BRIEVEN VAN C A N D I D U Si Betreffende den Scbryver en inhoud van zeker gefchrift, getiteld: POLITIEK VERTOOG Over het waar Systbema van de ftad van amstekdaii, met relatie tot de algemeene belangen der Republiek, zo als hetzelve uit 's Lands Historiën kan worden opgemaakt: benevens Confideratien over den tegenwoordigen Oorlog en het voorgevallene in de jaaren 1777-1780. &e. &c. &c. DIENENDE TOT WEDERLEGGING VAN HETZELVE. DERDE DEEL. Behelzende de zesde en zevende misfive Je ne depends que de la nature et de mon bonneur. te AMTERDAM, bï ALLART en HOLTROP. MDCCLXXXIII.  Rapt at the found, my foul new ardour lires; Each thought impasfions, and each ftrain infpires Pity to injur'd honour, that is due, Pleads in my heart, ■ ■ B o s w e u l.  ZESDE MISSIVE AAN DEN SCHRYVER. VAN HET POLITIEK VERTOOG. Dienende ter wederlegging van hetzelve m y n heer! ü:z wordt tyd dat ik wederom de pen opvatte, om uw lasterlyk gefchrifc verder te wéêrleggen. Na in mynen voorigen eenen ruimen uitflap gedaan te hebben, ter ontdekking van den wezenlyken aart onzer Regeeringsvorm, dien gy door een tot hier toe nog onbekend Macbiavelismus zo zeer had poogcn te verdonkeren, dat wygeenen enkelen ftraal der aloude vryheidmeer in denzei ven ontdekken konden, ga ik thans over tot het onderzoek van alles, wat gy hebt konnen goedvinden op het papier te zetten, om de brave fiad van Amsterdam in het haatlyksc en fchuldigst daglicht te ftellen, met betrekking tot haar gedrag in dezen laatden oorlog. Vooraf doe ik u de eer aan van te erkennen, dat gy in het zaatnenftellen van alles wat in dit A 2 pp-  4 zesde missive tegen cpzigt tor uw oogmerk dienen kon, u zeiven getoond hebt een meester te zyn in de konst, om reeds van verre uwen aanleg op uwen gehaatten vyand zo voordeelig als onbemerkbaar in te rigten, ten einde hem naderhand met zo veel gunftiger gevolg te konnen aantasten en verdaan Dan, ik zal voortgaan u van bladzyde tot bladzyde te volgen, om alle de grondflagen , die gy gelegd hebt ter befchuldiging van deze ttad en rer aantooning van het onvoorzigtige en ftraf baare van haar gedrag, te ontblooten en te doen vervallen; —— ik zal voortgaan u in alle uwe bedriegeryen duidelyk ten toon te Hellen, en uwe nagedagtenis als die van iemand, die eer en deugd, vaartwel gezegd heeft, aan de nakoomlingfchap over- tegeven; ik zal voortgaan eindeiyk, met u te doen ondervinden dat gladde flingerfteenen uit een Ncêrlands beekje genoegzaam zyn voor eenen Jongen, om den Reuzen kop te gruizen van dien vermeetkn Goliath , die zig niet ontziet, de banier dier vrybeid trots te hoonen, die Davids God in dit gemeenebcst beeft neer geplant l Om dan het gedrag van Amste rdam in dezen tegenvvoordigen oorlog, in allen deele onverfchooniyk te maaken, en de Brkfche Kroon volmaakt te rechtvaardigen wegens den onbiüyken. oor-  het politiek vertoog. 5 oorlog, ons aangedaan; of laat ik uwe eigene woorden gebruiken, om aan te toonen „ dat het „ wezenlyk de stad van Amsterdam en „ deszelfs Politiek Siflema is, waar aan wy onze „ tegenwoordige rupture met Engeland te wyten „ hebben, (*)" begint gy, I. Met ons cle Americaanen als tenhoogflen flrafbaare rebellen voor te draagen (f). Dan doet gy uw best II. Om de onzeker beid van den uitjlag des oor logs tusfchen Groot-Brittannien en deze Rebellen aan te toonen , en dus het gevaar ten breedften uit te meeten van zig vroegtydig met dezelve in te laaten (§). Vervolgens befteedt gy eenige bladzyden III. Om eene meenigte zaaken zaam te raapen, die in het vervolg zullen moeten dienen, om den onrechtvaardigen oorlog , dien Engeland ons flond aan te doen, te billyken, en de fchuld van denzelven te werpen , gedeeltelyk op de kooplieden in het ge- (*) Politiek Vertoog , p. 63. (143 in 8vo.) (j Ibidem p. 29. (6 in 8vo.) ($) Ibidem p. 30-32. (66-74 in 8vo.) A 3  6 zesde missive tegen gemeen, dog vooral op de ft ad van Amsterdam, in het byzonder (*). Verder gaat gy over IV. Om te verhandelen wat eigenlyk Contra¬ bande zyn, en in hoe verre onze kooplieden , door hunnen vaart op de WestIndien , zig aan het dryven van ongeoorloofden handel hebben fcbuldig gemaakt, met verachting der Placaaten en Refolut'ien door HH, HH. MM. deswegens genoomen (f). Dan beklad gy vervolgens een meenigte van papier V. Om het godloos gedrag der Franfcbe Kroon, en van deszelfs Minister den Heer Hertog de la Vauguion duidelyk aan te toonen, zo door ons voor te houden hoe deze fïaatsdienaar eerst cene fcheuring onder de Natie heeft aangekweekt, als hoe naderhand de Franfcbe Kroon zig allervyandlyksi en onbeftaanbaar jegens ons gcdraagen heeft door het in de waereld brengen van haar Reglement raakende den fcbeepvaart der Neutraale Mo- CO Politiek Vertoog, p. 32-35. C?i-77 in 8vo.) . Ct) Ibidem?, 35.38. (77-83 in 8vo.)  het politiek vertoog. 7 Mogenbeden, en bei vast/lellen van 'een nader Arrest van's Konings ftaatsraad; welk een en ander most dienen s om ons ten duidlykfïen te dien gevoelen-boe liraffchuldig de aanbangelingen dhr K^oon bier te lande, dat is, die Franscbgezinde Cabaale, die leerlingen van d'Avaüx, ineen woord de stad van Amsterv a m-, zig gedraagen hebben (*). Al verder vinden wy ons gediend VI. Van het verbaal van den inwendigentoeftand mn dit land, in den afloop van het jaar 1779, waar in ons aan den eenen kant wordt voorgehouden, de iever, trouw,en rondborftigheid inde handelingen vanzy ne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erffladbouder , en aan den anderen kant een breedvoerig ver/lag van het flegt gegedrag van eenige bollandfche fleeden, als mede van zommige quartieren in VHesland, met betrekking tot het eisfchen van onbepaalde convoyen; en dan ten derden eene ruime opgave van het gebeurde met den Commandant Paul Jones , het welk gy in dat licht hebt voorgedraagen, dat (*) Politiek Vertoog, 38-48. (84-109 in 8vo.) A 4  8 ZESDE MISSIVE TEGEN dat een eenvouwig lezer 'er by zig zeiven uit befluiten moet , dat Amjlerdam van dien tyd af reeds iets zeer myfterieus in haar gedrag deed blyken (*), hetwelk zig naderhand volkoomen ontdekken zal, wanneer gy die flad zult overtuigen van Landverraad, fchending der Unie &c. &c.&c. door haar en bedekten handel met America, die, volgens u, alleen de reden ivas, en de dryfveer van haar gehouden gedrag omtrend Paul Jones (f). Vervolgens gaar gy in de VIL plaats over, om (alvoorens rondement het gepleegd verraad van Amjlerdam teopenbaaren') ons de denkwyze van Engeland omtrend onze Republiek in den beginne van het jaar 1780 te leer en kennen uit de Memorie door den Ridder Torcke den 21 Maart desfelven jaars aan HH. HH. MM. overgeleverd;omtrend welke gy vyf aanmerkingen opgeeft, die de handelwyZe van Engeland ten onzen opzigte eenigzins afkeuren; dog op welke gy 'er niet meer dan drie en twintig laat volgen, die O Politiek Fertoog, p. 65, 66. (147.150 m 8vo.) (f) Ibidem, p. 4S-56. (109.128 in 8vo.)  het politiek vertoog. 9 die alle dienen moeten om dezelve te regtvaardigen, en onze Republiek in het on~ gelyk [lellen ; en daar het beleid der fiad van Amjlerdam alleen de /pil is geweest, waarop het ganfche rad van het flaatkundig gedrag der Republiek te dier tyd heeft gedraaid, zo volgt dan ook op dit een en ander het gewigtig befluit, het ■welk gy zegt Jat wy uit dat alles moeten trekken, „ dat het naamlyk wezenlyk d e „ stad van Amsterdam endeszeifs „ Politiek fiftema is, waar aan wy onze „ tegenwoordige rupture met Engeland „ te wyten hebben (*_}." Dan eindelyk ten VIII. Maakt gy eenige voorafgaande aanmerkingen, ten einde het gemoed van uwen Lezer voor te bereiden tegen de ontdekking der ganfche dryfveer, van het myJierieus, heerschzugtig en trouwloos gedragvan Amjlerdam; haare heimlyke verstandhouding»^;??/^ met de Americaansche Rebellen; welke verf andhouding de goede voorzienigheid (gelyk gy u vol- (*) Politiek Fertoog, p. 56-63. (127-143 in Svo.) A 5  io zesde missive tegen volgens uwe alom bekende godvrugt gelieft uit te drukken) na dat dezelve meer dan twee jaaren geduurd had, op de onverwagtfle wyze omtrend zo als in het jaar 16 8 -j, aan den dag gebragt beeft, door in 's Princen handen te doen vallen een PRÉPARATOIR VL.\ÏSvanCommercie, te Aken door den Heer Adams en fan deNeufville ontworpen, of liever gecopieerd naar het reeds fubfifteerende tusfchen de Kroon van Vrankryk en de 13 Staaten van Noord-America (*). Zie daar den voornaamen inhoud van uw gefchrift van bl. 29-66 (f). Ik zal 'er my toe zetten om de agt opgegevene hoofdzaaken, naar gelang van derzelver meerdere of mindere aangelegenheid , alle te onderzoeken, en met den vinger de waarheid der zaak, omtrend alles wat zy bevatten , aan te toonen; als mede om duidelyk te doen zien, dat niets van al het door u aangevoerde tegen de Regeering der Stad van Amsterdam, van eenige klem is, om aan deze ftad het geringde wangedrag te last te konnen leggen; maar dat alles (*) Politiek Vertoog, p. 63-65. (143-150 in 8vo.) (f) p. 64-150 in 8vo.  HET POLITIEK VERTOOG. II alles wat zy gedaan heeft, haar veel eer het recht geeft, om den billykften eisch te doen, op de hulde, liefde cn hoogachting van het vereenigde gemeenebest, immers van desfelfs braaffte gedeelte , dat wezenlyk het heil bedoelt, en den bloei, der Zeven Vrye Landen. Op den drempel dezer onderneeming, heb ik nog kortlyk noodig het volgende aan te merken. Dat ik, wel is waar, zeer veele der opgegeevene byzonderheden onaangeroerd zou konnen voorby gaan, zo als by voorbeeld, den aarc en natuur van den ooilog tusfchen het britfche moederryk en deszelfs Colonien dewyl de wettigheid of onwettigheid van denzelven, gelyk die van alle andere dergelyke gefchillen , flond beflischc en beoordeeld te worden, door de wapenen; —vervolgens, de onzekerheid van dezen uitflag; en meer andere dingen, omtrend welke thands geene gisfingen nog hoogstwaarfchynlykheden meer in aanmerking koomen, daar dezelve hunne zekerheid reeds uit het daadlyk beftaan der dingen ontvangen hebben. Dan dewyl ik met u de woorden van den Dichter overneeme — Careat fuccesfibus opto Quisquis ab eventu facta notanda putet, en het 'er op aankoomt om u a priori, en geenzins  12 ZESDE MISSIVE TEGEN zins apofleriori te wederleggen, zo zal ik alle zaaken door u te berde gebragt , in derzelver geheel verhandelen en befchouwen, zo als zy zig voordeeden in den tyd, waar in gy zekerlyk dagt dat zy eenen anderen keer zouden neemen, dan diepdenkender ftaatkundigen toen reeds voorzien hebben, dat zy noodzaaklyk neemen moesten,en die ook door den uitkoomst meerendeels is bevestigd geworden. Thands ga ik ter zaak zelve over. I. Wat dan het eerst opgegeeven poinél betreft ; de wettigheid of onwettigheid naamlyk van den opftand der Americaanfche Colomen, tegen het Moederland, dien gy, zonder u hieromtrend eenig billyk en onzydig onderzoek te vergunnen , terllond maar met den naam van Rebellie gelieft te beftempelen (*). . Ik merk omtrend denzelven het volgende aan; Dac (*_) Politiek Vertoog, p. 30. (f>7 in 8vo.) _ p. 35. (78 in 8vo.) zyn het gerebelleerde Collonien. _ p. 53. (121 in £vo.) worden alle de onderdaanen van het Con. gres voor Rebellen verklaard , en ons onder het oog gebragt, dat wy zulks ook hadden behooren te doen; en dat wel uit hoofde van het XVI en XVII Art. van het Traftaat met Engeland in 1667 geflooten. Ik kan niet voorby hier wederom aan te toonen, aan welk eene verdraaijing de letter der Traftaaten , by den  HET POLITIEK VERTOOG. 13 Dat wat voor eerst den oorlog tusfchen GrootBrittannien en desfelfs Colonien in America, op zig zel- den afloop der tyden onderheevig is, en welk een misbruik door eerloozen geduurig van denzelven gemakt wordt, door de Traftaaten, wanneer hen zulks te ftaade koomt, altoos naar den ftipften zin der ietter, en nimmer naar uitwyzing der tydsomftandighedeu in welke zy gemaakt zyn, te verklaaren. HetTraéhat van vreedein het jaar 1667 te Breda met Karei II. geflooten, draagt alle kentekenen, dat deze Vorst bedugt was, hoe de Staaten uit weerwraak van zyne ondankbaare behandelingen 'er rsooglyk toe koomen mogten, wanneer delFhigs in Engeland het hoofd eens wederom begonden op te fteeken, en zynen throon gelyk weleer dien van zyneu ongelukkigen Vader, onder hem deeden daveren , om als dan die misnoegden tegen hem te onderfteunen, 't zy \r> Schotland, 't zy in Ierland, alwaar de zaaken te dier tyd nog ver van eene algemeene bevreediging en rust afwaaren (*)» langs welken weg de Staaten zig zo gemaklyk als regtvaardig aan hem wegens zyne ondankbaarheid zouden konnen wreeken. Deze vrees was nog des te meer gegrond, dewyl hy even voor het uitbarften van den oorlog, zig op eene tergende wyze aan de Staaten, die hem geduutende zyne vlugt tot zulke trouwe fchutsheeren hadden verftrekt, had zoeken te vergrypen, door in het jaar 1664 volgens het uitdruklyk getuigenis van den gefchiedlchryver //«/»« (t). h« Plan te vormen, om de vrye (*) Zie HuME, Hi% ». Gr. Brilt. D. VII, p. S83-6oa. CjO IbUem, p, 5ïö, 537.  J4 ZESDE MISSIVE TEGEN zeiven aangemerkt aangaat, zonder eenige betrekking tot andere Moogenheden, de zaak zeer rasch be- vrye ftaatsregcering, die te dier tyd in deze Republiek zo gelukkig had fland gegreepen , te vernietigen, en de Staaten eerst onder het juk van zynen Keef den Jongen Prioj van Oranje , en vervolgens ondor de beheerfching van Engeland te doen bukken. Dit alles zette hem derhalven aan, om by den thands te maakenen vrede zulke ^voorwaarden te bedingen , die hem omtrend zulk een zwart en akelig vooruitgezigt, eenigzins gerust konden konden fielten. Hy deed de Staaten derhalveu in het Trafhat van Breda beiooven, dat zy nimmer zyne Rebellen, hoe, wie, of waar ook, eenigzins onderfteuuen zouden; ja, bedugt daar en boven, dat eenige Grooten, al genooten zy gecnen onderftand van Nederland, zig egter eene veilige fchuilplaats aldaar, na eenen opfland tegen hem verwekt te hebben , mogten beiooven,. bedong hy wel uitdruklyk by het XVII. Art, dat zodaanige petfoonen, van wat ftaat m digniteit zy ook zouden moogen zyn, gecne befcherming, verblyf, of gunst van de Staaten zouden moogen ontvangen (*}, ten dui-Jiykften bewyze dat Karei als met den vinger wees op de VVkigs en hun. ne Hoofden. Zie daar het regie , vvaare , en zuivere ocspn-t, wair uit wy, het geen aangaande Rebellie in het Traóhat van Breda gezegd en beloofd wordt, te befchouvven hebben. — Hoe kan men derhalven van ons thands eisfehen, dat wy eene belofte, die onze voorouderen gedaan hebben, omtrend eene Factie, die van eene be- (*) Groot Heil. Placaatb. D. JU. p. 329,  HET POLITIEK VERTOOG. 15 beflischc is. De Colonien hadden in deeerfte plaats hunne wettige handvesten en vergunnin-' gen, hemelsbreed verfchillende natuur was, van die oneenigheid welke plaats heeft tusfchen het Ryk van Groot-Brittannien en desfelfs onderdrukte Colonien , naar den letter zullen geftand doen, door die ongelukkige Colonisten ook voor Rebellen te verklaaren , dewyl het Parlement of liever hunne onderdrukkers zulks gedaan hebben? Zyn het Whigs, Myn Heer de Regent ? Zyn het aangehitfte d weepers? Zyn het lieden die de Kroon van George UI. zoeken te vernietigen? Zyn het Republicainen, die in Engeland een vry Parlement zoeken zaam te roepend Zyn het Crom* wellisten, die gansch Brittannien voor hunne heerschzugc onder den fchyn van Godsdienst, willen doen bukken? Of zyn het verftotene kinrfers, die van onder het juk, niet eener ouderlyke , maar eener flanffche , eener gewelddryvende beheetfching, worftelen om zig der ketens te ontwringen , die onmededoogsude natuurgenooteu, om hunnen onnoozelen hals en te buigzaame lendenen geklonken hadden? Ik fchaam my niet, rondbor- itigvoor eene ganfche waereld te zeggen, dat, indien onze voorouders in het Traftaat van Breda, met de heiligde eeden beloofd hadden, wanneer de britfche heerlchappy eens goed mogt vinden, om haare Volkplantelingen te behandelen gelyk zy dezelve van het jaar 1755^7^3 be' handeld heeft , dezelve dan ook als Rebellen te zullen aanmerken en behandelen, — ik alle myne landgenooten zou aanzetten, om op de plegtigfte en openlykfte wyze die eeden onzer voorouderen te fchenden en te verbreeken, en den arm der bataaffche dapperheid aan die onderdrukten toe  l6 ZESDE MISSIVE TEGEN gen, by welke hen, zonder bepaaling van tyd, die vryheden wierden toegeftaan, die men aan de toe te reiken.. Maar hoe veel min behoef ilt my te fchaamen , wanneer ik zeg, dat een Traelaat, geraamd tegen de aanhangelingen van eenen OlMer Cromwell, niet kan worden toegepast op den verdrukten Americaan, den Zoon , het afzetzel zelve der bogunftigers van den vermoorden Karei den eerften? Gy, Myn Heer Begunftiger van het Doorluchtig huis van Oranje! die ons' thans dit vreede trafhat voor de fcheenen werpt, om ons van gebrek aan goede trouw in het naarkoomen onzer verbintenisfen te befchuldigen! waarom vergeet gy ons de gefchiedenisfen te herinneren van het jaar 1688? Waarom fpreekt gy niet van het bloed van Monmouth, van het fchavot van 'Argjh ? — Waarom verwyt ge aan onze voorvaders niet , dat zy Willem den derden nimmer voor eenen Rebel, voor eenen oproerigen weerfpanneling tegen Kareis troonsopvolger, gehouden en verklaard hebben ? Waarom moest J o n a s W it s e n (*) fcbuldig zyn, toen hy weigerde te drinken op het geluk van eene onderneeming-vierkant ingerigt tegen het Bre. daasch Traftaat, cn de Kroon geplaatst op Jacobs hoofd? — Waarom befchuldigt gyden Graaf van Portland niet van kwaade trouw en fchending der Tractaaten toen hy den ouden Jonas eenen teugdrank vergde tegen het verbond van 1667, eer men Artikel XII-XVII had af- C*) Vergelyk myne vi'srde Misf.ve p, 043 -145 Tweede druk D. L p. 355 .357.  HET POLITIEK VERTOOG.' IJ de moedige onderneemers" der bevolking van eene niétuve waereld noodzaaklyk moest vergunnen; . .Naar deze, handelden zy; fielden zy hunne onderneemingen in 't werk; waagden zy hunne fchatten en hun leven; zogten zy eene eerlyke bezitting aan hunne kinderen na te laaten. — Dit alles gelukte hen. Terwyl het Moederland zig hoe langs hoe meer uitputtede door weelde, en onbezonnene oorlogen, leefden zy in maatigheid, in vreede. Zy verdroegen de felfie geesfelingen van gebrek en armoede. Zy getroostten zig de ondankbaarheid van den onvrugtbaaren grond, die hunne fpade voor den eerlten keer omme delfde. Zy gaven zig moeite om den wilden Amerikaan door banden van vriendfchap vast te hegten aan de befchaafdere maatfchappyen van Europa. Het Moederryk zag met blyde oogen den voorfpoed aan , van die ieverige en noes* gefpoeld in eénen vollen beker ? ——• Maar al genoeg om u uwe inconfequentie onder het oog te brengen, e& aan te toonen , of ten minden te doen gevoelen, dat indien men Willem den derden, Prins van Oranje, Stadhoude» vAtr Neoerlam) , dit traétaat , dat gy nn ten voordeele van deszeifs nazaat hebt by gebragt, voer de voeten had geworpen; wy thands niet zouden ztigten orider de Millioenen, die wy voor zo veel zaaden van bs. rouw, te dier tyd hebben uitgefchooten. B  ig ZESDE MISSIVE TEGEN noeste kinderen ; zonder dat het zelve immer deelde in hunnen arbeid, moeite, en het verdriet dat alle hunne onderneemingen vergezelde. Deed hetzelve iets tot hunne befcherming, 't was alleen om dat het zelfbelang zulks van hen eischte. De afloop van jaaren, ja ik mag zeggen van eeuwen, kroonde de deugden dier fobere waereldbouwers met den gezegendften ukflag. Quantae cujusquc molisfueraty banc condere gentem , zy vestigden een gemeenebest, dat alle de bezitters der nieuwe waereld deed verbaazen ; dat het oog der wys« geerigfte ftaatkundigen tot zig trok; en dat de algemeene bewondering der ganfche Menschheid voorfchikte , om eenmaal de tcevlugt te zyn , van alle de bloedgetuigen der vryheid. Dan naaulyks genooten de naneeven dier deugdzaame voorouders , dg vrugten van het zweet en bloed hunner vaderen, of de aframmelingen van hen , die deze helden hadden aangemoedigd in hunne grootfche onderneemingen, koomen op, om dat voorvaderlyk erfdeel voor zig op te eisfchen 1 .— Groot Brittannien uitgeput door fchulden die roekelooze oorlogen hetzelve veroorzaakt hadden, en verzwakt door eene boveamaate toeneemende weelde, eischt, dat de nieuwe waereldlingen den maatigen rykdom , die hunne vaders ten koste van het vermaak en ge- noe-  HET POLITIEK VERTOOG. I£ > noegen huns levens, aan hen verzegeld hadden, zullen aanbrengen en overgeeven in de uitgeputte fchatkist van Engeland. De waardige Zoonen der aloude braave Britten antwoordden, dat die eisch alkronredelykst was; zy vergeleeken denzelven te recht by eene vorderingdie het Parlement zou konnen maaken op-de bezittingen van alle die geflagren, die op de eilanden van het Brit- tanniesch Ryk in eenen laagen Itand geboren thands tot de eerfte bedieningen bevorderd wareni Dit mogt niet helpen. -— De Charters aan volkplantelingen voor eeuwen toegedaan, waren thands niet meer van kragt j het zweet der voorouders was afgedroopen , niet om óp' den dankbaaren tafel hunner Zoenen, maar in Eng* lands fchatkist af te daalen. s VVac? de Americaanen zyn onze onderdaanen; onze flaaven; zy moeten niets meer hebben, dan flegts noodig is om te leven; wy moeten, dewyl hunne omftandigheden veranderd zyn , ook hunne Charters veranderen(*). Dit was de mensch- lie- (*) Ik ban ondertusfehen niet voorby, hier ter plaats eene aanhaaling te doen, uit de aanbraak van. eenen der reden van het Parlement, by gele;:etih.fid van dit dhpoticq voordel. Zy is my ter hand gefteld door eenen waardigen vriend, en het flot is van dezen inhoud, (ik ivvyfrel uiet B 2 of  20 ZESDE MISSIVE TEGEN lievende taal van het Britsch Minifterie. —- Men ging naar die maatregelen te werk, zo ras het ein- of het zal met toejuiching van elk edel gemoed gelezen worden.) „ My Lords, I have ventured to lay my thoughts be~„ fore you, on the greatefl nati$nal concern that ever „ came under your deliberation, witb as much honefty „ ai you will meet witb from abler men , and witb a „ melancboly affurance, that not a word of tt will be „ regarded. And yet, my Lords, witb your permifjion, „ / will wafle one /hort argument more on tbe fame eau. „ fe, on» that I own I am fond of, and wbich contaim „ in it, wbat, / tbink, muft affeü every generous mind. „ My Lords, I look upon North America as the only „ great nurfery of freemen now left upon the face of tbe „ eartb. We have feen the liberties of Poland andSwee* „ den fwept away, in tbe courfe of one year, by treactö„ ery and ufurpation. Tbe free towns in Germany are „ liit fo many dying fparks , that "go out one after ano. „ tber; and wbicb muft all be foon extinguif bed under „ the deftruótive greatnefs of their neigbbours. Holland „ is little more tban a great trading company , witb luxurious manneri', and af. exbaufted revenue; witb „ little fïrength, and witb lefs fpirit. Switzcrland aio» ne is free and bafpy wit tin the narrow inclofure of its „ reeks and vallies. As for tbe ftate of this country, my „ Lords , I can only refir myfelf to your own fecret ,, thoughts. I am difpofed to tbink and hope the beft of „ Public Liberty. Were I to defcribe her according to ,, my own ideas at prefent, l fhould fay that fhe bss n fick,  MET POLITIEK VERTOOG. 21 einde eener zegevierende Oorlog den trots der Britfche Staatsdienaars nog onderneeraender gemaakt „ fickly countenance, but I truft fbe bas a ftrong confti„ tution. „ But wbatever may be our future fate , the greateft „ glory tbat attends tbis country, a greater tban any „ ether nation ever acquired, is to have formed and „ nurfed up to fucb a ftate of bappinefs, tbofe colonies „ wbom we are now fo eager to butcber. We ougbt to „ cherifb tbem as tbe immorlal monuments of our public „ juftice and wifdom; as tbe beirs of our betier days, of ■ „ our old arts and mannen , and of our expiring natio„ nal virtues. Wbat work of art, or power, or public „ utility, bas ever equalled tbe glory of having peopled „ a continent without guilt or bloodfhei, witb a multi„ tude of free and happy common-wealtbs; to have given „ tbem tbe beft arts of life and government; and to h.ave „ fufered tbem, under the fbelter of our autboriiy, to „ acquire in peace tbe fkill to ufe tbem. In comparifonof „ tbis, tbe policy of governing tbem by infiuence ,and even „ tbe pride of war and vicïory , are difboneft tricks and „ poor contemptibk pageantry. , We feem not to be fenfible ofthe high and important truft wbich Providence bas committed to our charge. „ Tbe mofl precieus remains of civil liberty , tbat the „ world can now boaft o/, are lodged in our hands; and „ God forbid tbat we fhould violate fo facred a depoftt. „ By en/laving your colonies, you not only ruin the pea~ „ ce, tbe commerce, and fortunes of botb countries; but „ you extinguifh the faire ft bopes, fbut up tbe la ft afyV> 3 » lum  ZESDE -MISSIVE TEGEN maakt had , en men dagt dat de onderwerping der aanzienlyke volkplantingen .van Noord Ame- ri- lam of mankind, I tbink, my Lords, without being „ weakly fupcrftitious, tbat a good man may hope that Heaven will take part agninft tbe execution of a „ plan , which feews big, not only witb mifcbief, but „ impiety, „ Let us be content witb tbe fpoils and the deftruSion „ of tbe etift. If your Lord/bips can fee no imp'-opriety „ in it, l-t tbe plunderer and tbe oppreffor ftill go free. „ But let not tbe love of liberty be tbe only crime you „ think wotsby cf punijbm nt. I tear we fhall foon ma„ ie it a part of'our national cbaracler, to ruin every „ thitij tbat bas tbe misforture to depetid w>on us. „ No nu'ion bas ever before contrived, in fo fbort a „ Jpace of time, without any war or public calamity „ Qutiiefs nnwife meafures may be fo calledy to deftroy „ fucb ample refources of commerce, wealth andpower , as of late wcre 'ours, and whicb , if they had been „ rightly improved, migbt have raijed us to * ftate Of more honourable and more permanent greatnefs thati „ tbe world has yet feen. „ Let me remind the noble Lords in adminiftration, ,, that before tbe ftamp aft, they had power fufficient to „ anfwer alt the j'uft ends of government, and they were „ all compleatly anfwer cd. If that is the power they want, tbough we have lofl much of it at prefent, a few kind words would recover it all. „ But if tbe iendency ot tbis bi 11 is, as Iown it ap„ peurs to me, to acquire a power ofgoverning tbem by  het politiek vertoog» S3 , rica, het onfeilbaare middel zyn zou zo wel onj aan George eene willekeurige magt in handen te Hellen, als om de fchade te herftellen, die zyne getelde penningen in den jongden volkstwist niet Vrankryk hadden moeten ondergaan (*). — America dan moest gefchat worden. America, hoe zeer ook een deel der maatfchappy van Enge2 land, moest verftooken worden van alle desfelfs voorrechten, America moest worden uitgeflooten van de algemeene rechten des Menschdoms (t)! - Te „ influence andcorruptioh; in tbe firft place, my Lords> „ tbis is not true government, but a fopbiflicated kind, „ wbicb counterfeits tbe appearance , but without tbe „fpirit or virtue of tbe true: and then, as it tends to debafe tbeir fpirits and corrupt tbeir mannen, to de* " ftroy all that is 'great and refpeclable in fo conftdera. „ ble a part of tbe buman fpecies, *nd by degrees jo „ gather tbem togetber witb the rejl of tbe world, uv „ der the yoke of univerfal flavery; I think , for tbefe reafons, it is the duty of every wife man , of even „ homfl man, and of every Englifbman, by all lawful „ means, to oppofe it. (*) Men vergelyke hier de treflyke voorreden van Ju- nius Brütus voor de verzameling van ftukken tot de Xlll Vereenigde Staaten van N. America betreklyk, f. vm. fqq- mede R»YNAL > Révoluiion de VAmerique. P- I- /? Moest zy eindelyk, zig gedragen als eene Moogenheid , die nooit eenig voordeel zou konnen hebben by den vryen han-> del, op een zo wyd uitgeilrekt Waerelddeel? —• Ge- (*) Men leze hier vooral de Confiderations Tmpartialet fur la guerre entre la Grande Bretagne et les Provincei Unies des Pats-Bas, gevoegd agter een uitmuntend Ejfai fur un code maritime gentral Eur opéén &c. Leipzich 1732. i2vo. De Heer Tozen Schryver der Staatkunde van Europa, zond op verzoek van den Schryver de tEjfai, dit gefchrift aan eenen onzer Boekhandelaafen; dog hetzelve heeft naderhand te Leipzich het licht gezien. Thands ziet men 'er eene Nederduitfche vertaaling van, te Utrecht hy B. H'ild uitgegeeven. Men leze 'er by de Beknopte Hifiorie der Nederlanden met betrekking tot bet nabuurig Engeland, bevattende het gedrag der Britten ten opzichte der Republiek van de vroegjle ty. den af', tot op heden toe; hsfli. 1782. 8vo.; als mede, de Engelfcbe Tjrannj, Amit. 1731. iavo. C a  36 ZESDE MISSIVE TEGEN Gelukkig dat 's Lands Vaderen, w^zer maat» regelen gevolgd hebben, dan uwe verhevene en door fchrandere flaatkunde aan hen zou hebben voorgefchreeven! Hunne zaak was, zo lang de Oorlogskans in America, geheel onzeker bleef, en geene Moogenheid aan eenè van beide de partyè'n den behulpzaamen arm toereikte, zig volftrekt onzydig te houden. Dk hebben zy ook op de volmaakfte wyze gedaan, door nog aan Groot Brittanniën, nog aan America eenige redenen van ongenoegen te geven. Het verbod van uitvoer van Ammunitien, hoe dikwerf ook herhaald (*), was niet aanflootlyk voor de Colonisten, dewyl de Republiek van Nederland als eene Neutraale Moogenheid geene Contrabande aan de vyanden van eene met haar niet in Oorlog zynde Moogenheid mogt toezenden; en het was te gelyk voor Groot Brittannien een blyk, dat men haare volkplantelingen geenzins tegen haar wilde onderfteunen. Dan gelyk het onze zaak was, om zo lang deze twist alken tusfehen bet ■ Moe. (*) Refolutien van HH. HH. MM. den 20 Maart en 18 Aug. 1775; 8 Septemb. en 10 Oaob. 1776. Novemb. 1777. te vinden In de N. Nederl. Jaarboeken 1775' P- '98, 826; — 1776 p. 363, 1133, en 124P} —- i?7?> P« 130°.' ■  / HET POLITIEK VERTOOG. 37 Moederland en deszelfs Colonien beftond, en de uit/lag van denzelven nog onzeker ) 't Geen woordelyk gefchiedt in 't Politiek Vert,, p. 32, onder aan, (of p. 73, in 8vo. boven aan.)  44 ZESDE MISSIVE TEGEN üek Vertoogfchryver te zyn, om dergeJyke blyken van onkunde of laster met zo veel onbefcbaamdheid voor te draagen, en zo vertrouweJyk ftaande te houden. Wat zyn nu uwe overige bewyzen, die ons moeten leeren dat Amfterdam zig voor den 4 Febr. 1778 eenigzins gunftig omtrent de Americaanen, en by gevolg vyandig omtrend Groot Brittannien gedraagen heeft? Waarlyk gy hebt in den afloop van dien ganfchen tyd 'er geen één konnen opfpooren, dat van eenigen meerderen klem was; weshalven gy eenige bladzyden verder al weder uwen toevlugt neemt, tot die ellendige befchuldiging, dat 'er Kooplkdm te Amfterdam zyn geweest , die door den uitvoer van Ammunitie de Engelfche Colonien onderfteund hebben. —- Hier ter plaatze (*) zegt gy wel niet direct (trouwens hier van hebt ge ook nimmer de minde blyk of het geringde bewys gehad) dat onze Kooplieden de Plakaaten , op den uitvoer van Ammunitie geëmaneerd , getransgedteerd, maar dat zy dezelve geëludeerd hebben; laaten wy eens zien hoe gy dit voordraagt en met hoe veel blanke oprechtheid gy zulks zeek te bewyzen. „De C) Politiek Vertoog, p. 35. (;8, 79 ia Svp.)  HET POLITIEK VERTOOG. 43 „ De toevoer," zegt ge, „ van alle Krygsbe„ hoeften naar" de Engelfche Colonien was door „ HH. HH. MM. by iterative placaaten ten „ fterkften verboden. Maar de gelegenheid van „ onze eigene Colonien, zoo in Guyana als by„ zonder op de Eilanden," voor al St. Euflatius, „ gaf de gereedfte aanleiding tot dezen verboo- den handel. Men kon daar heenen al vervoe„ ren wat men wilde, zonder dat daar op veel „ te zeggen viel; en dan had men met de Ame. „ ricaanen maar te beleggen om het van daar te „ haaien, 't geen zeer gemaklyk was. Geenwon„ der dat de attentie van Engeland zig hier op „ dan byzonder vestigde, en dat dienwegens door „ deszelfs gezant , al vroeg reprefentatien aan „ HH. HH. MM. wierden "gedaan , die daar „ op ook niet hefiteerden allen uitvoer van „ Ammunitie naar de Engelfche volkplantingen „ ftrengelyk te verbieden. Dan hoe deze billyke „ en noodige orders , geduurende den tyd van „ verfcbeiden Jaar en, dagelyks, en op aller lye „ bedenkelyke wyzen zyn geëludeerd ofwel open„ lyk en direSt getransgredieerd geworden, behoeft men flegts den zulken te vraagen, die „ zig vooral in 1775 , 177Ó en 1777 op St Eu„ ftatius, Curacao &c. bevonden hebben; trou„ wens de porden in zulke Schepen en ladingen „ wier-  46 ZESDE MISSIVE TEGEM , wierden te Amfterdam openlyk en zonder eeni,, ge bewimpeling geveild, en Reders zo wel als „ Asfuradeurs maakten geen het miofte geheim „ van dezen handel. „ „ Het is Negotie, en zo „ „ wy 'c niet deeden, zouden 't anderen doen; „ „ zie b. v. N. Nederl. Jaarb. 1778 p. 1445, „ ja deEngelfchendoen hetzelve (*)." Uw reden beleid zou in de daad fraai zyn; deed hetzelve flegts iets uit, en was het met meer behoorlyke eerlykheid gepaard. Dan nog het een, nog het ander vind ik in hetzel ve, Immers wat voor eerst de befchuldiging betreft, dat onze Kooplieden naar onze eigene Colonien Ammunitie vervoerd hebben, zo zie ik al wederom niet welk een nadeelig befluit hier uit ten opzigte van het gedrag der Regeeringsleden van de Stad van i\m(terdam zou konnen worden opgemaakt, der wyl de Staaten aan den eenen kant den Ingezetenen niet verboden om , onder confevt en permis* (ie van het Collegie ter Admiraliteit ter plaatze daar dc inlaading zoude ge/chieden, Ammunitie naar buitenlandfche Havens af te laaden (f), welke Collegien derhalven, te letten hadden op de quantiteit en destinatie der uitgevoerde Oorlogs behoef- (*) Ibidem l, l. O) Zie N. Nederl. ^aarb. I77& p. 1249.  HET POLITIEK VERTOOG. 47 hoeften; maar geen zins de Wethouderfcbap van Amfterdam; wierd 'er eene te grooce hoeveelheid naar onze Colonien afgezonden,of wierd 'erdirecr. eenige afzending naar de Americaanfche Colonien gedaan, zonder dat hier behoorlyk op gelet wierd, zo waren het zekerlyk de gecommitteerde Raaden ter Amiraliteit, maar geenzins dc leden der Regeering van Amfterdam, die deswegens te befchuldigen waaren; van den anderen kant veronder' field zynde , dat de Americaanen Ammunitien hebben weeten af te haaien van onze Colonien, en dat hier door het oogmerk der Placaaten van HH. HH. MM. mooglyk is geëludeerd geworden , wie zyn het dan in dit geval, aan wien het verzuim ter voorkooming van deze .elufie moet worden te last gelegd ? Zyn dit ook al wederom de Regeerers van Amfterdam ? Volgens u zekerlyk ja, want alles wat gy in uw lasterfchrift aanvoert dient toch alleen om Amfterdam en het gedrag van haare Regeeringsleden te berispen en in een ftraffchuldig licht voor te draagen. Maar dan wordt de vraag of de Heeren van Amfterdam dus ook al in de verpligting zyn , om zig als Kustbewaarders en Havenoppasfers van onze Colonien en Eilanden in de Westindien te gedragen, en of zy ingevolge van dien geftadig van het Stadhuis naar die buitenlandfcbe Havens moeten aan  4b* ZESDE MISSIVE TE GE rï aan en afzeilen , om daar te letten en te zien welke goederen, en in welke Schepen, uit dezelve worden uitgevoerd ? In de daad de Heeren Burgemeesteren en Raaden van Amfterdam hebben volgens uw begrip al eene vry uitgebreide bezigheid. Eerst moeten zy hun burgerlyk bewind uit oeffenen ; dan nog daar en boven het Ambt der Admiraliteits bedienden waarneemcn;"en dan eindelyk nog in de Westindiën gaan zorgen dat 's Lands Placaaten aldaar nog getransgredieerd, nog elufoir gemaakt worden. Dan ik denk niec, wanneer gy eens een oogenblik bedenkt , wat eigenlyk de Ambtsbediening van die Heeren is , die gy in hun gedrag geduurende dezen Oorlog als zo ftraffchuldig poogt ten toon te (tellen , dat gy dwaas genoeg zult zyn om u zei ven te o verreeden , dat het verzuim het welk in dezen ten opzigte van het waaken voor de uitvoering van 's Lands wetten mogt plaats gehad hebben, aan hen te. last gelegd moet worden. Waar uit dan ook volgt dat gy alles , wat gy , om hun gedrag als onbegaanbaar met goede trouw te doen aanmerken , gezegd hebt aangaande de handelingen en bedryven van byzondere Negocianten zo in onze Koopfteden, als in de'Havens onzer Colonien, zeer infructueus en onvoeglyk hebt aangevoerd,  HET POLITIEK VERTOOG. 40 voerd, ter bereiking van uw voornaame oogmerk, om hunne perfoonen als verwaarloozers van hunnen pligt, en als begunftigers der vyanden van de geallieerden onzer Republiek aan de waereld voor te draagen. Het gedrag van byzondere Kooplieden kan nimmer worden aangevoerd als een bewys voor het een of ander gepretendeerd Sylthema van Staatkunde, dat men aan het een of ander Corps van Regeering goed kan vinden toe te fchryven. —— Maar laaten wy in de tweede plaats nu nog eens zien , of het waarheid is, het geen gy zo ftellig verzekert en ten grondflage van deze ganfche befchuldiging gelegd hebt, dat naamlyk onze Kooplieden (dat is de Kooplieden van Amfterdam , want andere, zo als die van Rotterdam, Middelburg , &c., vallen togzo winzugtig nog oneerlyk niet) de Americaanfche Colonien met Ammunitie onderfteund hebben, door dezelve eerst naar onze volkplantingen te transporteeren, en dan met de Americaanen eene affpraak te maaken, hoe dezelve best van daar te haaien. Welke zyn de bewyzen die gy hier van te berde brengt ? In de daad pour teute preuve vindt ik niets anders, dan dat wy bier omtrend flegts die geenen te ondervraagen hebben die Ao. 1775- J776 en I77? op St. {Eufïatius geweest zyn. Dit argu- D ment  50 zesde missive tegen ! ment bindt fterk aan, en toont ten allerduidlykften hoe zeer gy het onderwerp dat gy behandelt van rondom volkoomen meesterzytgeweest; want als gy noodig had dingen aan te voeren , die gy zelve met geen bewys hoe genaamd kont ftaaven , dan moeten wy ook geenzins aan u , maar aan anderen, naar hetzelve vraagen. Ondertusfehen zou Myn Heer de Regent niet kwalyk gedaan hebben, indien hy ons eenige van die Heeren, die ons hier omtrent informeeren konnen , had opgegeeven, dewyl een ieder dezelve mooglyk zo wel niet zal kennen als zyn Wel Ed. Geflr. die hen zelve fchynt ondervraagd te hebben. Dan dit was min noodig; dewyl zyn Wel Ed. 'er, in eenen adem, ten einde alle twyffeling weg te neemen , op laat volgen, trouwens de por tien in zulke Schepen en ladingen, met Am. munitie naamlyk, wierden te Amjlerdam openlyk en zonder eenige bewimpeling geveild ! ! Wonderbaarlyk 1 Voila ce que c'ejl que prouvek une chose par exemple. Intusfchen twyffel ik of 'er wel een deskundig mensch is, die met mooglykhcid deze verzekering zal konnen verftaan; althands zy luidt belachlyk in het oor zelf van den geringften Comptoir-Jongen, als die Myn Heer den Politiek Vertoogfchryver duidelyk zou hebben weecen te onderrigten, dat ze- ke-  HET POLITIEK VERTOOG. 51 kere goederen in te koopen, en Schepen met dezelve naar elders te bevragten; en als dan porden in zulke Schepen en ladingen publiek te veilen, eene wyze vanhandeldryvenis.die tot nog toe aan de ganfche Beurs van Amfterdam ten eenemaal onbekend is, en die als geheel onbegaanbaar met eenig denkbeeld Van Commercie nooic is gepraédzeerd geworden; of die zo zy immer door iemand gepraclizeerd was, zekerlyk de zotheid en het onverftand van den kooper of verkooper ten duidlykften zou aantoonen. —- Misfchien dryven Politiek Vertoogfchryvers op die wyze Koophandel ; maar Kooplieden, dït kan ik u verzekeren, veilen nimmer porden in hunne uitgaande Schepen met derzelver na zekere Havens beftemdc Carga* zoenen of ladingen. Dan Myn Heer! laat ik u nog eens vraagen, van waar gy het hebt, dat de Amfierdamfche Kooplieden openlyk porden in Schepen en ladingen met Ammunitie, over onze Eilanden voor de N. Americaanen gedestineerd, geveild, en dat wel, publiek geveild, hebben? Wel, is uw antwoord, lees deNicttweNederl.jfaarb. van 177%, pag. 14.45, daar zu^ Se zien dat de Kooplieden zelve zeiden, bet is Negotie, en zo wy V niet deeden zouden ,t anderen doen. Dit fluit als een mantel! Dan ik heb die plaats in de Jaarboeken naargeflaD 2 gen,  AJ2 ZESDE MISSIVE TEGEN gen, maar ik heb 'er niets gevonden dat naar het veilen of verkopen van zodaanige portien in laadingen met Krygsbehoeften voor Noord America beftemd gelykt; zelf heb ik 'er dit gezegde der Kooplieden niet eens gevonden; wel heb ik gevonden dat de Heeren Schryvers onzer Jaarboeken u wegens dit verdraaid en godloos aannaaien van hunne fchriften, in het vervolg dit antwoord hebben toegevoegd: „ Het is buiten ons beftek, ons in twistfchrif- ten over de tegenwoordige zaaken in te laaten. „ Wy laaten het" ook daar of den Schryver van „ het wydloopig Politiek Vertoog met grond „ wordt nagegceven, dat zyne meeste aanhaalin„ gen, het zy met opzet, het zy door overhaas„ ting, onëgt en valsch zyn: dit kan door [die j, aanhaalingen met opzet naar te flaan, dadelyk blyken. Maar wy kunnen niet met ftilzwygen „ voorby gaan, eene aanhaaling van onze Jaar- boeken, door den Schryver gansch verkeerde„ lyk en ten onrechte gedaan. Wy fpreeken „ naamlyk bl. 1445 van onze Jaarb. 1778. van „ den eisch van Engeland , dat de ingezetenen „ dezer Republiek het vervoer van Houtwaaren „ en Scheepsbehoeften naar Frankryk, volgends „ het verbond van 1674 hen onbetwistbaar toe„ koomende, ten gevallen van Engeland zouden na-  HET POLITIEK VERTOOG. 53 „ nalaaten. Wy merken daar op ter aangehaalde „ p'.aatze aan, dat die eisch niet alleen onrecht „ vaardig is, maar dat ook die opoffering van de „ zyde der Nederlanders, aan dezen wel nadeel, „ maar aan Engeland geen foordeel zou toebren„ gen; aangezien het niet zeker is, dat de Rus„ fen, Zweeden, Deenen diezelfde infchiklyk. „ heid zullen hebben : zo dat Vrankryk die zelf„ de benoodigde Scheepstimmerhoutwaaren, van „ die Volkeren zoude bekoomen, en de Neder-' „ landers van dien tak van Koophandel, en an„ dere daar mede aan een gefchakelde zouden „ verftooken worden , zonder de minste vrugt „ voor Engeland. Dog de Schryver van 't Po„ litiek Vertoog bi- 35., vindt goed deze .plaats „ aan te haaien, even als of daar het vervoer, „ niet van Houtwaaren, maar van Krygsbehoef„ ten, door onze Kooplieden, niet naar Vrank- ryk, maar naar de Noord Americaanfche volk„ plantingen, tegen het uitdruklyk verbod der „ Staaten aan, gewettigd wierd op dezen arm„ hartigen grond; voeren ivy geen Oorlogs behoef- tens naar America, dan zouden het toch an„ deren ivel doen. Welke redeneering die Schry„ ver nog als de taal der Hollandfche Kooplieden „ doet voorkoomen. Op de geheele aangehaal„ de plaats wordt van Amerika of het toevoeren D 3 „van  54 ZESDE MISSIVE TEGEN ,, van Krygsbehoefcen niets hoegenaamd gewaagd : „ wy willen aan deze handelwyze liever geen „ naam geven. In 't voorby gaan moeten wy „ nog aanmerken, dat de Schryver had behooren „ te weeten, of zig te herinneren, of niet wil„ lens en wcetens te ontvynzen, dat de Engel- fcbe Kooplieden zeiven, allerlye Oorlogstuig „ naar de Noord Americaanen, met welke hun„ ne Koning in Oorlog is, op allerlye mooglyke „ wyzen hebben toegevoerd, gelyk zulks zo wel „ hier als in Engeland zelve openlyk bekend is, „ eer hy zyne Vacerlandfche Kooplieden tragtte „ zwart af te fehilderen; die allchoon zy dus re- deneerden, als hy ze redcneerende invoert , „ altyd nog op verre na, zo zeer niet te befchul„ dlgeh waren , als de Engelfche Kooplieden „ zeiven (*)." Zo blykt dan al weder op nieuw, nw flegt Karakter en verdoemlyke lasterzucht. Men wordt eindelyk genoodzaakt om te gelooven, dat gy gczwooren hebt nimmer der waarheid hulde te zullen doen. Ik zal my thands hier over geene verdere rèflëxièn permitteeren, dewyl het my genoeg is te hebben aangetoond, dat, van den eenen kant, alles wat gy hebt bygebragt om aan te (*} Zie N. Nederl. Jaarb. 1781. p. 823, 824.  HET POLITIEK V E R T Ó* O G. 55 te toonen dat de. inwooners van Amfterdam de Koerd Americaanfche Colonien heimlyk begunftigd .hebben, niers meer is dan een lasterzugtig voorgeven, op eene abfurde wyze voorgedragen, en geheel van alle bewys ontbloot; en dat van den anderen kant al was het eene bewezene waarheid dat zommige Kooplieden de wetten van HH. HH. MM. op den uitvoer van Ammunitie geëmaneerd getransgredieerd hadden, zulks egter nimmer in eenig opzigt ter befchuldiging kan dienen-der Regeering van Amfterdam, als zynde het geenzins van het resfort dezer Heeren, om voor de executie dier wetten te zorgen,, ja als zynde deze zelf niet in de mooglykheid geplaatst om dit te konnen doen. Wat zegt het derhal ven Myn Heer! al had gy konnen aantoonen dat eenige Amfterdamfche ingezetenen millioenen ponden kruid , millioenen itukken gefchu: , kogels , &c. dired of over onze Colonien hadden weeten uit te voeren naar Noord America! Zou hier uit het ftraffchul- dig gedrag eener Stadsregeering konnen worden opgemaakt, die niet alleen geene kennis van zulk eenen handel draagt of kan draagen, maar die daar en boven weet, en zig hier op verhaten moet, dat het zorgen voor de handhavening van 's Lands wetten hier omtrend gepubliceerd, in D 4 han»  5(5 ZESDE MISSIVE TEGEN handen van anderen gefield is, die zig van dezen pligt behoorlyk zullen kwyten ? Is het derhalven dan ook niet ten eenemaal onberedeneerd en onverftandig in u geweest, dat gy leugens hebt gaan verzinnen om eene zaak te bevvyzen, die zy egter nimmer konnen bewyzen, dat is, dat gy aan de Amfterdamfche Kooplieden het onder? fteunen der Americaanen met Krygsbehoeftea hebt gaan te last leggen, ten einde en met oogmerk om te bewyzen, dat het politiek Syfiema der Regeering dezer Stad geduurende dezen Oorlog getendeerd heeft, om de vyanden van Groot Brittannien te ondeifteiïnen , en langs dien weg de Republiek met dat Ryk in eenen verderflyken Oorlog in te wikkelen ? In de daad konden zulke bewyzen iets gelden , zo zoudt gy vry meer naar waarheid hebben. konnen aantoonen , dat het Syfthema van verfcheiden Engelfche Steden geweest was, om hun eigen Vaderland in eenen bitteren volkstwist met deszelfs eigen ingezetenen in te wikkelen, en Tbe City tegen Westmur.fter en Westmun\ler tegen Southvoark de Wapens te doen aangorden. Het een en ander acht ik genoeg gezegd, om mync landgenooten te overtuigen, dat alles, wat gy hebt by gebragt, om de eenzydigheid van het gedrag der brave Stad van Amfterdam in den be- gin-  het politiek vertoog. 57 ginne reeds der Americaanfche onlusten gehouden te bewyzen, en om dezelve reeds van verre aan te voeren als den grondflag der biliykheid van den Oorlog dien onze trouwlooze bondgenoot de Koning van Groot Brittannien in het vervolg aan onze Republiek ftond aan te doen, eene aan een* fchakeling is van bedrog, verdraaijing, en eerloozen voordragt van zaaken, alleen gefchikt om het oog van onkundigen te verblinden, en langs dien weg eene fnoode Cabaale, die hier te lande zins meer dan honderd jaaren den ondergang dier Stad gezogt heeft, in de hand te werken en te begunftigen; daar gy ondertusfchen, had gy onzydig der waarheid willen hulde doen, omtrend het ftaatkundig gedrag der Regeering dezer. Stad niets anders had konnen en behooren te zeggen, dan dat zy zig geduurende den ganfchen tyd der twist tusfchen de Colonien en het Moederland ftandvastig volmaakt gedraagen heeft overeenkoomitig het noodzaaklyk Syfthema , dat onze handeldryvende Republiek in den beginne dier onlusten moest aanneemen en volgen , hetwelk naamlyk was, gelyk ik boven heb aangetoond, om zo lang de Oorlogskans in Noord America geheel onzeker bleef, en geene vreemde Mogenbeid aan eene van beide de oorlogende partyen den behulpzaamen arm aanbood zig volflrekt onD 5 zy-  58 ZESDE MISSIVE TEGEN zydig te houden, en dus nog de Americaanen als Rebellen aan te merken ofte behandelen, en hier door Groot Brittannien in de hand te werken; nog dezelve te begunfligen, en langs dien weg, party te kiezen tegen de Britfche Kroon. Ik ga over ter beantwoording van de tweede vraag, die was, ,, hoedanig Amfterdam zig ten „ opzigte der Americaanen gedraagen heeft, ze„ dert den tyd dat eene magtige Moogenheid zig „ openlyk met hen verëenigde, om . hunne vry„ heid tegen Groot Brittannien te verdcedigen, „ en hen van dat Ryk geheel onafhanglyk te „ maaken, welken tyd ik gerekend heb van den „ 4 Febr. 1778, den dag waar op de Franfche „ Kroon de XIII. Staaten, door het fluiten van „ een plegtig verbond met dezelve, reeds voor „ eene onafhanglyke Republiek erkende." Om deze vraag naar waarheid te konnen beantwoorden, en te doen blyken dat het gedrag van Amfterdam zins dien tyd ook volmaakt over een geftemd heeft met de belangen en hetSyfthema der Republiek, heb ik boven reeds aangemerkt , dat de belangen , en het met dezelve overeenkoomend Syfthema van ons gemeenebest, als eene handeldryvende Moogenheid, eischten , zo ras de zaaken tusfchen Groot Brittannien en Noord America eenen anderen keer begonden te  HET POLITIEK VERTOOG. 59 te neemen,en de vryheid en onafhanglykheiddier uitgebreide Colonien zig meer aanmerklyk begon te vestigen,zo dat zig het voor uitzigt van eenen vryen handel op een zo uitgebreid Waerelddeel meer duidelyk vertoonde, om als dan die ryzende gemeenebesten niet meer, flegts geene beleediging aan te doen, door hen of als oproerige, of als geheel onverfchillige Volkeren aan te merken, maar om hen als dan daar en boven, die blyken van vriendfchap en toegenegenheid te geeven, die aan den eenen kant gebillykt wierden, door het betaamlyk beginzel van voorzorg om zig zeiven een wezenlyk voordeel aan te brengen, en die van den anderen kant niet wederfprooken wierden door, of onbeftaanbaar waren met, de openlyke trouw van ftaatkundige verbintenisfen. Laaten wy dan nu zien of Amfterdam zig zederd dien tyd , waar in de omfhndigheden van America door de Staatkunde der Franfche Kroon zo gunftig veranderd waren, overeenkoomftig deze opgegevene belangen onzer Republiek , op eene behoorlyke en hoogstbeftaanbaare wyze, gedragen heeft, of niet. Verfcheidene zaaken zyn 'er, die ik ter beantwoording dezer vraag in het vervolg opzetlyk zal behandelen. De voornaamfte die gy in dit opzigt tegen deze Stad aanvoert zyn, haare han- de-  öo zesde missive tegen delingen in het bekende geval met Paul Jones , — en het raamen van een prceparatoir plan van Commercie ^oor den Heer William Lee en Jan de Neufville , teAKEN ontworpen. Dan het zal thands genoeg zyn dat ik tot het tegenwoordig oogmerk, in het gemeen flegts het volgende aanmerk. Voor eerst: Dat dewyl het vooruitgezigt op eenen vryen handel metNoordAmerica zig thands al telkens van nader by vertoonde, en 'er voor onze Republick niet weinig aan gelegen lag, om vroegtydig in denzelven te deelen, zo mogt, en moest ieder lid van dit gemeenebest, en dus ook de Stad van Amfterdam, alle die middelen hier toe aanwenden, die beliaanbaar waren met de grondwetten van den Staat, en den trouw van Staatkundige verbintenisfen. Ten tweeden. Dat zodaanige bcftaanbaare en geoorloofde middelen waren, i) de Americaanen te behandelen zo als Neutraale Moogenheden Oorlogende partyen gewoon zyn te behandelen, zonder hen als Rebellen aan te merken en geweld omtrend hen te gebruiken. 2) De blyken der genegenheid van de Colonisten om met ons in een verbond van Koophandel en vriendfehap te treeden, nog geheel van de haud te wyzen, nog dezelve daadlyk aan te neemen. En vergelyken wy dan flegts oppervlakkig (want  HET POLITIEK YERTOOG. 6l (want in het vervolg zal ik deze zaaken tot den bodem toe doortasten,) wat Amfterdam gedaan heeft, zo in het door u aangehaalde geval met Paul Jones, als in de zaak van het Préparatoir plan van Commercie met Noord America, .zo zal het zonneklaar blyken , dat deze Stad en deszelfs Regeering in deze beide gevallen niets verrigt heeft, dan het geen volmaakt overeenkoomfiig was met de wezenlyke belangen van ons gemeenebest, en ten hoogflen beftaanbaar met de grondwetten van den Staat en de trouw van Staatkundige verbintenisfen. Immers , wat heeft Amfterdam gedaan in het door u zo breedvoerig opgegevene geval met den gemelden Paul Jones? Wat anders dan datzy, by gelegenheid dat de Staaten van Holland met eene geringe meerderheid beflooten hadden, om gemelden Paul Jones te dwingen onze Havens 'te verlaaten, en by refus hem met geweld daar toe te modzaaken (*), tegen zodaanig een fcherp befluit geprotegeerd hebben , zo uit hoofde der brouilleries die hier uit (gelyk wy naderhand gelegenheid zullen hebben aan te merken) met de Franfche Kroon zouden hebben konnen ontftaan, als (*) Refil. Holt. 17N0V. 1779. Zie N. Nederl. Jaarb. 1779. p. 1366, I3Ó7-  62 ZESDE. missive tegen als dewyl dezelve ten eenemaal irhpraclicabel was ten opzigte van eenen Staat, dien het belang onzer Republiek thands (*) volftrekt vorderde, dat wy behandelen zouden als eene Neutraale Moogenheid, ten minfien niet aanmerken als Rebellen , en als de zodaanige geweld tegen hen gebrui ken. Wel is waar, dat gy in het vervolg (f) veel op dit protest en den inhoud van betzelve te zeggen hebt, en dat gy , ik weet niet welke denouëmenten, en ter zclver tyd geheimzinnige dryfveeren van gedrag, in hetzelve meent te moeten ontdekken ; als mede, dat gy daar ter plaatze deze zaak zo voordraagt, als of Amfterdam, alleen, tegen die Refolutie geprotefteerd had, en dat gy dus op eene eerlooze wyze en volfirekt ter kwaader trouw verzwygt, dat Dordrecht, Haarlem, Rotterdam, en Schiedam, zulks insgelyks, in niet min fterke bewoordingen , ge* daan hebben (§); dan dit alles doet hier niets ter zaak; (t) Novemb. 1779, en dus byna twee Jaaren na dat America openlyk door Vraukryk onderileund, en als eenen Bondgenoot behandeld was geworden; waar doot de Colonien ook reeds op het punt Honden van het oogmerk, waar toe zy de wapenen hadden opgevat, volkoomen te bereiken. C*j P- (-5-fqq^ O4!? fqq. in 8vo.) (*) N. Nederl. Jaarb. 1779 p. 1368 fqq. Deze vier  HET POLITIEK VERTOOG. 63 zaak; daar uit de befchouwing van het ganfche gedrag der Regeering van Amfterdam in het protefieeren tegen het pleegen van geweld aan de onderdaanen van den Staat of het Congres van America, niets anders blykt of kan worden opgemaakt, dan dat zy zig volmaakt overeenkoomftig de wezenlyke belangen van onze handeldryvende Republiek gedragen heeft; en niet alleen dit, maar dat zy zulks daar en boven gedaan heeft op eene wyze, die hoogst befiaanbaar was met de grondwetten van onzen Staat, als die aan ieder lid volkoomene vryheid laaten, om in zodaanige bewoordingen als hetzelve goed zal vinden, deszelfs protest te doen aantekenen tegen iedere Refolutie, in welke hetzelve niet goed kan vinden te bewilligen. Eindelyk was dit protest ook geenzins ftrydig met de trouw van Staatkundige verbintenisfen, dewelke altoos op een wederzyds voorster Steden, die met Amstef.dam by vee het aanzienlykst gedeelte der vergadering van Holland uitmaaken, worden door u insgelyks verzweegen in de aantekening (a) op bl. 54. (124 in 8vo.), alwaar wederom Amsterdam alleen uitdruklyk genoemd, en deze overige aanzienlyke protefteerende leden flegts in parenthefi, met den algemeenen naam van eenige Zeelteden (even als of deze weinig in aanmerking kwaamen) beftempeld worden. —- Enfin, gy zyt van rondom een eerlyk man! ——  6| zesde missive tegen voordeel en belang gegrond zyn , en hunne kragt verliezen zo ras een van beide de partyen dezelve wil aanvoeren, om aan de andere een voordeel te ontzeggen, dat deze beftaanbaar met dezelve, en dus zonder fchending der trouw aan zynen Bondgenoot beloofd, zig mag zoeken te bezorgen ; en zodaanig ,was het geval tusfchen Groot Brittannien en ons met betrekking tot Noord America by den afloop van het jaar J779, toen Groot Brittannie zo wel als wy en eene ganfche waereld , voorzag , dat haare monopolie in den handel op de Noord Americaanfche Colonien ftond op te houden , en eene vrye Vaart voor Europa op dezelve geopend te worden; waar uit wy meede een merklyk voordeel Honden te genieten, van het welke Groot Brittannien ons, door ons geweld te willen doen pleegen tegen de Americaanen, maar al te duidelyk zogt te verfteeken, onbeftaanbaar met den grond der trouw van die Staatkundige verbintenisfen, tegen welke wy van onzen kant nimmer gezondigd hadden door, gelyk gy Amfterdam te laste legt, de vyanden van Groot Brittannien te onderlteunen, omtrend welke deze Stad eene volmaakte onzydigheid in acht genoomen heeft en naargekoomen is ; maar, welke onzydigheid , voor belang der Republiek zo hoogst nood-  HET POLITIEK VERTOOG. 6$ noodzaaklyk , van den anderen kant ook volftrekt vorderde dat 'wy geen geweld tegen de Americaanen zouden gebruiken, hoe of op welk eene wyze zulks ook van ons zou moogen gevorderd worden,- zo dat het niet dan eene gewettigde en billyke {taalkunde was, gepaard met alle noodige voorzigtigheid, in de ftad van Amjlerdam, alsmede in die van Dordrecht, Haarlem, Kotter, dam en Schiedam, om tegen die bewuste refolutie ten fterkften te protefteeren. —- Wat nu het andere geval betreft, de zaak naamlyk van het raamen van het préparatoir plan van Commercie met America; ook hiermede is het niet anders gelegen dan met het zo evengemelde; en de ftad van Amfterdam (gelyk wy insgelyks te zyner plaatfe buiten mooglykheid van eenige tegenbedenking zullen aantoonen) heeft ook hier in volmaakt te werk gegaan overeenkoinftig de wezenlyke belangen der Republiek, die gelyk boven reeds gezegd is , te dier tyd (*) voiftrekt waaren , om de blyken der genegenheid van het ryzende gemeenebest der 13 Staaten, van deneenen kant nog daadlyk aan te neemen, nog van den anderen kant geheel en voiftrekt van de hand te wyzen. Zodaanige blyken nu ontvongen wy van (_*) Op het einde reeds van het jaar 1778. E  66 zesde missive tegen van de Americaanfche Staaten, door het afvaardigen van den Commisfaris William Lee, met last om ons uit hunnen naam een Traftaat van vriendfchap en commercie voor te flaan ; welk aanbod van vriendfchap, en welke blyk van waare toegenegenheid tot ons boven alle andere Mogenheden , de stad van Amsterdam , volgens de ftaatkunde die het wezenlyk belang van 't vaderland aan haar dicteerde, nog aangenoomen, nog van de hand geweezen heeft, alleenlyk permitteerende aan een fimpel particulier koopman, die hen kennis had gegeeven van zyne onderhandelingen met dien Heer, om in zyne conferentien met denzelven te moogen conünueeren (*)., waaruit ten duidelykften blykt, dat de Heeren van Amfterdam in perfoon zig geenzins hebben laaten beweegen tot eenige onderhandeling, maar dat zy die, welke tusfchen den gemelden Arafterdamfchen Negociant en den Heer Lee reeds begonnen waren, alleen niet hebben verboden of doen ophouden, het welk eene daad en ftap geweest zou zyn, die de Americaanen niet dan ten hoogden zou hebben konnen verbitteren, en die te gelyk vierkant ftrydig geweest zou zyn tegen de belangen van ons gemeenebest. Dan gelyk zy dus C) Zit N. Nederl. Jaarb. 17 81. p. 157. fqq.  HET POLITIEK VERTOOG. 67 dus op eene allervoorzigtigfte wyze toonden, de vriendfchap van het Congres niet te willen, fluiten en van de hand wyzen of liever met den voet vertreeden, even zo ver waren zy 'er ook van daan, om het aanbod van den Commisfaris daadlyk, of zelf/ eeniger maate aan te neemen, doende aan hem verklaaren , dat zy zig met bem, zo lang de Americaanen niet onafhanglyk waren, niet bon-' den inlaaten (*); ingevolge van Welke verklaa* ring zy zig ook met hem niet verder hebben ingelaaten, maar al het geen 'er vervolgens gefchied is, voor rekening gelaaten van den Amfterdam-' fchen Negociant, zonder dat zy immer zyne ver* rigtingen beoordeeld, geapprobeerd, ofgedisapprobeerd hebben. Weshalven de kundige Heeren Schry vers onzer Nederlandfche Jaarboeken te recht hier op vraagen; „ Is 'er dan niets van de „ Regeerders van Amfterdam in het jaar 1778 ft gedaan, het welk tegen de verbintenisfen tus„ fchen de Republiek en Groot-Brittannien aan„ loopt, gelyk niets diergelyks gefchied is, met „ wat recht heeft dan de gezant Yorck in de me„ morie van 12 Dec. 1780, de verrigtingen van „ die Regeerders eene verbreeking der openbaar (*) Ibidem, en eodem anno ƒ>, 831. E 2  68 ZESDE MISSIVE TE6E N ,, re trouw genoemd, en een aanflag tegen de ,, waardigheid der Engelfche Kroon (*)." Indedaad hoe meer men dit gedrag der Regeering d^ezer ftad onzydig en met bedaardheid overweegt en doordenkt , hoe meer men verpligt wordt in hetzelve de beste ftaatkunde, de ftrengfte gehegtheid aan de trouw der verbintenisfen van den ftaat, en de ieverigfte zorg voor den bloei en welvaard van het dierbaar Vaderland, te erkennen en te bewonderen. 'ï was voorzeker voor eene ftad als deze geene gemaklyke zaak den juisten middenweg te houden in haar gedrag jegens het trotfche en voor ons, thands helaas! gedugte Groot - Brittannien , en de vriendlyke Americaanen; daar de eerfte ons weerloos land met zynen donder dreigde, zo ras het zelve flegts een voorwendzel kon bedenken,dat, hoe dun het ook mogt zyn,egtereenen onregtvaardigen oorlog met den fchyn van recht zou konnen bekleeden en daar aan den anderen kant ons eigen belang van ons vorderde om de laatfte niet geheel als vyanden te behandelen. Wyze Regeerers, waardige zoonen der doorluchtigfte voorvaders! Deze tyd vanlaster, van verdeeldheid en afgunst, mag uwen roem en uwe eer hebben zoeken te verdoovenj maar — toe- (*) Ibidem, p. 831, 832.  het Politiek Vertooc fo toekoomende eeuwen, en de bewoonersvan eene nieuwe waereld, zullen het offer hunner hulde en erkentenis op uwe ftille rustplaatzen aanbrengen, en uwe asch zal hen zo heilig zyn als dierbaar! Ik heb dan tot hier toe aangetoond, i) dat nog de natuur der zaak, nog het commercieel belang, nog de Maatkunde der Europeefche hoven, duldden, dat men de Americaanen in hunnen twist met het Moederland als oproerige rebellen zou aanmeiken en behandelen; 2) dat het fhatkundig fyfthema het welk onze Republiek uit dien hoofde te volgen had was, om nog aan den eenen kant Groot-Brittannien, nog aan den anderen kant de flaaten van INoord-America, eenig billyk ongenoegen te geeven, om langs dien weg zo wel den oorlog te vermyden met de Britfche kroon , als om ons der vriendfchap en genegenheid van het ryzende gemeenebest niet geheel onwaardig te maaken; 3) dat de Regeering van Amfterdam zig volmaakt oYereenkoomftig dit billyk fyfthema gedragen heeft, zonder zig in het allerminfte aan eenige verbreeking van trouw of ander wangedrag fchuldig te maaken. Ik befluit 'er dan uit, dat gy ter bereiking van uw voornaam oogmerk, geheel te vergeefsch uw best gedaan hebt om ons de Americaanen als ftrafbaare Rebellen voor te E 3 draa»  7"0 ZESDE MISSIVE TEGEN draagen; daar het eene te duidlyke waarheid was, dat zy als zodaanigen nimmer door het ftaatkun. dig oog van Europa konden befchouwd worden ; en daar ten tweeden, het gedrag der ftad van Amfterdam zodaanig is geweest, dat men haare regeering (hoe men de Americaanen ook goed kan vinden te befchouwen) nimmer te laste kan leggen, dat dezelve zig omtrend die nieuwe wae■reldlingen gedraagen hebbe op eene wyze, die ftrydig was of met de grondwetten van onzen ftaat, of met deszelfs verbintenisfen met de kroon van Groot Brittannien aangegaan. Laat ik u, eer ik van deze zaak afftappe, dezen regel nog onder het oog brengen, dat een oordeelkundig ftaatsman in het bepaa'.en zyner gedagten omtrend ommewentelingen van -dien aart, als de opftand was der britfehc volkplantelingen tegen het moederryk , nimmer in zyne gistingen, van andere Moogenheden vergen moet, datzy de poogingen van een aanzienlyk gedeelte eens uitgebreiden ryks, naar onafhanglykheid en zelf beftier, zullen aanmerken als eene onwettige wcerfpannigheid en ftrafbaare Rebellie; daar eene ftaatkunde, op zo daanig eene befchouwing gebouwd, in onze eeuw volmaakt belachlyk is "geworden, en alleen gebillykt wordt door zulken , die dwaas genoeg zyn om zig te overreeden dat de grondwet der Mo  HET POLITIEK VERTOOG» 7* Mofaifche Theocratie het eeuwigduurend voorfchrift is van het gedrag derEuropeefche Hoven; en die zig uit den aart dier zaake diets maaken. dat 'er altoos Aïïrons zullen zyn en Hurs die den arm des dwingelands, op den berg der onregtvaardigheid, tegen zynen vyand, ja zelf tegen zyne zoonen zullen onderfteunen! Thands ga ik II, ten tweeden over, om te onderzoeken, •wat 'er was van de onzekerheid des uitjlags van den oorlog tusfchen Groot Brittannien en de Noord Americaanfche Colonien; en van het gevaar , het welk 'er in ftak, om zig vroegtydig met dezelve in te laaten. Ikwenschte, Myn Heer! uit liefde tot myn Vaderland, en ter vermyding van alles wat onze ongelukkige en heiilooze verdeeldheid op de billykfte gronden moet en zal vermeerderen, dat ik de behandeling dezer zaak, (zo wel als die der volgende), in diervoege als het eerlyk hart van myne brave landgenooten dezelve van my verwagt, met een onfchuldig ftilzwygen kon voorbygaan. Maar, daar ik my verbonden heb, om nimmer te zullen fchroomen, wanneer het 'er op aan koomt om de zaak der deugd tegen die der ondeugd te verdeedigen, de waarheid met haar E 4 on-  72 ZESDE MISSIVE TEGEN onbeneeveld licht op den grooten dag te doen te voorfchyn tree den , zo zal ik my ook geenzins fchroomen die dikke dampen en drygende onweersbuijen, die de zon der waarheid mooglyk boven mynen fchedel zaam zal trekken, rustig af te waguen, en, is het niet aan 't oog van gansch Europa, ten minden aan dat van myne landgenooten du'dlyk te vertoonen, datgy de eerloofte befchuldiger zyt van het Vaderlandlievendst corps van Regeering ; alleen om 't achtbaar volk der Batavieren emen blinddoek om het hoofd te flaan, en aan het zelve te verzekeren dat hunne belangen oneindig beter zouden behartigd worden onder het opzigt van den tegenoverftaanden afgod, voor wien gy, Rampzaalig en onwaardig Mensch! uwe knien hebt neergebogen, het eertyds zo doorlugtig huis van Oranje! Na dat gy dan uw best gedaan had om de Noord Americaanen als ftrafbaare Rebellen tegen de Britfche Kroon (*) aan ons voor te draa- (*) Ik heb i boven vergeeten den lezer aangaande dit onderwerp nog aan te pryzen de aanmerkingen van den Heer Tbomas. Paine op een gedeelte van Raynal's HU floire Pèilofophique &e. het welk nitgegeeven is onder den titel van Revolution de (Amcrique. De Schryver er-  HET POLITIEK YERTOOG. 73 gen, koomr gy 'er egter toe, om te bekennen, dat hst geene iedele fpeculatien waren, die men zig verleedigde te maaken, over den invloed, die de onafhanglykheid van America op den poütieken (iaat of zogenoemde balans , en byzondir op de Commercieele relatien en belangen van de onderfcheidene [laaten van Europa , flond te hebben, en gevolglyk over de voordeden die uit eene verbintenis met dszelven konden ontflaan (f). Had gy op dezen trant voortgeredeneerd Myn Heer! en de onlochenbare belangen van onze Republiek als eene handeldryvende Moogenheid naar waarheid opgegeeven, als mede de middelen aangetoond om die belangen niet alleen te befchermen, maar om dezelve daadlyk te doen gelden; en gy had dan der waarheid hulde gedaan in het verhaalen van alle die poogingen, verbetert verfcheidene overhaaste gezegden van den wysgeerigen Abt, en verfpreidt te gelyk een nieuw, en nog herderer licht over de billlykheid van den opftand der Americaanen dan tot hier toe gefchied is. Deze aanmerkingen zyn uit het Engelsen in het Fransch overgezet door den Heer A. M. Cebisier onder dezen titel: Remarques fur Us erreuts de Vbifloire pbilofopbique et politique de M. G. J. Raynal, par rapport aux affaires de PAtnenque Scptentiionale &c. Amft. 1783. 8vo. (f) Politiek Vertoog p. 30. (68 in 8vo0 E 5  7+ ZESDE MISSIVE TEGEN . gen, die eene landverdervende Cabale op allerlye wyze in het werk gefield heeft om deze ontegenfpreeklyke belangen van het gemeenebest te keer te gaan en te verzuimen (*), zo had gy u voorzeker de moeite konnen ipaaren om duizend lasteringen, leugens, verdraaijingen, kwaadaartigheden en fnoode aantigten tegen de brave ftad van Amfterdam op het papier te zetten, en gy zoudt u den lof verworven hebben, die ieder waar Vaderlander tot zyne hoogfte eere rekent, deze naamlyk, van een eerlyk man geweest te zyn. Maar neen! gy verlaat dit goede fpoor even zo rasch als gy 'er op gekoomen waard; en vervolgt dus : Dan ten dezen opzigte was veel te bezien, en voor en tegen merklyke zwaarigbeden. Den Americaanen te helpen, en de eerfie te zyn die zig hunne zaak aantrok en hunne onafhanglykheid erkende leek niemand die eenig belang had om met Engeland vriendfchap te onderhouden, en boven al geene handeldryvende natiën (f). Uit deze woorden blykt duidelyk dat gy zelf niet (*) De Heer Adrman Hoevenaa? heeft eenige derzelve openlyk voor de rechtbank der ftad Utrecht opgeteld m het Pleidoy in de zaak van de Post van den NederRbyn p. 69-79, (f) Politiek Vertoog p. 30, 31. (68 in 8vo.)  MET politiek VERTOOG. 75 niet begreepen hebt, wat gy gezegd hebt. Zo even had gy erkent, dat het „ geene iedele fpe„ culatien waaren die men maakte over den in„ vloed dien de vryheid van America ftond te „ hebben op de commercieele belangen ven Eu„ ropa; en over.de voordeden die eene verbin„ cenis met deze volkeren aangegaan kon aan„ brengen;" iets waar op dus iedere Europefche Moogenheid die haare belangen behartigde by tyds wel bedagt moest zyn, en waaromtrend men dan ook vroegtydig die middelen in het werk moest zoeken te Hellen, die deze voordeden uit zodaanig eene verbintenis met America zullende voortfpruiten , daadlyk konden bezorgen. Maar thands zegt ge, dat het in H werk ftellen van zodaanige middelen niemand leek &c boven al Güene handeldrvvende Natiën. Dit is im. ! mers volmaakte wartaal, Myn Heer de (taalkundige! of zyt ge van begrip dat verbintenisfen met deze of geene volkeren , en de voordeden die deze aan eenen ftaat konnen aanbrengen nimmer door middelen moeten worden gezogt, maar alleen afgewagt tot dat dezelve zonder eenige moeite of poogingen van onzen kant, ons onmidlyk van den hemel worden thuisgezonden! In de daad indien dit een aangenoomen grondregel van uwe ganfche Cabaale met derzelver hoofden is, wordt bet  ?6 ZESDE MISSIVE TEGEN het eenigzins begryplyker, waarom zy niet noodig geoordeeld hebben onze bezittingen en Koophandel door middel eener goede Zeemagt te befchermen en voor te (laan, dewyl dit even gemaklyk onmidlyk door den hemel kon gefchieden als het zo evengemelde. Ondertusfchen heeft de. ervaaring ons duidelyk genoeg geleerd, dat wy met zodaanige begrippen ten fpoedigften en onvcrmydlykften ondergang hellen en onze verwoesting vei haasten. Maar laat ik dit uw Iaatfte gezegde, (omhet niet verder belacblyk te maaken), eens befchouwen buiten betrekking tot het geen gy te vooren erkend had, en onderzoeken. 1) Of het niemand leek, die eenig belang bad om met Engeland vriendfchap te onderhouden, de eerfle ie zyn om de zaak der Americaanen zig aan te trekken, en hunne onafbanglykheid te erkennend 2) Of dit boven al flrydig was met het belang van alle handddryvende Natiën ? Wat het eerfte betreft, zo moet ik terftond vraagen, welke Moogendheid het is, die eenig belang beeft om met Engeland vriendfchap te onderhouden? Want ten zy 'er zodaanig eene Moogenheid zy, zou de ganfche verhandeling van dit uw gezegde, harsfenfehimmig zyn en te vergeefsch. £n  HST POLITIEK VERTOOG. 77 En wanneer ik dan de vier bekende waerelddeelen overzie, zo betuig ik geene enkele Moogenheid, (die in ftaat is om zig zeiven te verdeedigen), te konnen aantreffen, dewelke'er eenig belang by heeft om de vriendfchap met Engeland te onderhouden. Geene Moogenheid dog is 'er, aan welke dit trotfche Ryk immer eenig duurzaam voordeel heefc toegebragt, of aan welke zy haare belangen zodaanig heeft weeten vast te ftrenge. len, dat de welvaard van deze geknot moet worden , dan wanneer de haare vernietigd wordt en ophoudt te beflaan. Geene Moogenheid daar en boven is 'er, die, hoe vriendlyk zy Groot Brittannien immer ook mooge behandeld hebben, niet altoos door deze kroon zo dra deszelfs belang zulks maar eischte met de fchandelykite ondankbaarheid is behandeld en beantwoord geworden. Gansch Europa in tegendeel heeft 'er belang by om dit onregtvaardig Ryk als het verblyf der fnoodfte Rovers en Zeefchuimörs aan te merken, en als zodaanig te behandelen, dat is, het zelve met vereenigde kragten zo zeer te vernederen en te ftraffen, dat het zelve zig in het vervolg ontzie , om immer de wettige bezittingen van haare nabuuren weder aan te randen, openiyk re (l.-elen, en zig met dezelve als dieven te verryken. Gy zult u egter niet ontzien my tegen te werpen,  78 ZESDE MISSIVE TEGEN pen, of te vraagen, of dan ook de Republiek der zeven vereenigde Nederlanden "er geen belang by heeft om de vriendfchap met dit Ryk te onderhouden, ja of ons belang ons niet gebiedt die kroon als onze natuurlyke vriendin aan te merken, en haar dus nimmer te dwarsboomen, in de inzit* ten en ontwerpen, die haare ftaatkunde aan baar voorfchryft en van haar vordert ? Men heefc ons dit voorzeker, door allerlye drogredenen, byzonder zedert de verheffing van het fhtdhouderlyk huis, zoeken diets te maaken en in te prenten. Men fpreekt van het geloof en bondgenootfchap tusfchen ons en dat ryk zins eeuwen reeds gevestigd. Men verheft Elisabeth, als de eerfte die haaren arm heeft uitgeflooken om ons eenige hulpe aan te bieden tegen de fpaanfche kroon in den ugtendftond onzer vryheid. Men brengt ons onder 't oog het gevaar dat wy loopen om onnoemlyklyke fchatten te verliezen, indien wy ons openlyk den haat van Engeland op den hals haaien. Men boezemt ons niets dan vrees in voor de grootheid en het vermoogen van dit Ryk, en doet ons zidderen, door dezelve te vergelyken met onze geringheid en onvermoogen; en dan ftaat 'er eindelyk een Politiekver- toogfchryver op, die onskoomt leeren, hocaller• >- on-  het politiek vertoog. 79 onvoorzigtigst het dus zou zyn die kroon eenigzins te beleedigen, door te zorgen voor onzen eigenen welvaart en voorfpoed. Maar gy, Myne Heeren Voorftanders van het Engelsch gezind complot, (vergun my dat ik u denzelven eertytel ten minffcen geeve, met welke uw vriend Yorck openlyk de achtbaare Regeering der ftad van Amfterdam, fchoon in eene andere betrekking, goedvond te beftempelen)! ik bid u, geloof toch eenmaal, dat een gansch volk, zig niet voor altoos laat blinddoeken. Nederland, zo lang beguisd, zo lang be- droogen en om den tuin geleid, heeft eindelyk zyne oogen wederom geopend; en het ziet in Engeland zynen grootften vyand, zo wel als in u, de pesten van zynen ftaat. Wat is het. geloof$• genootfcbap, dat gylieden zegt ons gemeen te zyn met Groot-Brittannien? God bewaare ons, dat wy een gemeen geloof zouden hebben, met een volk welks hoofden gelooven dat men God en Godsdienst, deugd en eer, trouw en vriendfchap, met den voet vertreedcn moet ,zo dikwerf hun voordeel en aanzien hier door flegts bevorderd konnen worden!' —— God bewaare ons, dat wy een gemeen geloof zouden hebben met hen die de zedenleer van Jefus Christus door alle hunne daaden wederfp reeken! God bewaare de  go ZESDE MISSIVE TEGEN de Vaderen van ons Vaderland, dat zy een gemeen geloof zouden hebben met hen, die door hunne verrigtingen toonen te gelooven dat onregtvaardighcid, fchelmery, bedrog , de. voorfchriften moeten zyn van hetftaatkundig gedrag des eenen volks omtrend het andere; en dat de zwartfte ondeugden, de fcbitterendlte deugden worden, zo dikwerf het belang van ftaat zulks vordert! —r— Ik voor my verkies den ongekristenden Heiden . den ongelovigen Muhammedaan , die regtvaardigheid het rigtfnoer maaken van hun gedrag, ver boven zulke befchaafde Christenen, tot myne geëerbiedigde geloofsgenooten. En wat fpreekt, wat beroept Gylieden, fnoode verraaders van uw Vaderland! u dan op een bondgenootfehap met zodaanig een volk aangegaan? ' Hoe dog zouden zulke geloofsgenooten, goede bondgenoot en konnen zyn? Is het niet de beleedigendfte onbefchaamdheid in ulieden, dat gy immer durft reppen van een éénig verbond tusfehen ons en die Kroon aangegaan? Zy zyn onze bondgenooten, ik beken het; maar zy zyn ook de trouwlooste die in de gefchiedenisfen immer bekend zyn geweest. Leeren de er¬ vaaring en s'lands historieblaên ons Engeland niet kennen als dien bondgenoot O Die reeds in het jaari.627, toen onze Re- pu-  EÉT POLITIEK VÈRTOOÓ. 81 publiek nog in eenen ftaat van kindsheid wjls, op de onregtvaardigfte wyze , onze koopvaafdyfchepen aan ons ontnam ter waarde van tagtig tonnen fchats C) ? 2) Die in 1656 onze haringvisfery aan ons zogt teontrooven, en ƒ30,000 van ons afperfte, om dezelve dat jaar te moogen voortzetten ff)? 3) Die in het jaar 1639 den Spaanfchen dwingeland tegen ons in zyne havens befchermde; hem onderftand verleende ; ons verbood hem aan te tasten; en eindlyk zyne Schepen gaf om onzen vyand aan het gevaar te doen ontkoomen, en ons van de zege en overwinning over hem te doen verdoken zyn (§)? 4) Die in 1651 onzen handel en Scheepvaart geheel zogt te knotten door die beruchte Atle van Olivier Cromwel (**) * welke n0S toc °P dezen dag beftaat? 5) Dia (*) Refol. HM. 10 Dee. 1627. p. 296; Wacenaar Pad. Hist. XL D. p 59. (t) Wacenaar Vad. Hifi. XL D. p. 1160. Andere zeggen 30,000 L. St. ZieConfideratitnsImpartiales&c. p. roi. (,§) Cspellen Gedenkfchr. tl. D. p. 32. Wagenaar Vad. Hifi. XL D.p. 280-284. Cerisier Tableau des P. V. T. VI. p. 134. (**) Aytzema Zaaken v. St. en Oorl. 111. D. p, 66j. Wagenaar Vad. Hifi. KL D. p.iii , 212. F  8.7 ZESDE MISSIVE TEGEN 5) Die in 1654, 97,000 L. St. van ons vorderde voor fchade (*), dewelke niet wy, maar de Koning van Denemarken (f) hem had toe- gebragt ? 6) Die in 1664 onze vryheid geheel zogt te vernietigen , en ons eerst (laven van den Prins van Oranje, en vervolgens van de Britfche Kroon te maaken (§) ? 7) Die vervolgens alle onze Koopvaardyvlooten uit de Zeeën ging wegdeden en in zyn hol ileepen (**)? 8} Die met ons in 1668 een drievouwig verbond aanging (ff), en het zelve terftond verbrak (§5? zo ras de Franfche Kroon ons wegens dit zelve Traclaatden oorlog aandeed (***); en het zelve niet alleen verbrak , maar zelf reeds (*) Verbaal van Beverninck p. 380, 388,397,425, 442, 48p-50I, 507-514» 518, 525, 529. WlCqüUFORT Lib. vin. p. 451. (t) Idem. Wagenaar Vad. Hifi. XI. D. p. 364, 365. (Jj) Hüjïie Hifi. v. Gr. britt. VIL D.p. 536, 537. (**) V.'agekaar Vad. Hifi. XII. D. p.119,125,125, 117. Confid. Impartial. p. 106. (tf) Hem. D. XU. p. 301-308. (§5) Idem. D. XIV. p. 7. fqq. (***) Lenglet de Fresnoï Tullen. Cbronohg. T. I. p. Ivüj. Wagckaar, 1. l.  HET POLITIEK VERTOOG. 8j reeds te voöreh mét Vrariktyk een heimlyk verbond had aangegaan om ótts té vernielen (*) ? 9) Die in 1674 een verbond met ons .. aartging (f), dat'in 1675 ten zynen voordeele rïioest veranderd wordeö (§>, en welke verandeting egter, offchoon toen ten onzen riadèele, naderhand nimmer tot oris voordeel heeft moogen gelden, blykens de gefchiedenis vin alle de daarop gevolgde oorlógen? 10) Die óns in 1688, door ons onzert Stadhouder voor onze Millioenen op den Brkfchën vroon ter befcherming van s-'lands vry'héid te doen plaatzen, aan zig onderwierp (**), éft-eenen langduuflgen Oorlog met ti Franfcbe Kroon deed verduürcn (tf) i Zonder den allerminsten blyk van de geringfte dankbaarheid 11) Die in X709 ons eenige voordeden toe- voeg- <;*) Wagenaar Vad. Hifi. Xlll. D.p. 417-423. nfkH re Politique duJucle (Lond. 1757, 4to.) T. Lp. 366. (t) Groot Placaatb. III. D. p. 352. Du Mont Corps Diplom. T. VII. P. I. P- 282. (5) William Temple's Letters T. III. ƒ>. 70. (**) Cf. Confiderations Impartiales p. 116, llf.i Qt) Van 1688-1697- Wagenaar Vad. Hifi. D. XV, p. 485-*D-YFL. P- 4»7- (S§) cf- Polit' srfbma p' 6' F 9  84 ZESDE MISSIVE TEGEN voegde (*) alleen om 4 jaaren daarna dezelve wederom aan ons ten zynen baate te ontzeggen (f)? 12) Die, na dat wy in 1713, 600 Millioenen in den oorlog ten zynen behoeve verfpild hadden (§), ons met niets anders betaalde dan met vuige verachting en de hoonendfte fchimpnaa« men (**).? 13) Die in 1741 zonder eenige wettige reden, onze Schepen wederom aan ons ontnam, ter waarde van 180 Tonnen Gouds (ff)? 14) Die eindelyk in 1757 en 1758 goedvond hetzelve nogmaals te doen, en aan onze ingezetenen op de eerlooste wyze langs dien weg eene fomme te ontlteelen van, by ver meer dan ƒ 25,000,000 (§5). 0n. (O Wagenaar Vad. Hifi. D. XVII. p. 346. fqq, (t) Confid. Impart.p. 118, 119. Lamberty Memoires T. VIII. p. 34. fqq. Wagenaar Vad. Bijl. D. XVII. p. 503-515. (§) Voor het onderhouden van 130000 man en 50 Schepen. Voyez Confiderations Impartiales p, 120. (**) Zie den Brief van Graaf Strafford aan Prior in dato 4 08. 1712, te vinden by Lamberty, Memoi* res. T. II. p. 2501 ( ft) Wagenaar Vad. Hifi. D. XIX. p. 323-325. Coiu fuler. bnp. p. 124. CSJ) Memoires pour fervir a Vhifioire de notre temps per  HET POLITIEK VERTOOG. 85 Onzydige Rechters van het menschdom! wat dunkt u van zodaanig eenen bondgenoot? Kan Nederland de Britfche Kroon in die betrekking erkennen, en haar fteeds blyven trouwe houden ? Of is uw vonnis niet veel eer dat men alle verbintenis met dezelve voordaan moet vernietigen; het Britfche Ryk geen den geringften blyk van vertrouwen of toegeneegenheid meer geven; maar hetzelve, en alle die deszelfs belangen hier te lande durven voorftaan, ftraffen; en, 't zy zelve, 't zy met de hulp van andere Moogenheden zo zeer vernederen, dat het eindelyk eens wederom gedwongen worde, om de godlyke en natuurlyke wetten, om de rechten des menschdoms en der volkeren te erkennen, en aan dezelve volkoomene hulde te doen? Maar, zal men zeggen; Dit behoorde wel zo te zyn , en het belang van Nederland zo wel als dat van andere volkeren vordert zulks buiten twyffèl; dog wy waren hier toe, althands by par rapport aux di/fentions prefentes entre la Grande Bretagne & la Republique des Provinces Unies, au fujet des depredations angloifes fur Mer , (Francf. & Leipz. 1759, 8vo.) p. 108, 109.152, 195, 288. Do? vooral Nederl. Jaarb. 1758. p. 924-978, 1098, iloS en elders. , , F 3  $qI WD.? MISSIVE tegen . by hst begin van dezen Oorlog , ten eenemaal buiten (laat ; en ons opvermoogen eischte volflrtikt van ans, daj wy Groot Brittannien zouden ontzien, en dit Ryk gecn den minften aanjhqt geven\ waaruit bet dan ook volgde, dal wy ons nimmer met d$ Noord Ameticaanen %:oesten inlauten voor dat hunne onafbanglykheid door de Britfche Kroon openlyk was erkend ge* worden. Dan, myne waarde Landgenoocen! laat ik u hier korten duidlyk op, antwoorden, en dit gordyn thands wat hooger ophaalen, dan ik boven heb willen doen. Zo. lang het my mooglyk is geweest heb ik aan den voordander der Engelfche Cabaa'e alles toegegeven wat in myn vermoogen was, en uit dien hoofde boven ook erkend, dat liet in den beginne der oneenigheden tusfehen Brittannien cn Koord America onze zaak was eene volftrekte onzydigheid tusfehen de twistende volkeren te bewaaren ; en dat wy uit dien hoofde ons even zeer moesten wagten om Groot Brittannien het geringde ongenoegen te geven; als om de Americaanen als Rebellen te behandelen. Dan offchoon ik dit heb toegedemd om aantetoonen dat de dad van Amfterdam zig ook volmaakt aan dit Sydhema heeft gehouden, zo heb ik egter geenzins de mooglykbeid gclochend, om ons op dien  HET POLITIEK VERTOOG. 87 dien trocfchen Bondgenoot volmaakt te konnen wreeken, en het in wynig tyds onnoodig te maaken, dat wy hem, zelf in dezen Oorlog, eenigzins naar de oogen zouden hebben behoeven te zien, ik zal thands myne gedagten openlyk voor u bloot leggen, en hier door een helder licht over de ftaatkunde en toeftand van Nederland zoeken te verfpreiden; en u dus in de eerfte plaats de redenen opgeven, waarom ik gezegd heb, dat ons belang in het begin van dezen Oorlog van ons vorderde om Engeland geen ongenoegen te geven. Ten tweeden zal ik u de moog* lykbeid aantoonen , die 'er voor bet overige was om ons zo omtrend Engeland te konnen gedraagen, dat die trouwlooze en trotfche bondgenoot 'er nimmer- aan gedagt zou hebben, om ons wederom op nieuw eenen onrecbtvaardigen Oorlog aan te doen, en den meester over ons te fpeelen. Ten derden zal ik u rondborstig de middelen opgeven, die Neerlands vryenjlaat, voor eeuwig van het britfche juk bevryden konnen. Dit een en ander zal te gelyk konnen dienen ter omverwerping van alle de grondflagen, waarop de ftaatkundige Schryver (Sciticet!) van het Politiek Vertoog zyn heerlyk gebouw heeft neêrgezet. Wat dan het eerfte aangaat. Waarom heb ik F 4 bo-  83 ZESDE MISSIVE TEGEN h.^ren erkend dat het in den beginne van dezen Oorlog onse zaak was her Ryk van Groot Brittannien geene reden tot eenig ongenoegen te ge- ven? Om de volgende redenen Voor eerst. Om dat ik wist, dat zedeit de laatfte verheffing van het ftadhouderlyk huis, onze Marine op eene onverantwoordlyke wyze is verzuimd geworden; en dat wy dus niet in ftaat waren om eene Vloot, op 't oogenblik dat ons belang zulks vorderde, in Zee te doen vcilcbynen , om aldaar ten voormuur te verftrekken van onzen welvasrd, bloei, en voorfpoed. Ten tweeden, om dat ik getuige was van eene factie in ons midden, die i) Belettede, uit infebiklykheid voor Groot Brittannien, dat onze verwaarloosde Zeemagt zo fpoedig herfteld wierd als ons belang reeds zedert lang van ons gevorderd had. Die zig niet ontzag om openlyk in alle gezelfehappen, zeifin de tegenwoordigheid van eenige der Vaderen van het Vaderland, de zaak der Engel fchen op zig te neemen cn te verdeedigen; de ftad van Amfterdam om haare ftremmïng der inzigten van zekere hovelingen niet de hoonendfte uitdrukkingen fcbandelyk te beleedigen; en eindelyk de Franfcbe Kroon als de gevaarlykire vyandin onzer Republiek voor te  HET POLITIEK VERTOOG. 89 te draagen , met byvoeging van de uiterfte noodzaaklykheid om in die omflandigheden een geweldig landleger , ter onzer beveiliging te moeten aanwerven. 3) Die in haare begrippen en voorneemens diametraal tegen het belang van 't Vaderland was aangekant, en die door eigenbaat niets anders toonde voor te hebben, dan de Republiek van Nederland zo db?p te vernederen , dat men eindelyk eens onverfchillig wierd,'of zig, zelf wel genoodzaakt vond, om te vervallen tot de keuze van eene éénhoofdige Regeering, welke alle deze trauwanten, onderdrukkers der Vryheid, vleyers van de heerschzugt der Vörften, verraaders van hun Vaderland, tot de eerfte bedieningen en eerambten zou konnen bevorderen. Ten derden; om dat ik wist, dat alle deze maatregelen, door het meerderdeel der Natie openlyk erkend wierden volmaa'kt over een te Hemmen, met de inzigten en belangen van het Doorlugtig Huis van Oranje, dat door bloedverwantfchap, menigvuldige diensten , vriendfchap en vooruitzigt op het toekoomende, aan de Britfche Kroon buiten eenige bêdenking verbonden is; en [het welk dus gaarne wenschte , dat de Souvereine Moogenheid der Zeven Vereenigde Nederlanden F 5 meer  go zesde missive tëöèn meer overeenftbrridè'» met de belangen , inzigten, maatregelen, en gèdrag van Groot Brittannien; in'welk-geval het zelve zyne grootheid ook meer zou konnen , en daadfyk, doen bevorderen; vooral door het werven van een ontzaglyk leger tegen het huis van Bourbon, welks onderhoud de ingezetenen zou uitputten zonder eenig voordeel, dewyl het Ryk van Engeland altoos voort'zou gaar , om zyne eigene commercieele belangen aan de onze voortetrekken.' Zi2 daar eenige der redenen die my boven deden erkennen dat het in den beginne der önèenigheden, dat is-omtrent het jaar 1773 onze zaak was, Groot Brittannien- geene, reden lot eenig ongenoegen te geven. —~- Laat ik dan myrie aanfpraak;Mêr-rot u wenden, Willem de Vyfde, Stadhouder.' van Nederlandl en u vraagen , „ of men u niet doetdwaa„ len, in uwe begrippen omtrend de middelen, „ die een aanzienlyk gedeelte des volks vermoedt „ dat gy in het werk fielt, om uw aanzien te „ vergrooten? — Ik veronderftel eens voor „ een oogenbük, dat het u gelukt om het aan„ zienlyk lighaam 'des Volks van Nederland aan „ uwe inzigten te onderwerpen," en hetzelve aan „ uwen bloedverwant onderdaanig te doen zyn; „ wat zal dan hier van, het gevolg voor u zyn P Dit  het politiek vertoog. 91 „ Dit moogelyk, dat eene Kroon op uwen fche„ del wordt geplaatst, en dat gy genoemd zult „ worden, Koning der Zeven Vereenigde jVe„ derlanden! Maar, Doorluchtige Vorst! be„ dekt men dan voor uwe oogen, dat in dit gej, val, uwe Kroon eeuwig zal afhanglyk blyven „ van die der Britsche Monarchie? „ Immers, hoe zeer uw bloedverwantfchap u „ mooge hegten aan het Ryk van Engeland; is „ dit zeker dat gy nimmer zoudt in ftaat zyn, „ om uwe Kroon, met luister te doen gelden in „ Europa. -—— Groot Brittannien heeft 'er „ -joel belang by- om uwe hovelingen en aanban. „ gers te vleijen met een valfche hope op uwe „ bevordering % en bier door eene verdeeldheid in „ dit land, dat anders zo gedugt is voor haar „ Kroon, te voeden en aan te kwscken; maar, Boorlugtige forst! Groot Brittannien zoekt uwe grootheid niet; dit Ryk heeft geen „ belang by uwe bevordering. Neerlands „ eendragt is bezwangerd , met den „ ondergang van GROOT brittannien! „ en hierom moet dit ryk eene eeuwige ver« „ deeldheid hier te land zoeken te onderhou„ den ; of het moet u bevorderen om niets „ meer te zyn dan flaaf van haaren throon. Ge„ loof my dus, dat dan, wanneer 'er Willems „ zul-  ZESDE MISSIVE TEGEN zullen zyn van nederland , 'er Ook „ altoos George's zullen zyn van Eng» LAND Schotland en Ierland ; en dat „ nog bloedverwantfchap , nog diensten, nog „ gefchotene geldfommen, nog vlooten , nog „ legers, een enkelpaereltje vaWm konnen heg„ ten aan uwe Kroon J Of denkt ge dat het Ryk „ van Groot Brittannien, dan, wanneerNeder„ land een Koningryk geworden was, des» zelfs ingezetenen goedgunftiger behandelen „ zou, en hier door aan uwe Kroon eenig meer„ der aanzien en gewigt by zetten, dan hetzelve „ thands aan onze Souvereiniteit wil doen? „ Neen, myn Stadhouder! De trotfche Kroon „ van 't welgelegene en fchoone Brittannien, „ zou van u vorderen, dat gy in iederen Oor. „ log, die dit Ryk met de Bourbonfche Hoven „ zou moeten verduuren, een leger aan zoudt „ werven , dat uwe onderdaanen berooid van » vernioogen, en u van onderftand zou laaten; „ het zou van u eüfchen dat de ryksftafin uwe „ koninglyke hand, eene herdersflaf wierd om 3S de Britfche kudden te weiden , en de uwe „ aan het woest gedierte over te geven; ■ en „ wat zou het gevolg hier van zyn? ' wac „ anders? dan dat de Scepter der Souvereiniteit „ b uwe hand niets anders zoude zyn, dan eene „ Iiï-  HET POLITIEK VERTOOG. 93 „ lillende rietftok, die door de getergde woede „ uwer landzaaten in een oogenbiik zöu verbroo„ ken worden , en u het flagtoffer doen zyn van uwen trouweloozen bloedverwant! Wierd „ uwe eigene Moeder in de jaaren 1757 en 175 8, „ niet gedwongen, toen zy wierd aangezogt om „ de belangen van het land, waar over zy tot „ Gouvernante was aangefteld, te verdeedi„ gen en te beveiligen tegen de roveryen der onder„ daanen van haaren Vader, aan onze Kooplie„ den dit verwoedmaakend antwoord te doen toe • voegen, „ „ Het is een Poinctd'honneur. „ „ geworden , om u door geene Zeemagt te „ „ befebermen, zo lang gy weigerig blyft om „ „ my eene vermeerdering van Landmagt toe „ „ te Jiaan (*)?" En wat zyn hier van de gevolgen voor haar geweest.' Immers niets „ anders, dan dat zy zig het vertrouwen, de „ achting en liefde des volks van dag tot dag „ ontvallen zag. Gy ziet dus reeds, „ in het voorbeeld van uwe vorstelyke Moeder, wat gy van Groot Brittannien te wagten had, dan wanneer zelf alle raagt in uwe handen „ zou zyn overgegeeven. Het geen men al„ toos van de hoofden dezes lands geëischt „ hecfé, (*) if, Netkrl, Jaarb. 1758. p. 1203.  91 ZESDE MISSIVE TEGEN „ heeft, zou dan alleen van U gevergd wor» „ den, en gy die uit heldenbloed zyc voorr„ gefprooten.zoudtras de verachdykfte flaaf wor„ den, der heerschzugtigfie Kroon! En daar ge „ uw thands eenen meer dan Koninglvken luister „ kondt verwerven door het verdeedigen en voor„ ftaan der rechten van een vry geboren volk, zo „ zoudt ge dan gedwongen worden om de gees„ fel te zyn en de verwoester van uw eigen Va„ derland, zowel als de vloek des vryën Bataviers, „ Herinner u geduurig, dat het oneindig groot„ fcher is het voorwerp der achting te zyn van „ een vry volk en deelgenoot van deszelfs recl>„ ten, dan hetzelve te beheerfchen en niets dan „ flaven rondom zynen throon te zien. Houd „ fteeds voor «ogen dat gy te doen hebt met dc „ naneeven der verwinnaars van Philippus; met „ een volk, dat, wanneer het ieverig wordt „ over zyne eer en vertreedene rechten, nim„ mer voor eenen Ryksflaf beven zal, maar tel„ kens iederen throon om verre rukken, die zig „ op de puin van zyne vryheid neer durft zetten! „ — Herinner u eindelyk onder dit alles dik„ werf, het geen uw aanzienlyke Leermeester „ aan u voorhieldt toen ge nog een Jongeling „ waart van naaulyks tien jaaren, en toen uw tc„ der hart by het verfcheiden van uwe Moeder, kin-  HET POLITIEK VERTOOG. 95 „ kinderlyke traanen ftortte op dén rand dergroe„ ve, daar het gebeente uwer Vaderen rust; — „ hy, die thands het voorwerp is der haat en af* gunst uwer hndgenooten, hield u toen naar „ zynen pligt voor oogen, „-'dat het graf't welk *> » gy hefchouwdet de bewaarplaats was, daar „ „ h fterflyk deel uwer voorouderen verborgen wierd, tot aan den dag, waarop zy uitde„ zelve voor den Opperrechter der waereld „ „ zouden gedagvaard worden en opgeroepen , 5, „ om verantwoording te doen en rekenfchap ',i » te geven van hunne daaden en verrigtingen; j} M en dewyl daar, ook eenmaal uwe as- „ „ fche, tot de hunne zou vergaderd worden, „ „ om met hen dienzelven gcdugten ftond afte„ „ wagten % dat gy u dus op deze waereld zo „ „ behoordette gedraagen, dat gy na uwver„ „ laaten van deze aarde, in die groeve, met -- „ gerustheid het oordeel af kondt wagten, „ „ voor de vierfchaar van dien rechtvaardigen „ waereldrichter over alle uwe daaden en be» „ „ dryven (*)."" Ik ga over om In de tweede plaats aan te toonen, de moog- ■ lyk- (*) Zie Nederl. Jaarb. 1759. p- 2(52.  96 ZESDE MISSIVE TEGEN lykbeid die V in den beginne van de tegenwoor* dige onlusten was, om ons, indien de bovengenoemde latlie zulks niet verhinderd had, tégen Groot Brittannien op die wyze te hebben konnen gedraagen, dat die trouwlooze en trotfche bondgenoot 'er nimmer aan zou hebben durven denken, om ons, of de wetten voor te fchtyven in de maatregelen, die wy verkiezen zouden te neemen ; of om onzen Scheepvaart naar zyne gewoonte te (Iremmen; of eindelyk om ons eenigen Oorlog hoe genaamd aan te doen. Het is moeilyk zig alle de middelen, die hiertoe zo tastbaar voor handen waaren , te herinneren, en dezelve op te tellen, zonder de billykfte verontwaardiging, waar door heteerlyk hart deswegens wordt aangedaan , met de gloeijendlle woorden op het papier te zetten. Het is moeilyk, hier, bedaard te blyven. Myn Heerl mogt ik u tegenfpreeken in uw aangezigt, en de zaak van dit gemeenebest voor de hooge vierfchaar dezer Janden tegen u beplei. ten; ik zou u ras voor Rechters, die bewustheid moeten draagen van alles wat 'er in de jaaren i?79> x?8o, 1781, en 1782 voorgevallen is, men den hoed in 't aangezigt getrokken van die plaats doen afdruipen. Maar thands, daar ik die zaak bepleiten moet ook voor het onkundige ge-  HÊT POLITIEK VERTOOG. 97 gedeelte der inwooners van Nederland, moet ik myns ondanks, breeder zyn in myne verantwoording , dan de zaak vereischt en myn geduld aan my vergunt. Ik vraag u dan voor eerst, of onze Republiek in het voorjaar des jaars 1780 minder in demooglykheid was als het Keizcrryk Van Rusland, om aan Groot Brittannien te doen weeten, even gelyk Catharina liet doen, „ dat zy niet [chroom„ de aan George"s Kroon te verklaar en, dat zy, „ om haare belangen te handhaaven, „ en de eer haarer vlag, de zekerheid „ van den Koophandel em Scheepvaart „ haarer ingezetenen, tegen wien het „ OOK mogt zï'n te beschermen, een „ aanmerklyk gedeelte haarer ZeEMAGT „ te doen uitrusten , en aan haare „ vloot ten dien einde bevel te geven, om zig derwaards heen te begeven, „ waar DE eer, het belang, EN DE NOOD „ haar zouden ROEPEN (*ƒ' Myn bloed kookt in myne aders, zo dikwerf ik my te rug plaatze in de omllandigheden, waar in myn Vaderland zig in het zelve voorjaar van 1780 C) N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 543. G  9% zesdï MISSIVE TEGEN 1780 bevonden heeft! ik zie, dat eene Moogenheid van h verst afgelegene Noorden toen reeds bedagt was, op middelen ter haarer verdeediging en ter befcherming van den bloei haarer onderdaanen; ik zie dat zy zig niet fchroomc openlyk kennis van dit alles aan het Britfche Hof te geven (*); , En wy, hoe zeer aangemoedigd door dit voorbeeld; hoe zeer 'er toe gedrongen door ons eigen belang; hoe zeer de hoogstnoodige maatregelen, door andere Moogenheden genoomen, in bet vjerk gefield ziende, blyven ongevoelig en roerloos; en doen, niet tegenftaande zo veele billyke klagten en nederige fmeekingen der Ingezetenen (f), geene enkele poo- (*) N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 543. (t.) De W. I. Comp. klaagde reeds den 16 Sept. 1777 aan hh. hh. MM. Zie Refol. Gen. 21 Sepc. \777. n. Nederl. Jaarb. 1778 p. 773. De Kooplieden deeden'het ïelve den 25 Sept. daaraanvolgende. Zie ibid. p. 774. De Commercie Comp. te Middelburg insgelyks. Zie ibid. p. 782. En na dat 'er ia de maand September 1773 reeds 50 fchepen door Engelfche Kapers genoomen waaren, (Zie N. Nederl. Jaarb. \77% p. 91o) vervoegden zig de Kooplieden van Dordrecht, Amfterdam, en Rotterdam met een zeer ernftig vertoog by de Staaten Generaal,ibid. P- 1380, 1382, 1391; dog zulks van geen effecï zynde drongen zy andermaal hunne klagten ten fterkflen aan, ibid. p. 1405, 1410; to: dat Amfterdam zig eindelyk genood. zaait  het Politiek Vertoog. 99 pooging om die middelen daar te ftellen, waar door wy 'met anderen, onze waardigheid en rechten zouden hebben konnen doen gelden. Watdogbelettede ons, om op het voetfpoor der Rusfifche kroon aan Groot Brittannien te doen weeten, dat wy in dezen oorlog het voorbeeld dier doorlugtige Alleenheerfcheres zouden volgen, en zorge draagen voor de beveiliging der eer van onze vlag en van den bloei onzes koophandels? Wat belettede ons onze vcrvallene zeemagt met allen iever van dien tyd af aan te herftellen, en onze helden, weleer de blixems en donders van den 7aakt zag, zig te gelyker tyd in perfoon te addresfeeren by HU. HH. MM., {ibid. p. u*8) by de- Staaten van Holland, (ibid. p. 1433) en by den Stadhouder {ibid. p. I423). Edoch alles gelyk de ondervinding geleerd heeft met geen noemenswaardig gevolg, zo dat Ljngürt na gewag van alle deze billyke klagten gemaakt te hebben, 'er te dier tyd met zeer vee! reden de volgende aanmerking opmaakte, Voila les pluintes du peup!e,dans cette Republique, bien conjlatécs, ainfi que le drcit qiiil croit avoir confervé, non feuletnent de faire des reprefentations, taais cTexiger qu'on les éeoute & quon y dcfère. „ Si „ elles n'ont pas de fuccès, il faul fuppofer que quelque „ obftacle invincible G? fecret les combat; fi? que dans „ ces marais, cfccs par finduftrie, comme fur les ter* „ reins plus fortunés, le bien public est sUEOitDONNé „ AUX considehatïons PARTICULiESEJ." Annal. Politiq. T. IV. p. 480. G 2  100 ZESDE MISSIVE TEGEM den Oceaan, op ze3 te zenden, 0,11 hen die thands onze onderdrukkers zyn, te doen beeven voor ons vermoogen ? Ik zal my hier niet in laaten in. het beantwoorden van alle de drogredenen, verdraai]ingen en onverfchoonlyke leugens, met welke men zig niet ontzien heeft Neêrlands Ingezetenen bezig te houden, te bedriegen, en om den tuin te leiden, om de fchandelyke raderen en dryfveeren onzer werkeloosheid te bedekken; maar my alleen beroepen op het geen de gefchiedenisfen van voorige eeuwen aan de waereld geleerd hebben, omtrend de mooglykheid die 'er is, wanneer men geene andere dan de opregte bedoeling heeft om het Vaderland te befchermen, eene gedugte zeemagt in vvynig ryds te fcheppen. Het is zo, dat wy in den beginne des oorlogs byna geene fchepen hadden die den naam van oorlogskielen verdienden; 'het is zo, dat wy zins vyftig jaaren flegts by overlevering die verwinnende eskaders kennen, die den hoogmoed der Spanjaarden, de trouwloosheid der Portugeezen, en de trotsheid der Britten, ia voorige eeuwen het zegevierend hoofd konden bieden. Maar was dit eene reden om in onze daadlyke werkeloosheid te volharden ? — Dan laat ik liever van deze zaak afllappen; de gedagten vermeenigvuldigen zig hier, en moéten uit hun-  het politiek vertoog. ioi hunne natuur bezwangerd gaan met eene ras tot woede aanzettende verontwaardiging. Ik zal mooglyk op gcfchikter plaats aantoonen, uit het verhaal der middelen die men in voorige eeuwen wist in het werk te Hellen om ons gemeenebest als de koningin der zeeën te doen eerbiedigen, wat men geduurende dezen oorlog van den eenen kant opzetlyk verzuimd, en van den anderen kant met eene bedrieglyke en vermomde vaardigheid, in het werk gefield heeft, om dit gezegend land ten prooi te geeven aan deszelfs afgunfligüen vyand; en voor het tegenwoordige het gordyn voor deze godloosheid laaten vallen, met ééne aanmerking ter fhaving van myne gezegden, die Linguet reeds in het iaar 1778, ten opzigte van onzen toenmaal igen toefland en gedrag, met zo veel reden heeft gemaakt en voor het oog der waeield bloot gelegd; fi le tableau, zegt hy, de Vimpuijjance acluelle des Hollandais eft ftdelle, c'èfl un malheur, & non pas üne raifon ds refter dans Vinaction. La creation cCune marine , quand on a des ports, des hommes, de l'argent, & de la bonna volonté, eft une entreprife non feulement aifée, mais infaillible. Je l'ai demontrè autrefois par des exemples. C'eft fur teut en ce genre, quoiqüon en dife, que le figne d'une puijfance qui veut ferieufsment, eft fuivi G 3 fans  102 ZESDE MISSIVE TEGEN fans delai de l'execution ; & il n"y a pas de pays enEurope, ou le fuccès en fut plus as fur é qu'en Hollande, des que le gouvernement le voudra(*). Maar in de tweede plaats, moet ik hier vraagen, indien het dan al eene waarheid was, dat Nederland in het begin van dezen oorlog geheel buiten Haat was, om hare marine te verbeteren; indien wy voor een oogenblik eens afHand zullen doen van onze reden, en geloven dat op onze hellingen geene oorlogskielen meer met dien fpoed als weleer gebouwd konden worden; dat daar en boven het hollands geld aan geenen matroos meer kon behangen; — of 'er dan na dit alles in het geheel geene middelen en resfources overig waaren, om ons eenigzins langs eenen anderen weg in gedugteren Haat van tegenweer te Hellen? — of men dan alle die middelen beproefd heeft, die eene Moogenheid, welke geen vermoogen in haaren eigenen boezem heeft, en zig egter ferieuslyk wil befchermen, van buiten afin 't werk moet Hellen, om dit einde te bereiken ? Ik ga voorby hier te vraagen, of 'er eene enkele Hap gedaan is, om te beproeven, of men zig met geene andere onzydige Moogenheden tot on- der- O -dnimles Politiques Tom, IF.p. 471, 473.  het Politiek Vertoog. 103 derlinge beveiliging en verdeediging zou hebben konnen vereenigen; wy zullen ftraks zien hoe men zig hier omtrend gedragen heeft. Maar welke poogingen zyn 'er gedaan om by andere Natiën voor gereede penningen het gebrek 't zy aan fchepen, 't zy aan manfchap vergoed te krygen; iets waar toe, gelyk veele weeten, zig eene allergunftigffe gelegenheid in Zweeden voor het fluiten van het verbond der gewapende Neutraliteit heeft aangeboden, dog welke men mede ongemerkt heeft laaten voorby gaan C"). Men kan in diergelyke omftandigheden als die in welke wy ons te dier tyd bevonden, zeer ligtelyk het oog van het onkundiger gedeelte des volks verblinden; maar zy die de zaaken van nader by befchouwen, en gelegenheid hebben om een onmidlyk getuigenis van alle degrootere en kleenerege» beurenisfen, die den ftaat des lands betreffen, te draagen, zullen moeite hebben om alle de wettige vraagen welke men in dit opzigt zou konnen doen, met uitfluiting van alle tegenbedenking tot genoegen der Natie te beantwoorden. Immers wat moet men zeggen tot de behandeling, die de (*) Ik agt bet hier de gefchikte plaats niet te zyn om illes wat hieromtrend zo in Stokholm,als ook in Hamburg it voorgevallen, breedvoerig te detailleeren. G 4  104 ZESDE MISSIVE TEGEN de Franfche kroon ontmoet heeft, by gelegenheid dat zy door haaren gezant twee fchepen te Amfterdam voor haare rekening gebouwd, aan den ftaat het aanbieden regen eenen prys, dien men naderhand, en zelf reeds te dier tyd, dubbel voor fchepen van byna het zelve charter moest befteeden (*)? Hoe veele maanden heeft men dien gezant niet doen wagten naarcenigantwoord op deze opregrc blyk der vriendfchap ■ van de Franfche kroon, om onze marine, die men zelf erkende zo zeer vervallen te zyn, eenig herdel aan te brengen; tot dat men eindelyk gedoogd heeft, het eene uit onze havens naar elders heen te zien vervoeren ; en'er niet dan met veel weerzin ten langen laatften toe gekoomen is om het andere voor dien geringeren prys over te neemen Wat antwoord zal men vervolgensgeven aan iemand die ons vraagt naar de reusfice van het plan het welk de Conful Wdfcher in zynen brief van den 15 November 781 aan H. H.M voorhield, om naamlyk indien het den ftaat aan zeevolk mogt ont- bree- (*) Deze liefde fchepen voor het begin van den oorlog te Amfterdam saribefteed zynde, waaren aangenoomen ieder voor ƒ 220000. Nadarhand heeft men fchepen van byna den/.el ven, of vaneenen gegyenredigden rang niet konnen aanbefteeden voor eene mindere zom dan dia van "ƒ418000. 1  HET POLITIEK VERTOOG. 105 breeken, op de Sicilifche eilanden, te Palermo, Mesfina, Trepano, en Lipary, als mede te Napels , het zelve aan te werven, alwaar te dier tyd overvloed van bevaaren zeevolk was; het welk men van daar zou hebben konnen vervoeren op fchepen met zout geladen, het welk te dier tyd in de Middellandfche zee laag, en in Holland hoog in prys was, zo dat men uit den winst der verkoop de onkosten van het transport byna zou hebben konnen vinden; verder aan H. H. M. voorhoudende de gelegenheid die 'er was om aldaar hollandfche fchepen te konnen koopen; als mede om onder den naam van zynen correspondent fchepen te Genua te doen bouwen om dezelve van daar met behoorlyke equipagie voorzien , onder Genuafche vlag naar Holland, of elders been, overeenkoomftigH. H. M dispofitie, te doen vertrekken. -1- Dan dit verzuim kan, hoe onverfchoonlyk het zelve ook mooge zyn, egter nog nimmer in vergelyking koomen met het gedras; dezer Republiek openlyk en ten getuige der ganfche waereld gehouden met betrekking tot dcnvoorflagendevriendlykeuitnoodiging van een magtig rvk> om met het zelve en andere Mo°" genheden in een openlyk verbond te treeden van onderlinge befcherming, en beveiliging van der? wettigen koophandel. G s Dit  io5 ZESDE MISSIVE TEGEN Dit is het derde ftuk, dat ik aan den fnooden voorlbndcr der Engelsgezinde Cabaal, hier ter plaatze noodzaaklyk voor de voeten werpen moet, om (daar hy ons onvermoogen om aan Engeland het hoofd te hebben konnen bieden en aan de begeerte van 's lands Ingezetenen te voldoen, niet na zal laaten ten allerbreedften uittemeeten) al verder ten duidlykften te doen zien de mooglykheid die 'er in den beginne des ooriogs geweest is, om ons zo tegen Groot Brittannien te hebben konnen gedraagen,dat dit ryk 'er nimmer aan gedagt zou hebben, om ons op die wyze te behandelen, als het zelve zo voor als in den oorio» heeft konnen goedvinden te doen. Deze zaak is in de daad van dat aanbelang, dat ik my niet weerhouden kan het geheel derzeive konlyk aan myne landgenooten onder het oog te brengen, ten einde duidlyk te doen zien, van welke voorregten en middelen van defenfie eene fnoode Cabale hier te lande den landzaat heefc weeten te verfteeken, om haare helfche oogmerken, welker gevolgen men naderhand nog daarenboven op eene ftad als die van Amfterdam heeft durven werpen,te bereiken en volkoomen éffecl te doen forteeren. Zie hier dan, wat 'er van deze zaak is geweest en hoe dezelve is afgeloopen. De Zeeroveryen en onbillyke handelwyze der En-  HET POLITIEK VERTOOG. I07 Engelfchen waren te zeer aan alle Europeefche hoven bekend, dan dat een ieder, dien het heil zyns volks en den bloei des Lands eenigzins ter harte ging , 'er niet daadlyk op bedagt moest wezen, om zig zeiven by tyds in zulk eenen ftaat van tegenweer te ftellen, die deze Rovers dwingen kon, om de rechten der onzydigheid te eerbiedigen , en de niet oorlogende magten ongeftoord in het genot van dezelve te laaten blyven. Dan, daar men de Britfche zeemagt niet alleen zo aanmerklyk had zien toencemen , maar daar de zeeën daar en boven bedekt waren met de rooffchepen van byzondere ingezetenen, zo was het moeilyk voor de onzydige Moogendheden van Europa, om ieder voor zig zeiven, zig in dien ftaat van tegenweer te ftellen , dat men, overal, de onredelykheid en magt der Britten paal en perk kon zetten. Niets beters kon 'er derhalven worden uitgedagt, dan het plan om alle de niet oorlogende Zeemogenheden te vereenigen , en hen zaamen te verbinden tot onderlinge beveiliging, en befchermingvan denvryenhandel. Hoe moeilyk dit ontwerp ook mogt fchynen ter uitvoer te brengen te zyn,en aan hoe veele zwaarigheden hetzelve fcheen blootgefteld, zo toefde het Rusfiesch Hof egter niet lang, om hetzelve daadlyk aan de voornaamfte Zeemoogenheden van Eu-  !o$ ZESDE MISSIVE TEGEN Europa, die niet in den oorlog deelden, voor te houden ; en dat wel op eene wyze die de Regeerder dier verafgelegenë volkeren en haaren toemaaligen Staatsdienaar den Grave Nikita van Panin, eene onuitwischbare eer by dit en de volgende gefiagten moet bezorgen ; zo wegens de duidlyke bepaalingen die in dit ontwerp gemaakt zyn van de rechten der onzydigheid in eenen oorlog , als wegens de regelmaatigheid , door welke de groote Catharina in het uitvoeren van dit ontwerp toonde, dat haar gedrag bellierd wierd. De eerlïe flap dien zy deed, was, in den beginne van het Jaar 1780 aan de drie oorlogende Moogenheden eene rondborflige verklaaiïng te geven, van het gedrag het welk zy, geduurende hunne oneenigheden, zou houden (*); in welke verklaaring zy het geenzins overliet aan deze Hoven, (zo als wy ons altoos hebben moeten getrooften aan Engeland te doen) om te bepaalen of vry Schip vry goed zou voeren of niet; deze regel was te billyk, dan dat zy vermeende zig ia dit opzigt eenigzins te moeten laaten gelegen liggen aan de door belang beftierde begrippen van andere Hoven. Ook drukte zy duidlyk in dezelve uit welke goederen, niet door de oorlogende par- tyè'n, (♦) Zie N. Nederl, Jaarb. 1780. 543.  HET POLITIEK VERTOOG. IO9 tyè'n, maar door haar, voor Contrabande gehouden zouden worden; als mede welk eene haven zy als geblokkeerd dagt aan te merken; in alle welke bepaalingen zy ondertusfchen alleen die re. gels volgde, die het recht der volkeren hier omtrend voorfchreeven, en die ook nimmer door iemand, dan alleen door Groot Brittannien aan Nederland, zyn betwist geworden. Deze verklaaring der Keizerin moest eenen gevoeligen indruk te weeg brengen aan het Hof van Engeland, dat als gebiedlter der Zeeën zig altoos had aangemaatigd geduurende iederen Oorlog aan andere volkeren die wetten voor te fchryven, die de Keizerin aller Rusfen thands goedvond zelve te bepaalen en aan dat trotfche Ryk voor te leggen. Te gelyk moest dezelve aan de Hoven van Bourbon alleraangenaamst zyn; dewyl zy voor eerst niet alleen volmaakt overeenftemde met de inzigten, die de groote Lodewyk de XVI reeds in zyn reglement aangaande den Scheepvaart der Neutraale Moogenheden getoond had te bedoelen O; maar om dac dezelve daar en boven ten tweeden aan het huis van Bourbon den toegang openzette , door Groot Brittannien altoos aan, hen betwist, om zig uit het Noorden van alle die (*) Zie Mercure de France 1778. N. VI. ƒ>. «03.  zio ZESDE MISSIVE TEGEN die middelen te voorzien, die tot het voeren van eenen zeeoorlog hoogst noodzaaklyk zyn. Het gevoig van deze verklaaring, was dan ook dat de Hoven van Vrankryk en Spanjen hun antwoord op dezelve in de vriendlykfle bewoordingenvervat, aan de Keizerin lieten te rug koomen (*), terwyl Groot Brittannien, zig door zulke maatregelen ten uiterfte in haare inzigten en het gewoone voorfchrifc haarer handelingen gefnuikt ziende, gaarne tonnen fchats zou hebben willen fpil. lenom het hof van Petersburg te corrumpeeren en van zo veel rechtvaardigheid te doen afzien; ten minften om de organe van dit grootsch ontwerp in ongenade te doen vallen; dan dit was ten opzigte van den gedaanen flap op dit oogenblik reeds te laat, en na degedaane verklaaring fchoot'er thands niets óver voor het minifterie, dan dezelve in de gemefureerdde engemenageerdfte uitdrukkingen te beantwoorden; gelyk ook gefchiedde (f); en dat wel in termen die ons te gelyk duidiyk deeden zien, hoe eene Moogenheid, die haar voorneemen aan den dag durft leggen, en haar befluit verklaaren, om het zelve te zullen doen gelden, zelf door dit trotsch en heerschzuchtig Ryk moet worden ontzien en ge. O) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. /. 570. Ct) Zit N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 567.  HET POLITIEK VERTOOG. III geëerbiedigd. Geen wonder dat dit doorluchtig gedrag der Noordfche Semirainis bewonderd wierd door de overige Ryken van Europa, en dat een ieder, die niet in den oorlog deelde, en ' üt te zwak bevond om overal zyne rechten tegen Engeland te befchermen, allervuurigst wenschte zig met zulk eene grootmoedige Vorstin te konnen vereenigen, om het natuur en volkenrecht met eenen fterken arm te onderfteunen. Zweeden, Deenemarken, Pruisfen, Ooftenryk, de Zeven Vereenigde Nederlanden, hadden ieder hier by een onlochenbaar belang; dog niemand meer, dan dit laatst genoemd gemeenebest. Met deed de beminnaars van dit land en het brave gedeelte van deszelfs ingezetenen reeds gevoelig aan, dat een land zo gedugt als wel eer het onze zig thands het billyk verwyt moest laaten welgevallen, dat eene Moogenheid uit het verst afgelegene Noorden onzen ftaat moest voorgaan in het omhelzen van dat gedrag, dat reeds zolang aan denzelven had betaamd; en dit nie: alleen, maar zo dikwerf onze handehars, die eenige fteunpilaaren van het Vaderland, de verklaaring der Keizerin herlazen en zy hun oog vestigden op de voordeden, welke die Moeder haarer ingezetenen by het Reglem«nt door haar op den RusQTchen Scheepvaart vast-  112 ZESDE MISSIVE TEGEN vastgefteld(.*_), aan haar volk verzekerde, moest het hen natuurlyk de traanen uit de oogen persfen te zien, dat zy, ofïchoon hun Vaderland in de beste gelegenheid was om hetzelve te doen, door de vrienden van het Britfche Ryk hier te lande, weerhouden wierden,om hunne waardigheid en hunne rechten op dezelve wyze te doen gelden. Gaarne hadden zy gezien, dat 's lands Vaderen, zo ras de verklaaring der Keizerin tot hunne kennis gekoomen was, de hoogstnoodige middelen in het werk gefield hadden, om zig met eene Moogenheid die op deze wyzedagt, te vereenigen engemeene zaak met dezelve te maaken; maar die hope had door den zigtbaaren invloed der Engelsgezinden, even zo weinig grond, als de verwagting dat deze grootmoedige Vorstin van haaren kant de eerfte zou zyn om dit gemeenebest tot zulke gewenschte en heilzaame oogmerken aan te zoeken Dit ondertus- fchen, hoe onverwagt ook, zag men egter niet lang daar na daadlyk gebeuren; de Prins van Gallitzin haar gezant gaf op den 3 April uit last zyner Souvereine kennis aan H H. M. van het voorneemen dier Vorstin; hen te gelyk plegtig verzoekende, om zig met haar te willen vereenigen O Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. $y.  HET POLITIEK VERTOOG. H3 gen om zulke heilzaame bedoelingen ter bevordering van het geluk en den bloei der wederzydfche landen op de kragtdaadigfte wyze zo fpoedig mooglyk te helpen ter uitvoer brengen (*); terzei ver tyd aan dezen Staat kennis gevende, dat eene dergelyke uitnoodiging door hare Rusfifche Majefteit insgelyks gedaan was aan de Hoven van Coppenhagen, Stokholm, en Lisfabon (t> Men kan zig naaulyks verbeelden welk eene vreugd en gebillykt genoegen deze vriendlykheid en het wys beleid der Keizerin aan het handeldryvend deel der Natie veroorzaakte; alle uitvlugten van den Koophandel niet te konnen befchermen meende men nu geheel te zyn weg genoomen ; men zag, reeds, den trots der Britfche heerfchappy geknot; en langs dien weg, eenen bloeijenden welvaard aan dit land verzekerd. Het verzoek en de maatregelen der Rusfifche kroon waren in de daad zo billyk , zo belangloos , zo wel geraamd, dat de vyanden zelf van hun Vaderland geene reden konden vinden, om dezelve te wraaken of eenigzins tegen te fpreeken. Men nam derhalven, als bedwelmd door een helder licht waar aan het duister oog geenen weer- ftand (*) 2V. Nederl. Jaarb. 1780. p. 55°(t) Ibidem.  114 ZESDE MISSIVE TEGEN ftand bieden kan, eensgezind en zonder eenige uitzondering, hoegenaamd, het voorftel der Keizerin ten fpoedigften aan (*); en de ingezetenen beloofden zig uit dien hoofde met zeer veel reden , den oorlog tusfchen hunnen afgunftigen vyand en de Bourbonfche Hoven, met een lagchend en blymoedig aangezigt te zullen konnen aanfchouwen; —[ed et bic fpem fefellii eventus ! Het liep aan tot in de maand July eer men iets verders omtrend deze zaak vernam. Men had intusfthen gefproken van eene vergaderplaats om deze zaak Verder tot Hand te brengen, niet tegengaande de Hoven van Zweden en Denemar. ken, zonder zig met zulke kleenigheden of formaliteiten op te houden, terftond door Couriers en febriftlyke depêches in onderhandeling met hare Rusfifche Majcileit getreden waren. Men vondt egter hier te lande goed dit ecnvouwi°middel van de hand te vvyzen, en liever de onkosten te maaken om niet één, maar zelf twee Gevolmagtigden naar Petersburg te zenden (f). Cf dit gefchied is uit hoofde dat plegtige Gezanten zo veel fpoediger ryzen als couriers, weet ik niet. Ondcrtusfchcn rykhalsden de ingezetenen (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 564. (f) Ibidem p. 019.  HET POLITIEK VERTOOG. IIJ nen dezer Republiek om de bevallige uitnoodi ging der Keizerin tot eenen gewenschten ftand gebragt te zien, en men twyffelde geenzins of hier toe zou allen mooglyken fpoed met den meesten iever in het werk gefield worden (*). Dan, men zag nog van het een nog van het ander iets gebeuren; daar ondertusfchen de beide Noordfche Hoven reeds daadlyk in het verbond met de Keizerin getreden waren en hier van ook plegtig kennis aan de oorlogende Mogendheden hadden gegeven (t )• Wel is waar dat de regee- ' ring van dezen Staat eene langzaame beweeging met zig brengt; maar zulk een opzetlyk verzuim van eene zo heilzaame uitnoodiging verwonderde billyk de ganfche waereld (§). Men kon ook in het geheel geene reden vinden, die den Staat zou kunnen permoveeren , om hun befluit in April met zoo veel volvaardigheid en eenftemmig genoomen , thands door zulk eene verregaande traagheid volmaakt te contradiceeren; en de oplosfing van dit raadzel zou ook ten eenemaal ongisbaar geweest zyn, indien men hier te lande in zy- (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 636. (t) Ibidem p. 837. fj; Ibidem p. 8*1. H 2  Il6 ZESDE MISSIVE TEGEN zynen eigenen boezem die meenigte van ontaarte Zoonen niet had moeten koesteren, die met veragting van hun eigen Vaderland, alleen toegedaan waren aan de belangen van dat Ryk, waar t^gen dit verbond was geraamd geworden. Maar deze duisterlingen , door uitliel gelegenheid bekoomen hebbende, om zig van die eerfte verbystering, die het helder licht, dat eensklaps van agter zo veel wolken was doorgefchooten , in hunne fteeds aan de duisternis gewendde oogen te weeg gebragt had, te herfïellen, vonden ras een ras middel uit, om den gelukkigen voortgang van die heilzaam ontwerp merklyk te vertraagen. En dit middel, hoe vreemd het ook mag luiden, was juist dat geen, wat ons behoorde te overreeden om ten alleifpoedigften met Rusland en de overige Zeemoogenheden in dit verbond van onderlinge befcherming te treeden. Men bragt naamlyk ter baan de overweeging, of Engeland ons het aangaan van eene dergelyke verbintenis niet zeer kwalyk zoude -duiden , en of men dus aan dit Ryk langs dien weg geene reden zou geeven om zig op eene andere wyze,by voorbeeld door het wegneemen onzer buitenlandfche bezittingen, aan ons te wreeken. Deze vrees ontdekte zig het allereerst in het befoigne van Hun Ed. Gr. Mog., op den 23 Juny 1780; en het pra?ad- vys  HET POLITIEK VERTOOG. 117 vys in gevolge van dien, aldaar aangaande de gewapende Neutraliteit, die voorheen reeds zonder eenige uitzondering was geamplecieerd, uïtgebragt, kwam thands hier op neer, „ dat men „ tot dezelve toe zou treeden, indien haare Ma„ jefteit van Rusland alle de vaste bezittingen „ van den Staat zo binnen als buiten Europa wil„ de guarandeeren en verzekeren (*) " Met reden kon en moest men hier op aanmerken, dat dewyl het 'er hier op aankwam om den handel en het belang der onzydige Moogenheden met gemeene magt onderling te befchermen, en 'er diw ook een Eskader dier Moogenheden zo wel in de oosterfche als westerfche Zeeën zoude moeten kruisfen, de vrees voor dergelyke onderneemingen der Engelfchen zeer ongegrond was , daar het niet zeer waarfchynlyk was dat dit Ryk door het ontrusten der bezittingen van eenen dier geallieerden, zig buiten haare actueele vyanden,nog vier Zeemoogenheden, en dus bykans de vereenigde zeemagt van Europa op den hals zou haaien. Ten anderen , dat ons geene de minde verzekering overbleef (blykens de gewoone handelwyze der Engelfchen zins meer dan honderd vyftig jaaren), dat, al verwaarloosden wy thands dit verbond van gemeene verdeediging, wy desniet- (*) Zie N. Nederl. Jaarb- 1780. p. 822. H 3  IlS ZESDE MISSIVE TEGEN niettegenfïaande buiten den oorlog zouden blyven, en ongeftoord de vrugten van den vrede genieten. Ten derden, dat indien wy uit vrees voor Engeland dit verbond van de band wezen, men op dezelve wyze iederen flap, dien wy tot onze beveiliging zouden konnen doen , van de hand zoude moeten wyzen , dewyl deze alle even zo veele redenen voor Engeland zouden konnen zyn om onze bezittingen weg te neemen. Ten vierden dat het opperen van dergclyke vergezogte, immers thands geheel ontydige, zwaarigheden, na dat men reeds agt weken geleden " (den 24 April) zonder uitzondering het voorftel der Keizerin had aangenoomen, weinig roem aan de fchranderheid en het doorzigt onzer Staatsdienaars by kon zetten, en meer zou dienen om de inconfequentie van hun gedrag, dan wel hunnen iever om het land met de daad te befcliermen, te bewyzen en aan den dag te leggen. De brave Siad van Amfterdam was dan ook allergevoeligst geraakt door het vooruitgezigt der gevolgen, die het amplecteeren van dit praadvys moest hebben; weshalven zy daadlyk haare Gedeputeerden ter Vergadering van Holland gciasttz, om de zauken aldaar zo veel mooglyk daar heenen te dirigceren, „ dar de conventie door „ hare Rus-Keizerjyke Majefteit voorgefiaagen » tot  HET POLITIEK VERTOOG. I 10 tot rrninden der vryheid van de Navigatie der l Neutraalen , op de fpoediglte wyze in den dringendften nood waar ia zig s lands comroercie bevond , tot ftand mogt worden gel bragt; en zo zy Heeren Gedeputeerden niet konden reusfeeren om de leden te detourneeren van deze zaak te doen bebandden op een " voet, waar op dezelve waarfcbynlyk geheel " om verre geftooten , ten minflen zekerly* op " i.n langen baan moest gcfchoven worden , " Waar door de Commercie by gebrek van " prompte protectie aan een voiftrekt verloop "Lu worden bloot gefield, als dan de con" clufie in dit geval wel aan te zien; maar ter " zeiver tyd in de Registers van Hun Ed. Gr. * Uo„ het advys dezer Stad woordelyk te inferêeren (*)." Dit advys te breed om h,er 'e plaatzen, zal by de posteriteit altoos dienen om de braave Regeerers dezer Stad op eene doorlugtige wyze vry te fpreeken van het jam. Ier k vS^^ wdk wyZullen Zlen datm deze zaak heeft plaats gehad (f). Dan niet tegenftaande de harcelyke en welmeenende waarfcnouwin- in het advys dezer vaderlandlievende ftad ö ver- W Zie Nederl. Jaarb. 1780. p- 824tf) Zie Nederl. Jaarb. 1780. P. 827-832H 4  120 ZESDE MISSIVE TEG EN vervat, wierd 'er evenwel beflooten, de twee°e. zanten (wier vertrek ook zeer weinig was verhaast geworden) te gelasten om de bovengemelde ver zekering der bezittingen van den Staat in Oosten IVestindien, aan het Rusftscb Hofvoer te draagen- alsmede, dat inmiddels geen oordo*. Jcbepen van dezen Staat tot geleide en befcher. ming van den koophandel beflemd, zouden uit hopen , tot dat men zeker berigt ontvangen bad dat het verbond van de gewapende onzydigheid zoude zyn geflooten en getekend (*); waar door dan ook aan den eenen kant deze zaak op eene nimmer verantwoordlyke wvze op den langen baan is gebragt geworden; en aan den anderen kant de Commercie dezer landen onder dien glimp al verder van de nodige protecüe geheel ontzet is gehieven. Lang ondertusfchen voor dat onze gezanten re Petersburg konden aankoomen, zag men daadljk reeds eene vloot der Rusfifche Kroon in Zee, ten einde de fericufe befcherming, die deze Vorflin voorhad aan de Commercie harer ingezetenen te bezorgen, met daadlyk effect te appuyeeren; welke vloot, verdeeld in 3 eskaders, te zaamen befion J uit 15 fchepen en 4 fregatten, bemand met 11350 Koppen en ,138 fiukken gefchut(f); terwyl wy (*) Z'e N. Nederl. Jaarb. 1780. p. g,. (I) Zie Ar. Nederl. Jaarb. 1780. p. £rj5'. 857. Van  HET POLITIEK VERTOOG. 121 van onzen kant verftoken bleven van de geringde protedie, niettegendaande 'er in dat jaar van 69 fchepen , 39 daadlyk in dienst gefield waren, en het leveren van den derden man in September te Amfterdam alleen reeds 1300 a 1400 matroozen aan onze marine bezorgd had (*>: welk getal by aanhoudenheid telkens zou hebben toegenoomen, naarmaate men door behoorlykebefcherming den Koophandel en Zeevaart bevorderde en meerder leven gaf. 'Er fchoot derhalven voor het handeldryvend gedeelte der Natie niets anders overig, dan zig te getroosten, bloot gefield te blyven , of aan de geweldenaryen onzer onderdrukkers , of aan eene geheele verfperring van onzen handel. Eindelyk arriveerden onze gezanten op den 30 Augustus te Petersburg, alwaar zy hunnen intrek namen op eene wyze die den ingezetenen hier te lande duidlyk voorfpelde dat deze Commisfie niet zo fpoedig zou worden verrigt als men wenschte (f). Ook was het niet voor den 9 Sept. dat onze gezanten voor de eerftemaal wegens hunnen last in onderhandeling konden treeden met den Grave van Panin, aan wien zy volgens hunne indructie terftond voorhielden, dat (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 755. (t) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 872. H 5  122 ZESDE MISSIVE TEGEN dat H. H M. tot het voorgeflagen verbond niet zouden konnen toetreeden, ten zy men aan hen de zekerftelling hunner bezittingen wilde guarandeeren (*), waarop de Graaf hen antwoordde, „ dat de guarantie , die zy vorderden klaarlyk „ in de Conventie met Denemarken was ingefloo„ ten;" van welke conventie aan onze gezanten een affchrift wierd ter hand gefield, het welk zy den 15 daaraan volgende aan H. H, M. overzonden , met byvoegmg , dat 'er geen tyd te verliezen was om tot het verbond toe te treeden, vermits 'er veele manoeuvres in het werk gefield wier den, om 'er onze Republiek geheel buiten te f uiten (f); iets waar toe de Engelfche gezant Ilarris niets verzuimde, daar hy zelf openlyk op order van zyn Hof verklaard had , „ dat „ men de Rusfifche fchepen zoude refpecteeren, „ indien men de Republiek in het verbond niet „ admitteerde (§_)." Men ziet uit het een en ander allerduidelykst, welk eene noodzaak 'er van den eenen kant was, om het aanbod der Keizerin ten al- ler- C) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1020. (t) Ibidem p. 1021. ($) Ibidem p. 1022, 1023.  HET POLITIEK VERTOOG. I»3 lerfpoedignet) aanteneemen, uit hoofde der kuiperyën van het Brittanniesch Hof; en hoe zeer van den anderen kant het bepaald voorneemen van het Britfche Minifterie was, om, door ons van dit verbond te doen uitfluiten, de wetten aan onzen Koophandel te blyven voorfchryven; ten einde zier eensdeels met de te fteelene goederen onzer ingezetenen verder te konnen verryken; als om ons, anderdeels, te beletten , ecnigen handel hoegenaamd met Vrankryk of op de West-Indien te konnen dryven. — Dc Engelfche Lords begreepen uittermaaten wel, dat dit hun voorneemen nimmer zou konnen gelukken,' indien men aan ons de gelegenheid overig liet, om ons met zo veele Moogenheden te verbinden, ter befcherming van den vryen Zeevaart der onzydige Volkeren, en dat onze Republiek langs dien weg, den uttgebreidflen wettigen handel zou konnen dryven. Het was dcrhalven voor hen van de ui. terfte aangelegenheid, om alle die middelen te beproeven en in het werk te ftellen, die ons geheel buiten dit verbond konden houden; en hiertoe waren 'er drie voorhanden , vooreerst t by het Hof van Rusland langs bedekte of openlyke wegen te weeg te brengen dat haare Majefteit ons buiten het verbond floot; ten tweeden: ai den invloed dien het Ryk van Engeland hier re lande  124 ZESDE MISSIVE TEGEN lande had in het werk te Hellen s om onze toetreeding tot dit verbond moeilyk te maaken en geheel te verhinderen; ten derden: indien men in geene van beide deze opzigten kon reusfeeren , dan door eene openlyke oorlogsverklaring deze Republiek van de rechten der onzydigheid, en dus ook van dat verbondTdaadlyk uit te fluiten.— Ik ver. beel my den fleutel kortlyk te hebben opgegeeven ^an eene meenigte van zaaken, die wy m den afloop van het jaar 1780 hebben zien gebeuren. Wat Engeland heeft konnen te weeg brengen by het Hof van Rusland, is voor ons omwonden met die duifternis, waar mede zo dikwerf de oorzaak van den val der grootfte Staatsdienaars omgeven is. Zeker is het, (en hier toe beroep ik my alleen op de openlyke en algemeen genoeg bakende handelingen van den gezant Harris), dat het Britsch Minifterie alle middelen aanfpande om Rusland te beweegen, dat dit Ryk ons Gemeenebest uit dat gevreesd verbond zou uhfluiten. Dan hier in kon men onder het eerlyk bewind van den Grave van Panin niet flaagen. Deze verklaarde in tegendeel aan onze Gezanten, dat „ zo ras H. H. M. de declaratie hunner toe„ treeding rot de gewapende onzydigheid aan de „ Oorlogende Moogenheden zouden gedaan hebï ben, onze Republiek van dien dag af aan ge- „ hou-  HET POLITIEK VERTOOG. 125 j houden zou worden in de Conventie te zyn *l " In hoe verre deze verklaaring zo. wel een uitmuntende blyk der eerlykheid van dezen Staatsminifler en van zyne genegenheid tot ons Gemeenebest, als te gelyk de oorzaak van zyn onbillyk ongeluk geweest zy, laat ik ter beoordeeling over aan die Eeuwen, die met meer vrymoedigheid de handelingen dier menfchen, die thands nog als goden der aarde geëerbiedigd worden, beoordeelen en in het helder daglicht zullen ftellen. Maar wat zal men zeggen aangaande den uitfla* van het tweede middel dat Engeland ter bereiking van zyn oogmerk ftond te beproeven? In hoe ver heeft de invloed der Britfche Hovelingen konnen gelden, om hier te lande onze toetreeding tot dit heilzaam verbond te beletten of al verder te vertraagen? Ik zal my alleen be- paaien tot het verhaal van het geen hier te lande verder gebeurd is , en het oordeel deswegens overlaaten aan eene onzydige nakoomlingfchap. Wy (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1022.  12Ó ZESDE MISSIVE TEGEJJ Wy hebben boven gezien met welk eene volvaardigheid de gezaamenlyke Bondgenooten de eerfte aanbieding der Keizerin hebben aangenoomen (*); dog na verloop van zo veele maanden, had ieder der twee partyen, die zig hoe langer hoe meer hier te lande.tegen den anderen begonden te verzetten, overvloedig tyd gehad om zig te herftellen, en die maatregelen met effecT: in het werk te ftellen , die deeze verbintenis of ten kragtigften konden appuyeeren, ofwel wederom geheel in duigen doen vallen. Wy hebben insge.' lyks gezien welke de poogingen der geene die het laatfte bedoelden, reeds vroegtydig ten dien einde geweest zyn, in het ter baan brengen van zwaarigheden, die hoewel niet toereikend in zig zeiven om onze toetreeding tot dit verbond te verhinderen, egtcr zeer gefchikt zyn geweest, gelyk wy ftraks gelegenheid zullen hebben aan te merken, om het Britfche Minifterie met het gelukkigst gevolg in de hand te werken. Laaten wy thands zien hoe de gantfche zaak zig verder heeft toegedraagen. Niets indedaad was billyker op ^ig zei ven, dan de verwagting dat onze Republiek dit verbond, (*;_Zie boven bL 113, 114.  HET POLITIEK VERTOOG. 1*7 bond, was het dan niet met denzelven iever, ten minften mee dezelve eenftemmigheid daadlyk toe ftand zou doen koomen, waar mede de gezamenlyke Bondgenooten de aanbieding van hetzelve in den beginne hadden aangenoomen, te meer daar reeds twee Noordfche Moven haar hier in waren voorgegaan. Onze Gezanten te Petersburg drongen hier cp ook ten fterkften aan, en de ganfche natie begeerde het eenftemmig. Men wierd derhalven genoodzaakt eindelyk tot een befluit te koomen, s en de deliberatien, die hier over nu reeds geduurende byna zes maanden (*) gehouden waren, ten einde te brengen. Holland befloot ten langen laatften de eerfte te zyn , om op denzelven voet als Zweeden en Denemarken tot het verbond toe te treeden (t); dog de Ridderfchap opperde op nieuw eene reeks van zwaarigheden , alle gefchikt, wel niet om de fluiting van die Verbond regclregt te beletten en te keer te gaan, maar om dezelve te verhinderen en al verder op den langen baan te houden (§). De meerderheid befloot egter op den 10 Oétober tot eene (*) Van April tot Oftober. (|. Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1023. ij," Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1024» I025-  128 ZESDE MISSIVE TEGEN eene voJIeedige toetreeding; mec welke de Staaren van Vriesland zig 0ok terftond vereen " en (p Di 0veryffeJ befloote/;-J ^Odobennsgelyks^ehoon meer huiverig t0 de aanneeming (f); dog de ^ J> erland,dle zig by het openen van het ontwe P der gewapende onzydigheid, mec zo veeJ * genoegen en nadruk omtrend hetzelve verklaard hadden konden thands niet beteen om het- , f"1** t£ °mhe,Zen > te« ^ -en e ne «Kdruklyke guarantie van haare Rus-Keizer" M-Jlbit kon erlangen, voor de zekerheid L nlle onze buuenlandfche bezittingen, het welk 2 °°l,nf V°,ge Van hunn^ Refolutie van den 27 Odlober ter vergad 3 «enlyke Bondgenooten deeden verklaaren^. Zee. C) Zie N. Nederl. Jaarb. I?8o de WOorden va» Edelen Baron R. J vén ZT yk onwemge, en voor, onregelmatige RefoJoi ' Idemoene neemen een gedeehe van dezelve tic « fcWven. De Baron drukt zig dus uit: Ik ° £ ï;;?>E-M-»«"»' *» - 2 2 ^e u my len hooëflen bedmkg^ £ komt}  HET POLITIEK VERTOOG. 129 Zeeland declineerde insgelyks de toetreeding tot het verbond, en dagt het tydiger te zyn , om met komt; te meer daar ik niet kan begrypen,welke redenen U. Ed. Mog, konnen weerhouden , om niet in dezen met de Provincie van Holland te coöpereeren. Het verwondert my niet weinig dat men thands daar in zo vee.'e zwaarigbeden vindt, daar men zig wel zal willen herinneren de vreugde, welke men op de jongst afgelopene Landlyke vergadering betoonde, toen die grootmoedige Catharina de U. dezen Staat uitnoodigde, om zulk een heilzaam oogmerk te helpen bevorderen. Men merkte toen te recht aan, dat het der Voorzienigheid behaagde, door deze onverwagte aanbieding, deze Republiek als uit een allerdreigendst gevaar te redden, En thands zal deze Provincie kunnen goedvinden, zig dit heilzaam oogmerk te onttrekken, even ah of wy het imminente gevaar te boven waren. De Natie zal verbaast ftaan over dit be/luit, en men geeft in de daad aan dezelve redenen om te foupsgonneeren, dat hier iets anders agter fchuile; daar het zeker is, dat die Natie zig quafi met deze Jyn gefponnene politique, en 't zy met eerbied gezegd, met de drogredenen in het rapport vervat, niet zal te vreeden /lellen , en geen genoegen neemen , om ons een pas te zien doen, die op den duur niet dan ten hoogften nadeelig zyn kan. Daar het ondertmfeben buiten twyffel is, dat die Natie recht beeft, ons doen en laaten te beoordeelen I Het is bet Volk, E. M. Heeren ! dat bevoegd is te vraagen : wat weerhoudt dit gewest, om zig niet te voegen met het heilz iam en zo noodig bef uit der Heeren Staaten van Holland,als bet eenigjle middel zynI dt  13° ZESDE MISSIVE TEGEN met het hof van Londen te concerteeren over de wyze, waarop in de tocnmaalige omftandighe- den de om onzen ftaat en hyna vervallene zeevaart en handel voor verderen ondergang te behoeden ? Het pretext door U Edel Mog. geopperd, zal nimmer voldoen; te willen dat de gewapende Neutraliteit onze posfeilien in de vier waerelddeelen zou guar andeer en is barsfenfobimmig; en om zulks a; zonder lyk te eisfehen onnoodig, daar ons ten dezen opzigte door bet Rusfifche Miniflerie zulke voldoende aff-rtien gedaan worden. Derbalven E. M, Heeren! welk eene fnrprife zal zulk een befluit eener landprovincie niet veroorzaaken ? boven en beha'ven dat het zelve zeer vernederend is voor die uitmuntende Vrouw, aan wien het gebeele menschdom zulk eene beilzaame febikking te danken beeft. Daar en bonen voorzie ik, dat ingevallc U Edel Mog. be/luit by de Dondgenooten most doorgaan, dat God verhoede! deze Republiek de gronden van baaven welvaart zal zien verkoren gaan. Wat verder gaat de Baron dus voort: Hier by een oogenblik /lil ftaandc, zal men haast niet durven gelooven, dat men evenwel uit toegevenheid voor Engeland, kan difficultteren, om in deze zo nnodige mefures deel te neemin. U Edele Mogende zyn bewust, tvel&e avantages onze zo ver gepoufeerde en voor dezen Staat zo rui'r.eitl'e coiulescendanees voor Engeland, te weege brtngtn. Hier door wordt deze Republiek op het bootten l{!e beledigd; bier door zyn wy zo laag gezonken; en dit al. les hebben wy ons zelvtn te zvyten! Evenwel zo bet maar ernst is, zyn wy nog in ftaat om o::s ie redden; zelfs m onsen moed te koelen, by aldien Engeland kan goed. vin-  HET POLITIEK VERTOOG. 131 den de Commercie zou gedreeven worden, ett welke goederen,men voiftrekt als Contrabande zou moeten aanmerken (*). Groningen befloot den 3 November de gewapende Onzydigheid aan te neemen, alleen in het fecreet befogne in bedenking gevende, of men na de accesfie, niet zo veel mooglyk de beste middelen in het werk zou behooren te ftellen, om de benoodigde fecuriteit voor onze buitenlandfche bezittingen Van het Rusfiesch Hof te erlangen, ingevalle ons een oorlog mogt worden aangedaan (f> De Staaten ' van Utrecht, eindelyk waren met Gelderland en Zeeland geheel tegen de accesfie, indien men geene gerustltelling in dit opzigt van Rusland kon erlangen, gelyk te zien is uit hunne breedvoerige Refolutie, van den 8 November ($). Zo- vinien onze posfes/Ien aan te randen; dog dat kan niet gefchieden en wy konnen ons niet - bevyligen dan door daadetyk eene gewapende Neutraliteit te helpen uitwerken. Geene Moogenheid dan deze is meerder daar by geintresfeerd, en dan kan onzen vervallenen handel en zeevaart herfteld worden, ja dan is ons gemeenebest op '/ oogenblik in /laat deszelfs aanzien weder om te doen herleven, &C. Zie N. Nederl. Jaarb. 1780, p. 1034 — 1037,. (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1037 104.1. (t) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1041-1044. (S; Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1044105* I 2  I32 ZESDE MISSIVE TEGEN Zodaanig eene verdeeldheid was derhalven het gevolg van het opperen dier ontydig uitgedagte zwaarigheden, die reen de Bondgenooten had weeten onder 't oog te brengen, om de Republiek te beletten aan haren koophandel eene alIervyügfle befcherming te bezorgen; eene beveiliging die, vooral indien wy intusfchen waren voortgegaan onze zeemagt verder te herftellen, dit land geduurende dezen oorlog genoegzaam . wederom in zynen ouden bloei zou hebben konnen herfteilen; daar men in tegendeel van den anderen kant door de ervaring duidlyk genoeg verzekerd kon zyn, dat zig tegen Engeland niet te willen verdeedigen, maar de laagtte infehikJykheid voor dit ryk te gebruiken , alleen het gefchikte middel voor die plunderaars zou zyn, om 's lands Ingezetenen met des te meerder ftoutheid te berooven. Dit laatfte ondertusfehen had GrootBrittannien en deszelfs vrienden liefst gezien, dewyl men ons als dan, dat is langs den weg van minnelyk verdrag, eerst de wetten in onzen koop. handel zou hebben voorgefebreeven, en vervolgens nog daarenboven onder deze of geene voorwendzels zyn voortgegaan als naar gewoonte,om de meeste onzer koopvaardyfehepen voor goeden prys te verklaaren. Dan zulks had men hier te lande egter niet konnen te weeg brengen, dewyl 'er  HET POLITIEK VERTOOG. 3 33 .er ongelukkig ééne Provincie was, die de meerderheid uitmaakte welke daadlyk op den 20 November de toetreeding dezer Republiek tot het verbond der gewapende Onzydigheid vastftelde, en te gelyk befloot hier van terftond aan de hoven , der drie oorlogende Moogenheden, kennis te geeven (*)• Dan, offchoon het dus bleek dat men van den eenen kant in 'Rusland niet had' konnen reusfeeren , om ons buiten dit verbond te fluiten, en van den anderen kant ook hier te lande niet had konnen beletten dat de Republiek by meerderheid tot hetzelve was toegetreeden, zo was het egter den begunftigers van het Britfche Minifterie ge^ lukt in zo verre te flaagen, dat deze zaak zo lang was opgehouden als noodig was om aan Engeland overvloedigen tyd te bezorgen, ten einde zig in ftaat te ftellen, om het derde middel te konnen aanwenden, dat ons met het zekerst gevolg buiten dit verbond zou konnen fluiten; dat is, om ons door eene alleronregtvaardigfle oorlogsverklaaring van alle de rechten der onzydigheid openlyk te doen vervallen. Zeker is het dat Engeland, toen ons het eerfte aan- (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. p. 1051-1057. I 3  J34 ZESDE MISSIVE TEGEN aanbod van ditgewenscht verbond gedaan wierd, «* «utt» ftaat bevond om met fueees ons den oorlog te konnen aandoen; haare magt was te zeer verdeeld, en zy mogt te dier tyd met reden verwagten, dat terwyl zy fteeds voortging om haare Marine te vergrooten, en onzen koop handel te ftremmen, dat wy van onzen kant ook met zouden nalaaten, het herftel onzer Marine met allen iever te behartigen. Dan hunne vrienden hadden hen thands ten onzen opzigte eenen tyd van ruim zeven maanden weeten te bezorgen om een genoegzaam getal fchepen in gereedheid te konnen brengen, die men terftond'tegen ons zou konnen gebruiken, ingevalle wy daadlyk tot het verbond der gewapende Onzydigheid mogten toetreeden. Van den anderen kant was onze Manne gelyk wy boven gezien hebben, wel verre van met allen iever te zyn voortgezer, te dier tyd nog zeer wynig gevorderd, en de party der Engelsgezinden, die zo wel had weeten te reusfeeren, om de zaak der gewapende Onzydigheid zo lang op te houden, kon aan Engeland ook hgt verzekering geeven, dat men onze fcheepen op dezelve wyze zeer gemaklyk zo zou weeten op te houden, te verdeden, door tegenwinden te doen blyven liggen &c. dat zy juist geene groote zee-  ET POLITIEK VERTOOG. 135 zeemagt zou benoodigd zyn om eenen oorlog tegen ons uk te houden, die alleen flegts dienen moest om ons buiten dit verbond te houden. Het een en ander is ook volmaakt, door eene fmtrtlyke en den Vaderlander grievende uitkomst ten vollen beantwoord geworden. Het geen Engeland in de maand April 1780 moeilyk geweest zou zyn, was haar thands (November) zeer gemaklyk geworden. Te dier tyd zig te zwak gevoelende, vreesde zy om ons den oorlog aan te doen, zo dat zy toen alleen door haaren invloed moest zoeken te weeg te brengen dat wy buiten dit verbond geflooten wierden; dog thands waren kuiperyen min noodig geworden, daar zy nu door haare fuperioriteit in ftaat was, ons openlyk van hetzelve te verfieeken. Een pretext dog voor dien oorlog was ligt te vinden, al zou het een niets beduidend plan, ja desnoods een nieuwspapier , waar in men zig door den drukker belee- digd had gevonden, geweest zyn. Ünder- tusfchen was het declaratoir onzer accesfie. op het einde van November, gelyk naar Madrid en Verfaill.es, zo ook naar Londen afgevaardigd. Dog dit laatstgenoemde hof by tyds reeds onderrigt zynde van den toedragt der zaaken hier te lande, weigerde de Memorie van onzen Gezant den Grave van Weideren, welke deze declaratie I 4 in-  I3<5 ZESDE MISSIVE TEGEN inhield, aan te neemen ; en toefde niet lang, ingevolge haare nu genoomene maatregelen, om den Britfchen Minifter uit den Haag te rug re roepen en aan de Republiek der'Zeven Vereenigde Ne!' derlanden openlyk den oorlog aan te kondigenwaar door het getal der belligcreerende Moogen'heden wederom met één vergroot wierd, en wy van zelve ophielden in het geval te zyn om de rechten der onzydigheid te konnen reclameeren ; waar door dan ook onze accesfie tot het verbond der gewapende Neutraliteit voor ons van geen het minde gevolg heeft konnen wezen. Zie daar den afloop eener zaak, waaraan wy niet dan met gevoelige fmert herdenken konnen daar zy eene alleronverfchoonlykfte verwaarloo' zïng met zig heeft gevoerd, van één dier middelen, die ons in den beginne der tegenwoordige onlusten volkoomen in de mooglykheid fielden, om ons, indien eene heillooze Cabaale zulks niet verhinderd had, tegen Groot Brittannien op die wyze te hebben konnen gedraagen,dat die trouwlooze en trotfche Bondgenoot 'er nimmer aan zou hebben durven denken om ons, of de wetten voor te fchryven in de maatregelen die wy verkiezen zouden te neemen; of om onzen fcheepvaart naar zyne gewoonte te ftremmen, of eindelyk om ons  HET POLITIEK VERTOOG. 137 om ons eenigen oorlog hoe genaamd aan te doen (*). Ik bcfluit uit alles wat ik tot hier toe gezegd heb, dat het ten vollen blykt, hoe zeer 'er overvloedige gelegenheid in het begin van dezen oorlog geweest is, om ons zei ven door het Ryk van Groot Brittannien te hebben konnen doen eerbiedigen ; zo dat het 'er zeer ver van daan is, dat ons onvermoogen voiftrekt van ons eischte om die Kroon te ontzien, en dezelve geen den minminften aanftoot te geeven, voorat om ons niet met de Noord Americaanen in te haten, voor dat hunne onafhanglykheid openlyk door de Brit- (*) Ik zou hier moeten overgaan tot het verhandelen eener derde zaak door my boven (op bl. 87) opgegeeven , en derhalven de middelen aantoonen , die Neêrlands vryen ftaat voor eeuwig van het Britfche juk bevryden konnen. Dan het is my niet moogiyk in een zo kort beftek,a!s den aart van dit werk uiy flegts to.laac, alles wat men by iedere gelegenheid gaarne zou zien aangeroerd, met de vereisclite naaukeurigheid te behandelen. Dat men flegts aantoone op welke eene wyze de Zeemagt dezer landen op eenen vasten en aanzienlyken voet kan gebragt worden; en hoe men best den invloed van Groot Brittannien in onze Volks, vergaderingen en op byzondere Perfoonenkan vernietigen, en men zal te gelyk genoegzaam dat geen hebben bewee. z^n, wat ik my had voorgenoomen te doen. I 5  I38 ZESDE MISSIVE TEGE.M Eritfche Kroon zou erkend geworden zyn. In tegendeel, gelyk ik boven heb aangetoond dat ons belang van ons vorderde om by tyds bedagt te zyn op het deelgenootschap aan den vryen handel die eerstdaags op dat nieuws waerelddeel ftond geopend te worden, even zo waren wy ook in ftaat, in dien men niet moedwillig de beste raiddelen hier toe had verzuimd, hetzelve, trots alle de poogingen van het verraaderlyk Engeland, aan onze Ingezeetenen daadlyk te bezorgen. Wat doet het derbalven uit, Myn Meer! dat gy om^de ftad van Amfterdam te befchuldigen, en de oorzaak van den tegenwoordigen oorlog alleen op haaren hals te fchuiven, ons met zo veel nadruk hebt zoeken te verzekeren, dat het niemand, die eenig belang had by de vriendfchap van Engeland, kek om de Americaanen te bet pen of zig haare zaak aan te trekken (J*)? x Gy hebt met deze woorden willen zeggen : „ Onze Republiek heeft belang by de vriend„ fchap van Engeland; en dus mogt niemand „ zig met de Americaanfche zaaken inlaaten, „ voor dat dit Ryk zulks zou gelieven toe te „ ftaan;" en het gevolg dat wy hier uit trekken moesten, is: „ maar Amfteidam heefr zulks ge- j, daan, O Zie beven p. 74,  HET POLITIEK VERÏQ.OG. X29 9, daan, en heeft dus hier door tegen het belang „ der Republiek gezondigd; ergo moeten haare „ Regeerers en Ministers volkoomen ftraffchul„ dig verklaard worden." Dan uit het een en ander dat gezegd is, blykt ten overvloede, O dat onze Republiek geen belang hoe genaamd heeft by de vriendfchap van Engeland. 2) Dat ons belang van ons vorder, de vroegtydig bedagt te zyn op eene verbintenis met de Noord Americaanfche Coloniën; 3) dat wy hiér in hadden konnen handelen naar eisch der tydsomftandigheden, zonder ons door eenige vrees voor de Britfche ongenade te hebben behoeven te laaten affchrikken. Alles wat gy derhalven hebt aangevoerd om de onzekerheid des uitjlags van den oorlog tusfchen Groot Brittannien en de Noord Americaanen aan te toonen, en het gevaar aan te wyzen het welk 'er in ftak om zig vioegtydig met dezelve in te laaten, is geheel te vergeefs by gebragt en doet niets ter zaak, al was het zelf waar dat Amfterdam zig op eene onbehoorlyke wyze met de N. A. Colonien had ingelaaten, en dat men hier in alleen de reden te zoeken had, waarom Engeland ons den Oorlog heeft aangedaan; dewyl onze Republiek zeer wel te dier tyd in ftaat is geweest om dat geen wat haar belang van haar vorderde op de kragtigfte wy-  140 ZESDE MISSIVE TEGEN wyze te onderfletmen en te verdeedigen. Hier mede vervalt dus ook alles, wat ik boven onder § II uit uw gefcbrift heb opgegeeven. Eer ik egter van deze zaak afitappe, kan ik my met weerhouden nogmaals uw flegf en bedrieglyk karakter duidlyk aan den dag te leggen; en dat wel met betrekking tot uwe opgave van het gebeurde met het verbond der gewapende onzydig-' beid. Immers in plaatfe dat gy deze zaak duidlyk aan den dag gelegd en naar waarheid aangetoond zoudt hebben, dat hetjammeriyk verzuim van dezen Staat om niet ten allerfpoedigften tot dezelve toe te treeden, de eenige oorzaak is geweest, die aan Grootbrittannien de gelegenheid heeft overgelaaten om ons dezen oorlog aan te doen, gaat gy genoegzaam deze ganfche zaak met een diep ftilzwygen voorby , daar gy alleen op bl. 56 en 57 van uw vertoog deze gewigtige gebeurenis flegts even en als ter loops aanroert, in dier voege als of deze ganfche zaak zelf geen be» trekking had tot den tegenwoordigen oorlog, en op zyn best zou hebben konnen dienen, om eenig prefent voordeel (gelyk gy u uitdrukt/te onzel Staat te bezorgen, op welk gezegde gy nog daar en boven de verregaande onbefchaamdheid hebt om deze woorden te laaten volgen: „ en „ de tyd zal moeten leeren, of deze nieuwe ver- bin-  HET POLITIEK VERTOOG. I4I „ bintenisfen op den duur zullen konnen opwe„ gen tegen de voordeden, die wy zo langen tyd uit de Tractaaten met Engeland genooten „ hebben, vooral tegen het voorrecht van vry „ fchip vry goed, waar by tot hier toe te recht „ geoordeeld plag te worden, dat de Commercie '„ van onze Republiek ftaan of vallen moest (*) " Deze gezegden toonen wederom ten duidlykften aan, dat de doorluchtige Politieke Penman die dezelve geboekt heeft aan drie zaaken onderheevig fchynt, dat is i), aan eene diepe onkunde in de gefchiedenisfen van ons Vaderland; 2), aan eene volftrekte onweetenheid van alles wat 'er zins het begin van dezen oorlog is voorgevallen; en voornaamenlyk 3), aan eene bepaalde en gezworene kwaadwilligheid, om mei een ongerimpeld aangezigt dat alles aan ons diets te maaken, wat juist zins twee honderd jaaren door reden en ondervinding aan ons flandvastig anders is geleerd geworden. Men zal my ligtlyk vergeeven, dat ik de aantooning van zaaken die zo tastbaar'zeker zyn, opzetlyk ben voorbygegaan, en alleen in eenige ondei gevoegde aantekeningen dat geen heb aangevoerd, wat noodig was om u flegc ka- (*) Politiek Vertoog p. Sf', 57- 0" 2°. P- 1=8. l ip.  M* ZESDE MISSIVE TEGEN karakter al verder te ontdekken, en de verwytingen d,e ik u telkens deswegens moet doen ten hoogften te billyken (*). Ik O) Foor eerst zegt de Politiek Vertoogfchryver, dat de tyd zal moeten leeren of deze nieuw alliantie f de gewapende Neutraliteit naamlyk) op den duur zal konnen oplegen tegen de voordeelen &c Oppervlakkig fchynt d,t gezegde eenen glitDp van waarheid t£ behe,zen f maar vergeleeken met den tyd, waar in de &h J te boeit zettede, is hetzelve niets anders dan een tergend en boonend farcmmui. Immers vvannecr fclireef J^ dneger die woorden? Juist op het ynefnoorfe Cabaaie hier te lande bad konne„ te wee' brengen, dat de verbintenis der gewapende Neutralij reeds voor ons van geen het mtofle effect was geworden dat «, ter tyd dat het Britfche Minifterie reeds een mani' f«t van oorlog tegen ons had uitgegeeven. Is het derhal. ven niet de beleedigendfte taal, die men tegen onz8 goe. de landgenocten en aanzienlyke voiksvcrtege.nvooordigers te d.er tyd heeft konnen voeren. te zeggen. „ Gy ,,e. „ den zyt m, toe getreeden tot een verbond van gewape,, „ de onzyd.ghe.di maar zie eens of die verbond u op den „ duur de voordeelen „, konnen vergdden P „b.cr toe genooten hebt uit de Tiactaafen van , Brr.tann.enr' tcrwyl men onze toetreeding tot he.4 ve zo lang had weeten op te houden, tot dat ^ iUt was ons den oorlog »n «e dpen, e„ ons £ weg u.tden rang re ftooren dier Moogenheden, LfcZ welke du vnbond P,aats kori hebben. Het l^lTöe daad  HET POLITIEK VEKTOOG. 143 Ik ga over III. Om die bladzyden te onderzoeken, op welke daad zeer fchoon, wanneer de grondflag van een verbond omvergerukt is, als dan te eisfchen dat men de voordeedeelen die hetzelve zal aanbrengen Qia dat hetzelve op houdt te beft aan) zal vergelyken met dij welke andere verbonden veronderlteld worden te hebben aangebragr! . Eene dergelyke redeneering als deze, is alleen toereikend om ons duidlyk te doen zien, met hoe veel kwaade trouw het gemoed des Schry vers van het Politiek Vertoog by aanhoudenheid is bezield geworden. Maar ten tweeden zegt hy, „ dat wy de voordeelen de,, zer verbintenis moeten vergelyken met die, welke wy ALTOOS UIT DE TlUCTAATEN met engeland gemooten „ hebben!'' Men bezefc naanlyks hoe iemand tot die trap en maate van onbefehaamdheid met eenige mooglykheid kan opklimmen. Te regt mogt hy de voordeelen onzer verbintenisfen met Engeland in vergelyking gebragt hebben met die, welke de verbonden met eene Natie van Zeeroovers, die alleen op diefftal en nimmer op trouw of eer bedagt zyn, konnen aanbrengen"; maar dezelve te vergelyken met die van een verbond het welk onzen ganfehen koophandel in veiligheid en zekerheid geftelJ zou hebben, is iets zo onbeflaanbaar, dat men hetzelve van niemand dan van eenen Politiek Vercoogfchryver kan verwag en, De ervaaring heeft ons geleerd welke bykans oofchatbaare nadeel en en fchaden ons gemeenebest geleeden heeft by alle de gemaakte Tractaaten met de Britfche Kroon, niet uit hoofde van den letter derzeive, maar door de verdraai- j'i'ig  7 44 ZESDE MISSIVE TEGEN ** gy eene meenigte dingen hebt zaamgeraapt, die in het vervolg zullen moeten dienen, om del on- jing en willekeurige uitlegging die dit meineedig Ryk nanr gelang van deizelfc voordeel aan dezelve goed vond te geeven; zo, dat onze Republiek zederd de tyden van Eli faberh, volgens eene zeer maatje bereekening, zig (buiten de fchade van den tegenwoordige,, oorlog) een verlies heeft moeten getroosten van meer dan zeventien honderd v.er en zestig Millioenen Guldens (ƒ,764000000 ) gelyk my gebleeken is uit verfcheidene historifche doèumenten en geverifieerde bewyzen. Men legge derhalve» alle de Tractaaten met Engeland in de weegfchaal tegen een verbond, dat alken moest dienen om ons teg.>n de vexatien van dat Ryk te befehermen en hetzelve de be. ftaande verbonden te doen eerbiedigen ; en men oordee'a als dan, hoe welgeraarad en tydig de Politiek Vertoogiehryver deze twee zaaken met den anderen wil vergelee ken hebben. Ik denk dat hy eerlang ook wel van ons zal vorderen, dat wy de voordeelen der dolheid zullen opweegen tegen die, die het gebruik eener gezonde reden aan het menschdom aanbrengt. Ten derden voegt hy er by,dat wy V00RAL zulkn ,Hog. ten zien of de voordeelen van dit verbond van gewapende onzydigheid zullen konnen opwegen tegen het voorrecht van vry Schip vry goed. ~ Het is bvkans niet moog. lyk dat .emand met gezonde bersfenen zulk eene onver, daanbaare wartaal kan gefchreeven hebben. Vooraf is het gelyk een ieder weet, eene zeer bekende onwaarheid,dat Engeland ons dit voorrecht, oflcboon by de Tractaaten zo duid*  HEt POLITIEK VERTOOG. '45 ■onregtvaardigen oorlog, dien Engeland ons (Iond aan te doen te verdeedigen, en de fchuld van den- duidlyk vastgefteld, immer heeft laaten genieten; waaromtrend het geheel onnoodig is eenige bewyzen by te brengen, dewyl zo wel de voorgaande als tegenwoordige oorlog die dit Ryk tegen Vrankryk gevoerd heeft en die nog versch in geheugen liggen, dit ten overvloede hebben aangetoond. Maar ten anderen was het verbond der gewapende onzydigheid juist ingerigt, en aangegaan, met oogmerk, om dit voorrecht van vry fchip vry goed, aan alle de Neutraale Moogenheden te verzekeren; en om Groot Brittannien te noodzaaken het zelve aan alle deze Bondgenooten volkoomen en ongeftoord te laaten genieten. Indien wy derhalven in aanmerking neemen dat die voorrecht, offchoon duidlyk bepaald by de Tractaaten met Engeland aangegaan, echter telkens door dit Ryk aan ons is ontzegd; en dat van den anderen kant het verbond der gewapende onzydigheid alleen moest dienen om ons in het genot van hetzelve door de wapenen te befchermen, zo blykt het dat de fchrandere redeneering van den Heer Politiekverfchryver eigenlyk hier op uitkoomt: „ men zal , moeten zien of het voordeel van een verbond dat het „ voorrecht van vry fchip vry goed daadlyk door de be„ fcherming der wapenen aan ons zal verzekeren, zal „ konnen opweegen tegen het voordeel van een Tractaat, „ waar in dit voorrecht wel aan ons wordt toegezegd, „ maar het welk egter nimmer ten onzen opzigte is naar„ gekoomen nog vervuld geworden." Het is derhalven zo veel als of hy ons had willen leeren, dat niettegenflaar»K «te  146 ZESDE MISSIVE TEGEN denzelven te werpen, gedeeltelyk op de Kooplie. den in het gemeen, dog vooral op de ftad van Amfterdam in het by ion der. En de onze Republiek het gezegde voorrecht neoit ten opzigte van Engeland met de daad heeft moogen genieten, het egter nog geene uitgemaakte zaak was, ofhetopden duur niet veel voordeeliger voor haar bevonden zou worden, zig te vreede te houden met den blooten letter van papie-' re Tractaaten, die nooit worden naargekoomen, dan zig te begeeven in een verbond het welk de voordeelen, die anders uit zodaanig een Tractaat voortvloeijen, daa'dlyk door de wapenen aan haar zou bezorgen, en op de veilig. fte wyze voor altoos verzekeren. _ 0 iepidum Caput! In de laatfte plaats merk ik over het geheel dit aan, dat wel verre 'er van daan dat het plan door de Keizerin'van Rusland geraamd ter beveiliging van den Scheepvaart der onzydige Moogenheden, ons op'den duur mindere voordeelen zou bezorgen, dan onze Tractaaten met Engeland en het voorrecht van vry fchip vry goed; het jujst alleen een dergeiyk verbond is, het welk ons voor altoos alle die voordeelen kan en moet bezorgen, die het natuur en volkenrecht aan eene onzydige Moogenheid vergunnen, en die door Groot Brit.annien geduurig aan ons zyn ontzegd geworden. Voornaamlyk is hetzelve ingerigt en uit deszelfs natuur gefcbikt, cm den regel van vry fchip vry goed door alle Moogenheden, die den oorlog tegen elkanderen voeren, te doen in acht neemen en eerbiedigen. In een woord het verbond der gewapen.ie onzydigheid ver-  HET POLITIEK VERTOOG. H7 En hier toe behoort Foor eerst; uw verhaal van den oorfprong des tegenwoordigen oorlogs tusfchen de Kroon van Vrankryk en het Ryk van Groot Brittannien. Deze hebt gy al mede in het haatlykst licht dat u mooglyk was zoeken voor te draagen; en wel zo dat men 'er uit beiluiten moet, dat geenzins de Noord- verzegelt, geduurende iedereu oorlog, aan alle deszelfs deelgenooten de uuftekendfte voorregten, die men immer by eenige Tractaaten met betrekking tot het dryven van den wettigen koophandel heeft konnen bedingen, en die dikwerf niet anders dan door eene gedugte zeemagt hebben konnen verdeedigd worden; daar 'er in tegendeel volgens dit fchoon ontwerp, voor iedere Moogenheid die hetzelve omhelst, flegts eene geringe marine noodig is, waar door niet alleen onnoemlyke kosten konnen worden gefpaard, maar ook de iiurigues en cabaalmaakeryen van zommigen in landen gelyk aan ons gemeenebsst, geheel te leur gefield worden. Het is derhalven te wenfchan dat na het eindigen van dezen oorlog, de Vaderen van on» Vaderland hunne toetreeding tot dit verbond zulleu vernieuwen , en hetzelve met vooruitgezigt op de toekoomftigheid en het belang der nakoomlingfchap ten fterkften onderfteunen; daar'er niets gefchikter is om den invloed van,Groot Brittannien hier tè lande te fnuiken, en aan de goede Ingezetenen eenen vasten en onverwinlyken voormuur te bezorgen in alle de oorlogen, die dit afgunflig en heerschzugtig Ryk goed zou moogen vinden in het vervolg van tyd tegen diszelfs nabuuren te voeren. K a  148 zesde missive tegen Noord Amerkaanrcbe Colomen hunnen twist met het Moederland zo ver gepousfeerd hebben, maar dat het alleen de Franfcbe Kroon is geweest, die door haare intrigues en natuurlyken haat tegen Engeland deze volkeren heeft opo-e. ftookt in hunne verbittering tegen dit Ryk, met oogmerk om de Britfche Kroon languien weg uit te putten en te vernederen. En dit gansch narré moet dienen om naderhand met des te meer fucces te doen gevoelen, hoe verfoeilyk het gedrag is geweest der Stad van Amsterdam, door zig fteeds op de zyde van dit Ryk te houden, en hier door heimlyk eenen verderflyken oorlof te begunftigen tegen onzen geliefden Bond- en Geloofsgenoot, George den III. Het zou weinig tot myn oogmerk dienen hier m eene breedvoerige verdeediging te treeden van het flaatkundig gedrag van den grooten Lodewyk de XVI en zyne doorfchrandere Staatsdienaars. Ik zal hier derhalven alleen overneemen de woorden van Linguet, die met betrekking tot deze zaak genoegzaam alles in zig bevatten, wat men nood.g heeft hier omtrend te zeggen. Hy fchreef de^eip het begin desjaarsi778,enzvJu, Le MiniflereFrangois a laifjè aux Anglois „ deux ans entiers pour negocier avec les Ame- rt-  HET POLITIEK VERTOOG. 14? k ricains amiablement, & deux autres annèes „ pour les terrasfer par la forc. Mats dans a, eet iniervalle la bienfèance, & même Veqmtè „ la plus rigoureufe nobligeantpaslesetrangers a s"mterdire toute efpece de commerce avecdes „ enfans, fous pretexte quils font brouillés avec „ leurpere, la France afourni aux Infurgens les denrées, que les Anglois leur rcfufoient; elle a re„ cu d'eux dïrectement celles qui ne pouvoient plus „ lui venir par Ventremife de VAngleterre: ceft „ le droit des Gens. Elle y a gagnè. Se fe„ roit de fa part une puerilitè abfurde d'avoir „ negligé ce benefice, que d''autres nations, les „ Anglois eux mimes auroient fait, en fe cou„ vrant peut • être de fon pavillon." „ Ouand enfin par la longueur de la guerre, „ par laprife du General Burgoyne & de fon armée, par la réunion de tous les Efprits au „ parti du Congrès, par la fage conduite & „ Vaugmentation des forces du General IVashing„ ton, il naplus été permis de douter que V A„ merique ne fut irrémisfiblement perdue pour „ VAngleterre, & qu'elle ne fut prés de former „ une puisfance dont l'amitie feroit auffiutile que „ la haine en pourrait devenir redoutable, le „ Cabinet de Verfailles seft piimis a ce que la ,, dejlinée pronongoit fur le fort refpectifdes deux K 3 ƒ>.'«-  i5o ZESDE MISSIVE TEGEN „ peuples. 11 a ouvert les bras aux Infurgens; » Ha contracté avec eux une alliance qui n'eft' „ ni injurieufe, niexclufive, même pour leurs „ anciens maitres; il reconnoit en eux une Ju. * m le ciel a deja ratifiée par des „ victoires: pouvoit. il faire autrement, &>, je „ le répete,n'at il pas remplis fcrupuleufement ?, fes devoirsV „ MaintenantV Angleterre honteufe de fes inu „ prudences, outrée de fa perte, furieufe du „ triomphe que la fagesfe & r bonnet et éprocu„ rent a des rivaux qui ne font pas obligès de la „ plaindre yfnais qui sy abfiiennent de finfulter, „ lesappelle au jagement du canon: elle les pro„ voque: elles lat defie: elle leur porte les pre- „ miers coups: que faut il faire ? les lui ren. „ dre Ji Pon peut (*), Ik (*) Men zie zyne Annaks PolitiquesT. IV.p. 101-103. (edition de M. Gosfe da la Ha'ye). Hoe zeer de Heer Politiële Vertoogfchryver dezen Schryver ook met den dubbelzinnige!) naam van „den berugten Linguet " gelieft te beftempelen (P. V. p. 48, noot (0),en hoe weinig hy ook van den anderen kanteen begunltiger der natuurlyke Voikswetten kan genoemd worden, zo kan ik my egter niet weerhouden deze en geene pasfages uit zyne Jaarboeken aan te haaien, te meer dewyl een begunrtiger der Xlleenheerfching by den Politiek Vertoogfchryver, visa-vis van my, een man van oordeelkunde, en. veel ge. Joofwsardigheid moet zyn.  HET POLITIEK VERTOOG. I5l Ik zal by deze gezegden flegts twee algemeene aanmerkingen voegen,die een verlicht lezer gaarne zal willen toeftemmen. De eerfte is; dat men dezen laatften oorlog tusfchen Vrankryk en Grootbrittannien billyk kan" aanmerken, als eene zeer tydige wederwraak van den zevenjaarigen oorlog, dien het eerstgenoemde Ryk heeft moeten voeren tegen het laatstgenoemde; weshalven men dien tegenwoordigen twist zeer natuurlyk kan befchouwen als eene voortzetting van den voorigen die voorheen tot zulk eene uitneemende fchade voor de franfche Kroon is beflischt geworden. De De tweede is dat de ftaatkunde van Euro¬ pa en het onderfcheiden belang der volkeren, de flap waar toe Vrankryk kwam, om naamlyk de Moord Americaanen te onderfteunen, genoegzaam regtvaardigt, dewyl het voor dit Ryk de gefchikfte gelegenheid was, om langs dien weg deszelfs ftaatkundigen vyand, het grootmoedige Brittannien, zeer aanmerklyk te vernederen. Daar het nu eene waarheid is, die door de daaglykfe ervaaring geleerd en door de gefchiedenisfen van twee eeuwen geftaafd wordt, dat dezelve trotsheid, met welke Engeland het Huis van Bourbon behandelt, ons Gemeenebest ook fteeds alle mooglyke nadeelen heeft toegebragt en K 4 by  I52 ZESDE MISSIVE TEGEN by iedere gelegenheid den regel van gedrag « handel voorgefehreeven , zo kan ik niet zien hoe men het aan ons, als aan eene onafhanglykeMoogenheid ten kwaade zou konnen duiden, dat wv ons met deFranfeheKroon vereenigdhadden, om onzen gemeenen vyand te keer te gaan. Veel min kan ik zien,hoe Myn Heer de Politiek Vertoogfchryver uit den aart des oorlogs die tusfchcn de beide genoemde Volkeren den flandnart der volksverwoesting had geplant,met eenigen grond aan zynen lezer heimlyk zou konnen infinueeren dat het een flrafbaar gedrag in zommigen onzer flaatsleden, vooral in de Regeering van Amfterdam geweest is, dat zy zig meer geneeggn ^ toond hebben, om zig met Lodewyk XVI dan met King Gtorge te vereenigen. Het is derhalven zeer onverfehiflig op welk ee ne wyze Gy, Myn Heer de Politiek Vertoog fchryvèr den aart des Oorlogs tusfchcn Vrankryk en Engeland gelieft voor te draagen; en het doet • niets ter zaake dat gy 'er byvoegt, hoe zeer men zig in Engeland beklaagde met opzigt tot de clandeftine en bedrkglyke handelwyze; waar mede de Franfcbe Kroon haare iuzigten bad beleid, als mede, dat men aan de flaatkunde van het Franfche Hof, te Londen geene honorable benaamin- gc*  HET POLITIEK VERTOOG. 153 gen gaf (*) > aaar dk alles van Seen het minfte gewigt is om te bewyzen, dat het belang onzer Republiek van ons niet vorderde , om ons met Vrankryk te vereenigen; of dat dezulken ftrafbaar zyn, die zig meer genegen getoond hebben om de zyde van dit Ryk dan van Groot Brittannien aan te kleeven. Dan wy zullen in het vervolg ruime gelegenheid hebben, om hier omtrend nog het een en ander te zeggen _ Laaten wy zien wat gy al verder bybrengt om het gedrag van Amfterdam en deszeifs Regeerers in deze oneenigheden, reeds vroegtydig in het ongunftigst daglicht voor te draagen. Hier toe fpreekt gy, in de tweede plaats, vooraf van het Tractaat van Alliantie en Commercie tusfchen de Kroon van Vrankryk en de Staaten van Noord America op den 4 Feb. geflooten(t);enhetis by deze gelegenheid dat gy vervolgens gewag maakt van een gerugt het welk men in Engeland verfpreid had hoe naamlyk omtrend denzeken tyd, ofwel onmidlyk hier na, aan H. H. Blos,- insgelyks een voor/lel van dusdaanig eene alliantie zou zyn gedaan, en dat dit voor/lel ook daad- ■ / .(*) Politiek Vertoog p. 33- (74 in 8o0 (+) Politiek Vertoog p. 32- (jl» 72 in 80 ) K 5  r$4 ZESDE MISSIVE TEGEN daadlyk in deliberatie was genomen (*). . Gy laat 'er opvolgen: dan, datdit geruchtvolkoomen valscb is geweest confteert in ons land ten overvloede; men zcu derhalven konnen vraagen waarom gy van hetzelve gewag gemaakt hebt, in dien men niet terflond ontdekte, dat zulks alleen gefchied is om van drie zaaken melding te konnen maaken, die gy zegt dat dit gerugt in Engeland merklyk moesten ftaaven; en die u dus ai wederom te gelyk heimlyk dienden, om op nieuw het gedrag der ftad van Amfterdam te doen verdenken van kwade trouw en ongeoorloofden handel. „ Wat belangt, " zegt ge in de eerfie plaats, „ deprefumptie die men in Engeland by braot' „ om dit gerugt te ftaaven en hetzelve geloof„ baar der te maaken, naamlyk hoe het zeker „ was dat de Colonien door onze Republiek in V „ geheim wierden onderfteund; hetzelve is in „ een zekeren zin maar al te waar geweest „ dog vast niet anders als door byzondere Koop\ „ lieden vooral te Amfterdam (f).■« Wy hebben boven reeds gezien wat 'er van deze zaak is f*) Ibidem. (t) Ibidem.  het Politiek Vertoog. 155 is {*), en her. is dus niet noodig by die valfche en te gelyk dwaaze befchuldiging op nieuw ftü te ftaan. Maar ik kan niet voorby u te vraagen, welke geloofwaardige getuigen in Engeland het geweest zyn, die de gemelde prefumptie ter ftaaving van dit valsch gerugt bybragten ? Waaren dit Lieden die met eenig valabel bewys deze prefumtie wisten geloofbaar te maaken ? — Wel verre 'er van daan. Die prefumtie vindt ik dat alleen door een nieuwstyding Schryver, door den uitgever der Gentleman s Magazine wordt opgegeeven, dat is door denzelven Schryver die op de eigene bladzyde insgelyks het valsch gerugt vertelt, dat het vooritel van een Tractaat met America aan H. II. Mog. gefchied was. Zie hier lezer de ganfche pasfage, woordlyk uit het gemelde maandwerk overgefchreeven. „ Tuesday, 30 June 177$. „ Propofals for a treaty between tbe Ameri„ cans and the States - General now lie before „ tbeir High Mightinesfes: wether they will open. „ ly declare in tbeir favour, willdepend'upon tbe „ encouragement they receive front tbe french. (*) Zie boven p. 40, fqq.  156 ZESDE MISSIVE TEGEN „ iMf, however, certain, that the Dutch 0 il cretly asfist them witb every thing in tbeir >, power. Myn Heer de Policiek Vertoogfchryver erkent zelve de valscnheid van het eene gedeelte van ditarukel; waarom? om dat 'er geen een hewys voor by te brengen is, en het tegendeel duidlyk conlleert; of liever, om dat indien bet zelve iets zou bewyzen, zulks ten laste van H. H M en met van Amfterdam zou koomen. Maar waarom moet het laatfte gedeelte van die zelve Wenagtlge pasfage dan meer geloof by ons verdienen daar de nitftrooijer dier geheele meuwstyding voor het een zo mm als voor het ander eenig het germglte bewys heeft konnen bybrengen? en wat geeft myn Heer den Politiek Vertoogfchryver n!s dan nog daar en boven het recht, om den natio naaien naam van Dutch alleen op Amfterdam toe te pasfen? — Men ziet ondertusfchcn uit het geheel, van welke ellendige wapenen hy zie heeft moeten bedienen om deze brave ftad aan te vallen en telkens eenen fteek te geeven; wapens * de daad! die offchoon zy van verre eenig «. raas in de holle lugt verwekken, egcer punt L fnee genoeg bezitten om zynen vyand de geringt fte wonde toe te brengen. Maar wat is de tweede zaak die gy bybrengt ais  HET POLITIEK VERTOOG. I<7 als hebbende moeten dienen om dit valsch gerugt in Engeland al verder te ftaaven? —— Deze koomt in de daad zeer prematuur neder op het Plan van een Tractaat door de Heeren Lee en de Neufville te Aken ontworpen; welk Plan gy gelieft te noemen, onderhandelingen hier te lande, waar uit naar allen fchyn dit gemelde gerucht is ontdaan. Zie hier uwe woorden; „ en „ voor ,t overige zullen wywel haast hier onder „ zien, welke onderhandelingen in ons land het „ eigenlyk geweest zyn, waar uil naar allen „ fchyn de voorgemelde geruchten van een in dit ,, jaar 1778 voorgeflagen Tractaat tusfchen de„ ze Republiek en de Americaanfche Colonien „ ontjlaan zyn;" Zonderling voorzeker weet gy onwaarheden by een te zetten, om aan uwe lasterzugt eenen glimp van waarfchynlykheid te geeven. Voor eerst merk ik hier op in het algemeen aan, dat uw uit het Gentlemans Magazine aangehaalde gerucht was van den 30 Juny 1778, en dat het Plan, door u met den naam van onderhandelingen bier te lande beftempeld, gedagtekend is den 4 September daar aan volgende ; waar uit het dus ten hoogften onwaarfchynlyk wordt, dat deze onderhandelingen, den Nieuwsfchryver gelegenheid hebben konnen geven, om dit gerucht door zyn papier te verfpreiden; ten waare eene Ia-  15** ZESDE MISSIVE TEGEN Jatere gebeurenis de oorzaak zyn kan van iets het welk reeds drie maanden te vooren gefchied is. Maar ten anderen; indien men het al eens toegeeft, dat men in Engeland te dier tyd reeds kennis gehad heeft van de onderhandelingen tusfchen de Heeren Lee, en de Neufville, dat is indien men in Engeland wist dat een Commisfaris van het Congres met een particulier Koopman bezig was om het Franfche Tractaat af te co, pieeren, hoe heeft het dan in Engeland eenig geloof konnen verdienen wat de Nieuwsfchry. ver, op wien gy uw beroept, aan zyne iandge! nooten door een vier paar regels zo. lugtig jn&de handen zogt te floppen, dat naamlyk het voorfel van een Tractaat tusfcben dezen Staat en America ter tafel van Hun Hoog Mog. was „e. bragt. Indien men in Engeland wel onder%is geweest van de ware onderhandelingen deswerrens en men heeft uit deze het gemelde gerucht doen ontftaan en verfpreiden, zo moet men of het Logement van den Heer de Neufville te Aken voor de vergadering van H. H. M. en de Bureau van dien Heer voor derzelver tafel hebben aangezien, en dus geheel zinneloos geweest zyn, of men heeft, met u, hetzelve optzetlyk en kwaadwillig oogmerk gehad, om ronde leugens voor zekere waarheden uic te veqten; of indien van dit alles ' niet?  het Politiek Vertoog. 159 niets waar ïs,zyt gy zelve mooglyk de bedrieg, lyke correspondent van den uitgever des gemelden maandwerks geweest, die den goeden man, gelyk gy alle uwe landgenooten hebt tragten te doen, fchandelyk hebt om den tuin geleid. — Hoe het ook zy, het blykt uit het geheel ten overvloede dat gy hier. ter plaatze zeer prématuur en ongefaïfonneerd van het bewuste ontzaglyk Plan van een Tractaat met N. America, gewag hebt beginnen te maaken. Trouwens niets is by u te onryp ofte ontydig, dat flegts de geringfte wrange gedagte tegen de ftad van Amfterdam in het gemoed van uwen Lezer kan verwekken. De derde zaak van welke gy gewag maakt als een bewys dat men in Engeland reeds eengeruimen tyd op de gedagten had moeten vallen dat de Republiek den Americaanen geen ongunstig hart toedroeg, en dat dus al verder moest dienen om het boven gemelde valfche gerugt te ftaaven , is het gebeurde in den jaare 1776! op St. Eustatitjs met den Heer de Graaf (*). Dit gebeurde, beftond kortlyk hier in , dat de Gouverneur van St. Cbristopbel den Heer de Graaf Gouverneur van St. Euflatius aan Lord Germaine had aangeklaagd, als hebbende toegelaaten dat een Americaanfche brik (*) Politiek Vertoog p. 33- (73 »n 8°0  l6o zesde missive tegen brik een engelsch feheep/e, byna onder, dat is kuiten be.: bereik van her gefcluK van het forc op St EuU-ums had genoomen, «Is mede dat -en mt die haven her falut aan ^ £ caansc feh.p gegeeven had; vveike aank,agte door Lord Urmatne terftond aan den RidL ïorcke in 's Hoge wierd overgezonden,die des. wegens, naar zyne gewoonte eene allerbeleedigen ae en on,en Souverein ter uiterfte hoonende Memorie inleverde, eisfchende op eenen onverdraaglyken toon, en eer men behoor] . kennis dezer zaak kon neemen, dat de Heer de Graaf terltond uit m Gouvernenient zou wórden op ontboden; een eiseh, die boe trotsch en beleed.gend dezelve ook mallen deele was egter meteen onbegryplyk geduld en ' mooglyke toegeevenheid door H. H M i gewilligd geworden, tot merklvk ^ ^ eenen Gouverneur, die de eer en het gezag zv ncr fouvereine Meesters tegen den Gouverneur van St. Cbrimphel zo manlykhad verdeedigdf*) De Koning van Engeland liet hier op zy * 0ed. keunng wegens het gehouden gedrag der Staaten, aan (O Men zie zynen manlvken briéf in dato 23 Dec .«n den p,efident Cre.tbead gefchreven «  HET POLITIEK VERTOOG. 16 I «an derzelver Minister den Graaf van Weideren bekend maaken, en hier mede liep deze zaak ten opzigte van Engeland geheel ten einde (*). Dit is kortlyk het gebeurde van eene zaak, die offchoon ten genoegen van het trotfche Engeland afgelopen, egter 5 jaarcn na dato door eenen Politiek Vertoogfchryver wordt opgekrabt, ter (huving van een gerugt, dat flegts door eenen Nieuwsfchryver, in dat Ryk was verfpreid geworden; ten einde aan ons diets te konnen maaken, dat het in Engeland veel geloof moest vinden dat wy de Americaanen begunftigden, en dus welligt daadlyk een veibond met hen zogten aan te gaan. Dan, Myn Heer! laat ik u hier eens bepaalentot uw oogmerk, dat naamlyk alleen is om het gedrag van Amfterdam te berispen; en u hier uit aantoonen dat gy om dit einde te bereiken, dit derde geval al wederom geheel ongefaifoneerd hebt bygebragt. Immers veronderfteld eens, dat gemelde Gouverneur de Americaanen daadlyk had zoeken te begunfligen; dat hier uit eene billyke aan. klagt tegen hem by onzen Staat gefchied was, en dat H. H. M. geweigerd hadden aan Engeland hier (*; Men zie het een en ander in de N. Nederl. Jaarb. 1777» P- 37^5-4°4- Het gezegde van de Schryvers onzer Jaarboeken op p. 375 zet een ' wezsnlyk licht by aau het geheel dezer gebeurenis. L  i6» zesde missive tegen hier omtrend fatisfactie te geven; wat zou men hier uit dan konnen befluiten ? Niets anders dan dit, dat Hun Hoog Mogende-de gerevolteerde Colonien eenigzins zogten te begunftigen. Maar wat zou dan nog hier uit volgen, ter befchuldiging van Amfterdam? _ immers niets> hj * konnen aantoonen, dat de Staaten geweigerd hadden Engeland wegens dit geval genoegen te geeven,en dat die weigering alleen door Amfterdam was bewerkt geworden; of liever indien gy had konnen aantoonen dat de Heer de Graaf de Colonien daadlyk had onderfleund, en zulks gedaan had uit hoofde van corruptie of geheime ver/landhouding met de Regeering van Amfterdam, zo had gy zekerlyk met eenig voordeel van dit geval gewag hebben konnen maaken, als in Engeland hebbende moeten dienen, om de Republiek van vyandlyke verftandhouding met de Colonisten te verdenken, en het gerugt van een door hen ons voorgeilagen verbond geloof haarer te maaken, van welk een en ander de geheime dryfveer alleen te zoeken was in de bedekte handelingen der ftad van Amfterdam en haare hoofden; dog daar dit „im, mer bewezen kan worden,zo is die ganfche zaak wederom ten eenemaal ontvdig door u aangevoerd Wat derhalven het drietal van gevallen over het algemeen betreft, die gy hebt by gebragt, om deze brave ftad in dat licht voor te ftellea, als of  HET POLITIEK VERTOOG. l6~3 zy door geheime verftandhouding en bedekten handel reeds langen tyd voor het ukbarften van den oorlog aan Engeland reden had gegeven om onze Republiek van kwaade trouw en vyandlyke poogingen verdagt te moeten houden, zo zien wy uit het een en ander dat gezegd is, ten allerduidlykften, dat gy alleen langs allerlye linkfche wegen het gedrag van haare Regeerers hebt zoeken te benevelen , met den aantigt van gevallen en zaaken, die by nader onderzoek niet alleen bevonden worden niet te hebben konnen beftaan, maar die zelf in dat geval nooit ten nadeele van dit achtbaar lid der fouvereine Regeering zouden hebben konnen worden aangevoerd. Uit alles blykt dit ten overvloede, dat gy als een doorfleepen bedrieger de gefchiedenisfen des tyds hebt tragten te gebruiken als de Speelpop van een ftaatkundig brein, dat met niets bezwangerd gaat, dan met het heilloos oogmerk om den minervaaren burgerftand te misleiden, en in deszelfs verderf te doen nederftorten. Het overige van alles wat gy by een geraapt hebt, om het gedrag der ftad van Amfterdam reeds vroegtydigin een haatlyk daglicht aan uwen lezer voor te nellen , en heimlyk aan hem te infinueeren, hoe billyk de fchuld van den onrechtvaardiL a gen  IÖ4 ZESDE MISSIVE TEGEN gen oorlog die Engeland ons Hond aan te doen, op den hals van haar Regeerers moet geworpen worden; bedaar in eene opgave van de onderhandelingen welke in het begin des janrs 1778 tusfchen Engeland en deszelfs Colonien hebben plaats gehad, toen naamlyk het gemelde Ryk goedvqnd drie gevolmagtigden aan te Hellen om met de voikplantelingen over de voorwaarden van een vergelyk te handelen; by welke gelegenheid gy uw best doet óm ons te verzekeren dat het Moederland zo veel aan haare Colonien aanbood, dat zy met geene mooglykheid iets meerder konden bedingen, uitgenoomen hunne onafhanglykheid (*> Dit verhaal hebt gy in dat licht voorgedraagen, dat meest kon dienen om de Franfche Kroon van de hoog. fte onregtvaardigheid in haar gedrag te doen befchuldigen, en aan uwen Lezer te doen be«P **** noüce of the INSIOiOCS IN. * zo*, ivere made in cenf*. i j juicc to our late mutual pnV ,> my , and will prefer a Urm , a free " ' Dewyl nu de Heeren Reders van het Politiek Vertoog aan hunnen Boekhouder last gegeeven hadden, om de Regeerers der ftad van Amfterdam wegens hun gehouden gedrag te attacqueeren, en de natie te overtuigen dat zy zig aan het Crimen Majestatis fchuldig hadden gemaakt, zo had d'e Heer onder anderen voornaamlyk noodig, den grondflag van het verftandig gedrag dier Regenten om ver te werpen, en dus aan te toonen,dat die toeneemende naariever van nabuurige Moogenheden, in de zaak der Commercie, eene bloote Chimère was, als mede dat de ge- zeg- (*) Zie N. Nederl. Jaarb. 1780. ƒ>. *o3.  174 Z£SDE MISSIVE TEGEN zegde onderneemingen, om on^en fiaat in a. afbreuk te dnpn ■ n ■ m dezen toog verrigt is geworden, Vei" Om de zaak wel aan te n^» vooraf, dat Ce nadranA ZZ' T b/°M u"ë,ts m het jaar van f»-o  HET POLITIEK VERTOOG. 1^5 Engeland, ten aanzien van de Commercie " en Navigatie dezer landen, niet ondtiidelyk ■ te kennen te geven, dat Engeland by haar " verdrag met America voor gehad zou hebben, " om de Hollanders van allen handel met de Co" hnien uit te fluiten (*>" — Offchoon het 'het nu eene zekere waarheid is dat Engeland onder de genoemde Moogenheden altoos den eerften rang heeft bekleed, zo kan ik egter niet voorby, om hier uit de eigene woorden der Regeerers van Amfterdam in hunne Rescriptie aan te toonen, dat men hunne gezegden hier ter plaatze al wederom ten ecnenmaal verdraaid heeft, even als of de eenzydigheid dier ftad zo verre ging, als om aan geen Ryk dan alleen aan Engeland de poogingen toe te kennen, om onze Commercie en Navigatie afbreuk te doen,- daar het in tegendeel blykt dat zy door de genoemde Nabuurige Mooiheden alle omliggende handeldryvende volke?en heeft verftaan, onderfcheiden zelf van Groot Brittannien en Vrankryk ; zie hier hunne woorden zelve: „ Wy zullen vooraf de eere hebben te re„ 'marqueeren, dat het bekend is dat in den „ jaare 1778 van voegen bet Hof van Enge- „ LAND (*) Politiek Vertoog p. 33. 34- C?5 '« 30.)  ïy6 zesde missive tegen „ land , door Commisfarisfen met de Colonien ,, in Noord America is gehandeld over een ac„ cOmmodemem der onlusten, in die zelve Co„ tomen fubfifleerende. — Bat bet niet min„ der bekend is, dat de voorsz. Americaanfche „ Colonien met Vrankryk zyn getreden in ee„ ne defenfive Alliantie, en met hetzelve Ryk „ reeds gefooten hebben een Tractaat van Com- „ mercie. Dat eindelyk, de naïever van „ onze nabüüren in het /luk van Navigatie ,, en Commercie in het oog loopt; mitsgaders „ hoe zeer deze Republiek aan eene continuee„ le afbreuk van deze hoofdfource van haar „ bef aan, vooral tegenwoordig, daar door is „ bloot gefield (*)." Wie dus, die niet willens blind is, ziet niet uit deze woorden, dat de Heeren van Amfterdam, geenzins alleen den commercieelen naariever van Engeland, maar even zeer, dien van Vrankryk , en voorts, van alle nabuurige Moogenheden,ten grondflag gelegd hebben van hunne verdeediging ? •■■ Dan, daar het hoofd oogmerk van den Schryver van het Politiek Vertoog hier voornaamenlyk was om aan te toonen, dat Amfterdam alle haare handelingen geduurende de tegenwoor- di- (*) Zie Nt Nederl. Jaarb. 1781. A co5.  HET POLITIEK VERTOOG. 177 dige oneenighedcn, alleen heeft ingerigt tegen het Ryk van Groot Brittannien, en dat zy het gedrag en de inzigten dezer Moogenheid op eene ónbillyke" wyze, alleen ten grondflag legt van haare gehoudene conduite, zo kon het ook niet anders zyn, of hy moest de door my boven opgegevene duidlyke verklaaring dezer ftad aangaande haar gehouden gedrag, op die wyze interpreteren, als tot dit zyn oogmerk meest dienstig wierd bevonden. Geen wonder derhalven, dat hy vervolgens op denzelven toon dus doordraaft; Want dezen en geenen anderen zin (als die ..' naamlyk, dat Groot Brittannien by haar ver" drag met Noord America voor zou gehad heb1 ben de Hollanders van allen handel roet de Co,< lonien uit te fluiten;) kunnen de gemenageer" de uitdrukkingen hebben, die men toen nog •:, raadzaam vondt te gebruiken, van „ bet bedingen van uitfluitende voordeelen by gelegenheid van Tractaaten van vrede en koop- " "^handel;"" Mec welke woorden hy dus wil te kennen geven, dat, daar de Heeren van Amfterdam in hunne rescriptie zig, volgens hem, alleen beklaagden over den commercieelen naariever van Engeland, even als of dit Ryk haar van den koophandel op Noord America had zoeken uit te fluiten, zy groot ongelyk M §e-  1^8 ZESDE MISSIVE T E G E.N gehad hebben, om die zaak aan te voeren ter verontfchuldiging van hun gehouden gedrag' om. trend N. America; „ daar" zegt hy vervolgens, „ het ondertusfchen zeker is, en uit de eige ,, woorden van den brief der afgevaardigden „ aan het Congres, houdende propofitien &c. „ confleert, dat dezelven gelast waren om den „ Americaanen onder anderen ook aan te bie~ „ den, „ alle extenfie van de vry beid van Com„ ,, mercie, die de wederzydfcbe belangens der „ „ Contractanten zouden konnen medebrengen" „ V geen met het gemelde vermoeden, zo als elk „ in den eerflen op/lag ziet, lynrecht fir-ydi* ,,*(♦)." Ö De waarheid, Myne Lezers! van het geheel dezer zaak, en van alles wat hier omtrend te Amflerdam is voorgevallen, koomt hier op uit; dat de Vaderlandlievende Regeering dezer ftad vooraf in het jaar 1778 gezien hebbende, welke poogingen het Ryk van Engeland deed, om niet te. gcnftaande de toomlooze demarches, die hetzelve omtrend zyne kinderen had in het werk gefield, hen egter wederom in zyn belang te lokken; en hoe vervolgens de verlichte ftaatkunde van het Hof van Verfailles niets anders bedoelde dan om de Noordamericaanen door de magr des FranCO Politici Vertoog p. 34. (76 in 80.)  HET POLITIEK VERTOOG. 179 Franfchen ryks onderfteund, eenmaal eene onaf hanglyke Moogenheid te doen reprefenteeren; en hoe in dit geval, als dan ieder der nabuurige Moogenheden zig zou bevlytigen, om voor zig zeiven met die nieuwe Republiek voordeelige, en, zo veel mooglyk was, uitfluitende verbintenisfen aan te gaan; het ook van hunnen pligt geoordeeld hebben, om daar het Congres zig genegen toonde eene vroegtydige alliantie met deze Republiek, eer dan met andere Moogenheden te (luiten, aan het zelve , door eene formeele weigering, geene reden te geven, dat hetzelve zig, met uitfluiting van ons gemeenebest, aan zodaanige volkeren verbond, die van den beginne af aan, zig meer toegeneegen tot hen gedragen hadden; op welken grond ge. melde Regeerers dan ook billyk vermeenen hun gehouden gedrag voor het oog der waereld, zo wel als voordat van hunne medeburgeien te konnen verdeedigen. Dan de Politiek vertoog fchryver, ons willende beduiden dat Amfterdam haare handelingen alleen hiermede zogt te verdeedigen, dat Engeland by haare voorflagen aan het Congres in 1778 gedaan, ons had zoeken uit te fluiten van den handel op dat waerelddeel, gaat dan ook op die verdraaying en valfche veronderflelling al M a ver'  180 ZESDE MISSIVE TEGEN verder voort, met ons te zeggen dat die grond van verdeediging geheel verviel; en dat Burgermeesteren van Amfterdam hier in geenede minfte verfehooning konden fupponeeren voor hunne wagten. Hier van daan derhalven is het dat by ons zegt hoe het zeker was en duidW conjleerde dat Commisfarisfen gelast waren den Americaanen onder anderen ook aan te heden alle extenfie van Commercie die de we. derzydfche belangen der Contractanten zouden konnen medebrengen; het welk zo ah elk in den eerften op/lag ziet, met het opgegevene vermoe. den lynrecht ftrydig was. Dai)} aJ eens toegegeeven zynde dat gemelde Burgermeesteren alleen op dit vermoeden zig van de vriendfchap der Noordamericaanen by tyds hadden willen verzekeren, zo zie ik als dan „0g niet dat zy in dat geval iets anders zouden gedaan hebben, dan het belang onzer handeldryvende Natie uitdruk lyk van hen vo.derde; dewyl de uitdrukking van welke het Ministerie zig in dit opzigt goedvond te bedienen, naamlyk dat men de Colonien alle vryheid van Commercie zou toeftaan, die de we. derzydfche belangen der Contractanten zouden konnen medebrengen, duidlyk genoeg te kennen gat, dat America zodaanig eene vryheid van Commercie niet zoude mogen bedingen, die tegen  HET- POLITIEK VERTOOG. l8ï gen het belang van het Moederland ftrydig was, het welk egter de eisch van eenen vryen handel met ons gemeenebest, ten hoogften zou gedaan hebben. Ten anderen moest de uitdruklyke bepaaling, dat niets kon vast gefield worden het welk niet eerst door het Parlement zou zyn goedgekeurd, de hoogfte aanmerking verdienen; daar het eene uitgemaakte zaak was, dat Engeland nimmer zou hebben toegeftaan of goedgekeurd, dat de benydde Myn Heers met haar zouden deelen in voordeelen, voor welke zy reeds vyf jaaren lang zulk eenen ruineufen en kostbaaren oorlog had uitgehouden. Men ziet derhalven, dat van welk eenen kant men ook al het geavanceerde van den Politiek vertoogfehryver beziet, 'er niets door hem is aangevoerd dat eenigzins kan gelden voor de rechtbank eener gezonde reden of waare ftaat- kunc|e. Hy mooge alle zyne zylen hebben bygezet om de loflyke Regeerers der ftad van Amfterdam in den loop van hun hoogstwys gedrag te agterhaalen en aan zyn vyandlyk boord te klampen; hy mooge alle wapens tegen hen wetten, die heerschzugt, list, verraad, nyd, en tweedragt hem in de handen konnen geven; het blykt telkens dat niets hem kan gelukken, maar M? dat  182 zesde missive t e gen tSË?r °T *" hy hen ^etebrengen, ^^■^i^^ttiu^ een8eer; mwm voorzigtig, en Vaderlandlievend ge- w^nsT :r;egeJyk deeerdi-^veL ^ens haare hetlzaame inzigten en ftandvastige *°7 mCer en mee' ^n helderen dag geliefd zelf id den donkeriten nagt van verren afftand en vergece heid.zal toeliepen om den wierook van bewondering en dankerkentenis, op hunne graven aan hunne nagedagtenisfe toe te weiden! Thands moet ik overgaan om te onderzoeken wat gy ten IV hebt aangevoerd om ons te leeren wat eigenlyke Contrabande zyn, en in hoe verre onze Kooplieden, door hunnen vaan op de West tndten zig aan het dryven van ongeoorloof den hande heUen fchuldig gemaakt, met verach. ting der Placaaten en Refolutien door HH.HH MM. deszvegens genoomen. — Ah mede om na te gaan wat gy ten V hebt bygebragt, om het godloos gedrag der Franfche Kroon en van deszelfs Ministl den Heer Hertog de la Vaügüyon duidlyk aan te toonen, zo door ons voor te houden hoe deze Staatsdienaar eerst eene fcbeuring onder de  het politiek vertoog. I83 de Natie heeft aangekweekt, ah boe naderhand de Franfche. Kroon zig allervyandlykst en onbefiaanbaar jegens ons gedraagen heeft, door het in de waereld brengen van haar Reglement raakende den fcbeepvaart der Neutraale Moogenheden , en het vast/lellen van een nader arrest van 's Konings Staatsraad; welk een en ander moet dienen, om ons ten duidlykfien te doen gevoelen, hoe flr af fchuldig de aanhange. Unoen dier Kroon bier te-lande, dat is die franscbgezinde Cabaale, die leerlingen van d'Avaux , in een woord de Stad van Amsterdam, zig gedraagen hebben. °Eer ik hier toe overga moet ik aan den Lezer kortlyk den zamenhang van uw gefchryf onder het oog brengen. Na dat de fchryver van het Politiek vertoog zyn best gedaan had, om uit alles wat 'er zins het begin der oneenigheden tusfchen Groot Brittannien en Noord America is voorgevallen, aan te toonen dat de ftad van Amfterdam ftandvasr> getragt heeft de ftaatkundige vyanden van onzen Bondgenoot het Ryk van Engeland te onderfteunen, tegen de goede trouw en herwaar belang van ons gemeenebest; en na dat hy alle zyne vermoogens in het werk gefteld had, om uit deze en gene byzonderheden, die zo voor als M 4 na  *U ZESDE MISSIVE TEGÈN v«N ""f/'6 tl,SfCben Vrankryk 60 de S<^« van Noord 4me„ca waren voorgevallen, aan ons voor te houden dat het gedrag dier ftad allee* daar heenen getendeerd heeft, om ons eindelyk denbUlyken wraak van Engeland op den hals te haaien, en dit gemeenebest in eenen zo verderf, lyken oorlog, aJs wy thands ondervonden, heb_ ben, in te wikkelen; zo zal hy nu van nader hy gaan detailleeren, hoe de openlyke oorlog tusfchcn Vrankryk en Groot Brittannien zedert het jaar i77H, al verder heeft moeten dienen om aan dezen Staat te bewyzen, dat de ftad van Am', fterdam door haare gehegtheid aan het eerst ge noemde Ryk , alle mooglyke middelen in het werk gefteld heeft, om het laatst genoemde te verbitteren, en hetzelve te noodzaaken, om met ons gemeenebest alle banden van vriendfchap £e heel te verbreeken. Tot dit einde gaat hy, zon. der eene enkele aanmerking te maaken op de vyandlyke bejeegeningen, die onze Koophandel door de britfche ingezetenen daaglyks ontmoette, en met voorbygang van alle andere redenen die ons reeds zins lang deel hadden konnen doen neemen in eenen oorlog, die onze onderdruk kers en gevaarlykfte vyanden voiftrekt moest verzwakken, voort om ons diets te maaken dat de ftad van Amfterdam het Franfche Hof dp alle moog-  HET POLITIEK VERTOOG. 185 mooglyke wyzen heeft zoeken te onderfteunen, zo door op onbepaalde Convoyen aan te dringen, als door daadlyk dien onderftand aan hetzelve te bezorgen , waar door dit Ryk meest in ftaat ge. fteld wierd om den oorlog tegen Groot Brittannien te konnen doorzetten, dat is, door hetzelve Ryk te voorzien van hout en andere materiaalen, die tot den aanbouw van deszelfs oorlogs^ fchepen noodig waaren. Zie hier zyn exordium, voor de afhandeling van deze zaak geplaatst: „ Kort na de oorlogsverklaring tusfchen de „ twee Kroonen, kwam in Vrankryk het fa„ meufe Reglement uit, raakende den fcheep, vaart der Neutraale Moogenheden in tyd van oorlog , waar -van het eerjie Artikel wel „ rasch in ons land den grootfl&n na/leep had. „ En dit is het eigentlyk, waar van wy hier in V hreede moeten handelen, wyl uit hetzelve gebeurtenisfen ontflaan zyn, waar van „ tot hier toe geen voorbeeld in 's lands gefchie„ denisfen te vinden is; en die den overigen „ Bondgenooten ten duidelykflen konnen tonen, „ wat de Republiek van de ftad van Amfter„ dam te wachten hebbe, zo meenigmaalen als „ het gemeene welzyn met haar by zonder commercieel belang in concurrentie komt." (*) " Na (*) Politiek Vertoog p. 34» 57' Cin 8°. p. 77>) M 5  'S6 ZESDE MISSIVE TEGEN Na deze inleiding flapt hy over, om ons vooraf te Jeeren wat Conuabande zyn; mes dit dubbel .oogmerk, om aan den eenen kant,, de Amfterdamfche Kooplieden te konnen. befchuldfeen van eenen ongeoorloofden en verbodenen handel op onze Westindien; en om aan den anderen kant te konnen aantoonen, dat de handel, dien onze Natie-geduurende den oorlog tusfchen de twee genoemde Ryken, metFrankryk heeft wiljen .dryven geheel onbeftaanbaar was met het recht der Volkeren; en dat uic dien hoofde de doldriftige elsfchen van zommige Amilerdamfche Kooplieden ten einde zodaanigen onbeftaanbaren handel door's lands Vaderen zou befchermd worden , regelregt heeft moeten ftrekken om ons gansch gemeenebest bloot te ftellen aan de *e vaaren van dien oorlog, dien het edelmoeoV Ryk van Groot Brittannien ons wegens zulk eet oen onbillyken handel vroeg of laat noodzaaklyk moest aandoen. Laaten wy derhalven zien hoe hy het een en ander behandeld heeft, en wat hy heeft zoeken aan te voeren, om ons vooraf omtrend het Artikel vm Contrabanden behoorlyk te verlichten. Dit een en ander gefchiedt in de daad op eene zo belachlyke wyze, dat het byna der moeite met waardig is, zig hiermede breedvoerig bezig te  het politiek vertoog. 187 te houden. Immers, om ons te leeren wat onze Kooplieden in dezen oorlog als Contrabanden hadden behooren aan, te merken, begint hy met ons te vertellen welke zaaken de Romeinen als zodaanige pleegden te befchouwen; .omne nempe illud, prater id quod ad jucundtta* tem et delicias facit. Men moet in de daad zo uitzinnig zyn als een Politiek vertoogfchrvver, om zo ongefaifonneerd eene ledele geleerdheid te willen aanvoeren. Wat dog, Myn Heer de Regent en Staatkundige! heeft ons gemeenebest, wat de Beurs van Amsterdam, gemeen met het Capitool van Romen , dat reeds zins veertien eeuwen ophoudt te beftaan? Zyn de verbonden van dit vernietigde gemeenebest, en de bepaalingen van de Senatoren eener oude waereld, het voorfchrift, naar hetwelke Nederland, Frankryk, en Groot Brittannien zig moeten fchikken, in het verklaarcn hunner hedendaagfche verbintenisfen, wanneer het 'er op aankoomt om eene nieuwe waereld te doen geboren worden? Wat ligt de Cabinetten van Europa gelegen aan het bevel van eenen Demetrius Poliorcetes, om geduurende de belegering van Athene de fchepen van andere volkeren vyandelyk te veroor ve-  '88 zesde missive tegen veren ftf Wat zegt de handeJi yan l°mpT! 0 * wetrigiog van d Engelfche Zeeroveryen aan onze £J J° cheepen gepleegt Cf, ?— Hebben wy gee„e Iractaaten e„ /chrifieIyke vgf * ƒ " . fchen ons en andere volkeren M^ ikmZ banden houden zal? en Zy„ deze niet het eenige nchtfnoer, naar welke onze Kooplieden zig fo het dryven van hunnen handel te richten hebT ~ Dan gy fchynt de on de aanhaahngder bepaalingen van het Roomfehe rechthler terplaatze,ookras zelve bemerkt t hebben; ten mmften laat gy'er terftond op vol„ gen, dat dewyl over de uitgeflrektheid der bete. kemS Vm bet Contrabande ^Krygs behoeften menigmaal twisten ontflaan zyn zo rs de betekenis daarvan by.de Tractaaten oi der de meeste Volkeren, en ook tusfchen onzen Staat en Engeland,- meermaalen bepaald «e. worden dog ten min/Jen van alles wat men onder het woord Ammunitie verjlaat, altoos een* £^«7*7 ^ nt*D<^> Oper.T. il ^04./ . ed, Francof. 1620. r Cf) Idem in Pompejo l, /. p, ^  HET POLITIEK VERTOOG. l8o fapaarig begreepen (;*)! Uit welke woorden het fchynt dat gy zelve de Tractaaten met andere Volkeren hier ter plaatze wilt aangemerkt hebben, als den regel van het gedrag onzer handelaaren. Maar wat is dan de reden dat gy eenige bladzyden verder de door u thands gemaakte bepaaling geheel uit het oog verliest, en niet de gemaakte en fubfilerende Tractaaten, maar % temporaire willekeurige bepaaling van Groot Brittannien, tegen den uitdrukkelyken inhoud der Tractaaten aan, doed voorkoomen als het voorfchrift, waarna onze Kooplieden verpl.gt waren zig ce gedragen? Indien fubfiitee- rende verbonden duidelyk aan ons bepaalen, welken handel 'er mag gedreven,worden, zo is eene temporaire willekeurige verklaaring onbeftaanbaar; of zo deze boven de gemaakte verbonden gaan moet, -zo zyn in dat geval alle Trac- taaren ten eenemaal onnoodig. Dan het is alweder niet zonder reden dat gy, dan de Tractaaten, dan wederom de willekeurige bepaaling van Engeland aan ons voordraagt als het voorfchrift onzer Commercie; het eerfte kwam u te ftade om onze Kooplieden wegens hunnen handel op de Westindien te befchuldigen; het laatfte, om (*) Politiek Vertoog p. 35- (P- 78- 8vo.)  19° ZESDE MISSIVE TEGEN om dien welken zy op Frankryk geduurende den oorlog wilden dryven, «I, onbeilaanbaar en onwettig te doen aanmerken; welk een en ander ik thands nader zal aantoonen. Voor zover deCommereie-Tractaatentusfchen ons en Engeland uudruklyk bepaalden, dat " elkanders vyanden met geene Krygsbeboeften of Ammumtien zouden onder/leunen, en gy egter llaande hieldt dat de Kooplieden van Amldarn aulks den Volkplantelingen in Noord America hadden gedaan; voor zo ver dringt gy ook op de vahdueic en naarkooming der bepaaiingen van deTrnctaaten aan; want, zegt ge, ingevolge ok2e bepalingen kon Engeland met alle recht van ons vorderen, dat wy onze Kooplieden beletteden om de gerebelleerde Colonien van alle AmmunU ue te voorzien; en naderhand voegt gy 'er zeJf by: men had in Engeland m.r recht om dien handel (het vervoeren naamlyk van Ammunitien naar onze eigene Colonien) hier te lande geheel te doen belet worden. Ingevolge waarvan, gy dien pretenfen uitvoer dan ook wilt hebben aangemerkt als eene regelregte verbreeking van het Tractaat, en mits dien als eene overtreeding van hetvoorfchrift, waarna wy onzen handel hadden 'Merigten; en ik ftem gaarne toe, dat indien onze Kooplieden zig daadlyk aan zodanige on- der-  HET POLITIEK VERTOOG. IQI rjerfteuning hadden fchuldig gemaakt, het Ryk van Groot Brittannien zig met reden over de fchending der fubfifteerende Tractaaten by onzen Staat zou beklaagd hebben, en dat hetzelve, indien den Staat weigerde zulks te beletten, ons deswegens, eenen rechtvaardigen oorlog zou heb^ ben konnen aandoen. Dog dat nog het een nog het ander by ons heeft plaats gehad, heb ik boven reeds aangetoond; hebbende niet alleen HH. HH MM. by tyds zelve hiervoor zorge gedragen- maar hebbende ook onze Kooplieden zig . ftiptelyk gedragen overeenkomftig den letter zq wel der Tractaaten, als der orders van de Generaliteit; waar van niet alleen het Collegie der Admiraliteit te Amfterdam alle noodige bewyzen kan opgeven; maar waarvan daarenboven ten allerzekerften en voldingendften blyk moet (trekken, dat onder alle de Schepen, ten getale van 5 a 600 door Engeland aan ons voor bet uitbarften van den oorlog ontnoomen, en in baare havens ontladen, 'er geen een geweest is, die men wegens overtreding van dit artikel, beeft konnen verbeurd verklaaren. Ondertusfchen zyn wy het tot hier toe in die hoofdpeul eens, dat dewyl by de Tractaaten den uitvoer van Ammunitien aan elkanders vyanden verboden was, Engeland uit dien hoofde het recht  102 ZESDE MISSIVE TE GEN recht had om op de naarkooming van die verbod ten fterkften aan te dringen. Maar, Myn Heer! dewyl gy dus hier volkoroenlyk roeftemr, dat men van wederzyde verpligt is, de gemaakte Tractaaten geftand te doen, wat is dan de reden dat gy op bladz. 38 en 39, (86 in 8vo), die waarheid geheel uit het oog verliest; en dat gy in plaats van aldaar aan te toonen, hoe openlyk onregtvaardig Groot Brittannien van bare zyde te werk ging, in het daadlyk veranderen, en dus vernietigen van die zelve Tractaaten op welker naarkooming zy by ons zo fterk aandrong, ons blootlyk gaat verhaalen, wat deze Kroon goed. vond; naar eigen willekeur in dezen te verklaa- ren ? Had Engeland het recht om te in- fteeren op de fcrupuleuze naarkooming van het III Artikel van het Tractaat van 1674, zo hadden wy geen minder onwederfpreeklyk recht,om van onzen kant insgelyks op eene even fcrupuleuze naarkooming van het IV Artikel deszelven Tractaats aan te dringen; en daar die Kroon goedvond dit IV Artikel geheel te verbreeken, met wat fchyn van biliykheid kon zy dan op de naarkooming van het III, of eenig Artikel van hetzelve 1 ractaat by ons eenige inflantie doen ? Of is het met den aart en natuur van wederzydfche verbonden dus gelegen, dat één der partyen ge- hou-  HET POLITIEK VERTOOG. 193 houden is dezelve ftiptelyk naar te koomen, terwyl de andere de magf bezit om dezelve naar welgevallen te veranderen? In die geval zyn Tractaaten, volgens myn begrip, niets anders dan wetten, die de eene fouvereine Moogenheid aan de andere zou konnen voorfchryven, niettegenftaande beider onaf hanglykheid; iets het welk in de daad het ftaatkundig beftier van Europa al vry belachlyk zou maaken; en het welk u waarlyk de moeite zou hebben konnen fpaaren om een Politiek vertoog ter verdeediging onzer onderdrukkers in de waereld te brengen. 1 Dog laat ik uwe fraaije en incónfequente redeneering aan myne landgenooten nog nader aan den dag leggen. Een ieder weet, welke goederen by het genoemde Commercie Tractaat van 1674 W uic' gezonderd van zulke die men Contrabanden noemt, dat is van zulkendie geduurende den oorlog aan den vyand der geallieerden niet moogen worden toegezonden; dan ,om den lezer alles duidelyk voor oogen te ftellen acht ik het noodig het IV artikel van het gemelde Tractaat hier woordelyk te infereeren. Het zelve luidt dus: „ Onder de „ verboden goederen zullen deze volgende waa\ ren geenzins worden gerekend: te weeten, " alle foorten van Lakenen, en alle andere N » WoU  194 zesde missive tegen Wollen, Linnen, Zydeoï Catoene Manufac„ turen, van wat foorte die ook zoude moogen „ wezen, voorts allerly flag van kleedingen, „ met het geene daar van zy worden gemaakt, „ Goud en Zilver, zo gemunt als ongemunt, „ Tin , Tzer , Loot, Koper , Kolen , Tarw, „ Gerst, en alderhande foort van Koren of „ Graan, Tabak; als mede allerly foort van „ Speceryen, gezouten en gerookt Vleesch, ge„ zouten en gedroogde Visch, Kaes, Boter, „ Bier, Oly, Wyn, Zuiker, en allerly foort „ Zout, ook generaallyk alle Proviften, welke „ tot fpyze der menfchen en onderhoudt des le„ vens van nooden zyn; voorts allerly flag van „ Catoen, Hennip, Vlas en Pik, Kabels, Zet„ len en Ankers, ook Masten, Planken, „ Deelen,en Balken van alderhande hoornen, „ ook alle andere dingen om Schepen van te „ bouwen en te repareeren: Zullende mede on„ der vrye waren gerekend worden allerhande „ andere waaren die in het naast' voorgaande Ar„ tikel niet en zyn begreepen, zo dat ze van de „ onderdaanen van hoogstgedagte Majefteit ook „ in die plaatzen , met dewelke de Heeren „ Staaten in vyandfchap zyn, en ook wederom ,; van de onderdaanen der Heeren Staaten in de „ plaatzen, welke dc vyanden des Konings on- „ der-  HET~ POLITIEK VERTOOG. 195 '„ derworpen zyn, vryelyk overgevoerd en inge„ bragc moogen worden , uitgenoomen alleen „ die fteeden en plaatzen welke belegerd, om„ ringd of bezet zyn." Uit dit Artikel blykt ten allerduidlykllen dat wy geduurende den oorlog tusfchen Vrankryk en Groot Brittannien aan het eerst genoemde Ryk vryelyk mogten toevoeren ALLE DINGEN OM SCHEPEN VAN TE BOUWEN, (Naval flor es), zo dat Engeland geen recht hoegenaamd had, om daar zy zelve op de naarkooming van het III Artikel dezesTractaats zo zeer aandrong, ons in het vervoeren naar Vrankryk van al zodanige Artikelen als tot het bouwen van fchepen vereischt worden, eenigzins hinderlyk te zyn. Dit vondt dit Ryk egter van zyn belang te zyn daadlyk te doen , en te verklaaren dat hetzelve geduurende dezen oorlog onder contrabande goederen niet alleen zou rekenen alle ammunitie of krygsbehoefcen , maar ook alles wat tot den aanbouw van fchepen, dat is tot bet voeren van eenen oorlog ter zee, onmidlyk noodig is, met name masten, balken, krommer s\ knien, en dergelyk zwaar hout tot bet houwen van fchepen dienende; die men met den algemeenen naam van febeepsbehoefien en febeepmaterialen (Naval ftores) \ beftempelde. (*) - (*\ Politiek Vertoog p. 38, 39- (86 en 87 »'» 8°0 W Na  iotf ZESDE MISSIVE TEGEN Ik vraag hier derhalven hoe de Politiek vertoogfchryver de minde confequentie in zyne redeneeringen kan pretendeeren , wanneer hy vooraf zyn best doet om den Oorlog, dien Engeland ons heeft aangedaan ,te billyken, onder anderen uit hoofde van eene pretenfe overtreeding der Tractaaten door onze Kooplieden ; en dan vervolgens de aller'tastbaarfie verbreeking van dat zelve Tractaat door den Koning van Groot Brittannien met ftïlzwygen voorby gaat, voerende de wederregtelyke verklaaring van dien Monarch nog daar en boven aan op die wyze, als of dezelve zyn gehouden gedrag omtrend ons vol- koomen regtvaardigde. Dan men moet van eenen Politiek vertoogfchryver ook geene confequentie eisfchen Het kwam hem thands te ftode, om, daar hy het onbegaanbaar ge. drag van Amfterdam en deszelfs Kooplieden in het eisfchen der befcherming van hunnen geoorloofden handel op Vrankryk moest aantoonen, de validiteit van dit verbond en deszelfs ganfchen inhoud uit het oog te verliezen, en aan ons diets te maaken, dat wy ons naar de willekeurige bepaalingen van het Britfche Ryk hadden behooren te gedragen, zonder den inhoud van het IV Artikel des genoemden Tractaats in eenige aanmerking te neemen. En  HET POLITIEK VERTOOG. 197, En, was het zo, gelyk hy ftilzwygende infinueert, dat wy ons naar deze willekeurige en temporaire verklaaring van Groot Brittannien hadden moeten fchikken, wilden wy ons gemeenebest geenen regtvaardlgen en hoogflbillyken oorlog op den hals haaien, zo viel hem ook niets gemaklyker, dan vervolgens dat geen te beweeren, wat hem anderszins onmooglyk was, dat naamlyk zo wel het gedrag van onze Kooplieden omtrend H. H. MM., als dat van Vrankryk omtrend deze Republiek, onbegaanbaar was met de goede trouw en de verbintenitfen van ons Vaderland. Men heeft hier in derhalve ook alleen de reden te zoeken van alle de inconfequentien der redeneeringen van den Politiek vertoogfchryver, op dit onderwerp. Wie ondertusfchen ziet dus tot hier toe niet ten allerduidlykften, de volkomene onbegaanbaarheid van alle de grondflagen, waar op men de befchuldiging der ftad van Amfterdam heeft zoeken nêer te zetten? Wie kan dan ook, na dit alles verwagten, dat het vervolg van dit lasterfchiift met meerder aequiteit en goede trouw zal zyn zaamgefteld ? Wie vooral, kan verwagten, dat de eerlooze opfteller van het zelve het gedrag der Franfche N 3 Kroon  ioS ZESDE MISSIVE TEGEN Kroon ten onzen opzigte gehouden, met meerder eerlykheid en trouw zal hebben te boekgefteld dan hy van zig heeft konnen verkrygen dar der Regeenng van Amfterdam te doen ? — Deze aanmerkingaileen zou my genoegzaam regtvaardlgen indien ik wilde belluiten om myne pen hier neeJ te leggen; men wordt het indedaad moede, zig by aanhoudenheid met zo veele lasteringen te moeten bezig houden, en fteeds zynen tyd te moeten geven aan het wederleggen van zaaken, die even zo tastbaar valsch als opzetrelyk kwaadwillig zyn ter nedergefteld. Myne bezigheden roepen my daar en boven tot een veel aangenaamer, en min haatlyk werk. - Men vergunne my derhalven dezen brief hier te moogen afbreeken, om in eenen volgenden met des te meer iever alle de bedriegeryen, en onbeftaanbaare redeneeringen van de°zen Èèfug. ten fchryver aan den dag te konnen leggen"; ten einde onze Naue hoe langs hoe meer in ftaat gefteld worde om het karakter de denken handelwyze van haare inwendige vyanden duidlyk te leeren kennen. . Niets is 'er dat my voor 't overige zal konnen aflchrikken om op den zei ven voet voort te gaan ; zelf niet de waarfchynlykheid van eenen aanftaanden vrede. De zaaken die ik nog te verhandelen heb  het politiek vertoog. 199 heb zyn van dien aart, dat eene duidlyke aan- . tooning van dezelve buiten twyffel dienen moet, om niet alleen aan een Engelscbgezind complot dat zig hoe langs hoe ftouter in deze landen begint te vertoonen, alle wapens uk de hand te rukken die hetzelve in het vervolg van tyd tegen onze waare Vaderlandsgezinden zou kon- „en aanvoeren; maar ook, om een wezen- lyk licht te verfpreiden over de gefchiedemslen van onzen tyd in het algemeen en van dezen oorlog inhetbyzonder; iets, hetwelk voiftrekt noodzaaklyk is geworden, zins men niet heefc opgehouden, zo door onkunde van den eenen kant, als door kwaadwilligheid van den anderen, om de gebeurenisfen onzer dagen in zulk een valsch en verfchillend licht te vertoonen, dat het volgende geflagt, onze twistfchriften doorbladerende,te vergeefs zou zoeken naar waarheid, ol zig vl'eijen, met eenige de geringde zekerheid. Hoe onaangenaam derhalven de bezigheid ook mooge zyn die ik op my genoomen heb, zal ik my derzelve egter gaarne getroosten. De fmaadheden die my deswegens worden aancredaan,'en het gevaar waar aan myne liefde tot de waarheid en het heil des Vaderlands my bloot ftelt, konnen my nog ontmoedigen, nog eenigzins doen afgaan van het befluit dat ik N 4 een-  200 ZESDE MISSIVE TEGEN enz. eenmaal genoomen heb. De befcbimping en vcrfoeying van alle de aanhangelingen dier mag"ge party, tegen welke ik in het veld ben verfcheenen, zyn myne zegetekenen; en hunne haat en vervolging, zullen zo wel de belooning zyn, die ik verwagte, als de krooning myner poogingen ! Candidus,  ZEVENDE BRIEF AAN DEN SCHRYVER .VAN HET POLITIEK VERTOOG. DIENENDE TOT WEDERLEGGING VAN HETZELVE.  Quamfuam quid loquor?—— Te ut ulla res frangat? Tu ut umquam te corngas? Tu ut ulla» fugam tne^ ditere ? Tu ut ullum exfilium cogites ? Utinam iibi iflam men tem Dii Immortales didnt! Sed tu utvitiis tuis commoveare, ut legum poenas pertimefcas, ut tempcribus reipublicae concedas, non eft poffulan. dum. Neque enim is es, Catilina! ut te aut pudor a turpitudine, aut metus a periculo, aut ratio a furore revocabit. CICERO.  ZEVENDE MISSIVE AAN DEN SCHRYVER VAN HET POLITIEK VERTOOG. Dienende tot wederlegging van hetzelve. MYN IÏEEIt! Jvja dat ik in myne voorige de onbedaanbaarheb aangetoond der redeneering welke gy ten grondflag hebt gelegd van alles wat gy tegen het oedrag der Franfche Kroon verder zult konnen aanvoeren, zal ik 'er thands toe overgaan ora uw ganfche verhaal van het gebeurde tusfchen Vrankryk en onze Republiek te onderzoeken, en duidlyk aan te toonen dat dit Ryk zig geenzins vyandlyk omtrend ons gedraagen heeft, maar in tegendeel alleen op eene zeer beflaanbare wyze gevorderd, dat wy dat geene zouden behartigen, wat ons eigen belang van ons vorderde, en door de exilteerende Tractaaten ons wierd vergund en toegedaan. Laaten wy derhalven kortlyk vooraf de gefteldheid van zaaken te midden in het jaar 1778 na-  2 Dan ik betuig rondborftig niet te konnen zien, wat eigenlyk die gevreesde wolk zou hebben konnen doen ontftaan, ten ware dezelve by die Heeren gerezen mogt zyn, uit de- be- (*) Portiek Vertoog p. 38- (p« 85* 8vo.)  20fj ZEVENDE MISSIVE TEGEN befchouwing, dat men, om aan de biJJyke eisfchen onzer Kooplieden te voldoen, eene behoorlyke zeemagt zou moeten uitrusten, die Engeland de beftaande verbonden zou noodzaaken te eerbiedigen, en dat zy Heeren dit egter geenzins voorneemens waren te doen. jyjaar laaten wy nu vervolgens zien, hoedaanig het gedrag van Vrankryk in deze omftandigheden omtrend ons geweest is, en of dat Ryk iets van ons gevorderd heeft, dat onbeftaanbaar was met het belang onzer handeldryvende Republiek , of ftrydig met deszelfs gemaakte verbintenisfen. - Zeker was het dat de Britfche Kroon, die thands noodig had aan Vrankryk zo veel afbreuk te doen als eenigzins mooglyk was, geene achting genoeg voor Ons haare bond- en geloofsgenooten, nog ook voor de be,zworene trouw van eenige gemaakte verbintenisfen zou hebben , om ons ongeftoord in het genot te laaten van den vryen vaart en handel op de havens van het Franfche Ryk,- weswegens het vol/trekt noodzaaklyk was, wilden wy ons van de rechten der onzydigheid verzekeren, dat wy een behoorlyk vry geleide aan onze koopvaarders verleenden. Dit wierd binnen kort nog meer bevestigd, dewyl de Koning van Engeland goedvond, zo ras onze Kooplieden hunne begeerte hier omtrend te ken- nen  HET POLITIEK VERTOOG. 207 nen hadden gegeeven, te verklaaren, dat de beweegredenen van eigen verdeediging en behoudenis hem noodzaakten om zoveel mooglyk was, allen toevoer van fcheeps- en oorlogsbeboeftens naar de havens van Vrankryk te beletten 5 weshalven men vertrouwde dat H. II. MM wel zouden willen bejluiten, om hunne onderdaanen niet te autorifeeren om onder convoy in Vrankryk fcheepsbehoeftens te brengen,als het gevaarlykjïe voorwerp uhmaakende, voor de veiligheid van Groot Brittannien. Zodanig een ftap van Engeland, die regelregc tendeerde om het Tractaat van 1674 te verbreeken, en aan onze ingezetenen een zo ruim als billyk voordeel, waarop zy een onwederfpreeklyk recht hadden, geheel te ontzeggen, kon niet anders dan het regtmaatigst resfentiment onzer kooplieden, die dergelyke verraderlyke kunfienaryen der Engelfchen telkens moesten ondervinden, te weeg brengen; en eene zo verregaande mishandeling en verbondsbreuk kon onze Republiek niets anders dicteeren, dan dat zy zig ten fpoedigften te wapenen had tegen zulk eenen bedrieglyken vriend; te meer daar eene inwilliging en ftilzwygend aanzien van zulke buiten» fpoorige en toomlooze demarches, als het Engelfche Hof in dit opzigt goedvondt te doen, by dat van Vrankryk als niet anders kon worden aan- ge-  208 ZEVENDE MISSIVE TE GEK gemerkt, dan als eene verregaande eenzydigheid, die ten duidlykften blyk verftrekte, dat men hier te lande meer geneegen was, om de vyandlyke inzigten der Engelfchen tegen de Franfche Kroon te begunftigen, dan de regelen en pligten eener volkoomene onzydigheid in acht te neemen.. Desniettegenftaande vonden H. H. MM. goed, om reeds in zo verre te condefcendeeren en te defereeren aan dit trotfche voorfchiift van het Britsch Ministerie, als om op den 19 November het provifioneel befluit te neemen, dat men door de Raaden ter Admiraliteit den Kooplieden zou doen verwittigen, dat tot nader order niet onder convoy zouden worden genoomen alle zulke fchepen , welke geheel of ten deele geladen waren met ongezaagd bout, tot het bouwen van fchepen van oorlog vereiscbt, als masten, brommers, knien, zwaar e balken, &c. (*). Onder- tusfchen had Zyne Majesteit van Vrankryk, om aan Groot Brittannien een voorbeeld van edelmoediger gedrag te geven ,en te gelyk aan gansch Europa te toonen hoe vervreemd hy was van de handclwyze van dit heerschzugtig Ryk, in de maand July dezes jaars een Reglement doen uitvaardigen raakcnde den fcheepvaart der neutraale Moo- C*) Zie.N. Nederl. Jaarb. 1779. p. 57.  BET POLITIEK VERTOOG. 100 Moogenheden, waar by in het eerde Artikel wierd vastgefteld, dat geen Kapers zouden moogen neemen nog in de havens van het Franfche Ryk opbrengen, eenige fchepen toebeboorende aan onzydige Moogenheden, het zy dezelve uit vyandlyke havens vertrokken, of naar dezelve been gedestineerd waren ;met uitzondering nogthands van de zodaanige, die onderfiand mogten brengen aan geblokkeerde, ingejlotene of belegerde plaatzen; dat voorts fchepen van Neutraale Moogenheden , die geladen waren met contrabande goederen voor den vyand, zouden moogen worden opgebragt, in welk geval alleen deze contrabanden zouden genoomen en geconfisqueerd worden, dog het fchip met de overige goederen wederom worden vry gegeeven, ten ware de genoemde contrabande goederen meer dan drie vierde van de waarde van het Cargazoen uitmaakten , als wanneer hetzelve geheel zou worden verbeurd verklaard; voorbehoudende Zyne Majefleit nogthands aan zig, cm de vry beid by dit Artikel verleend te herroepen, ingevalle de vyandlyke Moogenheden, binnen den tyd van zes maanden te rekenen van de dagtekening van dit reglement, dezelve niet wederkeerig zouden hebben willen gelieven O ^  StO ZEVENDE MISSlyE TEGEN te verkenen.?). " Dan niettegentade.den inhoud, zo van deze verklaaring der Franfche Kroon, die ten duidlykften toonde,hoe zeer zy langs,dezen weg de rechten der onzydigheid wilde^ geëerbiedigd hebbeö, als van de Refolurie provifioneel van H. H. MM. in dato 19 November, ging het Ryk van Engeland voort met alle onze fchepen zo.uïtgaande als thuiskoomende te ontrusten, te mishandelen , te. plunderen, en op te brengen, zo:dat het duidjyk bleek dat hetzelve, geenzins voorneemens was de rechten der onzydigheid te eerbiedigen, of de voetftappen van het Franfche Hof te drukken, maar in tegendeel dit Ryk als te dwingen en te noodzaaken, om op dezelve wyze te handelen met de Hollandfche fchepen., die. uit de Engelfche havens kwaa.men, of-op Engeland hevragt waren; iets war yoor onze kooplieden met de grootfte reden,zeer bedugt waren, gelyk zy ook nkt m. lieten zulks uitdiuklyk onder het oog der Algemeene ftaaren te brengen (f). De noodzaak klom derhalven, ten allerhoogften om onze Commercie ten fpoedigften in zekerheid te Hellen en aan haar de allerefficacieuue proteclie te bezor- gen, (*) Zie Mercure de France 1778. N. FI. p, xo-i (t) Zie N. Nederl. Jmrb. 1778. p. i38a'.  HÉT POLITIEK VERTOOG, 211 gen, waar op de ganfche Natie reeds zins eenen zo geruisen tyd en nóg fteeds by aanhoudenheid met de allernadruklykfte en overredendite vertoogen bleef aandringen, fchoon zonder eenige uitwerking , gelyk wy boven reeds meer dan eens gelegenheid hebben gehad aan te toonen, en waarvan zig de redenen in het vervolg al verder ontdekken zullen. Ondertusfchen dagt het Franfche Hof veel te edelmoedig om eene zo godloze handelwyze als die der Engelfchen omtrend ons naar te volgen; het zelve, offchoon door Engeland gedwongen om ons even zo vyandig te behandelen, gelaste alleen, eefiigen tyd na het neemen der Refolutie van den loNovember, aan zynen Gezant den Heer Hertog de la Vauguyon , Om aan H. 'MM, te verklaaren, „ dat het ver* „ trouwen * waarin Zyne Majefteit was, dat H; „ H. MM., bezield met hartlyken iever om de ;, volmaakte harmonie, die 'er thands tusfchen ,, Vrankryk en de algemeene Staaten heerschte, „ fteeds te dóen ftandgrypen, zig in de tegen„ woordige omftandigheden ftiptelyk zouden ge„ draagen naar de grondbeginzelen van eene „ volftrekte onzydigheid, Hem genoopt hadden ,, om de vereenigde Provinciën te begrypen in „ het Reglement, dat Hy in de maand July laast„ -leden had vastgefteld, aangaande den koophan- 0 2 „ del  2IÏ ZEVENDE MISSIVE TIOEN „ del en de fcheepvaart der onzydige Natiën. ,, Dat Zyne Majesteic des te minder reden vondt „ om aan de volharding van H. H. MM. in de„ ze grondbeginzelen te twyffelen , naar dien ,, Hoogstdezelve Hem daar van by herhaalde ry,, zen hadden doen verzekeren, en deze grond„ beginzelen den allerwezenlykften grond en „ fteun uitmaakten van de rust en den welvaart „ der Republiek. Dan, dat Zyne Majesteit ech., ter meende zig op dit punt volkoomen zeker „ te moeten ftelleh, en dat Hy derhalven in die „ bedoeling aan H. H. MM. eene duidlyke en „ naauwkeurige verklaaring afvroeg, aangaande „ hunne verdere befluiten, en aan hen verklaar„ de, dat Hy zig naar dit hun antwoord zou „ fchikken, om de Reglementen welke Hy na„ der zou wenfchen te bekragtigen, voor zo „ verre dezelve de ingezetenen dezer Republiek „ betroffen, te onderhouden of te vernietigen. „ Weshalven Zyne Majesteit zig vleidde, datH. „ H. MM. zig op eene juiste en naaukeurige „ wyze zouden gelieven te verklaaren nopens „ de kenmerken van de volmaakte Neutraliteit, „ waar van Zyne Majesteit zig verzekerd hieldt, „ dat zy niet voorneemens waren aftewyken. Hy „ verwachte dus van H. H. MM. dat zy aan de „ vlag der vereenigde Provinciën alle de vryheid „ zou-  MET POLITIEK VERTOOG. 813 „ zouden doen geworden, die aan dezelve toe„ kwam, als voortvloeiende uit hunne onaf' ,, hanglykheid; en dat zy de rechten van hun„ nen koophandel zo ongefchonden zouden be„ waaren, als dezelve volgens het recht der vol„ keren behoorden te zyn en door de Tractaa,, ten gelaaten waren. Doch welke vryheid „ bedrieglyk en welke ongefchondenheid ver„ basterd zoude worden, indien H. H. MM.de„ zelve niet door eene gepaste befcherming „ handhaafden, en ingevalle zy duldden, dat „ hunne ingezetenen de convoyen bleeven mis„ fen, zonder welke deze geen genot konden „ hebben, van de voorregten die zy verkreegen „ hadden, en die zy inriepen ; hoedaanig een „ befluit eene eenzydigheid zou aan den dag , leggen, welke noodzaak lyk in de tegenwoor„ dige pmftandigheden zou moeten worden aan„ gezien als eene handelwyze die rechtftreeks inbreuk deed op de grondbeginzelen van eene „ volftrekte Neutraliteit, en die onvermydelyk „ door haare gevolgen zoude medebrengen, dat „ Zyne Majesteit niet alleen de voorrechten „ weder introk, die Hy aan de vlag van H. H. „ MM. had verzekerd door zyn Reglement ten „ aanzien der onzydige Natiën, maar ook de „ wezenlyke en loutere gunnen opfchortte, die O 3 „de  214 ZEVENDE MISSIVE TEGEN ,. de koophandel der vereenigde Provinciën in ,, alle de havens van zyn Ryk genoot, uit gee. „ ne andere beweegredenen dan enkel die der „ goedwilligheid en toegenegenheid van Zyne „ Majesteit voor H, H. MM. (*V Deze verklaaring van het Franfche Hof tendeerde niet alleen om R H. MM. by de flipte naar. kooming van de regelen eener volmaakte onzy. digheid te bepaalen; maar de eisfchen die hetzelve in dezelve deed, Hemden daar en boven volmaakt overeen met het geen de belangen onzer Republiek vorderden, en dat overeenkomftig met den inhoud haarer gemaakte Tractaaten, eenftemmig door onze ganfche Natie van H. H. MM. by aanboudenheid begeerd wierd Dan het een en ander bleek by de uitkoomst niet toereikend te zyn om H. H. MM. te overreden,om aan de ftem des volks of de billyke verwagting van het Franfche Hof te voldoen. Ondermafchen had de hoogwyze Regeering der ftad van Amfterdam geenzins konnen berusten in de bovetigemeTde Refolutie van H, H. MM. in dato' 19 Nov. maar wel uitdruklyk tegen dezelve geprotesteerd, cn bereids in haare wederlegging van het raport, waar na die Refolutie was genoomen, aangemerkt, dat „ men door zodaanig O Zie N. Nederl. *aarb. i719.p. 84-89." ^  hET POLITIEK VERTOOG. 21$ , eene Refolütie zou beginnen met het Tractaat H van 1674 en de rechten van den vryen vaarten ]\ handel door de ingezetenen dezer landen daar " by geacquireerd den bodem in te liaan; mitsj] gaders de Commercie dezer landen voor altoos g in de gevallen, waar in het voorfz. Tractaat ,V zoude moeten werken , dependent te maaken „ van het goeddunken van het Engelsch Minis" terie; dat de gecommitteerden uit de Colle'gien ter Admiraliteit hier tegen niets an"„ ders hadden konnen allegeeren, als voorlege',' ven dat het fcheepstimmerhout, welks uit*' voer men wilde beletten , 'geen groot object zoude uitleveren, in vergelyking van die Ar. " tikelen, die men onderftelde daar door te zullen behouden, even als of de voorfz. differente artikelen van Commercie geen aaneen" fchakeling aan den anderen hadden, en niet '* te gelyk naar andere plaatzen zouden konnen " worden gediverteerd ; mitsgaders als of het " recht van vry fchip vry goed in een artikel opgegeeven zynde, in andere opzigten, tegen 11 de defpoticque handelingen van het hof van " Engeland beter zouden konnen ^worden gel handhaafd; — dat het neemen-van zodanig „ eene1 refolütie dus niet alleen eene volfrekte ',' diminutie van het recht van s' lands ingeze* O 4 ,»  SIÓ* ZEVENDE MISSIVE T E OEN ,, tenen hunlieden uit hoofde van het gemelde „ Tractaat competeerende zoude zyn, ma'ardat daar en boven, dewyl het Engelsch Ministerie ,, declareerde, zig voortaan niet te willen hou„ den aan het voorfz. Tractaat, voor zo ver zulks „ het tranfporteeren van fcheepsmateriaalen na „ franfche havens betrof; zodanig eene toegeven„ heid, eene volflage onderwerping aan eene „ onregtmaatige verging van het Engelfche Hof „. zoude wezen; en des te meerder fletrisfant, „ om dat hetzelve Hof zig van deze vrye Navi„ gatie tegen de Republiek heeft bediend; en „ aan Vrankryk, wanneer H. H. MM met dat „ ryk in oorlog waren, ook op fundament van „ hetzelve Tractaat alle fcheepsmaterialen naar „ goedvinden heeft vervoerd; zo dat precifelyk „ in dezelve omftandigheden, waarin men zig „ daarvan heeft bediend, desonaangezien de na„ kooming van zodaanig engagement voor impracticabel te willen doen voorkoomen; en „ om geene andere reden, als om bloote conve„ nientie voiftrekt te weigeren, eene openlyke „ verbreeking van de goede trouw is; en met „ de eer en onafhanglykheid van dezen ftaat, die zig trouwelyk van hetzelve engagement heeft gekweeten, niet kan werden gecompas» feerd; ^_ dat ook van zodaanig eene toege- „ ven-  HBT POLITIEK VERTOOG; 21? venheid in de Registers van den ftaat niet al„ leen geen voorbeeld te vinden was, maar dat „ dezelve behalven dit, nu nog minder dan „ ooit van te vooren te pas zoude koomen; ge„ confidereerd zynde de actueele fituatie waar „ in Engeland zig bevond; en dat H. H. MM. „ in de vorige oorlogen tusfchen Vrankryk en „ Engeland, wanneer het laatstgemelde Ryk in „ vry wat florisfanter ftaat, als heden, was, „ wel verre van eene toegevenheid van dien „ aart als door de gecommitteerden geadvifeerd „ was geworden plaats te geven, ter contrarie „ met de grootfte fermeteit de rechten van hun„ ne ingezetenen, hen uit hoofde van het ge„ melde Tractaat competeerende, tegen het En„ gelfche Hof en 'Ministerie , geduurende de „ toenmaalige troubelen, hebben vastgehouden, gelyk bleek' uit dè cordate reprefentatien ingevolge H. H. MM. Refolutien van 3 Aug. 1746 en zelfs van den 20 Sept. 1762 aan het „ Ministerie van Engeland gedaan; dat „ al verder zodanig eene condefcendance dezer „ Republiek ftrydig was met het belang der „ Noordfche en Zuidelyke Zeemoogenheden, „ als konnende alleen ftrekken om de vryheid „ der Navigatie atteinte toetebrengen, door aan „ onze ingezetenen het af haaien der Noordfche 05 » Pro*  ai8 ZEVENDE MISSIVE TEGEN » Producten te beletten, en Engeland alleen in „ het bezit der Monopolie van dezen handel te „ Hellen ; waar Uit ook te gelyk volgde dat'er dus „ geene continentiaale relatien exfteerden (zo „ als men zig by zekere gelegenheid had uitgc„ drukt') die Engeland in het onderneemen van „ eenen onregtvaardigen oorlog tegen deze Re„ publiek, of in 't voortzetten van de tegen„ woordige verregaande excesfen tegen s' lands „ ingezetenen, in een tydüip waar dit Ryk zig „ zei ven in groote verlegenheid bevond, zou„ den konnen verfterken; — dat daar en bo„ ven het neemen van zodanig eene Refolütie, ., waar by de Rechten van s* lands ingezetenen „ zo notoirlyk zouden worden verkort,met gee« „ ne meerderheid van ftemmen kon gefchie„ den, dewyl op die wyze de heiligde ban„ den, waar mede de leden van dit gemeene„ best aan den anderen zyn verbonden, zouden „ worden losgemaakt en op eene indirecte wyze „ en vergezogte voorwendzelen geëludeerd, het „ geen ten duidlykften bleek uit de pratenfe n juftificatie welke men voor het neemen van „ zodanig eene Refolütie wilde bybrengen, „ naamlyk, dat hoe zeer het voorfz. Tractaat „ van Marine 'met meerderheid van ftemmen „ niet mogt worden veranderd, mg daar over » in  HET POLITIEK VERTOOG. 21Q „ in onderhandeling, met Engeland getreden, k worden, veel, min de rechten en vryheden van „ 'f lands ingezetenen daar hy gecontracteerd, „ zonder algemeene toe/lemming mogten wor- „ den verkort, nogthans by pluraliteit „ aan de ingezetenen dezer landen de gevraag' „ de protectie' rustende op fundament van bet „ voorfz. Tractaat zou kunnen worden gewei„ gerd, by aldien zulks maar niet gefebiedde „ onder de gedaante , of voorkwam als een 5, gevolg , van eenige Negotiatie of onderhan„ deling; — onder hoedaanige willekeurige en „ gansch ongegronde distinctien en fubtilitei„ ten de Raad van Amfterdam volftrektlyk „ weigerde eenigzins de hand te leenen tot „ de daadlyke verkorting van rechten en vry„ heden , die altoos inviolabel zyn geconfide„ reerd, en op de nadruklykfte wyze gemainti- ?) neerd; dat de Raad zig derhalven als nog „ flatteerde, dat men de zaaken tot die extremi„ teit niet zoude laaten koomen, maar in tegendeel dezelve liever daar heen willen helpen di,, rigeeren, dat convoyen van vereischte fterkte „ ten fpoedigften wierden in-gereedheid gebragt, „ mitsgaders dat tot de nodige aanwerving van man„ fchappen, mefures wierden genomen, zo door „ middel van beter betaaling en andere encoura- » ge-  *20 ZEVENDE MISSIVE TEGEN n gementen , als door middel van negociatien „ met de Noordfche Moogenheden ; — dat ,, verder aan het Hof van Groot Brittannien be» hoorde geantwoord te worden, dat men over ai geene verandering, hoe genaamd, in het meerge,, melde Tractaat, met hetzelve in onderhandeling „ zoude treeden, nog ook op eenige andere wyze gedoogen.dat directelykof indirectelyk eenige atteinte wierd toegebragt aan den vrycn handel ,, en vaart van 's lands commercieerende ingeze.» tenen; met byvoeging, dat Zyne Majefteitmet geen reden hier op eenigzins kon infteeren, als ,, zelve geoordeeld hebbende., toen zig eertyds „ de gelegenheid hier toe prefenteerde, dat het ,, regtmaatig en practicabel was, zig van dit zei- ve Tractaat tegen onzen Staat te bedienen. „ Eindigende de Raad derhalven met te declaree„ ren dat zy eene dergelyke Refolütie, als boven gemeld, by pluraliteit genoomen, zou hou„ den voor eene volftrekte overtreeding van de „ grondwetten van den lande,en verbreeking van „ de banden , waar door de leden van dezen „ Staat, tot defenfie van elkanders rechten en „ afweering van alle geweld , aan den anderen » verbonden zyn: mitsgaders dat het natuurlyk gevolg daar van zou moeten wezen, datdeflad 3> zig daar na ook zou moeten reguleeren in de u aan-  HET POLITIEK VERTOOG. 2.21 „ aanftaande deliberatien, die 'er zouden moeten „ vallen over het draagen van lasten van den F Staat (*)." Men ziet uit deze Refolütie ten allerduidlykften op welke billyke gronden en met hoe veel klem de loflyke Regeering van Am.fterdam zogc te voldoen aan de begeerte en den eisch der belangen van 's lands ingezetenen; en het kon het hof van Vrankryk, dat thands door deszelfs eigene omftandigheden, geen andere inzigten kon hebben, dan die volmaakt met deze heilzaame poogingen coincideerden, niet dan ten hóógHen aangenaam zyn,dat de Regeerers dezer Had, door het heil hunner landgenooten zo manlyk voor te ftaan, te gelyk den Staat zogten te permoveeren, om volmaakt getrouw te blyven aan die grondbeginzelen van onzydigheid, waar van het. zelve in de toenmaalige omftandigheden onze Republiek met geen onverfchillig oog zou konnen zien afwyken. Wel is waar dat de lastexzugt van den politiek vertoogfchryver niet heeft konnen nalaaten, om ons deze momenteele overeenkoomst tusfchen de begeerte van het Franfche Hof, en de vaderlandlievende remonftrantien der ftad van Amfterdam, voor te draagen als de gevolgen van eene onderlinge zaamenfpanning, cabaalmakery, en eensge- («) Zit N. Nederl. Jaarb. 1779- P- 45-4<5.  222 ZEVENDE MISSIVE TEGEN gezindheid van deze Had met het Franfche Hof,.ten einde onze Republiek mede in detr oorlog'; tegen Engeland iti te wikkelen; dog dergëlyke bedriegeryen en fophismen zyn wy reeds van -dien ■ pleiter tegen het belang van zyn Vaderland gewend, en ik zal dezelve ter zynèr tyd beantwoordeh; zynde het thands genoeg hier omtrend voorlopig alleen aan te merken, dat indien men het gedrag van Amfterdam in dezen gehouden als zodanig zou willen aanmerken, men als dan even zo veel reden heeft, om de tegenflanders dezer ftad , de Heeren van de zwarte wolk, (die wy boven ontmoet hebben, en aan welker hoofd de Folkiek vertoogfchryver zegt dat Zyne Hoogheid zig bevond) aan te merken als verbondelingen van Groot Brittannien welker complot eenuemmig met de inzigten in dit Ryk, ons in den oorlog tegen Vrankryk zogt intewikkelen; dewyl de gedagtcn van die Heeren even zeer ftrekten om En. geland genoegen te geeven, als de gedagten van den Amflerdamfchen raad 'deeden, om aan de begeerte van het Franfche Hof te deferéeren. At- qui fimilis fimilium efi ratio. Dog hier van in het vervolg nader. Ondertusfchen kan ik niet nalaaten alhier aan te merken, dat ieder onzydig befchouwer van het gedrag dat de Franfche Kroon tot hier toe ten op- z'g-  HET POLITIEK VERTOOG. 223 ?igte van onze Republiek gehouden had, ver. pligt is volkoomen toe te ftemmen, dat hetzelve uit niets anders voortvloeide, dan uit die zelve, door Engeland zo zeer geventileerde principien van zelfverdediging, en zelf behoudenis. Ten anderen, dat de eisfchen die Vrankryk aan ons voorhield geenzins, gelyk die van Engeland, geene infractie waaren op de beftaande verbonden, maar dat dezelve in tegendeel alleen gegrond waaren op de zuiverfte voorfchriften eener volmaakte onzydigheid. Ten derden, dat de--begeerte van dit Hof, dat wy naamlyk onze Commercie en wettigen handel behoorlyk zouden befehermen, niet anders was, dan het geen ons waar belang,en de zucvt voor den welvaard onzer ingezetenen voiftrekt van ons vorderde, terwyl de begeerte van Engeland in tegendeel daar heenen ftrekte om ons van onze uitneemendfte voordeelen te beroven, en den bron van ons beftaan te floppen. Uit welk een en ander dan ook volgt, dat, heti zy men dit gedrag der Franfche Kroon buiten betrekking tot de conduite der ftad van Amfterdam wil befchouwen, het zy men hetzelve met eenen lasterzugtigen Politiek vertoogfchryver aanmerkt als de gevolgen eener ongeoorloofde verftandhouding met diezelve Stad ; het egter zeker is en blyft, dat dit Ryk geenen enkelen flap gedaan heeft  224 ZEVENDE MISSIVE TEGEN heeft die onverzoenbaar was met goede trouw; < die ftrydig was met de wezenlyke belangen van het vaderland; of die eenige vernietiging van onze gemaakte verbintenisfen vorderde; waar uit het dan te gelyk even onwederfpreekl'yk is, dat de Regeering van Amfterdam , al wilde men haar aanmerken als zaamenfpannelingen, ja zelfs als gecorrumpeerde begunftigers der Franfche Kroon mets gedaan hebben dat niet overeenkwam met de eisfchen van het belang des Vaderlands, of dat haar me dien hoofde in den geringften graad fchuldig maakte aan iets, het welk uit zyne natuur moest ftrekken ten verderve dezer Republiek. In het vervolg zal zig dit alles in nog veel helderder daghcht vertoonen lk zal thands VQOr met het verhaal van alles wat 'er zins gebeurd is ten einde het al verder blyke dat nog het Ryk van Frankryk, nog de brave ftad van Amfterdam, Zfe een van beide gedragen hebben op eene wyze die niet ten hoogften beitaanbaar was, zo wel met het geen wwraakbaare grondbeginzels van zelfsverdeediging en zelfbehoudenis aan beiden m het algemeen dicteerden, als met dat geen wat de ftad Amfterdam aan haar Vaderland en overige Bondgenooten verfchuldigd was. Wy hebben dan boven reeds gezien, dat niettegenüaande de ernftige en zo zeer gegronde Re-  HET POLITIEK VERTOOG^ 335 Remonftrantien der Regeering van Amfterdam, het befluit op den 19 Nov. egter daadlyk genoomen was om geen convoy te verleenenaan fchepen met ongezaagd hout gelaaden; van welk befluit ingewikkeld kennis wierd gegeven aan het Engelfche Hof, in eene Memorie den 3 Dcc. door den Graaf van Weideren aan Lord Suffolk overgegeven , waar in verklaard wierd, „ Dat H. H- MM. „ in het denkbeeld waaren, dat by aldien'het „ met ernst was, gelyk zy moesten onderftellen, „ dat Zyne Majesteit hunne rechten nier uit het „ oog verliezen wilde, en de noodzaaklykheid, „ om den toevoer van fcheepsmateriaalen te be„ letten (eene zaak waartoe de Koning voorgaf „ verpligt te zyn op den grondflag van eigene „ verdeediging en behoud) niet wilde uitftrekken „ tot alles wat onder die benaaming zou konnen » begrepen worden, maar zuiverlyk bepaalentot „ die ftoffen, waar op de grondbeginzelen van „ eigene verdeediging en behoud geacht konnen „ worden rechtftreeks te werken: de gelegenhe„ den om daar over te twisten zig tegenwoordig" (na dat H. H. M.VI. naamlyk de bewuste Refolütie genoomen hadden) „ zo zeldzaam zou„ den opdoen, dat H H. MM Zyne Maj. ,, niet zouden behoeven te verzoeken, om met „ onpartydigheid en ernftig te onderzoeken, of P de.  226' ZEVENDE MISSIVE TEGEN ,, deze noodzaaklykheid in der daad zo groot is ,, als zy in de eerfte opflag zig voordeed, en zo,, daanig dat dezelve eene willekeurige over„ treeding van den uitdruklyken letter der Trac„ taaten zou konnen billyken (*)," Dan Z. M. van Engeland vondt desniettegendaande goed den 15 Dec. daar aan volgende eene nadere Inllructie voor de Engelfche Kapers uit te vaardigen, by welke hen kwantswys gelast wierd de fchepen toebehoorende aan de ingezetenen van deze Republiek vry te laaten pasfeeren, — uitgezonderd dezulken die met fcheepsbehoeften geladen waren, — dat is, zulke fchepen die, volgens de nieuwe en willekeurige verklaaring die Engeland aan dit woord gegeven had, geladen waren met goede, ren die tot den aanbouw van fchepen (Naval flores) konden dienen (f); zo dat deze nieuwe inftructie voor de Kapers eigenlyk niets anders N in zig behelsde, dan eene openlyke van de handwyzïng en verachting van de bovenftaande verklaaring door den Graaf van Weideren uit naam van H. H. MM. gedaan. Zulk eene vyandlyke handelwyze, te fhooder om dat dezelve al wederom met het masker van vriendCO Zie N. Nederl. Jaarb. 1779. p. 57.6i. Ct) Zie Nederl. Jaarb. 1779. p. 63-65.  HET POLITIEK VERTOOG. 227 vriendfchap was bedekt (*), was nog al niet toereikend, om alle de leden der ftaacsvergaderingen te (*) Met bet masker der vriendfchap &c. Dat dit gezegde zeer juist en billyk is, zal \& duidiyk aantoonen uit' den brief door Lord Sufolk den I December aan onzen Gezant den Graaf van fVelderen toegezonden ter beantwoording van zyne Memorie dsn 3 dier maanJ aan dieu ftaatsdienaarovergegeeven, en welks inhoud ik boven op p. ï25 h^b opgegeeven. Deze brief is van dien inhoud, dat ik denzelven hier flegts gedeclielyk zal excerperen , dog in zyn geheel doen drukken ageer deze misfive, dewy! dezelve tot hier toe niet publiek gemaakt is. Men kan dezelve plaatzen in de IV. Nederlandfcbe Jaarboeken 1779 :l2ier bladz. 62. Het Ministerie vond «oed om zig op gemelde memorie, met deze tllezms perfidieufeexpresGen dus te declareeren: „ L'attention extreme du, „ Roi aux intéréts du commerce des Etats Genét aux S1 „ des autres Puifances Amies & iXeutrcs, Lui a fait de„ jirer de reftreindre toute licence daxs les proc'dJs des „ Armateurs, £? d'en éloigner autant qu tl ed fofihle „ tout fujet de plainte a ('avenir; & d ms eet te vue „ Us fe. prenarent aStuellement de; infiruétions ulteneu„ res & peremptoires" (N3. deze wa'en net beivu-ts ,, Reglement) „qui feront pu'dices incelfem:r.e-it "gelyk „ ook 4 dagen daar na gefchied is. Lord Sufolk ver„ volgde dus: .., Je me flatte que feffet repond. a a ce „ but, qui eft feconde c.'.core par les fentences de lu „ Cour (T Amirauté, qui otit été on ne peut pas plus , favorables, & particulierement d ceux de Leurs Waum „ tes PuiffancesV ijk bid den Lezer hier ie willen verP 2 go-  22S ZEVENDE MISSIVE TEGEN te doen ontwaken, of liever om hen te over» reeden, dat men zig ten allerfpoedigften en met allen ernst in veiligheid te nellen had, tegen een Ryk dat zo duidiyk en opzetlyk toonde, ons niet alleen van de voornaamfte voordeelen eener altoos , in alle deszelfs deelen, aan een gefchakelde Commercie, te willen ontzetten, maar om ons daar en boven langs dien weg in den oorlog tegen Vrankryk in te wikkelen. Men ontvong by de bondgenooten het bovengemelde nadere Reglement, zonder dat H. H. MM. hier omtrend de geringde aanmerking maakten, wordende het zelve benevens den brief van den Heer van Weideren flegts copielyk door de gedeputeerden gelyken de N. Nederl. Jaarb. i?79 p. 65. fqq.) M ye „ ne puis douter M. le Cm/et que Leurt llautes Puls. „ farces ne reconnaifent par ce que je viens de detail. „ Ier, le defir fincere & uniforme du Roi a leur fa. „ tisfaire en tout ce qui eft compatible avec fa propre „ defence & confervation ; poir.ts, trop importants pour „ que Sa Majejlé les perde jamah de vüe, & qui diéle. „ ront neceft'airement une obfervation des principes que „ feus Pbonneur de vous expofer dans ma lelt re du 19 „ Oêobre," Men heeft niets meer noodig dan dit eenvoudig uittrekfel om zig te overreeden van de onbefchaamde en verwoedmaakende handel wyze van hetCritsch Ministerie. Onbegryplyk is het dat men van onzen kant zulk eenen hoonenden en befpotten ien, ja tergenden brief, geheel met ftilzwygen heeft beantwoord.  het politiek vertoog. 220 den overgenoomen, om in den haaren bresder gecommuniceerd te worden (*). Anders dagt de Heer Hertog de la Vauguyon, die kennis krygende van den inhoud van dit Reglement, en ziende dat hetzelve regelrecht was ingericht en geraamd tegen de inzigten en billyke begeerte van zyn hof, niet naliet om op den 19 December eene nadere nota aan H H. MM. overtegeven (t)» dienende tot nader aandrang en verklaaring van zyne Memorie den 7 daar te vooren aan hoogstdezelve geexhibeerd, en welks inhoud wy boven reeds gezien hebben (§). Deze nadere nota, waar in Zyne Excellentie met meerder nadruk de verwagting van zynen meester te kennen gaf, dat H H MM. niet zouden nalaaten om door eene behoorlyke befcherming van hunne vlag, hunne onzydigheid te handhavenen, was alleen van dat gevolg, dat by de (laaten van Holland by meerderheid van ftemmen befloten wierd, om de zaaken daar heenen te doen dirigeeren» dat aan dien gezant in fubftantie geantwoord wierd, „ Dat men de vriendfchap van Z. M. „ altoos hoog zou achten &c. &c. —— Dat het ,i Voorre*) Refol. H. 11. MM. Luna tl Dec. 1778. (f) Zie N. Nederl. Jaarb. 1779. p. 87. (§) Bladz. 211 fqq. Pa  Ö30 zevende missive tegen „ voorneemen van H H. MVT. was, om hy „ eene volmaakte Neutraliteit fcrupuleus re bly. „ ven, in vertrouwen dat beide de belügcerende „ Moogenheden hen in het gerust genot van de. zelve zouden laaten; . dat de vrye oeffe- „ ning van de Commercie en Navigatie li; H. „ MM, zeer ter harte gin f. KiJ P 4  «3* ZEVENDE MISSIVE TEGEN deze Afgezant weigerde dit antwoord aan te neemen, dewyl hetzelve geenzins voldeed aan de begeerte van zynen Koning, die uitdruklyk bevolen bad, om aan hem geen ander antwoord te laaten toekoomen, dan waar by op de duidlykfte en naaukeurigfte wyze de kenmerken zouden blyken van eene volkoom ere en volftrekte onzydigheid (*). Hun Hoog Moogende vonden hier op goed hun niets bepaalend antwoord toe te zenden aan hunnen gezant te Parys, met last om hetzeJ-. ve aan den ftaatsdienaar des Konings ter hand te Rellen; dog de Graaf de Vergennes uit de weigering van den Heer Hertog de laVaugtjyon reeds vernoomen hebbende, dat hetzelve niet voldoende was, nam hetzelve insgelyks niet aan, maar verzogt den Heer van Berkenrode nadere orders van de Republiek te willen afwagten; van welk antwoord gemelde gezant den 5 January aan H. H. MM. kennis gaf (f) Dan H H MM.' vonden niet goed vooreerst eenig nader antwoord te geven, veel min hunne genoomene Refolütie van den 19 November te veranderen. • Ondertusfchen liep tegen den 26 January het termyn ten einde het welk Zyne Majesteit van Vrank- f*j Ibidem. (Sj Ibidem.  het Politiek Vertoog. 233 Vrankryk in zyn Reglement van den 26 July bepaald had , om de vry heid die hy by het eerde Arti ke! van hetzelve aan de onzydige Moogenheden hadtoegeflaan, te zullen herroepen, ingevalle de vyandlyke Moogenheden dezelve niet wederkeerig zouden hebben gelieven te verkenen. Het Ministerie van Engeland had zig hier voor opzetlyk gewagt, en bekreunde zig aan deze declaratie van'het Franfche Hof zeer weinig Men had integendeel, gelyk wy boven gezien hebben, reeds weeten te weeg te brengen, dat H. H. MM. in zo verre van hunne onzydigheid waren afgeweeken, als om ten gevalle van Engeland geen convoy aan de houtfchepen onzer Republiek te verkenen. In deze omftandigheden derhalven kon niets Zyne Majesteit van Vrankryk weerhouden, om zyn genoomen befluit, hetwelk allezins op volkoomene biliykheid fteunde, ter uitvoer te doen brengen, en dewyl H. H. MM. weigerig bleeven om eene flipte Neutraliteit gegrond op de Tractaaten der Republiek, ten zynen opzigte te obferveeren ,hen ook daadlyk uit te fluiten van de voorregten die hy by'het genoemde Kegkment aan alk onzydigeMoogenheden had toegezegd; dog alvoorens finaal hiertoe tekoomen gelaste Zyne Majesteit den Hertog de laVauguyonomaan II. R MM. nogmaals prealabel kennis te geeven P fen , hebben, dat zulks door Zyne Majesteit zou worden aangemerkt als een blyk van evidente eenzy. dighetd, die hem zou noodzaaken om niet alleen de vryheid die aan de ingezetenen der Republiek voorwaardelyk wa* beloofd geworden, maar ook de wezenlyke en gratuite gunflen die hy zonder de verphgting van een eenig Tractaat aan dezelVe vergunde, wederom in te trekken en te ver mengen; op welk alles H H.MM. aan hem Ambasfadeur een antwoord hadden gegeven, het welk den Koning hem verboden had aan hem te doen toekoomen, als behelzende niers andera dan algen eene verzekeringen, ja veel eer te kennen gevende eene zekere genegenheid om te volharden ,n de maatregelen, die ten voordeeleder vyanden van Vrankryk, de vryheid van den vaart der mgezetenen bepaalden; dan dat de Koning hem thands gelast had om aan H. H. MM te kennen te geven, dat by aldien Hoogstdezelve h» m geliefden te volharden en voorttegaan, de Koning van zyn kant ook gereed was om zonder uitflel een nieuw Regiement te doen af- kon*  HET POLITIEK VERTOOG. 237 « kondigen, betreklyk tot den koophandel en fcheepvaart van de onderdaanen der Republiek, waar van hy het affchrift aan H H. MM. te gelyker tyd overhandigde (*> In dit nieuwe Reglement had Zyne Majesteit, in aanmerking neemende hoe zeer de poogingen en remonftrantien der brave ftad van Amfterdam allezins daar heenen geftrekt hadden om den ftaat by eene zuivere onzydigheid te bewaaren, iets het welk volmaakt overeenftemde met de eenige oogmerken van Zyne Majesteit, gemelde ftad uit dien hoofde ook blyven accordeeren dezelve vryheid die beloofd was in het eerfte Artikel van het Reglement van den 26 July, en haar uitgezonderd van de nieuwe belastingen die Z. M. zou leggen op de koopmanfchappen der Republiek en de producten van derzelver Fabrieken (t). Dan nog het een nog het ander kon iets toebrengen omH H. MM. eenigzins van befluit te doen veranderen; weshalven de Franfche gezant eenige dagen daar na aan de Ministers der Republiek te kennen gaf dat den 26 January het tydftip was het welk de Koning had vastgefteld ter afkondiging en uitvoering van het door hem overgegevene nieu* (*) N. Nederl. Jaarb. 1779- P- i geen acht te Oaan op de begeerte van het eerstgenoemde hof, maar in tegendeel Q om  242 ZEVENDE MISSIVE TEGEN om zig aanvanglyk te fchikken naar de inzigten van het laatstgenoemde, die alleen waren ingcrigt om aan Vrankryk afbreuk te doen. Wat kon derhalven onze Republiek met eenige reden van denFranfchen Monarch, f voor zo verre zy moest geloven dat een onaf hanglyk vorst zyn woord zou wceten geftand te doen en het beneden zyne eer zou rekenen, om zig te laaten welgevallen, de eisfchen die hy zo regtmaatig had gedaan met nietsbeduidende woorden beantwoord te zien), verwagten, dan alleen dat hy onze Republiek, die zig zo eenzydig omtrend iemand die door daaden toonde hun vriend te zyn, gedroeg, daadlyk zou uitfluiten van die onzydige Moogenheden, die hy door zyn reglement zo uitneemend had be- gunlligd? En daar Z M dit (nazoveele 'vriendlyke waarfchouwingen en poogingen om onzen Staat by deszelfs onzydigheid en het maintien van den voorfpoed onzer ingezetenen te bewaren) eindelyk, door onze onverzetlykheid als uitgetart zynde, daadlyk heeft in 't werk gefield, hoe kan men dan nog dit Ryk met eenigen fchyn van biliykheid aan ons voordragen, als eene Moogenheid die'zig vyandlyk, ten minnen op eene zeer berispelyke wyze, omtrend ons gedragen heeft? Ik voor my gevoel my verpligt, om te zeggen, dat goede trouw, eer, ftand-  HET POLITIEK VERTOOG. 243 ftandvastïgheid, biliykheid, enbeleedigde vriendfchap , het gedrag des Konings van Vrankryk omtrend ons gehouden, allezins regtvaardigen — Niets dog was 'er. dat hem kon verpligten, zo ras de befluiten der meerderheid van onze hoofden aan den dag gelegd hadden, dat onze Republiek haar commercieel belang liever aan Engeland wilde ficrifi eren, dan dat zy aan zyne edelmoedige bepaalingen en eisfchen eenig gehoor zou geven; om ons op eene andere wyze te behandelen, dan hy gedaan heeft Wat dog lag hem toen gelegen aan eene Republiek, wiens boezem verdeeld was, en verfcheurd door tegenftrydige belanaen , en die hier door verdeeldheid moest bezwyken voor alle poogingen om haar te behouden; — aan eene Republiek, die door befluiten te neemen tegen het heil hunner ingezetenen, genoegzaam deed blyken, dat zy de gunst ook niet eerbiedigen zou van die geen , die met de daad betoonde haar vriend te zyn ? — Dan daar Zyne Majesteit te wel overtuigd was, dat de weigering om gehoor aan zyn verzoek te geven, geenzins proflueerde uit eene eenjletn. mige geneigdheid van alle de hoofden onzes volks, maar dat 'er onder deze nog gevonden wtei-vien die eene vermoogende tegenparty hadden durven onder de oogen te zien, en manQ 2 moe-  344 ZEVENDE MISSIVE TEGEN moedig het belang des koophandels voor te Haan, zo wilde Zyne Majefleit zyne billyke verontwaardiging en gevoeligheid ook geenzins aan allen doen gevoelen, maar alleen aan die geenen die opzetlyk getoond hadden, zyne waarfchouwing nog de gevolgen van dezelve niet te dugten. Ingevolge waar van hy de fteden Amfterdam en Haarlem, met naame uitzonderde van de bezwaaren van het nieuwe Reglement, dat hy op den fcheepvaart dezer landen had vastgefteld. Na dus een onzydig verhaal in zyn geheel te hebben opgegeeven van het gedrag der Franfche Kroon tot op het midden des jaars 1779. zal ik »er toe overgaan, om het verhaal van dit alles, zo als het door den Politiek vertoogfchry ver is ter nedergefteld, te onderzoeken en naaukeurig naar. tegaan; waar door ik te gelyk gelegenheid zal hebben om alle de tegenwerpingen die men tegen het boven opgegeeven gedrag van Vrankryk nog verder zou konnen aanvoeren, te beantwoorden en uit den weg te ruimen. Het haatlyk verhaal van den Politiek vertoogfchry ver , van alles wat hier te land is voorgevallen , en door de Franfche Kroon verrigt zedert haare rupture met Engeland, tot aan de publicatie van het nieuwe franfche Reglement betreffende onzen fcheepvaart, is te gelyk en wel voornaa- men-  HET POLITIEK VERTOOG.' i\5 menlyk in dat licht geplaatst, dat meest kon dienen om ons te overreeden van eene geheime verftandhouding tusfchen de Regeering van Amfterdam en het Franfehe Hof; uit welken hoofde hy zig dan ook, ten einde de Republiek des te meer tegen Amfterdam in het harnas te jaagen , alle moeite gegeeven heeft , om het gedrag van dit hof omtrend ons als alleronbeftaanbaarst en geheel vyandig voor te draagen. Laaten wy zien hoe hy hier in is te werk gegaan. Hy begint dan met toe te ftaan, „dat Vrankryk „ zig in eenen openlyk en oorlog met Engeland " bevindende, vooral dat geen noodig had, wat tot den aanbouw en toerusting van fchepen vereischt wordt: als, hout, masten, touwerk &c. van welken tak van handel de kooplie- „ den van Amfterdam meest in bezit waaren." — £ Maar ," zegthy, „ het belang van Engeland. „ was, dat die handel thans zou worden opge, fcbort; Vrankryk in tegendeel lag1 er veel aangelegen, dat zy ten fterkften wierd voort ge, zet" Van het belang onzer ingezetenen, die volgens zyne eigene bekentenis in het bezit van dezen handel waren, en die 'er dus niet minder aan gelegen lag dat dezelve niet geftuit wierd-, wordt geen woord gerept; — het waaren, volgens den Politiek vertoogfchryver, eenige „KoopQ 3 »lle'  24*5 ZEVENDE MISSIVE TEGEN „ lieden, (en wat zyn dog kooplieden?') die 'er „ hun belang by vonden om dien handel voort te „ z-tten, en die dm niet alleen eene onbepaal„ de vryheid wtmebten voor den zeiven, maar „ die ook van den flaateene volkome ne wettiging „ en efficacieufe protectie vorderden van d.ntoe„ voer, dien zy zig gereed maakten aan Vrank„ ryk te doen (')." Hier op merk ik reeds aan dat het eene zeer onnaaukcurige uitdrukking is, te zeggen dat onze kooplieden immer getragt hebben , om eene wettiging van dezen handel van den Staat te ohtineeren. Onze kooplieden, Myn Heer 1 hoe verachtlyken met hoe veel verontwaardiging gy hen ookmoogt behandelen, zyn nimmer dwaas genoeg geweest, om te eisfchen dat een handel die ten hoogften gewettigd was, gewettigd zou w o uDr n Maar dit hebben zy GtëiscHr,dat hunnen wettigen handel , om dat dezelve wettig was, behocrlyk zou befchermd worden. Ten anderen elschten zy geene uitfluitende protectie voor dezen tak van handel alleen , maar voor deganfche Commercie in 't algemeen. Ten derden wierd deze protectie niet flegts gevorderd van eenige kooplieden, maar van allen, zo wel in de andere han- del- (*) Politiek Vertoog p. 38, 39. (84 en 85 in 8o.>  HET POLITIEK VERTOOG. 2*7 deldryvende fteden der Republiek, als te Amfterdam. Indien het vraagen der Convoyen derhalven eene befchuldiging kan uitmaaken tegen de ftad van Amfterdam, zo had gy even zeer de kooplieden van Dordrecht, Rotterdam,&c, behooren te attacqueeren als die van deze Stad, en de fchuld van den oorlog, of het begunftigen der inzigten van het Franfche Hof, geenzins alleen aan de beurs van Amfterdam moeten toefchryven. Maar verder moet ik vraagen of het begeeren van de noodige protectie van den handel in het algemeen en van dien op Vrankryk in het byzonder eene ongeoorloofde zaak was? en of hier uit eenige befchuldiging tegen onze Kooplieden kon worden ontleend ? Indien dit zo is zou men veilig ons ganfche zeewezen konnen vernietigen, mits men als dan den Koophandel ook met geene lasten, die tot goedmaaking der kosten onzer marine worden opgebragt, bezwaarde, i Of was het begeeren van de befcher- ming des vryen handels ftraf baar, om dat deze begeerte overeenftemde met de belangen van het Franfche Hof? In dit geval zouden onze Kooplieden in de daad zig "reeds vernederd ziën tot den rang der Vafallen en flaaven van Engeland , die telkens geftrafd zouden moeten worQ 4 den  248 ZEVENDE MISSIVE TEGEN den wanneer zy iets begeerden, hetgeen uit hoofde der tydsoraftandigheden bevonden wierd overeen te ftemmen met de belangen der vyanden van dit Ryk. Ondertusfchen is het zeker , dat zy in de oogen der aanhangelingen van uwe Gabale om die reden, zeer ftrafbaar zyn. Hadden zy begeerd, hout, touw &c. ja zelf mooglyk om Ammunitie naar het geliefde Engeland te moogen brengen , zo waren zy door u waarfchynlyk als uitmuntende voorftanders van hun Vaderland tot aan den hemel toe verheft geworden ; maar nu zyn het Franscbgczindcn, Anti-ftadhouderiaancn , Leerlingen van d'Avaux , leden van van de Locvefteinfche factie &c. &c. Dan, Myn lieer! Laat ik u hier wederom vraagen hoe het te pas koomt of eenigzins dienftig tot uw oogmerk kan zyn, dat gy hier fpreekt van de verrigtingen der Kooplieden? Uw gefchrift is ingerigc tegen het Politiek fyfthema, en dus tegen de Regeering van Amfterdam die dit fyfthema adopteert en volgt; waar toe derhalven gefproken van de handelingen der byzondere ingezetenen ? Of hadden de Regeerérs dezer ftad behooren te waaken tegen de Requesten die hunne medeburgers aan de Staaten hebben inge. icverd ? Moesten zy ce Kooplieden die zulks durfden beftaan in de gyzeling gezet hebben ?  HET POLITIEK VERTOOG. 2|9 Ja maar zult ge zeggen het waren de Heeren van Amfterdam zelve die zo fterk op onbepaald Convoyen aandrongen. « * Goed, Myn Heer! maar waarom dan van de Kooplieden gefproken? i Ondertusfchen is het zekei, dat dewyl de Heeren Kooplieden met het hoogst en onwederfpreeklykst recht, de gevraagde befcherming voor hunnen handel gevorderd hebben, het de pligc haarer vertegenwoordigers was, om deze wettige eisfchen met al hun vermoogen te appuyeeren en aan te dringen. Hier toe dog is hen alleen het bewind der Regeering in handen gefteld, op dat zy zullen waaken en zorgen voor het heil, den welvaard, en het belang hunner goede ingezetenen, en het zelve verdeedigen tegen alle poogingen en inzigten, die, of heimlyk, of openlyk tenen den bloei en het welzyn van dat land, waar van Amfterdam mede zulk een aanzienlyk gedeelte uitmaakt, worden ondernoomen en in 't werk gefteld. Intusfchen ben ik wynig gediend met uwe fpeeUrtg met den naam van Amflerdam. Uw gefchrift, ik herhaal het nog eens, is ingerigt tegen de Regeering dezer Stad ; en het is de ftraffchuldigheid en de heerschzugt dezer Heeren, die gy voor het oog der natie zoekt bloot te leggen ; Amjlerdam wil Zyne Hoogh. in alles den Q 5 voer  250 ZEVENDE MISSIVE TEGEN voet dwars zetten; Amflerdam wil gansch Holland de wet voorfchryven; Amflerdam wil fouverein der Republiek zyn ; Amflerdam heeft geheime onderhandelingen met Vrankryk gehouden; Amflerdam heeft ons in den oorlog met Engeland ingewikkeld; Zie daar uwe befchuldigingen tegen deze Stad. Maar tegen wie zyn dezelve eigenlyk ingericht ? Wie bedoelt gy wanneer gy Amflerdam noemt ? Straks verftaat gydoor dien naam de. Toliüeque Regeer ing, dan wederom , gelyk boven gebleeken is, het Collegie der Admiraliteit, aldaar refideerende; dan eindelyk de Beurs, dat is de Kooplieden dezer Stad. ■ Gy zult my ondertusfchen wel willen toeftemmen, dat nog de Beurs, nog het Collegie der Admiraliteit eenig deel konnen hebben aan de pretenfe delicta politica, of aan eenig wangedrag , van die Regeering welker ftraftchuldigheid en diplomatique overtreedingen gy met zo veel iever zoekt te betoogen. Waar uit dan ook volgt,dat gy om uw oogmerk te bereiken , zeer verward zyt te werk gegaan, door ons dan van het gedrag der Kooplieden , dan van dat der Admiraliteit, dan wederom van dat der Regeering te fpreeken. Uwe Deductie eischte dat indien gy iets van de Beurs of Admiraliteit van Amflerdam te zeggen had, gy zulks ten laste  HET POLITIEK VERTOOG. S5I te der Regeering en van het Politiek fyfthema dezer Stud zoudt doen koomen; maar dewyl gy dit nog gedaan hebt, nog hebt kunnen doen , zo is het ook ten eenenmaale te vergeesch geweest, dat gy ons zo dikwerf hebt opgehouden met het geen, het zydoor de Kooplieden, het zy door het Collegie'der Admiraliteit is verrigt geworden; offchoon het intusfehen niet min waaragtigen zeker is, dat de handelingen en al het verrigte zo van de Beurs der Stad van Amfterdam als van het Admiraïiteits Collegie , daar refideerende, even zo onberispelyk en onwraakbaar zyn, als die der hoogstwyze en vaderlandlievende Regeering, aan wien het politiek bellier dezer vermogende Stad is toebetrouwd. Dan gy fchynt zelve eenigermaate begreepen te hebben, dat het gedrag der Regeering dezer Stad op zig zelve befchouwd, nimmer met fchyn van reden gelaakt of belasterd kon worden Gy wendt het derhalven terftond op eenen anderen boeg;en doet uw best om ons verbolgens aan te toonen, dat alles wat door de Regeering dezer Stad inden beginne van dezen oorlog is verrigt geworden, gefchied is uit hoofde haarer geheime verflandbouding met het Hof van Vrankryk — Schoone, en uitneemende vond voorzeker, om dat geene wat deze edele volksvertegenwoordigers gedaan hebben,  25! ZEVENDE MISSIVE TEGEN ben, om het belang van 'c Vaderland en dus ook van hunne ingezetenen voorteftaan en te verdeedigen, als eene zaamenfpanning tegen onze Republiek te doen voorkoomen ; dog die my te gelyk eene fchoone en uitneemende gelegenheid geeft, om al verder de volkoomene onbeftaanbaarheid van uw ganfche gefchryf, in het helderst licht te ftellen. „ Men merkte," dus begint gy de behandeling dezer zaak, „ dat het Franfche Hof in Am„ fterdam thands de grootfte inftuentie had. De „ nieuwe Franfche Gezant, Hertog de la Vaiu „ guyon was twee jaaren te voor en (A°. 1776) „ hier te land gekoomen, met de Negotiatien „ van den Graaf ü'Avavx in de hand, gelyk „ het vervolg wel haast toonde. Hy had van „ dezen voorganger te gelyk de tnacht en am„ bit ie, en de grondbeginzelen, die het Politiek „ fyfthema van Amfterdam uitmaaken , beter „ dan van iemand ter waereld konnen leeren, „ daar dAvaux eigenlyk de geene geweest „ is, die dit een en ander tot confiftentiegebran „ heeft, en Amflerdam bevestigd in de richting „ die zy ter zyner tyd grootendeels reeds begon„ nen had te neemen, en waar in zy vervol„ gens op een gelyken voet is voortgegaan. Ge„ volglyk was zyneerfte werkbui zig meer dan » tot  HET POLITIEK VERTOOG. 253 , tot bier toe door een zyner voorgangeren nog gefchied -was, by Amfterdam te voegen, en de " arootfte vertrouwenbeid, zo met verfcheide leden der Regeering, als byzonder ook met dt ,, Kooplieden aldaar aan te gaan (*)." " Die alles is zeer fraai gezegd; dog het koomt hier op bewys aan. Wat het fyfthema van Amfterdam betreft het welk gy aan d'Avaux toefchryft, zulks is.te belachlyk om 'er my, nadat ik hier omtrend in eene voorige Misfive reeds eenige aanmerkingen gemaakt hebbe, langer mede op te houden (f). Maar het geen gy ons vertelt van het gedrag van den Heer Hertog de la Vauguyon in dezen tyd gehouden , verdient eenig onderzoek. Deze Minister,zegt ge,maakte 'er zyn eerfle werk van om zig meer dan tot hier toe gefchied was, by Amfterdampte voegen. Eilieve, Myn Heer! hoe is dit dog gefchied? , En welke is uwe meening met dit gezeg- de ? , Heeft deze Gezant zig naar Amfterdam vervoegt, om aldaar eene geheime Correspondentie met de leden der Regeering aan te gaan zig ten opojferen, eenen fchadelyken oorlog doorzetten, om onze, natie al verder den befpotlykflen en verderflyk- ften,  ET POLITIEK VERTOOG. *57, hoogften heeft aangemoedigd en begunftigd? — Is zodaanig een bloot gezegde, zonder het geringfte bewys , genoegzaam om de Nederlandfche Natie re doen berusten in het geen gy*haar ten opzigte van een aanzienlyk Minister, die nog heden ten dage met zo veel eer de doorluchtige Kroon van het vermoogend V r a n k r y k by onzen Staat vertegenwoordigt, trage diets te maaken. Zyn uwe bloote woorden, offchoon gerugfteund door het in dit geval by ons nietsbetekenend karakter van Regent, toereikend om de Hoofden der aanzienlykfte ftad van gansch Nederland, te doen aanmerken als landverraderlyke zaamenfpannelingen, wier hart en eer voor goud te koop gezet kan worden? Zyn wy allen niet ge¬ rechtigd om u in dezen op te roepen , om in eene zaak van zo oneindig veel aanbelang, te bewyzen, het geen gy hebt ter neêr gefteld, en om te eisfchen dat gy by ontftentenis van dien, als eenen las- „ licn rol te doen fpeeltn! QVant 'zeker, Vrankryk houdt , zig zowel verzekerd, ah wy en gy zelve , dat dl hadden „ wy honderd Liniefbeepen gereed, en ge-equipeerd in „ onze havens liggen fer geen ander nog beter middel tot „ afbreuk van onzen vyand, in eene volgende Zee-campa. „ gne van dezelve zm gemaakt worden , dan voorbeen) „ dan zeker „west bet Franse» Ministerie zoo dwaas zyn, „ als gy eerloos zyt." R  25$ ZEVENDE MISSIVE TEGEN lasteraar bekend gemaakt en geftraft zult worden; ten einde langs dien weg de eer van den Franfchen Gezant, de goede verftandhouding tusfchen zyn Hof en 'onze Republiek, en te gelyk ook de deugdzaamheid der handelingen zo wel der Kooplieden als Regenten van Amfterdam, openlyk te handhavenen en te verdeedigen ? — • Maar laaten wy ondertusfcben zien , hoe gy uwe lastering ter befchuldiging van het gedrag der Franfche kroon, al verder voortzet. Dus luiden uwe woorden: het gevolg hier van was te Amjlerdam hoe langer hoe grooter toegedaanheid aan Vrankryk en verwydering van Engeland, te gelyk met een nieuw vertrouwen op haar over* magt en zugt tot uitoefening van gezag, en een drift om ieder in haare begrippen over te haaien. Geen wonder dan ook, dat de klagten der Kooplieden aan den eenen kant, en de inftantien op vermeerdering van Zeemagt, dagelyks fierker en meenigvuldiger wierden (*;. Ter juiste beoordeeling van deze infidieufe en niet min onbewezene gezegden, is het genoeg den Lezer alleen den algemeenen , eenvouwigen , en onlochenbaaren regel te herinneren, dat daar waar geene oorzaak is , ook geen gevolg kan (*) Politiek Vertoog p. 33, (p. 85. in Svo.)  MET POLITIEK VEfeTOOOi &S9 kan zyn. — Het gevolg, zegt Gy, van het ge* drag des Hertogs, was te Amjlerdam een hoe langer hoe groot er toegedaanheid aan Vrankryk en verwydering van Engeland} maar gy verzuimt ons op te geeven, wat dan dog eigenlyk, die verrigtingen en handelingen van den Hertog geweest zyn, of hebben kennen zyn, die het door u opgegeeven gevolg te Amflerdam hebben konnen veroorzaaken en te weeg brengen. Buiten twyffel zyt gy hier toe niet in ftaat geweest; dog wy zyn op onze beurt uit dien hoofde ook niet in ftaat, om de verzekering die gy ons in dezen doet, voor waarheid aan te neemen. — En waarlyk, Myn Heer! had gy een oogenblik doordagt, hoe belachlyk het is om de overeenkomst der begeerten en verlangens van het Franfche Hof met die der Stad van Amfterdam aan andere dan aan de wezenlyke, ik laat ftaan aan de door u opgegeevene, oorzaaken te willen toefchryven, gyzoudt deze ganfche verzekering wel ras hebben laaten vaaren, en dezelve nimmer met zo veel vertrouwenheid op uw papier gebragt hebben. Immers, wat is deze ,door uvoorgewendde,gehegtheidvan Amfterdam aan de toenmaalige belangen van Vrankryk , anders geweest dan eene gehegtheid aan haare eigene onlochenbaare belangen ? en op welke gronden fteunde haar ganfche gedrag, dan alleen, Ra op  z6Ö ZEVENDE MISSIVE TEGEN cpdie van eene ongevynsde verknogtheid aan hec welzyn cn den bloei van haar handeldryvend Va- derland? Ik ftem toe, en het is eene on- lochenbaare waarheid, dat 'er zig reeds vroeg in den beginne van den tcgenwoordigen oorlog eene meerdere genegenheid by de ingezetenen dezes lands ontdekt heeft, om de zaak van Vrankryk, dan om die van Engeland te begunftigen en by te Haan. Maar waar uit fproot dezelve? Uit het gedrag, gelyk gy zegt, het welk de Franfche Ambasfadeur te Amflerdam hieldt? Neen, Heer Politiek Vertoogfchry ver! maar uit de natuurlyke bewustheid en duidlyke overtuiging die onze ganfche handeldryvende Natie had van de biliykheid der begeerten van het Franfche Hof, en van haar eigen met deze inftemmend en door u nooit weerlegbaar belang; en van den anderen kant, uit de onbillyke, onregtvaardige en verbondverwoestende eifchen der trotfche en meineedige Staatsdienaars van het afgunltig Groot Brittannien; welke laatfte regelregt uitliepen in eene volltrekteftremming van dien handel, die ons thands, overeenkomftig het Tractaat van s6/4 en 75, toekwam te dryven, en welks voordeelen Engeland zelve in dien tyd genoten had. Ik weet niec welke denkbeelden, Gy Politiek Vertoogfchryvers en overige hofgezinden gewoon zyt u te maa-  HET POLITIEK VERTOOG. 2ÓI maaken, van Kooplieden, van ingezetenen eener bandeldryvende Republiek; maar volgens den inhoud van het gefchrift, het welk ik voor my heb leggen, moeten deze waarlyk al zeer zonderling zyn. Indien Kooplieden by u nog gerangfchikt worden onder de Clasfe van menfchen , moeten deze menfchen, in.ulieder brein, egter geene andere, dan flegts zulke blootlyk bewerktuigde wezens zyn, die nooit gewoon zyn te redeneeren, te wikken , te weegen, te overdenken, hunne handelingen in te rigten naar den eisch, van eene door den Koophandel alleen beflaande Republiek, of hunne onderneemingen te regelen naar het voorfchrift, niet van den eisch van dezen of geenen Koning , Prins , Doorlugtigfte Vorst, of Heer, maar naar dien van het algemeen belang van hun eigen Vaderland; maar Kooplieden moeten, in tegendeel, in uwe verdwaasde verbeelding, zodaanige redenlooze Heeren zyn, die zo ras 'er flegts een Ambasfadeur binnen hunne muuren treedt, om deze of geene particuliere comroisfie,'tzy vooreenen landgenoot,'tzy voor zyn eigen peifoon te effeclueeren , terftond bewoogen worden en geneegen zyn om uit dien hoofde zodaanig eenen Heer en zyn ganfche Hof aan te kleeven, te dienen, en voor te ftaan, evenveel of zulks met de goede trouw en het belang van R 3 hu»  S62 ZEVENDE MISSIVE TEGEN hun Vaderland overeenkomt of niet! Ik begryp anderzins geenzins hoe gy, uit hoofde van eenige keeren , die de Heer Hertog de la Vauguyon naar Amfterdam gedaan heeft, zonder ons te konnen zeggen wat hy aldaar verrigt heeft, en zonder dathy (gelyk wy u konnen verzekeren) eenige entrevue met de Magiftraat of Beurs dier Stad gehad heeft; hoe gy, zeggen wy, uit dien hoofde het gedrag van den Franfchen Ambasfadeur ten grondflag hebt durven leggen, van de dispofitie der Stad van Amfterdam, om de.zaak van Vrankryk meer dan die van Engeland toegedaan te zyn en te begunftigen. — Ging.uwe verzekering door, Heer Politiek Vertoogfchryver! dat de Heer Hertog de la Fauguyon zig alleen naar Amflerdam begeeven heeft, om aldaar met de Regeering en andere perfoonen eene geheime onderhandeling ten voordeele van zyn Hof aan te gaan, en waart gy in ftaat om te bewyzen, dat hyin deze Waercldftad, geene andere bezigheden te verrigten had, dan die van den genoemden aart waren , dan zouden wy u toe konnen geeven dat het zeer waarfchynlyk was, dat de tegenwoordigheid van den Franfchen Minister eenigen invloed hadt konnen hebben om de Stad van Amfterdam des te meer te doen volharden in dezelve grondbegin zelen van gedrag die  HET POLITIEK VERTOOG, 20*3 zy fteeds in het behartigen en voorftaan van den bloei en het belang des gemeenen lands ftandvastig gevolgd is; dog dan zou u nog overig bly ven, indien gy.den Franfchen Gezant uit dien hoofde met reden zoudt willen befchuldigen, aan te toonen, dat of de grondbeginzels die Amfterdam in haare ftaatkundige verrigtingen volgt ,ftrydig zyn met het belang des Vaderlands; of dat, zo dit zoniet is, de Franfche Staatsdienaar baar in tegendeel van die goede grondbeginzelen heeft zoeken af te brengen; zaaken, die u beide even zeer onmooglyk zyn. — Laaten wy zien of gy vervolgens deugdiger en meer klemmende bewyzen , van de onbeftaanbaarheid des gedrags zo van het Franfche Hof, als van het hier door, volgens u, te weeg gebragt gedrag van Amfterdam hebt weeten by te brengen. Men drukte thands, dus gaat Gy voort, Britfche Tyrannyen, gelyk men in 167 3 eene Franfche Tyranny gedrukt bad, om den kinderen fpellen uitte leer en; en van Engeland wierd niet alleen op de haatlykfte, maar te gelyk op de verachtlykjle wyze gefproken (*> Men zou zig ter beantwoording van dit zo zotf lyk bygebragte gezegde, met eenige plaifanterien konnen vergenoegen, verdiende het nieteeni- ge • (») Ibidem. I. I. R 4  264 ZEVENDE MISSIVE TEGEN ge ferieufe rcflorie, dat de onbefchaamdheid van eenen gewnanden voorfiander van het huis van Oranje, zo verre durft gaan, als om hier ter befchuldiging van onze waare Vaderlandsgezinden, de eer en edelmoedigheid te compromitreeren van zj'ne'eigene voorledene medeflanders. Wy zullen uit dien hoofde het opgegevene gezegde wat naaukeuriger detailleeren. Ev:~ gèlyfc «en in voorige tyden, Franfche Tyrannycn, gedrukt had, zo drukte men thands ook Britfche. Maar, Myn Heer! wie hadden voorheen Franfche Tyrannyen, laaten drukken ? _ Wie anders dan de aanhangelingen van Willem de III % en zulk foort van menfchen, die de Staatsgezinde Rogenten van dien tyd niet alleen tegenwerkten, maar zelf openlyk befchuldigden van het land verraaden te hebben aan Vranltryk, dat is aan dat Ryk dat men op allerlye wyze moest tergen, en tegen het welk de Hofgezinden niets meer noodig hadden, dan den driftjgften en onuitwischbaarften haat des volks' *). Deze haat moest vooral aan de lagere clasfen ingeboezemd worden. Zy moest voorgedragen worden op eene wyze die het gemeen voor dezelve meest vatbaar maaken kon; (*) Zie Grondig Berigt van \Lands Ongeval in 1672, (Rott. 1742.) en andere ^efejuiften.  HET ïOtlTIEK VERTOOG. 2Ó"5 kon; en hiervandaan de invoering in de fchoolen van die kinderagtige vertellingen, die niet alleen in deze FranfcheTyranny overvloedig voorkoomen, maar die ook getrouw zyn nagefchreeven, door den Uitgever van het Journaal, of Dagverbaal van het gedrag der Franfchen binnen Utrecht en Woerden (Amft. 1674), die wederom is afgefchrecven door den Schryver van het Getrouw en waarachtig bericht in den jaare 1747 uitgegeeven r (want te dier tyd was 'er wederom eene nieuwe uitgave van de Franjche Tyranny noodig '(*) ). Ia- (*) Het dient hier zeer ter zna!:e dat wy, omtrend de vooroordeelen die men aan het volk zins meer dan eene eeuw tegen Frankryk heeft zoeken in te boezemen; als mede aangaande het bovengenoemde boekje de Franfche Tyranny , hier eene Aan'ekening laaten volgen van den kundij;en en fchranderen fchryverder Pelitique Hollandais, die zig deswegens in zyn tydfchrift van den 24 Nov. dezes jaars" dus uitdrukt: O vous qui afeéïez fans cejfe de donner au parti patriotique, le titredevils efclaves de la France; repondez... quel róle aurions nousjoué,de quel front aurions nous pu demander, attendre les fervices fa nalés que nous avms rcgtts de ce genereux defenfeur; s'il n-avait pas eu des partifans dans la Republique ? Si VEtat n'eut renfermi tin certain nombre d'hommes juites & fenftbles, toujours prêts a repousfer les traits que vos m*in% Idches dccochaient contre le plus magnanime des protezfeurs; ft la nation, ft lefouverain, cedant au» infinuaR 5 tim  2Ö6 ZEVENDE MISSIVE TEGEN Indien het nu pryslyk is geweest in deze uwe voorledene medeftanders dat men de natie zo . dik- tions finiflres que vous itifpiriez contre la France, eüt rejetté fes ofres de fervice? N'ejl-il pas aujfi clair que le jour que ft vos confcik pervers- suffent eu le malheur de prévaloir pendant le cours de la guerre, comme ik ent prevalu avant fon enption , een étoit fait de la Re» publique Belgique. Ilollsndais ju/les <£? impartiaux ! Comparezectte conduite avec celle des partifans de la France i £? reconnaifez enfin tout ce que vous devez a ces derniers. Sli:!cz vous è pré/ent combien vous êtes redevahles „ aux citoyens eclairés, qui ont travaillé a extirper les funeftes pi êjugêi contre la France ? Mats une reconnais„ fance fieiik ne feffit pas. Montrez par des efets que vous étes ehfin revenus de ces odieufes È? funeftes pre„ ventions. Une Politique ancienne, dont tout le monde comiait les motifs, a repandu dans toute la Republique „ des calomnies atroces contre la nation Frangaife. De„ puts plus de cent ans f enfance .Batave efi inflruite a\ „ fucer avec le lait la baine du nom Frangais. La Ty. rannie Francaife efi encore un livre élémentaire dans plufieurs ecoles du pays. On fait combien les impreffhms 99 prijes dans Page le plus tendre, font difficilcs a déra„ ciner. Pourquoi ne pas f rapper un dernier coup fur „ ces miferables débris d'un antique fanatifme nationalP „ Pourquoi ne pas brifer ces demiers refies d'une faujfe „ politique & d'une infame impofture ? Nos écrivains „ les plus dignes de foi, les Cofierus, les le Clerc, les „ IVagenaar, «V»/ - il> pas devoilé la fauffeté des Trage„ dies fabuleufes de Swammerdem & de Bodegrave ? Les „ bo-  het politiek vertoog. 26? dikwerf by herhaaling gewaarfchouwd heeft voor den aart der Franfchen, waarom mag men haar dan thands ook niet op dezelve wyze onderrichten omtrend de handel wyze der Engelfchen? Of is het min geoorloofd de verrigtingen van dezen, dan van geenen aan de waereld bekend te maaken ? Maar nog eens, veronderfteld zynde dat men naar verdienften, de wreedheid en losbandigheid van den Franfchen foldaat aan de Natie heefe voorgedraagen , welke misdaad ligt 'er dan in dat men even zeer het karakter der Engelfche Zeefchuimers uit onlochenbare gevallen opgemaakt den landgenoot leere kennen ? Dan gy zult mooglyk ten opzigte der Franfcbe Tiranny zelve zo volkoomen overtuigd zyn, dat dit boekje zo zeer met bonétes-gens ne difent-ik pas provrbialement, il eft „ menteur comme la Tyrarmie Fianc/aife? Cette même Na. ■„ (ion Francaife ne vient-elle pas de montrer par les „ traits, les plui frappans, que la baffeffe & la cruauté „ ne font pas dans fon caractére? Puisque les écoles font „ fous UnfpeBion dit Magifirat, pourquoi ne pas y int er» dire ces leólures dangereufes ? Voila une probibition le* „ gitime & a la quelle toute la nation applaudiroit. „ Nous difons plus encore: cefi que nous ne croyons pas »i f "'«V y ait quelque autre moyen plus propre a fiatter le ,, coeur des Frangais & celui de leur Monarque ,toujours ,, plus fenfibles aux procédés délicats qiCaux acquifitions „ ambitieufes."1 Voyez Politique Hollandais Nouveau T. I. p. 342, 243.  2Ód ZEVENDE MISSIVE TEGEN met laster, en kwaadaardigheid is opgevuld, dat gy de Engelfche Tyranny op geene gevoeglykere wyze hebt weeten te diclineeren en verdagt te maaken, dan door dit gefchnfc met het genoemde libel te vergelyken; daar het ondertusfchen zeker is dat 'er tiiifchen de geloofwaardigheid van deze beide gefcbriften even zo veel overeenkomst is, als tusfchcn een Politiek Vertoogfchryvtr, en een eerlyk man. Mooglyk denkt hier een of ander lezer, dat ik my te lang ophoude met deze beuzeling, en dat de Franfche Tyranny, vooral in den tegenwoordigen tyd, zelf by den minstknndigen, zo veel aandagt niet meer verdient. En dit beken ik gaarne, maar ik kan my geenzins weeihouden van by gelegenheid, dat men de twee genoemde gefcbriften, de Franfche, en Engelfche Tyramsy, met elkander durft vergelyken en in denzelven rang te fchikken, my aangaande deze zaak naar behooren te verklaaren. — Ik ben te zeer overtuigd, van het voor- of nadeel, dat dergelyke gefchriften konnen te weeg brengen, dan dat ik my de zig zelf aanbiedende gelegenheid niet ten nutte zou maaken, om ook in dit opzigt myne landgenooten naar myn gering vermoogen te verlichten. Immers de ganfche natie draagt getuige, van de heülooze gevolgen, die het invoeren van  HET POLITIEK VERTOOG» 2ÖO VEïide Franfche Tyranny in onze fchoolen gehad heeft! Gereederengefchiktermiddelhadmen inde-, daad nimmer konnen uitvinden, om aanhet grootftegedeelte des Nederlandfchen volks,van den geringenften. arbeidsman af, tot aan de leden van den deftigften rang der gemeene burgerftand toe, de diepfte vooroordeelen in te boezemen tegen een Ryk, dat zo dikwerf de helper en onderfteuner der poogingen om onze vryheid te verwerven is geweest, maar dat te gelyk de ftaatkundige vyand geworden is, van het Ryk van Groot Brittannien.— Zy derhalven wier eigenbelang het medebragt om Engeland te begunftigen, cn Frankryk te doen verachten (*), en • (*) De waare gefchiedenis van het genoemde boekje de Franfcbe Tyranny kan men niet vetftaan, zonder min of meer te gelyk die van de verheffing van Willem den III, tot het Stadhouderlchap kundig te zyn. Dit laatfte is zya oorfprong verfchuldigd eensdeels aan de haat onzer hofgezinden tegen de Staatsregeerers van dien tyd ;andersdeels aan de heerschzugt van Karei II. Deze onJankbaare Vorst had zig vastlyk voorgenoomen reeds in het jaar 1664, örn Nederland ten flaaf van zynen troon te maaken ,en dit gemee. nebestaan zyne belangen tegen Vrankryk te verbinden. Hier toe zogt hy de .Zeven Provinciën vooraf aan zynen jongen Neef van -Oranje te onderwerpen» en op dat Vrankryk, reeds onvergenoegd op onzen Staat wegens de triple allianties tien jaare 1668 , Kareis toeleg des te minder zou bemerken, wierd er met dit Ryk een geheim verbond tegen de St»  S7Ö ZEVENDE MISSIVE TEGEN en die daar en boven het gros en gemeen der Natie noodig hadden om tegen de kundige Staatsre- gee- Staaten beflooten, om hen te gelyk te beoorlogen. Lodewyk de XIV langs dezen weg defpeelpop (gelyk de uitkomst ras geleerd heeft) van Kareis ftaatkunde geworden zynde, en de baan dus geheel gereed zynde, om de Staats, regeering in Nederland te vernietigen, fchretf Karei op den 28 Ju'.y 1672 aan zynen Neef van Oranje die toen naauwlyks 21 jaaren oud was: „ Gelieft dog te gelooven, dat ik it: alle myne handelingen met den Allercbristelykffen Koning , heb getragt de intresten van UE te avanceeren, zo veel de natuur van de handeling eenigzins beeft toegelaat en. De infolentien en continueele machinatien te* gens my, van die eenige tyd herwaards zo groote directie hebben gehad aan V gouvernement der Vercenigde Nederlanden , hebben my genoodzaakt om my te moeten verbinden met den Allercbristlykflen Kuning , welke V zelve fubjeü heeft van klagten tegens haar, ten einde wy allen CKarel, Lodewyk, enWulem) zouden ter neder werpen de onverdraaglyke grootheid van de Louve/iein. fche Factie, en ons verzekeren voor diergelyke infulte of befpottinge. V Vertrouwen dat ik heb op de vriendfchap van den AUerchriaiykflen Koning , en dat de affetfie die hy voor uw perfoon heen, en de adverfie tegen de geenen, welke getoond hebben te wezen myne vyanden zo wel als de uwe , beloven my in uw regard, eenen goeden vitfag van alle deze verwarringen, enz. — De jonge H7illcm, of liever de hofgezinde n en vyanden der vrye Staatsregering zaèten hier op ook • iet ftil, maar (lelden alle middelen in het werk om de vooronders van dezelve,en by.  het Politiek Vertoog. 271 geerers dezer Republiek de noodzaaklykhéid van eenen perfoon (onder de benaam'uig van Stadhouder), byzonder de IVit en zyne aanhangelingen by het gemeea voor landverraaderï, die de Republiek aan Vrankryk verkogt hadden, uit te maaken. Het wegneaman van 3 Pro. vincien, door hunne list en tegenhouding van de voorgelegene werving door de Wit, veroorzaakt, bevestigde het gemeen in dit vermoeden, en zette het onkundige en misleide volk aan om de toenmaalige Regenten te vervloe. ken, e.i eenen Stadhouder te begeeren. Dit alles gelukte naar wensch, en zo ras had Oom Karei dus zyn oogmerk niet bereikt, of hy ontfloeg zig van den last des oorlogs; maakte vrede met ons, en liet Frankryk even trouwloos vaaren als hy na het fluiten der tripte alliantie ons gedaan had. Zyn Neef was nu Stadhouder, en dus was het hem genoeg , Ned.rland^'aanvanglyk zo ver aart zig zeiven onderworpen te hebben,als om voor hem, tegen Frankryk ten oorlog te moeten voeren. — Willem, en de Hofgezinden van dien tyd begrepen zeer wel, dat zy eenen land-oorlog tegen Frankryk al verder noolig hadden om hun gezag te blyven handhavenen en te doen gelden; maar waren te gelyk onvergenoegd dat Katel hen na niet te hulp kwam in den oorlog die tegen Frankryk gevoerd moest worden. Willem trok derhalven naar Enge» land, na zig in den egt verbonden te hebben (en langs dien weg al weder naauwer aan het Ryk van Engeland gehegt te zyn) met de dogter van den Hertog van York, dien Karei tot zynen opvolger beflemd had; ten einde al» daar een nieuw verbond met zynen geliefden Oom en befchermer aan re gaan tegen Frankryk, het welk ook op het uiteinde van  2f2 ZEVENDE MISSIVE TEGEN der), aan'croer van Staat gefteld te zien , die den toom van 't wetbeftier ,. van de begeeving der ambten, en van de ganfche Regeering dezer vrye landen, in handen hieldt; door te dringen en te doen gelden,- de zodanige,zeg ik,konden,om dit verraaderlyk oogmerk te bereiken, niets gefchiktec uitdenken, dan de natie met eenen onuitroeibaaren haat tegen Vrankryk, en by gevolg met meerder ingenoomenheid voor (ingeland te doen bezield worden. Hier van daan het zamenftellen van oude wyven praatjes, gefchoeid op eenen leest die Kinderen best konden vermaaken, om eenen wrok in 'c hart der gemeente tegen het Franfche Ryk te planten; dit dog was het beste middel, dat van het jaar 1677 getroffen wierd, fchoon het nimmer van eenige uitwerking is geweest. Dan uit dit een. vouwig- verhaal blykt het ten allerduidlykften, welke redenen 'er voor handen geweftst zyn, om indenjaare 1674 eene Franfcbe Tyravny uit te geven, en langs dien weg de na;ie eenen haat tegen h« Fran'che Ryk in te boete, men, die Karei niet flegts hier te 'an.ie, tot zyn by /.onder oogmerk noodig hnd, maai die ook voiftrekt vercischt wierd, om het nu verkregen gezag van den Stadhouder, door eenen voor; Mure»den oorlog al verder te onderfchraagen, en door het bewind over een mag ig landleger tot zyne volkoomenheid te brengen. in dier voege dat de vrye Siaars>egeeriiig zo moogiyk met tak en wortel volkoomeu wierd uitgeroeid en vernietigd.  HET POLITIEK VERTOOG. 273 dat men kon aanwenden om aan de Natie by voorraad die gevoelens in te boezemen, die men in het vervolg van tyd zo zeer noodig zou hebken, om een verdwaasd en misleid gemeen in zyne belangen te krygen, ten einde eene daadlyke Staatsregeering zonder Stadhouder te vernietigen, en die van eene kwantswyze Staatsregering met eenen Stadhouder, in te voeren. Schrandere Hofgezinden van dien tyd! U koomt de lof toe, van meerdere menfchenkennis, uitgebreidere ftaatkunde,en listiger oordeel bezeten te hebben, dan onze Nederlandfche tyden thands in de tegenwoordige hovelingen kan ontdekken! —— Ondertusfchen heeft de ondervinding maar al te deerlyk geleerd, welke gevolgen die ingezogene haat tegen het Franfche ftyk gehad heeft, En daar men langs dezen weg heeft gezien, van hoe veel aangelegenheid het is, deze of geene gefchriften in de volks- en burger - fchoolen in te voeren, zo dunkt my, kon men in dit opzigt thands niets heilzaamers,niets noodzaaklykers, onderneemen, dan de leugenachtige, en voorzeker ter kwaadertrouw opgeltelde Franfche Tyranny alomme uit onze fchoolen te weeren, (even gelyk reeds in zommige gewesten de zo listig ingevoerde dankdagen uit de Kerken geweerd zyn), en in plaats van deze, eene Britfche Tyranny aan de KindeS ren  274 zevende missive tegen ren in de handen re geeven. — Deze behoeft voor eerst, niet met beuzelingen, met het verhaal dér losbandigheden van dezen of geenen foldaat, opgevuld te worden; maar deze kan worden zaamgefteld uit onlochenbare en voor handen zynde bewyzen van gewe!o'enaaryen,die niet flegts door dezen of geenen Engelfchen onderdaan aan onze ingezetenen zyn aangedaan, maar die het ganfche Ryk van GrootBrittannien omtrend ons, haaren Bond- en Geloofsgenoot onophoudenlyk gepleegd heeft, 7e» tweeden behoefc deze zig alleen niet bepaalen tot het verhaal van het geen in éénen enkelen oorlog is gefchied en hier en daar voorgevallen; maar zy kan opklimmen tot de tyden van Elisabeth en van daar, zonder zig zelf met Willem den III op te houden, regelregt wederom nederdaalen tot op de Regeering van George den III, om aan Kinderen niet alleen te leeren kezen, maar te [pellen, dat het Ryk van Engeland zederd de grondlegging der herftelling van onze vryheid onafgebrooken daar op uit geweest is, om ons den flaaf van zynen throon te maaken, en dus ook overeenkom/lig dit voorneemen , nimmer nagelaaten heeft, om, by iedere gelegendheid die zig, vóór de compleete uitvoering van dit oogmerk, hier toe opdeed, ons, die hunne verhonds en geloofsgenooten waaren, op de verraaderlykfie, en God-  mét politiek vertoog. 275 God- en eer-vergeetenfie wyzen van onze wettU ge bezittingen, voorrechten, cn eigendommen te ontzetten en te berooven; het welk ten gevolge heeft gehad dat men, nu eens onder fchyn van vriendfchap; dan eens, als openlyke vyand, aan ons ontplooien heeft, eene fom van meer dan zeventien honderd vier en zestig Millioenen Guldens l — Dog dat men het hier by niet beeft laaten blyven; maar dat men, boven dat alles, en boven de landoorlogen waar in men onzen Staat gewikkeld heeft, nog bet heilloos, bet hemeltergendst ontwerp onveranderlyk heeft zoeken ter uitvoer te brengen, om onzen dierbaarften fchat, bet kleinood, tegen geen leven op te weegen ! —— Onze vryheid, voor het bloed van onze Vaders ingekogt, aan ons te ontneemen, en dezelve over te geven in handen van zyne bloedverwanten, om en deze, en ons, te gelyk aan den zetel zyner heerschzugt vast te klinken ! Meer dan eens heb ik gezegd, en ik fchaam het my geenzins te herhaalen, dat wy nimmer met Groot Brittannien eenig verbond, hoe genaamd ook , wederom moeten aangaan; maar dat wy tegen over dat volk , alleen op de punt van onzen degen moeten leven. Om de Natie hier toe aan te zetten, zou een fchoolboek, ingerigt naar de korte fchets die wy van het zelve hebben opgegeeven, buiten twyffelvan den gelukS a Hg-  276 ZEVENDE MlSSIV5E TEGEN kigften uitflag zyn. ■—. Jammer is het onder de overige jammeren, die hier ter plaatze op te noemen zouden zyn , dat de Hoofden onzes volks zig zo weinig laaten geleegen leggen aan de opvoeding van het algemeen! Duitschland,Vrankryk en andere Volkeren toonen, van hoe veel aangelegenheid zy het achten, over deze het naaukeurigst toeverzigt te houden; maar in Nederland laat men de gewigtige, de aangelegene zaak, van opvoeding, aan zig zeiven over. Men fchry- ve vry Vaderlandfche A, E. C. Boeken, de edelmoedige opftellers van deze en dergelyke noodige fchiiften kunnen hunne onderlïeuning, hunne aanmoediging, hunne belooning, zoeken in de boekwinkels , en hebben zy tot hunne fchade, tot hunne ruïne, eene allerloflykfte pooging aangewend, waarom.zou men zig hunner aantrekken? zy fchreeven flegts voor de opvoeding, en dit is niet van het departement der Collegien van de hoofden onzes volks (*) ! Maar laat ik den draad myner wederlegging wederom opvatten, en al verder zien welke befchuldigingen ^e Heer Politiek Vcrtoogfchryver nog weet aan te voeren tegen het gehouden gedrag van (*) Ik bedoelde hier voomaamenlvk de Ioflyke poogingen van den Heer en Mr. J. H. Swildeiis; dog het is hier geenzins de plaats om zig aangaande dit geivig'.ig onderwerp breeder uittela.iten.  hït politiek vertoog. 277 van Frankryk ten onzen opzigte Zy koomen byzonderlyk op deze twee ter neder, voor eerst op het vastftellen van het Reglement voor den Scheepvaart der Neutraalen; ten tweeden op de uitzondering die Zyne A. C. Majefleit in de uitvoering van dit Reglement gemaakt heeft ten opzigte der Steden Amsterdam en Haarlem. Ik heb, wat het geheel dezer beide zaaken betreft, alles wat daaromtrend is voorgevallen, boven van bladz. 208 — 243 te breedvoerig en te doidelyk opgegeeven, dan dat ik het noodig achte hier wederom in eenig byzonder detail van het een en ander te treeden. Evenwel kan ik niet van my verkrygen, om de tergende pnbefchaamhëid van den Politiek Vertoogfchryver, die by deze gelegenheid niet min dan in de overige deelen van zyn gefchrift uitblinkt, geheel met ftilzwygen voorby te gaan. Immers , wat legt hy ten grondflag zyner befchuldiging van het Franfche Hof in het vastftellen van het genoemde reglement? Dit, dat zyne -Majefleit van Groot Brittannien goedgevonden bad om zig te verklaaren omtrend de uitgeftrektheid van het woord Contrabande; en derhalven te bepaalen , welke goederen uit deze neutraale Republiek naar Frankryk zouden moegen gevoerd worden , en welke niet; het welk hy op die wyze voordraagt,als of niet alleen onze Kooplieden, maar zelf zyne MaS 3 ie-  278 ZEVENDE MISSIVE TEGEN' jefteit van Frankryk zig zonder tegenzeggen aan deze Britfche willekeur hadden behooren te onderwerpen. Hy maakt uit dien hoofde ook geene enkele aanmerking op de geoorloofdheid of on-. geoorloofdheid van deze Britfche verklaaring; ook zegt hy niet', dat Engeland die bepaaling thands voiftrekt niet mogt maaken, dewyl dezelve reeds ge maakt was byhet verbond van 1674 en 75,waar ifi' thands geene Verandering gemaakt kon worden zonder de grootfte ontrouw aan deze Republiek te pleegen, als welke Engeland tot op .heden toe nimmer de voordeelen in hetzelve aan Neutraalen vergund, eenigzins betwist had,-"en dus weder-■ keerig moest verwagten, dat dezelve thands ook aan haar niet betwist zouden Worden; verder vergeet hy ook te zeggen, dat dè genoemde' bepaaling van het Britfche Hof, uit hoofde van het reeds gezegde , eené ; openlyke verbreeking was van den trouw der fubfifteerénde verbonden, en eene voor ons zo zeer vernederende behandeling, ja volftrekte blyk van vyandfchap en' verradery', dat wy door- deze verklaaring alleen terftond gewettigd wierden, om onze wapenen. tegen zulk eenen trouw!oozen bondgenoot te keeren, en hem door die middelen die ons hier tóe overig bleven te noodzaaken , Om meerder eerbied te vertoonen -voor de trouw van geheiligde volksverbonden' In plaats van dit alles,ftaafc deSchry, '- ver  HET POLITIEK. VERTOOG». 2?$ ver van het P. V. in tegendeel de genoemde trouwlooze en tergende handeling van. het Britfche Minifterie, met de verklaaring die de Ridder York by het overleveren zyner Memorie waar in hy kennis aan H. H. M. gaf van deze fraaije maatregelen door zyne Kroon genoomen, gedaan had, dat naamlyk, „ de beweegredenen van zyne eige verdedi,, ging en behoudenis, den Koning van Engeland noodzaakten om zo veel mooglyk was , allen „ toevoer vanScheeps- enOorlogsbehoeftens naar p de havens van .Frankryk te beletten-" welke v'erklaaring hy ter nederftelt als eene, deugdige en genoegzaame Apologie en wettiging van het onbefhanbaar gedrag des Britfchen Monarchs, zonder derhalven ook by die gelegenheid aan te merken, dat offchoon de zo zeer betaamlyke grondbeginzelen van zorg voorzelfverdecdiging en zugt tot eige behoudenis, den Koning van Gropt Brittannien aanzetteden, om voor het belang zyns Ryks- en den welvaard zyner ingezetenen te zorgen , by zulks egter niet ten koste van de geheiligde rechten der volkeren, door den Richter der waereld aan hen gefchonken, en door menschlyke verbonden plegtig verzegeld, eenigzins vermogt te doen; te meer daar die zorg voor zelfverdeediging en zugt tot eige. behoudenis, geene eigenfehap was die door de Godheid alleen aan eenen Britfchen Vorst gefchonken is, maar die S 4 fci  «ï8o ZEVENDE MISSIVE TEGEN ingefchapen is, aan alle menfchen in 't gemeen, en die byzonder haare kragt doec gevoelen by iederen eerlyken bewindsman , aan wien de befeberming der belangen eener ganfche maatfehappy is toevertrouwd en overgegeven. ■ En wat anders, dan dit , door den Schepper van 't heelal iri onze natuur ingeplantte grondbeginzel, was het,dat en Nederland, en Frankryk, aanzettede en noodzaakte om de maatregelen van den Britfchen Vorst, door maatregelen van de zelve natuur, en van eene even zeer lümpteride onwraakbaarheid te dwarsfehen en te keer te gaan ? Van hoe weinig gewigt derhalven is het door den Politiek Vertoogfchryver al verder aangevoerde gezegde van den Gezant des Britfchen Ryks, het welk hy al mede als eene onweerlegbaare drangreden opgeeft van de toegevenheid die onze Republiek omtrend Engeland had behooren tè gebruiken, naamlyk , „dat by vertrouwde, dat H. H. MM. u>C „ vriendfchap jegens zynen meester by provifie wel zouden willen bejluiten „ om hunne onder„ daanen niet te autorifeeren,om onder Con„ „ voy in Frankryk Scheepsbeboeften te hren. y> ti gen , als het gevaarlykfte voorwerp uit. „ „ maakende voor de veiligheid van Groot Brit„ „ tannien;''"' op welk gezegde men daar en boven in de eerfte plaats nog kan aanmerken, dat de Franfche Minister met even zo veel recht als de  HÉT POLITIEK VSRTOOöJ 28l- de Ridder York, op zyn beurt ook aan H. H. MM. zou hebben konnen zeggen „ dat hy ins„ gelyks vertrouwde,dat H.H MM. uit vriend„ fchap jegens zynen meester by provifie niet zou„ den befluiten om door weigering en te rughou„ ding van noodige en behoorlyke Convoijen de „ ingezetenen dezer landen te beletten, om naar „ Frankryk Scheepsbehoeftcn over te brengen,. „ als een der noodzaaklykfte noodwendigheden „ uirrriaakende, die zyne Majefleit van Frankryk „ in de tegenwoordige omftandigheden voiftrekt , benoodigd was, en die het hem toekwam uit „ de Nederlanden te moogen ontbieden en zig „ in Hollandfche bodems te doen toevoeren, de„ wyl volgens de fubfilteerende Tractaaten tus„ fchen de Republiek en Engeland alle Scheeps„ behoeften niet naame duidiyk van de bepaalde „ Contrabande goederen waaren uitgezonderd." s Ten anderen is de uitdrukking van welke Sir Yofeph zig bediende, dat naamlyk H. H. MM. door het verleenen van Convoy hunne onderdaanen niet zouden authorifeeren om Scheepsbeheeften over te brengen , zó geheel buitenfpoorig en excentriek, dat zy zelf geen de minde aandagt van de Heeren Staaten had behooren te verdienen. Immers het ftaat niet aan dezen, om als willekeurige Heeren protectie aan de ingezetenen S 5 te  a8» ZEVENDE MISSIVE TEGEN te verléenen of niet te verkenen, in dier voege als of de laatften waarlyk hunne onderdaanen waaren, en geenzins dat onafhanglyk volk uitmaakten , welks verbonden en rechten moeten befchermd en verdeedigd worden, en welke totdat einde ook alleen in handen der Heeren Staaten gefteld en toebetrouwd zyn. -— Dog alle dergelyke aanmerkingen konnen zelf niet opkoomen in het hart van iemand, die fnood genoeg, is om alle zyne gedagten te regelen en te rigten naar de infpraak van de helfche leer, dat de dienaars niet zyn om het volk, maar het volk alleen om hunne dienaars. Een tweede ftaal van onbefchaamdheid,, door den Politiek Vertoogfchryver by deze gelegenheid aan den dag gelegd, is, dat hy na vooraf verachtlyk genoeg gezegd te hebben, dat het licht te bevroeden was hoe de bovengenoemde verklaaring van Engeland omtrend de extenfie van Contrabande by de Kooplieden wierd opgenoomen , zejye avoueert, dat volgens den letter van het laatft'e Tractaat van Marine -met Engeland ge* flooten i bepaald was, welke waaren onder de algemeene benoeming, van Contrabande goederen zouden begr.eepen..wordenhpwjft* dat daar van »:.wcl expreslyk 'was geexcipieerd, al wat tot bet bouwen en uitrusten van Schepen ver- „ eischt  HET POLITIEK VERTOOG. S"8g i eiscbt wordt , en dat Engeland ook wezenlyk in „ uöfrt tyv/.ife voordeelen van dit Artikel genoo„ ;«» (*)." Op welk aveu by, in plaats, van eenige billyke en hehoorlyke reflectien te maaken op de willekeurige handelwyze van het Britfche Hof omtrend de fubfifteerendc Traclaa-, ten, en de biliykheid der klagten onzer Kooplieden deswegens, alleen zegt, dat hier. omtrend nog vry veelte zeggen zou vallen ,wyzende voorts zyneniezer naar eene bröchure in den jaare 1770 onder den Titel van Brieven over de tegenwoordige tydsom/landigbeden te Rotterdam uitgekoo» men, het welk zo wy meenen den Heer en Mr. R. M. van.Goens, voorheen Hoogleeraar, als mede voorheen Raad in de Vroedfchap , en Schepen te Utrecht , tot zynen fchryver heeft gehad (f). Deze brieven zegt de Politiek Ver-, toonfchryver, dat door den auteur haastig zyn op- (*) Pol. Vertoog p. 39 (88 in 8vo.) (t) Men leze déswegens de vroegere vertoogen van derr geachten Schryver der Politique Hollanditis , wiens g*t fchrift wy thands niet by de hand hebben, dog die,zo wy meenen, wegens zyne ongunftige recenfie, of wederlegging van deze fraai]'? brieven, reeds vroegtydig het ongenoegen van den Heer van Goens heeft moeten ondervinden. — Naar ons byligt, is in No. 25, 26 , of 27 van het eerrte deel der Politique: Hollandais hier van gewag gemaakt.  284 ZEVENDE MISSIVE TEGEN of gefield, ('t fehym dat hy dien Schryver ken O» ***** <*» sy egter hoe partydig ook, veel aanmerking verdienen-, en verder voegt hy'er by,. dat H. H, MM, (dewyl 'er dezen aangaandemg vry veel te zeggen viel), op het einde van den laatflen oorlog om hyzondere redenen hadden goedgevonden , hy provifie geen Convoy aan de Schepen van Ingezetenen van dezen Staat te verlee* nen, welke met masten en ander zwaar hout gela-. den waren (*). Dan dit is wederom een van rondsom leugenachtig enbedriegJyk gezegde. Immers, het was niet, uit hoofde dat omtrend de bepaaiing der Contrabande by het Tractaat van 1674 en het voordeel door de Engelfchen deswegens genooten nog vry wat te zeggen zou vallen, dat H. H. MM. op het einde van den vorigen oorlog het gezegde Convoy weigerden; maar het was, gelyk hy zelve, zig in eenen adem tegenfpreekende, zegt, om hyzondere, dat is, om hier toe niet relatief zynde redenen, dat de Staaten dit gedaan hebben. En welke waren die'redenen? Waaren deze te zoeken in de niet volkoo-. mene wettigheid van het dryven van dezen handel? of in de duisterheid der uitdrukkingen van het genoemde Tractaat deswegens ? Geenzins! fetó . - >£ - ■ . hier f_*) Politiek Vertoog p. 30, 40. (89 in 8vo.)  HfiT POLITIEK VERTOOG. 285 lier omtrend viel niets meer te zeggen. Maar deze redenen waaren, gelyk Hun Hoog Mogende dit zelve in de door hem aangehaalde Refolütie uitgedrukt hebben, hier in gelegen,^ «p de Reprefentatien te dier tyd door hen aan bet Britfche Minifterie gedaan uit kragt van hunne Refolütie cp den ao September daar te vooren genoomen, eerstdaags antwoord van bet hof van Groot Brittannien wierd verwagt; en dat de orders door het zelve Hof aan de Engelfche Officieren tc geeven, aan dezelve mooglyk nog niet hadden konnen ter band koomen; weshalven het verkenen van Convoy aan de hout fchepen, vóór dien tyd, op nieuw facheufe rescontres zouden konnen doen voorvallen; dewelke eene verdere verbittering, tegen de intentie van beide de Moogenheden zou* den*konnen occafioneeren (*). Het heeft ons zeer verwonderd dat een man die zo regelraaatig onbefchaamd is als de fchryvervan het Politiek Vertoog, nimmer geduurende den ganfchen tyd dien hy aan zyn gefchrift belteed heeft, op de gedagten is gevallen, om alle die, door hem zo dikwerf aangehaalde klagten van onze Kooplieden, en hunne op deze gegronde fmeekingen om (*) Men vergelyke hier de Secreete Refol. van ff. ff. MM. io Üit. en 4 Nov. 1762.  286" ZEVENDE MISSIVE TEGEN om behoorlyke befcherming van hunnen wettigen handel, in eens den bodem in teflaan, door te beweeren en ftaande te houden, dat het reeds zo dikwerf aangehaalde Tractaat van 1674 en 75, thands in bet geheel geen kragt van verbintenis meer bad; en dat uit dien hoofde alle hunne klagten te vergeefsch en vrugteloos waren. Immers, ik kan van eenen zo flaatkundigen en pretenfieufen fchryver, alshy is tegen wien ik, ar me jongen (*) in (*) Dit is de eernaam dien ik van den Regentfchryver van het Politiek Vertoog ontvangen heb; een naam, indedaad! van zeer veel aangelegenheid en van rje" uitgebreid", fle betekening, dewyl dezelve in zig bevat de ganfche en volleedige verdeediging van het karakter en gefchrifc van den Politiek Vertoogfehryver tegen alle de befchuldigingen van eerloosheid, kwaade trouw, lastering, en fnoode oogmerken, welke hem in alle deze Misfiven zyn voorgehouden. — Had iemand van meerder jaaren dezelve gefchreeven, de Regent zou zig mooglyk behoorly!: verdeedigd en zynen tegenfchryver naar verdienden beantwoord hebben; maar ik nog geenen meerderjaarigen ouderdom bereikt hebbende, kon niemand eenig ander: antwoord vahdienHeer op myne ganfche wederlegging verwagten, dan dat, het geen hy daadlyk gegeven heeft, die brieven zyn door eenen jongen ge. fcbreeven. <— Dit was, in eenen, alles gezegd, en alles beantwoord; en de Regent, dien ik had be weezen eenen fcburk te zyn, wierd hier door eensklaps wederom een eerlyk man.  HET POLITIEK VERTOOG. 287 in het veld heb durven verfchynen, niet veronder, ftellen, dat hy niet gelezen zou hebbenhet op het einde vin den voorigen Franfchen en Engelfchen Oorlog geè'vulgeerde gefchrift-, getiteld: a Disaourfe on the conducl of the Government of GreatBritain in refpect to Neutral Nations, during tbe prefent War. (Vertoog over het gedrag der Regeering van Groot Brittannien. aangaande enzydige volkeren, geduurende den tegenwoordigen Oorlog). Deze Schryver immers heeft beweerd dat te dier tyd (1762) het genoemde Tractaat van 1674 en 75 reeds van geene verbindende kragt meer was; hoe veel min derhalven konden onze driefte, lompe, en onkundige Kooplieden 17 en 18 jaaren daar na, nog wederom op nieuw opkoomen met eisfchen, die reeds zo lang den boden waren ingeflagen, en welker onbeftaanbaarheid voor jaaren reeds bewezen was en aangetoond?—- Dan, de Politiek Vertoogfchryver, een man, dien wy naar maate van zyne verdub» belde en wydfche aanhaalingen van fchryvers en papieren, gel oven moeten een beleezen Staatsman, of ten minften een armzaalige Compilateur, te zyn, heeft.hier misfehien eenigen eerbied gevoeld voor depenvandengefchiedkundigen Wagenaar, die dit gefchrift in zynen ouderdom nog heeft wéér-  288 ZEVENDE MISSIVE TEGEN weêrlegd , en naar verdienften beantwoord (*J, Maar hoe zou iemand eerbied konnen gevoelen, voor de fchriften van dezen braven landgenoot, die zig niet ontzien heeft om dezelve allezins godlooslyk te verdraaijen, en aan zyne helfche inzigten, was 't mooglyk, dienstbaar te maaken? ■— Hy heeft dat Engelsch pamphet dus waarfchynlyk niet gekend. «—- Niet minder onbefchaamd, ten derden ,'ishet, dat hy , niet weetende hoe hy de allezins gegronde, en door geene redenen hoe genaamd ook, van de hand te wyzene klagten der Kooplieden zou konnen laaken,en als onwettig voordraagenj dien aangaande alleen het volgende zegt: En dien volgens verdubbelden de vertoogen zoo aan de Staaten,als aan denStadhoudertniet alleen door de Koop. lieden, Boekhouders, Asfuradeürs, en Reeders (f), maar (*) Zie Verzaameling van TrrfSaaten voorheen uiigegeeven door den Hiitoriefchryver J. Wagenaar, //. D. P- 333. hl- (Amft. 1773. 8vo.) (t) wy twyffelen zeer of de fchryver van het Politiek Vertoog , die geene de minfte denkbeelden van het wezen des Koophandels dezer Republiek heeft, gelyk wyineer dan eens hebben aangetoond, ook wel eenig het geringde begrip heeft gehad van de qualiteiten der geenen, die hy zegt dat deze Requesten hebben ingeleverd. Iemand dia aan-  het Politiek Vertoog. 289 maar zelfs ook door de Schippers (*;, waar hy op de handhavening van gemelde Tractaaten en ef. aanfpraak maakt op zulke uitgebreide kundigheden als de Regent die Schryver is van dit zogenaamd Politiek Vertoog, en die tevens hier en daar afred^erc de regels van eenen goeden fchryfftyl te verdaan, behoorde dan ook ten minden geene zo zotte rangschikking (die louter onkunde verraad) van mercantile qualiteiten te maaken, ais hier boven gefchied is. Boekhouden en Reders te gelyk te noemen , is Jan en Jan te noemen; Kooplieden en Boekhouders te gelyk te noemen is Jan en zyn Knegt te noemen. De Boekhouders had gy Heer Politice f hier dus wel konnen weg laaten , gelyk zy ook niet genoemd worden in de door u aangehaalde Requesten. Zie N. Nederl. Jaarb. 1778. p. 1380, 1382,1405» i4IO> Ï423» 1428, H33> 1416. (*) Maar zelfs ook door Schippers. — Ja, Myn Heer, door Schippers ook! en dit zette zelf geenen geringen na. druk by aan de eifchen der ingezetenen, die op eene efficacieufe protedie aandrongen. Het request der Schip, fers had u en andere onkundige Regenten die den Koopman (leeds met een verachtlyk oog aanzien, om dat zy geene kennis hoe genaamd hebben van het belang en de natuur des Koophandels,behooren te doen zien en leeren, dat het geenzins alleen baatzugtige Kooplieden waaren die uit eigenbelang ilegcs de befcherming van den Staat imploreerdtn; maar dat'er daar en boven duizende familien en huisgezinnen buiten de Kooplieden zyn, die door weigering van dezelve, vsn hun bedaan beroofd en in volfttekte armoede gedompeld Worden. Geniet de KoophanT del  200 ZEVENDE MISSIVE TEGEN efficacieufeprotectie van den Zeevaarten fterkften wierd geinfteerd; ook over de zo even gemelde Re* folutie van Hun Hoog Moogende van 1782 remar- ques del geene befcherming, en ftaat om die zelve reden de uitgebreide Scheepvaart ftii; dan is het niet flegts de Koopman die de middelen van zyn treftaan verliest, raajr het zyn Schippers , het zyn Scheepstimmerlieden, Lichter, voerders, Schuitevoerders, JVaagdraagers , Vrylieden, Sjouwers , Sleepers, Kruijcrs en honderd andere werklieden , die eensklaps hunne eerlyke kostwinningen verliezen, en na verloop van weinig tyd tot den fchamelen bedelzak gebragt worden, immers, indien zy niet verkiezen hun Vaderland en bloedverwanten te verlaaten. Leer hier derhalven , verachtelyke Hovelingen! dat de by u verachtte Koopman nimmer voor zig zeiven alleen, de befcherming van den handel eischt; maar dat, wanneer hy zig ten dien einde aan *s Lands Vaderen vervoegt, \wi verzoekfchrlFt 't welk hy inlevert, een fmeekfchrifc is het welk pleit voor het eenige beftaan van de duizenden zyner raedeburgeren ; en dat iedere weigering om aan hem gehoor te geeven, eene weigering is, o:n zorg te willen draagen, dat niet het aanzienlykfte gedeelte van den burgerftand te gronde gaa , en de grootfte fteden binnen kort geheel ontvolkt worden. — De Regent die zyn oor fluit voor den klaagenden handelaar, fluit hier door te gelyk zyn hart voor de fmeekingen van het meest behoeftige gedeelte der Natie, en word langs dien weg een onderdrukker van die gemeente die het meest zyne befcherming en onderfteuuing noodig heeft!  HET POLITIEK VERTOOG. 29I ques gemaakt (*), en vooral de minzaame conferentie , door het Hof van Engeland ten dezen opzigte voorgeflaagen, ten fterk/len wierd afgeheeden, „ daar by dezelve van den kant van Enge- „ land, (*) Dit is voorzeker in het oog van den Politiek Vertoogfchryver een Crimen Majeftatis geweest. Het koomt immers aan onderdaanen, gelyk hy de vrye ingezetenen dezes Lands noemt, niet toe om over bet publiek beflier en gedrag der Regeering (Zie onzen vyfden brief bl. 82) te moogen oordeelen ; hoe veel min is het derhalven aan een foort van wezens , dat Kooplieden heet, geoorloofd om aanmerkingen te maaken over beflaiten door den Souve- rein genoomen. Jammer ondertusfchen is het, dat de verhevene, de majestueufe libelfchryver by deze ge* legenheid, door eene dugtige wederlegging van deze door hem bedoelde aanmerkingen, niet heeft aangetoond, dat Kooplieden, buiten en behaïven dat zy verplicht zyn om te zwygen op alle de befluiten die Regenten neemen, nog daar en boven te onkundig en te zot zyn , om eenigzins een g.-zond oordeel over dezelve te konnen veilen» Zo doende zou mooglyk eersdaags zelf wel bewe. zen en aangetoond konnen worden, dat de fchrandere Regenten, en vooral de verlichtte Hovelingen, ter bevotdering van het gemeen welzyn, en ter confervatie van de goede rust en fubordinatie, verpligt waaren, om dat ganfche geflagt van Kooplieden , in een Krankzinnighuis te laaten plaatzen, ten einde in eens van dat rustftooreud en landberoerend gebroedzel ontflaagen te zyn. —— Zie ondertusfchen N. Nederl. Jaarb. 1778. p. H31- T 2  2pa ZEVENDE MISSIVE TEGEN „ land, gelyk men zeide, fcheen te worden gebu„ teerd, indien men zelfs geen uitgebreider oo 90. in 8vo.)  HET POLITIEK VERTOOG. 203 ben aan getoond, welke de wezenlyke grondbeginzelen van het gedrag der Amfterdamfche Regenten en Kooplieden zyn geweest, op nieuw deze valfche betigting naar verdienfte te beantwoorden, of al wederom van vooren af aan, aan te toonen, dat geen Franfche invloed, maar alleen eenepligmaatige gehegtheid aan het waar en onlochenbaar belang des lands, dezen zo wel als geenen beftierd heeft. Wy gaan thands derhalven al verder voort, om zyne verdere befchuldigingen tegen het Franfche Hof op te geeven en te overweegen; en moeten derhalven in de eerfte plaats zien, wat de zo even genoemde ondemeemin'gen van dit Hof waaren, die de gezegde inlandfche beweegingen by ver te boven gingen, en die volgens onzen Vaderlandfchen Schryver, ras toonden wat men van Frankryk zelve, nog meer dan van onze Kooplieden, had te gemoet te zien. En hier toe wordt niets minder door hem bygcbragt, dan het zo edelmoedige, zo onwraakbaare , en zo voorbeeldige Reglement door den Franfchen Koning in eenen tyd waar in hy meer dan eenig Vorst recht had om van onze zyde op eene Hipte naarkooming en uitvoering der Tractaaten tubfchen ons en zyne vyanden fubfifteerende, aan te dringen, geëmaneerd, raakende den Scheepvaart van Neutraale Moogenheden. Wy T 3 heb'  2p4 ZEVENDE MISSIVE TEGEN hebben bladzyde sof, van dit Reglement reeds het noodige verHag gedaan, en aldaar, met verhaal van alle de omftandigheden die het zelve vergezeld hebben, aangetoond welk eene edelmoedige toegeeflykhcid het Franfche Minifterie te dier tyd heeft bewoogen om het zelve vast te ftellen en in de waereld te brengen. Het kan derhalven niemand, dan ten hoogden verwonderen, dateen Politiek Vertoogfcbryvcr zo ver door alle onbefchaamheid durft heenen brecken, sis om een befluit, het welk de ganfche waereld een document van de edelmoedigheid en uitgefirekte toegeeflik* Leid des Franjeben Konings heeft genoemd,'aan te voeren als een blyk van hoogst deszelfs vyandlyke gezindheid tegen onze Republiek en haare wezenlyke belangen; en men wordt in de daad nieuwsgierig om te weeten, wat hy, onderden fchyn van een eerlyk Schryver en braaf Regent, heeft weeten by te brengen , om zyne medeiegenten en de ganfche Natie te overtuigen , dat dit zo zeer geprezene Reglement eene biyk geweest is, van die vyandlyke tegenkantigen, die onze rust en onze voorfpoed van Frankryk in de toenmaalige trouhelen te wagten had. — Dan, overtuigd zynde, dat het onmooglyke buiten zyn bereik was, heeft hy de aantooning van deze aangelegenezaak, ook met een diep ftilzwygen geheel voorby gegaan.  het politiek vertoog. 295 gaar,. Hy heeft het tot zyn oogmerk genoeg.» zaam toereikend geoordeeld, dat hy aantoonde, dat dit Reglement,(het was dan zo edelmoedig, zo fchoon , zo onberispelyk , als het waarlyk was), een gevolg, een afzetzel was, van de geheime onderhandeling en Correspondentie tusfehen Frankryk en de fiad van Amflerdam; want alles dog wat uit dezen kooker kon te voorfchyn koomen , was , volgens zyne veronderftelling, fnood, ondeugend, affchuwlyk, en niets minder dan landverradery. — Hier om is het ook dat hy, na opgave gedaan te hebben van den inhoud van het eerde Artikel van dit Reglement, terftond, zonder eenige aanmerking op de onwraakbaarheid van deszelfs inhoud te maaken, 'er op laat volgen, dat de Kooplieden by hunne Requesten reeds gewag van dit Artikel gemaakt hadden, ten einde den lezer tog wel te doen gevoelen ,' dat de Requesten der Kooplieden alleen op dezen Franschen leest gefeboeid te voorfchyn kwaamen; om welke reden hy dan ook vervolgens zegt, (met oogmerk naamlyk,om de volgende Memoden van den Hertog de la Vauguyon wegens dit Reglement aan Hun Hoog Moogende geprefenteerd, te konnen voordraagen , als uitwerkzels en tegelyk als bewyzen, van de geheime Correspondentie tusfehen Amflerdam, en't r£ ^ Fran-  2Qt5 zevende missive tegen Franfcbe Hof), dat de Kooplieden by wyze van voorspelling, hunne vrees te kennen gaven dat by aldien de kroon van Engeland voort gim met het aanhouden en opbrengen van hunne Scheepen, die uit Franfche havens kwamen of derwaards heen gedestineerd waaren, dan ook het zelve van wegen de Franfcbe Kroon te wagten flond omtrend de Hollandfche Scheepen die uit Engelfche havens kwaamen, of naar Engeland hevragt waaren (*).«' Hy maakt derhalven ook geene reflexie, op de biliykheid en wettig, heid van deze aanmerkingen onzer Kooplieden, maar hy vei volgt terftond zyn eigen plan , en leert ons dus, dat de Memorien, die de Heer Hertog de la Vauguyon, zedert de inlevering der Kequesten van de Amfterdamfche Kooplieden , aan Hun Hoog Mogende heeft overgegeeven, al wederom niets anders waaren, dan de uitwerkzeis van die maatregelen , die tusfehen de Stad van Amfterdam, en hem Meer Ambasfadeur genoomen waaren. Daarom laat hy, ter rescontreering van de Memorie des Franfchen Gezants, van welke wy boven reeds gewag gemaakt hebben (f), als mede van zyne nadere nota (§), dee- (*) Ibidem p. 40, 4i. (pI i„ svo.) (t) Zevende Mfrfive, p. 211 fqq. (§) Ibidem p. 229,,  HET POLITIEK VERTOOG. «97 deeze woorden dien aangaande volgen: ,, En dus „ verwonderde men zig niet, wanneer op het „ eind van dit jaar de Franfcbe Gezant eerst eene ' Memorie en vervolgens nog eene nadere nota ,, aan Hun Hoog Moogende overgaf, waar by „ verklaard wierd, dat Z. M. van Frankryk ver* „ trouwende dat H. H. MM. in de tegenswoor„ dige tydsomflandigheden zig jliptelyk zouden „ conformeer en naar de grondbeginzelen van de „ volftrekfle neutraliteit, uit dien hoofde de Ver„ eenigde provinciën had begreepen in het Re„ glement van de maand July laatstleden. Dat „ Z. Mé dienvolgens verwachtte dat Hun Hoog „ Moogende de vlag van den Staat zouden be* „ waaren by alle de vry beid die dezelve toe* „ kwam; en de Commercie dezer landen door „ de r.oodige Convoyen handbavenen. Verklaa* „ rende Zyne Majefleit voorts, dat eene Refb„ lutie', van welke natuur die ook mogt zyn, „ welke maar eenigzins zou kunnen flrekken, „ om de onderdaanen van den Staat te verflee„ ken van zulk eene befcherming, zo over > ,? geheel met relatie tot alle mooglyke takken „ van negotie, als byzonder tot die van Scbeeps* „ behoeften van allerleije foort,in de tegenwoor* n dige gefteldheid van zaaken by Z. M. zou wor* „ den geconfidereerd als eene handslwyze van T 5 ,i par-  opS ZEVENDE MISSIVE TEGEN „ partialiteit, die aan de beginzelen van eene j, vol [rekte onzydigheid was derogeerende , en „ dus ten onvermydlyken gevolge zou moeten heb,, ben, dat Z. il L niet alleen de voorrechten in„ trok, die by deszelfs Reglement omtrend den vaart der r.eutraale Scheepen, aan de Ingezet enen der Republiek waren toegc/laan, maar ook de espntië'ele en gratuite gun ft en, van wel!, e „ de Koophandel der vereenigde Nederlanden in de havens van Z. M. uit enkele toegenegen„ heid van Hoogstdcnzelven jegens II. H. MM. was jouisfeercr.de (*)." Wie onderuis- fehen ziet niet ten allerduidlykften uit den inhoud van de Nota zelve, dat dit geenzins betuigingen waaren , die eenigzins noodig hadden voort te vloeijen , uit eene geheime onderhandeling tusfehen het Franfche Hof en de ftad van Amfterdam; maar die in tegendeel, natuurlyk en noodzaaklyk voortvloeiden uit de apprehenfic die Zyne Majefleit van Frankryk had van het gedrag, dat het flaafsch cn verkogt gedeelte van onze Republiek ten zynen opzigte ftond te houden; en daar hy maar al te wel wist dat dit gedeelte by ver den meesten invloed had in onze Staatsvergaderingen, zo kon het ook niet minder zyn, dan dat (*) N. Nederl. Jaarb. 1779. ?. 87.  MET POLITIEK VEKTOOG, 20Q dat hy, het zy 'er een Amfterdam aanwezig was of niet, die verklaaring aan aan Hun Hoog Moogende liet doen, die zyn Gezant in deze Nota heeft gedaan. Dan de Heer Politiek Ver- toogfchryver zoekt dit ten fterkten te ontkennen, en doet derhalven zyn best om aan te toonen dat Frankryk deze declaratie geenzins op wettige cn billyke grondbeginzels van zorg voor zelfverdeediging en eigen behoudenis (grondbeginzels intusfehen, die hy in het gedrag des Britfchen Konings met een zo gunltig en volkoomen goedkeurend oog befdiouwt), heeft laaten doen, maar alleen uit hoofde van zyne vyandfehap tegen dezen Staat, en van zyne met deze overeenkoomftige geheime onderhandeling met de Stad van Amfterdam. Ten dien einde zegt hy ons vervolgens dat de „ eigenlyke en voornaame aanleiding tot de repre„ fentatien en bedreigingen, (dus heeten de gemaatigde betuigingen van het Franfche Hof, daar in tegendeel de hoonende gezegden van eenen Youck als zeer vriendelyke uitdrukkingen aan ons worden voorgedraagen) , in deze declaratien „ vervat, alleen gelegen was in de Refolütie van „ Hun Hoog Moogende in dato 19 Novem„ ber 1778 (*)>" van welke wy boven reeds ver= (*) Politiek Vertoog, f. 41. (93 in 8vo0  3-00 ZEVENDE MISSIVE TEGEN verflaggedaan hebben(*;. Dan dat dit al wederom bezyden de waarheid is, blykt uit het een* vouwig verhaal het welk wy van bladz. 206 en verv. hebben opgegeeven. Immers het was niet zo zeer de inhoud der Refolütie van den 19 Nov. die den Koning van Frankryk noodzaakte om deze nadere betuigingen aan Hun Hoog Moogende te laaten doen; maar het was veel meer de onverfchilligbeid met welke Hun Hoog Moogende dehepaaling van den Britfchen Vorst, omtrend het Artikel van Contrabande, en zyn daarop gegrond verraaderlyk Reglement voor de Engelfche rooffcheepen, hadden ontvangen en aangenoomen (f). De koele gelaatenheid van Hun Hoog Moogende omtrend eene zo trotfche behandeling van het Engelsch Ministerie, die regelrecht aan-; liep tegen de blyken van edelmoedigheid die Zyne Aiierchristelykfte Majefteit in zyn Reglement aangaande den Scheepvaart van Neutraale Moogenheden had doen doorllraalen, kon door hem geenzins anders worden aangemerkt, dan als een blyk van volftrekte eenzydigheid, en van het bepaald voorneemen onzer Staaten, om zig de maatregelen van het Britfche Hof ten koste der belan. geq (*) Zevende Misfive, p. 208. (t) Men herleeze flegts het geen wy dien aangaande van bladz. 224 tot 229 hebben opgegeeven.  HËT POLITIEK VERTOOG. 301 gen en der vriendfchap van de Franfche Kroon volkoomen te laaten welgevallen. En bier van daan de toenmaalige nadere declaratien van den Franfchen Gezant. Dit een en ander is aan den Politiek Vertoogfchryver buiten twyffel niet onbekend geweest; maar hy heeft het noodig geoordeeld de genoemde Refolütie der Staaten in dato 19 Nov. tot een grondflag te leggen der zins gedaane verklaaringen van het Franfche Hof, alléén om langs dien weg de manlyke en onweerlegbaare aantekening en het protest der Regeering van Amfterdam tegen de gezegde Refolütie te gemoed te konnen koomen; en om aan zynen lezer te konnen infinueeren dat dit protest, niet min dan de daar op gevolgde Memorien van den Hertog de la Vauguyon, loutere afzetzels en gevol, gen waaren, van de verraaderlyke zaamenfpanningen tusfehen het Hof van Frankryk , en de Stad van Amfterdam. Hier van daan is het dan ook dat hy vooraf de genoomene Refolütie van Hun Hoog Moogende op den 19 November tot aan den hemel toe gaat verheffen; en de vryheid, biliykheid, en voorzigtigheid van dezelve, met eenen fchat van woorden en aanmerkingen in het helderst daglicht zoekt te ftellen. Wy hebben deze Refolütie bladz. 207 en 208 reeds uit het reg-  s03 ZEVENDE MISSIVE TEGEN regte oogpunt doen befchouwd worden, en aldaar aangetoond dat dezelve niet anders kon worden aangemerkt dan als een blyfc van verregaande eenzydigheid, die duidiyk bewees, dat men hier teiand meer genegen was, om de vyandlyke inzigten der Fngelfchen tegen de Franfche Kroon te begunftigen, dan de regelen en pligten eener volkoomene onzydigheid in acht te neemen De redenen waarom hy de genoemde Refolütie zo fchoon vindt, waren deze: Cwy zullen dezelve flegts opnoemen , dewylze geene wederlegging verdienen); i) dat -wat bet gedrag van Engeland betrof, waar door dit befluit genecesfiteerd was geworden, wel in aanmerking moest worden genoomen, dat 'er redenen van Staat by dat Ryk plaats konden hebben, die boven alle andere Confideratien, en gevolglyk ook hovende folemneelfïe verbintenisfen moesten prevaleeren. (Een fchoone grondflag voor de vastigheid van volksverbonden!) 2;) Bat volgens het fubfidie Tractaat van 1678 de Republiek verpligt was om Engeland binnen Europa aangetast zynde by le flaan; en dat of fchoon de Ca/us Foederis in dit cpzigt nog niet duidiyk exfteerde, 'er echter eerstdaags evenementen konden voorvallen, die Engeland met meerder reden op onze deelneeming aan den oorlog zou konnen doen in fleer en; dog waar  HET POLITIEK VERTOOG. S°3 waar van men zig als dan, door de thands betoonde infcbiklykbeid jegens die Kroon, merklyk zou konnen excufecren. Infchiklykheid doet zeker by Engeland altoos zeer veel af! 3;) Dat Vrankryk geenzins het récht had om onzzn Staat te koomen voorfchryven welke goederen deze onder protectie van zyne vlag zou neemen en welke-niet; die zaak was louter domeflicq; en wilden de Franfche Kooplieden zig van onze Schepen hlyven bedienen om goederen uit het Noorden aan te voeren, dan mogten zy zelve zorgen dat die Schepen behouden in Frankryk kwaamen, en van hun eigen Gouvernement befcherming voor dezeU ve zien te verwerven. (Engeland in tegendeel mogt ons de wet wel voorfchryven, gelyk zy daadlyk deed, zonder dat wy 'er ons eenigzins tegen tragteden te verzetten). Eindelyk ten 4;) dat deze Refolütie in alle gevalle flegts provifioneel was, en dat H H. MM. wel degelyk de vryheid aan zig behouden hadden om dezelve le veranderen , ingevalle het Engelfche Minifterie aan de verwagting der Staaten niet kwam te beantwoorden. Deze laatfte aanmerking ftemmen wy volkoomen toe, fchoon wy egter niet konnen zien, dat dezelve van die natuur is,dat de Kooplieden, dezer Republiek, nog ook het Cabinet van Verfailles, in de biliykheid dier provifioneele Refolütie  S04 ZEVENDE MISSIVE TEGEN rie hadden behooren genoegen te neemen; dewyl de Koning van Frankryk ook provifioneel door dezelve belet wierd , uit deze landen dat geen te trekken; het geen hy provifioneel meest noodig had; en onze Kooplieden insgelyks provifioneel ontzet wierden, van de gelegenheid om die goederen te debiteeren en eenen voordeeligen handel te dryven ; daar zy nu met alle deze goederen zonder eenig vertier in hunne Pakhuizen bleeven zitten, het welk niet kon nalaaten de circulatie des Koophandels teftremmen, en provifioneel'eene aanmcrklyke fchadeaan het handeldryvend "edeelte der Natie te berokkenen. De Politiek Vertoogfchryver ondertusfchen is met de 4 boven opgegevene reflexien over deze Refolütie zo zeer in zyn fchik, en acht dezelve zo onweerlegbaar te zyn, dat hy (om het protest der Stad van Amflerdam tegen dezelve ingeleverd in des te haatlyker daglicht te konnen voordraagen), 'er terftond deze woorden op laat volgen: Dan hoe zeer alle deze reflexien een ygelyk, die onpartydig over dit onderwerp denken wil, ook moeten frappeer en, en meest van zeiven zig voordoen, als uit den aart der zaak en de gejleldheid der tyden natuurlyk proflueerende ; zo kon dit alles toch niet beletten, dat de Refolütie in qucestie,by de Stad Am fterdam alleen, den geweldig. flen  HET POLITIEK VER.TOOÖ. 30$ flcn tegenfiand vond (*). Hier op verhaalt hy dan, dat het Advys van H. H^M. M. waal ra deze Refolütie naderhand geformeerd wi rd , by de Provinciën overgenoomen zynde, door die van Holland gefteld wierd in handen van Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, die daarop voor Rapport uitbragten, dat Hun Ed. Gr. Mog. gedeputeerden ter Generaliteit behoorden te worden gelast, om het voorfchreven Generaliters Rapport of advys te helpen brengen ter conchifie. En hier op volgt dan eindelyk zyn verhaal van het protest he: welk de Stad van Amfterdam tegen de Refolütie van Holland , die conform het gezegde Rapport genoomen wierd, ter vergadering heeft doen inleveren. Van dit protest hebben wy boven ter zyner plaatzè reeds gewag gemaakt (f), en aldaar den voornacmften inhoud van hetzelve opgegeeven, om te dosn zien hoe onweerlegbaar de redenen waaren die deze brave Stad ter verdeediging van den Koophandel en het gemeene Vaderland wist aan te voeren. En waarlyk hy die nog ee- '(*) Politiek vertoog, p. 44. (99 in 8vo.) (■F) Zevende Misfive, p. 214.%.  SOÖ ZLVENDE MISSIVE TEGEN eenige goede trouw in den beftryder en lasteraar van Amfterdams Regeering veronderfteiien kon, zou hier met reden verwagten, dat de Politiek vertoog fchryver, het genoemde protest zo zeer afkeurende, dê inhoud van het zelve eenigzins zou hebben zoeken te wederleggen, of de onbegaanbaarheid van deszeifs grondflagen tragten aan te toonen; dog hier van verfchoont hy zig ten eenenmaal; zelf vergunt hy zig den tyd niet om ten minften toe te ftemmen, dat de Heeren van Amfterdam hier in volkoomen gelyk hadden, dat zy in het gemelde protest betuigden, dat van eene dergelijke toegceftykheid, als de Heeren Staaten in de bewuste Rejobaie omtrend Groot Bnttam.ien gebruiken wilden, geen enkel voorbeeld in de Registers van den Staat te vinden was (*). Hy haast zig alleen om, na dit bloot en nietsbeduidend verflag van het inleveren van dit fchoon protest te hebben opgegeeven , 'er deze woorden op te konnen laaten volgen: En bier op volgde vee)tien dagen daar na. wyl de Rejolutie des niet tegenftaemde was doorgegaan, de Memorie van den tranfeken Gezant, waar van wy bier boven gewaagd hebben; en vervolgens de na- C) N. Ned. Jaarb. 17-9. p. 45, 46".  HET POLITIEK VERTOOG. 307 nadere nota, waar by de Koning den Staat dreigde toet het intrekken zoo van het eerfte artikel van deszelfs Reglement rakende den Zeevaart van Neutradié Moogenheeden met relatie tot de ingezetenen van de Republiek, ah van andere gratuite gunsten waarvan de Commercie derzehc in de havens was Zyne Majefleit was jouisfeerende (*). " Men zier uit het verband en den zaamenhang dezer woorden ten aïïerduidlykften,datdeHeer Politiek vertoog fchryver wil dat zyne lezers ten klaarffcen begrypen zullen, of ten minden heimlyk befluiten, dac alles wat de Stad van Amfterdam, aan de eene, en de Hertog de la Fauguyon aan de andere zyde, geduurende deze onderlinge oneenïgheden verrigteden, niet anders was , dan (geiyk wy boven reeds gezegd hebben) het gevolg van de verraderlyke zaamenfpanning tusfehen deze Stad en het Franfche Hof. Immers uit het een en ander dat Wy in deze laatstvoorgaande bladzyden hebben opgegeven blykt het middagklaar, dat hy met betrekking tot de Refolütie van den io'Novem« ber dus heeft voortgeredeneerd. ,, AmfterH dam tiok eene lyn met het hof van Fr ante „ ryft' (*) Politiek Vertoog, p. 45. (101 in 8o._")  $0$ ZEVENDE MISSIVE TEGEN „ ryk , en deed niets dan het geen uit haare „ geheime verbintenis met dit Ryk natuurlyk moest ,, voottvloeijen. Do gemaatigde en wyze Refohitie door de Heeren Staaten op den 10 November ge,, rjvmen gaf g'ene genocgzaame vod.e-'mg aan de „ eisfchen van bef Franfche Hof; maar ff been eer „ te ff rekken, om de behngen van het Britfche Kyk „ ten wille te zyn, en bet heantimorlen der vfrtoo„ hingen ven den Fiafclfi Minls er cp de lange „ baan te fchuhen, ten einde hier door het gce-jen „ van een Categorisch antwoord, dat niet anders dan '•egat'uf en deelinatrdr geweest zov. zyn, tc zcr* WJ** de Heeren van Amfltrdam -maren „ in'mfchci met den Heitor de la Faigyon over„ eergcloomsn, om ingevallc het Rapport waarna die „ Refolütie i.cnolgcns wierd uitgehragt, daadlyk gem anplcclecrd r.wgt worden, dat zy Heerenvan Jin„ fterdam ah dan, een wydscb en helklinkend pro„ test tegen het neemen dier Refolütie ter vergadt* „ ring van Holland zo.den inleveren; met oogmerk „ om te beproeven, of zy hier door geene verandering ,, in dezen zouden konnen te weeg brengen; en indien „ dit niet mogt gelukken, gelyk het niet gelukte , „ dat ah dan re Hertog de la Fauguyon terflond daar „ op met eene nadere Memorie, en vervolgens met „ eene nog veel klemmender nota voor den dag zou „ koo-  BET POLITIEK VERTOOG- 309 s, homen, deels om het protest van Amfterdam te 5, onderfteunen en de inlèveraars van hetzelve te ver„ deedigen , deels, om bun gemeen oogmerk duor na„ deren aandrang te bevorderen en ter idtvoer te breni, g™- " Fraaye redeneering in de daad! en nogthanda volmaakt ovete nkoomsmlé pet dat licht, waat in de Politiek vertoog fchry ver ors de handelingen van het Vaderlandlievend Amsterdam heeft zoeken voor te draagen. Hoe veel waardy, Grootmoedige Raadzaal van Amfrrls Burgervaders ! verliezen ondërtusfeben uwe edelmoedige , uwe voorbeeldige poogingen niet, wanneer wy dezelve door zulk een valsch. en bedrieglyk glas befchouwen moesten ! Wanneer wy dezelve niet, als blyken uwer belanglooze zorg , om den wezenlyken bloei on es Vaderlands voor te fcaan, maar alleen , als de gevolgen eener ongeoorloofde vyandlyke zaamënfpanriing niet eene buitenlandfche moogenheid, mces'ien aanmerken! Dan de lyden waar in wy leven, tydc-n waar in de belangen van deze Republiek, en de godlooze behandelingen van het Engelsen Ryk, zo volleedig aan ieder lid van onzen burgerflaat bekend zyn, zullen u by de Iaatenakoom- lingfchap, wat ook de nyd, heerszugt en verV 3 raad  ? 10 Z E %' E >,' D E MISSIVE TEGLN raad rer versr.istering van uwen naam thands hebben moogen onderneemen , voikcomen regtvaardigen; en het gedrag door u in a'.ie deze omibmdigheden gehouden» zal fteeds het voorfchrift bJyven der verrigtingen van hen , die na u, 'er eenig beiang in zullen ftellen, om den roem te verdienen van de belangen des gerneenen Lands naar eed en pügt te htbLen voorgefban en verdeedigd! De Poiitiek vertoog fchryver gaat vervolgens voort, met het antwoord op te geeven het welk H. H. M. M. goedronden arm den 1'ranfchen ( ezant zo op zyne Memorie ais nadere nota te doen koomen. Ik heb den inhoud van hec zelve boven bl. 229 en 230 reeds op. gegeven, en te gelyk aangemerkt, dat hetzeive niets bepialend, en dus geheel onvoldoend was , weshalwn de Hertog de la Faitgu\m ook geweigerd had het zelve aan te neerr.en, v. ordende het zelve kort daar na door den Grave de Pa genr.es. aan wieu het zeivq vervolgens door onzen Ambasfadeur den Heer van Ltrlchrcde te Verfai'ks wierd aangeboden insgelyks van de hand gweezen. Uit d.t eei\ e» ander, zegt de Politiek Vertoog Schryver, vas bet ihtusfeben ligt te gbjen, welkt behandeling dB  HET POLITIEK VERTOOG. 5 II de Republiek van de Kroon van Vrankryk had te ge moed te zien: en hoe veellicht binnen kort te magten jlond, dat dezelve in gevolge van de gedaane bedreiging, de ingezetenen dezer landen uit zm fluiten van het Reglement op de ISa igatie der r.eutraale Moogenbeeden; en voorts mcoglyk de Commercie derzehe in Vrankryk met eenige bchslir.gcn bezwaren ■ Hy wil derhalven zeggen , dat uit de weigering van het Franfche Hof om een antwoord aan te neemen . dat niets bepaaldè , dat geheel onvoldoenend was , en hec welk allerminst beantwoordde aan de infehiklykheid y die hec zelve ten onzen opzigte gebruikte, genoegzaam bltek, welke behandeling wy te wagten hadden, van eene Kroon, wiens vriendfchap wy langs dien weg toonden, op eenen zeer laagen prys te ftellen, en welker belangen wy weigerden te befchermen, door het fubfkteerend regt der Tractaaten van de Republiek met Groot Brittannien daadlyk te doen geldrn, Dan , indien de Regent Schryver ter goeder trouw hier ter p'aatze had willen redeneren, zo had hy behooren te zeggen: „ uit eze van de handwyzing des antwoords van H H. M. M. bleek het, dat Zyne Majefteit van Vrankryk, en desze-ifs verlichte Staats Raad, geenzins gefchikt waren om zig door niets beduidende uicdrukkinge V 4 «1  512 ZEVENDE MISSIVE TEGEN en antwoorden, welke geheel niets ter zaake deeden te laaten ophouden en re vreede ftellen ; maar dat'het Cabi.net van Lodewyk den XVI. verlicht genoeg was om dit antwoord van H. H. M..M. uit het rechte oogpunt tebefchouwen, en het zelve aan te merken als bloote pligtsbetuigingen , dewelke meer gefchikt waaren om de genegenheid van H. H. M. M. om de Brkfche Kroon geen ongenoegen te willen geeven te ontdekken , dan om eenigzins aan de verlangens en billyke begeerten van het Frsttfche iiof te voldoen!'' % % ^. Nafchrift aan den Lezer. De beide borenftaande brieven , uitmsakeniJe het derde Deel myner wederlegging vso het Politie1- Vertoog, waaren reeds in den beginne van, dit afgeloopen jaar te boek gefteld. - Ik kon geenzins tot het befluit koomen om dezelve aan het publiek mede te deeleri, uit hoofde van twee, in myn oog, zeer gewigtige redenen, van wel ke de eerfte was, dat de tyd zelve de Stad van amsterdam, en haarebefcbuldigdeKe6entenvandien. ad.  EET POLITIEK VERTOOG. 313 tyd, reeds 01 eene by ver vollediger wyze had Derdeedigd en geregtvaardgd, dan myn eenvoitwig gefchrvf, immeymeer zou hebben konnen do.n. De tweede, dat myne weerlegging, op den voet, waar op ik dezelve begonnen bad, ten minsten tot Zes Deelen, gelyk aan de voorige, zoude hebben Vioetcu uitloopen, alvoorens ik de wederlegging van dit infaam gefchrift met de vereücbte naaukcv.r.gheid, ten einde zoude hebben konnen brengen. — Ik btfloot derhalven dezelve te laaten liggen , ten einde myne landgenooten met geene niets ter zaake doende geichrificn, al meer te overlaaden; en getrooste my, dat myne moeite en arbeid aan weinigen, dien ik myn handfehrift had medegedeeld, had behaagd en welgevallig was g jweest. Dan, het fchynf dat hetzelve aan anderen, buiten myn medeweeten, is ter hand gefteld , en langs dien weg reeds onder dezen en gee- nen verfpreid geworden. Myne byzondere vrienden hebben my daarenboven dikwerf aangezet, om deze blieven uit te geeven en door den druk gemeen te maaken; en deaandiang hier toe, is zo fterk geweest, dat ik , mynsondanks, 'er eindlvk tos heb moeten bcfluiten, om deze beide blieven tot de voorige toe te voegen. — Ik. durf my niet beiooven ,dat hun Vaderlandfche iever langs dezen weg iets meer ter bevordering V 5 van.  314 zevende missive tegen van onze waare belangen zal konnen aanbren, gen, dan ik door de uitgave myner vcoiige misÉven reeds heb tiagten te doen; dog ik heb het oor egter gaarne willen leenen , aan die geenen, die zig verzekerd houden , dat het Frag. ment, het welk ik thands nitgeeve, van eenig nut voor de belangen van het gemeenebest zon konnen zyn. ■ ■-■ Ca n dip ui,  BY LA AGE EXTRACT ««V de Refolutien van H. H. M. M. de Heeren Staaten Generaal der Fereenigde Nederlanden. Lima 21 December 1778. f-Jktitvangen een Misfive van den Heere QraavevanWth ^ deren, haar Hoog Mog. cxtraordinaris Envoyé en 1 Plenipotentiaris aan het Hof van zyne Majefleit, den Koning van Groot-Brittannie, gefchreeven te Londen den 11 deezer loopende maand, geaddresfeert aan den Griffier Fagel, zendende daar neevens een Brief, die hy op het zelve ogenblik van Milord Sufïblk antfangen hadde, zynde een antwoord op zyne Memorie van den 4de daaE te vooren; volgende dezelve Brief hier na geinfcreerc. A St. James ce ai December 1778» MONSIEUR! J'ai mis fous les yeux- du Rei le Memoire que vom yïavés remis le 4 de ce mots. Sa Majefté a été bien aife tPapprendre que leurs Ilautes Puisfauces ont recu avec jenjtbilitê les ajfttrances de fin Amitie, auffi bien que la csmmumcation des ordres qu'elle a donnés pour le relachewent des Navires llollandois, amencs dans fes poris par fes Vaisfeaux 'de Guerre. Je ne doute pas Monfieur , que ycus me rendics jiïfti'ce dans votre Rapport & Leurs ffan- tes  3iö' B Y L A A G E. ies Puisfances, du bon & prompt tffet de ces êrdres pour autant que ceia concertje les Faisfcaux du Hoi, mats pour ce qui rcgarde leur cxtenfion aux Armateurs particulier s, je dois vous en reprcfntcr fitnpofftbilitè, Je Ion les Loix & la eonjlitution de ce Pajs, en même tems que je ne crois pas diff.eilc de dcmontrcr, quil efi vei itablement de Pinterét de toutes les Puiffancn Neuircs, qu"il ne foit pas au pcuvoir même du Gouvernement , de dender fur les prifes des Armateurs, mais qiiil y nit un Tribunal auqucl ils fiyeut obligés de deel ,rcr leurs captures quelconques, fins de'/ai, £? fous des peines rigoureufe<, p,mr entendre la fentence, ar aut aofer toucher aux Cargaifons. Ceft la precijement la Dtfcrip.'ion de notre haute cour d^Amirauté, dans la competence de laqueüe les Puisfances Kent, es unt toujours ac.juiefcé, & ccla même par des flipulations préci/ès de divers Traites. Vutilitè d'un p.t. 'Pi'ibunal dcit paroitre avec éviduence d quiconque reflecUt fur la. nature des Enircprifes des Armateurs particuliers: car f le Gouvernement avoit le pouvoir, de decider arbitrair ment fur la legalijè de leur prifes, fip dé ks faire reldcher a fon gré, fur les reprefentations des Puijfances Ncutres, ils ne trouveroient alors leur intcrêt que dan: le feerct de leurs captures, ce qui ne pouruit mauquer dans fes confequen-es de donner liett aux plus grands defrrdres, & de couvrir la Bier de Piraies. II eft ccpend.mt d'une neceffitè abfolute, quoique facheufe, que les Armateurs jut ent pour «ux-mèmes, cFapres leurs fttftrueifoHS, leur connoipnee des traitls fubfiflans, ou autres enfeigr.e:, comblens ils font fondès a amener un Vai'ffeau Neutre dans les Pbris de leur Nation , èPoü il arrivé fouvent des Delais & Torts au Commerce des "Puijfances Neutres, mttlgri ttute PImpartialité & pront* ti-  B Y L A A G E. 3»- Üfeftfe que le Tribunttl cTAmirauti puip mttirè èt ce'. cltijions. Uattention extréme du Roi aux Merits du Comme-ce des Etats Qenrraux & des futres Puipnees AmïtS & Nentres, lui a fait deftrer de re/lraindre toutc/ Licence dans les procédés des A:mafeurs, & d'sn ehigner, au tant qiCil efi pojftbk, twt ff jet de phinti ü Parfnir , S? ■aam eet te vue il fe prepare a&uellemtnt ies InjlruSionS vlterieures & peremptoire!, qui ftront publiées inceffament. Je me flatte que PEpt reprondra d ce but, qui efi fecondé encore par les fcn/ences de Itt emir d? Antirauti, qui ont été on ne peut pas plus favorab'es aux fujets des Pniffances Neuttet & partieulierement d ceux de Leurs Hautes Puifanees. Je ne puis douter, Morfteur le Comte, ■que Leurs fiautes Pui finces ne reconnoipnt, par ce que je viens de detailler le deffr fincere & uniforme du Roi h lcUr fati faire en tout ce qui efi compatible avec fa propre defenfe & confervation ; points, trop importans pour que fa Majeljé les per de jamais de Vue, & qui dilieront neceffairement une obfervation invariable des principes que feut rhonneur de vous expofer dans ma Lettre du ic> Ötïóbfe. Sa Majefté a donnè des erdres prejfantt au Departement Amerieain Qduquel l'Examen en depend plus partieulierement') pour qiïon prenne, avec autant $'expedition que cela fe peut, les demarches necejfaires pour faire renél'e raifon aux Habiïaiïs des files & Colonies de Leurt ëautes Puifanees, fur les plaintes porties de Dcmeran & Epquebo, contre des Armateurs Anglois, mais je 3e puis pas ttfempicher de remarquer, fur la plainte contre t' Armateur, le Dclight, pour avoir enlevt! quelques provifión's (non fpecifiées) d"un Schoner appartenent a Monf. de Schuylenburg, Commandeur de Demerary, qiiil pa-  3'* B Y L A A G E parot't, par le Rapport même de c$ Commandeur, qiïil s'efl arregé d lui même la punition des coupables, en les faifant mettre a la chaine , d bord