebouwen. 2 Het eerfte en aanzienlykfte heeft drie Verdiepingen, enproi:kt met het Stads-Wapen in de Frontefpies, hebbende een ruime i ingang, voor welken een koperenArmbos is geplaatst,, en aan weerskanten van den ingang heeft men een zwaar yzeren Hek. 3 In Huis getreden zynde , komt men in een ruim Voornuis, alwaar ten Zuiden de toegang is naar de Woohing van de Binnenvader en Binnenmoeder,beftaande uit twee Kamers en één Keuken. 4 Ten Noorden gaat men in 't Comptoir der Regenten, zynde eennette vierkante Kamer, met een fraayen bepleis■ berden en overgeverwden Koepel vanboven. De Wapens der Regenten, ziet men aan den Schoorfteenmantel, aan weerskanten van een Spiegel en Schildery in 't graauw. 5 Verder gaat men, door een Portaal, in eene ruime Zaal, wiens Zolder met eenige Zinnebesiden is verfierd, zinfpeelende op de zorg voor de Behoeftigen. Bovenwaards, in 't Westen, ftaan ook drie dergelyke Zinnebeelden in 't graauw, en in de vier hoeken van de Zaal zyn desgelyks op de Deuren acht Deugden, in 't graauw gefchilderd. 6 In de vier Vengfters ziet men vier Burgemeesterlyke Wapens, benevens het Wapen en oud Zegel der Stad. 7 Het  Het NIEUWEZYDS HUISZITT. AALMOESS. 16? 7 Het Schoorfteenftuk verbeeld een Gezelfchap van Regenten- Ook ziet men, tegen den Oostelyken wand, een groot Regentenftuk, 't welk in den Jaare 1651, door Jacob Bakker, fraai is gefchildert. 8 De Wapens van zes Regenten zyn boven den ingang naar 't Vertrek van binnen, zeer kondig afgebeeld. Desgelyks hangen 'er de Wapen- en Naamborden aan den wand, en in twee vakken in 't Oosten, leest men, wanneer de eerde uitdeeling aan de Armen is gedaan. 9 Ten Noorden van het Huiszittenhuis, ziet men een laag Gebouw van eene Verdieping, het Tuinhuis genaamd , voerende het Koggefchip uit Stads Zegel in de Frontefpies. 10 Dit Gebouw heeft drie Deuren , en boven twee van dezelve , alsmede boven de deur van den gang, welke ten Zuiden, langs het groote Gebouw loopt, zyn de uitdeelingen aan de Behoeftigen, die hier gefchieden, met toepasfelyke Schriftuurplaatzen , door den beroemden Henrik de Keizer, zeer kondig in harddeen uitgehouwen. 11 In 't midden leest men: Salig zyn de Barmhartige, want haar zal Barmhertigheid gefchieden. Matth. V: vers 7. En ter wederzyde daat: Doet wel aan den Armen. U loon is in den Hemel. 12 Aan het einde van den Tuin , ziet men ook een Zinnebeeldig Schilderftuk voor een Engelfchen Schoorfteen ftaan. Het HUISZITTEN.WEDUWEN HOF. 1 Hetzelve is gelegen agter het Kathuizers Kerkhof, zynde een fchoon vierkant Gebouw, in den Jaare 1650, onder opzigt van den Stads Bouwmeester, Daniël Stalpart, volbouwd, hebbende eene breedte van 246 voeten, en omtrent half zo diep, kunnende van omtrent 100 Huisgezinnen bewoond worden. s In het midden des Voorgevels is een ruime ingang, L 4 met  168 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. met het Opfchrift: Huhzitten-Weduwen Hof 1650. In den Voorgevel ftaat een Schepel ter gedagtenis der Voldershuizen, welke door Ttgen, dogter van Willem Schepel gcfticht waren. 3 Rondfom is het met Wapenfchilden verfierd , op welke men de Naamen van dc Gellagten der eerfte Begiftigers leest., cn welker Koopprys, onder anderen, tot het bouwen van het Weduwen-Hof is aangelegd. Keizerryk, Opmeer, Vechters - Bogaart, Peereboom en Jan WifVliegen. Het B U R G B R WEESHUIS. 1 Dit Gebouw is in twee byzondere Bewooningen ver. deelt, het jongens-huis en het meisjes-huis. Het eerstgemelde, komt ons voor in de Kalverftraat, tegen over dc wyde Kapelltecg en Kapel. Men gaat in hetzelve, door een fierlyke Poort, op welkers Boog eenige Weeskinderen ftaan uitgehouwen, ftaroogende op een Duif, het Zinnebeeld van den Heiligen Geest, naar welken, de Wees-en Gasthuizen en dit Weeshuis voornaamlyk, van ouds plagten genoemd te worden. i Dit zelfde Zinnebeeld ziet men ook tegenwoordig no" aan een Zydnniur van een Huis in de Kalverftraat, op den hoek van een Steeg, welke om die zelfde reden, de Duifjes/leeg genaamd wordt. Desgelyks ziet men het bo ■ ven verfcheiden ingangen in het Huis, en zelfs op het gewoon Zegel der Regenten. 3 Boven de Voorpoort van het jongens -huis , leest men de volgende regels van den vermaarden Digter Vondel Wy groeijen vast, in tal en la/7, Ons tweede Vaders klaagen.  Het BURGER WEESHUIS." 169 Ag, gaa niet voort, door deeze Poort, Of help een luttel draagen. 4 Voor de Voorpoort is een klein langwerpig vierkant Plein, op welk vooraan een Armbos is geplaatst, en in de twee Zyd-gevels der beide Hoekhuizen van dat Plein , ziet men twee Weeskinderen uitgehouwen; een Meisje in den eenen, en een Jongen in den anderen. Beide Kinderen houden een Tafereel voor zig, op welke deeze Gedigten van Joost van Vondel gelezen worden. Op het eerfte Tafereel ftaat. Hier treurt het Weeskind met gedult, Dat arm is zonder zyne fchult, En in zyn armoè moet vergaan, Indien gy V weigert hy te flaan. Zo gy gezegend zyt van God, Vertroost ons uit uw overfchot. Op het andere Tafereel. Geen armer Wees op aarde zwerft, Dan die der Weezen Vader derft. Der Weezen Vader derft hy niet, Die Weezen troost in haar verdriet. Dies (la uw oogen op ons néér, Ons aller Vader troost u weêr. 5 Wanneer men gemelde Poort is door gegaan, komt men in eene Gaandery, die op Hardfteenen Zuilen rust, aan welkers rcgterzyde de Suppoosten woonen. Ter Jinkerzyde heeft men eene ruime vierkante Plaats. 6 Ten Westen van deeze plaats is de opgang naar de Jongens Eetzaal, en verdere Vertrekken boven dezelve, alwaar de Jongens flaapen, enz. L 5 7 De  170 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. 7 De Ingang van .het meisjes-huis is in de St. Lucienfteeg, over een ruim Voorplein, door eene groote fraaye Hardfteenen Poort. Boven in den Gevel van het Hoekhuis, aan de linkerzyde van het Plein, ziet menjdesgelyks een Weesjongen en een Weesmeisje opwaards ziende naar een Duif. 8 Gemelde Poort ingetreden zynde, ontmoet men daar verfcheidene, zo groote als kleine Vertrekken, tot verfchil. lende eindens gefchikt. 9 Het tegenwoordige Regenten-Comptoir is een groot fraay Vertrek, uitziende op de groote Binnenplaats van 't Meisjes-Huis. Onder anderen zyn de Schoorfteen en Wanden met drie Regenten en twee Regentesfen-Jiukken verfierd, en gefchilderd door Juriaans Ovens, Arnold Boonen cn andere vermaarde Meesters. 10 Natuur en Konst munten inzonderheid uit, in één der Regenten, door jacob bakker gefchilderd. 11 De Majoor nicolaas Hasselaar, welke Regent van 't Godshuis is geweest, word in een der Regentenftukken zeer fraay en natuurlyk, in zyn Krygsmans gewaad , afgebeeld. n Ook hangen in dit Vertrek twee naauwkeurige Tekeningen ; als eene van den platten grond, en eene van de voornaamfte Gevels van 't Gebouw, welke beide in den Jaare 1759, door den Landmeeter, Willem Jacob Vonk, zyn gemaakt. 13 Desgelyk ziet men in dat Vertrek verfcheiden Wapens en Naamborden. 14 In het Cascomptoir, 't welk agter voornoemd Vertrek is, hangen twee Schilderftukjes, één door Juriaan Pool gefchildert en aan het Weeshuis vereerd , in 't welke hy zigzelven in Weezenkleederen, ter gedagtenis zyner opvoeding, in dit Godshuis, heeft afgebeeld. 15 Het ander Stukje verbeeld een ouden Wees , zo men  Het BURGER WEESHUIS. 171 Hien berigc, Barend Jansz. Bode, of in 't gemeen Baandjs genoemd, die niet wel met zyn hoofd was, en altoos de Trouwfleden agter aan liep, waar door hy by elk bekend wierd. Hy is ook, in een grooter Stukje afgebeeld , het welk in de Regentekamer hangt. 16 Boven op de Linnenkamer hangt nog een Stuk van Pooi, alwaar hy in een Nagtrok is afgefchildert. ij In de Regentesfenkamer, zynde een net Vertrek, welk op de fteenen Sluis, die naar dc Bloemmarkt leid, haar uitzigt heeft, hangt een gefchildert Af beeldzel van 't Wapen van 't Godshuis, zynde eene beftraalde Duif; het Zinnebeeld van den II. Geest; hetzelve word door een Weesmeisje cn een Weesjongen vastgehouden, zynde omringd van de Vrouwlyke Wapens van vier Regcu> tesfen, die in 't Jaar 16S0 dienden. Het A ALMOES SENIERS HUIS. 1 Hetzelve ftaat aan de Zuidwestzyde van de Princegragt, tusfchen de Leidfche Gragt en Leidfche Straat. Het is een fraay ea groot Gebouw van vier Verdiepingen hoog, met twee uftfpringendc Voorgevels, hebbende ieder Voorgevel eene ruime Poort, en nog twee dergelyke tusfchen beide. 2 Het geheele Erf is driehondert twee en tachtig en een halve voet breed, zynde het Wcstclyk gedeelte voor de Meisjes, en het Oostelyk voor de Jongens gefchikt. Van agteren en weerskanten zyn fmalle opene plaatzen. 3 Dit Huis heeft eene menigte Vertrekken tot verfcheidenerlei gebruik, zo voor de Weezen, Suppoosten, Regenten en Regentenen enz. 4 In het Voorvertrek voor de Regentenkamer hangt nog een Bord,'t welk in 'tOude Aalmoesfeniershuis is geplaatst geweest, en daar met Gulden Letters op gefchreven ftaat,. De  E?ft ' GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. De Hemel draegt geen zy, maer luistert naar elks kermen. Zoo ziet dAelmoesfenier, op V nypen van den noot, En reickt elk nooddruft toe, uit 'sBurgers milden fchott. Hy flut, door 't heele Jaer, net leven van den Armen. 5 De Regentenkamer, ofComptoir, is een fchoon vierkant Vertrek. Dc Schoorfteenmantel , in hetzelve, is van boven verfierd met de Wapens der Regenten, welke ten tyde der Stigtinge van het Huis in dienst waren, alsmede met eenige andere Regenten-Wapens van vooren. Beneden boven den Spiegel, leest men deeze regels van VONDEL. Dees Godshuis-bouwers, die getrouw nooddruftige' Armen. Al V Jaar bedienende, handhaven en befchermen , iStaen in de Wapens van hun Stammen hier ten toon. Wie Armen handhaeft, wint de hoogfle Wapenkroon. 6 Zeven oude Schiklerftukken ziet men langs de Wanden van dat Vertrek hangen; twee van welke ieder twee oude Regenten Koppen verbeelden. 7 In dc vyf andere Stukken, ziet men het werk der Aalmoesfenicren en der Behoeftigen , zo als het oudtyds was, zeer konftig, afgebeeld. 8 Een Schildery verbeeld de infehryving der Armen , en een ander de Huisbezoeking , welke door een der Regenten, verzeld zynde van den Hoofd Provoost, gedaan word. 9 In t>vce andere Stukken, van 't Jaar 1627, word de uitdeeling van Brood, Geld en ftof tot Kleeding verbeeld , welke eertyds dcor dc Aalmoesfeniers verrigt wierde. 10 In het vyfdc Stuk word het Hennipkloppen en ander Ai beid vertoont , welke eertyds in het Oude Aalsioesfcnicr6 Huis verrigt wierde. xi Ver«  Het AALMOESSENIERS HUIS. 173 11 Verders ziet men hier twee Nieuwe en zeer grootfRegenten-Stukken hangen, van welke ieder agt Regenten en de Hoofd- Provoosten, den Secretaris en Boekhouder in der tyd verbeelden. Het eene Stuk is door cornelis troost , en het andere door tibout regters, gefchilderd. , 12. De Rcgentesfenkamer is ook een fchoon Vertrek, en in den Jaare 1761 merkelyk verbeterd, en naar de hedendaagfchc manier, met een gefchildert Behangzel, verfierd , en voor den Schoorfteen ziet men de Wapens der Regentesfen. 13 Ook zyn er nog eene menigte andere Vertrekken, tot verfchillende dienften ingerigt, in welke echter geene merkwaardigheden van aanbelang te zien zyn. 14 liet getal der Weeskinderen beloopt doorgaans 1200, of 1300, ook wel eens by de 1500, zo Jongens als Meisjes tc zaamcn. Het OUDE MANNEN- en VROUWEN GASTHUIS. 1 Dit Huis word, doorgaans, flegts het Ouden Mannenhuis genoemd, cn is zedert de laatfte Hcrbouwinge van de Jaaren 1755 en 1756, in een pragtig Gebouw hervormd. Hetzelve ftaat op den Oudezyds Agterburgwal; aan de Oostzyde naast en benoorden het Zieken Gasthuis. 2 Men komt in hetzelve door twee Ingangen, als een op den voornoemden Agterburgwal, en een regt agter deezen, op den Kloveniers Burgwal. 3 De eerfte ingang is eene fraaije Hard fteenen Poort, 'in welke bovenwaarts zo wel binnen-als buitenwaards, het merkteken van 't Godshuis is uitgehouwen, betraande in een Bril. De Poort inkomende , heeft men een brceden open Gang of Voorplein aan weerskanten, met Bur-  174 GODSHUIZ. en GODSDIENST. CESTIGT. Burgerwooningen of Winkels van allerlei Koopgoederen bezet. 4 De tweede Ingang op den Kloveniers Burgwal, is on> langs met eene nieuwe, doch veel aanzienlyker Poort, dan de Oude was, verfierd, op welke fraaye Beelden, levcnsgrootc, zeer konftig zyn uitgehouwen. Binnen deeze Poort heeft men desgelyks een korten Gang, benevens eenige Wooningen, en Kasfen voor Koopwaaren. 5 Verder gaat men van weerskanten uit voornoemde Gangen, door twee aanzienlyke Poorten in 't eigentlyk Gebouw, langs vier zyden van eene vierkante open Plaats, op welke vier fierlyke Bleekvelden liggen. 6 Deeze twee Poorten doorgaande, komt men in eene breede Gaandery, langs welke aan den Zuidkant, achtien ruime, overwelfde Boogen getimmert zyn, welke ten behoeve van het Godshuis, tot Winkels verhuurd worden, en daar een groote toevloed van Kopers is, inzonderheid op de Jaarmarkten. Aan ieder einde van deeze Gaandery gaat men, door een Deur, binnenwaarts in 't Huis. 7 In 't midden van elk der vier Binnengevels van 't Gebouw, wier hoeken van Mardlteen, en welks wanden van zwaar gebakken Steen zyn opgehaald, ziet men eene hooge, fraaye,HardfteenenPoort. De twee Poorten derzelve in 't Oosten en in 't Westen, zyn eveneens gebouwd. Maar de Zuidelyke is , binnenwaards , naar de Plaats toe , uitgetimmerd , en bovenwaarts met een grooten Uurwyzer verfierd. En de Noordelyke Binnenpoort pronkt met het Stads-Wapen, en 't Jaartal MDCCLIV in den top, boven een fraaye Balcon. 8 Door laatstgemclde Poort gaat men in een ruim Voorportaal, wier Wanden aan weerskanten met de Wapens der Regenten en Regentesfen van 't Jaar 1754 zyn verfierd, en met zinnebeeldig Loofwerk fraay bepleisterd. 9 De  Het OUDE MANNEN-en VROUW. GASTH. 175 9 De Regentenkamer, die daar digt by is, pronkt met twee Wapenborden, een Naambord, en vyf Regentenftukken. Het oudfte Stuk hangt voorden Schoorfteen, en is zeer fraai ,in den Jaare 1618, gefchildert. Het Nieuwite, welk in den Jaare 1750, is gefchildert, door Jan Mauritz Quinkhard, verbeeld de Regenten Pieter Karsfeboom, Mr. Jan Jacob Hartfinck, Jacob de LeeUwen!'elgrom ten Grotenhuis Boendermaker. Onder de drie andere Stukken is 'er één van Barend Graat, en één van Bakker, als mede nog éénjvan Quinkhard, in den Jaare 1732 gefchildert. 10 De Kamer der Regentesfen, pronkt met twee Wapenborden, en een zinnebeeldig Schildery, verbeeldende de Zorg voor de Ouden. 11 De Eetzaalen der oude Mannen en Vrouwen, hebben byna dezelfde gedaante , en zyn twee ruime Vertrekken. 12 In dit Godshuis, ziet men ook nog den berugten Waterput, welke in den Jaare 1605 , door Pieter Pieterfe Ente , ter diepte van 232 voeten is gegraven, uit welke ver-fchillende foorten van Aarde zyn te voorfchyn gekomen. Doch deeze Put fchynt niet lang aan de verwagting beantwoord te hebben, nadienze reeds een reeks van jaaren, gelyk de meestePutten in deeze Stad, onzuiver Water opgeeven. Het KRANKZINNIGEN HUIS. 1 Dit Huis is gelegen aan de Westzyde van den Kloveniers Burgwal, tusfchen de Spinhuisfteeg en het Slagthuis der Oostindifche Compagnie. 2 Van vooren gaat men in hetzelve door een fierlyken fteenen Poort, boven welke het Stads-Wapen, en ón_ -ter hetzelve, de Wapens van den Stigter, Henrik Paulus- zoon  i76 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. zoon Boelens , en deszelfs Huisvrouw Christina Boelens zyn uitgehouwen. Iets laager leest men. Dit Godshuis is gejiicht ^ uit liefde mild van aert, En toont de Dolheyd, die zich zelfs noch niemant /paart. 1562. 3 De Poort in het Zuidelyk gedeelte van *t Gebouw is toegemetzeld. Boven dezelve ziet men op een Steen f het voeden der Krankzinnigen, die in eenige Dolhuisjcs" met traliën zitten, uitgehouwen , waar onder de volgende regels ftaan. Die met Kr ankzin nigheydt zyn hegacft, Die worden hier gefpyst en gelaeft. 4 Dc Regentenkamer is een net vierkant Vertrek, met een fraayen Schoorfteenmantel, in welken een fierlyk Wapenbord der Regenten hangt. 5 Boven den ingang der Regentesfen - Kamer ftaan de Wapens der Regentesfen in der tyd, afgebeeld, en ds Schoorfteenmantel, in dit Vertrek, is met de gefnedene Wapens van eenige voorgaande Regentesfen verüerdy 6 Desgelyks hangt in dit Vertrek een Wapenbord der Regentesfen, en een gefchilderd Pourtrait van den Stichter , Henrik Pauluszoon Boelens, alsmede een groot Schil» derftuk, welk het trekken der Loterye van den Jaare 1592 y op een hoog toneel, by avond cn toortslicht, verbeeld. 7 Uit het Portaal binnen de Poort, gaat men in de groote Galery, welke rondfom eene langwerpig vierkante opene Plaats loopt, die door een Zomerhuis, welk de geheele breedte bellaat, in een Bloemtuin en een Bleekveld is verdeeld. "8 ln het midden van den Bloemtuin ziet men het Beeld der Raftrnye, met de handen in 't hair op ccn vierkant Voet-  Het KRANKZINNIGEN HUIS. 177 Voetftuk, voor welks vier zyden vier manskoppen ftaan, uit welkers gelaat , men ook verfchillende foorten van Krankzinnigheid kan leezen. 9 Langs de West-Zuid en Ooftelyke zyde der Galery, ziet men 27 Dolhuisjes gemetzeld , die ieder van een krebbe en heimelyk gemak zyn voorzien , fcheppende hun licht en lucht door een rond gat, boven den ingang, en door een tweede, in het fchuin dak der Galerye. 10 Ieder huisje is geflooten met twee zwaare deuren , en in de binnenfte ziet men eene opening, waar door de Lyders de fpyze en drank ontvangen. Boven zyn ook nog eenige huisjes voor Krankzinnigen, zo dat men in allen 53 huisjes en boven - vertrekken voor zodanige Lyders kan rekenen. 11 Aan het einde van den Noordkant der Galerye, ftaan de ftigting, en vergrootingen van 't Gebouw, met vergulden letters in een zwarten Toetfteen aangeduid. 12 Ten Zuiden van dit Opfchrift, boven den ingang naar den Westkant der groote Galerye, ziet men de Wapens der Regenten, onder wier opzigr deeze Galerye geheellyk is vernieuwd. 13 Boven den ingang naar den Oostkant dier Galerye, leest men de volgende regels van vondel. Tree zagt, en wandelt onhefchroomt, Hier word de Razerny getootnt. t Het LEPROSEN-HUIS. 1 Dit Huis is een van de oudfte geftigten der Stad, gelegen tusfchen de St. Anthonis -Breeftraat en iïoutgragt aan een Plein, regt tegen over de Synagoge der Portugeefche Jooden, M * Dï  178 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. a De ingang van dit Huis is door een fraaye poort, die in 't Jaar 1609 fchynt gemaakt te zyn , en boven welke men twee Leproozeu, één Man met eene Vrouw konftig in fteen ziet uitgehouwen. 3 Gemelde poort doorgegaan zynde , komt men op een ruime binnenplaats met hoornen bezet, lang welke Binnenplaats, de meefte wooningen der Proveniers haare ingangen hebben. 4 In 't Zuidwesten gaat men naar de Kamer der Regenten, welke een fraai en ruim vierkant Vertrek is, zynde verfierd met zeven Schilderyen, in welke eenige oude cn Jaatere Regenten, naar 't leeven, zyn afgebeeld. 5 Een Schilderftuk van Ferdinand Bol gemaakt, munt onder anderen uit. Verders zyn er twee Schilderyen van Arnoldus Boonen, inde Jaaren 1714 en 1729 gefchildert , en twee (tukken van Quinkhard en van der Myn. 6 Het nieuwfte Schildery , welk voor den Schoorfteenmantel ftaat, is gefchilderd door Tibout Regters, in den Jaare 1761 , vertoonende de Regenten, Frans van Kerchem, Matthys Oo/ler, Willem Hendrik Nolthenius, en jfohannes Luycx. 7 De vermaarde Gerard de Lairesfe heeft het Zolderftuk van dit Vertrek zeer konftig gefchilderd , met de zorg voor de Leprofen en Onnofèlen. 8 Ook ziet men in dit Vertrek, en op meer plaatfen in 't Huis , een St. Antoni afgebeeld. 9 Twee oude afbeeldzels van Regenten hangen in een Portaal voor de Regentenkamer, en in een Spreekvertrek by dezelve nog één. ip Desgelyks hangt in 't Portaal, de gefchiedenis van Naciman den Syriër, zeer konftig, door Ferdinand Bol gefchilderd. 11 In het Spreekvertrek hangt een fraai Schildery, in den Jaare 1633, dooiAdriaan van Nieimiand, gefchHderd, waar  Het LEPROSEN HUIS. 179 waar in het optrekken der Gilden en der Leprofen, op Koppermaandag en Dingsdag, voor het oude Stadhuis, met Sleeden, Trommen, Pypen, Kranfen en andere fieraden, verbeeld wordt. 12 Ten Westen van het Gebouw, ontmoet men een fraaye Tuin , langs welken de Eetzaal voor de Proveniers , de wooning voor den Binnenvader en de Binnen* moeder, de Bakkery en de Keukens zyn gebouwd. 13 De Kamer der Regentesfen in 't Noordwesten is een fraai Vertrek, en heeft een aangenaam uitzigt over de Tuin : in dit Vertrek hangen twee Schilderyen, in' welke eenige oude Regentesfen verbeeld worden. 14 De vermaarde Schilder, De Lairesfe, heeft in zyn tyd eenige fraaye Tekeningen van het Leprafin-Huis gemaakt , cn van het geen 'er verrigt word. Dezelve zyn gevoegd in een keurlyk Wapenboek der Regenten, het welk in de Regentenkamer word bewaard. H e t St. J O R I S-H O F. 1 Hetzelve ftaat tusfchen de Oude Waale Kerk en 't Spinhuis-Steeg. Men gaat in 't Huis, in de Noorderlyke of korte Spinhuis-Steeg, door eene aanzienlyke Poort, boven welke men den naam van St. Joris Hof, met vergulden Letteren, in Steen uitgehouwen , leest. 2 De Kamers der Regenten en Regentesfen zyn nette Vertrekken , welk laatsgemelde is behangen , en deszelfs Schoorfteenmantel met de Wapens der Regentesfen verfierd. 3 Verders ziet men verfcheiden Vertrekken, zo groote als kleine, gelyk de Eetzaal, alwaar twee groote Haardfteden zyn, en dagelyks vyf ronde Tafels, elk voor tien Proveniers, gedekt worden. 4 In den Gevel Van de middelde Wooning, in 't Zui* M 2 den,  i8o GODSHUÏZ. en GODSDIENST. GESTIGT. den ziet men een St. Joris den Draak fteekende, in Steen uitgehouwen , welk afbceldzel nog op meer plaatfen van het Hof gezien wordt. 5 Dit Huis dient tegenwoordig alleen voor dezulken, die daar hun kost willen koopen. Het Z Y D E-W INDHÜIS. 1 Men gaat in dit Huis door de Poort van 't Westlndifche Huis , eertyds de Voetboogs-Doek. Ook gaat men in hetzelve, door een deur in de Handboogftraat, boven welke de naam van Zyde-lVindhuis (laat, en welke ingang door de Zydevvindlters word gebruikt. 2 De Regentenkamer ziet op den Singel uit, en is een ruimVertrek, op de hoogte van den eerften Werkzolder, zynde voorzien van een breeden Schoorfteenmantel met 't Stads - Wapen, en eenig Beeldwerk, op de Zydenneexing toepasfelyk gemaakt. 3 De verdere Vertrekken zyn alle tot die bezigheden ingerigt. PI et DIACONI E-W E E S II U I S. i Dit Huis, gelegen op den hoek van de Zwaanenburgftraat, en zig van agteren uitflrekkende tot in den Binnen-Amftel, is een fraai vierkant gebouw, hebbende eene breedte van 136 voeten, en eene diepte van 166 voeten , en eene hoogte van drie verdiepingen , onder den Solder en Vliering. a Het Gebouw is verdeeld in een Jongens- en Meisjes Huis, welk ieder een byzonderen op en ingang heeft, en eene ruime vierkante Binnenplaats. 3 Ter regter zyde binnen den Westelyken opgang,ziet men de Kamer der Diakenen, een ruim Vertrek. In de lyst  Het DIACONIE-WEESHUIS. 181 lyst van den Schoorfteenmantel, ziet men de Wapens van de vier Broederen Diakenen, welke Opzigters over het Bouwen van het Huis zyn geweest, fierlyk in Steen uitgehouwen. 4 Voor den Schoorfteen leest men een zesregels Vers , van den Diaken daniel willink. Ook hangen daar eenige Naamborden der Broederen Diakenen , welke zitting in 't Huis gehad hebben, benevens eenige afbeeldingen van het Gebouw. 5 Het Meisjes- Huis, is bykans als het Jongens- Huis ingerigt, wat de Vertrekken aangaat, uitgezonden, dat er eenige beneden en boventrekken van hetzelve van de Jongens zyde zyn afgenomen. 6 De Kamer, of 't Comptoir der Zusteren Diaconesfen, ontmoet men in 't Zuid- Ooften van 't Gebouw aan den Amftel, zynde een net Vertrek , in 't welk twee fraaye Schildcrftukken hangen, verbeeldende het eene de Maaltyd en het andere het Kleeden, Verfchoonen en Havenen der Weesmeisjes. 7 Voor den Schoorfteenmantel ziet men het Vers, van den Diaken willink , ter gedagtenis van den Liefdaadigen jan van aken. DIACONIE-OUDE-VROUWEN-en MANNEN-HUIS. 1 Dit Gebouw is gelegen langs den vermakelyken Binnen - Amftel, tusfchen de Heeren en Keizersgragten, en bellaat uit een Voor- en Agtergevel , ter breedte van 360,en twee zydevleugcls, langs de Heeren en Keizersgragten. 2 Twee groote vierkante Bleekvelden liggen regt midden in 't Gebouw, tusfchen welke men langs een breed bevloerd Pad, toegang naar het agterfte gedeelte van't M 3 Ge-  i8i GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. Gebouw heeft. Ook zyn de twee zydvleugels rondfom twee langwerpig vierkante Bloemtuinen getimmerd. 3 Agter 't gantfche Gebouw, welk eene diepte van hondert en dertig voeten heeft, ligt eene grooteen net geregelde Boomgaard. 4 Langs den Binnen-Amftel heeft het Huis drie deftige ingangen, van welke de middelftc, die op de Vrouwen Eetzaal leidt, zeer zelden gebruikt word; zynde de gewoone ingang door de Noordelyke Poort, naast aan de Heeregragt. 5 Door gemelden Poort, komt men in een ruim Portaal, en verders ten Noorden, in de Kamer van Broeders Diakenen; zynde een ruim vierkant Vertrek, welks Schoorfteenmantel is verlierd met het Wapen van Hellemans, en met de Wapens der zeven Broederen Diakenen , die, ten tyde dor (tigtinge, het beftier over het Gebouw hadden. 6 Voor den Schoorfteenmantel leest men een zes regels Vers van dirk schelte, op het Huis toepasfelyk gemaakt. Verder hangen er vyf Naamborden van Diakenen, die van tyd tot tyd het bewind over het Huis is aanbetrouwd geweest. 7 Ook worden hier een Predikftoel en Orgel bewaard, ter gedagtenis van een oud Inwooner van het Huis, die dezelve zeer aartig, in 't klein, van hout heeft gefneeden. • 8 Boven zyn breede Gaanderyen, in welke de ingangen zyn van de Vertrekken der Oude Vrouwen, en der Suppooften van het Huis, zynde doorgaans twintig voeten breed en twaalf voeten diep. 9 De Eetzaal der Vrouwen is 123 voeten lang, en dertig voeten breed, in welke negentien Tafels ftaan, voor de Vrouwen om aan te eeten, zynde de banken daar zy zitten met klampen afgedeeld. En in 't midden der Zaa leejt  Het DIACON. OUDE VROUW, en MANNENH. 183 leest men, op een Tafereel een Vers van laurens baSe , Heer van Wulverhorst. 10 Voor den Schoorfteen in de Kamer der Zusteren Diaconesfen, word in een fraay Schilderftuk, dc uitdeeling van Kleeding., die vyf maaien in 't Jaar door dc Zusteren gedaan word, en de verdere bezorging der Oude Lieden in dit Huis, zeer konftig afgebeeld. Desgelyks hangen hier Naamborden van Diaconesfen. CORVERS-HOF. 1 Dit Hof is gelegen op de Heeregraft, aan de ZuidZyde, agter het Oude Vrouwen-Huis, en heeft een deftigen op- en ingang, in 't midden van deszelfs Voorgevel, welke met dc Wapens der Stigtcren, corver en trip verfierd is, onder welke een vier regels Vers vari mattheus brouerius van nioek te lezen ftaat. 2 In de Frontcfpies van den Voorgevel ziet men de Zorg, voor behoeftige Ouden, in Hardfteen, uitgehouwen. Het Gebouw is in alfcs hondert voeten breed, en vyf en tagtig voet diep. 3 In den Wcstelyken Binnengevel, leest men een Vers van vier regels, waar uit blykt, dat drie der Bovenwooningen aan de Westzyde van het Gebouw, in den Jaare 1757 zyn geftigt,uit eene gifte van Vrouwe, anna eli. zabetii geelvinck, Weduwe van den Heere jan lucas pels , en Vrouwe van Hoogland. 4 In een van de twee Vertrekken der Boederen Diaconen, ziet men voor den Schoorfteenmantel de Wapens der Stigteren, corver en trip; en in het ander Vertrek derzelver gefchilderde afbccldzels, benevens dat van den Heer gerrit corvek , Heere van Velfen, Burgemeefter deezer Stad. 5 Ook ziet men daar een aartig Zinnebeeldig Schiide- M 4 ry  T84 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. rytie, van louis fabritius du bourg, ter gedagtenis van voornoemden Burgemeefler, van wien de Diaconie groote weldaaden heeft genooten. WAALEN-WEES en OUDE - VROUWEN- en MANNEN-HUIS. i Hetzelve is een fraai vierkant Gebouw, met twee Ingangen en Poorten op deVyzelgragt,door welker eene men in 't Jongens-Huis en Oude Mannen Huis, en dooiden tweeden, in 't Meisjes Wees- en Oude-Frouwen-Huis komt. i Op de Regentenkamer hangen acht fraaye RegentenStukken , alsmede die der Regenten, welke in den Jaare 1709 dienden; alle zeer konftig door Arnold Boonen jefcbildert. 3 Desgelyks hangt hier een Vers van vondel , welk op een Tafereel, door Nagtegaal, zeer konftig met het penceel is gefchreeven , behelzende eene Bede voor het Walen-Weeshuis aan alle Christenen. 4 Uit een opfchrift voor den Schoorfteen, in deeze Kamer blykt, dat de twee eerften fteenen aan dit nieuw Gebouw,op den 29 Oétober des Jaar 1669,zyn gelegd, door Paul Goudin den Zoon, en Sara van Raey, Zoon en Dogter van twee Regenten, zynde het Gebouw in 1671 voltooid. 5 In de Kamer der Regentesfen, ftaan drie der eerfte Regentesfen voor den Schoorfteen uitgefchildert. EN-  i85 ENGELSCHE WEES- en OUDE- VROUWENHUIS. i Hetzelve ftaat op de Looyers - Graft aan de Zuid* zyde. Boven den ingang ziet men twee Wees Kinderen , één Jongen en één Meisje afgebeeld. i De Regentenkamer, en de Wooning van den Binnenvader en Moeder, zyn welgefchikte Vertrekken. LUTHERSCHE WEESHUIS. 1 De ingang tot dit Huis is aan de Noordzyde van de Lauriergraft, tusfchen de tweede Dwarsftraat en Baangragt, door eene ruime Poort, yzeren Hek en Gang, die onder een gedeelte van het nieuwe Gebouw doorloopt , tot op eene vry groote vierkante Plaats, rondfom welke plaats het Weeshuis is gebouwd. 2 Deeze Plaats is met boomen bezet , en word des avonds door tien Lantaarens verlicht. In 't midden van de Plaats ligt een Bleekveld, 't welk, door een agtkantig houten Hek, is omringd. 3 In den Noordclyken Gevel van 't Gebouw, is een groot Steenen Compas gemetzeld , in plaats van een Uurwyzer en Slagklok. 4 De Regentenkamer is een fraai lugtig, en behangen Vertrek, met een Engelfchen Schoorfteen, en met de Wapens van eenige Regenten verfierd. 5 Het Schoorfteenftuk, verbeeldende het Loon der Wel» daadigheid, is door quinkhard gefchildert. 6 Een Jongeling, in het Weeshuis opgevoed, heeft het Zolderftuk en een groot Regenten ftuk gefchildert. 7 Ook, ziet men hier het Stamwapen van Vrouwe jo■HANtfA maria cromhuysen, en van haaren Egtgenoot M 5 den  ï86 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. den Heere, melchior ten hóve , in eene zeer fraaye Lyst opgehangen, ter gedagtenis van haare uitmuntende milddaadigheid. 8 Uit de Regentenkamer komt men in de groote Eetzaal, boven welke men een fraai Vers leest , in welk de Weczen fpreekendc ingevoerd worden. 9 De Regentesfenkamer is een fraai behangen Vertrek, met een Engelfchen Schoorfteen. WEESHUIS der DOOPSGEZINDEN. 1 Hetzelve is gelegen by de Brouwery van den Arend, op de Prinlégragt, aan de Noordzyde tusfchen de Vyzelftraat en Reguliersgraft, zynde een net vierkant Gebouw , van drie verdiepingen, behalven de Soldcr en Vliering. 2 Boven den ingang van dit Gebouw leest men, Die verdraagt en zwygt, Overwint en verkrygt. 3 Het Gebouw is in tweeën verdeeld , houdende de Jongens aan de Oostzyde, en de Meisjes aan de Westzyde hun verblyf. Ook heeft ieder eene byzondere Eetzaal. 4 De Kamer van de Regenten en Regentesfen, zyn twee fraaye en net behangen Vertrekken, met Engelfche Schoorfteenen. OUDE VROUWEN-HUIS der DOOPSGE- , ZINDEN. . i Dit Huis is geftigt regt agter, en in een gedeelte van denTuin, van het oude Weeshuis der zelfde gemeen»  OUDE VROUWEN-HUIS der DOOPSGEZIND. 187 meente, zynde desgelyks een deftig Gebouw, inzonderheid van agteren te zien, alwaar een ruime ingang is, ter wederzyde langs een Stoep van zeven treden. 2 In de Frontefpies is een Uurwyzer en Slagklok geplaatst. 3 De cigentlyke gewoone ingang van het Huis is in de Kerkftraat , alwaar men , langs vyf treden opwaarts gaat, door een net gebouwde Poort. 4 Voor den Schoorfteen op de Eetzaal, ziet men een Vers van den Diaken •x\ntoki hartsen^ 5 De Regentenkamer ,op de tweede verdieping, is een net behangen Vertrek, met een Engelfchen Schoorfteen. WEESHUIS der COLLEGIANTEN. 1 Hetzelve is gelegen öp de Keizersgragt, over de geweczeneSchouwburg,'t welk van ouds de Orangc Appel is genaamd, en dit Huis is voornaamelyk gefchikt ter op_ voeding van Weesjongens, en men komt in hetzelve door een betimmerde Gang. 2 Het Meisjes-Weeshuis is regt agter het Jongenshuis, op de Heerengragt, naar het welk men, door een open Gang, in de Huideftraat, toegang heeft. Beide deeze Huizen zyn zeer wel ingerigt, tot het oogmerk waar toe ze moeten dienen. ROOMSCH - KATHOL YKE - OUDEN - ARMENCOMPTOIR. t Hetzelve is verplaats en op nieuw geftigt, op het erf van den verbranden Oude Schouwburg,op de Keizersgragt by de Huideftraat, en is thans een aanzienlyk Gehouw, tot dat oogmerk ingerigt. 2 Het  ï88 GODSHUIZ. en GODSDIENST. GESTIGT. 2 Het oude Comptoir was te vooren in een Huis aan de Oostzyde van den Nieuwe Zyds-Agterburgwal, digt by 't Spuy, en beftond toen in een Voorkamer van hetzelve. 3 Het Konstfieraad van deeze Kamer,'t welke buiten twyffel naar het nieuwe Comptoir is overgebragt, beflondt toen in een fraay Schildery, van den beroemden de wit , voor den Schoorfteen geplaatst, zynde hetzelve gefchildert, in den Jaare 1754, kort voor 'smans overlyden, en één der fchoonfte Stukken van dien Meefter. 4 Dit Schildery verbeeldt, in een rond fteenen Tafereel, in 't graauw, de Euangelifchc Gefchiedenis der ryken en der arme Weduwe, welke in tegenwoordigheid van den Heere Christus, en deszelfs Apostelen, hunne gaven , in de Offerkist brengen. Het Tafereel , waar voor een gordyn'opgefchoven is, wordt door eenfehoonen Jongeling, zyne oogen aandagtig om hoog flaande, met de eene hand vastgehouden, terwylhy, met de andere, een ftuk gelds in een Armbos fteekt. 5 Aan de andere zyde, ziet men nog eene hand van agter 't Gordyn, desgelyks, eene gift, in eene andere Armbos, fteeken. 6 Verder ziet men , op den voorgrond, leggen eene derde Armbos, een zak Gelds , benevens eenige Briefjes. WEESHUIZEN der ROOMSCIIGEZINDEN. Het MAAGDENHUIS. 1 Een pragtig grootsch Gebouw, 't welk in plaats van het Oude Maagdenhuis, tusfchen de Voetboog en Handboogftraat op het Spuy, zedert de laatfte Jaaren, is gebouwd. Hetzelve heeft een pragtige ingang met een hoo-  Het MAAGDENHUIS. i89 hoogen Stoep, van vooren op 't Spui, en de Frontefpies pronkt met eenige Beelden, tot dat Huis en deszelfs inrigtjng betrekkelyk. 2 In het Oude Maagdenhuis waren verfcheiden fraaye Schilderftukken, die vermoedelyk in het nieuwe Gebouw zyn overgebragt. 3 Men zag daar eenige oude Schilderftukken hangen, welke eertyds in Kloofters, of andere Kerken hier ter Stede, fchynen geplaatst te zyn geweest, en naderhand derwaarts, overgebragt, als onder anderen: 4 Een oud Altaarftuk, op welk het Jaartal 1530 ftaat. 5 Een Schilderftuk , waarin het Sacrament des Altaars , met het byfehrift,ecce panem angelo- d m , dat is: zie hier het brood der Engelen, een Priefter, en nog 13 knielende Perfoonadien afgemaald zyn; en, zo men meent, de vier Burgemecfteren, en de negen Schepenen der Stad verbeelden. 6 Een Schildery , ter gedagtenis van drie afgeftorvene Paters, Jacob Meliszoon, Meefter Egberd, en een derde Meefter, wiens naam onleesbaar is, en twee overledene Maters; Mary Ghysberts dochter, en Machtelt Jacobs dochter. 7 Een Schildery , waar op in afgezonderde Vakjes, het vermeend Wonderwerk der Heilige Stede, ten naaftc by, verbeeld word als in muius, Amftelredams eer en opkomen. 8 Twee fraaye Schoorfteenftukken, voor der Regenten en Regentesfen Vertrekken, in het graauw gefchildert, van den beroemden de wit, verbeeldende het eene der Regenten, de gefchiedenis van Ruth en Boaz; en dat der Regentesfen, de Zorg voor de Wees-Meisjes, op eene zinnebeeldige wyze, zynde het eerfte Stukje in den Jaare 1754 gefchildert. JON-  IQO JONGENS-HUIS. i Dit Huis is gelegen op de Lauriergragt , aan de Zuidzyde, tusfchen de twee laatfte Bruggen. Men gaat in hetzelve van de Lauriergragt, door eene groote Poort, in een Gang met eene Gaandery, wanneer men vervolgens op eene groote, vierkante beftraatte Plaats komt, die met zeven Boomeu is bezet, hebbende eene fierlyké Regen-cn Waters-Pomp, in 't midden, en langs de drie zyden van deeze Plaats, is het Gebouw getimmerd. 2. De beide Comptoiren van de Regenten en Regentesfen zyn twee net behangen Vertrekken, elk met een Engelfchen Schoorfteen en Schoorfteenftuk verfierd, het welk door cenen Brouwer genaamd, gewezen Binnenvader van 't Huis, is gefchilderd. gelyks een gefchenk van den Heer van papeneroeck a die ook, 13 Twee Oude Borstbeelden, van julius cjecïr, cn cicero, aan de Doorluchtige School vereerd heeft, en op 't Portaal van binnen zyn geplaatst. 14 Ter gedagtenis van alle Voornoemde Sieraaden, zyn in deeze Gehoorzaal, ook nog twee Tafereelen opgehangen , beftaaude in twee fchoone Latynfche Verfen, het eene van den Hoogleeraar,petrus burmannus junior en het ander van den Geleerden claüdics s.ilmasius- 15 De zin van het Vers van burmannus, komt hier op uit ,,dat allen, die deeze Zaal intrceden, reden heb. „ ben, om de Voorftanders der Geleerdheid, en papen„ broeck, die hun zo veele treffelyke voorbeeldenter „ navolginge voor gefteld heeft, in 't byzouder, dank ,, te zeggen; op dat de Stad niet klaage, dat dc nanee„ ven van hHinnen Stam ontaarden , maar op dat het „ Kroost zyne Voorouders zelfs nog overtreffen mo- ge-" 16 De zin van het Vers van salmasius is „dat, in „ het groote en magtige Amfterdam, welk, in 't Ooften ,, en Westen, van menigte van Koopwaaren voorzien werdt, maar eene Waar ontbrak, dc Geleerdheid, naani„ lyk, die nu, door 't beroepen van drie beroemde Man„ nen, ook rykelyk was aangebragt; waaruit te vvagten „ flond, dat de Amfterdamfche Jeugd, zig in vervolg „ van tyd, in zo groot een getal , op de Studiën als „ voormaals op den Koophandel, toeleggen zou." 17 Eindelyk ziet men hier ook nog eene Grondteekening van dc groote Gehoorzaal, welke by gelegenheid van 't gefchenk van den Heere van Papcnbroeck gemaakt is. 18 De kleine Gehoorzaal volgt agter de groote, de Profesfors Stoel ftaat in 't Ooften, en rondfora 'tVertrek zyn nette Geftoclten enz. J9 De  &o8 GEBOUW. TOT NUTT. OEFEN. GESTIGT. 19 De stads bibliotheek of boekery is regt boven de twee Gehoorzaalen, en van veelerlei Boeken voordien. In den Jaare 1711, is er een Catalogus van gedrukt. LATYNSCIIË SCHOOL. 1 De oude Latynfche School was eertyds , in den Jaav re 1625,in dcKocftraat,gelyk blykt uit eene fraaye hardfteenen Poort, waarmede de ingang toen verfierd, en nog in wezen is, en waar voor men leest. Erudit/e pietati S. MDCXXV. Dat is: Aan de geleerde Godvrugttgheid tocgewyd. 1625. 1 De tegenwoordige Latynfche School is aan de Oostzyde van den Singel, tusfchen den Heiligenweg cn Reguliers-Tooren, weleer een Ardmoesfeniers-Huis. 2 De ingang tot dit Gebouw is door eene fraaye hardfteenen Poort , in welker Frontefpies men onder het Wapen der Stad leest: DlSCIPLINA VITjB scipio Dat is: Tugt is 'sleevens Jleunfel. Onder deeze Spreuk leest men in een zwarten Toets* fteen: Arte probus , probit at e , p'tus , pietati beatus Ut veri pias, h Nieuw Suiker Hofje . • * Swigters Hofje- ' ' 20Z Het huis van Barmhartigheid. . • VIERDE AFDEELING. GEBOUWEN TOT BEVORDERING ™NWEETENSCHAPPEN EN NUTTIGE OEFENINGEN GEST1GT. De Doorluchtige School. . . • ^°|> De Latynfche School.' . ~ „ 'tCoUegium Medicum ofGenootfchap derGeneesmeesteren.2°9 Ds Anatomie of Ontleed-Plaats, . • De Hortus Medicus. . • • ~lt De Stads Apotheek. - • ~I2 .De SW* Couranten-Drukkery. • * De Schouwburg. • • "j. De Tekenfchool. . 2Ig De Manegie. • • • 2I. Dc Dr/7 e« Schermfchool. • • ~ ffef Doolhoof. .