c?. is.  3D> E DOMKOP.   / p E DOMKOP, O F IATIONAAL V O X M S - JB O JS JKT. Obfequium amicos 3 veritas odium parit. — j 1 . -^«^ f TTSU -IS* fl l ; _ . EVE K. S'T* E DE E L. Te AMSTELDAM, by de burgers J. V E L E M eh R. DüLL TIMMAN. £#rjïe Jaar der Bataaffcke Pryheid,  f KEDERL. LETTHUt } Vleiden//  # # # Kan het een Schryver niet dan aangenaam zyn , wa?i ■ neer zyn ontworpen Plan de goedkeuring van zyn Land. genooten mag wegdraagen? hoe veel te gevoeliger moet hy dan zyn aangedaan, wanneer hy daar te boven in een ontvangen Misfive van een onzer waardige Representanten van 't Volk van Holland „ met recht verdienftelyk" genaamd word. — Dit is, dit was de Domkop, h Ji waar , deeze min betekenenden naam, kon by een verlicht gedeelte van deeze Eeuw geenfinis roem behaalen, dan het is hem genoeg,, zo hy eenvoudig aan zyn naam mag beandwoorden, en onder dien naam zo veel invloed verwekken, als zyn eerfte Stam-Vader altoos navolgers gevonden* heeft. — Hy is, hy blyft Domkop, en al wilde men hem ook nog zo gaarne herfcheppen, hy zal toch altoos een Jlraal van dat eer [ie ruuwe en ongekunfielde blyven behouden, het geen zelfs «o eigen was aan onze Oude Bataven, om namentlyk nooit te kunnen vleijen, maar altoos zo men zegd , met de deur in de hand in huis te komen. — Een Domme kent zyn Bloedverwant; een Schrandere ziet in Item zyn Domheid, een Geletterde en meer verlichte verwondert zich, dat 'er nog zo veel Domkoppen kunnen gevonden worden. — Zie daar ftof belangryk genoeg voor een ge. heel Aartsvaderlyk gejlacht. — Een Domkop doet ons te rug denken aan de Middel ■ Eeuwen. Een * * * Dom.  C VI ) Domkop maakt den minkundige wyzer.~-ja hy doet ons dingen zien, die wy, al zyn wy nog zo dom, echter weeten, dat gefchied zyn , en wil men eenmaal ons bederf geheel uitroepen, nog gefchieden moeten. - Dit myn Plan dan waardige Mede - Burgers, begunftigers van dit myn dom Ontwerp! lueftzyn opkomst te danken aan een voorig Despotiek gezag, ja dit onvernuftig Schepzelwas redes voor drie jaaren in den geboorte , en waarlyk gelukkig voor hem , dat hy zo moetjelyk is verlost geworden, wyl hy anders veellicht een tour zou gehad hebben, die hem niet alleen zyn ribben -zou hebben doen kraaken, maar moogelyk wel met een bebloede rug zyn geheel aanzyn zou hebben moeten ver- hezen. Dan', omnia jam fiunt, Üeri qux pos* fe negabgm. Doch zo geleerd wist hy zelve niet, dat hy was; aan» genanm is het hem dat de Natie door hem ingelicht word, en dat zy dit Domme creatuur tot hun Nationaal Volksboek hebben aangenomen. Wat een geluk dat een Domkop kan vermaaken, en hoe nel hoop geeft ons dit, dat een verfiandigen in 't vervolg daar door zal kunnen fiichten. De Vriend van Vaderland en Vryheid kan dus zyn zetel volflandig vestigen, zo deeze beiden een geheel uivmaaken, en door dat middel eikanderen de hand van Broederfchap kunnen getven — Want fcboon de Domkop dom is, is hy daarom toch vatbaar voot vriend' fchap, en dus is 'er by hem een groot pardon te wachten, sso zy zich maar tot hem in tiomhtid willen keercn en  C viii ) Gemakshalve hebben wy hier bygevoegd een Alphabe* tifche Lyst van de naamen der Perfoonen in dit Deel voorkomende, in het vertrouwen dat deeze meede U niet ongevallig zal zyn, en denk by dit alles Casfandre, fi non creditur, ruit ïliüm, de Verzamelaar, Amft. 10 Aug. 1795. de 7? Maand der Bataaffche Vrvheid.  ■ . , ió> E DOMKOP. N°. t. jE't!.. ei!.... een wonderlyk verfchynfei! —— Domkop! — komt die als Autheur ten Tooneele, om Weekblaadjens te fchryven — en dat in een tyd, daar alle Geleerden — Geletterden — en Wyzen hunne gaver Waereldkundig maaken. — Verwondert ü daar niet Over Leezers! — Maar mogelyk zult gy zeggen — „ 'er is gevaar voor U op handen als gy uit domheid; want by uw verftand za! het niet te pas komen, iets zegt, .dat niet waar is " — Wel nu patiëntie, ik ben Auiheur Domkop, en geen Philofooph om alles eerst te beredeneeren eer ik fchryf; a la bonne heure ! als ik iets mede deel;' dat geen waarheid behelst, zet het op rekening van myne domheid; van nu af beloof ik geen ieugens te zuilen plaatzen — weest verzekerd dat ik een man van myn woord ben , die al het geen hy belooft, nakomt. Wat myn perzoon en afkomst betreft, is niet nodig te weeten; als alleenlyk zoude ik U kunnen zeggen, dat ik geen Dominé — noch Advocaat — noch Raadsheer — noch Dichter noch Doctor ■ noch iemand, die met een verhevene — geleerde — en hoofdfche Titel pronkt ben: — och neen! myn naam is Domkop. — Wat is dat gelukkig dat ik geen Wel Edele Hoog Geboorene Geftrenge Heer —- of Meeftër  ( * ) fchryve — anders zoude het met my, even als met alle andere Riddeis en Edele Geftrengens, laag neerkomen — of ik moest Lieutenant in de Schuttery worden dan behield myn Wyf den Titel van Mevrouw — apropos — kom', het Egalité ook by de vrouwen te pas — zoo ja! — ongelukkige Lieutenants vrouwen —dag Burgeresfe — wel .'oei' — enfin! — De naam van Domkop zal my niemand betwisten, óf my 'er een proces om aandoen—■ want zotten zyn zotten ten arinflen myn oude besje, van aojaaren, reutelt dit altoos, als ik haar wat zegge — of vraage —— Het is een oude Sukkel", het mensch is ever. zoo dom als ik , echter daarom is zy braaf, Zy is goed rond, £,oed zeeuwsch, en fineert nooit iemand honing om den mond, zoo als het fpreekwoord zegt; —■ Zy ontziet niemand, en durft het wel zeggen ■ doch de Menfchen geeven 'er niet om Zy is oud en buiten alle hoop om een Ambtje te verkrygen : * " — daarom wil zy ook niet gemakkelyk van gevoelens veranderen men zegt dat Gy dan kans hebt nu myn Grootje dom myn Wyf dom —— ik dom -■ ■■ doen wy wat wy willen, doch in het ordentelyke Leezers! — een woordje voor af —— die ik iets zeg, - en het my kwalyk neemt, word de naaste bloedverwant inde Famieljevan Domkop. Nog iets wegens de oorzaak van myn domheid — dat van een groot belang voor myne Leezers is. Toen ik in den jaare 1786 myn Vaderland meteen Wysgeerig oog befchouwde, en van tyd tot tyd de daadera van het Menschdom ter toetfe bragt,. werd door deze geduurige befpiegelingen myn gezicht zwakker, in zooverre' dat ik, na verloop van veertien weeken, een Bril moest opzetten, — dat was de eerfte ftap — tot myn ongeluk — voortgaande in myne befpiegelingen ontmoette ik, wel is waar, veele zwaarigheden, die ik echter met behulp van myne Brillisten te boven kwam —- tot in den jaare 1787- Na  C 3 ) Na dat Ik; zoo met myn goede oogen als met myn M)^ twee-en zestig weeken, myn Viderland al treurend be- ^ fchouwd had, en eenskhps zag bukken voor geweld en ovcrheerfching werd ik genoodzaakt, wilde ik myn brillend gezicht behouden, mynen Bataaffchen grondopde ■uiteriïe grenfcheidinge te bekeuren; het tweede onge> luk : — eenige ]aaren zwerfde ik langs de zoomen van myn Vaderland —en beproefde meenig naalen oai'er in te komen-» dan helaas! myn bril konde genoeg vooruit doen zien —'— wat gel uk of ongeluk, in dat geval, myn lot zoude befüsfen; — ik geraakte aan het peinzen —— myn verlland. wierd kleiner t \vat ik hoorde — zag—-- gevoelde, alles fcheen my niets te wezen ik wilde weder op nieuw befpiegelingen maken, maar hoe meerder ik fpeéV teerde buiten 'sLands, hoe dommer ik wierd derde Rap tot myn ongeluk. Zie daar myn opkomst tot de domheid. — Myne oude vrienden en kennislen , die met my in dén Jaare 1786 en 1787 gebrild hebben, bedank ik voor hunne Correspondenten toen ten tyde medegedeeld in den Speiïator nu verzoeke ik die zelfde Correspondentie van myne Vrienden , onder eenipe conditie, dat zy nu even zoo dom zyn als ik, Farenthejis (De Spe&atcr met de Bri', heeft zyn Comptoir geflooten in den Jaare 1787 by J Verlem; dan ik Domkop zal het nu weêr openen by dien zelfden Burger (Claudatur!) --■ Nog iets van myn Grootje Toen in den Jaare 1786 en 1787 de Patriotten boven waren, heb ik mêe gedaan maar waarom weet ik nog niet; als wy exferceèrden of uittrokken, of als ik naar de Sociëteit wilde gaan —» vraagde myn Grooije— waarom fleek jy je daarin blyft t huis én laat vechten die vechten wil: het is poppe pel, je lui zult het ta iaat beklagen, zie je niet dat de grooten jelui uitlachen —— dat zy, ciewyl gy mooi gekleed gaat, —jelui beurzen een weinigje A i önr  ( 4 ) ontlasten. —En wat doet gy toehindeSocieteit? wa£ nut fteekt 'er in ? wel! wel! Grootje gy praat geheel bezyden de plank, wy leezen indeSociteit, en praaien daar over alles nieuws en als dat gedaan is dan 1'preeken wy over koeyen en kalven Ha! ha! zeide Grootje, is dat het nut, nu verder! - . Terwyl wy dan daar zaten te praaten fpeelden anderen een rol op het Patrioitifehe Tooneel, om een ambtje of bediening. Die de kluchtigfte rol fpeetde, was het verftandigfte, en ging met een vet ambtje heen Ik die te dom was, om te begrypen waartoe de Sociëteiten waren, riep aitoos maar ja! ja! als 'er iets gevraagd wierd en zag ik , dat de groote en ryke menfchen ja riepen dan verdubbelde ik myn item. Ik dacht als dielieden;'a zeggen, dan zai het goed wezen.— Myn Famielje vermeerderde van tyd tot tyd . op het laatst fcheen ik niemand te zien, of hy was een achter-nesf van my. Myn Grootje is wel dom doch op de eenet'ydrs zy een weinig verftandiger, dan op den anderen tyd. Het gebeurde juist, dat de domheid van haar verdweenen fcheen, toen de Koning van Pru;sfen in het land kwam met zyne geelrokken, om de genadigfte Vorst en Vorftin in den Haag te brengen; ik begryphet, zeide zy tegensmy, dat al het ja! ja! de oorzaak is, dat gy nu zult moeten rond zwerven, met de bril op de neus,- en let 'er op, zeide die oude Vrouw, als de Conftitutie-Vrienden nu ook ja.' ja! zullen gaan roepen,-^— zonder te weeten waarop, dan zult gy Vader Willem met de geheelefantekraam zien vluchten, en gy zult dan weêr met de brillen- Kiek hier kunnen komen maar pas dan op — en roept geen ja! ja\ als het neen moet zyn. —— Zie Leezers, myn Grootje is dom, maar ik ben nog dommer— waarom zou het nu weèr keeren als wyj'a! ja\roepen, moet  ( 5 ) moet men de Notabelen, (dit is een oud woord van veel betekenis en uit den grond text verklaard, dan is het zoo veel gezegd, als de ondergang van allebraaven! O en ryke raenfchen niet op het kusfen zetten ? wat heeft een Burger verftand van te bellieren ? het moet 'er toch na toe, als men flapen blyft, dat men niet wakker word.— Als my nu eens gevraagd wierd, moeten de Gilden weg?—— waarom zoude ik neen zeggen ? En wat is het noodig dan de Zaandammers gezaagd houtinAmJlerdambrengen; — wat moet ik hier op antwoorden zegge ik neen •—- dam zoude het wel wat eigendunkelyk gezag wezen ■ zegge ik ja, dan zal het ook niet goed zyn ik wensch- ïewyzerte wezen, om overdit flukte kunnen fchryven.—— Myn buurman is een hout zagers-knecht, die zegt als het gezaagde hout van buiten vry mag inkomen, dan hebben wy niets te doen; > want zy kunnen buiten beter koop zaagen, dan wy hier en als men deVryheid zooverre moet trekken, dan mogen wy onze boel wel opkraamen ik heb een huishouden met vyf kinderen — ach arme houtzagers! Vraagt men aan de Ziandamfche Houtkoopers, of het beftaanbaar is, dat zy geen gezaagd hout in Amfterdam mogen leeveren? zy zeggen, neen, wy zyn lang genoeg dooide ftedelyke privilegiën en voorrechten onderdrukt, en daar wy fesfie in de Volksvergadering hebben, evenge. lyk met de fteden, is het billyk, dat hetonderfcheidmoet ophouden ; wy zyn allen even gelyk en gerechtigd tot dat aandeel, waar op een der minftèn aanfpraak heeft Het nadeel der voorrechten heeft lang genoeg de Negotie de keel toegeneepen; het word tyd dat de Rechten . van den Burger alle de Graa/elyke Henr eiogeiyke pergamenten, boeyen van den vryen BurgcvriWt, vernielen. Nu zit ik in de konkels, om dit te begrypen, en uitlegkundige aanmerkingen daar op te maaken: helaas! A 3 myne  <■ % ) myne domheid is de fidhulil', dat ik bekennen moet, geen veri'uud te bezitten om die voorrechten goed té keuren. Moeten 'er geen nieuwe Vertegenwoordigers verkoren worden? moet het alty.' piovifioneei biyven ? wat zal ik hier op antwoorden! moet men niet al veel doen om de rust te bewaaren! zoude men door het ontllaan van de provifioneele Vertegenwoordigers niet weder in effecïe de zaaken terug, en in de zelfdegefleldheidbrengen zoo als zy op 'en dag der Revolutie gebleeven waren! —- myn verftand is te bekrompen en myn domheid te groot, om te begrypen dat het continu- èeren van posten het aanzien zoude verkrygen,. dat zy, die provifioneel verkooren zyn, zich in het bezit zouden willen vestigen. Maar waar toe is het noodig dat ik my bemoeije met zaaken ,;daar ik geen veritapd van heb! — wat zoude ik antwoorden, als my gevraagd wierd, blyveu cie boven op het Stadhuis ftaande vier kroonen, die door Maximiliaan gegeeven zyn, daar voor altoos? her. is een beuzeling om daar over tc praaten; maar echter is het een zaak van grootbelang, en diende wel, vóórdat het groote plan daar is, weg genomen te worden. — Ik ben daar voor om met groote zaaken mj niettebemoeyen , die komen van zelf terecht —— maar om beuzelingen, wisjewasjes moet men denken, om die uit den weg te ruimen; want daar bang' een geheel Land van af wy Domkoppen — weeiea v. n geen gewich:iiie ftukken, of kleina zaaken — als wy maar vioiyt heden bywoonen — Viyheids-Boomen planten en me: mooye kleedeien en degens op zyde loopt-n VV.u noodig of niet noodig is, raakt my niet, Ik ben een voorflander fan zacht bedaard langmaedig enz. Kyk Medeburgers dan heeft men ftrhielyk ; die de voorenltaande en meer andere dergelyke voornaame brave, ffcille en vreedzaame Autbeiren hebben, zyn buiten tegenfpraak zodanig: dat, als men die wilde omverwerpen, zy met'er haast een figuur zouden maken, als Robefpierre !! Maar nu ik te dom ben, om voor een Foliant-Autheur te fpeelen moet ik my met een Occa°flchap behelpen was Gosfe.oï Arrenberg of van Leeuwen nu zoo goed, uit krschte vab Broederfchap, my alle de Couranten zints 1787-—1705. prefent te doen ■ dan zoude ik mogelyk verftandig geleerd en waarheid fchry- A 4 ven.—-  ( 8 ) ven. Want Leezers leugens zult gy 'er niet ir» vinden hebben zy 'er het verdichtfel in geplaatst, dat •er 10,000 Franfchen gefheuveld zyn — en flegts 2 Hollanders , dat is een abuis . en wie kan zich wach- ten voor feilen, als men dronken van vreugde is 0p de tyding dat de Franfchen naderen.-— Schelden en razen vind gy niet in hunne dagbladen yfhd gy 'er, by voorbeeld, in, dat de Franfchen Atheïsten i of de Patriotten flegte Menfchen zyn of dat dezelve landver- verraders waren dat komt uit geen haat of nyd voort, och neen! het is de Zetter zyn fchuld, dat de man voor Engelfchen, Franfchen; en voor Oranje, Patriotten heeft gezet. Het is heil en broederfchap! zy moeten blyven fchryven en drukken is "t niet waar Tuimelaars? roept maar/a! ja\ anders zult gy mogelyk u lieve Willem, Proteftor van uwe Couranten, moeten volgen, en wat dan Gosje? gy kund dan almanakken en Arrenberg, die Engelsch fpreekt kan in London Liedjens drukken. Wat zult gy al Ie weeken met uw Odtaaffchap beginnen, — en wat zult gy fchryven? Ja Lezers die vraag verwachte ik van U ü een oogenblik geduld — myn weinig verHand zal .k by één raapen en ik zal ftil gaan zitten, om my te bedenken wy hebben den tyd wel! om koK te zyn van ft of zal ik het U zeggen. 10. Van week tot week patiëntie!... tot dat wy 'er zyn; — want ik ben maar Schryver by provifie. *o. Gy zult alle weeken wat nieuws hebben, dit beloof ik TJ offchoon Sakmon zegt „ daar is niets nieuws onder de Zon, zoo '.al Domkop het echter doen raakt bet niet, het zal mis we;en Dan zal ik vóór, dan weder tegen zyn dan zal ik gelooven , dan weder niet. Dan zal ik waarheid fchryven, -— dan alleen befpiegelen — dan zal ik pryzen, dan weder berispen . dan zal ik veiftandig wezen, dan weder dom '■ na  C 9 ) na dat het my in myn kraam te pasfe komt —— en ais hst niet wel uitvalt of niet goed is removeert my en zet verftand in myne plaats —— en ten 3en. NB. dat zal wel volgen. Ik heb raare denkbeelden ~— die my groot en klein maaken — dan verbeelde ik my, dar ik een Koning ben-— maar roep ik aan myn Volk helaas! dan zie ik my geplaatst in een kring van Slaaven dan verbeelde ik my een Republikein te wezen —- en als ik denke dat ik de Volks-Hem hoore dan zie ik my omringd van Aristocraaten Wat doet die domheid niet al wonder- Iyke uitwerkfeien ? Dan verbeelde ik my een man der Notabelen te zyn , om myne medemenfchen gelukkig te maaken — en juist op het oogenblik , als ik denk, dat myn plan gelukt is zie ik, dat ik myne eigene grootheid, op de puinhoopen van een ander gevestigd wil hebben — och arme Domheid l Dan ben ik in denkbeeld, daar is geen verftandiger man in de waereld dan ik . verheelt u een trots p >ftuur van een welgezet mansper- foon met een Philofophifche pruik op het hoofd deftig flappen het voorhoofd met rimpels — en een. dubbele onderkin met de handen heen en weder ilingeren het hoofd op zyde — vol van idéés .—- niemand ziet hy als op eenen afftand vgn verachting alles gaat hy voorby ■ zonder zyn evenmensen aantezien; geduuriglyk bezig met plannen te maaken —— daar niets van komt het hoofd vol van denkbeelden over de gewichtigfte onderwerpen van ons Vaderland yverïg bezig om een plan van Con- ftitutie te vormen altoos werkzaam om nuttig te we/.en , tot in het geringde deel van lantaarnen . Dronken in verftand, en nuchteren in gekheid, is de oorzaak dat alles by jny op een enkeld niet uitkomt, enby de waan wy zen is de Domkop een nul in het cyffer < A s met  C io ) met eene houding als den grootflen Profesfbr aller Pro- fesfoien Nüys toen hy met zyn Vriend Aïlart in de Willemftad was en hy aldaar God dankte voor de verlosfing der Franfchen uit die almagtige , groo:erFron- tierflad; tree ik in alle byêenkomfteh — ik maak verfen als een Dïchter Nfopsz,, en wel zoo fraay als zyn vers op Mauritz met de opdragt aan Willem den Vjfde* Ik fpreek als een de Haas, en wel zonder vloeken en raazen. Ik pleit als een Bilderdyk voor Kaap Mos/el want het was de sijmBEzpSnsp Vrouw; Ik anatomifeer als een Vink zonder by deiykeu te zyn en als het op *c (luk van zaaken komt, ben ik even zoo dom als die ik na wil apen en echter blyven zy inde waereld: dit fchryve ik aan myn domheid, toe ■— Ik ftaa verbaast over de voorgangen en verbeteringen van veele zaaken — her afzetten van Officianten en Amb- tenaaren gaat voorfpoedig: als Philofooph befchouvf ik alle de zaaken die 'er omgaan. Wat een fchoone uitwerking zoude het wezen ! zoo redeneer ik dan Leezers als alie Militaire Officieren bedankt, en de gevlugte Bataven daar voor in de plaats werden gefield! wat verd''enlten hebben die menfehen niet verr worven om hun Vaderland gelukkig te maaken ■—— zou de Soldaat niet gefchikter gemaakt kunnen worden om Republikeinsch te wezen , als hy een Bataaf aan het Spits zag liaan? - - ■ nu kan hy nog niet; want wat Officieren zyn en blyven over hein gefield ? en met al dat rede» neerenblyve ik te dom , om te begrypen, dat het niet nood- zaakelyk is . waar toe dan een Bataaf?- vraagt myn Grootje. Wederom een Haaltje van onze Coinpagnie- fchap. Droomen kan ik ook —— en willen myne Leezers daar een Haaltje van hooren —— luiHer dan; — maareen ver-  verzoek —— her is de oorzaak van myn onverltand, dat het een droom is —— enfin! Gisteren avond, na wel gegeeten en gedronken te hebben, begaf :k my naar myne Legerfteede ter ruste ik fliep naauwlyks of ik verbeeldde my in eene groote Sta < te we^en ik zag veel volk naar een wyd uitge- ftrekt plein loopen vroeg wat 'er'te doea was • en kreeg ten'antwoord, —— dat zult gy zien, Huilen Broederfchap bravo dacht ik, dat is myn Volkje. —• "Ik kwam op dat plein daar zag ik verfcheide Predikanten ftaan — niet weetende wat dit beduidde, wachtte ik den tyd af: na verloop van weinige minuten; kwamen vyf.a /es deftige en kundige mannen aanftappen en wend lex. zich naar de by een gefchaarde Predikanten —. Heil en Broederfchap was het woord dat ik hoorde en daar na venrokken die vyf a zes mannen kort daar na verfcheene.) eenige cordaate en kloekmoedige perzoo« nen, op welkers aangezicht, zoo het fcheen, een welgerefolveerd hart te leezen was. Deeze mannen namen den mantel en bef af en gaven die aan anderen over, welke aan de overzyde van dat plein hun geluk afwachtten, in hoorde verfcheide naamen leezen waar van fommige my ontgaan zyn, alsmede den inhoud van de aanfpraak; maar echter weet ik 'er zoo veel van, dat ik hoori'e roepen Nuys weg, Ha.. MEr.svF.f.d inplaats de Haas weg, Bosch in deplaats — ffleuwffiad weg, Kluwen in de plaats Smits weg, van Eik in de praats « Haak - Dermout - Van Velfen - Schotsmin Lastdrager Scharp weg! . weg! : maar toen begon het -gefchreeuw hand over hand toe ;e neemen dat ik wakker werd van al het geraas. En w;;t is dit all$s? een Droom' . niet waar? < Ja vrienden -—■ en myn dom verfhmd kan  ( 12 ) kan niet begrypen ~, ■ dat het een droom moet blyven —— maar te B'Mfloot Haat Patientia Omni Vindt'.! Dan trotfeer ik op myn ambt en verbeelde my zelfs een koning te wezen, dien niemand durft re. moveeren 1 en waar in zit uw bekwaamheid ? ik moet rond uit bekennen, dat ik het niet weet of het moest in myn geld zitten, en dat heb ik niet was myn Ambt een Stads-Drukker —— dan zoud gy in het Rapport kunnen zien, dar ik ƒ13541:- 8 van de Stad moest hebben —— één vraag in myn domheid >— Leezers! —— moet men geld of een Vaderlandsch hart hebben, om Stads-Drukker hier of elders te wezen antwoord 'er niemand ja maar geen leugens dat is waar, adres aan het Comptoir van W. Holtrop! , Voor den gezegendeu tyd der Omwending Ao. 1787 — nu dat begrypt zichl heb ik zien plunderen by Coertfe —— &c. door een party die even zoo goed was als Coertfe en Peppelenbos zeiven ■ die onnozele wurmtjes waren dood arm door het plunderen —— men moest die fukkelaars fchaevergoeding doen wat is 'er aan hun betaald? een fom van ƒ 34389 — bravo!—■ even na de omwending in J787 is 'er ook geplunderd — moeten die ook fchade-vergoeding hebben, wel ja! een Obligatie van Heil en Broederfchap , tegens dert intrest van Gelykheid — hoe ineer ik philofopheere hoe verftandiger ik worden zal. ■ Welk een Rol hebben de Vrienden van de oude Conftitutie niet al gefpeeld verbeeld u het plunderen . het moorden ■ het rooven het fteelen —— het kloppen het in 't water fmyten -—■ ... enfin — de gsheele trein werd gevolgd met dergelyke Toneelftukken — deze alle blyve^ die zy zyn —— en behouden het geen zy hebben. Waartoe de belooning aan da Prujsfen in 1787, ter fouiraa van/17378 alleen voor Am-  ( 13 ) Amfterdamfche rekening —— hoor ik één myner Leèzers vragen! • Maar waar toe het ongeftrafc blyven van de anderen! —— Myn verftand is klein, ik kan het maar zoo niet begrypen hecis myn domheids ichuld. —— Ik weet niet — of haat en wraakzucht wel te pasfe komt. „ De Batavier heeft, by de earfte verbryzeling zyner „ ketenen, een al te grootsch voorbeeld van edelmoedig- heid en menschlievendheid aan 't verbaasd Europa ge„ geeven, dan dat hy dezen roem in kalmer oogenblik„ ken zoude willen bezoetelen, door zich op zyneverne* „ derde en nu magteloozeoverheerfchers te wreeken."——. bravo dat is Vaderlandfche taal jammer is het maar dat die in het Jaar 1787 niet is gebruikt, dan zoude men nu niet behoeven te treuren om zyn geftoolen en geplunderd goed. —— Wat fcheelt het jou, zegt myn Grootje, jy bent niet geplundert of geflagen geweest ^!—_ ja{ Leezers, Grootje heeft gelyk maar zy weet het niet! Wy hebben een tyd beleefd — die raar was . de eene Vriend liet den anderen in de pekel zitten, terwy| zyn Vriend met de kous op de kop naar huis liep "dit word vergeeten en vergeeven. Ja maar, roept 'er een uit den hoop, Heil en Broederfchap — dit begryp ik niet zie daar, dat is geduurig— myn domheids fchuld. Ik zal maar als een ful en vergeeten burger heen lee- ven __ doch dit kan ook niet waarom? daarom ! —. en dat duurt, en blyve duuren, en voorts geen voetftap verder —— by provifie zal ik myn zin doen ik lee. ve in vreede en geniet een zoete rust —— zorgeloos blyve ik van den vroegen morgen tot denlaaten avonden s' nachts flaap ik als een Roosje welk een edel ver-  C 14 ) vermogen der domheid wat 'er gebeurt of4 niet ik laat pra'ten die praaten wil; — want een prnat-al ben ik niet hy die vraagt laat ik vraagen ik boude my buiten alle vragen. —- Antwoorden geef ik niet; zuken die my niet aangaan, Iaat ik voor de moei allen over — Raadgeevingen is myn taak niet — Zotten fluite ik buiten myn kring Po!itieke«aaKefi verdienen myne Opmerking niet genoeg daar Van- Nu zullen myne Leezers zien en hooien wié ik ben en wezen wil ■ voor alle wankelende Koning enKeizerry» Ren ruile ik myne rykheid van verltand niet — noch voor Paus- — Prins - — Vorften en Hertogdommen, en al dat zoort van dommen, wil ik niet verwisfe.'en noch wy- zer — noch verftand iger zyn — noch myn gelief koosden naam van Domkop verliepen ■ wyf myn adeldom —— noch wapens ■ noch fchilden ——— noch eenig livry voert en ik dus geen nood heb —— dat ze my zullen worden afgenomen Het eenige dat my fpy.t — is, dat myne domheid my belet, om een ambtje te kunnen waarneemen ■ maar mogelyk zoude myne domheid van, dienst kunnen zyn te Rotterdam in den Haag ofte Amflerdam op de Couranten of Stads Drukkery; want zie Leezers, .daar is niet veel verftand toe n->o.1ig,'a1s men maar zoo veel heeft, om de hand van Broederfchap te kunnen gecen — en dat kunstje verftaa ik by'.ondei goed ——> of fchoon ik alm.igtig aom ben, om te weeten, hoe ik het van den eenen naar den anderen kan> moet werpen —— hu dat leert wel, zegt men, als men miar zoo veel weet, öiu het eene woord voor het andere te gebruiken - ■■* Prinsgezinden en Patriotten beginnen toch met de /elve letter P wat doen de andere'er by? één is genoeg wat een geluk d-ir de P van her woord Pr'-s- gezinden, niet getransformeerd is in e.n Grkkjèhe Pi IJAltoos een geluk by een ongeluk. —— Myn  C i5 ) Myn doofheid, is veel al de oorzaak van myne domheid, want is verftaa de helft niet, wat my verteld word — hetgeen gelegenheid kan geeven, dat ik iets van iemand zegge, dat op een ander toegepast moet worden Myn gezicht is nog niet beter — Zinds ik de 'Bril heb opgezet —- het gebeurt veelmaais — dat ik iemand voor een braaf man groet—■ die naderhand my beduid word een Plunderaar ;e zyn ——of een verve! ervan de Patriotten — nu ik heb hem gegroet-» heil en Broederfchap . och helaas! ongelukkige ftaat—* van myn.!ichaaas-gebrek! ■ Dan, dair ik op nieuws weder fchryver geworden ben, moetik ééns aan myne Leesers vraagen hoe dikwyls moet — Ja mag ik fchryven? ,, Hoe dikwyls gy Scrhy- ven moogt, weet ik niet," zal zekerlyk uw antwoord zyn: maar wanneer wilt — zult — of kunt gy liefst leezen?-- Ik heb altoos ftof om te fchryven en anders verzoe. ke ik myne mede domme Confraters, mits zoo dom als ik, in_ dien zy met my willen vriendfehap houden — om hunne Correspondentie • wyl ik van alles wat eenigzins belang- lyk is, zal gebruik maaken — echter verzoeke ik deeze navolgende poincten in het oog te houden. Primo. Ja Leezers ik verftaa Latyn — om niet door dom- tieid iemand te beleedigen denkt om de Rechten van den Mensch ■ Secundo. Niet door domheid onwaarheden te plaatzen; adres aan de Dimer- of Water graaf smeer sche Courant enz. Tertio. Dat myne mede domme Correspondenten niet zoo onachtzaam zyn als ik en de Secretaris — want ik heb verfcheide plannen gemaakt, om iets te verhandelen en eer ik 'er aan toe was geraakte ik het oogmerk of de bedoelingen kwyt —— Wel dat is ongelukkig, zullen myne Leezers zeg-  zeggen dat is waar . maar rriynè domheid is' dd oorzaak daar san Er zullen mogelyk eenigen zyn, die my befchimpsn, dat ik Itoutmoenig myne Papieren-kinderen weder, doch zonder ■^r:U,m de waereld brenge; ik blinke in alles uit, Leezers! —* bet is myne domheid, dat ik het niet eerder bedacht hebbe — maar de zaak is 'er nu . ik heb reeds myn flegr gezicht willen verbeteren met een Bril, en myne domheid door kennismaaking met wyzer lieden maai alles mislukts my — ik vertrouw dat al wat met domheid bezet is, myn beftaan zal goedkeuren — De ondervinding heeft geleerd, dat de domheid nog al een'rommeizocije voorden dag kan bren- Sen die 'er Haaltjes van wil hebben herinnere zicb den Jaare 1787 ■ ; of fchoon ik met myn verftand niet kan begrypen dat'er toen domimgheden zyn begaan, of men zoude my willen betwisten , dat'er onverftand beerschte, toen de Prins gebonjourd werd, dat men toen niet direct- het volk bydén riep , om zyne VénegenwooHigers te tiran ' Du is nu beter . wy kiezen zelfs —— of wy zullen het doen Ambtenaaren zullen wy ztlven aanikilen myne domheid dryft weêr boven. —— - : Nog een:klein verzoenje wat is dat? zult gy mogelyk vraagen; dat is antwoord ik, —, dat gylieden "alle Weeken myn Blaadje voor 2 Huivers koopt— en getrouw leest — ja als gy maaken kunt dat er een goed debiet in komt ■ want ik ben te dom om een ambt of bediening te bekleeden, of lid vaneenigebefiuuring tezyri! myn Boek. verkoopers, die ook al wat dom zyn of fchoon zy hunne naam op de tekenlyst van het R.quest niet hebben ge- fchrapt 1 dus niet Je weet wel Leezers wat ik daar door verftaa deihalven wy aden een buitenkans^ je moeten zoeken daarom (lapt'er niet af, maar denkt om den armen Domkop . Dit Vertoog zal alle weeken a 2 ft, uirgege<=v?n worden ■ te Alkmaar by Hariemink,' Hand . Ainft- Ma", Boom BnSt' ■DM Timman, Haz^u , B. Koene, Ktyzer; Lmkeveldl Verlem, IVynands, Uoidrechr Blusfé, ö-.nida VerUamv,^ Haarlem Blaat, Leiden Iferdingh , de Does en de Pekker Zaandam van Aken Talk, en Aiöm.  Ó È DOMKOP. N°. 2. Borger Domkop! "1 e bent net een man van myn (maak; want aan myn véfc iund zal ik niet berften en daarom wil ik aan jou [chryven en vraagën. —— Ik heb in de Blaadjens van GARTMAxde Bóekverkooper, apropos is dat die niet, die zyn naam op het Requestheek laaten doorhaaleti? geleezen, dat in den jare 1787, aan de toen ten ty'de geplunderde pcrzoonen is betaald voor fchaê vergoeding ƒ 34389: :- en aan de Pruisfche Troupes ƒ 17378:-:- of die Oranje fchreeuwers reltitutie van geleedene fchade verdiend hebben, zal ik daar laaten ; maar nu is de vraag, of de Brave en weldenkende Patriotten, die, na de komst der Pruisfcken in Holland, geplunderd zyn, ook fchaêvergoeding moeten hebben. — lk heb gezien in die zelfde Blaadjènf, als dat fommige na Wezel opge'zondené gevangenen, verlangende fchadeloosftelling voor hunne gedaane kosten; dit Request is in advis gehouden.— Als mede dat van van dsb.Mjui.ek, een Request heeft geprefenteerd om vergoeding van gefeedene fchadén door in 1788, ön'der het voorig beftuur, uit zyn huis gehaalde Geweeren; De Requeftrant is verweezen na 't Committé van Juftitie, om aldaar zoodanige téntamina te doen; tegens dien perzoon of per. B zoo.  C 18 ) zoonen, waar tegens hy meend een acte te hebben. ——. Nu ben ik geen Advocaat of Procureur om hier over te advifeeren ; want mogelyk zoude ik in myn onverftand Zeggen, dat dit zaaken waren die in geen advis moesten gehouden, of naar een Collegie behoorden gezonden te worden; maar de zoodanige Regeerders in dien tyd reeds al overlang tot fchaêvergoeding moesten zyn veroordeeld even als in 1787 de despooten, zonder advis of ren- voy, hebben aan de oranje party gedaan, maar mogelyk Haat in het Wetboek van Heil en Broederfchap wel een articul, dat het in ;.dvis gehouden moet worden. • Terwyl ik aan het doorbladen van die ftukjens ben, leeze ik —- „ Een voorftel van het Committé Revolutionair „ om de , wegens het bekende Request tegen inkwar. ,, tiering der Engelfche Troepen enz. voorheen gevan- „ gene perzoonen, in eenigen post teftellen, word „ in ladyis gehouden." Dergelyke verzoeken zyn zeker naar myn verftand \an veel gewicht, om daarop ten eerften te antwoorden, het belang dier zaaken en planten van Vryheidsboomen vereischt veel tyd , om over te raadpleegen. Nu was myn vraag of gy my ook zeggen kon, of de oude Regenten de fchade van geplunderde Peftoonen betaalen ja', dan neent Ik wacht uw antwoord en blyve Uw Mede Burger Jan Onverstand, Antwoord. Jan Onverstand moet niet denken, dat ik een Advocaat of Procureur of een Geleerde ben, om aan hem die vragen, op een oogenblik te beantwoorden. Zal ik die in advis houden? Neen! D omkop zal domme ajit  ( 19 ) antwoorden, geeven mogelyk werken domme advifen; nog al iets uit. — lk zoude veronderftellen, men houde myn domheid in het oog, dat die eeue ondeugende zaak beveelen die 'er in toeftemmen die 'er aan helpen of op eene of andere wyze deel hebben aan het misdryf ——• ook die'er raad toe geeven, en zelfs tenuiterfte genomen die het pryzen of als zy in de gelegenheid zyn of wel het recht om te verbieden hebben, zulks toeftaan — zonder verbod daar tegen, even als de daaders, fchuldig aangemerkt moeten worden te meer, als iemand in de mogelykheid is , om door behulp en adfiftentie van anderen, het te kunnen beletten, en het niet doet. Nu is de vraage op wien de geplunderde per/oonen hunne fchade moeten vernaaien, op de Plunderaars, of op die geenen, welke het hebben kunnen beletten. De Plunderaars zyn meenigvuldig —— daar onder arme en onnozele mededoendors , die niet verder kunnen gerekend worden als Lyfttraf fchuldig. Die het hebben kunnen beletten , zyn de toenmalige Regeerders geweest, welke danookuithetvoorerrgefteldêv de fchade moeten boeten; want, het is in hun macht geweest, dat het niet gebeurde, nadien zy alle hulp en byftand konden oproepen maar dit hebben zy niet gedaan, veelen hebben met de plunderbenden medegeioopen , gelyk als Piet er de Clyver te Vlisfingen, wel eer Burgemeefter aldaar; waarby, zich voegde Dominé Kiemyzer! noch eens Jan Onverstand houd myn domheid in het oog. Derhal ven advifeere .ik, dat de oude Regenten als de plunderingen niet te keer gegaan of geweerd hebbende, de fchade moeten betaalen uit hunne privébeurfen. Maar' hu zal de Vraag zyn , of de Erfgenamen van de oude reeds overleden Regenten de fchade moeten dragen, B 2 vol-  ( 20 ) vo'gens de Wet aan de Hebreen gegeeven, nament- iyJc; dat de misdaad der ouderen aan de kinderen moet geftraft worden ? Daar op antwoord ik neen, ten ware de Kinderen of Erfgenaamen deel gehad hebben in de misdaad zelve; dan ik zoude vastltellen, dat als een der Regenten lïïerf, de ftraf der misdaad, of het boeten der ichuld, op zyne medepligtrgen moest vallen. 1 Het is geen wraak, noch wreedheid, als men de ftichv ters van verraad of plundering, tot oplegging van fchaêvergoedingcondemneert, het is alleen een billyke ooraak, die uit het Recht voortvloeit want de fchuld waar uit de betaaling moet gefchieden, komt alleen op die geeneu , welke het kwaad hebben toegedaan. Nazonde, ik na myn domme verftand, in denkbeeld zyn, dac als de Regeerders, welken de plunderingen hebben'kunnen weeren, en zulksnietgedaan, maar dezelve toegejuicht en goedgekeurd hebben , door het laaten voortduuren onder hun oog, en de zoodanigen geene middelen genoeg bezitten, om daar uit de fchade te vernaaien, men dan de Perzoon of Goederen moest aanfpreeken, van hem, die . hun heeft aangefteld; Onze Gepinkenierde Stadktuder, die da electie heeft gehad van het aanftellen der Regenten, is dus de bron, waar uit het kwaad zaad gevloeid is; want had hy brave lieden-aangefteld, gewislyk was nimmer de Plundering gebeurd. Hu go de Groot, in zyn Recht des Oorlogs en Vreedes II. Boek. XVII. Hoofdfi. (j, ƒƒƒ. zegt dit volgende — „ Want de geene, die het aanftellen „ van Magiftraaten is toebetrouwd, is wegens den Staat „ gehouden, zoodanigen te kiezen, die het waardig zyn'; „ en heeft de Staat ook recht, om zulks van hem te vor„ deren: in zoo verre, dat als het Gemeenebest (*) door de C) De Groot; vertim hier door de Burgery, en niet in cc» ülgemeenen zin het land. ~—.  ( 21 ) \, de verkiezinge van eenen onwaardigen fchade komt te „ lyden, hy fchuldig is dezelve te vergoeden." —— Hier uit ziet gy Jan Onverstand myne Helling beweezen, dat, als de Regenten niet hebben, de Prins moet betaalen. — Hy heeft 4I Millioen Ducaaten mede genomen, mogelyk een verzameling van geplunderd goed en geld . of een bewys, dat de 2 5fte en softe penning niet ten onnutte zyn afgedwongen. Om jiu met myne dommigheid te bewyzen , dat die raad geeft, de zaak pryst; want die de daad van iemand pryst, moet ook zelf voor den Jlichter van die daad gehouden worden, (ij) of die iemand ophitst; want wat .onderfcheid is 'er tusfchen een aanraader en toeftemmer ? ( \ ) of die geenen , welken hem, die overlast lydt, niet befcheimt, daar het in zyn macht is te doen, verfchuldigd is de fchade te boeten, die hy had kunnen voorkomen, zal ik dit niet alleen op myn eige houtjen doen; maar zie hier een aantal Ouden, die my dit keren. • • Cicero, zegt, „ Dat het indedaad weinig verfchild, in„ zonderheid in een Burgemeefter, of hy zelfs door fchadely. „ ke wetten en oproerige vertoogen het Gemeenebest „ plaagt, dan of hy toelaat, dat het door anderen ge„ plaagd worde." „ Brutus, wilt gy dan, zult gy zeggen, my aan eens „ anders misdaad fchuldig maaken? Ik zegge ja: indien gy ,? hebt kunnen te weeg brengen, dat ze niet begaan „ werdt." „ Agapethus. Het is evenveel, of men zelf mis„ doet, dan of men de misdaad niet verbiedt." „ Ar. C§) ToTiLA's in zyn vertoog voor de C.othen, by Prolo£\us Gotth. III. Ct)CiDERo Philipp. II. B 3  ( 22 ) ,, A r n o b ru s. Die een zondaar laat zondigen, ïterkt „ de boosheid." „ Salviaan. Als iemand een Iasterftuk kanverhoe„ den, die gebiedt het te doen, indien hy het niet belet „ te bedryven." en „ August yn. Die het kwaad niet fluit, als hy kan, ,, die bewilligt daar in." Wat dunkt u daar van vriend Jan? Nu weet gy wie de fchade moet boeten aan de geplunderde perzoonen, dus wel met recht gezegd, in de Hollandjehe QonJuU tatien 5 Deel 169 Advis „ dat de Magiflraatals dan eenig„ lyk gehouden is, als dezelve, de plundering kunnende „ beletten , het niet zal gedaan hebben." En van dat gevoelen is Br» kers hoek ook, lees zyn Staatsrecht 2 Boek laatfte Cap. j 10. Dat de toenmaaiige Dwingelanden het oproer hebben kunnen (lillen,en de plunderingen beletten, is, zonder tegenfpraak, zoo klaar en waar, als de zon op een helderen dag 's middags ten i2uuren fchynt. Een legio verklaaringen en getuigen ftrekke daar van tot bewys Nu zou ik met myn dommigheid, de oude Despootenin 1787 kunnen aantoonen, datzy overtuigd waaren, fchuldig tezynaan demisdaad van plundering,hunne daaden overtuigen de fchuldbekentenis— voor wien vreesden zymeerofmin — enwie waren hunne flaaven? immers de oranje-party! de Patriotten waren geketend aan hunne vervloekte kluisters van dwinglandy— wie heeft de ƒ34389:- genoten? antwoord: Coertfen, Arendzen, Trop, &c. maar geen brave van Zwieten Schuurman—Vos — Hof. nebeek —- en Steffeks — waarom die ook geen fchade vergoed? maar neen oranje moest men eerbiedigen en ten vriend houden, en deze doemwaardige euveldaad moest beloond worden, ter aanmoediging van verdere woeste bedryven en gruwelyke plun- de- \ ■  C 23 ) deringen, van een hollend onzinnig graauw en gepeupel, dat nu zoo wel hellen broederfchap roept, als in 1787: na den donder Patriotten. Wat onderfcheid is 'er tusfchen de daad uittevoeren, of die aantepryzen? Moesten de goederen van den befaamden van der Heim te Rotterdam niet voor de Natie verbeurd verklaard worden? daar 'er overtuigende bewyzenzyn, dat een onbefchaamde hoop muitelingen uitriep kom aan'. naar van der Heim toe, die geeft agt Zefthalven te gelyk terwyl die Deugniet in Burgemeefters K;.mer durfde zeggen „ dat zyne Hoogheid „ zulke dingen wel waardig was, om 'er vreugde voor te „ bedryven."-- Moest men (naar myn dom begrip althans) één Brand de Ci.yver Kiemïzer te Vlisfingen, niet hunne goederen verbeurd verklaaren, voor de brave geplunderde Burgers aldaar? nadien de woeste hoop, alvorens zy na iemand wilde gaan om te plunderen, uitriep, „ laat ons Brand vragen, die „ heeft de lyst opgemaakt, wie geplunderd moet wor- den." En de Ci.yver.die zich in den hoop voegde riep! hier moet men niet plunderen!—• hier woont myn 'Vader! ——— Van dit alles zyn bewyzen in overvloed, waarom zou'er dan nog bedenking over- blyven, om de oude dwingelanden, niet tot fchaevergoeding tenoodzaaken? Wanneer de Domkop, eens zeide, men moest, zoo dra de Revolutie daar was, al die beverkers van '? Lands ongeval reeds gearre^eerd en hunne goederen en'eigendommen verbeurdverklaard heb >en, om daar uit de geplunderde perzoonen te betaalen,en hetoverfchot in deNationaale fchatkist te brengen wat zoude men mogelyk zeggen, de man weet niet beter. . Het is is maar ongelukkig als iemand dom is, dat hy dan de dingen altoo; verkeerd begrypt: ik ben in het denkbeeld geweest, voor de Revolutie dat, als de Fran- B 4 fcbsn  ( H ) Jchm kwamen en wy v)y zyn, men dan m:t den cel ften de grootfre dwingelanden by den kop gevat, cn 'dé oranje party haare ambten en bedieningen afgenomen zou' hebben, en dat wyders, binnen weinig tyds", alle de Patriotten in hünne eer zouden worden'hcrileld, en hy; die geduurig voor de omwending zyn leven en goed gewangd heeft, om de Vryheid te doen herleeven , na verdienden zoude worden beloond; ' maar neen, — ik moet zekér geen recht denkbeeld van een Revolutie hebben; want nu zie ik meer Publicatien 6cc. No- tiHcatien Advifen maaken . als wel'met liet groo'- tc plan der Conftirurie overeenkomt — het belang der znaken zal zekerlyk dit vordei cn — och arme Dom kot ; Maar nu meet ik myn Vriend'Jan Okverstand' eens een vraag doen zyn de vonnisfen, in den Jaare 1787- tegeris de Patriotten geweezen en de 'Me van' Guarantie, wegens het Erf Stadhcuderfchap, door diezelfde Vonnisfenvelders 'gegeeven, even' gelyk in'waarde? zoo neen! waarom ■ dan de vonnisfen ingetrokken, e;i de-afte verbrand zoo 'fa\ waarom dan beiden niet verbrand of ingetrokken ? — dit te beantwoorden is voor my te hooggeleerd. —_ Myn Grootje zegt; maar zyis mede zoo dom als ik dat, wanneer twee 'fchelmcn fteelen, ook beiden moeten hangen? nu waarom dsn die oude despooten in hetecnegeval gebiilykt en in het andere verfoeid ? —— of zyn die Sententiegeevers wettiger dan de' Giiarandeurs? ' ik geloof van neen! ik veronderftel die beiden in éérte graad vah dwinglandy en waar toe, dan de daad tegen de Patriotten goed , en tegen onzen Tyran kwaad gekeurd ? Nu Vriend Jan- denkt "er eens op het is geen ftuk te;;en den kïygsraad fpreekt en antwoordt onbewim- peld, -— 'er ftaan geen rigoureufe Procesfen uit te wachten. Dom nor. SCHRY-  ( 25 ) SCHRYVER DOMKOP! Ik ben een onnozele Boer ei...! ei...! aao iöu fchryven bert je zoo onnozel niet? D.it neb je| gedacht, dat je vraagen zou— Ik zal ie zeggen om'c ch qliriéefter heeft dien brief gefchreeven — het is een gelet t'érd man een ventje als een Profesfor! — Oai ik. een onnozele Boer ben en dat de Schoolmeefter myn brief heeft gefchreeven zyn myne zaken — maar nu tot het hoofd-oogmerk en reden dezes briefsovertega n — Ben jy op commisfien gefield — is myn eerfte vr.t..:, --• zoo ja i is het goed -— mids eene conditie, gy i ie.t rjiet hoopen, om in alle commisfien te komen ecu boodfchap te doen en daar mee pas. ' Nu de tweede, die is van meer belang Gy moet weeten, dat wy hier één byeenkomst of So ci-e teit hebben , zoo noemt het onze Dominé en daar ben ik by de gratie van myn geld, lid van . maar of deze So ci e- teit wel aan het oogmerk der oprichting zal voldoen —weet ik niet. — Ik befchouw deze vergadering, voor zo verre zy thans beflaat, niet anders dan als eene byeenkomst, waar men Couranten , Nieuwspapieren en Dagbladen Ieest) waar men zyn pyp rookt — een borrel • of glas wyn drinkt, (terwyl Commisfarisfen altoos in een apart vertrek zitten, of in het geheel niet verfchynen - dat my vree nd voorkomt, ) wat nut kan zo eene vergadering in de waereld brengen ? — immers niet anders, als den daglooner zyne dubbeltjes uit de zak te kloppen—• Kafteleins vet'te maken — en de Couranten- en Nieuwspapieren Verkoopers geld te doen winnen. ' Of fchoon ik een onnozele Boer ben, befchouw ik de So-ci e-teit uit een ander oogpunt als een gedeelte der Commisfarisfen Ik wil de Ariftocratie verbannen — pn de vleyery en pluimftrykery voor myne Vertegen woordïgeis doen verdwynen, waar door weleer ons Vaderland B 5 is  C 26 ) is mede te gronde gegaan, maar neen, onze Commisfarisfen, trouwens allen niet loopen geduurig na de Municipaliteit, en fpeeien daar S'il vous plait voor en na, vraagt of proponeert men iets, dat de Municu paliteit betrefc, dan is het praadvis van éénder Commisfa. risfen men moet zoo veel vertrouwen ftellen in onze Mimic'ialiteit, dat zy dit zonder vraagen zullen doen. ■ fpreektmen van een plan te foimeeren, of iets anders nuttigs uitteworken of een waakend oog te houden — weldra fpringt één der Commisfarisfen uit den hoek en roept overluid Medeburgers! laaten wy onze Muni- cipaliteit niet vooruit loopen wy kunren wel wach¬ ten, de tyd is nog niet gebooren. ——• Wanneer een of ander lid een belangryk voordel doet, doch niet naar genoegen van een gedeelte der Commisfarisfen, en zoodanig voorftel wordt goedgekeurd met 'er haast wordt éénder Commisfarisfen driftig en fcjireeuwt: ik heb'er de die en dat van, ik laat het voor rekening van het Volk.— Zie daar Schryvef Domkop! de gedaante van onze Sociëteit—- die met al dat vertrouwen —— met dat niet voor- uitloopen de tyd is nog niet gebooren — en ik heb 'er de die en dat van, weldra in duigen zal leggen, indien -'er geen corda-ne middelen ter beteugeling van dien inhet werk gefield worden. Ik met myne onnozelheid geloo- ve, dat de Vertegenwoordigers gaerne willen hebben, ja zy noodigeo. ons uit, om mede te werken.——— Nog iets over de Leden — moet men alle Oranje fchreeu- wers in de Sociëteit toeft aan . moet men hun als broe. ders aanneemen, die zich aan euveldaden hebben fchuldig gemaakt — en moet men hun de wapenen in de hand geeven. Ik voor mv ftel'e zeker , dat zyuit deSocie- teit en gewapende Corpfen moeten geweerd worden • Plaatst dit in uw Nommer, terwvl ik mv noeme Uw Medeburger 21 Maart 1795. Teun Onnozel. ANT-  ( *7 ) ANTWOORD. Naar myn dom verftand Vriend Teun, fchynt 'er by u in de Sociëteit tweederlei factie te wezen, één bedaard en één fpoedig werkzaam, en mogelyk heeft.de Geeftelykheid, veel invloed op den bedaarden hoop — nu maakt dan de rekening op Teun en gy zult by fiot van dien ontdekken, dat deze bedaarde hoop zich in het eind zal bedrogen vinden — maar dit moet de tyd leeren. Gy Teun Onnozel vraagt my zaaken te beantwoorden, die buiten het bereik van myn verftand zyn te begrypen — Gy wild dan weeten wat een Sociëteit is? "De Sociteiten zyn aller noodzaakelykst, en moeten op alle plaatfen opgericht worden , ter medewerking van het groot Volksbelang, en deze Volksvergadering, moet niet alleen een leerfchool zyn, waar de Burger in de Rechten van den Mensch verlicht —— en dus doende gewaar wordt,dat hy niet voor de flaverny gebooren is —— maar dat hy zyne kluifters boven de hoofden van de dwingelanden moet verbreeken ( NB. houd myn domheid in het oog ) met één woord men moet zich aldaar oeffenen om de Vryheid in haare waarde te kennen, en die te bewaaren , terwyl men in de Rechten en plichten onderweezen wordt — maar in deze byeenkomften, moet men ook naauwkeurig acht geeven op de verrichtingen van de Vertegenwoordigers men moet het oog houden op de belangen der Burgery, dat die door de Municipaliteit ter harte genomen en ook daadelyk uitgevoerd worden — zoodanig eene Vergadering naar myn dom verftand, moet altoos denken, wy zyn het Wetgeevend Lichaam , en moeten de Municipaliteiten, met billyke redenen vooruit loopen 1 dat is , aan hun onze Eifchen voordragen en doorzetten, als zy op de Rechten van den Mensch en den Burger gegrondvest zyn — men moet niet meer bevreesd  C 28 ) vreesd zyn, zoo redeneert Meefter Domkop , dat de byeenkomften of Sociëteiten zullen onderwerpbaar weezen aan de Vertegenwoordigers elk Burger moet aangemoedigd worden om zyn item als vry en onaf hang- lyk te doen gelden en wanneer 'er ftandvastigheid en vertrouwen heerscht, in het voordragen van nuttige èn noodzaakelyke propofitien — dan heeft men gegronde reden van verwachting. Daar de waare Volkftem geëerbiedigd wordt — worden de belaagers der Rechten van den Mensch en Burger naar verdienllen geftraft. Wat dunkt U van den Domkop! Aan het hoofd van deze Vergadering moeten Mannen van Deugd, trouw, kunde, Vaderlandsliefde enz, zyn. —< Hy 'ie verbeelding bezit,' van eigen gezag — trots is op 4yf(e niddelen grootsch op zyn verftand of die het voik met prte-advifen weet voor >n te neemen — of door zyn geestelyk vermogen de Burgery om den tuin te leiden moet vooral geen direttie hebben — verkiest hem , die voor uwe belangen het zyne op offert — die een afkeer van alle vleyery en huychelaary heeft. In het kort uwe Commisfarisfen — moeten Eich niet verbeelden baazen, veel minder Aristocraaten te zyn. ■ Weert hun uit uw midden -— enhoudthun van derzelver post oncflagen zoo dra zy uw waar belang dwarsboomen. Houd uit uw midden , alle zoodanigen lieden, welkezich na den Jaare 17S7 hebben fchuldig gemaakt aan daaden — die den Mensch oneer aandoen — of die zich met woorden beneden den vryën Burger hebben gelleld! dit zegt de Domkop en wier gedrag ftrydig is tegen de Rechten van den Mensch en den Burger want nimmer is de Grondtegel Heil en Broederfchap aangenomen om kwaaddoen ders of ftraffchuldigen vry te maaken — maar is ingevoerd om gezamentlyk als ééneenig man, ieders ge-  C 29 ) geluk en welzyn — die deel neemen uk goede beginlelen iri het groote oogmerk des Voiksbeftuurs, te bevorderen. ■ Geef nimmer die van een ander denkbeeld zyn, dangy, de Wapenen in handen offchoon gy veronderftellen moogt, dat zy geen kwaad kunnen doen , behoed U echter; tegen middelen, die nadeelig kunnen worden. -- Bereid U in de gewapende Vergadering om het despotismus en geweld te bevechten; — uwe bedoelingen moeten zyn rust en orde terwyl gy de vrees en fchrik onder de aterlingen werkt moed en Merkte noopt U om alles te Mraffen, door het zwaard der gerechtigheid, dat onlusten zoekt te verwekken. Ik recommandeere ;Teun Onnozel de Goudafche Courant van den 13 Maart 1795 te leezen waar in hy de cordaatMe < Vaderlandfche — en ongeveindMe taal der brave Rotterdamsche Volksvrienden zal leezen — waar in zy toonen der Vryheid waardig te zyn. Dit Muk, naar myn dom inzien, behoorde in alle Sociëteiten, Byeenkomften en Volksvergaderingen op te hangen. Hier in zult gy zien, hoe dat een GUdenhuis, bekend al in den Jaare 1784 by het oproer aldaar, zich nog durft verltouten om de braven te onderdrukken; daar, wanneer hy geremoveerd was, 'er geen dergelyke daadzaak zoude hebben plaats gehad. —— Wyders beveele ik Teun Onnozel het voetfpoor der Utrechtenaaren te volgen om aan de vertegenwoordigers te verzoeken, dat defufpecte Regenten, na 1787aangefteld,wordengear- refteerd. Teun Vr 1 e n d verfchoon myn domheid, en denk in onnozelheid is het niet raak, dan is bet mis. D o Al k Of. ik  C 3o ) Ik ben blyde dat die twee Brieven beantwoord zyn, het is een zwaare taak voor Domkop, om zoo lang achter eenen boeg te fchryven Ik wil bekennen dat het moeyelyk is om een ambt te bekleeden . maar wat een geluk voor die Burgers! dat veel al voor Notificatie wordt aangenomen, of naar het een of ander Committé verzonden maar aan wien zal ik het zenden — arme D omkop! — Myn vrouw leest — en al wat zy leest zendt ze aan my, om te dienen van advis. Zie daar kind, zeide ze tègens my, leest de Zitiing van de Municipaliteit, te Jmfterdam van den 13 Maart nu wat ftaat daar in? leest antwoord zy enfin, met leezen en vinden zie ik eene propofitie van den Burger S. Bos, in het kort inhoudende, ,, om „ alle de Predikanten welke fints de ongelukkige om„ wenteiing van het jaar 1787 alhier in de Nederduitfche ,, Gereformeerde Gemeente beroepen zyn, te dimitteren „ enz." —— Hier op volgde „ Na verfcheide „ Confideratien en Advifen , by opneeming der ftem,, men, dat de meerderheid der Vergadering deze Propo- „ fitie declineerde." Waar op de Burger S. Bos de Vergadering berichtte, —— „dat hy aan zich behieldt, „ om, met betrekking tot deze propofitie, eene nadere , motie te doen." — Nu lees ik verder eene propofitie van dien Burger — kortelyk inhoudende. „ 10 O n alle de Wapenborden in deze ftad, voor zoo verre die tekens „ zyn van onderfcheiding der geflachten of Famielien „ opentlyk of in deze Stads gebouwen ten toon hangende, „ te doen afneemen en by een te zamelen, om op zooda„ nigen dag als gy zult verkiezen vast te ftellen, ten ,, aanzien van de Burgery, in het openbaar te verbran- ,, den." „ 20. Alle gefchilderde Wapens op Koet- „ zen of andere Rytuigen gebeeldhoude Wapens „ voor de Gevels of Frontifpicen der Huizen &c. mogen » ver-  vernietigd-en weggedaan worden &c." —! 30. , Alle „ LMèryen enz. mogen worden afgefchnft enz." Volgde hier op. ! „ De drie byzondbre voorftel- „ ien, in deze motie begreepen, het een na het ander „ in aanmerking genomen, en op dezelve geadvifeerd „ zynde, wer.ien met algeraeene ftémrnen goedge. „ keurd , en de uitvoering daar van bedoren." . Nu vraagt myn Vrouw, wat is Jer noodzaafc'èl'yfer' de eerlte of de tweede propofitie ? Leezers! hier in moet gy my helpen — want wat zal Domkop zyn Vrouw antwoorden ? ——- Het removeereu van Predikanten, vind ik in een zeker oogpunt befchouwd' noodzaakeiyk; want wie zyn 'er, die de Menfchen meer en meer door dweepzucht verleiden, ei aan Verkeerde grondbeginzelen hun doen hechten, waar door, gelyk de ondervinding heeft geleerd, veelal kwaad in de waereld komt dat zich als onkruid verfpreidt, en niet wel mogelyk is uitteroeyen?— dan de Predikanten! - namentlyk: de zoodanigen die uit verkeerde begrippen de Natie tot oproer aanzetten Kan, by voorbeeld, één de Haas, die al ■zyri gaven van zyn bidden liitflortte voor den Vrins, meteen oprecht gemoed voor dé Patriotten, die hy zoo meenigmaat in een haatlyk daglicht (lelde bidden? Kan één Nüys van Klinkenberg, — die in de Wilkmftad God dankte, dat de Franfchen verflagen waren, met een waar geweeten, voor diezelfde franfchen bidden?. Kan één Nibuwstad, die de Patriotten, als oproer vinken, rtistverftocrers en verdervers van Neêrlandsch welzyn aanmerkte, nu voorde voortgangen van hunne heilryke onderneemingen, met eene zuivere zucht, voorhunbelangbidden? Kan één Smit, die wei eer den Prins met het Jyden van Jesus vergeleek, nu de waarheid van het zaligmaakendgeloof prediken ? Ja hier zoude ik nog honderden by kunnen voegen —— Is de voort-  { 32 ) voortduuring van hun, om den kanfel te betreedeh, en aldaar, tegen hun ge weeten aan, te prediken en te bidden, met spotten met den Godsdienst?— datheteenigfteplegtanker is, om een reue naar de zalige hemeldreeven aan te neemen. >— Zoude men niet voorheen gezegd hebben — weg met dezen, die Gods huis ontheiligen — maar waar om dezen in den kring van braven gelaaten? —waarom dezen gelyk gefteld met brave en oprechte Euangelie-dienaars? maar waarom? en hoe? begrypt Domkop niet; mogelyk is het van dat belang niet, als wapenen te verbranden Livryen te vernietigen enz. ik Domkop veronderftel dit zeker. Wel waarom ? vraagt myn ander Ik ■ wel kind weet gy dat niet ? lees de dagbladen — — maar myne Vrouw Leezers.' gy weet het, die is ook dom, — vraagt aan my, moeten de Bosschew altyd voor het belang yveren ? en zich zien te leur gefteld , terwyl kwalykdenker.de in hunne bedieningen blyven ? Latis verborum. Dit Vertoog zal alle weeken a 2 ft. uirgegeeven worden : te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briët Déll Timman , Hazsu , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Blaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk, en Alöm.  D E DOMKOP. N°. 3. ^^ergis u niet Leezers! dat gy, aan uw Boekverkooper 2 Stuivers voor dit Nommer betaalt. En dat waarom niet ? moet gy alles weeten Leezers? wel ja is het geen Vryheid en Gelykheid, Domkop. Nu ziet gy Leezers, dat ik niet eens weet, dat men alles moet zeggen; maar waarom dan alles niet gezegd wat de Municipaliteit doet? waarom dit dan niet in de Zitting ■ Blaadjens? Ongelukkig dat ik niet begrypen kan, waarom ! en daarom! de Domkop juist de man is, waar alle menfchen op zien — mogelyk zult gy zeggen, gy trekt geen geld voor uw fchryven — en de Zetter moet alles zetten wat gy naar de pers zend; hoe komt dit te pas? misgunt gy my het SchryversAmbt misgunt gy my ƒ 2400: -: • ? mag ik niet met een ander gelyk opftaan, die zoo wel als ik, aan de omwending niet gewerkt heeft; of zyn myne Leezers boos, dat ik in het nut ben, dal algemeen is. Waar toe die uitbreiding, vraagt myn Grootje, zegt maar daar het op ftaat, het is geen ftuk van de Gyzeling, dat gy terug moet roepen en myn wyf zegt, de drukpers is vry, laat ze het nadrukken wat gy zegt, in weerwil van een dreigement, geeft dan je Nommer voor 1 fhiiver, als gy geen 2 flutvers wilt laten betalen; mogelyk zal de hinkende Tkalla wel t'huis blyven om te adverteeren. ——- Neen Leezers 1 C ik  ( 34 ) ik myn zin , en wilt gy de reden weeten , hoor die met aandacht: ik bén dom, dat weetgy, en om niet geficei ventandeioos te worden; zal ik liever tweemaal.in de. week fchryven, dan ééns, en geeven u des Maandags een half Blaadje, en Donderdags een half Blaadje, ieder JffbWKSr voor i Stuiver; wat ben ik blyde dat myn Boekver'- oopers 'er mede te vreden zyn, ik was anders al van gedachten geweest, om dê helft van de copy naar de drukker/ te zenden en de andete helft t'huis te houden; maar moet gy juist vier duits blaadjens - drukkers navolgen Domkop? neen! ieder hetzyne, en de rest niet met al.—— Myn Famielje word groot Leezers! ik wist niet dat 'er zoo veel domme Patriotten waren; maar ik moet bekennen, hoe ouder ik worde, hoe meer dommigheid ik zie pleegen,. Zie hier een Brief van myn Correspondent. SCHRYVER DOMKOP! Het komt my vreemd voor, dat een afgezette die zich Graaflykheid deed noemen, nog een aanzienlyke post bekleed van Commis faris over de Minuten of Registers van wegens de Nótarisfèn; ik weet niet waarom of zodanige post niet door een wei verdund Burger gereclameerd wordt. My dunkt, dat deze en andere bedieningen aan de waare. Batavieren, die gezwoegd en geploegd, en ook haar kop hebben durven verpanden, om het Vaderland vry te maaken, moeiten worden verdeeld en gegeeven. Ja! ja! laaten wy van de waardigftezwygen, daar wordniet om gedacht. Uw Medeburge r Kees Batavus. ANTWOORD. Wel Batavus! moetik juist daar op antwoorden,. ik, die te dom ben om te begrypen, dat het noodzaaklyk is,  ( 35 ) ik, die geen verftand heb, om te beredeneeren, dat de eeneFaaur'je de andere niet mag heipon; hoe naai zoude het my ftaan, ais ik eens zeide dat de Turfmanden.; is dat geen Officie? nu ja! dat die, zeg ik, aan de nog braave fukkelende Bataven werden vergund, diereedszeven jaaren verftooten zyn van hunne broodwinning,.en alles hebben opgeofferd om de Vryheid te helpen bewerken: zoude gy my niet uitlagchen, wel waarom zal ik dan antwoorden, dat men die Commisfaris voor de Minuten of Regifters;van wegens de Notarisfen, moetremoveeren, en meer anderen; moet dit geen wys man zeggen. Heb ik verftand om te betoogen, dat 'er al te veel Oranje tuig nog Officien hebben ? en dat men nog ambten begeeft aan hem, die door de braaven opgevolgd zyn , moet men hem, die zeven Jaaren den Burger geplaagd, verfcheiden menfchen arm, en meenige ongelukkige Schippers gemaakt heeft, en nog van het open na bet befloten water zend, op te pasfen, laaten aanblyven; wat kan Domkop hierop antwoorden; moet ik niet onnozel bekennen , dat de ambten nog te vet zyn, om afteneemen, ,«n dat wanneer die mager weiden, het tydsgenoeg is, om ■ aan de keezen te geeven. Zal een wys man my.nietmoeten berispen, en een Staatkundige my dit niet tegenfpieeken. . Och! wierde ik zoo wys, als myn Schoolmeefter, diebeweeren wil, dat als men ftem wil hebben, dan trouwen mot t ,en kinderen maaken, — en dat binnen 50 Jaaren het geheele Land ontvolkt zal wezen, wanneer 'er geene trouwen net berekend achter over het hoofd, als gy . fpreekt,. zegt myn Grootje ziet gy dat niet van uw . Schoolmeefter • ei!...ei!... BURGER DOMKOP! Ik heb jaaren- de zee bebouwd, en in de laatfte zeeflag tusfehen ..maar.zacht, myn. Commandant Hartzink C. 2- bleef  C 36 ) bleef op de ree leggen voor ƒ 10, ooo: Nu hoor ik praaten van ander Volkje , dat 'er 32 Scheepen in zee zullen gaan, om Jach, onze geloofs- en bondgenoot, bydegratie van Prins Willems verftand en Willem yntjes wysheid den mantel uitteveegen, indien dit waar is, antwoord my , want dan neem ik gewis dienst; kyk Burger Domkop ik heb een hartom te vechten als onze held Kinsbergen, en die heeft een hart, als een man, die geen 'Jongen- aandurft, en kyk dat is het waare, als het op flaan aankomt, dan te gaan loopen; daar zyn zulke helden niet veel, zoo als het grootfte gedeelte onzer Mi- litaire Officieren, die weeten op één dag met de Lier ■ ik wil zeggen met den Erfprins, vznFalenpiennes afnaGeni te loopen. Nu ik wacht op antwoord. Uw Medeburger Piet Zeeheld- ANTWOORD. Ei!... ei!... Piet Zfeheld, een vloot in zee va» 32 Scheepen, om Engeland een vifite te geeven; moet ik dit beantwoorden , of het waar is of niet ? waarom juist Domkop? Hoe weet ik van hetzeewezen; wat weet ik, hoe veel Scheepen 'er verrot liggen in Texel, 't Nieuwe Diep, Helvoetflw's of andere p'aatzen? Ik weet immers niet, dat men geen to Schoepen binnen 2 maanden in zee zal kunnen zenden; en tot de overige die nog goed zyn, ten minden vier maanden noodig heeft om terepareeren; wat zou het raar voor den dag komen als ik eensantwoorden moest op de vraag, daar is geen hout om tetimmereii, en men heeft te veel tyd met kleine bezigheden verzuimd, oin daar aan reeds werkzaam re zyn; zoude de Domkop niet met vingeren na geweezen worden, als hy zei-  C 37 ) zeide, dat delibereeren, advifeeren en befoigneerert geen Engeifcben kapot maakt, — maar wacht! hoor ik: een Piet Zeeheld zeggen, is 'er dan geen geld om hortte koopeu? -mh geld !— geld! wel ja Piet! geld genoeg, dit is immers al in s' Landskist, als het een particuliere Rykaard, met hebzuchtige vingeren vast houd — maar Vriend weet gy wel wat een Schip van 70 (lukken, bemand met 550 koppen, wel kost? nu zyt gy een zeevaarendsgas t; wil D o m k o r U dat eens zeggen ? De Aanbouw van het hol; dat is Hout, Arbeidsloon, Rondhout, Smit, Spykers , Yzerkramery, Beeldwerk, Befchieten, Koper, Lood en Blik, Glafen, Verwen, en de Metzelaar , 70 ftukker» ƒ 38I000-:- JSquipagie in 16 Maanden. '. . s» 114736-:! Kostpenningen, Ligter. Gelden, diverfe onkoften per declaratie . In 16 Maanden . . . s 103640-:- ïouwerk &c. , . 9 44936 - :- Blokwerk &c. . . . . # 9400-:- Ankers &c. . . . 0 6306-:. Yzere Ballast. . . . » 11040-:- Klaarmaaken van Tuigen. . . e 3118- 2::Tonnen, Boeyen en Putzen. . . * 87-12-:Inventaris, voor het Departement van den Timmerman. . • * 3J38-i7-:~ Ciering van kosten over de Schippers, behoeftens. . . . <* 33743 -16-:- Conftapels behoeftens. . . * 90972 - 7-:- Scheeps Corporaal - behoeftens. . * 3176 ' 7-:Timmermans behoeftens. . . «• 1397-10-:- ƒ 806,692 - 11-:Dat is nu voor een Schip van 70 ftukken; als men eens C 3 dit  dit foinmetje by provifie hadt. Wel wat zoude gy daar mede doen Domkop? moet ik dit weeten? moest ik dan zeggen, hier zoude men by voorraad mede kannen beginnen om te repareeren. Volk, Hout-en geld gebrek ., en dan i.og fcheepen die verrot, verwurmd , verlegen en ontramponeerd zyn, wat moet ik antwoorden Piet, om hoop te hebben, dat gy een reis naar Engeland in het voorjaar zult kunnen noen? •— Nu wenschte ik wel zoo wys te zyn, om een r.nderen weg te vinden; Zyn 'er nog Domkoppen, die twee honderd fcheepen kunnen wapenen zonder geld; Ik niet; ik ben waarachtig te dom, om te begrypen , dat de Koopvasrdy - fcheepen op de rèe nutteloos liggen, en in. Zee beter dienst kunnen doen; jammes, ik moest wyzer weezen, dan zou ik die fcheepen in rsquifitie (lellen, en gebruiken dezelven tot Transport, om met de Franfche Vloot een kunstje te waagen, nmr nu moet ik zwygen; mogelyk is 'er wel een domme Confrater van my , die een verflandig man , daar in kan voorlichten; want myne domheid begrypt het niet, waarom de Commhfieder Marine hier op niet fpoedig zal kun« nen antwoorden , zy klagen wel van een flegte Marine: maar baat klagen ook? zoo een voordel verbeeldt zich de Domkop, vriend Piet, zoude niet ongefchikt wezen , offchoon ik arme fukkelaar moet bekennen , geen -verftand te bezitten, oai te zeggen, dat het noodzaakelyk is. _______ BURGERSCHRYVER DOMKOP! Ik Ieeze, maar wat ik leeze, weet ik niet, en daarom kom ik by U om raad. In het Dagblaadje Zitting 16 Mam 1705,.heb ik gevonden een Aanfchryving om aan de Gecommitteerdens ter Dagvaard in den Hagets doen, waar in zy, onder anderen, nadeonbeftaanbaarheid van  ( 39 ) van den Eed,, betoogd te behben , zeggen — ,,Wybefchou„ wen ü lieder Vergadering uit geen ander oogpunt, dan „ alleen dat van Provifioneele Reprefentanteu dezer Pro„ vintie, aan welke wy dus ook geen meer recht noch „ gezach toekennen, dan voorheen door derzelver Pre- „ decesfeuren genoten is geweest," &c. Ik heb nog al eensjens gedacht, dat ik 'er achter was, als ik hoorde redeneeren over de Omwenteling, en my gezegd werdt, dat de Stadhouderlyke aanhang geheel van het kusfen was, en dn het nu alle Patriotten waren, dié liet beftuur in handen hebben: maar nu most ik uit onnozelheid battiigfin , dat ik niet weet in wat fchotel die KooI-"'armoes moet gefchept worden : Verder zeggen Zy —11 eene Vergadering die op geen andere, dan eene „ zeer onregelmaatige wyze heeft kunnen byeenkomen, „ en die hoe lang zo meer voortgaat een aller ongeè'ven„ redigfte gedaante aan te neemen." Wat is het jammer , dat die menfchen zulke edele denkwys hebben , en onze contra party moet fchasmrocd worden, dat hunne voorige Regenten met onze beftuurers gelyk gefteld worden; recht jammer voorwaar, dat onze Mede-voorftanders niet permanent zyn verklaard, om nooit te zitten. Blyve U Mede-Burger. Jacobus Jacobuszen. ANTWOORD. Wat is dat een geluk voor Domkop vriend Jacob , dat hy geen verftand heeft, om Lid in de Municipaliteit te weezen; mogelyk had ik mede geftemd totdat advis; want wat kwaad zit 'er op, om deze met de voorgaande Vergadering gelyk te ftellen? dit te betoogen, moet gy het verftand'bezittcn van een Municipaal; mits, oppasfen om niet  ( 40 ) niet gearrefleerd te worden; ik voormy, (het is uit domheid,; zie in dat geheele (luk geen Aristocraaten, als in elke regel, ieder Ietter? wie zal 'er een fchyn van willekeurig gezag in vinden, dit moet een Domkop door en door zyn? om niet te zeggen by elke zinfnyding? en wat een onverftand zal beweeren, dat de Municipaliteit, voor een gedeelte, te lang heeft gezeëtenf? Het valt hard om met een dorp te gelyk te Hemmen, maar ik begryp dit niet; want, nooit heeft Amjïerdam, zoo in Regeering, ais in het beft uur van het Nut, hetgeen (trekt tot Alge* meen eenige hinder aan het plane Land gedaan, als alleen aftefnyden, wat hun voordeelig was zyn'er ook hoofd- beiluureis in?— danl— ik kan Tacobus Jacobuszen zeggen, maar ik wil niet weeten, dat het om verftands wille gezegd word, als dat'er reeds zes leden van ae Municipaliteit tri arres zyn; nu kan ik niet gelooven, want ik Meefter Domkop geloof zoo ligt niet, als dat het om dien brief over den eed zal wezen; ik heb maar geen verfijnd om te beöordeelen de proc'amat'e van bedrardheid: wair in gezegd word, het waaren blootegefckillen, tusjchen Cabaal en Cabaal en war/telingen meefiai door deugnieten en deugnieten (narflentlyk de voorige Staatsgefchilien; Nuzegt myn Grootje, een oud dom wyf, dat is, een Cabaal Patriotten, en een Cabaal Prins gezinden deugnieten van Patriotten en deugnieten van Prins gezinden; myn wyf ook zoo een dom creatuur zegt, wel domme Joris, dat is net als de laatlle brief, dat de braavePatriottengelykgefleldworden, met de oranje-party en hoe ik myn Wyf en myn Grootje wil aanduiden dat zy te dom zyn, om dit nier te kunnen bevestigen, echter moet ik dekampopgeeven, en maar zeggen het is de Revolutie fchande aandoen, dooreen cordaat gedrag izch te laaren arrefleeren; dan ik D om kop wil niet beilisfen, dat de Volkvertegenwoordigers ongelyk hebben; want wat zoude men Domkop uitlachen, als hy zeide, dit zyn de gevolgen van den regel eener handeling, die rechtflreeks tegen alles aanloopt, maar ik zal het niet zeggen, daarom Leezers, als gy aan deeze rebels komt, fluit uw oogen, of, wend die naar uwe Municipaüteiten om te zien hoe het daar gaat. Dit VJrtoog zal alle weeken a i ft. uirgegeeven worden : te Afmaai by Hartemink, Hand, Amfttrdatn Boom, Briët, Dóll Timman, Hazeu, B. Koene, Keyzer , Langeveld t 'Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé, Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pelker, Zaandam van Aken, Tolk, en Alöm,  P E DOMKOP. N°. 4. Meestjïr Domkop! 2ioude het niet billyk zyn, terwyl men hier 6m geld verlegen is; dat, die vreede-plannen maakers, welke te Parys zyn, en aldaar (.zoo men zegt) tactigMillioenen hebben aangeboden, om de Conventie tot den vreede te beweegen; dat wisjewasje van een fotametje van hun te leen vroegen; want, wat doen zulke knaapen, met zoo veelgeld? Eeten kunnen ze 't niet; Oranje- Vrienden hebben nu geen geld neortig, daar is niet te vinken; zoo als in 't Jaari787 enz. dus moesten zy ze maar aan het Patrio ottismus geeven; terwyl het blykt hun geld te zyn; want zy hebben het niet van den Burger zyn geld uitgeloofd,— 6 neen! het zyn immers hun eige plaaten — als myn oudfte Achter • nanicht fterft, zal ik (mits ik moet erven) zoo veel niet krygen. Ik zal u in het vervolg eens onderhouden over de GiU «lens blyve Uw Medeburger Jan Keeszen. ANTWOORD. Wel J*n Reeszen hoe zyt gy zoo boos op die fnaa- ken, datgy hun geld wilt hebben, om 'sLaudskistte vulD' len  ( 50 ) len — weet gy niet dat'er een middel zal uitgevonden worden om binnen kortaile fchulden af te doen, en dat men dan, indien 'er overgiet, de rest zai befteeden tot nuttigeeindens ik kan niet zien, dat die auuejq oranjevrienden, juist verplicht zouden weezen om geld te leenen; is het geen Heil en Broederfchap? hebben die 3(>9o2 vrienden zoo veel kwaads gedaan, om het nu te vergelden? zoute het niet gefchikter weezen, om de geheele boel van W.aemCs vertrouwelingen en aanhangers maar eensklaps verbeurd te verklaaren? waar toe die toegeevenheid noodig? waarom zoo zachtzinnig 'er meede geleefd? hebben Hope, Muilman, Straalman enz. geen geld genoeg?— Als ik Domkop, wys was, en had alsdan zooiets te zeggen, ik zoude die oude Troep Koordendanfers uit het fpe' de vierkroonen, var. Willem den hekkenfpringer — nog geld en goed toegeeven, mogelyk gaf ik ze nog meer — enfin is 'er geen raad, vraagt raad; hebt gy raad, doet een daad. BURGER DOMKOP! Vetheid, Geltkheid en Broederschap.' NAAMGENOOT! Hoe het zit, weetik nie', of ik van uw permetatie, (zoo zeggen immers, de Jordaaners in Amfl-rdam,') ben, of niet, kan ik u nietberichten; maar myn Peete - Meutjezegt altyd, gelyk zoekt gelyk; want de duivel ging by een Schoonmaakfter in één gelag zitten; zou zy ook gelyk hebben? Hoor Domkop! voor eerst verzoek ik van niet te willen denken, dat ik in uw bedieningje van Schryver treeden wil, dat zy verre van my te denken ; want myn domheid, en daar ben ik nog al wat over in myn fchik, zoo het my voorkomt  ( 51 ) komt is die wat grooter als de uwe; het kan u immers weinig l'cheelen? ik wü u alleen maar wat vraagen, edoch respecteert myne domheid. Weet dat ik een Peeie Men doo 1 heb, en die heeft een wisjewasje (cyferen kan ik in 't geheel niet,') nagelaaten; maar die penningen zyn vast gezet,' en daar kryge ik geen kopere duit van, voot dat'er een paar dood, een paar groot of mondig, of zoo wat geworden zyn, en wie weet vraagt myn Wyf, wanneer öf dat gebeuren zal? zy heeft gelyk hier in; en dan roept zy anders niet „ Lvnmirt! mag men na zyn dood ook den ,, baas fpeelenV Mag men een ander ordonneeren, wat „ hy met het geld, dat op één verltorven is, en recht„ vaardig toekomt, doen moet? het komt jou immers toe? „ niet waar, zou ik mogen zeggen; hoor Domoor,a's ik „ fterf, wil ik niet dal jy het geld hebt, dat ik zal nalaa,, ten; bet kwrm u wel toe; maar 'er moet eerst die en die „ dood weezen, ik zal 'er Voogden over ftellen, diezul„ len 'er wel Obligatien na myn dood voor koopen, en „ wel op het Land, of op den Piins, dan kan jy 'er eeni, ge weinige percenten van trekken; 'er moeien geen an„ dere vaste goedeien voor gekocht worden, hoeveel „ die ook mogen opbrengen. Op het Land of op den Prins „ v'begryp je Domkop) is het fecuursc, zvl dat zoo blyven ? „ vraagt zy, dat geloof ik waarachtig niet; want hoor! „ onze Voorvaderen zeiden , de Prins moet na on-'.en ,, dood ook Stadhouder blyven, e i wel erfiyk, en echter „ is hy nu afgezet. Zy mogren immers na hun dood niet „ regeeren, en zeggen, wat wy met een Stadhouder doen „ of laaten moeten." — Met dergelyke praatjens maakt zy telkens myn kop warm, nu zy heeft ook gelyk; want zy is pas een duits neeringrje begonnen, en moet kap en keuvel naar Rut achter de fchuine deur brengen, om de ver'chorten eenigzins goed te maaken, en zy kan heur affaires niet voort zetten, zoo als zy wil. Wat dunktuhier D 2 vaa  C 52 ) van Domkop? zoude ik met reden niet om ontflag van dat fpaargotje'ü van mynPeete-Meu mogen vraagen? of dunkt u dat het 'er wel af zal kbmën? Gy begrypt wel, ik wil myn beftuurders niet voor.uit loopen; doch dit wil ik wel zeggen, dat ik 'er blyde om zoude weezen, als het gebeurde; want dan had ik meer geld als myn Wyf, en zy zou. dagciyks niet roepen ,, Ik ben nu in myn fchik, „ dat ik een huw:lykfche Voorwaarde heb, nu is het myn ,, geld en goed" Begrypt dit gezegde éénsl ■ Ee>-st heeft zy het myne i^lpcn opkrabbelen. —— Nu ik weet het niet, maar die Cruwelykfche Voorwaardens ftaan my niet aan, wat dunkt U 'er van? Wachtende Uw antwoord, vooral op het eerstgemelde; terwyl het laatfte alleen aan meer of mindere genegenheid van een vrouw afhangt; maar kunt gy 'er wat van zeggen, gaat uw gang; ik ben intusfehen met domheid en al, Heil en Broederfchap. Uw Naamgenoot, 26 Maart 1795. L. Domoor. NB. Als het groen wat aan de boomenkomt, zal ik eens zien of ik met u over de handelwyze der voogden wat kan praaten. Vale. Het is Domoor a1re?n niet, die zyn plaaten los wil hebben, welke zyn oude Meutje mogelyk over 50 jaaren heeft vastgemaakt, ó neen! 'er zyn meer van die Famiel. jens in ons Vaderland, en willen myne Leezers my niet gelooven, zie hier een andere brief, DOMKOP! Ik ben verblyd, met de omkeering van zaaken in ons' Vaderland; daar ik Vr :nd der Vnheidben, zoo is ook niets, dat my aangenaamer voorkomt, dan dezelve, ter- wy  ( S3 ) wyl wy nu in ftaat zyn gefield om te kunnen doen, w^t men wil,'als li'et maar nier. ftrydig is met de Re-L sn v n den Mensch; inaar daar is nog een zaak, die in het geheet niet overeenkomt met de Vryheid vanden Mensch, dai is, dat de DÖodéri onder de Levendigen ueerfchen, die mogelyk wel dertig of veertig jaaren in het graf hebben geiegen, en die hebben nog macht over de levendigen ; my dunkt, dat kan niet overëengefa-ragt worden met de Vryheid van den Meisch; want als iemand over zyne nalaatenfchap zoo bezorgd is, dat hy 'er ntet van affbppen wil, als op zoo een wys dat hy na zyn dood wil regeeren; Zoo doende is de Vryheid van den Mensch nog aan kluisteren gebonden, en de Vryheid van den Mensch is niet volkomen. Verzoeke uw denkbeeld tot het tegengaan vanzooeeno behandeling over het vastmaaken van goederen. De Broeder der Vryheid. ANTWOORD. Myne vrienden de Domöor en de Broeder der Vryheid , zullen zeker reden heoben, om te klagen over het ftuk, dat direct ftrydig is met 'de Rechten van den Mensch, maar hoe weet ik een middel uitte vinden, of een raad aan de hand te geeven , dat het vernietigd worde? was Domkop een gepromoveerde Rechtsgeleerden, al was hy maar een Harderweker Kinkel, die voor een zakje guldens met een goeden wind een Advocaat wordt, • dan was het goed; och arme fukkelaar! . Maar vervallen alle octrooyen , Privilegiën en wetten door Romeinfche Keizers gegeeven, enz. niet? waar de Rechten van den Mensch worden ingevoerd? Welja! —— en nu wat betekent dat? ik wil daar maar mede zeggen; dat die zoo genaamde erflating over de hand, of be. D 3 zwaar-  C 54 ) swiwde Erffmis, dotfr Keizer Augustus is ingevoerd, en djs nuuurlyk vernietigd is. Dit Recht, zegt myn b-u' nan, de Advo.atibus, is altyd haatelyk in het Roomfche Recht aangemerkt geworden. Het is ze.er een oubd >k en on>-echtmaatig ftuk, dat een Vdüer of Moeder, of andere naaste bloedverwanten, hauiie nahutenfchap aan eenen anderen ten gebruike overlaaten, die geen aasie deel 'er aan heeft. Is het niet fti/dig met de gezonde reden , dat ik 50 jaaren myn goed aan iemand laat gaan , die geen gebrek heeft, waaronder hy, dien rechtvaardig toekwam , heeft moeten zuebten. Myn gemelde buurman; want ik heb 'er geen veritand toe, is van denkbeeld, als dat daar in, wanneer een grondwet bepaald word, zal voorzien worden,• echter wa* hec goed, zeide hy my , dat die geen welke met bezwaarde Erffenisfen overladen waren, of Ouderen, by voorbeeld, (zoo diepkundig kan Domkop niet denken . als men in een der Sociëteiten, Vergade,ingen, Clubfen of Gezelfchappen, eene propofiu'e voor liet hangen om ovei re (temmen : naamentlyk — om men niet met alle Sociëteiten enz. gezamentlyk een Request Adres of Memorie, aan de Volksvergadering zoude prefen'eeren, ten einde dat de Vertegenwoordigers een Decreet uitbragten, waar by 10. De Fidnrommisjdire roederen werden los en vry verklaard, aan de naaste in leven zynde van den Teftateur. -2o. Om alle Huweiykfche voorwaarden te vernietigen; waar door, veel kwaad gelnuik zoude vermyd en zoo veel ongelukkigen nietzoudengemaakt wor ien. 30. Alle Leengoederen te verklaren vry en allo1 diaal enz. Alle  ( SS ) 4°- Alle Ordonnantiën en Inftructien op de Manier van Procedeeren te vernietigen, waar door 200 veel fchraapzuchtige Geldwolven méenïg Huishouden hebben bedorven; en eei; betèr worcft ingevoerd, waar by de Advocaaten, en Procureurs, en wel in bet byzonder de laatfte, een grooter pen op de neus w;erdt ge/ei, om in het vervolg, met geen onn^odige uitvluchten, uitftellen, vitteryen of brutaliteiten , de Guldens uit de zak \an een onnozele boer te kkppen Dat is de raad van mvn Buurman J maar ach pauvre Jacques; hy is al mede van die Domkoppen, ma :r ik Meevier Domkop zal dit ftuse van Domoor en den Broeder der Vryheid nader beantwoorden. DOMKOP. Alweer wat nieuws' ongelukkig waarlyk dat ik nog dommer ben dan gy, Gy kundt aan alles nog een beteekenis of 20 wat hechten, maar ik in 't geheel niet, en ik ben nogal grootsch op myn domheid, doch— Ei wat wilde ik daar ook zeggen, maar zeg watje te ?eggen hebt, zegt altoos myn Peetemeu, maar gy moet geen omwegen maaken, als gy in huis wat zeggen wildt, moet gy vooraf nier op de floep heginnen te preêken: nou dat is hetzelfde, heeft zy geen gelyk Heer Domkop! gisteren is onze Schoolmeefter van een apprehenfie ( zo noemt hy het ) voor eenigen tyd met Lof ontflagen, want, vatje het, is een braaf man. en dat is ook gebleekan; anders was hyzekerlyk niet in zyn ouden post herfteld ; nu het is ook goed voor ons gehee'e Dorp, want Ik, myn Grootvaar, myn Vaar en b/na al Ie de Boeren van ons Dorp hebben zyre Katekefatien al bygewoond, en veel goeds van hem geleerd ; maar Dom.  ( 56 ) Domkop! zo ah de man te huis was, zyn alle de Boeren vanonze $óCiëtéit hem gian fe'iciteeren, meteenméenig- te Mufikanten die >.e van rcee gehaald hulden. Myn jong-n , kyk hy lykent wel een Dominé, v, -.s'eroo'- by, hy groette zyn Meefter met alle deftigheid, eer lat hy nog in huis was, op de (loep zelfs; ik vroeg ann myn Buurman ^ ■wat helpt dat, is dat wat van aanbelang? waL noeven die kosten, daar ons Dorp zo arm is; daar en dadt is nog een ai me Kees die geplunderd is geweest: was het niet beter dat die wat kreeg, zyn 'er geen betere za:.ken van meer gewicht te doen, doch door deeze myne domme vraagen ireeg ik haast handen op myn hoofd, zelfs byna van myn eis :rj jongen toen hy te huis kwam, allen riepen ze tegens in- weêrgaafche Dommerik! het is tot Nut van 't Vaderland en het geheele Dorp, wat zou ik arme Janpik Rechtuit doen ? — zwygen best. Dit weet ik ondertusfchen, dat myn Jongen een hartals eenfrtu.ap heeft, blaetten kan hy wel, maar ik kan met myn domheid niet begrypen, dat 'er meer zoo zyn. Intusfchen ben ik Jaapik Rechtuit. Het antwoord zal in een volgend Nommer wel eens komen NB. In N°. 2 is een drukfout Wadz. 16. de laatfte regel, ftaat: Latis moet zyn Satis. Dit Vertoog zal alle weeken a i ft. uirgegeevrn worden : te Alkmaai by Hartemink, Hand, Amfterüam Boom, Briè't, Dèll Timman , Hazen , B. Koene , Kcyz'-r , Lange^eld, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaouw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh , de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Talk, en Alöm.  DOMKOP» No. 5. Verftandige Burgers I Daar ik te dom ben om over zaaken van gewicht te 00 ; deelen, heb ik noodig geacht, de onderftaande Correspondentie aan het publicq te moeten meededeelen : opdat een ieder daar over zoude kunnen denken, en naar waarde oordeelen.— Ik renuncieer echter niet van myn recht als mensch "en burger om vryelyk myne gedachten bekend te maaken; daar even zoo zeer de grootfte Domkop, als de geleérdfte man dit recht onvervreembaar bezit, referveere ik het ook aan my in de volkomenfte zin. Ziet Burgers! en oordeeldt. Voorafgaat het formulier van Eed, welke by de provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland gearrefteerd is. „ Ik verklaar, te erkennen en eerbiedigen de onver„ vreembaare Rechten van den Mensch en Burger, zo„ danig als dezelve door de provifioneele Repreftntan„ ten van het Volk van Holland plechtig erkend zyn, by „ derzelver Publicatie van den 31 january 1705, eri „ zweere dezelve in myn ambt of bediening, voor zoo „ veel in my is, te zullen handhaven, ook zweer >, ik dat ik meede den Volke van Holland, in welks E „ boe-  ( 50 ) „ boezem ik erkenne de eigenlyke oppermagt te berus. „ ten, als ook deszelfs Vertegenwooidigers gehouwen „ getrouw zat zyn, en voords dat ik alles zal doen, 3, wat een goed en getrouw „ fchuldig is en behoort te doen." Dat zweere ik."- De Provisioneele Leeden der Municipaliteit vak Amsterdam, aan de Provisioneele Represintanien vas 't Volk van Holland. Wy hebben ontvangen Uwlieder aanfchryving van den 9 Maart deezes Jaars, welke tot onze groote verwondering niet voor den 13 daaraan volgende aan ons geworden is; dienende ter geleiding van het formulier van Eed, welken gylieden begeert dat.dadelyk, zo door ons zeiven, zal worden afgelegd , als door ons verder afgenoomen worden, van alle zodanige perfoonen, welke in uwe Misfive breeder worden omfchreeven, en welke het van de Competentie dezer Municipaliteit zoude zyn denzelven tc doen prtefteeren. Wy hebben deeze zaak van te veel aanbelang geoordeeld, om in dezelve met eenige verhaasting te werk te gaan, en uit dien hoofde raadzaam geacht dezelve rypelyk te overweegen, alvoorens te concureerentotheteffeétueeren.van eenen Maatregel, die ons,, by de eerlte Lecture van uw. lieder Misfive en van het by u lieden gearreiteerde For- aart en natuur uwer Vergadering ten eenemaal onbeftaanbaar is voorgekoomen. ■ Daar de Municipaliteit dezer Stad zich dus genoodzaakt heeft gezien, uwlieder bevel en last provifioneel te moeten declineeren en buiten effect laaten, haast zy zich echter tevens; om aan ulieden, de gronden van dit haar gedrag open te leggen, en ulieden de redenen optegeeven, die  ( 5i ) die haar deze uwe demarche als geheel ontyJig en illegaal doen befchouwen. Immers, wanneer men den grooten loop der omwente • Hng, die hier te Lande zo gelukkig als onvoorbeeldig tot Rand gebracht is, bedaardelykbefchouwt en inbehoorlyke overweeging neemt, zal niemand kunnen ontkennen, dat alle de nieuwslings geconftitueerde magten, corporatien van bewind, Provinciaale Samenkomften, Municipaale Vergaderingen, en wat dies meer is, flegts by provifie, en tot dat hier in op eene meer wettige wyze zal zyn voorzien, aan het oud bewind zyn opgevolgd; en dat voorts alle de deelen van het oude Gothtifche gebouw der StaatsRegeering dezer Landen ftaande zyn gebleeven, tot dat dezelve, zodra eene meer regelmatige Volksvertegenwoordiging plaats zal kunnen hebben, met eene gemeene hand ter neder geworpen zullen kunnen worden, en in dei zel. ver plaats, het algemeene heiligdom der rechtenenplichten van den Mensch en Burger op te richten. Met deze noodzakelyke toedragt vau zaaken vinden wy het ten eenen maale onbeftaanbaar, voor als nog aan iemand hoe ook genaamd ook, den geproiefteerden eed van hulde en getrouwheid afleggen, vooral achten wy het ongerymd zodanige hulde te doen aan de tegenwoordige Vergadering van Holland; zo als zulks echter by het tweede Lid van het ontworpen formulier uitdrukkeiyk gevorderd ■wordt. Wy befchouwen uwlieder Vergadering uit geen ander oogpunt, dan alleen dat van Provifioneele Reprefentanten dezer Provincie, aan welke wy dus ook geen meer recht noch gezag toekennen, dan voorheen door derzelver Predecesfeuren genooten is geweest, en daar volftrekt noodzakelyk ïs aan zodanige provifioneele fchikkingen en inrigtingen te beraamen, als welke hoogst noodzakelyk E 2 zy»  C 52 ) zyn, om de rast en goede orde binnen deze Provincie M bewaaren, en voords de noodige voorziening-te doen in alle zodamge zaaken, welke uit haaren aart geen uitftel noch vertraging kunnen lyden. Dan het is 'er verre van af, dat wy onder deze laatstgenoemde zaaken meede zouden begrypen het afleggen van eenenF.ed van getrouwheid, aan eene Vergadering, die op geene andere dan eene zeer pnregelmatige wyze, heeft kunnen byéén komen, en die zo lang zo meer voort gaat, een allerongeëvenredigstegedaante aanteneemen, ten opzichte van diegelykheid, welke zo veel mogelyk in dezelve behoorde plaats te hebben, dat de talryke Burgery van deeze Stad, welke een zoaan' zienlyk gedeelte des gantfchpn Volks uitmaakt zig thans in uw lieder midden bykans gelyk gefteld ziet met het geringfte Dorp, hetwelk kan goedvinden zyne Gedeputeerden in uwe Vergadering te doen incorporeeren. De Municipaliteit van Amfterdam is utt dien hoofde van begrip, dat de door ulieden gevorderde Eed, indien dezelve alzo generaal plaats zou behooren te hebben, alleen kan worden geëischt door, en afgelegd aan het wettig veckooren lighaam der Nationaale Reprefentatie, aan welk lighaam het behoord te worden overgelaaten, om over uwlieder provifioneele daaden en fchikkingen eene beflisfende uitfpraak te doen; zonder dat het aan ulieden vry ftaat, om door middel van dezen Eed, by voorraad, het zese! te zetten op alle de daaden en verrigtingen, welke flechts provifioneel, en tot nadere voorzieniDg door ulie. den ondernomen en in het werk gefteld zyn geworden. Wy twyfelen geenzints, of gylieden zult in deeze onze denk- en handel wyze die cordaatheid en openhartigheid befpeuren, welke onze Vergadering zich ten regelmaat heeft voorgefchreeven; terwyl dezelve voords rjiets meer verlangt dan eenftcmmig met ul.eden voord te werken tot behoud  C 53 ) houd en bevordering van het welzyn en geluk van het gemeene Vaderland. Heil en Broederfchap! Amft: den De Provifioneele Reprefentmiten 16 Maart van 't Volk van Armierdam , 1795 en in derzelver naam (get.y G. Brender a Brandis. Secretaris. Hierop wierd door de gedeputeerden van Amlterdam in s' Hage ter Volksvergadering van Holland zynde, aan da Municipaliteit van Amfterdam, aldus geantwoord.' Aan de Provisioneele Representanten van het Volk van Amsterdam. Medeburgers.' Wy ontfangen eerst zo op het ogenblik uwen Brief, die w> met de Postwagen van gisteren morgen hadden behooren te ontfangen. Wy lazen den Brief door Ulieden aan de provifioneele Volks-Reprefentanten van Holland geaddresfeerd. Wy kunnen niet ontveinzen, dat deeze Brief ons zeer bedroefd heeft: en dar hoewel wy aan den eenen kant bereid zyn om uwe lasten en beveelen uittevoeren, wy ook aan den anderen kant begreepen hebben, dat wy volgends Eed verplicht zyn, het welzyn van het Volk van Holland te behartigen, en dat wy dus moeten vermyden zo veel mogelyk is, al wat fcheuring in de Vergadering en hevige disputen kan veroorzaaken. Duid ons niet ten kwaade, dat wy uwen Brief eenen dag terug houden, en per expresfe eenige confideraten op denzelven UI: laaten toekomen: te meer daar gylieden ons in uwen Brief aan ons verzocht den gem. brief te appuyeeren, her geen wy buiten ftaat zyn te doen, zo lang wy geen na. u ';cht hebben. Gy.  ( 54 ) Gylieden begint met de executie van de aanfchryving omtrent het laten doen van den Eed te weigeren Het valt ons moeijelyk te begrypen, hoe ééne plaats in Holland dit weigeren kan, daar toch de vergadering het geheele Volk , hoe! gebrekkig zy dan ook zy, reprefenteert: en dus indien de byzondere plaatfen , zelfs die, welke gedeputeerdens zenden, het recht hebben om de Refolutien door de Vergadering genomen, in de daad buiten effect te ftellen, de Vergadering volkomen onnuttig, ja zelfs nadeelig is, en 'er eene drom van verwarring uit ontftaan moet. Alle de Refolutien der Vergadering zyn evidentelyk even provifioneel als de Vergadering zelfs, en de plaatfelyke Regeeringen; de volgende Vergadering, het zy Provinciaal, het zy Nationaal, die niet provifioneel zyn zal, kan dan maatregulen neemen, zo als zy zal goed vinden. Men is geenzints met overhaasting omtrent den Eed te werk gegaan. Er is aanleiding daar toe gegeeven, door veele Municipaliteiten, die daarom verzochten, en door de bedenking, dat daar op fommige plaatfen deeze op andere gedaan werdt, en daar uit Confufie moest ontftaan; en eindelyk door de Confideratien dat op verfcheiden plaatfen en Zuid Holland, de Municipaliteiten zeer gegemakkelyk uit kwalyk gezinden konden beftaan. Men heeft vervolgends het advis van het Hof ingenoomen, en dat heeft het formulier, het welk met eenparigheid goedgekeurd is, opgefteld. Door den Eed heeft men zeker niet bedoeld eentge hulde aan de individuëele Leden der Vergadering , of aan de Vergadering als zodanige te laaten doe », of eenige toekoruff'ge verantwoording te willen ontduiken: Wy begrypen niet, hoe dat denkbeeld neeft kunnen opkoomen: en hoe hard moet het ons niet vallen , die individueel voor dat formulier gèftemd hebben, en uit bovengem. prf*  C ss ) principes geöordeek hebben te moeten ftemmen, door U Lieden met eene.pennenftreek, en zonder gehoon te zyn, daarvan befchuldigd te worden. Wanneer men zweert, dat men gehouw en getrouw zal zyn aan de Vertegenswoordigers van een Volk, in wiens boezem men zweert, dat de Souverainiteit berust, zweert men niets anders, dan. aan de befluiten van die Vergadering te zullen gehoorzaamen, en die befluiten zyn even Provifioneel als de Vergadering zelfs; wy herbaaien het, wy kunnen niec begrypen, dat een ander denkbeeld immer heeft kunnen opkoomen. Dat de Reprefentatie onvolkomen is, is buiten twyffel: doch toea de Vergadering geconftitueerd werd , was het onmogelyk anders te doen, en de kleinfte Stad moest gelyk ftaan in ftemmen met de grootfle, even als altoos had plaats gehad: de affchaffmg der Ridderfchap moest het toelaaten van Dorpen ten gevolgen hebben. Deeze deputeeren zelden, (of misfchen is 'er geen voorbeeld van) afzonderlyk, maar conj'ungeeren zich te famen, en 'er is geen moogelykheid dit voor ah nu te veranderen, hoe wel het met der tyd veranderd zal moeten worden. Ziet gy Lieden de zaaken anders in , dan moest gy Lieden daar van per gemotiveerde misfive een voorftel doen: maar zo Amfterdam om zeer goede reedenen zegt 25 Ge» deputeerden uit honden te moeten hebben, zal Medemblik 'er niet een kunnen zenden; Delf en Delfland misfchien één te famen, en alles komt in verwarring, men zoude zelfs het bedoeld einde niet bereiken: want daar men hoofd voor hoofd ftemd en zweert individueel naar zyn Licht te zullen ftemmen, kunnen noch mogen Gedeputeerden van eene plaats affpraak maaken om gezamentlyk te ftemmen, tegen hun Licht- Wy verzoeken U om deeze reedenen met de Misfive te willen fuperfedeeren; te meer daar dezelve van het begin < toe  ( 56 > tot het einde uitdrukkingen behelst, die de Vergadering moeren laedeeren, en eene Declaratie van opftand iyn van Amfterdam tegens de Vergadering, en de Wettigheid van derzclver Refolutien. Wy voorzien dat die brief eene fenfatie in de Vergadering zal veroorzaaken, die noodlottige gevolgen voor het geheele Land, en de geheele Revolutie hebben z?,l, en moet. Gy bezeft ook hoe veel Uwe Gedeputeerden! by het hooren leezen van deeiën brief , en de aanmerkingen, die over dezelve moeten gemaakt worden, zullen moeten lyden. Voor het overige; flaat gy lieden 'er op, dat wy Uwen brief inleeveren, wy zullen denzelven in een Couvert met Stads Zegel gefloten aan den Prasfident zenden: en ons de onopnoemlyke onaangenaamheden getroosten. Doch wy zyn zeer gevoelig, dat wy fchryven uw vertrouwen verlooren te hebben , daar gy Lieden eene dergelyke Comminatoiren Brief fchryft, zonder 'er eerst naar den Staat der zaken by ons te hebben geïnformeerd, en wy betuigen allen, dat indien gy Lieden ons beveelt den brief inteleeveren, wy niet wel verder en de Vergadering kunnen verfchynen, en op ons rappel zullen infleeren , om door andere vervangen te worden, die uw vertrouwen beter zullen verdienen, of in zaaken welke hun nuttig voorkomen beter zullen kunnen gis/en, wat Uw lieder goedkeuring al of niet zal kunnen wegdragen, en bevryd zullen zyn van die onaangenaamheden, die wy thans zo beter gevoelen. Heil en Broederfchap! 'sHage 19 Maart 1795. (get.) S. J. Z. WtsELius. Eerftc Jaar dér Bataaffche Vryheid. J. H. van Swindew. C. Jgn Branger. Nics van Staphorst. ( Hier by een Vervolg in N°. 6.)  DÖMKOf. N« 6. {Vervolg van No. 5.) X)e Gedeputeerden van Amfterdam ontvingen in 'sHage daar op dit Antwoord van de Municipaliteit te Amfterdam. Aan de Gecommitteerdenswegens Amsterdam in 'sHage. Medeburgers! Wy hebben Uwen Brief beeden ontvangen, waar op kortelyk in Antwoord dient, dat wy U gelasten volgens ons vootgaande fchryven, onzen Brief van 16 dezer, aan de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van 't volk van Holland in te leveren. Heil en Broederfchap! Uw Medeburgers de Provifioneele Amlt. 18 Maart 1795. Reprefentanten van 't Volk van 'savonds half elf. Amfterdaml en in derzelver naam G. Brender a Brandis. Secretaris. Waarna de Gedeputeerden van Amfterdam, deeze re* fcriptie aan de Municipaliteit van Amfterdam afzonden. F wy  ( 58 ) Medeburgers! Wy hebben uwen Brief per espresfe zo even ontvangen , wy zullen uwen definitiven last volgen, en den Brief, die Gy Lieden aan de provifioneele Volkrep-efentanten van Holland gefchreeven hebt, na denzelven in een Couvert met het Stads Zegel gefloten te hebben, in de Vergadering laaten bezorgen. Wy zien met angst de noodlottige gevolgen van datftuk te gemoet, en het doet ons leed, dat onze confideratien van geen invloed geweest zyn; wy hebben onze plicht VOlbragt, doch het welzyn van het Land gaat ons te zeer ter harte, dandatwyhetzelvezonderdroefheid inde waag. fchaal zien fteüen; en dat wel, het zy met eerbied gezegd, zonder noodzaake. Wy zullen de perfoonelyke onaangenaamheden, die wy heden middag te wagtee hebben, zo goed mogelyk, doorftaan : doch ook het vermyden van deezen , die doch eer' lyke lieden treffen, mogt ook wel in confideratie gekomen zyn. Wy verwagten met ongeduld uw antwoord op de laatfte periode van onzen briet, en zullen intusfchen zogoedmo gelyk de Vergadering blyven bywoonen, en naar ons licht' handelen , tot dat wy afgelost worden. Wy blyven na Heil en Broederfchap .' De Broeders Ritner en Hoyer (get.) s. j. Wiseliüs. zyn uit; wy hebben ze laaten op. ' j. h. van Swinden zoeken, doch hebben ze niet kun- c. J. Branger. " nen vinden ' Wtl „ Nicl. van Staphorst. s'Hage 19 RJaarti795. De Burgers Ritner en Hoyer niet hebbende kunnen teekenen, uithoofde van abfentie, hebbende naderhand plechtig gedeclareert, genoegen te nemen met en teappro- be-  C 59 ) beeren alles, wat in deezen door hunne Mede-Gedeputeerden verricht was. De Burger van Hogendorp van zyne reyze naar Zwolle, in 's Hage terug gekomen zynde, heeft een gelykluidend Declaratoir gegevèn. Ziet daar Medeburgers eene Correspondentie aan IJ Lieden medegedeeld , die gewichtig genoeg is, om 'er uwe gedachte op te vestigen en door te.denken. — Hoe dom ik ook ben, dunkt my echter, dat het te wenfehen waare, dat eindelyk eens de onverbreekbaare eensgezindheid, waare cordaatheid en edele Republicainfche zucht tot Volks Vryheid, zich verëenigd en tot het edel doelwit, het waare Volksgeluk alleen mede werkte! Ik zal u de' verdere toedracht van deeze zaak mededeelen, zo ras ik verneeme, dat het different tusfehen de Municipaliteit van Amfterdam en de provifioneele Volks-Reprefentanten van Holland is weggenomen. — M e d e-B u r g e r e n Oom DomkopI Van de alöudfte tyden af, heeft myn Famieij'e op de Gedacht-lyst der Domkoppen geftaan; en waarop ik uwe Voorouders ook gevonden heb; dus zullen wy elkcmderen in den bloede beftaan; dit is de reden, waarom ik met U wil Correspondeeren. Ik heb jaaren gearbeid, aan een WOORDENBOEK ingericht voor alle jonge Despooten en Aristocraaten; waar in men, op eene gemakkelyke wyze de eerfle beginzelen kan leeren , om de Vrye Burgers en Vrienden van Gelykheid en Vryheid met verachting, by diverje naamen, van hunnen aanhangers te onder, fckeiden. Aan dit werk heb ilt veel moeite en tyd te kosF 2 i«  ( 60 ) te gelegd; tot beter onderwyzing, en niet op eigen krachten willende (leunen, heb ik de Autheuren 'er by aangehaald, — Maar zult gy mogelyk vraagen , waartoe dit Woordenboek? Ik en Gy , en Gy en Ik, beiden dom, zullen 'er geen kwaad gebruik van maaken; want al wilden men het 'ér door dringen , dat die Autheur, (kan dit Werk fchandelyk gerekend worden)? hunne (tellingen moesten bewyzen , zoo zoude hier in grovelyk misgetast worden ; want de Ver'wkwast van bedaard ■ zagt en geen wraakzucht, heeft 'er reeds een mooi kleurtje opgelegd dus laaten wy het dan zoo als het is: die 'er gebruik van wil maaken, kan het doen, ik geeve hem de vryheid daar toe. Blyven in Frankryk deeze of dergel/ke Atitheurs vry van cenfures? of— of — hoe doet men daar ?.... Overgegaan tot de order van deezen Brief, Schuilplaats. Dat binnen deeze Provintie geen fchuilplaats zal worden verleend aan die Perfoonen, welke zich in Frankryk aan de hoogde misdaad tegen de Perfoonen van hunne Aiierchristelyke Majefteitenof Hoogstderzelver Koninglyke Famtelje als nog mogten fchuldig Hi uken. —— Refoluiie van de Staaten van Zeeland, den 12 November 1792. '{Geen Aanmerking") ,, Kan dit niet in zoo verre verna„ derd worden , dat alle die geene, welke de Patriotten hebben vervolgd, gebannen, onrechtvaardig geftraft, ,, of enorme aanrandingen oogluikende hebben toege< m ftaan, geen verniyf hier te Lande zullen hebben." Oogmerken Openbaare plechtige Bedeftonden zullen wordén gehouden in de Kerken, zoo in de Steden,als ttn platten Lande van deeze Provintie, ten einde God AItriagfig ootmoedig en yverig te fmeeken , dat het hem behaagen moge, de aanvallen van den vyand, en alle des1 - zelfs  C 61 ) zelfs booze oogmerken te verydelen. Aanfchryving van de Staaten van Zeeland, den 25 Februaty 1793. NB. „ Nooit hebben de Staaten booze oogmerken „ gehad; hier onder kan men immers niet tellen het „ uitputten van 'sLands Geld-kist, het verarmen der „ Burgery enz. om hunne Grootheid op depuinboopen „ der braaven te vestigen -— wat zyn Oranjes oog „ merken geweest? Oorlog Echter op het onverwachtfte door de Beftuurders der Franfche Natie is aangevallen , met den onrechtvaardigften oorlog , die ooit onder befchaafde Volkeren heeft plaats gehad; waar door de Perfoonen en Bezittingen der goede Ingezetenen, ja, alles, wat heilig en dierbaar is, in gevaar gebragt zyn, van ten prooy te worden van een vyand, die overal waar hy de wapenen gevoerd heeft, de voetftappen van ondragelyke o verheer • fching en berooving heeft gefteld. —— Publicatie van de Staaten van Holland, om den tweemaal ïoojte Penning, den 3 Jprel 1793. {Geen gevolgtrekkingen^ „ de Staaten flaan hier de bal deerlykmis; oveial waar het woord vyand ftaat, is „ een drukfout, het moet zyn, Wy Staaten en Ik de „ PrinslM Wat is dat een geluk, dat zy zich niet re„kenen onder de onbefchaafde volkeren! anders zouden wy jaaren en dagen werk hebben, om hun te „ befchaaven. Was hangen niet beter gezegd dan „ befchaaven? Een" voordeel, dat zy geen prooy zyn, zoo als de Patriotten zyn geworden in 1787? „ Zou men geen kop korter in plaats van voetftappen ,, zetten"? Despooten. Zy zullen hun aankondigen, dat die geenen, die voorwenden, daar aan noch gebonden te zyn, daar door zullen verklaaren aanhangers van het Despotismus, en by gevolg \yanden van het Franfche Volk te zyn, F 3 cn  C 62 ) " en behandeld te worden volgends atfe ftrengheid van het recht des oorlogs. ~ Decreet NationaaleConventie, in, dato ï Maart 1703; nopens het gedrag door de Franfche Generaals inde Vercemgie Nederlanden te houden. „NB Als de Franfchen vyanden hebben, hebben ,, wy dan ook geeft vyanden? Als de Franfchen naar het „ recht des oorlogs handelen, moeten wy het dan ook " düe!,? bn dh Dec'eet of Articul tegenswoordig 'J. !g ln«eb™ik ^men? qf was 't in t%£ nog jU, hed en broederfchap? »ce<-en hoor je, dat een Regent zegt, dat de Souverain de Burgery uitkleed j Heeren hoor je wel. dat een fegeerend Burgetne^ffer .egt: dat deSou verain dt Burgers uitkleedt; ik neem u ailen tot getuigen," dat d.t hier gezegd is. Aires van P. J. van Marcus, oudBUrgemeeJlervm Leiden, aan de Burgery, dier Stad. PS. „ Zoude dit waarheid ivee-en? en overéén te brengen „ zyn mot de 2S!len tweemaal locüe penning, deenorme „ geldlichtingcn, grove belastingen en drukkende be„ zwaaren; en boven dit alles is de fchuld 510 MJIIoe» neiJ— ee" belv7s van geen Burgery te hebben gekort- „ wiekt maar weet men al, waar aan het geld be- „ ftêed is, of is de tyd nog niet gebooren?" L a s Ti Eene algemêéne en onbepaalde last aan de Gedeputeei ten ter Vergadering van Holland gegeeven, hebt tot dèaan tal te rarj de zyde deezer Republiek tot den oorlog tegen de/raifche Natie. DeclLrafolr'.vap Phjter van Lelyveld md-Mrgemeefier te Leiden i794. (Nia) . ais Ie Kok en .iotrelier kyven, weet men „ waar de boter oTyfcj en Juist is het hier ook zo, " !e 6' , wechtraardig ^ge^a|lea> èn van „ Le-jveli :egt, aanftai'etor'den oonog gemaakt. — Wie „ moe men gel ven? zou de laatfte niet gelyk hebben? „ wat ftraf verdient een valfche verfpreider en verdraayer „ van  ( 63 ) ,, van woorden en zaaken, tot 'sLands onheü? . „ Hoor ik geer; Franschman roepen-— a ca & la Gui' . ,. loom— T y r a x ff y. Dus zal het eerfte werk, dat de Franfche Republiek'voor u doen zal, beftaan in het vernietigen van het oude Regeerings • Beiiuar. Men moet alle wortels van het Stadhou.ierfchap te gelyk uitroeyeny of het zal met te meer gewdd wederftaan. — Wa> is uw Stad. houder? Een Kapitein Generaal die Monarch geworden is; een Oiierdaa* d;e zich Mecjler gemaakt heeft; een Voorfiander die een Tyrav. ge worden is; wat is uw Stadhouder! een laagc vleycr der Engelfcheri, dieaan'hem de wet voorfchryven, zoo wel als aan u! — eenvafalvan Pruisfen, die zyne bajonetten en valfche (Ireeken gehoorzaamt. En wiklt gy u aan zodanig een gezag bijeen onderwerpen?- deNafoncale Conventie aan Holland r793. Hier op vallen geen bedenkingen; maar mogelyk Vraa- gen „ Hebben de Franfchen .den oorlog aan den „ Stadhouder verklaard? Hebben zy in die Decla- ratie begreepen de aanhangers? Heüben zy de Ba- ,,-taaven als Vrienden en Broeders aangemerkt? „ immers ja! — Gy zoud mymogelyk geen gelyk wit■■. len geeven, als ik 'er by voegde, dat dan de aanhan„ gers van oranje zoo we! moeten krygsgevangenen, en „ hunne goederen verbeurd verklaard worden, als hun „ Hoofd een Afgod — Ik hoor u my al van verre tce,, roepen heil en broederfchap ! — weest voorzichtig op „ den kant van. die floot, als gy 'er invaldt, kan men u „ niet helpen— zal de laatfte hulpkreet niet weezen " 0ch! och!fchap!!— ik hoor reeds den Ton„ gen van mynen Buurman roepen - bedaard- bedaard >, m het verzuipen — dan komt gyzachtmoedig op den „ grond en gy fterft buiten wraakzucht!. Wat ,, blief je Arriaantie" ?—■ Uit-  ( 64 ) Üitgeweeken. Eenige weinige uitgeweekenenontaarten Landgenooten en andere kwaadwillige of dweepzuchtige Nieuwigheid-Zoekers , hebben zich niet ontzien , door het verbreiden van verfoeyelyke Schriften, de goede Ingezeeten tot oproer, en tot eenen Burger-oorlog dp te wekken.— Uitfchryvings-Brief van den Biddag.door H. H. Mog. den 10 January 1793. NB. — „ Moet en mag men alles zeggen, zonder „ bewys te hebben? Mag men recht vraagen ovèr „ hem, die my benadeelt ? Moet hy ongeftraft „ blyven , die het gemeen gelegenheid geeft om de „ braaven aan vervolgzucht bloot te ftellen? — Heeft ,, men in de jaaren van flaverny niet verfcheide maaien „ gezegd, — dat als 'er eene omwending komt, men ,, hem zouden ftraffen die ons ten prooi aan een baldaa- „ di'g gepeupel overgaf veranderen detyden? — ,, Zou een domme Boeren Jóngen niet zeggen. ——. ,, Een Prinsman heeft meer voorrecht dan een Pa,, triot. of is het uit vreeze," ( Het vervolg van dit Woordenboek in No. 7.) Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uirgegeeven worden : te Alkmaai by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Brilt, DM Timman , Hazeu , B. Koene , Keyzer , Langevejd, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verhlaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekkers Zaandam van Aken, Tolk, en Alöm.  DOMKOP. N». 7. {Vervolg van No. 6.) ^Beschouwen. Die even daarom hunne Mede-In■ gezetenen kleinmoedig maken, alleen om de Wapenen uit de handen te doen vallen : laat ons dezelve als Binnenlandfche Vyanden 'befchouwen , en met geene mindere attentie op hunne misdaadige bedoelingen het oog hebben, dan op die van de buitenlandfche Vyanden Propofitie van Willem man Orarge —- den 14 July 1794. {Nota) „ Als my iemand uitdaagt, moet ik hem dan „ niet weêrflaan, of moet ik zoo laag zyn, om my te „ laaten kloppen? Is de Prins en zyn aanhang dan „ zoo veel waard als' de Bataaven, dat men hun moet „ ontzien?— Kan men geen wedervergelding eisfcben, ' „ en even goed buiten wraakzucht blyven? Of zyn met „ de Revolutie, de ftraf- oeffeningen van eene party, „ die daadelyk beweezeu is fchelmen en plunderaars te „ zyn, verdweenen ? • In het vervolg zal ik u meerder zenden, of'er moest een Boekverkooper, het zy Peppelenbos, Arendzen, Bom, Coertfe of Allart, by my koomen; om de copy te kooien ik zoude 'er wel meer bygevoegd hebben, dan ^ik vreeze, dat een Vryheid-fchreeuwend, en een di'aayers * tt G baas  ( 66 ) baas van denkwyzen Boekhandelaar, het zal nadrukken Maar zou hy hec wel durven uitgeeven, zonder voorkennis van my»—- Ik vertrouw Op myn Drukker, die zal na geen lokaas luifteren, om van de eene plaats naar den anderen te trekken, waar door hy mogelyk, alsdeuitgeever hem fopt, naar Oost-Indien zal moeten. Ik blyve die ik ben Uw Mede-burger Stoifel Stoffelsz. Ik heb Jaaren achter den anderen gewenscht, om eene copie van den Staat van Oorlog te zier,, die jaarlyks door den geremoveerden Raad vanStaatenen de vernietigde Vergadering-van H. H. Mog. werd overgelegd; maar watzoude de Domkop daar mede doen? Het moet hem genoeg zyn, als hy weet dat 'er geld opgebragt wordt; zonder kennis te hebben, waar het zelve aan bedeed is. Ei!., ei Leezers! nu ben ik'er achter gekomen, ik heb copfè, en hoe ik die bekomen hebbe, is niet noodig dat gy weet; genoeg als ik die bezit. Dezelve is net en krek Ik wenschte wel dat dit fommetie van den ordinairen Staat . . . ƒ10247107:8:5! envandenextraordinairendito . 9 3301307:10: 9 te famen ƒ 13, s.4s, 414: 1$': rij van de oude geremoveerde Ridders en Regenten werdt afgevorderd, en in 's Lands Kist gebragt, het zoude een mooi ftuivertje zyn, in de afkorting der fchuld van 510 Millioenen. Is 'er kans om het uit de Stadhouders goederen te haaien, behalven de fchuld die 'er op gevestigd is? Hadden wy zorg gedraagen, dat, eer die knaap weg ging, om hem loon na werken te geeven! —  ( 67 V tpaarja! het is mis, onze gepinkenierde Admiraal, is ftilletjes afgetrokken ; ik xou inmynen ouden dag gaernegezien hebben , dat hy met al de Ex Ridders een ftel in het Rasphuis was geworden. Zie hier een ordinaris Staat van Oorlog. CAVALLERY. Esquadron Guarde du Corps . . ƒ 89589:2: *Vy Regiment Guarde te paerd . . * 122431:8: 6% Zes Regimenten ordinaris Cavallery ieder a 121805:14:3» . . . 0730834:5: 4-£ DRAGONDERS. Regiment Guarde Draonders . . ƒ I2i3r9:°:11| Twee Regimenten ordinarisDragonders o 242638 :1: JOy Een Regiment Luikfche Dragonders * 121319:°:-*7 HUSSAAREN. Een Regiment .... ƒ 1095C0: - : VOETVOLK. Een Regiment Guardes te Voet. ƒ 257883*:-rS-»§ 33 Ordinaris Regimenten Nationaale , Duitfche en Walfche Infanterie , ieder a ƒ 12S627 14:9*, dus . . . 04244715-:- 1- 2% Twee Regimenten Walen. . * 131186-:- 4- 4» Een Regiment ligteTroupes (*) * 13-495 -:-" -o« De Compagnie Friesfche Guardes s» 26158-:- 6-8- Groninger Guardes * 10172-:- 4-0* G 2 De (*) De 4 vnorenftaandc pos'.en, rvn bereken.I naar het plan den 17 Maart 1789, door zyn gevlucjite Hoogheid, tut verbetering van de Armije aan H. H. Mog. voorgedraagen — och arme fuklÈela»r wat één moeite voor U !  ( 68 ) Regiment Zwitferfche Guarde. ƒ 210492-:- 0-0Diie Regimenten Zwitfers, ieder a ƒ 254707-4. 0 764121-:- 12 — De twee Regimenten Zwitfers van Hirfchel en Neufork ieder i ƒ 246892-I6. . p 493785-:- 12 — De 20 Compagnien Artillerie, na aftrek van de 5 Man , die per Compagnie minder worden aangenomen. „ 513281-: 10 — NB. (Wisten de Staaten toen al (1794). dat ze het verliezen zouden, en dus wel met 5 man minder den Prins konden foppen.) Regiment Mineurs. . . ? 47064-:- 8 — Het Corps Pontonniers . ? 10413.:-16-4. De Compagnien te Amfterdam. « 46800-:: . Deze kloekmoedige Helden onder het beftuur van den groötflen held, aller helden , genoten in een Jaar ƒ 8434200-:- 18-8* Net uitgerekend , tot een + na , waarachtig eerfie Rekenmeefters om den boel klein te maaken niet te vergeefs zuchteden zy onder eenenvzwaren en lastigenarbeid! ■ Is daarom de Oranje - party bedroefd? • onnozelI dat die baazen — getemoveerd zyn — zoude de Domkop ook zoo rekenen kunnen — tot een klein gedeelte van een geheel? Die Officiertjcs zag men netjes gekleed , en met goud gegalonneerd. Nu zien wy waar ons geld blyft * maar die vrouw heeft zeker, deze fom niet geweten Hoe veel winften hebben die Trouppes ons wel aangebracht naar advenant dat zy ons gekost hebben niets— helden in gelden —en loopers en ftroopersü—vervolg TRAC-  ( 69 ) TRACTEMENT EN. Zyn Hoogheid als Capitein Generaal ƒ 120000:- ; Idem als Capitein Generaal van de Provintie Vriesland * 24000:- : Idem als Capitein Generaal van de Provintie Stad en Lande . . 0 12000:- : Een Generaal van de Cavallery . 0 10000:- : Een Generaal van de Infanterie . * 10000:- : Twee Lieut. Generaal van de Cavallerie * 9600:- : - ^ Vier Lieut. Generaals van de Infanterie * 19200: : Twee Generaal - Majoors van de Cavallerie o 4800: - : Vier Generaal-Majoors van de Infanterie «= 9600:- : De Quartiermeefter Generaal van het Leger,? 1620 :- : De Quartiermeefter Generaal van de Cavallerie . - ♦ • f 700: - : De Gouverneur te Maaftricht . # 3000:- : - 'sBosch . 0 2400.- : - , . — Breda . . 0 3000 •' - : ■ ■ Bergen op Zoom * 1600:- : - 1 1 — Sluis in Vlaanderen >» 3000: - : - Willeinftad . * 600 - : - De eerfte Adjudant van zyn Hoogheid * 3600:- : De tweedeen derde Adjudant ieder/asoo:-» 5000:- : De vyf overige ieder f 1000 :■ • * 5000: - :. Zyn Hoogheid als Collonel van de Guarde du Corps 3600:- : Staf van het Regiment Guarde te paerd 0 7056:-:Staven van zes Regimenten Cavallerie ieder a f 6876:- ..." 41256:- f Staf van het Regiment Guarde Dragonders * 687Ö:- : Staven van 2 Regimenten Dragonders ieder a ƒ 6876:- * '375a:- s Staf van het Regiment Luikfche Dragonders. ... * 6876:- : G 3 ^ St"f  C 70 5 Staf van het Regiment Husfaren. . ƒ 6553:-13- $r.af van het Regiment Guardes te Voet * 18072:- : Staven van 32 Nationaale , Duitfci.e en Walfche Infanterie, ieder ƒ7008: <* 243456:- : - Staf van het eerde Regiment Walen. -> 7608:- : - Staf van het tweede Regiment Walen. * 7608 :• : - Staf van het Regiment ligte Troupes. * 7608 : - : Zeven Cappellanen by zeven Duitfche Regimenten, ieder kf 6co . , e 4200:- : Cappellaan by het eerde Regiment Walen. * 600:- : » CappeliaanbyhettweedeRegimentWalen.o 600:- ; Staf van het Regiment Zwitferfche Guardes. , . * 12060:- ; • Staven van de 5 ordinaire Zwitferfche Regimenten, ieder ƒ 12060 , *> 60300;- : - S,taf van het Regiment Artillerie. . * 6240;-:- Staf van het Regiment Mineurs, . # 3120:-:- fpmma beloopt ƒ 706161:-23-- NB. Hier zyn ingevolge Refolut. van den ex-Raad van Staaten 53 December 1782. en Refolutie van de Commisfïe van 26;Atigudus van 1788. uitgeiaaten eenige posten, die ik apart zal opgeven. Wat dunkt u leezers! van deze kleine uitgave, het is immers niet veel geld ? —Wel neen! we' waarom dan gekFaagd dat de Cts leeg is —onze gepiekte ligtekooy hëeft immers niet v eer u,t deeze Tract'ementen dan f 15590b — voor vier zwaare en ontilbare bedieningen — voor een wisje-wxsje :oo veel moeite en zorge te hebben neen Willem' gy bent gélyk . dat gy vertrokken zyt laat de Keezcn die moeijelyke taak eens waarneemen , zy zuilen jou niet verbeteren. Gy verftaat de loopjes — verder. CORPS  ( 71 ) CORPS MARINIERS. Twee Regimenten, ieder van drie Batail- lons. .... ƒ 516188: 4-;3| Komt nog by voor drie Adelborften , by ieder Compagnie een dubbeld Tracte- ment. ƒ 15:4,.--: hetwelk bedraagt in het jaar. • • * 11888:11:5? Twee ftaven van de beide Regimenten. * 19776: - : Een Adjudant Generaal . . <* 2500: - : Twee Adjudanten Generaal ieder a 1500:- » 3000: - : - fomma bedraagt . ƒ 553352•' 15:B7 Deze fomma is een uitvinding van de gedeferteerde Generaal.— Nu ziet gy eens Leezers—hoe veel belang — die held in zyn Vaderland Hélde, om bet van kosten te fpaaren 1 wyders GEDEPUTEERDEN BUITEN DE PROVINCIËN. Ambasfadeur aan het Hof van Frankryk ƒ 30000:- : Twee Predikanten ieder a/600:- en/6co:- extraordinair dus ƒ 1200:- . * 2400:- : - Aan dezelven voor mondkost en wisfelgeld ieder ƒ 275:- . . . ? 550:- : - Ëxtraordinaire Envoyé en plenipotentia- ris aan het Hof van Groot-Brittannien &f 60:- per dag —komt in 365 dagen * 21900:- : - Ambasfadeur aan het Hof van Spanien e 20000:- : Extraordinaris Envoyé aan het Flof van Zweeden ,-..<« 10000:- : - De Predikant * 600:-:- Mondkost en wisfelgeld . . 0 275:-:- Ambasfadeur by de Ottomanifche potte <• 14500:- : G 4 Ex-  ( 72 ) Ëxtnordinaris Envoyé aan het Hof van Portugal „ ;0000.. ; - Extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Be/lyn . . „ i50oo:- : Commisfaris te Dantzig ... ^ 1500:-:Mimfters by het Gouvernement der Oos- renrykfche Nederlanden . , s 8000:-:De Predikant „ 600:- ï Mandkost en wisfelgeld . . „ 275:- •Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Denemarken . . . „ 100->o:- i . De Predikant 600:-;Mondkost en wisfelgeld . . „ 275:Minifters by de Nederfaxifche Kreitz ■> 5000:-:Refident by de Vereenigde Staaten van Amerika „' 10000:- ; - De Minifter by den Keurvorst en Magiftraat van Keulen en den Westphaalfchen Kreitz fjooo:- : - Minifter by den Prins van Luik . 9 5000:- : De Coromisfaris te Elzeneur . # 200: -:- . Commisfaris van de uitheemfebe Depêches » 1000:-:fomma bedraagt ƒ 195575;- : - Hier van kan wel wat opgekort worden Een raare vertooning Ambasfadeurs enz. op een ftaat van oorlog ■ het is maar om aantetoonen. hoekunftig en knaphandig die Sinjeurs met het geld hebben weten omtegaan. Vervolgens Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeeven worden ; te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briët, Ddll Timman , Haaeu , B. Koene , Keyzcr , Langeveld, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh , de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk', en Alom.  D E DÖMKO -Pë BURGER DOMKOP! D e yverzucht voor het Huis van den tedergeliefden Print van Oranje is met al het Heil en Broederfchap nog niet verdweenen,.en zal mogelyk, volgens het denkbeeld van myn wyf, nier, gemakkelyk verdwynen, .als zachtmoedigheid, bedaardheid en dergèlyke goude zinfpreuken, waar meede in Aa. 1787 de Patriotten in de boeyen der vervloekte flaavemy zyn geraakt, tot een Wet veritrekken moeten. , , Tot een voorbeeld kan het volgende geval dienen, waar uit blyken zal, op welk eene verregaande en brutaale wyze een Schoolmeefter zich in de waarneeming zyner plichten durft te buiten gaan. Een. zeker Schoolmeefter genaamd P ie ter Knip, •voor Oranje bekend, al in de jaare 1787, het geen hy ook duidelyk in de Jaaren der verzuchtingen onder de Despooten getoond heeft; die zelfde Atlas-, Prentjes en Kaarten-maaker, daar hy meer werks van maakt dan zyne kinderen eene goede Inftructie te geeven: nu deeze Schoolmonarch , wilde volftrekt niet dat de kinderen op hun -fchriften Helden, Vryheid — GeiykMd — Broederfcltap, of H ' te  ( 74 ) de Dood ! maar zag gaarne de voor een ieder haatelyke woorden geplaatst. „ Zoo lang als Zon en Maan zal Jlaan, „ Zal nooit Oranjes kleur vergaan." Mogelyk een overgenomen Versie, van een Eereboog door een eerfte Draaijers - Baas gemaakt. —— De jonge, ling die de woorden Vryheid enz. gefchreevenhadt, werdt door Meefter Knip daar over geftraft, en de ander werdt met geen vinger aangeraakt. Wat dunkt U van deeze handelwyze? En wat dunkt Ü* van hun, die voor braave Patriotten bekend zyn, d'atzy hunne kinderen aan het onderwys van zo een Schoolmee fier vertrouwen? was het niet beter dat men zoodanig een aanklaagde, en de kinderen by een ander braaf Meefter ter Schoole liet gaan? Wat moet iemand 'er wel van denken ? over deeze brutaale handelwys en gedrag; • zyn 'er geen weldenkende Jongelingen die hem in zyn Ambc kunnen opvolgen? zal mogelyk uwe vraag zyn: wel ja! Maar wat zal ik zeggen, die het meest fchreeuwt, word het minst geflaagen. ■ • Geef deezen Brief een plaats in uw Nommer Ik ben Zaandam Uw Medeburger J795. Batavus. Wy bedanken Batavus voor het medegedeelde, en folliciteeren verders zyne Correspondentie, DOMKOP! Wat is het ongelukkig vooreen Mensch, die niet ge« reeeld denken kan; maar alïs in het wilde en door elkander  t. 75 ) deren gooit, even als de beftuurer van een huishouden, die zich meer met de pot dan met het eeten bemoeit ■ en zoo is het met my ook, alles zie ik van buiten om, maar de zaak van binnen te befchouwen, is my te geleerd. Mogelyk zou ik wyzer worden, als ik alles netjes wist; maar neen vriend, zy houden my 'er buiten, en vertellen het geen ik weeten mag. Het is best begreepen, om alles in de Zitting-blaadjens te zetten, wat 'er in den Haag omgaat, dat van onze Stad, isjuist niet noodig? — Wat raakt het my, waarom de zes leeden gearrefteerd zyn-—- Mag ik het' wel weeten? Mag ik wel weeten of zy al los zyn, en op wat voet? ^- Dit zult gy in de Zittingblaadjens zien? wanneer? apropos houdt het'provifioneel haast op? 'i Het valt hard voor iemand die meê wil praaten, en hy kan niet-, gepasfeerde week was ik in een gezelfchap- ' daar zat een oud Heer aan den hoek van den haard, met een deftige houding . en vroeg aan de byzynde leden wat nieuws is 'er? — B. Ik weet niets, weet gy" wat ? v * ■ ■ - ;:■■■■> ■■■ ■ o M N ' ' ■'. c - Jal meftzegt, dat de'Gedéputeerdens, van wegens het Volk van Nederland, in Parys nóg niet zyn aangenomen. B. En dat waarom niet? A. Als men de praatjes moet, mag of kan geloovén, dan zoude de Conventie niet te vreeden zyn , om den langzaamen voortgang van het groote plan, IK Maar ?er word immers genoeg afgedaan; befchouwde rneenigvuldige Requesten , Adresfen enz. Ik ben te onkundig, anders bad ik al lang bet plan klaar. H 2 Bt  | 76 > . . .. jb . . f.„.,0 \ Ja / dan moest gy nog wel eerst wat pap gegeeteKerk gegaan by Haak, die met een valsch Pharifeeuwsch gelaat,I het Euangelie verkondigt? waaróm en daarom is al wat myn Buurman pEaat — dan zie hier de lyst vandeKeurmeeftersvanhe$ Touwerk. —— Michiei. Ensering is een man, die van achter de Koets, Keurmeefter van het Touwfogeworden, èn mogelyk nooit een Lynbaan gezien heeft, wat zal by keuren, ■als een Scheeps-Kapitein over het Touwwerk komt kla. ^en? Wat zal hy antwoorden, 'als men hem vraagt welk'is het beste touw! — Hoe meenige ziel is mogelyk door -zyne onkunde verongelukt! waagt men niet Schip en Koopmans Goederen aan eènen zoo rampzaligen Keurmeefier; daar de eer en reputatie van óns Land by andere Natiën van afhangt? Was' hy' Keurmeefter van de Genever geworden , om die in de Wynhuizen te proeven, '/oude mogelyk beter weezen ; want de man is als de Paarden , hy kan geen Kr/eb" voorbygaan, of hy moet drinken hebben. —- Scheepens, is een man, die mede nooit in geen Lynbaan gewerkt fceeft; hy is een welbekend» Qran-  ( 79 3 Oranjeklant, en heeft uit verdienden, om dat men hem 5 a 6 glazen in den jare 1787 heeft ingeflagen ( zoude hy het ook zelf gedaan hebben, om met mede'yden te kunnen werden aangezien!) dit ambtje gekreegen van Rendorp, die zyn afgod was, en deeze maakte hem, tot fchadeloosftelling, Keurmeefter. Een man die kundig was, eri Jaaren in de baan gewerkt heeft,, moest voor :hém achterftaan. — Worden de Patriotten tegenwoordig bégunftigd? —; dit vraagt myn Buurman. ...... Hoogstraat?en, heeft , wel is waar, in de Compagnies Lynbaan gewerkt als Commandeur, maar of hy kunde heeft, is nooit gebleeken, en daarenboven is de vraag, of hy het wel verdient, om langer deezen post te bekleeden. — Vroegen de Dwingelanden in 1787 en 88 wel, of men kunde had, heeft men toen wel gezien, dat de Patriotten de ambten bleeven behouden? immers neen! Jan Wiesman, is Baas in 's Lands Lynbaan ■ een Pruisfifche mof. Deeze is eerst Oppasfer aan het Hek geweest; maar dit was beneden zyn Mofttaansch fatfoen, en daarom is toen ter tyd door een Admiraliteits Sinjeurtje verzocht, aan den voorigen Baas Geruit 2e ep, om hem in dit werk kundig te maaken, welke zoo min mogelyk hem dat kunstje heeft geleerd, zoo dat hy een groot meefter in Folio is; want als hy een touw van t6 Duim moet maaken dan is het 14 of r8 duim, dat wint almachtig veel voor het Land, zoo Baas als Knecht, allen even olyk en kundig!! nu kund gy oordee- len wat Baas hy is , als het volk dwaalt, dwaalt dé Baas , en zoo. doende, — die man is Keurmeefter, en nu heeft hy verftand. — Het moesten in dien tyd Moffen of domme flaaven en gunftelingen zyn, om ambten en bedieningen te hebben, en daar aan werdt alles gewaagd. Vind  C 80 ) F Vind gy het raadzaam dit een plaats te gunnen, dan verö wacht ik van U, dat gy het zult doen. Üw Meue• Burger! Klaas Patriot.' ANTWOORD. Ik weet waarachtig niet, enkeld uit dommigheid dat dia J^mbtenaaren weg moeten, is hetgeen Heil en Broederfchap Klaas'? Mag men wel wedervergelding eifcrien ? Is men fomwylén niet verplicht? weet men de reden ook? Is 'er iets dat wy n.etgisfen kunnen? Is hetniet beter iso Ambtenaaren weg, als 1000 braave Patriotten te laaten fukkelen én' omzweeren? Maar wat tot beterfchap — geduld overwint. - MEDE-BURGERT Veel al hoor ik roepen, de Gildens weg —— het is geen Ge'ykheid, het ftrydt tegens de Rechten van den Mensch, dat de eene Burger den anderen Burger drukt met Octrooïjen en Voorrechten, die de braave vrye Natie oneer aandoen; maar mogelyk is het de tyd nog niet; bravo! maar moet men, daar alles vry en onafhangelyk is, nog naar despotieke wetten leeven? Is het thans de tyd niet, dat elk Mensch en Burger een endezelfde voorrechten geniet, die een ander hèeft? 'Moet de eene Burger den onderdrukker des anderen weezen? Waar wordt meer willekeurig mede geleefd als met de Gildens, zyn diéniet gefchikt om als kleine Koningryken in eens groot te doen wordem Zal men in eene vrye Franfche Republiek een" gild vinden, daar een Burger zyn kunst of Ambagt wordt verboden te óeffenen, en aan de despotieké wetten moet gehoorzaamen. ( t vervolg hier van in een vólgend Nommer ) NB. No. 4 is abuis met de Pagina's; want No. 3 eindigt met Pag. 40 en No. 4 begint met Pag. 49; dus verfcheeli dit 8 bladzyden.  3E> , E l|; O M E O K Nv 9. : _i - ' {Vervolg van N°. 8.)' ^N"u moet gy weeten Domkop! ik ben een Timmerman van myn Ambacht. De fchreeuwende lommen gelds, die men moet betaalen, eer iemand Baas wordt, zal ik u opgeeven. . ... i < < i >.-.• >■ •.. . " Proefloon, volgens keure van 29 January 1704 ƒ 33 : - : - Schouwloon, 31 dito 1707 * 0:18: - Inkoom-geld,-r- 1 12 Septemb. 1666 o 13: - : - Voor het hout tot de proef. . . . 0 2:10: - Gilde-Penning ...... 0:12:. Nieuw-Jaar Zang ferrtf i 1 i [ . • ƒ 51.- '- ï : Behalven nóg eenige andere tiitfchotten. Is dit niet een vervloekte handelwys, dat een Burger een inwooner van zyn Vaderland, als hy Baas wil worden, dit moet betaal Uien, niet alleen; maar zelfs zomwylen moet bukken voor Jongens en wittebroodskinderen van Overlieden, dïe na de dwfnglandfche Wetten ons niet als Burger, maar als vera'chtelyke wezens handelen. Waar toe langerdee- ae .Gildens ? *■ ' » ... . y a Dan nu is 'er nog iets naamentlyk: volgens dekey* te van den 28 January 1762 ,—— „Dat wanneer een Gildeti, broeder of deszelfs huisvrouw komt te overlyden, en het Gild niet word aangej'proken, de langstlevenden , óf,- daar j, geen langstlevende gevonden 'wordt. de Erfgenaamtn, in het ■ X - 'I ' --' - % VIT-  ( 82 ) „ vervolg, aan het voorz. Gilde by wyze van boete, zullen moe.' ,, ten betaam de fomma van zestien guldens." Nu gebeurt het, "dat een vrouw (b. y.) flerft, de man vergeet, (of denkt uit kracht van de Rechten van den Mensch vervallen alle die keuren van de Gildens, welke ftrydig zyn met dezelve, als berustende defouverainiteit in denboezem van het Volk, en niet in een gedeelte , dat zich opgeworpen en tot een Gilde gemaakt heeft,) omhetaantegeeven. Nu wordt die Weduwenaar, uit zekere willekeur van dat» 28 January 1791, in dé boete van vyftig Guldens beflagen, om dat hy het Lighaam met een Koets ftil, volgens' de begeerte der Overleedene, ter aarde wilde laaten beftellen ; wanneer nu zoo een man eens klaagde over deeze handelwyze, zoude men geen verwachting hebben, op gezond menfchen verftand fteunende, dat de zodanige bekeurde moest worden vrygefprooken; maar neen' ■ de Gildens blyven, alles is provifioneel, en dus met woord zoo goed als duizend! het blyft zoo als het is, en wy moeten nog bukken, onder de wettenen Ocïrooyen van de vervloekte Despooten. Jammer is het datdéPriw en de Koning van P.ruisfen, in den jaare 1787 , alles maar niet provifioneel gedaan hebben, ondertoewenfchingvan heil en broederfchap, dan zoude men heden zoo veel gedeclareerde Oranje-kalanten, Ariftocraate.n en fchelmen, niet met ons zweet en bloed naar bed zien gaanIk blyve Uw.Mede-Burger. , Anti-Gilden- Anti-Gilden moet het antwoord in een eerstvolgend) Sïommer verwachten. BURGER DOMKOPï Weet gy wel dat uw Weekblak, (trouwens alle anderen Ook) op Kattenburg geleezen wordt? Op Kattenburg, «wit gy zeggen!' Ja! ja! op Kattenburg, dat moet« zoo  ( 8S ) zoo vreemd niet voorkomen; gy zult hier anders overdenken; maar men leest daar zoo wel , als in de Stad; en om te toonen, dat ik geen leugenachtig oud wyf beu , zal ik u een Bewys daar van bybrengen, dat alles afdoet; dus kundt gy verzekerd zyn, dat het vóór in en agter uit Gepasfeerde Dingsdags daags voor dien oproerigen dag, of den bekenden i April.— Op dien dag, zeg ik, kwam ik langs Kattenburg, en zag daar eenige Menfchenbyden anderen ftaan, waar van 'er een de Bylage van de Voormiddags-Zitting van Maandag 30 Maart in zyn hand hadt, en daar uit betoogde hy by hoog en laag; (hy hadt daar niet veel moeite noch kosten toe noodig, om onder zyn volkje zulks te doen) dat het voorig beduur het beste ge. weest was, omdat, zeide hy, blykens gemelde Bylagen, onder het voorig befiuur de gewoone middelen en inkomjlen altoos minder geweest zyn, dan de uitgaven. Hoe kan dan gezegd worden, vervolgde hy, dat de voorige befiuurers, onze vrienden, het geld zoek gemaakt hebben ? Het is waarlyk een goed Rentmeefter, flegts honderd guldens te ontfangen, en uit de kas tweemaal zoo veel uit te haaien en te betaalen! Hadden wy die knaapen maar mogen behouden, dan was het niet noodig geweest, onze zilverefchilden, die zoo dikwerf met oranje linien verfierd waren, in 's Lands Kas te ftanen ? wat zegt gy ■Mrger! zeide hy tegens my — wat dunkt U daar vay?—r- Heb ik gelyk of ongelyk? fpreek, wees niet verleegm daar zal een groote fom om « verfpild worden. Deeze vraag maakt my verlegen, hoe wel ik dit nooit ben of zal worden; maar mogelyk huile ik wel, als zy my wat lastig vallen met vraagen en daarom heb ik al meermaalen gezegd, dat 'er geen vraagen meer moeten gedaan worden; want dat ik liever alles eigen gezags halve iets verrichte, of ordonneere , dan een ander voor jpiefl ik verkoren ben, — my dit zegt of gebiedt. I a N3  C Sa D Nu dan, eer ik verder van den weg afdwaale, deeze vraag maakte my in den eer'ften opflag verlegen, echter my een weinig tyds bedenkende, zeide ik: — „ Burgers! het „ is waar de zin van deeze woorden , oppervlakkig „ befchouwd, is wat duifrer^tea miriften niet zeer vat,, baar, voor den minkundigen man, en terv/yl ik juist ,, ook geen kundigheden bezit, om eens anders woorden ,, uitteleggen, wil ik rond uit bekennen, dat ik in hét „ eerfte oogenblik , met uwe vraag en antwoord wat in 't „ naaüw was"; maar my nu een weinigdaaf over bezonnen hebbende, komt my de zaak klaar en helder voor, zonder eenigen trek van duifternis, en hoort daar myne eenvoifwigé gedachten over. —■ Gy weet, BurgersI —^ dat het huishouden van ónïè eerbiedwaardige Voorvaderen zeer eerivouwig was, en 'dat de inkomften des Lands, uit dien hoofde, naar evenredigheid onbedenklyk meer, dan de uitgaven waren , dus werdt teen *s Lands Schat-Kist ryk, de Staat: aanzienlyki en teffens in de Schaal van Europa zeer geducht. Ongelukkig ftierven onze fpaarzaame Huis-Vaders, en anderen die de verkwisting aan de Hoven en in de Rykeii der Despoten ingezogen hadden —— die zich vergaapt 'hadden aan al de pracht en zwier, die zy buiten 's Lands zagen flikkeren —— die , maatigden zich ongelukkig in laatere tyden, tot op ons toe ,■ bet recht aan , ons huishouden te bellieren, maakte van de befpaarde fchacteu hoe'langs hoe meer figuur, en waren alzo de verkwisters en verwaarlozers van onze huishouding ■ die, daar de zwier van jaar tot jaar vermeerderde en onze verbindtenisfen met onze vermeende befchermgoden grooter en kostbaarer werden, niet meer toekonden om zoodanige groote uitgaven te befbyden, als de omftandigheden verr eischten. Zy waren maar bedacht op het beraamen van dc overmatige behoeftens van hunne eigene huishouding  :( 85 ) ding — Zy bepaalt maar ftilzwygende de enorme fora' men, die Zy, onaangezièn den flegten ftaat van Finantie',' roor hun noodig oordeelden, en om des te beter daar in tq flaagen, accordeeren Zy, aan de beftelde potkykers,ab le die onnoemelyke foinmen, die zy van tyd tot tyd, tót de vorftelyke weelde en pracht noodig hadden; en wanneer Zy zagen, dat 's Lands Kas niet in ftaat was, om dat alles te fourneeren , keerden Zy zich tot bekwaame Financiers, die teri koste van den Lande, zodanige lommen gelds, met veel fpoed, wisten te bezorgen, als tot den geheelen endergang, en tot de al lang bedoelde onderwerping aan Engelqnds heerschzucht noodig was Het is dan eigenlyk zeide ik, tot den eerften Burger, — niet door de laffe Beftuurers der oude Conftitutie; maar door de fchulden, die Zy óp een eervergeetene wyze, ten laste Van ons Land gemaakt hebben; fchulden, die niet minder dan eenige duizenden tonnen Gouds bedragen, op ons en onzer nakomeyngfehaps hals gehaald hebben; dat Zy meerdere uitgaven dan de mindere inkoniften hebben beftreeden. Zie daar Vriend! de opheldering , die ik u omtrent dit ftuk mededeelen kan- Vaar wel. Amflerdam Burger Domkop! $ April 1795. Jan Bezonnen. BURGER! Gisteren avond zat ik met myn Wyf zoo wat over het een en ander te praatcn, tot dat wy eindelyk uit^eftudeerd waren. Ik doorzocht de Blaadjens van de Municipaliteit, en ik vond nog piets van het arrefteeren (gy moet weeten vriend, dat al zag ik een zaak gefchieden, ik het niet geloof, zoo een ongeloovige Thomas ben ilt,) — nu kuit gy mogelyk vraagen, zy zyn immers gearrefteerd?—. Ja, maar om te gelooven dat zy den brief hebben moeren ■I 3 terug  C 86 ) terug ontbieden, dat is zoo wat; want hoe ik 2oek, of niet en zoek, ik vinde niets; wel zie ik op pag. 281 „ Het ,, voorgevallene in de Zittingen, van Vrydag avond den ,, 2oiteu en Saturdag morgen den 2iften Maart, kanvoor ,, als nog in zyn geheel niet worden medegedeeld." — Andermaal doorblaaJ.de ik de Zittingen; omdat 'er ftaat „ nog in zyn geheel niet" toen dacht ik, daar zal wel iets inftaan, maar neen ergo! wat moet ik gelooven? Als men u vertelde dat, als een gezel- fchap of eene Vergadering overltelpt van gewichtigóiezigheden , by voorbeeld het leezen van Brieven, Papiertjes enz. een oogenblik, dat zy een weinig hunne gedachten daar van afgetrokken hadden, aliagchenJezeide ;,, Hóór. eens vrienden! de Predikanten moesten de Wet Mos 1* „ van 1.618 en 1619 voortaan niet meer leezen; maar de „ Rechten van den, Mensch of het Plakaat van den 31 January van den Stoel afkondigen." zoude gy dat wet willen geioovenV zoude gy niet moeien zeggen, dat die vrienden niet veel kennisaan de Wet Mos is haiden , om dat zy zeggen van 1618 en 1619, daar die Wet, en kyk dat geloof ik, al van ouder datum is. Ommyraen tyd of avonduur niet nutteloos door te brengen, gelyk veele menfehen, om het even of zy leeren—■ doorfnuffelde ik. alle myne oude papieren, het ftof vloog my tot boven myn ooren uit.; want in geen quart-eeuw zyn ze aangeroerd geworden. Ik vond niets dat myn aandacht naar zich'trok, als eenigewisje-wasjes, daarikmyn Wyf mede liet omipringen , die my niets daar van wist te vertellen , als gekheid; en tot myn oogmerk kwam ik niet. Het is de belachelykheid zelve, als gy myn huishouden ziet: myne longens, Vriend! die exerceeren als een Soldaat ;snaar als myn Muts niet. wel ftaat, dan zeg ik wel eens tegens hen, „ gooy weg je geweer, 't is niet noodig ,, dat je waakt, wie heeft je daar toe geroepen? jy hebt ,, al te veel praats , en zoo al brommende en raazende jaag ik hen de deur uit." Wat is dat goed dat ik geen Municipaal ben; want dan zoude deeze taal my weinig of ■niet voegen, en de Burgers hadden als dan het recht om my aftezetten ——— maar dat is nu zoo niet; het is beter een diepe kuil als Koning te wezen; het eerfte is nuttig om alles in te bewaaren, en de tweede geraaken van tyd tot tyd uit de Waereld 1 Terwyl ik bezig was om een ander Stapel oude papieren te doorfnuffelen , komt 'er een met een dol geweld myn kamer inftuivcn, zet zich op cca ftoel neder — ftaat 1 wêer  C 37 J weer op lioopt brommende door myn vertrek. — Ik was een weinig ontfteld, doch by my zeiven komende vroeg ik aan hem, Vriend of Burger wat moet gy hebben! -— Jy Van Gelooft niets — vraagt gy dit nog , wel te drom- msl." , bedaard riep ik hem toe „ Nu dan " zei- de hy. „ Ik kom je vraagen hoe of het mogelyk is, dat het volgende met de Rechten van den Mensch oyereen" komt" (hy werdt al bedaarder) ,, en met de gelykheid " over een te brengen is, d;.t in een Stad als Amfterdam een uitzondering kan gemaakt worden door de Muni" cipaleteit, om twee Winkeliers, vry te waaren, voor " fchade van al het geen zy aan onze Verlosfers de Fran* "f fchén van hunne Winketwaaren mogten verkoopen; en , al de Asfignaten daar voorin betaaling aanneemende, ',' zy Municipaliteit die alle zoude inwisfeien tegens pftui- 2 ftuivers Hollandsch geld." Zacht! zacht! het zyn iinmers geen Oranjeklanten. ,, Fopt je ze wat, wel neen, het zyn braave Keezen, dat 's waarachtig waar — f ik misgundietweeWinkeliersdatKoom'67;tniet,óneen! — s, Want het zyn braave weldenkende Burgers, en ook de ,', eenige Winkeliers, die voor de glazen op een papier, „ met groote letters hebben gezet, , Hier verkoopt men b la AU w laken , ek andere stoffen voor df. 1 braave Militaire Fransciie Citoyens , gy begrypt my het is uit bet Fransch vertaald." — Wel nu Waarom ben je dan daar zoo boos op? ,, Boos! Boos! dat zal ik je zeggen; Zyn Wy allen niet gelyk en even, na aan de Vertegenwoordigeis? — Wat moeten nu die " duizende neering doende Menfehen'met al die Asfigna" ten uitvoeren, weetje daar raad toe te geeven; Gywee£ " en dat moet gy in het oog houden, zy krygen 'er geen ,, geld voor, en zy worden door de Commisfie niet aan- , genomen." Maar Vriend die Guarantie aan deeze twee Winkeliers is immers vóór dat het Plakaat in de waereld is gekomen gefchied. — ,,, Ja gy meent het Plakaat, , op wat voet men Asfignaten konde ontfrngen, en wit betaaling men voor de Livres zoude hebben , in Rece' pisfe of geld tegens o ftuivers per Livre: en dus wan. neer de Provifioneele Vertegenwoordigers de magt heb' bende, ftrookende met de Gelykheid en Broederfchap, ' den eenen Winkelier ryk, en den anderen arm te maaken; dan valt 'er niets te zeggen." dit waren zyne laatfte woorden en zoo driftig als hy kwam , even zoo driftig liep hyde trappen af.— > * ' . Toen  C 88 ) ivcü arrn-booze Winkelier vertrokken was, zeidemyrt vrouw „ Kind weetje wél, dat 'er reeds een REquasf aan de provifioneele Reprefentanten van het Folk van Holland door de Amfterdamjche Burgers is gepréfenteerd , met verzoek „ dat de Asfignaten zullen worden aa'ngeno• men en ingewisfeld; en het zy met Recepisfen of op ,, zodanige wyze als gylieden (namentlyk de Reprefen„ tanten; met de billykheid en het welzyn van den Lande „ het meest overëenkomftigzultoordeelen, zullen worderr „ gerembourfeerd." . Is het waar vrouwtje, wel nul' mogelyk zal daar wel ten voordeele op gedisponeerd worden. ■ „ Ja Kind 'er is reeds een Publicatie in dato 30 Maart 1795, beftaande in 8 Articulen, gearresteerd , en afgekondigd -l— waarby onder anderen in het hoofd gezegd wordt: - ■ ■ • . „ Dat de Hollandfche Pro vinciaale Recepisfen, welke „ moeten ftrekken tot verwisfeling van de Franfche As-1 i,- fignaten by de respectivelngezeetenen deezer Provincie ontfangen , onder de bepaalingen by de onzePublicatie „ van 2 February 1795 gemaakt, nu binnen'korten tyd „ gereed zullende zyn, om uitgegeeven te worden." En by het 5 Articuh ■ ■ <• ,, Dat in alle verbindtenisfen van Koop, Huur, Geld-* „ leénlngen, of Asfignaten of wat dies meer is, na dato ,, dezes te doen of te fluiten, de onderhandeling over „ de wyze van betaalingen , wederom in zoo verre zullen - worden vrygélaaten, dat de Recepisfen ten minftentot ,. een vierde gedeelte toe, niet zullen mogen worden ge„ weigerd." , En by het 6 Art kul. „ Dat de genoemde Recepisfen zullen- worden ontfan- gen op alle 's Lands en Stads Comptoiren , voor allege„ woone lasten, ordinaire en extraordinaire verpondingen „ en Impofitien, geduurende dit loopende ja:ri79S, en ,, vervolgens te heffen , doch met de bepaaling by het „ voorgaande Articul gemaakt, alleen voor een vierdè ,, gedeelte." ■ . , Als myn vriend deeze Publicatie eens naleest, zal hy, denk ik-, niet meer boos weezen. Geeft deeten brief een plaats in uw Nommer, terwyl ik ben en blyve. Jan Gelooft niets.  D E DOMKOP, nsv Jvqi ci ; ij ■ ■ f ---r.c;s »fl 4 A. « ' ■ X ' l i 1 . — • Hans komt doof zyn domheid voort, en deze fpreuk MedeLandgenooten! werdt dagelyks bevestigd. Hoe ouder een Mensch wórdt hóe gekker, en dit wordt véeltydsbewaarheid. Hoe dommer een ftervéling op de waereld zyn rol weèt te fpéelen, hóe grooter fortuin heto navolgd. Nu wil ik. hier door niet zeggen, dat juist al dé Anibtéiiaaren, Officianten, die een bediening hebben", ofdiehier of daar in een Comrriisne gefteld Werden, dommerikken zyn. ó Neen! ik pas dit alleen toe opmy zelveri, en die zóo döm zyn als ik. Het zoude immers jammer wezen, dat in deeze dagen van verlichting, de wyze, verftandige én kundige perfoonen uit het beftuur moésten blyven; men heeft tegenwoordig vry wat tyd noodig om iets in de waereld te brengen, dat de Burgery fmakélyk is; maar hoe zoude het dan wel gaan, als alle Domkoppen ■ van myn foort, iri het bewind waren? Ik moet echter bekennen, dat de Domkoppen overal niet verftooten worden; 'er zyn nog wel eenige, die hier of daar zoo Iéts hebben, dat-hér'Huishouden 'er van beftaan kan; daar zyn 'er..die iets meer hebben dan gemeen. Veele Menfchen willen liever fomwylen met een Domkop t« oUen hebben, dan met lieden die verbeelden verftand K ft  C 90 ) te bezitten en door geleerdheid de Burgery aan hun waanen te verbinden; doch op den keeper befchouwd, zyn het de zodanige die van daag goed en morgen kwaad keuren, het geen zoo een waan wyze zegt; In fpyt van die myne Domheid verachten, zal ik hier een Brief plaatfen waar uit myne geachte Leezers zien zullen, dat 'ér toch menfchen zyn, die niet verder denken dan hun neus lang is. Zie hier dezelve: Vryheid, Gelykheid, Broederschap. Aan den Schryver van het blaadjen de Domkop* B U RGÊR! Uw zinryk werk , onder den verdienden Tytel van Domkop, heb ik met een groot vermaakgeleezen; het fchynt dat gy goede Correspondentie in Zeeland hebt; daar heb ik negen jaaren gewoond, en den moed gehad .een Apostel van Vryheid en Gelykheid te zyn, doch het (ongeluk een Martelaar daar van te worden, gelyk gy uit het bygevoegde ftuk zien zult, zoude het niet mogelyk zyn, het in één van uwe lieve en verftandige.blaadjens te plaatfen? Het kwaad moet bekend en geftraft worden; de geheele Stad Vlisfingen zal de waarheid van myn verhaal .getuigen , en myne uitdrukkingen kunnen niet te fterk .zyn. Dan een Franschman zynde, geef ik u permisfie, ja ik verzoek het U, de fouten tegens de Hollandfche taal te willen corrigeeren. Ik ben in ftaat U nog meer .ftoffe te bezorgen, zo gy my met uwe Correspondentie verëeren wild. Heil en Broederfchap \ Vlisfingen deN Burger. .4 April 1795'. G. Y.  C 91 ) Wy bedanken den Zender voor dat ftuk waarvan wy in dit Nommer gebruik zullen maaken, en verzoeken den Burger G Y, om zyne verdere Correspon¬ dentie. Zoude de Domkop ook by het geval prefent zyn geweest?,.. Zoude hy niet weeten, dat de Clyver, en in het donkere Doms are, daar in gewerkt hebben? Kan hy zynen Correspondent niet zeggen, dat zyn buurman de Bakkér aan de eene Jan-Weyermans, en aan de andere zyde de Commies Ritmeester beiden zware aanhangers van Oranje zyn? t- Zie hier het ftuk zelve — met eenige byvoegingen door den Domkop. „ Dat de ydele klank van de woorden Vryheid en Gelykheid, in den Jaare 1792 haatelyk was, heeft geen opëenftapeling van bewyzen noodig; ter overtuiging van dit, zal ik deze volgende Gebeurtenis, die op eene fchreeuwende onrechtvaerdigheid , door Despooten te Vlisfingen tegens my begaan is, na waarheid ter nedergefteld, u mededeelen." p_ g Y, een Fransqhman van geboorte, 7edert 1784 Fransch Kost-Schoolhouder en Voorleezer in de Franfche Kerk te Vlisfingen, wiens Dochter op den 9 December 1792 een kind, met naame Liberté -f- Egalité (Vryheid en Gelykheid) heeft laaten doopen. Twee uuren na de Predikatie moest de Vader by den Kerkenraad komen, alwaar de twee Franfche Dominéés prefent waren, doch weigerde aldaar te verfcheinen." „ Op klagten der beide Predikanten en Kerkenraad aan de Regeering, moest de gemelde Vader des daags daaraan by de voornoemde Regeering verfchynen, welke hem betichtte, dat hy onder de Predikatie fnoof, dat hy de k; 2 Zot-  C 92 y zotheid hadt, om Suiker in zyn mond te fteeken, gelyk de Predikanten dat hy onder het Voor leezen'geeuw- de dat hy niet genoeg voorlas en verfcheide — andere dergelyke niets betekenende, fchoon van waarheid ontbloote, zaaken, zonder van den doop een woord t» reppen, of dien aan te roeren." „ Op deezg klagten is de meergemelde G Ydoor de Magiftraat als een oproermaaker gefuspendee'rd •, en kort daar na van zyne poften en traaement gedimitteerd— met order om binnen veertien dagen het School-huis te verlaaten: met deeze byvoeging en order van de Magiftraat en Kerkenraad, die in eenen hoed fpeelde, om zien. den Zondag daar aan volgende met Vrouw en Dochter in de kerk voor den Preekftoel te ftellen, en den naam van het kind te doen veranderen, voorts dat deze oproerige naam, uit het Doopboek moest worden geroyeerd en gefchrapt, Dit was nog niet genoeg, ó neen! men heeft ge. weigerd zyn Atreftatie te geeven; en 22 dagen van zyn Tractement gekort." • ' . „ De twee Franfche Predikanten J-Iueten Uur; de eene is de bekende flaaf van Pieter Nortier, die op den 30 September 1787 de braave Burgers van Vlisfingen aan de woede des Volks wilde overgeeven, en de andere, een egoïst, een lafhartige, die eens, eene Jacobynfche Pre. dikatie gedaan heeft, doch uit vreeze voor deportement de laagheid beging, dezelve te ontkennen; deeze twee Predikanten, zeg ik, waren aandringers van G Ys. ongeluk by de Regeering, die, om redenen ons onbekend, ■zich van deeze onrechtvaardigheid zuiverden, en op den hals van gemelden Huet en Uri fchooven. Ongelukkig waarlyk dat eene Regeering zich door twee onderdrukkers liet beftieren: maar zoo Predikanten als Regeering, beiden niet'veel in hun foort, en even groote despooten; *n Regeerings-Leden die overal bekend zyn Men mocs^  ( 93 > Bioest in dien tyd te Vlisfingen woonrn om iets te zien, dat nergens gedaan werdt; By voorbeeld, het doen inden grond booren van een fransch Scheepje, hetwelk door ftorm voor de Stad was gekomen, en het minfte kwaad of goed kondedoen, (*) Plunderaars, gelyk Mullerehzyn Zoon, Jan Schorer , die in matroofenkleederen liep, en nog verfcheide anderen, deeze maakten in dien tyd die Ed: Achtbaaren uit, onder wiens oog circa 60 huizen geplunderd zyn." „ Door deeze tegen alle regelen van recht aanloopende behandelingen, moest ik my beroofd zien van een broodwinning, die ik daar geduurende myn verblyf met genoegen en liefde heb waargenomen, en my zeiven zag ik buiten (laat gefield, om een despotiek gezag, eenewillekeurige uitoeffening en heerschzuchtig bevél glorie by te zetten. Dit waren de bedryven van eenen hoop Arifto- craaten, Despooten en Tyrannen , die de braave Burgers behandelden als aterlingen, in eene Republiek, die voorlang op zyn Pruifisch, door het heerschzuchtig wyf eens Stadhouders geregeerd was." „ Wie CO Alhoewel de braave Berteiink toen ter tyd Bailluw , 'erfterk tegen was , en liever wilde wachten om op het Scheepje te vuuren, tot dat het weêr bedaard was, om het zelve alsdan binnen te fleepen; moest echter dit op het norsch bevél van den Majoor der Stad Vlisfingen gefchi»den: terwyl het gemeen gepeupel, onder aanvoering van écnen Brand, éénen Nortier, éénen Rhynvaan, i4f jonge Schorer, Helmflroom, en anderen, het ongelukkig cn tyraunisch in den grond fchieten, met hoezéé en gejuich goed keurden. Yslyk was dit tooneel! en gruwelyk waren de behandelingen van het hollend graauw tegens hen, die zich over dit geval bedroefden, dat de Menfchen , zoo onteerend vennoord werden , gelyk, by voorbeeld, twee Plunderaarfters, genaamd Schttfche Griet en -\eel van Balen, die eene braave Burgeresfe, (taande op den walf dreigde in het wafer te fmyten, om dat zy het ongeluk der fchefelingcn beklaagden, — K 3  ( 94 > J, Wie zoude zich kunnen onthouden, o ver eene zoo harde dwingeland/ niet boos te werden? wie zoude onbarmhartig genoeg kunnen zyn, om zich over die ongelukkige Slagtoffers der eerlooze Despooten niet te ontfermen? 6 neen. De tyd is gekomen, dat de Ariftocraaten, de Despooten, de Tyrannen en de .Plunderaars zullen gefhaft worden; reeds zien wy den dageraad das geluks in het midden van haaren vollen glans." ■ Wy bedanken den zender vau dit ftuk voor hetzelve, eni verzoeken verder z,yne correspondentie.— In een volgend Nommer zal den Brief,, getekend door Broertje Domkop,. geplaatst worden • doch verzoeke vriendelyk onze Correspondenten in het vervolg hunne (lukken, welke zy in ons. Weekblad wenfchen geplaatst te hebben, aan den Boekverkooper J. Verlem franco te zenden, en niet aan eenen, Particulier, die van de Famielje van den Do&iKor wiefis. VRIEND en BURGER1 Ik ben een man van byna vyftig Jaaren, en begin door mynen hoogen ouderdom te fuffen; *s Avonds als ik met myn Buurman over Js Lands zaaken heb zitten praaten, dan droom ik 's nachts daarvan. Nu moet gy weeten waarom ik U fcbryf Ik wil u myn droom verhaalen, die ik van de Week gehad heb. Des avonds prascies ten 8 nuren eet ik, daar na (leek ik een pyp op, en lees de Couranten van myn Buurman. — Dit deed ik gepasfeerde Vrydag met fmaak. Na dat ik de Nieuwspapieren had ingezien, redeneerde ik bymy zeiven, wat tyd beleeven wy>— aan de dagelykfche bezigheden — aan de vrolykheid myner Medeburgeren aan het dragen van lintgn en (hikken aan het exerceeren en der- gelyke zaaken zie ik, dat de Patriotten het gewonnen hebben- maar lees ik daHaagJche, Utrechtfche en Amfterdam- frik  C 95 ) fche Couranten clan moet ik denken in welke tyd zyn wy nu _ Hier lees ik, dat 'er duizenden van Pruisfen op marsch zyn, en dat zy de fran/cAe» zullen jaagen tot over den Xsfsl.'- - In een andere Courant vindè ik, de Pruis/en en de Franfchen hebben den vreede of eenen ftilftand van wapenen gefloten. —;— Weder in een ander word ik ontwaar, dat de Franfchen van den Rlryn kant aftrekken'en hier en daar retireéren dan denk ik by my zeiven zouden het ook oude Couranten zyn, die onder de oogen van Ariftocraaten gedrukt-zyn geworden; maar-neen, ik zie boven aan- Ao. 1795 1 Vryheid— Gelykheid — Broederfchap, en dat fchreef men toen ter tyd niet: > al denkende vroeg ik my zeiven., kunnen deeze Couranten, met al heur valfche geruchten geen oproer zaayen ? — worden die Nieuwspapieren niet by de Municipaliteit geleezen?— Kan men dergelyke leugentaal niét verbieden? of waar toe dient dit alles? Al mymerende komen myne denkbeelden by het< oranje-tuig; die hoor ik zeggen „ ha! ha! de „ Pruisfen zyn in het land; nu zullen wy verlost worden ,, van dit verdoemde vee" een ander. „ Nlizul. „ len wy eens Heil en BroederJciïap fpeelen'" - een derde „ Ja! ja! nu is 'het oiue beurt, wy zuilen be- „ ter'removeeren, dat kunstje verftaan wy beter, " en zoo al voortpeinzcnde, lees ik.in-eene Courant dat'er om het Oranje gegeesfeld , en 40 a 50 opgebragt zyn maar die zullen zeker geen kwaad gedaan hebben, denk ik by my zeiven; want dan zoude men die ook geesfelen.' — En alzoo denkende en peinzende viel ik op myn ftoel in flaap, en droomde dat ik met verfcheide in een groot Schip was , waar in ik (NB. onthoud dit voor al, het is een droom) waar in ik, zeg ik, de volgende famenfpraak hoorde. Jan. God dank Schipper, wy zyn het hoekje te boven, als gy nu maar oploeft, zullen wy de reis hebben Schip.  C 96 ) Schipper. Dat denk ik ook; het was een hevige' 'buy -1— als ik onbekwaame knechts aan boord had gehad dan haduen wy den boel kwyt geweest. Piet er. Ja Schipperöom, zy waren handig en gaauw by de touwen, en maakten hun fchielyk meeller van het Schip, - j an. Maar Schipper , my- dunkt daar hangt een zwaa- re Wolk in het ootren ; Wy moeten zien dat wy voor den regen binnen zyn, gy moest nog meer oploeven; gy weet, onder ly hebben wy de laager wal. Schipper. Neeri Vriend! die buy zal wel overdry- ven zie daar in het Zuiden licht de lucht al weêr op Ais myne Knechts maar by de Gytouwen en het Anker blyven , dat wy, wannéér de buy nadert, de Zeilen kunnen inhaalen, en het Anker laaten vallen. Pieter. Ja! jal Schtpperöom; Gymoetzooveelnie't praaten, anders kund gy geen oog in het Zeil houden. — Laaten wy keuvelen —■ en gy by uw werk, dat noodzaakelyk is. . - Jan. My dunkt, met al dat praaten zyn wy nog niet verder. Schipper, Praat elkander maar in den flaap, ik zal u met myn Schip wel wiegen; als wy aan zyn, zal ik u roepén. - Pieter. Schipper! Schipper! een fchuit aan ly - bonk —- daar leggen wy — dat komt van dat praaten. «*• En toen werd ik wakker —— ik zétte myn ilaapmuts op , trok myne fchoenen en kousfen uit, hing dezelve aan een ftoel, en ik leidemyn hoofd inde veeren te ruste '» maar wat die droom betekent weet ik niet! lk ben uw beftendige Vriend Jan de Droomiju - ANTWOORD. Men zegt voor een fpreekwoord, het is gebeurd, óf zal gebeuren, wat men 's nachts droomt, en ik beii te dom om te begrypen, dat die droom eene toepasfing of uitlegging noodig heeft. —— Vals, .  D E DOMKOP N°. ii. Vryheid—— Gelykheid- Broederschap- MEDE-BURGER DOMKOP! In navolging Broertje vrede! vrede! beste maat, nog maar een jaar of twee — en dan nog heil en broederfchap. Op een afftand van twintig mylen buiten uwen Patriottifchen gezichteinder, reik ik u de hand van Broederfchap —— want ik bemerk dat gy een liefhebber van Gelykheid en Broederfchap zyt; en weetje wel waarom neen zult gy antwoorden weet gy niet dat gy in N°. 8, iets ge- zegt hebt van Fredrik Enserino (*) en dat is een Patriot, een man van brave denkwyzej die altoos by ons op Kattenburg voor een groote kees te boek heeft ge. ftaan, maar ik zie je fpeelt Gelykheid, al is hy een Patriot. ', Heeft hy echter geen kunde van touw; hy zal mogelyk 'van iets anders meer verftand hebben, dan dair van. Nu Burger Domkop het is my lief, dat gy zoo denkt; ik wensch u lang gezondheid... denktomde vrede met den Pruisch, gy weet hy is een man van zyn woord, en een liefhebber van Broederfchap.. zoo dat als hy het Uff bef {*) moet zyn Hendrik. K  ( 9S ) begrypt . vatje.jy en je vrouw zyt met je beiden, enje Grooije ver van de hand — begrypje!! Op 't E'-land Heil eh Broederschap! iSApril Willem Kattenburg. Wat of Willem Katttenburg met de vrede zeggea wil, kan ik niet begrypen, hy is immers een vriend van den Koning van Pruisfen, ergo is de vrede voor hem goed?— de Koningen houden altoos hunwoord, en hoe veel te meer F r e d r r k I men moet van hem geen argwaan denken;- dat hy intusfchen zyn machten geld byéén zal zamelen, om over eenigejaaren, ((preekt Willem Kattenburg van geen twee?) by ons aan te praaten ' wel neen! denkt daar niet om! waarde Landge- nooten!- dit tusfchen beiden—— 'er is van de week een middel uitgevonden om gerust te llaapen, en de klopper, die den i April, niet van dit jaar, zoo een geraas maakte, dat al myn buurea wakker wierden, is verlooren,——*»En wat die Hendrik Ensering betreft, die is een Patriot, bravo! wy willen dit wel gelcoveö, en hebben hem Ook niet voor Oranje te boek gefield; want bel! fc by ons heil en broederfchap, en dus wy kennen noch weten n*et meer Tan de Oranje-gezinden, i of zyn 'er die nog in bet Land ? *-U- ja zult gy mogelyk zeggen, leest het Request van Pantekoek Predikant te Breda, die zegt', als dat hy niet kan zweeren, zoo lang als 'er nog van de vorige Staaten en van hethuis van Oranje hier zyn, — Wel nu, als dit waar is; dan moet Pantekoek weg; want die ftaat overal voor een befaamde Oranjeklant bekend ■» ... offchoon ik dom ben, de menfchen praten zoo, en dus weet ik betniet, dat als de Oranje aanhangers bekennen, dat zy te veel in't land zyn, men hun dan maar niet wegjaagt, of naar een ander waereld  ( 99 } Waereld doet verhaizen. Terwyl ik dit zit te fchryven •ntfange ik den volgenden Brief. BURGER! Ik ben een man zonder verftand, zonder kunde en zonder geleerdheid; myn Buurman, die ook van dit foort is Wil wyzer worden — en daarom leest hy alles; hy heeft geleien, zegt hy, „ dat tot geen posten van Regeering „ of bewind, gelyk ook niet tot de Adminiftratie van de „ Juftitie , immers voor alsnog, admisfibel zyn de gee,, nen, welke door hun gedrag, voor de gelukkige Om„ wending van zaken gehouden , getoond hebben „ aanklevers van het Huis van Oranje, en de zoogenaam„ de Oude Conftitutie te zyn, ook in hetbyzonder geene „ Perfoonen, die in eenig Collegie van Regeering, Be„ wind of Juftitie, voor dezelve Omwending geweest „ zyn; gelyk ook niet degeenen, die by dezelve Colle„ gien als Ministers geadfifteerd hebben." — Nu heeft hyditgelezen, maarismethetgemeldeftukinde war, want hy zal moeten ftemmen tot een Secretaris. Gy zult mogelyk vragen, is 'er dan niet geremoveerd? ója! behalven onze Secretaris, die man is gebleven ; maar nu komt dit ftuk tusfehen beiden: Wel is die man niet goed? hoor ik reeds U, Leezers! vraagen; ja en neen, zoo als gywilt, wat mankeert 'er dan aan? ■— och de Burgers zyn boos op hem, en dat zal ik u zeggenjin het Jaar 1787 maakte hy Aanfpraaken, waar in hy onder andere zeide, de Stadhouder «en Vtfde Willem , die na onoplwudelyke woelingen, n» het verbitterdfte wrokken tegen onze waardige Foor[tanders van het Vaderland, — der heiligfte Volksrechten, eindelyk het Masker geheel afgelegd, en zich geplaatst heeft in een al zulk fierk ligt als immer een tweede Philips of D u c d'A 1.11 \ mogelyk was en verder ten einde alzoo het ver- wak van etn wreede Nero en de wraak van eender Spaanfcho K 1 Dwin-  ( IOO ) Dwingelanden famen te paaren. — Is dit niet Patriötsch ge-1 zegd ? In den Jaare 1787 na de Omwending deedt hy een Aanfpraak aan Vader Willem, waar' in hy laag en vernederend van de Keezen (prak, en Zyn Doorklugtigheid hemelen hoog verhief; vervolgens heeft hy,na dat de wind. was, gedraaid; nu by deze Revolutie heeft hy weder een Aanfpraak gedaan; waar in hy alle Keizers, Koningen en Vorften weg wierp en kyk nu zeggen ze van hem , hy is een Molen met een gigau, die geremoveerd moet worden, volgens gemelde Aanfchryving; dit kan immers niet door den beugel; was ik wyzer, ik zou hier anders.over. praaten; maar nu moet ik maar zwygen; want het zoude voor my niet redeneren , om te zeggen, dat hetzeernoodzaakeiyk was , dergelyke gevaarlyke Ministers langer te; houden, die het onverfchijligis,wiehet Vaderlandwi.ndt, als zy maar geld winnen. ;Ot{S -■ Uit Gelderland Uw Mede - Burger- ■ den 31 Maait 1795. Pieter Onkunde. Het zyn altemaal geen Koks, die lange mesfen dragen, 'er zyn m.eer zulken fnaken, als waar Pieter Onkunde van fcbryft ; ik zou le na myn dom verftand, overal, waar dergelyke Ministers woonden en fungeerden, een Adres ter tekening liggen, waar in zonder fchelden of raazen, de bedryven van die Sinjeurs werden ingezet, en door -.de,.braven Burgery getekend zynde , aan de Municipaliteit of aan het een of ander Committé overleveren, met die vordering, dat zodanige Ministers af, en br ve, kundige VadéHandfche Burgers in de plaatfe aangezet wierden. Nu moeten myne Leezers niet denken, dat ik gelyk heb, of dat zulks zoo wezen moet, ó aeen! ik doe het maar in mynen dommigheid. ; SIN- 1  ( »i i SINJEUR DOMKOP! Ik ben een oude Zeemans Vrouw, en woon by de gratie van myn geld, in een Kelder op het Franfche Pad, ' echter niettemin kom ik alle weeleen tweemaal met Bokking in de meefle Herbergen , te koop! nu moet gy weeten dat ik by die gelegendheid voorby een Boekverkooper ging, en daar zag ik buiten een blaadjen, doch ik konde het opfchrift niet leezen; maar thuiskomende, 'las myn Buurman, de Bakker het zelve, die ook dezen Brief voor my fchryft, en zeide tegens my, dat het de '.Opmerker heet en N°. 8 was, alwaar inftond, „ onze , Beftuurers kunnen zich niet fchikken naardebyzondere begrippen van eider individu —- neen zy moeten naar hun doorzicht, evenwel overeenkomftig de Rechten van den '„ Mensch doorwerken" hetgeen hy fhuis brengd, zegt myn Bakker, op het Plan van Zeewezen, ter oprichting van een fonds door oude en gebrekkige Zeelieden, waar op een Brief van Batavus, volgd, die op dat Plan en de daar in benoemde perfoonen al vry wat gebeeten was; nu viel ik den Bakker in de rede, en zeide, zoude Batavus, den fchryver van dien Brief, wel zoo eerlyk denken als die perfoonen. Ik geloof dat yeeje menfchen het 'er tegenwoordig op toeleggen, om het opmerkend oog te fluiten, of öp het blaadjen dat ik lees de Domkop te knaauwén; maar dat zullen zy nooit gedaan krygen, ik geloof, dat'die beiden niet mak zyn; maar die Batavus moet zekerlyk gaarne Diredeur en mogelyk wel ontfanger van de penningen willen zyn, en dan kon hy — weetje wel De Bakker en ik beweeren wel degelyk, maar vyheb, ben geen verftand, dat die braave zeelieden volkomen gelyk hebben, dat dit plan om 'er remarques op te krygen, het zy gegrond waren of niet, dat doet niets ter saake , ter vifie had gelegen, in alle huurhuizen en by al e zeelieden K 3 zoe  ( iq* ) jZOO groote als kleine was rond gezonden. Wy zeggen, (f.n:ar wy hebben geen kunde) dat zy volkomen gelyk hebben, en dat zelfs de RepreJentanten van het Folk van Holland, de Municipaliteiten , en de verdere Commité, voliïrekt uit, geen plan of inrichting mogten maaken, veel min een Pablicatie mogtêft in de waereld brengen, waar in allen gekit worden, zich van het onnodige of overvloedige goud en zilver te ontdoen, veel min een Reglement ter oproeping of uitbrenging eener volkftem mogten doen afkondigen , zonder dat men zulks voor af aan alle Burgers; want allen hebben zy belang 'er by, hadden doen rondgaan, om te zien, of hierop niet een veelgemakkelyker weg en meer uit den boezem van het Volk volgends hec ingerichte plan der Wykvergaderingen zoude te vinden zyn» Nu heb ik dit hooren lezen, en daar over ge¬ praat; maar ik weet niets meer als van te vooren; ongelukkig als men geen verftand heeft; de Opmerker zal niet kwalyk nemen dat ik hem zegge, dat hy in het vervolg, alles niet overlaat aan de Plannemakers; maar dat het Volk ook iets te zeggen heeft. Ik ben een oudcZeemana Wyf die niet draaidt; maar goed rond , goed zeeuws is; en het wel durf zeggen , waar het op ftaat, alhoewel ik niet geleerd noch wys ben. DAG SlNJEU* Franfche Pad j7 April 1795. Trtn B 0 k k r s er. Had ik dat geweeten , dat een Weekblad zoo veel geleerdheid vereischt, ik zoude het niet begonnen hebben; want als ik alle de voorige nalees, dan vind ik niet anders, dan een rommelzo uit een Domkop voortgevloeid en nogthans moet ik dagelyksaan hetftudeeren, dat een zwaa- rea  ( 103 ) re taak voor my is-— en wat'ernog van my worden aal, weet ik niet, ik moet Brieven plaatfen en beantwoorden Woordenboeken uitgeeven, en nu komt men my weer lastig vallen met een proef van een karacter kundig Woordenboek . het geen, 200 als myn Correspondent fchryft, in het vervolg met Aanmerkingen zal vermeerderd worden,en dus dit alleen maar eene fchets is. Dit werk (dat als hec compleet is 8odeelen in folio zal beflaan) zal ongemeen van veelnuten dienstinhet toekomende kunnen zyn; de ftukken zyn maar voor een gedeelte afgewerkt , en nog niet in orde geplaatst; derhalven zullen wy hier eenige laaten volgen. ■ NB. Van dit Werk is by alle Boekverkoopers, die in den jaare 1787 zich zoo braaf gedragen hebben , voor hunne party , en nu ook heil en broederfchap, ja Weekblaadjens uitgeeven, (de Leezers moeten niet om de Drukkers Bosch denken, die de Kruijer uitgeeven,) een bericht vcor een Medail¬ le met het Borstbeeld van Willem en Willemyn, alias Lappidoth en Debora te bekomen De Tytel is:—- PROEVE van een KARACTERKUNDIG NAAM WOORDENBOEK. der Voornaamste, PERSONAADJEN, Die in de Oranje, Hollandsche Admiraliteit; ten voordeele van Print Willem den V yf.d en een Rol gejpeeld hebben. door HEER l N' G. Graafland de Jonge ( Mr. J.) Ontfanger Generaal, Deeze man, zeggen de meefte Menfchen, doch waarom weet men niet, is niette vertrouwen, als zynde de verder-  dervende hand toegedaan; hier door verftaan de geleerde», Prins Willem. Heimeriks (J. L.) Commis van het Biiffet enConchiergt, twee aanzienlyke en lucrative poften; heeft bekwaamheden, doch is niet te vertrouwen,zynde een Aristocraat in den volftrekften zin, hebbènde in het begin van den Jaare 1787 bewaardt, bezorgd en geborgen, de Brieven en Correspondentie v;.n den Koning van Pruisfen, die tusfchen den Fiscaal van der Hoop, en den Koning van Pruisfcheh plaats gehad hebben , omtrent het inroepen der Pruisfifche Treupes. Paardevoort (A. van der) Geweldige; gewezene Guarde du Corps van den Pinkenier, is volftrekt niet te vertrouwen; brutaal, gek en een windmaaker, dit zeggen de Men-_ fchen, die gelooft, ziet en ondervind, heeft de waarheid' by zich, een van de eerfte leden der Oranje-Sociëteit, in het begin van het jaar 1787, dus voor diezeven jaarigeuitgebazuinde gelukkige omwending al lid geweest. Scholten Heer van Aschgat (MR. C.) Penningmeefier der Comptoire van de hoo/delyke betaaling;dezz man is al bekend van het beruchtenjaar 1748.een kleinkind, zal den vreemdeling, die naar hem vraagdt, welonderwyzen, wat Kereltje hy is. {Het Vervolg in No. 12.) «»— NB. De Brief van Broertje Domkop kunnen wy voor als nog geen gebruik van maaken. De Brief getekend Joost Lubbert , Michiel Tennis, Hildebrand Domkop van Kalenberg gedateerd uit Kemiemerland, dato 28 Maart 1795, zal in het volgende Nommer geplaatst worden. Dit Vertoog zal alle wee:sen,a 1 ft. udtgegeeven worden: te Alkmaar by Hartemink. Hand, Amfterdam Boom, Bnèt, Dall Timman, Hazen, B Koene, Keyzer , Langeveid, Verlem, fVynahds, Dordrecht B'.usfé, Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Dtes en de Pekker, .Zaandam van Aken, Tolk en Alom.  DOMKOP N°. 12. A -D V E -R T E N T I E N. "Wy moeten onze Correspondenten hekend maken; dat de Brieven wel ontfangen, maar allen niet kunnen geplaatst worden; want wy hebben vooruit gezegd, dat wy niets zullen plaatfen dan dat geplaatst moet worden ; derhalveu Jkunnen wy de volgende by ons ontfangen in geen Nommer brengen. . , 1) Een Brief van j. Batavus , over het gedrag van de ^eremoveerde Schouts Papegaay en Reinhart ten opzichte yan de Burgery, en het veelvuldig pleegen van onge ■ hoorde brutaliteiten en flegte bejegeningen tegens de Patriotten: als mede over hunne verwondering, dat zy noch los en daar onder met ftok en hartsvanger loopen. 2) Een Brief van K. Republicq over de ƒ3000:- die de gewezene Hoofdofficier Bakker van J.. Verlem onrechtvaardig heeft afgeftolen , en tot nog toe niet terug gegeeven. De flelling van den Brieffchryver, als of Bakker die ./ 3000:- in zyn zak zoude hebben geftooken, laat ik aan de denkbeelden over. ' En ten 3) De Brief van L, Vaderlander, waar in ge. .meld word't, dat 'er een zeker gewapend Corps of Schuttery ten platten Lande is, waarde meeste Officieren geen kennis L van  C 106 ) van het commando hebben, en dietrotsch op hunneMedeBargeren nederziende, door. middel van kuiperyen en kunstgreepen zich hebben weeten tot dien post te verheffen t MEDE-BURGER! Zoude dit onderwerp ook in uw Weekblaadje een plaat* kunnen hebben, het geval behoort onder de betrekking van broederfchap Zekere man, welke nu een post als Secretaris by het Collegie ter Admiraliteit bekleedt, met naame Haarsma (*) ontfing gepasfeerde weekuit Vriesland, een aarrzierdyk getal Kiviets eyren; vervuld met broederliefde liet die Secretaris oogenblikkelyk een gedeelte daar van aan den geremoveerden Secretaris, prefent doen; dit getal moet zeker niet gering zyn geweest; wyl deeze Ex van zyn prefentje weder een gedeelte offereerde aan een gedemitteerden Admiraliteits • Sinjeur; nu wat zeg je Domkop; is dit niet broederlyk?— Dit ftukje wat dom uitgewerkt zynde, kan de klanten voor het minst doen begrypen , dat men hun in de kaart ziet. Adieu! Mille foiï. SCHRYVER! . Ik die in de tyden van o verheer fching en geweld, fmaa» de- (*) Is dat die zelfde man niet, die twee Boekverkoopers, mét naamen p. den Hengst en J. W. S m i t , om dat zy het Iiedjen kunnen uitzingen , het drukken van de Admiraliteit heeft gegeeven wat is, dat gelukkig, dat alles provifioneel is! als alles nu wettig wordt, dan zal 'er mogelyk hier of daar nog wel een eerlyk vogeltje zyn , die te vooren ayne vederen zyn uitgeplukt, en achter de traliën heeft moeten zitten, welke alsdan ook het Iiedjen wel zal uitzingen; want dit deuntje is van korten duur—— en Secretaris, is ook maar provifioneel. i ■» <  delyk onderdrukt ben geweest, en nog met meenig braaf Vaderlander moet fukkelen en rondzwerven ,• die tot myn fpyt moet zien, dat alle de Oranje-aanhangers nog in hunne bedieningen blyven, daar ik en anderen door vei vloekte dwang- en wraakzucht uit zyn gejaagd; nu ikdanSeHRrVER.lasdeezer dagen met verontwaardiging in de Hamburg, fehe Correspondent van 27 Maart 1795. het volgende: „ Te Amfterdam heeft men eenen geplukte Vogel aan „ eenen Vryheidsboom gefpykert, endaar byhet volgen„ de vers gevonden." „ De Vogel is geplukt, „ De veeren zyn gevlogenj ,, De Prins wordt onderdrukt, „De Patriot bedrogen." Welk vers door my ex tempor e in het volgende v«ibbaoderd is. 's Lands kas is leeg geplukt, Door Willem's dief Jche flreeketi, De Patriot, zoo lang verdrukt, Durft nog het hoofd opfteeken. Ik noeme my een VaDERLAHDER. BROER DOMKOP! Ik moet u Jets vertellen, of in het geheugen brengen; als gy kund onthouden, is het goed, anders moet gy de boel maar laaten vaaren; eenigen tyd geleden ging ik eens wandelen, om myne kwaade luimen uit het hoofd te werpen; vermoeid van de wandeling flapte ik een herberg in, om wat uit te rusten; ik flopte een pyp, dak die, aan, en rookte met fmaak: terwyl een oud man, metmy piaatende, L 2 eei;  een vettetiingje deedtvan een nieuw, aangeftel.den fuMtitut» die ik in perfoon niet kende; nuar die oude praat-vaer duidde hem aan my uit, en zeide, dat hy zich als een Üang konde wenden en draaijen, zoo als hy wilde,. gelyk, zeide hy verder gebleeken is; doch dat hy dit by gunst had verkregen; want anders zoude het niet gefchied zyn; wyders vertelde hy my, dat. die zelfde draatjer, in den oranje-tyd „ verkeerde by Barkmeijer in.de kalverftraat, by Kiingenfpoor en meer anderen; alwaar de eerftean voürnaamfteaanhangers van dat gchaate huis daaglyks verkeerde», zelfs.die goude gespen op de fchoenen droegen, (zouden deeze niet goed zyn voor het Vaderland ?) al verder keuvelde dieoude man, dat die draaijer voorheen aan zyn oranje vrienden om een vacant Schouts'r Ambt heeft gefolüciteèrt; maar niet kunnen verkrygen; dan dat het nu eigentlykVoor hem gehikt»*, d'oor de proVifioneelen het fubftitutte erlangen— Toen dit discours geëindigd was, klopte ik myn.pyp uit., betaalde het gelag, en vertrok al. wandelende naar myne wooning. Te huis gekomen zynde, viel ik op een ftoel naast myn wyf neder'/die ik dit vertelde, en my tot antwoord „af Hoor eens kind het provifioneele zaï nu ophouden en alles wordt wettig, dus zullen nu de waare uitge. wekenen en hier zynde Basaay? n .inbedieningen en ambten aangefteld worden; reeds heb ik hooren zeggen, dat dc weldenkende Keezen tot Opper- en Onder-Officieren van de Zee- Landmagt zullen worden verkoozen — Wat was ik verblyd, toen myn vrouw dit vertelde, doch ik dacht het is oude wyve praat; maar tk liet eenzucht. Och! wierden nu alle de braaven aangefteld, die men weet, dat waarerauiotten zyn, en hun goed en bloed voor het Vaderland hebben opgeofferd , ja zich door huu gedrag geduurende zeven jaaren getoond hebben waardig te zyn, ons te vertegenwoordigen, en tot ambten en bedieningen aangefteld te worden. ik blyve uw Broeder Pieter Domkop. Neef  ( 109 ) Neek Domkop! Gy toorid toch nog al iets in uwe dommigheid te weeten, of anders, zocfals een oud fpreekwoord zegt, als ik het niet weet, dan weet het de Kofter maar domme vraa- een moeten dikwyls dom beantwoord worden , Ntf ben'ik een domme Vraagster, en ik weet in myn geheelléf amielje niemand die my kan beandwoorden i de een li verffandig ende'ander wil het oor niet leenen aan verftahdige afhangelingen, en met dit volkje kan ik met over- WNu"hebik al overlang gehoord, dat Hunne hoog Mogende de twee Heeren die naar Parys gestuurd waren, om met onzen Franfchen vrienden over eenige zaaken te handelen, gerappelleerd zyn, (ik bedoel B«a».»« « Repelaar) en dat die knaapen ƒ 10,000: -: - ieder zouden hebben,voor hunne reiskosten enz. Ik heb meenigmaalgevraagd. hoe is 't toch met die fnaaken, zyn die wederom of zouden ze ook naar W illem de Pitjkenier ver. dwaald wezen, door de een of andere omweg: indten dat waar is, zoude het een pak van myn hart weezert, en het was al weèr een plokje van ƒ 20,000 gewonnen, want dan kon Willem wel van die goudeDucatenbetaalen, die hy mede genomen heeft. Gy zult misfchien wel oc cafie hebben om my zulks te fchryven. Nu heb ik nog wat te vraagen JV«/! Hoe zoude hetwel weezen met dat zilver opbrengen? ft heb niet, maar ik heb Kinderen, en die hebben ieder een pillegifjen, zoude è daar vryheid toe hebben om dataandeProvtfioneel. Reprefentanten te brengen? Ik zoude dit wel vraagen aan die groote Burgers, maar die hebben het zoo druk met alle dingen,.dat ik daar niet na toe durve gaan, èaarom heb ik gedacht, om aan myr. Neef zulks te vraa .en • ik leeze toch alle weeken uw blaadjens. Ik blyve u beftendige Nicht. Rec htuxt.^  C ho ) ANTWOORD. Wat dunkt u van myn famielje Leezers? — De Vroa' welyke Sexe wil ook deel hebben in myn VriendenkringIk ben zeer verheugd dat dezelve vermeerdert; en mogelyk wordt die grooter dan de grootfte. Wat een geluk dat ik niet provifioneel Dom ben ! anders zouden myne Leezers wel zeggen, dat rnvo blaadje vol'Aristocratie was- en zie Leezers, dat om de drommel niet, want ik betuig U dat als gy 'er tets op weet te zeggen, ik het my gerust zal laaten welgevallen, zonder tegenfpreeken ; want liever w,l ik, dat gy eenige uit u midden verkiest, dan dat ik die benoeme, om my te beöordeelen - Maar dit is geen antwoord aan myn Nicht Grietje ik dwaal' wel meer, echter beloof ik heterfchap, en zie niet gaarne,' dat zy my met de nek aankyken, of van terzyde zeggen , dat ik myne achting verlies. . ' Het waarom en daarop,, dat Brandsen; en Re?elaae. nog in Parys zyn en blyven, kan. ik.'myn Nicht Grietjc zeggen; zy is het alleen niet die daar over een'benaauwd hart heeft, daar zyn 'er meeri en hoe veel 'maal is ditftuk niet al op het tapyt geweest? Nu zyn 'er die zeggen, maar let wel, ik heb het zelf van hooren vertellen, dat z/ in Parys gearrefteerd zyn; maar dat waar weezende, dan zoude dit immers tot de gerustftelling der Burgery wel in' de Courant ftaan; want men moet, daar alles vry en gelyk is, alles weeten; zoo begrypt het Domkop, en niets moet achtergehouden worden: men zal wel'ten eenen of anderen' tyde van hun hooren, geduld overwint! —. Myn Nicht moet opbrengen, dat is de goede raad die ik heur geeven kan ,' en zy moet aan de Stad ook maar geld leenen, of anders zou zy, door geforceerde middelen, daar toe genoodzaakt kunnen worden, want 't is Vryheid!! — Nicht Grietje kan gerust haar Kinderen's Zilver opbrengen; want het is maar  C iii ) maar provifioneel, en al Wat provifioneel is, is immers goed? {Vervólg van het Woordenboek iu N". n.) Beeldsnyder (N.) Klerk ter Secretarie: wat men van dien man weet, kan men niet zeggén, wat men van hem zeggen kan, weet men niet; waar door de Autheur van dit Woordenboek, in dubio is geraakt, om te zetten, dat hy dagelyks meer fpiritus Jchiedamenfis dan aqua pluvia gebruikt; het eerfte dat een dooiend middel is, zegt men , gebruikt hy om zich radicaal van de geelzucht te geneezen. Beeldsnyder (G. A.) heeft geen bekwaamheid^ en daar te boven is hy een intime van Willem, gevlugten Admiraal, men kent hem, zegt men, door zyn gedrag al in den voorigen Jaare, als hebbende in 1787 een Oranje-Sociëteit opgericht, en dus als Lid aangeteekend. Mat (W. Junior) Klerk ter Secretarie, is in dén Jaare 1787 Kapitein van de Burgery geworden, door de befaamde Bentink van Rhoon, en heeft zich in die verdoemelyke factie en party fterk gediitingueerd. Heeft geen bekwaamheden, maar is niet te vertrouwen. Hoeuft (Mr. J. D.) byden Commis ter Recherche, is eerst Patriotisch geweest, doch by de Omwending A°. 1787 verandert; vervolgens Klerk en Secretaris van *s Lands Vloot, en van Kingsbergen, heeft geen be« kwaamheid, en niet te vertrouwen. Hoop (Mr. J. C. van der) Raad Adv tem Fiscaal; Wat men van hem zeggen zal, moet de tyd ontdekken, zyn Arrest dat hy heeft, betekent genoeg, dat 'er iets achter 't fcherm zit, dat de toekykers noch niet mogen zien. Hut ft (Mr. J. J. R.) geen bekwaamheden , lui en kan  tan niet leezen of fchryven, en is een Aristocraat,, ets,volftrekt niet te vertrouwen, in denkwyze. Zahn (J. G.) Bode, geweezene Guarde du Corps van onze bloedzuipende Js Lands bederver den Stadhouder, een lui en onbekwaame brutaale. Deze is in requifitie gefteld. Bohket (Dirk) dito, een origineele Oranjo fchreeuwer en geen van de vriendelykfte. Bonnet (Pieter) dito, men zegt niet veel van hem, als dat hy meer famielje te Schiedam heeft, als kennis aan de Regenbakken. Iddekinga (Mr. F. A. van) Commies van Rekening der Hoofdelyke betaling, heeft een importante bediening, en is bekend voor een befaamden Oranjeklant, dusnietin denkwyze te vertrouwen, en heeft geen bekwaamheid. Hoeven (W. van der) Monder- Commissaris op Texel, geweezene Burgemeefter te Gouda, en aldaar woonachtig» heeft zyn post niet op den duur waargenomen, en is ook eens geld te kort gekomen, doch is van zyn traftement ingehouden; deze post word door van der Merk waargenomen. Flietner (j.) Is een origineeleOranjefchreeuwer— en wel bekend by die party wie hy is. Merk(H. vander) Commies extraordinaris op Texel dit is een mooije post, en brengt ordentelyk wat op; deeze is om zyn denkwyze niet te vertrouwen, hebbende de behulpzaame hand geboden, indien 't mogelyk ware. geweest, om de Scheepen in Texel liggende, in Zee te doen gaan, ten einde naar Engeland te kunnen vertrekken. (het vervolg'ndder. ) Dit Vertoog zal alle weeken ai ft. ™ge§eevpe" worden :' te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Bo m, Brut m Timman, Hazeu , B. Koene ^ iJ^S^f Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfe Gouda Vnblaauvt Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does cn de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk en Alom.  ifróbiiO ob c!',-. nf.- (Se'^Id-ariaSaèi lood nsb mo' .-. D O M M O P9 i,i Ui ;soai usm «: v-: nëtty?8 ai* t ftj éiZ. ??-yjwWB - N°. i3. : J^eel leezens f maakt veel vermoeijinge des Geejles, zegt Salomo. Zou dit waar zyn Leezers? Welnu als dit dan zoo is, dan is het Boeken-maaken de aanleidende oorzaak tot die vermoeijinge, en daarom wil Domkop tel. kens maar met agt bladzyden ten tooneele verfchynen; deeze week heeft Domkop het fchryven in denzin, en wil dus een extra-Nommer aan zyne Leezers, gratis, prefeqt doen ,nuts dat die een Nommer ontfangt, haalt, of in de handen wordt geflopt, één Huiver teruggeeft; want niemand bewerkt den akker zonder voordeel. Terwyl ik deeze begin te fchryven, werdt op eene verfchrikkelyke wyze aan myn deur geklopt; ik deed open, en het eerfle compliment was goeden avond, Domkop; wel feldere- ment Kaerel, wat maak jy een geraas met jou Weekblad, malle Mostert! jy bent raazend op de Gildens, en het fchynt voor die en dat, dat gy die weg wilt hebben ; dat jou de drommel —— jy moet voor myn baas, die een eenvoudig man is, ook eens een brief plaatfen: hier is dezelve, maar wee je gebeente, als ik die niet in je Weekblad tinde, fakkerloot Domkop, wy moeten alle zeileninfpanM »en  nen, om den boel meefter te blyven, en alle de Gildens; Previligien, Occroyen, Handvesten en meer andere van die vervloekte Hukken, moeten geremoveerd worden. Ja Domkop, kyk alles is vry en gelyk; de Boeren zyn nou zoo wel Stêelui, als wy Boeren zyn, men moet nu niet meer van onderfcheid weeten, en daarom, te drommel haal, alle de poorten moeten'weg, geen Stad— geen Dorp neen allen gelyk één Vaderland, niet provifioneel, maar altyd duurend,- flapperement Domkop, Wy moesten eens regeeren, wat zouden die Oranjeklanten ftuiven! ik zou die Fiueseman, niet op de KrygsraadsKamer laaten zitten; ó neen! in 't werkhuis , zoo wel alsde braave Vissciier, of in het Rasphuis, gelyk als de Burger Jan Verlem en zyns gelyken.' kyk Domkop, wat zou ik je die dwingelanden arrefteereri, en hun goed verkoo■ pen, ten voordeele der Natie! wat zouden die gebefte fielten moeten vluchten I ja Domkop de menfchen mogen zeggen wit zy willen; maar te drommel ', ik zou je eens naar myn zin Jacobynen, dat het een aarr hadt Nou— Sinjeur of Burg)er DoMitor, daar is de Brief van myn Baas/ Ik groet je. —— Wat ben ik blyde dat ik van dien kaerel verlost ben; nu zal ik dien Brief eens leezen —— ó ja hy ie goed. welaan! hier volgt dezelve. BURGER DOMKOP! In uw N°. o. vinde ik een Timmermans-proef, wegéns de keure op dat Gild geëmaneerd, bedragende buiten items ƒ 51:- juist Nommer 9-, en het voorgaande Keurmeefters van het Touwerk, gaven'my aanleiding om eens aan u te fchryven; want de willekeuren op de Gildens zyn van jaaren herwaarts meenigvuldig en overvloedig verveel end. Ik kom dan ook met een Gild op de lappen (gumt. dat een plaats in uw Nommer, doet uw keuze). Het Gild 't geen ik bedoele, beftaat in drieën; te weeten Seheepsbefchuit, Koek  ( "5 ) Koek- en Pastybakkers - Gild, waar in na den jaare 169+ verfcheide keuren en willekeuren zyn geëmaneerd. In een keur van 24 January 1702- vinde ik, dat een Gilbroeders. zoon zyn leeftyd by z-yne ouders of een ander hebbende voldaan, in het Gild moet worden aangenomen, voor de fomma van 5 Guldens. In die zelfde keur is een artikel van de Molenaars, om geen véé hoegenaamd aan hunne Molens of erven te houden, onder de benaaming van Varkens, Hoenders, Eenden, Ganzen, Schaapen, Duiven, op eene boete van 6 Guldens telkens. In een keur van den 28 January 1706, op een Request van Overlieden, worde bepaald 50 guldens te betaalen, om dat ambacht of neering te beginnen, en hier van uitgezonderd, die knechts of die geenen, welke hunnen Ieertyd hadden uitgediend (mits voor 4#m" hunnen leerbrief af te haaien, en te doen aantekenen by Overlieden, van ditoMai 1706.. Een keur van 30 January 1749, dat niemand dat ambacht of die neering mag beginnen, zonderden leerbrief voldaan te hebben; en proef doende moet hy betaalen, als volgt: Voor een vreemdeling of die buiten de Stad gebooren is . . ƒ 175 : - - - — Ingeboorene, doch geene Poorters Zoon . . * ÏOo : - : —— — Poorters Zoon . . ^ 75 •• ■ : • ■ ' ■ — Meefters Zoon . . * 50 : -': - Dan nog door den proeveling 8 Guldens, aan Overlieden, en 2 Guldens aan de» Gilde-Knecht, voor vacatie en tyd-verzuim; en vondt de proeveling het goed nog een extra maaltje te geeven, als meenigmaal gebeurd is, zy waren content; echter is zulks thans uit de.mode, tot fchade voor de Likkebroer.s. Een keure van 17 S.ep'. tember 1771, wegens de publieke Logementhouders, en die afte van Vryheid hebben om te tappen, werdt geper. M 2 mit.  C »<5 ) mitteerd 2ich te geneeren met kooken, braadeh en Pa-ftybakken, doch welke keuren op klagten van Overlieden vernietigd is, het geen tot nadeel is, zeggen fommigen, want, volgens keure van 26 January 1715, mogten bovengemelden niet meer kooken, b'raaden of Paftybakken, of aan de keure van 1749 naar den letter Voldoen; edoch waren 'er niet onder begreepen, de Gaarëkeukens (mits voor hun deur of op een bord te zétten (Gaarekeuken) en wat aanbelangt de voornoemden, die acte van tappen hebben, en Logement houden, deeze werden door Overlieden een extra beweezen,~om jaarlyks aan 't Gild aftéfchuiven'in ééns 5 Guldens, en die dat Verzuimde aantégeeven aan de Overlieden, 'Verbeurde telken reize 10 Guldens. Dan komt nog vart ieder werklyk in functie zynde Gildebroeder voor Jaarzang of Gildègeld 3 Guldehs, en van ieder Gildebroeder of Zuster, by overlyden, wordt over het geheele Gild 6 Huivers opgehaald door den Gildeknecht; vier Overlieden mogen volgens eene keur eens 300 Guldens 's Jaars, voor Vaeatien declareeren enz. enz. enz, om alle verwarring voortekomen uit de Gilde-Kas, voor Salaris, dus ieder/75-:-- trekken, mits eigen vuur en licht. Wat dunkt U daar van? Gy zult mogelyk zeggen of vraagen , dat Gild moet zeker een groote Kas hebben! Ik heb u nog iets vergeeten te zeggen, dat volgens eene zekere keur, die zich aangeeft behoeftig te zyn, 's weekelyks twee Guldens'geniet, ter discretie van Overlieden, om te beöordeelen of zy gebrekkig zyn. Ik blyve u Vriend, J. Dirk Malgeborew. PS. Ik zal u nog eens opgeeven, van een gewezene Sergeant, die oók by gemelde lieden naauw in kennis is; om zyne denkwyze van de geele koleur geremoveerd van het honorabele; maar niet van het profitabele. ~ De  < UT ) Be denkbeelden ten opzichte van de vernietiging der Gildens zyn verfchillende. De eene is 'er voor en de ander tegen; echter weet ik niet waarüm zy nuttig zyri; en dat fcheelt veel op wat tyd ik zulks denk; doch als ik het beantwoorden moest op de vraag, of zy beftaan of vergaan moeten ? zoude het by my laag neerkomen ; want ik zoude maar ronduit zeggen, en wie neemt het Domkop iwalyk? dat het eene ftrydigheid is, daar, waar de Rechten van den Mensch geëerbiedigd worden, nog Gildens ,re vinden zyn; hoe meenige Overman of Deken, kan zyn Huishouden maintineeren —daar hy, alshy fimpelGildebróer is«p zyn best wat te eeten heeft, en wat eeneongerymdheid, dat de eene Burger voor ƒ 100 a ƒ 200-:.: een Ambagt of Neering begint zonder verftand, en hy, die geen geld maar kunde heeft, als knecht by zoo een domoor moet blyven werken. Is het met de Wynkoopers ook zoo niet gelegen, dat die welke het meeste geld heeft, de grootfte' fmokkelaar is? want een klein Wynkoope.rtje kan immers aan geen grootman in den Haag ƒ 10,000 's jaars betaalen, om vry te fmokkelen, daarhy, die 20a30kelders en Pakhuizén heeft, zulks vry en onverlet doenkan; moest hier geen onderzoek na gedaan worden, als mede naar de hoofden der Oproermaakers, men vertelde in de Oranjedagen,' Ja Vaderhooft zou wel vervolgd worden, maar K1 n os b e e g e n , die de wenk van den Stadhouder is, is met zyne dochter getrouwd: nu ben ik wat dom om te willen gelooven , dat het nu ook zoo zoude zyn — kunnen Oranje en Patriotten geen Oomen - Neeven — Nichtjons zyn ? ftrydt dit ? 1 M 3 Mc-  ( "8 5 'Mede-Burger'. Ik wandelde gepasfeerde week , op een avond, in de Maanenfchyn door deze Stad — eh heb aldaar gevonden het inleggende briefje; dan daar ik aan hetzelve niets heb, en gaarne het den eigenaar terug wilde geeven, zoo verzoeke ik, dat gy het in uw Nommer plaatst, waar doör gelegenheid wordt gegeeven, dat de eigenaar of maaker, zeker een boefemvriend, mogelyk een Schoonmaakfters jongen, die door behulp van de Lótery een Advocaat is .geworden,: en, by de gratie van zyn Verftand, geenprócea heeft gewonnen, als mee behulp van Bilderdyk-—ï het zal kunnen bekomen. Ik blyve in verwachting van dien ü Mede-Burger Dirk de Vinbe*. afscheid van een A D V O C A A T. (*) Verdwyn uit 't oog ó Bilderdyk! Ontruim ons Vaderland; Zoek vry uw heil in 't Moffenryk, Leen daar uw oproerhand. Pleit daar voor muitzucht en geweld, Kromt daar het menschlyk recht, Verdraait het geen naar waarheid heldt. Dient daar de twist, voor knecht. (Moest getekend zyn.") Jan de Nikker. BRIEF CO Zou dit Willem Bilderdyk by geval kunnen wezen ? die door het Committé van algemeen welzyn, aangezegd is, dat hy binnen 24 uuren den Haag, en binnen 8 dagen de Provincie Holland moet verlasten, en reeds naar Duiischland is vertrokken? — —  ( HO ) BRIEF, Van Joost Lubbert, Michiel Teunis, Hil l eb rand Domïop von Kalenberg. Waarde Broeder Domkop! In zo veel jaaren geen naricht van U gehad hebbende, meende ik zeker dat gy reeds overleden , en in het rykdér geeften waart,- ik heb federt lange, inzonderheid federt de maand January van dit Jaar, ontallyk veele rouwbrieven'van de Familie gehad, de laatfte waren meest allen aan de gevolgen van de geftrenge koude overleden: ook zag ik telkens de nieuwspapieren na, waarin ik ook wel verfcheide Nichten en Neeven vond, maar u vond ik °er toch niet by, en Uw oude Grootje ook niet, die gy anders zeker de laatfte eer van de Courant zoudt hébben aangedaan. Nu moet ik « zeggen, dat ik nog frisch en gezond na denhgchaame ben, maar na den geest en de beurs is het zoo breed niet; ware het met u anders, het zoude my van harte leed zyn. Gy weet Broeder, dat'ik nooit gewend ben geweest om veel brieven te fchryven, het leezen en fpellen wou 'er by my ook niet goed in, daarom moet je daarin deezen ook niet op zien, en daarom zal ik je dan ook myne oraRandigheden zoo goed als ik kan melden. Gy weet vooraf dat wy altyd veel werks van onzen ou, den ^/gemaakt hebben, en waar van wy Voorouders kunnen noemen, die al in de waereld waren, eer het Jee zen en fchryven in de mode was: nu dacht ik bymyzelf dat om ordentelyk aan de kost te komen; ik na den Konina van Pruisfen moest trekken, omdat die veel van oude Edel hu hieldt; maar daar komende hoorde ik, dat die zelf daar zoo overvloedig van voorzien was, en'er alle jaar  ( "O ) nog zoo veel nieuwe' by maakte, daf die zelfs bezwaarlyk het brood hadden, zoo dat ik 'er wel veel Famieiiemaar weinig fortuin vond: Hy woumy evenwel niet gehéél zonder tróóst laaten; maar zond my mét eenen brief aan een naastbeftaande van hem in Holland met order om my aan de kost te helpen (*); dit ging ook heel goed, en duurde omtrent zeven jaaren; maar die naastbeftaande kreeg het hier zelf zoo benaauwd, en raakte zodanig met zyne zaaken in de war, dat hy met Wyf en Kinderen,' met zak en pak, ftilletjes banquerot is gegaan, en, zoo men zégt , nog een heele party Winkelwaaren en goude Ducaten van zyne Crediteuren heeft mêe genomen. Nu kunje wel denken, waarde Broeder! dat het met my in een mag* tig groot aantal van de Familie', die ook by hem én dienst waren, glad gedaan wérk was: ik vertrok toen ook maar zoo fchielyk als ik kon, om dat ik hoorde mompelen, dat men al*de Bediendens, en die wat van het Huishouden geweeten hadden, zou dagvaarden voor de defolaate Boedel skamcr, eh als zy mêe fchuld hadden aan het inpakken, en van 't weggaan geweeten hadden, dat men die dan in de Gyzeling zou zetten; — maar by die Lui, die den Boel geïnventarifeerd hebben, waren by geluk ook nn, verfcheide van onze Familie; en die hebben het doch nog zoo weeten te draaijen, dat dit niet gebeurd is, en elk „og om een goed heen komen kan zién, - zoo dat deezen eft geenen nu nog al eenmpoy fluivertje hebben kunnen meede neemen, om hier of daar ftilletjes te leeven. (Het vervolg hier van nader.) C) Dit kan toepast worCen op de Officiers in 'sLan^s dienst, zeggen de Menfclien. -^TvertooT^alie weéken a i ft. uitgegeeven worden : SLTbv Har»itó, Hand, Amfterdam Bom, Brtêt, Lnnmmal Hazen , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekten Zaandam van Aken, Tolk, en Alom.  DOMKOP» ■ ' " ' ,' . • . , N°. 14. 1 1 - m — '■ ■- VRIND DOMKOP! X Xoe drommel nou, zei myn buurman Jan voor een dag of twee teugen myn, waarom heeft dat Committé van oproeping bedankt? ik weet het niet, zei ik zou dat Committé gezien hebben, dat 'er veul fouten in die Proclamatie waren, en zou het daarom weezen? ik weet het niet—— 't zyn ommers allemaal braave Patriotten? is de eerfte onder andere niet Commisfaris van de Socityt tot Nut van 't Vaderland in 't wapen van Embden? en zyn al, die Leden van de Socityt daar zyn, niet allemaal braave Patriotten? of loopt 'er ook rotteftront onder de peper? wel waarom of Ravekbs en die anderen dan toch bedankt hebben? dogten ze, dat ze het werk wel klaaren konden» dat ze geen meer perfoonen uit de Burgery by haar hebben wilden? hoe meer handen, hoe ligter werk, heb ik dikwils hooren zeggen; waren ze zoo groots op haar eigen kragten èn bekwaamheden? me dunkt, als ik in myn werk asfiftentie kryg, dan krygik gaauwer gedaan ? nietwaar? Ja, zou ik zeggen wei wat drommel! waarom hebben ze dan tóch bedankt? zou 'er ook kak aan de knikker zyn? zou heur aller Patiiottismus wel de proef kunnen-deurftaan? ik zeg het juist niet, maar zou.'er niet wel den een of ander kunnen zyn, die zeggen zou, het waaN ren  ( 122 | ren Jristekraaten, zy wouden geen potkykers hebben, en zoo al voort; hoor Ke e s , als zy ook geen memorie haten" drukken, om wat waarachtige reden zy bedankt hebben, dan, ja dan zou ik-baastgelooven, dat'er zoo Wat kak aan de knikker was; die memorie hoeft juist zoo groot niet te weezen als die van Willem in'tjaar 1785, of 1785 was, dat leek wel een halve Bybel, nou die had ook veul op zyn hoorens, en dus veul te verantwoorden En is hec niet duidelyk, dat de Municipaliteit naderhand ook heeft begreepen, dat het werk voor vyf te veul was; want nou zyn 'er tien aangefteld: ik hoop nou, dat die.maar braaf zullen werken, dat de boel aan een kant komt', want om dat we toch hoe eer zoo beeter op onze ftel mpeten komen, zei gisteren myn Serjant, moeten we voor deuze reis en enkel voor deuze reis, ja wis en waarachtig, van die Proclamatie, zoo als die reilt en zeilt, maar gebruik maaken, heeft myn Serjant geen gelyk? maar wat bolt het me, dat in dit nieuwe Committé ook van onze Clubisten zyn, wel ja, nou het Vryheid boven is, zou men die lui we! willen vergeeten, en maar in een hoek moffelen, nou de pot gaar is, zou ieder maar gaan eeten, en die turf en hout tot het kooken hebben bygedragen, op zyn best de lepel laaten aflikken, wel ja, morgen is *t wèer licht Kyk, ik verlaat myn Club niet, al kom ik in de Wykvergadering, 't is ook niet op éénen avond ', dat zy beide vergaderen, maar anders ging de Club toch voor, want dat is een ouder produkt, en zoo moesten alle Clubisten denken, dan zou in niemand durven opkomen, om ze maar weg te willen hebben, al vergaderen ze in geen groote Logementen; ik zeg, het zyn geen braave lui, die haar Vaandel verhaten, en hooren naa praatjes van den een of ander, die in zyn hart de braave Clubisten miskent, en door fchoonfchynende redenen hem, die niet verder kykt, als zyn neus lang is, uit de Club zoekt te trekken; wat zeg jy ?  •#*-Kees! .'ik geloof ja, zei ik, maarik weethetrile" . wet; een wierd myn buurman geroepen, en zei , hy wou no1eens met my over onze Clubs of iets praaten op de ben of andere rtag; ik dogt al die .redenen en vraagen van myn buur eens naa, maar ik kon 'er -een antwoord op vinden daarom, duur ik het .aan jou Domkop, of jy fomfyets nog zoo .dom niet waart als ik, en myn buurman kan antwoorden, waarmee ge my.pleifier zult doen; adie .iiaat, de ge- woone roep, maar moet die aaneen ieder gedaan worden? van.og. , • > üito^JofHaan ■ • ^ Broedei'fchaP 'MÉ'}5' "Kees Weetniet. s _ \Het Vervolg van N°. 7.) - D.efh,oxementen. Voor defroyementen van de Generaliteit en Verëerin-gen aan de Uitbeemfche Ministers, en extraordinaris bezendingen,van wegens den Staat te doen; als mede tot betaahng der Briefporten van deMinisters buiten 's Lands waar v,an de beide Commisfarisfen van de Uitheemfche depêches gewoon zyn te declareeren, wordt, ingevolg Refolutien van.22 Mei 1789 en s Maart r79o, uirgcrok^oot•■ • /130000.:'-:, TVat dunkt u Leezers, als men zoo eerTfo^mmetjeT.it de;fpa.arpot betaalt, kunnen 'er wel prefenten overfchie- Secreete Correspondentie-Gelden. Voor fecreete Correspondentie - Gelden een fomma van . ' . -: : 000 =» . ; j 40000 •: -: v_ 'Zoude' Bier onder begreepen wezen, het^n^etTzeit' ™ l!*r l7?' °m VCrraad e" andere ftakken te 'Peelen? My dfifiEt ae Correspondentie moet liegt zyn geweest, N 2 daar  C( f.»*4.)) daar zy niet eens wisten waar de Franfchen-wiaren,i vJSdr dat de Prins den Haag:,verliet. Arme fukkelaarsJiaet uwe Correspondentie; die gy zoo zuiver opbiegt. Wachtmeesters en Majors. Major te Nymegtn; .... ƒ óoo:'-:- Arnhem »36o:-:- — Zutphen. ! . *3°o:*:- Duriw? " iOWW __- in den Haag. . . • .' f. A*?^ te 'sBueh.' • • • • ... ,,:f,^TïfÖ , —Geertruidenberg. . . . ?AA8&:gê* _ Gornichem ' 3öo: -: - ' en Cómmis te WmJrichem. . • * 3<5o:-:J . te Heulden. ■ ' • * 480:-:- d en Commis op Lteveftem. : na • * 360 indenflrW. • ■-• • •■3*rv Bergen. . #300:-:- , en Commis op het Fort Rovere. . * 300:-:- i . te^rif 240:-:- Hulst. ooo:-:- . , . ,. — Sluis. • . . ' . > 600: :- ^ SasvanGend. . • . • '6co:-:- „ Yzendyk en Juffrouwfchans. . #360:-:- — Philippine * 300: • :- —— op het Fort Henricus by Steenbergen. * 30° Ma-  Majoor te Ut recht. . ... ƒ480:-:- . ~> Ljeeuwarfan, . • • 'e48o:-;- . — Gr.avc. . ... * 480:-: - , op de OuiefcJkifts. . . . *3co:-:<- ■ —• — Ommerjchanr. . . . #120:-:- — Deventer. . . . . . 19480:-:- n"i — Zwol. . . ... « 480:-:- — Cawpen. . e 480: ; - „■■■■ — Hasfelt. . ... * 240:-:- . — Groningen. .. . . . « 600:-:- ■ ■— Delfzyl. . - . . * 360:-:- .j,„i 11 — Langakkerfchans. . . . 0300:-:- . 1 mm , — Bourtange. . . ' . . » 300:-:- 'jUuiii'iL»» Catverden. . . . s 480:.;- te famen ƒT7720: -:-"T , :.D,eze fomma kan wel gefpaard worden; want wat nut beeft het, om iemand voor het bewaaren en opzien van een Stad, te betaalen, da'sr hy die verlaat of verwaarloost; en het zoo het al plaats móest hebben , kan het een Inge. zeeten wel waarneemen, die deezen Post heter toevertrouwd is, dan een Mof, wien het onverfchillig is, in watLand hy.geld wint,, als hy het zelf maar heeft. (tiet vrrvolg in het volgende Nommer.*) (Vervolg van den Brief in N5. 13 ) Ik ben dan, zoo als ik u zegge mêe verhuist, en ik ging naar een Dorpje.f: ik zal u na Ier fchryven, hoe her Dorpje.heet, als ik eerst weete datgy deezen my'nenBrief ontfangen hebt, en gy my daar op antwoort in zoo-een Boekie als je nu onlangs gefch ree ven hebt, en zoo als je zegt, dat je nog'meer zult maaken:) Ik ging dan na een Dorpje daar ik wist dat no; vrn ie Famielie woonde, daar die juist mal genoeg geweest waren, om van haar N 3 al-  aioudelyke adelyke geboorte geen gebruik te willen .... ken, maar haar naatj-en naaiden met handwerk en koopmanfehap: ik dacht daar byzonder wellekoom te zyn, maar ik vond die klanten zoo fchrikkelyk groots'nu myn patroon de hort op was, en de affaire in duigenlag, daar ze evenwel van te vooren nog al zoete Leveranciers aan gehad hadden, dat ze brutaalder fcheenen als dePatroonzelfooit ge.veest was; ze ontkenden wel niet heel en al dat wynaastbefta-anden waren, maar ik mogt maar in't geehel den naam van Baron, of .die van ons. Stamhuis niet meer gebruiken-. Wie hgeft van zyn . leven zulke dingen meer gehoord-, dat men zich na een oud buis niet net zoo wél mag noe* men, als een Boer naar een fluks.Lands, zoo als Beonak* ker, Biezev.eld , Haverkamp ,„ Weiland, van der Heide en meer anderen. Nu hoor ik'trouwens, dat het op andere plaatfen al net zoo gaat, dat ze daar ook niet hebben willen, dat wy oude Edellui hooger of beter gebooren zyn, als een gemeene Boer; maar daar zyn ze evenwel nog zoo redelyk, dat ze niet,,kwa!yk neemen , dat die aloude en braave gedachten nog hun Stamhuis by hunnen naam zetten , al moet dit Baron of Graaf 'er. dan af blyven. Kyk Broer I als je daar by gelegenheid eens een woordje van zeggen wilde, dan zou dat hier ook nog wel lukken; te meer daar onze volle Neef nu, en dit wei door de meerderheid van onze eigene Famielie tot Schout van hei Dorp verkoren is. Hy was Van te vooren wel al Schout, maar dat was ver van de hand , en daarom leek hun dit beroep beter; nu dat Is goed, dat's goed, hy kan misfchien nii rjog my of een ander van zyn naaste bloed dienst doen. Maar ik heb nog geen woord gefprooken, hoeikgewaar geworden ben dat gy in 't leven zyt, ten minflen waar ik het we! uit zou denken, offchoon als ik 'er wat veel over denk, het my weêr voorkomt dat ik het mis heb. Hoor Broer l  ( 127 ) Broer! - $ zal dan maar vertrouwen dat gy het bent die ik «eene myn Broer, Joris Domkop, gebooren Baron van Kalenburg. Zoo kwam het by: Ik hebbe mee den Koster en Schoolmeefter van deeze plaats een contract gemaakt dat wy die papieren, die in de groote Steden zoo alle week gedrukt worden, zullen laaten koopen , ik zal tweederde van de kosten draagen, en hy een derde, maar dan moet hy ze voor my leezen, om dat het leezen met mynietzeer wil. Nu hadden wy daar al verfcheide gehad, die ik wa-rlyk meende, ja zoude hebben durven zweeren, dat ze van U waren, maar evenwel ik ontgaf my dat wéér omdat f Jacht 'er zvn meer ™ d'e W9*8d die juist niet van deFam/elje, die daar van bekend is, zyn: maar nu kwam 'er een Boekje uit, dat wy ook kreegen , en daar de FamiIie-Naam niet alleen wel deegelyk op ftond, maar daar ik direct uit befpeuren kon, dat het wel degelyk van U was myn Lieve Joris, ik riep in vermkkl, J. JM| waaraclj myn Broêr*. hy leeft n0g!, hy leeft nog!*/ Nu, de Koster trok aan bet leezen, en voor zoo weinig k van myn leven een lierhebber van leezen of hoorén leezen geweest ben, (wantmynheeleBibliotheekbeftaa " een Heere Boekjeeneen nieuw Testament, h«* oude heb J ook gehad maar na dat ik onzen Domino en zeggen, dat dat met de nieuwe Conftitutie afgedaan hadt' he ik dat aan een Neefje van my Prefent gedtan, o,, t' ^f^Hen achter malkander 'er uit te leeren opzeggen) l& Teen hiri eidem/ne ^ e" ^ns dacht ifwele, , e 'te n! n T *ï °^ ******* want dit i veel te ni00J voor zyn werk ; w ^ S In6' TS ? ^ M°'e" ' ^ * - onZusters en Broers. Maar dan dacht ik ook alwéér eens ** mogelyk nog een Meefter gevonden hebben onTer' de  ( 128 ) de Broeders die tot nut van 't algemeen reizen, die hem wat heeft kunnen leeren; ook zie ik dat hy nu een Bril gebruikt, en dat, zegt men, helpt ook magtig veel aan't verftand; zoo dat ik dan al eensweêrdacht, jahyzal'ttoch weezen; te meer toen ik zag, dat je dénkt, dat de lui alle week een dubbeltje voor jouw gefchryf zullen géeven , nu ze voor twee blanken by de vleet, blaadjens kunnen krygen van heel geleerde Lui, en dié van te vooren zeggen wat ze doen zullen, — die bekwaam zyn voor alle kwaaien hulpmiddelen voor te fchryven, en al zyn de patiënten halflarrig genoeg om ze niet tè wil'en gebruiken, evénwel geduld genoeg hebben, óm met praftifeeren en voorfchryven voort te gaan, daar onze Joris altyd te Korfel van Kop toe was: Nu dacht ik, is hy in ftaat om zich dit te verbeelden , dan zou het toch wel kunnen zyn. Uit andere Stukjes meende de Kóster weer te kunnen zien dat je in die dingen, waar uit ik je meende te kennen, de Man was daar de Schriftvanïpreekt, met debenaamingvan.Hy doet zyne Ziele geweld aan, en dat ik het dus zeer wel mis kon hebben. En zoo bleef ik in debiesbauw; maar daar het bioel toch kruipt daar het niet op een draf kan loopen, moest ik hier over zelf eens aan U fchtyven; met verzoek om my eens wêerorn te fchryven , en op het volgende te antwoorden: (Het Vervolg in een volgend Nommer.) Dit Vertoog zal alle weeken a i ft. uitgegeeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Brilt, DM Timman, Hazeu, B. Koene, Keyzer, Lmgeveld, Verlem, IVpiands, Dordrecht Blusfé, Gouda Verblauw en Buma, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekkcr, Zaandam van Aken, Tolk en Alöm.  D'Ö'Mlö J& N°. 15. liet is of Domkop over alles zoo wat te zeggen heeft* om te removeeren, ó neen! Leezers dat kunstje verttaac de Do-mkop niet; hiertoe behooren wyze verftandige en fyne vernuften; het is ieder een zyn zaak niet, en dat weet ik en alle myne Landgehooten mogelyk wel; maar echter wil Domkop de klagten van zyne Leezers wel eens hooren, waarom en daarom het niet gebeurt: 'er moet toch iemand zyn, die ze ontfangt, en daartoe is de Domko* het gefchiktfte; want die heeft 'er weinig kennis van, o» het werkftellig te maaken, en dus kan hy zyne Correspondenten alleenlyk recommanderen , om eenige druppels Spiritus temporum te gebruiken, gemengd meteen poeijertjc Pauentia- dat een maal 's morgens , nuchteren van bed komende, ingenomen, zal de driftige koorts wel doen hedaaren. . . Hier heb ik weder een brief , . welks Schryver eenigzins moeijelyk fchynt, dat de Ambten en Bedieningen nog zoo in figuur zyn, als in 1787 tot 1795. ____ Die man wil gaarne hier opheldering hebben, Leezersl leest zelf dien brief, en oordeelt dan: 0 BUK-"  ( 130 ) BURGER DOMKOP'. Of fchoon gy met alle geweld dien titel voeren wilt, zoo echter is het 'er verre af, dat men Uzoo dom befchouwt: ik, die een uwer vlytigfte Leezers ben, althans niet. Vergun my, daar ik wat kort van ftof ben , eenige voorlichting; het kan van nut zyn. Ik bedoel, de ambten of zogenaamde officien. Wie zal daar over met gevoeg- lykheid befchikken ? » Wie komt het toe? • Wie vzal men daar mede begunftigen ? —— Was het niet •goed zulks in een en ander opzicht den Burger toe te kennen? —— Was het niet dienftig, tot weering van onbekwaame voorwerpen, dat men de volgende fehik- kingen beraamde? te weeten: Dat by een openval- lende'bediening zulks ter kennis der Burgery gebragi werdt, dat dan een iegelyk, die tot zodanig eenebediening zoude willen postuleeren (immers dat ftaat een ieder vry) zyne talenten aan den dag moest leggen, bewys doen van zyn onbefproken gedrag, 't geen zoude beflisfen, ofhyaZof niet bevoegd was, om als postulant aangemerkt te worden; dan daar toe ge admitteerd wordende, de bekwaamde voorwerpen aan de uitwyzing van het lot te onderwerpen, en, zoo doende, dunkt my, zouden veelen der oude inbreuken gedoopt worden; althans veele onbekwaame en onwaardige Voorwerpen zouden daar door geweerd worden, en de Ambten of Bedieningen, elk naar hunnen aart, door lieden deswaardig, en daartoe gefchikte Voorwerpen, kunnen worden bekleed. Gy zult my vriendfchap doen, met deeze een plaatsje in uw Weekblad te vergunnen, en teffens uwe aanmerkingen daar by te voegen; voorbehoudende my, my zelfs nader by U bekend te maaken, zoo fluite, na toewenfching van  van heil en toezegging van Broederfchap, met my voor dit maal te noemen. Amfterdam Uw vlytige Leezer. IS April 1795. Claudius Civilius. ANTWOORD. Daar ftaat waarachtig de Domkop mooi toe, om den brief van Claubius Civilius te beantwoorden. De geheeie inhoud gelykt wel eer na een vraageboeXie! de vootrteilen , zoude een Franschman zeggen, zyn bon boni maar wat een Hollander daar op moet antwoorden, laat ik voor hen, die hetfaldo opmaaken, en de rekening fluiten. —— 't Is alles provifioneel, en dus nog niets wettig; daarom zal ik myn Correspondent den weg wyzen naar het Committé Revolutionair, (terwyl ik en myn Wyf v/at zullen keuve^n over iets, dat is, niet is, en nooit gefchieden zal) daar zal hy in derzelver handelingen over de Ambten pag. 59 vinden. — ,, Nog is beiloten, „ omtrent het removeeren van beambten , in acht te nee- „ men de volgende regels." i". Niemand om zyne gevoelens, maar wel om zyne vrye daaden voor de Omwenteling gepleegd, te removeeren (Ja! ja! Grootje ■ Wei wat is dat nu weer? vraagt myn Wyf och! Grootje is aan 't fuffen , en klaagt, dat 'er zemelen onder het meel zyn , dat de Bakker, het 'er niet uit builen wil, en nu knort zy, dat als het zoo blyven moet, men eerstdaags altemaal' zemelen zal moeten eeten. Zy wil Bakker, Builkist, en dat zootje removeeren, en datkanimmersniet, Wyfje? Och neen Kind! Wy leven vreedig en wel, laat Bakker en Builkist maar blyven ) Zoo verwydere ik van den text, verder 20.) By den voorflag tot remotie, tevens eptegeeven de redenen, en of deszelfs post behoort vernietigd, O a dan  ( 132 ) dan wel een ander in zyne plaats gefteld. moet worden. 3) Geene posten te vervullen, die monopoliën invoeren, en dè' induftriè tegenwerken. 4.) Geene posten te vervullen, welke onnoodig de Stadspenningen verfpillen. 5) Van de zulken de traBemehten, ter bevoordeeling vanStadsKas, te verminderen, waarvan blykt, dat dezelve te hoog zyn. 6.) Alle posten van Eer, welke flegts eenig nut hebben, zoo veel mogelyk te ■vervullen.' Zou dit wat van den fmaak zyn voor Claudius? Zou hy ook niet eens willen' zien het boek, waar in de bëtarlin'g der Ambtenaaren ftaat? Zou men geen reden van vrees hebben? ('t Is waar het is een vrees van den Domkop'; zyn 'er nog geen meer Domkoppen met die vrees?) —:—s- dat verfcheiden Ambtenaaren die federt Jaaien zyn onvervuld gelaatfen, echter tot lasten van de Stads finantiën zyn gébragt, en alzoo de penningen, tot het falarieeren derzelvergefchikt, door onbevoegden op eene onrechtvaardige wyze zyn genoten. De verbeelding die een D omkop bezit^ kan hem fomwylen tot iets grootsch verheffen, daar hy geene bekwaamheid toe heeft, noch niets van bezit, waarlyk ongelukkig! Ja broeders in dén verftande, ik dénk veeltyds, ik heb gelyk;: maar helaas! als 'er dan een wys achtbaar man tusfchen beiden komt, is alles mis, en daarom zal ik niets zeggen van de Ambtenaaren, dat het meer dan tyd is, dat de Aanhangers van het Huis van Oranje , by zy wiehyzy, zonder onderfcheid, geremoveerd wor* den, dat de Burgery het recht heeft om de Ambten aan braave en kundige Patriotten te geeven, — dat het boognoodzaakelyk is, dat 'er verfcheiden van die Officiant ten, welke overtollig zyn,'worden afgedankt, en dat het nimmer vroegtydig genoeg kan gefchieden, om.de boeken aa te zien, hoe veel geld uit 's Lands, 'StadS, of Dorps Cas wel is geftolen, onder de benaaming voor Amhtenaa»en, die 20 en meer jaaren mogelyk zyn overleeden of bedankt hebben, maar wat zal ik u zeggen? ftraks komt ee»  ( 133 ? een verftandig man, die redeneert weer op eenen anderen toon, en weldra"ligt Domkop met zyne Geleerdheid in het voetpad , en krygt nog ongelyk toe. Te Drommel was ik wys -— kyk ik zou. zoo mal niet meer praaten; dan ik hoop als de bladen aan de boomen komen het met my wel wat beteren zal. . B LTRGER DOMKOP! Hebt gy liefhebbery om eens één Casteleins Rekening te zien, dan kunt gy by my te recht komen; doch om dat gy niet weet waar ik woon, en mogelyk de gantfche Stad zult doorzoeken, eer gy my vinden zult, wii ik u die wel letterlyk hier laaten volgen. „ De Burgers van het CoMMixé Revolu„ tionair der Stad Amfteldam, debentaan „ den Burger Dirk Noorbeek, voor „ het onderftaande: „ Van den pden September 1794 tot 14 January 1795, voor „ gehouden byéénkomften, gebruik van Wyn, Liqueu„ ren, Vuur en Licht enz. de fomma van ƒ 300:-:,, Van den i8den tot den 21 January, aan „ eenige duizenden menfehen eeten ge„ geeven „ 2000:-:- „ Voor eenige Oxhoofden diverfe Wynen # 1300:-;- » Gene ver, Koffy en Thee . * 200:-;- ?> Gebrooke Porceleinen , Kelken , „ Lufters , Lampen ,- Lantaarns, ,,, Orchest , Stoelen , 1 Stooven , „ Raamen , Glazen , Borden, „ Schotels enz. * 350:-:» « ','t gebruik van myn huis; (bydebe- „ gonnen Revolutie ten mynen huize,) „ van den iSden tot den2iftedeezer. e 15c*:-:- ƒ 5650:-:- ® 3 Waar.  C 134 ) Waarop het Committé befloten heeft, hem te zeggen, die rekening zodanig niet te kunnen betaalen; maar dat men die zoude doen drukken, om de meening overdezelte van de Burgery te verneemen. Wat dunkt u Burger Domkop! van zoo eene Rekening? het moeten Casteleins wezen, om dergelyk ftuk in de waereld te brengen.—Hetis recht Vaderlandsch, om alles net uit te cyfferen , en tot een duit op rekening te ftellen. Be« grypt eenige oxhoofden Wyn voor/1300:- Koffy en Thee f 200:- Zoude dit niet wat te hoog gefteld wezen ? ■ Doet het Committé niet braaf dat zy heden de intentie van de Burgery hier op willen vernoemen? Zyn 'ergeen meer Committées geweest, die iets goeds verrichthebben ? doch naderhand door eenige, die gaarne daar als leden in hadden willen zyn, zyn gedwarsboomd en hebben die zieltjens niet druipftaartende moeten naar huis keeren; om dat, alle hunne zeilen geyoerd hebbende, niet konden verkrygen, wat zy wilden. De Castelein zal ook eenmisrekening maaken, als hy zich verbeeld heeft de vollefom te zullen ontfangen : 'er zullen wel meer zodanige zyn , die gedacht hebben van een rekening iets te zullen korten ten voordeele , dat mis is geloopen; maar het gaat zom wylen wel eens zoo, dat men groote baazen wil vertoonen, en, och jemeni1 men kan nog zoo veel niet als een rechtuit. Geeft dit een plaatsje in uw Weekblad, dan noeme ik my Uw Vriend! Paulus de Amsterdammer. Benje niet in 't jaar 40 gebooren , zoo datje naa de uitrekening van den Koster zoo om en bv de 55 jaar moet zyn? Heb je niet begonnen in 't jaar 1748 je Belydenis om Gereformeerd te worden te leeren, by een Catechifeermeefter van Kattenburg; maar naa datje daar een jaar of twaalf  ( 135 ) twaalf trrêe bezig was geweest, en het maar in 't geheel niet in den kop konde krygen» toen ging je by een Ar•süaanfche Dominé, je docht dat dat makkelyker zougaun? Hoe dat afgeloopen is weet ik niet; maar wel weet ik datje altyd magtig veel met de Religie op hadt, en van Kerkvergaderingen en diergelyke dingen praatte, en datje in 17.85 Vrymetfelaar werdt; Schryf my nu eens of dit altemaal zoo niet is, en dat je my in't jaar 1787'tlaatst gefproken hebt: want toen de Berlynjche Synode hier te -Lande gehouden werdt, benje zoekgeraakt. En wiljemy . dan nog een plaifier doen , daar ik zeker door weeten kan , of jy het bent Joris, of dat jy, om maar onder de FamiPe te hooren, den naam van Domkop zoo maar aangenomen hebt, zoo fchryf my eens wat dat uw wapen is, en of dat net als 't myne is, naamlyk drie afgetrokken kikvorfchen met roode fchoudermantels om. Hou!... dat had ik niet moeren zeggen:,. maar patiëntie, het flaat 'er nu al, en laat het nu maar ftaan, en je zult als een eerlyke Domkop 'er •doch niet om liegen. Nu wouw ik'je nog wel wat fchryven , maar de klok begint te luiden; en het is hier omgebekkend dat we altemaal in de Kerk moeten komen; altemaal juist niet, 'er was nog eene conditie by, dat is my waarlyk vergeeten wat dat was.... Jaa ik geloof dat het zoo was.alledie 5 voet 4 duim Rhynlandfche maat groot zyn, en kleinder mogen 'er niet in; Nu wist ik niet wat 'eraan de hand was; maar de Koster heeft het my gezegd, dat het over de Dominé weezen zou, en dat wy altemaal moesten ftemmen hoe het weezen moest; want dat eene party van de Chris telyke gemeente hebben wou, dat hypreelren mogt wat hy wdde, uit de Couranten of andere Boekjes, en fchelden en raazen naar zyn goedvinden als hy op den Preêkftoel ftondt: en dat hy, als iemand daar revengie van hebben wou, voldaan kon met te zeggen, „ ik heb het zoo „ kwaad niet gemeend.» en de andere party die ik ge.  C 136- ) geloof wat minder christelyk te zyn, willen hebben dat . hy uit den Byoel zal preeken, en die zeggen ook, dat 'er ■ dan van geen fchelden of vervloeken in mag komen. —u Nu,. wie gelyk heeft weet ik.niet, want ik ben onkundig in die dingèn, en daarom wou ik wel Joris Btoèr, dat jy nu eens hier was, dan kon jy voor my naa de Kerk gaan om f.e ftemmen, want jy weet van die dingen meer dan ik, en je mogt 'er vry in.: want je moet nog grooter weezen als ik! Ik vroeg evenwel nog aan den Koster, inmyneonnozelheid, maar als die Dominé nu.eéns leuker is alsdeheele boel die in de Kerk komt, en denkt by zich zelfs, ja item jy lui zoo lang als je wilt- jé kunt my geen zeerdoén. want het is nu altemaal gelykheid, en daarom heeft geen mensch over my wat te zeggen; want die over my wat te zeggen wou hebben, 'fprong buiten het touwtje van de Gélykheid. De Koster zei dat ik dat vast van een ander moest gehoord hebben.; want dat ook inderdaad Dominé daar ftond , en zyn gemoedsgeftalte zodanig was; en daarom docht ik is het dan ook maar gekheid om 'er naar toe te gaan : dit is ook de reden dat ik aan 't fchryven blyf, en ais de Koster uit de Kerk komt zal hy deezen Brief overfchryven, om dat 'er wel wat fchryffouten in weézeri zullen, en de woorden wat het agterftè voor ftaan , datzal hy alles in order brengen, dat kan hy fchoon : want voor d t hy hier Koster wierdt heeft hy als Adjudant by dé Iiavailerie gediend, en zyn Ritmeefter bezorgde hem het Schoolmeefters en Kosters ambt, om dat hy (onder orr* gezeid), wel eens een flokje te veel nam. i ( Het Vervolg hier van nader. ) Uit Vertoog zal alle weeken a i lt. uitgegeeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Brièt, póli Tïrtinvóti Hazni, B. Koene, Keyzer, LangeveJd, Verlem, Wyninds , Oordrecht Blusfé, Gouda Verblaauw en Buma, Haarle.n Plaat, Leiden Herdingh, de Dois en de Pekkér Zaandam van Aken, Tolk en Alöm.  jld' e D OMKOP, N°. 16. Awbwoobd op de Brief vaïJ Kees Weïtniet. ( iri N°. 14. ) VRIEND KEES! "Wat een aantal vraagen doet gemybyndin éénen adem; ♦raagèn, die ik geloof, zoo min fchier te kunnen beantl Woorden . als gy u zelve, ik wil u echter plaifiei doen zoo veel ik kan; maar ik moet u verzekeren, dat hetmy arine DoKkoj al heel wat werk gekost heeft om dat antwoord gereed te krygen , ik heb de Proclamatie —. de Dagblaadjens van de Provifioneele Municipaliteit— jal zelfs de Redevoering van den Burger Sikkel raad moeten pleegèn, en ik weet niet wat al, nu dat is tót daaraan toe. Maar vooraf nog een woordjen, Vriend Keés! het is Domkoppen mode, dikwils vraagen met vraagen te beantwoorden, zo dit gefchiedt en 't ftaat u niet aan, kunt ge niet beter doen dan u by den Vraag -al te adres feeren, •n de Antwoorder zal u dan wel helpen. Nu ttrzaake, zegt meenig halfgeleerde, na dat hy eene niets beduidende inleiding als Kokkinje heeft uitgerekt, en dan eene korte, armhartige, en als droog zand aan één. baugende verklaaring van den tekst maakt; nu ter zaake. P Gy  ( 138 ) Gy vraagt, waarom het Committé van Oproeping bedankè heeft? oin dat aan hetzelve eene reeks onaangenaamheden was aangedaan, zie het Dagblad van de Municipaliteit flegts naa, maar waar of die onaangenaamheden in beflaan hebben, vind ik 'er niet in: ik gis, maar gisfingen zyn misfing ten minsten volgens het fpreekwoord, ik gis toch, dat ze beftaan hebben in de begeerte van een góed en aanzienlyk deel der Burgery om eene Commisiie uit haar midden by hun te hebben , en zy verbeeldden zich capabel genoeg om het werk alleen te kiaaren; de aanhoudende aandrang van de Wykvergaderingen en Clubfen triuthfeerde, en was dit niet een grievende onaangenaamheid voor dat Committé? de Redevoering van Sinxel, en de redeneringen daar uit voordvloeijende , waren ook alles, behalve om gemakkelyk te verduwen. Of zy fouten in de Proclamatie gevonden hebben ? vraagt gy verder, dit weet ik niet, niets is 'er van bekend, en óf zy ook by 't arresteeren der Publicatie op den 3en April reeds waren aangefteld, zoo als zommigen willen, is my onbewust, als 't zoo was, hadden zy fchoone gelegenheid gehad om de fouten eenigzins te verbeteren, en der Burgery veel moeite gefpaard, enfin. Of 't alle geen braave Patriotten zyn, die Leden zyn van de Burger-by eenkom\t in 't Wapen vanEmbden, ónder defpreuk Tot Nut voor't Vaderland? hoop ik naar den aart der Liefde; maar voor inftaan, Ja! dat durf ik niet zeggen, non funt omnss Kokki, tangos qui dragere mesfosm maar, Vriend Kees! wat zouden wy met Aristocraaten doen? ik hoop om de zoo evengemeldereden niet, dat 'er Aristocraaten onder waren, maar.... zou men toch niét wel verfierde Lantaarnpaalen zien ? indien de voorige franfche mode, en hét deuntje fa ira wierden gevolgd 1 nu! wat behoeft dat, Heil en Eroederfchap\ Groot gelyk heeft de Sergeant, dat hy verlangt van het Pro-  ( 139 ) Provifioneel ontflagen te worden , de Kamer moet ook eens lugtcn; want de Aristocraatifche befmetting van vroegere Jaren hecht nog zoo wat aan Stoelen en Kusfens; wat is het toch goed, dat 'er Jaarlyks wordt fchoon gemaakt, wat is het dan weer frisch! Ik heb nog zoo veel te doen, Vriend K e e s! dat ik hier moet afbreeken, ik ben ook al moe van denken en fchryven, de rest by gelegenheid, intusfchen zal uwe Correfpondentie my aangenaam zyn. Vale. BURGER DOMKOP] Indien ik geen Patriot, of Vaderlander ben (want Patriot is immers afgeleid van Patria?) Ik herzeg indien ik geen Patriot of Vaderlander ben, dan ben ik, ten minsten, zo het my voorkomt, de waare belangens van het Vaderland toegedaan. — Ik ben ook een domkop zo wel als gy, en misfchien nog wel dommer, echter ik moet tot myn leedweezen bekennen, dat ik zedert het jaar 1780. aanmerkelyk Fer/igi ben geworden. — Schoon ik geheel en al dom Was en nog ben, zo begreep ik echter, zo dra het jaar 1781 daar was, dat de Oranje-Cabaal met onze vrienden en Bondgenooten, de Engelfchen taamelyk, onder een deeke lagen, dat is te zeggen, dat zy het geld en de fchatten van Neerlands Burgers zo wat te zaamen deelden. Of ik hier in gelyk had dit zal ik nu niet ftellig beweeren; maar dit weet ik zeker, dat veel Lieden die men zeide dat verftand hadden, daaromtrent de zaak met my eens waaren. Hier uit begrypende, dat ik wel degelyk gelyk had, droeg ik myne gevoelens aan ieder, die ik maar te fpreken kon komen, uit al myn magt voor, en ik fukkelde dus voort tot in het jaar 1784. Toen kreeg ik eene zeer aanmerkelyke verligting ; want in eene Stad woonende, daar te dien tyd een oproer, over het oprichv ten van een Genoodfchap van Wapenhandel ontftond, Pa hiefp  ( 14° > hielp ik dit oproer, metg evaar van myn.leven, ftuiten ihet welk ten gevolge had, dat ik, (door dien ik een aanmerke» lyk getal oranje ■ klanten onder hen telde van wien ik myn rjeftaan had) een groot gedeelte van myn inkomen moest misfen, dewyl de Oranje klanten my, (als zich voor de Patriotfche party gediftingueerd hebbende) verlieten en de Patriotten zo goed niet waaren, om dezelve plaatzen te vprvullen, fchoon zy zulks buiten hun fchade konden gedaan hebben. Dit bragt echter geen verandering in myn Systema: fifc fukkelde nog al op den ouden voet voort, tot in het jaac 5787 ; toen kwam 'er een grooter verligting voor my ten voorfchyn; want de omwenteling was naauwelyks daar» of ik moest, (wilde ik met moeite myn leven bergen) alles verlaaten; en als balling gaan zwerven. Gy begrypt, dat ik toen verligt was; want ik was (zo als men dat noemt) 20 als ik ging en ftond, dragende al myn rykdom by my. Vrienden, welke my onderftand konden of wilden geeven , heb ik nooit gehad en heb ze nog niet (*),dus kunt gy begrypen, hoe ik het zomwylen gehad heb; dan met dat al, ben ik toch altyd de party der Patriotten, en voor al thands, nu het Egalité is, toegedaan gebleven, of ik myn Vaderland niet van dienst zou kunnen zyn, weetik niet, dit zal ik moeten ondervinden, als het provifioneele we§r, is.— Ten dien einde lees ik da daaglyks vlytig de Couranten, de Dagblaadjens der Municipaliteit enz. enz. uit allen, bet my toefchynt, dat 's Lands Beftuurders onbedenkelyk om geld zyn verleegen. Om nu dit gebrek te verhelpen, moeten 'er verfcheide middel en gebezigd worden, welke ieder, in 't byzonder, juist niet aangenaam kunnen zyn, (alsdaar is de opbrenging van het Goud en Zilver,) maar dit is niets, want: F is kwaad pasfen, en dit zal het volk altyd tlyven, al wierd ons Land ook door Engelen geregeerd. Vu fO de meefte Patriotten aryn helaas! nog die ay waaren> *—  ( 141 ) Uit deze Helling ziet gy zeer duidelyk, dat ik in 't geheet geen mistrouwen omtrent het beftuur van onze provifioneele Representanten heb : echter doordien ik nog altyd blyfden. ken, of ik myn Vaderland ook in 'teen of ander van dienst zou kunnen zyn, is het my in 't hoofd gekomen, dat men mooglyk 'sjaarlyks eene zeer groote fomme geldszoukunnen befpaaren, met veele ambtenaaren in hun inkomen eenigzinds te befnoeijen. Ik ken den ftaatder Ambtenaaren niet; maar dit heb ik dan toch wel verfcheidenmaaien gehoord, dat 'er (vooral in Amfterdam) Ambtenaaren zyn, welke'sjaarlyks een inkomen vanze-r, zeven, jaagt duizend guldens opleveren, en waar toe flegts een jongens verftand noodig is. Zie Vriend Domkop! dit is ongepermiteerd ; als een bedienaar van zulk een Ambt vyf honderd guldens inkomen heeft, dan is het voor hem genoeg! Het oude beftuur moest vette Ambten geeven, om daar door Haven te maaken, welke den troon van hetzelve altyd konden bewaaren; maar dit is heden niet noodig. De beftuurers van heden hebben flegts redelyk wel te doen , en het lichaam van de goede Burgery zal hen tot een ondoordringbaar bolwerk verftrekken 1! Maar mooglyk zult gy vraaagen, waar uit weetgy, dat ?er ambtenaaren zyn, welke zulk eenaanmerkelykefommen opbrengen en waar toe zo weinig kunde noodig is ? Deze vraag door U gedaan wordende, is allerbiliykst, en ik beantwoord dezelve derhal ven aldus.-: Eenigen tyd geleden met iemand ingefprekzynde, over 's Lands geldnood! liep ons gefprek eindelyk ook over de bekorting van het inkomen der Ambten, en deze man verhaalde my toen onder anderen, dat 'er aan de Groenmarkt een Ambt was, het welke men Tonnenmeeter noemt, en dat deze Tonnenmeeter 'sjaarlyks meer dan zesduizend guldens inkomen van zyn tonnen meeten kan teilen; fchoon 'er tot de bediening van dat Ambt geen groot verftand noop3 dig  ( I4« 5 dig is, en de Man al zyn werk, voor een geheele week; zeei gemaklyk in één dag afkan. In het eerst dacht ik, dit zai zeker een man zyn, welke aan eene zogenaamde voornaame Famie'je vermaagdfchapt is, (want deze plegen toch altyd vette brokken te krygen) maar de Vriend, van welke ik het zoo evengemelde bericht kreeg, verhaalde my verder, dar Sinjeur de Tonnenmeeter flegts op den Bok gezeeten had, doch dat hy, of zyn Vrouw (dit weet ik nu niet recht, ook niet om welke reden) een gunfteling van den myn Heer waren geweest, van welke zy dit ambt had» den gekreegen. Wyders verhaalde my bovengemelde man nog, dat die myn Heer Tonnenmeeter, by zyn fchraal Ambtje nog een Turfmmd had, welke hy door een ander laat waarneemen, als ook dat de Fruikmaker nu's morgens by Mejuffrouw de Dogter van den Tonnenmeeter komt om haar te kappen, en dat zy niets minder wenscht, als om ook zo een wezen agter haar te hebben als haarVader was, toen hy nog: hort zek van den hok tegen de paarden moest roepen. Zie daar Burger Domkop u flegts één Ambt aangetoond dat ten minften, naar het verhaal dat my gedaan is, wel ges duizend guldens 'sjaars aan Stad en Vaderland kan afleggen , en evenwel nog een goed beflaan kan opleeveren. Moogelyk kan men 'er honderden van dien aart vinden, en dit zo zynde, was 'er dus niet een goed fonds voor Stads kas te vinden. Indien gy wilt plaatst dan dezen brief en zend'er my door middel van uw Weekblad uw gedachten op, waar mede gy plaizier zult doen aan Uw Leezer, Domkop Junior. Ja Vriend! Domkop Junior 'of gy van myn Famielje zyt, weet ik niet; het doet 'er ook niet toe!) 'er zyn dui- zen-  C 143 ) «enden Patriotten, dié federt de zoogenaamde gezegende omwenteling van 1787 hun Vaderland verlaaten, en overal hebben moeten rond zwerven; nu, wel is wasr, by deze roemvolle Revolutie in hun verlost Vaderland zyn terug gekeerd, op hoope, too als natuurlyk te denken was, van eenmaal, daar zy over hunne vyanden triomfeerden in een of ander post of bediening te worden geëmployeeid • maar neen! • Nu zegt men het is alles pro wfioneeL én . dus 'er geen ambten noch Officienbegeeven worden, voor dat alles wettig is. Ik Meefter Domkop kan het maat zoo niet begrypen, gelyk fommigen het hebben willen Ik denk ook geheel anders als myn buurman; want die zyn buurim.n heefteen Neef, en die Neef heeft een achter Neef, welke in eenig beftuur is, maar waar in weetik niet; ergo myn buurman denkt van de weêrorri ftuit; zoo gaat het. ■ Intusfchen kon men wel eenige behoeftige Patriotten met een ambtje hebben voorzien, al was het provifioneel. De oranje-fchreeuwers en plunderaars hebben, met dat al, van het provifioneele goed genruik Maar'erzul- len mogelyk Leezers zyn, die my vraagen zullen, zyn 'er wel ambten open? want kyk om een onw/e-vriend zomaar met eenen handigen trek , uit zyne bedieningen te ilooten, is niet veel heil en broederfchap! of'er ambten open zyn Leezers? ója! meenig een braaf Patriot kan'er geholpen worden; en men weet, wanneer dit gedaan was of 'er dan wel zoo een gemompel onder het Voikje zoude wezen. Zyn myne Leezers nieuwsgierig om te weefen wat 'er open is? welaan hier zyn ze: 5 Turfraapflers i4 Turfvulflers 30 Turfdra- gers 14 Blerdraagers—~ 8 Koornzstters 4 Turf foyers 19 Waagdragers j geauthorifeerde Groen- vrouw 1 Commisjaris tot het koten van de Visch en i Opziener van de Bieren. Vraagt gy hu niet , waarom deze niet aan braave Patriotten uitgedeeld, die hun leven, goed en bloed hebben opgeofferd ■ om de Vryheid te helpen bewerken ? Neen» men heeft geoordeeld, uit hoofde van gebrek aan werk' wel te kunnen worden gemist Ondertusfcfaen zult gy misfchien zeggen, daar de varkens veel zyn valt de fpoelmg dun. Ja dat is waar; maar met datal daar ze weinig zyn, is die dikker; en dus hebben die Officianten waaronder brutaale Oranje - fchreeuwers zyn, het van det ******* ft» • <.;.-v,..V Het is waar men kan alles op één dag niet doen , 6 neen! men moet tyd en gelegenheid hebben; myn jongens roepen meenigmaal. Vader i Vader! ik hoor ze dan wel; maar denk ja! ja.' terwyl zy roepen zit ik nog, en zo lang als ik zit, heb ik het goed; maar als ik opmoet ftaan, kom ik mogelyk niet weêr aan't zitten, als met eene handigheid. Dit Vertoog zal alle weesen a r ft. uitgegeeven worden : te Alkmaar by H.irtemihk, Hand, Amfterdam Boom, Briêt, Déll Timman, Hazen, B. Koene, Keyzer, Langeveld,Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Ferbtaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh , de Does en de Pekktri Zaandam van Aken, Tolk, en Alóm.  DOMKOP, N°. 17. De Brief van Lubbert Domoor is wel ontfangen Ik zend denzei ven naar myn eerden Nommer, pag. 15, aiWaar hy de oorzaak zal vinden, waarom ik vanzynenBrief geen gebruik kan maaken. Ik wil fiesenneh dom te zyn, doch wil niet gaarne in myn domheid iets zeggefi, da't fiiet beweezen kan worden. wat het geval van die bédoèl. de perfoonen aanbelangt, kan wel waar zyn; maar zal niét Willen betwisteni dat het niet gebeurd is; mageengehaate oranje- klant met géén braaf Patriot, of een wéldenkend Vaderlander, met geen bloedtapper of geldzuiger fpréé- fcen ? immers ja! want het is keil en broederfchap! Nu dan waarom zoo een man dart in een Weekblaadjen? Mag de braave Visscher (Mairej, niet met Elias den geremo1veerden Hoofdfchout praaten ? zou dit daarom in de oogerï van weidenkenden niet goed zyn? wanneer men een ftelfel heeft aangenomen, gelyk dé Patriotténgedaan hebben, ten opzichte van gelykheid en broéderfchap,' dan moet men ook in alles daar in zich gelyk blyven, en niet in het eene overdreeven driftig, en in hef andere'fchader-  ( 146 ) lyk bedaard zyn, óneen! dit zoude gevaarlyk we"- Lusbert Domoor, raade ik vooral de Proclamatie te leezen van den 12 February 1795, waar uit hy zal leeren, dat het gejchil tusfchen een Cabaal en Cabaal , tusfchen Deugdnieten en Deugdnieten verdweenen is, door de tegenwoordige Revolutie. In dat gefchil hadt het Volk geen rol gefpeeld, en zoo al dat waar was, waren zy misleid; dus Lubbert moet U het niet verwonderen dat gy dergelyke ftaaltjens ziet. De Revolutie moet op gezonde en wysgeerige Staatkunde alleen voltooid worden ; ergo Vriend! weetje nu wel waar gy de cement en kalk haaien moet? Wat aanbelangt het opbrengen van goud en zilver, zulks is zeker noodzaakelyk, dat ieder een zulks doen moet, welke in de verplichting is ; maar of Domkop gelyk heeft, laat men daar, dat de geenen welke ons uitgeput hebben, dubbeld moeten geven. Onze Vertegenwoordig gers zullen beter weeten als ik en Domoor — Dan het is heil en broederfchap, en de Cabaal met Cabaal is verëenigd, en de Deugdnieten met Deugdnieten hebben de Kaak beflist; dus waar toe dan een uitzondering tusfchen een Hollander en een Mof. My is verzocht dit volgende te plaatfen; waar toe het dienen moet, zal men by de leezing wel ontdekken; de Schryver belooft 'er meer van te zullen zenden; dus Lee' zers vergenoegt ulieden met dit weinigje; mogelyk fpoort het u aan, om dergelyke ftukjens natevoigen. Art. I. Niettegenftaande onze gemaatigdheid zyn wy op het onverhoedst aangevallen, en deze aanval is voorafgegaan door een Decreet van de Nationaale Conventie, uit welke confteert, dat de reden vrn dezen verfchrikkelyken oorlog is, om alle Landen en Volken gelyk te maa. ken  ( H7 ) ken aan het' ongelukkig Frankryk, dat is de Godsdienst onzer Vaderen te vernietigen. (*) Propositie van onzen gevlugten Stadhouder, ter Vergadering van H. II. Mog. op den 14. July 1794 gedaan. AANTEKENING. (*) 'tls vreemd zeide hy tegens zyne bende, dat de Magiftraat ons niet als goede Ingezeetenen aanmerkt; maar telkens op eene hoftile wyze aanvalt, en met galg en rad dreigt; daar wy flegts de vryheid van geweeten vorderen, ora ons geloof, het recht des fterkften , uifteoeffenen. Historie van eenige Hoogduitfche Gaauwdieven, tweede druk, tweede deel pag. 15. Art. II Ik heb met veel verontwaardiging vernomen, dat in 's Hage op Saturdag morgen geftrooid is, een allervuilst pasquil; waar in byzonder den Heere Raadpenfionaris vanderSpiegel wordt gelasterd, (f) Propositie van denzelfden, aan H. H. Mog, op den 15 July 1794 gedaan. AANTEKENING. poors, Gev rs en Nuhout van der vkew verzogtzyn' te fuppediteeren een Concep^ Decreet, waarby vast geQf fteld  ( 15° ) field wierd, dat het Huwelyk alleen moet worden aange? merkt als een Contratl civil,en dus aan Perfoonen van den Hervormden Godsdienst geen meer recht kan worden toegeftaau dan aan andereu. Ik ben dom in de zaak, en wenschte wel door U onderricht te worden: twee Dommen kunnen met elkander beter 6e recht, dan een domme met een wyze; ik ben altyd in denkbeeld geweest, dat het bevestigen en inzegenen in den Huwelyken ftaat een Ksiklyke piegtighcid is geweest, ten minften overal in alle Landen is zulks altoos door de Leeraaren gedaan, zelfs na dat de Clandeftine Huwelyken. verboden zyn, is zuUs overal by de Kerkdienaaren verbleeven: ook hier te lande , de eerde Ordonnantie, die den eerften April MD LX XX des aangaande gemaakt is , zegt in het Ulde Artkul: Dat men voor de Magiftraat of Kerkendienaaren moet trouwen, gelyk ook de R £ s ot. ut ie van den zesden July M D L X X X nader verklaardt. Thands is de wil of de Wet in zwang, dat de Gereformeerden alleen voor denDominé moeten trouwen, ais ook eenige Mennoo's gezinden; daar alle andere Gezinden voor de Magiftraat mosten trouwen. Ik heb gezocht of'er ook een Wet of Placaat van den Lande was , dat dit geboodt of voorfchreef, doch ik heb 'er onder'de Placaaten, die ik heb, geen kunnen vinden; {ik zal die misfchien ook niet hebben; maar laat my eens weten van wat datum een dergelyk Placaat is,) of is het ook dat het woord Kerkdienaar alleen ziet op de Gereformeerde Predikanten ? Ik weet het niet, onderricht my doch eens Domkop'. ten minften het komt my voor, dat volgends de oude en algemeene gebruiken van het Christendom de Gereformeerden en die etlyke Mennoniten by het oude recht zyn gebleeven, en dat het gebruik, dat alle andere Gezinden voor de Magiftraat moeten trouwen, niet dan overheerfching kan genoemd worden ; het zy verre , dat ik kan denken.  ( I5i ) ken, dat het een oorfpronglyk recht is, om voor de Magiftraat te trouwen, en dat de Gereformeerden alleen by wyze van Previlegie hier van zyn bevryd geweest ik oordeel in het tegendeel, de Gereformeerden heeft'men by het oude gelaten, en de andersgezinden heeftmeniets tot bezwaar opgelegd, het welk nergens in gebruik is. Men heeft dus in deze tyden alle andersgezinden met de Gereformeerden moeten gelyk (lellen , met hen de Vryheid te geven , om na hun welgevallen of voor de Magiftraat of voor den Leeraar te trouwen; juist heeft men in het tegendeel gedaan ,• men wil hun het recht ontnemen, en brengen hen ouder den dwang, waar onder deandersgezinden dus verre geweest zyn. My dunkt, de Provifioneele Reprefentanten gaan te verre wyl zy myns oordeels in het geheel niet bevoegd zyn om een dergelyk Decreet te ftellen, waar by zy het Huwlyk als een enkel ContrnB civil declareren : dit is immers een jus Novum (nieuw recht) en dit is een punt waar over een effeftive Wetgevende magt namelyk de Natie in een aanftaande Conventie kan uitfpraak doen, en dus hoeft dit punt niet zoo overyld beflist en gedecreteerd te worden; men had (onder verbetering) het decreet kunnen uit* Hellen, en my dunkt het ware beter, tottydenwyle da andersgezinden nevens de Gereformeerden iets te vergunnen, dan de Gereformeerden nevens de andersgezinden ff* bezwaren. Nu Vriend Domkop! wyl ik veelligt dezaakverkeerd begrype, laat my uwe gedachten weeten, ik ben in verwachting. Uw Medb-Bubgek.1 ANTWOORD. D0MÖ0R' a VlTni ?r°mÖf!,ik bel aI m^ne oude Pieren en vodden döorfnuffeld; gy hebt my een weik aan de hand gedaan , d uir Jk dag en nagtaanbefteedheb, en tot nogtoegeen Placaat of Refolime kunnen vinden, waar my het een Wet is dar de Gereformeerden voor den Predikant of de rhdercWn den voor dé Magiftraat moeten tronwen ; als alleenlyk een Resolutie van den veertienden September MD Cl ten oWh te van de Mennonieten : om te oordeelen of het huwélvk een ContraH cm is, JA dan neen, Iaat ik aan wyzelTedeï over; want of ik al zeide, dat het een inventie vanTeS te-  telykheid is, om in de Kerk te trouwen, waardoor zyees' kleen mogelyk een groot, beilaan uit geformeerd hebben i hei zy door de prefenten als andersznis, ó hoe mal zoude dat gezegde wezen. Laat ik veel liever zeggen, dat het auoos in de keuze is geweest, waar een Gereformeerde Wil rrouwen in de Kerk of voor de Magiftraat. Zyn alle Menfchen met geen gelyke rechten gebooren? zoo ja' wat is dan noodig, dat de Gereformeerden de andersne'inden, of de andersgezinden de Geieformeerden volgen, zulks is net het zelfue, als het maar op de Hechten van den Mensch en Burger gegrondvest zy. Nieis is natuurlyüer, dan te ontbinden, op die wyzeals het genon len is Stelt u voor tat A en B voor den Predik.-.nt getrouwd zyn; na verloop van eenige jaaren, werd een van bei-ien op' overipei betrapt; dus daar moei een fchei.ting msfchen heiden tornen: maar wie moet zulks' doeiW de Hechter niet. waar? ja' maar waarom de Predikant niet? die beeft het recht niet aan hem om rechterlyKe uitfpraaken te doen Juist is daarom hèt huwelyk voor den Predikant of het vonnis van ten Rechter één van be;den zeKer v.m effect, en echter is het biwelyk en fcheid>ii ! van waarde; hoe is dat nu zaamen te ftHlen; zoude het"derha!ven om dien grondregel te doen (tand grypen, niet goed zyn , voortaan de huwelyken voor de Magiftraat wei ien voltrokken? Wat her deereer of de vroegtyhgheid van dien betreft, is zeiier re prematuur; maar men kan, intusfehen dat meri ni Ie Convenrie wagt, wel zaaken beginnen, en decreten m .-en, die niemand benadeelen, dan heerschzucht en geweld ' Het geeftelyk gewaad heeft reeds lang genoeg den baas gefpeeld : het is meer dan tyd, dat zy gekortwiekt worden. Dii Vertoog zal alle we«s--r a i ft. uitgegeeven wonen : te AlKmaai^y Hirtemink, Hand, Amfterdam Boom, Briëti mi\ Timman, Hazeu, B Koene, Keyzer , Langeveldf Verlem, fVynands, Dordrecht Blusfê , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, LeUen Herdingh , en vraag dan my zei ven, is dit wel zo? behoort en betaamt dit? hier toe had ikheden morgen eene fchoone gelegenheid, by het lezen van een brief, door zekere Ernst Predikant in de Beemfter, aan de Reprefentanten van Holland, geplaatst in de Amfteldamfche Courant; waarin hy betuigde geen eed te kunnen aflegge, ten zy men hem een nadere verklaring van de Rechten van den Mensch toevoegde, met betuiging van niet te kunnen obediëeren aan de order, indien deeze Rechten ftrydende waren met Godswoord, of Articulen van éénheid der Kerk; ik kon my waarachtig niet inhouden van lagchen by dezen brief. Hoe is het mogelyk, dat iemand, die de bybeltaal moet fpreken, de taal van het verftand niet verftaat; was het de klokkeluider van 't Dorp geweest, het kon 'er eenigzinds door maar een Eerwaarde —zie, dat loopt in 't oog. Heeft de Man dan de verklaring der Rechten van den Mensch, zo als deze zyn uitgefchreven niet gelezen? zyn hem de voordeden onbekend,die uit dit ftelzel voortyloeijen? waarachtig, indien de Man het fystema van de Theologie niet beter kent, als het fystema der Natuurrechten, dan beklaag ik dc Gemeente in de Beemfter; ik voor my vinde geenen dubbelzinnigheid, geen ingewikkelder zaamenhang in de verklaring zelve, als wel in de Eerwaardige verklaring der Text; in 'f k°rd: nad de Man liefhebbery gehad, om zyn verftand Ra te  ( 156 > te fcherpen, waarom dan het Boek van Mn. Paulu» niet gelezen — dan hoe ongelukkig is het byvoegzel in die ezelachtige brief, „ indien dezelve Jlryden met Godswoorden» : weet de Man waarachtig niet dat Godswoord zich grond op de Rechten der Menfcheh. —■ Verftaat hy het fchoone, het eenvoudige het verhevene niet, dat in de lesfen van onzen Heiland doorftraald — ik voor my kan geene rechten van den Mensch, die tegen Godswoord ftryden maar raad de Man opnieuw, het werk van Mr. Paulus aan, die de Bybel als de bafis (leid van zyn verklaring. En wat hebben de Rechten van den Mensch met de Art. van Eenheid te doen? Ik weet niet, dat onze lieven Heer , die bep^aling 'er by gevoegd heeft. En hebben deze Art. hun betrekking op het geheele volk of op bijzondere Corporatien! ik meen op de laatste? en zal men dan deze articulen ter hunner faveure alleen doen gelden: zyn de Rechten van den Mensch op de Art. van Eenheid geplaast? en zo dit moet gefchieden, zullen 'er nog duizend andere Articl. van andere Geestlyke Corporatien voor den dag komen? en dan hebben wy als van ouds een Geestlyke Aristocratie. In 't kort het geheele brieveftuk is zo belabberd , dat ik wezentlyk , geloof, dat de Man met molentjes loopt ■ en God is bekend , hoe veel rampzalige Prekers nog in ons midden rondzwerven — dan voor ditmaal genoeg — indien gy dit plaast Broertje , fchryf ik binnen agt dagen meer. Heil en Broederschap. H i k k e PlKKE. ANTWOORD. Hikke Pikke heeft gelyk, na myn dom verftand, 'er zyn meer zulke prekers, en mogelyk honderden, die den  ( 157 ) den Eed gedaan hebben, om te blyven; dan helaas! arms gebefte, waar zal het met u heenen als de Municipaalen beginnen te begrypen, dat het zeer noodzakelyk is, dat men u lieden removeerd? Naar Oost-Indien voor Ziekentrooster, ó neen! zulks is beneden uw fatzoen niet waar? wat dan? by de vrome, fyne dweepers de kost zoeken is beter, of naar Engeland, moge\yk is daar beter fortuin te maken; maar wagt daar is nog een buiten kansjen, bekeerd U, want het is Heil en Broederfchap'. verftajemy? jammer, Domkop zegt het, en dat baat niet veel, nu ik verzoek de gunst aan alle Oranje Predikanten, als zy geremoveerd mogte worden, en als dan een of ander Broodwinning willen zoeken, om my daar van Advertentien te doen plaatzen. COLLEGA! De droes man ik geef u een latynfche naam— zy verbind ons in een verheven zin, wat heeft dit woord niet al betrekking; jammer dat de eene Collega zo duivels den anderen by den neus neemt— zoude men in de Nederduitfche Overzetting niet Kulbroer kunnen vertaaien — maar hola! daar zou ik u een flegt compliment maaken — even- wel dunkt my, kan het wel wat op u toegepast worden want gy noemt u Domkop en ondertusfcnen zegt gy in onnozelheid maar veele waarheden, en dan vraag je nog aan je zelfs; foei Domkop, laat aan verftandigeover om zulke zaaken te bepaalen; en gy hebt ondertusfcnen de fpyker juist op zyn kop geflagen By voorbeeld, als ik eens zeide; daar is nu Soullier, wel die man heeft al zyn goud en zilver ingepakt voor het Placaat daar was; het is zeer lastig voor een ingezeten om alles weder te ontpakken, waarom niet in 't Placaat die luiden uitgezonderd, die hun boeltje in kisten netjes hadden ingevuld? waarom niet eerst met een Tambour laaten rondroepen . R 3 „ zyn  C 158 ) „• zyn 'er ook Burgers, die hun goud en zilver hebbenin« )» gepakt, met oogmerk om uit het Land te gaan, diegeeve „ zulks te kennen, wyl 'er in 't kort een Placaat zal uit„ komen om goud en zilver optebrengen." Als ik dit eens zeide, en ik liet daarop terftond volgen, 't is waar, het valt voor Boullier lastig om het mooie zilver dat hy in Zwitferland dagt te gebruiken, hier in de fmeltkroes te moeten geven; maar my dunkt 'er is 'er nog een pallitief middel voor zyn Eerw: namentlyk, dat hy zyn voorgenomen reis zo lang uitfteld, tot dat de geldligtiug komt, als wanneer hy waarfchynlyk geld terug zal ontfangen (wan* ik veronderftel , dat zyn Eerw: nog al op wat mooijs gefteld is) als ik nu dit alles zo by voorbeeld neerftelde, was dat Boullier niet by den neus te vatten; voornamentlyk, daar wy weten, dat de man voorzyn gezondheid de wateren gaat gebruiken, gelyk als over een jaar agtof negen. Enfin Burger, jy bent een mannetje van oude datum; en ik heb zin in je; hebt gyditinmy? plaatst dan deeze briefin uw Weekblad, ik ben uw Vriend Jok en Ernst, ANTWOORD. Mogelyk zyn 'er wel meer die hun goud en zilver ingepakt hebben, of die het weten te verkopen, om daardoor 's Lands financien niet te helpen herftellen; maar zie onze Boullier gaat naar Zwitferland, en dus heeft de man met dit Land niet nodig; Ik heb in de Zittingsblaadjens gelezen , dat hy een verzegelde kist met zilver onder de Commisfarisfen gedeponeerd heeft, tot zoo lange zyn zaak in 'sHage befiïst zal zyn. Van het eene fpringdmendoor- gaants op het andere, voornamentlyk domme menfchen — daar komt my te binnen gelezen te hebben,dat deCasteleinesfe deWed. Oosterling in denDoelen op deGarnaalenmarkt ver-  ( 159 ) verzocht heeft in den Haag om van het opbrengen van goud en zilver bevryd te zyn, het welk zy in haare affaires gebruikt; nu dat is zoo wat, om in dergelykegrooteLogementen met tinne lepels, ftaale vorken, en uit Delfs, Engelsch of ander Porcelain te eeten; kyk dat is wat te gemeen, Domkop is juist voor die gelykheid niet; daar moet onderfcheid wezen, tusfchen een Logement daar particuliere Burgers of daar groote Heeren komen; en het mensch ,. zal 'er geld voor in de plaats geven, dus komt het op 't zelfde uit; maar myn Grootje dat een dom oud wyf is, zegt, dat zy het dan niet behoeft te vragen, want het ftaat in haar keus, of zy geld of zilver wil geven . BROER DOMKOP! Ik ben nog ontfteld, waar van zultgy mooglyk vragen, en dat met reden. Ik ben, ik was, of ik... ik weet niet meer, want nog beven myne beenen nu ik ben dan voorby een groote Kerk opeen avond komen wandelen, en die Kerk word genoemd de Wester;en watisdatdan?ik hoorde daar een almagtig leven in tusfchen de Meid en de Voorzanger. Laat zien ,j-is zyninaamnietHooGERBEETS? De Voorzanger, help!... help!... De Meid. Ja! ja! De Voorz. Ik val. De Meid. Dat zie ik.—— De Voorz. Ik kan het niet langer vast houden. De Meid. Laat het dan vallen. De Voorz. De Wapens de Wapens! De Meid. De galg de galg! De Voorz. Wat komt de galg by de wapens te pas? De Meid. Wat komen de wapens by de galg te pas? De Voorz. Van onder, ik val met ladder en wapens. De Meid. Ik was al weg, eer je fprak, jy liever de beenen aan Hukken, als ik een wapen op myn kop. De  C 160 ) , De Voorz. Ai! ai! myn been • is gebroken - _= myii fchouders zyn uit het lid. De Meid. Ei' ei! baas daar ligt gy nu, netopeentydftip, wanneer de galg viel. De Voorz. War. heb ik met de galg te doen myn beenen en fchouder. De Meid- Geloof in den naame van Haak dan zult gy gewis oranje fier ven de Voorzanger en de galg te ge- lyker tyd omver gevallen, een raare gelykenis. De Voorz. Spot jy maar met de vrome, gy zult u loon wel ontfangen. De Meid. Als jy my de huur niet betaalde, dan zou ik je heerlyk naryden dit is dan je zaak. ——• Zie daar Vriend een gedeelte van dat discours; wat of die Meid met de galg meende, weet ik niet; maar het is zeer gelukkig, met de arme Voorzanger afgeloopen. Mogelyk was het een wapen van een oud oranje vriend, die hem uit oude kennis zoo hard niet aangevallen heeft. De Brieven van Baandertjen en van Kees Oktevreed en, als mede van K. K. zullen in het volgende Nommer geplaatst worden: Door de veelheid van werk aan myn Winkel, ben ik nog niet klaar met het Caraiïerkundig Woordenboek; derhalven verzoek ik myne Lezers, zich een weinig geduld --.-< te' open, tot dat N». 19 by myn Boekverkoper te koop hangdt. . ADVERTENTIE. In alle Boekwinkels is te koop oftehuur, Naamlystvan drukfouten, ingeflopen abuizen, en misftellingen, welke geduurende den tyd van hondert dagen in de Kaherftraat zyn gevonden. Dit Vertoog zal alle wee^en a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Briët, Dóll Timman, Hazen, B Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem, Wynands. Dordrecht Blusfê. Gouda Verblaauw en Buma. Haarlem Plaat. Leiden Herdingk, de Does en de Pikker. Zaandam van Aken, Tolk en Alöm.  -B E DOMKOP. N°. 19. SINJEUR DOMKOP! M g ik ook eens aan u fchryven, want ik ben een oprecht Prinsman? Welja! zult gy mooglyk zeggen , het is Heil en Broederfchap — afgedaan dan ter zaak. Hoor eens lieve Jongen, wy waren almachtig in benaauwdheid, toen uwe vrienden de Franfchen hier te Lande als Broeders binnen kwamen ; gy zoudt niet gelooven, hoe die grooten allen wel inéénfchulp zoude hebben gekroopen; maar hoe gelukkig loopt alles voor ons af; de Franfchen en Patriotten hebben voorfpoed op hun werk te wagten, om dat zy zo genadig met ons handelen. Hier op zult gy my mooglyk vraagen, hebben de Oranje klanten dan zo veel kwaad gedaan, om bevreesd te zyn? — dat zou ik u verzoeken, de Galg is weg, tot ons geluk, maar die hadden wy verdiend, dan uw lieve genadige barmhartigheid, heeft zich over ons verfpreid, en rollen als klooten door de waereld, zonder hier of daar te kwetzen, myn buurman , dat mede een eerfte Oranjefchreuwers baas is, kyk Sinjeur, die dacht niet anders; als dat hy zoude moeten hangen; op een' vroege morgen kwam hy al danfende namy toe, God dank Vriend! riep hy overluid uit, de Galgen moeten weg gebroken worden; nu zal het met een Geesfeling nog al afloppen, en dat is toch niet met al, men blyft in 't leven, en daarom zoude men veel doen. Ik fta zomwylen verwonderd over u lieden braaf gedrag , waarachtig wy zullen zoo geen Heil en Broe.lerfchappen , ó neen!.... Kyk dat komt in onze kraam niet te pas, wy toonde in het Jaar 1787 wat «nkeeren van zaken was, nu trouwens voor dien tyd , en al jaaren herwaards is zulks genoeg gebleken , wat Caracter wy bezitten. S Wa-  Waren de Keezen in 1788 wel ao verheugd, al» wy thands zyn ? durfden de Courantiers zulks wel fchryven van de Franfchen, als zy thands doen van de Pruisfchen* met meer grond voor waarheid, zouden in 1794 de Courantiers hebben kunnen fchryven* de voorfpoedigeaan- ' marsch der Franfchen als dat myn boefem vriend de Utrechtfe Courantier doet van de Pruisfchen; wat dunkt 11 thands van dat lieve Courantje? hoe menigmaal komt hy met 60,000 man aan marcheeren, kyk jongen lief, dat verfterkt onzen moed; als gy met bedaardheid de Kalverftiaat doorwandelt, en ziet dan eens by Barkmeyer hoe onze voormalige Regenten in hun vuist zitten te lagchen, als'erPatrioc* ten voorby pasferen; op hun aangezicht is alles behalvfn, verdriet te lezen; en waarom zoude zy treuren, het is immers heil en Broederfchap! Thands verheugen wy ons weer, met de aankomst der Pruisfchen; doch in ftilte aan u gezegt, ik geloof'er niets van; maar. die onnozele zieltjens, welke voor geen duit verftand bezitten , vermaken zich 'er mede, en dat 2yn juist de Machines van die Sinjeurs, welke by Barkmeyer. daaglyks verkeeren. Kyk maat, wy zyn waarachtig gelukkig, de menfchen mogen zeggen, wat zy willen; Eli as de geremoveerde Hoofdfchout, wist altoos knaphandig alle de boekjens en blaadjens te verbieden, en de Couranten, ó jemeni! die wierden om een wisje wasje verboden. Maar nu weet gy nog niet, wat nieuws ikuwil fchryven, wil ik ti het dan zeggen ? wy bebbengchoordtot ons leedwezen, doch gelove het niet als dat Olivier te Utrecht die de Courant fchryft of uitgeeft in hetCachot zit; nu dan waren wy deerlyk gefopt, want een Generaal konde in een iaar zo veei volk niet by een raapen, dan hy in één uur. — Deze droevige flag trof ons allen, al ons vermaak, al onze vreugden, zou ten eenenmaal ter neder geworpen zyn, en wy waren geheel verdoken van de komst der Pruisfchen. Onze Goudjche Courantier, juist van het Keezen gebroed, doet ons egter al een plaifiertje, als hy zo wat weet te vertellen van een hongersnood in Parys, daar geen woord waarheid aan is, als zynde kunstgreepjens van onze vrienden de Koningsgezinden. Nu die Gmdfche Courant heeft ons vooileeden week een groote dienst gedaan, en ons op nieuw de moet ingeblazen; hoor eens vriend, gy moet zorgen dat hy niet verboden word, dergelykcn fpretikjens te  C 163 ) te vertellen; want anders jy weet het, andars is by de onnozele wuimpjens van Oranje klanten geheel de moed uitgeblazen , en dat om te drommel nier. De Diemer- of Water ■ Graafimeifche Courant begind nu ook naar onze zin te praten; toen hy fchreef, dat dit Land nog niet vry Was, en daar om de woorden van ha eurjie jaar der Bat' taaffche Vryheid niet meer zoude plaatfen , kyk vriend toen moest gy by Barkmeyer geweest zyn, hos vrolyk die Ileertjens lagchte, en hoe dat zy uitriepen : - „ Zie zoo Heeren! onze Kermisvreugd nadert, de „ de Patriotten worden bang voor de Franfchen, en zy ,, beginnen ons al mooij in de hand te werken, het zai „ wel gelukken." Nu hebben wy nóg een fteün op Gosfe, welk ook al van tyd tot tyd zo zachtjens zo zoetjens, tot ons voordeel zal werken; maar te drommel die Vaderlandfche Courant die deugdt in het geheel voor ons niet; want die is in ftaat, om onze geheele aanhang zoo benaauwd te maken, dat 'er geen een uit zyn fchulp durft te komen, diedrommelfche Schryvers zeggen de waarheid juist op zyn kop, en dat komt in onze kraam niet te pas; want hy adverteerd dat men moet opgeven, het geen zedert door de aanhangers van {het Huis van Oranje, de Pruisfifchen en Engeifche is gepleegdt, om het als dan aan de Burgery bekend te maken; wel te drommel maat, dat zal 'er lelyk uit zien, als de menfehen naar waarheid het gebeurde opgeven, hoe menig één zal 'er publiek bekend gemaakt worden; die nu nog in het donkere verborgen blyft. —■— Wat een Lyst van voorname Perfoonen, die daar in een rol gefpeeld hebben , zal 'er ten voorfehyn komen. — My dunkt, ik lees uit Rotterdam al, dat de Knegts van van der Heim geld aan de Zakkedragers hebben gegeven, om alles in rep en roer te zetten. — Hoe dat Profesfor Hofsteede , het gemeen voor zyn deur ftaande, aanzet, om zyn Buurman Elzevier uitteplunderen. Hoe dateenen Timmers Tinnegieter, die geenen die van de Diaconie bedeeld worden, dreigdt, als zy niet meê doen, zy geen uitdeeling meer zullen hebben. Hoe dat een van Staveren een aantal Patriotten in de boeyen heeft iaten fleepen, om dat zy het kwaad wilde tekeergaan. Uit Amfterdam lees Ik reeds , hoe dat een Elias en Bakker zich niet ontzien hebben, om tegen allebillykheid en recht, een Verlem, HAfloaa &c. op ee» brutale wyze na bet Rasphuis te doen S 2 brenr'  brengen. Uit Delft hoe een OnderwyhgaArdeW eiï anderen, onder den dekmantel van fynen vroom, de boosdoenders hebben befchermdt. Uit Vlisfingen lees ik, hoe dat een de Cltver, Brand en anderen de Lyst hebben opgemaakt, van die genen welke geplundert moesten worden; en zoo voorts; hoor maat, als alles eens net wierd^angetekend wat wy gedaan hebben, het zoude een boek in folio kunnen worden, en elk Patriot zoude in plaats van Heil en Broederfchap, ons met verachting aanzien, dat was het minden, als wy maar niet gedropt o la Ccrde wierden. Ik begin toch een weinig te vreezen, echter ik deun op verfcheiden Courantiers, die de komst van onze Vrienden, wel zullen vervroegen, maar het is van den drommel, of het nu al in de Courant daat, en zy zyn zoo almachtig ver in hun Moffenland, dat helpt ons Blixems weinig. Hoor , weetje wat, men mag praaten wat men wil, ik wil het juist niet in het publiek zeggen; maar de Oranje party is gekuld, en daar is voor ons, noch onze Nazaaten geen hoop van omwentelingen; wanc Pruisfchen, heeft zyn eige Zuster gefopt, wat zoude hy ons niet doen. De Byeenkomst by Barkmeyer mag gehouden worden met vreugde of niet, zy zullen nocit weêr aan my en anderen met fucces geld kunnen geven, om de Patriotten te plunderen; Ik verdoem ten minden het Oranje, en ik zal nu voordaan voor het welzyn van Volk en Vaderland mede werken; met ter zyde delling van eigenbelang en verzaking van myn Mede - Burgers onheil, te bewerken door het goud metaal van die Barkmeyers Koffyhuis-Klanten. God gaf dat alle die Sinjeurs, welke daar verkeeren en zo veel Huishoudens ongelukkig gemaakt hebben, in het een of ander Werkhuis vooral hun leven wierden opgefloten. Ik ben Uw Vriend! Piet verzaakt Oranje. Baas Domkop! Ik ben al een raare fnaak, moetje weten; en daarom wil ik met jou te doen hebben ; maar te drommel, als je kwaad gebruik maakt van myn woorden; kyk het zal zo mak niet afloopen, als jy wel verbeeld. Gepasfeerde week bekroop my de lust, om te gaan wandelen; buiten, de  ( tós 3 Haarlemmerpoort komende, hoorde ik de bengel, wel aan dacht ik , Iaat ik eens met een fnap na Haarlem vaaren; mogelyk weten zy daar meer, als hier. Ik ftapfe int de Schuit, voegde my in een hoekje en praaten met de mede Pasfagiers; maar ja, nou wou je wel eens weten, wat 'er verteld is , ei ! ei! dan zou jy 'er gebruik van maken in uw Weekblad, en dat om de hamerkater niet; ik fchiyf deze aan iou als vViend, en wil volftrekt niet, dat je die in je blaadjen zet. Nu moetje weten ons Gezelfchap beftond in drie Perfoonen, te weten. Kaatje, (een vroom Zusje,) Jan een deftig man en Ik. J. Waar dat zoo na toe Burger? Ik. Naar Haarlem Burger! maarniet op het Synode. K. Daar is geen Synode meer helaas! onze Kerk — onze Kerk!... Ik. Wy kunnen wel leven zonder Synode, onze Voorouders hebben het wel buiten dien gefteld , en waarom wy dan niet? — Geen Commisfaris Politiek moet het Roer zyn, waarop het Kerklyk beftuur berust. K. De Kerk! de Kerk! begrypt eens Vriend, hoe gevaarlyk het is voor de Gereformeerden, als zy buiten een Synode moeten zyn Ik. De Kerk blyft de Kerk, en de Gereformeerde kunnen daarom wel prediken, al is 'ergeen Synode; watheeft ons Vaderland meer heerschzucht gebaat, dan de gevolgen van het Synode; heeft niet menigmaal het Synode de lens geweest, waar door verfcheide braven zyn gekerkerd of gebannen? J. JaBurger! hetwasjuistdeGryzeOLDENBARNEVEi.r), die 'er door moest fneven. Mausits wist geen Geesfelroe voor de Patriotten, dan die Dortfche Inquifitie. Ik. Ja Broer! als wy eens weten mogten , hoe veel wyn op dergelyke Vergaderingen wierden gezopen, die geen impost fubjeót is, daar zou je van verdommen. De Geestelyken hebben ook al onder fchyn , van devooten, by eenkomften gehouden, waar in menig braaf man by den rug wierd omgehaald, en nog eens over een mooy meisjen onder een lekker gebraadje en een Vies wyn gegefproken; die een Predikant eeren wil, moet'er niet mede verkeren; ik verfta hier door de zulken , welke men met verachting dient te befchouwen, daar zyn braven ook onder. K. Wel foei! Burger! wat onordentlyk fpreken is dat, van onze Voorbidders? S 3 Ik.  Ik. Het mogt de donder. —- Ja als zy wat weten te profiteren,- maar daar niets van te halen is, zullen zy ook niet voorbidden , dat onderfcheid verveeld meenig braaf man in de Kerk, je kunt aan het gebed wel hooren, of het een Burgemeefters , dan een Ambagtsvrouw is. — Neen Burgeresfe, als zy zulke Euangelie-Diena. ren waren, als zy u vertellen, dan moest hier hoofdzakelyk de Gelykheid zyn. » J. Gy vaart wat al te ver uit Vriend! past maar op dat ze niet by uw rokje krygen. Ik. Ja! ja! daar zal ik wel oppasfen, gelooft vry, men kan 'ër meer van zeggen. Het was te wenfchen, dat veele braave prekers, die nog rondzwerven in hunne post herfield, en dezulken, welken in fchynpharherenzyn, wierden gebonjourd. K. ó Lieve hemel wat is dat fpotten och armé Synode! Synode! waar dwaal ik heen? J. Ik kan u ter gerustftelling zeggen, dat 'er by de oranje prekers, dat is by meerderheid befloten is, om 'sjaarlyks Synode te houden. Ik. Evenwel zonder Commisfaris politiek. J. Ja, de kosten moet uit hun privé-beurzen betaald worden. Ik. Ja! ja! als de keezen de doel beklimmen, zal het wel veranderen, de lieden denken 'er anders over, en zorgen meer voor de Gemeente als voor hun eigen beurs. Hoor baas Domkop! ik zal hec vervolg vandezezamenfpraak in een volgende mededeelen, dus heb intusfchen geduld. Vaarwel. Kees Keessen. Wat of Kees Keessen met diezamenfpraak zeggen wil, iaat ik voor zyn rekening; echter voor zo veel myn donp heid toelaat, wil ik wel gelooven , dat het Synode altoos meer of min een requifitie raad is geweest, en veelmaal meenig braaf man aan dweepzuchtprekers heeft geketend gehouden. Dan daar wynu verlost zyn vandiebyeenkomst, en de Prekers thands vryer mogen preken, is hettewagten, dat men in het vervolg 't Bybelwoord, niet meer zal hooren uitleggen naar ftaatkundige begrippen, maar naar waarheid. Als men de oorfprong van het Synode opfpetirt, zal men ras ontwaren, ten minden zoo verftaat'tDomkop, dat de inftelling aüeenig het belang van Maurits was, om  ( 167 ) om onder dsn fchyn van Godsdienst, ten genoegen der zoogenaamde vromen, veeie braavcn die het belang van't volk in't oog hielden, uit den raad te werpen: M au rits wist net zoo veei van Gereformeerd, als Willem de vyfde, en die even zo veel als myn kat. Waren de toenmalige vaderlanders voor hetSynodegeweest, gelooft vry Maurits zou gewisielyk een andere gezindheid, tot de prasdomineerende Godsdienst genomen hebben. Alle onze voorige dwingelanden hebben de Godsdienst tot een fpeelpop gebruikt om hunne eige grootheid te bevorderen : men herinnere zich maar de laatfte tyden • Het was voor de Godsdienst, dat men de wapens opmoest vatten; want die was in gevaar, deoranjefchreeuwers van Predikanten waren de werktuigen, die het ter uitvoer bragten; maar de Godsdienst was even zoo groot aan het Hof, als de eerlykheid by de ftruikrovers: deeze leus bekoorde de vromen, en langs dien weg, wierd het domme onkundige gemeen heen geleid; dan dank zy den hemel, dat wy van die pesten verlost zyn. Het is maar van de Domkop! dit & gouverno l {Vervolg van het Caraüerkundig Naam - Woordenboek.") Bakker (Mr. C.) Cz. Secretaris, deeze man hebben ze gedemitteerd, doch weder als lid van het Committé der Marine aangefteld, voor welken post hy bedankt heeft het geen in 's Hage is aangenomen. Straaten Q. van) Kamerbewaarder, men zet dat hyheet noch koudis, ergo tusfchen roozen en distelen.—- Fa b r i c i u s (j.) dito. Veelen die men na hem vraagd, zullen zeggen, dat hy in het patriottismus niet te vertrouwen is; zommigen willen, dat hy een Ariftocraatis, doch de Autheur laat de beöordeeling aan de Kamerbewaarder over, word de man'er boos om, het eenigfte middel, dat ik weet, is, dat hy weer goed moet worden. Go et zé e (N. A.) Klerk ten Comptoire van de hoofdelyke betaling; veele Patriotten zoude hem niet gaarn in hunne Clubs of Wykvergaderingen zien vertrouwt; maar ziet aan wie, en zo gaat het met deeze- -Pool (A.) Commisfaris van het Nieuwe Diep. Deeze is bekwaam om die post waartenemen; maar daar is altyd zo iets by; men kan wel met iemand verkeeren, dan om alles aan de neus te hangen, zo als men zegt, is niet raadzaam, derhalven, mag men deeze niet veel laten komen daar iets verhandeld wordt, dat de oranje party niet weten mag. Hy  C 168 ) %\y is een favoriet van den Fiscaal van der Hoop, dus mes riie zelfde geelzucht befmet. ne Autheur van dit Naam-Woordenboek, heeft iets ontfangen, dat hy verpligt is, hier tusfchen te moeten voeperT Zie hier het zelve: , • ± b Gv zvt een man, die even als de fchilders u bezigd houdt met portraitteren, en dewyl gy de Bakkens juist " reft zonder men behoeft te vragen, wie zy zyn; zoo heeft " „ViNNES Ad ri aa nMoser Commies ter Recherche " L, vr-rzost, aan u te vragen, om hem te portraitteren, " die hem kend, zal van hem zeggen, dat hy als Knegt " h - de Fiscaal Boreel heeft gewoond, wierd eerst Zegel" konner naderhand(i78i)doordatlievefchurkjevande " Prins töt Commies bevordert, en om de waarheid te zeg" 'en ^stUilenfpiegel niet, en daarom moest hy de Herberg " T'Ë de Domkop zal het ook niet willen doen, " 4 e hnrU ik bet hem gevraagd; maar nu moet ik my " f° Hen fcïildeiagtige Autheur voegen; veele mentenen " /ibewvzen?et en dus als men van hem zeide dat - SyleSaï5 geweest van de dood van de brav* Groen. • IVatl... watl... is dat? Iemand laken ofpryzen, Zonder iets te bewyzen. Heeft fomwylen de Spyker by de kop gevat. u„ woond in een prachtig Huis, houdt een Knegt, ",?yV7ouï gaat als een Dame gekleed , en wordt nog " MevToÜw genoamt, want hy is geen man van Gelyk" ^ d noch veel minder van het woord Burger. „ neia, uu^. en Brocderfchap! K.... K , v W K noch niet begrepen, om J.A.Moser NnhebikK...,. K,... »ocn 5 g ^ . ■ la tó portraitteren ; maar is ny nie tete'eenprysbelove een b"cu" den Autheur. (Het vervolg m flot in een volgend Nom:ner.) te &lkma« b, Hart « ; A ^ ^ey, ssa'sr.^sua. * ««-*  © E DOMKOP. N°. 20. BURGER DOMKOP! fchynt een liefhebber te zyn van de Vryheid der Drukpers, ten minften gy maakt 'er een goed gebruik Van ; men zegt dat behoort tot de Rechten van den Mensch — maar nu zie ik, dat ik excellent, dat isbyuitftek dom ben,, want ik kan niet begrypen; dat de Rechten van de Mensch zouden mede brengen, dat elk mag fchry▼en en drukken, wat hy wil, leugen «n waarheid, zoals de zogenaamde Nationale Courant doet; ik ben doch zo dom niet of ik kan wel begrypen, dat gy gelyk hebt, dat. gy gebruik maakt van de Vryheid der Drukpers, om elk de waarheid te zeggen. Eri dat zulks ook over eenkomt met de Rechten Vart den Mensch, want Burger hoe dom gy en ik ook zyn, de Waarheid (dat Godlyk géfchenk) Vry te mogen zeggen en fchryven, zal doch voor alle Menfchen en altyd het beste deel, dè Paerel van de Vry. beid zyn én blyven; maar om uit de Rechten van den Mensch af te leyden, de Vryheid om léugen of Waarheid ëven vry te mogen fchryven en te drukken, dat verftaa ik niet: maar, eenClubin, uitS (want gy moet weten dat ik een Clubist ben; Nu dat zult gy ook aan myn fchryven, w«l kunnen gisfen) een lustig man; helderde myn verT ftand  C 170 O Hand hier in wat op, en zeide, hoor Burger! Clubist -rf de Rechten van den Mensch geven elk Vryheid om te zeggen en fchryven wat hy wil, maar de Rechten van den Mensch brengen ook pligten mede; en volgends die pligten mag niemand aan een ander doen, wat hy niet wenscht, dat aan hem gedaan wordt: gevolglyk mag Nie. mand Leugens fchryven , De Clubisten en ook de Domkop zeggen de waarheid, om dat men aan hun altyd de waarheid zeggen mag .maar de Oranje vrienden en andere Vyanden van Vryheid en Gelykheid, kennen de Rechten van den Mensch niet verder, als voor zo verre zy 'er tot bereiken van haare voorgeftelde booze oogmerken gebruik van kunnen maken van pligten weten zy niet, af, om dat zy zich verbeelde, dat met de Revolutie elk de Vryheid van gevoelens heeft behouden nu nemen zy nog de dadelyke uitoeffening daar hy (dat doch ook al iets is, waar toe ik te dom ben, de rigtighejd te begrypen maar hier van wel iets nader) hier op vraagde ik, is de fchryver van dat dagblad dat hy de Nationale Courant noemt, dan ook nog van die party? wie kan dat geloven, dat iemand die een openbaar voorftander van onze dwingelanden is geweest, nu zich zoude durven onderwinden fchryver van een publieke Dagblad te worden; en wel zo d3t hy zoude durven leugens fchryven, dat geloof ik niet. maar terwyl wy het hier over niet eens kunnen worden, wat gebeurd'er Burger Domkop, die OLFERT, of van OLLEFFEN ik weet niet recht hoe hy hiet, maar die fchryver van dat Nationaal Dagblad , of zo als hy het noemt, Courant, fchryft dan in zyn blad iets over de Wykvergaderingen en over de Club/en en dat op een manier of by een Oranje-Koning was (dat by doch niet is) dat de Clubisten in de Wykvergaderingen moeten gaan, en dat de Clubs onnodig werden geoordeeld en veel andere dingen meer ten voordeele der Wykvergaderingen en ten  < 171 ) aadeelen der Clubs, te veel leugen en te weinig waarheid ora hier te melden. Toen begonnen wy te denken, zoude hy ook Lid van een Wykvergadering zyn, of zoude hy het ook willen worden? want in fommige Wykvergaderingen neemt men aan wie in de Wyk woont, al had hy ook de rarekiek vertoond Nu hy woond immers in de Wyk, dan kan hy ook misfchien Lid worden Oranje gezind, Jrifto- praat Pasquil-fchryver of wie gy ook wezen moogt komt daar by : als zy de Rechten van den Mensch maar met de mond belyden. — Zo dachten wy, zoude het kunnen zyn, dat hy reeden hadt om de Wykvergaderingen aan te pryzen om daar door nog beter in de gelegenheid te zyn, Lid van zodanig een aanzienlyke Vergadering te worden, of als hy het is, te blyven; maar in de Clubs gaat dat zo gemakkelyk niet, om Lid te worden, als 'er eenkleurtjen aan is, of maar aan geweest is; want Burger Domxop dat is by de Clubisten even het zelfde, zy zouden voort gefchrabt worden. Nu zou die naauwgezet- heid van de Clubisten kunnen weezen waarom dezelve door hem worden overgelaaten, aan 't oordeel van hendieoordeelen kan —— wy flappen nu heden van hem af, terwyl wy druk bezig zyn, om eenige (lukken van een rarekiek byéén te verzamelen, beneffens meer andere fpot en fchimpfchriften door een voor elk onbekend fchryver gefchreven ten nadeele van wel bekende en brave Patriotten.— Zo de Vaderlands-gezinde Schryver van de Nationaale Courant lust heeft de Clubs verder aan te randen, wy nodigen hem op het allervriendelykst uit, hy heeft ruimte genoeg in zyn Courant, en wy hebben weinig (lof tot fchry. ven, en de man is by ons geheel onbekend, van zyn voorgaande gedrag in de Patriottifchen tyd, weeten wy ook niets —— en echter willen wy ook gaam fchryven— al was 't alleen maar om gebruik te maken van de vryheid der Drukpers. T 2 Zo  ( 17* ) Zo wy intusfchen het een of ander mogten inzamelen ( verwagt het zelve, hy nadere gelegendbeid, terwyl wy met alle hoogachting voor de Domheid blyven, Uw domme Mede-Burger! C l u b i s t. ANTWOORD. Wat zullen wy de Clubist hier op antwoorden? mea moet een Schoolmeefters verftind bezitten, om zulks te doen; derhalven recommandeere ik myn Correfpon- dent de Goudafche Courant van gepasfeerde week te lezen , waar in hy kan vinden, wie die man is Om Clubisten aan te randen, moet men fchryver van de Nationaals Courant zyn, om met de Drie-Éénheid te fpotten, moet men fchryver van een Zuidhollandsch Reisje wezen, en om ten voordeel van Oranje de pen op te vatten , moet men Schryver van de Vaderlandfche byzonderheden zyn, in den jaare 1786 en 87, by Arendzen uitgegeven. Vale Vrind. BURGER DOMKOP! Je moet de groetenis van me Baas hebben; en die laat vragen of je zo goed blieft te wezen, om dit bygaande Papiertjen te plaatzen; want zyn Boekverkoopers Peppelenbos, Coertzen, en Arendzen, willen liefst om alle neutraliteit te betrachten, het niet Drukken: kyk Baasje; anders zouden mogelyk de menfchen het niet geloven willen ; maar myn Baas, die Secretaris van dat gezelfchap is, wil liever het aan U geven; te meer daar Uw Nommer by de Oranje Vrienden geagt en bemind is. Ik groetje Vriend Domkop\ Jan Oranje. Ik wist in het eerst niet, of ik het ftuk wel plaatfe wilde, dan de echtheid van het geval bewoog my'er toe; want de Domkop, is juist zo gaauw niet om alles te plaatfen; hy overdenkt eerst de zaak; ó hoe lelyk foei! f ftaa  C i73 ) ftaat het, als 'er zo veel fouten in zyn: — ei kyk dat wil Domkop niet Zie hier het bygaande ftuk. EXTRACT uit de Becreeten en Refolutien van het Committé Oranje Schreeuwers. Dingsdag den 12 Mey 1795. Het Eerjle Jaar van de vlugt onzer geliej"dkoosde Prins. Prefident. N. N. . . . (*) Verdere Leden. N. N. . . . . Na dat de Vergadering geopend was, leesde den wel ED.: Groot Majestieufe Hooggeboorne Heer CoertzenV penige Nommers van zyn Politieke Snapjlers voor, welke hy in den Jaare 1787. tot heden gedrukt heeft. En waar Uit hy met eene deftigheid, de daden van de Patriotten voorlas, die hy daar in door zekere Koord of Pasfementwerker in de Kerkftraat hadt laten plaatfen, hier uit betoogde hy de noodzaaklykheid, met voortreffende op helderingen van een Sociteit, om altoos klaar te wezen, als de Vorstelyke Strandlooper, (hier verfprak hy zich) ons wenkt. Hy beduide de Vergadering dat men overal, waar het doenlyk was, Volk by de hand moest hebben om te beginnen, als 'er de tyding uit het roofnest (weder een verkeerde uitdrukking) kwam , dat Willem de Pinkenier (wederom fout) met een Engelfche koolenfchip (hy meende een Oorlogfchip) zyn fortuin op zee moest zoeken (dit was niet (') Op de Namen was de inkt-koker gevallen, dus niet in ftrac om dezelve optegcven; echter is ons beloofd, die nader te zullen weten. — Zommige willen dat by Barkmeyer in de Kalverftraat deeze Sociëteit gehouden wordt. T 3  ( 174 ) niet goed uitgedrukt') dan helaas! .... (hier op kwam een Courier binnen, uit Utrecht) Heeren Allergenadigfte Heei en ! de Schryver van de ütrechtfe Courant is gede- miteerd en nu kundt gy een ander zoeken, die met de Pruisfchen zal marcheeren , want hy is niet meerl—(een algemecne droefgeestigheid.) • De hoog geboorne Heer Coertzen door de onaangenaame tyding gevoelig getroffen, brak zyn redenvoering af, en men refumeerde de Notulen van de voorige Zitting. Is in de Vergadering binnen gekomen de Wel Edelo Heer Jan V ink Woonachtig op de Waal. alhier te Amfterdam: deel rapport van het voorgevallen op gisteren; Wei Edele Geftrenge, Almachtige! voor wiens voeten ik my buige!!!!! Ik heb zoo veel eer van fhaf te zyn, dat ik daar van reeds in de Jaare 1787. blyken heb gegeven ; dit zullen alle de Patriotten, die ik geflagcn en mishandelt hebbe, kunnen getuigen ■ (hy boog zich) getrouw aan deze illustre Vergadering (hy neemt een ftokje) verkleeft aan myn dierbare Prins de tedergeliefde van allehet gemeen en bedelaars (een verkeerde uitdrukking) en fiandvastig in het naar komen myner engagementen; hebben wy ons groot by TJEdelens gemaakt (hy boog zich) uit grondbeginzelen , die alleen een Oranje-minnaar beziele , heb ik altoos U Edelens orders achtervolgdt. (hy dronk) en het is uit dien hoofde, dat ik verflag moet doen van het gebeurde op gisteren. (nog eens gedronken!) Na dat ik d3n eenige borrels tot hart verfterking gebruikt hadt, wandelde ik de Stad door, cindelyk op dc Vygendam komende, alwaar ik eenige kinderen keezen liedjens hoorde zingen, (de Vergadering grinnikt)'die ik directelyk verbood en uit den anderen joeg (algemeen gejuich} zy vlogen ylings voor my heen -— en ik verheugde my over  ( 175 ) deeze loflyke daad (handgeklap) dan ... ja dan ... hélaas! Edele Groot Machtige! (hy dronk eens) met'er haast wierd ik van eenige Burgers; ja Edele Groot Machtige ik beef als ik dat woord gebruiken moet— om- cingeld (de leden zien benaauwd) en ik moest in weerwil al myne fpartelingen , met een groot aantal infpyt van myn Vrouw, vergezeld van eenige keefinnen van Visvrouwen, gearmd met een Franschman na den Dam (de Vergadering begind te huilen) daar komende moest ik Vryheid boven roepen, en die boom! ja die boom—moest— ik — zoe nen! — (allen hard aan 't huilen) doch met een ftandvastig gemoed gepaard met dronkenfchap (eenmisjlag indetong) wilde-ik het niet doen: eensklaps wierd ik over het hek gefmeten als een bulhond, en moest ó jemeni — met de Franschman , in prefentie van honderden menfchen, die'er om lagchten , danfen,.... en toen! ja... ik kan.... niet meer (de geheele Vergadering vallen in bezivyming, de Knegt haalt Doctor en Meefter, na verloop van een uur komen zy by, en Jan Vink vervolgt zyn rapport.') De Schutters hebben my vervolgends daar van daan gehaald , en in de hoofdwacht gebragt. (eenige kyken elkander droefgeeftig aan.) Zie daar myn omflandig rapport van gebeurde wil de Vergadering dat ik het opnieuws pro. beere, ik ben tot haren dienden (algemeen gejuich!) ordonneert en uw ilaaf zal het volgen. Waar mede de eer hebbe te zyn. Wel Edele, Geflrenge. Almachtige!! UEdlen Onderdanige D. W. Dienaar Jan Vink. Gedecreteerd hier van in de Notulen gewag te maken, en Jan Vink te bedanken voor zyn gedaan rapport. (Het Vervolg hier van nader.) A D-  ( 176 ) ADVERTENTIE Ni Word uit naam van den Domkop geadverteerd, dat in» dien myn Vriend Onnoze l, my de Lyst van de bewuste Zee ■ Officieren, kan bezorgen, ik 'er gebruik van zal maken, als ik mee hem daarin gelyk denkt, dat de Oranje Dominéés met bidden, noch de Husfaren met vloeken, de Engelfche zullen terughouden, maar de handen uit demon en aan het werk moeten gaan, daar moet gevochten worden, zoo wel als eertyds onder de Ruiter, Tromp, Piet Hein en anderen ; daar zullen zeker hedendaags veel Salet - Jonkers zyn, met muize baarden, die voor een oud Krygsman waren gevorderd. — Dan op hoop van beterfchap, beloove ik myn Vriend Onnozel nader te fchryven. Men laat een iegelyk weten , dat eerdaags een Tuimelaar op een Dorp zal geremoveerd worden, diedeklugt wilbywonen, adresferen zich in het Huis, daar de Man en Vrouw met 'er béiden, maar een oog hebben. Zegt het voort. Als de Schouwburg gefloten is, zal men in het donkere by publieke dageraad fpeelen iemand en niemand of een der belagchelyke Officiers zonder Commando, Klugtfpel, geaccordeerd voor 25 percent, om deszelfs dikte, ieder zy géwaarfchouwd hém niet aantefpreken , want de man is brutaal- en na hetzelve a Ia dolle, of de geweldige dreigementen, by Verkoopin gen. NB. Iemand te huur of te koop hebbende een Pakhuis of Zolder, ter berging van eenige vaten gevuld metTraaneu, geftort door eenige Oranje Ambténaaren by gelegenheid van het lezen der Zitting van den maand Mey, waarin de voordragt gemeld word, om hun alleen als onwaardig zynde, en de achting en het vertrouwen verlooren hebbende, te 'removeren, en demitteren enz. nader te bevragen, b/ den geenen, die het weeten. Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Brilt, Dóll Timman, Hazen, B. Koene, Keyzer, Langeveld, Veriem, Wynands. Dordrecht Blusfé. Gouda Verblaauw en Buma^ Haarlem Plaat. Leiden Herdingk, de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk en Alom.  B E D O M K O K N°. 21. Stil.... itil.... naar bed kinderen — welja dan kun- hen wy praaten niet waar? En meer hoorde de Domkop niet, toen hy voörby een zekere welbekende oranje Boekverkooper kwam. De nieuwsgierigheid bewoog my daar na te informeeren— want de Domkop wil gaarne noch wel iets weten; wat was het dan? zult gy. my1 mooglyk vraagen; niets anders, als dat Gouwelus —- Brave Coertsen en dat zootje van Drukkersen Boekverkopers zaten te huilen, om dat de edelmoedige Franfchen ons vry vërklaard en het Stadhouderfchap voor eeuwig vernietigd hebben. Nu zy hebben wel eeni- gen tyd de huik naar de wind gehangen, en zoo wat heil en broederfchap gefpeeld; maar dat fpulletje rarekiek kort nu wel eens inisloopen kyk Lezers! ■ nu de Franfchen ons vry en onafhanglyk verklaard hebben, konde het wel gebeuren , dat eerdaags het laatfte zootje 'er aan moest geloven; want waarachtig het word tyd. Hoe drommel zullen zy het nu maaken? hun heul 1 hun troost ja hun geheel en al—— is voor eeuwig weg ó jemeni! arme fukkelaars! wel vriend Gouwelus als men in uw drukkery eens mogt zoeken; watzoudemen mooglyk een ftapel verfchoonvellen van pasquillen vinden— konde uw letters en die van Cuertfen eens fpreken—i wat aantal getuigen ten voordeele der Patriotten. s adie beste maatjens en goede vrienden— adie,ofikjenooie meer zag vaar wel.. V Het  ( 178 ) Efoe kan ik zoó boos wezen? maar zoo reutett altyd een Domkop en daarom raakt bet hun koude kleeren niet, zy gaan hun gang ik ben alleen niet boos, ö neen! een Mede-Burger in Wyk 8, is ook niet inzynhumeur; maar wat raakt my dat, wel nu wy willen het wet«n — a la bonheur!—— daar is de brief en lees. —— Mede-Burger! DOMKOP! Uw Weekblaadjen bevalt my buitengemeen — ja vriend dat is het ware! — ik ben een groot liefhebber van Domkoppen; en ben juist niet van| die fneedigflen —.—en met verftandige wil ik niet te doen hebben. Derhalven beste maat! vervoeg ik my by u, of het met je goedvinden is, om door middel van uw Weekblaadjen, aan onze Stad- en Landgenooten te vragen 1 NB. houdt vooral in het oog,als het eens gebeurde— of 'er ook in de groote Wyk of Centraale Wykvergadering iemand, als gedeputeerden van een of ander Wyk geplaatst of aangefteld mag worden?— Nu zult gy mooglyk vragen wie? — by voorbeeld zoo een, die voorheen by den hoogzaligen Hertoghva.11 Brunswyk,glorieufer gedachtenisfe, alsCeremoniemeefter gediend of gefungerrt heeft? — kyk maat! — dat zou niet bon wezen ; want zoo een Ceremoniemeefter was niet te vertrouwen en de goede Burgery zou hen ook wel removeeren het zyn zulke invallen vriend! die een onverftandig Burger wel hebben kan en men behoefd daarom, altyd 'er geen gebruik van maken 'er zyn veele dingen, Burger Domkop ! die men droomd, welke gefchied kunnen wezen ook nog, zomwylen, denkt men wel eens over een zaak, die niet beftaat, en daarom 'er toch is.--— Nu word het wartaal, en dus finis. Uw Medeburger! Uit Wyk S. Ik  ( 179 ) Ik ben van daag met booze menfchen opgefcheept,hoor wat een lawai aan myn deur? hoor dat geweld eens aan? zacht! zacht watBurgers!—ik zal wel open doen — geduld! ik deede open en zie een raare boodfchap. „ Er zyn nog eenige oranje fchreeuwers onder de Bier- draagers waar van tvvee my welbekend, de eene heeft een Bierboom gekregen, door Papegaay je kend die kaerel wel het is de geremoveerde Schout, die veeltyds, in het goude Leder Huis, in de Warmoes- ftraat op 't hoekje van de Visfleeg kwam nu, waarom kreeg hy die? om dat hy mede tegens de brave Schuurman, de Boekverkooper een eed gedaan heeft, zommigezeggen n^n niet bon en hy was mede een van die fnaken, die gemelde Boekverkooper zoude verklikt hebben," Das is 'er ook nog een, die zyn naam weet ik noch niet; maar hiervan nader, deze heeft in de vorige dagen fpeelhuis gehouden, zyn vrouw heeft zoocen raare naam — ik weet niet van Heintje Larie of zoo wat; nu die heeft een Bierboom gekregen, omdat hy en zy zich zoowelge. houden hebben in de oranje tyd, zy gaven zeggen myn buuren, toen in die dagen aan onze vervallen verklaarde Prins, een kroon prefent, en aan de Pruisfchen Trouppes eeten , drinken, geld enz. die zieltjens hadden het wel verdiend zyn verblyf is veelmalen, by die gerieilyke meisjens boven de Vispoort in de Nes; alwaar zyn Heintje Larie, hem zomwylen wel eens van daan haalt." Stapt 'er maar af, riep ik die lastige Sinjeur toe — dan ,neen! ik heb nog meer zeide hy wil je hoo¬ ren?——- luistert dan—- maar neen! ik kom wel.eens weer, op hoop dat zy dan geremoveerd zullen wezen-—— apropo wil je liever een brief van my ? ja antwoord maar — bravo! Nu ik zal myn woord houden. V 2 An  C 180 ) Aan den Schryver van 't Blaadjen ■ de Domkop! Daar kom ik weer aan met myn klompen op het ys, ik hoop niet te vallen. Een mooije inleiding zult gy moog» lyk zeggen, doch weet myn vriend! één van de vyf loopt foms fpelen. Nu weet dan dat wy met veel fmaak en genoegen uw Nommers lezen; doch of men leest, fchryft, of fpreekt, het doet al even veel terzaake: edoch men verdiverteerd zich nog al eens, als men zyne gedagten mededeeld of openbaar maakt, mits menden anderen geen logentaal op den mouw fteek;, en daar men thands vry fpreekt, denkt en fchryft, wil ik u ook fchryven — want over dit volgend onderwerp is 'er geen een in ons gezelfchap, die dit kan ontvouwen, dus te rade geworden, u daar eens oplosfing van te vragen. In den Bufgerwyk 59, is om zyn denkends wyze, als Sergeant geremoveert, een geweeze Overman van het Soete Gild, van welk Gild, gy ons, in een van uw voorgaande Nommers mede gedeeld hebt, welk met fmaak en veel genoegen ter lezing heeft gediend. Nu die man heeft in 1788 den 11 April als Overman geadfifteerd, by het doen van de eed op het Erfftadhouderfchap enz. enz. enz. volgens Plac. van 1 Febr. 1788. ■— Nu na verloop van eenigen tyd by vacature der Brood-en Koekweegers plaats, is hy in die post gefuccedeerd, denkelyk om zyn verkleefdheid aan de oude Conftitutie, en be. kleed tot heden die post nog. Over dit zyn wy altyd, als het op 't tapyt komt met elkander in oneenigheid, want denzelven denker behoud 't profitable, en menontneemt't honorable. Hier ryst de vraag: Is de man niet goed om zyn denkwys in de Burgermaatfchappy als Sergeant?—— waarom denzelven Man nog in den kring te zien geplaatst (namelyk) in 't CoIIegie tot het zetten en weegen van het Brood; in ons gezelfchap is niemand die de warerededaar van  ( 181 3 van weet: gelieft u oplosfmg te doen? zult ons verpligten ook teffens zoo gy deeze in een van uw volgende Nommers een plaatsje gelieft te gunnen, dan verblyven uit ons aller naam, meest tusfchen mal en vroed. U Vriend J: DiRit VisaziNNEN. (Het Antwoord in een volgend Nommer.) Tempera te temporii wat dunkt u van de Domkop lezers? .... wilt gy nu eens weten wat dat in het hollands is gezegt? ... het is te zeggen, Schikt u na den tyd. hy is waarachtig gelukkig die zulks doen kan, ik verfta de kunst niet, dus ben ik ongelukkig maar zacht lezers fchort u vooroordeel op, Profesfor Hofstede, een man die [alleen de kunst verftaat om Apologieh te maken , zal de myne ook opftellen, en oordeeld dan. Welk geval heeft u aan leiding gegeven , tot deze fpreuk? zult gy mogelyk my willen vragen. Dit behoeft by myn zooien van de fcboenen niet, die een weinig door de ftad of op het platte Land wandelt, zal het ras ontdekken , hoe meenig een infame Oranje Klant is 'er, die zich thans onder de Patriotten begeeft, ja zelfs vind men die zoort onder de Boekverkoopcrs; by voorbeeld, zo een man als Geruit Bom in de Mol/teeg, deie Boekwurm die in de voorigetyd, de vuilfte Pasquillen tegen de Patriotten verkogt, pronkt thans met allerlei Vaderlandrche ftuk jen s voor de glazen; het geheugd my dat ik eens te Zwyndregt een plaats je over Dordt gelegen, kwam, ruim verfierd met oranje, toen zeide de Casteleinnesfe tegens my — „ gy zyt een ' „ Patriot, en die zyn niet waardig dat ze het heilig teken van oranje dragen" daar by voegende, — „ werpt geen paerlen voor de Zwynen " — zoude men dit op hem niet kunnen terug kaatzen, is hy wel met deze ftukjens te Vertrouwen doen zy zomwylen niet, gelyk ik en myn V 3 fa-  famielje die oranje Klante zyn , welke allerhande Patriot; fche prentjens koopen, om naderhand, als het ommekteèrd, (zoo reutelen zy -—en bouwen kafteelen in de lu-n,) het aan de prins te geven, om een plas danktje te verdienen. Zyn deze Tuimelaars wel te vertrouwen, ik heb maar geen verftand genoeg om 'er over te oordeelen, of het met de billykheid overeen komt, zulks fnaken, Provifioneel in een verzekerde plaats te bezorgen. Myn Mosterboer vertelde my, dat 'er een geremoveerde Burgermeester op zyn dorp woond ; maar hy kon de naam niet noemen, echter weesz hy geduurig op zyn Broek; en zong tusfchen beide Gedult overwïndt. Hy maakte zyn meid met 't kind. Eerlyds droegze een roede mouw, En nu is zy — zyn Vrouw. Deze man zeideJhy, was inden Jaare 1787 Capitein van de fchuttery geweest, doch zodra kwam hy niet in het bewind, of hy keerde zyn rokje om, benevens een metzelaars baas, en zo yverig hy voor de goede was geweest, even zo driftig was hy voor oranje, en om dat de eene Predikant een kees was, ging hy altoos by den anderen (een oranje fchreeuwer) doch deze was niet weldra vertrok. ken, toen nam hy Zondags zyn intrek in de Lutherfche Kerk de vroome ware hem toegedaan —- en echter benydze hem die Kerk, want kyk, het was voor de Godsdienst, dat die man yverde, en in een andere Kerk, dat kon niet door de beugel: nu zou die knaap wel gaarne Patriotje fpeelen; maar helaas, hy is zoo algemeen bekend, dat hy het naauwlyks durft te doen, offchoon veeIe Patriotten van hem zeggen, het is jammer dat die man tranjeh, dit is immers een goed bewys, dathy noch wel eens lid van de focieteit zal worden. En zoo zyn 'er hon-  C 183 ) honderden, lezers! — ishetdusindezedagennietgelukkig, zich te fchikken na den tyd. Wy hebben dat maar niet geweten, en daar om zyn wy vervolgd — geplunderd gebannen — en onrechtvaardig behandeld en de verguizing van het gemeen geworden. Ex vin» Sapienti Virtus'.-eil eiI lezers! het is of de Domkop het latyn begint te leeren, —- wilt gy nu weeten wat dit betekend? zoo ja — dan is het zoo veel gezegt, als dat de wyn de wyze dienftig is; en dat waarom? om dat zy de zorgen flyt, en ons aan geen verdriet doet denken : Ja maar zult gy zeggen, als de wyn is uit de kan, is de wysheid uit de man, dat is waar, ook geeft het veel wyn drinken wel eens gelegenheid tot buitenfpoorighe- den, — en dat zal ik u in 't kort bewyzen. vyf a zes brutale fnaken, kwamen gepas feerde Zondag agt dagen, namiddag dronken langs zekere gragt, onder het zingen van de Vuilaardigste oranje deuntjens ,• drie brave weldenkende Canonniers, atrapeerde hun, doch eenige omftanders riepen, de menfchen zyn dronken, laat ze loopen; en mee de hand van broederfchap was derufie afgemaakt, zoo dat als iemand wat te veel wyn heeft gedronken dan te veel kwaad, dan goed verricht, en onder de benaaming van dronken, meenig braaf man kan moffelen. Domkop is'er niet achter, maar de wyn is hem ook niet 'dienftig, anders was ik van voornemens geweest, om te zeggen, dat al die geen, het zy nuchteren of dronken, oranje boven riep, of iets dergelyk pleegde, zoo op het moment maar te priegelen, dat zy het nooit weer zoude doen; maar gelyk ik zeg het is de Domkop ! en dus geld het niet veel. ■ ADVERTENTIE N. P: S: Daar word een Medailje uitgeloofd, waar fan de waarde nader zal worden bepaald, voor die gene welke de lasteringen, fcheldnamen en valfchebetigtingen, tegens de keezen in de Haagfche Couranten, zeden den jaare 178 7 tot  ( i8+ ) tot 1755 gevonden wordende , zal kunnen béwyzen; verJ raids de fchryver of fchryvers van dien, zulks zullen moeten verandwoorden. Adres tenCoinptoire van de drukkery. § J Daar is op den 18 of 19 January!: 1: gaande uitden § Haag na Scheveningen verlooren de Achting, fraai met linten en ft rikken verfierd, weleer toegewyd aan zekere Prins Bou Bou of bygenaamd Jou Jou ! die dezelve te recht brengt by de Engelfche Kinderkoning George zal een dubbelde waarde genieten. * * Petrus Hofftede is van mening uit het Mallebaars A ie kunnen vertaaien, een intresfant werk, genaamd de nagalm van Willem de Vyfde, by gelegenheid van liet fiuertelyk verlies, zyner beheering en goederen; als me Je eene vei taaling van zyn zevenjaarigStadhouderfchap. Het zeive Werk zal eenige deelen in folio beflaan op groot imperiaal papier gedrukt; met dezelve letter als zyn Bloemenftrooiier de Berichten zyn gratis te bekomen. NB. NB. Er is opSt. LaKKKrmorgen komen aandryven NB. by het Eiland Pruikenberg, een kleine Praam, met ballast geladen, waar van het volgende is geborgen. N". 1.] Een Wetboek zynde in een engelfche band, waar achter met geele letters, Öeffeninggedrukt is, on-' dertekend Braam prefes klein formaat. II. ] Drie douzyn Vlesjens met Hofman , wat hoog van kleur. III. ] Drie kisten, met diverfe foorten van kouzen, zynde zwart geverwdt, de kisten gemerkt Joosting. IV. J Een groote Draai-Tol, ineen vierkant kistjen gemerkt vier- va nt. V] Vyf Keldervlesfen, met khnkklaare Anys, ruikende een weinig muf, zynde het merk onleesbaar, echter heeft men op de zyde gevonden Nuis v . K i i n k .. b e r. VI] Een groote Haak, zwart gefchilderd, meteen witte kop, hier by een kleine weerhaak met een ftompe punt-— a's mede een boom in de Mey maand gewasfen. (Het vervolg hier na.) Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaaiby Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briët, Dóll Timman , Hazeu , B. Koene , Keyzer , Langeveid, Verlem Wynands, Doidrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk, en Alöm,  DOMKOP* N°. 22. BURGER. DOMKOP! Geluk, Man met of die op de Naamlyst gefteld mogen worden, cn wel verkkslyk zyn? (*) Zyn 'er ook onder, die Liefhebbers van harddraven i en Zweepryden zyn, en , en.. zouden die ons wel lyken ? Is het raadzaam om voor de in 1787 geremoveerde Regenten te ftemmen , en zou men kunnen denken, dat zy liet fystema Tan dien tyd hadden afgelegd ? want, was dat fystema toch niet mooi Ariftocratisch ? Moet men voor zulke ftemmen, die op groote breeds gragten wooflen , in pragtige huizen, by voorbeeld Hseregragt, Ksizersgragt, Princegragt, (ik wou dat dienaa- mem ("*) Zyn oranje- calanten ook nominabel ? weet men van de IKfö ren, geen fabel? X  ( i»« ) men al veranderd waaren, want het woordje Heer klinkt zoo raar in onzen dagen) en die haar Capitaal by Tonnetjes tellen? Of is het Beter by den zogenoemde Middeiftand te blyven ? Nu Vrind fpocdig, want ik heb een fchrikkelyke haast, en wou *t gaarne weeten, eer ik myn ftembrief kryg, want ik ken haast geen een van die groote menfchen. Heil en Breederfchap. Uw Vriend. kees haastig. ANTWOORD- vriend kees! Gy had aan een verftandig man die vraagen móeten doen , maar niet aan den Domkop een mooije historie by me keel.' nu ik wil je wel antwoorden, en loop dan eens naar een verftandig man, by voorbeeld, naar een ad' vocaat toe.... laar — rfe niet waar? Wel kees! ik krab myn oor al, nu op uwe eerfte vraag antwoordc ik dom weg, dat als de Domkop ook een ftembrief kreeg, hy zc niet ftemmen zou om dat het niet blykt, dat zy weerom zullen komen, en zy hebbefi ook geen briefje als ftemgejechtigd kunnen inleveren ; want ik vertrouw dat alle genomineerden , voor 't overige zich als zodanig hebben aangegeven, want anders zou 't wel aapery gelyken.(*) Ja nu op uw tweede weet ik niets te beandwoorden, dat moet gy en ik onderzoeken, jantjes moeten wy niet hebben. Op (*} Zyn ze ook fterabaar — Wie hun broeder uk de Wyk-Vergadeling is gezet of gcloopen —■ die by voorbeeld een Boekverkooper zyn goed beeft geborgen, en naderhand aan de hoofd Officier békend gemaakt — is het leven van Willem de Vde ook bekend in de WMOioesflraat, by de man ia zyn Chitfe Japon.  ( i8r ) Op uw derde antwoord ik naar myn doin inzien neen, 't is niet raadzaam, want myn Boekverkooper heeft in zya jeugd Latyn geleerd. en zeide, ,auo femel efi imbuta recens, Jervabit odorem tefia dlu, 't geen ik dagt, dat zeggen wou. Vrouw! hou je kat in huis, want 'er is onweer aan de lugt, maar hy zegt 't wil zeggen , daar de pot eens mee doortrokken is , houd hy lang de lugt van — a gouvemo, op uw vierde en vyfde vraagen. Neen en ja — en omgekeerd., men kan alle op geen gragten, en alle in geen ftraaten woonen, dus zonder onderfcheid, als het maar zuivere Vaderlanders zyn, die Vryheid en Gelykheid minnen. Want Broêr, in de Jlraaten, Woonen ook Ar'floer aatett. Nu dit antwoord is ook in haast, wilt gy meer weeten , gaat naar de wyzen, die zonder inbeelding is en met geen hooge borst ftapt. vale. NB. Vriend! het'fchynt dat gy van een Duitfche familie zyt, want anders zou uw doorzicht niet ontfnaptzyn , hoe haastig gy ook zyt» dat 'er Duitfchers op de Nominatie zyn, of, dit vraagt domkop, moeten de Duitfchers ons ook nog al langer regeeren ? adieu. NB. Wel nu nog een NB. Ja Vriend haastig; men zegd, dat er eendaags een aak met duiven zal verloren worden, den eenen wil hebben datde aak nooit weer boven zal dryven, om dat hy de touwen waar mede hy vast is, los rukken wilde, en de duiven, die naar hun voedfier niet hooren hooger willen vliegen, BURGER! Ik ben een man van jaaren —■» bekend met de meeste Volkeren van Europa, door ondervinding — dat is met Bun. Karacters — een reis van twee en d.-rtig jaaren heeft X 3 ta f  ( ïoS ) Hiy hiertoe gelegenheid veifchaft, en een volledige ïnenfchenkennis door de Practyk; zelve doen verkrygen—door. tcgenfpoeden wys door voorfpoed voorzichtig ge¬ worden, rust ik thans in denfehoot van huislyk geluk — waar ik met een gerust geweeten het pogenblik geduldig blyf afwag-ten, waarop ik eenmaal de groote reis zal moeten pnderneemen intusfehen verzuim ik myn dagen niet— maar werk tot nut van myn even mensch , door hem bekend te maaken met zyn eigenwaarde ——en met zyn zwak. Hy die deze kent myn Vriend, is in ftaat den mensch in. zyn handelingen te doorgronden, ik zoude u niet zo breedvoerig met dit ftelzel beginnen — u niet over dit onderwerp fchryven — wist ik niet; dat de tegenwoordige toeftand van 't Vaderland, het noodzaaklyk maakt. Het oogenblik is hier —• waarop het Volk van Nederland zyn beftuur- ders yerkiest waarop het welzyn van het Vaderland word toevertrpuwt aan wettige Vertegenwoordigers van Batavieren — van Batavieren, altoos gevreesd door hun moed, en geacht door hun eerlykheid —— op deze onaffcheidlyke deugden moeten wy acht geven. Een braaf, verftandig, onverfchrpkken man, kent zyn belangens, en behartigt die van het Volk, waar voor hy moet waaken, Het is, en blyft waarheid, dat alle menfehen naar hun grondbcginfcls te werk gaan -—- zyn deze tot zekere eindens bepaald, en eerlyk zo zuJlen hun handelingen beantwoorden aan de dryfveeren op een welgevormd be? ftendig Kara&er, kan men een gegrond vertrouwen van duurzaamheid ftellen, dan, wat noemen wy eerlyke grond- • beginfejs ? oprechtheid , deugd , eerlykheid en edelmoedigheid , zodanige eigenfehappen , die de bezitter , aan het oogmerk van zyn beft'emnung nader doen koomen, en verheffen boven het zwak , toegevend , ligtgclpovend gedeelte van 't Mensclidqin, kunnen en moeten aanfpraak jnaa-  ( i«9 ) ïijaaken op het gereedsvertrouwen en plichtmaatige eerbied. Hoe fchoon vind ik de twee volgende verfen .' By, die de deugd verzaakt -~ verzaakt ook zynge/ukt Hy, die zyn Godverlaat —• bewerktzyn ramp, en drukt. Kon men immer treffender gezegde boven de Deureu. derRaadzaalen plaatfen? zoude deze herinnering niet noodzaaklyk weezen by de intrede, om de beftuurders immer indachtig te doen zyn aan hunne pligten als Burger, als Kristen? Ik hebniet opzet dat aangehaald, om te betoogen» dat Godsdienst onmiddelyk verknogt is met braafheid 't is waar, men vind veele die 'de zaak van het Opperweezen, ieder oogenblik behartigen en in de uitoefening ver- geten maar hebbe? deze fchepfels het waar gevoel van de zedelesfen! verftaan zy de pligten \ men moet dus deze lieden befchouwen, als zonder grondbeginfels zonder Godsdienst, als gevaarlyke , in de zamenleeving: dan ik bedoel dat zoort van menfehen, die zo weinig crediet ftellen in de Godsdienst, als vatbaar zyn voor haare indruk , zonder nu te betwisten , of diergelyk mensch in de zamenleeving braaf kan zyn , en edelmoedigheid uit oeffenen, blyft hy echter by my verdagt zo dra ik vind, dat hy eenige post bekleed van aangelegenheid in het Vaderland; maar iemand die in de burgerlyke zaamenleeving , vriendfehap, Huwelyksliefde en woord van eer vergeet; offchoon hy ieder oogenblik zyn gevoelens van Vaderlandsliefde betqfgt en die der natuur verkracht in zyn eigen hnishoudiug, zodanig iemand is by my een fchurk, ja acht ik onwaardig eenig publiek Ambt te bekleeden, omdat ik geen verzekering kan hebben — van zyn trouw, van zyn vaderlandsliefde zelv, in geval van goudbeproeving omdat niemand die zyn pligt als Kristen vergeet, als B»rgcr geen zwaarigbeden x 3 maakt  ( *9° ) maakt zyn eigen Vaderland te verraaden. Mogt het Volk Tan Nederland hier aan gedagtig zyn , en zich niet blindelings overgeven aan Menfehen, die onder de dekmantel van Patriottisme, een eerloos hart verborgen hebben. Ik ken een zeker Koster in de Kerk van Amftcldam , de Gereformeerde ïiarnentiyk, het is een man van verftand» een boezemvriend vari Rendorp, en van meer dergelyke geweest, en nu. in den Haag in ;het bewind gefteld, kend gy die man ook Domkop ? indien gy my hierop wilt anti woorden, zal ik uw meerder fchryven.' Ik ben na heil toewenfehing, Uw Vriend en Broeder, jEnae-Idos. Burger Domkop. Ik heb hier een fingulier ftukje in handen gekregen van een oejjening School, by een Vergaderd op de dag, waarop ie tyding kwam van de gefloten Alliantie tusfchen de Franfche Republiek en Bolland; ik zend het u om de aardigheid. Alias, Diakon Braam Prafes. (*) Solo maestroso. Helaas! 6 vrooaie Burgerfchaar! Wat eindelooze droeve maar, Ontftigt myn kuifche ooren. Het uitgekoozen Volk, ziet haar verdrukking komen, Haar Prins ■—dat dierbaar hoofd —haar alles weggenomen. Haar hoop op Pruisch verloren. Ah! Willem — dierbre Willem vlood ! En liet zyn vroome Volk in nood, Wy zien hem eeuwig bannen , Ah! Broedren! — ah! Suzannenl Cm- <•) Apotheker op de Haarl. Dyk , over de Burgermarkt.  C 191 ) Chorus van Oranje Predikanten, Ouderlingen, Diaconen en Zusjens. Ah I Wiltem — dierbre Willem, vlood En liet het vroome Volk in nood, Wy zien hem eeuwig bannen. Ah! Broeder! — ah! Suzannenl Braam Recitatio. Weent — Broedren— Zusters weent — uw traancn vlociWant 't eind der waereld is naby. Oen VI7 — Ontryg u — Zustren fchaar — geev aan uw boezem lugt, Zy zwoege vrylyk — het is de Kerk die zucht. Ontlast u van die zorg, die uwen boezem kwelt. Niets zy dit oogenblik door 't drukkend kleed beknelt. Agitato. Ween vry —laat nu uw traanen biggen, Nu wy den Vorst ter aard zien liggen. Kom, Broedren, Zusters, zyt veréénd, Dit uur zy enkel vol geweefid. Chorus. Ween vry — laat nu uw traanen biggen. Nu wy den Vorst ter aard zien liggen. Kom , Broedren, Zusters, zyt veréénd , t>it uur zy enkel vol geweend. [Collega Haak en Oog Sotto Voce. Schoon nooit myn hart van wellust blaakt, Dan als 't de leer der Kerke raakt. Schoon fel gefchokt door uw vertoogen. En met het lot der Vorst bewogen , h 't echter billyk dat wy werken-. Om ;t hart der Zustren t« verfterken. Cof-  ( 192 ) Collega Haase beek » P'isficato. De Harmonie die ziele bind, Geevt vreede aan het harte , Ij heilzaam voor een boezemvrind» ' Probaat voor zulke fmartc. j o ost haivbaatd. (*) *t Geloof — toont zich door heeter daadefu ^tBlyvt heilig als de vygebladen , 'tBlyvt vaster als de oranje kleur, Daar ik helaas my dood om treur. C M o o r van Zusjens. Ah! Brcedren — ah ! hoor ons geween , De wanhoop feheurt ons 't hart van een, Het licht gins uit. (*") Tot innige zieltfincrte van ont t?dcrgeliefde en veel beminde Gezelfehap moeten wy u groot Meefter Domkop laaten weeten dat dezen man na het allerwyste raadsbefiuic van eeuwigheid btfloten, hem naar de eeuwige eeuwigheid heeft overgenomen, om I>oufirkooper in de hel te worden; de mui fterft vel van vreugde , omdat eersdangs de zyn beminde PreAtkhceren Nuys , Haas Haak, van Veen en ardertn zielbczorgeis, in de eeuwige warmte zulten worden overgebragt; vermits zy door een Haarlemmer Doctor ftaau van een keelziekte geneezen te worden. Zegt het voort. Dit Vertoog zal alle weeken a 2 ft. uitgegeeven worden i te Alkmaar by Bartem'mk , Hand, Amfterdam, Boom, Briët, Ddll Timman, Hazen , B. Koene, Keyzer , Langeveid, Veriem , Wynands , Dordrecht. Blusfé, Gouda yerblaauw , Haarlem Plaat, Leiden , Herdingh, de Does en de Pekkers Zaandam van Aken , Tolk , en Alöm.  B E DOMKOP N°. 23. BROERTJE DOMKOP! Ik moet uw wat vertellen, ik kwam eenigen tyd geleden, op een zekere piaats, alwaar ik voor myn lieve Hollandfche duiten een glaasje bier kogt; ik zette mynederopeen ftoel, en las de krant —— denkende dat ik by keezen was, vertelden ik vrolyk en wel het geval van de Mous. jens, het geen gepasfeerde Maandag gebeurd is. Maarte drommel dat was altemaal mis den een keek my ny- diger aan, dan den ander wel, wel! zeide de Koeke- bakker uit de St. Luciefteeg, hoor die vent eensnydigop de Jooden zyn ik kan niet begrypen, dat die menfehen kwader zyn, als wy Ik ook niet riep een Achil. les of domme Dominé by de kapel op het rokkirj, uit — dit discours liep hooger dus myn haaring braade hier niet. Vervolgends kwam ik by eeu tweede , daar hoorde ik niet anders als van removeeren van dienders praaten • de een zeide de keezen mogen zoo leep zyn, als zy willen, zy worden toch gefopt ja zeide de ander, Hoender- ",'oegdt is ook geremoveerd en zy denken dat ae in dien posten zullen komen; maar dat zal mis wezen, ons volkjen zal die wel waarnemen: zy hebben'ergeen kennis van; jongetjen zeide een vierde, weetje wel wie diender is neen was het antwoord; wel de Oranje-Koet- fier word hy genaamd — ei! ei riep 'er een uit den hoek, dan kan ik ook wel diender worden! want ik heb je wat Y' ge-  e 194 ) gedaan in onzen tyd doch hy is de bol van ons ma maar jongen je bent een naakte klant, zeide 'er een. Wel als ik diender worde, dan heb ik niets nodig. * zegt dat niet, fprak 'er een, ik heb gehoord dat de Koetfier aan zyn baa, een paar goude kuitgespen heeft gegeven, — als ik zoo veel had zeide Piet dan ging ik liever als fchryver op een Oorlogfchip vaaren; dan konde ik nog eens door den tyd, by myn lieve willem in Engeland komen; want'er zyn nog wel Oranje Capiteinsonder, die hun cours daar naar toe zoude zetten, — en dat babbelde daar maar zoo heen — Ik betaalde myn gelag, vertrok, en nu groet ik je WH d o M i n e dom. DOMKOP! Weest zoo goed, en plaatst dit volgende in uw weekblad ; ,, Den 17de van deze maand , is door het opheifcherj „ van de chaloup, van *s Lands Schip van Oorlog de Ve„ nus, de groote Mast gebroken waar door het geheele „ groote tuig in het Schip is gevallen; de Schipper en „ een Matroos verongelukt, nog negen gekwetst; of de„ ze mast een van de Amerikaanfche is, door de zoon van den Equipagiemeefter Mai aan het land gelevert weet men niet, zeker is het dat men hier uit de elendi„ ge ftaat van 's lands onkundige baazen eenigzinds kan afr nemen. Texel 8 Mei 1795- Waarheid. MYNHEER! Ik heb veel van jou blaadjen hooren fpreeken, en om  om dat hét óveral gelezen word, kom ik by jou myn nood klaagen. ' Ik ben een Tapytklopper Kruyer Schoenlapper, enz. enz. enz. van myn ambacht ik (laan met huisje, vlot, kruiwagen enz. aan de Lange Brug op het Rokkin. Ik heb onder myn famielje een Nichtje dat te Rotterdam voor mooi meisje twee a drie maal, buiten de Delffche Poort in zoo-een thuintje weetje, voor pleifier geweest is. Mevrouw Catharina Mulder wed. den Heer van Leeuwen door de Patriotten bygenaamd kaat mossel is myn Tante: zoo dat myn heer den Domkop, wel kan zien dat ik van een goede tuk ben. Nou moetje weeten, dat ik almagtig boos op de keezen ben; want begrypt, om dat ik altoos myn best gedaan hebt, met de Prins en Prinfes voortefpreken, braaf met Oranje geloopen, en de keezen ter eere van myn lieve Vorst geklopt hebt, nu willen ze my, geen meer werk geven . je moest eens zien, als ik de Tapyten van de keezen, die zoo in myn buurt woonen, uitklop, hoe dat ik er dan op beuk, — ha! ha! denk ik dan, nou zei ik je eensblixems afrosfen; jongen dan fpringt myn hart van vreugde op . en dan denk ik, mogt jou baas ook zoo eens hebben ■ maar dat is nu mis — kryge ik een tapyt van een myner Oranje Vrienden , dan behandelen ik die zeer zacht en bedaard jongen te drommel mogt ik eens van die verduivelde kees, uit de Nes, weetje uit de goude bal, nog een tapyt krygen te felderement wat zou ik er op beuken — ik zou 'er twee dagen aan befteeden , wanthy heeft my alles ontzegt, om dat ik een Oranje Lint op myn hoed droeg van een half el breed — en dat wilde hy n iet hebben; Ik heb het nog in huis en zal het nog eens in fpyt op zetten, Jan M a t t o; Adieu minheer! Y a BES-  ( 196 j BESTE MAAT! Ik neem myn toevlucht tot jou ik heb een pratte zyn of Procureur in het werk gehad, en die kaerel geeft* my een rekening van zoo veel befoig: vacat: leges: verfchotten —■ en nog meer van die fantekraam, dat myn óogen overloopen. Nu wil ik hem niet betaalen— want die vent heeft geen maand aan't werk geweest. Hy brengdt tot zyn verfchooning in, dat de fcheele Secretaris meer dan de helft voor de verfchotten moet hebben, en de andere helft moet nog een derde af aan Schout en Bode. ó Maat! wat preutelt die kerel eerlyk je zou hem op de hand dragen maar neen■ hy mogt de drommel met zyne fynigheid kulde hy het geheele boeren volk» en een ander moet voor hem agterom zien en of het keezen of oranjeklanten zyn , hy vervolgd ze beiden zonder te waarfchouwen, hy heeft een myner vrienden, zonder flag of floot laten dagvaarden, intusfchen wierd'er over de zaak gefproken , dus ging de dagvaarding niet door. Wat te lang na zyn zin, dit uitftel duurende, dagvaarde hy op nieuws; eindelyk is de zaak afgemaakt, en hy heeft een rekening ingeleverd , die enorm groot was. Wat raad zou 'er voor zulk volkjen zyn. Ik heb al eens gedagt om in myn Sociteit een voordel te doen, — ten einde alle Sociteiten, Cluhfen, Wyk- en anderen Vergaderingen, gelykerhand een adres of liever een Comraisfie na den Haag zonden, om te bewerken— vooreerst — dat alle Procesfen die uit fchulden voorkomen, op ééne dan- , die uit faiten beftaan, dat is fchelden, het doen van rekeningen enz. in veertien dagen; en dat indien 'er al een Procureur of zoodanig een grypvogel by moest wezen, dat hy niet mogt vragen, als volgends een te maaken ordonnantie Schout en Secretaris, indien zy een inkomen hadden van het Dorp; als dan geen geld mog- te  C 197 O te rekenen , van een eifcher of gedaagde maar nog veel liever wilde ik al dat zoort, Procureurs, Solliciteurs enz. bedanken, als beurzen te laten fnyden — kyk beste maat ik ben nog boos ■ ik hoop echter dat ik welhaast zal zien, dat zulke klanten een pen op de neus worden gezet. Vale Jan Anti-Praxis. BESTE VRIEND! Ik hoor al klagten over de duure tyden, zware belastingen, en wat dies meer zy gisteren ontfingik een ftuk waar in over de handelwyze van de Vader uit het Mannen Tugthuis, Arkold Willem Groote geklaagd wordt. Zoo dat vriendje het is overal klagen en kermen. Ik wenfche myne mede vrye en gelyke Burger heil en beterfchap. (In het volgend -Nummer hier over nader.)] Nemo mortalium omnibus horis fapit! ja Lezers! dit is Van de Domkop, hy.zou al zyn kleen overfchot van verftand, wel op eenmaal verfpiillen, en het is nog provifioneel, dus wat overhouden, tot ik gewettigd ben. Nu dan, niemand der Stervelingen is te aller uuren wys. Waar toe deze?— om te betoogen, dat als men van daag iets doet, om een ambt te behouden, en men wist dat eenige jaaren na dien tyd, daar door zou in gevaar loopen, men het dan niet doen zoude. Dit ondervonden 3 Municipalen te Schiedam, die mooglyk toen zy het Declaratoir getekeijd hebben, niet wys genoeg waren, om tedenY 3 ken  ken, als het omkeerd, kan ik Municipaal worden, indiëfi zy dit bedacht hadden, gewis zoude zy niet getekend heb. ben; want nu komen zy 'er mal af. Men mag doen wat men wi! , niets kan zoo verholen blyven , of het komt naderhand uit. Voorzichtiger ware het geweest, om deze acte te verbranden, of te verdonkeren, kyk dan had het niemand geweten of kunnen ontdekken; wantottt het zelfs te vertellen, kyk dat kan niet; als menie Amfterdam de Acte van berouw eens vinden kon, of de Requesten van fubmisfie, hoe veelen zouden'er op gevonden worden, daar men het niet van verwagt maar nu men het niet weet, kan 'er ook geen oordeel over gevelt worden.—— Als ik groot Meefter Domkop zo een acte getekend of een Request geprefenteerd hadt, ik zoude de waarheid zeggen, en de braave Natie te gemoet komen, om het te doen ontdekken, mooglyk zoude de menfehen met my medelyden hebben, en denken de man heeft hettoen ter tyduitarmoede gedaan: ja maar om dat te zeggen, is wat onvoorzichtig en echter is het gevaarlyk om met die genen omtegaan , welke dan links en dan rechts zich keeren, dan de tyd, die alles ontdekt , zal dit kloentje ook wel ontwarren patientia omnia vincil! BURGER DOMKOP! Dat gy dom zyt, toond gy, en dus zytgyteverfchonen, toen gy voorby 't huis van den Boekverkooper ging, volgens uwN°. 21. hoorde gy toen niet dat de UiterfcheSchipper Jaarsvelt, hun weder gerust Helden, en zeide't zal niet lang duuren, of ik zal nu voor de tweedemaal hier koomen met de Pruisfen; want ik heb ze de eerfte reis de weg gewezen , anders had ik deze post van Schipper nooit gekregen, want in Arnhem was ik te veel bekend geworden, omdat ik met nog twee oranje vrienden de Patriot.  ( 199 ) trioten heb aangeweezen toen deSoIdaaten dat blixemfche Keezengoed plunderde, echter was ik ook heelbenaauwd in 1795 . want toen ben ik ook van hier geweest; de Patriotten moesten de Franfchen hebben; maar als nu de Print weder komt, dan zal ik wel beter Ambt krygen, anders ziet het 'er flegt met my uit, wantik denk, dat ik nu myn post wel zal kwyt raaken; ik heb nog wel vandatgeplunderdegoed uit Arnhem maar daar kan ik niet lang van leeven. Toen ben ik heen gegaan. Vind gy dit een plaatsje waardig in uw Weekblad, maak 'er gebruik van; ik ben Uw Mede Rurger Wel tee Hoor. Vervolg der Advertentien, op pag, 184, VIL] Een Hoogduitsch Preekboek, fmeerig en bemorst, op de titel eenigzinds leesbaaar, Bïgeman. VUL] Een Cabinet ftukjen, zindelyk gewerkt, door Wynpers. IX. ] Een kistjen met dweepers gemerkt Dermout. X. ] Verfcheide groote witte Paruiken, eenige beffen, en duiftre Manufcripten. en ten XL] Een oud van de Rotten gebeten Apologieboek, in een geele band, met bloemen verfierd , op de rug ftaat de Reis naar de Hel, door Hofstede. Die verder eenig naricht begeerdt vervoegen zich op het meergemelde Yland, by den Voorlezer Hoogerbeets, op de gehaate naam gragt, by wien nader informatie te bekomen is, en alwaar de goederen in bewaring zyn. De Domkop een minnaar van Gelykheid zynde, heeft hy zulks meermaalen getoond, door de drukfouten met zyn Vriend en Btoeder Gartman, welke hy de voorkeur geeft, een.  ( 2 CO ) echter wil gelyk blyven -— om de drukfouten aan te toonen — wederom gelykheid.—— In N°. 13 van de Domkop, pag. 115, reg. 4. ftaat leef- tyd moet zyn leertyd ■ pag. nrj reg 4 ftaat 1715 moet zyn 1785- Coertsekt , betuigd de Patriotten nogmaals dank, voor het gerustelyk laaten drukken van zyn politiekeSnapfier, en heem: aan om nooit weder te fchelden of te lasteren, verzoekt uit krachte van broederfchap, de gunst en recommandatie , alzoo de ƒ 3000, die hy tot fchaêvergoeding van het plunderen ontfangen heeft, reeds verteerd en uitgegeven zyn aan hun, die de Patriotten wisten aan tebrengen, om in zyn fchandblad te plaatzen. * * Indien iemand de vereischte bekwaamheid heeft, * om een Wyk - Vergadering te bedanken, mids de kunde bezittende, om te beöordeelen, of de zaaken goed gaan ja , dan neen, adresfeeren zich by den Zilverfmit; by wien nader onderrichting te bekomen is. Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briët, Dóll Timman , Hazen , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh , de Does en de Pekkcr* Jgaïndam van Aken, Tolk, en Alóm.  3D E DOMKO!, N°. 24. VRIEND DOMKOP! D e Prins is weg — de Franfchen in ons Land wy zyn vry verklaard —- en de Burger verkiest zyn eige Vertegenwoordigers. Maar behoord de aanftel- * ling van Officianten, Zee-kapteins enz. aan de Burgery? Moeten de Oranjeklanten geremoveerd? Word 'er geen ftraf geöeffendt? Zullen de afgezette dwingelanden geen rekening doen? enfin, dit zyn de vragen van den dag. —- Maar nu moet ik eens een vraag by de nagt doen. Waarom is men zoo onverfchülig en onvoorzichtig in het verkiezen van Zee - Officieren ? Kunnen Vreemdelingen — Broodzoekers —. die niets kunnen verkrygengeêmploijeerd worden? Moeten de aanteftellene geen bewys geven, dat zy meer gevaaren hebben? Is 'er niet veel aangelegen en W.el tegenswoordig wie Kapitein is al of niét? Zyn de aanhangers van het Huis van Oranje wel te vertrouwen? — Loopt men geen gevaar, dat wanneer zy in Zee zyn, na Engeland zullen zeilen? Zullen zy niet het volk omkoopen ? ■ Weeten zy geen occafie om aan hunne Afgod, de orders toe te zenden? of zyn 'er Patriotten die het bevel kunnen voeren ? Heeft men van de Vaderlanders geen goede verwachting? Hangdt de welvaart, de glorie van onze Republiek niet af aan de Zeekapiteins? Moeten" wy onbekwamen hebben ? Is het begeven van Oorlogfchepen even gelyk met een Zardammer of 'Haarlemmer Schuit? Deze vragen Vriend, komen % 'snagts  ( 202 } fspagts altoos in myn gedagten —— nu zult gy mogelyk willen weten, waarom ik zo een zwaar hcröfd hebt?en of 'er 'zulke zyn , die niet bon kunnen gerïoemd wórden? Dat weet ik niet; maar laaten u Lezers eens oordeel en, over de volgende, mooglyk zyn 'ér die 'er, beter'over oordeelen kunnen; dan ik; Zie hier een kleine nominatie . daar het vervolg van zal komen. Kapitein de Cerff, men zegt hy is een Oranje minnaar bekend in Wyk 54- Nu zyn .Beste Maat.' tk heb gezien in N°. 23. dat gy ook brieven van oranje vrienden plaatst; wel maat hadt ik zulks geweten , ik zoude al over lang gefchreven hebben; te meer, daar ik zie dat gy broederlyk handelt en met de Gelykheid vriend zyt; ik ook, maar het is uit noodzaake. In den Jaare 178Ö ben ik in een Genoodfchap geweest, heb toen der tyd al met een Oranje doek om myn halsgeloopen, leest de Vaderlandjche Couranten van dien tyd; endaarom moest ik uit het Genootfchap. — By deze Omwending wilde, ik, gelyk by de voorige, mede doen want ik gaf voor, dat ik overtuigd was, van de handelwyze der Patriotten; maar ó jémeni—- het fcheelde drommels veel. Nu dan! ik kwam met geweer en wapen; want dat had ik. bewaart, of ik 'er fomwylen eens een keesjen zoudemedé kunnen geknaauwt hebben maar helaas de Patriotten wisten wie ik was ik moest 'er uit, en mogt geen lid van Ciub of Sociteit zyn, alhoewel ik veel voorfprakeu had doch gekken en even zulke lasteraars als ik, dé reden die zy voorgaven, om niet in de keezen kring te verkeeren, beftond eenvoudig hier in, om dat ik heb willen plunderen, dat my nog fpyt, niet gedaan te hebben dat ik verfcheiden keezen gefcholdenengelastert heb dat ik de Franfchen vervloekt en de Pruisfchen en Engelfchen gepreezen zouden hebben— wat kwaad fteekt daar in? de Pruisfchen zyn immers onze geloofsgenooten, en dus hebben wy één reis naarFiwto te doen; dit is een zedenles van Svmon Ram, eenmynerbestevrienden;ook een kwaadaardige oranje klant, zeggen dé Patriotten. Nu Vriend ik ben 'er uit; en heb myn geweer verkogt* Uit vreeze dat zy my het afge'haaldzoude hebben jongen* lief! wat was ik den ï April blyde toen detyding vanPruïfchen kwam ; Ik was reeds al bezig om uittedenken, wie Z 2 d*  C 204 ) de eerden klap om de ooren, van my zoude gehad hebbe»; Nu Vriend ik fchryve u wel nader en blyve Zaandam Kees Kuiper. 20 Mei 1795. 4iias de koriander. BESTE! Dat de Patriot een oranje klant fopt is niets , maar den eenen Vriend den ander dat kan niet goed genoemd Worden—begrypt me die hidorie daar hebben ze myn mannetje lief— een briefje gezonden, om als Brandmee- fter te verfchynen en kyk doch het was zoo niet' myn goeje ziel is 'er naar toe geweest—- nog Iagchen ze hem uit wel foei ik zoude hem vernielen die het gedaan heeft en luider maat!- myn Zuikerdoosje was reeds zoo verheugd dat hy wel tien voeten opfprong maar ó helaas! van dat alles is niets gebeurd— kyk doch wat menfehen zyn *er in de Wereld , het was een briefje voor een anderen dat doppen ze myn lieve lekkertje maar in de hand — maar ik moet ze krygen ik zal hem — ik zal hem —— ja ik hou woord ik zal hem. Weest zoo goed en plaatst dit in uw Weekblaadjen, als gy iemand ziet Iagchen by uw Boekverkooper denk dan, dat is hy Vale! De Vrouw van de man die hameren en fpykere kan. SINJEUR DOMKOP! Ik wou je gevraagd hebben of al die Bourjers, die op de Nommenafie daan, goed voor Mankepaalen zyn , (neme me niet kwalyk as ik het niet goed zegh, want ik ben een Mof, verdaje, en die weten dat ook zoo niet te noemen; nou dat doet 'er ook niet toe, antwoord my maar, en legt  ( 205 ) 'er niet onder te Marre, want daar hou ik niet veul van, even zo min as de Bourjers van myn Wyk, en zeg me dus maar of men Lanslui die ook Moffezyn.en die jullie Hollanders zo lank venloeket hebt, nou ook op het kusfen moge kommen. Potsdouzend was wohl ich dan blyd zeen, dewyl ik dan weer ocafie had aan een ambt te kommen, en zegd mihr dan ook eens, of die Bafterd Patriooten, en die andere vreemde Nafies als Pontoyers, en dat menfehen zyn die zo veul voor den Oranje Banguir Slope gedaan haben , nou wohl in de Regeering moghen komen. Ich bin jhr Lezer. . Hans Michel. PS. Zach mihr ook ein maol, of die Bourjers woht verkieschlig zyn, die in hunne Wickvergaaring niet haben willen komen, en gefacht haben das heuirfafoen tegrosch was, om mit het gemiene volk om te gaan, ich wenfche jhr von harten gefondheis. VRIEND DOMKOP! s' Morgens vroeg op myn kamertje zittende, onder het rooken van een pyp vaderlandfche tabak, viel my in de gedagten, zyn het nie: de gelukkigfte menfehen, die de huik naar de wind kunnen hangen? Ja waarachtig zo veeltyds, ja genoegzaam altoos gaat het hun nawenscb — lukt 't hun niet, met de eene wind te zeilen, dan doen zy 't vast met een andere. Ja! ja! 't is zoo, is 't Patriotje boven, zy zyn zoo Patriots als iemand, is een ander parthy boven, dan zyn zy't ook; maar Vriend DomkopI zoude men niet op den een of andere wys een ftukjein uw Blaadje kunnen plaatfe van dergelyke vervloekte draaijers ?wel nu, daar was gelegendheid toe; kom aan! de eerfte maar by de kop te vatten. By naam kan ik de man, (dan hy isbymynFaihieljebe Z 3 tef  ( 206 ) ter bekend) zyn voornaam is DIRK en op zyn Van zal ik my nog eens nader verzinnen; by wil my op dit ogenblik zoniet invallen. Deze man had ik gaarne eens wille zien dan ik trof hier toe nooit gelegendbeid, en dus zag ik nimmer myn wensch volbragt. Maar gy zoudt zeggen, wat komt een mensch wonderlyk tot zyn geluk, en zoo gebeurde het my ook, om deze vervloekte draaijertezien. Ik moest om eenige redenen uit de Stad, kwam des avonds ter plaatfe myner deftinatie, daar wat gezeten hebbende, hoorde ik roepen Myn Heer VERS CHUUR! ik beefde op 't hooren van deze naam, maakte direct myn werk 'er van om te hooren, of dat deze draaijer was, die nu dit ambtje in de Stads Waag te Amfterdam gekregen hadt. Ja! ja! zeide men my, dezelfde: ik dagt, ó!nu zie ik doch eens de man, waar.naar ik zooIanggevvenscht had, niet om zyn Patriottifche denkwyze, neen waarachtig, die bezit hy niet; niet om zyn Vaderlandfche liefde voor zyne Mede-Burger [adres aan de Wynkoopers en Tappers te Amfterdam] niet om dat hy de verrader zyner bloedverwanten was adres aan .... woonende in . • • Nu wat zegt gy Domkop is datnieteenbrave?jahy heeft doch nog twee braave daaden gedaan, voor eerst is hy aanbrenger geweest , van alle de daden der Patriotten aan de fchelmfche Papeloretje, en ten anderen, heeft hy leverancier by de Année geweest van den ongelukkige Pinkenier, zyn dat geen twee groote daaden? nu dat zy zoo. Ik kon dan deze Vriend; maar. ik vroeg aan de Vriend, daar hy gelogeerd was, hoe zat dien Heer (want de naam van Burger verdiend hy, by my niet)'er zo bedrukt uit? Og! zeide hy, om dat hy *t Land zulke groote dienften bewezen heeft, is hy vereerd met een Ambtje, dat nog een mooif ftuivertje opbrengdt; maar den armefukkel, kan van niemand borgtogt krygen, en daar over is hy nu gantsch bedrukt. Geen zwarigheid , ja wat zwarigheid, by zyn  C ) zyn vrienden de Oranje klanten, vind hy heul noch troost, dm dat hy hun party verzaakt heeft, en by de Patriotten noch minder; want die zyn hem zo vuil als roet j| ó arme bloed! Waar zult gy nu heen? . hier blyft nu niets meer over dan te vragen , aan myn Vriend de Domkop. Is het niet noodzakelyk, ja hoog noodzakelykst, dat zulk een draaijer geremoveerd moet worden, of niet? Als ik myn antwoord hier op zal zeggen, is 't zonder tegenfpraak zeer noodzakelyk, dan ik zal zien wat Vriend Domkop hier op zal antwoorden. Uw Vriend Jan Clubist. ***** i ANTWOORD. Moet de Domkop antwoorden of het noodzakelyk is ja dan neenl dat dezulke afgezet worden, wel dat ziet 'er mooij uit; als ik eens ja zeide, hoe veele zou 'er my op het lyf vallen; Wat zou Hulsenbosch gewezeneWaterfchout, wel zeggen, als ik zo eens in het publiek, het zy in de Clubfen of Wykvergaderingen vertelde, dat' hy na Onder- Equipagiemeefteer folliciteerde, en zulks niet waardig was, dat daar braver Bataven mede konde voorzien worden, Wel, heeft die man geen dienst aan het Land gedaan? is hier mooglyk u vraag ja als gy het een dienst noemt, dat hy een Atteftatie tegens de brave Weldenkende Burger No bie, toen die Bataaf om zyn Vaderlandfche zaak in den Haag door Despooten en Dwingelanden was gekerkerd, heeft getekend — veele Zeelieden ongelukkig gemaakt, en of het raak of mis was maar Schuit op Schuit aan de Ketting floot. Ja! ja, dan was hy het waard. Enfin zulk zoort van Tuimelaars en draaijers zyn honderden. Ik heb een verzoek aan myn Lezers, dat zy aan my alle zqdanige hy zy,wiehyzy,opgeeft  C 208 ) geeft, liefst met naam, toenaam en woonplaats, omze dan aan de Braave Burgery bekend te maken; want het is meer dan de tyd, dat daar in voorzien word dat Granjetuig heeft ons lang genoeg getrotfeerd hoe veele brutaale Pinkeniersfchreeuwers zyn 'er nog wel, ijl en op het huis der gemeente Admiraliteit, Compagnies Werven , Huizen en Magazynen , terwyl nog den zuchtende Bataaf, niet meer van zyn Vryheid geniet, dan Exerceeren, lintjends dragen, om de Boom danfen.' Clubs en andere Vergaderingen bywoonen enz. Het word tyd Mede - Burgers! dat gy uw ftem doet ge'den — fiaapt niet langer — weerd hun uit uw midden, die u zeven Jaaren vervolgd hebben — gedoogd niet dat 'eréén, iets geniet—- waar zyn uw Wapens — waar is uwemoed — halt! Domkop! nu begint gy te razen, het word tyd dat gy naar bed gaat ■ als myn Wyf daar niet tusfchen beiden was gekomen zou ik als een Patriot geredeneerd hebben; maar de wyve zyn moderaat en ver- ftandig. VRIEND! In een regel vier a vyf in de Goudfche Courant van heden Ntf. 62. ftaat ,, men verneemd dat in dienst ,, zyn gefteld, en half Juny zullen zeilree leggen, de ,, volgende s'Lands Scheepen" en dan de lyst; maar wanneer is dat A8. 1795 96, of 1797;—— als je wil doet het eens. Jan de Vrager. ANTWOORD. Jan de Vrager adresfeere zich naar alle zeehavens en Scheeps Timmer-Werven ; alwaar hy zal kunnen zien, wanneer het mogelyk is-— de benoemde Zeekapitains zullen wy de Natie leeren kennen; denkt intusfchen op W. O. v. Blots van Treslong een oranjeclant, die zieh zoo beroemd heeft, dat hy Franfchen heeft dood geflagenopde ü.chelde.— Kr aft, als dat de Zoon is van de oudePw voostgeweldige te Rotterdam, dat ftinkthy ook naar oranje; doch hier van nader ——- Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Briët, Déll Timman, Hazeu, B. Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem , Wynands. Dordrecht Blusfé. Gouda Verblaauw en Buma, Haarlem Plaat. Leiden Herdingh, de Does en de Rekker, Zaandam van Aken, Tolk en Alom.  DOMKOP. N°. 25. Begrypme eens die ftukken Lezers! daar komt zeker N. N. my een maling maken met een briefje het is of hy nog dommer dan de Domkop is; de man mankeert het in zyn hoogfte verdieping— het is noodzakelyk, dat 'er eens nagezien wordt; maar laat ik niet gekker worden, dan hy is: ziehier zyn briefje, met aantekeningen. BURGER DOMKOP! Ik vrees met veele dat als je zoo voortgaat met in dea trant de oranje kraaijers al fcheldende, en niets afdoende te fchryven ,dat je dan je crediet onder de goede Patriotten merkelyk zult zien dalen (*) het is nu geen tyd meer om de Na: tie <;*) Waar zit de vrees van N. N. met andere -—- en voor wie? , de oranje fclirecuwers • een foort van menfehen ci- genaartig met woedende Tygers en verfcha«rende Leeuwen: — zoude men hun, daar wy vry zy», nog langer ontzien — en hunnen naam in het donkere verbergen? 6 neen! gy N. N. moge zyn wie gy win maar eerder toond gy een vaderlandsch hart te 'bezitten, om de vervloekte daaden, van oramens aanhangers ten toon te fpreiden, dan dat gy voor hun vreeze—— mooglyk zyt gy ook van die Lieden, welke om zekere red«ncn de oranje Umtw nog ontzien-— neen N. N. men mag, ja men moet hm, Aa aan  C aio ) tie op te zetten, dit is haar blinddoeken. f»j Drukt haar liever haare wezenlyke belangens op 't harte, fjrel haar die in' het heldere daglicht voor, 'en leer haar behoedzaam zyn, dat zy zich door geen fyreenen gezang laat vervoeren, om het oor te leenen aan voordellen, die men haar mooij voor mag dragen, maar die inwendig niets als kwaad bedoelen (f), delt haar de gewichtige belangens voor oogen, die zy tot bevordering van haar heil en welvaard nog moet behartigen fpoor haar aan, om met allen fpoed een nationaale reprefentatie te bewerkdelligen, en dit doende zult gy uw Vaderland, uw Mede-Burgers en ■ zeiven van wezendlyk nut zyn '(§) Zoo gy dezen goed vind te plaatfen , neemt het dan aan voor een gouverno van uw A...-22 Mei 1795. Mede-Burger N. N. ANT- aan de Natie bekend maken ; ten einde daar door ieder weldenkende kan zien', wat adders midden in het gras fchuileri. C*) Is het de Natie opzetten , als men de wandaaden , die dooreen rechterlyk gezach , verdiende geftraft te Worden ; publiek maakt — neen N. N. het is eerder de Natie op te zetten , als men hun te leur ftelt, en de oranje 'fchrecuwers gerustelyk laat blyven — elk weldenkende beyverd zich om rust te bewaaren , doch niettemin ziet hy een oranje klant met verachting aan. Ik verzoek myne Lezers tc leezen pag, 207 en 108 N°. 24. (t) Of men dit al doet, en men blyft even werkloos, wat zal net dan baaten ? en gy N. N. indien gy dan daar op gefteld zyt begeeft u in uw Clubs of-in uw Wykvergadering , ftelt diar zoodanigen propofitie voor, die ons allen gelukkig kunnen maken; en werpt men die agter de bank, geeft my dan de naa- Ken van bun op wie 'er tegen zyn, en ik belove u dat ik *e publiek zal maken, opdat een ieder zich wachten kan, voor zulke fchyn Patriotten, («) Dit ware te wenfehen dat 'er een Conventie Nationaal daar sctleld ware; maar of men daar ai over fchryft, praat enz. betekend weinig begeeft u, daar gy uw (tem moet doen gelden wyst de dringenufte noedzakelykheid aan —— en (poort vw Vertegenwoordigers tor dit gewichtig befluit de Wapens «A At grootheid van een Volk— moet vertoond worden.  ( fff ) ANTWOORD. Waarom zoude ik dit niet plaatfen? ik wil het gaarheid 'gouvemo aannemen, myn Vriend N. N.-wil echtermetmy* bekennen, dat om alle Lezers genoegen te geven , on- dó'ènlyk is. Was het (lot van zynè brief, even als het begin, dan zoude ik veronderftellen, dathyofzynFatniét- je ambten bezit—— van de oranie party is ^ reeds in het Weekblaadjen ftaat of nog in het vervolg tewagten — maar dit is ftrydig ook Vriend? Nu ik recommanderen N. N. dat hy zyn vréeze voor rhy, maar terzyde field, en de Domkop in zyn ohverftand maar Iaat begaan, gelooft vry, dat als hy één verftandig man was, het mooglyk" niet of meer zoude doen enfin Vriend ik groet je, ik heb rricer te zeggen van anderen, offchoon gy, voor dat by u zoo genaamd fcbelden niet zyt; doch echter onder1tusfchen waarheid zynde, zyn 'er Patriotten , die my wederom een fcheepslading hebben bezorgdt vos la, d;t én en francais! BURGER DOMKOP! Wel Vrierid! wy zyn vry gelyk en onafhahglyk — dus kan men nu' beginnen, om de oranie klanten en de vorige dwingelanden , eens na te ryden, en af te zetten — men weet althands nu de gronden waar op men bouwen kan, dus Vriend ( — wil ik met u een Bureau oprichten', dat alhier te Amfteldam geplaatst zal worden, om alle weeken zoodanige Naamlysten van oranje klanten, dié nog ambten hebben , en even trotsch als ten tyden van hunnen afgod, willen heerfchen , en welke meer of min, zonder onderfcheid, bekend zyn, in uw Nommer te doen plaatfen alle Buitenlieden en Dorpen, knnnen dan hunne Lyften, daif naar toe zenden; wan t het is niet alleen noodzakelyk, om die van Amfteldam te weeten, maar ook van andere plaatfen.—— Aa a j)e  ( «* ) De Bureau dunkt my moest geplaatst, en de Brieven onder 't adres van her. Committé van Bekendmaking, aan één der Boekverkoopers gezonden worden, welke uw Nommers uitgeven. Om een begin te maken: zullen wy het zelve uitgeve» onder de titel van MONSTER.RO L, gehouden van de S L A A V E N, op de Plantagie ORANJE-BURG. G. J. de Ruiter voor het jaar 1780, bankeroet uit^rafteldam vertrokken, na eenige omzwervens, Commis te Utrecht geworden, waar hy zich ook inden jare i787niet weinig voor oranje heeft laaten zien; en eindelyk om byzondere redenen, Hoofdgaarder der Wynen in Amfteldam geworden: echter maar in naam; want de uitvoering daar van gaat op dezen wyze, de Sluikbaazen ordonneren, wat 'er gedaan moet worden, de Boekhouder voert het uit en de Hoofdgaarder fpeelt zeer netjens gecoëffeerd de rol van aanfchouwer. Willem de Gans , Hoofdgaarder van de Colleftive Middelen te Oost - Zaandam, wiens eene Zoon onlangs te Amfteldam op een Collecteurs Comptoir Boekhouder is geworden, een ambtje van ƒ nco:- en zyn andere Zoon, is om zyn bekwaamheid, Hoofdgaarder te Knollendam; alle drie eerfte oranje fchreeuwers , de Vader was in den jar# 1786 of 1787 Commisfaris in de Sociëteit," en thans Lid; des morgens vroegtydig zit hy al met de genever fles; eea eerfte Vriend, van den op de Beeftenmarkt bekende oranje fchreeuwer Kees de Boer Vleeschhouwer ■ geen Patriot konde voorby zyn Comptoir gaan, of moest een veer laaten» JAfir ■ 1  ( 213 ) Tas Mossel op het Stadhuis alhier (Amfteldam) Clercq geweest, doch uit vreeze voor de Franfchen is hy de Stad uitgevlugt. Heeft menig braaf man voor geld opgeligt, fommige, doch willen het niet weten, voor ƒ 3000-:-:- en meerdere Guldens, onder voorgeven van een Erfenis , groot tweemaal honderd duizend Guldens; moeten ontfangen, heeft voor dat geleendegeld een kostelyke Buitenplaats gekogt voor drie Lams - Carrnenaden fetekend, geüccordeert voor eenige percento, onder belofte, dat zytiFamielje het zoude betalen, doch waar van tot heden niets is gebeurd. ■ Pieter Steenmesser,Deurwaarder van'sLands Gemeene middelen te West - Zaandam, een eerfte Oranjefchreeuwer , vaste klant van den groote Oproermaker Willem Vermeulen, alias de Bakker Herbergier, alwaar de Sociëteit is van Muitenmaakers deze Pieter Steenmesser is tegenswoordig Lid van de Society Hy is te wel bekend by de Geneveraanen om hem nader publiek te maken. Bakker, te Rotterdam, woond in het Hang — i* Officiant van de Aard-appelen-tonnen, eenbrutaale Oranjeklant , die geen Patriotten in zyn huis wilde hebben, welke door het gemeen vervolgd wierden. Leendert van der Wiel Winkelier, Jacob van Lind Kousfenkooper, David den Braassem, te Rotterdam, befaamde Oranjefchreeuwers. Deze hebben met nog meer anderen valfche verklaaringen gegeven, tegens de braave Patriotten van *t gebeurde op den 4 April i784, ^ de Compagiën N°. 9 en 10 — deeze moeten wel in acht genomen worden; als zynde eerfte boefemvrienden van Coat Mosfel. {Bet vervolg nader.} 4a $ Am-  Amfterdam den 28 Mei 179^5 Het Eerfte Jaar der Bataaf jche Vryheid MEDEBURGER! Ik kan niet mankeeren om u voortédragén, welke, ftaaffche wetten alhier het/ben plaats gehadt, en nog werkelyk inwaarde. Ik bedoel hier eigentlyk het Kooren Molenaars Gild , deze moeten gelyk de Sleepers hun in het Gild koopen; de Overlieden van hetSleepers Gild hebbenhet recht opdeMolenaars; maar niet ,1e laatfte op den éerfte;en dat beltaathier in : dat ingeval een Molenaar op zyn Wagenzit, dan mogen dieO verheden hem bekeuren voorasGuldens: Nu is 'er nog een Wét op het Koornmolenaars Gild * dat, zy des morgens van 9 tot des middags ten 12 uuren' niet mogen ryden , op dieftraaten en wegen, waar de voormalige Heeren met Carré Pruiken gingen of ryden (di«* zelfde weg die de Municipalen gaan.) Ik een Lid vaneen vrye Maatfchappy zynde , ben een hater van flaaffche Wetten en Beveelen; echter niettemin wil ik my altoos onderwerpen, aan de Regulen, welke door het volk zyrj voorgefchreven, en op de Rechten van den Mensch fteunen. Veelen zullen zeggen, wanneer die Koornmolenaars hard ryden, dat 'er dan getrrakkelyk ongelukken kunnen gebeuren; dat is waar; maar kan een Doétors Koets of Rypaard, die als een Huzaar door de ftraaten rend ook geene ongelukken te weeg brengen? of zyn die meer da* een Koornmolenaar? ik vooronderftel van neen- en dat hy d.e wetten uit naam van het volk maakt, zo wel aan de daar inbepaalde boeten» onderhevigis, alshy, ten wiens opzichte dezelve gemaakt zyn: want wy allen zyn aanéén en dezelve voorgefchreven.regel verbonden Myn wensch zy dan, dat alle Gildens, met derzelver Wetten vernietigd worden, en een generaale Wet wierd Gepubhceerd — dat alle Ambtenaaren, en Aanhangers van het Hms van Oranje geremoveerd — dat deflaaffcha pre-  ( 2Ï5 ) prekers, van hunne Bedieningen of Ambten gedeporteerd, en de Oude Regenten tot verandwoording wiarden gecondemneerd. Tot dat einde zal ik in myn Clubs, een dringend voorftel doen; om niet alleen by het doen der propofitie te blyven berusten; maar dat 'er een dadelyke daaröelling gefchieden. Ik blyve uw Mede - Burger! Anti Corpora of Gilden. VRIENDJE! Ik heb gisteren in de kroeg geweest, daar was een oorlogs hagje , die met uw Nommer al vry wat beweging maakte; Ja zeide hy, ik moet eens na die Domkop, want te drommel die vent weet veul, maar hy heeft van die eerfte man in N°. 24. iets vergeten te zeggen. Wat is dat? vroeg ik hem, wel dat zal ik u zeggen ; Gy moet weten , dat hy dan een eerfte Oranjeklant is, want daar zal ik ueen fchets van geven, eenige tyd geleden had iemand hem een Medailje op Vader Hoofd in zyn zak geftoken ; Waarop hy fterk uitviel, en zeide dat hy op zulke Medailjens niet gefteld en voor die Patriottifche ftukken niet was. Nu Vriendje zeide die Matroos, de man heeft veel liever een Willem en Willemyntje die hy trouw be. waard. -— Ik vroeg aan hem, wie is het dan ? Gy kend , antwoorde hy my, informatie bekomen, op het Franfchepadt; daar is hy bekend, als gy maar vraagdt na de Zoon van lange Wim in het Pansjenshuis en verders in deWykvergadering, daar hy onder behoort, ik geloof, dat hy woondt by de poort diekromloopt, daar Trekfchuiten buiten leggen. — Adie vrienden — morgen zal ik uw eens de Lyst brengen van de Zee Kapiteins , en toonen u aan wie Oranie zyn. Ik bedante die Matroos, en ging vervolgends naar huis, om dit op het papier te ftelleq, ten einde aan Uw te zenden ter plaatfing, gy kunt 'er gebruik van maaken, zpgy't goed vind. bestevriend! Kees Patkus. • BE-  C "6 )' BERICHTEN. Een ieder, die met zwakke hërzens is bezet; en geweldige ftuipen ondervind, word bericht, dat, daar de geest van Oranje niet meer in vlesfen kan bewaard worden, maar geheel vervliegt, en de plant zelf uitgedroogd is, een verzending uit Frankryk is gekomen, met de waare esfentie van het AUiantiekruid, het welk veel krachtiger is, als de Oranje plant, dienende tegen alle opftygingen, verwarde denkbeelden, herfenfchimmen enz. te bevragen by Vrediger, alwaar de Conditiën van het gebruik dagelyks te halen zyn. Brieyen franco. Men zal op de aanfiaande St. Larie, ten Toneele voeren," de val van L appidoth, of het Binkeniertje, Klugtfpei, in een Bedryf , gevolgt naar het Engelsch , door N. v. K. Iscarioth, eerfte Acteur naar hetzelve de Echo , dramatisch Toneel, in geen Bedryven , waarin men de aardige tongvallen van de Acteurs Iscarioth, te Water, Boers, Hofftede en meer andere zal bewonderen, tusfchen beide het Dieploot, groot Ballet Pantomine, waar in de Acteurs Braam, Englenbert en Hoogerbeets verfcheide buitengemeene luchtfprongen zullen doen; Verwagt op Sancta Wilhelmina, de vliegende Talisman, gevolgd naar het Hoogduitsch. door Begeman, Wieldraaijer. In de meeste oranje Boekwinkels is te bekoomen het Boggeltje of de belaggelyke Poëet, Zangfpel in 3 bedryven. door de Erve K1 n k e e Als mede de Schoonmakers Jongen, of de Advocaat door Lotery geld. Klugfpel in 1 bedryven — en de Advocaatmet zyn M f. i d op HiTBrnofè verrasfing van zyn Vrouw, KlugfpeLi bedryf. Dit Vertoog zal alle weeken i 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briëtt D.óll Timman , Hazeu , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Verlem, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh , de Does en de Pekker, ^aandam van Aken, Tolk, en Alöm»  B E D O M K O P9 N°. 26. VRIEND! In het dagblad van de Provifioneele Reprefentanten van het volk van Holland, van den 18 Mei pag. 10, lees ik, dat tot Klerk op de Auditie Kamer Dirk Uhrlef , en tot Comptoir - Bode j. G. Kraust, zyn aangefteld. Nuwiiik wel geloven dat die Burgers braave menfehen en goede Patriotten zyn; maar aan deanderekant, zult gy met my willen toeftemmen, dat'er braave, en om degoed zaaks wille veel geleden hebbende Republikainen, die zulks verdiend had< den, zyn hoe veele Requesten zyn 'er wel ingeleverd van de zodanige die gebannen, verjaagd, of gevlugt geweest zyn, en tot noch toe niet geholpen; waarom dezulke niet de voorkeur gegeven ? of moet men weer door en met Buitenlanders geregeerd worden en zaraen leven. Ik kan maar niet veelen, dat Moffen, die hier hun brood hebben opgehaald, en zich ineen deftig kleed, met een hairzak ondraaglyke Airs geven, en fommige die de Patriotten nog durven befpotten, en onze Conftitutie berispen. Braave Duifchers heb ik achting voor; maar grootfche Moffen, kan ik niet dulden; éénige durven zelf de Engelfche fchelmen voorfpreken, hun wandaden verbloemen, ja, door hunne komst hier in 't land meer heil belooven, het is om razend dom te worden; Ja vriend!— ik heb zulke vlaagen , die my héén en weêr flingeren, als ik'er om denk -— Wat Gruwïl - man ?.... Wat wreedheid Domkop?...- heeft dat Canaille al niet gefpeeld, Bo .ik  ( ax8 > ik logeerde laatst op Kleinhoff, maar ondraaglyk wierd my de naam, om te zitten ■ verwaanden fehim- pingen op de Patriotten; zo dat.ik zelfs een Braav Doctor moest Confuleeren, dusdanig was ik aangedaan ik voor my, kan my nooit verbinden, met dat laag Oranje tuig, dat geen reden verft-iat ik ben om dezelfde re» den, ook van Dottar veranderd. Adie — ik kan niet meer fchryven Anti Oranje Dom. ANTWOORD. Myn vriend Anti Oranje dom is boos; maar heeft hy geen gelyk? en wat baat toch zyn boosheid ? men hoort niet veel na dezulken, die iets veranderen willen, om dat zy zonder verftand raaskallen — myn vriend heeft het voorzien op de Moffen; en hoe vee! Patriotten zyn 'er nog wel, die niet alleen de Moffen bevoordeelen; maar zelfs jde oranje klanten voorfpre ken. — Zo ken ik iemand die voor een Oranje bakker alias de Noorlander, nog durft pleiten ; ja zeide hy ééns, men moet hem het kwaad vergeven; want hy heeft het uit geen kwaad oogmerk gedaan. Terwyl een groot aantal braaven overtuigd zyn, dat hy een brutaale oranje klant niet alleen, maar nog woelend voor die party is —daar denzelven in het tegendeel een braaf Patriot, een Voorftander van Vryheid en Gelykheid; die alles 'eraan opgeofferd heeft, om de zaak en het volk gelukkig en bevoorderlyk te maken, Iasterlyk hooud, en overal valfchelyk ten toon fpreid, ja Weekbladfchryvers dreigdt, om die Bataaf ten toon te ftellen moet men oin zulke hunner handelingen niet boos worden? Zyn deze nog in een Maatfchappy te dulden — ik zag de zodanige veel liever opkramen. — Op boop van te beteren, wensen ik hun een ander lot. — BTJR-  i aij> ) fitJRGER DOMKOP! Gy hebt in een van uw Nommers (*) gevrag gemaakt^ van eene J. Fabricius, vriend lief, je hebt die man al te genadig behandelt, gy kend hem zeker zo goed niet als ik, dus wil ik je gaarne zyn karacfer in het kort eens aftekenen. Je moet weten, het isjeen jongman, die in voorige jaren, in de dagen zyner jeugd zich wat ilordig heeft gedragen, het welk hem Hoodzaakte een reisjen als Cadet naar Oost-Indien te doen; hy retourneerde na verloop van twee a drie jaaren, en wierd ver volgends door eenen ander voorfpraak geplaatst, by den Advocaat Beeldfnyder, hy gedroeg zich daar redelyk wel, vervolgends kwam de Kamerbewaardersplaats vakant, direct, ging hy na den Neef van den Ex Edelmogende Burgemeefler van Edam, bad hem om die post te mogen hebben; doch die man al fchoon het zyn Neef was, wil daar zo fchielykniet aan; maar had liever een Edammer daar'mede begun- ftigdt 1 echter door overhaaling van zyn liefgierig wyfje, list hy zich bewegen, gaf hem de post als Kamerbewaarder, welk hy thans by de twee jaaren heeft waargenomen: je zult mooglyk wel zeggen, wat doet dit ter zaak omtrend zyn polietieke denkwys? Ja vriend zeer veel, je begrypt wel, als hy niet voor de Party van Neef was geweest, hy zulks nooit zoude gekregen hebben; waarachtig die man gaf nooit iets, dan aan zyn aanhangers. Toen gedroeg hy zig even vriendelyk, fprak mee over de tydsomftandigheden, altoos was hy in dezelfde gevoelens, het zy tegens de vooritanders van de gevlugte Stadhouder of dat hy fprak tegens onze braave Weldenkende Medeburgers! kortom met een woord, hy heulde met de honden die in het bosch waren; ja dat doet hy nog dagelyks, ja zelfs tegens de Vader van zyn lieve Elsje, dat een Kee- (*) N«. ig. Pag. 167. Bb i  ( 220 ) Keezinnetje is, daar hy na verkeerd: doch dat beeft her& opgebroken als de hond de worst, die man ziet thans duidelyk zyn draaijéry, en is veel te veel de goede zaak toegedaan, om zulke gevaarlyke monsters te dulden , dus hy heeft hem zyn huis, ja wat meer is, de verkeering van zyn dogter ontzegt; ik geloof dat die man wel gedaan heeft; want het is noch niet lang geleden, of hy fprak met my daarover, en drukte zich aldus uit— „waarachtig als „ ik haar trouw, zo trouw ik haar om het geld, en art„ ders niet; want zy is niet mooij, en heeft een ongemak„ kelyk humeur." — Nog iets van die braave man, weet gy wel vriend, dat hy zich voor twee a drie weeken heeft laten voorhangen in de Thuin der Oranje Vrienden, door den welbekende Oranjekraaijer E. Sieburg? weetje niet, je kend immers die man wel, hy verkeerd daagelyks by Barkmeyer in de Kalverftraat? hy is paspoortfehry- ver op het Convooy en daar en boven fubftitut Commis op het zelve Comptoir: dit is mede een man die nog in zyn post blyft Continueeren. De tyd laat my niet toemeef te fchryven, indien ik eens wat meer tyd hebbe, ben ik nog wel inftaat, om u zo wat van die Lieden te kunnen zeggen, inmiddels ben ik Uw Mede-Burger! Ariaantje Rechtuit. • Ariaantje Rechtuit wordt bedankt voor het toegezondene, en wy zien het andere met graagte te gemoet, als zynde óns niet aangenaamer, dan om de wereld kundig te maken, wat zielen 'er op woonen; zoo wel die ten goede als die ten kwaade de weg wandelen. > Hoe veele zullen 'er nog wel zyn, die zich in het donkere fchuil houden; dat wanneer zy in het openbaar kenbaar gemaakt worden, de Bataaffche Natie zoude zich verwon.deren ! —— Dat ieder voor zoo veel in hem is , het mom-  ( «I ) monrttiig'^van dezulken afrukken 1 opdatwy'weetenwfc 'er zich in ons midden als verraders ophouden. BURGER! Een wonderlyk geval las ik op gisteren in de Nationale Courant, ik moet zeggen, dat ik voor my altoos een liefhebber ben geweest van die te lezen, maar als hy zoo beginü, en volhoud, dan raakt hy voor zeker myn clandife kwyt; zo niet van veel yveraars en voorftanders voor Vaderland en Vryheid. Let eens op Burger Domiop! daar komthy en doet een verhaal in zyn Courant opden 27 Mei J795 van een voorval op den 10 Mei op de Haarlemmer Weg gebeurd, een gevalletje, al vry fpeculatief, en wel gepleegd door die mooije Soldaatjens, die by ons nog in foldy Haan, en God is bekend, of zy den eed van getrou» wigheid aail de Stede in het byzonder, als aan de Reprefentanten van het Volk of Municipalen gedaan hebben, zoo als die is goed gekeurd, na dat Willem den Admiraal voor de eerfte maal met een Pinkje op Zee is gegaan. Enfin! ik weet niet aan wie zulks moet gedaan worden, of behoord het ook aan de volkftem te gefchieden. Ik zegge dan, daar komt die Courantier ons vernaaien, dat de Burgers j. Greb ven en Luiken, op deHaarlemfche weg wandelende, zoo een byzondere ontmoeting gehad hebben, op den 20 1. 1. en daar komtdie Sinjeur (want Burger wil ik hem dit maal niet noemen) op den 27 Mei een verhaal van geven: midderwyl dat de twee Burgers na dat zy in de Stad waren gekomen, direct- aan deMunicipaliteit kennisfe van gegeven hebben. Zegt my eens Burger Domkop , is het verzuim aan de Municipaliteit of aan de Courantier, dat zulks niet eerder voor den dag gekomen is? my dunkt gy zult wel gelegenheid hebben om door de telegraeph te kunnen zien, en my daar op eens te antwoorden, doch hier mede moest ik my haasten, wantik ben nieuwsgierig of deMunicipaBb 3 len  ■ ( 222 ) Jen al order gegeven hebben, om zulke dievenflagen, op de wys van de franfchen, die volgends billykheid met hun Emigranten gcleeft hebben, aldus te behandelen Vale' PlETER de VRAGER. ANTWOORD. Het Dagblad van de Municipalen, waar in datgeval ftaat, is den 22 reeds uitgegeven, dus hadt den Schryver dier Courant het reeds den 23 kunnen plaatzen, en niet met verlangen behoeven te wagten, naar de uitwerkfelen eener hoogst noodige activiteit; want op pag. 628 leest men, „ dat de Capitein van het Volk, waar mede hy die ont„ raoeting gehad heeft, bereids is gedetnitteerd, de Ser,, geant gecasfeerd en veele der Militairen behoorlyk ge- ,, ttraft zyn." Nu zoude men kunnen vragen wat reden heeft hy gehad om dat agter wegen te laaten of was het niet na zyn fmaak is het fchryven voor de oranje Boekverkooper Arendzen, een pasquil genaamd de dolle Patriot beter? enfin! heeft hy het ftuk gehad van die 2 Burgers, doet hy fiegt niet geplaatst te hebben en heeft hy het uit de Dagbladen overgenomen, waaromdan gezegt met verlangen te wachten"? Ja Vriend! de Vrager! 'erzyn noch brutaale Militaire in dienst, en offchoon den eed gedaan , geven zy even zoo veel om ons, als niet met al.—■ Als men maar eens voorby de wagt aan de Jan Roden poortstoorn komt — moetmen de brutaalile taal nog aanhooren— gepasfeerde week kwam een Compagnie Burgers aan marcheeren langs het Cingel, de Soldaat die buiten ftönd, riep heraus! „ xvat don- „ der roep jy nou al heraus de jongens zyn 'er noch niet—< „ wat, gooi neer je geweer voor die apen" • dit was de taal van een oude moffïaanfche Soldaat waarom geen waare Vryheids - Zoon, een oprechte Batoos Telg als Opper- Officier in zo een wacht— in plaats van een Sergeant, die nog ftinkend oranje is wenfchelyk is het dat hier in met den eerften voorzien wordt. —— MAAT DOMKOPl In de Nationale Courant van den 25 dezer, las ik een brief over de Jooden, en vind dezelve zojuist overeenftemmende fdat niet veel gebeurd; maar de man zal genoodzaakt zyn geweest) met myn gevoelens, dat ik begeerig werde, om eens myn gedagten hier over te laaten gaan, en wel in uw Weekblad; niet twyffelende of gy zult deze plaatzen. Dus ftel ik het volgende voor. Een  ( m ) Een Maatfchappy van verligte volkeren, óf liever befchaafde, tracht zich door hun onderlingen vereeniging aan elkander te verbinden, orn tegen alle inbreuk op hunne gemaakte wetten, veilig te zyn, en zich fterk te maaken, doormiddelen, die kragtig zyn om alle aanval te kunnen weerftaan. Uit dit oogpunt befchouwd, vinden wy het inzicht dat een Maatfchappy heeft, om met vreemde volkeren een verbond aan te gaan, dit, namentlyk om hunrechten en bezittingen meer te beveiligen. Gelyk men nu in de daaglykfche zamenleving ontdekt dat een asfofiatie, het zy waarin, geen gelukkig gevolg kan hebben , indien de karaclers der geasfofieerdens niet eenigermaaten overeenkomen, endegevoelenszuiverzyn, zo min kan een Maatfchappelyk verbond, met vreemde volkeren, op vasten gronden liggen , als degevoelensuiet aan de zuiverheid der oogmerken beandwoorden; gelyk wy zulks in de kostelyke Alliantie met onze vagebonden ik wil zeggen geloofsgenooten, de Engelfchen ondervonden hebben en nog zien, en dit mogen wy op onze Jooden toe. pasfen; hun karacler hun oogmerken zyn te veel ver- wyderd van die der Kristenen, om met hun te kunnen vereentgen zy zyn flaafachtig bedrieglyk arglistig wantrouwend zeker fchoone hoedanigheden! zoodra wy nu in de verklaring der rechten van den mensch treden, kunnen wy niemand op den geheele aardbol dit voorde! betwisten, de Jooden zyn vry als wy — De natuur kend geene flaaven, maar wy moeten niet onbepaald te werk gaan het Joodendom is een ligchaam op zich zelfs—i— heeft deszelfs byzondere inzichtenen zal zich natuurlyk vereenigen , om zich meerder uittebrei- flen fterker te worden— grooter geznch töeSigerren en emdelyk te magtig worden, het verdrukte Volk fa! op haarbeurt, het drukkende worden. Deze zyn degevolgen getrokken uit hun beginzels zyn ze nietgeregeld ■ met zuiver— nimmer kan de medewerking der Joodfche vereeniging voor het Volk van Nederland heilzaam vrezen. Behalven dat dit vreemd genot, duizende Jooden uit anre plaatfen zal lokken, om zich in ons midden als vrye Menfehen ter neer te zetten, en dus het-getal van dertig duizend, binnen kort over de honderd duizend zal loopen; en wie zal het gelawai dan kunnen dulden? hoe zal de beurs gefield zyn?- ■ zal de proportie van Jooden niet grooter worden, als die der Kristenen Koopliepen? —- zyn de Rechten van den Mensch wel vermogend ' om  ( 224 > ow hun diefachtig wantrouwende aart (ik fpreek over het geheel) weg te nemen, en den Joad te bekeeren?— zal het creüet van de beurs niet mank gaan? Iemand die deze gevolgen nadenkt en zonder een Hespt te we^en, de goede en kwaade hoedanigheden der Jooden opteld, en dan ontdekt, dat het facit van de geheele fom, uitloopt tot nadeel der Kristenen van Amfteldam byzonder, zodanig iemand zal zeggen,, de natuur fchiep de Jood als „ Mensch vry, maar de voorzichtigheid verbied ons, hen „ als Burgers, de zelfde voordeden in deMaatfchappely„ ke zamenleving te laaten genieten."—— Dit overwogen hebbende, vraag ik de voorftanders van de Joodfche Clubs of het geoorloofd is, om het welzyn van een Kristen Maatfchappy in gevaar te Hellen, of op te offeren aan het belang van het Joodendom?— of de wet der natuur de algemeene veiligheid verbied? of haar bepaling van gelukkig te zyn, een gedeelte ofte een geheel van 't menschdom bedoelt? ofte het groot getal vreemde Jooden hier toegevloeid, ons niet moet doen vreezen, om inplaats van onder een Stadhouder te zuchten, onder het gezach van Parnasfins te geraaken. Hebben de Jooden hier aan 't Vaderland zich verdiende- lyk gemaakt? zyn zy niet verknogt aan het oranje huis? Ik vertrouw dat ieder, die geen belangzoekcr is, of zich eenige bloempjens by de vry verklaaring der Jooden denkt te verfchaflen, myne gedachten zal goed keuren, en het gezond oordeel in geen gevaar Hellen, om door liet bygelovig fystema der Joodfche fynagoge onderdrukt te worden , ook geloof ik dat Domkop te verziet om zich knollen voor citroenen te laaten verkoopen. De Moor tq wasfen is even zo moeyelyk als den Jood het liegen en bedriegen afteleeren en dit gevoelen wagt ik het einde af. JanOverdenker. Ik heb niets te zeggen, als dat wanneer myn Wyf my verlaat, een ander trouwd — ik een mooije ryke Joodift kan krygen —— a's dan voor hun zal pleiten ■ maar eerder niet want wyst my een Jood -— gy wyst my een bedrieger. Dit Vertoog zal alle weeken a i ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Brilt, Dóll Timman, Hizeu , B. Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem , van Resteren, Wynands. Dordrecht Rlusfé. Gouda Verblaaim en Bami , Haarle n Plaat. Leiden Herdingh, de Does en dé tekker, Zaandam van Aken, Tolk en Alöm.  3LD E D O M' K O P. N°. 27. BURGER DOMKOP! Tn je Blaadje N°. 13 lees- ik iets, betreffende het gebeur, de ongelukaan boord van 's Lands Schip de JW, dat namentlyk door het heisfen van de Sloep, de groote Mast is gebroken, en het geheele groote tuig in 't Schip is gevallen, waar door twee menfehen deerlyk zyn om 't leven gekomen en negen anderen gek west. Ik ben oóg getuigen van 't geval geweest, de Burger Waarhei» zegd; of dit een van de Amerikaanfche Masten is geweest, door de Zoon van den Equipagie-Meefter May geleverd, zulks weet men niet, het kan immers niet waar zyn Domkop ? want deeze Amerikaanfche Masten zyn zoo rottig, als waarenze aan den Dei van A l o i e r voor een prezent gezonden; het zyn immers deze Masten geweest waar over die Turken zoo veel kak gemaakt hebben,'en ons den oorlog hebben aangedaan? en dunkt u piet dat dezelve al ruim goed genoeg waren, voor dat Volk, die om de minfte bagatellen, welke niet nahunzin zyn 'ons telkens komen ringelooren, en, al waren 'er al -ens eenige van over gebleven, zoude men dan nog wel kunnen gelooven, dat den Equipagie Meefter May zulke Masten (want het is immers de zaak van den Equipagie-Meefter om daar voor te zorgen?) in 's Lands Scheepen zoude plaatfen, maar kom aan , zie daar Burger Domkop , hei was r Cc «0Ll  nou al eens een van dieMasten geweest, zoude zulks by abuis niét wel eens kunnen gebeuren? ik denk van ja, en waarom? dat zal ik zeggen, als mén maar eens nagaat wat (Jen gewigtigen post vanEquipagie-Meefter, niet al zorg, moeite en hoofdbreken in zig heeft, als men eens overdenkt, wat deezen man al 'tot nut van ons Vaderland, op zich genomen en verrigt heeft, als het leggen van den Dyk rondom 'sLands Dok, dat nuttig en important werk, het bouwen van het Arzenaal in 't Nieuwe Diep, alwaar (zoo als ons hier wel gezegd is) dien man, meten benevens den Burger (zoo ik meen) Goudriaan het bewind heeft gehad. Als men elf weeken bezig is om de Masten en Stengen in een Oorlog-Schip te zetten, en op de kielbank te brengen, en na dat men eene importante fomme gelds hiermede verfpild heeft, eerst ziet , dat het zelve buiten ftaat is om te kunnen dienen, en men het dan wederom op zyn voorige plaats ter verdere verrotting moet brengen , wat heeft het in gereedheid brengen , transporteere na Tesfel , van de zoo genaamde Kat, ons tot ge» mak van de Scheepvaard, voor 't Nieuwe Diep te leggen, (dan welke Kat, wanneer men dezelve zoude plaatfen, eensklaps is na de keider gegaan, zonder ooit weêr boven te komen) wat is hier geen goede directie toe nodig? het verbranden van 's Lands Magazyn en ik weet niet wat al meer, heeft deze man in alle boven benoemde gevallen met hoofd en handen noodig gehad, om alles in zoo een goede order te verrigten, en zou het dan by den Burger Waarheid nog een mirakel zyn, dat dezeman eenabuisje had begaan , met een fotzige Mast vaneenOorlog-Schip, neen Domkop jou Correspondent Waarheid begrypt het niet. Nu wou ik je ook wel eens iets vragen, maar mogelyk benje te dom, om my te kunnen antwoorden: zoude het niet wel mogelyk zyn, dat deze Mast door het al te fterk üaagen, (zoo je weet wat dit is) was den halsgebroken ? want  Cf»'»? ) want het is een vry algemeen gebruik op veele OorlogSchepen dat; wanneer men de Masten en Stengen niet op 't breken afftaagd , men zoude denken, dat 'er geen zeemanfehap was gebruikt, ik zal 'er maar vooruit komen BurgeV,' ik heb ook 16 maanden ten oorlog gevaaren, èn dus weet ik niet alleen wat 16 Maanden (pek vreeten te zeggen is, maar ik heb geduurende dien tyd ondervonden, dat 'er op 's Lands Schepen verfcheide Officieren gevonden worden (de goede echter niet te na gefproken) dewelke zoo veel kennis hebben om een. Schip te tuigen of te regeeren , als eerr aap van wafelen bakken. —c Wilje dit in je Blaadje plaatfen,. dan fchryf ik je. wel eens nader, ik mag tog niet zien dat brave lieden verongelykt worden. Tesfel den 30 Mei Japik voor de Vuist. Schryver van dé DOMKOP! Hier heeft de provifioneele Municipaliteit hun post in de fchoot der Burgery eindelyk neder gelegd nu zal volgends Publicatie 30 Mei 1.1., onze Mede Burgeren op Dingsdag den 9 J™Y 1 795 uit 3 Wyken 60 Kiezers be-, noemen, met beflooten briefjens.- By het openen der- zélve kan ieder prefent zyn de Kiezers benoemd zyn. de moeten een plan maken, totverkiezing der nieuwe Mu, nicipaliteit kunnende Kiezers eikanderen kiezen—• en zal uit de Leden der Municipaliteit Verdere Committé gemaakt worden—- daar moeten zyn 3 Committées——. Waakzaam Welzyn en Militair uit 3 perfoonen, waac door naar myn dom verftand, té weinig Municipalen overblyven, my dunkt als men een zeker bepaald getal van 9. Municipalen en drie tot iéder Committé benoemde, het vry gefchikter was— Nu moest ik u eens vragen —zyn eb Kiezers niest te veel ?—- is het niet iets byzmder dat Cc 2  C "8 ) kiezers elkanderen kiezen — ? — apropos om (lenige- rechtig te zyn, kunnen alle Burgers komen? ikwagt antwoord en blyve uw Vriend Oost-Zaandam Burger Vrïheid. dm I Juny 1795. ANTWOORD. Wel ja vriend Burger Vryheid, ik ben al klaar met antwoorden — niet waar? ben ik in Commis- fie om te defideeren om te zeggen dat 60 Kiezers uit ieder Wyk 20 — te veel is — is Oost-Zaandam te klein voor 5 ad Wyken ? of (laan de huizen zo digt by eikanderen, dat men in een kort bedek, 3 Wyken en 60 Patriotten heeft, — dan zullen 'er zeker onder de 6ogeen Oranje klanten zyn, gelyk Claas Sitters aan de Westzyde — als 'er uit ieder Wyk 12 waren geweest, zoude genoeg zyn heb gy wel waren Patriotten ? zyn 'er by abuis geen Aristocraaten of vervolgers van braaven in Gelderland? — daar de Pinkenier Koning van is geweest hebt gy noch Plettenburgers, nu die zullen die Kees daar wei gekend hebben? dat de Kie- fers eikanderen kiefen is immers goed — adres te WestZaandam, ó jongen lief — daar ging hetzonetjens toe — want daar waren Committées, eer iemand het wist ts avonds in de Otter, immers, weetje dat niet? wel nu hou je zoo vreemd niet ik recommandeer myn vriend voor al zyn Burgery onder het oog te brengen, dat men zorg dragen, dat 'er geen Oranjeklanten of die daar voor bekend zyn geweest, in het Committée van Algemeen welzyn komen; gelyk op een nabuurige plaats; nu vriend of oranjeklanten ftemmen mogen, ik zeg van neen — om alle Cabaal te vermyden fluit ze liever voor dat lydftip in hunne huizen —— ik verzoek myn vriend! dat  ( "9 ) h attént. is en niet door een fireenen zang zich laat misleiden want eens gekoozen altyd gekoozen denkt om hun die zich zo wat weten te dekken als het vriest. ... „, adie maat.' Domkop. BURGER DOMKOP! In een van uw Nommers leezende, dat onder de in 'sLands dienst aangeftelde 'Kapiteincn ter Zee 'er zich een bevind, welke denaam van Valkenburg heeft, het is.my b/gevallen, gehoort te hebben, dat 'er zich iemand van dien zelfde naam in Amfteldam op heeft gehouden, of nog ophoud, en dat deze verfcheidene onaange naame vifites krygt ■— zonder dat hy dezelve te vreede ftelt en dat hy echter niet ophoudt, om nog een en andere zaken te koopen, welke hy niet nodig heeft, en die hy zich laat thuis brengen zonder dat hy'er in komt, om daar voor betaaling te doen. Ik hoop immers niet, datditdiezelfde Valkenburg is, welke in 'sLands dienst is gefteld? Mooglyk weet gy 'er iets meer van dan ik zo ja! laat 'er dan iets van blyken in uw Weekblad; my dunkt hét is niet kwaad, dat zulks kenbaar worde; want in zyn domheid voort wroetende, zou men de Kapitein Valkenburg mooglyk van iets verdenken, waar aan hy hoegenaamd geen deel heeft. Ik ben intusfchen verlangende om hier iets van te weeten, en blyve. Uw Mede-BurgerI Jan Weetgraag. Cc ? , ANT-  ( 23ö ) ANTWOORD. Jan weetgraag zal geduld gelieven té oefFenen tot in he: volgende Nommer , om finaal antwoord { dit is by provifiej en dus toeftemmende provifioneel van ja en neen — en neen en ja leest N°. 24. pag. 202. ADVERTENTIE Het Committé van Bekendmaking alle de geene die déze zullen zien of hooren lezen, Heil en Broederfchap. Alzo aan het Bureau zyn gekomen de volgende berichten,hebben wy ingevolge onze voorgaande verzoek ; nodig' geöordeelt dezelve aan onze goede gemeente te moeten bekend maken. Aan het Commité van Bekendmaking Nu moet ik bekennen, dat gy lieden dom zyt, dat gy die Penneman, die Oranje Ouderling van den Collecteur bi Ruiter zo zyt voorbygegaan , zonder hem aantejlippen, die half Eerwaarde man , die «en Collegie van Predikers houdt, en die de onderdanigfte dienaar is van de Ex Schepen d'Orville, valt thans in onmagt, hy heeft al driemaal gezonden om oranjedroppels, dewyl hy vreesd, dat zyn vrouw de fluipen zal krygen, zy heeft al gewild,' dat haar Man de Tempel die hy in den jaaren 1787, voor zyn deur had, ter eere van den Pinkenier, op de Verkooping die fchuins over zyn deur zal gehouden worden, zoude doen; maar de man is te verftandig, en heeft zyn liefje beduid, het nu geen tyd is, voor derlyke dingen, na- •  ( 231 } nadien 'er te veel oranje op zit, dat nu niet meer gezpgj wordt, en buiten de mode is. Uw Vriend Veritas 2 Jmy 1795- MEDEBURGERS van het COMMITTÉ. Hier by ingevolgen Uw lieden gedaane Advertentie, zende ik de volgende Lyst, naar het Bureau om op de Monfler rol gehouden van de flaven op de Plantagie OranjeBurg, nog te plaatfen deze Ambtenaaren my bedunkens, konde wel door braave Burgers geremplaceerd worden; maar mogelyk nog niet inconfideratie zynde gekomen, en dus verzoeken die op u Monfier-Rol te zeiten te weeten: Adr. Lod. v'an Harpen , Makelaar en Suppoost van de Wees - Kamer. Scheepers, Grutter In de Nieuwftraat, Keurmeefter van het Touw, quafi in den iare 1737 geplundert om zyn Oranje denkwyze, heeft geen kunde , (zie N°. 8. pag. 78.) Van Braam Helsdingen, Ex-Capitain van Wyk N°. 11. doch nog gequalificeert Collecteur in de Lotery, woond op de oude Schands. Cornelis Ploeg, mede zoogenaamd geplundert in 1787, woonende ter dier tyd in de oude Brugfteeg, doch > ze-  ( 232 3 zedert begunftigd met het ambt van wylenOdrjtenz-»»»-*, en welke charge myns bedunkends eerder hadbehooren begeven te worden aan den weldenkende Burger Berghuis , zonder welkers adfiftentie deze Commies weinig uitregten ^jÓseph Groothuis meer als eens gefailleert, Stads Blikftaeer en Lantaarnmaker. Gouw» van Harpen, de vader van de Makeer is Opziener aan het Water - Comptoir , Keurmeefter van de Ankers en Scheeps Masten en Opper - Hondeilager. Mede-Burgers! N. N. En opdat niemand hier van onkundig zy, hebben wy geoordeeld dit in het Dagblad pz Domkop te moeten plaatfen. Aftum ter onzer Vergadering den a Juny i?95- In kennisfe van my LIBERTATIS. Secretaris van het Committé van Bekendmaking. Dit Vertoog zal alle weeken a i ft. uitgegeven worden: teAlkmaaiby Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briêt, Dóll Timman , Hazeu , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Verlem, van Resteren, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaauw, Haarlem Plaat, Leiden Herdingh, de Does en de Pekker, Zaandam van Aken, Tolk, ea Alöm.  D E DOMKOP. N°. 28. D O M K O PI Ik kan niet bemerken, dat gy met al uw gebabbel iets uitvoert gy noemt verfcheiden lieden die oranje klanten en nog werkelyk in bediening zyn Zoo hebt gy verfcheidenZee Officieren en andere ambtenaaren genoemd, die deze party zyn toegedaan maar wat baat het u? — Ik moet u evenwel ook iets melden, doet het niets af, de Natie moet het echter weten. Het is voor eenige dagen eene clasficale Vergadering van eenige Predikanten te Amfteldam geweest en aldaar werdt door een Patriot voorgefteld : of men geen Commisfte zoude benoemen, om de Municipaliteit met de Alliantie en derzelver Ratificatie tusfchen onze en de Franfche Repv. Wek geluk tewenfchen Peirson, de Engelfche Predikant, advifeerde: „ dat het tegenwoordig fystema ltrekte „ om den Godsdienst omver teftooten—dat onze toeftand gelyk was aan een gewond kind, dat nog eenige ftuip"„ trekkingen hadde en met den dood worftelde— dat de dag der Alliantie, ofwel derzelver tekening de treurigfte dag was voor Nederland."— Verfcheiden Patriot'ten verzochten, dat de Scriba deze woorden zoude aar. noteeren; doch by meerderheid van ftemmen werdt beüo- ten, eerst de zaak af te doen. Welk eene orde! „ Klinkenberg wilde eerst de adviefen van een' ander „ hooren?" zeker om dan zich te kunnen voegen by de meerderheid. —* De Haas was niet voor de Commisfis, Dd Vait  C 234 ) Van Veen althans niet Viervant getuigde: „ altyd „ God te hebben gebeden voor de oude Conftitutie, daar „ voor was hy nog . en dus zoude hv nimmer de Munici- „ paliteit geluk wenfchen met deze Alliantie." Hy begreep tot dit advies vryheid te hebben, zo wel als da Reprefentanten van het Volk van HolIand(HAiiNnaamlyk) omtrend het Godsdienftige van den Byllard , Ham en alle de oranje Predikanten en Ouderlingen waren tegen de Commisfte Nuis van Klinkenberg bragt toen ook zyn advies te voorfchyn: „ 't was hun zaak zich met kerke„ lyke en nietmetpolietieke dingen te bemoeijen en dus was „ hy tegen de Commisfie de Patriotfche Predikanten hadden de minderheid: Bosch , van Eik en Ayeltz , IolinK en anderen lieten protest aantekenen. Zie daar de triumph der Oranje Predikanten over het Alliantie-Tractaat, waar in de Nederlandfche Natie haar geluk vindt. Wat dunkt u hier van Domkop?— die Peirson, welke weleer over de rechtzinnigheid onzer Nederlandfchc Predikanten plagt te fpotten, komtnualseen orthodox man, als een verdediger van onzen Godsdienst te voorfchyn » die Engelschman durft openlyk betuigen: dat de dag der gemelde Alliantie de treurigfte is voor Nederland— liever hadt hy zyne landgenooten alles zien vermoorden en uitplunderen— 't is hem niet genoeg, dat hy ten tyde van oranjens dwinglandy de Patriotten vervolgd en belasterd heeft. —— Was het niet beter voor de Maatfchappy, dat men die fuppliant naar Engeland zond, daar hy dan weder ter eere van oranje zich als een zotkan vertoonen met oranje troetels uit zyn hoed, een oranje bandje aan zyn horlogie en rotting— daar kan hy vry oranje fchreeuwen en dronken op den Predikftoel verfchynen — 't zou ook dienftig voor de Maatfchappy zyn, dat Nuis van Kunkeneerg en Viervant mede werden gezonden, althans  kiandö alle de Oranje-Predikers moeten, zo fpoedig mooglyk . geremoveerd worden. Ik heb u dit medegedeeld Domkop, opdat de Natie dese enorme feiten weten zoude. Dat ik u fclnyf is waarheid, ik heb het van Predikanten, die opdeClasfisgeweeur, zyn , hooren vertellen. Noch de Maire, noch het Committé van Waakzaamheid noch de Procureur der Gemeente behoeft u te laten citeren — laten zy die Patriotfche Predikanten maar infinueeren , die ep 't Clasfis geweest zyn, en byzonder diegenen, die ge* proteftëerd en dus voor de eer der Natie zich indebresfe gefield hebben. Wy hopen dat hier op fpoedig recht zal gefchieden, anderfints zal de Natie zich zelve recht verfchaffen ln naam van verfcheiden Patriotten. J. Weldenker. BURGER DOMKOP! Ik merk, dat terwyl men u eenige flaaltjens aan de hand geeft, gy waarlyk 'er niet flordig mede leeft—neen maar dat zy met veel graagte werden overgenomen, blykens uw Weekblaadjens, die my ten hooglten aanmoedigen, om hier in mede werkzaam te zyn. Hoor eens Vriend! het zyn geen praatjens nog veelmin beuzelaryen; maar wel degelyk een ftuk van gewigt, een ftuk van allerbyzonderfte aanmerking, waarom dezelve wel noodzakelyk zonder tydverzuim in uw Weekblaadjen behoorde geplaatst te worden; men fluit het net, maar men zegt my wel met ronde woorden, en wie zoude daar aan kunnen twyffel en, dat alle Visfers Pinken, je weet wel, daar WILLEM de Vde zich zoo gunftig van bediend heeft, toen die Admiraal voor de eerfte reis in zee ging, ik zegge, dat alle die Pinken, zee bouwende en van onze kusten vertrekken, om vis te haaien, zy ons land tot groot nadeel verftrekken, D d 2 alzs  ( 23<5 ) alzoo dezelve berigten en gebeurtenisfen, uit en in ons Vaderland voorvallende, mooglyk kunnen overbrengen, 't zy met paketten van brieven, alsanderlints; wat middel is daar toe uittevinden Burger Domkop , om zulks te beletletten? Vis moeten wy hebben, en daarom moeten 'er Pinken na Zee; maar gy zult zeggen, laat ik u van myn raad bedienen. Ben je mal Burger! doch dat komt 'erniet op aan, ik zal 't waagen. Men vraagde eens by de Committées of by de Reprefentanten van het Volk van Holland, of het niet voorzichtig was, dat op ieder Pink twee Franfche Carmagnolen geplaatst wierden , ter voorkoming van zulke gevaarlyke ftreekeu, en dat ieder Schipper, een Pink voerende, zich zal verandwoordelyk ftellen, zo hy hier de toevertrouwde Franfchen niet wederom bragt, en by fauten van dien, hunne goederen zoude werden gecon» fisqueerd &c. Blyve waarschouwende. * A N T W OsO R D. Ik wil myn Vriend Waarschouwende eens dom beantwoorden; want verftand bezit geen Domkop, en dus wat hy zegt of niet, blyft de uitlegging daar van voor zyne re. kening, als kunnende niemand beter de woorden expliceren , dan de fchryver of (teller zelfs , en dit is een recht dat ieder Burger heeft; enfin! als Waarschouwen»* weet, dat de Pinken in Engeland boodfchappen doen, dan zoude ik hem de raad geven, om zulks ter kennisfe van de Volks Reprefentanten te brengen , met een byvoegende propofitie, namentlyk, dat indien een Pink met zes koppen bemand is, dat 'er drie Pinkeniers of gewoone Visfers, en drie a vier ware Bataven die men vertrouwen kan bevoegde; men zoude my kunnen tegenwerpen, dat daar geen genoegzaam getal kundige waren; dat is waar, maar de ondervinding leert wel; en waarom zoude geen Rotterdamfche, Jmfterdamfche of van andere plaatfen benoemde Bataven, zulks niet leeren kunnen; moeten deSchevenin. gers Katwykers en anderen, het ook niet leeren; derhalven zoude door dien weg, veele gevaaren vermyd kunnen worden. De Franfchen zyn ook goed, maar 2 Franfchen en 6 Scheveningers (taan niet gelyk op: ook kan'er een Engelsman of Hollander, in Engeland t'huis hoorende, en door Willem daar toe gebruikt wordende, aan boord knmen, wat zal den Franschman dan vertellen, van het geen zy eikanderen mondeling gerapporteerd hebben :—• neemt dit antwoord in dommigheid aan; want het is van de Domkop. Wel  C 4'3? ) WAARE' DOMKOP! Wel Man, hebt gy dat verdienstelyk woordje aart uw Weeltblad- in:de Nationaals Courant gelezen, wat bedoelt de Burger Hespe met den aangetygden laster/ dat ik eenige bedenkingen omtrend het geval der Jooden heü gemaakt, en 'er bygevoegd, dat zonder een Hespe te wezen, (dat is zonder eenzydig te werk te gaan) men de gevolgen kon voorzien enz. waarom nietliever eenige gewicntige tegenwerpingen gemaakt, tegen myn gefielde zwarigden? jexclamatien doen niets uit, doch vullen ledige plaatfen? hy moet zeer naauw van geweten zyn, om zich voor de Jooden zoodanig te intresfeeren, en hun zaak te vei dedigen; een verdediging, die weinig kragt moet hebben, anders zoude onze verftandige Beftuurders (die hebben toch ook een geweten) al lang ƒ af verleend hebben op de veelvuldige adresfen, die 'er van dien aart al ingeleverd zyn. Ik begryp dat' het geval van 't Joodendom, als een zeer ge wichtig ftuk ter deliberatie genomen zynde in d* Vergaderingen, 'er natuurlyk zwaarigheden moeten zyn, die de direüe bepaaling van het een of ander, terug houden ; en zo lang deze niet zyn opgelost, zo lang zal geen voorzigtig be/luurder of voorzigtig Lid, eener gelyke, doch geordende Maatfchappy, het wagen om op niet uitdoende adresfen', de zaak zelve te decideeren. (Dit a gouvemo) Wat betreft de dweepachtige uitroering „ 6 myn Christen„ dom moet gy dus onteerd worden!" deze verftaa ik met; is het Joodendom zo naauw verknogt aan 't Christendom, dat men legen het eerstgemelde geen bedenkingen vol zwaarigheden zoude kunnen maken , zonder het laatfte 'te vermeerderen! fchynheilige oranje-Predikers hebben reeds lang de onkundige Gemeente, doorgodlyke machtfpreuken bedroogen, zonder dat wy in het politieke diergelyke uitgalmen nodig hebben; 'er zyn Christenen genoeg, die door hun daaden, zich en andere onteeren, al is het niet om het geval der Jooden , dit zal den Burger Hespe my wel toeftemmen; zo lang intusfchen de geópperde zwarigheden niet tegen het gezond verftand zyn, zo lang behoeft het Christendom geene onteering te vreezen, daar deze onaffcheibaar zyn 't is fchande, in een verlichte eeuw zulke uitdrukkingen te doen, die dus alle Burgers en Vertegenwoordigers derzelver buiten het Christendom fluiten; daar ik verzekerd ben, dat lietmendevolkftemfpreeken, het grootfte gedeelte zoude betuigen tegen het gevoelen der voorftanders der Jooden te zyn— dit zy genoeg myn Dd 3 naam  £ 238 ) «aam verkies ik niet te, verklaaren—- wat.rnyn eerlykheid betreft, wensch ik wel een bengt van hec geen die Burger eerlykte zyn, noemt, te ontfangen. Ziedaar Domkop iets over het vcrdienftelykwoord, gyziet ik heb my niet verdiendelkk gemaakt by de voorltanders der Jooden,' ik wist ondertusfcnen niet dat het een zaak van het geweeten alleen was, ik dacht, dat het verftand hier moest fpreken , ten minften ik vind het zeer ge^aarlyk, om iets aan het geweten over te laten ; ik kon iemand in den nagt wel voorplaten , om voor zonnen opgang zyn beste vriend uit godlyken yver het hoofd afteflaan , om gruwelen van het Land te weeren, gy begrypt dus in al uw domheid, dat het verftand, de grond moet zyn, en niet het geweten— het zal my benieuwen of de man weêr iets in de Courant zal zenden , hy fchynt ten minften geen lust te hebben de zwarigheden op te losfen.' Ik ben uw Vriend! .Jan Overdenkek. D O M K O P! Onder alle de wysneuzen kan ik 'er geen grooter als de fchryver van de Nationaale Courant, wat moeten vreemder lingen denken over de Nationaale fmaak, als zy opze fchryver zulke zoutelooze, hem onvoeglyke taal hooren fpreeken — een taal boonende voor het Volk, daar hy hunne Vertegenwoordigers beledigt De hemel bewaare het Volk van Nederland, om door dergelyke Nuionaale opftygingen gekweld te worden : waar door het hcrfen-geftel van onze fchryver gefchokt fchynt. Iemand die flegts om aan het Volk te behagen fchryft, en zich naar de heerfchende neigingen buygt, zich ook gemaklyk naar den wilderdespooten, doch flechts om te behagen, want de man zoekt vrienden. Ondertusfcnen vergeet hy zyn caracl er als fchryver en geevt zich zonder daar toe gerechtigd te zyn, het recht van gezagvoerder en beflisfer; het past geen fchryver, zyne Mede-Burgeren tegens hun Vertegenwoordigers optezetten, Clubfen te vernietigen; hy fchryve flechts waarheid- maar zwyge als Courantier zyn eigen gevoelens, In de Nationaale Courant vinde ik twee periodens daar de hoogmoedigheid en zotheid in doordraait. .Zyn reflexien omtrent het geval der Jooden, zyn niet alleen weer honende voor het bedier; maar zelfs bellisfende, daar hy door deze (by gelegenheid eener Misfive door de Jooden gefchreven) die genen oproept, welke tegen het belang der Jooden werken, en begeert dat iii> dien niemand op de zotte domme deJlingen, in voornoem- de  C 239 ) de misfive vervat (waar van onder de Roos gefproken, ik gelove dat de Nationale Schryver cie Heller is) kan antwoorden, en het geen Committé geen aanwyzing doet, begeert zeg ik, dat de Jooden het Proces winnen , en dat dit gewichtig ftuk voor deze rlaauwe Misfive bellest worden. -— Ik kan my ook niet begrypen, hoe dat de man 'er toegekomen is, om een brief tegen de Jooden in een zyner Couranten te paatfen , hy moet toen zeker overtuigd geweest zyn, van de gerechtigheid uier Hellingen, daarin voorkomende, fchoon — hy zich hier van zoekt te ontduiken door een draai zyn manier-eigen) aan Zyn ftuk te geven, met het plaatfen der Joodfche Misfive, waar by hy zyn reflexien breed genoeg uitftrekt, om zyn eige domheid bloot te leggen, dewyl hy noemenue de Heller der Brief tegen de Jooden, een onbefchaamde, dom en onbefchaamd genoeg is, dezelve een plaats in zyn Courant in te ruimen, waar in over het geneel genomen weinig lezenswaardig te vinden is, als zynde meest de Couranten Producten , van eigen gewas ondertusfcnen zal ik -de Joodfche Brief eens in zyn gewricht nemen , en onderzoeken, hoe gewichtig dezelve is, om vervolgends de geduchte kunde van dien Schryver hier van af te leiden. Intusfchen &c. JAN OORDEEL VRIEND DOMKOP! In uw Nommer 25. pag. 213. hebt gy gefproken van eenen Willem Vermeulen, bygenaamd de Bakker, Caftelein agter den Dam fn de Zwaan, alhier, en dat hy een Societeit van muiten makers heeft gehad. Deze man is kwaad op de Schryver van dat ftuk en heeft reeds zo alsmy gezegt is, zyn beklag gedaan. Maar nu wilde ik U hem wel eens nader bekendmaken; om dat gy zoude weten wie hy is. Hy heeft voorheen gewoond op den Dam hy was de eerfte die na de Omwending 1787, de Prinfevlag heeft uitgeftoken: hy is altoos een man geweest die geen Patriot konde voorby laten pasfeeren, zonder te fchelden voor Kees, — en de Burger Jan Gke even, gefungeerd hebbende z\s Secretaris van de Krygsraad by het Vliegend Leger in Noordholland in 1787 moest altoos van hem hooren — Secretaris van het Moord rot, en dergelyke vui'Iaartige fcheldnamen. Het geval met den Overleeden Christen Leeraar, den Burger Beekman, en de nog in Jeven zynde Ouderling, by gelegendheid van het Huisbezoek, is te wel bekend. Qrnnr  ( 24« ) Oranje Sociëteit irond voor zyn deur -— dus bewezen dat hy een Sociëteit heeft gehadt— van Muitenmakers zal ik unader zeggen, en hun noemen die daar verkeerd hebben. J A c o b of Jaapje de Oranje Barbier een vuflaardi. ge Oranjeklant, was altyd klaar om klapjens uit te deelen; dit heeft den gemelden Burger Greeven ondervonden, hoe brutaal hy van hem en anderen toen ter tyd behandelt is dezelve is naderhand Landzaat geworden. Frans bygenaamdde Groes, die een zeker iemand in prefentie van een ander gedreigd heeft, in het water te fmyten. Eenen van Assen, welke gemalen heeft op de Houtzagers Molen van den Burger Corneiis Vis/er, die in den eenen hand met een mes, en in den anderen een fteen had, waar mede hy zekere Burgeresfe dreigde, indien zy yeen Oranje Tabak gaf. . Een zekere Blesgraaf fdoch reeds verdronken; aan het hoofd zynde van een aantal oproermakers op een kermis, en welke met die troep vier a vyf maal zeker Bureer op één nacht ontrusten. Een Melkboer VERSLüisgenaamd,(overleden)diedebrutaliteit hadt om iemand te dreigen, als hy geen Genever gaf. Kees byaenaamd van den Brecht, welke de asfurantie bezat, om maar in de huizen te loopen , en geld aftevragen, is Landzaat geworden. Lammert alias van Utrecht, welke niet alleen met Oranjefind om de hoed, maar geele koorden daaraan liep, beiden Turffjouwers , geen werk hebbende, dan op de Dam ftaande, de Patriotten te fchelden. Tan van O yen bygenaamd de Zuidenaar Schipper, wel bekend voor een Oranje fchreeuwer. En dan nog een, wiens naam ik niet weet. ■ maar is «etrouwt met de Dochter van Sybrand uit het laatfte Stuivertje, Hoofd van de Byltjens geweest, deze knaap h-eft na ds Omwending met vier af vyf byzynde perfoonen, op een Zondag avond een Burger gedreigd uit den Huis te haaien. . En nog verfcheiden anderen: zo dat indien hy Willem Vermeulen lust heeft zich over het geplaatfte in Uw Nommer te beklagen; men als dan aan U een aantal getuigen kan produceren. Ik ben Uw vlytige Lezer. * v Waarheidlievend. West ■ Zaandam den 5 Juny 1795- NB. de andere Brieven in een volgende.  3J> E DOMKOP. N°. 2p. Vryheid— Gelykheid— Broederschap. ADVERTENTIE. J~Jet Committé van Bekendmaaking, heil en broederfchap 1_ Alzoo zinds de laatfte Advertentie, aan ons de volgende JMisfivens zyn toegezonden, om op de MonJler Rol, waar van in de Domkop N°. 25. een begin is gemaakt, te plaatzen, en wy niet willen terug houden alle zodanige ftukken, welke voor de Burgery belangryk zyn. ZOO IS 'T dat wy ingevolge de aan ons gedaane verzoeken dezelve hier byvoegen, en aan de Natie mededeelen. N°. 1. BURGERS! Met plaizier lees ik uw Dagblad, en alzoo is my ook onder de ogen gekomen N«. 25. van u, de Domkop, ik haatst my om aan uw verzoek te voldoen, om eenige perfoonen optegeeven, wie by het ptibliekmisfchien niet genoeg bekend zyn voor vrienden van het huis van oranje, die goede ambten of Benefitien hebben, en die tot heden nog in dezelve posten blyven fungeeren, als: Wynand Cappenberg, Notaris. Pieter Barkman, dito. J. Beeldsnyder, dito. Jacob Olzati, dito. H u i b e r t va n VA rik, ditO. Cornelis Wagse Buman, ' dito, Ee Al-  C «4* 1 Alle perfoonen die voor het buis van oranje cn de voormalige Ariftokratifche Regeering geïmporteerd waren, die 06ciers var. de voormalige Schu::err ge~ee;:; e?- di:r door •Notarisfen geworden zyn. J. G. de Witte, Ckr.-j op Wastm-tr, gewezene Lieutenanc van de Burgery, een eerften oranjeklant. C. PooRTraMASs, Mi::':: S:'.l!.:::r..r, gewezene Lieatenant van de Burgery, een eerften oranjeklant. Nu is de vnag of deze r.ie: a'.'.e moesten ;s:er.ovee:i worden, (zoals in 1787 de brave geJ::_. zrn) e" a-r.ere Batairïche Zoo-.er., wel.'e 'azz ge.'-^ke'.: hebber., begutftigd. Wat zegt gy daar van ? met deze in uw Dagblad te plaatfen, en uw antwoord daar by te voeden, zult verpügten Uw Beftendige Burger! Jan Vrager Junior. K°. 2. MEDE-BURGERS 1 Wat dunk: u van Salomox Rexdos? , Cz:n.;r :: ': JT:::-I-:i::::: H'J.s, deze is een eerfte aanhangeling van Willem de vyfde, men ver'ir;: r.nz isizs'.f? re~;::e. Vind r/lieden ;:ei. or. iie cp uw Z.Icr.f:er - Rol :e p'.3a:fen zo ja a la bonheur. Je fuis Jk s Ons ozel. N°. 3. MEDE-BURGERS! Ingevolge u lieder gedaane advertentie, zende ik u de volgende naamen om op de Monfier-Rot te plaatfen. Tas Jasses, ColleStur aan de Brouyrery de Haan, hy was op den 1 April al in zyn fchik, toen hj meende, dat de lieve Pruifuche Trouppes zoude komen, hy heeft da: ambt van de oranje B'-rgermeefter geVregen omdat hy zoo :;. e:;e voor de Pinkenier en zyn Wyf. Zyn huis is vol van  ( 2^3 5 van geeligbeid, hy is de zelfde die aan de Bantemerbrug de Fruitvrouw dikwyls een maaling maakte, omdat zy geen oranje droeg, hy woond op de deKadykbovendeTabaks Winkel. Plaats dit. Cornelis Ronduit. N°. 4. BURGERS! Ingevolge uwe uitnoding zo laat ik ulieden weten, als dat 'er dient op de rol geplaatst te worden Pieter de Bruin, Ibrfc.ïY:il\l-srop'tRokkin,daarismy van' verteld, doch kan niet voor de waarheid inftaan, dat hy A°. i"88 een acte van berouw getekendheeft, omlangs dien weg Overman te wezen, het welke hy nog is, en niet konde worden, ten zy een oranje minnaar was. My dunkt als 'er nieuwe Municipalen zyn gekoozen, kon die man het drukken voor de Stadmisfen, en aan andere Braven gegeven worden. Valé Pieter Onkundig. H>, 5. BURGERS! Plaats by gelegendheid op uwMonfter-RoI, de volgende Perfoonagien— Dirk Volmer, bekend in de Willm. flad toen de Franfchen voor verraad moeiten wyken Tan van den Brink zyn Zwager Gortirsbaas— Cornelis Spiers M.tzdiar de Vader Arend Huibert Uitdra. ger en Chrutoffel Oostermeijer alle eerfte oranjeklanten ; welkers karaéter ik nader zal opgeven. Dit is by provifie NB. zy woonen alle te Zaandam. Uw Lezers • Klaas, Piet & Comp.7 En opdat niemand eenige onwetendheid hier van pretenderen , hebben wy deze in ons Dagblad doen plaatfen. Actum ter Vergadering den 14 Juny 1795. Het Eirjis Jaar dsr Baïaaffehe Vryheid. V E r 1 t a s Prsfident. In kennisfe van my Libertatis. Secretaris. Ee 2 DOM-  C 244 ) DOMKOP! Ik ben een oud man die fomtyds eens fuff en met jicht en podegra gekweld is; nu is my iets voorgekomen, dat ik niet kan begrypen , onlangs kwam ik by myn Chirurgyit op de N. Z. Agterburgival, omdat ik weer, gelyk wel meer gebeurd, magtige pyn in myn Scheenen hadt, en onder andere van zilver opbrengen pratende, hoorde ik.dathy nog een zilver Tafel-Tabaksdoos had, een Schenkbladen meer andere zilver aartigheden, welk hy niet wilde of zou. de opbrengen: is hy daar van alleen ontflagen? het is immers egaal ? al is hy wat fterk oranje, ook komt hy in geen Wyk vergadering, geeft ook geen itembriefje, nu ik weet het niet; daar is de Brief. Van Huis Dag Domkop! 17 Mei 1795. Ouden Jaap. DOMKOP! (*) Hoodaanig moet de Burgery de Organifatie van de Gefoldierte National Garde tot dienst van het Bataaffche volk in deefe Stat anmerken, Provifionel, dan Wettig; deweil de twee Compagnie taans beftande uit een groot vier hondert man , en onder die worden maar veif en viertig gevonden, Weldenkenkende, en van de Onderofficieren mar veif, die het vertrauen der Natie waardig zyn, en dar en boowen zyn nog tot Officieren angefteld in de Eerfte Compagnie den Faandrig Ranges die wel hekent is voor een Grott Oranienkreier , deweil hy de Patriotten dieonder de Milietaeier waaren na hetjaar E787 wel deglik hefd bekend gemakt by de Toenmalige Officieren , en het is ok nog keen tien jaar geleeden dat hy Hanger op het Drielveld hefd gefegt tegen een va'nzyn onderbebbende Manfchap een Patriott zynde, dat hy niet moest begreipen, dat hy nog koest Patriotje fpeelen zoo ^ls voor deezen, en in de tweete Compagnie den Leute- nani (*) deze brief is woordelyk om reden geplaatst.  ( 245 ) mnt Rinkenber g een groot Oranienklant, en ok Publik durfd zeegen , dat hy niet teegen het Heus van Oranien is, en dat hy de Oranien Partei voor ftaat, hefd hy weel getont, deweil hy zyn Schwaager een Oranienkreier taans Kapitein des Arms zynde, het heusfy op hetDrielveld hefd beforgt van den braven Kapitein Roeloes waard. Mey komt het voor, dat men keen betrauen in de National Garde kan ftellen , tot dat de Removatie foodanig is gefchied, dat van den Kapitein af, tot den Kummenduer in kleus, alle maal beste Vaaderlands gefynde gefteld zyn, die het vertrauen van de Natie viardig zyn. Heil en Bruederfchap, Uw Mede-Burger! Kees regt dor See. VRIEND DOMKOP1 Ik heb met plaifier uit Uw N°. 27 gezien, dat gy gebruik gemaakt hebt, om eenige aan u opgegevene in dat N°. te plaatfen, en alzo deze voorftandersby naam en toenaam door den druk bekend te maken; jammer is 't maar dat gy geen gebruik gemaakt hebt van myne eerfte advertentie wegens den Oorlogs Capn. P. Lombatt, ik verzoek indien 'tmogelyk is, deeze en meer andere van diergelyke foort aan de Waereld bekend te doen zyn , hoe gevaarlyk het is, om zulke in 'sLands dienst te nemen; proeven daar van de Villattes , die quafi 6 Jaaren om de goede zaak gevangen geweest is, en nuintriumphontflagen; maardeorigigineele ftukken van 't Jaar 1787 aan WILLEM V. en de Hertog van Brunswyk. Neem niet kwalyk Vriend Domkop dat ik u met deeze bagatellen lastig val. Het is my plaifier dat U van myne kleine Nota gebruik gemaakt hebt; indien het mogelyk is, moest Dirkje Verschuur ook nog wel wat hebben. U Mede-Burger! 8 Juny 1795. N. N. Ee 3 DOM-  C 246 3 DOMKOP. Weet jy ook by gelegendheid een hofje voormyn Grootte? want de oude floov heeft geen vermoogens meer geen een middag kryg ik eeten op de tafel, of'er mankeerd wat aan — het geen zeer lastig is, om dat ik gaarne wat lekkers proev — om je maar eens een Haaltje tegeven van haar verftand eergisteren middag kogt zy Schelvis ik moest byna huilen toen ik zag, hoe myn oudie druk bezig was om de Vis aftewasfen hy was zo flap als een va:gdoek — zy was deerlyk gedraaid met die V is — zonder kracht of heerlykheid ik zei eindelyk - myn tyd , Grootje 'er is een reukje aan die Vis ik dankje 'er voor maar laaten wy hem liever naar Oom Hoogerbeets zenden, die weetje houd veel van Vis, al is hy wat rood aan de graat — enfin ik moest die middag al weer een Boterham gebruiken — dit verdriet my; nu ik wilde met eere van Grootje af- zyn, weet jy hiertoe geen middel Domkop? indien jy eenige redding weet voor uwe vriend, fchryf zulks ■ ik ben u Broeder. Daniels. VRIEND DOMKOP. Bedenkingen gezien, omtrent die meer dan één Ambt bekleden,en de werkzaamheid daar vf.ndoor anderen voor een gering loon, als aanbeftedende, terwyl geduchte Ambtenaaren, van het opbrengen der Ambten gemest worden, komt my zeer aannemelyk voor, en hoope ook dat de verwachte gevestigde directie der Reprefentanten, daar op zullen vergaderen. Edoch zo veele misbruiken als in ons Landenbyzonder in onze Stad plaats hebben; worden op eens niet geremidieerd; als daar zyn, de veelheid van PraSfyr.s, welken den ongelukkigen Burger zyn bloed als 't waare uitzuigen, Solliciteurs die op een Comptoir twee twistende partyen, zoo foppig bedienen , en eikanderen de bal toewerpen, ter ruïne^-an een van beiden Partyen , en fomtyds van beiden werdende van tyd tor tyd opgehouden, en telkens met de zogenaamde advifen, vacatiën &c. &0&0 zwaar berekend; ja zelf gebeurd het, dat een Praftifyn zyn Patroon op de ftraat ontmoet, en na elkanders gezondheid vragende, door den Praêtifyn te huis komende , voor een confultg'ehouden is genoteerd: waarom heeft den Burger geen genoegzaam recht zyn eige zaak by den Rechter te verdedigen ? en dus die onb'etaamelyke en grievende rekeningen vznPratïify:is  ( *47 ) die zomtyds den geheelen Boedel des onvermogende Buk* gers na zig flepen, niet behoeven. Ook is 'er myns gedachten veel te reformeeren omtrent de Makelaars, welke in plaats van haar courtage volgends haar inftructie, endaar van gefpecififeerde lyften drieën viermaal op rekening brengen , en voor een cosftume hou-1 den; ook daar in onderfteund werden voornameiyk door huizen van Commisfien, dewelke dusdaanige cosftumen accorderen , ten nadeelen van onze Ingezetenen, en wel byzonder voor de zenders van producten van buiten Lands, waar door den Verzender afgefchrikt word om herwaards te zenden. Anti-Prajjis. BURGER DOMKOP! Hoe hebt gy u toch zo kunnen vergalloppeeren, dat gy in uwe N°. 26. het Joodendom, onder de veel vermogende befcherming van den Burger J. C. Hespc ftaande; zo onbedachtzaam aanvalt, als waren zy onbevoegd om onder het Christendom aan het recht van gelykheid deel te hebben? Dat gy, nevens eenen zoge- genaamden Jan Ovbrdenker, U, naar het zeggen van gemelden Burger, aan Logen en Lastertaal fchuldig maakt? Desniettegenftaande bezit de Burger Hespe eene zo ruime maate van menfchenliefde, dat hy niet alleen zonder omzien de Rechten van den Mensch, het zy zulks Jood (NB. let hier op den gegeevenen voorrang, Christen, Heiden of Turk aangaat) zal blyven verdeedigen , maar ook zelfs medelyden met u heeft, en u, niettegenftaande uwen onvoorzichtigen misftap, de misdaad van gekwetfte Majefteit tegen de Hebreërs , by behoorlyke beterfchap, hartelyk alle Heil en Broederschap toewenscht. O! dat gy den menschlievenden aart van den Burger Hespe kende! zyne onweêrftaanbaare zucht voor het Joodendom , gy zoud u wel gewacht hebben die uitverkorene Natie zo onheusch te bejegenen! Gy zou dien men- fchenvriend de moeite befpaard hebben van , door middel der Couranten, openlyk te veklaaren, dat hy met allen laster lacht, dezelve verfoeit, en zich even zo min aan vooröordtelen Jioortl Gy, Vriend Domkop! zult immers ook, zo wel als ik, weten, hoe verdienstelyk de Burger Hespe zich voormaals by den Burger-Sociëteit, als eerfte Secretaris, heeft gemaakt. Eenige onvoorzichtige Leden waren •vermetel genoeg om den Burger van Agten, Kastelein  C 218 ) !ein in één der Societeits-Huizen, naamlyk in de Stai Lwn in de Nés, van Oranje - gezindheid te befchuldigen, met byvoeging, dat hy in den Haag by den dikken Brunswyk als Kok gediend , en zich fteeds als een Oproerkraayer hadt doen gelden ,■ eifchende voorts op eenen hoogea toon, dat de .Burger van Ag ten van den post van Kastelein der Burger Sociëteit ontzet moest worden, waar toe zy dan ook de goedkeuring der tegenwoordig zynde Leden verwierven. Maar de menschlievendheid van den Burger Hespe gedoogde niet, dat men, zonder nader onderzoek, een zo roekeloos vonnis velden; neen - fchoon de man een Kok van den Hertog van Brumwykwit. geweest; volgde daar uit immers niet, dat hy een Oranjeklant moest zynl Het tegendeel Week ook waarheid te wezen, toen kort daarna de Burger Hespe, ten huize vaa den Burger Schmieg in de JVarmoesftraat , een Dooiment voorlas, waar by meergemelden van Agten van alle verdenkingen vry gefproken werdt, en de Leden het daar by lieten berusten. — My dunkt, Burger Domkop, ik zie u hier over grimlachen; maar is het de fchuld van den Burger Hespe, dat die van Agten zieh na de omwenteling van 1787 voor de Oranje-party verklaard heeft? Is het zyn fchuld, dat de Omwenteling de Patriotten door de Jooden gehoond, en braaf afgeklopt werden, blood uit liefde voor hunne Oranje-Afgod? Is het zyn fchuld, dat toen in den jaare 1787. na de meergemelde omwenteling, de Burger Sociëteit gedisfolveerd , en in de beide Huizen een gerechtelyk onderzoek gedaan werdt, 'er in 't geheel geen contanten zyn gevonden, fchoon pas twee maanden te vooren alle toelaagen betaald waren? Hier op uw antwoord inwachtende blyve Uwe vlytige Lezer, Chbistiaan Onderzoeker. P3 Wat dunkt u, Vriend Domkop! zond gy ook, zo als fömmige Patriotten willen, van gevoelen zyn; dat de Burger Hespe, om de zaak der Jooden in 't ftuk der ge]vkhe;d met recht te kunnen bepleiten, alvoorens der Jooden tot het Christendom zou moeten bekeeren, zelf een lood behoorde te worden? In di: geval fprak hy ito. mers zyne eigene Natie. . Dit Vertoom zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te \lkmaar by Hartemink. Hand. Amfterdam Boom, Br.ët, miTmmm, H«*u, B. Koene, Keyzer Langeveld;VeHem, ZüU K.veren Wtnomds'. Dordrecht Blusfe. Gouda Verhlaanw ~ 7, tr^;i»-n pi/in-. T.eiden Herdineh. if LMes en en duw.m , iwiiww —__ - .,- is Peïker, Zaandam va-, A§m, Tolk en Alom.  POMKOP. N°. 30. BURGER! Dom ben ik om die reden ga ik by myn buurman, om de Couranten te hooren lezen; omdat ik het zelf, ge', loov ik, vergeeten ben. Maar wat gebeurt 'er, 'daar krygt Buurman de Nationaalt Courant in handen, daar een briev van jou, weetje; inftaat; en hy vind 'er een periode in, die hy zelv niet verftond, „iet in de briev, of een gemoedelyk woord, hoe hiet dat ding, nou ook, maar van de Nationale Man zelf, daar hy, zoo als buurman zegt, van laster een harpoen van verachting, en langs lyn van wysgeerig geduld fpreekt. Nou heeft Buurman al een Commandeur op Groenland gefproken, maar die gebruikt geen harpoen als van yzer, ook zoek ik geen visfen te vangen met een lange lyn van wysgeerig geduld, maar van goed touw die hy met verftand en beleid wist te gebruiken; ik dagtdat het een bybelfche manier van fprekenwas, ik vroeg des aan een Dominé, of die 'er niets van in zyn Predikatie had, maar de man zeide ten tyde van Jonas weet ik niet dat van zo een harpoen of lyn word gefproken; nou zeit Piet uit de Meulen, die heit drie jaaren by een Stollefeteur geweest, het kan wel een Conftetutioneele harpoen wezen, die op hollandfche Wal visfen gefchooten word, en delange lyn van wysgeerig geduld, kan wel een foort vandiepF f zin-  C 250 ) zinnige fpekelatie in de herzenen van den Nationale Commandeur wezen, om na genoegzaame uitrekking van die wysgeerige lyn, een evenredige beurs met ducaten voor de lading te krygen. Nou wou ik jou advis hier over wet eem.s weeten Buurman heeft deze gefchreven, en tekent ook voormy, na gehoorzaame dienaar voor Burger gemaakt te hebben. & ArieLarie. VRIEND DOMKOP! Dewyl u: in uw laatfte blaadjen N°. 24. een verzoek aan uw Lezers doed, wie hy ook zyn mogen, opgeeft, liefst met naam en woonplaats van zodanige, die de achting en 't vertrouwen der braaven Burgeren niet waardig zyn, en veel minder voor anderen in Ambten, Beneficiën of de bedieningen geplaatst te zyn of te Continueeren, nietten onregten heeft UEd. bedoeld den Perfoon van Dirk Verschuur, thans Weger in de Waag, doch voor de rampzalige Omwenteling van 1787, eerfte Lid van 't Ge. noodfchap tot Nut der Schuttery , en vervolgen onder 't Vliegend Legertje, en bekend voor een eerfte en bekwaame Bekkefnyder, eenige jaaren quafi onder deBataaven, vervolgens, om dat hy geen beftaan had , laag genoeg om federt als Spion van Lorretje te ageeren, en zyne eige "oede Vrienden, waar onder ik (zo ik't wel heb,) zyne aangehuwde Oom zelfs te verkoekoeken - ( *) zo als reets in TJE N°. 24. vermeld; Adres aan de Wynkcopers enTappers, voor zo een gevaarlyke moet een ieder zich wagten, te meer, daar dezen nu by de weg gaat met eene Repubhieinfe Monteering met een roode Kraag, en dus des te gevaarlyker voor iemand die niet wel zwygen kan, en alzo des te eerder kan verraaden worden, en nu Weger in ds Waag, myn gevoelen is niet Vriend Domkop, om myn Evenmensch te benadelen, en daar door de rechten en plig (*) Hier van is bewys voor handen» l  C 251 ) pligten van Mensch en Burger te kort te doen, maar daar U een Nota van draaijers maakt, behoorde deze Vriewb aan 't hoofd van U Lyst gefteld te worden , myne geringe vermogen permitteeren my hiet een beter descriptie van deze en verwaande Draaybaas te maaken, maar het zal my, en meer andere Weldenkende aangenaam zyn dat het karacter van de deze Officiant meer en meer iri Uw dagblad geïnfereert, en dat zo een onwaardig Lid der maatfchappy door een der verdienende Vaderlanders in zyn bediening moge gefureérd worden, myn voorige weegens den bekende Zee Officier L om b a rt 2al ook hoope ik een plaatje in u dagblaatje vinden. Ik blyve Heil en Broederfchap U welmeenende Mede - Broeder 29 May t Jaar der Bataaffche N, N. Vryheid; Niemand genoemd niemand geblameert, 't gunt ik hier opgeeve is geenLogentaal maar waarheid. SINJEUR DOMKOP! Ik heb in jou N°. 23 gelezen dat jy in het volgende iets Van de Vader in het Mannen Tugthuis zetten zou, dan ik heb het 'er niet in gevonden : en hier om neem ik de Vryheid, offchoon ik ook in dat vervloekte huis heb moeten zitten, u dit eens te moeten errinneren en je te gelyk met die Mynheer Groote die de arme Boeven van den honger laat zwart worden, en huizen, tuinen en zilvere Tafel-1 Serviefen koopt, ook zoo nog het een en ander te melden, en dit ommers mag ik wel doen van een ftinkende oranjeklant die waardig was om daadelyk Uit hoofde van zyn Ff* fleg.  C 1S2 ) flegte behandeling die by de arme Tugteiingen aandoe: vï.: zyz :o.;: ;;ge:e: te word er.. ?. P • t | i ai DOMKOP! II: ben -:v2:i cvs: zesere f.ir.rr.e f::sek, welke rer;:Teerde week op de Princtgragt ovtr 't Amfteheld gebeurd is, de Burgeres Trip, of je ze kent, weet ik niet, kreeg een billet om een Franschman te Logee ren , hoe misnoegt zy ook was, maakte zy echter alles klaar om hem te ontvangen, dog kort daar na bedagt zy zich, en riep de meid die zy met bet briefjes, 't welk zy verandert hadt, belaste by zekere Du-ge; Dl»;:-.-; ~? ie zel:"i= g:ac-: ever ds deur te gooijen , na aangefcheld te hebben. Wat zegje 'er van, die oude man is wel zo oud als myn Stiefvader. Verzoek uw antwoord, zal dan nog wel eens nader fchryven, thans heb ik geen tyd, anders had ik u nog een hifiorie van de braave Bertram op de Utrtchtfe er ie l.lc.i v:r. ze :e:e vit. M a ?. - - ver.sli. uit U de wreede geneigtbeid van den eerfte als vriend der Broederfchap , en de brutaliteit van de laatfte, zynde g:ei zzz ZiZ.sr. hebber. dig Dmktf. 17 rriuidl Hz-y. r P'-h. : Jtmj 1:95. Jonge Jï* VRIEND DOMKOP! Wat een aardig gevalletje vind ik my te berigten, de refonable gift van den beroemde PloegCtmnis van'tWwtIndisck JagtbuL, in het opbrengen van zyn zilver, in de Oofter Kerk, het welk beftond in een weinig Poppengoed, bedragende zo men zegt de waarde van ƒ 3:5 daar hy die 5-2.2:3 ":r. sv-er vrt.is ie:":.:-esrer., als da: gosie verSe  ( 253 ) liezen, is dat niet important van iemand, die nog in zyn f-nf:.e bi/:":. Adie beste Maat! ik fchryf a we! nader. Ja» Wa 13h£id. Daar is geen Koe zo wit, of'er is een plekje aan, zegt bet oud hollands fpreekwoord. Jax Waarheid fchryft van het opbrengen van zilver door Ploeg, en fchynt daar aanmerking op te hebben; dan het is Jak Waaihiid niet alleen, zie hier een anderen brief. AMICE! Ik ben nog een liefhebber van jou Blaadjens'sweekelyks te lezer.; ik moet ■ zeggen, dat ik in een van uw Nommers gezien heb dat gy de oranje Ploeg niet in bet vergeetboek gefteld hebt —— dat moet al een fr.oepige Sinjeur zyn, want ik hoor veel van hem verteüen; gepasteerde donderdag den n Juny voor een eerlyk ftuk heef: gedaan , ik verzoek dat Gy niet denkt Domkop, dat hy zulks gedaan heeft, om met die Commisfarisfen te fpotten, <5 neer cur is ie nar te eerlyk roe, het :s til: een ztitve; geweten voort gekomen, zo als 'er wel lieden zyn, die op ier.eilige weg woonen, hier van nader, doch nu van Ploeg. Gy weet immers van het opbrengen van goud en zilver : enfin! daar heeft hy zyn ziel niet mede willen befrcetten, om dat terug te houden, offcboon hy buiten het Placaat is, maar om te toonen dat hy zilver heeft, zo heeft hy dan het zyne in de Oofterfche Kerk gezonden, hetzelve beftond hier in: Eentg Poppegoed. Eetr'ge Kurken met zilver. Een zilver Epaulet, waarfchynlyk die, welke hy al; Tïincrig beeft gedragen. ff 3 - "Na  ( 254 ) Nu moet ik u eens vragen , of hy zulks niet doet om te fpotten? my dunkt van ja, doch hy heeft zyn zelf'er mede. En nu moest men hem voor ftraf met den eerften van zyn post renoveren, en een braaf man voor hempiaatfen. Daar zyn 'er nog meer, die een kostwinning hebben oranje boven te roepen dat zyn zieltjens die nu fcribaas zyn, op Cafteeien in het water Dat is voor eerst genoeg Domkop, aanltaande week meer, zodra ik iets weet. •( B.yve uw Vriend'. Dirk Domoor^ GOEDE VRIEND! Ik moet u iets melden, dat my benaauwd op het hart legdt, is het nog langer te verdragen, dat Ploeg, een der Jagtmannen , en eene Hannes de Noordmakd een initime van Bourcourt in 't Jaar 1787- nog dagelyks haar brood verdienen aan het West Indisch Huis? Hoe veele braaven zullen 'er niet zyn , die voor hun moeten wyken; ik fchryf u dit maar a Gomerno, wy zyn van voornemens, om met ons alle over hem te klagen, te doen afzetten en een ander in de plaats verzoeken , aanteftellen, op dat hy reeds lang genoeg ons verveeld heeft. Ik ben Pieter Haastig. BESTE VRIEND! By wie moet ik myn nood beklagen — ik heb niemand daar ik nu aan fchryven kan — want alle myne vrienden zyn afgeftorven, daar hebje in Rotterdam Arrenberg den Haag Gosse Amfteldam van Leeuwen . Utrecht O li vier, eerfte beste vrienden van my , om in den Courant te plaatfen : maar ik heb gehoord van myn buurman Hoendervoogd , dat gy nog al zo iets plaatfen wil.— A'.s gy dan wilt. Je moet weten, ik ben een eerfte Oraniefchreeuwers baas een bruteur, vraagddat maar myn buuren , hoe m  ( 25? ) ik ze wel geplaagt hebt dus, ik ben zo als dejoB. gens zeggen , een flinkerd en dit is met veel eerlykheid nu wil ik niet zeggen, dat myn bollen twee loot minder wegen, als van een ander neen! dan zoude ze my bekeuren; m. ar jonger, lief kyk, zo een klein oproercje her. brood duur de Bakker zyn bollen twee loot minder ha! ha! dat zal gaan. • Maar te drommel, ik geloof dat myn rekening verkeerd zal uitloopen gepasfeerde Saturdag verkogt ik aan Viswyven dat alle Keezinnen waren, bollen,maar watgebeurd 'er, zy gingen die by een ander laten wegen, en toen kwamen zy by my een laway maken dat ik twee,, loot minder gaf dan een ander — dat ;k een bollen dief— dat ik een Hinkende seele oranjehond was, dat ik oproer zocht en duizenden van woorden meer, toen dagt ik als de Viswyven beginnen, zal ik de dikke Caftclein in bet Leid/dn Wapen by my in de buurt waarfchouwen, dan zyn wy klaar maar ja het was mis de Keefen zyn geen liefhebbers van het plunderen zo als wy kyk maat, daar gaat je hart van open — en fpringd van vreugde op, als men daar van hoord vertellen. Adie beste vriend! Ds Bakkïr uit het Kruis. In de Nes, tusfchen de Heremieteltraat en de Warmoesftraat. NB. M/n naam zal ik nog wat bedekt houden. BURGER DOMKOP! Myn Slaapbaas houd ook die Papiertjens van jou na, gusteren las hy 'er ons een xvan voor, daar eenige van die nieuwe Oorlogs - Capiteins inftaan , onder anderen hoorde ik 'er een opnoemen, die Keil hiet heb je dat wel zeide ik teugen de Slaapbaas; wel ja, zeide hy, denktje dat ik niet lezen kan? wel lieve hemel, zeide ik, allezul- ke  C 240 3 ke (*) onze Oorlog Scheepen moeten commanderen, dan komt 'er vast geen een van teregt; en waarom niet? vraagde hy wel omdat hy niet inftaat is om een Scheeps Boot te commanderen, dus veel minder een Oorlog-Schip, hoe weet je dat ? ■ dat zal ik je zeggen, toen wy aan d'Elmina lagen, toen lag hy'er ook, als Onder-Stuurman (God beeterd) met eene Capiein Toll, zyn Captein zend hem met de Boot in de Rivier om water te haaien , wy haalden juist op die zelfde tyd water, en voeren met gclade Sloep na Boord hy voer zyn Boot in de Rivier aan brokken; was dat niet kundig? wat zou je dan wel denken als ik je eens zeide, dat hy niet inftaat was aan Boord zyn middags werk op te maken, dat hy geen onderfcheid weet, tusfchen Fokkemast en de Magerman; dat die zich van een Matroos moet laaten zeggen, in prefencie van den Correspondent hier in Amfteldam. Stoffel. PS. Myn Maat Piet, weet ook nog wat, maar hy is nu niet t'huis. ANTWOORD, Stoffel zou zyn Vaderlanden de geheele Natiezeer veel plsizier doen, als hy de bewyzen van dit gebeurde offchoon door Keill een gedeelte bekend . in handen gaf, van het Committé der Marine met aandrang dat hy Keill indien hy onkundig wierd bevonden, zoude werden bedankt B E R I C FI T. Wy hebben het Briefje van WAARHEIDMINNAAR wet ontfangen ten opzigten van de oranje Koetfier N°. 23 pag. 193, dan boe ga rne wy een defenfie van iemand willen plaatfen, kunnen wy echter aan het verzoek van WAARIiEiDMlNNAAR niet voldoen, als niet genoeg overtuigd zynde, dat het gemelde Briefje van hem komt, die zich beledigt acht: weshalven wy verzoeken dat WAARHEIDMINNAAR. het zelve met zyn naam ondertekend. C*) het woord Ezel liebben wy 'er uitgelaten Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden; te Alkmaar by Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Briët, Dóll Timman , Hazeu , B. Koene , Keyzer , Langeveld, Verlem, van Resteren, Wynands, Dordrecht Blusfé , Gouda Verblaamv, Haarlem Plaat, Leiden Ihrdïngh, de Does en di Rekker, Zaandam Tolk, en Alom.  ÖOMKÖR N°. 31. BURGER DOMKOP! Ik heb u in myn vorige beloofd nader te zullen opgeven, om door middel van uw Weekblad, ten toon teftellen, dezulken, die naar myn oordeel, onwaardig zyn, langer in hunne posten te werden gepermitteerd, welaan dan Vriend! Iet op ite volgende. G.... ja hoe drommel hiethy ook, van Min — van Min — wel dat is wonderlyk van Minningen, ó ja! nuwrK ik het. Hy is een man in zyn Voorkomen aller vrien- delykst, hy heeft voor dezen gezeten als Raadsheer in dea Hove van Holland. Hy word befchuldigd, maar te drommel ik niet, van een Ariftocraat te zyn, dat is, praaten de geleerden, iemand die niet beoogd dan zyn eigenbelang; deze man wierd om reden onbekend ftérk van IVillemyntj'e bemind. Hy fpeelde aan het Hof altyd op het zien komen enfin ! De Commiesplaats geraakte hier vacant, door het overlydeh van Pancras Clifforj); hy verkreeg deze post door Willemyntje om dat hy haar klaagde zyn boedel zo arbarmlyk liegt was : ó vriend ! hy is een maa uit duizenden, altoos vigilant en pususiujsM in het waaènemen van de aan hem toe vertrouwde post, was 'er een abuis , fraude of aanhaling , altoos moest men by dat heertje komen. De vriendelykheid Iigde als eén daauw op zyr aangezigt, als hy klinkende fpecien zag nöcfi trotfeerd hy de brave met dat, en is in verbeelding dat Willem komen zal; wat dunkt u daar van Domkop! —— zou>' Gg 'dé  ( 258 ) de het niet te bejammeren zyn , dat men hem removeerden , daar hy noch zo lief oranje blyft. Men moet het aan het Volk overlaten. Enfin Ik blyve Arriaantje Rechtuit. GEACHTE MEDE BURGER! Dewyl in dit nieuw begonnen jaar, namentlyk, naden ig January i?Q5, t°en onze franfche broeders hun intrek deden binnen onzen grooten Koopftad, en na dat de laage Stadhouder met zyn huisgezin den Haag had verlaaten en hunne veiligheid met de vlugt na Engeland zochten, kreeg ons beftuur een andere gedaante, en' elk braaf Patriot beyverde zich het zyne toe te brengen om het ver. vallen weder op te rigten , de Aristrocratie te weeren , braave lieden te erkennen, en alle cabaalen tegen te gaan; maar och! men is in zyn wensch tot heden niet voldaan, men zoude volgends alle braaven hun denkbeeld, naar onze omwending niet als een braaf eerlyk carakter, en bekend voor een waar Patriot, die als een eerlyk man, zonder kruiping of fmeeking van Request, het zyne behoorlyk voor te draagen, en daar door geen Reprefentant van een vry volk tot daaden over te haaien, waar in hy zyn kring te buiten treed, en offereerd iets aan enkelde leden die laaghedens genoeg bezitten, om, met Requesten onder den naam van verzoekfchriften in te leveren, om aangefteld te worden , waar op buiten alle tegenfpraak elk braaf Burger, die de kunde bezit, aanfpraak heeft. — ■ Laaten wy eens tot een voorwerp nemen de Weegers van bet Goud en Zilver, het welk door de Burgers van Amsterdam, volgends Publicatie moet opgebragt worden, die hun aanftelling en handelwys is juist als boven aangeftipt; befchouwd nu eens hun perfooneel karafter, aangaande het Patriottismus, of zy die veieischtens bezitten, welke in een man van een Patriots karacter vereischt wor-  ( 259 ) worden. Het tegendeel zal juist blyken , want die de meesten van naby kend, zal wel overtuigt wezen, dat zy eigenbelang zoekend zyn, en in hun doen volkomen Aristocraats, en verfcheiden die men in dezeven jaaren niet geweten heeft wat zy waren, of welken party zy waren toegedaan, om dat altoos, zo als de genen, die ze voorkwamen, zo ook die volkomen onverfchillig waren, als het met hun beurs maar ftrookte. Ja zelfs vind men een naamtekening, op de Tekenlyst van de plaat van de Op' togt der Timmerlieden, of het zogenaamde Byltjens- Gemot- fehap, het welk zeker een fchoon karafter is, En wat Cabaalmaking betreft, blykt wel degelyk, wyl die Sinjeurs kwalyk van de Municipaliteit op hun beede of Request waren aangefteld, of zy belegde aanftondsComparatie, beraamde met eikanderen, om die knegt, waar over zy volgends de wil van de Provifioneele Reprefentanten de aanfchafSng hadden, elk voor zyn privé , zo een knegt niets meer te geven, dan een Gulden per Dag, waar voor zy hun onderling verbonden, hebbende zulks den een niet meer gegeven, dan den ander, fchoon in zo een mensch alle bekwaamheid wezenmoest, en wel zo veel niet meer als zy zelf bezitten, en daar zy zelfs in't denkbeeld waren, en eikanderen wys maakten, dat zy ten minften een kwart percent zoude trekken van alles, wat door hun Mede-Burgers zou opgebragt worden, of ten minfte ƒ 6 a 7 Gulden per dag genieten , voor hun en hunne knegt. Zie daar Burgers een nieuwe handelwys, onder het nieuwe beftuur (in alle deelen geiykformig aan het ouden ) waar van men het volmaakte vertrouwen had, na de omwenteling, dat haar hun bafis zoude wezen, Gelykheid, de Broederfchap, en wiens Capiteel voltooid zoude worden, met het daar (tellen van die gulde Vryheid , daar elk waare Vaderlander, zo geduldig naar gereikthalsd heeft, op hoop dat eider braaf mensch onbetwistbaar, ook zo Gg 2 wel  ( 26o ) wel aanfpraak heef: in de voordelen van zyn Stad te deelen, als hy in de belastingen opbrenging gedeelt heeft en nog deeid, en niet met fmeekfchriften of Requesten, of anderen handelwys voor een man van een eerlyk Vaderlandsch karacler, door Reprefentanten of door wie ook voor getrokken of aangelfeid worden. Zo was het myns bedunkens meer met de Gelykheid ftrookende en met de aanfpraak die elk braaf karadter'er op had, gevoeglyker geweest, dat de Provifioneele volks Reprefentanten een Oproeping of uitnodiging aan alle Leden van het Gild, (_*) gedaan hadden, met het aanltippen van het geen 'er voor falaris gegeeven zouden worden, en gefpecififeert hadden de verdere Conditie, als ook dat 'er vereist wierd een getal van 18 a 20 perfoonen, voorzien met de vereischte bekwaamheid om dat werk te verrig. ten, waar van elk dan zyn biljet van aanfpraak kon inleveren en die volgends zyn naam of tekening van 't biljet niet bekend ftond, voor een man van een eerlyk Caracter, het patriottismus toegedaan, kon zyn biljet uitgefchoten worden, en in prefentte van dat Committé, dat 'er mede belast was, de overige biljetten door het lot beflisfen, deze aanftellipg zou wat beter met de rechtmatigheid en me: de zaak zelfs van Provifioneele Volks Reprefentanten over een komen : en dan was 'er aan de Gelykheid waar elk na onze omwenteling de mond zo vol van heefc beter voldaan, wyl een elk mensch 'dan niet zou kunnen zeggen, dat zy eenigfints in hun recht als Burger waren te kort gedaan, en men zou in de daad beandwoorden aan die fchoone woorden van Vryheid, Gelykheid en Broederfchap, die onze Republiek na haar verlosfing van alleDwingelandy van het vorige bewind, aan het hoofd gekregen heeft; NB. (*) men moest eerder de Gildens vernietigen , dan hun de voorgang boven amieren Burgers te geven. —— Rampzalige kluiflcrt der werenfchappen !!! — seDoNKOP.  ( 261 ) NB. Ik zou waarde Mede-Burgers over dit en ander* ftukken meer aanmerking kunnen maken, maar zal het als nog uitftellen, tot nadere gelegenheid, op hoop dat de manier van 't vorige bewind niet opborrelt, maar voor eeuwig in onze vrye grond begraven blyft. Blyve na toewenfching van Heil en Broederfchap. U Mede - Burger J. A. Cu mus. BURGER DOMKOP! Zeg my eens Burger, wat ligt dip zekere perfoon toch zoo vermetel te maaien in de Nieuwsblaaden, en een ieder als uittetarten, dat men maar zoude tegens hem opkomen, die 't gevoelen is toegedaan, om volftrekt niette Willen inftemmen, dat de J oo d en in de Rechten van den Mensch zoude moeten begrepen worden. Ik wil wel zeggen, my is dien Burger niet anders bekend, dan alleen, dat zyn naam menigwerf word genoemd, vraagt my niec Burger of het is, dat men hem veel achting toedraagt, zo 't my voorkomt is zulks geheel contrarie, daneilieveBurger! kund gy my ook eenige inligting van die man geven, waar doch is hy van daan? wat heldendaaden heeft hy uitgevoerd, dat de zinnen, ik zegge gezonden zinnen verward blyev. Ik ben geen man, die taal-of letterkundig is, och neen! ik leef maar eenvoudig heen, onder den al ouden druk, daar zo veele Kristenen als nog onder zugten, wat Kristen zal zig engageren meteen Jood, daar het Opperwezen in den Bybel wel degelyk den Jood heeft geboden, wanneer het hem behaagde, hun uit Egypte na 't Land Canaan te geleiden, zeggende vermengt u niet met de Heidenen of andere vreemde Volken,! en daar zy zich aan hunne oude wetten houden, hoe kan dan die perfoon, zo by een Jood is, de geboden Gods verwerpen, of hymoe: Gg 3 2ya  ( «62 ) syn geheele Wet declineren, en is hy een Kristan, zomoet men voor zo een perfoon eifen en zyn gedagten verfoeijen, daar hy alsdan onder deregten daarenboven van den Mensch niet gerekend kan worden, omdat zyne bedoelingen nergens andere op uitloopen, als op eigenbaat, dat is een, en haalt hy 't 'er door, dan, alsdan zal hy door zyn gezanten wel in eea Koets voortgetrokken worden. Burger! de Brief zal wat uitgebreid zyn, mogelyk vergund gy hem geen plaats in uw Dagblad, evenwel ik wil uw aanmerking daar wel op hooren. Gerust ga ik 'er mede voort, om myne verdere aanmerkingen hier te plaatfen. Was ik een Jood, ik zoude het voormy ze! ven, alsdan vast weeten, doch ziet, geen Jood zynde, zo moet ik u verklaaren , dat ik wel degelyk onderrigtben , dat de Jooden de Kristenen nötaanfchouwen, als dat de Turcq de Kiistenen doen, die hun rekenen nog minder als honden te zyn; een Jood doet nog erger, want ontwaakt hy uit zyn bei, en'hy bid zyn God aan, al eer hy een aanvang neemt, als dan treed hy drie treeden zgterwaards , vervloekende alle de Kristenen; wiegruuwd niet over zulke eifelyke Hukken, en dat Volk fchreeuwd, om de Rechten van den Mensch te worden toegedaan, ik geloof zeker, dat "er in Felix Libertats zich bevinden en dus niet agterlyk gebleeven is, om met dien Vergadering mede werkzaam geweest te zyn, zo met een Bequest te prefenteren, zo te Rctteriam, den Hisg; Leydsn, Haarlem, 'l Mthtam als te Veurt, uit welke plaatfen ik vernoemen nebbe , dat bereids Gedeputeerdens zich hebben laaten vinden, in de aanzienlyke algemeene Wyk vergadering binnen Amfterdam , wat van dat ftukje moet worden, weet ik niet, had ik fesfie in die Vergadering, zoude ik'er iets van kunnen zeggen, dan nu moet ik 'er'tzwygen toedoen, doch Burger! wat een mooi fchildery, de Jooden verwerpen de Geboden van God, terwyl zy verbooden zyn, zich niet  ( 263 ) niet te vermengen met vreemde Natiën, als wanneer zy blyven voortgaan om te willen blyven volharden , om onder de Rechten van den Mensch te moetea behooren, en wat ligt 'er niet al meer in gelegen, zoude de Gilden niet een fchok ondergaan, waar door alle Kristenen een Dag zoude toegebragt worden, onherftelbaar, want daar zy de handen in krygen, is net zoo goed, of dat het aan de hel in bewaring gefteld word , dus behoord men hun wel degelyk uit de direftie te houden, word dat niet gedaan, en krygen zy zoo veel invloed, ziet daar, dan komen zy ook door den tyd onder de Municipalen te behooren, en wat een aartige vertooning, Jooden als Municipalen te verkiezen, die den waare Kriftus, God en Mensch in een perfoon verloochenen, zulke Menfehen, de Rechten van den Mensch toe te doen, als nog het dekfel op hun aanzigt van God gelegt, om hun van de Kristenen te onderfcheiden; foei! ik kan met geen mogelykheid begrypen, dat een Christen zo durft op te komen voor dat Volk ; wat is doch de reden ? dan een groot eigenbelang; dan toch wat heeft het geval niet veel meer zwarigheid in, doet men de Jooden de Rechten van den Mensch toe, men maake uit hun Municipale Leden, 't leid geen jaar of ziet een aantal vreemde Jooden van ruim drie a vier maal honderd duizend, uit vreemde districtien, komen hier afzakken, dan, alsdan zullen zy famen de Kristenen voorzeker de Rechten van den Mensch ontvreemden , uit hoofden van haar Morgen Gebed, en zullen zeggen, weg met die Kristenen, want als haar verwagte Mesfias dan eens op komt, die zy inftaat zoude zyn voor hun Siloo op te werpen, en de Kristenen geliefde hun Mesfias niet aan te nemen, wat zoud gy van de gevolgen oordeelen? 't is te wenfehen, dat alle Steden thans deswegens by nadere inziening diepzinniger mogen oordeelen, zo zulks al niet mogte gefchieden, dan komt het my onder verbetering voor  C OU ) voor, dat die Steden die voor hun geimporteerd bh/ven / ieder op zich zelve een vyf a zes duizend tot hun, uit deze Stad over namen, en daar na hun gevoelens in hunne plaatfen mede leefde, zo als zy zullen oordeelen te behooren: mits zy in 't oog houden, de Rechten van den Mensch niet te verkorten. Het kan zyn Burger! dat zy hun zullen gebruiken, om zee te bouwen, niet dat ik meen, op de Scheveningfe Pi?iksn van Willem de Vde* maar weldegeiyk op de Oorlog Schepen tegen de Brit, is dat hun voornemen , dan komt het my te voren, dat het het beste is, om wat te verdienen; ja Burger!my komt hetvoor, datzedaar toe het beste gefchikt zyn. Voldoet het u, dan geeft het een plaats in uw Dagblad, met uw aanmerking, en ik, ik zal zyn en blyven Uwen Ctmerkzaame. Rotterdam den lijuny 1705. Wy hebben u lieden een voorbeeld gegeven in bet afrefteren van onze deugniet van Staveren en oude Despooten, als mede het removeren der oranje ambtenaaren. Wel aan Amftels Burgery leert hier uit, dat alsdeftem des Volks fpreekt, die geëerbiedigd moet worden, door hun, welke het Volk vertegenwoordigen vertoefd niet ik fchryve na andere Steden en Plaatzen, om geenblooteaanfchouwerstezyn, zal ik een Lyst U toezenden, van de araptenaaren. Vale b. rotterodamensis Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Briè't, Dóll Timman, Hazen, B. Koene, Keyzer, LangeveJd, Verlem, van Resteren, Wynands. Dordrecht Blusfé. Gouda Verblaauw «n Buma , Haarlem Plaat. Leiden Herdingh, de Does er. de Pekker, Zaandam Tolk en Alöm.  B 3E DOMKOP. N°. 32. BURGER DOMKOP! O nder het lezen van uw Blaadjens, bemerk ik, dat gy nogal een goed, bezadigd, deftig en zachtzinnig mensch fchynt te wezen; endat gy als een herder over eenkudde Schaapen gefteld zynde, waakzaam voor Wolven zyt.— ö Brave Man ! wat verdienden! Ik koom vrymoedig tot u treden, werp my neder in uw fchoot van barmhartigheid treurende nachten— en klagende dagen — verflyten myn leven — ik ben geheel vol aandoening. Ja myn genadigfte Burger Domkop — myn knien knikken onder my myn leden beven op het enkeld nadenken. Treurige gedachten och myn goedaardige Domkop! helpt my uit myne benaauwd- heid want ik vrees als van Staveren de geremoveerde Hoofd-Officier, aan het klappen gaat, ben ik gewis een... Ja een lyk.... ó akelig tyd (lip! Hoe menigmaal heb ik my verheugd—. als ik de ftrajen doorwandelde en de Patriotten wierden geklopt. Ja tranen van vreugde rolde langs myne wangen r als ik zag plunderde, Wat een zielsfmerte heb ik niet moeten uitftaan, gedurende den jaare 1781, 82, 33 en 84. toen ik al myne vermogens infpanden, om de Jongens van het Achter-KloosH h ter  ( 266 ) ter, lange Lynjlraat, het Laag enden andere'deftigeBedelaars • Buurten, tot oproer aan te zetten, en zulks telkens door de Patriotten is belet. Noch rold een koude gril door myn profesforaale ziel, toen ik het befluit nam, om het oproer van den Predikitoel, als een verdienftelyk werk te verkondigen. Hoe menige nachten, heb ik niet flaaploos doorgebragt, om met anderen een Plan uit te brengen, waar door op eenmaal alle Patriotten zoude hebben (taan te kyken, dat hunne goederen geroofd en geplundert waren. Wat een aantal moeijelykhedens heb ik niet moeten onder;' an, over al waaren doornen en distelen, waar ik myne voeten zette; yslyk denkbee'd! als ik my erinnere, hoe ik van een Dienstmeid befpot wierd, die ik effentjenstikken wou ó Domkop ! genade! Ik hebbe duizenden van angften en fchrikken uitgedaan , als ik Vergaderingen aan myn huis had, dat zy my zoude geknipt, of liever gewipt hadden. Ik ben nu verlaten van een aantal vrienden van vrienden die ik alle zal beklappen, als men myarrefteerd — dan zal ik ze noemen. Ja ik zal aanwyzen wie zyzyn; bv voorbeeld Story, Wels, van Rosfum, Lallemand, Braasfem , Koekebakker, Lind, Koufenkoper, Jan de Booy, Winkeliertje, van der Wiel, Tabakskooper, Bennet en Haake, Kraeft, Wyt, Cornel, Hendrik/en, Bal, van Dyk, van Ginkel, Hofhout, alle Boekverkoopers, Kaat Mosfel, K'.iafyn Verryn, ruige Keet."— En onder de ryke zyn myne beste vrienden, Bichon, van der Heim, van Staveren, (nu die zit al) Suurmondt, Schuller, van Heusden, deMonté, de Groot, Mosfel, Senn van Bazel, van Ek, (de oude Majoor z.yn Zoon) Hoogh, van der Hoeven, JVaji Teiligen, Colot, Descury, van Hogendorp, Na barmhartige Domkop, weest zo goed en doed een voorfpraak by de Keezen voor my ik beloove dat ik nooit  C 267 ) nooit wéér Apo/ogien zal fchryven, noch Bloemftrooijen, veelmin my te zullen bemoeijen met byzondere zaken rakende het politieke. Alles wat ik hoor is als een donderflag in myn ooren, daar zyn myne goede vrienden te Schiedam , ook al gelyk hier gearrefteerd — waar berg ik my voor de Patriotten—. waar zal ik eenfchuilplaats vinden— vol van fchaamte en met angst beladen, zit ik in een.klein donker Vertrekje agter in het huis myn uitzicht is op de Scheepmakers Haven daar ik ook eenige vrienden heb woonen , die my verlaaten hebben. Nu goeddoende Domkop vaart wel Rotterdam Uit naam van Profesfor löjuny 1795. Petrus Hofstede. NB. Verzoeke zeer vriendelyk dat gy aan alle uwe goede vrienden en bekenden, ten fterkften recommandeert myn Werkjen getiteld Voorbeeld der PRINSELYKE WAARHEDEN, voor eenvouwigen, die zich bereiden tot de belydenisfe des Oranje Geloof, meest voor het gemeen, door rny ontworpen; het is, zo myn Boek verkoopers zeggen in alle Boekwinkels a si ft. te koop. Ik verzoek zeer vriendelyk om deszelfs nuttigheid, dat gy hetrecomman- dere. Eerdaags zal het met een Tweeden Stukjen vervolgd en met Byvoegfels van den Eerwaarden Krankenhezoeker THOMPSON vermeerderd worden. ANTWOORD Wel ja! de domkop zal Hofftede barmhertlgheid bewyzen, het ziet 'er wel na uit. Ik bedankje profesfor voor die commisfie hebt gy wat verdient dan zullen de Rotterdamfche Bataven aan u genade fchcnken niet waar Cameraad? wel man hoe komt je dat zo in de kop om my lastig te vallen, wet verbruid gy komt net aan het rechte CompHh 2 toir  ( 263 ) toir, om zulk zoort gelyk gy zyt, heb ik meenig nacht rast moeten laaien — gaat na je Kaatje Mossel daar ik je met Timmers op een Prinsjeos dag gezien hebt, of denkt gy dat menu niet kendt ö jfj dat is mis, wy weten ook wel hoe je aan de Ervenis van Merouw V;s zyt gekomen, knaapje ja wy weten meer kyk maaj het is nu anders als op den aglfen Maart 1784, dat gy Jongens die met ftokken en houten liepen , zesthaiven gif, met by voeging nu kinderen raaakje vro'yk — en daar gy reeds wist dat den braven Burger fchout Plaat reei= die lor.uen tvree u ürie muui uit een anderen gejaagt hadt — neer3 vriend wy zyn alles noch niet vergeten, al hebben wy elkander in eenige Jaaren niet gezien of gefproken. - TT r Vale- NB. U voorbeeld zal ik recommanderen, dat denk ik. VRIEND DOMKOP! Hier by een naamlyst van eenige perzoonen, met het geen zy gezegt hebben, in den Jaare 1783 en 1784 alhier te K*t*i*A Ik zend dezelve om dat ieder zoude weten wat klanten 'er zyn , en die zich zomwylen onder de Patriotten zoude willen vervoegen. Van der Heim heeft in een Burgermeesters kamer gezegtdat zyn hoogheid zulke dingen (namentlyk bet illumi" neren van Zakkendragers, mooi foort van braven!) " wel wardigwas, om 'er vreugde voor te bedryven." " Professor Hofstede heeft in gezelfchap van een 1-ort perfoon in het zwart gekleed zich op het midden van rf- Nieuwemarki geplaatst, voor het Zakkedragers-Huisje tutkOt hoorde men ter eere van dat geestelyke pertoontje, driemaal oranje boven roepen, terwyl hy zulks met diepe buiging beantwoorde. Jeremias vak Tojïgeren Toorenwagter, fpeelde altoos op zyn Clarinet Wilhelmus va* Nas/ouwen. Ba-  Barend Kloppenburg heeft de Eere-Poorten ge • illuinineerd , en de Lampions gevuld, en toen de Zakkendragers by hem om de rekening kwamen, zeide hy , dat fchenk ik u, — o:n dat zy lieden by die gelegenheid, als ftille vreedzame Burgers, gedragen hadden," dac weten de Rotterdammers by ondervinding !!! Tan van 1 e t Hof alias Rottekaas maakte dit volgende Vaersie in de Eere-Poorten van de Zakkedrsgers. De Staatzucht *an Bourbon , de heerschzucht var. B r ittakje , Vtrdryft uit Nederland den rampfpoed van oranje , Dus bloeit die fchone Wonderboom, in weerwil van 't 1" en van de Merwejlroom. Eenige bedelaars en gemeen, waar onder Cl aastn ,, Verrtn zeide kom naar van der Heim toe, diegeeftagt ',' Zesthaiven , te gelyk — en die niet en gaf wierden ", de glazen ingeflagen met deze byvoeging „ dan 3 zullen wy jou bliksems van de nagt wel vinden , dat zy den donder die niet geven wilden, wel zouden vin\\ den, en doen geven— en dat zy het wilde en G..d ... zoude hebben dat zy den 8 Maart Baas zouden „ zyn , en het huis om verre haaien. Van der Ven, Presmeefter, heeft met oranje-lind op de beurs komende gezegt „ het is oranje beliefje het te dragen ie kent het doen, ik doe het. " Van Eck, Tambour, Zoon van de Stads Bode (familiaar vriend van Kaat Mosfel,) heeft het eerfte (1784) Wilhelmus van Nasfouwen gefiagen. Evert Wolvenkamer , heeft den 9 of 10 Maart 1784 gezegt, dat 'er over drie a vier weken wel wat anders zal gebeuren, namentlyk den 4 April. Dirk Jan Story, heefc den 23 Maart 1784 gezegt „ zoo moet het gaan en als wy ze zoo niet klaar kunnen " krygen, dan zullen wy met de Byltjens komen , en dan zullen wy ze dwingen." ■ ' Ziedaar Vriend Domkop zc dra ik zie gydeze geplaatst zult hebben, zal ik meer van dat zoort u opgeven, en wei die gene welke zinds 1793 tot 1795 zich hebben kenbaar gemaakt, en dan zal ik iets van myn Buufen, van der Wiel en Jan de Booy mededeeleu. Blyve naar toewenfching van Heil en Broederfchap Rotterdam 15 Juny 1793% Uw Mede-Burg er < J. Batavus. Hh 3 BÜR«  C 270 ) BURGER DOMKOP! Daar nu onze wettige Regeering benoemt is en ik niet twyffelie, of de oranje Beambtenaars en officianten zullen in 't kort van hunne posten ontzet en de nodige door braave Patriotten vervuld worden, weshalven, ben ik van gevoelen, dat elk weldenkend Burger verpligt is, die Oranjekraijers bekend te doen worden, om hier door , voor te komen, dat de zelve niet in hunne posten blyve Continueeren den ex Luytenant Johan George Hrejes Koffykoper op de Nieuwezyds Foorburgwal, over de St JacobJiraat, voor eenige Jaaren genegoticeert heöbende op de firma. Drees en van Woudenberg dog deze Compagniefchap is gefcheiden, adres op de Kolk in de Valk. Gemelde Ex Luytenant, is dan na de fameufe omwenteling in den Jaare 1737. Overman van 't grote KamersGild geworden. Dezen Johan beneffens eener Orange Koolpiaas (mede overman in gemelde Gild) geadfilleert door een Stads Boode, zyn gequalififeerd - uit kragt van zekere keure in dato 24 Juny i?66J om by alle Winkeliers ( zonder onderfcheid) het koper Gewigt en ellen maat te komen bezigti» gen, onder de benaming .volgends vroeger keure) van 'JaarZangen ; dan ik laat ieder uit het volgende oordeelen, hoe verre deze fnaken, hun pligt te buiten zyn gegaan. In eerst gemelde keuren word gezegt, dat een Winkelier wiens Winkelwaaren of Koopmanfchappen boven .de twee honden Guldens waardig zynde, zal by devifitatie of Jaar Zangen betalen 10 ft. en meerder als twee honden Gul. dens, vyf ftuivers alles op eene boete van zes Guldens. Een Patriot en Prinsman, van gelyke qualiteit zynde, wierd van den Prinsman flegts twee of op zyn boogts vyf ftuivers gevraagt, daar in tegendeel den Patriot tien ftuivers moeste betalen, en in geval den Patriotzig ondernam, om reden van deze willekeurige behandeling te vragen, wierd hy direct op eene trotfche toon , (den Ex Luitenant zo eigen) in eene boete van zes Guldens bekeurd. Zo gy dit in uw Domkop een plaatsje gelieft te vergunnen, zult gy verplichten die zig noemt Uw Heilwenfchende Mede-burger! J a c o B y n. BURGER DOMKOP! Ik lees gaarne uw Blaadjen, om dat gy alles aanneemt, en daar in plaatst wat u toegezonden word (*) ik moet ook eens CO -Als het met de waarheid over oen komt.  ("271 ) eens aan u een brief fchryven, fchoon myn gewoonte niet is, te fchryven, myn buurman vertelden my een geval, waar door hy geftoord en in zyn voorneemen bedrogen was, hy was tot aan de keel toe vol, en daarom moesthy ontlasting hebben; ik zal zyn eigen woorden u melden. Hy zeide, „ nu ben ik duivels bedrogen, myn doch- ter ging dienen by een Patriot, niet uit toegenegentheid , maar om hem op den eenen of anderen tyd een kladt aan zvn gat te zetten, wy vleiden hem en zyn vrouw op allerlei wyze, maar konden niets by hem te borg krygen, of myn dochter moest voor ons borg blyven ; daar gaven wy niet veel om, als wy het maar hadden: toen wy zo hoog in 't boek waren, dat wy niet meer konden krygen als met moeite ; was het onze tyd. Myn dochter maakte zich groot by een Kiezer nu weet gy wel dat de Sestig Kiezen alle verftandigen en vermogende menfehen moeten zyn, en dat 'er anders geen verftandige enz. buiten die Sestigop ons Dorp woonen; daarom moest de Municipaliteit, Committées en Schepenen, uit verkozen worden, na dat zy eerst hun eigen plan hadden gemaakt. EnfinI " „ My is altyd geleerd de ïyke Capitalisten en groote Kooplieden te ontzien en Burgers die door vlytige arbeid en zuinigheid met hun eigen zoeken door de waereld te komen, maar af te haaien of te bedriegen, want anders willen zuil ke wat mede te zeggen hebben, en denken nu haar tyd is, om die reden voegden myn dochter zich by die Kiezer." „ Toen men ondervond, dat de Kaart vergeven was zogt myn dochter met behulp van des Kiezers Vrouw \ welke leeft als zy hier of daar wat kwaad kan (loken, reden om uit haar dienst te komen, en liep ook uit haar huur, des avonds kwam zy om haar goed te haaien, maar die Patriot, wilde haar dat niet geven, of hy moest eerst het geld dat van ons ten kwaden (lont betaalen, want zeide hy, myn dogter is 'er borg voor gebleven, en dat was ons oogmerk niet, of wy hem beloofde te betaalen mogt niet helpen." „ Myn dogter liep na de Kiezer, die ook wist wie wy en wie haar Baas was, en van welke gevoelens; ja man doo dagten wy klaar te wezen, hy zond zyn dochter na de Municipaliteit wat les hy haar mede gaf, weer ik niet,gelyk zy ook deed, zy kwam uit order van de Municipaliteit weder by haar Baas om haar goed, maar moeste met onverrigte zaake vertrekken, zy weder na de Municipaliteit, die haaren bediende toe mede gaven , maar die Patriot zei-  ( 272 ) 25ide tegen de bediende, dat hy Regt en aanfpraak had Zp baar goed, zoo lang hy zyn geld niet hadt, want zy is 'er borg voor, en zo zy haar goed heeft, is haar borg zo veel waart als de pretentie op haar Ouders. en hy zoude het niet laten volgen , voor hy zyn geld hadt, al zoude het hem no* hondert guldens 'er by kosten, de bedienden vroeg aan hem, of hy dat dan maar aan de Heeren Municipalen moesten zeggen, die Patriot durfde zeggen neen ; neen • niet aan de Heeren, maar aan de Burger Municipalen, wat durfr zoo een man niet al zeggen, die Heeren, ook. al Burgers te noemen. " „ Of de Municipalen ons bedrog door het Rapport van haare bediende ontdekt hebben, weet ik niet; maar wilde wy onze dogters goed hebben, wy moesten of wy hoog Of laag fprongen, eerst zyn geld betaalen, gelyk wy ook zulks gedaan hebben." Dat is eens, maar zulks moet niet weer gebeuren, de verftandige en vermogende en ryke Patriotten moeten ons beter adfifteeren, of't zal niet langer duuren , of die ryke, verftandige enz. zo wel bedrogen als wy, zy in de hooge en wy in'de laagfte, moeten de middelttand in dwang houden , hoe fpoedig zoude zy ook al in de Regeering komen, en daar moeten de Ryken op pasfen , en dan moeten zy ons wel te huip hebben." Ik was 't hooren moede en daar om liep ik weg. Wat dunkt u Domkop van zulke Kiezers, die de naam dragen van groote Patriotten, en het oranje Volkje adfifteeren om haar mede Patriotten te helpen opligten? zoude) 'er ook Ariftocraten onderdenaam van Patriotten zyn? en zoude die kiezers nu de opengevallen plaatfen weder moeren aanvullen, tot dat die tyd van kiezers te ftemmen weder daar is? want ik heb noch niet gehoord, dat zy haar bediening in de fchoot der Burgers weder nedergeiegt heb. ben na dat zy 't Commité en Scheepenen verkoozen hebben'; dan ben 'er geen Sestig als de Municipaliteit fap niet mede ftemmen, hebbende dan zoo veel verftand wel? ik ben wat te dom alles zoo te begrypen, en om' dat ik de wyze niet durf vragen, vervoeg ik my by Burger Domkop, is 't u blaadje waardig, dan fchryf ik wel weder eens aan u West - Zaandam Ben den 9 Juny U795. Uw Mede-Burger Claas Hoos.tgb.aag. /  3D> E DOMKOP. N°. 33- VRIEND DOMKOP! Xk heb in uw Nommer 28. gelezen, als dat gy verfcheide Oranjeklanten , die dagelyks by Willem Vermeulen alias de Bakker enz. verkeeren , publiek gemaakt hebt; het welk onze plaats aangenaam, en een middel voor Vervieulens mond te floppen , geweest is; maar de Schryver van dien Brief heeft u verfcheiden vergeten optegeven, welke even voor de Revolutie aldaar verkeerde , doch wel, dit moet ik 'er by zeggen , den meesten tyd , by Abraham , bygenaamd Bram uit de Keuken verkeerden, als daar hebje: De twee Jongens, van Jan de Wagt; die beiden Land. zaten zyn geweest, doch op floffen thuis gekomen, een van dezelve durfde publiek op den Dam zeggen, „ ik „ zal met de Franfchen darmen om myn hals thuis „ komen" dan hy mag blyde wezen, dat de Franfchen hem zo genadig gehandelt hebben. Jan Broodt eertyds Bakker, doch nu Koornmolenaar mede Compagnon van Klaas Sitter , welke om zyn vuilaartige gezegdens op den 1 April 1795 uit de Sociëteit der Keezen als Lid is gefchrabt. Rens Spaans, Deurwaader van 'sVolks Gemeene ..Middelen, een der eerften Oranjeklanten, die onder het Mom aanfcbyn van fyn en vroom, veele Oranjedaaden uit-  ( 274 ) gevoerd heeft. Toen de Ttxax, duc d' A l b a de Bloedhond uit den Haag hier was, heeft hy aan het hoofd van het Oranjevee geweest, met een degen op zyde, hy was onJer diepioeg van fchuim, welke de binnen Veerfchepen v n Wormerveer enz. in de Sluis vast hielden, toen Willem Vermeulen in het Jagt van den Burger Aalsmeer, (of een ander, het geen my ontgaan is,) met geweld in drang. Wilt gy my een plaifier doen, om de volgende in een uwer Nommer te plaatfen ; gy kunt verzekerd wezen, dat het Oranjeklanten, van het eerfte zoort zyn GerritHarder uit het Botervat, die zich beroemd heeft. eea tand uit de mond van een Franschman gefchopt te hebben, welke voor de Willemfiad, door het lood, der Geweldenaaren gefneuveld was. Deze tand heeft hy bewaard als goud tot eene gedagtenisfe; — Dat de Zaandamfche Clubisten , (waar onder nog ftinkers zyn) eens begrepen, om die tand by hen en Corps aftehaaleu, zoude waarlyk niet kwaad zyn. Aris van Broek Abrahams geremoveerde Regent, deze heefc, zegt men, ƒ 150:-:- voor de Landzatans getekend. Frederik Cardinaal; dito een man van groot fortuin, en mede ftemmer tegens den Dominé, die een goede Kees was. Jan de Wit eertyds te Delft Vader in het Weeshuis geweest, doch door behulp van de boven genoemde van Broek, heeft hy van Neêrlands dwingeland, een A&s van grosfier gekregen, tekens alle wetten en rechten, zyn vrouw (nu overleden') liep te Delft altoos met een oranje lind op de muts, het geen zy, hier niet durfde doen. Pieter B o u m a n een fyne uit geftreeke, geel oranje kleurig gezigt, deze ging eenige Jaaren geleden naar Cuilenburg woonen, om dat hy daar beter oranje konde fi-vesuwen als,hier, doch is, van armoede moeten terug komen. De-  C 275 ) De wed Willem Wieman; een Poeppin, een mager fchraal Oranjewyf, heefc twee Zoons, waar van een dood , die na de Prins genaamd waren. DoBor le M air Ej bygena'arnd Slypbordje , om dat hy altoos zyn oranje , tusfchen.de knoopsgaten droeg, een klant, die niet wilde hebben, dat men de gezondheid van Vader Hooft, terwyl hy, met Willem de Gans en anderen de gezondheid van de deügdniet Willem de V&, dronk. Ary Timmer, een oprichter van een' Eere-Boog, die om iooo guldens wenschte, dat hy nooitindefocieteit was geweest; dcchnu berouwhebbende van zyn oranje daaden, gy moet weten hy is een fuper fyn, en een vroom mannetje, hy is Lid van deze nieuwe Sociëteit geworden; Simon Ram, een dweeper in volle glans, heeft een Conferentie met een Engel op de Turfzoldergehadt, welke hem openbaarde dat de Franfche niet komen zoude. Zyn zoon Pieter Ram is te vroom dat hy loopt; maar met al die fynigheid bedriegen de zulken de waereld. Pieter Knip de Schoolmeefter, die heeft u reeds genoemd. Jan van d e n B ri nk, alias Jande Satan, deze fpargeerde altoos in de Winkels, dat de Pruisfchen in Nymegen of te Arnhem Waren, om de moed in te blazen; waar door hy veele om den thuin leide en nog verfcheide anderen, die ik u wel nader zal opgeven. Waarheid SpreekeNd'; Zaandam den ii Juny 1795. BURGER DOMKOP! Wat is dat zult gy mooglyk met verwondering uitroepen! ten brief van een Oranjeklant? Ja vriendje ; ik kom feyu, want by Coertfen kon ik niet geholpen wordende, en li 2 daar-  daarom wil ik aan u fchryven, gy zult my. een groot ple:zier doen, van het zelve te plaatfen. Gy moet weten, ik ben een aanhangeling van het Huis van Oranje, een man van de oude Conftitutie, doch helaas op de Botermarkt begraven, nog meer, ik ben een Byltie op 's Lands Werf, en ben in de optocht geweest met hun, in de Jaren 1787 en 1788, die by dè Patriottifche Varkenflager de Kluifjens weghaalden, en by de Wynkoopers en Tappers, op zyn Katrenburgs dèWynen Genezer affloten, zonder iets te betalen) nu dat fpreekt van zelve , al het geen wy op naam der Pruisfifche Troeppes deedënj-nd moetje meer weten, die lieden, nament* lyk de Keezen ryden my daaglyks na; wat moet ik hier in doen? ik kom om raad by u, om myn booze daaden uit te wisfchen, want ik wil gaarne by.de Patriotten en met hun verkeeren , zy kunnen bepaald ftaat maaken, dat ik in het vervolg myn leven zal beteren, en van myn booze handel zal afftand doen. Als Hendrik van Eist eerst eenige Jaren [getoond heeftdoor zyn gedrag, dat hy, waarlyk geen aanhanger van het Huis van Oranje is, en zich ftilletjens als een braaf burgerman gedraagt, zal men hem by de Kezen aannemen; maar het berouw dat nu het tuig toond , is tweeledig. Het eerfte berouw is uit vreefe, dat zy hun wel verdiende ftraf zullen erlangen, en dus ware bet mogelyk, quafi met betraande oogen genade te verkrygen; dat my w bedunkens wel uitgefteld kan worden, tot nader; Provifa- Ben uw dienaar Hendrik van Elst. (myn Adres is) Amfteldam 17 Jun-j I79S- Op de Ooftenburgergragc boven de Chirurgen. ANTWOORD. ntel  ( *77 ) rjtl een beetje op de rug, en dan naderhand effectief ia bet Rasphuis, zo als zy ons gedaan hebben. Het tweede berouw is., om onder fshyn van mede Patriot agter de geheimen te komen, om daar van by geiegendheid gebruik van te maken, en dus als Verraders en Spionen zich in Sociëteiten en Ciubfen te begeven. Het kwaad gebruik dat men van de Broederfchap maakt, loopt thans te veel in het oog, wel is waar, dac de Rechten van dea Mensch ons zulks leeren, don aan een ander niet, het geen gy niet wildt, dat aan u gefehiede; dit is zeer goed, maar, indien men deze les zo verre moet uitftrekken, dat men Plunderaars, Geldverfpilleis, Landbeder vers moet vry laaten loopen, dan zeg ik met myn dom verftand, dat de ware geest van Revolutie by de Patriotten uitgeblust wordt. Zyn de behandelingen door het Oranjetuigons aangedaan, niet flrafbaar? moet men dezulken die my en een ander uit have en goed verftooten hebben, maar ftil laaten loopen? of moet men hun by form van procederen vervolgen? afmoet dat kwaad ooknogiangerinde waereld blyven? hoe veel tyd en geld kan men wel verfpillen, om een fchurk die my geplunderd heeft? is het niet om Praftifyns vet fe maken, en bet weTk op delangebaan te fchuiven. Waarom is een Elias, Bakker en anderen beter , 'dan een vah der Spiegel en Bentink, zyn die ook by form van Proces vervolgdt — immers neen! Waaróm dan niet met hun gelykerwys gehandeit? moet men niet zien, datzy in fpyt, met een grynzend gezigt de Kunstftukken van Illirmiriatien aanfehouwen! Wel aan Amftels Burgers! vereênigdtu, dat gy de Volk. ftem uitmaakt, laat u ftem hooren, volgd: het Voetfpoor der Rotterdammers, gewislyk het vuur van Patriottismus zal herleven, en gy allen zult de nakomelingen, vanfehurken ontlasten. Ii 3 VRIEND  C 27? ") VRIEND DOMKOP'. Ut? Weesblad zwerft de geheele waereld door , men leest hetzelve hier met veel fmaak, offchoon tot heden rjo^ geen van onze Piaats 'er ia vermeld is; echter moet ik u fchryven. Ik heb in een van uw Nommers gelezen, van eenen zekeren Jas Mossel ; deze klant is aihier met wyf en kinderen aangekomen en gelogeerd: by de Suikerbakker &mfir, deze Sinjeur heeft ge!d als water, hy heeft hier f 4000:^ orr-fangen, die aan Wis iels gekomen zyn; wemchelyk ware het, dat die bruteur hier van daan was; want hy verveelt ons - alie dagen fnoeft en zwest hy, dat hy binnen veertien dagen met de Pruifcben naar Hoiland gaat, om de Patriotten te belpen loopen. zo als ze hem gedaan hebben; ware het niet wenfcheiyk, dat men zo een in arrest na-n, en ftrafre naar eisch der gerecn:igheid. Ik zal meer van hem fchryven, de r/d ontbreekt my. £f.t,;rit dS=ojunyi705. Patriophiluk . BURGER DOMKOP! Daar uw Werk veel overeenkomst heefc met de flyp» fteen, die ook ftomp is, en echter botte yzers fcherp maakt, moet ik u tot opheldering vragen: waar toe zoo. veel omftandigbeid gemaakt over D. W. Elias ? Ik heb alle die Papieren, die daar omtrend zyn uitgekomen, gelezen! als zyn ontbod by een der Committées, zyn twea briefjens, nader Rtjolutie tegens hem, een Commisfie tot onderzoek en rapport des wegens, door Castrop env.d. Vocrst, benevens een ample Memorie daar over van van Axes, en na dit alies gelezen te hebben, geloof ik dat wy allen even weinig weren, en da: de zaak geheel en al uit zyn ooripronkeiyk oogmerk en eisch der Voikfrea afgeweken is. Men  C 279 ) Men heeft, zoo is het my van den beginne af voorgekomen, van hem D. W. Elias willen weten, wie hygeemployeerd heeft, om het verhandelde in de Ciubs als mede de geheimen derzeive te verraden, om daar door de verraders der Broederfchap te willen kenaaar maken, en alzo te weten, hoe dezelve daar toe gekomen zyn , en het geld dat zy daar voor genoten hebben, te doen reftituee- ren een want om verantwoording te vragen van een rekening van onkosten tot het administreren der politie in zoo een capitale Stad als Amfteldam, ten bedragen, zomy berigt is ƒ 25000: - daar nog voor avance aldaar gevallen ƒ5000: afgaat, ea dus maar/20000:- in 't geheel, daar alleen aan de Acteurs en Actrices, Danters en Danferes • fen ƒ31500:- in maar negen maanden, is door elkander twee maal per week word betaald, behalven nogƒ42000: andere Comedieonkosten, kan in myne ftompeh:rsfens niet vallen. Het is dunkt my de moeite niet waard, dat zoo veel verftandige mannen, daar om zo veel papier en ryd vermorsfen of het moet zyn, om kunftig die zaak 'zoo als ordinair in de Practyk gedaan word, uit zyn verband te rukken. Was het niet goed, dat men a'fes gereed maakte, ten einde zich inftaat te ftellen de HARING Buyzen in ZEE te brengen, het is nog tyd daar toe, ten einde een aanmerklyke tak van welvaard voor dit Land ie procureren. Als gy dit plaatst en door u* arbeid myn ftompheidopfcberpt, zal ik u mogelyk nog wel wat nader vragen, gy kund doch niet om alles denken. Aftorn in myn Kelder 10 dagen na het teekenen der Alliantie in Parys. Ik blyye BURGER DOMKOP! ^"Sto*?Onder het lezen van uw Weekblaadjens befpeur ik,dat S7 nog al een goed man zyt, en gewillig om onkundige te-  « helpen en te verlichten , als het' 1n uw vermogen Ls. , ,. , Wees: na zo goedenhe.p my en myn evenmensen, die er belang in fte'len. ' Gelief: dan te weten, als dat ze my venehen, dat er ee-e 'f. van der Ramhorst, wegens 't tftarfe OaartUr in den i'aag in hei Commiti zit, en nog al zoo wat fommtsÏÏe heeft, nu nenscbte ik gaarne te weten, of dat die man is, die voor den Tire 1787 en na dezelve Schout te Btogtarrpel is geweest, en die voor die Onw°rj;eiing met -e boeren en den Braven Patriot den Do~~- ~Kiuikamp Predikant te Hoagcarspel deftig Patrio:; e gefpéeft heeft, doch me: de Omwenteling een Tuimelaar géworden is , en om te tonen wat yverakr hy was, moest den Doniné'voorheen zyn aeste Vriend er aan,, die egter door toedoen van goede vrienden, ikmeente^'n/ri.'asiii de zaak'zo gemakkeiyk niet op ga, maar 't Proces to: in den H voorwette, daar hy 1 zelve gewonnen heeft, zoo [k meen : ech:er baate dit den Braven nie:, 'er wierd weer wa'anders geze^;, en de braven Dominé Houtkamp moest van den P.aa:s. me: Vrouw en 2 kieir.e Kir.ceren, zoo ik ne-t vertrekken, bevelende zyn 'otgeval aan den Opper Beftierer van dies. en den Tuimelaar triempbeerde, na : J'zzH'-.g. G;v:r. ~«: Üep ::*::: :e zzz~zz. Emmelot Commisfaris van bet Maiêtr Var. A. Pctmas, boezexirtie-i vxr. Ia»!*, .... Vim, Schipper op Weesf. .... Maas, Schryver op de Reguliers Wai». AAe -arxxxa-.xa :e Ar":a'ix:z. D:t " fxr-r'.iï-'.s- :ixx; xyx ae:.":e Tc:r.:i^- £$:= Ti-de- Li 7:.-; tx: C:;:.e,e: xe.\:::e P.zierier, ,-;;.--e;- z7 CS ?iZZ:.Z".SZ -i i: ZilzZZ. :> der den naam Tan dwingeland en dran; dat zy op goede z::zitz xê—aexex ixxx ::s ee_ recht, ;x =ez t-rpÜgil-g :ï rebbe-, i'.::x :j .'xrr'..x-.::- xr.ixx= ixxxxers zzzz. x~x: c: :£: e i:x:e reriraza:: hebben. 7ji: -j /_:-: :x:ex :x:z;. ixo: Üe- ie ?i::::~S- "lx-:be::ax . ia u:::e:Ae beixoe: ie.i :l::e- reixxxrs.x, e- - e: i. ex x::x '..-"ixiex 'x.-.xex ti- ie bexxxx-iheriexï i.e bxx h;x: x ;- :;!:::: :er^f. zz zrzzzzlxi 27=, cx: ee-:::x; :r ee- b . • -• el;:h ~zz ie:'.":.>, x.e x A-.::xx:ii xerezx:-:zz:i -zzzzz, er. xxx.;ixx g-sa broodwinning hebbende, gaarne tot onderbond Tan ie: . : -ien eer. ::x:e -/.'ex '-ƒ '-- '-■ ■en. dan geen gelegenheid daar toe wetende, waren zy te rade geworden, zich te keren tot het Ctmmóu van Bsï:-.x'-.xe;>r, eerr.ex.x.yx 7e:::ex:x:e. xi: bs: C:^/.~i r.z x.-'c-.xi^c.-.r . h.x :v.e-.. :e7xxerxee;:e ::xx- A-b^-iire-'. xir. ie: r.' '..:.•: i::: x_x z~beiezx zz-.:;>:. xAz: :::: xxex::::e A: ::::::.; xxx iexVzAea x. r.-x :e p-b:::a:ex. :ix e xie zz ::e:e :-enee-.:a b-x ï"; iix xx;x ia: eexx:xxxe:x:xxe :axx-^:xax. ha: 27 rxr. ii.:.z: zzzzz:, zz:t rix:::-: ü:i:-:zz::z e:  ( 2?3 ) of Cajoits Jongen jten Oorlog, en van dit alles aan hun fippliantcn te verkenen , :r«3e?&i7tf in oy.imi forwta. ■;':n:>. éf\-. E ii m e l o t. A. P ff* ma s. V i s s. S i e b e l. Maas. Noch is [by het Ctmmtti ingekomen de volgende Misfive , die wy nodig geacht hebben aan de Burgery te moete- tneieiee e:. MEDE-BURGERS: Ik heb twee oranje ziehjens te recommanderen, die wel verdienen :n het waare daglicht geplaatst te worden. De eertte is een Schoenmaker uit deHahteeg: genaamd Kellsr, die zich by verfcheiden lieden fchacdeiyke uitdrukkingen tegens de Franfchen en de welmenende Burgers beeft laten ontvallen ; by is een van het kwaadaartigfte foort in de famenleving. De tweede is een iotnpe Amelander door gratie Wynkoper geworden , hjf heefc thans het air van een Hut aangenomen, en gebruikt ook een rotting, doch de geheele houding is en blyft boers kend gy nog Aese3mak niet? ? die op de Keizersgragt woond, by de Groenlandfche Pakhuizen. Hy is immers ook al voor het Committé van Wn'üzi:~\s'.i re-rees:, cm £2: hy ie geruchten van dè aankomst der Pruisfchen hielp vermeerderen; dar log mensch loopt tegenswoordig ook al zoxdez Natinmui Lint, is dit gepermitteerd? Uw Vriend! Tan Dor. Men heef: uit Gouda een bericht ontfangen om te plaatfen by onze een:e :e doene Adve:ten:en:ie. Ki 2 ME-  MED E-B U R G E R! De orinja Predikanten en VoIksberoerJers . Bussixg en Metske, Zyn van hunne Leeraars Ambten ontzet, moetendeb:r> nen agt dagen deze Stad en derzelver Jurisdictie verlaten, Wy gevea hier van by dezen kennis, omdat indien dezeive in uw Stad mogte komen,alsdan op hun te iettene;i wel naauwkeurig gade te Haan. Blyve Uw Mede Burger! Gouda J- P a u o e « s. for^^Juny i"95. Commisfaris der Bekendmaking. Noch heeft men uit Nieuw Lekkerland ons bekend gemaakt, als dat de Do.niné Dagevos aldaar, zich niet ontzien heeft, het houden van een plechtige Dankdag van de? hand te wyzen, zegiende dat hy dagt God beledigend; te zullen dom en handelen, indien liy het Opperwezen daar voor dankte en dat hy niet voornemens was aan dit verzoek te voldoen; — want dat Iry God en zyn geveten meer moest gehoorzamen dan de menfehen verzoeka reguard öp dezebruteur te (laan, en hem ais een openbare rustverftoorder aan te kondigen. Zie daar Mede-Burgers een gedeelten, uitmakende een aantal oranje klanten, welke wy op onze Mosster Rot, der Slaaven gebragt hebben , om de nakomelingen te doen weten aan wie wy hier de broederhand geven, en waarmede wy gelyk gefteld werden. En opdat niemand hier van onkundig blyve, hebben Wf onze Dagblad Uitgever de DOMKOP gelast zulks in zyn eerstkomend Nommer te plaatfea. Actum ter Vergadering den 24 Juny 1795Het E-rfte Jaar der Bataafjche Vryheid. VERITAS Praefident. In kennisfe van my LIBERTATIS. Secretaris. BL'R-  BURGER DOMKOP! Dat Patriotten elkan der door flenters trsgten te misleiden , onderling te verdselen van veele gewichtige voorwerpen af te houden; blykt uit verfcheide gevallen, dié hier gebeurd zyn, voornamentlyk in de Wyk-Vergaderingen. Zyn deze niet hier toe ingericht om met vereende kragten mede te werken tot heil van't Vaderland ?—■ moeten de pogingen die ieder Lid aanwend, niet zuiver, welmenend en voldoende, niet gegrond zyn, op eerlykheid i ftanivastigheid met ter zyde ftelling van aiie eigenbelang? Daar wantrouwen— daar list — daar bedrog plaats grypt, daar gefchisisn inbreuken op de broederfch «p, daar word de band van eenheid verbroken, daar oafiaan honderd onaangenaamheden, diealler hoofd-doel, namentlyk het nut van 't Vaderland uit het oog verliezen, en das het vooruitzicht van ieder weldenkend individu vertragen. Wie zoude geloven dat Burgers, die voorgeven mede te werken, tot in flandhouding der gezegende Vryheid, die wy in denochtenftondgenieten; allerlei wegen inflaan, om hun byzondere oogmerken te bereiken aan de gevoelens van het weldenkend gedeelte van het Volk; het is echter zoo: ik zal uhierrhaar een korte fchets van melden. Een zeker Burger reeds genoeg bekend door zyn byzondere inzichten als daden, bsdacht een list, om in zekere Wyk-Vergadering, waarin het ftuk der Jooden, ten nadeele van hem werd afgehandeld, als Lid te compareren , ten einde door zyn invloed, als redenen (die voor 't overige reeds flaauw genoeg geweest zyn) een party op zyn hand te krygen, om zyn oogmerk te bereiken; hier toe huurde hy een kamer in dezelve Wyk, en gaf zich ongevraagd het recht, om in die Vergadering te verfchynen; men was echter van alles onderricht en toonde cem de onmooglykheid, om als Lid aanKk 3 ge-  C 285 ) gemerkt te kunnen worden, dewyi hy Lid van een ander Wyk was, en zyn woonplaats inde laastgemelde had, zonder da: men zich kon bepaalen, tot zyn kamerhuur. Mogelyk door den een of ander Jood voor hun betaald) De Burger echter wilde zyn reden inbrengen , maar werd beandwoord, met het befiur van hem niet te kunnen aanmerken, als inwooner der wyk . en dus als geen Lid oer Vergadering, wat zoude de man doen, hy wierd driftig, protesteerde tegens alles wat befloten werd; maar men nam het wtsgeerig geduld in acht en lachte met zyn bedreiging, de Burger moest voort. Zie daar Burger een list van iemand die zich zoo veel op zyn Christendom laat voorftaan, en het zelve aanneemt als een gewigtige battery om te kunnen verfchuilen, ente dekken, tegen de flagen der gezonde vyslegeerte; isditror- daat? is dit eerlyk? ik wil liefst zyn naam niet noemen, maar mogelyk vind gy het fpoor van zyn gangen; dit zy voor eerst genoeg. Ik blyve uw Vriend! Jam Ojïtdeker. BURGER DOMKOP! Een brief van belang, om hier of daar te plaatzen, deel ik u mede, niet om u gedachten te weten; maar om dat uw blaadjen nog al gelezen wordt, den inhoud is: ■ MEDE-BURGER! Antwoord my eens, wat al in het G R A F d e r o cc e Constitutie begraven is, zyn nu al de arifiokratifche Collegien van het Huis der gemeente van Amfterdam uitgeluid , of onder het fpeelen der klokken ingerekent? of houd de Krygsraad nog zitting, of deze of die onzen Officier mag wezen of niet? is het niet genoeg dat wy zelfs onze Officieren kiezen, en dat 'er flegts uit de Municipaalen een Coilegie beftond, hetwelk genaamd kon worden — het  ( «87 ) het Committé van Krygsweezen of algemeene wapening? Immers het gevoel der tegenwoordige Vryheid is, dat men i.) Terwyl nu het Provifioneele by de Municipaliteit door het Volk aangefteld, ook niet langer met het huishouden der 3urgerwagten met zyn Provifioneele Officieren zich moet vergenoegen; maar door het Volk van ieder IVft moeten gewettigt worden. II. ) Dat de gekozenen al waren het, zo het uitviel dezelve op voorftel der Burgery den eed aan het bovengemelde Commité in naam van hun Wyk moeten doen. III. ) Dat zodanig Committé Concept-Wetten formeert aan de Wyken rondzend, en eindelyk een algemeen wetboek maakt op dat men vaste en gelyke orde heeft, over alle Wyken egaal van boeten en verzuim. IV. ) Dat, dat Commité de Officieren der ordinaire Nagtwagt aanfteld, terwyl in tusfchen de Wyk-Vergaderingen hunne eigen inwoonders tot nagt of Ratelwagts kunnen aanftellen, die men dan zeker weet, wiedehuizen bewaaken. Even gelyk ieder Wyk zyn eigen Brandmeefteren heeft, en de eigen inwooners Spuitgasten zyn. V. De onkosften kan ieder Wyk wel opbrengen, en dan kan men ten minften weeten, dat het meer vertrouwen in orde blyft. IV. Eindelyk dat Committé zou dan wel zorgen, dat de goede Ratelwagts in hun eigen diftrikt bleeven daar zy woonden, en de menfehen niet bewaard wierden, door lieden die ze niet kenden. Nu tot daar aan toe. Ik ben Uw Vriend Jan van den Austel. 12 Juny 1795. Eerjie Jaar der Batavife Vryheid. Wat zal ik hier op antwoorden? Ik ben U Medeburger Ja Koe. DE  DE SCHIM van JOOST. LIED DER WANHOOP. Vlied gy voedfterlingen vlied gy zoonen en dogters . vlied heen van den afgrond, waar uit myn hee- fche ftemme uw wonden van het hart gaat vernielen e^n eenvouwig duifter omvat myn fchimme een ysfe- Jyke blik toond de wroegingen van het geweten de wanhoop tekend , u myne toeftand geen draaf van dea blixem fchiet felder neder geen flag van den donder iluit met grooter geweld op het gebergte— geen oceaan loeid heviger ■ nog waterlhoomcn verflinden gereder a's de hand der verbolgenheid , my deed nederzinken in de afgrond waar in myn zie! verteerd genoeg gy hoord de benauwde adem, die my word afgeperst — door wanhoop en ellende vlied dus heen gy zoonen, en dogters ■ zy mogt de vrye lucht befmette, dieugeheel omvat— vlied den ftroom waar in gy u heb gevoerd — verwyder u van de diepte, waar in een draaikolk u mogt neder doen zinken— oranje!— oranje!!— hoort gy .alle de ftemme der benaauwdheid—■ der overtuiging—■ hoort gy zoonen en dogters de yslyke nagalm van de::e ivoorden fpoed u heen, eer het uur der ontbinding u verwyderd van uw ruste— het uur der ontbinding is ysjylc— yslyk voor de huichelaars en bedriegers— vlied dus heen gy zoonen en dogters eer ditogenblik ,u rerrasfehen —- O — ran — je !!! welke een afgrond. DE E C H Q. Wie heeft in Haarlem den Tempel ingewyd voor het Jaar zeven-en tagtig? V1ERVANT. Wie heeft de Prins verheerlykt, en de Patriotien vernedert na de gevloekte omwending? VIERVANT. Dus een echte oranje ftokenbrand. Dit Vertoog zal alle weeken a i ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Beovi, Brié't, Dóll Timman, Hazeu, B. Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem, van Resteren, Wynands. Rotterdam Wolfsbergen; Dordrechc Blusje. Gouda Verblaauwen Buma , Haarlem Plaat. Leiden fftrdingh, de,Does en de Pekksr, Zaandam Tolk en Alörrt.  D E DOMKOP N°. 35- Vryheid— Gelykheid— Broederrschap — NOTIFICATIE. H et Committé van Bekendmaking heil en broederfchap! Alzoo aan ons van tyd tot tyd worden toegezonden verfcheide Brieven • welke by het Bureau van correfpondentien werden ontfangen, hebben wy niet ondienftig geöordeelt, om met ter zyde Helling van alle zodanige authentique ftukken, als waar van thands een goede voorraad by ons berustend is, tot nader gelegendheid uitteftellen, alle "dé volgende by dezen aan de Burgery bekend te maken; als overtuigd zynde van de goede harmonie, die tusfchen hun en ons plaats heeft. Zie hier een brief die by de correfpondentie ontfangen is, en een fpoedige plaatfing vereischte. Lett. A. MED E-B U R G E R S! Ik ben verplicht aan u de volgende Beurt-of Vragt-Schippers naar Texel vaarende op te geven, het is we! geen Officie , maar zoo een klein dingetjen, dat als 'er vragt of iets anders was, het dan, tot een behulpje ftrekte, zie hier dezelve. N°. a Hendrik Meijer orange 3 Albert de Haan dito. S —^ Jan Geruits de Vries— dito eerfte klant 7 Lucas Mor dood en die plaats is dus vacant. LI jjo. 8  ( 290 > jia. g Wouter Goetkoop, een man van de Schrift, hy is jn deoeffening, dat is een uitmuntende oranjeklant. jj Arend Spoor, die heeft je wat van het Land gefleept door de afgezette May van de Lands Werf, die was in het Jaar 1787 na de omwenteling een circa, circa oproermaker. l6 . ]an Coersde Vries, fuper fine fine Schriftgeleerden (onverminderd de Vrouwlui) o dat is een uitmuntende oranje vriend. i? . jAK Wildeeoer, is zo wat half en half, doch meer O als P. Ig Harmen Suubbeek, alias Presmtefter, voor de Prins en zyn aanhang En- gelfche, Hanoverfche enz. datiseen eerfte voorvechter geweest, welbekend. j9 Lucas van der Veen ,000 orange. 22 Cars de Vries, een man zonder verftand orange — genade voor die oude Heer. 24 Jacob van Beek een klein beetje oranje. a7 JAN Cornelisz de Haan, kwezel voor oranje, een Bybelman, hy kan je deklanten wat opwinden- 3-, jAN Cornelisz Halfweg, is Overman, by is kleurig, maar d3t kleine ventje is doch niet kwaad. 3I ', Simon Jaksz Molenaar, daartwyffelik aan. 3A Jan Pieterze Bakker , loopt ftil onder - oranje door. 3S , Hendrik van Coeverden, een dito. 37 , Coenbaad Bakker, dat is (om te fluiten) zo als hy begrypt de beredeneerdftea orai-  ( 291 ) , . oranjeklant die daarleefc.Tjyheeft deCildeka» ooi gezien, hy is of hy lysc wel een beenen» 15 Spoos, 2* gréctjc Domso? ! Jan CoiPoRAAU ï V.'AARDE VRIEXDEX I Hier by iets tot u naricht, Op de A-zirïurgwüi by ieL-j Ë DOMKOP N°. 36. WAARDE MEDE-BURGER! M en kan zich tegenswoordig niet genoeg wagten voor de Antipatriotten, of op zyn goed hollands gezegt Oranje klanten welke niet anders doen, als door valfcbe gemeten, en leugenagtige tydingen, hun aanhang de moed in te bezoeraen — redeneeringen die niet anders ten doel hebben, als om onkundige Menfehen, veel al afhangelingen, te mis. leiden , en de Patriotten dan door oproerige 6eweegingen meer of min bevreesd te maken ; onder dergelyke gevaarlyke fubjtéteD, kan men zekere Luitenant Doderlein tellen; welke te Hasfelt in de Provintie van Overysfel woondt— en nog in dienst van Neêrlands Volk is, ten minften hy draagd de Monteering— het volgende geval, zal u nadere opbelderingen geven Van myn bovengeftelde. Het was den 13 Juny l. I., dat een zeker Officier een waare Batavier hem pasfeerende , en in een gefprek met hem komende, veele oproerige uitdrnkkingen zeide, om daar door deze Patriot 's Lands Zeedienst tegen te maken, met te zeggen, dat de Engelfchen de Franfche Zae- havens Geblokkeerd hielden, en dergelyken- — Deze braave Zee Officier heeft hem nader onder twee getuigen doen afvragen, of hy zyn gezegdens wilde ftaande houden maar neen, DoDERLEiN begreep zekerlyk , dat als hy de waarheid M m hul»  ( 298 ) hulde'wilde doen ; hy zeker gevaar liep, en daarom zeide hy, dat zulks uit rallerie gezegt was. is het dus niet noodzakelyk, om dergelyke Perfoonen publiek te maaken, om dat zy kenbaar zynde, men dezulke als dan aan het Committé van Marine voordragen, om door de Leden daar.op acht te doen geven. Heil en Broederfchap I Nepxhuni Filiüs. Waarde Vriend DOMKOP! Alzo ik overtuigd ben, dat gy van geen Complimenten boud, om dat zy meerehdeels een llegte kaerel voor wel le- vent en eerlyk doen doorgaan. Zy misleiden den eerlyken en eenvouwigen man , en men diendt nogtans daar toe gemaakt of gebooren te zyn, om dit Kramerlatyn na den eisch te fpreken — my dunkt ook, dat recht uit of voor de vusit, de kortfie en zuiverfte weg is; maar wat kragt hebben de Predicaties, en wat is de zamenleving, wanneer zy niet met een verheevene welfprekendheid gepaard gaat, en echter komt het doch alles op het zelfde uit, en daarom gegeloof ik dat gy Domkop en meer anderen van uw Karaccer, den kostelyken tyd en de eenvouwige zuiverheid daar niet mede zoekt te bederven. Dit is de reden dat ik de vryheid neeme, om uw een Samenfpraak die ik van nog twee Domkoppen gehoord hebben, wenschte mede te deelen. Govert en Barend, beiden (zo het my toefcheen) eenvouwige oprechte lieden, die geloven, dat zy geen Kettery in de waereld zullen brengen, echter eenig denkbeeld hadden van het recht der menfehen, en uit dien oorzake hun kaas en brood zo gemaklyk nier febenen te zullen laten ontnemen. Zy waren na een langdurige verveelenswaardige woordenwisfeling op het apropo gekomen van Nieuwspapieren. — Go-  C 299 ) Govert fprak tegen Barend, jonge lief! hebje dea Domkop wel gelezen? Barend. Ja, maar daar zyn zo veel D omkopp en, die zo waar als ik leef, beter de Horoscoop trokken, als de beste Sterrekyker, en ik geloove dat zy hun van Ben Telegraaph bedienen, van een geheel ander uitvinding. — Echter fchynt, het, of alle hunne ontdekkingen en vermaningen vrugteloos zyn. Zy doen al veel moeite, maar het is boter aan de galg gefmeert: want het gaat by de meeste menfehen, het eene oor in en het andere uit; de eigenzinnigheid en het eigenbelang, geeft aan de reden en billykheid geen gehoor; en eindelyk leeft, fterft en verderft men met de oude gebreken. Govert. Ja, zy denken, het is maar taal van Domkoppen! — Lieden van rykdom en opvoeding, die de waereld kennen, en die van recht, krom weten te maken, verdienen het meeste geloof, en hebben daarom de meeste aanhang; die eert men ook als Goden, om datzy de' hoorn van overvloed weten uitteftorten, daar het vrior hun het belangrykst is. B. Dat wil ik wel gelooven, en zelfs hebbe ik daar dagelvkfche voorbeelden van; maar ik beel my in , dat dat nu wel haas: gedaan zal zyn. G. Je hebt waarlyk een goed geloof maar men mag niet al te ligt geloovig en te goed van vertrouwen zyn; en alfchoon het nu alles Broederfchap is, zo geloof ik evenwel niet, voor dat ik van de waarheid overtuigd ben. B. Daar is nu zo veel zwarigheid niet meer; want ik hoop dat alle menfehen nu wel haast zullen verph'gt worden , als zy begrypen wat Broederfchap is, en dan worden wynogalle Domkoppen, ondertusfcnen zyn wy uit het grootftegevaar gered. G. Je fchynt nog al ligt geloovig en goed van vertrouwen te willen blyvën. Mm a Ba-  basend. Wel zeker! je weet immers wel dat de Burgers Blauw en Lejlevenon de voor ons zo belangryke Alliantie met de Franfchen hebben tot ftand gebragt. , Govert. Dat is waar! maar zou dat na jou oordeel voot pns zo een groot werk van voordeel zyn? Barend. Ikgeloovezekerlyk van ja; want zyn wy daar door niet Bondgenooten van de onoverwinnelyke Franfchen , en zyn wy ooit met iemand zulke groote Vrienden geweest, dat wy alle goederen gemeen (peelden als nu? Visfen wy nu niet met malkanderen in een en het zelfde water, daar wy te voren voot ons alleen behielden, is dit niet waarlykRroederlyk? Govert. Ik merk wel wat je zeggen wilt, of mogelyk heb ik 'er een kwalyk begrip van , maarj als ik het wel heb , zo wilje de vrye vaart door alle onze Rivieren tot in Zee, en ook de Have van Vlisfingen daar mede betekenen, en ik geloof voor myn deel, dat dit hun ook geen wind eijeren «al leggen; want wy bebbe by ondervinding, dat dat voor ons een mooij duitj» fpeldengeld opbragt, toen wy daar alleen meefter van waren, en ik geloof dat de tyd het zal Ieren, wat 'er nu van komen zal. Barend. Mogelyk nog wel eens zo veel j en dan kunnen wy door ^den tyd aanzienlyker worden als onze Franfchen Broederen , of zo ik het mis hebbe , dan weet ik niet wat ik 'er van zeggen zal. Govert. Ja dat is wel waar, maar onze Ministers en de Staaten met de Reprefentanten hebben wel geweeten wat zy deeden, want hadden zy daar het ongelooflyk voordeel niet ingezien, dan zouden zy na myn gedagten het Volk daar wel van vetwittigt hebben, eer zy die Alliantie op die voorwaarde (zonder eenige uitzonderingen) gefloten hadden, want bet volk moest immers (als Souverein) daar in erkendzyi geworden. Barend. Dat is myterond! Ikwenschte dat den Domkop h ons geaelfchap was; want 3 weeten meer als 2. C?»-  ( 3°* ) Govert. Dat is waar, en daarom geloof ik, dat, wy tot 'sLands beftier noch geen Regenten hebben; want anders moestalles al op een beter voet ftaan. Barend. Wel zo Govert ! hebben wy dan niet genoeg met een Stedelyke Municipaliteit, de Reprefentanten inden Haag en dan nog Hun Hoog Mogende Heeren Staaten. Go'vert. Wel neen! Ik hoor nog fpreken van een Nationale Conventie," en inderdaad, hoe kunnen wy met onze Franfche Bondgenoten gelyk zyn, wanneer wy geen Nationale Conventie hebben, en daar by weetje wel, dat de Hollanders ge. woon zyn de Mode te volgen , al was het regt verkeert, want die niet alles mêe doet, is thans een Ezel. Barend. Wel als de Franfchen dan door den tyd nog eens een Opperhoofd verkozen (dat ik niet gelove) zoude dan de Hollanders dit dan ook navolgen ? Govert. Ik geloove dat zy dat onder hun maar by meerdei heid van ftemmen hebben goed te keuren, dan is het volgends de egalité, wettelyk volbragt, en dan zoude wy deuk ik Huisvaders genoeg hebben om de beste oeconomie te handhaven. Barent. Ja Govert, maar hetfpreekwoord zegt: veel hoofden veel zinnen: veel monden veel kostgangers.-- Als wy wat ouder zyn, zullen wy nagedagren met roeerder grond over dit alles kunnen oordeelen ; want de ondervinding is de beste leermeefter. . Vaart wel vriend Govert, ik wensch je heil en broederfchap. Waarde Vriend Domkop ! ik wenschte wel dat gy by gelegenheid eens uw gedagten of aanmerkingen aangaande deze Samenfpraak in uw Blaadje geliefde te plaatfen; het zoude Govert en Barent nevens my byzonder aan u doen verplichten. Ik ben in die verwachting Delft 29 Jmy 179.5. Uw ongeveinsde Vriend Kees Onnozel. VRIEND DOMKOPl Hoe kan men zo dom worden als ik moet zyn geweest, M m 3 toen  C 302 ) toen ik, (evenwel met de meesten myner Stadgenooten) begreep, dat de Burger Commisfie uit verfcheiden Steden, en ook uit s' Hage in de centrale Vergadering der Wyken dezer Stad gelast was te eifchen, dat de Jooden, volgends de Rechten van den Mensch, in die Vergaderingen en als Stemgerechtige Broeders moesten toegelaaten worden. Het kwam my zo hard voor, dat ik het de moeite waardig oordeelde my daar op naauwkeurig te informeren. En zia wat deze Commisfie inhield. Na genomene informatien op de klagten der Jooden aan hun gedaan — moest men enkel verzoeken, dat de brave en wezentlyke door gegevene blyken (vooren na 1787)betoonde waare vaderlandsdenkende Jooden in de Wyk-Vergadering wierden toegelaaten; maar dat zy het gros derzei ve gelyk ftelde aan de menigte Byltjens. ' In s' Hage is men zo omzigtig, dat van 22000 !er maar 1000 voor waardige Stemgerechtige heeft erkent, en de Volkftem aldaar uitmaken, waar onder vyf Jooden die het ten allen tyden getoond hebben waardig te zyn. De overige menigte Hagenaars waren of plunderaars of te tekenaars van eenig oranje Request ofte ander Papier zoo voor als na 17!! 7 bevonden. Zoo dft hier nu al eens had gelukt, zouden'er toch niet veel Jooden in de Wyk-Vergadering aangenomen kunnen worden, veelen houden 'er Saportas voor, en ik vertrouw hem dat waardig, wyl hy reeds met een drie couleürige Sjerp gaalmaar voorgtster vertelde my een vriend, dat hy na de 87 omwenteling alle Feesten in den Haag bygewoond had, en ten dien einde dikmaals, van de Beurs op het Rytuig geflapt is, ook dat hy met Ketwig en van der Werf van Dort het Plan van den 25fte Penning gemaakt heeft. i/c geloof niet ligt, en heb 'er te vooren niets van geweten. Heil en Broederfchap Amsterdam i 7 Jnny 1795. Nieuwsgierig. Wm-  C 30$ ) Waarde Mede-Burger DOMKOP! Dewyl ik zie dat gy een liefhebber zyt van de waarheid te zeggen, en ik uw Blaadjens gaarn en met veel genoegen lees, dat gy die Oranje Klanten zo best weet op te noemen, als in uw laatfte Blaadje N°. 32 gezien heb, wegens 't groot Kramers Gild, van die berugte Dreesover de Kolk, die my in 'tgepasfeerde Jaar ook veel moeite en fchanden heeft aangedaan, verzoek ik, dat met zyne aanhangers verder moge bekend gemaakt worden; want ik aan hem geen tien ftuivers meer zal betaalen voor vifie te nemen van myn gewigt. NB. als mede de Overlieden van 't Slepers Gild, dat meestal Oranje Klanten zyn, althans die zogenaamde Bart, woonende op 't Gragtje by de St. AntOniefiuis, naast de Steenkoopery van den ex Burger-Capitein van Som, in de nieuw opgebouwde Stal, adres by de Sleepers en Schuifwagens bazen. Naar toewenfehing van Heil en Broederfchap Uw Mede-Burger Bloxzyl Jan Overtuiger. MEDE-BURGER! Ik heb veel maal gedagt om aan u te fchryven, zoo over het een en ander dat hier gebeurd is, en nog daaglyks voorvalt; de brutaliteiten van het oranje vee is onverdraaglvk, en zegt men 'er iets van dan fchelden zy ons de huid vol —doch in fpyt van hun zal ik iets vertellen. Het is hier gebruik om op den 2e Pirxterdag de Kerke», raad te veranderen; die Kerkenraad beftaat uit 2 Keezen, namentlyk de Dominé en een Ouderling, en drie oranje klanten: wat dunkt u daar van ? Nu men moest dan 2 nieuwe kiezen, en wie verkoos men daar toe ? juist twee eerfte oranje klanten, die onze brave Dominé BOSCH niet veel goed gedaan hebben met namen Hendrir Tukken tot Diacon en Jan Berkhout tot Ouderling; deze laatfte is als Schepen gereraoveert was dat niet door zo een Oranje Kec-  C 304 ) Kerkenraad, een beweging in het Kerkelyk beftuur te veroorzaken? Nu onze Municipaliteit liet zich daar aan gelegen lig. gen; de Burgers Volveld en van Wïngaarden wierden in commisfie gefteld. Na dat 'er Kerkenraad belegd was, vei;, fcheen zy in dezelve en wilde volftrekt.dat die nominatie geen voortgang zoude hebben, maar dat onder anderen den braave burger Ga oen Chirurgyn, tot Ouderling zoude werden benoemdt; gy kunt begrypen, hoe die oranje klanten fpartelde ora die te ontduiken: echter in weerwil van hun muitenmakers adien, moesten zy die burger aannemen. Nu zal ik u nog iets zeggen van die oranje Kerkenraad* Willem Nagel de Ouderling, mede een van die fnaken, welke zich voor de oude Conftitutie op het clasfis laatstleden, hebben vertoond 1 de tweede is Bart van der.Linden, deze brengt aan onze geremoveerde Schout, alle nieuwtjens die hier gebeuren; hy is een groote dweeper de derde is Jacob van Koesant , deze wil wel berouw toonen, maar kan niet; want zoodra is by niet op bet punt van te veranderen, of zyn geest getuigde hem anders. Enfin het is hier nog vol zulke (linkers ik zal u eens nader fchryven, en dan het gepasfeerde tusfchen de braave Doms. BOSCH en de (tinkende oranje Kerkenraad mededeelen: hoe dat zy dien burger valfchelyk behandeld en uitgeplundert hebben. Ik ben uw Vriend Diemen den 30 Juny I79S> Adam Adamse' Dit Vertoog zal alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: te Alkmaar by Harumink, Hand. Amfterdam Boom, Brilt, Dóll Timman, B. Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem, van Kesteren, Wynands. Rotterdam Wolfsbergen; Dordrecht Blusfé. Gouda Verblaauw en Buma , Haarlem Plaat. Leiden Htrdingh, de Does en<.e Pekker, en Alöm.  D E DOMKOP. , / BURGER DOMKOP! \^ergunmy u iets te vragen, alfchoon ik het mynerachtings thans een genoegen rekene een Domkop te zyn; daar by een gemodereerde Domkop, die zo het my voorkomt in deze dagen vol ergernis, men niet ongelukkig kan noemen, ten minften boven veelen zich zeer wys laaten noe. men, echter door nodeloze bezigheden dikwerf gantfche nagten delibereeren, remonftreren, by veel tyds verkwisten, zonder dat zy iets vorderen, dan door bundels van voorkennisfe en verzameling maken, waar voor men zich eindelyk nog genoodzaakt zal vinden, Pakzolders te moeten huuren, alsook Pakhuis-Meefters, Secretarisfenenz. —zal moeten aanftellen; doch dan is 'er al weer een ambt, of een baantje te meer openen, zal je mooglyk zeggen, echter het zou volgens de wet een revifie moeten ondergaan, dat weetje, en die dikwyls onaangezien de moeiten daar aan verknogt maar op een verminderd falaris van vyf honderd guldens zou kunnen gefteld worden, en dan volgends het zeggen van Jaap Schreeuw evenwel nog te veel zou kunnen zyn die alhoewel nooit gefchreven, echter als een Werversbaas, daar de fpoel weinig gebezigd word, zeer fchoon de oeconomie verftaat, en daar tegens Jochem Bulkus een Minifter nam, omdat de Drukkery N n thands  C 3^6 ) thands wordeelig gaat het falaris weer al te ruim op 150a guldens fteld— en raakt dus met Jaap in disput, ook raken zy het zo gaauw niet eens neen myn vriend ! „= het is dan een zaak die tusfchen beiden ftaat; doch als de derde man 'er aan te pas komt, deelen zy echter met haar drieën ook niets en daar ik my tot heden als een Domkop heb kunnen houden , en my dus aan niets bekreun, zo meen ik volgends het geen ik maar van verre zie, my in deze niet van de ongelukkigften kan noemen; intav fchen Broertje Domkop ben ik niet geheel onverfchilhg hoe het met de algemeene zaken gaat, dat kan en zal je dadelyk kunnen oordeelen; je mag'erwel een beetje naauw opletten, op het geene dat ik je vragen wil al kom ik 'er maar zoo plomp verlooren voor uit, dat zal broertje my niet kwalyk nemen want ik weet dat gy een brave Patriot zyt en die kunnen van eikanderen in deze dagen , nog al wat infchikken ach heer!— intusfchen hou ik veel van braave Patriotten, en dus kan jé wel raden, al was ie nog eens zo dom, als gy wel lykt, wie ik ben ook moet ik u zeggen, dat ik een fatfoenlyk man, doch in het geheel niet trotsch, of, zoo als men het noemd, grootsch ben, en dat isookdeoorzaak.dat ikaanufchry. ve;maatie! doch hoia!....gy verftaat hoop tk hrer met door als of ik my hier ,1 reeds zodanig, namentlyk trosch liet zien of wilde doen voorkomen geenzinds doch excufeer myne nodeloze voorzichtigheid, wanttwee Domkoppen nemen uit zekere betrekking elkander met, kwalyk. Doch Broertje, ik ben na veel luidjens van m>n kennisfe, die met recht trosch zyn in myn buurt zowat te familair na haar zin gy begrypt intusfchen wel dat ik hun niets heb te ontzien maar fatfoenlyk! fat- foenl ó man dat is de knoop!.. - enfin! ik kan dat niet na,Mte„ — ik ben vry en heb dan een buurman, ene naast my in een Onderhuis wooad, en altoos in het pasfeeren t' ' my  t S07 ) my zeer beleeft komt te groeten, metbyvoeginghèUenbrt»derfchap Burger', en dat zo des morgens en 'savonds, voor het overige van den dag, zo zag men hem niet j maar zinds eenige dagen ziende hem in een veel treuriger gelaat, dan ik van hem gewoon was, by aanhoudend in zyn voorhuis (laan, zo begreep ikdathy van zyn baas, de zak of gedaan moest gekregen hebben, nu vatje wel dat het een werkman is, doch hy nam inmiddels het Comptoir aldaar ook waar, maar waarom dit nuook gezegd? — dat zal broertje Domkop even zo min als my kunnen verfcheelen, als het maar eerlyke en braave lieden zyn, het is thands immers Egalité? te meer daar Heil en Broederfchap\ zulks mede brengdt; doch dat heertje!., dat heertje... dat willen fommigen noch niet vergeten of agtergelaten hebben, gelyk in deze dan aan u fpoedig zal blyken ; ik resolveerde dan aan myn buurman te vragen , om welke reden hy zo droefgeestig was , en groeten hem dus met een goeden morgen Buurman , Heil en Bnederj'ehap BURGER! een goeden morgen MYN HE ER was zyn antwoord, en loosde een diepe zucht — hoe wat is dat? hernam ik, hoe komt gy nu in deze dagen aan het woord van MYN HEER en dat met een droevige zucht? — „ ja Mynheer Burger" hervatte hy, „ gy fchynt op het „ woordje MYN HEER niet gefteld te zyn, doch het is metveelen gantsch anders; ik heb by een Houtkooper „ geweest, op het Comptoir, en tusfchen beiden, zo men „ het noemd, ook wel handen aan het werk moeten flaan, „ nog maar kort geleden, fielden ik zo als hedendaags by veelen een gebruik is, aan het hoofd vaneen rekening it het volgende: „ De Burger G.... P debet aan N..:.., Hm* H koper , voor geleverd houtwerk enz. „ Dan wel ras kwam volgends derekeningde betaaling, „ met een nevensgaande briefje tot antwoord in dé vol„ gende bewoording.'* Nn 2 „ „ Daar  C 308 ) „ „ Daar Burger Houtkooper N... ik zende U het „ „ zo lomp gevraagde Geld, mits laat met de brenger „ „ dezes een Quitantie volgen, daar de Heer en niet „ „ JïeRGER aan het hoofd ftaat, ik kan my in deze „ „ dagen die Vryheid, die veel eerder een vermetelheid „ „ van den geringen Burger kan gerekend worden, in „ „ al de waereld niet begrypen? ik voor my, ik „ „ weet niet uit welke eene Comparatie dat;y jy ,, „ Burger Houtkooper U my in dezen durft gelyk „ „ ftellen? te meer daar ik een geftudeert man, een „ „ practifeerend Doctor ben ; gy komt dan by de„ ,, zen te verftaan, dat ik in die Gelykheid van de te„ „ genswoordige tyd, met U in het geheel niet deelen „ „ wil, en heb Uw rekening dus verfcheurdt, engykundê „ „ ook zeer wel denken, van reeds myn gunst al kwyt „ „ te zyn."" ,, en dit is nu de reden dat myn de „ Meefter, alfchoon voorens diverfche rekeningen door „ hem ontfangen daar het woord Burger door my aan het „ hoofd is gezet, waar van hy by de Ondertekeningzinds „ heeft laaten blyken, zulks aftekeuren; echter op de „ eerfte klagte van deze Zot, my bedankt en gedaan geeft, ., ik ben vast buiten funftie, en een Huishouden met vier „ kinderen, zo dat het begindt te fpannen dat ver- ) ftaat zich! ik zal by verdere gelegendheid voor dat ,, Burger my wel w agten, en ftelle aan het Hoofd der Reke„ ningen in plaats van Burger! liever drie maal de „ Heer! of anders Wel Edele Heer! als hy maar Poeijer „ heeft, dat is volgends de Alpha en de Omega van deze „ dagen alles en alles, en dewyl de meefte gekken 'er op „ gefteld zyn, en daar veele nevens my van dat foort van „ Gekken moeten beftaan , zal elk verftandig wezen, „ my in dezen tyd zulks nietten kwaden duiden." ■ Zie daar Burger Domkop al weder een nieuw voordbrengfel van het woord Burger, en tusfchen die lieden een  ( 309 > een gantsch verkeerd uitwerkfel van Heil en Broederfchap; ik was zeer gevoelig over de zotte handelwys van zogenaamde verftanden, waarlyk een handelwys van verftanden in Duodecimo, te meer daar onze bedoelde ComptoirKnegt, als een braaf Patriot ook deswegens bekend ftaat, en waarachtig inwendig getroffen was. Gy kunt licht begrypen broertje Domkop ! dat myn nieuwsgierigheid my drong te weten, wie doch die Zot was, doch naauwlyks vraagde ik hem of hy voldeed fpoedig my die aantewyzen, zo dat ik nu weet, waar dat manneke woondt, alzo wy 'op de Blaauburgwal na by zyn wooning ftonden. Gy kunt licht denken, hoe dat ik als een Domkop niet weinig verwonderd ftond, dat geftudeerden lieden een G t in de praétyk en boven alle Kwakzalvery verheven een man vol vinding en vernuft, zich verledigdt, om nevens meer Gekken van dat foort— maar hola!.... zacht, daar was ik als een Domkop wederom aan het hollen ■ dewyl de groot Oranje Willet , als InfpeBator van hei Collegi: Medi: die opentlyk de Apothecars gaat Corrigeren, om hunne Drankflesfen , voor al en in geene deelen met een briefje of aanhangzel daar annex't huis te zenden, daar de Burger of Burgeresfen op ftaat gefchreven; die mogelyk meend, de gevolgen van al dat Burgeren te kunnen voorzien, en dus zyn voorfchrift wil gevolgdt hebben, by is 'er echter niet agter maatje! maar wat dunkt « broertje Domkop, moeten wy ons in dezen dagen niet verwonderen, en te meer; wanneer wy Predioee 7 vers 29, nazien, als dan niet opentlyk uitroepen • Wat hebben de menfehen doch niet al veele vonden geZOgt? — die zich aldus onderfcheiden van den Burger, en willen met geen Burgerman dan zolanghyduiten geeft, te doen hebben 6 Tydenü 6 Zeden!!! Maar apropol Burger Domkop, als gy eens een ledig uur over hebt , dat fchoon thans weinig is, om dat jy ook Nn 3 *al  v ■C 3" ) al veel door gekken gebruid word, echter wé: eens zal kooien, denkt 'er dan eens over, mooglyk ft 'er fchoon bet een verouderd gebrek is , nog wei een middel ter verbetering voor te vinden, gy neemt my niet kwalyk, dat ik u zulsen patiënten recommandeer, die apparent niet geholpen willen zyn, dan door een publiek recept, ei doen het dan broer re , al was het maar enkel u:t Heil en Broederfchap! Maar op die test van veele vonden gezogt, valt my nog zo iets in de gedachten , wy zullen evenwel niet verre omdwaalen , intusfchen Heil en Broederfchap!... neen maar even de hoek van deBlaauwburgwal omgaan, om Heil en Broederfchap by de Patriotten te zoeken, ik behoefje immers niet meer te zeggen dat ik een Patriot ben, dat wee: gy en dat b!yf:zo?.... Myn Vriend Arend heeft my by fommige gelegenheden wel een ja-colyn genoemd, doch ik nam het hem nooit kwalyk, omdat hy by ons bekend en ais een wys hoofd geëerd wilde zyn, echter zomwylen ook we! onverdraag- lyk wys wss ja opentlyk waanden als een P'.utarchus zo veel wysheid te bezitten, dat zo wannr.eer byeen Afunicipaal was, echter volgends zyn fentiraent dan, by alleen het fpei zou zyn, daar het al naar zyn zin, op zoude moeten omdraaLjen ; en is het niet wonderlyk Broertje Domkop, daar in deze tyd de wysheid zo groote'yks geacht en gezogt word, men om dit uitmuntend voorwerp niet eens heef: gedag: en hem ook niet fchyndt nodig te hebben ,— maar gy gelooft niet Broertje Domkop hoege'.ukkig wy daar en tegen zyn, om als door een mirder gevoe'. ook minder jaloers, en dus in dezen ook vry onverfchilüg en zonder kwelling zyn, daar en tegen wrevel en jaloersheid hem zo verre buiten fpoor doet hollen, doordien hy zich op de lyst der Municipaalen niet geplaatst vond, dar hy diertyds zich alle moeiten beeft gegeven,- cm volgendsde lyst maar na te fpooren, en te betekenen, wie of descyds als  C 3ii ) fis zeer mooglyk door een afwezen ui: de Stad zynde, onaangezien de braave Patriot, zich niet als ftemgerechtigden had kunnen sange7en. om dan als een Arehd op de vlugt of als een Mercurius me: die namen in de Wyk Vergaderingen om te venten, om,dochvoora!voortekoraen, dergelyke lieden aldus in geen aanmerking zoude komen, en fchoon dat die man zyn doel mist, zo is het Burger Domkop, echter doch een wonderlyke fatisfactie; endaar gy onder verbetering tegens hoogmoed en jaloersheid zo zeer "gezet zyt, zo zoude gy tot bevoordering van heil en broederfchap dit wel een plaats kunnen geven, daa zal die groote Arend Reesf verheugdt door de uitwerkzelen van een jaloerfe en niet minder baatzuchtige yver als by eene verwa/endheid gedragen, ten einde hy zelfs deg'ans van zyn Natuurgenoten tracht te verduifteren, in zoverre hy fchoon Wagter van J'-*p\sn, by ingebeelde Godheid waand alleen het recht te hebben, bover. anderen Vogelen , inde lucht, te mogen omzwieren en te befchikken. die echter in dezen zo door eene algemeene als byzonHere aandacht reeds veel gevaar loopt, van door die groote hervormer niet alleen verftooten, maar in een nachtuil herfchapente worden, om als dan eindelyk afgezondert van het zoet gezelfchap der vogelen , in hoogmoed zal zitten treuren; maar neem het my niet kwalyk Broertje Domkop, dewyl ik daar aan de vogelen was, komtMARTENuitdeKoovfpriagen, die ons eenigzinds wat bevreesd zou kunnen maken, en dus wees wat voorzichtig, Broertje 1 hy is een grooreGeldwolf, doch een weereldfe ariflokraat, een fchyn-Patriot, die quafi zoo hy voorgaf door een mond van waarheid reikhalsden naar de komst der Frsnfcben, doch naauwlyks waren onze Franfche Broeders binnen onze muuren, of door een gevoel van Heil en Broederfchap. zo Het hy om bevryd te zyn van inkwartiering , deze leugen op zyn deur fchryven hies woosdezj! Officier vak de Politie. Foux ■  ( SM ) Veatrnfe anpr'vz bi;r,f... Ook is hy nietbe'cheiden tegens zyne iïide Burgers, een vriend van Süan, heeft groote wyagaardea, esa opgeblazen wezen, doch dit komt om dat hy eea iiefhe'^ber van de fluit is, zie Apso'.io aan zyi^de JUsy hrt ide glaasje. Intusfchen hy is een Vogel van een groa: bevind, eea Capitein vaa de ParaJys Vogels die echter tusfchen beiden ais de vogelen op haar eijeren zitten, zeer naauw acht geeft, dat ze niet geftoart worden, zo da: op zyn bevee!sn waaneer zalïs maar aan haar hinderIyk is, alie de klok^— fpeelen, zelfs die van het huis de: Gemeente, moeien zwygen, vo'geads een foiemaeele getuigenis vaa de Paraïys Vtgsien van dien tyd. Aiwn in A"-,jle!dim 29 Ju^y 1795. In de Paradts Vogel. Het Eerft; Jut d;r Bituffchi Vryimi. Heil en Broederschap. GERRIT OVIDIUS. NB. Verwagt aar.ftaande week eea In:eresfant ftafc, o?er de zaak van den Berger C03ET en zyn ontdekte Piunderair van Diisis : de veelvuldige brieven van onze waardige Correspondenten, doen ons dit belangryi: onderwerp verwyien. De ,DoH!tor. Dit Vertoog za' alle weeken a 1 ft. uitgegeven worden: 'e Alkmaar by HiKfmir.k, Hür.i, Amfterdam Boom, Brict, L>5,; Ttnmin, 5. Kiene, Keyzir , Langeveld, Fer.em, v:r. Ki-trrn, ITyninis, Rotterdam W:'.fsbzrgen, Dordrecht Blusfc, Gouda Ferblaauw, Haarlem Pm, LeidenHirjiigh, it Aks en ie P;*c;r, en Alöra,  D E DOMKOP N\ 38. BURGER D OMKOP! Jk ben maar een Patiiotfche Vrouw, maar Burger fkfcbryf toch ook: doch daar gy nog a! eenige klanten karacterifeert' doet het my wonder dat gy Peppelesbos zo vry laa:! immers heef: ky deer eene ha-d:;i-:er.;-g den onge'LÏkigen Boekverkooper BORCHERS verraden, indatBoekjs van de Frifr.iè'i ui: k Opmiarirgin; ': welk hy BORCHERS nimmer gedrukt, ja zelfs nooit gelezen heeft,'en echter daar op is by gevonnist, zonder bekentenis cf eenig bewys; het is te wenfeben dat by eens één deductie uitgeeft; daar uit 2a', het verraad van Peppelessos en BORCHERS on- fchuld blyken ook bet gedrag van zyn verrader en van Monfieur El we ; ook het fraai karscter van Papegaat, Reishardt , de Gebroeders Teusesseoes en fraa:;e HocfdOSeier Basze3 , en meer anderen. Nou wy hoopen ze zullen eens ontmaskert worden. Nog het fraafe karacter van Pi?pzleK30SCH in 't geval van de Tzw.i: en Tiw.i: P..-uv;;, waar mede hy den Patriot van Kcïm heeft zoeken in bet labirint te brengen. (*) Nog het fraiiie karaiteT van Peppelessoscb in het prefenteren van he: Revues: van de Batufjcr.: Clubs, toen by O De Schryver daarvf,j, zil BAisiR-nog wel eins fpreie:» 1 .er kt: veraoa. Oo  ( 3H 5 gelacrjgen heeft als een Judas op den Dam. En ook toen de Burgers die het geprefenteerd hadden, naar het werkhuis waren getransporteert. My dunkt zyne libellen, die hy uitgehangen heeft, maakten hem ook al vry verdienftelyk! niet waar? Zo heb je den Boekverkooper van Leeuwen, die klant zeide, toen hy BORCHERS in't Rasphuis zag, „ dat hy „ Borchers wierd te genadig behandeldt, die bï.,... moest ,, gerabraakt worden!" Coertse verdiend ook een plaatsje; d ie is zo een fraai Mensch als boven gemelde braave luidjens, appropos, verdient Br ave (daar denk ik juiscom; omdat ik brave luidjens zeg,) verdiend den Boekverkooper Brave ook niet een plaatsje ? no» ikverwacht het, boor Burger Domkop, wil je dit by voorraad plaatfen, 't is goed; waare brave verlangen dit ftukje by voorraad ! we zullen u met 'er tyd wel meer ftukjens zenden, op conditie dat je dit by voorraad plaatst, en anders niet! vatje? Grietje Weetveel. DOMKOP! F Ik boor dat de spjEBAMS^ Begeman, naar Duitschland een tour gaat doen, om een erfenis te haaien; maar geloof voor 't naast dat zyn eige geweten hem aangefpoord heeft, deze vrye grond, die by door zynen logen en lastertaal ontheiligd heeft, te verlaaten. Ik ken de man van naby, en dagt in hem een vriend en Patriot te vinden, maar ontdekte tot myn verbazing, dat hy en de wetten der vriendfchap ea die van het vertrouw en had overtreden. Ik zal u kortelings melden, hoe ik kort voor de omwenteling in 87, toen hy bier als Predikant ging woonen by een vriend, met hem en meer andere braave Patriotten, s"avonds ten eeten waaren; zyn gedrag was innee mend deftig; hy redeneerden als iemand, die gezond verftand en eerlyke fentimenten bezat zelf e?c ftaat van ons Land betreffende gedroeg hy zich aïs ie-  ( sis ) iemand die de behandeling der Despooten afkeurde; zeggende onder allen: „ ik kan niet begrypen dat het Folk doof eenige menfehen zich zo willig laaten regeeren.f Dan wat gebeurd'er- de.omwenteling komt- en met deze wentel- de ook hy zodanig zelf, dat hy laag genoeg werd,die eeen die de naaste oorzaak van zyn beroeping was, niet alieen te vergeten, zyn huis te menageeren waarin zyn huisgezin eer by nog een wooning had, uit edelmoedigheid was ontfangen, en gehuisvest wierd, maar zelf dien weldoender,, die hem niet kenden, als door een byzonder toeval, te la? teten, affronten aantedoen, en dus door de banden der vriendfchap van een onbaatzuchtig vriend te verbreken, zich aan de huichelaaryen van een Joofting ovenegeven; die tegenwoordig de ftraf zyner daaden zal ontfangen. Niet lang voor de. omwenteling van den 19 January, kwam een Buiten-Predikant, die Ut niet zal noemen in de Stad, en dagt, zyn vriend, die hy langen tyd gekend had ie broeken— hy doet zulks- maar hoe verwondert was die Leeraar, als hy hoorde hoe haatelyk Begeman uitvoer, tegen hem, toen hy hoorde, dat hy een Patriot was, zeeaende: ., alle Patriotten zyn fatanasfen enz." Dit ging zo ver dat hy perfonaliteiten van braave Predikanten beainK en den Leeraar die hem uit vriendfchap kwam bezoeken ontfteld, als een fchobbejak ter deure deed wtg.an, zodanig, dat die verplicht was een glas water by .emand te drinken eer hy kon fpreken. Is het niet billyk dat dergelyk fchepfel uit denkring der famenleving worden gebannen en InLelontzegtVwatdunktuDoMKor.vandiergely carter? I U _ maarzagtdaarwordmyeenftukgebradenvleesthui ik weet niet van wie zulk» geduurd met groentens ^— & weet m" . ffl Lmt ondertusfchen zal ik het maar gebruiken— men an nooit weten, waar zulks goed vooris; ik heb tegenwooreen zoon oP ftudie, doch oP een ander mans beurs o • g n even zo hongerig als zyn vader, zou'er waaraf  ( 3iS ) goede hap in doen, en dan een glas goede wyn (00k al prefent gekregen; 'er by op de gezondheid van zyne Doorl.... holla Domkop die is op de Botermarkt te kyk, dat mag niet meer gedronken, en kyk, dan dunkt my zoude ik prediken, dat het een aart had 1 en nu zal ik groeten. Basileus. BURGER DOMKOP! Men fpreekt en fchryft zoo veel over de Jooden, dat men fchier gek zoude worden; van daag ziet men een Huk dat de Jooden in hun waar daglicht field, morgen komt Hespe of As/er weder met iets, dat het eerfte omver ftoot, en den Jood als een heerlyk man (Ja begotje als een heerlyk man toch) op het toneel doet verfchynen ;■ en nietalleenig dat, maar dan word die eerfte Schryver van Hespe, de huid nog vol gefcholden, juist of die man iets gedaan had datonchristelyk was. Dit alles bragt my in de zin, totbet fchryven van dit navolgende, zoo gy het een plaats in uw Dagblad wilt vergunnen, zult gy my piaifier doen. Niemand is onbekend dat 'er een commisfie van de Burger-Sociteiten, van s'Hage, Leiden, Leidfendam, Haarlem en Rotterdam, in Amsterdam gearriveert is, en zich aangedient hebben by de Algemeene Vergadering der Wyk* Vergaderingen dezer'Stad; en Jurisdictie:;, om te vragen de redenen, waarom de Amfterdamfche Burgery de Jooden niet admitteerde in deWykvergadering enz. Nu zal iemand vragen, hoe! hebben die Sociëteiten daar zo veel belang by, om ons te vragen waarom wy geen Joden Jn onze Vergaderingen willen dulden ? boe krygen het die Burgers in hun hoofd om ons daar van de reden te vragen? Ik zal het u zeggen; die Burgers uit de Buitenlieden tvaaren hier nooit opgekomen, om ons daar reden van te vragen; maar ziet, een Commisfie van Felix Libertate, it op de loop geweest, Asfer aan 't hooft, die heeft in alle dit  (317 )■ die plaatfen, een ftuk in die Sociëteiten voorgelezen, (daar hy ons Amfterdammers mooij rond mee heeft geileept)daar hy dan (uit Naam van zyn Sociëteit) in verzogt om een Commisfie naar Amfterdam, te zenden; om by Amftels Burgery te bewerken , dat de Jooden in alles geadmitteerd wierden- ulifc dit was in den Haag van dat gevolg, dat men de Amfterdammers voor onregtvaardig hield, Twee myner Vrienden, juist een dag laater in den Haag komende f waren getuigen van dit gezegde, dan die welhaast verfchetde Burgers in 'sHage, in een ander denkbeeld bragten, (naar dat zy de -ronden, waarom men de Jooden niet admitteerde hun oP°en gelegt hadden;) die hun oók nog zeide, dat een befluit dat door 60 Binnen en 5 Buiten-Wyken genoomen was, en uit een aanzienelyk getal van ruim 14000 Burgers beftond-, dat men zulk een befluit niet zoude herroepen. — Te Leiden verhaalde my myne Vrienden was hetnogklugtiger, 't getal der itemgerechtigden beftond in 3000; en de Sociëteit in de Mare Kerk gehouden, beftaat uit 300 Burgers die zich de gemeente van Leiden noemen, in die Socie* teit was tot voor dat Asfer daar verfcheen een befluit genomen, op voorbeeld van Amfterdam, (zoo luide de voordragt die myne Vrienden zelf hebben hooren leezen in de Mare Kerk,) om aan de Municipaliteit te verzoeken, dat de Jooden in de Gildens enz. niet geadmitteerd mogte wor- den> i Dan zoo gezegd is, Asfer komt hier ook ten voo'rfchyn, en zyn voorflag, word NB. by acclamatie goedgekeurd V — ftaande dat myne Vrienden in de Mare Kerk waren, wierd aan die Burgers, ëen'-brief van hunne Com, misfie (uit Haarlem gefchrever.) voorgeleezsn béiigtcnde, ■dat in Haarlem met eene kleine meerderheid, ook tot een Commisfie naar Amfterdam beflooten was, zo dat men zien kan, dat men te Haarlem ook zoo (lerk Joodsch niet is. Maar nu gevraagt, hoe komt het dat 'er 3000 Stemgerech'tigden, en maar 300 Leeden in de Burger Vergadering te O 0 3 Lef.  C 318 ) Leiden zyn, en zich evenwel hec recht toerekenen van uit Naam der gemeente van Leiden te fpreeken— Dit komt grootendeeis daar van daan, om dat het grootite deel der Gewapende Burgery van Leiden, geen briefjes wil tekenen zeggende, dat zy eeD Eed gedaan hebben, om de Rechten van den Mensch, en Vryheid en Gelykheid te zullen verdedigen, en da: zy nu daar geen Handtekening meer voor willen doen, en nu verklaard men die Gewapende Burgers niet meer Stemgerechtigd te zyn. Dan hier kan in voorzien worden, en is tot dus verre nog maar misverlland, men zal te Leiden op voorbeeld van Amfterdam ook nog Wyk-Vergaderingen aanleggen, ten minfte het grootite deel der Leidfche Burgers verlangt 'er naar. Dog nu weder ter zaken; Men heeft dan nu gezien, hoe gebrekkig men een Commisfie verkregen heeft. — Maar I uit wiens Naam heeft Asfer Du die Commisfie naar 'sHage, Leiden enz. afgelegt? — Wel zal men zeggen uit naam van de Sociëteit Felix Libertate. En die Sociëteit beftaat mogelyk uit 100 Leden of daaromtrent, en durven die zich onderftaan, om voor de gantfche Joodfcbe Natie iets te vraagen, of heeft hun het meerderdeel der Jooden, hun hier toegelast? Wel neen Burgers! — want ftrikt genomen het meerder deel der Jooden, houden bet met hunne Parnafins, en dus regelregt tegen die Joodfche Sociëteit. Wel wat zwarigheid dan, zal mea zeggen, om zo wei. nig Jooden, den wapens enz. te geven?—— zoo men nu eens die zogenaamde Patriotfche Jooden , de wapens gaf en verder het recht van den Burger liet genieten; zoude dan de andere Jooden, het zelve niet kunnen eifchen, en wat reden zoude men dan hebben om hun ditdan te weigeren? wanneer is toch de Jooden het Patriotisme aangewaaid? Na de Revolutie. Wat hebben zy dan na de Revolutie gedaan? —— een Sociteit opgericht, en de Reen-  ( 319 ) Rechten, vandenMensch en Burger ondertekend.— En dit is alles, watzy gedaan hebben. Zoo men nu door de Municipaliteit een Publicatie liet doen; inhoudende dat alle die de Rechten van den Mensch en Burger ondertekende , alle Burgerlyke Rechten zouden genieten, dan zoude men eens zien, hoe zy zouden loopen, ik durf u verzekeren eer 14 dagen voorby waren, zoude'er 30000 Jooden getekend hebben. Maar zal men zeggen, da Jooden die zoo fterk aan hunne Parnasfins gehecht zyn, zullen evenwel niet tekenen. Ik verzeker u van ja. Een Jood is tot alles te krygen en genegen als hy 'et maar voordeel by ziet. (Her Vervolg in het Volgende Nommer.) WAARDE DOMKOP! In Uw Nommer 36 gezien hebbende, dat gy Dodek- lein aantekend als Luitenant ter Zee neen Vriend! hy is Overfte in dienst by den Lande onder de Infanterie, dus moet een Bataaf die dezulke onnoodzakelyk in dienst acht, en iets weet van hen, dat het vrye hart niet permitteerd, adresfeeren aan het Committé van Bondgenoodfchap te Landen, dit a Gouverno Burger Domkop. Ik blyve Uw Vriend! Jan de Onderrichter. Gaarne doet men de waarheid hulde, en ter overtuiging dient, dat een Domkop altoos niet evenredig denkt, eh dus wel eens één abuis begaat; doch zelden, als by misleidirg, even zo is het gegaan met de Lyst der Texel fche  ( 3*° ) fche Schippers, waar gefprooken wordt van de Burger^ Hendrik Meyer en Jocob van Beek , zynde deze Burgers Vaderlanders, die altyd fterk Patriottisch geweest, en daarom byna van hunne broodwinningen ais de Kaagfchippers onder het oranje Aristocraats beftuur ontzet geworden zyn; zy hebben veel van hunne Mede - Confraters die nog van geelzugt uitteeren, moet lyden -—ziedaar Mede - Burgers een blyk, hoe dat een Domkop iets gebeuren k n, datdaaglyks verftandige Nationaale gebeurd,—Wy wenfchen onze correspondenten voordaan, nietalleen de naam, maar oranje daadzaken 'er byvoegen, eninhun. ne opgaven niet dwalen. De Brief van den Burger Jan Waarheid zal inhetvolgende Nommer geplaatst worden, want wy zyn ten allen tyden bereid om ieder genoegen te geven, als niet willende, dat braave eenige de minfte ongenoegen hebben. 5 S $ % § § Dit Vertoog zal alle weeken i i ft. uitgegeven wordei: te Alkmaar by Hartemink, Hand. Amfterdam Boom, Briët, Dóll Timman, B. Koene, Keyzer, Langeveld, Verlem, N°. 2. MEDE-BURGERS! Verzoeke deze volgende te plaatfen: Ysbkand Boeo, alle drie Overlieden van het Pieter Purmerent, ( Vlot-Schuitenvoerders Gild s ]zaak Dekker , j eerfte oranje fchreeuwers. En dan nog eene Cornelis Dekker, bygenaamd de remoeerder. Deze perfoonen verkeeren daaglyks by de oranje Castelein Tieieman, op de hoek van de Binnenkant en Kalkmarkt te Amlleldam. Heil en Broederschap Jan Rechtuit. N>. 3. LEDEN van het COMMITTÉ! Meld de Burgery,'als dat zekere Jacob Swart Woonende op de Nieuwendyk, Schuiermakers Baas, vier knegts van hem de zak heeft gegeven, omdat zy braave keezen en goed Fransch gezind zyn, het geen met zyri denkwys volledig tegenftrydig is, de man is je watoranje. Ik blyve uw Mede Burger! Jan Loopt Ledig. N°. 4 MEDE-BURGERS! Niet flegts de jonge Dominé Dagevos van nieuw Lekker, land, die zich heden zo verftandig in de Rotterdamfche Courant verdedigt heeft,- maar ook de oude en meer bejaarde Predikant Wolterbeïk te Buik/loot verdient op uwe lyst van ontdekking een plaatsje te bekleden. Zie hier het geval — tot tweemaal door de Municipaliteit gevraagd zynde, om het (door de Representanten van het Volk van Holland; uitgefchreven Dank - Feest plegtig met een Redenvoering te vieren, verklaarde hy in gemoede dit te ftry-  C 327 ) ftryden tegens zyn pligt en geweeten, willende liever een bezoek afleggen by zyn Vader te Utrecht: dan na dat den verdienftely'ken Vaderlander en Burger Bs. Bosch (wiede plaats van een onwaardige Nuis van Kinkenberg wel mogt vervangen voor zyn trouw en yverzucht aan het vaderland bewezen daar den ander reeds de véragting der Natie door zyn oranje verdient heeft; dezen pligtmatige dienst (des. verzogt) vol vaardig op zich hadt genomen; poogde de gemoedelyke leeraar Wolterbeëk , door het ter tékening te laaten aanbieden, van een libel de Gemeente aantelporen enz. den voortgang van dit heilig Feest te (luiten, hier in echter door de wyze en voorzichtige maatregulen der Municipaliteit verhindert, 'woondeechter diegewetenzieken Dominé de geheele plegtigheid in gemoede by, alwaar hy van den braaven Bosch leeren kon, boe God tot onze verlosfing uit de flavemy van oranje had mede gewerkt. Ik'ben uw heilwenfchende Mede-Burgerl den 30 Juny 1795- B- VAN Besloot. BURGER DOMKOP! • De hatelyke van Minningen is dan eindlyk.als Commies Generaal byhet Committé van Marine te Amfterdam geremoveerd; van Hogendorp is in les/.elf, plaats aangefteld. Dan is deze dezelfde niet DÏederik Johan, Grave van Hogendorp zo keurig, als misdaadig gefcnêtst dcor de Vergadering van Tilburg in de Hollandfcbe Courant van Vrydag den 3 July 1795. zulk een ki mt zoude 'in deeze delicate post nog meer gevaarlyk zyn, dan zyn Aristocratifche voorganger , dit van belang zynde te weeten, voor 't Volk wordt hier omtrent uwe toelichting gevraagd door Amft. den 4 July I79S- Uwen Mede Burger, Barend Vrager.  C 323 ) MEDE-BURGERS! In u vorige advertentie gezien hebbende, dat gy eenen MAAS hebt bekend gemaakt zoo diend, datgy deregteman wel hebt, maar gy duid hem niet wel uit, hetis:H, Maas Gaarder van den Impost in de Waag op het Plein der Revo- iucie zie hier hoe hy een Waagbiljet tekend : H. MAAS , Gaarder van dei-zen Impost te AMSTELDAM, het verwondert my niet Burgers, dat die man zich mede onder de Requestranten bevind, en hy vreze heeft om geremoveerd te worden; ik kan niet voorby, u zyn vreze nog meer aan den dag te brengen; die man heeft reeds uit dien hoofden voor eenige weekeu by de Kooplieden in deze Stad, die accordanten van de waag zyn, rond geloopen om eenige Guldens verhooging op hunne accordantceel; nu kan ik begrypen de reden waarom ; om daar door aantetoonen zyne activiteit ter vermeerdering van 's Lands kas , en om daar door zyn ambt, indien 't mogelyk was, te behouden, en de commercie meer en meer te bezwaaren, Burger', vergun deze aanmerking een plaatsjein uw Advertentie; wenfchelyk ware het, dat het aan't Committé van Bekendmaking behaage, de fuppliantcn in 't Request vermeld , fiat daar op te verleenen, en hun hoe eenier hoe beter in hunne verzogte posten te laten inftulleren. Na toewenfching van Amsterdam Heil en Broederschap] 10 dag na het Feest der Alliantie 1795. C. VeritiI Ferjlejaar der Bataaf jche Vryheid en Onafhanglykheid. Ziedaar waardige Medeburgers wederom ean blyk van onze act,iviteit,in het opgeven der namen van aanhangers van de ree is begraaveu oude Conftitutie; en hoedanig wy fpoeJen , om dezelve publiek temaken; ten einde gyüeden geen onwetendheid zoude kunnen pretenderen, hebben wy onze Dag. hladfchryver de Domkop gelast, deze Notificatie, als een extra Nommer uittegeveu. Aft-ara in onze Vergadering alle prefent, den 7 July 1705, eerftejaar der Bataaffche één en onverdeelbare Republiek. Veritas Prejis. In kennis van my Libertatis Secretaris. Dit Vertoog zal alle weeken d 1 ft. uitgegeven worden: le Alkmaar ny Hartemink, Hand, Amfterdam Boom, Êrii't, Dófl' Tinimm , B. Koene, Keyzer , Langeveld , Veriem, van Resteren , Wynands, Ro'terdam Wolfsbergen, Dordrecht Blusfé, Gouda Verblauw, Haarlem Plaat, LetdeoHcrdmgh* de Does en de Pikker, en Alöm.  D E DOMKOP» N°. 40. MEDE - BURGER "DOMKOP I Ik hoor veel al tegens woordig de vraag doen, of men Oranjeklanten, de hand van Broederfchap moet geven ? beand- woorden — ja[ En als men fpreekt, van Arrefteren of dergelyken, is het antwoord , dat volgends de Rechten van den Mensch, niemand gerechtelyk befchuldigd, gearre. fteerd en gevangen gezet mag worden, dan in zodanige gevallen en volgends zodanige formaliteiten, als welke door de Wet zelve te vooren bepaald zyn. 1 Nu weet een ieder, dat als men iemand dagvaard, of geapprehendeerd wildt hebben , men dan met getuigen en bewyzen moet gereed zyn; volgends het axioma, die fteld, moet bewyzen. — Indien men nu gereed en alles heeft, wat nodig is, dan kan men de zodanigen die ons geledeerd hebben , in rechten vervolgen. Dit is alles nu wel, maar of men de hand van Broederfchap wel kan geven, aan hun die ons geplunderdt, geroofd pf verjaagd hebben, is een zaak, die my voorkomt niet wel mooglyk is. Laat ik u eens een voorbeeld geven, of het wef doenlyk is, met zodanige perfoonen te handelen , als met waare Patriotten , ik zegge neen; en houde het dus met de Franfchen, doet hun geen kwaad, maar veracht ze, dat is, gy kundt ze wel naar de wetten flraffen, maar niet als eigen rechter u fatisfaclie bezorgen. Zie hier het geval» Qq' Den  C 330 ) De Burger Abraham Cobet, gewoond hebbende ia de Angelierftiaat alhier in Amfteldam, beeft zich reeds voorin en na den jaare 1787, getoond eeD wrare Vaderlander te zyn. De braave Patriot, heeft uit een verpiiating voor zyn Vaderland zich dan begeren in het Vliegend Leger, in bet Zuiderkwartier , ter medehe'per cm het woest en onzinnig Graauw in hunne doerxecswaardige bedryven, toen der tyd te keer te gaan. Hebbende by deszelfs thuiskomst, op de Requiütie van den Borger Kapitein van RI absesisr zich doen emp'oneeren, tot het Patrouilleeren. binnen deze Stad, om de rust te helpen bewaaren; dan de gewezene Hoofd Officier Bakker, dit geval uit een ander oogpunt befchouwende, beeft de gemelde Burger Cobet voor die Vaderlandfche daaden, crimineel agtervolgdt, en bem onrechtvaardig in een boeten van twee hondert guldens beflagen, weike bloedpenningen, ook biïkc-Ds Quitantie aan den Despoot Bakker zyn betaald— is dit niet een bewys, hoe een Hoofd Offi. cier, z.ch durft verftouten , om uit hoofde van politieke denkwyze iemand te vervo'gen , zyn dat misdaden uit een zedelyk Karacter? — immers neen! hoe veeten heeft dien zelfden Hüofd-OScier wel op zodanige wyze vervolgdt? Enfirü —vervoteencs heeft gemelde Burger Cobet van tyd tot tyd, zoo van bet hollend graauw als !osb3rdige Militairen veele icfaltens moeten ondervinden, tot dat eindelyk ( de woedende vlammen van oproer en plundering, opPinkfttr dfogsdag en woensdag A°. 178S, eenmaal tegens hem, onder aanvoering van eeneD N:colaas van Dieren alias Lamoentje uttbarften, zodanig dat de roof bende hem een fchade van meer dan f 3Coo'oegebragt. Boven en behalven de woedende oorziske zyne: rampzalige toeftandkon een vsnMaidm wel ge. ncej bekend . doch geluhk:g overleden , goedvinden, om v»n gemelden Bataaffcben Burger Cobet zyn Acte van flyter aftevorderen, en hem te otdcnr.eeren zyn Uithangbord intenemen ; difc£nftenris, veehninder een oranjeklant; maar altoos is geweest een braaf Patriot: of r,u Kees recht door Zee, de gemelde Swmder bedoeld heeft laaten wy voor zyn rekening, dit is ten minften zeker, dat hy Swander zich de zaake aantrekt. Voor het overige lanen wy ons in het verfchil niet in, maar willen Swander wel pleizieren, om de Burgery bekend te maaken, dat hy in ftaat is, om een Declaratoir te geven, hoe hy zich altoos als een Patriot gedragen heeft. —— Dit dunkt een Domkop is voldoende. De brief getekend JVaarheidjpreker, over het gebeurde op den 17 Juny, by het vieren van her Feest, op den Dam: is by ons niet ontfangen, mogelyk is die briefin verkeerde handen gekomen; waar hy nistthuis hoort; verzoeke dierhalven in het vervolg duideiyk het adres te fteiien Onze Corespondenten gelieve geduld te oeffenen met het plaatfen hunner Brieven; om genoegen te geven, zullen wy heden agt dagemwEE Nommers onzen Lezers aanbieden, om zo veel doenlyk alles op zyn ttd te plaatsen.'  DOMKOP. N°. 41. MEDE-BURGER DOMKOP! Ik heb verfcheide ftukken relatief de opgave" van D. WEltas, de geremoveerde Hoofd-Officier dezer Stad gelezen, en daar in wel gevonden een lyst van perfoonen, welke geftrafd zyn, ten deelen om moreele wandaaden, en ten deele om politieke denkwyzen— maar tot myn verwondering Vinde ik niet, dat Elias eenig gewag maakt van al zulke Bladen of Tydfchriften, welke de goede zaak altoos befchreven, of het onkundig Volk van Amfteldam hebben voorgeligt, en die door bem van tyd tot tyd zyn verboden. Onder alle dan van die Weekbladen, zonder eenlFereldiefchouwer of dergelyke te noemen , trekt myne aandagt zich juist na de Jaap en Teunis cn Teuntje en Pleu.ntje gedrukt by den Burger van Kolm. Wat reden bewoog Elias om dit met ftilzwygen te pasferen? waar toe dient het, dat hy hier niets van meld? wat gevolgtrekkingen zal men bier uit opmaaken? Ik zal deeze beantwoording overlaaten aan Elias, als zyn* de hy de eenigfte om de waare beweeggronden tot het ftilzwygen, te kunnen zeggen, en dus wil ik liefst hem niet vooruit loopen, ook is het myn taak niet om iemands denkwys* in zodanig een geval te pondereren; mooglyk zoude by Rr  ( 338 ) my het kwalyk neemenden daarom liefst hier van gezwegen; men zal van tyd tot tyd meer zaaken gewaar worden, die Elias misfchien voorbedagtelyk heeft verzwegen. Dan ik wil gaarne voor zo verre my het geheugen niet bedriegdt iets wegens dat verbod mededeelen; ik denk niet dat Elias hier over geftoord zal wezen; indien het nietmet de waarheid conform is, verzoek ik aan Elias, dat hymy de abuizen onder het oog brengd, en de waarheid die toch naakt cn klaar is, opentlyk van het gebeurde publiek maakt»' dan zullen mooglyk, veelen dienog onkundigzyn vanhetgeval , in andere gepasfeerde gebeurenisfen opheldering erlangen dan doet Elias dienst aan de Natie. Nu moet ik Elias eere vraag doen, die ik ais by nat Weekblad leest, door een Brief van hem in een volgend Nommer te plaatfen, gaarne zag beantwoord. Wat reden bewoog Elias, de Weekbladen JAAP en TEUNIS, en TEUNIS en PLEUNTJE itverbieden? deze vraag, ofchoon mondelings aan hem gedaan, heeft by nooit beantwoord het verbod moest genoeg zyn. Ik heb altoos hooren zeggen, dat als men iemand vonnisd, men hem dan de reden ofwel de wandaaden, diebygepleegt heeft, moet zeggen, en wei degelyk door hem moeten zyn erkend, en beleden gedaan te hebben, eerder of anders kan niemand veroordeeld worden , en indien 'er al een veroordeeling gefchied, dan is dezelve heerschzuchtig, en doet niets af. Het is niet genoeg dat een Hoofd - Officier zegt, wy verbieden u dat Blad te fchryven of te drukken — neen I hy moet de redeD, waarom het verbod diend te gefchieden opgeven, om dat dan den Schryver of Uitgever zicb kan verantwoorden— maar dit heeft Elias nooit gedaan — ik zeg, bet verbod was genoeg Was Elias niet vergenoegd, met drie honderd guldens, om een huishouding ongelukkig te maaken? wat zal iemand die de reden van hem als Hoofd-Officier niet weet of zyn denk-  ( 339 ) denkwys kundig is, hier op antwoorden?— dit laaten wy voor zyn decharge over maar oppervlakkig befchouwd, fcheen dit een grondflag te wezen tot de volgende ongelukken.— Kort daar na verbood Elias, zo hy zegt op order van Burgermeefteren, het fchryven en drukken van die Weekblaadjens de Jaap en Teunis en Teunis en Pleuntje , en wilde toen ter tyd gaarne weten wie de Schryver was (*) maar de cotdaate ftandvastigheid van den Uitgeever deedt Elias met een voottduurende nieuwsgierigheidfleepend houden wil hy hem nu weten, mooglyk zal den Schryver zich wel openbaaren, en dan kan Elias met hem in een pour parlez treden. Doch dit zyn myner gedachten— ik vraag andermaal , wat bewoog Elias of Burgermeefteren toen ter tyd (zo hy zegt) het verbod te doen uitgaan? Was het mooglyk omdat een Peppelenbos, die meermaalen getoond heeft een verrader te zyn van braave Patriotten, hem onder het oog bragt, dat men zulke Schryvers moest onder, drukken ? of was het dat de Vogel gaarne met een post door de waereld vliegen wilde? enfin! het zy dan ookboehetzy, dat het is gefchied op een verzoek van een Paskwillen-drukker of een wangunftig evenmensch of een heerschzucbtige Elias. Het geval is gebeurd en Elias weet het zeker- fte ; maar als Elias of Burgemeefters, nu eens aan den Schryver en Drukker, die fchade, welke zy daar door geleden hebben terug gaf, zouden zy waarlyk niet meer doen als een verplichting. Vriend Domkop ! by gelegenheid zal ik u nader fchryven. Ik ben uw vlytige Lezer! J u s t u s. VRIEND DOMKOP! Doordien ik een van uw Lezers ben, en byzonder fmaak in uwe Nommers vinde, om dat gy een ieder in zyn kleuren weet aftefchilderen, zoo las ik juist toevallig 't Dagblad van di (♦) Woonende zo ik wel hebben, aan de ZwnkanU Rr S  ( 34© ) de Municipaliteit, alwaar de Ex Hoofd- Officier Eli as in, ppgeefc allen die by hem gevonnisd zyn; maar nu vraag ik vriend Domkop! of geld afpersfen mede geen vonnis is, en van dat zoort vinde ik 'er zeer weinig by, daar echter van die knevelaryen al vry wat van hem zyn gepleegt, en wel in diervoegen wierd het uitgevoert, hy hadt hier toe zyn brakken, om zo men zegt het wildt optejagen; nu zal ik uw van deeze knevelaryen 'er maar flechts een opgeven, en zo U het goedvind het zelve te plaatfen, zal ik 'er van die natuur van tyd tot tyd verfcheiden aan U mededeelen. In het najaar van 1793 , woonden een zekere Juffrouw in de Nes op één kamer over Malta, alwaar zy door een Heer wierd gemintineerd, by wien zy zwanger was en ryk vooi den dag kwam ; zulks wierd hem aangebragt, door zyn Brakken; nu kwam het 'er maar op aan, opwatmanierdatmensch eens te plukken , zo als dan moest uitgevoert worden; twee fopplianten lieten zich daar toe gebruiken, hunne naamen zal ik niet noemen, om dat de eenen zyn vader een fatzoen]yk en braaf man is; de voornoemde klanten gingen dan op de kamer en vraagde een fles Wyn; hier opgeantwoord, ik verkoop geen Wyn, de verraders zeide hier op, nu geeft ons maar een fles Wyn, wy zullen uw ryklyk betaalen, en fcaald dan ook een Jjffrcuw voor ons, wy wilde ons gaarne eens by U diverteren: dit mensch laat zich door mooij praa' tsn overhaalen, en voldoet aan hun begeeren. Laat een Juffrouw haaien van boven de Vis Poort, zo dra was dieniet beven en het eerfte glas Wyn ingefchonken, of daar kwam op Schout o lom kolk met vier van zyn trauwanten, zo dra deze Deputatie daar was, dioopen de twee voornoemde pisfen in ftilte af; doen was den eischtivee duizend Guldens wegtr.s het houden van een Hoerhuis, waar van dat mensch zodanig fchTikte, dat zy op Jt zelfde ogenblik een zwaare Miskraam kreeg, ja zelfs gevaarlyk, zo als de Vroedvrouw daar een Declaratoir van geeft gegeven; maar dit nam echter niet  ( 341 ) piet weg, de Roof bende bleef daar tot in den Morgenftond, en als toen de eerfte confufie wat bedaart zynde, ging de voornoemde Kraamvrouw uit verlegentheid met den Schout tot een accoord over, en trof het zelve voor agt hondert Guldens, daar op moest zy alle haare neutels over geven, doen aan het zoeken; geld was daar niet veel voorhanden, docb toen nam men al het Goud , Zilver en Juweelen, waar van zy vry wel voorzien was mede, tot zoo lang zy voornoemde agt hondert Guldens konde bezorgen. Zie daar vriendt en Mede-Burger! dit verhaal is in alles de volmaakfte waarheid, plaats het naar uw goedvinden, dan zal ik 'er uw van die natuur meerder mededeelen, blyve intusfchen. Uw Vriend D: de Waarheidzegger, Amfterdam den A July 1795 ■ t Eerfte Jaar der Bataafjche Vryheid. DOMKOP! Met uw permisfie, men fchaft de winderige quarré Paruiken af van de Heeren Burgemeefteren, en men blyft in het Kerkelyke aan bet zelfde euvel ziek. Hoe! mag iemand niet dragen op zyn hoofd, wat hy wil, al was het de ooren van een ezel? hei Domkop! zoo haastig niet, ikfpreekvan geen Dominees Paruiken God bewaare my, om die lieden een zinking op de herfenen te veroorzaaken, zy hebben genoeg te lyden door de indrukken van Ernst, Voetzius en Cocceus enz.; maar ik praat over dat witte fikkie, de bef en de zwarte mantel, wat hebben wy met dat gefnor nodig, ik kan tegenswoordig geen onderfcheid maken tusfchen een Dominé, Krankbezoeker, Voorzanger, Schoolmeefter, Ouderling , Diaken, enz. als eventjes in het Sikkie; daar is myn Mei?je dat mensch had de geeling in het bloed, (hiethet Rr 3 zo  C 342 ) zo niet,) zy wilde gaarne een Dominé voor haar bed hebbe — het mensch was zeer zwak, Dominé kwam met een waereldfe Pruik, die geweldig muf rook en een autoriteit, wat ben je me, in de Kamer. DoMiKé. Goeden dag vrienden, is dit de zieke? Wy allen uit één mond: ja Dominé. DoMiNé. Wel Moedertje wat is 'er op uw hart? Meutje. Wat blievje (hem aanziende),oe.. oe.. oe.. Dominé — Dominé. Het mensch trok hier op zulke vie. felyke wezenstrekken ftak de tong uit de mond - en floot haar lippen. ja Domkop voor ecuwig. DoMiNé. De Vrouw moet drinken hebben, de keel is droog heeft zy die toevallen wel meer. Ik. Dominé Meuje is dood dat is'teerst dat zy dit toeval krygt. DoMiNé. Dan kan ik hier niets verrichten. En de man ging heen. Nu zeggen de menfehen, datzy aan een kwaad geweten gefturven is en ik hou ftaande , dat Dominéés autoriteit, pruik, fikkie en mantel de oorzaak van die trekking geweest zyn. Help my uit deze verlegenheid Domkop! ik ben 'er ziek van. Marretje. DOMKOP.' Voor ik u de volgende oranje lieden bekend wil maaken, moet ik u een misflag onder het oog brengen, namentlyk in het drukken; in een uwer voorgaande N° heb ik een Schoenmaker uit de Halfleeg opgegeven, die gy flegts Keller genaamt hebt, daar zyn rechte naam moet weezen Kellermah, dit is zeker in de pen gebleven. Onder de volgende krygt gy een geheel pakje met Bui? zen, welkers gaten men direct behoort te floppen, wegens de fchadelykheid hunner werking. Op het Bikkers Eiland tellen wy 'er drie , namentlyk Jan Byis , BurgebJBuis, en Piet Buis, de twee eerst*  ( 343 ) eerstgenoemde , hebben verfcheide Lieden gemolefteerd, ea gella^en, de derde is nog zo kwaad van aart niet. In de Haringpakkery vinden wy behalven de Oude Buts, in het Huis van Toorenburg, nog een Zoon, genoeg bekend in de Koffiehuizen wegens zyn gevoelens, maar in de Pakkery befaamd, door dien hy of in perfoon verfcheide lieden zelf heeft afgeklopt, of door de Haringpakkers zulks liet doen; ik hoor dat by reeds in 't oog loopt, ja reeds klappen beeft gehad. De laatfte woond op de Blaauwburgwal naast Predioeï, gantsch geen beste. Nu volgt een zekere Schoenmaaker op den Noordermark, genaamt Tv laak, deze was, een Lid uit Oeffening, waar van de Luchtfpringer Braam, voorzitter is, heeft het ongeluk gehad, door de geest van Genever bevangen te worden, waar door hy 'snachts tegen elf uuren, op den Dam, wegens zyn haatelyke uitdrukkingen gevat, en agter af gebracht is, hebbende by de twee maanden daar gezeten, ó het is zo een vroome, 't is toch raar met die oeffeningen, de een maakt de Dienstmeid met kind , de ander is dronken. ■ Apropo — nog een Vroome hV loopt als een Cathechifeermeefter , het hoofd op zy, is een Turfkooper van zyn affaire, en woont in de Vinkeftraat by de Oranjeftraat, zyn naam is Cats genoeg bekend. Principiüm. BURGER DOMKOP! Daar gy zederd eenige tyd uw werkt gemaakt hebt, met de fchadelykfte van het oranje Cabaal ten toon te Rellen, zo gelieft deze volgende ook plaats te gunnen, opdat het Publiek inftaat gefteld word, zich van deze werktuigen te onthouden. In Wyk 17 Jan Veeneman, Schipper op Meppelt, welkedit Vóórjaar driemaal in het huis van den Burger Frans Gemme- n 1 no  ( 344 ) wixg oranje boven geroepen heeft, en de laatfte keer zynde den 29 Maart het mes getrokken tegens iemand, welke hem Heil en Broeder/chip wenschte.doch na welke tyd hy zich tot heden abfent houd. Echter laat zyn Vrouw en Kinderen, geen gelegenheid voorby gaan om de Vryheid te befpot- ten ja een van hun durftzeggen de #«3;*. voor de Oran- je Klanten zullen moeten opzitten. Jan Mei ter ine Schilder, welke onder het voorig beftuur is geweest Capitein des Armes en door dat middel op eene ariftokratifche wyze aljg contribuanten zocht te verplichten hem met werk te begunftigen, bet geen door hem wierd uitgevoerd, dat men een affchrik'er van kreeg — doch zo men zich vaneen ander Schilder bediende, moest men ras zyn gramfchap gewaar worden, door op een onregelmatige wys gefteld te worden in de contributie— zocbt men troost by den Capitein Otter (alias Protecreur vaa 't houte Genootfchap) dat kan jy wel denken Domkop, wat antwoord men kreeg; hier van zoude veelen kunnen getui* gen— doch daar deze eerfte orange krayer thans zyn werk maakt om by de voornaamfte Patriotten ingang te vinden, ten einde op eene byzondere wys hunne gefprekken in een ander daglicht (lellende, rond te brengen, waar van genoeg voorbeelden zyn. Oordeeld dus Domkop hoe gevaarlyk het is met hun te verkeeren waar door ieder weldenkende een eeuwige blaam op zich haalt. Dit zy genoeg, Amfterdam 2 Jnly 1785 Ik ben Het Eerfte Jaar der BataaffchePryheid Kees Repüblicq> Dit vertoog wordt alle Maandagen en Donderdagen a 1 ft. uitgegeeven by de gewoone Boekverkopers.  DOMKOP N°. 42. jfjoedanig verfchiliend de denkwyze der Burgery is, kan men gemakiyk ontwaar wordeD, als men dlaglyks in degezei- fcbappen verkeerd de eene wil links en de andere rechts, offchoon zy beideD in een huis moeten komen; maar de wegen, welke zy bewandelen, verfcbilleo — by voorbeeld de Wyk-Vergaderingen en Clubfen— waar in toch een doel en een wit moet getroffen worden, zyn veel verfchiliend van werkingen, ja ieder gezelfchap beeft een byzondere aanvang der zaaken; hoe kan, als men niet gezamentlyk één lyn trekt, iets geregeld ter uitvoer gebragt werden ? veel al boord men fchreeuwen en roepen, dat de oranje Ambtenaaren moeten gedemitteerd en andere brave verdfenfielyke Burgers en Vader- landers daar voor in de plaats gefield worden het geen de Burgery met verlangen tegemcet ziet maar hoe denkt men bier over? Burger Jan wil dat de groote zo wel als de kleine direc- telyk zullen worden afgezet Pkter zegt: neen men moet ben ter verantwoording nellen CorneÜs die wat verder wü denken als een ander, wil dat men bun nog eenigen tyd wil laaten fungeeren, tot dat men een plan of wet der begee. ving van Ambten heeft. Klaas denkt 'er anders over ja zegt hy, ik wil wel gelooven, dat men hun moet afzetten om het nadeelige aan den eenen kant, en om het genoegen aan de Burgery te doen erlangen, dat zy een wettig eigendom terug krygen— aan den anderen zyde; maar Burgers 1 wat zal het afdoen als men de Ambtenaaren, welke voor oranje beSs kend  ( 345 ) kend zyn, removeerd en braave ïd de p'.izrïs fteld zal reen daar 'sLacds ksi mede bevoordeelen? zonde ha Die: re:;.- -rszen, a: men :'e 'js: eer A:.::::;:::r, en 05ciar.ês eens c = .-:e;r., ;a daar u.t zzz.zz, wa: vcorAr.bren Eu:te!oos er. crnc::g zyn, sn Vï.-e eer: m'r.ie: .--soiea verdienden ? zcuce ei: niet beter zyn? en a!s men dan een .;s: :.:-£:::s , *s i; sr:b:=- 3=.":;:n zojJe — -.«e ;e rr.'-.. cï: ;e'd -c-ijur. = er rj overgaf ee~ r ar, *:a: na rnsn voordain de Ambten zonde cesevs-, was ri: niet g;c:? i -s. ::er rxiïr ;-U:f;-.;3 b'vTic die rere:: nes: 'rs: ::: wêêrc:| zyn, ces he: §*'.: ::zï ï: — err.r ! hier over rd eea geheele avond gedebiteerd, en mén gaat zz-.zt: iï-.s r.aar h- ?, Ar.ie:c Vsrziisilr.-ea over di: onderwerp byeen gekomen zynde; maaien een commisfie oaa zodanig een pias op te fieUec, doch dit piao word by de czzzzz.rli, dccrd.ê; re 0;:z.~~ -.-.eerdea r.etnii:sets zyn, over de anfkeien in hetzelve, niet mrgebngr. Een derde Vergadering die beeft zodanig een p!an door bun Cornnriirenren zizzniw rrarr z:=t, daar d;ra::eerr caen tweg ï d:ie arenden ;c di weci? over; de; eer w:. het az de Ma. n :.:= i:s : en eer. ;-ree:e aan ce: een cf -rder e.":::: overieven bier komt ook niers van eeD vierde Vergader.-.ï is hs: in z.'.ts eens , ren.;-: een C:=rr .-fir cm bet over te brengen maar ziet den een bedankt veer, en den ander naar, zo dat men het uitfte'.d :ot dar de Vergadering compleet is een vyf de Vergadering is in alles gereed, beeft een plan en een Commiifie die Co mam Ge gaat en brengd net :er tafel; dan bier U weder een n nrerpaal, wel is w-ar, men neemt bet plan aan; maar hoe? ais via individueele, dos niet door bet geheele Ijgcbaam er.fi;! bet pian U daar men ziet de werkzaamheden der Vergaderingen doch men is onvergenoegd dat bet blotefyk word aangenomen zonder meer —— mee fpreekt hier breedvoerig o?er La Kcfjcaizeo, gezeifeiappsa 0.I5 anderzinds., z02-  ( 347 ) zonder dat men de reden , waarom het niet têr uitvoer gebrast word, opzoekt ■ eindelyk komt een oud, bedaagd man ten voorfchyn, na dat men hier weeV££$£^ Uw Lezer! Batavus. Dit Vertoog word alle Maandagen en Donderdagen * i ft. uitgegeven by de gewoone Boekverkopers.  DOMKOP. N°. 44. BURGER DOMKOP! (jelieft dit volgende te plaatfen , zoniet, even goede vrienden, en ik zal dan denken, de man wil adviferen, maarniet concluderen; en dus heeft hy geen beflisfende flem, om te ztggen, bet komt 'er in of niet. Ik ben uw Vriend! Uw Mede-Burger! Üw mede Gecidfopiëerde! P. O. en O. P. President, mag ik het woord?—— ja wel Burger— Ik heb iets te zeggen, en daarom verzoek ik dat de Burgers, terwyl men hier over delibereerd, zich met geen andere zaa* ken bemoeije ik verzoek ftilten Burger. • PRÉSANT VOORSTEL van WYK XXXXXXVI. Gecombineerd met de LEES-CLUBS ZZZZZZZZZZ. T3aar 'er ■ eh! eh! en met reden Burgers! verfta my hier we!! met reden (Ay nam een Jnuifje) onder bet voorig beftuur zo gefchreeuwt is, Burgers gy zyt 'er oorgetuigen van geweest, fpreekt (ja, roept de Vergadering) nu dan—(ftilten Burgers) dat fommige perfoonen, met ambten als cpgeftapeld wierden (*) dat daarentegen meenig braaf en tevens be- hoef- (*) By voorbeeld Biciion te Rotterdam , was Vroedfchap, Bur£«meefter, Bewindhebber der O. I, C. Admiraliteit, Polleryen, Vv  C 362 ) hoefüg Burger, men kan braaf en arm zyn, en dat is thands vry algemeen Burgers! j (eb! eh! hy neemt-een dominéés klontje, doch met geen geel hartje) nu dezodanige konde niet» voor zyn nodig beftaan obtineeren, dat is Mede Burgers! om u uit de grondtaal te verduitfchen verkrygen; dus Qhy veegt zyn zweet af) dus Mede-Leden dezer aanzienlyke Vergadering proponeere ik... halt Mede-Leden ik doe geen voordel, maar een vraag dat maakt fcheid onder; ftilte Burgers zo niet Iagchen, het was een misdag in de tong . Prefident attentie!! een vraag, of iemand om maar een voorbeeld by te brengen Burgers! want alle zyn niet vatbaar voor een allegorifche halt Burger aanvrager— watbe- tekend dat ? — dacht ik het niet, dat gy het vragen zoude, nu dan niet vatbaar voor een gelykenis of byfpreuk, en dus wil ik een voorbeeld bybrengen lacht zo niet Burgers! zo als den Burger VAILLANT zo veel pesten of ambten, als hy tegenswoordig heeft, alle in die order, zoo als het behoord kan worden waargenomen maakt geen aanmerkingen Burgers, het is een voorbeeld— attentie Commisfarisfen!! Nog een aanvraag — of iemand die zoo veel posten moet bedienen , ook juist zoo veel onderfcheidenebekwaambeden bezit loopt zo niet door de kamer Burgers! als wel tot ieder ambt op zich zeiven behoord. Stilten Burgers! — kan iemand tegelyk zyn — past op de Notulen Secretaris! — Lid in het Committé van Marine, Colonel der Stad, Bueklwuder op de Stads Timmertuin , Peningmeejler ad interim of liever Provifioneel en Ontfanger van het Paalgeld, op het Comptoir van Zeezaken ft... Burgers zo driftig niet — dit laatilen is dit ook de redenen als dat den perfoon Ez. le JAY noch zo... ja Burgers hier ontglipt my een woord want dat is juist de man, die voor een gering fommetje de post van den Ontfangst van het Paalgeld waarneemt Keikmeefter, Makelaar, Zakkedrager, Sleeper, Visvrouw Hankebewaarder in de Kerk, en Stoelenzetter ia dito en.. en..en..  C 363 .) fleemt, daar Vaillant, 'ftilte toch Burgers! het groots voordeel, welk dat ambt opbrengt, geniet. ' Heil ek Broederschap ! In onze Grond Vergadering 218 Julianus, het Eerfte Propofitie Jaar BURGER DOMKOP! Dewyl ik my zelve ook al onder de Domkoppen tel, en weinig verftand bezit.; om die reden zoude ik u met myn domme kop ook eens willen vraagen, of die Oranje LaadjensWyven . welken alhier op de Appelmarkt zyn, onder voorgeven van s'Lands Impost te ontfangen- maar onder welk pretextzy baar eigen beurs vet mesten, en onze goede Burgers en Burgeres, fen, in dezen omttandigheidvantyd, 't ondraaglykftengeldafpersfen, van welke gelden, geloof ik, het minften aan het Land terecht komt; my dunkt men behoorden dat Volkje, hoe eer hoe beter te removeeren, dan zoude onze Mede Burgers nog wel eens Kersfen en andere Boomvruchten kunnen bekomen, dat nu niet gefchieden kan , zo lang die eigenbelang, zoekers aan blyven; want het is de duurte niet alteen, die ons daar van doet ontbeeren, maar daarenboven komt nog de zwa. re onkosten als meer anderfiads, onder de benaming van 'sLands Impost, die men moet betaalen en opbrengen. Ik weet wel dat het Land zonder Impost niet beftaan kan, maar my dunkt dat 'er wel een ander en beter weg zou kunnen gevonden worden, waar door de Koopers der Kersfen en andereBoomvruchten , wat minder aan Impost zoude behoeven te geven, en 't Land veel meer voordeel zouden aanbrengen, als die Laadjens-Wyven afgedankt waren. ' Maar om U eens een zuivere opgaaf te doen van al de onkosten, die men moet betalen, zal ik eens van de Mei- Kers. fen Negotie fpreken : die werden door de Kopers gekogt van de Schryf-Vróuwen by de 100 pond, en die Kersfen komen alle in manden ter Markt, welke mand van 30 tot 50 pond; ' ftel nu eens, men koopt de* Keisfen^ooi 13 g!.- de icopond, Vu zo  C 364 ) zo als in 't kort nog gebeurt is, maar men ontfangt een mand van 44 pond, de korting voor de leege mand is 4 pond, dus 40 pond. Kersfen kost ƒ6: :- daar e.n boven moet men betaalen aan de Laatjens Wyven, die haar zaak heel wel weten 14 a 15 11. voor zogenaamde Impost, daar by komt nog van ieder mand Kersfen 2! ft. Weeggeld, dat is nog buiten opgaaf, of te buisbreüggeld , en NB. de leege mand, waar voor de Kooper 4 pond kort, weegt veeltyds 738 pond en nog zwaarder, echter moet de Kooper de vollen Impost betalen voor. de 3 a 4 pond Kersfen, of meerder die by te kort komt. Nu kunt gy eens narekenen, Burger Domkop! hoe veel zulken bleel en, rotten en goede Kersfen de Kooper door elkander 't pond by de I jkoop kosten, zo dat 'er voor de Koopers zeer weinig of niets overfchiet, maar wel voor die Oranje Laadjes-Wyven, waar onder 'er zyn die haar zelfs daar zo wel van weten te voldoen, met het gebruik, dcs.vcormiddags, van Oranje - Liquertjes als andere Dranken, dat als 't van haar Tracteinent ging, zy niets overig zoude houden. Onder deeze is 'er een, met naamen K. K...... die van die vogt een extra Liefhebfler is, zo dat't door die drank vei fchtide maaien gebeurt is, dat zy, na 't jaar J787, des middags van de Markt ko.nende, de Cingel of Garnalematkt j- '.-flerende, alwaar ter dien tyde de Ei Prinfe Ruiters Iju;i üal. ling in''t Suds Magazyn bielden, met die Ruiters veeltyds een cYurkGr.rr.ans prajije hield, en kwam *er dan by ongeluk een Patnöt pasfeeren, dan was zy dien die Ruiters aan, en Zeide': „ Dfl'ar ga«t eek neg zo een Dond... e Kees heen," en jouwde el; rpüswde de Lieden naa; en vermits zy, gelyk als Huagfche Put, baai adfifhmtie van die Ruiters had, doist baar niemand tg d-.ot-ijenJ maar aprotos, Burgei Domkop! htt was die Vr-i.w riet kwalyk te nemen dat zy dagtlyksmet een nat zyi die weg pasfeerde, want baar WooDplaats was op de Baangragt'., by de Ltidfche Pooit. Wat haar Con- foaieres mtt naamen J. D..... • betreft, die, zegt men, ge-  C 365 ) eebruikt niet veel van die Oranje-Liqueurtjes, maar is een lief ebfter van proper.jes gekleed te gaan, ja zelfs tn de 2hermaanden liep zy meteen Oranje. Schoudermantel te zwTren, om die en andere redenen , noemt men haa Tjuf rtjes Cabinetje. - Wat dunkt Uw Burger Domkop z0 één Gulden volgens oud Hollands gebruik met meer als ao ft doet, moeten zy lieden dezelve wel driemaal daags kunnen uitgeven, want zy maar één Gl. daags hebben, zo men zegt, en wel op l6 en meêr 'sweekelyks worden be- ^Wat aangaat de Mannen die 'er om heen zwerven, zal ik voor dit reisje nog niet van fpreken , fchoon ik van verfdeden ook wel wat veel zou kunnen zeggen • echter moet .k u toch zeggen, dat 'er onder deeze nog zo een oude SchyteW is, zyn naam zweeft zo wat naar D». Hoffmak, welke men fomtyds als ftoppegat ook wc! een Laadje gee.t, om de'zogenaamde Impost te omfangeu , en deeze-,tf nog wel de grootfte Bloedjuiger van allen. Nu Burger Domko p ! ik fchryf u nog wel eens meer, fchoon ik het anders weinig doe, en het myn affaire met is maar al moest ik nog 16 vel papier vol krabben, wil ik toch ' de voornoemde en andere van die natuur bekend maaken. Ik ben Utf Mede .Domgenoot en Vyana van Oranje en Arïstokratie. Klaas F r u y t.' Amft. 17 Ju'? ïW Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. VRYHEID — GELYKHEID — BROEDERSCHAP ï Het Committé van Bekendmaking, van tyd tot tyd, door Commisfarisfen, over bet Bureau benoemd , ter hand ge. fteld wordende verfcheidene brieven, willen niet afzyn , om aan het verlangen der Burgery te voldoen, maar zich altoos genegen tooien, gelyk zy reeds verfcheide maaien gedaan heeft, den ftem te hooren. V v 3 Zo  { oöö ) _ Zo is 't, dat wy uit overweging van het Nut onzer inrich. ting, en de-goede gevolgen, welke de voortgang ons belooft goedgevonden, nebben, gelyk wy goedvinden by dezen om de navolgende Brieven, aan degoedeBurgery mede tedeelen. (s een Brief van Abraham Buizianius, welke verzoekt zo wel als de Buizen, onder het getal van extra extra geele te plaatfen, zeggende te zyn de jongde Zoon var! abraham Buis;.dus van een Orarje' tuk Lett. B. - ' Is een Brief van J annetje Hagenaar, Zuster van Grietje Weetveel, op de Nieuwendyk, luidende als volgd. MEDE-BURGERS! Ik ben de Zuster van Grietje Weetveel, geboortig uit den Haag,, maat met de Omwenteling van 1787 naar Amfterdam gevlucht: nu had ik voor u een heel zootje Oranje-Luidjes, die toch een plaatsje waardig zyn, om mede de Revue te pasfeeren; dewy! ik op uw Monfter-Rol N°. 'er ook een zoo:je gevoDden heb als. No. 1. Neder rj of, op de Princegragt by de Looijersgragt, labakskooper in den Admiraal Tromp , dit is een eerfte aanftooker van allerly valfche Tydingen, die zyn werk . maakt om de Boeren aan te hitfen, die hy voor geel ken de Smousen en allen die hy maar eenigfints begrypt te kunnan pp zyn zyde krygen; hy heeft de Leugekianten van Hekrikg overal in de Buurt rond gedragen — menlgwerf had hy echte brieven van de beste band van de Nederlaag der Franfchen dan weer dat het Franfche Leger geheel was vernield, ja dat febreeuwde hy uit; kortom, hy heeft de Franfchen voor ■ Duivels, Atheïsten, Moordenaars, Plunderaars en Maa°defchenders uitgemaakt, en dat doet hy nog; ja hy ze^t nog dat de Franfchen te Abkouw toen ze daar waren, alk's hebben uitgeplundert enz. — nog zegt hy de Pruisfen komen vay en zullen de Keszen wel drillen, hy lacht als een Judas, als by een Patriot ziet voorby gaan, kortom, by is een alle/vuilste Oranjefchreeuwer, en een aanhiifer van de kloppers baa. zen: adres in zyn Buurt.... een boezemvriend vandeOranie. Sleeper Winkelman in de Runftraat: N°. 2. Apropo, die Winkelman, is ook een vuile klant, die hïeft door Oranje Liedjens-Zangfteis, yerfch'eine braave Patriotten in zyn Buurt doen fjokkeeren, niet dezelven voor die braave. Li'-den hun deur te la^en zmgen waar in hunne naamen vermeld Wierden. Een gevluchte Haagfe Patno.fche Vrouiv'die Zwanger was, hem voorby gaan-  C 36? ) gaande; zeide hy, wat doet dat Keezengoed hier, daar zit weer esn Kees in haar ziel, de Keezen zuilen haast de Eronswykfe Worst ecten, dat verd.... goed enz. adres in zvn Buurt. 1 N°. 3. Lodswye Palander, mede in de Runftraat, heeft die Patriotfche Vrouw die uit den Haag gevlucht was', geflaagen; waar door zy een Miskraam heeft gekreegen: hy zeide haar dat ze 't Haagfe Wapen op de rug had, en meer dier£ hier jou bi Kees 'er in jou d Dat is tuigje van JVillemWillemfe, alias Prins dronkaard.— weetje nog meer, dan heb ik uitzoekends. Och ja! E l i a s. Afflager van de groote Vismarkt, en zyn adfiftent Smit. Dan hebben je nog verfcheiden oranje Visopfieepers, Dames a la Poijjon, van de Groote en Kleine PoiJJomierie. Ja die mogten ook wel gedrild worden. Nog meer Vriend! wy zyn 'er noch niet, daar wy wezen moeten. Daar hebje. Toon Polet. Sluiswagter van de Weterings-Boom, aan de WeteringsPoort. Dat is die Oeffeninghouder van Oranje fyntjens, en dus onder de benaming van oeffening, vertellen zy eikanderen de komst van de|Pruisfen. Ik heb nog een Makelaars Ambt vergeeten vaneen Oranjeklant. ScHOÜ-  ( 397 5 Schouten. , Hy is in de Wynen, komt alle dagen in de Oranje-Kroeg van Barkmeyer in de Kalverftraat. Ja Buurman voor zulk volk mdgteo wel anderen braaveft aangefteld worden; het is waarachtig te bejammeren, dat zo veel ongelukkige leedigloopers, en dergelyke fnaaken hunne vette Bedieningen en Officien behouden ; het verwondert my, dat het volk 'er niet op aandringt, ik ben maar een onkundig mensch; maar my dunkt die Commisfie moest al uitgediend hebben, ik ben op al die Commisfien met, het duurd my te lang, ik zou de ftem van het Volk hooren, en daar mede afgedaan, dan had ik my verandwoord; Het zal wel komen vriend , weest maar niet ongeduld.g. Ja dat is zeer goed, weest eens geduldig'als gy niet hebt, en zien moet dat een ander met je Eigendom pronkt. --— Dat is 70 , maar alles kan op een dag niet men zal ze wel removeeren; by voorbeeld: Kalkoen. Op de Wees - Kamer, en Witmond. Zogenagnde Klerk in het Schoutshuisje, of by de Maire, waar is hy op het-Komptoir ? alle die klanten zullen wel fchuiven. Gelyk ook de Solliciteurs. van Praag, Hagg. en meer van dat onnuttig volkje. Maar hoe veel follicitanten zyn 'er wel die mogelyk komen zullen • Dat ftaat ieder vry, maar dat wil ik je wel zeggen „ dat geen Oranjekraaijers eenige Posten of Ambten zullen krygen; maar altemaal Keezen, en dus weest niet bevreest dat de vol.gende'in eenig employ zullen komen , want ze zyn wat ftinkend geel. Casper Bergveld, in 'de Jonkerftraat, een KcmYy 3 me-  C 398 ) ihenys -Winkel Gerrit SinrT.en dito Brood -Bakker Ari Ha.aeebroek, dito Zoutenviskooper.— Bruggeman, in de Weeteringftraat, Aanfpreeker— Waterhof, SHvetfrDit -— Schmöle, opdeagterburgwai Koufenkooper R uppe r, Soipper op de Lemmer » Ypler, in de Betanjefttaat Kleereinaker Helmers, dito Paruikemaaker — Ge bei., Sergeant en Tabaksvtrkooper — Wanneberg, Corporaal— Schreuder flora- logiemaker P o p p e k s en H a h s e op Jen Nieuwendyk Boterkoopers Verwacht hier ovër nader fcbryvens. Fredrik Flock , Mr. Kuiper pp de Angeliersgragt, by de Noordermarkt, is mede een groote Oranjefcbreeuwer, want toen hy hoorde dat hy twee M.m inkwartieren moest, toen zeide hy: ik wou dat her Franfchen Vee naar de bi WfSi maar ik wil het zeer wel gelooven dat het mannetje 'er veel tegen hadt, want hy moest het Bed van de Meid misfen, daar hy zelf gewoon was een Uiltje met de Meid op te gaan vangen. In het vervolg zal ik u meerder vertellen, kom maar eens op een avond een Pypje rook en. Dat zal ik doen Buurman Ik nam affcheid en vertrok; nu weet ik veel; maar heb niets, en daar zal ik myn Bakker mede betaalen; en-zien of hy myn Brood geeft— terwyl ik eens zit teSchryven kwam den Tamboer by my met een brief je van deGeld-Negotiatie, ik vroeg aan hem, of hy my konde vinden, ja wel Vriend antwoorde hy, ha! ha! dagt ik nu dan zullen ze my wel weeten te vinden als ik een ambt kryge Nu Vaartje Domkop ik fcbryf niet meer van daag, ik heb al voor twee duiten aan papier hefteed, dus ikftap'eraf. Vaar wel! Pieter Ongeduldig. PlBl  ( 399 ) Pieter ongeduldig, zal geduldig moeten worden; Keulen en Aaken is op geen één dag gebouwt; by is bet alleenig niet , daar zyn 'er meer, die het Karader hebben van Pieter,- maar wat doet al dat praaten, fchryven en wryven af , als men cordaat zyn propofitie, tot een volledig Plan doet uitwerken ; waarom niet onderzocht. Waarom de Vertegenswoordigers niet voorgeligt, wie Oranje zyn, en wie niet; wie behoorde geremoveerd te worden, en'wie niet, welke ambten weder moeFten vervuld worden en welke niet, welke minder geid moesten trekken en welke niet, als men daar een beboorlyke nota van hadt, en men verzogt uit naam van het Volk, om met de Reprefentanten daar over in handelingen te treden, om binnen een korten bepaalden tyd het werk aftedoes j was immers vee! gefchikter, dan dat men daar geduurig over praat en fchryft, en daB geraakte men in gelegendheid om de misnoegden te doen herleven in vreugden , en de Oranjeklanten wierden dan den teugel in hunne hoogmoedige bek gelegt. Myn Correspondent Jan Pruilt, zal zyn briefin N°. 45, beandwoord vinden. Jan zegt alles, ziet dat'er meer zyn die op Oranjeklanten van één foort, zo als Wdlem Landzaat is, denken, en dus om geen tweemaal de pen op te vatten voor eeri kneppelmannetje, zullen wy het dit hier ongeplaatst laaten. J. de Opper merk er junior., zal in de Vaderland? Jche Courant N8. 11 en vervolgen geleden hebben, het Ca. racter van Pin lippus Verb r ugg en, dus wy d' eer van uittebazutnen overigen aan Amor Veritatis, tot dat wy i> ftaat zyn iets te kunnen bybre>lt;en, dat by veele uit bet geheugen is, en wel voomarPemlyk dat Amor Veritatis mooglyk bedoeld. men ieeste hier over nader de Vaderland, Jche Couranten zinds N °, 11. A D-  C 4°o ) ADVERTENTIE N. Er zyn mooglyk twee Kisten uit Nymegen gearriveerd, die even voor dat de Franfchen 'er binnen kwamen, op een Blaauw burgwal, boven een Stal gelost zyn, geftoven of gevlogen by een Oranjefchreeuwer. De Erfgenaamen van Jacob zyn van voornemens eerdaags hnnne gefloten Winkel weder te openen. Er is verlooren. een Plan om de Volks-Stem uitrebrenr gen, gebrekkig op liegt papier gefcbreven, met eenige Aanmerkingen, door een andere hand ter neder gefield; zynde hetzelve voor de vinder van geen waarde, die hetzelve teregt brengd, zal een, behoorlyke piasmie genieten. De Burgeresfe Virtus Belooning adverteerd, dat zy haar Reis binnen weinig dagen zal aannemen, en dus binnen kort hier verwagt word. Mynheer Gunftenburg heeit teets zyn Huis te huur gezet. NB. Daar zal op Willemyntjesdag vertoon 1 worden de NB. NB. Hoer in een Glanzery , en na hetzelve een Oranje Ballet, waar in door een zeker Makelaartje verfcheiden Lucbtfprongen zullen gedaan worden. Dit vertoog wordt alle Maandagen en Donderdagen a 1 ft. uitgegeven by de gewoohe Boekverkoper^  D E D OMKOP N°. 49. Dat veele Menfehen meer geëerd worden, door hunne klederen en ambten, als door haare deugden of wetenfehappen, Burgers! is thands geheel uit de moden, het is nu geen gunst maar verdienden; deeze regel ftaat in het openbaar op de Voddenmarkt: dus zal de kunst die op natuur en reden baar fcbietlood Iaat vallen, verre bóven de klederen verheven worden. En het geen men van den Philofooph HerUl.es verteld," niet als een Syllogisme kunnen werden gebezigd: \ men zegt van hem, „ dat als hy in een flegt en veraehtelyk „ kleed, aan hst Hof van den Prince, by Polycrates kwam, „ werd hy niet ingelaaten j maar wederom gekomen zynde met „ eenfierlyk kleed , zo wierd hem terflond de Poortegeöpendt» „ en als hy voor den Prince kwam, zokuscbtehyzeerbeleefde,, lyk den "mantel < die hy om had; de Prins die zeer verwon» „ derd was, over dezeneedrigheid, vroeg hem wat zulks toch ,, zeggen wilde? wel antwoorde hy Honorantem „ HoNOROl"ei! wat bliefje Lezers! wil ik het u eens vertaaien; maar niet alle man te vertellen — dan is het te zeggen— ik eere den eerende; want dat de deugd niet heeft kunnen verkrygen, dat heeft dat kleed door zyn fchoonheid verkregen. -» In myn Clubs verhaalde ik eens by gelegenheid die hiftorie^ myn Vriend, dat een man is die veel weet, maar weinig vin» den kan, die veel vinden kan, maar veinigweet; eenmathe* dor om zyn ftem te doen daveren alsof het dondert... i,. een vriend van uitlegkunde, zonder het inwendig te weten; enA a a fii  C 402 ) fin was hy in Romen , hy wierd met de Munnikkenkap bekroond , die zeide, dat bet hem dan niet, ver wonderde dat de Patriotten nog geen ambten hadden, maar de oranje klanten, het hunne behielden, of douceuren trokken maar hoe almaattg was de man in de war! begryp Lezers! de oude ConftKutie waar onder deze vertelling immers behoord, isop de Botermarkt in het donkere begraven; want de lampions hadden 'er de drommel van, om te verlichten.— Myn Vriend die gaarne zyn ftem wil doen hooren wierd boos, en haalde een brief uit zyn zak. — Nu dan zeide hy, gelyk of ongelyk, Iaat ik u dan iets voorlezen, dat hier geen betrekking op heeft. „ Nu ze vertellen my dan, dat eene le Jay wel bekend voor oranje, die Bediende geweest is op het verdoopte Huis genaamd geweest het Princen Hof, en Luitenant vandeoran. je Scbuttery, op een Request waar by hy te kennen gaf, dat by gedwaalt beeft, dat is menfchelyk Burgers! een ander ambt heeft gekregen, en dat Pamide Kempenaar, ik kan de man niet, voorheen Capitein van de oranje Sc'iuttery, dus een man die moogelyk voor de EnatKcT.n zoude geftaan hebben, is begunftigd met een ambtje, aan het Zee-Comptoir, dat men zegt s'jaarlyks opbrengd agttien honderd guldens," Kyk Burgers zeide hy, toen hy de Briefin zyn zak ftak, als dat de Domkop wist, plaatste hy het maar nu dergelyke fpreukjens van Herilles niet meer gelden wil ik het voor my zeiven houden. Een ander Lid die uit den hoek fprong, wilde ook toonen dat hy wat wist, en zeide vrienden — wanneer als nu deambtenaaren, door moo;je klederen hunne bedieningen hebben ontfangen, dan trek ik ook myn besten rok aan. Z-icbt! zacht! zeide een derde dat is nu niet meer zoo, men begeeft thans naar verdienden, en dus als deze volgende posten open komen , kan het 'er geen één krygen, of moet deugd en wetenfcbappen bezitten. Denkt om de Luizenmarkt, zeide  C 403 ) zeide een vierde, ahoewel die regel daar ftaat, verkoopt men 'er echter toch vodden om-de rokken mede te lappen. Maar om tot myn apropos te komen, zeide de derde, dan zal ik u verfcheiden noemen, waar deugdzamen en kundigen voer in de plaats zullen komen. He pelink, Boode, gewezene Knegt van Aiewyn, heeft een Cj.ninisfau's uit een Lees-Gezeü'cnap nog geattaqueerd, omdat hy tegen het gedrag der Engelfche bloedhonden fprak. Bilderdyk, Weger in de Stads Waag, op 't Plein der Re/olutie. Deze heeft in den jaare 1787 by inkomen van de Pru sibben Troepes, met zyn rotting gewezen, wat Patriotten waren, o.n ze te laaten flaan. D^e diende vooral van hun ambt geremoveerd te worden. Arendse, de gewezene Kantkooper, Commies van s'Lands Turf, dewelke by hem voor een min pryfje te koop zyn, namentlylt de Turf. De Gebroeders Grootbotte, beide Wegers van s'Lands Waag, op 't Plein der Revolutie. Waarlyk een fchoon Offi. Cie voor een waare Patriot; zy roepen nog geftadig als dat haar lieve Prins in kort weer zal komen. Philippus Jacob van der Velde, Wynkooper, woond op de Heeregragt by 't Reguliers Plein; is Tarmeefter van de Wol, heeft in den jaare 1786 zyn Bediende in de Wynhuizen rond gezonden om 't oranje Request te laten tekenen j wat dunkt u Burgers! is zoo een man geen Officie waardig? ik meen op de Heiligeweg. Jan van Inoe, Waagdrager in bet Roodhoeden Veem; deze heeft in 't jaar 1787 gediend om de Pruisfchen de weg naar Amfterdam te wyzen; ik meen dat deze man, de nagt voor de overgang van Kanaljeburg, mede zyn best heeft gedaan om de (tukken die voor s' Lands Magazyn ftonden, te helpen rigten naar 't Kadyks Plein. Ik woonde dien tyd op dat Yland van Verwarring. Janse, in 't Blaauwhoeden Veem, toont nog zyn mes daar Aaa 2 by  C 404 ) hy wenfchen by doet, ik hoop daar de Keezen mee in 't hard te (looien. Zou het wel kwaad zyn , als dat men zulk een fubjeét, na zyn Land banden, om alle disputen voor te komen. Oodsiek, gewezene Knegt van Dedel t in lang geen Amfterdaminer nu dat is de mode van dien begever geweest, om dat een Burger toekomt, aan een mof te geven, die is gewend om een afgelikte boterham van Mynheer te nemen ik wil zeggen een afgtflonsdu Kamenier of Keu. kènmeid. Deze is ook Waaglrager in 't Bonthoeden Veem, hykon in 't Vloekjaar 1787, zyn ftJoffa oekje ook niet houden, om de Patriotten na te roepen, Kiesje. Kiesje lust jy wel fpek. Hei! hei! ritp men, wie zal m&n daar mede begun(tige»5 'er zyn zoo veel Sollicitanten; en het is niet. mooglyk alle een Officie te geven.— Dat is waar zeide Kees-, maar neemt de volgende daar niet toe. . . . . Swaüt, Hocdemaker op het Rusland, fabrieeerd voor het Vaderland. . . . . ïoute woond over Swart, maakt vlakken uit de Kleeren, is naar het Loo geweest, om te zien of den Erfprins 'er al was. J. van Os, op het hoek ie van de Agterburgwal enAgnie. tefiraat, Burger Wafelbakker , houd een ftille knip, heeft naar het Jaar 1787 helpen removeeren, is Lid in de WykVergadering N°. o Heil en Broederfchap*. D A s v e l d de Jokge, Mr. Broodbakker op de Utrecfaifo flraat, by de Poort, heeft Zjndags aan de Utrechtfe Poort de Patriotten opgewacht , en hun dan deerlyk mishandeld, hier van hebben de Oranjeklanten naar het Jaar 1787 zelfs fchandèn gefprooken, zyn zelfs by zyn Ouders aan Huis gekomen om hun te verzoeken, als dat ze hem verbieden zouden,.dewyl het ongepermitteerd was, de lieden zo afteklcppen ; maar het hielp niet, dewyl zy 'er zelfs mede gediend 'waaien, getuigen hitr van in Amfterdam. J4N  ( 405 ) Jan van den Brink , zyn Vader is Tuinman van het Besjes • Huis, beide removeerders. Dan ook nog eene Schep en s een Rentenier, woond in de Zandflraat, beroemd zich dat hy geen Nationaal; maar Orange Blangs Bleu op zyn Hoed draagt , gelyk ook waar is. En dan heeft Monfieur van Leeuwen de Uitgever van de Municipaliteitblaaden een gewezene Koetfier, (of het een Officie is weet ik niet, ik zal het eens onderzoeken) als knegt by hem zitten om uit te geven, en ook een Vreemdeling, dewelke voor eenige tyd nog wel dorst zeggen, dat ons Land thans door Schelmen geregeerd wierd , en dat by liever zyn Zilver in de grond begraven zoude, als het aan die te geven, wat dunkt u Burgers! als dat van Leeuwen doch wel een ander voor hem mogt nemen? Heymeriks, woonende aan het Princen Hof, of tans ZeeKomptoir, dacht ik dat hy van al zyn Officies geremoveerd was, maar neen! (hoewel het zou ook geen Vriendfchap weezen) die Burger heeft neg vry wooning, bebalven de andere Emolumenten, en dan ook nog twee Officien , ik voor my, ben 'er niet mede iB mynfebik, nu het is ook Heil en Broederfchap] men moet veigeven en vergeten, ze hebben het ons ook gedaan; maar op een anderen manier, namentlyk, dat je den traanen over je wangen liepen. Enfin 1 men noemde en hernoemde, en ziet het baat geen drommel zeide Jan die een wys man verbeeld te zyn. —~ Intusfchen ik hier aan zit te fchryven, komt de Kruijer met een paket Brieven; waar van ik provifioneel uw lieden een, gedeelte zal mede deelen. Leest met vermaak. Is 't niet mis 't is raak, De waarheid is myn zaak\ En tegenfpreken uw taak. Aaa 3 BUR  ( 40Ö ) BURGER DOMKOP! Daar ik by Continuatie uw Blaadjens lees, verwondeit het tny, dut gy Domkop noch iemand reflectie gehad heeft, op den welbuk nde Willem Keer, eertyds alias Admiraal van de Keulfclij Schippers, woonende op 't Bikkers Eiland, thans Negotie doende in Moolerfteenen, en Zuurkool, draaijers baas, en eerften Tafelb^ufem van de Oranjeklanten en Aristocraten, Huichelaar en Neeoiiebederver, in byna alle Pro Jucf^n dh van den Rhyn af komen, adres by de O. I. Comp. Gemelde Pc fwn befcbouw ik als een gevaarlyk meubel aan de Beurs, en in degantfche Maatfchappy, dus verzoek hem in uw eerst volgende Nommer te plaatfen, op dat een ieder die hem kend zich zyner herrinner, en die hem niet kend, zich naar hem informeeren, ik geloof dat indien gy deeze Advertentie plaats geeft, gy wel voor een dubbeld getal EiJinplaaren zult behooren te zorgen, alzo ik vertrou. we dat gy wel f van onze weldenkende Kooplieden aan de Beurs daar mede ten hoogften zult verpligten, als meede aan de Schryver dezes, Govert Regtuit. Bikkers Eiland den 24 July 1795. Wat dunkt u hier van Leezers! om myn Boekver. koopers voordeel te bezorgen, zal ik deze dan plaatfen , ge. lyk gy ziet dat reeds gedaan is. — Nu weer naar een anderen Boeren Kermis. VRIEND DOMKOP! In u voorige N°. 35 hebt gy' verfcheiden Oranjelieden iveten te benoemen Maar gy hebt de regten noch niet allen , wy hebben nog verfcheiden lieden in de Vootnaamen Boerenfteeg woonen, die zwaar oranje zyn. Een voornaam Map. Atua vak Sollen, loopt wat mank, en  ( 407 ) en zyn Huisvrouw ook, zo dat zy eersdaags de Pruisfen weer verwagten. — En zyn Buurman boven zyn hoofd, zyn naam fs Bram dk Schilder, begind 'er tegenswoordig uittezien, of hy van 't Oranje word opgegeten, ik wil zeggen jigtig. Zo hebben wy daar ook nog een gewezenen Zielverkooper woonen, zyn naam is Poulus Zitters, toen de Burg in de Dykltraat wierd uitgehaald, wou hy de Patriotten maar by 't douzyn de Waag uit fleeken, want die braave man heeft op de Oost gevaaren als Kok, en nog wou hy alle Gottie wezen , zo als zy dat noemen , Beul. Naast zyn deur zo een dito, den beroemden Burger van de Landzaaten. Eenen Homan, een Broer van dito op de Hoek van de Hoogftraat en Patanjeftraat, heeft zwaare Correspondentie in 17S7 met de Pruisfen Soldaaten gehad, op dat hy ook daar van afkomflig is. Nu hebben wy daar nog in woonen een Kommenysman, hy is ook knegt van deBrandfpuitmaker.zynaam is Lammert, mede zwaar voor oranje , wel dat is te begiypen, zou zo een Man niet voor ons gewezene Prins zyn, die Stads geld trekt. Nu heb ik weer wat anders aan de hand, daar woont een Iohs. Honing in de Hoogftraat, daar het Schip Concordia uit hangt, dat word genoemt het Oranje Coffybuis, ofzogenaamt Spreek - Huls van de Heere Kruidleezers. Op't O. I. Huis daar hebgy verfcheiden Kamerbewaarders éie zwaar oranje zyn, zo wel op 't Soldy-Comptoir als op anderen. Een Polder, woont in de Hoogftraat, en zyn Zoon is Keukevader van 't Werk - Huis, deze twee zyn ook groot voor Oranje. Ook nog een dito Kamerbewaarder; zo dat ik nu moet overgaan aan de Heere Kruidleezers. Men zou zeggen, hebben die Lieden geen zwaare Post, cm die Oost-Indifche waaien te plaatfen en uit te zoeken, •n wat verdienen die Lieden geen makkelyk geld, zo als zy 's morgens komen om agt uuren, verwagte zy eeist de Op- per-  C 4©8 ) derbaazen , als die dan komen om tien uuren , hebbÊn zy lang genoeg tyd om de Kramen en Nieuwspapieren te leezen, en dan vertellen zy ook Wat des avonds agter haar Heers Tafel is voor gevallen, en Zo krygen zy haar tyd om , en hebben haar geld gemakkelyk verdiend, hoe word die Compagnie gekuld. En dar zulke voorftandcrs van oranje, zodat ik denk van de honderd zyn 'er geen tien Vaderlanders, of het zyn meest alle van die fluitenlandfche Gadlikkeis, En zulke heeren, moeten zulke lieden hebben, anders kunnen zy de lugt niet veelen. Men heeft ook een Zeëker Jongman, wöond op't Agterburgwal over de Betanjeftraat, die zou zeer makkelyk met de Patriotten leeven alzo hy in die tyd Stroppemaker wou weezen , om wat zeep daar aan te fmeeren, om makkelyker toe te ftrikken zyn naam is O v er bee k. Zie daar Vriend Dom kop daar kunt gy naar u zin 't best daar van uittrekken wat gy goed dunkt. ik ben u Vriend! N. N. vanAlberhuesen >* u o yt gedag t. Ik z.d u nader fchryven, waflt er zyn 'er nog veel. VRYHEID! GELYKHEID! BROEDERSCHAP! Burger Domkop ! Ik moet je al weer plagen, hoe komt het doch als dat je die man in de Betanjeftraat, N. Basselaar, in je Dagblad voot een foort van een knarper uitmaakt, weet je wel als dat her. geen broederfchap is; kyk by zegd, als dat by wel vuil oranje is, en dat hy flegte uitdrukkingen genoeg gedaan heeft, omiri jouw Blaadje ten toon van de geheele waereld te komen; maar hy zegd ook : dewyl hy ftaat geremoveerd te worden hy eerst nog wat mede pakken zal; dierhalven Domkop, kan jy jou by hem addresfeeren, hy verkoopt oude pennen, die nooit verfneden zyn, alderly foort van fchryfpapier, rooije en zwarte inkt. Enfin! de fpecefyen zyn teduur, zyn Vrouw verkoopt geele Sayet, oranje lint met de Pinkenier en deF.rf< looper 'er op. Nu Domkop, zonder verzuim beveel ik me in jouw genade! en blyve met haast H. HelMers. Pruikemaker. Dit Vertoog word alle Maandagen en Donderdagen a i ft. uitgegeven by de gewoone Boekverkopers.  D E DOMKOP N°. 50. VRIEND! Ik lees mee veel genoegen uwe Weekelykfche Blaadjens,en zie daar in dat gy ook wel, eenige (tukjes aan u gezonden, plaatst. Gy weet dat zederc eenigën tyd veel over de Leden van het voorig Beduur (als men het zoo noemen mag) ge(proo« ken werd, en de gedachten daar over zyn zo veifchillend, dat men haast daar in verwarren zoude. Maar de korte - vraag is hier, zyn ze wettig gewsest of niet? en hier uit volgt of ze ftrafbaar zyn of niet. Nu is het immers zeker dat de wettigheid van een Ambtenaar moet blyken uit de aanftelling. Hier uit ryst nog eene vraag, tot wiensbelievcn namelyk ,zyn de Pruififche Benden, in 't berugten jaar 178? hier in dit Land en in deze Stad gekomen ? was het met voorweeten van die Leden, welke toen aan het laadjen zyn gekomen of niet? was het met haar kennis, dan laat ik u over haar charaéter oordeelen, en was het niet met haar voorkennis, dan kan ik niet begrypen dat een man , dieeengryntje eerlykheid bezit, zig langs zulke eerlooze trappen heeft laaten geleiden, tot de Stoelen der Eere, om dezelve op zulk een verregaande manier te ontheiligen, want dat is eea Nationaal eigendom, en een heiligdom, waar van men de Wil der Natie dient te hooren. Is 'er nu een Staats. Refolutie bekend, waar uitblykt* Bbb dat  ( 4io ) dat de Koning van Piuisfehgn is verzogt, om een party Troepen te zenden, ter vereffening van het toen plaats hebbende verfchil, dan is 'er eeaige veifchooning; hoewel het doch niet onberispelyk zoude zyn, want was 'er eenige tusfchenkomst nodig geweest, zo was het natuurlyk, dat onze nabuurigc Bondgenoot Frankryk, daar toe was verzogt, en zonder deszelfs voorkennis mogt ook geen ander daar toe geëmployeerd worden; maar zo veel my bekend is, is'ei nooit eenige refolutie genomen om Pruififche Troepen in te roepen. —— Dus blyft 'er voor de Natie niets anders over om te denken, als dat 'er een Cabaal is geweest, welke had voorgenomen meefter te zyn, het koste wat het wilde. Deze Cabaal geholpen door de Pruififche Troepen, heeft zich meefter gemaakt van het Nationaal eigendomenalieCoilegien, en zich vervolgends dsn naam van Heeren Staaten en Staaten Generaal enz. aangematigd; en op die firma voortgenegotieerd tot 18 Janurry 179S incluis, ten kosten van de Natie, en ik vrees dat het opmaaken van deze balans, oi,s nog jaaren zal geheugen. De onwettigheid van het vorig Beftuur, leit dus geen tegenfpraak. Maar wat misdéad ligt tot haar last, my dunkt niet minder, als die van hoog verraad, byaonder van die, welke de eerfte rol gefpeelt hebben, voor eerst in 't afpersfen van enorme geld zommen, welke gebruikt zyn, om zich ftaande te houden en tot betaaling van de gehuurde Benden. Vervolgends om F,ankryk indirect te helpen beoorlogen,en verder om haar direct den Oorlog te verklaaren, tegen alle reden, zelf tegen het gefloten Tra&aat van het jaar 1785. De misdaad is des te grooter, terwyl de Provintie Holland alleen de indirefte depenjes heeft moeten betaalen, zp als uit de direftie moetblyken; doch waar van tot heden, tot een ieders verwondtring, nog geen opening aan de Natie gegaven ia. Het  C 4ii ) Het (laat aan de tegenwoordige Reprefentanten niet vry om die leden ongeftraft te laaten; want de Natie heeft haar Vertegenwoordigers met haar vertrouwen vereert, om recht te doen, en den fchuldigen tö ilraffen, dit heeft men billyk kort na de Revolutie verwagt, en het Committé Revolutionair heeft al vroeg getoond, zulks te verwagten, gelyk ieder bekend i«, dat reeds in de maand April, door een cordaat Declaratoir is getoond, maar tot heden fchynt het fystema van Moderatie, van het jaar 1787 nog (land te houden, en de onfchuldige moet voor den fchuldigen betaalen. Dit zyn de vrugten, welke de lang gewenschte Omwenteling tot heden voortgebragt heeft. (Adres aan de berugte Proclamatie der Provifioneele Reprefentanten van het Folk van Amfteldam. En het geen nog meer te verwonderen is, beftaat hier in, dat ieder Publicatie, welke om geld viaagd, opgevuld is met klagten over het voorig Despotiek Beftuur, en dat men overal ledige kasfen heeft gevonden, enorme geldverkwistingen, Despotieke handelwys en dergelyke meer. Men zoude fomtyds moeten zeggen, het leid geen dag, of de Leden van het Tyraniek Bewind, v/erden in verzekering gebragt, over die misdaaden, welke haar in de Placaten ten laste wor. dcngelegt, en een duidelyk bewys dat zy haarzelf fchuldig kennen, is, dat zy op dit alles ftilzwygen; want een eerlyk wan duld niet dat zyn charader in een publiek Papier, veel minder in een Placaat of Publicatie, gefchonden word,maar een kv/aad fchuldenaar zwygt gaar'n als zyn fchuldeisfer maar zwygt. En wanneer ik de Decoraties dezer Stad, met aandagt beschouw, en dezelve vergelyk met geen zedert de Wending van 19 January laatstleeden gebeurt is, dan fta ik ten uiterfte verwonderd; want om niet alles te noemen, dit zoude my te wydloopig zyn. Zo is alleen de vraagover'tSchildery in de Plantagie, en de geldkisten daar verbeeld; is dit Lands geld, of is het geld van den Prins geweest? was het zyn el. Bbb » gen-  ( 4*2 > gendom, dan was het geen misdaad, hetzelve medete neemen, maar was het Lands geld, dan zyn de kisten wel geplaatst. Maar dan is vraag: hoeby daar aan komt? wie is bewaarder geweest van 's Lands fcbatten , en heeft de Deuren geopend, en het zelve ten Prooi gegeeven aan een trouwlozen vlugtcling met zyn Famillie , weet men zulks niet? dit is onmogelyk; maar weet men het. watftrafheeft die trouwloze ondergaan; (Adres gemelde Proclamatie.') Het grootfe Toneel op de Westermarkt baart geen minder verwondering, daar uit zoude men zeggen, dat de gru. welen van het voorige Monftcr ten ftrengst geftraft waaren; maar ziet daar is nog niet een Vinger aan befteet, adres de gemelde Proclamatie Wanneer een verflandig Vreemdeling de Decoraties naauwkeurig obferveert, en vraagd dan, wat dadelyke gevolgen deze Omwenteling gehad heeft, en krygt daar op een naauwkeurig antwoord, dan kan hy niet anders als hartelyk daar over Iagchen. Maar men zegt dit gehouden gedrag, is na den regel der Wysbegeerte, dat kan zyn, maar dan moet men na myne gedagten de Wysbegeerte tweeledig befchouwen. — de eer. fle gegrond op de Staatkunde van Machiavel is een groven en fubtilen zin , doch komt beide hier op neer , dat men het Volk in 't gemeen befchouwtals Lastdieren , of eigenlyk, als den Atlas, die alle bezvvaaren eo moeyelykheden der Waereld moet dragen, en alleen daar toe dient, om aan eenige Wysgeeren, welke zich opzynen rondenbol vermaaken, van het nodige Voedfel te verzorgen, en haare weelde te koefleren, terwyl baare bezigheid alleen daar in beftaat om elkander het Meesterfchap te betwisten, en wanneer de eene Party de andere overwint, dan heeft bet Wysgeerig, elkander de Hand van,Broederfchap te geeven, zonder op e«n beledigde vertrapte Natie te denken, veel minder om haar regt te verfchaffen, Adres gemelde Proclamatie. Het  ( 413- ) Het tweede Lid der Wysbegeerte, meen ik te beftaan in natuurlyk regt te doen, tusfchen den man en zynen naasten , zonder in achtneming van rang of ftaat, Maagfchap ofeeniandere betrekking, bet zy men zulks huisboudelyk of Maatfchappylyk neemt, met een woord, de waare Wysbegeerte kent geen ran^: deugd en regtvaardigheid is haar Rigtfnoer. Het woord is ook tweeledig, het eerfte Lidnamelyk Wys, is een eigenfchap van het oneindig volmaakt Opperweezen, en uitkrachte van dien oeffent hy recht over alle zyne redelyke Schepfelen, in en na dit leeven. Begeerte is het tweede Lid van bet Woord en eigenfchap van alle redelyke Wezens, naar maate van ieders verftandelyk vermogen om wys te worden, in dezen zin behoorden alle Menfehen Wysgeeren te zyn. Welke nu van deze twee regels der Wysbegeerte Provi. fionee! in werking zyn gebragt, daar over laat ik fpreekende daaden oordeelen, de Natie gevoel 'er de Wugten van. Nog onlangs las ik een Stuk van de Rotterdamfche Burgery, geaddresfeert aan Hollands Reprefentanten, en het advies van 't Committé tot beoordeeling van het zelve, ik haalde myne fchouders op en dagt Wysbegeerte- Eerfte Deel. En als men op geruchten eenige ftaat kan maken , dan hebben de Leden van het voorige Despotismus reeds de beste boel geborgen, en om haar de tyd daar toe niet te kort te maken, benoemd men een Commisfie tot onderzoek na haar gehouden gedrag. Deze daad heeft veel overeenkomst met hun, die op heiéren dag een Kaars aanfteekt, om des te beter te kunnen zien. Voor deze reys genoeg, op een andere tyd meer. Van Uwen Lezer. WEITÏjriET. Amfterdam den 3 Augustus 1705. Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. Bbb 3 BUK-  C 4H ) BURGER DO MKOP! Daar gy zo menigmaal vragen van domme menfehen oplost (want alle menfehen die aan u fchryven zyn juist geen verftandige) moet gy het my niet kwalyk nemen, dat ik u ook een vraag doe , wegens een ftuk, waar in ik zeer dom ben, en daar ik graag eenige verlichting in had} want daar gy en uwe vrienden, het loflyk en nuttig ontwerp gemaakt hebt, om de aanzienlyke Reprefentanten van het Volk van Amfteldam, en tevens het Volk zelve van dienst te zyn, door hun alle die geene , welke hetfystema eens afgezworen Dwingelands zyn toegedaan, publiek te maken; betuig ik u pngeveins myne hoogachting, bekoort door de edelheid van uw ontwerp, en door de gepaste ftoutheid, waar mede gy het ten uitvoer brengt, neem ik de vryheid, dezen Brief aan u toe te zenden, in hoop datgy de goedheid wel zult gelieven te hebben, door u geacht Weekblad duidelyk te beantwoorden: Hoe komt het toch, Vriend Domkop! dat de Vertegenwoordigers van het Volk niet voortgaan, met de afzetting van dezulken, dirj in eenige posten gefteld zyn, en het vorig verderflyk fysthema zyn toegedaan? waar hapert het toch aan, dat die plaatfen, die ledig en vacant zyn, zo larg open blyven? en waarom worden dezelve niet met waare Vaderlanders (ieder overeenkomftig zyne bekwaamheid tot dezelve) door de Volkftem vervul I ? onze vorige Regenten gaven aanéén man die zy genegen waren, twee, drie, vier, ja meerder voordeelige Ambten, die daar dooreen enorm inkomen had , waar van verfcheide Huisgezinnen kqnde beftaan; my fchieten daar eenige voorbeelden te binnen, en we! van eenex Luitenant der Burgery, eenZoonvan den overledene TimmerbaasSLEBtts.dezeisMakelaar, Suppoost der Stads WisfelbankenVifitator van de Coffyby de Oost-lndifche Com, pagnie; die omdat hy de post van aanbrenger van al het gegn "er door de voorftanders der Vryheid, in den jaare 1787 ver-  { 4-15 ) verricht wierd, by eene overledene Burgcmfefier, wier.s ftaatkunde maar draayen was, bekleedde, alle deze ambten ter beloning verkreeg; deze beiaam'le oranjefcnreeuwer, durft in deze dagen (waarlyk dagen van vtilichting voor Nederland) noch tegen den Itroom oproeijen, en behoud onaan»ezien zyne bekende euveldaden en Anti-Patnotifche denkbeelden, nog zyne poster, dan hy isalsLidderKrygsraad geremoveerd (want voor zulke en dergelyke Oihcieieti behoede verder God de Stad!) en ik verwagt ook dat hy m zyn ambten niet zal blyven fungeeren, maar dat de Vertegenwoordigers van het Volk , dezelve zullen laten bekleeden 'door mannen, wiens Vaderlandfche fcntimentenbekend, en by het gantfche Volk aangenaam zullen zyn. « Deze is het alleen niet, welke door dien overleden burgermeefter is groot gemaakt. Jan Ebeblein dezelve wierd eerst Makelaar, vervolgens Boekhouder van Scheepenen, en daar na Haagfche Schipper, zonder Schuit. Hoe zonder Schuit? zult gv mooglyk vragen; ja Vriend! gydiend te we'en, daf 'er dertien Haagfche Schippers zyn, en Hechts twaalf Schuiten; daar nu ieder die Schipper word , de Schuit welke hy krygd, by tauxatie moet overnemen, kwam hy juist in de plaats van die, welke geen SOhuit had, en was van de overneming bevryd , dus is hy Schipper zop der Schuit laat hetzelve door een Zet-Schipper waarnemen, en ueeid met de overige Schippers,daa: zy in eene beurs vaaren, ge]yk op. üemakiykc broodwinning, zonder eenige arbeid of moeite dan deeze Man Iaat de huik naar de Wind hangen, en forteerd onder de fchynheilige, doch behoord wel dégelyk tot de aanhangers van hem, die door Zyn wanbedryf vluchte naar het vyandig Engeland, en getoond heeft, wat hart hy voor zyn Vaderland in zynen boezem draagd: ook vertrouw ik dat deze Huichelaar geenzints zyne posten zal blyven behouden, maar dat dezelve zullen worden bedeeld aan Burgers, die zich het vertrouwen van 't Volk waardig gemaakt hebben dobr hunne Vaderlandsliefde, en het Committé van Juttitie de'.er Stad zy dus gewaarfebouwt, met welk een man het te doen heeft, en aan wien fomtyds zaken worden vertrouwd vanher uiterfte aanbelang ; dan ik hooi) dat dezelve daar in zullen voorzien. Na hein vulgd eene Janus van Nes, dezelve is Doflor in de Medicynen , heeft fints het jaar 1783 binnen deze Stad gepra&ifeërü, en tevens Commis. faris van hetUtrechtfche Schietfchuite-Veer- Dezetrouwhartige voorftander van Neêrlands Dwingeland, laat hst zelve mede door een zet Commfsfaris waarneemen, trekt 'er de Emolumenten van, en bediend tevens zyne klanten in  ( 416 ) ïri hét kyken van de pis, en het geneezen van heimelyke kwaaien , dan het volk heeft herri aireede genoodzaakt zyne post als Commisfaris in perfoon waar te nemen, en niet door een die even eens als hy denkt, -het te Ia. ten bedienen. Schoon ilt vry liever wenschte, dat zulks door de Municipaliteit als door het Volk gefchieden, en dat ik en meer met myn vertrouwen, dat eerl ngs gefchieden zal. Want Vriend Domkop, fómmige van deze Anti-Patriottifche Officie-Bediendens, durven noch wel zeggen, dat zy geprotecteerd worden, als men eens over hun klaagd. Het valt zo gemaklyk Officien te hebben, die door een ander te laten waarnemen, én het geld dat 'er van te huis gebragt word in de zak te fleeken; men heeft 'er een kippetjes leven van, men bewoond groots,Hui. zén, houd ftatie en Dienstboden, en men kan nocti met dat al fomtyds de Crediteuren niet van de deur hou. den; Ei lieve men durft immers die man niet hart vallen, het is een Officiant. Het geld is goed, al moet men eens een jaar of twee wachten, het komt toch c'e verjaring toe, wanneer men in aanmerking neemt, dat één man zo maar drie of vier bedieningen heeft, waarvan verfcheiden Huisgezinnen zoude kunnen beilaan ; In waarheid Burger Domkop! antwoord my doch eens op myn vragen, Ik ben 'er zeer nieuwsgierig na, en geloof my dat ik met alle gevoelens van achting ben. Uw Vriend en Mede-Burger ! Amft, 6 Aug. 1795 ijle Jaar der Bataaffche Vryheid. Treuselaar. Zie daar Mede Burgers! hebt gy 50 Nommers van een Weekblad, die na veele worftelingcn een deel, door de medewerking van braave Correspondenten, hebben in de wereld gebragt; hebben wy hier of daar een misdag gehad, wilt de fchuld daar van niet op ons werpen, maar legt die ten lasten van een verkeerde opgave, door dezulken, wei-1 ke mooglyk door allerhanden intrigues ons Weekblad hebben tragten te fnuiken. Het is aan ons enkelde reizen gebleken, dat wy gedwaald hebben, door eene val fche opgave, zo als in N°. 47 door den Brief fchryver Ja n Ce es, ten opzigten van den Burger Rivery, het is ons aangenaam te vernemen, dat hy een waar Vaderlander is, dus belchouwen wy den Heller van dien Brief voor een lasteraar en intriguant. Het is ons niet mogelyk om alle perfoonen te kennen, dierhalven wy gaarne altoos de waarheid willen hulde doen, om des begeerende hetzelve te retracleren. Voor het overigen wyzen wy de Lezers naar N". 1. Dit Vertoog zal in 't vervolg op Maandag, Woensdag en Vryd;;g a 1 tl. werden uitgegeven by de gewoons Boekverkoopets.  ALPHABETISC HE NAAM REGISTER, OP HET Ie. D E E L. N°. pag. Baak (J.) xxxix. 322 ' Abeleeven. xxxix. 324 Baasdorp (T.) XLVi. 379 Akkerman. xxxiv. 383 'Bal CJ.) xxxi. 2(56 Alewyn (F.) xlvii. 389XLIX. Bakker. (IV. C.) xn. 105 403 xix. 163 xxxiii. 177 -rfMart 1.10 vu. 65 ui. xxxviii. 313 xl. 330^331, 349- 332, 333 xLiii. 358 Arend/en (tl.ju. 22 vu. 65. Bakker xxxix. 324. xx. 172 xxvi. 222. Bakker (Cs.) jhx. 167 Arendfen. xlix. 403 Bakker (C.) xxxv. 290 Arrenberg (R.) 1. 7,8,xxx. Bakker (A.) xxv. 213 254. BatÉer (J. P.) xxxv. 290 >fi/è» (,P.) xxviii. 240 Bakker (J.) xxxv. 293 Agten. (v.) xxix. S47, 248 Bakker (B.) xlvi. 380 Alba (d') xxxiii. 271)Barkmeyer. xii. 1Ö8 xix. '163 Aalsmeer. xxxiii. 274j 164 xxvi. 220 xlviii. 397 vffe» (v.) xxxiii. 2\78\Basfelaar (AT.) xxxv. 29a ^{/ir. xxxviii. 316 xxxix. 325 xlix. 408 317, 318 Beek (J. van) xxxv. 290 Andregt. xi.iv. 368 xxxviii. 320xlvii.390 ■ Beekman. xxviii. 239' Ccc Beeld-  NAAM - REGISTER. N°- PaS- N». pag. Beeldfnyder (J.) xxvi- 219' Bilderdyk (JV.) 1. 10 xiii. xxix. 241 nj Beeldfnyder (G. A.) xu. 111 Bilderdyk. xliX. 403 Beeldfnyder (N.) xn. ui Boddeus (J.) xxxix. 32a Begeman. xvni. 154 (£) xxxix. 316 xxiii. 199 xxv. 216 \Boele. xlvii. 389 Beider (H.) xlvi. 380 Boer Cc- ^) xxxxi. 323 Berkhout (J.) , xxxvi. 303] -B<*«. xxv. 216 Barkman (P.) xxix. 241!^- xlvii. 390 .Bsttz'/ig C^.) xlvii. 389 Boonakker. xiv. 126 Bennet xxxi. 266 £ooy (.7-dO ' XXxi. 266", Bentink van Rhomi. xu. 111 xxxiii. 277 xlvi. 378 Boreel. xix. 168 JrooöJc (J) xxxni. 274 Bouillier. xvm. 157 Bruin (P.de) xxix. 543 -Boaifman (P.) xxxiii. 274 Blesgraaf xxvm. 140 Bourcourt (J.) xxxx. 454 Blois van Treslong. (W. O. ».) xxxix. 324. xxiv. 208 .Bszwee (H.) xxxix. 325 Blafius. xxx. 352 Bouwhuis. xxxix. 325 .Broek (^n\r van) Abrah. Buddingh. xxxix. 325 xxxiii. 274 Buis {A.) liv. 366' Biezou. xxxix. 325 fi»»JCJO xli. 342 Blomkolk xi.t. 34.c -BmV O8-) xli. 342 Boetzelaar xlii. 350 -Bmü (■?•) xli. 342 jSosr (G-- ƒ. rfe) xliii. 357 Buman ( C. IFagner) xxix. Breeman (A.) xlvi. 379 241 Byland. xlvii. 387 Busfing. xxxiv. 284 Uöawü (F.) XLvir. 387 Byllard (v. *l) xxvm. 234 jBrwin xlvii. 390, 391 Braam (vaiï)xxi. 184 xx. 19.0, Bergveld'C) xlviii. 397 191 xxv. 216 li. 343 Bruggeman. xlviii. 398' Braasfem(D. den) xxv. 213 jGie/>0b. xxsxi. 266 xliv, 3C1J xxxi. 266 Bis-  NAAM- REGISTER. Biefeveld. XIV. MÜ lappenberg, xxix. 24I ^rtwfc xxx. 25 Cerff (a^e) XXrv,. JQ2 ■Bertram. . Xlviii. 39a ?^«Sf (.ff.) Xxv"n: 228 Blaauw. xx. vi. 30- Ofct jxxxvii. 3I2 XLi 330 B/om (G.) xlvi. 379 331, 332, 333 Branger (C.J.) v. 56 Colenlremder xxxrx. 326 vi- 58 Coerfen (\W.) 1. 12 n. 22 Brender h Brandis. v. 53 1 vri. 65 xx. 172, 173, VI- 57 174 xxi. 177 xitiL 200 Brink (AT. AT.) xlvi. 381 xxxiii. 275 xxxviir. 314 Bom(G.) vu. 65 xxi. 181 Coeverden {W. L.v.) xxvm. Bonnet (D.) xu. 112 298 xlviii. 395 Bonnet P.) xu. 1I2 Coeverden ( H. van ) xxxv. Borchers (A) xxxviii. 313, 290 3'4 \ Coflaf'A.B.de) xxxix. 324. Bosch (B.) 1. 11 xxxvï, 303, Coup (j>. dej xxxix. 322 3°4- Cliffon^Pancras) xxxi. 257 Bosch (S.)- 11. 30 Cl-jver (Pieter de) 11. 19, 23 Boskoop. xlvii. 391 x. 91 xix. 1C4 Brand. fit. 23 xix. 164 Cdkoen. xlviii. 397 Brand (ƒ.) xrx. 164 Culentan. Xlvii. 390 Brand/en. xii. 109, 110 Cornel. xxxi. 165 Brave QV.) xxi. 177 CWo*. xxxir. 265 -Sarf ' xxxvi. 303 ICa/lrop. xxxiii. 278 BresfJ) xlvii. 390: Cafj. XLI. 343 Brink (f. van den) xxix. 243! Citting. (P. Xin'. 352 xxxiii. 275 xlix. tos\Claafen 38 , 3 39 , 340XLIH. Dermout. 1. 11 xxm. 199 358XLV. 375-, 5 76 Does (van der) xlvi. 382 Eist \_H. van) xxxm. 276 Doderlien. xxxvi. 297 (j- B.) xxxviii. 313 xxxviii. 319 Eberlein. (J.) l. 41J Domhof (A) ti.iv. 357 Engelman. xxxix. 324 25«nj/3bw(7.y«i)iuyn. 390 xxix. 163 Dombr.re. x. 91 Emmelot. xxxtv. 282, 283 Dorper (Ech.) xxxix. 322 FJfw (S.) xxxix. 322 Dorville(T.) xxxviii. 324 (P.) xxx.x. 324 Dedel. xlix. 404 Êliw. (G.) xlviii. 396 Duim (f.) xxxix. 322 Ekelman (H.) xxxix. 32S Dyk (A. van) xlvii. 38^ Kldeek xxxix. 325 DykCj van) xlvii. 390 Fngei". , xliv. 367 Descury. , Xxxir. 266 Eyew X1.1v. 368 Dyk (v.) rxiXi- 266 Eswelder. (G.) xlvi, 381 Drees. (J- G.) xxxn. 270 xxxvi. 303 JQ\ ^rjx Fabricius (J.) XIX. 167 xxvi. 219 F/ef&e» (j.) xlviii. 304 F* (van) xxxn. 266 F/ec* (F.) Xifcviïi. 398 Fifc (van) 1. 11 XXVIII. 234 FlietnerQ.) xu. 112 £cfc (rart) xxxn. 269 Friefeman. tvi. il> GarJ-  NAAM.RE GISTER. Gr No. pag. N°. pag- Gartman (H.) tl. 17 xxm. Goudriaan. xxvii. 226 199 xlv. 369 Groen. xxxvi. 3°4 Gans (W. ie) xxv. 212 Gemmening. xli. 343 xxxiii. 275 Geèe/. xi. vin. 398 Jt/L' Gevers. xvu. 149 Haarsma. XII. 106 Goedkoop (W.) xxxv. 290 ffaax (a>) 1. 10.1 11 31 Goetze (N.H.j xix. 167 xxu. 192 Glasmaker. xlvi. 382 #aa,t ,'. n vm 78 xvni Girardyn. xxxv. 291, 292 xxï. 184 xxu. I9i> Gintó (v.) xxxi 1. 266 jg3 Gar/è (P.) 1. 7, 8 xxx 2^4 Hamelsveld (Y.) r. 11 Gosfeling. Xi.vii. 389 Hflr^er. xix. 163 Grosfan. xliv. 36» fjarpcr(A L. v) xxv 11. 231 Gouwelus. xxi. 177 /fwAe. xxvi. 224 xxvm. Glinfer. xliv. 368 337 xxix. 247, 248 Gudeken. xxxv. 293 tfarpefi *G. van") xxvi 1. 232 Graafland (J.) de Jonge Xi. (y. d.) xix. 163 xxxi. ' 103 2Ö6 xxxii. 268 Graafland?. (P.) xxxix. 324 (pfrji xx. 17,5 • Groen. xix. 168 Hartfink. 111. 3£ Groote (AW.) xxx 251 fjmemink. Xlvii. 39a Groot (de) xxxn. 266 Haverkamp. xiv. 126 Grootbotte. Xlix. 403 Heimeriks (J. Z.) xi. 104 Groothuis (J.) xxvii. 23; xlix. 405 Gruwelman. xxvi. *n Heide (v. d.) xiv. 136 Godefroy (P-A.) x. 91.'92 Hengst (P. den) xxn 106 Gr««v«n (7.) xxvi. aai in de noot. G«even (Jan) xxviii. 239 ijoenebteek. II. 23 240 f-Iolst. xlvii. 393 Ccc 3  N A A M R E G I S T E R. N°. pag. i N°. pag. Holtrop (IV.) i, 12 Ihiibert, (A.) xx x. 243 Zfopff. iv. 50 Flermilink. xlvii. 390 Hofman, xvil 1. 154 xxi. 184 Hofhout J.) xxxu. 266 xxxv. 293 xxxix. 322 Heusden (van) xxxu. 266 Hogendorp. n. 59 xxxix 327 Hespelink, xlxx. 403 Hogendorp. xxxu. 266 Hendrikfen. xxx 11. 266" Hoo-rftraiten. vin. 79 Honing. ' xlvii. 391 Iloop Cf C. v. o\) Xi, 104 xlix. 407. xii. in xix 168 Hoogh. xx .11. 266 Hiêt. x 92 Hof (J v. het) xxxu 369. Hoendervoogd, xxiu. 183 Hooft DhnielSz (H)xxxiii. xxx. 3jT4 ' j 2 5 xlii. ,-51 Hce:ift(MJ Z).)xil. i.ll'lfcfcq/Vr xxxiii. 278 JJjeven A v d) xxxi. 26611 'outkamp xx.xiu. 280 Hoeven(Mvan'dèr)xït. 112 Maïfweg (J. C) xxxv. 290 Hogerbeets. x-lll. 159 flaa-i C. de) xxxv. 290 xxv. 216 xxix. 246 Hazebroek. (A) xlviii. 398 Xlvi 378 tioman%H.) xxxv. 292 lbfftzde (P.) xiX 163 xi.ix. 407 xxi 181,184xxi 11 199 Helmers. xlviii,. 398 x xi. 267. 2(5S xlix. 408 Hu'fenbosch: xxiv. 207 Hulk (A) xxxv. 293 Jlelsdingen van Braam) HartzinklJ C; xxxix. 324 XXv'ii. 231 Hanfen. xlviii. 398 Ham. xxviu. 234 Hoeii (.'£) xxxix. 324 Wagg. xlviii. 397 xlvii. 3S9 Hasfelaar. xi.vn. 309 Hokshouzen. xlu. 352 Haverkorst (J.) xlvi. 379 . Bfaw. xxxu. 26Ö Hadding (E) xlvi. 380! ,,/ Iddekivsa(F A.v.) xir. 112 JladusCM) xlvi. 379./( W 4o5 Hanles (J ) *hW 3841 Jaart-  NAA M-R E G I S T E R. N°. pag, NP. pag. Jaarsveld. xxiii. 198 Keill. Xxiv. 202 xxx. 2.5$ ' Janfen. xlix. 404 3£6 Janfen. (J.) xxix. 242 Kraeft. xxxi. 26Ö Janfen(H.) xlvi. 38c Kalf (ff. L.) xlvii. 388 Jolink. xxviii. 234 Kaat Mosfel. xxxi. 266 Joosting. (D.) xxi. 184 Kor ff (F. S.) sl. 331 xxu. 192 xxxviii. 31$ Koglhaas (J.) xxxu. 270 Jong (_C.de) xliii. 357 Koene (S.) xxxiv. 282 Jay (le) xliv. 362 Keeren (J.) lui. 355 xlix. 402 Keiler, (zie Kellennom, Kellerman. xli. 34.2 IKnebber ( H.) xxxv. 293 , A,T x Koning iD.jenZionixïi. £95 Klinkenberg (Jxuysvan) 1. 10 jKmwe;. . xxxvi. 302 11. 31 xviii. 154 xxi. h „ Kodant. (J. v.)xxx a. 304 184 xxvm. 233, 234 J -V 0 * Keer (IV.) xlix. 406 xxxix: 3 27 , • • Kloppenburg(B.) xxxi. 269 ^ri7w/' XLI1 3*0' 351 fftó^#\ xxvi. 218 KaWL ™v' 368 Jf/«w«. 1. n Kempenaar (Pamaae) xliv. JÉtfkrfto (F.) xxxu. 325 368 X"X- 402 TT- T„ ,, tfraoy (C.) xlvi. 380 Kiemyzer. ii. 19* -3 ZuZw. xu. 333 Kingsbergen. iil. 36 xii. iii xiii. 117 Aj/ikr. xxv. 216 L'allemand xxxi. 26G ffw/p (F.) vin. 73, 74 Larie (Heintje) xxr. 179 xxxiii. 275 lastdrager. ». u ffra/f. xxiv. 208 Lelyveld. vi, 62 A'raay. xxiv, 202 Leeuwen (P. v.) r. 7 xxx. 2.54 Erauit (J. G.) xxvi. 217 xxxiv. 28a xxxviii. 314 Ccc 4  NAAM- REGISTER. N°. pag. N°. pag. Lind(J.van) xxv. 213 Mofsr (J. A.) xix. 168 xxxi. 266 Martyn(J.) Xlvi. 384 Lombatt xxv. 245 Muilman iv. 50 Luiken. xxvi. 221 Mulder (Ca.) JFed. v. Leevwen Lange(Dewed.de) xxxv. 296 xxiii. 195 Lejlevenon. xxxvi. 300 Mulltr. x. 93 Z.z'na'en (£. v.«Y) xxxvi. 304 MuWer (G.) xxxix. 325 Leeuwen (van) xlv. 369 mffijf0 (j-) xxiii. 195 xlix. 405 Mosfel (J.) xxv. 213 Loenen(van) xlv. 373 Moj/W (Cast) xxv. .213 Louwerens (P.) xlvi. 880 xxXi. 266 Lely(J.) xlvi. 381 Minninghen (van) xxxi. 257 Landzaat (W.) xlvi. 382 Marchand. xlviii. 395* xlviii. 399 Montè (de) XXX1. 2Ó6 Lauverliek. xlvii. 389 Mircfc (v. ox\Polet (F.) xlviii. 396 Os (van) xlix. 404|Paiafi£ï«\ xliv. 307 Ccc ^ Pa. 304jPoiet (F.) 404|Paiana'«\ Ccc s  NAA M-R E G I S T E R. N°. pag. N°. Pag_ Polander (L.) xliv. 367\Rendorp (J.) xxu. 190 Polder (G.) xlvii. 391!Rendorp (S.) 'xxix. 242 xlix. 408 Renfing. xlvii. 389 Poppenj xlviii. 398 icwfter (G. J. rfe) xxv. Ui xx. 17Ó (<*0 xxvii. 230 _ . Raaders xxiv. 202 J?ee/ê« xxxix. 324; , n*** (a) xxxix. 325^^. .- S** 203 Robenter xxxix. 325 , 275 Roterberg xxxix. 325 R{nksnberS XXIX' 344 Rov.thof (H.) xxxix. 32S to'W™™* XXIX- 244 xlii. 3S2^/^^.v.). x-xii. 266 A*»atfl- xliv. 367 W^CJ.v.rf.)xxx„i. 28o Ros XLiv. 368 *W XXXV' 291 iWCorporaaPjXLiv. 938 (j-> xxxv. «95 Rofe{P.) xlvi. 379 *aiaC* ^ *9S Rodmus{K.j xlvi. s8o %^^Wj.)xxx,x. 32, Rasle xlvii. 389^ ^ 3H Rodenbroek Xlvii. 389 Rekleeven. xlvii. 390 * Jiupper xlviii. 398 spaans (R,\\ xxxiii. 273 Roberfpierre 1. 7 xlvii. 393 Jiïvery l: 416 xlvii. 387 spiegel (v. rf.) xxxiii. 277 Jtow(J) xlvii. 389 XLvi. 377 Rammiseh ,xlvii. 390 Siebel xxxiv. 283 Rauger xxix. 244 Spoor (A.) xxxv. 290, 291 Reinhardt xu. 105 Suurbeek xxxv. 590 xxxv 292. xxxviii. 313 Straalen(y) xxxv. 292 Repelaar xu. 111 SuJter (rf;) xxxv. 296 Roo{N.de) xxxix. 321 ^ft xlviii. 396 Sti  NAA M-R E GISTER. N°. pag. Stipriaan (D.van) xxxv. 296 Saportas (D.) xxxvi. 302 Soli (j. van) xlvi. 381 Son(yan) xxxvi 303 Sibenlitz xlvii. 389 Sisken QD.) xxxix 3*3 Schefer xxxix. 32 j Schreuder (P) xxkix. 325 Schmöle xlviii. 398 5warï(J0 xxxix, 3?£ Swart :C.) xlix 404 Swander (F.) xl. 336 Scheus. vliv. 3Ó8 Stoate/z. xliv. 368 Soelen (A.) xlix. 40Ö Schreuder xliv. 368 Stmie (B.) xlvi. 381 Stryen xliv. 368 Schutterland xliv. 365 Smit(G) xlviii. 39B Sm/t (J.)xlv. 374 375 37ö Sigemeyer (bi.) xlvi. 378 Slebes (H.) l. 414 Sc/wzztezi xlviii. 39? Scheenen xxix, 244 Schotsman L- 411 Stom ! C) . xlvi. * 328 xxxiii. 273 Stitfr (K.) xlvi. 381 Smit*. 1. 11 Smit(D.W.) 11. 3i Smz'J (J.JT.)xii. iQÖin de noot N°. pag. Scharp 1. ix Schorer x. 93 Swieten (van) tiü 3 2 Schreuder xlviii. 398 Schuurman (V) ii» 22 Schuurman (D.) xxi 179 Steffens u. 3 2 Straalman (M) iv. 50 xxxix 324. Straaten (J, van) Xix. 167 Swinden (J. H v.) v. 56 Staphorst (AT. r.) v. 56 vi. 58 Stavêieu (ü. ran) xix. 163 xxxu. 265 Scheepens viïi, 78 xxvii. 281 xlix. 405 Schippers (F.) xlvii. 389 Schokeu (Mr. C.) xi. 104 xxxix. 334 Si/iAd xvi. 137 138 ' Spiers (C.) xxix. 243 Spoors x'-ai. 149 S:eeiimesjer (P.) xxv. 213 Sieburg (E.) • xxvi, 32d ShmV£ xxix. 248 Story (D, J.) xxxu. 265 269 xxxv. 29£ Suurmond xxxu. 266 Schuller xxxu. 266 Sen van Bazel xxxu. 266 Zez/-  ■ 1,1 NAA M-R E G I S T E R. tnra JU • N°- pag Nn. pag. Tellingen (v.) xxxu. 266 ri1rvarjtxx1.184.xxv1 11.: 34. Timmirs (A.) xix. 163 xxxiv. 288. xxxv. 295 xxxu. 268. xxxi 11. 275 Velfen (v.) 1. 11 Tö/. ju*. 356 frerlemr].-)i. 5 x. 94 xi i. iu XIX. 1(53 T,!p XXX' 25" Vis/er (C.) xxvi 11. 240 r""MP* xx> J76 ru/c&rCC.^) xiii. 114 Trap. 11. 32 j . t , :xvii. 14C, xlv. 373 Tongeren (van) xxxu. 268^' %Y1X M6 ■Tukken (H.) xxxvi. 303 Vos „" 32 ïhK,lW XXXvIiI- 313\Feen(L.vander) xxxv. 290 Temmtne xlvii. 389 „ , . .,„, J * réen(».)xXii.i0 2,xxviii.234 Temmink xxxix. 322 > _ J Fe«r (de) xxiv. 202 Thomas (C.) xxx,x. 322 „ ,, ,} ' Valkenburg xxiv. 202 Terk (G.) xxxix. 323 ö _ , • xxvii. 329 Tylaar Xli. 343 -r- ^ , Valkenburg xxvii. 229 iöre (vu;!) lxii. 352 ° , i ,r. , ' " Vajchuur . (D) xxiv. 206 Tiegelaar. xlit. 308 j j v ' Teifel(C.) xlvi.383, 384' XXX' 250 rr\ '„-J Vermeulen (IV.) xxv. 213 Joute xlix. 404 xxviii. 240. xxx. 249 xxxiii. 274 \Verfluis xxvm. 340 Varlek (H. van) xxix. 241 • , f' 92'Volmer(D) xxix. 243 Urihep (D.) xxv7. 217 „ , / K J Villattes xxix, 244 Vetryn (Klaafyn) xxxu. 269 Ven (van der) xxxu. 269 Vink - 1. 10 Vuurst (v. d) xxxui. 278 Vink(J.~) xx. 174, 17S; Vries (J. G. de) xxxv. 289 rjnfe xxxiv. 282, 283 I Vries (C. de) xxxv. 290  NAA M-R E GISTER. N°- pag. * • P3S Velveld. 'xxxvi. 304 müant ' xiv. 126 Velde (van de) xxxix, 324 mtfj.dt) xxxiii. 274 Velde (F J vander jxux. 403 Wynpers (v.de) xxiii. >99 Vernede xxxix. 324 ^Je). rte) xxv 161 roowoCvan) xxxix. 324 mtu (j G de) . XXIX. 242 Verbruggen(G) xxxix. 3=5 xli 11. 354 , 355 xlvii. 389 ^ XXXI aö5 Verbruggen (F.) xlvii. 399 ^ xxxi. 266 r/e/ieg xxxix. 325 ^„fimte xlii. 35* Valkenburg. xxxix. 325 mivenkamer xxxi. 269 Frneman (J.) xü.' 343 Woudenberg (y.) xxxu. 270 futeefc xlii. 352 meman(deWed.)xxmi. 275 Vaillant. xliv. mideboer (J.) xxxv. 290 Vorshuis (P:) xlvi- 378 (vaï2y xxxix. 395 Vries (J. de) xlvi. 3^ Wels (A.) xxxv. 295 Venendaal (Heyn) xlvi. 379 pyestinghuizen(C)xxx.v. 296 Voogd KC) xlvi. 379 werfryan der) xxxvi. 302 FWêf (de) xlvi. 383 ijryngaarden(van)xxxvi. 303 Viegbieg. XLvri, 390 Wys (de) xxxix. 324 Velthorst xlvii. 390 ^ter6e(,fe xxxix. 326 Vree(L) xlviii. 395 327. xlvii. 391 , Winkelman (J.) xliv. 366 xlvi. 381 JTi/e;mi(S.J.Z.)vi.c8 v.5ó XLIV' 3*8 ^i-ÜMfi Cf.) xxxix. 323 ^'"em/ê (^"«W XLV- 374 TO xxxvii. 309 Weeling(J.) XLV. 374 Wiesman Q.) vin. 79 3/*'37f ,8/ï ÏTtammd xlviii. 397 fVaarfen (tir0 xlvii. 386 »^n>«fj) x. si*?*?-»») xlvii. 387 Weils(L.v.d.) xxv. marveld xlvii. 389 xxxi. 266. 2Ó9 megmink(H.) xlviii. 394 7Fa-  NAAMREGISTER. N°. pagi mterfof XLvïa. 398 N9> Wannenburg xlviii. 398 Zdhn (J G.) xu. 11 x ^T*. Zeep (G.) vi 11. 79 Ziigfried xxxix. 325 Tmerding xxxix. 322 Ziéuring xxxix 325 TsferenCj.van) xxxix. 325 Zuim'«£ xlii. 352 xlvii. 390 Zonnenfchyn xlvii. 390 %/er xlviii. 398 ZiKew (P.) xlix. 407