VADERLANDSCHE HISTORIE, ZEVENDE DEEL»   VADERLANDSCHE » / HISTORIE, vervattende de , GESCHIEDENISSEN der VEREENIGDE NEDERLANDEN. uit egte gedenkstukkfn onpartïdig zamencesteld. ZEVENDE DEEL. Beginnende met het Jaar 1780. . te AMSTERDAM, at l Z A A C de J O N G H e n WYNAND WYNANDS. MDCCLXXXIL, °   i VADERLANDSCHE HISTORIE-BESCHRYVING, VERVATTENDE DE GESCHIEDENISSEN D ER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ENZ. ENZ. ENZ. Y\e Hoogmoed van Groot - Brittannien "^"was de oorzaak van de geboorte van deze volgende Tafreelen. Haare onrechtmatige mishandelingen, waar aan de voorvaderen in dit vrye Gemeenebest zig geen enkel uur zouden hebben willen onderwerpen , waren ten top geklommen; de vooroordeelen dezer Eeuw hadden Nederlands Volk verblind om aan die heerszuchtige Natie hunne fchatten te betrouwen, die daar van geen ander gebruik maakte, dan om eene fchandclyke roofiust den teugel te vieren, om deze Republiek, waar van zy fteeds de A 3 groot- 1780.  1780. 6 VADERLANDSCHE grootfte voorregten had genooten, nimmer gehoorde beledigingen toe te brengen , en om de moedwilligheden van trap tot trap verder te doen gaan. Niets konde voorzeker trouwloczer of vermeetelcr uitgedacht worden dan de Engelfche gewcldadigheden; zo dat alle de buiten Oorlog zyndeMogenheden erkenden , dat het thans tot het uiterfte was gebragt om maatregelen te moeten neemen , waar door de vryheid op zee gegrondvest wierd ; het algemeene welzyn der Neutrale Magten moest kragtig beveiligd, want 'er ftond een geweldigen omkeer van zaaken gebooren te worden: Het was geen bedryf van het toomloos Brittannisch graauw , maar de uitvoering der lang bedachte raadflagen van het Miniftery; 't was een aaneenfchakeling van daaden die geen openbaar onderzoek konde uitftaan. Het was nu niet alleen na de regelen van goedvinden de heyligfte Traétaaten te fchenden, maar ook zelfs het Regt der Volkeren had geen kragt van verpligting meer; de moedwilligheid Was tot dat uyterfle gekomen , dat zelfs het grond gebied van dit Gem.en-best opzettelyk wierd gefchonden. Drie Engelfche Kooifchepcn die een  HI S*T ORÏE-BESCHRYVING. 7 een Vranfchen Kaper, uyt Goeree in Zee Zeylende, agtervolgden, hielden op dezelve aan , wanneer hy herwaards keerde , vervolgden hem tot aan de Vuurbaak, alwaar hy genoodzaakt wierd op ftrant te vlugten,terwyl zy, byna boord aan boord, geftadig op dezelve vuurden, en het volk, dat uyt noodzaaklykheid landwaards vlugte, geweldig befchoot, niettegenftaande de Hollandfche Kustbewaarder hun van hunnen püg6 vermaanden die deze aanval, zonder eenige noodzaak of tegenftand, hadden aangevangen. De Kaper was ontegenfprekelyk geftrand onder het onmiddelyk bereik van het Kanon van dezen Staat, zo dat de waardigheid, de Souvereiniteit, en de onafhanglykheid der Republiek door dit gedrag eene onmiddelyke belediging ontfing, 'sLands hooge Magten deden hier van de Kragtigfte betogingen aan het Groot-Brit tannifch Hof, zy eifchten dat het Vranfchc Schip, dat van de plaats der ftranding ge> weldig was weggevoerd , derwaards we dergebragt, en van wegens de fchending van het grondgebied behoorlyke vergoeding wierd gedaan, zich beklagende over de ge weldadigheden van dezen aart. A 4 Du 1780  1780. 8 VADERLANDSCHE Dus waaren de vergeldingen van den kant van Engeland, in tegenftelling van de toegeefhkheid die de Republiek aan dat Hof beveiligde, door af te zien van een onbetwiftbaar recht uit de Tra&aaten; de vertodgen van fchaadc vergoeding, van Satisfactie der fchending van het Territoor, der aanranding van 's Lands Oorlogfchccpcn, waaren vrugteloofe pogingen, rechten nog Traélaaten hadden geen aanzien meer, decze tyden waaren voorby,de uitfpraaken van Wtlvocgzaamheid beftonden in de kragt van geweld voering, ja zelfs onzag zich Engeland niet, om by cene formeele verklaaring alle beginfelen van billykheid, uit de duidelykfte verbonden afdaalende, te verbreeken, zyne Majefteit vond goed door den Lord Stormond aan Nederlandsch Gezant daar van de ongehoordfte beveiliging te geven, ter overtuiging dat alle denkbeelden van achting voor de onaf hanglykheid van de Republiek wierden ter zyden gezet; hy verklaarde, daarom de onderdaanen van ditGemeencbest voortaan te zullen aanzien als wizydige, door frecne verbonden bevoorrecht: de Traclaaten van Zeehandel tusfehen den Koning en deeze verecnigde Provinciën geflootcn, zouden  HISTORIE - BESCHRYVI NG. Q den voor vernietigt worden gehouden; en ten bcwyze van zyne Majeftêits byzondere menfehen- liefde zoude dccze regeling volgens de daar by gefielde tydperken aanvangen. Nu had Hy reden zich te verhovaardigen met de verwaande Eerzugt van over Nederlands vryheid en Koophandel te zullen zegcnpraalen, en, alle vroegere betrekkingen vaarwel zeggende, de oude Bondgcnooten in eindelooze rampen te dompelen :.eene vreemde mengeling van dwinglandy en vermetelheid ftraalde dooi in dit nieuwe voorwendzel, waar van dat trotfche Hof zich eene onfeilbaare goede uitwerking beloofde. Het Bondgenootfchap, (durfde Lord Stormond zeggen) dat meer dan één Eeuw had beftaan, dc vriend, fchap, en het gemen belang, gevoegt by het blykbaar gevaar waarmede de Rcpublieli gedreigd wierd, zo Vrankryk en Spanjer hunne oogmerken konden bereiken, hac zyne Majefteit doen hoopen, van de kani der Republiek alle hulp te zullen genieten die de verbonden uitdrukkelyk bepaalden. doch dit was vrugteloos geweest, en he zoude zyne Majefteit ftceds rechtvaardiger in de daad van het ïïnnd dat nu aan zyne A 5 Oor ■ i 1780.  10 VADERLANDSCHE I780 Zeeland bïiluit v.joi E:ig:-lanJ toegecvende te willen zyn. , Oorlogfchepen en Kapers moest worden gezonden; ter bevestiging dat al zulke Scheepen die aan de Onderdaanen van de Staaten Generaal behoorden, buiten eenig voorrecht der Traétaaten, als onzydige zouden behandeld, en de goederen der Vyanden van Groot-Brittanje aan boord van dezelve gevonden , --als Contrabande verklaard worden. Intusfchen waaren de raadpleegingen van Hunne Hoog Mogende over het vervoeren van zwaar Scheepstimmerhout, en het Convoijerenvan de Scheepen met geene Contrabanden volgens den letter der Tractaatcn, zover ten einde geloopen, dat zulks van alle, uitgezondert van Zeeland, was bekragti^d ; Deze Provincie alleen begreep, dat zulks aan liep teegens de gevoelen, die zy in den Maand April zo breedvoerig ter Vergadering van de Heercn Staaten Generaal hadden opengelegd, en voorzeker met de tegenwoordige omftandigheden ook in geenen deelc ftrooktcn; alzo het GrootBrittannifche Hof alle die bedingen opfchorte, die men tot een grondflag van dien wilde leggen: zy Heercn Staaten oordeelden, in hunne ganfche behandeling op dit ftuk zich zeiven lleeds gelyk te zyn gebleeven, aan  HISTORIE-BESCHRYVÏNG. II aan de eene kant onder het oog houdende de onaf hanglykheid van dit Gemetnekst, en de veiligheid van den Koophandel der ingezetenen,. maar ook aan de andere kant om zich, naar het voorfchrift van de aangenomene Neutraliteit, geen ongenoegen .van de Oorlogende Mogendheden op de hals te haaien. DeEendragtwas hetgeen devoorzigtigheid ten aanzien van de gefteltheidvan de Republiek, zo betrekkelyk de buitenlandfche alsbinnenlandfche omftandigheden, ten hoogften aanprees. Hunne Edel Mogende oordeelden het allezints gefchikter om over de middelen tot voortkoming van zodanige verdere ontmoetingen als die van den Graave van Bvland met Fielding , tenfpoedigften in onderhandeling te treeden, ten einde de handel• dryvende ingezetenen aan geene verdere fchande trierden bloot gefield, de verfchillen uit de weg geruimdt, en het Systema van de Republiek met luister gehandhaafd. Dit geloofden zy , zoude by zyne Majefteit van Groot-Brittannicn het voor weinige dagen genoomen befluit hebben voorgekomen, en de wedcrzydfchcverbonden in waarde geftcld; weshaiven Hun Edel Mogende, indien de verdere Bondge- noo- 1780.  12 VADERLANDSCHE I780. nooten niet goedvonden aan deeze Maatregelen toetegeven, als dan bepaald bleeven, sich te houden buiten de gevolgen, welke uit het tegen gefielde gedrag zouden moeien voort vloeijen. Het was 'er ver van daan, dat deeze voordragt iets bewerkte tot heil van 't Vaderand; het had by de refpcctive Bondgenoo:en gecne de geringfte invloed, om dat de choone beloften, door den Riddder Jorck wegens Groot - Brittannien aan de Republiek gedaan, te meenig maaien als voorwendzels ronder eenige goede uitwerking waaren betonden; veele der Staatsieeden van Zeeland sadden daarom ook hunne Protesten tegens ;ct gemelde befluic, dat door een geringe neerderheid was bepaald , doen aanteekeaen. — Met zoortgelyke fchikkingcn, or.3anks de voorzicninge van Hunne Hoog lloogende, zo vol van regtmatighcid, als ;oedc trouw, moesten de menigvuldige ,Terfchillen over de duidelykfte verbonden >ntfbaan, waar door de ecne volflrckte caagt den teugelover den anderen zoude willen houden; dit onafhanglyk Gemeenebest noeste dan aan de eigen dunkelyke wille iran Groot Brittannien onderworpen zyn : het  HISTORIE-BESCHRY VING. 13 het voorgeftelde hulpmiddel van Zeeland: was in de daad erger als de quaal zelve. — De omftandigheden van het onderzoek over den Gra've van Byland waren zo ver afgeloopen, dat de gehoudene Krygsraad, op den zevenden April, het gedrag van denGrave, in de bekende ontmoeting, overeenkomftig de regelen van voorzigtigheid en goede Soldaat en Zeemanfchap, oordeelde. Dat maakte natuurlyker wyze de gemoederen der Nederlanders meer en meer gaande; zy, die de onafhanglykheid van dit Gemeenebest ter harten namen, die de Zeevaart en Koophandel als de ziel van 'sLands welzyn befchouden , konden niet langer dulden, dat een hand vol Engelsgezinden over de meerderheid hunner medeburgeren zoude zegepraalen , en de welmeenende irï- den Lande misleiden door de gedaante van vryheid , vermomd met overheeriching , en verlies van de zaak zelve. — waar had de toegeevenheid de Republiek reeds toe gebragt? de geest van verdeeldheid bleef in de Staatvergaderingen; en in de daad men kon, zonder warm te worden, zyne gedagten niet bepaalen by het onderzoek naar de oorzaak waar door deze gefteltheid wierd ver- 73o. Vonnis wegens het gedrag van den Gra ve van Byland.  14 VADERLANDSCHE I780 verwekt. — Had Nederland , geduurendc een aantal Jaaren , de geheele magt der Spaanfche Heerfchappye wedevftaan, die toen op haar toppunt was; had zy derzelver hoogmoed vernederd, en zig eindelyk van haar juk bevryd; 'er lag in dit geval een groot onderfcheid: nu had men te veg. ten om de wettige regten en vryheden te behouden en nietomdiete verkrygen; thans had men te doen met een Vyand wiens Zee- en Land - Magt ,door den Oorlog met de NoordAmerikaanfche Volkplantingen, met Vrankryk en Spanjen, tot het uitterfte wierd gebragt; men wierd aangerand van een Ryk overladen met fchuldcn, van een volk door de verfoeilykfte gruweldaaden tot aan beide einden van den Aardbol vervloekt: Ren. dragt in de Staatsvergaderingen was het eenig vereisch, om de beleedigde eer van 't Vaderland te wreeken, om de welvaart en veiligheid te herftellen ; wanneer de Wapenen welmeenende opgevat wierden, zouden de Nederlanders, vervoerd door krygswoede, wel haast de Brittannifche Vlooten apzoeken, en met overwinning wederkeeren. Het  htstorie-beschryving. 15 Het was niet alleen dit Gemeenebest; maar ook alle andere Neutrale Mogendheden , die in haar recht van vrye Zeevaard geweldig belemmerd wierden, en die, dooi het bjzonder ongenoegen dat zy hadden opgevat by het voorgevallene tusfehen het Engelfch Eskader en den Hollandfcher Schout by Nacht, ten iterkfr.cn aandron gen om alle die ontrustingen af te weeren en hoe eer, hoe beeter voor haar rust vryheid, veiligheid, en ongeftoordgcbruil van den openbaaren Zee, te zorgen: Daa] uit wierd gebooren het roemryk verbonc van ecne gewaapende onzydighéid, na d< grondbeginfelcn van het algemeen Volks regt; dat in tyden van Oorlog tot een rigt fnoer konde ftrekken. De eerite, welki met de iterkfte trap van dienitvaardigbei< zodanig ontwerp in de waereld bragt, wa de grootmoedige Catharina, Keizerinn a 'er Rusfcn, die daar toe alle andere Ze< Mogendheden uitnoodigde, en daar van aai de drie Oorlogende Vorflen plegtig en na drukkelyk kennis gaf. 't Klonk vreemd ii de ooren van alle handel dryvende Natiën zulk een pronkfïuk van beleid en doorzigi te ontvangen,op eenoogenblik datmenniei an- 1780. 1 » ! I I Ont^ werp Jee - Neutraliteit. L  1780. l6 VADERLANDSCHE anders had te denken, of de geweldigheden ftonden hoe langer hoe grooter te worden, dewyl de bevelen aan de Brittannifche Bevelhebbers van Oorlogfchepen en Kapers verleend alle vryhcid der Zeen weg namen. Deze daad was het wezenlek belang der Zee Mogendheden, nu de Traftaaten der Koophandel niet meer geëerbiedigd wierden; De magtige Vorftin deed in den Maand April, daar van kennis geevcn aan de Hoven van Engeland, Vrankryk, enSpanjen, betuigende, dat zy de gevoelens van regtvaardighcid, billykheid, en gemaetigdheid, die Haar bezielden , zo zeer had aan den dag .gelegd, geduurende den loop des Oorlogs die zy tegens de Ottomannifche Porte gevoerd had, en zulke doorflaande blyken had gegeevcn van de achting welke zy voor de Rechten van on&ydigheid, en voor de vryheid van de Koophandel over 't algemeen bezat, dat zy zich deswegens op het getuigenisvan geheel Europa kon beroepen. Dit, en de grondbeginzels van onzydigheid wel- , ke zy geduurende den tegenwoordigen Oorlog had doen blyken , verwekte by Haar ook het regtmaatig vertrouwen, dat haare onderdanen de vruchten hunner naarftig- heid  HrSTORlE-BESCHRYVïrtG. ?7 beid en de voordeden aan alle Neutrale volkeren toebchoorende vreedzaam zouden genieten , waar van de droevige ondervinding haar echter het tegendeel leerde. Nog de gemelde overwegingen , nog de achting welke men aan het voorfchrift van het algemeene Recht der Volken fchuldig is, hadden kunnnen beletten, dat de onderdanen van Haare Majesteit, door de Oorlogende Magten in hunne fcheepvaart en in hunne handelingen niet geftremd waren. — Deze hinderpalen, aan de vryheid van den Koophandel in 't algemen, en aan die van Rusland in 't byzonder in den weg gelegd, zy van die aart, dat zy de oplettenheid der Souvercinen en vanonzydige Natiën moesten gaande maken deswegen achte Haare Majesteit zig verpligt, om door alle middelen, die met haare waardigheid en het welzyn haarer onderdanen beltaanbaar zyn , zig daar van vry te maaken. Dan eer zulks met 'er daad konde in het werk gefield en zodanig ingerigt worden , dat alle nieuwe inbreuken wierden voorgekomen, oordeelde Haare Majesteit noodzaaklyk, overeenkomftig de rechtvaardigheid, deze grondbeginzelen voor de B oo- 1780*  1780. ïS VADERLANDSCHE oogcn van Europa bloot tem e en leggen, deeze zouden zodaanig zyn, dat dezelve gefchjkt waaren, om alle misvciltand en hetgeene daar toe aanleiding konde geeven, voor te komen; dit deeden zy met te meerder vertrouwen, om dat zy deeze beginzelen in het oorfprongelyk recht der Volkeren, waar op yder Natie zich beriep, bevond gegrondvest te zyn, en de Oorlogende Mogendheden dezelve niet konden ontzenuwen zonder de wetten der Neutraliteit te fchenden, en de grondfiellingen, welken zy in verfcheidene Traclaaten en verbonden uitdrukkelyk aangenoomen hadden,af te keuren. Deze grondfiellingen zelve vestigden voorzeker het hoogfie belang van alle de volkeren, aangezien zy tot een richtfnoer hadden , dat de onzydige Scheepen vry van de eene haven naar de ardere , en op de kusten der Natiën die in Oorlog waren, mogten vaaren ; — de goederen aan boord van onzydige Schecpen, fchoon behoorend aan .de ouderdaanen der Oorlogende Mogendheden, , zouden vry zyn, wanneer zyT geene contrabanden waren; — in het byzonder zoude Haare Majesteit ten deezen opzigte zich houden aan de bepaalingen in haar Corn-  HISTORÏE-BESCHRYVÏNG. IQ Commercie Traétaat met Groot-Brittannie vermeld, zulks tellens uitbreidende tot alle andere Oorlogende Mogendheden; — En op dat geen verichil mogt ontltaan, wat of men voor een geblokkeerde Haven hield, begeerden zy deeze naam alleen toe te Haan aan zodaanigen, alwaar men niet dan met het uiterfte gevaar konde inloopen wegens de in nabyheid zynde Scheepen, welke hunnen ftand bleeven houden; — zodanig waren de grondregelen , die het richtfnoef zouden zyn in de rechtsgedingen en de vonnisfen over de wettigheid der pryzen. Zulk eene rechtmaatige voordragt overeenkomflig met de luifterryke yver en het goed doorzigt van Haare Keyzerlyke Majesteit , fchroomde zy niet te verklaaren te zullen handhaven, en de eer van haare vlag, en zekerheid der Koophandel haarer onderdaanen, tegen wien het ook mogte zyn, te befchermen, en daartoe een aanmerkelyk gedeelte van haare zeemagt uitterusten. Deeze Maatregelen zouden echter op geenerhande wyze invloed hebben op de volkomene onzydigheid, welke zy heiliglyk had in achl genoomen, en waar by zy getrouw zoude blyven zo lang geene overtuigende redener B 2 °i  20 VADERLANDSCHE I780. of mishandelingen haar mogtcn noodzaaken, deeze paaien te buyten te gaan; 'twas niet dan in de uiterfte noodzaakelykheid, waar door zy haar Vloot bevel had gegeevcn derwaards te vertrekken, waar de eer, het belang en de noodzaakelykheid haar zouden roepen. — Deeze ftap van Haar Rusfifchc Majesteit maakte eenen fterken indruk op de gemoederen van de meeste minoegde onzydige Mogenheden , aangezien zy, ongewapend, vertrouwende op het recht der Volkeren , door de heer. zugt van andere gedrongen wierden, deel in den Oorlog te neemen of zich tegen alleroveïlast te verdedigen; de verzekeringen van het Rusfifche Hof, met zo veel rondborstigheid gedaan, doordrongen van die gevoelens van billykheid en gezag, waarmede alle deczelfs bedryven bezield waren, deden vertrouwen dat die hei'zaame oo;frne:ken, ten nutte van alle Naden, en zelfs ten voovdeele van die in Oorlog zyn, zoude verftrekken , ja zelfs dat d^oze iaaste, hier mede overeenkomftig, aan haare Admiraliteiten en Bjvc .'hebberen der Schepen bevelen zouden gecven, evenredig met deeze grondbcginzeltn, welke uit het oor- fpron-  HISTORIE-BES CHRYVINC. 2r fprongelyke wetboek der volkeren getrok-; ken en in alle verbintenisfen erkend wicrdcn. Neerlands volk was ten uiterften verheugd; dat die grootmoedige Vorstin haare magt, eer en aanzien gebruikte, om de vryheid en Vrecde te handhaven: Haare inrichtingen , als een meester ftuk van eenvoudigheid en klaarheid, hadden niets,dan overeenftemmende met de bepaalingen van de handel en Zeevaart aller Natiën; 't was nauwlyks bekend, of yder verlangde in het plan van zodanige verbintenisfen deelgenoot te zyn, weshalven de uitnodiging, als een allerbillykfte voonlag , by dit Gemeenebest wierd aangenoomen, op het verzoek van den Gezant van het Rusfifche Hof den Prins van Gall tzin, die op den derden van Grasmaand, uit naame van zyne Vorstinne, ééne Memorie aan Hunne Floog Mogende overhandigde , en in dezelve betuigde , das deze mededceling uit eene byzondere oplettenheid voorde Republiek gefebiedes waarom hy ook op bevel van Haare Majesteit verklaarde,dat, hoe zeer zy oo'; van den eenen-kant begeerig was, om, in den tegenwoordig en Oorlog, de volftrcldle onB 3 zy- 780.  VADERLANDSCHE J?So. R usland biedt aan de HepuUielt'tverbond der Neutraliteit aan sydigheid in acht te neemcn, zy ook'van ien anderen kant, door de kragtdadigfte niddelen, de eer der Rusfifche Vlag zoude landhaven, en gccnzints toelaten dat hun van de Oorlogende Mogendheden eenig nadeel wierd toegebragt; en dus , ten einde ille misverftand of verkeerde uitlegging re vermyden, zy geoordeeld had in haare vergaring de grenspaalen van eenen vryenKoophandel, en dat men contrabanden handel noemt, te moeten uitdrukken; de bepaalingen van den eerften op de allereenvoudigfte en klaarfle denkbeelden van het Recht der Natuur grondende, had Haare Majesteit de laafte uit het verbond van Koophandel van Rusland met Groot Brittannien genomen, waar door zy dus Haar goede trouw en onzydigheid jegens de eenc of andere party onwederfprckelyk aan den dag leide , en gevolgelyk geloofde te mogen verwagten, dat de andere Handeldryvende Magten zig zouden benaarftigen , om zig, met de betrekking tot de Neutraliteit, by haare wyze van denken te voegen. Met dit oogmerk, (zeide de Gezant) nodig ie Haare Rus-Keizcrlyke Majesteit Hunne Ujog Mogende uit, ten einde eene gemee-  HISTORIE-BESCHKYVING. 23 meene zaak met Haar te maken om denKoop-178 handel en Zeevaart te befchermen, des ten zeiven tyde de allernaauwkeurigfte onzydigheid onderhoudende , volgens de Maatregelen daar toe genomen. Zy had goedgevonden derge/yke nodiging aan de Hoven van Denemarken, Zweden, en Portugal, te doen , om alzo , door vereenigdc zorgen van alle de onzydigeZeemogendheden, een natuurlyk en op de gerechtigheid gegrond Clelzel, welke, door zyn weczcnlyk nut, aan de toekomende Eeuwen tot een rigtfnocr mogt ftrekken. Zulk eene uitnoodiging verdiende voorzeeker de medewerking van Hun Hoog Mogende, en hoogst derzelver uitdrukkelyke verklaaring aan de Oorlogende Magten. Deeze vriendelyke oplettenheid van de Keizerin voor dit Gemccncbest, en de yver om niet alleen voor het tegenwoordige maar ook voor het tockoomcride den Handel en Zeevaart naar de regelen van gcregtigheid te beichermen, vorderde, dat de Republiek met alle bereidwilligheid dit eerst gebooren en voor 't algemeen nuttig verdrag Lieip ftaaven , Haare byzondere raadllagen over d.it ft uk verhaaste, en, naar het voorbeeld van de Keizerin, B 4 de 7780.  Befluit van Holland wc ■ gcns de Keucrali- 24 VADERLANDSCHE . de Zeemagt tot medewerkende befcherming in ftaat ftelde. .De Provincie van Holland en Westvriesland het nut van deze onderneeming, door haar belang in de Koophandel en Zeevaart, kennende, was aanftonds vaardig;om zulks aan te neemen; Hunne Edele Groot Mogende Gecommitteerdens traden oogenblikkelyk jri onderhandeling met eenige van de Heeren Raaden van de Collcgien ter Admiraliteit in deze Provincie refidcrende, en beflooten, dat de zaaken by Hun Hoog Mogende behoorden daar heen te worden beftierd, dat aan Haare Rusfifche Majesteit de hoogfte erkentenis wierd betuigd voor deze uitmuntende tekenen van Haare wel- meenendhcid voor dczvLanden,hetgcen men hier moeste aanmerken als een vernieuwde blyk van Haare grootmoedigheid en Juftitie waar aai zy met alle hartelykheid en opregtheid wenschten te beantwoorden , en mede te zorgen voor de vryheden en rust van Eumpa, 0p dat eindelyi eens het billyk Systema van Scheepvaart en Handel der Neutrale Mogendheden tnogt worden ge. vestigd, waa na deze Républiek het hoogfte verlancen had, en van welker onbepaalde  HISTORIE-BESCHRYVING. 25 de denkbeelden der Oorlogende Mogendheden, zy maar al te veel fchade had moeten ondergaan; 't was immers dus lang onder de Oorlogende Magten alleen willekeurig geregeld , naar maten het eigenbelang en de verrigtingen van den Oorlog hun geleide ; weshalven zy Heeren Staten van Holland zig gereedelyk vereenigden met de pointen vervat in de Declaratie van Haare Majesteit, en oordeelden dat Hun Hoog Mogende, op dat voetfpoor , foortgelyke verklaaringen aan Spanjen , Vrankryk en Engeland behoorden te doen, eer dat 'er verdere toevallen mogten komen welke berouw zouden kunnen veroorzaaken, en voor het overige met de meeste fpoed de zaaken daar heen wenden, dat de Zee Mogendheden zig bepaalden tot de vastftelling van die maatregelen, waar mede zy gemeenzamer hand deze voorfchriften zouden kunnen handhaven. — Gelderland vond ook het uitterfte genoegen in deze gebeurtenis; De Heeren Staaten van die Provincie, te ZuU phen vergadert zynde , verklaarden bereid te zyn in dit uitneemend ontwerp van Rusland, hoe eer hoe bceter, deel te neemen 3 zy gelastigden de Heeren Hunne B 5 Ge, 1780.  20 VADERLANDSCHE 1780. Gedeputeerden ter Vergadering van de Heeren Staaten Generaal, om met de overige leden van dat Collegie, die gewigtigwerk tot fland te brengen; op dat 'sLands goede ingezetenen , door diergeiyke kragtige befcherming, eene rechtmaatige verdeediging zouden mogen erlangen tcgens alle onderdrukking en geweldige overheerfching van Engeland, voormaals onzen natuurleken Bondgenoot, doch thans, met de bitterfte vervolgingen , Nederlandsch hatelyken naagebuur; Hun Edel Mogende betuigden aangedaan te zyn door deze onverwagte nieuwigheid, die zo veel indruk maakte op de onzydige Mogendheden, voornanuntlyk om een beftendig recht wegens de behandelingen op Zee in te voeren, die niemand ligt lust zoude hebben om te itooren , uit vreeze v »or de macht van de grootmoedige bewerkfter van dit verbond. In de daad het konde niet anders zyn; of elk der Bondgenooten moest even grectig zig bepaalen tot zulke rechtmaatige voorwaarden, want de mishandelingen der Engelfchcn naamen nog dagel>ks hand over hand toe, zy ontzagen zig niet een Amerikaansch Schip met 218 Vaten Virginy - Tabak, dat zy te St.  HISTORIE-BES CHRYviNG. 2? St. Eufiatms op ftrand hadden gejaagd, te plunderen, met Kogels en fchroot op de Inwoonderen te fchicten, een jongeling, benevens verfcheidene Negers van dit Eiland te dooden, en andere Vaartuigen, ondanks het vuur van het Fort en de Oorlogfchepen, onder de wal weg te neemen. Zy wreekten zig op de wreedfle en fchandelykfte manier, zy doorzogten in vollen Zee de goederen der Hollandfche Scheepen, en niets vindende om met cenigen grond te kunnen aanhouden, deed een beestachtiger Kaper Capitein den Hollandfchen fchippei met zyn volk by hem aan boord brengen. naakt uïtkleederi , met den rug om hoo£ over het Kanon vast binden, om hen alzc door zyne Matroozcn te laten geesfelen me touwen; Misdaadeh, zo meenigvuldig al fchreeuwende, en waar tegens het Brittan nisch Hof geene de geringfte Strafoeffeninj hield, of zig wegens de klagte bekreunde. Men mogt te regt, met zeker Staatkun dig Min aanmerken, dat den tegenwoordi gen toeftand der Zee zaaken in Europa veel overeenkomst had met den tweedei Punifchen Oorlog, op het tydftip dat Ro min tnCarthagohaü noodlot,onbepaald,aa de |78o._  2? VADERLANDSCHE I780. Friesland co"(ên teert 111 cic ^"utraiiBK. den uitflag der Wapenen overlieten; Vrank, ryk en Engeland fcheenen nu ook daar toe gekomen, een van beiden zoude als overwinnaar de voorwaarden voorfchryven, waar van het lot der Vryheid voor de Zee zoude afhangen ; in een tyd van zo veel aanbelang moest de beste voorzorg voor de onzydige Vlag by der hand genoomen; boven al om de gebelgde natuur deiBritten, te keer gegaan; en de vereischte hulpmiddelen, die Nederland niet in haar eigen boezem had, doch van elders zo gunstig wierden aangeboden,aanvaard. Friesland , gade flaande het bedoelde oogmeik met de oprichting van het meer gemelde verbond van Neutraliteit , gefchikt ter afwending van de onnoemclykefchaden, die de goede ingezetenen van die Provincie, door de mishandelde Zeevaart, genoodzaakt wierden te ondergaan, verzogt by Hun Hoog Mogende, om ten fpoedigften, volgens het besluit der Heeren Staten van Holland, met den Rusfifchen Gezant in on< Icrhandcling te treden, Je zaaken voort te zetten, alles echter met die voorbehoeding dat daar over niets wierd ten vollen afgedaan, zonder nadere goedkeuring van Hun Edel  historie -beschryving 20 Edel Mogende. — Utrecht, en OverYssel, betuigden bereid te zyn, onder gelyke bepaalingen te willen mede werken over de toetreeding in die aanbieding en voorflag van Haare Rusfiche Majesteit, wanneer daar door gecne de minfte verandering wierd gemaakt in het belang van dit Gemeenebest by de bepaalde Neutraliteit, en thans plaats hebbende verbonden. Stad en Lande vond de tegenwoordige omftandigheden zo gepast, en de inzigten zo duidelyk en billyk, dat de Heeren Staaten van die Provincie onbepaaldelyk toeftonden. de zekerheid van de commercie en navigati'e van de onzydige Magten buiten alle vrees van aanftoot te ftellen en gemeenzamerhand te handhaaven, zy bevestigden gereedelyk de vyf artikelen, vervat in de declaratie aan de Hoven van Londen, Vcrfailles, • en Madrid, voor zo verre met de Tractaaten van dit Gemeenebest overeenkomfti.?, en in de Memorie van Rusland waren mede gedeeld. Zo ras Groot-Brittannie het bericht van eene gewapende onzydigheid had ontvangen, en de Ridder 'Jork bemerkte, dac Nederlandfch Hoogfte Magten in dat verbond wil- 17 gO.  30 VADERLANDSCHE wilden mede dcelen, gevoelde zy de nadeelen die nu Honden te volgen uit de onlangs gedaane verklaring, van de Republiek niet anders te zullen behandelen, dan naar de voorfehriftcn van het Volks Recht en als buiten de voorrechten van eenige Traclaaten; Haar hoofd doelwit ten opzigt van dit Gemeenebest ging nu geheel verlooren, of zy moest de laafte flag 'er aan volbrengen; Deze bedenkingen zag men alomme in Haare maatregelen doorblinken, zy voede de verdeelde gevoelens aan, om cene vertraaging te weeg te brengen , waar door het algemeen befluit van de Republiek, by de verbintenis ter handhaaving van eene volflagene onzydigheid, te laat mogt komen, of het yverig voorneemen van Haare Rusfifche Majesteit inmiddels veranderen : Er wierd geen oogenblik verzuimd ; Pnt'sfen alleen fcheen Haar maar over om eenigen byftand van te hopen, 't vermogen van dezen Vorst by het Rusfifche Hof was wel bekend, dan ook deze was zulk een voorilander der Engelfchen niet, zy hadden in den laatfr.cn Oorlog geenzints aan hunne verpligtingen voldaaan, zyne eerst beginnende Koophandel en Zeevaart vorderde even  HISTORIE-BESCHRYVING. 3Ï even zeer dat alle zeeën open fhonden en de veiligheid op dezelve herlleld wierd. In de daad alle de Provinciën waaren eensgezind om zich met Rusland en de Noordfche Mogendheden tot dit oogmerk te vereenigen , weshalven op den 24 van Grasmaand door Hun Hoog Mogende , op een eenparig befluyt der Bondgenooten gerefolveerd wierd , den Rusfifchen Gezanl eene Memorie te overhandigen , overeenRemmende met haare Majcsteits verlangen de Heeren Staten Generaal verklaarden; volgens de begeerte van eene volkomen< Neutraliteit, de Rechten der Volkeren na het voorfchrift van Haare Majesteit, ge meenfamerhand te willen handhaven, en be rcidte zyn om aan de Oorlogende Mogendhe den zoortgelyke verklaring te doen,en me de Neuteraale Mogendheden in onderbande ling te willen trecden: deeze refolutie wien aan den Prins van Gallitzen ter hand geitelt met verzoek om zulks door zyne goed dienlten op het gunftiglte voor te drager Was het eerlte oogenblik der geboorte va de voorflagen van dit verbond voor Enge land zo ontroerende, dit onverwagt bellu; van de Republiek, geflaafd met de toegc nc 17Z0.  1780. 32 VADERLANDSCHE >i negenheid van alle de Noordfche Ryken, verwekte gecnc mindere aandoeningen. — De Duitfche Mogendhend hadde by de laatfte oneenigheden te wel geleerd dat hunne Oorlogen meer nadeel te wege bragten dan de waardy der overwinningen konden opwegen 5 de uitgaaven die Vrankryk en Engeland reeds hadden moeten doen, om, wegens eenen onzekeren uitkomst, de Aromen met bloed te verwen, waaren onnoemlyke geldfpillingen, waar van de gevolgen fmertelyk, en de ontvolking der Ryken het onvermydelyk einde was. 't "Liep derhalven tegens de goede trouw aan, dat de onzydige Magten zich zei ven van eene voldoende befcherming der rust zouden ontblooten, en voortaan overgeven aan de hoo?fte onzekerheid der Staatkunde. Mogelyk zoude Groot» Brittannie , welke dus lang de kragt der Traftaaten had befpot, door dit verbond leeren de wetten der Volksrechten te eerbiedigen: Intusfchen konde men haare gevoeligheid over deeze gebeurtenisfen ten klaarften zien uit het antwoord dat het Hof aan haare Rusfifche Majesteit deed ter hand nellen ; Het beriep zig in het zelve op de gevoelens van billikheid  HISTORIE-EESCHRY VING. 33 heid cn regtmatigheid, waarmede het, zedert den aanvang van deczen Oorlog Waar in zy gewikkeld was, de zaaken had be* Itierd: het had,naar de onderfcheidene ver* bintenisfen derMogendhecden, die door de onderlinge bedingen de oorfpronglyke wetteri verandert hadden, volgens den wil en het gemak van beide partyën gehandelt: De Koning zeide de nauwkeurigfte orders te hebben gegeven cm de Vlag cn Koophandel van Rusland te eerbiedigen , en zyne vcrpligtingen by de Tractaaten vastgefteld met de uitterfte naauwkeurigheid te vervullen ; de beveelcn daaromtrent vernieuwende zoude hy teffens een ftreng oog op dezelve houden, doch wanneer het mogte gebeuren dat 'er de geringlte fchending plaats had , zouden de Brittannisfche Admiraliteits Collegien daar van kennis necmen, en alleen naar het Recht der Volkeren en byzondere verbonden vonnisfen, om de beledigingen te verhelpen;zo dat Haare Majesteit in die uitfpraak dien zeiven geest van rechtvaardigheid zoude erkennen , welke haar bezielde. Liet Groot-Brittannie onder haare geveinsde onderwerping zulke duidelyke trekC ken 1780  34 VADERLANDSCHE I78o Vrar.lpyl en bpanjt erkennen tfe Neu traliten. , ken van verwaande ftoutheid blyken, om dat zy begreep, dat haare ingebeelde heerfchappy over de vryheid der zee, die grondflagvan alle haare bedryven, gefnuikt was, en datzy thans niet meer aan het volvoeren hunner voorftcllen konde hopen; Spatijen en Vrankryk toonden zo veel te duidelyker het genoegen , en omhelsden greetig deze aanneemlyke voorwaarden, die zo veel invloed hadden op de fchakel der volgende gcbeurtenisfen: beide deze Hoven verklaarden zig rondborftig; en het Vranfche Hof, in dezen Oorlog met geen ander oogmerk handelende , dan om de grondftellingen der rechten van onafhanglykheid, en van vryheid der Zee, te handhaven, betuigde gereed ten zyn , om de voorfchriften van Haare Rusch-Keizerlyke Majefteit aan te neernen en met kragt ftaande te houden; de Koning had de vryheid der onzydige Scheepen, buiten eenige weinige bepaalde gevallen, altoos erkend als een regtftreeks gevolg van het Recht djr Natuur; dus konde Hem niet gevalliger zyn, dan dat de onderdanen van Rusland, en die van alle an* derc Neutrale Mogendheden, de daar mede overeenftemmende grondregelen aannamen. Hy  HIST4DRIE-EESCHRYVINS. 35 Hy rekende het zig een groot genoegen, met, door zyn voorbeeld, de rechten te bepalen , die elk Oorlog voerende Natie moeste erkennen aan onzydige volkeren te behooren , en dat in de daad zelvs eene verligting was voor die door den Oorlogs gecsiel bezogt wierden ;Hy ftelde zulks,als een groote ftap voor het algemeene welzyn, en roemryk tydperk voor zyne regeering; vereischten de omftandigheden nadere bcpaalingen'of nieuwe bevelen, ten einde de Schepen van Haare Keizerlyke Majesteit in hunne Zeevaart voor 's Ko.nings onderdaanen niet te vreezen hadden, het zelve zoude ook met alle bereidwilligheid gefchieden, aangezien zyne Majefteit zo gelukkig was in deze maatregelen voor het algemeene welzyri ook die van zyn Ryk te vinden; deeze fchikkingen naar het vereisch der omftandigheden , overeenkomftig het Recht der Volkeren pasten een weldenkend Vorst; de handelwyze in deezen door Rusland gehouden reegelde de duidelykfte voorfchriften wegens de hoedanigheid dér Zee Papieren, welke die Neutraale Scheepen noodig hadden , en het was met dat behoed middel dat 'er geene toevallen waaren te C 2 vree- 1780.  30 VADERLANDSCHE I780. vreezen welke berouw zouden kunnen voorzaaken, dat den toeftand der RusfiYche Zeevaart z*o voordeelig was gemaakt als deze Oorlogstyden toelieten. In de daad zodanige handelwyze was voortreffelyfcer dan het roemrugtigfte bedryf des Oorlogs; deeze veftigde de algemecne gronden van beftendige voorfpoed ten nutte van het Menschdom, terwyl die de onderdaanen de zoete hoop van voorfpoed beroofdt en duizend elendigen door de drukkenfte belastingen in armoede doet vergaan.. Genoten de Landmogendheden het gezegend voorrecht van Vreede, de' Neutraale Zee Mogendheden mogten ook dingen naar de voordeden die de tegenwoordige tyds omftandighecden en de algemeen erkende Rechten hun aanboden. Zyne Majefteit wenschte zig daarom geluk, met openbaar alle Natiën in het algemeen, en "aan Rusland in het bezonder, te kennen te mogen geven, hoedanig zyne wyze van denken was, in dit voor Europa zo gewigtig ftuk: hy roemde des te ongeveinsder de grond beginzels en oogmerken waarmede deeze zaaken wierden beftuurd, alzo hier uit de voordeden van alle Natiën moes-  historie -ij esc hryvikg. 37 moesten volgen. — Dus wierd die ingebeelde fchepter van 't Brittannisch gebied over de Zee, van de zyde der Oorlogende Mogendheden alömrnc vcrbrooken, en de aanranding tegens de onzydige Machten m- . bedwang gebragt; dit Bondgenootfchap zoude de voorwcndzelen van weivoegzaamheid , die nimmer gehoorde uitvlugt tegens de kragtder Traclaaten, verbreken. Het zoude nu eene vergeeffche vinding zyn alle de havenen, van Cadix af tot in het diepfte van den Oostzee toe te blokkeeren, de bele- ' digde Koophandel zoude thans overal een ongehinderde doorvaart hebben en overal befchermers of veiligheid vinden. In zulk een toeftand, terwyl het Nationaal credit te gronde ging, en de Naam een affchrik by anderen was geworden, hield Engeland echter aan om de haatelykfte pogingen tegens dit Gemeenebest te volbrengen, niet infiendc dat de onheylen der Republiek de fwakheid van Groot-Brittannien en de fteikte van Vrankryk opbouwde. Dus lang hadden de wreedfte mishandelingen tegens den Hollandfchen Zeevaart de kusten van Europa zo wel als Amerika doen weergalmen, ter beantwoording voor C 3 de 1780.  1780. SS VADERLANDSCHE de toegeevenheid van 's Lands Hooge Machten, en de beste pogingen die zy hadden aangewend om in de belangens van Engeland te blyven. De Republiek had geene andere proeven van haaren natuurlyken ouden Bondgenoot kunnen verwerven, daar in tegendeel Vrankryk geneigt was 's volks Recht te handhaven; 't konde derhalven niet anders zyn of deze ganfche Natie moest meerendeels verlangen zich de hardigheden van Groot-Brittannien te onttrekken: 't is waar, men merkte wel dat Gelderland, Ut. recht, en Stad en Lande minder belang fchenen te ftellen in de Godsdienfligheid voor dat Hof en in het volftrekt te keer gaan van Groot - Brittannie, dan wel de Provintien van Holland en Friesland, gelyk by de raadplegingen over dit onderwerp in de byzondere Staatsvergaderingen ten klaarften gcbleck; doch die de belangens der Koophandel cn Zeevaart eenigermaaten kenden, en het verlies van deze bronader der Rykdommen, wist te waardeeren , erkenden gereedelyk dat de laastgenoemde Provintien , deeze vermogens verliezende , buyten mogelykheid zouden zyn haare aanmerkelyke aandeden in 's Lands behoeftigheden op te bren-  HISTORIE-BESCHRY VING. 39 brengen; zy deeden de levendigfte be-1 tuigingen van hunne verzekerdheid dat de luifterrykfte voorfpoed van een Oorlog tusfchen Nederland en Groot-Brittannien, welk eeen fchyn van overwinning die mogt aanbrengen, altyd ten gevolg zoude hebben, dat zy het voorwerp van jaloersheid van anderen zouden worden: daar het behalven dien even weinig het belang van de Republiek was, om de ondergang van Engeland te gedogen , als het noodzaakèlyk wierd haare vernedering te bewerken , op dat zy beftendig bleef binnen die paaien binnen welke zy,om het algemeen belang van alle Volkeren, behoorde beperkt te zyn. — Spanje, door eene Memorie, welke aan den Grave van Fiorida Blanka was ter hand gefteld, verwittigd zynde wegens het voornemen door de Rusfifche Oppervorstin ten aanzien der onzydige Mogenheden bepaald, betuigde,tentyde doe dit Ryk onder de Neutraale Magten behoorde, tot voorkoming van het onmaatig nadeel het welke deszelfs onderdaanen hadden moeten ondergaan van de Engelfchen, geene andere fchaa verhaling te hebben gebruikt, dan overeenkomstig met de C 4 Rech- 178a.  40 VADERLANDSCHE Rechten. Wat voor het overige de Scheepvaart en Koophandel der Neutraalcn aan belangde , deeze hadden ook van hunnen kant tot de beledigingen die zy^ontfingcn veelc gelegenheid gegeven, met zich te bedienen van dubbelde Papieren en andere kunstgroepen, om het neemen hunner Scheepen te ontgaan. Het konde niet anders zyn, of hier uit moesten aanhoudingen en verhindering van Scheepvaart met de daar uit volgende tegenfpoeden volgen, hoewel zy inde daad niet zo fchadelyk waaren geweest, als men wel had voor gegeeven, in tegendeel het was zelfs een en andermaal ten voordecJe van de eigenaars der Ladingen uitgevallen; door dien de waaren die de Laadingen uitmaakten, in de havens alwaar de Scheepen gevonnisd wierden , duurder verkogt waren dan den gewoonen orys op de plaat zen werwaards zy heenen moesten. Hoe voldoende deze roem van 'sKonings Rechtmaatigheid mogt zyn, zy was echter niet na het verlangen van zyne Majefteit, weshalven hy betuigde, met alle vaardigheid jantsch Europa de Levendigfte blyken te willen geven van zyne waare achting voor :{e Rechten der Neutraliteit, cn van eer- 1 bied  HISTORIE-BESCHRYVING. 41 bied voor den vlag van alle onzydige Mogendheden , die zig zouden gelieven te verbinden om dezelve te-befchermcn; welverftaande, dat, volgens de uitdrukkelyk vastgeftelde Declaratie van Haare Rusfifche Majefteit , de ingeflootene vefting Gibraltei zoude worden gehouden voor geblokkeerd Ondertusfchen geraakten de voorneemens van den Ridder Jork dagelylcs weder ken baarder,door zyne pogingen cm de Repu bliek van dit gewenst verbond af te houder en te beletten dat zy niet met de vcreischte fpoed toe trad; Hy fcheen in het benzonde] by de Provincie van Zeelend beter te flagér dan elders, niet te min waaren de hachlyke oogenblikken van gevaar daar; de menigvuldige beledigingen door Engclfchen hadden reeds de moed en ftandvastigheid var veele Kooplieden in Holland doen wanke len; Men ondervond dat verfcheidene an dere Natiën, en wel in het byzonder Oostenrykfche Ingezetenen, uit de Haven var Ooflende, op onze Eilanden in de West-In diën voeren, het geen tot groot nadeel van d< goede Ingezetenen verftrekte, weshalvei deze zich met een verzoekfchrift ter Verga dering van Hunne Hoog Mogende ver C 5 voeg 1780.^  1780/ 1 4* VADERL AND SCH j~ voegden, die hetzelve aan de Bewindhehberen der West-Indifche Maatfchappy ter hand Relden, en vervolgens, naar derzei ver bekoomenbericht, bepaalden, dat geene vreemde Scheepen eenige goederen naar de Eilanden van deezen Staat in Amerika zouden mogen brengen, ten waare zy alvorens het zelve Lastgeld, Recognitie> en andere Rechten, hadden betaald, zo als de Scheepen van deeze Republiek by haar vertrek verpiigt waren te voldoen; en dat zy ook insgelyks by het ïn laaden van goederen in de Colonien van den Staat zouden worden verpiigt, om, onder het zelve verband als de Nederlanders; na geene andere Havens te rug te keeren dan die van deeze Republiek, met betaling van dezelve Rechten als de Ingezetenen van dit Gemeenebest verpiigt waren te voldoen: Dit befluit van Hunne Hoog Mogende verhinderde wel eeniger maaten dat nadeel, doch veele andere dagelyks bykoomende bezwaaren wierden niet zo fpoedig herfteld, meer dan drie Maanden was 'er by den Raad van het Spaanfche Hof aangedrongen wegens de voldoening van ingeleverde vragt Rekeningen der opgebragte Scheepen, zonder cenige vordering te maaien :  HISTÖRïE-BESCHRYVÏNG. 43 ken : men verfpreide als of dat Hof met betrekking tot de Nederlandfche Schepen zoude willen handelen , even als de Engelfchen deden, weshalven de Kooplieden van Dordrecht en Rotterdam eene verklaaring, van meer dan zeventig Huyzenvan Commercie geteekend, in den maand Maart naar Spanjen zonden, hoofdzaakelyk bewyzende hoedanig de Brittannifche neemers, by de vrygeeving der Schepen, de geheele Vragt, Avary, Onkosten en legdagen hadden voldaan, in manieren als of de goederen aan de voorgenoomenc Losplaatzen waren gebragt, terwyl de eigenaars het regt behielden om hunne goederen te reclameren. — Alvorens echter van deeze maatregelen eenig gebruik was gemaakt, verklaarde de Koning alle bereidwillige gencigtheid en goede verftandhouding met Hunne Hoo^ Mogende- in acht te willen neemen, zondei uitftel de Scheepen van cle Republiek goec Recht te zullen doen wedervaaren, be veelen afvaardigen om alle aanhouding t< vermyden, en ten aanzien van de En gelfche Koopmanfchappen, voorbrengzels of goederen, gelaaacn in Scheepen var vrienden,te werk tè gaan,op gelyke manier al, di< 1780.  4-1 VADERLANDSCHE J7* Gebeu: teni< mei Schippet Wagenaar. 3. die Natie met de goederen van dezelve ~ zoort gebruikte, in vertrouwen, dat voor het overige de Hollanders geen verder misbruik zouden maken van hunne Vlag, het zy door bedektelyk levensmiddelen in Gzhalter in te voeren, het zy door een groot gedeelte van hunne Lading , beftaande in Oorlogs Ammunitie te verbergen, of ook de eigendom der Vaartuigen , der goede, ren , en hunne beflemming waar na toe , gansch verkeerdelyk op te geeven, zo als door het gedrag van den Schipper Jan Tjeerds Wagenaar; van wien zyne Majefteit geloofde dat hy in Gibraltcr een Lading Meel had gelost,het geendat hy van Ferrol naarCadix moest brengen voor Rekening van de bezorgers van levensmiddelen voor'sKonings Marine. •. Omtrent het gemelde Schip van Wagenaar was zeer veel bedenking gevallen , de Spaanfche Gezant by dezen Staat, de Graaf de la Herreria, leverde daar over eene Memorie in aan Hunne Hoog Mogende, ovcreenkomftig de Misfive door den Graaf van Fiorida Blanca aan den Grave van Reciteren gefchreven ; Men had Z5rne Majesteit bericht , dat dit Hollandsch Schip , gen;iamt d:  HISTORÏE-BESCHRYVING. 45 de Spaar, naa dat het reeds aan den ingang van de haven van Cadix was geweest, voorbedagtelyk door den Schipper in handen van een Engelfchen Kaper was gebragt, die het te Gibralter zoude hebben binnen gezonden, aldaar 5162 quintaalen meel uit het zelve had doen neemen , en zig alzo fchuldig gefield aan een openbaar diefflal, aangezien de voorwaarden waarop hy de laading te Fenol had ingenomen hem in geenen deele daar toe bevoegd maakte: een zaak , indien dezelve waarachtig zodanig was, ten hoogften ftraf waardig: dan de Heeren La Lande enFynje, Kooplieden te Amfterdam, menfchen van goeden naam, mede eigenaars en Boekhouders van dit Schip, deeden , zo ras als zy kennis van het gebeurde ontvingen, aan Hunne Hoog Mogende weeten, dat zy, volgens hunne ontvangene brieven en verdere berigten, zeer klaar meenden te kunnen aanwyzen dat eene onrechte uitdrukking van Spartel voor Kaap St. Vincent, oorzaak was van dit ganfche misverftand , en dus wenschten met brieven van voorfchryving te mogen worden begunftigd, ten einde Hunne onfchuld by het Spaanfche Hof mogte blyken en het Schip [780.  46" VADERLANDSCHE I780.: i Invoer ( van Boter &c. in Spanje verboden.1 1 _( ■i i t 1 5chip in geene der Spaanfche Havens eerder mogt worden gemoeid. Deze zaak nam echter nog zo fpoedig geelen gunftigcn keer, als zy wel hoopten: de fchipper, die tot zyn vertrek gereed lag, wierd niet alleen de Papieren geweigerd, maar hy zelvs wierd in eene naauwe gevangenis geworpen, daar hy het, uit hoofde /an de onreinheid, niet lang zoude hebben jemaakt, was niet, tot zyn fpoedig ontvet, een alles beflisfende verklaaring van ien Heer Elliot, Gouverneur van Gibrall.er, als een blyk der valscheid van befcbulliging , voorgekomen. Deze byzondere gebeurtenis, gelyk ook van nog eenige aniere particuliere Laadingen, door de Spanaarden genoomen, en wederom vry gegee^en, doch voor 'sKonings rekening beneden len inkoop prys ingekogt, wierden door :usfchen komst van Hunne Hoog Mogende net fchadeloos ftelling vergoed; terwyl in niddels een algemeen verbod van dat Hof, ;egen den invoer van Boter, Kaas, Vleesch, m Leer, zo wel uit de Zeven Provinciën üs van de verdere Noordfche Gewesten tomende, wierd verleend , het geen zo irerre ging, dat 50 vierendeels Boter, reeds voor  HISTORIE-BES CHRYVING. 47 voor het verleenen van dit Arrest in Amftcrdam afgelaaden, in beflag wierden genoomen; Een verbod dat onder de Nederlandfche Handelaars veel bekommering verwekte ; 't wangunftig Engeland had hun reeds zo lang gedrukt, alle rechtmaatige voordeden hun afgefneeden, welk juk zy hadden moeten dragen, om dat 'er geene gepaste middelen ter afweering by der hand waren; maar nu fcheen het, of'er geene gelegenheid voor by mogt gaan om de Welvaart van Neerlands Gemeenebest door allerley kwellingen te fnuiken, en meenig eerlyk Koopman in armoede te Horten; wat was'er anders te verwagten. Hier vierde men den vryen teugel aan zyne geliefkoosde geweldenaaryen op Zee; daar wierd den invoer der voornaamfte goederen verboden; Elk postdag berigte niet andersdan aanrandingen, Rooveryën, en daadlykheden, die den hartader van den Staat affneeden: de goede trouw was verbannen, de gerechtigheid verbrooken , 'er wierd geen ftand meer gedaan aan Verbonden. Wie zoude zich hebben kunnen verbeel den dat de Ametikaanfche onlusten met GrooU Brittannien zulke gevolgen zouden hebben, zo. [780.  T78Q 48 VADERLANDSCHE .zodanig een krak aan Nederlandsen Koophandel geven, en een fchok in de gelukkige Regeerings befbiering van deze Republiek veroorzaaken, die niet anders dan onaangenaame gevolgen,ja de urterfte bedreigingen moesten verwekken : De beledigingen van Engeland wierden van deeze, en de beloofde gunstbewyzen van Vrankryk by anderen , befchouwt als gewisfe ondernemingen tegens de algemeene welvaard cn vryheid dezer natie; de daar tegens ingebragte billyke bekommeringen van Vaderland bevende Ingezetenen, wierden aangezien als nietige bedenkingen, terwyl, zy, die de onafhanglykheid in alle gevallen wenfehten verdedigd, het geweld der Britten beteugeld, en de beloften van ïrenh-yk afgewezen te zien, door de zwakke ftaat van verdediging, op de minfte tegenfpraak moeiten zwygen. Het was nu daar toe gekomen, dat men de eenige hoop en het vertrouwen van eene genoegzame befcherming moest vestigen op het gezag der verbintenis van de Neutrale Mogentheden ; dit was het laatfte Plegt anker! —• zedert het aanbod van den grootmoedigen Keizerinne van Rusland, om dit verbond van Gewapende onzydigheid tot ftand  Hl STORIE-BESCHRYVING. 49 iland te brengen en het met vcrfcheidetie 3 Mogendheden in die manieren te fluyten," dat de vrye Zeevaard en Koophandel gevestigd wierd , en befchermd tegens alle geweldige onderdrukkingen , hadden veele der Regenten in deze Republiek zig over dit ontwerp nog een zwaar hoofd gemaakt, vreezende dat zulks onaangenaame gevolgen zoude verwekken 't geen andere toefchreeven aan hunne al te zeer genegene Engelfche gevoelens; 'er wierden van tyd tot tyd veele geruchten verfpreid over de daar tegen ontworpene bekommeringen, vrugten van verdervelyke oneensgezindheid, waar door het feheen of dit Gemeenebest \ hoe langer hoe meer, de Speelpop zoude worden van de grilligheid der Oorlogende Mogendheden.— Men was het eerst ook niet eens, wathet gevolg zoude zyn voor deze Re* publiek , opzigtelyk Groot-Brittannie , die eerder fchcen tot eenen openbaren Oorlog te willen komen, dan Haar gerust den Rol op het Tooneel der Neutraliteit te laaten mede fpeelen; in de daad's Lands Vaderen waren hier door in netelige bedenkingen en omftandigheden ingewikkeld. Inmiddels wierd 'er veel gefproken over de aandrang D van 780.  5^ vaderlandsche 1780. van haar Rusfifche Majefteit, om dit verbond tot effect te brengen, en wegens de verkiezing waar zulks zoude gefchieden: eenige dagtcn dat 's Hage den plaats zoude zyn , doch de Keizerin begeerde dat de onderhandelingen te Petersburg zouden worden gehouden, en dat ten dien einde door Hunne Hoog Mogende twee buitengewoon e Gezanten derwaards dienden gezonden ;• waar toe zyne DoorluchtigsteHoogheid, de Heeren Wasfemar van Starrenburg, en van Heekeren van Brandzenburg, aan de Hee. ren Staaten Generaal voorhield , die ook weinge dagen daarna wierden verkoren , en wel haast derwaards vertrokken. — Deze toedragt van zaaken maakte de vermeerdering van 's Lands Zeemagt te noodzakelyker en het plan van den Raad van Staaten, ter uitreeding van 52 Scheepen van Oorlog te aanneemelyker;eens deels, om dat men dacht, hoe ook het gevolg der zaken met Engeland mogt zyn, dat dit Hof voorzeker niet zoude afwyken van het gewoone Systema,van Iteeds de fterkste op Zee te blyven; eene gewoonte, waar door zy altoos de meerderheid had behouden; want zelden had het zig kunnen beroemen op overwinningen dan  HISTORIE— BESCHRYVÏNG. gt dan door overmagt van Scheepen behaald; het Vranfche Hof had in de vroegere Zee-' flagen altoos getoond , dat het die Natie aan geen moed ontbrak om zclvs met mindere Scheepen de Brittanifche Vlooten aan te tasten. — De gewaapende Neutraliteit zoude het tranfport der Scheeps Materialen naar Vrankryk gemakkelyk maken en het behulp van het tusfchen komend credit der Hollandfche Kooplieden dit werk niet Welaigbevorderen $ waar door natuurlyk het vermogen van Engelandsch Zeemagt, opzigtelyk de meerdere fterkte van Schecpen welhaast zoude worden betwist; te meer, dewyl de Noord-Amerikaanfche Vlooten da, gelyks talryker wierden , dus moest het Groot - Brittannie natuurlyk in bedenking komen , hoedanig Nederland van de Neutraliteits verbintenis af te trekken, om zig zo veel mogelyk van de daar door gedreigde gevaaren te bevryden. Wat'er ook van zyn mogt, de toebcrcidfelen ter Oorlog, van Spanjen, van Vrankryk, en van Engeland , waaren even groot om alles tot het uiterfte te brengen; elk der Mogendheedcn van Europa moest dus om zyne bezittingen denken. Rusland, wel inziende dat na D 2 lang ttt&,  1780 52 vaderlan'dsche .lang gevogten en eikanderen bedorven te hebben, partien, zelvs de overwinnende, naar Vrede zouden haaken, en dat, uitgezohdert de fryheid van Amerika, waar van elk de vroegfte bezitting even onrechtmatig zig had aangematigd, alies ten naasten by wederom op den zelvden voet zoude komen : dit was het hoogfte belang van het Rusfifch Ryk, op dat het meer en meer fterk wierd in de zwakheid der overige magten , op dat de voorbrengzelen van dat gewest, zo noodzakelyk voor de Oorlogende Zee Mogendheeden, ten duurflen pryze begeerig gezogt, en was het mogelyk, met Hollandfche Schepen gehaald wierden; weshalven de Prins GalKtzin op den 16 van ■JJooymaand aan den Prcfïdcerenden Heer van Hun Hoog Mogende, door eene Memorie te kennen gaf, dat HaarRuschKeizerlyke Majefteit, van haar voornemens aan de drie Oorlogende Mogendheeden kennis hebbende gegeven, ook vcrwagte, dat Nederlandsen Hooge Magten beveelen zouden afvaardigen om de vlooten van Haare Majefteit, of ook enkele Scheepeh en Fregat, ten van dezelve, in de Havens van de Republiek te ontfangen, en goede hulp te ver- lee-  hts torie-bes chryving. 53 leenen; verwagtende dat haar alle zints de vrye inkomst alhier zoude geworden. Dit een en ander maakte een flerken indruk op de gemoederen der Hollandfche Kooplieden , die met alle volvaardigheid dus lang het dubbeld Last en veilgeld hadden opgebragt fchoon de Zee geenzints met vereifchte bcfcherming -was gedekt; nu vleiden zy zig, dat de Engelfchen, die, zo het fcheen, zeer wel wisten, hoe traag het vervaardigen van Oorlog Scheepen en Fregatten in deeze Gewesten voortging, zouden worden belet den baas te fpeelen, dat men, vereenigd met alle de onzydige Mogendheeden, een veiligen Koophandel en Zeevaart had te verwagten; zy hadden dus lang hun vertrouwen in geduld gefield , zy hadden met bedaardheid gewagt dat de vereifchte Zeemagt, om den zenuw van 's Lands beflaan te bewaaren, zoude worden vermeerdert , deezen aandrang in het waare daglicht befchouwt, en dat het geheim van het verzuim van dien, voor hun, als. wolmcencnde Ingezetenen van eene vrye Republiek zoude worden opengelegd: dat alles was echter vrugteloos gebleeven; het voordeelige van dit Jaargetyd begon reeds D 3 weder 1780.  ï7_8o. 54. VADERLANDSCHE weder te verloopen, de prys van verzekering was tot meer dan 30 ten Honderd geklommen, en dit hield de Havens van zelvs voor haare Schcepen gcflooten. De hoop, gefterkt door het opgevolgd bereidwillig befluit van alle de Provinciën, had aanvahggelyk wel eenige toelichtende troost aangekondigd , maar geene genezing kunnen verfchaffen, dewyl het gebrek van Zeevolk de uitrusting der toegeitaane OorlogSchepen ónmogelyk maakte. Dit een en ander bewoog veelen derzelve om zig met een menigte Reeders van Scheepen en Asfuradeurs aan Hunne Hoog Mogenden te vervoegen, ten einde naar den aard der zaken en aandrang der omftandigheedeh, het verval der Zeevaart cn Koophandel te helpen herftcllen, op dat niet alle Commisfien ter verzending naar elders wierden gebragt, en de hoop van dezelve ooit wederom te kunnen trekken ten cenenmaal vcrlooren ging: dit eens gebeurende had de ondervinding geleerd dat het herftel veeltyds boven ?sMenfchen vermogen was, daarom hielden alle handel dryvende Volkeren het fteeds als eene heilige Stelregel, eene geveffigde Commercie nimmer blóot te leggen voor het  HISTORIE-B ESCHRYVING. 55 het geringfte verloop voor de daar toe ftrekkende oorzaaken. Zy wenfchten, uit waare gronden van Vaderland liefde, daarom ook met de mecfte bereidwilligheid van hun kant alle hulp toe te brengen, en ter bereiking van de nodige Manfchap zodanige gepafte middelen aan Hunne Hoog Mogende aan te bieden, als na den toeftand van zaken der dringende omftandigheeden best gefchikt was: zydeden met eenigen der voornaamfte Hollandfche handelaars in Granen , die betoging in het byzonder by de Heeren Staten van hunne Provintle , om dat door de verhinderde Scheepvaart het Koorn op de Zoldass uit verhitting bedorf, en den toevoer van de Oost Zee verminderde , tot «gevoelig nadeel van de Handelaars , zo wel als van den Lande, zonder nog te letten welk een fchaade dit aan de Handwerklieden toebragt: Een aandrang, by Hunne Edele Groot Mogende van zo veel gewigt, dat zy een Plan beraamden volgens welke, van alle Koopvaardy Scheepen, met meer dan twee Man cn éénen Jongen, behalven den Schipper, bevaren, twee maal in het jaar, tot 'sLands dienst, de derde man zoude geleverd worden, waar van alD 4 leen i78o._  J780. 5Ö VADERLANDSCHE leen de Oost- en West in&ifche Schepen benevens die welke Manfchap naar de festingtn van de West. Indien zouden overbrengen, beyryd zouden zyn, tot dat de Admiraliteiten, zo dra de vereifchte Manfchap voltallig was, de Kooplieden zoude bedanken. Holland bragt dit ontwerp ter Vergadering van de Staaten Gmeraal, alwaar het, volgens gebruik, by de andere Provintien wierd overgenomen. — Friesland, door haare menigvuldige Scheepsreedery hier by het meeste belanghebbende, flemde daar bereidwillig in toemet deze geringe bepaalingcn, namentlyk dat de Schippers zouden konnen volftaan met zodanigen derden Man van hun fchip te leveren, waarmede zy het best zouden kunnen overeenkomen «om ten Oorlog te vaaren, of aan wien zulks, by looting te beurt zoude vallen, mits weerbaar Volk zynde ; dus allecnlyk uitfluitende de vrye verkiezing van de Admiraliteit, dewyl dat eene geheele ftremming aan den Zeevaart zoude geven, en het Volk op de Koopvaardy Scheepen affchrikken, vooral de zulken, die zig beoeffenden om in het vervolg Stuurlieden of Schippers te worden , gclyk onder hun, die gewoon waaren meest met ei-  HISTORIE-BESCHRYVING 57 eigen Volk te vaaren, veeltyds plaats; had. Dat ook dit bevel, na dat het vooraf' den tyd wanneer zulks aanvang zoude nemen had vaftgefteld, niet langer zoude duuren dan 2 Jaaren, en eindelyk, dat ook die Scheepen, die van dit bezwaar wierden bevryd, ten minften de vyfden of zesden Man zouden moeten leveren, ter verligting van deKoopvaardyfcheepen, en om zo veel eerder de benodigde Manfchap te verkrygen, aangezien zy Heeren Staaten van Vriesland begrepen, dat 'er niet zo veel onderfcheid ontrend de eene tak van Koophandel boven de andere behoorde plaats te hebben. — Terwyl Engeland aanhoudende zig bezig hield met de verregaanfte mishandelingen , met de Staatszugtigfte ontwerpen , in verbeelding dat haar het gebied over de Zee toebehoorde , cn aller Scheepvaard en Koophandel aan dien van Groot-Brittannien diende onderworpen te zyn , zo bepaalden Hunne Hoog Moogende , door eene formeele Refolutie, op den 26^ Van Wiedemaand, het opbrengen van den dei-den Man door de reeders van de Koopvaardyfcheepen, met uitfluiting van den Schipper, de Stuurman, en de Kok, in manieren dat, D 5 wan- 78o._  1780 58 VADERLANDSCHE wanneer zy het met de daartoe gefielde lecden van de Collegien der Admiraliteit niet eens konden worden,, zy als dan met den afgift der derden Man volgens loting zouden kunnen volflaan , fluitende hier ook van uit zodanig Scheepsvolk welk twee fterk benevens den Schipper op één Schip voeren; zy die verpiigt waren den derden Man te leveren, zouden hier in ook niet verder gehouden zyn, dan tweemaal in de twaalf Maanden, welk befluit, zo ras de Admiraliteit de nodige Equipagien zoude hebben verkregen, buiten verdere verpligting gefield wierd: Alles op de boete van ƒ600 Gulden te verbeuren door de Schippers en Reeders wanneer de Scheepen zonder den derden Man van derzelvcr Equipagie te hebben gegeven, mogten uitloopen, ieder van dezelve daartoe voor het geheel aanfprakelyk zynde. — Deeze Maatregelen , ongetwyffeld de beste gefchikflc by den toeftand van zaaken waar in 's Lands Hoogfle Magten verkeerden , was buiten tegenfpraak eene merkelyke verhindering in de Scheepvaart der Kooplieden, doch het vooruitzigt in de goedegevolgen van eene genoegfaame,; befcherming , deed hun gaar-  historie-beschryvïng. 59 gaarne deze wederwaardigheden ondergaan: Te meer, om dat men bevond dat de Noord -Amerikaanen nog fteeds in volle kragt dien zelfden eerbied en genegenheid voor de Nederlanders deeden blyken , die hunne voorouderen hadden beweezen; en het zig gevolgelyk liet aanzien , dat, by deze wonderbaare loop van omftandigheden, nu de Vereenlgde Sta. ten van Amerika reeds met Vrankryk en Spanje Traftaten hadden aangegaan, het natuurlyk te wagten was dat de Noordfe Ko lonisten , die eertyds hnnne fchuilplaat; voor de vervolging in Heiland hadden ge vonden, door dankbaaare nagedagtenisfe, door overeenkomst in regeeringsbeftier ei in zeeden in deze beide Republieken, ge vo.lgelyk ook alle pogingen zouden aanwen den, om, tot groot belang van den Koop handel, met Nederlandsch Gemeenebest in or derhandeling te treden, ten einde daar van ten tyde als hunne Onafhanglykheid algemee ner wierd erkend, en het belang de ooge van gansch Europa zoude hebben ge öpend , gewenschte vruchten te genieter Deze befpiegeling was ook geenzints o losfe fchroeven gevestigd, want die ecnig doo 1780.^  1780 <5o VADERLANDSCHE doorzigt had, konde voorzeker bcfluiten, dat 'er nimmer grooter kragt konde worden bygezet, om de onafhanglykheid der Vereenigde Noord-Amerikaaniche Staaten te vestigen , dan met het oprigtcn van een verbond der Gewapende Neutraliteit, cn ver. deediging van het zelve : onder zulk een gunftig Maanlicht , konden zy, door de cpenftaande Havens van Vrankryk en Spanje , alle vereischtens genieten; Hoe kragtig de tegenffcand van Groot - Brittannie tegen de wettige rechten der Volkplanteren mogt zyn , de befcherming der Neutrale Scheepvaart zoude haar welhaast overtuigen van de onuitvoerlykheid haarer aanflagen. — Deze werkzaame Volkeren, in het Noorden van Amerika , hadden zig overecnftemmende wetten in het Burgerlyke Regeeringsbeftier gevormd,- zy hadden zig gered uit den ftaat van Britfche Slaverny; zy hadden aanzien en hulp verkreegen by twee der magtigfte Hoven van dit waerelddeel; de geboorte van hunne Republiek was luiftcrryk ; zy betoonden alle hoogachting voor de beginzelen van rechtvaardigheid, menfchenliefde, en gemaatigheid; het nog ovcrgcbleevene van die verderfFelyke bron- wel,  HÏSTORIE-BESCHRY VING. 6l wel, de Engelfche overheerfching, konde nu in eens geflopt, wanneer de verdere Zee Mogendheden , en byzonder dit Gemeenebest den beflisfenden flap deeden: De belangen van Hollands Handel bragten dat mede; de Kooplieden hadden reeds ze dert eenigen tyd iemand te gemoet gezien: die, door het Congres behoorlyk gelastigd hun van alles duidelyk had kunnen onder rigten, en gronden leggen waar op vervol gens, als de tyd daar was dat men hier ee: Publiek Minister van hun konde ontvar gen, de voegtzaamfle Tractaaten konde worden geflooten. Tot nog toe waren all de verrigtingen van het Congrej niet ar ders dan vriende daaden, buiten cenig gc zach; dit konde nimmer anders worden be greepen; de pligt van vereifchte voorzor voor den Staat, en de ziel van haar be Haan, noodzaakte ieder Regent, zo w< als ieder Burger, om dit fluk in het oog t houden , om nieuwe uitfluitende Tracla; ten met andere Mogendheden voor te kc men: Het Engelfche Minfteric had, doo deszelvs ongehoord gedrag, het zo ver g< bragt, dat Noord-Amerika nu in de Com mercie van de ganfche waereld verbaefend vei i78o._  i78o. 6"Z VADERLANDSCHE veranderingen zoude verwekken , en hoe' minder goeds over het geheel genoomen voor deze Republiek daar uit was te verwagten, zo veel te meer wierd het noodzaakelyk om tegen de naïever der nabuurige Jalocrfche Mogendheden te voorzien ; reeds had dit Gemeenebest zulk een fmartelyk gevoel van de verzuimde voorzorg dat de Zeemagt niet op een aanzienlyken voet was ijebragt, veelligt zoude het ook te laat zyn by het fluiten van de Vreede voor de belangens van den Koophandel te waken: Elk rechtfehapen Hollander was derhalven gehouden oplettend te zyn,dat bragt de liefde voor het Vaderland mede. De Heer Jem ie Neufville een aanzienlyk Koopman te Anr Iterdam had reeds in den Jaare 1778 , te Men zynde, met zekere Amerikaanfche Heeren William Lee en Wïlliam Stokton een gefprek gehouden over het ontwerpen van een plan van een Trattaat van Commertie, aan te gaan tusfehen de zeeven vereenigde Provinciën van Holland en de dertien yereenigde Staaten van Noord- America, om, ingevalle Engeland Haar voor vrye Volkeren erkende, als dan zulks , door een of ander gedeelte van de Souverainiteit der Re-  historie-b eschry ving. 63 Republiek, ter vergadering van de hooge Regeering te brengen; waar toe voorzeker geene der Leden meer betrekking had, dan de Stad dmfterdam. De Heer Stolton was zedert naar Amerika vertrokken , om daar van aan het Congres alle vereifchte opening te geeven, terwyl de Heer de Ncufvüle van zyne verrigtingen aan zyne wettige overigheid, de Heeren Burgemeesteren der Stad zyner inwoonninge, kennis gaf, die zulks alles behoorlyk lieten onderzoeken door den Heer Pcnfionaris van Berkel. — De Neufville langs deze weg op zyne verrigtingen een behoorlyk gezach verkreegen hebbende , bewerkte zyne poogingen tot nut voor de Commerciële belangens van Nederland, met te becter gevolg, en verzekerde aan de Amerikanen met meerder vertrouwen , dat de Stad Amjlerdam , als het gewigtigfte gedeelte uit de Republiek, ilandvastig zoude verblyven by deze eerfte ontwerpen van eene beftendige vriendfchap , het welke voorzeker veel invloed moest verwekken in de Raadbefluiten van de Provincie van Holland, ter verbreeking van de te lang begunitigde Engelfche Party, die reeds zedert eenigen tyd ver- [780.  _i78o. 64 VADERLANDSCHE verfchcidene Refolutien van die Provincie, houdende ten voordeele van Amerika, hadweeten te rug te houden. Langs deze weg begon de eerste inrichting van eene aanilaande openbaare zamen verecniging dezer beide Landen tot wederzydsch geluk, waar van veele edelmoedige Vaderlanders de goede en fpoedige gevolgen van harten wenfchten. — Men bemerkte, dat, van dien tyd af aan , de Correspondentie tusfchen de Kooplieden en veele aanzienlyken van dit Gemeenebest met de Noord-Amerikanen zeer toenam; ja zelvs, dat 'er in de daad een beeter vertrouwen en welmeenendheid relatief Nederland by de Amerikanen heerfchte , dan omtrent ecnige Natie wie het mogte zyn ; Hier van was de beweegreden ook zeer gemakkelyk te vinden, namentlyk , behalven alles andere betrek kingen tusfchen deze twee vrye en Koophandel dryvende Landen plaats hebbende, was het Congres voorneemens een voldoende Zeemagt in gereedheid te brengen, en die, als een onontbeerlyk ftuk voor hunne Scheepvaart cn Commercie , beftendig te onderhouden; voorwaar een der wyste betragtingen voor de gefcclheid dier nieuwe  HISTORIE-BÉSCHRYVING. 6$ Republiek; dan hier toe ontbrak geld, en eenige gereed zynde Oorlogfchepen , terwyl de leden van het Congres intusfchen te Phüaddphia, Botton, en elders, verfcheidene Fregatten konden laten vervaardigen; zy hadden reeds by herhaaling dit aanzoek by Vrankryk gedaan; als zynde met dat Hof openbaar geallieerd, dan hier in hadden zy veele belemmering ontmoet, dewyl de voorzigtigheid eischte , dat dit Ryk, in den openbaaren oorlog met Groot Brittannie zynde , alles aanfpande om de talryke vlooten van dien trotfchen vyand, in de zeeën overal zwervende, te vervolgen;dus was Hun geen gefchikterweggcboorcn,dan zulks by de kooplieden in Holland te zoeken, en zig daar-van door deonderhandfche correspondentie zo veel mogelyk was te verzekeren, aangezien de Ridder Jorke ongetwyffeld al zyn bekwaamheid en iever voor het belang van zyn Vaderland zoude gebruiken, en niets onbeproefd laaten, om die maatregelen by de Republiek te verhinderen; 't Congres had ook een meer gunftig gevolg op de verdere ohderneemingen te verwagten, wanneer het belang des volks, dóór gedaane opfchotten van gelden, gejE paard 1780.  66 VADERLANDSCHE 17 80. befchnlciigt Am fterdam van onge öorloofd Correspondentie. paard wierd aan de welvaart van NoordAmerika, van welke welraeenendheid slvu fterdam zulke hartelyke blyken had gegecven, het geene men zeer klaar bevond dat l.meer en meer opwekte , naar maatcn dat Engeland haare te onvredenheid daar tegen te zichtbaarer liet blyken , en zelvs deze ;Stad by de Hoogc Magten der Republiek in verdenking bragt , door de oude bcfchuldigingen te verlevendingen, en de Regeering eene ongeoorloofde verftandhouding met den natuurlyken vyand van Engeland te last te leggen. Het ligt geloovig gemeen in de Republiek dacht zeer onderfcheiden over dit Ruk , onbewust van het voorgekomen gunftig aanbod der Noord-Amerikanen, tot ftigting van eene goede verftandhouding en gemeenfehaplyke betrekking in de koophandel, een zaak waar van het welzyn der Republiek ten ccncmaal afhanglyk zoude worden, aangezien het ganfche fyftema van commercie in Europa eene geheele omkeering zoude moeten ontvangen, zo ras" de onafhanglykheid van dat nieuw dmmkaansch Gemeenebest zig door de wapenen en verbonden vry had doen erkennen: men bevond, dat de ingezetenen deimee:-  K-TSTORIE-BESCHRYVING. 6? meeste Land Provinciën zig verbeelden, als of dè vrcede cn vryheid van den Staat aan de inzichten van Vrankryk wierden ofgeöfferd, en dat men de Republiek in den verachtelyken toeftand van af hanglykheid wilde brengen ten opzichte van dat Hof, of in eenen verdcrvclyken oorlog met GrootBrittannien te onbedagtzaam inwikkelen , by welke ongelukkige gevolgen door den weerioozen ftaat van tegenweer, het aanzien, de bloei , en welvaart, van Nederland, te veel in de waagfchaal zoude worden gefteld; De Engelfche Gezant in 's Hage deed daar zeer veel kwaad toe, Hy wist, door zyne aanhangeren , zig met zeer veel voordeel te bedienen van de befchouwingen over de ongewapende toeftand in de Oosten West-Indien, over onze wyd en zyd op zee verfpreide fchattèn, en de onmogelykheid om onzen geheel vervallen zeemagt,zo fpoedig als het zoude worden vereischt, te herftellen; bedenkingen die in de daad zeer gegrond waren , doch die van deze zyde met zeer kwaade oogmerken wierden voorgewend , aangezien het Groot-Brïttanirifche Hof, het naauwst verbondene met ik ze Republiek, alleen de rol van ÖvferftéefE 2 fching 1780  17 8o. 68 VADERLANDSCHE fching tegens Haar fpeelde, de zwakke zeemag van Nederland in het oog van gansch Europa veracht maakte, en met kleinachting en trotfche bedreigingen mishandelde ; Het ontzach zig niet, was het mogelyk binnenlandfche opfchuddingen te verwekken, en door het laatcn uitftrooien van kwaadaartige brieven oproer te maaken, ten einde 's Lands Hooge Magten daar door mogten worden verhinderd zig byhet verbond der Gewapende Neutraliteit te voegen, met het opzettelyk voorneemen, van by het mislukken dezer kwaadaartige pogingen, als dan tegen de Republiek den oorlog te verklaaren. Om meerder aanhang te vinden had de Heer Jhonftone in het Huis der Gemeentcns te London , groot ophef gemaakt, van het vermeerderd getal der Konings gezinden in Noord-Amerika, van de fchynfchoone hoop dat 'er oneenigheid zoude ontftaan tusfchen de Vranjchen en deze Kolonisten, en tusfchen de laast genoemden onder elkander ; Hy hield ftaande dat Gsorgia, Zuid- en Njord Carolma en ConneWcut de gehoorzaamheid aan den Koning hadden erkend, en dat verfcheidene andere van die Staaten op het point ftonden om het voorbeeld  historie-be schryving. 69 beeld te volgen: doch al die voorwendzels verdweencn als fneeuw voor de zon; de voor< deelen op de armee van Bourgoyne behaald, bevestigden het tegendeel; zy vereenigden zig naauwer en naauwer, zy verdeedigden zig heldhaftig, en toonden in al hunne daaden dat zy gedreeven wierden door de uit. neemendite grondbeginzelcn en deugden. Ondertusfchen bewerkte de gemelde aandrang van den Ridder Jorh eene heimelyke ongerustheid in de gemoederen der Hollanders, waar door de beproefde geldleningen voor het Congres weinig of geen opgang vónden, uitgezondert by eenigen die openlyk voor de zaak der nieuwe Republiek in Amerika uitkwamen , en onder welker getal Jr. D. D. van de Capellen■ tot de Poll wel een der voornaamften was, zo als naderhand gebleek uit twee brieven van zyn Hoog Wel Geboren, reeds in April en November 1778 , uit Zwolle naar Amerika gezonden , waar in Hy zig noemde" , de eerfte , of liever de eenigfte , onder de Staaten van Overysfil, die haare goede zaak ' verdeedigde, daarin zulk een hartelyk en' opregt deel nam, dat hy, zes haren\ lang, zonder de minfte byftand te vinden,; E3 had 1780- v. r>B 2 AP Et' : e n verleedigtI-- belan;ens van  1780 70 VADERLANDSCHE .gewaakt voor het behoud cn voor de ver" pligting aan de grondwetten der Republiek, met vooruitzigt om de geringftc hulp voor . Engeland af te weeren, en de belangens der Koloniën te bevorderen. Dien Heer betuigde , door zyne Hoog wel gebooren Vrouw, cn één Kind van ruim elf jaaren,terug te worden gehouden, om niet zyn vaderland te verlaaten , en zyn bloed ten dienfte der Amerikaanfche Staaten aan te bieden. Hy bood zig aan; Het Congres mogt over hem bevoelen; Hy befchouwde de zaaken (zeide hy) niet als byzondcre, maar als die van het geheele menfehdom , en op die gronden betuigde by het zig altoos tot roem cn eere te zullen rekenen het belang der Amerikanen, opentlyk, en in zyn publiek Caracter, voor te Haan. Bezield met zulke gevoelens, fpoorde hy overal waar hy ccnig invloed had de goede lieden in deeze Republiek aan, om het credit van het Congres meer gegrond dan dat van Engeland voor te Hellen; tegens de waggelende toeftand van dit laafte, wegzinkende onder het gewigt van cenc onnocmelykc fchuld, zonder eenige andere fteun als de voordeden van eene ' wis-  HISTORIE-BESCHRYVINC: 71 wisfelvallige Koophandel, en geene andere befcherming als een onbekwaam Gouvernement, ftelde hy integendeel de inkomften van het Congres door het credit van Amerika als wezentlyk, aangezien dezelve tot een grond hadden de rykdom van voortbrengzelen in dit Land, onderileund door eene wezentlyke. Republiekaanfche regeering; niet tegengaande dit alles, had hy egter geen geld van belang kunnen vinden om aan de nieuwe Republiek aan te bieden, cn hier toe dus aan de hand gegeeven, dat het Congres zulke voordeelige voorwaarden diende te ftellen, waar by de Hollanders haare rekening mogten vinden, cn overreed worden om haare gelden uit de Engelfche Fondfen naar Amerika te brengen , boven al aanpryzende dat de Regeering eene Fondamenteele wet mogte maken, van nimmer den intrest die zy cenj vastftelde te zullen verminderen , zondei aanbod van het Capitaal af te leggen, aan; gezien Vrankryk daar door deszelfs credit in Holland had verboren. Zyn Hoog wei Gebooren fcheen van gedagten dat deeze manier van handelen Engeland het meeste nadeel zoude doen en de Nederlanders geE 4 heel 17-80.  I 72 VADERLANDSCHE heel losmaken van alle betrekking met dat Ryk. In de daad hy voegde by zyne woorden ook het volbrengen, en ftelde ter hand aan de Heeren Hornica en Fiz-eau een fomma van tien duiz-end Guldens voor de negotiatie wegens de vereenigde Staaten ;hy overreede veele ingezetenen van Overysfel tot het navolgen van zyn voorbeeld.; zyne gedagten begonnen over de ganfche Republiek meer veld te winnen en vertrouwen te krygcn; ja zelfs de Regenten van de voornaamfte Hollandfche Steeden befchouwden de zaken thans tot die trap gebragt te zyn, dat 'er voor de belangens van Nederlands koophandel moest worden gezorgd, alzo de Ityfhoofdigheid van bet Engelfche Minifterie de noodlottigheid van het verloopen der commercie te zeer vervroegde, de Regeering van Amfterdam in het byzonder, hield het daar voor , dat men de belangens van het Vaderland gansch en al zoude veronagtzaarnen, indien men de banden van betrekking met Amerika, nog zo teder, niet kragtiger verfterkte, en door de byzondere uitnodiging van een Agent, of Minister, we. gens de Vereenigde Staaten van Amerika, gelegendheid tragte te verwerven, om, op eene  HISTORIE-BESCHRYVING. 73 eene wettige manier , een Traélaat van vriendfchap aan deeze Nederlandfche Republiek aantebieden: het was, begrepen de Heercn van deeze Stad, 'er zodanig mede gefield, dat de Noord-Amerikaanen een gedeelte uitmaakten van de ganfche Groot Brittannifche Natie, en dat dus de verbonden tusfchen dit Gemeenebest en de Kroon van Groot Brittannien geflooten , zo wel tot de Colonisten als tot het overige gedeelte van de Engelfche Natie behoorden, weshalven ook deeze Volkplanteren als geallieerden der Republiek moesten worden befchouwd; zy waren een gedeelte van die te zamen verbondene Magten, en vermogten dus van alle die voordeden genieten , zy hadden uit deezen hoofde evenveel aanfpraak op de Republiek, dan Engeland, of eenig ander gedeelte van Groot Brittannien, en dus waaren zy niet gehouden het flegt gedrag van het Engelfche Ministerie te volgen, maar hadden de volkomene vryheid, om de verbonden van hunne zyde getrouw in agt te nemen; het wederregtelyk gedrag van de Koning konde de Colonien niet berooven van die regten en vryheeden, welke hen als. in de hoedanigheid van EngelE 5 • fchen [780.  j78o 74 vaderlandsche •fchen mede toekwam, gelyk ook de ingezeten van deze Republiek , cn de Regering van gemelde Had, en van alle andere fteeden, bet onbetwistbaar regt hadden, om de eerlyke Lceden van een Bondgenootfchap, opgericht met dit Gemeenebest, te begunftigen , de zwaktten zeiven bettendig aantekleven, zonder dat zulke pogingen als benadeclingen voor het overige misnoegde gedeelte van Groot Brittannien konden worden befchouwd: Engeland berokkende zig zeiven de vyandfehap der Hollanders, het Ministerie wilde na reden nog raad hooren, het wilde op de belangens van het volk niet bedagt zyn , maar alles aan de onbillykfte opvattingen van hcerschzugt op offeren , de Amerikaanen begeerden de banden van vriendfehap heilig te houden, waarom dan zoude niet elk gedeelte van de Republiek, volgens de onfehendbaare Regeeringsgctteldheid alhier, volttandig de verbonden met een gedeelte der Groot Brittannifche Natie mogen behouden en aankleven V Ja waarom zouden niet deeze dezelve verbintenisfen voor dat gedeelte van Groot Brittannie in waarde kunnen houden, tcrwyl de Engelfchen goed vonden zig wü'c- keu-  HISTORIE-BESCHRYVÏNG 75 keurig van die verbonden te ontflaan 5 ja zc veel te meer was het voorzeker geoorlooft om met dit gedeelte der Groot Brittannifchi Staaten, zulke voorwaardelyke bedingen ii te rigten, als ter meerdere ftaving van di yeïbonden, tusfchen haar en Nederland ge vestigd , dienftig konde zyn, en wel by zonder dan , wanneer die Leeden van he Groot Brittannifche Ryk , die zig om d< wettigfte oorzaken van de overige gedeel tens affcheiden, zigverëenigden,enplegtig' met eendragt en hartebykheid , tot dertiil vrye Staaten verbonden , en onder het ge zag des volks haar eigene Regeringsvorn infeeiden. — Befchouwde men immers di< volkeren , als nog behoorende tot Groo Brittannien, zo waren zy getrouwe Bond genooten van de Republiek; wilde men hui aanzien als nog twistende met het overigi gedeelte van dat Ryk, zo behielden zy in middels dat voorregt, en begeerde mei haar na de eigene uitdrukkingen van he Engelfche Ministerie, als afgezonderdei van het Ryk te agten, dan was het in all< die gevallen ten uitterften noodzakelyk, 011 zulke gronden te leggen, als tot behouc van Nederlandsch koophandel, en de be zit- ' 1780. 1 i > l I  76 VADERLANDSCHE I780, zittingen in de West-Indien vereischt zou-, den worden , wanneer zy voor vrye volkeren wierden erkend: zo daar van geen gebruik wierd gemaakt, zo de ingezetenen deeze gelegentheeden, terwyl het tyd was, en die hen van zelfs voorkwamen, niet betragten, om de wezentlyke belangens van het land in het algemeen, en die van de koophandel dryvende fteeden , in het byzonderte helpen bevorderen , zo zouden zy hunnen pligt zeer flegt betragten; hoe wel echter alle die verrigtingen in de laaste betrekking niet anders konden worden befchouwd, als dan formeel in het werk te zullen worden gelteld, wanneer de onaf hanglykheid van Noord -Am er ika door Engeland zoude zyn erkend. Met zulke begrippen van Burgemeesteren van Arnfterdam was het Tra&aatvan Commercie tusfchen de Republiek en de vereenigde Staaten in Noord-Amerika ontworpen, en dus was in dien opzigte njets onvriendelyks ontrent Engeland gepleegd; Hun EdeleGroot Agtbaarhecden hadden, zo lang NoordAmerika niet op zig zeiven als een vry Gemeenbest door Hun Hoog Mogende was erkend, geene bekwaame gelegentheid om ter  historie-beschry ving. 77 ter vergadering van de Heeren Staten van Holland tot eene raadpleging op dit ftuk aan te houden, het was, in zo verre als het de onaf hanglykheid van het vereenigd Congres tot een grondftelling had, alleen een bloot ontwerp, het geene buiten allen twyffel zonder eenig nadeel van de verdere Leeden der Republiek was, en alzo vryelyk door een Lid vande Souvereiniteit, ten aanzien van hunne ingezetenen, konde worden bewerkftelligd, en van alle andere zodanig erken^, indien zy niet overtuigende wiften te bewyzen, dat daar in eenig belangen ftrydbaar met het welzyn van den Staat was opgeflooten, en dat ten klaarflen gebleek, dat het ontwerp van die byzondere correspondentie, en geheime negotiatie met een opzettelyk kwaad oogmerk was gefchied, en dit moest voorzeker uit den inhoud van dat Project Tractaat geblyken; lang zoude men hier over kunnen twisten, indien de toevallige ondekking deeze zaak zulks niet op hetonvèrwagstinhetvolledagligthadgebragt, het Congres namentlyk had door de uitnodiging zig bepaald om den eertyds voorzittenden Heer van hunne Staats vergadering, den Heer Laurms. her 1780. Het Con- Êiesbe fluit L au'ens naar teNtdèrlaiio'en te «enden.  I78o. -8 VADERLANDSCHE herwaards te zeaden , en deezen , onder andere Papieren, ook het opftel van dat zo veel gerugt makend verbond van Koophandel mede te geven , benevens eenige brieven van byzondere ingezetenen in deeze Republiek met eenige Noord - Amerikaanen gewisfeit; ongelukkig verviel dien Minister in handen van de Engelfchen die hem als Krygsgevangen naar London bragten, alwaar men welhaast deeze ontdekking gebruikte tot een voorwerp van nimmer gehoorde klagten tegens de Republiek, uit welke geaartheid men echter ten klaarften korde zien, dat men dit als een gepast voorwerp gebruikte, om met dezelve in oorlog te geraaken , dcwyl zy op het oogenblik ftond van te treeden in het Bondgenootfchap van de gewapende Neutraliteit, waar door aan haare zechcerfchappy den doodfteck zoude worden gegeven; het Groot Brittannifche Hof had veel meer te vreezen van het Küsfisch Mèetp van eene gewapende nnzydigheid, dan van het ontwerp van een verbond tusfehn Noor.hAnerika en d>ez* Landen, het eerfte geval was de onmiddelyke weg , waar door Vrankryk met alle noodige vereischtens de Noord-Amen- ka-  HISTORIE-BES CHRYVIZ-JG. 7< kanen konde in ftaat Rellen, om hunne onafhanglykheid te vestigen en wettig te doei verklaaren, by welke gebeurtenis het regi tot het fluiten van dit laastgemeldc verbonc een onverrnydelyk gevolg was. Hoe dar ook Groot Brittannie in deeze ongunffigc omftandigheeden, die zy zig door de mis. handeling der Amerikaanen op de hals hac gehaald, de zaaken wende, zy moeste kiezen om de Republiek den oorlog uit dier hoofde aan te doen, of naderhand door de overwigt van het Bontgenootfchap der onzydige Mogentheeden de vryheid en onaf hanglykheid der Vereenigde Colonien £f erkennen, dewyl, onder de veiligheid van die verbintenis met de Noordfche Mogentheeden, Nederland zig intusfehen door haare fcheepvaart zo noodzakelyk maken konde, en zig in de kragt van verdediging Hellen, waar door als dan alle verdere tegenftand vrugteloos zoude zyn; 'er konde geen gelukkiger gelegenheid worden aangetrof. fen , men maakte een grooten ophef van dien gevonden fchat; men Relde de zaak voor ais misdaad en kwefcfing tegen den Koning van Engeland , als eene zamenrotting met dc wederfpannigen van het Ryk van Groot- 1780. | V  1780. 8o VADERLANDSCHE Groot - Brittannie ; dit veld wierd te rui* mer open gefield om dat het tot bezwaar was tegens de Regeering van Jmflerdam; die die zig met de meeste iever voor de eer en onafhanglykheid van het Vaderland in de bres fielden, die zig naar de overheerfchende gevoelens van Engeland niet wilde fchikken; 't vooruitzigt, dagt de Ridder Jork, was zo gunflig,dat daar uit een onbetwistbaar goed gevolg moest voortkomen, want, fchreeuwende van de ftrafoeffcning van eenige Leeden, die het waare belang van dit Gemeenebest hadden ter harte genomen, en de bedreiging van Oorlog dan daaf by gefield, zoude de Engelsgezintheid doenzegepraalen: wierd 'er gehoor gcgeevcn aan de klagtcn, eisfchen, en bedreigingen, dan zoude die fteunpilaar der Nederlandfche vryheid alle kragt verliezen, eh het gebouw de algemene welvaart, daar op gefligt, vernietigd worden, dan zoude het Vaderland wel ras onder het juk der Brittannifche mishandelingen, dus lang gedrukt, geheel en al verdrukt worden; dan zoude de dierbaare vryheid dezer Natie wel ras in flaverny ontaarten: wilde men daar en tegen geen gehoor jieeven aan die zo ongehoorde als on- regt-  HISTORIÊ-BfiSCHRYviNG. 8l regtvaardige Vorderingen, dan had men het i gèwenschte voorWendzel dm de Republiek "* den oorlog aan te doen; om de Hollanders onverhoeds en met alle verhaasting op het lyf te vallen, hunne fcheepen en kostbaare ladingen over al san te randen , en weg te neemen ,enbyzonderlykde grootfte mishandelingen aan de Amfterdammers toe te brengen , eer dat de gewapende onzydigheid t'itverhinderde.-zulkeenonverwagtbefluittot den oorlog konde nog meer voordeel geeven. Men behoefde Weinig moeite te doen, om te bewyzén dat de Ridder Torke zelvs volkomen overtuigd was van de ongepastheid dér ftrafvordéring, en dat hy zig vleide, dat het gemeen, wars van'den oorlog, te Amfterdam en elders misnoegen zoude opvatten, waar door de wedeiRand van deze Republiek tegen den geweldigen oorlog van Engeland zeer zwak zoude zyn : Hy overhandigde al die Papieren aan Zyne Hoogheid den Heere Erfiladhouder, van wien dezelve ter vergadering aan de Heeren Staaten van Holland wierden ingediend en welhaast in ieders handen kwamen; doen zag 'men dat 'er niets anders was bedreeven dan de belangen van hét Vaderland mede F brag- 780:  82 VADERLANDSCHE I780.' Inhoud van het ontwerp van een Tradaat yan koophandel tusfchen de Republiel en N: Amerika. jragten; dat de Penfionaris van Eerhl, iviens trouw, iever, en waakzaamheid, roor de eer en onaf hanglykheid van dit Gemeenebest, by niemand onbekend was, en Jaar men het om die reden byzonder fcheen op geladen te hebben, als een eerlyk Minister had gehandeld. Men bevond dat 'er in dat Plan hoofdzaakelyk niets voorkwam, dan de wederzydfche vastftellingen, hoe deze beide Natiën ter bekwaamer tyd, de voordcelcn der koophandel op beider belangen zouden gronden, en de billyke Regels van eene vrye handel over en weder bepaalcn, alzo, door het in acht neemen van zodanig eene volmaakte gelykheid, de gewoone oorzaaken van groote verfchillen .wierden voorgekomen; terwyl elk van de Partyen voor zig zoude behouden, zodanige huislyke fchikkingen by de hunne te bcraamen als zy meest nuttig zouden oordeelcn. Daar zoude eene vaste en opregte vriendfehap plaats hebben tusfchen deze Republiek cn de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika, tusfchen de landen, Eilanden, en Steden onder wederzydfche befcherming behoorende. De Nederlanders zouden geen andere reg- ten  HISTORIE-BESCHR Y VING. 83 ten in de havenen en op de Rheeden van Noord - America betaalen , dan de inwooners van die gewesten; zy zouden dezelve vryheden en Privilegiën genieten; cn zulks zoude ook aan dezen, in de landen onder de zeven Vereenigde Provinciën, geworden. Beiden onderdaa-nen zouden vryheid hebben, om, zonder een algemeen of fpeciaal Pasport, door alle de wederzydfche fteeden en plaatfen te reizen ; zy zouden daar mogen woonen , koopen , en handelen , en zonder eenige verhindering weder veftrekken; men zoude de onderdaanen, de fchecpen, goederen, en effecten, malkanderen helpen befchermen , en tegens alle aanvallen verdeedigeiï : Hunne Hoog Mogende zouden, als dan, de beste pogingen aanwenden by den Keizer van Marocco, en by alle andere Barbaarfche Mogendheeden , om voor de vereenigde Amerikaanfche Staaten, voor derzelver ingezetenen , fcheepen, en goederen, tegens alle geweld en roovery veiligheid te genieten; De Erffenis verkryging, het zy bloedswegen of by uitterfte wille , zoude ieder on-> derdaan van beide Partyen gerust geworden , wanneer de begeertens en rechten, Fa cm [7S0.  84 VADERLANDSCHE om in het goed bezit der nalaatenfchap te komen, zouden zyn beweezen volgens de wetten van de plaatfen, alwaar de pcrfoonen kwamen te fterven, zo wel van de eene als van de andere zyde , niet tegenftaande eenig ftatuit, edift, of gewoonte, daar tegens ltrecd: De geërfde goederen en nalatcnfchappen der overledenen zouden, by afwezigheid der erfgenamen , zorgvuldig worden bewaard, de boeken,papieren en gefchriftcn van zodanige verftorvenc, zouden, door den conful of ander publiek Minister , in handen van twee of drie vertrouwde perfoonen overgegeeven worden , zonder dat eenig Rechtshof buiten roeping zig daar mede mogte bemoeien; het zoude aan de onderdaan en van ieder party vryftaan; zodanige rechtsbedienden te gebruykcn als zy zouden verftaan te behoo* ren; niemant zoude uit hoofde van eenige publieke of byzondere reden mogen worden aangehouden, het zy koopman, fchipper nogdefcheepen en vaartuygen , tot publiek gcbruyk,tot oorlogs dienst, of tot eer, ige andere redenen met geweld verpiigt te worden; zonder echter eenige verhindering te verwekken tegens het uitvoeren van eene gere-  HÏSTORIE-BESCHRYVING. 85 regelde rechtsbeftiering; elk zoude zyn eigen zaken na goedvinden bebeeren en gemeten, en niet genoodzaakt kunnen worden om buiten verkiezing een makelaar, of ander openbaar perfoon, te neemen, of eenig loon daar voor te betaalen: om de koophandel ten meesten te begunftigen, en de daar in zo noodzakelyke fpaarzaame uitgaaf te bevorderen , zouden de fchippers na eigen welgevallen, tot het laaden en losfen hunner fcheepen zodanigeperfoonen gebruiken , als zy voor hunnen dienst voordeeligst achten: de ontilaane gefchillen tusfchen fchipper en fcheeps. volk, zouden, ter beflisfing van ieders competenten Rechter in zyn eigen land,o ver gelaten worden , terwyl inmiddels de Magiftraat, der plaatfe alwaar die oneenigheeden gebeurden , zoude bevorderen dat het fcheepsvolk met hun bevelhebber den reis volbragten: de Registers en aanteekenings boeken der handelaars zouden geloof vinden cn altoos veilig zyn, zonder dat de rechter zig daar over eenig gezag zoude mogen aanmatigen , dan alleen in het geval van banquerout. Alwaar eenige bedenking mogt zyn omtrent de destinatie der Scheepen of F 3 we- 1780. _  ï7_8o 86 VADERLANDSCHE wegens eenige goederen aan boord der zelve zouden de zodanige, zo wel in de open zee, als in de haven of op de rhcede , verpiigt zyn de Paspoorten, en ccrtificatien te vertoonen; bevindende dat zy contraban de,ofby hetTractaat verbondene goederen, hadden ingelaadcn, als dan zouden dezelve niet met geweld mogen weggenomen of geconiisqeert, maar by vonnis van dc rcfpe&ive Admiraliteits collegien beoordeeld worden, waar toe c!e billykfte voorfchriftcn tot deeze Rechtspleging wederzydfch zou. den worden in agt genomen: op dat de ottderdaanen van beide dc partyen de meeste veiligheid mogten genieten, cn bewaard blyven voor de nadeelen van de oorlog fchepen en kapers, zo Helden zy vast dat daar toe niet alleen de Bevelhebbers van de fcheepen zouden worden gelast, maar ook, het tegendeel bedryvende , geftreng geftraft i en gehouden alle vergoeding van fchaade te doen; de uit open zee opgebragte hernomene fcheepen cn goederen , van wat natuur die ook mogten zyn, zouden ih bewaaring gcfteld , ter bekwaamen tyd na een genoegzaam en behoorlyk bewys van ^en eigendom worden te rug gegeven; van bei-  IIISTO RIE-BESCIiRYVING. 8? beider zyden zouden de gewapende fcheepen vryheid hebben de fcheepen en goederen , door hun op den vyand behaald , te vervoeren werwaards het hun goed bedagt; dan integendeel zo zouden zy , aan den anderen kant, geene befcherming vergunnen aan dezodanigen, die pryzen zouden hebben gemaakt op de onderdaanen of derzelver eigendommen ; vcrleenende ingevalle van het ftranden, fchaade lyden , of vergaan, op de kusten der Landen toebehoorende aan de Vereenigde Staaten in Noord-Amerika, of onder de hecrfchappy der Republiek, alle vriendelyke byftand, menschlievende hulp en befcherming. Zo het echter mogt gebeuren dat 'er een oorlog tusfchen deeze twee gewesten mogt ontftaan, als dan zoude het termyn van zes Maanden na de oorlogs verklaaring weder* zyds vergund worden, om zig met alle de familien , goederen , en koopmanfehappen , te begeeven verv/aards zy zouden goedvinden , genietende in middeler tyde de vaardigfte bevordering van Juftitie: In het neemen van eenige commisfien , of het vervaardigen van kaapers ten dienfte van andere Mogentheeden met wien een F 4 van 1780.  88 VADERLANDSCHE I780. beide deeze Magten in oorlog geraakte, zouden beide de Natiën zig zorgvuldig hebben te wagten, of by overtreeding als zee-roovers worden geflraft. De fcheepvaard van die der Mogendheden die in vreede leefde met zodanige Magten, waar mede de andere in oorlog was , zoude alle vryheid genieten, alle handel met dien veilig dryven, en allcperfoonenophunnefchcpen zynde gerust overvoeren, voor welke onbelemmerde koophandel, alleen daar van uitgezonderd de contrabande goederen , waar van eene naauwkeurige bepaaling wierd omfchreeven , van beider zyden zeebricven en pasporten zouden worden verleend, uitdrukkende de naam, den eigendom, en de groote van de fcheepen, ten einde ten zekerflen daar uit te kunnen zien , wie indedaad de waare eigenaars mogten zyn, waar toe wederzyds een ontwerp was gemaakt; jaarlyks zouden dezelve weder worden ingetrokken, en de certificaten van de. onderfcheidene gedecltens van inlading voor de officieren van de plaats van waar het fchip of vaartuig vertrok , zodanig moeten worden ingerigt, dat de aart, de geoorloofdheid , of het contrabande, daar uit  HI S T O R, ï E - B E S C H R Y V IN G. 89 uit met zekerheid was te kennen; de fchepen langs de kusten zeilende zouden gehouden zyn om op vereisch aan de Bevelhebberen van de gewapende vaartuigen hunne be« wyzen te moeten vertooncn, wanneer zodanig oorlogfchip, of kaper, buiten het bereik van het kanon zoude moeten blyven, terwyl de boot naar boord van de koopvaardyfcheepen wierd.gefonden; de goederen, eens afgeladen in een vaartuig van de een of andere der partyen , zouden voor geen verder onderzoek bloot leggen , dit zoude voorafmoeten gefchieden, terwyl beide de contraclcerende Mogendheden de vryheid zouden behouden, om over en weder in alle de havenen confuls, agenten, en commisfarisfen, aan te Rellen, zo;dikwyls dit wierd goedgevonden. — Dit was nu dat gewigtig ftuk van de meergemelde brieven, alleen ingerigt om de beide landen in derzelver wederzyds geluk te naauwer te vereenigen, en waar van de gelukkige gevolgen van alle welmeenenden wierden gehoopt. Dit was het ontwerp waar over den Ridder Jorke zulke ongehoorde befchuldigingen uitbragt, en dat met zo veel drift van veelen wierd voorgedragen F 5 als 1780.  1780 OO VADERLANDSCHE als ingerigt om de banden van vriendfchap, ^sfchen deezen Staat en Groot-Brittannien plaats hebbende, te verbreeken; hoe zcckcr men echter van een ieder weldenkend mensch hoorde, dat dit gansch ontwerp niets dan de vriendfehaps gronden met Noord-Amerika behelsde, dat de belangens van Groot-Brittannie geen fchaduw nadeel uit dit voorwaardelyk opftel konden omringen, aangezien by de veikrcgene onafhanglykheid van het vercenigd Amerikaansch" Gemeenebest, dc onbetwisbaare vryheid voor deze volkeren gebooren wierd om zodanige Traftaaten ten effeeïe te brengen , als zy reeds by de eerfte geboorte van haare vcreeniging hadden in gefchrifte, of by affpraak , als noodzakelyk ontworpen, cnwaar in Engeland geen nadeel konde vinden. — Het Hof van Groot-Brittannie had niet re min zo veel invloed op de voornaamftcn van den Lande , dat Zyne Doorlugtige Hoogheid de berugte papieren van den Ridder aannam, en ter vergadering der Staten van Holland inbragt, met betuigmgen van nimmer iets te hebben gehoord van gehoudene raadsplegingen, veel min van gegcevcne authorifatie om een Trac-  HISTORIE-BESCIIRYVING* OJ? Tra&aat met de Noord- Amerikaanfche colonien aan te gaan. Men nam zo het fchccn niet in bedenking ,dat 'er een ontwerp van een verbond was gemaakt, het geene de grondflag van de nog te houdene raadplegingen zoude zyn, en waarop als dan authorifatie tot het iluyten van een Traétaat moest volgen ; men beklaagde zig reets over daden die nog niet waren gepleegd > men fprak van verbonden die nog geheel onbekend waaren, en beriep zig op verrigtingen die nog eerst wierden voorwaardelyk ontworpen , om ter eeniger tyd misfchien tot ftand te zullen kunnen worden gebragt; men beIdaagdezig over verongeJykingen, die, nog door het Publieke recht, nog door de byzondere wetten der Republiek, beweezen wierden , zo dat de Heeren Burgemeeiteren van Amïterdam, op aanfchryving van Hunne Edele Groot Mogende by refolutie van den 20 van Wynmaand , berigten , dat zy zeerwel wisten, dat in den Jaare 1778 wegens het Hof van Engeland met de Colonien in froord-Amerrika was gehandeld over het wegneenien der verfchillen ; dat die Colonien in verdrag waaren getreeden met Vrankryk ; dat, eindelyk , de Republiek, 1780.  1780. 92 VADERLANDSCHE bliek, door de nayver der Brittannifche en andere handeldryven.de volkeren, aan eene onophoudelyke vermindering van de waare bronnen van baar beftaan wierd blootgeftcld; en dat dus zo lang de Mogendheeden jn Europa in het algemeen niet opentlyk die vereenigde Staaten voor onafhanglyk hadden erkend,'er geene Staats deliberatien tot het maaken van een Tracbaat van commercie met die volkeren plaats konde hebben, het zy daar toe de voorftellingdoorde Stad Amfterdam, het zy door eenig ander Lid van de Regeering, gefchiede: nieuwe verbonden moesten, zoude daar iets aangedaan werden, onder de hand worden bereid en ontworpen, om dezelve in het vervolg na dat rigtfnoer behoorlyk ter Tafel van den Souverein te brengen; het verzuimen van die daar toe voorkomende gelegendheeden (begreepen gemelde Heeren) was niet anders te befchouwen dan een zeer kwalyk pligt betragten met opzigt tot het Vaderland, en ingevolge van dien hadden zy Heeren Burgemeestcren in ovcrweeging genomen, gebruik te moeten maken van zodanige voorltcllingen als tot hunne kennisfe waren gekomen, door een Nederlandfch koopman te Am- fter-  HIST01UE-BESCHRYVING. og fterdam woonagtig; ten einde ook van hunne kant zo veele vordering mogte worden gemaakt als, tot voordeel van den Lande, tot behoud der Commercie, en ter grondlegging van de daar toe dienftige Verbonden nuttigst konde zyn. Waar toe zy Burgemeesteren, van hunne zyde niets anders beloofden, dan dat zy by de Staats deliberatien over dit Commercie Tractaat alle hunne vermogens zouden aanwenden, om, nadat de onafhanglykheid van Noord - Amerika door Engeland zoude erkend zyn, als dan de vaart er handel tusfchen de wederzydfche Staaten: op den voordeeligften voet te doen ftellen van welke bedenkingen natuurlyk geen ander gevolg konde geboren worden, dan dat een ontwjrp van zodanig Tractaat bewerkftelligt wierd, tot hoedanige inrigtingen van een Lid der Hooge Regeeringe geene verdere authorifatie van nooden was, om dezelve ter deliberatie van den fouverein te brengen: die gevoelens hadden Burgemeesteren aangefpoord om hunnen oudften Penfionaris te gelasten, aan den Amerikaanfchen Commisfaris, waar mede den Amfterdamfchen koopman had gehandeld, te verklaaren, dat, by al dien in de aangevange. ne 1780, Eerfgt van Bur- getneesieren van dam.  211 ki VADERLANDSCHE !-.nc' ouderhandelingen tusfchen Groot Brit~ tannien cn de Noord- Amerikaanfchc Colonien gecne uitfluitende bedingen wierden bepaald, ten nadeelc van deze Republiek, als dan van hunne' zydc, ten tyde als dc onaf hanglykheid.wierd erkend, alles zoude gefchiéden wat ter bevordering van het ontwerp nuttig konde zyn, en ten dien einde als dan, wegens deeze Stad, ter Staats vergadering doen indienen. Dit nu was alles wat door Burgemeesteren in dcezen was verrigt, en niemant die geen benydend ooghad op de koophandel deezcr Landen, konde zulks kwaalyk neemen; zy hadden zig in geene verbintenisfen ingelaaten, maar alleen gedeclareerd wat ze zouden tragten ter goeder trouw te doen , ingevalle van eene formeelcbehandeling. - De Engelfche gezant drong niet te min met alle kragt 'er op aan, als of in deeze billyke verrigting . groote verongelykingen tegens het Hof van Engeland opgefloten waaren; hy beweerde dat de Regeering van Amfterdam door dit gedrag de wederfpannige Colonisten fteunden in hunne ongehoorzaamheid tegens den Koning,- dat zy hrydig de verbonden van vriendfehap tusfchen de Republiek en Enge-  HISTQ RIE - BE S CHR Y VIN G. 95 geland opgerigt handdelden, en eene ongeoorloofde geneigtheid toonden tót het handhaven der rebellie; dan zig daar mede nog niet vergenoegende, drong hy aan op zulke hatelyke vorderingen, dat 'er in de gemoederen van alle vreede bevende Nederlanders eenen aJgemeenen haat tegens hem ontftond, het gecne, met betrekking tot de goede eenigheid onder 'sLands Hooge Magten, van veele noodlottige gevolgen vergezeld wierd, en de verontwaardiging tegens den Ridder tot het uiterfte bragt. — Be zaakemdus ilaande , leverde Jorke op den io^en van Slagtmaand een Memorie aan Hunne Hoog Mogende in, waar by hy, in naame van den Koning zynen Meester, betuigde, dat hy de naauwe verbintenis door het onderling belang van beide de Natiën Reeds had befchouwd als dienende tot onderling geluk, waar tegen de natuurlyke vyand van den een cn van den ander geene Kunftgreepen der ftaatkunde fpaarde om dezelve omver te {booten, onderiteuud dooreen party, die alleen in de Republiek zogt te heerfen, en die altoos gereed was het algemecne belang aan de byzondere inzigten van hun op te offeren, 't was aan de kunftenaarijen \ van 1780.  i7§o. V [)é vADÈRLANDSCriE randeeze (zeidehy) datzynMajefteithad toeschreven , dat men zyn verzoek wegens ie hulpbenden had afgeflagen, én hier door tvenfchte de Koning j dat de gerechtigheid en het doorzigt van Hunne Hoog Mogende seter maatregelen, om hunne verbintenisfen gellant te doen,zoudeo aan de hand geeven,en een regel vast houden welke door de wysheid van hunne vaderen was geftigt en de eenigfte zekerheid van het behoud en den luyfter Van de Republiek uitleverden: zedert lang had Zyne Majesteit de ontallyke aankondigingen van zulke gevaarlyke oogmerken van eene toomloofe party gclïen, maar nu de papieren van de Heer Laurens ontdekt waren, zag hy die zamenfpanningen , waar van geen voorbeeld in de Jaarboeken van de Republiek gevonden wierden. Het gebleek dat reeds de heeren van Amtterdam lastbrieven, en volmagtcn hadden uitgegegeeven > om een verbond van onverbrekelyke vriendfehap met de weerlpannige onderdaanen van Groot-Britannicn aantegaan: dc aanleggers van die ongeoorloofde voornemens ontkenden het zelve niet, maar tragten zulks te regtvaardigen, weshalven zyne Majesteit eene uitdrukkelyke afkeuring  HISTORIE-BESCHRYVING. QJ ring van hunne Hoog Mogende vraagde, ei eene fpoedige voldoening eischte evenredk aan de belediging, mitsgaders dat de peniionaris van Berkelen zyilmedepligtigen openbaar zouden worden geflraft, als zynde verftoorders van de algemeene rust en verbrekers van de wet der volkeren. De Koning begreep, dat het antwoord der Pvcpubliék fpoedig en voldoende moeste zyri, doch zo dit niet aan zyne verwagting beantwoorde, of de regtmatigheid van zyn verzoek met itilzwygen wierd te leur geileld , dathyals dan de hoogc Magten van dit gemeenebest niet anders zoude kunnen aanzien, dan als goedkeurende dc aanflagen der Regeering van Amftcrdam,en zig gedwongen vinden, tot hetnecmcn vanmatregelen die de handhaving van zyne waardigheid en van' de wezentlyke belangen van zyn volk van hem vorderden. — Zulk eene voordragt opende andermaal het klaar inzien in de voornemens van Groot - Brittannie , om Holland te onder te brengen ; en het heimelyk genoegen van dat Hof in de vooruitfigten van den goeden uitflag van cenen oorlog waarin Engelands belang zo groö* teiyks 'veronderfteld wierd; de gantfche G in- 11780, D ingericicMemorie van denRidder Joil^e,  1780. 0$ VADERLANDSCHE inrigting dier memorie betuigde 's Koningsoogmerk om zyne befchuldigingen door eenen flag , door eenen onverhoedfchen vyandelyken aanval, te eindigen; bewust, dat de gronden van tegenfpraak zeer voldoende zouden zyn ter overtuiging, dat de voorgcbragtc redenen van befchuldiging onwaaragtig waaren, zo had men alle bedenkelyke uitvindingen gebruikt, om in dc kwade voorneemens wel te flaagen , en, onder nietige uitvlugten, 's Lands regtmaatige klagten te befpotten; hy trok zig de inwendige gefteltheid van de Republiek aan, hy noemde dc zodanigen die de vryheid lief hadden, en onder de overheerfchende voorfchriften van het Hof van Engeland niet wilden bukken , eene toomlooze party, hy fchilderde hun af als eene fattie makende , gezind om het algemeen belang aan haare byzonderc inzigten op te offeren; ieder weldenkend mensch ftond verbaasd , dat het Brittannisch Hof door deszelvs gemagtigde , die hier dagelyks de dringendfte klaagredenen hoorden over de fchandelykfte geweldaadigheden dier Natie aan Nederlandsen zeehandel gepleegd,  HISTORIE-B ÉS CHRYVING. 99 pleegd, de voornaamfle en aanzienlykfte leden in de Regeering van Holland affchilderde, als eene alles overheerfchende Cabale, een complot, zwanger van gcvaarlyhe voornemens; zulk een taal verbitterde de gemoederen der vredelievende ingezetenen van dit Gemeenebest, die nog niets anders hadden ge. daan dan de wreedfte fchendingen der Engelfchen geduldig te dragen: de ffcrafvordering over den Peniionaris van Berkel en zyne medepligtigen verwekte een ieders verontwaardiging,* men konde zig niet verbeelden dat de verwaandheid van Groot-Brittannie zo ver ging om de Leden van de Regeering in de Republiek rekenfehap van hunne daaden af te vragen ■ Het waren niet de regten van Engeland, maar de wetten van dit Gemeenebest, waarna men moest oordeelen, over het geoorloofde of ongeoorloofde dier verrrigting; Het ftond aan de Staaten van Holland, te beflisfen of de daad der Regeering van Amfterdam, of het ontwerpen van maatregelen tot welzyn van de Republiek , aanliep tegens de grondwetten dier Provincie, dan niet. Afgekeurd wordende in dezelve, dan was 'er geen misdaad G 2. te- 1780;  Ióo VADERLANDSCHE I780, Refbli tie der Staten van Ho land op od den 23fte V! Slazt maand. tegens de Republiek, veel min tegens Groot-Brittannie; het beoordeelen van deze tydige of ontydige verrigting der allezints lofwaardige daad betrof geeiae vreemde Mogenheid der waereld ; het was met de uitterfte omzigtigheid gefchied , het behelsde niets ter beleediging van eenige Magt in de waereld , het was met eerbied voor de rechten van dc Kroon van Engeland aangegaan , cn het bragt eene ingewikkelde erkentenis mede van de Groot. Brittannifche opperhcerfchappy over de Noord-Amerikaanfche Volkplantingen , dcwyl de voorwaardelyke bepaaling was, het erkennen der cnafhanglykheid van dezelve. Dat by omzetting van zig zeiven medebragt, dat, zo lang zy niet onafhanglyk waaren, en dus nooit zo zy het nimmer wierden, zodanig verbond zoude worden voorgefteld; dat het derhalven niet anders tekende, dan de onbepaalde zugt, om de voornaamfte Leeden der Regccriuge van eene aanzien' lykc Stad, waar onder een der gryfte Staats1.mannen, 80 Jaaren oud, die zyn Stad cn 't vaderland met de wclmeenendfte ie ver cn mhoogfte- nut zo eenen langen tyd getrouw -had gediend; dus was de dreigende taal van dien  HTSTORIE-BESCHRYVING. Jol dien Ridder, welke op de meerderheid der Staaten van Holland zo veel invloed had, dat zy befiooten, by een Refolutic te verklaaren,alle die verrigtingen ten eenemaal af te keeren , eene commisfie te benoemen om de zaaken verders te onderzoeken, en de middelen te beraamen, waar door diergelyke onderneemingen van een LidderHooge Regeering, buiten mcede weeten van dc overige mede Leden, voor het toekomftige zoude kunnen worden tegen gegaan; welk beflüit alzo door den Raadpenfionaris aan den Ridder Jorte zoude worden bekend gemaakt. • Veele begreepen , dat de vrees voor de Engelfche bedreigingen , by het formeeren van dit ontwerp, te veel invloed op de geest der Raatsmannen had verkree. gen, doch andere noemden het, een FolieHek gedrag tot voorkooming van den oorlog; De afgezonderden ter {taatsvergadering wegens Amfterdaw, ziende dat by zulk eene Refolutie de Regeering van die ftad een daadelyk onregt wierd aangedaan, wat men ook voor de oorzaak van zulk een gedrag voorwende, verzetteden zig tegens dat ontwerp, en betoogden dat de zaaken in een ganfeh verkeerd daglicht wierden beG 3 fchoud 1780.  17 8o. IOZ VADERLANDSCHE fchoud, confidereerende namenlyk het plan tot een Traftaat met voorkennis van gemelde Heeren Burgemeesteren gemaakt, als of het een plegtig verbond was, van wegens deze Heeren en de commisfaris van het Noord - Amerikaanfch Congres gcilooten , als of 'er gehandelt was over een Traftaat van koophandel, tusfchen de Republiek en de Noord-Amerikaanfche Staaten , waar van de onafhanglykeid nog niet was erkent, en het onderncemecmen van hoecianige onderhandeling nog by kunne Edele Groot Mogende nimmer was goedgekeurt, veel min daar toe eenige authorifatie verleend of qualificatie gegeeven. Weshalven zy deeze Itap befchouwden als of men dat oogmerk, in het voordragen van de zaaken, had, datBurgemeeften van Amfterdam, de onvoorzigtigheid zouden hebben gehad om in eigener name, of zonder, last en qualificatie, in name en van wegens de Republiek te handelen met het NoordAmerikaanfch congres, over een verbond van wederzydfche koophandel, en alzo, ten minften ingewikkeld, de fouverainiteit deiNoord Ameiïkaanen erkende; dit verkeerd begrip konde alleen de meerderheid der Staten  HISTORIE -BK SCHRYVING. 163 ten hebben aangefpoord tot zulk een belluit, daar integendeel wanneer het ontworpen plan wel wierd befchouwd, de zaak over het dadelyk aangaan van eene formeele negotiatie, door Burgemeeftcren wierd geweezen aan Hun Hoog Mogende zelve, om als dan by de hand genomen te worden wanneer het Hof van Engeland alvorens de onafhanglykheid van Noord-Amerika zoude hebben erkend. 'Er was tot nog toe niet anders gefproken dan van een bloot ontwerp van een Tractaat, het welke als dan in overweging zoude kunnen worden gebragt, De ganfche waereld was van deeze zigtbaa re waarheid overreed, en de zaaken in die toedragt ter deliberatie genomen zynde, konde daar uit niets overtuigender beflooten worden, dan, dat Burgemeefteren, ir dit geval, nog in name nog van wegens Hunne Hoog Mogende, nog van iemand an ders, gehandeld hadden; weshalven 'er geer de minfte reden tot afkeuring van dien wierc gevonden; tot nog toe was 'er niets ver rigt dat met de bloote goedkeuring van de Heeren Staaten het volle beflag konde kry gen, hoe zoude het derhalven door dc afkeuring kunnen worden verworpen? 'I G 4 was 1780 ►  1780. 104 VADERLANDSCHE was een ontwerp waar van de Souverein zig in het toekomftige zoude kunnen bedienen, wanneer zy dat goed vond, voor die tyd was het van geen kragt, en dus konde het geen onderwerp van zyn goedkeuring of van verwerping zyn; het was 'er wel verre van daan, zeiden de Heeren Gedeputeerden van deeze ffcad , dat Burgemeesteren, met de kennis neming van het vcrrigte tusfchen den koopman van Amftcrdam en den commisfaris van het Congres , de *bnaf hanglykheid van die ftaaten zoude hebben willen erkennen, in tegendeel zy hadden ukdrukkelyk verklaard, van dat plan geen gebruik te maken, voor dat de fouveraniteit van Noord-Amerika, door Engeland zelve zoude zyn erkend. — Het afkeuren der Heeren Staaten was voor de Regeering van AmRerdam te meer nadeclig om dat het diende tot een grondflag van het onmiddclyk daar by gevoegde, namentlyk dat alles voor Rekening van gemelde Heeren wierd overgelaaten, cn het verrigte geheel en al voor hunne verantwoording gefield. Waar uit men voorzeckcr in die bedenking wierd gebragt, om, ''wonneer door of van wegens het Hof van Engeland, onder voorwcnzel van deeze pre-  HISTORIE-BESCHRYVING' 105 pretenfe onderhandeling, tegen de ftad van Amftcrdam of de Lecden van dien, of derzelven Minister, of wel tegens fchepen en goederen van haare ingezetenen wilde pnderneemcn, als dan de Heeren Staaten zouden van mening zyn, de vcrfchuldigde befcherming te weigeren ; alzo hun Edele Groot Mogende, met deeze afkeuring, verklaarden geen genoegen te vinden in een byzonder ontwerp van een Tractaat, dat nog niet tot hunne deliberatie was gebragt; behalven dat daar uit ook konde worden afgeleid, dat de propofitie van middelen te berasmen, voor het toekomftige zoude belet, ten, dat een Lid der hooge Regeering, buiten kennnis van de verdere medeleeden, eenige diergelyke nuttige onderneemingen bewerkftelligde; immers de Heeren Staaten geliefden ziguittedrukkenmet bewoordingen die alleen toepasfclyk waaren op een Tractaat en niet op het formeeren van een Plan van een Commercie Tractaat; dit was uit de natuur der zaak klaar af te leiden, aangezien alle de leeden van de Staat niet zouden kunnen gezamentljk een ontwerp daar van maaken, maar wel over het gemaakte raadpleegen , of het namcntlyk al of niet tot ftandbehoorG 5 de 1780.  1780. lOÖ VADERLANDSCHE de te worden gcbragt; cn het kondé ook niet te pas komen, dat alle de Lceden van Staat, over zaken die nog geen onderwerp van derzelver raadpleging uitleverden, die nog maar in voorwaardelyke byzondere gefprekken beftonden, zouden worden erkend: het geene dus ook niet met gevoeglykheid in die uitdrukkingen der gemelde refolutie konde worden veronderftcld, zo dat hctvanzelvs fprak, dat deeze ganfche materie der verrigting vanBurgemcesteren, niets opleverde waar over dusdanige deliberatien en voorzieningen konden gefchieden. Weshalvcn commisfarisfen van den Agtbaaren Raad der gemelde ftad , goedvonden aan het welbehaagen van dezelve voor te flaan, dat de Heeren Gedeputeerden ter dagvaart, zouden bchooren te worden gelast, om van wegens Amftcrdam ter vergadering van Hunne Edele Groot Mogende te dcclarccren, dat zy zig zeer bewonder, den over het rapport, by meerderheid tot een befluit gcbragt, in de plaats dat die leeden van ftaat genoegen hadden beboeren te neemen met het berigt door de Heeren Burgemeesteren gegeeven, geIvk de Heercn Gedeputeerden der ftecden 1 DorcU  HISTORIE - BE S C H R Y V IN G. jó/ Dordrecht en Haarlem hadden geadvi. feerd. Dat ook de agtbaare Raad niet konde verwagten,dat de meerderheid der Heeren ftaaten by die gedagten zouden verblyven, wanneer zy alles in bedaarde o'verwceging namen, doch indien zulks echter mogt plaau vinden en onverhoopt gebeurde, zy Heeren als dan wel uitdrukkelyk protesteerden , en aan zig behielden zodanige kragtigc middelen in het werk te Rellen, waar door diergelyke onregelmatige bcfluiten zouden kunnen worden tegengegaan , en de eer zo wel als het wettig gezag van de ingezetenen dezer ftad na behooren gehandhaafd ; cn dewyl de voorziening , by die Refolutie Commisforiaal gefield, bedoelingen had, die geheel vreemd waaren van het onderwerp der tegenwoordige Staats deliberatie, deeze Rad zig ook niet zoude inlaaten in de raadplegingen over deeze gevallen, die tot de waare gefteltheid geene de minfte betrekking hadden. — Tot dusdanig een befluit bepaalden zig de Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen van Amftcrdam, terwyl Haarlem mede te kennen gaf in de ontworpene StaatsRefolutie niet verder te con- fen- 1780.  Io8 VADERLANDSCHE Ï780. ■ fenteeren , dan om met het afkeuren dor verrigtingen van meergemelde Burgemees. teren , een bewys te geeven , als dat de onderhandelingen daar by vermeld vvaren gehouden buiten kennis van Hun Edele Groot Mogende, en dat die ook by deezen de raadpleging over dezelve niet hadden aangenomen, om dus de zaak daar door voor dc hunne te doen kennen; dat zy Heeren Gedeputeerden van Haarlem, tot voorkoming van alle verfchillen tusfchen de Leeden, die uit de onderfcheidene gevoelens over dc verdere behandeling in dezen te wagten waren, daar omtrent den inhoud der gezegde Refolutic van de meerderheid der Staaten, in geenen deeie konden toeHemmen , maar aan zig behielden , dien aangaande zodanige aantcekeningen te doen als zy zonden te rade worden, ook begreepen dc Heercn Gedeputeerden van Amftcrdam, dat het bcfluyt om van die refolutie ter Generalitcits geheime befoignes opening te doen, cn boven dien den Heer Raadpcnfionaris te gelasten van het zelve aan den Ambasfadeur van Engeland bekend te maken, gantfeh te onregtc was geformeerd, waar tegen zy protesteerden by tyd en  HTSTORIE-EESCHRYVING. lop en wyle zodanig te zullen handelen als zy zouden verftaan te behooren. Ondertusfchen namen de gevveldadigheeden der Engelfchen hand over hand toe , en met deze ook de bekommering, want behalven de menigvuldige rykgelaadenc koopvaardyfcheepen, die wyd en zyd in alle zeën zeilden, waaren 'sLands oorlogfchepen meestendeels, zo naar den Mddeiandfche Zee, als naar de Wett-lndien verftrooid, terwylondertusfchen de gefchillen op het uitterfte waaren gekomen van ten hcviglten uit te barften: de Ridder >-£e, ziende dat zyn ontwerp tot binnenlandfche beroerte niet vorderde, dat onder de Nederlandfche natie een volkomene wenfchelyke eendragt. heerfchte, met betrekking tot het verontwaardigend gedrag van Engeland, en dat zyne fïoute ondernemingen, zelvs, zo als men zeide, door zeker iemand, in Matroozen gewaad vermond , te Amfterdam in een tappers-winkel te zenden, en aldaar een oproerig gefchrift te laaten voorleezen , die nogthans de gevoeliigftc. verontwaardiging tot loon •.ontving, vrugteloos waaren; ja dat de meefte kooplieden, die, door het opbren. gen hunner fcheepen onnoemelyke fchade had- 1780.  1780. IÏO VADERLANDSCIII] hadden geleeden, met een bedaard gemoed den oorlog tegens Engeland beredeneerden, en hunne genegenheid voor dezelve ten klaarflen deeden kennen: de hoonende tcal waarmede de Ridder zo in de flaatsbehandelingen, als in zyne Memorie aan Hunne Hoog Mogende, en in die byzondere gefchriftcn die men met veel grond geloofde door zyn bellier te worden uitgegeeven, zig verklaarde over de braaffle Regenten , maakte het hart van alle de vaderlanders afkeerig van Groot Brittannie; de gematigden zeiven, die de duurzaamheid der ver. bonden van vriendfehap met Engeland wenfehten, befchuldigden dat Ryk van de grootfte ondankbaarheid; men zag over al, en by alle gelegenheeden, de fpreekendfle bewyzen daar van in het licht gefield; men vond het geluk dat Engeland aan deeze Republiek, en byzonder aan Amflerdam, gehouden was te moeten erkennen , in alle tyden met mishandelingen beantwoord,- dat was de betaaling, voor de opoffering van zo veel bloed en fchatten, welke dit Gemeenebest had toegebragt om het Huis yan Hanover op den Throon van Engeland te handhaaven! De flap was beflooten, de oude  aiSTORIE-BESCHSYVlNO. ui oude cn naauwe verbintenisfen moesten m verbrooken 5 zy moesten van de kant var Groot Brittannie met voeten getreeden, oir dat aan haar alleen, het geluk, de wel vaart, en glorie, daar uit was geboorer geworden. Zeeland begreep, dat by Hunne Hoog Mogende behoorde te worden verklaard, hoe Hoogst dezelve geen rchtsgebicd hadden in de byzondere Provinciën, en dus niet anders konden doen, dan het onderzoek en dc voorziening ten opzigte van de perfoonen in de brief, wisfeling en onderhandeling betrokken, aan de Heeren Staaten, waar onder zy beboorden, over te laaten. Intusfchen was hetonmogelyk, dat alle de andere Provinciën zig zo fpoedig op dat ftuk konden verklaaren , of Jorke leverde een nog veel fcherper taal; Hy nam het gezach aan van te zeggen dat de koning zig zeiven rechtzoude verfchaffen op zyne gezogte befchuldigingen; als zynde de naaste weg, om tot het bedoelde einde, de voorgenoomene oorW verklaaring, te genaken. De eene nieuwe vinding deed de andere gebooren worden. Hv verklaarde het befluit van Hunne HooMagfBfai op den 29 van Slagtmaand genoo- men. * 1780. Advis van Zreland over de taal van Jorks.  112 VADERLANDSCHE I78o. men, het gevolg te zyn van een beraadflaging , welke het inwendige van derzelver regeering , en niet het beantwoorden van zyne Memorie, tot voorwerp had ; heteenigfte dat hy oordeelde daar op te kunnen aanmerken , was, zcidc hy, dat de grondbeginielen die daar by waren opgegeeven de billykheid van 'sKonings vraag ten klaarften beweezen, Hunne Hoog Mogende behoorden zig, by het raadpleegen over zyne Majesteits Memorie voor oogen te ftellen, dat het een zaak was van het uitterfte gewigt; dat het de klagte van een beleedigde fouverain behelsde, waar over eene voorbeeldige ftraffe en eene volkomene voldoening wierd gevraagd; ja eindelyk voegde hy 'er by, dat het eene overtreeding was tegens de Bataaffche ftaatsgefteltheid , waar voor de Koning borg ftond , dat het een goedkeuring was van het verbond met zyne weder■fpannige onderdaanen gemaakt, het geene hy nimmer had verwagt dat Hunne Hoog Mogende zouden hebben verleend en dat hy niet anders konde houden, dan voor een volftrekte oorlogs verklaaring van de zyde van deze Republiek; zyne Majefteit had wegens deze beleediging de ftraf en het her-  HTSTORIE-BESCHRYVING. 113 herftel in handen v.an de Heeren Staaten Generaalgefteld; do ch zo deze mogten wei-' geren daar aan recht te doen 4 of daar op ftilzweegcn, dan zoude de Koning de zaak op zig neemen. — De beleedige onfchuld wierd dus alle weg ter verdeediging afgefneden; zyne Majefteit waande daar toe bevoegd te zyn, 't zy als verongelykte Bondgenoot, her zy als handhaaver van de regeeringsvörm van deze Republiek; fchoon daar van geen fchaduw van bewys uit hét ftaatsregt dezer Landen, nog uit de byzondere tracfaaten tusfchen de Kroon van Engeland en deze Republiek , Was te vinden. Te recht mogt men zeggen dat Groot Brittannie zig ten duidelykften verklaarde als de natuurlyke vyand Van dit Gemeenebest, tragtende, in tyden van vreéde en Oorlog , haarè koophandel en fcheepvaart, met wier bloei of vernietiging Ne, derland moest ftaan , of vallen, te ondermynen. — Wat pooging^n 'sLands Hooge Magten aanwenden om die moeilykheden te doorworftelen , zy konden hunne vaderland bevende oogmerken niet bereiken; 't was niet mogelyk de gewenschte neutraliteit te behouden; eer dat drie dagen verlieH pen £780.  1780. 114 VADERLANDSCHE pen na de overgaaf >van des Ridders beledigende Memorie, verzogt hy al weder een gefprek met den voorzittenden Heer in de vergadering der Algemecne Staaten, en eifchte een daadelyk antwoord, met bedreiging van by verder uitftel een courier naar zyn Hof te zullen zenden; het hielp niet, of hem verzekerd wierd, dat de Regeerings gefteltheid alhier verhinderde zo fpoedig een antwoord te kunnen verleenen, cn dat zyne Memorie reeds naar de byzondere provinciën was verzonden; hy wist, dat de Republiek thans alle fpoed aanwende om het verbond der gewaapende onzydigheid te fluiten, als zynde voor haar nog het eenige vooruitzigt, het beste van dc twee dreigende kwaaden; en dit was zyn Hof een fterke prikkel, om geene wederleggingen, hoe voldoende die mogten zyn, af te wagten; Holland verhaaste zig niet te min, om, was het mogelyk, door een tusfchen koomend oordeel van het Hof van Juftitie, te beflisfen, of in de papieren, by den Heer Laurens bevonden, een lyfftraf lyke misdaad was geleegcn, en Burgemeesteren, die in het Jaar 1778 te Amfterdam hadden geregeerd, uit dien hoofde voor hun-  HISTORIE. BESCHRYVI KG. II hunnen gewoonen rechtbank behoorde aangefprooken te worden: beide de Memc rien van den Groot Brittannifchen Ambas fadeur, zo wel als het Project Tractaat, ei het berigt van de Regenten der ftad Am fterdam , benevens het ingediende protes van derzelver Heeren Gedeputeerden, al zynde de eenige Rukken welke ten dezer in aanmerking kwamen, wierden aan der Prefident en Raden van gemelden Hove gezonden, om daar op aan Hun Edele Groot Mogende te dienen van derzelver advies, hoe eerder hoe beeter, met ter zyde Relling van alle andere zaaken, en voortzetting der befoignes, niet tegenftaande de vacantie die ter dier tyd inviel ; van welke befluit de Heeren Gedeputeerden dezer Provincie ter vergadering van Hun Hoog Mogende opening gaven , die zulks ogenblikkelyk aan den Ridder Jorke ter hand Relden ; doch die het weigerde aan te neemen ; en dus bleef 'er geene andere weg open dan om het, door den Nederlandfchen Gezant te London, aan het Engelfche Hof te doen geworden, tot welk een einde het oogenblikkelyk met een pinkje wierd derwaards geH % bragt. i ' 't Hof tvan Tuftitie wordt 5 om advies ^ gevraagd,  Ifö VADERLANDSCHE bragt. Dc kooplieden, uit dit opzettelyk kwaadaar tig gedrag van het Groot. Brittanfche Miniftery ten klaarften bemerkende, dat hunne rykgelaadene fcheepen, die wyd en zyd op zee verfpreid waaren, niet in veiligheid konden komen, eer dat waarfchynlyk de oorlogs verkïaaring van het Engelfche Hof wiud aangekondigd, en,door deszelvs willekeurige behandeling , even onzeker opzigtelyk de anderzints plaatshebbende tydperken na de inrigting by de Traótaten, begreepen zig geene meerdere veiligheid te kunnen verkrygen , dan een groot gedeelte van dezelve in Engeland te verzekeren , cn alzo dc febade op die natie zelve te huis te brengen, indien zy als eerlyke handelaars aan hunne verbintenis voldeeden. Hoe zigtbaar nu de zaaken tot op het uitterfte waaren gebragt, wierden 'er echter nog gevonden , die zig vleiden dat het niet tot daadelykheid zoude komen; minder doorzigt hebbende in de bedoelingen van Groot Brittannie, verbeelden zy zig, dat het tegen de regelen van ftaatkunde aanliep, dat een volk, zulke magtige vyanden reeds op het lyf gehaald hebbende, nog anderen zoude zoeken: de fchaakel der betrek-  HI ST ORIE-BESCHRYVING. I17 trekkkingen van Koophandel tusfchen deze Republiek en Engeland, begreepen zy, konde geen inbreuk vcelen, aangezien het onmiddelyk gevolg van den oorlog moeste zyn, dat de Groot Brittannifche fabrieken zouden ftilftaan, en dat hunne goederen niet zouden kunnen worden verkogt aan vreemde volkeren, dewyl dit altoos was gefchied door tusfchenkomst van de Hollandfche kooplieden en hun crediet; De tyd leerde hun echter het tegen gefielde van deze gedagten; zy bevonden dat de betrekking van het tydelyk opfchortten der koophandel en zeevaart, niet altoos de raadflagen van vorsten en ilaatsdienaaren regelt, aange, zien 'er zig gewoonelyk veele bywegen op doen, waar door de byzondere belangens der fabrikeurs , commisfionarisfen , kooplieden, en rheeders van fcheepen,uitkomst zoeken , om hunne middelen van beftaan werkzaam te houden. — Ondertusfchen verhinderde dit het fluiten van het verbond van onzydigheid ; de Keizerin van Rufchland had wel het zelve laaten voorflaan, maar daar door was in geenen deele Nederlandfch vrye fcheepvaard geholpen, men draalde met deezen voorflag aan te nemen H 3 op 1789.  1780. Il8 VADERLANDSC HE op zulk eene verregaande manier, dat de ganfche waereld over die vertraging verwonderd ftond, en men met reden begon bedagt te worden dat veel ligt de Noordfche Mogendheeden de vrugten zouden plukken van dat grootmoedig ontwerp, terwyl de Republiek, volgens het oogmerk van Engeland, daar buiten geflooten bleef; dit laast genoemde Hof had genoeg te kennen gegeven, hoe zeer het hier over in tooren was ontftooken, waarom ook verfcheidene leden van ftaat zwarigheid maakten, om tot dien flap over te gaan, terwyl zy ook van een anderen kant de vrees der gevolgen van het tegengeftelde voeden, alzo dc weigering van de toetreeding tot dezelve, by Vrankryk , en by de Noordfche Mogendheeden, verdenking zoude kunnen blaren, als of dit Gemeenebest zig willekeurig aan Engeland wilde overgeven; het laaten betwisten der vryheid om in het verbond van gewapende onzydigheid met andere Mogendheeden toe te treeden, befchoude men even veel te zyn als Nederlandfch volk van Engeland afhanglyk te verklaaren : 'er waaren nog te minder reeden voor zulk eene toegevendheid, wanneer men uit de aanhoudende gewel-  HISTORIE-BE SCHRYVING. Hg' weldenaaryen van de deeze natie beoordeel, de, dat zy nog de wil nog het voorneemen hadden om de Republiek te gemoet te komen: het gebleek ten klaarften uit hun gedrag in de fFest - Indien, alwaar zy hunne ongeoorloofde mishandelingen den vryen teugel vierden, en de rechten der volkeren geweldiglyk fchonden. De Bevelhebber van St.Euftatius berichte Hunne Hoog Mogende, hoe datopdenc- Augustus op St. Mar. tin ter rheede waaren geankerd een Engelfch fchip van Linie benevens zes Fregatten , met het voornemen zo als zy aan den Commandant lieten aanzeggen, om alle de Noord-Amerikaanfche fchepen benevens hunne ladingen, van daar weg te nemen , volgens bevel van den Admiraal Rodney, weshalven zy verwagten, geen wederftand . te zullen vinden, aangezien zy geene vyandelykheeden aan de ingezetenen zouden pleegen, ten waare zy door fchiet geweer verhindering wilden toebrengen, in welk geval zy het fort en dorp zouden in asfchen leggen: tegens welke onvriendelyke behandeling de commandeur aldaar te vergeefs had getragt de Noord-Amerikaa. nen te befchermen, dewyl zy met een geH 4 noeg- 1780,  320 VADERLANDSCHE .noegzaame overmagt gereed Ronden hunne 'bedreigingen uittevoeren, ja zelfs geen tyd verleenden om den Raad te vergaaderen; de tabak reeds aldaar in de pakhuizen gelost, wierd in beflag genomen, fchoon by quitantie gebleekdat.de ingezetenen dezelve hadden gekogt en betaald ; tegens welke yyandige onderneming de commandeerende officier en Raaden te St. Martin, in name van Hunne Hoog Mogende hadden geprotefteerd, en van alle welke bedryvcn de bewyzen door Bewindhebberen van de W estIndifche Maatfchappy ter tafel van de Heeren Staten Generaal wierden ingediend, en aldaar by de Heeren Gedeputeerden van de byzondere Provintien overgenomen. Holland toefde niet lang om daar over te dienen van berigt, gelyk ook Friet,land , oordeelende dat dien te nevens de # nodige klagten ten fpoedigften aan het Hof van Engeland behoorden te gefchieden; dan de Staten van Zeeland hielden meer aan op hunne vorige drangredenen, om een aantal fcheepen in gereedheid te brengen, ten einde zo. dra mogelyk de volkplantingen van den Raat voor alle aanvallen te beveiligen, en de koophandel en zecvaard te befchcrr L ■ ' men,  HISTORIE-BESCHRYVING. 121 men, ingevolge van welke onderfcheidene; gedagten eindelyk by Hunne Edele Groot Mogende wierd bepaald, om door den grave van Weideren Nederlandse!] gezant in London ,aan het Hof van Groot Brittannien met alle mogelyke kragt te betoogen, hoe zeer de hooge Magten van de Republiek beledigd waaren, door het opzettelyk fchenden van het Territoir der Raat op het eiland Sr. Martin ; dat nimmer eenige Mogendheid in twyffel had getrokken, of de baayen en rheën behoorden zo wel tot de byzonderc eigendommen der Mogendheeden, als de daar aan grenzende landen zelve, en dat alle de geene die zig daar bevonden het recht van den oorlog en vyandelyke vervolgingen waaren ontkomen; zonder dat een vreemde Mogendheid zig eenig recht konde geven om fcheepen die daar lagen weg te nemen ; een daad die echter , op bevel van zyne Majefteits Admiraal, door een expres afgezonden Vloot was gefchied, onder by voeging van de hoonendfte uitdrukkingen, en met genoegzaame magt om dezelve uittevoeren; eene veragting van de onafhanglyke fouverainiteit van deezen ftaat; verzoekende diensH 5 vol- 78o._ .1  122 VADERLANDSCHE volgens dat zyne Majefteit eene voldoende fatisfaftie zoude geven, waar uit duidelyk konde blyken van de meening van zyne Majefteit, omtrent de behandeling van de Mogendheeden in den tegenwoordigen oorlog niet begrepen , derzelver grondgebied in het algemeen, en van de Republiek in het byzonder: immers zyne Majefteit behoorde te geloven, dat als een vrye Mogendheid zig moest bloot gefteld zien aan foortgelyke aanvallen, alle zekerheid en veiligheid, zo binnen als buiten de Republiek, dan zoude afhangen van de magt alleen; en voorwaar die mishandelingen kwamen nog minder te pas opzigtelyk.Nederland, dat, geduurende een eeuw, met Groot Brittannie in vrcede en vriendfehap verbonden was, en niet geweigerd had, om, zo dik wils het dc koning had gelieven te verzoeken, aan de koophandel van haare eigen onderdaanen , met opzigt tot de Noord- Amerikaanen bepaalingen te maaken, die haar de dankzegging van het Britfche Hof hadden verworven. Geweld fcheen wel moest nu het het loon zyn voor menigvuldige weldaaden, althans de Engelfchen hadden tot nog toe geene van hunne gepleegde verongely- kin-  HISTORIE-BESCHRYVING. 12 Jcingen en fmaadheeden vergoed, maar intc gendeel de klagten der Heeren Staaten mc befpottende kleinagting beantwoord : hc voorengerhelde befluit, dus door Hunn Hoog Mogende gearrefteerd, had eve weinig uitwerking , en deeze dadelykhee den, in de West-Indiën gepleegd, werkte: te meer tegens het toetreeden tot de neii traliteit, aangezien men dan niet anders t wagten had, of dc Britfche overmagt zoud terftond onze volkplantingen aantasten Hier uit wierd gebooren eene nieuwe ge •dagte, van namentlyk het aanbod van Haan Rusch Keizerlyke Majefteit niet aan te ne men, dan onmiddelyk met die voorwaarde dat alle de onzydige Mogendheeden de be zittingen van deezen ftaat, zo buiten ah binnen Europa , verzekerden , welke in val wel byzonder de Provincie van Holland aankleefde: de moeijelykheid van onze be zittingen in de West-Indiën aan het goeddunken der Engelfchen over te geven dreig, de aan de eene kant een onherftelbaar bederf; de hoop vandoor de verbintenis tot de neutraliteit daar van bevryd te zullen blyven, was aan de andere kant eene onbedagtzame verbeelding, dewyl de daaglykfe be- vin- t t e i Bekommeringover de toetreeding tot de Neutraliteit.  i;8q. 124 vaderlandsche vinding reeds bevestigde, dat de Engelfchen niet fchroomden zig meer vyanden op den bals te haaien, zy zaagen te wel waar op het gemunt was, en het was niet anders te gelooven, of zy zouden zeker!yk alles in het werk Hellen om een ontwerp, tot hunner vernedering gemaakt, op alle wyzen te verhinderen; de gewapende Neutraliteit konde van weinig belang zyn, indien deeze Republiek daar niet in deelde, want geen volk konde magtig ter zee worden, dan het geene eene uitgeftrekte zeevaart had ; 'er wierden dus alle pogingen, ter verhinde-, ring van dit verbond, van de kant van Groot Brittannien in het werk gefield, waar door dat nieuw ontwerp , by de eerfte geboorte met zo veel blydfchap ontfangen, met de grootfte tegenftreving moest worfte, len; de uitvlugt om zig hier in te redden , door de befcherming der binnen, en buitcnlandfche bezittingen van de Republiek, van.de bondgenooten te vraagen, wierd niet ' gefmaakt, de Graaven van Panin, en Osterman, zeiden wel aan de Hollandfchc gezanten , dat die guarantie in de overeenkomst met Denemarken klaar was bevat, maar zy weigerden, om het zelve, wegens dit Ge- mee-  HISTÖRIE-BESCHRYVING. 12$ meenebest, by een geheim artikel breeder uit te breiden, voorgevende, dat 'er geene verandering in konde gemaakt wórden, om recden dat het reeds met de andere Mogendheeden was geflooten , en men verzekerd moeste zyn van de oprechtheid der keizerin; dat het ook van zelvs fprak, dat waar de aanranding gefchiede, de onderlinge ♦verdediging plaats had; Op Welke veronderftclling alle andere Magten daar in waaren toegetreeden : weshalven de Hollandfche Gezanten geen andere uitkomst vonden dan copie van de conventie te vragen en dezelve , onder geheim houding, aan Hunne Hoog Mogende over te zenden, zo als het ook in de Maand September by Hoogst dezelve wierd ontfangen, met byvoeging, dat zo Hunne Hoog Mogende daar in geliefden te deelen , als dan de declaratie daar toe moest voorafgaan, van welken dag af aan zy ook oogenblikkelyk de voorrechten van dien zouden genieten. De Engelfche gezant Harris, die ter dier tyd te Petersburg was, zeer wel onderrigt van de inflruclie der Nederlandfche gezanten , deed" alle mogelyke poging om de Republiek in een ongunftig daglicht by Haare Keizerlyke Ma- Ma- 1780.  1780 RefolutK van Holland op het voor. flel der gewaapendeNeutraliteit. Ï2,6 VADERLANDSCHE . jefteit voortedragen , met by voeging, dat Groot Brittannie de Rusfiiche fcheepen in abc vriendfchap zoude behandelen, zo zy Nederland van het verbond wilde uitfluiten. In tusfchen had de koning van Pruisfchen te kertnen gegeven, dat hy ook deelgenoot van het zelve wenschte te zyn. Zó ras deeze berigten ter tafel van de Heeren Staaten Generaal waaren gebragt, raad» pleegden de byzondere provintien zeer ernflig over dit onderwerp. Holland was het daar over nog niet eens, de flaaten van deeze Provincie waaren van oordeel, dat men tot de twee overëenkomften, beide van een en denzelfden inhoud, te Coppenhagen en te Petersburg , tusfchen Ruschland , Denemarken en Zweeden geflooten, moest toetreeden, met vermelding, dat de grondregelen op welke Hunne Hoog Mogende de verklaring vestigden, volmaakt overëenRemden met de grondflagen , van de drie gemelde Hoven gelegd, en dat zy, ten opzigte van het contrabande, zig zouden houden aan de verbonden tusfchen Hunne Hoog Mogende en de oorlogende Mogendheeden Rand grypende, aangezien dezelve ten vollen op het regt der natuur en der vol-  HISÏÖIIIE-BESCHÏIYVING. 127 volkeren berusten. De Ridderfchap was i evenwel van het tegengeftelde gevoelen," opzigtelyk de voorafgaande verklaaring alvorens toegelaten te zyn tot het teekenen, waar uit, zo al niet eenen openbaaren oorlog, ten minften veele onaangenaamheeden tusfchen deeze Republiek en Engeland zouden gebooren kunnen worden: eiridelyk befloot de Ridderfchap, dat men van Haare Rusch Keizerlyke Majefteit die belofte behoorde te vorderen , dat zy , wanneer de Republiek,uit haat van deze verbintenis,in derzelver bezittingen wierd aangevallen, 'dat geval dan zoude worden aangemerkt, als eene belediging, waar in men de Republiek de nodige hulp moest geven, om herfteliing van dien hoon, en weder verkryging van het geene haar mogt ontnomen zvn, te genie ten: terwyl de Ridderfchap voor het overige zig haaren Rem voor behield, wanneer de provintie van Holland eenvoudig tot het toetreeden tot de gewapende Neutraliteit befloot. Friesland bepaalde zig, om, zonder eenige hoe genaamde uitzondering, de voorflagen aait te neemeh, en ten fpoedigften in de conventie toe te treeden. Overyfd beschouwde het ook als een aangenaam oogen- blik, 780.  ] i;8o.t r i 1 i < ■ Befluit van Gel ■ derland ópzi°telyk de gewapendeonzydigheid. 28 VADERLANDSCHE lik, tot welkers Heilige aanneming zy zig westen bepaalen, zonder, door verdere roordragingen by Haare Rufch Kcizerlyke vlajefteit, dit nuttig werk te vertraagen. Gelderland had zig by het eerst ontwerp van lit verbond even gunftig over het zelve verklaard, maar ziende dat het Engelfche Hof daar zo geweldig tegens werkte, was het gevoelen der Staten van die Provintie ganfeh veranderd; zy wilden nu, ec ven als de Ridderfchap van Holland,de buiteniandfche bezittingen door de gewaapende neutraliteit verzekerd hebben, en meenden dat het met de regels van de gezonde Haatkunde niet was over een te brengen, om, zonder eenige fchriftelyke verzekering daar van, zig op die belofte te verlaten , weshalven zy verftonden dat daar toe nadere onderzoekingen dienden in het werk gefield: Jonkheer van der Capellen tot de Marsch konde zig met dat gevoelen der Gelderfche Haten niet vereenigen, weshalven hy, die zyne ievervoor den Lande, by deeze donkere omftandigheeden, zo duidelyk had getoond, een zeer uitvoerig protest deed, waar by betuigde, niet te kunnen begrypen welke redenen Hunne Edel Mogende tot dit tegens- woor-  HisTOJii*-BEscHi*y vinö. 129 woordig gedrag aanfpoorden, daar hy deeze onverwagte aanbieding zo heilzaam, en als het eenigfte middel om onzen Staat,enbyna vervallen zeevaard en handel, voor verderen ondergang te behoeden, de"Natie , be* greep hy, zoude nimmer genoegen némen in de nietige voorwehdzelen;zulkeéhbefluit als de Heeren Staten voor hadden kondè niet anders dan zeer onaangenaam1 zyn voor het RushTcbe Hof, cn hy meende te voorzien, dat, 7.0 dit bcfluit by de bondgenoóteri mogt doorgaan , als dan deeze Republiek de gronden van haar welvaard zoude verbiezen; hy agte deeze Rap Voer een landprovincie te onbedagtzaamer, aangezien dezelve voorzeker reg't ftreeks zoude aanloopen tegens de gedagten van de meerderheid van het bondgenootschap der Republiek, die zig by de gevoelens van Holland zoude voegen: Gelderland had uit bet toetreeden • tot dit verbond geen oorlog van dc Iandzyde te vreezen, en waarom dog zoude zy in deze zo nodige maatregelen weigeren deel te neerhen; het was hem onbegrypeb/k, dat men, uit tocgevenbeid voor Engeland, daar by een ogenblik itilRond; I toe-' 178a  I 17^0.tl r 1 < '1 r30 V A D E RL ANDSCHE % :oegevendheeden, voor deezen Staat zo ruïneus, en zo beledigend, dat zydaar door zo laag was gezonken. — Zeekind ging nog een trap verder, de Staten van deeze provintie, lleeds in die gevoelens verkeerende, dat men met Groot Brittanie in een vergelyk moest treeden, hadden niet alleen de gedagten, dat Nederland, door in het verbond der ncutraliteidte treeden, onmiddelyk in oorlog zoude geraken,dat haare bezittingen in de Dost- en West - Indien zouden worden weg genomen, maar ook geloofden zy , dat 'er niet veel nut van dat vei bond der gewapende onzydigheid was te verwagten, aangezien de fchcepvaard van dit Gemeenebest, daar door niet wierd verzekerd van den regel enbetrechtvan vry fclip vry goed,nog van het doorzoeken van de Hollandje^ fcheepen, twee zaaken waar over wy met Groot Brittannien het meeste verfchil hadden; want dat Ryk had reeds verloopig de verbonden buiten kragt gefield, waar van geen herftel was te voorzien door de voorgeflagene conventie met de drie Noordfche Mogendheeden, behalven dat eene bloote toetreeding tot dezelve, geene bepaling maakte van de oogmerken-  HISTORIE-BESCHRYVING. 13I - ken of verwagting die men daar ui) konde hebben. Hun Edel Mogende bleeven derhaiven by het gevoelen, dat, hangende de deliberatien over deeze conventie met de Noordfche Mogendheeden , teffens met het Hof van London diende te worden gehandeld, hoedanig in de tegenwoordige omftandigheeden de koophandel, op plegtige traétaten gevestigd, zoude behooren te gefchieden, zó met opzigt tot de contrabande, als wegens het doorzoeken der fcheepen, in navolging van het gehouden gedrag door Denemarken; intusfchen het vcrleenen van de verklaring op ditftukj door Hunne Hoog Mogende aan de oorlogende magten , uitftellende. Stad en Lande was integendeel ten vóllen overreed, dat de bewoordingen in het tractaat over de gewapende neutraliteit, tusfchen haar Rusch Keizerlyke Majefteit, en de Hoven van Denemarken en Zweeden opgerigt, klaar, algemeen, en onbepaald waaren, en \ even .weinig als het onderwerp van het zelve, alleen tot Europa konde worden bepaald, welk gevoelen zy met te meerdere verzekering omhelsden , om dat de Heer Graaf van Panin zulks had bevestigd, en if I £ Hes-' Eefluit van Zee. land op de bedenkingenover dc gewapende Neutraliteit*  1780, 13^ VADERLANDSCHE Heeren Staten van deeze provintie geen ander denkbeeld konden vormen van de edelmoedige en vredelievende manier van denken van Haare Rusfifche Majefteit, die alleen uit zodanige grondbeginfelen dit tractaat had ontworpen. Zy Heeren Staten voorzagen wel, dat Engeland, uit hoofde van deeze voor haar gehaate onderneming, veelligt, onder het voorwenden van andere redenen, Nederland den oorlog zoude aandoen, om de ingezetenen daar door te berooven van de hulp der Noordfche bondgenoten, doch zy waaren verzekerd, op geenerleye wyze daar toe reden te hebben gegeven, en dat zy dus, even weinig als iemand anders, konden beletten in dat opzettelyk voornemen van Engeland te moeten berusten, weshalven zy hunne Gedeputeerden ter vergadering van haar Hoog Mogende gelasten, om deeze bedenkingen aan de verdere bondgenoten, by eene fecreete befolgne, bekent te maken, en met dezelve raad te pleegcn, of niet de Ministers te Petersburg behoorden te worden gelast, om, na de toetreding tot bet traélaat, alle mogelyke middelen aan te wenden, ten einde de noodige verzekering van de by- zon-  HISTORIE-EESCHRYVING 133 tïondere deelgenoten in dit verbond te er langen, indien zy begrepen dat zulks konde" gefchieden zonder haare Rusfifche Majefteit te mishagen. - pe Staten van Utrecht. m alle hunne raadsplegingen ten klaarften ontdekkende, hoe zeer zy wenschten, dat de banden van vriendfchap tusfchen het Ryk van Engeland en deeze Republiek wierden bewaard, en de Reeds toenemende verwyderingen verhinderd , waaren mede zeer bekommerïyk over het befluiten tot de conventie met de Noordfche Mogendhee den, en betuigden aan dat voorftel niet te kunnen gedenken, dan met fchroom, van welke zyde zy de zaak befchouden : het voorftel xvas van de kant van haare Rusch Keizerlyke Majefteit zeer edelmoedig gedaan, en zoude zekcrlyk voor haare onder, daanen een gewenst gevolg hebben, doch dewy^Hunnc Hoog Mogende zig geen an der oogmerk voorfteldcn, dan om de neu* traliteit tusfchen de oorlogende Mogendheeden getrouw te be waaren , de beveiliging van de zeevaard en koophandel hunner onderdaanen te behartigen, en eene fpcedige herftelling der vreede in Europa te bewerken , zo oordeelden zy, ook deeze oog* 3 mer- r78o. BedenkingeniranUtregt over de gewapende Neutraliteit.  134 VADERLANDSCHE I780 .merken in het voortzetten der onderhandelingen beftendig in agt te moeten nemen: Hun Edel Mogende hadden de ganfche zaak uit dit gezigtpunt getragt te befchouwen, en de voorgeflagene conventie ook daar aan getoest, 't was wel zo, dagt hun, dat zy, daar uit mogten afleiden , dat ook de Noordfche Mogendheeden de ernftige meening hadden, zig , op vaste cn billyke gronden, te verzeekeren van dc voorregtcn der onzydigheid tusfchen de oorlogende Mogendheeden, cn om de vreede ten fpoedigften te herftellen; dan , dewyl 'er ten aanzien van deze Republiek byzondere omttandigheeden plaats hadden, die met betrekking tot de andere Mogendheeden zo zeer niet in bedenking kwamen, zo wierd gevolgelyk ook een meerdere omzigtigheid vercifcht., de buitenlandfche bezittingen, legging deezer Republiek, en de gefteltheid van de colomen, waaren, met meerandere omftandighceden, hoogst billyke redenen;het fcheenHunEdel Mogende wel toe,dat het oogmerk der conventie in zig bevatte eene guarantie voorde Republiek, doch zy konden zulks met geeiae genoegzaame klaare worden daar in vinden  HISTORIE-BESCHRY VING. 135 den, 1 e meer om dat in het flot van het 8 artikel van het zelve opgettooten lag, als of de onderlinge defencie zig zoude bepaalen tot het bezorgen van eenefatisfaftie, ingevalle de vlag wierd hoon aangedaan en de onderdaanen fchaade toegebragt, welke twee byzondere bepaalingen al dus de overige algeraeene fcheen uit te fluiten, hier van diende men derhalven,met alle befcheidenheld, nadere oplosfingen te vragen. — De zaak , dus by de refpeóMve bondgenoten zeer onderfcheiden befchoud wordende, zo hing de beflisfing van dien van de meerderheid der Remmen af, ondcrtusfchcn bragten de Heeren Gedeputeerden der Rad Amfterdam in de vergadering der Heeren Staten van die Provintic een befluit van de vroedfchap dier Had binnen, waar by zy de bedenkingen, reeds bevorens ter dagvaard met alle nadruk aangedrongen, herhaalden, vreezende, dat door het advis redenen zouden kunnen worden gegeeven, dat alle waarfchynelyke hulp, in doezen dringenden nood, voor de commercie zoude worden afgefneden , weshalven de Ag,fcaare Raad, zig by de nakomelingfchap van alle bedenkingen willende zuiveren, in gevalle I 4, door 1780.  jt78o. I3Ö VADERLANDSCII1E door eene verkeerde directie geen behoorlyke voorziening wierde in agt genomen, daarom van gevoelen was, niets onbeproefd te laaun om de medeleeden van Raat van hunne misvatting af te maanen , cn zulks vrugteló'o.s zynde, hunne aantcekening in 5s Lands registers ter neder tg Rellen , zo als zy dan ook deeden. declareerende, dat, van wegens Hun Hoog Mogende, zonder tyd verzuim behoorde aan den Reik:ent Swart te worden aangefchrecven, om, hoe eerder hoe beter, met commisfarisfen van haare Rusfifche Majesteit en verdere neutraal e Mogendheeden te handelen over het fluiten van'de onderlinge conventie, op den voet vari haare Majefteids verklaaring aan de oorlogende Magten, én hunne Hoog Mogende reïolutie van den 24^11 April, met by voeging, dat hy by die vcrrigtingen in agt zoude nemen, dc eenvoudigheid door het Rusfifche Hof zelve daar by gehouden , op dat door dit middel gereedelyk mogte worden gezorgd voor de onderlinge befcheiming van elkanders koopyaardyfeheepen, tellens te kennen gevende dat Hunne Hoog Mogende nadere orders gouden verlcenen, ora de vereiste fchikkins gen  HfSTORIE-BESCHRYVING. 137 gen met de Neutrale Mogendheeden wegens de byzondere belangens nader te bepaa-' len: waar by welgemelde Heeren , tot ftaving van hun gevoelen, voegden, dat zo dit voorftel wiêrd verworpen, cn de zaak zodanig behandeld, als in het ontwerp by de Hollandfche befoigne op dit 'ftuk was voorgedragen, als dan voorzeker het Rusfifeh esquader in de nabuurige zeeën zoude verfchynen, zonder dat de fchecpvaart van deeze Republiek daar uit eenige befcherming zoude erlangen, terwyl aan de andere kant hunne Hoog Mogende geene befcherming aan dezelve zoude kunnen verïeenen, alzo de koophandel reeds zo langen tyd met dubbelde lasten was bezwaard, en de collegien ter Admiraliteit echter betuigden buiten ftaat te zyn om convooijen in zee te brengen, althans niet voldoende om diergeïyke beledigingen af te koeren, als waar aan de vloot onder den Schout by Nagt van Byland was onderworpen geweest: zy be weerden vervolgens dat uit deeze ontbloots ftait van zelfs verdediging, aan de eene zyde, en van de aanhoudende beledigingen? a-m de andere zyde, natuurlyk niet anders dan een ftilftand van's Lands commercie moest ^ 5 voort- 780.  i7?o Advis vai de Raad van zJ.m fercid'n geïnfcreerd in de Regis ters van Staat. 135 VADERLANDSCHE , voortvloeijen, endaar van het verloop na 1 elders gebooren worden, waar door de middelen tot befcherming van zelfs vervielen, en alles tot een volksruïn moest medewerken, zo dat in deeze hooggaande noodzaklykheid, het aanbod van hulp, op eene zo gemakkelyke en weinig bezwarende wyze, behoorde te worden aangenomen, en dc daar tegens ingebragte bedenkingen van de hand gewezen, als zynde gegrond op veronderstellingen die veel te verre gezogt wierden. — Dan, wy hebben reeds gemeld, dat de Heeren Staten van Holland met eenige der overige provintien de zaaken ter vergadering van hunne Hoog Mogende zo ver bragten, dat de twee Heeren Gezanten naar Peieréurg vertrokken, om aldaar het plan van vrye zeevaart tot ftand te brengen, waar toe zy op den 5 September by de Keizerin gehoor hadden en hunne geloofsbrieven overhandigden : inmiddels deeden de Hoven van Denemarken en Zweeden aan de oorlogende vorften hunne toetreding tot de gewapende onzydigheid bekend maken, en men vleide zig ook, dat de koningin van "Portugal tegens de willekeurige handeling der Engelfche kapers, omtrent fchccrcu vau  HISTORIE-BESCHRYVING. I35 van onzydige. Mogendheeden gefchikte maatregelen wilde nemen, cn veelligt tot de gewapende neutraliteit mede toctrecden, althans Haare Majefteit gaf bevel, om veertien oorlog fcheepen gereed te maken: de Heer Smis/aart, gezant van deezen Staat aan het Portugeefche Hof, deed by den Staat-Secretaris een fchriftelyk verzoek, dat haare getrouwe Majefteit onder 't oog geliefde te nemen, met hoe veel geweld de Engelfche oorlog fcheepen cn kapers de Hollandfche koopvaardy fcheepen in de havens van haar Ryk opbragten , tegens de rechten der volkeren, alleen om aan hunne onwettige begeertcns te voldoen, eene mishandeling., waar omtrent de ongelukkige Hollandfche kooplieden zig van alle hulp beroofd vonden , en overgelaten aan die geenen , van wien zy opgebragt wierden, weshalven hy dus de biilykheid van Haare Majefteit te hulp riep en zig verzekerde van de vriendfehap en wederzydfche goede verftand houding, ftaat makende op de uitvoering van eene aldernaauwkeurigfte onzydigheid,en eene behandeling van regtmatige onpartydigheid, ten minsten in zo verre, dat dit Hof wel goed zoude vinden aan de be- wind- 1780.  Ï78c r Nedei Jana's Üagten by bet Hof van 14© VADERLANDSCHE _ windhebbers der Engelfche oorlog fcheepen 'en kapers, op haar grond gebied woonende , te beveelen, alle zekerheid te fteilen voor de ladingen, kosten, fchaaden, en verlies van de opgebragte fchepen , van welke veelen met geweld zyn ontladen , en .de goederen zonder vonnis, of eenig recht verkogt ; weshalven hy Staats Secretaris wierd verzogt, zyne goede diensten te wil. len aanwenden, ten einde zulke buitenfporighecden mogten worden verhoed, cn de geenen die 'er de ongunftigfte ondervinding van hadden, weder herflcld. Deeze pogingen van den Hollandfchen gezant hadden eenige uitwerking ten goeden , drie Engelfche kapers, die Hollandfche fchepen hadden genomen wierden gelast binnen vielen twintig uuren te vertrekken, de verkoopjng van een en ander fchip wierden opgefchort, en de verkogte ladingen van anderen in bewaring gehouden: ook had de Portu. gcefchc gezant te London nadrukkelykc klagten gedaan, over de flegte handelwvze der°Engclfchcn tegens de onzydige fcheepen in de havens van Portugaal ingebragt. Dan deeze gunftige flikkering had gering gevolg, hei zy dat het noodzakelyk verban!  rJISTORlE-BESCHRYVING.' 141 band van de koophandel van dit ryk met: Groot Brittannien, het zy dat de invloed van het laast genoemde Hof op de PortugeefcheMinisters,te kragtigwar, de zaaken naamen wel fpoedig haaren vorigen gang, de verhinderde verkoop der goederen wierd opgeheeven, en fchoon de Heer gezant van Nederland op zyn billyk verzoek aandrong, het was te vergeefs eenen gunftigen uitflag te verwagten. De befcherming der fchcepvaard tegens alle die verregaande mishandelingen, eifchte te nadrukkelyker alle voorkomende hülp te aanvaarden, en zig ten nutte te maken die gronden, waar mede de regten en voorregten eener neutrale vlag behoorden zeker te zyn, en zig fchadeloos te kunnen ftellen van de beledigingen door de krygvoerende magten: Nederland mogt zig derhal ven gelukkig agten, de gelegentheid te hebben met de magtige beheerfchter van Rusland in een ontwerp te deelen, dat daar toe zo heilzaam was, en langs dien weg de banden van vriendfchap te naauwer te kunnen fluiten, waar van haare Keizerlyke Majefteit en den groot Hertog en groot Hertogin, aan de Hollandfche gezanten de openhartigfte weJmeenend- heid 780.'  142 VADERLANDSCHE '.heid betuigden. De gehoudene ftaaté " deliberatien der byzondere provintien, over haare Majefteits ontworpene maatregelen ter verdediging van de gewapende Neutraliteit, deeden echter wel voor zien, dat die zaak zo gereed niet zoude kunnen tot ftant komen 5 de ingebragte voorflagen die door de meerderheid der leeden in de provintie van Holland waren voorgcdragen,hadden veroorzaakt, dat aan de Heeren gezanten nieuwe last brieven moesten worden gezonden , waar toe, door de ver afwezigheid , en de gewoone larigwylligheid in de ftaats deliberatien by deeze Republiek, te veel tyd verliep; zo dat Engeland intusfehen de ongehoordste geweldadighceden verdubbelde, cn 'sLands hooge magten noodzaakte met meer ernst over de toetreeding tot dat verbond te raadpleegen; daarom wierd 'er byzonder wegens de provincie van Holland op aangedrongen, ën teffens voorgehouden,hoe zeer men verpiigt was bedagt te zyn tot het neemen van maatregels, om den wrok en het eu. velmoed van Engeland af te keeren: dit had dan ook die uitwerking,- dat alle afwezig zynde officieren en foldaten wierden op ont-  HIST0RIE-BE5CHR.YVING. 143 ontboden, dat de krygs bezettingen der zee-1 plaatzen wierden verfterkt, waartoe detroe. " pes uit verfcheidene landfteeden naar Noordholland, den Briele, en Hellevoet-fluis wierden afgezonden: 's Lands zeemagt belfond thans in negen en %estig zo groote als kleine fcheepen, dan hier van konden met geene mogelykheid meer' dan negen en dertig dadelyk in dienst gefield worden, fchoon' dat den derden Man door de koopvaardyfeheepen geleverd reeds een getal van veertien honderd opbragt; weshalven Hunne Hoog Mogende op den 2 8ften van Slagtmaand den zaak tot dat uitterfte vonden gebragt, van by een befluit, door meerderheid genomen, tot de gewapende onzydigheid toe te trceden, terwyl Zeeland daar tegens protefteerde: de Heeren Staten Generaal bepaalden, dat de ministers aan het Rusfifehe Hof in name van de Republiek zouden deelnemen in de dubbele conventie tusfchen Rusland en de Noordfche Mogendheeden , in diervoegen, als of dezelve, van woord tot woord, met ieder van de contraóteerende magten was aangegaan, en in hetbyzonder geflooten, met nitdrukkingen, waar op haare Rusfifehe Majefteit, en de 780.  „1780 144 VADERLANDSCHE de Koningen, van Denemarken, en Zweej " den, zig hadden beroepen by de oorlogende Mogendheeden , en op het plegtiglte aan nemende, zig, met opzigt tot het contrabande te houden aan de bedingen in de Traftaaten, tusfchen de oorlogende Mogendheeden geflooten, cn wel zeer uitdrukkelyk gemeld by het zesde artikel van hun verbond met Spanje, van den 17December 1550, en het derde artikel van het tractaat van Marine met Groot Brittannie van den 1 December 1674, en eindelyk met het verbond van commercie en zeevaard met Vrankryk van 21^ December 1739, by alle welke de gronden en fchikkingen volkokomen na de regelen van het regt der natuur waaren ingerigt, volgens , bepalingen, overeenkomstig met het gehouden gedrag van de voornoemde hoven, en waarvan haare Hoog Mogende binnen den tyd van zes weeken kennis zoude geeven -aan Groot' Brittannie, Vrankryk en Spanjen, ten welken einde aan de gezanten by dezelve hoven refideerende de noodige beveelen zouden worden verleend, en de declaratie gezonden. Zeeland fcheen echter de zaak niet wel te kunnen laaten by haar  "HISTORÏE-BESCHRYVING 1l haar protest tegens dit befluit, maar hie 'er op aan om zulks niet vast te Hellen, d wyl zy vermeenden, dat, volgens de Un: verbintenis, geen verbond, Tractaat, c overeenkomst, van natuur als dit tegenwoo dige, konde worden geflooten, dan met eer paarigheid van Hemmen ; doch de overig provintien met dit befluit voortgaande, wier zy genoodzaakt hier byte berusten, en zulk ter verantwoording van de verdere Bondge nooten over te iaaten. Zo ras derhal ven d Republiek, met deeze meerderheid van Hem men, tot bet Bondgenootfcbap was toege treeden, verwagte zy ook, volgens de tj yooren gedaane vastflelling van de Noord Rhe Mogendheeden, dat zy van de dag dei toetreeding af, der Bondgenooten hulp en befcherming zóude genieten, Hunne Hoog Mogende vervaardigden dit befluit ten al- derfpoedigften, en zonden het zelve door een Courier naar Petersburg; zy vleiden zig dat het algemeene recht der Neutrale Mogendheeden voortaan by dc oorlogende Magten wel zoude worden erkend, en dat zy recht zouden doen aan de billykheid van die grondregelen, waar op de onderdaanen\ van de Republiek de vrye oeffening van crc£ K rech-v 1 è 'd 1780, e jf 1- e i s ■atie van bunHoog Hogende veeens dc : fioudee regrJen' an onzy» igliei4-  Ï700 146 V AD ËRLANDSCHE rechten der onzydigheid begeerden, en die ook voorzeker niet konden geweigerd worden aan de vlag van eene onaf hanglykeMogendheid,ten welken einde de Heeren Staten Generaal ten zeiven daage een declaratie ontwierpen , waarmede Hoogst dezelve aan de oorlogendeMagtcn verklaarden ,dat zy, met zo veel ernst verlangden eene volmaakte neutraliteit in agt te nemen, als om de wettige zeevaard, de handel der ingezetenen, en de rechten en vryheeden van dit Gemeenebest, naar behooren te verdeedigen. Nederlandfch Magten wilden niet anders, dan overeenkomftïg de gronden en oogmerken van haare Rufch Keizerlyke Majefteit, handelen, en zouden by alle voorkomende verfchillen langs geene andere rechten de wettigheid of onwettigheid der gebeurtcnisfen beoordeelen. Zo ras deeze refolutie was genomen, had men ook dezelve oogcnblikkelyk ter afzending naar de gezanten in Rufchland vervaardigd, en by deeze ver. haasting niet gelet op de noodzakelykheid, van daar by te voegen, een affchrift der refolutie van de Heeren Staaten van Holland, genoomen in zaaken wegens de gevondene ^ papieren by den Heer Laurens, waar over de  filSTORIE-SEsCHRYVINC. 147 de Ridder Jorke zulk eene hoonende Memorie had gefchrevcn, en die in handen van het Hof van Juftitie waaren gefield, om daar op aan de Heeren Staaten te dienen van advis, of namentlyk eenige misdaad tegens de aangeklaagde Heeren van Amfterdam in die papieren was te vinden, of 'er tegens de Regeerings conflitutie dezer landen was gehandeld, om daar uit eene Lyfsflraffelyke rechtsvordering te doen: derhalven oordeelde de Heer Raadpenüonaris oorbaar, en zeer voorzigtig, om zulks ter zei ver tyd mede derwaards te zenden, waar op den reeds afgezonden Courier, op den 25 van Slagtmaand, even buiten Leiden agterhaald berwaards te rug gebragt, en vervolgens met die bewyzen voorzien wierd, waar uic Haare Majefteit teffens konde blyken, met hoe veele oplettenheid men in deeze Republiek de klagten van Engeland had in agt genomen, en gehandeld volgens de wel geregelde Regeerings inftellingen van dit Land , ja waar uit ontegenfprckelyk gebleek, dat, indien Engeland met deszelvs vyandelykheeden uitdien hoofde voortging, als dan, geene redenen van wettige klagten konden worden voorgegeven. Zo ras deeK x zë 1780.  1780 I48 VAD ERLANDSCHE ze declaratie van de Republiek aan de oorlogende Magten was afgevaardigd, en uit hoofde van dien het gedaan opontbod van het krygsvolk w:is gefchied, moesten natuurlyk degedagten van 's Lands.Hooge Magten daar toe uitgaan, dat zy by deeze omffandigheeden een bekwaam middel van hulp uitvonden voor de onderofficieren en gemeenen; met dat oogmerk zond de Raad van Staaten een brief aan Hunne Hoog Mogende, van welke door Hoogst dezelven aan de byzondere bondgenooten een behoorlyk affchrift wierd afgevaardigd ;zy betoogden de billykheid van dat verzoek zeer klaar, uit hetjaarlyks gebruik dat een derde deel van dc Troupes van den Raat zig afweezig bevonden,cn daar uit het beftaan door loonwagtcn voor de buiten verlof zynde wierd verkrecgen, terwyl de afweezige in hun Land een ambagt oeffenden, zodat men gereedelyk moest toeltemmen in de billikheid van deeze vordering, en het be. taamende van zulk een gemis te vergoeden, waar toe de duurte van de tegenswoordige levensmiddelen in den winter tyd, zulks te noodzakelykcr maakte; ten welken einde zyne Hoogheid en den raad, naar rype gedagten geen bekwaamer weg konden  HTSTORIE-BESCHRYVING. I49 den uitdenken; dan,' geduurende eenigen tyd, eene vermeerdering 's weeks in de foldy vast te Hellen, waar toe de refpective bondgenooten, en het landfchap Drenthe, zig zouden laaten welgevallen in dat geringe montant voor de militie, op hunne repartitie ilaande, te vermeerderen, ter welker bewilliging zyne Hoogheid en voorfchreven raad verzogten, dat Hunne Hoog Mogende op het ernfligHe de Staaten der byzondere provintien wilden aanmaan en, ten einde ieder in de zyne, zo fpoedig doenelyk was, ordres geliefde te Hellen; waar toe de Heeren algemeene Staaten aan de byzondere gewesten een zeer uitgebreide misfive zonden: ondertusfchen fcheen Engeland by haare voornemens te volharden, en de zaaken rondsomme daar heen te beftuuren, dat het haatelyk befluit der oorlog tegen de Republiek volRrekt moest uitbarsten: meer dan zestig Hollandfche koopvaardy fcheepen, die ryk gelaaden waaren, en wiens papieren na de volkomenite orde wierden bevonden , bleeven, te Mihbrca opgebragü, tot groote fchaade leggen; van zommige wierden dc koopmanfehappen, o idcr voofwendzel van Vramche eigendom te zyn, K 3 ver» 1780. ^  1780, I50 VADERLANDSCHE verkogt, de zeevaard cn koophandel in den Middelandfchen zee wierd geheel belemmerd, en in verfchcidene byzondere brieven van Engeland wierd verzekerd, dat dit Hof binnen weinige dagen brieven van fchade verhaling tegens de Hollanders zoude uitvaardigen; het vond ook geen reeden om daar aan te twyfTelen, de fondfen daalden , en de verzeekeraars weigerden eenige aiiurantie te doen: niet te min fcheenen Nederlandfch hooge Magten zig-dit niet te kunnen verbeelden, of te durven gelcoven, dat de Groot Brittannifche trouwloosheid zo ver zoude gaan, van de Hollandfche fcheepen onverhoeds als vyanden op het lyf tc vallen, zy lieten dus 'sLands fregat van oorlog, Dieren genaamt,met eenige fcheepen van de Oos-Indifche maatfehappy uitzeilen, gelyk ook het oorlog i'chip Jmfteriam , en de fcheepen onder bevel van de Heeren Rietveld, C;as cn Berghuis, die alle drie naar de West Indien ftevenden, onbewust dat de vreedebreuk met Engeland zo naby op handen was, en dat dit Hof door hunnen gezant zeer wel onderrigt wierd van het getal en de beftemming der uitgaande vaartuigen. Men was derhalven in de uit- tcr-  HISTORIE-BESCHRYVING. 151 terfte bekommering zo over deeze, als over de 's Lands oorlog fcheepen Princes Carolina ,en Rotterdam, gelykmede over het OostIndifch compagnie fchip de vrouwe Catharina Wtlhelmina; het ftond in het algemeen met de zaaken zodanig gefchapen, dat de hooge overigheid zeer onzeeker was, welk befluit ontrent de befcherming der zeevaard te nemen , de onophoudelyke aanrandingen vorderden de hulp van oorlog fcheepen» en de geringe magt verhinderde het verdeden van dezelve , terwyl intusfehen het ogenblik naderde, dat de Republiek tot de gewapende onzydigheid zoude toetrecden. De beproevingen óoor het laastgenoemde Hof daar tegens bewerkftelligd, waren vrugteloos afgeloopen; de bedreigingen aan deeze zyde gedaan, hadden geen uitwerkingen gehad ; en de omkopingen die zy op den eer* ft en ftaatsminister van Rufchland den Grave van Panin hadden betragt, met het aanbod van een honderd duizend ponden Jïerlings, had by dien edeJmoedigen ftaatsman niet dan verontwaardiging verwekt; 'er was in deidaad geen tyd meer over dan om dit ongewapend gemeenebest den oorlog aan te doen; de raad des Konings wierd daar toe K 4 op 1780.  Engeland Bef] uit den oorlog tegen dc Republiek. Ï52 VADERLANDSCHE op den loden van Wintermaand gefpannen > eenige der meest kundigfte ftaatsmannen, waar 'onder LordNorth, verklaarden zig tegens de vreedebreuk, doch andere, waar onder de Lords Stormont en Mansfield, waaren voor den oorlog, cn deeze laastegcdagte behaagde zyne Majefteit het meest, alzo de Republiek ongewapend en buitenftaat van tegenweer was \ het vooruitzigt van ; eenen ryken buit op de wyd en zyd verfpreide fcheepen moedigde deeze maatregelen aan , en men hoopte , door het voorgeven van de gevondene papieren van Laurens, een volkomen voor vvendzel tot den oorlog te vinden, welke reden ook mede zoude werken om Rufchland en de Noordfche Mogendheeden te overtuigen, van zig dc zaaken der Republiek niet aan tc trekken. De oorlog wierd dan in den gemclden nagt by 's Konings ftaatsraad bcflootcn ; wanneer vervolgens, op den 23 des avonds, aan den Ridder Jorke het bevel van zyn Hof wierd ter hand gefteld, om ten fpoedigften 'sHage te verlaaten; terwyl nog de dag te vooren de Heer Griffier Fagel, in name van hunne Hoog Mogende , dc welmcenentte betuigingen van eene vriendfehaps onderhouding  HISTORIE-BESCHRYVING. I53 ding en getrouw Bondgenootschap had gedaan, en ter zei ver tyd opening gegeeven van de gemaakte fchikking opzigtelyk de befchuldiging tegens de Regeerders van Amlterdam, waarop de gemelde gezant tot antwoord gaf, dat hy zig verpiigt vond hun Hoog Mogende te doen opmerken, dat het onderwerp een aanflag behelsde, die door de voornaamfte ftad der Republiek in het werk was gefield, en tegens de waardigheid des Konings, zo wel als tegens de rechten van zynen Kroon, aanliepen; eene onderneming even zeer ftrydendetegens de verbintenisfen van de Republiek met Groot Brittannie, als met de regeeringsvorm van deze Republiek zelve; en eindelyk van een aanflag, door de uitvoerders goedgekeurd, ja onderfteund, niet tegenflaande de afkeuring van hunne Hoog Mogende zelve ; deeze handclwyze maakte zig onverantwoordelyk , en was van te veel gewigt, om daar in gerechtelyke procedures en te leurftellingen te kunnen gedogen, weshalven hy de ogenblikkelyke vergoeding, in zyne vorige memorie vermeld,verwagte, en aan zyne Majefteit geen uitftellend antwoord durfde verlecnen: de Ridder vond echter K 5 goed 1780,  i78o.| < : Het overbrengender tydin van bet Manifest van ooilog wegensGroot Brittann wordt verhindert. [54 VADERLANDSCHE ;oed om nog tot 's maandags 's morgens heinelyk in 'sHage te verblyven, wanneer hy >ver Rotterdam na /Intwtrpm vertrok , latenle als nog zyn huis en gezin in den gewooren ftaat, welhaast verfpreide zig het ge•ugt van des gezants vertrek door ganfeh Nederland, en, niet tegenftaande dc gemoederen der Hollandfche kooplieden, die op deezen tyd meer dan 50 Millioenen guldens in zee hadden, in het eerst zeer ontzet waaren, echter bevond men onder dezelve ee. ne bewonderings waardige welgemoedheid, om alle de dreigende nadeden af te wagten; te aanmerkclyker waaren deeze mannelyke gevoelens, om dat men in Engeland de list gebruikt had van de tyding der vrcedebreuk by het overzenden naar Holland te vertragen, de Graaf van Weideren, namentlyk, had van het manifest des Konings zo fpoedig als het immers mogelyk was, langs twee verfchillende weegen, ;kennis gegeeven aan hun Hoog Mogende; 'ongelukkig, zo als menvandekantvanEnge'land voorgaf, wierd den brenger van het eene te Duins opgehouden, onder verdenking dat zyn vertrek eenig na- deelig oogmerk voor Groot Britlannie had; de  HISTORIE -BE SCHRYVING. 155 de Luitenant Hoofd officier van die plaats, de paspoorten van een publiek minister, en een pakct geaddresfeerd aan de leeden eenei fouveraine Regeering, bei kennende, vonc echter geene zwarigheid om een aanval op de publieke trouw te wagen, in de plaats van volgens zyn pligt het fpoedig vertreli te helpen bevorderen ; hy hield de Pasfa giers op, en gaf kennis van dat zyn ongehoord gedrag aan den Lord Stormont. zig verdedigende met het ongepast voorwendzel, dat hy, als een ieverig burger voor zyn vaderland, het van zyn pligt geoordeeld had, om de papieren van de Heer van Weideren, gelyk ook het paket, dat hy by die man had gevonden, aan gcmelden Lord over te zenden, en die perzoon, benevens den gee. nen die hy by zig had, aan te houden, tot dat hy dien aangaande nader order zoude ontfangen; van welk onbetamend gedrag het minifterie ook geene de minfle misnoegens heeft doen blyken , oe wel dit vertragen, op eene onregtmatige manier verfcheidene Millioenen fchaade aan de Hollanders toebragt, en men niet konde veronderftellen dat het met voorkennis was gefchied, fchoon het opzettelyk voor- nee- 1780.  1780. I56 VADERLANDSCHE neemen der twee beitellers van deeze brie» ven niet voor üums, maar voor liamwh was geregeld geweest: zo ras op den icAn des nagts , het befluit tut den oorlog was genomen, zag men reeds op den 20^en het Manifest in het licht, ten bewyze, dat deeze ganfche toeleg reeds was bewerkftelligd, cn nu eene te ontydige geboorte moest ontfangen, om dat het Hof berigt had gekregen van Nederlandfch toetrecden tottie gewapende onzydigheid, waar van de tyding op den ió^" van deeze maand bekend was geworden, zo dat het door dien uitflap zig moest dekken tegens dc nadere verklaring van hunne Hoog Mogende : niet te min bleef het oogmerk van 's Lands hooge Magten, om, hoedanig ook de gevolgen mogten zyn , het fluiten van dat verbond met de Noordfche Hoven., aan Groot Brittannie te informeeren, en d^n afgezant daar toe te gelasten, zo dat de Graaf van JVeldrrm, volgens dit bevel, dat hy in den nagt van den 2J en ^o^nontfing, alvoorens eenige poging deed, om die verklaaring der aangenomene verbintenis tot dc gewapende neutraliteit, en de Staatsbefluiten wegens de zaak der Stad Arnlterdam,' met een brief .«« , aan  Hl STORIE-BESCHRYVING. I57 aan Lord Stormondt te zenden,aangezien die Minister reeds had gezegd, geene onderhandelingen met hem te zullen houden, als die voorftellen van .voldoening en bevrediging behelsden; dan ook dit middel was vrugteloos; Hy ontving de brief ongeopend te rug, en zond daar op ogenblikkelyk den tweeden, Waar by die gezant aan den Lord dankbetuigde voor zyne oplettendheid, van een Pakttboot te Margate te willen Jaaten komen, om hem naar Ooftende over te voeren , alzo hy zig daar van niet konde be^ dienen, dewyl hy reeds een fehip gehuurd had , dat op de rivier by den Tour gereed lag om zyne goederen in te neemen; verzoekende alleenlyk, dat aan de thefaurie en het tolhuis beveelen mogten worden verleend, om de infcheeping niet te verhinderen : zo ras de goederen aan boord waren gebragt, zoude het fehip, naar Margate zeilen, werwaards hy zig met Mevrouw van Weideren te lande zoude begeeven, en wenfchte, de nodige paspoorten tot zyne verdere reize te genieten; als mede voor twee Couriers die hy over Harwich naar Holland afvaardigde. By die geleegenheid betuigde de gezant aan gemelden Lord zyne uit- 1780*  i?8o. Brief vai de Graa yan Wel deren aa Lord Stormom I55 VADERLANDSCHE uitterfte verwondering wegens de ongeopende te rug gaaf der eerfte gezondene brief, en nog veel meer wegens het daar over verleende antwoord , aangezien het onmogelyk bleef te weeten, of het voorftel aanneemlyk was, dan niet, zo lang het niet was ingezien. Hunne Hoog Mogende hadden hun gezant uitdrukkelyk gelast , zulks te doen, en hy was buiten ftaat dat ,te volbrengen, wanneer hem geen mondeling gefprek wierd gegund , of rnen geeile ^brieven van hem wilde ontvangen, zo dat ! hy zig nog vleide, dat zyn Lord fchap, overtuigd van de billykheid, de te rug gezonden brief zoude aanneemen, en door een regel antwoord zyn goedvinden ten dien opzigte te kennen geeven: dan het behaagde den Lord zig te beroepen op zyn pligt, en te berigten, dat hy altoos volvaardig was geweest, om over alles wat des gezants post betrof met hem te fpreken, en wat van hem kwam met veifchuldigde oplettenheid te ontvangen, maar dat hy ,zedert alle verbintenis van vriendfehap , die tusfchen beide dc natiën hadden geweest, waaren verbrooken; zedert dat hy, in de hoedanigheid als Staatsdienaar, het Manifest des Komngs, en  HISTóRIE-BEsCHltYVÏNG. 159 en de beveelen en gevolgen van dien, hadj overgegeeven, hem nu niet meer behandelen konde als een gezant vaneen vrienden Mogendheid :derhalvenbegeerdeby ,het weder te rug zenden van het paket, ongeopend, befchouwd te hebben als eeneuitvoering volgens de regelen van pligt, die onvermydeiyk waaren by de tegenwoordige omftandigheeden. Alle onderhandeling van ftaat, begreep hy, moest na de vreedebreuk noodwendig ophouden, gclyk alle beveelen voor die gebeurtenis gegecven, by de te^ genwoordige omftandigheeden van geene toepasfing konden worden gemaakt- Het Was niet alleen het opzettelylc voorneemen van het Groot'Brittannifche Hof, om door de onverhoede oorlogsverklaaring dc Republiek buiten het verbond der gewapende neutraliteit te houden, maar ook bepaalde . 3yk alle tusfchen komende redenen en gelegendheeden ter vertraging van de vaardige uitvoering voor te komen, op dat zy de menigvuldige op zee zwervende fchatten, als een onrechtvaardige prooy , onverhinderd konden wegneemen ; zo ras derhalven het Mamfest des Konings aan denGraave van Wddtrm was overhandigd, wierd oogen- blik- 780  l6o VADERLANDSCHE blikkelyk een embargo op alle Nederlandfche fcheepen, in de Engelfche havens leggende, verleend; Het was door het Groot Brittannifche Minifterie zeer wel te voorzien, dat veel ligt, door een wettig recht van vergelding, alle Britfche fchepen binnen deeze Republiek zouden worden aangehouden, wanneer 'sLands Hooge Magten berigt wierden van de ongehoorde bedryyen, die het gemelde Hof opzigtelyk de Hollandfche eigendommen bewerkftellig.de 3 daarom liet zyne Majefteit teffens verklaaren, dat alle fcheepen, die voor de oorlogs afkondiging reeds in Engeland waren geweest, zouden worden vrygelaaten en met paspoorten voorzien, wanneer hunne Hoog Mogende goedvonden mede zulks te doen- Intusfchen waaren de Hollandfche kooplieden zo zeer ongeduldig wegens de gevolgen van het'verzondene declaratoir, door een pinkje van Scheveningen naar Engeland overgebragt, om als het laaste proefmiddel aan het • Groot Brittannisch Hof ter handgefteld te worden , als zy bekommerd waaren over de dreigende verliezen, wanneer den oorlogs verklaaring onmiddelyk mogt volgen ; zy bereekenden dat  HTSTORIE-BESCHRYVING. ïól dat een fchat van 300 MiLlioenenHollandfche guldens, door de Nederlandfche renteniers in Engeland op intrest gefield, in het hoogfte gevaar Hond, en, dat een nog hooger waarde , thans op zee zeilende , buiten mogelykheid van redding was , indien de koning den tyd van den aanvang der vyandelykheeden regelde overeenkomftig dit opzettelyk onrechtvaardig plan ; ongelukkig belettede. de tegenwind het aankomen van den Engelfchen post, terwyl de gcrugten van de drie oorlog fcheepen, onder bevel van den Schout by Nagt Grave van Byland, en de Capiteinen Rietveld, en Cr as, zig op het nadeeligfte verfprciden. Dan alle die bedenkingen wierden wel haast opgelost door het ontfangen van het Engelfch Manifest, het geen te gelyk over Ooflende en uit Vrankryk alhier aankwam, en teffens berigtbragt, dat het oorlog fehip de Princes Carolina, onder bevel van den Capitein Satinck, voerende 50 ftukken kanon, onkundig van den uitgebarsten oorlog , omtrent Calais door twee Engelfche oorlog - fcheepen aangevallen, na een gevegt van een halfuur, door overmagt genomen, en in Engeland opgebragt was , alwaar den Capitein met zyn, E Óf. 1780.  ÏÖ2 VADERLANDSCHÉ officieren krygsgevangen verklaard, en met zyn fcheepsvolk, vyftig mylen van Duins, gevangelyk weg gevoerd wierd: de ontmoeting die de capitein Volbergen methet oorlog fehip Rotterdam, voerende 50 bukken Kanon, had, wanneer hy de Jfis, van 64 ftukken gefchut, aantrof, en tegens deszelfs onverhoedfehen aanval zig zo dapper verdedigde, dat den Engelfch Man, deerlyk gehavend , verpiigt was te vlugten , en veel ligt zoude zyn opgebragt geweest, had de Heer Volbergen daar toe order gehad; naauwelyks had hy deneenen afgeflagen of hy wierd weder aangevallen door een Engelfch Fregat van 36 Hukken, waar tegens hy zig even lofwaardig verdedigde, doch eindelyk, in het derde gevegt met het Engelfch oorlog fehip If arwick, genoodzaakt wierd te ftryken : het gedrag van deezen held en dc onverzaagdheid van zyn volk, was ten hoogften lofwaardig, en het had niet weinig invloed op de ftoutmoedigheid van de Ncderlandfche zeelieden , doen zy berigt bckwaamen, hoe dat den braven commandeur van dc foldaaten, in bet eerfïe gevegt zyn hand verboren hebbende in de tweede , cn wederom in de derde ontmoet-  niSTORIE-BESCHRYVI IIG. l6$ moetting, op het half dek zyne beveelen gaf, ontbrande hunne moed. Even ongunftig was dc tyding van het Oost-Indil'ch fehip de Catharim Wühelmina, dat op den 7 January door het oorlog fehip de Perfeus aangerand, genomen, en na de rivier van London gebragt wierd , alwaar men de daar in zynde 100,000 Ryksdaalders uitloste en in de bank bragt. — In deeze droevige omftandigheeden was 'er geen andere uitkomst voor de bondgenooten dan de handen aan het werk te flaan, en de traage vorderingen, die dus ver Êer verdeediging van den koophandel met zo veel bekrompenheid was aangemoedigd, ten fpoedigften te verhelpen: het was nu tot het uitterfte gekomen ; de zecmagt moest volftrekt met dubbelde iever vermeerderd s en alles wat tot aanbouw van fcheepen nodig was in gereedheid gebragt; waar toe, van de kant der byzondere provintien , in de eerfte plaats, ten hoogften noodzakelyk was in de Petitie van oorlog fcheepen, vermeerdering van Landmagt, en daar toe vereifte geldligtingen te bewilligen; en van de andere kant, de vaderlandliefde der goede ingezetenen op te wekken, om ter L 2 be- 1780. |  1780. 104 VADERLANDSCHE behoudenis- van de duurgekogte vryheid, welmeenend , en ten fpoedigften, mede te werken, om den vyand het loon van zyne onregtvaardigheid te doen ondervinden , en alle gelegenheid getrouw waar te neemen van de fchaadens te verhaalen,- het zoude in deeze gefteldheid van zaaken 'er nu op aankomen, om elkander eensgezind te verdedigen, en behulpzaam te zyn ter befcherming tegens aan naderende gcvaaren ; zonder dit was het verlies van 't Vaderland ten uitterften te dugten; het was nu te vergeefs te rug te zien op de afgeloopene gebeurtenisfen ; het was vrugteloos op de veel gerugts makende gewapende neutraliteit te wagten ; dit alles konde niet anders dan zaad van verdeeldheid, moeilykheeden, en cindelyk berouw verwekken; thans kon den Staat alleen behouden worden door bet geene nog in de gelegenheid was om te verrigten , en dit zoude voorzeker toereikende zyn , indien het met moed en beleid wierd aangewend. Men moest hoopen dat zodanige heilzame bedoelingen de ingezetenen onmiddelyk tot de uitterfte pogingen zouden hebben aangefpoord, de Hollandfche kooplieden deeden ook  HISTORIE-BESCHRYVINC. 165 ook in de daad een groot aantal der aanzienlykften onder hun tot dat einde vergaderen , zo om maatregelen te neemen tot het waarfchuwen van de op zee zynde fcheepen , en die in de vreemde havens waren, als ook om eenparig vast te ftellen, de raadplegingen van den fouverain, in dit hagchelyk tyd gewrigt, door geene verzoeken te belemmeren, zig geheel en al op de vaderlyke zorg te verlaaten, en te vertrouwen, dat de Republiek, die door eendragt tot het hooglte toppunt was geklommen, door deeze zelfde denkenswyze uit de dreigende gevaaren moest gered worden: dan dit gefchiede, voor zo veel het de bewerkftelliging aan belangde, niet met zo veel zucht of drift, als men wel van de gevoeligheid der Nederlanderen tegens hunnen vyand had verwagt, en van de rykdommen van de ingezeten, en van de beledigde kooplieden,veronderflelde;men moest met leedweezen zeggen, dat de byzondere uitrusting ter zee tot afbreuk voor den vyand weinig opgang vond, en in verre na niet evenredig was aan die van de vroegere oorlogen; deeze, konden niet bcfluitcn om hunne fchatkisten te openen, uit hoofde, zo zy zeiden, dat de nodige I< 3 by- 1780.  T7Po. l6Ö VADERLANDSCHE byftand van 's Lands oorlog fcheepen in de zeeën ontbeerden tot onderfteuning der kleindere kaper fcheepen; die, te zeer bekommerd over het onzeker lot van hunne bezittingen die wyd en zyd verfprcid waaren; cn wederom anderen , nog te zeer gehegt aan het bondgenoodfehap tuslchen deeze Republiek en Groot Brittannie, twyffelden over de dadelyke gevolgen van Engelandi'ch oorlogs verklaring,om dat het Mnnii'est op zulk eene byzondcre manier was ingerigt: hoe het ook mogt zyn, men konde van het geld niet wel afiluppen; en, was dit zwak, in het algemeene LandsbeRier, waar by men fteecis de fpaarzaamheid boven de noodzakelykheid der voorziening van eene genoegzame land- en zeemagt bad gcfteld, zo ongelukkig, het was niet meer beklagenswaardig by deeze byzondere pogingen. Ter verwondering van ganfeh Europa durfde zyne Majefteit zeggen; "dat Hy zig jegens de Staaten Generaal als een getrouwe bondgenoot had gedragen, maar dat dezen, door de invloed van een iaclic , aan Vrankryü toe gedaan, eene Begerige* fteldc ftaatkunde hadden aangenoomen , en zyne  HISTORIE-EESCHRYVING. 1ÓJ zyne vriendfchap met openbaare verachting beantwoord; dat Hy, met alle omzigtigheid de belangens van de Republiek had behartigd, haare onderdaanen beveiligd, de koophandel begunftigd , en aangeboden met eene vriendelyke onderhandeling, alle verfchillen uit de weg te ruimen, doch .dar. hem, tegens den aanval van Vrankryk en Spanj°, op de herhaalde verzoeken , de minde hulp was geweigerd , en terwyl zy iit wederhielden, onder de hand aan den vyand alle byftand was verleend; ja dat de Republiek de binnenlandfche rechten had ppgeheeven om de toevoer van fcheepsr toerusting naar Vrankryk te bevorderen, en toegeftaan dat eene Amerikaanlche zeerover in haare haven vertoefde. In Oosthi i n kaid-n de Nederlanders, eenftemmig met Vrankryk, getragt Engeland vyanden te berokkenen, cn aan Haare oproerige onderdaanen in de West - Indien hulp te verlcenen; een gedrag dat alleen moest tqegefchreeven worden aan den inv.'oed van de beftierende leeden van de MagiRraat van Amftcrdam, die met de wederfpannigc Americaanen een tracliat hadden geteekend waar op zy zig beroemden, en L 4 waar 1780.  iy8o. Manife; van En^e land regen dsR.fi jpiibiicii. ÏÖ8 VADERLANDSCHE waar van Hunne Hoog Mogende weigerden voldoening te geeven. De eer en veiligheid had echter oogenblikkelyk antwoord vcreifcht, en, uit hec uitftcl van dien, konde zyne Majefteit niets anders vast ftellen, dan een opzetteiyk begunftigen van een vast ontwerp tot den vyandelyken aanval. — Intdien Amfterdam zig dat konde aanmaatigen , en de Staat ongeftraft in verbintenis -brengen, dan begreep Hy was 'er een einde aan de trouw van de traclaaten; een inbreuk op de wet der volkeren, door een der voornaamfte leden van eenig land begaan, gaf den beleedigden ftaat het regt, om voldoening en ftraf te eifchen; dewyi nu zulk eene gevraagde genoegdoening was geweigerd, oordeelde de Koning zig zeiven dat regt te moeten bezorgen, dat hy niet anders kon bekomen, en dus Hunne Hoog Mogende aanzien als partyen in de beleediging, als deelneemers in den aanval die zy weigerden te ftralfen, en daar na de maatregelen inrigten; gaarne, was het hem mogelyk geweest, zoude hy zyne maatrerdin tegens Amfterdam alleen hebben ;ebr;i kt; doch dit konde niet gedaan worden, ten zy de Staaten Generaal on-  HISTORIE-BESCHRYVING. l6o middelyk wilden verklaaren dat die ftad ,. in dit geval, geen hulp van hun zoude ontvangen, maar aan de gevolgen van deszei vs aanval ov-rgelaaten. Niet te min betuigde zyne Majefteit, zig zeer wel te herinneren het gcmeene belang van beide deze landen, en noodzaakelyk te beöogen om tot de oude vriendfehap te rug te keeren, en deeze geneigtheid in de Raadsvergaderingen van de Republiek op te wekken, door voldoening van het voorledene, en zekerheid voor het toekomende te geeven, het geene hy niet minder bereid zoude zyn te ontvangen, dan hun Hoog Mo, gende om zulks aan te bieden, en tot welker bekooming de Koning alle zyne verrigtingen zoude aanftellen , alzo zyn voorneemen was, alleen voor de veiligheid te zorgen, en de gevaarlyke aanflagen tegens Groot Brittannie te verydelen". — Op zulk een manier durfde dat Hof, deszelvs onregtvaardig bedryf, door openbaare onwaarheden vernist, voordraagen, en het trouweloos verbond fchenden, als welmeenende vriendfehaps betuigingen uitmeeten. Dit opftel was een zamenRe! van tastelyke onwaarheeden en ongerymdL j he- 1780.  1780 I70 VADERLANDSCHE .heden, om de fchandelyke ontrouw daar "mede te dekken; uitgevonden door zodanige ministers, die men kinderen van den vader des leugens mogt noemen: te regt zegt Cicero, dat de kragt der regtvaardigheid zo groot is, dat ze'.vs de ftruikroovers die niet geheel en al kunnen ontbeeren , ten minsten in het ver eelen van hunnen geroofden buit, zouden hunne zamenrottingen beilaan; had die welfprcckende redenaar in dezen tyd geleefd, voorzeker had hy, ter bevestiging van het bevallige van deze deugd, di Brhtannifch voorbeeld aangehaald; een voorbeeld, het geen niets anders aankondigde, dan dat de Engelfchcn met geweld oorlog begeerden, zonder eenige andere redenen ais die zy ligivaardig aan naamen : de laatile nako-, meling'chap zal zig ten hoogftcn moeten verwonderen, dat die Natie haar verltand door de vervloekte oorïogslust zo heeft kunnen laten benevelen, van niet op te merken, hoe .elk weldenkend meni'eh, over dit Manifest, een oordeel van de. hoogfte verontwaardiging zoude vellen. Gods vinger zoude zckerlyk hun , in deopvolgende gebcurtenisfen, het ftrafwaardige  HISTORIE-BESCHRYVING. 171 d/'ge daar van aanwysfcn. — Het was een Eeuw, zeide de koning, dat Groot Brittannie zig getrow voor dc Republiek had gedragen, dan Nederland moge met regt zeggen, dat deze trouwiooze bondgenoot, in die hondert jaaren tyd, Haar meer dan hondert millioenen onregtvaardig had benadeeld; 't was ruim één Eeuw, dat zy als eerlooze brandftigters een hoop weerJooze koopvaardy Rheepen in het Vlk vernielden, en arme visfehers hutten op ter Schelling aan de woede der vlam opofferden: waar vond men eenige weldaad, eenig teeken van vriendfehap , door dit Hof aan de Republiek in al dien tyd beweezen, deszelvs opgeraapte voorwendzeis hadden geen bewys , dan van onbefchaamdheid. Alle neutrale Mogentheden verfoeiden deze Brittannifche handclwyze, en dat onver! oed befluit tot den onverwagten oorlog tegens de Nederlanders; zy verwierpen die voorwendzelen, als of de Staaten Generaal geweigerd hadden om op 'slvonings Memorie eenig antwoord te geeven, alzo men wist, dat, overeenkomftig met de wetten van den Lande, alle middelen ter wegneeming van de 1780  1780. 172 VADERLANDSCHE de verfchillen waaren bewerkftelligd; wat moest een ieder die maar eenige kennis van de openbaare zaaken had denken ; zy die het verbond van 1674 opzettelyk met de voet fchopten, durfden aan den gehoonden Bondgenoot zeggen, dat die de publieke trouw verbrak ; ja hun Koning fchaamde zig niet, voor te geeven, dathy de tederfte omzigtigheid had betoond voor de belangen van de Staaten Generaal, en eene begeerte om hunne onderdaanen veilig te doen genieten alle de voordeden van den koophandel; daar alle de Ilooge Magten in Europa hunne bewondering zo meenigmaalen hadden te kennen gegeeven, Over het ongelyk dat Groot Brittannie aan de inwoonderen van deze Republiek toebragt; over dat het eerstgenoemde Hof, naar het eigen beeter vinden, alle de heilige banden van verpligting vernietigde; cn door die in bet oog loopende verregaande beledigingen de gewapende neutraliteit had doen gebooren worden : Het fcheen dat zyne Majefteit geene bedenking had op de meenigvuldige voorbeelden van een byzondcr Goddelyk beltier, dat een kwaad nament]yk veel al door het zelve middel wordt ge- tug-  HISTORIE-BESCHRtVING. I73 tugtigd, waar door het wordt begaan; dan Engdand was dit van oude tyden af gewoon; Zy had fteeds, op eene wonderbaare manier, getragt zig van alle verbintenis aan de Republiek te ontflaan, wanneer zy, met Vrankryk in een oorlog ingewikkeld, vreesde dat Nederlands zeevaart op de ruïnen van de Groot Brittannifche onbepaalde heerfchappy zoude groot worden. Het was het gebruik, van dat Hof, altoos te befchuldigen van een aangedaan ongelyk, en te roemen op een onverzettelyk voorneemen van de vreede te bewaaren, en de waereld tot getuige te roepen van deszelvs edelmoedige inzigten, terwyl het geene andere bewyzen gaf dan zugt tot den oorlog, en het verderf van dc Vereenigde Nederlanden. — Op zulk een valfchen toon was dat Manifest van Engeland ingegerigt, het was ten hoogflen onbegrypelyk, dat men, zo onbefchaamd als onvoorzigtig, zig op onwaarheeden beriep, dat men zig durfde beroepen op de verbonden, terwyl zy ftrydig de Traétaaten, flrydig aan het recht der volkeren, niets anders dan geweld pleegden; Men fprak van Jïrafoefening, en weigerde dat 'er eenig onderzoek naar 1780.  t7to. I74 VADERLANDSCHE naar den aart van het bedryf wierd gedaan, veel min verhoor der befchuldigde perfonen gefchiede ; recht en gerechtigheid moest zwygen, alle vorm van rechtspleeging, in deze Landen gebruikelyk, moest Uil Haan , om dat Engeland zulks eifchte: Men durfde voorgeeven dat Nederlaridfch volk in de Oost-Indien, eenftemmig met de Vranfchcn, vyanden tegens Groot Brittannie oprokkende, zonder dat gezegde éenigzmts waarfchynlyk te kunnen maaken; ieder wist, hoe dat integendeel de Engelfcheri, byzonder in dat deel van de waereld, de uitwerkzelen eener onbepaalde heb zugt deeden kennen; De Oost -Indifche Maatfchappy der Nederlanden had geene reden , nog oogmerk, om derzelver gebied verder üit te breiden, zy begeerde eene geruste bezitting van het tegenwoordige, en eene Veilige handel met de Afiatifche volkeren; daar in tegendeel veele der Indifche Vorsten zuchten onder dien verfchrikkelyken geesfel der Britten, den verderfiykftert misfehien van allen waar van de waereld eenige gedagten had bewaard ; voorwaar de heillooze flappen der Engelfchen waaren over al in die Landen te vinden, veele der In-  riïSTORIE-BESCHRYVlNG. 175 Indiaanen, die te onvoorzigtig het oor aan hun hadden verleend, bevonden zig flaaven, geboeid door de onmenfchelykrle geweldoeffeningen, zy had Jen door de verbaazendfte mishandelingen en ongerymtheeden, ontaartendc van de menfcheiyke reeden, de natuurlyke orde geweld aan gedaan, ja overal de eere van het Menfchelyk geflagt befoeteld, de voorregten dier nationaale volkeren onderdrukt, en wel haast de eerlykite neigingen door vervolging uitgeblust; zo men in alle de onheilen die op dit ongelukkig volk der aarde zyn uitgeftort, de bron van de fteeds duurendheid wil zoeken, zo men wil opklimmen tot de oorzaaken van aanhoudende barbaarfche verongelykingen, vind men zulks alles vereenigd in de toomlooze zugt der Engelfchen om veroveringen temaakende natuur had alles gedaan om deeze ge westen overvloedig te doen zyn in milde zegeningen, hun aangebooren volks karakter verwyderde hun van alle begeerte tot onderdrukking, ja oonoemelyke volkeren onderwierpen zig met getrouwheid aan een klein getal EuropcèYs,'een enkel woord was 'er flegts noodig om hunne geneigthee- den 1780,  1780. I76 VADERLANDSCHE den, die zeer eenvoudig waaren, te leiden, zy maakten de woonplaatzen der Engelfchen, zo wel als van de Vranfchen en Nederlanders tot de rykfte Itapelplaatzen, beide deeze laas-t genoemde volkeren, bleeven, door de bevestiging hunner goede trouw, de voorwerpen van hunne bettendige hoogagting , dan de onrustige aart der Engelfchen had zulk een haatelyken indruk op de geest der Indiaanfche volkeren gemaakt, dat zy hunne indringende misleidingen tragten te wrcekcn; dit was nu het gevolg van het Groot Brit'tannifch gedrag in de Oost-Indien , na een ontwerp van ftaatkunde en koophandel , dat even onbeftaanbaar was dan hun fystema van zeeheerfchappy in Europa: dit was nu die oprokking die de Nederlanders cn Vranfchen in dat waereld deel aan de Engelfchen hadden bewerkt : 's Lands inboorlingen in Aziën te zwak in de bcdryven van oorlogen, en te onkundig om door goede ftaatsregelen zig gezamentlyk aan te kanten tegens de Britfche mishandelingen, paaien te zetten aan hunne geweldöeffening , leerden door die bedryven op hunne hoede te zyn, terwyl zy bekoord wierden door de werk-  HrSTÓRÏE-BESCHRYVIfJGl 177 werkzaamheid der Nederlanders, cn het vernuft der Vranfchen: zy zbgten derhal-' ven het juk te ontworftelen dat Engeland óver hun wilde brengen, en dewyl zy ieder ogenblik voorbeelden hadden, hoe dat öok de Vranfche en Nederlandfche bezittingen wierden aangedaan, zo tragten zy, na het voorfchrift der natuur, zig aan deezen te verbinden, om, vereenigd door een algemeen belang, de eerzuchtige Engelfche ontwerpen te verydelen : dit nu had voorzeeker Groot Brittannie aan zig zeiven te wyten, het was het gevolg van hunne verfoeilyke trouwloosheid, hunne harde mishandelingen , in dit gelukkig/te Land der waereld, hadden de zagtte volkeren onhandelbaar gemaakt ; deeze ftaat van onderdrukking had in de gemoederen dier vredelievende Natiën de woestheid en denkbeelden van wraaköcffening gevormd. — Evefi gegrond was de reeden van befchuldiging dat dc Hollanders op St. Euftatius aan dc Amerikanen hulp en befcherming hadden verleend , hun met oorlogs behoeften voorzien ; de openbaare gebeurtenisfen, en de bewyzen van deeze onwaaragtigé befchuldiging, waaren by vérfcheideM ne 780-  I78 'VAD ERLANDSCHE ne gelegentheeden door hunne Hoog Mogende bloot gelegd, en aan het Groot Britnifch Hof ten klaarften be weezen: zy, die het gehouden gedrag van de Engelfchen zo in de Oost- als in de West-Indien onpartydig befchouwden, njoesten erkennen, dat het toeleg van dat Hof was, om de natuurlyke vryheeden van het ganfche menfchelyk geflagt, zo in het oudfte als nieuwfte gedeelte der waereld, geheel te vernielen ; deszelvs bevelhebbers en foldaaten waaren in beide die landen zonder krygstugt, zonder de oorlogs wetten te handhaven, ja men konde zeggen, dat zy overal handelden zonder zucht na roem, zonder achting voor verbonden, zonder eerbied voor deugden, voor verdraagzaamheid en goede zeeden ; haare ontwerpen van koophandel ontiiarten in ontwerpen van geweldige veroveringen, cn hunne oorlogs bedryven in rooveryen. — Op zulk een fchandelyk Manifest volgden echter, voort op den uitgaaf, zyne Majefleits beveelen van reprefailles tegens de Republiek , waarin de Koning zig beriep op de toedragt van die zyne menigvuldige behandelingen, endathy dus, alsnoodzakelyk tot hand.  •HISTORIE-BES c'VL R Y VIN G. I79 handhaving van de eer van zyn Kroon, er tot bckoming van herftel, goedvond den oorlog te declareren, algemeene brieven van fchaverhaling uit te geven, tegens de fchepen, goederen, en onderdaanen in dit Gemeenebest, indicr voegen dat alle de Groot Brittannifche vlooten, fchepen, en vaartuigen zouden worden voorzien met brie. ven van marqué, en dat de Commisfarisfen, in naamc van den Admiraliteit, daar toe behoorlyke qualificatie zouden uitgeven, om de bezittingen, toebehoorende aan hunne Hoog Mogende , hunne onderdaanen, of andere, wonende binnen deeze landen, of domeinen, aan te tasten cn te nemen, ten dien einde commisfien te verleenen, en door het hooge Admiraliteits Hof van Groot Brittannien, volgens derzelver rechtspleging, na de wet der volkeren, uit fpraak te doen, de pryzen toe te wyzen overeenkomftig voorgaande gebruiken, en in alles te handelen volgens de oogmerken van voorengemefde oorlogs verklaring. Men konde uit het een en ander zeer klaar afnemen, dat het Engelfche Ministerie zig voorttelde , om dit klein Land, van volk thans uitgeputs en vatbaar zo het fcheen voor verdeeldM 2 heid, 1/8% Engeland verleent brieven van Re- piefailles tegen de Rjpublie/i  ï8o VADERLANDSCÜK Uil 3.heid, door geweld te overmeesteren. Hoé " wel zy voormaals dit hun gevoelen hadden beproefd, doch met eenen ongelukkigen uitflag, zy deeden thans het zelve andermaal , en konden voorzeker geen beter voor. uitzigt hebben. Lord North , een fchrander vernuft en ftout van aart, fcheen dat ook wel te begrypen, en hield zig om die reden zeer agter houdend; by het befluit tot den oorlog fprak hy het zelve tegen, en hoe dus ook het einde mogt zyn , hy konde langs deezen weg zig eeniger maate verzekerd houden,dat hy ten koste van de an. dere Ministers de gevolgen konde afwagten: terwyl het Engelfch Minifterie met de uitvoering van deeze onrechtvaardige oorlogs verklaring bezig was , vond hunne vindingrykheid, dagten zy, een weg om een menfchlievende gedaante te geven aan hunne mishandelingen; dc Koning gaf te kennen, " dat onder het gezag van de acte gepasfeerd in de laaste zitting van het Parlement, tot befcherming van de goederen en koopmanfehappen, van het gewas, producten, en handwerken, van het Eiland Granada, en onderhoorige, aanboord van neutrale fchepen, beftemd na neutrale ha ven», ge-  HISTORIE-BESCHRYVING l8l geduurende den tegenwoordigen oorlog, gclyk ook uit hoofde van de artikelen van capitulatie voor de Eilanden St. Vincent en Dominica,zeer veele fchepen, behoorende aan ingezetenen der Republiek , waren uitgeklaard met goederen enkoopmanfchappen van het gewas, de producten, en handwerken, van de gemelde eilanden, b;fiemd van neutrale havens en nu reeds op reis , in zee zeilende , daar van het een en ander in zyne Koninglyke overweging had genomen, volgens het belang van byzondere perzoonen, en uit begeerte om derzelver nadeel te voorkomen, met advis van zyn geheimen raad, verklaarde, dat alle die fcheepen komende van Granada, St. Vincent, cn Dominica, geduuren de den tyd van vier maanden van de dag teekcning der oorlogs verklaring af, en in alle opzigten, zouden worden aangemerkt als neutrale fcheepen, gaande na neutrale havens, ingevolge de bedoeling by de voren gemelde befluiten en de articulen van Capitulatie, zonder dat zy gemoeid zouden mogen worden, of te van eenige der Konings fchepen aangehouden. By den eerflen aanvang iïreeden M 3 in i?8o. Vryheid voor de Hollandlelie fcheepen van Grenada c«ï.  Ï780 ï8S VADERLANDSCHE in Engeland, de verdeeldheeden , de aanhangen, en de belangens op eene driftige wyze tegens elkander; de onverwagte oorlogs verklaring veroorzaakte by de kooplieden , en die eenig belang hadden by den welvaard der handel, groote gemoeds beweeging ;. het Huis der gemeentens was nauwelyks in fiaat om de belangen van het Hof by deeze onderneeming te onderfchragen, het Minifterie zelfs fcheen by het verklaaren van den oorlog ftrydige inzigten te hebben, van beide partyen wierden die wegen ingeilagen, waar door de driften gaande gemaakt, en onvermydelyke onweders uit dezelve geboren moesten worden. Dus had Engeland zig, by zyne drie magtige vyanden,Ncderland ook op den hals gehaald, met drift om dien haat, welke de ecr,.ugt en jalouzy inboezemen, den teugel te vieren ; zy vonden hunne magt te zwak om de oude bezittingen te verdedigen, en verbeelden zig aanzienlyker vermogen te bezorgen, door dat aan eenen magtigen mede dinger in den koophandel te benemen ; hoeonvoorzigtig dit gedrag van Groot Brittannie was, echter waren 'sLands Vaderen geer bekommerd voor de eerfte verliezen der thans  HISTORIE-BE SCHRYVING. 183 thans buitenlands leggende, of in zee zynde fcheepen, die alle van den oorlog onkundig waaren ; de legging van Engeland was aller gefchikst om de tyding tot eenen vyandelyken aanval overal fpoedig 'bekend te maken, daar in tegendeel de Nederlandfche fcheepen niet konden derwaards ftee venen zonder gevaar te loopen om in hunne handen te geraken, voornamentlyk vreesde men voor het verlies van de Caap de goede Hoop, en men hield uit het gedrag der Engelfchen vry waarfchynelyk, dat zy reeds alle pogingen zouden hebben' bewerkftelligd, om Nederland dien flcutel van den Oost-Indifchen koophandel te ontweldigen, dat,door een onverhoedfchen aanval, even weinig moeite zoude hebben gekost, dan het overweldigen van andere ryke bezittingen van aanzien; de uitfluitende fpeceryhandel was lang het voorwerp van benyding by Groot Brittannie , fïeeds bezield met den geest van eene overheerfchende zugt in de koophandel, en om alle de deelen van het heel al tot het toneel van hunne verrigtingen te maken, zo mogt men met reden veronderftcllcn, dat zy de voornaamfte colonie, het rjke Ceylon, zouM 4 den 1780.  Hunne Hoog Mo«end zenden ber;gt v; den oorlos aan i Buiten lindfche Hoven. I$4 VADERLANDS CHE den in bezit neemen: het eenige daar men hoop op ftelde, was, dat de Javaanen Herken tegenftand zouden bicden, deeze Eilanders hadden zig altoos voor de Hollanders verklaard, en hun befchouwd als vyanden hunner dwingelanden, waar voor zy, zedert den Jaare 1744. wel voornamentlyk de Engelfchen hadden gekend ; ook hadden deeze wellustige Eilanden nog een ge- > lukkig voorrecht tegens de aanvallen van den vyand, zy waaren beveiligd door de moeilyke nadering , alzo de Nedcr' landfche Oost- Indifche Maatfchappy alleen de geheime zeekaarten bezat, en aan de daar na toe zeilende fchepen verlecnde:dit Eiland was reeds zedert ruim een eeuw van rondömme vry regelmatig beveiligd , uitgezondert aan eene kleine ftrekking langs dc oost-Kust, alwaar men geene havens vindt, Deeze gebeurtenis niet voorzien hebbende, was de compagnie oogenblikkelyk bedagt op het afvaardigen van berigt naar alle de Indifche colonien, 'er wierden "aanftonds vericheidene couriers afgevaare digd aan de Ncderlandfche gezanten by de buitenlandfche Mogendheeden, het geca ten zeiven tyde bok door de meeste vreemde  HISTORIE-BESCHRYVING. 185 de 'Ministers in *s Hage aan hunne Hoven Wierd gedaan. Hunne Hoog Mogende, teifens gaade flaande de noodzakelykheid om voor de gefteldheid van Nederland te waken, lieten door verfcheidene zee officieren, de kusten, fterktens, en batteryen langs dezelve onderzoeken, het vervallene met alle fpoed herftellen, en het verdere nodige in ftaat brengen; over al wierd gefchut, kogels, en kruit gebragt, langs de ftranden hier en daar huisjes opgerigt, om, yan ogenblik tot ogenblik, langs de kust, van de hoek van Holland af tot benoorden Wyk op zee toe, de wagtte houden: verfcheidene Regimenten wierden uit de landfteeden na de dorpen by de ftranden gebragt en dc ontwaakte moed der land lieden , om hun vaderland ten dienste te zyn, fpoorde elk hunnen aan de wapenen op te ïieemen. Zo lang Engeland geene openbaare oorlogs declaratie had gedaan, bleef de provincie Zeeland beftendig by het befluit, dat , Wilde de Republiek tusfchen de oorlogende nabuuren eene ongekrenkte onzydigheid behouden, dezelve, of zodanig gewapend moest zyn, -om de regten der neutraliteit Mj te 178.0,,  1780. Zceltind verklaard zig over den oorlog met Engciuui. 186 VADERLANDSCHE' te doen eerbiedigen, of dat zy ten gepasten tyde en plaatfe eenige infebiklykbeid moest gebruiken voor de vorderingen der oorlogende Mogendheeden; en alzo het dit Gemeenebest, in die omftandigheden, aan het eerfte middel ontbrak, dat derhalven het tweede middel moeste worden aangevat; door welke gronden zy dus ook vryheid had gevonden, deinfebiklykheid voor een ouden bondgenoot te gebruiken , en liever de befcherming van één tak van koophandel te haten vaaren , hoezeer dezelve volgens de verbonden geoorloofd was. De Heeren Staaten betoogden, in dat geval, met de befcherming van de koophandel, de zenuw van den Staat, niet verder te moeten gaan, dan het algemeenc belang van de Republiek, mee betrekking tot alle omftandigheden van tyden en zaaken, toeliet, alzo eene ontydige befcherming van een zeker gedeelte der koophandel, aan de geheele commercie en welvaart der ingezeten in alle haare uitgebreidheid eenen geweldigen flag zoude kunnen toe te brengen. Dat men deze gevoelens daarom altoos in de Republiek gevolgd had, ja dat 'er voorbeelden waaren van zodani- crp  HÏSTORIE-BESCHRYVING. 187 ge en nog veel grooteretoegeevendheeden voor andere Mogendheden; hoedanig 'er thans nog een voor handen was, ten opzigt van de Oostenrykfche Nederlanden, waar door Zeeland het meeste te lydenhad: deeze provintie was fteeds in die gronden volhard, fchoon de andere bondgenooten, de eene vroeger, de andere later, eene ftrydige denkenswyze en behandeling hadden aangenomen, zy meende zich te kunnen zuiveren tegens alle verdenkingen door haare voorbehoudingen , en protesten, tegens de te vreezene gevolgen, dan dewyl dit alles vrugteloos was geworden, en de verwydering tusfchen Groot Brittannie en de Republiek grooter gemaakt, had zy by die gelegentheid aan de bondgenooten wederom herinnerd de weg tot fchikking van de onflaane verfchillen, welke reeds by het begin der onlusten door Jorke waaren voorgeflagen, en door welke toegevendheid het nietonwaarfchynlyk was of alle de oneenigheeden zouden zyn voorgekomen; Hunne Edel Mogende konden dus niet 'ontveizen, dat zy rechtmatig gevoelig waren, wegens het afflaan van de deliberatien op dit ftuk ter Generaliteit: dat dus het eene toeval op [780,  188 VADERLANDSCHE I780. op het andere volgende, eindelyk de ondekking der bedenkelyke onderhandeling van een der fteeden dezer Republiek, en zommige particuliere perfoonen, met de Noord-Amerikaanfche colonien, de laaste hand had gelegd, die, hoewel by hunne Hoog Mogende afgekeurd, de Koning van Groot Brittannie echter reeden had verwekt om cifch te doen tot reparatie en vergoeding , met bedreigingvan, zulks niet fpoedig genoeg ontfangende, op de ingezetenen te verhalen. Het was 'er verre van daan dat zy Heeren Staten van Zeeland het gepretendeerde recht van den Koning van Engeland goedkeurden, doch dewyl meermaalcn de brieven van rcprcfaille, van marqué, of arrest, door de eene Mogendheid tegens eene andere was verleend, zonder daarom tot eenen openbaaren oorlog te komen, gclyk zodanige onderfchcidingen ook ten duidelykften in de tractaatcnkcnnclyk waaren, en eindelyk, dewyl ook het Manifest van Engeland genoegzaam te kennen gaf, dat de weg tot verceniging niet ten eenemaal was afgefneden, zo hadden zy Heercn Staaten daarom zonder uitftel befioten nog eene poging by de bondgenoten aan  HISTORiE-BÈsCHRYVING. i8< aan te wenden, of hunne gematigde voor flagen tot voorkoming van bloed vergieten en verderf van Landen en ingezetenen, ee nigen ingang mogten vinden; doch dat z zich van die toejuichende gedagten verydel vonden , dewyl men had goedgedagt buiten bewilliging van Zeeland, dezaakej buiten haar geheel te brengen en do best oogmerken te leur te Rellen; zo dat zy -tegen de gronden van het Verbond de Unie, tegen de rechten der fouverainitei der Republiek, en tegens haare herhaald, pogingen, zig in de algemeene telenden zagci ingewikkeld, eh .haar aandeel in de ge meenfehappelyke bezittingen van het bond genootfehap, aan de beklagelyke gevolgei van den oorlog blootgefleld , het was m buiten eenige keuze, of hun Edel Mogen de moesten in deeze dreigende omRtndig. beid, uit hoofde van zelvs verdediging, den aanval van Engeland, die de ingezetenen van Zeeland ook treffen zoude, helpen afkeeren, en tot afbreuk van den aanvallenden Mogendheid zo veel deel nemen, als hel vermogen zoude toelaten; het was ge è zints hun voorneemen om zig de gemeen, befcherming van het bondgenootschap tc ont- - [780.^ r 7 i l t t protefteer tyd e fiuit over Hen oorJ< met Engeund,  1780. 2Q0 VADERLANDSCHE onttrekken, maar met vereenigde kragteri zodanige maatregelen te helpen neemen, als meest konden dienen tot afweering der begonnene vyandelykheeden, en bevordering van eene fpoedige vreede, om den voorfpoed van Nederlandfch handel weder te zien herboren worden, hoewel in die rechtmatige verwagting, dat die provintien, die in de aanleidende oorzaaken van deezen oorlog, boven de gevoelens van Zeeland, hunne bevattingen hadden doorgezet, ook de voornaamfte onkosten zouden dragen, en wel ten goede houden dat Zeeland haare ingezetenen niet boven maten belaste om aan een oorlog te contribueeren , die tegens haar zin, en uitdrukkelyke proteftatie was begonnen; niet te min hielden zy Heeren Staten zig ten fterkften verzekerd, dat het vaderland door eendragt moest behouden worden, en daarom zouden zy ook by deeze hachelyke omftandigheeden alles nalaten, wat reden tot onaangenaamheeden zoude kunnen geven; dus hunne rechtmatige bezwaren over het verkragten van de grondwettender Unieuitftellen,zoin deeze gewigtige gelegendheid, als in andere voorgaande gevallen; waar te nevens zy niet kon-  HISTORIE-BE SCHRY VING. 191 konden nalaaten de regten hunner pro vin tie en derzelver ingezetenen te verdeedigen; deeze onloochenbare inbreuk op het verbond van Unie ter harten te nemen? en zig voor te behouden het recht, om, in een tyd van meerder rust, van de andere provintien te rug te vorderen alle de kosten, fchaden, en nadeelen welke Zeeland uithoofde van deeze onlusten bereids mogte hebben geleden, en tot haar verdere verdediging nog zoude moeten maken. Dit befluit door alle de Leeden van Haat in Zeeland goedgevonden zynde, wierd,tot eene formeele refolutie gebragt, met bepaling om het zelve door de Gedeputeerden dezer provincie ter Generaliteit uit te brengen, en teffens te blyven byde gedaane aandrang van een vergelyk met Groot Brittannien te moeten zoeken: het konde niet anders zyn, of Zeeland moest geduurende deeze ganfche verfchillen met de meeste der overige provintien, van een tegengefteld gevoelen zyn; de gedagten,#van ziginilaat te moeten brengen om zyne rechten te kunnen handhaven, of dat verzuimende, liever een gedeelte af te ftaan dan alles in de waagfchaal te ftellen, fcheenen niet ongegrond, 1780.  1780. i02 VADERLANDSCHE grond, alleen merkten zommige provintien1 daar op aan, of niet dezelve moeilykheid by een andere Mogendheid zoude ontltaan, wanneer die zig, door zodanige toegêevenheid aan Engeland, beledigd achte; ook oordeelden de verdere bondgenooten dat aan hun het verzuim van het niet by tyds in ftaat ftellen niet moest worden geweten, aangezien zy , en Wel byzonder Holland, waar tegens dit gezegde van Zeelanl wel het meeste fcheen ingerigt, ten alleriterkften hadden aangedrongen tot de handhaving en het behouden der onafhanglykheid, en de' tydige toerusting ter zee, evenredig aan het vereifch der verdediging van de neutraliteit; waar door die derhalven, met geen minder recht, zig zouden kunnen beklagen over de tegenkantigen tegens de toerusting ter zee, en dat zy , ten gevalle van Groot Brittannie, afftand zouden moeten doen van hunne wettige verkregene rechten, en daar door zig aan een oorlog met Vrankryk bloot ftellen: ook oordeelden de verdere Bondgenoten dat Zeeland in deezen met te veel drift te werk ging , aangezien het nog niet uitgemaakt was, dat Vrankryk, en de Noordfche Mogend-  HISTORIE-B ESCHRYVIN 6: I93 gendheden, deze mishandeling aandeRcpu-. bliek mede niet ter harten zouden neemen, en hun te gemoet komen; ook was het nog niet uitgemaakt, dat Nederlands Magten* eensgezind zynde, en op de beste manief alie hunne vermogens en kragten infpannende, niet in ftaat zouden zyn, volgens het voorbeeld der braave voorvaderen, eenen afgeftrecden vyand tot reden te brengen , de fchandelyk gehoonde rechten van onafhanglykheid, eer, vrye zeevaart, cn koophandel, te herftcllcn, cn voortaan, behoorlyk te handhaaven; dit konde men alleen met zekerheid zeggen, dat Jetoegevendheid voor Engeland, niets andersbe: werkte, dan dc volkomene ondergang van het Vaderland, — Nimmer zag men zulk eene algemecne aandoening en bitteren haat tegens eenen vyand onder de ingezetenen van deze Republiek, dan by het uitbarsten van dezen oorlog; overal ondekte men dé gevolgen van waanhoop en woede; 'er kwam in geene bedenking, dat de ongewapende dapperheid, de ver afgeleegene bezittingen, de wyd verftrooide fchepen en koopmanfehappen niet konde verdedigen tegens de talryke Britfche vlooten; het ge- voei. 1780,  ^1780 194 VADERLANDSCHE . voel der verregaande hoon benam hun alle vrees voor fchaade, en het by de Neder» landers zo geliefd denkbeeld van vryheid ontftak de hoogfte woede in hunne ziel. — De Heeren Staaten van Friesland, bcrigt ontvangen hebbende, dat de gezant van Engeland reeds uit 'sHage was vertrokken, cn dat de vyandelykheden een aanvang hadden genoomen , het geen zekerlyk voor de zeevaarende ingezetenen dezer Provincie verdere nadcelige gevolgen zoude hebben, oordeelden, dat voor het tegenwoordige ten kragtdaadigften het beftier van zaaken daarheen behoorde gewend,dat 's Lands zeemagt in den besten ftaat van tegenweer wierde gebragt, om dus de Republiek van die zyde, daar de treffende onheilen het meeste dreigden, tebefchermen: Engeland haar uitterfte kragten aanfpannende, ten einde met geweld de algemeene hcerfchappy over de zee te hebben, en als 't waare op de zelve een onbepaald gebied te voeren, was men gedwongen de noodzaaklyke uitrusting ter zee te doen, zonder zig te laaten afleiden door de denkbeelden van eene gantsch onvoorziene omwenteling van zaaken, waar door het vuur des oor-  HISTORIE-BES CHRYVINSi I95 oorlogs op het vaste land zoude kunnen worden ontltookcn , en tegens zodanige omftandigheden dc wapenrusting van dit Gemeenebest reeds te verdeelèn. Hun Hoog Mogende fcheenen egter van die byzonderc gedagten te zyn, en hadden by mislive aan dc gezamentlyke Provinciën kennisfe gegeevcn van een plan van vermeerdering van Landmagt met 13000 Soldaaten, cn 1300 Ruiters, het welke in dit tydftip , waarin de Republiek gekomen was, en nu de keuze van oorlog of vreede niet meer openftond, noodzaakelyk fcheen: de ondervinding had altoos geleerd, dat zo men volkómen onaf hangelyk wilde blyven, het volftrekt noodzaakelyk was, z'g ftèedé tegen die mogendheden te dekken, tegens welken men het minste beveiligd Was. Het was egter zeker, dat zulk een gewigtig eri noodzaakelyk voorwerp niet konde worden bewerkftelligd, zonder nieuwe lasten op de goede ingezetenen te leggen, ën deeze bedenking Vond vry veel ingang by eenige der Provinciën , welker finantie weezén eene ongunftige gedaante had; weinig immers konde het baaten, Van gevaar overtuigd te zyn,' toeteRemmen in de N 2 rcr- .  I96 VADERLANDSCHE ï78o.'\ ' t ( 1 Friesland vindt ' zwaarig- | hcid in de augmen- ] taue van Landtrou : pen toe te item- ; men. J i j ( 1 t < : crmeerdering der troupcs en buiten ftaat e blyven de reüele voldoening der gevraag* ie penningen te kunnen geeven. Gelderand en Holland Hemelen egter daar in toe, loch Friesland konde in die voorflag niet >ewilligen; de vier quartieren van deze 'rovincie b.agten een advys uit, waar by sy niet alleen bet aanwerven van de voorweifelde Manfchap onuitvoerlyk agteden, naar ook naar de regelen van een goed >olitick beleid zich verpiigt oordeelden, icrst dat geene ter hand te neemen, het velke den Lande het meeste voordeel konIe aanbrengen, en uit dien hoofde dus de ïitbrciding der zeemagt de voorkeuze e moeten geeven ; ook berekenden zy, lat, met betrekking tot haare Provincie, le vermeerdering der troupcs en foldy aarlyks eene buitengewoone uitgaave van ^.13000 guldens zoude beloopen, welk nontant zy, geduurende drie of y/erjaaren , kvel zoude kunnen vinden door eene geldigting,en vervo'gens door de oplegging /an zwaarc lasten ter drukkinge van de bezitters van landeryen, die reeds te veel bezwaard waaren, doch dat zy oordeelden, lat dezen uitftap ten eenemaal onnut zoude  HISTORIE-BfiSCHRYVING. 197 de zyn, want, om niet te fpreeken van i nog andere finantieele bedenkingen, wel-' ken by den Souverain nimmer uit het oog konden worden veriooren, en die, zeiden zy, de toeftemming op dat ftuk voor de Provincie volR ekt onmoogelyk maakten , zo had daar en boven de verzekering wegens de bytfand van zyn aller Christelykfte. Majefteit den Koning van Vrankryk, de Republiek genoegzaam beveiligd , om tegens alle geweldaadige aanvallen gedekt te worden. Ook gaf deze Provincie te kennen, dat de toerusting der vlooten zo noodzaaklyk was, dat intusfchen alles behoorde ter zyde gefield te worden wat daar. aan hinderlyk konde zyn, dewyl de commercie als de gezegende bronader van den bloeijcnden welvaart dezer landen,' door den dadelykeh invloed, die dezelve daarop had, ande-s de gevqeligfte f]agen zoude kunnen ontvangen, cn dermaate konde worden getroffen, dat het jaaren lang zoude aanloopcn , eer dezelve tot haaren voongen luister en aanzien weder konde" wpr den gebragt. Zy agcen zich dus verpiigt den voorflag der augmentatiederLandtroupes, als van geene nutte, maar veel eer N 3 •780.  £98 VADERLANDSCHE nadealig, te laaren vaaren. Dus vcrtdceven de Heeren Staaten van Vriesland by dat begrip, dat zy op den tcgcnwoordigen tyd en omftandigheden moesten letten, en zich toeleggen, om alle middelen te gebruiken, waar door het geluk van Vrankryk, en dc gunftige aanbiedingen'van dat Hof, zo wel als het ongeluk en de dwaasheid van Engeland, hun ten voordccle konden gedyën. Zy gelasten daarom de Heeren hunne gedeputeerden ter vergadering der Staaten Generaal, zich, wegens deze Provincie , aan de verdere bondgenooten in dezer voegen te vcrklaaren, dewyl zekerlyk het voornee men van zyne Doorlugtigtfe Hoogheid, en den Raad van Staaten zoude zyn , om, na het eindigen van dezen oorlóg, deaangeworvenctroupes niet weder af te danken, om dat men, na het bevinden van deze tegenwoordige misflag van ongewapenhcid , voorzeker de Republiek niet weder zoude kunnen laaten te rug keeren tot dat gebrek van befcherming; Het zoude derhalven , dagt Hun Edel Mogende beter zyn, indien het gevaar zulks vorderde, by de andere Mogendheden een onderhandeling te onderneemen, teneinde als  historie-beschryving. 190 .als dan een zeker getal geoefende foldaaten in onzen dienst van hun over te neemen. In de daad de vooj öordeclen tegens de augmentatie van Landtroupcs waren by de meeste leden van de Republiek te zeer ingezogen en in hun gemoed verouderd, dan om daar van af te zien: Het was hier mede als met een oneindig aantal flaatkun • dige bezeffen , welken eenemaal aangenoomen zynde, zekere grondbeginzelen worden; het was van alle tyden af wel de waarheid, dat de Republiek, geene buitenfpoorige eefzugt bezittende, ftceds Mogendheden zoude vinden, welken haare veiligheid, zo wel als haar belang, metalleopregtheiden iever handhaafden, doch, indien men naar de leere der algemeene ondervinding wilde handelen, zo behoorde men zig echter door geene vreemde hulp te laaten befchermen, maar eene land cn zeemagt te bezitten , evenredig met de toeftand. De Republiek zich nu met Engeland in eenen oorlog ingewikkeld ziende, welks gevolgen waarfchynlyk voor Groot Brittannie^ het lot voor het toekomftige zouden beflisfen, dewyl het getal der vyanden tegen dien Kroon niet alleen hier door ver. N 4 meer. 1780.  s/8( 200 VADERLANDSCHE ). meerderde, maar ook de vryheid van Noord • Amerika onbetwiftbaar maakte , alzo van eenen anderen kant niemand der Mogendheden van Europa zich voor de belangens van dat Ryk verklaarde. Men mogt en moest uit zulk eene gefteldheid van zaaken met reden véronderftellcn , dat gemelde Hof vooral zorgvuldig in acht zoude neemen, van by dezen oorlog geene andere maatregelen te bewerkftelligen, dan welken zo veel het mogelyk waren de waereld overtuigden, hoe het alleenlyk om eer cn billykheid, voor zo verre men daaraan eenigen fchyn konde, geeven, oorlogde tegens de Zen ouden en getrouwen bondgenoot, en geenzints om den roof: zulks zoude ecnigermaate over een te brengen zyn geweest met de gezegdens van zyne Majefteit in het manifest des oorlogs, dat hy-naamentlyk dien flap met weerwil en fmerte deed, dat hy den oorlog hoofdzaaklyk voortzette, om, ware het moogelyk, de voorige eensgezindheid te herftellen , en niet, om zich te wreeken; dan de eerste daaden en vyandelyke bedryven, ademden niet, dan ongehoorde wreedheden, pcrfooneele onderdrukkingen, eerlooze verbeurt- verklaaringen en  HÏSTORIE-BESCHRYVING. 20I en mishandelingen tegens de wetten der 1780'. Natiën: 'Er gcblcek in alle de Britfchc ver- - * rigtingen, van het eersten oogënbhi der oorlogsverklaaring af aan, niet anders, dan ontaartheid, cn een opzcttelyk voorneemen, om de zeevaart der Hollanders, als een fchakel van de keten der koophandel, met welke het credit door de geheele waereld geleid en te zaamen gehouden wierd, tc 'vernietigen: Het Engelfch volks karakter fcheen van ondeugden zamcngcfteld, het was hun onverfchilljg, wie, of wat het voorwerp van'hunne ondernecmingc was, de taal der menfehelykheid zweeg altoos by hen. Zulke bykoomende buitengewoone omftandigheden van dezen oorlog maakten de. voorwerpen van raadplccgingen by de hooge Magten van die land nog mccnigvuldïger en gewigtiger. Dc verfcheidene re- ReCo]wk folutien van.Zeeland, welke ftceds van die VJn Hun der andere Provinciën onderfcheiden wa-Mcg8nde ren geweest, wierden, ingevolge eene Commisfie van hun Hoog Mogende,aan degcnvan Heeren gedeputeerden ter onderzoek aan bevoolen, eri vervolgens beoordeeld als onnut te zyn, aangezien in de tegenwoordige tyd het onderzoek, wat 'er gedaan AT _ ^ was, /  202 VADERLANDSC.HE # was en wat'er had behooren te gefchieden,om ' het recht der ingezetenen te verdedigen, niet te pas kwam, of eenig nut konde aanbrengen , maar tot bekwaamer gelegenheid verfchooven diende te worden, ten einde nu alle poogingen aan te wenden , om Nederlands eer en onaf hanglykheid, met goed en bloed van onze voorouderen zo duur gekogt, eendragtig tegens alle gevaar te befchermen; Het was reeds te lang, dat dezen ftaat, die weleer zo aanzienlyk was, haar luister had moeten zien verminderen, en zich voor het oog van gantfeh Europa laaten veragten, deze redenen, zeiden hunne Hoog Mogende by derzelver nadere verklaaring op het voorgebragte van Zeeland, behoorden, by eene welgeregelde overdenking van alle de omftandigheden ,aan de Staaten van die Provincie zo gewigtig voor te komen, dat zy op het ernftigsten in alle de voorgeflaagcnc middelen tot verdediging van het Vaderland, zo te zee, als te lande, bewilligden, cn de prompte confenten hielpen verlcenen, zonder door eenige bedenklykheden over hunne finantiën, zich van den last des oorlogs te onttrekken , en dezelve op de fchouderen der bond-  HISTORTE-BESCHRYVING. 203 bondgenooten te fchuivcn, aangezien deeze, door waare liefde tot bet algemecne welzyn werkzaam waren geweest, en ongelukkiglyk in de tegenwoordige onaangcnaame omftandigheden ingewikkeld. Het was nu de tyd de handen aan Éét werk te flaan, met eendragt cn magt den vyand af te weeren , en had Zeeland voormaals altoos een byzonder patriottisch gevoelen betoond, in zich zo onderfcheiden werkzaam te ftellen, om den vyand, langs alle wegen, afbreuk te doen, thans vertrouwden en wenfehten Hun Hoog Mogende, dat zy daar toe tegenswoordig dezelve opgewektheid mogten hebben, om de gelcdcne fchaaden op den vyand te wreeken.—Zulke gronden konden dienen, om het gebouw van ftaat, hoe zeer in desfelfs zamenhang verzwakt, te onderfchraagen, de befcherming van de rechten en vryheden van dit Gemeenebest kragt byte zetten, en, onder de medewerking van Nederlands Erfftadhouder, de verwoestende oogmerken van écnen heerzugtigen vyand te verydelen. Derhalven namen de Heeren Staaten Generaal een befluit, om eene algemeene vergiffenis aan alle Nederlandfche bootsgezellen, 1780.  1780 Uitvo* yan graa ren vtrbodea 204 VADERLANDSCHE ■ len, die uit den dienst van deze Republiek waren weg geloopen, te verleenen,met bevel, dat voortaan geene vreemde werving hier plaats zoude mogen hebben, maar deze landen de gefchikte gelegenheid mogten behouden, van zich van inlandsen krygsvolk en matroozen te voorzien: En dewyl 'er een algemeen gerugt was, dat Engeland g-brek aan graanen had, zo begreepen 's Lands overheden, op het vöoibeeld rvan andere nabuurige Magten, allen uitvoer van dezelve te verbieden. Intusfchen deed de Koning van Engeland, onderrigt van dc oogmerken der Republiek, het beflag, dat hy op de Hollandfche fchepen had ge^ legd, opheffen, en pasporten verloeren, waar door alle de fchepen toebehoorende aan dc onderdaanen van den Staat, in eenige der havens van Groot Brittannie leggende, met hun volk en laadingen, uitgezondert zoute proviüen, en fchecpsbehoeften, of ammunitie van oorlog, vry mogten vertrekken; hoedanig eene opheffing van het embargo binnen deze Republiek insgelyks was toegeltaan, alleen met uitzondering van krygsbehoeftens , fcheepsbehoeftens, graanen, haver, duif- en piför- de-  HIS TO RIE-BESCHRYVINO- 20$ debooncn; wcderzyds voor den tyd van i zes maanden. Het getal der oorlogende Mogendheden tocneemendc , wierden dc maatregelen voor de onzydige Magten te noodzaakly. ker, 'om de vryheid van hunnen koophandel en zeevaart te befchermen. De Neutraale bondgenooten in het Noorden hadden dit gantfche ftuk nu tot volkomenheid 'gebragt, niet alleen, om zulks by den tegens wo'ordigen oorlog te doen duuren, maar ook, om het by de toekomftige tyden, en nieuwe onlusten in Europa, te doen gelden. Deeze bepaalingen zouden ten opzigte van den koophandel en fcheepvaart* en in alle gevallen, wanneer het 'er op aan zoude komen om de rechten der onzydige volkeren te handhaven, het onveranderlyk rigtfnoer zyn. Nederland was naar veel vertocv-ens op den 2ofcn van Slagtmaand daar in toegetreeden, doch deze tusfchen gekomene oorlogsverklaring van Groot Brittannie rukte het nu uit die gantfche betrekking, en het was derhalven voor de ingezetenen van ditGemeenebest mede van d ; uirerfte noodzaaklykhcid, om de voorwaarden van dat verdrag, voornament/yk zo 780, /  Zö6 VADERLANDSCHE 17S0. Z 8 I 't 1 2 \ \ i 1 ( 2 r É i c t < I Zweden j neemt deel in de Neutraliteit. 0 als het tusfchen Haare Rufch Keizerlykë (fajefleic en den Eoning van Denemarken /as vastgefteld , te kennen , hoofdzaaelyk hier op uitkomende, dat zy geen deel ouden neemen in de gefchillen, v/elke ■oor het fluiten van dit verbond "reeds yaren ontftaan , dat zy onderling; elkanIer alle byftand zouden verleenen , daar iet nodig zoude worden, en nimmer uit het iog verliezen elkander behulpzaam te yn in het vorderen van vergoeding, waneer aan deszelvs vlag eenigen hoon wierde angedaan, en dat tot het een en ander einde, eder voor zich zelvcn, een zeker getal -orlogfchepen en fregatten zoude uitrusten, imgebruikt te worden, daardeomfhndighelen het mogten vereisfehen. Deeze grondlagen zouden dus dienen tot een ontwerp /an een algemeen Zee Wetboek, ingerigtnaar le denkbeelden van rechtvaardigheid enbilykheid, volgens welke Zweeden zich vervol jensook verklaarde deelgenoot aan het zelve ;e willen zyn,alleen metbyzondere beroeping' van voorbehouding van deszelfs verbond van koophandel met Groot Brittannie, en van den inhoude van het commercie tractaat in den jaare 1741 met Vrankryk geflooten. Het  HISTOÊIÉ-BESCHRYVINO. 20/- Het vooruitzigt der gewenfchte vrugten, waar toe dit verbond van gewapende Neutraliteit aanleiding had gegeeven, voor de kooplieden van dit Gemeenebest verydeld zynde, met het verklaaren van den oorlog. Ronden by deeze ongelukkige omwenteling van zaaken, de binnenlandfche arbeid der fabrieken teffcns met de buitenlandfche koophandel werkloos,en zonder eenig voordeel te behaalen: Dus verre waren by dit afgeloopcn jaar Nederlandsch bevoorregte ingezetenen door de goedertierne hand des Allerhoogftenbewaard;zyhadden, in het midden der verwoestingen van den oorlog , waarmede de oude en nieuwe waereld wierd gedreigd, wel veele aanrandingen en byzondere beledigingen ontvangen , doch ook milde zegeningen genooten; zy waren bewaard geworden by de vreede, by devoorfpoed, en de onheilen van andere, die hun tot waarfchuwingen dienden , hadden gelukkige uitwerkingen voor hun gehad; dan nu begon het vooruitzigt duister te worden, het verwoestend oorlogsvuur was tot deze Republiek overgegaan, en de te duchtené gevolgen waren akelig, ja te angstvalliger, om dat zy verwekt wierden vaii de i78oL  2C>8 VADERLANDSCHE 1780 de zyde van een Mogendheid , met welke cit Gemeenebest meer dan een eeuw in de nauwfle verbintenis van vriendLchap bad geleefd. Het was niet te voorzien, waarop zo veele ftrydige bewegingen en flaatkundige ontwerpen in Europa en AmcrLa zouden uitloopen : Alle geregelde denkbeelden , welke de bekwaamfte Staatsmannen over deze onzekerheid vormden , vervielen. Men bad van deoudfte tyden af waargenomen, dat Engeland fteeds bedagt was op middelen, om haare koophandel uit te breiden, en die oogmerken te bouwen op de puinhoopen van die van andere volkeren dat zy met leede oogen den bloei van Nederland aanfehouwde, en alle welvaart van het zelve had willen affnyden ; men moest ook denken, dat zy thans met deeze tegenwoordige bedoelingen, op zulk»eenen grootenaffiand van vooruitzigtcn hetzelfde zogt , hoewel haar gedrag niet te doorgronden was en eerder alle kenmerken van onbetaamende heerschzuchtopleverde. Deze ongerustheid, en eenige andere rampfpoeden, welken Nederlandsch bewoonderen bejegenden by hetafloopen van dit jaar, gaven regtmaatige redenen, om te vreezen voor  HlSTÖRIÉ-BESCHRYVING. 2oi vóór de uitwerkzelen van het Godïyk on genoegen. In deeze gevaarlyke gefield heid geplaatst zynde, was men bedagt j or den vyand niét alleen met de wapenen maar ook met zulke maatregelen, als aai hunne koophandel grooteri afbreuk köndei doen, te befbryden; de kooplieden oordeel den dat wel in het byzonder voor de goed< zaak van het Vaderland dienflig was, een ver bod te leggen op het invoeren van Engel fche Roffen èn handwerken, en voor namentlyk van zodaanige, waar uit de in gezetenen van Groot-Brittannie hun dage lyksbeftaan vonden, en welken wy in tegendeel of zeer wel konden ontbeeren, oi gemakkelyk van elders doen kómen, en daai by te voegen een verbod van uitvoer var zodaanige goederen, als meestendeels van hier ten nutte der Eugelfchen derwaards wierden gebragt: in hét byzohdêr waren de Rotterdammers ieverig op dit fluk, de Heeren gedeputéerdens Van die Stad deeden , op byzonder bevel van hunne Principaalen , aan de Heeren Staaten van Holland voórdraagen , dat> zo als het hun voorkwam, deze gevoelige flag zoude kunnen ftrekken, om die Natie Ö tot ) -1780.. 3 > 1 1 Dc Rotterdammers ver» zotken :en verbod van ïngellche joederen,  2IO VADERLANDSCHE . tot redelyker en gemaatigder denkbeelden " omtrent dit Gemeenebest te brengen; weshalven zy dit voorftel, in ernftige overweeging gaven, of niet de zaaken ter Generaliteit daarheenen behoorden te worden beftierd, dat, hoe eerder, hoe beter, ieder verboden wierd , het zy over zee, het zy langs de ftroomen of de rivie. ren, het zy te lande, eenigerlei wollen, lakens , of andere manufactuuren , hoe genaamt, of aarde en glaswerken , of andere zoort van krameryën en ftaalwerken, onder de Groot-Brittannifche heerfchappy, of deszelfs Colonien gemaakt of bewerkt , in deze landen te mogen inbrengen, of doen cn laaten invoeren, alles op zodaanige ftraffen, als naar vereisch van omftandigheden dienftig zouden worden geoordeelt. — Terwyl deeze zaak aan de wysheid van's Lands befbierderen wierd overgelaaten, ten einde de maatregelen tot afbreuk van den vyand zodanig te bepaalen , dat Nederlands handwerksvolk daar door niet van hun beftaan beroofd , en de algemeene koophandel, de waare bron waaruit 's Lands welvaart moest fpruiten, niet aan onherftelbare verleiding wierd bloodgefteld ; mer-  HISTORIE-BÈSCHRYVING. 2IÏ merkte men in het byzonder aan , dat d< koophandel, als de aldertederfle zaak uil zeer veele takken te zaamen was gefield; die allen zulk eene byzondere verknogtbeid met elkander hadden, dat de eene geen hindernis konde worden toegebragt,öf de andere deelde onmiddelyk in de fmertelyke gevolgen van het nadeel: 'Er moest dus, begreep men, met betrekkingtot de koophandel zorgvuldig gelet worden op alle gevolgen die uit de geringftc oorzaak konden gebooren worden, en de uiterfte voorzigtigheid in acht genoomen wegens de geringfle beweegredenen die men nauwelyks konde ontdekken. Natuurlyk konde derhalven het handeldryvend lighaam van deze Republiek omtrent dit iluk niet een en dezelfde denkenswyze voeden, elk gewoon om zyne tak van handel en welvaart voor te ftaan, cn met de meeste kunde te befchouwen, was meerder daarop bepaald, dan op het algemeen belang: hier uit wierd dierhalven deeze bedenking gebooren , of het verbod van invoer der Engelfche goederen in deeze landen, de handwerkenzoudondoen flilRian, dan of het de Rapel alleen zoude verplaatfen, en langs eenen anderen weg de O 2 ver- :i?8di  ?78°- Bcdenkin gen wegens het voorftel van l{ot tcrdum. 212 VADERLANDSCHE verzending uit Groot■ Brittannie openen: ■ Op het beste genoomen fcheen het veelen toe, dat de verhinderde invoer binnen deeze landenEngeland alleen zoude doen verliezen bet gene alhier wierd gebruikt; waar tegen van de kant der Hollandfche kooplieden de voordêelen van de verzending van hier zouden worden gemist: waaruit deeze vraag gebooren wierd, of dit laaste verlies konde worden vergoed door de, meerdere bloei van de binnenlandfche handwerken ? Het gaf ook eenige bedenking of hier uit geen groot nadeel voor de Katoendrukkeryen zouden gebooren worden, dewyl by dezelve eene groote meenigte Oost Indifche Lywaaten der Engelfche Maatfchappy bewerkt wierden: dit althans was zeker, dat, op zulk een befluit, de Engelfchen, het regt van wedervergelding oeffenende, ook wederkeerig alle Nederlandfche gewerkte ftoffen in Groot - Brittannie zouden weeren: deeze laaste gedachte had by deSteeden Haarlem en Leiden vry veel invloed, zy oordeelden , dat haare Fabrieken niet alleen konden bloeijen door het binnelandsch vertier ,maar ook door de verzending naarbuitenlandsch, welk oogmerk alleen moest bereikt worden, dooide  HISTORIE-BESCHR YIVNG. 213 de gewerkte goederen beter en goedkooper te maaken,dan andere mededingende natiën, waartoe voorzeeker de verdere uitgebreide bepaling der koophandel, niet anders dan fchadelyk konde zyn. Alle die bedenkingen deeden derhalven de Regenten der byzondere fteden van Holland befluiten, om dat voorftel der Stad Rotterdam over te neemen en de gevoelens van kundige handelaaren daar op in te winnen, die op dat ftuk de geest van Nederlands raadsbefluit konden zyn. De kooplieden van Amfterdam aan de Regeering van hun ftad derzelver bedenkingen mededeelende, maakten zwaarigheid, dat zulks nog meer voet zoude geeven tot verdeeling van den koophandel naar Oftende en andere neutraale zeehavens; Zy begreepen, dat 'er de Republiek niet aangelegen lag, of wy de verzending van Engelfche manufaétuuren naar Duitschland deeden, dan wel, of zulks gefchiede door die van Ooftende of Hamburg, en vestigden zich hoofdzaaklyk daarop, dat het draagen van Engelfche goederen hier te lande, in de plaats van inlandfche ,een zeer groot aantal menfchen binnen dit Gemeenebest minder werkzaam hielde, dan in devoorige O 3 eeuw; r7go.  £14 VADERLANDSCHE ,eeuw; doch de kundigfte van die ftad verklaarden, dat ,naar hun gevoelen, het verbod ,zodaanig als het door Rotterdam was gevraagd , geen nadeel aan Engeland, maar veel fchaade aan de Republiek zoude toebrengen, om dat, ten minsten viervyfde gedeeltens van de ingebragte goederen uit Groot Brittannie, weder van hiernaar Braband,Duitsland en elders wierden uitgevoerd, het geen . even zeker zoude gefchieden langs de Oostenrykfche havens, of,over Embdcn, Breemen, en Hamburg, zodat men naar de beste berekening niet anders zoude kunnen vastftellen, als dat Engeh.ni alleen daar by die óén.vyfde zoude kunnen verliezen, welke binnen de landen van deze Republiek gebruikt wierd, en dat veelligt niet het honderste gedeelte zoude kunnen uitmaak cn van het geene in het Groot BrittannifchRyk gemaakt was : Ook zoude men hier door een aantal inwoonderen van dit Gemeenebest van het middel van hun daaglyks beflaan berooven , om dat, 'gelyk zy beweezen, zeer veele Engelfche goederen onbereid naar Holland wierden oyergebragt, ten einde alhier geverwd, geparst, gefchooren of zodanig, toegerust te worden, als voor het ver-  HIST0RIE-BE3CHRYVING 2.r vertier van dezelve noodzaaklyk was; Zi betoogden, dat ruim drie vierde gedeel tens van de Katoendrukkeryen beftondei door het bewerken van de Engelfche ly waaten; Zy geloofden, dat 'er ook een ze ker verband was- tusfchen de Engelfche ei Hollandfche goederen, met opzigte to het vertier van hier naar buitenlandse!: en met betrekking tot de Leidfche, Haa lemfche, Hilverfomfche , Friefche , ei andere handwerken, mitsgaders de voort brengzelen van de Nederlandfch volk plan tingen. De Republiek in deeze getteldheic gcbragt zynde, was 'er ook niet anders te ver< wagten, of dc Duitfchers, Brabanders, en andere volkeren, zouden zich, langs andere wegen , van hunne vereifchtens voorzien, zo dat uit het een en ander onmiddelyk moest volgen, dat de gantfche tak van de Engelfche commercie, "benevens deszelfs voordeden zoude verloopen en onaffcheidelyk aan de byzondere vertiering van goederen hier te lande gewerkt groot nadeel toebrengen: het wasniettehoopendat de ongelukkig onftaane vredenbreuk onherflelbaar zouJe zyn , en hoe zoude het moogelyk wezen, om by eene vernieuwde vrede zulk eene gewigtige O 4 rer- T T780. 1 T I jj l I  ï?8o 2l6 VADERLANDSCHE verandering in de koophandel te weeg te brengen, en dien gevestigdenüroomweder te verleggen; men mogt met allen grond gelooven, dat het ten eenemaal onmogeïyk zoude zyn, daar kwam nog by, dat het grootfte gedeelte der Engelfche wolle manufaftuuren in deze landen niet konde ontbeert worden. De landman en zeeman moesten zich bedienen van de gemeene lakens tot kleeding , de arme luiden konden voor hun dezelve niet misfen , en, wat moeite men zoude willen doen, zy geloofden niet, dat zulks door eenige fabriek van dit Land zoude kunnen worden vergoed, althans niet, wanneer de uitvoer der Engelfche wol uit Groot Brittannie wierd verboden, aangezien het volftrektonmooglyk was gelykzoortige ftoffen zonder dezelve te maaken. Het verbod zoude derhalven ten opzigte van de. gemeente niet anders zyn dan bevoorens , en andere zouden genocgzaame gelegenheden weeten te vinden, om dezelve onder andere benaamingen en merken in te voeren, zo als de voorbeelden in den jarre 1665 overvlpedig hadden geleerd; Al wat derhalven daar uit was te vcrwagten, zoude,  HISTORIE-BESCHRYVING. 217 alleen zyn eene verhooging van den prys der goederen. Deze middelen wierden dus, als niet dienflig tot afbreuk van den vyand, ter zy.r de gefield, doch daar de onbillyke vyandelyke aanval van Groot-Brittannie allen en een ieder aanfpoorde om niets te verzuimen , maar zich in ftaat te ftellen , om de gevaarlyke oogmerken van den vyand te' verydelen , en beftaanbaar te worden om tegens zyne. gedugte zeemagt te verfchynen; zo befloot men , de Zeekusten zo veel mooglyk was, voor alle aanvallen te dekken , hier toe behoorden , by het aannaderend faifoen en de onzekerheid waar ter plaatfe zulks zoude kunnen gebeuren, de troupes van den Staat marschvaardig te blyven, en op die voet te worden verdeeld om fteeds by de hand te kunnen zyn: De Raad van Staaten had daar toe een plan ontworpen, om driebyzondereLegers in de Republiek te formen , en tot dat einde eene petitie van kosten aan dc byzondere provintien gezonden, provifioneel dezelve bepaalende op een fomma van één millioen Guldens, buiten het welke geene behoorlyke verzorging zoude kunnen geO 5 fchic- 1780.  I78o, 218 VADERLANDSCHE fchieden van alles wat by zulk eene campagnie, zo voor de troupes en paarden, als voor de magazynen , levensmiddelen en krygsbehoeftens, noodig was, waarin de gezaamentlyke provinciën egter niet anders bewilligden, dan onder zeekere limitatien ; Gelderland verklaarde daarin toete- * Hemmen, en het quota van die Provincie te zullen fourneeren, naarmate het aan de Heeren Staaten voorkwam, dat 'er gebruik van de penningen wierd gemaakt. Jonkheer Robbert Jasper van der Capellen ouderfcheide zich weder in dit Huk van de overige leeden des Graaffchaps Zutphen, en begreep, dat by deeze tyds omltandigheden natuurlyk niets meerder behoorde verhaast te worden, dan de maatregelen, om oorlogfchepen in zee te brengen, en een verbond te fluiten met de vyanden van onzen gedugt gewordenen vyand, ten einde eenpaarig het verraaderlyk aangevallen Gemeenebest tegens de Britten te verdeedigen, bier toe was het, begreep die Heer, gantsch buitengewoon , dat men ieverde om de noodige penningen te vinden voorde lasten van een veldleger. Men had geen aanvallen van de landzyde te vreezen , waar toe zou-  HÏSTORIE-BESCHRYVING. 210 zoude derhalven zulk eene fchikking dienftig zyn ? om de flranden te beveiligen voor de geweldige daaden der kaapers, waren zy voorzeker van geen nut, eneenoïlwee fregatten konden ten dien opzigte alle bekommering weg neemen ; diergelyke befchouwing, begreep by, moest de Heeren Staaten een levendig denkbeeld geeven, dat geene land troupes, maar wel oorlogfchepen, het kwynend Vaderland konden redden; daar toe zouden de Bondgenooten, by aan houdendheid, hunne gereede en groote opfchotten moeten toebrengen, en om zulks te vinden, de middelen van alle mogelyke fpaarzaamheid in . 's Lands finantien gadefiaan: veelligt zoude een millioen toereiken^ de zyn, om twee of drie behoorlyke oorlogfchepen welgewapend in zee te brengen; Niemant, dieniet willens en wetens zyne oogcn floot, kon het overtuigende van dien, ongemerkt laaten voorbygaan. Gelderland had fteeds alle vorderingen van kosten voldaan, doch, dewyl de bronnen van haar algemeene welvaart, door het menigvuldig lyden , op het punt Honden om uit te droogcn, zo konde die Provincie voorzeker niet mede werken , om bet 178c.  I 320 VADERLANDSCHE gefolterd Vaderland tegen eenen wreeden vyand te befchermen, indien zy niet by de gemelde gronl beginzelen volhardden. Het was wel zo , dat de Provincie voor haar aandeel in die gevraagde fcmma wei-, nig had te betaalen, men moeste bekennen dat de vraag van de Heeren Raaden van Staaten zeer gemaatigd was , doch deeze ingezetenen hadden reden , om in hunne toeftand waakzaam te zyn , dat ook niet het geringfte van hun vermogen onnut verfpilt wierde. Daarom was het, zeide de Heer van de Capeilen, dat de Natie geen genoegen konde neemen in de willekeurige vraag, zo als dezelve buiten ceninige behoorlyke overlegging was voorgefteld. Die de rampen van het Vaderland waardeerden , en eenige liefde hadden voor het algemcene heil, moesten de levendigfte bczeffen hebben, dat, zo men niet alles wilde verlcoren laaten gaan, als dan met allen fpoed een ontzagchelykc vloot bekwaame oorlogfchepen in zee behoorde gezonden, om met ernst den dreigenden vyand te beftryden, dc vryheid te verdedigen, de zeevaart en koophandel te beveiligen, en de buitcrilandfchc bezit' tin-  ÜTSTORïE-BESCHRYVI NG. 221 ringen te dekken, zonder welk betragting derzelver zwakke gefteldheid eene volkomene ondergang ten gevolge zoude hebben: Deeze bedenkingen hadden den Heer tot de Marfch verpiigt, om niet zo gereedelyk tot de gevraagde kosten voor Lardtroupes toe te ifemmen , maar dezaaken aan de medeleden open te leggen: Weshalven hy van oordeel was, dat de Heeren Gecommitteerden wegens deze provincie ter Generaliteit behoorden gelast te worden, daar in niet te bewilligen, dan na dat de geneigdheid der overige provinciën gcblecken was ; welk adyys ten recesfe van dat kwartier aangetekend , en by de Heeren Staaten in hun befluit zeer na by gevolgd wierd. De overige provinciën waren meerendcels ook van die gedagten, en dus wierd het plan van drie onderfchcidene legers op te rigten, ter zyde gefield, de troupes wierden zo veel mogelyk langs de zeekust verdeeld, en de beste vermogens ter vermeerdering van eene genoegzaame vloot bewerkftelb'gd : Men viel in de gedagten , dat bet ye-bond der gewapende Neutraliteit aan Hunne Hoog Mogende reden gaf, om de| by- / 1780. Bedên"-; kiiigin var. fr. Tan ut Len,  222 VADERLANDSCHÉ De hulp der 'Neutraliteitgevraagd. byftand der Noordfche Mogendheden te vraagcn ; De Heeren Staaten van Holland en West-Friesland deedendaar toe een voorftel; en het was uit hoofde van dien, dat aan de Heeren Ministers van deze Republiek te Petersburg, Stokholtn , en Koppenhagen wierde aangcfchreeven , om, in maniere zo als zy het gefchikt vonden, aldaar kennisfe te geeven, dat Hun Hoog Mogende, den '2often van Slagtmaand tot het verbond toegetreeden zynde, de beloften hadden ontvangen, van dat oogenblik af aan ook by alle de rechten van dien te zullen worden gehandhaafd, en dat zy dus zich niet anders konden voorftellen, van de grootmoedigheid en getrouwigheid van Haar Rufch Keizerlyke Majefteit, of zy zouden ook thans geene zwaarigheden ontmoeten, nu zy op eene ongehoorde manier door eenen openbaaren oorlog van het Groot Brittannifche Hof wierden aangevallen: De eer, de waardigheid, en het gezag van dat verbond, waren hier medé ge-" moeid, en de verzekering, waar in Hunne Hoog Mogende hadden verkeerd, van het volbrengen van dat zo roemrugtig ondernoomen werk te zullen ondervinden,- deed  H ï S T O RI E-B ESCHRYVING. 223 deed hun geen óogenblik twyffeJen, of de Republiek zoude met het neutraale gedeelte van Europa, tegens de aanvallen der oorlogende Mogendheden, beveiligd worden; Zy hadden by het toetrecdcn in deze verbintenis allezwaarighedenovergeftapt, om dUzy op het vertrouwen hadden gebouwd dat de uitkomst volkomen zoude beantwoorden: Ondertusfchen gébleekhet, dat Engeland die daad zo kwalyk nam, dat dit Hof op eene zeer ongewoone toon een aanfpraak tegens de Republiek bad geformeerd, dewelke, volgens de Raat der Regeering dezer landen, volftrekt onmogelyk was te volbrengen; Het had alle tyd van raadpleeging op dat Ruk afgefneeden eene onmiddelyke vergoeding, en ftraf wegens eene gepretendeerde belediging gevraagd,-zonder eenige agting te kennen te geeven voor het afkeuren van die han. deung, voor het onderzoek van die misdaad, hoewel het kennelyk was, dat de wetten van den lande daar in heilig wier den nagevolgd, buiten welker beöeffenine nog in het Ryk van Groot Brittannie, rog ? herland, nog by eenige welgeftelde ■Kcgcenng, de geringfle Raf gevordeid, of 1780;  17 8o. 224 VADERLANDSCHE of gevraagde vergoeding, konde gegeeven ïvorden; in tegendeel, zyne Majefteit had sog kunnen goedvinden , om zulke maatreTelen tegens de Republiek te beraamen, Rede uitterstens ten gevolge hadden; Hy iad-geweigerd van Nederlands gezant de declaratie Wegens de neutraliteit aan te neemen, en door zyne Staats Secretaris laaten antwoorden, dat hy hem niet meer in die qualiteit wegens de Republiek konde ontvangen; fchoon nu in het manifest des oorlogs met alle omzigtigheid de melding van het verbond der gewapende Neu. traliteit was vermyd, egter bleek genoegzaam uit de gantfche behandeling, uit den tyd wanneer, en uit de manier, hoe deze oorlogs verklaaring in de waereld was gebragt, namentlyk, om dat Hunne Hoog Mogende tot de neutraliteit waren toegetreeden , uit haat van het welke de , Engelfchen zich ook niet hadden ontzien, om van ftonden af een groot aantal Hollandfche fchepen weg te neemen, ja zelfs 'sLands oorlogfchepen openbaar aan te vallen. Die ftaatkundige verberging wel onderzogt zynde , konde derhalven niemant te rug zetten van de krag-  HISTORÏË-BESCHRYVING. feSS* kragtigfte overtuiging, dat met deze vyandelyke aanvallen tegens de Republiek, ook Haare Koninglyke Majesteiten beledigd wierden, alzo deze niet konden worden befchouwd, zich te hebben ingelaaten in een verbond met eene Mogendheid, welke zy niet volkomen erkenden neutraal in den oorlog te zyn. Het behoefde geene verdeediging, dat alle andere by- ' gebragte befchuldigingen van het Brittanmfche Hof, welke aan de Republiek ten lasten wierden gelegd , van alle waarheids ichyn ontbloot waren. Hunne Hoog Mogende gaven derhalven aan hunne voornoemde Gezanten bevel, om aan haar Rusch Keizerlyke Majesteit, en aan de Koningen van Zweeden en Denemarken , met alle kragt van redenen te betoogen , dat zy Reeds byhet aangen, ■ ,■ •,• ^voelen van volkomene onzydigbeid beReridig waren verbleeven, dat zy geen de minfte grond hadden gegeeven iets ten gunfte van de Noord-Americaanfchc Colonicn tc willen doen, en dus dén haat van Groot-Brittannie tegens de Republiek, jn «eenen deelen hadden verdient, weshalven zy zich kónden beroepen op den P waa-  1780. Neder lands Gezantenvorderen de hulp der Neutraliteit. 226 VADERLANDSCHE waaren zin van het zevende, agtfte en negende artikulen van het verbond der Gewapende neutraliteit; dat Hunne Hoog Mogende, zo zy zich alleen hadden te beklaagen op eenen enkelen daad die te herftellen was op aanftaan van de Geallieerden, zonder toe te treeden tot de wapenen, zy als dan deze gelegenheid by voorkeuze zouden hebben in acht genoomen; maar, nu zy vyandelyk wierden aangetast uit haat van het verbond met Haar Rusch Keizerlyke Majesteit en de Noordfche Mogend. heden aangegaan , meenden zy meer dan ooit reden te hebben, om voor het behoud der Rechten van de Neutraliteit, de hulp der mede Bondgenooten te vorderen, dezelve met alle vertrouwen verwagtende tegens de magt van Groot-Brittannie, alzo deze Republiek niet opgewasfen was met haar eigen zeemagt tegens het groot vermogen van Engeland, dat aan alle kanten gewapend was, en waar door Nederlands zeevaart en koophandel het flagtoffer zoude worden van het goed vertrouwen. Hunne Hoog Mogende oordeelden deze redenen zo wel gegrond, dat zy aan de Heeren Gezanten bevel gaven, qm ten krag-  HTSTORIE-BESCHRYVINÖ. 11} kragtigflen aan te houden op de Vaardige en toereikende hulp der bondgenooten, de. wyl zy' anderzints by den eerften aanval, het gewigt en het geweld van de aanranding der Britten niet zouden kunnen draagen, en gevaarloopen van aan het verbond der Neutraliteit onnut te zyn, dewyl het allezints betaamende was, dat zy zich bereidwillig toonden tot zodaanige verdere vordering van de gerneene zaak en onderlinge befcherming , als de tyd zoude mogen eifchen. Ook behoorden die gezanten de genegendbeid der bondgenooten, en hunne gedagten, om- eenige gewapende fchepen aan de Republiek te verleenen, te onderzoeken, behalven nog de de zodanige, die zy tot de gerneene befcherming zouden willentoebrengen; voor welke byfiand zy, in naamevari de Heeren Staaten Generaal, ten zeiven tyde zouden kunnen aanbieden, om met alle bereidwilligheid eene evenredige betaaling te doen. En dewyl de ontftaane vreedebreuk tusfchen dit Gemeenebest en den Kroon van Engeland, veel ligt tusfchen de fchepen der beide natiën in de Sond wanordens en verfchillen zoude kunnen verwekken', zo begreepen 'standshoogeMagP z ten, 117Rdi  228 VADERLANDSCHE I780. t d ii d e i t i r I l r r z 1 r De Heer ( VM Lynien eischt 1 van het Hof van j Zwceden j genoegzaamevoorzie» ning. I ;n, dat zy uit dien hoofde by zyne Maje:eit den Koning van Zweeden ook behooren aan te dringen , om in tyds de ver* ifchte voorzorge te beraamen, ten einde 1 de haavens en op de rheeden, of langs e kusten, de rust bewaard , en door ene gevoeglyke magt van oorlogsfchepen , 1 het Kattengat, tot de punt van Schagen oe, en langs derzelver ftranden, den koopandel beveilig wierd, en, zo het nodig ïogt zyn, by tyds door eenen vasten reel te bepaalen, wanneer de convoijen der eide Natiën, welke in oorlog zyn, zouden loeten uitloopen , in die manieren, dat et fterkfte verpiigt zoude blyven aan het wakfte twee of driemaal vierentwintig uuen tyds toe te ftaan, eer de laasten van de heede of uit de havens zeilden , Hier van laan deed de Heer Baron van Lyndtn aan len Heere Graave Ulrich de Scheffer wejens het Zweedfche Hof, de kragtigfte ver;oogen. Ondertusfchen was 'er voor de wandelaars en zeevaarende ingezetenen lezer Republiek weinig voor uitzigt, dat ;« in den Oost-Zee veel zouden kunnen rerrigten, het getal der gereed zynde ooregfehepen waste gering, om de vereifchte  HISTORIE-BESCHRYVING. 229 te befcherming aan de onderfcheidene fcheepvaart van deze Republiek te kunnen ge-ven, het was wel zo, dat de handel op den Oost-Zee, vooral in tyden van oorlog de noodzaaklykfte was, doch, dewyl die zelve reden ook by de Engelfchen plaats had, en hunne vlooten veel talryker waren , zo was het even daarom te moeijelyker eene evenredige vereifchte befcherming te verleenen: De aart en natuur van dezen handel en fcheepvaart eifchte* dat in dezen tegenwoordigen wintertyd de nodige toebereidzelen wierden gemaakt, om, zo fpoedig het ys uit het water was , derwaards te ftevenen, ten einde, naar gewoon gebruik, de aldaar gereed leggende laadingen uit te wisfelen , 'er was ook een groot aantal Hollandfche fchepen in die gewesten overgebleeven , welke, door de vroeg ingevallenen winter, belet waren herwaards te zeilen; 'er lag een menigte van allerhande koopmanfchappen, ja meer dan ooit, in gereedheid opgekogt, om herwaards te voeren, zo wel tot eigen gerief van de onderdaanen der.Republiek als tot verzending en ter uitbreiding van hunne commercie. Uit hoofde van de ernftige overweging van P 3 dit 1780,  f?8o. i 1 i Verregaandemishandelingentier Engel fche kapers in tien Oost'Zct. ïga VADERLAHDSCH? dies, vervoegde een groot aantal van die ïandelaars zig by Hun Hoog Mogende, en einde niet alleen het embargo van de èhepen die naar den Oost-Zee, en Noo%weegen raaren, op te heffen, maar ook, zonder jitftel, door een genoegzaam getal' van's Lands oorlogfchepen te dpen convoijeren; ie aldaar zynde Hollandfehe fchepen hertvaards te geleiden, en voor den aanval van Engelfche vyandelykheden te beveiligen: tc meer, dewyl de berigtcn uit Elfeneur zeer :reffende fchilderycn uitleverden , van de verregaande buitenfpoorigheeden en brutale onderneemingen der Engelfche kapers, het welke naar alle waarfchynlykheid meer en meer zoude toenecmen , zo dezelve niet fpoedig met geweld wierden te keer gegaan. _ Dit verzoek was van zo veel aandrang , dat die fcheepvaart op den Oost - Zee wel wierd vrygelaaten van het algemeene verbod, doch onder uitdrukkelyke bepaaling van niet anders derwaards te mogen vertrekken, als met behoorlykc befcherming van oorlogfchepen; ten welken einde aan de collegicn ter Admiraliteit wierd aangefchreven,alle nodige ordre te Hellen, en aan zyne Hoogheid, als Admiraal Gene-  HISTORIE-BESCHRYVING. 23T raai dezer landen verzogt, zo dra als mogelyk was een genoegzaam getal fregatten cn oorlogfchepen in gereedheid te doen brengen, de Heeren Directeurs van denOosterfchen handel te Amfterdam , drongen by deeze gelegendheid op het nadrukkelykfte aan, ten einde het bevel tot het leveren van den derden man mede op te heffen, dewyl het oogmerk van dien , thans eene ganfeh tegengeftelde uitwerking had, want zo ras door den reeder wierd geëquipeerd onder levering van den derden man, zo moest volftrekt de aanwerving van 's Lands wegen zeer belemmerd worden, dewyl dc gewoone volkhouders, gebruik makende van de algemeene fchaarsheid , daar door middel wisten te vinden om het volk te rug te houden en de vereifchte vervulling te vertragen ten einde alzo eene onredelyke prys te verkrygen. Hoedanig het daar mede ook mogt gefteld zyn, de weinige gereed zynde fchepen waaren niet in ftaat behoorlyk bemand in zee te loopen, en veele andere, zo als het Lands fehip Amfterdam, het fregat Dieren, en het oorlogfchip de Princes Maria Louifa, in zulk een flegten ftaat, dat ze met geene mogelyke kosten behoorlyk P 4 kon- 1780.  232- VADERLANDSCHE .Ï780 Vrye uitvoer van Salpeter naar Kanover. konde worden herfteld. Om deeze, en misfchien andere redenen, wierden de beloofde convooijën van tyd tot tyd uitgefteld, het welke voor de toeftand van Nederlandfch koophandel veele gewigtige nadeelen veroorzaakte ; dagelyks veranderden de omftandigheeden, en met dezelve moesten geduurige onderfcheidingen door de wetten geregeld worden; het was van het uitterfte belang geweest, Nederlandfch fcheepvaard op te fchorten tot aan het einde van het jaar 1781, maar het was van geene mindere nobdzakelykheid , om de kooplieden in tusfchen gelegendheid te geven zig van Zweedfche fchepen te bedienen, tot het ovèrbrengen van allerhande goederen en producten. Het gebruik van falpeter was voor Engeland Van zo veel noódzakelykheid, dat het uit dien hoofden was' verboden om van hier uit te voeren, ' in tegendeel was het van zo veel belang voor de bergwerken en lood mynen in het Hanoverfche, dat het verzenden van dién over de Wadden naar Breemen ten uittersten wierd vereifcht : verfcheidene andere goederén, als itaal, fpykers, yzer, haver, en zo voorts, wièrden op de verzoekfehrifteh van de ingezetenen, dezer lan  HISTORIE-BESCHRYVING. t$% landen, toegeftaan om uitgevoerd te worden , terwyl de eigenaars der buiten lands leggende fchepen vryheid bekwaamen, om hunne vaartuigen te mogen verkopen. Van geen minder aanbelang was het verlies van die voorname tak van algemeene welvaard, de groote visfchery of haringvangst als de bron van beftaan van een groot aantal inwoonderen te Vlaardingen, Maasjluis, Noord Holland, en elders: het was onmogelyk voor deeze fcheepen een genoegzaam convooy te geven , of ook dat van 's Lands wegen aan deeze rederyen zo veel zoude konnen worden gefourneerd, dat zy zelfs genoegzaame zekerheid konden ftellen op de middelen ter hunner beveiliging, en echter was van het uitftel der .haring vaard geen voordeel voor 'sLands oorlogfchepen te wagten, dewyl dit bootsvolk, aan hun byzonder werk gewoon, tot geene andere zeedienst zoude overgaan, maar veel ligt eerder den lande verlaten en by vreemde volkeren hunne kennis en dienst aanbieden, zo dat het alle zints gevoegelyk fcheen, dat Hunne Hoog Mogende zodanige voorziening zouden neemen, als voor de Haringvaart by dit aanftaande jaar dienstig konde zyn, P 5 * en r78o.  1780. 234 VADERLANDSCHE ïn dat dus ten fpoedigften het embargo ten dezen opzigte mogte worden opgeheven : dan zo als de verleende convooijen muiten effect en onbewerkftelligd bleeven, 2ven zodanig was het ook met de toeftand van de Walvisch. en Haring Visfchery, geene van deeze beloften wierden ten uitvoer gebragt, welke werkeloosheid, zo wel in het [taatsbeftier als in de burgerlyke maatfchappy vqq\ verwarring veroorzaakte: Het was niet nogelyk de eensgezintheid in 'sLands hooge vergaderingen daar toe te brengen, dat de voorledene daaden en bandelwyzen van verfcheidene leeden der Staat, en wel byzonder van de Amfterdamfche Regeering, buiten eene geftadige nafporinge en verdenking wierden gefield, in de plaats dat men behoorde te denken, wat zaaken voor het tegenwoordige nut konden aanbren^ gen, nu Engeland ons reeds den Oorlog had aangedaan. By zulk eene toeftand van omftandigheden der geflremde zeevaart geraakten de WestIndifche bezittingen in de grootfte verlegendbeid ; men konde nog de vrugten en inkomften van daar ontfangen, nog de nodige levensmiddelen en krygsbehoeften, welk  HISTORIE-BESCHRYVING. 235 welken aldaar ten hoogften vereischt en volftrekt noodzaakelyk wierden, derwaards zenden. Dit bleef het ernffigfle onderwerp der raadpleging van de Heeren Staten, terwyl de handelaars malkandcren opwekten , om daar in te voorzien , cn met vlydt en moeite het gemis der vereischte convooijen te vergoeden , daar toe zulke middelen by de hand neemendc, waar door men het onregtmaatig Engelsch geweld konde fluiten, ieder, de eene minder de andere meerder , deelde in de fchaadens zo onverwagt hen aangedaan, dus konde het niet anders zyn, of de onderneemingen welke daar tegen werkten moesten ingang vinden, hoe verfchillig deeze dingen door anderen mogten worden befchouwd; de Koophandel moest langs de beste wegen gaande worden gehouden, zy was te teder van aart, en zoude, door eene volkomene opfchorting, na elders een uitweg zoeken, waar van zy voorzeker naderhand niet weder herwaards zoude zyn te leiden; de hiftorien getuigden, hoe dat dezelve, door de geringfle oorzaken, van het magtige Tyrus naar Alexandrien was verplaatst, van daar naar Venetien gebragt, van 1780. DeKoop- liedcn /erzoe- kenhunne Schepen e mogen :quipe ren.  1 ] 336 VADERLANDSCHE van hier na Antwerpen verhuisd, en ein* delyk zig in Amfterdam- en London had gevestigd, hoe gemakkelyk konde tans deeze loop van veranderingen zig verder uitftreklfen,indien niet de koopvaardyvlooten zig een ruimer baan verkregen om de havenen hunner begeerte veilig te bereiken; de commercie bleef tog de zenuw van den oorlog, door dezelve waaren onze vaderen in ftaat gebleeven eenen tagtig jaarigen oorlog uit :e voeren, en eenen oorlog tegens de vereenigde Magten van Engeland en Vrankryk :e verduuren, wanneer zy een voorbeeld javen, van liever te willen fterven, dan op iuinne vrye halfen een juk te dragen, waarover de nakomelingfchap het bitterfte beklag ioude hebben gehad, en welke denkbeellen ieder vaderlander thans ten hoogften jehoorde aan te zetten , om manmoedig die pogingen te bewerkftelligen, waar ioor men aan het nageflagt deeze rechten veilig zoude kunnen overleveren: De Cotnnercie moest dierhalven doorgezet en geïandhaafd ten koste van goed en bloed , 'zeiden de kooplieden) zoude het land aeftaan; en elk bemerkte klaar, datEngeand dit zeer wel begreep, en zig daarom 'er  H IST0K.J.E-BÈSCHRYVIN6. V op toeleide om Nederland deeze hartader af te fteeken, het geene wel haast het gevolg zoude zyn, wanneer zy langer moest Ril ftaan, de invloed daar van was reeds kennelyk op alle clasfen van menfchen, niet alleen in het volkryk Amfterdam, maar door de ganfche Republiek; het was te vreezen, dat de ryk dom van dit Gemeenebest , die in de welvaart der ingezeten gelegen was, wel haastin behoeftigheid zoude veranderen, en dat de ieverige pogingen der vaderen van het vaderland vrugtelooze onderfteuningen zouden zoeken. Zy wenfehten dus de bekwaamfte en weerbaarfte koopvaardy fcheepen te mogen wapenen , en zodanig met gewoone goederen te beladen , dat zy daar door niet in de fnelheid van zeilen, en in de manier van zig te verdeedigen, belemmerd wierden ;zy begreepen, dat veele van hunne koopvaardy fcheepen zodanig zouden kunnen worden geëquipeerd, dat zy gemakkelyk beftaanbaar zouden zyn tegens de vyandelyke kapers, dat zy vereenigd, de oorlog fchepen die hun zouden willen aanranden, konden afweeren , en eindelyk, zonder veel gevaar te loopen, klcindere«vaartui- gen, JL-,  i7?o. 238 VADÉRLANDSCHË gen , die zy in hunnen weg ontmoeten * overmeesteren. De kooplieden wilden gaarne naar evenredigheid meerder vragten betaalen , om deze kostbaare equipagien goed te maaken, terwyl zy geene asfurantie op de gewoone wyze wisten te bekomen ; en deze gewapende toeftand moedigde zelvs de verzekeraars aan, om met eene meerdere gerustheid, tot veel maatiger prys, te teekenen, dan men thans naa de regelen van voorzigtigheid van hun vergen kon. Dusdoende, oordeelden zy, behoefde dat aanzienlyk getal fchepen , welke thans renteloos lag , niet door de zon te verdroogen, de zeevaart zoude dan niet meer verloopen, en de zwaarigbedtn, die met eenige fchyn daar tegen konden worden ingebragt, ten eenemaal opgelost en uit de weg worden geruimd; een der voörnaamftc handelaars op de West-Indiën, leeverde daar toe een plan, het geene in de daad wel beredeneerd was, doch tot geene bewerkftelliging kwam. — Diergelyk eene Vaderlandfche iever ontftak ook de harten van eenige brave' Amfterdamfche ingezetenen, om, door middel van eene vry willige infehryving , eene bekwaame fomma gelds» te  HISTORIE-BESCHRYVlNG. 239 te verzamelen , ten einde daar uit, door het verleenen van premien, of andere bekwaame middelen, de werving van het zeevolk tot 'sLands dienst te bevorderen, hoedanig ontwerp by eenige casfierster tekening wierd nedergelegd; welhaast was 'er ruim 25000 guldens verzameld, en men bevond, dat, door de daar uit verhoogde handgelden, het getal der dienstneemende matroozen dagelyks toenam; dan, dewyl de Heeren Staten vervolgens beflooten, om zelvs, uit 's Lands fchatkist, de meerdere premien aan het zeevaarend volk te verftrekken, zo wierden die gemelde penningen, door de beftierderen van dat fonds , ter verkwikking van de gevangene Nederlandfche matroozen in Engeland verltrekt; de Admiraliteits Collegien verleenden aan ieder bootsgezel, die zig zei ven in dienst begaf, vyf en zeventig guldens premie, en aan de zodanigen, die een jong bevaaren matroos, een wel gemaakt onbevaaren, cn een jongeling, aanbragt, daar voor driemaal vyf en twintig ducaaten, de premie daar onder bereekend. Zo ras Engeland den ocrlog aan de Re-1 publiek had verklaard, tragteden de Noord., Ame-1 1780. Ontwerp ter bevorr dering van het werven van zeevolk. Iet CorN ;res doet en geldeeneng in iolland.  24® vaderlandsche 21— De Heer tyiinms houdt een gefprck met den Prefïdent van Hun Hoog Mog: Amerikanen, langs alle mogelyke wegens in eene nauwe betrekking met Nederlandsen ingezetenen te geraaken; de Heer Adams, die zig, als Minister van die vereenigde Staaten, hcrwaards had bcgeeven,oopendê te Amfterdam, ten behoeve van het congres, eene geldleening, beftaande uit duizend obligatien , ieder van duizend guldens , tegens vyf van ieder hondert tot intrest in het jaar, op coupons Van 25 guldens alle half jaaren te voldoen. En om nog een ftap verder té gaan tot de erkentenis van de onafhanglykheid der 13 verbondene Amerikaanfche Gewesten, verzogt de genoemde gezant een mondgefprek met den voorzittenden Heer uit de vergadering van Hun Hoog Mogende, den Heer van Lynden tot Hemmen, aan wien hy te kennen gaf, met welk een verlangen de Amerikaanfche Gewesten wehfehten een verbond van vriendfehap en koophandel met dit Gemeenebest aan te gaan, hy gebruikte de kragtigfte drangredenen, om dat voorgeftelde oogmerk te bereiken, en overhandigde ten zeiven tyde eene Memorie, waar in de deftigheid zonder verwaandheid, de betaamende nedrigheid zonder laagheid, op  RISTORTEiBESCHRYVINdi 24 f óp eene verwonderlyke wyze doorblonken;] in de daad dit onderzoek werkte met allé' naadruk op de harten van 's Lands vaderen i die geene mindere verpiigting gevoelden i om met alle voorzigtigheid tot dien flap te komen-, aangezien onmiddelyk daar uit moest volgen, dat deze Staat daaf door in de ongelegenheid zoude komen , om , of; ter eeniger tyd eene artderzints voordeeli-' ge bevrediging met Engeland, uit dezeri hoofde te moeten Jaaten vaaren, of, wilde men daar van gebruik maaken, het verbond, dat met de Amerikaanen door te veel drift was aangegaan, weder vërbreeken. Zo dat de Heer van Lytiden aan den Heere Adams, met alle ftaatkundige omzigtigheid te kennen gaf, dat, hóe geneegen hy ook was, aan zyn verzoek te bewilligen, hy zig echter buiten ifaat bevond des1 Gezants geloofsbrieven aan te neemen, alzo 'er nog veel aan haperde da de onafhanglykheid van de vereenigde Gewesten van Noord - Amerika door deze Republiek erkend was. Hoe Zeer. dit vöorzigtig gedrag van den Heer van Lynden de volkoméne goedkeuring van Hun Hoog Mogende wegdroeg, nogQ. thans  24* VADERLANDSCHE thans hefchouwden de kooplieden het ganfeh anders; en hier uit konde men gevolgelyk afleiden, datditftuk, by het verdere beloop van de ftaats zaaken, gewigtige gevolgen zoude hebben, temeer, om dat de voornaamfte Hollandfche Steeden voor de belangens van het commercierende gedeelte der natie zouden yveren, en zig behalven dien met veele redenen mogten vleijen, daar in van eenige andere Provinciën gefterkt te zullen worden , alzo die zeer duidelyk te kennen gaven, dat zy Engeland, als eene te magtige en jaloerfche nabuur, gaarne zouden verkleind zien, met het verlies van de Amerikaanfche volkplantingen, in verwagting dat het, als dan meer aan het vermogen van dit Gemeenebest gelyk ftaande, hooger waarde op de verbonden zoude ftellen, en zig getrouw gedragen; zy hadden geleerd, dat kleindere magten, zig met grootere Mogendheden verbindende door traétaaten. die op een gemeen intrest zyn gebouwd , veel meer hebben te vreezen dan de magtiglte: de ondervinding van het gedrag der Neutraale Mogendheeden deed hun thans zien dat zy altoos in ftaat behoorden te zyn van zig te kun-  HISTORIË-BESCHRYVING. £43 kunnen verdeedigen, terwyl de byftand, by vereifchte noodzaaklykheid, veeltyds ver te zoeken was. — Om het belang van een verbond met Amerika tè aannemelyker voer te dragen, zag men de memorie van den Heer Adams alömme door den druk gemeen gémaakt, èn hoofdzakelyk daar by betoogd,dat de uitgeftrekte gefteldheidvan de Amerikaanfche gewesten zódanig was, dat zy gefchikt waaren voor den landbouw, en niet voor de manufaftuuren, deeze waarbeit bewees men uit dé bevinding Van de vroeger gefteldheid tusfchen deze eolonien in Engeland, dewyl uit de wederkee. rige handel met dit Ryk , de Amerikaanfche hüizën van koophandel aldaar verre boven de andere uitmunteden: daar door waarèn de fabrieken in Zeeland zodanig vermenigvuldigd, dat de grootheid van de zeevaart èn commercie in Groot Brittannien alleen daar van het groot vermogen had bekomen. De Tabakshandel bragt alleen by de 500000 ponden Sterlings aan Regten op in Engeland en Schotland, alzo jaarlyks over de i ooooo vaten derwaards wierden aangebragt, en wanneer men daar by rekende dat capitaal het welke Engeland Q. * ge-  17 go 244 VADERLANDSCHE genoot van den uitvoer van dit product naar Vrankryk, het geene op 298000 ponden Sterlings begroot wierd , zo konde men hier uit afleiden, wat de voordeden der verdere voortbrengfelen 'van deeze Landen moesten bedragen: Dat Virginien was voor de Tabak, was Carolina voor de Ryst en Indigo, en Penfilvanien voor dc Granen en andere goederen, de vermeerdering van inwoonderen welke in die landitreeken gevolgelyk zoude plaats hebben, moeste ook uit dien hoofde de producten vermenigvuldigen, en den handel voor Europa van meerder aanzien en belang doen. zyn; de natuur van dc commercie der Amerikaanen kwam met die van deeze landen volkomen over cen,gelyk wy reeds in verfcheidene kleine takken hadden ondervonden: voor heen had Nederland gebloeid door veele fabrieken, die thans voor het grootfte gedeelte vervallen waaren, men mogt met reden befluiten dat Amerika de linnenfabriek in Ierland gevestigd en de on-. ze had doen verfiappen; zo ras nu de Hollanders de vrye verzending van dit artykel na de vereenigde Staten van Amerika mogten doen, zouden zy voorzeker tot minder prys  HISTORIE-EESCHRYVING 24^ prys dc fyne en grove linnens, hier M maakt, derwaards leveren; rnen behoefde niet aan te haaien welke voordeelen hiei uit zouden voortvloeijen voor de Haarlem fche linnenbleekers, en dat het even ge lyk zoude gefield zyn met Leidfche laken fabrieken, met de deekens, en andere wolle manufacturen, voor welke de Landprovinciën van deeze Republiek zc wel gefchikt waaren; had men tot nog toe in deeze landen de Manchester catoenfabriek niet gevestigd, de handel met NoordAmerika zoude ons ook daar toe gelegenheid geven, aangezien het catoen, uit de Nederlandfche colonieh herwaards gebragt, minder duur kwam te ftaan dan het Engelfche: wat de goederen aanbelangde, die gedeeltelyb uit Turksgaaren, gedeekclyk uit zyde of wolle, gemaakt wierden, zodanige fabrieken waaren hier ook reeds gevestigd, cn indien Nederland daar van de genoegzaame hoeveelheid niet konde Icveren, zo zoude Duitfchland en Vrankryk het onbreekende aan de Hollandfche kooplieden wel verfchaffen; de goederen die de Oost-Indifche Compagnie hier te lande verkogt, konden- van hier beter koop dan Q. 3 van 1780.  Ï780. 246 VADERLANDSCHB van de Engelfchen naar Amerika worden gebragt; De kundigfte lieden hielden het daar voor , dat het belang des koophandels met dat der fabrieken nimmer gelukkiger konde worden gepaard, ook zoude de fcheepvaajd deezer Natie, die met minder Manfchap, en dus beter koop, wierd gedreven , zulks bevorderen; Engeland konde zich herinneren, dat het, voor de onlusten met deszelfs colonicn , jaarlyks3oqo fcheepen door die vaart in zee had, en het was buiten alle bedenking dat dit gemeenebest wel haast de grootfte toevoer na dat waereld. deel zoude brengen, de genegenheid dier volkeren en de overeenkomst van beider Regerings bellier, zo wel als de Wederzydfche voordeelen, zouden ter begunftiging van deeze voordeelen veel toebrengen. Wanneer men met een Staatkundig oog het belang der beveiliging van de' West Indifche bezittingen befchoude, zo konde men geene betere befcherming verwagten, dan van de zyde der NoordAmerikaanen; zo ras immers de belangens van beide wederkeerig waaren, was 'er geene fpoediger verdeediging te verwerven , dan van dit magtig volk, zonder dat men  HISTORIE-BESCHRYVINQ. I^J men ooit van hun kant behoefde te vree zen voor eenige vyandelykheeden, uit be« geerte van zig meester te ftellen van Nederlandfch colonien, dewyl de uitgeftrekt* heid en vrugtbaarheid van hun eigen land, haar om geen ander van minder belang zoude doen denken: Zulk een vooruitzigt was inderdaad voor een handeldryvend volk niet mogelyk om onverfchillig gaade teflaan, d6 Republiek had nooit gelegenheid gehad zich zulk een natuurlyke en nuttige Bondgenoot te verwerven, en wanneer men niet met alle fpoed deeze gelegenheid waarnam was de bekommering van daar mede te laat te zullen komen even zeer gegrond als gewigtig: de Hollanders ftonden nu door de vreedebreuk met Engeland volkomen geregtigdomdaarnate mogen tragten, zo wel als alle andere Natiën, dus zoude het onverantwoordelyk zyn de laatere nakomelingfchap redenen te geven om zich van onze nalatigheid te beklagen, en eene welvaard te hebben verzuimt, die de ingezetenen was aangeboden. Uit dit betoogde, en door de algemeene overtuiging dat men tegens de Koning van Groot - Brittannie niets had misdaan, of dat de bedryven die kwaalyk Q. 4 ge- 17 80.  iy8o. $48 VADERLANDSCHE genoomen wierden , eenig kenmerk van kwaade trouw hadden, won het verrigte van de Amfterdamfche Regeering meer en meer veld^inen oordeelde het thans niet alleen niet ftrafwaai-dig, maar veel eer een bewys van voorzigtigheid en beleid ; De Staaten lieten het verrigte voor het geene dat het was, zy verklaarden zulks niet voor hunne rekening te neemen , dewyl het by deeze omftandigheden niet vereischt wierd , zy .hielden zig aan de rege.ien by alle welgeordende regeeringen plaats hebbende , en wagten de uitflag der raadplegingen vap het Hof van Juftitie geduldig af; liet Hof, met het onderzoek van de e zaai eemgen tyd vertoefd hebbende , tot dat jntusfehen de openbaare oorlogverklaaring gefchicde, begreep, dat deze weg door de Heeren Sraaten was ingefiagen, om te dienen tot een voorloopig onderzoek,, eer aan de begeerte van zyne Groot -Brittannifche Majesteit opzigtelyk de gedaan e ftrafvo.rdering konde worden voldaan, cn dat, dooiden ontfhar.en oorlog de aanleiding tot de vraag ophoudende, het allezints vreemd zoude zyn,, ten btbaage van den vyand te beöordecien, of men, volgens de rechten en  HISTORIE -BESCHRY VING. 249 en verbintenissen, die de vyand zelvs niet erkei.de, crimincele Procedures zoude hebben moeten aanvangen , en 0f de wetten zulks zouden hebben gepermitteerd : uit hoofde van die zwaarigheiddiët het Hof de zaak buiten nadere verklaaring, met verzoek van Hun Edele Groot Mogende töëSvinden te mogen weeten, indien zy iets meer ten dezen opzigte begeerden, i Dus bleef dit verfchil onbepaald, cn het onderwerp van veele openbaare twist fchriftcn, waar van de meeste, het zy met opzet' het zy door overhaasting, de zaak in een kwaad daglicht vooritelden, en ganfche zamenweeffelen van befchuldigingcn met eene glinfterende ophef vcrfprciden,ingerigt om de onkundige gemeente te verrasfen, om het zaad van tweedragt in dc Republiek weeldrig te doen groeijen; De meeste vermengden de daaden van Burgemeesteren en den Penfionaris van Berkiï , met de verrigtingen van den koopman deNeufvilk, daar dezelve echter hemels breed van elkandcren vcrfchilden; want de laastgenoemde maakte zonder eenige de geringfte blyk van lastgeeving- een ruw opftel van een Traftaat, en de Heeren Regenten van 0. S Am,  X78c %$0 VADERLANDSCHE i. Amfterdam betuigden, wel geneegen te "zyn pm het hunne toe te brengen, ten einde de Republiek met de Amerikaanen eene verbintenisfe aanging, ten tyde wanneer zy door Engeland onafbanglyk waaren verklaard; alle die de zaak met deze onderfcheiding beoordeelden, bekenden, 'dat 'er van de zyde van Amfterdam niets was gedaan het welke tegens de verbonden, tusfchen de Republiek en Groot Brittannie plaats hebbende, aanliep; doch andere, minder doorziende, begreepen, dat de Amerikaanen door deze toezegging gefterkt wierden in hunne voorneemens, dwaazelyk geloovende, dat die volkeren zo onkundig waren, van niet te weeten, dat, Wanneer zy de onaf hanglykheid hadden gevestigd, als dan geen volk in Enropa greetiger zoude zyn om een verbond van koophandel met hun aan te gaan, dan d© Hollanders. Het zoude voorzeker eene openbaare ongerymdheid zyn , te denken, dat het geeven van eene onzekere hoop ter bevordering van de goede zaak, welke buiten dien moreel zeker zoude gefchieden, de Amerikaanen konde ftyven; zulk eene voorwaardelyke toezegging konde nog be- lee-  HISTORÏE-BESCHRYVING. 25Ï ïeedigend nog onrechtvaardig genoemd worden : wie doch konde, indien byzondere perzoonen goedvonden aan de Amerikaanen geld te leenen, het welke buiten twyftel voor die volkeren nuttig zoude zyn, en bygevolg nadeelig voor Engeland, doch echter by geen hoe genaamd verbond verboden , zulks onregtvaardig noemen? Deze voorwaardelyke toezegging van dé Amfterdamfche Burgemeesteren had voorzeker geen druppel bloeds aan Amerika, of één guine geld aan Engeland, gekost, 'er was van de zyde der Regenten, nog tegen de verbonden, nog tegen de Statutaire wetten, of volks rechten, misdaan, en nog veel minder door den Penfionaris van Berkel, die door den Ridder Yorke was aangevallen en befchuldigd, als te zyn een verftoorder van de openbaare rust, en een fchender van de wet der volkeren, onder welke verdenking hy zitten bleef, fchoon de welmeende daar omtrent een ftilzwygend verachten voeden, en dien Rap van den Engelfchen Gezant met de hoogfte verontwaardiging verfoeiden; het lofwaardig gedrag van dezen Minister, geduurende 19 jaaren ter vergadering van Hun Edele 1780» Algemee^ ne haat over de befchuldiging tekens van Berkel.  i78o., ! i ! 252 VADERLANDSCHE e Groot Mogenden, had hem de liefde cn ichting van alle weldenkende Nederlanders jodanig verworven, dat niemand 'zyne gevoeligheid hier over konde ontveinfen. teder had zig gevleid> dat, uit de afdoeling van zaaken by het Hof van juftitie , mmiddelyk, de zuivering van zyne geêhondené eér,' en de goedkeuring van het »cdrag der Amfterdamfche Rcgcering zoude zyn voortgevloeid, dan, in de plaatsvan na een langen tyd verloop zulk een advis van Praefidënt en Raaden te ontvangen, wierd die verwagting verydeld, door de reeds -gemelde vinding ter affnyding van het béftier der juftitie in dezen, en 'er wierd voor den Penfionaris geen ander vooruitzigt geopend, dan dat zyn eer en goede naam aan alle verkeerde bevattingen bloot gefteld , in het Publiek aangerand, en verhinderd wierd, om naar behooren in het openbaar gezuiverd te worden. Met zulke vooröordeelen had het deugdzaamfte ontwerp tot welzyn van den Staat te worftelen, terwyl de welmecnende en brave Staatsmannen onder allerleije hinderpaalen onderdrukt wierden, en de ongelukkige ingezetenen de deernis waardigfte gev > ge i daar  HISTORIE-BESCfïRYVING. £$■ daar van hadden te wagten, aangezien alle "werkeloos bleef, en de hoognodige be fchenning van de koophandel en zeevaar veronagtzaamd wierd, terwyl dé vyani daaraan dc geweldigfteflag toebragt, tervvy ■de oorzaaken van deze kwalen niet wierdei uit den weg geruimd: Het was niet moge lyk voor Vaderland-bevende ingezetenen die hunne opgelegde fchattingen blymoedi/ in 's Lands fchatkist hragten , daar onde: ftilzwygende te verkeeren, zy hadden rech daar voor de verdeediging van dit wel ee: bloeijendenby de nabuuren geacht Gemee nebest te eisfehen. Ganfch Europa ftonc verwonderd over de bedaardheid en hei koelzinnige waar mede de zaaken hier t( lande voortgingen, ja de buitenlandfchc nieuwspapieren dreven 'er den openbaaret fpot mede, en het geenzints vermogenc Hof van Lisfabon, durfde zelvs, mei kleinachting, een hoogen toon voeren tegens den gezant van Nederland, te ken nen gevende, het de Hollandfche oorlog fchepen niet langer in de havens van deszelvs ryk konde gchengen, dewyl zulks met de onzydigheid zoude ftryden. — In zulk een zigtbaar gevaar bevond zig de Re- pu- \ s 1780. t l l > r 1 Portugal begeert dar de Hollandfche oorlog /cheepen vertrekken.  i?8c 254 VADERLANDSCHE .publiek, byzonder door gebrek van ge* noegzaame eénsgezintheid» en de daaruit natuurlyk voortvloeijende gevolgen; hier uit ohtftoüd eene algemeene vrees voor het crediet der Oost- en West - Indifche Compagnie, want men hield die bezittingen zo goed als verlooren, en het konde niet anders zyn, of deze Sociteiten moesten daar door aan byzondere ongelegenheden bloot gefield worden, aangezien de Oost - Indifche Maatfchappy, veele gelden by Recipisfen, tegen 3 van het hondert tot intres, opgenoomen hebbende, onder het gewoone beding van met zes weeken het capitaal te kunnen opzeggen, bloot lag van tot voldoening aangemaand te worden; gewoonlyk was de waarde van deze Recipisfen boven het Capitaal , maar nu daalden dezelve van dag tot dag in prys en dus wilde een iegelyk thans zyn geld te huis hebben; één ryk ingezeten van Amfterdam had onder zyne byzondere bezittingen, voor drie tonnen gouds van deze bewyzen, en vorderde die mede te rug, het geen de compagnie buiten ftaat ftelde om daar aan geredelyk te voldoen, dewyl Zy haare gelden w>d en zyd verftrooid had, wes- hal-  HISTORIE-BÈSCHRYVÏNG 2J; hal ven Bewindhebberen in de noodzaake lykheid geraakten toevlugt te neemen to den fouverein, en gebruik te maken vai die rechtsmiddelen, welke in zoortgelyk< gevallen aan byzondere kooplieden ver. leend wierden: Zy vervoegden zig by Hui Hoog Mogende, en verzogten, dat he op eifchen van die gelden der Recipisfêi mogte worden opgefchort, zo als dan ooi wierd bewilligd, niet tegenftaande da veele ingezetenen zig over het onregtmaa tige van dien zeer beklaagden, aangeziei zy die gelden in dat vertrouwen haddei gegeeven, van dezelve ten allen tyde ti rug te kunnen vorderen; doch de buiten gewoone omftandigheeden billykten he gebruik van noodzaaklyke maatregelen zonder de belang hebbenden daar over fe verftaan, dewyl dit alleen de eenige mo gelyke weg ter redding was; want, on ter inftandhouding van het crediet de: compagnie, met zo veel verhaasting eeni ge goederen te verkoopen, was niet moge lyk, alzo eene buitengewoone verrigtin^ de waarde van dezelve zeer zoude hebber verminderd; niet tegenftaande deze op fehörting der voldoening van de Recipis f t i i i t t i i I > i i I  256 VADERLANDSCHE ren de prys van dien noodwendig deed daa» en. — Zo ras Haare Puilen Kcizeriykc vlajcfleit onderrigt wierd, van de ongeloorde ftap van het Hof van Groot Brit:annie, en dat deszelvs gezant, de Ridder Yorke reeds uit 's Hage was vertrokken, iet Hoogst dezelve door Haar Minister de Prins van Gallitzin, aan den Prcfidercnden Heer van Hun Hoog Mogende te kennen geeven, dat zy met veel leedweezen deze zo veel gerucht makende Rap had gehoord, cn hoopte , dat, wanneer het immers mogelyk was, de verdere daadelykheden zouden worden voorgekomen, en de Republiek zo wel als het Hof van Engeland zig zoude laten ovcrreeden, om de goede verftandhouding te herftcllcn, waar toe zy insgclyks Haar gezant , de Heer Simolin, te Londen renderende, zoude bevelen met alle mogelyke iever en vlyt te arbeiden: Men konde niet anders zeggen, of dit gedrag van Haare Rufch Keizerlyke Majefteit had alle de kenmerken van haar voortreffelyk. karakter, het was belangeloos, en voorzigtig: Hun Hoog Mogende, in die tyds omftandigheden nog geneigd om de rust en een- dragt  falS'TokïS-BÉsCHRYlVNG. 257 oragt tusfchen de twee Staaten te heritellen, betoonden zig bereidwillig, ja men mag zeggen, dat 'er by Hoogst dezelven zulk een goéd Vertrouwen voor Groot Brittannie was overgebleven , dit men zig veel beloofde van Haare Rufch Keizerly* kë Majefteits tdsfchen komst, boe wel de tyd wel haast leerde, dat zulks ganfch te onregt gefchiede, en dat 'er uit de waarde der oude verbintenisfen geene zekerheid was te verwagten : De onrechtvaardige Brit weigerde aan die redelyke taal gehoor te geeven; hy bleef'by zyne dwaaze voorÖO'-deeleri; floeg de aangeboodene bemiddeling van Rusland af; en verklaarde geene onderhandelingen van hernieuwde vriendfehap te willen aangaan, ten zy dat die eene algemeënc vrede tot onderwerp hadden,en zyne RoomfchKeizerlykeMajeReit mede daar in gekend wïerde. — Het is niet uit te d' ukken, met wat verwondering alle volkeren van Europa de koelzinnigheid, of weinige yvér, waar medé de Publieke zaaken ter verdeediging van het vaderland,van dé büitenlandfche bezittingen, en van de koophandel en zeevaart, behandeld wier den , befchouwden ; Men bemerkte R zeer IÜ2:  17 8o Algemeen ongenoegerover de weinige yver tegens den vyand. 258 VADERLANDSCHE zeer zigtbaar, dat veele geloofden daar ia 'tenduidelykften te ontdekken, hoe 'er eene zekere verftandhouding tusfchen het Groot Brittannifche Hof en eenige voornaarae leden van dit Gemeenebest plaats hield; wel haast wierd daar een algemeene vrees uitgebooren, of de nationale Britfche nyd en heerfcbzugt,metdeszelvswerkzaame poogingen , veclligtheimelyke vorderingen maakte, zig den weg had weeten te baanen, om Nederlandfch geringe zecmagt geheel te onder te houden, en den koophandel van Holland intuslchen tot dat uitterfte te brengen, van aan de uitnoodiging by het Engelfch oorlogs manifest gedaan gehoor te moeten geeven, de lofwaardige maatregelen der Amfterdamfche Regenten te veröordeelen, en de barbaarfche vinding van eene gevraagde Satisfactie zonder beleediging te billyken. Dan hoe zeer het waar is, dat de Republiek zig niet veilig konde achten om dat zy weerloos was, echter voeden deze denkbeelden in de harten der waare vaderlanders eene woede aan, daar het raerkwaardigfte gevolg van te verwagten was, en welke drift, zo als vroegere bevinding had geleerd, vercifcht wierd, om de fpoedigfte omwenteling te  HISTORIE-BESCHR Y VING. 259 temaaken, en met het dan ontftooken Bataaffche helden moed, alle hindernisftn op te ruimen, en den trotfehen vyand de Rharidelykfte verneedering te doen ondergaan. Het Engelfche Ministerie was geduurende deze eeuw in alle deelen van de waereld zeer onrustig, vol van onbepaalde vo'orüitzigten, waar van het de onmogelykheid der uitvoering niet fchecn te bezeffen. Vrankryk in tegendeel, fcheen niet te vreden met de eer Van de belangens en vryheid der Noord-Americanen te hebben gegrondvest, maar ook de welmeenendfte bewyzen te willen geeven, van de Republiek uit de ftaat van deze onderdrukking te willen redden en niet aan het heib. loos lot van de ongewapenheid over te Jaaten: De Engelfch - gezinde party ontbrak het aan geen ftof om dit gediag van het Vranfche Hof in verdenking te brengen, en tragte de misdaaden van het zee fchuimend Britfche volk door andere zeldzaame voorbeelden van menfchlievendheid te bedekken, doch die bekrompene denkbeelden wierden wel haast van alle zyden zodanig beftreeden, dat dezelve als beneden de bezeffen de daar door, was het mogelyk, aan de yver van Nederlandfch volk heimelyke hinderpaalen te ftellen , en geene uitrustingen ter kaap te doen, of de uitvoeringe van die ontwerpen zo bedenkelyk te maaken, dat alvoorens iets bewerkftelligd wierd, de zeevaart der Hollanderen met fnelle fchrceden tot den ftaat van vernietiging ylde; ja op dat men in 's Lands Hoogfte vergadering , door deze en geene Provinciën zo veele tegenfpraak mogte vinden 3 dat de oorlog, van de zyde der Republiek, niet met het vereifchte beleid en eensgezindheid gevoerd wierd. Gelukkig was het dat de voornaamfte koopfteden van Holland zig de omftandigheden wel degelyk aantrokken, zig over de traage toerusting der fchee-  HISTORIE-BESCHRYVINO jfjl fcheepen, en het verzuim inde equipeering der gereed leggende, beklaagden, en niet rusten, voor dat aan de byzondere Admiraüteits collegien wierd aangefchreeven, van zig te verantwoorden wegens de tegenwoordige gefteltheid, en de beftiering van zaaken geduurende ecnigentyd gehouden, byzonder met betrekking tot de uitgaaf van zulke aanzienlyke capitaalen als aan dezelve waren veritrckt. De regels eener duidelyk in het oogloopendeftaatkunde deeden aan deze handeldryvende Natie wel ras bezeffen, dat het wakker doorzetten van den oorlog, niet alleen het eenige middel was om eene goede vreede te verkrygen, maar ook dat dit het gewenfchte oogenblik wierd, waar by men, die nadeelige en fchandelyke verbonden , die wy voormaals genootzaakt waaren geweest met Engeland aan te gaan, en die acte van navigatie, alleen uitgedagt om den handelen fcheepvaart der Nederlanders te drukken, weder konden vernietigen; de tyd was nu gebooren, om de Engelfche heerfchzugt ter zee te fnuiken; en de algemeene genegenheid moedigde aan tot- eere nauwe verbintenis met het Congres; dit laaste was R 3 ia 17S0  ?78o 2(5Z VADERLANDSCHE , in de daad het bekwaamfte hulpmiddel ora de verderffelyke Engellche gezindheid in deze Republiek ten eenemaal te doen zwygenDe heeren van Amfterdam lieten zig wel voornamentlyk hier in kennen, niet rusten; de voor dat zy de algemeene belangens van den Staat boven de byzondere oogmerken van dezen of geenen zagen zegen praaien: Terwyl zy op de fpoedige wapentoerusting aandrongen, vorderden zy met geene mindere yver dit ftaatkundig belang van het Gemeenebest, namentlyk de erkentenis der onafhanglykheid van Noord-Amerika-; eene bedoeling, voormaals als eene byzondere zaak door eenige particuliere leeden uit de Re.: cering van deze ftad betragt, doch thans by de ganfchc v; oedfchap- als nuttig voor de belangen van het vaderland erkend: Engeland was nu in. eenen open baaren oorlog met deze Republiek, zodat alle vroegere gezogte tegenfprakeri ver, vielen. — In zulke eene gefteldheid bevond zig Nederland by het afloopen van dit jaar. In de herfsttyd verheften zig veele ziektens, die nu eenige jaaren lang , op dezen tyd, meer dan buitengewoon hadden gewoed, zonder  HISTORIE-BESCHRYVING. 26^ dat men de oorzaakcn van deze uitwerking wist te ontdekken. De veepest was geduurende dit jaar gematigd gebleven; de oogst gezegend geweest, maar de fterke droogte in de zomer had het Rundvee van het noodige gras beroofd , cn veroorzaakt dat 'er weinig hooy gewonnen wierd; De vifchvangst in Groenland, en in de Straatdavids had zeer gelukkig geflaagd; doch 'dé berigten uit West-Indifche eilanden gaven een akelig denkbeeld van de toeftand der bewoonderen op St. Euftatius en St. Martin , een yzclyke orkaan had niet alleen dc voorbrengzelen op die gronden verwoest, maar ook de zamengebragte koopmanfehappen, in honderden van vaaten langs het ftrand gebragt, waaren door de ongemecne hoog geloopene zee weg gevoerd, ganfche vlootenvan groote en kleine fchepen wierden tot in de brandingen weg gefleept, en"die geen zee konden kiezen elendig omvergeworpen of gefloopt; het gekerm der engelukkigen, cn het gezigt der lyken langs de kust, maakten deze landen, in het harte der wateren geplaast, tot een fchrik voor dc overgeblevene ; ganfche pakhuizen zag men weggefpoeld; en andere vol zeewaR 4 ter 17S0. Nederlandsenbyzondere geile leliën! by lier einde van dit jaar.  1780. 2 64 VADERLAJTDSCUE ter geloopen tot bederf der kostbaare goederen. Deze nieuwe berigtcn van onheilen waaren by de tegenwoordige tyds omftandighecden te meer treffende; veele ongelukkige kooplieden , door den gewe'digen aanval der vyand van hunne beste bezittingen beroofd, geraakten door deze beklagelyke ramp nog d epcr onder de aardfche tegenfpoeden gedompeld; men zag de ge agte uitwerkzels zeer kcnne]yk in de algemeene neerflagtigheid der kooplieden, terwyl van een ander kant het dierbaar vaderland geen minder onheil genaakte door de binncnlandfche ovcrftroomirigen, uit de doorbraken der rivier d.y ■ ken, waar door de vrugtbaarfte akkers tusfchen Maas cn Waal of geheel verwoest, óf in diepe waterkolken veranderd wierden: de dykwagters waaren, door den fchieiyken en nooit gehoorden aanwas van het wa er, verbaasd, cn buiten mogelykhcid geb 'agt om dc mede dorpelingen behoorlyk te waarfchouwen, men zag in het diepe van den nigt den armen Landman, met ecnont[tioken lantaaren lic' t, radeloos ginds en derwaards zwerven, terwyl niemant in ftaat was door het ys over de rivier te komen, om s  H ï S T O RI E-B ESCHRYVING. 265 pm, op het geroep der ellendjgen, hulp toe te brengen; in zulke eene angstvallige onzekerheid zaten de. ongelukkige landlieden op de daaken der fchuuren om hun Jev.n te behouwden, terwyl zy van honger cn koude ais bedwelmd waaren; het fraaije dorp Wamd wierd deerlyk geteisterd, en in Dmi'nd was de v rvoesting niet minder, de inwoonderen ontwaakten hier des nagts Wanneer zy reeds op hun legers lagen te zwemmen, en met hun naakte lighaamen, tot dc keel toe uit het water dc vlugt nemen-1 dc, in plaats van veiligheid te vinden,den dood in den mond liepen: eene dochter,< die teffens moeder was,droeg haare ftokou-c de moeder uit het dryvend huis, onberaden werwaards haar toevlugt te. neemen, terwyl haar doodeiyk beangste man aan haar zy.de ftond , van vooren en van agterenom zyn hals, en ter wederzyde onder zyne armen, een viertal weeklagende kinderen dragende; de woede van het water rukte zyn eenige zoon van den hals, dien hy, benevens zyne agtergelatene bezittingen in de diepte der wateren zag nederftortem By deze toeftand, heerschten ten zeiven tyde de kinderpokjes byna algemeen .in deze R 5 dor- Doorjraakdcrrivierdy:en in Maas en 'Vaal in Ie win-, sr 1780 n 1781.  17 fo. 466 vaderlandschë dorpen. Onbefchryvelyk was de fchade aan het verlies van vee eh voorraad van kooren, hooyj en veldvruchten, bèhalven de zwaare kosten ter herftelling van dertien doorbraken, die op verfcheidene tonnen gouds berekend wierden. Het akelige gezigt van het verdronken vee, koebèesten, paarden, varkens, enfehaapen, die ronds» önime aangedreeveh waaren, wierd nog vermeerderd door d'ien de overgeblevene, als vVild en dol langs de wegen loopende , van gebrek ftierven, en dc varkens, door honger geperst, de afgcvildc beesten vraa. ten. Het land van Ravefteirt, en de Maijorye van den Bofch, deelden ook in deze droevige omftandigheden, kortom de oudfte lieden konden zig niet herinneren, ooit zulk een fchielykert vloed, tot zulk een verbaazende hoogte, beleefd te hebben: men deed daar van in de ftads muuren te Thiel een gedenkteken ftigten. Te Nymegen drong het ys door de' kraanpoort tot by de Lutherfche Kerk, en liet water rees hiermerkelykhooger dan in den jaare 1740, men moest inde bottelftraat de menfehen door het dak uit de huizen helpen, en door de tedere zorg der regcering in een ftads gebouw overga  HISTORIE-B ES CHRYVING. %6j gebragt van het noodige voordien : het fort i>i Andr'm wierd dts nagts tusfchen den 26 en 27 January .ruim 7 voeten onder water gebragt, waar door de inwoonderen naakt na boven gevlugt, twee maal vierentwintig, uuren zonder brood hebben gezeten. Alles was in deze Iandftreken in de grootlte verbaastheid, in de uitterfte ellende-, fchoon de groote zorg en yver, zo van de aanzienlykften, als veele andere byzondere pcrzoonen , hun de best mogelykfte hulp toebragt. De opperite befluurder der waereld verwekte in de harten van veele vermogenden, dat zy uitmuntende blyken van ontferming en mededeelzaamheid aan deze ongelukkige verleenden. Ondertusfchen zag men met den aanvang van dit jaar de. geest van vaderland liefde alömme meer en meer ontwaken, en overal een werkzaarne moed doorblinken om. voor de veiligheid en befcherming van dc regten, vryheden, en welvaart, der ingezetenen van deze Republiek de beste pogingen te willen aan wenden, terwyl de Staaten van Holland, op aan-< drang der Stad Amfterdam, niet aflieten van ter vergadering van- hunne Hoog Mogende  2Ö8 VADERLANDSCHE Bedt ie tot verhooging van hjt rundgeld voor de Matroofèn. gende te verzoeken, dat hoogst dezelve by den. Raad van Staaten eene petitie zouden vorderen tot verhooging der handgelden voor de matroozen, op dat de zaaken des koophandels en der zeevaart, by den aanvang van dit jaar, behoorlyke befcherming mogten vinden, waarop dan ook eindelyk aan de refpeótive provinciën wierd aangefchreven, van ten fpoedigllen confent te verleenen tot een fomma van viermaal honderd twee en zestig duizend vyf honderd guldens, om tusfchen de Admiraliteits collegien te verdeelen, volgens een daartoe geregelde ftaat, met aandrang om deze penningen ten fpoedigften aan hetcomptoir van de Unie te verftrekken, ten einde, zo vaardig als mogelyk was, de hoogere pra?mien mogten worden uitgereikt, buiten welk middel 'er geen ander fcheen open te zyn, om het gebrek van volk tot den zeedienst te vergoeden, en zonder welke geen gebruik konde worden gemaakt van de fchepen van oorlog, uitgerust om tegens den vyand te dienen. De genegenheid tot ;de re.cderyc van kaperfchepen fcheen ook meer toe te neemen, en met een goed en voorzigtig overleg bctorti^d te worden; de  RÏSTGRIE-BESCHRYVI NG. 2ÖC de moed en yver van het varendsvolk byzonder uit de Hollandfche en Friefcb zeedorpen , wierd dagelyks grooter , zc dat de belanghebbende by Hun Hoo£ Mogende verzogten , dat de inftruétie . opzigtelyk de commisfie vaarders dczei landen by Hoogstdezelve geëmaneerd, ee nige noodzaaklyke verandering mogt on dergaan, en dat de zodanige, die hët geluli hadden op een verren afftand van het Vaderland eenige Engelfche tranfportfchcpen te neemen, niet genoodzaakt mogten blyven dezelve direct, naar deze Republiek over te brengen, en daar door zig berooven van de vereifchte levensmiddelen tot het doer van verdere kruistogten; maar dezelve onder goede bewaring ftellen, het zy in de buitenlandfche colonien van dezen Staat, het zy in eenige bezittingen van andere Mogendheden die met dit Gemeenebest in vriendfchap verbonden waaren; latende ook aan de bevelhebbers der kaperfchepen de vryheid om de veroverde goederen te behandelen zodanig als zy voor het belang van den Staat en hun zeiven dienstig oordeelden ; met vryheid voor de commisfie vaarders uit deze Republiek, om ook Let. tres i Verzoek van de Kaapreedei s om nodige verandering in de inftrudtie,,  Ëii' 270 VADERLANDSCHE tres de Marqués te nemen van zodanige andere natiën waarmede dc Nederlanders in goede vriendfchap ftonden, en gcmcenfchappelyk,ja zelfs vereenigd met eikanderen, te mogen kruizen, ten einde het waare doelwit tegens den vyand te beter te volbrengen, welk voorftel, na voorgaande onderzoek der heeren commisfarisfen van hunne Hoog Mogende, cn der Zee-Raden ,gereede [yk ingewilligd wierd. De Staaten Generaal deeden ook ten zeiven tydc aan de Ministers , in de havens van Vrankryk wegens dit Gemeenebest refiderende,aanfchryven, dat zy alle Hollandfche fchepen, de welke vanbehoorlyke geleide konden gebruik maaken, na de plaatzen, werwaards die convooijen beftemd waaren, zoude mogen laten vertrekken: En alzo het Ministerie van zyne Majefteit den Koning van Vrankryk had te kennen gegeven, zo wel aan de koopvaardyfehepen van dit land, als aan den Gouverneur der Caap de goede Hoop, van de onverwagte oorlogs verklaring zyner Groot Brittannifche Majefteit, én deszelvs beveelcn om de Nederlandfche fchepen weg te neemen, zo lieten Hoogst dezelve door den Ambasfadeur, den Heer Lesteve- non  HlSTORIE-BESCHRYVING. ij\ £bn van Berkenrode , aan het gemelde Hoi antwoorden, dat de Republiek zig zeei verpiigt achte en dank betuigde voor die bewezene goede diensten, en dat hunne Hoog Mogende bereid waren,, ja zelfs verlangden, om wegens de fchepen die op de Engelfchen zouden hernomen worden, met zyne Majefteit eene overeenkomst aan te gaan, daar toe den voornoemden Ambasfadeur bevelgevende, (onder goedkeuring van hunne Hoog Mogende,) met die geenen, Welke zyne Majefteit zoude goedvinden daar toe te benoemen, te handelen en wel hoofdzakelyk overeenkomstig aan die conventie, welke in 1689 op den 22 October, tusfchen deze Republiek en zyne Britfche Majefteit, gefloten was, alleen met agterlating van dat geene, het welke daar by bepaald wierd betrekkelyk de vereenigde vlooten, de verdeeling van het recht van befcherming, en de vergelding die toegeftaan was aan de wederzydfche onderdaanen by het nemen der pryzen: daar voor in de plaats Hellende een artikel,' het welke, geduurende dezen oorlog, de oorlogfchepen en kapers, niet alleen in de vederzydfche havens van Europa, maai? ook  i? 8 r tf% VADERLANDSCHE . ook in die van dé West-Indien, zoude toei ftaan , om de pryzen welke zy op de EftJ gelfchen mogten maken, aldaar te be waaren, bezorgen, en verkoopen, indien eenige mogten geladen zyn met goederen die aan bederf onderhèevig waaren , cn dus geen vonnis of toewyzing kouderi afwagten. By het neemen van alle deze goede maatregelen voegden zig ook de noodzakelyke inrigtingen van de Oost-Indifche Maatfchappy, die, by eene algemecne voorloopige vergadering der ZtventienKameren, een befluyt nam om de Bewindhebber van der Ptrre, benevens den oudften Advocaat der Compagnie #oer.f,naar Vrankrykt-zenden , en met dat Hof te overleggen, hoedanig van het zelve, voor rekening van de Maatfchappy, hulp te erlangen, waardoor de te huiskomende Oost-Indifche fcheepen veilig in eene of andere haven zouden konnen worden gebragt; tot welker behulp eenige Huurlieden, in dienst van deze Maatfchappy zynde , derwaards wierden gezonden, om de Vranfche oorlogfcheepen te geleiden langs den cours, waarna deze Oost-Indifche fcheepen op de terugkomst gewoonelyk ftreek hielden. —- Alles fcheen  HISTOB. IE-BESCHRYVING. 273 fcheen 'er dus na gefield te zyn om den oorlog met kragt door te zetten , terwyl men van de landkant de toeneemende verzekering van rust. en veiligheid ontfihg: De Baron van Lynden, gezant van deze Republiek aan het Hof van Zweeden,fchreef,hoe zyne RoomschKeizerJyke Majefteit aan dat Hof had laaten weeten, dat hy geenzins voornemens was om in den oorlog deel te neemen, nog eenige de minste oogmerken had waar by de rust op het vaste land in de waagfchaal konde wor , den gefteld, veel min om in eenige maatregelen met Engeland te willen intreden. Was het nuttig by deze tyds omftandigheden voor het beveiligen der Oost - Indifche fchepen te zorgen, het was niet minder van belang de vaart en handel op de WestIndien tegens alle vyandelyke aanrandingen zeker te .ftellen; deze lag, zedert de tegenwoordige onlusten tusfchen Engeland en de Noord-Amencaanfchecolonien., het meeste bloot voor de oorlogs-rampen; dewyl de Nederlandfche volkpiantingen, geduurende den winter tyd geene roezending van benodigdheden ontfangen hadd< tj en reeds zo als men wist door behoeftig .eden S ge- 1781.  i?8i i '274 vaderlandsche geprangd wierden, zo was 'er de grootfte verflagenheid, hoedanig eene genoegzaame verzending derwaards te doen; Het uitftel om de vrugten van daar herwaarts over te voeren , was niet alleen het voorwerp van bekommering , maar ook, dat door het groot gebrek van levensmiddelen, de flaaven door ziekte en fterfte zouden verminderen, en 'er dus wel haast veele gronden onbebouwd zouden blyven leggen; deze onheilen, en de doodelyke ftilftant der fcheepvaart in het algemeen, moesten, zo veel het mogelyk was , herfteld worden; en dat fpoorde de kooplieden uit de voornaamfte Heden van Holland aan, om daar over ernftig raad te pleegen, en by de refpeótive Magiftxaaten aan te dringen, om hunne belangens op dat Huk ter harten te neemen, en de verhinderende zwarigheden , tot behoud van de welvaard der koop ■ handel, op te ruimen, die de daar toe voorgedragene ontwerpen, zonder aarzelen , omhelsden; en by de HeerenStaaten van deze provintie alle nodige aandrang deeden , ten einde van daar de vereifchte onderfteuning te ontvangen; zy verleenden bereidwillig zulk een voorfpraak voor de  HISTORIE-BESCHRYVING. 275 de ingezetenen, reeders van fcheepen vaarende op de West-Indien, voor de eigenaaren van plantagien in de colonien gelegen, en voor de verdere belang hebbende by den handel op dezelve, als, na de toedragt van de tegenwoordige gelegenheid van zaaken, wenfchelyk was bewerkftelligd te zien, tot nut van de algemeene en byzondere welvaart: Een belang, te noodzakelyker, alzo het verzuim van dien de vreemde natiën aanfpoorde, om, in deze verlegenheid, met hunne fchepen de vereifchte tranfporten heen en weder te' doen, waai door niet alleen de hand zoude worden verleend, tot het verval van de fcheepvaart, en van het geene 's Lands kas daar uit genoot, maar dat ook, aan de fabriekeurs, winkeliers, en trafikanten, het vertier van veele onderfcheidene goederen zoude worden ontnoomen, waar door gevolgelyk , veel fcheeps en werk volk , by gebrek van gebruikt te worden, na buiten lands zoude verloopen, om niet te fpreken van meer andere gewigtige confideratien: Dan met hoe veel vrymoedigheid deze gefchikte aandrang gefchiede , dit aanzoek bragt die nuttige zaak tot geen gewenfcht S 2 éiö-  i78i 176 VADERLANDSCHÊ einde: Het zy, om dat het contra-manifest van de zyde der Republiek, op de gedaane oorlogs verklaaring van Engeland, nog niet was bekend gemaakt, het zy dat men, door het aangenomen verbond van de gewapende onzydigheid, waar in dit gemeenebest met de Noordfche Mogendheeden getreeden was, alvorens de gedagten van die bondgenooten duidelyker wenfchte te weeten; althans tot op dit tydftip zag men in de behandelingen van 's Lands Hoogfte Magten de zigtbaarfte bewyzen van geduld en infchiklykheid; tot nog toe hielden de ftrenglte beveelen tegens het vervoeren van oorlogs behoeftens na Noord - Amerika ftand, zelfs met die bepaalingen, die zeer belemmerende waaren aan den koophandel en zeevaard der Nederlanderen; insgelyks bleeven de bevelhebberen in de volkplantingen van dit Ge^ meenebest bepaald om geene daaden hoe genaamd te bedryven, waar door de onafhangtykheid der Engelfche volkplantingen wierd erkend; ja zelfs de Gouverneur van St. Euftatius, herwaards gekomen om zig te zuiveren van de klagten door het Engelfche Minifterie tegens hem gedaan, mogt teon  HISTORIE-BESCHRYVING. 277 toen niet te rug keeren. Zo zeer voorzigtig als men alhier in deze behandeling was, zo zeer buitenfpoorig waren de Engelfchen onder hunne ftoutmoedige aanrandingen , ten hoogften verwonderd over het lydzaam gedrag van deze Republiek , dewelke, zo als het fcheen , de ryke bezittingen van derzelver inwoonderen ten prooy wilde laaten:Men zag de kleinfte zeefchuimers met bedaardheid uit de havens van Groot Brittannie uit zeilen, om, zonder hiervoor eenigzins bevreesd te zyn, degrootfte koopvaardyfchepen der Hollanderen aan te vallen, en weg te neemen; zy geloofden een verkregen rechtte hebben alles zonder tegenftand te kunnen verwagten; voorwaar het karaéter der Batavieren, wierd hier door, by de nabuurige volkeren onder zulke onoplosbaare ftrydigheden, zo bedenkelykgemaakt,dat het 'er naa ftond, indien geene fpoedige verandering kwam, dat zy zouden worden onwaardig geacht den naam dier roemryke voorvaderen te dragen. Deze werkeloosheid moedigde dagelyks de woede der vyanden aan, terwyl zy hunne Oost - Indifche en andere koop vaardy vlooten veilig te huis kreegen: Een hunner reS 3 tour- 1781. 1  rr8|;t i yan een Èngehch Oost- Indifch fehip te Noord- Ï78 VADERLANDS C II jS ourfcheepen, de Generaal Parker, genaamd , ;an Madras naar Londen gedestineerd, loor geweld der winden van voor Duins iveggevoerd en zcewaards ingedreeven, verviel den 16 February, ongelukkig, Dnder 'bet gebied van Noordwyk , op de Hollandfche ftranden , ter redding van welke fchipbreukelingen de Predikant van dat Dorp, de Heer d. van Roijen zig byzonder veel moeite gaf, en hun van klederen cn alle nodige verkwikking verzorgde: Het getal der bcboudene wierd op omtrend hondert gereekend, waar onder twee Indiaanfche vrouwen , twee kleine zwarte kindertjes, cn 15 Vranfche krygsgevangenen, die in deze ramp hun geluk vonden, om dat zy op den Hollandfchen bodem hunne vryheid weder kreegen: Aanmerkelyk was het, dat een der Zwitzcrfchc officieren, die uit Leiden derwaards waaren gemarfcheerd, onder de fchipbreukelingen een zeer goeden vriend, en tevens een zwager van zynen Majoor, kende. De Engelfche officieren van dit fehip bckwaamen, op het woord van eer, vryheid, om hun verblyf in de gemelde flad te houden , terwyl de gemeenen, aldaar in het Pest-  HISTORIE-BESCKRYVING, 2^0 Pesthuis gebragt, met vry meer edelmoedigheid ^behandeld wierden,, dan de gevangene Nederlanders in Groot Brittannie : Zo lofwaardig als het menfch lievend gedrag van Ds. van Roijen was, die meer diergelyke voorbeelden van vaardige huig en kloekmoedigheid aan ellendigen had gegeeven, zo onmeedoogend en fchandelyk was het bedryf van een Deenfch Capitein die belofte had gedaan van met zyn vaartuig by dit fehip te zullen blyven, om, in geval van nood, de Equipagie over te neemen, tegens eene belooning van 100 guinees, doch die, zo ras een der Engelfche fcheepsöfhcieren by hem aan boord was gekoomen met een kistje diamanten, te kennen gaf, dat hy niet langer met hen konde zeilen, zyn cours vervolgde, en deze ongelukkigen hoopeloos liet dryven. De Engelfchen hoorden nauwelyks het gerugt van deze fchipbreuk , of zy zonden een en ander kotter, met oogmerk van het wrak te naderen, en de kleine pinkjes waar mede dc goederen wierden afgehaald weg te neemen, doch gelukkig waren deze, onder bereik van het kanon dat langs ftrand lag geplaatst, voor hunne woede bevryd. S 4 On- 1781. t  ï73r. i ( v 1 ] ] i < 1 } 2?<5 VADERLANDSCHE Ondertusfchen was de tyd zo ver gekomen, dat de ingezetenen der Republiek geen genoegen meer vonden, in bet neemen van de gevraagde'maatregelen, in het veranderen van de gewoone inflructien voor de commisfievaarders, in de toezeggingen van behoorlyke aanbouw van oorlogsfchee3en, en de uitnoodiging van matroozen ioor het geeven van hooge pramiien , zonier dat 'cr eenige daadelyke verrigting tekens dr-n vyand wierd ondernoomen, en ie in zee zynde oorlogfcheepen verpiigt jleeven zig allen te mogen verdeedigen ,doch liet aan te vallen , uit hoofde van de byzondere bedoelingen tot herftel van de /rede; dit gedrag vermeerderde den haat der Mederianderen te 'fterker; een knellend ïartZeer drukte de kooplieden , óm dat het' ^elecden ongelyk, alleen met toebereidzelen, maar niet met daadeJykhcden, gevrooken wierd; men hoorde by bet algegemeen vry veele hoonende uitdrukkingen >ver dat gedrag; ja men zag hier en daar' )yzondeie blyken voor den dag komen, dat iet volk zyne Hoogheid den Hertog van Brunswyk verdagt hield, van, door teveel Engelfch gézinth'eid, hier in mede te werken;'  HïSTORIE-BESCHRYVING. 28 ken ; zo dat eindelyk Hunne Hoog Mo gende een contra, manifest, of tegen verklaa ring tegens de onrechtvaardige oorlogs af kondiging van Engeland , verleenden én zig in hetzelve , na de gewoonte de: Mogendheeden , beriepen op de vier fchaar van alle onpartydigen ; bewee rende , dat van de onrechtvaardige aanva der Engelfchen, hunne oude bo'ndgenoo ten, in de gedenkboeken der eeuwen gee ne voorbeelden te vinden waaren; Hoogst de zelve gewaagdenookvan hun voorneemen on een plan van volkomene neutraliteit te willei onderhouden,dat Hoogst dezelve by den aan vang van de onlusten van Groot Brittannh met de volkplantingen in Amerika, en ver volgens, by het overflaan van het oorlogsvuur tot andere Mogendheden, hadden beflooten, en daar by ftandvastig waaren gebleeven , ja intusfehen de overtuigendfle blyken hadden gegeeven, van aan de verlangens van den Koning van Engeland te gemoet te willen komen, voor zo verre als het met de regels van onzydigheid, en met de rechten van Hunne Oppermagt, maar eenigzinds beflaanbaar was:' Hoogst dezelve bevestigden vervolgens, datzyde S S on- ■ I78i._ > Contra^ ; Manifest van deRe« l publiek tegens - Engeland. 1 l l  178: 282 VADERLANDSCHE • onwederfprekelykfte bewyzen van die infchiklykheid hadden gegeeven, in het verleenen van de ilrenglte beveclen tot onderhouding van de neutraliteit; waar cn tegen Groot Brittannie, in haar ganfeh gedrag, van die vriendelyke handelwyze was afgeweeken; en by de onverhoede vredebreuk tusfchen Engeland en Vrankryk de havens met Hollandfche fchepen had opge • vuld, die, op de trouw der verbonden zeilende, onrechtvaardig waaren aangerand en opgebragt; dat derzelver ladingen met een willekeurig overheerfchend gedrag wierden mishandeld, fchoon by de Traftaaten uitdrukkelyk vry verklaard ; en dat, volgens een gewaand recht van tydclyk nut, 'sKonings zeemagt al dc goederen, door een gedwongen koop, aan zig eigende, om naar welbehaagen te gebruiken, waar tegen het kragtigfte betoog en het beroepen op de heiligfte verbonden was in de wind geflaagen , hoé klaar cn duidelyk de vryheden in dezelve Honden uitgedrukt, en uit welken hoofde de onderdaanen van Engeland de voordeelen van dien op hun tyd hadden genooten. Voorts beriepen Hunne Hoog Mogende zig  filSTORIE-BESCHRY VING. 283 zig daar op, dat, daar zyne Groot Brittannifche Majefteit niet bevoegd was, de Republiek te berooven van de regten uit deze Tracfaaten gefprooten, en Hoogst dezelve even weinig dit Gemeenebest konde aftrek, ken van de onzydigheid, ja in een oorlog infleepen, die alleen gerezen was uit oorzaaken onmiddelyk behoorende tot bezittingen , buiten de bepaalingen van de ver. deedigende verbonden geleegen , zyne Groot Brittannifche Majefteit niet te min dat verbond van vrye vaart en handel, by den eersten aanvang der onlusten met Vrankryk, had verkragt, en vervolgens dagelyks verergerd door willekeurige gewysdens der Engelfche gerechtshoven. Ieder wist, zeiden zy, hoe dat de wcerlooze koopvaarders, als onfchuldige fiagtoffers waaren mishandeld;hoe de vlag van dcnS taat, zonder de minste fchyn van regt, was. aangetast? gehoond en beleedigd, de kragtigfte vertoogen daar tegen ingebragt verworpen, dc fchepen uit 'sLands convooy geweldig weg genoomen en voor goeden prys verklaard ;hoe het grond gebied van den Staat, in Europa en buiten dezelve, opzettelykwas gefchonden,daar van dc twee al- ler- 1781  i 284 VAD KRLANDSCHÏ lerflerkfle voorbeelden aanhalende, als het zo beruchte en" geweldige geval te St. Martin, en de nooit gehoorde floutigheden door den Engelfchen kaper te Goereede gepleegd , waar van de duidelykfte bewyzen aan het Hof van Londen ter hand gefield, doch de klagten in de wind geflagen waaren. Alle welke handclwyzen het zegel zetten op de voormaals gedaane verklaringen van den Heer Boreel, gezant van dezen Staat aan het Hof van Vrankryk, gedaan aan den Raadpenfionaris de Witt, wanneer hy fchreef, " Ik heb voormaals veel gehandeld in 'sLands commisfien met ie Engelfche natie, doch bevonden,dat by iit volk op den gemeenen regel van redelykheid geen flaat kan worden gemaakt, maar met dezelve politiek moet worden omgegaan; betuigende voorts, dat deze Staat zig zei ven tot nadeel zoude bewerken,al wat zy in Engeland meerder begeerde, dan eene nabuurlykc vriendfehap, aangezien de ondervinding hadde geleerd,dat van die zyde veel wierd belooft, doch weinig na gekomen, en men in :egcndeel van de zyde der Republiek :ienmaal meer begeerde, als men volgens de Lraclaten verpiigt was". Dus was 'er, zeiden  HISTORIE-BESCHRYVÏNÖ. 285 den Hunne Hoog Mogende', voor dit Gemeenebest geen andere keuze, dan, of der handel en fcheepvaart vernietigd te zien of in openbaare vyandelykheeden te komen HaareRusfilche Majefteit, benevens de an dere Noordfche Mogendheden, hadder wel ter goeder uure, een verbond aange boden om de onzydige vaart en handel me! de wapenen ftaande te houden, èn tegem het geweld der oorlogende Mogenheeder te verdedigen, behoudens de verbonder met Groot Brittannie gemaakt, doch dat had dit Hof niet tegengehouden, den gezant te rug te roepen, en brieven van marqué tegens den Staat en deszelfs ingezetenen af te vaardigen, voorgevende, hoewel tegen beter weeten, dat men hier de onderhandelingen met den Engelfchen gezant had geweigerd , want het was onbetwistbaar dat die ganfche aanbieding in baar eigen aart onaanneemelykwas, dewyl het onderwerp van dien een duidelyk en klaar fpreekend verbond was, mede brengende een ontwyffelbaar recht, gevestigd om de belangens der ingezetenen van den Staat te verzekeren, en van welker deugdelyk behooren, zy, ten gevalle van Groot Brit: tan- 1781*  2§6 VADERLANDSCHÊ nie , niet mogten worden ontftooken, daar behalven dien de andere oorlogende Mogendheeden in zulk een afftand voorzeker geen genoegen zoude hebben genomen* als ftrookende in geenendeele met de regelen van onzydigheid: In de daad die voorwendzelen waaren even ongegrond; als de Britfche vraag tot hulp en byftand, volgens een Tractaat, dat in het tegenwoordige geval geheel niet te pas kwam, daar in tegendeel dat zelve Hof geene zwaarigheid vond, om, voor het oog van ganfch Europa de ontegenfprekelykfte verbintenisfen moedwillig tefchenden: De geweldige aanval op den vloot onder bevel van den Schout by Nacht Graave van Byland bevestigde deswegens al dit gezegde ,en de daar over geweigerde voldoening was het levendigfte bewys, dat Engeland van haar zyde, op een ongehoorde manier, alle verbonden opfchortte:Wat eindelyk dat grooteonderwerp, het verbond van Amfterdam met de NoordAmerikanen, betrof, Hunne Hoog Mogende merkten hier op aan, dat de Ridder Jorke in zyne Memorie op dat ftuk zaken had voorgefteld, die in het geheel niet te pasfe kwamen tusfchen fouvereinen, dat  HÏSTORIE-BESCHRYVINÖ. 2g7 dar. Hoogst dezelve de behandelingen omtrent dat preperatoir concept hadden afgekeurd, en voorts die zaak aan de Heeren Staaten van Holland moesten overlaten, overeenkomftig de grondvesten van de Regeering dezer landen; al het geene , zo wel aan den Koning, als aan zyne Staatsdienaaren, en zyn gezant alhier bekend was; weshalvenhetzeer bedenkelykfcheen dat die gezant, by herhaaling, opeen drin. genden toon voldoening vroeg, en drie dagen daar na mondeling te kennen gaf, dat hy, op den zelvden dag geen voldoenend antwoord ontfangende, ter Rond een bode naar zyn Hof moest afvaardigen: zo dat de flap van den Koning toen reeds in deszelvs raad fcheen beflooten te zyn, Hoewel de Staaten niet gewoon waaren op mondeling gefprek. van buitenlandfche Gezanten raad te plegen, hadden zy echter in dit geval den Griflier Fagel by den Groot • Brittannifchen afgezant gezonden, om hem de Regeerings wyze „dezer landen, en de daar uit voortkomende volftrekte onmogelykheid om zo fpoedig te antwoorden onder het oog te brengen,by die gelegenheid teffens herinnerende dat die bewuste papieren reeds door [78rv  S88 VADERLANDSCHE door de Staaten van Holland aan het Provinciaale Hof van Juftitie waaren overgegeven , om daar op, met agterftelling van alle andere zaken, advis te geven. Hier uit vermeenden hun Hoog Mogende dat ten klaarften aan de ganfche waereld gebleek, hoe dat het Groot Brittannifche Hof bepaald had aan deszelvs vyandelyke oogmerken tegen de Republiek den vollen teugel te vieren; alzo volkomen kennelyk Rond, dat die onderhandeling van Amfterdam alleen afhing van een voorafgaande daad van zyn Majefteit zelve, buiten welke daar uit geen de minste werking konde geboren , en even daarom ook niet befchouwd worden als eene nadeelige verrigting, waar over de Koning met eenigen fchyn van reden konde geftoord zyn, veel min ftrafoeffening mogt vorderen. Zodanige fchreeuwende verongelykingen waaren de valfche klagten van het Groot Brittannifch Hof, om daar med;, was het mogelyk, te ontveinzen dat de opgevatte haat wegens het verdrag van de gewapende onzydigheid met de Noordfche Mogendheden, de eenige oorzaak was van die vyandelyke misdaden. Dit Manifest  HISTORIE-BESCHRYVING 289 fest gaf aan alle die de zaaken van hét va derland onpartydig befchouwden volkomen genoegen, fchoon andere de trouweloosheid van Engeland, als minder beledigende, by openbaare gefchriften wilden verdee' digen, en dus tegen fpreken, het geene reeds voor meer dan een eeuw, door een der bekwaamfte ftaatsmannen van het Groot Brittannifche Ryk, de Ridder Temple, openhartig was erkend, namentlyk, dat het de gewoonte van Engeland was, met het aanzeggen van den oorlog aan deze Republiek, teffens de onrechtvaardigste bedryven te paafen. — Niets was kennelyker, dan dat het kabinet van St. James de vyandige flap tegeris dit Gemeenebest had gedaan, uit hoofde dat het zig neutraal had verklaard, zonder dat het aan zyne Majefteit behaagde zig te herinneren, hoe zeer hy de vryheid van zulk eene onderhandeling buiten allen twyffel had gefteld, dewyl hy, op den 17 April 1780, door het opfchorten van het tracfaat van Marine, verklaard had, voortaan de Re. publiek als eene neutrale Mogendheid die niet bevoorregt was door eenig verbond te zullen aanmerken; zulks naderhand be^ ves- 1781^  293 VADERLANDSCHE vestigende in het gegeven oorlogs Manifest, waar by aan de Hooge Magten van dit Gemeenebest ver weeten wierd ,dat zy het toevoeren van fcheepsbehoeften naar Vrankryk hadden begunftigd, door het opfchorten van de regten op die koopwaaren; terwyl het echter onwaarachtig was dat zodanige opfchorting was verleend geweest; en de ingezetenen van de Republiek, niet alleen geduurende het beflaan van het traélaat van 1674, maar ook, volgens de regel aan de neutcraale Mogendheeden by de overeenkomst van dat verbond voorgefcbreven, allezints bevoegd waaren, om dat transport te doen: In tegendeel,'er waaren een menigte voorbeelden voor de hand, waar me ie men de groo e to?gevenheid . voor Engeland gebruikt, konde ftaaven; wat doch bewees kragtiger de getrouwheid van hun ne Hoog Mogende aan de voorfchriften van gemaatigheid, dan dat zy geene fcheepen , met zwaaf timmerhout belaaden, onder hun convooy namen, en dat zy, op de ongegronde klagten van het Miniiterie, den Gouverneur vanSt. Euilatius terug riepen, Niemand twyffelde of de haat van Engeland was door de misnoegtheid over het verbond der  HXSTORIE-BESCHRYVINO. der neutraliteit tot het uitterfte gebragt, daarom beriepen ook Hunne Hoog Mogende zig op den zin van dat verbond by de Geallieerde Mogendheden, op dat zy uit krag. te van dien hulp mogten ontvangen tegens de Britfche aanvallen, en de verdeediging der Republiek eene gemeene zaak wierd» Doch, hoe dringende die verzoeken gedaan wierden, zy vonden echter weinig ingang, en het roemrugtig ftaatsftelzel, tot handhaving van de veiligheid en het regt der neutralen, fcheen voor de Republiek niet van die uitwerking te kunnen zyn* dat zy.door de mede verbondene Mo. gendheden beveiligd mogt worden , niet tegenftaande dat het aan de Noordfche hoven zeer wel bekend was dat dit Gemeenebest , thans ongewapend, bezwaarlyk tegen dat vyandelyk geweld zoude kunnen beftaan, en veelligt gevaar loopen om voor dit Bondge. noodfchap geheel onnut te worden: al wat door den aandrang der Nederlandfche gezanten hier by verkregen wierd, was niet anders dan uitftel, en bedenkelykheeden ; Dcmmarhn begreep zig niet verder te moeT a teö Het as»i zotk by de Neu:rale? :ag^ en bleef ionder >evolg=  i78r. 292 VADERLANDSCHE ten verpligten dan dat de Hollandfche Scheé pen in de havens van dat Ryk tegens de vyandetykheden der Engelfchen beveiligd wierden ; Zweeden oordeelde de zaak te gewigtig; en Ruschland hield zig by de voorflagen ter bemiddeling van het verfchil tusfchen Engeland en dit Gemeenebest ; zo dat dit roemwaardig tractaat buiten eenige werking wierd gelaten, terwyl de aanbiedingen van haare Keizerlyke Majesteit, zo hier als te London door haare gezanten gedaan , aan dekant van de Republiek vergezeld bleven met die aanmaanning, dat dit Gemeenebest zig in alle gevallen teffens moest in Raat ft ellen, en niet op de hulp van andere wagten ; ondertusfchen bevestigde de ondervinding, dat dit gedrag der Noordfche Hoven ten fterkften mede werkte om Engeland in deszelfs kwaade voornemens te ftyven, want, dewyl dit Hof uit geen andere oorzaak den Oorlog had verklaard, dan alleen om dat de Republiek tot het verbond der neutraliteit was toegetreeden, zo konde gevolgelyk niets aan het Groot Brittannifche Minifterie gevalligerzyn ,dan dat dit Gemeenebest van de verwagte byftand beroofd bleef; wel haast vond het  BISTORIE-BSSCHR VVIVGS het daarom ook geene zwarigheid de voorflagen tot herftel der vrede van de hand te wyzen, onder voorgeven dat dezelve algemeen behoorde te zyn, zonder dat het erkennen der onafhanglykheid -van Noord - Amerika in eenige bedenking moest komen, een voorftel, dat men voorzeker wist dat even weinig door Vrankryk als door Spanje zoude worden toegeftaan: het Groot Brittannifche Hof bemerkte teffens zeer klaar, dat het Hof van Ruschland, zo wel als dat van Zweeden en Denemarken, door de waare belangens der koophandel en zeevaart hunner onderdaanen, zig wel zoude wagten dien geluk ftaat en gunftige gelegenheid vaar wel te zeggen, terwyl de Republiek, door te veel vertrouwen op het verbond der neutraliteit, de bemiddedeling van Rufchland ter harten nam, en zig bereidwillig verklaarde om de vrede Weder te vestigen, met verwagting, dat, wanneer Engeland deze voorflagen van haare Rusfifehe Majefteit afwees, de grootmoedigheid van die Vorstin zoude bewerken, dat dit Gemeenebest het wezentlyke genot van' het verbond der neutraliteit to.t haare verdeediging zoude genieten; T 3 doch 1781.  494 VADERLANDSCHE 1781. di v ft 4 1 < 'Algemee» ne voiks vcr'.ingen tot den oorlog tegen En geland? voo'' de vrvheid; van Noord- )ch de uitkomst bevestigde, dat, met hoe eel moeite die verbintenis der onzydige logendheeden was gemaakt , niemand aar in echter zeker was, ten zy hy, door yne eigene kragten, zyne veiligheid en oed recht wist te verdeedigen. De ftaat» :unde van Engeland was by de tegenwoorlige ornftandigheeden niets anders dan de :unst om te misleiden; de ongerechtigheid :n geweld oeffeningen gingen hand aan hand, ragtende aandekwaade zaak eene goede gelaante te geven: dan, hoezeer de vrede, /oor de welvaard en gewcnfchte bloei der koophandel, in het algemeen by de Holanders begeerd wicrde, echter nam het verlangen ter verdeediging van dag tot dag fterker toe , en ieder wenfchte het ftoijtmoedig fchenden van alle beginzelen van billikheid, van alle regels van pligt en betamelykheid, door eenen kragtdaadigen .oorlog aan Engeland af te leeren; het was nu daar toe gekomen , dat de zaaden van onbetaamende tegenftand, die te veel ten verderve waaren opgcfchoten, wierden uitgeroeid, en do iaa: te hand aan het werk gelegd 3 om de verbittering met openbaar gezag en magt te paaren; eene onverwinnelyke af- kee-  HISTOSUE-BESCHRYVING. %Q$ keerigheid tegens Groot Brittannie won overal veld, en geraakte zodanig aan het gisten,dat alle bedenkingen van vergelyk verworpen wierden, en de haat, uit zo veele onheilen onftaan, niet meer tot verzoening was te brengen, uit welke opzettelykheden natuurlyk geen ander gevolg konde geboren worden, als een algemeen verlangen om ook hier de onaf hanglykheid van >ïoordr Amerika te doen erkennen : De voor de vryheid voordeelige gemoeds gefieldbeid der Nederlanderen voedde deze lust aan, de hoop van daar uit in het toekomsxige groot voordeel voor den koophandel te verwerven, wakkerde die begeerte te flerker op, en niemand vond men onder de vermoeijenisfen des oorlogs, en door de nadeelen uit dezelve, zo bezwaard ,of hy fcheen dopr dit vooruitzigt genoegzaam daar tegen gehard: In de daad men moet zeggen 5 dat omtrent dezen tyd de verdeedigers deï vryheid alömme op het toneel flapten, J: van der Capellen, die zig in den Jaare 1776 met zo veel kragt tegen dedrosten diensten had verzet, om dat hy begre. p, dat de boeren, door een formeel flaatsbefluit i? den Jaare 1631 in de provincie van Overhel T 4 ge- 178^  i78r ] { 4 1 29$ VADERLANDSCHS genoomen, waaren ontheeven geworden van dat bezwaar, had daar in, tegens de aankanting der drosten, tot fteun gehad de fteden Deventér eo Campen, terwyl de ftad Zwol toén goedvond ftil te zitten,zonder zig ten voor of nadeelë van déze zaak te verklaar en : De Heer tot den Pol had vervolgens in 1778 zyn zaak op een zeer breedvoerige manier door den druk openbaar Verdeedigd, zo dat de boeren van alle kanten waaren opgekomen en de nedrigfte fmeekfchriften aan den fouverein hadden ingediend, waar over dezen Edelman,; door het publiek maken van dat vertoog, Was befchuldigd als een oproermaaker, dusdanig in rechten vervolgd, en regttlreeks in zyn eer aangetast, ja zig op alle publieke plaatzen als een verleider des volks ifgefchilderd zag, waar over het Hof van Gelierland, dat in geenen deele onpartydig was , recht zoude oeffencn , ter bepaling welk raort van vergoeding de Heer tot den Pol Joude moeten geven om in zyne'waardigïeid herfteld te worden; eindelyk wilde het ;eval, dat hy uit de oudfle chartres, van len Jaare 1336 af, ontdekte, hoede drosen diensten enkel en alleen uit kwelzugt ge-  Historie-bes chryving. ao? geboren, nooit voor wettig erkend waaren, dat zelfs Keizer Karei, en Philips, die men om dwingelandy had moeten verjagen, daar Rrengtegens hadden gewaakt: doch ook deze ontdekking hield hem niet uit de wederwaardigheden waar in hy gewikkeld was, echter, ieverig voor de vryheid, voor den koophandel, als de zenuw van den Staat, en voor de herftelling deizo deerlyk vervallene zeemagt, bragt hy zeer veel toe om het gedrag van Engeland eigenaartig te leeren kennen; hy hield opentlyk ftaande, dat Vrankryk, door wederzydfch belang, onze natuurlyke bond. genoot was om ons te redden uit den ondergang waar in Engeland ons zogt te dompelen: Hoe zeer verdagt, by den eersten aanvang, het gedrag van dezen Regent by veelen wierd afgefchilderd , echter gebleek het, dat de gronden, waaruit hy de openbaare zaaken befchouwde, wel gevestigd waaren : Zyn betoog had zo veel indruk op de gemoederen van veelen, die met geene onverfchilligheid den wel eer bloeijenden luister van dit Gemeenebest in het ftof konden zien vertreeden leggen, dat de Staaten van Overyzel vreesden, dat T 5 de i78r. Geroe* lert van de Heer van der Capelltn algemeen ïrkend ak nuttig.  i?8r. 298 VADERLANDSCHE de Regeering daar door by het gemeen in een kwaad denkbeeld zoude geraken, en uit dien hoofde goedvonden, daarover aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland te kennen te geven, dat het bekend maaken van den Heer van der Cappellen zyne gevoelens, in die Provincie gedaan , hun niet alleen zeer tot ongcnoe* gen verftrekte, aangezien het eene zeerpartydige beoordeeling mede bragt, en . een dadelyk ten toon ftellen van- zyne Hoogheid den Heere ErfHadhouder behelsde , waar van zy , uit hoofde der nauwe vriendfchap, verwagten genoegzaame vergoeding te zullen genieten: Doch de Heeren Gedeputeerden der Rad Zwol, voor zo verre het hun aanging , konden in die behandeling niet berusten, wel voorziende dat deze zaak niet heel veel verandering na hunne verwagtig zoude kunnen bewerken, niet alleen om dat die gevoelens reeds algemeen wierden , maar ook dat daar niet uit was te bcfluiten dat de hooge overigheid daardoor opzetteiyk gehoond, of aan iemand, van welke itaat of geboorte hy mogt zyn, belediging toegebragt wierd: De zaak der drosten diensten, reeds inde Tori-  ÜISTORIE-BESCHEYVING. 2Qy vorige eeuw, uit zugtvoorde vryheid afgefcnaft, was een aller kennelykfte zaak, en niemand twyfelde aan de regtmatigheid der pogingen van den Heer van der Capellen, om zyne mede ingezetenen van eenen zo onwettigen last te ontheffen; de Gemeente der ftad Zwol toonde in het byzonder,omtrent dat ftuk nietonyerfchillig te zyn, en verzogt aan hunnen Magiftraat, op de eene of andere wyze te bevorderen , dat de onaangenaamheden , tegens mecrgemelden Edelman daar uitontftaan , fpoedig mogten worden afgedaan, over welk ftuk de Raad en Gemeente den 3 April vergaderden, en, by gelegenheid dat de verhooging van de gewoone contribuitie nog met een agtfte wierd vermeerderd, teffens onder het oog bragt, hoe dat in deze drukkende tyden den landman daar mede bezwaard wierd, en diens volgens te noodzakelyker van den last der drosten diensten behoorde te worden ontheeven, welk voorftel, by de in die tyd plaats hebbende ftaatsvergadering, door Schepenen en Raaden dezer ftad op nieuws wierd aangedrongen, wanneer de Ridderfchap niet onduidelyk te kennen 1781.  221 300 VADERLANDSCHE i.nen gaf, wel eenige verandering te willen maken omtrent de rechtelyke afdoening der zaak met gemelden Heer, doch dat zy daar in wierden te rug gehouden door de vrees van daar by te kort te zullen doen aan hetErfftadhouderf, kgezag, zoals het by dereglementenopderegeeringindie provintie was vast gefield , en nadeel toebrengen aan Hun Edele Mogende goede naam, als makende zig verdagt aan eene groote laagheid, wanneer zy nu zig met den Heere tot den Pol inlieten, dewyl zy met hunne gehoudene handelwyze in het haatclykfte dagligt waaren gefield, en by reeds op zyne voorflellcn en bedryven de toejuiching van het algemeen genoot, Dan deze gedagte behaagde in geenen deele aan de Overyfelfche fledcn die by hun ne nadere verklaring begeerden, dat de Heer van der Cappelen tot den Pol weder moest worden toegelaten tot de vergadering van de Ridderfchap : de ftad Zwolle bragt over dat ftuk een zeer uitvoerige refolutie ter tafel van de Prov.'ntiaale Staatsvergadering, waar by zy dccla'eerde, dat de Ridderfchap , in de behandeling van deze zo veel gerugtmaakende zaak, zig zei.  HISTORIE-BESCHB.Y VING. 30I zeiven had fchuldig gefield aan de zelfde daad die zy in den genoemden edelman zo zeer beftrafteri, terwyl zy, het groote fluk daar alles ,van afhing, te weten de. wettigheid der diensten, ganfch en al verduisterden, en alzo het verfchil, daar de goede ingezetenen zo veel aangelegen was,in geenen ópzigtc ter harten namen. Het was met deze zaak nu reeds zo ver vah de waare weg afgeweeken, dat men geloofde niet meer nodig te hebben om zig in te laaten in het onderzoek, of het werk der drosten diensten regt ftreeks aan liep tegens de gezonde reden en tegens de oude rechten, en of de waarheid, die dus lang verholen was gebleven, thans door de 's Lands archiven in een vol daglicht ftond, maar men beweerde alleen, of de refolutie van den 4 April ijfpi waar by deze diensten losbaar waaren verklaard , wettig dan onwettig was genomen; daar ondertusfchen niemand konde tegenfpreken, of men was verpiigt dat ganfche onderzoek daar te laaten, en die gemelde refolutie te vernietigen, nadien men uit publieke bewyzen wist dat dezelve by dwaling was genomen: dus oordeelde de Regeering van Zwolle, geen beter dienst ia [7 Sr.  30£ VADERLANDSCHE 2211 Berede neerd be fluit der Stad Zwolle. . in deze zaak te kunnen doen, dan door eene "volkomene en onpaitydige gefchiedenis» befchryving de zaak open te leggen, ten einde zy naar bun vermogen mogten bevorderen, dat de vrygeboorene ingezetenen dat grootc cieraad en onwaardeerbaare pand" op het luisterykfte behielden, zonder thans nog eenige voetftappen derflaverny,na het afwerpen van dit haa.elyk juk, meer te erkennen: zy toonden aan, dat de Heeren drosten, niet alleenzedert 1631 niet. bevoegd waaren eenige verdere diensten te mogen vo; deren, maar dat zy, zederd dien tyd, en de daar voor vast gefielde afkoopgelden hadden getrokken, en evenwel nog de diensten van de ingezetenen eiichten, uit welkers beurs, by wege van fchatting en belasting , deze penningen waaren gekomen; voor waar eene vinding 'voor onze dagen geenzints loffelyk, dienende tot affehrik voor alle die de vryheid lief hadden, een ftuk van zo veel gewigt en belang, dat daar in voorzeker by de Staaten geen befluit konde worden genomen, dan met eenparigheid van ftemmen, en in geenen deele by meerderheid, zo als men in dezen had gedaan, zonder dat tot nog toe  HISTORIE-B ESC HRYVING. 303 toe daar door zo veel was te weeg gebragt dat men die nietige refolutie had ter z> de gefield, en de raadplegingen op eene billyke en eenpaarige manier hervat: Daar nu elk Regent, volgens de gronden van ftaat kunde en rechtvaardigheid, gehoudenis, met betrekking tot het vaderland \ de verbintenisfen met of voor de ingezetenen aangegaan heilig in acht te neemen, zo was het gehouden gedrag van der Heer van der Cappellen niet te befchuldigen, het algemeene nut nootzaakte hem, als een amptenaar, tot die verdediging; dan de zodanige, die by de zaaken belang vonden, en zig zeiven hadden moeten kennen, om, by het raadplegen over dit ftukj uit de vergadering te treden, hadden Voorzeker reden tot verdenking gegee ven, waar tegens geene verfchooning wa; te vinden; behalven dat de gedagten var den Heer van der Cappellen, en van deze Steden , ftrekten om de ingezetenen tf verligten , daar de meesten uit dc Ridderfchap tot bezwaar van dezelve ftem den: In de daad de Regering der ftad Zwolle deed in dezen zulk een overtuigend betoog , dat aLjes wat de vermogens van wel- mee- 1781.  '. i "1 304 VADERLANDSCHE neenendheid in de zaak konden eifchen, ;en klaarften daar in doorblonk, en daarom betuigden te verwagten, dat de verdere leien van Staat daar in mede tot hun voorftel souden toetreeden, en by weigering van het vclke zy althans geen deel zouden willen rebben aan de gevolgen die daar uit voortkwamen: Maar hoe zeer noodzakelyk het ivas, in dit tydftip, welke de eensgezindheid mtbeerlyk maakte, deze haatelyke zaak door 3enc minnelyke fchikking ub den weg te •uimen, het bleef echter ondoenlyk ; en nen ondervond, dat, zo wel in de meeste Ier Provintien, opzigtelykhetbinnelandfch aeftier van zaaken, als met betrekking tot de algemeene verrigtingen, 1de hoognodige larmonie hoe langer hoe meer verftoord ivierd, en de argwaan dagelyks toenam, daar de openbaare zaaken zodanig gefchapenftonden, dat, by verderen voortgang van zulke verdeeldheeden, niet anders te wagten was, of dat, door het wroeten in de eigen ingewanden, de wapenlooze ftaat van het land buiten de vereifchte wezentlyke verdediging zoude blyven, waar van geene andere uitkomst was te wagten dan sen gemeen verderf , een verwerping der  HlStÖRÏE-BEsCHRYVINO. 305 der vryheid, en der voorregten , welke door het goed en bloed van de vroegere voorouderen verkregen, en ongefchonden aan het laate nageflagt dienden te worden overgegeven; elk vaderlander gevoelde hier voor de ftnertelykfte aandoening, eri voorzag , dat, gelyk in den beginne wanneer het vuur des oorlogs was uitgeborsten voor Europa, deze Republiek ongewaapend was gebleeven, en zig niet by de neutraliteit behoorlyk had kunnen handhaven , doorliet vrugteloos twisten wegens de voorziening zo te water als te lande, even ook zo thans,nu wy befprongen waaren vaneenen fierk gewaapenden vyand, hu reeds een zeer groot aantal ryk geladene koopvaardyfchepen en verfcheidene oorlogs fregatten j in handen van dien vyand waaren geval < Jen, de nodige voorzieningen zouden worden verzuimd, door het ontloken vuur van tweedragt en wantrouwen tusfchen de ingezetenen: elk had verwagt, dat,' met de toeneming van het gevaar van buiten, onder alle de Regenten een algemeenen geest' van vertrouwen, eri eene waare eendragd zoude zyn gebooren, om den Staat met de beste poging tot een wakkeren tegenRand 'V te'  30(5 VADERLANDSCHE te bereiden, doch de tyd leerde dat detweedragt en het misnoegen dermaten toenamen, dat men met reeden bedugtmogtzynof niet de goede gemeente zoude kunnen worden ontrust, en, uit wantrouwen vyegens de publieke beftiering van zaaken, totuitterften overgaan, te meer om dat veele onbetaamende gefchriften, die dagelyks verfpreid wierden, de onrustige gevoelens aanwakkerden, en, hoe wel zonder een genoegzaam bekend bewys der waarheid, echter vry algemeen wierden aangenoomen, ja te meer geloofbaar wierden gehouden,naar maaten dat men zig te minder konde gerust ftellen in de verwagting van eene goede uitkomst der zaaken tegens den vyand: De bronnen van algemeene welvaart dezer landen wierden gefloten gehouden, waar door in de koopfteeden veel werkeloosheid, en dus onder het gemeen veel misnoegen gebooren wierd, die, zonder eenig regt inzien der zaaken, hunne nadeelen uit ganfeh onzekere gronden wilden afleiden. Hunne Hoog Mogende deeden, om gewigte redenen, de fcheepvaart uit de zee havenen dezer landen verbieden , werwaards dezelve ook mogte gedeftineerd zyn,  HISTORIE-BESCHRYVING. 30 zyn, gelyk mede de walvisvangst en ó groote visfehery, op verbeurte van twii tig duizend guldens, of zo veel meer a de uitlopende fchepen waardig mogten zyr latende alleen hier van uitgezonderd c vaartuigen van vreemde natiën , die echte niet mogten worden beladen met goedere tot den fcheepsbouw noodig, en al wat vei der ter uitvoering was verboden; bepaalir gen in haar eigen aart wel heilzaam en ge past, maar geenzins genoegzaam om de: magtigen vyand tegenftand te bieden, eve: weinig als de door de algemeen e Staate; ter dezer tyd beflotene geldleening vai veertien millioenen guldens, waar van he Noorder-kwartier agt tonnen gouds, ei Zuid-Holland het overige vau agt Millioe nen zoude leveren, alzo Holland voor die fomma in deze geldligting deelde; de ftac Amfterdam verftrekte alleen uit haare fchatkist, voor haare rekening, twee millioenen en viermaal honderd duizend guldens: die dus tegens vyftig ftuivers ten honderc by het land wierde belegd, om te dienen, volgens de vordering van den Raad van Staaten, tot het bemannen en wapenen van oorlogfcheepen en fregatten, tot het . . V 2 . aan- 7 e 1781. 1- s » e r n | Hiinnè Hoog Mogende Con (enteren eeri geldlee- rung.  1781 308 vAÜERLANDSÓHfi .aankoopen van gefchut en oorlogs behoeften, en voor drie vierde tot de buitengewoone uitrustingen waar van de andere vierde uit het last en veilgeld zoude gevonden worden: Ondcrtusichen was men het nog in gecncndeele eens over de vermeerdering van oorlogsfcheepen en landmagt, fchoon men de geldligting toeftemde; Gelderland betuigde zig bereidwillig tot het een cn ander; Holland ftemdc wel toe in de vermeerdering van dertien duizend man voetvolk en dertien honderd man Ruiters, doch de ftad Amfterdam wilde dat dit nieuw aan te werven volk ook op de Rheepen zoude moeten dienen; Dordrecht begeerde niet tc bewilligen ten zy men dejaarlykfche uitrusting van oorlogfcheepen op een vasten voet ftelde, en zodanig op den ftaat van oorlog bragt; Vriesland konde in het geheel tot de vermeerdering van landmagt niet verftaan zo lang men ter zee niet gewapend was; zo dat het droevig voor uitzigt, in plaats van op teklaaren,dagelyks duisterder wierd, en hoe langs hoe meer nieuwe vertooningen van onheilen ontdekte, waardoor de banden van goede orde en eendragt ten senemaal verzwakt wierden: alle de Staats ver-  HISTORIE. BESCHRYVING. 309 verrigtingen, het geheele beloop, wierd voor de ganfche waereld bloot gelegd, elk bemoeide zig met de gewigtige toeftand van zaken , zo dat de Republiek waarlyk een wonder fchou wfpel voor Europa was, en een voorbeeld voor de nakomelingfchap, aangezien de vryheid der natie haar lot inde fchaal der rechtvaardigheid wilde weegem Van ouds af was Nederlandfch volk door zagtheid en weldaadigheid gebonden gebleeven aan de pligten van gehoorzaamheid en hoogachting voor hunne Regenten, in zodanige gevallen en omftandigheeden hadden zy nimmer de gevoelens van hunne geluk ftaat en erkentenis veronachtzaamd, doch wanneer zy twyffelden of de zoetigheeden der vryheid hun wierden betwist, of men hun door geweld wilde onderwerpen, en ftrikken voor het byzonder belang van den koophandel fpannen , dan hadden zy fteeds moeds genoeg gevoed, om alle die drukkende oorzaaken tegen te gaan, en het eerste aanblinkcn van een ftaats omwenteling volftrckt te beftryden. Zo ras nu de bepaalde geldlecningen ontvangen waaren, en 's Lands fchatkist hier mede was onderfteund, begreepen deze ingezetenen, en wel v 3 by- 1781.  I7"8ï. «IO VADERLANDSCHE byzonder de kooplieden, dat ook de ffiiddelen en wegen tot beveiliging van hun vermogen en voorfpoed behoorden bewerkilelligd te worden, op dat zy, by de verdere vcreifchtens, in ftaat mogten blyven het vaderland hulp tekunnenbieden; maar, uit het tafreel va-i zaaken,1 bctrekkelyk dé toerusting ter zee, was gemakkelyk af te leiden, dat zulks nog langen tyd zoude aanhouden, fchoon de misb"uiken en fchenddaaden der Engelfchen tegens het recht deivolkeren, door een diepe vergetelheid van alle 'betamelyke beginzels, nog dagelyks vermenigvuldigden. Zo ras in de Staatsraad van zyne Groot Britannifche Majefteit den oorlog tegens de Republiek was befloten, wierd door dezelve een floep uit Engeland naar de Barbados in de West-Indien gezonden , met bevel aan den Admiraal Rodney en aan d n Generaal Vaughan, om de vyandelykheden tegens de bezittingen van de Nederlanderen te beginnen; deze fcheepten dan hun krygsvoïk aanboord, cn vertrokken reeds op den 30 January, (dus 42 dagen na dat den.oorlog in'sKoningsraad vastgefteld was) met 16 fcheepen van Linie, eenige fregatten, bombardeer hoekers, en ande-  HISTORIE-BESCHRYVING, 31I andere kleinere vaartuigen , naar het weer looze St. Euftatius, alwaar zy op den vier. den dag des nademiddags' aankwamen , en niet anders vonden dan hetoorlogs.fregat de Mars, voerende 36 ftukken en 250 man onder bevel van den kaptein Grave van Byland, en een menigte rykgeladene koopvaardy fchepen, alle even onkundig van den oorlog, zo dat de bevelhebber van de rheede van dit Eiland, naar gebruik, op het ontdekken van den vloot, een floep naar de Engelfchen vloot zond , om den Admiraal te verwelkommen en zynendienst aan te bieden, doch met zulk een ongelukkig gevolg, dat dezelve niet te rug keerde ,en de Britfche zeemagt maatregelen nam, om te beletten dat 'er geene vaartuigen uit de baay konden ontfnappen, regtendc hunne gewapende fchepen tegens de batteryen, en het krygsvolk in gereedheid om te landen; de reden ftond verftomd over zulke toebereidzelen, die niet anders konden doen veronderflellen dan een vredebreuk , en met het aannemen van deze gedagte de vastftelling van der Engelfche laf hartigheid, waar van dit een fpreekend voorbeeld was, aankondigende de verdere onteerende beV 4 dry. ■17Z1. Het Eiland St. Euflatms word door de; Engelfchen ingenoomen.  i?8i gI2 VADERLANDSCHE . d'-yven : Men zag de Hollandfche floep met Engelfch volk en een witte vlag naar den wal te rug keer en, om dit Eiland, met al wat daar op was en toebehoorde, in 's Konings naam op te eifchen, gunnende aan den Hollandfchen Gouverneur de Graaf flegts één uur tyd om zig te bedenken: Zo ras de Kaptein van Byland den floep over den rheede zag vaaren, brande hy op dezelve los, waarop een der EngelfclieKaptcins by hem kwam zyn fregat opeifchte, het welke geweigerd zynde, door drie fcheepen van Linie aangetast, en, na met een volle laag te hebben geantwoord, genoodzaakt wierd, zig voor die groote oyermagtte buigen: Het i? bezwaarlyk om zig te verbeelden welk eene wanorde en verbaastheid zulks, zo onder de Regeering, als onder de ingezetenen , veroorzaakte} van wejke kant het ook befchouwd wierd, 'er was geen middel nog eenig vooruitzigt om zig daar tegens te verzetten , zo dat de Gouverneur, by fchriftclyk antwoord, aan de Engelfche bevelhebbers te kennen gafs dat hy niet in zyn niagt had eenige wecrftand te bieden, maar aan de genade en goeder üerenheid van hun, het eiland en deszelfs in-  HÏSTORIE-BESCHRYIVNG. 313 inwoonderen aanbeveelde: Zy namen dus het Eiland in bezit, en gebruikten den krygslist van een Hollandfchen vlag by aanhoudenheid te laaten vyaaijen , waar mede zy nog zeventien ongewapende Nederlandfche koopvaardyfcheepen, die van den oorlog onbewust waaren, in hunne handen kregen : De reeden van dit gedrag der Engelfchen tegens dit klein bergagtig eiland, op zig zeiven van weinig waarde, was zeer wel na te gaan, alzo zy wisten dat het weerloos en ryk was, aangezien de Pakhuizen overladen, en de ffcrandcn met koopmanfehappen overdekt waren; het was geduurende deze Amerikaanfche oorlog als het middelpunt van den koophandel in dat waereld gedeelte, de algemecne marktplaats daar al de nootwendigheden uit Europa gezonden wierden, zo dat het zelve niet alleen door Hollanders, maar ook door Franfchen, vee.le Amerikaanen en Engelfchen, als een ftapel plaats van hunne rykdommen was gemaakt; de bevinding bevestigde dit met opzigt tot de Engelfchen , niet alleen voor zoverre zy daar woonagtig waaren, maar ook bctrekkelyk de fluikhandelaars van die natie, want onder de vloot V 5 van r?8r;  gi4 VADERLANDSCHE .van 150 koopvaardyfcheepen, die met dit Eiland wierden vermeesterd, waaren 12 Britannifche grootc vaartuigen , welke uit het Eskader van den Admiraal Hood waaren vermist, en waar van, nagedaan onderzoek, berigt Wierd, datzy op hunne beftemde plaatzen waaren aangekomen, niet' tegenftaande men dezelve thans te Sc. Euftatms op het yverigfte bezig vond met hunne ladingen , beftaande in klcederert en oorlogs behoeften, aan de Amerikaanfche correfpondenten af te leveren, zo dat de Britfche bevelhebber ook deze in beflag nam, en het volk, zclvs de fchippers niet uitgezondert, voor 'sKonings dienst preste: Alle volkeren leeden -dus grootelyks by de fchandelyke overrompeling van dit Eiland, waar over alle weldenkende Britten zigfehaamden; wel ras wierd de Engelfche vlootvoogd onderrigt,dat,omtrend zes en dertig uuren voor zynen aankomst aldaar, de Hollandfchen Schout by Nagt Krul van daar vertrokken was, geleidende drie en twintig rykgeladcne koopvaarders; 'er wierden oogenblikkelyk drie fchetpen van Linie afgezonden, om dezelve tol op de Bermudcs te agtervolgen, en hervvaards te  HISTORIE-BESCHRYVING. 315 te brengen, het welke op den volgenden dag, om het ongeluk te volmaken, gebeurde; De Britfche bevelhebber, flout op zyn overmagt, beval den Hollandfchen Schout by Nacht om te ftryken , doch deze, gevoelig wegens de hoon zyn Vaderland hier door aangedaan, waagde liever een hevig gevegt met de drie vyandelyke oorlogfcheepen, dan dat hy zig aan de buitenfpoorjge roofzucht van zeefchuimers zoude onderwerpen; zulk een taal was voor een Bataaffche zeeheld ondragelyk ; de dood konde alleen zyne pogingen vrugteloos maaken; een druiven tros met een kogel die hem in de borst en in de linker fchouder kweste ,vorderde de opoffering van dit heldenbloed; het fehip was zo doorfchooten, dat het nauwlyks tot de rheede van St. Euftatius konde worden gefleept, alwaar het getrouw fcheepsvolk in ftilte hun hartzeer moest verduwen , terwyl het lyk van den braven Krul, met alle krygs eertekenen, tot zynen onfterfelyken lof, en der Engelfchen eeuwige fchande, ter aarde wierd herleid. Om een regt denkbeeld van de ongehoordfte verwoestingen te geeven, behoeft men de plondering op dit eiland , en van De Engelfchenoverval. Ien den Schouiby Nicht Kjriil op den 4 February.  17 8 r. 3If5 VADERLANDSCHE van de koftbaare ladingen, die op de vloot onder geleide van den Schout by Nacht gevonden wierden, maar te melden ; behalven drie millioenen aan gereed geld, en eene grootemeenigte koopvaardyfcheepen, leverden de . goederen een fchat van zeer veel waarde uit, welke rykdommen, hoewel alle byzondere eigendommen, die, na de regelen van het volks recht, fteeds aan de overwonnene worden overgclaaten, geweldig aangetast en fchandelyk geroofd wierden; zo dat zelvs een der Bntfche Parlemcnts leeden, de Heer Bunbury, in de kamer der gemeente fprekende, zcide , " dat de roem van deze verovering bezoedeld was door nimmer gehoorde fchenddaaden, volgens een by befchaafde volkeren onbekend ftaatftelfel , niet twyffelende, of de fouverain van Groot Brittannie zoude die goederen doen te rug geeven, alzo de voorbeeldige edelmoedigheid van den Franfchen koning opzigtclyk de inwoonderen van Grenada anderzinds een onafwischbaare fchandc op hunne natie zoude laaden. Zo ras de Britfche bevelhebbers 3500 man op dit klein rotzig eiland hadden aan land gebragt, en deze naar hun ei-  HISTORIE-BESCHRYVI MG. 317 eigen goed bedunken in de ftad huisvesting hadden genoomen, wierd 'er een lyst van alle' kooplieden gevraagd, een opgaaf van alle hunne goederen en zilverwerk geëifcht, op ftraf van verbeurt verklaaring en bannisfement; de Americaanfche handelaars wierden ingefchcept , de fleutels der huizen en pakhnizen hun afgenoomen, en de gelden en effecten aan dezelve "toebehoorende van alle de andere inwoonderen opgeëischt, onder bedreiging van militaire ftraf; de joden moesten zig naar den Soldaaten wagt begeeven, om van daar, na dat zy zeiven en hunne koffers doorzogt waren, met te rughouding van hunne vrouwen en kinderen, naar boord te worden gebragt; een fluweele rok in de koffer, van een ouden grysifart leggende,wierd ,door den Adjudant van den Commisfaris Generaal, op aanzetting van den Heer Tentont kaptein van 's Konings oorlogfchip Z' In. vincible, gefcheurd, om 'er 150 Johannisfen i die 'er in verborgen waaren , uit te haaien; men liet eenige menfehen , by het uitgaan uit hunne huizen de zakken doorfnuffelen, de grond rondsömme verfcheidene woningen opgraaven, of 'er ook 78r  3l8 VADERLANDSCHE J?8i> i . i l ook iets verborgen was; 800 negers wierden weggeligt en naar de oorlogfchepen gebragt, werwaards zy ook de Amerikaanfche kooplieden geleiden : Nimmer zag men onder Christenen meer onteerende daaden, en aan weerloozemenfchen wraakfchreeuwender mishandelingen plegen, dan aldaar; de billykfte klagten over ongehoorde wreedheden , met hartbreekende benaauwdheid voor de Bevelhebbers gebragt, svierden fpottende in den wind geflagen , 3n zy die de regtmaatige belangens van de ongelukkige bewoonderen voor 't Gouverïement ootmoedig wilden betoogen , wierlen afgezet met de benaamingen van fmokielaars, dieven, en fchelmen. Men zag limmer verfchrikkclyker en aandoenlyker yertooningen van wanorder, van droefheid, m wanhoop, de wreedfte oorlog had nooit loodlottiger gebeurtcnisfen te weeg gebragt: Deze ryke en onzydige handelplaats, dwaar de Noord-Americanen meer dan 12, doo vaten Tabak, en voor meer dan 1500000 guldens aan Indigo, jaarlyks bragten, om daarvoor groove waaren, rum, zeildoek, touwwerk, en andere noodwendigheden, over te neemen, werwaards de Engelfchen al-  KISTORIE-BESCHRYVING 3IC allerhande gewerkte ftoffen heen voerden en de Ieren in elk jaargetyde meer dan 2* laadingen vleefch en andere koopmanfchap pen overfcheepten , wierd dus verwoest Dit was het gevolg van de toegeevenheic aan het Groot Britannifche Hof; van een< verzuimde zeemagt, terwyl het vuur reed; onder de asfche fmeulde, en Neder landfch welvaart alömme wierd aangerand van eene gemaatigdhcid waar by de belan gens van het Vaderland zo zeer waren ver onagtzaamd, en waar door de murmureerin gen. der welmeenenden in deze Republiek, en byzonder der kooplieden te Dordrecht, te Amfterdam, te Rotterdam, en in Fries land, tot het uitterfte geraakten, zo dal elk oogenblik te vreezen was, dat het ge. meenrekenfchap van zulk een ftaatsbeftuui zoude vorderen ;vanfpyt barstende, weezcr zy de zodanige als met den vinger aan, dien zy geloofden dat de voornaame oor. zaak dier traagheden, dier befluitloosheden, en der verdeeldheid in de hooge Staatvergaderingen, waren; dit bleef niet alleen by gefprekken, en by gefchriften, maar men zag openbaare zinnebeeldige tafereelen, waar van men geene verklaaring be- > ~  320 VADERLANDSCHE behoefde te vragen: Ieder, die de gé* aartheid en denkenswyze van Nederlandich volk kende, wist ook dat dit volk, wanneer het volftrekt iets wil, het zelve meer enkragtiger wil dan eenig ander volk; vroegere voorbeelden hadden zulks bevestigd; nergens konde zulk eene ongeregelde beweeging deerniswaardiger gevolgen hebben, dan in het volkryk Amfterdam, onder welker meenigte het te vergeefsch moeite en tyd verfpild was, wanneer men hun wilde overtuigen, dat de Heer Hertog van Brunswyk, Veldmarfchalk van de leegers van dezen Staat, geene veiknogtheid had aan den vyand van de Republiek, cn niet, door zyne raadgeevingen by den Doorlugtigen Vorst Erfftadhouder, de Engelsgezinde belangens begunftigde; Hoe gegrond of ongegrond die bedenkingen mogten zyn , het welzyn des Vaderlands, dat weezendlyk verknogt is aan de onderhoorigheid van het gcmeene volk, had daar alle nadeel van te wagten, en men mogt vreezen, zo de vegeering niet de eene of andere gefchikte maatregelen aanwende, dat 'er eene binnelandfche wanorde te wagten Hond; Dus was het ten eenemaal onnoodig voor de Regenten  HISTORIE-BESCHRYVriJG. g2I £en der Stad Amfterdam, dat zy eenige fchyn van redenen hsdien, om aan zulke ëngeloofbaare befchüldigihgén gehoor te geven, het fcheen hun even vreemd, ah alle weidenkenden, om die ve ondtrftelringen van den Hcere Hertog aan te neemen, maar dewyl veelligt, op de algemeene ftem van een verwoed gemeen, verwarring, en daar door eene omkeering der regeeringsvorm voigt, welke, in een Republiek aan het wankelen gebragt zynde, Haare aanftaande val bewerkt, zo regtvaardig. de dit de bekommering van voornoemde Regenten ten vollen, én noodzaakte hun, ernftig te handelen, zonder zig te laaten affchrikkendoor de beledigende gevolgen welke daar uit op bun mogten nederdaalen, wanneer deze zaak niet met de vereisebte omzigtigheid en noodzaaklykè geheimhouding wierd behandeld. Brave Regenten flapeh nimmer omtrent het welzyn van den Staat, het geluk van het aan hun toevertrouwd volk, is het geduurig voorwerp van hunne oplettenheid , en zulk een yver verwerft altoos den zegenpalm, wat hinderpaalen zy ook mag ontmoeten : Op dat vertrouwen vestigde de Regeering van Amfterdam derSis zeU Adres dés Regcnterj r n AmLtcrdarri.  X78i 322 VADER LANDSCHÈ . zeiver bedryf: De Gedeputeerden van die ftad hadden reeds ter Staats vergadering voorgedragen, dat zy hoopten dat hunne pogingen eindelyk eens een goed effect, zouden hebben, en dat'er zodanig een vlootoorlog' fchepen in zee zoude worden gebragt, waardoor ten minften eenige takken van de fcheep^ vaart en koophandel der Republiek konden worden befchermd, en dat althans dat gedeelte, bet geene van het nodige voorzien, gereed lag om in zee te kunnen fteeken, daar toe de vereischte ordres mogte ontvangen, doch dat was te vergeefsch geweest, alzo, op het oogenblik wanneer deze bevelen behoorden uitgevoerd te worden, de officieren van de vloot hadden kennis gegeven, dat zy, door gebrek van ammunitie, provifie, en viótualy, voor eerst nog buiten ftaat waren aan zulke ordres te gehoorzaamen, welk gebrek niet alleen niet had behooren plaats gehad te hebben,uit hoofde van het grootbelang voor Nederlandsch koophandel , maar ook om de bekwaame geleegenheid van een Engelfch convoy, dat, met drie duizend recruten, van Bremen kwam, flegts geleid door eenige Fregatten, niet tc laaten ontflippen. Zulk een gedrag, in zaa-  HISTORIE-EESCHRYVING, 323 zaaken waar in hetalgemeene belang van het vaderland zo veel deel had, en waar door zo een groot aantal volk in de kooplieden van Holland, en meenigvuldige zeeliedenen reeders van fchepen in Friesland, werkeloos bleven, dulde niet, of. daar over behoorde met alle ernst by de Staaten der Provinciën aangedrongen te worden, ten einde diefouveraine vergaderingen,zo fpoedig als mogelyk was, de waare oorzaaken daar van mogten onderzoeken ; zich opening van zaaken te laten geeven, en verflag doen , van den toeftand van verdeediging van het Vaderland ; de redenen van de verregaande traagheid tegens zulk eenen gedugten en werkzaamen vyand naatefpooren \ en naar de vereischte middelen om dat verderf uit dc weg te ruimen om te zien; op dat zy Heeren zig buiten verantwoording mogten ftellen voor 'sLands goede ingezetenen , welker volkomene ondergang met rasfe fchreeden naderde , ingezetenen die zo blymoedig totnogtoe de hen opgelegde lasten in 's Lands fchatkist bragten, waar voor zy met regt de befcherming van hunne bezittingen eischten. X i Dik 17HT. }  324 VADERLANDSCHE Dus gelastigden zy de Heeren Gedeputeerden ter dagvaart, om ten dezen einde voor te Haan, dat de zaaken wegens de Provincie daar heen mogten worden beftierd, dat het Hof van Vrankryk, het welke by aanhoudenheid zulke doorflaande blyken van goedwilligheid en genegene hulp aanbieding tegens den gemeenen vyand gaf, (daaden die men niet konde loochenen, hoe zeer partydig men ook tegens het Huis van Bourbon mogt zyn) zo ras als het doenlyk was mogt worden aangezogt van met de Hooge Magten der Republiek in overleg te treden opzigtelyk dewyze hoedanig in dit zomer faifoen te handelen tegens den gemeenen vyand, terwyl men inmiddels onze Miniflers aan de Noordfche hoven berigtte van den toeftand der zaken alhier , en van dat geene het welke de Republiek ter verdediging bewerkflelligde, met last van zonder ophouden by de voorfchrcvcne Hoven ten flerkften aan te dringen, om een goed getal gewaapende oorlogfchepen aan ons over te doen, en de noodzakelykheid aan te wyzen, van de toegezegde byftant, volgens de geflotene overeenkomst, hoe eerder hoe beter te doen  HISTORÏE-BESCHRYVING. $25 doen geworden. Van welke voorflagen zy Heeren Gedeputeerden der ftad Amfterdam nog alle goeds verwagtende waaren, en zig behalven dien verzekerd hielden, dat, zo al eens onverhoopt dezen Staat op zig zeiven wierd gelaaten, als dan echter de toeftant niet zo hoopeloos was als het wel by het eerfte gerugt van dezen oorlog fcheen, aangezien 'er nog veele en genoegzame refources waaren, om haar zelfs te verdedigen, immers de vrugt van eene lange algemeene vrede had veel rykdom en groot vermogen onder de ingezetenen gebragt, zo dat de hooge Regeering zig hier mede in ftaat ftellende, door dat wettig en nuttig gebruik de zaaken lang zoude kunnen gaande houden tegens den vyand , die door eenen Iangduurigen kostbaaren oorlog afgemat was; en laastelyk, waren zy Heeren van gedagten, dat, om de befluiten welke ter verdediging van den Lande genomen wierden, zo met opzigt tot dc Republiek, als tot de buitcnlandfche bezittingen , en om de beraadflagingen genoegzaam geheim te houden, zo wel als om dezelve fpoedig uit te voeren, het zeer noodzakelyk was, dat 'er eenige Heeren uit de X 3 by- 1781.  1781. 1 I 1 I ] ( \ l t 1 i c ii n o fa d fc fc 326" vaderlandsche byzondere Provintien door de Heeren Staaten van dezelve behoorden te worden be=. noemd , en voorzien met zulk een magt en order, om geduurende dezen oorlog met zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder de noodige raadplegingen te houden ;ot het uitdenken , bepaal en , cn het in iet werkftellcn van zodanige middelen als neest gefchikt waren, om, onder den zegen :n byitant van God, het vervallene te verielpen,' den imaad en fchande waar mede Ie Republiek buiten 's Lands overladen was tittewiffen, en met eene kragtige verdedi;ing het vaderland, met alles wat in hetzele lief en waard wierd geacht, voor verdee rampen by deszelfs duurgekogte vryicid te bewaaren, deze voordragt deeden e Heeren Gedeputeerden, tot volkomcne erantwoordiging van hunne Heeren Prinipaalen, in de Staats registers van Holland 1 vullen, met een èrnftig verzoek aan de ledeleden van Staat in deze Provintie, m aan dit goede oogmerk hun fpoedige .lip te verleenen, en was het mogelyk by ï eeiRvolgfnde vergadering een befluit te rmeeren; doch de refpective Staaten heenen echter tot dat gewenfehte einde  HISTORIE-BESCHR YVI N G. 32; de niet te kunnen komen, zy ver zogten daar van een affchrift , om daai over een nader onderzoek te doen, uitgezonderd de twee oudfte rieden Dordrech en Haarlem, waar van, wegens de eerfte verklaard wierd , dat de Regeering var Dordrecht reeds voorloopig de zaaken had. den onderzogt, en het voorname oogmerk; het welke in het voorftel van de Heeren van Amfterdam zeer klaar doorftraalde, zodanig vonden overeen te ftemmen met dat geene het welke zedert eenigen tyd het onderwerp der raadplegingen was geweest, dat zy zig daar door ftilzwygendc' geauthorifeerd vonden, om dat voorftel van Amfterdam als het hunne aantenemen, en dus niet te kunnen afzyn om die Heeren Gedeputeerden, en in dezelve de Heeren Regenten van Amfterdam op het welmeenendfte te bedanken voor de oprechte yver, waar mede zy deeze heilzame en hoognodige ftap deeden, houdende alzo de waare belangens van het lieve en reeds te zeer verfwakte vaderland in het oog, weshalven zy wegens de ftad Dordrecht in de Staats notulen deeden aantekenen, dat zy met groot genoegen dit voorftel hadden X 4 ver- r ■ 1781. Dord. 1 recht en Haarlem ' proteftèj ren,  §2$ VADERLANDSCHE .vernomen, en bereid waaren wegens hun-* n: Stad toe te treedon tot het vastftellen van zodanige maatregelen als meest gefchikt zouden worden bevonden, om den tegenwoordigen hoogcn nood ten ipoedigften af te weeren. De Heeren van Haarlem bielden zig even zeer ve:zekerd van de welmeenende pogingen der Regenten van Amfterdam, en confirmeerden zig uitdrukkclyk met dat advis, als dienende tot bevordering der a'gemee. ne belangens, waarom zy ook Vèrwagt hadden dat dit voorftel hy de vergadering in een proviiloneel b; iluit zoude zvn veranderd, waar van zy het tegendeel met veel verwondering betuigden te ordeivinden, zo dat zy ter regtvaardiging van hun gedrag deze aanteekening yerzogten. — Hoe welmeenende en met welk er-n aandrang dit gedrag der ftcden Amfterdam , Dordrecht, en Haarlem, mogt zyn, hetvoorgeftelde oogmerk konde echter niet bereikt worden , het vond geene verdere onde:fteunin? by de meeste der andere proymtiën, en het fcheen integendeel dat de Stadhouder daar uit zodanige gevolgen af leide'i die de goede eenigheid tus- fchen  HïSTORïE-BE?CHRYVïNG« 529 fchen deze Steden en den Vorst meer er meer moest verwydei en; ondertusfcher kwamen de droevige berigten der nadeelen door den vyand toegcbragt, van alömmï in; de volkplantingen van Demmerary en Esfequcbo waren zonder flag of floot aan de En gelfcben overgegaan en hadden uit vreezc voor bavbaarfche behandeling, of uil bloohartigheid, of door kwaade trouw, zi£ aan den vyand aangeboden; althans de Heei Clark was in den beginne van Februaryna de Barbados vertrokken, en had aan den En gelfcben Gouverneur aldaar kennis gegeven, dat het Hollandsch gouvernement vreesde . of Demmeraryligt een prooy van den vyanc zoude worden, dewyl het geen wederflanc konde bieden, wanneer eenige Kapen zouden durven ondernemen van zig in hel bezit te ftellen, daar het zig liever aan een oorlogfchip zoude willen overgeven: Weshalven de Gouverneur van dc Barbados, de Heer Cuningham, een Lieutenant derwaards zond, met een vrede vlag en brief, waar by hy aan den Hollandichen G®uveineur aanbood om zig aan der Koning van Groot-Brittannie te onderwerpen , op dezelve voorwaarden, als aar X 5 St. Eu 17 81, De Gouverneurbiedt Demmerary aan de Engelfchen aar).  1781. ] < ] ] < 33C VADERLANDSCHE St. Euffcachius, St. Martin, en Saba waaren toegeflaan, 't geen by Gouverneur en Raaden wierd bewilligd, zo dat zy, zig op discretie overgegeven hebbende, het volle bezit van hunne goederen, en een regeringswyze volgens hunne wetten behielden, doende den Eed van getrouwheid aan zyne Groot-Brittannifche Majesteit, waar voor zy ook de befcherming der Kroon zouden genieten, en hunne goederen in Engelfche fchepen na Groot-Brittannifche "havenen overbrengen : De zagte behandeling was het onmiddelyk gevolg van deze toegevende aanbieding, en het fcheen dat men van ie kant van den Hollandfchen Gouverneur Jit eiland van veelminder belang befchouwie dan men wel deed van de zyde van Engeland, aangezien het beloop der produc:cn van de Colonie, jaarlyks gefield wierd jp 10000 vaten fuyker , en rum na proportie, op vyf Millioenen ponden coffy, §00 , 000 ponden catoen , behalven de :acao en indigo, welke niet veel van beang was; daar in tegendeel die van Groot3rittanie begreepen , dat, wanneer deze 'olkplanting wel wierd aangemoedigd, als ian meer inkomflen van dit eiland aan de kroon  HISTORIE-BESCHRY VING. 33 kroon zouden komen, dan uit aile de Bril fche West-Indiën te zamen. Hoe he ook met de geReltheid van deze bezittin; mogt zyn, het gedrag van den Gouverneu verwekte veel ongenoegen by's Lands Hoo ge Magten; de Heeren Staaten vanZeeland ten uitterften gevoelig over deze gebeurte nis, gelastigden hunne afgezondene ter Al gemeene vergadering, te verklaaren, hoi zy zig ten hoogften verwonderden over he gedrag van den Commandeur en Raden var Demerary, met verzoek , dat die ,zo raszi hier te lande arriveerden, genootzaaktmog. ten worden zig te verantwoorden , en de zodanige die aan pligt verzuim fchuldig Ronden, volgens verdienfle geftraft dienden te worden; Men voorzag wel, dat de Engelfchen niet lang in deze bezittingen zouden verblyven,aangezien het getal der Franfchc en Spaanfche oorlogfchepen dagelyks toe nam in die Zeeën, en het eerftgenoemde Hof over de roovery der Britten op St. Eu. Ratius zeer onvergenoegd was: Welhaast vond de Franfche vloot in de daad geleegenheid, om het Engelfche esquader van 23 rykgeladene koopvaardyfehepen , geleid door vier fchepen van Linie, te onderfchep- pen, 1 T I , [ r Zeeland beklaagt zig wegens Demeraryenz.  33^ VADERLANDSCHE _I78l. On'nei'en Uitdeftilftnnd der vaart op de Kolomen. pen, zo dat nauwelyks de 4 oorlogfchepen, bet ontkwamen, en alle de overige door den Heer de la Motte Picquet te Brest binnen gebragt wierden. De Franfchen deeiden dus deze verbeurt verklaarde ryke goederen. Tot zulk een vvanhoopig uitterft wierd de natie gcbragt, terwyl zy uit gebrek van behoorlyk geleide door oorlogfchepen, de nog overgebleevene volkplantingen niet van het vereifchte konde voorzien, of de vrugten en inkomften van daar ontvangen; Zy moesten alleen van de hulp der vreemden beftaan, die in verre na niet toereikende was, terwyl de ingezetenen der Republiek, de voordeelen en winften, uit die bezorging te verkrygen,misten: 'er was nietanders te voorzien, of veelen, die vooreen groot gedeelte uit de intresfen der genegotieerde capitaalen leefden, zouden verarmen, het welke eene beklaaglyke invloed moest te wege brengen op alle foor ten van menfchen in dit Gemeenebest, dezelve buiten ftaat Rellende om de yverige pogingen der vaderen van het vaderland te onderfteunen. Het algemeen tot het uitterfte gebragt, en gedreigd met het geheel verlies hunner vry. heden, goederen, en leven, zouden dan veel-  HIST ORIE-BESCHRYVING. 333 Veelligt de wanhoopigfte hulpmiddelen gebruiken , waarin het begrip van de gemeene regten van het menschdom, de eenige welke ten eenemaal onfchendbaar zyn, hen rechtvaardigen konde. 'Er wierd niets voorgefteld, wanner het dienftig konde zyn tot voortzetting der hoogst noodige verrigtingen tot befcherming van het Vaderland, of de Heeren Staaten der byzondere Provinciën bewilligden in hetzelve ; 'sLands fchatkisten waren wel voorzien , doch de Heer Raad Penfionaris, ziende dat de loop der zaaken by de tegenwoordige omftandig. heden in allen opzigte vereischte, dat dezelve met nog meerder penningen wierd vervuld, en eene negotiatie bepaalde tot twaalf Millioenen, ftelde zulks nauwe, lyks voor, of het wierdoogenblikkelyk toegeftaan; Alleen de verdediging was en bleef gebrekkig, zo dat de Heeren Staaten van Zeeland , op het voetfpoor van Holland, een en andermaal aangemaand hebbende, dat de zaaken ter Generaliteit daar heen mogten geftierd worden , dat het Gemeenebest, by deze kommerlyke omftandigheden, ten minften met alle ernftige yver, fpoed, en beleid, de beste daaden ter be- fcher- 1781^  334 VADERLANDSCHE vordert opening van zaaken. fcherming mogt ondervinden, en een einde van die aanhoudende twyffelmoedige werkeloosheid, waar in alles verkeerde,gemaaktwor= den, zonder dat men van dat agterlyk weezen iets aan de Heeren Staaten der Provinciën fcheen te kunnen toe fchry ven, en van welke öorzaaken zy voorzeker niet onkundig mogten worden gehouden , maar integend.ee* met alle grond konden eifchcn, dat de zaaken voor hun wierden opengelegd, ten einie als dan met de gezamentlyke Bondgenooten , over de gepaste middelen van redding ;n voorziening , tot het gemeen behoud, zekerheid, en welzyn, op eene bekwaame wyze te raadplegen; te meer, om dat het foizoen reeds zo verre verlopen was: Het fchriftelyk berigt der Gccommitteerdens van de Admiraliteit fcheen wel eenmeenig:e zwaarigheden aan te kondigen , waar ioor men te rug wierd gehouden om een neerder getal fcheepen en fregatten van oorlog aan te bouwen, doch dit vermeerierde alleen de bekommering , en drong *evolgelyk te fterker aan, om eene fpoedi5e voorziening te hebben , indien het vaarlyk ernst was de zeemagt te herftellen; Zeeland liet zig over de geaartheid van deze zaa-  HISTORIÈ-BESCHRYVING. 335 gaaken zeer mannelyk uit, cn de yvei der regeering van Vlisfingen en Zierikzee was wel zeer byzonder, de laastgenoemde Stad bragt een ad vis ter Staats, vergadering dat ieders goedkeuring weg droeg; zy beweerde dat alle de voorgewende hindernisfen tydig genoeg hadden kunnen worden voorgekomen, maar dewyl by de herinnering van dien de tegenwoordige gefteltheid Van zaken niet verholpen wierden , en de noodzaaklykheid eischte, dat de raadplegingen over de verderen aanbouw eens eindebyk afgedaan wierden , zo onthielden zy zig van alle aanmerkingen , zo ten aanzien van den inhoud der voorgebra°te bedenklykheden van de gecommitterden der Admiraliteits collegien, als met opzigt de middelen, om den aanbouw met meerder kragt voort te zetten, of de zeemagt op eene andere wyze in beter ftaat te brengen, zo dat zy , alleen omtrent de aanbouw , zig wenschte te bepaalen, in manieren als de gezamentlyke Staatsleden raadzaamst oordeelden , daar by herinnerende , hoe zy zig. gevleid hadden zedert den aanvang van dezen oorlog, dat de overige Bondgenooten, wier gevoelens omtrent de aanleidende oor- Z2. I78L  336 VADERLANDSCHE ken van dezen oorlog, boven die van Zeeland waaren gefield , ook de noodige voorzieninge zouden hebben gedaan, om, zo door eige magt, a^s door kragtige onderfleuning haarer geallieerdens,den vjand behoorlyk re keer te gaan, doch dat de uitkomst van zaaken genoegzaam deed zen, hoe zorgeloos en op welk een losien voet men , niet tegenflaande dc dringcndfle vertogen en waarfebouwingenvan deze Provincie, zo meenigmaalen by herhaaling gedaan, in alle zaaken was te werk gegaan; zo dat de Republiek thans, vcrflooken van vreemde byfland, in oorlog tegens een geduchten vyand > zig aan zig zeiven overgelaaten zach. Dusdanig eene gefteltheid, by zulke gevaarlyke omftandigheden, moest een ieder, die aan het openbaar beflier eenig deel had , en de waare belangens van het Vaderland ter harten nam, met verdubbelde yver opwekken , om alles ten voordeele en tot verdiedigmg van het Land, deszelvs koophandel, cn bezittingen, en tot afbreuk van den vyand, aan te leggen; maar integendeel, de flauwhertigheid cn onverfchillighcid kreeg, dagelyks in het befluur van de zaaken zodanig de overhand dat men  ÏÏISTOK.IE-BÉSCHRT? VING.' 33? men zulks in geenen dcele konde overeen;. brengen met het gevaar waar in het Gemee-' nebest verkeerde. Dit vermogt niet meer met flilzwygen te worden voorbygegaan, maar 'er diende voorzeker met alle ernst onder2ogt, wat of de waare oorzaak van dat alles mogt zyn; een vraag, reeds door verfcheidene andere Staatsleden met zo veel aandrang gedaan i dat het niet langer behoorde verfchooven te blyven. Het heilige vuur der vryheid kan alleen door zuivere handen behouden worden, en dit dierbaar pand der Nederlanders, dat met de gevoelens van vaderlands gezindheid zo diep in hunne harten ingeprent is , fpoort hun op ieder oogeblik aan, wanneer zy het betwisten van dit voorregt ondervinden, om met dubbelde yver waakzaam te zyn; en te regt mag men zeggen dat deze deugd alleen dit vry Gemeenebest over alle Ryken heeft doen zegepraalem Het bederf dezer Republiek zoude voorzeker , zo wel als van alle andere, een heilloos uiteinde hebben, en vervallen onder de magt van overheerfchingindien niet het gelukkige ffelfel van vryheid ten allen tyde het byzonder doelwit van Holland was; Y de-*  338 VADERLAÏÏDSCHE deze Provintie verdiende ieders bewondering , zodanig als zy fteeds het oog had gevestigd op een uicgebreiden Koophandel, en op de vryheid, welke over en weder elkander aanmoedigen en onderfchraagen : Holland had zig, boven alle andere Natiën in Europa, beroemd gemaakt, door heilzaame wetten , met opzigt tot het handhaaven der regten van de burgers en der voortreffelyke inrigtingen tot de koophandel, en met daar in wel byzonder acht te neemen op de fpoedige en belanglooze handhaaving der gerechtigheid, als het bekwaame hulpmiddel , om het getal zyner inwoonderen te vermeenigvuldigen, en derykdom van den Staat te vermeerderen. Voorziende, dat al die voorfpoed gereed ftond om te verdwynnen, indien zy als het meeste belanghebbende gedeelte van de Republiek, en Amfterdam ais de voornaamfte Stad, niet met haar gezag tusfchen beide kwam om die te bewaaren, en dat de klagten van het algemeen tegens den Hertogvan Brunswyk verwaarloosd wierden , zo ontleenden de regenten van die ftad uit dezen bronwel eene onvermydelyke verpligting, waar in zy welhaast door de fteden Dord-  HISTORIE-BESCHRYVIïïG. 339 Dordrecht, Haarlem, en Delft, onderfteund wierd; Dc Heeren regeerende Burgemeesteren , Temminck en Rendorp, benevens den Penfionaris Visfcher \ naamen deze aanzienlyke en gewichtige last op de fchoudreri en vervoegden zig by den Heer Erfftadhouder, alwaar, in de tegenwoordigheid van den Heer Raadpenfionaris, 's Volks bedenklykhedcn tegens den Hertog wierden voorgeleezen, en aan zyne Hoogheid overhandigd, doch op fterke aandrang onder eene gevoelige gemoedsbeweeging,uit handen van den Vorst weder te rug genoomen,, en' op den zesden dag daar na, met geleide van een brief, door den Heer Burgermeester Rendorp aan den Heer Raadpenfionaris gefchreven j weder aan den Heer Erfftadhouder ter hand gefield wierd. Hoe zeer dit alles uit de volftrekte noodzaaklykheid van de toenmalige omftandigheden voortkwam , echter had zulks de gev/enschte uitwerking niet op het harte van zyne Hoogheid, het zy dat de Vorst, zo als men zeide, begreep, dat hier door aan hem eene onbetaamende bepaaling wierd gemaakt in de vrye verkiezing van Hoogst aeszelvs feyzondcre raaden, het zy dat het gemoed * 2 yan ifi De ftege= ring van Amftelidam dieneneen a Memoriè landen Eniladhouder,  i-8i. 340 vaderlandsche den Prins den Heer Veld Maarfchalk van alle bedenkingen zuiver hield; ieder moest nogthans erkennen , dat in het voorftel zelve alle nodige omzigtigheid was gebruikt, want zy Heeren Gedeputeerden betuigden daar by, dat dc Regeering van Amfterdam nimmer eenig voornemen had gevoed,om zyne Hoogheid te beleedigen , of eenige kleinachting en onaangenaamheid aan te doen, zig verontfchuldigcnde, waaromme zy het voorftel in deze memorie vervat, eerst ter vergadering van Hun Ed: Groot Mogende hadden ingeleverd , zonder dat zy met dat ftilzwygen, een mistrouwen op hoogst deszelvs byzondere perfoon toefchreeven, verlangende in tegendeel, om het vertrouwen tusfchen zyne Hoogheiden haare ftad te doen gebooren worden en aan te kweeken, het welke een volftrekt vereisch was ter bevordering van het welzyn der gemeene zaak , zoekende alleen door hunne voordragt gelegenheid te geeven tot het bewerkftelligen van zodanige middelen, als, by deze gevaarlyke gefteltheid van zaaken, tot behoud van het lieve vaderland, ten uitterften noodzakelyk waren. Aan het hoofd der Regeering van eene on-  HISTORIE-BESCHRYVIUG 54: ongemeene volkryke ftad gefteld zynde waar in de fmalle gemeente reeds begon ge voel te krygen van gebrek, voortfpruyten de uit werkeloosheid, oordeelden zy ziel verpiigt, van daadelyk op de best mogelyfa wyze te toonen dat zy geene gelegenhek voorby wilden laaten gaan om den welftanc van het Land en van deszei vs goede ingeze tenen op het meeste te behartigen , waai toe zy gehouden waaren, indien zy het be. hoorlyk gezag cn de goede orde, welke ir eene volksregeering alleen gevestigd zyr. in het vertrouwen van het gemeen en de burgery op derzelver Regenten , niet gansch en al wilden verliezen: En dewyl het hun niet vreemd was voorgekomen, dat de behandeling van zaken zedert een geruimentyd, en vooral zedert de vredebreuk met Engeland, aan de geheele natie als onbegrypelyk was voorgekoomen , dewyl zy, niet tegenftaande alle toegevelykheid, aan het verlangen van Engeland, jaarenagtereen, niet dan klein agting, ftnaad, en befpotting, had ondervonden, het welk nu alles nog was bekroond door eenen openbaaren oorlog, begonnen met het wegnemen van een aanzienlyk aantal van Y 3 1 ! |  342 VADERLANDSCHE onze fchepen, en het overrompelen van onze buitenlandfche bezittingen; niet tegenftaande al het welke alles weerloos gebleeven was, en 'er geene genocgzaame maatregelen genomen waaren om de Republiek in ftaat te ftellen tot verdediging van haare vryheid, van haare wel verkregene rechten, uitgebreide zeevaart, en wettige koophandel; daar het nogthaus een onwederfpreekelyke waarheid was, dat deleden der Regcering reeds lang van begrip waaren, dat men zig voornamentlyk ter zee moest in ftaat van verdediging ftellen ; gelyk bekend was uit verfcheidene refolutien in den jaare 1778 genomen, ' vervolgens menigmrJen herhaald, en wel byzonder gebleek uit' het rapport van den jaare 1779. Dat niet tegenftaande zodanige gevoelens van de Heeren Staaten , om alle s'Rands oorlogfchepen te equipeeren en nieuwe aan te bouwen, thans, na verloop van zo veel tyd, en na dat de zaaken zulke cennadeeligen keer hadden genomen , nog niet eens na zee konden werden gebragt die 32 fcheepen , waar toe reeds in April 1779 gerefolveerd was, veel min zodanige 52, waartoe men in den jaare 1780 een befluit had-  HISTORIE. EESCHRY VING. 343 had genomen , even weinig als het bewerkftelligen van de voorflagen, tot verdediging van onze zeegaaten en kusten ter Generaliteit gedaan: Dat de Regecring van Amfterdam met alle goede ingezetenen van den Lande, die zig ten uitterften bereidwillig toonden tot het opbrengen van alle gewoone lasten, niet zonder reden''zeer verwonderd ftonden over de weinige expeditie, en traagheid in de uitvoering van zodanige gewigtige maatregelen van den Souverain : immers het ging de verbeelding te boven, te moeten gelooven, dat de gefteldheid waarin zig de Admiraliteit bevond, zo flegt zoude zyn, dat de door hen voorgeftelde equipagien in geen twee jaaren tot ftant zouden hebben konnen werden gebragt, offchoon het aan geene penningen daar toe had ontbrooken , en niet tegenftaande de noodzakelykheid dagelyks dringender was geworden. Het was derbalven onbegrypelyk welke de oorzaaken van deze traagheid en werkeloosheid mogt zyn, als ook van de niet uitvoering der befluiten tot beveiliging van de kusten en Zeegaaten ; bovenal konde men zig geen denkbeeld maken van de onY 4 ver- 1781.  g44 VADERLANDS C H t verwagte verhinderingen en bezwaaren waar door het uitloopen der weinige in ftaat zynde fcheepen was belet, zelfs na dat zyne Hoogheid daar toe het behoorlyk onderzoek had gedaan en bevelen gegeven. Het was, zeiden zy, aan deze weerloosheid toetefchryven dat de Republiek rampen en ongelukken waaren overgekomen, en nog bo; ven het hoofd hingen, ja men konde nog niet bemerken, dat'er kragtiger maatregelen genomen wierden om de verdere onheilen afteweeren , en de reeds geledene te herftellen, zonder het welke de Republiek eerlang eene volkomene ondergang te wagten had; weshalven het de pligt van alle braave Regenten was, om te onderzoeken, ï) waar aan dit onverantwoordelyk verzuim was toe te fchryven ? 2) en door welke middelen men eindelyk daar tegen zoude kunnen voorzien, om de zaaken zoveel mogelyk tot behoud van den ftaat te herftellen ? — beproevingen, reeds onder de hand, doch vrugteloos, onderzogt, terwyl de zaaken hoe langer hoe ongunftiger wier. den, zo dat het nu geen langer uitftel konde lydcn om kragtiger maatregelen te beramen : uit zulk eene rype overweging was dus  HISTORIE-BESCHR YIVNG. 345 dus voortgevloeid dat voorftel, het welk op last van de regeering van Amfterdam ter vergadering van Holland was gedaan , om uit de raadplegingen en het oordeel van de medeleden van ftaat, de heilzaamfte befluiten voor den lande te verwagten ; tot welk voorftel de Regenten van deze ftad begreepen, dat zy, wegens het vaderland en deszelvs goede ingezetenen reeds voorlang waren verpiigt,terwyl hetgansch en al buiten hunne meening was, om aan zyne Hoogheid eenige onaangenaamheid aan te doen, of eenige nieuwigheid in te voeren, of het wettig verkregen gezag van den Heere Stadhouder nader te bepaalen; integendeel dat zy plegtig konden verzekeren, en ten allen tyde zouden doen zien, hoe zeer zy de tegenwoordige gefteldheid der regeering zouden helpen handhaven , aangezien het welzyn van dit Gemeenebest daar aan ten naauwften verbonden bleef; confidereerende,datin de tegenwoordige omftandigheden van zaaken niets nodiger en nuttiger was, dan, geduurende dezen oorlog, tot de directie en de geheime behandeling en uitvoering van zaaken , een kleine raad, beftaande uit Regenten van de byzondere Y 5 Pro- 17 81.  I7SI. I 34Ó VADERLANDSCHE Provintien, te benoemen, om den Vorst by te ftaan, daad en raad te verleenen, en tot behoud van den lande mede te werken, een voorfiag, (mogelyk gegrond op vroegere voorbeelden) geenfins voortkomende uit eenig misvertrouwen op de goede fchikking en oogmerken van zyne Hoogheid, welke men geene reeden had te ve denken, fchoon zy Regenten van Amfterdam met hartgrievend leedweezen waaren geïnformeerd , dat kwalykgezinden zulks zogten te verfpreiden, maar integendeel dat zodanig mistrouwen alleen viel , op den geenen, wiens invloed op den geest van zyne Hoogheid wierd gehouden voor de naaste oorzaak te zyn van de traagheid in de behandeling der zaaken, tot bet uitterfte nadeel voor het algemeene welzyn; en dewyl het nu daar toe was gekomen, dat het aankwam op de behoudenis van het waarde vaderland , van deszelvs duurgekogte vryheid , van zyne Hoogheid en hoogst deszelvs huis , en met een woord van alles wat de inwoonderen in de Republiek dierbaar is , zo bad de Regeering van deze Stad niet langer kunnen ftilzwygen zonder zig aan pligtverzuim fchuldig te maaken, en  HISTORIE.BESCHRYVI NG. 347 ën was dus, hoe ongaarne gedrongen om tot deze flap te komen , en aan zyne Hoogheid, met zo veel verfchuldigde eerbied als openhartigheid en gepaste vrymoedigheid, het gewigt der zaaken onder het oog te brengen, rondelyk verklaarende: dat volgens het algemeene begrip, de Heei Hertog wierd gehouden voor de eerfte oorzaak van den elendigen en gebrekkigen Haat der verdediging waar in het land zig bevond, van al het geene dat daar omtrent plaats had en van alle de onrechte maatregelen zedert eenen geruimen tyd genomen, met alle de droevige gevolgen hier uit voortgevloeid, ja dat men zyne Hoogheid konde verzekeren, dat de haat en afkeer tegens den perfoon en ministerie van den Hertog tot dat uitterfte was gekomen, dat daar uit de onaangenaamfte gevolgen voor het welzyn van de rust in het algemeen was te verwagten. Zy Heeren fteldcn het ook buiten twyfel, of dit zoude zyne Hoogheid door anderen welzyn voorgekomen,en indien zulks niet mogt gefchied zyn , dat het dan moest toegefchreven worden aan eene vreeze voor dc uitwerkzelen van het ongenoegen van den Hertog; terwyl men zig, 1781.  348 VADERLANDSCHE zig, met opzigt tot het voorgeftelde, met alle vertrouwen durfde beroepen op het getuigenis van zo veele eertyke en b^ave leeden van de Regeering, als zyne Hoogheid dieswegen , onder het geven van de nodige vryheid van fpreken, en met ernitige aanmaning , om volgens geweeten cn pligt de waarheid te zeggen, zoude gelieven te ondervragen: zy moesten erkennen, meer dan eens, met leedweezen te hebben vernomen, dat de Heer Raadperf-onaris zig, in het byzyn van ondetfehejdene leeden van de vergadering van Holland, had beklaagd over het misverftand , dat tusfchen den Raadpenfionaris en meergenoemden Heer Hertog plaats had, gelyk mede over den invloed, welke de Hertog by zyne Hoogheid had, waar door de pogingen van hem Raadpenfionaris, ten beste van het vaderland meermaalen waaren verydeld geworden , dat deze verfchillentheid van oogmerken en gevoelens tusfchen den voornamen Raad van zyne Hoogheid en ^en eerften Minister van deze provintie, niet dan allernaadeeliglte gevolgen konde ïebben, en de genoegzaamlle redenen uiteverden, om de oorzaak van dit mistrouwen  HISTORIE-BESCHRYVING. 349 wen en onëenigheid te vermyden, terwyl 'er , zonder een voorafgaande herltel van Vertrouwen en eensgezindheid, geen middel overig was om de Republiek te behouden, dit hielden zy ook het noodzakelykfte voor het Doorluchtig Huis van zyne Hoogheid en voor het behoud van hoogst deszelvs gezag , agting , en genegenheid by de natie, ja voor deszelfs eer by nabuurige Mogendheden; want zy vonden zig gehouden zyne Hoogheid te waarfchouwen, dat hy wel eens het voorwerp van kleinachting en mistrouwen by het gemeen zoude konnen worden, in plaats van te zyn en te blyven het waardig voorwerp van des volks en der Regenten liefde en hoogachting, gelyk hartelyk gewenscht en gebeden wierd dat zyne Hoogheid en deszelfs doorluchtig nageflagt altoos mogt ondervinden. Gaarne hadden zy dezen tegenwoordigen Rap voorgekomen, hoe zeer men ook begreep, dat het de leeden der fouvcrainiteit altoos vry Rond , ja dat derzelver pligt mede bragt om aan zyne Hoogheid en aan de medeleeden hunne gedagten voor te draagen, doch dat ze geene hoop tot beterfchap of verandering hadden kunnen voorzien, of zig daar- 1781  i?8i 350 vaderlandsche daarmede durfden vlyen; weshalven de nood, thans tot het hoogfte geklommen, niet anders overliet, dan de waare ftaat vari zaaken op deze wyze voor zyne Hoogheid, open te leggen, hem op het ernftigfte biddende zulks getrouw te overweegen , en niet langer gehoor te geven aan den raad van één man , die zodanig met den haat van groote en kleine overlaaden was, en als een vreemdeling , geene genoegzaame kunde van onze Regeeringsform hebbende, noch ons land een goed hart toedragende, wierd aangezien, zy bekenden, dat het verre van hun oogmerk was om dien Heer te willen befchuldigen met dat geene , wat hem maar opentlyk ten laste wierde gelegt; of dat zy als gegrond zouden willen aanmerken de verdenkingen van eene verregaande en ongeoorloofde betrekking voor het Engelfche Hof, of van kwaade trouw en omkooping; neen, zy geloofden dat een Heer van die hooge geboorte en rang, tot die of diergelyke laagheden onbekwaam was,maar zy geloofden, dat dc denkbeelden dewelke ongelukkig dus waaren opgevat, en een algemeen wantrouwen hadden veroorzaakt, hem tot den dienst van het land en van zyne»  HISTORIE" BE SCHRYVING. 351 ne Hoogheid niet alleen nutteloos maar zelfs fchaadelyk maakte, en dat hy derhalven van den perfoon en van het Hof van zyne Hoogheid behoorde verwyderd te worden, als zynde een altoosduurende hinderpaal om de goede verftandhouding tusfchen zyne Hoogheid en de voornaamfte leeden van ftaat te doen herleven; terwyl een langer verblyf integendeel het wantrouwen , met of zonder reden tegens deszelfs raadgevingen opgevat, op den per. foon van zyne Hoogheid meer dan te veel zoude doen overflaan. — Deze voordragt der Regenten van Amfterdam, wenscheen zy niet beichouwd te hebben als voorkomende uit eene byzondere haat of kwaalykgezindheid tegens den Hertog, die zelfs in vroegere tyden zig met reden mogt beroemen van de goedwilligheid en wezendlyke blyken van genegenheid der Regering van Amfterdam , maar zy betuigden voor God en de ganfche waereld , dat alleen het behoud van het Vaderland, en van het Doorluchtig Huis van zyne Hoogheid, om deszelfs naderenden ondergang te voorkomen, de eenige beweegreedenen van hunne voordragt waaren: de Regeering h*d 1781  352 VADERLANDSCHE had zig daar toe verpiigt gevonden, zo weï in de hoedanigheid als ingezetenen des lands, als van eenig medelid van derzelver fouveraine vergadering, ten einde hier mede de laafte poging te doen, en mogelyk nog een middel aan de hand re geeven, om, onder den zegen van God, het fehip van ftaat uit de grootfte dreigende gevaaren te redden, en in behouden haaven te brengen , ten minften om in alle gevallen zig van haaren pligt te kwyten , haar ge* weeten te voldoen, en zig voor de ingezetenen en nakomelingen buiten verantwoording te ftellen. Het was wel zo dat men aan het behoud van 't vaderland niet behoorde te wanhoopen, maar dat het zelve tot dat uitterfte fcheen te zyn gekomen, van, zonder het gebruik van buitengewoone middelen , niet gered te kunnen worden , en dat men daarom als nog , onder het gunftig welbehaagen van zyne Hoogheid de vryheid nam aan hoogst dezelve in bedenking te geeven , of niet het beste middel zoude zyn , om de zaaken voortaan met goed gevolg te behandelen, dat zyne Hoogheid eenige weinige perfoonen , van de eerfte aanzienelykfte en kundigfte in* boor-  ii i üTORI É-BE S CHRYVING, 353 boorelingen des lands , by zig nam, om met dezelven alles te overleggen, wat tot behoud en dienst van den lande nuttig zöüÜe konnen zyn, met zodanige magt en bépaaling, als noodzakelyk geoordeeld wierd öm aan het oogmerk van deze commisfie met vrugt te kunnen voldoen, waar uit voorzeker twee gröote en nuttige gevolgen waaren te verwagten'. — Ecrtelyk, om dat in een tyd als deze, waar in élk oogenblik van belang was, geen verzuim door langduurige raadplegingen plaats zoude hebben, en den noodigen ipoed aan ' de uitvoering van het gerefolveerde kondè gegeeven worden } ten anderen , dat men hier door het vertrouwen van de natie tot eene algeméene gerustheid eh genoegen wéder herfteld zoude zien, en een ieder aange. fpoord en bewogen worden, om alles, wat mogelyk was , met blymoedigheid toe te brengen tot het uitvoeren der maatregelen van zyne overigheid, daar men thans overal het tegengetelde zag plaats hebben, en niet dan éeri algemeen beklag over de verdeeldheid en werkeloosheid van de Regenten hoorde; Het was niet alleen de Regeering van Z Am-  354 VADERLANDSCHE I78l.. Amfterdam die dit voorgemelde hoognoodig oordeelde, maar ook hadden de voornaamtte leden van deze en alle de overige Provinciën genoeg te kennen gegeeven, dat zy van dezelve gedagten waaren , aangezien ër by de tegenwoordige gefteltheid van zaaken maar tweederley partyen voor dit Gemeenebest te kiezen waren; namentlyk , pf de vrede met Engeland te herftellen, of Jen oorlog rncr. alle magt door te zetten , ten einde daar door te fpoediger eenen eerlyken vrede te verkrygen : Ook verlangde men niets meer van zyne Hoogheid, dan om in een ernftig overleg te treden, over de keuze van de twee gemelde partyen, en welke middelen ter bereiking van het gekoozene by der hand dienden te worden genoomen, by dat alles op het oog houdende, dat, hoe zeer ook de verëeniging met Engeland de voorrang mogt hebben , echter niets behoorde verzuimd of agtergelaaten te worden, om dit Gemeenebest in zodanig een ftaat te ftellen, dat het niets van haare vyanden te vreezen had , maar in tegendeel dezelve konde dwingen tot het betragten van een herftel van dien vrede, die zy, zonder wettige oorzaak, zo onregtvaardig als  HISTORIE-KESCHRYVING 353 als moedwillig hadden verbrooken. — Zuil eene getrouwe taal won de harten van alle welmeenende vaderlanders, om dat dooi diergelyke opregtheid de gelukflaat van Ne. derlandsch volk, dat by na niets van de natuur heeft ontvangen, en alles van het vernuft, van de vryheid, en van de arbeidzaamheid ontlecndt, verzekerd worde; het verwierf een onuitwischbaare lof by alle volkeren, alzo de ondergang van dit Gemeenebest het ongelukkigfte voorval voor Europa en voor alle natiën zoude zyn: Nederland, begrepen de welmeenende in den Lande, ( van de geboorte der Republiek af aan) moest niet veroveren nog veroverd worden , maar haar wel verdiende voorfpoed en vryheid befchermen, door hetregte gebruik te maken van de bekomenc vruchten dier Hemcifche weldaaden: En voorwaar de getrouwe voorbeelden, door de Historie fchryvers tot een baken gefield, moesten den Erfiladhouder aanfpooren, dit voorftel uit het regte daglicht te befchouwen: Het bewonderenswaardige Griekenland, luisterryk door koophandel, kunsten, en wetenfehappen, konde door de heerschzugt der Romeinen , nog door eenige £ 3 vreem- #14  356 VADERLANDSCHE Klagtc van den Hei tof> ' ann Hui Hoog Mogende. vreemde magt, ten onder gebragt worden, voor dat de koophandel aldaar een einde nam, maar toen daalde het voor altoos neder; tot die tyd deed alles eere aan hunne uitneemende inzettingen, maar met dat oogenblik ging ook alles ten gronde. Nederland bezat meer dan die gelukkige gewesten der oudheid ; Haare gefchiktheid tot het dryven van den koophandel was gunftiger ; Het had niets te vreezen voor eenig buitenlandsch geweld, wanneer de openhartige getrouwheid hulde vond, en de eendragt, in het neemen en uitvoeren der heilzaamfte befluitcn, beftendig bleef; doch de wolken, lie zo veele verborgenthedenbedekten, waren niet te verdry ven, de geest van vaderlandliefde, welke de ziel is van alle Staatkundige verwytingen, fcheen in alle declen bedorven , of geheel vcrlooren , althans deze welmeenende poging der Regenten van Amfterdam wierd zeer ongunftig aangezien : De Hertog,daar van kennis bekomen bebben:1e, vond goed, aan de Algemeene Staaten ;e fchryven, dat hy genooczaaktwas, over leze zaaken, zyn perfoon betreffende, tot Hoogst dezelve zyn toevlugt te neemen, langezien hy oordeelde, anders nalaatig te bly-  HISTORIE-BESCHRTVING. 357 blyven aan de waardigheden , hem door Hunne Hoog Mogende opgedragen ; aJzo hy, in den jare 1750 in dienst van dezer Staat overgekomen zynde , en tot Veld. Maarfchalk van derzelver troupes aangé fteld, met hethoogfïe vertrouwen was vereerd , en dus , geduurende de minderja. righeid van den Heere Erfftadhouder. hoogst deszelvs perfoon als Capitein Generaal had gereprefenteerd, ja, op alle zjne handelingen, in al dien tyd gehouden j de meeste goedkeuring had weg gedra gen, en, uit dien hoofde, met dat vertron wen by aanboudenheid was bcgunftigd gebleeven^ zo dat Nederlands buitenge woone Afgezant aan het Hof van Weenen, by Haare Keizerlyke cnKoninglyke Majesteit, in wiens dienst hy mede als Veld-Marfchalfc was verbonden, had verzogt, dat hy in dit qualiteit by deze Republiek mogte blyven: en alzo hy die toevertrouwde posten , ge. duurende dertig jaren, onder het oog var Hun Hoog Mogende had waargenoomen, op eene wyze , elk overvloedig bekend, had hy zig nimmer duiven voorflellen . dat zyn perfoon tot een voorwerp van algemeenen haat zoude gemaakt zyn, en hj Z 3 eerj I78r.  ï7"8i ver- 36^ vaderlaktdsche een uitflap moeten ondergaan, welke niet; als ten hoogften beleedigende konde voorkomen, voor het caraéter, waarmede Hun Hoog Mogende hem hadden gelieven te vereeren: Want doch, hy had, na zo veele openbaare lasteringen en verregaande befchuldigingen, die men ten zynen laste had vprfpreid, en waar van men een algemeene roep had gemaakt, nu dat aller gevoeligs^ affront moeten lyden , dat ooit een eerlyk hart konde treffen , als of zyn perfoon namentlyk, uit hoofde van de ongehoerdfte verdenkingen , hier niet meer konde worden geduld, waar toe de Heeren Burgemeesteren Temminck en Rendorp, neevens den Pcnflonaris Visfcher, aan zyne Hoogheid den HeerePrince van Orange, fn tegenwoordigheid van den Hccrc Raadpenfionaris van Holland , zekere Memorie onder den naam van deRegeeringe der ftad Amfterdam, hadden doen voorlcezen , en vervolgens aan Hoogst gemelden Heere Erfftadhouder ter hand ftellen, met by voeging, dat het aan den Vorst volkomen vry ftond daar van zodanig gebruik te maakens als hy zoude kunnen goed vinden. Door dien weg van den inhoud kennis  HISTORIE-BES CÏIRYVING 35c verkregen hebbende, bad hy Hertog daa in bevonden eene aaneenfchakeling van ho nende uitdrukkingen ten Z37nen opzigte waar van hy , voor by gaande het géen< zyn perfoon niet betreffende was, een kor verhaal deed, met vertrouwen , dat Hui Hoog Mogende, niet zonder verontwaar diging, zouden gewaar worden, dat, na; eene reeks van aanmerkingen, de eene haa telyker als den anderen, waar by geei eene befchuldiging ten laste van zyn carac ter als Veld - Maarfchalk van den Staa voorkwaam, en de overigen meest al iïeun den op zo genoemde algemeene gevoelen, en te vooren met kunst verfpreide gerug ten, de Heeren Burgemeesteren hadder kunnen goedvinden,om by zyne Hoogheic aan te houden, dat hoogst dezelve hem oj eene verachtende wyze , van zyn perfoor en Hof geliefden te verwyderen, cn gelyl een overtuigde misdadiger, tot een eerro vend bannisfement verwyzen: Hoedani ge flap, gepaart met zo veele hatelyke cr vernederende uitdrukkingen, niet dooi twee byzondere perfoonen, maar door eene zending van twee regeerende Burgemeesteren nevens den Penfionaris van een der aanZ 4 zien- ■ i?8i. 1 X \ 1 1 1 1 1  3ÖQ VADERLANDSCHE .zienlykfte Heden van Holland, uit naam es op last der Regeering van die ftad was gedaan; dus opzettelyk, en na ryp overleg; zo dat hy Hertog oordeelde het verrigte niet anders te moeten befchouwen, dan ten hoogften beleedigende," alzo men niets byzonders tot zyn en laste durfde opgeeven, ja zelvs zig genoodzaakt vond Hem vry te kennen van de gerugten, als of Hy fchuldig ftord aan een verregaande en ongeoorloofde betrekking voor het Engelfche Hof, aan kwaade trouw, en aan omkooping, terwyl zy niet te min den lafter fcheenen geloof te geeven, en betoonden den fchuld van alle de rampen van den tegenwoordigen tyd op hem te willen werpen, ten einde die geene die 'er de waare oorzaak van waren , daar van te ontheffen. Zo dat Hy zig onwaardig zoude rekenen het aan hem toevertrouwde caracter langer te bekleden, indien hy zig hier omtrent ongevoelig betoonde, houdende zig ook verzekerd, dat Hun Hoog Mogende dezen daad in geen ander daglicht zouden befchouwen, maar begrypen dat het voor dit Gemeenebest van aanbelang was, te wceten , of de Perfoon, de waardigheid van Veld- Marfchalk alhier be-  HISTORIE-BESCHRYVINO. g6l bekleedende, de eerste oorzaak was van den elendigen Staat van verdeediging van het Land, en van al het verzuim , welke men voorgaf dat daar omtrent plaats had, ja van alle verkeerde maatregelen die men zeide dat 'er genoomen waren, met alle de elendige gevolgen daar uit voortgevloeid, zaaken van de hoogfte aangelegenheid, en welke hy Hun Hoog Mogende bad op het nauwkeurigite te onderzoeken, ten einde zyn fchuld, of onfchuld gebleek, en of hy al of niet de bron was van het mistrouwen en de onëenigheid, waar door by tot den dienst van het Land en van zyne Hoogheid volftrekt nutteloos en fchadelyk zoude zyn; welke bewyzen men had, dat hy het Land geen goed harte zoude toedragen , en met een woord, waarom hy langer omwaardig zoude zyn het vertrouwen van den Vorst aan het hoofd van deze Regeering geReld; op wiens getuigenis hy de vryheid nam zig by dezen te beroepen. Dewyl nu zyn eer hem dierbaarder was dan zyn leven, zo was het uit hoofde van dien, en het geene hy aan zig zeiven fchuldig Rond, in de betrekking tot dezen Staat, en aan zyne Keizerlyke en Koninglyke Ma* z 5 Jë-  3.Ö2 VADERLANDSCHE jefteit, dat hy Hun Hoog Mogende eerbiedig verzogt, om, na een ftrcng en nauwkeurig onderzoek, door eene kragtige befcherming van zyn caraéfer, wel te wihen bewerken, dat de aan hemtocgebragtehoon en blaam, op eene betamende manier wierd gezuiverd, en het daar heen gewend, dat de vier Regeerende Burgemeesters van Amfterdam , welke de meergemelde Memorie hadden overgegecven, nevens den Penfionaris Visfcher, verpiigt mogten worden om de gronden van zulk een verregaai.d bcleedigend gedrag voor te brengen, en al het zelve behoorlyk te bewyzen, zonder het welke hy Hertog dat alles niet anders dan lastertaal konde befchouwen, met ver'.oek, wanneer zy daar vaningebreekemog"cn blyven, als dan mogte worden nagevorfcht, wie die fchandelyke gerugten hadden uitgeftrooid, ten einde deze, als lasteraars, de verdiende ftraf ontvingen ; en undebyk, dat Hun Hoog Mogende, benevens de gezamentlyke hooge Bondgenooten, in dien gevalle zodanig regtvaardigend befluit geliefden te neemen, waardoor :ync eer cn goede naam by de ganfche Na:ie, en voor het oog van geheel Europa, ge-  HISTORIE-BESCHRYVING. 36' gezuiverd wierd; hy in Staat gefteld, on zyne verkreegene waardigheid met de vereifchte eer te kunnen blyven beklceden; mei eene zodanige vergoeding, die, Hunne Hoog Mogende aan het affront hem aange daan, na derzelver hooge wysheid, en bekende billykheid, eyenreedig zouden oor deelen.. Had het vragen van fatisfactie door den Ridder Yorke, wegens het Groot Brittan nifebe Hof, tegens eenige leden der Regeering van Amfterdam, die op een geoorloofde manier waakten voor het behoud van Nederlandfch koophandel, den openbaaren oorlog veroorzaakt, het liet zigzeei klaar aanzien, dat deze vordering van eervergoeding door den Hertog van Brunswyk gedaan, tegens de vier Regeerende Burgemeesteren der gemelde ftad, verregaande binnelandfche oneenigheden zoude verwekken, indiende getrouwe aanmaannende voordragt door. de Heeren Tcmminck er Rendorp aan dc'n Heere Erfftadhouder gedaan, niet na vereifch wierd ter harten genoomen; want deze Heeren Regenten, niets anders bedoelende dan het behoud van 't vaderland en 's volks vryheid, zouden : 1781.  1781 PePrxf dent brengt c k!a°te van Jen Hertog bv Hun Hoog Mogend 364 VADERLANDSCHE den voorzeker van hun gehouden gedrag niet terugkeeren,maar by de meeste der andere Provintien daar in geflerkt worden; terwyl, van de andere kant, zyne Hoogheid dei, Stadhouder meer fcheen getroffen door de gevoelens welke de Hertogdaaruitontleende,dan overtuigd te zyn van het groot aanbela; g om in dezen geloof te geven aan de aïgtmeene volks ftem;Deze bedekkingen,ondrriRund van veele andere, wierden welhaast bevestigd; De Hertog ftelde zyne klagten, by Misfive,aan den Heer van Lyrden tot iiemmen ter hand , die als Priefident ter vergac dering van Hun Hoog Mogende zulks ter overweging bragt, by gelegenheid dat Nederlandfch Erfftadhouder aldaar tegenwoor_ dig was, en, op de gewoone omvraag ver'klaarde, dat zyns bedunkens nipt konde ge-i weigerd worden, de gegrondheid, of ongegrondheid, der nadcelige gerugten tegen den Heere Vcld-Marfchalk Hertog van Brunswyk, te onderzoeken, dewyl het aan Hun Hoog Mogende niet onverfchillig konde zyn, of iemand, die zig in derzelver dienst bevend!, en wel met zulk eene Éanzienlyfcé waardigheid, zig fchuldig had gemaakt aan het geene, waar medefay wierd be-  HISTOHIE-DESCHRYVING. 365 betigt, en dat die wel dagt, niet kon: lyden, om onder zo een blaam te blyven," en in zyn eer te worden aangetast. Weshal ven de Vorst in overweeging gaf, dat de Heeren Gedeputeerden der byzondere Provintien, hoe eerder zo beter, deze dooiden Hertog gefchreévene Misfive ter kennisfe van de Heeren Staaten bragten, terwyl dezelve mede commisforiaal wierd gemaakt , op dat eenige Heeren zig daar op informeerden , en naar bevinding aan Hun Hoog Mogende raport deeden 3 zo als dan ook .gefchiedc , door de Heeren van Lynden tot Hemmen en haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de zee. Ondert.usfchen ontbrande dit fmeulend vuur in volle vlam, en de zaak van deze aanklagers en aangeklaagde wierd een der beroemdfte in de gefchiedenisfen van dit Gemeenebest. Niemand konde ontkennen, of de zaaken van het algemeene belang der Republiek waren in eene ilegte gefteltheid; het was zigtbaar dat veele dingen met de uitterfte achteloosheid wierden behandeld; elk was overtuigd, dat 'er de grootfte omzigtigheid ea wysheid vereifcht wierd; Wie nu had der- 781.  2?8r. < 1 1 i C 1 Z \ 4 z z I 366 VADERLANDSCHE dcrhalven meerderdeel in de zorg voor den koophandel , voor de vryheid, en voor het welzyn van het vaderland, dan Holland, en in het byzonder de ftad Amfterdam? Met wat grond zoude iemand aan zulk een lid der opperfte magt, het behartigen van de verpligting tot het vaderland kunnen betwisten, bovenal, wanneer door lie, nog aan den Prins Stadhouder, nog aan den Hertog Veld - Maarfchalk, geene beleeJiging wierd toegebragt. — De toeftand waar in de Republiek was, billykte ten rioogften het voorftel van den geheimen laad, aangezien de Vorst, tot welzyn van len Lande, daar van een byzonder nut konIe genieten, welke betragting altoos de loogfte wet behoorde te zyn; De vrye verpozing van de leden die dezen Raad zoulen uitmaaken wierd aan zyne Hoogheid vergelaaten, en den Heere' Hertog daar y in geenen deele uitgeflooten; Door dee inrigting moest natuurlyk alle bedenk'kheid en openlyk algemeen gerugt tegens en Heer Veld - Marfchalk vervallen; de even vereenigde Gewesten zouden eene 2cr overtuigende zekerheid hebben gead, dat de maatregelen tot welzyn des vader-  HISTORIE-BESCHRY VINO. 36? derlands, met raad en overleg van de uitmuntcndfte mannen van verdienfte genoomeri, de beste waren. In de daad dit was het hartelyk verlangen van zodanige welmeenende in de Landen, die 'er belang in fielden, dat de volks liefde voor Nederlandfch Stadhouder in geene onverfchilligheid veranderde, en dat, door de medewerking van zodanige ervaarene Staatsraden, den Hertog van de algemeene verdenking wierd vry gekend; wel voorziende, dat, hoedanig de voordragt van deze klagten door den Hertog by de Heeren Staaten Generaal mogt worden aangedrongen, de Heercn Staaten van Holland niet te min van hunne eer en waardigheid niet zouden afzien, maar vooral de Regecringsvorm en goede orde handhaven, wanneer het wethouderfchap van Amfterdam niet goedvond, wegens de door den Hertog betigtigde misdaad, voor Hun Hoog Mogende, als daar toe onbevoegd, in regt te treeden. — De aandrang, door de Regeering van Amfterdam by den Vorst gemaakt, fterkte de moed van het algemeen, ter verdeediging van de uitgeftrektheid der regten welke.men aan het vaderland toekendes de  368 VADERLANDSCHE Voorftel van zyne Hoogheic tot onderzoekvan den Staat var: 'c zeeweezen. de zaak wierd van dag tot dag zeldzaamer? Het getal der misnoegden tegens den Hertog nam meer en meer toe, en met het zelve de verbittering tegens Groot Brittannie, terwyl Frankryk zig deze merkwaardige omwenteling van omftandigheden ten nutte maakte, en de algemeene volkshaat tegens Engeland voor de belangens van America deed werken, wel verzekerd, dat Nederland, de onafhanglykheid van de Noord Americaanfehe Scaaten erkend hebbende, in de onvermydelykheid zoude worden gebragt, om haare kragten tegen dien jalocrfchen en heerszugtigen vyand te beproeven. Ondertusfchen vond de Prins Erfftadhouder de gefteltheid van zaaken zo bekommerlyk dat Hoogstdezelve nodig oordeelde ter vergadering van Hun Hoog Mogende voor te ftellen, van mee alle nauwkeurigheid te onderzoeken, of 'er behoorlyk zorg was gedragen, om de zeemagt van den Staat, zedert de ontftaane tegenwoordige verfchillen, in die gefteltheid te brengen, dat zy met goed gevolg tegen een vyand, zo fterk gewapend ter zee als het Groot-Bnttannifche Ryk zig bevond, had kunnen handelen , dan of daar omtrent eenig verzuim en ni"  ÖiST ÖRtË-BESCHKYVING; 36*9 nalaatigheid rflogt hebben plaats gehad 5 zo ja, waar adn zulks was toe te fchryven; en, ten einde dit met te meerder nauwkeurigheid te bekomen, dé Collegien ter Admiraliteit aan te zeggen , en te dienen van berigt, öm op te geeven hoe veel fchepen zy in 1776 hadden, in welk een ftaat zy zig hebben bevonden, hoe veel, en met hoe veel hoofden 'er toen geëquipeerd waren ; Wat door haar gedaan was , zedert dat de Engelfchen de fchepen der op de West-Indiën handel dryvende ingezetenen dezer landen hadden aangetast, zedert het einde van het jaar 1776 en begin vari 1777, om zig in ftaat te ftellen zo veel mogelyk cn docnlyk was de koophandel dezer landen te befchermen; wat zy gedaan hadden zedert de onlusten in Europa begonnen waren, en het'te vreezen was, dat de Republiek daar van deel genoot zoude worden , om, voor zo' verre zulks van haar afhing, dezelve in ftaat te ftellen, niet alleen van haare koophandel te befchermen, maar ook om het vaderland te konnen helpen verdeedigen én den vyand afbreuk te doen;of zy werkzaam waren geweest in het bewerkftelligen van dat geene wat ten dien opzigte Aa by  i J 370 VADERLANDSCHE by Hun Hoog Mogende was gerefolveerd, dan of daar omtrent eenige nalaatigheid had plaats gevonden, en in dat geval waarom zy die befluiten niet hadden nagekomen; of zy in de mogelykheid zyn geweest om de geëifchte fchepen te leveren en te bemand nen, op dat het dus konde blyken, waar uit het veroorzaakt wierd, dat dit Gemeenebest zig in zoo een beklagenswaardige ftaat van vcrdeediging te water bevond, het welke voorzeker in dezen oorlog het voornaamfte was, cn waarop alle ingezetenen het oog hadden. Dan, hoe wel zyne Hoogheid by dat /oorftel maar voornamentlyk fprak van verieediging te water, zo liet hy echter onniddelyk daar op volgen, dat Hy niet begeerde daar uit afgeleid te hebben, dat de andmagt van dezen ftaat genoegzaam was, >m zig daar op te verlaaten als voldoende er verdeediging van den lande, aangezien ioogst dezelve zig daar van volkomen had ;ezuiverd, en deszeivs pogingen, zedert yne meerderjarigheid aangewend, om ten Hen opzigte de magt van de Republiek in ene aanzienlyke ftaat te brengen, aan Hun ïoog Mogende genoegzaam bekend waren. Meer  HISTORIE-BESCHRY VING. 371 Meer dan eens, zeide de Vorst, had hy getoond , dat men te water en te lande voorziening behoorde te doen, wilde men de vryheid en onaf hanglykheid van dit Gemeenebest be waaren, en niet genoodzaakt worden, om maatregelen te neemen, ftrydig met de ware belangens van het lieve vaderland , en alleen overeenkomftig met die van zodanige Mogentheid, voor wiens bedreigingen men de meeste redenen had Om te vreezen, aangezien men zig buiten ftaat bevond, van aan dezelve tegenftand te kunnen bieden; Daarom betuigde zyne Hoogheid, had hy, reeds by den aanvang van den jaare 1771, aanleiding gegeeven, dat door de Heeren Gedeputeerdens van de Provintie van Holland en West-Vriesland, ter Generaliteit, op last van de Heercn Staaten, ter vergadering van Hun Hoog Mogende was voorgedragen, om de vereifchte vordering van penningen, tot aanbouw van vier en twintig oorlogfchepen, te doen ; ja vervolgens meermaalen daar op had aangeftaan: Met zodanige bedoelingen, beweerde de Stadhouder, dat Hy, in den jaare 1775, ter gelegenheid van eene gehoudcne befoigne met de Heeren GecomAa 2 mit- 178.T  1781 372 VADERLANDSCHE mitteerdens uit Hun Hoog Mogende, en eenige uit den Raad van Staaten, getragt had de verfehillende gevoelen van de byzondere Bondgenooten omtrent de vermeerdering van den Landmagt te vereenigen, daar by voorftcllende, om, op den vasten ftaat van oorlog, een post van 60000000 voor de zeedienst te bepaalen , waar tegens de gevraagde vyftien Tonnen Gouds tot de meerdere landmagt zoude vermindert worden op 0000000; waar in de Heercn Staaten van Gelderland, Vriesland, Overysfel, Stad-en Lande, genoegen hadden genoomen, doch dat by de andere Provintien geen gevolg had gekregen; jaarlyks was dit door zyne Hoogheid en den Raad van Staaten herhaald, en wel byzonder by dat voorftel, dat, in Maart 1779, aan de Heeren Staaten van Holland was gedaan, en by Misfive aan al de overige Provintien mede gedeeld. Men kon niet ontkennen, dat de verdere aanmerkingen van den Vorst zeer gegrond waren, namentlykdat de Republiek zig niet in'deze droevige omftandigheden zoude hebben bevonden, zo dezelve had kunnen goedvinden , 50 of 60 duizend man Landmagt, wezendlyk in dienst  HISTOJIÏE-BESCKB.YVING. 373 dienst te ftellen; Dat zy als dan zig, als een onafhanglyk gewest, by alle de Mogentheeden zoude hebben kunnen doen ontzien , en Haar aangenoomen gevoelen van Neutraliteit behouden , zo dat niemand haar zoude hebben overvallen , maar integendeel door elk tot vriendfchap zyn aangezogt; dat zy, geene der Magten reeden tot klagten gevende, -het vertrou wen van alle verkregen, en de beste uitwerking voor de waare belangens van de zen ftaat zoude genooten hebben; Doch wat konde het herinneren van deze blyken van yver baaten; Hun Hoog Mogende erkenden zulks met dankbaarheid, en betuigden, by het raadplegen over dit voorftel van den Vorst, dat zy wel gewenfcht hadden, dat zulks in allen opzigte het verlangde einde had mogen bereiken, maar dit zo niet zynde, beilootenzy, dat 'er thans geen beter weg op was, om het Vadetland te redden, dan de oorzaaken van de tegenwoordige onheilen ten fpoedigften te herftellen, en dus, overeenkomftig de voorflag van zyne Hoogheid, de berigtcn van de byzondere collegien ter Admiraliteit te vragen, ten ein de daar uit eenig nader licht te ontvangen A a 3 ter- 1781.^  374 VADERLANDSCHE JE 78: Bcilu van Hu: Hoog Moeend) over het wapenen van par ticuliere fchepen. ■.terwyl intusfchen, aan het dringend verzoek der meeste kooplieden in Holland, zo ter tafel van Hun Hoog Mogende, als aan den Erfitadh ouder in het byzonder, voorgedragen, wierd bewilligd, om hunne fchepen, vaarende naar de West-Indiën, te wapenen tot genoegzaame ftaat van tegenweer , daar toe te genieten een behoorlyke aanmoediging , op dat niet het naderend tgoed zomer faifoen onder het raadplegen ^ogt verloopen, door gebrek van 's Lands zeemagt de ganfche koophandel vervallen, en de nog overgebleevene bezittingen in de West-Indiën verlooren gaan; Tot dat einde bepaalden de Heeren Staaten Generaal, dat hun ten fpoedigften een fonds van 1,200000 gulden zoude worden ter hand gefteld, en dat intusfchen deingezete nen zodanige voorgeftelde equipeering, zonder tydverzuim, met geruftbeid konden bevverkitelligen , terwyl de Admiraliteit, ter onderfteuning van die loffelyke onderneeming , een fomma van twaalf tonnen gouds zoude vragen : De bepaaling der prEemien gefchiede geregeld, na de meer of minder l osten, welke tot het equipeeren yan grooter of klcinder fchepen vereifcht wier-  HISTORIE-BESCHRYVING. 375 wierden;een fehip, voerende van 16 tot 22 ftukken, 6 ponders, met 60 man, zoude genieten 20,000, gulden, en van 24 tot 30 ftukken, 8 ponders, met 80 man, 25,000 guldens, en eindelyk voor 32 tot 36 ftukken, 12 ponders, met 120 man, een praemie van 36,000 gulden: Tot bevordering van welk heilzaam voorftel, de Heeren Staten van Holland oogenblikkelyk door hunne Gedeputeerden verklaarden, het aandeel wegens die Provintie gereedelyk te zullen verftrekken. Veele begreepen, dat dit gevraagd berigt en de verantwoording van de Admiraliteits Collegien, hoofdzaakelyk wierd aangedrongen met vooruitzigt om daar in gelegenheid te vinden den Hertog vanBrunswyk mede te verontfchuldigen, en alzo aan Hun Hoog Mogende, zo wel als aan de byzondere Provintien, reden te geven van een vaardig befluit te nemen tot genoegen van dien Heer; althans het voorftel was nauwelyks gedaan, of de Heeren van Lynden tot Hemmen, en andere van Hun Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de zee, verklaarden, ter voldoening van de aan hun verleende commisfie, alles te hebAa 4 ben 25*  Befluit van Hu: |ïoog Mog: in c!c snake van den Hertog van Bruns» 376 VADERLANDSCHE :.ben nagezien en nauwkeurig onderzogt s zonder eenige reden of grond tot zulke befchuldigingen, als ter kwader trouw tegens den Hertog verfpreid wierden, te ontdekken; weshalven dc Heeren Staten Generaal goedvonden te verftaan, onverrnindert de vrye deliberatien van de Heeren Staaten der byzondere Provintien, dat 'er geene oorzaaken voorkwamen , waar door den Heer Hertog de befchuldigingen van kwaade trouw en omkooping, welke hem, in eenige naamiooze gefchriften, en door eerroovende gerugten, in het openbaar ten laste 1 wierden gelegd, verdiende; weshalven Hun Hoog Mogende den gemelden Hertog van den blaam, hem daar door zo fchandelyk aangewreeven, volkomen vry kenden, en zuiver hielden; Ingevolge van het welke aan de Heeren Staaten van de refpecfive Provintien by misfive in bedenking wierd gegeeven, of Hoogst dezelve niet zouden kunnen goedvinden, om elk in den haaren, ingevolge de Piacaaten van den Lande, de BOdige voorziemnge te doen ter beteugeling van de fchryvers , drukkers , en verfpreiders van diergelyke kwaadaardige las|er fchr.ften, waar door genoemden Hertog  HÏSTORIE-BESCHRYVING. 377 tog in zyne eer en goede naam zo gevoelig Wierd aangetast. Eik itond verwonderf over de uitneemende verhaasting waar mede deze beflisfende ftap by Hun Hoog Mogende wierd gedaan, en dat in een tydftip terwyl men in de byzondere Provinciën daar over nog handelde, wien bet dus ook zeer moest mishagen; ondertusfchen was bet 'er verre van af, dat de Hertog dit befluit der Algemeene Staaten, -ten zynen vpordeele genoomen, goedkeurde, Hy vervoegdp zig aanftonds by den voorzittenden Heer van die vergadering, en deed een nader voorftel, waar uit ten klaarften gebleek, dat Fy die yerrigting als onberaaden, en zonder onderzoek gefchied, aanzag, Hy begeerde niet, dat de zaak daar by zoude blyven berusten, veel min dat daar mede zoude zyn voldaan aan het eerbiedig verzoek in z\ ne misfive vervat, aangezien hy daar by een ft eng en naukeurig onderzoek had gevraagd, en ingevolge van dien eene voldoende Refolutie ; wel begrypende, dat hy, met deze betuiging van Hun Hoog Mogende , zonder voorafgegaan volkomen onderzoek , geenzints konde worde gereekend gezuiverd te zyn As. 5 van 17 3 f  1781. 378 VADERLANDSCHE HISTORIE-BESCHRYVING. van den blaam en boon hem aangedaan, dewyl hy, 'daar toe een befluit van de gezamentlyke hooge Bondgenooten zelve,oordeelde te moeten hebben. In zulk eene gevaarlyke gefteldheid bevond zig de Republiek by dit voorjaar; het wantrouwen onder de Regenten van den Lande ging van dag tot dagverder; door welk wroeten in de eigene ingewanden, de deerniswaardige ftaat van het vaderland buiten alle wezendlyke befcherming bleef, waar van het uiteinde niet anders konde zyn, dan het verlies van die dierbaare voorregten, welke door het goed en bloed van onze voorouderen waren verkregen: Althans deze cn geene der mede Bondgenooten vonden niet goed de zaaken met zulk een ernst en aantrekking te befchouwen, als de Regecring van Amftcrdam, cn eenige der voornaamfte Reden uit Holland, deeden; Zy weigerden, de belangen van het algemeene welzyn met eenpaarige fchouderen te fchraagen, het welk de gemoederen der misnoegden te fterker tegens den Hertog ontftak, zo als uit de opgevolgde gebeurtenisfen zal blyken. * *  BLADf YZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN VAN DEZE VADERLANDSCHE HISTORIE-BESCHRYVING. A. Adams houdt een gefprek met den Prefident van Hun Hoog Mog bl 240. doet een ingediende Memorie alomme door den druk gemeen maken. . . . 243. America geniet veel voordeel van de Neutraliteit. 60. zoekt in Nederland geld en Schepen te krygen, 65. Amfterdam levert een Memorie van bezwaar , over den Hertog van Rrunswyk , aan den Prins Erfftadhouder 326, 339. wordt van het Engelfche Hof befchuldigd van ongeoorloofde Corrcspontie. . . 66. (Burgemeesteren van) berigten wegens het Préparatoir Tractaat. . . . 93. A^furadeurs klagen over het verval der Koophandel en Zeevaart. . . . 54. B. Bedenkingen der refpeétive Staaten over het Ver. bond der Neutraliteit. . . . 13.7. Be-  BLADWYZER der Bekommering over de gewapende Neutraliteit, bh 49. Berkel ( algemeen ongenoegen over de belchuldi- gingen tegens den Heer van . . 251. Boers, Advocaat van de Ned: Oost: Comp: wordt naar Prankryk gezonden. . . .272. Boreel, (verklaring van den Heer) wegens het karakter der Engelfchen. . . . 284. Boter wordt verboden in Spanjen in te voeren. 46. Brandzenburg, (Heekeren van) vertrekt als Gezant naar Ruschland. . . . 50. Bylands gedrag wordt by een Krygsraad gebillykk 13. Caap de Goede Hoop (de Gouverneur van de") wordt door Frankryk van den oorlog verwittigd. 270. Capeïïen (van der) verdeedigt de belangens van Noord America 69-72. Capeïïen (R. J, van der) verfchilt met de Staaten van Gelderland, over het ontwerp der drie legers, enz. , . , 218, D. Declaratie van Hun Hoog Mog: over de Neutra- • liteit. . ... 145. D emmer ary wordt de Engelfchen aangeboden. 329. Denemarken aangezogt tot het verbond van Neutraliteit 23. verklaart zig aan de oorlogende Vorften. . 138. Derde man van de Koopvaardyfchepen tot dienst voor het Land 56. Dordrechtfche Kooplieden verdeedigen hun regt in Spanje. . . . . . .43. Drosten-dienjlen (vryheid van) door de Regeering van Zwol aangedrongen. . . . 302. Dtiitschland zeer benadeeld door den oorlog. 32.  VOORNAAMSTEZAAKEN. Ë. Embargo op de Nederlandfché fchepen iri Enge» land leggende i6cv Engeland* dwaaze ftaatkunde opzigtelyk de Ne- derlanders. . . , 37,38. pooging om Ruschland tegens de Republiek op te zetten. 125. Oorlogsverklaring aan de Nederlanden. . 152. verhindering by het overbrengen van het Manifest des oorlogs. 1 155» Oost Indisch Compagnie fehip de Generaal Parker, flrant door ftorm by" Noordwyk. 278. Equiperen der koorvaardy fchepen voorgellagen door de Kooplieden. . . . 235.' Euftatius CPlundering van een Amerieaansch fehip op het llrand van . „■ . . 27. door de Engelfchen overrompeld. * i 311. fchandelyk uitgeroofd 317, F. Frankryk erkent de Neutraliteit. . . 34. Friesland Hemt toe in het verbond van Neutraliteit. 28. weigert de augmentatie van Landtroupes. , 196. G. Gelderland bewilligt in het verbond der Neutraliteit 25,128. ftemt toe tot het oprigten van drie byzondere legers 2,8, Geldleemng voor het Congres van Noord America. 239. door Hun Hoog Mogende. . . . 307. GibraUer wordt gehouden voor geblokkeerd. 41. Goeree (ftranden van een Franfche Kaper by . 7. Graanen ( uitvoer van ) verboden. . . 204. Granada (de Hollandfche fchepen van) komende genisten vryheid jgj. Grondgebied van de Republiek gefchonden.' , 6.  BLADWYZER deh H. Hertag van Brunswyk (bedenkiykheden tegens den bl. 121. (adres der Regeering van Amfterdam tegens den 32 a. Hof van Jfufiitie in Holland wordt geadvifeerd wegens het projecteren van een Plan van Tractaat van Commercie, enz. . . .115. Excufeerd zig van die zaak. > . . 249. Holland befluit, toe te treden tot het Neutrali- teits verbond. .... 24,126. Reiölveert, over de zaak van het prajparatoir Plan tot een Tractaat. . . 100,108. Hun Hoog Mogende zenden berigt van den oorlog aan de meeste Hoven van Europa. . j 84. verzorgen de Kusten langs de Republiek. . 185. neemen een Refolutie over de bedenkiykheden van Zeeland. .... 201. L Jorke (de Engelfche Ambasfadeur) tragt de Republiek van de Neutraliteit af te trekken. . 41. bedient zig van de algemeene bekommering over Nederlandsch ongewapende toeftand in de Oost- en West-Indiën. . . . 67. doet een ongehoorde ftr-fvordering tegen de Regenten van Amfterdam. . . 97,98. ', k. Kaapreedery in Holland verzoekt eenige voorziening. ..... 269. Koelzinnigheid in het beftier der Publieke zaaken van dit Gemeenebest. . . . 257. Koophandel in Holland verloopt. . . 236. Krul (den Schout by Nacht) wordt door de Engelfchen overvallen 315. L.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. L. Laurens vertrekt wegens het Congres naar Neder- lar>d bln. wordt als krygsgevangen naar Londen gebragt. 78. Legers, (ontwerp van drie byzondere) binnen deze Republiek op te rigten. . . 217. Lynden, (de Nederlandfche Gezant aan het Hof van Zweeden, de Heer van)eischt wegens de Republiek nodige voorziening. . 228. Schryft, dat de Keizer geen deel zoude neemen in den oorlog. . . . . 27j> M. Maas ( de dyken der Rivier de ) breeken door. 263. Manifest van oorlog wegens Engeland gecommu. niceerd. .... 167. on waare aanhaalingen in het zelve. . 171. van oorlog wegens de Republiekgecommunieeerd.281! Matroofen (verhooging van handgeld voor de 268. Martin, (op de rheede van St.) ankert een Engelfche Vloot om de Amerieaanfche fchepen aldaar weg te neemen. . . II0> N. Nederlands verdeeltheid in het Staatsbeftier. 13,14. gedrag omtrent Engeland. . . 'no* Nederland tot het verbond der Neutraliteit uitgenoodigd door Ruichland. . . 2I levert een Memorie aan den Rusfifchen Ambasfadeur , over de Neutraliteit. . , 3 x Nederlanderen haat tegens de Engelfchen. ' 10»* Neufville, (De Heer J. de) zyn gedrag met de N. Amerieaanfche Commisfarisfen. . 62,6» Neutrale Mogentheden door Engeland benadeeld.' 15* Neutraliteits verdeediging door de Keizerin van Ruschland voorgedeld. . m tg gecommuniceerd aan Frankryk, Spanje en Engel: 16 19.' Neu.  BLADWYZER der Neutrale fl-ogentheden door de Republiek om hulp gevraagd. . . bi. 222, 226, 20it! Noord'Americaanfche vryheidalgemeen verlangd 294V North ' Lord) (preekt der Engelfche oorlögsverklaa- rmg tegen. . . . 180» Nymegen (.hoog water te . . 266. O. Ongenoegen over de weinige y ver tegens den vyand. 25 8. Oost - Indifche Compagnie Schip, de Catharina Wilhelmina, genoomen door de Engelfchen. 163, Maatfchappy te vreden met derzelver bezittingen. . . . . 174. geraakt buiten ftaat om te betaalen. . 254. Oostzee. (. mishandeling der Engelfchen in de 230. Orkaan op St, Euftatius en St. Martin. . 263. Overysfel (temt tot de toetreeding in het verbond der Neutraliteit. . , , 29. . . ' ' £ . : Per re, (van der) Bewindhebber der Nederlandfche Oost-Indifche Compagnie, vertrekt naar Frankryk. . ... 272, Portugal gedraagt zig partydig tegens de Holland- fche fchepen. . . . 140. begeert dat de Hollandfche Vaartuigen vertrekkeii.253. R. Raveftèin, ( het land van ) wordt overftroomd. 266*. Reprefailes van Engeland tegens de Republiek. 179. Rivierdyken doorgebrooken. . . 265.- Rodney eischt op St. Martin de N. Americaanfche Schepen. . . . 119. Rotterdamfche Kooplieden verdeedigen hun regt in Spanje . . . . 43. Rotterdam verzoekt een verbod tegens de Engel- iene goederen, , . , 209. be«  VOORNAAMSTE ZAAKEN. bedenkiykheden tegen het verzoek der Rotterdammers. . . . bi. 211 217. Ruschland nodigt de Republiek tot het verbond der Neutraiueit. .... 22. verzoekt ook Denemarken, Zweden en Portugal. 23. weigert de guarantie van der Nederlanderen Bui tenlandl'che Koloniën. . . 124. geeft voor, de eenigh< id tusfchen de Republiek en fcngeland te willen herfteilen. . 256. Royen. (Lofwaardig gedrag van Ds. van , 2^9. S. Salpeter (vrye uitvoer van) naar Flanover. 232, Satinck (de Qiptein) met zyn Schip door de Engel fehen genoomen. . . . 161. Smis/aart (de Nederlandfche Gezant") klaagt aan het Hof van Portugal over de mishandeling der Holl: Schepen. . . . 139. Soldy vermeerdering van)derTroupes van de Staat. 149. Spanje erkent de Neutraliteit . . 34. verdeed.gt zig wegens het gehouden gedrag tegens de Neutrale handel. . . 40. Stadliouder (Nederlandsen) brengt de papieren van Laurens ter Staatsvergadering. . 90. Stad en Lande verklaaren zig voor het verbond der Neutraliteit ... 29. Stilftand der Scheepvaart naar de Koloniën ver oorznakt veele onheilen. . . 332. Stormondt doet een ongehoorde verklaaring aan Nederlandsen gezant. ... S. T. Tra&aat (ontwerp van een) van Commercie, tusfchen de Regenten van Amfterdam en het Congres, &c. beraamd. . . . ïa. U. Utrecht fde Provintie van) (temt voor her toetreden tot het verbond der Neutraliteit. . 29. maakt nadere bedenkingen over de Neutraliteit, 133. V.  BLADWYZER der VOORN: ZAAKEN. v. Voordeelen der Americaanfche handel voor Engeland. . . . . £/. 243. voor Nederland. .... 245. Volbergen (de Captein ) met 'sLands Fregat van oorlog, wordt verradelyk aangevallen. . 162. Vreemde Natten verrigten de fcheepvaart en handel naar de Nederlandfehe West - Indifche Colonien. ..... 27. w. Waal ( de dyken langs de Rivier de ) doorgebrooken. ..... . 265. Wagenaar (Schipper) zyne ontmoeting in Spanje. 45. iVelderen (de Graave van) Nederlandsch Ambasfadeur te Londen, zendt een Brief aan Lord Stormondt. . . . 157. Werven van Zeevolk (ontwerp tot het . 230. West-Indifche bezittingen der Nederlanderen geraaken in verleegenheid. . . . 234. z. Zteland befluit voor de toegeevenheid aan Engeland. . . . ... to, (veele der leden van Staat in) protefteren, enz. 12. advifeert opzigtelyk de taal van York. . 111. ftemt voor de toetreeding tot het verbond der Neutraliteit. . . . . . 131. verklaart zig over den oorlog met Engeland. 186. protefterend befluit dien te nevens. . 189. klaagt wegens de overgang van Demmerary. 331. £weeden neemt deel aan het verbond der Neutrah'. teit 206. Jfe .Vx W w tk"