VADERLANDSCHE HISTORIE, ZEVENTIENDE DEEL.   VADERLANDSCHE HISTORIE, VERVATTENDE DE GESCHIEDENISSEN D E R VEREENIGDE NEDERLANDEN» UIT ECHTE GEDENKSTUKKEN g|8*PARTYDIG Z AMENGESTELD. ZEVENTIENDE DEEL Beginnende met het Jaar 1787. Te AMSTERDAM, hy J. V E R L E M. md cc lxxxfii.   V ADERLANDSCHE HISTORIE-BE SCHRYVING, VERVATTENDE DE GESCHIEDENISSEN DER VEREENIGDE. NEDERLANDEN ENZ. ENZ. ENZ. j\^[et den aanvang van dit jaar was de I7^7vrye Gemeenebcst Regeering in een ba- ~ jert van de hoogste verwarring gebragt, en het liet zich zeer duidelyk aanzien, dac het 'er thans hoofdzaaklyk op aan kwam, om te bepaalen, in hoe verre de byzondere gewesten van deze vereenigde Republiek aan zich behouden hadden de oude voorregten, en de Souvereiniteit, vry en onafhanglyk; en in hoe verre zy derzelver oeffenrng, volgens de aart van 't Bondgenootfchap , dadelyk hadden opgedragen aan de Unie. De onderlinge overA 3 een-  1787. 6 VADERLANDfCHE eenkomst verpligte degezamenlykeLeden, ingevallen van geweld of ongelyk, eikanderen te befchermen., wanneer namentlyk onbetwistbaar bevveezen was, dat 'er zodanige mishandeling in de daad plaats vond ; buiten dien , behoorde dit vermogen niet bewerkftelligd , nog zulk een onregt van inbreuk op ieder Souvereiniteit gebruikt te worden. Het zoude 'er nu op aankomen, of elke Provincie het regt van wapenen te gebruiken ter verdecdiging van byzondere llaatsbefluiten, of tegen volksoproerigheeden, onbepaald had behouden, en daar toe de volkomen magt van gebieden had, voor zo verre dat gewest, by de regeling der betaaling van 's Lands troupen, met die krygsmagt was bezwaard; dan, of dit een vereende magt was , behoorende tot het ganfche Bondgenootfchap; onverkort der Staaten regt, om voor hunne innerlyke zekerheid te zorgen , door de wapening van een ver« eischt getal burgeren en invvoonderen- Wederzydfche partyen in de byzondere Provinciën beriepen zich even leerk op te  KISTORIE.BESCHRYVIÏÏG» ? de beproefde wettige middelen, om de Regenten ter betragting van hunnen pligt te overreeden, elk bediende zich van dat regt, en vermogen, dat de natuur en de maatfchappy verleende, ten einde daar ge. bruik van te maaken, terwyl de vreedelievende Burger angstvallig de oogen in de de ronde floeg, en aan de goede uitflag wanhoopte , alzo Nederlands volk in haar eigen ingewanden wroete, en alles door't geweld wilde doen bukken of verbryie len. De Staaten vanHolland enWest-Frieslant naamen, by deze gelegenheid, de ftrengsti maatregelen, ten einde zich in 's Hage 6 beveiligen, waar aan de noodzaaklyke vry heid van raad pleegen ten nauwften verbon den was, zo dat Hoogstdenzelven befloo ten , overeenkomftig de voordragt da ftad Haarlem , de nodige patenten af t« . geven ter aanrukking van agt compagniei Husfaren , en twee compagniën fcherp fchutters van het legioen onder bevel vai den Ryngraave van Salm, uit Heulden en nog twee compagniën jagers, in Leei dam geleegen; waar toe de Heeren va; A 4 d 17*7* l i 1 » ï e  8 vaderlandschs de Ridderfcbap wel oordeelden zo gereed niet te moeten tceftemmen, en de meeste léden dor iïeden begreepen, alvorens de Jast en het goedvinden van hunne Regeeringen te moeten vragen , doch deHecrcn Kg2vaardigden tér Staatsvergadering wegens Haarlem en Dordrecht, gaven te kennen , dat zy ten hoogiïen getroffen varen, door eenige onderwerpen vanraad^leeging ter tafel van Hun Ed. Groot bogende gebragt, als zynde eene daadeyke en onder hoog gezag opentlyk uitge:oomene aanfpoorin?, bvzondcr vnnr An ingezetenen in 's Hage, om niet alleen de hooge bevelen des Souverains te verachten , maar zelvs zich daar tegen aan te kanten, onder eene niet duistere aanpryfing van geweldaadige middelen, door de zulken,als waar van het oproer en de plundering , onlangs binnen Gocs ondernoow men , een levendig voorbeeld en bewys had opgeleverd, Zy heerenbetuigden,wel te vertrouwen, dat zoortgclyke poogingen, wanneer men die in 's Hage beproeven wilde , eene gepasste tegenkanting zouden ontmoeten, en niet ftraffeloos worden  filSÏORiE-BESCnRYVXNS. Q worden geduld, maar zy zeiden, teffens te wenfchen, dat, hoe gerust men daar op zoude mogen zyn, hoe veel vertrouwen men mogte flelien op de waakzaame zorg van de Politie en Juflitie, en welke goede verwagting men ook zoude kunnen vesti. hen op de hulpmiddelen, die tot ftaaving van deszelvs hoogste gezag i'oor handen waren, eevenwel de voorzigtigheid, die geene hoegenaamde krenking van dat Souverein vermogen dulde , vorderde, naar maate de ftoutheid toenam, ook de maatregelen ter kragtdaadige verydeling te beraamen, er in 't werk te Hellen, zo dat zy Heeren het daar voor hielden, dat de fterkte van 't krygsvolk in 's Hage tot meerder kragt, dan het tegenwoordig was, behoorde gebragt te worden, zulks moeste geëvenreedigd zyn aan de daaraan te vergene diensten, wanneer het weinig voor zïgtig zouden zyn gehandeld , in dien men thans, gelyk wel eer in tyden van kalmte en rust, het op den tegenwoordigen voet liet, zonder aan verdere vermeerdering tc denken: Weshalven gemelde afgevaardigden [de Pcnfionarision de Cyzclaar cn A 5 van 1787.  IO VADERLANDSCHE van Zeeberg,] rondbostig betuigden, dat zy niet weder ter vergaadering van de Staaten zouden verfchynen, bevorens dat voorflel tot een volkoomen befluit was gefa ragt. Ondertusfchen wierden de regtaarte vaderlanders , die de waardy van het Burgerregt kenden, en op eene betaamende wyze wilden handhavenen, in de cerlyke wegen zodanig van het pad gebragt, en met verdarflyke oogmerken der heerfchappy voeren de zogenaam deVadeïhndkhe Regenten misleid, dat zy nauwlyks de ftem des regts konden hooren, en gedrongen wierden blindelings het welbehaagen te doen, of het vonnis van fmaad en verachting te ondergaan. Dus angstvallig, zidderde Nederlands weldenkend volk, dat geen ander verlangen had, dan om getrouw te zyn aan de wettige overheden, tetwyl hier en elders de gewapende gerechtigheid geleegenheid fchcen te zoeken, om zich te wreeken van die tergingen en beledigingen , die , in weerwil der waakzaamheid van 's Lands Mogendhecden , gepleegd wierden: JVIen wilde '1787.  HÏSTOR IE-BES CHRYVIN G. II wilde nu het regtvaardig volk gezag in luister doen verfchynen , doch echter fcheen men , hier en d*ar , die heerlyke majefteit van den waarlyk vryen burger te bepaalen aan de manhafte fchutteryen en gewaapende maatfchappyen, door eene dwaaling uit drift, en verderflyke invoering der Aristocratie, ter bewondering voor het toekomende geflagt- Hoe zeer het boven alle twyffeling is, dat de edele burgerfchaaren met een fleren moed, het heilryk einde bedoelden, het duit echter geene tegenfpraak, dat de maatregelen, ter aanvoering en gebruikmaaking van dezelve , in geenen deele zodanige zyn, waar door 's Lands vryheid en geluk onwrikbaar kan worden geves. tigd. Men hoorde alomme vragen , of de Vaderlandfche regtverdeedigingniet, op eene eenvoudige, en by den Burger in 't alge. meen kenbaare wyze, konde gefchieden? of feide men wil de voorzienigheid, dat, om de regten te handhaaven , den burgei zynen mede burger van goed en leven be^ rooft ? De 1787-  12 VADERLANDSCHI I787. De Volkftem was de bron wel van aÏÏ* bevelen , was, de beweegreden tot alle Staatsbefluitcn , dan de gevoelen wsiren ten uitterften verwyderd, over de bepaaling , wat voor de wezendlyke volkitem moest worden gehouden : Een vcri'chil naar welker bcpaaling, de wettigheid, of iet hoogste onregt, der volgende ffefcfaieienisfen, hoof dzaaklyk zal moeten worden aeflist. Van dien aart was ook het voorgevalle. ne te Rotterdam, alwaar de gerragtigden. van ruim duizend burgers en ingezetenen, begeerden, dat het getal der Vroedfchap Leden van vier-en - twintig tot veertig zoude worden gebragt; Negen Leden uit de Raad bekragtigden dit verzoek, doch, toen het in de vergaadering van Hun Ed Gr. Mog.ende wierdingediend, verzettede zich eene groote meerderheid , beneven alle de overige Raden der Vroedfchap te» gens het zelve; zo dat de krygsraad zich verplicht achte, de onderneeming der minderheid de hand te bieden, noemende het bericht der meerderheid oproerig, en de begeerte der mindere leden zodanig wcl-  HISTORIE-BESCHRYVÏNG. 13 gegrond en kragtig, dat, buiten de inwilliging van dien vraag, de rust binnen de Had niet behjorlyk herfteld en bevestigd konde worden. De bevorderde uitvoering van deze vraag, was, by veelen, tot een byzonder genoegen, en by anderen ten hoogften bewonderenswaardig, alszynde, volgens de vastgeftelde gronden der algemeene Volkftem , op geene conftitutionele wyze ten uitvoer gebragt, maar alleen, andere tot een voorbeeld ter navolging, verricht, op de veronderftelde billykheid van het verzoek ter bevordering van de bedaardheid , ftilte, en zo als men hoopte, verdere eensgezindheid. Deze voetftappen wierden wel ras elder$ opgevolgd, zo wel in Holland, Zeeland, als in eenige andere der Steden en Dorpen in het Generaliteits gebied, alwaar men begreep, dat het Regeeringsbeftier behoorde veranderd te worden: eenige inwoonderen benoemden een klein getal vertrouwde lieden tot hunne gematigden, ten einde hunne bezwaaren op te neemen, en daar mede voort te werken, naar vereisch dec ooi  14 VADERLANDSCMB I787- Gedrag der Ge» conltitueerden te Spsnig. omftandigheden, en ter bereiking van het bedoelde einde. Een en negentig inwoon, deren van Sprang werkten op dien zelfden voet, zy deeden door hunne benoemde mannen, aan de Schout, Scheepenen, en Burgemeesteren dier Ambagts heerlykheid, kennis geeven van de geregelde fchikking der aanfte.Uinge van gemagtigden des volks, met bygëvoegde betuiging eener begeerte, omeenftemmig met de plaatsheb bende regeering, ter bevordering van der Burgeren algemeene welvaard , mede te werken; welke aandrang de regenten echter tragten in raadpleeging te houden, geduurende den tyd van veertien dagen, vermoedelyk, ten einde daar door voor te behoeden, om de burgcryinmiddels, met den aanvang van dit jaar, te verhinderen eenige invloed te hebben by de verkiezing van regenten; althans de burgery fcheen deze uitflelling tot raadpleeging daar voor te houden, èn deed, doo>- de gemagtigJen, by den Schout aanzeggen, dat zy ïene buitengewoone vergaadering der regeringsleden begeerden, waar toe den dag vastgefteld, de gecommitteerden ten zei- ven  HÏSTORÏE-BESCHRYVINO. 15 ven tyd ingewagt, doch het befluit, op deze hunne voordragt, zodanig geregeld wierd, dat het volk, daar over zeer mis. noegd, zich ten laasten in beweeging bragt, en voor het regthuis vergaaderde , om eene eindelyke afdoening te eifchen, de niet vergaaderde regenten te dwingen aldaar te verfchynnen, onder bepaaling, dat zy, die afweezig bleeven, vervallen zouden zyn van hunne ambten, als Burge' meesteren of Schepenen: Niet tegenflaandc deze pogingen, verfcheen echter alleen de Schout, met drie Scheepenen, die aan d< Vergaaderde burgery verklaarden, dat zy, de minderheid zynde, geen befluit op eent wettige wyze konden neemen, maar be treffende hunne perfonen zich vereenigdei met alles wat door de ingelanden, op een< naar dé conftitutie geregelde wyze, ii het vervolg zoude worden gedaan. Di fcheen de misnoegde harten der ingelan den te bevreedigen, zy verklaarden daa: mede genoegen te neemen, keerden me blydfcbap naar huis, gelastigden hunne ge magtigden op dien voet voort te gaan, ei gaven van het voorgevallene, door eem brief 1787.  16 VADE8.LANDSCHE Brief, kennisfeaan den Ambagtsheer, met verzoek van gehandhaafd te worden in hunne regten , en voorts met verbod aan den Schout, om de weggebleevene ooit tot die ambten te beëedigen, of ter vergadering toe te laaten. Gelyk te Sprang, dus ieverde het volk te Heusden ook, voor eene grondwettige herftelling, alwaar de faamenloop der omftandigheeden, het gevolg van die zaak zeer bedenklyk maakte, zo dat men ter fhatsvergaadering, en in de vroedfchappcn van Holland, het gevraagde zodaanig befchouwde, als of het daar heen wierd gewend, dat dit herftellings werk terzyde gelaaten , en, door het gebruik van den aldaar ingebragte krygsarm, het rechterlyk onderzoek naar de aanvoerders van dien , gehandhaafd wierd. By de Staatsverrichtingen over het gebeurde te Heusden, en wel byzonder over de gepleeegde zaaken, by de vordering van 's volks wettigen invloed in de regeering , ontdekte het nauwziende oog ten klaarfien, dat 'er Lusfchen de welgezinden eene groote verdeeltheid opentlyk uitbarite, hoofdzaak- Jyk  historie.bkschryvino. 17 Jyk door eene verfchillende bevatting, als of het met da Hollandfche conftitutie gefield was, even gelyk in Utrecht, datnamentlyk ftedelyke zaaken, ftedelyk moesten worden afgedaan ? het geene in tegendeel wierd begreepcn, om reeden dat de ftemmende fteden aldaar, in het ftuk van Oftroyen en Privilegiën zich altoos ondergefchikt hadden gereekend aan het oppergezag der Heeren Staaten. Hoe doch , vroeg men ëlkanderen , hoe zouden de ingezetenen van Rotterdam bewaard zyn gebleeveri voor moorden plundering; waarmede zy voor twee jaaren wierden bedreigd ? Hoe' zoude men de minderheid der Brielfche Regeering ontheft hebben van deStadhouderlyke invloed ter benoeming van regenten ? Hoe zoude de Rotterdamfche burgery de vermeerdering der Vroedfchapsletleri kunnen verkrygen, indien de ftedelyke" zaaken ftedelyk moesten worden afgedaan V —— Veele gevoelden wel de fwaarigheeden in deze aangenoomene veronderflellingen opgeflooten; zy begreepert wel, hoe de toeftemming van zodanige gronden , geheel ongewenschte gevolgen XVII. deel. B korf.' 1787.,'  18 VADERL-ANDSCHE .1787. den opleveren, maar echter Hegrèëpen zyi dat, in de tegenwoordigeomftandigheden, buiten het inwilligen van deze bepaaling, de fteden in Holland zouden beroofd blyven van het verwagte aangenaam vooruitzigt cener grondige herfteïiing der ftedelyke regten , en vryheden , aangezien, verre in de meeste fted2ii van de Provincie, de ingezetenen, burgeryen en regenten, het gewietig werk niet eens zouden kunnen worden , waar uit als dan onmiddelyk zoude moeten voortkomen , een aanmerkelyk verfebil van ftedelyke refeeringen in dezelve Provincie. Over het algemeen genoomen vond dit voorftel in Holland weinig genoegen > maar wierd gehouden, als voortgefprooten uit een aristocratisch beginzel van de zodanigen, die zich voorgaeven de burgerrechten en volks vryheden boven alles te waardeeren; Daar was van de zyde van Haarlem een openbaar voorftel gedaan, het geene dit voren gemelde gevoelen onderfteunde , en., dat, met alle mogelyke pogingen, tot een befluit wierd aangedrongen, byzonder door een aantal van ftedelyke  EI STORIE-SESCHRYVI NC5 ia lykeregenten,'teneinde dus,ffhatsgew}?ze, alles tot het bedoelde oogmerk te brengen; dan 'er waren zeer veele vermoedens, waar door deze voorftelllng niet van de meerderheid van Hollands volk algemeen wierd toegejuigd. Daar bleef ook voor de herftelleren vari Heusdens rechten weinig vooruitzigt en hoop over, van, tegens de afkeuring der vroedfchappen in de onderfcheidene fteden , en dus ftrydig met de gevoelen der meefte Staatsleden, het doelwit te treffen/ maar in tegendeel, wel fpoedig gebragt te zullen worden ter onderwerping aan kragtiger bevelen. De burgery had zicfazelveri reeds regenten verkooren, maar 'er fcheen' weinig reden, om te mogen gelooven dat deze in die waardigheid zouden verbly ven ; hoewel opentlyk alle pogingen aangewend wierden, om de Heusdenze inwoonderen aan te zetten, de begeerte van de meerderheid der Regenten aldaar voor te komen , en zelve te vernietigen het geene' ftedelyk was verrigt; daar van als dan ter ftaatsvergaadering kennisfe te geven; over de flegte handelinge van fommige regen*B % ter? 178?.  1786. 2Ö VADERLANDSCHE ten te klagen, de wettigheid der vruchte. loos ingeroepene oclrooyen te betoogen, en op het ernstigfte te vragen ,• vorderende , dat, hangende de raadpleeging der heeren Staaten, eenige voorziening mogte gefchieden , wegens de weigering van den drosfaard, om aan dat oclxooi te voldoen. Veele onpartydige vaderlanders konden deze handelwyze niet billyken , als met zich ónmiddelyk mede voerende eenoverheerfchenden toon; want, hoe zeer het denkbeeld van eene grondwettige herftelling , en van de bepaaling eener waare Gemeencbest regeering, in zich opgeflooten houdt de regtmaatigheid, dat de burgers der kleine lieden, en de in-en-op. gezetenen van het platteland, medehunne vertegenwoordigers in de ftaatsvergaadering zenden, en eenen betaamende invloed hebben op het beltuur der gemeene zaak, niet te min fcheen deze aandrang de goede orde by de raadpleeging om ver te werpen. Eertyds waren wel eenige kleine fteden, ja zelvs enkele dorpen, in gewig. tige zaaken opgeroepen geweest, gekend maar  HTSTORIE-BRSCHRYVING. II maar de overtuigende billykheid, ter bevordering van hetalgemeeenee nut, haddetegenswoordig plaatshebbende Staarsbefticring zodanig vast gefield, dat dezelve niet uit die wel geördentheid mogte worden weg gerukt: Te meer, om dat het gereegeld onderzoek der gebreeken , buiten dien, even gefchikt konde worden ondernoomen en volbragt. Tot dit laassgemelde einde, hadden d« heeren Algemeene Staaten der Nederlanden reeds eenige leden benoemd, om, overesnkomftig hoogstderzelver befluit, benevens eenige afgevaardigden uit de Raad van flaaten, van de Stadhouders en gewoone gemagtigden der vier kwartieren van de Meyerye van 's Bosch, eene op . gaave te vragen van zodanige bezwaaren, welke wezendlyk ten aanzien der ingezetenen plaats mogten hebben , met derzelver bedenkingen , op welke wyze dezelve gevoeglykst zouden zyn te verhelpen ; die daar op vervolgens berichten, dat, by het nauwkeurig onderzoek, aan hun gebleeken was, hoe reeds de meeste voorgedraagene bezwaaren, by hunne B 3 Hoog 1787.  17 8? %% ■ VADER L^A N D S C H S Hoog Mogende ,r of door de Raden van Staaten, gunstig waren afgedaan, hoe wei jn onderhandeling gebragt, ter nadere bepaaling en eindclyke afdoening, overeenkomstig de billykheid en regtmaatigheid; Waar te neven onder anderen gemelde Algemeene Staaten goedvonden te verklaaren, hoe , met opzigt tot verkiezing van de regenten in de Meyerye, die van de hervormde Godsdienst boven de Roornsgezinden zouden blyven voorgetrokken, wanneer zy in allen opzigtcn behoorlyk gerechtigd waren; het zy als geboorne, het zy als genaturalifeerde. Brabanders, van een onbefprooken gedrag , en, in de huishoudclyke befliering der gemeente , van eene genocgzaame begoedheid, wierden voorgetrokken; en by gebreke van zodanige Heffe, zoude vry. liaan de nuttigfle en bekwaamfbe ingezetenen van de Roomfche Godsdienst tot de. regeering te verkiefen. De tyd der raadpleeging ter vermeerdering van het Krygsvolk verliep intusfchèn, de gewoone flaatsvcrgaadering wierd hervat, doch dewyl de ftecden en Riddcr- fchap  HTSTORIE-BSCHRYVING. 23 fchap in de begeerte van Dordrecht en Haarlem niet hadden willen toeftemmen, zo bleeven de Heeren Penfionarisfen van beide die fteden afweezig, totdat'er eindelyk, door dien de ftad Gorinchemdeszelvs gegeeven ftem veranderde, met de meerderheid vanéén, beflooten wierd, ,, wel het Haags garnizoen te vermeerderen, maar niet door het krygsvolk van den Ryngraaf Salm , doch door daar toe te gebruiken het tweede bataillon van Byland , en dat van Pabst, met bygevoegde order aan den Generaal van Rysfel, om, uit de byzondere regimenten ruitery een getal van honderd vyftig man derwaards te zenden, waar toe de patenten oogenblikkelyk wierden verzonden, en de Afgevaardigden der gemelde fteden weder ter vergaadering verfcheenen, gelyk mede wegens Amfterdam , van waar niemand dan de penfionaris van Berkel was tetegenwoordig geweest. Alen deed inmiddels, in deze volkryke ftad, het algemeen een denkbeeld gceven van de noodzaaklykheid dier by de ftaatsvergaadering 0:1befliste voorflagen, in manieren, dat een B 4 zeer I/87.  I787- 24 vaderlandsche zeer groot aantal vergaderde burgeren zich naar het Stadshuis begaaven, en van den aldaar tegenwoordig zynde vroedfchap vorderde, hun lieden begeerte in te willigen ; zo als dan cindelyk mede gefchiede, wanneer de fecretaris Huighens, in 't by. zyn van de heeren Raaden Abbema, Hqvy, de Wit, en Bouwens, uit een der yenstcren van de zaal in het Stadshuis, aan de vergaaderde menigte een befluit der vroedlchap voorlas, hoofdzaaklyk vastftellende, „ Dat het cordon van gewapend krygsvolk niet zoude worden verminderd, dan voor zo verre zulks met de zekerheid der Provincie, en wel met overleg der flaatsleden, beftaanbaar zoude worden bevonden; terwyl de gemecne. Lands middelen gaaf ingewilp'gd; en het het volk onder den Ryngraaf van Salm in dienst zoude blyvcn tot de zogenaamde heeren maand- die in Mey inviel; met vast {telling, van dat corps, overeenkomstig het voorftel der ftad Haarlem., in 's Hage te zullen doen inrukken:" voegende ten flot daar by, een verzoek en aanmaaning, dat ieder zich gerust naar huis mogt begeven  H I^ST 0 R IE -BESCHRYVIN8. 25 yen, en de vrye raadpleeging over de andere zaaken onverhinderd toelaaten, wanneer de burgery dezelve, op eenegefchikte wyze, ter onderzoek van den Raad zoude, hebben ingeleverd. De vergaderden namen in deze handel, wyze en het genoomcn Raadsbefluit zeee veel genoegen , en beoordeelden minder de kragt der gedaane vastftelfr'ngen, als de bygevoegde ingewilligde aanmoediging , om de verdere begeerten van het zelve ter uitvoering te brengen, in welk punt men veronderftelde , dat het goed regt en waare belang van alle inwooneren der provincie Holland zich vereenigde; de vryheids be minnaaren befchouwden het als eene zeer gewigtige vordering, waar uit groote gevolgen Honden gebooren te worden; Araftels burgerfchaar zoude nu eene welgeregelde inzage hebben in de openbaare be-Hiering van flads en flaats zaaken : De werkzaamheden begonnen met verdubbelden aandrift, en men vleide zich, dat dit regtsflreeksbelang de verdere hevige flaatsberoerten zoude voorkomen i Wat hier pok van zyn mogt, men Hond thans geB 5 reed  Z6 VADERLA NDSCHE reed die pooging te beproeven. Gelukkig, zo dit nuivv toneel van zo veele verfcheidenheid in 't herflellingswerk der confdtumet een genoegzaame aandagt cn doorfigt, wordt ingericht, en in de wyze //oegeene te heevige fchokkcn zal moeten ondergaan. Veele der weidenkenden in Amfterdam hielden echter een zwaar hoofd, zy vleiden zich, aan de eene kant, dat de gcöeffende krj^gskragt der gewapende burgery de gevreesde geweldige oproerigheeden zouden kunnen beteugelenen, maar in tegendeel bleeven zy bedugt voor de gevolgen , wanneer de adresfen en verfoeken van zo een groot getal anders denkende inwoonderen wierden ter zydegeworpen, welke bekommering nog vermeerderde door de verfchillen tusfchen de meerder-.' beid der Colonellen, en de verdere leden der krygsraad, die volftrekt voor de verandering der ftads regeering eene vergaadering begeerden, 't geen de eerstgemelden niet wilden inwiUiggen: Deze bekommeringen wierden nog vermeerderd door de gewigtige bedenking der ware Va-  HISTORIE BESCHRYVING. 2? vaderlanders , hoe of namentlyk , met mogelykheid , in de ftedelyke regeeringen, ftem hebbende in de ftaatsvergaadering, de aanflelling der regenten zoude behooren te gefchieden, wanneer men alle middelyke invloeden der fladhouder daar van uitfloot ? aangezien de ftads Raden of Magiftraaten, dat vermogen ten eenemaal meester zynde , als dan eene volftrekte Aristocratifche, of familie - regeering, zouden maaken, en het uit verfcheidene voorftellingen klaar was af te leiden , dat de ftedelyke regenten dit regt niet zouden afftaan; dat den deur van verwarring en van verdere fwaarste onheilen wyd open ftelde. Andere, die de waardy van het burgerrecht in deze yrye gemeenebest regeering gevoelden , en op eene betaamlyke wy ze wilden doen gelden, hielden zich vast aan de grondregel, dat, by het affweeren van den Spaanfchen dwingeland, het regt der oppermagt was gekomen in de boefem van Nederlandsen volk in 't algemeen, en vermeenden, dat het dus aan de Raad der ftad Amfterdam nictftond te 1787,  23 VADERLANDSCHE te onderzoeken, „ In hoe verre of de bur' ger deel behoorde te hebben tot de aanftelling der Regenten, " aangezien het buiten tegenfpraak moest zyn, dai zulks onverdeeld geheel aan het volk behoorde, zo dat de Vroedfchap en oud Raad , zo wel van de benoeming als verkiefing, behoorde af te blyven. Het bleef overal in de republyk het groot verfchiJ, wat voor de waare volksftem moest worden gehouden? hoewel men, tot een zekeren regel ter beöordeeling van datftuk, vastftelde, dat het oog behoorde gevestigd te zyn op dat, wat het geluk der maatfchappy in 't algemeen meest bevorderde, overeenkomftigdeconftitutie en grondwetten van de regeering, met uitzondering van alle invloeden tot overheerfching; ondertusfchen wierden, van de zyde der Vaderlanders, alle maatregelen gebruikt, om veele plaatshebbende gewoonten, en ftedelyke bepaalingen, tot nadeel der burgery van een© andere als de heerfchende Godsdienst, te vernietigen, waardoor de meenigte des volks aan die kant zeer toenam: Met zodanig oogmerk gaven de  HISTORiE-BESCHRJJÉVINÓ. 29 de gemagtigden derjxirgery te Leiden aan de groote Vr^'dfchap aldaar te kennen, dat, in deze verlichte eeuw, de heilryke invloed der ontwaakte vryheid , en de fteedstoeneemende kennis der waarachtige rechten van burgerlyke maatfchappyen, die, in veele landen, haatelyke partydigheden en den verderflyken geest van vervolging hadden verwonnen, ook hunnen geëerbiedigden Souverein , en veele byzondere regeeringen in dit Gemeenebest, hadden aangefpoord, tot het neemen van zodanige befluiten, die, overeenkomftig met zodanige edelmoedige beginzelen, door de geheele natie dankbaar waren toegejuigd. Dat, ten dien opzigte, vooral opmerking verdienden zodanige befluiten, die, het zy op begeerte der byzondere burgeryen, het zy uit eigene beweegingen der regeeringen, genoomen, in de begeevinge der ftedelyke ambten, en bedieningen, de na. tuurlyke en zigtbaare regten der burgeren gehandhaafd, en denzelven de billyke voorkeur altoos hadden afgeftaan, boven vreemdelingen, wier verdienften niet zelden daar alleen op uitkwamen, dat zy alle de vernee. 1787- Verzoek der Leidfche Burgers aan de Vroedfchap aldaar*  30 vaderlAndsche 1787- neederingen der dienstbaarheid gedwee hadden ondergaan. Dat zy echter, wel verre van begrip te weezen, als of deze Nederlanden, zonder den geduurigen toevloed van vreemdelingen, konden beflaan, zeer gaarne bekenden , dat men dien niet genoeg konde bevorderen, tot onderftand der handwerken , en koophandel, tot bevolking der buitenJandfche gewesten onder 't gebied van deze Republiek, bemanning der fchepen, en tot andere nuttige en nodige eindens; maar dat zy zich evenwel niet konden overreeden, dat, ter bereiking van die zo heilryke doelwitten , de burgery en inboorlingen, in het verkrygeh der ambten en bedieningen , zouden moeten worden voor by gegaan ; maar veel eer meenden, dat de vreemdelingen dan eerst aanfpraak daar op konden hebben, wanneer zy, doof hunne verknogtheid aan het Land , zich ïldaar nedergezet, de gemecne lasten der maatfchappy den juisten tyd opgebragt, sn zich , daar door , als waare borgers ladden gedragen. Dat, behalven dien, n het tegenwoordig jammcrlyk verval van  HISTORIE-BES CHRYV ING, 31 van de handwerken, neeringen, en handteeringen, het geven van eenige bediening of ambt, dikwyls, zoude kunnenftrekken, om braave burgers, met een talryk huisgezin bezwaard, uit den dringenden nood of aaadlyk gebrek te redden; behalven dat zulk een edelmoedigen daad hunner Ed. Gr. Achtb. overw aardig zoude zyn, en het hun lieden toefchecn, dat de natuurlyke billykheid aldaar zo duidelyk fprak, ja dat het uitfluitende regt, der geenen die de lasten eener maatfchappy dragen, ophaare voordeden zo onwederfpreeklyk was, en by gevolg, de ambten en bedieningen, die eeniglyk om en ter zaake van de Burgery plaats hebben , en waar van de inkomsten door dezelven worden opgebragt, eene zo "onbetwistbaare eigendom deezer burgery uitmaakten, dat zy aan het verlichte doorzigt zoudden te kort doen, zo wel als aan de bekende burgerliefde van Leidens Raad, indien zy dit breedvoeriger wilden betoogen, of meenden noodig te hebben op de voortreflyke voorbeelden van Utrecht, Dordrecht, Haarlem, Gouda, 1787.  1787. 32 VA D È RLANDSCHÈ da, Alkmaar, Schoonhoven, en Purmerendj aan te dringen. Dat, gclyk de natuurlyke betrekking van de burgery, cn de lasten der burgery draagende ingezeetenen, een ieder moesten in het oog loopen, dezelve ook onveran. derlyk was en verbleef in den burger, zonder dat eenige geloofsbelydenis, die in dit Gemeenebest geduld wierd, daar in verandering konde maaken, dateeven daarom veele byzondere regeeringen, op de beste gronden eener heilzaame verdraagzaamheid , geene onderfcheid van eenige gezindheid in de verkryging der ambten jemaakt hadden , uitgenomen in zodanijen , die tot het ftaats-of-kerkbeftuur )ehoorden ; Zynde aan hun lieden )ok geen wet bekend die, van de zogeïaamde bedieningen in Leiden, dezulken :oude uitfluiten, die den heerfchenden Godsdienst niet beleeden ; maar dat het iun zelvs gemakkelyk zoude vallen om /oorbeelden van zodanige bedieningen lit allerlei gezinten op te fpooren ; by velke geleegenheid zy dus niet konden lalaaten, zich met dankbaarheid te herin- ne-  HIST ORIE-BES CHRYVING. 33 neren, de billykheid en rechtvaardigheid der onlangs door den Raad en die van den Gerechte der Stad gedaane afkondiging, ten gunste der Roorafche armen. Om alle welke redenen zy dus ook har. tèlyk wenschten , en voor het oog van hun Ed. Groot Achtb. bragten , de betaamelykheid van, voor altoos, dooreen Vroedlchaps befluit vast gefield te zien, dat voortaan de burgerlyke ambten en bedieningen, ter begeeving van de regeering der ftad , of van byzondere vergaderingen, of aan derzelver leden flaande, aan geene andere perfonen zouden mogen worden begeeven, dan aan burgers, en zulks wel zonder onderfcheid, tot welke christengezindheid dezelve ook behoorden, voor zo verre flaats - flads - of kerkbefluur in de opengevallene posten niet mogten betrokken zyn; dat, ten dien einde, geene andere voor burgers zouden worden aangemerkt, dan die ten minsten twee jaaren buiten heeren dienstbaarheid geweest waren, en ten tyde van de aanflelling in de ftad woonden, of na vorige verplaat, XVII. DEEL. C Üng  1787. 24 VADERLANDSCHE fing hunner vaste wooning , één jaar en zes weeken binnen dezelve waren te rug geweeken,- welke vereischten van burger, en inwooning buiten dienstbaarheid, zich dan mogten aitftrekken tot vier jaaren voor hen die buiten de provincie in de Republyk of haare uitlandfche bezittingen gebooren waren, en tot tien jaaren voor vreemdelingen: al het geene echter, in voorzegde zin, te verminderen zoude zyn tot op de helfte voor hen die met burgeresfen, binnen de Stad wonende, inhuw!yk mogten treeden. Dat evenwel, overeenkomstig de na:uur der zaake en de gemeene belangen, :n de bovenitaande bepaaling eenige uitzondering behoorde plaats te hebben, ten opzigte van zodanige ambten of bedieningen, welke byzondere konsten of weetenfchappen vereischten; en mede dat burgers o£ burgers kinderen , welke geene twee jaaren buiten dienstbaarheid waren geweest, daar door niet zouden worden geweerd van bedieningen, wier jaarlykfche inkomsten en voordcelen geen vier honierd guldens konden bedraagen. Ein-  H ISTORÏE-BESCHRY VING. 35 Eindelyk vonden zy goed, hier nog by te voegen een verzoek, van aan den heer, die in der tyd,!wegens Leiden, zitting nam in de vergadering van Gecommitteerde Raden van de heeren flaaten, te gelasten, deze voor rang der burgery {leeds in acht te neemen, en byzonder ten opzigte van die ambten, welke in haare ftad mogten openkomen, ierwyl inmiddels, hangende de Raadpleegingen van hunEd. Gr. Achtb. over dit onderwerp, alle begeevingen zoudenmoeten worden gedaan aan daar toe gerechtigde burgeren. Met zo veel vertrouwen als de burgery te Leiden zich op de gevoelens der Vroedfchap begeerde te verhaten, zo veel mistrouwen fcheen te Rotterdam plaats te vinden: De Vroedfchap Elfevier, en eenaanzïenlyk gedeelte der kooplieden, hadden Voormaals geklaagd aan de Heeren Staaten' óver het gehouden gedrag van de Magiftraat, en ter beraaming van de meest gepaste fchikking tot herflel en verzekering der rust, dan, hoe dringend noodzaaklyk het verzoek was , 't bleef onafgedaan C i wes*  30" VADERLANDSCHE I787. verzoek de) H otterdamm.-rs aan de Staaten. weshalven de gelastigden van ruim elf hon. derd vyftig der voornaamste burgers uit diefbad, zich, opnieuws, by HunEd. Gr. Mogende vervoegden , vragende om een einde van zaaken te maaken door te on, derzoeken het bericht van de heeren Commisfarisfen van de heeren Staaten, wegens de in Rotterdam plaats gehad hebbende misnoegdheeden, met eene bygevoegde bee. de, van inmiddels tot hunne hooge vergaedering verfcheideRotterdamfche vroedfchaps Raden niet toe te laaten, als de burgemeester van der Heim , de Vroedfchappen d'Escury , van Tejdingen, Mosfel van Hogendorp, van Staveren, en Senn van Bazel; aangezien het bericht befchuldigin • gen van wangedrag of pligtverzuim tegcns denzelve vervatte , waar van derhalvcn voor den eersten February aanltaande aanfchryving aan Burgemees^eren en Vroed, fchappen behoorde te gefchieden. Het gemelde bericht was overal door den druk gemeen gemaakt, en uit deszeivs inhoud waren verfcheidene zaaken af te leiden , van een vreemd gedrag door eenije heeren gehouden, by geleegenheid der ake-  HISTORIE-BESCHRYVING. 37 akelige beroerte in die ftad; men kondeniet ontkennen , dat daar in doorblonk, hoe 'er laage konstgreepen plaats hadden gevonden , die deze gemagtigden der burgery , in hun verzoakfchrift aan de heeren Staaten , noemden, ftreeken van een vaderland haatende party , ten einde den geest van misleiding onder een blindgemeen te voeden , en los te laaten ter koeling van een dolle euvelmoed: waar in men, met afgryzen, ten klaarften aantrof ontelbaare pogingen, waar door den braven Elzevier , en zyne burger Compagnie, tot een flagtoffer der ontzinde woede te raaaken , dat magiftraaten , die zich zo hadden gedraagen als in ditbericht betoogd wierd, niet zonder grond, alles moesten aanwenden , wat hun mogelyk was om te beletten dat de vroedfehaps leden niet tot veertig wierden vermeerderd. Dat verzoek, op den zeven en twintigften ter tafel van hun Ed. Gr. Mogende gebragt, ontmoete by de raadpleeging over dat onderwerp veel tegenkanting, en men hoorde in Rotterdam alomme verfpreiden, dat het aanzoek ter vermeerdering van de leC 3 » den 17*7-  38 VADERLANDSCHE den der Vroedfchap, geen andere bedoeling had, den om de wel gevestigde regcerings-gcfleltheid te verbreeken , en den gereformeerden godsdienst te • onderra ynen. De verdeeldheid, eigenbaat, en heerschzugt zwaaiden overal den fchepter, willekeur en trotschheid verheften zich in alle oorden van ait gemeènebest, men bezoedelde zich met de fchennis der heiligste pligten, de beste raadflaagen wierden tot. zotheid gemaakt, en alle goede verwagting verviel in rook : Elk oogenblik zag de doorzigtige vaderlander zich tot verontwaardiging ontftooken ; en de eerlyke volks - vertegenwoordiger durfde nauwlyks zyne Item in de raadzaal doen hooren. Inmiddels hadden de flaaten van HolI|ind de regenten van Utrecht tenfterkften aangemaand, de bemiddeling van hun Ed. Groot Mogende aan te neemen , waar toe die zeiden niet geneegen te zyn, dan na dat alvorens alle burgers en ingezeetenen opgeroepen waren, en deze, zonder uitzondering van rang, aanzien, of waardigheid,  H ÏSTORIE-BESCHR YVING. 39 heid, zich daar op hadden verklaard, aangezien de magiftraat begree p, in de eerste plaats de bevordering van de eendragt ter harten te moeten neemen ; welk heilzaam oogmerk zoude verydeld worden , wanneer door onderfcheiding te maaken, tegens het eene of andere gedeelte der regeering , minachting wierd geboren. Zo lang de fbaatsleden te Utrecht en te Amersfoort verdeeld bleeven, konde men geene genoegzaame gronden vinden , van eene mogelyke waare begeerte, om de ongelukkige gefchillen op eene heilzaame wyze te beflisfen; fchoon , de zaaken wel ingezien , het vertoeven der herflelling van de goede-regeerings orde, en paaien te Hellen aan de rustverftoorders, geen ander gevolg dan een algemeenen ondergang van dit Gemcenebest konde voortbrengen. Die van Wyk te Duurfteede diergelyk een Bondgenoodfchappelyk aanbod ontvangen hebbende van Hollands hoogste magten, deeden aan Hoogstdezelven daadelyk te rug fchryven, hoe zy bereid waren oogenblikkelyk een bewys te leveren van C 4 hun- 1787.  1787. [6 V A D E R L A N D S C H I hunne vredclicve idheid, en overtuigd van de nadrukkelyke vérklaaring, „dat eene gepaste bemiddeling het beste gefchikte middel was, om de gereczenc gefchillen op eene geregelde wyze te vereffenen." bemiddeling waar toe zy zich niet weinig aangemoedigd vonden , doch welke niet zöude moeten in zich bevatten, de onbeftaanbaarheid met hunne waardigheid, rechten , en belangens, met het heil van hunne ftad en burgery; zulk eene vereffening der plaatshebbende gefchillen tusfehen de ftad en de voorftemmende leden, kon. den de Bondgenooten met gean grond van hun vorderen , en voorzeeker de ftaaten van Holland niet, die zelvs eene grondwettige herftclling verlangden. Zy betuigden , zich zeer levendig te herinneren de goede dienften , van Hun Ed. Mogende voor twee jaren geleeden, aan de ftaaten van Utrecht aangeboden, wanneer de ftad Wyk reeds daadelyk buiten de hooge provinciale vërgaadering was geweerd , hoewel een medeftetnhebbend lid van ftaat zynde ; en verklaarden op geene meer zekere gronden kennisfe te dra-  HISTORIE-B S CHRYVIN G. • 41 dragen van de goede genegenheid ter bemiddeling van de leden van ftaat welken te Amersfoort by een kwamen, zo niet de Provincie van Groningen en Ommelanden zulks ten hunnen opzigte verzekerd had, en hun Ed. groot Mogende dat medegedeeld bericht hadden bevestigd, door de verklaring, dat Hoogstdezelveh zich volgens de trouw van het Bondgenootfchap, hadden verpligt gevonden , hunne vriendnabuurlyke aandrang by die ftaatsleden van Amersfoord te vernieuwen , met dat gevolg, dat, door deze, de bemiddeling der ftaaten van Holland , even als van de andere Bondgenooten , was aangenoomen. Zy zeiden , zich te verheugen over de gelukkige uitkomst der vernieuwde vriendnabuurlyke aandrang van hun Ed. Groot Mogende , aangezien de ftad Wyk daar aan dien uitfiag verfchuldigd was , wsar door Hoogstdezclven geraaden hadden gevonden , dat aanbod van bemiddeling tegenswoordig ook in het byzonder aan Wyk te doen: en teffens daar by te voegen een affchrift der nadere brief aan da C 5 ftaats- 1787.  1787. 42 V^A DERLANDSCHE I ftaatsleden te Amersfoord vergaaderd toe. te zenden; een blyk van achting voor de regenten van Wyk, welke zy op den waren prys wisten te fchatten, en uit welken hoofde zy oordeelden de belangens van de ftad en burgery niet beeter te kunnen behartigen, en teffens te beantwoorden, dan door zich gunstig te verklaaren, overeenkomstig met de voorflag der bemiddeling, waar van zy zich alle heil beloofden door de gevoelens van onzydigheid , welkezy heeren ftaaten van Holland, by hoogstderzelver aan de te Amersfoord vergaaderden, zeiden te hebben aangenoomen. Wat hun aanbelangde, zy betuigden, reikhalzende te verlangen, dat het voorftel van die bemiddeling wierd aangenoomen, en ten uitvoer gebragt; achtende het onverantwoordelyk voor de ftad Wyk en de burgery, wanneer zy dat aanbod niet met den gevoeligsten dank aannaamen; zy wenschten door Holland in ftaat gefteld te worden , om die gevoelens te kunnen blyven aankleeven, en verzekerden dus, ten zelfden tyde, aan de ftaaten van Groningen en Ommelanden hunne bereidwilligheid, om,  HISTORIE BESCHRYVING. 43 om , benevens de goede dienften van Hoogstdezelven, ook die van andere Bondgenooten, die aan hun dezen dienst wegens de Unie van Utregt wilden bewyzen, te zullen aanneemen, blykens de brief aan de regeering van aldaar gezonden , waar van zy een affchrift aan die van Holland deeden ter hand komen. Echter maakten zy eene uitzondering omtrent de Staaten van Gelderland, van waar zy geene benoemde bemiddelaars konden aanneemen, alzo de meerderheid der hooge Staatsleden van die Provincie zeer veel verfchilden van de gevoelens, welke door de tusfchenkomst van Holland en Groningen verwagt wierden vast gefield te zullen worden, en, om deze redenen , flrekten zy zulks mede uit tot die der verdere gewesten van dit vereenigd Gemeenebest, welke niet het ricbtfnoer van Holland volgden, en echter zich zouden willen vermeeten, hunne bemiddeling aan te bieden, en perfonen te benoemen, zonder te weeten, of zy die wilden toelaaten, of verwerpen. Tot '787  17*7. 44 VADERLA NDSCHE Tot flaving van hun doelwit, en om aan de bemiddelaars voorloopig kennis te geven, hoe zy zich zouden hebben te gedraagen, wilden zy de zaaken bevorderen, wierden aan de Sraaten van Holland eenige voorwaardelyke poinólen , door welker daarflelling de weg ter bemiddeling moeste worden gebaand, toegezonden. Htër toe bragten zy in de eerfte plaats, de vastltelling, dat het fligt van 'sLands Krygsvolk moest worden ontbloot; het geene zy van zo veel gewigt rekenden, dat zy, voorloopig, op het ernitigfte by hun Ed: Gr: Mogende aandrongen, om by de Staatsleden te Amersfoord zulks daadelyk in overweeging te geven, en hetzelve, als den voornaamen grond van wantrouwen, met betrekking tot de bedoelde oogmerken, te bepaalcn Insgelyks zouden de huislyke zaaken, het Stadsregeeringsbeftier betreffende , als afgedaan moeten worden befchouwd, en, by alle verdere te houdene raadpleegingen, buiten onderzoek gelaaten. Terwyl, uit ie Vergaadcring van het eerlte lid der Provin-  HISTORIE-BES CHR YV ING. 45 vincie, de h^eer van Wolphersdyk, canonik ten Dom, zoude geweerd blyven. Op dien voet wilden die van Wyk te Duurftede, hunne afgevaardigden, Stadswegen, naar Utregt zenden, en alle de Staatsleden van die Provincie vryeiyk derwaards laaten gaan en weder terugkeeren, om dat heilzaam werk met den meesten fpoed voort te zetten, doch men hield over het algemeen deze bepaalingen zodanig aankantende tegens de mogelykheid der verzoening van partyen, dat het vasthouden aan dezelve, even van gelyke uitwerking was, als de volkomene weigering der bemiddeling. Zo als men het, in de tegenwoordige tydsomftandigheden, noodzaakJyk oordeelde, zich te beroepen op de regtvaardigheid der Volkftem, die, in alle gevallen der bepaaling van zaaken , hetgeluk van de maatfchappy betreffende , moest gelden, doch de meerderheid van dezelve deedt bukken onder de goedbedunkens der weinigen , als weidenkenden, even zodanig dagten die van de Steden Utrecht en Wyk te Duurliede, dat de bemiddelaaren vooraf be- T787-  46 VADERLAND SCHB behoorden 'vast te ftellen zodanige groriden, als zy, overeenkomftig de conftitutie enaangenoomenebeginzelen, ontegenfpreeklyk hielden. De bemiddeling der verfchillen tusfchen de Staatsleden konden echter langs die wegen niet tot ftand gebragt worden, aangezien dit, met geene mogelykheid, konde geregeld worden gelyk de kragt der Volkftem, waar van de toonftelling aan de Schutteryen wierd opgedragen , by veronderstelling, dat deze het grootfte belang hadden in de welvaard en luister hunnes lands, en dat by de verdienden en deugden van die zó veel vertrouwen behoorde te berusten, als vreefe voor hunnegeóeffende Wapenhandel. Doorziende Staatsleden merkten echter aan , dat de voor gefielde voorwaarden verhinderde bemiddeling, en deafweering der deelneeming vanzommigeProvinciën, met de bepaaling van de Volkftem onder de kragt der Wapenen, onmiddelyk ten gevolge zoude hebben dat die Provinciën alwaar de magt der gewapende Burgery door de Staatswetten geregeld bleef, en de  Hl STORIE-BESCHRYVI KG 47 de flem der meerderheid voor de oude Regeeringsform en 'tStadhouderlyk beitier zegevierde, eindelyk 'sLands Krygsmagt, naar de aart van 't verbond der Unie, tot haar zouden trekken, tegens welker overmagt de gewaapende Burger ten laasten zoude moeten bukken, wanneer de vrye Volksltem de tot het uitterfte gefleigerde gefchil, met verhaasting beflisfen, of dé grond der Republyk, ten prooy voorbuit tenlandfche Mogendheden open laten zoude. Deze waarheid betoogden zy als onwederfpreeklyk, om dat, in alle de overige gewesten van de Republyk, alleen Holland uitgezonderd, de gewaapende Burgermaatfchappyen niet konden zyn ter verfchrikking of verandering van de maatregelen, door de meerderheid der Staatsleden te befluiten. De grondwettige herftelling bleef echter in Holland het bedoelde oogmerk; tot dat einde wierd in Haarlem , welke Stad in de tegenwoordige beroertens eene byzondere vertooning had gemaakt, ter goedkeuring van de Burgery opengelegd, een 1787.  ï 737- (.8 VADERLANDSCHE een zeer uitvoerig ontwerp , tot her» Helling van derzelver allezins gebrekkige ordonnantie op dc fchuttery; De gewapende Burgery van Haarlem , gelyk de meeste overal, was tot cenen bcklaagenswaardigen Haat vervallen, tot welker verbeetering wel eenige Kapiteinen yverig bezig waren met de Burgers in de Wapenhandel te oeffenen, doch het Reglement op de Stads Sehuttery was van dien gebrek, kigen aart, dat er, met behoud van het zelve , geene mogelykbeid ter herftelling was. Dus hadden eenigen de handen aan 't werk geflagen, en een opftel, tot nader onderzoek voor de Burgery , in gereedheid gebragt, het geene dienen zoude ter grondflag tot verdere grondwettige herftelling in die ftad. Hoe veel redenen die van Friesland en Gelderland hadden, om zich op de gewapende Burgery niet te vertrouwen , in Holland begreepen de meeste ftaatsleden , dat men van twee onvermyaelykekwaaden het minst gevaarlyke moest kiezen , en dus de kragt der volkftem liever aan de Sehuttery vcrleenen dan het zelve te be- paa-  hïstorie-beschryving. 49 paaien in de meerderheid van Hemmen der Burgery in 't algemeen ; zo als het in Rotterdam door de vergaadering van fchepenen ook wierd verflaan, by geleegenheid dat het zelve een adres, van den grooten krygsraad der fchuttery aldaar , aan de vroedfchap zond , en betoogde ,. dat men het voor een uitgemaakte zaak moest achten, dat de item der krygsraad wierd gehouden als debillyke, de beredeneerde, de regtvaardige item van dat gedeelte de$ volks, waar tegen de flrydende gevoelens van verre de grootfte meerderheid niet mogten in bedenking genoomen worden.. ., !- _ Vf :': . « Het oogmerk, of doeleinde, der eerste, grondleggers van de oprichting der Krygs-. raad, was, om door de werkzaamheid der. leden van die nieuwe inrichting, aldaar ter ftede niet flegts den wapenhandel, hoe nuttig en noodzaaklyk die ook zyn mogtK te oeffenen , maar dezelve ook te doen,, uitflrekken tot al wat het burgermilitieweefen betrof, ten einde behoorlyk te. beantwoorden aan het beveiligen van de^ rust en zekerheid binnen de ftads muureg^ XVII. deel. D het 17 87.  50 VADERLANDSCHE Openbatr betoog der Sehuttery van Rotterdam. het voorflaan van de belangen der burgery in het algemeen , en die der leden van dat gewaapend lighaam in hetbyzonder, en wel hoofdzaaklyk , om te ftrekken tot eene behoorlyke lyfgarde, voor die waardige vaderlanders, welke zich, als waarborgen der gefchondene rechten en voorrechten , en als bewerkers eener grondwettige herftelling, waar toe het verlangen der natie was gaande gemaakt, en, om welke te verkrygen zy zich zeer vermoeiden, enindebresfeftelden, desnoods met geweld, en door die middelen, welke hun waren toebetrouwd, te verzetten tegens alle die vermeeten mogten daar tegens te werken, wie zy ook mogten zyn, zonder onderfcheid , offchoon door erfregt op de plaats van eere gefield : op die gronden wierd het gedrag der meerderheid van de vroedfchap en der burgery, zich iankantende tegens het verzoek by den óuverein tot aanftelling van nog eenige eden in die vergaadering, door de krygsraad, als heerschzugtig afgefchilderd, en net de fterkfte aandrang van verontwaardiging verworpen. In  HISTORIE-BESCIIR VVING. 51 In het denkbeeld van de grondwettige herftelling, en de vastftelling eener waare gemeenebest regeering, lag opgeflooten, dat de burgers der kleine fteden, de inen • opgezetenen van het platte land , in de hooge vergaaderingen mede vertegenwoordigd wierden, en dus eenen behoorlyken invloed hadden op het beduur der algemeene zaaken : Het was echter ten hoogsten zorglyk de wyze hoe hier in te bepaalen, en om, naar den aart der zaak, daar in te voorzigtiger te handelen , zo wierd te Amfterdam, door eenige yverige vaderlanders, een belooning van duizend guldens beloofd aan hem, die het beste plan zoude weeten in te leveren, nopens de wyze, waar op de burgers der kleine fteden , en de in - en opgezetenen van het platte land ter ftaatsvergaadering konden vertegenwoordigd worden, en medeeenen voegzaamen invloed op hunne plaatslyke regeeringen genieten; terwyl zy; boven dienprys, nog honderd gouden ryders beloofden aan hem, wiens goedgekeurd plan tot ftand gebragt zoude worden. Ondertusfche verfpreide zich de gloeijenD % de  1787- 52 VADERLANDSCHE de begeerte om deel te hebben in het flaatsbewind alouime in de kleine lieden, byzonder zedert dat Heusden dat regt, uit de oudheid, met zo veel kragt poogde te bewyfen; de burgery aldaar bcfchouwdc het verkiezen der fchepenen, volgens een oud privilegie, aan zich te hebben, en, dewyl uit het algemeene placaat wegens de invordering van 's Lands middelen binnen Holland, vastgelteld 1111749, met geene zekerheid konde worden bepaald, hoedaanig het oogmerk was der heeren ftaaten met opzicht tot de benoeming van fchepenen , ter beöordeeling van de verfchillen over de gemeene Landsmiddelen, in de Heden alwaar zyne Hoogheid geen fchepenen verkoos, zo zond de Magiftraat de lyst van de fchepenen der Had Heusden aan de heeren Staaten , om met de verkiezing daar uit zodanig te handelen, als hun Ed. Groot Mogende zouden verdaan te behooren; en voegde daar by een bericht, waar in zy beweerden, dat Heusden, ten tyde der graaven, het voorregt reeds had genooten, om de jaarlyklche verkiezing van fchepenen en burgemeesteren op deze wyze  HISTORIE-BESCHRYVING. 53 wyze te mogen doen, dat, op den heiligen dertienden dag, zeven oude Schepenen zeven nieuwe kozen, terwyl deDrosfaard, van 's Heeren wegen , daar uitfchrabde twee van dezelven, en derzeiver plaatfe met twee van de oude fchepenen aanvulde , wanneer als dan de vyf nieuwe fchepenen en de twee oude door den fchout wierden in den eed genoomen, ten einde die vervolgens konden verkiezen drie burgemeesteren: Dit privilegie, door hertog Aalbregt van Beyeren , als grave van Holland , verleend, was door de volgende graven fteeds bevestigd geworden , en bewaard by het verdrag tusfchen die van Heusden en den prinfe van Orange Willem van Nasfau, gelyk het vervolgens mede was voorbedongen en bekragtigd, door de Ridderfchap, Edelen, en fleeden, de ftaaten van Holland, zich daar van bedienende, tot dat zyne Hoogheid Willem den Derden, ftrydig de herhaalde aandrang van de toenmaalige regenten , eerst alleen voor het jaar 1Ó73 , en buiten benaadecling van D 3 -het 1787  1787 54 VADERLAHDSCHE , het ftadsregt, doch in het volgende jaar, in weerwil van veelvuldige gepaste vertoogen van Burgemeesteren en fchepenen, deze ftad dat recht ontnam , terwyl de oude regenten tegens hunnen wil en dank, door den Drosfaard van dien tyd, als regenten bedankt, en de nieuwen door zyne Hoogheid Willem den derden beëedigd wierden, hoewel de fchepenen hunne plaatfen, op den gewoonen tyd, niet verlieten, dan na dat zy, tot onuitwisbaar bewys, in het register van ftads notulen hadden doen aanteekenen," Van niet te willen benadeelen haar privilegie, ingevolge het welke de verkiezing by fchepenen alleen plagt gedaante worden, fchoon in het voorgaande jaar door gemelde zyne Hoogheid anders was begreepen. Deze willekeurige handel wyze van Willem den derden, (zeiden de Regenten van Heusden) gepaard met defchandelyke toegevenheid van gemeldcn drosfaard, was dus alleen de oorzaak, dat die Stad van haar regt van aanftelhng der Regenten geen gebruik had konnen maken, aangezien alle de volgende Heeren Stadhouders, zich by aan-  HISTORIE.BESCHRYVING. 5? aanhoudenheid, in de alzo gemelde inbreuk op de ftedelyke rechten, langs allerhande wegen, hadden weeten ftaande te houden. Doch de Burgers van Heusden thans opgewekt en aangemoedigd, door de dagelykfche voorbeelden by hunEd. Gr. Mog. in het herftellingswerk der Volks Vryheden, wilden thans niet langer aan deze overheerfching onderworpen blyven, en hadden zich reeds in den Slagtmaand van het Jaar 1783, met een verzoekfehrift, by den Magiftraat der Stad vervoegd, daar by vragende, dat de jaarlykfche verandering der Regeering voortaan weder mogt geleideden, volgens de aloude Stadsrechten, gelyk vervolgens, in de eerstkomende Wintermaand, by de meerderheid der Magiftraat wierd bellooten, en die zaak alstoen ftedelyk afgedaan, met kennisgeeving aan zyne Hoogheid den Stadhouder, terwyl de Heeren van der Does van Noordwyk, Drosfaard, Adam Rauws, Burgemeester, J. L. NoJet, en A. van Baak, met C. van den Burg, Scheepenen der Stad, door hunne uitgebreide advyzen, zich tegen dat regtmatig verzoek derBurD 4 ge- 1787.  $6 VADERLANDSCHE gery hadden verzet, en ten fterkfren beklaagd, offerende alzo de belangens der StacT en Burgery aan een wéderrcgtelyke handelwyze, ter verdenking van hunne Achting by alle braven. Hoewel nu, ingevolge dat wettig befluit van de meerderheid der Ma ïftraar!, de vergadering van Schepenen, tegen ien zesden January in het eerstvolgende jaar, ter vervulling van de toen openflasnde bedieningen van Schepenen, volgens het gemelde privilegie, eene benoeming van zeven perfoonen vervaardigd , en ter uitfchrapping van twee benoemden , omderzelver plaatzen met twee Oude Schepenen aan te vullen, aan den Drosfaard had doen overleveren, vond gemelde Drosfaard goed, in de plaats van aan de gemelde bc. fluiten der Magifbaat te voldoen , met zynen aanhang , de Heeren A. Rauws, wylen C. van der Burg, J. L- Nolet, en A. van Baak, fchoon de meerderheid niet uitmaakende,in eene Magiftraats-Vergaadering, in weerwil der tegenfpraak van vyf Leden, een getal van tien leden te benoemen, en hetzelve, meteenlystder tien  IIISTOR1E-BESCHRYVING. 57 tien oude Regenten, aan den heer Stadhouder , ter verkiezing van drie Burgemees-, teren en zeven Schepenen toe te zenden, alzo zyne Hoogheid, by een brief zyn ongenoegen aan de Magiftraat had te kennen gegeven; weshalven de meerderheid uit dezelve zich verpligt achte, ter voorkofning van eene onwettige verkiezing van Regenten voor het jaar 1784, uit eene onbeboorlyke en tegens de ingeroepene privilegiën der Stad, gemaakte benoeming gelyk ook ter vermyding van eene willekeurige beëediging derzelven, en van verdere daar uit te ontftaane verfchillen of verwarringen, zich by de Heeren Staaten van Holland te vervoegen, om, door Hoogstderzelver tusfchenkomfle, alle geweldadige flappen van den Stadhouder voor te komen, en alzo die Stad en Burgery, aan geene daar uit anderzints gewisfelyk voortvioeijende onaangenaamheden bloot te ftellen, met dat gevolg, dat de Heeren Staaten die keuze, door eenplegtigflaatsbefluit, hadden opgefehort. By die gebeurtenisfen waren inmiddels de oude Regenten gebleevcn, zonder op D 5 nieuws I787-  58 VADERLANDSCHB 1787 nieuws verkozen, of in derzei ver waar. digheden, met voortduurentheid, teverblyven, ten einde, zoveel mogelyk, de nadeelige gevolgen eener regeeringsloosheid, die doch in de daad plaats had, voor te komen; zy bleeven hunne posten waarneemen , fchoon zy alleen voor den jaare 1783 waren aangefleld, in die hoop en verwagting, dat de Drosfaard, met de by hem gevoegde Regenten, eindelyk zich, aan de zyde des regts vervoegd, endaar door de Stad en Burgery in het genot van haare weder ingeroepene regten gefield zoude hebben. Maar ook deze hoop, zeiden zy, was vruchteloos verloopen , terwyl men, zedert dien tyd, geene de minfte verandering in de gevoelens van die Heeren konde ont. waar worden, daar in tegendeel, wylen de Heer C. van den Burg overleeden zynde, het gedrag van alle de overige leden der minderheid, en de befliering der Stad en Justitie, voor al ook wegens degeduurige afweezigheid van den Drosfaard , van dien aart geweest was, dat eenige der leden van de meerderheid, welke toen alzo in de  HISTORIE-BESCHRT VING. $9 de Magiftraat als regenten hadden blyven voortdienen, zich in 1785 hadden verpligt gevonden, deswegens aan de heeren Staaten eene breedvoerige klagte in te dienen. Indiër voegen was dus lang het taay geduld der Burgers en Ingezeetenen van Heusden beproefd, tot dat zy eindelyk inhet laast afgeloopen jaar, uit het midden van hun, zes burgers hadden gemagtigd, om in hun naam alle middelen in het werk te Hellen, ten einde eene ftedelyke afdoening van zaaken te bekomen, en het meergemelde wettige befluit van de meerderheid derMagiftraat, in den Wintermaand 1 ^^genoomen, daadelyk uitwerking te doen genieten, zo als ook aanftonds door die zes gemagtigden, in het laastvoorgaande Jaar, op den laasten dag van Augustus, aan den toen plaasthoudende regeering, door een verzoekfchrift, was te kennen gegeeven dat de burgers en ingezetenen van Heusden niet langer wilden van hun wettig regt verftooken blyven , en uit dien hoofde op eene ftedelyke voorzetting en afdoening dezer zaak tenfterkstenaandrongen, waarom de toenmaalige meerderheid, gelyk zy 1787-  6o VADERLA-NDSCHE zy j in den jaare 1785 , de byftand der heeren Staaten van Holland had gevraagd, tot handhaaving by het ongeroepen ftads regt, volgens het vastgeftelde by het verbond van Unie, wederom op het vriendclykste verzogt, ten einde de Drosfaard en fchout der Stad Heusden, door bemiddeling der heeren ftaaten, ook aan zyne zyde tot naarkoming van het meergenoemde befluit der meerderheid van de Magiftraat der ftad mogt gebragt worden. Hoe dringende het verzoek der Heusdenaars was , om de goedkeuring op hun nieuw ftedelyk regecrings - reglement, dat zy vervaardigden, het liet zich echter genoegzaam aanzien, dat het ftedelyk af. doen van deze ftedelyke zaak in Holland, riet zo veel overtuiging ter ftaatsvergaadering konde voortbrengen, van het naar vereisch bekragtigd te zullen zien , en diensvolgens de veranderde Magiftraat te doen erkennen : De wyze, langs welke die verbcetering, versndering, of inroeping der oude ftads privilegiën gefchiede, konde het gewenschte einde onmooglyk doen bereiken, op welk eene bedaarde ma- nier  HIST0R1É-BESCHRYVING. 61 nier zulks ook wierd hervat en aangedrongen;zedertdatzy geene zwaarigheid hadden gevonden het ftaatsbefluit van Hun Ed. Gr. Mog. op den zesden dag der eerste maand van dit jaar genoomen betreffende het ftedelyk verfchil, buiten verpligting ter gehoorzaamheid te ftellen , nam de meerderheid dier Hooge vergaadering geheel geen genoègen in dat werk , zo als men uit de aart van Hoogstderzelver voordragen zeer wel konde afleiden. De Magiftraats - verandering , en aanflelling van burger-gecommitteerden , zonder mede. werking van den fouverain , fcheen dus weinig of geen goeds te voorfpelleu; 'er heerschte nog te veel verfchil in hetftaatsweezen en den waren aart der vrye volks* regeering by verteegenwoordiging, om, in den tïgenwjordigen ongelukkigen toeftand van het Vaderland , daar van een goeden uitkomst te kunnen verwagten. Zoude het oogmerk immer bereikt worden , dan behoorde het fpoedig , en op eene geregelde wyze, ten uitvoer gebragt: De aanflelling van geconflitueerden was daar toe voorzeker zeer dienstig ; langs dien 1787.  6% va d'e rlandsc hè *7*7 dien weg konde de noodzaaklyk behoorlyke invloed des volks op zyne regenten bekwaame uitwerking erlangen , en het ftond boven alle tegenfpraak , dat hier door het vaderland en de vryheid voor derzelver geheelen ondergang moesten worden bevryd: Doch men behoorde by dat alles in geenen deele uit het oog te verliezen, dat zodanige gemagtigden des volks zich met geene daadelyke beftiering der algemeene belangen bemoeiden , maar alleen om uit last van hunne volmagtigers zodanige voordellen aan de Regenten te doen, als zy begreepen tot welzyn vau het algemeen te kunnen verflrekken; verkortende dus in geenen opzigte den magt. der befcierderen in het daats en ftads bewind. Ook wilde het weldenkende gedeelte van Nederlands Volk, dat, fchoon de ingezetenen door het verkiezen van regenten, de bediering zelve der algemeene belangen aan die regeerderen hadden opgedragen, echter daar uit in geenen deele voortvloeide, dat het te gelyk dat regt zoude hebben afgedaan, waar door het op de waarneeming  Hl STORIE-BESCHRYVI NG 65 ming hunner algemeene belangen een wakend oog konde houden,- in tegendeel zy bleeven altoos bevoegd, om, zh het wel. zyn der Maatfchappy wierd benaadeeld, of verkort, daar in die verandering en verbeetering te bewerken, welke de omflandigheid vorderde. — In dit Gemeenebest was het de onvermydelyke pligt van yder Burger, ter herftelling der algemeene belangens mede te werken, en de goede of kwaade uitkomst van die poging was alleen afhangende van de eenftemmende werkzaamheid , met regtmaatige en eerlyke middelen; want zo ras men zich van deze banden losmaakte, zoude het onvermydelyk zyn, geweld, oproer, enoverheerfching te beletten. Onder alle die betoogingen, en alge. meene bewerkftelliging van Volks benoemden ter handhaving van de belangens liepen de openbaare zaaken meer en meer tot dat groote vraagpunt te zaamen.„Of aan de Bondgpnooten het regt toekwam, wanneer de eene of andere Provincie zich wilde ontrekken van dat geene, wat het belang van 't Gemeenebest vorderde, dezelve- 1787.  64. VADKRLANDSCHB r787. zelve te verpligten, en daar toe eikanderen te hulp te komen:" zonder deze regel vast te hóuden, moet immers het ontzag van den Staat, en van de Regeering, zo binnen als buiten Lands, verlooren gaan, en, met de vern'etiging der eendragt en het goed vertrouwen onderdeBondgenooten, de Republiek in den hoogften jammerftaat nederftorten, hoewel het niet te min daarom zeker blyft, dat geene van de Provinciën, nog ook de meerderheid van dezelve, gerechtigd is, om zich met het huishoudelyke beftier van een eenige der vereende gewesten te bemoejen, maar in tegendeel, tenfterkften verpligtlegt, om, volgens de verbintenis der Unie, dezelve tegens alle inbreuk te befchermen. Terwyl men de leere van de noodzaaklyke aanflelling der volks - geconflitueerden alomme aandrong, terwyl men die van 's volks alvermogen algemeen hulde wilde beweezen hebben, en de herftelling der ftedelyke en plaatfelyke grieven, als eene onbetwistbaare waarheid begeerde geëerbiedigd te zien, bleeven eenige dryvers der grondwettige herftelling hangen aan  HISTORIE-BES CIIRYVIN O. 65 han de inroeping der oude regten en privilegiën , de kenrielykste merktekenen hun- ■ ner onderwerping aan de Graven van Holland, welker overweldigend gezag echter geheel vernietigd was geworden, toen de regten der oppermagt in de boezem der natie te rug ke?rden: Volgens deze laaste gronflelling, zeiden Zy, dat 'er eéne vrywilüge toeflemming wierd verleend, orri op die oude bcpaalingen zich het voortduwend genot te verzekeren, een flaverhy waar van zy zich geheel begeerden tó ontflaan , en niet flegts van meester te Veranderen, 20 als het geval der voorouderen was geweest,die men befchuldigdei van geene genoegzaame voorzigtigheid ; en een zorgeloos buigen ónder het gezagvan de grooten in den Lande, vergeeten» de de waare volks-vryheid te verzekei ren. Hollands volk was ih de daad der bverheerfching zo wel moede, als des/ zeivs hooge vertegenwoordigers. Inmiddels was men in Utrecht zseryverig, om zeker adres df verzoekfehrift të doen teekenen , waar by höofdzaaklyk XVII, ps st, E Wiew  66 VADERLAND SCHE 1787. fluii te Utregt tegens zeker aiires. wierd verklaard, „hoe zy niet alleen geen deel hadden genoomen aan de gebeurtenissen binnen die ftad, geduurende het laast voorgaande jaar, en aan de verrigtingen der burgery, met betrekking tot de invoering en beëediging van het ftedelyk regeerings - reglement, nog aan alles wat daar uit mogte voortgevloeid zyn; maa? veeleer hadden gewensebt en gebeeden, dat 'er nimmer iets van dien aart was gebeurd:" Doch zo ras deze poging ter ken.* nisfe van de Vroedfchap kwam, befloot de Raad, tegens die onderneeming te moeten waaken , als ftrekkende tot ftooring der rust, en vermeerdering van verwarring ; Hun Ed. Gr. Aehtb. bragten daar toe de Ingezetenen onder het oog, hoe een overvlocdigen tyd er was geweest, om met zulke byzondere begrippen voor den dag te komen , waar toe de tegenwoordige toedragt van omftandigheden in geenen deele gefchikt was,. weshalven zy wel ernstig verboden, „ Dat, indien een of meer burgers , of ingezeetenen, ver* geetende den eed en verdere betrekking waar mede zy aan de ftad Utrecht, en aan d?  HISTORIË-BESCHRYVING. 67 ae bewaaring van derzelver voorrechten, zo nauw verbonden ftonden, mogten beftaan, zich met hunne meergemelde verfchillende begrippen , of met eenige verzoekfchriften Van zodanigen aart, waar van de beöordeeling aan de Vroedfchap der ftad toekwam, by niemand anders i waar, en wie, het ook mogte zyn, buitert de tegenwoordige wettige regeering der ftad , te vervoegen , of wel van hunne vermeende bezwaaren eenige ander onwettig gebruik te maaken, tegen alle dezelve, en ieder van hen in het byzönder^ ten ftrengsten iii regten zoude worderi gehandeld, als tegen dezulken, welke dé openbaare rust en goede orde verftöordeni en die zich met daaden verzetten tegeris eene regeering, welke, door zeer verhet groolfte gedeelte der burgery, voor hunne wettige overheid erkend was. Dit befluit wierd by allen niet uit het zelfde oogpunt befchouwd, veelen merkten aan , dat de nieuws geftelde Vroedfchap zich daar by een al te onbepaaldeti magt aanmaatigde, aangezien een ieder dié niet geheel de gronden van waare vryheid E z höé 1787;  68 VADERLANDSCHE had vcrlooren, en verloochend^ gefee? delyk moest toeftemmen, dat ieder lid der maatfchappy niet alleen het regt had, maai* zeivs verpligt was, de algemeene belangens te bevorderen , en zyne mooglyke pogingen in 't werk te flellen, met die volkomene vryheid, om, wanneer zyns oor-» deels iets ten nadeele van 't algemeene wel. zyn verflrekte, hy het regt had, ja zelvs verpligt was , dezelve onder het oog te brengen van hen, aan wien de beftiering der algemeene belangen was toebetrouwd, ten einde daaromtrent de verbeetering te vragen; immers, zeiden zy, op deze grond» leere is de ganfche verandering der regeerings-reglementen, en der regenten, gegrondvest; zy konden niet van zich verkrygen, te gelooven,dat de tegenwoordige nieuwe inrichting zo veel onvatbaarder voor gebreeken zoude zyn> dan alleande„ re menschlyke inftellingen. Waarom doch, vroegen de zodanige , moeten de ftaatsbefluiten der Friefen en Gelderfen, hard, ja bloedplacaten, genoemd worden , waar by , even als by de Vroedlchap van Utracht, de welgevestigde regeeringsvorm be* 1787.  HI5T 0RIE-BES CHRYVINS- 6$ bevestigd, de algemeene rust en veiligheid verzekerd is ? Heeft een zeker gedeelte dit regt inde Maatfchappy, dan kunnen ook verfcheidene andere leden, gezamenlyker hand, dat recht uitoeffenen ? Vermogen de volks - vertegenwoordigers, ter bevordering van de algemeene belangens, het eene dus bepaalen , dan zyn zy ook gerechtigd, door dezelve magt en beweegredenen, het andere vast te flellen? Door het verkiezen der regenten, onverfchiilig wanneer , of langs welk eene wyze , is geen meerder of minder regt van willekeurig bellier der algemeene zaaken aan hun overgeJaaten? Onder de verdeediging van de vrye volksregten, was men tegenswoordig in Holland ook zeer bedagt, in de lieden een meer algemeene regel vast te Hellen over qe begeevinge der ambten, en eene welvoegzaamer bepaaling te maaken in het onderfcheid tusfeben geborene burgers, of de zodanige, die in de lieden cenigen tyd gewoond, en daar door deel kreegen aan de burger-voorrechten. De Vroedfchap in Haarlem, nam, tot zodanige einE 3 den 1787.  ï 7S7- 70 VADERLANDS HE den, een befluit, „ om alle burgerlyka ambten en bedieningen , flaande ter begeeving van heeren burgemeesteren, kerkmeesteren, collonellen, of officieren van den burger-krygsraad, en van alle andere openbaarc vergaaderingen of perfonen, vermeld op de daar van ingerichte ïysten, voortaan alleen zouden worden gegeeven, aan burgers , binnen Haarlem en derzelver vryheid geboren, gelyk ook aan zulke ingezetenen , die na eene verkreegene acte van toelaatinge van heeren burgemeesteren, zich aldaar met de woon hadden nedergezet, en een tyd lang, naar hunne omftandigheden , in de ftedelyke lasten hadden gedragen : Zullende de zodanige die het burgerregt hadden door geboorte, en alzo gerechtigd waren tot de ambten, op den daar van gemaakten lystgefteld, daarmede begiftigd kunnen worden , wanneer zy, ten dien tyde, ten minsten twee jaaren waren geweest buiten huisdiens'tbaarheid, of liverey-bediening,en daar en boven ah dan daadelyk in de ftad woonagtig, zonder dat de zulken, die hunne vaste wooning naai' elders mogten hebben overgebragt^ e_er-  HISTORIE.BSCHRYVING. "Jl eerder tot eenige ambten zouden worden toegelaaten, dan na alvorens een jaar en zes weeken, op nieuws, in de ftad , of vryheid van dien , te hebben gewoond; des nogthans dat de Secretaris - posten welke mede op dien lyst waren gebragt, ook zouden mogen worden begeeven aan zodanige geborene burgers , welke, ten tyde van het openvallen dier ambten, hunne wooning hielden buiten de Stad en vryheid, en daar door anderzints hun Burgcrfchap zouden hebben verlooren. Hun Ed. Achtbaarheden fielden ten zeiven tyde mede voor vast, „ Dat de gevorderde inwooning van vreemden binnen Haarlem en derzelver vryheid, met oogmerk van toegelaaten te worden tot de gefielde voorrechten, insgelyks zoude moeten zyn buiten eenigen huislyken dienst, en zich, uitflrekken tot een tyd van vier jaaren , voor zulken, die binnen deze provincie, en van zes jaaren die buiten de provincie, doch binnen dit gemeencbest of de volkplantingen van dien geboren waren, en tien jaren voor E 4 alle Befluit def Vroedfchap van Haarlem over de Burger ambten.  %% UDUHNDSCH4 17*7 alle andere vreemdelingen : Welken tyd! van vier, zes en tien jaren , echter maar tot de helfte zouten behooren vervuld re worden, wanneer zulke pertöonen zich daailyk in -c huwlyk verbonden vonden met zodanige vrouwen, binnen de Itad of vryheid woonagtig. Men zoude volftrekt in 't oog moeten, houden, zo wel ten aanzien van gebooren burgers, als van vreemden, dat, met betrekking tot de bevoegtbeM, om de gemelde ambten en bedieningen te verkrygi°n, ofte bekleeden, voor geene inwoouende ingezeetenen konden ofte mogren worden befchouwd, die, elders eene vaste, woonplaats hebbende , alleen binnen de ftad hun zogenaamd vuur en licht hielden, het welke in geenen deele beantwoorde, ïan de in dezen vooral bedoel.ie verpb'< hting om de gèmeerifchappelyke lastx n van de ftad en burgery te helpen dragen, hoewel onder die laa te bepaaling niet begreepen wouden zyn jonge lieden, die nog'geeie huishouding hadden , maar alleen ter ^vordering van weetenft-happen , van aeerdere gcöeffenheid cn kundigheid, of  HISTORÏE-BESCHRYVING. ?3 met zich daar in te bekwamen , zich voor eenigen tyd elders zouden willen ophouden, aangezien die, zo lang zy in zodanige geftekheid verbleeven, in hun aangebooren burgerfchap, door dat tydelykafzyn, niet zouden worden benadeeld , en, ten aanzien van het verkréegerl burgerfchap, met het houden van vuur cn licht konden volftaan. Niet te min be^reepenhun Ed. Achtb.* dat zommige ambten, pf bedieningen, en wel bepaaldetyk die op den gemelden iyst .(tonden, ook mogten begeeven worden aan huisbedienden , des zynde gebooren burgers der ftad , of uit defzelveï vryheid, en binnen dezelve dienende, maar anders geene: terwyl teffens alle zodanige ambten en bedieningen, welke eene byzondere bekwaamheid of geöcffcnheid in konsten en weetenfehappen vorderen, of die ; wegens het gering aanbelang , daar niet op geplaast konden wordeu, vryz >üden blyven te begceven aan perfonen daar toe gefchikt, het zy vreemde, het zy inboorlingen. Yoor het overige wierd aan denHecr,weE 5 gens 1787.  74- VADERtANDSCHl 17^7. gens Haarlem in de vergaadering van ge.: committeerde Raden zitting hebbende , verzogt j en bevolen, zo veel mogelyk zor te dragen, dat, in het begeeven van een ambt binnen die itad, flaande aan dit coüegie, altoos de voorrang behoorde gelaat ;n te worden aan zodanigen, welke als gebooren of gezeten burgers van Haar. lem, ofderzelver vryheid, tot de vorengemeide ambten en bedieningen konden worden toegelaaten. Dit Raadsbefluit, waar van aan alle leden uit de fhds regeering, gelyk mede aan de Secietarisfcn, een affchrift wierd ter hand jefteld , benevens den lyst der ambten , :en einde iteeds een waakend oog te houien om zich daar nategedraagen, behaagle zeer aan de burgery en inwoonderen /an Haarlem, die by de tegenswoordige onlusten in de Republyk, zich met veel lereidwilligheid, aan het goedvinden hun ïer Regenten gedroegen. Met geene minder iever fielden die van Wol zich in de bresfe voor de belangens, iet welvaaren , de vryheden en voorrech:n, der burgery; zy deeden zulks aldaar, in  HISTORIE-BESCHRYVINC 75 in de daad, zonder eenige de minste eigen- j^g^ belang zoekende oogmerken, en poogden ,. door de burger-commis!ïe,by de veranderingen in het regeerings-reglement van die ftad vastgefleld te hebben, „ dat de aanflelling en weigering van gemeenslieden, door de meerderheid der burgery zoude geleideden , en, ten dien einde, door ieder Hemgereehtigde^een briefje, met de naam of naamen der leden dien hy zoude ontzet ■ ten of verkiezen, worden medegebragt, ter plaatze van de algemeene zamenkomst; aangezien zulks best beftaanbaar was met de vryheid en achtbaarheid der burgerya en beeter gefchikt tot voorkooming van tydverzuim , verwarring, en kuipery , dan wanneer die briefjes aldaar wierden gefchreeven. Zy drongen teffens 'er op aan, dat de thans plaatshebbende gemeenslieden , die, volgens algemeen erkende regelen van regt en vryheid, niet na behoren waren aangefteld, zo wel als die in het vervolg door de burgery wierden aan- BuJèreo$ir gefield, zich jaarlyks aan derzelver goed- ra,sllctcZwdpf afkeuring behoorden te onderwerpen; en dat de wcrkelyk in dienst zynde gerneents!ieder>3 de jaarlykfche keur en weige-  f6 VADERLANDSCHB gering der burgemeesteren zouden doen, •*~— op zodanige wyze, als meest tot welzyn dier ftads onafhanglyke burgery konde, {trekken ,• alzo de wetgevende en uitvoerende magt, in deze vrye en van niemand afhangende ftaat, eigentlyk aan de gezamenlyke burgeren , en niet aan eenige weinige perfonen of vergaaderingen van regenten, toebehoorde, waar door dezelve ook, ten allen tyde, verpligt waaren dat regt ongefchonden te bewaaren en befchermen, hoewel die, onder zekere en wel bepaalde grondwetten, waar by dit recht en de vryheid der burgery beveiligd bleef , aan de volks- vertegenwoordigers in het ftadsbeftier konde worden aanbevoolen, om in deszelvs naam, als regenten, uit te oeffenen : Eene voordragtcn begeerte welke nog te meer klem had, om dat het ontbrak aan een genoegzaam ftads wetboek, waar van, behalven dien, het weinige dat 'er nog gevonden wierd, ten eenemaal onbekend was aan ,de meeste burgers. De Zwolfche burgers lieten genoegzaam blvken, bce zy , in zaaken van weinig fes,  iySTORIE-BESCH RYVING. belang, alle toegeevenheid wilden gebrui-1787; ken, maar in dit wezendlyk ftuk, betref- " fende de verzekering van de oorfpronglyke regten hunner vryheid, daar aan bleeven zy getrouw, en betuigden, doot hunne benoemde gëmagtigden, dat zyhier van geen ftroobreedaf wilden wyken, of zich ten dien einde tot een verdrag inlaaten, als geloovende dat hunne verrichtingen nimmer vaneenigen kragt zouden zyn j wanneer zy de privilegiën der ftad niet handhaafden als het wettige eigendom der burgery, waar aan de hooge volks- vertegenwoordigers geen ander deel hadden, dan in zo verre als zy mede leden waren van de gemeene raaatfchappy.Zy vertrouwden, en verwagten dus, dat het groote herfteflingswerk der cönftitntie daar ter plaatze , op eene gefchikte en fpoedige wyze, ten uitvoer zoude wördengebragt; doch deze gewigtige poging vorderde zeer weinig ten genoegen van hun, aan* gezien 'er geene bepaaling wierd gefteld, omtrent de keurc der burgemeesteren, en over de wetgevende magt, hoedanig dezelve , op vooraf vastgeftelde grond-  78 VADERLANDSCHE ijZy.grondwetten, uit te oeffenen, tot bevei- liging der voordeden van de raaatfchappy 5 bepaalingen, die echter op de volks regten zouden moeten berusten, en waar omtrent de burgery voorzeker geene overheerfching nog onderdrukking konde dulden. De burgers begreepeh, datzy het bericht der gezwooren gemeente zouden afwagten, ten einde als dan door hunne gemagtigdens, met mede werking van de kundigflen uit dezelve, een gefchikt plan te ontwerpen j het welke zy ter goedkeuring en teekening konden voorleggen, om het daar na als' dan in te voeren. De zodanige , die zich, in Overysfel j in Utrecht, en in Holland, duidelyk eri eenvoudig over de hoofdzaakeneencr verbeeterde regeerings-form Van het Neder* landsch Gemeencbest verklaarden, fielden voor onbetwistbaare grondregelen, dat de Souveraine magt der Heeren Staaten van elke Provincie , de gemeenfchaplyke eigendom des ganfehen volks was, waar uit zy haaren oorfprong, en in welke zy alle haare grondwortelen hield»  HISTORIE BESCHRT VING. 7p Zy befchouvvden deze oppermagt , als een ' ^ aanvertrouwde volkszaak, in handen der 7 ?*Vertegenwoordigers , om , op het gezag der natie, haar algemeen welzyn te bezorgen , en, volgens gefielde wetten, te befohermen. Zy achten de regeeringsregten van alle de byzondere flaatslcden, zo wel van de Ridderfchappen, Edelen, als ftedelyke regenten, voor een gemeen ei. gendom van de burgeryen en ingezetenen; aangezien geene fouveraineftaatsvergaaderingen, nog afzonderlyke collegiën, vryheid hadden, om, van de aan hun toebetrouwde regeerings - regten, iets, hoege^ genaamd, aan een derden af teftaan, deze Waren, en verbleeven ten allen tyde, de onvervreemdbaare eigendommen des volks. Al wat tcgens die grondftelüngen aan mogt loopen , ftreed voorzeker tegens 'sLands behoud,en verviel Voorzichzeiven , als onbeftaanbaar met de waare Gemeenebest - regeering. Uit die aangenoomene waarheden leide men vervolgens af, dat, wanneer dezelve niet flegts ydele woorden zouden zyn.  gö VADERLANDSCHtt i R zyn, maar dat de oorfpronglyke BetreKl JZlL kmg der regenten tot het volK, op eene nadruklyke enzigtbaare wyze, kragt behouden zoude , als dan, nog de heeren Staaten, nog derzei ver leden, op eenigerlei wyze, hunne regeeringsmagt behoorden te ontvangen van ymand anders, dan alleen van het volk; tot welker bevordering alletegenflrydigheden, verwarringen, en verlammingen, dienden uit de weg genoomen, Zoude men tot dat alles met goed gevolg werkzaam zyn, dan moest, over al in de panfchë Republiek, de aanflelling der ftedelyke regefitenzodanigingerichtworden, dat de ftads regeeringen erkenden, en waarlyk gevoelden, hoe alle aan hun toebetrouwde magt, en gezag,oorfprongnam uit de burgery; en dat het luisterryk vermogen Van den ftadsraad, of magiftraat, ' was, en verbleef, het onveranderlik bezit der gezamenlyke burgery, waar over zy flegts alleen de verftandige beftienng' hadden bekomen. Deze leere verkreeg ieders goedkeuring J ën'verhefte Nederlands volk in bet algemee nj  te 1 ST'OR.1 E-BES'CHRYV I N'G Sï meen, en de burgery in het byzonder, tot die waardigheden, welke aan de vrye ^ inwoonderen van ditGemeenebest behoorden , en boezemde gevolglyk dat fier gevoel in, het geene eigen is aan de zodanige , die weeten dat de oorfpronglyke majefteit by hun berust-, dat de regeeringsmagt der regenten aan hun toebehoort, dat de ambten en bedieningen, dat de Burgemeesters en Raden, tot eigen nut der burgery zyn, en alleen dat welzyn behooren te bedoelen. Ingevolge van datgrondbeginfel betoogd den de Zwolfche burgeren zeer klaar en 'nadriikkelyk, dat de gezwooren gemeente Verpligt Was •, door de keurnooten aan de nieuws te verkiezene burgemeesteren tè doen afvragen, of zy bereid waren , een nieuw en verbeeterd reglement, ten genoegen en met medewerking van de burgery te helpen vast Hellen, zo dat de gezwoorene der ftad zich daar toe wel ras bepaalden , het voorftel deeden , en 't genoegen hadden, dat zeven der heeren burgemeesteren j Theufink, Sombeek, Raveftein i Gelderman> van der Wyk, vari XVII. DB EI. F fcifcfa  82 VADERLANDSCHE i7g7 Marle, en Tobias, zulks met hunne on, ' dertcekening aannamen, wanneer het ver* volgens mede aan den heer Roufe , en zyne medeftanders , wierd voorgelegd, aangezien de burgerye begreep , alle de regenten, hoewel in gevoelen van hun verfchillende, te behouden, fchoon zy, volgens 't ftadsregt jaarlyks daar van vry waren, indien zy maar tot het algemeen welzyn wilden medewerken: Doch de laast gemelde heer, en die van zyn gevoelen waren, hadden , by een door den druk gemeen gemaakt advys , het reglement van 167Ar voor wettig erkend , en alzo zich zeiven in de onmoogelykheid gebragt, om van dat gevoelen af te gaan, ten einde op nieuws ingekozen te worden. De keur gefchiede dus, volgens het ftadsregt, met alle plegtigheeden, door de keurgenooten, uit de gezwoorene meente by looting getrokken ; neegen burgemeesteren wierden , ten volle genoegen der burgerye , benoemd 5 alles liep af met de uitterfte bezaadigdheid , in de beste orde, en daar van wierd, naamens de /  ÏJISTORÏE-ËESCHRYVING. 83 de magiftraat, gemeenslieden, en de burgery , kenriisfe gegeeven aan den Heere ■ _ prinfe Erfftadhouder , met üitdrukkelyke by voeging, dat het Reglement van i f574, voor zo verre het ftedelyke betrof, was afgefchaft, en de tegenwoordige keure, uit hoofde der voormaals gevraagde goedkeuring van zyne Hoogheid , aan Hoogstdezelve niet wierd toegezon^ den. Door dezen daad, wierd niet alleen dat regt den Erfftadhouder ontnoomen, maar ook teffens zyne vermogende invloed in de regeering der ftad, en vervolgens, wegens dezelve in de ftaatsvergaadering. In Deventer vond dit grondwettig herftellings.werk niet zo veel opgang, daarheerschte een voorwendzel van Godsdienst-yver, over het al of niet toeftaan van het burgerregt aan de Roomschgezinden aldaar, het geene die pogingen zeer tegen hield v en deed befchouwen als een hulpmiddel tot vvederftreeving, om deze algemeene hervorming in 'tregeerings* bewind tegen te gaan. Na dat bevorens het vermogen der Rid„ Fa.' der»  84- VADERLANDSCHE i 87 ^erfchap, 'n Overysfel, was gekortwiekt . door de veranderde bepaaling wegens de opneeming der ftemmen, tusfchen de fteden en het kwartier der Edelen in verfchil gebragt, wierd alle moeite aangewend, om de begeerde uitkomst van zaaken ten vollen te bereiken , door het mindergetal der regenten in de fteden met de magt der krygsraad te fterken , en alzo de meerderheid van de leden der regeering te doen zwygen: Dat plan gelukte: en deze voorbeelden wierden wel ras zo algemeen ter naavolging, dat men zelvs in Amfterdam de zaaken op dien voet begon te beftuuren, ten einde de zaaken tot een gewenschten voortgang te brengen: De minderheid der regeering wierd het aldaar eens met de groote Krygsraad, door het vervullen der openftaande kapiteins-, Lieutenants-,, en Vaandrigs, plaatfen ; eene onderneeming , waar op de ganfche Republiek het oog vestigde. De Amfterdamfche burgery, voor zo veele als leden der vaderlandfche focieteit, en deel hebbende aam den krygsraad, waren, begreep, dat er thans in degeheele na-  H I3T 0RÏE-BESCHR YVING. S$ natuur geen ander middel te" vinden was, 1787 genoegfaam kragtig om de Aristoera- ' c' tie te weeren, dan dat de Burgery zelve , langs eene of andere volkomen geregelde wyze, eene daadelyke invloed had op de aanflelling haarer raadsleden of Vroedfchappen, het zy door 't regt van 't maken der benoemden, het zy door de goedkeuring of verwerping van de gckoozene uit de benoemden, het zy langs eenige andere wyze daar op uit tè denken; aangezien de willekeurige verkiezing der Raden nauwkeurig paal en perk behoorde gefield te worden, met eene welberaadene inrichting, overeenftemmendemetde wet, en keur-eed, waar by uitdrukkelyk was bepaald, dat niet alleen de aanzienlykste ,de rykste, en toegeeflykste, maar ook tegelyk verflandige, brave ,en by de burgery aangename perfonen ,totRaaden moesten verkooren worden; die, als waare volks vrienden en beproefde voorflanders eener zichtbaare volksregeering , door de geheele ftad erkend wierden. De zaak derhalven, door eene zodanige F 3 wel-  Fó' vade'rlandschb 178? w^heraadene inrichting tebepaalcn, was, ». in de regeeringsforrn van deze volkryke plaats, ten hoogsten bekommerlyk; alles hing daar van af; het gevolg van deze onderneeming zoude veelligt het lot der vrye gemecnebest regeering in de vereenigde gewesten bepaalen. Volgens de aart der zaake, en uit kragt der privilegiën, was onbetwistbaar, dat, in Holland , de Raaden, of vroedfchappen, de eerste vertegenwoordigers waren der ftadsburgery, en dat uit de vergaadering van die leden, zo wel de burgemeesteren als fchepenen hnnne oorfpronglyke waardigheid ontvingen; want, fchoon het in veele fteden geheel veronachtzaamd wierd , het was echter overeenkomstig de privilegiën , by zonder in Amfterdam, dat de fladsraad eene benoeming van perfonen tot fchepenen maakte, en mede deel had in de aanflelling van burgemeesteren: Gelyk in de meeste fteden in de Republyk, -ïo ook in Amfterdam, was de waare inftelling der volks - regcering geheel onkennelyk geworden, zedert een 'reeks van jaren j wierden niet alleen de Raden, maar ook  HISTORIE-BE SC HRYVÏNO. ij ook de fchepens, door den alvermogen-I?g^ den invloed van burgemeesteren aange- . field , zo dat het wetgeevend vermogen, en bellier der jultitie, was gebragt in de handen van zodanige , die alleen van de gunst van Burgemeesteren afhingen, en die, wilden zy ten eenigen tyde burgemeester zyn , als dan, zonder medewerking van de Raden, door burgemeesteren en fchepenen wierden aangelleld: De magt en het vermogen van die collegien, was dus niet meer uit, of in , de burgery, maar in de daad gewrogtelyk, door een rondloopenden kring, van, uit, door, in, en om zich zei venHet .gebleek uit de oudste lladsregten en privilegiën , dat eertyds de Rads Raden door de burgeryverkooren wierden, doch dewyl die inrichting niet behoorlyk was gereegeld geweest, zo dat by laatere tyden, om verwarring voor te komen, de fladsraad zich zeiven benoemd; diergelyke willekeurige misbruiken behoorden veranderd, door, zo veel mogelyk, de wezendlykste natuur-en volks -regten teherftellen, en weder te brengen in deboefem F 4 der  88 VlDERLANDSOHg 1787. der gezamen'yk& burgery, waar aan heft toebehoorde als eene gemeenfchappelyke eigendom. De zes en dertig Raden van Amfterdam vertegenwoordigden niet alleen de ganfche burgery , maar was mede, uit naam der zelve, een lid indehooge ftaatsvergaadering, zo dat het met de goede orde allezinds overeenflemde, dat uit dit collegie de benoeming der fchepenen voortkwam , en , dat het zelve, by de aanflelling der vier burgemeesteren , me-, de het voornaamste deel had: Zonder dat, had de aanflelling van Burgemeesteren geenen vereischten. o.orfprong in de naaste vertegenwoordiging van den burger, maar het was onvermydelyk, of, uit de tegenswoordige daar mede regtsftreeks flrydende gewoonte, moest eene burgemeesterlyke aristocratie gebooren worden» Ondertusfchen hield in dit jaar, op den eersten dag van Louwmaand , de oude gewoonte der aanflelling ftand;. de acht. baare Oud-Rasd verkoor tot regeerende Burgemeesteren de Heeren Hendrik Hoofd Danielsz., Willem Gerrit Dedel Salofflpnsz., en Marten Adriaan Eecls, cfe uit  HISTORIE BSSCHKYVINQ. 89 uit de afgaande Burgemeesteren tot voorzittenden heer namen Pieter Cliffbrd; ter- I7^?« wyl de Raad een getal van veertien heeren benoemde, en aan zyne Hoogheid den heere Erfftadhouder toezond , ten einde daar uit de fcheepenen der ftad te verkiezen , het welke in 't algemeen aan de Amfterdamfche Vaderlanders geen genoegen gaf: Deze murmurerende toeftand in Amfterdam , en de akelige gefteltheid der openbaare zaaken overal in de Nederlandfche Republiek , waar uit van oogenblik tot oogenblik nieuwe verwarringen ontftonden, die niet dan haatelyke verdeeldheden deeden gebooren worden, trof alle weidenkenden ten uitterften, en had een hoogtnadeeligen invloed op de dierhaarfte welvaard der maatfehappy in '"t algemeen , ter welker voorbehoeding ieder regent voorzeker ten meesten verpligt was : Tot zodanige eindens had de regeering van Amfterdam inmiddels terftaatsvergaadering voorgedraagen, om eenig© leden uit de Hollandfche regenten te benoemen , die behoorlyk zouden onder F ^ zoe-,  £0 VADERLANDSCHE zoeken, in hoe verre de uitvoerende magt .diende bepaald te worden, zo van den Stadhouder als Kapitein Generaal en Advan Amftei miraaI»en omtrent het waarncemen dier bet£Sh£ der dieningen, en de plichten en waardigheden uitvoerende ^aar aan verknogt, zodanige plans en in» richtingen te ontwerpen, als met de hoogfte magt, het behoud van 's Lands en der ingezetenen voorregten en vryheden, en met het algemeene welzyn van den Lande meest overeenkomstig zoude worden geoordeeld; 't geene in den laas tvoorgaanden wintermaand gereedelyk was goedgekeurd , aangezien men het deed voorkomen, dat, uit hoofde van den oorfprong en natuur der tegenwoordige verfchillen het voornaamc middel, zo tot vereffening derzelven, als tot voorkoming vandiergelyke voor 't vervolg, zodanig befluit behoorde vastgefteld te zyn; dan , dcwyl deze zaak niet wierd voortgenoomen, en de ftad Haarlem begreep, dat de dringende noodzaaklykheid vorderde handen aan 't werk te flaan, ja dat de gewenschte rust niet konde worden herfteld, ten minsten niet beftendig gemaakt, zo lang de gronden  HISTORlE-BESCHaYVINO. I den van het misverftand op dat fluk niet waren weg genoomen, maar in tegendeel, dat de verhitting in de gemoederen meer en meer zoude ontbranden, en daar door de vereffening van zaaken van dag tot dag ongefchikter worden, zo deeden deze ftads afgevaardigden ter ftaatsvergaadering een voorftel om die genoomene refolutie ten fterkften. aan te pryfen , te meer, om dat zy zich verzekerd hielden , dat hier en daar , met een arglistig oogmerk, wierd aangedrongen, als of het op de verandering der Regeerings-conftitutie gemunt was, door het vernietigen der waardighe* den van Stadhouder, kapitein generaal, en admiraal, of ten minsten door die posten te beroven van het geene in de daad daar toe behoorde, welk voorwendzel deze heeren begreepen dat nimmer beeter konde worden geloogenftraft, dan door daadelyk eenige leden te benoemen, die het behoud van deze gewigtige posten tot pen onderwerp van onderfoek namen, en zich byzonder bepaalden , om dezelven overeenkomstig de regelen eener regtmaatige billykheid, en de waare conftitutie van  9» VADER LANDSCHE 1787. van den Lan(*e te meerder dienstbaar te —— maaken, aan de groote eindens, waar toe zy waren ingevoerd, en teitens te ontheffen van die duisterheden en onzekerheden, welken nu derzelver richtige uitoeffening dikwerf belemmerden, en voor het algemeene welzyn onvruchtbaar maakten i Dan, offchoon de regeering van Haarlem ten vollen overtuigd was, van de noodzaaklykheid om die werkzaamheden ten fpoedigften kragt te verleenen, en teneinde te brengen, echter ontveinsde dezelve de gedagten niet, dat, hoe gelukkig het gevolg daar van mogt zyn, het zelve nogthans maar gedeeltelyk zoude voldoen aan het groote vertrouwen in den Lande, dat waare oogmerk, de herftelling van devol- komene rust. Immers daar het aan een ieder die eenige kundigheid van de conftitutie dezer Republiek in 't algemeen , en van de Provincie van Holland in 't byzonder, had, niet konde onbekend zyn , dat de regeeringswyze aldaar niet anders was, of konde zyn, dim by vertegenwoordiging, het derhalven overzulks, naa,r  HISTORIE - BESCHR YVINfl» Q$ naar den aart eener diergelyke regeering, en vooral ten aanzien van de grondwetten — waar op de vryheid en onafhanglykheid gevestigd zyn , niet anders dan billyk, regtmaatig , en waarlyk conftitutioneel konde worden gereekend! Zodanige vertegenwoordiging in 't ftaatsbeltier was aan geenderhande twyffeling onderheevig, even weinig als dat teffens het volk op zyne vertegenwoordigers zekeren invloed had, waar door het, ten allen tyde, des» zelvs voorregt, boven anderen die onder een volftrekt gebied leven , kon vertonen. Maar hoe wettig en billyk zulks ook zyn mogt, deze gemelde regeering hield het echter daar voor, dat het even zeker moest blyven, aan dit eene en andere bepaalingen te maken, op dat zulks aan de eene zyde geen agterdenken mogt geeven tusfchen ingezetenen en ingezetenen, en aan de andere zyde niet mogt uitloopen in eene fchadelyke belemmering voor hun, die met het eene of andere gedeelte van 't openbaare bellier belast wierden, om hunne bedieningen tot waar nut en voordeel vaa  94- VADULANMCHI J?S7>van dat volle, 't welke zy hielpen verte* , , genwoordigen, waar te neemen, en dus 't heil van 't algemeene Vaderland, dat ook het hunne was, in allen opzichten te behartigen. Dat, begreep men , behoorde thans meer dan ooit in aanmerking genoomente worden, en aanleiding te geven tot eene gepaste voorziening, eensdeels, om alle vrees, als of men by 't beraamen der herftelling van de rust, het grondbeginfel van eene vertegenwoordigende regeerings. form cn van een noodzaaklyken invloed des volks daar op, uit het oog zoude kunnen verliefen, uit de gemoederen der goede ingezetenen weg te neemen ; en ander, deels, om voor te komen eene allezints verderflyke en het herftellingswerk zeer ondermynende verdeeltheid onder de inwoonderen, welke natuurlyk het gevolg zyn moet van eene verfcheidenheid van plans en ontwerpen, uit hoofde van de aanleiding, die daar uit, meer dan waarichynlyk, zoude geboren worden tot de allernadeeligste verwarringen. Om die redenen betuigden dus de gemag.  HISTORIE-BESCHK.YVINC 95 magtigden wegens Haarlem, in de flaats- 1^^m vergaadering, gelast te zyn, aan hun Ëd. Groot Mogende voor te dragen, en ten fterkflen aan te dringen, Dat er , vooreerst, tot voldoening aan het in den laast afgeloopen Wintermaand genoomen ftaatsbefluit, 't welke zy uitdrukkelyk tot dien einde weder inriepen , ten fpoedigflen voortgang mogt worden gemaakt, met de toen reeds daar by beraamde aanflelling van eenige Leden, om te onderzoeken de bepaaling van de uitvoerende magt, zo van den Stadhouder als Kapitein Generaal en Admiraal, en het beraamen der nodige plans en bevelen by het waarneemen dier bedieningen, en de pligtenen voorregteiy ke vryheden daar aan verknogt; waar toe niet anders wierd vereischt , dan de Heeren leden uit de flaatvergaadering , die met dat onderzoek zouden worden belast , te benoemen, ten welken einde zy dus begeerden dat een dag mogte bepaald worden. En , ten anderen , dat 'er ook , zo fpoedig als het maar mogelyk was, eenige  $€ ViDIRl ASDSHl i 73?ige heerèn, uit de gezamenlyke leden déi , regeering van de provincie Holland by» zonder mogten worden gcmagtigdj orri de thans zo algemeen aangevoerd wordende bedenkingen over de vertegenwoordiging van 't geheele volk> welke* volgens de aart en gefleltheid van dit vcreenigd Gemeenebest in Holland be< hoort plaats te hebben, te onderzoeken * en teffens na te gaan en vast te flellen, op hoedanigen wyze, ingevolge de conftitu* tie en 's Lands waare belangen, eenige algemeene regelen omtrent den invloed welke uit hoofde der regeeringsform by vertegenwoordiging kennelyk aan 't volk toekwam , zouden behooren vastgefleld te worden * mitsgaaders aan welke billyke bepaalingen , die alle twyffeling en regtmaatige argwaan konden affnyden,dit een en ander behoorde onderhevig gefield te zyn, en dat onderzoek dier ftaatsleden, als in het natuurlykst verband ftaande met die van het hier boven eerstgemelde, even fpoedig als dezelve mogte worden bepaald * en op beiden ter zeiver tyd het flaatsbefluit • worden genoomen» Dg  Hl S T0R1E BESCHRYVlNG. 97 . Ondertusfchen begon • de burgery in Holland , in deze dagen , niet alleen iLj-.** den daadelyken invloed op zyne vertegenwoordigers met alle kragtdoortedry ven? en die magt te betwisten waar door deze willekeurig leefden , maar het wilde een waakend oog op alles houden, het wilde over de beftuuring, als over zyne zaak , denken, en met vrymoedigheid fpreeken; het begeerde de magt om alle beftier te vorderen naar de infpraak der wetten en privilegiën, ja de teugels van het bewind geheel uit de handen van deregenten te rukken: De Amfterdamfche burgers hiel* den het zelvs voor de hoogste ongerymtheid, dat de benoemingen der fchepenen naar zyne Hoogheid den Erffladhouder, die zich te Nimwegen bevond, wierden overgezonden; zy begreepen het als veel welvoeglyker en natuurlyker, ja regtmaatiger, dat dezelve, by de tegenwoordigs omftandigheden , aan de heeren Staaten of aan de gecommitteerde Raden wierden gebragt, als zynde binnen de Provincie tegenwoordig , ten einde daar uit de verkiezing te doen ; hoewel deregenten vin die XVII. deel. G Had  9$ vaderlandscr'b 1787.^ zich teSens dat eigendunkelyk begrip . verzetten. Deze gevolgen waren aan de natuur der zaaken zeer eigenaartig, aangezien Nederlands volk, over bet algemeen, langsmiddelyke en onmiddelyke wegen, wierd opgewekt en aangezet tot een nog gelukkiger fland in 't ftaatsbeftuur, zonder van' de waare conflitutie genoegzaam onderricht te zyn; Het gefchiede met te veel yver, en fchoot zodanige diepe wortelen, dat het tot uitterfte driften overging, waar mede de ganfche werking der wet, en van 't flaatsbeftuur , buiten kragt geraakte: De natie was thans in beweeging gebragt, zy gevoelde het gemis der bedoeling, en beproefde alle pooging , zonder het oor te leenen aan eenige tegenfpraak. Men geloofde, dat het ten uitterften noodzaaklyk was, een vergelyk te vinden tusichen de heeren ftaaten van Holland en zyne Hoogheid den Heere Stadhouder, yder weldenkende wenschte zulks op het welmeenendfte, doch zy , die den aart van dit gefchil grondig kenden, en de invloeden der waare beweegraden onder het oog  HÏST OR TË-BESè HRT VlNG. 9$ öóg hielden, fielden zulks hoopeloos; De j-gy patriottifche operhoofden hielden het boven alle tegenfpraak, dat hun lot deernis. Waardig zoude zyn, zo ras als de Erfstadhouder in zyne voorige magt herffekf wierd, en dus waren zy op niets ernstiger bedagt, dan om hun gezag, door den ge-1waapenden burger, met alle mogeiyke middelen ftaande te houden. Het Franfch* Hof had den heer de Raineval herwaards' gezonden, om de geheime gevoelens van veele voornaame Vaderlands-gezinde regenten te onderzoeken , gelyk ook dekragt hunner verdeediging, en de invloe^» den by het volk, of namentlyk de zaaken tegens het Huis van Oranje ftaande gehou* den, en middelen en wegen konden beraamd worden ter vereeniging van partyen , volgens die gronden > die zyne allerChristelykfteMajefteitzich, als billyk, had voorgefteld : Maar ook deze poging liep Vruchteloos af 9 eeven als die van den Pruisfifchen minister, de graaf van Goertzj beide deze buitengewoone gezanten keerden naar hunne Hoven te rug , en men zag Weinige dagen daar na, in't openbaar, G ?. eenfc  109 "VADBRLANDSCHE I7g7 eenige der echte Hukken van deonderhandelingen tusfchen beide die ministers, betreffende de onlusten in deze Republyk, gehouden, waar uit hoofdzaaklyk was af te leiden , dat de heer de Raineval had voorgeflagen, hoe zyne.Hoogheid de Stadhouder de ftaaten van Gelderland behoorde te beweegen , om het krygsvolk uit Hattem en Elburg te rug te roepen, en naar derzei ver vorige verblyfplaatfen to doen trekken, om vervolgens het reglement van regeering over te zien, en naar de conflitutie , tot 's Lands welzyn te veranderen en verbecteren , ten welken gelyken einde , mede brieven naar de overige provinciën zouden worden gezonden, die onderfcheidene reglementen van regeering hadden, terwyl zyne Hoogheid zich bepaalde, af te zien ^an het byzonder bevel over 't Krygsvolk in 's Hage, van de bcgeeving der krygsambten, en't uitdeden van 't wagtwoord. Alsdan begreep de heer de Raineval, dat de heeren Scalten van Holland geen oogmerk zouden hebben, om aan de ambtsverrichtingen, tot het Stadhouderfchap behoorende, te raken , of eenige, verandering te be- fchik-  HISTORIE-BES CHRYVINCf. IOI Ichikken in de conflitutioneele opdragt van het kapitein Generaalfchap, volgens de lastbrief in 176Ö daar van verleend; maar dat Hoogstgemelde ftaaten dan zouden kunnen worden bewogen, om de opfchor-, ting van laastgezegde waardigheid op te heffeq en aan den Erfftadhouder eenige benoeming van krygsambtenaaren toe te ftaan, terwyl, met betrekking tot het geven van 't wagt woord, de prins daar in, als vertegenwoordiger van den fouverein, [te weeten als voorzittend lid van gecommitteerde Raden, ] konde deelen , het zelve aan den ftaf - officier bekendmaakende , die zich by den Raad zoude moeten vervoegen om het te ontvangen. Deze voorflagen wierden echter aangezien , als ftrydende met de aan zyne Hoogheid opgedraagene waardigheeden, en dus, als onbeftaanbaar , afgebrooken ,• fchoon de Raineval zich, op. nieuws, eenige dagen daarna, bydenpruisfisfehengawoonen afgezant, de baron van Thulemeyer, vervoegde , en betuigde zeer verlangende te zyn, om eengrondflag te vinden, waar door, met meerder vooruitzicht van goed G 3 gevoig,  302 VADEKLANDSCHE 17*7-gevolg, die onderhandelingen te hervatffBB? ten, doch dewyl zyne Hoogheid de Stadhouder aan den graave van Goertz verklaarde , dat zulks langs geene andere weg konde gefchieden, als met de voorwaardelyice herroeping der opfchorting van het kapitein Generaalfchap , en het daar onder begreepen bevel over 't krygsvolk in 's Hage ; het welke, voor de oogmerken van 't Franfche Hof, en der daar voor gezinden in Holland, genoeg fcheen, om alle verdere onderhandelingen af te breeken, en de Heer de Raineval te doen flilzwygen. Ondertusfchen was men, over 't alge-* sneen, gansch met van dezelve gedachten wegens het bekend gemaakte bericht van die groote poogingen,en veelen befchouw-. den het gedrag van den Heer de Raineval, als te zeer partydig, en gehegt meer aan byzondere docleindens van den Koning zynen meester , als aan het bebouwd der Republyk; zo dat de Marquis de Verac, de gewoone gezant van zyne Allerchriste* ïykste Majefleit, aan de Heeren algemeene taateri van d%e Gewesten bekend maakte g dat  HtSTORIE-BESCHRYVING. I03 dat hy last had, de antwoorden der rainis-1787. ters plenipotentiarisfen van zyne pruisfi. —.. ~. fche Majefleit, gelyk ook een brief van den heer baron van Thulemeyer aan den heer Griffier van Hun Hoog Mogende ter hand te flellen , uit welker. inhoud hoofdzaaklyk gebleek, dat de Graaf van Goertz aan Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de prinfèsfe den vertrouwly- x ken brief van den Heer de Raineval had voorgeleezen, onder een bygevoegd verhaal van de denk-en-handelwyze van dezen* minister, het geene by haare Hoogheid , met haare gewoone billykheid en goed oordeel, zo wel als met eene hartelyke zucht voor het algemeene welzyn, was overwoogen , en ten gevolge had, dat de heer van Goertz den voornaams ten inhoud van die misfive aan zyne Hoogheid den Heere Erffladhouder had ter hand gefield , en daar over met hoogstdenzelven in eene zeer treffende onderhandeling was gekomen, by welk gefprek die doorziende flaatsman in geenendeele had kunnen weg neemen de zwarigheeden door zyne Hoogheid voorgebragt, en wel byzonder G 4 die  104 VADERtANDSCHÏ die geenen, welke men in de provincie Gel- —, derland aantref, in welke, gelyk de Heer van Goertz op zyne eer en al wat heilig was verzekerde , de prins dien invloed niet had, welke men zeide, cn de heer de-'Raineval ook veronderftelde: De gemelde minister van Pruisfen beleed, ia zyn binnendfte overtuigd te zyn , dat, dewyl de heeren ftaaten van die provincie vertrouwden , dat Holland hun de wet wilde voorfchry ven, wanneer de Stadhouder alles óndertcekende, en wanneer hy Gelderland zoude willen beweegen , om toe te ftemmen in 't geene men eischte, het als dan nog dat gewest zoude zyn, die zulks zoude te keer gaan; dit was en bleef de grootfte zvvaarigheid; en aan deze verzeekermg, van een man die geene andere grondflag in zyne verrichtingen had dan de opregtheid, was niet te twyffelen; Hy verzekerde, dat hy veel met die ftaatsleeden had gefprooken, en wel met de bcdaardsten van hun, die hem fteeds voorwierpen, dat zy het zelve lot vreesden, welke de Provinciën Utrecht en Overysfel hadden, om welke groote zwaarigheid weg te  HISTORIE-BES CHRYV1NG. IOS te neemen hy alleen maar één middel vond, i?87* het geene hy aan 't oordeel van de heer de Raineval onderwierp , of 'er gebruik van konde gemaakt worden; namentlyk, dat men behoorde te beproeven , of men zoude kunnen beginnen met de rust in de provincie van Utrecht te herftellen. De ftaaten hadden de bemiddeling verzogt, de prins, als ftadhouder, had reeds commisfarisfen benoemd; Hy had alles gedaan Hy had zyne begeerte betuigd om in onderhandeling, en in een vergelyk te komen, indien men de onderhandeling dus opende , indien de provincie Holland daar toe de hand wilde leenen, en haare vrienden daar toe overhaalen, indien deze provincie ftil was, indien men het aldaar over eene fchikking eens was, zoude de reden, door-de Gelderfche .ftaaten byge-bragt, haare kragt verliezen, en daarmede een groote zaak gewonnen zyn. In deze gefteltheid bleef de zaak, zonder dat de heer de Raineval, tot bevordering van dien voorflag, eenige mogefyk beid openzag. Inmiddels waren reeds by hun Ed. G 5 Groot  lOÓ VADERLANDSCHB 17g7 Groot Mogende benoemd, tot het inrich- . ten van een veranderden ftadhouderlyken lastbrief, de heeren Gevaarts , Burgemeester der ftad Dordrecht, Zeeberg , penfionaris te Haarlem , van der Goes, oudburgemeester te Delft, van Halieren, ond burgemeester te Leiden, Huidekoper van Maarfeveen, oud burgemeester te Am- r fterdam, van Eyck, vroedfchap te Gouda, van Hoogftraaten, Vroedfchap te Rotterdam , van Bleiswyk, oud burgemeester te Gorkum , de Beer , oudburgemeester te Schiedam, van der Miedën, burgemeester te Alkmaar, van Foreest, burgemeester te Hoorn, Duyvens burgemeester te Enkhuizen , Cloterboeke, fecretaris van £ .aat, Blok fecretaris der gecommitteerde Raden van het Nooderkwartier, enPaulus, Fiscaal ter Admiraliteit op de Maaze; De heer baron Wasfenaar-Starrenburg was mede daar toe verkooren, doch dien heer verontfchuldigde zich hier van , en de ganfche Ridderfchap zag het aan, zonder daar in deel te neemen; terwyl intusfchen de burgers der fteden Haarlem , Leiden Gouda, Rotterdam, en Enkhuifen, by hun  HISTORII-BESCHRY VTNO. 107 hun Ed Groot Mogende aandrongen, om ^ g de wegens Haarlem gedaane voorftelling» ,tot het onderzoek van de thans zo algemeen aangevoerde bedenking omtrent de vertegenwoordiging van het geheele volk. welke, volgens degefteltheidinditGemecnebest, in Holland behoorde plaats te heb' ben , te bevorderen ; en, ingevolge de conftitutie en 's Lands waare belangen, eenige algemeene regelen te bepaalen, omtrent den invloed, welke, uit hoofdevan de regeerings-form,by vertegenwoordiging natuurlyk aan 't volk toekwam. De burgery van Haarlem , die , ten getalle van Nieuwe in. twaalf honderd tagtig, zo burgers als in- denCt(baI,ouwoonderen, het verzoekfchrift hadden ge- zoek'ot"^ teekend , erkenden de redenen van dat v0?k^i«e. •voorftel der Amfterdamfche Afgevaardig- knt*ue' den, voor de gevoelens der geheele Haaf lemfche burgery, en vertrouwden, dat niemand de onwrikbaare overtuiging van dien konde ontkennen , ja geloofden, dat de volleedige herftelling van de rusten het vertrouwen in den Lande nimmer zoude kunnen worden bereikt, indien zy niet op dat tydftip, [«en tydftip van zo veel be- la»g  I Io8 VADBRLANDSCHB r7g?>latig dat zy durfden zeggen , dat de beflisfing van het aanllaande 'geluk of ongeluk dezer Landen , van het zelve afhing] eene gepaste voorziening maakten , de vertegenwoordiging in de regeeringsform van Holland en van dit Ge, meenebest in het algemeen , buiten alle fchyn van twyffeling wierd gebragt, en den billyken en regtmaatigcn invloed des volks op zyne vertegenwoordigers voor altyd op zekere gronden wierd gefield aangezien die invloed het wezendlyke voorrecht uitmaakte , boven die geenen , die onder een volftrekt gebied leefden. Nimmer, begreepen de Onderteekenaaren van die adresfen aan de Heeren Staaten, konde iets meer van wezendlyk nut zyn, zoude men degewenschteherftelling op eene wettige wyze invoeren, en duur. zaam maaken, dan dat dit werk in deVergaadering van Hun Ed. Gr. Mog. wierd aangevangen, alzo daar door de allczints • verderflyke verdeeltheid, welke anderzind* het natuurlyk gevolg zyn moest van eene verfcheidenheid in ontwerpen, hoogst- waar-  HISTORIE-BESCHRYVING. ÏOO waarfchynlyk voorgekomen, en de zo nood- jj$jt zaaklyke eensgezindheid onder de welden" - kenden in den Lande;, behouden zoude kunnen worden. Op die gronden begeerde men de zaak, met alle fpoed, afgedaan te hebben, en, ter aandrang van dat bedoelde einde, wierd te Amfterdam mede een gefebrift ter Tee. kening gelegd, 't geene, door drie duizend één honderd en vyftien Burgers en Ingezeetenen geteekend, van zes mede Onder. teekenaaren in Burgemeesterskamer wierd gebragt, en aan dien de volgende dag in antwoord gegeeven, dat dit verzoekfehrift der Burgery, door Burgemeesteren in de Vroedfchaps .Vergaedering geleeverd, was verhoord, en daar aan voldaan, zyndehet daadelyk naar 'sHage gezonden , om te dienen ten naricht voor de Heeren afgevaardigden wegens deze Stad by Hun Ed. Gr. Mogende. De Steeden Dordrecht, Amfterdam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam, en Purmerend, vereenigden zich met dat voorftel van Haarlem, en drongen 'erteffens zeer fterk op aan, dat ter Staatsver- gae-  110 VADERtAKBSdHK 1?g7#gaederirig mogt worden beflooten, om aan «J——alle de Bailluwen en Hoofd.Officieren aan te ichryven, van nauwkeurig acht te geven , dat in de nieuwspapieren geene belee» digende uitdrukkingen of ongerymde bewoordingen wierden gebruikt, het welk* te meer gevreesd wierd, om dat 'er eert wantrouwen op zommige Regenten gebooren, en in veele plaatlen, byzonder in Zeeland, beweegingen van oproer bemerkt wierden; ook ontdekte men in Amftcrdarri dat eenige leeden uit de Vergfadering van de Heeren van den Gerechte voorneemend waren, om, niet tegenftaande de fterke tegenkanting hunner medeleden, alle verdere byeenkomften der Burgery, terraad" pleeging over zaaken van de regeering te verbieden, het geene by derzelver hoof, den, en Officieren, als zeer hoonende Wierd befchouwd, naardien meri daar uit voor zeker fcheen te moeten beflisfen, als of de vorige Vergaderingen waren zamengefteld geweest uit een hoop oproerigen , die vervolgens, tot voorkoming van zodanige maatregelen, in de Herberg de Karfeboom by een vergaaderd'en, en neegen per.  HISTORIE.BESCHRYVINO. jjj perfonen uit huii midden gelastigden, diergelyk eene Refoliftie niet te neemen, veel min aftekondigen, dewyl zy zich anders verplicht zouden vinden, om daar tegen zodanige maatregulen te neemen, voor welke onaangenaame gevolgen zy niet zouden willen inftaan, aangezien zy zeiden, dat als dan de item van een vry Volk gefmoord wierd: Pogingen, welke teffens onderfteund wierden door drie Compagniën gewaapende Burgers, die zich naar 'tStadhuis hadden begeeven, alwaar de Vroedfchap vergaederd zat, en veele bedreigingen van gedugte geweldaadigheedey wierder gehoord, indien men met de afkondiging van dat befluit voortging. De misnoegdheid der Amfterdammeren was te grooter, om dat 'er verfpreid wierd , dat de Achtbaare Raad dier Stad zoude inwilligen, dat het Cordon van Krygsvolk verminderd, en het Volk onder bevel van den Rhyngraaf van Salm afgedankt wierd; het fcheen in de daad als of daar toe alle kragten waren ingefteld, doch vyf en negentig der Burger Officieren, den oudften Colonel aan't hoofd hebbende, verzogten ge-  112 VADERLANÖSCHE gehoor in Burgemeesterskamer, alwaar zy , ... door den heer Hendrik Hooft Danjelsz. ontvangen, en met hunnadruidcelyk voorftel gehoord wierden, terwyl een groot getal Burgeren, tot ruim tien duizend aangegroeid, voor het Stadhuis vergaaderden, met zulk een gevolg, dat de Vroedfchap te half vyf uufen van een fcheide, te zes uuren andermaal vergaaderde, en vervolgens het beflootene, door den Secretaris Huyghens, in 't byzyh van de Heeren Ra* den Abbema, Hovy, de Wit, en Bouwens, te tien uuren, aan het Volk op de. • zaal van 't Stadhuis deed voorleezen, daar by, naar het algemeene verlangen, bevestigende;" dat het cordon, ter beveiliging van Holland dienende,. niet zoude worden verminderd, dan voor zo veel zulks met de zekerheid der Provincie, en wel met overleg der ftaatsleeden , beftaanbaar zoude worden bevonden;" dat de gemeene Lands middelen gaaf verleend, en het volk, onder bevel van den Rhyngraaf, in dienst gehouden zoude worden, met eene nadrukkelyke aanmaaning van zich ftilnaar huis te begeeven , en de ver'  ƒ HI3T0RIE-BESCHRYVING» Ü3 Verdere raadpleeging der Vroedfchap onverhinderd te laaten. ., -,/Js, De ftad bleef by deze geleegenheid in rust, hoewel de gisting in de gemoederen dagelyks toenam-. Zeker is het, dat de goedkeuring eh lof van een dankbaar volk aan deregenten, eeri zuiver genoegen en waar vermaak veroor-; zaakt„ dan, in een tegengefteld gedrag, is het tegen óverftaande gevolg ook even ze^ ker; doch by beide gevallen behoort dé dwang en 't geweld daar van uitgeflooteri. te blyven *, diergelyke bedryven dienen 'geene blyken met zich te voeren , Van bverhaafting j wanorde , en drift ■ maar moeten alleen voortvloeijen Uit beredeneerde, verftandige, en regtmaatige overtuiging , zal daar door het welgeplaatst hart en goed oogmerk geblyken , of dé hooge overheid die poogingen inwilligen * tot algemeen heil en welvaard van hunhé ingezeetenen. Deze tegenwoordige gefleltheid vari 'zaaken, eischte intusfchen de hoogfté Voorzorg, voor de openbaa're veiligheid ïfk h volkryk Amfterdam , alwaar, tot dat XVII, BLüfc. li 'ei-Mé  IT4 VADERLANDSCHE • <. einde door de Achtbaare Raad eenigeleden- : \ uit het raidden van hun, wierden benoemd -s te weeten, de heeren, Elias, Huidekooper van Maarsfeveen, Abbcma, en Tera^'uTol minck, met den fecretaris van Pabst, web te^r,Sm. ke zich met de leden van de manhafte krygsraad aldaar vereenigden , en onophoudelyk werkzaam waren ter verdeediging van de ftad. Hoe zeer Amfterdam zich gevoegd had, by de gevoelens van die ftaats leden, die het volk van den Rhyngraaf van Salm begeerden in dienst te hou. den , niet te min was de krygsraad dier ftad zeer bevreesd , dat zo veele lieden van Holland zich zouden voegen bsy het voorftel der Ridderfchap , waar door de meerderheid van hun Ed. Groot Mogende Vergaadering de affehaffing van dat corps zoude vast ftellen, en de gemelde fterke ftappen der burgery geene uitwerking kon. den krygen, eene burgery van de aanzien.lykste ftad, de zuil van Nederlands ftaatsgebouw; eene burgery, welke opentlykhaar verlangen op dit onderwerp had te kennen gegeeven , en dus andermaal weder  HISTORIE.BESCHRYVING. lï^ der aan de Raad dier ftad bericht dat zy dc affehaffing van dat volk befchouwde; aïs ftrekkende tot niets'anders, dan om de bürgerlyké vryheid te öndermynen , jé geheet, den doodfteek te geeven, en desvolks invloed, op eene willekeurige wyze, tegen te gaan; nademaal het zeer klaar te \ Voorzien Wis, volgens hunlieder begrip, dat, [wanneer door het affchaffen van die krygsbeüde, ftaande in byzondere dienst van Holland, de band van veiligheid , zó der brave regenten, als des volks, verbrooken wierd] als dan zeer fpoedig ge = leegenheid zoude worden gegeeven aari Hem, die metzynen aanhang in denabuurige Provinciën getoond had, tot welkégeweldaadige flappen men in ftaat wasj én als de middelen van tegenftarid dntbraaken , dan ook in Holland die wóedende rol te fpeelen, om een weldenkend volk> hetwelk yverden voor zyne Vryheden eri regten , en veeleer getroost was den dööd „• te ondergaan , dan de beröóving van die 2yhe dierbaarfte panden , welke het verpligt bleef, volkomen ongefchonden, aart öe hakóineh'rigen over té brengen , niet H | minn  I l6 VADERLANDSCHE minder dan dcszelvs braave vertegenwoor*♦* T' digers en voorfbanders, te maken tot deer-, lyke flagt-offers van zyne ontembaare heerschzugt, waar toe Hem, en de zyne, door de' 'affchaffing van het genoemde corps , in de handen zoude worden gewerkt, als men in aanfehouw nam, dat [hoe zeer wel de overige krygsbenden van den ftaat medegefchikt waren ter beveiliging der ingezetenen van Holland , en. derzelver vertegenwoordigers in 't ftaatsbeflicr, en zy ook ten opzigte van hunne bereidvaardigheid daar toe in 't volks vertrouwen deelden] het nogthans niet konde worden tegengefprooken, dat, door de affchaffing van dit gemelde krygsvolk, niet alleen de zekerheid van Holland zoude wor, den verzwakt, maar teffens geleegenheid r gegeeven, om, zo niet alle, ten minsten een groot gedeelte van die krygsbende, afgedankt zynde, aan zyne Hoogheids belangen te kunnen verbinden, en alzo hen, die thans verbonden waren ter fhiitingdes gewelds, te maken tot werktuigen van zyne woede, en uitvoerders van zyne willekeurige wraaklust. Zy  HISTOIE-BESCHRYVING. 117 Zylicden , en de ganfche burgery van Amfterdam, ja, [zeidende ondertekenaa- _ƒ.. .. ren van dat adres aan de burgemeesteren cn Raden der ftad] de ganfche brave burgery, was daar voor te meerbedugt, daar zy, die zich 's prinfen domeinraadennoem- j den niet alleen niet fchroomden , om, door openlyke afkondigingen ds blinkende vertooningen van vreugde, onder welk een dekmantel de geest van oproer zyn verfoeilyken rol fpeelt, aan te moedigen; maar daar zy vermeenden ook te mogen vastftellen , dat wanneer het voorftel der Ridderfchap in een ftaatsbefluit wierde veranderd, men wel fpocdig zoude zien ^ en veelligt met eene geringe meerderheid van ftaatsleeden doordringen , om , het krygsvolk van 't cordon, het welke, ter veiligheid van de provincie Holland, op de grenfen was byeengebragt, wederom in te trekken, ja de zo billyke opfchorting van den heer kapitein generaal te vernietigen ; als wanneer de vryheid; des volks voor eeuwig aan banden geklonken , en al wat wel dagt in den Lande het bloedige; H 3 fiagt-  ij 8 VA,0ERLANDSCHg i;87. flaS^ offer zoude zyn van geweld entrct. - fche dwingelandy. £ybegreepén, dat deze jammerlyke gevolgen in geenen deele konden worden op. gelost, door een voorgeeven, als of de geldmiddelen van Hollands kas niet zouden toereiken , om de kosten langer goed te maaken, tot het in dienst houden van het volk onder bevel van den Rhyngraaf, en, als of het zelve 's Lands febatkist te 'zeer zoude drukken, zo , om dat het wehyn en heil des volks, in alle gevallen , de hoogste wet behoorde te zyn, als om dat' een zeer groot deel der burgeren, waar uit de ganfche provincie van Holland, en de ftad Amfterdam zelve haar grootlte onderfland had, niet alleen niet ongeneegen waren, als de noodzaak het vorderde, en het onderhoud tot beflaan van dat Krygsvolk niet anders konde worden gevonden, eevenreedig aan hun vermoogen, te yerleenen het vereischte tot in diensthouding van hetzelve , maar ook daar toe reeds eene infehryvipg van penningen, hadden geopend, en, in minder dan twee dagen , zo. ver waren gevorderd, dat zi  HISTORIE-BESCH RYVIN G, 11$ zy reeds tot een forhma van boven de J7gp twee en neegentig duizend guldens, en, nog vier dagen laatcr , in 't geheel Een Honderd agt-en-veertig duizend twee honderd guldens hadden by een vergaa» dcrd; 't geene zy aanboden aanBurgemeefteren, en Raden ter hand te flellen, wanneer hunEd, Gr. Ach tb., [ingevalle dehec» ren ftaaten, of wel de meerderheid van die vergaadering, mogte befluiten, het volk, onder den Rhyngraaf van Salm dienst doende , af te danken] als dan, wegens Amfterdam , aan hun Ed. Groot Mogende verklaarden, dat dit corps, ten koste van die ftad, voor den tyd van één jaar, althans voor den tyd van zes Maanden, zoude worden in ftand gehouden, en in dienst van de provincie Holland blyven, of ter behoud van welk krygsvolk , hun Ed. Gr. Achtb. alle zodanige middelen zouden in 't werk flellen, als daar toe wierden bevonden genoegzaam te SÉyns Het -gebleek uit het aanzienlyk aanbod van zo eene aanmerkelyke fommagelds, waar in de meerdere en mindere vermogende burger het zyne had toegebragt, dat H 4 d$  |2Q VADERLANDSCHE j g7< de ontwerpers van het plan het zwak dep _—_ Amfterdamfche' inwoonderen hadden wee*, ten te treffen; De y ver der Amfterdam». mers was thans gaande gemaakt, elk liep met drift om te teekenen, of in te fchryven tot opbrengst van gevorderde gelden; meer dan dertien honderd, onderfchreeven. het verzoekfehrift aan de heeren Staaten van Holland, om de Vroedfchap in Rotterdam van vier-en-twintig tot veertig Raden te vermeerderen, en zy gaven dagelyks blyken van goedkeuring over de klokmoedige en vaardige werkzaamheidJ der heeren officieren van de fchuttery; men Ifeld het daar voor , dat de man hafte krygsraad, voorde vryheid, voor het regt, en voor de veiligheid der bun* gery van Amfterdam, en van geheel Holland, alles deed, wat ooit van dezelve had kunnen verwagt worden. Onder alle deze bedry ven nam de twee-: dragt inde Republyk echter hand over hand toe, en in verfcheidenc oorden wier. den de toneelcn van geweld en verwoesting; geopend; in Zeeland waaren de oproerige beweegingsn niet meer (-eftillen, teGoes,,  HÏSTORÏE-BESCHRYVïNG. I2r alwaar, by geleegenheid der verlooting g van een paard, veel volk was famengekomen, begaf een opgeruide hoop zich naar het huis van den Mennoniten leeraar Staal, die reeds met zyn huisgezin te bedde lag, en richte aldaar het uitterfte geweld van plundering en verderf aan, liepen van daar naa de wooning van den heer penfionaris Boreel, Canifius, en eenige anderen, alwaar zy zeer veel moedwilligheeden en fchandelyke fchaa.de- bedry ven pleegden. Men ontdekte overal eene toeneemen- oproMïgde verfchillende denkenswyze, tusfchen RcpubijJ.dC de Regenten, burgers, en ingezetenen, waaruit niet alleen oneenigheeden gebooren wierden, maar zulk een verregaande haat en vervolging, dat daar door aan de ingezeetenen een onnoemlyk nadeel in de handteering toegebragt, en het zaad van tweedragt weeldrig aangevoerd wierd; alomme dreigden de fchroomlykste gevolgen, welke nog te meer aangezet en in de gemoederen ingeprent wierden, door vuilaartigé lasterfchriften, en liederen,ingericht, om ?elvs de godsdienstigfte onder de verfcheiH 5 #ne  122 V A D ï R L A S D S C H ï * r.|f 87.dene gelooft - gezindheden tegans elkanderen te verbitteren , en de bloedigfta moordtoneelen plaats te doen grypen, fchoon veele regenten niets anders dan 't waare belang van 't'vaderland, en de rust en veiligheid der ingezetenen, onder het oog hadden, tragtende, metallekragt, de Godsdienst en hurgerlyke vryheid , die pnfchatbaare vastigheden van Nederlands llaatsgebouw, met alle nadruk te handhaven. Het fcheen vruchteloos, dat de regeering de burgers en inwoonderen ophetflcrkfte aanmaanden, om de,een den anderen in vreede en cendragt te verdraagen , deszelvs welzyn , als leden van eene maatlchappy , te behartigen en bevorderen, zich onthoudende van zamenrottingen,- hee pleegen van mishandelingen, het drukken of verfpreiden van fchotlchriften; deze bevelen waren zonder vermogen , de by-gevoegde ftrafbedreiging zonder kragt, en het ganfche bellier der regtsmagt als. verlamd; de kvvaade oogmerken gelukten alomme , en de goede pogingen bleven zonder uitwerking: Haat en wraakzugtin te  HISTORIE-BESCHRÏ VING. 133 te boezemen , had by vcqlen de naam yan de algemeene regten des volks voor *7 7* te liaan. Een troep foldaaten pleegde in Arnhem cenig geweid, waar door die ftad in groote beweeging geraakte , en genoegzaams blyken opleverde, dat zulks, by de eerste gefchikte geleegenheid, van de grootfte gcx'olgèn zoude zyn* De gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier vroegen krygsvolk, om aldaar ten platten lande, byzonder 'tusfehen Enkhuifen en Hoorn, de oproerigheeden te verhinderen,- ten welken einde twee compagniën ruiters naar. ,de laastgemelde ftad wierden gezonden, alwaar het gemeen reeds tot daadlykhee, jL den was overgegaan, onder voorwendzel, yan voor het huis van Oranje te yveren. In Gouda had men de publicatie van de heeren Staaten tegens het draagen van leufen ,met oranje en blauwe linten beplakt.Te Nykerk op de Veluwe wierden, op den, agtften Maart, door een meenigte ingezetenen, de verregaandsteongereegeldh.eeden en baldaadigheid gepleegd , terwyl andere, tot vreugdebedryf voor zyne Hoog -  124 VADERLANDSCHS J7g7 Hoogheids verjaaring, geld gaaven, en - * frnnnr» huifen met kaarslicht vercierden. In den Briel vond de waare rust en ltilte onder de burgery geen plaats meer. Te Rotterdam , en in 's Hage , wierd het volk, door de uitterfte poging van krygsmagt, in toom gehouden, en te Amfterdam , dreigden eerdaags de verfchrikkelykste toneelen van geweld en plundering, zo dat het fcheen , als of de Goddelyke langmoedigheid, verdraagzaamheid en goedertierenheid , waar mede de lotgevallen deezer Republyk fteeds waren gekenteekend geweest, thans ten einde liep, en dat Nederlands volk , onder het genot der vrede met buitenlandfche Mogendhe-| den , door inwendige beroeringen , die vreeslyke uitwerkzelen wilde bevorderen, waar mede de grondvesten van dit ftaatsgebouw niet alleen moesten fchudden, maar, zonder de ontfermende ver, fehooning der Aimagt, dit vrye Gemeenebest geheel vernietigd zoude worden. De weldenkende Vaderlander zag, zuchtende , dat de zenuwen van den Staat, de koophandel en zeevaart, zonder oi>  HISTORIE-BESCHR.Y VING, 125 derfteuning , veronachtzaamd wierden, en dat, onder de yver voor de vryheid en \-oorregten, de eendragt uit het alge* meene ftaatbeftier gebannen, en de zee. tel der welvaard in onze ingewanden ver* woest wierd , zo dat wel ras de zatheid van overvloed ,door de al verteerende tweedragt , uitgeput, en de welvaard, met de goede trouw , uitgebannen zoude zyn. De Republyk wierd nu tot hetnypend* fte gevaar gebragt, tot hier toe was haare onaf hanglykheid bewaard, maar thans fcheenen de Veiderflyke fcheuringen en verwarringen de algemeene ondergang volflrekt te zullen bewerken; Nederlands gemeenebest, wel eer het gezegendfle on* der alle volken , wierd thans een zeetel van fchadelyke misbruiken , en rustver. floorende bedry ven ,• terwyl men alomme luidkeels riep, dat de dagen der duisternis voorby waren. Onder deze deerniswaardige gefleltheid van zaaken, wasfleedsdeonbeflistevraag, wat doch het waare doelwit mogt zyn van die regenten , die zich , door eene acle van  Ho vadèrlandgchè *]$?• van verbintenis , zo onaffeheidbaar aart ~ eikanderen hadden verpligt 5 veele veripreiden, dat daar by niets anders wierd beöögd, dan eigenbelang, en eene overheerfchende magt voor Hólland, over de verdere leden van de'Unie, onder de hulp én befcherming van Frankryk, met ver. niettging van het Stadhouderfchap- eene óndcrneeming, welke byhet gezond verftand niet konde aangenoomen, maar als. Jöuter verdigt befchouwd moest worden; aangezien hier in opgeflooten lag hetftraf. baarfce misdryf tot verwoesting van Nederlands welvaard en der wettige conititutie, welker eerste bevinding de woede der braaven in den Lande onwederhoudelyk zoude ontfleeken. Zo dat dè deelgenooten - aandie berugte acle, óm deze on waarheederi tegen te gaan, opentlyk, den inhoud vari dezelve in de nieuwspapieren herhaalden, en daar mede deeden zien, dat^zy onderling zich hadden verbonden, als mede.' vertegenwoordigers des volks , in de onderfcheidene provinciën dezer Republyk,' na eene rype óverweeging van den jammerïyken toeftand j en het diep verval Hè  HISTORIE. BESCHRYVINÖ. 127 ganfchen vaderlands, tot onderlinge ver- » zekering van de waare oogmerken en goe- il_£l de meening, geen ander oogmerk te betragten, met de inrichting van die hunne vereeniging, dan om de algemeene belangen met meer eensgezinde pogingen të kunnen voorftaan , en verdeedigen , tot verhaasting van eene zo hoognodige, en' te regt by het beste gedeelte der natie begeerde grondwettige herftelling; waar by zy dus op het plegtigfte betuigden , geen ander voornecmen te hebben , dan, ord met alle hunne Vermogens'; de waare republikeinfche regeeringsform in dit Gemeenebest, namentfyk eene regeering by' vertegenwoordiging des volks, gegrond op den aart der conftitutie en privilegieri van byzondere gewesten, fteden, en' leden van dien en bevestigd, by de Unie' van Utrecht,- te handhaaven, met eenert daaraan ondergefchikten ftadhouder , erffyk in het huis van Oranje, voor zo verre' zulks met de waare gronden van 's Lands en der ingezetenen onaf hanglykheid, en bet welzyn van het Vaderland niet ftreed; zondex dat zy immer zouden tragten mede te  12§ VADERLANDSCHB J7g7 werken, of gedoogen, dat er ingevoerd wierdeecnealleenheerfching, of onaf hang* Jyke en tegen de voorregten ftrydende familie - regeering , met verfmooring van de billyke en eerbiedige volkftem; eeven zo min, als eene volftrekte volks-regeering buiten vertegenwoordiging: — Maar dat zy de drie ,gemelde wyzen van beftier , als voor deze gewesten ten hoogften ver* derflyk, met raad en daad, en alle moge*. 3yke gepaste middelen, zouden tragten te* gen te gaan, en te weeren ,• betuigende verders op het plegtigfte, geene andere bedoeling te hebben , dan den waaren Christelyken Herformden Godsdienst, zo als dezelve in de openbaare kerken dezer landen wierd geleerd, welke zy, benevens de burgerlyke vryheid, hielden voor de onfchatbaare vastigheeden van Nederlands ' % Haatsgebouw, insgelyks met alle nadruk en yver te zullen handhaaven , zonder mede te werken of te gedoogen, dat de gronden van den Godsdienst op eeniger* hande wyze wierden ondermynd, behou^ dens nogtkans de billyke vryheid vari Godsdienst oeffening voor alle andere ge* sinda  Hl STORl e-êeschry VI kg lip zindheeden; en, zo zy ontwaar wierden dat er eenigen toeleg wierd gefmeed, om *. 's Lands Republikeinfche conftitutie, of vastgeftelden Godsdienst te veranderen, als dan, verbonden zy, zich, den een den anderen daar van terftond te zullen berichten , en zo veel in hun was de bronnen op te geeven, waar uit zy zodanigen verderflyken toeleg hadden ontdekt. Zy beleeden, by die acte zich vry willig en welberaaden te hebben verbonden, de gerechte zaak der medeburgeren en ingezetenen fteeds als de hunne te zullen behartigen , en niet te zullen dulden, ten minsten op alle mogelyke wyze te willen keeren, dat tegens burgers en ingezetenen , die hunne regten eerbiedig inriepen en wettig verdeedigden, geweld wierd gebruikt; en in 't byzonder, dat zy het gebruik van Krygsvolk tegens dezelve, door ftem en invloed tegengaan, en immer of ooit zodanige regeeringen, die heter op toeleiden om hunne heerschzugt geweldig ftaande te houden, zouden ftyven of Herken : Belovende eikanderen, als mannen van eer, dat zy van de zaak van elk re- XVII. deel I gent,  133 VADERLAND SC HE I7g7 gent, die om deszeivs bedaarde en vryheid„^„„lievende pogingen vervolgd of mishandeld wierd, eene algemeene zaak wilden maaen niet ftil te zullen zitten, voor dat in zulk een geval alles geboet, vergoed, en herfteld was. En daar zy alle verzekerden , bezield te zyn met eene oprcgte , zuivere, en belanglooze liefde voor het Vaderland benevens het welmeenendfte verlangen, om bevordelyk te kunnen zyn aan 's volks waare belangen , zo hadden zy verders zich verbonden^ fteeds werkzaam te zullen blyven, in het aanwenden der meest kragtige poogingen , tot volleedige herftelling van regten en voorregten, over al, zo in de vereenigde gewesten, a/s Generaliteits-landen, en waar dezelve verder nodig zouden worden bevonden ,en wel in liet byzonder ten. opzigte van die provinciën, welke door onwettige, en onwettig ingevoerde regeerings-reglementen, onder het juk van overheerfching en af hanglykheid gebukt gingen. En dewyl die grondbeginzelen, die zy plegtig beleeden de hunne te zyn , zo naauw aan eikanderen veibonden waaren, dat  H ÏSTORIE'BESCHRYVING. 131- dat? dezelve opleeverden en uitmaakten de , „ waare gronden en oogmerken van alle burgerlyke regeering, bet eenige bolwerk tegen alle overheerfching, en de eenige zekerheid van elk eerlyk, enburgerlievend regent", zo beloofden zy een yder die zich tot deze verbintenis begaf, in allen opzigte, des noods met goed en bloed , in verwagting van Gods hulp, en in vast vertrouwen op de medewerkingenbyftand der ingezetenen , te onderfleunen en te befchermen , indien iemand hunner, uit hoofde van die plegtige verbintenis, tot handhaavinge der vryheid en onaf hanglykheid van deze Republyk en der ingezetenen rechten ingericht, of uit hoofde van eenig bedryf, tot het welke zy door deze verbintenis zouden verpligt zyn, in het minste of meeste gekrenkt of gemoeid mogten worden , aangezien zy alleen *s Lands algemeene welvaard beoogden. Hoe heilryk het oogmerk van deze verbintenis mogt zyn, echter wierd de aart van de overeenkomst ter herforming van het ftaatsbeftier , niet boven alle tegenI % fpraak  11 t3a VADERLANDSCHE 1787. fPraak gefield, byzonder volgens de grondwetten , by 't verbond der Unie voorbehouden door de onderfcheidene leden. Wat 'er ook van zyn mogt, de onderneeming vond gcvvigtige tegenkantingen , en , by nauwkeurige overweeging , konde men echter met de beste overtuiging verzekeren, dat het volflrekt onmogelyk was, de zaaken in deze tegenwoordige gefteltheid te laaten, elk betuigde rondborstig, dat deze toefland onmoogelyk langer was te dulden. Het herflellingswerk te rug te dryven tot de oude paden fcheen eeven ondoenlyk; 't gewaapende gedeelte des volks, in veele plaatfen tot geheel nieuwe begrippen gebragt, had thans gansch andere geneigtheeden , de fleeds aangedrongene nieuwigheden, en beloofde voorregten waren zo flreelende geweest, dat de zelve herftellingsgeest der natie niet was te rug te dryven. Wat, zeide men,zoude de Amflerdamfche burgery zeggen, indien, door de tegenwoordige leden der Admiraliteit, die herftelling ten aanzien van het begeeven der  HISTORIB-BESCHRYVING. 133 der Admiraliteits - ambten , vernietigd ^ g wierd , welke nu , omtrent twee jaaren ~ -. geleeden, zo regtmaatig ingevoerd was? zoude het mogelyk zyn de heerfchende en gevestigde begrippen der braave burgery des aangaande te veranderen? Zoude het te Alkmaar, te Purmerende, te Monnikkendam , en elders, mogelyk zyn, het ondernoomene herftellingswerk dier Heden wederom te vernietigen, en daar in de goedkeuring van de gewaapende, kundige, werkzaame, en het gewigtigfte gedeelte der burgery, te verwerven? zoude het mogelyk zyn te Rotterdam te vernietigen wat aldaar gedaan was; de herftelde ichutteryen, en alle de vaderlyke voorzorge des fouven^ins zei ven aldaar, vruchteloos te maaken ? De regel der mogelykneid, dit Helde ieder vast, was in alle zaaken, en byzonder in'ftaatszaaken, de eerste re» gel, en 't bleef buiten tegenfpraak, dat in een flaatslighaam alles te zamen hing, zich onderling onderfteunde, en tegelyk onderling moo^elyk of onmoogelyk maakte. Die onmooglykheid had , da^t hun, I 3 in  134 VADUUNBSCHÏ 17^7.in 0verysfel»5n Groningen, in Friesland, ja zelvs in Gelderland plaats, want, fchoon men aldaar harde bevelen gaf, evenwel wierden de harten en begrippen der inge. zetenen niet veranderd. In Gelderland had men uit twee lieden de burgery wel verjaagd, en in de overige fteden, door fchrik van veel krygsvolk , de vrye inwoonderen onder het juk gehouden , maar daar mede vorderde men het minste niet in het wezen der zaak zelve: De ondervinding leerde, hoe zedert al dien tyd, en inzonderheid zedert den maand September van het laast voorgaande jaar, door alle zodanige maatregelen van dwang en geweld , om den herftellings - y ver te fluiten , dezelve, in die provinciën, en door het geheele vaderland, hand over hand hadden toegenoomen , en onverzetlyker dan ooit waren geworden. De zodanige hielden het daar voor, dat niet alleen de heerfchende, verlichte, en gevestigdeherflellings-geest der natie, het te rug dry ven van 't tegenwoordig ftaats« werk onmooglyk maakte, maar dat zelvs 't weefen van de Republyk zodaanige eene te-  HIST OR IE- BES CHRYVING. 1%$ tegenwerkende pooging niet zoude kunnen I7g_, uitftaan, maar daar onder moeste bezwy-..... ken , aangezien daar door de verfchrikbaarendste tegenfïxydigheid en afmarteling plaats zoude moeten vinden : Daar van wierden als noodwendige gevolgen, voorfpeld inwendig binnen Lands, een geheel verval van koophandel, van alle neering en handteering , van algemeen crediet, van geldmiddelen , ja van bet ganfche flaatsvermoogen ; En uitwendig met betrekking tot vreemde Magten, een onherftelbaar verlies van het aanzien , de achtbaarheid, en de luister der Republiek, by buitenlandfche Mogendheeden. De natie zoude buitenlands met fchimp en fmaad overdekt worden, en niet alleen de verbintenis met Frankryk vruchteloos en vernietigd, maar dat Ryk zelvs zoude allerzekerst de vyand van dit Gemeenebest moeten worden,- om alle deze redenen hoorde men betoogen, dat het eene volftrekte onmooglykheid was , van het herftellipgswerk te rug gedreeven te kunnen worden, en hier uit wierd dan, by gevolgtrekking , afgeleid, dat dit tegenwoorI 4 dig  I36 VADERLANDSCHB J787. ^'S Aaatswerk, flandvastig en bedaard, in ■■. alle deelen behoorde doorgezet en voltooid te zyn, fchoon de behoorlyke regeling onophoudelyk tegengeftreefd, en het verftand daar in niet bedaard of gereegeld, maar de gemoederen geftaadig verhit wierden. Niets was by dit alles zekerder, dan dat 's Lands jammerlyke toeftand niet konde blyven zo als die thans was, en ondertusfchen van dag tot dag erger wierd : Het herftellingswerk moest derhalven, of agterwaarts, of voorwaards gaan, en om dit laaste te betragten, deed men thans, in veele fteden van Holland, de Regeerings-vergaaderingen zuiveren van die perionen , die zich daar tegens kanten, en , door onderfteuning der gewaapende magt, wederom de zulken in de plaats flellen, van wiens welmee'ncndheid in de hervorming men zich genoegzaam verzekerd hield: Het geöorlofde van dat bedryf wierd betoogd uit de noodzaaklykheid eener algemeene werkzaamheid in de Republyk, en dat, tot bevestiging van het gamfche flaatgwerk eener geheele provincie de by- zqa-  HISTORIE'BESCHRYVING. 137 zondere plaat slyke bedenkingen, of ftry- j^g^ digheden, behoorden ter zyden gefield; ■ men begreep het als eene grondregel in 't hoogbevvind, die elk regent verpligt was aan te neemen en vast te houden, dat men nimmer deeze of geene onderneemingen tot verbeetering, op haar zei ven, in het afgetrokkene moest befchouwen , maar met een nauwkeurig onderzoek diende te berekenen , welke meerdere of mindere betrekking zodanige plaatslyke pooging op het algemeene flaats weezen had. Hoe zeer deze regel, in een zeker aanzien, noodzaaklyk was, echter konde dezelve in geenen deele in alle de gewesten van deze Republyk algemeen plaats vinden , aangezien in eenige provinciën zodanige byzonderheden in 't herftellingswerk voorkwamen, dat, door dezelve ter zyde te zetten, en voor de algemeene grondwettige pooging te doen wyken, het geheele flaatsbeflier zoude worden omgewenteld : Het voorbeeld ter flaaving van deze regel tragte men wel op te helderen met de Rottcrdamfche zaak, door eene oplosfing der tegenwerping van de zwaarigheI 5 den  13^ ViDERUNDSCHE 1787.de"tCgen de vermeerdering der Vroedfchap *^an die Had, uit hoofde van de groo- tere zwaarigheden en gevaaren welke het geheele ftaatsweik van Holland , en der ganfche Republyk, daar tegen ftelde, doch by eene nauwkeurige befchouwing konde men nier) zeggen, dat hier door de zaak volleedig beflist wierd. Niemand is 'er of hy houdt het voor eene ontwyffelbaare waarheid, dat 's volks welzyn de eerste wet is; maar de vrage blyft, of het voorgeRelde plan der grondwettige herftelling het eenige, en volftrekt zodanig in zyne uitvoeringvereischte,middel was,om het gefolterd vaderland te redden. De zekerste ftaatsregelen , de erkende gronden tot de goede orde in het openbaarc beftier moesten nu ter zyden gefield, de meerderheid van ftemmen, begreep men in Holland behoorde niet meer het rigtfnoer van befliffing te zyn, althans die van Amfterdam iverzetteden zich ronduit daar tegen, aangezien het doelwit van de grond wettige herftellers niet tot ftand konde worden gebragt, indien er in die ftad, en in de ganfche Republyk, geene andere be- paa/  HISTORIE-BESCHRYVING. 139 paaling wierd erkend, dan de meerderheid 1787. der Hemmen in de vergaaderingen , alzo de menschlyke redenen en oorzaaken daar aan een geftaadige omwenteling konde toebrengen; men vermeende dus, in het volk zelve die bepaalende grondregel te moeten ftellen ; de invloed der burgery zoude by de regenten alles moeten beflisfen, en die zo bepaalde ftemme des volks alleen berusten in de begeerte van dat deel, wat gewoonlyk in deze tyds-omftandigheden voor het verlichtfte wierd gehouden, daardoor, geloofde men, dat de gemelde onzekerheid zoude verdwynen, en de plaatshebbende tegenworfteling ophouden , ja men veronderftelde bier in te voorzien de waarfchynlykhcid van eene -fpoedige herftelling van eendragt en vertrouwen tusfehen ftaatsleeden ,• tot deze eindens wierd derhal ven de gewaapende burgery alomme, en byzonder in Amfterdam, aangefpoord ; want op het gedrag van deze ftad, en op de Rotterdamfche zaak, fcheen het oog der geheele Republyk gevestigd. - Zy, die een goed doorzigt in de zaaken had.  140 VADERLANDSCHZ I7g7< hadden, vonden zich zeer belemmerdmet het vastftellen van deze ftaatsleere, aangezien dezelve in toekomftige tyden, by eene wederom wenteling der openbaare toeftand; een geheel tegengeftelde uitwerking konde hebben. • * Ondertusfchen berichten de heeren, die tot het onderzoek van de zaaken te Rotterdam benoemd waren, aan hun Ed. Gr. Mogende, dat de voornaamste bron der voortduurende twist in die ftad geleegen was, in de misnoegtheid welke verfcheidene aanzienlyke burgers tegen fommige leden hunner regeering voeden, en in het opentlyk verklaarde mistrouwen opderzelver ambtsbekleeding, daar in tegendeel an. deren hun vergenoegen in even dezelve leden der regeering aan den dag hadden gelegd; zo dat dit onderfcheid der meeningen zeiven het begeerde niet weinig fcheen aan te pryfen, en, naar degefteltheid der ftad Rotterdam , zeker op eenmaal, zo wel voor het toekomende, als voor de tegenwoordig gevoeglyke vermeerdering, de Vroedfchapsleden tot het getal van veerti| perfoonen, als waardoor eene  H ISTORIE-BESCHRYVING. 141 eene bekwaame middelweg was uit te vinden, tusfchen de geneigtheeden van beide *^ partyen, vermits op deze wyze aan de begeerte der geenen , welke de tegenwoordige leden der regeering wenschen te behouden , geen nadeel zoude toegevoegd worden, en in tegendeel zulks ook naar den zin van die geenen gefchieden zoude, welker mistrouwen tegen verfcheidenen der tegenwoordige regenten, door eene vermeerdering van hun getal, merkelyk zoude verminderd worden. Die heeren waren van gevoelen, dat in zodaanigen ftaat van zaaken, [daar eene ' beflisfende behandeling van wegens hun Ed. Groot Mogende van dezelven vordert , om zich aan de vastftelling van verdere middelen tot herftelling der rust, en het vertrouwen binnen Rótterdam, niet te ontrekken] het voorgeflaagen middel eener vermeerdering der Vroedfchappen, en wel op die wyze zo als zy voorgefteld was, nier anders dan als over het algemeen bekwaam heeft kunnen fchynen, te meer, dewyl het op uitdrukkelyke privilegiën gegrond was, en wel op zodaanig een.  142 VADERLANDSCHE een , welke niec alleen de waare en oude . confhtutie der regeering aldaar uitmaakte, eh als het eigendom der burgery, en niet der Vroedfchappen , aangemerkt moest worden, maar ook voor altoos en eeuwig was gegeeven, naar de grondftellin. gen onzer regeering, en overeenftemmende met de gronden der verbintenis van de Unie, en bygevolg nooit had kun. nen vernietigd worden. Veelmeer, zeiden zy, had het altyd duurende kragt, dat zelvs, wanneer eenige laatere oclrooyen, [of fchoon zy op begeerte en mettoeftemming van de ftad, en gevolgelyk in zo verre conftitutioneel verleend waren] de uitwerking daar van mogten opgefchort hebben, het zelve echter altoos met goed regt weder konde herroepen worden, en, na zodanige herroeping, op nieuws in gebruik en werking behoorde herfteld te zyn : dewyl al verder dit voorgedraagene middel ook met de tegenwoordige volkrykheid en uitgebreidheid dier ftad overeenkwam ,• en daar en boven , behalve zo veele aanzienlyke burgers en ingezetenen, ook daarom wierd aangehouden door een niet.  HISTORIE-EjESCHRYVING. I43 niet gering aantal der Vroedfchappen zelve, benevens de geheele vergaaderingvan x^ ?* fchepenen, die, met den Hoofdofficier en twee regeerende burgemeesteren vereenigd, genoegzaam de geheele aanzienlyke • Magiftraat voorftelden, en dus zeker thans in een geval, gelyk dit tegenwoordige was, waar in niet alleen op de handhaaving, maar zelvs op de herftelling der rust, en des , Bericht der r benoemden vertrouwens aankwam, en waar toe Hun tochetondet- ' zoek derRot- Ed. Groot Mogende zelvs werkzaam terd,amfch<; 0 zaak. hadden geweest, de opmerkzaamheid verdiende. Zo dat zy heeren benoemden tot het onderzoek van deze zaak, om deze redenen , van meening waren, dat de heeren Staaten van Holland behoorden te beflui. ten, de vergaedering der Vroedfchappen van Rotterdam, op het oorfpronglykconftitutioneel getal van veertig leden, naar de oude privilegiën daar toe behoorlyk bevoegd, te vermeerderen; gelyk ook, de zestien tot hier toe openftaande vroed, fchaps - plaatfen door eene onmiddelyke aanflelling van hun Ed. Groot Mogende , zei ven te vervullen, met bevel aan den  144 vadërlandsche J7g7#den Hoofdofficier der gemelde ftad, om de perfoonen, op die wyze tot leden der Vroedfchap aangefteld, te beëedigen, en in hunne bediening te bevestigen. Hoe zeer deze voordragt, nauwkeurig getoest aan de gemelde aangenoomeftaatsregel, weinig daar mede overeenftemde, en ook in geenen deele bevestigde , dat de ftedelyke zaaken ftadswegen moesten worden gereegeld, alzo de privilegiën en regten der ftad aan de burgery en niet aan de regenten behoorden, echter drongen de Amfterdammers, ja zelvs een aantal inwoonderen van verfcheidene dorpen in Holland en West -Friesland geleegen, er zeer fterk \>p aan , dat dit verfchil eene vaste bepaaling ontging , overeenkomstig de lecre der grondwettige herftelling; men zeide opentlyk in de nieuwspapieren, dat 'er in dezen voor al een oog moest in 't zeil gehouden worden , aangezien het volftrekt zeker was, dat, indien de Rotterdamfche 2aak verboren wierde, dan alles wederom door de ganfche provincie zoude agteruitgczet worden»  HtSTORIE-BESCHRYVINCS. lit oen , en in het üitterfle gèvaar geraaEen. Zoüde de vereischte voorzorg genoegfaarn toereiken, dan moesten althans de burger-fchutteryen , die in de meeste Hollandfche fteden zeer in verval waren geraakt, tot dat groote oogmerk in ftaaC gefield worden : die van Haarlem bepaalden zich daadelyk daar toe ,»andere teri voorbedde; het veronachtzaamen bad aldaar reeds van jaaren herwaards plaats gevonden , en in 1752 was er wel eenige pooging tót herflel gedaan, doch de daar toe gelegde gronden waren, ten dien tyde, niet genoegfaam , men ondervond thans meer en meer de daar in ontdekte gebreeten i zo dat 'er eene geheel nieuwe inflelling nopdig was; daar toe had men reeds' in het laast voorgaande jaar een ontwerp In 't licht gebragt, en voor de burgery opengelegd; waar na het door de krygsraad was aangeaoomen, en by Burgemeesteren gebragt, om dus in de Vroedfchaps-vergaadering te worden ingediend , alwa^c het goedgekeurd , en eajdelyk, aan Bur- XVI1, Ce Et. K je-  I.j.5 V ADERLANDSCHE 17^7. Nieuwe ia. richting der fchutte'y te Hsiultm. ( i ] ) 4 J ] 3 •\ i { l I ( \ t gèmeestèTëh ter invoering opgedragen was. Eene der voornaamste vastftellingcn, van de nieuwe inrichting, beftond in het aanneemen van het zeedert zee ventien jas. ren aldaar plaats gehad hebbende genootfchap van wapenhandel, tot eene der drie afdeclingen , welke in 't vervolg zouden dienen ter verdeediging van dellad, onder den naam van de fchuttery^ro arts etfocis% iïi het oprichten van twecdiergelyke nieuwe maldeelen , onder den naam van de fch litteken vandeCluveniers, en St. Joris; Tot lat einde wierd dus door den krygsraad en de officieren van het genootfehap een voorlag gemaakt, en aan de regeering ter goedcéüfifig aangeboden, waar van nu de dag der nvoering was vastgefteld op den vyfden /an Grasmaand. Alle de leden van het genootfehap vergaderden des morgens voor tien uuren op ie doelen , alwaar ook te gelyk by een ;eroepen wierden de leden van den ouden :rygsraad, en de twee en twintig benoemicn tot deze inrichting,', te half elf uuren féffcheenen aldaar de heeren burgemeeseren C. J. van Dam, en A. Heshuyfen, de  HISTORIÈ-BESCHRYVlNè. 147 de Penfiönaris P. L. van de Kasteelè, en de Secretaris O. van Schüilenburg , ais —\ leeden uit de achtbaare regeering, welke öpde krygsraads-karrier zitting namen, ha 'eene deftige aanfpraak van den penfionaris j de leden van den ouden krygsraad van derzei ver gedaaneneedontfloegeri, eri vervolgens, afgetreden zynde Op het veld ^ alwaar het genootfehap in rang gefèhaard ïtond , hetzelve befchouwde j wanneer' de heer penfiönaris, uit naame van de rëgeeringj voor het midden van 't volk* alle de leden des genootfehaps 9 voor zo ver' re zy leden van de oude fchuttery warért, ontfloeg, en voor het overige een treffende aanfpraak deed, welke by alletöehoori ders eene algemeene aandoeningen eerbied Verwekte. Daar na wierden de officieren van het genoodfehap op dekrygsraads-ka. iner geroepen, en aldaar in hunne byzondere hoedaanigheeden beëedigd, gelyk méde de twee-en-twintig benoemden deri officiers eed aan de leden der regeer ring 'afleiden j vervolgens namen dé officieren der nieuwe fchuttery, op déii zaal der Doelen, zeer ftaatelykehplegtigj eerst de onder-officieren en vervolgens dë K t gei  T43 VADBRLANDSCH» 17*7. ic-mtu-'rs> compagnie voor compagnie birt* nen geroepen zyndc, den eed af, terwyl inmiddels de geheele oude fchuttery, by openbaare bekendmaaking, \*an den Raadhuize gedaan , voor derzelver beweezen dienst bedankt, en uit den eedontflaagen wierd. Ondcrtusfchen was de benoeming dcf leden uit de ftaatsvergaadering , wegens het onderzoek over den invloed des volks > by hun Ed. Groot Mogende in geenen deele na vcrwagting uitgevallen; men had zich gevleid dat de ftad Amfterdam ter' hooge vergsadsring zich zou hebben gevoegd by die Heden, die een ontwerpgemaakt hadden waar na die gewigt^ge ;aa'c ten ecnemaal af te doen, en waar toe de heeren Pcnfionarisfen van Berckel en Visfer feneenen voorgefchikt te zyn , doch de uitkomst bevestigde daar van een geheel andere uitkomst; de heeren H. Muilman, C. Munter, en F. van der Goes, die ook in de hpoge vergaadering tegenwoordig waren, vonden goed de Hemmen van beide die Penfionarisfen te vernietigen, cn daar door te veroorzaaken, dat de beken-  HISTO RIE-BESCH RYVIN G. I|Q jcende Haarlerafche voorflag niet aan het onderzoek van de daar toe, door Dordrecht, Haarlem, Leiden, Gouda, Schie. dam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam , en Purmerend, byzonder benoemde leden, wierd opgedraagen, maar in tegendeel aan die heeren, die door de Ridderfchap en ftad Delft waren voorgegefteld, aangezien de meerderheid der afgevaardigden uit de Raad van Amfterdam te kennen gaf , dat zy rast had om den heer Abhema te noemen , en voor ' het overige ieder' zyne vryheid Het. Dit bericht was nauwiyks in Amfterdam bekend , of het misnoegen nam aldaar hand over hand toe, ieder trok zich de zaak der overftemde voorftanders van de grondwettige herftelling aan ; daar wierd geen moeite gefpaard om de burgery aan tezet' ten van zich daar tegen in te kanten, alzo, de ftem van hunne ftads gedeputeerden niet konde gereckend worden de ftem en het volftrekte begeeren der burgery te zyn , aangezien alsdan de Aristokraten de. meerderheid zouden hebben in een ftaatscommiïfie, alwaar de verzeekering zoude* K 3 mee.  IS© VADEfcLANDSeHE jj,g7< moeten worden gereegeld tegens de ar-is—tokratie. Welras befloot de burgery, over dat onderwerp een verzoekfchriït in te dienen; de weldenkende leden van den grooten krygsraad vergaaderden, op den tweeden van Grasmaand, des avonds, teekenden het zelve , en bepaalden, om ve^ock der bet de volgende dag binnen te brengen, FrW'aad cn . ° furgery te wanneer men vernam, dat de burgery het zeilde vporneemen had en zulks met hun. ne tegenwoordigheid wilde onderlteunen, weshalven de krygsraad aan burgemeesteren aanbood het ftadshuis te bezetten, om alle aandrang en ongereegeldheden van kwalykgezinden voor te komen, en denRaad eene vrye raadpleeging te geeyen; waar. ^oe heeren burgemeesteren initemden; alles wierd tot deze plegtige verrigtingvoor de volgende dag gereed gemaakt, terwyl men de verzoekfchriften in de Vaderlandfche en Burger-Sociëteiten onderteekendc. Met het aanbreeken van de morgenflondi bezette, op de volgende dag, een Comkuiers van buiten,, en twee Com- pag-  IITSTOIUE-BESCïIRYVINO. 151 pagniën op de zaal, het ftadshuis, daar toe gefchikt op patent van de collonellen , van Goudoever en van Marfelis, de regeering vergaaderde op den ge woonen tyd , zo wel burgemeesteren als fchecpenen, aan wien , by derzelvcr aankomst op 'het Stadshuis degewoonekrygs-cerbewyfing wierd gedaan; de Vroedfchap ten de» zen einde befchreeven, kwam te elf uuren by een, tot dat oogenblik toe wierd het gefchrift ter onderfchryving gelaaten , en de officieren der burgery vergaaderden, gingen te half elf uuren na het ftadshuis, zynde de Collonel Goudoever aan het hoofd van honderd en twee,, zo Kapiteins, Luitenants, als Vaandrigs, aan wien de burger-verzoekfehriften waren overhandigd, om dezelve tcgelyk met de hunne aan de heeren burgemeesteren in te leveren; deze plegtige trein ging in burgemeesters vertrek , en , m behoorlyk belet te hebben gevraagd, paar aan paar naar burgemeesterskamer ,• Zy leverden aldaar de verzoekfehriftenin, heteenedoor eenhonderd en zeventien leden der krygsK 4 raad,  j7g7_raad, en het andere door twee du>- .j. zend byzondere perfonen ondergefchree- yen. ' 1 * De zodaanige, die over deze onderneeming onpartydig oordeelen, vonden het getal der ondergetekenden zeer gering, in verge yk van degroö|:e meenigte burgers in deze ftad, en vermeenden daar aan niet de kragi eener algemeene volksftem te kunnen verkenen, doch de voorzittende heer burgemeester Hooft betuigde hier in geene, zwaarigheid te maafcen, nam het op zich, pm 't terVroedfchaps-vergaadering in te dienen, en het zelve met zyn gezag te Herken , waar van hy begeerde dat de heeren, officieren kennis' mogten geeven aan de burgery , die middelerwyl op den dam, en op de zaal van 't ftadshuis, fterk by een liep ; de heer burgemeester Dedel weigerde zich daar over te verklaaren in, tegenwoordigheid der meenigte, en betuigde'daar na aan den Heer Hooft, dat hy zyne goedkeuring aan deze onderneetóihg niet konde of zoude verleenen. Als inwoonderen der ftad,, en onder ^epejyer gebied, gaven zy aan Burgemec?T  HISTORIE-BESCHRY.VINö. 1$$ tieren en Raden te kennen, dat zy ver- . meenden het heilzaam doel te ontdekken in , dat bewuste voorftel van Haarlem, ftrekkende ter benoeming van eenige ftaatsleden, tot het onderzoek, hoe de vertegenwoordiging van het ganfche volk, volgens de gefteltheid van dit Gemeenebest behoorde plaats te hebben, en teffens na te gaan, op hoedanig eene wyze, ingevolge de conftitutie, en 's Lands waare belangens, eenige algemeene gronden omtrent dien invloed behoorden vastgefteld te worden, en dat zy van begrip waren, dat zodanige regeling konde ftrekken tot een middel, waar door een verlicht volk, opeenezichtbaare wyze, konde gerustgefteld worden, en zich dus hadden gevleid, dat hetherftel van derzelver rechten wel ras een onder.- * werp van ernstige raadpleeging by haare hooge vertegenvvoordigers zoude zyn geweest , welke gerustftelling het gefchiktste^1 middel was, om de kalmte en algemeene. tevredenheid te doen herleeven, in een burgerftaat, waarvan het braafste en aanzieniyks.te gedeelte , haare gewigtigfte belangens , waaromtrent zy eene billyke K 5 n»$  154 VADER LANDSCHE nayver voelt, in een merkelyk gevaar * rekende. De zaak uit dat oogpunt befchouvvende , en aan het opgemelde voorftel der ftad Haarlem zo gewigts hegtendc, hielden zy het voor hun pligt, om zich by een eerbiedig, doch niet minder nadrukkelyk ver^ zoek , tot die hunne ftads regenten te keeren, ten einde die aan hunne gemagtigden ter Staatsvergaadering mogten gelasten, om zich te voegen ter bewilliging van het Haarlêmfche voorftel, het zelve zo veel doenlyk te ftaaven , en tot een ftaatsbefluit te brengen. Dat zulks ook van zodanig een gewenscht gevolg was geweest, dat de Ed. Groot Achtbaare Raad, op ditbelangryk, ftuk overeenkomftig de begeerte van de ondergeteekenden , had geftemd , en daar na door medewerking van deze ftad met die ftaatsleden, welke insgelyks van de nuttigheid waren overtuigd , hetzelve voorftel van de ftad Haarlem, tot een daadelyk befluit had ge^ bragt , tegen de ftemmen van de fteden en Ridderfchap, welke daar door getoond hadden nog afkeerig te zyn van het aan- nee-  Ï}TSTQR IE-BESSHRYV ING. I$5 neemen dier- vrye denkbeelden van gejonde ftaatkunde, die moer en meer doordrongen, en welke eene verlichte natie met goed en bloed, zoude volhouden. Dus verre aan hunne billyke begeerte voldaan zynde, hadden zy gemeend het hoogfle regt te hebben, om te vertrouwen , dat de heeren afgevaardigden ter ftaatsvergaadering, wanneer de leeden tot die verrichting zouden worden benoemd , ook die zelve Vaderlandfche oog merken, waar van zy ondergeteekenden betuigden , met zo veele duizenden hunner brave ftad-en Landgenooten, zich zo veel goeds te belooven , pligtmaatig zouden hebben in 't oog gehouden. Maar in tegendeel hadden zy tot hunne uitterfte verbaazing en grievende fmerte moeten ontwaaren, dat de heerenMuilman, Munter, en van derGoes, de meerderheid der Amfterdamfche afgevaardigden , by hunEd. Groot Mogenden, hadden kunnen goedvinden, om zich, wanneer ter benoeming van gemelde leeden wierd gehandeld , van alle die flaatsperfonen af te zond.ren, welke zich tot het befluit van  I$f vadekla'ndsc'hb J757 't bekende voorftel hadden verecnigd , en BÉ—r-zich ^ voegen, over het ftuk der benoeming van de perfonen, by de Ridderfchap en die fteden, welke ter ftaatsvergaadering onverzettelyk daar tegen waren geweest; dragende alzo een getal van neegentien leeden voor, in de plaats van agt, 't geen de eerstgemelden genoegzaam hielden voor hun oogmerk, en dat voorzeker minder kostbaar was voor 's Lands finantien; in. dien de fpaarzaainheid in dezen zo zeer te pas kwam, als by voorbeeld met betrekking tot het in diensthouden of vernietigen van het Krygsvolk onder den Rhyngrave van Salm. Door het gedrag van die drie genoemde heeren, zeiden zy, was dan ook te weeg gebragt, dat, tot deze gewigtige zaak, eene groote meerderheid van zodanige Re genten waren belchrecven, wier dikwerf bekende denkenswyze een onverzettelyk plan had ontdekt, om zich tegens alleverbeeteringen in het vervallen ftaatsweezen te verzetten, en alle pogingen ten dien einde door de Vaderlandfche regeeringen <-n  KISTORIE-BESCHRYVING. jgf ten verlichte burgeryen in 't werk gefield, I7 tegen te gaan. - Dit gedrag van die heeren afgevaardigden uit Amfterdam, had deze inwoonderen te meer verbaasd gemaakt, doordien zy noodwendig hadden moeten begrypen, dat het met den aart der zaaken, met de welmecning van hun Ed; G root Achtbaarheedens, en mét de billyke begeerte van de burgery [welkers algemeen belang hun gadrag moest regelen] onbeftaanbaar was, zich te voegen by die flaatsleeden, welke zich uit alle magt tegen het voorftel van Haarlem hadden verzet, en aan welke leden niets anders overbleef, dan, om door eene zodanige benoeming als deRid. derfchap had voorgeflaagen, de Vaderland, fche bedoeling met dat voorftel te ver. ydelen , ja zelvs van eene tegenovergeftelde uitwerking te doen zyn. Zo ras men het oog vestigde op de er* kende billykheid en wettigheid van eeneri redelyken volks-invloed , waar uit men zeide dat het voorftel van Haarlem gebo* ren wierd, dan vertoonde de zaak zich in «en nog ongunstiger daglicht, aangezien het  l5§ VADERLAfcÖSCHfc ^. ^ het eene handtastelykeongerymdheid was, j^^^dat het opgeeven van eenige gronden omtrent dien invloed toevertrouwd wierd aan leden uit de regeering, die by eene grooté meerderheid de billykheid enwettigheid van denzei ven fteeds by herhaaling hadden ontkend; zo dat het groote oogmerk der ftad Haarlem , om den op zynen vryheid jiloerfchen Nederlander van zyne regten té verzekeren, en gerust te Hellen, dat zyne wezendlyke belangen in vertrouwde handen Waren , niet alleen gedwarsboomd y maar zelvs daar dóór uitgewerkt wierd ^ dat het argwaan en mistrouwen meer en meer aangroeide, en tot die hoogte klom, waar van de gevolgen tot een onbereekcnbaar nadeel voor het lieve vaderland* konden zyn. Jjet gedrag van die drie heeren, ftads afgevaardigden , oordeelden zy, dat nog te meer de verontwaardiging van de regeering verdiende, zo wel als de afkeuring der weldenkende burgery j daar het aart hun niet onbekend was, dat zy geene be; vocgtheid hadden om door derzei ver fteniming alles toe te brengen wat ftrekkenkörL de  HlST ORIË-BES CHRYVIN& ifp de om die gronden van ware vryheid te°en te werken, welke door hun Ed. Gr. Achtb. , reeds voor zes jaaren , waren aangenoomen > en waar van Amftels Raad, zonder haare Achtbaarheid te verkleinen , niet vermogt af te gaan; weshalven er de ■waardigheid van die aanzienlyke vergaadering, zo wel, als het heil van den Lande9 en van de ftad Amfterdam, benevens derzelver burgery , ten hoogften aangelee. gen lag, dat de Vroedfchap door eene openlyke afkeuring van het gehouden gedrag dier heeren afgevaardigden, aan het geheele Vaderland, zo wel als aan deAmfterdamfche burgery , deed blyken , dat fcy afkeerig was om een voorftel, welker doeleinde "zo wel met de bekende gronden van hun Ed. Gr. Achtb. regeering, als met de meer en meer algemeen gewordene denkbeelden van de Ingezetenen, ftrookte, op eene onmiddelyke wyze , niet flegts befpottelyk maar ook fchadelyk te laaten worden. Weshalven de ondergeteekenden verzogten , met eerbied, doch teffens met den meestcn nadruk, jatenallerernstigften bs-  i6o ViDHLANBSCHï begeerden, dat de heeren ftads afgevaardigde Raden, Hendrik Muilman, Cornelis Munter, en Franc van der Goes, op het óogenblik, ten allerfpoedigften, wierden te rug geroepen, en ter ftaatsvergaadering verklaard, dat hun Ed. Gr. Achtb. wej verre van de uitgebragte Remming vaii die heeren goed te keuren, in tegendeel' dezelve, als ftrydjg aan hunne bekende welmeening, uitdrukkelyk en ten volften afkeurden , en de ftem van Amfterdam; ten opzigte van de benoeming dier leeden i voegden by de fteden van Dordrecht, Haarlem, en de andere zeven fteden, welke daar mede hadden ingeftemd, doch in geenen deele by dé benoeming van dat grooté getal perfonen , door de Ridder, derfchap uitgebragt; uitdrukkelyk goed keurende het gedrag door de heeren peiifionarisfen van Berckel en Visfcher by dié géleegenheid ter ftaatsvergaadering gehouden ; benoemende voortaan , als afgevaar. digden , wegens deze ftad by hun Ed. Groot Mogende, alleen die twee penfionarisfen, of anderzinds, met en benevens dié beide heéren zodanige uit de Raden,"  historie-b eschryving» tf5l Waar in c!e burgery der ftad Jmüerdam een I7g^ genoegfaam vertrouwen ftelde, en welke *. behoorden tot de bekende minderheid; terwyl zy voorts aan zich behielden , om zodanige gepaste maatregelen te beraamen, tegens de heeren Muilman , Munter en van der Goes , als dezelven in tyd en wyl zouden oordeelen te behooren. Het verwekte by eenigen vry wat aanmerking , dat de onderteekenaaren van dit vcrzoekfchrift, waar-van het grootfte getal maar inwoonderen, en geene weezentlyke burgers der ftad waren, echter ovex-tuigd fcheenen, dat de Achtbaare Raad van Amfterdam zodanige leden ter ftaatsvergaadering behoorde te zenden, als waar in de ganfche burgery vertrouwen ftelde, # kunnende het ook met de goede orde in 't regeeringsbeftier niet overeenbrengen, dat zulks door de minderheid der vergaadering behoorde bepaald te zyn: De zodanige begreepen, dat het in de daad alleen het regt was van de wezendlyke burgers van Amfterdam, om eene dusdanige ftem egens hunne regenten te verheften, en XVII. deel. L - gee-  lóz VADBRLANDSCHS 1787 §eenen deele de wettige bevoegtheid van m de zulken als de meeste ondeiteekenaaren waren. Het verzoek wierd niet te min geboord; de Officieren, en eenige uit de onderteekenaaren , begaaven zich in de Juftitiekamer , waar in de Raadzaal ingaat, en maakten een half rond , toen de deuren van dit vertrek, tegens drie uuren geopend wierden, waar in zy den burgemeester Hooft ontvingen, en den uitflag der zaak vraagden; die hier op eene verzekering gaf ten gencegen van 'tvolk, 't geene meer omftandig wierd betuigd aan één der heeren Collonellen eh vier kapiteinen, daar' toe in de burgemeesters, kamer ontboden , met bygevoegde belofte, dat, zo fpoedig mogelyk , het gunstig befluit der Achtbaare Raad aan hun zoude worden ter hand gefield. De ondergeteekenden zeegepraalden dus, haaren wensch wierd vervuld, dé drie gemelde heeren wierden te rug geroepen , hun, gehouden gedrag ter ftaatsvergaadering af gekeurd, en de penfiönarisfen alleen daar gelaaten , tot dat burgeaieesteren en de Raad daar over nader. bad  Hl ST0RI E-BESCHR Y V I NG 163 hadden befchikt, met bevel oih inmiddels by hun Ed. Groot Mogende alle pooging 1?^7' aan te wenden, ten einde de zaaken wierden beftierd overeenkomstig het voorftel Van Dordrecht, Haarlem, en de daar mede vereenigd zynde verdere fteden. De Burgemeester Dedel was , na een lang tegenflreeven , niet dan zeer bezwaarlyk te overreeden tot de toeftemming van ditgenoomen befluit, en in dè daad , men kan niet ontkennen , dat de daar tegen indruifchende zwaarigheeden Veel kragt hadden , wanneer iemand niet Volkomen overtuigd was van dien aangenoomen ftaatsregel, dat de tegenwoordige hervorming moest voltooid, en alles foegeftaan behoorde te worden, wat' tot bevestiging van het geheele ftaatswerk noQdig was. Zy, die van de heilzaame kragt dezer ftaatsredenen overtuigd waren, betuigden , dat er inhet herftellen en verbeetereh van dit Gemeenebest wel eens geduld eh toe geevenheid behoorde gebruikt te worden, alzo '.er in de vervalleneregeeringsvergaaderingen veele wierden gevonden; L a dié  l6"4 VADERLANDSCHE I7g7 die uit onkunde, of door andere raenschlyke „ redenen, ter goeder trouw dwaalden, en 't verftand van de zodanigen niet zo fpoedig konde worden veranderd, maarzy begreepen teffens, dat in dit geval, by dezen tegenwoordigen tyd , zodanig een geduld en toegeevenheid volftrckt moest ophouden , doordien het voor hun, met zekerheid en fpreekende daaden , zichtbaar i was, dat eenige wederftreevers hun voordeel wisten te doen met die toegeevenheid en 't taay geduld, waar door , indien men niet ftoutmoedig doortaste, het geheele herftellingswerkagter uitzoudegaan, en eindelyk gansch verydelen. Deze toedragt van de zaak wierd dus geteekend als zodanig , dat men, na regt en reden, volkomen bevoegd, ja volftrekt verpligt was, tot redding van zyn Vaderland onverfaagt door te tasten. Volgens oen aart en de natuur der zaaken zelve, hoorde men allomme belyden, dat de burgerlyke vryheid,'s Landsbloei, eer, en waardigheid,onveranderlykevereisen ten waren voor het befïendig behoud van  ftlSTORIE-BESCHRYVlNO. 165 van den ftaat dezer vereenigde Nederlan-1787. den, en dat alle de privilegiën, de grondwet-'~ ten, regeerings inricbtingen,Staats en ftads wetten, daar toe werkende,aan geene de geringste verfchikkingen onderworpen fton* den, maar eene veilige en ontwyffelbaare zekerheid moesten geeven aan het ganfche ftaatswerk; doch het kwam 'er nu maar op aan , of het in de Republyk eenen grondregel behoorde te zyn, dat alles by de meerderheid van ftemmen diende beftooten te blyven, en alsdan eene onveranderlyke zekerheid te houden , tot dar een algemeen begeeren , op het onwrikbaare betoog der volftrekte noodzaaklykheid, daar van eene verandering eischte, en tegelyk den veiligen weg aantoonde; aangezien de bevinding van alle tyden heeft geleerd, hoe weinig moeite het kost een Land te bederven, en hoe veel oneindige moeite 'eraan vast is, om hetzelve te verbeeteren. Onder het afloopen van deze verrichtingen, wierd ter ftaatsvergaadering van Holland een brief van burgemeesteren en den Oud. Raad van Dordrecht inL 3 ge  X66 V A D E R L A N D S C H ? $787 §ec^encl> m,et eene benoeming van per- — , fonen tot Burgemeesteren , waar op gefield waren de heeren Math. Onderwater, Ocker Gevaarts, de Roo van Westmaas , met Bakküs, en daar uit gekooren. de heeren Onderwaater en van Westmaas, dan ten zei ven tyde wierd te gelyk aan hun Ed. Groot Mogende een brief overhandigd van de Goede heden van den Achten der Rad , houdende, dat die benoeming te onregte was ingericht door. het volgen van de zitting die gemelde heeren in den Oudraad hadden, alzo de hee. ren Gevaarts en de Roo van Westmaas„ elk met een. en - dertig Remmen , op de benoeming gebragt waren , en de heer Onderwater flegts met negentien; zodat, die goede lieden vertrouwden , dat zulks hi vloed zoude hebben by de verkiezing. Deze brief van de goedelieden van den, Achten wierd gefterkt door eene van zes en twintig gildens aldaar, ftrekkende ten, zei ven einde , met een bygevoegd verzoek , dat de heer Onderwater niet mout Worden verkoren, dewyl hy in dezen tyd, aan de burgery niet aangenaam was. Tot bee-  Jï ISTORIE'BESCHRÏVIKO. I67 beeter begrip van deze zaak, zeid® men, dat er , in den jaare 13 85, tusfchen de toenmaalige regeering van Dordrecht, en de Deekenen der gemeene neeringen, een overeenkomst was geflooten , waar by aan de vergaadering van agten was toe geftaan , twaalf flemmen uit te brengen (ot de verkiezing van den Burgemeester, aangezien ten dien tyde dé burgemeesteren gekozen wierden door de Agten en de oude afgegaane Raden, welke men Oud-Raaden noemde , hoewel naderhand die verkiezing was gelaaten alleen aan de agten , en aldaar verbleeven tot in den jaare 1540 , waar van in 1647 eene plegtige bevestiging was gemaakt, doch eindelyk door Willem den Derden zodanig gefchikt , dat 'er vier burgemeesteren te gelyk wierden aangefteld, die van drie maanden tot drie maanden, by beurtwisfeling, de voorzitting hadden, en waar van de eene door den Oud-Raad en achten wierd genoemd, en de overige door den Heere Stadhouder, uit een dubbeld getal, tot op het overlyden van zyne Hoogheid Willem denderden, toen de Oud-Raad en achten de geruste genieting van dat recht L 4 we des  1.63 VADERLANDSCHT5 ï7g7< weder bekwamen en behielden tot in, «—- J?47> het groote tydvak der verandering in de ftedelyke beftiering, in 't welke aan den Heere Erfftadhouder Willem den vierden de verkiezing van alle de vier Burgemeesteren was afgeftaan , waar van men nu , voor twee jaaren geleeden, in zo verre was te rug gekomen, dat de OudRaad het regt der verkiezing van één weder tot zich had gebragt, en eindelyk, in het laast afgeloopen jaar, onder de aandrang der Gilden, de benoeming van alle vier de burgemeesteren. - Het was een zeer natuurlyk gevolg van zaaKen, dat zyne Hoogheid zich daar tegen verzette , bcichouwende zulks als eene benaadeeling van zyne waardigheid, en aan Iloogstdenzelven wettig verleend recht,Maar Dordrechts volk fcheen niet wel te kunnen verdragen , dat zeven leden van den Oud-Raad, aan wien de ftads privilegiën ten vollen bekend ftonden, zich daar over aan de heeren ftaaten vervoegden, die vervolgens hadden kunnen goedvinden, het daar opgenoomen beftuit der > Oud Raad, tot herftel van 't vorige regt, op te fchortenj waar uit, als een natuur* Ijk  HISTORIE.BESCHRYVING. I dö lyk gevolg , was voortgevloeid, dat de goede lieden van agten , die alle jaren op ' \ nieuws in den eed wierden genoomen, en teffens daar by zwoeren, „ den Burgemeester te zullen helpen kiezen , ter bekwaamer tyd en naar ouder gewoonte", wilden zy thans niet meineedig zyn, dan zich ook by de heeren ftaaten moesten voegen , en vragen, toegelaaten te worden tot die verkiezing, of van die woorden in den eed ontflaagen te zyn. Hier door had de heer Onderwater geen ftem der agten gehad, en de heeren Gevaarts en de Roo, op de benoeming van den Oud-Raad, een en dertig; om welke reden de benoemden van de zes-en twintig gilden aan de heeren ftaaten hadden verklaard , dat de perfoon van Onderwater aan de gemeente niet aangenaam aoude zyn. Daar wierd dus, van alle zyden, en in alle oorden van de Republyk, door allerlei middelen en wegen getragt eene omwenteling in de openbaare zaaken te maaken, terwyl daar en tegen, op verfcheidene plaatfen in Holland, maatfchappyen wierL 5 den  170 VADERLANDSCHE 1787j van raadpleeging konden zyn, aangezien . de zaak reeds was afgedaan, door de benoeming van de leeden tot bet bewuste voorftel van Haarlem, waartoe, by een plegtig Raadsbelluit, de heeren afgevaardigden ter dagvaard vryheid was gelaaten , en vervolgens de daadelyke aanflelling*, by een wettig gcnoomen flaatsbefluit, was bekragtigd. De verzoekfchriften wierden niet te min geleezen, en in omvraage gebragt, en daar op vastgefteld, 't geene de onderteekenaaren eischten, met last van de te doene veranderingen tot de benoeming der Leden voor het voorgedraagen onderzoek van de invloed van 't volk, overeenkomstig met het begrip van Dordregt, Haarlem, en verdere fteden, fchoon de heeren Dedel, Beels, Straalman, E lias, F. Alewyn, Faas , Graafland , Muilman , d'Orville, van de Poll, Calkoen, van der Goes, en P. Elias, verklaarden, dat zy dit befluit voor onwettig hielden , zich tegens het zelve verzetten, als mede tegens de verhaafting waar door dat genoomen was, daarom wel uitdrukkelyk voorbehoudends  HïSTORIE-BESCHRYVING. Ï7? dé zodanige aanteekening, als zy by tyd en vvyle zouden te raade worden ~, terwyl de heeren Muilman , en van der Góes, behalven dien , aan zieh hielden , zulke i middelen van verdeediging te gebruiken, als zy , tot regtvaardiging van hun gedrag j zouden verflaan te behooren; waar tegen de regeerende burgemeester Hooft, en D. Hooft Gerritz. de Graaf, Boreel, van Leiden , Abbema Hovy* Bicker, van Lennep, van der Hoop Gysbertsz., .Temminck , van Weede, de Wit, en D. Hooft, hunne • tegenaantekening lieten doen. Hoe zeer men, óver het algemeen by de Amfterdamfche bürgery zeer verfchillende hoorde redekavelen, wegens de uitkomst en de gevolgen van deze zaakj echter nam de krygsraad daar veel genoegen in, en belloot, yverig géworden ónder de handhaaving van dat oud en -edel voörregt, als het hebben van eeneri vryen krygsraad, met allen moed in deze ■ nieuw begonnen zaak te zullen voortgaan \ .De Voornaamste leden van dezelvedeedeh weinige dagen daar na een addres-vervaarXVII. deel M dis  tjZ VADERLANDSCHÉ j7gj digen, waar by zy , als leden van den « !_ grooten krygsraad in Amfterdam, hoofdofficieren der burgery, zo voor zich zeiven als voor verre het grootfte gedeelte hunner fchutters, en op den allerfterkften aandrang van veele duizenden Van hunre medeburgers en ftadsgenooten , by het ■ ftadshuis vergaaderd , betuigden, zich in de allerhoogste noodzaaklykheid te bevinden, om aan de Vroedfchap te zeggen; „ Hoe zeer gevoelig zy getroffen waren, door het bezef van den akeligen toeftand* wnar in het lieve Vaderland, de onwaar deerbaare vryheid, de rust en veiligheid der ftad, benevens al wat hun lief endierbaar was, verkeerde; een tydftip, waar op zy een tastbaar gevaar gevoelden, dat het geheele werk van herftelling en Verbeetering der conftitutie, welks gewenschte vordering reeds aan elk braaf regent en welmeenenden burger de blydste vooruitzigten opleverde, dooreenen allergeweldigftcn fchok, eensklaps zoude om verre geftooten en vernietigd worden , indien - 'zulks niet tydig ,' door eene bedaarde , doch tevens kragtige werking van de  HISTORIE 'BËSCHR YVlifre I7Ó burgery verhoeden vóórgekomen wierd. * . Zy betuigden, dat zy zich wel gevleid __JL hadden met die gerustftelleade hoop , dat het magcig Amfterdam, door haaren uit. ïteekenden invloed en vermogen , op eene ïiartelykc wyze; 's Lands goede zaak dermaate zoude gehandhaafd hebben , dat 'eens eenmaal de waggelende vryheid op eenen vasten voet gegrondvest, en daardoor die allernadecligste onzekerheid en Ongerustheid, welke 'thans meer en meer toeneemt, onder de ingezetenen weggenomen, en de burgerlyke rust, en eendragt j bloei en welvaard herfteld en duurzaam be. waard zouden zyn geworden : Doch zo vuürig en welmeenend als deze verwagtingby hun was geweest, even fmartelyk Waren zy daar in te leur gefteld, aangezien zy, tot hunne grievende en billyke bekommering; wel verre van, in Amftels Achtbaaren Raad j 'een vast, volftandig, en duurzaam ftaatsbeginzel, plaats te zien hebben j integendeel Van tyd tot tyd, ja byna van dag tot dag, derzelver raadpleegingen en befluiten bevonden dermaaten te wankelen en draayen, dat 5 ten de achtbaarheid van die vergaadering daar M 2 dödr  180 VADJBRLANDSCHÏ 1787.door verkleind wierd, en tegelyk dat ge- wigt verloor, waar door het lieve Vader- land in deszelvs uitterfte nood meer dan »rmci^5 van eens gered was, enthans nog konde ge- Ètad^holpen worden. Weshalven zy, en [zo als zy verklaarden] met hun alle de duizenden, die thans befloten hadden de vryheid van 't Vaderland , en den welvaard van Amfterdam te verzekeren en te beveiligen, de oorzaak van de jammerlyke geftekheid van dien Achtbren Raad met alle deszelvs nadeelige uitwerkingen daar in geleegen vonden, dat 'er in dezelve eene verdeeltheid was, waar van de voorftanders zodanige begin, zelen vast hielden, als geheel inliepen tegen die heilzaame ftaatsgronden , wel ke eenige andere leden van den Raad waren toegedaan , en die , als meer bevorderlyk met de waare burgerlyke vryheid , overeenftemden met den vüurigen wensch en het waare verlangen van verre het grootfte gedeelte van de goede burgerye, en waar voor die burgery alle gevoelen van dankbaarheid aan  HISTORIE. BE5CH1YVINÖ. l8l aan die leeeden toedroeg. Deze twee overgeftelde werkingen in den Raad zou- !f_ den baarbiykeiyk de droevigfte uitwerking veroozaaken, zeiden de ondergetee. kenden, indien zy lieden en de goede burgers zulks niet wilden beletten, het mistrouwen, 't welk, doordevoortduurende onzekerheid over haare gewigtigfte belangen, reeds tot de grootfte maate wasopge. klommen, moeste dus voorzeker tot dat uitterfte komen, dat er de fchroomlykste toneelen onmisbaar zouden zyn te verwagten. Uit dien hoofde , en tot voorkoming van alle onheilen anders te dugten, wilden zy zich aan geen onverantwoordelyk verzuim fchuldig maaken, maar voldoen aan die volftrekte verpligting, van voor zich, voor de fchutters , en voor zo veel duizenden van hunne medeburgers en ftadgenooten, te vergen, en aan te dringen, dat die leden van den Raad, tegen wien het mistrouwen zich wel het meeste be. paalde, zich van toen af voortaan befchouw, den ontflagen van hunne posten, als leeden der Vroedfchap. Zy betuigden by dat addres, dat zy M 3 de  l$% V. ADE&LANDSCHK I7g7 de heeren Mr. F. Alewyn, Mr. W. G. Dedel . Salomonsz., Mr. J. Graafland Pietersz., Mr. M. A. Beels , Hendrik Muilman, Cornelis Munter , Mr. N. Calkoen, Frank van der Goes , en Mr. A. J. C. Lampfins , om de gemelde redenen, ten uitterften gevaarlyk hielden als Raaden , en derhalven dezelve van toen af verklaarden geene leden van de Vroedfchap , uit dien hoofde al verder aandringende , dat derzelver plaatzen , als door deze tusfchenkomst der burgerye. opengevallen, onverminderd de privilegiën, der ftad of het regt der Burgery in 't toekomende , door den achtbaaren Raad. ten allerfpoedigften, met zo veele braave. en by de burgery vertrouwde burgers, mogten worden vervuld , daar toe den, Achtbaaren Raad zeer ernstig verzoekende, terwyl zy van den anderen kant op, het plegtigfie verzekerden, dat zy vol vaardig waren, om niet alleen niet te dulden, dat aan die neegen heeren eenige hinderru's, overlast, veel min aan hunne perfonen eenig geweld gedaan wierd, zo als zy apede gerustelyk van alle hunne fchutters s mede-.  HISTORIEsBJESCHRYVING. 1B3 medeburgers en fladsgenooten verwagten, g maar integendeel dezelve ten allen tyde, _____ als mannen van eer kragtdaadig te beveiligen en befchermen, in die billyke verwagting, dat de geheele natie, zo wel als die heeren Raden zelvs, dezen ftap der burgery zouden aanmerken , als eene pligtmaatige en noodzaaklyke daad van zelfbehoud, ter voorkoming van 's Lands gewisfen val , en ter nog tydige bewaaring van de gevaarlopende rust, order , en veiligheid , in deze magtige Stad. Dit addres begeerden zy, dat woordelyk jn de notulen van den achtbaaren Raad wierd ingevoegd, op dat nu en altoos by de nakomelingfchap mogte blyken, hoe deze heeren, door eene bedaarde enplegtige tusfchenkomst der burgery, op eene voorbeeldige wyze , waren verpligt geworden , hunne posten te verlaaten, en dat van die verrichting aan de ondergetee. kenden zittens vcrgaadering, behoorlyke kennis mogte worden gegeeven , ten einde zy , voor hunne fchutters , mede. burgers , en ftadgenooten, vervuld van M 4 ge-  184 VADERLANDSCHB genoegen, en dankbaarheid , naar hunne woningen konden te rug keeren. De burger - compagniën waren > tot dit doelwit, alvorens in de wyken byeengeroepen , en men zeide , dat verre de meerderheid daar in had toegeftemd, zo dat deze daad eene ooripronglyke verrichting der burgery zelve genoemd wierd, en gevolgelyk conftitutioneei ; Men beweerde dat het de pligt was van de krygsraad, als krygshoofden der wyken, zich sodanig te gedraagen , en voortaan' al het vereischte, met de volks-gemagtigdeni te verrichten. Dit addres was , by het fcheiden derVroedfchapsvergaadering , door eenige perfonen aan den burgemeester Hooft overhandigd, en dus wel niet op de ge. woone wettige wyze ter kennisfe van den Raad gebragt, maar de meerderheid had kunnen goedvinden, na gedaane omvraage, het zelve te leezen, en daar op te befluiten, om heeren burgemeesteren te verzoeken, van aan de overhandigers te zeggen , „ Bat het zelve niet konde ftrekken bet ken onderwerp van raadpleeging voor. Vroed*.  H ISTORIE-BESCHR YVING. l8 3 C H K ï7g7 byzonder de Rotterdamfche burgery, die reeds lang had getwist over het gedrag der meerderheid van haare regeering, waar in het grootfte gedeelte der inwoonderen wel fcheen genoegen te neemen, doch geenzinds de gewaapende fchuttery. De heeren van de Weth deeden aldaar, pp den 23 van Grasmaand, des morgens voor agtuuren, de ganfche fchuttery in de wapenen Afzetten komen , wanneer, twee uuren daar na, der Kaden te 3 Rotterdam. eenige leeden uit de krygsraad, en verdere volks - benoemden, geleid door een aantal wagtvrye perfonen, allen in 't zwart gekleed , op het ftadshuis verfcheenen * en, na bekomen vryheid, in de Vroedfchapskamer kwamen , alwaar de Advocaat Kreet een gefchrift voorlas , behelzende , dat de burgery de Raden van der Hoeven, Collot d'Escury, van Teylingen , van Hogendorp, van Staveren, en van Bafel, van hunne plaatfen verklaarde vervallen; 't geene, op 't eerste gehoor, vry veel beweeging maakte, zo, dat aan die afgevaardigden en aan den Advocaat Kreet, verzogt wierd, zich uit de Raadkamer te verwyderen, ten einde daar over te kun-  KISTORIE-BESC HRX VING., 1%7- kunnen raadpleegen; doqb dit wierd afge- - flaagen , of de afgezette leden moesten 1 zich mede uit het vertrek verwyderen; Na weinig tegenfpreeken wierd de zaak door één-en-twintig tegenwoordig zynde. Raden, waar onder de fïemmen der zeven afgezette leden niet konden gercckcnd worden , beoordeeld, en met agt tegen zes ftemmen beflooten , om de plaatfen der afgezetten daadelyk weder te vervullen , daar toe voordragende de heeren J. VV\ Ram, heer van Ameide en Herlaar, J. D. Huichelbos^van Liender , M. Ms, de Monchy, W. A C. Top, Ellinkhuylen, A. vanBeefting, enD. J.Erberveld, die ook onmiddelyk aangefteld, en in den eed genoomen wierden, waar na deze vooraf wel befchikte 'regeling , volgens de bekende grondleere der algemeene welvaard, een einde nam, zonder eenige oproerige beweeging afliep,en de gewaapende fchuttery te half zes uuren des avonds. j;eeds was afgedankt. Het Hof van Frankryk vond in deze verrichtingen der burgery van Amfterdam en Rotterdam zo veel belang , dat deszelfs  ï88 VADERLANDSCHE zelfs gezant in 's Hage, de Marquis de ______ Verac, op het oogenblik van die gebcur- tenisfen , t'elkens een Courier naar Verfailles afvaardigde ; Er wierd in deze verandering zeer veel belang gefield, en te meer, om dat men vreesde, dat dellid. derfchap, met de haar volgende fleden, zich zoude verhaasten, alvorens het bericht op de bewuste voordragt van Haarlem was ingekomen , in de ftaatsvergaadering voor te flellen , van aan zyne Doorlugtigfle Hoogheid den Erffladhouder het bevel over 't krygsvolk in 's Hage te rug te geeven , en de opfchorting van het kapitein generaalfchap op te heffen, tegens welke verrichting de heeren afgevaardigden van Amfterdam gelastigd waren zich met alle kragt te verzetten, en, indien niet tegenftaande dies daar te-, gen beflooten wierd, als dan daar by te voegen, dat die ftad zich met alle magt, die de voorzienigheid'-haar had verleend, daar tegen zoude aankanten, en dewyl zodanig befluit de rampfpoediglle gevolgen moeste hebben, zo hoopten zy, dat dit voorbeeld van Amfterdam door de meer-*  HISTÓR.1E-BESCHK.YVING. igj) meerderheid der ftaatsleden ten fterkften mogte- worden gevolgd. 178?* Het konde niet anders zyn, of deze be* "* denking moest nauw aan 't harte leggen van de tegenwoordige leden der regeering in Amfterdam en Rotterdam, aangezien men wel wist , dat de afgezette Raden zeer veele vrienden hadden, en de ftem der burgery, volgens de onderteekening voor de gemagtigden, na de volkrykheid dier fteden, zeer zwak was; behalvendat uit eene meenigte verzoekfehriften , van rondfomme in Holland ter ftaatsvergaadering gebragt, genoegzaaam gebleek, hoe zeer de natie over 't algemeen zulks bedoelde : Zo dat de gemagtigden uit de Sociëteit en der burgery van Schiedam een addres aan de Vroedfchap aldaar inleeverde , met verzoek, dat hun Ed. Groot Achtbaarheeden derzelver afgevaardigden na de Vergaadering van Holland geliefden te gelasten , wanneer de Ridderfchap, en diergelyken, [zo als zy fchreven] het verrichte van de brave burgery van Amfterdam , Rotterdam, en andere fteden, die dat gehouden gedrag navolgden, voor op.  I90 VADERLAKDSCak ^« oproerig mogten verklaareri, ziilks niet alleen tegen te fprefeken, maar die daadeh der burgery te fterken en goed te keuren ; 't geene met de gedagten van de meerderheid der Schiedamfche Vroedfchap1 zö wel overeenftemde , dat hetzelvé met alle geneegenheid gunstig wierd beloofd. Ondertusfchen verfcheenen drie van de afgezette Raaden uit Rotterdam in de hooge ftaatsvergaadering, aangezien hunne geloofsbrieven tot aan het einde van den loopenden, Maand April ftrekteni terwyl teffens aldaar de nieuwe geloofsbrieven, door die ftad verleend , wierden geleefen; waar uit gevolgelyk zeer heevige gefchillen ontftonden , i welke met een befluit door dé Ridderfchap wierd afgedaan, doch door aandrang van den heer Raad - penfiönaris, by opneeming van de meerderheid van één ftem , als eene ftedelyke zaak wierd verklaard , met erkenning der nieuwe afgevaardigden. In Gouda , alwaar de regeering het gansch niet eens was over de wettigheid of onwettigheid der thans plaatsvindende Mr-  feisf ÖRÏE-BfcSCHRYVlJÏC. icjr Magiftraats beflelling in Rotterdam, waar , g Van de bepaaling in de hooge ftaatsver- l _1 gaadering door de ftem'van deze ftad moest worden gereegeld, vond de burgery góed, zich in de wapenen tebegeeven, de poorten te doen fluiten, en de Vroedfchap te 'Verpligten , om zich te voegen flWraerft weibedunken van Haarlem, Dordrecht en Amfterdam. Inmiddels hadden Burgemeesteren vari Rotterdam kennis gegeeven aan hun Ed. Gr. Mog. van het voorgevallene by het afzetten der oude , en aanCtellen van de nieuwe Raden, we-ike brief vergezeld was van dier'elyk eene, door de Veertien Raden der ftad geteekehd, met bygevoegde verzekering , hoe dat verre het grootfte gedeelte van de' burgery die daaden afkeurde, en dat Zy lïeerèn geen deel hadden in de benoeming der nieuwe afgevaardigden naa de ftaatsvergaadering , waaromme zy dus ook Vertrouwden, dat hun Ed. Groot Mogende die leden niet zouden erkennen , en hun nader regtmaatig betoog nader ter vergaadering wilden ffl. Aagten , tot welker aandrang te gelyk een  I92 VADÈRLANDSCHB , een verzoekfchrifc van gemagtigden uit dé u burgers ter tafel vari die vergaadering wierd ingediend, De Ridderfchap begreep uit dat alles, dat de oude wettig verleende geloofsbrieven niet konden worden vernietigd door de nieuwe, voortgekomen uit verrichtingen van geweld; waar tegens de heeren penfionarisfen van Haarlem en Dordrecht eenftemming betoogden, dat die daad der burgers voor geen het minste geweld konde worden gehouden, aangezien zy flegts zich by de Vroedfchap had vertoond, en aldaar verklaard, dat eenige leden van de regeering niet meer hun vertrouwen hadden, en dus hunne plaatfen niet langer konden houden, achtende het voor eene befliste zaak , dat de Vroedfchappen niets anders dan vertegenwoordigers waren, wier ontvangen last door de burgery naar welbectunken konde ingetrokken worden; zulks te doen was geen geweld; de heeren, ftaaten konden of mogten zich daar mede niet bemoeijen* als zynde eene huishoudelyke beftiering ; De afgevaardigden Van Delft, Gorkum* den Bnel, Hoorn § Enk»  HXSTÖRIÉ-BESCH'KYVING. ioj' Ehkhuizen, Edarii, en Medehblik, waren alle voor 't gevoelen der meerderheid Van *? Rotterdam, op die grond, dat de nieuwe geloofsbrieven verleend waren door 'een 'düwettige Vroedfchap. De afgevaardigden van beider zyden hielden aan op het regt van te mogen Hemmen, de heer Hoogftraateri wilde j dat de öude leeden aan hem den plaats zouden ruimen , die de heer van Teilingen vermeende met alle grond te moeten blyven bezitten, te meer, om dat zulks de begeerte Was van het grootfte gedeelte der burgery, waar van men de Vroedfchappen als vertegenwoordigers befchouwdei, de eenige reden waar op het geadvifeerde van Dord, Haarlem, Leiden, en dér verdere fteden beruste ; van Teilingen beweerde dus-, dat, door het: verrichte van de weinige gewaapenden by de Vroedfchap , het hoogfté geweld was gepleegd tegens de begeerte van verre het meeste getal der burgeren. De heeren afgevaardigden van Enkhuifenfcheenen zich wél te willen fchikken naar het gevoelen van Haarlem èn Dord, doch' waren gelastigd, de gedachten der meer-  194 VADERLANDSCHE Jk,g7 derheid van Rotterdam te moeten volgen; — de zaak was voor de tegenswoordige om- llandigheeden vari te veel belang, dat dezelve niet naar 't ontworpen plan wierd beflist ; gelukkig dat Gouda daar toe de weg konde openen, wanneer die ftads -gemagtigden zich niet by de gevoelens van Delft en Rotterdam voegden, maar zonder ook regtsfireeks tegens den ontvangen order aan te gaan, aanhielden, om de zaak over te neemen ; uit hoofde dat hunne Vroedfchap thans over dat onderwerp raadpleegde. By zodanig een toedragt van verfcbillende gedachten , fcheen de goede ftaatkunde te vorderen , dat de heer Raadpenfionaris van Holland , buiten eenige bedenking voor de redenen van die zich daar tegen verzetten, de zaak ten uitvoer deed brengen, en het befluit by de meerderheid van één ftem bepaalde, om de nieuwe afgevaardigden van Rotterdam te erkennen. Alle verdere tegenkantingen waren vruchteloos ; door dit bepaalde vast te houden, was het bedoelde einde bereikt; de vooiftellen van de zaak over te nee- men,  HSSTO-UE-BESCHRYVING. IQ* men, mogten geen plaats vinden, Haar-1787. iera oordeelde het voor veel te gevaarlyk '•een geloofsbrief te maaken tot een onderwerp van o.verneeming, fchoon het goedkeuren der nieuwe gezondene leden de .ganfche zaak befliste. Wat daar ook van -zyn mogt, Amfterdam en Leiden vonden de aandrang van Haarlem zo wel gegrond^ dat zy over dat ftuk geene verdere raadpleeging wilden dulden. De zaak was derhalven afgedaan, de oude afgevaardigden, de vertegenwoordigers der meerderheid van de Rotterdamfche burgers ,moesteu zwygen, en de nieuwe leden der Vroedfchap, door de minderheid des .volks benoemd , betuigden in de ftaatsvergaadering, dat de Raad van Rotterdam geene .raadpleeging zoude dulden over de door haar verleende geloofsbrief, als zynde eene ftedelyke befchikking. Veelen begreepen, dat dit gehouden gp« drag met groote ftrydigheeden had te worftelen , doch de zodanige fcheenen niet genoegzaam verlicht van het geoorloofde :uit noodzaaklykheid tot bevordering der algemeene grondwettige herftelling.  I96 VADERLAND8CHB . n Ondertusfchen was men bier en daar nng gansch met gerust, over t gebeurde by de raadpleeging van hun Ed. Groot Mogende, ter benoeming van de leeden die de invloed des volks by de aanflellinge der regenten zouden bepaalen, Weshalven de regeerende burgemeesteren van Haarlem aan de heeren Vroedfchappen aldaar voorHelden , dat zy het oog hadden gevestigd op die voordragt wegens haare Stad, den v orftci laasten dag van den eerften maand in dit vanüurse- iaar gedaan, en daar mede hadden ver- tneeftcien aan J ' o » fchapwHaar- geleeken, het by die geleegenheidgebeurkm- de in de hooge ftaatsvergaadering, byzonder ten aanzien van het daar op gevolgde ter aanflelling van zulk een groot getal benoemden , door welker gevolgen die ganfche pooging zoude verydeld worden, 't geen hun Ed. Gr. Achtb. zo veel aandoening had verwekt, dat zy vermeenden verpligt te zyn, op die befchikkingen bedagt te moeten weezen, die het meeste overeenflemden met het heilzaame van dat oogmerk , volgens 't begrip der Vroedfchap van Haarlem , waar mede dat van de natie volkomen inflemde. Tot  H I S TORIE-BESCHRYVING. ï$7 Tot dat einde begreepen Burgemeesteren», 7 gwas niets gefchikter, dan om eene gehee- _______ le verandering in die bepaalde ftaatsbenoeming te maaken, waar van zy echter het vereischte gevolg met geene genoegzaame zekerheid konden te gemoet zien, althans niet zo fpogdig als zy vermeenden dat de toefland van 't Land en 't belang des volks vorderde, aangezien de uitflag van de daar toe aan te wendene poogingen te onzeker zoude zyn, door de geest van tegenkanting, die zo zichtbaar by verfcheidene fiaatsleeden doorblonk,- Wesh'alven zy, om die redenen , en teffens om niet af. hanglyk te zyn van de tegenkantingen van anderen, zich in het byzonder bepaalden, tot eene overweeging, of, en'in hoeverre, door een huishoudelyk fteedèlyk onderzoek en bcfchikking aan 't voor■ naamfte oogmerk van 't meergemelde voorfield voldaan konde worden ? waar toe hun deze volgende aanmerkingen waren voorgekomen. Vooreerst, „ Dat offchoon dealgemeeUe vertegenwoordiging van 't geheele volk, N 3 zyn-  io§ vaöerlandschè j^g7 [zynde het eerste gedeelte van 't ondefzoek, by dat voordel gedaan] eigentlyk een onderwerp opleeverdé die haare voornaamste vereffening uit een ftaatsbefluit behoorde te ontvangen , het nogthans zo niet geleegen was met de be. paaling, raakende den noodzaaklyken in\doed van 't volk, voor zo verre als dié van plaatflyke inrichtingen moest afhangen. Ten tweeden, „ Dat gelyk het voorgedraagene door Haarlem, metbetrekking tot 's volks invloed, niet had bedoeld, bm dien invloed in alle zyne deelcn te omfchryven , maar alleen om eenige alge. meene gronden daaromtrent, door eene ftaats-refolutie, te bepaalen, hetbaarblyklyk oogmerk dus alleen was geweest, om de verdere raadpleegingen op ditff.uk-in de onderfcheidene deelen van de provincie, te gemoet te komen, en de vatte regelen die bepaald zouden moeten worden, daar van tot een grondflag te doen dienen, zonder eenigzinds te bevatten de middelen £il kleinigheden, welken; in overeenkomst  HISTORIE-BES CHRYVIKGi IQQ komst van dien , zouden moeten worden j^g-. bepaald. m Tenderden, „ Dat mitsdien , wanneer al eens dat gemelde onderzoek naar behooren, en volgens het waare oogmerk, zoude zyn ingericht, evenwel als dan , na het afloopen van dien , volftrekt nodig zoude zyn geweest, eene nadere raadpleeging te houden in elke ftad of plaats, ten einde , uit eene vcrgelyking van de bepaalde algemeene gronden metde plaatfelyke gefteltheid aldaar, mitsgaaders met de aldaar plaatshebbende voorregten , nader te bepaalen, tot welke byzondeiheden de volks invloed aldaar zoude moeten worden gebragt. Ten vierden, „ Dat alhoewel tot bereiking van het heilzaam oogmerk, omftaatsgewyze vooraf algemeene gronden vastgeftcld te krygen , zich thans vooreerst niet veel hoop opdeed, dit egter de werkzaamheid van zulke regenten niet behoefde op te fchorten, die ongeveinsd gencegen waren om aan 's volks billyk verlangen in dezen te voldoen ; als N 4 zyn-  2,00 ÏADULASD5C3. 17g7> zynde voor zodanige regenten , uit aan.. «——_ merking van derzelver evengemelde geneegenheid, de voorafgaande bepaaling van algemeene gronden minder noodzaaklyk om bun tot een rigtfnoer te dienen voor de nadere ftedelyke raadpleegingen , als welken in de byzondere plaatfen zeer wel, zonder dat, aangevangen en ten einde gebragt konden worden . Deze bedenklykheeden, zodanig als die. in baaren waaren aart mogten zyn, werkten zo zeer op bet harte van hun Ed. Gr. Achtb., dat zy dezelve aan de leden van de Vroedfchap niet wilden onthouden, te. minder, daar zy zich verzekerd hielden, van derzelver volkomen verlangen en bereidwilligheid , om, in weerwil der poogingen van de andere ftaatsleden tot veryueling van 't goed gevolg der Haarlemfche voordragt, alles aan te wenden , ten einde de uitwerking daar van zo veel mogelyk, was het niet voor de ingezetenen van de geheele provincie, dan ten mins. ten voor de goede burgers en ingezete. nen.  HISTORIE-BESGHRTVING. 201 rien dier ftad, te bezorgen, om dus, door de yvorige behartiging van derzelver be- I?*y' langen den wederkeerigen invloed te doen gevoelen van die eensgezindheid welke aldaar zo gelukkig plaats greep, en waar. op zich nauwlyks eene Stad gclykelyk konde beroemen. Weshalven zy heeren burgemeesteren, voor al in een tydftip van zo veel onzekerheid althans plaatshad, denuitflagder. bepaalde ftaatsbenoeming op het geheele tweede lid van 't.Haarlemfche voorftel, mitsgaders van de pogingen die daaromtrent, door het volk, zo wel als door de ftaatsleden , nog zouden mogen worden aangewend , inmiddels ter zyden ftellcnde, op grond van de vorengemelde aan■ merkingen hadden gemeend , het onderwerp, ,, van den wettigen noodzaaklyken invloed van Haarlems burgeren en ingezetenen op hunne vertegenwoordigers, aan de aandagt van die ftads Vroedfchap te moeten aanbevelen, als een onderwerp, dat, door eene geregelde ftedelyke bepaaling, zyne voornaamftc en voor de ftad voldoende /zekerheid konde.ontvangen;. N 5 En  202 VADERLANDSCHE En dat zy ,mi tsdicn moesten voorftellen, of niet hun Sd. Achtbaare konden, goedvinden uit de Vroedfchap en de ministers van Haarlem eenige weinige leeden te benoemen, om te onderzoeken en na te gaan,waar in de wettige en nooBzaaklyke volks-in vloed, welke, uit aanmerking van de vastgeftclde regeerings-form by vertegenwoordiging, volgens de gcfteltheid van Haarlem, ook aldaar behoorde plaats te hebben, moest beflaan; en hoedaanige bepaalingen op dat ftuk, zo tot vermyding van alle onzekerheid en fchadelykc verwarring, als tot duurzaame bevestiging van het noodzaaklyke vertrouwen tusfchen de regeering en de ingezetenen van Haarlem, zouden dienen gemaakt te worden ;■ ten einde, naar het bericht daar op te hebben ontvangen, • als dan daaromtrent by de Vroedfchap te befluiten, zo als dezelve verftond te behooren. Niemand twyffclde, of de meerderheid der Raad zoude in dat voorgedragene genoegen neemen , 't geen de uitkomst ook bevestigde; Hun Ed. Achtb. keurden de bygebragte gronden ten vollen voor goed,  HISTORIE -BESCHRYVING. 2Ö3 goed en deedcn het voorftel der heeren Bur- g gerneesteren in een ftads - beüuit verande- ■ ren, met bepaaling, van, in de eerstvolgende Vröedfchaps-vergaadering, eenige leeden te benoemen, om overeenkomstig dezelve te handelen. De leerftellingen der beminnaaren vart het Vaderland hield men eenflemming voor de zodanige, waar aan een yder weldenkende bereidwillig het zegel hegte, namenfÜyk dat het geheel ongeoorloofd was, in Nederlands ftaatsbeftier het ftadhouderfchap te vernietigen, of de erflykheid van die waardigheeden aan het Huis vanOranje te betwisten, en als 't waare tot niets beteekenende naamen te maaken; Men beweerde , flcgts eenige verbeeteringen te willen invoeren inde ftadhouderlyke waardigheid , op dat dezelve, altyd en in alle gevallen , voor Land en volk heilzaam konde zyn en blyven, en hield het daar voor, dat heerschzugtige regenten zich daar tegenkanten, en by zyne Hoogheid het tcgenftrydige oogmerk beweerden, Jfl manieren, dat de Vorst daar meer vcr- trou-  204 VADERLANDSCHB trouwen op ftelde , dan op de gemelde regtmaatige betuigingen. Wat ook van de waarheid der zaak zyn mogt, het gemeen wierd in Holland, langs alle mogelyke wegen, tegen den Stadhouder verbitterd, waar toe mede itrekte de beruchte Nota, die de Heer de Rayneval aan den Pruisfifehen gezant in 'sHage, de Baron van Thulemcyer, deed toekomen, waar by dien Heer betuigde , dat hem het antwoord, door zyne Hoogheid de Prins van Oranje gegeeven, zeer onbegrypelyk voorkwam , alzo men in de gewigtigfte zaaken geen lust betoonende om tot eenige fchikking te komen , en zich fteeds tragte te hoeden voor het haa. telyk verwyt van eene afbreeking der onderhandeling. Men behoorde , zcide hy, teNymegenaan'tHof, in aanmerking te neemen, dat twee groote Mogendhceden tusfehen beiden gekomen waren, om het noodzaaklyk vergelyk te bewerken, en dat men daar aan eenige achting fchul. dig was; want hy betuigde niet van zich te kunnen verkrygen, dat de Stadhouder zyne hoop gronde op eene omwenteling, als  HISTORIE 'BÊSCHRYVINCf 20$ als durvende niet vcronderftellen , dat _, 17*7. troogstdezelve liever zyn Vaderland wilde bloot laaten aan de yslykbeden van eenen Burgerkryg, dan afitaan van eenige weinig beteekenende voorregten, die argwaan verwekten. En op deze aannecming vroeg dien Minister, weike of derhalven de beweegredenen van zyne tegenkanting mogten zyn ? Zich zeiven vergenoegende meteen daar op verleend antwoord, dat het voorzeker moest befhan in onbedagtzaams raadgeevingen van Menfchen, die hun eigen belang boven dat van den Vorst, en bovert de rust van hun Vaderland fielden, van welk eene zelfszoekenheid hy het werktuig niet behoorde te blyven. Voorts merkte de Heer de Rayneval aan op de Brief van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwc dePrincesfe, "hoezydaar by had gelieven aan te haaien , datdeStadhouder niet fchuldig zynde, ook geene vergiffenis behoefde te vragen by de provincie van Holland"; Eene aanmerking, naar zyn gedagten zeer ongegrond, nademaal hy, in geenen zyner Brieven, dert gcringften flap, zelvs niet van ter zyden, met  2c6 V ADEK.LANDSCHB -.-^mct opziet tot de Staaten van Hólland, den Prins had voorgeflagen; daar wasalleen maar gewag gemaakt vaneenen Vaderlandfchen flap by die van Utrecht, Gelderland en Overysfel, welken by befchouwde, als •ftrekkende zeer tot Eer van den Stadhouder. By aldien die bedenkingen vrugtc-loos waaren , indien de Prins onverzettelyk beflooten had, by zyne weigering te volharden , dan, begreep de Rayneval, was men verpligt de zaaken aan haar. eigen beloop over te laaten, en wanneer de uit- . komst alsdan tegen Hoogstdenzelven wss^ zo dagt hem, dat de Stadhouder zich niet zoude kunnen troosten , daar aanleiding toe gegeeven te hebben, maar dat Hoogs t,dezclve het zich eeuwig zcude moeten verwytten, dat hy niet had gevolgd het voorbeeld dier groote Vorsten, die de gewigtigfte opofferingen uit liefje voor den Vreede hadden gedaan. De invloed van den Stadhouder, zeide deze Franfche Mi. nistcr , hangt niet af van een voorregt meer of minder, maar alleen van zyn gedrag, en van zyne deugden; welke waarheid  HISTORIE-BESCHRYVTNC. 207 hcid door veele voorbeelden .bevestigd 0 b 17 of. was. , Indien men, ondanks den beflisfenden Brief van Mevrouw de Prinfesfe, denoodzaaklykheid, of ten minsten de betaamlykheid eener-verzoening begreep, dan verzogt •hy een grond te mogen hebben om mede te werken, en by aldien men hem een aan de hand gaf, beloofde hy het zyne te zullen toebrengen, om 'er in te flagen, fchoon daar in alsdan geen tyd behoorde te'worden verzuimd, aangezien hy, zyne onderhandelingen met den Heer Grave van Goertz voor afgebrooken hield , en dus zyne terugroeping had gevraagd, dien hy ontwyffelbaar binnen weinige dagen zoude ontvangen. Ondertusfchen wierd het gedrag, en voorgeven, van den Heer de Rayneval, alömme gansch niet uit het zelve daglicht befchouwd; in Gelderland, Friesland en Zeeland, dagt men niet zeer gunstig over deze pogingen, maar hield ze vooraanleidinge tot die grondflagen, daar de invloed der Franfche heerfchappy zich op wilde vestigen , om dit Gemeenebest te onaf- fcheici.  20§ VADERLAND'SCHË fcheidbaarder aan dat Ryk te verbinden. I( ü?' De openbaare geftcltheid van zaaken wierd in de daad' angstvallig; D'e Burgery van Amfterdam begon verdrietig te worden j dat de Vroedfchap 'geene vergaadering bepaalde , om nieuwe Raaden te verkiezen én in den Ééd te neemen, het geerie men hield voor debekragtiging van al het vorige verrichte, waar tegen veele anderSgezih Jen zich ten fterkften verzetten, dóór op verfcheidene plaatfen inde Stad verzoekfchriften ter tcekcning te leggen , waar bymen aandrong, om denStadhouderteherftelleri in de rechten, die in 1766 aan Hoógstdenzelven waren verleend, en de tegenwoordige Regeering goed te keuren ; een van deze gefchriften door ruim negen honderd ondergeteekend, wierd op den derden May by de Vroedfchap ingeleeverd, doch teffens weder te rug ontvangen, alzo het zelve bevorens in Burgemeesters - kamer moeste gebragt worden , en de Raad zich, behalven dien, bepaald had, om geduurende dien dag niets anders te verrichten, dan nieuwe Leden tot de Vroedfchap te benoemen , welke luisterryke betrachting * ook  __I5T0RIE-BESCHRYVINCÏ. 209 bok op het plegtigfte wierd völbragt: De . befchermers van de Stad, de benoemden 1787; uit de Krygsraad en gemagtigden des Volks, naamen maatregelen, zo als zy voor de bevordering der goede zaak meest dienstig oordeelden; Zy deeden vier Compagniën gewaapende Burgers afvaardigen , twee voor$ eh twee op het Stadhuis ; tegens elf uuren des voordemiddags gingen driei Collonellen, twee Kapiteins, met nog eenige Officieren, gevolgd van vyftien gemagtigden des Volks, naar Burgemeesters kamer, alwaar de Heer Burgemeester Hooft alleen was, en leverden aldaar een gefchrift^ waar by zy begeerden, zo het mogelyk was, op dien dag, en anders op de eerstvolgende Maandag, de openflaande Raadplaatfen te vervullen met zodanige Heereri welke het vertrouwen der Burgery haddenj en waar toe zy een gros overhandigden; De Heeren Burgemeesters Clifford en Beels waren ziek j en de Heer Dedel verpligt by de voorftelling van een misdaadigef die ter dood zoude worden gebragt, tegenswoordig te zyrt 4 zo dat de Heer Hooft zich by deze geleegenheid alleen in Burge&VfJ. öeeL; O iöèeï*  iro VADERLAMD3CHE j7S7-meesters kamer bevond, alwaarditplegtig *_ gezandfchap wierd Ontvangen , gevolgd van hunne Bode, die de Aflens der iVtgeeving droeg. Op deze manier overhandigden zy het gros der vyf en • twintig benoemden, om daar uit ^ of uit eenige anderen door de Raad de aanflelling te doen. De Heer Hooft ontving de afgevaardigden met veel geneegenheid, die zich vervolgens in een half, rond voor de Raadkamer plaatsten, om op te letten Wie zich derwaards wilden begeeven , aangezien zy vernomen hadden, dat de Burgemeester Dedel had kunnen goedvinden, het aan de ncegenafgezette heeren, tegen de uitdrukkelyke wil der Burgery, te doen aanzeggen, hoewel zy de voorzigtigheid hadden , van niet in de vergaedering te verfchynen, alwaar niemand kwam, dan de heeren Hooft, Straalman, D. Hooft Gerritz. G. de Graaf, VV. Boreel, W, Backer, A. P. van Leyden, B. A. Abbema, L. Hovy, J. B. Bicker, C. van Lennep,< M. Temminck, H. AI. van Weede, J. de Witt, D. Hooft, enR. L. Bouwens. De vergaedering duurde tot vier uuren des na- demid*.  HISTORlE-EESCHRYVIXG. 211 demiddags, wanneer de heer Hooft aan dé - ^_ afgevaardigden te kennen gaf, dat zy in Burgemeestcrs kamer moesten komen, orri aldaar het befluit van den Raad teho'oren^ waar by bepaald was, dat aan de begeerte der Burgery 'zoude worden voldaan,' dat des Maandags de Vroedfchap belegd} de neegen nieuwe heeren verkoozen, eri in den Eed genomen zouden worden: Waarna de Burgemeester, de Raaden, cn de benoemden desvolks, onder de gcwoone eerbcwyzing der gewapende Burgery, het Stadshuis afgingen , zonder dat 'er op deze dag eenige oproerigheid onder 't volk bemerkt wierd.' Alles was in den vroegen morgenflond, op den zevenden May, in beweeging,' de Burger-Sociëteiten warén als opgeflopé met menfchen, verfcheidene gewaapende Burger-Compagniën kwamen onder de wapenen/ die van de Collonellen Hogen dorp en Meintz, bezetten de Zaal van het Stadshuis; terwyl' dè Manfchap'onder bevel van Wisfelius, de Wilde, Muller, Kuik van Mier op, van Heinige, Sibmacher en Ogél.  £12 VADERLANDSCHE 1787. wlSfc net Stadshuis en den Dam in bewaa- .4-ing namen, onder het geftadig muziek en met vliegende Vaandelen. Veertien Leden der Vroedfchap vergaederden te negen uuren des voordemiddags, benevens den Secretaris Huyghens, wanneer een half uur daarna, eenige afgevaardigde Grenadiers, de Leden van de Krygsraad en de gematigden uit de Vaderlandfche Sociëteit afhaalden, naar het Stadshuis leiden , en tusfchen de twee Compagniën door in de Burgemeesters.kamer bragten, alwaar de Raad inmiddels beezig was, de heeren J. P. Farret, Nicoïaas Afchenberg, P. C. Nobel , Mr. J. A. de Roth , J. P. du Quesne, J. Goll van Frankeftein , Balt. Ortt, Mr. Leonard Rutgers, enMr.Hen. drik Weevering, als mede Vroedfchappen te verkiezen, in de plaats van de neegen afgezette Leden. De Bodens wierden te tien uuren naardehuifen der nieuws verkorenen gezonden, met verzoek, dat zy zich op 't Stadshuis in den Raadzaal mogten begeeven, om aldaar beëedigdte worden, 't geen alles binnen één uur tyd was verricht, 20 dat te elf uuren de vergaedering reeds fchei-  HISTO RÏE-BESCHRYVING. 213 fcheide, en gezamentlyk langs de Zaal van _ 't Stadshuis, tusfchen de twee gefchaarde * *,, Compagniën door, gevolgd van de Kapiteinen en volks-gemagtigden, Luitenants en Vaandrigen, tot op de kleine fteemjcs gingen, ten einde, van voor het hoofd der gewaapende Burgers , onder trom , fluit en verder Muziek, met hunne koetzen te rug te ryden. Na dat deze wondervolle plegtigheid ' afgeloopen was, wierd het verrichte aan de Burger-Compagniën bekendgemaakt, de afmarsch naar de Burger- Sociëteit, en van daar \oorby het Huis van den Burgemeester Hooft, gereegeld; zo dat te half één uuren, de wagthebbende Compagniën aan alle de poorten reeds wierden afgedankt: Men hield het daar voor, dat nu het zegel was gezet op de volflrekt noodzaakiyke fchikking ter bevordering van het groote doelwit in de hoogfle Staats vergaedering; hoe wel ten zei ven tyde een veel aanmer. kelyker verzwakking der vereisen te uitvoerende magt wierd ontdekt, in de algemeene ongehoorzaamheid van 'sLands. Krygsvolk aan de bevelen van Hun Ed; O % Groot  |Ï4 V a p n t a }f D S c h I 1787. Gl'00t M°gende- Zy, die zich noemden — yoorftanders en verdeedigers van 's volks wettige rechten, die deze daaden erkenden als hoogst nuttig voor het heil des volks, befchouwden dit als de weczendlykfte bekragtiging yan de afzetting der voortyds wettig aangeftelde Vroedfebapsleden , en als een bewys der dcugdlykheid van. den nzo als het 1787 6 ... ^ voor zeeven jaren geleeden was geweest, met eene kragtdaadige verhindering van alle fchaadelyke nieuwigheedcn, en algemeene verpligting , om het (laats-, Stacihouderlyke',cn gewooneburgerlyke recht: ° bellier, te helpen bandhaaven, elk voor overlast te beveiligen, en des noods geweld met geweld te keeren. Inmiddels fchreeven de Staaten vanGeL derland5 en die leden uit de Staaten vari Utrecht, die te Amersfoord vergaaderden, aan hun Ed. Groot Mogende , dat Hoogstdezelven zich ten uitterilen beleedigd gevoelden over de bevelen door die van Holland aan den Generaal van Rysfe! gegeeven , aangezien men in beide die provinciën niets vyandigs tegens het ge. bied van Hun Ed. Groot Mog'. had voorgenoomen , maar alleen , uit' voorbehoeding, zich in flaat van verdeediging Helde , weshalven het geheel ongepast wierd geoordeeld, dat gemelde Generaal de Hol« Iandfche krygsbenden verder naar Utrecht deed optrekken, zo als de Raad van Staaten reeds eenige dagen vroeger ter ken-  ÏÏIS T ORIÈ-BESCHRYVINC. il% kennisfe van de heeren ftaaten Generaal hadden gebragt, fchoon de aldaar afge- l7*?;, vaardigden uit Holland betuigden , toen daar van geene de minste bewustheid te hebben. De overige manfchap van des Ryngrave van Salms legioen trok gezamentlyk naar de Stad Utrecht, werwaards" mede een aantal der gewaapende burgers zich begaven, zo dat de Gelderfchcn daar door verpligt wierden eene genoegzaame eevenreedige voorziening van krygsvolk te bewerkftelligen , en te meer, alzo dé Vroedfchap van Utrecht eenige heeren naar 's Hage had afgevaardigd, dm aan hun Ed; Groot Mogende te kennen te geeven, hoé reikhalzende de ganfche burgery aldaar' verlangde, eenmaal het einde te zien'van1 de zo ongelukkige en allezinds beklaagénswaardige burgertwist, en dus varf ■ Hoogstgemelde Heeren Staaten van Holland bericht te worden, of zy, by het neemen van hun befluit, om alle öffenjiyé middelen te verbieden, met die vredelievende' maatregelen, geloofden eerder daar' toe te zullen geraaken, dan door het gebruiken van die middelen, waar mede zy zich  424 vaderlandss he zich zeiven regt konden verfchafFen, en '7*7'de dwinglandy paal en perk ftellen; te meer, daar zy het daar voor hielden, daG de aanranding door hunne party ontegen» zeglyk was begonnen en aangevoerd, en de Burgery van Utrecht niet anders begeerde , dan maar te mogen aanvallen Daar en tegen fchreeven de leeden van Staat, wegens die Provincie te Amersfoord vergaaderd, aan hunEd. Groot Mogende, dat zy zich tegens den vyandlyken aanval van Holland, met hulp van hunne getrou» we Bondgenooten , kragtdaadig zouden verzetten, houdende het gedrag van die provincie in den fterkftenzinbeleedigend; 'in welk denkbeeld die van Friesland ook verkeerden, en, uit dien hoofde, mede over de onlusten in Utrechtplaatshebbende aanmerkten, dat het gedrag der Staaten van Holland , gehouden in zaaken daar toe betreffende, in ge-enen deele overeenftemde met het verbond van Unie, de eenige grondwet van dit Gemeenebest, en alzo hun Ed. Groot Mogende aanmaanden, om de ftad van Utrecht tenoodzaaken van *Ug vya-ndlykheeden af te zien, en zo zy daar'  HISTORIE.BESCHRYVINOj é?g daar aan ongerieegen mogt blyven, dan 1787; Zich niet langer aan de tergende hahdei-* wyze van die ftad te ftooren, maar dezelve aan haar lot over te laatert en met de Bondgenooten zamen te fpannen, öm haar tot hun plicht te brengen; welke Misfive door de heeren Staaten aan de leden van het zogenaamde Groot befoigne wierd overhandigd , ten einde nader te onderzoeken } én Wegens de vereischte beantwoording te berichten; .onder het oog houdende, dat de heeren afgevaardigden wegens O verysfel, in de vergaedering dér algemeene Staaten zittende, aan hun Ed. Gr, Mog: aanrieden j alle vyandelykheedenteftaaken \ fen eené bemiddeling tot vereffening der óneenigheeden in Utrecht aan te neemen. , De heerfchende drift tot verandering iri het Staats- èn Stadhouderlyk bewind., vond thans de kragtigfte tegenkanting by' de meerderheid in de vergaederingen der algemeene Staaten, en der Raaden van Staat, weshalven de zaaken daar heen wierden beftierd; dat 'er, ten voorbeeld* voor de provincie Groningen , op der? överysfelfcheh1 Landdag, by Ridderfc'baó1  S2Ö V ADEB.LANDSCHB j,. en Steden , op het voorftel van den Heer , ^' van Haarfolte tot den Doorn, wierd beilooten, dat in aanmerking genoomen waren d^ klagten en misnoegdheden van tyd tot neetit voor- door deze en geene Staatsleden ge- gen"&- daan en betoond over het gedrag- derafge- vaardij!. ten ter • r 1 • j j Generaliteit, vaardigden van Overyslel in de vergaedering der afgemeene Staaten, die, hoewel in verfcheidene opzigten eigentlyk niet tegen den letterlyken zin van hunne bevelen aangaande, echter niet volkomen konden worden vrygefprooken , van nu en dan tegens de doorgaans bekende meening van Ridderfchap en Steden, omtrent de beftiering van zaaken, vooral met betrekking tot de ongelukkig plaatshebbende gefchillen binnen dit Gemeenebest, te hebben gehandeld, en eerder hunne eigen ftaatsbegrippen te hebben gevolgd, dan wel die Van de Staaten , die zy ter welgemelde vergaedering vertegenwoordigden , en voorts in ernftige overweeging was gebragt, op welk eene wyze best aan eene diergelyke onbevoegde handelwyze perk en paal te flellen, aangezien zulks, in de tegenwoordige tyds-omftandighcden, van eene zeer na-  ïïfSTORIE^B'ESCHR YVIN3 29.7 nadeelige uitwerking moest zyn, döor de maatregelen ter Generaliteit, wegens deze ^, provincie onderfteund, niette doen over* eenkomen met de befchikkingen in de provincie zelve door de leden van Staat gemaakt; Om al het welke dus voor te behoeden , Hïfn Ed. Mog. hadden bcgreepen, dat het dienstig zoude zyn, de gevoelens van Ridderfchap en Steden omtrent de groote zaak welke dit Gemeenebest thans verdeeld hield, voor haare afgevaardigden ter Generaliteit open te leggen, en dezelven op het ernstigste te doen begrypen, dat zy niet wilden, dat eenige andere denkenswyze voor de provinciale Staatsleden ter vergaedering van de algemeene Staaten zoude worden begunstigd , dan die werkelyk de haare was, en uit de van tyd tot tyd genoomene befluiten binnen de provincie doorftraalden; verklaarendealzo, ten dien opzigte; "Dat zy ten hoogden afkeurden alle gebruik van de Krygsmagt in burgerlyke gefchillen, het zy dat dezelve tusfchen ftaatsleeden of Regenten, onderling , of tusfchen Burgers en Regenten plaats mogten hebben : Betuigende van R s ge-  223 VADERLANDSCHE , „ gevoelen te zyn, dat niet alleen het Wel■r/ -yy" en voorfpoed, maar zelvs hetbeftaan van de Republyk daar van af hing; datde ftadhouderlyke invloed, die tot eene zo verderfiyke hoogte geklommen was, binnen de juiste paaien wierd gebragt, of, voor zo verre dat reeds hier en daar in deze en geene ópzigten mogte gefchied zyn , daar binnen worden gehouden ; kunnende Ridderfchap en Steden, die met zo een gewenseht gevolg aan de herftelling van de Cortftitutie hadden gewerkt , alle de pogingen , welken mogten ftrekken om den Stadhouderlyken invloed elders te onderfteunen tegens die zogenaamde grondwettige herftelling, niet anders befchouwen, als daadelyk ingericht, om ook tegens haare inrichtingen aan te werken , en haare oogmerken te verydelen; terwyl zy Heeren Staaten niets anders wenschten, dan dat de vryheid en de regten des volks in andere Provinciën, die met de haare hadden gedeeld in on. draaglyke misbruiken , plaatshebbende in 't ftuk van regeering, insgelyks opeens conftitutioneele, en van alle geweld ontbloei  instorïe-beschryvïng. 220 bloote wyze mogten worden herfleld, _ . Vindende voorts goed , om de gemag- 1, tjgden ter. algemeene. Staatsvergaadering ernstig te gelasten , zich nauwkeurig te gedraagen volgens die denkenswyze en begrippen van Ridderfehap en Steden, zonder zich met eenige uitvlugten , getrokken uit het ftilzwygen van hunne lastbrieven, of diergelyke, te mogen behelpen , met aanzegging, dat, wanneer zy zulks niet getrouw wilden nakomen, hun Edele Mogenden zich in de noodzaaklykheid zouden zien gefield, van niet al. leen hunne uitgebragte adyyfen ter gene» raliteit op de kenneiykfle wyze af te keu. ren , maar ook hunne ont'vangene lastbrieven weder in te trekken, en he.n ter verantwoording op te roepen. , Deze maatregelen, gevestigd op de aan. genoomene Helling, dat het werk van hervorming in Zwol, Campen, en Deventer., wettig- was- gefchied, en de hier uit voortvloeiende meerderheid in de flaatsbefliering boven alle tegen, fpraak. flond , wierden echter in geenen deele goedgekeurd , door de hee? 3 reQ  2£0 VADERLANDSCHB 1787. ren Drosten van Zalland , Vollenhoveti r. en Haaxbergen, Bentinck tot Werkeren-, Rechteren tot Mennigeshave ,• Slost tot Evenlo, Sloet tot Westerbolt, cn Sïoet tot Canneveld ; deze betuigen-zich wel uitdrukkelyk hunne aanteekeningen daar tegen voor te behouden. s . Het was zeer kennelyk, dat deze pogingen ingericht wierden , om tekragtiger medetewerken tot bevordering derdoeleindens van de tegenwoordige meerderheid in de ftaatsvergaadering van Holland, waar toe die van Groningen zich medefchikten, betuigende zeer te on vreeden te zyn over het gedrag van den Heer Trip, Afgevaardigde uit de Breede Raad van die Stadter Generaliteit, byzonder wegens zyne in* williging tot alle befluiten, federt eenigen tyd by hun Hoog Mogende genoomen, weshalven zy hem. gelasten, om hoegenaamd geene toeftemming te geeven tot het gebruik van Krygsvolk en wapenen, in de thans zwevende gefchillen,:nog ter algemeene vergaadering .te pryzen zodanige flappen, door deze of geene ftaatslid, of minister,, gedaan, veel min in zulken ge-  HISTORIE-BESCHB.YVING. 2$1 gevalle Officieren en beambten , namens Hun Hoog Mogende in befchcrming te___ neemen, of mede te werken tot zodanige maatregelan, waar door men thans allen behoorlyken invloed van 't volk op de regenten poogde te onderdrukken en weg te neemen; zullende de Breede Raad niet onverfchillig verblyven , wanneer een derder ftads gemagtigden ter Hooggemelde vergaadering , zyne waardigheid der last uit de Ommelanden te hulp nam, en zich alzo verftoute te verzetten tegens den be-_ kenden wil der Raad; Maar dat hy zoude verpligt zyn, als dan zodanige zaaken over te neemen, en, wanneer onvermoedelyk de overige provinciën met het befluit wil-, den voortgaan , zulks op het kragtigtte tegen te fpreeken. Midden onder de angstige verwagting wat uitflag deze verdeelde maatregelen in de beftiering van het Gemeenebest zouden hebben , bleeven de Provinciën Gelderland, Zeeland, Friesland, en de Utrechtfche Staatsieeden die te Amersfoort vergaaderden, eensgezind; en deed de Raad van Staaten aan Hun Ed. Groot Mogende P 4 een  2|3 VADERLANDSCHB j^g^ een voorflag, om eene onderhandeling te * \ houden tusfchen Holland ter eenre en, Gelderland en Utrecht ter andere zyde , waar toe de Staaten van Utrecht beloofden de Stad Utrecht niet te zullen benauwen of aan te tasten, maar al het Krygsvolk van Gelderland, en dat zy verders konden ontbeeren uit die Provincie te zullen doen gaan : Des dat Holland, mede deszelvs militie uit gemelde Stad, en de hulptroupen uit die Provincie^ zoude te rug roepen, met een bygevoegd verzoek , [op dat de zaaken niet buiten haar geheel wierden gebragt, en de onder* handeling mogt gelukken] om , voor een zeer korten tyd, met het aanftellen van Officieren te wagten , hetgeene anders op den volgenden dag , den negentienden May , zoude zyn gefchied; een verzoek, dat de meerderheid der Staaten yan Holland wel wilde hooren , en daar toe de aanflelling van Officieren voor eenen korten tyd opfchorten, doch waar, yap men , uit' de ganfche tocdragt van. ?aaken, en de Maatregelen die intusfchen, gierden genoomen , niets goeds had te ver-  HÏSTQRIE-BESGHRYVIl^G. 233 srerwagten, weshajven Amfterdam, Haar-^-, Jem, en Leiden, ook daadelyk betuigden, ^ aan zich te behouden om het befluit ter aanflelling van Officieren ten uitvoer te brengen , zo deze onderhandeling eenigzints op den langen baan mogt worden gefchooven. iHet loopende gerugt van deze byeenkomst tot een vergelyk tusfchen de heeren Staaten van die onderfcheidene Provinciën, en den Heere Stadhouder als Kapitein Generaal, buiten meedewerking, voor-of medeweeten des volks , verwekte vry wat bedenking, als of de zaak der grondwettige herftelling daar door uit zyn geheel zoude worden gebragt, in 't midden vap de heeyigste aandrang tot wederbekooming van de wettige rechten , zo in de Steden als op het platte Land: doch een aantal Vaderlandlievende burgers uit verfcheidene Provinciën, en verfchillende ülaatfen in dezelve, kwamen in Holland te famen, om deswegen nauwkeurig onderricht te worden, en de natie, met ge. noegzaame yerzeekeringen gerust te fleV \on , dat de onderhandelingen ,• althans P 5 yan,  234 VABULASDSCHï 1787 Van ^,en vcronrïerftelden aart, geen plaats zouden hebben. Van rondsomme wierden ter Staatsvergaadering van deze gemelde Provincie addresfen ingediend, ten einde het herftellingswerk der regeerings-confiitutie, zowel in de Steden als op het platte Land, met kragt mogt worden doorgedrongen, bedankende Hun Ed. Gr. Mogende hartelyk, voor het neemen van zo veele landsvaderlyke befluiten, ter handhaaving van de gewaapende Rurgermagt, de opfchorting van het Kapitein-generaalfchap, het vernietigen van den Stadhouderlyken invloed in de ftedelyke vergaaderingen, én benoeming der regenten ; al het welke men noemde beteugeling der dwingelandy. De zaak wierd nu befchouwd tot dat uittérfte te zyn gekomen , dat de grondwettige verbetering, volgens de waarfchynly* ke bereekening dier voorftanderen, over het algemeen genoomen de overhandhad,* zo dat de bemiddelende pooging der Raad van Staaten vruchteloos afliep, en het daar voor wierd gehouden, dat 'er niets meer ontbrak dan fkgts eene opgaave aan de Staa.  HISTORIE.BESCHRYVING. 2$5 Staaten te doen , van die gewigtige hoofdpunten ; tot welker daarftelling in de 1787. Landsverbeetering het volk geneegen was. De Vroedfchap te Leiden hadondertusfcheri in den aanvang van dit jaar een be. fluit genoomen, om geene verzoekfcbriften der burgery, als de volksftem aan te neemen , het geene vry veel bedenking tegens de goede oogmerken van die ftads- , regeering verwekte, en ten gevolge had, dat de Burger - Krygsraad , verzeld door een groot aantal onder - officieren der Sehuttery , haar het Stadshuis ging, en door vier gemagtigden een vertoog by de burgemeesteren inleverden , 'daar heen ftrekkende , om dat gemelde befluit, als onbéftaanbaar met 's volks vryheid en • voorrechten, in te trekken: Zo ras dit gefchrift in de raad der Vroedfchap was ingeleevcrd, vond dit de fterkfte tegenkanting, tot dat eindelyk bepaald wierd, öm eenige leeden uit dé Vroedfchap te benoemen, die de voorgebragte bezwaaren dei- conflituanten zouden onderzoeken , daar over met hun in onderha n.  2%6 VADERLANDSCHB j^g^ handeling treeden, en bericht aan de Raad ____geeven, hetgeene ten gevolge had, dat eindelyk , by meerderheid van (temmen, aan de begeerte der Burgery in zo verrp wierd voldaan,.. dat de voorengenoemde refolutie voor een tydwyl wierd opge, fchort. Doch de hier uit geboorene bekommering onder de voorvegters voor de Vryheid en 't Vaderland, was niet van zo ver vooruitzigt van gevaar, als de oneenigheeden in het hooge flaatsbewind wegens de bevelvoerende magt over 'sLands Krygsvolk: De Heeren Staaten van Holland beflooten , niet alleen den eed van getrouwheid aan hoogstderzelver orders te vorde-en van het nieuwe Guarnifoen in 's Hage , maar ook van het oude ; Zy deeden, ongeacht het verzoek van verfcheidene officieren van het regiment Verfchil van paiiardy , dat te Woerden ontwaa- Qver bet be- J k'"sma't in P£nc* was s en R'iei tegenftaande de begeer^ ^e Kepubiyk.^ jer Heeren Staaten Generaal, om af te zien van het befluit tot afzetting van dezelve die refolutie echter kragt genieten, en fielden in het eerste en tweede ba-  HïSTÖRIE-BESCHRYVÏNO. 237 hataillon een aanzienlyk getal nieuwe of- J7gy ficieren aan; waar en tegen de algemeene u Staaten, op advys van de Raad van Staat, de afgezette officieren van Pallardy iri Hoogstderzelver befcherming naemen, eri fchaade vergoeding beloovden. De vergaadering van Holland hield de bevelen door de Raad van Staaten aan het Krygsvolk van de provinciën gegeeven ,< als een aanranding op het hooge regt van die provincie , en als eene verbreeking van de Unie , daar door zich bevoegd achtende, den geldkas te fluiten, en ten behoeven van geene der Bondgenooteri iets te geeven, veel min in de algemeene lasten mede te dragen , als met die Provinciën, die.zich op nieuws met haar zouden' willen vereenigen ; ontflaande het krygsvolk , ter betaaling van Hun Ed. Groot Mogende ftaande , van den eed aan dé Unie gedaan, met bevel om oogenblikkelyk van Gelderland, of uit het Generaliteits gebied, naar Holland over te komen, of by weigering van dien, hun te zullen bedanken, en andere in derzelver plaatfe aanteftellen* Her;  2$$ VADERLANDSCHE Het gedrag van de Generaal Major van 17 *7- Rysfelt, die 't Cordon van Holland onder zyn bevel had was zeer tegens het genoegen van hun Hoog Mogende, en de Raad van Staaten, fchoon de meerderheid der fteden van die Provincie, tegens dcfterke aandrang der Ridderfchap , hem verdeedigde , onder de befcherming hield , en aan de heeren Staaten van Gelderland fchreef, dat zy de taal van Hun Ed. Mogende, in eene Misfive van den derden May , met de uitterfte aandoening had geleefen , en zodanig hoog en vol van verdenking vond, dat die niet was over een te brengen met die verfchuldigde achting , die Bondgenooten aan eikanderen verpligt waren , en in welker beantwoording zy heeren van Holland verklaarden beflooten te hebben den teugel zo verre niet te zullen vieren, om dien maat ook te buiten te gaan." Zonder aan te merken, hoe de wezendlyke eerbied tuschen onaf hanglyke vereenigde provinciën geheel uit het oog verboren , en het "toevertrouwde gezag des volks misbruikt wierd , waar door de hcilzaamfte mensch-  HISTORIE-BESCHRYVING. 239 menschlievendfte regeering zich onder de zwartfte en yslykste gedaante vertoonde,I7^' bepaalen wy ons liever, tot de woorden der Holiandfche ftaatsbeftierderen, die betuigden , door dit antwoord de verdere provinciën , ja de geheele waereld, met eene onbewimpelde voorffelling der waarheid , te willen voorbehoeden voor die verkeerde indrukfelen, die de Gelderfche Staaten zouden verwekken, wanneer aan deze zyde een volftrekt ftilzwygen plaats had. Ten dien einde beflooten zy heeren Regenten van Holland, met de meerderheid van twaalef Hemmen, dat de Gelderfchen het gedrag van Hun Ed. Gr. Mogende op eenen meefterlyken toon beoordeelden, dojr den eersten bedillenden aanval in te richten tegens den Generaal Major van Rysfel, dien hoogtdezelven hadden gelie* ven voor te Rellen, als een Officier, wegens zyne verrichtingen verantwoordelyk aan den Raad van S taaten; of wel ten minsten , wanneer hy door de Staaten van Holland daar toe niet was gelastigd geweest, dat als dan hun Ed. Gr, Mogende kwa-  240 VADERLANDSCHE kwalyk zouden hebben gedaan , denzelveri ^_ deswegen niet te hebben doen ftraffen, maar integendeel het bevel te laaten houden,- ja zelvs dat zy zich weigerachtig zouden hebben getoond, om, ten dien op* zichte eenige gerustheid aan de verdere mede-Bondgenooten te hebben gegeeven. Eene betichtiging, waar op de meerderheid van Holland vermeende in het algemeen te kunnen antwoorden , dat zulk eene voordragt nog wel met eenige fchyn door de Staaten van Utrecht aan haar had kunnen gemaakt worden, indien daar toé eenige grond was geweest, als hebbendé betrekking tot Hoogstderzelver grondgebied , doch dien zy nimmer van Gelderland hadden kunnen verwagten, dewyl de landen van die provincie in allen gevalle niet bevat waren onder de bevelen, door den Generaal van Rysfel gegeven : Zo' dat zy heeren van Holland het niet anders konden begrypen, als dat die van Gelderland thans een gevoelen wilden doordryven , het Welke by Holland nimmer zóudé \Vorden erkend; namentlyk,dat de Bond^enootenj het zy gezamentlyk, het zy redef'  HISTORIE.BESCHRYVIïïÖ. 241 ieder afzonderlyk , of ook wel de Raad van Staaten, verantwoording konde vorde. L;8f' ren van perfonen in den Krygsdienst, we.gens bevelen door dezeiven op elks vrygrondgebied gegeeven,- Eene vastftelling, waar van zy onveranderlyk het tegengeRclde zouden handhaaven , en nimmer toclaaten , dat gemelde Officieren , ter hunner betaaling ftaande, en zich op het grondgebied van Holland bevindende, aan s iemand anders , wie hy ook zyn mogt, dan alleen aan hun Ed. Gr. Mogende, zodanige verantwoording zouden doen: Zy hadden hetzelve daarom wel uitdruk. keJyk verboden, onder bedreiging van Hoogstderzelver verontwaardiging ; uit dien hoofde hadden zy den Generaal Major van Rysfel, die zich als een man van eer in den dienst gedroeg, en alle verdere officieren die het zelve deeden, in hunm Ed. Gr. Mog. befcherming genoomen, en deeden zulks als nog, tegen allen die dezeiven uit dien hoofde zouden willen vervolgen. Z*y hielden het daar voor, dat dit begrip gegrond was op den aart van de hoogste XVil. dhïl, • q magt/  24-2 VADERLANDSCHE 1787 rna§t;' mitsgaaders zelfsverdeediging , en ______ dus op den aart der zaake zelve , tot welker wederlegging in den brief der Gelderfche Staaten geene genoegzaame redenen wierden gevonden ; en het was 'er wel verre van daan, dat de Heeren Staaten van Holland zich met die van Gelderland wilden inlaaten, over het bericht in den laastgeleeden Wintermaand ter vergaadering van de algemeene Staaten uitgebragt; aangezien zy nimmer zaaken, [betreffende tot de rechten der hoogfte magt van ieder Brief der der Bondgenooten, zo wel als van die van HonindMn Holland] aan de raadpleegingen der alge. ««land. '" meene Staaten zouden willen overgeeven; HunEd. Groot Mogende begreepen, dat het vergeefsche moeite was ten opzichte van die provincie, om aan de heeren Staaten Generaal een onwettig gezag over de byzondere gewesten te willen toekennen, cn aldaar zaaken te brengen, die, volgens den aart van het Bondgcnootfchap, geene onderwerpen konden zyn der raadpleeging van die vergaadering. De tweede aanval hadden die van Gelderland , in gemelde misfive, regtsflreeks in  HIST ORIE-BES CHRYVISGs 243 ingericht tegens die van Holland, enbragt g HunEd. Gr. Mog. dus, als van zeiven, J--Z_, tot het onderzoek van de hevelen aan den Generaal Major van Rysfel gegeeven, waar "over zy zich zo zeer beklaagden, doende dezelve in allen opzigte voorkomen , als itrydig tegens het verbond van Unie, met'die haatelyke byvoeging, dat de Heeren Staaten van Holland, daar door, dien geheiligden band zouden willen verbreeken, een vyandelyken aanval op het grondgebied der Heeren Staaten van Utrecht in den zin zouden hebben, en alzo die van Gelderland zouden nood-» zaaken, zich met hoogstdezelven te verbinden tot eene onderlinge verdeediging tegens hun Ed. Gr. Mogende,- vervolgens daar by te kennen gevende, hoe zy voorneemens waren, door middel van zodanige redenen, het Bondgenootfchap te? gens Holland in de wapenen te willen jagen. Doch de meerderheid der Hollandfche ftaatsleden betuigde zich volkomen onfchuldig te willen houden aan alle de verwarringen, die, langs dezen weg, in hef  244 T A E I .U A » 3 S C H E w0w gemeenebest der Vereenigde Nederlanden* I- u/' op nieuws zouden veroorzaakt worden; en beleed, dat het 'er zo verre van daan was , dat zy de banden van Unie zoude willen verbreeken , dat zy in tegendeel dezelve op de lïerkfte wyze wenschte toe tè haaien. Zy beriep zich op ds bewustheid der geheele waereld, hoe zy de ftad van Utrecht hulp had toegezegd, alfecnlyk in geval / , van eene vyandelyke aanval, tegens haar te onderneemen; en de bevelen, tot de uitvoering van die toezegging in het geftelde geval, gegeeven, waren een noodzaakiyk gevolg van die belofte zelve, zonder dewelke, zo als van zelvs fprak, de gansche bulp-toezegging niets beduidende was; maar ook tellens was het zeker, dat die bevelen geene uitwerking konden hebben, dan alleen in het gemelde geval: De Staaten van Utrecht hadden eene volkomens zekerheid, dat Hoogstdezelvenniet van Holland konden verwagten, om haare krygsbenden anders , als in het gemelde geval, op hun grondgebied te zullen doen verfebynen; Die toezegging, in manieren zo  HISTORlH.BESCHRYVINe. 245" zo als dezelve was gcfchied, hield Holland voor een pligt, waar toe zyzich, by 7" de Unie van Utrecht, in alle zodanige gevallen had verbonden. De Stad van Utrecht was een zeer aanmerkelyk Staatslid van de provincie van die naam, en dus gerechtigd, om tegens vyandelyke aanvali len, van wien zulks ook zyn mogte, de beloofde hulp van dc Bondgenooten in te roepen: HunEd. Groot Mogcndebetuigden, dat zy nog verder waren gegaan; Zy hadden ter vereffening van de gefchillen in het Stigt hangende, en om alle daadiykheeden voor te komen, haare bamiddelin"aan de flaatsleden van gemelde provincie op dekragtigfte wyze aangeboden, endaar toe reeds gemagtigden uit het midden van hun benoemd: Dan de ftaatsleden te Amersfoort vergaaderd , hielden dat werk telkens op, door zwaarigheeden voor te werpen: Dus was eigenlyk de waare ge. fleitheid van zaaken; dat, geloofden zy, zoude de ganfche waereld erkennen , en daar uit behoorde men te oordeelen of ÏQ dit hun gedrag eenig vyandelyk voornoemen tegen één der Bondgenooten geQ. 3 Jee-  246* VADERLANDSCHE g leegen was, of wel een fchyn der verbree* _ king van den band van Unie. Het verbond van Unie, te Utrecht geflooten, als de grondwet der oprichting van dit Gemeenebest, wierd veeltydszeer onbedagtzaam gebruikt, om de eene of andere der gewesten onder verdenking te brengen, als of dezelve het toeleide ter verbreeking van hetzelve, in welk eene gedaante Gelderland „ by die brief, de Staaten van Holland ook voorftelde, om was het mogelyk, op die befchuldiging, de ganfche Republyk tegens hun aan te hitzen; zo als de meerderheid der Steden in de laastgemelde Provincie, by dit befluit goedvonden zich te verklaaren; daar by voegende, dat bet wel konde zyn, dat die van Gelderland het verbond anders bcgreepen danzy, en vermeenden, dat, naar den aart en inhoude van 'tzelve, het eene Lid van ftaatVi" eene en dezelve Provincie, het andere aldaar zoude kunnen aanvallen, en voorgeeven, dat in 't algemeen, dat is te zeggen, zo lang debyzon_ dere leden vanfiaat, zich, overeenkomftig hunne byzondere redenen van verpligting, uit  Hl STORIE-BESCHRYVIN G. 247 uit dat zelfde verbond fpruitende, gedroegen, geen Krygsvolk van den ftaat, van ly^7' het grondgebied van de eene Provincie van dat van de andere mogt trekken, zonder bevel - brieven van de laastgemelde, dat, zeiden zy, zodanig een lid van Staat, door weigering van patenten, zoude kunnen beletten die hulp, welke anderfinds alle dc Leden , lieden , en ingezetenen van den Haat, volgens de klaare letter van het Unie - verbond mogten inroepen: Eene uitlegging, welke deze meerderheid der Provincie van Holland betuigde te houden, als flrydig met het gezonde be» grip , regtflreeks aanloopende tegens de uitdrukkelyke oogmerken en meening van het zelve verbond, en de deur openftellende voor de akeligste gevolgen in dit Gemeenebest. Doch, hoe het daar mede ook mogt gefield zyn, en genoomen dathun Ed. Groot Mogende met dat begrip, dwaalden, [gelyk andere dat met veele redenen betoogden] dan nog dwaalden zy ter goeder trouw omtrent een begrip, dat zo veele voorflanders zoude vinden , als er zich daar en Q. 4 te-  VADERLANDS CM j^^j togen zouden opdoen, die de Helling van —',—"„. de heeren ftaaten van Gelderland zouden willen omhelzen; wanneer zy vermeenden gevolgelyk aan Hoogstdezelven te mogen vragen, of zy aan Holland niet het grootfte ongelyk aandeeden, met de gevoelens van die provincie, en de daar mede overeenkomstig zyn de verleende beveelen , te doen voorkomen en by het geheele Bondgenootfehap af te fchildercn, als geheime, gevaarlyke, oogmerken, waar tegens verdeedigende verbinteuisfen behoorden in 'i werk gefield. De twaalef leden van hun Ed. Gr. Mogende die dit antwoord hadden doen befluiten , oordeelden, dat de overige deelgenooten van dit Gemeencbest geene redenen hadden , om zodanige oogmerken te veronderfleilen in hun gedrag, daar zy integendeel, tot fleun der gemeene zaak, buiten verpligting, zo zware lasten van het zelve torsenten, dat zy zich geduurig moesten beklaagen over de gebreeken in de behoorlyke bylaag der overige Gewesten , en dat wel in zaken, waar in de gewigtigfle belangen van den ftaat betrokken  HISTORIElBESCHRVVING .49 ken waren. Het moest aan die van Gelderland in het geheel, niet vreemd voorko- _l_Zl men, dagt hun, dat zy de mooglykheid daar ftelden, dat de ftad Utrecht zoude kunnen bloot ftaan vooreenen geweldigen aanval van haare medeleden van ftaat in haare provincie, alwaar de gefchillen en verbitteringen tot zo een hogen top gefteegen waren ; en dit konde nog te minder plaats vinden, na eene nadere vereeniging van die van Gelderland met de ftaaten te Amersfoord vergaaderende, in een tyd, waar in de fteden van Hattem en Elburg onlangs zodaanige verwoesting hadden moeten ondergaan, en waaromtrent hunEd. Mog. de tusfchenkomst van Holland tot vereeniging, op eene verachtelyke wyze, tot hier toe hadden van de hand gewcezcn. Zy bcgreepen , dat, wanneer zy daar in het voorbeeld van Gelderland wilden aanneemen, zy als dan met veel meer grond verdenking by de Bondgenooten zouden verwekken , aangaande de zogenaamde verdeedigings verbintenisfen, aangegaan by eenige dér .Utrechtfche ftaatsleden, waar van hun Ed. ci 5 Mog.  250 V ADERLANDSCHB g Mog. aan die van Holland kennisfe hadden gegeeven , devvyl de Stad Utrecht waarfchynlyk aan de Gclderfche zyde ook niet anders wierd befchouwd dan Hattem en Elburg. Dus was hetgemaatigd antwoord, volgens 't befluit der meerdere fteden van Holland , tegens de uitgedagte haatlyke aanduidingen der Geldeifche ftaatsleden, waar mede zy vertrouwden, overeenkomftig de bewoording in 't flot van die misiive gebruikt, dat, en Gelderland, en de overige Bondgenooten, die zeiven geene verbreeking van 't verbond der Unie in den zin hadden, nog het zelve, door vy« andelyke aanvallen op leden van het verdrag, voor zich zeiven buiten alle werking tragten te brengen, zich gerust moesten ftcllen, aangezien hun Ed. Gr. Mogende gevoelen alle voorwendzelen affneed, om tiaar mede tegen- verdeedigings- overeenkomsten aan tcgaan; en, het krygsvolk uit de Provincie van Gelderland in die van Utrecht, te doen trekken , by de Staattn van Holland naadenken verwekte. 'Er waren veele bedenkingen, die de zo-., da-.  HISTORIE. BESCHRYVINC. 25I danigen, aan wien het Vaderland dierbaar „ was, en die geen ander belang voor oo-______ gen hielden dan dat van de algemeene vryheid en welvaard, by een bedaard overleg meer en meer bekommerden; in de daad de gevolgen van dir. verfchil over het gebruik der krygsmagt, naa de onderfcheidenebegrippen der meerderheid van Holland, en der vergaadering van de algemeene ftaaten, waren zo te bedugten, dat, zonder een by na onmogelyk fpoedig vergelyk, waar mede-de cendragt en het onderling vertrouwen wierd herfteld, dit Gemeenebest, met al deszelvs magt en welvaard, binnen weinig tyd zoude verlooren zyn: Deze Nederlandfche gewesten, wel eer zo bloeijend in aanzien, en zo beroemd door de wysheid der regeeringe , was nu tot de onvoorbeeldige laagte geraakt, van uit tweedragt het ganfche verval geboren te zien: De denkbeelden van het waare belang waren zodanig in verwarring geraakt, en d£ driften ter verhindering van de beste pogingen tot vereeniging van verfchillende gevoelens tot die uitterften gebragt, . dat het mistrouwen in alles de overhand had,  252 VADER LANDSCHU ' ^ had, en, by een noodzaaklyk gevolg, de voornaamste zaaken, zo ten aanzien van het belang buitenlands , als met opzigte tot de inwendige binnenkndfcbe orde en vastigheid van regeering, ondèr de voortdjurende twisten verwaarloosd wierden. • De Ridderfchap van Holland verzette zich, met alle kragt, tegens het genoomen befluit ter afvaardiging van gemelde-' misfive, zy drongen hunne bedenkingen aan, met redenen, welke, zonder voor. oordeel gcfbrooken , met een bedaard overleg, volgens de conititutie der Republyk , en het voorbeeld van vroegere tyden , fcheenen genoomen te zyn. Wat ook van de zaak zyn mogt, de weg, om tot het gewenschte einde tegeraakcn, behoorde' met gemeenfchappelyk overleg van gezamenlyke Bondgenooten te worden vastgefleld, en met de magt van-de gemeene regeering uitgevoerd: De omftandigheid en het gevaar zoude anders tot bet uitterfle klimmen , dewyl men moest erkennen, dat, onder al de y ver en't geroep voor de vryheid en 't Vaderland de mid. de-  HIS TORIE-BESCHRYVING. 2£3 delen die de rust en bloei konden verzekere uit het oog wieiden verlooren, en de 17 ^\ aandagt minder gevestigd bleef op zaaken ten meesten dienstig en nuttig voorden Staat, tot beeter onderhouding van de Unie, het weeren van alle misverflandof oneenigheid, en het verbeeteren deringekroopene misbruiken, dan op byzondere oogmerken of belangen, en op haatlykheeden tegens deze en geene regenten, in manieren, dat zulks nimmer met den minsten goeden uitflag bekroond , veel min met het onderling vertrouwen hériteld konde worden. Ondertusfchen beproefden deHeere::. Staaten van Holland alle poogingen , ter bereiking van hun oogmerk; Zy beflootcn, om in de bepaaling der vereischte middelen tot de algemeene uitgaaf der Provincie niet te bewilligen , voor zo veel den ftaat van oorlog betrof, ten waare teffens daar by wierd vastgefleld , dat het krygsvolk, voor rekening van die Provincie dienende, en in Gelderland geieegen , nog in den maand van May daar zoude uif ontboden worden , en, voor zo veel als daar aan niet  2^4 VADERLANDSCHR ^ niet gehoorzaamden, afgedankt. Het wa* J__L aanmerkenswaardig, dat de benoemde leden tot bezorging der verdeediging van Holland, zich een hoog gezag aanmaatigden, in zaaken, daar toe in geenen deele betreffende, maar tot de wyze voorzorg van hun Ed. Gr. Mogende , of van de vergaadering der Gecommitteerde Raden behoorende; het geene aan de weldenkende inwoonderen tot een aanftoot was, en de fterke yver in de Vaderlandfche zaak by veelen deed vertragen : 't mishaagde ten hoogften aan de Ridderfchap, en aan de regenten van verfcheidene fteden, dat de heeren van die verdeedigings-commisfie de voorloopige fchikking beraamden tot de te neemene ftaatsbefluiten; zo als onder anderen was gefchied, door het toezenden van een ontworpen antwoord opdenbrief der Staaten van Gelderland ,' en op het voorftel, om de zwaarigheden die de officieren in de Generaliteits-eed vonden weg te neemen, door te verklaaren, dat hun Ed. Gr. Mog. het met de Algemeene Staaten eens waren over het doen optrekken van 't Krygsvolk naar een andere provin* cie,  HISTORIE-BESCHRYVÏNG. 25^ cie, zonder bewilliging der ftaaten, doch ï g dat door de vyandelyke aanvallen op een lid van het Bondgenootfchap de Unie behoorde gehouden te worden voor gefchonden, en dat derhal ven aan de officieren diende gevraagd , of zy die zaak dus ook niet befchouwden, met vastftelling om de zodanige die daar aan twyftelden, van den krygsdienst te ontflaan. Het fcheen, als of het ganfche ftaatsbeftier in de magt der gewaapende hand wierd overgebragt. Zo ras de Heeren ftaaten van Holland het befluit uitbragten, wegens 't Krygsvolk van die provincie, in Gelderland geleegen, fchreeven de hooge magten van dit laastgemelde gewest aan de algemeene ftaaten , dat zy verzogten, wanneer HunEd. Groot Mogende daar by verbleeven, als dan eenige gelden door hun Hoog Mogende op te neemen ten laste van Holland, om die vervolgens, ter betaaling van haare militie in Gelderland uit de algemeene kas te ligten; welk voorftel by de Provinciën Holland , Zeeland , Friesland, Over-  2-5 6 VAOERLANDSCHB « Overysfel, en Stad en Lande, wierd over- genoomen. Het een en ander had geen vrucht gevolg dan verwarring, en verhindering om tot bewerkftelliging van zulke maatregelen te geraaken , als ter herftel volftrekt vereischt wierden: De openbaare gefchriften en gefprekken deeden niets als kwaalyk opgevatte verdenkingen gebooren worden ; Een tairyké aanhang van burgers in Amfterdam nam maatregelen , om zich, door kragt van eene magtige volkftem, tegens de voorgevallene verrichtingen in het veranderen der Stads-regeering te verzetten , waar door het misnoegde minder, gedeelte aldaar moedig wierd om haare driften den teugel te vieren, en door oproerigheden te verrigten, 't geene door de wysheid en bcdaartheid niet ten uitwerking fcheen gebragt te kunnen worden, en waar van 't gevolg in eene zo volkryke ftad , volgens de aldaar thans plaats hebbende geftekheid van zaaken , niets dan de verfchriklykstc onheilen konde te weege brengen: De fchaedc der Koop. handel voor Amfterdam, en daar door voor  historie. beschr7vin O. 25/ heel Nederland , was reeds onbereekenhaar, dan hoe elendig zoude het deernis- __f7 waardig lot zyn, wanneer de burgeroorlog in deze magtige ftad ontbrande. Yder leefde onder de uitterfte bekommering, aangezien men vry zeker wierd onderricht, dat het verzoekfchrift, ter herftelling van de oude regeeringsconftitutie, volgens de laaste wettige ftaatsbefluiten in deze Provincie algemeen erkend, door meer dan dertig duizend burgers van Amfterdam was geteekend, en gevolgeiyk naar maaten dat het fterker toenam, da daar tegengeftelde driften geweldiger ontÜak. Men geloofde dit vuur nog te zullen blusfen, en de gevreesde onheilen te boven te kunnen komen, door opentlyk, van de predikftoelen , de toehoorderen tegens zodanige onderteekeningen te waarfchouwen, dan de ervaarenis bevestigde, dat, hoe bereidwillig eenige Leeraaren zich hier toe lieten gebruiken, de uitkomst echter in geenen deele daaraan beantwoorde. De beangstheid wierd van dag tot dag grooter; De Staaten van Geldeiland, zo XYTI. deel. R wel  258 VADERLANDSCHE -»o- wel als de te xA.mersfoort vergaaderde Staa1707. 0 ... T.„. ten van Utrecht, fchreevea aan die van Holland, dat de Generaal Major vanRysfel zodanige bevelen gaf aan de onder zyn bevel gefielde troupen, waar voor hy, naar rechten , anderen tot een voorbeeld, moeste geftrafc worden; met by voeging dat de hooge magten dereerstgemeldeprovincie opentlyk betuigden niets vyandigs tegens die van Holland in het zin te hebben , maar alleen zich , ter behoorïyke voorbehoeding, in ftaat van verdeediging te zullen houden; welke redenen van bezwaar teffens aan de algemeene ftaaten waaren voorgedraagen, en zo wel gegrond wierden bevonden , dat' hun Hoog Mogende beflooten, om den 'heer van Rysfel, als aan misdaad fchuldig, in rechten te doen betrekken; het geene de Staaten van Holland noodzaakte, in tegendeel Hoogs tdcrzelver befcherming aan den Generaal Major te verleenen. Inmiddels hoorde men alomme het gerugt, dat, op den negenden May des avonds, in de nabyheid van Jutphaas zeer fterk was gefchootèrj; het was bekend  HÏST0RIE-BESCHRYV1NC. 259 kend dat de bataillons van van EiTeren r/S;. en Monfter den reis hadden gericht naar ~~ *" het Sticht, en op eenige dorpen, in de omtrek van de Stad Utrecht, waren geieegerd, zo als tot dat einde aandefchout en het gerechte van de Vaart wierd ge • fchreeven, met last om aldaar vier Compagniën van het volk van van Efferen te plaatfen, waar van twee der overigen naar t Jutphaas, één naar de Meeren , en één naar Harmeien moesten optrekken , terwyl het bataillon van Monster over 'Blauwkapel naar Zuilen en Maarfen zoude gaan, ten einde alzo de hoofdftad van alle zyden in te fluiten, en van Holland af te fnyden; De Raad van Utrecht, datvoorneemen ter kennisfe gekreegenhebbende, begreep dat de Vaart , als eene hooge heerlykheid aan de ftad behoorende, zonder voorkennis en toeftetnmïng van Haarf Ed. Achtbaarheden, alleen op bevel en aanfchryving der voorftemmende Leden van ftaat, niet mogt belast worden met het plaatfen van krygsvolk, en teffena ook in bedenking neemende dat het veelligt te doen was ■, om de (luis aldaar tri R * fceziS  l6o VADEHLANDSCHS bezit te kryj-én, waar door men vermeen17 7' de geheel Holland onder water te kunnen zetten; Zo befloot dezelve eenftemmig, om, ter verhindering van het gevreesde> een aantal vrywilligers derwaards te zenden, met last, om niet te dulden, dat de Vaart, als eene vrye en hooge heerlykheid der ftad , met 's Lands krygsvolk wierd bezwaard , maar de zodanige van haar grondgebied te weeren, en wanneer zy aan die bevelen niet goedwillig gehoorzaamen, of dat de tusfchen beide geplaatfte krygsmagt tejutphaas, aan de burgergewaapenden het doortrekken naar den Vaart wilden verhinderen , als dan geweld met geweld tegen te gaan. De mede Raad van Utrecht, deHeer d'Averhoult,verzogt de gewaapende burgery te geleiden,en ontving tweehonderd vyftig man vrywilligers, benevens een corps fcherpfchietters, en drie ftukken kanon onder zyn geleide; tegens zes uuren des avonds was alles gereed, ieder ftuk gefchut wierd door vier paarden getrokken, en een aantal aanzienlyken vergezelden hun endweegs naar Jutphaas. Nauw  HISTORIE-BÉ SC HR YVlNG. 2ÖI Naattwlyks waren zy dit dorp voorby gegaan, 17 87. of ontmoeten aldaar tien Compagniën van " het regiment van den Generaal vanEfferen, meestendeels geleegerd agtereen klein bosch; tejutphaas vernomen hebbende, dat de Companiëndie reeds daar waren geinquartferd,op de tyding van de aankomst der gewapende burgery in alleryl naar de vaartwaren gevlugt; waren de paarden , die reeds ontfpannen waren geweest, daar weer voor de Hukken gezet , in verwachting, dat die van de vaart insgelyks de retraite hadden genomen, en althans onder weg geen rencontre vermoedende; — dan de jaagers, die een end wegs voor uit waren, en door de duisterheid, (want het was reeds des avonds by 10 uuren) niet voor zich uit kunnende zien, eensklaps 't gemelde Regiment op den weg geposteerd vindende , liepen fchielijk te rug, om het detachementder Gewapende Schutters te waarfchouwen, waarop oogenbliklijk de paarden van 't kanon werden gefneden, en de Hukken omgekeerd — dan eer dit gereed was, hadden die van Efferen reeds uit het eerfteen twede pelotton vuur gegeeven, waardoor de Heer visscHERjCommandant van het Corps Jaagers, en  202"" V ADERLAND SCHE 1787. en een Kanonnier, genaamd vand'evlerk, * fneuvelden , en een Bombardier en 2 a 3 anderen gekwetst wierden. Doch zo dra bad zich het Detachement niet herfteld, en een fchot met het kanon gedaan, of die van van liff ren zette het fpoorflags opeen vlugten, zo dat de burgers een vrijen doortogr naar de Vaart verkreegen,envan daar verfcheidene gekwetften en gevangenen te rug zonden, benevens tien Trommen, eenige Spontons, Helbaar' den, Vaandels, Zabels, Geweeren, het paard van den bevelvoerenden Officier . een kist met eenig geld; en verfcheidene koffers en Mantelzakken, over welke overwinning te Utrecht zeer veel vreugde wierd bedreven. De meeste gevlugte manfchap van den Generaal van r fferen was met fchuiten over de rivier naar Viancn gevlugt, alwaar hetBurgergenootfch'ip en plaatshebbend krijgsvolk in de wapenen gebragt, de aankomendegekwetften zorgvuldig geholpen , en de overige ontwaapend en in arrest genomen wierden. Waarfchynlyk zoude het lot der fchuttery allerdeerniswaardigst zyn geworden, hadden zy geen kanon by zich gehad, aangezien de troupen, agter de heggen in een hinderlaag ver-  HISTORIE-BESCHRY VING. 263 verfchoolen, by den aanvang een geweldig 1787. vuur maakten, fchoon zy by de bevelen , van de heeren Staaten te Amersfoort ontvangen, daar toe niet waren gelast, maar wel ernstig aangemaand van zich zorgvuldig daar van te wagcen, en goede zorge te dragen, dat men de huislieden ten platten Landen geen fchade nog overlast wierd gedaan. 'De overige compagniën die aan de Meeren en te Maar/en post gevat hadden, de Neerlaag van die aan de Vaart hoorende, braken mede des anderen daags op en retourneerden weder naar Amersfoort, met redenbedugt van een gelyk lot te zullen ondergaan, zo zy langer vertoefden. De woede wierd door deze gebeurtenis wederzyds heeviger; een gedeelte van'sLands artilleristen uit het Cordon door den Generaal Major van Rysfel naar Utrecht afgevaardigd, voorzien van tien ftukken gefchut, wierden in den ftads eed genoomen, en huiten de Tolfteegpoort geplaatst, terwyl honderd gewapende burgers, uit Woerden afgevaardigd , binnen Utrecht trokken, alwaar de Curafiers van van Salm mede kwamen, en de Raad bevel gaf tot eene algemeene inkwartie- ring,  264 VADERLANDSCHÊ x7%7' ring, met bepaaling, dat de zodanige die van ~~ te vooren hulpbenden hadden gehuisvest, tegenswoordig daar van zouden bevryd zyn, en dat zy, die zulks te voren weigerden, thans de eerste beurt moesten hebben, terwyl men de geflootene buizen van de ftaatsleden, en van die afgezette Raaden, die by aanhoudenhcid te Amersfoort vergaaderden, [als openbaare vjTanden befchouwd] zoude openen , ten einde de hulpbenden daar in te plaatfen , met een bygevoegd ernstig verbod om de familiën van hun, die nog in de Stad mogten zyn, niet uit te laaten gaan. In deze gefteltheid der openbaare zaaken, fchreeven de Staaten van'tSticht, te Amcrsv foord vergaaderd, aan zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder, dat de uit Utrecht afgevaardigde burgery van de Vaart in die Stad te rug gekomen, en aldaar vervangen was door hetééne Hodandfche bataillon van Grenier, met eenige kanonniers, terwyl het tweede bataillonbyjutphaas had post gevat; weshalven zy zich verpligt vonden behoorlyke voorziening te gebruiken, en de provincie tegens het verder inrukken van gewaapende manfchap te dekken, waar toe zy van Hoogstden- zel-  HIST ORIE. BESCHRYVING. zei ven, als] Kapitein -Generaal, rer-zog-^ 'j^ ten, dat het Regiment van den Erfprins, 1 en de twee esquadrons van Tuyl, mogten dei-waards komen , en met de verdere raanfchap een gefchikt Veld-leger maken, waar van het bevel aan den Generaal van der Hoop wierd tocbetrouwd, het geene zyne Hoogheid daadelyk ter kennisfe van de Algemeene Staaten bragt. Zonder het minste regt of reeden te hebben, van zich in te laaten in zaaken de hoogheid en Souverainiteit der byzondere provinciën aangaande , of te beöordeelen de beveelen en bepaalingen, welke de Bondgenooten aan Hoogstderzelver gemagtigden in de algemeene Staatsvergaaderingen konden goedvinden te geeven, fcheen het echter dat niemand zwaarigheid maakte, de blyken van zyne gevoelens open te leggen, naar maate van de verfchillende redenen van ongenoegen, dat hy tegens't Landsbeftier opvatte; waar door de band van eenigheid tusfchen de byzondere Staatsleden in'de. pro ,-incien, de kiem der uitvoering van relolutien, geheel ^ebrooken, en de handhaaving der R 5 rcr.  266 VADÏRLANDSCHE regten en vryheeden gansch en al ontzee1?*7' nuuwd wierd. Immers offchoon op den kaften Lrmddag in Ovefysfel: door Ridderfchap en Steden, ten opzigte der afgevaardigden van die provincie eene zo omHandige voorziening was gedaan, en daadclyk twee nieuwe heeren tsr vergaadering van de algemeene Staaten waren gezonden, op wier kunde en getrouwheid de natie roemde, ja fchoon de Heeren Staaten ten duidlykflen de waare gevoelens van Ridderfchap en needen hadden opengelegd, zo ten opzigte van den Stadhouderlyken invloed, als van het gebruik van 't krygsvolk, echter klaagde de burgery van Deventer over geene genoegzaams voorziening in deze hachelyke omfcandigheden, en leverden een adres in by dc regeering aldaar, waar by zy ten flerkRen aandrongen , dat de afgevaardigden ter Generaliteit ten fpoedigfien mogten worden opgeroepen, ten einde zich te verantwoorden ; den Generaal Major van der Hoop , als Ritmeester , wegens Overysfel buiten Soldy te Hellen, gelyk ook al het overige Krygsvolk, dst niet oo-  HISTORIE.BESCHRYVING. z6j oogenblikkelyk op vereisch der Heeren Staaten van die Provincie zich vervoeg- _ƒ 1 de. Dat verzoek gefchiede wel ras met zo veel aandrang, dat de Magiftraat zich verpligt .vond daar in te bewilligen. De tegenwoordige toeftand van het Vaderland wierd allerdeerniswaardigst; Het lot der Vryheid fcheen voor altoos beflist te zullen worden, by de voorgenoomeneonderhandelingen over de gefchillen met de meerderheid der Gelderfche Staaten , en eenige ftaatsleden van Utrecht, ten waare alle middelen van verdeediging, met byzonderen nadruk wierden voorgezet, op dat de braaven in den lande, die zich met goed en bloed ten besten voor de algemeene volkzaak aanboden , geene ongelukkige ilagtoffers der heerschzugt mogten worden. ïwaalef honderd en negentien burgers en . inwooneren der Stad Haarlem , door die vrecze gedreeven, vervoegden zich, ten dien opzichte, met een nadrukkelyk betoog ter vergaadering van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, bc- tui-  2ÖS VADËRLANDSCHB tuigende, te verkeeren in hetfchroomly. JLLike vooruitzigt, dat deze eertyds zo bloeijende Landen, de zetel van rust en overvloed, welhaast toneelen zouden opleeveren van een alles verwoestenden burgeroorlog; weshalven zy aan de eene kant niets liever verlangden, dan dat 'er een weg mogt gevonden worden, om de zogewenschte eendragt, de grondzuil dezer Republyk , wederom te herftellen , en uit dien hoofde , gevolgelyk met hunne dankbaarheid bekragtigden het gedrag van Hun Ed. Groot Mogende, waar uit gebleek , dat Hoogstdezelven niet, dan in den hoogften nood, zouden overgaan tot zodanige middelen, waar van anders deze zagtaartige Natie eenen afkeer heeft; gevoelens , voortvloeiende uit vredelievendïte grondbeginfelen, en, zo zy vertrouwden , allezints gefchikt om het gehoudene gedrag van Holland , voor de oogen van geheel Europa, ja van de ganfche wacreld te regt vaardigen, en aan het laaste naagcflagt een blyk te geeven, dat het althans niet aan de goede pooging van Hui Ed. Gr. Mogende had ontbrooken, om  HISTORIE.£ ESCHRYVINO. 269 om alle de jammeren van eenen verderhy- ken Burger-oorlog veior te komen. 17 Niet te min betuigden zy, ook niet te kunnen ontveinfen, dat de bekende denAdres van kenswyze van hunne wederpartyen, welke Haarlemmers 7 aan de Hec- thans, cm hunne fnoode heerschzuet te ren staaterl 0 van Holland. bevorderen, de geheele Republyk op den rand des verderfs hadden gebragt; geen het minste vooruitzigt op een goeden uitflag overliet, en dat, uit dien hoofde, terftond by hun eene gegronde vreeze was ontreefen , dat de onderhandeling, door de Raad van Staaten aan hun Ed Gr. Mogende voorgeflaagcn, indien dezelve zoude ftrekken om eenigzints de zo hoognoodige maatregulen tot onderlinge verdeediging en befcherming der verdrukte Landgenooten te vertraagen, nergens anders zouden op uitloopen, dan op het nadeel van de gemeene zaak , de verflaauwing van den yver der welmeenenden, en verdooving van den moed der ftrydbaaren in den Lande. Zy zeiden, dat zy wel verzekerd waren van de volftandige geneigdheid van de heeren ftaaten, om in deze handelingen niets toe  SJÖ VADERLANDSCHË toe te geeven , aan al wat fchaadelyk 17 7'" zoude kunnen zyn voor de burgerlyke vryheid of het algemeene belang; of dat Hoogstdezelven zich zouden Iaaten aftrekken, door eenigerhande voorwendzelen, van derzelver hartelyke en Vaderlandlievende befluiten. Zy ftelde zich ten eene- ■ maal gerust, dat deze onderhandeling, uit hoofde van de bekende gevoelens der të« genparty, geheel vruchteloos zoude afloopen, doch waaren teffens van denkbeeld, waar toe de ondervinding hun reden gaf, dat men telkens zodanige onderhandelingen zoude ondcrneemen , en die uitrekken , om alzo, met bet doen van onaanneemlyke voorflagen , de maatregelen der Hollandfche ftaatsbeftierderen buiten kragt te flellen: Het gedrag van de meerderheid der Staaten van Gelderland en Utrecht gaf niet dan al te veel flof aan de Nederlanders, om aan dezeiven alle vertrouwen te weigeren; ten opzichte van die in Gelderland waaren maar al te veel blyken voor handen, die ten overvloedigcn bewyze verflrckten ; Zy hielden het daat voor , dat het gebeurde te Hattcm en lil-  HISTORIE.BESCHRYVINC. 2"I Elburg te diep in het gevoel des volks was ingeprent, dan dat zy hetzelve, met alle die aakelige'omftandigheeden, op nieuws zouden opnaaien; de ondermyning van de voorregten hunner vrye ingezetenen; daaden van geweld en onderdrukking; roof en plundering van ftceden die mede-ftaatslcden waren, leverden de kenfehetzen van hun gedrag op, onder welke flegte en geweldaadige handelwyze de rol van burger, lievend gefpeeld , 's Lands Magazynen gefchonden, en aan de Raad van Staaten gefchreeven wierd, als of men voor een Burgeroorlog bevreesd was, daar ondertusfchen zommige dry vers van onregé, in vroegere dagen, zich hadden laaten ontglippen, „ dat er burgerbloed moest geftort worden." Althans zy waren van oordeel, dat de ftaaten van Utrecht in geen gunstiger daglicht konden geplaast worden, en dat hun gedrag, als trouwloos, de verontwaardiging van eenvry volk verdiende: HunEd. Mogende hadden voormaals zich vertoond als vrienden des volks, by geleegenheid dat de natie over het algemeen onvergenoegd  %72 V ADER.LANDSCHE 0^ noegd was over den Admiraal-Generaal, I7u/' uit hoofde van den fchandelyk ge voerden Engelfchen oorlog , en die geleegenheid waarna men om zich ,het juk van den Stadhouder van den hals te fchuiven; toen hadden zy het volk aangezet, om klagten in te dienen by de hooge vertegenwoordigers, ten einde van een drukkend regeerings-reglement ontheven te worden; by die geleegenheid hadden zy de wapenoefening aangemoedigd , als een middel om aan de verzoekfehriften kragt te geven ,• zy misleiden toen hier door het plegtig opgeroepen volk met vriendlykheeden en beloften; en dat alles met geen ander oogmerk, als om eene haatlyke Aristocratie, de ondraaglykste van alle regeerings-formen, in de plaats te flellen. Doch wanneer Utrechts ingezetenen, en vooral de burgery hunner hoofdflad, hunne oogmerken ontwaar geworden zynde, hunne eigendommelyke regten wilden doen gelden, by die gebegenheid was men toen veranderd, en wegen en middelen ingeflaagen , om het volk te doen bukken; daar toe nog beloften nog bedreigingen fpia  HISTORIE -BESCHR YVINrj] 2J% fpaarende; Zo dat eindelyk hetgeduld van - ,, , de Utrechtfche Burgery was afgemat, enIL__V 1 zy zich van een groot aandeel van hunne onwaardige Stads Regenten had ontlast,' waardoor de overige Staatsleden htinnè vergaadering naar Amersfoort verleiden, en aldaar de duidelykste blyken gaven vari wraak en ontrouw: Onder het voorwendfel van te zorgen voor hunne perfoons veiligheid hadden zy het Krygsvolk byeeri getrokken , fchoon met de fteeds bygevoegde herhaaling, van niets Vyandelyks tegens de Stad Utrecht te zullen onderneemen; betuigingen, waar van zy nu onlangs de waardy zo fpreekend hadden Ieeren kennen, toen het ganfche Vaderland de ontrustende tyding hoorde, dat gemelde Staatsleden zich niet ontzagen, om, ongeacht alle die vreedzaame toezeggingen, de Stad Utrecht van alle kanten in te fluiten , en eene vermeerdering van krygsvolk uit Gelderland in te roepen,voor« zeker met geen ander oogmerk,-als ome-en plan van louter geweld in te voeren; Zulks I zeiden Utrechts Burgeren, was met de daad gebleeken, in het fchenden ran 't Stads' xv11. deel. s grond.  274 VAD'ERLANDSCHE grondgebied, in het bezetten van het dorp de Vaart, en allcrfterkst in den moorddaadigen aanval op een gedeelte der burgery van gemelde Stad, en het vergieten van dierbaar burgerbloed. Deze waren de partyen, waar mede de onderhandeling zoude moeten gefchieden, en wat de vergaadering van den Raad van Straten aanbelangde, welke zich daar in als bemiddelaar aanbood, daar omtrent gaven de Haarlemmers aan hun Ed. Groot Mogende,in bedenking, „ Of die Heeren daar toe wel genoeg onzydig mogten gereekend worden,- wanneer men in overweeging nam het gedrag van dien Raad tegens den Generaal Major van Rysfel, en andere Officieren, welke de bevelen der Heeren Staaten hadden gehoorzaamd; en de toelaating van denzelven Raad om de Magazynen te openen voor de Gelder fche Staaten, zo als men alomme verhaalde* Men ftelde het in dit adres voor zeker, en zulks wierd ook ingevoerd als eene by de Heeren Staaten van. Holland erkende waarheid," dat de geweldige oogmerken van  HISTO RIE-BESCHRYVING. 27^ van die uit' Gelderland en Utrecht, zich geenzinds bepaalden, enkel en alleen om de ingezetenen van die Gewesten,aan welken Holland haare befcherming had toegezegd, onder het juk te brengen, maar dat zich het ontwerp van die overheerfching daadelyk tot deze Provincie uitftrekte, zo alsde elf Hollandfche Steden, voor weinige dagen, by eene bondige aanteekening in de Vergaadering hadden betoogd, en ook in eene brief vsn de ütrechtfche Staatsleden was bevestigd, als waar in die van zich hadden kunnen verkrygen, om, tegens de waarheid aan,de Staaten van Holland te noemen de aanranders en oorzaaken van den tegenwoordigen burger oorlog; toonende daar door Zonneklaar, dat zy enkel en alleen een voorwendzel verlangden, om tegens HunEd. Groot Mogende, en de vrye Landzaaten van deze Provincie, in 't harnas te komen; van welke ten onregte aangetygde befchuldiging zy echter vertrouwden, dat de Staaten van Holland byde onpartydige waereld volkomen zouden worden gerechtvaardigd, en integendeel altoos den lof wegdraagen van alle S a mo-  i7ó Vaderland sche' 17S7 mo§e'y^e toegevenheïd te hebben gehrnikt tegens die overweldigers hunner vrygebobrene Ingezeetenen , van welker infchikkenheid, nu voor weinige dagen, een fpreekend misbruik was gemaakt, toen zy, {leunende op de bevelen van de Staaten van Holland, aan het krygsvolk te Utrecht gegeeven , zich hadden verflout, om, onder het bereik van 't gefchut van gemelde Stad , vyandelyke flrooperyen aan te rechten. Deze Haarlerafche Burgers en Inwoonderen fielden dus Voor vast, dat een mannelyk doorflaan in den nood, het eenigste middel konde zyn, tot redding van het Vaderland, en verzogten op het eerbiedigste en teffens ernfligfle, dat de Staaten van Holland tot geene onderhandeling geliefden toetetreeden, dan op zulke grondflagen, en onder zodanige voorbehoedingen dat men waariyk eenen goeden uitflag daar van zoude mogen verwagten , en althans by de tegenwoordige geène de minste vertraagingi veroorzaaken in de zo volflrekt noodzaaklyke middelen van verdeediging , maar dat met allen fpoed voort-  HÏ3T ORIE-BES CHRYVï'NG. IJJ voortgang mogte worden gemaakt, om het Krygsvolk van Holland in dien Haat te brengen, dat het tot wezendlyk nut konde ilrekken. De moeilykheid, welke de tegenwoordige gefteldheid van 't krygsweezen veroorzaakte , konde ieder wel voorzien, maar de onderteekenaaren van dit gemelde adres verwagten echter niet, dat zulks de Heeren Staaten van Holland zoude te rug houden; het beste gedeelte van 's Lands Ingezetenen, zeiden zy , hadden hunne Ed. Gr. Mogende, met eene algemeene betoonde bereidwilligheid en gedaane betuigingen, verzekerd van derzelver hartlyke en kragtdaadige onderfteuning: Het onlangs voorgevallene te Woerden en Oude-Waater toonde, wat de welgezinde gewapende burgermagt vermogt, en dat het tegenwoordige volk, niet ontaart van hunne heldhaftige voorvaderen , ook in dezen tyd blyken zoude geeven van deszelvs zugt voor Vryheid en 't Vaderland , en zich met alle magt verzetten tegens de heerschzugtige geweldenaars, die de vrygeboorene Ingezetenen van dit S 3 Ge-  2/8 VA.DERLANJ3SCHE jng^ Gewest hadden getragt te overmeesteren, .. ja te vernederen tot de laagte van zulke volken, welke van den wil van eenen afhangen , of aan de verdrukking van eenige weinigen onderworpen zyn. In zulk eene gefleldheid van kommer volle zaaken fcheen men-dus vandiun'Ed. Groot Mogende te moeten verwagten , dat zy alle zodanige middelen zouden gebruiken, welke God en de natuur hun tot redding van het Vaderland aan de hand gaf; en . dewyl die onderteekenaaren zeiden overtuigd te zyn, dat het thans buiten alle bedenking was gefield, of de tegenwoordige Heer Stadhouder moest aangemerkt worden, als de bron en oorzaak der heiilooze verwarringen, cn gewelddaadige pcogingen tot omkeërig van 's Lands Vryheid en ondergang van 't Vaderland, zo vertrouwden die te gelyker tyd, vryheid te hebben, om de Heeren Staaten onder betoog te brengen, dat de Ingezetenen van Holland, altoos zo gewillig om 's Lands lasten te dragen , echter aller ongaarnst de penningen, door hun zweet en arbeid den Lande opgtbragt, langer zouden zien getrui-  HISTOR.IE-BESCHR YVING, 2"7<) bruiken tot onderhoud' en grootmaaking van een Staatsminister, wiens vyandelyke oogmerken ten nadeele der Vryheid, en ten verderve van die Provincie, zo zichtbaar doorftraalden; weshalven zy aan hun Ed. Groot Mogende verzogten, om ook ten dien opzigte, daar het welmeenendste gedeelte der Burgeryen zich,door vrywillige giften ten voordeele der algemeene zaake, had uitput, zulke afdoende maatregulen te neemen , als Hoogstdezelyen, voor het welzyn van het Vaderland, naar derzelver wysheid en regtvaardigheid , no■ dig en heilzaam zouden oordeelen. Zodanig was de taal van Haarlems-volk, tot afweering van alle bemiddeling, waar door de burgery van Utrecht niet wierd beveiligd tegens allen vyandelyken aanval ; Indiervoegen verhefte zich ook de ftemme der Gemagtigdens van zestien duizend ondergetekende lastgeveren in Am» ilerdam; en verzegelden dat verzoek, met de ernstigfte betuiging, dat, wanneer die verdervers van hun Vaderland en belaagers van hunne vryheid, dooreenen ongelukkigen keer van zaaken, over alle S 4 , hun.  aS'Ct VADER LANDSCHE ¥?rg7i hunne welmeenende poogingen mogten .—— zegepraalen , zy, als waardige Burgers, bereid zouden zyn het lot van hunne ge. trouwe Vertegenwoordigers, die tot het einde pal Honden, te ondergaan, en het zich een eere zouden rekenen met dezelve alle de rampen van een ongelukkig, maar te gelyk groot volk, gemeenfchappelyk te deden. Die van Enkhuizen vereenigden zich met de waakzaame oplettenheid van de Amfteldamfche en Haarlemfche Burgery, om die gevreesde tegenkanting, onder fchyn van bemiddeling , af te wenden; men noemde dat alömmc de werkende ftem der reden, der plicht, der Vryheid, des Vaderlands, ja des Godsdiensts en des Eeds. De zaaken hadden nu^diegedaante, dat de meerderheid yan Hemmen in de meeste Steden ,en der Steeden in de Staatsvergaadering, gewonnen was; Het konde derhal ven van geen vrucht zyn, de welgeregelste maatregelen tot heil van Staat en Stad uit te denken, om zich daartegen te verzetten. In 'tLandfchap van Drenth , alwaar de Hee-  HISTORIE-BESCHRTVIN G. 28 I Heeren Staaten op den dertienden vanMaart „ zouden vergaaderen , had men het mede / al zo verre gebragt, dat, by het onderzoek van de bewyzen der bevoegtheid van hun die als eigenerfdens zouden worden toegelaaten , aldaar de hoogste verwarring plaats greep, en de voorzittende Heer genoodzaakt was, zyns ondanks, de vergaadering vruchteloos af te breeken; de herhaalde aanmaaningen van den Heere Land-Dorst, wierden niet gehoord , en een woest gefchreeuw vervulde de zaal. By de opening van eene tweede zitting des avonds, trachte men het vertrouwen en de eensgezindheid in die hooge Vergaadering, zo mogelyk, te bevvaaren, en de raadpleeging te hervatten volgens de order der Regeering,overeenkomstig de vastgeftelde wetten en gewoontens; en dus op eene conflitutioneele wyze, tot welzyn van het Landfchap; aangezien de gevolgen zeer nadeelig zouden zyn, die, uit oniustenby „ t „,','.„ de fh;itsver- eene onverhoopte onafgedaane itaat van m^e ring in' 's Landszaaken, voor 't gemeene welzyn zouden moeten voortvloeien: Doch, hoe regtmaatig de bemiddelende .voorflagen S 5 wa-  282 VADERLANDSCHE waren van den heer Land - Drost en de I7*?' Ridderfchap, hoe zeer de Heer van Ech/ten tot Echten openlyk verklaarde alle vermogens te willen aanwenden om de verfchillende Staatsleden tot redelyke gedagten te bewegen 4het was ,te vergeefsch; Men begon met het onderzoek van 't volmagtfehap tusfchen de Ette W. Boeikcn, en J. H. ten Rodengate, terwyl de Roeien van het Rolder - dingfpil tot het fcheiden der vergaadering leedig bleeven: De eigenerfden uit Zuideveld beweerden, dat de benoeming van Boelken ftrydig was met der Ingezetenen Regten en Privilegiën , en wel voornamenlyk , alzo elk eigen erfde deel had aan de regeering van het Landfchap, en niemand mogtgeweerd worden in de byeenkomsten alwaar over gemeene Landszaaken wierd gehandeld, uitgezonderd vreemdelingen, die de wetten niet kenden, veel min hoedaanighecden hadden om daar over te oordeelen. Boelken, zeiden zy, was door zulke onbevoegden gelast, om over de zaaken, volgens de in de Sociëteit opgemaakte befluiten , raad te pleegen of te Remmen; waar  HIST ORIE-BESCHR YVING. 283 waarmede gevólglyk de vöorregtenvan de j-g7 overige Eigenerfdens merkelyk bekort ! fchecnen , en de klem der Regeering in handen van iemand wierd overgebragt, die zich daar mede niet mogt bemoeijen: Boef ken, zo wel als de volmagten van Odoren en Dalen, wilde men dus uit de vergaadering geweerd hebben, doch, by raadpleeging, wierd cenpaarig beflooten, dat hy wegens het Carfpel Slëen moest worden • toegelaaten. Met geen minder drift was de voord ragt van 't verfchil tusfchen J. Kiers en de Ette T. Muniingh , wegens 't regt tot de zending van een volmagt wegens Dwingelo ter eere , en Lhee en Lheerbroek ter andere zyde , met dat onderfcheid , dat Dwingelo, om het zevende jaary een dubbelden beurt genoot j Beide partyen befchuldigden elkander van Kuiperyen, zo dat, by de Raadpleeging, door de Heeren van de Ridderfchap, en het Dhgfpel Zuidenveld, wierd verflaan, dat de wederzydfche bewyzen, voor zo verre niet dadelyk betrekking hadden tot bevestiging van het volmagtfchap, aldaar geenaandagt kon-  2 84 VADER LAND. SC HE 3787. konden verdienen , en dat de Ette T. — Muntingb ais vol raagt zitting behoorde tc neemen, aangezien de Willekeur, daar Kiers zish hoofdzaaklyk op beriep, geene tc rug werkende kragt konde hebben ; Beilen, Diever, Noordenveld en Oostermoèr verzetten zich daartegen, zo dat, door dien niemand wegens Rolder Dingfpil tegenwoordig was, de Hemmen , wegens gelykheid, tot geen beflisfend befluit konden worden gebragt. Het was zedert onheuglyke jaaren het gebruik, dat dezelve Volmagt twee Landsdagen na eikanderen, wegens de Oosterboer ter Staatsvergaadering verfcheen,en dat die benoemde van het eerste jaar, na het afleezen van de Landdagsbrief, de Eigenerfden te zamen riep, om het ïtemcedulle voor het tweede jaar te laaten tekenen; dus had Jan van de Weetering, als hebbende in 't laastvoorgaande jaar die waardigheid bekleed, de Eigenerfden doen byeenkomen, en aanzeggen, dat 'er boere vergaadering zoude zyn tot het benoemen van een Volmagt naar den Landsdag, wanneer daar mede verfcheen zeker en B-  H ISTORIE-BESCHRYVING, 285 B. W. van Dyk,. die zich party verklaar- I?s7v de, en ook als Volmagt wilde gaan; De—— ftemmen wierden wederzyds opgeteld, err 't gebleek dat van de Weetering eene groote meerderheid had, en dus tot volmagt wierd benoemd, 't geene van Dyk, by den aanvang wel erkende , maar naderhand geheel onwettig tragte te vernietigen , daar toe van de armevoogden te Meppel en elders verfcheidene ftemmen inzamelende, zelvs door overdragten van' vaste 'goederen, ftrydig met oude gewoonten en wetten van den Landfchap, waar van de Heeren Ridderen en het Dingfpil Zuiderveld een nauwkeurig onderzoek van zaaken voorftelden, met betuiging , van J. van de Weetering als ge. volmagtigde te zullen toelaaten, wanneer niet gebleek, dat de Eigenerfden opfeene Onwettige wyze zamen geroepen waren geweest, en de ftemmen uitgebragt hadden ; doch de vier Dingfpeelen weezen aan van Dyk het regt van zitting toe, en dus bleef zulks, door het afzyn van die uit Rolde, mede onbeflist. Eeven zodanig was ook de uitkomst van'  2 86 VADERLANDSCHE I 7g7 't gcfchil tusfchen de Heeren C. Hilbrants ——en J. Homan; men betwiste, tegens alle reden , regtvaardigheid , en vastgeftclde orderjder regeering , zedert by na twee eeuwen plaatshebbende, ten nadeele van den eerstgcmeiderij aan de Heeren Drost en Gedeputeerden het vrye bellier van de Landfchaps goederen, en de uitoeffening van de daar op geleegene regten en voorregtcn by derzelver lastbrieven hun aanbevoolen, weigerende het mindere, daar het meerdere wierd erkend. Hoe bondig die bewyzen waren, zy wierden aangehoord, maar als thans niet dienstig ter zyde geworpen; ja men vond goed, by afwee» zigheid van den heer van Lier, die toen geregtigd was geweest zyne erkentenis wegens de kluft Anrees te doen bekragtigen, de volgende oneenigheeden, betreffende de volmagtfchappen van verfcheidekluften, willekeurig af te doen, en, alvorens tot het gefchil tusfchen de Heeren van Lier en Karst over te gaan, wegens de bewuste vier Dingfpillen een plan van bemiddeling op te dringen, waar by die ftaatsleden hoofdzaaklyk te kennen gaa- ven5  HISTORIE-BESCHR Y VING. 287 ven, dat zy, om zo veel mogelyk de cenigfaeid te bevorderen, de zaak tusfchen l7*7' van Lier en Karst onbeflist wilden laaten, aangezien het regt van beide niet zeer bui ■ ten tegenfpraak was, maar dat J. W. Tabïng daar voor zoude kunnen hatreeden; doch zo de overige Leeden van Staat daar niet toe geneegen mogten zyn, dat zyals dan, zonder te blyven by hun eerst aangenoomen plan , zouden vorderen het geene zy bevorens hadden geweigerd, en niet in dat voornoemen Hagende , met klinkende woorden van algemeene belan* gens, weigeren hunne Hemmen uit te brengen, waardoor alsdan de vergaadering vruchteloos zoude moeten fcheiden. Deze tegenwoordige onlusten in de Drcntfche Staatsbeftiering wierden gedreeven op de naam van de Eigenerfdens der vier gemelde Dingfpellen, fchoon het allerzekerst kcnnelyk was, dat verre het grootfte gedeelte daar van walgde, en in geenen,deele de omkeering der vastgeltelorder begeerde; want het ganfche toeleg van zaaken liep daar toe uit, om de reg. ten,  288 VADERLANDSCHÈ ten, die aan zyne Hoogheid den Erfsftad- 1787*, , • 1 • ^ houder, m de jaaren 1749 en 1705, wa- opgedraagcn met eenpaarige ftemmen, den bodem in te flaan, ten welken einde de Ridder C. de Vos van Steenwyk, die voor twee jaaren geleeden uit Overysfel in de regeering van dit Landfchap was overgekomen, ook had voorgedragen eene nieuwe manier van ftemmen in te voeren, door die der Ridderfchap te fplitfen, en aan zyne Hoogheid te ontrekken de beflisiing van de oneenigheeden , plaatshebbende onder de leden van ftaat; en dus, onder voorwendzel der begunstiging van de vólks regten, onder eene zogenaamde wedcrvordering van de oude regten , in de daad, Hoogstdeszelvs heilzaamen invloed voor het volk, ter afweering van deoverheerfchingeenerfamilie, gansch èn al te bcneemen. De onpartydige beoordeling voorzag in dit gedrag tegens de wettige regeeringsin' ftelling de deerniswaardigste gevolgen, hoedaanige het ongelukkige Gemeenebest reeds aan alle kanten gevoelde; zyne Hoogheid de Erfftadhouder zond, uit dien hoofde, brief  HISTORIE. BEsCHRYVING 289 een brief aan deHeeren Staaten vanHolland en West-Vriesland, met een bygevoegd UÜÜLi gedrukt declaratoir, waar by Hoogstdezelve betuigde, door eene blykbaare neiging tot zagtheid, tot nog toe, met Rille gelaatenheid en verachting, voorby te hebben gezien alle verkortingen zyner wettige en erflyke rechten, ondernoomen door eenige weinige Leden van Regeering, die een nieuw ontwerp wilden doordry ven, zich verbeeldende, dat, eeven als in vroegere tyden, een gunstiger keer van zaaken ten voordeele van hunne heerschzugt zoude gebooren worden , doch dat hy, federt men in Holland , zo door afgedwongene befluiten by afgeperste of gehuurde tekeningen van eenige ingezetenen, als door ontzetting van wettige regenten, de meerderheid van de ftemmen der Staatsvergaadering verzekerd, en vervolgens door het brengen der gehuurde of verbyfterde benden der gewaapende Genootlchappen , en zelvs van troepen op het grondgebied van Utrecht, de Uniegefchonden had, niet van zich had kunnen verkrygen, langer tc zwygen, maar int* VJJ. deel, T geaft  200 VADERLANDSCHB gendeel zich bereidvaardig te verklaaren, ,J'7^' om, zo met de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht, als met die van de overige gewesten, benevens de Heden en leden van dien, door alle die vermogens, gezag en invloed, welke aan zyne hooge waardighecden konden gereekend worden verbonden te zyn, op het fpoedigfte en kragtigfte mede te werken» tot heeling van alle die breuken der Unie, tot opheffing en ftuiting van al het onwettig geweld en tot herftelling van eendragt, rust en "vertrouwen , zo tusfchen de Provinciën met eikanderen , als tusfchen de Heeren Staaten , Regeeringen , en Ingezetenen van ieder van dezeiven. Zyne Hoogheid had een groot aantal van deze betuiging doen drukken en alomme laaten verzenden, 't geene by veelen te zeer goedgekeurd wierd, om niet ten haatenlykften van anderen met openbaare verfmaading aangerand te worden. Ondertusfchen was men in 's Hage voor de gevolgen zeer bevreesd , het geene de Heeren Staaten van Holland wel tragten voor te komen , door aan de officieren in 's Landsdienst die  ÜISTORIE-EESCHRYVIxVG. 29t die zich gehoorzaam hielden een gefchenk toe te leggen, gelyk mede aan de zodani- gen, die geweigerd hadden aan de bevelen " der Gelderfche en ütrechtfche Staaten te voldoen: Insgelyks wierd op de Overysfelfche Landdag beflooten, niet alleen om de gemagtigden , wegens deze Provincie ter algemeene ftaatsvergaadering zitting gehad hebbende , tot verantwoording op te roepen, maar ook om aan den Generaal Majoor van der Hoop, als Ritmeester van een Compagnie ruiters door Holland betaald wordende,«te doen weeten, of hy onkundig was geweest van de aan. fchryving der Ed. Groot Mogende Heeren, betreffende het niet gebruiken van krygsvolk in de burgergefchillen van het laaste afgeloopen jaar, en op wat gronden hy had geöordeeld bevoegd te zyn daar1 tegens aan te gaan, met bevel, om zich bin. nen veertien dagen daar over te verantwoorden; gelyk mede om aan zyneHoo^ heid als Kapiteinen Generaal aan te fchryven van zich te verkiaaren, waarom hy, tegen de zo duidelyk bekende wei. meening van de Heeren Staaten dier Pro? a via-  292 VADERLANDSCHE g vincie, de ruitery van den Generaal van , der Hoop had laaten aanrukken. OndertuSfchen begaven zich de Heeren Tork van Rofendaal , J C. Bentinck, van der Hoek, van Diest, Droma, en Heinsbergen, naar den Heer Raadpenfiona. lis met een aantal verzoekfchriften, onder anderen van drie duizend een honderd een en zestig Haagfclie burgers , die op de kragtiglte wyze verzekerden, volmaakt te vreeden tc zyn met de gevestigde Staatsen - Stadhouderlyke Regeerings-conftitutie en het Erfftadhouderlyke huis, met betuiging , dat zy het daar voor hielden , dat geene kleine meerderheid van ftemmen de waardigheeden aan het Erfftadhouderfchap gehegt mogten aanranden , zonder den Vorst te hooren,veel minder aan Hoogstdenzelven het bevel over de krygsmagt in 's Hage te ontneemen , en het Capitein Generaalfchap op te fchorten; weshalven die ondertekenaaren zeer ernstig verzogten, dat alle die wederregtelyke bedry ven mogten worden opgeheeven; en de afgezette leden van Regeering weder herlteld. Tw p voardragt w'vpi vergezeld met eene Iter-  HISTORIE-BESCHKYVING. 293 fterke beweeging onder de Burgers in 's 1787; Hage, te Voorburg, Overfchie, in Gor- -—. kum, en in veele andere plaatzen, terwyl inmiddels de meerderheid in de vergaadering van de Algemeene Staaten, [namentlyk de Afgevaardigden uit Gelderland, Zeeland, Utrecht, en Friesland] goedvond, aan het krygsvolk, ter betaaling van Holland ftaande, zodanige bevelen te geven, als daadelyk regtsftreeks aanliepen tegens de ordres van Hun Ed. Gr. Mogende, waar door het gezag van die mede ftaatsleden weinig kragt behield, en veelen, die hen toegedaan waren, in? de daad in kommerlyke omftandigheeden bragt, terwyl de gewaapende burgers intusfchen het befluit naamen om niets te dulden, maar zich met geweld te verzetten, tegens alles wat de bevelen van hunne vertegenwoordigers zogt te ondermynen en tegen te gaan. Hunne Hoog Mogende, en de Raad van Staten, bleeven by het aangenoomen gedrag beftendig voortgaan met de uitvoering der genoomene maatregelen ; Hoogstdezelven gaven bevel aan alle OfT 3 fc  29+ VADERLANDS CHE 1787. ticieren van het krygsvolk, om geene * hoegenaamde ordrcs van de Staaten van Holland te gchoorzaamen, terwyl daar en tegen de meerderheid der Provinciale Regecring aan alle bevelhebberen gelaste, geene de geringste acht te mogen geven op de befluiten der Algemeene Staaten, of der Heeren Raaden van Staaten: De maatregelen van deze beide laastgenoemde aanzienlykfte vergaaderingen, en de uitvoering door Nederlandsch Erfftadhouder, wierden by die van Holland en Overysfel met naameo beftempeld, die weinig goeds betekenden, op den duur, waar door gevolgelyk geene andere uitkomst te verwagten was, dan de allergevaarlykfle voor Nederlandsch Staatsbeflier, welker vrucht de uitterfle verwarring moeste zyn. Die van Utrecht fcheenen zich geheel en al te verlaaten op de flerke vermogens en bereidvaardige hulp dier flaatsleden in Holland, en der afgevaardigden uit het midden van dezelve tot de zodanigen, die met de verdeediging der Stigtfche hoofdftad gelast waren, althans de officieren van  HISTORIÉ.SESCKRYVINC. 295' van de fchuttery aldaar verklaarden zeer mannelyk, dat zy geenzints twyfFelden aan L1*7' de goede moed en de welberadenheid van die vergaaderde leden aan wien de Stadsverdeediging was toebetrouwd, maar behalven dien verklaarden zy, in overwee. ging te hebben genoomen de gevaarlyke toeftand, en hoe in tyden van eene alge. meene aanval tegens Utrecht te handelen , om dan, of door gebrek aan volkomene bevelen, en befluiten, of door voorftelhngen van voordragen tot overgaave, het zy de StaarsbelHering betreffende, het zy tot de Krygsverrichtingen behoorende, in zodanig een tydflip de beste oogenbJikken en kanfen niet te verzuimen, om den vy« and het hoofd te bieden, waar door vervolgens of verwarring, of eene fcbandelyke overgaave, zoude kunnen geboorerj worden } en ter voorkooming van dien j zo wel als ter gerustflelling aan de burgery, te hebben beflooten, om te'verzeke ren, dat de vergaadering van officieren* 9, van geene overgaaf, of voorwaarden, wilde weeten, voor dat alles vernield en plat zoude zyn gefchooten, zo, dat'er T 4 niets  VADERLASÏDSCHB 1787. niets dan puinhoopen voor den vyand ■ overblecven;" met een vast vertrouwen, sterbefluit dat het zogenaamde Defenfie- Weezen daar »üoe^"ery toe ook alles zoude aanwenden , en in tyds werkftellig maaken, om die ftad, en zulk eene moedige Sehuttery niet alleen, maar ook alle haare brave en getrouwe Burgerlyke-en-Krygs hulptroepen, aan geene onzekere befluiten of verdeediging bloot te laaten; tot dat einde van dit befluit zulk een gebruik maakende als zy konden goedvinden, om geene bedenking over te laaten, ter verdeediging van de Stad, tot aan het laaste oogenblik, en des noods, wanneer 'er geene redding meer overbleef, dan nog liever, door de overfchietende manfehap, de flad te verwoesten. Terwyl de gevolgen van alle die befluiten aan den tyd wierden overgelaaten, nam de verwarring inmiddels over al in de Republyk meer en meer toe, in manieren , dat 'er een onverwagt fpoeslig herflel gehoopt, of eene ganfche vernie. tiging van dit Gemeenebest te verwagten was. De Stad Amflerdam drong, met dat voor  HI S T O RIE - E E S C H R Y VIN C. 2 97 vooruitzigt, ten frerkften aan op de bemiddeling door den Koning van Frankryk, 17 ^_ houdende het daar voor, als of ?er een zeer wezendlyk onderfcheid was in die, en in de zodanige, welke door het Hof van Berlyn wierd aangeboden, voornaamenlyk daar in berustende, dat namentlykditlaastgemelde Hof zich had voorgedragen ineen tyd, toen de inlandfche gefchillen van eene geaarthcid waren, dat dezelve alleen bepaald bleeven tusfchen den Souverein en zynen Stadhouder, voortfpruitende uit betrekkingen van bloed ver wantfchap, weshalven dezelve uit dien hoofde niet konde worden aanvaard, althans niet, nadat de vriendelyke voorfpraaken van zyne Pruisflfche Majeftejt op eene, zo men geloofde, voldoende heufche wyze waren wederlegd, vastfkande in die aangenoomene veronderftelling, dat het aan de Heeren Staaten zelve Hond, de gefchillen met zynen Stadhouder in de orde te brengen, zonder dat eenige buitenlandfche Mogendheeden zich daar mede vermogten te bemoeijen: Gansch anders, zeiden zy, was hetgeT 5 Held  298 VADERLANDSCÖB 1787. met ^e zaaken in de tegenwoordige *~ toeftand, de onaangenaaraheeden waren nu alleen tusfchen de hoogste magten der onderfcheidene Provinciën in dit Gerneenebest; Het eene gedeelte der Unie verzette zich tegens 't andere, en ruste zich ten oorlog uit; zo dat 'er geen richter of middelaar in de eigen boezem van de Republyk te vinden was, maar het gevolg voorzeker tot eenen inlandfchen oorlog zoude uitbarften , als 'er geene buitenlandfche bemiddeling wierd aangenoomeu: De Provinciale Souverainen waren nu zei ven partyen. Op deze veronderftelling beflooten gevolgelyk dis van Amfterdam, dat alle de Gewesten in 't algemeen, en in 't byzonder Holland, Overysfel, Frieslanden Groningen, by deze toeftandvan zaaken, verpligt waren, Raatsgewyze, aan den Koning van Frankryk kennisfe te geven, welke de tegenwoordige Provinciaale gefchillen der Unie uitmaakten, met verzoek van het Middelaarfchap daar over op zich te neemen , aangezien zulks beruste op den aart der Alliantie met dat Hof, als hebei.  HISTORIE-BESCHRYVING. 299 helzende de onderlinge verpligtingen tot 1787. gemeenzaam vertrouwen, en om elkande- 1 ren den wederzydfchen Raat van verdeediging opregt open te leggen, te meer, daar men zeer wel konde voorzien, dat het geheele Staatsvermoógen der Republyk aan eene verzwakking wierd bloot gefleld, door eenen binnenlandfchen oorlog, die het herftellingswerk der regeeringswyze in de byzondere Provinciën gansch en al zoude vernietigen, en met dat onheil Frankryk zelve in de hoogfte nadeelen dompelen. Dit betoog van de Stad Amfterdam hield, over het geheel, in, de gedagte van bet grootfte gedeelte van hun, die het plan eener grondwettige herftelling op het oog hadden. De zaaken Ronden thans zo gefchapen, dat men met minnelyke onderhandelingen , die te meermaalen te vergeefs beproefd waren, niet meer zoude vorderen, de verbindtenisfen der familiebelanvan het huis van Orange, met de hoven van Londen en fJerlyn, hadden in den Engelfchen Zee-Oorlog, kort te vooren, om die reden, reeds het oog op Frankryk doen werpen, als de eenigfte , of voornaamRe mogenheid, wier direct belang  300 VADERLANDSCHE 1787.lang was om de balans der Zeemagt, ~ door de nieuwe verbindtenis met de Republiek , op haare zyde te doen overflaan, en haare Britfche mededingfter te doen opweegen. Tot deeze alleen dagt men zich nu ook te moeten wenden om een tegenwigt te hebben tegen Pruisfen, om, wanneer deeze aan de eene zyde, door geweld, zyn zwager de Prins van Orange b zyn Erfftadhouder Kapiteingeneraalfchap zogt te maintineren, en zo den knoop des gefchils door te hakken; als dan door het zwaard van Frankryk het andere in de fchede te houden. Dan, daar men in Frankryk fcheen te aarzelen, om, in gevolge de vooiige alliantie; met alle de bondgenoten gefloten, zyne onderftand te verlcenen aan enkele gewesten, zo lange niet op requifitie van andere byzondere provintien de een of andere buitenlandfche mogendheid in het provintiaale ftaatsgefchil zich openlyk door zyne krygshulp mengde; zo was de voornaame toeleg van het eene deel der leden van Hun Hoog Mog. om de Provintie Friesland} welkers ftaatSleden mede zelve onderling verdeeld waren, op hunne zyde, en zo de meerderheid by de Staaten Generaal te  HISTORIE-BESCHRYVING, 301 te bekomen. Hier toe zond men, ter 1787. onderfteuning van die Friefche Staatsie^ den; welke thans afzonderlyk te Franeker vergaderden, en thans de minderheid was geworden, (niettegenftaande twee a drie jaaren te vooren, de Staaten van dat gewest de eerfte en fterkfte waren, die zich tegen de dispofitie van Hun Hoog Moogende en den Raad van Staaten, verzette) onderftand in geld, ammunitie en Manfchap, om zich tegen het ander gedeelte te kunnen verdedigen en ftaande houden. Hiertoe deeden ook de Staaten van Holland van hunne zyde de uiterfte pogingen, en gebruikte de kragtigfte middelen ; zy verzekerden zich van de fcheepvaart op de Zuiderzee, lieten de kusten van Gelderland, Friesland, enOverysfel, met gewaapende vaartuigen bewaaken , om daar door zich zeiven voor alle overrompeling te dekken, en de trahquiliteit zo veel mogelyk in hunne provintie te bewaaren. In de Provincie van Groningen en Om- Verfchi'- melanden waaren de gevoelens der meer- ,'.s,n tus: ö fenen de derheid van de Regeering in de ftad regts- StacGro- ftreeks ftrydig met die van het Land; de j"o'^n cerstgemelden hadden zedert eenigen tyd. roelanden. al-  302 VADERLANDSCHE 1787. alles aangewend om zich te voegeu aan de ' " zyde der Heeren Staaten van Holland en om in derzelver genomen maatregelen te treeden, en ware 't mogelyk wederzydfche partyen te bemiddelen. De Heeren van de Stad betuigden dat zy wel zeer waren begaan , en met kommer vervuld, over den ongelukkigen toeftand van het Vaderland, wenfchende door vriendelyke fchikkingen deszelfs ondergang voor te komen, en, met aflegging van alle vooroordeel, partyzugt, en eigenbelang, het ware welzyn te behartigen; terwyl zy tefïens zig verpligt en verbonden rekenden, om zig met kragt te verzetten tegens de verrigtingen by Hunne Hoog Mogende thans plaetshebbende, die zy verklaarden, als de gevaarlyklle voor der Bondgenooten vryheid, en wel voornamentlyk omtrent het Krygsvolk, doorafzonderlyke Provinciën betaald en op derzelver gebied geleegen, * waar over zy aan de Algemeene Staaten, het bewind wilden betwisten, alszyndeeen zaak van het hoogfte aanbelang, welke door de fterkere party niet ten nadeele der andere als even onbepaald meccster in den zynen konde beflist worden, maar door minnclyke onder- han-  HISTORIE-BESCHRYVING. 303 handelingen behoorde te worden uk den 1787. weg geruimd. Zy Schilderden verder de verrichtingen der Heeren Raaden van Staaten als onbillyk en onbeftaanbaar, zeggende, dat zy befluiten uitvoerden, die tegens het goedbedunken van de meerderheid der Provinciën waaren doorgedrongen, en weigerden uit te voeren de zulken, welke by de ftemmen van vier Provinciën volkomen kragt hadden ontvangen; dat zy willekeurig 's Lands wapenen aan deze uitgaven en aan andere wederom onthielden, met oogmerk om zich kragtdaadig te verzetten tegens Holland, en welker ondergang men fcheen te willen bewerken, fchoon zy Heeren van Groningen het altoos daar voor zouden houden, dat derzelver val de ondergang van het ganfche Gemeenebest, ten gevolgen moest hebben; Daar door betoogende: dat, wanneer de tot heden genoomene maatregelen by de Heeren Algemeene Staaten verder wierden doorgedrongen, als dan de eerste en magtigtigfte Bondgenoot, die alleen meer tot de algemeene lasten by een bragt in 's Lands fchat-kist, dan al-  304 VADERLANDS CHE 1787. alle de zes overige, en die zulks niet: alleen, van ouds af, tot nog toe had gedaan, maar die daar en boven, in en zederc den laasten oorlog met Engeland, meer dan drie vierde tot verdeediging van het Vaderland had opgebragt, zulks moede zoude worden, aanleiding ontvangen om zich van het Bondgenootfchap af te fcheiden, de Unie vernietigende, waar door bet ganfche gebouw, thans op haare grondvesten, op zich zelve ftaande, zonder hulp en fteun, ten prooije zoude worden voor elk, ook van de kleinste nabuurige Staaten, wien het maar gelusten mogt haar te overweldigen. Dusdanige redenen, die zekerlyk in veeier ooren vry fterk klonken vond men in het Staats befluit der Groningers nog aangedrongen met de klaagftem over het verval des koophandels, en der boerenftand, in die Provintie, die naar Holland het meeste vertier had; zaaken en uitkomsten op zich zeiven zo veele akelige en nadeeligc gevolgen voor't Vaderland, en ieder deel van 't zelve, als ook voor't Doorluchtig Stadhouderlyk Huis, voor oogen ftellen-  HISTORIE-BESCHRYVING 305 de, dat, [volgens Hun Ed. Mog, gevoe" I7g7 lensj elk onbevooroordeeld en gevoelig mensch, en derhalven nog veel meer elk Vaderlandlievend Regent, daar voor moest fchrikken, en in welker bewerking zy Heeren van de Stad nimmer eenig deel zouden neemen, maar de rampzaalige verantwoording daar van voor God en 't volk, voor hun overlieten, die dezelve hadden veroorzaakt. Om alle zulke en diergelyke redenen, waaren de Heeren van de ftad Groningen gevolgelyk van befluit, dat de afgevaardigden van de Provincie ter Algemeene ftaatsvergaadering behoorden te worden aangefchreeven, om zulke maatregelen ten fterkften tegen te gaan, tegens zodanige onwettige befluiten zich uitdrukkelyk aan te kanten, en gevolglyk in zaken het gebruik van 't krygsvolk en der wapenen van oorlog, zich by de provincie van Holland te voegen, byzondermet opzigt tot de Provincie van Utrecht, dewelke de Heeren van Groningen betuigden niet te kunnen befchouwen als een wettige ftem te kunnen uitbrengen, maar XVII. deel V in  %o6 VADERLANDSCHE Ï787. in tegendeel als party te moeten worden "geacht, te meer, daar de Afgevaardigden uit de Staaten van Utrecht , binnen die Stad vergaaderd, op derzelver vertoonde geloofsbrief in de Algemeene Staatsvergaadering waren toegelaaten, door de mede Afgevaardigden van drie andere Provinciën aldaar plegtig erkend, en alzo de. wederzydfche partyen van dat Gewest eikanderen ten minsten deeden zwygen, of dieHoogfte vergaedering,zouden by alle weldenkende binnen en buitenlands alle zweem van agtbaarheid onherftelbaar verliezen. Het was geenzins te bevreemden ,datmen eenigen vond, welken poogden te beweeren: dat men door die redenen niets anders bedoelde, als om de waare getteldheid van zaaken te verduisteren, en de welmeening der Ommelander Heeren verdagt te doen voorkomen, die by, een uitgebragt advys van den 13 Juny, zeer nadrukkelyk hadden verklaard, van gedagten te zyn, dat de Afgevaardigden ter vergaadering van Hun Hoog Mog. wegens Groningen en Ommelanden behoorden te worden aangefchreeven hoe het aan deHeerenSt aaten vandezeProvirjt tie*  HISTORIE. BESCHRYVING. 307 de ten hoogften aangenaam zoude zyn, wanneer men een middel wist te vinden I„ tot bedaaring van de groote verbittering, die door daadlykheden, federt korten tyd, tusfchen fommige der Provinciën zo zeer was aangewakkerd , dat de geheele verbreeking van be band der Unie daar van het noodwendige gevolg moest zyn: Wes. hal ven overzulks hst dreigende gevaar vorderde, dat de Bondgenooten gemeenfehap. pelyk werkzaam wierden om zodanige gepaste middelen aan te wenden en voor te Haan, waar door de ontftaane gefchillèn,en vreeze voor verdere daadlykheeden *' by wyze van vriendelyke fchikking uit de weg geruimd, en de eerste grond tot.herReliing der inwendige rust in de Republyk gelegd kon worden; Ten welken einde die Heeren Afgevaardigden wierden gelastigd, «gevalle de gewesten , welke de reeds voorgeflagene, 0f verder voor te draage-' ne middelen dadelyk aangingen, geene zwaangheid maakten, om dezelve te omhelfen, en zich daar aan te onderwerpen, [mits dat het regt der Unie daar door niet wjerde verkort] als dairdaar toe mede' te v 2 wer-  3o8 v ad erlAndsche _ werken, zonder zich echter te verbinden tot 1787. , eenige verzekering voor de nakoming van dat befluit buiten de uitdrukkelyke last der Heeren Staaten. Het oogmerk der Heeren van de Stad^ ter bevordering van de heerschzugtige belangens der Hollandfche Franschgezinden $ was nog te kennelyker, om dat zy reeds een en andermaal hadden betuigd, dat, wegens de nadere ingekomene berichten, de raadpleegingen over dit onderwerp ophielden , en echter door hun de geleegenheid wierd gezogt, ten einde een ad vis uit te brengen, dat geheel vreemd was van den inhoud by het voorftel ten Landsdag vergaadering gedaan, zaaken en flellingen daar by aanvoerende, de Hooge Bondgenooten, deii Raad van Staate, zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder, en alle de geene die met dat nieuwe gevoelen vande zogenaamde meerderheid der Hollandfche Staatsleden,niet inftemden, ten uittersten beleedigende: Daar integendeel de Heeren van de Ommelanden zich alleen vergenoegden met de verklaaring, hoe zeer zy. oen tegen zin hadden van alle ovcrheer- fching,  H ÏST0RÏE-BESCHRYV1NG. 2°9 fching, zo als elk Vaderlandlievend Regent g , behoorde te hebben, die de fouverainireit en onafhanglykheid der Provincie ten allen tyde, en met alle vermogens, wilde voorftaan , handhaaven, en ongefchonden aan denakomelingfchap overleveren; waardoor zy geene vryheid vonden, of van zich konden verkrygen, om ïn dat gedrag der heeren van de Steden in te dringen, aangezien daar by de onafhanglykheid van dat gewest zigtbaar vernietigd, en de vrye Rem aan een der Bondgenooten onbepaald afgeRaan wierd; kunnende zich eeven daarom ook niet verklaaren wegens de Utrechtfe gefchillen, waaromtrent eene volRrekte onzydigheid diende in achrge* noomen. Dus wierden de geheiligste verpligtingen onder de leden der regeering, die dezelve met den dierRen eed hadden geRaafd, openbaar verguisd, en de Repu blyk, met betrekking tot buitenlandfche Mogendheeden , met welke zy de heilzaamste verbintenisfen behoorde te hebben, op losfe fchroeven gefteld, en bin^ nenlands buiten handhaving van juRitie V 3 ge-  3TO VADERLANBSCHE I7q7 gebragt, ten prooy voor elks willekeurige aanranding. De verfchrikkelykste toneelen der allcrgeyaarlykste verwarring vertoonden zich overal,* de officieren en honoraire leden der vry-corpfen lieten in de vergaedering der zogenaamde Staaten van Friesland, te Francker by een gekomen, een gefchrift indienen, waar by zy betuigden, geduurende veele jaaren te hebben gezugt,,onder de onlydelyke overhcerfching van eene Staats regeering, welke tot niets anders fcheen ingericht te zyn, dan om de vryheid, hun natuurlyk eigen, te verdrukken, geblykende , volgens hunne gedag ten, uit reeks van Placaaten, Refolutien, PuvTyccrpiiii.' blicatien, en wat dies meer mogt zyn , die in geftrengheid dc bevelen der willekeurigste heerschzugt niet behoefden te wyken, en daar door aan het gevoel van een vry volk te.ondraaglyker waren, door dien zy opgevuld wierden met de fchoonfehynendfte woorden, en alsof zyflrekten tot nut en beveiliging der goede ingezetenen, weshalven zy met het taaifte geduld naar 'Jt gezegend oogenblik hadden uitgezien, waar-  HISTORIE-BÊSCHRY VING. 311 waarop de ftaaten des Lands, door kragt van reden, fteunende op de regtvaardig- I7^7' heid, en onderfteund door hunne fmeekingen, de meerderheid der wettige hoogfte Magten, zouden hebben overtuigd, om tot haaren pligt weder te keeren; daar mede niets anders bedoelende, dan ' Hoogstdezelven te beweegen tot opvolging der maatregelen by de Hollanders genomen; 't geene zy zeggen te zyn de vreedelievende natie by de billyke en bezvvoorne wetten des Lands te bewaaren. De ondertekenaaren van deze betuiging, door zommigen befchouwd als door misleiding en 'verkeerde onderrichting ukgeboezemd, verklaarden al verders het daar voor te houden, dat de loffelykfte pogingen van die Franeker Staaten, op de trotsheid dier ontaarden geene gelukkige uitwerking had kunnen vinden, doch dat zy zich niet te min verheugden en met blydfchap de denkbeelden hunner hoofden erkenden, vertrouwende zich niet bedroogen te zullen vinden, in de waare Vaderlandliefde die zy by hun voorondcrftelden. zy geloofden een genoegzaam inzien te V 4 v heb- )  312 VADERLANDSCHE. 17g7 hebben in de bereidvaardigheid dier heeren, ——— om, ondanks alle overmagt en hinderpaalen, zodanige middelen ter redding in 't werk te zullen (lellen, welke kragtig genoeg zouden zyn, onder Gods zegen, den vyand te doen buigen, en aan de onderteekenaaren te doen weder krygcn dievoorregten,welk aan een vry volk behoorden. Zy betuigden, zich ten allen tyde als flille ingezetenen te hebben gedragen, niets liever wenfchende, dan na goede orde te leven; zy hadden hunne wettige en billyke regenten in alles met liefde getragt te onderfleunen, zo verre hunne vermogens zulks hadden toegelaaten, en, daar zy zeiden nog met die zelfde gevoelens bezield te zyn, zo zouden zy hun leven niet ontzien, om de burger en vryheid lieven de pogingen der Franeker Staatsleden, zo veel in hun was, te begunstigen. Zy verzekerden, dat zy zich alle vorige beloften herinnerden, en by dezen wederom hernieuwden, aangezien het tydllip nu daar was, dat zy moesten doen blyken de getrouwheid aan hunne wettige overheid: weshalven zy, als onder eede, betuigden geene an-  HISTORIE.BESCHRYVING. 313 andere overheeden te zullen erkennen, dan die Heeren Staaten, die zich zo manmoedig I?*7m_ voor de belangens van een getrapt en getergd volk in de bresfe hadden durven flellen; en verbonden zich, onder die heilige berinnering, hoogstderzelver bevelen naukeurig te zullen nakomen en opvolgen, zo als die aan hun gegeeven wierden tot herflel van alle rechten en vryheden; daar toe eikanderen getrouw te zyn, en nimmer uit eikanderen te zullen gaan, voor en aleer dat zy de goede zaak zouden hebben doen zegepralen, en hunne wettige overheeden in vreede en rust zouden zien regeeren, neemende hunne perfonen en goederen in derzelver befcherming,terwyl zy al het ongemak, door het bevorderen van die zaak overkomende, met hun wilden deelen, onder bygevoegde belofte, en aanneeming, van niet te zullen rusten, voor dat alles vier dubbeld op de bewerkers van het kwaad zoude zyn verhaald en gewroken. Zodanig waren de betuigingen van die zelfde perfoonen en Corporatien, welke zo kort te vooren met dergelyke taal en onderneemingen, de goedkeuring en loftui-  *I4 VADERLANDSCHB tuitingen van de meerderheid der gezameï7^7' ]yke Staaten dier Provintie, hadden weggedragen toen zy over de weigering der betaaling hunner quota, met buitengewoone executie wierden bedreigd toen klonk die zelfde ftem lieflyk in de ooren van hun die door éénen de zelfde geest bezield waren— Nu was het de ftem der ongerechtigheid, der muitzucht, en wraakoefening geworden, in de ooren van hun, die ook hier op twee gedagten fcheenen te hinken, en liever het uiterfte tarten, dan door den weg van zagtheid de gemoederen tot bedaaren te willen brengen, en der onrustige tyden iets toe geeven Eene taal_zeker, die meer drift dan reden , meer bedreiging dan voorneemen van uitvoering inhoudt. Tot de zelfde hoogte was het ook gebragt in het Noorderquarticr van Holland; en men fcheen, om de taal der vryheid recht te fpreeken, zich een pligt gemaakt te hebben, om elkander in fterke gezegdenteevenaaren of te overtreffen; als ware hit om het minder befchaafd gedeelte des volks, voor fynerer gezegden niet vatbaar genoeg, de kracht der uitdrukkingen te meer te doen ge-  HISTORIE-BESCHRYVING. 315 gevoelen. Te Hoorn floeg men deeze zelfde weg in, betuigende de Burgery, by een a- , dres aan den Raad onder anderen, dat zy te meermaalen de zachfte wegen en middelen in 't vriendlyke te hebben bewerkltelligd, om hunne Regenten af te doen zien van dien byzonderen flaaffchen rol, die dezelve in de hoogere en laagere Staats en Stads vergaederingen fpeelden, als of zy, fchoon volksvertegenwoordigers,willekeurige meesters waren, en 'er dus niets anders over bleef, dan dat de getrapte Burgery, [zo als men gewoon was te fpreeken] door de gereedfte redmiddelen deoorfpronglyke rechten hernam, zich met kragt en met den meest gewenschten uitflag deed eerbiedigen: Negen leden uit de Vroedfchap, die bekend Honden voor de hevigfte tegenftanders der gevorderde vryheid, wierden verpligt de Raadzaal te verlaaten, in verwagting, dat de overblyvenden daar door zig te beter naar 's Volks begeerte zouden Rhikken. De Heeren Opperdoes,vanBredenhof, Jager van Stralen, J. Berkhout, van Akerlaken, Z. H. Berkhout, Jongemaats, en H. de Hart, wierden verpligt de ftoelen van eer te ontruimen, en van'tftadhuis te gaan, en  3l6 VADERLANDSCHE j ? g7_ en in derzei ven plaats aangefteld JocokGroes, . J. H. van Straalen, Jan Schuurman,Z.van Foreest, P. van Akerlaken, C. Carbafius, D. de Feyfez, W. A. van den Ramhorst, en Crap Heilingman, die nog op denzelven avond van den zevenden September opgehaald en in den eed gebragt wierden, om alzo oogenblikkelyk wegens deze Staatsvergaadering in 's Hage te zenden de Heeren Groes en Carbafius, op dat de ftem van Hoorn, by de meerderheid Hun Ed. Groot Mogende gevoegd mogt worden. De 'oud Burgemeester N. van Foreest wierd ter vergaadering van de Heeren Gecommiteerde Raden van het Noorder quartier afgevaardigd, en alle deze gewigtige onderneemingen uitgevoerd, daar de gewapende genootfchappen voor het Raadhuis ftonden,en eenige der leden van tyd tot tyd de gemagtigden des volks naar en van het Stadhuis geleiden5, terwyl dat toneel in WestFriesland hoofdftad, by eene aandoenlyke ftiltc, en grooten toevloed van volk, begonnen en geëindigd wierd. Het burgerlegertje, voorzien van twee veldftukken , onderfteund van eenige af-  HIST0RIE-BESCHRYVIN6. 31? afgevaardigde Amfterdamfche kavallery, èn nodige artillery, verwekte zo veel fchrik onder de goede en weldenkende burgery, dat die zich alle deze daaden van geweld moest laaten welgevallen: De benoemde fcaatsleden Groes en Carbafius Vertrokken de volgende dag naar 's Hage, wierden met veel genoegen by de toenmaalige meerderheid in de vergaadering van Ilun,£d. Gr. Mog. ontvangen , en het bedoelde oogmerk, door deze weg , weder bereikt. Onder die vreemde toedragt van zaaken baarde het by veelen een wonderlyk denk beeld, dat de Marquis de Verac, Afgezant van het Franfche Hof by hun HoogMogende, uit 's Hage naar Paris vertrok j aangezien de buitengewoone Envoye van. Pruisfen , de Baron van Thulemeyer], volgens last van den Koning zynen meester , met de leden der Regeering van Holland en West Friesland in onderhandeling ging, en, op eene overgegeevene Nota, binnen viermaal vier-en-twintig uuren een voldoenend antwoord eischte, hoofd, zaaklyk, om aan Haare Koninglyke Hoogheid  318 vadërlanbsche ' i7$j heid vergiffenis te vragen wegens de toe., — : gebragte beleediging by het aanhouden van haare Hooge perfoon op de reis van Nijmegen naar 'sHage, met herroeping van het antwoord op de eerste Pruisfïfche memorie , en om aan Haare Koninglyke Hoogheids goedvinden over te laaten, hoe te handelen met de perfoonen door welke Hoogstdezelve vermeende beleedigd te zyn, onder bygevoegde bepaaling vaneen onzydigen plaats, het zy in 's Hage, of elders , alwaar de Heeren Staaten vanHolland met Mevrouw de Princes, als gevolmagtigde van Zyne Hoogheid denHeereErfftadhouder, konden handelen ; voorflaagen, waar toe de zogenaamde meerderheid der gemelde Staaten in geenen deele konde befluiten; diens volgens voorloopig, door de afgevaardigden van het verdeedi- • gings-weezen > de o verftrooming van een groot gedeelte der landen , in Holland en in het Sticht geleegen, lieten in gereedheid brengen, om op hetoogenblik, in 't geval van gevaar voor de naderende Pruisfïfche Krygsmagt, daar van gebruik te kunnen maaken, onder openbaare toezeg-  HISTORIE.BESCHRYVING. 319 zegging aan de goede ingezetenen , dat J7s7. zy» by deze voorkomende gebeurtenis dan eene redelyke fchaade vergoeding zouden genieten. Deze, en meer diergelyke uiterfte wegen wierden ingeflaagen tot beveiliging tegens de buitenlandfche troupes, en tot verhindering , van de maatregelen dier Staats krygsbenden, die zich naar de bevelen gedroegen; terwyl hun Edele Groot Mogende, althans de Meerderheid in die vergaadering, zich in 's Hage niet vertrouwende, aan de Magiftaaat in 's Hage gelaste, de fche.rpe patroonen door de wagtdoende officieren van de fchutters af te vorderen. Het grootfte gros der weidenkenden volgde genoegzaam de handelwyze der regenten, en ftelde een vertrouwen op de kragt dezer befluiten, zonder inzien hoe de gevolgen dier verdeediging zouden worden; zekerlyk liet men het te veel op beloften aankomen, van buitenlandfche hulp, zonder deswegens of genoegzaame zekerheid te hebben, of behoorlyke Schikkingen te maaken, en, ongetwyffcld, 'er  320 VADERLANDSCHË 'er wierd misbruikt gemaakt van 's volks 1-7 7'_ ligtgeloovigheid; braave regenten, onder verdenking gebragt, konden geen vertrouwen verwerven; en dus bleeven de verdagte handelingen buiten het waare daglicht. Inmiddels had de algemeene Provinciale vergaadering der fchutteryen, genoodfchappen, gemagtigden des volks, en de verdere daar toe behoorende leden, in Amfterdam gehouden, een befluit genoomen, om, door een byzonder addres, aan de hooge Staatsvergaadering der Provintie te kennen te geeven, dat het voorftel der regeering van Haarlem, in den aanvang van dit jaar gedaan, met opzigt tot de volks ver tegens woordiging, zeer na deszelfs genoegen was, zo wel als het daar op genoomen ftaatsbefluit der meerderheid, doch dat zy gehoopt hadden'dat 'er eene commisfie zoude zyn geweest, die het vertrouwen van het volk verdiende en met het zelve in onderhandeling konde treeden, aangezien zy de meerderheid van die leden niet voor zodanige voorftanders der burger regten erkende, maar  HIS TORTE-BES HCRYVING, 321 maar met nadruk daar op aanhielde, gelyk ook op het bepaaïen van de vryheid der I7^7\ drukpers , en 't vast flellen van een beflendigen burger krygsmagt, vorderende, dat zodanigen perfonen , uit het midden der fleden en ten platten Lande te verkiefen, een plan zouden leveren wegens de ver tegens woordiging en behoorlyke invloed des volks, onder intrekking van alle placaaten tot bepaaling der vrye drukpers, de gerechtelyke aanfpraaken uit dezen hoofde vry te laaten, en de burger^ wapenhandel foor eene vaste doch vry. willige burger Landmilitie te regelen door een vaste fonds uit, :s Lands kas, het welke binnen den tyd van veertien dagen zoude moeten gefchieden, of anders als gewei, gerd worden befchouwd, wanneer zy als dan die verdere middelen zouden aanwenden , die zy nodig mogten oordee. len. Men behoefje voorzeker geene klaardere bewyzen, dat het ganfche toeleg was t Om de oude wel gevestigae regeeringseonftitutie geheel om te keeren, en dat mefi alles durfde wagen , wat anders Üë uit-  •322, VADERLANDS C H E f7g,>#fte verontwaardiging by de geheime L, aanvoerders van het werk zoude hebben verdiend; het was eene voldoende en beweezene befchuldiging ,. te zeg. gen," dat het volk op deze of die der regenten geen vertrouwen ftelde ; zodanig wierd mede in Gorinchem gehandeld, alwaar op den 29 Augustus, des middags, de vroedfchap vergaaderde , terwyl de gemagtigden uit de burgery door eenige gewaapende manfchappen uithetgenootfchap naar het Stadshuis wierden geleid, gevolgd door de leden van de burger krygsraad, en de officieren van het genootfehap, tree. den de regtsftreeks ter Vroedfchaps-kamer, alwaar een der gemagtigden van 't AMmetke- volk, de heer A. Goetzee, uit aller naam, lv ;e gebeur- * tenfa teöor-jfcn Hun Ed. Groot Achtb. voordroeg, eerst by monde, en daar na bygefchrifte, dat negen hunner mede regenten het vertrouwen der burgery hadden verlooren, en niet langer als Raden in de Vroedfchap konden worden erkend; namentlyk de heeren Jan Schilthouwer van Hoey, Adriaan Pompe , Theodorus van Diepen, brugge, Mathys Snoek, Thomas Dolegi-  HTSTÖRIÉ-BESCItRYVING. 323 üs, Adriaan Verboom, Lambertus van * Meerten, Joh. Van Borcharen en Tan vaA*? It Gennep, wiens openvallende plaatfen j ten eersten, voor het fcheiden der vergaadering , moesten worden vervuld, met vier nieuwe perfoonen, waar door het getal der Raden in tusfchen weder geraakte tot zeventien, zo als het van ouds was geweest, en daadelyk irt den eed wierd gebragt, om dus ten fpoedigften tér vergaadering van de Heeren Staaten te worden afgevaardigd, om, zo anderen zeiden, daar door, de ftem dezer Stad by Hurt Ed. Groot Mogende voortaan te be^ paaien, overeenkomftig met het goedvinden der gelastigden uit de Steden Dordrecht ert Haarlem, en alzo een befluit der meerderheid uit te brengen, waar door zyne Hoogheid iü deszelfs waardigheid als Erfftadhouder wierd opgefchort. Niemand der befchuldigde Raden was op dien tyd in de Raadzaal tegenwoordig; zo ras de Heer Goetzee zyne vordering had gedaan, vertrok hy, met de verdere volksgemagtigdett, uit de raadzaal j alwaar men hun een uur daar na weder binnert X 2 ëiseb-  324 VADERLANDSCIIE ëichte, wanneer zy bericht ontvingen, I7^7' tjat de opengevallene Raad plaatfen intusfchen waren vervuld door zodanige perfonen als de burgery had opgegeeven, namentlyk de Heeren A. Metman, W. B. Cappelhof, Izaak Rom, en Bastiaan Moerkerk, die daar toe plegtig afgehaald, in de raadzaal geleid, en onder den eed gebragt wierden; van al het welke de gemagtigden aan het volk in de burger vergaaderingen, bericht gaf. Ondertusfchen wierden de toegangen van Utrecht naar Gelderland, door het krygsvolk uit het. veldleger by Zeist, meer bezet; en by het kerkhof aan de Bildt een battery opgeworpen, die, met de daar tegen overgeleegene, de weg volkomen, befireek, en Amersfoort vooralle overrompeling langs dienweg beveiligde, zonder dat de Rhyngraaf van Salm» met de manfchap ftaande onder zyn bevel in Utrecht, zich deswegen fcheen te bekreunen of die voordgangen te willen verhinderen, het geene onder de kundigften in die ftad groote ongerustheid verwekte , zo dat zy zich niet lieten bevreedi- gen-  HISTORIE-BESCHRYVIN. 325 gen door de uitgeftrooide geruchten, als of 's Lands krygsvolk fterk uit het campe-17*7' ment wegliep, en aldaar met aanfteekende ziekten worftelde: De vreeze voor wantrouwen deed de Rhyngraaf alle nagten de buiten wagten verdubbelen, ruim duizend mannen moesten dagelyks de posten bezetten; elk verlangde om geweld met geweld tegen te gaan, veelen toonden hunne toeneemende hoopeloofe bekommering, waar van het beflisfende oogenblik daadelyk voorhanden was, indien Friesland niet konde verpligt worden om de belangens der Patriottiiche Party te begunstigen. Hoe onmoogelyk het was Utrecht op den duur tegen eene formele' belegering van alle kanten te verdeedigen, niet te min drong de noodzaak, om zich van Friesland meester te maaken, en ten dien einde veertien Huzaaren veertig jagers, en eene meenigte auxiliairen, naar de gemelde Provincie te zenden, alwaar zy op den zeevenden September, te Makkum aanlanden, gevolgd van twee vaartuigen met roode Staaten vlaggen en wimpels, waar door alles in de X 3 wa*  326 UDUUïffiSCRB I787> wapenen verfcheen, de wagten verdub- beid, en de boeren geprest, om dus zon- dags morgens met hunne hooy-wagens, wel befpannen. aan die zeehaven te ver^ fcbynen, wanneer by de ontfcheeping, twintig groote kisten met geweeren, en eene groote meenigte kruid, op een en twintig zodanige wagens afgelaaden wieN den, benevens nog honderden tien veld tenten, en zes Hukken kanon zes ponders ieder met vier paarden voorfpan. nen, begeleid van een aanzienlyk getal Musquetiers, met fcherp gelaadene geweeren, en dus tot aan het dorp Arum gebragt, van waar het verders, gedekt door een troep jaagers, huzaaren, en voetvolk, naar Franeker aangevoerd, en wel ras agtervolgd wierd door twee en twintig vreemde kanoniers, mede uit Holland te fcheep overgebra°t. Men zag daarop door de Franeker Staaten eene aanfchryving aan de Friefche natie, in 't openbaar, door den druk bekend maaken, waarby het Defenfie-Wezen een verflag deed,-  ÏHSTORÏE-BESCHR Y V ING. 327 van het geene tot de plaatskrygende revo- 1787. lutie , genaamd de gezegende, was ver- —. richt, in de hoonendfte bewoording te kennen gevende, dat, hoewel dit vrye volk zedert den jaare, 1748 onder het juk der geweldigheid gezucht had, de bekende bloedplacaaten , fdaar mede beteeke- sciiandery: ke taal varl nenae de genoomene wettige Staatsbeflui- ,,ct pieker 0 ctefenfiewee- ten] op den vyflf en twintigften September Z£nin het laast afgeloopen jaar uitgebragt, de 1 fmertelykste wonde hadden gegeeven aan de vrygeboorne en nimmer tot flaaverny gewoone Friefen, die, by die geleegenheid, door hunsgelyken, [namentlyk de meerderheid der leden van Staat] door hunne mede burgers, aan wien zy het behartigen der algemeene bclangens hadden op-, gedraagen, tot een diep vernederend ftüi, zwygen in hunne eigen zaak gedwongen waren geworden. De leden van die raai der verwarring fchaamden zich niet, 's Lands fouveraine vergaadering te vergelyken by die van Venetien, noemende de befluiten, zodanige waar van men vruch. teloos in die van.eenen gevloekten Hertog va 1 Alba, en in die van eenen God ontr X 4 ee-  328 VADERLANDS CHB 17g7>eerenden bloedraad, dc wcdergaê zogt;___ zy noemden de zodaanigen die Hun Ed. Mog. wilden noodzaakeo ter intrekking van die placaten , weldenimden-; zy be, fternpeWen de overtrecaers der fchuldige gehoorzaamheid , met den eernaam van aanzienlykfte burgers , die zich voor het herflel der vryheid in de bresle Helden, en zeiden, het daar voor te houden , dat de geweldige handeling , en het önrèg&l vaardig befluit, omtrent vier profesioren aan de Friefche academy genoomen, het verftand van de ingezetenen meer en meer had verlicht, en de burgery van gemelde Had ten volften overtuigde, van de nood, zaaklykheid, om dc banden der eensgezindheid, tot uitvoering van hun plan, tc fterker aan te trekken , welk bedryf zy aan de natie voordroegen, als een indagtig zyn aan de befcherming der rechtvaardigheid , als een pligtsbetragten voor het zuchtend volk , dat, van alle hulp ontbloot , haare welgegronde klagten flegts in de ydele lugt uitboefemde. Zy waaren het, die dus begeerden befchoudtezynals eenige weinige waare volks vrienden, pai Haan-  HISTORIE-BESCHRYVINC 329, ftaande, in 't harden van het grootfte ge- g vaar, en ter weering van dat geene, wat i ^ de wettige meerderheid in de hooge ftaatsvergaadering [by hun heden als onrechtvaardige genoemd] ter handnaaving van de rust en hot algemeene belang vast ftelde 5 pogingen, die de ongelukkigfte omwenteling van zaaken in de provincie moeiten veroorzaaken, en denakomelingfchap de nadeligfte fmerten doen ondervinden, zo niet de Almagt de ontwerpen der boo- zen yerydelde. De minderheid der Staatsleden wende voor, dat zy, wegens haare onderfteuning der weldenkende, ingezetenen, als misdaadig in rechten wierd betrokken , en, uitdien hoofde, inLeuwaarden niet langer veilig zynde, haare vergaadering te Franeker had gevestigd, noemende deze ftad de zitplaatfe der vryheid 'en magt, aangezien de burgery aldaar zich had weeten te voorzien van een overvloed van kruyd en oorlogsgcreedfchap, fchoon de voorzorg der Landsbeveelen zulks ten ftrengften verhinderde, en de fouverain, door twee ftaaten Deurwaarders, verzeld van dienaaren derjuftitie, X 5 het  330 VADERLANDS CHE I7g7 het zelve hadden opgeëischt, en, by wei., ,, gering, de Stad met geweld dreigden daar toe te zullen noodzaaken. Franeker, in ftaat van tegenweer gefield, was nu niet meer de zeetel der beöeftenaaren van geleerdheid, maar van geweld, en overheerfching. Terwyl de ganfche toedragt van zaaken in de Republyk tot het uitterste einde van geweld uitliep , deed zyne doorluchtige Hoogheid, NederlandsErfftedhouder, een nader declaratoir aan de natie , waar by Hoogstdezelve betuigde? hoe zeer zich, voor eenige maanden, door de jammerlyke toeftand van het Vaderland had gedrongen gevonden, om de Algemeene Staaten, zo wel als de Heeren Staaten der byzondere Gewesten, en alle vergaaderingen van. regeerings bewind of juftitie, met derzelver byzondere leden, mitsgaaders de goede burgeryen en verdere in-en-opgezetenen dezer Landen, opentlyk en plegtig uit te nodigen, van met zyne Hoogheid elk naar zyne betrekkinge, op hetyverigstter reddinge van het zelve mede te werken; en zich had gevleid, dat het verklaaren van  HIST OS TE-BESCH RYVI N C. 33Ï van zyne Doorl. Hoogh. bereidvaardig- ~ . beid daar toe, en het plegtig verzekeren _1 van de zuiverheid der inzichten en bedoelingen van den Vorst, niet flegts de alge- Naderehemeene goedkeuring en byftand zoude heb- zyn- H te meer dewyl men het zelve, in de liad'lLJl Amfterdam , door aangeplakte billetten onderfteunde, waar by aan alle inwoonderen de ernstige aanmaaning gefchiede, van den moed niet op te geven , maar zich gerust, en met een broederlyk vertrouwen , te gedraagen, verzekerd, dat er nog groote middelen voor handen waren, om te werk gefield te worden , ten einde de ftad Amfterdam te behouden, zo dat zy zorgvuldig moesten vermyden, dat 'er eenige oproerigheeden ontftonden.' Hun Ed. Gr. Achtb. verklaarden ten zeiven tyde, door de openbaare Nieuwspapieren , dat Woerden behouden was, en dat het in Haarlem, Leyden, Rotterdam , Delft en elders, ingeenen deele zo N wanhoopig flond als men had verfpreid, maar integendeel zeer gunftig, aangezien de troupen van Sternbach. reeds binnen Haarlem gerukt waren, enNaarden, Muyden en Weesp met goede bezettingen bewaard wierden, terwyl honderd en vyftig kanonniers, by zich hebbende i twee en twintig ftukken gefchut, twee mortieren Y 3 eii  342 VABSRLANÖSCHE - en eenige houwitzers,- van Vianen in Am. fterdam waren gekomen, Zy deeden de burgery en fchuttery oproepen , om de gevoelens over de toeftand van zaaken in te neemen, waar by, door de aanlpooring van eenige heethoofdige officieren , beflooten wierd geene de minste vernederende flap te doen, maar met'de uitterste pogingen, tot den laaften man pal teHaan, goed en bloed op te offeren, ter heilzaajme bevordering en redding van de overige lieden in Holland. De algemeene Provinciale vergaadering van gewaapende en ongewaapende Sociëteiten wierd in Amfterdam gehouden , en zorg gedraagen, dat de aldaar te bepaalene befluiten hier mede. pyereenftemden. Overal deed men geruchten loopen, niet alleen van het verhaaste aanrukken der Franfche krygsmagt, maar ook dat de Zweeden in 't Pruisfïfche Pommeren gerukt waren, en dat de Keurvorst van Keulen als Bisfchop van Munster by zyne Majefteit van Pruisfen vergoeding eischte over de. gewèldaadigheden yan 's konings trou- pen  HISTORIE-BESeHRYVING. 343 pen op het Munfterfche grondgebied gepleegd. I7*7' De Burger Sociëteit, in de Y-ftad was ~ thans de plaats waar de Burgery opening van de meeste zaaken ontving, vermits men het raadzaam oordeelde, dezelve nu en dan te raadpleegen. Aldaar wierd op den vier en twintigften September, in den morgenftond, aan eene zeer groote meenigte menfchen bekend gemaakt, dat des avonds van den Jaast voorgaande dag, by de Vroedfchap van Amfterdam, met eenpaarige ftemmen, was beflooten, eenige Heeren te benoemen, en te zenden naar den Hertog van Brunswyk, als bevelhebber over de Pruisfïfche troepen, ten einde aan zyne Hoogheid voor te ftellen, van met dezeiven in eene onderhandeling te treden, en wyders te verzoeken, dat dezelve zyne krygsmagt wilde te rug trekken, en die ftad niet verder influiten of benaau wen; De Raad, zo wel als het meeste gedeel'. te der geconftitueerden van de burgery geloofde, dat zulks aan de gemeente wel zoude behagen, doch 't had in Y4 te-  344 VADERLANDSCHË 1787. tegendeel een gansch ftrydig gevolg, ■ want men riep niet anders, dan in geene onderhandeling met den vyand te willen treeden alzo men zich geloofden in den besten ftaat van verdeediging te zyn, en dat men alles voor Amfterdam begeerden op te offeren, zonder immer te gedoogen een verdrag aan te gaan • vorderende de Burgers, dat 'er buiten hun niets wierd ondernoomen ; met lastgeving aan twee der gemagtigden van de Burgery, om zich by de Vroedfchap te vervoegen, die toen op het Stadhuis vergaaderd was, en aldaar het ongenoegen der burgery over het genoomene befluit voor te draagen, onder aandrang van het zelve daadelyk,weder in te trekken, en zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder, wegens de ftad Amfterdam, te verklaareu van alles vervallen te zyn: Het eerste moest, oogenblikkelyk ten uitvoer gebragt, doch het laafte, betreffende de waardigheden van zyne Doorluchtige Hoogheid, werd door veelen, als tegenswoordjg van te ver vooruitzicht, tegen gehouden. p.qdertusfqhen ontving men geheel an-  HISTORIE-BESCHRYVING. 345 dere berichten uit de vorige Holland-I7g7 fche fteden: Dordrecht gaf zich niet alleen by verdrag aan 's Hertogs bevelen over, maar in Haarlem alwaar voor weinige dagen een vryheids tempel was geftigt, verleedigde men zig nu om de Oranje zegeteekenen te planten; de Oranje Vlag waaide van de groote Kerkstoorn; 't geen in de verdere Zuid-enNoordHollandfche fteden, en voornaamfte Dorpen langs den Zaankant gevolgd wierd, op veele plaatfen, uit hoofde der omftandigheeden, onderwierp de Regent, en het volk, zich aan de vordering der Pruisfïfche krygsbenden, en de begrippen van zyne Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder; alleen in Amfterdam bleef men by de oude denkwys; Naarden, Muyden, en Weesp, wierden voorzien met hulptroupen en Burgers uit deze ftad, de generaal Sternbach voerde het bevel over de gewaapenden by Diemerbrug , en van daar rondfom de ftad ftond alles onder water; Het krygsbewind ter verdeediging van Amfterdam wierd aan den V 5" Fïan,-  34Ó VADERLAND SCHE l7g7>Franlchen Ridder de Ternant opgedraa• gen; en de Regeering liet, door aangeplakte bekendmaakingen, alle in de ftad zynde hulpbenden, en derzelver officieren, op het dril veld by een vergaaderen, met order om aldaar de bevelen te ontvangen, volgens welke dezeiven, tegens de belooning door het verdeedigingsweezen »der ftad te bepaalen zouden gebruikt worden, tot alle zulke krygsdiensten als waar toe het gevaar aanleiding gaf. de bur¬ gers wierden aangemaand om zich aan geene hoegenaarade goedertierendheeden te onderwerpen, maar, wanneer zy ten laaften voor de overwinnende raagt moesten bukken, als dan de zeedyk, waar in Amfterdam als beflooten lag, door te fteeken, en den lande te verwoesten. Ondertusfchen ontving men te Amfterdam op den zes en twintigften September, het ontzettende bericht, dat de hulp. troepen en burgery Naarden en Weesp hadden moeten verlaaten. en deze fteden aan de Magt van s' Lands krygsvolk waar  HISTORIE-BESOH RYVI NO. 347 vaar op zy niet veel vertrouwen Helden, moeiten over geven; welke beveelen van *7 7\ Hun Ed. Groot Mogende niet minder verdenkiag verwekten, dan het befluit der A\ V.'rdamfche vroedfchap, om afgevaardigden aan den Heere Hertog van Brunswyk te zenden, ten einde met Hoogstdezelve te handelen over den tegenwoordigen toefland van zaaken, en teffèns, door die heeren te vragen de voorflagen, waar mede de vyandlykheden konden worden opgefchort: De heer penfiönaris Visfer, en de heer Hoofdofficier , begaven zieh naar den krygsraad, verzogten aldaar gehoor, en fchetflen met een zeer aandoenlyke aanfpraak den deerniswaardigen toeRand der flad, waar door zy, eindelyk, de meerderheid dier leden overhaalden, ter bewilliging in 't gezandfchap naar den Hertog; 't geene echter de fterkfte aandrang verkreeg door inkoomende berichten der gelukkige omwenteling vanzaaken in 's Hage, in Utrecht, in Franeker, en alomme in de Republyk: De zetel der zogenaamde weldenkende Friefche Staaten, wierd, op.één oogenblik van die gewel- daa-  348 VADERLANDSGHE J7g^ daadige overheerfcheren gezuiverd , zo ras Holland aan deze vryheidszoonen byftand weigerde , ['t geene onmiddelyk moest volgen door de verandering in de vergaadering van Hun Ed. Groot Mogende] was. al hun vertrouwen en fterkte verbrooken, gelyk de Franeker leden Van ftaat, en van het verdeedigingsweezen, opentlyk, in de kerk,aan de aldaar vergaaderde gewaapenden betuigden, belydende , zich genoodzaakt te zien om de .Had over te geven, en geen ander uitkomst te weeten, dan de vlugt naar een vreemd gewest te neemen. In Amfterdam wierd de ingebeelde verrichting der afgevaardigden naar den Hertog van Brunswyk mede verydeld ; zy hadden zich aldaar gevleid, ter belooning voor hunne halsftarrigheid, de meest eerlykfte voorwaarden van overgaave te zullen bedingen, te meer, dewyl reeds wegens deze ftad , twee afgevaardigden by Haare Koninglyke Hoogheid . Me vrouwe de Prinfesfe waren aangekomen, doch deze Vorstin begreep, dat 'er geene andere genoegzaams vf'gofding was, dan de ge- hee-  HISTORIE'BESCHR.YVÏN63 349 heele bereidwillige onderwerping der ftad aan de vier bepaalingen door den afge- 17■ 7'_ zant van zyne Pruisfïfche Majefteit gemaakt. Inmiddels rukten de krygsiieden, onder bevel van den Hertog, tegens de voorposten in, en overmeefterden dezelve na een heevig gevegt, aangezien de landen rondfomme onder water gezet, en deopgeworpene batteryen langs de onbruikbaar gemaakte wegen ftrookten. De Staaten van Holland en West Friesland , thans de gewenschte orde in het hooge bewind van zaaken weder herfteld hebbende, verzonden naar de byzondere fteden in deze provincie, binnen welke de regeering veranderd^as, eene publicatie , waar by Hun Edele Groot Mogende te kennen gaven, dat, naadien door de zonderlinge en aanbiddelyke voorzienigheid van den Allerhoogften, de ongelukkige omftandigheden in welke zich voornaamentlyk de provincie van Holland bevond , door hooggaande onlusten en verdeeltheeden tusfchen regenten en regenten, burgers en burgers, ingezette  S50 VADERLANDSCHÈ tenen en opgezetenen j thans merkelyk ten besten waren veranderd, en door de gelukkige herftelling Van zyne Doorluchtige Hoogheid de Heere Prinfe van Oranje en Nasfaü , Erfftadhouder, Erf kapicen Generaal en Erfadmiraal dezer Nederlanden, in alle zyne waardigheeden, Hoogs tdezelve , by zyne rneerderjaarig worden * ftaatsgewyze opgedraagen, welhaast, zo als men van Gods günftigen zegen hopen mogt, gansch en al zouden ophouden, indien niet het geluk, de rust, en welvaard, op nieuws wierden geftoord en beroerd door de kwaade bewerkingen van zodaahigen, welke het Land tot op den oever van deszelfs volkomen ondergang hadden gebragt, zo dat Hun Ed. Groot Mogen, de in dit gezegend tydftip niet meer ter harten koYide gaan, dan dat de rust, vreede , eendragt, en góede eensgezindheid $ tusfchen hun en Hoogstgemelde zyne Hoogheid , op nieuws wierd gevestigd en beftendig gemaakt, en zy heeren Stapten niet te min met grievend leedwezen ondervonden , dat dezelve verderfiyke maatregelen en aanftookirtgen tot verdeelt- hee-  HISTORIE. BESCHRYVINO. 351 heeden fteeds by zommige burgers en ingezetenen van fteden in Holland nog plaats ,I?8^ vonden en aangekweekt wierden ter mer- "~ kelyke veragtering van het welvaaren van d« h?«? den Lande, zo deeden Hun Ed. Groot tSE&* Mogende, ten einde daar tegen te voorzien , allen en een iegelyk, van wat ftaat,rang,of waardigheid zy ook mogten zyn, en wel in het byzonder de zodanige, welke zich nog binnen Holland dö hoedaanigheid van gemagtigden ter be* ftiering van de verdeediging van eenige ftad of plaats hadden aangemaatigd , of doen verkenen, iiit hoofde van de ingeftelde genootfchappen van wapenhan^ del, die reeds, door een voor afgegaan ftaatsbefluit van den twintigften September, waren vernietigd, en buiten de befcherming van den Souverein gefteld, of Uit eenigen anderen hoofden hoegenaamd, en uit aanmerking van die last of invloed zoude mogen tragten de regeeringen van fommige fteden te beletten, om zich te voegen by de thans genoome ftaatsbefluiten tot redding van het vaderland, of die fteden te noodzaaken van zich tegens het in-  35* VADEUA «DSCHï 1787.intreIcIcen der Pruisfïfche krygsbendén të' verzetten, als waar het tegens een vyand, en, door het doorfteeken van dyken, en anderen middelen van verdeediging, niet alleen de goede ingezetenen deezesLands, op eene onherftelbaare wyze, van hunne goederen en wettige voorrechten te berooven, maar ook daar door het gemelde krygsvolk, hoewel tot geheel andere eindens dan met vyahdeJykheden, te noodzaaken, en dezelve ingezetenen niet al. leen in hunne bezittingen, maar ook iri hunne perfonen en familiën, voor de woede van eenige duizenden krygslieden , door eenen vruchtcloozeri weerftand getergd, alzo aan de akeligfte gevolgen bloot te Hellen , wel ernstig vermaanden , om van dezelve hunne zó verderflyke maatregelen af te zien i als verklaarende allen zodanigen, wie zy mogten zyn , welke met raad of daad mogten mede werken om voortaan verders tegens de wettige en van ouds wel gevestigde conftitutie eenige indragt te doen , of te helpen bevorderen , of dé herftelling van de voorzeide rust, een- dragtj  HISTORIE.BESCHR.YVING, 353 dragt, en eensgezindheid binnen die provin- I7g7 cie zoude willen dwarsbomen, en houden - voor wederftreevers van de waare welvaart en als verftoorders van de openbaare rust, willende dat zy, als de zodanigen, ten ftrengften zouden worden gehandeld, en naar vereisch van zaaken geftraft. Dusdanig was de gefteldheid van dit Gemeenebest, toen na zo veel twist, moeite, arbeid kosten, door den onverwachtten inval der Pruisfen, alles in nog veel onder worpener ftaat gebragt wierd, dan waar uit men het had willen opbeuren, eene omwenteling van zaaken die hoe fcbielyk ook bewerkt,nogthans die kenmerken niet draagt, dat zy in de gevolgen voor den lande zo veel heilryker en gezegender kan worden gerekend, als eene onderlinge vriendelykefchikking met welke veelen zig nog aityd hadden gevleid, en die zeker meer in ftaat zou zyn geweest, om alle onaangenaame herdenkingen in vergetelheid te ftellen en uit de gemoederen uittewisfchen. En waarom men dus ook niet alleszins zal kunnen goedkeuren, de fterke kleuren, met welke de Heer camper ; als voorzittend lid van den Raad van Staace dee-  354 VADERLANDSCHE l7g7 deeze omwenteling fchildert, by geleegen- heid, dat zyne Doorlugtigfte Hoogheid voor de eerfte reize wederom in 't gemelde collegie verfcheen, en aldaar verwelkomd wierd, wanneer hy , onder anderen, zeide, „ Dat Nederlandsch Erfftadhouder, door den God van zyn Doorlugtig huis, teffens de God van dit Gemeenebest, wederom ingeroepen was in 't middelen van een verdwaald volk, het welke, voor een groot gedeelte, misleid was door de vergiftigde ftaatkunde van eenige weinige ftaats ambtenaaren; en omgekogt door eert fnood vernuft van een dei« gevaarlykfte nabuuren; in het byzonder door een aantal van Geestelyke huichelaaren, waaronder de Roomschgezinde priesters den Godloosten rol hadden gefpeeld; zo dat Zyne Hoogheid en de braave regenten van dit voorheen zo gezegend en bloeijend Nederland, het niet alleen op het verfoeilykfte verguisd, maar, dat nog duizend maaien erger was, de gantfche Republiek, voor meer dan eene halve eeuwe in den grond bedorven zag, en, zo wel met betrekkinge tot haare welvaart en handel, als buitenlandsch ver- trou-  HÏSTORÏE-BÈSCHR YVINO. 35S trouwen, in erger omftandigheden was, dan ooit door een buytenlandfchen oorlog, hoe J^8^ verwoeitend ook dezelve mogte geweest zyn ; aangezien een oorlog wel 's Lands fchatkist uitputte, en de koophandel deed verloopen, doch llegts vodr een tyd, maar de burger oorlog, zoals deze, fchrikkelykRe van onheilen! 's Lands fchatkisten en haare bronnen verdelgde en deed opdroogen, de gemoederen der burgeren, zelfs van bloedverwanten, en anderzins vreedige huisgezinnen, verdeelde en dóór onverzetlyken haat van een fcheurdei den nyver der ingezetenen van hunne bedryven aftrok, en dus alle de zenuwen van den ftaat teffens vernielde, Gelyk de verdrukking en geweldaadïge behandeling , welke eenige weinige der voornaamfte ftaats minifr&s van Holland onbefchaamd en onbelemmerd uitoeffenden, by de weldenkende Staatsleden dier provincie fchrik en vrees baarden, ja overal wreede vervolging en verwoesting dreigden, zo had zulks ongelukkig ook invloed gemaakt op de Raad van Staaten! De heilzaame voorflagen, door deszelvs Leden 2 % g@t  35<5 V ADERLAïïDSCIIE 1787.gedaan, wierden dikwerf afgekeurd, en ■' te leurgefteld door fchrikverwekkende fluitredenen , gepaard met bedreigingen van nog erger gevolgen, alieenlyk voorgefield om de Raad te doen wankelen; afgetrokken geworden van derzelver heilzaamfle oogmerken : Men vleide [zeide die uitneemende Redenaar] met fchya fchoone verzagtende en raadgevende middelen, die in de daad niet uit te voeren waren, en alieenlyk aanleidinge gaven tot grooter verwoeflingen, in plaats van, met eene bedaarde ftandvafligheid, het kwaad zelve tegen te gaan en met den wortel uit te roe jen; en hy betuigde, „ Dat zyne Doorlugtige Hoogheid, zedertHoogstdes. zelfs afweezigheid, welke, tot algemeen ongeluk en fmerte, twee volle jaaren had geduurd 4 niet flegts de finantien van de Generaaliteit in de grootfte verwarring vond , maar ook het geheele krygsweezen verwilderd, verguisd door de fnoode listen der helfche vyanden van den Heere Erfftadhouder , en van het Vaderland, door duizenderleye haatelyke konflenaaryen in den grond bedorven. De  HISTORIE. BESCHRYVINC. 357 De tucht, in den krjgsdienst zo onont- I7g. beerlyk was geheel verwaarloosd; de eerzucht, de eenige prikkel tot roemzuchtige daaden, byzonder by een krygsheld, lag vertreedcn door de laffe verraaders des Vaderlands; de zucht en yver om het vaderland, enden wettigenfouverainvolgens eed en pligt te dienen, was door fnoode opfchortingen; door uit den dienst ftelling, door afzetting, en, 't geene nog nypender en verfoeilyker was , door de weigering en affchaffing der betaaling, geweldig onderdrukt, en nog verder uitgevoerd door het voorleggen van listigequi. tantien, en de onvermydelyke verpligting omdezelve, hoe ftrydig ook met den eed aan de Generaaliteit gedaan , te doen onderteekenen : Terwyl men zich niet ontzag , nog fchaamde , wufte, laage, en onwaardige zielen , tot onverdiende trappen in den Krygsdienst te lokken, te verheffen, en door die zelve bezoldingcn te mesten, welke aan anderemannen, man-: nen van geweeten, van eer en vroomheid, door de geheele vcreenigdeRepublyk, op de heiligfte wyze .waren toegezegd , en z 3 op  35§ VADEStLANÖSCHE ^ op wettig verkreqgene lastgeevingen van ^J7"7, den Raad van Sraate rechtvaardig toekwam. De zuchten van de braave officieren hadden geene invloed op het verwoed en onbarmhartig Hollandfche verdeedigingswezen, de traanen hunner waardige echtgenooten, en het gekerm hunner beve kinderen, door honger en gebrek veroorzaakt, wierden laggend Veracht van^fie onmenfchelyke vloekgenooten. Hy beriep zich op het getuigen van de leden van dien voortreffelyken Raad, hoe dikwerf, en hoe lang dezelve ontroerd en aangedaan was geweest over die raampzaahge klagten, en hoe diep zy in het hart ge troffen geweest waren over hunne onmagt om ze met de daad weg te neemen of te verzagten. Hy zeide, ja hy herhaalde het met eene innige ontroering , dat die ongelukkige officieren, die braave en eerlyke helden, nog zuchtende waaren onder dezelfde verdrukkingen , fchrceuwende nog om brood voor hunne vrouwen, hunne kinderen, en om zich zeiven in het leven te houden; hoedaanige beklagenswaardige mannen als.  HISTORIE-BESCHHYVING. 359 nog niet gehoord, veel minder geholpen waren, of nit hunne benauwdheden gered. 17 &7* De heiligde verbonden door de Republyk aangegaan met de Zwitferfche Canrons, cn met de getrouwfte nabuurige vorften, Q over derzelver legerbenden, waaren verbrooken door die zelfde landverdervers ; en, door nog meerdere bedreigingen, tot onuitwisfelyke fchande van onze geheele natie, ergerlyk gefchonden. ■ Zodanige doemwaardige oogmerken van .die eerlooze Raatsminilters waren alleen ingericht, om de geheele krygsmagt van dit Gemeenebest door wanhoop woedend te maaken en te vernietigen, zonder zig te Rooren aan de rampen en de onheilen welke de goede burgers over het hoofd tongen, als zulk eene gewapendemeenig. te, door honger geperst, en aan hetmuyten geraakt, op hun aanviel. De ftaatsbefluiten door de getrouw gebleevene provintien wyd en zyd naar de grenfen van de Republyk gezonden, en de gegronde kiagten in de Ommelandfche, Staaten deeden zien, hoe verraaderlykmen allerhande fcbuyrn van vreemdelingen, be. Z 4 dekt,  %6o VADERLANDSCHE o_ dekt, verkleed, vermomd, en dievelings, ., door magt van geld aangerist, van alle kanten inriep, om de dwingelandyen, by na ten top gsfteegen, voor de nabuurige ■ provinciën nog dóodlyker te maaken. De verwoeftingen, door hetfehendvolk van den verraderlyken Salms in Friesland aangericht tegens de geheiligde wetten, zonder patent van den Kapitein Generaal der Unie, zonder toeftemming der heeren Staaten in die provincie, gezonden, moest men voorzeker houden voor zo* veele bewy zen van de geweldaadige overheerfching van Holland over haare Bondgenooten: zonder dat men behoefde te fpreeken van de verraaderlyke, lafhartige en fchandeJyke wyze, om de deugdzaamfte en fchranderfte vrouwe dezer eeuwe, Haare Koninglyke Hoogheid, zyne Doorluchtigfte Hoogheids gemalinnc, fchoon metdeheilzaamfte oogmerken bezield, de intrede in Holland naar hare eigene bezittingen, niet alleen te betwisten ; maar die roemens. waardige princesfe geweldaadig te houden als gevangen, en met zulk eene verrachtinge te behandelen, waar van de herin- ne«  HISTORIE B ESCHRYVING 361 nering elk. moest doen beeven, en billyk vreezen deed , dat die fchandvlek voorlLZl de Hollandfche natie by de volgende eeuwen nimmer zoude uitgewist worden. De Heer Camper zeide, met ziddering te herdenken, hoe dat 's Graven - Hage, de verblyfplaats voor vreemde gezanten der nabuurige Mogendheden , en voor de Hooge S taats vergaaderingen, altoos te voren voor veilig gehouden , geduurig gedreigd was geweest door een hoop omzwervend gewapend volk, onbedreeven, voorzien van grofgefchut; omgekogtdoor die zelfde landverraaders, welke nietflegts deze Stad, en deze Hofplaats, maar ook den Raad van Staaten deed beeven ; te meer, om dat een nauwkeurig onderzoek naar deszelfs gezag over het krygsvolk van den vereenigden Staat, aldaar hun verblyf houdende , klaarblykelyk deed zien, dat de heeren Algemeene Staaten, eeven weinig als de Raad van Staaten , eenig. zeggen, of eenig bewind hadden over de aldaar leggende krygsbenden, zonder de uitdrukkelyke toeftemming van gecommitteerde Raden, die, zo wel als dc ovcri- * 2 5 ge  362 VADERLANDSCÖE ^ g^ ge ftaatleeden, bukken moeiten onder het : .'juk dier ftaats-miniiters , en onder een defenfie-weezen, waarover de Staaten van Holland zelve geen magt langer fcheenen te hebben. Het zogenaamde grondgebieds-recht had in dat onvoorziene tydftip den Raad van Staaten zeiven verftooken van het bewind over 'tGeneraliteits tuighuis, enoverderzelver kruyd magazynen; ja de dwinge. landye was zo ver gegaan, dat men zelfs het benoodigde uit Delft niet had durven laaten haaien uit vrees voor weigering dooide zogenaamde wettig verklaarde vrycorp- , fen van Holland. Zulk eene omftandigheid alleen had voorzeker genoegzaam doen kennen, hoenoodzaaklyk het was voor de Hofplaats, alwaar de Algemeene Staaten vergaaderden, en derzelver ondergefebikte coïlegien gevestigd waaren, dat het gebied over 't krygsvolk van den ftaat, aldaar zich onthoudende , aan zyne Hoogheid den Heer Kapitein Generaal bleef aanbevoolen, en hoe gevaarlyk het teffens gebleek te zyn voor de vereenige Provinciën, dat derzelver veld-  HISTORIE-BES C HR Y VING, 363 veldtuighuis en kruydhuizen in ééne der J7g7 zeven gcweften wierden gevonden, alwaar, by diergelyke voorvallen, het nut en het. gebruik er van, aan de mede deelhebbende eigenaars kon betwist worden. Zeer lang, [getuigde de heer Camper] was hy, met verfcheidene leden van Staat bevreesd geweest, dat die woeste hoop, in 's Hage van gelchut voorzien , zich eerlang meeseer zoude maaken van de Algemeene Lands fchatkist, voor welker behoud hy geenen uitweg zag, offchoon hy, in 't geheim, op middelen wasbedagtgeweest, om dezelve op een veiliger plaats te brengen , en daar dbor, zo mogelyk, te behouden. Het was vruchteloos , welke poogingen daar tegen ondernoomen wierden, of hoedaanig de vertoogen, ter tafel van Hun Ed. Gr. Mog. ingebragt, opgelleld waren,- in plaats van de welgegronde vreeze op te ruimen, had men de getrouwe fchutters van die hofplaats hunne fcherpe patroonen ontnoomen, en daar door hetgezag van die woeste bende vergroot, dezelve niet alleen een hoofd wagt vcroorloofen- de,  3. Gouda [de Publicatie in] gefchonrlen. 123. > wordt met geweld verpligt zich te voegen by Haarlem en Dordrecht. 161. Gorinchem tracht het afzetten der regenten te verhinderen. . . £2It ' voegt zich naar de begeerte van Dordrecht, enz, . . 23, aanmerkelyke gebeurtenis aldaar. . . . „22 Groningen en Ommelanden geraakenin ver-° fchil. . ; . 30I. — lchikt zich naar de meerderheid in Holland. . 230. Grondwettige herftelling algemeen gemaakt. 132. Gyzelaar eischt meerder krygsvolk in 's Hage. -.. 9. H. bid. Haarlem doet een Ariftocraens voorftel. 18. ■ • maakt een nieuw ontwerp ter verandering van de fchuttery. . 4«r. regelt de begeeving der ambten. 7. Herftelt de fchuttery. 145 14.7, Hatiemmer Burgemeefteren doen een voorftel aan de Vroedlchap. , 196. Haarlem maakt een adres aan de Staaten van Holland. . . 269, Heusdensvolk verzet zich tegens de regee» ring. • . 16. Heusden voorziet fteike tegenkanting der Heeren Staaten. . . ;0> ' - — regeerings privilegiën. . 53* Hooft [de Burgcmeefter] ontvang het adres der burgery. . . " . lS, Hollandfche Staaten verzekeren in 's Hage. 7,3,9. Holland dringt aan op de bemiddeling der ' gefchillen in Utrecht. . ■ . fchaft  BLADWYZER der ' - '— fchaft de genoodfchappen af. «55r. — wederfpreekt de bevelen derllaa-' den van Staaten. . . mt, fchryft aan Gelderland over het ■- regt der hoogstemagt in yderprovincie. 242. Hoop [de Generaal van derj ontvangt htt bevel over 't veld leger, . . 26?. Hoor» [geweldige handelwyze in] . 314, I. bid. Invloed des volks. . . 148. Juftitie bellier verlamd geworden. 122.. yutphaas [vyandlykheedcn by. . 258. K. Koophandel veronachtzaamd in Holland. 124. Kreet [de Advocaat] leest een gefehnft voor aan de Raden te Rotterdam. • i§& L. ■Leidens vroedfchap weigert de verzoekfchriften der burgery te aanvaarden. . 255. » Burgery vordert de voorrang tot de ftedelyke ambten. . . 32. ' . Mi Mal'kum [vrywilligers, enz, worden ontfcheept ie. . 3,^, Meerderheid, de wettige regel in 't Staatsbellier. . . i(J?. Monnikkendam dringt aan op eene nieuwe inftruclie; enz. . . I00> Mogelykheid ,| de eerste 'regel in 't Staats beflier. . . . , j,» Muilman geeft ongenoegen in de Staatsvergadering. . . ' . . 14.%. Munter geelt ongenoegen enz. . O. bid. Oppergezag der Staaten in Holland. 17. Over  VOORNAAMSTE ZAAKEN, &c Orerysfel neemt voorziening tegens de afgevaardigden ter vergaadering van' Hun Hoog Mogende. , m aaö. P. Pereboom , Rurgemeefter te Purmerend wordt verzoet afftand te doen van die zyne waardigheid. . • . 2I^. Purmerend dringt aan op eene nieuwe inftru&ie voorzyne Hc ogheid den Heere Erfstadhouder. . , I00; "Z ~ herftelling der Regeering. 833. traemie ter belooning voor het beste plan waar na de kleine Steden ter ftaatsvergaadering toe te laaten. . . *It Provinciale vryheid in de orde van 't beftier der Unie. . r Pruis/en [zyne Koninglyke Majefte'it van] eischt latisfadie over de beleediging Mevrouw de Prinfes van Oranje aangedaan. 317. Q. Qiialificatie , [adte van] in Amfterdam ingericht, &. . . ï4r. R. Raden der Vroedfchap in Amfterdam afgezet. - • . 180. ■ aan- gefteld. . . . 209> Raad van Staaten doet vergeeffche pogingen. . . . 234. Raden in de Vroedfchap van Rotterdam afgezet. . . . l8(J# Raineval zendt ecene Nota aan den Pruisiifchen gezant in 's Hage. , &qa Ridderfchap van Holland verzet zich tegens de meefte fteden . . 3^2< — verklaart zich party tegens Haarlem. ... j q7 ito-  ELADWYZER der Rntterdamfche Regeering. onwettig veranderd. . • . 12. 1 misnoegdheedentegens eeni- ' ge regenten. . . 26. fchuttery eisclit vermeerdering van Vroedfchapsteden. . 50^ vroedfchap vermeerderd. 120,143, oproerigheeden. . 140. Ryfe/t [de Generaal Major van] geeft d»or zyn openbaar gedrag misnoegen aan de Algemeene Staaten. * . 23Sè S. Salm [de Ryngraaf van] zyn legioen wordt voonrefiaagen om te bedanken. Ii6,iiS; - [Curasfiers van] komen in Utrecht. 263* Schiedam verzét'zich tegens de herroeping van zyne Hoogheid den Heere E rfftadhouder. . * . 189. T. Tweedragts oorzaak. t-.< l 1 21 gs ■ gevolgen. . « 251. Ü. Unie de grondwet der Staat. . 249. Utrechts -lchuttety neemt een ongehoord befluit. . . . 2Q6i Utrecht word aangemaand de bemiddeling. van Holland aan te neemen. . 33, dóet vruchtelooze poging om de voorwaarden der bemiddeling aan de Bondgenooten op te dringen. . 4^ [deVroedfehapin] handelt onrecht- maatig. . . . 67, 68. vordert met regt de hulp der Bond. genooten. . • . 24. V. Vaderlandjche regenten overheerscht. 18* Veras  VOORNAAMSTE ZAAKEN, &c. Verac [de Franfche Ambasfadeur, Marqüis de] zendt couriers naar zyn H >f, by ge leegenheid van het afzetten der Raden in Amlterdam en Rotterdam. . 188. ■ ■ vertrekt naar Frankryk. . 317, Verwarde toelbnd in de llepublyk. . 1* Vhfcher wordt by Jutphaas dood gefcho- ten. . . . / i6u Folkflem [wat de waare] is, . 12. Frykorpjen houden een "ongehoord gedrag. 310.* W. Wapenkragt bedwingt de volk (tem. 48. Welvaard in 'talgemeen moet gehandhaafd boven het byzonder. . - ijtf. Wyk te Duurffede betuigt zich geneegen tot de bemiddeling. . é „~. ; " verzekert daar van'Holland en Groningen. . —T~. flllit d Zeelandfche oproerigheeden. . II0" Zeeland veroordeelt het gedrag van de Heer Rayneval. . t ,2o~ blyft eensgezind met Gelderland. 821. Zwol maakt verandering in het Regeerings reglement. . . 75* ftelt negen Burgemeefteren aan. 82.* Zwolfche regeerings verandering gewettigd- • 228  -