MAATSCH. DER NEDERL. IETTERK. - TE LEIDEN. Catal. bl. Geschenk van Tooneelstukken , 1841,,  EMMA CORBET, TREURSPEL. ie Amiteldain, luj   VOORBERICHT. De grootfte geesfel voor het menfchelyk ge/lacht ii gewis de Burgeroorlog ; zyne woede breekt, mede-, doogenloos , op de geheiligfte betrekkingen der Natuur in: hy is het die, met een onmenfchelyke vreugde, den dolk in het broederlyk hart floot, en den vadermoord tot een triumph maakt. — Onze Eeuw levert 'er, meer dan eenige andere, de fchrikbaa* o rend-  iv VOORBERICHT. rendfle voorbeelden van op; wy hoor en overal, in de vier waerelddeelen, het monfter Burgeroorlog en Maatfchappelyke Tweedracht woeden: zyne vlamme brandt aan den noorder zoo fel als aan den zuidetpool, en dompelt geheele volken en gefachten in diepen rouwe; en het is de hemel bekend, wanneer het aardryk van deeze pest geheel zal gezuiverd zyn, en door die zuivering de traanen van weduwen wier mannen, van weezen wier vaders, in den Burgeroorlog omkwaamen, zullen opdroogen ! — Geduurende de burgertwisten van Engeland met zyne Amerikaanfche Volkplantingen, heeft de tweedracht onder de beiden Natiën ontvettende verwoestingen aangericht, waarvan gewis die derfamielje van Karei Corbet een der aandoenelykfte is geweest; een Engelsch Schryvcr-heeft dezelve, in twee boekdeelen, waarvan vyf'uitgaven zyn uitverkocht, opgetekend, welken in den jaare 1784., door eene zeer kundige hand, uit het Engelsch in het Nederduitsch, wederöni in twee deelen, vertaald, en in de Boek-, winkel van de weduwe j. d ó l l te Amflcrdam uitgegeeven zyn. •— Ik las deeze aandoene/yke — op de waar-  VOORBERICHT, v waarheid rustende gefchiedenis met een treffende deelneeming , en zoodra ik begreep dat een onderwerp , zoo gewichtig voor het gekeele menschdom , waardig was algemeener bekend te worden, befloot ik 'er, met behoud van alle hoofddaaden der gefchiedenis , party voor het Nederduitsch Tooneel uit te trekken; opdat de waereld, wanneer myn fe'uk ten tooneele mogt worden gevoerd, door eene duidelyke 'voorftelling der rampzalige gevolgen van den Burgeroorlog, de waarde der eendracht en onderlinge broederliefde meer en meer mogt leeren hoogfchatten! — Menfchengeluk alleen was, by het vervaardigen dezes Treurfpels, myne bedoeling; of ik in mynen arbeid geflaagt ben, mooge de kunstkenner, die myn ftuk met de genoemde Neder dititfche uitgave van 1784 vergelykt, btöor deelen! den schryver. V S R-  VERTOONER& "xarel corbet, een Engelsch Edelman; voorftander der Amerikaanen. edüard corbèt, zyn zoon, Amerikaatisch bevelhebber j in het Leger van den Generaal Washington. — Echtgenoot van Louife Hammond. emma corbet, dochter van Karei Corbet: echtgenoot e van Hendrik Hammond, hendrik hammond, Engelsch bevelhebber, tegen de Amerikaanen, gehuwt aan Emma Corbet. robert raymund ,~t FREDRIK BERIi l«e y , ƒ *rimdm *»» <™¥' ëduard,") kinderen vanEdiiard Corbet en Hendrik emma, J Hammond. Jufvrouw arncld, vriendin van Emma Corbett - steward, 'lAmcrikaanfche Officieren , vrienden burch , j van Eduard Corbet. amerikaansche colonisten. Vluchtende Amerikaanfche inwoouers: Engelfche Krygsgevangenem Eene bende Engelftht en Amerikaanfche Soldaatién; B M-"  EMMA CORBET, TREURSPEL. EERSTE BEDRYF. HetTooneel verheeld eene legerplaats der Amerikaa* 7ien, in een aan de zee grenzend bosch. — Men ziet eenige tenten in het verfchiet, en hier &n ginds eenige wapenen tegen de boomen ge* plaatst. — By de opening des gordyns, heerscht W eene meer dan gewoone beweging in de legerplaats, veroorzaakt ■ door het opbrengen van eenige Engelschgezinden gevangenen ,genoomen door een der Amerikaanfche Scheepen, EERSTE T O O N E E L. buech, steward. steward, tegen eenige Amerikaanen die eene bende gevangen voort/leepen. Behandel deeze lieden met meiisChlievendheid; zy zyn uwe Landgenooten, uwe broeders; het recht dea oorlogs, of liever der raenfchelykheid, vordert dat. burch. Onze tenten zyn reeds opgepropt- met gevangen A En.  q EMMA CORBET, Engelfchen ; wy zullen 'er eenige naar Boston of New-York moeten opzenden. — (tegen een Onderofficier) 'Er zullen oogenblikkelyk nog meer gevangenen hier zyn; ftel 'er een wacht by, en laat ze, tot 'er eenigen zyn opgezonden, alhier in de open lucht vertoeven; doch, voorzie hen van het noodige; maak hen hun ongeluk draaglyk. steward. Het waare wenfchelyk dat 'er eene uitwisfeling plaats hadt; dit zoude de wederzydfche legers van veele moeiten bevryden! Qer word weder een hoop gevangenen op het Tooneel gehragt; de Onderofficier doet hen halte houden. Steward vervolgt tegen de gevangenen.) Gy kunt hier uitrusten; men zal u daadelyk van tenten en leeftocht voorzien. (de gevangenen zetten zich achteloos in het bosch neder.) TWEEDE TOONEEL. steward,burch,e>2 onder de' gevangenen emma corbet, gekleed in mansklederen, ook ro- bert raymund. steward, tegen Emma Corbet, welke hy bemerkt dat gewond is. Jongeling!is uwe wond gevaarlyk?.... (tegen een Soldaat.) Dat de Veld - Chirurgyn hier koome ! (Emma fchudt haar hoofd, doch, fpreekt niet.) BÜRCH.  TREURSPEL. s burch, Willen wy gaan, Steward'? Ik moet rapport aan het hoofdquartier, van dc aankomst deezer lieden, doen — (in het heengaan tegen de wacht:} beledigt hen niet! DERDE T 0 O N E E L. cm ma corbet, robert raymund , Attiert- kaanfche wachten, en Engelfche gevangenen. raymund , nadat Steward en Burch vertrokken ■ zyn , cpflaande en met eenen diepen ernst zyne Lotgenooten aanziende ; hy wordt Emma gewaar, en treed fchielyk tot haar. Mis Corbet!.... emma, vol verwondering haar hoofd opbeurende. Ach! Raymund!.... Raymund!.... is het moo- gelyk?.... moet ik myne oogen QZy reikt hem haare hand toe , en beiden zwygen in diepen rouwe weggezonken.) raymund. Ik vergeet myne rampen, nu ik u heb wederge- vondeu Ach.... gy fchynt gekwetst?... emma. - Slechts eene ligte wonde, die weinig betekent... (met verwarring) Myn ongelukkigen gryzen vader! A 2 6 Ray-  * EMMA CORBET. ó Raymund! leeft hy?... vloekt hy zyne dochter niet?..... (na een oogenblik) Ik konde niet anders handelen dan ik deedt!.. waarom moest hy ook zoo geftreng over mynen Hammond denken! (Zj weent.) RAYMUND. Uw vader leeft; hy vloekt u niet; hy bemint zyne Emma; ik heb beloofd u, indien het moogelyk is, in zyne armen terug te brengen. emma, levendig. Ja; ik zal in zyne vaderlyke armen terug ylen, 200 dra ik aan de glorie van myn hart, ten opzichte myns Echtgenoots , voldaan heb... Maar, wat voerde u hier? RAYMUND. De angst uws vaders en myne achting voor u , dreeven my aan om u te volgen; ik fidderde by het denken aan de gevaaren, waaraan gy u ging blootHellen ; uwe kunne, uwe fchoonheid, het gewoel des oorlogs, en uwe weinige ondervinding woogen op myn hart; ik eerbiedigde de drift die u tot de heldendaad, welke gy onderneemen wilde, aanzette; doch, de traanen van Karei Corbet en myne eigene menschlievendheid deeden my fcheep gaan, om u optefpeuren en in alle gevaaren te onderlteunen; helaas ! in welk een toefland ontmoeten wy elkander! JEM-  , T R E U R S P E L. 3 emma, getroffen. Edelmoedig vriend! — Brave Raymund!... raymund. ó, Mis Corbet! het is hier de plaats niet om u eenige vraagen te doen, die achting en deernis my zouden afperfen; anders.... emma. Ach! fpreek , myn vriend! fpreek! 'er is onder onze ongelukkige lotgenooten gewis niemand die ons zal befpieden; en, helaas ! wat hebben zy te vreezen ? Emma is geene gevaarelyke gevangene zy treurt, en zwigt ouder haar noodlot. Zy biedt geen tegenftand! raymund, met eene zachte ftemme. Waar liet gy, by uw vertrek, uw dochtertje?.... emma. Gy miskent immers myne moederlyke tederheid niet?,... God weet hoe veel het my gekost heeft die lievelinge myner ziel, het eenrgst pand van de liefde myns echtgenoots, in vreemde handen te moeten overgeeven; de brave Jufvrouw Arnold, de getrouwe vriendin in myne rampfpoeden, heeft het in haare hoede genoomen; ik ben gerust op haare zorgen voor myne kleene Emma. raymund, met gevoel. Vervloekt zy de burgeroorlog, die vaders tegen zoonen, broeders tegen broeders, vrienden tegen vrienden onmenfchelyk doet woeden! A 3 EM-  P EMMA CORBET, emma, vol aandoening. In ons huis erkent cie waereld een bitter flaehtOffer van zulk een oorlog! — Ach! hy heeft reeds mynen broeder in het graf gerukt, hy heeft zyne Weduwe in krankzinnigheid geftort — zyn zoontje van eenen vader beroofd — die oorlog heeft my myn vader en Vaderland doen verlaaten om myn* echtgenoot, die zich ten voordeele van Engeland Jiadt gewaapend; en van wiens noodlot ik onkundig fcen, in deeze oorden optezoeken : hy heeft myn vader, die de party der Amerikaanen is toegedaan, van zyne kinderen beroofd, en de verdeeldheid heeft liaaren vloek over ons gedacht uitgegooten! — En, de hemel weet wat het einde van zoo veel jammer zal zyn! raymund. , En wat is nu uw voorneemen? emma, metftandvastigkeid. Als ik het geluk heb dat deeze boeien van myne handen worden afgenoomen — als ik vry ben; zal ik rusteloos het verbiyf myns echtgenoots opzoeken — ik zal geene gevaaren, om myn groot oogmerk te bereiken, ontzien — ik zal den man myner ziel weder aan mynen boezem drukken; of — zoo hy niet meer leeft — zoo hy zich onder de flachtoffers des oorlogs bevindt; zal ik ten minfte het treurig genoegen hebben om de traanen eener weduwe op zyn graf te plengen; en — zoo het binnen  TREURSPEL. ? nen het bereik der menfchelykheid is — zal ik zyn overfchot met my naar Engeland overvoeren (Men hoort van verre het geraas der veldtrommen ; Emma en Raymund zwygen, en plaatzen zich naast elkander by de overige gevangenen. — Inmiddels rangfehikt zich de veldwacht die op het mneel is, in één gelid, onder de wapenen.') VIERDE T 0 0 N E E L. db voorigen en eduard corbet, met eenK ontbloot zydgeweer, de linkerwang met eene pleisr ter bedekt, aan het hoofd van eene bende gewaapende Amerikaanen. eduard, tegen zyne Soldaat en. Spitsbroeders! ik bedank u, in naam des gantfehen legers, voor uwe betoonde dapperheid; gaat,brave mannen! legt, voor eenige uuren , uwe wapens neder, en rust van de uitgeftaane vermoeïngen ! — (De Amerikaanen maaken eene wending en trekken af; Eduard fteekt zyn fabel in de fchede, en vraagt aan den Onderofficier van de veldwacht:) moeten deeze gevangenen niet van tenten en leeftocht voorzien worden? (de Önderofficier fpreekt een oogenblik in ftilte met hem.). emma, na de flem van Eduard gehoord te hebben. Hemel!.... Hemel!.... Wien zie ik?.... (Met A 4 eene  8 EMMA CORBET, eene luide ftemme) Raymund! Raymund ! zis op!.... zie dien bevelhebber!.... eduard, zich fchielyk, en met eene merkbaare verwarring tot Emma, die met Raymund is opgeftaan, keerende. Wiens ftemme treft myn oor?.... emma, met opgeheven armen tot hem ylende. Eduard!... Eduard!... myn broeder!... Ach! Gy leeft! eduard, met gevoel. Genadige Hemel!... Gy?... Gy?... Gy, Emma!... Myne zuster!... Gy hier en — gevangen !.... (Jjy drukt kaar met verrukking aan zyn hart ; 'er heerscht eenige oogenblikken eene diepe fiilte, onder de geheele meenigte; vervolgens knieltEduard by Emma, en ontflaat haar van de ketenen die om haare handen en voeten rammelen. emma, op Raymund wyzende. Broeder! als het in uw vermogen is, dat dan ook geene ketenen de leden dezes achtingwaardigen mans, die de vriend van onzen gryzen vader is, knellen. — eduard, ook Raymund zyne boeien afneemende. Brave man !ook voor uw ontflag zal ik zorgen. Laat my intusfchen deeze teekenen der flaverny van u wegneemen!.... (tegen Emma.) Wat voerde u, in het gewaad eens mans, naar deeze bloedige oorden? eji-  TREURSPEL. 9 ■ ■ ■ e m m a. De huwlyksliefde eduard. Waar is uw echtgenoot?... Waar is Hammond?... emma, met droefheid. Ach! Ik weet niets van hem ?... Hy trok onder de britfche veldbanieren, nu elf maanden geleden, naar deeze gewesten; zedert heb ik niets van hem vernoomen; ik kom hier om hem optezoeken; ons fchip is door de Amerikaanen aangevallen en genoo- men (Op een biddenden toon.) Ach broeder! zoo gy iet van hem weet, heb dan de menschlievendheid, het my te zeggen; fchoon partyzucht u tot vyanden maakte, de natuur fchiep u tot broeders.... Helaas! verfmoor, om ydele glorie, de ftemme das bloeds niet! — (Zy weent bitter.) eduard, getroffen. By den rechter der waereld zweer ik u niets van hem te weeten 'y zelf wist ik niet dat hy zynen arm tegen het belang van Amerika gewaapend had; — ó, gy weet niet hoe veel ik Hammond bemin. Als ik hem in het veld ontmoet hadt, als ik hem op den dag des ltryds in gevaar van zyn leeven hadt gezien; gewis myn ligchaam zou hem tot[een fchild en myn moed tot eenen waarborg voor zyn behoud verftrekt hebben; waarfchynelyk zou my de achting voor den echtgenoot myner zuster buiten de grenzen van mynen plicht gevoerd hebben ;doch, A 5 , ik  io EMMA CORBET, ik weet niets — niets van hem (na een oogen- blik.') En myne Louife, myne lieve Louife met haaren kleinen Eduard, hoe hebt gy hen gelaaten? — Hoe vaart onze brave — gryze vader?... Helaas , die bedrukte is nu... ö God!... van alle — alle' zyne kinderen beroofd! e m m A. Uwe echtgenoote... Uwe Louife.... Ach! Eduard! wat moet ik u antwoorden ?.... eduard, met eene hevige ontroering. Is zy dood ? hemel!... hemel!... Emma ! om Gods wil, red my uit myne onzekerheid!... Leeft de ongelukkige niet meer? (Zyne handen in'vertwyfeling wringende.) Wreed noodlot ! ook nog dien flag! emma, zuchtende. Zy leeft; maar is — krankzinnig!.... eduard. Krankzinnig?.... erger dan den dood!.... <5- Louife! Louife! Heeft myn geftreiige vader haar nog niet voor myne echtgenoot willen erkennen? raymund. Ja; uw vader—befcfruldigdiengrysaarmiet—heeft haar en uw zoontje in zyne liefde opgenoomen!.... e m ma. Het gerucht van uwen dood, dat ons alten in de diepfte droefheid dompelde, heeft Louife vnn haare zin-  TREURSPEL. « zinnen beroofd; het is derhalven haare onbegrensde tederheid tot u, die dit ongeluk bewerkt heeft! eduard, tot weenens toe bewoogen. Die rampfpoedige edele!.... ö Oorlog! oorlog! hoe veele weeën brengen uwe geesfels over het menschdom! emma. Wat kan toch de oorzaak tot zulk eene noodlottige vergisfing zyn?... Ons geheel gedacht heeft den rouw over uw affterven aangenoomen ; wy konden aan uwen, dood niet twyffelen, vermits wy niets van u hoorden, en uw naam op de lyst der gefneuvelden gevonden wierdt? raymund. Die tyding, Mynheer! hadt uwen bedrukten vader fchier in het graf gefleept; ach! het is zeer roekeloos, zoo niet onmenfchelyk, dat eene zuchtende famielje, door dergelyke vergisfingen tot wanhoop wordt gebragt! — eduard. Ik bedank u allen voor uwe liefde tot my! — Doch , ik begryp niets van zulk eene te leurftelling, ten waare myne afgezondene brieven naar Engeland vermist zyn. — Ik heb dertien maanden onder de gewonden den grootflen zielenangst uitgeftaan,-en ben meer dan eens voor een prooy des doods gehouden ; de arm en fchouder, die gekwetst waaren, zyn eindelyk zonder afzetting geneezen;doch, ge-  te EMMA CORBET, gelyk gy ziet, is my een gedeelte der linkerwang verbreizeld ; hiervan heb ik voorlang bericht naar Engeland doen afvaardigen; doch, daar ik geen tyding van iemand uwer, noch gy van my, hebt ontvangen, vrees ik dat het ophouden onzer brieven «irzaak van alle die noodlottigheden, en tevens van den grievenden rampfpoed myner Louife zal zyn.— Waarlyk de oorlog maakt eene verfchrikkelyke ftui• ting in deezen tak van verftandhouding; fchoon 't het eenigst middel is, welk zulk eene gevaarelyke afweezigheid kan te gemoete koomen!... (na een eogenblik.) Maar , myne lieve zuster! wat is uw voorneemen?... waar zult gy Hammond vinden?,.. Weet gy waar zyn Regiment gecampeerd ligt?... emma, met waardigheid. De hemel, die myn hart en myne doodsangflen kent, zal myne treeden tot hem geleiden; ik ben onderricht dat zyn regiment in St. Johrfs town guarrifoen houdt; hoe verre is die ftad van deeze legerplaats verwyderd? eduard. Vier uuren. e m m a. Broeder! poog ons de vryheid, om van hier te vertrekken, te bezorgen; myne ziel fnakt naar mynen Hammond! eduard. Wilt gy my zoo fpocdig verlasten ?... em-  TREURSPEL. 13 emma, met gevoel. Ach!moet ik niet eene groote pooging tegen eene groote pooging overftellen ? Hendrik Hammond is myn echtgenoot, Eduard Corbet is myn broeder; wien van beiden moet ik volgen? — Beiden wenschte ik in den arm van eenen eenzaam zuchtende vader , van eene ongelukkige zuster en twee lieve kinderen te kunnen terug brengen; doch, dit is nu onmoogelyk; zeg dan, Eduard! wien moet ik volgen? , eduard. Gaa , gaa , brave , edele, dierbaare, getrouwe Emma , gaa, en volg den man uwer liefde! God zal u bewaaren; gaa, en zeg Hendrik dat ik hem lief heb, fchoon de oorlog ons tot vyanden maakt. — Toef een oogenblik hier; ik zal den menschlievenden Generaal Washington, wiens tent niet verre af is, om uw beider vryhéid gaan vraagen (haar omhelzende.') Ik zal in een oogenblik wederom by u zyn!... (tegen den Onderofficier der veldwacht.) Doe de overige gevangenen, behalven myne zuster en haaren vriend , aan de andere zyde des legers brengen; ik zal daadelyk wederkoomen. (De overige gevangenen ftaan op, en worden, onder geleide van een Onderofficier en eenige wachten weggevoerd.) r r e-  H EMMA CORBET, VTFDE TO 0 NEE L. emma, raymund, twee, in het achtereinde dei Tooneels, wachthoudende Amerikaanen. emma. Welk eene verrasfing, myn lieve Raymund. Wie had: kunnen vermoeden dat ik immer myn' broeder, aan deeze zyde des grafs, levendig zoude aanfchouwd hebben ? raymund. Die verrasfing, zoo itreelend voor elk menschlievend hart, zal uwen bedrukten vader, wanneer hy verneemt dat zyn Eduard nog annweezig fa , geheel opbeuren; ach! hoe wenschte ik die vreugdvolle tyding, op de vleugelen der vriendfehap, naar Engeland te doen overbrengen! emma. Wy zullen myn broeder aandringen, om nog heden bericht van zyn leeven naar mynen ouden vader , en zyne ongelukkige Louife te zenden (na een oogenblik.') Maar, myn vriend! dat gy u zelf met deeze blyde tyding belastte? — Nu ik°mynen broeder heb wedergevonden ben ik buiten gevaar; 'er zal zich wel iemand opdoen om my naai' St. Johris town by mynen Hammond overtebrengen; myn vader zoude, door uwe terugkomst, een getrouw vriend vedervinden; gy zoudt hem al het ge-  r TREURSPEL. rj gebeurde met de levendigfte kleuren kunnen voor•ftellen; en hy zoude, gewis, by uw verhaal herleeven; gaa dan, myn waarde Raymund ! en betoon die vriendenblyk aan eenen verlaaten eenzaamen grysaart, die de vader van Eduard en Emma is! raymund. ' De vriendfehap van Karei Corbet is my dierbaar genoeg om zyne dochter niet eer te verlaaten, voor Zy veilig in de armen van haaren echtgenoot zal zyn overgebragt; dit heb ik uw vader, onder het zegel des eeds, beloofd; en gy zult my immers tot geenen meinëedigen willen maaken? emma. Maar myn broeder zal raymund, fchielyk. Uw broeder kan in dit noodlottig'oogenblik de wenfehen van zyn hart niet opvolgen; ik wacht alles van zyne liefde voor u; doch de plichten van den oorlogsman zyn geftreng; zy verbieden volftrekc alle gemeenfehap met den vyand; en daar Hammond eene andere party dan Eduard is toegedaan, en zy beiden in eenen opefibaaren oorlog zyn, is het uw broeder ondoenelyk om u, gelyk gy denkt, veilig in de armen uwes echtgenoots overtebrengen.— Gy moogt hem tot geen plichtverzuim aanzetten; zyne en uwe grootmoedigheid verbieden dit; en daarom, Mis Corbet! zult gy my vergunnen u te blyven vergezellen ; als ik u buiten gevaar zie, dan, ja, dan zal  i6 EMMA CORBET, zal ik tot uwen vader vliegen, en hem, met een overftroomd vriendenhart, op het geluk zyner kin* deren vergasten! e m m a. Nu, btyfdaaj blyfdan!.. Getrouwe vriend!..... Ach! hoe zwaar weegen de angften myn's vaders op myn hart! . Ik weet niet wat het is; maar my overvalt zomts , te midden in myne kloekmoedigheid, eene melancholie, die fpooken en afgronden rondom my heenen fchept; op myn leger wordt, dikwerf, myne rust door akelige , den gêest vermoeiende, droomen geftoort — duizend verwarde denkbeelden vliegen, .in den flaap, door myne zinnen , en het is niet zelden dat ik met vochtige oogen wakker wordt.... (weemoedig.) Helaas! zouden'er i>og meerer rampen in het zwarte boek myns noodlots zyn opgetekend?.... raymund, met ftandvastigheid. Verhef uwe ziel boven het ftof der vooröordeelen; Hy die den weemelende worm in zynen kring bewaart, Hy die de jonge raaven in het moederlyk nestjen befchut, wiens vaderlyk oog over al het °efchaapene blinkt, Hy, de Eeuwige Rechtvaardige kent uwe deugd en uwe huwelykstrouwe; verlaat u op hem, en verzoek zyne Voorzienigheid door geen ongeloof (met waardigheid) Mis Corbet! Als gy den donder boven uw hoofd hoort kletteren — als gy de elementen ziet verdwynen — alt  TREUÉSPEL. 17 als gy de aarde onder uwe voet voelt fidderen, wanhoop ook dan niet aan de vaderliefde des Almachtigen; maar kniel neêr en — aanbid! EMMA. ■ Ach, Raymund! ik heb tfen zwak vrouwenhart, gy zult uwe grootmoedigheid dikwerf by my moeten uitputten; doch, wanneer het op den welvaart van mynen Hammond aankomt, ben ik eene heldin. • ZES D E T O O N E E L. EMMA, RAYMUND, EDUARD. EDUARD. (jry zyt vry! — De edelmoedige Washington hadt! naauwelyks myn verzoek aangehoord , of hy antwoorde my, met eene hem.alleen eigene waardigheid : ik voer geenen oorlog tegen vrouwen, kinderen noch weerelooze grysaarts; ontflaat uwe heldhaftige zuster en haaren vriend; laat hen van al het noodige voorzien, en geleid ze tot aan de voorposten van ons leger: Engeland moet de Amerikaanen; geene onmenfchelykheden te verwyten hebben; ilc wensch dat zy haaren echtgenoot welvaarende zal wedervinden! EMMA-. Bedank uwen. Generaal voor zyne edelm'oedlg. , B held*  ÏB E -M M A C Ö R B T, heid, en als gy hem wederziet, zeg hem dan, dat lk vuurtg verhuig, dat de hemel zyn leeven met zegen en glorie moog overladen. eduard. Kóomt, willen wy ons in myne tent een weinig verfrisfchen ; en alles, tot uwe reize, te zaameu overleggen? ■ ' emma.' ' - ' . Gaarne, myn broeder! doch, laat ons vooral niet vergceten om onzen bedroefden vader, zonder uitftel, kennis van uwe aanweezigheid te geeven; zyn lydend hart zal, ook over my, door duizend onzekerheden geffingerd vvordèn. ' raymund. Het zoude meer dan wreedheid zyn, dit uitteflejfén; wy zulkiiallen aan den braven man' fchryven." eduard, getroffen. •" Gy gelooft immers niet dat de wreede gevolgen des oórlogs allen menfchengevoel in myn hart hebben "uitgedoofd ?... Huwelyksliefde — vaderliefde en.Kinderliefde trekken myne ziel naar Engeland;enkunt gy onrechtvaardig genoeg zyn te gelooven, dat' ik niet zoude verlangen bericht aan onze dkrbaare vrienden van myn leeven te geeven... (met gevoel iegen Emma.) Zuster.' hoe vérre; miskent gy hét hart uwes broeders! emma,' met tederheid. • Miskeii het-myne "niet-, Eduard ! ■— de neme*1 weet y'~ ■ hoe  T R E U R ' S P E L. 19 hoe, veefe bloedige traanen ik over u geweend heb ; zoo immer eene zuster met achting ovér eenen broe». der dacht, durf ik zeggen recht op uwe erkentenis tê Hebben! raymund. Genoeg — genoeg , myne lieve vrienden ! laat ons een weinig rust neemen; gy moet uwe zielen door geene aandóenelyke denkbeelden vermoeien (tegen Eduard?) Wy zyn hier onbekend. — eduard, zyne hand aan Emma biedende. Ik zal u geleiden ; in myne tent kunnen wy nader over alles fpreeken. Einde van het Eerfit Bedryfi Ba TWEE-  ao EMMA CORBET, TWEEDE BÈDRYF. Het Toor.eel is een zwaar bosch, waardoor de ge* woone landweg loopt. EERSTE T O O N E E L. hammond, eene bende gewaapende Engelfchen Soldaat en fchielyk, doch met alle moogelyke ftllte, opkoomende. hammond, tegen de Soldaat en. Wy zullen een oogenblik halte houden; ik geloof dat wy niet verre van de voorposten des vyandelyken legers verwyderd zyn, en men moet zorgen niet verrascht te worden (hy neemt eene kleene landkaart uit zyne brieventas, ziet op dezelve met tiaauwkeurigheid, en vervolgt:) juist zoo! wy zyn op een half uur van de voorposten genaderd ; de vyandelyke armée campeert op de linkerzyde van dit woud; wy moeten derhalven, om de brandfchattingin het hierbyleggend dorp te heffen, rechtsaan marcheeren, en het bosch, aan die zyde, achterom trekken; dan kunnen wy, in nood, door de ruitery onderfteund worden, en den vyand in het dorp,zoo 'er guarnizoen in ligt, in de flancq attacqueeren.— (hy deelt zyne Soldaaten in drie kleene divifïen. Te-  TREURSPEL. 2Ï1 Tegen de eer/ie divifte :) gy zult twintig fclireden vooraan bly ven, {tegen de tweede?) gy twintig fclireden achter, (tegen de derde.) gy marcheert in twee gelederen dertig fchreden achter de tweede divifie; en by den aanval dekt gy de flancquen van die divifie ; doch, dat men vooral met de meest moogelyke flilte opmarcheere! — (hy zondert zich een oogenblik van deSoldaaten af, opent zyn camifooi en ft aart met aandacht op eenen in goud gevat ten hairlok vanEmma, die hy op zyn hart draagt.) ó, Gy tedere waarborg der liefde van myne Emma! dat ik u nog eenmaal aanftaare, voor ik wederom in de gevaarelyke loopbaane der eer de glorie van myn Vaderland gaa verdeedigen! — Gy hebt, op myn hart rustende, zoo (ange dien bloedftroom , voor de getrouwheid der huwelyksliefde, zien zwellen; ó dan, zoo ik fiieu^ vele, zoo het noodlot my te ftrafvalt, daal, daal dan, ó hairlok! gunst van Emma! met haaren Hammond in het graf! — En gy, Zephirs die dit woud ■bewoont! fuist myne ftandvastigheid tot die geliefde , langs de boorden van den Theems, op! (hy kuscht het borstftuk , verbergt het weder op zyn hart, en wendt zich tot de Soldaaten.) Mannen! onze tyd is gekoomen; elk uwer doe zyn plicht; volgt my, ik zal aan uwe zyde fterven of overwinnen. — (Hy trekt zyn fabel, plaatst zich aan het hoofd der Krygers, en trekt, in ftilte, af.) B 3 WEE-  W E M M A C O R B E T, TWEEDE T O O N E E L. Smma, (in mansklederen) raymund, eduarb, en eene wacht van zes Amerikaanen, allen gewapend , en van de linkerzyde des tooneels, langs de landweg, even nd het vertrek van Ham? mond en zyne Soldaaten, opkoomende. eduard, rondziende. Hoorde ik niet den tred van eenige in aanmarsch zynde troupes?... men moest ons niet verrasfchen\ wy zyn reeds verre yan onze voorposten. Een Amerikaan. Moogelyk is het onze veldpatrouille, Mynheerl die, een uur geleden, uit het leger is afgereden, •eduard. 6, Dat is zeer moogelyk! (tegen Emma.) en nu, myne geliefde zuster ! zullen wy moeten fcheiden; 3hoe fmartelyk valt het my u niet verder te kunnen geleiden; waarlyk gy moet u laaten beweegen, om by my te blyven tot 'er gelegenheid is, om Hammond van uwe aankomst in Amerika te laaten verwittigen. raymund, met yver. Ach! Emma! blyft by uwen broeder, ftel u niet verder aan het .geweld des oorlogs bloot, blyfhier en laat my alleen naar uw echtgenoot gaan; dan kan l i men,  ,* T R E CT R'. S . P E t. \M •men, van wederzyde, fchikkingén maaken ,- om-u zonder gevaar by elkander te brengen; ik fidder afs •ik aan de'gevaaren, waaraan gy u gaat blootge.e• ven, denk! - .. emma, metftandvastigkeid. Vermoei' my toch zóó niet met uwen kommer over my; myn beiluit is genoomen; niemand dan ik •Zelf moet, wil het de hemel, mynen Hammond"van unyne komst alhier verwittigen; myn moedis geen ydel heroïsme; het is plicht en huwelykstrauw #- angst en verlangen dat my tot hem dryft; ik moet ■hem toonen dat Emma zyner waai'dig is, en 'er gec•n'e menfehelyke macht beftaat, die vermoogend;fe ony, op den duur, van hem te fclreiden!...(vroiykQ -Hoezal ik hem verrasfchen!...hy zal my gewis niet kennen — hy zal zyne oogen wantrouwen!.. (met -gevoel.) en hoe teder zal die edele myne ftandvas«tgtèB beloonen!.... Misgun, misgun my deeze blyde toekomst niet! - - eduard. " - ' '" *•-- . ' Het zy dan zoo; doch beloof my dat gy alle moogelyke oróziêhüg-heid,om uwe'fekfe te vermommen, zult gebruiken; de foldaat is zomwylen töutaal iaongebonden en zonder orde; voornaamclyk wanneer hy in het veld is, • '' e m m a. Ho! ten dien opzichten heb ik reeds gezorgd! Da heer Raymund weet dat ik het vermoogen der kruïB 4 den,  34 B M M A CO R B E' T, den, dank zyne zorgen, kenne; zoo gy een oogetrhlik wilt wachten , zal ik u overtuigen dat ik de kunst bezit om my, des noods, voor eenen broeder en voor een vriend onkenbaar te maaken. (Zonder op antwoord te wachten, gaat zy eenige fchreden, boschwaards in.) EDUARD. In de daad ik verftaa noch begryp haar.... Wonderlyke-zeldzaame vrouw!... Wat zaj zy doen, heer Raymund? RAYMUND. Ik weet haar oogmerk niet. In myne jeugd oeffende ik my in de Geneeskunde: de kruid en plantkunde was myne voornaame liefhebbery ; Emma, ten einde zich het afzyn van haaren echtgenoot draagelyk te maaken, en eene uitfpanning voor haaren geest te genieten, verzocht my haar eenige ophelderingen in die weetenfehap te geeven, waarin zy, in weinige weeken, groote vorderingen maakte; het is derhalven nu zeer moogelyk , dat zy eenigen plant of krujd alhier in het oog heeft gekregen, die het vermoogen bezit om haar eenige onkenbaarheid of vermomming aantebrengen, ^EDUARD, Dit is waarfchynelyk.  TREURSPEL. 25 emma, het geheele gelaat bruin, gelyk dat der wilde inboorelingen van Noord-Amerika, fchie- lyk by Eduard komende. Wat dunkt u,broeder, zoude ik Ovidius niet veil geloof kunnen byzetten? eduard, verzet. Ik bid u zeg my, Emma! hoe kwaamt gy op dien inval, om uw dus natuurlyk te vermommen? emma, glimplagchende. $ Niet verre van hier viel myn aandacht op eenige heesterboschjes, die bedekt waaren met bleekklèurige besfen , welken met geheele trosfen van de heggen afhongen. Ik heb 'er het fap van gebruikt; zoo de fmet diep genoeg is ingedrukt, het .welk ik by gebrek vau een fpiegel nu niet kan beoordeelen, moet myne vermomming aau haar oogmerk beantwoorden. eduard. Zy beantwoord daaraan volkoomen, en het ftelt my eenigzins gerust u, in dit hagchlyk oogenblik, dus vermomd te zien... (tegen Raymund.) En gy, vriend myner thans zoo ongelukkig verdeelde familie! het is aan uwe menschlievende zorgen, dat ik myne zuster byzonder aanbeveele; verlaat haar niet, voor zy veilig by haaren echtgenoot zal zyn aangekoomen; ik kan haar niet vergezellen, fchoon de brave Generaal Washington my myn oiitflag , uit aanmerking myner bekoomene won Jen, heeft aanB 5 ge-  erf E M 'M A. C O R B Ë~ T. geboden; want ik ben te verre gegaan om, eerste vreede herfleld is, terug te treeden. raymund. ' Verlaat u op myne trouw ; myn laatfte droppel bloeds is veil voor de vriendfehap , die ik Karé! Corbet en zyne kinderen toedraag.... (men hoort aran verre het gekletter der wadpencn, en het verward gejuil van eenige kermende ftemmen.).... Myn God!.wat hoor ik? eduard. Wat is dit!.... (hy ziet tusfehen de hoornen.") emma, verlegen. Ach! Broeder!... Ach! Raymund! eduard, met verbaazing. Hemel! Hemel! de vyanden fchynen in het naastë f voldaan over zynen heldenmoed ; en (hy zwygt door vermoeienis.') R A J,  TREURSPEL. -33 raymund. Ach! put door te veel woorden uwe afneemende krachten niet uit! emma, met bitterheid. Dierbaare Eduard! Helaas! moest ik dan onfchuldig de oirzaak van uwen ontydigen dood zyn; waare ik niet hier gekoomen,gy zoudt nog in het leger,en niet by dit noodlottig voorval tegenwoordig zyn geweest. eduard, met zyne hand wenkende; bykans onverstaanbaar. Neem myne ongelukkige Louife en myn kind in uwe liefde op; beloon in haar myne tederheid.... zeg aan onzen gryzen vader dat zyn zoon getrouw is gebleeven! Zegen, — zegen over u allen!... Emma, lieve Emma! ach! — de hemel bewaare H. .v. {haare hand aan zyn hart drukkende.') eens a-ls alle twisten zullen ophouden.... na het graf! zuster!'. .. . uw geluk is.... (hy zygt met zyn hoofd op de borst van Emma; ziet haar nog eens aan , en fterft.). emma, met den kreet dergrievend ft e fmart. Te hulp!... te hulp!... hy fterft!... Eduard! toef!... toef! geliefde broeder!... ó God!... die is meer dan menfchelyk Jyden!... (Raymund ver* •wydert Emma, met eene foort van geweld van het lyk, en de Amerikaanen, onder/leunen, met teeke* tien van aandoening, den dooden.). c  34 EMMA CORBET, 'Er heerscht, eenige oogenblikken, eene diepe treurige flilte. — Raymund houdt Emma , weenende, in zyne armen; zy ziet, van oogenblik tot oogenblik, naar het fok, en zucht; eindelyk ontwikkelt zy zich' zachtkens uit de armen van Raymund. raymund, bewoogen. In 's hemels naam, Mis Corbet! laat ons deeze zielgrievende aandoeningen maatigen! EMMA, nd een oogenblik; met waardigheid. Nog ééne trede, en dan heb ik den zusterlyken plicht volbracht!... Qn eenen weenenden ootmoed by het lyk van Eduard knielende?) Dat ik myne traanen, als een jongst bewys myner liefde, op uw dierbaar overfchot doe nederdruppelen!... Hemel! bewaar — bewaak zyn gebeente — dat uwe zegen over zyn ftof fchaduwe, opdat het by den oogst der opftandinge, in de ftemme des Eeuwigen, de ftemme eens vaders hoore ; opdat de ontfluiting van myns broeders graf de zaligheid tot zynen onfterfelyken geest overbrenge!... (Zy omhelst het' lyk; blyvende een oogenblik voorover g'eboogen op het koude aangezicht rusten ■— daarna heft zy zich met moed op, zeggende met eene verzekerende femme:) Hy is reeds gelukkig!.... (tegen de Amerikaanen) brave Soldaaten ! tracht dit lyk eene kist te bezorgen ; myn broeder was uwe liefde waardig, (hen eene beurs met geld overgeeveadg.) 7Aë daar  TREURSPEL.' daar eene belooning voor den dienst dien ik van u eiscli. een Amerikaan, het geld weigerende aanteneemen. Wy beminden hem genoeg om zonder loon zyn lyk te verzorgen; de gouddorst is niet ónze misdaad; j 'EMMA. God en uw hart beloone u dan!... (Zy gaat nog ,cens hy het lyk, omhelst hetzelve; ft aart het, een ogenblik, veelbeduidend aan, en zegt A De wil des hemels gefchiede!... (tegen de Amerikaanen?) Brctigt'hem au in zyne Tent ; "beveelt zyn overfchot, -in mynen naam, -in den naam eener zuster, aan uwe bevelhebbers % .ten geenen dage zai ik 'er u rek-eni'ehap van vraagen! ■c-e am^iRiii aa-nen, terwyl zy het lyk opneeMtM£ allen te gelyk. ■ Wy zullen — wy zullen zorgen! ■— raym.uk.d, getroftÏK, zyne handen ten hemel heffende. ■ Zulte tooneelen, ö God! zyn, voor het menschdom, miriaden van gewoone leeftyden waardig De Amerikaanen draagen het overfchot van Eduard langzaam weg , nd hetzelve met hunne uniformen bedekt te hebben: Emma oogt het, zoo leag&y kan, met eene fi.il!e-zielgrievende fmart n/f. f r .F-  36 EMMA CORBET, VT F D E T 0 0 N E E Li emma, raymund. emma. Ik beminde hem zdó.zusterlykl... Zóó gevonden, zóó. verlooren!... Hoe bitter zal die flag mynen rampfpoedigen vader treffen!... Eduard was de zoon van zyn hart —. hy was e glorie zyner zielen nu?... Achl... ik bezwyk by zoo veele jam- ] meren l raymuNd, met aandoening. By alles wat u dierbaar is \ Mis Corbet! laat ons deeze noodlottige plaats verlasten!... verhef uwe groote ziel boven den rampfpoed! — Naar het my toefchynt, moeten de beide legers den gantfchen nacht Qp marsch zyn geweest; de fchrik vertoont zich hier in allerly gedaanten; in zulke omffandigheden hier te blyven was dwaasheid ; uwe Hammond en de jonge Emma hebben recht op uwe dagen, (met ei-nst.) Hoon de natuur niet door eenen kwalyk geplaatften heldenmoed... Gy ziet hoe ftokoude grysaarts — weerelooze vrouwen — moeders met haare kinderen hunne matte leden, ten einde den algemeenen moord te ontgaan, van het eene oord naar het andere fleepen; en gy, gy die zoo veel, die zelf in veelen opzichten meer te verliezen hebt dan zy, gy zoudt hier blyven?.... (met eene luide doch tede.  TREURSPEL, 37 dere ftem.~) Emma ! Emma ! herinner u uwe verplichting I emma, onverfchillig. Werwaards wilt gy my geleiden?... naar Hammond?... ach! raymund. Werwaards gy begeert^ zoo wy flecnts dit bosch hebben verlaaten. emma, hem haare Iiandtoereikende. Naar het Tooneel des oorlogs , naar het afgebrande — uitgeplunderde dorp zullen wy gaan; dit is niet verre van hier; daar zullen wy moogelyk, heter dan ergens elders, bericht van myn echtgenoot bekoomen. RAYMUND. Hoe? gy wilt? emma, ftandvastig. Ja; daar zullen wy gaan ; ik moet onvermoeid volharden, fchoon de natuur reeds byna is uitgeput, fchoon my fchier alle hoop begeeft; ik moet ftandvastig blyven. Hammond heeft aanfpraak op de zorgen zyner Emma... kom! gaan wy; de liefde zal my — de vriendfehap zal u bezielen ; wy zullen .over het noodlot zegevieren of, onder'het volbrengen van onzen plicht, omkoomen; en - zulk e:n dood is ook zalige overwinning! — Einde van het Tweede Bedryf. C 2 DE  3*8 E M* M A C O R B E T, DERDE BEDRYF., Met Tooncel verbeeld het uiteinde 'van een bosch , grenzende aan de legerplaats der Amerikaanen , in welks verfchiet men de Zee ziet. — In het ' achtereind des Tooneels, op het ftrana', is een graf gegraven, waarby eenige Amerikaanfche Soldaaten, die hetzelven hebben gedolven, in eene rustende houding rtederzitten. EERSTE T O O N E E L. steward, BüRCfl, beiden van den kant, alwaar het graf gegraven is, opkoomende% ■ steward. Ongelukkig, indedaad ongelukkig!... Eduard Corbet was een der braaffte officieren onzer armee ; Amerika verliest in hem een belangeloozen vriend en een zeer braven Soldaat. burch. De Generaal Washington was over zynen- dood. ten uiterfte aangedaan, en alle de Amerikaanen die immer onder zyn oog vochten, betreuren hcm,gelyk men. eenen vader betreurt. ste- I  TREURSPEL. 39 STEWARD. Zyn lyk zal daadelyk hier zyn; elk beyvert zich om den laatften liefdendienst aan deezen edelen man te doen: de Soldaaten, in wrens arm hy, aan zyne bekoomen wonden, geftorven is, hebben gefmeekt om zyn overfchot ter aarde te beftellen. — Het is toch zeer ftreelend voor een eerlyk hart, op den rand des grafs door brave oorlogsmannen beweend, en na den dood door dezelven geroemd te worden; het voorbeeld van Eduard Corbet moet ons allen tot onzen plicht roepen, en de achting aan zyn lyk, door groot en klein beweezen, roept eiken bevelhebber om hem in dapperheid en deugd naar te flrevenl BURCH. Zyne zuster, even heldhartig als hy, heeft, volgens Bericht der byzynde Amerikaanen, eene meer dan menfchelyke gelaatenheid en fterkte van ziel, by de laatfte affcheidsgroete, vertoond. QMen hoort een treurig veldmuzyk.) Het lyk nadert! STEWARD., Wy zullen het te gemoete gaan\...Zy gaan langs die zyde van het bosch binnen, waaruit het veldmuzyk voortkomt.... Eenige oogenblikken nd hun weggaan, koemen zy terug marcheer ende ,met ontbloot e fabels, aan het hoofd van een detachement Amerikaan fche Grenadiers , dewelke n het geweer ver keer a verdekt onder den linker arm kouden. -7- NA dit C 4 de-  40 EMMA CORBET. detachement volgt het lyk van Eduard Corbet, leggende op eene foort van draagbaar, gedraagen door twaalf Amerikaanfche Onderofficieren. — Op de kist ligt een groene lauwerkrans ter eener, en een ontblood zwaard aan de andere zyde. — Daarachter volgen de Feldmuziekanten — en veele Amerikaanfche Officieren en Soldaaten. — Men draagt het lyk rondom het Tooneel, onder het geftadig fpeelen van het veldmuzyk; daarna plaatst men de draagbaar •naast hetgraf \Burchneemt 'er den lauwerkrans af. rHet veldmuzyk houdt op. — Het detachement Grenadiers laad het geweer en fchaart zich, terwyl men de kist in het graf nederlaat, in één gelid; zoodra Jezelve geheel is nedergezonken , wenkt Steward met zyn fabel, en de Grenadiers fchieten eene /alvo. — Na dit verrichte, plant Burch den Lauwer* krans op het graf, en zegt, met eene luide ftemme,: BURCH. Amerikaanen! — helden die uwe waarde kent! zodanig eene eere is het loon der dapperheid en der deugd;deeze lauwerkrans, hoe fchoon — hoe glorieryk ook, vereer; den llrydbaaren Eduard Corbet, minder dan de aandoeningen die wy allen, als een vry en dankbaar volk over zynen dood gevoelen! — Hy rustte in vrede! — pat wy allen hem poogen te cvenaaren! — (Nu hervat het veldmuzyk den aftocht; en de train, volgt, twee aan twèe, van het Tooneel.) T IVE E-  TREURSPEL. 4t TWEEDE T O O N E E L. Naauwelyks is het laatfte paar lykvolgeren van het Tuoneel afgetreden, of men ziet karel corbet, t'rederik berkley, JllfvrOUW arnolb ■en de kleene eduard, benevens de jonge emma, allen gekleed in reisgewaad, langs de zyde van het Zeeftrand, opkoomen. karel corbet. G od lof, myne vrienden! myne kinderen! dat wy zonder rampfpoed zyn aangekoomenl — myn hart fchept nieuwe hoope,nu wy het vaste land betreden! fredrik berkley. Ik geloof dat wy niet verre van het leger der Amerikaanen verwyderd zyn; ten minfte onze fchipper hgeft my dit. daadelyk te kennen gegeeven, karel corbet. En, zoo ik hoop, ook niet verre van myne Emma, en van uwen Raymund.... Ach! zoo zy wist, dat de angst over haar, haaren gryzen vader naar deeze kusten hadt voortgezweept — zoo zy wist dat haare kleene Emma zoo uaby was; hoe fpoedig zouden alle myne rampen geëindigd zyn! Jufvr. arnold. Ik heb daadelyk het veldmuzyk gehoord ;wy kunnen niet verre van het leger zyn. C 5 c o r-  42 EMMA C O R BjE T, corbet, zich tegen een boom nederzettende. Ik ben vermoeid!... (tegen Berkley.') Lieve vriend! tenvyl wy alhier een oogenblik uitrusten, moest gy de goedheid hebben, een eind weegs het bosch in te gaan, om te verneemen of gy eenige Amerikaanen ontdekt, die ons tot den Generaal Washington geleiden ? Ik geloof niet dat hier eenig gevaar voor ons is? BERSLEY. Gevaar?... Ik denk dit niet; en zal gaarne aan uw verlangen voldoen. corbet. Keer fpoedig weder — Berkley flaat den iveg in naar het bosch, waar langs de lykvolgeren zyn terug ge keert. DERDE T O 0 N E E L. KAREL Corbet, Jufvr. arnold en de beide kinderen. corbet, tegen Jufvr. arnold. ]By al net genoegen dat my onze aankomst geeft, kwelt my echter nog de onzekerheid over het noodlot van Emma.; want daar Hammond de party der Koningsgezinden is toegedaan,is het meer danwaarfchynelyk dat zy zich niet in het Amerikaanfche, maar in het Britfche leger bevind; dóch, daar ons fchip juist hier aaniande, zal. iJr echter de i trocs: ge-  TREURSPEL. 43 genieten , om iet van myn gefneuvelden Eduard te vérneernen. Jufvr. arnold. En men zal u tevens den weg naar het Engelsch leger kunnen aantoonen; dus myn waarde heer Corbet! verliezen wy niets by onze aanlanding alhier. 1 corbet. Dit is zoo! (rondziende.') Waar zyn de kinderen? Jufvrouw arnold, nddr de zyde van het graf wjzende. Zy fpeelen daar..,. (nd een oogenblik.) Het fchyn: daar eene begraafplaats te zyn ? corbet, fchielyk opfiaandc. ■ Eene begraafplaats ?... waar ?... eene begraafplaats ? Jufvr. arnold. . Het fchynt zóó. corbet, naar het graf gaande. Dit is zoo!... Het graf van eenen Amerikaanfchen held! — zie dadr de lauwerkroon over zyn gebeente opgehangen!.... (Hy ft aart de opgeworpen aarde eenige oogenblikken in eene diepe — treurige ftilte aan , toen heft hy zyne handen ten hemel.) Ach!... Eduard!... dierbaare van myn hart afgefcheurde Eduard! waar — waar is uw graf! waar is den eerlauwrier die de dankbaare Amerikaanen over uw ftof hebben opgehangen?...(hy legt zyne handen uitgeftrekt sveHiet graf.) Zegen, zegen zy over dee- zeii  44 EMMA CORBET, zen dooden! — mooglyk is het ook een- zoon vart eenen braven rampfpoedigen vader geweest!.... God! vergun my het heil om, voor myne ontbinding, het graf van Eduard te vinden, en — ik zal geene wenfchen meer hebben! — de vaderlyke traanen dien ik op zyn gebeente weene, moogen met myne ziel tot den Schepper opklimmen! (Luid weenende.) Eduard!... Eduard!... waar fluimen gy den morgenftond der waereld tegen?... (Hy buigt zich over het graf, en kuscht, in ftillen ootmoed de aarde,') 6, mogt ik zóó — zóó het graf van mynen zoon kusfchen! "Jufvrouw arnold, tot hem gaande. Ach! waartoe - waartoe toch deeze aandoening ? Corbet, verwydert zich een weinig van het graf; en omhelst, met eene zielgrievende tederheid den kleenen Eduard. ö, Evenbeeld van mynen vermoorden zoon!.., kind myner ziele!... (Terwyl hy nog het kind omhelst, keert Berkley vergezelt van Steward terug.—Corbet poogt zich te her ft ellen?) VIERDE T O 0 N E E L. BE VOpRIGEN, BERKLEY, STEWARD. BERKLEY. Goed nieuws, myn waarde Corbet! men heeft alhier naricht vf:n uwe dochter Emma en mynen vriend Ray-  TREURSPEL. 4$ Raymund; zy zyn eerst heden morgen uit dit leger naar dat der Engelfchen afgereisd. corbet, getroffen. God zy eeuwig gedankt voor deeze weldaad 1 steward, tegen Corbet. Is Mynheer de vader van Mis Emma Corbet"? corbet. Ja; ik ben die rampfpoedige! steward. Dan ook de vader van onzen dapperen Kapitein Eduard Corbet? corbet, met yver. Helaas!... hebt gy myn' zoon gekend? steward. Wy hebben hem daadelyk den jongften liefden» dienst beweezen; — zie dddr — zyn graf! (alle jlemmen herhaalen:~) zyn graf! (corbet ylt 'er, de handen boven het hoofd te zaamen wrin. gtende, naartoe?) corbet, gillende. Eduard!... Eduard!... ó myn zoon!... ik, uw' vader, op uw graf! — (Hy valt beweegingloos op de grafheuvel neder.-''Er heerscht, eenige oogenblikken, een aandoenelyk, met verwondering vermengd, zwy* gen. — Berkley ,en voornamelyk Jufvrouw Arnold'r poogen Corbet te helpen. — De Grysaart, evenwel, blyft eenigen tyd, in dien ftaat van weezenloosheid, doch, op eenmaal richt hy zich op, zeggende met eene  . .. *6 E M M A C O R B E' T, vene overkropte ftemme i) — Onmoogelyk!... öltmoogelyk ! — Dit kan het graf van mynen zoon niet zyn['(tegen Steward.') Mynheer! heb deernis iriet èen afgeleefd"— ongelukkig vader; misleid myne droefheid niet!... (met ernst.) Is dit waarlyk het graf van Eduard Corbet? steward. Ik verzeker het u, op myn woord van eer; hy wierdt heden morgen, terwyl hy zyne zuster Emma én haaren vriend, tot buiten de voorposten onzer armee, zou geleiden, gewaar dat de Engel'fchen een nabuurig (Amerikaansch dorp uitplunderden ; zyn heldenmoed dreef hem, in weerwil van het gevaar, daar heenen; hy deedt door zyn beleid de woede des vyands bedaaren; doch, ongelukkig wierdt hy doodelyk gewond; en, het is de liefde van Emma en de dankbaarheid der Amerikaanfche Soldaaten , die hem , nog geene drie uuren geleden, dit graf bezorgden. corbet, hit ter. Zoo dat dan het gerucht dat wy, meer dan een jaar geleden, van zynen dood vernaamen, eene voor myn gedacht wanhoopende onwaarheid is geweest? Zóó — zóó trapt dan de onmehfchelykheid op het vadèrlyk hart! steward. Uw zoon heeft dertien maanden, zwaar aan den fchouder,den arm en de linker wr.ng gekwetst, on-  TREUR S P E L. 47 der de zieltoogende in het hospitaal gelegen , dit gerucht zal waarfchynelyk die ongelukkige vergisfing hebben te weeg gebragt. — corbet, met yver. Vergisfing, zegt gy?... noem zulk eene vergisfing liever eene hooggaande misdaad 1 steward. Voor zynen dood, namelyk eer hy om uwe dochter te vergezellen het leger verliet, heeft hy een groot pak brieven , zoo ik meen aan u gëaddresfeerd, aan het hoofdquartier, om naar Engeland te verzenden, laaten bezorgen; ik zal ze u doen ter hand ftellen; zy zullen u in alle onzekerheden, zoo ik vertrouw, kunnen toelichten. corbet. Ach! dat gy ze my daadelyk konde bezorgen ; myn hart fnakt 'er naar; duizend grievende defïkbeelden verfcheuren myne ziel! — Weet gy waar Emma met haaren vriend zyn heenen gereisd? steward. Volgens bericht der Amerikaanen die hen hebben vergezelt, zyn zy naar het verbrande dorp, alwaar uwe zoon fneuvelde, geweeken. corbet. Is dit verre van hier? steward. Slechts één uur. cor-  4? EMMA CORBET, corbet. Dat ik dan derwaards yle!... (diep bewoogen.} misfchien heb ik ook reeds geene dochter meer. ó, my ongelukkige!... Ach ! konde gy my die brieven bezorgen? — heb deernis met de angfïen eens verlaaten grysaarts , dre altyd de vriend der Amerikaanen was! steward. Als gy my een oogenblik alhier wilt opwachten : zal ik ze daadelyk van het hoofdquartier laaten terug haaien, en ze u doen overgeeven. corbet. Zeer gaarne. VT F D E T 0 O N E E L. karel corbet j berkley, Jvfvr. arnold. corbet, diep zuchtende zich weder naar het graf wendende. Het is dan waarlyk zyn graf — de bewaarplaats' van zyn overfchot! berkley, hem daarvanpoogende te verwyderen. Laat de dooden in vreede fluimeren'... Ach , Corbet! dóórdenk uw noodlot met mannenmoed, zonder morrend tegen den Albefchikker van het menfchelyk geluk en ongeluk te twisten! — Verhef uwe I  -TREURSPEL. 49 I -uwe ziel boven de rampen die uw huis treffen; zulk -eene pooging is uwer waardig! — Jufvr. arnold, op de kinderen wyzende, : Zie deeze dartelende, van hunne tegenfpoeden nog onbewuste, wichtjens , zy wachten alles van uwe liefde; door den dood van Eduard en Louife is hec ééne reeds ouderloos — door het onzeker lot van Emma en Hammond is het andere ook een verlaaten weesjcn, en, wat zal 'er van hen worden, wanneer eene onftuimige droefheid ook uw leeven, het lee,vcn van hunnen eenigen behoeder , affnydt ?.... (voor hem knielende.) By den geest uwer kinderen fmeek ik u, uw zelf te bewaaren!... Voor het oog der Alweetenheid druk ik de zorg voor den welvaart deezer twee dierbaare telgjes op uw grootvaderlyk hart; plicht, vriendfehap en menfchenliefde dwingen my tot deeze bede. corbet, haar opheffende* ö! Verzwaar ook gy mynen kommer niet! ik zal bedaard zyn — ik zal leeven — ik zal voor myne weesjens zorgen.... (nd een oogenblik ah in zich zelve weggezonken , met veel bitter zelfiverwyt.y Zaaide ik dan zelf niet het eerfle zaad tot alle deeze rampen!... Myne hoofdigheid , om het huwelyk van Eduard met Louife Hammond toe te ftaan, verbitterde het hart myns gefneuvelden zoons: ik raasde tegen eiken Engelander die de zyde der Amerikaanen afviel; hieruit fproot myn haat tegen HenD drik  5o EMMA CORBET,- drik Hammond, den echtgenoot van myne dochter Emma. — Eduard vloog de Amerikaanen — Hammond vloog de Engelfchen ter hulp, en beiden lieten zy eene bedrukte vrouw en een geliefd kind achter ; ik evenwel bleef in mynen haat tegen Engeland volhouden ; ik ontfing bericht dat Eduard gefneuveld was ; dit fiortte zyne nu geftorven echtgenoote in krankzinnigheid en vermeerderde myne woede tegen Hammond, en myne onrechtvaardigheden tegen Emma; tot zoo lange dat de huwelykstrouw haar dwong, in ftilte zich van een vader re verwyderen, die onmenfchelyk genoeg was 'om haaren echtgenoot, vermits hy met hem van gevoelens verfchilde, daagelyks in zyn afzyn te hoonen!... ö God! welk een vader was ik!... naauwelyks was Emma uit myne armen geylt, om haaren man optefpeuren, of de ongelukkige Louife gaf den geest; toen was ik beroofd van alle myne kinderen; en dóórzag , op" eenmaal , met een yskoude liddering , alle myne dwaasheden ; nergens — nergens vondt ik rust ; een knagend geweeten zweepte my naar deeze kusten voort, om my, voor mynen dood, met Emma enHammond te verzoenen , en deeze kipderen aart hunne liefde te beveelen.... helaas!.... by de eerftetrede, die ik hier doe, ontmoet my de Seraph van mynen zoon; ach! eene trede verder zal my,ducht ik , de geest van Emma by haar graf geleiden!.... (niet diepen weedom.') Burgeroorlog!... Burgef= oor-  TREURSPEL, si ■oorlog, zoo veele verwoestingen bragteu uwe gees* fels over myn gedacht! Zegen en overvloed — rusc en zielenvrede huisvestten in myne wooning, eer uwe 'grouwel 'er zyne zwarte vleugelen over uitfpreidde! ó my ongelukkige! (Hy weent luici.~) Berkley, met aandrang. Eindig — eindig toch, in 's hemels naam, met alle die fchrikbeelden, waarvan de helft moogelyk zwaarmoedige droomen zyn , voor uwen geest te haaien; vertrouw den vader aller weeZens, en verdoek uw noodlot niet! — Zoodra wy de achtergelaaten brieven van Eduard hebben ontfangen, zullen Wy naar Emma vertrekken; houd moed, gryze vader ! houd moed, eer de Zon weder aanlicht, kunnen uwe rampen geëindigd zyn. Corbet, zwaarmoedig. Voleindigd! — ja; in den dood! ZESDE T O O N Ë E L. êe voorigen, en steward. steward, eenige brieven aan Corbet over* geevende.- J^ie daar de brieven van uwen zoon. — Ik heb, In het vootbygaan, kennis van uwe aankomst aam Öen Generaal Washington gegëeven; uw lot grieft zyn vaderlyk hart; hy wenscht u en uwe reisgenooDj ten  $s EMMA CORBET, ten in zyne Legertent eenige yerverfingen aantebieden; ik ben gelast u allen tot hem te geleiden. corbet. Die edele man!...wy zullen ons de eer geeven hem te zien.... (nd een oogenbtik.~) Zou hy die zoo glorieryk de rechten van het menschdom kent, ook geen deernis met de treurige bede eens vaders hebben? steward. Gelief u duidelyker te verklaaren? corbet. Zoude hy, wanneer ik naar Engeland mogt terug keeren , my niet vergunnen, het lyk van Eduard met my te voeren, om het in het vaderlyk graf te leggen ? steward, ontroert. Grysaart! uwe graauwe hairen zoude woeste barbaaren eerbiedigen; waant gy dan dat uwe droefheid niet vermoogend zoude zyn, om een menschlievend oorlogsman eene zoo billyke bede te doen toeftemmen ?... met waardigheid — onze legerfpreuk is: menschenheil— onze glorie is: vryheid en deugd! — corbet. Zoo fpreekt de Amerikaan!... Man,gy giet,voor het eerst in veele maanden , wellust in myn hart; daarvoor beloone u de hemel!... (hy wil de brieven openen en kezen.) Lieve letteren , van eene zoo dierbaare hand! i sts*  TREURSPEL. 53 steward. 6 Laaten wy in de tent des Generaals gaan; lees daar op uw gemak; ik bid u, ftaak zoo lange uwe anders zoo billyke nieuwsgierigheid! berkley. Verval toch in geene nieuwe aandoeningen, myn waarde Corbet! corbet, de brieven in zyn zak fteekende. Het zy dan zoo! steward. Laat ons gaan! corbet, gaat fchielyk tot het grafkusfchen > de de aarde. Dierbaar overfchotl u zal ik met my voeren; gy zult myn beste reisgenoot ■— gy zult myn grootfie fchat zyn!.... fluimer zachtkens — lïraks zult gy by uwe vaders fluimeren!.... (weenende tot Ste\\ward.') gaan wy! — {Steward geleid den grysaart, Berkley en Jufvr, Arnold de kinderen?) Einde van het Berde Bedryf. D 3 VIER*  51; E M M A CORBET, VIERDE BEDRYF. Bet Tooneel verbeeld een bosch. — Aan de hier en ginds langs den grond verfpreidc waapenen ziet men dat 'er eenige fchcrmutzeling met den vyand, op deeze plaats , moet zyn voorgeval' len geweest. — Aan het achtereinde des Tovneels ligt een zwaar gewond Engelsch officier, zynde met eenen vergiftigen pyl in de borst gekwetst. EERSTE TOONEEL. emma, gekleed in manskleederen, het aan* gezicht met het fap van heesterbesfen verkleurt , door de boomen , zonder den gekwetften te zien, keenendringende, "Vruchteloos! vruchteloos ! heb ik hem gezocht!... Ik vind hem noch onder de leevenden — noch onder de dooden.... (rondziende?) Ook hier fchynt bloed geftort ... Hammond"... Hammond! waar zyt gy? — Standvastigheid hoe hejlig is uwe kracht, als zy bezield wordt door de liefde!... nu toch ben ik fchier uitgeput.... (nd een oogenblik?) Ach' vader! hoe groot zoude uw lyden zyn,indien gy uwe Emma, zonder befchcrming, zaagt zwerven in  T R E U R S P E L. 55 in de bosfchen van Amerika, blootgefteld aan alle de gevaaren van een woest en onbekend land, plukkende haar voedzel van de heggen en ftruiken.... ó befchouw haar, vermomd en wanhoopend ommedoolen, zonder te weeten waar zy, in deeze onmeetbaare wouden en woestenyen belanden zal!... • (zy zucht bitter..) Ach God1... ontferm u over myne droefheid! De brave Raymund is van my afgedwaald ; hoe zal zyn edel hart over my bekommerd zyn!... (eenige bladeren van de boomenplukkende, welke zy in den mond brengt?) My dorst vreeze- lyk! zal ik "hem dan nooit — nooit weder aan myn hart drukken!.welk een aandenken! — De •overmacht der Amerikaanen heeft hem gedwongen het dorp, alwaarEduard fneuvelde te verlaaten,en nu — ■nu vind ikliem nergens! (in eene biddende houding nederknHelende.') ó Hemel! hemel! hoor het gekerm •eener rampfpoedige; voer — voer my tot mynen echtgenoot, of,zoohy dood is,laat mydandetraanen eener weduwe op zyn lyk doen nederdruppelen!... (opftaande~) laat ik myne nafpeuringen vervolgen , God zal my fterken!.„. (zy doet eenige treden naar het achtereinde des Tooneels, alwaar de gewonde legt?) Een lyk?... Helaas! een flachtoffer der burgertwist.... (hetzelve nader befchotiwende?) Zoo ik my niet vergisfe, is het de uniform van het Regiment van Hammond? (hetzelve nog nader befchouwende,ylt zy fchielykHemel!... D 4 s Hfi"  56 EMMA CORBET, Hemel!... het is... het is... myn echtgenoot!... (haare handen wringende en 'er weder naar toe vliegende.) gewond?—dood!... een pyl in de borst!... ach !... ach:... (zy rukt de pyl uit de borst, en werpt zich op de wonde.) hy is nog niet verkleumt mogelyk ook niet dood'... ó , zegen — zegen ! God ' dat ik hem redde!... onderfleun myne huwelyksliefde ... ik moet my niet kenbaar maaken;. die verrasfing konde doodelyk zyn >... (zy beziet de wondernet opmerking?) een vergiftige pyl!... ach! dat ik dan nevens hem vergaa \ ...(zy zuigt het vergift , geruim een tyd , uit de wonde; de gekwetfte fchynt, van oogenblik tot oogenblik, te bekoomen; Emma gaat , zonder fpreeken , voort om hem te helpen. TWEEDE T O O N E E U emma, hammond. hammond, een weinig hekoomende , met een zwakke ftemme. A ch! edelmoedige onbekende I wie gy ook zyn moogt, ontfangt de ftervende erkentenis van een. man, dien gy van eenen ontydigen dood hadt zoeken te bevryden. Hadden uwe vriendelyke poogingen wel gefiaagt, hoe veel dank zoudt gy niet behaald hebben, van eene der beste - der dierbaar/Ie! maar dit  TREURSPEL' sH dit mag nu zoo niet.... Myne krachten begeeven my. emma, ter zyde. Hoe moeilyk valt het zwygen, in zulk een oogenblik ' ik kan — ik moet my niet kenbaar maaken. - hammond, nd een oogenblik, altyd zeer zwak en afgebrooken fpreekende. Mogelyk eer het nog één uur verder is.... ach!... laat my, laat my dan des hemels zegeningen affmeeken over die lieve treurige, welkers traanen mogelyk op dit oogenblik over den ftervenden Hammond vloeien! emma, geweld doende, om door eene afwending van haar hoofd, eenige traanen weg te zuchten, en zich verborgen te houden. Te veel! — te veel! voor myn hart!... welk èen& zwaare beproeving, ó God! hammond. Ach! jongeling! ik zie dat gy bewoogen zyt; ach! kost gy haar de gevoelens die my dervende voor haar bezielen, overbrengen — kost gy myne Emma verzekeren dat myne laatlte zucht.... Helaas!... doch, dat is onmogelyk.... zy is duizend mylen van deeze doodelyke ftranden verwyderd. emma, zwaar zuchtende, . Ach! — Ach! hammond. 6 God! hoor my! geef gy haar dit oogenblik in, D 5 wat  58 EMMA CORBET, wat myne laatfte zuchten waren! — Ach, Emma! myne echtgenoote! myn leeven! myne liefde! (by het eindigen van deeze woorden, valt hy in diepen onmagt op de boezem van Emma neder. — Zy drukt fpraakeloos, overluid[nikkende, zyne hand; terwyl haar fmeekend oog op den goedertieren hemel geflagen is.) DERDE T 0 0 N E E L. Terwyl Emma aldus in de groot/Ie angjlen, van hetgeheelalverlaaten,weenende by den zieltoogendenHamtnond is nedergezeeten, koomen 'er eenige met mondbehoeftens belaaden Engelfche foldaaten door het bosch gaan; zoo draa zy hen ziet, roept zy te hulp ; de foldaaten naderen. EMMA. M annen! helpt my, om den ftervenden Kapitein Hammond van hier, naar eenig nabuurig huis of hut te brengen. DE SOLDAATEN. Gaarne!.. gaarne! EMMA. Hebt gy geene ververfchingen by u, hebt gy water? EEN  TREURSPEL. S9> EEN SOLDAAT. Wy hebben water — maar ook eene kruik wyn voor onzen bevelhebber; wilt gy wyn? die is beter. E M M A. Ja; ach, ja; wyn! (De foldaaten fchenken in een houten nap-uit eene aarden kruik een gedeelte wyns, voegen 'er een ftuk wit brood by, en geeven het aan Emma over?) Die menschlievendheid, braave foldaaten, worde aan uwe ziel vergolden! (met eene bee-r vende hand poogt zy Hammond een weinig te doen nuttigen; hy echter blyft in onmacht; de fidder ende Emma wend zich, bitter weenende, tot de krygslieden.) Laaten wy hem van hier helpen. , EEN SOLDAAT. Wy zullen hem, zoo zacht moogelyk, naar de tent van onzen bevelhebber overbrengen. EMMA. Is dat verre van hier1? • EEN SOLDAAT. Slechts een kwartier uurs, links af. EMMA. Komt; in 's Hemels naam; doch dat men~voorzichtig met den Kapitein handele! (De foldaaten dragen het ligchaam langzaam weg; Emma fchryft met potloot op een ftuk wit papier, dat zy uit haar zak neemt, en maakt hetzelve voorzichtig aan de tak -van eenen boom vast.) Als nu Raymund langs deeze plaats, om my te zoeken, heenenkomt, zal hy weeten,  6o EMMA CORBET, ten, dat ik hier was. (Zy leest hetgefchreevene.) „ raymund! ik heb hammond, doodelyk „ gewond, alhier gevonden, als gy „een kwartier uurs, links af, door „ dit bosch gaat, zult gy ons aantrrf- ,, fen." — Nu hemel!., hemel! onderfteun myne pooging... geleid mynen vriend Raymund! (met eene weemoedige ftandvastigheid) Indien Hendrik fterft, blyft het de plicht van Emma, om dezelfde lykplichten over hem te volbrengen, die zy voor Eduard heeft afgebeeden. (haare oogen ten hemel heffende) Bewaar, bewaar hem, eeuwige, Goedertierene! (Zy volgt fchielyk de foldaaten.) VIERDE T O O N E E L. raymund, een oogenblik na het weggaan van Emma , vergezelt van een Amerikaansch Colotiist, die hem den weg aantoondt, langs de rechter zyde des tooneels, uit het bosch opkoomende. raymund, flerk vermoeid,zyn zweet met een zakdoek afwisfchende. .Zoo toch zoude zich de natuur uitputten!... Het is reeds avond, en ik heb nog niets van haar opgefpeurt!.. Ach, Hemel!... hoe klopt my het hart van angst  /TREURSPEL. 6t angst en vermoeienis!... Dat ik ook zoo ongelukkig van Emma moest afdwaalen!.. ach! in deeze meetelooze wouden — in deeze wildernisfen zonder einde verliest men zich fchielyk — als ik haar voor het aanbreeken van den nacht niet vind , komt my de hemel te hulp. {Zwaar zuchtende.') 6, Vriendfehap! reine, zuivere, kuifche vriendfehap! hoe zwaar weegen uwe verplichtingen op myn hart! — (tegen de Colonist) Vriend! denkt gy dat wy nog verre van eenige menfehelyke wooningen verwyderd zyn? de colonist. Na myne gisting nog een uur, Mynheer! raymund, rondziende. 'Er fchynt eenig gevecht op deeze plaats te zyn voorgevallen ; ik zie overal weggeworpen wapenen langs den grond verfpreid; hoe veele der menschheid onteerende jammeren levert de bloedige burgeroorlog in deeze, anders zoo vruchtbaare oorden op! — ach! een gevoelig hart weent ons, by dit aandenken, in, den boezem; en wanneer, wanneer zal het een einde hebben?... Geheele volken, geheele gedachten,geheele bloeiende huisgezinnen worden in deeze rampen ten gronde gedeept!.. Alle oorlogen zyn bloedig, doch de burgeroorlog doet, met dubbele woede, de natuur fidderen; wyl hy den dolk voor het broederlyk hart dypt, en daar hy, by het wettigen van dm vadermoord, zich met bloed en traanen van we- du-  •.■ li 0 UB BERKLEY. Te vroeg geftorven!... zóó veel deugd — zó<5 veel trouw, zyn dan weg! cor-  8o EMMA CORBET, corBet, in de houding des wanhoops de fponde naderende. Weg?., . weg?... Hammond geftorven?... zoude de hemel zóó veel leeds kunnen toelaaten.... Hy is weg; en ik ongelukkige — ik leef?... verfoeit 2y zulk een leeven!... (met de eigen tekenen van wanhoop gaat hy weder op zyn ftocl nederzitten.) BERKLEY. Men moest Emma poogen van het lyk te verwyderen. raymund, weenende. Laat de getrouwe een oogenblik den geest van haaren geliefden nazuizen, de haare zal ook fchielyk opklimmen; zy is nog ongelukkiger dan Hammond; want" —' zy leeft!... (nd eenige oogenblikken tot Emma gaande?) Poog — poog u te herftellen , bedrukte vriendin!... ach! ter liefde van uw kind — ter liefde van uwe vrienden, poog dit! emma, haar hoofd een weinig opbeurende, met een zeer flaauwe femme. Misgun my de zaligheid niet om de ziel van mynen ontflaapenen in de gewesten des vredes te vergezellen!... laat my, op het lyk mynes echtgenoots , leeren welk een heil den deugdzaamen verwacht!... ik.... moet.... zoo blyven ; en dan is het toch wél.... (zy buigt zich weder over den dooden; men ziet haar, van oogenblik tot oogenblik, eenige ftuiptrekkende beweegivgen maaken.). ray-  TREURSPEL. 8t raymund. Ach! het vergif zal ook by haar zyne doodelyke werking doen! berkley. De ontfteltenïs heeft haar bloed meer dan natuurlyk verhit; twee flachtoffers — dat toch zoude verfchrikkelyk zyn! emma, zeer zacht. Benaatiwd! — benaauwd! zeer benaauwd! raymund, tot Emma. In 's hemels naam, vervvyder u! laat u in eene andere kamer brengen. emma, fchier onverftaanbaar. Hier , lieve vrienden ! is myne plaats ; immers Hammond ftierf ook hier; en ben ik niet zyne gade? berkley. Zyt gy ook niet de moeder der jonge Emma ? Ach ! gebruik uwe reden ; verhef u boven het noodlot! ë m m a. Ik wacht alles van uwe' vriendfehap voor myn kind (luid roepende.) ó , fmarten! — ó fmarten!... (Zy kromt zich vreeüyk over den zielloozen Hammond?). raymund. Myn God! zy fterft! emma, haare handen over het lyk uitspreidende. ■ Ik kom.-.,. Hammond!... uwe getrouwe!.,. (by F hei  8a EMMA CORBET, het uiten-dezer laat ft e woorden, ziet men een pooi, haar geheel ligchaam beven: Berkley en Raymund poogen haar te helpen; doch vruchteloos; zy houdt haare ftervende handen om het lyk van Hammond gejlaagen ; en by het uiten van een raauwen gil geeft zy den geest.). berkley, diep getroffen. Ook zy weg!... ó, menschdom ! menschdom t wat is uw lot op aarde ? raymund, tegen Corbet. • Vader!... vader!... zie daar twee lyken uwer kinderen! — Ongelukkige!... gryze! corbet, gevoelloos door den weedom. Twee lyken?... myner kinderen?... Dus dan vier door den burgeroorlog vermoorde zielenl... {zeer bitter?) maar my moest de dolk treffen!... (nd een oogenblik opftaande.) Ik heb nu niets meer te verliezen ; alle panden zyn van myn hart afgetchexufc(vreeslyk lagchende.) Nu,noodlot! nu toch kan Karei Corbet uwe felfte .flaagen tegenjuichen. (nd. een oogenblik.) ö Hemel! ik gevoel al het gewicht myner mlsdaaden — ik gevoel dit als mensch en vader; vergun dan dat ik, op de lyken myner twee laatfte kinderen, den wanhoop ontrukt, in de eeuwigheid worde overgevoerd! (By werpt zich, als in verweijfeling, op de beide lyken neder: daadelyk valt het gordyn.) Einde van het Fyfde en Laatfte Bedryf.