üMM D 16   NEDERL ANB'S STAATS GEBREKEN E N Ï)E RZELVER. GENEESM.IBÖELEN. < """""""""" i 7 9 Ti  De Unie van Utrecht is de Grondslag en emlgé Grondwet van ons Vaderland .... Haar mag men houden voor het bolwerk onzer Vryheid, de bhde Moeder van zoo veele Zegeningen , de teelfttr van het aanzien dezer Republiek by de hoogfie throonen van Europa , en voor den bodem dier Pyramide, waarby voorname Mannen dezen Staat vergelden hebben. p< pAULUS%  NEDERLAND'S EN DERZELVER GENEESMIDDELEN. HOOFD-INHOUB. Inleiding. "Verfchilt^rschen de Voorstanders der cude Staatsvervatting en ckrtegenwootdige nieuwigheden bh 1—7 Rede en ondervinding moeten daarover beslissen bi' 7-io. Staatsgebreken. Bepaling van het geen voor Staatsgebrek te houden is. bl. 11—14 yerdeeling derzelve in Stiatsgebreken '.dor byzonder» Gewesten er* der gebeeie Republiek, bi. j4—jé.  Staatsgebreken van elk byzonder Gewest, bi. 16—21, Staatsgebreken der gebeele Reptfbliek te bcöordeeleu naar het ocgmerk der Staatsvereenigiag bt. 21—28 Paar was geehe uitkomst noch eenheid van wil, door gebrek van over stemming, bl. 29. door gebrek van Scheidslieden by opkomende geschillen' bl. 29. daar w-ie gee 'c eenheid vnn krach door wanbetalingen der QjiPes enCensenten. bl. 30—33. door het recht yan ^'Jtt.icka bt i?,, 34- doï.r het aangematigd gezach van zoogenaamde Betaalshecréa. bl. 34—37. door gebrek van eigcnïyk gezegd algemeen kestuw. : *' ; : ' . ' li NÉ 37—39 door gebrekkige instelling van den Raad vanStaate, cn jldmtraliteits Colkgien. bl. 35—42. Deze gebiek'm vierden verzwaard, door de tegerjstrydige belangen der Provinciën. bl. 42—4=?. door invloed en woelingen van vreemde Mogendheden r by eene H'alyk samengestelde Regeeriig.b\. 44—40. door de krachteloosheid van het Middelmuit van Ver-' cQrAghyg, bet Stadhouderschap, bl. 40— 64. •Geneesmiddelen, iccen geur els van overstemming.. bl. 6$', legen h-t overnemen. 68i-geis gemis van siheidsjiede», bl- 6Pr f'c^a wanbetaling van f« Consenten, bl. 7c—74,  tegen de jilïaches. bl. 7SV tegen de aariBjatig'Sng der zoogenaamde Betaals- heeren. bl. 7S- tegen het gemis van een algemeen Bestuur, bl. 77-^81, tegen gebrekkige instelling van Raad van state en miraliieiis Collegieii. bl. 82—85. tegen de tegenstrijdige belangen der Gevesten en invloed . ' van vreemde Mogendheden. bl. 85. tegen de gebrekkige instellingen der RegeeringeW. £6— 88 te^en dc krachteloosheid van het stadhouderschap. bl. SS—91. Maar men wil andere oogmerken van vcrëeniging beramen . cn den Staat geheel vervormen, op bcdrie» geljke en sebadclyke grondbegir.zels van V r y h e i d (Met schending vaa dezelve omtrent de ReciusoeferJngy drukpers enz.) bl. 92—96". in de keuze van Regenten bl. 94. iti het Htiweiyk" bl, 98 J03. in het stuk van Gildens enz. bl. J03—jc6 in het stuk vau Hcerlyke rechten, Tienden enz. bl. ioö-i07. jn het stuk van den Godsdienst bl. 107 115. G elyk héid jnef in natur.riyke lichsams of ziels vermogens, maar ju Burgerlyke rechten bl, 1:5—uó. X 3  aonder onderscheid van kunne , bl. nö-s". È , , van Godsdienst bl. 122 —127' , , van geboorte, stand en erfelyke waardigheden bl. 127—140. , , . i van rykdom bl. J40—157. Broederschap ten opzichte van alle Medemenschen, Medechristenen en Medeburgers bi. 151 154. ten opzichte der Volken onderling te veiëenigen tot tenen eeuwigen Vréde bl. 154—158. ten opzichte der verecnigde Nederlandsche Gewestetj, in elkander te smeken door het zoogenaamd Uxisme. bl. 15S—176. Twee Waarschuwingen - ter verhoedins- van eene geweldige tegenomwenteling bl. 176—181. 2 ter vermyding van schreeuwende ondankbaarheid en onrechtvaardigheid tegens het Doorluchtig Huis van Oranje en Nassau. bl. 181—193.  N E E R L A N D'S STAATSGEB ÜEKEN EN DEK.ZELVER. GENEESMIDDELEN. ï_Jw voorouderlyk Staatsgebouw ligt clan reed» voor een groot gedeelte ter neder» myne waarde Landgenootcn, en wordt van dag tot dag. verder uit één gesloopt, terwyl men inmiddels bezig is om een nieuw gevaaite van Regeering. op te voeren, het welk in de nieuwheid zyner gronden , zyner bouwftoffen cn zyner famenbinding, aan den doorzichtigen en onpartydigen Wysgeer', althans niet minder vrees voor ongemak en bouwvalligheid , dan hoop inboezemt op doorgaand gerief en beftendigheid. — Zulk eene tvvyfelachtigheid van uitkomft fchynt te ondra'* A  C ■ 3 gelyker by cene onderneming, die besliflen moet over liet lot van een geheel volk, en van welke niet slechts voor liet tegenwoordige ons aller byzonc>re welvaart, maar ook voor het vervolg, de bloei of het verval, het behoud of het verderf afnangt van het opkomend geslacht , de rykèbm of de armoede, het geluk of de rampfpoed van onze kinderen en .van alle, die eens tot ons, als hunne Stamvaders , zullen kunnen opklimmen, om te bëoordeelen of wy welmeenend, bedaard en wys, dan kwaadwillig, woelt., en dwazelyk gehandeld, of wy voor hun zegen - en heil*-" dan vloek en ellende bereid hebben. Men verwondere zich dan niet dat de hachelykheid van zulk gewichtig tydftip Vader» Jandfche harten in angftvallige bekommering boude over den onzekeren uitslag, en Vaderlandfche pennen, met onwêerftaanlyke kracht, voortdryve, om de byna algemeene verwarring en geeft-drift, kon liet zyn, tot die orde en bedaardheid te rug te leiden, by welke het waare belang van het dierbare Vaderland volkomen door= gezien, wy zelyk behartigd en onwankelbaar beveiligd mogte worden: Dit fchynt het pryslyk  t s 1 oogmerk geweeft te zyn van zeker Franfch werkjen, tot opfchrift hebbende, Expofé des Maux de la Hollande et des remldes è y apporter; Dit is althans de ecnige bedoeling van den Schryver, die hetzelve in deze weinige bladen heeft willen navolgen , en die zich even daarom tc meer vleien durft, goedkeuring by zyne onbevooroordeelde Medeburgers te zullen vinden, naar mate Hy zich meer bewust is van de zuiverheid zyner inzichten , terwyl hy zelfs meent hoop te mogen voeden van hier en daar, ook de driftige par-» tyfehap van roekeloozc opvattingen en voor,, nemens te zullen te rug roepen, by die overtuiging van waarheid, door welke Hy zyn hart cn zyne pen zoo voelt beftuuren, d.it het byna onmogelyk fclryne dezelve niet te doen overgaan in de gemoederen vaö alle denkende en welmecnende Vaderlanders. Dan, om over de Staatsomkcering , welke men thans in het Gemeenebell der Verëenigde Nederlanden voorneemt, wel te oordcelen, behoort men vooraf het groote doeleinde te bepalen, waartoe dezelve moet gefchikt zyn ; en niertand zal betwiften dat hetzelve geen ander karn' ... As  [ "4- 1 of mag weezen, dan de bevordering van hethoogfc mogelyk en beftendig geluk van de zeven verëenigde Gewéften en van alle die landen, die zich tot hier toe onder den byzonderen fchut of onder het oppergezach van dezelve, bevonden. — Zulk* volkomen en beftendig geluk nu meenden veelen dat reeds gevonden was by die Staatsgefteldheid of Regecringsvorm, die uit kracht van de Unie van Utrecht, en van nadere daarop in verfchillende tyden gevolgda besluiten en verordeningen, in ons Gcmcenebeft als wettig erkend cn gehandhaafd wierd voor de laatfte omwending van zaken: Doch die zelfde Staatsgefteldheid, dieRegecringsvorm, zeiden anderen, was gebrekkig, ging zwanger van een onvermydclyk verderf, verkrachtte de vryheid van den Burger, wierd volkomen ondrsgelyk en moeft dus, het mogt kosten wat het wilde, vernietigd en geheel omgekeerd worden. In dezen heftigen ftryd, die voor het ogen. blik door de voorftanders der omkeering, by de hulp der Franfche wapenen, gewonnen fchynt, konden wellicht de beide partyen in fchadelyke utterften gevallen zyn, tusfchen welke de bedaar-  i ¥: ■ ■ /1 .de en onzydige Burger een veiligen middel-weg .verkiezen zoude, langs welke aan de eene zyJe wel de wezenlyke gebreken van ons Staatslichaam, niet zoo zeer verdonkerd en gelochcnd als ontdekt en erkend, maar echter aan den an-deïen kant, ook veel eer eer.e voorzichtige verbetering, dan eene driefte omkeering van hetzelve zoude bewerkt worden. Het boven reeds bepaalde hcofd-doeleinde van alle S.taatsverbetering , het hoogft mogelyk en beftendig geluk der Landen, kan hier allee» ten toetfteen dienen van de echte waarde der verfchiilende begrippen, die -de byzondcre partyen tot hier toe verdeeld hielden: Ze moeten omhelsd en gevolgd worden , indien ze oiis dat geluk aanbrengen en bevestigen kunnen, maar we behooren ze af te keuren en te verwerpen, indienze hetzelve ondermynen of vernietigen: Dan by deze bereekening van waarfchynJyk voordeel of fchade van alle Staatsinrichtingen , is doorgaands , ia vooral tegenwoordig by onze Landgenooten, een zoo verbazend veifchil Van opzetting en bewerking der machten, dat fflen byna by eiken rekenaar eene byzondere.  | 6 J aitkomst, en in he; opnemen der gevoelens, naaf 'het oude fpreekwoord, zoo veel hoofden zoo veel zinnen aantreft. Sommige nemen afge,trokke« ae waarheden en befpiegelingen voor cntwyfelbare en uitvoerlyke ftel-regels aan; anderen wraken dezelve geheel en willen geen ander voorfchrift aannemen, dan de ondervinding: De Voorftanders van deze laatftc zien ook byna alle op verfchiilende wyzen, naar mate zy door hunne neiging, vcelstyds zelfs door hunne driften, niet zeiden onwetendc geplaatst of gehouden worden in Standpunten, op welke zy het groot gevaarte, noch van het voori. Staatsgebouw, noch van het nieuwe omwerp, niet over het geheel en in alle zyne deelen, maar slechts van die zyden befchouwen kunnen, waartoe z-t bepaald worden door overdrevene en onovcrwlimelyke aankleeving of afkeer van het Stadhouderfchap , vau Arijlocralie, of van Democratie: Daar zyn 'er einde!yk die besluiten zonder redenkavelen, die alles voorftaan wat door de hoofden hunner party , of door voorin» genomenheid voor Franfchen of Engelfchen, wordt voorgefchreven, die den ilroom der groote menigte, of die de baan het zy van eerzucht  C 7 ] ■liet zy van geldzucht velgen, en gecnen anderen regel van hunne glanzende vaderlandsliefde kennen, dan eigen belang cn zelfverheffing.— Deze laatfte maken in der ;daad den grootllcn hoop en fchreeuwen het luid&; Das , het bel ga hen niet dat we ons evenwel bét minft om her bekommeren: Werktuigen in de hand hunner -hoofden en aanvoerders zullen zy vaji vordcrin., ■gen en van toon veranderen, zoo dra deze, tot waarheid en plicht te rug geroepen, van buiten* •fpoorige eifchen afzien en wyzclyk alleen dt geen bcgeeren zullen, waarby de Staat in der daad het hoogft rnogelyk en beftendig geluk verwach' sen km. ;• , Met de hoofd-bcleiders derhaiven van de tegenwoordige ftaatsvervorming, met die meefters in het werk, moet dit gewichtig ftuk nagegaan cn bereekend worden, die grondfiellingen beproeven, dcrzelver toepasfing bcöordeelen, cn de waarfchynlyke uitl.omften kunnen opmaken van jnaatfchappelyke inrichtingen, welke de byzoneiere belangen van alle Burgers, by de voorhanden zynde betrekkingen en in het midden der jegenftrydige inzichten, zoo tot het bewerker* A 4 •  ' C 8 3 van den algemeenen welvaart verëenigen moeten, dat zy teffens. zoo veel mpgelyk, boven ■bet gevaar gefield zyn van door het gebrekkige of verkeerde van een volgend, cn altyd menfehelyk Bcftuur, tegen haar oogmerk, ten verderve, in plaats var. ter behoudenis van het volk te kunnen misbruikt worden. By de verfchcidene begrippen ondertusfehen van deze aanvoerders, by hunne verdeeldheid ' tusfehen het gezach van enkel befpiegelende waarheid en van geschiedkundige ondervinding 9 zai het ter gercedere overtuiging nodig z,n Vooraf te beproeven of 'er niet een algemeens regel te vinden zy, welke men van wederzyde goid keuren cn als eencn vaften maatftaf zou willen aannemen', waarnaar alle denkbeelden en ontwerpen te Beöordeelcn, te omhelzen of te verwerpen zyn; en deze fteiregel zien wy nievan waar gélukkiger te ontieeuen, dan van de verëeniging der beide uiterften, door het raadplegen der ondervinding, welke altyd te recht behouden is voor de groote leermeeftcres van alle ftaatkundige waarheid, en door het eerbiedigen van alle zulke afgetrpkkene yertopgèn. en he-  E 9 1 rcekeningea van onderling op elkander werkende vermogens in den ftaat, als door die ondervinding niet duidelyk tegengefproken cn wederlegd gorden. — Vernuft en ondervinding zullen dan de gidfen zyn, die wy te volgen hebben om het waare fpoor te vinden tot een algemeen en be* ftendig ftaatsgeluk; Wy zullen ens naar het voorbeeld richten van. voorzichtige geneesheeren, die wel het famenftel hunner kuuft op de ontdekking en fchrandere verbinding van verfcheidene waarheden gegrond hebben, maar nimmer echter voor. fchrifcen, met hoe veel fchyn ook daar uit afgeleid, erkennen of volgen zouden, 'welke zy niet by de proeve der ondervinding goedgekeurd en beveiligd zagen. Het vernuft kan zich vergillen in voorilellen en gevolgtrekkingen; de ondervinding kan cp ongenoegzame of onnauwkeurige proeven ruften: Zoo lange ze elk alleen ftaan, heeft men gcene volkomene overtuiging; maar, waar de eene de andere helpt en bevestigt, daar is eene byna wiskundige zekerheidLaat ons dan ook trachten deze zekerheid zoo na mogelyk te bereiken, alle vooringeno enheid afleggen voor vroegere of latere leerftelléls, en A §  C -° 3 ï'.och eenigcn vreemde invloed, noch cenige - party in den Staat, maar alleen der waarheid cn den algemeencn welvaart aankleeven Met deze inzichten en by de voorlichting van deze gidsen, ftaat ons nu onze kranke Staat op geene smdere wyze te befchouwen, dan kundige artzen gewoon zyn de ongefteldbeden van het taenfehlyke lichaam te bè'oordeoien : Om denzelvcn rot volkomen wclftand en kracht te doen herleven, hebben wy de gebreken na te gaan, die deszelfde voorfpóed cn beftendigheid tot hier toe verhinderden, en naar den aart daarvan vervolgends de middelen te bepalen, door welke die gebreken hét gelukkigft fchynen te kunnen genezen worden: Dezen voet volgende zullen wy het eerfte doel van dit werkjen toewyè'n as* liet onpartydig voordellen van Neerland*s Staatsgeèreken, en het tweede aan het voorzichtig beramen van derzelver Geneesmiddelen, STAATSGEBREKEN. H ier valt terftond de vrage: Wat is een Staatsge~ t-rtkï en men zal 'er gcwilwlyk niets tegen kun-  r u j jien hebben, dat in eiken St2at dat geen vouï Gebrek erkend worde, het welk tegenftrydig of hindcrlyk is aan het meergenoemde hoofd-oogmerk van alle Burger - maatfchappyën , den hoogftcn cn beftendigften welvaart van het gehcele"; volk. De juiste bepaling van dit begrip is hier te meer van belang, om dat ze ons ree .Is van den beginnen behoeden kan voor twee dwaalwegen, op welke men zich anders lichtelyk verdoolen kan. Daar men namelyk , by het vinden van gebreken, doorgaands en wyzclyk tot dcrzelver oorzaak , veelstyds vergisfingen van vroegere tyden, tracht op te klimmen, is by fommigea de verkeerde fmaak geboren cn thans vry algemeen geworden, om dergclyke oude mistastingen na te g:.au en op te halen, ook waarze niets nadeeligs, cn zelfs merkbare voj-rdcelen ten gevolge hadden: even als of men de vaste gezondheid van een welvarend man wilde twyfelachtig maken, om de volkomen overwonnene en fomtyds heilzame zukkelingen en koortfen zyner kindsheid i Dit hiet niet slechts oorzaken en uitwerkfels verwarren, maar dikwyls zelfs tegenwoordige voor-  doelen miskennen om voorgaande onaangenaam* heden, met welke ze geheel geen verband hebben, of ut welke ze welligt geboren zyn, en welke dus voor geene gebreken van den Sraat, voor geene hkiderniffen van detzelfs welvaart iitmnen gehouden worden. — Eene tweec'e en noch algemeenere dwaaiing, die door de nauwkeurigheid onzer bcgnppen omtrent Staatsgebreken behoort vermyd te worden' is het afmeten van het algemeen volksgeluk naar de byzondere -inzichten of belangen van eenige weinige of van enkele Burgers in hetzelve: De welvaart van de gehee^c maatfehappy kan nimmer gepaard gaan met de volkomene ,en onbepaalde voldoening der Vryë begeerten van elk haarcr medeleden, zy kan aan dezelve niets verder toe geven, dan overeenkonrftig, alt.ns niet tegen, ftrydig is met den voorfpoed van haar geheel: Wat men ook beproeven mooge om een leerftelfèii van onbepaalde vryheid door fchoon-klinkende woorden,, door brommende beloften en deor den fchyn van nieuwigbeidj te doen veld winnen , altyd zal het by de cerfte proeven zelf blyken, dat overal, waar eene Burgermaatfchapr  I n ï py zal plaats hebben, elk Burger zoo veel zelfs' van zyne natuurlyke vryhcid, ook omtrent de bftftelling over zyn perfoon' en eigendommen, moet affcaan, als tot de orde, de verdediging en het welzyn van den geheelen Staat vereifcht wordt: Alle onze ledematen zyn voortreffelyk gevormd én geplaatft, maar geene heeft eenig voorrecht of vermogen,dun 'tgeen ftrooken kan met de hoogft mogelyke volkomenheid van het gantfche lichaam: en even zoo kan geen ftaatslkhaam beftaan, zonder eene dergelyke wyze. lyk beftemde en ondergefchikte ordening zyner leden: De ondervinding van het ogenblik bewyft de juiftheid dezer gelykenïs zelfs by die volken, die, begocheld door de tooverklanken van vryheid, gelykhcid, en broeder-fchap, de harzenfchim van haare beloofde heilgoederen, te midden dooreen verteerend vuur van oorlog, jammer en elende, blyven najagen: — Of heeft men eene onbepaalde vryheid, en gelykheid, waar men geene opoffering van zyne eigendommen, geene perfoonJyke oprukking naar het oorlogsvuur, geene verkropping van zyne waarc gevoelens, van geletïten ongelyfc en gegronde onvergenoegdheid, wei-  f n 1 geren ramt, zoo dra het den Bewindvoerdererj noodig fchynt, over de goederen, perfoonen, Hemmen en pennen hunner medeburgers oppermachtig te heitellen ? —- Het blyve dan vastHaan, dat 'er niets voor een Staatsgebrek te houden zy, dan het geen nu tegenwoordig noch dadelyk hindernilTe toebrengt of toebrengen zoude aan het behoud en den welvaart, niet van weinige of enkele Burgers , maar van het geheele volk. Dan het volk de ftaat, welken wy te be° fchouwen hebben, vertoont zich in meer dan een gezichtspunct; Onder den naam van volk begtypt men toch elke Burgermaatfchappy, die, afgezonderd van alle overige haare eigene en vrye infttllingen volgt, haare eigene en onafhankelyke oppermacht bezit; en in dezen zin moet het woord volk hier niet slechts in het algemeen beduiden de Burgers en Ingezetenen1 van het geheele gemeenebefc der zeven verëenigden Gckvefren met hunne bezittingen, het welk zich tot eenen afzonderlyken Staat verë'enigd heeft en als zoodanig by andere onafhankclyke Mogendheden erkend is, maar ook in het byzonder  i 15 i de Burgers cn Ingezetenen van ieder afzonder]yk Geweft en defzelfs grondgebied, dewyl deze Purgers en Ingezetenen zich niet elk voor zich cn hoofJ voor hoofd, tot den algeraeenen en yryeri Staat verêenigd en geheel aan defzelfs oppergezach onderworpen hebben, maar in tegen,, deel in dat verbond van verëeniging, in de Unie van Utrecht niet getreeden zyn, dan Gewefts->of volks-gewyze en onder het uitdrukkelyk beding, dat zy elk zyne rechten, vryheden en opperfte macht behouden , en dus een op zich zelf ftaande en onafhankelyk volk blyven zouden, voor zoo verre ze hunnen wil en macht, in fommige ftukken van algemeene Beheering, niet onderworpen hadden aan den wil en het gezach van het geheele Bondgenootfchap. — Het volk van Gelderland, van Holland etc. moet dan zoo wel afzonderlyk en op zich zelf befchouwd worden, als in verëeniging met de andere volken, medeleden van het Utrechtfch verbond, of om den thans voor algemeen gehouden naam te gebruiken, met alle de Bataven.— Wy worden dus door den aart der zake zelve gedrongen om de ftaatsgebreken van Nêerland-  t n* ] fa twee hoof '-foorten af te deelen; de eerfte zal die geene bevatten, die eigen z n aan elk byzonder Gewest, de tweede de algémeenere, welke in den verëenigdén ftaatsvorm van allo te vinden zyn. STAATSGEBR.EK.EM VAN ELK BYZONDER GEWEST. II oe moeiëlyk en uitgebreid de taak fchyne, die wy ons hiér voorfchryven, zal ze echter merkelyk verlicht en verkort worden door de aanmerking dat de Staats - en Rcgeerings^ormen van byna alle de afzonderlyke Gewesten, oudstyé op dezelfde hoofd - grondbeginfels bebouwd, cok nu noch in de meeste dingen gelyk zyn» welke men thans als gebreken wil aangezien en genezen hebben. —~ Het Erf - fiadhouderfchap »' Ordes of lichamen van erfclyken Adel cn Ridierfchappen, Vertegenwoordiging van het geheele volk door deze Ridderfchappen en Steden , Invloed van Stadhouder of Overheden op de verkiezing van Regeerders en Amb„ ttnaren, Tiend —- Leen— en andere Heerlyke Rechten, zyn byna overal door liet geheele Gcmeenebest, fthoofl  fchoon met cenigzins verfchillende wyzingen. aangenomen en in het ftaatsgeftel als ingeweven .* Zy kunnen even daarom als algemeen befchouwd en veel beter in eens onder de waure of vermeende gebreken van den verëenigden ftaatsvorm , dan telkens by ieder Gewest afzonderlyk en met verveelende herhaling behandeld worden» De Regeerings-reglementen zelf voor Gelderland, Utrecht, OverylTel,. Vriesland ca Groningen worden uit geenen anderen hoofde beftreden, dan om het geen men oordeelt dat daarby te veel en te onvoorzichtig aan den Erfftadhouder of aan Ridderfchappen en Steden is opgcdragen geworden. Wat men toch tegen de invoering der drie eerft genoemde Reglementen pleegt aan te voeren, omze voor opgedrongen cn onwettig te doen houden, heeft eensdeels zyne kracht verlóren door de langdurigheid van derzelver gezach, en wordt andtrsdeeis geheel afgesneden door het geen Wy reeds te voren aanmerkten, dat men de Staatsgebreken in dadclyke en ;naafte himierniflén van welvaart, maar niet in vroegere wanordes zoeken moete, 'ten ware men al!es vernietigen wilde, wat in verwarde B  t rt ! tyden niet naar behoortyken vorm en regel is fot' itar.d gekomen, waardoor zeker meenige Stad reeds gewichtige voorrechten , en de Lcidfehe Univerfiteit haar geh.cel beftaan zou verloren hebben. By vervolg derhalven zal niet meer te onderzoeken itaan of die Reglementen door de Bondgcnooten of door den Prins Stadhouder» Willem III, aan de voorgemelde drie Provinciën hebben kunnen worden voorgefchrevcn, noch ook of daartoe bchoorlyke of onbe. oorlyke wegen zyn gebruikt geworüen* maar alleenlyk in hoe ver de voorfchrifcen van die Reglementen.even als van de tv/ee- andere voor Vriesland en Groningen, voordceüg' of hinderlyk kunnen zya aan het wezenlyk geluk vau het volk dier Gewesten en der geheele Republiek,' Daar men dus de belangen en Staatsvorm van elk der zeven verëenigde volken zo naauw verbonden en famengeweven ziet in de belangen en Staatsvorm van het geheele Bondgenootfcl ap , dat de groote hoofd-zaken, die thans in verfchil zyn, aldaar het voeglykft kunnen verhandeld worden, zal het onderzoek van de geheele eecfte foort van Staatsgebreken derwaards kunnen  f 19 1 \-erfchoven worden, daar vooral, by den verren afiland, op welken zich de gemoederen door de tegenwoordige verdeeldheden verwyderd zien , reeds genoeg, reeds meer dan men hopen durft, zou gewonnen zyn, inden men eensgezindheid bewerken konde op de groote hoofd-zaken , die even te voren zyn opgenoemd: Wanneer men zich in 't algemeen verltaan konde over het geen Stadhouderfchap. Ridderfchappen en Steden betreft, zoude lichtelyk al het verdere gevonden worden, wat byzondere en kleinere hertellingen in byzondere Geweiten aangaat. Zal in Gelderland een Lid van de Ridderfchap telfens Burgemeefter van een Stad kunnen zyn en het 'telkens in zyne keuze hebben, in welke, hoedanigheid Hy ter Staatsvergadering verfchynen wil ? Zullen in de HoUandfchejteden de zoo genaamde Conventien , vriendfehappen of roofters kunnen ftand houden, waar duor de gcwichtigftö poften en commifficn naar beurten en niet naar bekwaamheden tusfehen de Regenten en hunne Familién verdeeld worden? Zal men in Zeeland zynen byzonderen voet van -muitte bewaaren ? Z..1 de Stad van Utrecht, met uitsluiting dor klei* B a  C 2° J riere ftcden van het Sticht, 'het derde lid vair' Staat byna alleen blyven uitmaken? Vordert in Vriesland de lyfte van ftemgerechvigde goederen geene herziening.? Hebben de Steden van Overyflel, zoo wel gezamentlyk ais elk op zich zeil, te veel of te weinig vermogen ? Is er eene billy* ke evenredigheid van invloed op het Provinciaal beftuur tusfchen de Had van Groningen en derzeiver Ommelanden?' Deze meerder of minder gewichtige en me" nigvuïdige geringere verfchil-ftukkcn moeten on^ thans niet ophouden, daar men met het ontwerp byna vaardig is om het geheele Staatsgebouw te sloopen, waartoe ze betrekking hebben, cn daar het van veel gewïehüger en dringender belang is te beproeven, of niet het getal der vermeende gebreken in de geheele famenbinding en inrichting van dat gebouw,- by een nader, bedaard en onpartydig onderzoek, zoodanig kan veiri inderd worden, dat men afzie vaii het geheel 0 neer te werpen, en veel liever besluite om hetgeen men heeft, door gepaste verbeteringen op te MïêöÜbt de meeft mogelyke volmaaktheid, da" Cm geheel nieuw te wagen op grondteekcringen  L al j en ontworpen, die tot hiertoe wel n'et geheel onbekend gcw:eft, maar nimmer echter door eenig voorbeeld ef proeve goedgekeurd zyn. STAATSGEBREKEN VAN DEN VERËEN1GDEN STAATSVORM. ^Vannecr wy ons het hoogit mogelyk en heftendig geluk van het volk van Neerland als het hoofd-doel van alle Beftuur cn Staats-vcrvatting voorfteilen * zoude ons die [algemcene uitdrukking lichtclyk kunnen verleiden tot het denkbeeld, dat in der daad by deze geheele overvreeging, vplftrekt geen acht meer moeft gegeven worden op de bysondere ligging, gcaarthcid, zeden, gewoonten', rechten, vryheden en rcgccringswyze, welke tot hier toe het enfehendbaar eigendom maakten van de verfchillende en op zich zelf ftaande volken, welke met elkander het Gemccneb»ft uitmaken der vcré'enigde Nederlanden. Dan, welke grootheid van macht ook aan de Nationale Conventie zy opgedragen, tot heden echtet? ■beeft noch geen eene der zeven Gewelteq, oojfc B 3  t 3 niet het Landfchap Drenthe of ecnig aflder,dcze iynt rechten aan die vergadering opgedragen of aan haare beitellinge overgelaten.- Ze blyven als noch het eigendom van die Gewcften, en buiten haare toeftemming.kunnen zy 'er niet van beroofd worden, 't en zy men nu in Neerland het heil der nieuwe .Staatsinrichting wilde op.ir ngen, op gelyken grond en wyze, als voorheen het Chriftetv; dom in America, en het Roomlche Catholyk geloof in Frankryk gepredikt wierd. ' De waarde van alle ftaats-inrichtingen ftaat in een onfcheidbaai verband met derzelve oogmerk: Wat was, of wierd ten minftèri na weinig jaren, het oogmerk der Provinciën ,'Landen , en Steden welke zich by de Unie var, Utrecht tegen de geweldenary der Sparijaaiden verëenigd heb ben? Ze wilden elk v/j en ojtiafhankeiyi zyn, en ze wilden zich onderling door gemeéne hulp en byftandby die yrybeid en onafhankelykhejd hand haven. —- Daartoe beitelden re zeker algemeen Beftuur, zekere algemeene laften, en ftonden, by uitdrukkelyke overgifte, elk zoo veel van eigen gezach en rechten af, als zyoordeelden tot dat algemeen Beftuur en tot behoud dier onafhankelyk*  I »3 ] béid vereifcht te worden — Gehecht aan hun-' ne oude wyze van zyn, aan hunne eigene gewoonten, rechten, visrfcbaaren, overheden, hadden ze nu geene indringing van grnlige nieuwigheden, geene gedürige vervorming van wetten en gewoonten, geenen 'trots en onverfchilligheid van vreemde Bewindslieden, geene onregelmatige heffing van belaftingen , met een woord nets te vrezen, dat hen wet of regel van cenig ander Volk, dan van z ch zelf , kon done ontfangen' Op deze wyze bewa rd by hunne onafhan elylheid van bulten , en voor zich zelf door e'gcne Lnndgcnooten n.iar voorva-erlyke rechten en vryhedon beduurd , vonden zich dc inwoonders, het volk, van elk Geweft op het gelukkigft in (laat gefteld. om niet alleen all n 0U;en zegen in volkomene veiligheid te blyven voort genieten , maar om zich ook door nj vere cn onbelemmerde vlyt, alle wegen van voorfpoed en welvaart te openen , waar toe de ligging en gefteldheid des Lands enigszins gelegenheid gaf: Lam'bouw , Hand werken > Koophandel, alles kon door Hun vry ondernomen en; gedreven worden, zonder binnen den kring van B 4  C 24 1 hun Geweft, in eenig opzicht, door een eenig gezach te hunnen belemmerd worden, dan door Hunnen eigen fouverainen wil, uitgebracht door de Staten , hunne wettige ReprcfcntanteH, alle met Hun deelende in denzelfden landaart en belangen. — In zyn eigen klein, maar zeer dikwyls, in evenredigheid der fchynbare onbeduidendheid, gelukkig Vaderland , op die wyze, by xufte en onafhankelyke vryheid , te mogen arbeiden ter bevordering van eigen en algemeen geluk , is gewis een zegen , waarvan men voor omtrent twee jaren het onwaardeerbaar belang zoo overtuigend niet bezeilen kon , als het gevoeld rooeft worden, toen onze Voorvaderen zich pas van uitheemfche dwin-dandy ontslagen zagen, als het zich aan Oldenberncvcld en aan de Wit vertoonde , of als het zich misfehicn nu weder doet merken, nu het reeds gedeeitelyk begint te vvyken en eerlang geheel dreigt verloren te gaan; nu men aan het geheele volk van Neerland , aan deszelfs Bewindslieden, altyd men* fchen en fomtyds, ook buiten fchuld of weten, vatbaar voor andere» invloed, dan dien van recht en waarheid, nu men aan die Bewinds-  t *5 1 Jiedcn liet gezach wil opdragen, om over alle Ge wetten, als over één volk, oppermachtig te bottellen; nu, by voorbeeld, het volk van Gelder land, van Ovcryfiel, etc. overzynen eigen Landbouw , Handwerken , Koophandel en andere takken van zynen welvaart, niet meer door zich zelf befchikken, maar zoo daaromtrent, aisomtrent alle andere deelen van zyn beftuur en huishoudelyk beftaan, op zynen eigen grond, de wetten zal moeten eerbiedigen en gehoorzamen eener volksmenigte, van welke zy slechts een klein gedeelte uitmaken , en in welker vertegenwoordiging zy niet verder toegelaten worden, dan naar gelang van dat gedeelte. Wy zullen naderhand noch gelegenheid hebben om deze ontworpene nieuwigheid nader ter toetfe te brengen: Hier is het genoeg dat men het oogmerk erkenne , het welk wy aan het Bondgenoodfchap der zeven Gewetten hebben toegekend; Onafhankclyke vrykeid van het geheele lichaam, en \yan de byzondere leden zelf, zoo verre deze met het behoud der algemeene bcflaanbaar was Naar dit oogmerk nu moet de waarde K oordceld warden, der Staatsinrichtingen, welke anï  t $ ] ze Voorvaderen drartoe beftemd en van tyd tot tyd verbeterd hebben: Wat met dat oogmerk niet ftrydig is, kan geen gebrek genoemd worden; wat er met voordeel mogt kunnen bygevoegd worden, zoude eene verbetering te r.oemcn zyn; maar wat de onaf"hankelykheid van het geheel of van de deelen, boven de noodz kc van djgemeen behoud, verminderen of vernielen mogte, z"u het oogmerk der verëeniging zelve verydelen, en niet zonder te voren verklaarde veranderina d arvun, kunnen noch mogen ondertiomen werd en.. Een der vocrtrefflykfte onzer Sta ijsmannen , die het werk, by langdurige ervaringe en onvermoeider] vlyt , grondig had keren kennen , en altyd met o:- zichtige gematigdheid beoordeelde, de wyze S. van -SlingelainT), zag mede, na yry en opzettelyk onderzoek, geen snder oogmerk inhet 1'menftel van ons Staatsgebouw, en gaf oolf daarom niets tnders vovï gebreken op, dan het geen hetzelve lcheen te verhinderen; van Bynkershoek velvolgends, Bondt en Paulus zelf keurden alle insgelyks datzelfde doeleinde goed • heilz-^m.' w'"'9r ' f*lden alleen hier «n daar  . % =7 J Be mi ldelen te berispen, welke men ter bereiking daarvan bepaald ba 'de. Laa" ons dan ook voor alsnoch op datzelfde voetfpoor, in de onuerltelling van dezelfde' bedoeling, blyven, hier terpiaatCc alle. n die gebreken nagaan, dit a.'n hetzelve zyn hinderlyk geweeft, en naderhai .i afzonderiyk onderzoeken ; of ook het geheele oogmerk verkeerd geraamd en als noch met de gactiche Staatsinreh ing geheel behoore omgeheerd en veranderd te worden/ Waar dan een algemeen Beltuur ter algemeene verdediging en behoudems werken zal, daar moet men by hetzelve, ten opzichte van alle de onderwerpen zyner beheeringe, den wzl en magt 'vereen gt vinden vau alle, die hunne veiligheid aan hetzelve hebben toevertrouwd: Waar de byzondere wil of de byzondere macht van een der leden van zulk lichaam niet aan liet geheel onderworpen , maar gedurig in ftaat is, zich rechtftreeks of zydelings daar tegen te verzetten, daar is geen algemeen Beftuur' nóch gemcenfehjp meer; daar wil, werkt en ftaat elk op zich zelf; daar blyven de pylen niet, naar het zinnebeeld v;n den S'taat, in eer.cn bundel verëejiigd en on  verbreek baar, maar vallen zy in tegendeel va» eikanderen en fpringen by het minfte geweld , lichtelyk elk afzonderïyk aan Hukken. Eenheid van wil en eenheid van macht ia alles, wat tot het gemeen belang behoort, is de hoofdregel waarnaar alle inrichting moet beoordeeld worden, en waaraan de Staatsvervatting der Republiek gewiffelykl niet volkomen en in alles beantwoordde. In alle gewoone zaken besloot men ter algemeene vergadering der Bondgenooten, by Hun Hoog Mogenden, met de meerderheid van fterasnea: Maar oaitrent de gewichtigfre onderiverwerpen en die den hachelykften twyfel konden onderhevig zyn, Vrede, Oorlog, Verbonden, Beladingen en dergelyk, had men ongelukkiglyk bedongen, dat geene overftemming zoude plaats hebben, dat alleen by eeoftcnimighcid van alle de Geweften zoude kunnen besloten worden. Een enkel Geweft had slechts zyne toeftemming te weigeren, en de befte inzichten van alle de andere famen. wierelen belemmerd ; het Bondgenootfchap bleef besluiteloos; daar was geene uitkom/I.  t *P 3 De Afgevaardigden van de byzondere Gewesten ter algemeene, en veelszins ook ter hunner eigene Provinciaale Staatsvergaderinge, konden wel op alle dagelyks voorvallende zaken helpen ftemmen en besluiten, even als op die geene, tot welke zy, zoo ingevolge depoincttn van be/ehyvinget als anderzins gelafc waren: Maar, de minfte zweem van grooter belang of nieuwigheid, de minfte bykomende verandering in den vorm of inhoud der voorftellen was genoeg, om zoo wel ter Staatsvergadering van eenige Geweften, als ly Hunne Hoog Mogenden, de afdoening der zaken daardoor te verfchuiven, dat een of meer leden verklaarden op dezelve niet gelaft te zyn, en ze overnamen om daarop den naderen laft te vragen van hunne Principalen : Ook in dit' geval kon een enkel Geweft, eene enkele Stad, de dringcndfte cn eenftemmigfte verlangens van den geheelen Staat tegen houden, vértragen en niet zelden geheel verydelem —- Ook hier was geene ultkomji. By opkomende verfchillen tuifchen de Ge. weften, Steden en Leden van dien, had men, by liet verbond der Unie, de Stadhoudtrs .wel toï  L 30 ' 3,. Scheidslieden benoemd, maar in zoo onbepaalde en uvyfelachtge uitdrukkingen, dat men naaüwrykis weet te besl'flen, of des tyds alleen de toenmalige , dan ook de volgende Stadhouders bedoeld zyn. —- Hier uit kon niet dan onzekerheid, nieuwe twist en moeiëlyke beraming van andere middelen ter besliffing, ontftaan. Ook hier was geene uitkomft. Zoo moe'ëlyk en dikwerf onmogelyk nu door alle deze Hiridernïflen, de verëeniging van wd was, even bezwaariyk en ondoenlyk wierd niet zelden de ui voering van het geen men mogt besloten hebben. Daar ontbrak ook eenheid van kracht o:n den vereenden wil te doen gelden. Geen algemeen Beftuur konde gevoerd, het geheele Gemeenebeft kon niet verdedigd, bc ftuurd cn tot meerderen luifter verheven worden, 'ten zy alle de leden, in behoorlyke evenredig» heid van hun vermogen, alle hunne krachten infpanden, om het met de groote zenuw van :11e Stnats- en Krygs-b dryven, met gelden , te onderfteunen: Hiertoe was by het Utrechtfche verbond de heffing van algemeene middelen bedongen, welke van wege, uit naam, en door B'e.  : si n ambten van het Bondgenootfchap, door alle de Geweften heen, op wyn, koorn, zout etc- zouden geheven, en in de gemeene kaffe gebracht worden: De verfchiïlendheid van ligging, gebruiken, wyze ven beftaan, en vermogen der onderfcheidene volken of Geweften bracht zoo veele zwaarighedcn en zoo ernftigen wederftand hier tegen te wege, dat men bed oordeelde op dit verding niet ftaan te blyven, maar elk Geweft op een bepaald gedeelte in de algemeene onkoften te fchatten, en aan hetzelve de vryë en fouver.Jne macht onbelemmerd te laten. om ter bekoming dier verfchuldigde toelage, zyne Burgers en Ingezetenen naar eigen goedvinden te belaften.Hier door, meende men te recht, zouden de noodige laften met het minfte ongerief en in de biliykfte evenred:gheid van vermogen, door het volk van elk Geweft kunnen opgebracht en gedragen worden: Men noemde het gedeelte, dt el; Geweft moeft by ragen, deszelfs Qtiote, en wanneer tot eenige gewoone of ongewoone uit gave besloten, in eenigen voorslag ingeftemd wierd, dan had zich ook elk Geweft door dezs zyne inftemning verbonden, tot het opbrengen  r 5a ] van zoo veele gelden, als zyn bepaald deel, zyne quote, bedroeg in elke honderd gulden, welke ter 'uitvoering van het beslotene vereifcht wierden. — Dan, was, gelyk te voren reeds aangemerkt is, die toeftemming moeiëlyk te krygen, het gebeurde ook niet zelden, dat zelfs na het geven derzelve, na gedragen confent, gelyk men het noemde, evenwel de betalinge, waarop men gerekend hadde, of zeer lange of geheel achter wege bleef: Me. nigerlei redenen, van uitgebleven voordeden or onverwachte fchaden, dienden tot dekfel van dergelyke te leurftellingenü: Middelen van bedwang waren"geheel niet of zeer bezwaarlyk te gebruiken ; Het Bondgenootfchap verlamde in zyhfi werkzaamheden; De kracht ontbrak om den algemcenen vil te doen gelden. De Krygsmacht te lande, gefchikt ter verdediging van een geheel Gemcencbeft, moet uit den aart der zake ook aan de vryË beftelling onderworpen zyn van het algemeen Beftuur. De Legermacht van eenen Staat moet door en van wege dien Staat zelve kunnen geplaaut en gezonden worden, waar het gemeene belang, in de verscheidenheid van voorkomende onhandigheden» <3fl  ! S3 }•, 8e tegenwoordigheid daarvan het meelt en drïngendft vordert. Waar het algemeene opperbewind hierin belemmerd wordt, daar ontbreekt die eenheid van macht, zonder welke geen versehigd Staatslichaam beltaan kan; en ongelukkig evenwel was dit een der hoofdgebreken van onze Republiek: De Troupes , wel is waar, konden by opene Lalt-brieven {Patenten} het zy van den Stadhouder en Kapitein Generaal der Unie, het zy, in Stadhouderlooze tyden , van de algemeene Staten > in bewee ing gelteld en tot zoodanige tochten gelast worden, als men by dezelve meenden te moeten voorfchryven: Maar benaauwde bekommering voor eigene veiligheid, kwalyk gepLatft wantrouwen op onderlinge in» zichten, had .'er de Bondgednooten een behoedmiddel doen byvoegen , waardoor al het vermogen van het algemeen Beftuur verydeld wierd: Geene Troupes konden uit of in eenig Geweft trekken , zonder dat de Lastbrieven van H. H.' Mm. aan de Staten en Kapitein Generaal van. dat Geweft vertoond en door derzelver bygevoegde blyken van toeftemming rattachés) bevestigd waren. Men mogt de befte ontwerpen op C  C M 1 het gebruik van 's Lan's legermacht gemaakt» en aan de Troupes de noodige bevelen in gevolgen daarvan toegefchikt hebben; een der Gewesten had slechts , om gegronde of ongegronde inzichten op eigen belang? den uittocht, de inrukking, of het doortrekken te weigeren; en men vond z'zn te leur gefteld in alle zyne verwachtlnge: Alle beraamde middelen van aanval' of verdediging moeften vervallen of mislukken 's Lands belang kon niet gehaudhaaft worden; dc kracht ontbrak cm den algemenen vil te doen gelden *' Hier kwam noch by een fonderiing recht, het welk zich de byzondere Geweften • al voor de tyden van den Stadhouder,, Prins Willem II. begonnen hebben over de Troupes van den Staat aan te matigen. Daar namelyk de al^emeene kalTe niet door algemeene belaftingen, maar door byzondere toelagen der Geweften gevormd wierd, begon men ook vervolgend* den omslag te bekorten van die toelagen, eerfc in die kalTe der Bondgtnooten te brengen, en vervolgends weder daaruit 's Land's krygsniacht te betalen; de byzondere Gewef.en namen zelf dc betaling van zoo veele Troupes over zich,'  C 35 \ 1 met hunne verfchuldigde toelage daartoe ^ overeenkwam: De Soldye der armee wierd dus over de Provinciën verdeeld (gerepartitieerd), cn de Regimenten of Compagnien ter bekoming van dezelve op eene of andere der Geweften verwezen Qèafigneerd), 200 dat fommige met hunne betaling ftonden op de repartitie van Gelderland, andere op de repartitie van Holland etc. • Schoon nu deze betalingen voor gemeene rekening van het Bondgenoodfchap , door de byzondere Geweften . en in mindering van elks verfchuldigde toelage', gedaan wierden, rees daaruit evenwel naderhand het fchadelyk begrip, dat die b zondere Geweften wezenlyk de Retaahhecrcn waren der Troupes van hunne repartitie. -— Elke Provincie nam zich dan ook de vryheid om, naar den loop des gelds binnen dezelve en in yerfchillende berekening van termynen , van' magere en vette jaren , te betalen; zoo dat 'er merkelyk onderfcheid van voordeel was tusfehen het ftasn op HoUandfche, op Fricfche, op Zeem-me of andere repartitie. Men begon ook uit deze fchikking reeds voor den tyd van Willem II.' het recht af te meten om, door het aankonCa  [ '56 I digen van asnftaande ophouding van betalingen een aanzienlyk gedeelte der gemeene Legermacht in der dr.ad af te danken, niet tegenftaande de ovrige Bor.dge'-.ooten verlangden hetzelve aan te houden. Kaderhand is men noch verder gegaan cn heeft zelfs uit dc enkele daad dier verfchuidigde betaling zich willen gerechtigd rekenen, om de Troupes zyner repartitie,, op ftraffe van niet betaling, van overa'1, waarze zich bevinden mogten, binnen zyn Geweft te kunnen te rug roepen en, buiten ja zelfs tegen deE wil van het Eondgenootfchpp, te mogen gebruiken Door het een en ander wierd den Troupen niet alleen niet naauwkeiuig en gelykelyk betaald, wat hun door het Bcndgenootfchap was toegelegd, maar konde zelfs elke Provincie by het weigeren van betalinge, of by het te rug roepen binnen hanre eigene grenzen, zoo veele manfehappen afdanken of onbruikbaar maken r als by Haar betaald wierden. — Daar was dus by het Bondgenootfchap geene ;vafte rekening te maken op het behoud of gebruik der armee; Het algemeen Beftuur was niet zeker van de uitvoering zyner ontwerpen en besluiten, ons  f 37 j dat het willekeurig konde ontzet Worden van de beraamde middelen ; De kracht ontbrak om den aU gemeenen wil te doen gelden. Tot hier toe noemde ik dikwerf het algemeen Beftuur van de Republiek; dan, wanneer men de famenftelling der algemeene Staatsvergadering naauwkcurig inziet, wordt het inderdaad twyfelachiig of dezelve te recht en naar waarheid een algemeen Beftuur konde genoemd worden.—» Zy vertegenwoordigde, wel is waar, het ge" heele Staatslichaam der zeven Geweften in alle deszelfs betrekkingen en en werkzaa l hcden,naar binnen zoo wel als naar buiten - ze beraamde en beftemde dus alle deszelfs besluiten, wetten en handelingen, en wierd ; angezien als vertegenwoordigende de opperfte macht van den gehee" len Staat, overal waar • dezelve moeft erkend of geëerbiedigd worden; in zoo ver kon men Haar den naam geven van algemeen Beftuur: Dan9 ziet men op de inwendige gefteidheid en inricfitiflge der vergaderinge zelf, dan fchynt 'er het grootfte vereifchte van alle algemeen Beftuur a:>n te ontbreken, het oogmerk namelyk en de verplichting ter bevordering van het algemeen Belang*, CS  • C 38 ] De welvaart, het heil der raaatfchapry kan a{|een de grond en het doeie nde zyn van alle opperbewind ; zonder dezen grond , zonder dit doeleinde kan zelfs geen opperbewind begrepen worden. — Maar nu was de Vergadering van de algemeene Staten famengcfteld uit afgevaardigden van de byzondere Geweften , welke niet gehouden waren de belangen der Unie tc behar*tigeo met ter zyde fteiling van het voordeel hunner Provincieii , i at die veel eer by den eed, door eik aan zyne Provincie gedaan, en door clks natuurlyke ver ieef;i,eid aan zyn eigen vaderland, veel oplettender zyn moeftcn op de afzonderlyke m fomtyds kleine winften of verliezen daarvoor, dan op, de groote inzichten van het gewchugft belang voor het geheele Bondgenoodfehap, aan het wélke zy, noch by eedenocli by u t£tuitende bedoelinge , verbonden waren: Men heeft meer dan eens de vergadering der Stalen Generaal by eene famenkomft van Advocaten vergeleken,die, elk op debehendigfte wyze, het welzyn van hunne meefters poogden te bevorderen, en zich verheugden 5 wanneer ze aan elkanr f tan het geheele Staatslichaam eenig voor-  f 39 ] deel voor hunne Provincie konden afwinnen: Van deze zyde befchouwd ndfte de Republiek in den groni e.n algemeen opperbewind; De algemeens wil en kracht wierden niet beftuurd door het algemeen belang. Om zich by eenig Bondgenoodfchap op beftendige eenheid van inzichten en vermogen te kunnen verlaten, moet men in deszelfs inrichting , zoo veel raögehyk , alles zoeken te vermyden , waardoor fuift en vcroorz akt , of de werkzaamheeden; boven noodzake, verdeelt en vermeerderd, of eindlyk Atonkoftcnvan behecringconnuttiglyk vermeerderd worden: Elk heftiger verfchil toch verzwakt den band van eensgezindheid, uit onnoodige vërdeeïing ontftaat lichtelyk tcgenftrydigheid van werkzaamheden, en alle verbindten Ife mishaagt en verdriet te eerder, naar mate het gevoel van lallen en bezwaar verfcherpt fvoirdt door de overtuiging van het noodelooze ■of onnuttige derzelvc. — Tot dit foort van gebreken, niet zoo zeer in de gefteldhcid zelve, als wel in het Beftuur van den Staat, behoorde de. Militaire Jurisdictie ,eene bron van zoo .cedurige twift tusfehen de ongematigde Voorftanders van C 4  r 40 - ] Militair of Civiel gezacb, dat dezelve tot bier' toe noch naar geene vafte regelen van gematigde onzydigheid heeft kunnen geslecht worden. - ■ Het Beftuur van de al^cmcene Zeemacht der Republiek door vyf afzonderlyke .Admiraliteits Collegièh, kon mede niet anders, dan den gang dier zaken vertragen, de eer.ftem-migheid der werkzaamheden hinderen, en deze nsdeelen noch verzwaaren door de vermeerde, ring der 'fchadtfyke onkoften, welke tot het onderhoud der veelvuldige raderen van dit kwalyk berekend werktuig gevorderd wierden. —. Pe inrichting en verzorging der Legermacht, Tuighuifen, Veftingwerken, en van alles, wat tot den Staat van oorlog behoorde, was wel wyzciyk onder één Beftuur, ondei den Raad van •State, gebracht: Maar in veele ftukken was de grensfeheiding tusfehen het gezach van dezen Raad, en van H. K. Mm. of van de Staten der andere Geweften, niet nasukeurig genoeg bepa.ld, om veelerleicti twift te vermyden.- Daaiv enboven zaten in dezen Raad behaiven den Stadhouder en Kapitein Generaal, gewoonlyk geene andere letlen, di? eenige kundigheid hadden vaa  C 4t 3 Jjüygszafceji ; ook konden zy zich daarin , gé&jji ervaring door tyd en oplettendheid aanwinnen* dewyl alleen de Afgevaardigden wegens Zeeland daaraan voor hun levenlang verbonden< bleven, terwyl die van ce andere Geweften, na weinige jaren beftuur's, weder aftraden eu doorgaans door nieuwelingen in dat vak vervangen wierden; Men moet derhalven toeftemmen , dat alles naar het inzien van den Stadhouder, de Zeeuwfche Heeren en Minifters moeft verordend worden en dus de overige leden slechts kofrbare getuigen zyn konden van het [geen verricht wierd, ofte wel daar elk, gelyk vooral in de laatfte tyden, zyn gezach en Item wilde doen geleien, dat de zaken gewis in óngefchikte handen waren, waar door goede ontwerpen lichtelyk afgekeurd of misvormd , en de befte besluiten fomtyds, door gebrek van goede uitvoering, konden verydeld worden: Gelyk dan ook in meer dan één voor. beeld het nadeel gebleken is, het welke men yooraf berekenen konde dat, zoo uit de min «aauwkeurige bepaaling van het gezach van dezen Raad, als uit mangel aan den noodigen voor» Cs  C *z ï •pad van kundigheden tot zyne roepinge, onwemiydeklyk moeft geboren worden. Deze tafibare gebreken in ongenoegzame eenheid van pil en mach, in veelvuldige bronïien tot twift en verfpilling van gelden, wier. den noch merkelyk verergerd door de aanhoudende tegenstrydigheid van belangen, welke Gewefte onderling verdeelden, en door de krachteloosheid vau het middelpunt, \&tSladhoudtrfchap, het welk op elk derzclve zyn aantrekkend vermogen, ook by den fterkftett drift ter afwyking, had behooren te 1 urmen doen werken. De onderfcheidene ligging der verfchillende Geweften, de verfcheldenheid. van grond, wa* ter luchtftreek , geaardheid , en wyze van beftaan in dezelve, dit alles brengt, door den aart der zaken zelve , zulk eene onvermydelyke nood* zakelykheid van tegenftrydige belangen en bedoelingen mede, dat daarin door geene ftaativervatting, hce genaamd • fchynt te kunnen voorzien worden. — Men fchikke den vorm van het Beftuur, zoo men wil , nimmer zullen de Zee-Geweften ophouden hunne Koopvaardy en Zee-macht , noch de Land-Provinciën hunnen  t 43 1 Akkerbou, hunne Fabrieken en de Landmacht het meelt te begunftigen: Eene groo'.e armèe ea welverzorgde Veftingen maken de veiligheid van den Staat aan de Landzyde, brengen door ruime garnizoenen veele gelden in omloop, en geven ook aan den talryken Adel in die Geweften te meerder gelegenheid, om in den krygsdienft van den Staat een niet overvloedig, maar altyd aanzienlyk beftaan te vinden: Eene aanmcrklyke Zeemacht helpt menigen Handelaar, door den fcheepsbouw en equipage zelf, aan rykelyk vertier van de menigerleiö behoeften, welke daartoe vereifcht wotden; dekt hoven dien zoo de Knften en Zee vaart, als de Volkplantingen, tegen allen vreemden aanval, en doet de vlag van den Staat allerwege zynen ouden roem en luister handhaven — In den grond zyn deze belangen onderbng op het naauwfr verëenigdj de man van doorzicht is lichtelyk overuigddat men aan den Zee-kant geenen veiligen handel kan cryven, wanneer men aan de Landzyde niet genoegzaam behoed is tegen het indringen van vyandelyk geweld; en dat men in de Land-Provinciën, met minder voordeel en aeker-  r 44 i heid de voorbrengfels van zvne grond of nyverdeid kan vermeerderen, indien de kullen giet beveiligd zyn, dekoopvaardy en overzeefché Bezittingen niet genoegzaam befchermd worden, om door de ryke winllen daarvan de goede pryztn te verzekeren van alles, wat de Land-Provincien kunnen opbrengen: Dan, zoo zeker en klaar deze eenheid van hoofdbelang ook wezen moge, niet zelden wierd de overtuiging daarvan beneveld of geheel verdoofd door de menigvuldigheid van di s klcnsrc of grootere nevensbehajea, en in gewichtige ogenblikken van yerfchil met vrcemij a4Y> ^dheden en gedreigden oorlog v/ierden inenigwerf de byzondere Geweften meer door inzichten op eigen voordeel of fchade gedreven, *.lsn door plichtmatige cn onyerfchrok.vene betrachting van algemeene behoudenis of welvaart. Wat hier, in dergelyke onhandigheden, gewoonlyk noch by sloeg en mede wdééns voor een ütaatsgebrek is opgegeven, de fchadelyke invloed en woelingen van vreemde Mogenheden, waf cngetwyfeld altyd een der groohe bronnen van 'sLand's onheilen, maar is zoo verbonden met  £ |H 3 de grondregels ècner verderfelykë Staatskuhdè';" welke de heb en heerfch-zucht zich, door alle eeuwen en landen heen, veroorloofde, dat geene Regerings-vorm daarvan immer vry was, en de aoogenaamde Republieken vooral daaraan altyd te meer onderhevig geweeft zyn, "naar mate ze nader kwamen aan eene volkomene, in zich zelf byna onmoglyke Volks-regering. — Hoe meer ftcmmen 'er moeten geraadpleegd worden, des te meer verfchillende bedoelingen en driften kao men in beweeging brengen, om het groot en' algemeen belang van den Staat geheel te doen Verdwynen onder den geweldigften drang van byzondere en tegenstrydige inzichten < Onder een groote menigte ook vond men altyd veel lichter gelegenheid om behoeftigheid en onkunde te veritrikken, te verleiden en om te koopen, dan onder een klein getal van ervarene en ryke Bewindslieden: 'Athene, Geneve, en andere Volks-regeeringen ftrekken tot onlochenbare bewyzen van deze waarheid. — In de verëenigde Nederlanden was het opperbewind wel in handen van de Ridderfchappen-en Steden,' welke laatfte» volgends buwe fcewea en ypw*  I 4ff 3 Tcclrcn, moeiten beftuurd en vertegenwoordigd worden door ('e vroedfte en rykfte hunner B rgers, Deze fchikkingen fthcenen dus al/e gevaar sf te wenden van behoefte of onbedrevenheid in de oppermachtige Volksvertegenwoordiging: Dan, belnlven dat toevallige omftandigheden menigmaal verhinderden zich naaukeurig aan de voorfchriften der fte elyke keuren te gedragen , behalven dat ook by den Adel of Ridderfchappen vermogen en opvoed ng niet altyd evenredig waren aan.de geboorte, liep noch bovendien het getal van uïle de Regenten over de geheele Republiek veel tc hoog, om niet, by de vooraf reeds bekende tegenstrydigheid van derzelver belangen i een ruim en effen veld te openen aan woelziek© Burgers en vreemde zendelingen, die gemoederen v-oor hunne inzichten winnen, het zaad van verdeeldheid Itrooiè'n, en den Staattegen zich zelf verdeden wilden — Frankryk en Engeland namen 'er, federt de vroegfte tyden der Requbliek/' dc, voldingen:fte en de trcurigfte proeven van.Beide even groot belang Hellende ia eenen byna besliffenden invloed op het Beftuur en de vermogens van den Staat, hielden ze beide ahyd,'  | 47 3 e?k zyne vrienden en party in denzelven, is waren zoo dra niet in het geval van moiëlykheden en oorlog tusfchen zich onderling te voorzien, of elk werkte op het yverigfte om' zyne party door allerleië wegen en middelen te vermeerderen, te verfterken en te beveiligen Het onbrak aan geene zendelingen, aan geene gelden, aan geene beloften noch bedreigingen, aan geene vleieryën noch lafteringen, om den lichtzinnigen en den bedachtzamen, den onbedrevenen en den kundigcn, den zwakken en den fterken, den slechten en den deugdzamen, door mcnigerhandc kunlrenaryën, onvermoeid en op het behendigfte te belagen, te vervolgen en aan zyne oogmerken , fomtyds tegen wil en weten, dienftbaar te maken. Het opperbewind fcheurde zich in de heftigfte partyfehappen van een; men e ndigde gewoonlyk met in den gedreigden oorlog te moeten deelcn, en alle ongunft van het krygs geluk wierd met de meef.e bitterheid, en euvelmoed openlyk aan den lift of onwil van die Bewinslieden geweten, welke men meende dat zich tegen den doorgedreven gang van zakenhet yverigft verzet hadden. De Staat was dus -  I ft ï by beurten of onder Franfchen of onder Engelfchen invloed. De Pfinfen Stadhouders trachtte men altyd in verdenking te brengen van En= gelfch - gezindheid, en wat de Franfchen verlangden , poogden ze vooral door te dryven door het liftig verfterken' van dien achterdocht en doos het winnen en ftyven der v anden van het Stad» rïOuderfehip, der zoogenaamde Luevcftcinfche Fatlie; fchoon het echter niet aan voorbeelden ontbreekt datzè > door veranderde wending hunner belan» gen naar de zyde der Prinfen van Oranje gedreven, derzelver verheffing en grootheid hebben helpen bevorderen. Zy eifchten in ïójz ,," eenftemmig mét Engelard, „dat Prins Willem lil „cn deszelfs n zaaten de oppérfte macht zouden „ bezitten over de Verëenigde Geweften . . . . « s,of ten minften voor altoos bek'ecden de waardigheden van Generaal, Admiraal, en Stad„hnudvr, op zulk eene voördeèlige w^ze, als „ dezelve'door iémand zyner voorzaaten be'leed' „gcweeft waren ■" (i) In 1747 en 1787 lieten zehunne grondbeginfels meer uit inzicht op eigen' voor- XV Z. miert. Hist. D. XIV. bl. 12201 123.  I ' 49 7 voordeel, dan om eenige andere rede varöh, df £agen althans liever hunne vrienden en medeftanders onder doen voor het Stadhoudcrfchap dan dat ze dezelve met hun ongerief of gevaar daarvoor zouden behoed hebben: Ook biykthet bovendien noch uit de gefchiedenifïen dat ze aan Prins Willem III in hunne geheime onderhandelingen , op onderfcheidene tyden dan eens de Souverainitcit ,• (i) dan weder open kaart voor zyn by zonder belang; 00 daneindelyk den titel van. Grave van Holland(3) hebben aangeboden, indien Hy slechts hunne belangen dienen en de Republiek tot maatregelen brengen wilde, die ftrookten met hunne heerszuchtige ontwerpen Aan al dergelyken vreemden invloed en woelingen zyn wel, geï)k reeds ié aangemerkt» alle Staten, Cabinetten en Hoven teveel onderwor* pen, dan dat men ze voor een byzondef gebfe'c zoude houden van onze- StaatsverVatting: Dan men voege daarby alle de veelvuldige tegenftry- (i) Z. Vaderl. HM. XIV. bh 367. O) uild. D. XIV. bl. 409. (3) Aid. D. XV. bl. 99.  I 5» ' 1 dikheid der belangen v;n de byzondere Gewe* ften, fchoon ook de bron daarvan meer uit den aart der zake dan uit eenig Staatsgebrek ontfpringe; men herlnnere zich daarenboven noch alles, wat te voren reeds breedvoerig omtrent de menigvuldige gelegenheden zoo tot Twijlen Sis geldverftiUr.igen, en omtrent mangel aan eenheid van wil en macht is opgegeven, en men zal zich niet verwonderen dat men, federt de eerfte faménbinding j eed* van het Bondgenootfchap een pnnt van verëeniging heeft trachten te vinden of te behouden, door welks vermogen alle gevaarlyke verwydering der lichamen, die zich om hetzelve bewogen, zoude kunnen verhoed worden: Dit punt maakten de. Gouverneurs Stadhouders der verfchillende Geweften uit, hoedanig© 'er, ten tyde der Unie van Utrecht, slechts drie Waren, few* U va" 0ranjc "% over Holland, Zeeland eü Utrecht; zyn broeder, Graaf Jan van Nassau, over Gelderland met het Graarïcnap Zutphen verëenigd, cn de Graaf van rennenberg over Friesland, Groningen en Overyffel. Deze Stadhouders, welke t^rheen gewoon waren de byzondere Gewe-  i 51 j fceii van 'skoning's wege, en ónder eenen at' gemeenen Landvoogd, of Gouverneur Generaal, mede door zyne Majefceit gefteld, te beftuuren, behielden thans niet alleen elk in hunne Gewesten eenen invloed, en gezach die genoegzaam fcheenen óm aldaar alles by de noodige eensgezindheid, veerkracht en orde te bewaren, maar wierden ook, gelyk reeds voorheen gezegd is, CO by drie verfchillende artikelen van het verbond der Ui^e, tot fcheidslieden beftemd van alle de verfchillen, die tusfehen de Bondgenooten, tusfchen verfchillende Provinciën, Steden of leden van dien onverhooptetyk on-ftaah mogten. Door deze befteiiinge fcheen alle Mogelykheid van heftigere verdeeldheid en voikomene fcheuringe verhoed voor verëenigde Lauden, die elk onder het beleid van hunnen eigenen Stadhouder beftuurd „ noch daarenboven alle onvoorziene maar licht mogelyke verfchillen, het zy onder hunne eigene' Leden cn Steden, het zy met de overige Bondgenooten verbleven en gelaten hadden aan de; uitfpraak der gezamentlyke Stadhouders; Dit (ij Z. bl. 29. 30. D 2  : & 3 behoedmiddel kreeg noch te meerder kracht/ toen naderhand, in 1588, de Raad van State, tot de getieraalc Regeer ingc van de verëenigde Neder' hndfcheProvinciën in zaakende gemeene befekermenife en Uniederzcher aangaande, wierd ingefteld, en volgens het tweede artik. der Inftruclrie, „in „ denzelven Rade begrepen wierden om tot allen ,i tyden daarin te comparecren, plaatje en jlemmtë „ te hebben , de Gouverneurs Cd. k Stadhouders) „van de- Refpective Provinciën/' welke daar door ook in het algemeen Bewind-, dat te voren by de Gouverneur Generaal geweeft en nu aan1 den Raad van State, ren gröotrten deele, opgedragen was, deelende, te meerder gelegenheid en invloed wonnen; om de gemoederen tot •eenftemrhighcid te leiden zoo in het nemen als in het uitvoe-' ren van zulke maatregelen, als beft fcheenen te paflen op elke voorkomende omftandigheid van tyden-, en op de gelykvormige aankleving aan' het groot ontwerp , het welk men zich op het goed beleid der zaken gevormd had. — Na den afval en dood van Rennenberg verminderde het getal der Stadhouders van drie tot twee, env toen in WaiïH III de manlyke nakomeling  .{chip van Willem I was uitgeftorven, wierd eindelyk ruim veertig jaren na zyn verfcheiden, in 1747 , het Erf-Stadhouderschap van alle de Geweften, van de Generaliteit en van het Landfchap Drenthe veréenigd in Wjllem, Carel» Hendrik , Friso, Prins van Orangc cn Naflau, wien kort daarna een zoon en opvolger geboren wierd in den tegenwoordigen Frf Stadhouder Prins Willem V. Dan intusfchen was 'er reeds federt de tyden van den eerften Stadhouder, Prins Maurits, een reeks van nootlottige ge* beurteniften en beroerten voorgevallen, waardoor het heilzaam gezach van deze hooge waardige heid merkelyk verzwakt, en jhaar geheele doeleinde byna volkomen vcrydeld fcheen. De bekende verdeeldheden en ftrafoefeningen van |6i8 en 1619 hadden veelc gemoederen met zoo veel argwaan en wantrouwen'tegen den Stadhouder, en tegen zyn wettig gezach zelve vervuld, dat naderhand, noch hetwys en gematigd beleid, noch dc onsterfelyke fcrygsvefdien ften het zy van Maurits zelve, het zy van zynen meer volgzamen en toegevenden Broeder, F re* bm.rik Henrxk, naauwlvks in ftaat geweeft waren*  t W 3 dezelve geheel te yerdryyeö: Des te heftiger gisting wierd er even daarom verwekt, toen de ïoon en opvolger van dezen laatften, WillemII, zyn bewind opende met nieuwe en ongewoone Daden van berwiftbaar gezach. Op laft van de algemeene Staten deed Hy zes Stedelyke Afgevaardigden ter vergadering van Holland vatten .en met den fterken arm naar Loevefieyn voeren en poogde Amfterdam zelve met een gedeelte van 's Land Krygsmacht te verraffen en tot eenparigheid met de verdere Bondgenooten te dwingen De toeleg op Amlterdam mislukte, maar 's Princen leger trok echter niet te rug voor dat Hy by verdrag zeker was, dat de Stad zich met de andere Bondgenooten voegen en dat twee der pnbèwëegjykftë Regenten zich van hunne poften verfchooncn zouden: De gevangenen op Loeyeftein moeftcn weder in vryheid gefteld werden, naar zy bedankten tevens voor hunne plaatfen in de Regering terwyl de Stcdrn, tot welke zy behoorden, zich mede fchikten tot inftemming in het geen de Prins en dë Raad van State, hadden voorgeslagen. — Gewis had ,zich de jonge en levendige Stadhouder by deze  ; t 55 1 gebeurteniffe flappen veroorloTd, die van de ha-; ,-chelykfte ftrengheid waren: liet zenden van kr-gsmacht, op lalt van algemecne Staten , om eene Stad in Holland van iazreaterj en Item te doen veranderen, was ee:-e vclkoniene nieuwigheid , en geen Stad was 'er -; tegen welke het ondernemen van dergelyke maatregelen meerder nadenken en bedachtzaamheid vorderden dan Amftcrdam: Maar het gevangen nemen der zes afgevaardigden ter Staatsvergaderïnge konde met het geen door Maurits omtrent Oldenbarneveld en zyne medeftaiiders gefchied was, als door een voorbeeld, dat men nimmer by het Bondgenoodfch'p gewraakt had , gewettigd worden: Ook was het bovendien niet te lochenen dat de party van Oldenbarseveld in het geen ze omtrent de vryë oppermacht van elke Provincie in het ftuk van den godsdieuft, beweerde, de duiJyke letter der Unie van Urrecht in haar voordeel had, en dat integendeel het geheele gedrag door de Hollandfehe Staatsleden tegen Willem lk gehouden volftrekt ftreed zoo tegen den geeft dier Unie ris tegen bet geen voorheen gefchied was. Men weigerde te Amfterdam es £> 4  t "5£ 2 dders Willem II. te ontvangen asn het hoolii eener Bezending van wegens de algemecne Staten, gtfchikt ter aanmaning tot eenparigheid: Maar in 1615, by voorbeeld, ter gelegenheid vaq cneenigheden in Friesland , bad Holland en Amftcrdam zelve ingeftemd, dat de Algemeene Staten, met voorbygaan van de Staten der Provincie, zich by Schryven en Bezending inlieten met c|e Stad leeuwaarde Ci), en by de verdeeldheden van 1635 in hetzelfde Geweft, hadden de AP: gemeene Staatcn geene zwarigheid gemaakt omeerf: krygsyolk derwaars te ichikken met vier gemachtigden, weiker berigtfehrift voor de Friesxhe Afgevaardigden geheim gehouden wierd, enorn vervolcends, na dat de heftigheid der verfchillen tot her afeetten v.n eenige Regenten was voortgesbgen , noch nader e afgevaardigden te zenden , die dc afgezet.e wethouders hoorden, zonder zich te hebben aangediend by de nieuwe Sta. ten (2). Die gegeven voorbeelden, fchoon , gelyk alle voorbeelden en gelykeniflen, niet volkomen nn in alles overeenlïei/mende, konden echter vol? (O Z. Kadert, fflst. D. X bl. gi. O.) Atd. D. XI. bl. 22i en 224.''  • C • §7 3 doende fchynen om ter goeder trouw en over het algemeen te doen bcgrypen, dat zoodanige Bezending van de algemeene Staten met inftemming van Holland beraamd, als andere Provincient, en Steden zich in tyden van twift cn verdeeldheid hadden laten welgevallen , ook, in ge-, val van heviger verfchillen tusfchen de Staatsleden van Holland zelve door de Staten van dat Geweft net moeite geweigerd, althans niet on heufch cn fchamperlyk afgewezen worden. —• Wat daarentegen t.oor Amftcrdam en eenige andere Hollandfche Steden ter Staatsvergaderinge van die Provincie doorgedreven was en valige» houden wierd, dat men namelyk verfcheidene Compagnicn , ftaande in dienft van de Generaliteit, maar ter repartitie van Holland, door inhouding yan betaling onbruikbaar maken, en dus, in weerwil van den voordracht van Z. H. en den Raad van State, in weerwil van de groote meerderheid der Bondgenooten , volkomen afdanken wilde, dit ftreed zoo lynrecht tegen het oogmerk en clen geeft der Unie, dat men 'er niet alleen naderhand en zelfs by Stadhouderlooze tyden uitdrukkelyk tegen voorzien heeft ? maar dat D 5  t 5* \ trien het ook reeds lang voor Willem II, meet dan eens als onbehoorlyk en Strydende met de Unie had af ekeurd, en dat de algemeene Staten by voorbeeld den i Nov- 1623 '„ na ingenomen advis van zyne Excellentie en van den Raad „van Staten verftaan hadden, dat geene Provin„ cien op eigen gezach, zonder overleg of refos, lutie van Hun Hoog Mogenden en den Rade van v, Staaten, vermogten eenige kompagnien af te wyt, zen, en dat ingevalle zulks gebeurden, daar tegen „ met macht behoorde vaorzien te worden,'; Prms Willem de II. en de algemeene Staten van zynen tyd beslillen dan hierin imet zelve, noch naar eigene inzichten of drift van het toenmalig ogenblik : maar zy volgden alleen de erkende en herhaalde besliiT.ng, de voorfchrifceq van vroegere tyden; deze pallen ze toe op de gedragingen der meergenoemde leden van Holland, en besloten , dat dezelve onbehoorlyk waren, en dat zelfs, volgends het geen voor weinig minder dan dertig jaren was vafrgeftcld, daartegen met macht behoorde voorzien te worden. Het is derhalve ontwyfelbaat, 't geen door P- Paulus, gewis geen driftig voorftandcr *er StadhouJerlyke Regeering, zoo ronuborftig  r 59 3 dis nadrukkelyk verklaard wordt; dat deze h^nde*, lingen geheel en al wedcrrechtelyk waren Cr) H t-xis zelfs te vermoeden dat die weder rechtelxkhcid naderhand fpoedig zoude erkend geweeft zyn, en dat dus dc Prins, indien Hy tyd van leven gebad haddc, door een wys en kloek Beftuur den nadeel igen indruk lichtelyk zoude hebben kunnen uttwisfehen, van eenen ftouten ftap, die wel 3n zoo verre voor onwettig te houden was, ais ze nimmer door de byzondere Geweften, by wettige fin uitdrukkelybe-overgave . aan dc Algemeene Staten was vrygelaten, maar die echter althans niet meer wedcrrechtelyk kon gehcuden woiden, dan het onbchoorlyk en ftyfzinnig opzet der Hollandfche Staatsleden, tegen het welk tHy na vruchteloos gebruik van alle zachtere middelen van overreeding, eindelyk gehandeld had: Dan de Prins leefde te kort o.n deze hoop der welmeemenden te kunnen vervullen; Hy ftierf noch in het zelfde jaar, weinige maanden na deze ontftaane verbittering; Hy ftierf kinderloos, en het is algemeen bekend hoe vervolgends, uit opge- (_ i) 2. P. Paul, aant. op de Unie van Utr< D. II. tl. 63.  t' 6* f tfat misnoegen, argwaan en wc:rzin tegen her gtadkouderfchap , Holland en, op deszelfs aandrang fchryven en bezendingen, de meerderheid der andere Geweften bet eerfte voorbeeld waagden van een Staatsbeftuur zonder Stadhouderfchap, hoe , niet tegenftaande de krachtigfte vertoogen van Vriesland, evenwel by de groote vergadering Van 1651 , aan elke Provincie de vryhcid gelaten wierd, om zich eenen Stadhouder te kiezen of zonder denzelven te blyven beftuuren, en hoe daaruit alle d e partyfehappen, beroerten , omwentelingen en daarmede verbonden onheilen geboren zyn, welke de Staat zoo menigmaal getroffen en nu eindelyk misfehien bnherftelbaar , in hét verderf geftort hebben. Wat derhalven by de Unie van Utrecht wy. zelyk vaftgehouden of ingefteld was, het gezach der Stadhouders ter bewaring van eenheid en orde , wierd door de inzichten en besluiten van 1651 ongelukkig veranderd in eenen fchadelyken twïftappel : Het affrhaffen dier waardigheid» zelfs met algemeene bewilliging , zou niet anders zyn aan te merken geweeft, dan als he.ï uitnemea der hoofd - gebinten van het geheele,  l ta;.t beroeren en omkeeren konden» Eene waardighe d , die de eenigheid en goede orde met nadruk bewaren zoude, mceft boven zulk gevaar zyn geheld < eweeft, eenigen anderen fteun, eenig ander bolwer- gehad hebban , waardoor dergelyke aanballen voorgekomen of tydig1. gel'tuit, het Stadbouderf' 'hap in zynen rechten geIran Ibaafd en de Staat by ruft en kalmte had kunnen bewaard worden. — Het eenig tegenwicht derhalven tegen de reeds opgegevene gebreken van den Staat, het groote middelpunt Van verëenig ng, hei Stadhouderfchap , had gene genoegzame kracht om alles rondom zich van overmatig afwyken en gantfchelyk uit een [patten te weer'' houwen. GE-  jj GENEES - MTODELEK' I ^a dit ka'm en onzydig overzicht van Neêrlend^ f S^atsgebreken , zoo als dezelve door afgetrokkens befpiegeling vooraf konden berekend worden en by de ondervinding zelve bewaarheid zyn, zoude het nu misfchien aan den bedaarden en onbevoosoordeelden vvysgeer niet önmogelyk fchyneri Geneesmiddelen te vinden, waardoor alle die ongefteldheid, behoudens het bepaalde hoofdoogmerk der Bondgenooten, zoo niet geheel overwonnen, ten minften in haare gevolgen aan■merkelyk verzacht"ctf geleenigd konde wordenDan, dezelfde koele en niet vooringenomeae vaftheid van Geeft, welke Hy behoeven zoudé tot het Uitvinden, en voorslaan, mag men ooK als onvermydelyk noodzakelyk vorderen voor het onderzoeken en beoordelen dier middelen. Men misbillyke derhalven het beding niet, het welk hier vooraf en van deh beginne gemaaki wordt, dat niemand kfcm het oordeel over drt volgende voorslagen onderwinde, dan die zicfo' pan geene andere inzichten, dan waars vaderJjartdaliefde bewuft, boven dien fteeds vry gehou- E  f -66 3 den of'ten minften, alvorens hier verder door te lezen, volkomen ontdaan hebbe van alle ecnzydige neiging naar eene der party.ën in den Staat, of naar eene der buitenlandfc.be Mogendheden, welke eenen besliffenden invloed by denzelven te behouden of te winnen zoeken: men zy Arijlotraat noch Democraat, Stadhouders-gezind noch voor de Loeven/ieinfche Factie in de Franfehe noch in de Engelfche belangen; Men. zy alleen een goed, een welmeenend Vaderlander en men erkenne noch volgen geen ander grondbeginfel 9' dan het herftel en de bevordering van Nêerland's gezonken welvaart en luider. Wanneer men met dergelyke inzichten den bloei en grootheid nagaat, tot welke ons Gemeenebeft by het behouden ' der Unie van Uitrecht en onder zyn voorig bewind, niet tegenftaande de veelvuldigde en hierboven althans niet verheelde gebreken daarvan, .heeft mogen opryzen» dan moet men zich gewis; overtuigd vinden, dat men voor dien bloei en 'grootheid niet slechts herftel , maar zelfs beftendiger duur en noch ruimer uitgeftrektheid zoude te verwachten hebbeu, indien die Gebreken op eene voeglyk»*  C 6? 3 wyze konden weggenomen, en daardoor a|« hooft bronnen'van voorgaand onheil en rampen konden geftopt worden. — BJyft by Uwe Unie Naderlanders, en verwerpt haare beproefde voordeden: niet door U te verwyderen van haare gronden en bedoelingen. Daar ontbrak dan, om eindelyk de gewichtige taak , het aanwyzen van Gcnecs-middelen te ondernemen, daar ontbrak veelszins by het algemeen Bewind, de noodige eenheid van ml en macht: ■ Laat ons alle de byzonderheden, hieromtrent zoo alsze boven opgegeven zyn, van nieuws opne- ~r* ^J om te zien ot ze niet vatbaar zouden zyn voor verbeteringen en volkomene genezing. — In zaken van vrede, oor kg etc. wierd volkomene eenftemmigheid der Bondgenooten vereifcht .en was dus moeiëlyke of geene uitkomft Ci) Maar,' by van Slingeland en anderen is reeds meer dan eene wyze voorgeslagen, waarop men eene billyke meerderheid zoude kunnen öepaalen, by welke altyd zouden kunnen besloten worden, be- CO Z. bl. 28. E 3  houacns den- meerderen invloed van de gewich• tigfte der Bondgenooten en het vereend bel ng der Zee-en Land-Provinciën. — Holland zelf zou zich, by voorbeeld, niet kunnen weigert i van door eenparigheid der zes overige Geweften overftemd te worden: Waar „zich by Holland , slechts eene der andore Geweften voegde, zouden mogelyk de vyf overige ook tegen deze twee mogen opwegen. In alle andere gevallen ten minften zou het billyk kunnen fchynen, dat • twee Provinciën door vyf en da^ r onder Holland -konden overgewogen worden; cn by aldïen zich eens Holland met Zeeland , Friesland en de grootfie der Grens-Povincien , Gelderland , eenparig vonden, zoude zelfs met die vier ftemmen tegen de drie overige zonder oEbilïykheid mogen bcslotert v/orden. Zeker is het althans dat door deze of der«;elyke fchikkingen ook in de zwa rfte zaken eene redelyke overftemming zoude kunnen ingevoerd crl dus een zeker middel ;daargcfteld worden tegen dit Gebrek van uitkomfl. ' De afgevaardigden der byzondere Geweften konden de eenftemmigfte verlangens van byna den geJieelen:Staat vertragen en vcrydelen, dccf.  r % 3 het misbruik der vryheid van overnemen: (i) Ban, d e vryheid is gewis vatbaar voor begafn-' I gen, hoed.nige omtrent de vryheid van verfclrynen of niet verfchynen ter veigade'ringe, gemaakt zyn by de Unie art. 19.: Men ftelle daarvoor, in navolging derzelve, korte dagen, naar gelang der afgelegenheid van elk Geweft, en ma-, ke het tot eenen otweranderlyken regel , dat iet achter blyven van bepaalden laft over den voorgcfchreven tcrmyn van dagen , altyd en buiten eenige uitzondering of volgend onderzoek van verfchooning, zal gèhoudan worden voor eene gaave en volkomcne toeftemming in het geen v,as voorgedragen. — Na dergelyke beAelling zal men zich ook hier behoed vinden tegen alie gebrek van uitkom ft. By opkomende verfchillen tusfehen de Geweften, Steden en Leden van dien, waren geene vafte Scheidslied™, gecne zekere middelen ter vereffening bepaald. <;» Maar, de invoering van eene billyke overftemming zoude reeds veele van dergelyke verfchillen afsnyden, en het zoude orz.bi.29 ooz:èi.29r E 3  i 70 3 weinige zwarigheid kunnen inhebben eene fchik-' king te beramen, naar welke, by voorvallende gefchillen, het zy tusfehen Staatsleden van eenig Geweft, het zy tusfehen twee of meer Geweften , het zy tusfehen de Stadhouders zelf en eenig Geweft of de vergadering der Bondgenooten, de besliffing daarvan zoude kunnen verbleven worelen aan zeker getal, by voorbeeld, van zes Scheidslieden, van wederzyde evenveel, uit eene beftemde Urde en ftand van Menleken, te verkiezen, door elk der partyen voor aangenaam te verklaren, en by dc meerderheid van hun, gekoren Scheidlieden zelf, met een derde van hun getal, en dus tot negen, te vermeerderen. — Door het beramen van dergelyke behoedmiddelen zoude almede hierin op zeer billyken voet kunnen voorgekomen worden het moeiëlyk gebrek van uitkomft. Daar was gedurige verachtering in dc betaling van het geen elk Gewéfi tot de algemeene kalfe moeft bydragen : De werkzaamheden van den Staat wierden daar door verlamd en men h&d gecne middelen van bedwang tegen derge" lyt vcrderfclyke achterwezen. CO Bezendingen» ". OÏ& bi. 3r  t. 7i 3 ' gebruik van krygsmacht, aanhouding van fchepen en goederen, fchorfing eindelyk van het recht om zitting of ftem te hebben in eenige vergadering der Unie, zyn dc middelen , welke men tot h'ertoe vruchteloos gebruikt heeft, 'om dit kwaad te overwinnen , en elk Geweft te houden by dc behoorlyke cn tydige betaling van deszelfs verfchuldigde toelage.- Dan, fchoon men door geene dezer wegen zich de volftrekt noodigè zekerheid omtrent dc beraamde inkomftvan penningen en den toereikenden Smt van 's Lands kalle heeft kunnen verzorgen, fchynt het echter niet volkomen hopeloos daartoe door andere voorzieningen te kunnen geraken; By dc Unie van Utrecht zelve. art. 5 en ó", was men'er omtrent eene overeengekomen, eene algemeene en eenpaarige belafting namelyk, uit naam en door Beambten der Generaliteit te heffen , op wynen} bieren, hoorn, greynen etc.; De eenparigheid van den voet dier belafting was door de verfchillende hoeveelheid van gelden, door de onderfcheidene pryzen der genoemde waren , door den byzonucren toon eindelyk en wyze van leven in elk der Geweften , volkomen onnjogeE4  C 72 ] _ ïylr, en de evenredigheid van bezwaaren was, mede moeiè'lyk te vinden op zulke onderwerpen , ais men het meelt, by de Unie genoemd had, die wel aan de eene zyde, door de opvermydelyke noodzakclykheid van de-rzclver gebruik, volkome zekerheid daarltelden van na genoeg te berekenen opkomften, maar die echter aan den anderen kant, de fmallere Gemeente drukten in het bekomen van de oncmtbeerlyke behoeften ook voor het be roir,penft en fchameJft leven, waarin de.geringite overdrevenheid van fchatting eene harde en pndragelyke tiranny moeft worden. Men k dan van dat beding ais onuitvoerlyk afgegaan ; (r) dan men had wellicht beter gedaan van niet die geheele voorziening, alle kcjjing van algemeene ïaflen ter zyde te Hellen, maar alleen de onderwerpen derzeive, in zoo verre te veranderen, ais noodig was, om ze vatbaar te doen zyn voor eenparige of ten minfte evenredige belasting. Niets verhinderd dat men als noch , op zulkcn veranderden voet, tot de Unie tot het helfen van algemeene lallen te rug keere; maar (O Z. bl 31.  r 73 i pfsn haften ze clen allerwegen op den ontwyfebbare overvloed en ruimte,,op Wynen, op verwerkt Goud en Zilver op edele Gcfteenten en kleinoodiSn;op vreemde Vloert apyten en Huisraad van vreemd of tngelegt Hout; op paarden en ry tuigen van enkel vermaak of pracht op Huisbedienden buiten die voor akkerbouw en handwerken gtfehikt zyn; op Levreiklceclen on derzelver koorden,of galonnen; op Jluweelen ,Zyden ,fynerc Lakens en Grynen, als mede geborduurde en andere Avy?^/-.? Stoffen ; op Erfenijfen van zydmagen; op Speel-kaarun; op - Niemvjlydingen en andere vtf/e tydfchriften;' met een woord op alle foortgelykezaken van overdaad, pracht of vermaak. Deze alle behooren tot den overvloed, welke overal eene ecnparige fchatting fchynt te kunnen lyden, of althans volkomen vatbaar is voor eene evenredige, Huizen en Landcryen ook zyn het deel niet v n de fcha. meie behoeftigheid en de hoogte van dc opkomften, voor welke ze wezenlyk verhuurd, of op welke ze gerechtelyk gefchat worden, kan tot een billyke Maatftaf dienen eener redelyke be. Iafting. — Zoo men echter by de byzondere Geweften „och zwarigheid mpgt biyven ma]vCn E5  - [ " 74 ] óm zyne Burgers en ingezetenen door liet lichar.nj der Bondgenooten te laten fcïatten en belaften bleef noch bet middel over, het welke onlangs is voorgefteld geworden, dat men de tegenwoordige Quota behoude, dat elke Provincie zelve in den haaren eene belafting kieze en uitfcliryve , welke,daar voor genoegzaam zy, en die belafting aanwyzc en afftaan aan de gezamentlyke Bondgenooten, om van wegen de Generaliteit en door derzelver Beambten, van de byzondere Burgers en ingezetenen dier Provincie geheven en des noods, by parate executie gëind te worden, tcffens aan de Generaliteit voor zoo verre en daartoe, eens voor altyd, verleenende recht van territoir cn jurisdictie, - Op deze wyze zoude althans ten dezen opzichte, de kracht niet onbreken om den algemcenen wil ie doen gelden. De Legermacht van den Staat konde niet vryëiyk geplaatft en gezonden worden, waarhet belang van den Staat zulks vorderde, uit hoofde dat de opene Laftbrieven (patenten) van •wege de Generaliteit aan de Troupes gegeven» geen gevolg konden hebben zonder de by gevoegde toeftemming C attachés) van de Provinciën,  r 7s 3 waaruit, waardoor en waarin dezelve moeiten heen trekken: (i) Dan, men benoude de verplichting tot het doen van den eed van trouwe welke de Troupes, zoo dia ze voet op den bodem van eenige Provincie zetteden, gehouden waren aan de Staten dier Provincie af te leggen ; of men doe ter afsnyding van dat herhaalde zweeren, den hoofdinhoud van hetzelve invoegen in den eed, door eiken Officier, by zyne aanftelh'ng, aan de Generaliteit te doen; maar men zie af van alle zoogenaamde attachés, die uit kwalyk gcplaatflr wantrouwen geboren, verderfelyke hindernisfen kunnen veroorzaken by den gcrcgelden loop van zaken, en, by gevreesden, maar naauwelyks te cnderftellen toeleg op verrasfing en geweld, geen genoegzaam bolwerk zouden zyn tegen dc inrukking of den uittocht van de geringde krygsbenden. — De enkele afscbaff ng der attachés, of de verandering derzelve in voorafgaande kennisgeving is voldoende om geheel de Legermacht van den Staat, ten dezen opzichte aan het Bondgeriootenfchap alleen te doen ge- ' CO Z, bl, 23>  r ?6 g hoorzaamen, om den algcmctnen wil door algemeene kracht te kunnen doen gelden. Het gewaande , maar een en andermaal geoefend recht van zoogenaamde Betaahhecrcn ontnam aan liet algemeen Bewind de vry c beftelling en zekerheid, omtrent de grootheid en het gebruik der krygsmacht van den Slaat, (i) Dan, dit recht was nooit erkend, raaar integendeel meer dan eens openlyk gewraakt ; ook had het geenen grond dan in de vreemde en fchadelyke- aanmatiging' van hun, die het gebruikten, en in het overwicht van rykdom en vermogen, waarmede zy het nu en dan wisten door te dryven of althans te doen gelden tot het erlangen van fchikkingen, die zy verlangden. — Men blyve hieromtrent by het geen den geeft der Unie en de aart der zake vorderen: men houde zich aan het geen by de Staten generaal, in 165a. is vaft geftcld, (aj „om dcConfenten, tot verfterking of recrutee„ ring van de militie te doen dragen voor eenen bepaalden tyd , tusfehen welken geene Provin- Q) bl. 33. ' Ca) Z. Paul. aant. op de Unie £>. II, bU 63  ï Ti 3 ft cic i °P cigen gezach, een deel van dezelve zou mogen1 afdanken &c." Of men fnyde noch veel liever de Jtfogelykheid tot dergeïyke afdanking , tot het .invoeren van verfchillenden voet van betalinge, tot alle die verderfelyke vorderingen, tot den naam zelfs yan Bctaalshccren af', door ook hierin geheel tot den ouden en eenvoudig cn vorm te nipte keer en, de penningen, gelyk Wy boven voorbelden, in de Provinciën zelve van wegens het •Bondgenootfchap te doen ontfangen , onmiddelyfc over te ftorten in deszelfs algemeene Krygskas, en daaruit, met affnyding van al den omslag en rupeiël ykheden der repartitien , rechtóftreeks alles te betalen, wat tot de krygsmacht van den Staat behoort. — Zoo zöu het eene geneesmiddel het ander helpen, alle nadeel der repartitien afgefneden worden, en, zoo wel in de betaling als in het getal en gebruik der Troupes , de algemeene kracht den algemeenen wil doen gelden. By de Vergadering der algemeenen Staten Was noch oogmerk noch verplicht'ng ter uitsluitende bevordering van het welzyn van den geheelen Staat Het is twyfelachtig of zy te recht  een algemeen Beftuur kon Ie genoemd worden: (O Niet alleen de moeiclykc noodzakelykheid van te veelvuldige Vergaderingen, maar aok ditzelfde gebrek van volkorcne en vryë bedoeling var. het algemeen belang fchynt, al vroeg verfchillende vercenigingen van Bondgenooten bewogen te hebben, om by het inftellen van eenen Raad nevens zyne Hoogheid, Prins WiLEEM I. het beleid der algemeene befcherming te fpoediger en te zekerder tc doen verzorgen gelyk ook om, naar zyn verscheiden, eenen Raad van State in te ftellen, die met den Grave, naderhand Prins Mauritz. aan het hoofd, tot de Rqgeering en het Gouvernement van dc vereenigdc Nederlanden wierd gecommitteerd: welke Kegeering door de tusfehenkomft van den Engelfchen Gouverneur Generaal , Graaf van Leicester, gcencn klem noch duurzaamheid hebbende kunnen bekomen, is eindelyk in den jarc 1588 door dc Staten Generaal der vereenigde Nederlandfehc Provinciën '„ dc Genc- „ ralcn Regeering van de voorf. Landen „ gefteld ter bediening en adminiftïatie van den COZ. u. 37.  „Raad van State, &c." Deze Raad, wlenè leden by eede aan het algemeen belang der Unie „ met uitsluiting van alle rugzicht op hunne Ge« wetten, verbonden zyn en niet op elke voorvallende gelegenheid den laft hunner Principalen, maai alleen de bevordering de gemeene zaak te volgen hebben; deze Raad was alleszins gefchikt geweeft om het algemeen beftuur te blyven voeren naar den eerft beraamden vorm en inrichting van de Unie terwyl men slechts nu en dan, by buitengewoonen gelegenheden , van nieuwen oor_ log , vrede en dergelyke , de gez.imentlyke Bondgenooten zoude hebben behoeven by één te roepen om nieuwe beftellingen op hun algemeen en onderling belang te maken. — Dan in dezen Raad zaten ongelukkiglyk, van den beginnen volgends Traétaat van 1585, twee Engelfchen Raden, ook was Prins Mauritz, aan het hoofd van denzelven, en het is dus niet moeiëlyk te raden, welk gegrond en ongegrond wantrouwen heeft kunnen gelegenheid geven tot het verlangen, dat het igezach van dien Raad CO Z. van Slifsgel. D, UL tJ. 5 - 7.  t § i .befijocicf, en dat veele zaken buiten rtenzelvta* mogten' kunnen verhandeld worden ; welke volgends het bericht fchrift aldaar moefr.cn gebracht worden.- Men begon althans by vervolg de Algemeene Staten altyd (permanent) te doen vergaderd blyven, en men liet niet na langzamerhand aan die vergadering van Haar Hoog Mogenden het grootfte en gewichtigften deel van de Generaalc Regeeringe te trekken, welke voor* heen wyzeïyk ter b.edietring van den Raad van State geftcld was. Men ziet hierin den oor- fprong der gebreken, die wy reeds hebben aangewezen, CO maar men vind 'er teffens een genoegzamen Wenk in tot het beramen van een gefchikt hulpmiddel. Men herftelle den Raad van State in zyn oud en oorfpronkelyk gezach' met affchaffing i der vafte Vergadering van de St: ten Generaal , of men hervorme deze laattïe om behalven en boven den tegenwoordigen Raad' van State, een grooten en opperden Landraad' Uit te maken van Souvcrein bewind, d"or behoorlyk Bcrichtichrift en uitdrukkelyke veibindtëni!&V CO Z. bl. 3g.  C 81 -J gehouden, om in alle beraadslagingen cn beslui; ten niet te zien op het byzonder voordeel van eenige enkele Provincie of Provinciën, maar eeniglyk op het algemeene welzyn van het geheele Bondgenootfchap. Men late in die Vergadering elke Provincie zyne Gemachtigden en Stem behouden, met zoodanige vryheid van besluiten by meerderheid, als boven is voorgeslagen, bf men gunne , gelyk in den Raad van State , aan elk Geweft een verschillend getal van Gemachtigden , cn besluite niet meer by de ftemmen van do Provinciën, maar van de leden van dien opperden Landraad. In het een zoo wel als in het ander geval, zonde men ten minften, in plaatfe eener byëenkomft van onderfcheiden L aftvoerders en Advocaten, elk voor zyn Geweft , hoedanige Haare Hoog Mogenden waren, eene vergadering winnen van oppeibewini, by welke algemeene wil en kracht zouden beftuurd worden door het algemeen belang. Daar was by het uitvoerend gedeelte van het Bondgenootfchappclyk beftuur , te veel gelegenheid tot Twisten , verlamming van werkzaamheid en gcldverfpllingcn: , Dan alles , WS& mét eenig  t" 8a 1 Vecht tot deze foort van gebreken kan gébracht Invloed van vreemde Mogendheden Ca), zagen we reeds dat geene byzor.dere Gebreken waren vau onze Staatsveryatting, maar alleenlyk verderfelyker kracht en werking hadden door mangel van behoedmiddelen tegen dezelve : Het daarftellen van zekere en korte wegen van uitfamfë door ' tceftaan van over/lemming , afsnyden of bekorten van overnemingen , cn invoeren eener plechtige verbintenisfe van alle leden der algemeene Befluuring aan het algemeen belang , kan niet misfen den anders weeligen groei te belemmeren van alle zaden van verdeeldheid, de byzondere inzichten te leiden of te dwingen tot inftemming in .het algemeen belang, cn aan alle vreemde CO Z. bl. 42-—44, Ca) Z. bl. 44—49,  C 86 ] woelingen de gelegenheid te befroeiëen om, door het verwekken of aanb.1 azen van tweedracht cn partyfeh ppen, de Staatsbeslurtea meer naar uitheemsch, dan naar ons e:gen voordeel te doen overhellen, of fonityds zelfs besluiteloos. he;d , verwarringe cn staatsomwentelingen te bewerken — Twee hoofd - gebreken zal men ondertusfehen in het eerfte' gedeelte van uit werkjen noch öpgcu;.-l,t hebben, welker geneczing noch wyd grou'tere en misfehien onftoorbare vafti...heid zoude kunnen geven aan Neêrlands Sua svervatting: Ik meen eene bcetere inllellïng o] keuze der Regeerir.ge by vertegenwoordiging, (i) cn eene heilza"ie verbetering van het Stadhoudcrfchap C-2). flet beftuur was niet altyd in de pejtchiktrte handen: By den Adel of Ridderfchappcu was opvoeding en vermogen niet altyd evenredig aan de geboorte , en in de Steden wferdén de Regenten meer naar Familiebetrekking of beurten, dan, ingevolge van Keuren cn Handvejlen, naar CO Z bl. 45 volgt. Ca) z. bi. 58-64.  wysheid en bezittingen gekorcn : Dan? alle nadeel, dat hier uit plag te spruiten, zal voo; het vervolg zeker en ontwyfeibaar verhoed worden , inJicn de Adel en de Stedelyke Regeringen tot alle zoo Provinciale als Generaliteits Ambten en Commilïïen, welke de eene en de andere gewoon zyn van harentwege of door iemand hunner leden te doen bekleden , elk drie perfoonen uit zyn midden benoeme , om daaruit eene gekozen te worden door het Hoofd der uitvoerende Macht, en indien insgelyks, geene Regenten in de Steden worden aangelteid, dan by keuze van het voorgemelde Hoofd der uitvoerende Macht, uit een grooter of kleinjr aantal Burgers, naar mate van de volkrykheid der plaatfe, benoemd door de vryë Hemmen van de geheele Burgeryë Qf Van haare kiezers , en hebbende de vereifchten , welke door Keuren en Handvcften wy zelyk zyn voorgefchreven. — Door deze Miikkingè zal het belang van de geheele Ridderfchappen en Steden werken op cie benoeming hunner Ambtenaren of Gecommttteerden, zal alle byzondere begunftiging van enkele perfoonen of geslachten zoa F4  , 7 88 i niet afgcfheden, ten minften merkelyk vermin» derd worden, en zal tefFens de invloed van kuypery en omkoping, welke anders , zoo hierin als in de keuze van Stedclyke Regenten, eenen verderfelyken rol zoude kunnen fpeclen , op Let krachtigft worden afgeweerd door dc vryc keuze van het Hoofd der uitvoerende Macht, zonder welk behoedmiddel alles alleen aan de behendigheid van den liftigften en rykften Haan, cn dus aan veel erg re beslilTmg dan a. n die van lot, zoude worden overgelaten. Het Stadhouchrfchap had geene vaftigheid en geene kracht genoeg ; in plaats van aan zyn oogmerk te voldoen, was het een twiiiappel, eene bron van partyfehappen in den Staat geworden, cn had doorgaands , uit hoofde van den Regéeringsvorm zelve, geenen genoegzamen Meun om zich by wettig1 gezach en noodigen invloed te handhaven: De Stadhouder was, om de zaken met haren rechten naam te noemen , aan de eene zyde piet genoeg gerugfteund tegen meenigte dwars, ryveryen. en aanvallen van misnoegde Regenten met derzelver aanhang, en aan den anderen kant uit den aart der zake in de onmogelyk-  I »9 0 keid, om de menigmaal tegenftrydige inzichten en bcdoeling-cn van elk cn ieder derzclve, met zyne begrippen van plicht en van algemeen belang te verctnigcn of alle téffetis te voldoen- —■ Maar wanneer eens de benoeming tot Ambten en Commiffien eerft. en voor d u t den fchoot van Ridderfchappen of Stedelyke Regeeringen, .en de benoeming tot alle Stads beftuur eerft en vooral uit den fchoot van derzclve Burgeryën zouden moeten voortkomen, dan ftond het te voorz cn , dat byzondere geslachten of perfoonen niet derzelver aanhang zich niet iichtclyk, althans niet aanhoudend, van den geheclen klem der zaken zouden' mecfler maken, en dat het Stadhouderfchap reeds in deze beftellinge eenen aanzienlyken rugfteun zoude vinden tegen de overdrevene vermogens der Ariftocratie, wanneer ze zich fomtyds boven het volk cn boven den Stadhouder zoude willen verheffen. — Dc ree.s voorheen opgegevene middelen van uitkomfi door billykc over/lemming en affnyding of bekorting van het fchadelyk overnemen, dc geregelde Styv/ng der algemeene kaffa door algemeene belastingen , met alles, wat bovendien ter verbetering  der Staatsvervatting is voorgedragen , zoude gez menlyk faraenweri en, om de meeftc en, helaas, de gcbruikciykfte wegen en kunftenaryën af te fnyden, door welke de invloed van den Stadheudcr veelstyds belemmerd, en niet zelden zyne wclmecnenfte en hcilzaamfte inzichten , het zy opëniyk, het zy bedektelyk, overdwarft of verydeld wierden. — Byaldien men noch boven dit alles, het gezaeh van het Stadhouderi'cliap te zekerder gronden en boven alle gevaar Van tegenftribbeling niet alleen, maat ook buiten alle mogelykhetd van ontaarding zetten wilde, konde het, zoo wel voor elk der Geweften als voor het geheele Bondgenootfchap, door gel kfoortige Bericht-Schriften of Reglementen , zoodanig in zyne rechten en werkzaamheden bepaald en bevefcigd worden, dat geen St. dhoudcr meer voor tegenkanting , cn geen Nederlander voor Ir.nking zyner vryheid te duchten hadden. ■ — Zoodanige maatregelen eindelyk, zulk wederkeeren tot de oude Unie, by zuivere inzichten op 's Lands belang , met inftemming van alf: partyën in den Staat, en by voikomeue lierëenking m onderlinge verzoening van dc-  zeive, konde niet anders dan, reet het geluk vaq alle byzondere Burgers, tefïens hunnen al:e ;.ecnen welvaart en krachten herllellen, eensgezindheid en orde doen herleven, alle ftoormg daarvan voor het vervolg verhoeden , en het vryë Nederland uit de diepte van zyn tegenwoordig verval, weder van nieuws tot den voorouderlyken bloei cn luister opvoerep. ;— Dan deze ichildery is byna te Ichoon , dit uitzicht te verrukkend , dan dat men zich vleien durye hetzelve door de uitkomft beveftigd te zien: Men is allcrwcge ;e veel ingenomen met andere, zo men meent , nieuwe grom.beginfels, men be'ooft zich een onbepaald voordeel van de lecre der vryheid, 'gelykheid, cn broeder* fchap: Naar deze moet de geheele Staatsvervatting vervormd , de geheele wyze van volksvertegenwoordiging omgekeerd , alle erfclyke ambten' en waardigheden afgefchaft , en bovendien het Bondgenoodfchappelyk beftaan der verecnigde Nederlanden tot de volkomene eenheid van eenen enkelen en onverdeelden ftaat, van een eehig volk der Bataven worden Damgefmoltcn. — Aïlepoogmgèn der tegenwoordige Bewinddfe-  C * 3 den ftrekken daarheen, om dit Hout en grootfch ontwerp, in navolging der Franfchen, door te dryven ; deze hunne voorgangers zullen hun ook daartoe dc middelen weten aan de hand te geven, en de inzichten op bewaring der Unie, op onderlinge herëeniging en verzoening zyn gewis niet te bereiken , ten zy men gelukkig genoeg zyn mogtc, om het bedriegelyke en gevaarlyke van alle die nieuwigheden volkomen te doen doorzien , den geeftdrift voor dezelve te ftuiten, en de gemoederen tot zachter en zekerder middelen van 's Lands herftel te rug te lei. tn. Hier toe zyn alle de overige bladzyden v.;n dit klein gefchrift beftemd, en men verzoekt daarvüor van eiken v..derlandfcheu Lezer eene onpartydige bedaardheid, die geëvenredigd zy aan het buitengemeen gewicht der zake, en aan de befeheidenheid , welke de vrymoedigc behandeling van dez-h-e zal kenfehetfen. Vryheid, welke in de eeifte plaats genoemd en gezocht wordt, meende men reeds voorheen in.ons v/jë gcmccnebejl te genieten, cn men mat 'dezelve veelszins daaruit af, dat men aan geen willekeurig bevel of gezach van een eenig menfeh^  e 93 r maar alleenlyk onderworpen was aan de Wetten en Bevelen van zyne Souveraine Vertegenwoordigers toegepaft door zynen daaglykfchen en eigen'Rechter, van welke men niet konde noch mogte worden afgetrokken, dan in zeer weinige en by de Wet uitdrukkelyke uitgezonderde gevallen. ■—■ Dan, deze vryheid fchynt voelen te bekrompen , ze mift, naar hun inzien, haren wezenlykften hoofdtrek, en terwylze dezen aan de eene zyce willen doen erkennen, verkrachten ze aan den andere kant het fterklte bolwerk tegen allen indrangvan overheerfching: De Vertegenwoordigers zeggenze, de Souveraine Wetgevers moeten door de Vertegenwoordigden, door het volk zelf, gekozen zyn; zonder dit is 'er geene vryheid; maar omtrent de Rechtbanken oncertusfchen Helt men beftellingen voor en geeft men inzichten te kennen, waardoor wellicht het hei, 1'gft plechtanker van elks byzondere rechten en eigendommen de onberjepelykheid by eenen' vreemden en afgelegenen Rechter, meer zoude kunnen verkort of vernietigd worden, dan voorheen door het inftellen van denKoogen Raad te Meche. len, waar door zich de Spaanfche dwingelandy  [ 94 ] ?no gehaat maakte: Men trachte minnet zulk ichadelyk opzet door te dringen cn den goeden Burger by veraffing te onzetten van het gewichtig!!: voordeel zyner oude vryheid, het uitsluitend te regtft an voor zyne ei, gene en naafte medeburgers; en, wat de verkiezing der Vertegenwoordigers door bet volk zelve aangaat, bereekcne men voora'', by de proeven van ouder en n'euwer tyden, welk heil kuipery, omkooping en lift daarvan kunnen doen verwachten , indien niet ergends eenig behoedmiddel voor banden zy, tegen de aldus te bewerken vooringenomenheid en dwaaling der menigte: Dit behoedmiddel veftige men in de eindeiyke keuze van het Hoofd der uitvoerende Macht, zoo als het boven is voorgefteld, en de goede Burger, aan de eene zyde verzekerd, dat 'er niemand aan liet bewind kome, dan dien Hy *er zelf toe heef helpen benoemen, zal aan den anderen lAtnt genoegzame gerufdieid hebben, dat wie die benoeming , door verkeerde middelen en bu ten verdienften, mogt vekregen hebben, niet licht \oor andere en meer bevoegde onder z\ne medegenoemden, zal verkozen worden. —-  t 95 3 Wat de vryfieidomtrent het eigendom, dehandejfogen, de eer en hetlcven der Burgers betreft; men' Iran geene Opverfte Macht denken, welke daarover 'niet in zoo verre zoude kunne en moeten heitellen, als het algemeen belang volftrektelyk vordert. —■ Hieromtrent is het onmogelyk alles by het grondverdrag der Maatfchappy te bepalen, maar moet aan het Oppcr-Ècfluur veelzins worden vrygclatcir zyne eigene inzichten te volgen op den welvaart der gantfehe Maatfchappy, en fchynt ook in ons Vaderland, zelfs met opzicht tot de tederfte ftukken, niet minder gezach gevoerd te worden door de tegenwoordige Bewindslieden, dan immer onder de voorige Regeering gefchied was. Hunne opvorderinge van alle gemaak goud - en zilver-werk met verdere koftbaarheden "was geheel nieuw, hunne opgelegde belaftingen zyn xniet minder drukkent dan de voorigen, en hunne oproeping ter wapening eifcht een verzuim van •beroep en koftwinning, eene bloodfielling aan moeiëlykhcden en levensgevaar, welke nimmer te voren gevergd zyn. De vryheid zelfs van over alles zyne gedachten te mogen zeggen , welke fflen als Souvcrain heeft doen aakondigen on-  üev de onyervreemdbaarc Rechten van den Menfch en Burger/fchynt men toch eindelyk, gelyk alle andere uiterfyle handelingen* aan den wil en regel'n.-r van zyn oppergezach te hebben willen on(IcfWcrpea: Schriften, Liedjens, Gefprekken cn W. orden, die niet ftrooken met de thans aangenomene begrippen, noemt men oproerig en antir#9« 'u:i»;air : Die zc zich alsonvervreembaarrecht veroorluoft, wordt, al« misdadig tegen de Burgerwet, aan goed, eer, lyf en fomtyds ook aan leven geftraft s Men heeft zelfs wegens gedichten doen boeten, die slechts uit vriendfehappclyke en önderfchepte brieven of uit verslotene papieren waren ontdekt geworden. In dit alles fchynt de nieuwe vryheid niets begeerlyks te zullen hebben boven de oude.— Maar men zal meerdere vryheid van Godsdienfi hebben; de tienden ook, alleLecn-verplichtirige en alle Hecrlykt Rechten zullen worden afgefchaft, geen Gilden ofMecsterfchappen zullen verder de behoeftige nyverheid belemmeren, en de Uuwelyhftaat zelve zal geene blyvendc slaverny, geen eeuwige bron van misnoegen en ellende meer zyn, men zal de vryheid hebben elkander vaarwel te zeggen, wan-  ê 9> i •tfalfneer men. met elkander niet gelukkig is.' —Dan alle deze Uwe vermeende voordeden, myne Vrienden, zyn slechts nieuwe wetten en voorzieningen van de nieuwe opperfte macht; maar Ge zoudt dezelve verkeerd beschouwen, indien Ge mogt öordeelen dat ze tot de Staatsvervatting, tot de inrichting en vorming der oppcrftè macht zelve behoorden- — Het voorig Bewind 'konde het voorig Bewind gebleven en evenwel door hetzelve,zoo wel als door het tegenwoordig Beftuur, alle deZe veranderingen ingevoerd zyn. Alleenlyk hing dat alles toen van de' beoordeeling Uwer vertegenwoordigers af, en waren deze verpfcht daaromtrent te beftelleriy zoo als 'sLands &'s Volks belang, naar mate van het verfchil der omftandigheden, fchéen te vorderen, terwyl Ge nü zelf het een en ander tót een vast verding maakt van het nieuwe Gtondverdrag Uwer Burger-Maatfchappy, en aan Uwe Vertegenwoordigers de gelegenheid affnyèt, óm by' andere omftandigheden andere en misfchlen betcte inzichten te volgen: Myne eerftc aanmerking op dit alles is derhalven deze, dat Uwe Staatsvervatting niet behoeft veranderd te worG  £ 93 '% den om de voorgenoemde nieuwigheden te doen aannemen; dat Ge dezelve eveneens zoud kunnen erlangen by de voorz'cht'ge en heilzame te rug kcering tot de Unie , welke te voren is aangeraden. Maar eene andere vraag zal men zich hier noch behooren te doen, alvorens alle deze nieuwe beftellingen als onfchendbare bedingen van een nieuw Grondverdrag vast te ftellen: Zyir dezelve in der daad zoo billyk, zoo voordeelig, zoo belangryk , als men ze thans doorgaands doet voorkomen ? — Het Huwttyk, om het eerft te fpreeken van het geen boven het laatft genoemd is, het Huwelyk is reeds verklaard eene eenvoudige burgerlykc verbind ten iffe te zyn, en dus , naar den aart van alle dergelyke verbinteniffen, ontbindbaar door de wederzydfche toeftemming derVerbondenen: — Een gelukkig geneesmiddel zekerlyk voor die onzalige echtverè'enigingeii in welke aanhoudende twist , onderlinge tegenftreeving en afkeer zelfs , de famenleving ondra gelyk en het krygen of althans het behoorlyk opvoeden van kinderen onmogelyk maakt: Ook  £ 99 5 hy andere, zoo oudere als jongere Volken vond men ut dezen hoofde, meerdere of mindere vryheid tot echtfehekiinge ingevoerd: Dan , by aldicn dezelve al dienen kan om kwalyk verëende ouders uit elkanders on'geneuglyke bywonning en gedurige bitterheid van huiskrakeel te herftellen In voorige vryheid en kalmte, moet het toch aan den doordenkenden Menfcheukenner teffeós zorgelyk voorkomen, of niet dit zelfde geneesmiddel van erger gevolg voor den Staat zou kunnen worden, dan de kwail is, welke het zou moeten genezen: De goede opvoeding der jeugd m al t eene der voórriaamfte zuilen voor den aanhoudenden bloei en welvaart van elke Burger -Maatfchappy; Dc natuur zelve roept cn dryft 'er de beide cuders toe door eeneeigene neiging en drift, welke van geene menfehelyke wetten , van geen eigen belang , van geene vooroordeelen afhangt, maar in tecende/zich menigmaal boven die alle verheft, en eigen leven zelfs voor het behoud van kinderen doet in de waagfchaal ftellen en opofferen. Veèk rede. nen ook waren 'er op te geven , waarom die gewichtige taak der opvoeding door deze algemee*' G a  f wc- ] rie natuurdrift der kinderliefde wyzelyk is toegedeeld aan de heilzame verëeniging van de kommerlyke bezorgdheid der zachte en teerhartige Moeder met hét wys cn kloek gezach van den goeden en rechtfehapen Vader : Deze wyze en gunftige Verordening nu der Natuur werdt by elke echtfeheiding openlyk gefchonden cn het voordeel moedwillig verworpen, het welk de Staat daaruit te wachten had in de geregelde opvoeding der kinderen ,, voor zoo ver dezelve nimmer door anderen, of door een der ouderen' afzonderlyk, met gelyke hartelykhcid en geluk kan verzorgd worden, als door Vader en Moeder beide, byaldien ze slechts de neiging van hun hart verftandiglyk involgen en beftuuren. Maar, zal men hier tegenwerpen, even daarom willen wy vryheid geven van echtfeheiding, om dat 'de gewenfehte en noodige opvoeding der Kinderen onmogelyk wordt, waar hoog gaande hulstwiften en onderlinge afkeer tusfehen de ouders, niet alleen de verëeniging van zorgen volftrekt verhinderen, maar door dagèlykfche voorbeelden het hart der jeugd veel eer tot allerleië verkeerd» heid, dan tot gevoel van deugd en menfchelyk-  r lor 'J 'heid vormen zouden: Deze inwerping heeft ze* kerlyk den fchyn van het besliffendft belang ,* maar wanneer men ze nader beproeft cn tot op den grond doorziet, zal ze tot niets■ anders-of verders kunnen leiden, dan dat het huwclyk geene eenvoudige en altyd verbreekbare, maar eene buiiengewoone en levenslang Jiar.dhoudende, het zy dan Burgerlyke, het zy ook Godsdienftige Verbindtcuiffe blyvc, dat men zjch dus hierin houde aan het geen, waartoe men door de Natuur zelve en door het belang der Burgcr-Maatfchappy tevens geroepen wordt, en dat men verder by voorzichtige Wetgeving alleenlyk trachte te voorzien tegen die enkele en , in vergelyking van 't geen voorheen algemeen plaats had, vry zeldzame gevallen, waarin het famenblyven der ouderen, of voor hun zelf, of bovenal voor hunne Kinderen gevaren en nadeden zoude kunnen hebben, met welke het belang van den Staat zelf verbonden zy. — By het heitellen van dergelykc hulpmiddelen tegen zeldzame ongevallen, blyft men toch in onverbreekbare beftendigheid der Echtyerëenigingen den natuurlyküen en zekerften waarborg behouden van een deugdzaam  [ 102 1 en bloeiend Nageslacht; daar integendeel eene algemeene en onbepaalde vryheid v.n echtfeheiding in p'a ts van het kwa.d, waar het zich vertoonen mogt, te genezen, integendeel niet nuffen kan hetzelve verder te verbreiden en allerwege door de geheele Maatfchappy te doen heerfchen. — De Huwelyken tcch zullen reeds by den aanvang lichtvaardiger worden aaflgega:n; men kan toch altyd weer fcheidens De echt enooten zuilen zich veel minder dan voorheen, nar.r elkander tiachten te fchikken en lot gelykheid van inzichten en fmaak te gewennen? snen heeft liever met elkander te breeken cn elk een ander te kiezen, met witn men beter over weg kunne.; H.it gezach van den Man en Va er ai thans zal geheel vervallen, warneer de Vr-uw en Moeder z'ch naar believen 'cr van ontslaan kan; daar is maar eei'e ecTitfchei naar het platte Land begeven , moeten gewis de Steden met hunne vulkrykheid, ook hunnen bloei en aanzien verliezen, moeten Uwe tegenwoordige Maatregelen eindelyk re wege brengen, ''t geen de driftige partyfehap wel eens onverftaneiig genoeg was, om als den wenfeh van Hof en Adel op te geven , dat de Straten , Markten en Beurzen 'Uwer grcotlte Kooplieden in graspaden en weiden vcr..nderd werden. — Zoude men niet O 5  liever by het oude mogen blyven, dan zoo hacheïyke nieuwigheid wagen ? Alle Htcrïykè Rtchten . Tienden , Lcenpiithtlgheid, het geheele Leenrecht eindelyk moet ten bo.dem geslagen en velbannen worden. — Maar ik heb my, by wettigen koop of anderen titul, Heerlykhèden met dcrzelver voordeden, recht van Tiend heffing, Leen-boeken en dergelyke aangeworven : ;Mag nu een ecnige ppperfte Macht beftellen over dezen mynen byzonderen eigendom ? Het antwoord is bekend, ja, maar mids zulks voor het algemeen belang onvermydelyk HOOdzal elyk zy, en mids men my volkomen fchadeloos ftellej wat boven dien is, is geweld £11 dwingelaridy:: ■— Men óverleggé dan of de welvaart van den Staat'dé afichaffing van dat &\£svuJ/lrekte!yk vordere; men overlcgge dat men de fch.de-vergoeding niet zal kunnen doen uit '/ Lands kaffe, dewyl .e vrucht 'ervan alleen genoten zal worden by die byzondere plaatfen, die hurme Heeren hebben , by die byzondere Burgers, die T.end-Lecn-Cyns- of D enft • plichtige goederen, op bereekening van alle deze laften, getocht of anderszins aangewonnen hebben ; De-  ze zullen de voordeelen' ""genieten, het is dus billyk dat ze ook de laden dragen: Maar mui overlegge 'erby, dat weder aan dezen dergelyk beding ter naauwer nood kan worden opgedrongen, en dat by den Landman echter de begeeving van eenig A;nbt of Prcdikatits-plaats, het nuffen van een Schoof koorn, het deen van Hand- en Spandi'cufl ,gemecn]yk lichter gefield word'd;n het geld, waarop het een cn ander naar b lyhheid zoüde moeten gefchat worden- — De voorgeslagene verandering derhalven is niet noodwendig verbonden met het algemeen belang; van 's Landswege. mag boven diende fckadeverging niet gefchieden en die geenen, welke ze zouden moeten opbrengen zullen waarfchynlyk het angeboden voordeel ni.t ïot den gefteldcn prys bageercn.— Watblyft 'er dus over, dan ook hier in het oude bven het nieuwe te biyven verkiezen? — De Godsdienft eindelyk begeert in g 'enen Staat meer vryheid te hebben, dan in ons Vaderland, waar algeaieene en byzondere welvaart eem'giyk en voornamelyk ruft op den koophandel, waar men den famcnlojp hebben en houden moet van Vreemdelingen ui: alle volken en wcrclddcclen,  I 108 ] d e hunnen overvloed onderling by ons verwiffelen, cn ten ruimden de gemaklykheid en de hulpe betalen, welke zy daar toe op onzen grond en in onze tusfehenkomfe vinden. Schoon veele aanzienelyke Staten, by harde en fchérpe verbanning van allen vreemden Godsdie, (t, evenwel eenen zeer bloeicnden handel blyven dryven, heef. men echter den buiteugewoonen ryddom en uitgeitrektheid van den onzen, doorgaans bovenal tpegefchreven aan de verdraagzaamheid, met welke nevens den openïyken Godbdiend van den Staat, alle andere Godsdknden geleden of toegedaan en aan elk onveilct gei ten wierd, zyne Cod haar zyne inzichten en grondbcginfcls te dienen. Dan, wat men thans als meerdere vryheid in dit gewichtig ftuk wil aangezien hebben, is in der daad eene bewaaring van het oude ten opzichte van alle, rndere, met eene nieuwe affchdling en vernietiging van vryheden en voorrechten ten opzichte van den hervormden, den Staats-Gods-, dienft Men oordeelde namelyk voorheen dat geen volk, geen beftuur beftaan, by zedelykheiden dsugt bewaard worden kan, _ dan door eene ak  L **d9 ' 3 gemccne, op meer dan mcnichelyk gezach gegronde overtuiging, dat 's menfchen beftcmming by dit leven niet bepaald is, cn dat men werkzame liefde en eerbied voor een opperwezen voeden moet, welks goedheid wysheid en macht, ver boven de grenzen van aïle m'enfctielyk oppergezach verheven, elk en een ieder, ook aan geene zyde van het graf, het loon zullen doen ontfangen, dat Hy hief door openlyke of bedekte handelingen mag verdiend hebben: Op dien eerbied was mede het vertrouwen geveltigd, het welk men in den Aftelde ; cn door dezen won men het krachtigft middel om elk aan zyne plichten te verbinden, om recht en waarheid, ook in de duifterfte gevallen; te onderkennen en befchermen: Met dergelyke inzichten was het noodzakelyk verbonden dat ede volk, vertegenwoordigt in zyne Overheid zorge droeg voor het behouden en aankweeken van Godsdienftige grondbeginfelcn ; dan , daar 'er groote verfcheidenheid van Godsdienften, en by fommige zelfs gevaar w.s, dat ze niet ftrooken mogten met de noodwendigfte grondregels van alle Burger-Maatfchappy, volgde het van zelfs, dat ook elk volk vo.r zich dien Godsdienft k'ie-  f " TIC* 1 ;MI' n"oeft,> weR'e *e redelykfte en de krachtigfre geoordeeld wierd, om deugdzaame en gelukkige menfclien niet alleen, maar teffens goede en werkzame Burger te vormen .- Die keuze eens geschied, en de verwydering, afkeer en na. yyer tusfehen heden van verfch.'lhnde Godsdicnft, onge'ukkiglyk hefrigft en onovcrwinbaar zynde, londe het weder niet anders, of de verkozene Godsdenft moeft by hoog gezach en op koften der Maatfchatpy door den geheekn Staat openlykVleerd, en de beleiders van denzelvcn moefe tot alle poften en ambten het gefchiktft geacht wordtn, als gezamcnlyk cn eenparing die Godsdlenftige begrippen toegedaan zynde, welke gewkfelyk geen het gerngfte gevaar aan den gtaat dreigden, maar integendeel door denzelve als voordeelig en heilryk verlozen waren en begur.ftigd wierden. Deze was rotvorr weinig tyd de ftand en het voorrecht van de Hervormde Leer in de Nederlanden: alle andere Godsdïenft van Chriften en Onchriften wierd 'er t evens dezelve geduld.- én nergens oefende men 'er eeniga gewetensdwang. — Dan, federt dat eerdgn vlugge en levendige maar weinig doorzichtige  Handen zich roem en voordeel gezocht heb? ben, door eene uitzondering te willen zyn van be groote menigte, door alleen, enin'tbyzonderden Chriftelyken Godsdienft niet te belyden maar openlyk aan te vallen, niet eerbiedigen maar te befpotten, niet te bcleeven maar door hun] geheel gedrag te verloochenen; federt dien tyd heeft men eerft in het lichtzinnigs Frankryk en daar na, op deszelfs voorbeeld, bymeenigander Volk zich laten weg sleepen door den geweldigen en bedriegelyken Hroom van Bybel-en zelfs. Van God-verzaking: De Natuur moet, naar hun begrip, het eenig leer-boek zyn, waaruit elk zyne kenniffe afleiden, zyne belangen zoo wel als zyne plichte leeren moet, en 's menfehea verftand en hart beide zyn vatbaar voor zoo veele vorderingen en zoo groote volmaaktheid-' dat ze slechts door behoorlyk onderwys en le:dlng, C au/klaring noemen het de Hoog-Duit fchers ) behooren verlicht en beftuurt te worden, om tot mcrkelyk hooger traP-van weterfchap en deugd op te ftygen, dan ze immer bereiken konden by het volgen van eenig Godsdienftig gezach, dat toch door kerk-en volk-bestierder»  t iiè f 7.00 menigmaal misbruikt wierd tot het werktuig' van gierigheid en heerfch zucht. — Deze ver» byfter'ng fchynt dan ook by U veld gewonnen te hebben, m; ne Nederlanders? Dc Godsdienft maakt de menfchen niet beter; de voorbeeldig, ftc Christen is geen nuttiger Burger dan eenig ander; Elks woord is zoo góed en krachtig als' de ftcrkfte Godsdtrnftige eed: Wat heeft dan de Staat mét den Godsdienft te maken? Men fcheide ze van den ander; Dat ieder leere en geloove wat hem beft gevallen mag: Dat zy, die in kerk-gemeenfehap leevcn willen, 'er zelfde Iaften van dragen; De goederen en inkomften der Maatfchappy, die van oudsher tot het bekoftigen daarvan beftemd waren, kunnen tot andere eindens gebruikt worden. Dan, myne duurfte vrienden, welke tuimelgeefc ook thans over Uwe Geweften zweeven moge , Gy waart altyd voorheen, Gy zyt gewis noch te wys en bedachtzaam , om over een ftuk van dat buitengewoon belang, te willen besliffen cn fteaimcn, zonder vooraf naauwkeurig onderzocht , zonder zorgvuldig nagegaan te hebben, of de voorgeftelde begrippen aiet veel meer fchyn dan wezcnlyk- heid  [ "3 ï geld» niet veel meer gevaar dan voordeel hebben :Gy zult ongetwyfeld eerft en vooral de volgende vragen by U zelf trachten op te loffen Zou 'er in de gefchiedenis der wereld een voorbeeld voor handen zyn van een volk zonder Godsdienft, dat by deugd, zedelykheid en welvaart bewaard zy? Kan men gelooven dat eene geheele Natie, door enkel wysgeerig onderwys en leiding tot merkelyken trap van volmaaktheid zou te brengen zyn, daar naauwelyks eene kweek-fchool, of zoo genaamd Philanthropieit van uitgezochte en wel bewaakte jongelingen, te noemen is, uit welke niet nu en dan Kweeke» lingen en Opzienders zelve, als slecht en omver beterlyk hebben moeten weggezonden worden, of uit welke, zelfs na voleindigde opvoeding, geene jongelingen zyn voortgekomen, die door' onkunde en wangedrag alle verwachting te leur ftelden, welke men van hun had opgevat? Hebben alle ftatelyke plechtigheden thans hunne kracht verlooren om 's menfchen hart te roeren, of zoude onder dezelve de halleen zyn gewicht en indruk verloren hebben, door te zeer vermenigvuldigdte zyn ? — Is de Chriftelyke Zede-leer niet by H  t 114 i -deri Vrygceft zelve erkend voor allervoortrcffelykft, en voor eene volledige beveiliging vva^ alles, wat door eenig vernuft uit de naruur zelve zou kunnen afgeleid worden.? en waarom zou dan een Volk twyfelen dezelve als de zyne voor te liaan en aan elk zyner Burgers te doen Voordragen en inprenten ? — Wordt die Chrifrelyke leer niet het eenvoudig!!: en met de minlte inmengfels van vreemde byvoegfels gepredikt by dc Hervormde Gemeentens ? en hebben dan de leden daarvan, die in onze Burgerfchappy gekomen cn gebleven zyn onder het beding 1 van daarin voor zich en & hunne Huisgezinnen openlyke en onkollbaare GodsdienftV oefening tö hebben; geen recht om zulk? uit die goederen te vorderen, welke onze voor* ouders daar in' gefchikt hebben ? Onze Kinde ren zullen, naar de tegenwoordige ftelregels, tot ïiiets gehouden zyn, war hunne ouders inftelden , of waartoe deze zich verbonden : Hebben wy dan recht om, buiten onvermydelyke noodzake , te vervreemden, het geen ons alleenlyk voer geheel het Nagedacht is te beheeren en te bewaren gegeven, of zal het Nageslacht recht hebbes  C *"5 1 <*rn alles,. wat we daaromtrent; verricht hebben , voor wederreclitelyk en nietig te verklaren, de bronnen der Kerkclyke onkoften weder aan zich te trekken , en de onvoorzichtigheid van die lulden te beklagen, die gekogt en betaald zullen hebben j 't geen klaar en ontwyfelbaar het onvervreembaar eigendom was van . het Nageslacht? i—■ Zal niet, wanneet elke Burger, zonder onderfcheid van Godsdienft, gelykelyk verkiesbaar is . . <. . [Dan hier voél ik my ongevoelig gebracht tot [het tweede verkenningswoord der nieuwe Staatsleere, Gelykhcid, en ik kan te lichter daartoe overftappen, daar ik omtrent het eerfte, vryheid, ook in het allergewichtigft ftuk van den Godsdienft, de voornaamfte bedenkingen mee:» te hebben opgegeven, die tot behoedmiddel kunnen gefchikt zyn, om niet roeksloos de nieuwe onverschilligheid te verkiezen boven de oude vryheid? ; . Gelykheid heeft de Natuur zelve niet onder de menichen gevefiigd : Zy verfchillen onder, ling in kunne, in jaren, en elk geslacht, elke trap van ouderdom heeft zyne onderfchcidene eigenfchappen , neigingen, zwakheden en voorrecht H 2  [ 1IÖ ] ten; Waar gclykheid van geslacht en jaren is, vindt men noch een oneindig vèrfchil in lichaamskrachten , in ziels - vermogen; cn het voortreffelykst geluk, het welk de groote menigte by den behendigften of by den fterkften , by den rykften bezitter, plaatfen wil, is gewis alleen by den vcrjlartdigfièn en den beften. Wat nu in de Nataur niet te vinden is, tracht men tot grondregel te nemen der Burgermaatfchappy, volkomene gelykheid van alle Burgers: Men kan dit in geenen anderen dragelyken zin meencn, dan voorzoo ver alle menfvhcu, hoeongelyk ook in jaren,'verftanat, krachten en 'bezittingen, echter zoo dra ze zich in eenen Burgerftaat vinden of begeven, volkomen gelyk recht hebben omtrent aïles, wat den gemeenen eigendom en de maatfehappelyke Beftuuring van dien Staat betreft. Maar dit ontwerp vinde ik al aanftonds, by de yvcrigfte voorftanders der .Burgerlyke gelykheid zelf, geheel opgegeven en ter zyde gefteld, zoo veel het onderfche d van kunne betreft: Men fpreekt van Burgers en niet van Burgercffen ? Mag ik U bidden, waarom niet 2 Der Vrouwen, zegt man, zyn doorgaands te te*  C "7 ƒ der, te zwak, te aandoenlyk, te weinig voor-, uitziende , om meer te verzorgen, dan de hüis- houding en de opvoeding der jeugt in de eerfte kinderjaren: Dan, is dit eene opgevatte vooringenomenheid, een algemeen vooroordeel of eene onlochcnbare waarheid? Daar is naauwlyds-eene kunft, eene wetenfchap, eene loopbaan in oorlog of vrede te noemen, in welke geene Vrouwen, ik zal niet zeggen zich vertoond, maar uiige» munt, maar uitfteekenden roem behaald hebben; Ê haare zachtheid, haar fyn gevoel, haare gevadige behendigheid zouden het zelfs den mannen, in veele Staats-verrichtingen kunnen afwinnen. Thomas en anderen hebben dit een en ander lang voor my bewezen. — Het zoude bovendien de hardfte onbillykheid zyn, de geheele he'fte omtrent van het menfehdom, blykbiar voorzien met de voortreffeïykfte gefchiktheid tot het uitoefenen van alle Burger- plichten , te willen uitsluiten van dc hoop op die volmaahhaarheid, die veelszins den . grond uitmaakt van de leer der algemeene Gelykheid : Zal toch de niemt inrichting van onderwys, leiding, opvoeding, de Vrouwen niet even licht tot Mannen kunnen vormen, als de H 3  H 118 J oude, helaas, in de lieden vooral , menigte* van Mannen tot Vrouwen gemaakt heeft? Men bezoekc het platte land of reize naar onbeschaafde gewesten ; hoe eenvoudiger, hoe nader noch aan de onbedorvene natuur, de Landman daar gevonden wordt, des te ruimer zal men 'er de Vrouw in al den arbeid en zorgen van haren man zien deelen; Wat *er zelfs minder tot den Natuurftaat dan tot den Burgerftand behoort , koopen en verkoop en. geld beuren en bewaren, bedingen en afkwyten van pachten, &C zal men meeften tyds by Haar verzorgd vinden; Het fyner overleg en de zachtere lieftalligheid der Vrouw, slaagt doorgaands gelukkiger in het winnen van voordeel , en de teêrhartiger zorg voor de Kinderen doet de Moeder veeltyds ter zyde leggen en befparen, 't geen de koelzinnigere en onbedachzamèrc Vader lichtelyk op eene of andere wyze , z oude verfpild hebben. — Wat ons het eenvoudig land vertoont, is niet geheel zonder voorbeeld by geheele Steden cn Volken: Men kont 'er toch verfcheiden, waai. handel en geld-beheering doorgaands cn al*  [ W 1 fcy uitsluiting door de Vrouw gedreven, en sléchtde beurs- en markt-gang, met eenige kleinere verrichtingen, aan den Man overgelaten worden Ook zyn ze in ons Gemeenebeft dikwerk aan het hoofd van fabrieken, neeringen en hanteeringent fomtyds zelfs van groote handel - huizen, ze hebben hunne eigendommen cn bez;ttingen, ze betalen fchot en lot nevens andere Burgers, ze worden niet zelden voogclefen over minderjarige of andere toezigt behoevende perfoonen; en waarom zoudeu ze niet zoo wel eene Stad, een Volk, als harp huisgezinnen, haare goederen en haare verdere, fomtyd* zeer ingewikkelde en uitgeftrekte, belangen kunnen beftuuren? In verfcheideneRyken hebben enkele Vrouwen de machtigde al« leenheerfchingen met roem en luister gevoerd, waarom zouden ze in Gemecne - beften niet alle kunnen deelen in het gelyk recht van eiken Burger, in de Beltuuring van den Staat.? Haare roeping daartoe fchynt zoo klaar cn zoo onwederfprekelyk, dat men waarlyk verlegen is, van waar het oude vooroordeel of te leiden, het welk 'er zich noch overal tegen blyft verzetten: Eert der Apofielen zegt wel dat de Vrouwen niet s$re*^ tl 4  Ï2Ó &n zullen in de Vergaderingen, en men zou d.,ar«it kunnen verwachten, dat wellicht de verhel venfte verftanden van onze meer verlichte eeuw ook deze bekrompene en fchadelyke begrippen met byna alle andere verkeerdheid, aan de op' komft en de aanneming van het Chriftendom zouden kunnen toefchryven: Dan, wat in byna alle andere Hukken bewysbaar is, blykt hier van Zelf en zonder eenig verder betoog, dat het kwaad van ouder herkomft is, dat het zoogenaamde zwakkere Geslacht reeds 1 mge voor het Chriftendom , by jood en He den verongelykt en aan een Ariftecratifch geweld der mans onderworpen wierd, het welk geenen anderen grond heeft, dan in den trotfehea waan van meerdere fterkte en geslepenere kloekheid. — Maar gelukkig wordt by ons niets meer gewettigd door zyne Oudheid : Wy beleven kloekere tyden; het Vernuft alleen bepaalt de waarde der zaken, en men werpt onverfchrokken alle slagbomen ter neder, die tot hiertoe deszelfs vryen loop ^ belemmerden : Keert U dan ook niet, myne Vrienden, aan het oud vooroordeel tegen de Vrouwen; Strekt Uwe gelykheid niet slechts  C is- 3 pvcr Burgers, maar ook over BurgereiTen uit; Waarom zoudt Ge iets ten halve doen, bovendien onrechtvaardig wezen, en het fchoone Geslacht zonder jnoodzake verbtteren, daar Ge het door deze n'euwe koorden van gelykheid te naauwer aan U èn en den Staat verbinden kunt ? — Alooglyk verdenkt my myn Lezer van fpotterny ïn eene zaak van ernft en gewicht; Dan Hy beöordeelc my hieromtrent yolkomen naar zich zelf; Indien Hy in goeden ernft begeert dat zyn Kapper, zyn Kruier, zyn Schoenflikker niet slechts zullen deelen in de verkiezing van Ambtenaars en Vertegenwoordigers , maar ook Onder zekere bedingen , zelf zullen verkiesbaar zyn tot het Opperbeftuur, dan zie ik niet waarom het my geen ernft zou mogen wezen , gelyk jecht te vorderen voor myne Vifch - Groen - en Fruit - Vrou< wen, die ik verzekeren durf dat alle van de knapfte in haare foort zyn, orde in haare zaken hebben, heel wel weten wat ieeler toekomt, en zoo mild befpraakt, zoo ryk in woorden zyn, als geen Mansperfoon in de wereld; Van menfehenkennis, van Regeerkunde, van binnen-en buitcnlandfche Staatsbelangen weet tot hier toe de H 5  r_ ras 2 cen« Soort zoo weinig als de andere; Ik vooi my wilde daarom het Land liefft aan geene van beide wagen. Maar als het volftrekt zoo zyn zal, als zy, wat ze noch niet weten , naar het oude fprcekwoord, al doende leeren moeten, dan boude ik my verzekerd , dat myne sneege en schrandere Vrouwen zich veel eer tot haare potten vormen, veel fpoediger kundigheid en Vrienden winnen, en veel meer voordeel 'er mêe doen zullen, dan van Kapper, Kruiëer of Schoenflikker te wachten is. — Bedenkt dit alles noch ryJjelyk, myne Vrienden, eer Ge haar lot, doorhet aannemen van het ontwerp der nieuwe Conflitutie onherftelbaar beslist, en Iaat ons inmiddels verder onderzoeken, in hoe ver U de Gelykheid zal kunnen voordeelig zyn in die Hukken, waarin Uwe Vertegenwoordigers oordeelen dezelve te moeten invoeren. Daar wordt dan in de eerlte plaats voorgeslagen Gelykheid, even zo wel als vryheid, rj) ten opzichte van den Godsdien/l, of liever opheffing van aiie onderfckcid tusfehen Burger en Burger",' co 2, bh 107 ac.  t "3 J .? nu hoofde van verfchillende denkwyze omtrent denzelven, zoo dat alle posten , van het Oppcrbewind zoo wel als van mindere beheeringe, even'; eens zullen openlbtan voor den Heiden als voor den Chriften, voor de BefnydeniiTe als vo r de Voorhuid: Die alle zullen gelykelyk verkiesbaar zyn 'tot byzender en algemeen bewind; Pe Opperde macht, het lagere en hoogere Rechtsgebied, de KYygs- dienft te water en te lande, zullen in handen zyn van menfehen, die als Burgers gelyk, maar in hunne grondbeginfels omtrent het Opperwezen en omtrent hunne eerde hoofdplichten, zoo ver van elkander verwyderd zyn, als de Godverzaker het zyn kan van den Dweeper. — My dunkt het voorftel alleen is genoeg om het gevaar en de onbegaanbaarheid te doen voelen van dergelyk opzet, waar door men dingen wil veré'enigen, die in haaren aart zoo tegeuftrydig zyn: Het zou misfehien eene kleinigheid fehynen, wanneer men aanmerkte dat het ontnemen van alle voordeelen aan eenen bepaalden Godsdienst, wellicht algemee. ne onverfchilligheid omtrend dit gewigtig üuk, verzuim van alle onderwys daarin Voor de  L '24 J r«Ugd, voords doorgaande Godverzaking, óo een Volk zonder andere beginfels dan eigenbelang, zonder anderen teugel dan menfehelyke wetten en ftraffen , zoude kunnen daarftellen: De verlichte. Wysgeeren van onzen tyd fchynen, zoo als boven reeds is aangemerkt, (1) zulken Hand van zaken meer te verlangen dan te vreezen, meer te willen bevorderen dan verhoeden : Ongelukkig ondertusfehe-n dreigt dezelve gevolgen van wanorde, jammer en ellende, weider vooruitzicht den verftandigen , fchoon minder Houten, den bedaarden fchoon minder levendige, Denker veel meer zynen plicht en zyne gerustheid doet vinden in het afvveeren van zulk onheil, dan in bet medewerken tot hertellingen, die waarfchynlyk niet dan fpyt , naberouw en vcrtwyfe. ling bereiden voor haare onvoorzichtige bewerkers . — Men denke boven dien de zaak een weinig dieper in, vertegenwoordige zich alle onderwerpen, die by de oppermachtige Vcrgaderag ter- wetgeving, of by de Rechtbanken ter besliffing künnén en moeten voorkomen , ój CO Z- bl, 110. tic.  t Ï25 3 «en oordeele zelf of de onderscheidene beginfcls van Godsdienst,/ indien 'er noch eenige zullen overblyven, niet menigmaal onderfcheiden invloed zullen moeten hebben op de gevoelens der leden: Jood, Chriften en Turk kunnen nimmer eveneens denken omtrent huwelyk* oyerfpei^ Uoedfchande , tegen - natuurlyke weiïufi , omtrent nannclyke en vader'yke macht; omtrent rechtsotfening en doodftrafen: Koomfch-gezindcn zelf zullen omtrent het huwelyk niet kunnen ftemmen naar den tegenwoorJigen fmaak, zonder den Godsdienst te verzaken , dien zy beleiden ; en "hoe sullen Mennoniten getrouw blyven aan hunne grondbeginfels, Wanneer 'er noodzake is om tot eenen oorlog te besluiten? — Hetblykt,by deze weinige voorbeelden , dat by zulke gemengde Raad- en Recht-zaken, of de .fchadelyklte tegen* ftrydigheid van de gevoelens zal plaats hebben, -ofte wel de Godsdienst van elk der leden zal moeten achterftaan voor de verlichting van die vVys* begeerte, welke zich eene volkome vryheid voo? eigene inzichten en belangen meent te verzekeren, door alles om ver te werpen en neer te fte-rten, wat dezelve eenigzins zoude kunnen bc-  Emmeren.— Deze geeft-drift bovendien, we?ken men eens heeft weten te verwekken en aar* te vuuren, kan, uit zynen eigen aart en naai' de ervaring van alle tyden, van geencn langen duur zyn; hy zal eens hebben uitgegiftt en misfchien varvangen worden 'door de blindde dweepery. Welke grondbeginfels of liever welke dwaasheden zullen dan den troon beklimmen en alles aan haare heerfchappy onderwerpen? Zullen ze uit de Roomfche of Proteftamfchc, uit de Jöpdfché of Turkfche leerftelfels zyn afgeleid? of zal eenig nieuw verzinfei, gelyk aan het geen men thans den Wuminaten toefchryft, redelykheid en gezond verft.md verdringen ? Niemand kan dit, zelfs by gilling, bepalen; maar al, tyd 'is het zeker, dat de overdrevcne fraaiheid met welke men thans alles omkéeren in plaats van verbeteren wil, béhalven de jammerlykeonheilen, waarin ze thans reeds byna het geheele befehaafde menfehom ftort, noch daarenboven zwanger gaat van rampen en verderf, welke nimmer zouden te vrezen zyn , indien men ook hierin met verftand gebleven was by de grondbeginfels, welke de ondervinding van ver- •  t **7 'i * fcheidcne ecuwen heeft doen vaftfteflen',' indias men, in plaats van die alle in eens ter neer te ftorten, zich eenftemmig beyverd had pm ze te behouden , en alleen de gebreken te verminder ren der inrichtingen, welke daarop verkeerdelyk mogten gebouwd zyn. — Men gunne noch in Ncêrland aan eiken Burger gelyke rechten in alle Burgerlyke betrekkingen en voordeden, zelfs in het ftemmen over de keuze van Regen» ten, Ambtenaars, en Oppermachtige Volks - Vertegenwoordigers; Alleenlyk zy de Verkiesbaarheid daartoe aan den Proteftantfchen Godsdienft bepaald, niet uit haat of ,afkeer tegen eenigen anderen , maar uit voorzorg tegen de nadeden» die voor den Staat te duchten zyn uit alle andere fchikking en bovenal uit eene volkomene onverfchilligheid omtrent allen Godsdienft. De ontwoipene Gelykheid is te algemeen; men brenge ze nader by het oude, en kiezc den middelweg tusfehen de ftrengcre bepalingen van vroegere tyden, en verderfclyke roekeloosheid der hedendaagfche Staatshervormers. — Gehorte is het tweede onderwerp, omtrenï liet welk men. ja dea Buigwfurt evea weinig  '0/2'gelykheid dulden wil, als dc Natuur zelve ver-' toont tusfehen alle, die uit vrouwen geboren zyn? Edel en Onedel, Echt en Onecht, waren voorheen onderfcheiden in Stand en Rechten; Mea bouwde oudftyds dergelyk \ erfchll, zoo men geloofde ten befte van de Burgermavtfchappy, op een beginfel, het welk men in de natuur zelf meende te vinden, op de liefde der ouderen voor hunne kinderen; Braafheid en verdienden, meende men, zouden gelukkigft aaangemoedigd worden!» indien ze den ouderen ook voordeel en aanzien verzekerde voor hunne kinderen,- Losbandigheid en ontucht zoude men daardoor helpen wceren en beteugelen, dat men de kinderen. welke 'ex de vrucht van waaren, niet gelyklyk in alle rechten liet deelen met hunne medeburgers. — Dan de oude Adel begon zich langzamerhand te veel te laten voorftaan op zyne rechten, Of liever de burger en landmaan wierd te ryk en vermogend, om een gedeelte hunner' medemenfchen op zulk eene hoogte boven zich te kunnen blyven verdragen,- Ook wierd vervolgends het recht van veredelen by de meefte, by omtrent alle Souverainen te onvoorz chtig misbruikt, dan ecn$"  ^ens ter belooning van laffe vleieryé' en faagê of zelfs misdadige dienden, dan wederom voor ruime kening of geringe betaaling van penningen: Weelde en ontucht wierden zoo algemeen, de inzichten omtrent küifcheid en huwelykstrouw hadden zich zoo ver boven alle vrjorige eerbaarheid en naauwgezetheid verheven, dat het getal der onechte, kinderen, in vergelyhing der echte, merkelyk grooter geworden zynde dan voorheen, derzeiver vernedering te harder fcheen te maken, en dat veele lieden van stand cn rang hunne Specl-of Bafterd-kinderen doorgaands daaraan, zonder tcgenfpraak, wiften te onttrekken. U Men had nu wel door wetten en bovenal door voorbeelden, verbetering van zeden kunnen trachtte bewerken, waardoor van zelf de ohtchtenr geboorten zouden verminderd' en de hardheid der wee binnen enger paaien zouden zyn beperkt geworden; dan, in plaatfe hiervan, verbreek men; zelfs de banden, die te voren noch de ontucht: konden helpen bedwingen, en bevordert door nieuwe mftellingen, tegen alle bekende gronden, van Regeerkunde, het verderf, dat men fluiten cn overwinnen moeft. — De Adel ook en %nn I  I 7 De Atlel ook en zyne rechten hadden binnen bcahoorlyke grenzen bepaald, de overdrevene hoog., heid van eenige uit dcnzelven had door algemeene verfmading vernederd kunnen worden, terwzl geene nieuwe verheffing in dien ft nd by ons tot hiertoe gebru'kclyk of eenige ongelegenheid daarvan te vreezen was maar men vindt het korter en. {louter al dat onderfcheid van iïanden ter neer te werpen, dan^de misbruiken 'er van te verminderen;. Men vraagt niet welke Spoor tot- weldoen is . het voor ouderen hunnekinderen tot meerder aanzien te kuunen brengen, en voor hun. geheele nageslacht daarin den< grond van een beftendig geluk, met een duurzaam gedenkteeken- en aanmoediging achter te laten- van voorouderlyke braafheid? Maar men' roept ert Schreeuwt- zonder- ophouden: Zyn deverdienften der Ouderert teffens- de verdienftender," Kinderen ? Zyn deugd, braafheid, heldenmoed, bekwaamheid voor erf-goed te houden? Wordenze met het bloed voortgepland? Of heeft meenigmaal de befce Vader den slcchtften Zoon? en welke dwaasheid is het dan niet belooning, aanzien beftuur en vertrouwen» wel."  t 3 1$ de Vader zich waardig maakt, erfelyk "a ftellen op zyn geheele nageslacht , dat wellicht ontaarden cn veeleer verachting, dan eenige andere onderfcheiding verdienen konde P— Zoo verfchillen de bëordeelingen der zaken, naar mate van het gezichtspunt, waaruit ze bcfchouwd worden: Die het vóorzichtigft en zekerft gaan wil, tracht de voordeelige, zoo wel als de nadeeüg, tracht alle zyden naaauwkcurig op te nemen en bovenal te beproeven of niet, by bedaarde en kloeke inrichting, het goede behoude, het fchadelyke afgeweerd, en dus het algemeen belang gelukkigft bevorderd kan worden, — Waarom hebben we in der daad in ons Gemeenebcft tot h'ertoe de «mmoideging van verdienften gemift, die elders, en in 'het vryë Engeland zelf, zoo veeleiivoortreffelyke Heden tot de aanzienlykfte cn nuttigfts hoogte in den Staat verheven heeft? Het zal althans dc gelykheid tusfehen de. Burgert niet verkorten., wanneer ze alle eveneens, onder zekere bepaalde omftandigheden en door bewezene diemW aan het Vaderland, zich den weg kunnen haanen tot het uitftekendft aanzien voor hun en I a  C W 1 hun nageslacht. — Ziet daar de goede zyde,' het voordeel, het welke voor de Landen zalf daaruit zou te wachten zyn, dat men niet slechts den ouden Adel handhaafde by zyne oude en wettig verkregene Rechten, maar dat men zelfs voordaan de RLlderfchappen niet meer met vreemde Edellieden aanvulde , maar met eigene Burgers , daar toe door het Hoofd der uitvoerende Macht, met voorkennis en goedvinden van den Souvrain, te verheffen. — Ma:r hoe nu gehandeld met dc zwarte zyde, met de ongerymdheid, met het gevaar , van onwaardige nakomelingen fchande te zien doen aan den Stand , nadeel te zien dreygen aan den Staat die hunne eer en roem fielden , befcherming en behoudenis vonden in derzelver Voorvaderen? De behoedmiddelen daartegen zyn me* ver te zoeken: Geen Adel, geene Zitting zelfs in de Hidderfchap, geve recht tot een'g Provintiaal Ambt of Commiffie, dan op voorgaande berioemhr* ge het zy door de Ridderfchap, het zy door de Souveraine Vergadering der Provincie , het zy eindelyk door de bewooners van het platte Land zelve , welke in zekere dijl, telen verdeeld, elk voor hun  c 133 n diftr.'ct of Provincie, tot die benoeminge zouden kunnen opgeroepen worden: De zorg voor eigen eer en belang zal, by dergelyke inrichting,nietlicht. Ridderfchappen, Provinciaal Bewind of Volk, de slechtfte, de ODverfchilligfte of de domfte doen voortrekken aan de onbefprokenfte, de yverigfte of de fchranderfte: en daar altyd echter te vreezen is, dat geldfpllling of geslepenheid, door omkooping en lift, matigheid, en eerlykheid verdringen zullen zoude ook hier tegen kunnen en moeten gezorgd worden, door aan het Hoofd der uitvoerende Macht zoodanigen invloed op dit alles te geven, als reeds boven is voorgefteld geworden GO- Ah tyd ten minften zoude foortgelyke beftellinge veel minder hachelyfc voor den Staat zyn, dan de volkomene afschaffing van alle Ridderfchappen, dan eene plechtige en onvoorzichtige Verklaring, w.artoe men door het Souveraine Volk niet gelaft was : dat alle er/elyke Ambten en waardigheden ftryden tegen de aangebore cn onvervreemdbare Rech„ ten van den Mcnfch. — Zoo bcsüft Gy dan, zon- O) Z. bl. 39  r w 9 der laö of bevoegdheid, dat die Richten by alle Volken verkracht zyn, waar A Ueen-heerfchingen, waar Adel, waar erfelyke Ambten plaats hebben ? Zoo heft Ge mede den oproerkreet aan voor geheel het overige Europa eü ftelt U verantwoordeiyk voor die onberekenbaarc rampen en ellenden, onder welkereeds duizenden van Uwe Medernenfehen en Medeburgers zuchten, en de eene JBurgermaatfchappy na dc ' andere sta.'.t verplet te worden. — Ge merkt niet dat Ge in Uwe grondftelling den staat eencr Maatfchappy verwart men den staat der Natuur ; dat de Gelykheid, welke in dezen laatffen aan elk evenveel rechten toedeelt, niet kan onverkort blyven ju den eerften; waarin altyd Bcfmurders en Beftuurden, Burgers Overheden en Burgers Onderdaken, de eerfte reet hoog gezach bevelen, en de andere met behoorlyk ontzach gehoorzamen raceten; waarn menigmaal veele omAr ndigheden kunnen famenloopen, om liever eenige takken van het Opper-bewind erfelyk in een Geslacht te veftigen, dan verwarringen en Burgeroorlogen te wagen, door ze telkens aan zoogenaamde vryë- verkiezingen over te laten:  f *8* 3 XSe meent dus wel den oorlog aan te doen aai* de Grooten en hunne Kafteelen, maar Ge ftcort in derdaad de ruft en welvaart van alle Burgerhuizen en van de fchamele hutteu zelf; De Adel en andere aanzienlyke Geslachten, die Ge nu hebt nedergeftort, zullen wel ras met onbepaalder en nieuw vermogen» vervangen wordeu niet door hunnen erfgenamen, ik beken het,maar door elk ander foort van menfehen, welke de eerzucht, rykdom en lift verëenigen zullen om zich een beslilfend gezach te verwerven, en het zy over de keuze hunner opvolgers, het zy zelfs over het voortduuren van hun eigen gezach en over de belangen van geheeJ het Vaderland naar Tvillekcur te beftellen, — Wat zal 'er nu, bid. de ik, vooral in eene Staat, welks vermogen niecllen deels in den Kophandel beftaat, wat zal 'er gewonnen zyn, indien eerzucht, rykdom en lift de plaats en rechten ki nncn innemen van Uwe aanzienlykfte Geslachten. — De Erfftad-houder, de leden der Ridderfchap ware , deels door de erfelyke waardigheden, waartoe zy cn hunne nakomelingen zich gerchtigd zagen, deels door ie aanzienlyke landgoederen, die zy bezaten, eenig li  c taf* 3 en alleen verbonden aan het Vaderland , mtf het welk haar geheele beftaan en welvaart ftaan of vallen moeft, welks voordeden zy uit eigen belang zelfs te bevorderen, en welks verderf zy, ook voor hunne eigene behoudenis, te verhoeden hadden; Indien.men daarenboven de gevoelens van eer, die, door de natuur zelve als ingegeven, tot hiertoe ook by eene verftandige opvoeding wyzelyk ontwikkeld en beveftigd wierden, indien men, zeg ik, die heilzame gevoelens door geene bedriegelyke drogredenen wilverftompen of vernietigen , hadden alle Vorften cn Ridders :n hunnen naam, in den roem van hun Geslacht, in de reië hunner Voorouders, die het Vaderland mede vrygevoahten of door an dcre aanmerkelyke dienften aan zich verbonden hadden, eene aanmoediging cn eenen prikkel te meer , om het voörvaderlyk fpoor te volgen > althans den Staat te handhaven •> dien zy hadden helpen veftigen, en om nimmer, door een g bedryf, .het : anzien Voor hun nageslacht te doen verloren gaan , het welk zy zelf van hunne voorouders ontfangèn ha'ddém Steld nu hier tegen den ftand en betrekkïngéi van die Bewindslieden, die men waarlchyn-  k [ 137 3 Ijk te wachten heeft van de enkele en onbejluurde keuze der menigte: Hollende geeftdrift voor algemeene gelykheid zal U, gelyk reeds hier en daar, in het machtig Amfterdam zelfs, gefchied is, luiden op het kulfcn plaaffen, die nergens minder toe gefchikt zyn, dan tot het beftuur, en misfehien, in weerwil uwer nieuwe Conftitutie op eene of andere wyze uit de poften zullen 'moeten uitgezet worden , tot welke zy door het Souveraine Volk benoemd waren : Byaldien het ten voordeeligften gaat, zullen gewis [die geenen de meeste ftemmen voor zich hebben , die de grootfte voordeden kunnen toevoegen aan Nota. riffen, Caffiers, Cargadoors . Makelaars, Houtkoopers, Scheepstimmerlieden , Maftenmakers, Touw-en Yzcr-koopers, Kuipers , Kruiers, Sleepers &c. Deze alle nu leven van den Koophandel, en het kan derhalven geen twyfel hebben, of de Koopman, die de uitgeftrekfte zaken heeft, zal de naatfte zyn om tot het bewind verkoren te worden: Maar die Koopman is, gelyk veelc voorbeelden daaglyks bewyzen, zeer dikwyls een vreemdeling, die zyn geluk by ons is komen zoeken, zynen handel ruim zoo veel met crediet, I5  f 138 ] met eigan vermogen doorzet, niet zelden luider geld bezit, dan' het geen in de coraieredë of redery op het fpel gezet is, door geenen anderen band aan het land verknocht is, dan door de gelden, die Hy 'er zoekt te winnen en het zelve zeer onverfchillig kan vaarwel zeggen, zoo dra Hem het zy elders beter geluk aanlagt, het zy in eens zoo veel betaald wordt, dat Hy aanmerkelyke -winft kan hebben by de verhuizing: Dergely.ce keuze moge beter zyn dan de eerfte , altyd echter zullen dergelyke lijden niet zoo hartelyk aan het Vaderland verkleefde , niet zoo ervaren in alle deszelfsbclangen, nie; zoo bedreven in Staat zaken , niet zoo ver boven alle lift en omkooping van anderen Zyn, als men gewoonlyk van de leden van het Voorig Bew.nd verwacht en ondervormen heeft. — Men demc mogelyk elat deze inzichten, op gronden van den wairfchyniyk en cn gewoonen lejp der zaken gebouwd, by zonderbaar geluk, door de uitkomft wederfprokea , en dat de vryë fteiiraen der Verkiezingen ongevoelig, even als naar het voorfchrifc der Keuren en Handveften, bepaald zullen warden' tot de rykjCte ea de ver  [ '39 1 fcandigfte, dan cok dit geve men toe, altyd echter zullen de kooplieden, gelyk onder alle. Burgers, vooral in Holland, zoo ook onder de vermogende en de werkzaamen het grootste getal uitmaken, en bovendien den meeften invloed hebben op de Gemeente; dit zelf zal de grootfte kracht van het bewind in handen brengen van eene orde van menfchen, die mcefl: beftaat uit lieden van vreemden oorfprong, en zal altans in alle beraadslagingen over het algemeene welzyn, over oorlog zelfs en vrede, de voordeden, die 'men voor den koophandel mogt kunnen berekenen, een doorslaand overwicht doen hebben boven alle andere inzichten op 'sLands welvaart; Handwerken, Akkerbouw, Veeteelt, al het belang der Land-Provncien zal eens vooral moeten achter ftaan voor de winft-bereekering van den Koopman en deze zal noch te zel.erder zyn van alles naar zyne wenfehen befteld te zien, wanneer ook het Unisme aangenomen, en daardoor al de Kracht van het algemeen Opper-beftunr ih de handen van Holland z.1 overgebracht zyn. — By de voorige orde van zaken was 'sLands belang aan lieden toevertroud, die aan hetzelve, door veele  L HO ] tn fterke banden van eer en van belang, ten jiaauwiten gehecht waren, die verfchciden in ftand en betrekkingen, geen overwicht maakten voor eene of anderen bron van den algemeenen welvaart ten nadeel e van dc anderen, die meeftai door geboorte, opvoeding, bezittingen en kundigheden verheven waren boven argeliftige kunftenaryen cn verleidende ornkoopingen, waaraan gebrek van menfehenkennis, van kundigheden en van vermogen blood ftaat; By het doorgaan der nieuwe fchikkingen en het vernietigen van dan Adel, zal waarfchynlyk juifc het tegendeel plaats hebben: Men ftemmen dan hieromtrent zonder roekelooze overhaafting, en laten zich althans door het lokaas van gewaande nieuwigheid niet verrallen, om de oude waarborgen van 's Lands vryheid en welvaart te verwerpen, voordat men zeker zy van meerder voordeel te zuilen vinden by de veranderingen, die men voorheeft. Wat reeds van de GsJyOfid omtrent de Geboorte gezegd is, gel..t vooral niet minder omtrent vermigeii -en rykdim; Deze kan misfehien ter mauwen n.oo.1 voor eeaigc. ogenblijken daar-  field worden, maar altyd zal de fpaarzame, de werkzame , de fchfandere zich wel dra weder ryker en vermogender bevinden dan de verkwister, de luiaard en de weetniet. Het nieuw ontwerp kan derhalven niet daarheen loopenom elk in den Burgerftaat even tyk en even arm temaken; maar het moet zich zekerlyk bepalen tot gelykheid van rechten , van roeping , van verkieslykheid tot alle Ambten en Waardigheden , het zy men den gmotften rykdom x bezitte, of in moeielyke bekrompenheid heen sukkel e en slechts een zeer kleinen grond van Burger - beftaan bcbbe. —■ Onze Voorouders begrepen dat aan die geenen , welke de meefte bézittingen hadden, ook het grootfte belang moest toegekend worden in den Staat, en dat ze dus tot de beheering daarvan, met het meefte vertrouwen en met het meefte Techt, konden en moeften verkoren worden bo* ven liedden, die byna geen aandeel in het algemeen belang, die by den ondergang van den Staat weinig of niets te verliezen hadden: Ik ontken niet dat de tyden, waarin men allerwege by Keuren en Handveften heeft vaftgefteld, dat piet slechts de Proedfó, mu yuk. de rykfte tot  C i*» é de Regeeringe zouden geroepen worden, Vta^ verfchilden van die tyden, die naderhand gevolgd zyn: Men leefde noch matig en ft• 1de zyne eer in het voeren van een'g Burger-be_ dryf; Dc overmatige Geld-lceninge darenboven (Negnciaticn) voer Ryken en Staten hadden toen noch geen veld gewonnen'; Elks Rykdom be« ftond in huizen, landeryen' aandeelen in koophandel , fabrieken, zeevaart, Colonien, redery, visfchery, en, het zy op onderpand het zy anderszins, aan zyne medeburgers, tegen behoorlyke rente, geleende penningen; Dergclyke rykdom was ten nauften met den welvaart van Vaderland en medeburgers verbonden, en de bezitters van denzelven' vonden hun eigen belang in het belang van den Staat: Maar, federt lffien andere wegen heeft geopend gezien ter phatfing.van zyn Geldvermogen, federt men hetzelve, telkens met vermeerderd voordeel, heeft kunnen leenen aan vreemde Mogenheden, moeft ook van zei? de voorgaande ftel-regel vervallen, dat de rykfte Burger het1 naauwft verknocht was aan zyn Vaderland: Men vond integendeel dikwerf, dat ruimer vermogen den Regent veel eer belemmer-  C ?4S Ie dan versterkte in de behartiging van .sLancTa welzyn: Eenige tonnen Schats in de Engelfche of in de Franfche Fondfen, werkten, fomtyds ongemerkt, al. te veel op den geeft en inzichten van derzelver bezitter, dan dat Hy niet Frar.fch» noch Engelfch-gezind worden, maar onpartydig en alleen Neer/ander blyven zoude. Overdaad en weelde verbanden ook al fpoedig de;voor" vaderlyke matigheid en vlyt; Men vermeerderde zyne verteeringen en verftopte zich de bronnen, waaruit ze moeften voortvloeien; Men begon of te gemaklyk of te trofch te worden om by den ftyl en het beroep 2yner voorzaten te blyven; Comtoiren, Fabrieken, Winkels, welke 'sjaarlyks duizenden inbrachten, verliet men met even onbegrypelyke onverfchil iigheid en onverftand, als een edelman zoude jnoodig hebben, om zyne befte landgoederen aan den eerftkom enden prys te geven; Men kon zich niet altyd afslooven, men moeft eens eea "weinig ruft en gemak hebben, het was verdrietig altyd de oude knecht, de slaaf van Ccmpteir* Fabriek, of andere ajfaire te blyven; men wierd dan Rentenier, plaatfte Z} ue overwonnene gel  L *44 1 den daar, waarze de meefte renten gaven j zocht Voor zich of zyne kinderen de Regeering , het zy dan in Holland, het zy in eenige i ndere Pro., vin c ie, in welke men zich daartoe nederzettede, en had nu voor zyn geheel geslacht geenen anderen grond van beftaan, dan den verworven rykdom en de Ambten of Commijfien, welke men door zynen invloed in de Regeeringe, ofte wel op zyne tertó, aan zichzelf, aan zyne Zoonen , Broeders of Neeven konde toefchikken: Deze is omtrent de «itffjrong en ftand van de meefte nieuwere Regeerings - Familien in Holland. Door even dit ondertusfchen, waardoor men zich meende meerdere grootheid en vryheid te win-' nen; wierd men in der daad vernederd tot den angftigften slaaf der tyden en omftandigheden. De gewoonc en ruime koftwinning, wa rin men' nch , byna alleen door eigen vlyt cn oppaffen, onafhankelyk en boven alles verheven vond, was voorahyd weg,en men ging dus cnherftelbaarver- ■ loren, indien men ook den rykdom verliezen mog-' te dier, men 'er van had overgelegd, of indien men van de Ambten en poften ontzet wiérd, in welke imn zich en de zynen geplaafft zag : Alles moeft  t M5 J ftioeft derhah/en hier voor achterbaan; men be' m.:nde zyn Vaderland, maar, als men 'er alles voor had opgezet, zoude het dit toch niet betalen, noch aan iemand brood geven, die dwaas genoeg geweefl was om zich in armoede te ftorten; De Spreuk der oude Geuzen klonk fchoon: Getrouw tot aan den bedelzak; maar die tyden waren over; de Godsdienft-yva-, waar door men toen alles waagde , was merkelyk bedaard cn byna in onverfchillighcid veranderd, cn wat zoude men al meer voor zyne Regeeringe doen, dan de Ezel in de Fabel , zich getrooften zyn pak te dragen en 'er zich niet om bekommeren, wie het al 'opleggen. — By het heerfchen van dergelyke begrippen , wierd elk zich zelf de paafte, was het zorgen voor zyne rykdommen en bezittingen de hoofd zaak, en wierd het even onmogelyk byna, dat de rykfte het beft regeerden als dat een kabeltouw gaan zoude doorliet oog van eene naaide. — Moeft men moed en flandvaftigheid toonen tegen de onbescheidenheid of het geweld van buitenlandfche Vorderingen of Wapenen, men vreesde voor zyne bezittingen, die men het zy op de grenzen het zy in m K  ï 'H5 "ï Colonicn, en voor zyne' gelden, die men in dc vreemde vondfen hadde; kwam 'er onverfchrokkene kloekheid te pas, om zich tegen • fchadelyke eifchen van heerfchzugtige Bcftuurders, of van eene verdwaalde méenigtè te verzetten, om 's Lands vryheid en belangen tegen dezelve met gevaar van zyn venroogen, te handhaaven, dan waren de rykfte gemeenelyk de twyfelachtigfte; Ze mogten garen zien, dat zich een ander vooruïtzettede, maar zy zelf, zy konden zich niet blood geven, ze hadden te veel te verhezen, ze konden dat alles niet op het fpel zetten l ze behielden geene ko/lwïrihing als het eens zoude verloren zyn : Zoo fpraken, zoo handelden onze meefte lieden van vermogen, zelfs in de laatfte dagen der zieltoogende Republiek. — Hoe: zal men het beft dragende houden tusfehen de beide partyën in den Staat, zich de meefte veiligheid verzekeren tegen alle uitkomft van zaken, en inmiddels het voegelykft voor zich den druk verminderen der tegenwoordige Laften.? Een ieder, die de zaken van naby gezien, en het gedrag der Rykeri genoegzaam opgemerkt en nagegaan heeft, besliffe vryëiyk of dit niet de  t ï47 I Wornaamfte zcrgen en hoofdbedoelingen waren; niet van alle, maar van veele, van de meefte onder hen, of deze geheele schets van hunne inzichten en gedrag niet getrouw en naar waarheid zy opgemaakt. Zy wilden hun geld fpaaren en verlooren hunne rechten en aanzien ; Ze zorgden voor hunne bezittingen , en verzaakten hunnen plicht en hunne eer, Ze wilden hunnen overvloed behouden , en lieten den geheelen Staat wegzinken in een byna onherftelbaar Verderf. Na deze proeve, is het niet te verwonde-, ren, myne waardfte Landgenooten, dat U de voorzieningen onzer Voorouders . op dit ftuk thans minder gepaft fchyncn, dan ze voor heen zyn konden: Andere tyden, denkt Ge, andere zeden en andere wetten; Dan, wat gemeenlyk by Staatsomwentelingen en by afgvmeene verwarring plaats heeft, fchynt ook Uw lot te moeten' zyn: Men yltvan het eene uiterffe tot het anderen;' De Ryken, die onder ons leeven, zyn niet meer de Ryken van den tyd onzer Voorvaderen; weg" derhalven met alle voorkeur voor dezelve; het geringfte beftaan is genoeg om aan deugd' erf " K %  f *4« 3 braafheid deti weg open te laten tct alle bewind i tot het deelgenootfchap zelfs aan de opperde Macht. — Maar, denkt Ge dan in 't geheel niet aan de liftige veinzery, door welke de verdërfelykde onverlaat, de bedriegelykfte geluk, zoeker zich in het uiterlyk vertoon van eerïykheid en trouwe, even als de Wolf in een Schaapsvel, kan verbergen ? Herinnert Ge U het gevaar der verzoeking, de hachelykheid der kiippen niet, waarop de bekrompene behoeftigheid, aan het roer van Staat geplaatd, maar al te licht kan fchip-breuk tyden? Deze inzichten moeiten U, dunkt my, weder enigszins terug roepen tot de ïnftellingen van vroegere en me gelyk wyzere eeuwen', waarin zekerlyk het lézen en het alles weten minder algemeen was dan tegenwoordig, maar waarin men zich toch ook niet door zulk luchtig en oppervlakkig vertoon van kundigheden liet begochelen, daar men integendeel de waarde zyner leidslieden naauwkeuriger beproefde, en de besliffing der gewichtigde voordellen in Regeer - en Staat» kunde, niet aan den eerden beter- we ter of doutften pocher, maar aan den diepftcn denker en  r i49 i geöefenden Staatsman toekende: Men had ge* wis by die vroegere eeuwen daarin gelyk , dat men den toenmaligen rykdom voor eenen der ilerkfte banden hield, waarmede men aan de Maatfchappy zoude verknocht zyn; Behoud dat gelfde Grondbeginfel, maar verhoed de verkeer» de toepaffing 'er van op rykdom in vreemde effe&en: Vordert in Uwe Regenten, dat ze tot zekere fommen gegoed zyn moeten, het zy dan , gelyk de leden der Ridderfchappen in de meefte Provinciën, in vafte goederen, het zy in rentebrieven binnen 's Lands t' huishoorende; Blyft zoo ivel de rykfie kiezen als de vroedjle, maar neemt Uwe voorzorgen, dat de rykdom niet de eenige bron van hun beftaau, de eenige dryfveer zy van hunne Vaderlandsliefde; Be. ' Adel was behalven door zyne bezittingen, ook bovenal aan het Land gehecht door de rechten en voordeden, welke 'er aan zyn Geslacht verbonden waren; Vorelert msgelyks dat Uwe Regenten, geene eenvoudige Renteniers, maar vooral werkzame Burgers zyn, en een of ander, grooter of kleiner, aanzienlyker of geringer bedryf voeren, Aldians eene genoegzame Burger - Koftwinning K 3  hebben moeten 4 de voordeden van dat bedryf * van die Köftwinning zullen hen ook te naauwer Verbinden aan den Vaderlandfchen Grond en bovendien rtoch, te m'nder doen toegeven aan de angüvallige bekommering voor moeiëlyke behoeftigheid of volkomen gebrek. De Gelykheid zal dan ah.yd daarin blyven, dat voor eiken 'Burger de weg open en de kans even fchoon as om zich nuttig vror de Maatfchappy en gefchikt te maken tot d erzelver beüuur, en de Ongelyklmd zal alleen dienen tot vernedering van die gee_ ren, die óf te hoog of te traag zyn om werkzam? Burgers te wezen, om door hunne wetenfehap, Itunft, of andéf bedryf, het hunne toe te brengen tot eigenen en algemeenen weivaart. Ziet daar wat 4er op het tweede Verkenninggwoord der zoogenaamde nieuwe leer, Gelykheid, valt na te denken, indien men ze niet blindelings aannemen en 'er Land en Volk aan wagen •wil. Ik zeide zoogenaamde nieuwe leer. wyl ze in den grond zoo oud is, a's de ScheppingSgefchiedenis, die ons Mozes bewaard heeft; ^Vat daar de Slange aan het eerfte menfehenpaar beloofde, dat ze Gode zouden gelyk zyn ^  belooft- men thans aan den ongeleerden, onbedreven, armoedigen Burger en aan den eenvoudigén, krorngeplcegden, behoeftigen Boer, dat zy gelyk zullen zyn aan de rykfte, de geleerdfte de befchaaffte en fchranderfte van hunne tydgenooten. — Griekenland en Rome hadden ook hunne St.atsftormen om der Gclykheids wille, en men dreef het nu en dan zélfs tot het u terfte, van algemeene en gclyke verdeeling te begeeren of zelfs daar te ftellen van alle eigene bezittingen der byzondere Burgen: Daar is geene uwa: sheid, waartoe men een Volk niet verleiden en aandryven kan, en die het belachelyke van dit foort van Slechten cf waterpaffen, in een vrolyk tafreel, wil voorgcfteld zien, zoude ik, indien het geene zaak van te grooten ernft ware^ welhaaft verwyzen naar eenen Engelfchen Roman waarin men hec als een oude verbyftering en onuitvoerlyke herzenfchim zal vinden weggefchertft.Ci) Dan- We gaan over tot den derden der tegenwoordige tooverklanken, Broe* dtrfchap: Alle menfchen, ik beken het, zyn (i) Z. The Ficar cf .Wahfield Vol. i. c. 19, K 4  1' ï5* 3 broeders , zyn leden van een en helzelf e groots huisgezn hunner natuurgenooten \ onderlinge behoeften van elkanders bulpc is wyzelyk ingefteld tor onderhouding van die verwantfehap, en onze trek tot het gezellig leven, ons zachte genoegen by eenig geluk, ons vaardig mededoge by eenig onheil onzer evenmenfehen, die gevoelens en plichten, met een woord, die wy onder den algemeenen naam van menfchelykheid (humanuasj begrypen, zyn door de natuur . zelve in elk rechtfehapen hare, met milde hand ingelirooid , als de befte en heilzaamfte zaden van alle zede/yk gevoel; Die zelfde Brocderlyke liefde jegens a U , ook j-gens onze k'yandcn , is de eeriïe, fchoon dikwerf miskende en verzuimde, hoofdies van dat Chiietendom , dat men thans verbannen, ten minften met Joodfche cn Turkfehe yverzucht, zoo wel als met alle andere, bekende cn onbekende, tegenwoordige cn toekomende dwalingen gelykftelifia wil; Wat nu menfchen en Chriftenen verflt, moet veel meer noch Burgers van dezelfde M.atfchppy , van denzelfden Staat, met elkander verëeiiigen ; zy zyn ongetwyfeld Broeders, en kunnen geen . heiliger , geen aangera-  C 153 3 per» geen nuttiger plichten hebben, dan zich. onderling als zoodanig te beminnen en te behandelen. — Dit alles heeft federt lang by geen verftandig menfch eenigen den minften.twyfel: Het fchynt dus duifter welke nieuwe leer onder dit derde woord' der algemeene omwentelingsleuze kan verborgen liggen: Indien er door bedoeld wierde, dat alle Broeders , alle Burgers* alle Menfchen, volmaakt gelyk in elkanders voordeden en fchaden declen moeften; dat geluk, vlyt, kunde en fp. arzaamheid den eenen niets mogt aanbrengen, waarin de andere niet tot medegenoot geroepen wierde , die door minder geluk , door traagheid, door onkunde, door verkwifting niets verworven of het verworvene verfpiid heefc; zoo zouden Broederfchap niets verfchillen van die Gelykheid, welke zo even bewezen is onmogelyk te zyn. — Men mogt misfehien denken, dat men 'er de Volks - partyfehap, de belangzucht, de hoogheid en het wantrouwen van het eene volk omtrent het andere door uitroeien en verbannen wil, dat men den Franfchman, den Duitfcher, den Brit, den Turk, den Jvamfchadaa], den Vrokces, zich onderling als . K 5  E J54 ] Broeders wil doen befcouwèn en , zoo, veel mogelyk, beguriftrgén; maar dan zou men, gelyk reeds is aange-merkt, niets nieuws leeren , dan voor zoo ver men, het geen toch niet te vermoeden is, deze brocdcrfohap tot ongerymdhcid voortdryven en ftellen zou willen, dat men zelfs geene byzondere aanklceving aan zyn eigen Geslacht, a.m zyne eigene Landgcnooten, aan zyn Vader land voeden, maar de gevoelens van Broederfchap in gélykerJ gr. ad tot alle menfchen uitftrekken, en voor den onbékehdften natuurgenoot geïyke harteiy heiJ hebben moefte, als voor zynen naaften Bloedverwant , yoor zynen gelicfdften medenburger, of voor de geheele Maatfchappy, van welke men een lid is Daar ook dit, althans in den reg-Uwoordigen ftand van zaken, riïet kan aangaan, fchUtlt misfehin onder deze leuze het noch ftouter ontwerp van eene algemeene wereldregeeringe, van een Gemeene-beft, zoo uitgéftrékt als het menfehdom zelve, aller vege vereenigd tot broederlykc liefde, beftuurd naar dezelfde of naar gelykfoortige wetten, onderworpen aan eene hooge en alge. menu Rechtbank, even daardoor voor altyd be-  C *55 3 ; " fcoed tegen oorlog en ongeftoord verëenigd doot eenen eeuwigen Vrede; dan de hoogvliegende geeft van dezen of geenen wysgeer moge zich in vroegere tyden veriuftigd hebben of in onze dagen noch eene onnavolgbare vlugt vertoonen, met zulke verhevene befpiegftlwgen ; dc bepaaldheid , de zwakheden , de gebreken der menfchelyke natuur, zoo verre men ze tot hiertoe uit de ervaring heeft leeren kennen , fchynen voor dat geluk , voor die volmaaktheid weinig gefchikt te zyn: We kennen toch den menfeh in zyn zedek k beftaan en vermogens uit de gefchicdeniffen van meet dan vier duizend jaren, en wat Hy gedurende den geheelen afloop dier eeuwen, hier onder meerdere daar weder onder mindere verlichting en befchaafdheid , beftendig geweeft is, mag men veilig ondcrfteilen dat hy ook by vervolg blyven zal. — Ontwerpen, welke niet op dezen grond van beproefde waarheid gebouwd zyn, moeten , met den ecuy/igen Vrede, voor onuitvoerlyk gehouden worden, ten »y men eene andere en voldoende verwachting, andere en zekere u'tzichten geven kan op beteren aart cn neigingen der menf;hen: Zoo lange  t Ï5Ö J Öergelyke uitzichten niet daar zyn, zoo lange deEelve altk.ns meer by willekeurige onderftelling en byna onbegrypelyke fynheid van fpitsvindig redekavelen gevomd, dan by de proef der ondervinding bewezen zyn; zal men wel willen toeftaan, dat de voorzichtige Staatsman, in plaats van den algemeenen welvaart te wagen aan de zoete droomen van eene algemeene Volmaakbaarheid, integendeel liever blyve voortgaan de menfchen noch te nemen zoo zy zyn, en dat Hy, in het beöordeelen of ontwerpen van alle grootere of kleinere Sta;as-vervatt ng en Regeerin^svorm, even zoo veel acht geve op de gebreken en verkeerdheden, die Hy van de menfchen te vrezen , els oP de deugden, die Hy 'er van te beopen heeft. De inlyving evenwel van zoo vee le Staten in de nieuwe Franfche Republiek, geiykvormlge inltehing van Beduur by omtrent alle Volken, welke hunne Staatvervat«Hg onder Franfchen invloed en wapenen ver. vormd hebben, maakt het vermoeden van ui*, zieken op eene algemeene Republiek, zoo als ze hier boven gefchetlt is , vry waarfchynlyk : Zonder het te weten, Zyt Ge misfehien zelf ge.  I %? n ,- Schikt," myne goede Nederlanders, om, op Uweff kleinen grond en in Uwe onbeduidende geringheid, tot zulk grootfch maar ydel ontwerp te moeten medewerken: Daar moet toch begonnen worden met eerft dat kleinere afftanden tusfehen Volken en Volken te verminderen, om vervolgens ook de grootere tusfehenruimten aan te vullen, en ze alle tot eenen zin en onder hetzelfde opperbewind te brengen: De Franfchen hebben alle Geweften, welke onder het koningryk onderfcheiden waren in beftuur en rechten, terftond tot een Volk, in hun een en onverdeelbaar Gemeenebeft vcreenigd; Sommige veroverde landen hebben ze noch daarenboven tot deze hunne eenheid doen bytreden: Niets is natuurlyker dan dat zy ook verlangen hun gegeven voorbeeld door U gevolgd te zien. Ge Waart voorheen mede in zeven, acht of negen byzondere Geweften verdeeld: Waartoe die a&ftand tusfehen Volken, die reeds als Bondgenooten of anderzins verbonden, die in den grond alle ■Broeders zyn? Werpt die muur van affcheiding ter neder; vormt U mede tot eene iéne en onver -  C >af * J^lbare Rcpobück; Veftigt niet alecn vryheid en gelykheid, maar ook Bruedor/ch^p. Dit lei.it my van zelf tot Uwe moeielykc en keyjge verfchiilen qy^Utjisme en Focderulumc: Uit hetgeen reeds in het begin van dit werkje» gezegd is, zal het U niet moeiëlyk vallen; myne begrippen hieromtrent te ramen: Ik bemin den middel - weg; kan geene ver. anderingen noch nieuwigheden billyken , da» die blykbaar noodzakelyk zyn voor den algemee. nen welvaart van het Volk v n Nederland : Ik re!:en het ongeoorloofd a.n eenig Geweft, aan eenigen byzonderen Burger zelfs , het geringde deel zyner eigendommen, rechten of voordeden te ontnemen, wanneer het belang van den Staat > dat is, van dc Natie zulks niet volftrektelyk vor" dere. Het foederalisme, het verdrag Van Bondgcnocdfchap, het welk onze voorvaderen in .den jare 1579 te Utrecht gesloten hebben, moeft, naar hunne groote en wyze inzichten ten opzichtn van de algemeene Beheeringe cn onderlinge bescherming der Landen, byna meer dan eene enkele overeenkom/i en verbad zyn : zy noemden dat verdrag Unie Verëeniging eazichzelf^.  rJeerde (yCrUncgde~) Provinciën; verbonden" zich 'by cïet i Artik. „dat de Provinciën fich met den an$i deren .... vereentghen lullen, gelyk fi hem .... ^vereenighen mits defz ten ewygen daeghen by „ den anderen te blyven, in alle forme enle mas,niere, alsof fihdden maer een Provincie wacreu." Ziet daar reeds van den eerden beginne eene eenheid vaftgedeld , die het onverfchülig is, men ze Unisme dan foederalisme noemen wil, maar die men althans voorzich.elyk niet verder ■wilde noch moede ultdrekken, dan tot het heilzaam oogmerk der Vcreenigden wierd noodig geöotdecid , gelyk men, by voorbeeld, by onderlinge Verëeniging van menfchen tot eenig gemeenfchappelyk bedryf van Koophandel, Handwerken &c. de eenheid van beduur, wil en vermogens niet verder dryft, dan de aart cn gewoo. bc loop van het voorgenomen bedryf kan vorderen : Onze Voorouders derhalven vereenden zich f, by liet gem. i art. „onverminderd . . een'ygewliek Provincie ende die particulier Steden, leden „ ende Ingefetenen van dyen haerl.. fpetiacle ende „particuliere privilegiën, vryheyden , exernptien, rechten, ftautten t Loffelyke en weüieerge-  9) brachten coftumen, ufantien, en alle arde. „ren haerluyder gerechtigheiden, waar inne Cluyden maar zeker te verwachten heefc ? Beoordeelt het ui; de eerde proeven, die er U reeds van gegeven zyn; Alle Geweften worden tot het deelgenootfchap gedrongen van de Schulden van Holland, en van deszelfs, verlorene gelden by de O. l. Compagnie ; Over behoud of verlies van alle de rechten en yryheden, van de Souverainiteit zelf der byzondere Geweften ; wil men niet het Volk van elke Provincie voor zich vryëlyk laten kiezen, maar alles onderwerpen aan eene algemeene ftemming van alle B. tavcn, dat is de zaak ter besliffing ftellen van het Volk van Hollan d , met een groot vierde deel der overige volksmer uigte van de Republiek, het welk door eigen #& •vreemden invloed liehtelyk zou te winne^ 14  T 168 'j ■*yn,- Men gelooft, daar moet eene Zeehaverf gekozen en in ftaöd gebracht worden en ze zaï in Hellatid, teMedenblik zyn; EeneUniverfeteib w:.s , naar veeier inzicht, genoeg voor eert land van niet meer uitgeftrektheid dan het onze ,• men zal dan ook de Vyf, die er tegenwoordig zyn, tot eene trachten faam te trekken : en waar zal de zetel van deze eenige Hooge fckool der onverdeelbare Republiek geplaatfc worden ? Het fpreekt aan zich zelf; te Leiden, in Holland, waar dan ook het onderwys der jeugd naar de Hollaridfche belangen en grondbeginfels kan ingericht worden. — Waartoe zoo veele Opper-Geric/itshoven en Verscheidenheid van Munten, ect.? Als eens een algemeen Wetboek famei géfteld en op alle onderwerpen van het beftuüi gelyke inrichtingen zullen gemaakt zyn, ais het byzender Oppergezach der verfchillende Geweften eens zal veréenigd en famengefmolttn wezen' in de hoogfte en eeniege Souveraiuiteit van de Nationaalc Raadsvergadering» en van de Beftuurders , dan kan ook dit alles liehtelyk byeengetrokken, tot meerder eenvoudigheid gebracht , enslecgtstfw Oppergerichts hof,-tca's  f 109 3 Munte &c. voor geheel het Bataaffche Volzin Holland geveftigd worden. — Men kan zich i na dit alles niet, bedriegen omtrent de bedoelingen van Holland by het dryven van zulk kvvanswys Broederlyk U-a.me: Met rede fchynen er zich reeds fommige Gewetten op het ernftigft tegen de verzetten, als te6en de gevaarljkfte overheerrching, met rede wordt by Veelen het Uuisme het welke onze Voorouders; by het grond verdrag onzer Staatsverëtmiging bedoeld en ingsfteld hebben, maar 't welk men thans alleenlyk foederatisme noemen , wil, verre verkoren boven de overmatige eifchen en hachclyke onderwerpen onzer Staatkundige Unitarif/en.— Daar is ondei tusfehen noch eene fchyn-rede, welke men elkander in fdilte influiftert, waardoor men te ruimer medeftanders zoekt te winnen voor zyne ontwerpen en aan zyne uhz chten op aanwinft van eigen vermogen de houding zoekt te geven van waakzame en kloeke bezorgdheid voor het algemeen belang. —- Het Stadhou. derfchap, wenfcht en hoopt men , moet voor eeuwig uit de Republiek verbannen blyven ; Allevoorwendfels, alle gelegenheden moeten sfgefneden L 5  vorclen, die vroeg of Iaat het denkbeeld daar van zc uden kunnen venf euwen , of het verlangen verlevendigen om het herfteld te zien : Maar nu is het veelvuldig verfchil, de zeldzame een. ftemmigheid, het veelszins tegenftrydig belang van de onderfcheidene Souveraine Provinciën , eene der gróote hoofd - oorzaken, die het Stad. houderfchap, als een punt van verëeniging, voor noodzakclyk. voor onontbecrlyk hebben doen aanzien, en die het misfehien nog in 't vervolg voor zodanig zouden kunnen doen erkennen: Men vernietige dan dit geheele onderfcheid ; men vorme zich tot één Volk, en, daar komt toch alles zichtbaar op néér- in plaats van aan eenigen Stadhouder lykcn invloed, onderwerpe men zich veel liever aan Hol.and, aan deszelfs talryke Afgezondenen en medeftanders in de algemeene én fouveraine Vergaderingen. 1— Dan , zoo al eens Uwe nieuwe eenheid het Stadhouderfchap geheel onnuttig maakte', kan het toch geen twyfel hebben, dat dit Uw geneesmiddel , voor alle de overige Geweften, buiten Holland, erger en oadragelyker zyn zoude , dan de kwaal zelf^ Souvcïiiin te zyn, met huhoe en rade van eeuer^  e m i - ; Stadhouder, hoedanige hier boven brceder is vooï-r gefteid, moet toch voor elke Provincie veel ver, kiezelyker gehouden worden , dan dat zy haare. Souverainitcit met andere deelen en in eene gemeenfchap infmeltpn Zutide , waarin vooraf , zeker tebereekenen is, dat een der deelgenoo;en alles alleen naar eigen wënk zwaaien en, onder fchyn vangclyke cn broederlyke verëeniging, inderdaad oppermachtig gebieden zoude. Zoo men deze inzichten voor ongegrond houden en aan Holland, by de nieuwe fchikking . geen overheerfchend» gezach toekennen wil, ryft 'er eene andere en veel gewichtiger zwarigheid tegen het gewaande vermogen van htetUnisme ter beftendige afweering van het Stadhouaerfchap : Dit geneesmiddel wordt dan geheel krachteloos en onnuttig; Dc Gelderfchen toch, de Zeeuwen, dc Friefen, &c. die in Uwe Souveraine, Raaden v n tyd tot tyd moeten z'tang hebben, zullen daar door niet ophouden Gelderfchen, Zeeuwen, Friefen, &c. te zyn; Hunne begrippen en fcemmen zullen ; hoe Gé jcr ook tegen voorzien moogt, toch altyd, zelfs buiten hun wd en weeten, beftuurd worden door het belang hunner Provinciën cn hunner bezittin"  gen; Dc verfchillende belangen d^r Provinciën sullen dus even zeer tègèn elk. rider Haan, even zeer de gevoelens verdcelen , als voorheen; Ge hebt 'er de proef reeds van in Uwe Nationale Conventie.; zonder naam te weten, kent men den Hollander, den Zeeuw, den Gelderschn.nn, &c. *b den inhoud , de bedoeling- en den toon der onierfcheidene voorftellngen en vertoogen: D:ar nu Uwe Souver:ine Vergaderingen bovendien noch uit lieden van allerlei beroep en kostwinning moeten belhran. zal die Provinciale Verfcheidcuheid van belangen en inzichten noch vermeerderd worden, door de wer.ng van elks byzonderen eigenb..at op zyne Staatkundige begrippen; De eene dryit zyn mjaette koophandel jaet Frar.fche, de Mferc met Engeifch huizen: Scnige zoeken hun voordeel by de zeevaart, audere by den Rynhandd, by groote of kleine visfehery; So migen hebben meerder of minder aanzienlyke Fabrieken of Tra faken van verfchillenden aart en onderfeheklcne verbinding m':t vree jï Je Landen, en andere houden zich eindelyk by Landbouw, Hout-plartting, en Veeteelt: Alle hebbsiï.zeliuntis eigene wiaitbcrcckcnjig en daar-  door hunne eigene wyze van zien omtrent Vet' de meeste onderwerpen, die ter beftell'ng kunne» komen van de Opperfte Macht; en meent Ge da» dat 'er, indien Holland niet zorgen wil meeftes te blyven, minder verdeeldheid, minder wryving en botfing van tegenftrydige bedoelingen, minder drift en partyfehap zyn zal dan voorheen ? Oordeelt Ge dat Ge het dan beter zult kunne» ftellen zonder ecm'g punt van Verëeniging, dan toe» het Opper-Bewind der Republiek meestal was famengefteld - uit lieden, die of geheel niet of ren minften nimmer alleen aan de kleine belan^ gen van eigene koftwinning verbonden , het Voordeel daarvan ook met' minder yver dreven» ©m dat ze zich buiten dien gefteund vonden door aanmerkelyken rykdom, gelyk ze wederkeerig dien rykdom des te gereeder voor het Vaderland* waagen durfden, wanneer hun, na het verlies daarvan s noch andere bronnen van bellaar* ftonden over te blyven ? Zal 'er nu minder eigenbaat, edelmoediger behartiging van het algemeene St.atsbelang heerfchen; dan toen Ge onder Uwe Kooge Vertegenwoordigers en Bcdhiur» ders een aanzienlyk aantal Edele Burgers teldet f  t rn i die, gelyk ook eenige onder Uwe vermogend;'^ Onedelen, nimmer aan kleine winft - bereekenin'. gen van- eenig bekrompen beroep geheel ver» Éjaafd, bovendien, van. der jeugd af aan ; onderricht en opgeleid waren, om alle bronnen te kennen van den algemeenen welvaart , om denzelven in zyn geheel te overzien en om naauwkeurig den zonderlingen famenhang waar te nemen van alle deszelf takken niet slechts met eikanderen, maar ouk met onzen ftand en betrekkingen tot vreemde Mogendheden ? Hoe dieper men inderdaad de zaken indenkt, des te meer wordt men gedrongen de wysbe.d van de Unie o'nzer doorzichtige Voorvaderen te eerbiedigen' boven het zoogenaamde Ünismc onzer lichtzinniger en baatzuchtigerTydgenoten: Hunne Broeder-fchmp is een dekmantel van eigen belang en heerfch«ucht, hunne Gelykheid is Godönteerend en onuitvoeriyk , hunne Vryheid is een famenweefsei van moedwillrge losbandigheid en vergulde Sla.' verny , en hun geheel ontwerp van Staatsvervorming gaat zwanger van dwadingen, van onrecht en van verderf. — Na dit alles , niyrè Waardfte Landgeuoteu , beefde ik niets meer  të zeggen., 'óm aart mynen plicht en geweten tc voldoen,'om U door oprechte en trouwhart'ge waarfchouwing , door een klaar en eenvoudig voorftel van waarheid, tc behoeden voor alle verras-' fing by Uwe aanftaande fteroming over een ftuk van zoo veel belang, dat 'er Uwe en 's Lands" welvaart nour nu en voor 't vervolg onherroe pelyk door gaat beslift worden. — Breeder of duidelyker voorstel was 'er niet noodig, omU te doen verwerpen *t geen Uwen ondergang dreigt, en omUte doen behouden en verbeteren, in plaats van affchaffen en vernietigen ,t geen voor Uw geluk en welvaart het dienftigft en het veiligft js. Dan, twee algemeene aanmerkingen heb ,k noch by al het voorige te voegen, dio ïiiisfchgicn den heftigen partyganger zelf tot voor idchtig nadenken brengen, en elk eerlyk hartr altans tc rug zullen kunnen roepen van de harde en rechtvaardige maatregelen der tegenwoordige Y verzucht. Onder de bedrevenfte en bedaardfte Staats;~ ■ , (O Z. hier boven bl. 48 en 49^ M 3  i is© 3 tie, op welker wil en verlangen Ge U beroeoen hebt, eens door bun wierd overgelaten aan haare eigene inzichten, en indien alsdan het Souveraine Volk van Nederland zich eens gevoelig toonde aan de millioencn, die Ge van hetzelve hebt afgeperft, aan de bitterheden , waarmede Ge hetzelve, naar zyn inzien, hebt getergd en aan het verlies van de Ooft- en Weft - indifche bezittingen, die Ge, ten zynen kofte. hebt opgeofferd, om het Erf Stadhotiderfchap , met geheel de vorige Staatsconftitutie ter neer te werpen en U zelf in 't bewind te ftellen. — Dit gevaar is minder denkbeeldig, dan Ge U misfehien voorftelt; het ëifygt niet slechts Uwe hoofden 't geen van minder belang zou kunnen fchynen, maar het drygt ons dierbaar Vaderland zelve met vernieuwde fchokken van inwendige beroerten of buiten-» landfeh geweld, — Dat dan die warme Vaderlandsliefde , die Ge dageïyks in den mond hebt, ook op Uwe harten werke en in Uwe handelingen zichtbaar zy ! La t U by dat Vaderland, dat ons allen even dierbaar is, bidden en bezwecren, dat Ce noch intyds op Uwe hoede zyt 9 en zoo voor de algemeens, als voor eks byzon-  C ioi 3 rWe behoudpnifle zorgt door de terugkeeriu**; tot gematigder, tot uitvoerlyker begrippen; dar. Ge U niet alle partyen in den Staat, met den Erf'ftadhouder en zyn Kuis zelve, zoekt te verdra en op vo.-.waarden, die zoo na blyven aan de''oude orde van zaken, zoo 'weinige vorige rechten en vryheden verkorten, als, behoudens het belang van den Lande-, enigszins n.ogelyk zy, — Be. paalt U, ten dien einde, tot de Geneesmiddelen, die hier boven zyn voorgeslagen, 'of draagt 'er ander voor van gelyïte gemat'gdheid ; Maar.'wat Ge doen wilt, doet het altyd haaftelyk, eer onverhoeds eenig onweer uitbarfte en U, u.t Uwe tegenwoordige heerlykh-id in eeuwigen fpyt en naberouw doe wegzinken. -— Na deze welmeenende aanspooring tot voorzichtigheid , blyft my noch eene algemeene aanmerking voor te ftellen, ter verlevendiging Van het recht gevoel der oude Nederlandfc.he trouwe en rechtvaardigheid. -— Wat niet eer!yk en deugdzaam is , kan voor een geheel Volk en voor ieder byzonder menfeh, nimmer toorbaar noch nuttig worden: Wat ook eene geslepenere Staatkunde van vroegere of latere ' M 3  C i8» j Machiavelliften, van dc Voorftanders der zoogenaamde Conventie, hier tegen moge invvenden ; een Staat; een Monarch, wiens trouw van de on-ftandigheden, en wiens gegeven woord van het wiffelvdlig belang zyner landen afhangt, kan nimmer ergens eenig vertrouwen hebben; pep Staat, een Monarch, die zyne besluiten en handelingen regelt paar het geen in elk gegeven ogenblik het meefte voordeel belooft , of dc Minftè fchade drygt , kan ïichtelyk dooi zulk kwaJyk begrepen eigen belang worden voorrgedreyen tot de fchreeuwenfte onrechvaardigheid * en zifh, ter liefde van aanwindfte. die hem naderhand ontvallen, of uit ontydi^e vreeze voor gevaat;, dat door kloekheid te overwinnen was, met fcuande en oneer beladen, dte nimmer naderhand zyn uit te wisfehen: Beftcndighcid van aanzien en geluk is alleen daar te vinden, waar beftendigheid is in het vafthouden aan de grondbeginfels van oprechtheid en gue^le trouw. — Hoe heftiger en toomeloozer nu veele der h.oofd-dry_ vers van de tegenwoordige Staatsvervorming thans meenen te kunnen voorthollen, niet alleen Jn hunne ouden weermin tegen het Stailhot..  [ lö4 1 derfchap, maar vooral ook in hunnen ingi> kankerden wrok en wrevel tegen den Prins en het Huis van Oranje, des te meer ftaat het te vrezen , myne goede Landgenooten, dat ze ook in den drift der partyfchap die groote beginfels mtskennen, eer en braafheid aan hunnen haat opofferen, en over de Natie zelf, uit welker naam ze handelen, den blaam brengen zullen van het onrecht en van de ondankbaarheid, waaraan ze zich zelf fchuldig maken. — De twee eeuwen, die Ge reeds in vryheid en onafhan-r kelykheid, in eene Souveraine Republiek geleefd hebt; de aanmerkelykc hoogte van aanzien en vermogen, tot welke Ge, gedurende dezelve, zyt verheven geweeft; Uwen uitgeftrekten koophandel, Uwe ryke bezittingen in Ooft-en Wedindien, al Uw volks-geluk met een woord,zyt Ge grootendeels verfchuldigd aan de Prinfen van Oranje; die, welke hatelyke bedoelingen Ge ook aan Hun moogt willen toefchryven, ten minften voor Uwe vryheid alles gewaagd, en fommige zelfs niet alleen hun goed, maar ook Ihun leven prysgegeven hebben: Uwe Voorouders erkenden dit fteeds* By alle onderhandelingen % M 4  I ^ 3 vooral met Spanje, dong dc Republiek altyd op rechten en voordeden, die het Huis van Oranje te vorderen bad: Men hield zich aan dezen plicht vn erkcntelyke verknochtheid zelfs onder de ibeftigfte besluiten tegen het Stadhouderfchap; Teen Willem III. op het plechtigft daarvan was uitgesloten, droeg men evenwel zorg voor de trouwe beheering zyner goederen , trok men zich zelf zyne opvoeding aan en verklaarde Hem voor een kind van den Staat. Na zyn verfcheide-n was men niet onverïchillig over zyne nalatenschap, maar trachtede daaromtrent dc belan. gen te bevorderen van dien tak van het Naffaufche Hus, welke zich reeds in het St:.dh'tLan.., het Stadhouderfchap , on er ■ en invloed van hunne Bajonetten, te eloen vernietigen; maar men heeft den Erfstadhouder zelf van Landverraad doen befchuldigeu by een Advis van twee Leidfche Pro-  I *8? J iefforen", het welk, eene nadere uitgave met wederleggende aantekeningen, klaar genoeg ontleedt is, om al den gruwel dn boosheid te ontdekken van de eerfte Stokebranden der tegenwoord, g-j beroerten ; Men heef niet slegts de byzondere Bezittingen cn Domeinen van het Huis van Oranje kwanswys door de Franfchen, tegen alle grondregels van het recht der Volken, laten conquefteeren, en vervolgends afftaan of abandonneren aan de Natie; maar men heeft boven dien alle penfioenen vernietigd, welke men voor 'Leden of Kinderen van dat Huis geveftigd had; men dryft zelfs, zoo 'er althans aan goe» de ber.chten geloof te slaan is, men dryft de vervol zucht zoo verre, dat by 's Lands-Comptoiren gehe men Orders zyn zouden om alle Obligatiën aan te houden, welke men vinden mocht ten name van de Kinderen te ftaan,en om hen dus te. omzetten van pennigen, welke zy, nevensandre -byzondere Burgers, veelzïns uit enkele ■Vaderlandsgezindhe.d, aan den Staat geleend /en voorgefchcoten hebben. —■ Oordeelt zelf/ Nederlanders, zoo ver Ge slechts bedaard en by koelen blo.de zyt,vindt Ge ia dit alles recht, gfln-  r ite 1 tfgdheid, billykheid, gezonde Staatkunde, o{ drift, wrevel en partySchap? —- Waarmede lieeft .de Stadhouder verdiend dat een Volk, bet welk alles aan zyne voorouderen Schuldig is, byhet welk Hy, gedurende zyn geheel beftuur, zelfs by de gefchiktfte gelegenheid, in 1787, geenede gcringfte vermeerdering van macht gezocht, en omtrent 40 millioenen meer verteerd dan genoten heeft; CO dat dit Volk, zeg ik, zich Zangs zulke wegen laate ftellen in de bezitting van op hem geroofde goederen: Men zai mis. fchien antwoorden, en ik wil 'er my, om myner • Landgenootcn wille, gaapn mede vleien, dat het eigenlyk oogmerk niet is zich met d;e goedere te verryken, maar ze of te behecren en verzekere voor de Schuldenaars, of te doen •ftrekkea tot drangmiddelen van voordeeliger bedingen, indien eens o/er den afftand van het Stadhoudetfchap en de Schikkingen deswegens te maken, zouden moet gehandeld worden: Dan, de Schuldenaars hebben nimmer, zoo veel CO Z,--4Jvye van B, J/oorda en J, Valdtcn wdbkgt t/>2QS — 206t  I **7 J' ^oen weet, iets dergeiyks gevergd en wïerden ook te tydig en geregeld van alle verfchuldigde renten voldaan om zich te kunnen of mogen beklagen ; de Goederen darenboven waren meer dan voldoende voor alle hunne vorderengen, en de beheering daar van was door den eigenaar zelf op eenen voet geregeld, op welken de tegenwoordige Adminiftratic zelf na genoeg gefchoeid blyfr. en boven dien aan lieden toevertrouwd, welker eerlykheid en trouwe boven alle verdenking gefield is. — Wartoe dart dezelve in bezit genomen en beheerd, indien men niet meerder eigen voordeel, dan de zekerheid van anderen bedoelde ? Heeft menze dan willen meeirer worden, omze naderhand te doen dienen tot gemakkelykere onderhandeling over het Stadhouderschap zelve? Welk een onrecht ? bidden ik U;— den man dien men zyne rechten by eenig beding zoü willen afkoopen eerh: geweldadig te berooven van den rykdom, die den prys dier afkooping zou moeten helpen ui maken, of den man, dien men willekeurig van zyne rechten ontzet heeft, ook te berooven van zyne goederen, om hem te beter te dwingen tc*  C j Mdenverping! Hoo fyn bedacht, hoe kunfldg natsgelegd ook deze trek van geslepcne belan. zucht ichyncn moge , ze ftrydt tegen alle beginfelg van trouw ; de Franfchen. hebben voorzichtig, met de goederen , ook alle de oneer en fchande van dien onrechtvaardiger! handel aan ü afgeftaa/n > en de nakomelingfcbap zal, even ais Uwe tydgenooten, de Bewindslieden verfoeien j die aframmelingen van 's Lauds ceriïe Veldoffers hebben kunnen en durven beiooneq É£t zulke zwarte ondankbaarheid, i Zal het nu noch Boodig zyn van onrechtvaardigheid omtrent de drie verdienltelvke Kinderen van den onfchuldigcn Vader tefpreken? Heeft het Volk van Nederland , of van deszelfs byzondere Geweften , niet zelf door zyne Re-prcfentanten verzocht als Gevaders, dat is, als aanitaande Voorjiandcrs en Befchcrmers, over derzelver doop te ftaan P Heeft het , by deze heilige en plechtige gelegenheid , aan dezelve in die betrekking geene giften gedaan van vafte Lyfyenfioenen ? heeft het zich aan hun naderhand liiet verbonden voor de penningen, welke dooi Uin aan den Lande, ten algemeenen befte, te»:  f ï«9 3 geil behoorlyke Rente-brieven verftrekt zyn? Dié kinderen nu hebben hunnen ftaat en levenswyze op bereekening daarvan ingefteld, hebben zich zelfs tot jaarlykfche betalingen verbonden, die daaraan evenredig waren; en naar alle gronden van recht en billykheid, moet een van beide waar z n : of ge moogt Uwe gemaakte en uitgevaardigde Gift»en Rente-brieyen niet intrekken en herroepen, of de houderf daarvan moeten iets bedreven hebben, waardoor ze zz'ch, naar rechten, Uwer giften onwaardig gemaakt en hunne eigendommen onder Uw gebied verbeurd hebben: Volgt dan nu, bidde ik, den geheelen levensloop dier Kinderen , van hunne eerfte jeugd af tot aan het tegen woordigoogenblik toe, en zegt my, zoo Ge kunt, wat'ze tegen iemand' wat ze ooit tegen wet of Vaderland misdaan hebben. —. Indien Ge het zelf niet weet, vraagt het dan aan alle, die, het zy te 's Hage het zy elders, eenig deel gehad hebben aan hunne opvoeding en onderwys; Vraagt het aan alle, die hen van naby kenden, en in de gelegenheid wa' ren om hunne grondbeginfels te peilen , of slechts by openlyke plechtigheden , hunne houding en M 3  L 190 l l.mk te befpiedcn, Vraagt het aan alle, die de inzichten van den Erfprins n den Raad van „•tate of in andere beraadslagingen hebben kunnen nagaan, Vraagt het aan alie, zelfs omwentelings gezinde krygslieden, die Hem en zynen Broe.er, Prins Frej-erik , in den ooriog verzeld en de mogelykheid met genoegzame kunde gehad hebben, om over het beleid, zoo wel als over de braafheid van die jonge Krygshelden te oordeelcrs: Alle, het zy van den Burger-het zy van den Krygs-ftand, het zy kerkelyke het zy wereldiyke, zullen U uit éc'nen mond het eenftemmingn; getuigenis geven, van de liefde voor Land en Burger, de juiltc bdlykheid van oordeel, dc rechtfthapene edelmoedigheid van inborlï, welke aan hun alle drie, en van de krygskundige bekwaamheid met den onverschrokken m ed en kloekheid , welke aan de beide Broeders, de algemeene achting, ook boven hunne jaren, by alle die hen kennen, by den vreemdeling en by den Vy^nd zelfs, verworven hebben : Begeert Ge noch na ere berichten; Gaat en ziet de zachte, zedige en voorbeeldige « eugcï van de Erfprinces van Brunfwyk, met haare af*  T IJl j tyd doordraaiende zucht voor Vaderland en Land^ genootcn: Gaat en leert te Berlyn den voorzichti* gen wandel en gematigde bedaardheid kennen van den Erfprins, met zyn ftil en aanhoudend poogen om, op de beft mogelyke, dezachtfte en veiligfte vjyze, ter slechting Uwer verfchillen en ter herftelling van Uwen welvaart mede te werken: Gaat eindelyk en volgt Prins Frederik in de roemryke loopbaan van den oorlog; Men duidt het dezen misfehien ten kwade, dat Hy met veele anderen de Franfchen noch voor Vyanden van zyn 's Vaders Huis , meer voor!iftigeveroveraars den voor waare vrinden van zyn Vaderland gehouden, en wat Hy in het hart "gevoelde, altyd rond en openlyk getoond heeft; dan, zoo Hy hierin van U verfchilde inbegrippen, Hy gaf aan niemand toe in zucht en liefde voor *s Lands vryheid en welvaart, en Hy liet daarom niet na eer te doen aan het Land, waarin Hy geboren en opgevoed is; Ziet hem thans geliefd van de legerbenden, die Hy aanvoert, gevreesd by die der Vyanden, gëeerd by beiden, onderfcheideiv door uitftckende en wel verdiende gunftbewy■zen van eenen Veld-Overften, als de Aa-rtsher*  L W 1 tog Carel, en, in 't mid en van dat alles, zedig genoeg, om niets te verminderen van zyne gewoone cn burgelyke gemeenzaamheid. . Menfchen van die verdienft.cn, van die beproefde en zichtbare verkleefthcid aan hnn Vaderland, kunnen gewis niet verdiend hebben, dat Opperbewind-voerders, die eer en' braafheid hebben * hen ontzetten Zouden van Giften, berooven zouden van Eigendommen, welke Hun oor het Vo:k van Neder! mi, by plechtige brieven zyner Represent nten, ïü de kalmfce tyden der Republiek , toegekend en verzekerd zyu — Zy w ren Uwe- voornaamfte Medeburgers, zy hebbeu zelfs recht op Uwe Bróiderfchap ; e.o die broederlyke liefde, die hatr lot, uit meeingerleic cn uit dc drkgenfte oorzaaken, moeit trachten te vcrzagten, indien Bet eenige bitterheid hadde» zal integendeel verdrukking by verdrukking voegen, en den weerzin tegen eene waardigheid, gerudelyk laten voorthollen tot het fchreeuwendft onrecht tegen Kinderen, aileenlyk om dat Hun Vader die Waardigheid, ingevolge van' Uwen eigen wil en opdragt, bekleed heeft ? Zier, ten minften ook u.t deze proef, mj ne Vrienden,  i m 3 hoe vei* men Uwe rechtmatigheid zelf verraden; een geheel Volk verbyftercn, en dc taftbaarftfe onrechtvaardigheid als richt, als geoorloofde Staatkunde althans, kan doen toejuichen; Leert' uit deze proef alle verdere ontwerpen mistrouwen, door welker fchoonen fchyn men U tracht te bcgochelen, en wacht U vooral van door 1 chtvaardige toeftemming eenen blaam en eenen vloek op het Volk van Nederland te laden, waar voor deszelfs voorige braafheid em deugd tot hier toe onvatbaar waren.