p-j l 62 1     Hinii, BERICHT van Fs. BEELDSNYDER Gz. AAN HET ONZYDIG PUBLIEK, WEEG EN S ZYN GEHOUDEN GEDRAG O MT RE ND TWEE BRIEVEN, DOOR OF VAN WEGENS J. H. de VILLATES, IN OCTOBER VAN DEN JAARE 1787 ONTWORPEN, Om aan den Hertog van Brunswyk en Willem de Vyfdc, Prins van Orange , ter dier tyd Stadhouder der Vereenigde Nederlanden, ' te verzenden; en van wegens hem franCO is beei.dïnyder gz. , by gele- gendheid dat j. h. de viLLATES,als Commandant der Stad Amfterdam, dooide Algemene Wykvergadering ftond voorgefteld te worden, aan dezelve medegedeeld zyn. TE AMSTERDAM, BY H. GARTMAN, 1795. Het Eerjie Jaar iet Bataeffche Vryhtit,   VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. medeburgers! H et is alleen ter voldoening van des ondergetekendens voorlopige advertentie, in de Amfterdamfche Courant van den 13 Juny 1: 1: geplaatst , dat hy zich in de verpligtte, hoe zeer onaangename noodzakelykheid bevind , om , uit hoofde van een door J. H. de Vil lat es, blykens bygaande Infimtatïe Sub. N°. 1. voor het zyne erkend, nitgegeeven provifior. el Vi.orbcricht y zyn gehouden gedrag in deezen eenigzins opentclejgen , en met de ftukken de noodzakelykheid daar van te doen zien, op dat ieder welmenend burger en voorltander van waarheid alzo gerustelyk in dezen zal kunnen uitfpraak doen, aan wiens zyde het gelyk of ongelyk is, en hoe weinig voegzaam, ja allerbelachgelykst het is, dat J. H. de Villates, met eene zoo brommende loffpraak van zich zèlven, en eene qua.i verdediging is voor den dag gekomen, die, hoe zy ook den ondergetekenden, daar hy de waarheid zoekt, tot haat en laster doe gedyen , in plaats van hem de Villates te verontfchuldiA 2 gen,  C 4 ) gen , integendeel deszelfs fchuld en hoog't onvoorzigtig en weinig overëenkomftig gedrag in het klaarst dagligt fteld; daar de getuigenisfen der zaken tog by de hand zyn, is het onnodig vele woorden te gebruiken. — De Ondergetekende heeft dus door dit bericht geenzins op het oog tegen dat fraay provifioneel Voorbericht eenige wederlegging te doen, als het zelve by elk, die flegts de oppervlakkige lezing daar van zal hebben willen nemen, gene rescontre verdienende, veel min om eenige gelykftelling en effening van vermeenden hoon tegens de Villates te bekomen , als beneden den ondergetekende zynde zich met denzelven deswegens gelyk te (lellen, of betering van openbaren laster, die door dadelyke getuigenisfen weertproken word, en niet dan uit een verbit gemoed, dat om de waarheid in toorn ontdoken is, by elk eerlyk man gewisfelyk zal en moet geoordeeld worden, voortgekomen zyn, te vorderen; fchelden en lasteren tog is het gewoon wapentuig der genen, die zich in het ongelyk bevinden terwyl de ondergetekende , zonder hier in eene uitweiding van zyn byzonder algemeen gedrag en Republikeinfche gevoelens zich te verlopen, dat gemeenlyk op eigen lof uitkomt, die beter verkregen, dan zichzelven gegeven word, zich gerustelyk op de ftilzwygende goedkeurende getuigenis van die zyner medeburgeren, die  ( 5 ) die hem van naby kennen, durft verlaten en hem die genoegdoening voor zeker niet zullen wyge* ren, dat hy ten allen tyden en in alle omftandigheden , zoo verre hem mogelyk was , getragt heeft op de belanglooste wyze, niet zelden, zon. der zich aan de onaangenaamite gevolgen blootte* ftellen, zyn burgerpligt aan het Vaderland, gelyk een waar Republikein past, te volbrengen, en in zoo verre hy zich eenigen ongunst zou kunnen toefchryven , dezelve voornamentlyk hare oorfprong heeft in die onverzettelyke en geftrenge gehegtheid aan orde en krygstucht, zonder welke nimmer eenig gewapend lichaam, en vooral niet eene vrywillige Burgerwapening tot het allernuttigst doeleinde kan medewerken en duurzaam beftaan; — het eenige dat de ondergetekende intusfchen in deezen moeit, en hy gaerne had gezien, dat de Villates had voorgekomen, is, dat de Villates door zyne conduite en onberadenheid in dezen zichzelven en zyn oogmerken zoo zeer ontdekt heeft, dat, welke conüdexatie men hem al eens, als een flagtoffer van het patriottisme zoude willen toekennen, dat de ondergetekende gaerne wenscht tot zyn beftaan hem te mogen gelukken, zulks nu altoos aan de grootfte bedenkingen zal onderhevig blyven ; ja, de ondergetekende wil rondborftig verklaren, dat hy wel gevvenscht hadde, dat de Villates voor A 3 de  C 6 ) de dadelyke productie deezer brieven , (die hy hadde kunnen voorkomen, hoe zeer de ondergetekende verpligt was die te doen) daar aan zich herinnerd,en dus zich overreed hadde aandeWykvergaderingen voortedragen van geene de minfte reguard op zyn perfoon tot Commandant der Stad Amfterdam te maken, daar hy de Villates toch even zoo zeer als des ondergetekendens Broeder J. Beeldsnyder , (welke uitwyzens eene advertentie in de Amfterdamfche Courant van den 13 JunY 1: 1: geplaast, hier bygevoegt fub N«. 2. zich in de alleronaangenaamfte gelegentheid heeft gebragt gezien, J. H. deVillates zichzelve tot een openbaren logenaar en lasteraar te doen maken) had kunnen voorzien dat op die daad door hem de Villates voorgenomen, een ieder, hij denke ook omtrend htt politike, hoe hy wil, zyn togen met verachting moet Jlaan, Dan ter zaak: ten tyden van de aanmarsch der Pruififche troepen naar Amfterdam, heerschte 'er tusfchen den ondergetekenden en J. H. de Villates, (gelyk des noods nader kan bewezen worden,) geenzints zodanig vertrouwen envriendfchap , als tusfchen fpitsbroederen op zodanigen tyd behoorden plaats te hebben, en de ondergetekende vond, zoo uithoofde der handelwys van j. II de Villates, als uit oorzaak van zyne bedekkingen, geenzints raadzaam, om tot beraming  ( t ) rning van ontwerpen en plans in veelvuldige con* verfatiën met hem te komen , — dan wanneer het generaal bombardement op onze voorposten den ondergetekenden had doen befluiten, om naaf zyne manfchappen op de Osfemarkt vergadert, zich te begeven, komt egter deVillates, met verlating van zyn wagt aan het Kooningsplein, den ondergetekenden opzoeken, en na hem ter zy» de geroepen en eenige gefprekken met hem gehouden te hebben, zeide hy: „ Wy moeten de rok om„ keren!" en ftelde den ondergetekenden voor, ont dit met hem te doen; de ondergetekende beantwoorde *t met te zeggen: „ Ik heb de kop driemaal „ gewaagt, en zal het nu weder doen", en fcheide zonder verdere woordwisfeling van deVillates; vervolgens komt de Villates toen het duister was,het zij dien avond, hetzij Woensdag avond, (willende de ondergetekende aan de precife dag niet gehouden zyn) hem ondergetekenden weeder aan de wagt fpreken, en mclt hem, na het houden van eenige discourfen over de tydsomftandigheden, dat ijDE Villattes twee Irieven ontworpen had, de eene aan den Hertog van Brunswyk en de andere aan den Prins van Orange, die door hun byden moesten ondertekend worden , en verzogt hem ondergetekenden, die te overwegen en goed vindende te tekenen of wel anders te rug te geven; zeggende by het overhandigen A 4 dier  C 8 ) dier brieven: die aan den Hertog moet gy bezorgen, daar zal ik U wel gelegeniheid toe verfchaffen. De ondergetekende verlof, om de wagt te verlaten , bekomen hebbende, ging ter lezing dier brieven naar zyn huis, dan hy was niet weinig verwondert, daar in zodanige uitdrukkingen te vinden , die in 't geheel niet voegde aan Patriotten; immers dezelven aan zichzelven niet gelyk deden zyn. — De ondergetekende begreep dus dadelyk die brieven te moeten bewaren en weg te fluiten , ten einde door zodanige Hellingen ,■ indien de Stad in handen der Pruifen kwam, geen roof en plundering zoude veroorzaakt worden. — Des anderendaags komt beVillates's morgens aan de wagt, vraagt den ondergetekenden zyn befluit omtrent de brieven, dewelken hem verklaarde, die nog te lullen tekenen nog dezelven te ruggeven: — dit ontftak de Villates in woedde, die niet bedaarde, dan toen de ondergetekende hem melde, dat wanneer hy op de terug gaaf bleef aanhouden, hy dezelven aan het Corps zoude bekent maken,doch anders die bewaren om hem deVillates in order te houden, waarmede deVillates gansch niet geftigt en zekerlyk op eene merkelyke wyze in zyne verwagting te leurgefteld, den ondergetekende verliet; terwyl hy daarna by herhaling den ondergetekende wel aangezogt heeft  ( 9 ) heeft om die brieven terug te hebben, dan waarin de ondergetekende, om by gebragte redenen niet heeft kunnen nog mogen bewilligen. Dit, Burgers! is de waarachtige toedragt van' het voorgevallenen met die brieven in 1787, edogh , daar alle de gefprekken onder vier oogen gehouden zyn , kan de ondergetekende niet dan op de plegtigfte wijze en op zyn woord van Eer, de waarheid daar van verzekeren, waar omtrent de ondergetekende te meer geloof vermeend te verdienen , daar J. H. de Villates de brieven erkend gefchreven te hebben, dezelven onder den ondergetekende berustende' zynen door hem niet getekend, en de Villates , de gronden waarop hy zyne verdediging bouwt, tot hier toe onbewezen heeft gelasten , daar dezelve ten klaarfte hadde behoren te doen zien. 1. ) Dat "er voor den inmarsch der Pruifchen binnen deze Had, tusfchen hem en den ondergetekende overleggingen tot inflandhouding van het Corps Cavallery geweest zyn, om daardoor weder een Contra Revolutie te bewerken. 2. ) Dat tot dat einde hy met den ondergetekenden een overleg tot het fchryven der bewuste brieven gemaakt had; als zynde dit de gronden door J. H. de Villates bygebragt, ter be- A 5 toog,  ( io ) toog, dat de ondergetekende, voor dat de Villates hem die brieven overgaf, van dezelve eenige kennis gehad, of tot het daarftellen medegewerkt heeft. En tot deezen twee zaaken te betogen , fommeert de ondergetekende J. H. de Villates ten fterkften. Zoo dezelven waar zyn is het bewys daarvan niet moeilyk te bekomen, nadien J. H. d e Villates melt, dat hy met den ondergetekenden den Burger Straalman, voor den inmarsch der Pruifchen, wegens het inftand houden van het Corps gefproken heeft, en dat zy geZaraentlyk den Burger J. Beeldsnyder over deze brieven hebben geadvifeerd, en dezelve het Concept vervaardigt heeft, dewyl de Burger Straalman en de Burger J. Beeldsnyder beide nog in leven zyn , en zig van het geven van getuigenis der waarheid niet kunnen of mogen onttrekken, en de ondergetekende verklaart de zaak ten zynen nadelen beflist te rekenen, zoo J. H. de Villates van die Burgers behoorlyke declaratoiren overlegt, of ten borden brengt: Dan, daar de ondergetekende volftrekt bewust is, dat die twee gronden van verdediging, door J. H. de Villates gebezigt, volftrekt onwaar zyn, en hy. uit dien hoofden van den Burger Straalman nimmer zoodanig Declaratoir zal  C « ) za! kunne produceeren, en de Burger J. Beeld* snyder, blykens zyne hier voorgemelde Advertentie, verklaart, dat hy, tot dato van die advertentie, van die brieven niets geweten heeft, en nimmer over die of diergelyke brieven is gecon* fuleerd geworden, veel min zyn pen tot het vervaardigen heeft geleent, en het een ieder bewust is, dat 'er uit hoofde der ftilftand van wapenen, gelegeudheid voor een Commandant geweest is, om die brieven te verzenden, zoo zal de ondergetekende de aandagt van UI. niet bezig houden, met het wederleggen van verfcheide niets ter zake doende Hellingen, in dat provifioneel berigt voorkomende , dewyl dezelven van zelfs vervallen, indien men in aanmerking neemt, dat zy gebezigt worden van een mensch, die zig niet ontziet om zig te beroepen op zodanige perfonen, welke in liet geheel over de zaak niet gehandelt hebben; maar houdt zig verzeekert, dat gylieden dezel. ven als laster zult befchouwen; te meer dewyl eok het laf dog kwaadaardig verwyt, dat J. H. de Villates den ondergetekenden durft doen, dat hy het eerst met orange op de parade gebrielleerd heeft, volkoomen gelogenllraft werd door Declaratoiren van de nog aanweezig zynde leden van het in den jaare 1787. beftaan hebbende Corps Cavalaristen, en door de orde van den dag, waar uit kan blyken, dat de orangeftrikken aan  ( t% ) aan de paarden, op order van het toenmaalig be« ftuur, op de parade zyn aangedaan, offchoon de Villates eenige dagen te vooren de eerfte op de parade met de orangeëcharp is geweest, hoe zeer wy zulks beiden, om met de Schuttery gelyk te zyn, vooraf overeengekomen waren, dan welke orangeëcharpen daarna, op de begeerte der Leden van het Corps, zyn afgelegt. Zie daar, Burgers! het geen de Ondergetekende gemeent heeft UI. te moeten berichten omtrent het voorgevallene met de bewuste Brieven in 1787. en hy zou dus moeten overgaan , om UI. zyn gehouden gedrag in de mededeling van dezelven aan de Wykvergadering in 1795. wat meer bepaald open te leggen, en te doen zien, dat hy daar toe in die {laat van zaken als Burger verpligt was; edog daar uit het verhaal der Wykvergadering van Wyk N°. 15. ten deezen geannexeert onder N°. 3. vollecdig confteert, dat de ondergetekende geenzins door die hatelyke inzigten beftiert is, die men de Villates hem ondergetekenden, tegen alle beterweten aan, zoo ftoutelyk, en als met een ftaal voorhoofd , dat voor geen blozen vatbaar is, waagt ten lasten te laaten leggen, maar integendeel, dat hy, by het overgeven der brieven gevordert heeft , dat van dezelve niet, als in de hoögfte nood, gebruik zoude gemaakt worden , ten einde de Villates niet ongelukkig te maa-  ( 13 ) maaken , ofte in haat te brengen , en de Algemeene Wyk -Vergadering, blykens het Extract der Notulen der Vergadering van den 5 , 6 en 9 Juny 11. ten deezen geanexeert onder N°. 4. de handelwys van den ondergetekenden alszins gebillykt heeft, zoo zal de ondergetekende, om in geene herhaling te vervallen, u ter verdediging van zyn moreel Caraéler, en zyn gehouden gedrag de lezing van voorn. Hukken aanbevelen, en alleenlyk hier byvoegen, dat hy J. H. de Villates fommeert om (zoo als hy in zyn provifioneel berigt al verder beuzeld) te bewyzen , dat hy ondergetekende immer getragt heeft Commandant van de ftad te worden, terwyl hy op het plegtigfte verklaart, dat hy nooit zoo buitenfporig of omtrend zigzelven zo vermetel geweest is, om even als de Villates, naar dien post te hebben willen dingen , als derzelver waarneming boven zyn bereik rekenende, maar dat hy alleen gemeent heeft dien post in de Villates te moeten tegenfprekcn, als dezelven befchouwende van dat gewigt en (publiek vertrouwen, dat een man, aan wien dezelven word aanbevolen, niet alleen militaire kunde behoort te bezitten, maar daar en boven van eene beproefde en irreprochabele conduite en meer dan gewoone voorzigtigheid moet zyn, welke hy door alle tyden heen aan zyne medeburgers heeft doen blyken, en die nimmer  C 14 ) mer in Tiet een of ander opzigt, door het minfte wantrouwen zoude kunnen bedenkelyk gemaakt worden. De ondergetekende vertrouwt, dat deze bloodïegging van zyn gehoude gedrag en de advertentie van zyn broeder J. Beeldsnyder genoeg zullen zyn om UI. inftaat te ftellen om Ulieder oordeel in deezen, naar waarheid, billykheid en regtvaardigheid , te vellen , terwyl, zoo lang de Villates geene betere bewyzen ten borden brengt, als by dat Chef d'Oeurre van een provifioneel Voorbericht voorkomen , de ondergetekende gerustelyk met een verachtend ftilzwygen al dien haat, die de Villates rot deszelfs ontfchuldiging in dezen tegen hem uitbraakt, zal mogen pasfeeren , en op de voortduurende achting zyner brave Medeburgeren zig verlaten, en waardig blyven de honorable mentie, die de Algemene Wyk - Vergadering ten zyner opzigte over dezen zyn fchuldpligtige daad aan Stad en Burgery hem heeft gelieven toe te kennen; verzoekende, zoo hy ten dezen , aan het verlangen der Burgery, ingevolge zyne gedane advertentie , niet fpoedig genoeg mogte voldaan hebben , hem zulks wel ten goede te willen houden, uit hoofde der flap, die hy biykens zyn voorftel N°. 5. ten dezen Annex, in zyn Wyk-Vergadering N". 15. voor* ioopig vermeend heeft te moeten doen, om der- zcl-  ( -5 ) zeiver befluiten in dezen geenzins te willen anticiperen , of zich iets byzonderlyk toe te eigenen, dat dezelve daar na mogte hebben kunnen begrypen hare taak eigenlyk te hebben moeten wezen; dan waarop hy niet voor den ifte July haar befluït heeft mogen vernemen , en uit dien hoofde als nu zig verpligt rekend met dit bericht over dezen zoo onaangenaame queftie, waarin hy zig om des gemeenebest wille betrokken ziet, uw aandagt op te houden, ten einde der waarheid, die maar een is, hulde te doen, welke hy altoos gaarne in de man die gelyk heeft, zal zien triompheren. Heil en Broederschap. FRANCOIS BEELDSNYDER, Gz. P. S. Middelerwyl de ondergetekende zich bezig hield met dit zyn Bericht te doen uitgeven, komt hem in handen zeeker papier, aan het hoofd voerende Brief van J. H. de Villates, aan het Volk van Amfterdam ; by het welk hy deszelfs hulp tot verkryging van een ampt verzoekt, en voorts nog meer fchynredenenby brengt, ter betoog, dat hy die brieven met een Patriottifche geest, gefchreven heeft, en dat die vervaardigt zyn met overleg van den on. dergetekenden, ten einde het Corps in ftand te houden : de ondergetekende zou het welmeenend pa. ■ bliek;  C x« ) bliek te kort doen, door die brief van {luk tot fluk te beandwoorden, het zal genoeg zyn, op het daarby aangeroerde aan te merken,dat hy ondergetekende ten plcgtigften kan verklaren, dat hy nimmer gedagt heeft, om het Corps in ftand te houden , ten einde eene Contrarevolutie te bewerken, veel min met de Villates voor den inmarsch der Pruififche troupes des aangaande gefproken heeft. Voorts dat niet blykt dat de Villates die brieven met een patriottifche geest gefchreven heeft, om dat hy zich op dezelven in zyn Crimineel Proces niet beroepen heeft; nadien hem zulks niets tot verlichting van ftraf zoude gebaat hebben , maar wel de verachting van byde partyen veroorzaakt, wyl, of fchoon men al het verraad bemind, men egter den verrader haat — cn indien hy meende , dat de brieven niet meer in wezen waren , en dus de fchandelyke inhoud daar van niet konde bekend worden, konde hy gedurende zyn gevangenis desaangaande veel vertellen en van 'zyn goede oogmerken groot opgeven. Verders moet de ondergetekende omtrent de drogredenen, waarmede de Villates tracht te bewyzen, dat de ondergetekende in het vervaardigen der brieven geftemt heeft, aanmerken, dat, daar zoo als reeds by het voorenftaande bericht te kennen gegeven is, geen vertrouwen en vriendfchap tusfchen den ondergetekende en de Villates plaats had;  en dus zyn bïwys uit de dagelykfch'e ommegang getrokken, als rook vordwynt, en daar d e Villates, na de, omwenteling zig de gunst van de Patriotten heeft tragten te verwerven, en het daar mede ftfydig was , de hulp van het vorig beftuur ter weder verkryging van die brieven in te roepen, ja ter verkryging van de Vriendfchap van de Patriotten, dienftig was , dat de brieven in de vergetelheid bleven , het niet te rug vorderen van die brieven, geen bewys is, dat die onder den óndergeteekenden niet gebleven zyn, om dat dezelven gewygert heeft die terug te . geeveu. Ondertusfchen kan de ondergetekende niet voorby, .het publiek te onderrigten, dat j. H. de Villates zeer tegen de waarheid aan meld, dat het ialaris van den ondergetekenden als ontfanger der begraaffenisfen vermeerdert is, en de goederen van hem de Villates zyn geconfisqueert, welk eerfte door hem de Villates ter goeder trouw, uit hoofde van verkeerde berigten kan gemeld zyn, dan nimmer kan hy ter goeder trouw, maar wel met een oogmerk om de burgery te bedriegen, melden dat zyn goederen geconfisqdeert zyn, nadien in zyn fententie van de confiscatie dier goederen niets word gemeld, en hy als regtsgeleerde ook zeer wel weet, dat zulks onmogelyk is, daar de Confiscatie van goederen | in  C *8 ) iri den jaare omtrent alle misdaaden, hoe ook genaamt, afgefchaft is. Eindelyk moet de ondergetekende nog aanmerken, dat een ieder, die zyn broeder kent, weet, dat hy in de volftrekte onmogelykheid is, om de concepten van de bewuste brieven vervaardigt te hebben, gelyk dezelven ook by zyne voorfchrevene advertentie verzeekert, en dus gcenzinds het verftrooit raaken van de papieren van J. H de Villates, maar de onwaarheid van zyn Helling hem buiten de onmogelykheid Helt, om die advertentie te wederleggen — en waarom, indien men zig niet met het bezigen van onwaarheden ophield, van den Burger Straalman geen Declaratoir gevordert, dat hy de Villates met dén ondergeteekenden hem over de iniTandhouding van het Corps Cavallary, voor den inmarsch der Pruifen, gefprooken heeft, of zoude die Burger ook al met de ondergetekende zamenipannen, en tegen de waarheid aan , ten behoeven van den ondergetekenden zulks ontkennen, zoo als de Villates geen zwaarigheid maakt om van den Burger J. Beeldsnyder te melden? Zie daar Burgers, eenige aanmerkingen op die brief van de Villates; dan zyt verzeekert, dat zoo hy met geen beter bewyzen voor den dag komt, de ondergetekende denzelven, wat hy ook verder beuzelen mogt, niet zal beantwoorden , maar zig gerust verlaat op het billyk oordeel en de regtvaardige uitfpraak die gy ten dezen omtrend de waarheid zult doen, en ter onderfcheiding van den eerlyken man van den medelydensvvaardigen Intriguant. Heil en Broederschap. FRANCOIS BEELDSNYDER, Gz. B Y-  B Y L A G E N B Y L A G E N°. i. Gemiuuteerd op een Zeegel van n Stuivers. De eerften Notaris hier toe verzogt, zal zich* behoorlyk geadfifteerd, uit naam en van wegens my Ondergetekenden , Francois Beeldsnyder Gz., woonende binnen deeze Stad, vervoegen aan den Perfoon van Jan Hendrik de vil' laïes, en denzelven Infinueeren en aanzeggen: Dat ter Algemeene Wykvergadering deezef Stad is ingebragt een gedrukt Papier, groot vier Bladtyden, in folio, onderdrukt J. H. de Villates, waar van één Exemplaar aan de Mmute en Grosfe deezes is geannexeert, waar in door het daarftellen van onwaarheeden, de Steller van dat Papier,hem Geinfinueerden, van zyn alzims laakbaar gedrag, ten kosten van de Eer van den Inünuant, tracht te zuiveren. Dat de Infinuant volkomen bewust is, dat het daar in getteide , ter verdediging van hem Geinfinueerden, volkomen leugenachtig is, en derhal ven te raden geworden is, om den Geinfinueerden mitsdien te doen afvraagen, of hy de Copie van het zelve gedrukte Stuk, het welk teffens aan den Geinfinueerden word vertoond, heeft ondertekend, en of het zelve op zyn order is in de waereld gebragt, dan wel, öf fcy wil verklaren het zelve een Stuk te zyn van berd B, a ni-ra-  ( 20 ) nimmer onderteekend, en dit buiten zyn kennis in de waereld is gebragt? De Notaris vrage hier op catbagorisch antwoord, en in cas van een dubieus ofonvoldoenendantwoord, protelreerd dan van deeze overbodige afvraaging, en verklaard namens den Infinuant, dat hy de Geinfinueerden houd voor voormelde Document in dc waereld gebragt te hebben, en tegens hem zodanige middelen zal te werk (lellen , als tot handhaving van deszelfs Eer en goede Naam (in een Vrye Republiek) tegens zodanige Intriguantcn en Lasteraars behooren en moeten gebruikt worden, en dat de Iniinuant van deze al zodanig gebruik zal maaken als by zal nodig oordelen en te rade worden; — A£tum in Amfterdam den ia<\ Juriy 1795. (was getekend) F. BEELDSNYDER Gz. Op den Dertienden Juny des Jaars Zeeventien Honderd Vyf en Negentig, heb ik Anthonï Mïlius, Notaris en Translateur, behoorlyk aangefteld, geadmitteerd en beëdigd, te Amfterdam refideerende, my met de ondertenoemene Getuigen vervoegd in het Logement de Zwaan, op den Nieuwendyk, binnen deze Stad, en aldaar aan Jan Hendrik de Villates gedaan de vorenftaande Infmuatie, Afvraaging, Pröteftatie en Declaratoir. Waar op de Geinfinueerde antwoordde, ik hoor, en zie en verzoek Copy; — En daar op door my Notaris gezegd zynde, dat ik een cathagorisch antwoord had gevraagd, of hy het voor-  C *T ) voormelde Papier voor het zyne erkende ? Zeide de Geinfiiuieerde , ja we! ; verzoekende nogmaals Copy. — Aldus gedaan en geëxploiteerd binnen Amlreldam, in prjcfentie van Thkodorus Jan Brooks en Joseph Osborn, als Getuigen. Co!!, was get. A. MYLIÜS, Not.pub. & Trad. Jür*. B Y L A G E N°. % D e Ondergetekende Mr. Johannes Beeldsnyder, met de uiterfte furprice uit zeeker Adres van J. H. de Villates, aan zyne Medeburgers, gezien hebbende, dat hy J. H. de Villates, heeft kunnen goedvinden, de Ondergetekende op te geeven als de Steller van twee Brieven, als een aan zyn Hoogheid den Heere Prinfe van Orange en Nastau, en de andere aan zyn Hoogheid den Heere Hertog van Briraswyk, Generaal en Chef van de Troepen van zyn Majefteit de Koning van Pruisfen, de eerfte gedagteekend i October, en de tweede 8 October 1787, en tevens verncemende, welke fenfatie deeze Brieven en het gemelde Adres by de Burgery van Amfterdam maaken, vind zich tot maintien van zyn goede Naam indispenfabcl verpligt, opentlyk te declareeren, dat hy tot dato deezes , niets van de exiftentie van die twee Brieven heeft geweeten , dat hy nimmer over dezelve, of B 3 e*  ( 22 ) eenige diergelykë. door hem J. H. de Vilt Lates en Francois Beeldsnyder Gz., of and .re is geconfuleerd geweest, veel minder zyn Pen heeft geleend, om een daad ter uitvoer te brengen, w arop een ieder, hy denke ook omtrent het Politique hoe hy wil, zyn oogen niet veragting moet liaan. En daar de Ondergetekende te veel eerbied heeft voor de vryheid der Drukpers, om dezelve met een Contra-Memorie te belasten, waarin aangetoond zou kunnen worden, dat hy in de notoire onmogelykheid is geweest, om die Brieven te kunnen concipieeren", en da.;r door de goede Burgerye van Amtterdam, van veel nuttiger Lectuur zou afhouden, zo declareert hy dierhalven, niet voorneemens te zyn, om pp dit of andere Adresfen, Memorien en wat iets meer zy, verder eenige aanmerkingen te zullen maaken , of zich in disputen tusfchen zyn Broeder en hem J. H. de Villates, eenigzints inlaaten, en alzo zich zelve, hoe onfchuldig ook daarby ingewikkeld , eenigzints te defendeeren, dewyl hy Ondergetekende overtuigt is , dat de Burgery van, Amftordam, hem Ondergetekende billyk, en zonder eenige partialiteit zulien beoordeelen, en aldus zelve dat geene zulien afvveeren, 't welk met diergelykë godlooze aantygingen beoogt word. Amsterdam den io Juny 1705. J. Beeldsnyder», Advocaat  C *3 ) B Y L A G E N*. 3. Extract-Verbaal weegens het voorgevallenen, welke aanleiding heeft gegeeven tot het publiek wordm der twee Brieven van j. H. de Villates aan den Prinfe van Orange en Hertog van Brunswyk. ïn de Zitting van Maandag avond den i". Juny 1795. der Wykvergadering van Wyk N°. 15. werd door den Prefident 't bekend» Voorftel omtrend den Burger J. H. dé Villates ter tafel gebragt, waar meede de meerderheid der Vergadering zich conformeerden, doch werd door den Burger Doornebos opgemerkt, dat in *i uitbrengen der ftem van den Burger Be e ldsn yder iets voorkwam, welk niet onduidelyk hem dien te verzoeken Post onwaardig kenden, en waar van hy de Burger Doorne80s aan den Burger Beeldsnyder vermeende explicatie te moeten vragen, by gelegenheid dat deeze avond een Commisfie wierd gedecerneerd op de Burgers Beeldsnyder, Swart, Wessels cn Doornebos, en welke des anderen daags 's morgens in een befoigne kwaamen , wierd door laatften aan den eerstgenoemden afgevraagt,of hy bewyzen konde produceeren van zyne gezegdens ? En wierd zulks door hem beantwoord , ja ! en van te zullen beeven wanneer wy die bewyzen zagen; op fterken aandrang haalde eindelyk de Burger BeeldB 4 «Nï-  C n ) 8nyder de twee Brieven en eene Rotterdamfche Courant uit zyne borst, en las dezelven ons voor, eenige tyd in twyffeling geweest zynde of 'net een droom dan waarheid was, 't gcene wy zaagen, wierd eindelyk de Handteekening van den Burger de Villates herkend, en de omftandigheeden 'er by verhaaiende, lieten geen twyffel over aan de echtheid van 't Stuk. .,/ De Commisfie was hierop van gevoelen, dat deeze Stukken niet konden of mogten voor het Volk van Amfterdam verhooien blyven, dat iemand van zoodanige, conduite allergevaarlykst konde worden in een zodaanige Post', waar in 't Volk, in een welmeenden zin, hem tragere recomandeeren, dat zoo echter deeze of diergelykë Stukken aan de Municipaliteit bekend waaren, en hy dus in geen der gemelde Posten wierd gefield, men als dan in een belaglyk figuur de Algemeene Vergadering zou ten toon (lellen , met iets te vraagen voor een man, die zy zelfs niet kenden , dat dus het belang van 't Volk van Amfterdam, en de eer der Algemeene Vergaadering 'er zeer veel aan géleegen was, om gemelde Stukken te weeten: waar op dan by de Commisfie beflootcn werd, op voorftel van den Burger Beeldsnyder, om van gemelde Brieven twee Copien autentiek notarieel te doen maaken, en de Orgincelen onder den Prefident der Algemeene Vergadering te deponeeren, zoo als hier door de Ondergeteekenden, met last aan de Gedeputeerden ter Algemeene Vergadering, als meede Commisfarisfen, is gelast geworden, dat den Burger Beeldsnyder zyn intentie niet was, om hem de Villates ongelukkig of in haat te brengen, dat  C 25 ) dat hy gaarne wenschte de Vul at e s ordentelyk te kunnen ieeven; doch dat de verpligting aan 't Vaderland van hem vorderde, hem van een Post, die gevaarlyk konde worden, te weeren; dat men daarom die Wyken, die het welzyn en fortuin van den Burger de Villates zich aantrokken,zqudetragtente beweegen van hun aandrang af te zien, om niet in die noodzaakelykheid gebragt te worden,opening van eenige zaaken te geeven, die men liefst wilde in de vergetenheid begraven hebben ; dat zoo al echter men bleef voortgaan, en de zaak wilde ter conclufie hebben, eer dezelve geconcludeertwas, denPrefident vryheid te geeven gemelde brieven te openen, en aan de Vergadering voor te leggen, om aldus te doen zien of de Villates de man was, hun vertrouwen in deezen waardig, en welk zal kunnen biyken uit 't Extraét der Notulen der Algemeene Vergadering in dato 5 Juny 1795. Tot dus verre het tusfchen ons gebeurden, en zonder te willen of kunnen treeden in dezaakinquestie, tusfchen den Burger F. Beeldsnyder en J. H. de Villates, zoo hebben wy niet kunnen weigeren den Burger Beeldsnyder dit Verbaal te geeven, en met onderhandtekening te bekragtigen. Actum in Amfterdam den 17 Juny 1795. Eerfle Jaar der yrye en onafhange/yke Republiek. was get. J. DOORNEBOS, Ctmmisf. M. SWART, Commisf. DIRK WESSELS, Commisf. B 5 BY-  ( 2« } BYLAGE N°. 4. Extract uit de Notulen der algemeene Vergadering van het voorgevallene, betreffende den Burger j.H. de Villates &c. Vergadering 5 Juny 1795. De volgende nieuwe Credentiaalen, enz. De voordragten van de Wyk en N°. 3. 51 en 35. welke met de ingekoomen Voordragt van Wyk 33. waarenblyven leggen, zouden nu met die der laatstgenoemden Wyk in overweging genomen worden, dan, voor dit gefchiede, geeft de Prefident bericht, dat de voordellen ceezer 4 Wyken voorftellen behelzen, ten voordeelt van j. H. de Villates, en dat aan hem Prefident door een der Wyken ftukken waren ter hand geftdd , die tegen gemelde de Villates waren , gevende daarop in bedenking, of deeze Wyken ook ;:ouden kunnen goedvinden, om derzelver Voorftellen intetrekken. De Wyken 51 en 35. zeggen, dit niet te kunnen doen, maar begreren te weeten, welke (lukken de Prefident in handen heeft, en dat zy zeer wel mogen lyden , indien de Villates zich trouwloos mogt gedragen hebben, dan zyn wangedrag openbaar moge worden. De Gedeputeerde van Wyk 15. die 2 Brieven ten nadeele van de Villates in handen van den Prefident gegeven hadden, poogden, zo veel en zo lang mpoglyk den Perfoon van j. H. de Villates te fpaaren, dan dit niet langer kunnende aan- hau-  ( *7 ) houden, werden die Brieven voorgeleezen : blyke daarby, dat hy Brieven had gefchreeven, en willen verzenden aan den Ex - Stadhouder en den Hertog van Brunswyk, en dezelven aan zynen meede Commandant ter tekening had aangeboden, waarop de verönt. waardiging omtrent den Perzoon van J. H. de Villates algemeen was. De Wyken 5a en 55, vragen Copie der Brieven. De Prefident ftelt voor, om door ckn Notaris Houtkoper Copia Authenticq dier Brieven te laten maken, en dezelve, dewyl zy in de Franfche Taal waren, te vertaaien, en dat daarna deeze Brieven voor de Vergadering zullen kunnen gedrukt worden, dit word by acclatie goedgekeurd. De Gedeputeerden van Wyk 48. zegt deeze goedkeuring niet juist genoeg te zyn, en ftelt voor om het gezegde in omvraag te brengen; dit gefchiedende, bleek het dat alle de Wyken, flegtseen uitgeüooten, voor het voorftel waaren. Ged'jurende de onderhandeling deezer zaak Werd bericht, dat deeze Brieven waren in handen gekomen van Gedeputeerden van Wyk 15. door den Burger F. Beeldsnyder, aan wien J. H. de Villates dezelven overhandigt, en hy die ter tekening gewygerd had. Na den afloop van alles, werd door Gedeputeerden van Wyk 6. voorgefteld , dat van deeze openbaarmaking, ter eere van Gedeputeerden van Wyk Ï5« melding zal gemaakt worden in de Notulen van deezen dag, als hebbende zich by deeze Vergadering verdienftelyk gemaakt,dit werd door de gehcele Vergadering goedgekeurd. Ins-  C 28 ) ïnsgeryks werd goedgevonden, om meede honorabele mentie te maken in de Notulen van deezen dag, omtrent den Burger Beeldsnyder, voor het ter hand ltelleu dezer Brieven. Door de voorhanden zynde overvloed enz. En werd de Vergadering op reces gefcheiden. (Was Getekend) D. B O I N G, 2'(e Secretarie Accordeert, zoo verre het geëxtraheerde aangaat met bovenftaande Notulen. Amjl. 27 Juny 1705. Het Ecrjlc Jaar der Eataaffc Vryheid. J. KONING, ade Secretaris. Vergadering, gelanden op Zaterdag den 6d(-n Juny 1795. Wyk 8. leevert een nieuw Credcntiaal enz. De Prefident geeft bericht, dat hy de Brieven van J. II. de Vieeates aan den Notaris Houtkoper heeft ter hand gefield, die dezelven zal laten vertaalcn en authentiecren, en daar van Copia .geeven zo aan Wyk 15. als aan deeze Vergadering. De Vergadering hier meede gefloten enz. Getekend als boven. Accordeert als boven. J. KONING, 2dt' Secretaris. ' Vergadering gehouden Dingsdag 9 Juny 1795. De volgenden veranderde Credentiaalen, enzGaf de Prefident bericht, dat Gedeputeerden van Wyk  \ (19) Wyk 7 hem overhandigt hadden een Brief van de Villates, geaddresfeerd aan den Burger Boeken, van diezen inhoud: 8 Juny. Het Eer/Ie Jaar der Baiaaffche Vryheid. „ MEEDE13URG ER ENVRIENd!" „ Gehoord hebbende, dat gy uit een verkeerd inzicht in het weezen der zaaken, in de algemeene Vergadering der Wykvergaderingen, gehouden voorleden Vrydag aangenomen hebt myne Brieven aan U weleer gefchiecven, te voorfchijn te brengen, om dst gy dacht, dat de aldaar aangevoerde Brieven valsch waren, zo dient tot U naricht, dat dit overbodig is, daar ik gemelde Brieven als door my gefchreeven", erken, en dezelven' welhaast, rnisfehien morgen zal verantwoorden, daar myn-gevoelens des wegens aan de Amfterdamfche Burgery door den druk gemeen gemaakt zullen worden, en ik verzoek U aan Wyk 7. ook hier van kennis te geeven". Burger! de waarheid moet en zal altyd triompheeren , ook haare overtuigende taal zult gy in myn opftel aantreffen: ik moet U hier van kennis geven, en' ben, na toewenfehing van Heil en Broederfchap Uw Medeburger en Vriend. (Was Getekend) J. II. de VILLATES. Is dit voor Notificatie aangenomen ; Gedeputeerden van Wyk 7. melden verder, niet te kunnen opgeven het befluit hunner Wykvergadering hieromtrent, nadien dezelve heden avond vergaderd was. Ver-  e 30 ) Verders berichte den Prefident, dat de gedrukte Brieven van de Villates aan de Wyken zoude komen, zo dat de voorleezing derzelve onnodig was, tegelyk met eene gedrukte verdediging. Wordende de Vergadering gefloten enz. (Was Getekend) J. REDELINGHUIS, Secretaris; Accordeert als boven. J. KONING, ade Secretaris. B Y L A G E N°. 5. Voordel, gedaan in de Wykvergadering van Wyk 15, den 18 Juny 1795. D e ondergetekende vertrouwd dat reeds ter uwèr kennis zal gekomen zyn een gedrukt papier, groot 4 bladzyden in Folio, met den naam van J. H. d e Villates daar onder gefield, en door denzelven, blykens de nevensgaande Copia infinuatie, voor het zyne erkend, voornaamlyk dienende om hem tegen de door den ondergetekenden aan u ter hand gefielde , en van wegen deeze Wykvergadering ter algemeene Vergadering ingebragte twee brieven te verontfchuldigen. Hoe gemaklyk, hu het den ondergetekenden ook zy, zig tegen de onwaarheden enlasterlyke aantygingen, die zyn welverdiende yver geenzins verdiend hadde, voor het algemeen tegen gemelden de V1 llates openlyk te rechtvaardigen, zoude hy daar door te kort doen, aan het vertrouwen dezer Vergadering, en dezelve te zeer vooruitloopen in het geen zy-  ( 3i ) zyns bedunkens door haar vooraf diende te gefchitfden; want het tog de Vergadering is, die de for-> meele aanklagte op de beweegredenen der ondergetekende heeft gedaan, en 'er gevolglyk ook haarer ten hoogde aan gelegen ligt , geen onverftandige aarsfehouwers van de gevolgen in deezeh te blyweB, als ^ulks by vervolg een eigclyk de moed zoude beneemen, om voor de vuist en zonder aanzien vaa. perfoon in het midden te bren. en, het geen hy vo