HANDVESTEN, KEUREN, PRIVILEGIEN, OCTROIJEN, REGLEMENTEN, CONTRACTEN EN ANDERE BRIEVEN VAN DEN OVERWAARD, Met een kort uktrekzel der voornaamfte Re"folutiën, by het Collegie van denzelven Waard in der tyd genomen, voor zo verre dezelve niet in originali hierzyn ingelyft, alles tot den Jare 1780. By een verzameld np fpeciale Refolutit der Heer en van het Collegie, djor den MEDE-HEEMRAAD NICOLAAS van SLYPE, Rogiersz. Drosfaard van Languerak, BailHuw van Goudriaan, enz. enz. Gedrukt ie GORINCHEM, By de Erve GOETZEE, Drukkeres, 1782.  koninklijke\ bibliotheek ]  REGISTER DER HANDVESTEN, KEUREN, PRIVILEGIËN, OCTROIJEN, REGLEMENTEN, CONTRACTEN, &c. IN DIT WERK VERVAT. i. Korte befchryving van de Conftitutie, Uitwatering, Molens, Sluizen en Mergentalen van den Overwaard. Pag. i 2. Handvest van Graaf Floris, waar by hy aan die van Languerak vergunt eene Uitwatering door de Giesfen en Giesfendam, in de Merwede. 14 3- Handvest van Hertog Aalbrecht van Beijeren, waar by hy aan den Overwaard vergunt een Waterfchap re leiden naar 'e Elshout, tot in de diepte van de Lecq. 15 4. Nadere Handvest van Hertog Aalbrecht van Beijeren, waar by hy permitteert, om, in plaats van voorfz. Uitwatering, eene andere (des goedvindende) te maken. ai 5.  REGISTER DËfc tlirfpraak hoe de Uitwatering door de Landen van Liesveld zal worden gegraven. 23 6. Handvest van Herbaren van Liesveld, waar by hv aan den Oerwaard vergunt den vryen Watergang door zyn Land. s8 7- Handvest van Didenk, Heer van Bre« derode, waar by dezelve aan den Overwaard mede vergunt eenen vryen Watergang van de Giesfen af, tot in den Lande van Liesveld. w 8. ™ Overdragt en Ordonnantie, aangaande het Schouwen en Keuren van her. Warerfchap en Kadens van den Overwaard, en waar hy her Collegie is opgerigt, gemaakt by de Heeren van denzelven Waard, op Vrouwendag asfumpdo in het Jaar 13 66. 40 9- Uitfpraak over eenige queftiên en geschillen, tusfchen de Heeren van den Overwaard en den Heer van der Lekke en Breda. gQ 10. Afte van Submisse ea Uitfpraak, over ze-  HANDVESTEN &c. zekere queftiën rusfchen den Watergraaf en Waterheemtaden van den Overwaard. 66 ll. Compromis en daar op gevolgde Uitfpraak, tusfchen die van Streefkerk, Nieuwlekkerland en Alblasftrdam ter eenre, en hec Collegie van den Overwaard ter andere zyde, omtrend bet halen van aarde en overleveren der Keur* cedulle van Bruggen , Kadcns, &c 73 12. Reglement van den Overwaard dato 19de en zjRq Maart, 4de en 2yfte April 1653. 8£ 13' Ampliatie Reglement van den Overwaard , dato 22fle May 1671. 96 14- Formulier van Eed voor den Watergraaf. 112 Dito voor den Waterheemraad. 113 16. Dito voor den Penningmeefter en Secretaris. 115 17. Dito voor den Sluismeelter te Har4inxveld, met inftruftie. H6" * 3 »*•  REGISTER DER t& Dito voor den Sluismeefter in 't Elshour. 119 19. Dito voor den Bode. 121 20. Form om de Schouw te heffen. 122 at. Schouwbrief op ieder Waterfchouw. 124 22. Dito op de Kadefchouw. 128 23. Lyfte van de Hoefflagen in hetWaterfchap van den Overwaard. 130 24. Copie beëedigde verklaring wegens het zetten en amoveeren der Buitemolens, en aanleggen van Griendingen te Giesfendam. ió$ ft5» Transport van het Uemeenelands Huis te Hardinxveld aan den Heer Leendert van Tetterode, egter onder fpeciaale conditiën. 17» 26. Request van eenige Dorpen van den Overwaard, tegen de Wagtheul te Schotdeuren, met de Notulen en htd Re*  HANDVESTEN &c. Kefolutie daar op genomen 176* Rcfolutie genomen op het verzoek van Dykgraaf en Heemraden van Arkel boven den Zouwen, aangaanue de .Schotdeuren. 183 28. " Refolutle en Con -enne met Dykgraaf en Heemraden van Arkel boven den Zouwen, over den Duiker of Wa^thtul te Schotdeuren. IÖ7 29, Nadere Refolutie, tegen het onbehoorlyk inlaten van .water, door den Duiker te Schotdeuren. i$6 30. Compromis en daar op gevolgde Uitfpraak over het Bruggetje by den liiockjnolen van Streel kerk, dato den aoite Auguftus 1614. aol 31- Accord met die van Streefkerk, over het malen van den Broekmoien. 206 32. ' Contraft met die van Otroland, tot afkoop en overneming van eenige Hagen Hogendyk onder Papendrecnt. 213 33-  REGISTER DER 33- ContracT met die van den Nederwaard, over hunne Hoge Boezem Kade, tegen de Middelkade leggende, si8 34- Refolutie genomen by den AlbiasferOver-en Nederwaard, ove*r het rieken van Hulpgaren, en het al of niet toetempelen der Sluizen in cas van Inundatie 222 35- Refolutie by de twee Collegien van den Over - en Nederwaard genomen, omtrend de exoneraiie van hec water der Inundatie 1744. 229 36. Refolutie over hec zetten van Voormolens. 234. 37- Nadere Refolutie, genomen by het Collegie, en Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, over het zerten van Voormolens, en verdere ordre daar ooi* trend gemaakt, dato aoftejuny 1739. 236 38. ContracT: met die van Lekkerland, over het maken van den Hogen Boezem voor de Voormolens, het overnemen van  HANDVESTEN &C. van eene Sluis, en het niet mogen teelen by de Molens, dato 20 Juny I739, en daar op gevolgde approbatien van 2oiïe en 2711e derzei ver maand. 255 39- Nader accord met die van LekkerJand, ' over den Hogen Boezem. 274 40. Contract tusfcber, den Overwaard en die van Lekkerland, over de 39 Mergen Nieuwen Hogen Boezem, dato 18de JuJy i?67- 280 41. Oftroi van de Heeren Staten van Holland en Wesrvriesland, aangaande het halen van Bagger en Aarde in den Overwaard. 28 42. Octroi van de Heeren Staten van Holland en Westvriesland, over het verhogen van het Pyl, en Pylmalen van den Boezem, en verhogen der Kadens van den Overwaard, dato 3de May 1624. 295 43- Ordre en Refolutie op het Pylmalen en boete tegen de Contraventeurs, dato 2Sfte April 1625. 2p9 •44.  REGISTER DER HANDVESTEN &c. 44. Verhaal over het Pylmalen, en uitnemen der Rihhen in hec Wacerfchap, dato 16de July 1(130. 302 45- OcTroi der Heeren Staten van Holland en Westvriexland, aangaande den Pybagel, en hec malen by nagt in den Overwaard, dato 14deSeptember 1663- 305 46. RefoloMe op't Request van eenige Dorpen, met het appoinétement over het malen by Nagt, dato 2511e Auguftusijoi 319 47- Refolu'ie omtrend de bekeuring over het boven Pyl malen, en het affnyden der Liezen, Biezen, &c , van de Ribben ., onder warT leggende, dato 3ofte September 1702. 325 48. Formulier van Eed voor den Pylmolenaar van Ammers. 330 49- Dito voor denPylmolenaar teHardinxveId.332 50. Dito voor de Baakmolenaars. 335 5'« Kort uittrekzel der RHoloriën. 337 EINDE  Pag. i KORTE BESCHRYVING VAN DE CONSTITUTIE, UITWATERING , MOLENS, SLUIZEN en MERGENTALEN VAN DEN OVERWAARD. V OOR den jare ? 365 hebben de landen van den Overwaard ( behalven die van Liesveld, dewelke toen te Groot Ammers noch uitwaterden) hunne uitwatering door Giesfendam gehadt, gelyk ook door Graaf Floris by Handveste, in den jare 1281, aan die van Languerak hunne uitwatering is vergunt door de Giesfen, en door Giesfendam in de Mierwede. A Maar  3 KORTE BESCHRYVTNG Maar in den jare 1365 beeft Hertog Aalbrecht van Beijeren, by zyne Handvest, aan alle die eeene, dewelke mer hunne landen liggentvjsfchende Lekkeen Merwede,Meerkerker Zydwinde en Giesfendam,&a alle, die toen ter tyd te Giesfendam uitwaterden, als mede aan die van Liesveld, vergunt en gegeven een nieuw Waterichap, om het zelve ten eeuwigen dage te leiden door zyn Graaffchap . gaande van de landen van Liesveld, door Streeflander- Brouck, door Streefland, en door Nieuw - Lekkerland', naar het Elsbout , tot in de diepte van de Lecq. En is vervolgens in het zelve jaar 1365, by uitfpraak van Jan van Leijenborgh, Bailliuw van Zuid-Holland, als eenen Overman, Goirt van Brandwyk. Gillis Coftewyns, Klaas van Slingeland, en Tbenis Sloetmans , als Zeasniannen, verftaan, hoe de uitwatering door de landen van Liesveld zoude werden gegraven ; gelyk ook, in den jare 1366, Heer Herbaren van Liesveld zelfs, by zyne Handvest, den vryen watergang door zyn land heefc verpnm en geneven. Zo als ook Diderik, Heer van Brederode* by zyne Handveste, in hetzelve jaar 1366, eenen vryen watergang heeft vergunt van de G'mfen  van den OVERWAARD. 3 Giesfen af, tot in den lande van Liesveld. Door alle welke Handvesten, Overdrag. ten, en andere Brieven, hier na geïnfereerd, de watergangen van den Overwaard, zo als die tegenwoordig in het Elshout uitwateren, zyn gereguleerr, en waar by het Collegie van den Overwaard is opgeregt, beftaande uit eenen gewaarden Regter en zeven gezworen Heemraden. die de Schouwen voeren van de Giesfen af tot in het Elshout. In het begin der Ned . rlondfche beroerten hebben de Heeren Erf-lVatergraaf en Prater Heemraden van den Overwaard van den Heer van Hardinxveld gekogt eenen Boe* zem, liggende buitendyks, op de fcheiding en de limieten van Hardinxveld en Giesfendam ; waar op dezelve Heeren wel hebben doen ftellen vyf Watermolens, en naast dien Boezem noch doen maken eene Vliet, om het water daar door uit de Giesfen te malen in de Merwede: doch alzo naderhand, zo wegens opgevolgde oorlogen, als anderzins, dezelve Molens niet meer van dienst wierden geoordeelt, zyn die, door voorn. Heeren van den Overwaard ,vetkogt, en de Boezem en Buiten vliecgeamoveert, en zyn daar van gemaakt Griendingen, dewelke als noch ten profyte A s van  4 KORTE BESCHRYVING van den Overwaard worden verpagt, btykens zeekere beëedigde Atteftatie, hierna, Copie No. i, geïnfereerd. Het water van den Overwaard vervolgens geene andere ontlafting hebbende, dan door de ordinaire Sluizen in het Elshout, is door het verhogen van het Bed der Rivieren van tyd tot tyd ondervonden, dat de landen van den Overwaard, zonder behulp van Voormolens, niet meer ter bekwamer tyd droog konden komen, gelyk in den jare 1739 de Binnenlanden door het reegenwater geheel onder zyn bly ven ftaan; het geene het Collegie van den Overwaard eindelyk heeft doen refolveeren, om ten fpoediglte Voormolens in het Elshout te doen Hellen, gelyk dan ook, den i7Ju!y 1739, agt. Voormolens publicq zyn aanbefteedt, ieder voor eene fomme van ƒ 1050a: o: o bedragende over de voorfz. agt Voormolens / 84000: o: o welke Molens het water uit den lagen, in eenen daar toe gemaakcen hogen Boezem in hei Elshout, opmalen, het geene dan door de hoge Sluizen in de Rivier de Lecq exonereert, zynde dezelve, of thans genaamden ouden HogenBoesem, groot 95 Mergen 170 Roeden,, en is, in den jare 1767, tot vergroting van den-  van den OVERWAARD. 5 denzelven Boezem, van Lekkerland noch aangekogt 39 Mergen, verongeldende voor 40 Mergen 348 Roeden: dus de geheele hoge Boezem, met deszelfs Kadens, thans groot is 135 Mergen 518 Roeden. Wyders hebben de Heeren van het Collegie, in den jare 1766, tot meerder fcheuten afloop van bet water in den lagen Boezem naar het Elsbout , de daarin liggende Rihben doen uitnemen, en denzelven Boezem op veele plaatzen doen verdiepen. De uitwaterende Sluizen van den Overwaard in het Elshout zyn zes in getal, namentlyk,vier in den lagen én twee in den hogen Boezem: te Giesfendam ligt ook wel eene uitwaterende Sluis, maar die gaat thans niet meer open, dienende dezelve meest, om water in den Boezem intelaten, wanneer hec zelve in den zomer al te laag mogt lopen. Te Groot Ammers ligt ook noch eene Sluis: doch alzo dezelve,door de verhoging der Rivier, van geenen dienst meer is geoordeelc, is dezelve, tot voorkoming van anders noodwendige reparatiën, in den jare -757 toegedamt. De Dorpen en Diflxiéten, in dezen Overwaard geleegen, die met derzelver AgterA 3 of  6 KORTE BESCHRYVING of Binnen Molens op dit Waterfchap uitmalen , zyn de navolgende: Den Banne van Gorinchem . a Molens Schelluynen. » Lage Giesfen. I -tL , , Hoornaar en f * ' 5 Hoog Blokland. ■» Den Beempt. . . ..'Va ■ Hardinxveld 2 Peurfum. ..... 1 -—— Giesfen Bovenkerk. . 1 Neder - Slingeland en 1 Over - Slingeland. j 2 " Noordzyde Noordeloos en 1 3 Oud-Goudriaan. ƒ Doch met het regt, om altoos ' noch eenen vierden Molen te mogen zetren, gelyk 'er voor dezen geftaan heeft, volgens appoin&emenc, in dato den ai May »73's,op de reques- te van Schout en Geregten van dezelve Polders verleend. Memorie. Boterfloot. . . ■ 1 " -9 ~ Gro-  van den OVERWAARD. ? Transp. 19 Molens. Gmtewaard. . . . . 2 —— Ameyden, « Thienhoven en \ . . .5 Meerkerksbroek. J Blommendaal i —~ Giesfen - Nieuwkerk. . . 3 - ■ Nieuw Goudriaan. ... 2 —— Ottoland. ..... 2 ———*- Larguerak 3 . »■ Gelkenes . 1 ———— Echter mede met het regt.om eenen tweeden, in de plaats van den afgebroken Molen , te mogen ftigten, volgens appoinétement, in daro den 27 Juny 1761, op derequefte van Schout en Geregte van denzelven Polder verleend. Memorie. Graveland 2 —- Agterland 1 . . Kortenbrouk onder Streefkerk 1 ï Te zamen 42 Molens. De Molen van Gelkenes is een Pyl-Molen by alle winden , uitgezonderd Noord en Noord ; Oost, als wanneer de Molen van A 4 Ne>  8 KORTE BESCHRYVING Neder-Hardinxveld hec pyl heeft: en wordt geobferveert, dac, als de ééne hec pyl heeft, de andere dan tot eenen Baak Molen dienr. De verdere Baak Molens zyn deze; naraentlyk, de voorfte Molen van Oud ■ Goudriaan; de Kade-Molen van Slingeland; en de Molen van Giesfen - Bovenkerk. De Mergentalen van ieder Dorp, zo als dezelve in den Ordinairen en Excraordinairen Omflag van den Overwaard concribueeren, zyn als volgc: Mergen. Roeden. Hec Land van Arkel mee 2872 200 Ameyden . . . 459 200 Thienhoven . . 347 100 Meerkerksbroek en Blommendaal , . 1208 300 Noordeloos . 642 o Grotewaard . . 480 o Overflingeland . . 250 500 Bocerflooc . . . 240 o Languerak ... 1024 o Hardinxveld . . 723 50 Gelkenes . . 400 o Ammers Graveland . 944 o 959- -5° Occo-  van den OVERWAARD. p Mergen. Roeden. Transp. p59i -so Ottoland ... 546 o Peurfurn ... 384 o Nederflingeland . . 250 150 Giesfen Nieuwkerk . 756 400 Oud Goudriaan . . 304 q Nieuw Goudriaan . 480 o Giesfen Bovekerk . 416 o Dus de geheele Over- *~ ,—. waard, in deszelfs contribueerende Mergencalen, groot is . . 12728 100 Hec Colle gie van den Overwaard beftaat, zo als hier voren reeds is gezegc, en uit de rëfpedtive Handveften breederblykt,uic eenen gewaarden Rechter, of Watergraaf, en zeven Water • Heemraden, waar van thans in a&ueele bediening zyn de navolgende Heeren: ERF-WATERGRJAF. Wegens Giessenburg en Giessen Nieuwkerk. De Hoog Eedele Wel Geboren Heer, Jonkheer JOHAN CORNELIS D'ABLAING, Vryheer van Giesfenburg en Giesfen-NieuwA 5 kerk,  to KORTE BESCHRYVING keik; Vryheer van Hagen, Myderik, Drakenfelr, Veurden, Scokkum, Ca'tenbroek e*ï door den linde var: Lies. veld ce graven.  VAN PEN OVERWAARD. 25 Graef landt, afloo verre als die Heeren te doen hebben, ende wemmen van den Heer Herbarenslandr afkort ende graeft, dat fal men hem gel'en tot haer vier feggen, die de Heeren ende Heer Herbaren daer toe ftellen fullen, den derden penninck beter dan fy 'c fcharren fullen, ende hier af fal Thonis Willemsz. eenen Overman af wefen, ende hier af fullen Heer Herbaren fulcke brieven ende fekerheyt dooe hT af geven, den Heeren die door dén ba'en v*™ fynen wateren fullen, als de Heere ^ van Brederoede den Heeren die daer te seven; door den fynen wateren fullen, ende daer af fal men Heer Herbaren Brieven geven, ende bidden Herroghe Aelbrecht, ende den Heere van Arckel, dat fy 't met hem befegelen ende over hem; Ende voort foo fullen de ne Kade Heeren voorfz. Heer Herbaren fulc- te b°a^ ke fekerheyt doen fyne kaeden ende wateringen alfoo te houden, als de Heer ?n van Brederoede hebben fal in den fy- "° " nen, ende foo lal Heer Herbaren met hem ingaen met wachtdeuren, alfoo wel als hem met fyn. Voort foo fal men koopen landt Heer Herbaren tot B 5 veertig  i6 HANDVESTEN, KEUREN,&e» Vliet ti graven. veenig gaerden eenen vliet in te graven anderhalf gaerden wy t, ende dien vliet fal Heer Herbaren felfs doen graven ; Ende voort dat Heer Herbaren water in laten raag gelyk den anderen Heeren, als hy fe te doen heeft, ende den Heemraed goeddunct; ende voorts van Heer Herbarens landt nederwaerts, foo fal men hem alle nieuwe werck te vooren maecken buyten fynen kost, ende als 't gemaeckt is, foo fal Heer Herbaren fyneu Hoefflag daer in houden Mergen Mergens gelyck, ende voortaen alle kost ende ongeldt mede te gelden als den anderen Heeren. Voorts is 't voorwaerde, is 't fake dat defe Heeren eenen uytganck gekrygen konden die hen beter genoegt, dan door Heer Herbarens Heerlykheyt van Liesvelt tegaen ,tusfchen dit ende Pirxteren naestkoomende, foo en fullen fy Heer Herbaren geen geit geven, maer is dat fake dat fy haren waterganck graven tot Strevelander-brouck toe, ende in Strevelandts-brouck begonnen te graven, foo fullen fyHeer Herbaren half Hoefïlag mergen, mergens gelyk.  van den OVERWAARD. 27 ha^ fyn pek geven, binnen een half Jaer daer nae; Voort waert fake dae dek Heeren voorfz. in Strevelanderbrouck niet en deden graven tusfchen dit ende Pinxteren eerstkomende, ende fy haren nieuwen watergarck met allen lieten varen, foo foude Heer Herbaren voorfz. van de Heeren geen geit hebben; Maer waer 't fake dat defe Heeren voorfz. eenen anderen waterganck beifinghden nae Pitixreren naestkomende, foo fouden fv Heer Herbaren fyn gek geven, nochtans binnen een half Jaer naestkomende, d' een helft, ende d' ander helft binnen een half Jaer daer nae, of defe Heeren met allen haren nieuwen waterganck lieten varen, foo en fouden Heer Herbaren geen geit hebben uyr fyne Heerlyckheyt, maer is 'c fake dat defe Heeren, Heer Herbaren fyn gek geven fullen voor fyne Heerlyckheyt als voorfz. is, foo is ons feggen, dat fy Heer Herbaren geven fullen achrien hondert Mottoenen, ofte Paijement dat alfoo goet is in der betalinge, ende of in defe fake ofte feggen ee- nigen  a8 HANDVESTEN, KEUREN.&c eigen ftoot of gefchüle geviel, houden wy Seggers tot orfen verklaren. Ende want dit onfe feggen is, tusfchen den Heeren, ende Heer Herbaren voorf?. foo hebben wy onfe fegelen op deze cedulle gedrukt. Dit feggen was gefchiedt in die Nieuwpoon op St. Baven avond, in 't Jaer ons Hteren duyfend drie hondert vyf ende tfestigh. HANDVEST van HERBAREN van LiES VELD. ALLEN den geenen die defen Brief fullen fien of horen lefen , doe ic verfben, Hartbaren Heer van Lies velt Ridder, dar ic ghegheven hebben ende gheven minen lieven Heer, HeerenOtten Heer van Arckel, Dirck Heer vanBrederoede, Heeren Janne van Haerlaer Heer van Ameyden. Heeren Arende van Arckel, Heeren Janne van Langeraeck Ridders, Daniël Heeren Da-  van den OVERWAARD, ao Danielszoon van Toloyfen, ende Willem van Slingelant, Knapen, horen luden ende landen, dat nu in der tyc wtwaterende is rot Ghiefendamme, ende's Heeren Polre van Brederoede, eene vrien waterganc, durende tot ewi- Watergen dage, door minen lande ende f^^ï Heerücheyt, re gaen ende te houden, van ues. alfe van Ammers Gravelant, endeVïl' At'terlant aen 't west, ende doorgaendetorStrevelander - Brouck toe,fonder iemands wederfeggen, ende dien waterganc voornoemt mogen fi graven doer minen lande voorfz., alfoo als 't hen nut ende oirbaeriic denckeu fal, tot elf Roeden toe breet, Ende foo Rreer» wes Lams daer buten blieft leggen ™ntrtrezen tot Brandwyck waert, dat fal bliven tot gang." des waterfchaps oirbaer voorfz., ende waert dat hen Lants gebrake huerwa- Regtvan ] ter door te leyden, ende hoere kaen toc ] mede te houden, dat lant fouden fi J.1^: hebben daer fys' behoufden, tot defer fehierin- Heemraders fcierinne die den geme-gen* i nen waterganc fcouwen feilen, en ie i dit voorfz. lant, dat fi tot defen. ; voorfz. waterganc hebben, ofnamaels daer  3o HANDVESTEN, KEUREN^&c, daer toe te doen mogen hebben, dat ongéiden" feilen fi vry hebben van Dijcke ende van allen Ongelden, dat daer op gevallen mach ; Voerr feilen defe voorgenoemde Heeren, hoer kaen houden in den waterfchap voorfz., doer minen Hoogte landen ende Heerlickheyt voornoemt, enbreette doorgaende een Roede breet beneden, Kade?6 ende boven acht voet breet. ende anderhal ven voet hoog,ende defen voorfz. Water- waterganc ende kaen feilen fcouwen Kad! të die gewaerde Rechter met feven gefworchouwen ren Hkmraders, die den gemeenen waWgter'S terfcap fcouwen feilen; Ende waert zeven fjat defe Heeren voorgen. eenich gebrec dene.mr*" hadden in den warerganc voorfz., dat fouden fi laten weten den gewaerden Zoo de Rechter voorfchreve. Ende waert dat rdetedeet ni dac £ebrec ir>den waterganc nieten fchou dedemaecken, of die fcouwen daer op &nd?° er ly de binnen tween dagen na dat hem Ueemra een weete gedaen ware, foo mochte de?oe"eenaeaD te Heren voorgenoemt den waterganc Rigter fjoen maecken ende fcouwen met horen mten Rechter erde Hiemraet die fy daer toe fetter, onverfeyt van iemant; Voert foo gheve ic defe Heeren voorfchreven ende  van den OVERWAARD. 3r ende horen luden, dat fi eghenen fcade liden en feilen van eenighen banwarke, van mi of van minen Nacomelingen, ic of myn Rechter en had hem een weet d0|j£eett' gedaen twee dagen te voren, ende waert dat fi hem niet verwaren en wouden, nog en verwaerden binnen defen tween dagen, noch aen en vingen, foofoude icdat berichten als ic van recht foude, of myn Rechter van mynre wegen; Ende in defen voorfz. waterganc, en k0™eennof fal niemant leggen Corven, noch hor* «orden in den fetten, noch niet dat hoer water^ïeggên! beletten mach, Ende wie men vonde datVisfchede met eenighen gerouwe, of hinder dede in defen waterfcap voorfz., alfoodicke alshy't dede, ende men 't betugen mocht met tween witachtigen luden of met meer, foo verboorden hi tien pond hollandts, die op^°fen een helft foude ic of myn Nacomelin- visfcnen. gen hebben, ende d' ander foude gaen in des gemeenslants oirbaer dat in defen waterfcepe wtwatert, ende dat fal ic ofte myn Rechter wt doen panden, ende vonden fi dat daer in, dat mogen fi 'er wtwerpen ende on- twee  32 HANDVESTEN, KEUREN,&C, tuig uit1*' tWee ^mc^en ' en(*e wilde nem ^at 3e" werpen mant keeren met gewelt, foo dat 11 JlV?"- 'er om vochten, daer aen en feilen fi Huk iny- . . * den. jegnensminochjeghens mine Nacomelingen niet verboren, het en waer dat 'er jemand doot bleve, of oghe wtgefteken, of verleemt worde, dat foude ic of minen Nacomelingen berichten , als wy van recht fouden; voert vryge- ^Vn 'c voorwaerden wanneer defer leidein Heeren luden voorn, hoer waterfcap van""en ende kaen maecken, dat menfe niet bewaerd fette, noch becalengeren en mach in zynde. roinen Lande,het en waerejeniant die ballinc van finen live waer; Ende om dat ick Hertbaren Heer van Liesvelt Ridder voorn., wille dat defe voorwaerden voorfz. vast ende geftade bliven ende wel gehouden worden, defen Heeren horen luden ende Landen voorn., ende horen Nacomelingen, tot ewigen dagen, van mi ende van minenNacomelingen, foo heb ick defen Brief open befegelt met minen feghel. Ende om die meere fekerheyt wille, foo heb ick gebeden ende bidden minen liven geduchte Heeren, alfe Her- toge  van den OVERWAARD. 33 toge Aelbrecht Ruaert van Henegou, vanHolIant, van Zeelant ende van Vrieslant, ende Heren Otten Heer van Arckel, dat 11 defen Brief mede over my bezegelen willen; Ende wi Aelbrecht bi Godts genadenPalensgrave op den Rhyn, Hartogen in Beijeren, Ruwaert van Henegou, van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant, van ons liefs Heren wegen ons broeders,Hertoge Willerns ende Otte Heer van Arckel, om dat wy willen dat dit vast ende geftade blive, foo hebben wi om bide wil Heren Hartbarens voorfz., voer ons ende voer onfe Nacornelinghen, defen Brief over hem mede bezegeld open met onfen Seghele. Ghegheven in den Jare ons Heren Dufent drie hondert fes ende tfestich, op onfen Vrouwendach Asfumtio. Ende was vuythangende bezegelt met drie zegelen van groenen was aen dubbelen ftaerte, daer van 't voorfte meest, en de ander twee aen de fyden wat gebroken waren. C HAND-  34 HANDVESTEN, KEUREN,&c. HANDVEST van DlDERTK,Heer vanBREDERODE, N. B. Vide Oudenhovens hefchryving van Zuid- Holland, Pag. 347- ALLEN den genen die defen Brief fullen fien ofte horen lefen, faluyc,hoe wy verftaenDiderick,Heer van Brederoede dac wy gegheven hebben, ende gheven Heer Otto Heer van Arckel, onfen lieve neve, Heer Jan van Harlaer, Heer van Ameyde, ende Willem van Slingelandt, haren luy den ende Landen dat nu ter tyt uytwarert tor Giesfendam, eenen vryen warerganck met ons gemene, gaende door onfen Lande ende vryer Heerlyckhede van Brederoede, durende tot eeuwigen dage, tot den Lande van Lies» Watergang van de Heer lykheid Bredero de, tor in den Lande van Liesveld.  van den OVERWAARD. 35 Liesvelt toe, fonder yemants wederfeggen, Ende dien waterganck mogen fy graven met onfen luyden, door onfen lande met twaelf Roeden breet, tot nreeMe den lande van Liesvelt toe, ende waert van de" dat haer lande ontbrake boven haer luyden gecochte landen haer water door teleyden, ofte haer Kade mede te ma- Regtvan ken, dat lant fouden fy hebben ten'ngw Heemraders Chieringen, die den ge H"m' meenen waterfchap fullen fchouwen, rcwerinende defe Heeren, ende Willem, ende eehaer luyden voorfeyt met onfe luyden, fullen te famen houden haer Kade een H ■. roede breet beneden, ende boven acht en brem* voeten breet, en anderhalve voet hoog; de Voorts fullen fy houden met onfen luy- " e' den gemeen bruggen, ende die wegen Bruggen aen de G hiesfen ende in Ottelant, alfoo °££T' dat mer overryden magh met Wagen mergen ende met Paerden, ende die te gelden ^fns mergen mergens gelyck, ende waert dat fy daer toe eenige aerde behoefden, Aarde die fouden wy hem bewyfen binnen p0^gtoe twintigh roeden na de brugge, tot allen waar te tyden als fy s' begeerden, ende waerthaIen' dat wy hem die aerde niet en bewyfeC a den,  3Ö HANDVESTEN, KEUREN,&e. den, ofte deden bewyfen, foo mochten fy aerde nemen ter naeller aerde ende ter minfter fchade, ende geldenfe ter Heemraets Chieringe ende bedeenno^ wv^nSe fonder enigh verbeuren. Voort nagen tè alle kaden, ende opflagen fal men niet of wegte helleken noch wechgraven, maer men graven, falfe laten leggen , ten oorbaer der Heeren Willems luyden ende Landen Kade, voorfz., ende der onfer; Ende defe vvatcr* gang en voorn. Kade ende Waterganck, ende «r fchou bruggen fullen fchouwen de gewaerwen, de Rechter met feven gefworen Heemwgte/en ra<^ers » die fchouwen fullen den gezeven menen Waterganck , ende waer dat £e'.mra" fake dat defe Heeren Willems luyden ende Landen, ende onfe luyden enigh gebreck hadden in den Waterganck voorfz., dat fouden fy laten weten dien zoo de gewaerden Rechter voornoemt, ende iugter waert dathy hen den Waterganck niet fchÓu^eet en dede maken, ofte die fchouweniec wen,mo- in en leyde binnen twee dagen, na dat Heemra *iem die weet gedaen waer, foo mochdeh daar te enigh van defe Heeren ofte Willem Rigter" voorfz. eenen Rechter fetten, die deieuen. fen Waterganck fullen fchouwen ende maken „  van den OVERWAARD. 37 maken, ter tydt toe dat de Heer van Brederoede fynen Rechter fchouwen dede. Voorts foo gheven wy defen Heeren Willems luyden ende Landen, onfen luyden ende Landen voorfz., dat fy geene fchade Jyden en fullen van eenigh Banwerck , van ons ofte onfe Nacomelingen, wy of onfen Rechter en Weet te hadden hem de weet eerst gedaen twee «oendagen te voren, ende waert dat hy hem niet verweren en woude, of en verweerden, ofte aen en vinge binnen twee dagen hem te verweren , dan fouden wy dat berechten als wy van Recht fouden onfen Rechter van onfent wegen; Ende in defen Waterganck Geen en fal niemant leggen korven noch hor- korven of den, noch iet daer in doen dat haer ^ water beletten magh, ende wie eenige "«water bevonden die visfchede met eenige ceieg8en* touwe, of hinder dede in defen Wa- Boeten terganck alfoo dicke als men 't betuy- op het gen mocht met twee witachtige getuy- visfc!len' gen, ofte met meer, alfoo dicke als fy 't dede, foo verbeurden fy thien pond Hollandts, die eene helft die Heer, ende d' ander helft in des gemeeneC 3 landts  38 HANDVESTEN, KEUREN^&c. Het geen men in liet warer vinclt, uit werpen oi aan twee fnyden. Vrygeleidt- in dienst van den Waard »ynde. De Wa- tergang doorGiesfendamblyft als voorheen landts oorbaer dac daer uytwatert, Ende die fullen wy ofte onfen Bode uytpanden, ende vonden fy daer iet in dat haer water letten magh, foo mogen fy dat daer uytwerpen ofte on twee fnyden, ende wilde hem dat yemant keren met gewelt, ende fy daerom vochten, daeromme fullen fy tegens ons, ofte aen onfe Nacomelingen niet verbeuren, het en ware dat daer yemant doot bleef, ofte oogen uytgeftoten werde, ofte verleemt, dat fouden wy ofte onfe Nacomelingen berechten , als wy voor Recht fouden; Voort fynt voorwaerden wanneer den Heer Willems luyden , ende onfe luyden voornoemt, den Waterganck ofte kaden maken ofte fchouwen, dat menfe niet befetten noch calangieren en magh in onfen lande, het en waer yemant die ballinck van fynen lyve waer; Ende voorts fyn 't voorwaerden, dat defe Heeren Willems luyden ende landen, onfer luyden ende landen, behouden fullen haren Waterganck deur den Giesfendam, onverfeyt van ons ende van onfe Nacomelingen. Ende wy Dirck  van den OVERWAARD* 30 Dirck van Brederoede Heere, ende Reynout van Brederoede, willen darde voorfz. voorwaerden van ons ende onfe Nacomelingen vast gehouden werden, Heer Otto van Arckel, Jan van Harlaer, Heere van Ameyde, ende Willem van Slingelandt, heuren luyden ende Landen voorfz., ende haren Nacomelingen , foo hebben wy defen Brief open bezegelt met onfen Zegel, ende om meerder fekerheyd, foo hebben wy gebeden ende bidden onfen lieven geduchten Heere Hertoge Aelbrecht, Ruwaert van Henegouwen, van Hollandt, van Zelandt ende van Vrieslandt, defen Brief over ons te bezegelen; Ende wy Aelbrecht byGodtsgena» den &c. Want wy willen dat dit vast ende geftade gehouden werden, voor ons ende onfe nacomelingen, foo hebben wy om bede wil s' Heeren van Brederoede ende Reynout fynen oudften Soon, van ons liefs Heeren Broeders wegen Hertoge Willem voor ons ende onfe nacomelingen, defen Brief bezegeld met onfen Zegel. Gegeven in 't Jaer ons Heeren Duyfent drie hondert fes C 4 en  40 HANDVESTEN, KEUREN, &c. ende tfestigh, op onfer liever Vrouwendag Asfuraptio. OVERDRAGT en ordonnantie, aangaande het schouwen en keuken van het waterschap en kadens van dien, en waar by het collegie van den overwaard is opgerigt. ALLEN den geenen die defen Brief fien of horen lefen, doen wy te verftaen ende te kennen, Otte Heere van Arckel, Diderick Heer van Brederoede, Jan van Harlaer, Heer van der Ameyde, Arent van Arckel, Jan van Langerake, Hertbaren Heer van Liesvelt, Ridders, Daniël Heren Daniels Zoen van Toloyfen, ende Willem van  aan den OVERWAARD. 41 van Slingelanc Knapen; Dat wy mie goeden voorfiene ende welberaden, om nutfehap ende orbaer ons lants ende onfer luden voorwaerde ende poinfïen onverdragen fyn, alfe van Weteringen ende Kaen die gefciert fyn in onfen Nieu Waterfcape, in manieren als nabefchrevenftaet; In den eerden, BcRinen foo fal men houden ende fcouwen die g0^'jer Weteringen ende die Kaen die gaen water en fullen alfe van der Ghyfen ,doergaende f^outot Heeren Hertbarens lande van Lies- wen in velt toe, van den oofteneynde vanOt- rag!,80"6' tenlande tot ten westen eynde toe, tot in der Weteringe toe, die in den lande van Liesvelt gaet, ende van den lande van Liesvelt doergaende die kortfiJe van Ottenlande tot Heeren Arents lande van Arckel toe, voert doer Heeren Hertbarens lande voofk. tot Strevelander-Broec toe, voert van Strevelant doer tot Nuleckerlant toe, voert van Nuleckerlant totten Dyck toe, daer die flufen in leggen, daer defe Waterfcape uitgaen fuilen, ende van den flufen voert totten diepen toe van der Lecken, Jerst fal men defe Weteringen C 5 ende  42 HAND VESTEN, KEUREN, &c. Water- ende Kkaen voornoemt hoefflagen mar« Kadlf tl" Sen margens gelyck, van alle den lanhocfliat.e den die hier uy;wateren fullen, ende gen mer- Waterfcape ende Kaen fal men gen mer- r gens ge- fcouwen met eenen gelworen Rich,yk> ter, die gewaert is van den Heer van Te rchou- Brederoede, ende met feven gefwo«nnRichr ^n Heemraden, des fal dien Heer van ter en ze-Arckel fetten eenen, die Heer van Heêmra- Brederoede twee, die Heer van der Ameyden eenen, Heer Aerent van By wieii Arckel eenen , Heer Jan van Landtzeive geraeck eenen, ende Herbaren van worJen Liesvelt eenen, ende defe voorfz. aangeiieit Rjcnter ende Heemraders fullen woonMoeren achtich ende gegoet wefen i,n defer Waar" Heeren Landen voornoemt, dat tot woonag- defen Waterfcape uytgaet, des fal defe goedzyn] R'chrervoorfz.,defeHeemradersvoorfz. Eeden, ende desgelicx fullen die HeemDoor we ragt den ^cazer Éeden voor den Heemeedigen. raet voorfz.; Ende waert dat eenich van defe Heeren waren die finenHeemraet ontfetten woude, die foude eenen anderen goeden Man daer voor fetten, ende dien fouden die Richter voorfz. Eeden; Ende defe voornoemde Kaen fel  van den OVERWAARD. 43 fal men fcouwen tot drien tiden t' fjaers, Wanneer dats te weten op den eerften dach in ^s„fou" Meerten, die ander op finte Odolfs dach, ende die derde fcouwe op finte Bavendach; Voert foo wanneer den Richter voornoemt dunct dat oorbaer Schoef. is, foo fal hy den Heemraet ontbie- fchon. den op flands cost, om te befien, leggen als of 't nut ende orbaer is, dat men j>et^oirdie Waterfcape fcouwen, ende wat a hy daer overdraget metten meren hoep van den Heemraet dat fal voertgaen ; Ende waer dat fake dat ee- Boeten nich van defen Heemraeders voorfz. Ij^jjf" op die dage voornoemt niet en qua-niet in de men, die verbeurden elc tien fcellinghen Hoüants, ende die foude hygel- reen. den van finen eygenen goede; Ende desg;elicx waer 't fake dat eenich van den Heemraders voorfz. niet en quamen op die drie gefette fcoudagen voornoemt, fonder vermanen ter Nieuwerkerck, ter goeder tyt mede te fcouwen , die fouden verbeuren tien fcel- DeRf ^ linghen Hoüants, finseyghenes goets, mag met noetfake uyt^enomen; Ende waert *d"neera' datter vier Heemraders of meer qua-rcu0uwm men,  44 HANDVESTEN, KEUREN, &c. men, daer mochte die Rechter mede fcouwen, gelyck of fy daer allen waren , waert fake dat er maer een, of twee of drie en quamen van den Heemraders, foo mach die Richter metten Heemraders die hi bi hem hadde, teren, op der geenre cost die daer niet en quamen, totter tyt dat hi den meren hoep hadde, daer hy mede koeren ende fcouwen mocht, ende alfoo menighen dagh alfe die Heemraet niet en quamen op defe fcouwen voorfz. foo verbeurden elc elc fdages tien fcelBoetcn linghen Hollants, alfoo langhe als die ftften^n fcouwe duerde; Voert fullen die boede water ten wefen, op elcken Dorp da: ongefchouwf fcheyden is, ende een ghemeen Weteringhe ende Kae heeft, tien fchellinghen Hollants, ende waert dat fi geNiet over fcheyden fyn, ende elck eygendom fyden'nty nen flach weet, daer fal die boeten afbe(te™ean.r wefen drie penningen Hollandts, ende waer eenich flach becoertwert, daer Regtvan en fal die Richter niet over riden, hi vaneïGof i wanneer dat men fcouwen fal, foo fëlooétw." daer  46 HANDVESTEN, KEUREN, &c. daer ut elcx Heeren Landen wefen fyn Richter of een eewaertBode, ende fal bewifen aen elcken aengaen ende Boeten afganck, of daer in gelaeckt wort, voer het ende waert dat die Richter of die ge- Collegie. waer(je B0dg fj^j njet en waer te Cy. de,die verbeurde tien fchellingen Hollants , voert van allen boeten die verfcienen op defen Kaen ende Waterfcape voorfz., daer fal die Richter ende die Hiemraet horen cost mede doen, ende foo wes boven horen kost blivet, dat fal gaen in des gemeenslants orbaer,ende waert faeke dat fi alfoo veeIe niet en wonnen van boeten daer li horen cost medo doen mochten, foo foude dat Gemeenlant voert horen cost lyden margen margens gelic ; ferdnfetg' voerC waen ^ke dat die Heer van Bretieed deroede finen gewaerden Richter, die mogënTnu is, of dien hi namaels fetten fal, Heemra niet fcouwen en dede, foo mocht dien tdoeeneedr,aen Heer van ArckeK of die Heer var der Regter Ameyden, of Heer Arnt van Arckel, letten. ^ ^ Langgraeckg f 0f Heer Hertbaren van Liesvelt. eenen gewaerden Richter fetten, die fcouwen  van den OVERWAARD. 47 wen mach alfe voorfz. is, totter tyt toe, dat die Heer van Brederoede finen Richter fcouwen dede alfe voorfz. " is; Voert van alle quellingen die leg- gfnw*"In" gen in der Heeren Lande voorfz., die keuren, in defen waterganc voornt. wateren fullen, die fullen die Heeren bewaren elc in den finen, waert fake dat fi des niet en deden , ende daer gecroen af quame, foo fouden defe voorfz. Gefworen befien, ende wat coeren dat fi daer op leyden metten meeren hoep, die foude voertgaen; Voert van allen verfcienen Ai'e hoeboeten, die op defe voorfz. Kaen ende Weteringen verfcienen mogen of geia aan fullen, ende alle uytgeleyt geit, dat deernteRee* die Richter die daer op fcouwen fal, zenden «ytleggen fal, geloeven wi Heeren vèe«ieB voornt: elc in den finen, ende voor dagen, den finen, uyttereycken ende te doen panden, ende dat te befeynden den Geen wa! Richter voorfz. binnen veerthien da- \™ I grien, naedien dat die boeten verfcie- ™£f£jjJ men, ende wes loopt boven den cost, meeren- i daer fal die Richter Rekeninghe af (,er _ . it. j Heerara- ;doen voorden Hiemraet, ende moorden. 1 den Hiemraet binnen lants, jaerlicx te Sinte  48 HANDVESTEN, KEUREN,&c. Sinte Marcinis Misfe in den winter, tot des lants orbaer; Voert en fal nyemant eenigh water inlaten, het en fy bi den meeren hoep van den Hiemraders voorfz.; Ende liet yemant daer boven in, die fout in den finen houden , totter tyt toe, dat alle 't coeren van den velde waer, binnen defen Waterfcape voorfz.; Ende wi Otte Heer van Arckel, Diederick Heer van Brederoede, Jan van Haerlaer Heer van der Aroeyden, Arnt van Arckel, Jan van Langeraecke, Herbaren van Liesvelt, Ridders, Daniël Heeren Danielsfoon van Toloifen, ende Willem van Slingelant Knapen, geloven ende fckeren in goeden trouwe, voer ons ende voer onfe Nacomelingen, alle defe voorfz.poynóten ende voorwaerden wel ende trouwelick te houden ende te voldoen, in allen manieren als voorfz. is,; Ende waert fake dat ons van yemant eenige last opquaeme, alfe ons ende onfen Landen te hinderen aen den Waterfcape voornt , dat wi te famen hebben, ende in den Elshout uytgaet, dat fullen wi mit malcanderen ilaen ende Beloften van grtroulieid.  VAN DEN OVERWAARD. 45 ende bi een bliven mit rade ende mit dade, om dac onrecht te weren, bi onfen Trouwen ende fekerheyt als voorfz. is, waer ook dat fake, dat yemant van ons luyden waer, die eenige wille fonderlinge hebben wouden in defen poincten ende voorwaerden voorfz., daer onder ons discoert af geviel of vallen mocht, dat of Godt wil le niet wefen en fal, foo wes die meeren hoep van ons luyden daer of overdraget, dat fal die minfte hoep volgen ende houden, Ende alle faken fonder argelist, ende om dat wy willen dat alle defe voorwaerden voorfz. Ewelicke vast ende geflade blyven en« de wel gehouden, foo hebben wy defen Brief open befegelt met onfen Se« gelen, tot eenen betoen derwaerheyt. Ghegheven op onfen Vrouwen dach asfumptio in 't Jaer ons Heeren Duyfent drie hondert fes ende tfestig. Ende was uythangende befegelt met fes Segelen, van groen was, aen dobbelen (feeree, daer van eenighe wat gebroocken, met noch twee uythangende dobbelen ftaerte daer de Segelen geheel of waren. D UIT- By meerderheid te concludeer ea.  50 HANDVESTEN, KEUREN, &c. UITSPRAAK OVER EENIGE QUEST1EN EN GESCHILLEN TUSSCHEN DE HEEREN VAN DEN OVERWAARD , EN DEN HEERE VAN DER LEKKE EN BREDA. 4ELBRECHT by der Godts Genaeden Palensgrave op ten , Hertoge van Beijeren, Ruwaêrt van Henegouwen, van Hollandt, van Zeelandt ende van Vrieslandt, doen kondt ende kennelicken allen luden, wantalrehande gefchillen, twist ende twedracht, opcomende ende gerefen waren ende geweest heeft, tusfchen onfe getrouwen ende gemeyten Heer van Arckel, den Heere van Brederoy, ende van Gennip, der Vrouwen van Herlaer, den Heere van Amey-  ■ e. lants gelyck den ackerlande, ende een kae daer op, anderhalve Roede breet, drie voet hooge,aen beyden fyden tenyec gaende, ende boven een Roede breet blyvende, van daer voortaen beyden En van fyden des Waterfchaps tot aen dieLeck- d^rLte0^ dyck toe in 't Elshout, daer defer dyk toe." D 3 Hee-  54 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Heeren fluyfen leggen voorfz., een Waterkeeringe drie Koeden breet, heels lants gelycken den ackerlande, een kae daer op twee Roeden breet, drie voet hoog, aen beyden fyden te nyet gaende, ende boven een Roede breet Regt van blyvende; ende waert dat die Heeren Aardha- van ^en Overwaterfchap voorfz. gebreck lants ofte aerde hadden, tusfchen den Waterfchap van Alblas ende 't Overwaterfcnap, hoor Waterkeeringe mede te houden, ende te maecken als voorfz. is, foo mogen fy aerde ende lant nemen tusfchen defen voorfz. Waterfchape, haere Waterkeeringe ende Kaen mede te maecken, tot alre tyt om haren penn., behoudelick den Wytte grónt te blyven daer hy hoort; Ende deQoof*" van Ammersbrugge aen 'die west fyde * ° rotter Waterfchap van Alblas toe, ende aen die Noort fyde van Ammerfe brugge totten opganck toe in 't Elshout , fullen deefe Heeren voorfz. houden een Heynfloot fes voeten wyt, ende een iegelicke die erve tegen den voorfz. Heynfloot leggende heeft, fal tegen hem graven eenen floot van vier;  van den OVERWAARD. 55 vierdalve voet wyt, dit maeckt tfaemen een floot van thiendalve voet wyt; Ende die brede ende die hoogte van der Waterkeeringe ende Kaen voorfz., fullen gemaeckt wefen in fulcker manieren als voor geruert is, tusfchen dit ende Sint Jacob misfe naestcomende over een Jaer, ende wes arve dat deefe voorfz. Heeren behouven of hebben willen, omme haere Waterkeeringe mede te breden, of Kaen doen te maecken, dat fullen fy nemen tusfchen dit ende St. Jacobs dach over een Jaer naestcomende, en de dat gelden daer fy 't afnemen, als d' een buer tegens den anderen coopen fouden, in gelycker waerden daer 't lant gelegen is; Voort fullen defe Heeren ende Luyden voorfz. houden ende maecken alle Bruggen ende Holen die nu ter tyt den Waterfchap toebehoren, dat men 't met wagenen ryden ende gaen mach, ende fy fullen eenen opganck maecken aen die oost fyde van den Waterfchap, eude voort in den nieuwen weg die opgaet tusfchen Alblasferdam ende Nieuwleckerlant fal D 4 men Het hou. den en maken van Bruggen over het Waterfchap. Voetpadbrug.  56 HANDVESTEN, KEUREN, &c. men een nieuwe Brugge leggen ende maecken, dat men mie Peerden daer over ryden ende gaen mach, ende fy fullen eenen opganck maecken aen die oost fyde van den Waterfchap, ende een Stoep, alfoo dat men op ten Tientwech ryden ende gaen mach mit WaTtruggen,genen; Voort als alle defe WaterHeulen, keeringen, Heynfloot, ende Kaen, Kadefloot Bruggen, Hoelen, ende Opgangen iTm-s het geofdonneert ende gemaeckt fyn, in Water- alle manieren als voorfz. ftaet, foofulleh]aaraI" ^em Heeren befchouwen van der door het Waterfchap, mit heuren gefwoorendie collegie nu fyn, of hier namaels wefen fullen, ïthou- alle Jaer, ende doen maecken in alre wen* manieren als voorfz. is, ende daer af fel haer leste fchoudach wefen die fyin 't Jaer doen op Sin te Jacobs dach in den Somer; Ende waer dat faecke dat die Heere van der Lecke, of yemants van fynen onderfaeten, die van fynen 't weege daer toe gewaert is of wefen fal,mit fynen openen brieven vonden, dat die Befchouwer ende Gefwooren voorfz., die Waterkeeringe, Kaen, Bruggen, Hoelen, Wegen endeHeyn- flo-  van den OVERWAARD. 57 DcBode van de floten, nyet alfoo deden maecken als Lekke geordonneert ende voofz. ftaet, foo ™eoet 10 mocht des Heeren Bode van der Lec fchouw ke op Sinte Jacobs dach gaen in der bièk zegfchouwen,hem alfoo,nadyen dat hy 't genenhevynt, fyn gebreck feggen ende feewy wyzenfen, fonder argelist, ende dat fel we- waar de" fen op fyn felfs kost; Ende defe fchou- fchoaw we fel men beginnen ende heffen eerst Dbe" aen den Ghijsfen Achterdyck, ende voorts nederwaerts fchouwen alfoo als 't Bo^ Waterfchap gelegen is; Ende waer dat « gen is, fel hebben een Roede Kaen daer fchap ino» fyfe beteyckenen neffens beuren lande, ^tnw^er water uyter Waterfchap te laten lopen waterin horen lande, ende geen water in ^cin den Vlieten te leyden, ende defe voorfz. landen iaKaen fal elck Ambocht houden in^^' hoochteu ende inbreetten als voorfz. is, water ia buyten der Heeren cost; Voort fal die dean tt^ Heer van der Leek hebben den derden ten. Penninck van den verbeurnisfen van De derden Boeten, die daer verbeurt fullen f,6 ^""j, worden van der Visfcheryen van deferdebeeten Waterfchap binnen den Lande van der "f^",, Leek, ende die boeten fullen wefen al- in het foo groot ende alfoo kleyn, als die ™**tm Gefworen van den Waterfchap keuren uomt den fullen, nae orbaer ende profyt des Waterfchaps; Ende wanneer die Heejren felve Visfchen, of laeten Visfchen mit drieftauwen onberecht, foo mach visfchen die Heer van der Lecke, Visfchen of «ifchapT doen Visfchen den genen die hy 's be« waert; Voort foo fal die Heere van der  52 HANDVESTEN, KEUREN, &c\ der Leek, Ambochts* Heeren Recht hebben, uytgefondert dat hy hem van boeten niet onderwinden en fel, die op die Waterfchap ende Kaen verfchynen fullen, om die Vlieten ende Wa:erfchap te doen maecken, fonder eeaigerhande argelist; Ende om dat wy kelbrecht by der Genaede Godts Pals;rave op ten Rhyn, Hertoge in Beije•en, Ruwaert van Henegouwen, van ollandt, van Zeelandt ende van VriesSandt, die Heere van Asperen ende Grodtfcalck van Braeckel, dit voorfz. eggen, tusfchen den voorfz, parthyen, ïebben van onfen wege gefeyt, als lier voorfz. ftaet, tegenswoordich onër Stede Raed van Dordrecht, Heeen Pouwels van Haeftricht onfen Bailiuwe van Zuyt Hollandt, Daniël van lerMerwe, Johan Bueren Johansz., Willem Everdeysz., Arent Thonisz., Dtto Molenaersz., Ocker Wiliemsz., :nde Geen Goosfensz., onfen getrouwen Mannen in rechter fcheydinge, usfehen defe voorfz. Heeren ende Parhyen aen beyden fyden, ende horen uyden gelycken voorfz. ftaet, foo is 'c dac De Heer van der Lekke mag geen boete zig onderwindenvan Kade ofWater» fchap.  van den OVERWAARD 63 dat wy alle defe voorfz. pundten, clau» fulen ende Artieulen, foo hoe in defe feggen ende in defen Brief ftaen, confentieren ende confirmeren tot eenen Ewigen feggen ende verclaren,behoudel. ons, onfer Heerlicheden ende ons rechts, op dat men althoos te bet weten mach ende fel, hoe men recht van defer Heeren Waterfchap voorfz., tot Ewigen dagen, voort meer berechten ende behouden fel; Ende want wy dit voorfz. feggen ende fcheydinge vast ende geftaede gehouden willen hebben, ende eenen ygelyck dijt aanruert,of hy 'er naermaels aenroren mach, ewelik ende onverbreckelicken gebieden te houden, fonder eenigerhande argelist, daer in te vinden of te foucken, Soo hebben wy onfen Segel tot eenen Ewigen kennisfe hier aen defen Brief doen hangen; Ende wy hebben voort bevolen ende bevelen onfen getrouwen Heer van Asperen, ende Codtfcalck van Braeckel, onfen Renttneefter voorfz., die dit voorfz. feggen ende fcheydinge in onfen naem geprojjuncieert ende gefeyt hebben gelycken voorfz.  r34 HANDVESTEN, KEUREN, &C voorfz. is, dat fy die tot eenen oircondtfchap als defen Brief ende dit feggen mede mit ons befegelc hebben, ende hebben daer een teyeken aen begeert, ende begeren aen onfen getrouwenHeer van der Leek voorfz., op dat hy hem te kennelicker ende te klaerlicker kennen fel, in defen voorfz. feggen ende fcheydinge verbonden te wefen, dat hy fyn Segel by den onfen aen defen Brief gehangen heeft; Ende op dat wy Dirck van Palanen Heere van Asperen als Raedt onfes Lyfs genaedich Heeren des Hertoge voorfz., ende Godtfcalck van Braeckel, dit voorfz. feggen ende fcheydinge by fynre bevelingen ende goetduncken, nae goeder informatien, mit goeden voorfien gefeydt hebben, gelyck dat voorfz. ftaet, foo hebben wy onfen Segel by ons lyfs Heeren Segel aen defen Brief gehangen; Ende want wy Johan Heer van der Leek ende van Breda, dit voorfz. feggen» ende fcheydinge van punct te punct, gelyck dat voorfz. ftaet, vast ende geftade wel ende onverbrekelicken houden wil, ende volkomelick  van den OVERWAARD; 65 Jick geloven te houden, gelycken dat voorfz. is, voor ons ende voor onfe Nacomelingen tot Ewigen dagen, fonder eenich argelist, ferpelofte vonden daer tegens te vinden of te foecken, in eniger manieren, foo hebben wy defen Brief, ende dit feggen, ende defe fcheydinge, mede befegelt met onfen Segel. Dat was gefchiet ende gedaen in 't jaer onfes Heeren MCCC ende vierende tachtentich op denachtiertde Julio. Ende oriderftondt gefchreven, Geëxtraheert uyt 't Regifler van denOverwaert, waer na de fchou* we gedreven word, 't welck voor authentycq word gehouden, ende accordeert by my, ende was onderteykent A. van den Collick, onderdoodt. Gecollationeerd tegens gelycke Copie ofte Extract, onderteykent als voren, ende is bevonden daer roede te accorderen by my, ende was geteykens Wynen, met eenige flikken. E ACTE  66 HANDVESTEN, KEUREN,&c. ACTE VAN SUBmissie en uitspraak, beroerende zekere questien, die gerezen waren tusschen den water-graaf en water - heemraden van den overwaard. a LSOO queftie ende gefchi! gereJ\ fen is, tusfchen de gemeene Heemraden van den Overwaert ter eenre, ende Jonkheer Jacob Taets van AmerongennomineUxoris, Heere van Giesfen - Niekerk ende Watergraef van den felven Waert ter andere fyde, beroerende bet ftellen van eenen Collecteur of Gadermeefter van Gemenelands penningen, mitsgaders het point van Vergaderinge, te weten; of de voorfz. Heemraden toeftaet te ftellen den  van den OVERWAARD» 67 den voorfz. Collecteur, dan of het (lellen van dien competeert den WarerGraef, ende of de voorfz. Heemraden 't haerder vergadering en reetinge, tot allen tyden mogen verkiefen binnen haerlieder fchouwe, alfu'cke plaatfen, • als 't hun lieden gelieft, don of fy gehouden fyn haere vergadering ende teeringe te maken ende te leggen daer het den Water- Graef fouden mogen gelieven, ende begerende de voorfz. parthyen, haere voorfz. queftien ende gefchillen fonder lange treyn van procesfe, by kennis en gewysde van Rechtsgeleerden ten beyden fyden daer toe te kiefen, met den eerften, des doenlyk fynde, geëynt ende befligt te werden. Soo is 't, dat de voorfz. Parthyen defelve queftien ende gefchillen geheel en al onwederroepelyk geftelt, gefubmitteert ende verbleven hebben, gelyk fy luyden ten wederfyden ftellen, fub mitreren ende verblyven mits defen, aen vier onpartydige Advocaten ende Rechtsgeleerden, binnen de Jurisdictie van Holland renderende, daer van de E 2 voorfz.  66 HANDVESTEN, KEUREN &c. voorfz. Parthyen aen elcke fyde twee fullen eligeren ende verkiefen, omme het gene by haerlieden gearbicreert ende uytgefproocken fal werden, gehouden te worden als Arrest, fonder dat by iemand van defelve Parthyen , daer af vorder fal mogen worden geprovoceert, 't fy by Revifie, Appellatie, Reduétie, ofte eenige andere wegen ofte manieren, waer van Parthyen voorfz. wel expresfulyk hebben gerenuntieert, en renunderen mits defen, ende daer benevens belooft, by Eer ende Vromigheyt fulcks te aftervolgen, doch of iemand van voorfz. beloften hem wilde laten releveren, om by ful« ke manieren ofte anderfints tot vorder Provocatie, 't fy van Reductie of andere, ontfangen te werden, gelyck men nochtans verftaet, dat fulcks niet en fal mogen gefchieden, dat niet tegenftaende voorfz. fententie by provifie effeft fal forteeren, ende in fulcken gevallen die geene die verder fal willen procederen, daer toe niet fal mogen ontfangen werden, voor en aleer hy fal genamptifeert en opgebracht hebben de foro-  1 van den OVERWAARD. 69 fomme vanDuyfemCar. Gulden, om geemploijeert te worden tot behoefte van den Armen, wonende onder het gebied van den genen, tot wiens profyt gefentieert foude mogen wefen, fonder dat men gehouden fal fyn daer van eenige reftitutie te doen, alwaer *t dat de voorfz. uytfpraeck geretra&eert worde tot behoef van den geenen, die daer van geprovoceert hadden; Ende belangende de manieren van procederen, fal de faecke befchreven worden, by korre Memorien, waer van elck de fynen met alle Munimenten ende Verificatien daer toe dienende, onder behoorlyke Inventaris leveren fal, onder Advocaten ende Rechtsgeleerden van de felfde fyde geëligeert, binnen den tyd van twee maenden, mits dat een ieder gehouden fal fyn, nevens fyne principale Memorien, over te leggen Copien van defelve Memorien, mitsgaders van voorfz. Munimenten ende Verificatien daer toe dienende, omme defelve by Parthyen adverfe gelicht, ende indien 't haer goerdunckt, tegens de voorfz, Memorie gefchreven E 3 te  ^HANDVESTEN, KEUREN, &c. te werden binnen andere tyd van twee rmenden by Additien, om de faeckealfoo geinftruëerr fynde,by de voorfz. geeligeerde Rechters gedecideert te werden , fulckt dat fy bevinden fullen nae Rechtte behoren, ergelist uytgefondert. Des t' oirconde fyn van defe fubmisfie geniaeckt twee cedullen al eens Inydende, elck by Parthyen voorfz. onderteykend, op den 23 Mey Anno 1-603. ende was onderteykent Jacob Taec's van Amerongen, Lieven Gerretsz., Jan Reyners, A. van Nes, Barent van He.-fel Gerretsz., Teunis Adriaensz., Pieter Claesfen, noch lagerftond: Welke voorfz. fubmisfie wy onder>'efz. refp. Gccommireerdens geratificeert , ende geapprobeert hebben, ratificeren ende approberen by defen naer fyne forme ende inhoude, oirconde onfe handen hier ondergefteld datum als boven, onderuykent: H. Snoek, J. vanrfer Ameyden, A.Ilonthorst, de Bruyn. Sonder Prejudicie, en onder Pro~ teflatie van bet regt van voortekenen. Ag-  van den OVERWAARD. 71 Agtervolgende welcke compromisTe. wy ondergefz., bydevoorfz.compromictemen tot Arbirers genomineert, verkofen ende verwillichtfynde, haerlieder Memorien, Addirien, Stucken ende Verificatien, onder Inventarisfen ons overgelevert, gefien ende geëxamineert, ende op alles gelet hebbende daer op eenigfints te letten ftonde, hebben verklaert voor uytfprake, ende verklaeren by defen: Dat den Heer van Giesfen Nieuwkerck, als WaterGraef van den Overwaert, competeert het recht van alleen te ftellen een Collecteur ofte Gadermeefter, van ouds genaemt Clerck ofte Ontfanger van de Gemenelands penningen van de voorfz. Overwaert, mits dat hy gehouden werd, voor den geenen die hy daer toe Hellende is, ende in toekomende tyden ftellen fal, inne te ftaen, ende felfs aen het Gemene Land te voldoen, wes 't felve tot eenige tyden foude mogen te kort komen aen den voorfz. Clercq, Ontfanger, Collecteur ofte Gadermeefter, tercaufe van den voorfz. ontfang, gevolge ende aencleven van E 4 dien; Den Heer van Giesfen Nieuwkerk als WaterGraaf,heeft het regt van alleen te ftellen een Collecteur of Gadermeeftir,mits hy daeTvobT moet inftaan, en het GemeneLandgaurandeeren.  72 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Befchryft dien; dat oock den voorfz. WaterHeemra- Graef alleen competeert het Recht «Jen. van voorfz. Heemraden te befchry ven, ofte te ontbieden, foo waer hem dat recht ende orbaér dureken fal, omme in de voorfz. landfaecken ende occurrenden te vaceeren, endetot dien eynde te compareeren, op alfulcke plaatfen, als hy binnen den bedryve van den Overwaert voorfz., daer toe bellens de voorfz. befchryvinge ofte ontbieding Doch de henlieden dellgneren fal, Behoudelyck , dïn'ftaan ^at de voorfz. Heemraden, op de vry om voorfz. befchryving ende ontbiedinge HeerWa" comparerende, falvryftaen, benevens ter ciaaf den voorfz. Water - Graef te befluyten, tenb waar waer de aenftaende Rekening van den de Rcke- voorfz, Clerq, Collecteur otte Gaderjefchie"-1 meelter best ende bekwamelyckst geden, en daen fullen mogen werden, Item waer voor die fylieden, 't fy voor dieryfe, ofte voor d^vêrga* ^e als dan eerst aenftaende Vergadering dering fullen teeren, ende dat voorfz. befluyt teêren nae ^e mee^e ftemmen fal werden gevolgt, Compenferende de costen van compromis om redenen. Gedaen in denHageden ióJun.Anno 1604,ende E 5 was  van den OVERWAARD. 73 was ondertekent R. van Amfterdam, Cors van der Hoog, M. de Letue, Dimmer. Compromis en daar op gevolgde uitfpraak tusfchen dis van Streefkerk, ISieuwlekkerlund en Alblasferdam ter eene% en het Collegie van den Overwaard ter andere zyde, omtrent het halen van Aarde m overleveren der Keurcedullen* ALSOO Proces ontftaen ende gemoveert was voor den Hove van Hollant, tusfchen de Schouten 'ende Gerechten van Streef kerek, Nieuwleckerlant ende Alblai^ferdam, voor haer fel ven, ende uyten namtn van de gemeene Ingelanden, Imp.van befloten misf. ter eenre, Ende den Watergraef ende Waterheemraden van den Overwaerd, leggende in den Alblasferwaerd, ten andere lyde, nopende het  74 HANDVESTEN, KEUREN,&c. het maecken ende onderhouden van de Kaeden, Bruggen, ende diergelykewercken, Item het uytdolven van de aerde tot het maecken en onderhonden van de voor fz. Kade, ende de betdinge van dien, ende naderhand noch queftie was ontltaen ende verrefen, nopende het overleveren ende het overnemen van de Keurcedullen tot önderhoudinge van defelve, op Sint Jacobs dag ende op Sint Jacobs Brugge, 't maecken van Heynfloten binnen de Kade leggende, mitsgaders 't (tel len van de cautie by den Watergraef te doen, nopende 't verhael van de uytlegginge van de penningen by den gefworen Bode te doen, tot grote costen, onrustende onlust van. Parthyen ten wederfyden, omme alle welcken te voircomen ende te eviteren,-mitsgaders te ontgaen de verdere queflieende gefchillen die daer uyt noch fouden mogen komen te verryfen, foo is 't. dat Adriaen Baremsz. van Asperen Schout, Pieter DirckfZ.endeHenrick Jacobsz., Heemraden vanStreef kerck ,mitsgaders Leenert Adriaensz. Thoom, Hoogdyk Heem-  vak dek OVERWAARD. 75 Heemraet van den Alblasferwaerd, gecommitteert van die van den Gerechte ende gemene Ingelanden van Stroefkerck voorn., Adriaen Genen Schout, Aert Jansz, ende Corn. Hendricksz., Heemraden ende Gecommitteerden van Nieuwleckerlant, ende Leendert Beerentsz. Schout, Adriaen Claesz. Sterrenburch , ende Pieter Hermanfe Pyll, Heemraden ende Gecommitteerde van Alblasfcrdam ter eenre; ende Adriaen Andriesz. de Lange, Waertsman des Lands van Arckel, Adriaen van Nes Drost van Noordeloos, ende Willem van Dashorst Secretaris van den Overwaert, als Gecommitteerde van denfelven Overwaert ter andere fyde, de decifie van den felven Proces, queftien ende gefchillen, met de depen-, dentien van dien, gefubmirteert, gecompromitteert ende verbleven hebben aen het feggen ende arbitreren van de Heeren Mrs. Francois van der Burg, Dodtor in beyde de Rechten, ende Cornelisvan Beveren Herenjacobsz., Schepenen in Dordrecht mitsgrs. Mr. Johan van der Wolde Lïfentiaet in de Rech-  76" HANDVESTEN, KEUREN, &c. Rechten ende Oud Schepen binnen de voorfz. Stede, ende Mr. Vigilius Oem Doctor in beyde de Rechten, als Arbirers, gevende defelve oock macht indien fyl. by avonture niet en foude kunnen accorderen, tot haer noch een bequaem Perfoon tot een fuper Arbiter te mogen asfumeren, belovende voor goet vastende van waerde te houden, 't geene by de voorfz Heeren Arbiters ende fuper Arbiter, nopens 't geene voorfz. is, gedecideert ende uytgefproken fal werden, op een poene van twee ponden vlaems, te verbeuren by den geene die d' felve uytfpra* keniet acquisferen ende naercomen fal, te diftribueren ten behoeve van den Armen, tot discretie van den geenen die de voorfz. uytfprake fal naercomen, alles onder 't verband van haerl. respective perfonen ende goederen, d' felve, ende die keuren van dienfubjecT: maecken allen Heeren HovenRechteren ende Gerechten, en hebben parthyen in kennisfe der waerheyd defen onderteyckent op den 28 Augustus 161 A.ende was onderteyckent A. van As-  van den OVERWAARD. 77 Asperen, A.Genen, L. van Asperen, Gysbert Jacobsz., by Pr. Dirksz., by myn Lenert Adz Toom, Aert Jansz , dit is het van Corn. Henriks?., Pieter Hermansz. Pyll, Adriaen Cl. Srerrenburch, A. de Lange, A. van Nes, W. van Dashorst. Agtervolgende welcke Compromis fie, foo hebben wy bovengefz, Arbiters, naer dat wy Parthyen ten wederfyde in 't lange gehoort, ende op alles rypelyck gelet hadden, daer in defen op te letten Honden ende conden moveren, by onfe arbitrale uytfprake verklaert, ende verklaren by defen, dat die van den Overwaert voor ieder fchaft aerden, die fy uyt die Landen van die van Streef kerck, Lec- SchafN kerlant, ende Alblasferdam fullen no« geWin dich hebben te halen, tot het maecken $,'*ih'~ ende onderhouden van hare Kaden,<-"uiv.ta gehouden fullen fyn te betalen fesftuy- vf>ör"9s vers ende twaelf penn., ende dat ge- J»rcn, durende den tyt van vyf en twimig ,TtXr"" Taren, ingaende met defen lopende 'ed7 we" Jaren 1014, waer naer een ieder dien gtbtei. aen-  78 HANDVESTEN, KEUREN, &c. aengaende wederom fal wefen in fyn geheel, om den prys van defelve aerde re verminderen ofte verhogen, fulcks als de gelegen-heyd van den tyd als dan vereysfchen fal, dat mede die van den Overwaert voor ieder fchaft aerden die fy voor defen uytde voorfz. Landen gehaelt hebben, ende noch onbetaelt ft'aen, betalen fullen gelycke fes ftuyvers twaelf penn., maer dat airede betaelt is, fal betaelt blyven, ende By aard- fui|er) &\e Van den Overwaert voorn., den' eV door hare Kae • bruykers van ieder flach Sa%nvte aen de Eygenaers ofte bruykers van die vooren Landen van Streefkerek, Leckerlant fchoü- ende Alblasferdam voornoempt, twee wen. dagen van te voren aenfeggen ende d felve waerfchouwen, al eer fy aerde uyt d' felve Landen ten fine als voren fulKcurce \er) Zoomen halen; die van Streef kerek , dënV Leckerland ende Alblasferdam voorn. Mey. fullen gehouden fyn, alle Jaer op den aa ÏSL Mey haerKeurcedulle ,ende aenwifinge van de gebreecken van de Kade ende Bruggen, op de Vlieten bruggen leggende tusfchen Peurfum ende Ghijsfen bovenkerek overleveren, ende die van  van den OVERWAARD» 79 van den Overwaert fullen aldaer d' felve uyc handen van den gefworen Bode overnemen, om daer naer d' felve Kade ende Bruggen te laten maecken ende repareren, ende foo die van Streef- ingevaiie kerek, Leckerlant, ende Alblasferdam voorn, daer inne noch eenige faulten du.ie niet bevonden, fullen andermael haerebe-™fdradaiN fwaernitfe op Sint Jacobs dach ende dünopsr. Sint Jacobs brugge mogen overleve- gj°a* ren, 'ende haer voorts reguleren naer dcrmaai de arbitrale uytfprake van den Jare f^aarb„*. 1589, mitsg. naer d' oude Hand vellen geven, in dato den 18 July 1384, die in de- Wytte fen niet anders, dan met *z geene »»n de . * 11 1 1 KadeQüOt voorfz. is fullen werden gealtereert, maer nopende haer vordere inhouden Y™J* in haer geheel blyven ; dat voorts die de penn< van den Overwaert die Heynfloten fes «™e £j voeten, ende die van Streef kerek, de Lek Leckerlant, ende Alblasferdam vier d' alve voet wyt fullen maecken endeisiwBoeonderhouden, volgende d' voorfz. oude Handvellen; Ende eyntelicken dat "e^ndi die van den Overwaert fullen gedo h™E?s' gen, dat voor de voldoening van denjjout aanuytgeleyde penn.by den gefworen Bode 'e* des  8oH AND VESTEN, KEUREN, &c. des noot fynde te doen, de Landen in haren Boefem gelegen, mitsgaders'c Gemeneland-hnys ftaende in 't Elshout, naer Dyckrechten geexecuteert fullen mogen werden, ende dat hier mede 't vooifz. Proces, mitgrs. die verdere queftien er.de gefchillen, doot, af ende te nyette (uilen fyn, fonder dat den eenen op den arderen iet me*r defen aengaende fal hebben te pretenderen, met compenfatie van coften, ende of naderhand in deefe onfe uytfprake eenige duyfterheyd bevonden mochte werden , foo verklaeren wy d' Interpretatie van dien met confent van parthyen aen ons behouden te hebben, ende te behouden mits defen; Aldus gedaen ende uytgefproken binnen Dordrechc op den 28 Augufty Anno 1614, ende in kennisfe van dien, by ons onderteyckent ende was onderteyckentF. van der Burg, C. Beveren, Johan van der Wolde, Vigl. Oem. RE-  van den OVERWAARD. 8jr ART. L 1p ERSTELYCK dat niemant tot ieder ua \j eenige bedieninge in 't Collegie ™°eC in van 't Waterrecht van den Overwaerdt waard en fal werden gefield nochte geadmit- f^°ed teert, als die (volgens de Handvest) in den Waerdt ghe-erft ejide ghegoèdt is. II. Dat voortaèn egeene Vacatiën, Reys F oïte REGLEMENT, DIENENDE TOT VOORKOMING VIN VERSCHE1DE ONNODIGE ONKOSTEN VAN DEN OVERWAARD, ZO VAN VACATIËN, REIS EN TEERKOSTEN, ALS ANDERZINS.  82 HANDVESTEN, KEUREN, &C. Geene vacatiën, reis of teerkosten inRekenlng te brengen. ofte Teerkoften, Schuyt ofte Wagenvrachten , Bellechieren, ofte andere oncoften, hoedanigh die fouden mogen wefen, ende waer ofte by wien van 'c Collegie die fouden mogen vallen, ende ghédaen werden, binnen den Waerdt, in wat befoignes, ordiuaris ofte extraordinaris, tot lallen van den gemenen Waerdt in Reeckeninge fullen mogen werden gebracht: Maer dat die van 't felve Collegie (vooralle vacatiën , dienïlen, teringen. vragten, ende alle andere oncoften, egeene uytgefondert) fal toegeleyt worden een Jaerlicx Tractement, als te weten: III. Aen den Heere Watergraef de fommë van thien hondert Gulden, aen elcken Waterheemraed de fomme van drie hondert vyftigh Gulden, aen den Penninghmeeller ende mede Secretaris de fomme van feven hondert Gulden, (daer in begrepen fyn 'Tracteaient van twee hondert en vyftigh Gulden) boven noch vyf en twindgh Gulden, voor het minuteren, gros- T-sftemer.tenvan het ruiiêgie.  van den OVERWAARD. 83 grosferen , ende dubleren van de Reeckeninge, 'c administreren van de ordinaris, ende extraordinaris penningen , ende alle andere extraordinaris befoignes, ende debvoiren van 't fchryven van Biljetten, ende dierghelycke, nietuytbefondert: Ende aen den Bode twee hondert vyftigh gulden, ende hondert gulden voor fyn teerkoften, totprofyt van het Collegie, daer voren den Bode fal werden gedefroijeert in alle commislien. IV. Ende foo yemand van 't Collegie, by Buiten 't felve Collegie fouden mogen werden dcn Rin« gecommitteert ten dienfte van het Wa waard° terfchap, buyten den ringh van het ]jg"ren" voorfz. Waterfchap , defelve fullen gen de-" van haer reys ende teerkoften ( onder clarereDdeclaratie , ende nominatie van tyd ende plaetfe ende oorfake van haere reyfe ) worden betaelt. V. Dat den gemelten Watergraef, F 2 Heem-  84 HAND VESTEN, KEUREN, &C, Heemraden, Penninghmeefter, ende Bode, voor de voorfz. Tractementert, elck in fyn reguard ende officie, gehouden fullen wefen fich te quyten met allen yever, trouwe ende neerftigheyd, in alle voorvallende (foo ordinarisals extraordinaris) faken, gelyck een goed ende getrouwe Water graef, Heemraed, Penninghmeefter, Secretaris , endeBode toeftaet, fchuldig is, ende behoort te doen, fonder dies in eeniger manieren in gebreecke te bly ven: Ende dat daer op elck in fyn reguard , gehouden werden behoorlyck Eedt te doen, ende defelve alle Jaeren op 't doen van de groote Reeckeninge, in tegenwoordigheyd van de Gecommiteerden, te renoveren of vernieuwen terprefentie vanGecommitteerdens VI. Ende op dat die van 't Collegie echter :e bei verbonden fouden blyven, op alle fchouwen, beftedingen, vifiteren ende opnemen van Wercken, verpag* ïinge van Huyfen, Landen ende Griendan, ende alle andere befoignes, geene uyt- Eïvl te doer..  van den OVERWAARD 85 uytghefondert, te compareren foo 't Boeten behoort, dat foo wiebefchreven fynde, no8n"omfal abfent ofte in faulte blyven, (ten paramen, ware by merckelycke fieckte, of ander wettig onwederfpreeckelick belet, daer af de belet* judicature fal ftaen aen de Vergaderinge op den Reeckendagh te houden,) fal verbeuren voor yeder reyfe, ende yeder dagh dat de befoignes fullen duren, thien gulden, t' appliceren tot profyte van 't Collegie, VII. Dat den Penninghmeefter op den van voorfz. fynen Eedt, van defelve abfen- "nng,ete* ten ende boeten, pertinente aenteycke- houden, ninge fal houden, ende Reeckeninge doen naer behoren. VIII, Geen Dat voortaen geen penninghen, tot pennin. befwaernis van den gemeenen Waerdt, f" óf gel by die van 't Collegie en fullen werden f<-henken opghenomen, nochte prefenten , ofte zonde?1' eenighe cefchencken eedaen, fonder confent & *\ • • j opdeRe. voorgaende communicatien ende inning. F 3 con«  86 HANDVESTEN, KEUREN, &c. confenc op de groote Reeckeninge gedragen. Datter fonder gelycke communicatie ende confent, geen Procesfen fullen moghen werden aenghevanghen,nochte gecontinueert, noch eenighe nieuwe ofte oude wercken van eenighe importantie ghemaeckt, ofte vermaeckt, nochte eenighe andere merckelicke veranderingen gedaen, ofte nieuwigheden toegeftaen , op peyne van nulliteyt. X. Datdaeromme den Penninghmeefter in d* uytfchryvingh van den Reeckendagh, die hy gehouden wert te doen, veertien'dagen te vooren wel particulierlyck fal hebben te kennen te geven, ende uyttedrucken wac nieuwe faken, nieuwe wercken, ofte andere, daer op fal dienen gerefolveert, voor handen fyn, om elck met fyne Principalen daer over te mogen fpreken, ende alfoo wel geprepareert op de Reeckeninge te verfchynen. XI. Ook geene procesfen te moveren, of iets nieuws te doen. Uitfchryving van den Rekendag.  van den OVERWAARD. 87 XI. Ende in cas binnen - tyds, ofte naer r»gevaiie gedane Reeckeninge, eenigh nieuw nieuw werek, ofte merckelycke reparatiewerk . voorviel, het welck niet foude konnen rten/ru", werden uytgeftelt tot op den Reecken- ^adoedrjm dagh, dat daer inne niet fal werden °en* gerefolveert, voordat het merendeel der Heemraden daer over fullen hebben gecommuniceert met hunne principale Heeren, ende derfelver confent ende goetvinden daer over verkregen. XII. Dat den Penninghmeefter voortaen wat inin fyne Reeckening tot lafte van den Rekening Overwaerdt, d'Intreden niet hoger te urenen fal brengen als tegen vyf ten hon- 6en° dert iaerlycks. XIII. Ende ten eynde op het doen van de voorfz. grote Reeckeningh geen tyt ver w Gasten te noden, ten waere op de groote Reeckeninge eenich perfoon over quame daer inne defen Waerdt gehouden was, dewelcke doch genodight fal werden met gemeen confent ende anders niet, ende fal den Penninghmeefter notitie houden wie de genoodde Gasten fyn geweest. XXII,  VAK den OVERWAARD 93 XXII. Dat deTeerkosten van defelve groote ve-fering 1 Reeckeningh, te doen by de Gecom ^„g1^' 1 mitteerdens van Arckel ende Herlaer, Panera* I by die van *t Collegie (als mede de SetVMS« ; geene van de opreeckeningh van Pan• craes ende Servaes, ) tot laften van den j ghemenen Waerdt fullen werden toegeI ftaen: Edoch dat defelve niet en fullen 1 mogen exedeeren de fomme alhier bei groot, te weten, die van de groote J Reeckeninge, de fomme van vier honI dert en vyftigh gulden, die jaerlycks in Ü de Reeckeninge fullen werden ghepasjl feert, boven noch vyf en twintigh gulst den voor de genoodde Gasten, op de « grooteReeckeninge alleen,fondermeer. XXIII. Dat in cas van eenigh verfchil tus- incasyaid | fchen die van 't Collegie en de Ghecom* rpVikeu' ( mitteerdens op de groote Reeckeninge, met de (indien de fake van eenige importan- :e neren, i tie ofte confequentieis,)daerinneter1 ftont niet en fal gerefolveert werden ^ by overflemminge: Maer dat daer op naer-  94 HANDVESTEN, KEUREN, &c. naerder fal ghefproocken werden metce principale Heeren. XXIV. Boeten Dat uyt de boeten, die (volgens de voor het Handvesten) tot voordeel van den collegie. gernenen Waerdt moeten worden verantwoordt, die van 't Collegie noch fullen mogen genieten, ende betalen, de teringen die fylieden fullen hebben moeten doen ende lyden, in te nemen kennfefe ende vonnisfen van defelve. XXV. Eyndelyck op dat al 't geene alhier onderling is verdragen, onverbreeckelyck mach werden geobferveert ende onderhouden, Soo is 't: Datd'ondergefz. Heeren raalkanderen beloven by defen, ai 't felve te fullen achtervolgen, ende doen achtervolgen, ende over geene Reeckeningen ftaen, die lauderen ofte teyckenen, ten fy alles op den voorn, voet fy naergekomen, ende Eikande- gheorefteert, ende daer in malkanderen ren mam- PK, , . tineeren. handthaven, ende maintineren, met alle  van den OVERWAARD, 95 alle behulpmiddelen daer toe nodigh. XXVI. Referveerende aen ons de macht, Refetve omme al 't felve t' allen tyden te mogen R™|dit amplieeren, altereren, ende corrige- «Tent ten ren, foo ende in voeghe wy naer ghe-^le^^ legentheydt van tydt ende faecken, ten ampiieedienfte van den Overwaerdt oordelen ""^'„f fullen te behoren: T' oirconde geteyc- corrigekent, op den negenthienden ende fevenren' en twintighftenMarty, den vierden ende negen en twintighften April des Jaers 1653. Ende was onderteyckent by Hoogdyckheemraden s' Lands van Arckel." fvn Excellentie van Brederode: Hans Wolfert, als Heer van Harlaer ende Noordeloos: J. S. Alexander, Drosfaert van Langeraeck: Sophiavan Beveren, Vrouwe van Hardinxveldt: ende fyn Excellentie Wilhelm Fredrick van Nasfauw, als Baron van Liesvelt. AM-  oó HANDVESTEN, KEUREN, &c« AMPLIATIE VAN HET RECLEMEfNT IN DEN OVERWAARD. ART. I. ceene "T"\AT voortaen geene Vacatiën, TeiCsMo"' U Reysofte Teerkoften, Schuyt ïeertos Gt[e Wagen vrachten, Bellechieres ofke"!"^6* te andere onkoften, hoedanigh diefoubrèigen, jen mogen wefen, ende waer, ofte tn tT by wien van'c Collegie die fouden moinundaii- gen vallen, ende gedaen werden bin*n' nen de Waerd, ofte buyten de Waerd, in wac befoignes ordinaris ofte extraordinaris, uytgefondert by Inundatie, (dat Godt verhoede) tot laften van den gemeenen Waerd in Rekeninge fullen mogen werden gebracht: Maer dat die van 't felve Collegie voor alle Vacatiën, Dienften, Teeringen ,Vrachten, ende alle andere onkoften, geene uytgefondert , fullen werden ge-  van den OVERWAARD. 07 gefalarieert meteen vastjaerlicks Trac* cement, te weten: II. Den Erf- Watergraef, ter fomme van Jjj^ veerthien hondert caroli guldens, «en wt. mitsgaders noch gelycke hondert en tcr&ra!,f vyftigh caroli guldens voor extra ordinaris Vacatiën, Reys en Teerkoften, &c., foo binnen als buyten de Waerd, den dienaer van den Watergraef fal jaerlicks genieten voor extra ordinaris dienften, thien guldens. in. Yeder van de Waterheymraden, ter fomme van vier hondert caroli guldens, Heem-"* mitsgaders yeder gelycke vyftigh gul- dtn. dens, voor extra ordinaris Vacatie, Reys en Teerkoften &c,, foo binnen als buyten de Waerd. IV. Ook var» Den Peninghmeefter ende Secreta- den Penris, ter fomme van duyfent caroli gul- melfter dens, mitsgaders noch gelycke hondert G en  98 HANDVESTEN, KEUREN,&c. en vyftigh guldens, voor extra ordinaris Vacatie, Reys en Teerkoften &c, foo binnen als buyten de Waerd: daer in begrepen fyn Tractement van twee hondert ên vyftigh caroli guldens, en noch vyf en twintigh guldens voor het Minuteren, Grosferen, en Doubleren van de Rekeninge, het Adminifteren van de ordinaris ende extra ordinaris Penningen, ende alle andere ordinaris ende extra ordinaris Befoignes, foo van fchryven van biljetten ende conditiën van Bestedingen, Verkopingen, Verhuyringen, en diergelycke, niet uytgefondert. V. Ook vtn Den ordinaris Bode, terfomrnevan den Bode. twee non(jert en vyftigh guldens,ende hondert guldens voor fyne Teerkoften tot proffyt van 't Collegie, daer voor den Bode gedefroijeert fal werden, in aiie commisfien, ordinaris ende extra ordinaris, foo binnen als buyten de Waerd. VL  van den OVERWAARD. 09 VI. Dat den gemelten Watergraef, i<3^ K Heymraden, Peninghmeefter ende Bode, voor de voorfz. Traktementen, elck in fyn reguard en officie, gehouden fullen wefen, lïch te quyten, met allen yver, trouwe ende neerftigheyd, in alle voorvallende foo ordinaris als extra ordinaris fchouwen, en andere faken, gelyck een goed' en getrouw' Watergraef, Heymraed, Penninghmeefter , Secretaris ende Bode refpectivelick fchuldig is, ende behoort te doen, fonder daer van eenigfints te blyven in gebreke, waer op yeder in fyn reguard gehouden werd den behoorlicken Eedt te doen, ende defelve alle jaer op het doen van de groote Rekeninge, in jegenwoordigheydt ende ten overftaen van 't Collegie, en Gecommitteerdens van Arckel en Harlaer, te renoveren ende te vernieuwen. VII. Ende op dat die van 't Collegie ech- K ^»«n ter te bet verbonden fouden blyven • non Com- G 2 op Pa«ntcn.  ico HANDVESTEN, KEUREN, &c. op alle Schouwen, Beftedingen, vifiteren en opnerren van wercken, verpachtingen van Huyfen, Landen, en Grienden, ende alle anderebtfoignes, geene uytgefonderr, te compareren foo het behoort; Dat foo wie btfchreven fynde abfenr blyft, fai verbeuren voor yeder reyfe, ende voor yeder dagh , vyf guldens tot proftyt van het Collegie. VIII. ^aarvan J3at fjen Penninghmeefter op den ni°ghcm- voorfz. fynen Eedt, van di felve Abden« fenten, ende Boeten, partinente aentekeninge fal houden. Geene penn. te ty lig'en, of *A» gefchen- doen 'rog ^at voortaen geen penningen tot beproce'san fwaernisfen van den gemenen Waerd, vanVen,of bv die van net Collegie fullen werden nieuwe opgenomen, nochte prefenten, ofte van im- eenige gefchencken gedaen , noch Proponantie cetlen fullen werden aengevangen, temaken, , . . " . Z0I)rier oite gecontinueert, noch eenige nieuop deRe- we werc^fn van importantie fullen kening. 'ij j mentie van jaerlicks geen geldt genoten werdt, 5* dacalfulck Parcheel, ofte Parchelen, jaerlycks fuo loco, fullen verhaeldt werden, met expresfien van het eerfte, tweede, ofte ander jaer, gewasch, ofte pachte; Op dat hec felve nagefien, en op elcke post geappoftilleert mag werden naer behoren, ghelyck mede gedaen fal werden ten reguarde van 't jaerlicks onderhoudt van Hoofden , Dycken, ende andere aenbeftede wercken. XX.  van bhn OVERWAARD. 107 XX. Ende op dat alle jaeren vervolgens de Dubbelt poften van de Rekeninge wel ende£^gRebequamelick mogen nagefien werden, met de dat den Penninghmeefter gehouden fal *0™;b wefen, fyn Rekeninge te doen dou- in de ui« bieren, op dat het dubbelde van detel<*seD* Rekeninge in het doen van defelve, mach naergefien werden, ende de Rekeninge , met de Documenten, daer toedienende, geleydt mogen werden in de Gemenelandts kille, ende de andere blyven onder den Penninghmeefter , omme ten tyde van bet doen vandenaervolgende Rekeninge, naergefien te mogen worden. XXI. Dat den Penninghmeefter aen een waar van ieder van 't Collegie, ofte Gecomrait- Pen* teerde die begeren fal, gehouden fal meèfter fyn te geven Copie van de Rekenin ^-'^ ge, ende Articulen van Refolutie, copie 'daer van behoorlickRegifter houdende, ge" tot redelicke koften van die geene die fulcks komt te eysfehen, uytgefondert twee  108 HANDVESTEN, KEUREN, &c. twee Rekeningen, de eene voor Arckel , ende d' ander voor Harlaer, die jaerlicks ordinaris werden overgefonden XXII. gommis- Dat neffens den gemelden Water» van voor- graef, die van 'c Collegie in alle voorVa!cende va^'ende ordinaris ende extra ordinaris *a en* faecken, daer het volle Collegie niet vereyscht en wort, gecommitteert fullen worden met beurten, beginnende van den eeiften Heymraed ende foo vervolgens. XXIII. deSTifiw! ^ac voortaen tegens de voorfz.gro« tie en te Rekeninge alle die van 't Collegie, Rekening ende de Gecoramitteerdens van A^c'kel, ende Harlaer, befchreven fullen werden, om des daegs te voren, 's middags de kloeke twaelf uren, haer te laten vinden ter plaetfe daer de Rekeninge gedaen fal werden, omme de kloeke twee uren precys, te treden in Befoignes van het leien van deDocumen ten tot  van den OVERWAARD. 109 tot de Rekeninge fpeclerende, ende des anderen daeghs de Rekeninge te hooren en te fluyten, omme den derden dach goedtyts te mogen venrecken, ende fullen de Gecommitteer- saiarb dens van den Lande van Arckel bene- mis^St' den de Souwen, en Harlaer, voorfe"°P.de vacatie genieten , yeder de fomme van Rekemne vier en twintigh caroli guldens. XXIV. Dat de Teerkoften van defelve groo* vertering te Rekeninge te doen by het Collegie, kVu>gn ende de Gecommitteerdens van Are- Panera* kei en*Harlaer, als mede de verterin- Serviis' gen van de oprekeningen van Parcras Servas, tot laften van den gemeenen Waerd, fullen werden toegeftaen, edoch dat defelve niet fullen mogen excederen de fomme alhier begroot, te weten: Die van de groote Rekeninge de fomme van twee hondert en vyftigh guldens, ende die van Pancras Servas, hondert guldens, daer G>fte onder begrepen vyf en twintigh guldens " voor de gaften, die by den Erf-Wa- • tergraef,yemandt van 't Collegie, ofte Ge=  HANDVESTEN, KEUREN, &c. Gecommitteerdens van Arckel, ende Harlaer, genodigc fullen wefen. XXV. in cas Dat in cas van eenig verfchil tusvan ver- fchen die van 't Collegie, ende Gebreken committeerdens van de groote Re"ri'ci'a keninge» indien de ^eck© van eenige ferHeèrên Importantie ofte Confequentie is, daer inne terftont niet fal gerefolveerc werden, by overftemminge: maer dat daer op nader fal gefproken werden roet de principale Heeren. XXVI. * Boeten Dat uyt de boetten, die (volgens c'?,r het de Handveften) tot voordeel van de ° eg,e' gemene Waerd moeten werden verantwoordt , die van het Collegie fullen moeten genieten, ende daer mede betalen de Teeringen, die fyluyden fullen hebben moeten doen, ende lyden, in 't nemen, kennisfen, ende vonnisfen van defelve. XXVIL  van dïn OVERWAARD, hi xxvii. Dat de gecontinueerde Traktementen Tracte. van den Watergraef, Heymraden, Penninghmeefler en Bode, niet fullen mo- verhogen gen werden verhoogt dan by eenparigh eenpadg confent van de Heeren Principalen, content van de xxviii. gag,. len. De Heeren Principalen behouden Referv# de macht, omme alle 't felve ten0medTtV* allen tyden te mogen Ampliëeren, ^f**\en Altereren, en Corrigeeren, foo ende ™icD tyinvoege defelve naer gelegentheyt van den te i tydt en faecken, ten dienfle van den ampliOverwaerd, oordelen fullen te behoren; Aftum Giesfennieuwkerck den of cord2,2 Mey festien hondert een en 't fe«sereB* ventigh. ( Onderftond:) wegens den Lande van Arckel beneden de Souwen Adr. van Sprangh, C. van den Colck; ' wegens fyn Excellentie van Brederode, Lafare, J. H. ter Stege, Le Br. de Boetzelaer & de Languerac, Pom; pejus de Roovere, Heer van Hardinx; velt, Gasp. van Kinfchot, wegens HaarHoogheydtMevrouwe dePrincesfe Al-  112 HANDVESTEN, KEUREN, &C. Albertine van Nasfau, als Baronnesfe van Liesfeit; wegens de Douariere Mevrouwe van Giesfenborgh en Giesfen - Nieuwkerk &c. Johan van der Ameyde. Formulier- Eed van den Erf- WaterGraaf van den Overwaard. DAT fweer ik, dat ik Erf-Watergraef van den Overwaerd welen fal; de Handveften van den felven Waerd in alle hare geregtigheydt voorftaen fal; dat ik alle de Achten ende Keuren by 't Collegie beleyt, befchouwen fal, tot alfulcken tyden,als by het voorn. Collegie,ofte het merendeel van dien, gefchiert ende geordineert fal werden,! alle faken den Overwaerd aengaende, en den noot vereyst, Water-Heemraden daer  vak dik OVERWAARD n$ „j3 daer op te befe'iryifen, alle vonnisfen ^ te verfoeken om geweten te worden als regc is, ook goede toefigt te nemen, en te hebben tot alle de Gerre'e'mds Sluyfen, Warergangen, !| Hooiden, Bruggen, en andere Gemenelands Werken; en foo wanneer Hij ik bevinde daer in eenig gebrek te I fyn, dat ik de Warerheemraden bef'j fchryven fal, omme eyntelyk daer t inne te mogen disponeren, ende i voorts alles te doen wes een goede ' Watergraaf fchuldig is en behoort te I doen. ZO WAARLTKHEIVE aJ MY GOD ALM AGTJG! len $ b ormulier - Eed van Water - Heemraden van den Overwaard. ■ n TP\AT fweer ik, dat ik als Water, JL/ Heemraedt van 't Collegie, H 'c  114 HANDVESTEN, KEUREN, Sec: 'c Gemenelend fal dienen ende helpen voorftaen, naer myne kennisfe en wetenfehap; dat ik ook fecreet fal houden en aen niemand reveleren, ofte bekent maken, 't geene 't Ge» meneland fal mogen nemen by Refolutie, alle Schouwen, Achten, ende Keuren te helpen vorderen, ende Vonnisfen te helpen wyfen, ende vervolgens dat ik mede befchreven fynde by den Watergraef, ofte door fyn Lasthebber, fal compareren, ende my in het Collegie in allen redenen beleefd fal dragen, ende 't Gemeneland fal helpen voorftaen ende defenderen, wettelicke nootfake van comparitien hier buyten gehouden, ofte gefloten. ZO WAAKLYK HELPE MY GOD ALMAGTIG!  van den OVERWAARD. 115 Formulier - Eed van den Secretaris en Penningmeefter van den Overwaard, TPVAT fweer ik, dat ik wefen fal J jJ Secretaris ende Penningmeester van de Heeren Erf Watergraef ende Water Heemraden van den Overw erd; dat ik defelve Heeren fal wefen gehouw ende getrouw, alle Eere ende Reverentie fal bewyfen, alle fecreten den voorfz. Overwaerd aengaende ofte concerneerende, fal celeren , ende niemand buyten kennisfe ende confent van het Collegie fal openbaren; dat ik alle omgeflagen Penningen , ende andere Inkomften van den Overwaerd, naerftelyk fal innen ende ontfangen, ende wel ende getrouwelick ter Ordonnantie van voorn. Heeren fal distribueeren, H 2 Re-  i ïó HANDVESTEN, KEUREN, &c. Rekeninge, Bewys en Reliqua daer van fal doen. als naer behoren; dat ik ook houden fal Pertinente ende Regtvaerdige Notitien ende Regifters, van alle Keuren , Ordonnantiën , ende Refolutien die by de voorn. Heeren geleyt ende genomen fullen worden, ende voorts alles fal doen, dat een goet ende getrouw Secretaris ende Penningmeester fchuldig is, ende behoort te doen. zo waakltk helpe my god almagtig! lnltruclieen Formulier-Eed van den Sluismeefter te Hardinxveld. DEN Sluysmeeiter van Hardinxveld zal voor het waarnemen van  van den OVERWAARD 117 van de Sluys, en behartigen van 't geen daar aan dependeert, ten dienlïe van den Overwaard, hebben en genieten de bewoning van 't Huys op de Sluys ftaande, zonder daar voor eenige huur of recognitie te betalen, dog zal den zeiven gehouden zyn de Ordinaris Reparatien van 't voorfz. huys en gevolgen van dien, tot zynen koften te moeten doen: voorts zal het aen de Heeren van 't Collegie, en ieder lid van dien vryftaan, om in 't pasferen of repasferen, in 't zelve Huys haar verblyf te mogen nemen, en 'c zelve gebruyken even als een Gemenelands Huys; en wyders dat denzelven Sluysmeefter zal Eed doen op de volgende Inftruétie. Eerftelyk, dat denzelven geen Hout door de Sluys zal door of in laten, als met fpeciale ordre van den ErfWatergraaf, ofte deszelfs Gefubftitueerde, en Waterheemraden van den Overwaard. Van gelyke zal den Sluysmeefter geen Water door de voorfz. Sluys in de Giesfen inlaten, als op ordre H 3 vtn  118 HANDVESTEN, KEUREN, &c. van welgem Erf Watergraaf, desfelfs SubfKtuir, ofte twee Waterbeem.aden. De Sluys open zynde, en e-.n ge Schepen als dan in de Haven va ? Giesfendam leggende, willende uyo varen, werd den Sluysmeeiter g< quilificeerd, de Siuyzen te fluyter, tot gerief van de uytwillende Schep> n. De Siuyzen zal met een behonrlvk flot werden bezorgt, waar van den Sluysmeefter de fleutel in zyne bewaring hebben zal. Dat voorts de Sluismeefter de Heeren zal bewyzen behoorlyk refpect: en wyders alles doen, dat een getrouw Sluismeefter toeftaat en fchuldig is te doen. ZO WAARLTK HELPE MT GOD ALIVIAGTIG! , N. B. Deze InflruBie is te vinden in het Refolutie • Boek op dato 15 April 1727, waar op de Heer Tettenrode als Sluismeefter is aangeftelt en heëedigt. For-  vam osm OVERWAARD, no Formulier-Led van den Sluismeefter op 't Elshout. DAT fweer ik, dat ik de Sluizen, foo by de Zomer als by de Wincer, op alle getyden in 't opengaen en des van noden zynde, fal ruyrnen op myne kosten: dat ik den Watergraef en Waterheemraden fal bekent maken, foo wanneer ik faute of mangel in de ganckvan de Deuren, foo aan de foute als aan de foete zyde bevinde; dat ik goede toefigt fal nemen op des Gemenelands Hoofden ende Wercken, dat die by de Schippers met aenlegginge ofte zeylinge niet en werden te nyet gemaeckc; dat ik op alle Waterfchouwinge op myne kosten fal maken 't Gemenelands flag, refponderende tot aen de bogen van de Sluyfen binnen ; dat ik buyten kosten van 't Land fal maken en onderhouden de Kribben, H 4 be*  io2HANDVESTEN,KEÜREN,&c. beginnende van de Ht eren Huyfinge af, ten Noorden oonwaerts op na de Lekkerlandfe Sluyfen, foo verre 't felve by voorgaende Sluysmeefters gemaekt en onderhouden is;dat ik mede opligt fal nemen op der Heeren Grienden, foo in den Ouden als in den Nieuwen Boefem; dat ik ook wel en getrouwe, lik fal bewaren des Gemenelands Yferwerok en Houtwerck, 't gene in 't Gemenelands Huys airede is'heruitende, ofte nog gebrage fal mogen worden; dat mede den Sluysmeefter, buyten kosten van 't Lard, fal maken den Dyk, die de Heeren op den Kinderdyk te maken hebben; dat ik mede de Heeren fal toedragen een goed refp ct ende obediëntie, en voorts in handel en wandel 't Gemeneland dienen en voorftaen fal, al na de beste kennisfe en wetenfchap, my by God Almagtigh verleent, ende als een getrouw Sluysmeefter toeftaet en fchuldig is te doen. ZO WAARLYK HELPE RIT GOD ALMAGT1G! For-  vak dbk OVERWAARD, m Formulier - Eed van den Bode van den Overwaard. DAT fweer ick, dat ick als Bode, 't Collegie fal gebouw en getrouw wefen; dar ick alle Weren, die my belast werden, geregtelyck doen fal; dat ick alle Büj tien aen de Dorpen dragen fal, daer my 'i felve werd belast, fonder dat ick fal vermogen defelve aen een derde te leveren, maer aen den Perfoon, Gaermeefters ofte Waertsluyden; dat ick de Heeren in alle faken fal beöienftig wefen, en ten dienfte ftaen; dat ick belove niet te Reveleren, ofte bekent te maken aen iemand, alle Refolutien, die by 't Collegie by Refolutie fouden mogen genomen worden; ende belove voorts rnyn alles te Componeren ende te dragen als een eerlyken Bode toe(taec ende fchuldig is te doen; belove H 5 mede,,  121 HANDVESTEN, KEUREN, &c. mede, voor foo veel my mogelyk is; goet reguard en tot-ligt te ntmen op de Visfchinge in der Heeren Waterfchap. ZO WAARLVK HELPE MY GOD ALMAGTIG! De Watergraaf vraagt aan den Prafident Heemraad. lek vrage U: of den dag foo verre ge- Form, om Schouw te heffen, het gene gefchiedc den 22 Mey, of Pancras Servaas, op de Vliettebrug by Giesfennleuwkerk.  van den OVERWAARD. 123 gepaen is, en niet te verre gegaen en is, dat ick hier mag heffen als Watergraef de Schouwe in der Heeren Waterfchap ven den Overwaerd? Dat vonnis hebbende; De Schouwe te heften, foo verre daer geen achting en valt, van wegen den Watergraef, en van wegen der Heeren, die de Handvesten en Privilegiën gegeven en verfegelt hebben , en van den Water Heemradens wegen: Gebieden dat 'er niemant de Schouwe te na en gaet, ftaet, fit, ofte fpteekt, op fulke Boeten daer toe ftaende; mede gebiede datter geen Heemraden, eenige vonnisfe hebbende, die te uytwyfén of re ftaven, eer men uyt de Schouwe fal trekken, verbiedende, datter niemand op ten Heemraed, Klercq, ofte Bode Eedt en fpreekt, op fulcke boete daer toe ftaende; Gebiede al dat de Schouwe mag helpen , ftyven ende ftereken: Verbiede, dat fe hinderen ende fchadenmagh, gebiede lust, ende verbiede onlust, 't een gebiede ick, ende 'e ander  124 HANDVESTEN, KEUREN,&et ander verbiede ick; dat gebod dede ickelcks, als Waiergraef, Eenmael, Andermael, Dordemael, ende Vierdemael; ick vrage U of ick de Schouwe geheven hebbe naer den Rechten van der Heeren Waterfchappen ? Antwoord: De Schouw is wel geheven. Eerzame, Vrome, zeer Discrete. O) Intavul- leader TVN {O, . schomv. J_-/ ltaande zal door de Heeren (0 Watergraaf en Waterheemradei- van ooit de den Overwaard de ( 2) WarerïrrwL fchouw gedreven worden; Gelasten de. der- Schouwbrief op ieder Waterfchouw.  ▼am dem OVERWAARD. 125 derhalven by dezen, dat ieder Slag Baar behoren werde fchoon gemaakt, zodanig, dat in het ganfche Waterfchap, van de Vliette en KarperBruggen af, tot aan het Elshout toe, geene Ruigt of Vuiligheid in 't Water ovecblyve. En op dat dit naar hehoren gefchiede, zal het Ruigt en ftaande Groente, Zworlen, Liezen, Biezen, en alle Groente, hoe genaamd, aan den grond moeten werden afgefneden, zo wel van de Ribben en Avelingen, onder Water leg» gende, als van het ganfche Waterfchap, tot tegen de vaste kant van de Ribben en Avelingen, boven Waeer leggende; en zal al het voorn: afgefnede Ruigt en Groente boven op de Kadens of Avelingen, boven het pyl van den Boezem leggende, moe» «en werden gebragt. Wyders alle opflag van Rys, en ander Houtgewas, op de Kadens en Avelingen, ouder als van twee jaren, zal moeten werden afgehakt en omgehouwen. Noch  126 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Noen werdt by dezen wel expresfelyk gelast, dat de Kadefloocen ter halver Sloot, van de Ammerfe Brug nederwaards aan, tegen de laatfte Waterfchouw, behoorlyk zullen moeten wezen opgemaakt. Alles op zodanige poenen en boeten , ten laste van de gebrekige Dorpen , als van ouds gebruikelyk is. Op dat deze Waterfchouw met order gefchiede, wordt laarftelyk noch gelast, dat op den éérften dag van deze Waterfchouw behoorlyke aanwyzing van ieder Slag zal moeten werden gedaan, en alle Mekken en Schuttingen zullen moeten werden opengehouden, als van ouds,en van de Ammerfe Brug tot het Elshout toe, den éérflen dag aan de Noord- en Zuid-Zyde van 't Waterfchap, en den tweeden' dag 'aan de Zuid-Zyde alleen. De gemelde Hekken en Schuttingen zullen moeten wezen ter hoogte van drie en een halven voet, naar beloop van  van den OVERWAARD, ivj van de Kade, san den buitenkant .van boven glad gedekt, mede op de boete daar toe (taande. Blyve, Eerzame, Vrome, Discrete, UEDs. in Godes protexie bevelende, Ter ordonnantie tan de Heeren Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard, ( Was geteekend ) SEB: VAN NOOTEN. Gorinchem den . . . N.B. Ingevalle op den aa May door die van Streefkerk, Lekkerland, Brandwyk, of Alblas, eenige Keuren op de Kaden werden verzogt, wordt  i»8 HANDVESTEN, KEUREN, &c wordt het zelve in den Schwwbrief van de eerfle Waterfchouvj noch appart geinfereert om te wezen gemaakt op de Kadefchnuw, of uiterlyk voor de laatfte Waterfcbonia. Schouwbrief op de Kadefchouw. Gorinchem den .... Eerzame, Ft ome, zeer Discrete. DEWYL den . . Auguftus aanflaande deKadefchouw door de Wel Ed: Heeren Warergraaf en Waterheemraden van den Overwaard zal worden gedreven, zo verzoekers UEd: zorge te dragen, dat de Kaden 01  van den OVERWAARD. 129 na behoren zyn gemaakt, en behoorlyke aanWyzing aan ieder SJag worde gedaan; als mede, dat alle Hekken en Schuttingen, op de bovengemelde dagen, werden open gehouden; alles op de boete, vanouds daar toe ftaande. Blyve, Eerzame, Vrome, zeer Discrete, Ter ordonnantie van de Wel Ed: Heeren Warergraaf en Wacerheemraden van den Overwaard, ( IVas geteekend ) SEBx VAN MOTEN. I Lylte  130 HANDVESTEN, KEUREN, &e. Lyfte van de Hoefllagen in het Waterfchap van den Overwaard, v getrokken uit het ordinair Slagboekje. Alles naar de Putfe Maat. De Gemeenelands Slagen, beginnende van de Sluizen in 't Elshout af, oostwaards op. OVERWAARD. EeriTelyk tusfchen den Paal, getee* kend met her getal van 48 , en die Sluizen in 't Elshout, tot aan de bogen van  van den OVERWAARD. 131 van de Sluizen, is het Gemeenelands flag, is lang 17 Roeden. OUD GOUDRIAAN. Tusfchen den Paal 47 en 48, is het flag van Oud Goudriaan, is lang 7 Roeden 2 Voeten én 7 Duimen. 1N00RDEL00S. Tusfchen den Paal 46 en 47, is het flag van Noordeloos, is lang 15 Roeden 2 Voeten en 7 Duimen. LIESVELD. Tusfchen den Paal 45 en 46*, is het flag van Liesveld, is lang 31 Roeden 10 Voeten en 5 Duimen. AMEYDEN. Tusfchen den Paal 44 en 45, is bet flag van Ameydcft. is lang 47 Roeden 7 Voeten en 4 Duimen. I 2 GROO-  132 HANDVESTEN, KEUREN, &c. GROOTEWAARD. Tusfchen den Paal 43 en 44, is het flag van Grootewaard, is lang 17 Roeden en 10 Duimen. ARKEL. Tusfchen den P -al 4a en 43, is het (lag van Arkel, is lang 71 Roeden en a Voeten. GIESSENBOVEKERK. Tusfchen den Pail 41 en 42, is het flag van Gietfenbovekerk, ii lang 9 Roeden 10 Voeten en 10 Duimen. OTTOLAND. Tu'fchen dm Paal 40 en 41, is het flag van Ottoland, is lang 13 Roeden. OVERSL1NGELAND. Tusfchen d«.n Paul 39 en 40, is het  van den OVERWAARD. 133 het flag van Overflingeland', is lang 5 Roeden 11 Voeten en 8 Duimen. GIESSENNIEUWKERK. Tusfchen den Paal 38 en 39, is het flag van Giesjénnieuwkerk , is lang 57 Roeden 10 Voeten en 11 Duimen. HARDINXVELD. Tusfchen den Paal 37 en 38, is hec flag van Hardinxveld, is lang 18 Roeden 11 Voeten en 10 Duimen. PEURSUM. Tu«fchen den Paal 36 en 37, is het flag van Peurfum, is lang 9 Roeden 1 Voet en 5 Duimen. NIEUW GOUDRIAAN. Tusfchen den Paal 35 en 35, is het flag van Nieuw Goudriaan, is lang 11 Roeden 4 Voeten en 5 Duimen. I 3 NE-  j 34 HANDVESTEN, KEUREN, &c. INEDERSLINGELAND. Tusfchen den Paal 34 en 35, is het flag van Nederflingeland. is lang 5 Roeden xi Voeten en 8 Duimen. LANGUERAK. Tusfchen den Paal 33 en 34, is het flag van Languerak, is lang 24 Roeden 3 Voeten en 7 Duimen. N. B. Volgens de meeting van 'den Landmeter D. Schellmx in 160Ó, geregiftreert in 't Refolutie Boek No. XVII. moet dit flag van Languerak lang, zyn 24 Roeden 3 Voeten en 6 Duimen. Dit is bet einde der vyf Vlieten. ARKEL Tusfchen den Paal 32 en 33, is het flag van Arkel, is lang 408 Roeden 2 Voeten en 1 Duim. N. B. Volgens" de voorfz. meeting in 't Refolutie Boek No. XVII. moet dit flag van Arkel tang zyn 408 Roeden 2 Voeten en 3 Duimen. OVER-  van den OVERWAARD. 135 OVERSLINGELAND. Tusfchen den Paal 3T en 3a, is het flag van Overflingeland, is lang 34 Roeden 3 Voeten en 1 Duim. GROOTEWAARD. Tusfchen den Paal 30 en 31, is het flag van Grootewaard, is lang 98 Roeden en 8 Duimen BLOEMENDAAL en AMEYDEN. Tusfchen den Paal 29 en 30, is het flag van Bloemendaal en Ameyden, is lang 273 Roeden en 4 Voe* ten. OUD GOUDRIAAN. Tusfchen den Paal 28 en 29, is her flag van Oud Goudriaan, is lang 41 Roeden 4 Voeten en 10 Duimen, I4 NOORD-  i36 HANDVESTEN, KEUREN, &c N00RD2YDE van NOORDELOOS. Tusfchen den Paal 27 en 28, is hec flag van Noordzyde van Noordeloos, is lang 87 Roeden 5 Voeten en 3 Duimen. NEDERSLINGELAND. Tusfchen den Paal a6 en 27, is het flag van Nederjlingeland, is lang 34 Roeden 3 Voeten en 1 Duim. HARDINXVELD. Tusfchen den Paal 25 en 2<5, is het flag van Hardinxvelds Polder, is lang 25 Roeden 3 Voeten en 7 Duimen. PEURSUM. Tusfchen den Paal 34 en 25, is het flag van Peurfum, is lang 5 a Roeden 3 Voeten en 7 Duimen. NIEUW  VAN DEN OVERWAARD. 137 NIEUW GOUDRIAAN. Tut-fchen den Pad 23 en 24, is het flaa; van Nieuw Goudriaan, is lang 65 Roeden 4 Voeten en 6 Duimen. HARDINXVELD. Tnffchen den Paal 22 en 23, is het flag van Hardinxveld, is lang 83 Roeden en 6 Voeten. G1ESSENNIEUWKERK. Tubfchen den Paal 21 en 22, is het flag vznGiesfennieuwkerk, is lang 102 Roeden 11 Voeten en i'i Duimen. OTTOLAND. Turfchen den Paal 20 en 2t, is het flag van Oltoland, is lang 74 Roeden 2 Voeten en 8 Duimen. I s LIES?  l38 HANDVESTEN, KEUREN, &c. LIESVELD. Tusfchen den Paal 19 en 20, is het flag van Liesveld, is lang i8a Roeden 2 Voeten en 8 Duimen. N. B. Volgens de voorfz. meeting in 't Refolutie Boek No. XVII. moet dit flag van Liesveld Zang zyn 182 Roeden 10 Voeten en 6 Duimen, LANGUERAK. Tusfchen den Paal 18 en 19, is het flag van Languerak, is lang 139 Roeden 5 Voeten en 7 Duimen. GIESSENBOVEKERK. Tusfchen den Paal 17 en 18, is het flag van Giesf'enbovekerk, is lang 56 Roeden 7 Voeten en 10 Duimen. Bit is aan de Zyde Brug. AMEYDEN en BLOEMENDAAL. Tusfchen den Paal 16 en 17, is het  van den OVERWAARD. 130 bet flag van Ameyden en Bloemen' daal, is lang 272 Rot den 7 Voeten en 8 Duimen. GROOT E WAARD. Tusfchen een Panl 15 en 16, is het Pag van G'ootewaard, is lang 97 Roeden 9 Voeten en 7 Duimen. OVERSLINGELAND. Tusfchen den Paal 14 en 15, is het flag van Overflingeland is lang 34 Roeden 1 Voet en 1 Duim. ARKEL. Tusfchen den Paal 13 en 14, is het flag van Arkel, is lang 407 Roeden 1 Voet en 5 Duimrn. GIESSENBOVEKERK. Tusfc'ien den Paal 12 en 13, is het flag van Giesfenbovekerk, is lang 56 Roeden 6 Voeten en 2 Duimen. DONK.  140 HANDVESTEN, KEUREN,&c, DONK. AMMERS GRAVELAND. Tusfchen den Paal n en ia, is het Uag van Ammers en Graveland, is lang ia8 Roeden en 3 Voeten. GELKENES. Tusfchen den Paal 10 en 11, is het flag van Gelkenes, is lang 54 Roeden cn 3 Voeten. NIEUW GOUDRIAAN. Tusfchen den Paal 9 en 10, is het flag van Nieuw Goudriaan, is lang 65 Roeden a Voeten en 5 Duimen, OTTOLAND. Tusfchen den Paal 8 en 9, is het flag van Ottolani, is lang 74 Roeden en 5 Duimen. GIES-  vam den OVERWAARD. 141 GIESSENNIEUWKERK. Tusfchen den Paal 7 en 8, is hec flag van Giesfennieuwkerk, is lang io* Roeden 8 Voeten en 9 Duimen. HARDINXVELD. Tusfchen den Paal 6 en 7, is het flag van Hardinxveld, is lang 108 Roeden 6 Voeten en 4 Duimen. NEDERSLINGELAND. Tusfchen den Paal 5 en 6, is het flag van Nederflingeland, is lang 34 Roeden 1 Voet en 1 Duim. PEURSUM. Tusfchen den Paal 4 en 5, is het flag van Peurfum, ls lang 52 Roeden j Voet en II Duimen. OUD GOUDRIAAN. Tusfchen den Paal 3 en 4, is het flag  142 HAND VESTEN, KEUREN, &c. fl;i£r van Oud Goudriaan, is Jang 41 Roeden 3 Voeten en 6 Duimen. NOORDZYDE van NOORDELOOS. Tusfchen den Paal 2 en 3, is het flag van de Noordzyde van Noordeloos, is lang 87 Roeden 2 Voeten en 6 Duimen. LANGUERAK. Tusfchen den Paal 1 en 2, is het flag van Languerak, is lang 139 Roe» den 1 Voet en 2 Duimen. Bit is tot de Ammerfe Brug toe0 Volgen alle de Geflaagden, gelegen tusfchen de Ammerfe  van dbn OVERWAARD. 143 merfe Sluis en de Ammerfe Brug, beginnende van de voorfz. Sluis, en , zo vervolgens Zuidelyk aan, tot de voorfz. Brug toe. j HET GEMEENELAND. | Eerftelyk het Gemeenelands of Ben Overwaard, heeft een flag, het welke ftrekt Zuidelyk aan, tot zeeke* ven Paal, geteekend met het getal 1, |n is laag 8 Roeden en 9 Voeten. HARDINXVELD. I Tu ] Heeren Arbiters ende Super Arbiters .0 1 in defen gedaen, gehandelt, gearbii!' ai treert, ende uytgefproken fal wor1 f den, op peyne van te verbeuren twee e S ponden Vlaems, ten behoeve van e j den Armen, by den geenen die die )• 1 voorfz. uytfprake niet en fal acquie™ : ceren ende nacomen, die voorfz. Jt twee ponden Vlaems te diftribueren, tot  204 HANDVESTEN, KEUREN,&c tot discretie van Parthyen die defelve uitfprake darelick fal advouijeren. Acturn binnen Dordrecht defen 26 Augufty anno K 14. en t' oirconde by den voorfz. Parthyen ten wederfyden geondetteyktnr. en was onderteykent A. B. van A-peren, Gy bert Jansz. by royPieter Dircksz., by mynLenert Adriaen«z. Thoom, A. de Lange, A. van Nes, W. van Dashorst. ACHTERVOLGENDE welke compromisfe, wy Arbiters, Aihurateurs, ende Amiable Compofiteurs boven genommineert, hebbende op alles ryppelicke gelet, daer op in defen te letten ftonde, en 'c welk eenigfints moveren konde, gehoorc me ie in 't lange de voorfz. Parrhyen, in heur luyden pretenfien ende defenfien, hebben verklaert voor onfe Arbitrale Uytfprake. fulcks wy verklaren by defen, dat 'c voorfc.Bruggetje ofte Heule. fulcks her felve rtaende ofte leggende is op Cortenbrouck in de Overlandfe Kade, by ofte voor den Broucmolen, foo mede hier boven is  vak den OVERWAARD. 205 Is vérhaelc, vóons aen ten eeuwigen «hge onderhouden, gerepareert ende * j ook van nieuws vermaekt fal werden )j | by Schout en Heemra en van Streef» :i ] kerek, ende tot kollen ende laden nt van defelvige, op te breette van tien z, Voeten, in fulcken voegen dat den ;i! | Watergraef ende Waterheemraden | van den Overwaert, over 't felve fullen mogen Lyden ende Ryden, in "t dry ven van de Schouwe, mits by it I defelve Watergraef ende Waterheems, i raden, eens promtelyc aen ende ten )• 1 behoeven van voorfz. Schout ende o- Heemraden van Streef kerek furneren, cp I de fomme van Twee tn Dertig Caro- i 1 lus Guldens varXLGrooten den Gulirt | den, ende fal daer mede de voorfz. n, (. quellie ende Procesfe doot, af ende :!• i te nyette wefen, ende voorts fullen h I Parthyen vooifz. hincinde, volcoen ji mentlick defen alleen aengaende ver» iesl eenicht ende geaccordeert blyven, e ; met compenfatie van kollen, tot dele *' fen dage toe eenigfints gevallen, ende en ij hebben wy Arbiters met confent van Parthyen ten wederfyden aen ons ii li be-  2oö HANDVESTEN, KEUREN, &C. behouden, de Interpretatie van alle j duyfterheden, ende misverftanden die j hier uyt fouden mogen komen te ver- ( reyfen; Aldus gedaen, gearbitreert en- | de uytgefproken ten dage maent ende ' jare als boven, ende by Parthyen voorfz. : ten wederfyden geapprobeert ende ge» ] laudeert, in kennisfe der waerheyd by | Arbiters voorn, geonderteyckent, ende j was onderteyckent F. van der Burg, i C Beveren, Johan van de Wolde, i Vigl. Oem. Accorc met die van Streefkerk over het malen van den Broekmolen. ■ OP huyden den n February 1743, compareerden voor my Martinus Mekern, openbare Notaris, by den Ed: Hove van Holland ge-  van den OVERWAARD. 207 geadmitteert, binnen Gorinchem reuderende, ter prefentie van nagenoemde Getuygen: de Heeren Eliza Vonck Subfl. Watergraaf van den Overwaard, Willem van Gennip, IVlr. Martinus Pompe, Martinus van Barnevelt, Leendert van Tetterode, Mr. Willem Hendrik van Barnevelt, in qualiteic als Heemraden van gem. Overwaard, voor haar Ed:, en in name van de i andere twee Heemraden, mede teil gens heden befchreven geweest, dog ariiet prefent, alzo ter eenre, ende ' Willem Schalke van Es, Waarsman, ïlClaes Zegerfe Flink, Jan den Bakijker,' Cornelis Verhoef, Gerrit Boel, ijArien Rochusfe de Bot, en Jan 1 Jansz. de Bouw, Geregten van den Dorpe van Streefkerk, voor haarliesiden zelfs, en door de Ingelanden gequalificeert om het different, waar i van in 't vervolg werd gemeld, met ide Heeren eerfte Comparanten te Aci corderen, en alzo ter andere zyde, te kennen gevende die Comparanten gezamentlyk, dat zekere Watermolen (taande onder Streefkerk, genaamt den  aö3 HANDVESTEN, KEUREN,&c. den Broekmolen, malende van een llreek land aldaar, de Broekpolder, het water in 't gemcene Waterfchap van den Overwaard, t welk voor heen altoos gedaan was, zonder dat daar voor iets aan den Overwaard wierde' gecontribueerd, ofte in eenige Ommeflagen gelast, en zonder dat daar omtrent different gevallen of gemaakt ware, als alleen zedert en na dat in den Overwaard gtfteld waren geworden Voormolens, als uyt welke oorzaak de Heeren eerfte Comparantenin haare qualiteyt hadden gefuftineert, dat de Landen horende onder den Broekpolder, in de droogmaling van den Broekmolen, moeften contribuëeren tot het onderhout van de voorfz. Voormolens, wyl zy daar van ( boven 't geene zy te voren vry gemalen hadden ) mede jouï-feerden; en wyl die van den Broekpolder daar toe niet hadden kunnen inclineren, de eerfte Comparanten daar ovef inftantie geforn eert hadden aan de Ed: Mog: Heeren Gecommitteerde Raden van de Ed: Gr: Mog: Heeren Sta-  van den OVERWAARD, 209- Staten van Holland en West Vriesland, en de Requefte daar omtrent gefield was in handen van den Geregte van Streefkerk, in hoedanige voege de zake nu ftonde, en mitsdien gefchapen was geweest, dat ten voorfz. eynde Proces zoude gevolgt hebben, 't geen de Comparanten gezamentlyk geoordeelt hadden beter gepreveniëert door minnelyk verdrag, als daar inne te cominuëeren, en verklaarden vervolgens de Comparanten , na dat zylieden met den anderen eens en andermaal by den anderen waren geweest, over het voorfz. different te hebben geaccordeert en getranfigeert, zo als zy betuygen te doen by dezen in dezer voegen: Dat de eerfte Comparanten de tweede Comparanten wegens den Broekpolder zullen laten jouïsferen van het malen met den voorgem.Broekmolen, op het water van den Overwaard, na de Keuren of Peylen die door den Overwaard bereyts gefteld zyn, of in 't vervolg gereguleerd zullen werden , zonder koften van de Voormolens O voor  210HAND VESTFN, KEUREN, &c. voor haar rekening te zullen brengen of fuftineren, en dat daar en tegen de tweede Comparanten in hare" qualiteyt, en voor rekening van de Landen door den voorn. Broekmolen droog gemalen wordende, alle jaren , integaan op heden, zullen betalen aan den Heere Penningmeefter van den Overwaard in der tyd, ten behoeve van den zeiven Overwaard, de fomme van vyftig guldens, zonder de minfte oppofuie, exceptie, oftegenfpraak, in hoedaniger voegen dé Comparanten waren verdragen, en daar mede afgefneden en weggeruymt is, de voorgem. inftantie reets geformeert, 't geeBe de Comparanten mitsdien beloofden alzo te zullen opvolgen en nakomen, verbindende daar voor hunne Perfonen en goederen in hare qualiteyt, die onder-1 werpende ten bedwang als na Regten. Edog is deze Accorde tusfchen henlieden aangegaan op approbatie van opgem. Ed: Mog: Heeren Gecom-' muteerde Raden, aan wien lotgemene koften de approbatie zal werden verzogt. Al-  tan den OVERWAARD. 21 1 Aldus gedaan en gepasfeert voor my Notaris voorn., ter prefentie en overftaan van Arnout van Hesfen, en Anthony Hoos, als Getuygen in dezen verzogt, die de Minute dezes nevens de Comparanten en my Notaris hebben onderteekend; dato als voren, (onderflond) My t' oirconde (was geteekend) Mart. Mekern Notaris Publicq. En gelyk het zelve Accord met den Geregte van Streefkerk is aangegaan onder approbatie van haar Ed: Mog: de Heeren Gecommitteerde Raden van haar Ed: Gr: Mog: de Heeren Staten van Holland en West-Vriesland, zo is ook ingevolge van dien, het zelve aldaar verzogt en geobtineerd als volgt: Extraft uyt het Regifter der Refolutiën van de Ed: Mog: Heeren Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West - Vriesland, genomen op den 18 February 1743. Gelezen zynde de Requefte van Watergraaf en Waterheemraden van O 2 den  ai2 HANDVESTEN, KEUREN, &c den Overwaard eer eenre, en Waarsmannen en Geregten van den Dorpe van Streefkerk voor haar zelfs, en door de Ingelanden gequalificeerd, ter andere zyde, verzoekende dat haar Ed: Mog: het hier na geïniereerde Accord, tu>fchen de voorn. Suppliancen refpe&ive ter zake en in voege daar in gemeld onderling aangegaan, geliefden te approberen , en daar van ten behoeve van hen wederzydfche Supplianten te verleenen Afte of Refolutie in forma. Is ha voorgaande deliberatie goedgevonden en verdaan het vooifz. Accord te approberen zo als haar Ed: M-'g: hef zelve approberen by dezen. En zal Extracl: dezes gegeven worden aan de wederzydfe Supplianten om refpeftivelyk te dienen tot derzei ver narigt (onderftond) Accordeert met het voorfz Regifter (was geteekent') C. Boey. CON-  van den OVERWAARD. 213 Contract met die van Ottoland tot afkoop van eenige Slagen Hogendyk onder Papenui drecht. f&Colkgialiter vergaderd te Ciesfennieuivkerk ten huize van 2i Matthys Cabauw aen 23 Mey m.! 1729, tot het ontvangen van n i het Watergravtgeld, ten overitt- Jiai.n van de Ld- Heeren Geit- committeer dens van Arkel en m Harlaar. WY ondVr ;efz. Subft. Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard ter eenre, ende Scheepenen tot Ottoland, uyt Naam ende O 3 van  »I4 HANDVESTEN, KEUREN, &c van wegens 't zelve Dorp, als daar toe, door die van het Geregt ipecialyk verzogt ende gequalifkeert zynde, ter andere zyde, verklaren met den anderen geconveniëert ende geaccordeert te zyn, dat de tweede Comparanten, van nu voortaan en in 't vervolg ten eeuwigen dage, zullen maken, onderhouden en in zyne keur opleveren, voor Rekening ende ten koften van't voorfz. Dorp van Ottoland, zeker nukken Dyks, gelegen by de Papendrechtfe Sluys, en het Moordhoekfe Hekken aldaar, gelyk zylieden tot nog toe hebben gedaan, en waar voor de eerfte Comparanten, aan haar tweede ondergefz. iaarlyks een zeker fomme hebben betaalt endeuytgekeert, 't geen door c aangaan van dezen Accorde zal komen te cesferen, aulx den voorfz. Overwaard na dezen nooyt meer tot onderhout van de voorn, ftukken Dyks te dragen, laften, of te betalen zal hebben, maar blyven voor privé Rekening, Schade of Baten van 't zelve Dorp, en mitsdien de voornoemde r Over-  vam den OVERWAARD. 2ij Overwaard, voor alle aanfprake van wien het ook zy, zal moeten m' demneeren ende bevryden, 't geene de tweede Comparanten in haare voorfz. qualiteit wel expresfelyken zyn ;' belovende ende aannemende by de- zen, ende tot afkooping van welke :; voorfz. last van onderhout der voorfz. !i ftukken Dyks, ofto wel het eunt den Overwaard aan het meergem. Dorp '5 van Ottoland, daar voor, voor zo ï3 i veel haar daar inne was concernerende, jaarliks quam te betalen, de ■;' eerst ondergefz. wegens den Over'i waard, met goedvinden, kennisfe, M en voorgaande approbatie van de B'sj Heeren Gecommitteerdens uyt den l2, i Lande van Arkel en Harlaar refpec1 tive, beloofd, en de tweede onder: ! i gefz. voor het voorn. Dorp van OtflJ toland, bedongen hebben, te betas' I len een fomme van drie hondert en IJ" I vyftig Guldens, tot twintig ftoyvers '&i het ftuk, welke zy tweede Comparanten, by en nevens de onderteeke'et| ning dezes, uyt handen van den Penlveij ningmeefterMr. Johan van Barnevelt, ii O 4 be-  ai6 HANDVESTEN, KEUREN,&e, bekennen ontfangen te hebben; en mitsdien den voorfz. Overwaard daar voor te quiteren by dezen, tot voldoeninge en nakominge van 't geene voorfz. ftaat, verklaren de tweede Comparanten in haare qualiteyt, te verbinden haare Perfonen en Dorpsgoederen, dezelve {tellende ten bedwange van alle Heeren Regten en Regteren, ende fpeciaal den Ed: Hove en Hogen Rade in Holland. Actum (was geteekent) j. v. Vechoven Subit. Watergraaf, J. B. van Hemerc 1729, M Pompe m. z. 1729, M. v. Barnevelt 1729, B. Repelaar, F. T. v. Schelluynen, L. v. Barnevelt 1729. Volgt de authorifatie van Schout en Geregten van Ottoland, op twee Schepenen, om het vorenftaande Con~ traÏÏ te teekenen. WY Schout en Schepenen van Ottoland, verklaren by dezen te  van den OVERWAARD. 217 te authorifeeren en magtig te maken de Perfonen van Jan Groen en Gerrit FJoren Ruyter, mede Schepenen van Ottoland voorn., omme uyt on* zen Name te compareren voor den Heere Subft. Watergraaf en Hoge Heemraden van den Overwaard, ende van dezelven onder haar Geauthorifeerdens quitantie, te onttangen de fomme van drie hondert en vyftig caroli Guldens van XX ftuyvers het ftuk, fpruytende ter zake van het overnemen van zeker ftnk Dyks gelegen onder Papendrecht, mitsgaders te teykenen zodanig Contraét als aan haar van den Heere Subft. Watergraaf en Hoge Heemraden wegens het kopen en overnemen van gem. Dyk zal werden vertoont, onder belofte van vryding en waring van hec gekogtè, ende voorts generaliter alles verder te doen en te verrigten, het intrest van den Dorpe allezints waartenemen en te obferveren, als daar omtrent na ftyle gerequireerd werde, en Schout en Schepenen zelfs prefent zynde, zouden konnen of vermogen te doen. O 5 Be-  *i8 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Belovende wy voor goed vast en van waarde te houden, 't geene by onze voorn. Geauthorifeerdens, in kragte dezes zal werden gedaan en verrigt, onder verband als na Regten, des blyvende zy Gtauthorifeerdens gehouden van baren ontfangsten behandeling te doen behoorlyke Verantwoording Bewys en Reliqua. Actam dezen 24 Juny 1729 (waf ge- \ teekent) dit 1*1 gefield by Cornelis Dirkfe Spek, My prefenc A. Veuge, J. H. Hermans als Schout, Dirk den Toom, Jan Cornelisz., Gerrit Jansz. Slingerlande, dit merk X gefield by jan Zwartebol, My prefent Secretaris J. H Hermans. Contract met die van aen Nederwaard over hunne hege Boezem Kade, tegen de Middel Kad? leggende. ALZO tusfchen de Ed: Heeren Watergraven en Waterheemraden van  van d*n OVERWAARD 219 van den Overwaard ter eenre, en van den Nederwaard ter andere zyde, different is gerezen ter zake het leggen van een Hoge Boezem Kade, op en tegens de Middelkade van den Overwaard, gedaan door die van den Nederwaard, zo verklaren de gem. Heeren Watergraven en Waterheemraden refpeftive, tot wegneminge van 't zelve different, ende ftabillering van de goede Harmonie en Nabuurfchap, met den anderen minnelyk te zyn geconveniëerd en geaccordeert, zo als zy conveniëeren en accorderen by dezen, dat opgem. Hoge Boezem Kade, zo als die legt, wel zal mogen blyven leggen, edog by die van den Nederwaard althoos, in 't geheel ten haren koften moeten werden onderhouden, ten minlten een voet boven het te malene water in den Hogen Boezem van den Nederwaard, dat die van den Nederwaard over de voorfz. Hoge Kade, althoos zullen hebben en houden een vry overpad, om te gaan, ryden en lyden, ook Hout en Materialen te trans •  420 HANDVESTE N, KEUREN, &r transporteren van den Dyk af, tot op en van haare verdere Hoge Boezem Kade vice verfa, over haare eygene nu gemaakte Stoep, en zullen die van den Nederwaard gehouden zyn, althoos te onderhouden, een Affchutting of Heyn op den Dam door het Warerfchap van den Nederwaard, omtrent ter piaarze daar het zelve nu ftaat, ten eynde die van den Overwaard, de Middelkade, en de voorfz. Hoge Boezem Kade, voor zo verre die langs of op dezelve Middelkade legt, tot aan den Hogendyk, onverhindert kunnen bewyden; welke bewyding en het gewas van Gras voor 'r geheel aan die van den Overwaard zal komen en blyven, zonder dat egter eenige Plantagie op de vooifz. Kade, zo verre de Hoge Boezem Kade tegen of op de Middelkade legt, zal mogen werden gezet, en zullen die van den Overwaard om de voorfz. bewyding' te kunnen doen, op de voorfz. nieuw gemaakte Stoep van den Nederwaard een bekwaam Heyn of Affchuttinge mogen zet-  van ben OVERWAARD. I2t zetten, met een bekwaam Hekken, dat door die van den Nederwaard, ten alle tyden, bekwaameiyk kan werden geopend, om door te gaan en te ryden Mee welk geconveniëerde en geaccordeerde 't voorfz. different is komen te cesferen, belovende Parthyën ten wederzyden, 't vorenltaande voor nu en althoos te zullen onderhouden en nakomen, en doen nakomen, onder den verbande als na Regcen. In oirconde geteekenc den lojuny 1743. (onderpond en was geteekent) A. Stoop, L, Boon, G. Leeuwen van Wusthuyzen als Secretaris en Penningmeefter. (Lager ftond en was geteekent) E, Vor.ck Subftiruuc, M. Pompe, M. v. Barnevelt, A. Boon, Leendert van Tetterode, W. H. v. Barnevelt. RE-  aaa HANDVESTEN, KEUREN, &c. Refolutie genomen by den AlblasferOver- en Nederwaard, over het Heken van Hulpgaten en het al of niet toetempelen der Sluizen in cas van Inundatie. Mftnt de Heer Watergmaf ytcboven en de Heer van Leiden. Collegialiter vergadert op Papendrecht den 22 February 173- • daar toe verzogt en befchreven zynde, van den Heer Dykgraaf van den Alblasftrwaard. EER-  van den OVERWAARD 223 I? ERSTELYK lïelde de Heere \j Dykgraaf van den Alblasférwaard voor, de reden van de By« eenkomfte gefundeerc, of niet nodig was by de refpective Collegien eenparig de nodige Refolutie wierde genomen, en beraminge vast gefield, hoe te handelen ten tyde van Inundatie van den Alblasferwaard, waar mede die in het aanflaande dooiweer en losgaaninge van het Ys, daar de Rivier roede bezet is, gedreigt word, en wel fpeciaal over het fteken van Hulpgaten, waar, en hoe, ook het tempelen of niet tempelen der Sluizen, waar over zedert eenigen tyd veel discrepanfen waren, zo onder de Leden van de Collegien als Ingezetenen van den Waard. Den Heer Dykgraaf, na dat die in den zyne met de Heeren Hoog Heemraden van den Alblasferwaard gebefoinjeert en gedeiibereert hadde, gelyk de Water Collegien ieder in den haren mede deden, advyfeerde gemelde Heer voor het Collegie van Dykgraaf en Heemraden in voegen, dat  Z24 HANDVESTEN, KEUREN, &c. dat alhoewel hec oude gebruik was de Sluizen re tempelen, nogtans de ondervinding leerde, dac men die niet altyd moeste gefloten houden, en daarom drie groote faken ftelde, eerftelyk dat een Inundatie vallende boven den Zouwendyk, men, zo haast daar van kennitfe was genomen, en daar by wiste de grootte van een zo gevallen gat, voor een vast befluic behoorde te ftellen, om na mate te fteken een of twee fufficante goede diepe en ruime Hulpgaten, onder Papendrecht en Alblasferdam, en wel aldaar in de Dyken voor de Wielen, om redenen op die plaatze zo een werk mee fpoed kan werden voibragc, ter oorzake de aarde zo in de Wielen van binnen, als buiten in de Rivier haaftig opgeworpen kan worden, dus gemelde gaten aldaar, diep en na den eisch, en in behoorlyke ordre, in korte dagen kunnen werden gemaakt, alles gefundeerc op de ondervinding in den Jare 1726, en daarom wel op voorn, plaacze, alzo de twee Hulpgaten by Alblasferdam en  van den OVERWAARD. 225 en onder Lekkerland ter dier tyde niet voldoende waren, ook veel tyd en koflen mede was verfpild, ter oorzake het weg transporteren der aarde, door welkers af kruimeling, en het hoog zyn der gronden van binnen en buiten, die gaten van weinig effect in uitwerping van water zyn geweest, en dus aan de verwagtinge niet hadden voldaan, als toen is verder gezien en ondervonden een Dyk, waar in geftoken is een Hulpgat, niet afloopt, waarom het Collegie geen difficulteit maken kan de gemelde Hulpgaten niet te fteken in Dyken om Wielen als voorfz. Dat verder het Collegie van gedagten is, zo haast men zag de voorfz. Hulpgaten van effecT: waren, dan de Sluizen alle open te zetten, en het eene en andere zamen te doen, en laten werken na bevinding van zaken. Dat wyders gevallen en rampen ko« mende aan de Sluizen, over den Gemenen Waard zouden behoren te werden gedragen, en voor derzelver gemene Rekening herftelc. P Ten  2a6 HANDVESTEN,KEUREN,&c. Ten laatften dat gevallen en Dykbraken komende beneden den Zouwendyk, men als dan behoorde te handelen volgens hec aloude gebruik, den Waard van agteren digt en geen Hupgaten, ziende hoe het zig toedroeg, de Sluizen getempelt, en zo betragten de breuken ten fpoedigfte re bevangen en herftellen. Het Collegie van den Overwaard conformeerde zig met het wel en goed uitgebragte Advis, met by voeging dat een Ysdatn vast zittende en vriezend weer blyvende met hoog water, en daar door een Breuke vallende, met geen apparentie dat zo een Ysdam haast ftond door te gaan, men als dan zo wel met een Inundatie , vallende beneden als boven den Zouwen, op gelyke wyze behoorde te handelen . in het (teken van Noodga-en als in voege voorfz., dog den Dam (taande af te fcbieten by aanhoudend dooiweer, men als dan weder behoorde te blyven by het aloude gebruik en uitgebragte Advis als voorfz., en verder te beheeren de Slui-  van den OVERWAARD. 227 Sluizen na bevinding van zaken, waar over als dan in allen fpQed met de refp. Collegien geconfereert kan worden. Hec Collegie van den Nederwaard conformeerde zig mee de beide Advizen, en mee by voeging, dac alvorens pofitief te Refolveren over het openlaten der Sluizen in beide de voorfz. gevallen, daar eersc de Dorpen op behoorden en moeiten werden befchreven, om haar confent te vragen. Verders wegens het gemeen dragen der ongevallen en fchaden, komende als dan aan de Sluizen en gevolgen van dien, dat daar in zo wel die van boven als beneden den Zouwen moeten komen en laften Mergentaals gelyke, als zynde in zo verre dan tot gemenen dienst open, en om dit laatite voorftel de Heeren van boven den Zouwen voor te houden, zyn verzogc de Heeren van Meeuwen, van Crimpen, en Spyert, waar op geconcludeert is, de Advizen van de Wacer Collegien in agc te nemen en de Dorpen te befchryven. P 2 DEN  az8 HAND VESTEN, KEUREN, Sec. DEN 4 April 1731, op de Rekening van den Alblasferwaard, alwaar zig ingevolge de affpraak met de refpective Collegien, gehouden op Papendrecht den 22 February 1731 , zig Collegialiter hebben laten vinden, alle drie de Collegien voorfz,, zo is ingevolge voorn. Refolutie, aan alle de Dorpen van den Alblasferwaard, die daar op befchreven waren, door den Heere Dykgraaf van den Alblasferwaard voorgefteld, het Refultaat van de Befoignes den voorfz. 22 February 1731 tot Papendrecht gehouden, waar op by otnvraging aan de Dorpen, veele wel eenige confideratien hadden, maar alle van weinig importantie, zo bleef het algemeen gevoelen, zig te conformeeren met het geredeneerde van voorfz. Collegien, dus gerefolveert is Hulpgaten re fteken, en de Sluizen na bevindinge van zaken by het vallen van Inundatie boven den Zouwen open te laten, en te blyven verder by het oude gebruik wegens Inundatie beneden den Zouwen, niet te  van den OVERWAARD. 229 te min de confideracien van den Overwaard wegens het vallen van Inundatien by vriezend weer in agt te nemen, en verder, alzo op alles geen vast befluit te nemen is, zyn de Collegien refpective verzogt te handelen na bevinding van zaken. Aftum Dordrecht den 4 April 1731. Refolutie by de twee Collegien van den Over en Nederwaard genomen, omtrent de exoneratie van het water van de Inundatie 1744. Vergadering gehouden door de P 3 Hee-  33o HANDVESTEN, KEUREN,&e. Heeren Subftituut Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard, mitsgaders de Ed: Heeren Watergraven, Waterheemraden en Hooge Waarsmannen van den Nederwaard, in den Elshout in dato 4 April 1744. DE refpeétive Coltegien van den Over en Nederwaard, zo veel mogelyk betragtende het algemeen welwezen van voorgem. Diftriclen, zyn heden gezamentlyk,, toe beraming van zodanige expediënten, welke zouden kunnen (trekken tot fpoedige exoneratie van het water, door de Inundatie, in dato den 12 Maart veroorzaakt, met den anderen in conferentie geweest, en hebben na rype deliberatie gerefolveert: Dat de Voormolens zo van den Over als Nederwaard, terltont in hun gemaal zullen werden gebragt, om dus, terwyl de refpeétiveLage Kadens nog niet zyn belopen, uit de gemene vloed te malen. Dat  van dbn OVERWAARD. 23- Dat in de Middelkade van den Overwaard, zo haast doenlykis, op de bekwaamde plaaczen, zullen werden gegraven diverfe gaten, omme daar door te meer water voor de Lage Sluizen van den Overwaard te brengen, en in de Rivier te losfen, zullende de koften hier omrrent te vallen, door den Over en Nederwaard gedragen werden half en half, en mitsdien gemeen zyn. Dat de Overwaard de vryheid zal hebben , om het Overwaards water te laren lopen door gaten, by hun Ed: daar toe te graven in de Kadens of Waterkeeringe van de Ammerfe Brug Zuidwaards aan, tot de Vliette Brug, en van daar nederwaards aan, langs gemelden Nederwaard, zodanig die van den Overwaard zullen oordelen te behoren, zullende de koften hier omtrent te vallen, gedragen worden by die van den Overwaard alleen, en mitsdien niet gemeen zyn. Dat zodanige gemene Waterloop en Lozing zal blyven concinuëeren P 4 tot  2,32 HANDVESTEN, KEUREN, &c. tot zes duim onder het Maal Pyl van den Nederwaard, of zo veel min of meer als door de diening van de Rivier en Winden, tot gemeen welwezen vereischt zal worden. Dat wanneer de gem. gemeenfchap geoordeeld zal worden te moeten cesferen, dat als dan het wederom digt maken van de geltoken gaten, gelykelyk zal moeten werden ondernomen, zodanig, dat de bovenfte gaten door den Overwaard moeten digt gemaakt zyn, voor, of gelyk met die van de Middelkade, alleenlyk om den anderen hier door geen het minfte nadeel toe te brengen; ten welken einde zo lang de gemeenfchap duurt, geene Binnen of Lage Molens zullen mogen malen, ten ware zulks wederzyds dienftig mogte werden geoordeelt. Dat de refp. Collegien, ieder uit de hunne zullen committeeren Heeren Commisfarisfen, om vooreenigen tyd in den Elshout prefent te zyn, ten einde dit gerefolveerde promptelyk te doen executeren, en verder na  van den OVERWAARD. 233 na bevinding van zaken daar alles mee den anderen te reguleren, dat na redelykheid zal geoordeeld werden te behoren , werdende daar toe door den Overwaard gecommitteert de Heeren Subft. Warergraaf E. Vonck, A. Boon, en Mr. Jan van Nooten, Waterheemraden van den Overwaard; eu door den Nederwaard, de Heeren Watergraven Stoop en Boon, mitsgaders de Hoge Waarsmannen Snoek en Zuydam. Laatftelyk is nog tot ftabileering van de goede Harmonie, Nabuur- en Vriendfchap, geconvenieert, dat fchoon de gemeenfchap zo als dezelve alhier is geftelt geworden, mogte zyn gecesfeert, daj: den Overwaard eerder droog zynde, den Nederwaard in alle redelykheid met hunne Voormolens zal helpen droogmalen, zonder hier omtrent iets ten laften van den Nederwaard te zullen pretenderen, zo wegens breken, flytagien van Voormolens, als anderzints, gelyk de Nederwaard eerder droog zynde als de Overwaard, hec zelve met den Overwaard heeft P 5 ge-  &34 HANDVESTEN, KEUREN, &c. geconvenieert reciproquelyk te zullen prefteren, (was geteekentj E. Vonck Subft., W. van Gennip, M. Pompe, M. v. Barnevelt, A. Boon, Leenden van Tetterode, W. H. v. Barnevelt. Refolutie, genomen by de Ed: Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, en de Heeren van' het Collegie van den Overwaard, over de Voormolens. OP den %i Mei 1739, hebben de Heeren Commisfarisfen van Arkel en Heriaar, en de Heeren van 'c  van den OVERWAARD. 235 ' *t Collegie van den Overwaard gej refolveert, dat Commisfarisfen uit f het Collegie van den Overwaard zou1 ! den werden verzogt en geaurhori1 feert, om in loco met Schout en i Geregte van Lekkerland, op appro* I batie vün de Ed: Heeren Commisfa1 risfen van Arkel en Herlaar, te hanI delen over de Poincten in de MeI J morie vervat, en aan het Collegie s| van den Overwaard overgegeven, Ifi rakende de Lekkerlandfe Siuis, en A het twee hoog malen, breder in de 'I voorfz. Memorie ter nedergelleld, -A gelyk ook de Heeren Commisfarisfen, 'c uit het Collegie te committeren, me]5fli de werden verzogt en geauthorifeert, il om Projecten en^ Bellekken wegens hl het Hellen der Voormolens te mail ken, en dezelve geformeert zynde, 'cl aan de Heeren Commisfarisfen van i den Lande van Arkel en Herlaar en 'I verdere Heeren van het Collegie )| communicatie te geven, om daar van m gebruik te kunnen maken met ap]h\ probatie en goedvinden van meergeld melde Heeren Commisfarisfen van V| Arkel en Herlaar. En  236 HANDVESTEN, KEUREN, &C. En ten oirconde geteekent datum als voren, (was geteekent) F. van Hurck, E. Vonck Subft., Joh. H. Verboom, J. Bollaan, M. Pompe, M. F. N. Ouwens, M. v. Barnevelt, Leendeit van Tetterode, A. v. Hoey, J van Noten, W. H. v. Barnevelt. Nadere Refolutie, genomen by het Collegie en Heeren Commisfarisfen van Arkel eh Herlaar, over het zetten van Voormolens, en verdere ordre daar omtrent gemaakt. Col-  , VASf den OVERWAARD, 237 Collegialiter vergadert in den nf i( ,' > «wz "'t'Vi zü ds/z 19 'i '-' 't de * - ' ' «WW - 1 < - ^ - '-ar toe befchreven. Ingevolge &c. Verder zo is by en tusfchen Heeren 1 Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, :en het Collegie van den Overwaard, igerefolveert en gearrefteerr, endaar van gemaakt Afle, luidende als volgt: De Heeren van het Collegie van :den Overwaard hebben aan Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar igecommuniceert, de eenparige inclinatie van alle de Dorpen in den Overwaard, tot het ftellen van Voormolens , en het verzoek daar toe ge,daan by derzelver Declaratoir in de lAtteftatie van den 8, 11 en 13 Ju'Py 1739- aan het einde dezes geinifereerd, na dat bevorens door de Irefpeftive Schouten ieder in den zyne daar  a38 HANDVESTEN, KEUREN, &C. daar over waren gehoort de Gefworens, Geregten en Ingelanden, en hebben na verfcheide gehoudene conferentiën, mee eenparigheid goedgevonden en verdaan, dat in afwagtinge van eene gundige difpofitie van hun Ed: Groot Mog: op het verzoek van remisfie door de refp. Schouten en Geregten van de Dorpen in den Overwaard, tot het vinden van de nodige onkoften gedaan, ten eerden zal werden geprocedeert om alles te prepareren en te matureren tot het kunnen ftellen van twaalf Voormolens, en werden de Heeren die bereits uit het voorfz. Collegie by Refolutie van den 22 Mei dezes Jaars zyn gecommitteert, ten fine als in de voorfz. Refolutie gemeld, daar en boven verzogt en gecommitteert, om op de bedekken van de voorfz. Voormolens accurate ciering te doen maken, als mede om naukeurig te examineren de plaats, alwaar dezelve zouden behoren te worden gedeld, de grootte van den Boezem daar toe nodig, en hoe dezelve Landen best mag-  van den OVERWAARD. 239 magtig te worden, en waar mede belast zyn, zo in opzigte van de Verponding als anderzints, doende van hunne bevinding fchriftelyk Rapport , om het zelve gezien en overwogen zynde, daar op by Commisfarisfen van Arkel en Herlaar en het Collegie als dan gerefolveert te worden , zo als ten gemeenen nutte en dienHe zal geoordeelt worden te behoren. Voorts is by het Collegie overgegeven , gelyk door het zelve meermalen is gedaan, en werd dienvolgende by dezen gearrefleert en vastgeftelt, dat nog ter zake van het ftellen van Voormolens, nog ter zake van derzelver beheering in het vervolg, over Befoignes ordinairis of extra ordinairis Vacatiën, Reis of Teerkoften . by den Watergraaf, Heemraden, Penmngmeefter of Bode, iets gepretendeert, geprofiteert, of tot laste van den gemenen Waard zal mo> igen werden gebragt, maar alle het I zelve begrepen en gedaan moeten werden op het ordinairis Traétement, by ieder Lid refpective tegenwoordig ge-  2,40 HANDVESTEN, KEUREN, &c. genoten werdende, dog de Reiskosten en Verteringen, welke nu ter gelegenheid van het ftellen van de voorn. Voormolens, by hec Collegie, of deszelfs Commisfarisfen moeten gedaan worden, zullen in alle moderatie geleden en vergoed werden, zullende aan het Collegie daar en • boven eens een Douceur werden gegeven, voor hunne extra ordinairis moeite in het zetten der Voormolens, zo als het zelve door Heeren Comm^farisfen van Arkel en Herlaar zal werden gemodeieerc en gearrefteerc, hec welk aan ieder Lid, pro rato van zvne gedane dienden, door voorfz. Commisfarisfen zal werden roegevoeet. De Penningen tot het ftellen van de voorfz. Voormolens nodig, zullen gevonden worden by Negotiatie tot lafte van den gemeen en Waard, zo nogtans, dat het ieder Dorp of DiftriéV vry zal ftaan, om haar quota zelfs te fourneren, waar van dan zullen ontfangen ordinairis Obligatien, en profiteren de lntresfen als alle andere Hou-  van den OVERWAARD. 241 Houders, maar op dat daar door geen corfufie werde veroorzaakt, er) hec Collegie in onzekerheid zy, of en welke Dorpen hunne quota zullen opbrengen, zo zullen de Schouten en Geregten van ieder Diftrict binnen den tyd van drie weken, na dar aan dezelve door het Collegie aanfchryving zal wezen gedaan, by refcriptie zig aan het gem. Collegie moeten declareren, of hunne quota op de gefielde tyd zullen fourneren of niet, en in cas dat niet refcriberen binnen den voorfz. tyd, of ongenegen waren om het vooifz. fournisfe» ment zelfs te doen, zal die quota by het Collegie van anderen opgenomen werden. De Obligatien van de gelden als voren te negotiëeren, zullen by hec Collegie gedepecheerd werden ordinario modo, tegen Intrest van twee en een half percento in het Jaar, vry van loofte en 20ofle Penn., dog zal hec Montant van de Negotiatie met Commüfarisfén van Arkel en Herlaar telkens moeten werden geteguleert en vast geilek. Q Nog  a4* HANDVESTEN,KEUREN, &e. Nog werd voor onverbrekelyk vast geftelt, dat gedurende den tyd van de retni?fie welke tot het zetten van Voormolens verzogt wordt, en waar toe alle meest kragtige devoiren zullen werden aangewendt om de zelve te verkrys^en, de Omflagen van hec gravegeld extra ordinaires, zodanig zullen werden gedaan en genomen , dat daar uit niet alleen de Jaarlykfe Intresfen van de voorfz. Capitalen gevonden, maar dat boven dien daar uit Jaarlyks zodanige fommen op het Capitaal zelfs afgelost zullen kunnen werden, dat by het expireeren van de remise, den Waard van de voorfz. genegotiëerde Capitalen zal gequeten en afzyn En dewyl de gelden als voren te negotiëeren van groote importantie zullen wezen, en her derhal ven van de uiterfte noodzakelykheid is, dac omtrent de manuantie van dezelve, den Waard fecuur werde geftelt, zo is goedgevonden, dat den Penning» mpefter voor de manuantie der voorfz. Geldon, perfonele Borg zal moeten ftel-  van den OVERWAARD. 243 ftellen tot genoegen van Commisfarisfen van Arkel en Herlaar en het Collegie, onder renuntiatie van de Beneficiën, de Borgen anderzints na Regten vergund, met dien verftande nogtans, dat de Borgtogten, dewelke ten behoeve van den Penningmeefter zyn geinterponeerd, hier door niet zullen worden gealtereert of vernietigt, maar in allen deelen blyven in zyn geheel, en ingeval den Penningmeefter daar aan binnen den tyd van een maand, na dat hem de Borgtogt door het Collegie is afgevordert, niet voldoet, zo zal het Collegie op approbatie van Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, iemand toe de mmuantie van voorfz. Gelden authoriferen en qualificeren, onder behoorlyke Borgtogt als voren , des zal evenwel den Omfang en Uitgaaf daar van in de Penningmeefters Rekening gebragt werden, dog de Verantwoording van de poften tot lasten van zodanige Gequalificeerden blyven. Q 2 , (Voor  a44 HANDVESTEN,KEUREN,&c. {Voor dezen Post ftaat in margine) Den Subftituut Wat er graaf'Vonck beeft wegens den Heere Watergraaf op dezen Post gefufiineert, dat ingevattc de Heer Penningmeefter de Graaf de borgtogt in dezen gerequireert niet kwam te fielten, gemelde He$r Erf Water graaf alsdan gtqualificeert zoude zyn, iemand tot de manuantie der Gelden aantefiellen, onder limitatie in dit Artikel geinfereert, en onder \, die protefiatie dit Artikel te advoueeren. De Penningmeefter of Gequalificeerde zal van den ontfang van de te negotiëeren Gelden, genieten een half percento, en zonder meer, uit geen oorzaak hoe ook genomen, dog voor de aflosfing en verdere beheering van de Penningen niets. ïn de ordinaris Reekening van den Penningmeefter zullen twee byzon* dere capictelen gehouden worden, een  van den OVERWAARD. 245 een van ontfang, en een van uitgaaf, welke tegen den anderen zullen geliquideert werden, zonder dat met andere poften van de Reekening zullen mogen werden vermengt, en (zullen in die voorfz. refpective capittels gebragt werden alle poften zo van ontfang als uitgaaf, welke de Voormolens concerneeren, uit wat hoofde dezelve zouden mogen wezen, ten einde het werk van de Voormolens en de onkoften daar van, altyd als in eenen opflag kunnen gezien en nagegaan werden. En nademaal het nodig zal wezen, dat tot voorfz. Voormolens Molenaars werden aangeftelt, en boven dien een bekwaam Perfoon werde geauthorifeert, om het opzigt over de Molenaars, en voorts over het geheele werk van de Molens en Voorboezem te hebben, zo is ten dien opzigte goedgevonden en gearresteert, dat de Molenaars door het Collegie zullen werden aangeftelt, en dat het Collegie een nominatie van twee bekende Perfonen aan Heeren Q 3 Com-  246 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Commisfarisfen van Arkel en Herlaar prefenteren, waar uit dezelve een Perfoon tot Opziender zullen eligeren, en werden tot het concipiëeren van een Reglement op de voorfz. refp. Bedieningen, verzogt en gecommitteert dezelve Heeren , die by voorfz. refolutie van den 22 Mey 1739 zyn gecommitteert, om het zelve nagezien dan finalyk te worden gearrefteert, zo als ten meeften dienfte van den Overwaard zal geoordeelt worden te behoren. Declarerende wyders Watergraafen Waterheemraden van den Overwaard, dat zyde beheeiing der flooten en grippen, overlaten aan de Regenten ieder in zyn Diftrift, zynde die beheering door het Collegie nooit gefuftineert. Zullende verder al het geene door Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar en het Collegie hier voren is gearrefteert, en nog gearrefteert zal worden, door hec Collegie werden geexecuteerc. Volgt  van den OVERWAARD. 247 Volgt het Declaratoir van de Dorpen. WY ondergefz. Schouten en Heemraden of Geregten van alle de Dorpen gelegen in den Overwaard onder den Alblasferwaard, verklaren by dezen op de Eeden Amptshalve gedaan, dat bevorens, dat op de naam van de Dorpen in denzelven Waard in de maand IVJey dezes Jaars 1739, nader Request is geprefenreert aan de Ed: Groot Mog: Heeren Staren van Holland en West Vriesland, om te erlangen gratie tot remisfie van ordinaires en extra ordinaires Verpondingen , voor zulke Jaren als by dat Request ftaan uitgedrukt, en ontheffing van eenige andere Laften, omme voor de Gelden by zulke remisfie te genieten , door Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard, met kennis en onder opzigt van die daar over directie hebben, en die wy daar toe verzoeken, te ftellen Voormolens tot twee hoog malen, de Regenten Q 4 ieder  a48 HANDVESTEN, KEUREN, &a ieder in zyn Dorp, by de In en Opgezetenen heeft onderftaan de intentie daar omtrent, en in hec generaal by allen bevonden te zyn een hoge noodzakelykheid om die Voormolens te hebben, en dat zy een uiterfte verlangen hadden om dezelve te verkrygen, edog het eeniglte voorwerp no* pens het Helen was geweest der In en Opgezetenen, dat zy door veele fiegte Jaren en het droevige toeval van het bezetren in dit Jaar van de Landen met water, in alzuike armoede waren, dat zy de lallen tot het Hellen van Voormolens niet konden dragen, of eenigzints te vinden willen, als met aan den Souverain op het oocmoedigfte ce bidden om remüfie van Lallen, en daar uic hec geld cot de koften te vinden. Gelyk wy voor ons zelfs generaal ten volle eens en overreed zyn, dat het ftellen van Voormolens, een zaak van de groorlte noodzakelykheid is, en zonder welke den Overwaard niet in ftaat gehouden kan werden, maar na alle apparentie in korte Jaren zal verdorven en te niette zyn. Dit  van den OVERWAARD. 249 Dit na waarheid gedeclareerd en i ondertekend den 8, 11 en 13 Juny ; 1739, was geteekent Cornelis Spyk I als Heemraad van den Banne van Go* j rinchem, voor my en andere Heem1 raden, zynde de Sch >ut abfent, Wou1 ter de Gelder, Schout van Arkel, voor , ji myende Gezworens,G. v.Houweling ; 1 Schout van Scielluinen, voor my tn de ■ ] Gezworens, J. de Groot Schout van i I Hoogblokland, voor myendeGezwo- • 1 \ rens, M. v. Barnevelt als Schout van 'M Noordeloos, voor my en de verdere iD Geregten, E. Vonck als Schout van Giesfennieuwkerk, voormy en de verijl dere Geregten. Nicolaas Rom Ru- • )I dolfsz. voor my en verdere Geregten, id Cornelis Brooshooft als Schout van c 3 Giesfen Oudekerk, Bovenkeik en Peur- 4 fum, voor my en de verdere Heemra1>S den, A. Veuge St, Schout, voor my c3s zelve en Waarsman en Schepenen ui van Ottoland, Rogier van Slype, als ,4 Schout en ten verzoeke van de Ge:ta| regten van Oud en Nieuw Goudriaan ■A enLanguerak, G. Byland als Heem:l 1 raad van Ameyden, voor my zelve en it ij voor myn Zoon den Schout die abfent Qs is«  *50H ANDVESTEN, KEUREN, &c. is, als mede voor den Heemraad van Thienhoven, P. Boellaard als Schout van Meerkerk, voor my en verdere Heemraden, Leendert van Tetterode als Schout van Hardinxveld, voor my en verdere Geregten, J. van Noten als Schout, en voor de verdere Geregten van Gelkenes, Aromers Graveland, Agterland en Peulwyk. Aldus goedgevonden en gearresteert by en tusfchen Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, en het Collegie van den Overwaard, in den Elshout befchreven en vergadert, op heden den 20 Jury 1739. ( onderjloni en was geteekent) wegens Arkel, F. van Huick, J. Bollaan, N. Ouwens, A. van Ho^y, wegens Herlaar, H. Smith, F. v. Hoeven, W. v. Ryp, E. Vonck Subft., Joh. H. Verboom, M. Pompe m. z., M. v. Barnevelt, Leenden van Tetterode, J, v. Nooten, W. H. v. Barnevelt. Wyders door Heeren Commisfarisfen van Arkel, Herlaar en het Collegie gerefolveert, om de nieuwe Voormolens in den Elshout te hefteden den 17 July, en dat inmiddels de Gecom- teer-  VAN DUN OVFRWAARD 251 mitteerdens uit het Collegie, de Heeren Vonck, Pompe en Barnevelt, met den Fabriecq de Haan, zouden concipiëeren en in gereedheid brengen de Bedekken van dien, om dezelve den 4.Juny 1739 te Gorinchem in den Doele, door voorn. Heeren Commi'fari fen en het Collegie te refumeeren en arrefteeren, voorts dat voorn. Befteeding by Couranten en Biljetten te denunc'ëeren , zoude werden verzogt. ( was geteekent) E. Vonck Subft., Jo!'. H. Verboom, M. Pompe M. z., M. v. Barnevelt, Leenden van Tetterode, J. v. Nooten, W. H. v. Barnevelt. Lontract met die van Lekkerland, over het maken van den Hogen Boezem voor de foor molens, het overnemen van een Sluis, en niet mogen teelen by de Molens , met de approbaüen daur op gevolgd. DP huiden den 20 Juny »739, compareerden voor my Martinus Me-  a5* HANDVESTEN, KEUREN, &c. Mekern, openbaar Notaris, by den Ed: Hove van Holland geadmitteert, binnen Gorinchem redderende, tot het pasferen van dezen door Schout en Geregten van Nieuwlekkerland, onder hare' Jurisdictie gequalificeerd, ter prefentie van de nagenoemde Getuigen , de Heeren Eliza Vonck Subftituut Watergraaf van den Overwaard, Mr. Martinus Pompe, en Martinus van Barnevelt, Waterbeemraden van den zeiven Overwaard, als Gecommitteerdens uit het Collegie van de Heeren Watergraaf en Waterheemraden van den voorfz. Waard, by Refolutie van het Collegie en Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar daar toe genomen, óp Giesfennieuwkerk den 22 Mey 1739, ter eenre, mitsgaders de Heer Cornelis Jongeneel Schout, Ary Janfe Waartsman, Jan Erkelens, Melis Streefland, Ary Boerman, Cornelis Geerloffe, Pieter Cornelis Boer, en Huyg Willemsz., Geregten van Nieuwlekkerland, ter andere zyde; dewelke verklaarden met den anderen op den 26  tan den OVERWAARD» 253 aö Mey 1739, in den Elshout te zyn vergadert geweest, en na nauwkeurige Infpectie en ryp overleg te zyn overeengekomen, nopens de feparatie van den Ouden Boezem, zo te maken, dat daar op door die van den Overwaard en die van Lekkerland, ingevalle wanneer het werk volmaakt zal zyn, ieder feparaat te malen, en om zo te konnen komen tot het ftellen van Voormolens, om twee hoog te malen, gecontraéteert te hebben ia volgende voegen. Eerftelyk dat op het Weer gelegera ïn den Ouden Boezem genaamd den grooten Heer, een halve Roede van den ooften Sloot, en te fluiten tegen den Hogendyk, en zo voorts tot op de Kade van den Overwaard, gelegen tusfchen den voorfz. Ouden en Nieuwen Boezem van den Overwaard, zal werden gelegt een Hoge Boezem Kade, aanlegs na mate de te bepalene hoogte, die zal moeten zyn, drie Voeten boven het hoogfte Peil, dat de Voormolens van Lekkerland of den Overwaard zullen geftelt worden op te  AJ4 HANDVESTEN, KEUREN, &e«, te malen, zogenomen, dat gerekent is een en een halvo Voer voor het zakken, en dat dus die Kade blyven zal een en een halve Voet boven dat peil, op zyn ljf breed twaalf Voeten, en ten wederzyden loop tot drie Voeten op de Voet hoogte, met een bekwame ronre, zo over den loop als over den kruin der Kade, na eisch van alzulke werken, de aarde daar toe te halen ten ooflen van een Sluisvliet, die aldaar zal gefchoten werden , een Voet dieper als het ftortebet van de Sluis, welke door die van Lekkerland in den Hogendyk zal worden gelegt, en ter breette van zeitien of meerder Voeten, ra dar de aarde bekwaam is om rot de Kade re verwerken , voor de eene helfr ten oosten, ende andere helft ten weiten, daar die by den Overwaard werd aangewezen, de voorn. Kade daar die moet komen door Weteringen en Sloten te leggen tusfchen fufficante Rysbermen , wyders op het einde der voorfz. Kade, over de Kadens tusfchen den Ouden en Nieuwen Boezem voorn.  van den OVERWAARD 255 tij. ■ • . . »,. • ii voorn., te leggen een Kade als voren, te fluiten tegen de Molenwerf ten einde de kromte van deze Kade by die van Lekkerland aangewezen, i, i dat de voorn. Kade van den Hogendyk af, tot tegen de. te maken Molenwerf, . in voegen voorfz. zal befleedt, geils maakt, en beta?lt werden by die van den Overwaard en Lekkerland ieder i! voor de helft, en dat het onderhoud, & op blyvende hoogte en zwaarte, den ff Overwaard met haar eige aarde, ter t- keure van die van Lekkerland zal moeia ten dragen en lallen, de Ruigt en ;> (Bagger door het fchconmaken van de tr vooriz. te makene Vliet uitgehaald rct iwerdende, zal op deri Berm van deei- se Kade mogen werden opgehaalt os- en gelost, des dat de Bagger werde :i, Igelegt tegen of in den loop der Kade, :> :en genoegen van die van den Overii6 waard, zonder dat die van Lekkeren hand daar door regt van opflag zullen 13 i/erkrygen. leffj Die van Lekkerland, of die van li? :ïen Overwaard, t' eeniger tyd refoljj merende drie hoog te malen, zo zal r.l den  a56 HANDVESTEN, KEUREN, &c den geehe die daar toe eerst refoH veert, de voorfz Kadens ten zynen kofte moeten hogen, en in hoogte, aanleg en loop, na mate en in voege als boven den aanleg is gereguleert, en onderhouden, tot zo lange als de andere mede refolveren wilde, op die hoogte te malen, als wanneer den Overwaard, 't zy of die de eeifte, of de laatfte tot het hoger malen is gekomen , de Kadens dan tot zyne lanen Zal moeten nemen, en de beteelinge, grond en eigendom, zal verblyven aan den Overwaard, die daar toe aan den Dyk zullen vermogen te doen de afheminge, en die van Lekkerland aan hare re makene Molenwerf, zullen moeren doen de afheininge ten kenre van den Overwaard Wyders zullen die van Lekkerland, aan en ten behoeve van den OverWaarH, het afgetreden gedeelte tot den Ouden Boezem, waar op zy geinalen hebben, en ook cedeeren, overgeven en laten aan den Overwaard haare Dorpslluys. met alle zyne g* voken, en dewyl die van Lekkerland & moe*  van den OVERWAARD. 257 moede hebben een andere Sluis, zo was expres gedipuleerc, toe voorkoming van alie cavillatiën, die zouden konnen vallen, wanneer tot kollen van den Overwaard een nieuwe Sluis gemaakt wierde, dat door die van den Overwaard, en die van Lekkerland, ieder een Perfoon zoude werden genomineerr, die met den anderen zouden reguleeren en bepalen, wat fom van Gelde die van den Overwaard zouden voldoen aan die van Lekkerland, ten einde zy daar voor konden doen maken een Sluis, in lengte, diepte, zwaarte, fondeeringe, hoofden binnen en buiten, daar toe te leggen vingerlingen en dammen, opgravinge als anders nodig, zodanig dat hec zelve Dorp daar van bekwaam ko"de wezen bediend, met magt aan de voorn, twee Perfonen, om in cas zy den anderen niet konden verdaan, een derde hy haar te asfumeren, en was daar op, en daar toe van wegen den O er waard gedeld den Fabricq Huyberr de Haan, en van Lekkerland Cornelis de Man, Mr. Timmerman R op  a58 HANDVESTEN, KEUREN, Scci op Charlois, welke gem. twee Perfonen dan ook infpeétie hebben genomen op den Lekkendyk beneden Paal 160, plaats, alwaar de nieuwe te makene Sluis zoude werden gelegc, en alles nauwkeurig nagezien, overwogen en gecalculeerd, hadden gereguleert en vastgeftelt een fom van twaalf duizend Guldens, dewelke door die van den Overwaard aan die van Lekkerland zouden werden betaalt, waar van de voorn, twee gedelde Perfonen ook uitfpraak hadden gedaan, in prefentie der refpective Comparanten in dezen, die daarmede vergenoegd geweest waren, en mitsdien die van den Overwaard verpligt, die twaalfduizend Guldens aan het Dorp ven Lekkerland te voldoen, en die van Lekkerland, omme van haare tegenwoordige Sluis afteftaan, en tot haar zelfs laden en refico een andere Sluis tot haare ontlading van water te maken, zonder ter dier oorzake, nu, of t' eeniger tyd iets anders of verder tegen of tot laden van den Overwaard te konnen of mogen fudi- ne-  van den OVERWAARD* «59 neren, gelyk die van Lekkerland dan vervolgen? ook den Dyk waar in de Sluis zal werden gelegd, op baar en tot haare lallen, tot zo een lengte als daar roe nodig wezen zal en haar zal werden aangemeten, nodig zullen hebben, zullende de voorfz. fomme van twaalf duizend Guldens door den Overwaard werden betaald in drie epuale termynen, namenclyk vier duizend Guldens zo dra het fondament of grondflag van de nieuw te jnakene Sluis zal zyn gelegt, weder vier duizend Guldens als de voorfz. Sluis gemetzelt en gemaakt zal zyn, en de laatfte vier duizend Guldens zo dra de oude Sluis door die van Lekkerland aan en voor den Overwaard zal zyn afgedaan en overgelaten, en het geconveniëerde in dezen gemeld zal zyn voltrokken, omme waar toe te komen, en het werk ten effeéte te brengen, ten eerden, imrrers zo dra doenlyk zal moeten werden beponnen, de Bedekken daarna alzo gereguleerd, dat het maken der Kaders fchielyk werde ter bande genomen, en ten R & fpoer  26o H AND VESTEN, KEUREN, fpoedigfte volmaakt, is'tdoenlyk voor October 1739 volkomen voltrokken. En dewyl by die van den Overwaard Hellende Voormolens, nodig is te hebben in eigendom zeker ftuk Land groot vyf Mergen drie honderd vyf en twintig Roeden, gelegen onder Lekkerland, toebehorende Arien Jasperfe, zo zal daar over met dien Eigenaar werden gehandelt, den Overwaard Eigenaar zynde met regt en magt, gelyk by die van Lekkerland werd overgegeven, dac den Overwaard, op de oostzyde van dat Land, zullen verrrogen te laten graven een Molenvliet, voor die van Lekkerland, zo de tegenwoordige Vliet van die van Lekkerland in dat weer gelegen nu is, dat zy de Ruigt en Bagger uir die Vliet zullen mogen halen, maar die op den barm van de te makene Kade zal werden opgehaalt en gelost, en gelegt tegen of in den loop der Kade, ten genoegen van die van den Overwaard, zonder dac die van Lekkerland daar door regc van opflag verkrygen zullen, zullende »i . van  van den OVERWAARD. 261 van dit Land, die van den Overwaard aan die van Lekkerland jaarlyks betalen gelyke ongelden, als van haare andere Landen in den nieuwen Boezem werd gedaan; met de aarde komende uit de bevenftaande te gravene Molenvliet, of andere aarde, zal over hec voorfz. aantekopene Land gemaakt werden een Kade, van het Overwaards Waterfchap, gaande by den Tiendweg door de Wetering, en zo over den Tiendweg, dezelve Kade te leggen re fluiten tegen de Kade van den Nieuwen Boezem van den Overwaard, gemelde Kade te maken van aanleg, hoogte en zwaarte, als alle de Overwaardfe Kadens zyn, volgens de Handvest en Keure van die van Lekkerland. Zynde verder vastgefteld, dac de Landen gelegen in hec gedeelte dac van den Ouden Boezem aan Lekkerland blyfc, aan dezelve zal overgaan in eigendom, in zodanige groocte als dac komt, zo in den boven als lagen Boezem ce maken by die van Lekkerland , ook de Akkertjes by de Molens, R 3 met  462 HANDVESTEN, KEUREN, &C, met gevolge van Dykgelden, Verpondingen , Dorp-omflagen niets uitgezondert, gereekend dat die laften dewelke met den Jare 1739 zullen ingemaand worden, en zulks dan ordinairis Verpondingen en O r.flag gemaakc o'-er den Jare 1738, en extra ordinairis Verpondingen enDykgeld van den Jare 1739, door den Overwaard zullen werden gezuiverd, gelyk ook het onderhoud van den Hogendyk genaamt het Heere Schoor, met alle de gevolgen zyn en blyven tot laften van den Overwaard, zullende die van Lekkerland dan ook wel beralen zes en twintig Guldens negentien Stuivers, voor het bemalen van den Ouden Boazem van den Overwaard in dezen Jare 1739, maar in 't vervolg daar van zyn en blyven ontheft en bevryd. Van de Kadens komende aan den Overwaard, daar van zullen werden afgegraven de Bermen, met het leggen van een floot wyt agt Voeten, een Roede van den thee der Kade, een koften van den Overwaard, dog zal  VAN DEN OVERWAARD. Z63 zal die floot voor die van Lekkerland zynde, aan haar verblyven en door haar onderhouden worden, mits wanneer door het weiden dat den Overwaard mogte laten doen, de floot wierde belemmerd, de heining die nodig zal zyn, den Overwaard en Lekkerland te zamen zal moeten verzorgen , den Overwaard zal ten haare koften vermogen te laten leggen een Kade, of Berm van aarde tegen den binnenloop van derzelver Dyk, aanlegs uit het Meiveld, dat die loop heeft vier Voeten op de Voet, en tegen den Dyk komt, ter hoogte als de Nieuwe Hoge Boezem Kadens zullen werden gemaakt, de aarde daar toe nodig te halen tusfchen den Aanleg en den Bakwetering, voor zo I verre die daar bekwaam zal zyn, in twee , drie, of meerder fpitten diep, en de verdere ter naafter lage en ter minfter fchade, daar dezelve by die van Lekkerland zal werden aangewezen , mits dat by die van den Over' waard geene criticque op de aarde ; zal werden gemaakt, en dat door R 4 den  464 HANDVESTEN, KEUREN, &c. den Overwaard die Kade en 't gevolg mee haare eigen aarde zal moeren werden onderhonden, den voorfz. aanleg en geheele grootre van den Berm zal zyn en blyven in eigendom aan die van den Overwaard, tot haarder geliefte te gebruiken, zullende die van Lekkerland zo haast haare Polder droog wezen zal, de wateren van den Ouden Boezem laten fchiecen in haar Binneland, om gelegenrheid te geven, dat zo by huar, als by den Overwaard, het maken der Kadens ten fpoedi^fte kan werden ter hand genomen. En zal nog by die van den Overwaard of by die van Lekkerland, geene de minfte beteulinge ooit of te eeniger tyd werden gemaakt, op vyftig Roeden na by des eenen of anders Watermolens, en geene opgaande Bomen gezet of geftelt, nader dan honderd Roeden by dezelve Molens, zullende de beteelinge die tegenswoordig by Molens wezen mogte, nader als voorfz. werden weggeruimr. En eindelyk is gecontracteert dat de  van den OVERWAARD. 265 de Hoge Kadens zuilen werden eernaakt met a^rde uit de voorfz, nieuwe Vliec voor de eene hel'c, en de wederhelft uit het Land ren weden, en de verdere K idens ten wederzyden te nemen hajl en hyl\ Zyide het vOórfz; alzo geconverteerd en gtc inrraélèei d, op approbaie ten reguarde vari de eerfte Comparanten , van den W :Tergraal'en Heemraden van den Overwaard en Commbfarisfen van Arkel en Harlaar, voor welkers te doene approbatie zy haar 11crk maken en obligeren, en ren aanzien van de tweede CompaTanren voor haar zeiven, en de rato coverende voor de Ingelanden van Lekkerland, en op approba ie van de Amba^ts Vrouwe aldaar, die aangenomen heeft in prefentie van de eeilte Comparanten, dat zy dezelve approbatie in forma dotn zal, en waar voor de tweede Comparanten haar ook inrre>feren < m die te verzorgen, en tegen den anderen over te geven, en verklaarden de Comparanten refpective in hunne quanten, dat het vonrfz. gtconveniëerde R 5 was  *tóHANDVESTEN,KEUREN, &C. was gedaan met alle circumfpectie, en tot nutte en dienfte zo van den Overwaard als die van Lekkerland, en dat zy daar inne van wederzyde ter goeder trouwe hadden gehandelt, en dat zo dra het zelve zal wezen geapprobeert, dan aanftonts zal werden ter hand genomen de voltrekking van het gecontracteerde, zonder den een den anderen te verongelyken of delaijeren, en alzo dezen in alle deelen opvolgen, doen en praïfteren zullen, of zonder eenige contradictie in regten daar buiten te zoeken, affiaande derhalven van Reliëf, en alle behulpmiddelen van Regten, verbindende daar voor in haare qualiteit, de Goederen die zy reprefenteren, dezelve onderwerpende alle Heeren, Hoven, Regten en Regteren, en wel fpeciaal den Ed: Hove van Holland, te vreden zynde de Comparanten hen in den inhoude van deezen goedwillig te zullen laten condemneren, by den Hogen Rade of Hove van Holland, coritituëerende daar toe onwederroepelyk Abraham van Eek, Sebaftiaan Thiry de  ▼ah den OVERWAARD, aö7 de Bie, Everhardus van der Burgh, en M Zon, Procureurs aldaar, zo omme de condemnarie te verzoeken, als daar inne te confenteren, belovende dat te zullen opvolgen onder verband als boven. Compileerde nog Arien Ja^perfe mede wonen ie in Lekkerland, dewelke verklaarde te hebben verkogt aan, en tot behoef van den Overwaard, de nombre van vyf Mergen drie honderd vyf en twintig Roeden Land, gelegen onder Lekkerland, ftrekkendevandenTiendweg, ag'erde Lekkerlandfe Molens langs den Nieuwen Boezem, tot tegen de Boezem Ka^e van den Overwaard, waar van gelegen is in den Ouden Boezem drie honderd vyftig Roeden, met den Dyk en andere Buurlalten daar aan gehorende, belovende dat Land ten eerften ter verkiezing van Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard, voor den Geregte van Lekkerland te zullen transponeren, en in vollen eigendom overdragen, vry van renten en lallen, als alleen den Heer zyn regt  268 HANDVESTEN,KEUREN,&a regt, en gezuiverd van omflagen gemaakt voor den Jare 1739, en van de ordinairis Verponding «737, en extra ordinairis Verponding 1738, mits dat aan hem Comparant daar voor werde betaalt een fomme van vyf honderd Guldens vry geld, boven de korten van Transport, of andere lasren, confenterende by dezen aan Watergraaf en WaterheemraJen, dat zy het voorn. Land aanvaarden, en daar mede doen en handelen na haar welgevallen , belovende dit te zullen nakomen, onder verband van zyn Perfoon en goederen, die onderwerpende alle Regten en fpeciaal den Ed: Hove van Holland, Aldus gedaan en gepasfeert voor my Notaris voorn., ter prefentie en overftaan van Arnoud van Hesfel en Laurens van 't Zand, als Getuigen in dezen verzogt, de minute dezes is behoorlyk geteekent. (onderbond) My t' oirconde (was geteekent) Mart. Mekern, Not. Pub. Hier op door de Ed:Heeren Commisfarisfen van Arkel9 Harlaar,  vak den OVERWAARD. s.6g laar, en het Collegie gepasfeert A&e van approbatie tot het voorfz. ContraÏÏ, luidende als volgt: OP heden den 20 Juny 1739, compareerden voor my Martinus Mekern, openbaar Notaris by den E: Hove van Holland geadmitteert, in Lekkerland geconfenteert tot het pasferen van de volgende Afte, en ter prefentie van de nagenoemde Getuigen: de Heeren Mr. Francois van Hurck, Dykgraaf van den Lande van Arkel, Johan Bollaan, Mr. Nicolaas Ouwens, en Mr. Abraham van Hoey, Heemraden en Penningmeefter van den voorfz Lande, als Commisfarisfen van Arkel, nog de Heeren Harman Smith, Mr. Francois van der Hoeve, en Willem Ryp, ais Commisfarisfen van Hailaar, mitsgaders de Heeren Eliza Vonck, Johan Hendrik Verboom, Mr. Martinus Pompe, Martinus van Barnevelt, Leenderc van Tetterode, Mr. Jan van Nooten, en  470 HANDVESTEN, KEUREN, &C. en Mr. Willem Hendrik van Benevelt , Subftituut Watergraaf' en Waterbeemraden van den Overwaard, dewelke verklaarden dat in prefentie van haar Comparanten, en op haar approbatie op heden was gepa*feert voor my Notaris en Getuigen, zeker ContracT; tusfchen Heeren Commisfarisfen uit het Collegie van Water* graaf en Waterheemraden van den Overwaard , rer eenre, en Schout en Geregten van Lekkerland ter andere zyde, op approba-ie van haar Ambagts Vrouwe, welk ContracT de Comparanten bevorens hadden gerefumeert, en mitsdien haar bekend geweest, en dewyl het voorfz. ContracT met haar goedvinden was aangegaan en gepasfeert, zo approberen zy mitsdien het zelve nu en voor het toekomende, en qualificec den de Comparanten de Gecommitteerdens uit het Collegie van den Overwaard, om met die van Lekkerland deze approbatie, tegen de approbatie van de Vrouwe van Lekkerlaud, mer Schout en Geregten van dat Dorp uit te wisfelen, aan  vak dek OVERWAARD. 271 aan te nemen, en overtegeven, content rende hier van Acte gelevert te werden. Aldus gedaan en gepasfeert voor my Notaris voorn., ter prefentie en overftaan van Arnout van Hesfel, en Laurens van 't Zand, als Getuigen in dezen verzogt, die de minute dezes nevens de Comparanten ien my Notaris hebben onderteekent, idato als voren, (onderbond) My t* loirconde (wasgeteekent) Mart. Mekern, Not. Pub. Volgt de approbatie van de Vrouwe van Lekkerland. OP huiden den 27 Juny 1739, compareerde voor my Pieter le la Cofte, openbaar Notaris by den id: Hove van Holland jgeadmitteert, n Gouda refiderende, ter prefentie ran de Getuigen naargenoemd: de iVel Ed: Vrouwe Johanna van der Dusfen Vrouwe van Nieuwlekkerland, Wed.  272 HANDVESTEN, KEUREN,&C. Wed. van den We) Ed: Heer Jan de IVIt'je, in i.yt, Wc! Ed: leven Raad cn Regerend Hurgemeetter de zei Stad, wonende de Vrouwe Comparante binnen deze S>ad, my Notaris bekend, cewelke verklaarde by dezen, (naar een zeer nauwkeurige Vifie en Examinaiie van zeker Contraót, gepasfeert voor den Noraris Martirus IVkkern en zekeren Getuigen, rtfilerende binnen Gorinchem, den 20 Juny 1739, tu fchen Heeren Gecom« mitieerdeiis u.t het Collegie van Warergraai en Heemraden van den Overwaard ter eenre, en Schout en Geregten vanNieuwlekkerland voorfz. ter andere zydè aangedaan, op approbatie van het voorfz. Collegie en Cortimisfari fen van Arkel en Harlaar, en van de Vrouwe Comparante in qualiteit voorfz , nis Vrouwe var Nieuw»; lekkerland,) het voord Contrcét in alle deszeüV Poinften en Deelen, onwt derroeptlyk en r pde alierkragtigfte wyze, volkomen te lauderen, appro-, beren en rar>ficenn. belovende der-■ halven mede, den refp. inhoude van 't  van den OVERWAARD, 273 't zelve te zullen en doen naarkomen en obferveeren, onder verband als na Regcen, confenteerende en overgevende mede zy Vrouwe Comparante, omme haar zeiven in den inhoude en preftatie van het geene voorfz. ftaat, vrywillig te doen en laten condemneeren, by den Hove of Hogen Rade in Holland, ten dien einde onwederroepelyk conftituëerende en magtig makende by dezen, Abraham van Eek, Sebaftiaan Thiry de Bie, Everhardus van der Burg, en Nicolaas van Zon, Procureurs voor den voorfz. Hove en Hogen Rade, te zamen en ieder van hen in het byzonder, zo omme de voorfz. condemnatie te verzoeken , als daar inne te confenteeren refpective. Aldus gepasfeert in Gouda ter prefentie van Asfueros Straalman, en Willem de Gorder, als Getuigen, de minute is behoorlyk geteekent, (onderbond) quod atteftor (was geteekent') P. de la Cofte Nots. S Na-  274 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Nader Accord met die van Lekkerland, over den Hogen Boezem. Collegialiter vergadert te Goriw chem in den Doele den 6, 7 en 8 Auguflus 1739, op het doen van de Gemeenelands Reekemng9 en het formeer en van den Omflag, ten overfiaan van de Wel Ed: Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar. DE zesde Reekening van den Penningmeefter Gideon de Graaf is gedaan, opgenomen en gefloten &c. Heeren Gecommitteerdens op heden aan Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar en verdere Leden van  van den OVERWAARD. 275 van het Collegie, van hunne bevinding en verrigting doende Rapport, is met goedvinden van voorgemelde Heeren, door dezelve Gecommitteerdens, met den Schout en Schepenen van Lekkerland gemaakt en gefloten dit volgende ContracT:: Wy ondergefz.Eliza Vonck, Johan. Hendrik Verboom, en Martinus van Barnevelt, wegens het Collegie van den Overwaard en Arkel en Herlaar aan de eene zyde, en Schout en Geregten van Nieuwlekkerland ter andere zyde, op den 4 Auguftus 1739 in den Elshout by den anderen vergadert, omme te overleggen, en refolveeren hoe, en op wat wyze tot effect, te brengen, alle het geene by den ContracTe, gepasfeerd voor den Notaris Martinus Mekern en Getuigen op den ao Juny 1739, is gereguleert en gellipuleert, en waar tegens als een inconvenient was gevallen, dat den Boezemmolen van den Overwaard, waar door den Boezem moest worden drooggemalen, om de aarde tot maken van Kadens te S 2 fa-  276 HANDVESTEN, KEUREN, &CJ facielder te kunnen bekomen, en den Ouden Boezem van zyn water ontlast , inmiddels is afgebrand, zyn wy met den anderen nader en onvermindert het voorfz., veriproken en geaccordeert over de volgende poinélen. i Dat hoe eerder hoe beter en zo dra doenlyk zo den Ouden als Nieuwen Boezem zat werden drooggemaakt, en den Nieuwen Boezem tot dat einde in. den Lande van Lekkerland zal werden ingelaten, by haar dat geleden en met hunnen Molens denzelven Nieuwen Boezem drooggemalen. II Dat den Overwaard tot opvolging van het voorfz. ContracT: van den 20 Juny 1739, ten eerften zal beueden te graven in, en langs zeker vyf mergen Land, door den Overwaard aangekogt, de Vliet daar iri gemeld, en met de aarde, daar uit te graven en andere, maken de Kade langs dezelve Vliet, zo zwaar die wezen moet, of ten mifllten provifionelyk in dien ftaat om de Boezem wateren ce 4 , kon-  van den OVERWAARD. 277 konnen keeren, en verder de Kade - te brengen over den Lekkerlandfen Tiendweg langs de Molenvliet, tot tegen den Agtkanten Watermolen aldaar. III. Dat zo dra de voorfz. Kade en Vliet in gereedheid zyn, aanftonts op aan te wyzen plaatzen boven de Lekkerlandfe Molens, door den Overwaard over de Onlanden en Vlieten, met aarde en fufficante Kistdammen den Ouden Boezem zal werden afgedamt, de Kaden tusfchen den Agtkanten Molen en de Boezem Kade van den Overwaard zal werden weggegraven, een bekwaam gat door gemaakt, tegen het Waterfchap uitkomende, dat gat, of gaten is het nodig , als ook die nieuwe Boezem Kadens en Dammen, indien die niet fecuur geoordeek werden, te voorzien, en ten allen tyden met Damplanken te bevatten en bevangen. IV. Dat daar op, zo dra de Landen van Lekkerland van haar water bevryd S 3 zul-  a78 HANDVESTEN, KEUREN, &c zullen zyn, en daar toe bewilligt hebben, gaten door de Kadens boven de Afdammingen daar het nodig is zullen gedoken werden, om de wateren van den Ouden en Nieuwen Boezem van den Overwaard, tot zo lange als de Kadens die den Overwaard en Lekkerland volgens Contraft gemeen maken moeten, zyn volmaakt, en zo lang als de Voormolen en Sluis van Lekkerland in ftaat zal zyn om dienst te doen, als wanneer zy dat gedeelte van den Ouden als Nieuwen Boezem van den Overwaard, weder door eenen anderen weg, gemeen met haar Polder en Wateren zullen malen, zo lang als des Overwaards Kadens zullen wezen opgemaakt en hare Voormolens gebouwt, alles na redenen en zo dat behoort, gereekent tot May 1740. Dat door den Overwaard zo haast de wateren met Lekkerland gefepareert kunnen werden en zyn, ten langden May 1740, de Kadens zullen werden toegedopt, en de Kistdammen weg-  van den OVERWAARD. 270 weggenomen, en dat brengen in (laat als voren is geweest, te weten aan dat gedeelte dat aan Lekkerland komt en blyft, alles buiten koften van Lekkerland. VI. Dat door den Overwaard aan die van Lekkerland, zo voor het voorfz. gemeen malen, als voor het ander geftipuleerde hier voren, het werk voltrokken zynde, zal werden betaalt ten langften May 1740, eene fomme van hondert vyftig Guldens zonder meer. Alle het welke de ondergefz. alzo nader, en ongekrenkt het Contract in het hoofd gemeld, hadden beraamt, en dat zulks zal werden opgevolgt, nagekomen en geprefteert, zonder tegendoening, onder «verband als na Regten, en dit daar toe onderteekent (was geteekent) E. Vonck Subft., Joh. H. Verboom, M. v. Barnevelt, C.Jongeneel, Melis Streefland. S 4 Con»  28o HANDVESTEN, KEUREN,&c, Contraót met die van Lekkerland, over de 39 mergen Nieuwen Hogen Boezem. OP huiden den 18 Jury 1767, compareerden voor my Anthony van Zuydam openbaar Notaris in Gorinchem, by den Hove van Holland geadmitteert, ter prefentie van de nagenoemde Getuigen: De Hoog Wel Geboren Heer Johan Daniël Baron D'Ablaing, Vryheer van Giesfenburg en Giesfennieuwkerk enz. enz., Watergraaf van den Overwaard, in den Alblasferwaard ; mitsgaders de Wel Ed: Geftrenge Heeren Adriaan van Cruys» kerke, Mr. Martinus Pompe, Martinus van Barnevelt, Anthony Boon, Leen-  van den OVERWAARD. 281 Leendert Verhoef, Dr, Chriftiaan de Jonge, en Mr. Willem Hendrik van Barnevelt, Waterheemraden van den voorn. Overwaard ter eenre; en den Wel Ed: Geftr: Heer Jean Gysberto de Mey, Heere van Nieuwlekkerland en het Hof Souburg, mitsgaders den Heere Cornelis Jongeneel Schout, Cornelis van de Griend, Jan de Groot, Ary Kleyn, Ary Boerman, Pieter de Vries en Cornelis Verhaar, Schepenen van Nieuwlekkerland voorn., ter andere zyde; wonende den eerften Heer Comparant te Utrecht, de tweede, derde, vierde en agtfte te Gotinchem, de vyfde en zevende te Schoonhoven, de zesde te Hardinxveld, de negende te Amfterdam, en de verdere Comparanten in Lekkerland voorfz. Ende verklaarden zylieden Comparanten nopens zekere omtrent negen en dertig Mergen Lands, gelegen in Nieuwlekkerland voorfz., beginnende van de Kadefloot van den Overwaard af, en (trekkende oostwaards aan, tot het weer van de Erfgenamen S 5 van  i82 HANDVESTEN, KEUREN, &c van wylen den Heer Vrolyk, en het zelve weer ingefloten toe, welke door de refp. Eigenaars van dien, ter vergrooting van den Hogen Boezem van den Overwaard zullen moeten werden afgedaan, met den anderen geconveniëert en overeengekomen te wezen, in voegen en manieren als volgt: Eerdelyk, dat ten reguarde van de Regalia van den Ambagts Heer van Nieuwlekkerland voorn., zo tot betrekking van zyn Wel Ed: refp. Thiendens, Nakoop als anderzints, als aangaande de Salarisfen en Emolumenten van deszelfs Officianten hoe genaamt, bedagt en onbedagt, niets uitgezondert, welke door het afdaan van voorn. Landen merkelyk zullen werden vermindert, daar onder gecomprehendeert het regt van Nakoop van de voorfz. en in her. vervolg te transporteeren Landen; mitsgaders de koden in dezen aan de zyde van welgem. Ambagts Heer gevallen, van wegens den Overwaard, aan en ten behoeve van denzelven Ambagts Heer eens  van dbn OVERWAARD 283 eens voor al, tot dedomagement zal werden betaalt een fomme van drie duizend Guldens, en waar van zyn Wel Ed: op het pasferen dezes bekende ten vollen voldaan te zyn, en mitsdien nietwes ten laften van den Overwaard te referveeren. Ten tweeden, dat de voorn. Landen met den Dyk daar toe behorende, en nader by de refp. Transporten te fpecificeeren, door de Eigenaars van, of in ieder weer op zig zei ven, ten koften, mitsgaders aan en ten behoeve van den Overwaard wettig te transporteeren , door de Wel Ed: Heeren Erf Watergraaf en Waterheemraden van den Overwaard zullen werden beheert, even gelyk hare andere Boezem Landen. Ten derden, dat van wegens den Overwaard van de voorn. Landen, jaarlyks zullen moeten werden betaalt alle binnenlandfe laften van Dyks, Dorps en Molen Omflagen, alles jegens zodanige grootte als de gem. Landen na afgraving en meetinge, gecalculeert pro rato, zo als dezelve Lan-  284 HANDVESTEN, KEUREN, &c. Landen van ieder Eigenaar op zig zeiven, thans in het geheel in hec Schot of Gaarboek van Nieuwlekkerland bekend (laan, en daar van voorheen altoos is betaalt geworden, by de te doene Transporten, nader te expresfeeren. • Ten vierden, dat de gem. Landen van hec gemaal van de refp. Watermolens van Nieuwlekkerland zullen moeten blyven jouïsferen, tot tyd en wylen dezelve Landen, door de na» temelde Hoge Boezem Kade, geheel en al, van de verdere Landen van Nieuwlekkerland zullen zyn gefepareerd. Ten vyfden, dac van wegens den Overwaard van de aarde uic gezeide Landen op en langs dezelve Landen, zo verre den Hogen Boezem zal werden vergrooc, zal moeten werden gelegt en voor altoos onderhouden, een fufficante Hoge Boezem Kade, zo als volgens ContracT:, in den Jare 1739, is gedaan leggen, tusfchen de Hoge Boezems van den Overwaard en Nieuwlekkerland, hoog drie Voeten bo-  vak dek OVERWAARD. 2S5 boven het hoogde Pyl dat Voormolens malen ; dog egter genomen voor hec zakken een en een halve Voet; en micsdien dat de voorn. Kade althoos zal blyven een en een halve i 1 Voet boven het gem. Pyl, breet op deszelfs lyf cwaalf Voeten, en ten wer derzydeh drie Voeten op de Voet docering, met een bekwame tonronce; n welke Hoge BoezemKade ingevalle een : halve Voec lager, als laatstgem. een en j. ; een halve Voec, werd bevonden, zal :| zyn fubjeéc de Keure van Schout en Geregten van Nieuwlekkerland, gelyk dezelve op de Kadens, onder hun Territoir langs het Waterfchap van 1 den Overwaard volgens Handvest van Ie ; Hertog Aalbrechc daar van zynde, exeri ceeren. En zal vervolgens nooit eenige , ; aarde, eer onderhouding van gem. . I Hoge Kade uic de niec overgegeven i fa Landen van Lekkerland vermogen ce i I werden geëmplojeerr. Ten zesden, dac door die van den » | Overwaard aan de oostzyde, of langs „ \ de voorn. Kade, van de Kade van het $ ' Waterfchap af, noordwaarts aan tot : I de  286 HANDVESTEN, KEUREN, &G. de Tiendwegs Weetering toe, zal moeten worden gegraven een Vliet, ter wytte van zeitien Voeten, en diepte van vier Voeten, onder het Zomer water van Nieuwlekkerland, om het water daar door in de Weetering aan de zuidzyde van den Tiendweg, die tot gelyke wytte en diepte, als de voorn. Vliet zal moeten worden gegraven, te kunnen loozen, na de Watermolens van Lekkerland, en overzulks die onbelemmert te laten, de Bruggen hoofden langs den Tiendweg aan de zyde van het afteftaane Land, daar in leggende, wegteruimen; en welke Vliet en Weetering (waar in de Ambagts Heer van Nieuwlekkerland voor zig en zyn Wel Ed: Succesfeuren behoudt, en by dezen werdt gelaten de privative Visfchery) alzo ter keure van die van Nieuw» lekkerland onderhouden, en twee» maal in het Jaar, zo aan de zyde van den Overwaard, als aan de zyde van den Tiendweg, van alle ruigt en andere Vuiligheid, gezuivert zal moeten worden, zo als andere Vlie-  vak den OVERWAARD 287 Vlieten en Weeteringen jaarlyks werden gedaan; als ook hec maken van denzelven Tiendweg op die zyde, de Weetering als voren wyd zestien Voeten, en diep vier Voeten onder het Zomer water; en op de zyde van gem. Vliet en Weetering te moeten houden twaalf Voeten fchonekant, refpeétivelyk op zodanige boeten, als volgens de Schouwregcen in Lekkerland gebruikelyk is. Ten zevenden en laatften, dat wegens de refp. koften, aan de zyde van Schout en Geregten van Lekkerland voorn, gevallen, door die van den Overwaard zal werden betaalt eens eene fomme van drie honderd en negentig Guldens, en waar van zylieden op het fluiten dezes, bekennen ten hunnen volkomen genoegen voldaan te zyn, ionder eenige referve. Belovende de wederzydfe Heeren Comparanten in hunne Wel Ed: refp. qualiteiten, alle het geene voorfz. is, punctuëelyk te zullen opvolgen en nakomen , zonder daar tegens te doen, of gedogen gedaan te worden, in Reg-  &88 HANDVESTEN, KEUREN> Sic, Regten of daar buiten, direct of indirect, en zulks in geenerlei wyze, ten dien einde van Reliëf en andere hulpmiddelen van Regten, dewelke hen in prejudicie dezes te ftade zouden kunnen of mogen komen, welexpresfelyk en voorbedagtelyk renunciëerende by dezen; verbindende daar voren de wederzydfe Heeren Comparanten in hunne qualiteiten, de Goederen die zy refpectivelyk reprefenteeren, en de Wel Ed: Ambagts Heer van Nieuwlekkerland, mede Comparant indezen, zyn Wel Ed: privé Perfoon en Goederen, dezelve onderwerpende alle Regten en Regteren, en fpeciaal den Ed: Hove van Holland, te vreden zynde zig in den inhoude dezes vrywillig by den Hogen Rade in Holland te doen en laten condemneeren, daar toe onwederroepelyk conftituëerende Gerard van der Ven, Fancois de Bas, Otto Frederik van der Spyk, en Simon van Zon, Procureurs voor welgem. Hogen Rade, zo om de condemnatie te verzoeken, al» daarinne te confenteeren refpective. Ar  van den OVERWAARD. 289 Aldus gepasfeert, met confent van den Wel Ed: Ambagts Heer van Nieuwlekkerland voornoemd, mee betrekking tot zyn Wel Ed: Jurisdic» tie, ter prefentie van den Heer Cornelis Vonck, mede Notaris, en Ary van de Giesfen als Getuigen, hier toe verzogt ten dag voorfz. (onderftont) My t' oirconde ( was geteekent) A. van Zuydam, Not. Publ. Octroi van de Ed: Gr: Mog: Heeren Staten van Holland en Westvriesland, aangaande het halen van Bagger en Aarde in den Overwaard. DE Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, doen te T we-  spoHAND VESTEN, KEUREN, &e, weten, Alfoo ons vertoont is by den Erfwatergraef en Waterheemraden van den Oerwaerdt, dat fy Supplianten ondervonden hebbende, ende in ervaring gekomen fynde, dat eenighe Particulieren haer niet ontfagen, uyt het Waterfchap, ende fulcks van den grond van den Overwaerdt te halen, Bagger ende Aerde, ende defelve te brengen op de Kade, die d' felve byfonderlycken onderhouden moeten, verfparende niet alleen d* aerde die fyluyden van haer eygen grond fouden moeten halen, maer oock daer door onttreckende de Dorpen die in des Gemenelandts Kade gekadeflaecht fyn, den Bagger ende de Aerde die d' felve tot het maken van harë flagen gebruycken fouden, dewelke oock foo fchaers was dat menigmael by de Dorpen noch aerde buyten den Overwaerdt moest werden gekocht, t' haerder grotef colten, fulcks dat fy Supplianten genootfaeckt ende te rade geworden waren daer tegens te beramen de Poincten ende Boeten in de naervolgende Acte begrepen, ende ge-  van den OVERWAARD, ftoi geinfereert, dewelke "op dat des te beter effect zoude mogen gewinnen, ende de Contraventeurs dien conform mochten werden gecorrigeert, foo keerden de Supplianten haer tot ons, verfoekende op de voorfz. beraemde ordre onfe gunftige approbatie, hou* dende de voorfeyde ordre als volgt: Alfoo de Wel Ed: Heer Erfwatergraef ende Waterheemraden van den Overwaerdt, in ervaringe fyn gekomen dat eenige Particulieren haer nietontfien, uyt het Waterfchap, ende fulcks van den grond van den Overwaerdt, te halen Bagger ende Aerde , ende d' felve te brengen op derfel ver Kade, die fyluyden in,*t by fonder te onderhouden fchuldig fyn, verfparende daer door aen de eene fyde, d' Aerde die fyluyden van haer eygen grond fouden moeten halen, ende aen de andere zyde onttreckende defelve Aerde, de refpeftive Dorpen die in des Gemenelandts Kade gekadeflaecht fyn, ende tot het maken ende onderhouden haerder Hagen de T a voorfz.  292 HANDVESTEN, KEUREN, &c. voorfz. Aerde te gebruyken hebben, die oock menigmaels foo fchaers valt, dat defelve genootfaeckt fyn, daer toe nog Aerde buyten den Overwaerdc t' haerder grote colten te copen; omme waer inne te voorfien, foo hebben d' Heer Erfwatergraef, ende Waterheemraden voorn., geinterdiceert ende verboden, interdiceeren ende verbieden by defen alle Particulieren, 't fy Ingefetenen van den Overwaerdc, ofte Uytheemfe, eenige Bagger of Aerde te halen of te doen halen uyt hec voorfz. Waterfchap, ende fulcks van den grond van den Overwaerdc, en uyt de flagen die de refp. Dorpen van denfelven Waerd gehouden fyö te maken ende de Schouwen daer over te leveren, op de boeten van tien Carolus Guldens voor ieder Roede Kade, die bevonden fal worden met de voorfz. weggehaelde Aerde gemaeckt ofte gebaggert te zyn, boven de verbeurte van de Baggernetten, Schouwen, Schuyten, ende ander gereetfchap, alles toe behoef van den Heer Erfwatergraef voorn.; Ende naer-  ■33 van den OVERWAARD. 293 , naerdien de voorfz. onbehoorlyckheydt ontydig, ende buyten het oog van iemand van 't voorn. Collegie, ofI te andere Minifters van 't felve fouden , , ikunnen werden gepleegt, fulchs dat " :de Contraventeurs op de daed niet en x' fouden kunnen werden achterhaelt, fullen de fufpecte Perfonen, des by " *it\ Tnhon Aa \W\tt \7r TV»r ordonnantie van de Staten, Herb.van Beaumont. Reiolutie op het Request van ee* nige Dorpen, met het Appoinclement over het malen by Nagt, dato den 25 Auguftus 1701. Collegialiter vergaderd in den . Els*  32o HANDVESTEN,KEUREN,&e\ Elshout op den 24 en 25 Auguftus 1701, op het dryven van de Kadefchouw. Het Request van Schouten en binnenlanclfe Heemraden van Ameyden, Thienhoven, Middelbroeck en Bloemendaal geprefenteert, luidt als volgt: 'Aen de Ed: Heeren Erfwatergraef en Waterheemradert van den Overwaerd. GEVEN met behoorlyke eerbie-" digheyd te kennen, Schouten ende binnelandfe Heemraden van Ameyden, Thienhoven, Middelbroeck en Bloemendael, mede behorende onder 't Waterregt van den Overwaerd, dat fy verfcheyden malen feer belast fyn geweest met hec hoge water op bare Landeryen, en dat als God den Heer weer en wind gaf, dat oordeelde dat de Watermolens genoegfaem 's nachts in touw fou-  van den OVERWAARD. 341 foude hebben konnen blyven, de Peyl of Baecke Molens, waer naer fy in hec maelen haer moeten reguleeren, *s Savonts by Son uyt waren flaende, niettegenftaende nog wel tien of twaelf duym gemael was, oordelende de Supplianten haer ende de andere Molens op het Waterfchap van den Overwaert uycmaelende, in touw hadden mogen blyven, de Sluyfen met de aenporfingen van hec binnenwater open fouden hebben gegaen en gebleven, hare en d' anderen Landeryen eerder van 'c wacer ontlast fouden hebben geweest, edog of men foude kunnen denken, dat fulx niet buycen vrees van de Nabueren, die hare Landen wat leger leggen als de Landen van de Supplianten, en dat men foude vrefen dat fomtyds door het hoge water van buyten, de Sluyfen niet open mogten gaen, of blyven, dat als dan het water over de Kaijen op andere Polders foude kunnen werden gemaelen, foo verfoeken fy Supplianten om 's Nagts met brandend ligt van Lantaren of anderen ^Bakens, W door  3aa HANDVESTEN, KEUREN, door Peyl of Baken Molenaers te ge» ven, in conformite van hec 3. 4. 5, 6 en 7 Articulen van het Octroy by d' Heeren Scaten verleent, in dato 14 Xber 1663, 't welk in den Nacht ver kan werden genen, en dat by Nacht, of naer Son, daer naer konden werden gereguleerr, welk middel fy Supplianten oordeelden dat grooteJycks tot ontlaftinge van 't gemeen water foude ftrecken, en oock dat niemand by-Nacht buyten ordre, vermits als dan den Boefem vol foude blyven, foude konnen maelen, ;fulx nu wel geprefumeert werd te gefchieden: foo keeren fy Supplianten haer roe- U Ed: i eerbiediglyck verfoekende dac U Fd: gelieven te verftaen, dat in coekomende het voorfz. Oclroy van 1663 mag worden geobferveert, en onderhouden rot onrlafting van 't binnewater. 'T welk doende enz. (was geteekent) ïfaeck Deonife. L. v. Hoeff, Gysberr Willemsz., D. Spyfcer, Gerrit Groenevelt, Baöiaen Jansz. de Ridder. Waer  tah dek OVERWAARD» 323 Waer over gedelibereert Jynde is met eenparige ftemmen goedgevonden, ver ftaen, et} den Penningmeefter geordonr neert 9tlit volgende Appoinctement te geven. DE Ed: Erfwatergraef en Waterheemraden van den Overwaerd, gefien en geëxamineert hebbende defe boventtaende Requefte, mitsgaders ingenomen de confideratiën van de refp. Peyl en Baekmolenaers, en gelet op 't geen in defen te letten ftonde en mogte moveeren, accordeeren de Supplianten haer verfoek, ordonneeren en gelaften dienvolgende de Peylmolenaers, foo wanneer fy luyden bevinden dat den Boefem des Avonds tien Duymen beneden den Peylnagel fynde, te mogen in touw blyven, dog gehouden fyn uytcefteken een Lantaren met drie brandende kaerfen, waer op insgelyks alle Baekmolenaers foodanig ligt fullen moeten uytfteken, en het felve W 2 re-  S24ÏÏAND VESTEN, KEUREN, refpeccivelyk brandende houden, tot dat het water twee Duymen béneden den voorfz. Peylnagel fal gekomen iyn, en als dan in te halen, mitsgaders hare Molens uytteflaen, wanneer vervolgens ook alle de andere Molenaers van den voorfz. Overwaerd mede aenftonts fullen moeien uytflaen, en haer daer naer puncluëelyk reguleeren, alles in fuiken voegen en ordre als by Daeg gefchied, op pcene dat de voorfz. foo Peyl, Baeke en andere Molenaers, dele in 't minfte contravenieerende, fullen incurreren en vervallen in de boeten by de Handveften van den Overwaerd des aengaende geftatueert. Aldus defe gerefolveert en geftatueert ten Dage, Maende, Jaere en Plaerfe vcornoempt, en by de prefente Heeren geteekent (was geteekent) C. de Boot Vryheer van Giesfenburg, en Wit van Waelwyk, J A. Schut, Johannis Schthhouwer, J. Jonelyn, P. Everwyn, Fred. Statius van Daelen, H. Veer van Loo, Re-  vam dim OVERWAARD. 32$ Refolutie omtrend de bekeuring over het Boven Pylmalen en het af fnyden van de Liezen, Biezen, &c. van de Ribben onder water leggende, genomen op de laatIte Waterfchouw, den 29 en 30 September 1702. GELEZEN de Remonftrantie op naem van eenige Dorpen, als Goudriaen, Giesfenbovenkerk, Peurfum, Nederflingeland, de Banne van Gorinchem, Arkel en Beemt, aen W 3 het  326 HANDVESTEN, KEUREN,&C hec Collegie geprefenceerc, is naer voorgaende deliberatie, en gehoorc hebbende de confideracie van den Ed: Heer Erfwatergraaf, (ingevblge vati de Refolutie op den 23 en 24 Augufty laetstleden genomen ) goedgevonden en verftaen, naerdemael de voorfz. Remonftrantie voornamentlyk drie poincten is behelzende, als eerftelyk, de bekeuringen niet anders te mogen doen als op voorgaande verificatie van bcëedige Peyl of Baekemolenaers, met twee geloofwaerdige Getuygen; ten Nota du tweeden de discretie of het Intertitium inm weid van den tyd tusfchen het inftaen van by hei den Peylmolen en bekeurde Molen ge°'imi-e naerder te fpecificeeren; tenderden, teen op afhalen van Zeylen beletten; op hec tier uul! eerfte is gerefolveert, by de aloude ufanrie te blyven, en dat omtrent de bekeuringe van den Heer Erfwatergraef of desfells Subftituut gedaen, reguard zal genomen worden , niet alleen op de venficariën van de Peyl en Baekemolenaers, maer ook op twee of drie gelooiwaeidige Getuvgen, welke Getuygen ook zullen moeten depoferen de  tak bek OVERWAARD. 3-7 de tusfchen tyd, van het uyflaen der voorfz. Peyl en Baekemolens en de bekeurde Molen, waer op alsdan by Heemraden behoorlyke reflectie zal genomen werden, zynde hier mede ook op het tweede poincr. gedifponeert; en wat aengaet het derde, werd verftaen dat de Zeylen van de Molens niet anders zullen werden afgehaelt, als wanneer de Heer Erfwatergraef of desfelfs Subltituut, of iemand uyt het Collegie de Deiinquanten op het malen zelfs ende alzo flagranti delifto, met behoorlyke Getuygen geadfifteert, zoude attrappeeTen Is verder gerefolveert, en met ■eenparigheyd van Hemmen verftaen, dat alle de Zworlen, Liezen en Biezen . van de Ribben onder water leggende in de Ammerfe Vliet, beginnende van de Staertmolen van Ottoland, N lordwaerds aen tot deAmmerfeBrugge, zullen worden tot den grond afgefneden, als mede alle de andere Vuyligheyd daer op ftaende, dat vorder mede van de Ammerfe Brug naer beneden tot de. Zyde Brug toe, W 4 ins-  328 HANDVESTEN,KEUREN,&e, insgelyks alle de Zworles, Lies of Biezen, en de vordere vastftaende Groente op de Ribben onder water leggende, , insgelyks mede fchoon fullen worden afgefneden, doorgaens gelyk de drie Vlietten, en alzo nu ettelyke Jaren herwaerts byexperientie bevonden is, dat de Waterfchoonmakers veele diepe plaetfen zo tegens de refp. Kadens als de Avelingen lae* ten ongefchoeft of ongefchoonmaekt leggen, en trekken of werpen daer in de Ruygt en Vuyligheyd die zy uyt het Waterfchap halen, waer door het voorfz. Waterfchap werd verondiept en vernauwt, zo is mede tot meerder, facilitering van de waterlofing naer de Sluyfen in den Elshout, goedgevonden en gerefolveert, dat in het toekomende het water doorgaens vast tegens de Kadens, opgang of opflag, ofte de Avelingen boven het Winterpeyl blyvende, mede zal moeten werden gefchoeft ende fchoongemaekt, en alle de Ruygt, Lies en Biezen, moeten worden geleyd doorgaens op de valte grond, zo van de Kadens als de  VAK DEK OVERWAARD, 32p de voorfz. Avelingen, en dat alles op de verbeurte van zodanige pcene en beften, als van ouds gebruykelyk is, dewelke de gebreekige Dorpen zullen verbeuren, het welk met de aenftaende Waterfchouw die gedreven zal worden in de maend July anno 1703 aenftaende, mede wel fcherpelyk befchouwt zal worden, en zal hier van Copie aen de refp. Dorpen en Geregtens, onder den Overwaerd rcfortee. rende, tot haren koften gegeven worden , om te dienen tot haer narigtinge, en op dac dezelve geen Ignorantie" en komen te pretendeeren. Aldus gedaen en gerefolveert ten Dage, Maende, Jaere en plaetfe voorn., en by ons onderteekent (was geteekent) C. de Boodt Vryheer van Giesfenburg, Johannis Schilthouwer, P. Everwyn, Fred. Statius van Dalen, J. Groocvelt, J. A. Schut, Criftiaen Frederik van Dalen, H. Veer van Loo, (onder flont) In kennisfe van My als Secretaris (wasgeteekent) R.Coxius. W 5 For-  3 30 HANDVESTEN, KEUREN, &e» Formulier Eed voor den Pylmolenaar van Ammers. ICK fweer: dat ickPéylmolenaer fal fyn van de Heeren van den Overwaerdc, op den Ammerfen Peylmolen, ende belove over fulx oprecht, ende rechtveerdig Peyl te malen, ende dar ik alleen den Peylmolen becronen ofte malen, ofte door een bensffens myn te beëedigen , doen bemalen ende becronen fal, ende foo wanneer het water aen de Peylnagel gekomen fal fyn, dai ick dan terltonc fal uytflaen ende mynen Molen over heek {tellen, ende wanneer het water meer als een duym onder Peyl afgegaen is, dat ick dan terftont fal dienstbieden, ende een R. >ey van defelve Peylmolen recht op, ende over eynt fal feten, op dat alle de andere Molens van gelycke malen mogen, ende als de wind  vam den OVERWAARD. 331 wind is van den Hardinxveldfe Molen , waijende bye den Noorden ende ! Noordooften, dac ick dan niet hoger malen en fal als cot den Ouden Peylnagel coe, ende foo haesc den Suydfydfen Molen van Ottoland, wefende in 'c voorfz. geval mynen Baekenmolen, faï uytgeilagen fyn, ter- -ftont mynen Molen mede fal uytflaen, ende die niet weder fal inflaen, voor 'ende aleer defelve Ottolandfe Molen weder ingeflagen fal fyn, wyders foo wanneer ick 's Avonds fal hebben gepeylt, ende des anderen daegs hec water getallen is, een halfuur na dat de Sonne op' is, fal inflaen, en 's Avonds een half uur voor Sonne onderganck fal uytflaen, ende dac ick my "voorts fal reguleereri na de Ordonnantie by de, Heeren Erfwatergraef ende Waterheemraden van den Overwaerdt, op 't voorfz. fubject gemaeckt, in dato den 25 April 1625, my voorgelefen, ende my in alles daer na fal reguleeren, ende de Contravenieerende, ofte niec obedieerende Moleliaers, mee adfiftentie van twee ge-  332 HANDVESTEN, KEUREN,&C\, geloofwaardige Getuygen, fal beceuren, ende 'c felve den Heer Erfwatergraef van den Overwaerdt ofte fyn Gemagtigde, gecrouwlyck fonder eenige oogluyckinge terftonc bekent fal maecken; ende my voorts in alles fal dragen als een goed ende getrouw Peylmolenaer betaemt. SOO IVAEK LYK MOEST HEM GOD ALMAGTIG HELPE! Formulier Eed van den Pylmolenaar van Hardinxveld. ICK fweer: dat ick Peylmolenaer fal fyn van de Heeren van den Overwaerdc, ende belove overfulx als den wind Noord ende Noordoost is waijende, oprecht ende rechtveerdig Peyl te malen, ende dat niemand anders dan ick alleen den Peylmolen be-  va nden OVERWAARD. 333 becronen ofte malen fal, dac nadien lek uytgeflagen nebbe ende Peyl is, bevinde eenige Molens ce ftaen malen, dac ick die volgens mynen Eed fal beceuren na ouden hercomen, ende nadien ick die beceurc hebbe, binnen drie cVgen fulx den Secrecaris van de Heeren van den Overwaerdt: fal trouwelyck te kennen geven, om fuJx te noteeren na behoren, oock lbo wanneer het met mynen wint Peyl is, ende ick ten fel ven dage foude vermynen ce malen, dac ick dan een Roey van den Peylmolen rechc op, ende overeync fal fetcen, op dac alle Molenaers fien mogen dac men malen fal, belove mede, foo wanneer 't water meer dan één duym onder 't Peyl afgegaen ende gevallen fal fyn, lende datter gepeylt is geweest, ende als dan oirbaer is te malen, terftonc iden Peylmolen in te flaen ende te malen, op dat een ieder van de andere jMolens dan oock malen mogen, van jgelycken foo wanneer ick voormidjdags Peyl gemalen hebbe, dac ick dan iterftont niet en fal inflaen om andere te  334 HANDVESTEN,KEUREN, Set te bedriegen, maer dat ick fulx vertrekken fal, als men fulx van ouden tyden te doen gewoonlyck is geweest, dat foo wanneer 's Avonds is gepeylt, ende des anderen daegs 't water gevallen is een halt' uur na dat die Sonne op is, fal inflaen, ende 's Avonds een half uur voor Sonn.», onderganck fal uytflaen, fulx dat ick my, na 'c gunt vorens verbaelt, fal reguleeren, als mede naer de Refolutie by de voorn. Heeren van den Overwaerdc op den 25 April 1625 genomen, my* voorgelefen ende bekent gemaeckt, alles ter tyd en wylen toe myn Heeren van den Overwaerdt nader rot Gemenelands oïrbaer, op 't malen fullen verfien, 't fy dat de voorn, punten vermindert, ofte?vermeerdert. moeten worden, ende foo wanneer ick verlaten worde van die van Hardinxveldt, dat ick fulx den voorn. Secretaris van den Overwaerdt fal te kennen geven. SOO WAERLYK HELPE MY GOD ALMAGTJGf' For-  van den OVERWAARD 335 Formulier Eed voor de Baakmolenaars. DAT fweere ick: dat ick fifl wefen Baeckmolenaer ten diende n| van de Wel Ed: Heeren van den iv| Overwaerdt, dat ick foo ras den Amm merfen en Hardinxveldfen Peylmoenjilens, ieder naer hare winden ende ilii ordre, uytgellagen fullen fyn, ick ,»» datelyck voor alle andere Molens fal lüi uytflaen, ende mynen Molen over ti» heek ftellen, op dat als dan alle de ba andere Molens mogen fien datter gejsjpeylr word, ende by aklien eenige olMolens in gebreeke mogren blyven, .blende niec datelyck met haerluyder M Molens mogten komen uyttcflaen, i a foo fweer ick, dat ick defelve Molen '4 ofte Molens, door twee of meer Geil tuygen fal aenwyfen, dat defelve ;T|ïnyn, nogte den Pcfylrnolen die als f ndan pcylt, niet en obedieeren, ende , •>! als dan den Wel Ed:Heer Erfwatergraef ofte  336 HANDVESTEN, KEUREN, &C. ofte fyn Gemagcigde bekend fal ma« ken, wat Molen ofte Molens datter na het peyle en het baeckene fyn blyven ftaen malen, verder dat ick oock goede toefigt fal dragen op die Molen ofte Molens, die als er gepeylt fal wéfen, weder inflaen ende malen, eer den voorfz. Peylmolen dienst bied ofte weder maelc, ende foo wanneer iemant quame inteflaen ofte malen voor de voorfz. Peylmolenaers, mede het felve met twee of meer Getuygen fal aenwyfen, ende den voorn. Heer Erfwatergraef ofte fyn Gemagtigde fal hekent maken, wat Molen ofte Molens gemalen fullen hebben, welke voorfz. Poinften ende Articulen hier voren verhaelt belove getrouwelyck' naer te komen. SOO WAEKLYK MOET MY GOD ALMAGTIG HELPEN! EIND E. KORT  KORT Ü1TTR. DER RESOL. 337 Kort Uittrekzel van den inhoud der voornaamtte Refolutien, welke hier voren niet in originali zyningelyft. Op eene Alphabetifche zvyze ingerigu A. Abfentiegelden. Zie Boeten. Abfenteeren. Op de Kadefchouw van den 18 en 19 Auguftus 1766, is aan de Heeren Vonck en van Noordeloos, op derzelver verzoek, geaccordeert, om zich den tweeden dag 's morgens vroegtydig te mogen abfenteeren, en wyders gerefolveert, wanneer diergelyke verzoeken in het vervolg meer X mog:  338 KORT ÜITTREKZEL mogten werden gedaan, hec zelve voortaan te accordeeren. Zie Refolutie op dato. Alblasferwaard. De Alblasferwaard, waar in deze Overwaard geleegen legt, is in den Jare 1672, tot ftuiting van dera Vyand, ingevolge de ordres van Hun Ed: Groot Mog:, onder water aezet. Zie het genotuleerde in 'c Refolutie Boek No. 1 Fol. 30 & 33 verfo. Ammerfe Haven. Verdiepc voor Reekening van den Overwaard by publicque belleeding. Zie Refolutie van den 9 en 10 Augustus 1776, en Notulen van den 27 en 38 September 1776. Aardhaling. Door die van Ottoland, tot het maken van het gat in hunne Kade, aan *Sraoutjes Vliet by 't Overtogt in 1753 ge-.  DER RESOLUTIEN. 339 gevallen, aarde uit de Rib van Noordeloos , geleegen agter Ottoland, gehaald hebbende, is daar over tusfchen die van Noordeloos en Ottoland queftie ontftaan, die 't zelve aan het Collegie van den Overwaard verbleven hebben : waar op door hun Ed: Achtb: is verftaan, dat die van Ottoland tot het halen van aarde uit de Ribben van Noordeloos niet bevoegd waren, maar dezelve uit hunne eige Ribben hadden moeten halen, en is dergelyke aardhaling aan hun geinterdiceert en verboden, en gelast de gegrave Gaten met andere aarde of modder weder te vullen tot genoegen van die van Noordeloos , en dat daar en boven die van Ottoland moeften betalen de koften, hier over gevallen, aan welke uicfprake zy ook hebben voldaan. Zie Refolutie 26 en 27 September 1753. B. Boeten. Ieder abfent Lid verbeurt op de X 2 , Wa-  340 KORT UITTREKSEL Water - en Kadefchouw, ieder dag 5 Gulden, dog moet 's anderendaags goedtyds tot de Befoignes werden getreden , om voor den eeten gedaan te hebben, en werdt dan ieder zyn liberteit gegeven , om na gedane Befoignes te kunnen vertrekken. Zie Refolutie 10 Oétober 1701. Die het zyn beurt is om op de Schouw in de kleine Schuitjes te varen, abfent zynde, en zyn tour aan geen ander Heer heeft verzogt of beitelt, verbeurt boven de ordinaire boete of jaspering nog 5 Gulden. Zie Refolutie 22 May 1723. Boven de ordinaire boete van 5 Gulden'sdaags voor ieder abfent Lid, zal dezelve nog moeten betalen deszelfs portie in de gelagen, even en al eens of prefent was geweest. Zie Refolutie 5, 6 en 7 Auguftus 1728. De Heeren van Y Collegie mogen eikanderen niet injuriëeren, op verbeurte van 457Gulden, 't geen zal ftaan  DER RESOLÜTIEN. 34! ftaan aan het meerendeel van 't Collegie, welke boete, als mede de jaspering, door den Penningmeefter van 'c Tractement zal ingehouden werden. Zie Refolutie van den lójuly 1670! Boetens op de Kadefchouw. Zie Kadens. Item op de Kadefloot. Zie Kadefloot. Item op de Nommerpalen. Zie Nommerpalen. Bocalen. Bocalen door de nieuw aankomen* Polder 3 Voeten op het Land, dog ' welk gat, na verloop van 8 of ïo daigen, weder volkomen is herftekl i Zie Notulen van den 4 en 5 May 1770. Kade/loot» Is ten verzoeke van Schout en Geregten van Streefkerk den Penningmeefter gelast, aan alle de Gtflaagdens der Kade van den Overwaard aan te fchryven, dat zy de Kadefloot iaarlyks tegen de Kadtlchouw moeten fchoonmaken, om alsdan te werden btfehouwd, op verbeurte van 30 Stui-  568 KORT UITTREKZEL Stuivers voor de eerfte maal, en voor de tweedemaal op inryding Zie Refolutie den 24 en 25 September 1700, gelyk ook de Dorpen voor ieder defeft in de Kadefloot, zyn bekeurt in de boete van 30 Stuivers, op de laatfte Waterfchouw, gedreven den 2 en 3 Oftober 1772. De Schout van Lekkerland moet aan den Penningmeefter opgeven, wiens (lagen het zyn, die de Kadefloot agter Lekkerland moeten opmaken, om door den Penningmeefter daar van aanfchryving aan de Dorpen te kunnen doen. Zie Refolutie dato 22 en 23 Juny 1604. Is op het Request van de Ingelanden van Bleskensgraaf geconfenteert, dat zy de Kadefloot op de Kadezy ten hunnen kofte mogen opfloten, mits de aarde zal blyven aan de zyde van de Kade. Zie Request en appoinctement dato 20 en 21 Auguftus 1683. Ka:  OER RESOLUT1EN. 369 kamertjes in het Elshout. Wanneer een Kamertje in het Elshout komt te vaceeren, heeft de Heer, die het langst in het Collegie is geweest, de voorkeur om het zelve te kiezen; en zo die 'er geen gebruik van maakt, gaat dezelve keus op een volgend Heer, tot den laatlten toe: en de Kamer die door de gedane keuze op nieuw komt te vaceeren , zal weder door eenen volgenden Heer verkieslyk zyn, exemt de Kamer van den Heemraad wegens 't Land van Arkel. Zie Refolutie 3 en 4 May 1771 Kist. Gemeenelands Kist, daar van moetende neutels heruiten, één onder den Erfwatergraaf, één onder den Prefident, en één onder den Secretaris. Zie Refolutie 6 Auguftus 1706. In den Jare 1778 is eene oude Kist met papieren, ftaande in 'c Elshout, geexamineerc, dog daar in niets van Z be;  37ö KORT UITTREKZEL belang gevonden, dan eenige Reeke* ningen van den Overwaard van diverfe jaren. Zie Notulen i en 2 May 1778. Knegts. De Knegts van de Heeren in 'c Elshout mogen niet meer dan eene pint ordinaire Wyn, met drie kannen Bier , 'sdaags gebruiken,en is den Sluismee* fter gelast daar van eene apparte Reekemng te geven. Zie Refolutie 14 en 15 Juny 1724. Kusfengeïd. Het Kusfengeïd is voor Heeren Commisfarisfen en Subftituut Watergraaf, zo wel als voor de Heeren Heemraden, ieder 30 Gulden. Zie Refolutie 6 November 1693. Het zesjarig Kusfengeïd moet by tusfchen beide vallende veranderingen van Leden, by de afgegane en nieuw aankomende werden verdeelt na  DER RESOLUTTEN. 37l fia rato des tyds. Zie Refolutie i May 1734. L. Landmeeter. Wordt aangeftelt by het Collegie, gelyk zulks onder anderen is te zien by de aanftelling van Jan van der Linden Govertsz. Zie Refolutie 124 Juny 1753. Lekkerlandfche Reekening. Commisfarisfen uit het Collegie van den Overwaard, hebben van tyd tot tyd de Reekening van Lekkerland geadfifteert, en zyn dik wils door dezelve verfcheide zaken, die door den Heer van Lekkerland wierden voorgeflagen, tegengefproken, zo als te zien is by Refolutie dato 22 en 23 Juny 1694, 17 en 18 Oétober 1698, 13 en 14 Auguftus 1700, 22 en 23 Juny 1711, 8 July i733i 3° May 1735 en 1736, 1 May 1737, 10 en 11 Auguftus Z 2 1742,  372 KORT ÜlTTREKZEt 1742, 18 en ia>ny-743, en 6, 7 en 8 Auguftus 1744* Dog alzo naderhand door den Heer van Lekkerland, met communicatie van de Ingelanden, en ook mee approbatie van het Collegie van den Overwaard, een Reglement is geformeerc, waar van een Exemplaar aan het Collegie is ter hand gefteld, zo is vervolgens, en wel op t6 en 17 Juny -747» gerefolveert, dat men daarom op de toen aanftaande Reekening in 1747, geene Commisfarisfen zoude zenden, en ingeval het zelve naderhand nodig geoordeelc mogt wor-' den, het zelve als dan zoude worden waargenomen door Commisfarisfen van voorvallende zaken. i M. Meubikn, Van de Meubilen in 'c Elshout ïs een behoorlyke inventaris gemaakt, welke in den Jare 1774 » gërevideert,. Cf»,' O " i  PER RES0LÜT1EN 373 geampliëerc, en door den Sluismeefter Dirk Swens onderteekent, waar van Copie aan hem is ter hand gefteld, eq hec origineel in de Gemeenelands Kist gelegt. Zie Notulen 1 en 2 July 1774, Molaars. Voor den extra ordinairen dienst ter zake van de Inundatie 1744, is aan ieder der Molenaars van de Voormolens toegelegc 30 Gulden. Zie Refolutie 18 en 19 September 1744. Om de Molenaars der Voormolens zo veel mogelyk in hunnen pligc ce houden, zyn drie van dezelve wegens verzuim in hec malen gemulcleert ieder in eene boete van 3 Gulden. Zie Refolutie 21 en 22 Juny 1748. Dezelve Molenaars moeten geen tyd verzuimen om te malen, vooral als de' Lage Boezem zal gereezen zyn tot 10 Duimen beneden het Pyl van den Boezem in 't Elshouc, en is den Opziender der Voormolens wel expresfelyk gelasc daar op nauwkeurig z 3 agt  374 KORT UITTREKZEL agt te geven, op pcene van arbitraire correétie naar bevind van zaken. Zie Refolutie 19 July 1766 met communicatie van Heeren Commisfarisfen. Vermits de Molenaars in den Jare 1771, door den menigvuldigen regen, genoegzaam by aanhoudenheid hebben moeten malen, is aan dezelve voor die reis toegelegt 200 Gulden. ZieRefolutie 20 en 21 September 1771. Molen Gelkenes. Is aan die van Gelkenes geaccor* deert, om, in plaats van den afgebroken Watermolen, eenen nieuwen te mogen (tigten. Zie Request en Appoinctement dato 27 Juny 1761, geregiftreerd in 't Refolutie Boek op dato. Molen Goudriaan. Is op het Request van Schout en Geregten van Noordzyde Noordeloos en Oud Goudriaan geaccordeert, om ai-  DER RESOLÜTIEN. 375 altoos nog eenen vierden Molen te mogen bouwen, gelyk 'er voor dezen gedaan heeft. Zie Request en Appoinétement dato 22 May 1736, geregiftreerd in 't Refolutie Boek op dato. N. Nommerpakn. Is gekeurt, dat alle de Dorpen zullen hebben te bezorgen, dat op ieder flag daat een behoorlyke Nommerpaal, met den naam van den Polder en de nommer van het flag, op de boete van 3 Gulden voor ieder Paal, die niet naar deze Keur bevonden zal worden gefleld te zyn, en zullen boven dien de Heeren van het Collegie, ten kode van de Gebreekigen, de manqueerende Palen doen dellen, teekenen en nommeren, zo het behoort. Zie Refolutie 20 en 21 September 1736. En is op den 27 en 28 July 1760 gerefolveert, aan de Dorpen aan te Z 4 fchry-  376 KORT UITTREKZEI, fchryven en te gelaften, om op ieder Kadeflag te ftellen eenen behoorlyken Nommerpaal, op de boete daar toe ftaande. O. Opziender. By bet zetten der Voormolens is begrepen, dat 'er een Opziender over dezelve nodig was, gelyk dan ook uit eene nominatie van twee Perfonen, tot Opziender over dezelve Molens is geëligeert Dirk Swens, Sluismeefter in 't Elshout. Zie Refolutie 3 , 4 en 5 Auguftus 1741; waar voor hem is toegelegt 100 Gulden. Zie Refolutie 1 May 1742. Wat hem /ten aanzien van het ma¬ len der Voormolens is geordonneert. Zte molenaars. P. Pancras-geld. Vermits de Inundatie, in 1744] ge-  DER RESOLUTIEN 377 gevallen, is gerefolveert geen Pancras-geld, dat den 22 May 1744 verfchynen zoude, te vorderen, maar by provifie te negotiëeren 10000 Gulden. En vermits de fterfte onder hec Rundvee, en de fchade van de laatfte Inundatie, is wederom gerefolveert het Pancras-geld, dat den 22 May 1745 betaalt moest zyn, mede niec te vorderen, maar te negotiëeren 20000 Gulden. Zie Refolutie met kennis en goedvinden van Heeren Commisfarisfen genomen, den j en 8 May 1745. Penningmeefter en Secretaris. De Penningmeefter moet zyn Fixum Domicilium houden binnen den Ring van den Overwaard, óf ten minften binnen de Sreden Dordrecht, Gorinchem, Schoonhoven of Vianen. Zie Refolutie 22 May 1706. De Penningmeefter de Graaf, tot Z 5 fe-  378 KORTUITTREKZEt, fecuriteit van den Overwaard geprefenteerc hebbende ï aooo Gulden aan Obligatiën, inde plaats van cautie, is door hec Collegie daar op nagezien zeker Compromis van dato 23 May 1603, en daar óp gevolgde uitfpraak van vier onpartydige Advocaten, in dato 16 Juny 1604, (hier voren in hec Keurboekje geregiftreerd) waar by de Erfwacergraaf verpligc is voor den Penningmeefter te moeten inftaan, en den Overwaard guarandeeren, hebben Heeren Heemraden 'gedeclareerc, zich daar aan te houden, en' den Penningmeefter tot de fundtie niet te admitteeren, tot dat by den Watergraaf hier aan zoude zyn voldaan, en voorts protest doen aanteekenen. Zie Notulen 1 May 1734; gelyk ook op den 22 May 1734, eerst de Heer Erfwacergraaf nomine üxoris, en naderhand op den 7 February 1735, op aandrang van het Collegie, door de Vrouwe van Giesfenburg zelve, behoorlyke Aflens van cautie voor den ontfang, adminiftratie en bewind van gemelden Pen-  . DER RESOLUTIEN. 379 Penningmeefter de Graaf, aan hec Collegie overgegeven zyn geworden: waar op eindelyk, op hec verzoek van gemelden de Graaf, niet tegenftaande nog eenige zweevende gefchillen cusfchem hem, en den Watergraaf, over het ftellen van cautie volgens zyn Koopcontract, den zei ven de Graaf, by Heemraden is geadmitteerc, cot de volle exercitie en waarneeming van de Ampren, als Secretaris en Penningmeefter. Zie Request en Appoinciement van den 23 May 1735. Op den 18 July 1739, is de Heer Eliza Vonck, Subftiiuut Watergraaf, toe het waarnemen der Penningmeefter en Secrecaris Ampten, voor den origineelen Penningmeefter de Graaf, by procuratie aangeftelt, en by het Collegie den 6, 7 en 8 Auguftus 1739 beëedigt, voor den tyd van drie Jaren, onder borgtogt van den Heer Erfwacergraaf; zo egter en op fpeciale conditie, dat het niec zal mogen werden getrokken in confequencie, dac het voorfz. Penningmeefter en Se-  38o KORT UITTREKZEL Secretaris Ampt in het vervolg zal mogen werden bedient by eenen Subftituuc Watergraaf: dat ook de Heer Vonck, by alle Comparitiën, zo lange hy te gelyk waarneemt de Watergraaf, Penningmeefter en Secretaris Ampten, zal moeten voldoen de Verteeringe voor twee Perfonen, en zo ook dubbelde boete of abfentie geld. De Heer Vonck, als Subftituut Penningmeefter, heeft nog daar en boven voor de extra ordinaire manuantie van Gelden, tot het ftellen van Voormo* lens en aankleven van dien, behoorlyke Borge gefteld. Zie Refolutie 29 Auguftus, 15 en 16 September en 3 Öaober 1739 en 23 May 1740. - De Heer en Mr. S. van Noten is tot Penningmeefter &nSecretaris, beeedigt en aangenomen, mede onder borgtogt van den Erfwatergraaf. Zie Refolutie 22 May, 29 en 30 Juny en 2 en 3 Oélober 1742; en heeft het Secretary overgenomen onder Inventaris den 10 en 11 Auguftus 1742. Plans  DER RESOLUTIÈN. 3S* Plans Waterleidingen van boven den Zouwen Den 26 Juny 1756, zyn door Dykgraaf en Hoog Heemraden 's Lands van Vianen overgegeven verfcheide Plans tot betere exoneratie van hun water, als: Een om eene Waterleiding te graven , van de Zeederik tot Groot Ammers. Een van de Zeederik tot in den Elshout, waar van de koften wierden begroot op een millioen Guldens. Een van omtrend de Schotdeuren, weftelyk op, langs den Nieuwendyk na Hardinxveld. En een om het water van de Zeederik te exonereeren langs een te graven Canaal, in de zogenaamde Noordeloos, en zo vervolgens in het Waterfchap van den Overwaard, waar toe dezelve Heeren wel het meefte fcheenen te inclineeren. Dog van -welke Plans tot nog toe niets is gearrefteert. Pyl  3$z KORT UITTREKZEL Pyl Het Pyl van den Ammerfen Pyfmo» len tegen dat van' den Neder Hardinxveldfen Molen geconfronteerc zynde, is bevonden, dat het Pyl te Groot Ammers 6 Duimen lager ftaat als dac van Hardinxveld, waar op den Pylmolenaar ce Hardinxveld is geordonneerc, niet hoger te malen, als 6 Duimen beneden zyn Pyl, en dus eguaal met den Ammerfen Pylmolen. Zie Refolucie 22 May 1760. Pylmalen. Aan den Heer Hendrik van Barnevelc, Heere van Noordeloos. is, op deszdfs Requesc by AppoincTemenc dato 4 Auguftus 1730, geaccordeerc en gepermitteerc, om by excra ordi' naire gevallen, zo wanneer in eenigen tyd geen diensc of gemaal is, mee den Gemeenelands Watermolen flaande op de Noordzyde van Noordeloos, alleen tot confervatie van zyne beplantingen, om het Slot van Noordeloos 1X3 (lil*  DER RESOLUTIEN. 383 ftaande, en verder of anders nier, een weinig tyd, niet excedeerende s uuren, buiten dienst en boven Pyl te mogen doen malen, mits dat hy Heer Suppliant het Collegie afhoude van alle klagten der Ingelanden, en voorts niet anders dan tot wederzeggens toe. Zie Refolutie 3, 4 en 5 Auguftus 1730. Ook is in den Jare 1773, aan die van Hardinxveld gepermitteert, ver* mits hunne ééne Molen, wierdt afgebroken en eene nieuwe in de plaats gezet, dat zy voor die reis met hunnen anderen Molen boven Pyl mogten malen. Zie Refolutie 7 en 8 May 1773, R. Reekening Overwaard, De Reekening van den Overwaard is den 5 en 6 November 1686 te Giesfennieuwkerk gedaan, en als toen gerefolveert, dat het volle Collegie den Eed, by het 6 Artikel van het na»  384 KORT UTTTREKZEL nader Reglement geftatuëerd, zoude afleggen, hec geen ten zeiven dage ook is gefchied. Zie Refolutie op dato. Dog op de Reekening, die den 30 September, 1 en s Oftober 1694, mede te Gie«fennieuwkerk is gedaan, is gerefolveert, dat de Reekening voortaan alle Jaren zoude werden gedaan den eerlten donderdag, vrydag en zaturdag in de maand Auguftus. Zie Refolutie op dato. s. Schotdeuren. k Wanneer de Landen inden Overwaard droog zyn, wordt wel eens, op verzoek van Dykgraaf en Heemraden van Arkel boven den Zouwen, een hunnen kofte, geaccordeerc, om in extra ordinaire gevallen, en onder opzigt van Commisfarisfen uic het Collegie van den Overwaard, hun water van Nieuwland re losfen, door den Duiker of Wagrheul te Schotdeuren, op den Boezem van den Overwaard, mies  DER RESOLÜTIER 3J$ Wits blyvende onder bef Pyl van den Boezem, en betalende de onkoften van Molenaars, Voormolens, Sluismeefter en anderzins, blykens Refo» lutien dato 7 en 8 May 1745, * en 3 May 1749, 1 en 22 May, en 25 en 26 Juny 1751, als mede 1 en 1 May 1761, en 4 en 5 May 1764, ook 4 en 5 May 1770, als mede 1, a en 22 May 1772, mitsgaders 6 en 7 May 1774; voor welke onkoften zy in den Jare 1751 hebben betaalt als volgt: Voor de Molenaars van de 8 Voormolens, ieder 's daags i Gulden, zulks over 25 dagen,is 200: ö: o Dedomagement voor den Aannemer der Zeilagien - 60: 0: o Voor de Aannemers van het Gaande werk 40: 0:0 Transporreere ƒ300: 0:0 Aa Tians-  38d KORT ÜITTREKZEl Transport ƒ 300: o: O Schade van den Sluismeefter geleeden, aan de Grienden en het Hooi ïn den Hogen Boezem, niet het opzigt over de Molens - soo: o :eeft genoten 42 Guldens 18 Stuivers bedragende met den byflag aan die van Noordeloos 80 Guldens. Zie Refolutie 17 en 18 Sep« tember 1728. Sluizen, Door de Sluizen mag geen Hout werden gevlet, dan met confent van het volle Collegie. Zie Refolutie 5 Auguftus 1608. Ook mag daar op geen Zand, Hoepels of andere beladingen langer leggen dan 24 uuren, op verbeurte van 50 Stuivers voor iedere reis. Zie Refolutie 25 en 26 Auguftus 1694. De Sluizen zyn in het Waterjaar 1726 toegetempelt en gefloten Aa 4 ge-  904 KORT U1TTREKZEL gebleven, tot dat 'er een groot gedeelte water door de Hulp of Nootgaten eerst weggelopen was. Zie daar van een omftandig verhaal geregiftreerd in het Refolutie Boek, beginnende 1723 Folio 30 verfo & fcqq. Dog is naderhand by de refpective Collegien van den Alblasferwaard, Over- en Nederwaard, goedgevonden en gerefolveert, ingevalle de Inundacie boven de Zouwen valt, de Sluizen alsdan niet toe te tempelen, niaar Hulpgaten te fteken onder Papendrecht, Alblasferdam en Lekkerland, daar wielen leggen: dog de Inundatie beneden den Zouwen vallende, alsdan de Sluizen te tempelen als van ouds, werdende niettemin, in geval van Ysdammen, aan de Collegien de vryheid gelaten te handelen naar bevind van zaken. Zie Refolutie 22 February en 4 April 1731, hier'voren in het Keurboekje in originali geregiftreerd. Nieuwe Sluis in den Hogeh Boezem hefteed den 18 Juny 1740. Sim*  OER RESOLUTIEN, 393 Sluismeefter, De Sluismeefter Nederveen gecontinuëerc, mirs betalende voor Huishuur jaarlyb rio Guldens. Zie Refolutie 26 en 27 Juny 1699. Sluismeefter Swens aangefteld den 1, 2 en 3 May 1731, zynde aan hem onder Inventaiis overgegeven alle de Gemeenelands Meubilen, en is aan hem geaccordeert, dat hy, in plaats van 100 Guldens, maar 40 Guldens aan huur zoui^e opbrengen. Zie Re* folutie 5, 6* en 7 Auguftus 1734. T. Traktementen. Is gerefol veert geweest, dat de Tracrementen van vaceerendeAmpten, nee Jaar waar in de geweze Heer is komen te overlyden, genoten wierden by deszelfs Weduwe of Erfgenamen , mits het Ampt dat lopende Jaar vacant bleve; en inmiddels door een Aa 5 an-  |94 KORT UITTREKZEL ander Heer vervult wordende, alsdan tot zyne beëediging, en mits betalende de koften zo van Abfentiegelden, Schouwen als anderzins; maar het lopende Jaar vacant blyvende, alsdan by hec Collegie. Zie Refolutie ao en 21 Juny 1697. DoghecTraftement van den vaceerenden Heemraad van Thienhoven is, als na?r oude gewoonte, weder onder het Collegie verdeelt. Zie Refolutie 1 en 2 May 1772; het geen ook vervolgens by andere vacature is gefchiedt, Tolbrug» Voor het pasfeeren der Heeren van het Collegie en Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, over de Tolbrug te Giesfennieuwkerk, is aan den Bruggeman aldaar, toe een jaarlykle recognitie, toegedaan de fomme van 6 Gulden en 6 Stuivers, ingegaan 22 May 1709. Zie Refolutie 1, 2 en 3 Auguftus 1709.  PER RESOLÜTIEN 35^ II. Uitlegging van Penningen, De Watergraaf heeft in 1581 en Ï623, wegens rePanten van den Om» flag, uitlegging van Penningen gedaan, volgens de Handveflen. Zie Refolutie 5 January en 22 May 1581 i en 24 May 1623. V. Visfchery, In den Jare 1685 is de Visfchery tf van het Waterfchap verhuurt aan den % Penningmeefter Beens, voor 12 JaI ren, jaarlyks ora 250 Guldens, beI houdens het regt voor de Heeren I Principalen en Waterheemraden, om !j daar in re visfchen zo dikwirs hec hun I goeddunkt, als mede den Slutsmeeij' fter in 't Elshout, van de Sluizen tot I het Voetpad Bruggetje, en den il Sluismeefter van Ammers tot de AmI merfe Brug toe. Zie Refolutie en ge»  39<5 KO:RT UITTREKZEL geregiftreerde Huurcedul daco 13 en 14 Juny 1685. Dog is in den Jare 1700 nader gerefolveert, dac niemand van de Heeten Erfwacergraaf, Heemraden of Penningmeefter, mogen laten visfchen direét of indireét, als door eenen gebroden Dienaar, of een minften door eene Aéte, by hen zelfs onderteekend, mee defignatie van de Perfonen, die van hunnen wege zullen visfchen, en nette fpecificatie van den preciefen dag of dagen, dje gevist zullen worden, dog niec langer dan cwee dagen; en die in voege voorfz. niet gequahficeerc is, zullen incurreeren de boete en breuken, als by de Handveften en Placcaten dien aangaande is gearrefteert. Zie Refolutie 13 April 1700. Tegen het visfchen van den Heer' van Streefkerk en Lekkerland in het Waterfchap, is gerefolveert by onderneeming calange te doen, en zich meefter te maken van het Wand en Schui-  DER RESOLUf IEN. 307- Schuiten. Zie Refolutie 17 en 18 September 1728. Vart welke Refolutie de Heer van Streefkerk kennisfe bekomen hebben, de, heeft aan den Siuismeefter gedeclareert in weerwil van voorn. Refolutie niet te zullen visfchen, maar dac hy aan hem Sluismeefter verzogt voor hem te willen visfchen, in het water by den Sluismeefter gepagt, het geen is gefchiedt, en de Visch door gem. Heer by den SIuismeefter gecon fumeert zynde, heeft dezelve betaalt, het geene door het Collegie aan den Sluismeefter in het vervolg is gepermitteert, om in zyn gepagt water ten verzoeke van den Heer van Streefkerk te visfchen. Zie Notulen in hec Refolutie Boek 1 November 1728. Alvorens de aankomende Leden hunne portie in de Visfchery mogen trekken, moeten dezelve eerst en vooraf een Glas met hun Wapen en Devies, naar welgevallen, in het Kasje met Bocalen hebben gebragt. Zie Re-  398 KORT UITTREKZE-L Refolutie 5, 6 en 7 Auguftus 1728, gelyk ook geen Visfcherygeld aan de nieuw aankomende Leden mag werden betaalt, voor en aleer een Glas of Bocaal aan het Collegie is overgegeven. Zie Refolutie 5 en 6 May 1769. Voormolens. Na dat het Collegie met Heeren Commisfarisfen van Arkel en Herlaar, Op den 20 Juny 1739, het een en ander tot het zetten der Voormolens hadden gereguleert, zo als hier voren in bet Keurboekje is te zien, zyn op den 17 July daar aan volgende agt van dezelve publicq befteed, ieder Molen voor 10500 Guldens, makende over de voornoemde 8 Molens de fomme van 841.00 Guldens, zynde de Aannemers daar van geweest, als volgt: No. 1. Anthony van Lit, te Spyk. No. 2. Pleun denBrainker, te Alblas. jNo. 3. Jan van Vugt, te Dordrecht. No,  DER RESOLÜTIEN. $oe> No. 4 Abraham van der Haven, té Hoornaar. No, 5 Jan Herlaar, te Streefkerk. No. 6 Dirk Janfe van Grieken, te Boskoop. No. 7 Cornelis Kok, te Oudekerfc, No. 8 Jan Verloop, te Vuuren,, Zie Notulen if July 1739. Tot Opzienders van het zelve werfe zyn geweest, Roelof de Gier, Pieter Cabauw, Dirk Swens en Cornelis Nederveen, ieder op een falaris van 2 Guldens 's daags, maSr op humeigen kost en drank. Tot eenen vallen Opziender der Voormolens is geëligeert, Di rkSwens, Sluismeefter in 't Elshout. Zie Refolutie 3, 4 en 5 Auguftus 1741, en verder onder het woord Opziender. De bezorging van Molenroeden, Asfchen en andere noodwendigheden tot de Voormolens, is gedemandeert aan twee Heeren Commisfarisfen van voorvallende zaken* die van jaar tot  4oo KORT ÜITTREKZEL tot jaar naar rang zullen rouleeren. Zie Refolutie 3 en 4 May 174 3. De Voormolens moeten op de May Comparitie, door Commisfarisfen van voorvallende zaken, die alsdan gefteld worden, wer len gevifiteert. Zie Refolutie 6 en 7 May 1746. De leverantiën van de Zeilagien en Touwerk aan de Voormolens, (uitgezonden Kruireepen, Byreepen en Praamtouwen) moeten publiecq werden befteedt Zie Refolutie 14 en 15 Auguftus 1744; als mede het Gaandewerk. Zie Refolutie 6 en 7 May 1746. De Heer Watergraaf moet, op het verzoek van een of meer Dorpen, aanftonds ordre geven om de Voormolens te laren malen , en by zynEd: abfentie is ieder Lid tot het geven van die ordres geqaalificeert. Zie Relolutie 19 July 1766 Zederd den Jare 1777, heeft men ver-  DER RES0LUT1EN. 40a. verder gedelibereert, over het zetten van nog éénen of meer Voormolens. Zie iNorulen 7, 8 en 9, enden 15 en 16 Auguftus: ook den 22 Septem* ber relp. des Jaars 1777. w. Watergraaf. Alvorens de Watergraaf geinftalleert wordt, moet dezelve Brieven van Verlei of Commkfie van aanftelling venonen; en zo lange niet is beëe* digt en cesfie genomen heeft, mag zyn Ed: het Collegie niet befchryven, maar moet door den Heer eerften Heemraad gedaan worden. Zie Refolutie 19 February 1734. Waterfchap. Hoe het Waterfchap moet worden gefchouwt. Zie Schouvjen. Alle de Ruigtens uit het Waterfchap moeten getrokken worden op de Bb vas-  402 KORT ÜITTRËKZEL vafte Kadens boven derzelver lopen, eri op de vafte Ribbens, op eene boete van 6 Guldens, te verhalen aan de gebreekige Dorpen naar waierregcen. Zie Refolutie 13 en 14 Juny 1732, gelyk ook alle losfe dryvende fodfen, aangegroeide losfe wallen, zo van Ribbens als Havelingen, zullen moeten werden afgeftoken, opgehaak en gebragt op de vafte Ribbens, Havelingen en Kadens, zo veel mogeïyk in een regtelyn te bewerken, mede op eene boete van 6 Guldens. Zie R folurie 20 en 21 September 1736: en moec het Gras op de plaatzen , daar de Ruigt gelegt wordt, eerst afgemaait wofden, op dat de Ruigt niet weder in het water zoude geworpen worden, op de boete van 30 Stuivers. Zie Refolutie 23 en 24 Juny 1752. Te°:en bet roven van Riet en Biezen van de Ribben en Avelingen in het Waterfchap, is door hec Collegie op de klagte van eenige Dorpen publicarie gedaan, en daar by beloofc eene premie van 25 Guldens voor die de Ds-  DER RESOLÜTIEN. 403 Daders zal komen aantebrengen. Zie Publicatie, geregiltretrd in het Refolutie Hoek op den 27 en 28 September 1748. Het geheele Waterfchap is in de Jaren 1766 en 1767 verdiept van de Giesfen af, tot in het Elshout, en de Ribben daar uit genomen. Zie Refolutie 18 en 19 September 766 en 16, 17 en 18 July 1767: ook is behalven dat, de Giesfen in 1768 op zommige plaatzen mede verbetert, gelyk ook de Viiet by den krommen Elleboog in 1767. EINDE. Bb &   REGISTER, Waar by alle zaken, in dir Werk voor» komende, kortelyk by Paginaas worden aangewezen, volgen? JietA, B, C. Aarde tot. het maken der Kadtns aan het Waterfchap, zo die door het hoge water niet kon gekregen worden, mag niemand over het defeél befchadigt worden 60 of Bagger uit het Waterfchap van den Overwaard, mag door niemand anders gehaalt worden, als door de Dorpen, diedaaringeflaagdzyn, op zekere boeten. 2.89 Aardbaling {regt van) 18, 29, 35 en54 1 alvorens te doen, moet de Eige¬ naar twee dagen te voren worden gewaarfchouwt. 78 ■ Zie ook uittrekzd derRefolurien,398 Abfen'eeren, zie uittrekzel der Refol, gjy en ook hierna op Boeten. Advocaten of Procureurs niet meer aantene» men. 106 Bb 3 A.  REGISTER. "Alblasferwaard, onder warer gezet- Zie uittrekzel der Kefolutien. 338 Ammerfe Haven verdiept, zie ais vorep» ibid. B. Bagger. Zie Awde. > Baakmolenaars wie die zyn, 8 . hun pligt. 3!3 cn S23 . hun Eed * 335 Beloften van getrouwheid. 48 Befleedingen en Verpagtingen pubhcq te doen. 8* en 104 Befcbouwer van bet Waterfchap moet in de Heerlykheid van der Ltcq gegoed we" zen, , „ „ , . 60 Boealen, zie uittrekzel der Refolutien 341 Boeten tegen non Comparanten 43 ,85 en 99 - daar van aanteekening houden. «5 en 100 i . zie ook uittrekzel der Refol. 339 . op de defedten in de Water- en Kadefchouw, alsdan niet overryden, maar b fteeden. 44 * hoe te innen. 45- . ■ voor het Collegie, 46, 94 en 110 op het visfchen. i3, 31 en 37 op het visfchen daar van komt den Heer van derLecq de derde Penning. 61 op het Waterfchap of Kade, mag de Heer van der kecq zich niet onderwinden. 02 Boe-,  REGISTER, Boem tegen het boven Pyl malen. $00, 315 en 325 —— op de Kadefchouw, zie uittrekzel der Refolurien. 365 • op de Kadefloot, zie als voren. 307 i op deNómmerpalen, zie als voren _ Y75 Boezem en Buitenmolens, oudtyds teGiesfe.idam, 168-171 Broekmolen van Streefkerk moet zich in het malen reguleer n naar de Keuren ea Pylen van den Overwaard, en voor welk malen die van Streefkerk jaarlyks moeten betalen so Guldens, 209 en 210 Bruggetje by den Broekmolen, door die van Streefkerk ten hunnen koste te maken en onderhouden, op de.breette van 10 Voeten. 204 en 205 Brug aan de Giesfen en in Ottoland, hoe te onderhouden 35 by wien te fchouwen. 36 Bruggen over het Waterfchap, 55 Voe;pad ibid, alle jaar te fchouwen. 56 ingevalle de Bode van der Lecq op de Schouw het gebrek niet bewysr, verbeurt niemand. 37 ■ als het gebrek aangewezen is, en men het niet doet maken, wat dan te rioen 59 Buitenhuis, zie uittrekzel der Refo!, 34a Bb 4 By.  REGISTER, Byflag °f vereeringen wegens befteede weri ken niet te doen, 89 C. Collegie van den Overwaard opgerigt. 3 en 42 thans fungeerende. 9-10 % daar van moet ieder Lid in den Waard woonagtig en gegoed wezen. 42 'Commisfarisfen van voorvallende zaken 91 en 108 1 bezorgen Asfen en Molenroeden, zie uittrekzel der Refolutien. 399 «i- van Arkel en Herlaar, hun falaris, 92 en 109 - zie verder uittrekzel der hefol. 344 Commisfien, zie uittrekzel der Refol, 345 Concludeeren by meerderheid. 49 Contratt met die van Lekkerland, ove? den Hogenboezem, het overnemen van een Sluis, en het niet mogen teelen by de Molens als anderzins. 251 & feqq, ! - nader daar omtrent. 274 & feqq. Nieuwen Hogenboezem in 176-* 280 & feqq. -1 met die van den Nederwaard, over hunne Hoge Boezemkade, op de Middelkade leggende. 218 & feqq. "52 item, wegens de Inundatie 1744. 129 & feqq. 'CopUn, waar vao (des begerende) te  REGISTER. geven. po en 107 D. Dorpen en Diftrifien met derzelver agter of binnen Mokn'. 1 6 en j m met derzelver Mergentalen. 8 en.p * derzelver Slagen. 130-168 . moeten hunne Slagen op deScnouw aanvyzen , op zekere boete. 45 Duiker Mangelkampen, zie uittrekzel der Refoluiep. 345 of feilen der binnen Polders, zie als voren. 347 E. Eed te do-n. "84 en 99 — van den Watergraaf. 112 z Waterheemraad, 113 Secretaris en Penningmeefter. — S'uismeefter te Hardinxveld, met inftruólie. nó U Sluismeefter in 't Elshout. 119 bode. 121 .. Pylmolenaar van Ammers. 330 van Hardinxveld. 33a Baakmolenaars. 335 'Erfpagten, zie uittrekzel der Refol, 349 F. Bb5  REGISTER, F. fabriecq, zie uittrekzel der Refolutien. 354 G. Gaflen op de Reekening, 92 en 109 —■— zie ook uittrekzel der Refolurien. 355 .. in 't Elshout, zie als voren, ibid, G&meenelandshuis te Giesfendam, aan den Heer L. van Tetterode cetransporceerr. 17a ,* daar in behouden de Heeren van het Collegie de vryheid, om ren allen tyden te vergaderen in de groo.e Kamer 1-4 — ■— kan ook weder genaast worden. 175 Gefchenken of vereeringen te doen, mag niet gefchieden. 85 en ioo Griendingen te Giesfendam, 170 H. Heemraden, door wie die worden geiMd. 10, 11 en 42 moeten in den Waard woonagrig en gecoed zyn. 42 ■ door wie te beëed'gen. ibid, — beflu ten met ''en VWergraaf, waar de Reekening zal gefcbieden, en waar zy  REGISTER, zy voor die of volgende dagen zullen teeren. 72 .ir Nieuwe, zie uittrekzel der Refo- lutien 3j<5 flekkens op de Schouwen open te bonden. 126 en i^q ———derzelver hoog'e. < moeten van boven glad gedekt zyn. 127 en Bomen, zie uittrekzel der Rtfo- lutien op kadens ^65 Hoef/lag mergen mergens gelyk. 2Ó cn 42 Hogenboezem. 4 en 5 contrafl daar van. Zie Gntracl. — zie ook uittrekzel der Relolurien. 356 e-n 357 Hoogmolens. Zie Voormolen', Hogendyk onder Papendrecht, by die van Ottoland overgenomen. 213 & feqq. « in 't Elshout, zie uittrekzel der Refolutien. 3<-§ Hulpgaten iteken, in cas van Inundatie. 222 ö£ feqq. " k -: ' I.' ! 5 Mf: '\ Jagt, zie uittrekzel der Refolutien. 358 Jagthuis, zie als voren. itid Jaspering, Zie Boeten. Inryding wanneer te doen. 45 gedaan, zie uittrekzel der Refol. 359 In-  REGISTER. Intresfen hoe hoog in Reekening tebren» gen. 87 en 102 Jnundatie 1744, wat Refolutie alstoen met den Nederwaard is genomen, omcrend de cxoneratie van het water, 22oetfeqq, K. Kadens aan het Waterfchap. 16 moeten naar behoren zyn gemaakt. 128 « te befchouwen by wie. 17,30,366042 s alle jaren, 56 — wanneer. 43 — 1 waar te beginnen. 41 en 57 —— — de Bode van der Lecq moet het gebrek aan de Kadens en Brug» gen bewyzen. 57 zo de Bode van de Lecq het gebrek, niet bewyst, verbeurt niemand, ibid, • te houden dat die niet lekken of overlopen , en wat te doen zo men daar in manqueert. 17, 57 en 58 ook in geval van Inbraak. 18 —— wat te doen,, wanneer de Ri^ter het gebrek op de Radefchouw, door den Bode van der Lecq aangewezen, niecbefchouwde. 58 *— in Liesveld. 25 en 30 derzelver hoogte en breette. 30 — van de Giesfen tot in den Lande van Liesveld. 35 Ka-  REGISTER kadens, derzelver hoogt-e en breette, gjj niet te befteeken of wegtegraven. j c ver*  REGISTER, verfchil. pj en Ho FPocesfen, Zie Nieuwe werken. Procureurs. Zie Advocaten. Pyl van Ammers en Hardinxveld tegen elkanderen vergeleken, zie uittrekzel der Refolutien. 382 Pylmolens, welke die zyn. 7, 298 en 303 Pylmalen by Dag, 300 en 303 _ by Nagt. 311 & feqq. en 323 boven Pyl, zie uittrekzel der Refolutien. 382 Pylmolenaars moeten op eikanderen agt geven. > 30b — - hunne Eed. 330 en 332 Pylnagel te Ammers aan eenen yzeren ftaf. 317 cn 318 te Hardinxveld. 298 Pyl in den Boezem, als mede Kadens en Wegen in 1624 verhoogt. 295 R. Reekendag uittefchryven, en wat daar in moet werden geobferveert, 86 Reekening wanneer te doen, en notificatie van dien. 101 zie uittrekzel der Refolutien. 383 wat ordre daar in te houden, 87 en roa en vifitatie, hoe veel Dagen daar toe ftaan. pi en 108 Cc Re-  REGISTER, Reekening, dubbeld met de verificatïen in de Kist te leggen. 90 en 107 Refer.ve om het Reglement te mogen ampliëeren, altereeren of corrigeeren. 95 en 111 Ribben in het Waterfchap by het Collegie uirtenemen, (des goedvindende) 304 Rys of Hout op de Kadens, ouder als twee jaren, moet werden afgehakt en omgehouwen. 125 . zie ook uittrekzel der Refolutien, op Kad-ns. 365 Ruigt, Liezen, Biezen en andere vuiligheid van het Waterfchap en de Ribben onder water leggende, moeren in den grond fchoon werden afgefneden, en op de Kadens gebragr. 125 en 327 zie ook uittrekzel de Refolutien, op Waterfchap, 401 s. Schaftgetd. 77 Schotdeuren of Wagtheul aldaar, wat Refolutien en Contracten daar omtrend zyn gemaakt. 176-200 n lpeciaal 187 . . - zie ook uittrekzel derRefolutien.384 Schouwen waar te beginnen. 41 — wanneer te doen. 43 r by wie. 17, 30, %f>en 42 ■■ " v/at ordre daar in te houden, zie uit»  RE GISTE F» uittrekzel der Refolutien. 389 Schouw te heffen, waar en hoe. 12a Schouwbrief op ieder Waterfchouw. 124 - — op de Kadel'ch mw. 12$ SchoeffcbuuvJ leggen, als het oirbaar is. 43 Schouw (Her) op het beftcede werk te doen, en het zelve dan niet goed gemaakt zynde , daar op mi yden ten kofte van den Aannemer. 45 Schippers, zie uittrekzel der Refolutien. 391 Slagen van de Sluizen in het Elshout, tot het einde van de vyf Vlieten. i?o-i34 van daar tor de Zydebrug. 134-138 van daar tot den Donk. 138-140 —— vandaar totdeAmmeifeBrug. 140—F42 . van de Ammerfe Sluis, tot de Ammerfe Brug. 142-146 van daar tot den Dwarsgang, 147-152 —r-■ van daar tot de Giesfen. 152-158 in den Dwarsgang , en wel aan deZuid- zyde van de daar in gelegen hebbende Ribben of Middelland, van de Ammerfe "Vliet, tot in Smoutjes Vliet. 158-161 in Smoutjes Vliet van voorfz. repartitie tot in de Giesfen. 162-164 'i in den Dwarsgang aan de Noordzyde, var de daar in gelegen hebbende Ribben of Middelland, van de Ammerfe Vliet tot de Goudriaanfe Brug. 164-168 —:- aantewyzenop zekere boete.45, 126 en 129 Cc 2 Siui»  REGISTER. Sluizen. 5 en té —— zie ook uittrekzel derRefolur. 391 —— niet toetempelen in cas van Inundatie. 222 & feqq. Sluismeefter, zie nittrekzel der Refol. 393 Specificatiën moeten behoorlyk geëxtendeert zyn T02 niet te betalen dan op fchriftelyke ordonnantie. 103 T. Traftementen. 82 en 97 van den Watergraaf. 07 ——— van ieder Heemraad. ibid. —— : van den Penningmeefter en Secretaris, ibid. — van den Bode. 98 niet te verhogen, dan met eenparig confent van de principale Heeren. in — f van vaceerende Ampten, zie uittrekzel der Refolutien. 393 Tolbrug, zie als voren. 394 U. Uitlegging van Gelden op het befteede werk, dat op de Schouw defedt is geweest. 44 —— hoe te innen. 45 ———- door den Bode van der Lecq te doen^,  REGISTER doen, aan den Befchouwer van het Waterfchap weder in te panden. 60 Uitlegging door den Bode ion de Lecq te doen, daar voor is het Boezemland en het (ieneenelandshuis in het Elshout aanfprckelyk. . . ' 79- m over reitanten: zie uittrekzel der Refolutien, 395 V. Vacatiën, Reis of Teerkofen niet in Reekening te brengen , als in cas van Inu-, datie. 82 en 96 Verpagtingen pnbliecq te doer. 88 tn 104 voor etJyke jaren in Rtekenir.g mentie van te maken. 89 en 106 Verteering Reekening en Paixras. 93 en 109 Visfchen in het Waterlchap verboden. 18 31 en 37 > hoe door den Peer van der Lecq. 61 Vistuig uitwerpen en aan ftuk fnydi n.32 en 38 Visfchery, zie uittrekzel der Refolutien. 395 & feqq. Vliet in Liesveld. 26 Voormolens wanneer gefteld. 4 Refolutie op het zetten der Voormolens. 234 & feqq. zie ook ContracT;. als mede uittrekzel der !•t folutien, 398 & feqq. Zeilen en Touwwerk, als mede het Cc 3 Gaan-  REGISTER. Gaandewerk publiecq te befteeden, zie als voren. ' 400 . Asfchen en Molenroeden werden door Commisfarisfen van voorvallende zaken bezorgt, zie als voren. 399 Vrygeleide in dienst van den Waard zynde. 19* 32 en 3» W. Water niet inlaten dan met gemeen confent. 19 en 48 uit het Waterfchap in de Ambagten in'te laten, mag gefchieden. 61 Watergang doorCiiesleiidarn, blyft als voorheen. 38 Watergraaf of Rigter, door wie te ftellen. 9 en 42 - moet in den Waard woonagtig en gegoed zyn. 42 ■ i door wie te beëedigen. • ibid. alvorens re beëedigen, moet Brieven van Verlei of Commislie vertonen, zie uittrekzel der ReLlutien. 401 mag met vier Heemraden fchouwen. 43 — zo hy niet doet fchouwen, mogen Heemraden daar toe eenen Rigter zetten. 36 en 4Ó . befchryft het Collegie. 72 —- ftelt een Collecteur of Gadermeefter , dog moet daar voor inftaan. 11 Wa-  REGISTER» Waterfchap v&n Languerak naar deGiesfen. 14 • door het Land van Liesveld. 24 en 25) • ■ vry van ongelden. 30 van de Giesfen in de Landen van Liesveld. 34 —— van de Landen van Liesveld, naar het Elshout. 16* wytte en breette. 16, 29 en 35 by wien te befchouwen. 17, 30, 36 en 42; • 'wanneer. 43 ■ hoe het zelve moet werden fehoon- gemaakt. i25 e■> 327 zie ook verder uittrekzel der Refolutien. 410 & feqq. Weet te doen. 31, 37 en 57 Werken mogen nïet aangenomen worden by die in dienst van den Waard zyn. 105 EINDE. m  LYST van de VOORNAAMSTE DRUKFOUTEN. Sladz. Regel Staat tees. 6 4 van onder it Vlay ta May j8 3 van onder mchote mochte as hoven aan afloo alfoo 31 6 vin onder d* au Ier zoude d' andere helft zoude 4.1 5 van hoven pi verdragen ouverdrageu 41 hoven aan Ukaan kaen 53 vm onder te nyer te nyet ui 3 v-n on.ler myn my in 170 6 van onder ten een 18 i 9 van boven gedleibereert gedelibereert t8R S van boven Schotdeurem Schotdeuren 194. 7 vnn boven qelyk beloven gelyk zy beloven s6ö 3 vart boven zo van den Over. zo van die van den 0- wiard ■ verwaard n 13 van hoven ofT zonder zonder 1 14 /an hoven daar huvten of daar buyten 283 6 van boven mitsdien nietives'mitsdien dieswegens nietwes 2S5 boven aan dat Voormolens dat de Voormolens ai!S 3 van hoven en andere en alle andere 290 s van onder g'o'er 'grote 305 7 van hoven Oei: ooi Oc'crci 313 lenav.lviv. voorfz.Nagt voorfz. by Nacht 316 4'ti2Arr. werden siefteld zullen werden ceiteld 330 1 van onder dat oordeelde dat min oordeelde 314 10 van o-der geftatueert gearrefteert 329 7 van no>'fn Julv Ju^y 3S<; 14 van onder datelvck voor dadelvck mede voor S47 6 van hoven houdei er te houden van 357 5 van boven communicatie mer communicatie l 359 5 van boven toegaeg toegang