Ao, 1332- 1334- Watersnoodhier te lande. Onlusten met den Bisfchop v. Utrecht bygelegd tot nadeel van den Bisfchop. 152 VADERLANDSCHE ontheften, In het volgende jaar kocht Graaf Willem van den Graave van Kleefde Heerlykheid Altena, met toeflemming van den Keizer (c) , en is deze Heerlykheid federt dien tyd gebleven een Leen van de Graaflykheid. Twee jaaren laater bezuurden de landen van Holland en Zeeland , doch vooral Friesland, nevens anderen , weder een zwaren ramp door overftrooming, die veele menfchen, vee en have wegfleepte (d); een onheil, het welk zoo gevoelig trof, dat Graaf Willem, om vooral de Friezen in hunne geleden fchaden eenigermate te onderdennen , genoodzaakt was van de landeryen in Rhyn- DelfenKennemerland, die alstoen het minst geleden hadden, twee penningen van ieder morgen te heffen (e). In dit jaar rezen de onlusten tusfehen den Bisfchop van Utrecht en den Graaf Willem , waarfchynlyk om het Huis ten Gheyne, zoo hoog, dat men openlyk oorlog voerde, en elkanders landen platbrande; welke twist door de bemiddeling van Reinout, Graaf van Gelder en Zutphen, bygelegd is(/); en hebben voor.s de twee Graa ven van den Bisfchop overgenomen eene fchuld van vierenveertig dui- toenmaals bedenkelyk veroverd was , werden, kort daarna door Graat Willem, aan Zweder van Vianenen Bueert van Schenken, als rechte Erfleenen, verkogt. Zie Mieris Cbart, II, D. p. 514. (c) Mieris Cbarterb. II D. p. 536, 537 en 569. (d) Goud h. als boven, p. 375. (e) Matth. Annal. Tom. II. p. 57, innoiis. Parkament Register E. Liv. I. p. 103 verfa, en Lams Handv.v.Kennemerl p. S. Mieris Cbarterb. II, D.p. 559. (ƒ J Mieris Cbarterb. II, ü. p. 556.  CHRONYK. III. Hoof d(l. 153 duizend pond zwarten tournois, waar voor zy Ao> ook aan zich hebben genomen het gebied 1.334, over het Sticht, de een aan deze, en dean- der aan gene zyde van den Ysfel, entevens malkanderen de noodige hulp beloofd, indien iemand hun dit gebied zoude willen betwisten, beloovende te gelyk, om geene verbind tenis met de üadUtrecht aan te gaan (g,. Ook fchynt Des Graaf Willem in dit zelfde jaar het gebied ««aven over Zeeland geheel aan zynen oudften zoon Willem tè hebben opgedragen , naardien den titel men een brief van den 10. van Sprokkelmaand van vindt, waarby de titel van Graaf van Zee land G™3* by den anderen titel van den Vader niet ge-^/e" vonden, en de zoon uitdrukkelyk Graaf van Zeeland genaamd wordt: terwyl" men echter nog een brief van den 29. van Wynmaand van het jaar 1333. heeft, in welken de Vader nog Graaf van Zeeland word genaamd. En fchynt de zoon ook reeds in dit jaar eenig gezag in Holland gevoerd te hebben (/;). Niettemin vindt men nog brieven, naderhand en ook gegeven , waarin de Vader ook wederom eenig_ den titel van Graaf van Zeeland voert, en gjg'j1 ' zulks zelf in zaken, dewelken Zeeland alleen aangaan (i\ Graaf Willem had nu, federt eenige jaaren 1337lang, aan de voetjicht gekwynd , en in'tbegin van Zomermaand des jaars 1337. (geduu- "a°°Graaf rende eene onderhandeling met den Engel- milem fchen Koning Eduard den III, om Koning den III. Philips C^Mieris Cbarterb. II. D. p 564,571 - 576, 647. r» Het zelfde Boek, p. 560, 561, 586, 591 ,;592,en (i) Hetzelfde Boek, p. 564-568 en 572. oOk554. K S     VAöerlAndschë CHRÖNYK.     VADERLANDSCHE CHRON YK; O F JAARBOEK van HOLLAND; ZEELAND; en FRIESLAND: Van de vroegfte tyden af tot op den dood van Hertog Al br. echt van Beijeren ; den zes» en-twintigflen Graaf van Holland en Zeeland, voorgevallen in Wintermaand van den jare mcccciv. Waar in ook verfcheide zaken , betreffende enige Nabuurige Landen , voorkomen. Te L E T D E A% By P. van der EYK en D. VYGH. Te AMSTERDAM, By JACOBUS van der BURGH en ZOON. mdcclxxxiv. Met Privilegie van Hunne Ed. Groot. Mos;. Heeren Staaten van HoHand en Westvriesland   BERICHT V A N D E BOEKDRUKKERS» W, deden thans der Waereld mede deze reeds lang verwachte Vaderlandsche Chronyk, behelzende een beknopt Verhaal der Gefchiedenisfen van dit ons Vaderland; inzonderheid van de Landen van Holland, Zeeland, en Friesland; beginnende van de allereerfte tyden en eindigende met den dood van Hertog Albrecht van Beyeren, den zes-en-twintigften Graaf en Heer dezer Landen, in wiens levensverhaal, en wel voornaamlyk in de drie laatfte jaren; de Uitgever van dit Jaarboek enigzins breedvoeriger, dan wel deszelfs Opfteller in de levensverhaalen der vroeger Graaven, is geweest: terwyltevensverfcheide zaken , betreffende enige Nabuurige Landen , in deze Chronyk gevonden worden. De zeer kundige en waarheidlievende Opfteller toch van heteerfte gedeelte dezer Chronyk, welke voorgenomen had dezelve nog verder te vervolgen ..werd daarin verhinderd door den dood , die Hem , tot grote droefheid van alle welraeenenden, op f 3 tet  vi BEHI6HT vAN db het onverwachtst, terwyl men reeds een g0e. den voortgang met het drukken van dit Werkje had gemaakt, aan ons ontrukte, waar door men genoodzaakt was, qm de verdere uitvoering te flaaken; en zulks wel , tot dat eindelykzich ene gunftige gelegenheid opdeed, en een zeker, jti de Vaderlandfche Gefchiedenisfen niet onervaren en allezins weldenkend, Man zich aanbood, om , indien vvy Hem zulks wilden toevertrouwen, eens te beproeven 3 of Hy dit ftukje van de Drukpers, waar onder het anderzins door het verlies van zyn Maaker zoude moeten fmoo. xen , konde verlosfen en het levensverhaal van denHollandfchen Graaf, HertogAlbrecht van Beyeren , ten einde brengen. . Wy verheugden ons over dit zo gunstryk aanbod; namen het zelve met het uiterfte genoegen aan; fielden dien zo vriendelyken Man den zeer klei, nen voorraad, door den overleeden Heer ter Drukpers vervaardigd, ter hand ; en lieten hec wyders ten vollen aan zync befchikking , om daar mede te handelen naar zyn goedvinden en deze Vaderlandfche Chronyk verder uittewer- ken , zo als hy zoude worden te raade. - - Inmiddels 3 gaf dit ons een dubbele reden van vergenoeging , dat het voltooijen van dit toen reeds voor de helft afgedrukt leggende ftukje werd aangenomen door een zodanigen Man, die, bs*  BOEKDRUKKERS, vil fcehalven Zyne kunde , ook was verbonden in een zeer naauwe vriendfchap aan den Wel-EdelGeboren Heere Mr. Daniël van Alphen , Oud Raad, Schepen en Griffier der Stad L e vj>en; Lid van verfcheide Geleerde Genootfchappen ter bevordering der Wetenfchappen; &c. &c. 't welk ons ene gegronde ho; pe gaf, dat ook die kundige en waarheidlievende Heer, wiens waare Vryheidsmin ; edele zucht en getrouwe iever , ter voortzetting van alle goede Wetenfchappen en inzonderheid van de, der Vrije Burgeren welzyn op alle wyzen bevorderende zeer nuttige Vaderlandfche Historiekunde , zo door zyne uitgegevene fchnften als anderzins, genoeg bekend zyn; en die met alle mogelyke edelmoedigheid aan den nu overleden Opfteller dezer Chronyk, welken Hy, als zynen oprechten Boezemvriend, fteeds hoog waardeerde, ter opheldering van de nog bedekte waarheid der Gefchiedenisfen van ons Vaderland , zeer veele oude Gedenkftukken heeft medegedeeld; nu ook aan dezen onzen braven Vriend , die thans de zorg en voltooijing van dit ftukje op zich nam , den vrijen toegang tot de onder Hem berustende en nog onuitgegeven oude en echte Documenten en Charters , voor zo verre zulks tot uitvoering van dit Werkje mogte nodig zyn , zoude verleenen en teven* de vryheid geven, om van alle dezelven zoda* 4 niS  Yui BERICHT v a n d % m gebruik te nikken, waar door aan de duis. terheid der I^oriên enig licht konde den bygezet, en tevens verfcheide oude tot Ijier toe onbekende, Gebeurtenitfen der te'. 1 v/oordige waereïd mogten worden bekendV niaakt, op dat men als nu dus ene te klaarder bevattmg van den ftaat des Lands, deszelfs regeering, der Vorften heerschzucht,endezedea dier tyden, in dewelken men al dikmaals enige flikkerende vonken der tegens alle recht en bUJykheid onderdrukte Vryheid ontdekt, tenvvl het geweld dezelven verdoofde en belette doortebreeken, zoude konnen erlangen; en daar uit leeren de naderhand bekomene én thans door Gods vaderlyke goedheid als nog genoten wordende djerbaare Vryheid in den Burgerftaat en » den Godsdienst, tot welker verkryging on«,naar waarde nooit genoeg te pryzenfuitmuntende en dappere Voorvaders, noch goednoch moeite hebben gefpaard; ja zelfs zo veel bloeds ter onderbrenging der heerszuchtige Dwzng- landy^ftoi^datmeninditonsVrijeVaderland naanlyks ergens zyn voetzalkonnenzetten, daar met het door de Dwi%landy géw%ötó ver. goten bloed onzer Voorvaderen heeft geboomd; op een vee] hooger prys >te zetten , dan we door veele Aterlingen, flaaffche zielen , die Heldin1 "llf/Sterd dW °Ude Beleen, Jl^én tut eigen belang, gaarne de ver. vloekte  BOEKDRUKKERS. p yloekte Dwinglandy wederom op den troon der Vryheid zouden plaatfen, en dus de door die Dwinglandy bejaagde ingebeeld* groot* heid op de puinhopen van de Nederlandfche tvaare grootheid vestigen; en die ook, met dat verfoeilyk inzigt, nu ter tydonze tegenwoordige ger trouwe en ieverige Befchermers van dien gouden Vryheidstroon op alle wyzen vervolgen en fteeds poogen^te verdrukken; in deze donkere en bekommerlyke dagen gefchiedt. —,— Dat wy pok hier ontrent in de?e onze hope niet zyn te leur gefield geworden , zal aan allen en een ier gelyk, dien het maargplusten mag dit Stukje te doorbladeren, overvlpediglyk blyken, aangezien 'er,weinige bladzyden zyn, op dewelken niet een of ander Charter, door dien edelmoedigen Heer medegedeeld, wordt aangetogen, zo dat men hier verfcheide vernaaien yan fommige gebeurde zaken vindt aangetekend , welken rnen te vergeefsch by enig ander tot op dezen lyd uitgegeven Historiefchryver (den kundigen Heere Wagenaar zei ven niet uitgezonderd) zal £oeken,en door welken zommige duisterheden der oude Gefchiedenisfen worden opgehelderd j terwyl men nog daar e.n boven ook alhier enige (fchoon weinige) Oorfpronglyke Gedenkftukken, die ons enige, tot nog toe onbekende, Gebeurtenisfen mededeelen, ontmoet j uit al het welk men ligtlyk kan opmaaken de zeer * 5 grofe  35 BERICHT van db grote verpligting, welke en wylen de Heer Op» Heller en de nog in leven zynde Heer Uitgever dezer Chronyk, en door hunnen dienst ook de Hiftoriekundige Waereld , aan den. welgemel" den Heere van Alphen hebben , als die door deze zyne gunftige toeftemming de waardy dezer Chronyk merkelyk heeft doen toeneemen. — Wyders heeft de Heer Uitgever, drukkende de loflyke voetfhppen van zynen braven en zeer kondigen Voorganger ook hier en daar , wa*r zulks Hem goeddacht, enige weinige ftaatkundige bedenkingen over deze en gene voorvallen in het Verhaal van dezelven ingelascht,- als ook onder den text verfcheide Aantekeningen, waar in en der Historiën en der Oudheden van ons Vaderland veeltyds een zeer groot Jicht wordt bygezet en tevens zeer veeIe aanmerkelyke zaken voorkomen, geplaatst, welk alles aan deze Chronyk geen geringen luister toebrengt, en den kundigen Lezer, zo wy vertrouwen , niet weinig zal verlustigen: gelyk dan wy nu ook, ten nuttigen gebruike van den Vaderlandlievenden Lezer, achter dit ons Voorbericht, hebben gevoegd (in plaatfe van een breedvoerigen Bladwyzer) een korten Inhoud dezer Chronyk, inden welken ene, in veele opzigten wel doorzienswaardige}fchoon beknopte , opgave, wel niet van alle, echter van de voor-  BOEKDRUKKERS, xi voornaamfte zaken , in deze Chronyk niet al, leen, maar zelfs in de daar onder gevoegde Aantekeningen, voorkomende, tot gemak de? Onderzoekeren van de Vaderlandfche Oudhe? ■den, is gedaan: 't welk wy hopen ene algemeene goedkeuring te zullen mogen weg» dragen. Naardien nu de eerfte Opfteller dezer Chronyk in zyn leven meermaals heeft te kennen gegeven, dat Hy, by de uitgave van dezelve, volftrektlyk niet wilde als Opfteller genoemd worden ; en thans ook de Uitgever en Vervolger derzelve heeft verkozen, geheel onbekend te blyven, en ook daarom, en om andere gewigtige redenen, van het maaken ener breed» voerige en uitgewerkte Voorreden, volgens het ontwerp te voren doos wylen den Heer eerften Opfteller dezer Chronyk voor zich gevormd, afgezien; zo hebben wy, als Boekdrukkers van dit Stukje, hier by niets meerder tq voegen, dan alleen onzen oprechtften en hartelyken wensch, dat dk ons lieve Vaderland door de Godlyke gunst fteeds moge blyven bewaard by zyn dierbaarst pand van Vryheid in den Burgerftaat en in den Godsdienst, zo als wy het zelve (Gode alléén zy de eere!) tot nog toe bezitten: en dat dus dit Vrije Gemeenebest jn bloei en groei j eer, luister en aanzien, onder het  afii BERICHT-van de BOEKDRUKKERS- het genot van des He e r en heilrykftezegeningen, ten fpyt van alle zyne, onzen welvaart iteeds benydende en onze waarde Vryheid geduuriglyk belaagende, zo wel Uitheemfche als Inlandfche, Vyanden, dagelyks meêr eh meêr tpeneeme, op dat het tot alle tyden en in alle om Handigheden blyke, dat het Volk van Nederland , akyd bezield met ene ongeveinsde liefde tot alle Christelyke Deugden; ene waare Godvrucht; ene bekoorlyke Vryheidsmin; en ene verkwjkkelyke Eendrachtszucht; zy het gezegende Volk van pnzen goeden God, wiens Heiligen Naam onder Ons fteeds in alle zuivere oprechtheid worde groot gemaakt; en Wien alléén alle lof en prys zy toegebragt tot aan het einde der Eeuwen! jptks 4iif •m$, ,<)34i'ï& »n5n.i5rno»vI tV> Vvx 1 J$  1 fï H Ö ü D DEZER CHRONYK ■^OCistorischr Inlfiding ; waar in gehandeld wordt van de Batavieren ; derzelvef Verbindtenis en Krygsbedryven, tegen en më"t de Romeinen $ als mede van de Friezen, en derzelver Overheering door de Romeinen, Franken en Deenen: tot aan de Regeering der eerste bekende Graaven van de Betuwe, en vervol» • gens van Holland Komst der Batavieren hiér te Lande. Verbindtenis met de Romeinen. De Friezen door Drufuè èvefwónnen; en door Domitius Corbulo nog meerde bedwongen. Verwerven de gunst van den Keizer Nero'. De Batavieren zyn gehaat by deszelfs Opvolger Gulba. Zyflaan, onder Claudius Civilis, tegen de Romeinen op. De Franken vallen in Batavie. Worden door Conftantyn den Grooten overwonnen en wreed gehandeld. De Salifchê Franken en Chamaven onderwerpen zich aan de Romeinen. i)e Qmden (zeker zoort van Saxers") verdryven de Franken uit Rhynland. Verfcheide woeste Volken komen hier te Lande. De Franken vallen in Gallië. Het fVesterfche Keizerryk neemt een  siv INHOUD* een einde. Clovis, Koning der Salifchê Franken £ overwint de Friezen en Saxen; en legt den grond der Frankifcbe ofFranfche Heerfcbappy in Gailié'. Dezes ottdfte Zoon, Theodorik, verkreeg, na den dood van Clovis, by verdeeling, Oosc-Frankryk, waar onder de Zeeuwfche Eilartden, met een deel van Holland en Gelderland, beboardè-n. De Saxen en Friezen, vervolgens tegen de Nazaten van dezen Theodorik opgeflaan zynde, werden door Dagoberc geheel overwonnen. Hy tracht alhier den Christe» lyken Godsdienst voortteplanten. Dit zelfde poogt ook te doen. zyn oudfle Zoon en Opvolger Sigeberc. Pipyn van Herfial,. by genaamd de Dikke, befliert', onder den titel van Groothofmeester, het geheels West-m Oost-Frankisch Rykmetetie volflrekte magti Hy overwint de Friezen, en verovert Utrecht. JSa zyn dood verbinden zkh de Friezen met eenige misnoegde Franken, en floegen Carel Martel, den Zoon van Pipyn, die deezen zynen Vader in het OostFrankisch gebied flond optevolgen; en naderhand wederom de Friezen verfloeg en tot het aangaan van een Verbond noodzaakte: De Friezen verbresken dit Verbond, en werden .door de Franken aangetast en overwonnen* Caroloman, Zoon van Carel Martel, volgt dezen op in het gebied over OostFrankryk, als Hertogen Prins der Franken,* en beteugelt de Saxen, zich met de Friezen tegens de Franken verbonden hebbende. Hy flaat zyn gebied af aan zynen Broeder Pipyn, die vervolgens den Koning van Oost-Frankryk, Childerik den lif., van den Troon beroofde, in een Klooster zetlede, en zich tot Koning deed zalven. De Snxen, wederom van de Franken zynde afgevallen, werden aoor Pir pyn overwonnen en onder ene jaarlykj'che Schatting gebragt. Deze Pipyn werd, na zyn dood en  INHOUD. én hét afjietven van zynen oudflen Zoon Caroionian* opgevolgd door zynen tweeden Zoon Carel, by genaamd den Groten, k het bewind overgantsch Frankryk; die vervolgens de Saxen geheel ten onderbrengt en met de Franken verëenigt. Hy vereert de Friezen met den eernaam van Vtye Friezen * na dat zy met Hem een Verbond van Befchenning tegen de magt der Deenfche Vorften hadden geflo* ten. Be Deenen vallen in Friesland,- en bemagtigen Groningen,- doch, worden , wegens den onverwachten dood van hunnen Koning Godefried, genoodzaakt te rug te trékken. Keizer Carel de Groote wordt, in het bef ietvan toFrankifche en Duitfche Ryk,opgevolgd door zynen Zoon Lodewyk, lekend met den naam van den Vroomen; die den Saxen en Friezen grote gunften bewyfl^ en dezehen daar door ten naauflenaan zich verbindt. Ook begunfligt Hy de Deenen j waar uit gr oot onheil hier te Lande ff ruit. De Friefche GraafEverard overvalt de Deenen en bevrydt het Land van de Deenfche Geweldenaryen; waar door ook Gerolf, een andere Frieiche Graaf, in zyne Bezittingen wordt het■ field, en vervolgens door den Keizer met nieuwe gunften overladen. Gerolf was de Vader van Dirk den T., welke voorkomt als de eerde Giaaf van Holland. Eerste Hoofdstuk, Beginnende, na enige voorafgaande Aanmerkingen nopens de Regeering en hec Gezag der eerfte Graaven van Holland en Zeeland, met het bewind van Graaf Dirk I., en eindigende met den dood van Graaf Dirk VII. Oude Regeeringwys der Friezen en hunne Nabuuten. Betekenis van den eernaam van Graaf in deoude  xtri 1 N H O U D. '■oude tyden. Hunne Berichtfcbriften en VerpïïcU tingen. Hoe en wanneer de magt dezer Graaveti 'werd vergroot. Eed der Graaven .van Holland; Dirk 1. wórdt door Konihg Carel den Ëenvoudigen als 'Graaf van Holland e'rk&^è„ in zyn Graaffcb'ap bevestigd, en het zelve ver der uitgebreid. Hy Wordt daar in opgevolgd door zyn Zoon Dirk Ui Hy twist met de Friezen en overwint dezekeri. Nd zyn dood pelt zyn Zoon Arnoud zich 'in het bezit van dit Graajfchap: en fneuvelt in een (lag regeti de West-Friezen, die tegen Hemwarenopgtftaan: Hy wordt 'opgevolgd door zynen minderjarigen Zoon^ Dirk III. onder 'de Voogdy van Zyne Moeder 'Lucgard, welke de Friezen fot onderwerping dwingt in welke de jonge Graaf, na den dood zynèr Moeder ,hen ook weet te houden. Hy fticbt Dordrecht en geraakt in ongunst by den Keizer, Voert oorlog met deh BïsfcboJ) van Utrecht, en ook met den Hertog van Lotharingen, dien Hy ver/laat. en zich met dien Bisfchop verzoent. ÏVorat in des Keizers gunst berfteld. Dirk IV. volgt zynen Vader in ha Graaffchap op. De Vlamingen vallen in Holland. Oorlog iusjchen den Keizer en de Hóllanders. Deze Graaf wordt verraaderlyk door een Keulenaar Vermoor di FloriS I. wordt z$ns Broeders bpvolgeY. hyover* wint de Keizerlyke en andere Hulpbenden 'in tweè onderfcheide Veldflagen, en fneuvelt kort na den haften Veldpag. Hy wordt opgevolgd door zyri minderjarigen Zoon Dirk V. onder de Voogdy tan zyne Moeder Geertruid van Saxen, welke Graaflyke Weduwe hertrouwt met Robert de Fries; die vervolgens zynen Broeder in bet Graaffcbap van Vlaanderen opvolgde. De Lotharingfche Hertog Godefrid, om zyne mismaaktheidgenaamdtovert met de BuJt, valt in Holland,- /laat Roberc de Fries, en ver* över$  I N H O U D. xvii êvert Holland. Hy gedraagt zich als wettig^ Graaf en Heer; doch wordt niet lang daarna, 't zy door toedoen van den Vlaamfchen Graaf Kobzn den Fries, V zy van den jongen Hoilandfchen Graaf Dirk V. doodgeftoken. Waar na Dirk V. in zyn Graaffcbap wordt berfteld. Hy fterv&nde laat een Zoon achter, die Hem-, onder den naam van Floris II., by genaamd den Vetten, opvolgt. Hy fluit een Verbond met den Keizer met oogmerk om den Graaf van Vlaanderen de Zeeuwfche Eilanden te ontneemen. Hem, vroegtydig dervende, volgde op zyn oud/Ie, doch minderjaarige, Zoon Dirk VI., onder bet opzigt zyner Moeder, die dezen haren Zoon tracht Graaf'van Vlaanderen temaken; 'l welk mislukt. Tusfchen dezen Graaf"Dirk VI., en zyn Broeder Flons. bygenaamd den Zwarten, ontftaat een gefcbil, 't welk door den Keizer wordt bygelegd. Hy 'beoorloogt den Bisfcbop van Utrecht, docb,verfchrikt door zynen Kerkelyken Ban, valt Hem te. voet en maakt Vrede. Hy trekt naar 't Heilig Land, en bezoekt te Rome den Paus,. die Hem enige Vryheden voor de Kloosters van Egmond en Rhynsburg vergunt. Hy ft erft en wordt opgevolgd door zyn oud ft en Zoon Floris Hl,, die zich verdraagt met de Drechter- en West Friezen. Hy verdeelt het Friefche Graaffchap met den Bisfcbop van Ucrecht. Beoorloogt de Vlamingen , krygt de nederlaag , wordt gevangenen maakt een nadeelige Vrede, lnlandfche onlusten met de Friezen. Hooge Watervloed. Texel en Wieringen worden den Graaf onderworpen. Be Graaf trekt naar "t Heilig Land, en fierft te Antiochië. IVordi opgevolgd door zyn oudftenZoon, Dir> VII. Deze geraakt in oorlog mee zyn Broeder Willem, by wien zich enige Friezen voegen; als ook met de Vlamingen. By over** wint  xviu INHOUD. wint de Vlamingen; en zyne heldhaftige Vrouw, Meid van Kleef, flaat haren Schoonbroeder Willem en de West-Friezen uit het veld en behaalt een volkome zege. De Graaf verzoent zich één- en andermaal met zyn Broeder; en helpt Hem tegen den Utrecnrichsn Bisfcbop, en den Hertog van Lotharingen, zich met dien Bisfcbop verè'enigd hebbende. Hy bemagtigt 's Hertogen bosch, en bekoomt aldaar groten buit en veele Gevangenen. De Lötharingiche Hertog, -ie*perkt door enige Hulpbenden overvalt den Graaf naby Heusdèn , alwaar de Graaf wordt aflagen en gevangen. Hy wordt, na het f uiten van een zeer fchandïlyk Verdrag, ontflagen; doch, overleefde dien ramp niet lang; want, ineen zwaare krankte ge/lort zynae, lier/1 Hy weinig tyds daar naa, achterlatende ééée e&nige Dochter, de Graavinne Ada. Tweede Hoofdstuk, waar in het voorgevallene federt de Regeeringe van Vrouwe Ada; en'Graaf Willem I. haren Oom , tot aan die van Graaf Jan II., uit het Gedacht van Henegouwen, is be- " VS«*i,M«\ c\Si:5 : »\ aw>\s^w\(s A-jw'ö • hnsifoH De Graavinne Ada, aan haren Vader, wylen Graaf Dirk VII. opgevolgd, trouwt, door beleid van hare Moederliefden Grrf«/Lodewyk van Loon. Des over leden s Graaven Broeder Willem koomt in Holland ,• doch, bericht van dat Huwelyk ontvangende, keert terug. Verandering van de gedaante der zaaken; daar fommigen Vrouwe Ada en haren Gemaal; anderen den Graave Willem begunfligden, dezen verkiezende voor ene Vrouwelyke Regeeringe onder het bewind van een vreemd en buitenlandscb Heer. Graaf Willem wordt in Zeeland gehuldigd. De  INHOUD. Graavinne Ada wykt, onder befcherm'tng van ent' ge IJ aar toegeneegen Edelen, naar den Burg te LeyceK, alwaar Zy door fifeRhynIanderse»Kennemers ■wordt beleegerd en genoodzaakt, om zich over te geeven. Zy wordt, op bevel van Graaf Willem, naar Texel, en vervolgens naar Engeland, vervoerd De Graaf van Loon valt in Holland, V welk Hy verovert. De Heer van Voorne verdry ft TGraaf Willem uit Zeeland; doch wordt riet lang daarhaa ook van daar verjaagd; eii Graaf Willem wederom aldaar ingeroepcn;dieverder. met hup der Zeeuwen, den Graaf van Loon noodzaakt u ffl .1land te vltigten. Graaf Willem, zicb in V bezit Dan Holland en Zeeland hebbende gevestigd, verbindt -zich ter bulpe van den honing van Engeland en der Vinmin^en tegen den Koning V".n Frankryk; en (luit een Verdrag met den Hertog van Brabant. Hy en zyne Bondgenooten worden door de Franfchen verflagen; enHy wordt gevangen genome»;docb, voor groot losgeld ontflagen zynde, verandert Hy van party ; V welt Hem de gramf.-hap van den Paus en van den Engelfchcn Koning op den bah baal le; die Hem trachten te < ntzetten van betGra<:ffchap van Holland; doch vruchteloos. In dezen tufjtbe-.tyd ft erft de Graavinne Ad.i- Graaf'Lodewyk anL >on overleefde zyne Gemaalinne de Qraavhnë Ada niet lang,bet welk Graaf Willem van alle weéze voor zyne onder neemingen verloste Graaf Wiibnv. doet een kruistocht naar Egyprt en heft hetflerk&Dn■Bxcè veroveren. Weinige jaren naz^r 'terugkomst overleden zynde wordt opgevolgd donr zyn mindei jarigen Zoon, Flor is iV, ond:r het bilier {zo men meent) van zynen !\7oederlyken Oom, den Graave Gerard van Gei der, dis Hem inwhke. & in ae tusfehen Hem en den Uti'ochtfch?n Bisfcbop gereezene onlusten, welken echter fpoedig door bet * * u fluiten  XX inhoud; fluiten van een Vredesverdrag worden bygelegd. Graaf Floris komt, nevens^enige andere Hulpbenden, den gezegden Urrechtfchen Bisfcbop te hulp tot demping van enen opftèmd der Bisjchoplyke Onder daanen, by zuelke gelegenheid Hy, en enigeaure Heer en, worden gevangen, en de Hulpbenden verjlrooid ; zo dat de Wederjpannehngen -. mei, dan enige jaren later, werden beteugeld, en dcrzelver voornaam/Ie Belhamels met een jchandelyken dood geftraft. Naadat deze Graaf zo nu en ■dan eenige blyhen van zynen heldhaftigen moed had aan den dag gelegd; deze en gene zaaken ten nutte van den Lande verricht; en enige by%$ndere gunstbezvyzen verleend; werd Hy, in den bloei zyns levens, te Corbie in een Tournoyfpelgedood; en door zynen zesjarigen Zoon , Willem ll., opgevolgd, onder ds loogdy zyner twee Vaderlyke Oomen, den Utrechtfchen Bisfcbop Otto, en des. zelfs Broeder Wiliem, die dezen jongen Graaf in alle nuttige en Ridderlyke oefeningen lieten onderwyzen, waar in Hy zodanig uitmuntte, dut Hy reeds in het twintigpe jaar zyns ouder doms tot Roomsch* Koning werd verkozen-; in welke waardigheid Hy werd genoodzaakt, om zich met de wapenen te handhaven; terwyl Hy het befliervan het Graaffcbap zynen Broeder Floris aanbeval. ''DtfRoomsch* Koning bemagtigt de RyksfladAken metbebulp-der Friezen, welken Hy voor dien dienst bevestigde in de Voorrechten, hun weleer dóór Keizer Karei den Grooten vergund. Hy, Ridder geflagen zynde wordt te AKen,met veele plegtigheden gekroond. Geraakt in Oorlog met de Graaviti» tie van Vlaanderen; welker Krygsmagt door 's Konings Bneder Floiis wordtegejlagen en Henegouwen aan Haar ontnomen.', en vervolgens de:Vnde her'  INHOUD. XXI berMd Hy trekt weder naar Duitschland, en komt te Utrecht, om aldaar de gereezene onlusten te dempen. Hem wordt in die Stad een fleennaar het hoofd geworpen, waarom Hy, zeer gebelgd, die Stad, met ene fcherpe bedreiging, verlaat. Hyb oorloogt de Wesdriezen; en fneuvelt ongelukkier in cen 'flag tegen dezelven op het ys; na dat Hy verfcheide Steden met aanzienlyke Voorrechten hadUgunstigd en oók den zo nuttigen Watergang te Sparendarn gelegd. Hem volgde op zyn Zoon, Floris V., een kind van nog geen twee jaren, onder de Voogdy van zynen Vaderleken Oom Floris; en, dezen mede in een Tournoyfpel te Antwerpen gewond, en aan die wonde over leden zynde , aanvaarde Vrouwe Aleid, Weduwe van Jan van Avennes e» Zuster van wylen den RoomsenKoning Willem, de Veagdy: Doch, werd daar van door de Hollanders, dewelken in die dagen ongene ■ gen waren zo groot gezag aan ene Vrouw ie vertrouwen, ontzet; en door dezelven de Gelderfche Graaf O.to tot Voogd ver-hozen.- door deze keuze ontfiaan enige onlusten tusfehen dien Gelderfchen Graaf en Vrouwe Aleid, welken door den dood van dien Gelderfchen Graaf eindigen. Graaf Vioris V. aanvaart al vroeg de regeering cn verleent Vryheden en Handvesten aan Delft ;. Leyden; Schiedam; Middelburg; en anderen. Hy vertrouwt het bewind over Zeeland aan zynen Neef Floris van Henegouwen; en trekt te velde tegen de Westfriezen ; doch met weinig geluk. Vervolgens onderneemt Hy om dezelven te Schepe aantetasten, *tgeen Hem, zo welgelukte, dat Hy ene volkomsne overwinning op dezelven behaalde. Hy leefde in ene vertrouwde vriendfehap met den Engelfchen Koning Eduard. Holland wordt vry verklaard ^ ** 3 van  xxh INHOUD. van het Leenrecht van Brabant. Hy werd "tot nakoming zyner Verbindtenis, ingtwikkeldm de onlusten, in het Stift van Utrecht dhtflaan, by welke gelegenheid Hy de Stoten van mm en Woerden innam; verbeurd verkloot de en wefebonk ; en vervolgem deze Heer.en dwong, om zich met Hem te verzoenen op zodanige Foorwaarden, welken Hy hun voorfchrecf. Hb«e Watervloed hier te Lande. Graaf, Floris V. wordt voor Heer van Friesland erkend en gehufr dtgd; waar na Hy de Stad Stavoren mtf Handvesten begunstigt. Hy, esDiderk variJ Kleef, verbinden zich met den Hertog van Brabant, om dezen in zynen eisch op Limburg tegen den Gelderfchen Graaf tè onderfieunen. Gedenkwaardig Mag en Ztgepi aal van dm Brabantfchen Htrt% by Woenngen. Onlusten in Zeeland verwekt door fommige Edelen , jaloers over de te V» te ' magt van den Graaf, en gekoesterd door den Graaf van Vlaanderen , die , onder fchyii van een Verdrag , zich zeef onedelmoedig gedraai. Graaf Ff .ris verzoent zich met enige Zeeuwfrhe* Edelen. De Graaf van Vlaanderen valt in Zuid* *r*hr)r? i docb Wordt ëeft^gen en verdreven. Vrije ViSchvangst der Hollanders op de kust van Jannouth. ■ Graaf Floris verbindt zich met Fra. kryk , waar over de Koning van Engeland zich misnoegd toont en "t zelve tracht op den Graaf te wreeken door middel van'enige misnoegde Hollandfche Edelen, die den Graaf gevangen noemen en ombrengen. Deze G^af was de Vrouwetyke Sexe zeer toegedaan. Hem volgde op zyn min derjarige Zoon Jan I. onder de Voogdy van zm Neef]m van Avennes, Graaf van Henegouven. Dit mishaagt Wolferc vanBursfelen, die, geflerkt door  INHOUD. xkiï^ dm den Ensrelfc'nen aanhang , het, bewind van Zeeland aan zich trekt, en den jongen Graaf, nu onlangs met ene Engeliche Prtnges getrouwd, beween, om aan hem plegt/g te beloven van zich in alles en altyd heihglyk naar zynen raad te zullen gedragen. Jan van Avennes tracht zich hier tegen te verzetten, doch te vergeefsch, alzo de jonge Graaf zich in alles aan den raad van van B >rsfelen hield; ten tegt tegen de Westtïiezen ondernam, dezelven .geheel ten onderbragt en aan Holland onderwierp. . Onlusten te Dordrecht, welke Stad, om fp hefchermen van hare Foorrechten, door den Graaf, op raad van van Borsfelcn , wordt belegerd, V geen voor den Graaf zo. ongelukkig uitvalt, dat de Graaf en van Borslelen befluiten na Zeeland te vertrekken; 't geen wordt gefluit; wanneer van Borsfelen wordt .gevangen gezet en vervolgens door het woedend Graauw omgebragt. Niet lang daar na fterft Graaf Jan I. en met Hem eindigt de Graaftyke Stam der H oll an de ren ; en gaat deze waardigheid over tot dien van Henegou- WÈflrS m rfórabncclV «»^«r Willem,'5 Gww^,^ «fc overmnntng behaalde, werden ten einde sebran weinige dagen voor den Jood van dezen Graat wen gemeldejongkheer. Willem terftond opvolgde] Willrm UI. wordt als Graaf van. Ho.jand, geland en Henegouwen erkend en gehuldigd te Z.enkzee,Middelburg, Dordrecht, %a% üievan: Arnfterdarn , ow ^ ; - ^ Floris. V. begunstigd hadden, m hunne Stad .waren, ingehaald.. Befkei&t zyn Broeder Jan van Beaumont met de .Steden Schoonhoven Gouda, en Haastrecht ^Holland, en Tho-en m Zeeland. tó Haerlem eenpl'. tig Feest en Open Bof. Gefchillen over heggen der Gemeene Schattingen out/laan , . ml£n de i^raaf door zyn uitfpraak beflist en /hit fh maakt een Beft and met Vlaanderen; duit een Vel drag met Brabant;.^ zendt Gezanten na Engeland, tot bevordering var^ dm Koophandel Hy ITlru ^"/^ de Kr00^ ™» Keizer Hendrik Vil., en fluit aldaareen Vredesverbond met den Graaf van Vlaanderen. De Westfriezen - onderwerpen zich aan den Graaf . Vlamingen vallen m Henegouwen, en dwingen den Graaf tot het aangaan van een fcbandelyk Verdrag. De betrhlt rtmPfeKn,wordrWgeroe'd, De Graaf behartigt het bevorderen van den Koophandel waarom Hy aen Oosterlingen Tolvryheidi Sotl recht verleent; en de verfcbillen met Engeland, ter  INHOUD. xxv tér dezer zake, door een Verdrag 'uit den weg ruimt. Hy doet een inval in Vh-mieren, d'C ,ter oor zake van de geweldige Plasregens, en daar door veroorzaakte groette Hongersnood , befmet elvke Wiekten, en zwaare Sterf e, vruchteloos afkopt. Op deze bittere rampen volgde een zeer g •nte Overvloed. De Graaf, die een zeer prachtig Vorst was en de Inwooners door buitenfpori^e Beden of Schattingen grootelyks- drukte, koopt de Stad Me~k«w ïVnrJt. ter zake van btweezen- dienden. door den Keizer met ene zekere /omme gelds bs~ i\ j. .i. . „••;., u »u„mVnnvr-'rhten «vtter Voorzaten bevestigt Hem voorvjettigHeervanFri^hnê erkent; en tevens ais een viy l. uiman ««u — Rvk ve'-klaart. Hy bemidd-dt de tusfehen den trieriog van Diauani e» \jii-m) vi*™ i^uutw ^'-j ne verfchillen. AmfteilarH en Woerden met Holland verëenigd. De Graaf fchenkt aan die 'van Amllerdam Vryheid van I'dien door alle zyne Landen. Verdraagt met den Graaf van Vlaanderen, die Hem ontheft van alle Leenroerigheid wegens 'Zeeland. Ontrent dezen tyd vei nieuwen de Friezen, die van ouds hunne gerechtelyke Byëenkomfien onder den bhoten hemel hielden, hunne gemeeiie Rechten en IVetten te UpltalsHóorn, zynde een vlak veld naby Am ik. De Graaf reist naar Frankryk, alwaar hy by de Kroont g van den Frartfchen Koning met een prachïigen fïoet verfebynt, en de Zeeuwfcle R< uzirin''.?, over de welke eèn ieder zich verwondert, vertoont. Ontrent dezen tyd was alhier ook ver ma-ar d de Spaarwoüder R us, KI ias van Kieten genaamd. Groot gemor onder de Landzaten wegens de herhaalde baltengewoone en zeer zwaare geldsvorderingen door den Graaf ge«bncbgaa t\aV\*&>\*» f» ? %™n%^aattn,  xxvr INHOUD. daan , over■ welke verdrukkingen men zich hier zeer luidruchtig uitlaat: e-, veelen weigeren inde gea-ate heden te bewilligen, ten 'zy met beding va nieuwe Voorrechten. De Graaf doet zyn onwe tig g zag in ^Utrochtfche Bisdom gelden; en dwingt de Utrcchtfchcn, om den d-orgcbrokenLckkem: k, over den welken Hy regens recht den Dykgraafen Heemraaden aan fielt, te-herfielten Die van Dordrecht, door hunne te verre gaande invorderingen van het Stnpeirecht by veele Steden in den haat getaakt, zyn in gevaar, om alle hünnè , Voorrechten te verliezen, terwyl de Graaf kun dat recht ontzegt en de uitgegeevene Brieven herroept', welke Gefchülen wel worden bxgelezd; doch is aan die Stad. echter naderhand Voor"den Lrraafttat Stapelrecht ontnomen. 'Nieuwe onlusten m Friesland , waarfchynlyk. door het hellen van Schepenen te Stavoren, om ft aan; doch, weinig tyds daar naa wederom verzoend. Groot aanzien en vermoogen van den Graaf van Holland: Die ook de Oostfriezen, du. zo nu. en dan voederom, door t ver dryven van 'sGraaven Amptenaaren, ah ander zins, binnenlandfche onlusten hadden verwekt, door de wapenen dwingt, om zich aan Hem te onderwerpen. Zeer zwaar e Brand te Alkmaar. Gro'.te H atersnood in Westfriesland, die aanltdwg geeft tot 'sGraajs bevel, om een i\ieuwe Sluis in den Heer-HuLendyk te maaken. Gj aaf W illem hopt Je Ha rlykheid Aftena Zw-are oveiflroomingen in Heiland, en Zeehnddoch voornaamlyk in Friesland, welken den Graaf noodzaaken. om een buitengewoone belasting te heffen van de Landen van Rbynhind, Delfi.nd en Kennemerland, die bet; minst hadden geleeden , om daar -  I N H O U D. xxvn daarmede de anderen, inzonderheid de Friezen, tVnneSehade te onderfieunen Oorlog tusfehen den'■laaf van Holland en den Bisfcbop van Ujechc Mil aan en wederom bevreedigd doo> bemiddeling vat den Graaf van Gelderland. De HoUf^e Graaf draagi'bet zéied over Zeeland geheel en al olaan Zn oudilen Zoon, die ook enig gezag m IZèZert. Graaf'>Villeiti "J/^K opgevolgd door gemeldeh zyn ondften ZoonAV i£ ikm IV-, by genaamd wordt de Goede. Tïy ici met Endeland ft» <■«• ^ "§«■ Sk vk , «i« ^Hollanders*» Zeeuwen S JTu-i™ Br^J «Dordrecht ; »* **** l§goeding-de Graaf aan die Stad ej'*«™ Voorrechten vergunt. Henegouwen wordt het meel desOorlons met Fnnkryk. G Iderhnd tot ««Hertog- OostSand *V**W enonk met tet reef van gouden en zilveren mum te (laan befchonken De Hoüandfche Graaf wordt Vo..>gd van bet ««« * fi«*S«« ArSwrf Utrecht M ™ be cherming. Beftafid tusfhen Frankryk « Engeland, c« hunne Bondgenooten. De ^raaf trekt ten verzoeke der Ridderorde van bt. Jan, ««Pruisfen, om de ongeloovige Litthauwers mm Christendom te brengen; of (volgens anderen; ter bevordering van den Koophandel met de Oosterlingen, fh keert van daar te rug over K'-ulen ■ a waar (zo fommigen zeggen) ^/fn,fr f"'n zerlyke Kroon wordt kangeboden; doch door Hetn geweigerd. Jardbeeving in de [Nederlanden Graaf Willem doet üitfpraak over enige in Geldend gereezene onlusten. Hy begunfiigt Amfterdaro nut  xxvni INHOUD. verfcheide Voorrechten. Hy. ziet zyn gezatr ee\renktmhet Stift van Utrecht,- tracht bet zelve te herftellen, doet dien van dat Stift deswenens dm Oorlog aan; en beUegert.de Stad Utrecht met ene zeer aanzienlyke engroote Krygsmagt. Hy verpandt tot goedmaking der kosten, enige Graadje zolderen .onder bet Zegel der Edelen , aan verfcheide Hollandfche en Zeeuwfche Steden die zich onderling verbinden, om* elkander fcbadeloos te houden van den Borgtocht voor den Graaf gedaan ; aldus hare eigendommen te verdeedigen; en hare tvettiglyk verkreegene rechten te bewaaren; waar door zy allezins deeden bhken geene Graaflyke, maar Vrije y Steden te zyn Hy dus door der Steden geld geflerkt, zet het zelve Jdelegjaet alten nadruk voort. Beftand tusfehen den Graaf en die van Utrecht, onder zeer verneederende Voorwaarden voor de Utrechtfehetr voorgeflagen en voor weinig tyds bewerkt. Bit Bejland geflooten zynde, trekt de Graaf na rriesland, alzo de Oost-Friezen al wederom tegens Hem wederfpannig waren geworden. Hy, geland zynde omrent Stavoren, wordt aldaar door de Friezen zo ruw ontvangen, dat Hy, in een bynaa den gantfeben dag geduurd hebbend gevecht, met een groot getal Ridderen en zeer veele Krygsknechten , fneuvelde ; zonder Kinderen 'naatelaaten; zo dat dus met Hem de Graaflyke Stam in het Huis van Henegouwen ts geëindigd.'obH nsgiliaH aob nas J «sa i\s> «5» & www* .Wa^ta fïanivcÊiO t\e> «a ,VmWav\ <^-%«{W^«\ swAökiK%a* tWw -.«aWI axa\» ^Vi\wAa^_ónfiiv££iO a^m^y? i\v> «a < ttaKW«a§Rs>ö -•wtmS na arl'jU.nGÜqH aVsa&ï\^» waaha-3 '.•w-S-Ra ftta^aUcVft awwaitt a\aa*»g«an Begeren; en van Albreciit , eerst, byde krankzinnigheid van zyn Broeder, den genoemden Hertog Willem,als Ruwaard en Voogd, -tvs C»v naa aflyvigheid van Hoogstdenzelven, als Graaf van Holland en Zeeland , en Heer 4\o&^nvJ*i!ife»<*^tot op het overlyden van Hooggemelden Hertog Albreciit van Beijeren. Hevige In- en Uitlandfohe beweegingen over de opvolging in deze Graaffchappen mtflaan ;waar $it vervolgens eerst zyn gebooren die Hoekfche en Kabeljauwfche Faétierf; welken, geduurende den zeer ongelukkigen tyd van bynaa één en een halve Eeuw , deze Landen geweldiglyk hebben beroerd, en waar in al veeltyds de woedende Partyen, door hunne wreede en goed-en bloed'Vernielende bedryven, bunnen ontflooken moed aan Menfchen, Steeden, Kafleelen, enz. op ene ver/cbriklyke wyze gekoeld hebben. Voorzigtig en roemwaardig gedrag van die van Dordrecht. De Koning van. Jtëngeiand, Eduard III., maakt aanfpraak op deze Landen. Vrouw Margarete, oudfte Zuster van den gefneuveldenGraaf, en gehuwd aan Keizer Lodewyk van Beijeren, wordt, als de oudfte en naafle Erfgenaame dezer Landen, door haar en Gemaal, 'by Opene Brieven, met dezelven, als een Leen des Heiligen Roomfchen Ryks bekleed, en als Graavinne erkend. Zy koomt in deze Landen; wordt terflond alom met blydfchap aangenomen, en als wettige Graavinne gehuldigd. Zy verleent aan verfcheide Hollandfche en Zeeuwfche Steden veele nieuwe Privilegiën, en bevestigt  xxx I N HOU D. tigt alle de vorigen. Zy belooft aan Amflerdam, Oudewraer en Woerden, dat dez-n nimmer van het Graaffchap van Holland zullen voorden afgèfcbeiden. Zy puit een 'Bef? and met den llisfchop van Utrecht Keert weder terug na B.ijeren. De Keh.trj als Leenheer, bevestigd alle de Privilej-n en Ha dvesten, welke- zyne Gemaal'me aan de vercheide ï.teeden, Vlekken, Perfoonen, als ander zins, had gefcbonken ; eh bek-ft de Graaff.ia'pcn van Holland en Zeeland, en de lieeriylibeid van Fne land niS te ztdl.n fchttden, noch verdeden. Ook benoemt de Keizer zynen tweeden Zoon, Hertog Wiltèrn ton Deije' er, tot Opvolger van Vrouwe Margarete; en, dezen zonder kinderen overly Jende , zyhéW derden Zobh, Hertog Alb'iecht, tot Opvolger van zy;;e% B -'ede;\ Hertog Wii;em; aangezien zyn oud ft e Zoon, cLzcr Hertogen oud', fte JJroed r , van dezelve Landen op het'p legt i*fte ajftan l gedaan had. De Keizei in, Vrouw s\wgarete, fluit een Verdrag met haar Zoon Hertog Willem, dat Zy, geduurende haar'afweezcn buiten deze Graa-f happen 3 niets zoude hebben'te zeggen in dze . én; maar dat hertog Willem ah dan aldaar alléén Goirvè'! neur zoude zyn. Zy draaft aan Hem de Graaffchappen üów Holland en Zeeland in de lieerlyhh ia Friesland in eigendom op. Hertog Willem kpmt in deze Landen. Hy bevestigt vèrjch' id: oude Handvesten, en Verleent erige nieuwe. Hy te. zo nt de Kennen ers en de West- Friezen mct dc Grai'Pykheid,en herfielt dezelven in hunne tierige- Voori echten. Keizer Lodcw k ft erft'. Her* tog Willem verkrygt het geheele Gebied ov^r H< 1land. Zeeland, en Frusiand; en zynjot.gfle hm de , Hertog Oito van Beijeren, Wordt gefteid in het bezit van het Burggraafftban van Zeeland. Vi ouw Mar-  INHOUD. xxxi Margarete, voor zicb zeker jaargelduit de inkomflen van Holland, Zeeland merkdyk Handvest. Merkelyke aanwas der Konflcn en IPetenfcbsppën hier te Lande boven andere Landen : en daar onder ook het maaken van Uurwerken. De Kovihg van Engeland verleent Vrygeleide aan drie Konflenaaren van Delft , om in dat Ryk het Uurwerkmaaken te komen oefenen. De Koning van Denemarken fluit een Vredesverdrag met de Hinzéfteden en vergunt aan dezelven alle zodanige Voorrechten, als zy van aen Koning van Zweeden hadden verkreegen. Onlusten tusfehen ' Hertog Albrecht en den Utrechtfchen Bisfcbop ent/laan. di'cb, door bemiddeling van den Hertog van Ge\der,bygelegd. HertogAlhrecht.zynen heerscb tuchtigen hoogmoed niet konnende beteugelen ;en dus niet te vreden met den titel van Ruwaard, Voogd en Bïfchermer ,• verzoekt van den Keizer, om (niet tegenliaande zyn krankzinnige Broeder nog in leven was') tot onmiddehken Graaf en Heer van Henegouwen,Holland, •■Sm ta^tafe^miAKfyMittV»<$*\v - Zee-  xxxvni i y p U O. Zeeland en Friesland te worden aangefïcld; 'teeen de Keizer aan Hem, 'met toefemmmg der Tor* flent Graaven,Baronnen'en Staat en des Kekerryks, bewilligt. Hy gebruikt echter dezen til et niet, dan enige jaren laater warneer Hy den iir tel vanG^ai «ï-Ruwanrd onverfcHlhg «eïruikt tot op bet overlyden van zyn .Heer Broeder, den krankzinnigen Hertog Willem : met die waar* (chynlyke reden , om dat dezer Landen' Edelen en Steden zeer te onvreden waren met deze zyne aanflelling, by bet leven van 'opgemelden zfc nen ongelukkigen Heer Broeder. Onlusten tn Gelderland, welken door des Keizers gezav worden uit den xveg geruimd. Hertog Albrecht ver' krygt, onder zekere Foorwaarden, enige goederen van den Keizer. Hy geraakt in Oorlog met den Utrechtfchen Bisfchop; welke wederom door een Vredesverdrag wordt geëindigd. Zwaare overftroommgen in Zeeland; inzonderheid in Zuidbeveland; waar door ook de Zuidhollandfche Waard tn groot gevaar geraakt, terwyl de Hertog verfcheide heilzaame fchikkingen ter herfteliiw en bewaaring der Dy ken maakt. Zeer zwaare Brand te Schoonhoven. Onlusten tusfehen Holland en Braband gereezen; doch,ioeinig tydsdaar na wederom bevnedigd door de uitfpraak van vyf Goede Mannen. Hertog Alhrc-cht doet te Dordrecht munten Plackemeeuwen, en regelt derzelver. waarde. Oorlog tusfehen den Heer van Brederode en den Heer van Kgmofid gereezm; doch,door 's Hertogen gezag wederom verzoend. Oproer te H ]frlem- en de Opraerigen door JÊOm Aibr chc geflralt. Felle florm , waar door tn Zeela.-d groote overflroomingen ontflaan ; vcete Landen worden bedorven; en zeventien Derpen '  I N H OU D XXXIX zehetl en al verdrinken. Gelderfche Onlusten, ilrto* Albrecht fiicht te Zktïkzee een Vergadering deren Men de oproerige Gentenaars. d7gedrag van den Hertog hier in gehouden. By, i tgtg dezer Gefchillen. Onlusten m het Bisdom van Utrecht; V 3Sö ^ hefc{erm WhiïmM ™ar door Hy aldaar de rust her. S Deinemi en Groningers (luiten een Ver%nd van onderlinge befcherming en verdeediging der Vryheid, om zich niet alleen tegen enen Uitbeemden Vyand; maar ook tegen de listen en openbaar geweld van Hertog Albrecht m zekerleid te feilen. Hevige Gefchillen tusfehen enige Edelen en Burgers der SwrfLeyden ontftaan. De Levdfche Burgers trekken onder hunne banier uit en be/lormen het Huis van HeerY\or\s van Alphen. Hertog Albrecht bejlist dezen twist en flraft de jchtddigen. Groot gezag van », Hertogen Gemaalinne. De Hertog fielt de Ridderorde van Anthonv & Hy ontvangt van den Keizer de beleening dezer Landen. Die-van Dordrecht doen aan■(lening der Goede Luiden van Achten. Zy beoorlogen Zevenbergen en Gorinchem, om ^ Moeren in den Grooten Waard; waar over zy door den 'Hertog worden gefïrafh U vervolgens hetgefebu over het Moeren geheel afgedaan is. Die van Leyden befluiten ene jaarlykfche aanpellwg van vier Raadsluiden te doen , het welk door Hertog Albrecht wordt goedgekeurd; waar by Hy aan die Stad enige Voorrechten fchenkt, en vryhetd geeft» om dezelve te vergrooien en te verfierken. J)e Heer van Zoeterwoude doet affiand van alle rechtop een gedeelte van zyn Ambacht ten behoeve der Ley&n; welken affiand Hertog Albrecht fc-  *L INHOUD. Zltf i feZ°g A]hKChr ledigt denOorhg tusfc;ben den Herlog van Gelder en de Hertogin^ van Brabant mtftaan: doeh deze, naderhand Z derom op een nieuw ontftoken, wordrdoor den Koning van Frankryk bedwongen. »fc ftw-terSdrtling kopen van den Hertog Vernieuwing van den Vrede voor ene -goede fornme. gelds. ' Oorlog- tusfehen den Heer van Arkel en den Heer van Vianen • wordt bevreedigd door Graaf Willem van Oostor' vant, s Hertogen oud ft en Zoon; én door den Hertog zeiven en zynen Raad bevestigd: zo als ook de Nieuwe Onlusten aldaar wederom worden fo«elegd Hertog Willem,** hiertoe /eOuesSoy bewaard, fterff cn wordt nu door zynen hoeder , Hertog Albrecht, te recht opgevoNd els wettig Graaf en Heer van deze Landen-die thans mede als zodanig wordt erkendwaar oj^ dan ook terftond de Handvesten en Privilegiën dei meeste Hollandfche Steden bevestigt en vermeerdert Hy geeft aan die van Delft vryheid om aan den Dyk te maaken; en dezen zyn het bedin van Delfshayen^« Hy verlengt het Beftand met lIrie^n,/^Tn ,5eijeren' hertogin tweede Zoon, wordt Bisfcbop van Luik; waar na de Hertog aan Hem eed en hulde doet voor 't Graaf- flf.h'm^err ,H,ert°Z Albrecht d°et uitfpraak over het gefchil der Steden, en van den Heer vanAAéfmet de Stad Dordrecht nopens het Stapelrecht. _ Hy verlengt den. Vrede met de Friezen op de vorige Voorwaarden. Aleid van Poelgeest, door ^nHertogfedertenigeutydtptzynBy zynde, begunstigt de party der KabeljauVchenl Hier door omflaat groofe tweefp^ttusfehen diezen en  I M tfl $> lV D- rLt' en de Hoekfchenjwetóe haften beftuiten dezeVrouZomtebrenzernen zulks ook volvoeren De Herlos zeer vertoornd over deze euveldaad, dag, vlan de fchulaigen , die , met verfchyner.de, lelö rdec d en gebannen worden. De meesten def ichuldigen wyken uit het Land; enfommtTJb^vhn zich op het Slot A te na 'twelk % Hertog betegertf terwyl Hy beveelt de ge. bannenen te vuur en te zwaard te vervolgen; hunne goederen aanteftaan; en hunne Hutzen te vernielen. Altena wordt aan den Hertog overVmeven,en geflecht; terwyl de daarin beleegerd leweest zynde fchuldigen, volgens de Voorwaarden, na Maersdiep, en het veilig te houden van Zeerovers. Hy mm» Verlond met de ^toginnevanjr^ h-nit tof rust van beider Landen. Hy doet ae S^Wsf herflellen Geeft Brieven Schade verhaaling aan de Kooplieden van op den Hertog van Mekelenburg, Tde Stede!Wsmu en Rostok. Veroorlof die van Amfterdam , om zich ter- Zee te ver -meren 'tegen alten , die hen willen befchadigen. Stelt nadere ordres op zyne Munteden lerbiedt alle vreemde Munten Beveelt= wc? te maken van Leyden onder Podikenpoei Tof aan de Geest. fluit een Verbond met de tnezen. Oogmerk van dit Verbond. De Groningers voegen zich by dt Verbond. Dezelve Bishop fluit een Verdrag met de Steden van Overyslel. De Hertog"'begunfligt die van Ber^n op Zoom met vryheid van zyne Tollen. Hy geep rt*  XLtv INHOUD. Tolvryheid aan die zw/;, Haerïem voor het Hout ■nodig tot den Kerkbouw aldaar. Hy fchenkt ' aan die van- Alkmaar verfcheide Foorrechten.' Stelt de Stapel van Ferfche Fiscfi te Naarden. Geeft aan die van Rotterdam enige Fryheden. Ferheft de Kapelle te Purmerende tot 'een Parochie Kerk.' Blaakt Jan van Borfelen, zynen Knecht, tot zyntn' Heraut, en geeft,hem den naam Friesland.Betoont, ' aan die van Edam zyne gunfle; als ook aan het Hof te Crabbendike, onder zekere .voorwaarden Hy ' geeft aan de Koopluiden van Dukschland de vorige Fryheden weder ; en regelt de Tollen met hen ).waar van Hy echter die van Wismar; ïloilok, en Mekelenburg uitfluit. Guy van Chastillon, Graaf vanf Blois, Heer van Gouda en Schoonhoven, verleemt of verkoopt aan die Steden enige Foorrechten. Hertog Albrecht fluit een Ferbond met den Herlag van Gelder Gulik. Ren gedeelte der Heerlykheid Raamsdonk wordt afgeflaanaan de Stad Geertruidenb.-rg, tot vergroting van hare Fryheid. He Hertog gelast aan die van Dordrecht, om alle ft aaien uit de rivieren en wateren van Holland en Zeeland te trekken en weg te doen. Stelt ene belasting op de Steur, Zalm, en Elft.. D§. Graaf van Blois, als Heer van Texel, geeft aan. die van Texel hunn Privilegiën ten eeuwigen dage De Hertog doet uitfpraak over het gefchil tusfehen Monikendam en% Dorpen kandorp, en Zuiderwoude .ontdaan; en verleentaan die van Monikendam enige Handvesten en Fryheden. Qakgeeft Hy aan enigeZecuwfcheHeeren de vryheid, om enige Polders, te hedyken • met byvoeging van byzondere Foorrechten* Ferbiedt den Ingezetenen van Katwyk aan Zee malkanderen, buiten 's Lands w rechten te betrekken. Ontbiedt alle zyn? Bailluwm , om met Htm te 'komen rekenen, en beta Img te. doen. Hy .bmeeli san de, Overheid te Rot-  INHOUD. XLV Rotterdam, » ^ffitt^ *3 ^f* vanHflaafden Gerede van Van anderen. & " n maken, Ver^ ^ ^ Zar bl H, de dwinglandy en fchraap- cMdert. Afm jrn Hertog voor de Jnic van Nieukoop «o««» f« ,Z /lanmer• c j Tfnnrrprhten -wel betaalen. Aanmer- ff rss * * tarnde Uykn ^n WaiM Mi «» ► ^ qi,iir>en tp leunen tn Heer-riuygen ^y^* •> te <«*ö6" , , ^eeuwfche Lee««« ,  a.» I N H O U Di vryheid, om het Noord- en Zuidlandie bv Mwh^üms te bedyèeu; waar van hy het laai Scfoedarn w/2 den Hertog, 'door af fiand van den H.er van Mathenes, fefM m^land van Alte Va SA Van S Hertogen willekeur igen handel vernet Ttm bezetenen. De Hertog f eW£„ i Nydorper - Scb_ger- ^jfe - & ffifi Co «gen y/W^*, , 2m& Cf Pf Hertog fehenkt aan aie vL uoo ' mede verfcheide Foorrechten; .vergroot harevS hezd; en verboeten de misbruikt in ZReZ bank aldaar: voor al het welke die Stad laffer IZ SoeJe fommegelds betaalt. -Aanmerkt^ deze gekafte Foorrechten. Hevige onlust> L Dordrecht ontftaan, en. enige J^gte etn Zwl gens gebannen zynde, doetdeHertog aan dtsfad zekere beloften aangaande die ge&nne pÈS De Hertog belooft zyne befcherming awfA Zt l Ter r^m0nd'- Werking £t deze belofte De Hertog beveelt, om de Sluis € ^Noorderkaag, by Medenblik, te overpaakTnS Elzepaalen tot weering van Doorbraak. VerlS* het^Watergraafsmeer. Belooft aan dievanltrl recht en Geertruidenberg de Uykrechln tdt tt dÏTn^ U ZUlk% h^ele^gZe lyhl den daar tegen te geven. Hy .neemt %oor f2% Oosc-Fnezen te beoorlogen., en roept alle Lfe O derdaanen uit Friesland tehuis: Geeft aan K huizen^ Gonunerkerspel Zeker Voorrecht 2 TnVaiJ Ameland de om&Mtfc. maait een Be/land met de Friezen van mZgoten& **èQOi-*n./te/tsicA, purende dat^ftandZ fiaal  INHOUD. XLVII kgjb öm den Oorlog tegens Hen met ernst voort- gS-S dat Befland volbrengt Redenen van dien Oorlog. Onderzoek na die redenen. OnZaS^kbeidder redenen door de oudeSehryS'ff&i De waare reden was de vrees Zr o f&n tusfehen de Hoekfche en Kabeljauwfche Edelen Misflag ontrent den tyd van >s Hertogen tnrh i Ftiesland? Aanmerkingen over dien mit mderlegging van deze Tegenbedenking. Zeker MuTmftns dien Misflag. De Hertog beveelt aan alle zyne BaiUuwen, om den toevoer aan de oltmSite beletten, en hen te Water en te La^Zchadigen. Hy verzoekt aan den Bisfcbop en de Steden van Utrecht; als ook aan aen Her. tog van Gelder, m den Omfnezen geen toeZger te zenden: en geeft ook aan de Engelfchen de vnheid, om op de Oostfriezen te> water en te land e ftroopenfen dezelven op alle wyze te befchad geL Hy vergum aan die van Haerlern VeSeide Voorrechten. Ook aan die van MeInblik. Hy beveelt de Stroomen voor de uit de ' Szee ibuis komende Schepen te beveiligen tegen allZderneemingen der Oostfriezen Hy her/lelt Alkmaar in haar oud Dykrecht, Geeft aan die ^«Waarden enige Landen,te voren be ff behoord hebbende, te berechten. De Graaf van Blois geeft aan Westzanen en Krommenie Handvesln. DeHertog geeft aan Dirk van Borftlen deHeerlykheid Schoot. Heer Jan van Beijeren Eleétvan t»> tracht den Geestelykenftaat te ^lém^datBh^^agenv^^^ enen anderen overtedoenywaarom danookhetGe(iacht van Brederode aan denüertog belooft, om j ttidientiy  XLvm INHOUD. bewerkt, dat Willem van Brederode tot dat Bisdom geraake , als dan den Hertog met de magt van dat Bisdom in alles te zullen byjlaan ; en tevens alle de fchulden van Heer Jan te voldoen. Aanmerking over dit voorval. De Hertog neemt Heer Jan van lieenvlier in zyne byzondere befcherming; en vergunt hem groote en zonderlinge Voorrechten. Belegert Loevellein, het welk Heer Bruynftein van Herwinen, een. Geldersman , en 's Hertogen Rentmeester van Zeeland Beöoster - Schelde had bezet, en die verders, aldaar zyne drie Zoonen in verzekering hebbende gebragt, na Gelderland tvas gewlugt : welk Kasteel eiudelyk op genade aan den Hertog wordt overgegeven. Aanmerkingen over dit voorval. De Hertog geeft aan die van Enkhuizen enige Voorrechten. Ook JZrygelei de aan enige Oostfriezen, om met Hem over Vrede te komen handelen. Hy fielt ordre op de Schotbaarheid der Landen. Èn beleent Heer Willem van Abkoude met het Slot en de Heerlykheid Goije. De Magiftraat der Stad Delft maakt enige Keuren voor de Schuttery aldaar. Oudheid der Hollandfche Schutteryen. De Hertog fielt Admiraals aan , en geeft hun bevel, om de Oostfliezen te befchad'gen. Hy doet ene Sterkte op het Eiland Urk bouwen. Geeft aan enige Lombardhouders te Middelburg buitenfpoorige Voorrechten. Aanmerkingen over deze ongeregelde Voorrechten. Hoorn wordt door den Hertog begunfiigd. Als ook Heer Jan van Arkel. Insgelyks flaastrechten Geertruidenberg. De Hertog neemt Meerkerke en Thienhoven in zyne befcherming, en geeft dezelve Heerlykheid aan Heer Jan van Arkel. Aanmerking nopens die Heer-  INHOUD. xli* Heerlykheid. Dood van den Graaf van Blois; waardoor zyne Heerlykhèden aan den Hertog vervallen. De Hertog begeeft enige Ampten te Schoonhoven. Geeft aan die van Haerlem ver-_ lof, om een Verlaat in den Ysfel te manken. Vermindert de riefnlalen van Aalsmeer; en begunfligt die van Kulerïborch. Hy belooft aan enige Steden van Duitschhnd, onder Zekere voor' tvaarden,de fchade, 'haar door zyne Uitleggers ruingedaan, te vergoede^. Betoont zyne gunst aan die van Westzaahén: als ook aan die van Meden Mik. Belooft aan zynen oudjlen 'Zoon, Graaf Willem van Ooftervahr, om de aan Hem beweezewe goederen in Henegouwen te verwisfelen voor ïiolandfche of Zeelandfclie. Schenkt aan Goes in Zeekind vryheid van het pondgeld van den Visch. Bevestigt de oude en geeft nieuwe Voor rechten aait Wesrzianen en Krommenie. Bevestigt "de Voorrechten van Gouda. Neemt de Sluis te' Monikehdam aan zich: en geeft dan die van Broek de vryheld, om een AV ilM tê leggen. Begunfïigt diè r1landfche en Zeeuwfche Steden, cm aan Hem ddar toe het bepaald getal Manfchrtp te zenden. Ontbiedt ook de Ridders met hunne Onderhorigen: als mede de Leenmannen buiten 'j Ldms': insgehkè die uit het Stift {JuQcht; en uit Gelderland. Aanmerking of dit groot getal van Leenmannen buiteri 's Lands.' Toepas(ing van die Aanmerking op deil tegenwoordige!! tyd. Graaf Willem van, Odftervnnt verzoekt den Jfbning van Ft ankryk "en nandè'relHèè'  K 1 N II O U D. \ ren om hunnen byftand. Be Hertog 'doet ook een ontbod van Manfcbap uit den Lande van Altena • en van Heusden: en ontbiedt de bedonge Manfcbap van de Stad Utrecht. Dit laatfte is waarfchynlyk te vergeefsch geweest,om redenen. De Koning van Frankryk zendt enige hulp: ook de Koning üö#Engeland : als wede enige Duitfche Heer en en Vorften. Grootte van v Hertogen Leger. De Hertog eischt van de Hollandfche Steden enige Schepen, wel voorzien van leeftocht, om dit Leger over de Zuider-Zee te voeren: als ook van de Zeeuwfche Steden, om de Engellchen te-haaien en na VHsfingen of Arnemuiden over te brengen. Hy vordert ook geld van de Steden, met belofte van bet zelve te zullen voeder geeven. Aanmerking over het groot fet'al Schepen. De Friezen van Westftellingwerf,luinere; en Oofterzeingerland onderwerpen zich aan den Hertog, en doen Hem hulde. Elendige toeftand van Friesland in en voor dezen tyd. Oor» %aak der verdeeldheden aldaar. Benaamingen der twee verdeelde Partyen. Voorwendzel van Vryheid flrekte tot onderdrukking. Kwaade gevolgen van die geweldige verdeeldheden. De Hertog ontbiedt de Leenmannen en Welgeborenen, wel gewapend, in bet Leger by Enkhuizen: als ook den derden Man van de Huislieden met Schepen en behoorlyk voorzien. Bepaalt den tyd van den overtocht na Friesland. Hevige twist in dat Leger tusfehen de Engelfchen en Hollanders, waar door wederzyds enigen fneuvelden; en welke twist door den Graaf van Ooftervant met veel moeite gepild voerd. De Hertog {leekt met zyn Leger over na Friesland, en landt in de Kuinder. Goede raad vanjawe Juwinga; welke, tot nadeel der Friezen, wordt veracht* De Friezen mrden van den Dyk en  INHOUD. n en zyne Sterktens verth-eeven. Vervolgens 'onder ftaan de Friezen , tegen den gegeven raad, om den Hertog jlag te leveren, en voorden op de vlucht gedreven. De Engelfchen, uit de natuur /leeds heet ■ op roof, zenderen zich van het overige gedeelte des Legers af, en trekken dieper landsaards in, met oogmerk van daar een groten buit te haaien ; doch worden van de Friezen overvallen, en, op ene verflerkte hoogte gevlugt zynde, aldaar door dezelven beleegerd; tot dat zy, op de bede van den Hertog, door de Burgers van Delft 231» ontzet. Stavoren wordt door den Hertog beleegerd en by %l. Aanmerking over dat geval. De Hertog gei ft aan die van Haerlem de Kostery. Hy bcve-.lt der Overheid va.i Delft, om de baldaadige Geef elf ken te flrajféni e» zuïks rnet loefiemtnirg van den Utrè'ch iehen Bisfcbop; doch onder zekere bepalingen. Aanmerking over -die bepalingen. De Hertog g;ef< aan die van Milèrkooch en de Schermer zyne Tienden en Fisfcheryen in erfpacht; als ook nog verfcheide andere Foorrechttn. Aanmerking over de i ed néndier gifte. De Hertog begunftigt die van Graft: en o^wïesfel. Geeft aan < pigeGemagtigdenderFnczen de vryheid om by Hein tn Zeeland te komen. Hy bepaalt het getal der Manfcbap, door dé H'>llandfche Steden te Stavoren in bezetting te houden. Die van Groningen en Ommelanden- puiten een Overéénkomst met den Bisfcbop van Utrecht. Miflag der Gelchiedfehryveren ontrent het in dezen tyd gebeurde aangetoond. De Hertog geeft zekér Foor* recht aan die van Haerlem. Hy verniet gt het Stederecht van l^oordwyk. Die van Wescer^oo zenden enige perfonen aan den Hertog, óni met Hem te handelen. De Hert g verëe igt de rechtbanken van Oegsrgeest en Poelgeest Fe-leent gfo* ie gunden aan Heer Jan vin Arkel. Uitleg >jng en uitbreiding van te > Zoe.< briefPan Hertog Albrecht met de Friezen tW/^OoftereoQ en Westergoo. De ïxeriog bcgunfligi die van Ouder en Nieuwèr-A'mflel. Hy gé'ft aaf JfotUps van Waifenaar, als Burgar-aai'van Leyd'. n, hst Gerecht veeder. Hy neemt voeder om voor, een tocht naar -.Friesland të' 1 " doen.  ï N li O Ü D. uit <,üi. Redenen van dit zyn voorneemen. 'Deze 'tocht beeft geen voortgang: waar van de toaarè 'red-tien alliénlyk kennetrworden gegist.Aantekening van een verdichtzel van Job. H Leydis nopens ze'keren tocht na Friesland, De Hertog verlydt Arent van der Myl 'met het Ambacht van der rYJyr te verlaf n by verf erf met een Mcrweedfchen Heette. Onderzoek nopens den naam Hecfte. De Hertog treeft aan die van H imburg veiligheid in zyne landen, met regeling hunner Tollen. Als mede aan die van Heusden verfcheide Voorrechten en Handvaten. Hy 'beleent. Lieer Coen van CbftèrWyk met Int Ambacht van Amlterveen: Ook Heer Gerrk Cavnminga met Leeuwaarden, en drie Dorpen. Gedachten over de Voorrechten van hetGeflacbt Cartir mm ja 'te Leeuwaarden. Aanmerking over die gedachten. Aantooning d.r oudheid van die Voorrechten. De Hertog beveelt Stavoren te fierken;. en de Onstfriezen ,die een algemeenen op ft and hadden verwekt, te beoorlogen. Onderzoek na deredenen van dien Opland. Nadeelige gevolgen van den zeken voor den Hertog. De Hertog geeft vryheid, om de Volewyk'te bedyken. Merkwaardig Verlond van den Bisfcbop van. Utrecht met de Cap'ittcls, de Stad, en de Steden Amersfoort, Deventer, Campen, e» Zwolle. Aanmerking'op dat V rbond. De Hertog fielt den Heer van Brederode dan 'tot zynen Kapitein'te Stavoren; en beveelt hem de Zeeroovèrs' te ftrajfen. Beleent Heer Jaa 1 van Heemllede met het Ambacht van Benriiuizen. Ontlaat de Buur en cpzOutdorp van den last, om een Heemraad te f ebben te Zaandam. Geeft by ene Handvege verfcheide 'Voo rechten dan Tholen en Schakerlo Hy belooft Stavoren, 'in geval van beleg , terf 'end te ott. zetten. . Die van Utrecht hela-  li* INHOUD. ven den Oostfriezen geen toevoer te zenden: en verümen daar voor enige vryheid van den Hertos *>e Hertog en zyn Zoon Graaf Willem verklaren tiJ^Td°0rGraaf]m van Henegouwen aait Zuidholland gegeven. Wat Wyzer, in deze Hand* ■ veste voorkomende, betekent. De Hertog beleent : Heer Jan van den Woude met het Ambacht van dien naam: als ook met het Ambacht van Watmond. Hy vermindert de riemtalen van Wicringeö• en.geeft aan die van Woerden enige vrvfche C Ti hy"- Hy den fangenen FrieHnl7 T\ T Aclltkar Lutjebrock met Grootebroek. Jïy Raat een Kampgevecht. toe, om de waarheid of onwaarheid ener hef huldiging te bewyieh en, na dat Borgen voor Kampvechters.?^ ™dren, bepaalt een dag tot het Kampgevecht. Korte Aantekening over dit SJSmfrecht. De Hertog fielt ordte ofdeHwa. ring ^« Stavoren. m^n™'Tl%™ lips van Dorp met Duyenoorde. ^rgroot de vryheid van Edam. Begunftigt Momkendam. Ah ook Uitgeest; AkkerQoot; en het Gevolg vanKennemerlahd. Doet uitfpraak over twee Doodflagen, in Waterland begaan. Hy begiftigt het Godsluis , den Tempel genaamd, gelegen by Heusden. Bewilligt in de Stichting ener Capelne tn de Oude Kerk te Delft. Geeft aan Schelhnkhout het Poortof Slede-recht; en nog enige andere Voorrechten. De Magiflraatder Stad Leyden vestigt haar aandaèht op de bewaaring van de achting en het aanzien ^rLakenredery 0 helaas! tn die Stad ween beklagenswaardige toefland) als wen aldaar tn  H ï N: H 04 U D: v dlen bloei zynde; en maakt daarom, tot detcz&lvet'behoud* ene merkwaardige Keur e. tegen 'bei verkopen van Gekro.npj La'kenên. Aante&eiüv" vende aanhoudende zo; g der ahtocn zynde Leydfcl&^'Jt iaat tot mor Rand en aankweefwig 'de^rvomreflyheen-anderezecr nuttige, envoordaêlige AW*,>'« W tlandtee ringen ; en van verfcheide /{turen in v neger e tyden daar toe door dié, lof'yke PJatfflfaat gemaaki. De Paus doet ene bezending na de W. dcriandeo,*?*» onderzoek ted-en .op 't ge dra dyr Geestelyken en Kloosterlingen. Jfrtog Albrecht neemt m paus)yken Afgezant in zyne lefcherming en vergunt aan hem alle zodanige vryhedeaf als de* ztive cnigzms niogte begeer en. ■ Aanmerking over het zonderling gedrag van oen ILrtog w %j *L vat: waar in zyne umst van veinzen uitbhifkf w.ike trouwlooze kunst een natuurly'ke 'ehenfchaly van alleVorflen is, tot koflering der hun%ls aai geborene Heerschzueht; een eigendom, "waar op zy alleen een aanfpraak fihynen te hebben; waar '%>• gen zich des-qlle Frygeboren Zielen moeten wapenen en /leeds Qp hunne hoede zyn. Hertog Albrecht veriydt Heer Jun van dep Woude met de Heerlykheid van Warmond, door Hem als nu verheit tot ~ ene Hoge en Vrye Herlykheid. Hy verleent Heer Locn van Ooiier wyk ver gif ras van V geen deze tegen Hem mogt hebben misdaan, zonder enige mtldijm van dcszelfs misdaad. Aanmerking over d/r I a 5 f eu wispeltmrig gedrag. JJe Baikuwen van D ïfland en van Schkl^l feilen Dirk Jan Doedynszaon aan tot Schout yan Nootdorp. ' Amilelveen wordt door Heer Coen van, Oollerwyk verkofi aan's Hertogen Gemaalinns, welke de Hertog dies met dat , Ambacht veriydt; als ook, met het Ambacht van ^uwn,. en Opscdorp; mes, hei Huis te Scouten;*» mes  ï k f! O Ü: ft B -mr-het Vroon^brs te VGraveridani; -mede Mh Baar 'door denzin Heer Coen van Ooftorwyk verkoft. Bed nktnicn over deze hier gem >Wè g^ beurteriis. De N'aköindingfcktp mng aller Vorfïeh daadev onpartydig bfóordeelcn Vermaaning vont allé Vortfen, 'en die in hoogheid zyn geile d, om m hvn n-edrag-Reeds het wcare \Mzyti (ter Ing-eteivn oprechtelik te behartigen , nvt voorlaten van alten eigen belang;'en om nooit ierr.ardte verongdyop dit -hwine nagedachtenis tn' zegening mo«e *yZ' int nimmer tot een v'okk worde. Aan/pcbrinz mr alle Burgers en-Ingezetenen dezer thans &è Neerlanden ter befeberming hunner Vryheid, nl't aHêén tegen de zo listige als gêwelddrlige aan■Ragen, tot btnpad'eling dhr Pryheid,van alle hee>-'-chuchti«e Uithcemfcke of Mdndfche ïorften en Overheden; maar ook tegen het invoeren van alk onwettige en o/tbètaemlykë onderdrukkingen %M dringende, en met allen recht gebaatte, An'Roeraten. B igt der Vorflen en van alle Overheden om zich by den Landzaat te doèh bemmnei e-> eerbiedigen^ Hertog Albrecht bewyst zyne byzvndcre mnfitn' avi Jotlkvroitwe Lysbem van As* fendelf en Mr'en Echtgenoot Wynnnd van Aernhem. Bevestigt de Vryheid van Brouwershaven. Mis/lag van den Heer 'Fr. ^Mfefiï^W«' defadrtete ' wii* der Keuren van des» Zeeuwfche 'Stad. De Hertog Verleent Brieven van SchadeverhaHng aan drie Middelburjrfche Poorters tegen te Schotten: als medé aan nog êen ander Poorter van die'Stad m n den Hertog van BWÖgnW ' Hy geeft'den In. plzetenen van Cas-flmfn; Heemskerk; « Velzen, • %eèe aanmerkêlyke Voorrechten AM-hngover de-e V !/ertegen bctndüwyze f den' Holladlcher» iiraavm meest al eigen y-in het febeuken van z» me*  lxu I N H O U D. ^^diAeFoorrechten,welken de Ingezetenenaan Hemrykelyk betaalden, ze dat dezen daardoor derzeiver vry eigen goed zyn geworden,* en ib&%iS aan hen vryftaat, om alle die Voorrechten tesen aken en een iegelyk, wie hy ook zy, die hun van dezelven op cmgerleye wyze willen beroovenfmet- alle hunne natuurlyke vermogens, te verdeedwen Aanhoudende, doch f.neulende, onlusten te Haerlem. Aanmerkelyk Charter van Hertog Albrecht . waar by Hy order /lelt op de regeering dier Stad\ tot demping van alle onlusten; en wyders. enige andere punten, tot verdere bewaaring .der ,'rust aldaar regelt; en welk Charter, zo wel in bet Groot Charterboek der Graaven van Holland; ah in de Handvesten, Privilegiën, enz. van de Stad Haerlem, gebrekkig voorkomt. De Hertog verzoent zich met Symon van Zaenden. Hy geeft enige DA. Sluis- en andere rechten aan den Zeevang zoent zich met die van Pimnerende en van WaterJand. Verbiedt aan die van Amftelland, om Turf van Beesten-Mest te maken. Heer Philips van Wasfenaar, Burggraaf van Leyden, verzoent ziek met die Stad, en geeft aan dezelve het recht, om Aeureu, aangaande den Rhyn, te maken. BeJchryvmg van het oudfle recht dier Stad en van den Burggraaf ieder afzonderlyk aankomende; en waar utt het recht van den Burggraaf zyn oor* ff rong had. De oudfle Handvesten, der Stad Leyden , door de eerfte Graaven uit den Holland* lenen Stam, reeds voor bet begin der dertiende eeuw gegeven, worden thans helaas! niet zevonden. Klaas Lembeke, Wfl«e»^ w Flensbufch in >M Hertogdom Sleeswyk, verklaart aan Berte* Albrecht den Oorlog by een merkwaardigen Brief iïe Hertog beteugelt het te.gme gezag'der Cees- te-  INHOUD. wem tdyken /«Zeeland; en ter gunt den Ingezetenen de vryheid, om den Próviforen en andere Geestelyke Recht eren met geweld te wederd'aan. Hy fielt twee nieuwe Secretarisfen der Stad Zierikzee aan. Doet üitfpraak over bet gefchil van een nieuw gegraven IVatergang in de Parochie van Cruiningen. Vergunt aan die van Hoogkarfpel Stederecht; verëenigt hen met Broek; en geeft hun tefaamen enige goede Voorrechten. By (lelt Hemik Willemszoon üren - Broek aan tot de waarneeming van zyn Herberg in den Hage,- en tot zyn Zeevonder te Scheveningen. Doet üitfpraak over een verfebil aangaande bet Schoutampt van Purmeren. De Burggraaf van Leyden, in eerder tyd, met die van Amfterdam verdragen hebbende wegens den aan Hem verfcbuldigden Tol;en dat Verdrag door den Hertog bevestigd zynde; wordt naderhand door een volgenden ^Burggraaf zyn recht op Arafterdam, uit hoofde van dat Verdrag, by toeftemming van den Hertog, verkoft aan Heer Floris van Alkemade, die dat recht aan de Stad Amfterdam kviytfcheldt. De Hertog geeft aan die van Amfterdam de vryheid, om de oproerige Weevers en Volders uit de Stad te bannen. Onderzoek naar de oorzaak dezer oproeren \ waarfchynlyk gefproten uit misnoegdheid over het loon dier Ambachtsgezellen,waarontrent de Graaven verfcheide maaien ordres hebben moeten ft ellen en bevelen geven, zo als daar van veele voorbeelden, voomaamlyk in de- Stad Leyden * by welker oud: Keuren deze loonen op verfcheide wyzen zyn bepaald, voor handen zyn. De Hertog geeft aan die van Heusden; als mede aan die wwIVluyden; enige Voorrechten. Ook gee ft Hy Vrygeleide aan verfcheide perfonen% door zyn fLandfn by zyne Vrienden. Hy doet uitfpraak  ï. N H O V D. m & tntp'ame gefchillen tusfehen Gooiland en Waarden. Verklaart de Stad >cfcqonboveo en hei Slot aan zyneGemadlinne in lyftocht te heb. hen gegeven. Hy en zyn Zoon, Graaf Wnlem, verbinden zich onderling, om, zonder helder toeflemming , geen Vrede met den Heer van. Arkel te maken. De H.rtog belooft aan die van Heusden de Handvest in 't verkiezen der Regeering aldaar te zullen houden. Geeft aan de Sche pf;akers te Haerlem ene byzondcre gunst; welke Hj, weinige dagen daarna, Weder kt rekt. Hy jenenkt aan dte van Naarden enige rdemve Voorrechten, *n ievestigt, tevens de oude Handvesten. Floris .van Alfemade verkoopt den Burggraaf van Levden .de mfflad i odncenpoel ■ die, naderhand, dezelve aan Hertog Willem den VI. opgedragen htBende door dien Hertog wederom met dezelve is verhdL Hiflerifche Befchryving.van deze Hof Had, ge/efe» tn Rhynland onder bet Ambacht w« ..Gestes; nahy de Sidd Leyden. Dezelve is naderhand veranderd in een Juffrouwen-Kioolter,-genaamdSinte Marie-Poel - of Ov.mr Lieve - Vrouwen-Poe/ Geschiedverhaal van dit zeer ryke Kloofier, in de ■bekende Beetd/iormery van V jaar x^Lverwoest ^ wanneer daar uit enige kostbaarheden en fchone Alt aar {lukken werden gebragt in bewaring der L-evdfche Regeering en aldaar nog berusten. Vervolgens zyn ae goederen van dit Kloo/ter Pefchikt tot onderhoud der Hollandfche Academie 'te Leyden. Hertog Albrecht verleent aan twee Poorters van Wtsckappel Brieven van Schadevcrkilmg tegen de Schotten. Ontflaat die van Waterland van het houden van den Ouden Dyk,en begunftigt Hen met enige Voorrechten,. Mis/lag van den Heer Fr. van iVJieris. Bevrydt enige perfor.en van dm dienst, Gra-  i n ïi b ü b. ' t*r vsGrwenóiensigenaamd. Engel Pieterszoon, Schout ban den liage, verdraagt met zyne naaste Magen over de erfhis zyner _ ratelatene goederen voor Zyne Bastaarden; welk Verdrag de Hertog bevestigt. Nadere omfchryving van dien door de Hertogen Albrecht en Wiïferè deh VI. hoogstbegun/lig' den perjoon. Hertog AIhrecbt&my? de Vryheid en het Rechtsgebied van de StadLeyóeri merkelyk uit: hvelke uitbreiding door Heer Philips, Heer van Wssfehaar, Burggraaf van Leyden, wordt bevestigd\zo verre dezelve zyne Ambachtsheer lykheid Ooesrgeest betreft. Aanmerking van den Heer Fr. van Mieris over deze beide Brieven , zo van den Hertog, als van dien Burggraaf Kort Verhaal van 'l Convent of Klooster Lo'pfen; ook wel Sint Hieronynnis- Dal 'genaamd; naby Leyden 'gelegen hebbende; vervolgens aan die Stad afgeftdan; en 'vernietigd: wyders ëch gedeelte van deszelfsLanderynn aan hét Sinte Catharina-Qasthuis teLey den géfcKm* ken. en naderhand wederom doorzie Stad ingekomen fbimzen hare muurengebragt engefchikt tot de Groore Beëstenmarkt aldaar.1 Hertog Albrecht geeft itan Symon vari Za-enden de s/mbacktsheerlykbeid Oostzsandeh. En aan die van Waterland en Zeevang enige adnmerkelyke Voorrechten. Als ook aan de Gelanden op den Noord veen. En nog den dis tvwEdam en vdn den Oorgare. Hy geeft ook aan HecrWuro van Heenvliet de vryheid, om een Klooster'te-ftlchten te R'UjS*è'', in het Land van V-box* ire; eti vereert dat Klooster met enige Voorrechte i. Aantekening nopens dat Klooster. De Provilö'en 'van den Bisfcbop van Utreen r gaan zich merkelyk te buiten in de oefening der Geest elykc Rechten; en -worden daarom door het Volk in Zeeland "gevangen gc:;o;n;ri en weggejaagd: des Hertog Alprecht 'ken *♦***■ - ' Vet"  lxvi INHOUD. Vor*dr:g■icn, dat ieder Volk zyrc êfgè Tyra- neil vorn.t. "De eerffe pogingen van het Krygsvolk ugen dsVgy* VffeM met kracht te weder/laan, op dat he>- kraai niet voortkruipe en te hevig worde. Vergelyking Ky&n WftMentchelyk Lighaam met het Politieke Lig^fiadm^van een Gemecnebesh Hoedanig de zucit '^m^éda^ë Vryheid behoort te zyn Opwekking aan •s\\8j»Vryé- Nederlanders om hunne Vryh.dd op alle wyzen te bewaarsn, opdat dezelve niet voor een-&Sig verloren gaa. Her Burgeren en Ingezetenen •■'Oefening1 ift den Wapenhandel da irtoe hogstnodig. Jiene gewapende en vd geoefende Bygery is de 'eiigjie fteunbilaar der Vryheid; en dus is der Burgeren Wapenoefening de voornaamfle hunner 'lO'ifdpligten ; naardien hun dit pand van God is zL'cbonkcn, en daaiom ook met alle hunne vermogens , gepaard met trnftige gebeden om de Godlyke hulp en byfland, moet befchermd worden. Des Sohryvers verontfchuldiging over deze zyne breed•^Hèèrige Aanmerkingen en uit weidingen., welken al* !c^n aan een rein Vaderlandsch en Vryheidlieveid hart hare geboorte verfchuUHgd zyn, en daarom ^ (zo de Schryver vertrouwt) aw een. Vaderlandlievend Lezer niet onaangenaam zyn. zuil n. I£en« dragt is tot behoud der Vryheid ons alhrnoodzaak***** ^ l/ift-  txx I N H O U DY lyksf. Pligt van allen V Lands Burgeren en Inwooneren. 1 oepasfing van de genoeg bekende-Spreuk tot bewaaring der tegenwoordige Regeeringsv&rtn^ welke lofwaardiger zoude zyn geweest in den mond van den Onderdrukker der Romeinfche Vry&sirf^ * dien Hy dezelve ge ff roken en zyn gedrag da amant* geregeld had, eer Hy ziek met geweld op den troon der Vryheid plaatfie ■ maar welke nu het fcbandelyk gedrag en van dien Spreekér en vuh^ali. len, die zyne voet/tappen drukken, als-onrecht' vaerdig veroordeelt. • Eerfle Verlenging van den Vrede met Heer Jan van Arkel door tfmóg Albrecht getekend. De Hertog geeft aan twee zvner Dienstknechten van zyn dagelyksch Hnhgvzm'.den tienden penning van allen Pisch, ontrent Vlis-fingen en Jerfikeroorn door Vreahden gevangmf.i Rhieder- Waard wordt, met V Hertogen goedduè*' ken,bedykt. Heer Jan van Arkel blyft den oordog voeren tegen die van Utrecht en-den Heer van Vin* nen; die beiden zich beklagen over Hertog Albrecht,' en grote verwoestingen in de Arkeli'che Landen, zonder zelfs ft Hertogen gebied te ontzien, aanrechten', zo als ook Heer Jan van Arkel in het Stift van Utrecht alles -te vuur en te zwaard verdelgt ; en zelfs de Haven of Sluis, genaamd de Vaart, niet [paarde: ** welk door den Utrechtfchen Bisfcbop, die niets vyandigs tegen Hem had ondernomen, zeer euvel wordt opgenomen. Aantekening nopens deze plaats. De Utrechtenaars en dë Heer van Vianen doen den Hertog weeten, dat zy in den Vrede, door Hem met den Heer van Arkel gefooten, niet willen begrepen zyn: waarom de Hertog aan den Heer van Arkel de vryheid geeft, om dezen van Utrecht en van Vianen te befcbadigen; ook door zyne Landen: en geeft daar -door aanleiding tot voortduurihg van dien Oorlog: zelfs ge-  IN H O U D. LXXI geduurende den tyd van nog tweeën een halve jaaren. De Henog neemt ,de Zusters der Derde Orde van S t. Franciscus in ,&ym Befcherming. Hevige Storm en zwaare Overftromingen in Holland en. Friesland. Aantekening nopcm dezen Storm en de daar uit voongekomene gevolgen. In de Purmermeer wordt een Meermin of Zeewyf gevangen. Breedvoerige Aantekeningen nopens dit Verhaal. Be Hertog , die te voren reeds bevelen hadtdtgegee* ven, om de Zype te doen bedyken, welken echter als toen onuitgevoerd- waren gebleven, bezejfende het groot gevaar, waar in het Land flond te geraken, indien de Zype langer onbedykt bleef,poogt wet meerder lever die bedyicing door te dryven; en dringt aan op het houden van ene Vergadering der Staaten, die ook vervolgens tot die bedyking ke~ puiten; en tevens allen den Heemraadfchap'pen ern~ flig gelasten, om toe te zien, dat het Land niet fomtyds door verzuim worde in gevaar gebrugt. Deze Bedyking beeft echter als toen ook geen voort' gang gehad. Doch is deze in volgende tyden gedaan door Jonkheer Willem van Beijeren, Bastaardzoon van Hertog Albrecht. De Hertog gelast allenSteden en Dorpen, om Heer Floris van Alke« made in het Kapitdnfchap te Stavoren op alle wyzen te helpen. En dagvaardt die van Zuidholland over de bezorging der nodige Manfcbap te Stavo» ren. 's Hertogen Gemaalin bevestigt alle de Handvesten der Stad Schoonhoven.. De Hertog beveelt een Apotheek in den Hage te houden. Aanmerking over het niet verlengen van den Vrede tusfehen den Hertog en den Heer van Arkel. Heer Johan van Beijeren, 's Hertogen jotigfte Zoon , be" vestigt de Privilegiën der Stad tkieie en van den Lande van Voorne. De Hertog vergunt aan de  t prai INHOUD. StadEóam een aanzienlek Voorrecht. Verlicht de, zwaare Hofdienflen van die van Rynakker. Hy[ verklaart te willen, dat de perfoon, voortaan tot Parochie-Prie/ler van Rugje te benoemen, moet zyn een Waereldsch Prie/ler'en geen Klooflerbroeder. B.eve.stigt de ver ruiling van de Kostëry der. Stad Rorrerdam legen een Capellerie in de Stad BrieJe. Hy verzoekt allen en eenen iegelyken, om den Lombardier der Stad Middel burg, die, ter zake van zyne mis da aden , tdt allen 'V Hertogen Staat en was gebannen met verbeur dverklaaring. zyner goederen; te beletten, om de Burgers van Middelburg, of hunne goederen en bezittingen, te bekommeren. Aanmerking over dit geval; en der Vorften onbetaamlyk gedrag jegens [omringen tot onderdrukking van veele anderen hunner Ingezetenen, Tweede Verlenging van den Vrede met Heer Jan van Arkél door Hertog Albrechc gegeven. De Hertog bekent Willem van Dongen met bet goed van de Zwaluwe. En ook Engelbert, Graaf van Wa.siau, als Voogd van zvne l'rouw, met de\ \oU landfche Leenen, door Heer Jan vanpolanen..Heer. van der Lék erf.Breda nagelaten. Aantekening wegens den groten rykdom van dezen Heer Jan van Polanen, en dezer zyner Dochters Afkotnelin» gen; naardien alle zyne goederen door. het huwelyk van dien Graaf Engelberg zyn overgegaan in, bet Huis van Nasfau, 'twelk daar door het eerst, tot zyne grote magt en rykdom is ge/leegen m^deze Nederlanden; terwyl dit Huis zyn oor/prang heeft genomen in. Duicschiand, en zynen naam ontleend van het oude Stam - Slot en de Stad Nasföu, gelegen in de. Wetterau, zynde een gedeelte van de.n Westphaalfchen Kreits; Ook is verrvolgem dit Nasfaufche Huis nog in meerder aanzien gekpme:$ door de seerryke fjr/nn^m Phüiben de Chailon,  I N H O U D axm Prins van Oranje, die zynen Neef Reimer, Graaf van Nasfau, aanftelde tot zynen eentgen Erfgenaam In dat Prinsdom en (die zyne andere Heerlyks soederen, onder die voorwaarde, dat Hy ) ver-laaiende -den naam en wapenen van Nasfau ,voortaan met zyne Erven en Nakomelingen alléén zoude gebruiken den naam en zvapenen van Challón,' zo als ook wyders deze René de Challon, Prins van Oranje , by zvn kinderloos overlyden, tot zyn eentgen Erfgenaam heeft aangefteld zynen Neef Willem van Nasfau, in de Cefchiedenisjen genoeg bekend met den naam van Wiliem den Et riten, Prins van Oranie; Gelyk dan mg dit Huis van Nasfau geen winder haf er verkregen heeft door de gewigtige bedieningen van hei Et rite Stóatsdienaarfchap, en bet Hooitfte ,Bevelhebh'erfchap over der Souveraine Nedèrlandfchë Staattn Krygstnagt, zo te Water als te Lande s welken aan het zelve van tyd tot tyd . foor-de verfcheide Staaten der Vrye Onaf hanglyke Republiek van de Verëenigdè Nederlanden zyn opgedragen en by volgende tyden Erfelyk verklaard Geworden: ' Verfcheide Vorfhn uit dat Pluis, welks %'iper niet de a> ootbeid ' der Republiek ryst of daalt', hebben aan die Republiek grooie dienflen betoond; doch dezelven zyn ook door die Republiek ahyd rykelyk en veel beloond geworden. Hertog Albrechc vergeeft aan de Stad Edam het tégens Hem misgaam in een oploop', en bekent wegens die gwifte voldaan en betaald te zyn. Be Vrede wordt volkomen gefloten tusfehen 'dep Hertog en Heerjm van Arkel,' voor den tyd van vier ja ar en. Be Hertog verleent dien van Hoogkarfpel en Lntkebroek enige aanzienlyke Voorrechten. Hy neemt voor 'oen nieuwen Gouden munt te faan; en [preekt daarover mat de Afgezondenen der Steden, wel* tri aanmemen zulks aan 't beraad der P.egeerin***** 5 prt. \  lxxiv INHOUD. gen, die ben tot het houden van deeze Raadplegingen gezonden en gemagtigd hebben , over te geven Ook fchenkt Hy aanmerkelyke Voorrechten aan die van Graft. Philips, Heer van Wasfenaar, Burggraaf van Leyden, het Ampt van Krycwaarder te lesn houdende, draagt het zelve op aan Heer Jan van Woude. Befchryving van dit Ampt van Krycwaarder, en. van deszelfs oorjprong inde Kampgevechten,- van welk Kamprecht hier ook nog het een en ander wordt vermeld. De Hert os, geeft aan Alyd Willem Gherycsz Dochter enige Landen, gelegen in het Ambacht van Rotterdam., tot een vry eigen goed. Aantekening nopens de Stad Rotterdam. De Hertog verkent den Huize Krooneltein, gelegen naby Leyden; een byzonder Voorrecht. Hy vernieuwt voor die van Stryemond de by hen verlorene Brieven van hun verleende rechten en vryheden. De Kooplieden van den Duitfchen Hanze zenden Brieven van Dankzegging en Borgtocht aan den Hertog, voor de terug gave der goederen in zyne Landen, geborgen. De Hertog verleent Vry geleide door zyne Landen aan die van Utrecht,welken naar de Aqtwerpfche Markt wilden trekken. De Friezen beginnen den Hertog •met een nieuwen oorlog te dreigen; waar over de Hertog beraadflaagt met de Gemagtigden der Steden: aan welken Hy, ter zelf der tyd, ook klaagde over de Bruidsgave, die de Hertogin van Brabant, als een fchuld,van Hem eischte; en Hy begeerde, dat de Steden Hem hierin zouden helpen. DeHertogbafchryft wederom een Dagvaart, in dewelke Hv aanhoudt by de Steden, dat dezen die fchuld ■ gen voor den Kerkelyken Rechter des Bi'fchops van Utrecht werden betrokken. Twist tusfenen die van Haerlem en die van Amfterdam ontfiaau., til den welken het Huis te Heemüede wordt geplonderd en verh and.' De "Hertog begunfilgt de Stad 'Monikendam met enige goede Voorrechten.. Raadsluiden vtords.i in de Oude BrLven veelty'ds  I N li O U D: ' txxvil fftnaamd, welken men thans Burgemeesters memi. De Hertog jchryft den Steden van \ oiJand en Zeeland aan, om met Hem na Stavoren te trekken. Hy geeft Vry geleide aatl Gerard Keizer, om allerhande Muntllof nü Dordrecht ie mogen voeren. Ook geeft Hy, 'Vrygeleidc aan enige Oostfriezen, cm .enige weinige dagen te Stavoren te blyven. Hy vergeeft aan die van Hoorn al 't geen zy tegen Hem misdaan hebben: en verzunt aan hen enige goede Voorrechten. Hy vaardigt enige Brieven af tot verbod van het verder moeren in den Wiidenmoer. Reguleert de zaaken der Munt en der IVisfelaars.' De Engelfchen pionderen, volgens hun eigen en natuurlyk karakier(ook daarom de Wildert itf'Eü«io^a genaamd') het eiland Cadfant, l zvelk weinige jaare.i te voren een gelyk lot van die Natie had ondergaan;en deze plondering der Engelfchen wordt door de Graavinne Van Vlaanderen' (fchnon ten onrechteQge-urookenop Hollanders en Zeeuwen; met tuien die Graavinne zich echter kort daar aan wederom door een Vredesverdrag verzoent. De Hertog verbiedt op het f rengfe aan allen • en een iegelyk, om voortaan ie moeren en turf 'te delven/» den Wiidenmoer. Verleent die van Weesperkarfpel v'ertl'gting in hunnen dienst. Geeft Vry geleide aiin'enige Oostfriezen, om te Stavoren te komen.' Hy is onvergenoegd over enige punten in 'de Handvesten- van Kennemerla'nd. 's Hertogen Kamerling Jorgtn wordt door Hem. aangcftéld tot Knaap van alle zyne lVil- . dernisfen tusfehen der Mare, en de Zype, zonder 'énige andere IVedde, 'dan' allcentyk yaarlyks éipen R,k, ft dat''ér een der Kndpeü Pan zynen Hout  lxxviii INHOUD. Hout overheden zy ;welk Ampt men thans noemt Meefterknaap van den Lande van Holland. De Hertog fielt zeer flrcnge ordres tegen den uitvoer van enig geld uit zyne Landen; nochtans onder dit voorbehoedzel, dat zyne Onderzaten hier in niet onrechtvaerdig'lyk hosten worden behandeld. Hy vergunt den Schout van Rcimerswaal de vryheid,van, hy dfvoeeüen van den Baillu, 't Baillusampt wffflffi)fye}meè^7Pé%biedt dien van Schoonhoven en anderen, hunne Nabuur en, om enigen acht] te fiaan op de Brieven van den Heer van Vianen. Geeft enig kort Vrygeleide aan die van Ter Schelling. Verheedt fommigen verlof, óm te Rotterdam wapens te dragen. De Schout van Dordrecht wordt doodgeflagen ; en terfland door den Hertog een ander aangefield. De Hertog vernieuwt het Verdras, met Heer Floris van Alkeraade en Willem van Gent wegens het Kapiteinfchap te StavörèWivVfl beveelt zynen Rentmeefter in Zeeland, om tyïïn des-wegens te voldoen. Hy fchehkt nieuwe 'gvnstbewyzen aan Heer Klaas Kervink Van Reiinérswale. Gelyk Hy ook zyn gunst betoont aan Heer Dirk van tforfelen. 's Hertogen'Ge.naalinne fielt ordres op het her ft el der Dy ken in Rhynland. Onderzoek der redenen, waarom zulks door den Hertog zeiven piet zy gedaan. De Hertog geeft de Kluize en Kapel M Duenfchoten aan Broeders van St. Franciscus. " Onderzoek 'naar de plaats, waar deze Kluis of Kapel hebbe geflaan. Heer Jan van Beijeren, Ëlect van Luyk, belooft dan de Stad Briele, den Stroom de Gliotè niet te bedyken. Aantekening nopens dien Stroom deGhote,eertyds de voornaamfieDiepte aan deStad Brie-  INHOUD. lxxix Briele, wanneer de Koophandel en Scheepvaart in die Stad bloeiden; en nopens de fchade door dezes Strooms verlanding aan die Stad overgekomen. De Hertog beveelt allen zynen Tollenaareu, om te bezetten en te bekommeren de Poorters van de Stad Reimerswaale in Zeeland, wegens het benadeflen der Kinderen van Henrik Janszoon van Óoftèr lande." Hy vergunt aan 't Gerecht der Stad Haerlem, om i'eiken vierendeel jaars met de klokke Vrede aftekondigen. Stelt een Castekin van zyn Huis en Slot te Medenblik aan. Vjedepusfcben den Hertog en Enno Edzardszoon, ÏLjveling te Norden, en deszelfs Broeder Hara, gejtolen. De Hertog verbiedt, by een emfiig Placaat, allen woeker en voorkoop /«Kennemerland. Ply begunjligt der Begynen van 'sGravenzande. Verleent aan die van Ameland de neutraliteit in den Oorlog tegen de Oost-Friezen. Vrmindert de Riemtalen van die van Waterland. Zeer hevige Storm uit het Noorden en zwaare Watervloed, voornaamlyk in Vlaanderen en Zeeland ; zoaar door veele Polders in Vlaanderen zyn verdronken. De Hertog vermeerdert de Voorrechten, door Hem aan die van den Rhieder-Waard te voren gegeven. Hy begunftigt dien van Nienkoop. De Hertog en zyn Raad nevens Hem doen Üitfpraak ever zeker verfebil tusfehen die van Overleker - Ambacht en die van Drechterland; waar naa Hy dezen laatJlen enige gunften bewyst. De Heer van Zevenhuizen Jluit een Verdrag met de Stad Gouda nopens de Geërfden in Zevenhuizen. Aantekening nopens dit Verdrag. Raadplegingen over het maken van ene Opening by Catwyk, zo dat de  lxxs ï N H O Ü D. 'de Rhyri aldaar mogte uitwdtèren in Zee: en onderzoek door enige Gemagtigden der Stad Leyden gedaan over de mogelykheid van ene zodanige onderneming en over de vrachten daar van te wachten.bezeKaadplegingen zyn van geen, immers vati "geen goed,gevolgd geweest. Breedvoerige Jantekening nopens deze Opening en al het geen daar ontrent Van tyd tot tyd is Verricht -en be'raadJlaagd van dien 'tyd af tot op dezen tegehwoordigen tyd toe; 'met melding der emftige Bedenkin* 'gen over het Bedyken van ten gedeelte der Haerlemer-Meer; als ook mit een zucnsch naar een heilzaam Befluit,eer het kzbaadorigeneeSlyk voordeen tevens met een bericht,hoe 'ërallemogelyke voorziening tegen den'aanwas Van deze Meer van tyd iot tyd wordt gedaan izuaarontrent de Stad Leyden Zich fieeds zeef veel heeft laten gelegen ' zyn: als ook, zvat 'er zy 'van ene voor ruimtzveehonderd jaren te Ctftwyk gemdaite en daar na weder toegeflopte Opening, en de daar toe ge-, diend hebbende. Graft , thans onder den naam van het Mallegat' bekend; doch in vroeger tyd genaamd) de Nieuwe Vliet: en, in de Keuren van het Hoogs Heemraadfchap vdn Rhynland ; de Nieuwe gegravene Waterlolinge tot Katwyck; met éne Aanmerking nopens het verpand der Keuren, van deze Graftfprekende. Het Land, genietende een volle rust en aangenaame Vrede, (een geluk zeldzaam onder de Graaflyke Regeeringen ) zuordt daar in gefoord door den dood van Hertog Albrecht, oud zynde Lxziv.faareu; naa dat Hy deze Landen had berecht, geduurende den tyd van ontrent xxxr. jaaren als Ruwaard ; en van ruim xv» iaaren els Graaf en tfeer. Het  INHOUD. LKXv-r Het Lyk van dezen Hertog wordt begraven iti den Hage, by zyne eerfte Vrouwe. Aantekening nopens den juisten derf dag van dezen Hertog* Zyne eerfte Vrouwe was Margaretha van Bryge , dewelke, Bern zeven Kinderen gebaard hebbende, ftierf. Aantekening nopens deze Vrouwe. Voor deze Vrouwe had wylen Hertog Albrecht ene prachtige Graftombe opgerecht. Deze Hertog nam tot zyne tweede Vrouwe Margaretha van Kleef, dewelke zyne kinderlooze IVeduwe is gebleven. Onderzoek naar den juisten tyd van dit tweede Huwelyk. Onzekerheid, of het Huis te Kleef, naaby Haerlem, gebouwd zy voot Haar; of voor Vrouwe Aleid van Kleef, die Gemaalinne was van Graaf Dirk VIL Deze Graavinne Margaretha van Kleef plicht het Klooster der Predikheeren in den Hage. Aan* tekening nopens dit Klooster, welks Kerk als nog in weezen is. Zy regeert Holland, by afweezigheid van haren Styfzoon, Hertog Willem VI; (dewelke zyn Vader als Graaf en Heer was opgevolgd} en dat wel in zynen naant en op zynen last: ook met veel beleid en voordeel voor dezen haren Styfzoon. Deze 's Hertogen IVeduzue fterft; en wordt begraven in de Kerk van 't door Haar in den Hage gedichte Kloofter. Korte Hiftoriefche befchryving der lotgevallen van de zeven Kinderen, door wylen Hertog Albrecht uit zyn eerfte Huwelyk ver' wekt; waar in veele byzonderheden voorkomen; en tevens gemeld wordt, hoe het Huwelyk van dezes Hcrtogs tweede Dochter, wiens Gemaal op ene fchandelyke wyze door last en in 't byzyn van den Dauphin van Frankryk vermoord werd, ****** 4in  lxxxii INHOUD. den grond/lag heeft gelegd tot die groote magt en aanzien, waar toe het Huis van B'ourgondien; en wederom naa het zelve het Huis -van Oostenryk ,• in deze, thans van allen Vorstlyk juk en Graaflyk gezag verloste, en tot nu toe ( Gode zylof!) nog Vrye Nederlanden is gepeegen. Ook heeft wylen Hertog Albrecht nog ndagclaten twee Natuurlyke Zoonen, Willem en Adriaan; waarfcbynlyk geteeld by Jonkvrouwe Aleid van Poelgeest; welke wordt befchreeven; en tevens verder onderzocht, of zy dezer Heeren Moeder zy geweest ;■ als mede, of'er nog meerder Natuurlyke Zoonen door dezen Hertog zyn naagelaiên. Aanmerking over foortgelyke Vorflelyke Boeladien, voelken, zo wel in vorige tyden als nog in onze dagen, plaats hadden. Van deze tzvpe *s Hertogen Natuurlyke Zoonen ft erft Heer Adriaan van Beijeren, die Schout van Dordrecht was, en de zyde van zyne wettige Landsvrouwe, Vrouwe Jacoba van Beijeren, Gemaalinne van Hertog Jan van Brabant, volgde tegen de onwettige onderneemingen van harenOom, Hertog Jan van Beijeren, trachtende. Haar van haar wettig Erfgoed, met geweld van wapenen, te ontzetten; in de verdeediging van zeker Blokhuis, ^Papendrecht, tot benaauwing der Stad Dordrecht door gemelden Hertog Jan van Beijeren ingenomen ; opgeworpen; wanneer deze Jonkheer Adriaan, met alle zyne Manfehap, zvordt doodgeftagen, en het Blokhuis aan de vlammen opgeojferd. Doch, Jonkheer Willem van Beijeren, 's Hertogen, andere Natuurlyke Zoon, -werd de eerfte Heer van Schagen. Aantekening nopens deze niet onvermaarde plaats g  INHOUD. lxxxiii •plaats; en de dapperheid en trouw, zo der Ingezetenen van deze plaats; ah der beroemde "Vryheidlievende Burgeren van Alkmaar; in de, oude en laatere Gefchiedenisfen van ons Vaderland fteeds met allen lof gedacht; welker trouw en dapperheid alle 's Lands Ingezetenen behooren na te volgen, en daarom zich in den Wapenhandel zonder ophouden te oefenen , op dat zy mede hunne woonplaatfeu, haar dfl eden en alt aar en tegen alknVyandelyken aanval zouden kannen verdeedigen en dus de Vryheid, 'sLands dierbaarst pand, tegen alle Inlandfche en Uitlandfche Onderdrukkers , befchermen: Hier toe is der Burgereu vrywilligc Wapenhandel het gefchiktst middel,' voorgefchreeven in dezer Nederlanden Trac"ta,at van Unie. Onderzoek, wattneer deze Jonkheer Willem met de Heerlykheid van Schagen is begiftigd ; welke Hy begunfligt met verfcheide Voorrechten. Deze Jonkheer Willem wordt doosHertog Philips van Bourgondien met veele zveldaaden overlaaden. Hy was een vroom en godvruchtig Heer. Deed het Adelyke Slot van Schagen, 'twelk hier kortelyk befchreeven wordt, houwen; als ook, voor de ee-rftemaal de Zype, in de nabyheid van het Dorp Sint Maarten, be.d}kcn. aantekening nopens deze Bedyking, eu het daarontrent van tyd tot tyd voorgevallene. Deze Jonkhe-sr Willem is tweemaal gehuwd geweest; en heeft in zyn eerfte Huwelyk geteeld drie Zoonen en twee Dochters: Ook heeft Hy nog ene Natuurlyke Dochter naagelaten: en is in een zeer hogen ouderdom,met allen roem, overleden. Wylen Hertog Albrechts Natuurlyke Dochter, welker Moeder onbekend is, is getrouwd geweest ****** 2 mèi  lxxxiv INHOUD. met Heer Barthout van Asfendelf, Ridder, eerfte Heer van Asfendelf, welke kinderloos is overheden. Aantekening van deze Heerlykheid Asfendelf. De Boedel van zvylen Hertog Albrecht is bevonden met onbetaalbare fchulden ts zyn bezzvaard; waarom de Hertoginne Weduzve verpligt is geworden, om denzelven met de voet te fiooten. Befchryving der plegtigheid in zodanige gevallen gebruikelyk , zo wel in Holland, als in andere Nedeïhndfchc Landjchappeu. Dit lot viel, ter dezer tyd, ook andere Doorluchtige Weduwen te beurt. Zulks bezvyst, dat de Nederlandfche Vorften geenzins zyn gezoeest oppermagtige en willekeurige Heer en ; maar in tegendeel, dat dezelven (even als andere V Lands In* gezelenen en Burgers) verpligt zvaren aan de PVetten te gehoorzaamen; het zvelk uit verschillende andere voorbeelden, in 's Lands Gefchiedboeken voorkoomende, wordt bevestigd; en het tegengefield gevoelen, 't zvelk men hedendaags met allen iever tracht doortedringen, en daarom ook het Recht der Nederlandfche Staaten in het Afzzveeren van hunnen laatften Graaf en Heer in twyfel te trekken; met klem van redenen zuederfprooken. Wylen Hertogs Albrechts aart en zedelyk gedrag zvas zodaanig, dat Hy, noch onder de beste noch onder de flechtfte Vorften, te tellen is. Waakzaamheid der Steden tot voorjland har er Foorrechten tegen zyne onbepaalde heerschzucht. Reden van dankbaarheid voor het tegenwoordig geflacht der Nederlanderen wegens zyne bevryding van het Graaflyk juk; en aanmaaning, om toch te zorgen, dat men, nu onze Vryheid verkreegen hebbende, nooit wederom  INHOUD, lxxxv derom een Meefter aanneeme; noch, als de ge* wasfchene Zeuge, weder keer e tot het oude vuile flyk van'het voor brave Vry geboren Zielen allerondraaglykst Graaüykgebied; als ook opwekking tot het betrachten van alle deugden, en het behouden van enen waar en mannenmoed, verzeld door ■ ene geduurige en onafgebrookene onderlinge Eendragty tot handhaaving onzer Onafhanglykheid; en, dus gefierkt, eerbiediglyk te vertrouwen op den 'Godlyken byftand in alle onrechtvaerdige verdrukkingen, welken ons door de Vy-, anden van onze Vryheid en Welvaart (zuie dezen, 't zy binnenlandfche Verdrukkers der Nederlandfche Vryheid, 't zy buitenlandfche Vervolgers der Nederlandfche Onafhanglykheid en Welvaart, nu of ooit ook zouden mogen zyn) te eniger tyd zullen voorden aangedaan. Hoe zeer nu deze Hertog Albrecht niet vry te pleiten was van trotschheid; hterschzucht; en ene buitengezvoone genegenheid tot ydele pracht, om welke te konnen voeden Hy zich ook fchuldig maakte ■aan ene verfoeilyke geldzucht; zo bezat Hy echter fommige andere goede hoedaanigheden, welken men al dikmaals by veele andere Vorften, welker meesten veelal minder acht geven op het welzyn van 's Lands Ingezeetenen, dan wel op hun eigen perfoonlyk belang en de grootheid van hun Huis en magt; te ver geefsch zal zoeken; want Hy betrachtte fteeds den bloei des Lands, en poogde door allerleye zvettige wegen, en zonder zyne Nabuuren op ene onrechtvaerdige wyze te benadeelen, 's Lands Koophandel uit te breiden en te doen aanwasfen. Ook was deze Hertog zeer godsdienflig en fchonk uit dien hoofde den ****** o Gees-  txxxvi I N II O IJ l). Ge.ettely.kcPerfoonen en Gedichten (naar de doo* lende begrippen dier duifierc tyden) zeer veele voortreflyke Foorrechten; f'choon Hy anderzins^ zeer jaloersch zynde op zyn eigen gezag, niet konde dulden, dat de Geettelykheid zich meerder magts aanmaatigde, dan aan Haar, uit loutere gunst., zvas toebetrouwd; of zich ook in enige Burgertyke zaaken inwikkelde, en enige twisten of onlusten aanftookte en, door haar vermogen op de gemoederen der eenvoudige Menfchen , die de woorden en uitleggingen der Geestelyken; hoe onkundig, en verkeerd.; ja, fomtyds zelfs kivaadaartiglyk verdraaid, en toegepast; al meesttyds voor waarheid aanneemen ; en aan dezelven, als waren die allen lou,tjere Godfpraaken, allen geloof geven; meêr en meêr voedde en aankweekte; waarom Hy dan ook dezelve, zich daar in te buiten, gaande, volgens het Hem, en allen Overheden, aa.nkoo ■ wend wettig recht, doer firenge middelen wel wist te beteugelen. Het verdere van onzes Hertogs Albrechts karakter mag men in deze Chronyk naazien. VA-  VADERLANDSCHE CHRONYK.   Bladz. f VADERLANDSCHE CHRONYK. HISTORISCHE INLEIDING; Waar in gehandeld wordt van de Batavié* ren, dcrzelver Verbindtenis en Krygsbedryven, tegen en met de Romeinen ; als mede van gekoren, en om zyne ftrenge Krygstugt en Gierigheid gehaatten Keizer, in den volgenden Jaare, van hunne Waardigheid, als ^p, Keizerlyke Lyffchutters , ontzet; en daar na b door Vitellius , wien zy ten fpyt van Otho, op Staan, den Throon hadden helpen veftigemnaar Ger- ^,"dtt". manie te rug gezonden zynde, ondernamenqmiuI zy, op het aanftoken van Civilis, (die, on-tegen de zeker om welke reden, ten tyde van Nero, Romeinen gevangkelyk naar Rome gevoerd, door Galba °P« wel ontflagen, maar thans weder in gevaar geraakt, en hierom, zoo'tfcheen, zoowel op zyne wraak , als befcherming , bedagt was,) eenen Oorlog tegen hunne Bondgenooten, de Romeinen. Hier toe verbonden zy zich met de nabuurige Kaninefaten, Friezen en andere Volken ; behaalden de eene en andere overwinning op de Romeinfche Keurbenden, namen Gelduba in, beftormden en belegerden de Legerplaats te Vetera, envermeefterden dezelven in 't volgende jaar, na 7°* . A 4 een  8 VADERLANDSCHE Ap. een langduurig Beleg ; doch, daar na, door 7°» Cerialis in den loop hunner overwinningen gefluit, en een en andermaal gefiagen en hun eigen Land ingenomen en verwoest zynde, Doch maakten zy, door Civilis, die ook de vergifmakeu nis van zyn ftout beftaan verwierf, welhaafl weder eenen voordeeligen Vrede met de Romeinen, • waar by zy in de Eere van het oude Bondgenootfchap herfteld , van alle Schattingen, als voren, vry gelaten en flegts, tot het leveren van eenige ftrydbare Manfchap aan hunne Bondgenooten, verpligt wierden. Ge_ 79- lyk men hen ook weinige Jaaren daarna weder , nevens andere Germanen, in den Romein, fchen dienft, en met hun andermaal het Eiland Mona, in Brittanje , onder het beleid van 8f5- Jultus Agricola, zag veroveren; en naderhand ■ onder de Regeering van üomitiaan, de geheele nederlaag en volilagen onderwerping der Brittannen , helpen bevorderen. 97- Sederd vindt men hen, onder de Regeering van Ulpius Trajanus (d)t en eenigen zyner Opvolgeren, geduurende ruim eeneE)euw, en dus tot in den tyd van Keizer Antoninus, den Zoon van Severus, die henbyuitnemenheid begunftigde, en zich in kleding en gedrag (d) Onder Airianus, den Opvolger van Trajanus, waren het de Bataaf/cbe Ruiterbenden , die den\Donau ?oo vaardig overzwommen, dat 'er de Barbaren zeiven over verwonderd ftonden. En een zeker Batavier, Soranus genaamd,was zo behendig in 'thandelen vari den Boog , dat hy eene Pyl, eerft door hem opgefchoten, in 't nedervallen, met eene anderewiftaar? flarden te fehieten ; welk de Keizer, zoo men wil, federt in een Graffchrift op dezen Man , »og met lof zoqde gedacht hebben.  CHRONYK 9 drag naar hunne manieren fchikte, niet al- Ao. leen weder alsKeizerlyke Lyf benden gebruikt 2l2> en by hunne voorregten bewaard; maar zy werden ook, om hunne Dapperheid en Krygsdeugd, welke in het fchutterlyk handelen van den Boog en meer andere handgrepen des Oorlögsnütmuntte, alomme befaamd. Onder dè'^ksr-te Regeeringen van eenige Verfineli volgende Keizers , die 't Roomfche Kyk.j" ^ door geduurige Twiften en Oorlogen met de der an detegen hun opgeworpene Keizers , in roere re Volftelden en ten val deden neigen, vindt men ken , en zeer luttel berigts meer, nopens deze aloude ^ gee* Batavieren. De onderlinge Verwarringen en 0ori0. burgerlyke Oproeren , die dit wyduitge- gen. ftrekt Gebied ontroerden , gaven toen aanleiding aan de Barbaarfche Volken, om de Wingeweften te overvallen, te verwoe. ften, of, na 't verdry ven der Bewoners , als hun eigene bezitting te gebruiken. By deze 253gelegenheid , zullen waarfehynlyk de Franken, eenfoortvan Over - Rbynfche Germa- ^J"„ln nen, en die onder dezen Naam van BataviS. Franken of Vrye Lieden , ftoutelyk in Gallië gevallen waren, ook ten dien tyde, in deze onze Geweften, de Landen der Batavieren, gekomen zyn , en zich aldaar zoo lang het willekeurig bezit aangematigd hebben, tot dat zy, door den Keizer Probus, gelukkigbeflreden, aan zyn Gezag onderworpen, en, na 't fluiten van den Vrede , behalven met een gedeelte der door hen reeds ingenomen Geweften , nog met eenige andere Landen befchonken werden (O- Niet (e) Of de Franken zich , met bewilliging dermate- As  io VADERL A NDSCHE Ao. Niet lange echter hielden zy dit Ver277. drag; zy ondernamen verfcheide Schepen, geweldigerhand, te veroveren, en, dat nog van daarftouter was ' met dezelven uit dit Batavifch een Geweft, naar de Spaanfche en Siciliaanfche Scheeps- Kuflen te flevenen , die Landen en eenige togt naar Steden derzelven te plunderen en te verwoeSpanje. ^en^ en keercjen vervolgens, na een lang en gevaarlyk omzwerven , benouden en gelukkig , in Batavië te rug. 285- Dit voorfpoedig begin noopte hen, (hoewel om dit bedryf, door Maximiaan dus geteiflerd, dat zy hem om den Vrede moeften bidden ,) zich eerft met de Saxers en vervolgens met Karaafiuï, die zich in Brittanje tot 287. Keizer opgeworpen had, tot het kragtdadiger voortzetten hunner Zeeroveryén , te Moeten verbinden. Edoch, zy hadden welhaaftreBataviè den, om zich dier verbindtenhTen te beklaweder gen. want Confiantius Chlorus, taihe hen in "ïen"1" ^unne eigene Landen aan, en floeg hen dermaten by Langres, dat zy genoodzaakt waren de Landen door hen ingenomen, en dus ook ousBatavië gedeeltelyk,te ontruimen, en zich in de nog onbewoonde ftreeken van het Belgifche Gallië ter neêr te zetten, om aldaar, op de wyze van andere nabuurige Volken, in eene ftrenger afhangkelykheid en dienstbaarheid aan de Romeinen, te leven. 306. Met het begin der volgende vierde Eeu- we vieren , in Batavië riedergeflagen , dan hen met geweid gedwongen hebben , om aan hun Akkers en Wooningen af te ftaan, is .den nyveren en netten Gefchiedfchryrer, hier voren gemeld, nergens gebleken.  CHRONYK. V ir we nochtans, ftaken zy, veranderlyk van Ao: aart , en der onderwerping reeds moede, 306. de hoofden weder op, verbonden zich met andere nabuurige Volken, en trokken, on Worden der het geleide van twee nieuwgekoren Ko- door Conningen of Veldoverften, op, met oogmerk om j™tyJroa, in Gallië te vallen. Dan, zy werden, als ten ovet/ toen, door Confiantyn den Grooten , die zy-wonnen nen Vader Conjiantius in het Keizerryk op-en wreed gevolgd was, aan de Boorden van den Rhyn- j^j"1" ftroom, niet alleen gefluit, maar over denzelven in eene hinderlage gelokt, fchielyk overrompeld , verftrooid en geflagen ; waarna velen hunner, nevens de beide Koningen, levendig gevangen,op bevel van dezen eerften . Chriften Keizer, die, als toen, gewisfelyk nog weinig van den Chriftelyken Geest der zagtmoedigheid moet bezeten hebben , voor de wilde Beesten geworpen en wreedelyk ver. fcheurd werden. Vervolgens werden de te rug geblevene Landgenooten der Franken, even onverhoeds op het lyf gevallen, en byna geheel en al, met al hun Have en Vee, medoogenloos, verdelgd. Zoo zware Rampen mogten hen voor een poos afmatten en uitputten, zyvermogten echter geenszins in hen den wispeltuurigen aart, den oorlogzieken geest, en de ingefchapen zugt tot een min bedwongen beflier, te veranderen. Na verloop van vyf- 34r. endertig Jaren ondernamen zy weder in Gallië te vallen; en hadden , het zy door ConJlans , den Zoon van Conftantyn , daar toe met Geld omgekogt, of, door andere redenen bewoogen, de Wapenen naauwlyks neder-  12 VADERLANDSCHE Ao. dergelegd , of zy vatteden dezelven kort na 34i-^ zyn dood weder op, en toogen,met deAlleman" nen en Saxers verbonden, over den Rhyn; >alwaar zy, na ysfelyke verwoestingen in Gallië aangeregt te hebben, door den Veldheer 350" en Juliaan (in de Kerkhiftorie onder den naam 357- van den Apoftaat of Afvalligen berugt, en r thans, op bevel van zynen Neef, den Keizer Conftantius, tegen deze volken opgetrokken,) met hulp van de oude en beproefde Batavifche Soldaten , een en anderwerf deerlykgeflagen werden. Het gerucht dier overwinningen vervulde de omgelegen Volken met vrees voor een diergelyk lot. 358. ®lt bewoog de Salifchê Franken, die nu Batavië federd lang bewoond en zich reeds toe Juliaan °P den Romeinfchen Bodem van Toxandrie de 4,0- (ƒ) vrypoftig uitgebreid hadden, de komst ftaat, on- Van den zegenpralenden Veldheer niet af te deS1* waSte.n ' maar me- Wyf en Kinderenootfebe Fran- moedig hem te voete te vallen en om den VrekenmBa-de te bidden ; die hun, onder voorwaarde tavië aan Van trouwe en gehoorzaamheid , vergund zlch' werd. De nabuurige Chamaven (g) volgden dit voorbeeld, en wierden, onder een diergelyk beding , aan de Romeinen onderworpen. Dus werd de rust, in dezen oorde, wel haast (ƒ) Waarfchynlyk een gedeelte van de tegenwoordi. dige Meyery van 's Hertogenbofcb. (g) Een foort van Franken, en nabuuren der Friezen , die in de oude Reiskaarten langs den regten oever des Rhyns , tot digt aan de Noordzee, geplaatst worden.  CHRONYK. 13 haast, gelukkig door Juliaan herfteld. De- Ao; zelve was nochtans voor de Saliërs kort van 358. duur. Hadden deze Franken zich geweldig ' van Batavië en andere Landen meefter gemaakt , nu werd het hunne beurt om weder plaats voor anderen te maken. Een zeker 359. foort van Saxers, Quaden geheeten, (by welk toeval is onzeker , (door hunne nabuuren De geverdreven, kwamen hen overvallen , beroo- verzeld- zynde van Herulen , Sclaven , Witten en anderen, van weiken men zoo in de oude als hedendaagfche namen van fommige Plaatfen de géheugenis baarblyklyk fchynt bewaard te hebben. 446. De vrees voor, of de wezenlyke overftroo- ■ ming van deze Volken, zal misfchien deSaxen, die, in plaats van naauw gedrongenof beSaxen heerscht te willen worden , liever anderen ooyerwel- ver heerfchen wilden , en die toenmaals het di?en . tegenwoordig Friesland bewoonden, methun" ' ne nabuuren de Friezen bewogen hebben tot den overtogt naar Brittanje, welk zich nu meden Donau, alwaar men in de Stad Pajfau ,'Patatavi en Rutavia genaamd , en gelegen daar de lm in den Donau valt , nog een Gedenkteken hunnes Naams zou vinden, welke gisfing niet ©nwaajfchynlyk aan fommigen voorkomt.  CHRONYK. 15 mede reeds der Roomfche heerfchappy ont- Ao. trokken had; hier waren zy naauwlyks geko- 446". men en van de vrugtbaarheid des Lands overtuigd geworden, of zy ontboden hunne overige Landslieden tot zich; met welken zy, verzefd van Anglen en Jutten , welhaast dat geheele Ryk overweldigden, deszelfs Koningen en vele Inwooners gevangen namen en de overigen ombragten of verdreven. Naderhand werdt het Gewest, 't welk zy verlaten en ontruimd hadden, door de Friezen ingenomen, naar welken , federt, al het Land, gelegen benoorden den Rbyn en Maas, en ten Wellen door de Schelde en ten Ooften door de Elve en Lauwers bepaald , Friesland geheeten is. De Franken waren ondertusfchen weder in 463• Gallië gevallen, hadden Keulen en Trier inge- ~ T-' nomen, vele Eilanden der Saxen overvallen vane^ni en verwoest, en fchynen toen zeiven deze Gallië. Volken aan hun gebied en onder de afhangkelykheid van hunnen Koning Childerik gebragt te hebben. Doch zoo dra hadthet Weftérfche Keizer- 476. ryk, dat reeds voor lang ten val geneigd hadt, na het afzetten van Jugujiulus , geen volflagen einde genomen» óf deze en andere Volken zagen zich genoodzaakt om , ter betere handhaving van het geruste en vrye bezit der door hen ingenomen en bewoonde Landen, een Verbond aan te gaan met Evarik, den Koning der West er- Gothèn, wien zy, . ter zake van de aan hun beloofde magtige befcherming, een foort van Oppergezag over hen toefchreven en vergunden. Sy-  IÓ* VADERLAND SGHE Ao. Syagrius, die teSoiflbns zyn Hof hieldt* ^6. was de eenigfte die, misfchien onder den Tytel van Koning der Romeinen , over de Hun Ko- Gallifche Gewesten, zich een onafhangkelyk ning Gebied fcheen aan te matigen, en wiens Clovis deugdelyke Naam by de Burgundiers en FranÏÏchgt ken' in zo° hooSe a§tinS gehouden werdt, aldaar, dat Clovis, de Koning der Salijche Franken, daar over in nyd ontftoken , eindelyk 48f5. goed vonde hem vyandlyk aan te tasten , en, na hem overwonnen en gevangen genomen te hebben, hem te onthalzen. Na deze hinderpaal uit den weg geruimd te hebben, maakte die Vorst zich, ee40 r _ nige Jaaren later, meester van het Gewest der ■ ' - Tongren of Turingers, aan de andere zy de des 495. Rhyns; overwon vier Jaaren daar na de Fr'ie- * " zen en Saxen , die zich met andere Volken 500of tegen hem verbonden hadden; nam, gedu5IO> rende den Veldflag , dien hy hen leverde, - den Christen - Godsdienst aan , en fchreef zich zeiven vervolgens de Waardigheid toe van Burgemeester des Roomfchen Ryks in het Westen; om welk aanzienlyk Ampt met des te grooter Gezag te voeren , hy zich, zoo door list als geweld, van vele Frankifche Koningen en hunner-Landen meester maakte, en hier door den Grond der Frankifche of Franfche Heerfchappye in Gallië , op zulke vaste gronden ftelde, dat dezelve aldaar nog tot op heden toe gevestigd blyft. 511. Na zyn dood werd zyn wyduitgebreid Ryk onder zyne Zoonen verdeeld;van welken Theodorik , de oudfte, Oojlfrankryk verkreeg, onder het welk de Zeeuwfche Eilanden met een deel  CHRONYK. 17 deel van Holland en Gelderland mede gerekend ^o. werden. Drieëntwintig Jaaren geregeerd 51 r. hebbende j liet hy het Ryk doorzynen dood ' over aan zynen Zoon Theodeberf, wiens Zoon—■—— en Opvolger Theodebald , na een zevenjaarige Regeering, zonder manlyk oir na te laten, ftierf, waarna Oostfrankryk door Clotaris, een vandeOud-oomendes laatstgemelden,in bezit genomen werd ^ nadat hy alvorens de 55^ Saxen, die omtrent dert Wezer woonden,en wederfpannig geworden waren, een en anderwerf geflagen en tot een Jaarlykfchen Tribuit van vyf honderd Koeijen verpligt hadt. Deze Clotaris , na het affterven van zyri 55$. Broeder Cbildebert $ het gebied over geheel ■ Frankryk in handen gekregen hebbende , liet drie Jaaren later het zelve over aan zyne vier Zoonen ; onder welken aan Sigebert Oostfrank- 561, ryk ten deele viel, die in deszelfs bezit door ~ zynen onrustigen Broeder Cbilperik geftoord, binnen Doornik belegerd, en, op beitel van Fredegunde, de Vrouw van Cbilperik , door omgekogte Moorders , met vergiftige mes- 576% fen, in 't aanzien van zyn Gevolg, daar ter ? plaatfe, verraderlyk omgebragt werd. Dus eigende Cbilperik zich het gebied over Oostfrankryk toe, en verwekte door zyn groote magt zulk een ontzag en vreeze in de Friezeri en andere Over-Rhynfche Volken, dat zy niets tegen hem ondernemen durfden. Doch de wraak des Hemels fcheen hem op de hielen te volgen. Want zyns Broeders Weduw, Brunechildc genaamd , eene Vrouw niet minder wreed dan zyne eigene, zooevengemeld, behieldt, fchoon hertrouwd met zynen Zoon Me* l. Deel. B r#-  18 VADERLANDSCHE Ao. roveus, zulk een haat tegen hem, dat zy hem in _ 58 !♦ Ao. 5 84, in zyn Leger voor Touloufe door een omgekogten Moorder, verra-ierlyk , liet ombrengen : hoewel fommigen d. zen Moord aan Cbilperiks eigene Gemalinne toefchryven. Hoe dit ook zyn mag, hy werd in't beftier van Oostfrankryk opgevolgd, door zynen Neef Childebert II, een Zoon van zynen ftraks genoemden Broeder,v^ff,t.Onder de Regeering van dezen verwekten de Varni of Warnets, 595. die het tegenwoordig Rhynland bewoonden ' en van wie het aloude Dorp Warmond den naam fchynt ontleend te hebben, eenenOpftand tegen htm ; doch voerden , wegens hunne geringe magt, zeer weinig uit, en werden zelfs door Cbildeberts Leger derwyze geflagen, dat men federt van hun in geene Gefchiedenis eenig woord meer gewaagd vind. * 596. Kort daar na ftierf Childebert , en zyne Zoonen 'Ihcodebert en Theodorik verdeelden het Ryk; dan, welhaast onderling tegen eikanderen verdeeld , in Oorlog geraakt, en beiden reeds in 't dertiende Jaar der volgende Eeuw omgekomen zynde, geraakte het geheele Frankifche Ryk onder het beftier van 613. Clotaris , den tweeden Zoon van Cbilperik; ' die, negen Jaaren later , de regeering van Oostfrankryk overgaf aan zynen oudften Zoon Dagobert. J622. Deze was het die de cynsbaar gemaakte, Saxen en docn thans weder oproerig geworden, Saxen, Biezen met de nevens hen verbonden Friezen , aan door de Rivier den Wezer ten eenenmale verfloeg, over-6*1 hun £ehe 'ie Land verwoestte, alle weerbare wonnen. Manfchap door de kling joeg, een groot ge- tal  CHRONYK. t0 tal jonge Lieden en Vrouwen naar Frankryk ao. voerde, en aldaar ten behoeve des Konings 622. deed verkoopen. " Als toen zou misfchien de Saxifche Naam mede een einde genomen hebben , waren vele dier ongelukkigen niet gered geworden door de uitftekende liefdadigheid van Eligins, bekend onder den naam van St. Eloy, een Gondfmit en Muntmeefter des Frankifchen Konings , die dikwerf op zyne eigen kosten eene menigte der gevangenen vrykogt , en naar hun land zond, of by zich behield, minzaam bejegende , en hen in den Christen • Godsdienst onderwees. Dagobert, die alstoen ook het Slot Wilt en- Dagohert burg, by Utrecht, van waar de Friezen voor-ftichteen heen de Wilten , een overblyfzel der naar ^j^^ Brittanje getoogen Saxen, hadden verdreven, fchynt vermeefterd te zullen hebben , had de voortplanting van den Christen Godsdienst hier te lande mede op het oog , en deed aldaar eene Christen-Kerk of Kapelle {lichten, die hy aan den H. Apostel Thomas wydde, en afhangkelyk maakte van den Bisfchop van Keulen, onder beding dat deze in perfoon de aldaar woonende ongeloovigeFnVzen moest tragten tot den Christen-Godsdienst over te brengen. Hoewel zyn oogmerk , wegens het eerlang vernielen dezer Kapelle door de ongeloovigen , weder verydeld werd (k). Drie (&) Volgens fommigen hadt Dagohert ook een Tolhuis ie Utrecht aangelegd, danr men van alles , wat denRhyn opgevoerd werd, tol betalen moest. Zie B 2 vaS  £0 VA DE RL AND SC HE Ao. Drie Jaaren na zyns Vaders dood , ontfloeg 631. deze Vorst de óaxen van hunne oude enge" woone Schatting, wyl deze zich verpligt hadden tot het verdeedigenvan de Grenzen des Ryks tegens de Wïniden, een foort van Sela* ven. 638. Na den dood van Dagohert volgde Sigcbcrt, zyn oudfle Zoon, hem als Koning van Oost|yn frankryk op ; dan liet , terwyl hy zich met fticht net ftichr.en van Geestelyke Gebouwen bezig mede hield, de zorg des Ryks berusten op GrimoveleGee-aW, zynen Groothofmeester ; wiens beide Ge'bou ^usters Z1C^» d°or diergelyke Godsdienstige to'en.°U" Werken, eenen vermaarden Naam verworven hebben; dewyl de eene, Begga gehee« ten , volgens fommigen , den grond Ieide voor de Orde der Bag<\nen\ de andere, Geer* truid genaamd , eene Kapelle Richtte , ter plaatfe daar nu Geertruidenberg is; alwaar zy, eeuwen agter een, als een Heilige geëerd, en hier te lande, naderhand, dikwerf, ter harer gedagtenis , onder den naam van Sinte Geerden minne , meenige Vreugdebeker geplengd werd. £ii«afP óverig derhalven ging toen het bekeeren prechkt c'er onge'oovigen aan: de liefderyke en in hetEuan- deugd beproefde Eiigius, thans tot Bisfchop gelie van Noijon gekooren, werd , tot dat einde, hier te naar een gedeelte van Vlaanderen gezonden; an e' en bragt niet alleen by de Vlamingen en Ant- iver- vam Loon Aloude IJollanifche Hiflorie, I D. bl. 270. Ook werd de Haven van IVyk,' waarfcbynlyk Wyk te Duurjlede, in dien tyd , reeds fterk van Overzeefche Koopvaardy-Schepen bezocht.  CHRONYK. 21 werpenaars, maar ook onder de Friezen en Ao. Zeeuwen, door de Euangelie-verkondiging, 6;|R. eene merkelyke verbetering van zeden te ' wege; doch kon hen geenszins het Bygeloof zoo benemen , dat zy niet, weinig tyds na zyn dood of vertrek , weder tot de oude Afgoderyen vervielen. Na den dood van Sigebert, zette Grimnald 656". deszelfs Zoon Dagohert II. op den Oostfrankifchen Troon; doch naderhand, zyn eigen Heerfchgrootheid op den ondergang van hetKoningk- ^UJj. lyk huis tragtende te vestigen, deed hy den * jongeling den kruin fcheeren, en als balling naar. Ierland vertrekken , en ftelde , onder voorwendzel van Dagoberts dood , zynen Zoon in deszelfs plaats. Deze bezat echter den Troon niet lang; want Clovis, de Vaderlyke Oom van Dagohert, verydelde wel ras de oogmerken van GrimoaH, en liet, na zy- 660. nen dood , die daar op haast volgde , het Frankifche Ryk aan zyne drie Zoonen, die, met elkander in geduurige twisten bedremmeld , eindelyté gelegenheid gaven dat Dagohert weder in zyn erftelyken Zetel herfteld werd. Deze, weinig tyds na zyne herftelling, 674. nevens zynen Zoon Sigebert op de Jagt ver- ' moord zynde, verkooren de Oostfranken zy-Pipynvan nen anderen Zoon Theodorik tot Koning, en H'ffa1» gaven hem twee Frankifche Edelen tot Medebefhierders; van welken de eene, Pipyn van Her/tal of de Dikke bygenaamd, de klern van 't Ryksbeftier voerde ; zynen Vorst en het Ryk, jaaren agter een, in den Oorlog tegen Theodorik zynen Oom, verdedigde ; dezen B 3 in  2a VADERLANDSCHE Ao. in eenen Veldflag gevangen nam ; en , fe^ 687, dert, onder den tytelvan Groothofmeester, het West-, zoo wél (als het Oost - Frankisch Ryk volftrektelyk beftierde. brorTUe' °mtrent dezen begon de uit Engeland komt in gekoraei» WUlebrord (een Munnik, dien men Friesland, voor den eerften Bisfchop van Utrecht houdt, en die zich door het flichten van vele Kerken en het Euangelie-prediken hier te lande berugt gemaakt heeft, nevens zynen Medgenoot WigbertjnFricsland, toen door Radboud den eerften geregeerd) deongeloovigen tebekeeren; doch met weinig vrugt, dewyl deze Volken ^ ^9T» eerlang met de Franken in eenen Oorlog ingewikkeld werden. Deze , naderhand ten hunnen nadeele uitgevallen , en zy aan Pipyn onderworpen en cynsbaar gemaakt zyn. de, zoo gaf dit vervolgens weder gelegen_ 695- heid aan WUlebrord, om, gevolmagtigd door Pipyn den Pa,us' en gewapcnd met het gezag van verovert den Frankifchen Hofmeester , anderwerf de Uuecbt. Friezen te gaan bekeeren ; dan deze, te vast aan den Vaderlyken Afgodendienst gehegt, bleven niet alleen wederbarstigin dit geval, maar deeden ook , door hunne geduunge invallen in het Frankifche Ryk , genoegfaam zien, hoe afkeerig zy zoo wel van den Godsdienst dier Volken waren , als van het Verdrag, onlangs met hun gefloten. Dit verwekte een'nieuwen Oorlog, in welken Rad* bwtt weder geilagen, en de Sterkte of Stad Utrecht, nevens eenen grooten Buit, door . 7't, Pipyn veroverd werd. Sedert bleef alles, zoo 't febynt, tot aan Pipyns dood, in vrede, in y-Si het Jaar daar na itak 'Radboud de Krygsbanier we-  CHRONYK. 23 weder op, en zich met de misnoegde Fran Ao. ken verbonden hebbende , floeg hy arel 716. Martel, die zynen Vader in het Uostfrankisch ~~ gebied ftond op te volgen, by Keulen: doch werd , op zyn beurt, door dezen, in het volgende Jaar, zoogeflagen, enin'tnaauw 7l7-_ gebragt, dat hy zich , volgens fommigen, genoodzaakt zag , een Verbond te duiten, waar by hy het omhelzen van den ChristenGodsdienst beloofde. Maar wanneer (/) 710. Wolfran, de Bisfchop van Sens, tot dat einde, uit Franhyk in Friesland gekomen, alles ^[L,^ tot des Konings plegtigen Doop in gereedheid pi,ost gebragt, en hy zelfs met zynen eenen Voet denFriereeds in de Vonte getreden was , ftelde hy fcnen ylings,Konin§ (n In de AU. SS. Menf. Mart. Tom. III. op het leven van Wolfran, en in het Cbron. van Joh a Lfidis vindt men aant:eteekend , dat deze Bisfchop de F tezen van betaffchuwelyke MenfchenöïFer, 't welk zy,op het Feest van Wodan of Mercurius, ftonden teverrigten, door het doen ophangen van eenen Jongeling Ono of Ovo genoemd, metnadruk, doch te vergeefsch, poogde te rug te houden ; terwyl zy hem fchimpende toebeeten , dat v.y hem den Jongeling fchenken zouden , indiende God, van wiens Almagt by tot hen fprak , hem hier van konde verlosfen: Dnt Wol/tan, hier op, wanneer men den Jongeling reeds ophing, den Heiland zeer vurig om eenblyk zyner vermogende hulp fmeektej en dat als toen juist tegen eiksverwagting »de ftrop van den opgehangenen brak , en dien ter aarde deed ftorten; welke, danr op door den Bisfchop by de hand gegreepen , opftond , en voor Radboud gebragt zynde . aan den Bisfchop, opayn vrypostig verzoek, totzyn Lyfei^en gefchonken, naderhand door hem H^eer I, en tot Monnik gemaakt, ja federd, door den Bisfchop van Rouen, tot Priester gevvyd,en , door het ichryven van vele boeken, berugt geworden zoude zyn. B4  U VA DERLANDSCHE Aq. yhngs, aller verwagiing te leur, trok , na 7}9- dat hy gehoord had, hoe men alle zyne ongedoopte Voorvaderen verlooren rekende. Zadboui zynen Voet fchielyk te rug, en zeide , ui geefsch ver mct de menigte zyner Voorouders in 't zalig te dopen. g?™esl "Mn Wod an, als met den kieenen hoop van Christenen in den Hemel te willen zyn (/«); en hy ftierf, juist als of zyn wensch verhoord* wierd, zoo weinig tyds na dit bedryf , dat hy, op den derden dag na Wolfrans vertrek , begraven werd. Zyn Dood bragt Foppo in de Regeering, Friesland eenige jaaren in rust, en den Luangelie-Predikers de Vryheid aan, om hunne Leer aldaar alomme te verkondigen. Doch wanneer Poppo, oni welkereden is onbekend, de beloofde trouw beftaan hadt te verbreken, en, volgens 73°- de Frankifche Chronyken , velen wreeden Friezen "loedwil in Frankryk te plegen , werden de door de friezen door Carel Martel met een welbcmanFranken de Vloot, in hun eigen Land Weftergo, aanwenen fmt\'xn eenen Veldflag, waarin Poppo 1 fneuvelde, overwonnen, en dus weder , na het verwoesten hunner Landen , en het'uitroei- fm) Op deze onverwagte verklaring, riep de verbaasde Kerkvoogd uit, Helaas ! ik zie u door den i er leider van bet menfchelyk Gejlagt bedrogen ; want zeker, 't en zy gy boete doet; en , gehavende, in den Naam der Heiltge Dt tegenheid gedoopt ivordet, zult gy depome dss Hemels niet ingaan , maar met de eeuwige verdoe, mems geftraft worden. Welke ernftige betuiging fchoon zygeenen of zeer geringen indruk op het verltokte hart van Radboud maakte . nochtans te wege bragt, dat vele daar tegenwoordig ïynde Friezen het op 5enrGe!oofomhe,sden ' gedoo.pt werden. AÜ. W MenJ' MaP- fw. ///. in rit. Vulfrannï, fel. ,i7 1  CHRONYK. 2$ toeijen hunner Afgodifche Tempelen en ge- ao; wyde Büsfchen , aan de Franken onderwor- 736. pen. Vyf jaaren daar na ftierf Carel Martel, na- 74 r. latende twee Zoonen, van welken Caroloman Oostfrankryk, 't welk hem te beurteviel,op zynen eigen naam, als Hartog en Prins der Franken , begon te regeeren. Onder zyne regeering, en wel in het volgende Jaar, 742> werd Gregorius van Trier , door Bonifacius, den Aartsbisfchop van Mentz, in de plaats van den voor vyf jaaren overleden Wiïlebrord, tot Bisfchop van Utrecht aangefteld, en eene Kerkelyke Vergadering in Frankryk gehouden , waar in aan de Geestelyken de Jagt en het volgen van den Oorlog verboden, en het agtervolgen van eene diergelyke jaarlykfche byëenkomst vastgefteld werd. Naderhand beteugelde deze Vorst de 744. Saxen, die zich weder tegens de Franken met —— de Friezen , onder Radboud den Ilden , verbonden hadden; en twee jaaren later ftondt 746. hy, het zy uit een heimelyk in hem verwekten wederzin inde regeering, hetzy uit eige beweging en liefde tot den Geestelyken Stand, het Ryk aan zynen Broeder Pipyn af, die zich welhaast, onder de geheime medewerking van Bisfchop Bonifacius, en de door hem verkregene Pausfelyketoeftemming, onafhangkelyk wist te maken; en Cbilierik den 75r, lilden, die tot nu toe den Tytel van Koning gevoerd had, niet alleen van den Troon, maar zelf in een Klooster zettede , en zichzelven tot Koning deed zalven. B 5 On-  2(5 VADERLANDSCHE Ao. Onder zyn beftier trof den gedagten Bis75>- ichop Bonifacius het ongelukkig lot , dat hy, Dood het, Luan8elic in Friesland, zoo 't fchynt' v„n «„- onder de befcherming van eenig Krygsvolk, tiifacius. tragtende te verkondigen , door een groot deel ongeloovige Friezen, nevensdreènvvftig perloonen van zyn gevolg , gevveldiglyk omgebragt werd. De Saxen vielen, eenige jaaren daar na, weder van de Franken af, doch werden door Pipyn, na een kloeken tegenftand, overwonnen, en tot eene jaarlykfche fchatting van drie honderd Paarden verpligt. 768. Na zyn dood , die in den jaare zeven - honderd agtenzestig inviel, en na het affter7?r- yen van zynen Zoon Caroloman, drie jaaren ■ na hem gebeurd , volgde zyn tweede Zoon Carel, federt de Groote bygenaamd, hem in het. bewint over gantsch branhyk op. 785- Ps onrustige Saxen gaven dezen Vorst, jaar ' op jaar, handenvol werks;zoo dat hy geduu- IVitikind rig tegen hen oorlogen, en weder met hun neemt vrede maken moest; welke vrede, na dat dit Chïi beiden even gereedelyk, zoo dra zy goeden kans zagen om eenig voordeel te 'behalen 1 zuur  CHRONYK. 27 zuur nochtans brak hun deze trouwloosheid Ao. op; want zy werden met de Friezen , hunne 791, Bondgenooten, door Carel,va het begin der volgende Eeuwe, ten eenenmale ten onderge- 801. bragt, en tot een Verdrag genoodzaakt, volgens 't welke de Saxen voortaan als één zelfde Volk met de Franken aangemerkt en door den zelfden Vorst beftierd zouden worden ; en de Friezen met den Eernaam van FryeFrye Friezen befchonken, of tot het verder ge brui-^"'«ra. ken van denzelven geregtigd werden; terwyl zy beiden, van de aanfpraak op de Vaderlyke Erffenis verfteken blyvende, eene getrouwe gehoorzaamheid en onderwerping aan het Frankifche gebied, en de befchermiag der hun aanvertrouwde Grenzen des Ryks, tegen de reeds gedugte enlleeds aangroeiende magt der Deenfche Vorsten, belooven moesten. Hoe noodig deze laatfte voorzorg was, bleek welhaast; naardien de Deenen , die te voren met de Saxen verbonden waren, onder 't bevel van hunnen Koning Godefried, (een Dogters Zoon, gelyk men zegt, van Radboud^, de nieuwe Volkplanting der Abodriten, onlangs door Keizer Carel aan de beide zyden der Elve , in de Landen der Saxen,'geplaatst, overvallen, beroofd, aan hen cynsbaar gemaakt, en federt hun eigen Land in een' ontzaglyken flaat van tegenweer gefield hadden. Tegens deze Volken der- 808. halven zondt de Keizer zynen Zoon met ee- " ne aanzienlyke magt te velde ; die egter, wegens den fpoedigen hertred der Noormanven , weinig ultregtte. Vervolgens liet de Vorst, na het vrugteloos afioopen der Vrede-' On-  28 VADERLANDSCHE Ao. Onderhandeling met hun, ter hunnerbeteu« 809. geiing, en om hen den overtogc over de Elve te beletten, eene Vesting , aan de overzyde dier Kiviere , opwerpen ; waar mede hy wel hunne ondernemingen te Lande, doch geenszins hunne oude en ftoute Zee- 810. togten, verhinderen kon de. Welhaast zag men hen met tweehonderd Schepen in DeD«f- friesland, als toen onder het Hartoglyk begin ftier van $ Romk> die hunnen aanval voorFiieiland. zien en zich daar tegen reeds gewapend had, op drie plaatfen te gelyk invallen , en de tegens hen gezonden Benden verflaan ; waar na Godefried de overwonnen Friezen tot eene fchatting van honderd Ponden Zilver* verphgtte , met zyne Deenen tot aan den Moezel doordrong , en , na het innemen van Groningen, voorgaf, den Keizer zelve binnen Zyne Ryksftad Aken te komen aantasten: doch hier in werd hy verhinderd door zynen onverwagten dood, hem, zoo men wil,door eenen zyner Lyfwachten, of wel door zynen eigen Zoon , wiens Moeder hy verftooten had , om eene andere Vrouw te trouwen, aangedaan; welk onvoorzien toeval alle zvne Landgenooten ten eersten deze Gewesten verlaten en naar huis keeren deed. 8"» L)e Broeders Zoon en Opvolger van Godefried, Hemming genaamd, iloot, in het volgende Jaar, _ een Vredeverbond met Keizer Carel; 'twelk, den Eiderllroom tot eene vaste Op Deeze naam fchynt met dien van Theodorik of Vim overëen te komen.  CHRONYK. 29 te Grensfcheiding Hellende , van wederzy- ao. de plegtigbezwooren werd. Sn, De Dood van dezen , kort daar na inval- " lende, bragt eene geheele verwarring in de 812. Noordfche zaken te weeg ; en het overlyden van Keizer Carel , twee jaaren later, 814. ftelde het beftier van het Frankifche en Duit- —; " fehe i< yk nu in handen van Lodewyk (0) zy- ?e'7'erjt nen Zoon , die , onder den naam van den Vrownen federt bekend , al by den aanvang ftigt de zyner regiering, aan de Saxen en Friezen het, Frieztru, hun, door zynen Vader ontnomen, Regtop hunne Vaderlyke Erfgoederen weder fchonk; en zoo hier door,als door andere weldaaden,de Friezen inzonderheid dermaaten aan zich verbond , dat zy hem, meer getrouw dan ooit, 'gewilliglyk fchatting betaalden , en in den Oorlog merkelyke diensten bewezen. Deze Keizer, die, uit Staatkunde, deon- 826. eenigheden der Deenen onder de hand hielp ftyven , en Heriold, een der Deenfche Koningen, boven anderen begunftigde, ontving "^oor-™ eerlang van den laatstgemelden , die den man HeChristen Godsdienst aannam, het gebied riMesover dat geheele Ryk, 't geen deze nochtans n.'gebe« als een Leen bezitten zoude, zoo dra hy in ^ier"© Raat was zich daar in tegen zyne andere Me- Lande, de- (0) Ten tyde van dezen Vorst en wel Ao. 817, leest men reeds van eenige vreemde Gevoelens in Friesland, nopens de Drieè'enheid, aan die vanArius en Sabellius eenigszins gelyk ; als ook van fommige Bloedfchandige Huwlyken tusfehen Broeders en Zus. teih in Zeeland: welke beiden, door den yver van den toenmaligen Utrechtfchen Fiisfdiop Frederik,te keef gegaan , gefluit eu verboden werden.  go VADERLANDSCHE Ao. dedingeren te handhaven. Doch zulks fcheen ' 82,6 nog zeer verre te zoeken: dus werd hy, ' door zynen Befchermheer , met Wyk te Duur {lede , en zyne nevens hem bekeerde Broeder Roruk met een ander Graaffchap in Kennemerland, zoo 't fchynt, ter Leen beichonken. 'tWelk Zuur nochtans brak deze plaats-vergunveel ning , dit vestigen der Deenen hier te Lande, onheus den Inwooneren namaals op. Van den jaare 834 tot 885 toe, hadden de Friezen in 't byzonderdaar van de droeve ervarenis. Telkens zag men de Deenfche Vlooten op deze kusten. Wyk te Duurftede , Walcheren , de Betuwe en andere Steden en Landen , werden meer dan eens verwoest en geplunderd5 tot dat eindelyk Godefried, de Zoon van den reeds gedagten Heriold, zich, na het aanregten van ysfelyke verwoestingen en het afloopen van veele Steden, met geweld in zyne Vaderlyke Bezittingen gefield , en de tegens hem opgedane Friezen zo verre onder de knie gebragt hebbende, dat zy met flroppen om de halzen moesten gaan, om, op deminfte wederfpannigheid , te gereeder opgeknoopt te kunnen worden, ter zaake van zyne gepleegde geweldenaryen, door den Friefchen 885. Graaf Everard in de Betuwe overvallen en gedood , en federt het Land van alle Noormantien ontledigd, en dus van de Deenfche Overheerfching bevryd werd. peFrfc- By deze gelegenheid werd ook Gerolf, een Gerolf^ a"dere Friefche Graaf, dien Godefried mede Vader' van zYn Land beroofd had , in zyne Bezitvan Dirk tingen, welke tusfehen Utrecht en Bode-gr-ave, vol*  CHRONYK. 3r volgens onze (ƒ>) oudfle Chronyk-Schry- Ao. vers, gelegen waren, herfteld. Deze, die 885. zeer diep in de gunst der Keizeren fchynt ge- " ~ ftaan, en'van hun nog meer gezag en nieuwe ^J\n Landen verkregen te hebben, was de Va- zyn Lanj der van Diderik of Dirk , die in onze gemee-herfteld. ne Chronyken de ee'fie Graaf van Holland genoemd wordt; met wien derhal ven de eerfte en duis'ere Gedenkfchriften van de Graaffelyke Regeering dezes Lands beginnen , en van welken en zyne Opvolgeren wy in het volgende eerste Hoofdfr.uk zoo veel berichts zul'en tragten te geven , als wy oordeelen genoeg te zyn. om den Lezer een duidelyk en onderfcheiden denkbeeld van hunne Regeering en Bedryven in te prenten. EERSTE HOOFDSTUK, Beginnende, na eenige voorafgaande Aanmerkingen nopens de Regeering en het Gezag der eerfte Graaven van Holland en Zeeland, met het bemint van Graaf Dirk I , en eindigende met den dood van Graaf Dirk VIL HEt zal, alvoorens een duidelyk bericht van de voornaamfte Bedryven onzer v 1 Isiederlandfche Graaven op te geven , niet ongevoeglyk zyn , de ware gefteldheid van hun Ampt en Gezag kortelyk te fchetfen. In overoude ty den berustte het Oppergezag hier te Lande by de algemeene Volksvergaderingen, in welken men Koningen , Krygs- over- Q>) Kl. Kol™, bladz. 261.  3s VADERLANDSCHE Oude overften en Regters tot het beftier der geRegee meene zaken verkoor. Doch na de OverderFwJ-8 heering door de Romeinen werd de burgerzen en ]yke Regeering en 't bevel over't Krygsvolfc hunne eenen Landvoogd toevertrouwd, die het Volk Nabu- met Wetten, en ondergefchikte Overheden ren- voorzag : gelyk de Friezen de Wetten van Corbulo ontvangen , en de geheugenis daar van als nog in de oude Groninger - Landregten fchynen bewaard te hebben, (a) Den zelfden voet hielden ook de Franken in de door ben overmeesterde Landen; alwaar zy het Landbeftier aan Regters gaven , die onder hen, den naam van Hertogen of Graaven droegen. Reeds ten tyde van Pipyn, den Zoon van Carel Martel, ontmoeten wy zulk een' Amptenaar onder den tytel van Stadvoogd , aan den Frankifchen Koning onderworpen , in Utrecht, (b) In en na den tyd van Carel den Grooten , die geheel Friesland overheerd had , vinden wy deze Koningklyke Amptenaars dikwerf onder de Friezen , alWaar zy allen,welken tytel men hun ook gave, als Kncgten des Konings (c) aangemerkt werden; tot dat zy zich onafhangkelyk maakten, en op hun eigen gezag regeerden. Oudtyds noemde men Dux of Hertog, den Aanvoerder of Gebieder van een leger; in later tyd gaf men dien naam aan den Landvoogd of Beftierder van een Gewest, dat verfcheide ftreken Lands, die men Graaffcbappen heette, (a) M. Alting. in Notit. infer. Germ. P. I. p. 4$, (b) Willig. Vit. S. Boni/. Cap.X. p.246. (0 Leg, Salie. Tit. LVJI, N. II. Col. iij.  CHRONYK. Hbofdjl. I. 33 te, befloeg , en over ieder van welken ge* meenlyk een Graaf, onder zynen Hertog, gebood. Met den Naam van Gnw/betekendemen, Graaven al in de agtfte Eeuw ,en vervolgens, iemand, der Stadie, wegens den Vorst, opzigt had Over ee-ws enz* nigeStad, Landftreek, Klooster, Woud, Dykaadje, Marken of Grenzen des Ryks,enz., waar naar zy dan den Naam van Klooster-,' Woud-, Dyk-, Mark-graaven enz. droegen; ja, alle Vorstelyke Amptenaars, die ergens het bewind of opzigt over hadden , werden met dezen Eernaam van Comités of Graaven getyteld. Allen, of ten minfte de meeften, bekleedden het Rechterampt. Sommigen derzelven hadden fomwyl hier te lande het bewind over verfcheide Graaffchappen te gelyk. De Graaven der Betuwe en Veluwe, en meer anderen in deze Gewesten , ftonden onder de Friefche Hertogen, zoo langzy 'er waren; en fommigen onmiddelyk onder Carel den Grooten en eenigen zyner Opvolgeren. De Frankifche Vorsten fchonken deze waardigheid veelal aan zulken, die te voren , in de overwonnen Landen, dezen of eenen anderen tytel gedragen hadden (d). Somtyds gaven zy, mits hunne goedkeuring en toe« Remming, den overheerden Volken vryheid, om voor zich eenen Hertog of Graaf te kiezen (d). De Berichtfchriften voor de zoodanigen Hurine behelsden, dat zy het Ryk getrouw moesten Bericht- zyn fchrif. ten, O) Leg.Bajuvar. Tit.ILCap. XX. Leg. 1-3, I. Deel. C  34 VADERLANDSCHE zyn ; de byzondere Natiën, onder hun beftier, naar hunne byzondere wetten en gebruiken, regeeren; Weduwen en Weezen, als mede de Geestelykheid , befchermen; roovery en andere misdaden ftrengelykftraffen; de Koninglyke Inkomsten, jaarlyks, in perfoon, ter fchatkist brengen; en achtgeven, dat de onder hen (taande Stedehouders en Schepenen hun ampt getrouwlyk waarnamen (e)- Hunne Deze Graaven, die nog een minder foórc Rechts- van Rechters, Ratchimburgü en Scabini gepleging. heeten, fomwyl ook Vicariï of Stedehouders, en meest altyd Centenarii of Honderdmannen, die over geringe zaaken (ƒ) recht deeden, onder zich hadden, hielden, gemeenlyk driemaal 'sjaars, hunne Rechtdagen, in de open lucht. Eene gewoonte, ten opzichte van het laatfte, thans nog, hier te lande, niet geheel buiten gebruik. Nog andere Vergaderingen hielden de Graaven , by het ontftaan van oorlog ; in welken zy alle Vorftelyke Leenmannen , die een gedeelte hunner onderhoorigen moesten wapenen , byéén deeden komen; en toezien moesten, dat elk hier verfchene met een panfier of kolder om't lyf, als ook met een lans, een fchiid , een boog met twee koorden en twaalf pylen (g). Na (e) Marculf. Farm. Libr. I. Form. VIII, Col. 380. Tom. II. Ed. Baluz. & Cap. Reg. Francor. Ed, Baluz. Tom. I. Col. 249. (ƒ) Cap. Reg. Franc. Col. 497 , Tom. I. Edit. Baluz. IdimihiJem, Col. 508, Tom.I. Ed. Baluz*  CHRONYK. Hoofdfl. /. 35 Nadat deFrankifcheVorsten de oude algemee- Landdarie Vergaderingen der Duitjehers, Batavieren, gm , en Saxen en Friezen afgefchaft of verboden had-wat'fr 0P den, hielden zy zeiven, dikwerf, algemee- ^rd. ne Landdagen , op welken de Hertogen, Graaven, en andere voorname Leenmannen en Grooten verfchenen, en alwaar de zaaken van Vrede en Oorlog verhandeld, gewigtige gefchillen door den Koning beliegt, de fchattingen der overheerde Landfchappen, en de jaarlykfche giften der Onderdanen ontvangen, en fomwyl ook Landswetten , onder de goedkeuring der vergaderde Grooten , gemaakt werden (b). En aan deze Landdagen is men, waarfchynlyk , de oorfprong der Parlementen in Frankryk, en der Staatsvergaderingen hier te lande, verfchuldigd. De Koninglyke Inkomsten , die door de KoningGraaven ingevorderd en ter fchatkiste gele-iykelnverd moesten worden , beflonden uit vier komsten hoofdtakken: te weten, de Vruchten der Lan- £00r de den , die den Staat of Vorst in eigendom geheven, toebehoorden; de Tollen en diergelyke en naderï Rechten ; de gewoone Schattingen op de In- handzicb. gezetenen in 't gemeen ; en de vrywillige zelven. Giften, die het Volk nu en dan aan den Staat 3 opbragt(i). De Graaven zeiven leefden 4 van hunne eigene goederen, enveeltyds ook van de landgoederen , diezy, of in of buiten hun Graaffchap, ter leen of in eigendom, van (b) Leg. Alamann. in Titui. & EpU, (i) Voyez ïAbU du Bos Hiji. Criticaue de k itfw». Franc. Livr. I. Cap. 11-14. C a  36 VADERLANDSCHE van den Vorst verkregen (.(•), en verder van hun aandeel, 't welk zy mede in de Boeten en Breuken hadden, die zy ook voor de Koninglyke Schatkist moesten inzamelen. Maar, na dat zy zich onafhangkelyker maakten, verkregen zy met'er tyd de zelfde Inkomsten voor zich, die zy wel eer voor de Frankifche Vorsten ingevorderd hadden; bepaalden al vroeg deTollen; vorderden de Boeten en Breuken ten hunnen eigenen behoeve, als mede Schattingen en Lasten , en deden Beden by byzondere gelegenheden; zoo dat men onder de Graaven van het (/) Hollandfche Huis , in de Nederlanden, reeds velerlei belastingen in gebruik zag. Ook hebben de eerfte Hollandfche Graaven de landen, die zy bemagtigdén, al cynsbaar gemaakt, en dus ten eerste van de overwonnen Volken, by voorbeeld van de Westfriezen en Kenrremers, Cbyns of Schatting gevorderd (in). Gemeenlyk bleven de Hertogen en Graaven , onder de Frankifche Vorsten, in hunne bediening, tot hunnen dood of tot hooger bevordering toe ; 't en zy dat ze, of door wederfpannigheid, of oproerigheid, in ongenade vervielen, en van hunne Ampten beroofd werden (h). Vergroo Na den dood van Carel den Grooten en de ting van verdeeling des Ryks onder zyne Zoonen, ver^rgeminderde de magt der byzondere Koningen, wel- (f) Capit Reg.Francor. Col. 459.T0mJ.Edit. Bakt%. (J) Zie pag. 44 hier naa. (m) Melis Stoice, bladz. 33 en 44. Re gin 0 ad Arm, 397..  CHRONYK. Hoof (JJÏ. I. 37 , welker verdeeldheden veroorzaakten, dat zy ven,Herom ftryd de voornaamfte Hertogen en Graa- t0§en» ven ter hunner hulpe aanzochten , en, door enï* het verleenen van nieuwe voorrechten, derzelver aanzien deden vermeerderen , naar maate het hunne afnam. Naden dood van Carel den Kaaien , wierpen zich veelen derzelven tot Oppervorsten op , en lieten het bezit hunner Staaten aan hunne erfgenamen over (0). De Hollandfche Graaven , in het eerst onmagtig dit voetfpoor te volgen , maakten zich , eerlang , mede even onafhangkelyk ; en de Oppervorfhen vergunden hen, of zy matigden zich, zonder vragen, het recht aan, om het graaflyk bewind van den Vader tot den Zoon te doen overgaan. Gelyk men het Graaffchap van Holland, 't welk vervolgens een Leen van 't Duitfche Ryk werd, na den tyd van Dirk den Eerjien, van den Vader op den Zoon of naaften Erfgenaam, geregeld, zag verfterven. Voor het overige waren onze Hollandfche Eed der Graaven verpligt, of ten minste gewoon, om, Hollandeer de Staaten aan hun de trouwe en gehoor- Q™wen zaamheid zwoeren, een Eed van dezen inhoud te doen: dat zy allen hunnen Onderzaaten getrouw, en in alles goede Landsheer en zouden zyn , en hen houden enflcrken in alkhunne R echt en,Handve sten en > in de lengte, nen tyde. van de Beeke lünheim in Kenmerland, tot aan het noordeinde van den Leidfchsn ■ Dam, by het Dorp Veur, of miffchien, volgens fommigen , eerder tot aan het Dorp 's Gravenpolder in Zuidbeveland, uitgeftrekt heeft. 923, In het volgende jaar heeft dezelfde Ko" ning, op de voorfpraak van zynen gunste- Wordt ling Hagano, aan dezen zelfden Holiandfchen met de Graaf, te Bladelle (q) , hetErfgebied opgedraE^mond £en' van 't geneaan den Vorst nog in Dirks enz. be- Graaffchap toebehoorde, namelyk , de Kerk febon- vanEgmondenderzelver bezittingen; nadien ken. deze (p) P«g- 59- r. (?) Een Dorp in deMtijery van 's Ihitogenboisb, Zie Mieris Cbartstb. I. D. p. 33,  CHRONYK. Hoofdfl. I. 39 deze Graaf, federt aan hem aldaar door zekere Ao. Nonne het Lyk van den H. Adelbert getoond 923. was (0 , ter dier plaatfe een houten Kerk en ' Nonnenklooster gefticht, dit met veele Goederen begiftigd (j), en hier door , volgens 't gebruik der tyden , den voorrang tot het Rechtsgebied over de Kerk enhaare Goederen, of Landen, verkregen had. Deze Dirk of Diderik nu , van wien de oudfte Schriften der Egmondfche Kloosterlingen het vroegfte, als van den eerften Hol-, landfchen Graaf, gewagen , overleed weinig tyds na 't ontvangen dezer gunst, en wel, naar 't verhaal eens Latynfchen Chronykfchryvers 10, in het zelfde Jaar; wordende te Egmond begraven, en door zyn Zoon En na Dirk den Ilden, volgens 't gemeen gevoelen, zyn dooi , j 0 0 door zyn opgevolgd. , Zoon. Deze zag zich naauwlyks m t nieuw be- dirk 11, wind geplaatst, of geraakte in twist met deopgeFriezen, die hem, of weigerden te (y) huldi-volSdgen, of (wyl het niet bekend is, dat zy hier toe verpligt waren) zichmisfchien geene wetten door dezen Graave wilden laaten voorfchryven , of mogelyk-, door 't misbruiken hunner vryheid zelve, de grenzen hunner nabuuren ontrust, en den Graaf dus te recht in 't harnas gejaagd hadden. Hoe 'tookzy , de oorzaak des krygs is duister , doch dit zeker, dat zy wel haast door den Graaf be- dwon- (r) Vit. S. Adelberti Cap. XI. §13. (j) JVl e lis S t ok e in Diik I. bl. 11. (f) Heem. Corneui Cbron. ad Am, 923. (■u) Kl. K.olïn, bladz. 204. C 4  4° VADERLANDSCHE Ao. dwongen, en, toen zy in 't volgende jaar ander924- werf in Kenmerland gevallen en, na 't verbranden van Alkmaar en het klooster te Egmond, Die de reeds voor den Burg van Leiden getrokken wahyRbZs-ren' hYRh™torg geflagen, en aan zyn beftier fmrgo- onderworpen werden. Sedert herbouwde verwint, de Graaf de Egmondfche abtdy van fteen , en ftelde 'er Benedidyner Monniken in, in plaatfe van de Nonnen, die hy, onder 't opzigt zyner zuster Arlinde, naar Bennenbroek verplaatfte. 925. Dus Vrede van binnen gemaakt hebben- • • de, hielp hy dien van buiten mede bevesti- Hyhelpt gen, en woonde, onder de baniere des Herten ht t0gS van Zwabea> een heirtocht by tegen de dwingen, Hunnen of Hungaren (x) , die reeds tot in Friesland en op de Feluwemet hunne ftrooperijen doorgedrongen waren: welke tocht wd haast mede gelukkig, door een Verdrag met deze Volken , geëindigd werd (y). 926. Met het begin der regeering'van Koning — Otto, die thans over Oostfrankryk-den fcepen be- ter zwaaide , ontftond 'er een oorlog om Koning Lotharingen , 't welk de West-FrankifcheKcLodewyk nJng Lodewyk < met hulp van de Lotharing[i hg in zyne Grooten , onder welken waarfchynlyk deze ondeme Hollandfche Graaf Dirk mede was, voor zich Krfa. meende te verkrvgen; doch hy werd door zygttlt nen Mededinger by Andermch geflagen (z), en dit Gewest vervolgens door Otto geheel ver- mee- Cr) Gf.org. Ruxner. apud Doos. Annales, Libr. VIII. pag. 393. (y) Sigeb. Gemblac, ad Ann. 92$. (*) Früïoaid ad Ann. ^39.  CHRONYK. Hoofdfi. I. 41 rrieefrerd ; die het zelve naderhand aan zy- Ao< nen Broeder , onder den tytel van Hertog- Q^'0> dom, afgedaan; en van toen af ook alle de —1—Nederlanden , als tot het Duitfche Ryk be- 940. hoorende, aangemerkt, zich als Eigenaar van ' derzei ver Koningklyke Rechten gedragen, en, zoo wel als de frankifcheVorsten van ouds, Landdagen teNymegen, Utrecht en elders, gehouden heeft. Ruim veertig jaaren later werd Graaf DM 085. door den Kleinzoon van dezen Vorst, Otto den • derden genaamd, by eenen Giftbrief (a), in het volle bezit van eenige Landen gefteld, die hy te vooren flechts van het Ryk ter leen gehouden had; doch hy overleefde deze uitbreiding zyner bezittingen niet lang, maar ftierf den j)00j zesden van Bloeimaand des jaars 989. Zyne van Dirk gemalin Hildcgonde was reeds twee jaaren te den PW*voren overleden: en hy werd by haar in deden' Egmondfche klooster-Kerk by gezet. Onmiddelyk na zyn dood ftelde zyn Zoon 989. Jrnoud, zonder de keizerlyke brieven , of ~ eenige aanftelling van 's Lands Staaten of Arnoud. Edelen, zoo 't fchynt, af te wachten, zich in de nu reeds volkomen erflyk geworden Graaflyke Regeering, offchoon hy zich bleef aanmerken en gedroeg, als een vry Leenman des Duitfchen Ryks. Niet lang genoot Awrad het gerust bezit van het vaderlyke erf. De Westfriezen, aangehitst door den Utrechtfchen Bisfchop Folkmar,weï' gerden de hulde, tot welke de voorige Graaf hen (a) Dousü Aimal. Libr. VIII. pag. 41a,  42 VADERLANDSCHE Ao> hen verpligt had , aan zynen Zoon en Opvol993- Ser» en ftonden in 't jaar 993 openlyk tegen ■ hem op (/;). Amoud vergaderde derhalven Slag te- eene aanzienlyke magt, en toog met dezelve, gen de tot in 't hart van Westfriesland, flaande zyn Mezen LeSer m de Vlakte, by het tegenwoordige by mn- DorP Winkel, neder. Terwyl hy hier de kei. wederfpannelingen verwachtte, om henflagte leveren, leed zyn Volk gebrek aan zoet water, welk ongemak de godsdienftige Graaf, zoo men verhaalt, op eene wondere wyze te hulp kwam, wyzende, namelyk na het uitftorten van een yverig gebed, den zynen eene plaats, daar zy eenen put groeven en zoet water vonden (c)- Min gelukkig echter Waarin viel de ftryd uit: de Westfriezen vielen zoo AmwA verwoed op de vermoeide en nog verftrooide fneuvelt. Benden, dat zy hen op de vlugt dreeven , en den Graaf zeiven in zyne vlugt ombragten. Zyn mishandeld Lyk werd vervolgens te Egmond begraven , en hy federt, zoo om zyne milddadigheid in 't ryklyk begiftigen derEgmonder abtdy , als om zyne Godsvrucht,aldaar als een Heilig gevierd. Men vind echter by Mierjs, in het Charterboek van de Graaven van Holland , I. D. p. 55 , een Giftbrief van den jaare 998, waar by deze Graaf Arnoud het Dorp Mat ere geeft aan de abtdye van S. Pieter op den Blandynfen Berg by Gent, welke Brief, door derzei ver jaarrekening, den tyd van zyn omkomen onzeker maakt. Dirk III. Zyn Zoon Dirk j pas twaalf jaaren oud, volg- (&) K l. Kolyn, bladz. 268. en Melis Stbï t, bladz. 21. (O Be ka in Baiduina, pag. 35.  CHRONYK. Hoofdfl. 1. 43 volgde hem , als de derde van dien naam, Ao. onder de voogdy zyner Moeder Lutgard, in 1005. het Graaffchap van Holland op. De Friezen, " moedig op de laatfte overwinning, trachte-onderden zich toen wel geheel onaf hangkelyk te w£:rPt do maaken; doch werden, door't kloek beleidFrtszen* van's Graaven Moeder, met hulp van Keizer Hsnrik den Ilden, haren aangehuwden Broeder, tot onderwerping gedwongen. Na den dood van Lutgard weigerden zy, als vooren , den Graaf te huldigen : doch de jonge Graaf wist hen, zoo door dreigementen, als groote krygstoerustingen, niet al Jeen hier toe, maarte- 1009. vens tot een Verdrag, te noodzaaken, waarin ' " zy hem beloofden , voor hunne befcherming,-zvr°<""wa?!* de Tienden hunner jaarlykfche Inkomsten te/Jf" ^al* zullen geven, en, op eigen kosten , met hem, Tbiel tegen zyne Vyanden, te vechten (d). enz. Hier door werd de rust, aan dezen oort des Lands, herfteld; doch aan eenen anderenhoek, eenige jaaren laater, weder door 1010, de Noormannen geftoord. Deze hadden de ' koopftad Thiel en het klooster van Walburg ingenomen en geplunderd, en waren wel, op • de aankomst van het Leger onder GoJefrid,den Voogd van Gelderland, met velen buit te rug geweken; doch hervatteden in het volgende jaar hunnen aanval, en trokken , na het behaalen eener overwinninge te water op de onzen, regelregt op Utrecht aan : welke Stad zy echter, 't zy uit eerbiedigheid voor den Bisfchoplyken Stoel, 't zy uit hoogach- IOr- ting voor de alomberuchtte heiligheid van des £~ zelfs Bisfchop Ansfrid , onaangetast voorby- 00 Ki. Kolyn, bladz. 296.  44 VAD E RL AN DSC HE Ao. gingen, en deze Landen verlieten ; zonder i°i5- dezelven, na dien tyd, ooit weder te ontrusten. Eenige jaaren laater ftichttc Graaf Dirk, om van Ö"rSzich ifi-het bezic der en visfchery , die irecbt. bem door den Utrechtfchen Bisfchop en andere Kerkelyken betwist werd , te bevestigen , op zynen eigen grond ( tiulf in dén jaare 1054. opgevolgd, en ten Keizerlyken Hove wel gezien was , wist, kort na den dood van Keizer Hendrik den III., de Keizerin, met het Ryksbeftier belast, ligtelyk tot een heirvaart te bewegen tegen den Graaf van Holland , dien hy als den onrechtmaatigen bezitter van het land, rondom Dordrecht, aanmerkte. De benden der Keulfche en Luikfche Bis- 1058. fchoppen, met die der Graaven van Leuven, ■ Kuik tn Brandenburg, ver fcheenen dan welhaast Slaaf de hier te lande (y), en ftonden nu , na het Keizerbemagtigen van vele floten, gereed, om de geringe magt van Graaf Floris den I. in Benden eenen veldflag geheel te vernielen ; wan- by Deneer de listige Graaf, hen tot zich naar drecht. Dordrecht lokkende, hunne ruitery in diepe met horden en aarden zoden belegde kuilen , tot dat einde looslyk gegraven , deed ftorten, en zich van de daar door veroorzaakte (x) Kl. Kolyn, bladz. 276. (y) Zie denzelvin ald. I. Deel. D  co VADERLANDSCHE te verwarring zoo wel bediende, dathy, na het aanrechten van eene groote flagting, eene volkomen overwinning op hen behaalde, en hen vervolgens uit de veroverde fterkten verjoeg O). Drie jaaren daar na werd hy door de zelf- ■ de vyanden aangevallen ; doch , thans in beter ftaat om hun het hoofd te bieden, trok hy hen, om den kryg van zyne grenzen af te weeren, te gemoete, en leverde hun by Nederbemert eenen bloedigen veldflag , in welken hy weder de overwinning verkreeg, en denvyand op de vlugt dreef. Na den ftryd echter, niet verre van het flagveld , onder 't geboomte uitrustende, en in flaap geraakt ■ zynde, werd hy hier door den Heer van Kuik, die zyn verftrooide volk weder byéén geraapt ' hadt, in den fiaap overvallen en gedood (a); laaiende", behalven twee dochters , eenen minderjaarigen zoon, Dirk geheeten , na, die, onder het opzigt zyner moeder , vrouwe Geertruid, dochter van Hertog Herman van Saxen , hem , als Graaf van Holland, opvolgde. De Utrechtfche Bisfchop Willem zocht wel haast uit deze minderjaarigheid van den Hollandfchen Graave zyn voordeel te trekken, en wist, door behulp van den Aartsbisfchop van Keu- {%) Kl. Kol yn , bl. 377. en Melis Stoke,' in Flor. I. Wade. 29. O) Dezelve Kl. Kolyn, bi. 277. en Melis Stoke, bl. ja. in Floris den I. zynde dit voorgevallen op den i8den van Zomermaand Ao. isöi. volgens Heda in Sernuipbo, pag, 125, Ao. ÏO58. Als ook by Neder bemert. io6r. Alwaar hy ongelukkigfneuvelt. JDirkV. Poogingen van den UtrechtfchenEisfchop Willem.  CHRONYK./. Hoofdjl* 51 Keulen, zyn boezemvriend, giftbrieven ten Ao. zynen behoeve, door de kinderlyketoegeven-. io6r. heid van den jongen Keizer Henrïk den IV.,' * te verkrygen, by welke hem het recht op de Graaffchappen en goederen der Hollandfche Graaven vergund werd (£)• Doch, dat dit ligter te verwerven was, dan 'er zich een daadelyken bezitter van te maaken , leerde hem de ondervinding, gelyk wy terftond zien zullen. Nog by het leven , zoo men wil, (c) van Graaf Floris den I. wasRobert, de jonger zoon van Boudewyn den V., Graaf van Vlaanderen, in Holland gekoomen, en aldaar, of om zyn oorlogzuchtigen aart, of om eenige onmin tusfehen hem en zynen vader, niet ongunstig ontvangen. Deze onrustige geest had zich tot tweemaal toe te vergeefsch, na Floris dood, van de regeering in Holland meester 10Ö3. willen maaken, ennueindelykbeflootente o- ' verwinnen of te fterven (iï). Dit wanhoopige iiuwlyk befluitdeed Vrouwe Geertruiden haare Raden, van na den reeds gedaanen voorflag van huwlyk Vrouwe met dien Vlaamfchen Edeling, deoorenlee ^e^Ro'. nen; 'twelk (na het tekenen der voorwaar- uert den, by welken hem onder anderen de vyf Friet. Zeeuwfche Eilanden, bewesten Schelde, door zynen vader gefchonken werden) voltrokken, en (6) Vid. Diplom, Henric. IV. apud Heda m, pag. Ii8, 129. Mieris Cbarterb. I. D. bl. 66.&c. (#) Wilh. Abb. Anbern. , SynopJ. Franco-Mc rov. Libr. III. Cap. 4. £t Osbekic. Vit al. Hifi. Alormann. Libr. IV. pag. 526. (d) Lamb. Schafnab. ad Ann. 1071. D %  52 VADE R.LANDSC HE Ao. en hy federt , onder den naam van Robert de 1064. Fries, alomme berucht werd (e). De magtige befcherming, die hy aan Holland verleende, deed den Utrechtfchen Bisfchop voor eene wyle tyds van zyne eisfchen afzien, en eene pelgrimaadje doen naar 't Heilige Land; van welke hy , in 't volgende jaar, ter naauwernood behouden, te rug keerde (ƒ). 1067. Na den dood van Boudeivyn den V., Graaf ' van Vlaanderen , volgde hem zyn oudfte ^°"dde zoon B°udewyn 5 de broeder van gemelden VI Graaf R°bert > in de regeering op. Deze,waanenv.viaan-de zyn broeder ten onrechte met de gemelde deren Zeeuwfche en andere landen befchonken te fneuvelt Zyn, dachtfhem dezelven door geweld te ontUnd° " rukken' overviel hem hierom zeifin Holland, doch verloor, in eenen feilen veldflagtegens ÏOy0t hem, zyn leven (g~); waar door zyn broeder ■ " Robert in 't bewind van Vlaanderen gefield Robert werd , in weerwil der tegenkantingen van hem on' föctötö* » de weduw van Graaf Boudewyn, die haaren zoon Arnoud zyns vaders plaats wilde doen bekleeden; en hier toe, met hulp van Keizer Henrïk denIV., (na dat de Franfche Koning Filips haare zyde verlaaten had (/;)) hem (<0 Kl. Koi.yn, bladz. 277; (ƒ) Marian. Scot. ad Ann. 1065. zynde van dc 7000. Pelgrims, die dezen Kruistocht met hem deeden , pas 2oco. te rug gekeerd. (g) Lamb, Sciiafnab. ad Ann. 1071. (b) Geneal Comit. Flandr. Thef. Tom. III. pag. 382• 385- Die Vorst is federt gehuwd geweest met Berta, dochter van Roberts Gemalin Geertruid, en van Floris den I. Graaf van Holland.  CHRONYK. I. Hoofdfi. 53 hem aan twee kanten werk verfchafte ; in a». Vlaanderen namelyk en in Holland. De tocht 1072. op Vlaanderen viel ongelukkig uit, want de benden derwaarts gezonden , werden door Robert by Bergen in Henegouwen ten eenenmaale geflagen en verwonnen (0. Beter ging het in Holland: deze tocht was Godefrid, den Lotharingfchen Hertog Godefrid (k), om of Govirt zyne mismaaktheid federt de Bultenaar ge- mst cie noemd, en den Utrechtfchen Bisfchop Wil- f. "^t' in lem, aanbevolen. De eerstgemelde viel met Holland, een uitgelezen hoop volks in Holland , en floeg den Vlaamfchen Graaf Robert, die by Slaat RoLeiden hem ontmoette en tegenftand bood, *fCf dm derwyze , dat hy genoodzaakt werd , met verovert* Vrouw en Kinderen, het land te ruimen en hetGraafnaar Vlaanderen te keeren (/). Godefrid ver- fchapvan volgens binnen Alkmaar door de Westfriezen Holland, belegerd, doch door den Bisfchop van Utrecht ontzet geworden zynde, gedroegzich federt als wettige Graaf van Holland , en was , volgens fommigen (tri), de ftichter van TO?4Delft, de derde Hemmende Stad van Holland.. Hier was het ten minste, of wel op hetflot, Wordt hierontrent door hem gebouwd, dathy, op llo°dgehet onverwachtfte, door een bedienden van fteeken* Robert dend'ries , of van den jongen Graaf Dirk, (1) Meyerus ad Ann. 1072. 00 Deez' was de Zoon van dien Godefrid , Hertog van Lotharingen of Brahand, welke in't jaar 1049, mee Gx^ï Floris den I., Vader van Dirk den V., tegen den Keizer aanfpande. 0) Kr.. Kolyn, bladz. 278. Melis Stoke, bl, 35- (m) Kl. Kolyn, b!. 279. D 3  5+ VADERLAND SC HE Ao. Dirk, (tot dat einde waarfchynlyk opgeI07Ó. maakt en omgekoft,) terwyl hy zyn gevoeg ' deed , dermaate van onderen gegriefd werd, dathy, eenige dagen daar na, aan de wonde ftierf(M). Bisfchop Niet lang daar na overleed ook Bisfchop Willem Willem, na dat hy zich in het bezit vanHol^erft' land , 't geen hy zich na Godefrids dood aanmaatigde, had willen bevestigen , door het bouwen van een Slot te Tsfelmonde, 't welk nochtans eerst door zyn' Opvolger Koenraad voltrokken en met eene tamelyke bezetting verfterkt werd (0). hérftek ^e dooc' dezer beide veroveraars gaf eene iich in 't gunstige gelegenheid aan Robert, om zynen bezit van ftiefzoon Dirk den V. in zyn vaderlyk GraafHoiland, fchap te hcrftellen. Dan hy begreep mede, ""l^dat zulks niet ligtelyk te doen itond, tenzy byTsfel- m£n Tsfelmonde den Utrechtfchen Bisfchop monde in. alvoorens ontweldigde. Hier toe verzamelde hy dan, met behulp zyns fchoonbroeders, den Koning van Engeland , eene Vloot, "waar mede Dirk naar de Maas ofMërweftevende, en aldaar de Utrechtfche fchepen, die hem den doortocht wilden betwisten, na een hard gevecht , op de vlugt dreef en vernielde , vervolgens een deel zyner benden ontfcheepte , en met dezelven het ilot belegerde, en zoo vreeslyk beftormde, dat de Bisfchop , na zestien dagen (p), genoodzaakt was,het zelve, onder beding van een yryen uittocht (ti) K l. Koi.yn, bi. 279. (0) Heoa in Cotirado, p. 137. Q>) Zie G. v. Loon Jloude tioll. Hifi. II.Deel, bl.357.  CHRONYK. /. Hoofdfl. 55 tocht naar Utrecht, over te geven , mits hy Ao. Diderik het Graaffchap van Holland vredig 1076. zoude laaten bezitten. ' ' De Graaf, dus in zyne erffelyke bezittingen Zyn Hugevestigd, begaf zich, weinig tyds daar na, welyfc. in huwlyk met Othilde, eene dochter van Herman of Fredrik, Hertog van Saxen ; en regeerde federt het land, tot aan zynen dood toe , vyftien jaaren lang, in ongeftoorden vrede (q). ■ De Bisfchop van Utrecht, die alstoen de Oostergtt Hollanders, 'tzyuit hoofde van'tgeflootene enz.aan verdrag , 't zy om de namaagfchap van f^opvm hunnen Graaf met dien van Vlaanderen ,'tzy utrecht om zyne eigene zwakheid en onvermogen , of gefchonom andere reden, in rust liet, had intusfchen kefu niettemin gelegenheid, om aan eenen anderen kant zyn gebied uit te breiden. De wederfpannigheid namelyk van Egbert, den Markgraaf van Brandenburg, die zich een en andermaal onaf hangkelykpoogde te maaken, en eindelyk, na het afloopen van gantsch Friesland (r) , den Keizer zeiven , uit Thuringen, \o$6. naar Bamberg had doen vlugten, veroorzaak- te, dat de Graaffchappen van Oost er- Westeren Islegouwe en Staveren , en meer andere goederen van dien Markgraaf, aan 't Ryk vervallen verklaard , en de gemelde Graaffchappen naderhand aan den Bisfchop van Utrecht, thans diep in de gunst van het Kei- (?) Kt. Kolyn, bi. z8o. Milis Stoke, b!. 39- (O Ubb. Emm. Rer. Friftc. Libr. VI. p. 251. D4  5<5 VADERLANDSCHB Ao. Keizerlyke Hof ftaande , gefchonken werden loS'9- (-r); op welke giften de Utrechtfche Bisfchoppen , in 't vervolg , hun eisch en recht op £)00d Friesland gegrond hebben, van Dirk Niet lang daar na overleed Graaf Dirk de de F. F. (O, nalaatende eenen zoon , die hem, onr der den naam van Floris den II., bygenaamd .—L-L den Vetten, opvolgde. Floris II. Ten tyde van dezen Graaf, en wel in't begin zyner regeering, werden de kruisvaarten naar't Heilige Land met veel ernst gepredikt , en door verfcheideneVorsten ondernoo1095. men : Veele Edelen dezer landen begaven ' zich mede, zoowel uit zucht tot glorie, als uit 1098. Godsdienstigheid, derwaarts; onder die van • Friesland waren de Fortemans, Galamas en Bot- nias,onder de Zeeuwen die van Borsfelcn,en onder de Hollanders de Heeren van Brederode en Arkel, de voornaamsten en bekendsten : 1099. en fommigen van dezen hadden, nevens ee' ne menigte anderen, in 't laatste dezer elfde eeuwe, deel aan het innemen van Anüochïë en //erufalem, als mede in 't verkiezen van Godefrid van Bouillon, zusters zoon van Godefrid den Bultenaar , tot Koning deriaatstgemelde ftad (v). Trouwt Wat nu Graaf Floris den II. belangt, deze met Fe- begaf zich in 't begin der twaalfde eeuwe in troneile fcn e(±t met Pctronellc, dochter van Dirk, Saxen, ncc- (Y) Diplom. Henric. IV. apud II e d a m , p. 139 ck apud Matthjeum ad Anonym. de reb. UUraj. p. 86. Mieris Charterb. I. D. bl.69,73,83. (f) Melis Stoke bL 40 zegt, op den 17 van Zomermaand 1091. p) Qüill. Ty*. Libr.' V. VI. VIII. IX.  CHRONYK, I. Hoofdft. 57 Hertog van Saxen O), zynde dus de vierde Ao. der Hollandfche Graaven, die zich aan dit 1099, Huis door huwelyk verbond ; een Huis , 't " welk, zoo wel als dat des Graaven, zeer op de Keizers verbitterd, en met dezelven dikwyls in oorlog was; en't welk, door dezeverbindtenis, zoo wel zich zelve, als hem, gevolgelyk beter in' ftaat Helde, om de maatregelen der Keizeren, die hen ofafhangkelyk wilden houden of maaken, te vernietigen. JISÜ Edoch, na dat Keizer Hendrik de Vyf de zy- Siuit een nen vader -opgevolgd , de Paus Pafchalis de verbond II. door hem voor wettig verklaard, en dus met Keide langduurige fcheuring tusfehen de Keizers 7frrikH^ en Paufen geëindigd was, kreeg Graaf Floris ym gelegenheid, om met dezen Keizer, die voorhad , om den Graaf van Vlaanderen de Zeeuwfche Eilanden te ontnemen, een verbond te fluiten, waar by aan bem, voor het helpen bevorderen dezer onderneming , de gemelde Eilanden zouden afgeftaan worden. Wat noS*. hier van geworden zy, is duister; alleenlyk fchynt de Graaf dezelven,als Leenman van den Vlaamfchen Graaf Robert, zoon en opvolger van Robert den Fries, ontvangen en bezeten te hebben ; naardien wy zynen kleenzoon Floris den III., eerlang, mede in die hoedanigheid ontmoeten zullen. Het was ook omtrent dezen tyd , dat ze- Tancbeijn ker Lekebroeder , Tancbelyn genaamd , in predikt Vlaanderen, Zeeland (j) en Utrecht openlyk ^en de beftond te leeren , dat Christus ligchaam en iyken." bloed (x) Melis Stoke, bl. 45. (31) B 0 x 11 o kim op Reigersberg. II.Deel,bl. 34.XX. Mieu 1 s Cbzrterb. LD, bi 81. D 5  58 VA DER LAND SC HE Ao. Woed in 't avondmaal niemand ter zaligheid nutli08. tig, en men aan de Geestlyken, om hunne amp• ten, geen byzonderen eerbied , en tevens geene tienden te geeven , verpligt ware. Maar dit 't Welk ftoute beftaan, 't welk hem niet minder dan leven M den haat der Kerkelyken kon berokkenen, kost. kostte dezen waaghals het leven, waarvan zeker Priester hem eerlang, toen hy, onverzeld, op reis gegaan was, beroofde^). 1112. Lenige jaaren laater had Graaf Floris, die in - zyn land, zoo het fchynt, voor het overige Ontmoe- een genisten vrede genoot, eene byzondere rifaf" ontmoeting met den Eriefchen Edelman GaFloris lama; die den Graaf bykans het leven zougemetGa- kost hebben. DeGraaf had dezen man, zegt hma. men t drie jagthonden doen ontnemen , en de Frye fries, fazt over gebelgd, bad, onder bedreiging van wraak, in zekere ontmoeting.den Graaf, zoo koen en trots , om herftel van fchade aangefproken, dathy, op't ontvangen van berispend antwoord , nog heviger in toorn ontiloken, terftond zyn zydgeweer trok, en den Graaf daar mede in den arm kwetste, doch deze ontydige fierheid duur betaalde; dewyl het gevolg van den Graaf hunnen Heer ylings befchermde, en hem dit doldriftige beftaan met den dood deed boeten (0). Dat (z) Men zegt, dat de leer van dezen Tanchelynzoo veel zou uitgewerkt hebben, dat 'er, tien jaaren na zynen dood, te Antwerpen, niet eene gewyde Hostie te vinden, en de eerbied voor zyn perfoon zoo buitenfpoorig was, dat zyne navolgers zelve hdt water dronken , waar in hy zich gewasfehen had. Zie Brand Hifi. der Ref. I. Deel, I. 13. (a) Kl. Kolyn, bl. 281.  CHRONYK. I.Hoofdjl. 59 - Dat deze Floris niettemin van eenen inhaa- Ao. ligenengeldzuchtigenaart was, blykt, be- 1122. hal ven uit het laatst aangehaalde geval, me- ~~ de uit het getuigenis vmRudolf, Abt vanSt. je™3p' Truyen, zeggende, „ dat hy dezen ryken en Inborst „ zwaarlyvigenGraafmet zilveren koorden uit Hol- van de„ land naar Utrecht trekken moest, om, namelyk, zen denBisfchop/h/rc/wrf aldaar te bewegen tot het Graafafftaan van zekere kerk, aan gemelde _ abtdye behoorende, die door zyn' voorzaat in bezit genoomen, en waar van deze Graaf de Advocaat of Voorftander was (&). Waar uit, niet zonder reden, mag opgemaakt worden, dat Floris weinigen dienst deed, zonder zich 'er mildelyk voor te laaten betaalen. Dan, hoe ryk en vermogende deze Graaf zyn ook geweest moge zyn , zyne fchatten kon- dood. den hem voor den dood niet bewaaren, noch hy voor dezelven zich daar van vrykoopen; ÏI22,_ want hy overleed in de kracht zyner jaaren op den tweeden van Lentemaand des jaars I 122 (c). Dirk de VI., zyn oudfte Zoon, doch nog d iric de te jong, om het roer der regeering zelf te VI. Zyn ftieren, werd, onder 't opzigt zyner moeder moeder PetroneHe, eene vrouw vaneen'heldhaftigen^^ en heerschzuchtigen aart , tot zyn'opvolger Keizer benoemd. Kort na haar mans dood ftondop. deze Graavin tegen den Keizer op, die haar, 1124niet dan met veele moeite en door de wape- Doch nen, in het volgende jaar , dwong, om hare ">°et c zich ondcrwer»pts. (lf) Rudolph. Chron. S lrudimis, Lib. X. p 6p2, (c) Melis Sxoks, bl. 31.  6o VADERLANDSCHE Ao. afhangelykheid van het Ryk te erkennen 1124. (cO. ■ Zoo dra echter haar broeder Lotharius, b-oeder ^ert0S van Saxen, na Henrik den V., Keiwordt zerwerd, wist zy zich wonderwel van die geKeizer, legenheid te bedienen, en dien Vorst te bewegen, om de Friefche Graaffchappen, die zyn voorzaat, omtrent 40. jaaren vroeger, aan de Utrechtfche Kerk gefchonken had, van dezelve te ontneemen , en aan het Hollandfche Graaffchap te hechten (e). 1147. Hier mede zelf niet vergenoegd, ftondzy ■ — voor haren zoon naar het Graaffchap van Zy tracht Vlaanderen, tot het welke, naden dood van Zoon ^are^ ^en ^oe^en » Seen manlyk oir had Graaf v. nagelaaten(/),zich veele mededingers opdeeVlaande- den. Edoch, zy moest van dit voornemen, ren te offchoon zy geene middelen en geld tot desmaken. zejfs bereiking fpaarde , en daar toe zelf met haren zoon naar Vlaanderen getrokken was, afzien, en, onverrichter zaake, naar huis keeren. Twist Intusfchen was Graaf Dirk reeds tot manvanGraaf lyke jaaren geftegen, en nu bekwaam geworDirk met om ze]f het Graaflyke bewind in handen Broeder te nemen; maar ook dit gefchiedde niet zonFloris, der tegenftribbeiing van zynen broeder Floris den den Zwarten, die , om.zyne goede hoedaZwarten. mvnefjen f by vele Edelen, en doorgaans by 't gemeen, zeer wel gezien, en mede, zoo wel als zyne moeder, van een' regeerzieken aart 00 Alb. Crantz. Saxonia, Libr.V. Cap.44. (e) Be ka in Godebaldo, p. 46. Mieris Charter!?, I.D.bl. 91. (f) Metexus ad Ann. 1126".  CHRONYK. I. HöofJJl. 6t aart was (g). De opftand der Westfriezen ao. (b) , die omtrent dien tyd gebeurde , hielp u$i._ dit onderling twistvuur der gebroederen woeden , en Floris, die zich eerlang aan t hoofd der oproerlingen gefield zag , deed met hun, die naar verandering jookten, en die hy met hoop van grooter (i) vryheid ftreelde, zynen broeder merkelyken afbreuk; hoewel deze hen op zyn beurt ook manlyk te keer ging, en de Kenncmers, die zich mede met zyn broeder verbonden hadden , aan zich wist te onderwerpen (k). Twee jaaren laater, zoo 't fchynt, werd Bygelegd deze broedertwist, door den Keizer, hunnen oom, bygelegd, onder voorwaarde, dat de gepleegde vyandlykheid van wederzyde vergeeven, en elk in zyn tegenwoordig bezit gelaaten zoude worden (/;. Floris leefde, na dien tyd, niet lang; want Dood zich met Heiwig t de eenige overgeblevene van -Radochter des Heeren van Rechem, tegens wilGr;aveft en dank van haren voogd , den Heere van Broeder. Arendsberg , in den echt willende begeven, en (e) Melis Stoke, bl. 43. (ö) Deze Opftand zal waarfchynlyk eenigermaate door 's Graaven Broeder zyn aangezet, om dat Graaf Dirk, in den feilen Winter van 't jaar 1132, over 't Ys in Westfriesland gerukt zynde, verfcheidene Dorpen en Buurten plat gebrand hebbende , tevens een goed getal van gevangenen en grooten buit van kleederen , koeijen en paarden met zich mede gevoerd hadnaar Alkmaar, welk daar op ook in't volgende jaar aan kooien gelegd werd door Floris den Zwarten, (i) Melis Stoke, bl. 43. (fe) Kl, Kolyn, bl.i84(;) Melis Stoke, bl. 4S-  6t VADERLANDSCHE ^0> en de landen van laatstgemelden , ter dier 1132. gelegenheid, verwoest hebbende, werd hy "~ door dezen, en den Heer van Kuik,deszelfs broeder, te Utrecht, wanneer hy ter jagt uitreed, onverhoeds en met list overvallen en gedood (m)- Graaf Graaf Dirk betreffen de, deze werd eenige Dirk be- jaaren daar na, met den Bisfchop van Utrecht, oorlogt thans Her bert genaamd , in eenen oorlog fhoo'v ingewikkeld; ontflaan bedenkelyk, om dat Utrecht '. Keizer Coenraad de III., de opvolger van Lotharius , de GraaffchappenvanOower-enTFciter1138. gouwe weder van Holland afgenomen en aan "" " deUtrechtfche Kerke gefchonken had (V).Om dezen kryg met te meer klem te voeren, verbond de Hollandfche Graaf zich met zynen fchoonbroeder Otto, Markgraaf van Bentbem(ü), die, ten zynen behoeve, eenen inval in Drenthe deed, doch met zulk ongelukkig gevolg, dat zyn volk door 's Bislchops ruiters geflagen, en hy zelve gevangen naar zwykt 6' Utrecht gevoerd wierd (p). Graaf Dirk k wam voordes-hier op deze Stad wel belegeren, en ftond zelfsKer- zelf gereed, om die ftormenderhand in te nekelyken ^en . maar de Bisfchop wist hem, door het Bhxem' drei- (m) Melis Stoke , b!. 45, 46. {n^ Diplom. Cour ad. III. apud He dam, pag. 157 & 166. Mier 1 s Cbarteib. I. D. bl.01. (0) Deze was de Broeder van Sophia , de vrouw van Graaf Dirk, dochter van Otto, Paltsgraaf aan den Rhyn. Hy werd , eenige jaaren daarna, in zyn Graaffchap Benthem, opgevolgd door Otto, zynen neef en naamgenoot , en zoon zyner zuster by gemelden Graaf Dirk van Holland. (p) Beha in Htrib. p. 49,  CHRONYK./. Hocfdfl. 63 dreigen van den ban, dienhy, als zyn laat- Ao. iten pyl , op hem dacht te werpen , en 113\ welken hy hem , in volle flaatfie , buiten de Stad kwam aankondigen , dermaateJ*maakt te verfchrikken, dat hy den aanval terftond deed ftaaken , ootmoedig op zyne kniën om vergiffenis bad, enalstoenmetden Bisfchop eenen oprechten en hun beider leven lang geduurenden vrede floot (q). In 't jaar daar aan deed deze Graaf, naar Trekt het voorbeeld zyner voorouderen, eenen™"' tocht naar Palestina. In de reis derwaarts Land5 bezocht hy Paus Innocent den II. te Rome, en verkreeg van den zeiven voor de kloosters 7—r van Egmond en Rbynsburg de vryheid , om niet langer van den Utrechtfchen Bisfchop, maar alleen van den Paus , afhangelyk te zyn (r). Weder te huis gekeerd zynde, werd hy, n50. als Leenman der Utrechtfche Kerk , eenige jaaren daar na, by het affterven van Bis- ™/jr. fchop Herbert, in eenen twist, nopens de m*m mn verkiezing eenes nieuwen Bisfchops , ge- Hoorns mengd; doch, zich in denzei ven , door dein'tUuitfpraak des Keizers, {s) gedekt ziende, wist JJgj*^ hy Herman van Hoorne , wiens verkiezing hy dom> begunftigde , eerlang , door de wapenen, in (q) De Graaf, legt Scriveriuï bt. 136, wierp zyn helm en fchild van zich , viel blootshoofds en ongefchoeid ter aarde, en bad om vergiffenis wegens zyn beftaan; waar op de Bisfchop hem van den grond oprechtte , den kus des vredss gaf, eo zy federt altoo* roede vrienden gebleven zyn. fr) Wilh. Procurat ad Ann. 1138 , & Joh. a Leyd. Libr. XV111. Cap. 16. Mieris Churterb. I. D. bl. 92, 94- (i) Mieris Chartert, I.D,,bI. los.  6\ VADERLANDSCHE Ao. inden (0 Bisfchoplyken Zetel teplaatfen, 1155. en hem, als wettig gekoozen , tedoenerken" ' nen. Die van De Dregter- Friezen , die intusfchen een Haarlem invai 'm Kenmerland deeden, terwyl de Graaf d^Dreg- afwezig was, werden nochtans door die van ter-Frie- Haarlem en Osdorp wel haast genoodzaakt met zen. verlies te rug te keeren (ï>). Dood Twee jaaren laater, te weten op den 5 den van DiYfcvan Oogstmaand 1157, overleed Graaf Dirk den VI. de VI. (.r) en zyn oudfte zoon Floris , nu de H57. III- van dien naam , volgde hem op: — ■ deze , diep in de gunst van Keizer Frederik de°lUS ^en ^ ^-aande' was terft°nd bedacht op de ftelt eên' verbetering zyner inkomsten, en deed, deTol te wyl de Vlamingen, onder anderen den DorCesrvliet. drechtfehen tol , door het omvaaren langs Bornisfe naar Holland , trachtten te ontwyken, een tol te Geervliet (y), gelegen in het land van Putten , aan de Maas, aanleggen, en denzelven, met verlof des Keizers , zoo ftreng invorderen, dat de Vlamingen, daar 1161. over gebelgd, eeneftroopingin het land van ' ~ Waas ondernamen (z) , en zich door het inVer. nemen van het zelve , eenen kryg met de ^h^met Hollanders berokkenden; om welken met te de File- meerder ernst te voeren, Floris een verdrag zen. met de Dregter- en West-Friezen floot, waar by (t) Beka in Hermanno, p. 52. (i>) Melis Stoke, bi. 48. (x) Theod. a Leydis & Leon. Mon. Brev. P- «54- (31) Diplom. Henr. VI. apud Mart. & Dürand. Jbej'.Anecd Tom. I. col. 661. (z) Meyerus ad Ann. 1157.  CHRONYK./. Iloofdft. 6s by deze verpligt werden hem te huldigen (a). Ao. Alvorens echter de Vlamingen aan te tas- 1162; ten, verbondt de Graaf zich in huwelyk met ~ Ada, een kleindochter van den Schotfchen^V^J Koning David (b) , en werd kort daar na in- Schovc! gewikkeld in den twist van den Utrechtfchen land. Bisfchop Godefrid met die van Groningen ; by Welke gelegenheid deze Stad door hemen den Belegert Bisfchop vruchteloos belegerd, en eenigen tyd ?™M' daar na het gefchil met dezelve door eenVerdrag bemiddeld werd (c). Vervolgens floot de Graaf met den gCmelden Bisfchop, Verdeelt door de tusfchenkomst van Keizer Frederik, hetFriesnopens de Friefche Graaffchappen Oost er- en West er - Gouwe een Vergelyk, waar by ditfchap" Land onder hen verdeeld en hetberegtendermet den Waereldlyke zaken aan den Graaf, dat der Bisfchop Geestelyke of Kerkelyke aan den Bisfchop gelaten, en vyf honderd Marken Zilvers , als eene Boete voor het fchenden van het Ver- rïg- drag Vastgefteld werd (#). Hier uit blykt — dat de Keizers zich als volftrekte Opperhee- Beoorren dezer Landen gedragen, en dat de Bis- logt de fchoppen en Graaven hen als zoodanigenVlaillin'. erkend hebben. Want, de Graaf vervolgens §en' met die van Utrecht, Gelderen Kleef een Verdrag tot het beletten der geduurige overftroomingen dezer landen makende , werd door (a) Zie S cru ver. in Flor. HL, bl. 150. en Mie. ris Chaiterb. 1. D. bl. 146. Aant. (4). (J>) Zie denzelven aldaar. (c) Beka in Godefrido, p. 54. (d) Pa£b. Concerd. apud Hedam, p. 171. Mier i s Cbarterb. I. D. p. 110. I. Deel. E  66 VADERLANDSCHE Ao. door den Keizer wel fcherpelyk geboden om 1165. den nieuwlings aangelegden Dam by Swade' burg of Swammerdam (e) weg te nemen: waar op hy, na 't verklaren des Oorlogs , de Vlamingen te water en te lande aantastte; doch werd, na het opbreken van't beleg der Stad Amerjlein, in den El/as, toen aan Vlaanderen behoorende, in een daarop volgend gevecht en nederlaag der zynen, Word zwaarlyk gewond, gevangen, en naar Bruggevan- gg gevoerd ; alwaar hy , twee of drie jaaren fluit een gevangen bleef, doch eindelykop voorfpraak nadeeli- der Bisfchoppen van Keulen en Luik gellaakt, gen Vre- en tot het maken van eenen zeer nadeeligen de aq Vrede met den Vlaamfchen Graaf verpligt 1168. werj. waar ^ hy, onder anderen, zich als een Leenman wegens Zeeland van denlaatstgemelden Graaf erkennen, alle Vlamingen Tol en Schatting-vry verklaren, alle de voorheen daar by geleden fchade.vergoeden, en zich ter onderhouding van deze en andere Voorwaarden, zoo wel als zyne Nakomelingen, by Eede verbinden moest (f). Inland- Geduurende de gevangenis van den Graaf fcke p,n.: waren 'er ook inlandfche onlusten ontflaan. metste De Haarlemmers, met die van Schagen in twist Friezen geraakt, hadden, verzeld met de Kennecnz. mers, dit Dorp geplunderd, en velen moedwil daar en daar omtrent bedreven. Dit had de Westfriezen zoo verbitterd , dat zy, op hun (e) Dipl. Preder. apud eundem , p. 18r. Mieris Cbarterb. I. D. p. 108, HO. (ƒ) By Scriver. Gr.v.Holl. bl. 154,155. Mieris Cbarterb. I. D. p. 112. 113.  c H r o n y k. L Hoofdfl. 67 hun beurt, Alkmaar overvielen, innamen en Ao: verbrandden. By welke gelegenheid tachtig it<5q~ Stedelingen aldaar, zich wanhopig tegensde Friezen verdeedigende, allen, tot één toe, fneuvelden (g). ; Zoo dra derhalven Graaf Floris m Holland Die de te rug gekomen was, maakte hy zich gereed J™f te dit geweld der Kriezen door de Wapenen te geefsch ftrarfen, en trok, met een aanzienlyke magt, trachtte in den Winter , naar Weftfriesland : doch beteugehad. door de voorbarigheid der zynen, hetlenongeluk van geflagen te worden ; en was vervolgens niet in ftaat om hen geheel in toom te houden of ten eenenmale aan zich te onderwerpen (£). Na den heeten Zomer van het volgende 117°/ jaarontftondin den Herfst een zeer hevige ^ ftorm, die een groot gedeelte van Zeeland, -vVatgr. Friesland en Kcnnemerland overftroomde (0, -vloed, en het water in het Stigt tot voor Utrecht zoo hoog opjoeg , dat men aldaar de zeevisch met netten vangen kon, en, bedenkelvk , alomme zeer vele fchade veroorzaak- ff (g) M elis Stoke, bl. 50. (7j) Melis Stoke, bl. 51. en Beka in Gode/r'. p. 54. (i) Zie de Chnn. v. Egmond by Scriver. Gr. Van Holl. p. 3+i ,342. ' , „, , (k) Beka in Godefr. p. 54. Door dezen Vloed, die op den 23 September voorviel , braken ook vele Dyken in Zeeland door, en verfcheide Eilanden werden overftroomd: In Ao. 1173 was 'er in Maymaand ■weder zulk een zware ftorm en hooge vloed, dat Ü« trecht groot gevaar liep, van geheel te worden bedolven in den plas, en velen vreesden, dat 'er eennieuE ai . w©  r58 VADERLAND SC HE Ao. Eenige jaaren later , wanneer, na'taffter1178. ven van Bisfchop Godefrid , de Bisfchoplyke ~~~ Zetel door Boudewyn van Holland, denBroe- Texe/en aannam; dewyl deze ongelukkiglyk in eene Ao. Rivier verdronk, en hy zelve te Antiochiëaan ngo._ een zware Ziekte overleed . en aldaar in de St. Pieters - Kerk , naby het Graf des Keizers, bygezet werd («)- Zyn oudfte Zoon, Dirk geheeten , nu de Dirk de zevende van dien naam , volgde hem alsVU. Graaf van Holland op terwyl de ander, Willem genaamd , zich in Palestina , werwaarts hy zynen Vader gevolgd was, bleef ophouden, alwaar hyby Frederik,den Zoon des overleden Keizers, in hoogachting ftond, en met denzelven deel had in het bemagtigen van het reeds twee jaaren lang belegerde Akre (o). , Ondertusfchen poogde Graaf Dirk zich,Tracht wegens Zeeland, van de Leenroerigheid aan ?t'^ee™B Vlaanderen , waar toe zyn Vader zich ver-man. bonden had, teontflaan. Hy wist dat Graaffchap aan Filips in het beleg van Akre gefneuveld , en Vlaande'er over de opvolging , na zyn dood , veel™^ verwarring daar te Lande ontitaan was:ken> hierom trachtte hy den Keizer Henrik den VI. IIor. te bewegen, om de Zeeuwfche Eilanden al- leen van het Ryk ter leen te mogen houden. Doch dit werd hem geweigerd, en hy dus verpligt, om den gewonen Leen-Eed aan Graaf Bowlewyn, den Schoonbroeder en Opvolger van Filips, af te leggen (p). Willem, midlerwyl uit het heilige Land te 1192.' rug - (n) Melis Stoke, bl. 57> 58. Mieris Cbar%trh. I. D. p. 1 o 9. , (0) Zie denzelven Melis Stoke aldaar. O) Meyer. ad Ann. H0i. E 3  7o VADERLANDSCHE Ao. rug gekeerd, en in 't eerst wel minzaam ontiiyz. vangen , doch federt met zyn Broeder on' eenig geworden zynde, begaf zich wel haast, ■^Oor1 zeer m^snoeë^ ' naar ^e ^regter - Friezen, log met met welken hy terftond de vyandlykheden zyn Broe-begon, en dus den Graaf mede in de wapens dsr> joeg; maar naauwlyks was deze gereed om hem tegenftand te bieden , of hy werd van alsook eenen anderen kant door de Vlamingen met de (waarfchynlyk getergd door het heffen der viamin- Geervlietfche Tollen, tegens het gemaakte sen* Verdrag (?),) aangevallen, en dus genoodzaakt zyne magt te verdeelen. Met een gedeelte dan derzelve begaf hy zich naar Zeeland, en noodzaakte daar mede de Vlamingen , dat Gewest te verlaten : terwyl zyne heldhaftige Vrouw Aleid, dochter van den Kleeffchen Graaf Dirk , het ander deel des Legers zoo mannelyk tegen haren Schoonbroeder en de Westfriezen aanvoerde , dat zy hen by Alkmaar uit het veld lloeg , en , } T95' een volkome zege behaalde (r). Ver- Eene Overwinning des te gewigtiger, om loent dat zy de beide Broeders kort daarna met zichi met elkander te Haarlem bevredigde, en eene ^" overeenkomst te wege bragt, by welke aan Willem driehonderd ponden jaarlykfche inkomsten uit de Tollen van Geervliet toegezegd , en al 't geen Graaf Dirk in Ooster- en Wener - gouwe bezat, ter leen gefchonken werd (*)• Doch Niet zeer oprecht nochtans komt deze verzoe¬ te Zie bladz 33. Mieris Charterb.l.D. p.iif). (V) Wilh. Procur. ad Ann. 1195. Q) Mi lis Stoke, bl. 60.  CHRONYK. LHoofdji. 71 zoening van den kant van Graaf Dirk ons Ao. voor; want, zoo dra had Willem zich niet als 1197. Graaf van Friesland door de wapenen geves- ~ tigd, of men zag den Kuinderfchen Graaf J^J*™ Henrikde Kraan, die hem dit bewind betwist vangen had , doch eindelyk het Land ontruimen nemen, moest, by den Hollandfchen Graaf niet alleen met open armen ontfangen, maar zich ook de ftoutheid aanmatigen, om in 't gezigt, en met toeftemming bedenkelyk van Graaf Dirk, dezen Broeder van den Graaf, die hem op het Slot ter Horst (t) , in het Sticht van Utrecht, kwam bezoeken, geweldig aan te tasten en inde gevangkenis te werpen ; welke hy echter eerlang ontvlood, zich naar Gelderland begaf, aldaar met Aleid, Dochter van Graaf Otto , in den Echt trad , en door die verbindtenis zich derma- Word anten fterkte , dat zyn Broeder Dirk een op ^^era rechter Verdrag, dan het vorige , met hem bevre. floot, 't welk van wederzyde ongefchonden digd, gehouden werd (u). De gelegenheid werd voor Graaf Dirk wel en helPt haast geboren, om dit te toonen; dewyl de h™fon Utrechtfche Bisfchop onderftaan had , in Bisfchop weerwil der vorige Overeenkomst, nopens van u- Fries- trecbt, (t) Hier hield Graaf Dirk, by 'tledig ftaan en twisten om den Bisfchoplyken Stoel van Utrecht, zich als toen op, en oeffende , uit last des Keizers, aldaar het waereldlyk bewind over 't Bisdom , 't welk hy tegen rede, zegt Melis Stoke in zyne RymChronyk, nog in handen hield, na dat Dirk van der Are reeds by de Geestelykheid tot Bisfchop gekozen was. , (V) Beka in Theodor. II, p.61. Anonym. ds Heb, Ultraj. C.XIII, p. 17- E 4  72 VADERLANDSCHE Ao. Friesland met den Hollandfchen Graaf Floris den III. en een zyner Voorzaten gefloten , ! zonder bewilliging of toeftemming van Graaf Willem, in Friesland eene Geldligting te komen doen ; waarom hy ook door laatstgemelden overvallen en gevangen, doch kort daarna door eenige bygeloovige Friezen met geweld verlost, en nu, met Henrik van Lotharingen verbonden , tegen den Friefchen Graaf in Oorlog geraakt was. Tot hulp dan van zynen Broeder toonde zich Graaf Dirk even vaardig als Willems Schoonvader , de Graaf van Gelder. Deze laatfte viel terftond in Overysfel en nam Deventer in •, terwelke wyl de Hollandfche Graaf Utrecht belegerStad hy de ; doch dit beleg wel haast verliet, om belegert;Qraaf Otto van Gelder, die intusfehen door derver-C*den Lotharingfchen Hertog met list gelaat, vangen genomen was , te gaan verlosfen. Tot dat einde ging hy het nieuw geftichtte Neemt 's Hertogenbosch belegeren , en had het geluk 'sHerto- {jeze §tacj ^ nevens eenen grooten Buit en fjSn.}QiC veele Gevangenen, onder welke laatften mede de Broeder was van den Brabandfchen Hertog, in zyne handen te zien vallen. Kort echter duurde deze vreugd. De Hertog , die zich verfterkt had met de hulpbenden van Keulen, Luik, Limburg en Vlaanderen, overviel hem , by het nemen van den hertred naar Holland, omtrent het Dorp word ge- Heusden , en hier werd Graaf Dirk gellagen •spugen, en ook gevangen fjs). Zeer zuur brak dit ongeluk den Hollandfchen fx) Melis Stoke, bl. 64, in DirkVII.  CHRONYK. I. Hoofdfl. 73 fchen zoo wel als Gelderfchen Graaf op. De Ao; eerfte moest niet alleen twee duizend Mar- 1202. ken Zilvers voor zyn rantfoen betalen, « maar werd daarenboven genoodzaakt een°njfla. ruim zoo nadeelig verdrag met den Bra-*> » bander te fluiten, als zyn Vader Ao. 1168. met de Vlamingen had moeten aangaan, By dit verdrag werd het oudfte gedeelte van Holland , om en by Dordrecht gelegen, afhangkelyk en leenroerig van Braband (y), en moest omtrent 80 jaaren zodanig blyven; daarenboven ftond de Graaf zyn recht op Breda aan den Hertog af; doch hy zelve , die misfchien zyn hartfeer deswegens niet verkroppen kon , overleefde zynen ramp met lang; maar ftortte eerlang, te Dordrecht, in eene zwaare ziekte , die hem weinig tyds daar na uit het leven rukte (2); nalatende een en item. eenige dochter, Ada geheeten, waar van wy 1203. in het volgende Hoofdftuk wat nader zullen * Jpreken. TWEEDE HOOFDSTUK, Waar in het voor gevallene federt de Regeering van Vrouwe Ada, en Graaf Willem L laren Oom , tot aan die van Graaf Jan II. uit het Gejlacht van Henegouwen, begrepen is. GRaafDzWhad, in zyne fterfziekte, wel Ada. tyds genoeg gehad, om zorg te dragen voor (y) Du Mokt Corps Diplmfa Tom. I. P.I. pag. 130. Mieris Ch ntrh. 1. D. p. 137 enz. (2) Melis „iohe, bl.04.. E 5  74 VADERLANDSCHE Ao. voor 's Lands beftier na zyn affterven , en 1203. tot dat einde gaarne met zynen Broeder Wil- ' ' km willen fpreken, en hem tot Voogd over zyne dochter Ada aanftellen; doch de verreziende Gravinne Aleide , zich niets goeds voorfpellende van hem , dien zy eerst met de wapenen te keer gegaan en overwonnen had (0) , en zelve liever aan 't roer der regeering willende zitten, wist dien toeleg van haren man te verydelen, en het, na zyn dood, zoo verre te brengen, dat zy , met hulp en Trouwt toeftemming van vele Edelen , hare dochter met ten huwelyk gaf aan Lodewyk, Graaf van Loon; L^ldewjk en> om ^es te keter haren behuwd broeder van Loon. voor te komen, deed zy de bruiloft zoo fchielyk vervaardigen, dat dezelve nog gehouden werd voor de uitvaart van den overleden Graaf, die eerst naderhand te water naar Egmond gevoerd en aldaar begraven werd (/>). Graal Willem, terftond op de tyding van zyns broeders dood uit Friesland in Holland gekomen , hoorde aldaar mede de nieuwe mare van't verhaastte huwelyk zyner nichte, waarom hy zonder vry geleide niet verder durvende voorttrekken , na het weigeren van het zelve, ten eerften te rug keerde([c). Graaf Eerlang echter veranderden de zaken van Wi iem gedaante: want, fchoon eenige Kdelen Vrouw word met yy/^/in hare oogmerken begunftigden , en dehU£de Graaf LoJeïüyfc bleven aanhangen , waren 'er Ier! In °" niettemin nog anderen, die zich niet gaarne Zeeland aan gehuldigd, (a) Tic bladz. 70. O) Melis Stoke, bl. 65. (c) Dezelve, in Ada, bl. 67.  CHRONYK.//. Hoofdfl. 75 aan 't beftier eener wankelbare en verander- Ao. lyke vrouwe , welke zy voorzagen, dat den 1203. klem des bewinds voeren en hen buiten den — Raad houden zou , noch aan de regeering van een vreemden en buitenlandfchen Heer (d) onderwerpen wilden. Deze dan , van welken Filips van Wasfenaar en Jan van Ryswyk de hoofden waren , deden Graaf Willem te Zirikzee in Zeeland huldigen (e), en trachtten in Holland kVrouwe Jleide en de jong gehuwden heimelyk in handen te krygen; doch eerstgemelde ontvlugtte die lagen met Vrouw lodewyk ter nauwernood, door hulp van Gys-Aki^ breekt van Amjlel, naar Utrecht (ƒ) ; terwyl nayar ^ Jda, onder befcherming van de haar toege trccht,ea negen Edelen , naar den Burgt van Leiden Ada naar week, alwaar zy wel haast door deRhynlan- = ders en Kennemers belegerd, en, zoo doorbe]ege^d gebrek van levensmiddelen, als door de groo en gete overmagt harer tegenparty, genoodzaakt vangen werd zich over te geven; by welke gelegen- word« beid de Vorftin zelve aan haren neef, Willem van Teilingen, in handen gefteld , en van den zeiven naar haren ftaat gehandeld is Gr). Graaf Willem, in Zeeland van den geluk-Vrouw kigen uitflag dezer onderneminge bericht,A^ kwam in der yl naar Holland te rug, alwaar^0™ hy van edel en onedel met open armen en Texel,en (d) J. a Leydis, pag.177. (O M. Stoke in Ada, bl. 67. en J. a Leyd. p. 177- (ƒ) J. a Leydis, p. 177. is) Eëm' Cbrmyk by Scb.iv. p. 424.  76 VADERLA NDSCHE Ao. gejuich ontfangen werd. Toen zond hy ï2°3- zyne nicht, (over welke , zoo wel als over vervol- haar Graaffchap zelve hy , fchoon met het gens naar hoogfte gezag befchonken, federt flechts, uit Engeland zedigheid zoo 't fcheen , zich den tytel van voe'd. Voogd toefchreef,) verzeld van hare Kamenieren, naar Texel, en vervolgens naar En~ geland; alwaar zy zoo lang verblyven moest, tot dat zy , uit hoofde van zeker Verdrag, tusfehen baren oom en haren man gefloten (F), eenige jaaren daar na ontflagen geworden en federt in of omtrent het jaar 1218. buiten Holland overleden is. 1204. Het koste Graaf Willem nochtans zeer veel, ' eer hy zich in 't bewind over dat Graaffchap, Graaf met hulp der Edelen, gevestigd zag ; want verbu7d *n ^en v0'sen^en jaare verbond Lodewyk, de zich met Graaf van Look, die de kans niet opgaf,zich met den Bis- de Utrechtfcbe (?) enLuikfcheBisfchoppen, fchopv. zoo wel als met den Grave van Namen en ^• J".2-Hertog van Limburg ; en viel , na dat de Holland" Bisfchop van Utrecht de Schans ten Busfche 'twelk '(£) reeds ingenomen, en Floris , Graaf Wil' hyver- lems oven. Q,) Matth. Annal. Tom. III. p. 126. (i) 't Verdrag met den Utrechtfchen Bisfchop is in zyn geheel te vinden by M ie r i s Chatterb. I. D. p. 144. In het zelve erkent de Graaf van Loon den Bisfchop als Leenheer van die fteden in Holland, welke Graaf Diderik en de voorigen van het Sticht gehouden hadden; (welk dus verre af is van eene belofte , om Holland zelve, gelykBEKA wil. van den Bisfchop ter leen te zullen houden.) Na fchikking van eenige pndere zaken , werd toen ook het Verdrag van Ao. 11Ó5, ten overftaan van den Keizer Frederik, tusfehen den Bisfchop Godefrid en den Graaf Ftorens gemaakt, bevestigd. (*) J. a Leydis, p. 178.  CHRONYK. II. Hoofdfl. 77 kms broeder , by die gelegenheid gevangen AOm had, in Zuidholland, 't welk hy , nevens 1201. ganfch Rhyn- en Kennemerland, wel haast ' ■weder aan zich onderwierp, en als toen de Kennemers hunnen inval (/) , dien zy korts te vooren in het Sticht gedaan hadden , rykelyk betaald zettede : terwyl de Vlamingen aan den eenen , en de Heer van Voorne aan den anderen kant, eenen inval in Zeeland gedaan, en Graaf Willem, die derwaarts De Heer wedergekeerd was , genoodzaakt hadden Voorn* zich ter naauwernood in een visfchers fchuit, alwaar men hem onder het vischwant m'ilem bedekte , te verbergen , en dus het ge-uit Zeevaar te ontvlugten ; waar door gantschland; Zeeland aan Hugo van Voome onderworpen werd. Edoch de Zeeuwen kregen wel doch haast van het flecht beftier en de kneve-wordop laryen van dezen nieuwen Bewindsman, die ^yend^urt de aanhangers van Graaf Willem wreedelykc1oor de deed vervolgen (?n),zulk een afkeer, dat zy Zeeuwen hem verdreven, en zich eenparig aan hunnen verjaagd, voorigen Heer onderwierpen (n) ; die , opp.fj™ hun verzoek, weder derwaarts kwam, enwederitl. onderwyl ook de Kennemers andermaal ten roepen, zynen voordeele in 't harnas bragt, enzich dus in (laat gefield zag, om (niettegenftaande Lodewyk op de laatstgemelden weder een groot voordeel behaald , en hun by Leiden een gevoeligen neep toegebragt had,) zynen (I) Hy dezen inval werd het Slot van Heer Gysbr. van Aemjlel verbrand , en het Land tot aan Breukelm toe geplunderd. Zie M. Stoke in Ada. bladz.63. (m) VideM. Vos sn Annal. adAo. 1204. Lib.IU. k(n) J. a Leyd. p. 178.  78 VADERLANDSCHE Ao. nen tegenpartyder het hoofd te bieden ; 't 1204. welk hy , door den grooten toeloop , dien hy , in Holland met eenige Zeeuwen geko- en met men zynde , zelf boven zyne verwagting rf^uitontmoette' zoo gelukkig uitvoerde , dat LoHolland dewyk, door zynen Bondgenoot, den Hertog doen van Limburg, (te vergeefsch tot eene vredevlugten. handeling met Graaf Willem uitgezonden, en door gemelden Graaf waarfchynlyk omgekocht ,) verlaten zynde, met de zynen in eene zoo groote verwarring en vreeze de vlugt koos, dat velen van zyn volk hunne wapenen wegfmeten , in de rivieren fprongen, en fommigen hunner door de Hollandfche vrouwen zelve agterhaald en gedood wierden (0). Dordrecht Dit herftelde voor een gedeelte de verloodoorde pen zaken van Graaf Willem, doch het bragt f hen* dezelven niet geheel in ftand. Die van Uver-"' trecht hadden de ftad Dordrecht, den Grave brand, eerst korts te vooren in handen gevallen, Graaf overrompeld en verbrand. Welk onheil, Sedigtnevens het §erucht dat die van Vlaanderen zich met zich weder ten oorloge wapenden , Graaf den Bisf. Willem deed befluiten tot een vrede-verdrag vanU- met den Utrechtfchen Bisfchop , volgens 't trecht- welk hy onder anderen, naar 't bericht van I2Q_ fommigen (p), aan dezen Kerkvoogd duizend ■ Sponden of marken voor zyne geledene fchade moest betalen , en Henrik, de Kraan in de hem ontnomen bezittingen in Friesland herftellen (?). Hier (0) Wilh. Procue. ad Ann. 1204. en Melis Stoke, bladz. 73. O) Anonym. de Reh. Ultraj* C. XV. p. 12. (jl) Vossii Annal. ad Ann. 1234.  CHRONYK.//. Hoofdft. 79 Hier door kreeg de Graaf zyne handen in Ao. Holland weder ruim , alwaar hy vervolgens 1205. een gedeelte der aanhangers van den Graaf van Loon met ballingfchap ftrafte , en hunne goederen, ten behoeve zyner vrienden,verbeurd verklaarde ; doch de Vlamingen bevestigden wel haast, door eenen inval in Zeeland, tot welken Lodewyk den Graaf Filips van Namen bewogen had , de waarheid van 't reeds gemelde gerucht hunner krygstoerustingen, en bragten aan dien kant GraafSluit een Willem, die zich wel in tyds derwaarts be JjjJjJjS gaf, doch hunne landing niet beletten kon metGraaf de, zoo zeer in 't naauw, dat hy genood Lodewyk zaakt was, met Lodewyk een verdrag aan tevan Loon. gaan, waar in aan dezen het geheele Graaffchap van Holland toegelegd, en Willem ver- 1200bonden werd de Ingezetenen van eenige Hollandfche fteden in perfoon van den aan hem gedaanen Eed te gaan ontheffen, en tot het huldigen van Graaf Lodewyk te vermanen (r). Dan hoe nadeelig dit verdrag ook in-Waaraan derdaad wezen mogt voor Graaf Willem, 'tbyzich werd echter, zoo'tfchynt, geenszins nage-^"^ komen ; zeggende onze ChronykfchryversbincL fiechts, dat Lodewyk met zyn leger naar zyn Graaffchap gekeerd en federt geenen voet in Holland gezet, en dat Willem, meefter van al 't land tusfehen de Home en Lauwers blyvendeGO» zich, waarfchynlyk, in't voori- ge (/) Matth. AnaleS. Tom. III. p. 126. Mieris Cbarterb I. D. bl. 147. 0) M. Stoke in Ada , bl. 76. en in Willem I. bladz. 77.  80 VADERLANDSCHE Ao. ge bezit en gezag bevestigd, en zich alstöen 121*3. verder ook weinig bekreund heeft aan het verzuimen eener andere voorwaarde, rakende zyne nicht Ada , die hy beloofd had, aan haren Gemaal weder in handen te ftellen; hoewel deze, eenigen tyd daar na , uit En~ geland, werwaards zy , door zyn toedoen j vervoerd was, aan haren man te rug gezonden werd. Helpt de Eenige jaaren later verkreeg Graaf Wil* Engel- lem , door het aanhangen der party van fchen en Otto van Saxen , die fommige Ryksvorften Vlamin- tegen frederik den tweeden op den keizerlygen de ken zete^ trachtten te handhaven , de beFran- vestiging in alle de Leenen , die zyne fchen. voorzaten, Floris en Dirk , van het Ryk gehouden hadden (r), en verbond zich ten dien tyde voor zekere fomme gelds , ter hulpe van den Koning van Engeland (V), diealstoen door den Paus in den ban gedaan en voor eenen aanval van den Franfchen Koning FiUps den tweeden beducht was. Uit hoofde van deze verbindtenis was hy verpligt de Vlamingen , die mede de zyde der Engelfchen gekoozen en welken de Franfchen om die reden het eerst aangetast hadden, tehulp te komen ; 't welk hy met zoo veel geluk verrichtte , dat hy niet alleen eenige ver- over- (t) Mieris Cbarterb. I. D. bl. 156. Deze bevestiging was hem te voren , van wegen tien RoomschKoning Filips, wiens zyde hy toen fchynt gehouden te hebben, in deszelfs Verdrag met den Hertog Hen* rik van Braband en Lotharingen , aangeboden. Zie Mieris Cbarterb. I. D. bl. 145. (■ü) Zie het zelve Boek, 6l. 157 enz.  CHRONYK. //. ffoofdjl. 8t over de ftede/n weder innam, en eene over- Ao. winning ter zee op de Franfciie fchepen be- 1214.. vocht , maar ook den Hertog van liraband ~ van zyne verbindtenis met Frankryk aftrok, ^* vgr, en federt met denzelven een byzonder ver tlrag met drag flooD, waar by deze Hertog zyne doch- den Herter Magteld aan-des Graaven zoon, Floris ge - tög' van naamd, ten huwelyk beloofde (*).. Braband> Het volgende jaar was min gelukkig voor 1215*' Graaf Willem ; want. in een veldflag by Bo- ' vines. alwaar de Franfchen , wanhopig vech- word 8e" tende, de overwinning op de Vlamingen en hunne Bondgenooten behaalden , werd hy, nevens vele andere Grooten (y), gevangen genomen; doch kort daar na,. voor eene groo- weder te fomme gelds, weder los gelaten: waar op *^ hy van party veranderde, en den Franfchen vei.a'n. Koning, die twee jaaren daar na door de dert van misnoegde Kngelfchen , 'tegens hunnen KÓb Pauv* ning.'fa», ingeroepen werd , met eenige (2) 12i6. manfcbap te hulp kwam, en, nevens des Ko- nings zoon , naar Engeland overftak, van waar hy nochtans wel haast , onverrichter Wordt zaken te rug, keerde , en den Ban van den d?°' Paus, om deze zyne- Hou te onderneming aen^an beneffens den Dauphin en anderen, bezuuren moest. . Behalven dezen Pausfelyken Ban» haalde De SiGraaf Wt'lfiin .zjch. den toorn van den Engelfchen Vorst óp den hals,' die ten uiterfte ver- a°^s bit- (x) Boxhorn op Reigerb. II. Deel> bl. 605. , (j)'Meïilr. ad Ann. 1214. (3) Idem ad Ann. 1216. t Deel. F  82 VADERLANDSCHE Ao. bitterd, om zyn beftaan , den Keizer Otto,by 12» . eenen brief,die nog voor handen is (a),aanzetGmfLo re, om den Graaf Lodewyk van Loon, indien hy deivyk zich aan hem onderwierp , door zyn gezag in 1 bezin in het bezit van het Graaffchap Holland, 't Tand^°' we"c ^e]Jl ^oor WÏÜem, tegen alle verdragen doen onthouden werd, te herftellen. Doch het gehWlïëi- zag van dezen Keizer was toenmaals zo gelen* ring, en de Hollandfche Graaf in zyn bewind daartegen nu zoo vast gevestigd, dat, al ware deze onderhandeling, die vruchteloos afliep, van gevolg geweest , de uitvoering derzelve ten uiterf e bezwaarlyk zoude gevallen zyn. Doo-1 Daarenboven ontfloeg de dood van (V) Graaf vanGraaf Lodewyk, die ■ zyne vrouwe Ada niet lang Ltóewy*. overleefde, zynen behuwd oom van alle zorg nopens zyne ondernemingen : voor welke hy, op zich zelve, zoo min bekommerd was, G,a,f dat hy des jaars te vooren nog een kruistogt Wi.iem naar Egypie ondernam, op denzelven Portudoet een ga\ aandeed, den Portugezen, door het verk;ruis' overen van het Kafteel van Akazar (c) geen naarjË- geringen dienst bewees, en vervolgens naar gy>te, en Egypte ftevende met de- zynen , onder welhejpt ken misfchien ook de Haarlemmers uitmunDamiate tec]en t jn nct beruchte beleg en de veroveren, ringvan het flerke Damiate (i) , alwaar hy eenen ongemeenen lof en eenen tot nog toe onverdorven eernaam van dapperheid behaalde. Na (o) MiERis.C^rfet-6. I. D. p. 109. (6) Mantel 11 Hiftori» Lojfens. p. 15?. (c) Mieris Cbarterb. L D. p. 175. \ossil Annal- ad Ann. 1217. (d) Oliver. Hifi. Damiat. C. XIV. Col. 1412.  CHRO.NYK. 11. HoofdJÏ. 83 Na de verovering dezer vesting weder in Ao; Holland gekeerd zynde, ['t welk zekerlyk 1210. in den jaare 1219 moet geweest zyn, dewyl hy te Frankfort tegenwoordig is geweest by*™^ de beleening van Henrïk den L Hertog vanher.' Braband door den Keizer Frederik den II., en trouwt, by de bevryding van de Kerk van Ut recht van den tol te Tiel (e),'] vond de Graaf het land in vrede, doch zyne Bedgenoote overleden, waarom hyzich andermaal in het huwelyk begaf met Maria (ƒ), oudfte dochter van Hen' rik den I., Hertog van Braband, verkeerdelyk door fommigen opgegeven voor eene dochter van den Hertog (g) van Lancaster: doch vervolgens het Graaffchap maar twee I222^ jaaren berechtte , ftervende op den 4 Fe-Sterft> bruary 1222, en nalatende,behalven den roem zyner heldendaden, en de eer van de oudfte Keuren en Stads Voorrechten aan Geertruidenberg (h), Dordrecht en Middelburg gegeevente hebben,onder anderen eenen nu twaalfjaarigen zoon, die hem, waarfchynlyk onder het be-Zyn ftier en opzigt van zynen moederlyken oom*oon Gcrard, Graave van Gelder, met den naam[y™^' van Floris den IV, in deGraaffchappen van hernop. Holland en Zeeland opvolgde. Weinig tyds HeI had Floris het Graaffelyke kusfen bezeten ,nen oom,wanneer hy» door zynen gemelden oom . me-derGmf deaneewikkeld werd in de onlusten, welken ™n Gel& de-rfer» te' (e) Mieris Cbarterb. LD, p. 177. (ƒ) Zie het zelfde Boek L D. p. 178, 209. en des On;;en. Klerks- Cbron. van Holland, bladz. 104. (g) Anml. Ecmundan., p 41. (/;) Mieris Cbarterb. I D. p. 158, 17a F 2  84 VADERLANDSCI-IE Ao> dezen in eenen oorlog met de Utrechtfchen 12 2'i. Bisfchop (0 gebragt hadden,en die ontdaan warm of door de knevelaryen der Bisfchop- ge'.sü- lyken in Sailand, ot door het te ftrengelyk tracht, afperfen der Gelderfche Tollen van de Sticht, fchen; by welke gelegenheid de Hollanders 't Ghein verwoestten , en het met de Gelderlehen misfchien nog verder zouden gebragt hebben, was 'er niet, door tusfchenkomst van Coipaad, Bisfchop van Porto, toenmaals AfD^ch gezant.van den Paus, een beftand en vervolvred! 'cf"£ens een vrede tusfehen de twistende partyvrt ' en getroffen; by de welken de Graaf van Gelder 't beftier over Sall nd aan Biffchop Otto, deze daar tegen aan hem eenig allodiaal goed in Eist en UdiUenberg, nevens twee duizend ponden , en aan Graaf Floris , agt honderd ponden voor eenige in gemelde plaatfen woonende dienstluiden, geven zou (£): terwyl men met laatstgemelden Graave ook overeenkwam nopens het maken van zeven Huizen in den IVendeldyk , van welken de Bisfchop 'er vier, en Graaf Floris de overigen bekostigen zou (/). Dit onweder was naauwlyks over, of de Bisfchop had de hulp noodigder onlangs bevredigde Vorllen , om een opftand zyner eigene onderdanen, in Drenthe , te dempen. Eg- (i) Beka in Ott. II. by Scriver. p. 430. Ik' Vid AuSt. incert. Narrat. Hijlor. edit. p. Mat- THÏUM p. 24. (i) Mieris Charttrb I. D. p. 194. SCRIVKR. Cr. v. Holl. blad. 431, 433.  CHRONYK. II. Hoofdft. %S Egbert (in) van Groenenberg, namelyk,door hem Ao. tot Gouverneur van Groningen aan gefield zyn- 1225. de, mishaagde dit derwyze aan iiudoif van Koeverden, die zich het recht daar toe aan jj «g* maatigde, dat deze met de Gelekingen (n), (chop 0t. een voornaam geflacht te Groningen , aan-{S tegens fpande, den nieuwen gezagvoerder ter Stad Rudotf uitjoeg, en, op hun beurt door denzelven ook ^Jj^ daar weder uitgedreven zynde , hem anderwerf kwam befpringen ; weshalven de bisfchop Otto, hem te vergeefsch tot het afleggen der wapenen vermaand hebbende, genoodzaakt werd hem voor vyand te verklaren en aan te tasten. Tot dat einde dan gciltr -t met de perfoonlyke hulp des Graaven van Gelder (n), met eenige Hol landfche hulptroepen onder den Heer van Arkel (0), en weinige Keull'chen en Munsterfchen, trekt hy den onrustiger! A' .• • 7', die zich by Koeverden ineen i926\_ voordeeligen post gdegerd had, tegen, en tast hem zoo ongelukkig aan, dat vier honderd of m r van zyne zwaargewapende Itryi slieden in dc moerasfige broeklanden Ji; edood, (p) hy , de Graaf van Gel- (m) VItl. AiMattiui Not. in Anonym.p. 131. (n) Nirrat. Hi'l. A. ii.cert. p. 21. (o) Zie M. Voss. Hifi. Jaarb. v. Hotl. enz. bladz. iio. Q>) Onder de genen, die, in dezen (lag, Ao. 1226 den 27 July voorgevallen , gedood en 't meest beklaagd werden , was ook zekere Bernardns de Horstma-ia, (een Keulsch of Munstersch Overfte ,) die zich in den dienst van fommige Paufen en Keizers zeer aangenaam, en in den oorlog tegens de SaraF 3 ce-  J Ao. 1 . mi» | Die gevingenen gerabraaktwerdt. ia?o. eenen beroemd, gemaakt had; van welke Beka getuigt, dat hy een zeer dapper Soldaat, en onder de Duitfchers by uitftek vermaard , was, en in dit gevegt, zich nog langen tyd op zyn fchild. in het moeras ituinkende, onderfteunde, en alvorens hy 'er in omkwam, eene vreeslyke flagting onder de vyandea aanregtte. Vide Narrat. Hift. p. 23 & Notas in iftam, ^ (q) Met hem was mede, door die van Nyenfiede, by zekere gelegenheid, gevangen . een Hendrik van Gravenrdorp, die het zelfde lot, als hy, bezuuren moest. De vader van laatstgemelden , ten zelfden tyde meJe ömgebragt, was vervolgens 3 4 T den jongen Hertog van Br«band Qy), enden " ' Graaf van Kleef, gebruiken lieten. Sommigen (z> willen dat de Hollanders en Zeeuwen , met eene vloot, van drie honderd fchepen , de Noordzee overftaken: wat 'er vanzy, dit is zeker, dat de gemelde Stadingers, na een wakkeren tegenlland , geüagen , overwonnen , en , nevens alle hunne weerlooze have , verdreven of uitgeroeid werden (a) ; zynde van den kant der Holjanderen onder anderen in dien togt gefneuy^ld de Aht IVillem van Egmond (£). De .andere rnin ernftige, doch duodelyke, gelegenheid , die zich voor den Hollandfchen Graaf, om zyn moed en behendigheid in "t vechten te toonen , opdeed , belfond hier in; dat hy, wiens naam en roem zich alom verfpreidde, kort na de te rugkomst van zynen de knevelaryen der Pricfteren ; die reeds toen, als blykt, gewoon waren , de zufken , die zy of naar hunnen wenk draaien of van kant helpen wilden, den blaam van ketterye aantewryven. Zoo veel vermoet ten dien tyde de haat der Geestelyken , die nu in onze dagen niettemin even krachtig en levendig bevonden wordtezyn. (y) Deze was de behuwdbroedcr van Fioris en de zoon van den toen regeeienden Hertog. (z) Meyer. in Annal. Flandr. Libr. 8. Mik/r. ps in Cbron. ad Ann. 1234. Hijl. Archieptjc. Brem. ad Ann 1234. Ca) DivjEüs in Libr. 10. Rer. Brabant. (b) Vide Anr.il. Ecmundan p. m.45. Van den welken aldaar ook gezegd word , dat hy den grond gelegd had eener Kapelle en Begraafplaats te Egmond o£> den Hoef.  CHRONYK. ILHoofdft. 89 gelukkigen togt tegen de Stadingen , door Ao. den Graaf van Ciermont , naar Corbië (c) in 1234. Picardië, ten openlyken Tournooifpele geno- . digd, en aldaar van allen, inzonderheid van word m de jonge Graavin , dermate met verwonde- Tour_ ring aangezien , en om zyne wakkerheid ge- nooifpel prezen werd, dat de oude Graaf, 't zy uitteCorbii belgziekte over het verwinnen zyner Edellin- gedood, gen in het fpel, 't zy uit minnenyd wegens zyne Gemaaiin 00, 't zy om wat anders, met de zynen het jok in ernst veranderde, hem vyandelyk aantastte, en, na een kloeken wederftand, • overmande en ombragt; 't welk de Kleeffche Graaf, mede daar tegenwoordig , hem nochtans ook met den dood deed boeten. Dus ongelukkig fneuvelde Floris de IV. ,in Willem den bloei zyns levens, fléchts omtrent 24 jaa- de tl. ren oud zynde, en nalatende eenen pas zesjaa rigen zoon (e), Willem genaamd , tot zyn van Hol. op volger. Maar hoe kort ook de regeering van land. Graaf Floris mag geweest zyn, tyds genoeg heeft zy hem echter gegeven om de blyken zyner gunst, inzonderheid aan de Zeeuwen, te (Y) Scriv. bl, 446. In Gr. v, Holl. Au. Sta. d f n s 1 s zegt, Novimagium of Noyon. (d) Zie Scriv. Toeufieen op de Goudjcbe K>onyk blad. 259. , (e) Graaf Floris lief nog een zoon na, geheeten Floris, die, het beftier van Zeeland waargenomen hebbend*? , na zyns broeders dood de vougdy over Holland waarnam: nevens twee dochters, A. leid , vervolgens gehuwd aan Jan van Avennes ; en ' Margriet,, die met Graaf Herman van Hennmberg getrouwd geweeft Is. F 5  po VADERLANDS C H E Ao. te toonen; hy begiftigde onder anderen ook 1234. Westkappele (f) en Domburg (V) met fchoone ' Voorrechten; en verleende fommigen, te Gorkum wonende , vryheid van Tol (7>), en anderen, omtrent Rbynsburg , ontflag van alle Lasten en Beden : Ook had hy , in navolging zyner voorvaderen , om zich en de zynen gedacht, en voor de zielsrust van zyn perfoon engefhcht, in hetlaatfte jaar zyns levens, een Nonnenklooster te Loosduinen (/) gefticht en begiftigd. Na zyn dood aanvaardde Bisfchop Otto , en nevens hem zyn andere broeder Willem (k), de voogdye over den jongen Graaf, die onder hun opzicht in alle Ridderlyke oefeningen onderwezen, en nog geen twintig jaaren been R. reikt hebbende , tot Roomsch- Koning geKoning, koren werd , na den dood van Henrik, Landi247.^graave van Thuringen. Edoch, wyl deze verkiezing (0 niet eenftemmig gefchied, en de (/") Zie de Keuren van iVestkappele in Mieris Cbarterb. I. D. p. 181-185. Dit ÏVestkappele was een aanmerklyke plaats , ondcrfcbeiden van het tegenwoordige Dorp van dien naam; en weleer gelegen r.p den westkant van Walcheren, daar de Rivier de Zyp in de Noordzee valt; doch federt lang reetsoverftroomd. Reigersè.l. D. p 283.28 j. (g) Mieris Cbarterb. p. 188 -190. (b) Zie het zelfde Boek, p. 193. rij Ook p ui. (k~) Albertus Stapensis zegt, dat de broe• der van Graaf Floris, Willem gebeeten , mede in een Tournooifpel gefneuvetd zoude zyn, doch meld noch plaats noch tyd waar of wanneer dit zoude gebeurd zyn. (0 S t r u v 11 Corp. Hifi. Germ. Tom. I. p. 495,496. Men  CHRONYK.' II Hoofdjl. orde eene en andere Ryksvorst en Stad tot den Ao._ in den. ban geflagen Keizer Frederik en zynen ia^. zoon Qenraad genegen waren, werd Graat Willem genoodzaakt zich met de wapenen in deze nieuwe waardigheid te flellen en te handhaven; wcshalven hy, het beftier van het Graaffchap aan zynen broeder Floris bevelende, optrok, om zich voor eerst meefter te maken van de Ryksftad Men , alwaar hy moest gekroond worden. Deze ftad nu, I24g# die hy , by gebrek van volk , niet fchielyk tot de overgaaf dwingen kon , veroverde by Neemt met behulp der Friezen Qn), welke ddór't^^J aanleggen van een dyk zeer veel daarin toe-in> bragten, na een beleg van vyf maanden. Sedert Ridder geflagen en aldaar met vele plegtigheden gekroond zynde , meende hy zyne overwinning verder voort te zetten, doch, by gebrek van geld en andere behoeften ; was hy genoodzaakt te rug te keeren f». Men had onder .anderen ook de Rykskroon aan den Hertog van Braband, Henrik den V., oom van dezen onzen Graaf Willem , aangeboden; doch deze had dezelve geweigerd , en zynen neef tot dat einde voorgedragen , en denzelven daar toe ook aangezet. Chr. van Holl. van den ongenoemden Klerk , in de Aantek. bl 112 (m) Voor den dienst, welken de Friezen, van oudsher kloeke en ftoute krygslieden, den Koning in dit b-leg betoonden , bevestigde de Vorst hen m de voorrechten bun weleer door Keizer Karei den Grooten verslind.' Zie Winsem Cbron. v. Friesl. bladz. 168. Scuotan. Bejcbr v. Vriesl. bl. 100. Mieris Charterb. I. D. p. 252. («) Alb. Stadens. ad Ann. 1249.  9» VADERL AND SCHE Ao. Na den dood van zynen mededinger Coent;.5I. raad, zoon van Keizer Frederik, fchenenzy" ne zaken in Duitschland beter te zullen flaTrouwt gen ; te meer nog na dat hy zich in den echt tórvan11 verbonden had met EUzabeth (o) , dochter den Her-van Otto, eerften Hertog van £ru>wu)yk,een tog van aanzienlyk Ryksvorst, aan welken en meer Bntns- anderen hy door den Paus met brieven van voorichryving aanbevolen was (p;. Niet zeer gevestigd echter was hier des Konings Geraakt bewind, wanneer hy in eenen oorlog tegen loe°rêt ^e Graavinne van Vlaanderen, zwarte MarBfa'ga- ërcet bygenaamd, ingewikkeld werd. Deze reetvm Vorllin, die in den jaare 1250. zich wel in VJaande- der minne met den Roomsch-Koning en ien. Zynen broeder tloris , toen Drosfaard van Zeeland, nopens de inkomften en rechten van eeni- (0) De zelfde Abt van Stade verbaalt,gelykook Schrïverius dit van hem overgenomen heeft , dat de Bruiloftsnacht voor den jongen Koning en zyne Gemalin byna doodlyk geweest zou zyn , door het ontüaan van brand in het Paleis , waar in zy hun byleger hielden; doch, by tyds gewekt, had de Vorftin h iren Gemaal by de hand uit dit gevaar, langseenen haar bekenden weg, uitgeleid en gered; of fchoon twee Snyders . aan hun werk zittende , in dit ongeluk omkwamen , en verfcheide kof telykheden teiferisdoer de Vla. mingen vernield werden. Nog eenmaal zoude ook de zelfde Koning , volgens het verhaal van dezen zeifden Schryver, diergelyk gevaar van brand te Afarr gelukkig ontkomen zyn, wanneer zeker Keulenaar het huis, in 't welk hy zich met den Aarts bisfchop van Keulen bevond, in vlam zette, en ty beiden dit gevaar ter naauwernood ontweken. Z;e Alb. Stad. ad Ann. 1151 & 1254- (f0 Chron. v. Holl. van den Ongen. KI. bl. 117.  C H R O N Y K. II. Hor.fdjt. n eenige Eilanden dezer Provimie , van haar ao. leenroerig zynde , verdragen had (q) , kon 125 t echter niet dulden dat haar voorzoon jan van Avennes (?) , door Koning Willem federt met de Graalfchappen Namen (s) en Henegouwen befchonken, en haar de leenverheffing van Zeeland door gemelden Vorst niet alleen geweigerd, maar dat Land zelf met dat van Waas, enz. mede aan dezen haren zoon te leen gegeven werd (0 : hierom weigerde zy niet alleen haar leen van Vlaanderen voor Koning Willem te komen verheffen O), maar zond zelf, na dat zy de leenverheffing der Zeeuwiche Eilanden , op de wyze zyner voorzaten , te vergeefsch van den Koning afgevergd had , en terwyl zy dien Vorst, te Antwerpen (x), met eene onderhandeling dacht op te houden, haren zoon, Guy (<•") Zie Mieris Cbarterb. I. D. p 258. (r) Deze was , benevens zyn broeder Boudewyn, by haar verwekt door Borcban van Avemes; doch zy handelde hen naderhand als bastaarden , en bevoorrechtte hare zonen ,by Willem van Dampierre geboren , met de opvolging in Flaanderenen Henegouwen. Doch deze Jan van Avennès , in 't beleg van Aken by Koning Willem bekend en geliefd , en federt met deszelfs zuster inden echt verbonden geworden, bad zich reeds met geweld tegen deze befchikking zyBer moeder aangekant, en het vervolgens zoo verje gebragt, dat hy in 't bezit van Namen en Henegouwen gefield en bevestigd werd. * (j) Zie Mieris Cbarterb. I D p. 247,248. (t) Zie't zelfde Boek, p. 268,269. en volgens de Thef.Nov. Anecd. der Heeren Mart. & Dürand. Totn. I. p. 1164, 1165. (u) Apud eosdem Tom 1. p. 1031-1034. (x) Eyndii Cbrtm. Zeeland, p. 242.  94. VADERLANDSCHE Ao. Guy van Dampierre (y) met een ontzag!vk le« 1253. ger in Walcheren; 't welk echter door Floris, " die zich met veel geringer magt by Westkap- welker ^ ^ gelegerd had , zoo onverhoed s aangeHiafthy vallen en geflagen werd, dat, zoo men wil, in Zee- dertigduizend (a), en volgens anderen zevendutland flaat Zend mannen gedood en gevangen , alle hunbroeder" ne fchePen vernield,en behalven den zoon van Fkris eèn Margreete zelf , verfcheide voorname perfonen gevangkelyk weggevoerd , en velen der gemeenen federt zeer fchandelyk mishandeld en naar hun land te rug gejaagd werden O). baar He- Na deze nederlaag zocht Mar gr eet van negnuwen Vlaanderen hare zaken weder te herftellen, ont" met door Karei van Anjou, broeder van den neemt, pranfchen Koning, Henegouwen aan haren zoon Jan van Avennes te ontnemen , en het aan dezen Graaf te doen toewyzen ; doch Avennes wist, door Koning Willem, op voorfpraak en bede zyner vrouwe, deszelfs zuster , zich in het bezit niet alleen van dat Graaffchap te handhaven , maar ook den Fransch- (y") By W. van Dampierre had Margreet drie zoons geteeld, Willem, Guy en Jan ; fomtnige Chronyken zeggen, dat zy de beide laatllen met een groot heir naar Zeeland zond , en dat die beiden ook gevangen en tot op den Vrede Ao. 1254, anderen zeggen drie jaaren lang, op 't flot Wateringen , vastgehouden werden. (a) Zie M. Stoke in Willem den II bl. 83, 84. (a) Meyerus ad Ann. 1253 Cbron. Cobelienf & Mat th. Parisiens. Hifi. Angl. fub Henrico III. (_b) M a t t h. Paris. loc. cit. Chron Gaudan Cbr. Jub jacoba Confcript. ad h. Ann. & Eyndii Cbron, Zeiand. Libr. il. p. 243. cum aliis.  C H R O N Y K. II. Hoofdfi. 05 Franschman , die daar reeds gevestigd Ao. fcheen, te verjagen (c) ; 't welk dan ook de 12.54reden was, dat zyne moeder vervolgens hem erkennen , en met den Koomsch-Koning, d°£ die tevens ook haren gevangen zoon ontfla-haar beken zoude, vrede maken moest (d). vredigd; Den Oorlog met Vlaanderen dus gelukkigw°*dt. geëindigd hebbende , toog Koning Willem wederom naar Duitscbland, alwaar hy, vol- Ig55-_ gens eenen brief, door hem zeiven aan den Trekt Abt van Egmond, Lubbcrtus , zynen Vice weaer kanfelier (e) , gefchreven, zeer vriendelyknaar ontfangen, in 't bezit van het flot Driesveld Duitscb. gefteld, en met de Keizerlyke Kroon enan- m ' dere eertekenen verfierd en befchonken werd(/). Niet lang daarna nochtans riepen doch hem, en de oorlog in het Sticht en de mui-komt t« tery der Wesifriezen, naar de Nederlanden ™go°m te rug. De gelegenheid derUtrechtfcheon-Iuste„"in lusten was deze. Na den dood van's Konings het Sticht oom en voogd, Bisfchop Otto , had men in te demdeszelfs plaats gekozeft Gozetuyn van Aem- lien* M (e) Meyerus ad Ann. 1254. (&~) Zie de belofte van Koning Willem nopens dezen Vrede in MrERis Cbarterb. I. D. p. 284. (e) Na dat Koning Willem te Aken gekroond was, ftelde hy verfcheide Amptenaren aan, en onder dezen ook den gemelden Abt tot zynen Vicekanfelier. Inzonderheid begunftifede hy ook den Bisfchop van Lubek. Jan van Diest , een groot Theologant en uitmuntend Prediker, dien hy als zyn gewonen Kapellaan en Raadsman e< -bruikte. Vide Alsert. Crantz Metropol. Lib Vil. Cap. XVIII. (ƒ) Zie Mn:i\is Cbarterb. 1 D. uit de vertaalde Chro nyk van J. d. Bh ka, p. 160.  9 <5 VADERLANDSC HÉ Ao. ftel 00; die, of door zwakheid van verftand, 1255. of door andere oorzaken , wegens het verzuim van het hem toebetrouwde bewind verdacht gehouden, federt met zyn wil van die waardigheid beroofd , en Henrik van Vianen met dezelve begiftigd was. Dit had den Heeren van Aemfiel en Wonden in diervoegen verbitterd , dat zy de wapenen tegen den nieuwgekoren Bisfchop opvatteden, met Otto den III, Graaf van Celder, ten oorlog tegen hem aanfpanden , en, juist, toen Koning Willem te Utrecht aankwam,hem zoo ongelukkig flag leverden, dat zy geflagen en gevangen, doch wederom geflaakt werden op de voorfpraak van den Vorst, die hen vervolTe U. gens met elkander bevredigde (/ƒ). Geduutreebt rende het vertoeven nu van Koning Willem ftcen"11 *n c'eze Bisfchoplyke veste, gebeurde het, worp ge dat een onverlaat hem , daar hy in een gehoond, zelfchap zat met de Geestelyken (z), eenen verlaat fteen naar het hoofd wierp, dien hyternauftadd'e wernood ontweek; dies hy, over dit voorval zeer gebelgd, deze, anderszins op velerlei wyze van hem begunftigde (&), ftad, onder eene (g) Zie Bek. in Gof. p. 87. (ö) Ann. Belg. van den Heere H. van Papendrecht, Tom. III. P. I. p. 324. (i) Men wil, dat de Koning toenmaals bezig was zich met de Geeftelykheid te beraden over het (lichten eener Kapelle ter eere van S. Georgius ; en teffens, dat hydoor den fteen zwaarlyk gewond werd. Zie Cbron. van Holl. van den ongen. Klerk uit de lage Landen, pag. 13"?. (k) Zie de Voorrechten en Gunstbrieven, aan die van Utrecht door dezen Graaffelyken Koning gefchon- ken,  C H R O N Y K. II. ffoofdfl. 97 eene feherpe bedreiging van die euveldaad Ao. te zullen ftraffen, verliet (7 ). Ditnochtans 1255. werd hem door den dood, die hem eerlang uit het leven rukte, belet. Want, weinig Beöortyds daar na, ter beteugeling van de oproe-loogt ds rige Westfriezen , in 't midden des winters, Westftit* met'eene tamelyke magt, over Alkmaar (ni)zen^ ^ naar Hoogtmude tegen hen ten ftryde geto x_l gen zynde , had hy het ongeluk van met zyn 1 zwaar geharnast paard in 't ys, en te gelyk ^!"^rkin eene hinderlaag der Friezen ,te vallen, en kigb {n door hen afgemaakt, verborgen en'daar naeenflag begraven te worden («), zonder dat iemantteSen „ der zynen iets daar van befpeurde; en zyn^n °p lichaam en graf niet dan veele jaaren (0) iet y$' daar na, door zynen zoon Floris den V. ontdekt , en toen het lyk naar Middelburg ter plegtiger begravenisfe vervoerd werd. Graaf ken, by He da, p. 109, 110, en in Mieris Cbarterb* I, ü p. 267 enz. (/) 'Zie de laafstgem. Chron. ter zelfder plaatfe. (in) Aan dezeftad, als mede aan Dordrecht, Haarlem, Delft , 's Gravezande, Moordrecht, Middelburg, Zirikzee en andere, heeft deze Koning mede verfcheide Vryheden en Voorrechten verleend, of de reeds gefchonkene bevestigd of vermeerderd. Zie Mieris Cbarterb. t. D. p. 286, 23, 219, 228, 236, 191-, 271, 243. Aan dezen Graaf Willem heeft men ook te danken het leggen van een Watergang te Sparendam; omtrent welken hy nochtans beloofde niets dan met raad der Heemraden te zullen doen. Zie Mieris Cbarterb. I. D. p. 176, 293. (n) Goudfcbe Chronyk ; en Scriverius Leven der Graven, in Willem den II. (0) Dit gefchiedde eerst 32 jaaren daarna, te weten in Ao. 1282, volgens Wilh. Procüuat, ad h, ann. I.Deel. Q  98 VADERLAND SC HE Ao. Graaf Floris, nog geen twee jaaren oud, 1256. toen zyn vader fneuvelde, werd onmiddelyk onder de voogdye gefteld van zynen vaderde0^" lyken oom Floris, van wien wy reeds , met zyn zoon een woord,hier boven gewag gemaakt hebben, volgt Deze overleefde zynen Broeder pas twee hem op. jaaren f en werd , even als zyn vader en Deszelfs naamgenoot, in een Tournooifpel, te Antoom en werpen, gewond, en, na eenige dagen aan de voogd wonde overleden zynde, te Middelburg inde fferft- Abtdye begraven (p). Aleid, de zuster van .I25°» den overledenen en moei van den onmondigen Floris, die, federd den dood haars mans ^Ak^T Jan van ^vennes, ^e zorS der opvoeding van matigt den jongen Graaf, haren neef, op zich gezien de nomen , en nu , onder begunlliging der voogdy Zeeuwfche Edelen, en gefterkt met de hulp moetdï van Hendrik > Hertog van Braband (q), den zelve " tytel van voogdes aangenomen had, werd weder echter by de Hollanders, die niet gaarne aan afftaan eene vrouw zoo veel gezags vertrouwden, aa" ^""met den nek aangezien ; kiezende dezen ** * tT' na 't verdryven van den Brabandfchen Hertog, (wiens gevolg zich reeds by hen gehaat gemaakt had;; (r)den Gelderfchen Graaf,0«o den III, tot voogd over den jongen Floris. Otto nochtans moest, om zich in dit beftier te vestigen , Vrouw Aleid, die zich in Zeeland (p) Melis Stok e, b!. 95- Eind. Cbron. Zei. P. II. p. 247. (g) Zie Mieris Cbarterb.l. D.bl. 326,327, 329, alwaar Gerolf en Henrik vanCats den Hertog Hendrik van Braland, door Aleid nevens haar tot voogd over Floris gekozen, belooven te zullen helpen en onderfteunen. (r) ScaivtR, Oud Balav. p.233. GoudfcbeCbronjk, p.66. Matt 11 aus mAnnl. Tom.IX. p. 1.10.  CHRONYK. ÏLËoofdfl.land nog als voogdes gedroeg , door de wa- Aöi penen daar van doen afftaan ; 't welk hem, 1258* na eene genoegzaam beflisfende overwinning) " in Zuidbevcland ff), op haar behaald te hebben, (O voor een tyd, fchynt gelukt te zyn. Duister is het wat Otto, als voogd van Holland, vervolgens, ter herftelling'van derusc in deze gewesten, uitgevoerd hebbe, of wat 'er , geduurende zyn beftier , in eenige jaaren, merkwaardigs gebeurd zy. ; In den opftand der Kennemers en Westfriezen , met " welken Gysbrecht van Amfiel zich, terbeftry-Kenne- ' ding zyner eigene vyanden, verbondt,en Utrecht innam, bragt hy wel, vereenigd met^jiru Jan £s) Te weten by Foirnotitzee , of Forrenzee , een oude en reeds verdronken plaats , eertyds gelegen geweest by of omtrent het dorp Jerjikke , in 'tgemel4 de eiland, en waar van men by een andere gelegenheid gewag gemaakt vindt in 'tiVde Deel van Mieris Cbarterb. bl.613. (t) Foor etn tyd , zeggen we, want, na 't Vertrek van Graaf Otto, fchynen de Zeeuwen haar weder als Foogdesfe erkend te hebben; gelyk zy ook aan den Roomsch-Koning Richard, in diezelfde waardigheid, Ao. 1262. manfchap beloofd, en twee jaaren vroeger aan de Abtdis in 't Klooster te Rhynsburg vryheid van tol en eenige tienden gefchonken heeft. Zie Mieris Cbarterb. I. D. bU 335 en 338. Ook heeft Vrouw Aleid op den 20. Juny van den jaare 1264, als bekleedende de voogdyfchap over Holland en Zeeland » het patroon fchap van de Kerk van Pynaker en de Kerk zelve aan het klooster te Koningsvald , gege* ven, bl. 340; zelf vind men een brief, gefchreveil op den 25. September van den jare 1272. door Diderik Van Teylingen, waar mede hy aan Vrouwe Aleid (Dominee fua) zyne Heerfcherinne allehulpen byftand en de bevordering van de belangen van den Graaf van Holland, (Domieelli fui) zyn Heertje .belooft, bl. 364. G ft Ett  ioo VADERLANDSCHE Jan van Nasfau (v) , die Hendrik van Vianen 1271. in het Utrechtfche Bisdom, in het jaar te ' 'voren, opgevolgd was, een leger te velde; Do0^ doch voerde , na 't vrugteloos belegeren V* Gelder van U^echt en '£ innemen van Amersfoort , ' weinig uit, en ftierf omtrent (w) drie jaaren 1272. daar na. Floris nu, die zelf (V) al vroeg de . regeering aanvaardde , en reeds met BeoFloris trix W» ^e dochter van Graaf Guy van Viaanvoert . deren , in huwlyk getreden was, ging , na oorlog dat hy 't bewind over Zeeland.aan zynen tegen de, neef pioris van Henegouwen (z) , zoon van Friezen; Vrou- En is deze brief een jaar na den dood van den Gelderfchen Graaf Otto gegeven. (d) Deze Bisfchop Haat in 's Lands Chronyken als een vadzig en onbekwaam Kerkvoogd geboekt , die zich, door 't verpanden en vervreemden van de Utrechtfche bezittingen , by de zynen zeer gehaat gemaakt , en tegens welkende Graaf zelve die van Utrecht hulpe belooft, en zich deze oneenigheden voorts ook ter uitbreiding zyner eigene magt, wel ten nutte gemaakt heeft. (\u) Pontan. Hifi. Gelr. Libr. XVII. p. 15a. (x) Hier van kunnen het geven van Tolvryheid aan die van Delf, van Handvesten aan die van Leiden Ao. I2fi6., het zich verdragen wegens Erfgoederen met zyn moei: Aleid Ao. 1268 , het inftellen der Jaarmarkt te Schiedam Ao. 1270 , en het bevestigen der Willekeuren van de Kooplieden te Middelburg Ao. 1271; ten bewyze verftrekken. Zie Mieris Cbarterb. I.D.p 341, 344. 345- 347, 348, 349, 351 *c. (y) Dit gefchiedrfe , ingevolge zeker nader verdrag van vrede en verééniging, 'twelk de oom en naamgenoot van den Graaf in Ao. 1256. met Vrouwe Margreet van Vlaanderen gefloten had. Zie Mieris Cbarterb, I. D. p. 299. (z) Deze was de jonger broeder vanGraaf Jan van Avennes, welke Graaf in Henegouwen het gebied voerde, en, na den dood van FlorisdenVden, devoogdyover des  CHRONYK.//. Boofdjl. ior Vrouwe Akid , voor twee jaaren lang, had Ao: toevertrouwd , de Westfriezen beoorlogen is82. Edoch deze togt (a), wegens het fneuvelen vanjvele Edelen,en eenige anderetogten, inenfiaat de volgende (6) jaaren, met weinig geluk rf«$§^ geloopen zynde , ondernam hy dezelven te KhouU fchepe aan te tasten, 't welk hy dan ook omtrent Wydenes en Schellinkhout zoo gelukkig deed verrichten, dat hy eene volkomene overwinning (V) op hen behaalde , en by die gelegenheid, uit een gevangen Fries, de hier bovengemelde ontdekking van zyns vaders ligchaam deed (7/); waar mede hy zoo zeer verheugd was, dat hy daar van zelve door een brief (e) kennis gaf aan den Engelfchen Koning Eduard den /. , met welken hy, na't vereffenen van eenige gefchillen Cf) , in vertrouwde des laaiden minderjaarigen zoon aanvaardde. Mieris Cbarterb. LD. p. 362. (a) Wilii. Procur. ad Ann. 1271. by Scriv. P' C*)1 Gedachte Procurator meldt, dat Graaf Floris, federd dit jaar, de Friezen byna alle jaaren met de wapens aantastte ; en vermoedelyk heeft Vrouw Aleid , door den Graaf dikwerf diergelyke togten te ontraden, zyne ongunst behaald, en, door hare vredelievendheid, te weeg gebragt, dat zy in Ao. 1277. met hare kinderen door Floris ten lande uitgewezen werd. Melis Stoke, bladz. 101. (e) Wilh. Procur. ad Ann. 1282. l. c. p. 521." Beka in Joanne, p. 94. 00 Zie hier voren bladz. 97. 00 Rymee. A Publ. Angl. T.I. P. II. p 212. (ƒ) In den Jaare 1275 waren deze gefchillen zoo hoog gerezen, waarfchynlyk over 't verbod van den Wolbandel, in Engeland gedaan , dat de Zeeuwen, door hunne Kaperyen ter zee , de Engelfchen zo veel afbreuk deeden, dat Koning Eduard zyne GouG 3 ver-  io2 VADERLANDSCHE Ao. trouwde vriendfchap leefde, en een verdrag 1282. van huwlyk nopens zyn dochter (g) en den «■—-—" zoon van dezen Vorst, en naderhand eene nadere onderhandeling wegens den echt van 128-1. zynen zoon (fr) met's Konings dochter, floot. — Het volgende jaar was, in een ander op- Holland zigt , niet min gelukkig voor Graaf Floris, vry van ajs wanneer hy door den Hertog Jan van Era* recht aan ^and» °Pene brieven, van de leenroerigBraband. heid, die hy hem wegens Dordrecht fchuldig was , geheel en al vry (z) verklaard werd. 1284. Niet lang daar na echter werd hy inde Stichtfche onlusten ingewikkeld, en,tot nakoming Pn'usten zyner verbindtenisfen(i) met die van Utrecht, W net ver- verneurs van de vyf havens , in zekeren Brief van den 25 September des gemelden jaars, daar tegen belastte te waken. Zie Rïmsk. AU. P. Angl. T. II. p. 59. Mieris Cbarterb. I. D. p 373. Inden volgenden jaare echter , in Maart, fchenen die oneenigheden weder bygelegd , ais blykt uit een Brief van Graaf Floris , gedateerd 29 Maart 1276 , waai by aan de hier gekomen Engelfchen vryheid en zekerheid verleend werd om te blyven of te vertrekken. Zie 't gem. Cbarterh.l. D. p 382. (g) Deze was Margareet genoemd, en door Floris in Ao. 1281. ten huwelyk beloofd aan Alpbonfus, zoon yan Eduard . Koning van Engeland 5 doch, de dood van Alpbonfus drie jaaren daarna invallende, is'er van dien echt niets geworden. Mieris Cbarterb I.D. p. 412, 439. (b) Na den dood van 's Konings zoon , floot deGraaf een tweede huwlyk met dien Vorst, tusfehen deszelfs dochter Elizabetb en zyneh zoon Jan , die, ïngevplge de voorwaarde daar van , reeds in zyne jtuidfche jaaren naar Engeland gevoerd, aldaar opgevoed, doch in Ao 1297 . na zyns Vaders rampfpoedigen dood, weder herwaards gebragt, en in het graaflyk bewind geiteld werd. Mieris. Cbarterb. I. D. p 455 &c, 459. (i) Matth- Analett. Tom.III. p. 54. MjESis (Èarterk. I. D.p. 433" (ft Ml-EJUS Cbarterb, ï,D.p.3°§*  CHRONYK. //. Hoofdjl. 103 verpligt zyne wapenen te gebruiken tegen Ao. deInlandfcheEdelen, envoornamelyk tegen 1284. de Heeren van Amfiel en Woerden, welker llo- ten en landen hy niet alleen innam, verbeurd «km verklaarde , en gedeeltelyk wegichonk (/), HeereJi maar zelf de overwonnen, gevangen (tn) en van Amveriaagde Heeren , door eene geftrenge be- fta en handeling, noodzaakte, op genoegzaam har- wmétn. de voorwaarden, zich weder met hem te ver- j zoenen (n). - Het jaar 1287 , welk voor deze Landen Hooge zeer rampfpoedig was , door eenen zwaren WaterWatervloed (0), welke bykans geheel Fries* land lande. O) Dit ziet op het wegfchenken voornaamlyk van Amtleldam , een Erf van den Heer GysbrecbtvanAem(lel aan jan van Perfyn, welk Floris bedenklyk deed ter'vergelding van den dienst, diende laatstgemelde in den opftand der Kennemers , Ao. 1166, betoond had; als die toenmaals , door een onvertfaagden inval in Kennemer- en Water-land, en het aan brand fteken der woningen dier oproerlingen, hen de belegering van Haarlem opbreken en ylings naar huis keeren deed, (wi) Arnout van Amftel werd krygsgevangen gemaakt by het veroveren van het flot Freêland aan de' Vecht', door Graaf Floris; na dat kort te voren zyn broeder Gysbrecbt by Loenen.doorCostyn van Renesje,toen met eenige Zeeuwfche hulpbenden in het Sticht gekomen , geflagen en gevangen genomen was ; zy werden beiden zoo lang gevangen gehouden, tot dat zv verdriet in dien ftand krygende, alles toegaven, wat geëischt werd, en daar op, Ao. 1285, ondereen zware borgtocht, ontflagen werden. Herman van Woerden was ten lande uitgeweken , doch maakte twee iaaren later mede zyne verzoening met den Graaf. (rf> Zie de verzoenings-voorwaarden dezer Heeren in '1 meermaals aangehaalde en zeer naauwkeurige Cbarterb. van Mieris, I. D. p. 460, 461,467. Wagenaar Amfterdam, I.D.p. 81 — 89. iV) Volgens een byvoegzel in de Cbronjk van L,. h' K q 4 Schaf-  ■ip* , V A D.E RL A N D S C H E " Ao. landen Zeeland overftroomde,:enveelëmen« 1287. fchen en vee wegfleepte, gaf aan Graaf bloris, ~ in 't midden van dezen ramp , gelegenheid F$fs om 'er zich, door 't leggen van eenige floword ten (p,, ter beteugeling van de Westfriezen, Heer van niet voordeel van te bedienen; welk van dit Friesland. gevolg was , dat hy door dezelven alomme voor Heer (q) erkend en gehuldigd , en fe« dert, volgens fommigen , naar Staveren (r) overgefteken, ook aldaar, in die zeltdehoeverbindt danigheid, aangenomen , en deze Stad daar zich met 0p met Handvesten (j) door hem begunftigd fegtn ' werd' In dit zelfde jaar verbondt zich de Qzlder. Graaf ook , nevens Diderik van Kleef, met den Hextogjan van Braband, om dezen in zyne eisfchen op het Hertogdom Limburg, tegen den Gelderfchen Graaf Reinout, te onderfteunen en in den oorlog by te ftaan (t). Eenige byzondere gefchillen {v), tot nog toe on- af- SciiAFPfAB urgensïs, zouden 'er toen in Friesland wel 8cooo menfchen verdronken zyn. \V. Procurat. • ad Ann. 1287. (p) W. Procurat. ad Ann. 1187. Scriv. Oud Batav. bl. 237. (?) W. Procur. I. c. Mieris Cbarterb. I. D, P. 473, 474. 476, 49<5. (r) Zie de Klerk uit de lage Landen, bl. 158, (s) Schotan. Bejcbryving van Friesland, bl. 102. Wiksem, Hijlorie van Friesland, bl. 179. en Mieris Cbarterb. op 't Jaar 1292, I. D. p. 544- (t) Mieris Cbarterb. I. D. p. 464 - 466. {v) Welke gefchillen dit eigentlyk waren, blyktniet, maar wel, dat Floris met den Graaf van Gelder , door middel der Engelfche Gezanten, in Ao. 1284- daar over gehandeld, en in Ao. 1285 den Engelfchen Kot ning Eduard om zyne bemiddeling in dezelven verzogt bad. Zie Mierjs Cbmerb.Y. D.p, 437;448« Doc^dat de-  CHRONYK.//. Hoofdfl. 105 afgedaan, als mede de vorige genooten gunst Ao. (a-) van den Brabandfchen Hertog , hadden 1287» Floris, die bedenklyk ook een meerdere uitbreiding zyns vermogens op het oog had, tot deze verbindtenis aangezet. Ingevolge dezelve leverde hy dan hulptroepen, onder verfcheide voorname Edelen des Lands , die, na het innemen van eenige Gelderfche Steden , mededeelden in den gedenkwaardigen 1288' flag en zegepraal des Hertogs vzn Braband byShë by /Voeringen, alwaar de Gelderfche Graaf Rei-woerinnput, met Adolf van Nasfau, namaals Keizerin, den Keulfchen Aartsbisfchop en verfcheide" andere Grooten gevangen, en niet dan ruim een jaar daar na, door bemiddeling van den Fr anfchen Koning, weder geflaakt werden (y). Om-» dezelven ook alstoen bemiddeld zouden zyn, of voor een poos bygelegd, is onzeker; maar wel, dat eenige Gelderfche Edellieden het verfchil tusfehen hunnen Graaf en dien van Holland, nog in Ao. 1286. ter üitfpraak fielden van eenige andere Edellieden. En dat hier ook niets van gevallen z/ , is waarfchynlyk , wegens de verbindteni», die Floris in 't begin van Ao. 1287. met den Hertog van Braband tegen den Gelder» fchen Graaf aanging. (x) Namelyk de ontheffing van het doen van manfchap of hulde aan dezen Hertog. Mieris Cbarterb. I. D.p. 399. (j) De oorzaak des oorlogs tusfehen Gelder en Braband was deze: Reinout van Nasfau, Graaf van Gelder, was getrouwd geweest met de eenige dochter van den overleden Hertog Hendrik van Limburg: hierom gaf de Graaf voor, fchoon geene kinderen by deze, reeds voor haren Vader overledene, Vrouw hebbende, recht te hebben tot het Hertogdom Limburg; maar Adolf, Graaf van Bergen, veel nader erfgenaam, doch onmagtig zynde zyn rechtte doen gelden, en het zelve aan den Hertog van Braband verkocht hebbende.zoa G 5 ftelde  ibö VADERLAND SCHE1 Ao. Omtrent dezen tyd maakte ook zekére, tot 1288. Keizer opgeworpen , doch valfche , Frederik — "een groot gerucht en aanhang, en had onder De val- anfjeren ook de ftoutheid, om den Bisfchop fche^l'van Utrecht te vermanen,dat hy den Graaf derik™' van Holland zoude wederhouden van het word ver-kwellen en beftryden der Friezen ; waar op brand. f/0m echter geen acht nam, en hem zelf zyne vermetelheid in een Brief verweet. Kort van duur was ook het ftout beftaan van dezen waaghals, en elendig zyn uiteinde want, eerlang door den Bisfchop van Keulen gevangen zynde, werd hy openlyk verbrand (z). De 1289. magt van Graaf Floris nu was door zyne o"~ ' verheering van de Friezen der mate aangenoegde wasfen, dat dezelve nu aan vele inlandfche, Zeeuwen inzonderheid Zeeuwfche, Edelen, die reeds, verbin- zegt men, over zekere zware belasting (a) den zich morden, begon te mishagen , en hen naar GfLfl" uitlandfche hulp deed uitzien , om hem te viaandè-dwarsboomen, en voornamelyk een gedeelrentegen te van Zeeland afhandig te maken. De Floris. viaamfche Graaf Guy van Dampen, die op dat gewest nog eenige rechten voorwendde,en het verdrag van zynen fchoonzoon Floris , met Jan fteldedeze Hertog zich metgeweld tegen den Geldersman.ontnam hem verfcheide fteden.en floeg hem eindelyk geheel uit het veld by het gemelde^enn^e»,' in welk gevecht meer dan duizen Ridders op het flagreld fneuvelden ; dies de oorlog over deze erffenis daar mede geëindigd, en hy daar na als Hertog van Limburg erkend werd. Zie M 1 e r i s Cbarterb. LD. p. 460, 498. (z) Chron. J, de Beka, p. 94- Magn. Cbr. Beigic. ad Ann. 1288. p. 253. MiEB.isCbarterb.l.ü.p. 493 en 494. Qa) W. P a 0 c. by Scriv. in de Graaven, bl. 527*  CHRONYK.//. Hoofdfl. tof Jan van Henegouwen in 't jaar 1272gefloten, Ao. afgunstig aanzag , was hier toe de beste 1290. party : die hy door die van Borsfelen , Re- *' nesfe en andere misnoegde Zeeuwen niet lang behoefde genoodigd te worden, om zich De Graaf in 't bezit te ftellen van 't geen hy waande déren b"altyd door zyne voorzaten bezeten te zyn (F), legert Eerlang derhalven zag men hem Middelburg, Middel't welk zyne eige dochter , de Gravin Bea- ^"r£» trix , verdedigde , belegeren ; doch wel verlaat haast, op de aankomst van Floris met eene het wevloot omtrent Zirikzee, weder verlaten, en der, en zich , door middel van den Hertog van Bra- v.erz°ent land , met zynen fchoonzoon, hoewel op^ met eene onedelmoedige wyze , bevredigen (c). fchoonDit twist-vuur dus voor een wyle gedempt, z.oon. doch niet geheel uitgebluscht zynde, gelykin I29r; 't vervolg zal blyken , deed Floris wederom naar Holland, en kort daar na , by 't openval- (b) Zie den Brief, by welken de Graaf Guy dit recht voorgeeft, by O. Vredius in Stgill. ComitFland. p. 50. en in Mieris Cbart. I D p 471. (e) Graaf Floris werd door Hertog^aw vanBraband,op *t gegeven woord van zyn fchoon vader, Guy van Vlaanderen , tot een minzaam vergelyk met denzelven naar Biervliet genoodigd, doch , aldaar gekomen zynde, terftond, tegen trouw en eer, door den laatften gevangen gehouden , en niet ontflagen , voor dat deBrabandfche Hertog zich voor hem in hegtenis gefield had ; welken Floris , deze lage nu ontkomen, ook zitten liet; 't geen misfchien den grond gelegd heeft tot verwydering tusfehen hen beiden ; dewyl de Gefchiedfchryvers den Hertog van Braband , die Floris anders altoos begunstigd had , ook tellen onder de medewustigen van 'é Graaven ongeluk , zesjaaren later hem overgekomen. Goudsch Cbron. bl. 71. ea JÈiMPii Chron, Zelar4. L, II. p, 251,  io8 VADERLAND SC HE Ao. vallen van het Schotfche Ryk , naar Enge1292. fon^gaan, om' zyn recht tot de Kroon van Schotland \d) , ten gevalle misfchien ook van Flons ^en Engelfchen Koning Eduard, te doen naar 'dë gelden (e). Hier zich echter gewilliglyk aan Schotf." de üitfpraak van den Engelfchen Vorst onEroon. derwerpende, ftond hy dezelve aan een naDoch der erfgenaam plegtig af, en keerde weder fiaat 'er naar Holland-te rug. van af. , Graaf (d) De kleendochter van den Koning David van Schotland, ^iageheeten, was gehuwd geweest aan . Floris den HL, van wien Floris de V.'m rechte lyn afkomstig was; doch Jan Baliol, uiteenkleenzoon van den zelfden Koning gefproten , werd door Koning Eduard, als het naast daar toe bevoegd, verklaard, en aan dezen ftond Floris zyn recht ook, voor een goede femme gelds, af. Zie Melis Stoke, bl. 110. Scriv. van de Gr. van Heil. en Mieris Aant. op de HolUCbronM. 160. en Cbarterb. I. D. p.538,539. (e) De Engelfche Koning Eduard , die reeds zyn dochter aan Graaf Floris zoon Jan ten echt beloofd had, dacht mogelyk door dat middei zyne dochter eerlang zelve dien troon te zien beklimmen; hoewel, hy, tot fcheidsman onder de mededingers verkoren, naderhand, gelyk wy zoo even aanmerkten , Jan Baliol daar toe als den naasten erfgenaam verklaarde; onder beding van dat Ryk leenroerig van Engeland te zullen bezitten. Doch als het waar is, 't geen Stoke en anderen melden , dat Floris zich met geld tot den afftand zyner Aanfpraak liet bewegen, zou men mogen befluiten , dathy, zo wel ter bevordering van zyn eigen belang, als dat des Engelfchen Konings, zynen eisch op het Schotfche Ryk voorgedaan , en hierom de reis derwaards aangenomen heeft. Ten dezen ty de had Koning Eduard ook den Wolftapel te Dordrecht doen leggen , alwaar toen groote handel in Granen, Zout, Wyn, Hout, Yzer, Lakens enz gedreven werd ; gelyk men ook van 's Gravezande, Goeree, Schouwen, Walcheren,en wkTexel, naarEngelana) overftak.  CHRONYK. 'II. Hoofdfl. 109 Graaf Floris het Land by zyne terugkomst -aö. genoegzaam in rust vindende, verzoende 1292. zich in dit zelve jaar 1292. ook weder , on- " der borgtogt van zyn'fchoonbroeder (ƒ) den ^.ec^oent Hertog van Braband, met eenige Zeeuwfche eenige Edellieden, die zich, in de vorige onlusten, Zeeuten zynen nadeele, met den Graaf van Vlaan- wen. deren verbonden hadden (g). In den volgenden jaare floot de Graaf ook met den Utrecht- ^b^"dt fchen Bisfchop "(thans Jan van Zierik) een na- ^er met" der verdrag van vrede , koopmanfchap en Utrecht. verbindtenis; ook ftond h'y denzelven, korti293en na dit verdrag, met negen honderd ponden 1294. penningen ten dienfte (/;), en kwam vervolgens met verfcheide Stiehtfche Edellieden, die zich ter zyner hulpe hadden verbonden, overeen , om , in gevalle van vacature des Bisfchoplyken Zetels, geenen Bisfchop, dan met gefamentlyke toeftemming en goedkeuring, te kiezen (?)•" Ldoch, terwyl Floris dus aan den 1295. eenen kant Zyn aanzien uitbreidde, had de r Graaf van Vlaanderen als nog aan de andere v,amif" zyde zyn oog op Zeeland; en landde, terwyl8^ ™ de Hollanders in Walcheren tegen hem op hun- zuidbevt^ ne hoede waren,op 't onvoorzienst by Baarlandland, Zuidbeveland met een leger van 3000 mannen, ■ -< , ' *>!:J'r (f) Hertog Jan van Braband was getrouwd met een zuster van "s Graaven Floris vrouw; mede een dochter van Guy van Vlaanderen. (c) Zie deze verzoening in M1 e r i s Cbarterb. I. P. p. 506, 510, 511, 516,529,533, en den borgtocht p.547. en nopens het geval zelve Scriv. Oud Bat. bl. 265. (b) Het zelfde Cbarterb. I D. p. 551 en 553. CQ Het zelfde, LD. p. 361.  na VADERLANDSCHE Ao> welke nochtans door die van Borsfekn ondef 1295. Doudyn van Everingcn , flegts 300 mannen ■ fterk, op de vlugt gedreven werden , met enwor- achterlating van tweehonderd dooden en den ge- TUlTa duizend verdronkenen (k); waar door Hagen. ^ just om wecjer te komen voor eerst benomen werd. By gelegenheid dezes nieuwen krygs met de Vlamingen, in welken Floris te vergeefsch de hulp van Koning Eduard verzocht , en deze even vrugtelooa zyne bemiddeling daar toe liet aenbieden, en vervolgens een nader verbond met den Vlaamichen Graaf gefloten, als ook den Wolftapel (/) van Dordrecht naar Brugge en Mechelen verlegd had,, begon de vriendfchap „Qz tusfehen Engeland en Holland dermate te ver-1 " '- koelen, dat, niettegenftaande Eduard in dat Vrye jaar aan de Hollanders den vryen vischvangst Visch- op de kust van Jannouth (in)toeftond, Floris VanSH i.ecnter , te gevoelig over 's Konings onverlanders " fchilfigheid ten zynen opzichte , een ftap by Jar- deed, die den Engelfchman uittermate vermoutb. bitterde, en hem zelve wel dra eenen rampfpoedigen dood veroorzaakte: namelyk, hy ^°^f , maakte met den Koning van Frankryk, die Ifch mêthem heimelyk deswegens had laten aanzoeFrank- ken , een befchermend en verweerend («) ryk; ver- (k) Zie Melis Stoke, óeOiron. v. UM.bX. 16a. en Vossms Hift. Jaarboeken, bl. 195, 196. (/) Scaiv. Befcbr. v. Oud Batav. bl. 266, 267. (m) Mieris Cbarterb, I. D. bl. 566. Uit weJke de oudheid der Haringvisfery kan afgenomen wor* den. (n) Hetzelfde Boek, p. 562.  CHRONYK. II. Hoofdji. nr verbond, onder de toeftammingengoedkeu> Ad; ring van eenigen der voornaamfte Edelen/; 1296. 't welk, hoewel alleen ingericht ter handha-* ~ ving van zyne bezittingen, en geenszins om 'c w bedryf der faamgezworen Edelen kwam hun 1295. allen duur te ftaan. De medepligtigen Woerden en Amfiel waren juist tydig ten lande uitgewe-c'octl > ken; maar Gerrit van Velzen, door den waarlyk grü°0rtfj.Ce vrouw- en min - zieken (V) Graaf, gelyk men deel achzegt, zwaariyk beledigd, en van welken dieterhaald vorsteQ ge¬ bleven , en tot in de kerk en op het graf te Alkmaar, volgden, en niet, dan met geweld, toen zy flaauw van honger en dorst waren , daar van afgerukt konden worden , is merkwaardig. Zie het in de gem. Chronyk, bl. 173. Sckiv. Oud Batavië , bi. 280. en by anderen. (y) Hoewel het niet geheel klaar , doch ook niet onwaarfehynlyk is, dat Graaf Floris, Gerritvan Velzen, in de perfoon zyner vrouwe , fchandelyk ontëerd had, blykt het niettemin genoegfaam uit verfcheide Schryvers, dat Pi.oris der vrouwlyke fexe zeer toegenegen was; want, behalven zyne gewoone verlustiging met de JufFeifchap op het door hemgeftiebtte Huis de Vogelenzang , in den Haarlemmerhout, word nog van hem getuigd, dat hy by de dochter van Heer Jan van Heusden eenen basterdzoon, Vi'.us, of (Vitte* gehoeteu , naderhand Heer van Haemflede, geteeld heeft. Zie Scriv. by Gouthoev. Cbron. v. HM. bl. 340. Zeer aanmerklyk is ook de aanteekening, die wy, in het oudfte Keurboek der ftad Briel, wegens Vrouw Katarini van Voorne, aldus geboekftaafd vinden : In bet Jaar 1280. leefde Alhert, Heer van Voorne, wiens .echtgenoot genaamd werd Katarine , welke, na den dood van voornoemden Albert, Willem , zoon van Diderik den Vrooinen , Heer van Brederode, tot baren gemaal getrouwd heeft: aan deszelfs weduwe (deze Katarine) gaf Florents , Graaf van Holland, het flot Tellingen , en teelde by baar eenen zoon, rrenoemd Diderik, en deze Katarine, Vrouw van Voorn en Teilingen, is geflorven in 't Jrar 1328. Zie het Leven der Heeren van Voorne , in de Befchr. van den Briel, bl. 204, 205. Men leest ook by Wiui. Procur. I. Deel. H Egm.  IT4 VADERLANDSCHE Ao. vorst ook de eerfte wonden ontvangen had, 1206. was onder de eerften , die de felle ftraf van dit ' feit en 's volks eerfte woede bezuuren moest. flraf^ Nevens eenigen van den zeiven aanhang op worden. ^ flot Kronenburg geweken, en aldaar door de Kennemers en Friezen belegerd en tot de overgave gedwongen zynde , werd hy , na een breede bekentenis van 't feit, door de razende menigte, neffens Willem van Zaanden , ysfelyk geteisterd, om 't leven gebragt, en daar na op een rad gelegd (x). Vele anderen troffen het zelfde lot by wyze van rechtspleging; terwyl intusfchen de binnenlandfche twisten bleven duuren , endevoogjANde I. dy over 't Land, by het afzyn van den jonGraafv. gen Erfgenaam, niet zonder twist en verHolland- warring tusfehen Graaf Dirk van Kleef en Guy van Henegouwen (y) , een der zoonen van de voormaals gemelde Vrouwe Aleid, voor een tyd verdeeld , en vervolgens aan Janvan Jan van Avennes, Graaf van Henegouwen en word"" broeder van Guy' overgegeven werd ; terVoogd wy' Wolf en van Borsfelen, wegens zyne aanver- kleving aan de Vlamingen, by den Koning; klaard. van Egm. p. no. ad Ann. 1287. Ten zelfden tyde ftierf de edele man Alben, Heer van Voorn, en werd te Loosduinen begraven ; aan wiens weduwe , zynde een zeer fchoone vrouw, het Huis te Tellingen , 't geen aan Graaf Fiorents vervallen was, met alle toebehooren, door den zei ven Graaf gefchonken werd, gelyk zy het zelve nog bezat in Ao. 1322. Immers, dat de Graaf aan haar vele goederen gefchonken had, blvkt uit Mieris Cbarterb. I. D. bl. 554. (x) Scriv. Oud Batav, bl. 279. Goüthoev. Chron. v. Holl. bl. 343, (y) Beka in Willem den I. Bisfchop van Utrecht, op 't Jaar j 296.  CHRONYK. ILHoofdJt. 115 vaïi Engeland (a) wel gezien , in Zeeland Ao. het hoogfte bewind aan zich trok ; en wien 1297.^ het ook gelukte , in weerwil der door hem verwekte beroerte, den jongen Graat Jan, Borsrekn («) die , niet veel meer dan dertien jaaren trekt het oud, nu onlangs te Geipswicbmet'sKonings bewind dochter getrouwd, enthans, voorbedachte-van,Zee'. lyk, zoo 't fchynt, in Zeeland geland was,'^as door listige gedienftigheid dermate te bele-over den zen en in te nemen, dat deze hem eerlangjongen plegtig beloofde zich altoos en in alles heilig- Graaf.> lyk naar zynen raad te zullen gedragen (£).aan zictlk Avennes intusfchen , by zyne komst hier te lande, alles overhoop vindende , en nu, na het verdryven der Vlamingen uit Zeeland, en na het ontzetten van het flot te (c)Me- den' (2) Hoe 2eer hy by dezen Koning gezien was* Tblykt uit een Brief, aan hem door dien Vorst gefchreven , waar by hy verzocht werd de Engel fche Gezanten (na Floris dood hier te lande gekomen, om wegens de overkomst van Graaf Jan te handelen) te onderfteunen. Ook had gemelde Vorst zich verbonden om geen vrede met Frankryk te maken , dan onder voorwaarde, dat Wolferts zoonen , in den Vlaamfchen oorlog gevangen , en tot nog toe aldaar in hechtenis gehouden , weder ontllagen zouden worden. Zie Mieris Cbarterb I. D. bl. 573 en 579- (a) Nog korts te voren had Borsjelen de Vlamingen in Zeekind gelokt, en met dezelven Middelburg belegerd , doch op de komst van Avennes waren deze weder hals over kop naar hun land geweken. Wol* fert zelf wist toen zoo wel den geveinsden te fpelen, dat Avennes het ongeraden vond zyne gevoeligheid, die hy mede ontveinsde, deswegens te too* nen. Zie Eindii Cbron. Zeiand. P. II. p. 253. (6) Mieris Cbarterb. I D. bl. 533- (c) Beka by Scriv. over de Graaven, bl. 563, 5644 TT H 2  n6 VADERLANDSCHE Ao> denblik , door de Westfriezen (d) belegerd, 15:97. weder te Haarlem gekomen zynde, noodigde ■ " zynen neef mede herwaards ; doch bevond Waarom denzelven door Borsfelen, welken hy niet zon^w?wVer reden wantrouwde, reeds zoo zeer tegen verlaat bem ingenomen , dat hy 't geraden achtte het Land ylings te verlaten en naar Henegouwen te rug te keeren O). Dit was het geen Heer Wolfert zocht, die , onder fchyn van 's Graaven belangen voor te ftaan , zyn eigen voordeel gretiglyk wist te bejagen. Wel haast deed hy Graaf Jan tot eenen togt te gen de Westfriezen befluiten, die hem ook zoo wel gelukte, dat dit vryheidlievend volk einWest- delyk geheel aan Holland onderworpen (ƒ) friezen gemaakt, met verfcheide Voorrechten begifv/orden tjgd (g), en federt vreedfaam door Baljuwen, land on-" uit naam van dezen en de volgende Graaven derwor- geregeerd werd (h). De Bisfchop van Utrecht, pen. thans Willem van Mechelen, die, geduurende den opftand der Westfriezen , eer zy door Avèn- (d) Deze werden door den onrustigen Kerkvoogd van Utrecht toenmaals opgeruid, die, in troebelwater willende visfchen, met hunne oproerigheid ondertusfchen zyn voordeel trachtte te doen. Mieris Carterb. I. D. bladz. 574- (e) Borsfelen , die , zegt men , in naam en daad een Wolf'- aart was , meende den Graaf van Henegouwen naar Bridorp te lokken , en in zyn net te verfchalken, of met huid en hair,als't ware, opteeeten; doch de Henegouwer, de lagen merkende, ontweek ter goeder uure het dreigende gevaar. Zie Scriv. in jan den I. bl. 579, 580. _ (ƒ) W. Procurator ad Ann. 1297. Dit gefchieddè na den flag by Vrone, daar de Friezen eea volkome nederlaag leedden. (g) Mieris Charterb. I. D. bladz. 617. (h) Melis Stoke, bl.148.  C H R O N Y K. ILHoofd/t. 117 Avennes (ï) beteugeld waren , het Slot te Ao. Muiden ingenomen , en federd den vrugt- 1297. lozen aanflag op Westfriesland gemaakt; doch daar na zich weder met den jongen Graaf Jan den I. bevredigd had (k), verbrak in Tfelflein dit jaar weder het gemaakte Verdrag , wes- JjS halven de Graaf, op raad van Heer W>lfert, aan 'Bors. het Slot te Ysfeljleinbelegerde , en het, naar feien gekloeken tegenftand van vrouw Maarte, ver- fchonoverde , en aan Borsfelen vereerde (l). E- kendoch, deze fchielyk opgaande zon van ge- 1298. luk bleef voor Wolfert niet lang fchynen; een gefchil met die van Dort, verhaastte, in 't Onlusten volgende jaar , zyn volflagen ondergangen™"^ dood. De Stedelingen dezer oudfte vaderlandfche veste, zoo kiesch, als koen op hun- i299-_. ne voorrechten, door Koning Willem hun gefchonken, weigerden, zoo wel aan den Graaf, als aan deszelfs Stedehouder, om eenige gevangene misdadigers, door hen, ten zy dan alleen op zekere voorwaarden , te laten berechten (tn). Zoo euvel wist Borsfelen dit handhaven der Stads vry heden, by den Graaf te doen opvatten , dat deze de Stad eerlang belegeren deed; welke echter zoo wel enjmet zoo goed gevolg verdedigd werd, dat Wolfert, voor grooter ramp beducht, den jongen Graaf bewoog, om met hem naar Zeeland te wyken; gelyk hy hem ookheimelykby nacht naar (i) In 't vorige Jaar, namelyk 1296. (k) Mieris Cbarterb. I. ü. bl. 588' (/) Zie Beka by Scriver. Gr. van Holl. bladz. , 566 568- Chronyk. van Heil. van den ongenoemden Klerk bladz. 183. (ro) Goudfcb Cbronykje, bladz. 80-83. H 3  n8 VADERLANDSCHE Ao naar Schiedam voerde, en zich van daar mee 1299 hem naar .ZeeWinfcheepte. Weldranoch- ■ "thans werd dit oogmerk ontdekt; by groo- Dood ten en kleinen gevloekt, en ylings door 't achvan Wol terhalen van het, door ftilte in zyn loop reeds f-.nvan verhinderde , fchip, geftuit: de Graaf kwam Borsfeleiu -m ^ Haag, eh zyn vertrouweling werd te Delft in de gevangkenis geworpen, en,kort daarna, door 't woedende graauw aldaar ter dood gebragt (n). Met den dood van dezen Zeeuwfchen Edelman, wiens te verregaande heerschzucht zyne overige deugden bezwalkte.eindigden ook de onlusten teDort,en elders. De beroerten, federdin Zeeland, doordeMagen van Heer Wolfert verwekt en gekoesterd, ■werden ook , niet lang daarna, door Graaf Jan van Henegouwen, thans weder in 't land geroepen, en voor vier jaaren met de voogJan vm dyfchap over zyn Neef befchonken [ö),t' eeneAvennes 'maai geftild; als mede de verzoeningen, zoo word an-Qver den dood yan Borsfelen met die van Voogd Delft, als over Graaf Floris moord met de Westfriezen, uitgewerkt, (p) Dit was alres,wat men , geduurende den korten leeftyd van Graaf Ja» den L, hier te lande, merkwaardigs gebeuren zag. Zyn Neef en Voogd Avennes, dien wy ftraks den Graaflyken Zetel zullen zien beklimmen, was naar Frankryk gereisd, terwyl de Graaf te Haarlem, door den roodenloop aangetast, volgens fommigen aan vergift («)', in den bloei zyns levens , op den r» Eindii Chon. Zei pag. 156.257- en Chronyk (0) Mieris Cbarterb. I. D. bl. 614(p) Mieris Cbarterb. I. D. bl. 616. van Holl. in de Aanteek. bladz. 186. (g) Sommigen werpen dezen blaam op Wolfert vm^  CHRONYK. II.Hoofdfl. 119 den tienden November 1299, overleed; Ao. nalatende eene jonge en kinderlooze weduw, 1299. die, met onthouding van het bedongen huwlyks goed, weder naar Engeland gezonden , u en daar vervolgens aan den Graaf van Her- fteifc> fort uitgehuwlykt werd (f): eindigende dus den Graaffelyken flam der Hollanderen, wier waardigheid overging tot dien van Henegouwen. DERDE HOOFDSTUK. Behelzende het gebeurde, onder de Graaven van Holland uit den Stam van Henegouwen. ZOo ras Avennes in Frankryk de tydingjANDE ontving van 's Graaven dood, fpoedde ^n ^"af hy zich in het begin van Wintermaand wq- Hg0ü.' der herwaart , alwaar hy door de Edelen en wen , Steden met open armen ontvangen, en tot wordt Graaf %a,?vfl Holland, Borsfelen; anderen op Graaf Jan van Henegouwen zclven ; maar als we aanmerken , dat rie eerfte reeds drie maanden te vooren, te weten, lAug. 1299. te Delft elendig gefneuveld , de ander van geen groote heerschzucbt geplaagd werd; en daarbyvoegen denatuurder ziekte zelve, en het ftilzwygen der Schryveren van den tyd, zal dit waarfchynlyk een ongegrond vermoe. den geweest zyn. Nochtans zegt M e veru s, dat 'er Avennes van verdacht gehouden werd i en de Annal. Dom 1 nic. Co lm ar. ad Ann. 1300, fchryven-, dat en Graaf en Graavin daaraan zouden omgekomen zyn , hetwelk echter onwaar is. Ook fchynt de geleerde .Schryver der Vadert. Hiftorie tot de verdenking tegen Avennes over te hellen , zie III. Deel, IX. Koek, bladz. 13;. (r) Scriv. Gr. van Holl. bladz. 586-588. H 4  120 VADERLANDSCHE Ao; Graaf van Holland, als de wettige erfgenaam 130°» en zoon van vrouw Aleid, de dochter van Floris (knlV., gehuldigd, en alommeerkend werd (j) Dit echter ging in Zeeland (O zoo gewenscht niet voort: derwaarts had zich beJan van geven Jan van Renesfe, een Edelman uit het Retusfe Land van Schouwen, die door Wolfett van IVnlp. Borsfelen by den voorigen Graave in ongunst ftandte- fiebragt» en by den tegenwoordigen , niet gens hem zonder fchyn van reden, als een deelgenoot in Zee- aan Graafurn dood, verdacht was; deze, anlawi. dermaal gebelgd over het niet gelukken zyner verzoening en verdediging deswegen, had zich nu met die van Borsfelen weder vereenigd, om het gezag van den Graaf in ZeeDie doorlami te dvvarsboomen. Dit gelukte hem in Jan van ^houwen ; doch welhaast werd hy door Oosur. *i Graaven zoon, Jan van Oosteroant , die, vat* ge- wegens het ftreng behandelen der gevangeïofdt "e °Proerlingen • >» ^nder genade genoemd * werd, genoodzaakt elders hulp te zoeken (V). Rewsfe Hy keerde zich dan tot Keizer Albcrt, dien beweegt hy overreedde , om gewapenderhand naar Keizer 't bezit der Graaffchappen Holland en Zee«entogt*land' als waren deze thans aan hem verftortegens°de ven Leenen, te trachten. Doch Graaf Jan, Hollan- van ders , die zonder Die vm Middelburg hebben hem by een be¬ vrucht te zeselden brief op den 29 November 1399 gebul. j»« digd, welke brief de eerde van dien aart ons voorioopt. komt, Mieris Cbarterb. II D. bl. 1. (O Op die huldiging heeft hy dc Voorrechten der Steden beveiligd, Mieris Cbarterb. U. D. bl. 2 , 3 en 4. O) Scriv. Oud Batav. bladz.303. Eikdii Cbron. Zei. L. II. pag. 259,  CHRONYK. UI Hoofdjï. 121 van dezen toeleg verftendigd, hadmoedsen Ao. rnagtsgenoeg om de Keizerlyke Vloot tegen 1300. te trekken, en het vereenigen derzelve niet alleen met die der misnoegde Zeeuwen te beletten; maar ook het geluk, om,doortusfchenkomste van Jan , Hertog van Braband, Godefroy , Heer van Aerjchot, Wich' ya]t jj,^ bold, Aartsbisfchop van Keulen, en Petrus, deVlaBisfchop van Ba/el, zich met den te rug ge- pingen keerden Keizer te verzoenen , en een huwlyk ^Uld" te fluiten, tusfehen deszelfs dochter en zynen jancj" oud!len zoon, Jan van Oostervant O).Waar na doch' hy in't gerust bezit zyner Landen bleef, mits word ge* dezelven van de Keizer en het Ryk te leen hou-fla3en* dende (y). Vervolgens werd de Zeeuwfche I3or' vloot verftrooid, en Schoonhoven,'twelk Heer Klaas van Kats voor de muitelingen poogde te verzekeren, aan zyne zyde gebragt (z). Rer.csfe , nu in 't naauw zynde , zocht heul by de Vlamingen , met welken hy welhaast in Zuidbeveland viel, en het flot te Goesbelegerde ; maar die van Reimersuoaalende omliggende plaatfen, tot ontzet van het zelve opgetrokken, tastten hen zoo gelukkig aan, dat zyopden eerflen dag des volgenden jaars 1301,eene grote zegeop hen behaalden, wel omtrent 800 Vlamingen doodden, en de overigen ten lande uitdreven («). Dit bevestigde (x) Mieris Cbarterb. IJ. D bl. 15. (j) Tritiiem, Cbron. Hirfaug. ad Ann. 1300. Mei. 1 s Stoke bladz. 64, 65. Cbron. Colmar. Tom. 11. Gutifcbe Chronyk bladz. 86. (2) G0udfcheCbr.bl.S6. Mieris Cbarterb. II. D.bl io\ («) j. F. u Petit Cbron. de Hall. & Zei. T. I. L. 111. pag. 448. Scriv. Oud Batav. bl. 304. H 5  122 VADERLANDSCHE Ao, de de rust voor een poos in Zeeland, en gaf 1301. den Graaf de handen ruim, om inden zomer " een keer naar Henegouwen te doen , latende hét bewind van zaken aan zynen broeder Guy en zynen tweeden zoon Willem ; deze hielden toen , om een wakend oog op de Vlamingen te houden, hun verblyf te Middelburg. Schielyk echter werd hunne tegenwoordigheid in Holland vereischt , daar de Utrecbtfche Bisfchop , met hun afzyn zyn voordeel willende doen , Amjlellanden Woerden afftroopte en plunderde ,• doch wel haast werd de onrustige Kerkvoogd door de Hollandfche Edelen van daar verdreven , en tot «/fTO°P ky Utrecht nagezet, alwaar hy op de Hooge ftKcbeUti Woerd, in een hevig gevegt ingewikkeld fneuvelt. zynde, het leven piet (li). Guy van Henegouwen , hier van verwittigd , keerde dan uit Guy van Zeeland ook derwaarts, en werd toen, kort Eenegow na zvns t>roeders terugkomst uit Henegouwen, vol^t °P den Utrechtfchen zetel geplaatst, enin't hemop. gerust bezit der verbeurd verklaarde goederen van Am [lel, Woerden en anderen , herfteld (e). T302. In het volgende jaar, wanneer de Vlamin" gen, met de Franfchen oorlogende , den T^°° fhr laatstgemelden by Kurtryk eene gevoelige nejangvan' derlaag'toebragien, verloor Graaf Jan van 'Ooster- Hevant. (b) W. Puocuuat. ad Ann. isor. Beka in Guiiehno ad etind. Ann. Cbionyk van den ongenoemden klere bladz. 187. (c) De?e Landen waren hem reeds te voren door zyr.en bioeder jan van Herx^dwwm ter leen gege* ven. iJjiKA in Gulislm. png. 141.  CHRONYK. IILHonfdfi. 123 Henegouwen by die gelegenheid ook zynen Ao. ouditen zoon Jan van Oostervant, die aldaar ISP2._ fneuvelde; eene nederlaag des te aanmerkelyker, en federt die der Gulde Spoor en genaamd, om dat 'er by de vierduizend zulke Spooren, toenmaals alleen door Ridders gedragen, gevonden, en dus zeer velen derzelvengefneuveld waren (d). Aan den anderen kant had Tongkheer Willem, de tweede zoon van Graaf Jan, die in Zeeland het bewind voerde, reeds in de lente van het zelfde jaar een gevoeli- Nedergen neep gekregen door de aldaar ingevallen j0ang ^ Vlamingen, die hem Walcheren deden veria ivïikm. ' ten, Middelburg innamen (e), en hem zeiven binnen Zierïkzee kwamen belegeren, niet alleen, maar ook eerlang naar Holland overftaken, doch zich toen nog met den afftand van ganstch Zeeland, behalven Zierïkzee, lieten I3°4« paaifen, en weder terugkeerden (ƒ). Scheens Niet lang nochtans duurde deze kalmte. ftryd De Hollandfche Graaf door eene zware'ziek fchen de te overvallen zynde, nam Guy van Vlaanderen, Hoilan. zoon van den ouden Graaf Guy, nu moedig *f£J% op het bezit van Zeelan d, hier uit gelegenheid 'pen, tof om den Hollanderen den oórlog te verklaren, nadeel Al der eerHen. (V) Annal.' de Hainau par A n t.< H ü t r a u , pag. 313. Petit, Cbroniq. T. I. L. III. pag 249, 15°'(e) Eindii Cbron. Zei. Libr, II. pag. 262. (/) Melis Stoke in Graaf Jan de \l. Graaf ' Jan moet echter in het volgende jaar weder meester van Wakberen zyn geweeft, dewyl hy op den 24 September een [laoa.it tegen het uitvoeren van koorn uit ' Walcheren gegeven heeft, Mieris Cbanerb. II. D. bl. 34. ■ *  124 VADER LANDSCHE Ao. Al vroeg dan in het voorjaar des jaars 1304. 1304. zag men de Hollandfche en Vlaanifche vlo' ten gereed; zy geraakten omtrent Zierikzee , in en by Duiveland , aan elkander ; het gevegt eindigde met groot verlies der eerften, die, onvoorzigtiglyk geland , door de Vlamingen onvoorziens overvallen en geflagen werden, onder vele andere gevangenen 's Graven broeNoord- der,, Bisfchop Guy, agterlatende Dit bolland verlies was des te grooter , om dat het de docïde Vlaamfche vloot ten tweedemalegelegenheid Vlamin- gaf de ftevens naar Noordholland te wenden; gen over-daar men thans, in de uiterfte verbaasdheid, heerd. misnoegd op de Regering en verlaten van den Graaf, die, zo ziek als hy was, naar Henegouwen de wyk genomen had (/') , zich op den eerften eisch aan de Vlamingen overgaf , by welke omftandigheden verfcheide burgers van Delft enLeiden gevangen,als gyzelaars naar Gouda gebragt, en aldaar door Heer Klaas van Kats bewaard werden ; blyvende Haarlem alleen de zyde van den Graaf aankleDe Her- Ven,nevens Dordrecht en Zuidholland (7). Edoch '°Sva" in dit gedeelte des lands zag men ook eervalt In lang het tooneel des oorlogs door den BrabanZuühoi der opgerecht. Deze zyn voordeel in Hollands land. algemeene beroerte en verwarring zoekende , deed den ouden eisch van leenroerigheid (k) no- (g) Cbron. v. Holl. van d'ongen. Klerk, bl. 194, 195 Cb) Goudjcbe Cbron. bl. 89- (i) Petit Cbron de Holl &Zel. T. I. L.III.p. 251. Cbron. v Holl. van den ongen. Klerk. (k) Deze Leenroerigheid was reeds, ten tyde van Fio-  CHRONYK. III. Hoofdjl. 12$ nopens Zuidbolland herleven , viel terftond Ao, met een leger krygsvolk in het zelve , vero- 130}. verde met weinig moeite Geertruidenberg , en • " belegerde Dordrecht. Ondertusfchen hadA7i Belegert colaas vanPutten, op verzoek van de Dortemars, Dor-^ zo veel volk byeen verzameld, dat hy den Brabander het hoofd durfde bieden , en hem wel haast noodzaakte, niet alleen het beleg Word dier ftad op te breken, maarylings naar zyn Verdreeigen land te rug te keeren ; hernemende ven, en teffens het kortlings vermeefterde Geertrui denberg, terwyl de Brabander, om zyn euvel- -sHertn. moed te koelen, op zyn hertogt, den brand genbosch. Rak in \t Hartogenbosch (/)• Dus gelukkig keerden aan dezen kant de zaken ten behoeve van Graaf Jan, daar de Vlaming, midler* wyl,aande andere zyde niet ftil zittende, zich meefter vanUtrecht maakte (w), alwaar hy Utrecht door hulp van Renesfe , die het onderling ondertwistvuur wakker aangeftookt had , binnen ^npaan geraakt zynde , de Regeering naar zynen deVla. fmaak veranderde (n), en, in plaats van den mingen. gevangen Bisfchop, mede eenen anderen,en wel zynen neef Willem van Gulik, in deszelfs plaats poogde te ftellen ; 't welk hem misfchien zoude gelukt zyn, was niet, juist ter goe- Floris den V., door den Vader van den tegenwoordigen Hertog opgeheven, doch diende nu maar tot een voorwendzel om het eigen belang van den Brabander te dekken. Zie Butgens Trophéés de Brab. Tom.I. p. 356. Mieris Chartetb. I. D. bl. 433. (/) P etit Chron. I. c. («) Chron. v. Holl. als boven, bl. 196. (n) Petit Chron. T. I. Lib. III. p. 552' DivjB'JS in Hifi. Brab. Libr. XIII.  126 VAjDERLANDSCHE Ao, goeder uure voor den Hollandfchen Graaf, ',3°4» de basterdzoon van Graaf Floris den f, Jonkg* Witte v neer Witte van Haam/lede, toen uit Zierikzee Haamjie-met een kleen gevolg te Haarlem aangekomen, rtefiaat en door zyn kloekmoedig beleid en rustigen de Via- yver zoo veel uitgewerkt, dat de Vlamingen brille by Hillegom (o) geflagen , in verwarring gegom'! diebragt, kort daar op door zekeren Okkcnberg verder uit Delft , voorts uit Leiden en de verdere uit Delf,plaatfen verdreven (p) werden , in zooverre Leiden d £ q mb yiaanderen, zich te Utrecht niet dreven langer vertrouwende, over Gouda, langs den worden. Ysfel, de Maas en Schelde, even Zoo fchielyk als hy gekomen was, weder naar Vlaanderen Poodv. keerde, latende Renesfe nog te Utrecht verJanvan blyven, die hem echter eenigen tyd daarna Renesfe. v0]gde; doch, tot zyn ongeluk of ftraf, by het overvaren van de Lek by Beuficbem, door toedoen van den Heer van Kuilenburg , achterhaald en gedood werd (q). Zierikzee De Vlaming , dus alomme uit Holland weder gedreven, liet nochtans den moed niet zakdoor de ken. maar vervaardigde weder een magtige gen beIe-v'oot' niet welke hy nu voor de derdemaal gerd. Zierikzee ging belegeren; terwyl Jongkheeï Willem van daar naar Holland gekeerd was, om de overwinningen van zyn' basterdneef te helpen voltooijen (j). Deze , hier van ver- (o) Men noemt de plaats dezer nederlaag als nog het Mannenpad ; en Jonker Witte kreeg, by deze gelegenheid , den naam van Geesfel der Vlamingen. (p) Petit Cbron. T. I. L. III. p. 252. TeScbiedam hielpen de Vrouwen zelve de Vlamingen doodflaan. (g) Cbron. v. Holl. van den ongen. Klerk bl. 205. (r) Qoudfcbe Cbron. bl. 84, 85.  CHRONYK, lil. Hoofdjï. 127 verwittigd, en , na lang aanhouden, einde- Ao. lyk ook met Franfcbe hulp te fcheep, onder 130-;. den Admiraal Reinier Grimaldi (r), gefterkt; vertrok dan wederom, tot hulp van het nu reeds lang benaauwde en verlegen Zierikzee, alwaar de weerlooze vrouwlyke fexe zich met eenen mannenmoed in de bresfe ftelde, en allen mogelyken dienst, zelfs boven verwagting, bewees. Men moet den belegeraren zoowel als den belegerden het recht doen, te zeggen dat zy alles, wat de kunst dier tyden hen opgaf, in 't werk gefield hadden, de eenen om te veroveren, de anderen om te verdedigen; wanneer eindelyk de gelukkige dag van het ontzet voor de ftedelingen verfcheen. De vereenigde Franfche en Hollandfche vloten, naword lang fukkelen, nu eens door fiorm, dan door ontzet; ftilte opgehouden, kwamen eindelyk in 'tge-ln^"^n, zicht der ftad, en vervolgens aan den vyand d'eren in roet zoo veel geluks, dat, onder een afgrys-een zeelyk gefchreeuw, hetmeefte deel der Vlaam-^g gefche fchepen genomen, of op ftrand gejaagd,var,gen* of verbrand, en Guy van Vlaanderen zelve gevangen wierd ; waar op dan de verlosfingder ftad, nevens het verjagen der Vlamingen uit gantsch Zeeland, en deszelfs blydeonderwerping aan Jongkheer Willem , volgden (t). Graaf Jan de II. ontving dit henglyk nieuws, het welk zynen zoon in zyne bykans verboren Dooj Staaten herftelde, nog eenige dagen voor zy- vanGraaf nen dood te Valenchyn; alwaar hy den 22 van fan den Oogstmaand dezes jaars overleed , na om-ll- trent (O Vossn Annal. Libr. VIL ad Ann. 1303. (f) Petit Cbron. 1. cit.  iz8 V ADERL ANDSCHE Ao. trent vyf jaaren, in bynageduurige onrusten, 1304. geregeerd te hebben (v) : zyne Gemalin PhiUppa van Limburg, welker vader, onder den tytel van Henrik den VIL , den Keizerlyken troon beklommen heeft, overleefde hem nog Willem zeven jaaren (x}. Zyn oudfte zoon , gemelde de lil. Jongkheer Willem ', volgde hem als Graaf van ZVortI°tot Holland, Zeeland en Henegouwen op, en werd Graaf ge- terftond te Zerikzee, Middelburg, Dordrecht huidigd. en elders, als wettige Graaf erkend en gehuldigd (3). Te vooren had hy reeds, op den 22 van Bloeimaand, aan die van Amfterdam bevolen , om hunne bruggen af te bre. ken en de vesten te Hechten , en wyders alle hunne voorrechten verbeurd verklaard, ter ftraffe dat zy Jan van Am/tel en anderen, die de hand in den moord van Graaf Floris den V. hadden geleend, ingehaald had den (z). In den volgenden jaare vertrok Graaf Willem naar Henegouwen, en, aldaar mede de hulde ontvangen hebbende , naar Frankryk , ter voltrekking van zyn huwlyk met (V) Wilh. Procurat. ad Ann. 1305. en Beka in Guidon. (x) Beka en latere Schryvers (lellen haren dood in April 1305, en dus kort na haar mans dood; doch dit word door haar Graffchrift te Valencbyn wederfproken; zie het zel"e in de Aantek. van Mieris op d'ongen. Klerk , bl. 202. Ook vindmenvanhaarnog een Brief, gegeven 26 April 1308, by welken zy de overdragtvan hare zuster .nopens eenige Landen, aan haren zoon Henrik gedaan, beveiligt; in Mieris Cbarterb. II. D. p. 73 en 74- (j) Melis Stoke, in Will. den III. (2) Wagen aar Amfterdam, II. D. bl.05^ Mieais Cbarterb. II. D. bl. 40.  CHRONYK. III. Hoofdjt. 129 inet Joanna van Valois («), zuster van Philips, Ao. die, naderhand, als de zesde van dien naam, 1305. den Franfchen troon beklom. In dit zelfde jaar befchonk de Graaf zynen broeder Jan^™^ van Beaumont (wegens zyne Gemalinne Heer annavan van Blois) met de heerlykheid der ftedenValois. Schoonhoven, Gouda en Haastrecht in Holland, Maakt en Tholen in Zeeland (b)\ en bevestigde zy-zynbroenen oom Guy, Bisfchop van Utrecht ,in'tbe der Jan zit van de verbeurd verklaarde Goederen der^f6^' Heeren van Am/lel en Woerden ; doch deze v Schoon* laatften onder beding van , na des Bisfchopsboven, dood, aan de Graaflykheid te zullen weder-enikeeren; gelyk deze Kerkvoogd dan ook, by open brief, bekende deze goederen niet langer te mogen bezitten , dan het den Graaf behagen zoude Alvorens Willem echter 's Lands regeering Houdt met ernst aanvaardde, hield hy , om zulks°PenHof met te meerder luifter en edelmoedigheid te ^fI^aar" beginnen, by zyne aankomst met zyne Eehtgenoote, een plegtig Feest en open Hof te Haarlem, op het welk eengantfche ftoetvan Graaven en Baronnen, met wel duizend Ridderen, en ontelbare Heeren en Juffers verfchenen, die aldaar agt dagenlang zich infteekfpelen en andere vermakelykheden bezig hielden. («) Zie denzelven Melis Stoke aldaar. (6"i Goudhoeven in Willem den III. bl. 366.en Petit Cbron. p. 256. De Blieven bier van zyn in de jaren 1308 en 1309 gegeven. Zie Mieris Cbarterb. op de gem. jaren , II. D. p. 76, 77 en 82. (c) Zie dezen Brief ftl Mieris Cbarterb. II. D. p. 47. zie ook p. 8<5. I. Deel. t  130 VADERLANDSCHE ^0< den(d). Of nu deze of andere, diergelyke 1305. noodelooze onkosten vele Edelen , wier in» -1 komften zoo verre niet reiken konden , geLegt de noodzaakt hebben, hunne Heerlykheden aan fen^11 welgegoedde burgeren, die daar mede hun pen's het voordeel beoogden, te verkoopen, kunnen wy dragen niet bepalen,- zeker ondertusfchen is het dat der ge- velen zich alstoen van dezelven moeften ontfchattin- ^asten' en dat de rykei"e koopers van dezelgen ,by. ven Z1C^ welhaast het opbrengen der gemeene lasten , waar van de Edelen doorgaans vry waren , onttrokken ; het welk oorzaak gaf van zoo verregaande twisten, dat Graaf Willem dezelven , nog in dit zelfde jaar, door zyn gezag moest byleggen , met vast te Rellen, dat geene anderen , dan die hunnen adeldom met goede blyken bevestigen kon, den, van het dragen der fchotgelden ontheJÜ?—- ven zouden zyn (e). Scbierin- ^n en omtrent dezen tyd waren ook in Friesgcrs en land, en elders, by geruchte, reeds bekend de Vetkoo- hevige twisten tusfehen de Scbierin gen en F^'eshnd ^et^00Pcrs (ƒ) » naamen , waar van de eerfte Wi a * door die van Westergo , daar veel Scbierink of Schieringer• Aal viel; de andere door die van Oostergo ,\ welkvan Vette Waaren overvloeide , gedragen werd , met geen minder partyzucht dan die van Hoeksch en Kabeljauwscb, in Holland ; en die van de Hekeren en Bronk- hors- (£orfj-e. van gemelden Heere Wolfert , in den jaare/e„. 1299 en nopens het gene verder naderhand te Vere gebeurd was (0). Even dus werd ook, in den volgenden jaare, door den Bisfchop en de Stad van Utrecht, verzoend het dooden van drie Heeren, te weten Jacol van Ugienberg, Wemaarts en Gerrit Franken (p); by welke verzoeningen onder anderen ook den hier onder gemelden merkwaardigen Eed plaats had (?). Omtrent dezen tyd fchynt O) Mieris ChaHerb. II. D.p. 78 - 82. | Co) Zie als voren, p. 83, 84 en 85. '. . Cp) Het zelfde Boek, p. 105. (/) Het Formulier der verzoening tusfehen de bloedverwanten en hunne partyen werdmet den volgenden Eed bezworen :Daf/wemfy . eenen eeuw:gbenphix, eenen volkomen zoen , ende eenen vasten vrede , voir ufilve, voir alle uwe vrienden. voir alle uwe maghen, voir alle uwe huiperen ,ende voir alle uwe nakomelingen , fy gbewonnen of enr I 3 £b*'  134- . VADERLANDSCHE Ao. Graaf Willem met die van Westergo ge1310. oorloogd te hebben, dewyl 'er op den4.van Hooimaand van dit zelfde jaar 1310. een vrede tusfehen hen is getroffen, waar in niet alleen de wederzydfche verflagenen worden ; verzoend, maar ook door die van Westergo het rechtsgebied van Graaf Willem over hen erkend wordt;: en wyders nog meer andere zaken gefchikt zyn f>). Friezen De Friezen van Stellingwerf en Schoterwerf rebelle .hadden ooit. in dit jaar, of kort te vooren, gen ae'n onderftaan net flot, het welk de Utrechtfche lisfehop Bisfchop, ter hunner beteugeling, by Vollenvar, U hove. had opgeworpen , niet alleen aan te tretht tasten,. maar ook verfcheide vyandlykheden, met den kerkfehendery en kerkrpof aldaar te bedryban flaat. ven' weshalven de Bisfchop hen met den ban floeg (s); doch hoe weinig zy zich des bekreunden , zullen wy ftraks nader hooren. •Aan den anderen kant werd de Hollandfche Graaf .nu ook-, na het eindigen van'tbeftand met ■gbewonnen.ghebaren ofongheboren,l:em N. N Jynen afhuren vrienden ,ende alle koken naekomelinghen, zynJy gbevoonnen of onghewonnen, gheboren of ongheboren , defeneeuwighen , paix;, ende volkomen zoen, ende vasten vredefuldy houden mir ufelven, ende doen houden van alle u vrienden, ende magben, en bulperen, mans leven lanck, honden jner ende eenen dach, ende dair en tenden eewwelick , van dair die zom.e epgaet, tot dair die zonne ondergaet , als goede Kerflen menjeben. Alfoe moet u Godt helpen, ende alle Heyligen. zoo als dit wordt gevonden by den zelfdenHeeie van Miek^s in het Cbarterb* II. D.p. 85. (O Mieris Cbarterb. II. D. p. jc6. CO Ant. Mattu.zeus de Heb. Ultra), p. 89 en 90 , als mede Kerk. Oudh. van Friesl. p. 316. eu M ier i s Cbarterb. II. Df p. 04^  CHRONYK. III. Hoofdjl. i%$ met de Vlamingen, met eenen inval in He- a- ven aangehouden heeft (v), der In en omtrent dezen tyd werd ook de Tempelk- gantfche orde der Tempelieren , reeds voor ten word lang vangroove euveldaden verdacht, eninuitge- zonderheid wegens overdadig zuipen en loeicj. zwelgen berucht, alomme , Zoo hier als elders, en voornamelyk ook te Zierikzee , gen heel en al uitgeroeid : gelyk zy dan ook, in j„ j2en* den jaare 1312, op de Kerkvergadering te t3'3- ^lenne' ten eenemaal vernietigd geworden ■ is ■(£). Dit Concilie was onder anderen ook door Bisfchop Cuy van Utrecht bygewoond, Onlusten en deze Kerkvoogd had aldaar, en elders in met de Frankryk, zoo lang vertoefd , dat, door het Friezen gerucht van zyn dood, de Friezen anderwerf fchenCdié met des te gr00ter ftoutheid in 't harnas ge■weder jaagd, en zy voor het flot te Vollenhove gé* bygelegd rukt waren; hetwelk echtertdoor den terug worden, gekeerden Bisfchop , met Hollandfche hulp daar toe gefterkt , nog gelukkiglyk ontzet, en federt met die van Stelling- en Schoter-werf een verdrag gefloten werd, 't geen dit Land voor eenige jaaren ruste gaf; by dit verdrag, 't welk in 't jaar 1313- gemaakt werd, werden aan den Bisfchop,behalven meer andere goederen, ook agtenveertig hoeven met de knechten (y) Vossii Annal. Holl. Libr. VIII. ad Ann. 1310. (x) Petit Cbroniq Livr. III. p. 257. Te Zierikzee, zegt Boxuorn, ontkwamen'ermaartwee, die juist in, een oneerlyk huis zaten. En de Magiftraat aldaar zou hier toe, door eenen brief, wiensSchryyer men niet noemt, op lyfftraffe, bevel ontvangen hebben.  CHRONYK. III. Hoofdfl. 137 _ ten in de Parochiën Ifelham en óteenwyk toe- Ao, gewezen (y). Oe Hollandfche Graaf , die 1313. tynen oom deze voordeelen had helpen behalen, vergat intusfchen ook niet, om op het heil ™ryder zynen en het bevorderen van den koop- Dordrecht handel te letten, en had in hetlaatstgemelde aan de iaar ten dien einde aan de Oosterlingen toe- postergeftaan , dat zy hunne koopmanfchappen l»"^ tolvry binnen Dordrecht brengen mogten(z). Gelukkiglyk werden ook in den beginne des 1314. volgenden jaars de lange llepende gehoudene gefchillen met Engeland, ten opzigte van metEj£ den koophandel, uit den weg geruimd O). geiand. Het jaar 1315. fcheen.den Gravegelegen- 1315. heid te zullen geven, om zyne fchade , by Inval het voorige verdrag met Vlaanderen gele * van Graaf den weder voor een gedeelte te herftellen, miiemm door' eenen inval in dat gewest, ten be- Vhandthoeve en verzoeke van den Franfchen Ko- • ning Lodewyk den X , die met Robbert in oorlog was ; doch deze onderneming hep, behalven het verbranden van eenige vlekken en fteden door de Hollanders , vrugteloos af, ter oorzake van de geweldige Plasre. zware gens, die reeds in Bloeimaand begonnen, en Plasre't geheele jaar door duurden; waar door byna- &ns» de veldvrugten bedorven en zoo groot een °Jf gebrek en hongersnood hier te lande en elders nood,en & ver-Sterfte (l) Mieris Cbarterb. LI D. p.137(z) Balen Befcbr. i. Dordrecht, bl. 463. MiEHsCbarterh. II.D.p.i3i, ;] , O) Rymer. AB. P. Angl. T. III. p.4^9. Mollis Cbarterb. II. D.p, 140. I s  138 VADERLAND SCHE Ao. veroorzaakt werden, dat door dezelven, en 1315* de daar °P gevolgde befmettelyke ziekten , eene groote menigte van menfchen,ja, volland^ §ens fommigen 'iwel het derdedeel der inwoogevolgd neren van deze landen , elendiglyk omkwavangroo.me (b). Welke ramp echter kort daarna, ten over- door 's Hemels gunst, van zulk een overvloed. v]oed gevolgd werd . dat men egn mudde Rogge voor vyf oude grooten tournois bekomen kon, daar men weinig tyds tevooren zestig diergelyken voor betalen moest (c). Graaf Schoon Graaf Willem, zyne inkomften door Willem een prachtige hofhouding en fteekfpelen ver- de°£d fpildC ' k°ft hy echter in dk Jaar de ftad Mecbelen. Mechelen van Horens Bertbout voor drieën twin'tighonderd pond rente 's jaarlyks, het welke al mede oorzaak was van zyne buitenfporige beden (J). Graaf Willem, die, de party volgde van Lodewyk van Beijeren, (in de plaats van Henrik den VIL {e) 's Graaven oom, tot Roomsenkoning gekoren en nu over zynen mededinger , Fredrik van Oostenryk , zegenpralende) werd door denzelven , om het bewyzen van verfcheide dienden, met eene zekere fomme gelds (6) Mattbii Chron. Duc Brabant, p.51. Vossi 1 Annal. Holl. ad Ann. 1315. Men at zelfs kikvorfchen uit de flooten ; 't geen toen een affchuwlyk voedzel was. (V) Chron. v. Holl. door den ongenoemden Klerk, bl. 205. (rf) Mieris Cbarterb. II.D. p. 151,15z,2z2,223en 318. («) Deze was, volgens fommigen, door een'Monnik, by 't gebruik der gewydde Hostie, vergeven,  CHRONYK. III. Hoofdjl. 139 gelds befchonken (ƒ) , in de voorrechten Ao. zyner voorzaten bevestigd, voor wettig Heer 1316. van Friesland (g), en teffens voor een vry ■ Leenman van het Duitfche Ryk erkend ; en Graaf thans ook tot middelaar gefteld in de ver J^j» fchillen , die de Brabandfche Hertog had delt d; met Otto, Graave van Buuren, over den ge- gefchilweldigen inval, die deze laatlïe gedaan had tusfehen in 's Hertogen land omtrent Thiel. Dit 'ge- Herfchil werd in eene ^menkomstte Hoogjiraten, B°abani door den Hollandfchen Graaf, tot genoegen en den van beiden (h), beflist. In het Sticht was Graaf v. Bisfchop Guy , na weinige tusfchenpoozing5"Mre'2* van rust, weder met fommige Edelen overhoop geraakt, wegens het beftier der goederen I3I7'. van Jongkheer Gysbrecht van den Gooye. Jan stichten Kuilenburg en Klaas van Kats , voogden fche onover den laatstgemelden, weigerden aan dentisten. .Bisfchop de hun gevergde rekening van hun bewind te geven ; des zy , 'door denzelven op het Huis ten Goye belegerd, en eerlang zoo tot overgave daar van , als tot het beloven der geëischte rekening genoodzaakt werden. Edoch , duur Rond den Kerkvoogd deze (ƒ) Mieris Cbarterb. II. D. p. 144- H7« 'Gr) De Brief, by welken de Roomschkoning Lodewyk in Ao. 1314. de Friezen van Oost- en Wester-go gebiedt, den Grave Willem voor hunnen Heer te erkennen , en dien hy ,a!s Keizer, in Ao. 1330. vernieuwd heeft, is nog in dc Henegouwfche Arcbiven voor handen. (6) V ossu Annal. Libr. VIII. ad h. Ann. DiV2eus Rer.Brab. ad Ann. 1316. p. 144. De beflisfing van dit gefchil word echter by anderen een jaar later gefteld. Zie Mieris Cbarterb. II. D. p.19».  i4o VA DERLANDSCHE Ao. deze overwinning; want nauwiyks warende 1317. beide genoemde Edelen met de bezetttlin" " gen uitgetrokken, en het (lot aan Arnnut van van Bis- ^sfefiein en Willem, den basterd van Graaf fchop Floris den V\ , in handen gegeven , of de Ci) Hy verbood , onder anderen, het nemen van on-  142 VADERLANDSCHE Ao. De twist, die 'er in den volgenden jaare 13 *9' tusfehen Hertog Jan van Braband en Graaf Willem van Holland, wegens het Land van Jvll\etHeusden, door den eerften aan den Graaf van Land van Kleef ter leen gefchonken; en door Jan van Heusden Saffenberg (q), als Heer van Heusden, aan byse- den laatften verkocht, werd drie jaaren laalegd. tej.^ door jaart:C)e beftemde middelaars , be- 1522 rï'st > en u^ den wes geruimd (r) ; gelyk -—-als toen mede een verdrag van vrede, door Verdrag Hollandfche , Zeeuwfche en Henegouwfche met fteden bevestigd , gefloten werd tusfehen Vlaande- rjraaf Willem van Holland, en Lodewyk, Graaf ren' van Vlaanderen , waar by de laatstgemelde den eerften ontfloeg van alle leenroerigheid, aan hem, nopens Zeeland, verfchuldigd, en teffens van het betalen der voor 12 jaaren beloofde penningen , waar voor de Hollandfche Graaf van zyn recht op het Land van Waas en de vier Ambacht en afbond, mits dat hy in 't bezit gefteld of gelaten werd van de verbeurd verklaarde goederen der ballingen; of, by gebrek van dien, de fchade deswegen hem geboet zou worden, uit de fom van dertig duizend livres , die de Hollandfche Graaf aan dien van Vlaanderen moest betalen (j). En is, in 't vervolg van tyd, onbehoorlyken woeker; en deed zyn best , om de fchulden , door zyn vader gemaakt, te voldoen. SugTENhorst Gelderfche Gefcbied. VI. B. bl. 114 en 115. (qj Mieris Cbarterb. II. D.bl. 192 en 197. Zie ook bl. 198. (r) Hetzelfde Boek, bl. 273 es 274. (/) Chron. abreg. de Flandr. p. 281. P. d. Ou* degherst Chron, de Flandr. Chap. CXLIX.p.246.  CHRONYK. III. Hoofd/I. 143 tyd, en wel in den jaare 1324. deze vrede Ao. door den Keizer Lodewyk , als Leenheer van i322de beide Graaven , bevestigd geworden, zelfs met bedreiging , dat hy van geene waarde zoude houden , het geen, zoo door den Graaf van Vlaanderen, als door den Graaf van Holland, tegen dit verdrag, ten opzigte van de Zeeuwfche eilanden, mogte worden ondernomen (t). En zyn dus door dit voordee* lig verdrag de oneenigheden met de nabuurige volken,die tot hier toe geduurd hadden,bevredigd geworden Van rondomme dus het Land in rust gebragt zynde , had de Graaf Graaf nu de handen ruim, om weder tot zyne ge- j^'™ wone vermaken van fteekfpelen als anders,prank. waar mede hy den lande veele kosten aan-ryk, daar deed,hy de (t) Mieris Cbarterb, II. D. p. 335. (•u) Niet ongevoeglyk achten wy , alhier aan te merken , dat de Friezen , die van ouds hunne gerechtelyke byeenkomften onder den blooten hemel hielden , in het jaar 1323. hunne gemeene Wetten en Rechten vernieuwd hadden te Upflalsboom, zynde dit een vlak veld , omtrent een halve myl ten zuidwesten van Aurik gelegen , waar op drie hooge eiken hoornen ftonden, met de takken en kroonen meest aan elkander roerende, hebbende op twee- of driehonderd fchreden in 't rond geene huizen omtrent zich,hier werden veldtenten en zittingen of banken van opgeworpen of uitgegraven aarde gemaakt, en de beraadflagingen , onder den blooten hemel, als onder de beftiering en voorzitting van denGoddes Hemels, gehouden. "Men vindt nog deSvoetfhppen van zulke vergaderingen , Weerftallen geheeten , aan fommige plaatfen daar te lande. Schotan. Gefcbied. van Friesl, bl. 170. col. 1. Zie de Wetten , alstoenhier gemaakt of vernieuwd , ten getale van XLVIII, in Mieris Cbarterb, II. D. p. 325 —329.  i44 VADERLANDSCHE Ao. deed , te keeren; gelyk hy dan ook nog in 1322. dit jaar de krooning van den Franfchen Ko' ning Karei den IV. met een' prachtigen ftoet Zeeuwf. bywoonde, en door het aldaar vertoonenee»e ver°" ner Zeeuwfche Reuzinne (x) , (die , fchoon toont, van kleene ouders geboren , de langfte en fterkfte mannen van haren tyd in geftalte en kracht overtrof} aller oogen tot zich trok; by welke gelegenheid , zo wel als in het 1323. volgende jaar , by het uithuwelyken zyner " dochters, Joanna aan den Graave van Gulik , k^nTa'n" en ^arêareta aan den Roomschkoning Lodezyne3n mn Beijeren (y) , zoo veel gelds gevordochters.derd werd van de Landzaten, dat zulks op veele plaatfen niet weinig gemor veroorzaakte. De Kennemers, onder anderen, hadden zich , ten dezen opzigte' luidruchtig genoeg uitgelaten, om 's Graaven ongenoegen op hunne halzen te halen ; gelyk zy dan ook, de bede van den Graave niet, dan onder beding van eenige nieuwe voorrechten , willende inwilligen , hier door van alle hunne oude handvesten voor een geruimen tyd ver- fteken werden (z). In het Sticht had men (#) Hadr. Junius Batav. Cap. II. ad Ann. 1323. Omtrent of eenige jaaren voor dezen tyd was hier te lande ook vermaard de Spaarwouder Raas,Klaas van Kielen geheeten , van zoo vervaarlyke lengte, dat de kinderen hem niet, dan van achteren, durfden aanzien. Zie Barland in Gr. Jan den I. Oud Holl. Cbron. op 't jaar 1300. Wilh. Procurat. ad eundem Ann, (y) Scriv. Oud Hat. bl. 310. (z) W. Proc, by S c r 1 v. in de Graaven , II. D bl. 43 en 45.  CHRONYK. lILHoofdJi. 145 men den Graaf ook gedwarsboomd, en, te- Ao: gen zynen dank, in de plaatfe van den overle- 1323. den Bisfchop Fredrik van Zirik , gekoren Jacob van Oudshoorn; doch deze nog in dit zelf- Qu^n de jaar zyner verkiezing overleden zynde, hoorn wist de Hollandfche Graaf ook, op zyn beurt, volgtF. in weerwil van het Kapittel, en met bevesti-'"* ^rik* ging van den Pans , den Proost van Kame-^ie^t''ü' ryk , Jan van Diest, op den Bisfchopsftoel te volgt plaatfen , en denzelven federt afhangkelyk weder genoeg van zich te houden (#); waar van ten g^^aIs blykekan verf trekken, dathy, in 't volgen-utrecbtV' de jaar, na het doorbreken van den Lekken-op. dyk, eenige Kerken in het Sticht, die de j,2. herftelling daar van (door den Bisfchop wel - beloofd, maar traaglyk naargekomen) wei-Graaf gerden , met de wapenen daartoe wist te dwin ^Me™ gen (6); terwyl hy ook reeds op den 8*. van Lekken-0 Slachtmaand vanhetjaar1323.de aanftellingdyk door van dén Dykgraaf en Heemraden van den de StichtLekkendyk met zyn zegel had bekrach-^"fj1 tigd (0, . Jen*'1" Die van Dordrecht maden byna,in het daar op volgende jaar 1325, een gelyk lot met de 1325Ï Kennemerlanders hebben moeten ondergaan: ~ ' zy hadden , namelyk door hunne te verre- ne/m, gaande invorderingen van het Stapelrecht, invaar zich den haat van vele Steden op den hals 0m hungehaald, en zich op hunne voorrechten zoone voor. ffcout gedragen, dat Graaf Willem, die hen an-rechte" ucia. zen. fa) Goudh. Cbron. v. Holl. bl.371. (£) W1 lh. Procürat. ad h, ann. (c) Mieris Cbarterb.II.D.p. 333 en460. I. Deel K  14.6 VADERLANDSCHE Ao: ders zeer begunstigde, thans reeds een heir_I325- vaart tegens hen befchreven had , en 't was niet dan met vele moeite,dat zy, op hunne onderwerping, van zyne ongenade en'tverbeuren hunner voorrechten, die de Graaf reeds vervallen aan zich oordeelde , ontheven werden (d). Over dit verfchil is echter door den Bisfchop van Utrecht en vele Ridders en Knapen eene gerechtelyke üitfpraak gedaan, en hebben dezen , na het hoeren van die van Dordrecht en van de andere Steden van Holland, den Graaf geraden, om de oude Handvesten van Dordrecht omtrent het Stapelrecht van waarde te houden (e), terwyl nochtans Graaf [Willem naderhand , in den jaare 1326 , hun dat recht ontnomen Nieuwe heeft (ƒ). Verders blykt het uit veele thans ?n^s.tennog overgeblevene Hukken, dat'er, geduukmi""' rende dit jaar, in Friesland, en wel voorn a' melyk in Oostergo en Westergo , al wederom eenige onrust , tegen den Graaf is verwekt geweest, vermits hy op den 6. van Louwmaand aan de Graavinne volmagt geeft,om doch methun over eene verzoening te Alkmaar te v'er* handelen; waarop de Graavinne dan ook den zoend. van die zelfde maand vrygeleide geeft aan zestig Friezen, om met haar over dien zoen (■d) By Scriv. Gr. v. Holl. II. D. bl. 45 en 46, is zelf een brief voorhanden van den 24 Juny 1326 , waar by de Graaf aan die van Dordrecht het Stapelrecht ontzegt , en de brieven daar van wedeiroept. Zie Mieris Cbarterb. H.D. p.393- (e) Mieris Cbarterb. II. D. p. 364. (f) Het zelfde Boek, p. 393*  CHRONYK. III. Hotfdji.^ H7 zoen te komen handelen (g), Kn het is zeer ao. waarfchynlyk, dat de reden van deze onlus- 1325. ten is toe te fchryven aan het ftellen van Schepenen te Staveren (F). Hoe hoog thans het aanzien en vermogen x^6. van den Hollandfchen Graaf geftegen was, - bleek niet alleen uit eene andere verbindte- Zonderl. nis zyner derde dochter Phüippa met denjjfjjj^ Kroonprins van Engeland, maar inzonderheid het Huw. uit den krachtdadigen byftand , dien hy, on- ivk van 's der het bewind van zynen broeder Jan van Graaven Beaumont, eerlang verleende, om dezen Prins f^tet op den Engelfchen troon te helpen ftellen. met den Deszelfs moeder Izahella van Valois , zuster Kroonpr. van den Franfchen Koning Karei, was , on-vanonder voorwendzel van haren man en broeder,g-*».»*die met elkander oorloogden, te bevredigen, doch inderdaad , om hulp te zoeken ter onttrooning van haren gemaal Eduard den II., die zich van de Spencers liet regeeren, en om haren zoon in deszelfs plaats te zetten , in Frankryk gekomen, alwaar zy, met toeftemming van haren broeder Karei, die,uitftaat« kunde hier toe geene openbare hulp durvende verleenen, met haren neef, den Graave van Holland , eene verbindtenis aanging, waar by deze zyne dochter Phüippa aan haren zoon Eduard ten huwlyk geven, en haar met eene aanzienlyke magt onderfteunen zoude , ter bereiking harer gemelde oogmerken. Graaf (g) Het zelfde Boek, p. 354» 378,385 ■> 386, 413, 421, 414, 428 en 429. G>) Het zelfde Boek, p. 4J4» 455. 460, 461 en K a  148 VADERLANDSCHE " Ao. Graaf Willem, deze verbindtenis niet anders 1326. kunnende aanzien, dan eene nieuwe gelegen" heid tot uitbreiding van zyn gezag, liet hierom deze Vorftin met een vloot van honderd en veertig Haringbuizen nevens agt Hulken, voor welken zy en haar zoon hem beloofden fchadeloos te zullen houden ( i) , onder geleide zynes broeders Jan van Beaumont, verfterken, en naar Engeland verzeilen, alwaar zy dan ook eerlang haren welberaamden ftaatkundigen aanilag gelukkiglyk ter uitvoering bragt; voor welken dienst 's Graaven broeder rykelyk (£) in vervolg befchonken, en zyne dochter daarna als Koningin ontvan- 1327. gen en gekroond is (/). Tot dit huwlyk ' van deze Prinfesfe nochtans was alvorens Deszelfs vereischt en niet dan met veele moeite in het kingek' volgende jaar verkregen het ontjlag van maagmoeilyk Jcha$(in), 't welk de Paus , te onvrede op den gemaakt Graaf van Holland, niet dan traaglyk gegedoor den yen nad> Graaf Willem naamlyk hield de die de zvde van zvnen fchoonzoon, den RoomschGraaf aan koning Lodewyk, die, door den Paus in den Lodewyk ban gedaan, thans meteen tamelyke magt van Befje- -m i*a\\$ gedrongen en voornemens was zich fchoon- met de wapens in de vuist te doen als Keizer zoon, erkennen en kroonen. De Graaf, die reeds thans door brief op brief van Lodewyksaankomst te Kon. van jrente (B) en vervolgens van zyne krooning te (O Zie Mieris Cbarterb. II. D. p. 396, (Jt$ 't Zelfde Boek, p. 413, 4-5 > 459(l) 't Zelfde Boek, p.444. 449 en 494O) 't Zelfde Boek, p. 438 en 440 (n) Ant. MATTHffii Annal. Tom.IV.'p.249. Mrjs« Eis Charterb. II. D. p. 417 en 422-  CHRONYK. III.HoofdJl. 149 te Milaan (0) verftendigd , en telkens om Ao. zyne hulp in perfoon daarby aangezocht was, 1327. en reeds veele vergeeffchemoeite,om zynen ' fchoonzoon met den Opperkerkvoogd te be- L?mbarvredigen, had aangewend , fcheen zich nu m'aafct6," te zyner byrtand met ernst gereed te maken, bewees, en had, misfchien ten verzoeke van den zelfden zynen aangehuwden zoon, het oor geleend om geen geld, ten voordeele van den Paus in zyne landen te laten ligten (p) : hoe 't ook zy, Willem ftond by dien Kerkvoogd in een kwaad blaadje; en 't was vooreen gedeelte op de verfchooning ten zynen opzig'te door den jongen Engelfchen Koning Eduard, dat de Paus zich eindelyk bewegen liet, om in het gemelde huwlyk van dezen Vorst toe te ftemmen (q). Indenjaare 1328, hetzelfde, waarinZo^- 1328. isjk te Rome de Keizeriyke kroon ontvangen, ' en Graaf Willem , ten behoeve van zynen ^jfem fchoonbroeder Koning Philips den VI. van 0!1(jer. ■Frankryk , een' inval in Vlaanderen (f) werpt de gedaan heeft, ter beteugeling van fommige Oostfrie. oproerige Steden in dat gewest, werden ook ™* aan de Üosifriezen , die zo nu als dan de ooren weder opgelteken en binnenlandfche onlusten , door 't verdryven van 's Graaven Amptenaren (s) daar te lande, verwekt hadden, door (0) Hem . p. 338. Mieris Cbarterb. II. D- p.420; (p) Idem Lib. A. Matihjei i. c. (q) Rymer. AB. Publ. Ang. T.IV. p.302. (r) Goudhoev Cbron. van Holl p. 3 73. Scriv. Oud Batav. p. 311. (j) MIeris Cbarterb. II. D.p. 428,461 en 462, K 3  JSO VADERLANDSCHE Ao. door de wapenen ter onderwerping aan den i32y Hollandfchen Graave genoodzaakt 1 0 ; by ' welke gelegenheid zy den Graave een Schrift vertoonden van de wyze , op welke hy in Friesland komen moest, om aldaar Rechtdagen te houden, en de hulde te ontvangen fjy). In dit zelfde jaar leed de ftad Alkmaar zeer Alkmaar Sr00te fchade door brand, die op den dag van St. Urbanus byna de ganfche ftad met de Kerk en de voornaamfte Gebouwen vernielde (w). En niet lang daarna fchynen deLan■ deryen, daar omftreeks , niet weinig door Waters- het water te hebben moeten lyden , voor zo nood in verre men opmaken kan uit het bevel, door Wenfnes- dö Hollandfche Graavin {bedenkelyk by het afzyn van den Graaf) aan die van Schagen en Niedorp gegeven, om, wegens den nood van 't water in Friesland , een nieuwe fluis in den Heer Huigendyk te maken (x). 2„,a In 't volgende jaar deed Graaf Willem, met verfcheidene Edelen verzeld, eene reis naar Italië, om, ware 't doenlyk , zynen fchoonzoon (f) J, de Beka Chron. in Joh. III.p. 114. Goudh. als boven , p. 374. (y) Êxfgraafiyke Bediening , Hoofdft. III. p, 53. Mieris Cbarterb. II. Deel , pag. 478. De Friezen, altoos zeer kiescb en keurig op hunne voor. rechten, hadden in dat gelclirift onder anderen den Graaven nauw genoeg bepaald, langs welken wegen hoe verre zy in hun land-komen mogten ,• by welke gelegenheid zy alsdan door vier derEdelften op de fchossijeren van de aarde opgeheven en als hunne Heeren erkend en uitgeroepen werden. (w) M.S. Cbronykje van Holl. en W. Procurat. ad Ann. 1328. O) Mieris Cbarterb. II, D. p. 480.  CHRONYK. IILHoofdfl. 151 zoon ten laatften met den Paus te bevredi- Ao. gen,- doch de Paus, die den Graaf met zynen 1330-. ban gedreigd , en bevolen had de bruggen ovQïótRhom, tot ftremmmg van dien togt,ooze derwaarts, af te breken, noodzaakte hem reis van onverrigter zake terug te keeren (y). Met Graaf den aanvang van dit jaar had men te BrwfeV™™ ook de huwlykfche voorwaarden getekend Jtaft.ft tusfehen Willem, 's Graaven zoon, die federt tot Graave van Zeeland verheven werd, Zyn en Joanna, de oudfte dochter van den Her tog JJj^ van Braband, met welke hy daarna in den trowt echt trad (2)- . TT M , , „ metjom- Na dien tyd viel 'er in Holland , t wel&na van thans in rust bleef, niets merkwaardigs voor; Braband. en hier door had de Graaf gelegenheid , nu en dan , ter beftiering van Henegouwen, I331>_ zich derwaarts te begeven. Eerlang viel 'er HmrfJt) weder in het Sticht wat te doen (a). Henrik van Heer van de L"k, Heer van Hagefie'm , had door ver- Hagefcheidene invallen en ftrooperyen in 't gebied ft«n>J™ van Utrecht , den Bisfchop eindelyk genood- tMm' zaakt, om Graaf Willem te zyner hulpe tegens hem te verzoeken. Deze zond derhalven Willem Kuzer, Dykgraaf van Rhynland.met eenige benden derwaarts , die 't land van Hageftem welhaast onder hun geweld bragtenYZu, en dus het Sticht van dien overlast ont- (y) Goudh. Cbron. p. 372. Petit Chron. Livr. III. p. 262- (3) Mieris Cbarterb. II. D. p. 492. Ca) 't Zelfde 13o9k, p. 495 en 512. (bT Goudh. Chron. p.374'- en anderen. DeneerIvkheden van .den Goye en Magefiein, welke laatfte 3 K 4 toen-  154 VADERLANDSCHE Ao. Philips den VI., zyn behuwd -broeder, ge1337. famentlyk te beoorlogen) dit tydelykeleven ~ afgelegd (k); wanneer zyn zoon, de Graaf de1IVEM van ^ee^an^» met wlQn Eduard ten dien einde zyn zoon ook gehandeld had , in zyns vaders vérdere volgt Graaffchappen, thans onder den naam van hem op. Willem dm IV. opgevolgd, zich met den EnWikkelt g^fchen Koning verbondt , om hem in zich metzYne onderneming in Duitschiand mét duizend Engeland Curasfiers by te ftaan (/;. Edoch, alvorens in oorlog Frankryk onmiddelyk aangetast werd , vond Fwiknk. men geraden \de.n Keizer Lodewyk van dezen toeleg te verwittigen, en , ware 't mogelyk, hem daar mede in te wikkelen , gelyk ook gelukte; maar deze onderneming had geene zoo voorfpoedige gevolgen als meh zich verbeeld had; de Hollanders en Zeeuwen fchenen flegts fchoorvoetende hunnen Graafin dezen uitheemfchen oorlog te willen volgen. Keizer Lodewyk moest zelfs moeite aanwenden , om hen daar toe te bewegen , gelyk onder anderen zyn brief, aan die van Haarlem tot dat einde gefchreven , daar van ten blyke verftrekt (?«)• Het (k) Willem delll. was, 'tzy om zynen vrlendlyken cn fpraakzamen aart, 'tzy om zyne ongekreukte onpavtydigheid in 't handhaven van 't recht, of om zyne moeite, in 't bevredigen van veie partyen, aangewend, of om andere redenen, de goede of dikwerf de goede en goedertieren Graaf gebynaamd, Zyne vrouw Joanna van Valois, die hem eenige jaaren overleefde, ging, kort na zyn overlyden, in het Klooster te Fontanellen Beka in johan de III. (0 R y mer. At% Publ. AngU Tom. IV. p. 783. Mieris Cbarterb. II. D. bl. 594.. (m) Hetzelfde Boek, p. 613.  CHRONYK. III. Hoofdfi. 155 Het jaar 1338 viel fmertelyk voor die van Ao. Dordrecht, wegens een zwaren brand , waar i338._ in de ftedelingen en vooral de Lombaardhou ^ ^ ders zeer veel geleden hebben; doende wra< Dordrecht ftelde order, dat dezelven voor die Ichade we-ennieu. der eenige vergoeding en nieuwe voorrechten we voorverkregen ; ook vergunde hy aan de Stad zd «ctat» ve, wegens dit ongeluk, dat alle Oosterfche^ ^ fchepen , die in de Maas kwamen , zonder gund> ontladen te worden, tot Dordrecht varen moesten (n). , In het volgende jaar werd Henegouwen het 1339, tooneeldesoorlogs met de Franfchen , tegen welken de Graaf eerlang opentlyk den oorlog verklaarde; doch het beleg van Kameryk,dat toneel men alstoen ondernomen had, was vrugteloos des ooropgebroken, endeveldtogtvanwederzyden,logs met zonder veel van belang uitgevoerd te hebben, Frankryk. geëindigd (oV Geduurende deze onlusten werd Re'moud de II. Graaf van Gelder, door 7* tot een zer Lodewyk tot Hertog verheven , enten zelf-Hertogden tyde , voor de fom van veertigduizendrfom vermarken zilvers, int bezit van Oostfriesland, be-heven* halven in 't gedeelte, het welk 'er de Hollandfche Graaf bezat , gefteld (p); wordende daarenboven nog befchonken met het recht om gouden en zilveren munt te flaan (q). ö Ook O) Mieris Cbarterb. II. D. bl. 610 612. (o~) Goudhoev. Chron. van Holl. bl. 37ö- fjO Leibn. Cod. Diplomat, pag. 151. £?Pontan. Hili.Gelriee pag. 229. Mieris Cbarterb. II. D.p. 616. C*?) SligteïïhorSt Geld. Gejch- VII. Boek,/op 't jaar 1339.  i56 VADERLANDS CHE Ao. Ook is, in het laatfte gedeelte van dit jaar, 1339- of in 't begin van het jaar 1340., Graaf Willem de IV. gekozen tot voogd van het Sticht Willem Utrecbt> en neeft> als zoodanig, aangefteld de IV. Jan '-'an Arkel, om het zelve uit zynen naam worde te beftieren (7): hebbende Jan van Beaumont Voogd üitfpraak gedaan over de verfchülen tusfehen Stichf den Graaf en de burgers van Utrecht gereUtiecbt, zen > naar welke ,, wanneer de burgers beloofden zich te zullen fchikken , zoo heeft en neemt Graaf Willem hen in zyne befcherming genode Bur- men (r), waar voor zy hem beloofd hebben, Stad in dat zy hem' by het openvallen van den Biszynebe- fchoplyken Zetel, of eenige andere Kerkelyfcher- ke Waardigheid, zouden helpen, indien hy Hiing. dezelven voor iemand zyner vrienden mogte verzoeken (7) 5 ook vind men daar na , dat de Heer van Arkel en zyne broeders om den Bisfchoplyken Stoel voor den Kanonilc van Arkel hebben verzocht, met belofte, van den Deze Graaf te zullen dienen tegen alle Heeren, Voogdy die leven (V). Inmiddels fchynt dit MomhancT boirfchap naderhand de oorzaak geweest te oorzaak zYn van den oorlog , waar mede de Graaf van den het Sticht van Utrecht in den jaare 1345. aanOorlog, greep. Omtrent in't midden van't jaar 1340 ,over- - 6 '- leed de Utrechtfche Bisfchop Jan van Dicst, Jan van na agttien jaaren lang dien zetel , doch Mest, met weinig roems , bekleed te hebbenBisf. van ^f (r) Mieris Cbarterb. II. D. p. 629 en 642. (s) Het zelfde Boek, p. 633 en 634. (t) Het zelfde Boek, p. 635. (V) Hetzelfde Boek, p. 642.  CHRONYK. III. Hoofdjl. 157 als zynde door hem het Slot Vreeland aan den Ao. Hollandfchen, en V'Alenhoven met gantsch O- 1340. verysfel aan den Gelderfchen Graave verpand ~ " O) geworden. Na zyn dood verkoor Paus fl"?c.ht> Benediëius de XI. in zyne plaacfe, den Kardinaal worrdt;op. Niculaus Capütius; doch deze in 't zelfde jaar gevolgd nog van dit jSisdom aflland gedaan hebben- door den de O), werd, door toedoen van Graaf Wil- Kard. AT. km , die door zynen fchoonbroeder Keizer J^"^™* Lodewyk reeds tot momber en voogd van de hem door Kerk en het Bisdom, ter-begeerte van des-3«« van zelfs drie Staten, gekoren was, zyn Ste-^^ dehouder Jan van Arkel op den ledigen Stoel geplaatst : terwyl Reinoudvan Gelder ondertusfehen te vergeefs voor Jan van Bronkhorst yverde. In 't volgende jaar werd'eraaneenbeftand i34ien gewerkt tusfehen de nog oorlogende Konin- 1342. gen van Frankryk en Engeland, nevens hunne " bondgenoten; en het zelve werd, onder de be- Bel^and middeling van Joanna , Graavinne Weduwe #^4" van Holland, in den volgenden jaare getrof-en Engefen (y), als wanneer die Vorftin ook dit ty- land. delyke met het eeuwige verwisfelde; en haar zoon Graaf Wdlem, nu de handen weder ruim hebbende, ten verzoeke van de Ridderorde van St. Jan, en ter uitbreiding vanhetChriftendom onder de ongeloovige Litthauwers, of, (w) Goudhoev. Cbron. van Holl. bl. 378. (x) Zueder. de Culenb. Origin. Culenb. in A. Matth. Annal. Tom. VI. p.252. Mieris Cbarterb. II. D. p. 642 en 643. (y) Voss, Annal. Holl. & Zei. Libr. IX. ad Ann. 1341. Mieris Cbarterb. II. D. p. 651, 653.  158 VADERLANDSCHÉ Ao. of, zoo anderen willen, ter bevordering van 13 3.2. den koophandel met de Oosterlingen , een ' heirtogt deed naar Pruis/en (2). Dan, hier Graaf niets van belang uitgevoerd hebbende, keerWilkm over Kcnien te rUg. Aldaar, zoude hem, naar' volgens fommige , doch enkel Hollandfche Pruisfen, Chronyken , door eenige Ryksvorften de tegens de Keizerlyke kroon , thans nog door zynen Litthau- -n -s paufen Dan levenden fchoonbroeder ge'wers' dragen, aangeboden , edoch door hem geAardbe. weigerd zyn (a). In dit zelfde jaar , dat ving in met eene Aardbeving in deze Nederlande Ne- ^en, waar van we echter niets ongelukkigs dedan- aangeteekend vinden, begonnen was; of ten eD' minfte omtrent dezen tyd , gebeurde in Zonder!. Gelderland, zoo men wil ,het zonderlinge gegeval van val tusfehen den Hertog en zyne tweede GeHertog maün Eleunora , zuster van den Engelfchen denlTt Koning Eduard den UI, hier in beftaande: Gelder ' Reinoud de 11. het zwarthoofd of de zwarte met zy'negebynaamd, die zynen in de gevangenis geGemalin ftorven vader in't jaar 1326 als Graaf opgeElsonora- volgd, en nu, als wy aanmerkten, tot Hertog verheven was, had zyne gemelde echtgenoote, federt 1329 aan hem gehuwd , wegens haar puiftig en opdragtig aangezigt, van lazery verdacht gehouden , en haar federt eenigen tyd reeds van zich afgezonderd; deze Prinfes nu, den tyd waarnemende, dat haar Gemaal te hlymegen eene raadsvergadering hield, begaf zich, Hechts met een fyn zy- (2) Alb.Sch afnaburcens. inCbron. adh.^«n. O) Scriv. Oud Batav. bl. 314.  CHRONYK. ULHoofdfi. 159 zyden hembd en overkleed omhangen , ne- Ao. vens hare beide zonen Reinoud en Eduard, 134.3. ■derwaarts, ontblootte zich in tegenwoordig- ' heid van haren Gemaal en van zyne Raadsheeren , en fmeekte, dat men van hare zuivere lichaams-gefteltenis , die men ten onrechte met kwaadzeer befmet hield , getuigenis dragen , en hierom weder haar met haren man bevredigen wilde. Dit onvoorzien en vrypostig bedryf bewoog den verbaasden Reinoud, die zich misleid bevond , zyne Gemalin weder tot zich té nemen; doch te laat zeker, indien hy getracht had meer kinderen by haar te verwekken; want niet lang daarna te Arnhem zynen Godsdienst verrichtende, viel hy zo gevoelig uit zynen zetel op den grond, dat hy den hals brak en het beftierf; Dood eene dood,hem om het mishandelen van zynen ^a"ld^" Vader, zoo men wil, reeds te voren voorzegd. Re-moud, Anderszins was hy een uitmuntend Vorst, die zich door rechtvaardigheid en andere deugden by de Gelderfchen zeer verdiend gemaakt heeft Qb). Kort na den dood van dezen Reinoud, en zelfs nog in den volgenden jaare 1344', en dus geduurcnde de minderjaarigheid zyner twee (6) Sligtenhokst Geld. Gefchied. VII. Boek, op het jaar 1342 en 1343. Van dezen Reinoud getuigt men, daf,by zelve ook den geest van voorzegging gehad , en, by gelegenheid , dat hy Graaf Willem den IV. van Holland uit de Doopvontehefte, voorzegd zoude hebben, dat deze door de Friezen om 't leven gebragt zou worden : gelyk ftraks te melden ftaat, dat vervolgens gebeurde.  iob VADERLANDSCHE Aö. twee nagelaten zoonen , die federt een hevi1343. gen oorlog met elkander, om het bewind , gevoerd hebben, begon men reeds de fmeuder on- lende vuurdampen te zien van den onderlinlusten gen twist tusfehen de vermogende huizen met die van Hekeren en Bronkhorst, die naderhand in van He- een heftigen gloed en feilen brand uitgebarbVou™ ^en zyn' en waar van het eerfte de zyde van horst in den oudften zoon Reinoud, en het andere die Gelder- van zynen jonger broeder Eduard, vervolgens land. aangenomen hebben (c);'tblykt tevens uit de üitfpraak, die onze Hollandfche Graaf WitUit-1 km de IV. niet lange waReïnouds&ooé. gedaan heeft, nopens de gefchillen over het beftiedezelve ren van dit Hertogdom Gelder, dat men ook door hem met deze onlusten gemoeid hebbe (d). Graaf jrn zeker, Graaf Willem had omtrent dezen. den IV. t5'd' in welken Amfteldam inzonderheid ondie Am- der anderen door hem met verfcheidene voorJleidam rechten (e) begunftigd was, de handen gemet^eni"noegzaam vol , met ontzachlyke middelen rechten1"le beramen >om zYn«200 't fchynt, in Utrecht begun. gekrenkt gezag te herftellen. Bisfchop Jan tigt. van (c) £ie Sr. igtenhorst als voren. (d) In 't opfchrift van deze üitfpraak , te vinden in Mieris Charterb. II. D. bladz. 689 word Reinout de IIl. (by 't overlyden van zyn vader omtrent 10 jaaren oud) de aangetrouwde zoon van Vrouw Eteonora genoemd; 't welk onmogelyk waar kan zyn, dewyl die Vorftin , als met verfcheide bewyzen kan getraafd worden, ruim dertien of veertien jaaren met Reinoud den II getrouwd geweest was,toen deze,in het jaari343. op den i20ctober, zoo ongelukkiglyk, als wy verhaalden, zyn leven verloor. fe) Behalven Stads-vryheid hadden zy ook in het laatst van 't jaar 1342. de vryheden van Tollen te water  CHRONYK. III. Hoofdjt. 161 van Arkel, namelykdie, gelyk we hier boven Ao. aanroerden, zyne verkiezing aan Graaf Wil- 1344. lem te danken, doch, zo 't fcheen , minder ~~ lust, dan zyn voorzaat, had, om afhangklyk te °nlusJt.eii ,1 >j-ir ° 3 met die blyven, was, na t weder inlosfen en vryma- van ^et ken van Overysfel en andere verpande goede- Sticht en ren, naar Grenoble vertrokken , om 'er met denGraaf minder kosten zyn ftaat te houden, hebben- van Ho1- de ondertusfchen zynen broeder Robbert, als a" ' Stadhouder, te Utrecht gelaten. Ofdit,dan of eenige andere gefchillen over de Proostdy — van St. Jan, den oorlogzuchtigen Graaf Wil- Redenen. lem , die hier gaarne zo veel gezags, als van de* voorheen zyn vader, zou hebben willen voe zeiven* ren,verbitterd en genoegzame reden ter beoor- G , loging der Stichtfchen gegeven hebbe, is niet eenigw v/el te bepalen; maar het is ondertusfchen ze-Sticht- ker, dat fommige Utrechtfche Edelen zich in fchs E- dezen delen^ ter en te lande bekomen ; een en andermaal had ook de Graaf de verfchillen dezer Stad met Deventer over de Tollen op den Tsfel bygelegd. Zie Mieris Cbarterb. II. 1). p. 668-670. 675. 677 en 6go. In Zeeland voerde, ten dien tyde,'s Graaven Oom, Jan van Beaumont, naast en onder den Graave , het hoog bewind , gelyk hy dan ook, niet alleen aan die van Gies en andere"Zeeuwfche Steden eenige Voorrechten gegeven , en op het vechten der Klerken in Éuiibeveland, als ook over het dragen van verboden Geweer te Westkappel keuren gemaakt; maar ook, door zyn bevel, als teffens Stadhouder van Holland zynde , waartoe hy door zynen neef, Graaf Willem den IF., geduurende deszelfs togt naar Pruis/en tegen de Lithauwers, van welken togt hier voor gefpvoken is, was benoemd geworden, het delven der Vaarte tusfehen Rotterdam sn Ouwerfcbie, in Ao. 1343 bevorderd heeft. Zie he; zelve Boek »*. 672 -679- I. Deel. I,  i6z VADERLANDSCHE Ao. dezen by den Graave voegden; en deze, kon 1345. na 't vertrek van den Bisfchop, aan Utrecht, "^*~ 'daar hy eenweinig^te voren, onder het voorwendzel van tegen de Friezen te zullen oorlogen , allerlei leeftocht en krygsvoorraad Belege- had doen inkoopen (ƒ) , den oorlog verringvan klaarde , met eene zeer aanzienlyke le■ff ft?d germagt (g) het beleg voor die ftad nederm u lloeg, en in perfoon zyn hoofdkwartier nam in het toen buiten die ftad ftaande Convent der Duitfche Orde (h); hebbende, tot goed- ma- (ƒ) J. h Leidis Chron. Belg. Libr. XXVIII. Cap. 13. pag. 255. Cork. Zantfliet Chron. apud Mart. & Dür, ColleS. nov. T. V. pag. 240. (g) Gemelde Zantfliet begroot de magt van den Graaf, dat ongelooflyk fchynt, op tweeduizend zes honderd Ridders , agttien Graaven , zevenendertig Baronnen, en in 't geheel op zestig duizend mannen. Joannes Hocsemius, die in twee Boeken de daden der Bisfchoppen van Luik befchreven , en in dezen tyd geleefd heeft, tekent aan, dat de Graaf tot dit beleg by zich had 2596 Ridders , 18 Graaven, 38 Baronnen, en meêr dan30000gemeene manfchap; zoo dat hy, fchoon in de opgave van het geheele getal der belegeraren merkelyk verfchiMe van Corn. Zantfliet, echter in de opgave der Ridderen , Graaven en Baronnen , welken den Graaf , in het doen van dit beleg, hebben verzeld, met denzelven genoegzaam overeenftemme: gelyk by hem te zien is ia.Gestis Pontific. Leodienf. Lib. II. cap. 31. alwaar hy een aanvang maakt met het vermelden der dadén van Engelbertusa Marcha, in dit zelfde jaar verkozen tot den 76ften Bisfchop van Luik: te vinden in de Verzameling van Joann. Chapeavillüs, Tom. II. p. 478. (è) In dit Convent, dat door den Land-commandeur, en zyne medebroeders, (met al hun fchat nu in Utrecht geweken) verlaten , en , door die van binnen meest al verbrand was, hield de Graaf, met één Her-  CHRONYK. IH.Hoofdfi. 163 making van de onkosten , tot dezen kryg Ao; vereischt, verfcheidene goederen der Graaf- 1345. lykheid, onder het zegel van veele Edelen," ~! aan eenige Hollandfche en Zeeuwfche fte. J.erPan* den voor eene groote fomme gelds verpand®; eènf,eaU welke fteden zich onderling verbonden, Graaflyom malkanderen fchadeloos te houden van ke goeden borgtocht, voor-den Graaf gedaan deren, waar uit men zien kan, dat de fteden, ook Onderreeds in die dagen , durfden hare eigendom linS vertegen denGraaf (hoewel haren Landsheer zyn* g°"dv^n de) verdeedigen en hare wettiglyk verkre- steden, gene rechten bewaren. Vyf weken lang wer- v den de Kerken en Huizen der Bisfchoplyke ze°t°ng Veste, van dertien kleine en eenige grooter van het beukeryen $ met zware fteenen, zeer befcha- beleg v. digd ; en midlerwyl ontfing Graaf Willem Utrec^> zelve , in zekeren nacht, eene ligte wonde door een pyl aan zyn hiel. De welhaast te 's Graarug gekeerde Bisfchop echter wist, door ^f^£m voorfpraak van 's Graaven meérgemeldene^Be» oom Jan van Beaumont, eenbeftandmethem ftand uit te werken; dat nochtans maar van Hooi- voor maand tot Slagtmaandduuren zoude, envol-wein's gens welk vierhonderd burgers, metontbloote hoofden en voeten, den Graave voor zyne tent om vergeving der jegens hem misdane breuke fmeeken moeften ; en Hendrik van den Rhyn, Proost Hertog en twaalf Graaven, geduurende het beleg, zyn veiblyf. Fundat. &f Fat. Ecclef. Ani, MatTHici pag. 570, 571. 0') Mieris Cbarterb. II. D. p. 601, (k) Het zelfde Boek, p. 693. L a  !f54 VADERLAND SCHE Ao. Proost van St. Jan,met zyne uit de ftad en haar 1345. gebied geweken vrienden, en welker goederen —' mén had;aangeflagen,in dezelve zouden weder- °nSe" keeren enin vorigen ftaat herfteld worden (/). ton van ®lt a^us verricht en gefloten zynde,is deGraaf Graaf van daar opgebroken , en niet lang daarna, te Willem, weten .in Herfstmaand van den zelfden jaare, naar . deed hy den nu al lang beraamden, doch voor hem ongelukkig 'uitvallenden togt tegensde Oost ■ Friezen, die zich nu en dan tegen zyne Amptenaren wederfpannig gedragen hadden. Van zynen oom Jan van Beaumont en een gantfchen "ftoet van Edellieden dezer gewesten verzelddandde hy in't laatst van Herfstmaand by St. Odulphus klooster omtrent Staveren, en werd door de Friezen aldaar zo ruw ontwaar in fangen , dat hy, in dit heet gevecht,'twelk hy, ne byna den geheelen dag duurde, met eengevensvee- heele reeks van Ridderen, het leven verloor; ]s Erde' wordende onder dezen geteld de Heeren van velt Hoorn, Hccmfiede, Met-wede, Naaldwyk , Siinon en Dirk van Teiiingen, Jan en Rcinier van Montfoort , Otgier van Spangen , Arent van Kruiningcn , Klaas Kervink van, Rèimerswale, en anderen ; zynde de Heer van Beauuiont ter nauwernood in een fchip het gevaar ontweken (in). Het doode ligchaam van den Graaf werd eerst eenige dagen daarna onder de dooden gevonden , en in 't klooster Florenkamp by Bn 'swtrt begraven , döor toedoen van Heer Mai ten, Commandeur der St. Jans (/) Mieris Cbarterb II. D. p. 695. (ik) Beka in Jaan. de IV. , by Scuiv. Gr. van Hst!, bl. 6Ó-70. Voss. Annal. Holl. ad. h. Ann,  CHRONYK. III Hoofdft. ié$ jans Heeren te Haarlem; zvnde zyne kinder- Ao. looze nageb'eve Gemalin ^ Joanna van Bra- I34_5^_ band, naderhand hertrouwd geweest met Wen- Zonder ceslaus van Luxemburg, broeder van Keizer erfgenaKarel den IV. van dien naam. Deze Vorllin j"^31* was, om den dood van haren eerften Echcgenoot zoo gebeeren op de Friezen, dat ze niet alleen derzelver goederen in Holland verbeurd verklaren, maar ook de Friefche Monniken op het eiland Marken onvoorziens overvallen en in zee fmyten deed. VIERDE HOOFDSTUK; Begrypende de Graaflyke Regeering derKetze* ritme Margarete; als ook van baare zoonen, Willem V, Hertog van Beijeren j en van Albrecht. cerst, by de krankzinnigheid van zyn Broeder, den ger oemden Hertog W1 l l e M , al s R uivaard en Voogd; en , na afiyvigheid van Hongstden/ eken, als Graaf van ÏI'Mand en Zeeland, en Fleer van Friesland ; tot op het overlyden van i iooggemelden Hertog Albrecht van Beijeren. T"\E ontydige dood van Graaf Willem dén Oor- bragt den Graaffchappen van Hol- fprong land en Zeeland eene des te gevoeliger wonde j^f^f toe, dewyl 'er by gebrek van eenen onmidde- gahet lyken Erfgenaam zeer hevige in- en uitland- javwjbhe fche twisten, om de opvolging en 't bewind FaUien. derzelven, ontftonden, en deze Gewesten, door de allerbitterfte partyfehappen onder de Edelen, cp eene vvréede en deerniswaardige • wyze, gèflingerd en van een gereten wer.deh. - Toena namelyk, zag men die ongelukkige tyden geboren, in welken debloe-  166 VADERLANDSCHE A°. dure verdeeldheden tusfehen Hoekfchcn en 1345- Kabeljaiaofchen, Sréden en Landen hr« TT" roerden., en bloedverwanten tegens bic©..-. verwanten in het barras joegen Eenfgè da<;en ra 'b Graaven dood namen die van Dordrecht een btfiuic, ten nutte van deii geze4 tenen van hunne Stad , waar by zy inzonderheid twee mannen aanftelden , om over de Stadsregering te zitten , en het oirbair van weduwen en weezen te bandhaven F.bch Omtrent den zelfden tyd ontfing men ook hier VwK£* te lande, en federt nog meer dan eens, brieJJj^ v;n van Koning Eduard, by welken hy verdenlIL zegt om het erfdeel zyner echtgenoote, haar door den dood haars broeders aanbeftorven 1346, (o> Doch Margarete, oudfle zuster van den gtfneuvelden Graaf, gehuwd, als gezegd 'itiargreeth, met Keizer Lodewyk, werd^ als de oudiorrit aisjïe en naafte erfgename der Landen, eerlang Craavm- me{ goe(j rec|n ^ ^oor faxen Gemaal , by jf/Jw,°Pcne brieven, met dezelven bekleed (p ). 'Deze Vorflin , by haren gemelden Gemaal nu vier zoonen, te weten Lodewyk, Willem, Albrecht en Otto, geteeld hebbende, kwam met een van dezen , misfehien Otto (q) , her- alommeTwaarts over ' en wer(* cer^on^ alomme met gehul. blydfchap aangenomen en als wettige Graadigd. ■ vinne (n) Mieris Cbarterb. II. D. p. 690. (O-, Het zelfde Boek, p. 700, 701. 72 en 707. (p) Het zelfde Boek , p. 702 en 703. (?) Te racer fchynt men te mogen vastflellen, dat Margarete eenen zoon ■Otto gehad en dien waarfebyn. Jyk met zich herwaarts gebragt heeft,om dat we den een* en anderen brief deswegen vindend-den eerften getekend deni8/April 134Ö, en weder vernieuwd in 't begin van 1348, waar by zy dejen haren zoon Otto het Burg- graif*  C II R O N Y K. W> Hoefdfi. i67 vinne gehuldigd, gelyk zy dan ook eenige Hol- Ao: landfche (r) en Zeeuwfche Steden met veele i34Q-i Privilegiën befchonken, of andere bydeou- Schenkt den, toenmaals beveftigd , en voornaamlyk denSte. aan Am ft eldam, Oudewater en Woerden beloofd den veeheeft dezelve nimmer van de Graaflykheid le Voor» te zullen laten affcheuren (*). Aan jan vanrechten» Beaumont, haren oom, fchonk zy toen ook het en ;^ recht, dat zyne dochters, by gebrek van man- eeBl}e. lyk oir, in zyne goederen mogten opvol-(landmet gen (0> Met den Utrechtfchen Bisfchop den Bisfloot zy een beftand voor twee jaaren, om^gv^ dat, hare tegenwoordigheid elders nodig zynde , haar geen tyd gelaten werd, om of de Stichtfchen ofdeFtiezente beoorlogen (u). Hier Keert op 'keerdezy naar Beijeren, alwaar Lodevoyk, weder' _ haar man, de handen vol had, met zich aan- ™f? £et'- te-J graaffchap van Zeeland enz. belooft. Zie Mieris Cbarterb. II. D. p. 706, 707^747. (r) Zie't zelfde Boek, p.707-718, 720,721', en de bevestiging van alle deze gegeven Voorrechten door den Keizer, haren Gemaal, p. 726. (Y) 't Zelfde Boek p. 7i2en.7i7. De eerfte Brief is door haar gegeven, in Middelburg op den 14. van Grasmaand 1345.of 1346.en delaatfte in dit jaar te Bergen in Henegouwen, den 24. van Herfstmaand; waarop gevolgd is de eerfte van haren zoon Willem, gegeven in den Hage op den 13. van Slagtmaand 1346., welken alle drie te vinden zyn by den genoemden van Mieris in datzelfde boek , p. 705 en 729, uit welken men dan ook den tyd van hare komst in deze Landen en van hare te rug keering naar Beijeren kan opmaaken. (t) 't Zelfde Boek p. 700, (v) Vossii Annal. Holl. ö3 Zeknd. Libr. X. ad h, Ann, h 4  i6S VADERLAND SC HE «kamen tegens de ondernemingen van Ka■ ■34°J. rel. dm IP-, dien men hem nog ten tegenKeizer f ™T> Jy^yn leven , opgeworpen had (x\ Lodewyk Inmiddels had Keizer Lodewyk, als O verheer beves- der Landen, alle de Privilegiën , door zyne llen fchtg.n?0te vronwe Margarete gegeeven, heer, alle bevestigd by zyne opene Brieven van den 7 deHand. van Herfstmaand 1346, als oordeelende zyvesten ne toeftemming noodig , dewyl de Leenen tlceml d°°r het Se7en van Privilegiën anderszins linne ge- voolj den volgenden Leenman niet moeten fchon- worden verergerd (y) : gelyk hy dan ook op ken. den 15 van Louwmaend 15,46. uit zynen en zyner Echtgenoote, vrouwe Margarete's, naam plegtiglyk beloofd heeft de Graaffchappen van Holland en Zeeland , en de Heerlykheid van Friesland niet te zullen fcheiden, noch verdeden (2); welke belofte naderhand , met byvoeging van het Graaffchap van Henegouwen , door vrouwe Margarete op den 6. van Hooimaand, en vervolgens door den Keizer Lodewyk zeiven, op den 14. van Hooimaand 1347, is bevestigd geworden (a); zoo als hy Hertog ook reeds bel°ofd had by eenen anderen Brief Willem °P den 7- van Herfstmaand 1346, by weiwordt ken hy Willem van Beijeren , zynen tweeden benoemd Z00n, aanftelt tot opvolger van vroimeMargavoiger me> en> dezen zonder kinderen overlydenvan zyne de, öioeder, t» P. Scriv. Holl. Zeel. en Vriefche Chronyk p. 3°' en 302, en Vossius op de aangetoogea plaats; en andere Gefchiedfchryvers. (y) Mieris Cbarterb. II. D. p. 726. (2) 't Zelfde Boek, p. 703 (a) 't Zelfde Boek, p. 739 en 740.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 1Ö.9 de, zynen derden zoon Albrecht , tot opvol- Ao. aer van Willem; en verklaart tevens in eenen 1346. anderen Brief, op den zelfden dag gegeven, tet Lodewyk, zyn oudfte zoon ten over- eh»;^-. ftaan van de Stenden van het Ryk, atltand broeder heeft gedaan van zyn recht op Henegouwen, Atbrecbt; en de andere Landen, ten behoevevan deze vermits, zyne broederen Willem en Albrecht , welken ^datv*an afftand hy;dan ook, als Keizer, bevestigt(F); hunnen en vervolgens by twee Brieven goedkeurt en oudften wettigt den afftand der regeering over deeze broeder Landen, door Vrouwe Margarete ten behoe- Lodewyz. ve van haren zoon Willem gedaan (c) , uit dewelken blykt, dat tusfehen de moeder en den zoon was verdragen, dat vrouwe Margarete niets te zeggen zoude hebben in de gemelde Graaffchappen, zoo lange zy zich buiten dezelve zoude bevinden, en dat Willem, geduurende haar afwezen, alleen Gouverneur van dezelven zoude zyn ; waarom hy zich ook noemt Verhelder der Graaflykheden (d), welken titel hy echter heeft blyven voeren , milem na dat hem reeds in Louw- en Len-temaand krygtde des jaars 1348. (O door zyne moeder de r?Se!' Graaffchappen van Holland, Zeeland en Fries- JJf^ land, en nog nader in den jaare 1450. het Graaffchap van Zeeland byzonderlyk (ƒ) in eigendom waren opgedragen geworden. De plaats (b) 't Mieris Cbarterb II.D.,p.727. zie ook p. 768» (c) 't Zelfde Boek, p. 728. (d) 't Zelfde Boek, p.7ioen 752. (e) 't Zelfde Boek, p. 745 en 746. (ƒ) 't Zelfde Eesk, p.708. ook p. 771 en 774, L 5  i7o VADERLAND SC HE Ao. plaats van vrouw Margarete werd nu door 134.6. haren tweeden zoon Willem vervuld,die,zo dra " " hy hier gekomen was, zyne aandacht liet gaan, en komt om ongeregeldheden van fommige kloosterwaans. lingen te kastyden en te fluiten; gelyk hy dan die van Loosduinen, die zeer van de goede tucht 1347. vervallen waren,door den Abt van Eyteren deed ftraffen en verbeteren (g); de Kapel te Heem- Zyne eer y^fi jn een Parochie-kerk hervormde (è); fichtiji- zich door het êeven en bevestigen van Handgen, vesten by veelen bemind maakte; en, voornaamlyk in dit jaar, de Kennemers en West' Friezen met de Graaflykheid verzoende, en hen in de voormaals verboren voorrechten Dood weder herftelde (t)« Zyn vader Keizer van Kei- Lodewyk den IV., door een val van zyn paard, zer Lade- ook in dit jaar overleden zynde , werd Herwyk. t0g ïj/iiiem t met het begin des volgenden jaars , door zyne Moeder , met het gebied T348- over Holland, Zeeland en Friesland, befchonH r ken. De Keizerin gaf dezen brief te Munmiïem chen , op den vyfden van Louwmaand des jaars verkrygt 1348; en vernieuwde de voorheen gedane het ge- belofte van haren zoon Otto, na den dood bfedovervan vrouw Machteld van Voorn , in het BurgHoüand , graaffchap van Zeeland te ftellen , en twee Zeeland, duizend zwarten Tournoois, jaarlyks uit den enz> tol van Ammers en Niemandsvriend, te zullen geven (£)• Na deze befchikking gemaakt, en van haren zoon Willem, voor haar zei ven tien (g) Mieris Cbarterb. II. D. p. 730. {hS -Het zelfde Boek p. 733» (0 Het zelfde Boek p. 742 en 743'. (k) Hetzdfde.Boekp. 747-  CHRONYK. IF.HoofdH. 171 tien duizend oude franfche Schilden (/) tot Ao. een jaargeld bedongen te hebben , heeft zy 1348- „ haar verblyf W Henegouwen genomen («). Hertog kreeg welhaast de handen *m£ vol werks, d«or den oorlog met de Sttcbt- ^ /c&OT Het voor twee jaaren gefloten beltand ttecht. liep nu ten einde; en de BisfchopJan van Arkel had reeds zo vroege toebereidfelen gemaakt dat hy die van Emmenes, die het met de Hollanders hielden, en den naam van Oost, bollanders aangenomen hadden, weder onder zvne gehoorzaamheid gebragt, en hun Dorp aan kolen gelegd had (b) ; welk Willem dermaten verbitterde , dat hy den Bisfchop op zekeren bepaalden dag , tusfehen lsfeljleinen Jutfaas, ten ftryd uitdaagde (0); die echter voor de Hollanders zo onvoordeelig alhep, dat ZY kort daarna weder een beftand van twee Beftand maanden met de Stichtjcben aangingen (p). ^twee Met de Friezen vznOoster- enWester-go,^ die aan Hertog Willem eenigen tyd te voren nu ook hun leedwezen over de ongevallen des oorlogs hadden laten betuigen , en by hem om een beftand hadden aangehouden,Betond werd als toen mede een wapenftilftand van °a0rren° twintig jaaren geflooten (?): en met den met de Her-Frtoi. (I) Gouthoev. Cbron. v. Holl. bl. 383, \m) Vossii Annal Holl. Libr. X. ad h. Ann. 00 Gouth. Cbron. bl.381. (0) Zie dezen Uitdaagbrief in Mieris Cbarterb. II, D?(^ Vossii Annal. en Mieris Cbart. II.D. p.75J. i Sommigen zeggen, dat dit beftand twee jaaren en twee maanden duuren moest, (j) Mieris Cbarterb. II, D. p. 74?"754«  172 VADER LANDSC HE Ao. Hertog van Gelder een verbond van vriend_ 134H- fchap en onderlinge hulp, tot ftyving zyner verbond iegeeWop den 3" van Slagtmaand van fchapmet Dus lcheen het land van bniten bevredigd den Hert, te worden , om het met des te meerder drift v.Gelder. en yver, als in zyne eigen ingewanden, door 1350. ysfelyke tweefpalt en burgertwist te doen —1 ontroeren en van een ryten. Hertog Wil. Twist lem , namelyk , den beloofden onderftand vrouw" aan zyne moeder' of geweigerd, of niet beMargreet taaId hebbende , kwam deze uit Henegouwen en haren in Holland, om denzelven in te vorderen, of zoon haren zoon van de regeering te ontzetten ovefhêt^' geI}k dan fommigen onder de iidelen Opper- aan liaar °P meuws hulde deeden, en eenigezag. gen beloofden voor haar en haren oudften zoon Lodewyk den Romein, dien zy nu boven Willem fcheen te begunftigen, goed en bloed Hoekfibe te zullen opofferen (f). Willem zelf, ofelwfche'fchoon zich onlangs met verfcheide Edelen, factiën C(edert de Kabel]aauwfchen geheeten) tegens hier uit die van de Hoekjcheparty ,die vrouw Margarete gerezen, aanhingen , verbonden hebbende (V) , gaf ech- (r) Mieris Cbarterb. II D. p. 755. CO Het zelfde Boek , p, 767 — 771, 773. (O De Keur, waar by Vrouw Markeet het Stapelrecht aan die van Dordrecht in Ao7 i.35ogaf, of het zelve uitbreidde, was ook door haren zoonLodewyk den Romembevesügd. Zie Mieris Cbarterb. II. D. p. 772en773 , alwaar men ook vindt deBrieven van trouwe aan haar en dezen baren zoon , door verfcheide Edelen, gegeven. (•ü) Onder de voornaamfte Edelen, die het met den Graaf hielden , vindt men in dit Verbond gemeld de Heeren van Arkel. van Egmond, van Heemskerk,  CHRONYK. IP.Hoqfdft. 173 echter, om zyne moeder te gemoete te ko- Ao. men, het gebied der aan hem opgedragen 1350, Graaffchappen aan haar weder over (je) ; doch " eerlang vatte hy het, door anderen aangezet , weder op (y) j 't welk de moeder en verbaasde en verbitterde, zo dat zy zich zelf met de hulp van den Engelfchen Koning Eduard, haren fchoonbroeder, in 't bewind trachtte te ftellen, en hetzelve voor haar te verzekeren (z). Ondertusfchen werden in Holland verfcheide floten (a) van de Hoekjche Edelen , Vruchtdie aan haar hulde gedaan hadden, vernield, loze poKoning Eduard fpande wel alle zyne vermo- §in^". gens in, om een altydduurend verbond van JJJ '£ vriendfchap tusfehen zyne fchoonzuster en duard,om haren zoon fVillem op te rechten f»; doch zon- de geder vrucht; waarom vrouw Margarete alle J^j"f"g. P°" gen. • ' kerk-, van Kuilenburg, van de IVatetingc en anderen; en onder die , tegen welken zy zich verbonden, vindt men, nis aanhangers van vrouwe Margarete, de Heeren van Duivenvoorde, van Brederode, van Binken Boekhorst, van Polansn, v.mfleem/lede , van Oudsboorn, van Raaphorst, enz. genoemd. Mieris Cbarterb. U. D. p. 778. (x) Mieris Cbarterb. II. D. p. 786, (y) Het zelfde Boek, p. 790. (z) Het zelfde Boek , p. 786" en volg. (a) Omtrent dezen tyd vindt men ook een' Brief, door Hertog Willem gegeven aan die van Naar den, vergunnende hun het bouwen eener nieuwe Stad, uit welken Brief blykt, dat die plaats korts te voren zeer aanmerkelyke fchaden doorbrand geleden had, en dat men toen reeds van de aangelegenheid en het belang dier plaats, en van de noodzakelykheid harer verflerking , als een Grensvesting van Holland , ten vollen overtuigd was. Mieris Cbarterb. II. D. p. 779. (b) Mieris Cbarterb. II. D. p. 787, 78i>en795.  174 VADERLANDSCHE Ao, pogingen in 't werfe ftelde, om haren zoon 1351. met geweld te dwingen, tot hetnederleggeri ■ van het opperbewind ; terwyl Willem ook Vrouw vatl Zynen kant niet ftil zat; en welhaast j Margreet met nujp jer Kabeljaauwfchen, in ftaat gefteld ziekte- werd , om eenige fchepen in zee te brengensha- gen, met welke hy zyne moeder by ter Vere, ren zoon ("gelegen op 't eiland Walcheren) flag leverOver-"' de> d'e ec^ter ongelukkig voor hem (c) uitwint hem viel; doch, by een tweeden fcheepsftryd, die in eenen kort daarna,te weten op den 4 van Hooimaand Zeeftryd des zelfden jaars (135 r) , tusfehen den Briel p!j*r en 's Gravenzande , op de Maze, nog heviger hervat werd , leedt vrouw Margarete de Wordt gantfche nederlaag , en werd genoodzaakt p^err"a naar Engeland (d) te wyken, werwaartshaar wonnen zoon in een tweeden (e) Goudf. Chronyk , bl. icö. en Holl. Chronykje, flagopde gedrukt te Amft. 1546, by W. van Campen, op 't jaar Maze. 1351. (d) Scriver. Gr. v. Holl. II. D. bl. 8y en 85.. Omtrent dezen tyd leefden in deze gewesten de geleerde en vermaarde Chronykfchryver Joannes Beka, te Utrecht; en ook Dr.Joannes Clutius, van Haarlem, dieook O/oatgeheeten , en in't jaar 1353 als Abt van Egmond overleden is; als mede Mr. Philips van Lei' den, Doftor in de beide Rechten, Fundateur van twee aanzienlyke Vicarien in de St. Pancras Kerk te Leiden, Hlftor. Episc. Fad. Belg. Part. I. p. 459, en te tellen onder de eerfte en voornaamfte Begiftigers van het Collegie of Kapittel van St Pancras, anders genaamd : ten Hoogenlande, in den jaare 1366. in de zelfde Kerk opgerecht, (zie Mieris Bejchryv. van Leiden , I.D« Hoofdft. V. p. 63) naderhand Profesfor teParys, die nopens de zorge der Gemeenelands Zaken een voortreffelyk boek gefchreven en het zelve aan Hertog Willem den V. opgedragen heeft, wiens Secretaris hy geweest en van welken hy zelfs , tot waarneming van 's Lands Zaken, te Rome gebruikt, en met veele gunstbewyzen overladen geworden is.  CHRONYK. IVHoofdJi. 175 zoon niet lang daarna volgde, om zich in AtfS huwlyk te begeven met Machteld van Lankas- 135L ter, dochter van den Hertog dezes naams; ~ by welke gelegenheid hy den Engelfchen Jy Koning Eduard, mede tot fcheidsman in de naar ElI. gefchillen tusfehen hem en zyne moeder, aan- geland-, nam. In Holland weder gekeerd zynde, gaf alwaar hy de Oost-Friezen vryheid, om hunne waren te Haarlem (O .(welk toen reeds een jvuiem bloeijende koopftad was) te mogen veilen, metM.v. en aldaar vry te handelen. Gelyk hy ook in Lankaster het vervolg die van Staveren beveiligde in trouwt* de voorrechten , hun door Graaf Floris den 1353. V. en Jan den II. gefchonken; ontheffende ' ' de Hollandfche Steden van den Bisfchoply- Jawrra ken tol aldaar (ƒ). De gefchillen echter met dgVde;n zyne moeder duurden nog, en deze had in Zyne Ao. 1352 weder getracht iets ten haren voor- Voordeele uit te werken, belovende aan alle die- deochte0 1 naars, die haar tegens haren zoon wilden hertog helpen, vergelding te zullen geven (gy, enmikm. verzoenende zich met den Bisfchop van £7trecht, die zich verbond van geen nadeelig verdrag met Hertog Willem te zullen aan- Ver gaan (F); edoch twee jaaren later werd de-nienrg°t^„ ze Hertog eindelyk met zyne moeder bevre- fchen digd, onder beding dat zy Henegouwen; en hy vrouw Holland, Zeeland en Friesland vredig bezit- MarSrses ten en haar een jaarlyks penfioen geven zou-^"g^" de (i). Kort daarna bevestigde Willem, nu als im. Graafe) Zie Mieris Cbarterb. II. D. p. 806. (ƒ) Het zelfde Boek, p. 816 en 817- (g) Het zelfde Boek, p. 810. (h) Hetzelfde Boek, p. 812. (t) Het zelfde Bgek, p.824. en8zs. De vrede is echter  176 VADERLAND SCHE Ao, Graave, de voorrechten van Amjleldam (k), 1354 welke hy beloofde nooit van de Graaflyk- heid te zullen fcheiden; en fchadeloos te zullen Amfiel. ftellen V00r de gedane onkosten in denoorZy^em log ; terwyl hy alle de voorheenen gepleegde handves- vyandelykheden aan de Poorters vergaf (/). ten ge- In het volgende jaar verleende Graaf Willem ftaafd, aan zynen oom 'Jan van Henegouwen (anders denV.m°°k van Beaummt geheten) de vryheid, om keuren te maken voor die van ter Goes, in 1355. Zuidbeveland, welken hy ook de tol vry heid ' op de Hond of Wefterfchelde vergunde ,• zyn- KeU die de deze de eer^-e en oud&£ voorrechten, die van Gsm ons wegens deze (thans derde Hemmende) gegeven. Stad vanZeeland bekend zyn (m). Weinig tyds hier na, te weten op den laatften vanlierfstvan° maand, overleed vrouw Margarete, demoevrouw der van Hertog Willem , te Valenchyn, alMw- waar zy ook begraven werd (b). Eenige gareel. we. echter reeds getroffen geweest voor den 2. van Louwmaand (zie het zelfde Boek, p. 821) van 1354. (k) Op-den 13 Mey 1354. Zie Mieris Cbarterb II. D. p. 842 en 843. Zyn Voorzaat Willem de IV. had de ftad by Handveste van den 9 December 1342, na 't bepalen van derzelver Vryheid , ook het voorrecht der Hollandfche fteden in 't gemeen gegeven, om alles, namelyk , door zyn eigen Schout en Schepenen te mor gen berechten Zy begon toen reeds in koophandel toe te nemen, en Dordrecht naar de kroon te fteken; men voer fterk op de Oostzee, en vertierde, langs de Zuiderzee, te Deventer en Zwolle, veele Graant n, Hout, Bier enz , als ook , langs de Schelde inBw land en Vlaanderen . veel Hamburger Bier. (/) Op den 13 May 1355. Zie't zelfde Boek, p. 842 en 843. O») Op den 1 Aug. 1355. Zie 't zelfde Boek , p. 860, (?i) Scriver. Gr. v. Holl. II. D. p. Z33.  C H R O N Y K. ïtr. Hoofdfl. 177 weken later verklaarde 'Willem den oorlog Ao. aan Jan van Arkel, Bisfchop van Utrecht Op); 135^. deels, om dat het beltand , met de Stichtjchen • gefloten, reeds voor lang geëindigd, en deels, Nieuwe orn dat 'er onlangs van dien kant weder eeni- ^s ^ ge vyandelykheid en ftropery gepleegd was.Sticht.(/;); doch het jaar was te verre verlopen, om fchen. veel uit te voeren ; dies bleef het toen by eene fchermutfeling , waar in die van Bunfchoten Emmenes eenig volk verloren: en by het vry willig over- ?*jj hil' gaan van tmmenes, t welk zich weder onder Holland voegde. Op dezen togt zoude Hertog het, volgens fommigen (q) , gebeurd zyn, dat Willem Hertog 'Willem, zynen geheimfchryver, omlloetzV11 't oneerbiedig behandelen der gewyddeHos-^ls'm" tie, zoude hebben doen verbranden ;'t welk, verbranindien men het al aan geen krankzinnige vla- den. gen, waar aan deze Hertog federt onderworpen werd , moet toefchryven; ten minften een blyk van hooggaandeniever, of al te heeten drift, in dezen Vorst oplevert. InDooc}v> dit zelfde jaar overleed ook Eleonora (r), Eleonora Hertoginne weduwe van Gelder, en moeder Hertogin van de beide onrustige Prinfen, Reinoud en )^f,d-v* Edu~Gdd!r* (oN Go,uthoev. Chron. b!, 391 en 303. en P>:tit Cbron. T. I Liv. IU.p. 289.. (p) Br ka by Scriv. in de Graaven, II. D. bl. 237, (q) M. Vosiii Annal. Libr. XI. p. 412. (r) S r. iotenho rst Geld. Gefcbied. op bet jaar 1355. VIII Hoek. Deze Vorftin wordt door Schryvers van dien tyd zeer geprezen; als hebbende veele giften aan Kloosters gedaan, en tevens veele Sloten gefticht, onder welken ook Rozendaal , by Arnhem* dat langen tyd daar na nog voor onwinbaargehouden werd. Zy werd te Deventer, daar zy gewoond had„ begraven. I. Deel. M  178 VADERLANDSCHE Ac Eduard, die te gelyk naar 't hoogde gezag 13S^. Honden, en, door hunne onderlinge partyfchappen, dit Hertogdom , ten dezen tyde, zeer ontroerden. Muiden . In het begin van het volgende jaar bragt en' weesp de Utrecbtfche Bisfchop, om zich aan de HolBisf-* van ^n^ers te wreeken , een leger op de been, Utrecht, waarmede hy Midden en Weesp, (toen reeds en zaest bemuurde Steden) na een beleg van vier dadoor de gen, fhormenderhand . innam , en voorts ders'tn- plunderen en verbranden ,- 't welk dit genomen gevolg had , dat ook Cysbert van Nyenrode, eh ver- ten dienfte van den Hollandfchen Graaf, de brand, zelfde rol fpeelde in het Stichtfche Dorp Gysbert.v. Zoest; en het geluk hadt,om Otto van Laar, Nyenrode jylarfchalk van den Bisfchop, die tegen hem yerflaat uitgezonden was, in een gevecht te verflaan, LaarT" zo dat deze ' en verfcheiden Amer sfoor der s, daar by het leven infchoten; hoewel Nyen'tSlot rode zelve ook , doodelyk gewond , binnen Nyeveld Maarden, gebragt werd. Vervolgens werd veroverd net; ll0t ]syeveld door Hertog Willem ingeroest.' llonien' en door defoldaten, buiten zyn verlof, ten gronde toe gellecht (s). Deze en Vrede andere voordeden noodzaakten den Bisfchop, met om den vrede te fmeeken , die ook nog Utrecht. jn 't einde van Zomermaand dezes jaars getroffen, en waar by onder anderen bedongen werd, dat Emmenes zich weder onder hu Sticht begeven en Vreêiand ook te rug zou gegeven worden, mits de daar voor verpandde (.f) J. Petit Chiniq. p. 289. T. I. Livr. III. Gouïhoev Cbion. b[, 303. J. a Leid. by Sceiv. II. D. bl. 236.  CHRONYK. IF.HoofdJl. 179 •de penningen uitgekeerd werden; waar te. Ao. gen de Bisfchop aan Hertog Willem de 1357. Heerlykheden AmjïeJ en Woerden zoude opdragen (t). ln dit jaar verkreeg Hertog Willem de op Heusden perheerfchappy van de Stad en Heerlykheid wordt Heusden , daar zyne voorzaaten altyd vierig j^ndH°'" naar gehaakt hadden : waarfchynlyk,om aan bragt.56* die zyde tegen Braband eri Gelderland te beter gedekt te zyn. Deze Stad en Heerlykheid staat der behoorde onder de opperheerfchappy der Her- Stad en togen van Braband, die dezelven aan de Graa- Ht;erlykven van Kleef ter leen uitgegeeven haddert ulusden. (ü) , die met de byzondere plaatzen der zelve weder anderen-beleend hadden (Y),en welken dus achterleenen van Braband waren. In den jaare 1259, op den eerften van Sprokkelmaand , had Jan , Heer van Heusden, de Stad en Heerlykheid overgegeven aan Graaf Floris den kf. en dezelven van hem weder ten leen ontvangen, naar de manier dier tyden ; nochtans met eene uitgedrukte erkentenis , dat hy en zyne voorouders de Stad en Heerlykheid,volgens recht, en van oude tyden af, te leen gehouden hadden, en hield van den Graaf van Kleef tn zyne voorouders (y): welke overdragt op den %$. van Herfstmaand! 319. door denGraaf van Gu/i£,gekoozen fcheidsman tusfehen Graaf Willem den III. en Jan, Hertog van (t) Mieris Cbarterb. III. D. op den 30 Juny 135&, p. 1. *, 3 (u) Hetzelfde Boeit, II. D. p. 19,-, 198. (x) Hetzelfde I3oek, I!. D.p. 195. (y) Het zelfde Boek, I. D p. 504. M 2  i8o VADERLANDSCHE A0< van Braband , van geener waarde verklaard 1357. werd, als zynde buiten de toeftemming van den Hertog van Braband, als den eenigen opperheer, gedaan; en bewezen, dat de Graaven van Kleef tot dien tyd toe de opperheerfchappy van den Hertog, en de Heeren van Heusden de heerfchappy van de Graaven van Kleef, erkend hadden (2): zonder echter in deze zyne üitfpraak, het gene te verwonderen is, iets te melden van de handeling van den Heer van Zaffenberg, die op den 2 van Sprokkelmaand 1318., als voogd van zyne vrouwe Sophia, de Stad en Heerlykheid Heusden aan Graaf Willem den HL had verkocht, en weder van hem ter leen ontvangen (a). Niettegenftaande de Graaf van Gulik den 8. van Lentemaand 1318. tot fcheidsman was gekoozen (b), zoo gedroeg hy zich als opperheer van Heusden {c), en de Heer van Zaffenberg en zyne vrouw Sopbia verklaarden nogmaal op den 14. van Wiedemaand 1318. de Stad en Heerlykheid aan Graaf Willem den III. opgedragen te hebben (//). Graaf Willem, door üitfpraak van den Graaf van Gulik, van de opperheerfchappy over de zelve ontzet zynde in den volgenden jaare, kocht op den 14. van Bloeimaand 1334. van den Graaf van (2) Mieris CLarterb.ll. D. p. 218. («) Hetzelfde Boek , p. 192, 193. Oudenhov. Befchr. van Heusden, bl. 26, en in de nieuweBefcbryv. bl. 50 en 53. f6) Mieris Cbarterb. II. D. p. 193. (c) Het zelfde Boek , p. 196. 00 Het zelfde Boek, p. 197.  CHRONYK. W. Hoofdiï. 1S1 van Kleef zyne helft van de Stad en Heerlyk> Ao, heid , welker bezit hy voor zich van veel I357: gewigt moet geoordeeld hebben, voor zevenentwintig pond zwarte Toernoifen'Ce), voor welke fe) De geringe waarde van deze fomme' zoude wel ligtelyk doen befluiten , dat alhier een misflag' in de uitgave van den Brief zal zyn begaan naardien het niet waarfchynlyk zy, dat de Graaf dehelfte van deze Stad en Heerlykheid zal hebben gekocht voor xxvij. ponden zwarte Toernoifen, eens; en dus alhier misfchien wel het getal van C. of liever M. zal zyn vergeeten ; ten zy msn ftellen wdde , dat deze' fomme ware beloofd geweest te betalen jaarMs, en men dus dit overgeflagen hebbe. En wie zoude konnen gelooven , dat, ter voldoening van deze geringe penningen, de Schepenen van Dordrecht zich zouden hebben moeten borg ftellen voor denGraaf van Holland, in die tyden reeds zoo een magtig Heer, ten behoeve van den Graaf van Kleef? Die meerder verlangt te weeten over de waardy van deze Munt, kan dieswegens onder anderen nazien den Heere du C a nge in Glosfar. ad Scriptor, mei. fjf infim. Latinit. fub voce: Moneta; alwaar hy, in het breede , zoo wel over de goudene, als ook over de zilvere Munten der Franfche Koningen handelt; en oókfubvoce: Turonenses; terwyl hy nog op eene andere plaats, fub voce: Lm ra Parisiensis, zegt: LibraTuronenfts conjlabat 20. folidis; en een zilvere foltdus had de waardy van xij. fchellingen; doch een goude fohdus bedroeg xl. fchellingen. Zie den zelfden , fub voce: Solidiaurei. En moet dus een .zwarte munt, hoedanige men gewoon was te noemen eene munt'uit koper gemaakt, of met koper vermengd , ge-' lyk mede by dien zelfden Heere du Canoe, fub voce - Moneta nigra, te zien is , nog van veel minder waardy geweest zyn. Intusfchen kan men nog by het aangeteekende door den Heere du Cange voegen , het geen gevonden wordt by den Heere Carpentier, in Supplement, ad Glosfar. Cangian. in vocib. Tornensis; TuronusjctMoneta; alwaar hy insgelyks nog eenige goudene en zilvere M 3 »un*  iti VADERLANDSCHE ' Ao. welke penningen rje Schepenen van Dordrecht Ï35?» zich al:; bdrge'n (telden (ƒ). In dezen ftaat Meven de zaken dier'Stad en Heerlykheid tot op den 20. van Lentemaand in cfenjaare 1356 ,wanneer Hertog Willem, door WenciJlaus,HeTtog van Braband,. tot icheidsman. tusfehen hem en Lodewyk, Graaf van Vlaanderen , gekozen-, of, zoo hy den vrede niet konde bewerken , tot helper tegen hem aangezocht zynde, daar in niet bewilligde, voor dat de Hertog van Braband hemde opperhèerfchappy over dé. Stad en Heerlykheid Heusden *fr ftond, onder voorwaarde nochtans, dat de Hertogen van Braband in de Stad en Heerlykheid den klokllag zouden houden tegen alle Heeren, uitgenomen den Graaf van Holland; en dat, ingevalle van oorlog tusfehen Braband en Holland, Braband uit die Stad en Heerlykheid niet zoude mogen aangevallen noch befchadigd worden (g) ;en dus is dezelve rnet Holland vereenigd geworden en gebleven. Deze overdragt is eerst ten uitvoer gebragt, nadat de vrede tusfehen Braband en Vlaanderen gefloten was, dewyl de Hertog en Hertoginne. van Braband op den 13 van Wynmaand , en dus zes maanden na het fluiten van het verdrag met Hertog Willem, alsOverheeren,de handvesten van Heusden bevestigd hebben (h). munten der Franfche Koningen opgeeft; Men zie ook den Heere Korn, van Alkemade ever de Munten der Graaven van Holland, bladz. 57—60. . (ƒ) Mieris Cbarterb, II. D. p. 50S, $ 63. ; GÓ Het zelfde Boek p. 8ó>. (*) Het zelfdelioek III. D.p. 5.  C H R O- N Y K. W. Hoofdjl. iH ï>,v dezen vrede werd de Stad en Heerlykheid. Ao. \cteTn, welke Graaf ^ M^ J£|^ Florens van Benhout gekocht hadt (/) , en Hertoz IFlllem aan Lafewy* van naderen weder den fchvnt verkocht te hebben aan Gra,fv. Sitaan om ze ten leen te honden van den S^en het Kapiteel van ^; ™ ~{fe het fpreekwoord zyn oorfprong fchynt te heb; ben: Mechelen dyn, en Heusden myn (J). In da zelfde jaar fchynen» graaf van Brandenburg en Otto , .°ud*« $9 maakt fongfte brokers van Hertog meu een tegenftaande de oudfte met goedkeuring van „ieuw van zyn recht!, als eerstgeborene, op Bene. j>« gJJ irMiw/n, Holland, Zeeland en brieslandged^n Lodewyk had, enaan Otto, de. jongden, het Land Voorn en o„0, en het Burggraaffchap van Zeeland na deg ™ de dood van W^MK^S tnejre/eed (jjO , hem moeijelykheden ter ver- zaamte krv-ing van het afgeftaane rechtse hebben mm Sngedlan, dewyi men vindt, dat.Hertog bezit**. 'Willem zich den 25'van Louwmaand 1357 genoodzaakt vond, een verdrag met hen op nieuw aan te gaan , aangaande zyn rech tot de Landen van Henegouwen, Holland Zeeland en Friesland met hot gene daar toe behoort , hem uit hoofde van eerstgeboorte toekomende , waar (/} Zie bier voren, p. ï 18. Mieris Cbarterb. II. DVK5Mi'fris'Cbarterb lü. D. P. =4- J- * Leidi. Libr. XXX. Cap. XVI. P 284. (I) j. j Lïipis op de aang-tODge plaats. (nO Zie hier voren p. 169. . M 4  184 VADERLA NTDSCHE Ao. in hy aan Lodewyk en Otto belooft , na den '357- dood van Machteld, vrouw van Voorn, hun het Voor- h™, 1^ F7n en,het BllWaaffchap van mamite ^nd met al daar toe benoort te doen inhoud be^'"en » en het' zelve voor bun te zullen van het befchermen , mits dat zy en hunne erfgena- ve dL SS hetKZdre Va" hem en zy"e opvolgers verdrag. t ]een ^ ^ ^£ ^ . errgenaamen, dat weigerden, hun da--, te zullen geven veertig duizend goude Schilden (n\ en aan Lodewyk,, voor zynen afftand van alle aanfpraak op de voorfchrevene Landen , jaarlyks de fomme van vier duizend gelyke Schilden(o), die, hier mede vergenoegd, de fchikkmg van Keizer Lodewyk en vrouwe Mar gareet, door welke deze Graaffchappen aan Hertog Willem waren toegelegd goedkeurt en van allen recht op dezelven afftaatf» ' Hertog Kort hier na deed Hertog Willem een reis rStn'aar™ f^nd: het zy, om zyne vrienden te beEngeiand, f°eken ' het ZY > 'lë^ wel het waarfchynlykst is, om met den Koning Eduard eenige zaaken, ten opzigte van de voorige onlusten tusfehen hem en zyne moeder, vrouw Mar gareet, te vereffenen (o), vanwaar hy, naden en keert, 12 van Oogstmaand, op welken daghetvrvkortever-geleide! °m te vertrekken, door EduardA. blyf, van Seve" 18 > weder ^ hu's is gekomen f>> daarwe- aewyl hy op den 28 van die zelfde maand tè der te Dordrecht de Voorrechten van Heusden be- ÏUg. («) Mieris Charterb. lil. D. p. iS (0 Hetzelfde lioek p. 16. (p) Het zelfde Boek, p. 17. (q) Go ut 110 ev. Cbron. v. Holl. bl. ïc,i (O Mieris Cbarterb. IIJ.D. p, 27.  CHRONYK. IK Hoofdjl. 185 vestted, en by dezelven gevoegd heeft de Ao, vryheid van Tol, onder zekere voorwaarde, 1357. en de ftapel van den Visch, die uit zyne Lan- den naar boven gevoerd zoude worden (r) jg» Voor zyn vercrek naar Engeland, het wel- voor. ke na den 7 van Wiedemaand moet geweekt rechten zyn, dewyl hy op dien dag te Bergen in He vanft«negouwen een' openen brief heeft gegeeven waarin hy aan de Stad Leiden belooft, haar Machteld nooit te zullen vervreemden, of in dezelve mn Laneenig gezag van anderen te dulden , en aan kast^e^ haarno^ moethy reeds nu en dan vlagen van krankzin-■ miim> nigheid gehad hebben, dewyl het uit een briel matigt van Machteld van Lankaster, zyne gemalinne, zich de van den 5 van Wiedemaand blykt dat zy Jge^ getracht heeft niet alleen orde op de regee- wegens ring der Landen te ftellen, maar.ook zelvezyne het geheele beftier in handen te nemen: het krankwelke zich ook Hertog Albrechtr van Beijeren, de vastgeftelde opvolger van Hertog Willem, gelyk : indien hy zonder kinderen na te laten over- 0ok Herleed, begon aan te matigen, die daar toe tog, ƒ een dagvaart te Geertruidenberg had aange- mc0" legd, waar op ook de Hertoginne Machteld verfchenen was. In dezen brief, aan die van Holland en Westfriesland gericht , zegt Dagzy dat de Edelen en Steden van Henegouwen vaart te « Zeeland zicb daer naer hoer genoegen ™r-^™™' klaert hadden, maar dat uit den landevan Hol- aanj;e. land quam niemand van den Ridderen en Knapen iegd. ons eenige antwoorde aldaer te geven, moer daer mafs') Mieris Cbarterb. III. D. p. 27. ft) 't Zelfde Boek, p. 23. M S  186* VADERLANDSCHE Ao. waren fom van (mfè Steden van Holland, ■ die onf 1357. feiden dat fy aldaern dewyl zy klaarlyk zae van voorzien konden , dat de E geffchen eenen Machteld grooten invloed op de regee'ring zouden hébvan Lan [)en (gelyk de Hertog van Lankaster mettoeerfent£ lemming vatl Hertog Willem reeds Qiv) dien nÉn; invloed had) ten nadeele' van den Lande , daar zy , toen al wegens den Koophandel, die nu meer en meer in bloei toenam, dezelven als en om hunne natuurlyke vyanden moesten aanmerwei; e ken ,waar toe, door hunne roveryèn op de Bolredenen, landjche en Zeeuwfche Schepen , aanleiding gegeven werd : Immers deze roveryen waren zo groot en menigvuldig , dat de Graaven genoodzaakt Waren geweest, daar tegen brieven van fchadeverhaalmg te geven , en onderhandelingen , ter vergoeding en voorkoming derzelven , met de Koningen van Engeland aan te 1 leggen (x ; en daarenboven hadd.nzydeondervinding, dat de Engelfchen gewoon waren, de (y) Miehis Cbarterb. III D. p. 22. ,(yo) Mfs. getrokken uit het Perkament Register.E.L* 85 Noordbolland 1350—i355 CasC p. 44.. verfa en 45. en berustende onder den Wel Ed.Geftr HeereMr.Panif.l van Alpheiv, Griffier der Stad Leiden. (x) MirhisCbarterb II. D. p. 08, 69, 75," $6, 87, 93, 94, 140, 141, 259» V6» 277 » 371» 615.  CHRONYK. IV. Wfdjt. i8? de Graa- en van Holland , in hunne geduuri- Ao: ge oorlogen met Frankryk, in te wikkel n (y), *357« waar van zy alleen de voordeelen trokken, ter. koste van het goed en bloed der Hollander er. én Zeeuwen , die daarom zich te vorert reeds■zo ichoorvoetende getoond hadden, óm den Graaf daarin te dienen ; dat de Keizer JjFr--n* genoodzaakt was als Oveiheer,hen De Her: te - ermanen , om den Graaf tegen frankryk te jgft . kelpeh (z). De Hertogin Mach- M verbiedt biejt) verder in de/en brief wel u!tdrukkelyk,toete mandanlaten, dat iemand zichinet de regeering der ders, als drie Landen bemouje, op verbeurte van lyf en He«, te goed, met bedreiging, van het aan den Koning nen. van Engeland en andere mogenheden te zub Ienklagen,die haar tegen allen zouden helpen: en eischt, dat zy binnen een bepaalden tyd en geeft zouden antwoorden , wat zy hierin doen wil- een beden O). Ln in eenen anderen brief, den vel Ult volgenden dag gegeven , gebiedt zy den gg° R Ridderen, Knapen en goede Steden van Hol- Albrecht,. land, om de inwoonders van Geertruidenberg tegen Hertog Albrecht, die de Stad had ingenomen , den -Kastelyn , Heer Simon van Tellingen, gevangen, en het Kasteel opgeeischt', doch door hen verdreven was, met[^ter ■ alle magt té helpen (É). Hertog - INiettegenftaande vrouw Machteld en Her- wuiem tog Abiechtóus, om het beftier der Landen ,het betwistten, was echter Hertog Willem nog in*1»" noe hetden; (y) Zie hier voren pi gc- en p. 154. (2; Mieris Cbarterb. II. D. p. 591 , 502, 504, 621, 62-2., 786, enz. (a) 't Zelfde Boek, III. D. p. 2i. Q) 't Zelfde Boek, p. 22, 23.  i88 VADERLAND SC HE Ao.- het zelve, gelyk uit de voorrechten, op den *357» 7 van Wiedemaand, aan die van Leiden gegeven , en uit zyne verkiezing tot fcheidsman tusfehen den Hertog van Braband en den toont Graaf van Waanderen in die zelfde maand grootere (c), en het bewerken van den Vrede tusfehen blyken hen, zeer duidelyk blykt (d). Niet lang daar van na gaf hy doorflaande blyken van krankzinnig- mêheididoodende met eigene handen,zonheid, der eenige oorzaak, Gerard van Wateringen, een zyner Ridderen: tot boete van welk misdryf hy weder, kort daar na , eeneKapelryia In verze ekapeIIevan het hof in 's Gravenhage, naar kerde het ëebruik dier tyden, voor de rust van desbewaringzelfs ziele, Richtte (e). En federt, te wegeno- ten na den 14 van Wintermaand, dewyl hy men. op dien dag nog voor die van 's Gravezande de vryheid en het poorterrecht uitgebreid, en hun die dobbelscoele en het quaicbort gegeven heeft Cf), is hy van het bewind der regering Hertog ontzet en eerft in V Gravenhage onder de bewa- zrabToe-^i van fommiêe Edelen gefteld; en vervolder gens naar Quesnoy in Henegouwen vervoerd (g). wordt tot Dit toeval verwekte weder nieuwe verwyRuwaard dering tusfehen de Kabeljauwfchc en Hoekfche jgjjjf' Edelen en Steden, om het verkiezen van eenen opvolger in de regeering: de laatften wilden hier toe den broeder van Hertog Willem , naamlyk Hertog Albrecht van Straubingen, die, door de fchikking van Keizer Lodewyk. (c) Mieris Cbarterb. III. D. p. 23. (d) Het zelfde Boek^ p. 24. (e) HetzelfdeBoek.p. 29. Gouthoeven Cbron.paqa. (/) Mieris Cbarterb. III. D. p. 39. (g) M. Vossii Annal. Lib. XI. p. 418.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 180 mi, en den afftand van den oudften broeder Ao> Lodewyk, daar toe recht had , innaaien: ter- i357. wyl de eerften , die te vooren zich tegen het — vrouwelyk beftier van vrouwe Margareet zooverbin. heftig aangekant hadden, thans, om te nader nenlandby het roer te blyven, en het hoogfte bewind fiche te voeren, het beftier en de voogdy der Lan- ™asttont' den aan Machteld , de echrgenoote van den 'g> krankzinnigen Hertog Willem, wilden gege- - ven hebben. Eerlang lloeg men echter ten doch, . crootften deele de handen in een, en ver-fpoedig koos Hertog Albrecht tot Ruwaarden befcher mer (h): ten welken einde vrouw Machteld {^ zelve, by opene brieven, de nogfchoorvoetenden en onwilligen vermaande (i), na dat Verzy met hem verdragen was (*). Hertog Albrecht konde echter tot het ge-™jez_yne ruste bezit van het Ruwaardfcbap niet geraa-dersLo. ken, of hy vond zich genoodzaakt, om met zy • dewyk en nen oudften broeder Lodewyk, en den jongften Omb.toIOtto, te verdraagen, op denzelfden voet, als f™™ ' Hertog Willem met hun verdraagen was, vol- der Lan. gens de üitfpraak der Landen Henegouwen,den. Holland en Zeeland, en van drie Edelen, den Heer van Ad'tgem, den Heer van Hauw es, Burggraaf van Bergen, en Heer Jan van Polanen, Heer van de Lek en van Breda (/), en verkreeg, met toeftemming dier Landen, de vryheid, om, ter voldoening van de achterftaK len aan zyne broeders, Wieringerland (waar aan Hertog Willem op den 29 van Wiedemaand O") Mieris Charterboek, III. D. p. 39. (i) 't Zelfde Boek p. 43- (X) \ Zelfde Boek p. 4l- \ï) 't Zelfde Boek p. 47 » +8 en »8S.  iq orn met de ri?rg»en Friezen van Oostergo en Water go vrede, en Westergo. met die van Stade beftand voor een jaar, te maken, waar door hy de handen ruimer kreeg, Geeft om de onwilligen te bedwingen (0). aan die Hertog Albrecht was niet zodra door de tlrdam6'meeste Sceden van Bolland en Zeeland, als Ruvryheid, waard, aangenomen , of hy begunstigde ook die om hun-' Steden. Hy gaf aan die van Rotterdam vry» neStadteheid, om hunne Stad met muuren te omringen31"11' Sen ' zo verre aIs hunne vryheid en poortrecht ftrekte , en daar in te begrypen het roode fant, het welke tot de hee> lykheid van Willem •aan der Wateringen en zyne vrouwe Janne van ley- (m) Mss. getrokken uit \ Perkament Register Phuipfus B. 1431. 1466. Cas K. p. 112.; en berusten¬ de onder den gem. Vv el ■ Edeten Geftrengen He^re Mr. Danhïl van Alphen , Griffier der Stad Leiden. (n) Mieris Cbarterb. \\\. D, p 49. en 51. (0) c Zelfde Doek p. 59, 79 en Si»  CHRONYK. Ii/.Hoofdfl. 191 Teylinzen behoorde. die daar toe met hun eeii Ao. verdrag gemaakt hadden (p) ; maar hy gaf 1358^ ook ten eerften blyken, dat hy zyne verheffing tot het Ruwaardfchap aan' de Hoekfchen '™nt te danken had, dewyl hy hun, boven de an- negen* deren zoo veele gunften bewees j dat hy zich heidtot daar door in geene geringe onlusten gewikkeld deHjfc. zag Het afzetten. van Jan van Bloemenflein J<™ d°° Baljuw van Kcnnemerland, en het aanftellen van KaM, Reinoud v&n Brederode in zyUe plaatfe , ftak den Kabeljauwfcben zo zeer in den krop, ditfiben. zy den laatstgemelden by Castricum overvie- »*™^ len, en afgemaakt zouden hebben, was hy Brederode niet in tyds ontzet geworden ( van die ftad zo verbitterd waren op Hertog tering by Albrecht,ovn dat hy hunne regeering had willen den Kaveranderen, waar toe hy zich gerechtigd oordeelde , gelyk hy vervolgens in denjare 1380 veroor* in een geval met Haarlem zelf verklaarde (r), zaakt. dat zy openlyk tegen hem opftonden , de Huizen Polanen en Binkhorst vernielden , en aeJ^ in den Haag de gevangenhuizen openbraken, gen den en de gevangenen met zich na Delft voer - Hertog den (s). De Hertog, toen in Zeeland zynde, °P; befchreef terftond, op het hooren van deze geweldenaryen , een heirvaart tegen deze (p) Mieris Cbarterb III. O. p. 44. 45Xq) ]. a Lei 01 s Libr. XXX Cap. III. (r) Mieris Cbarterb III. D. p. 365* (O J. a Leidis by Scriv. II. ü.p.24. Goma. Cbron. p. 110.  192 VA DE RL AND SC HE Ao. ftad; voor welke hy ook op den eerften van 1359- Grasmaand 1359. het beleg floeg, nadathyte " voren, door Heer Dirk van Polanen, ook Heer doorhem ^r°uter van ^eemskerk op zyn fiot Heemskerk belegerd had doen belegeren; het welk na een beleg van ' elf weken ingenomen, en dus de Heer van Heemskerk gevangen werd (ï), die echter op den 24 van Lentemaand van dit jaar met hem verzoende (v). Die van Delft, gefterkt door verfcheidene Edelen , onder welken waren Gysbert van Nyenrode, Jan van Kervena, Gysbert Wisfe en Hendrik van der Woerd, verduurden dit beleg tien weken en twee dagen, wanen by neer eindelyk, na het uitwyken der Edelen, oveS de ftad by verdra§ aan den Hertog werd geven, overgegeven f» , onder voorwaarde , dat op harde duizend mans , barrevoets en blootshoofds, voor- en vyf honderd vrouwen , blootshoofds en waarden. met hangende haairen , in hare beste kleederen voor den Hertog en de Hertoginne Machteld van Lankaster zouden verfchynen, en om vergeving en lyfsgenade fmeeken , voorgegaan door hen , die zich het burgemeefterfchap onderwonden hadden, elk met eenen fleutel der poorten in de hand, dewelken zy aan den Hertog en de Hertoginne moeften overgeven. Voorts moeften de vesten geflecht worden, en ten eeuwigen dage geflecht blyven; alle voorrechten , na den tyd van Graaf Willem den IV. verkregen , overgeleverd en vernietigd blyven ; gelyk dit reeds vier fO J. a Leidis Libr. XXXI. Cap. IV. (u) Miebis Cbarterb. 'III. D. p. 85 , 122,133, l-w) 't Zelfde Boek, p. 91.  C H R O N Y K. IF. HÓofdfl. 193 vier jaaren te voren, door deze Stad, op den Ao. 30 van Grasmaand, aan Hertog Willem be- 1355). loofd was, waar door de privilegiën, door ■ hem op den 25 van Lentemaand 1355 gegeeven, werden vernietigd; en op den 3 van Bloeimaand van dat zelfde jaar weder nieuwe voorrechten door hem zyn verleend (x). Hec fchynt, dat en Hertog Willem, en daar na zyn broeder Albfccht, alle de handvesten door hunne moeder, vrouw Margareet, en Hertog Willem , als Verbeyder der Graaffchappen, gegeven, vernietigd hebben , om, zo.veel mogelyk was, het geheugen van hunne verfchillen te vernietigen; immers die zelfde belofte deed de Stad Oudewater aan Hertog Willem, op den 17 van Grasmaand van datzelfde jaar (y). Voorts zoude de Hertog de De voor* vryheid hebben om, ten allen tyde, naar zyn *aad^en goedvinden, de regeering te veranderen; en ^"1^ eindelyk moest de burgery , tot boete, aan by Hal. den Hertog opbrengen zestigduizend Bruch< land ea fcher (Brusfelfche) Schilden, terwyl, dit niet- j^»<* tegenftaande, veele burgers, ten eeuwigen da- tigd?s" ge, uit het land gebannen werden; welke voorwaarden , door den gemeenen Raad en de Steden van Bolland en Zeeland, vastge- fteld (x) Mieris Cbarterb. II. 0. p. 835 en 837. Mss. getrokken uit het Perkament Register E. L. 25. Noord'holland 1350 -1355. Cas C, p. 48 verfa&$9. en berustende onder den Heere Mr. D. vak Alphek. Griffier der Stad Leiden. (j) Mss. getrokken uit het Perkament Register E. L. 22. Vriesland 1350-1355. tusfehen p. 28 en 29, en berustende onder denzclfden Heere» I Deel. N  lot VADERLANDSCHE Ao. field zyn (z). In dezen opftand fchynt ooft 1359- Ryswyk ingewikkeld geweest te zyn , fchoon ' geen van onze Chronyk - fchry veren zulks melde , dewyl Hertog Albrecht , in zekeren fchuldbrief van den 25 van Wiedemaand, fpreekt, van onfen Oorloghe te Ryswyk en voor Delft (4 De Ede- Sommigen der uit de Stad gewekene Edelen wy- ]en (Zynrje Hendrik van der {Voert op den de^ud Kerktoren (£) gevangen en onthalsd) wiernaar 'pen zich daar na in Heusden, alwaar Floris Heusden, van Borfelen, hunne party toegedaan, kastelein was, en uit dat kasteel Holland, en byzonderlyk de Hoekfchen, befchadigde; waaren wor- om hy van het Burggraaffchap van Heusden den al- ontzet, en Hendrik van Drongelen in zyne ■ ^aar hf~ plaats werd aangefteld (c). Hy verzoende leger , ecnter jn net v0]gende jaar met den Hertog (d) tegen de belofte, welke de Hertog aan die van Dordrecht had gegeven (e). doch na- Albrecht deed terftond de in Heusden gewederhand kene Edelen belegeren, door Jan van DrononUn" £elen> Baljuw Zuidholland (f). Dan zy genade hielden het beleg een jaar uit, en werden »an ge- eindelyk, op de voorfpraak van Otto van Arkel, nomen. wiens vader de Kabeljauwfche zyde gehouden (g) en zynen zoen op den 29 van Bloeimaand (af) Mieris Cbarterb. III. D.p. 91,92,93. (a) 't Zelfde Boek III. D. p. 99- (6) Joann. a Leidis Libr. XXXI. Cap. VI. (c) Mieris Cbarterb. III. D. p. 52,53. (a!) 't Zelfde Doek lil. D. p. 76. O) 't Zelfde Boek UI. D. p. 71. m 't Zelfde Boek 111. D. p. ^4. (g) 't Zelfde Boek III. D. p. 87.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. -ioS maand met den Hertog gemaakt had (*), in Ao. genade aangenomen, onder voorwaarde van _I359L binnen twee jaaren een bedevaart na Jemfalem te doen , waar door de Hertog hen, voor welker wederfpannigheidhy vreesde, looslyk verre van de hand zond (f> Ondertusfchen Itotog toonde hy,dat 's lands welvaart hem ter harte ging , dewyl hy ,ten nutte van den Koop- deGouwe handel en Scheepvaart, beval de Gouwe uit vaarbaar te diepen , en, onder bedreiging van zwaare te maftraffe.aan edel en onedel gebood op te bren-'^n. gen het gene gevonden zoude worden, dat zv daar toe gehouden waren te betalen (k). In dees tyd toonde Hertog Albrecht ook,Zet den dat hy zyn oog op het gedrag der geestlyken chie- gevestigd hield , om hen in goede orde te priester houden, en luiden van een fchandelyk ge-te^rdrag uit den kerkdienst te weeren ,^ dewyl .W hy, als patroon der kerke te Amjterdam ,*e- ^deiea keren Priester Gerard Hert, om het weigeren ia zyne van den Doop en andere noodige Sacramenten aan plaats. zyne Ledematen , en om andere verkeerdheden, om welken hy onwaardig was een kerkelyk amt te bedienen, afzette, en eenen anderen aan den Aartsdiaken te Utrecht voorftelde, om hem in die Parochiekerk te bevestigen (Q. -~ Om de Kabeljauwsgezinden, zo veel mogelyk £° nw was, van alle vreemde hulp te verfteken, floot m^akt Hertog Albrecht, met de Stad Utrecht een een ververdrag, waarby onderling beloofd wefd, de drag mee we-,? Utrtcbt. (b) Mieris Cbarterb. III. D. p. 94 en 100. I (i) Joann. a Leidis Libr. XXXI. Cap. VI. (k) Mieris Cbarterb. III. D. p. 54. (I) 't Zelfde Boek p. 99- Na,  I96 VADERLANDSCHE Ao. wederzydfche vyanden niet te zullen heT- 1359. pen, noch toe te laaen, dat Holland uit de *" Stad Utrecht, of die Stad uit Holland, aangevallen wierde (m). En met In Gelderland ging het nu tusfehen de twee Eduord gebroeders , Reinoud en Eduard, (met welder een ken laatften de Hertog Albrecht, om zich aan verbond dien kant in zekerheid te ftellen, op den 20 van on van Grasmaand van dit jaar, een verbond deriirge van veiligheid voor de wederzydfche onderrnng" danen (n), en op den \6 van Oogstmaand, een verbond van onderlinge befcherming (0) Celder- had gefloten), hoe langer hoe erger : want Jcheia.- met kleine partyen alomme het land doorken, ftroopende, en malkanderen fteeds vermy- dende, bedierven zy het land in den grond. 1360. Thiel van Reinouds zyde afgevallen zynde, ' fpande hy alle krachten in , om die Stadwe- Thiel der in handen te krygen, en belegerde dezelntWaf""ve met bü'P van de lerens en anderen, die enwordt zYne belangen voorftonden ; doch Eduard, door vermogender dan zyn broeder , maakte met hem be- de Bronkhorsten, Nytnegen, Arnhem en andere legerd. Gelderfche Steden , welken hem aanhingen, 1361. zich wel haast gereed, om dit beleg op te " flaan, het welke hem ook eerlang gehikte: Hy word want, in eenen beflisfenden veldOag, by de door £- stad, de overhand behoudende , kreeg hy f^en8én zelf, zynen broeder Reinoud in handen, welgevan- ken'hy eerst op het flot Rozendaal, en vergen, volgens te Nyenbeek, in hechtenis hield , waar in hy tot den dood van Eduard gebleven (m) Mieris Cbarterb. III. D.p. 114, 115. (n) 't Zelf Je Boek p. 86. (0) 'c Zelfde Boek p. 10j.  CHRONYK. IV. Hoofdjt. 197 ven is, die zich nu in de geruste bezitting Ao. van Gelderland gevestigd zag (p). 1361. In dit jaar fchynen die van Middelburg, door de Vlamingen geholpen j tegen den Her- Middel.tog Albrechtopgeftaan te zyn, zo dat hy zich genoodzaakt vondt die Stad tebelegeren.de- Hertog wyl 'er een brief voor handen is van den 1 r Altrecl* van Wynmaand, gegeven in het beleg voor beteMiddelburg , waar in hy verklaart, vergheven §erd' te hebben en te vergheven mefi-defen brieven allen den Vlamingen, die binnen Middelburg nu fyn ende bi onfen vyanden tot haer toe daer binne geweest hebben, en alle den ghenen, dies met hem begripe, ende bi hem blivcn ende hem volghen, alle die misdaet en evelen moet, die wy up hen hebben ghehat tot defen dagh toe, om dat zy fo lang bi onfe vyanden ghebleven zyn, en orfe Stede van Middelburg jeghens ons hebben helpen houden, en voorts hun vrygeleide gunt, om binnen zekeren bepaalden tyd uit Middelburg te vertrekken (5); waarfchynlyk deed hy dien ftap, om de Middelburgers van hunne hulp te ontblooten, en dus de Stad te eerder in zyne magt te krygen. Dewyl de Hertog, ftoutop zyne magt, veel- Geertrui* al willekeurig heerschte, en dus in zich beves- denberg tigde het zeggen, Azteen Vorst, zonder zucht tot een onbepaald gezag, bym nooit gevonden wordt, Zo f™Hog ontbrak het ook aan geene opftanden onder de 0p, Edelen en Steden, welken dit willekeurig ge* zag niet konden dulden; want in dit zelfde jaar wa- (p) Slichten horst Geld. Gefchied. Vil. B. op t jaar 1360 en 1361. Mieris Cbarterb. III. D. p. 130. * 3  ïoS • VADERLANDSCHE Ao. waren Heer Simon van Teilingen, en Heer Jan 1361. van der Poel, met de Stad Geertruidenberg, tegen ~ hem opgeftaan, zo dat 'er van wederzyden vyea wordt andlykheden bedreven, en gevangenenbeko« met hem men waren : doch zy werden eerlang met hem bevre- verzoend, volgens de üitfpraak van de Stedigd, den Dordrecht , Delft , Leiden , Haarlem en Jmflerdam, onder voorwaarde, dat deze twee Edelen en het Gerecht der Stad, tot twee honderd mannen»toe, blootshoofds, barredoch,op voets, en ongegord , met gevouwen hanzeerbit- den, en de twee Burgemeesters daarenbotere ven met bioote zwaarden, het fcherp in de waaiden. band en het gevest om hoog ; en honderd vrouwen bloots hoofds, met hangend hair, barrevoets,en de handen gevouwen, den Hertoge te voet zullen vallen , en hem om lyfsgenade fmeken, welke hy dan geven zal; en dat zy, by gevalle van heirvaart, uit de Steden van Zuidholland . hem voor eene reis met dubbele heirvaart zullen dienen , en terftond de brieven en eed vernieuwen, waarby zy hem tot Ruwaard hadden aangenoAanmer- men (r). Uit welke voorwaarden, die ook king op aan die van Delft waren opgelegd, men klaardievoor- \^ zjet) dat de Graaven met 's lands ingewaarden. ze[enen anengs trotzer begonnen te handelen , wegens hunne groote overmagt, daar de Steden zei ven, uit vrees voor 't gezag van den Graaf, die de magt der wapenen in handen had, en dezelven fteeds misbruikte, om de landzaten, zo edelen als onedelen , geweldiglyk te onderdrukken, genoodzaakt waren, malkanderen zulke vernederende voorwaarden voor te fchryven. Na (r) Mieris Chanerb. III, D. p. 133.  CHRONYK.//7. Hbofijï. 199 Na de nederlaag en gevangenis van Hertog Ao. . Reinoud van Gelder, weken zyne aanhangers, 1362. de Hekcrens, naar Holland, daar zy , begunftigd van Hertog Albrecht , en de Hoekjeben, eene veilige fchuilplaatsvonden,buiteneem- GfWw. gen twyfel, om daar door Eduard te ver- land en zwakken , en dus, in de onlusten met het Holland. Sticht Utrecht , van hem niets te vrezen te hebben. Zeer euvel nam Hertog Eduarddit heibergen der Htkerens op , als rechtftreeks ftrydig met het verbond van onderlinge befcherming, drie jaaren te voren tusfehen hen geflooten , zo dat hy aan Hertoge Albrecht den oorlog aankondigde, en hem by den Hemersberg, in het vlakke veld, naar het gebruik dier tyden, tot eenen veldflaguitdaagde, doch niet verfcheen , waar na Hertog Albrecht met een talryk.leger ïnGelderland inrukte en, vervolgens, met een grooten buit, op het platte land geroofd, weder naar huis trok. Dan , welhaast werd ditgefchil veref- Weder fènd, de vrede herfteld, en Kathaiina, doch- bevreter van Hertog Albrecht, aan Eduard verloofd, digd. zo haast zy tot huwbaare jaaren zoude gekomen zyn (0 , in gevolge van welk Verdrag de huwlykfche voorwaarde, in den jaare 1368 , door Eduard en een groot getal van Gelderfche Edelen getekend , en door Hertog Al'biecht bevestigd (0 is. In dit jaar gebeurde iets zonderlings met 1363. den Heer Otto van Arkel, die by Hertog^- brecht , (s) Suchtf.nhorst Geld, Gefchhd. VII B. op 't jar.r 1361. Joann. a Leidis Libr. XXXI. Cap. IX. (O Mikus Cbarterb. 111. D.p. 235,236.2j9- 256.265, N 4  stoo VADERLANDSCHE Ao, hecht , om zyne diensten , ter bevrediging yin de binnenlandfche onlusten, in blakende - gunst ftond. Deze , misnoegd op die van JrkeT'1 Dordrecht, over het geftrengelyk invorderen eiscbt der tollen , had door zyne knechten zekeren, gewaar tolbedienden der Stad, te Metkenshoek, doen hartd"" doodflaan ; na welk .misciryf hy , met eene vergiffe. gant^crie bende zyner onderhoorige leenman-, riskan nen en edelen, gewapenderhand by den Hereen tog Albrecht kwam , om daar van vergiffenis doodflag teeisfehen, die hem niet alleen terftond werd van Her- 1 1 ir ' tog AU Segeven , maar ook hy zelf met nog meer- irecbt en dere gunsten, dan te voren, befchonken; verkrygt waar uit men kan opmaken , hoe magtig en dezelve. fl-out ^et gefiac[-,t van jr\ei 0p dien tyd was, cn hoe zeer de Hertog, die anders niet ge, woon was , zich te laaten tergen , hetzelve Bommel s\ r \ door den ontzien moeft (0). Hertog In dit zelfde jaar viel de Hertog van Bra•van Bra- hand, de zwager van Eduard, in Gelderland, bind in- ten dienste van den gevangenen Hertog Rei*en " en ncud , wiens gemalin hare toevlugt tot door'e- hem genomen had, en veroverde Bommel; duard doch Eduard, door dien oorlogskreet fchiebemo ^ gewelit} nad ftraks een leger op de been , de vrede waar door hy Bommel herwon, en den Herherfteld. tog van Braband verdreef , die daar op den Oorlo-* vrede met hem maakte. Kort hier na werd tusfehen Hertog Eduard weder aangegrepen door zyEduard nen. anderen zwager den Graaf van Kleef, en den en wercjen van wederzyden veele ftrooperyvan1 Kleef en gepleegd , doch eindelyk verbleven zy bevre- hun. diad. (v) Joann. a Leydis Libr. XXXI. Cap. XI. Goudhoeve Chronyk hl. 309.  CHRONYK. lV.Hoofdjl. 20 r bette gefchillen aan vyf Ridderen , door Ao. welker üitfpraak zy verzoend werden («). Dewvl &lfl»f * 'A» Koning Van ^f/üeBaan7flBi, uit hoofde van zyne geinahnne PM*-?0«»£n L eisch maakte op de Graaffchappen Hene- Ede!ea .ouwen, Holland, Zeeland en Friesland, ol tenenSterninfte'op eenig gedeelte van d^n^^riep Hertog Albrecht de Baanrotfen , R#|erk"fa, ders Knapen, Steden en Gemeenten dier ren , dat landen on den 25 van Grasmaand des jaars Phüippa, «64 te Geertruidenberg te zamen om de-K-mzen eisch te onderzoeken, en üitfpraak over denzelven te doen; die daar op verklaarden, geen bv naauwkeurig onderzoek gevonden te heb-rechtop bL enbewelen, dat Phüippa geen recht Je,lantot het bezit der landen bad, in het geheel, ^ nog ten deele, om datzy uit eenejo-iger linie gefproten was , dewelke nimmer aanfpraak op de landen gemaakt had of had konnen maken en om dat de Graaffchappen niet moeten' verdeeld worden ; verklarende voorts, dat Hertog Willem, en na hem Hertog Albrecht, de eenige wettige beznter dervel ven was f»: om welke verklaring te doen , Men SS den Koning Eduard afgevaardied werden, aan welken hy vrygeleide gat, tennaar om tot hem te koomen (y); gelyk ook aan.z-^. Hertog ^W;tzelven, die in het volgende W , om iaar 1360 naar Engeland fchynt: oversteken re zvn om over die zaak zelf. met den Ko- ninR te •> ' ningberich. ■ i ten. (w*) Slichten horst Gelderf. Gefchkd. VII. B. on 'tjaat 1,63. M ie ris CWfc. IU D. p. 10 '(x) Mieris Gfrdlirfr. III. D- P- 160. C«) 't Zetfde Boek, p. »7°- w N 5  202 vaderlXndscfie Ao. rring te handelen (z) ; doch, welke Koning 1364. echter niet voor den jaare 1372. op den 15 _ van Wiedemaand afftond van alle eifchen, v^oTeens we,feen hY • wegens zyne overledene gemaavan allen ,innes °P de landen , of eenig deel derzeieisch op ven, meende te hebben, omdat hy oordeelde lan- de het bondgenoodfchap van Hertog Albrecht ftaat te?en ^nktyk nodig te hebben, waar uit echter geen blyk is , eenig voordeel byhem getrokken te zyn (a). Keizer in dit jaar 1364 werd de Bisfchop Van U- ir. geefttrecht' Jan mn ArM ' na het overlyden': den Bis- van Engelhert van der Mark, door den Paus, by fchop- wien hy zich toen te Avignon ophield, tot Bispen van fchop van Luik ,en Jan van Vemeburg in zyne mastf p,aats op den BisrchoPLvken ftoel te Utrecht, geld te verheven (è). Voor de verheffing van den munten laatften, gaf Keizer Karei de IV. aan Jan van zonder Arkel, Bisfchop van Luik en Utrecht, als Bismin -der fchoP van ^necht •twater*ng : onder voorwaarde , tusfehen van de Heeren Simon van Haarlem en Wouter Amfler- van Heemskerkfchadeloos te houden,om datdedamen ze uitwatering door hunne Ambachten zoude fan*"' £aan> en dat die Huizen nimmer bevaren, of bevischt zouden worden ; deze, laatfte voorwaarde was waarfchynlyk , -om die van Haarlem in den tol, en die van Sparendam in den doorvaart niet te benadeelen, en den visch niet te zeer te verminderen, dewyl doorhtt lekken der Huizende visfehery daar zeer voordeelig moest zyn , gelyk nog hedendaags, dewyl dezelve verhuurd wordt, de ondervinding leert (e). Eene vryheid, waar voor de Hertog, by wien alles voor geld konde verkregen worden, van de landzaten een ge. fchenk van vyftien honderd fchilden kreeg (ƒ). Oploop Op den 25 derzelfde maand was 'er weder teüelft. e£n 0pi00p te Delft j waarin (volgens de Goudfche Chronyk (g)) zesendertig menfehen (terwyl in den zoenbrief op den 3 van Slachtmaand daaraan volgende ,doorden Hertog Albrecht gegeven (/?), alleen drie doodgeflagenen genoemd worden) omkwamen, en waarin eenigen der voornaamfte Edelen, en onder die Heer Philip van Polanen, deel hadden ; doch deze twist werd welhaast door den Hertog beflist en bygelegd. Het (e) Mieris Cbarterb. III. D. p. 165. m 't Zelfde Boek, p. 166. (ij) Gouifcbe Chron. bl. III, Mieris Cbarterb. UI. D. p. 171.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 205 Het volgende jaar was inzonderheid voor Ao. Hertog Albrecht aangenaam , nadien zyne 1365. gemalinne Margariete van Brieg hem eenen ' zoon ter waereld bragt, die, als zyn eerft-Geboorgebooren, naar deszelfs overgrootvader, en tevan vaderlyken oom , den naam van Willem ont-^^? fing , en naderhand zyns vaders opvolger was in het Graaflyk bewind dezer landen. Io>fó. Op den 7 van Sprokkelmaand in denjaare 1366 richtte Hertog Albrecht, inde Parochie-In depa. kerk te Dordrecht, eene vergadering van Ka 'ocJlie* noniken op , onder de bewilliging van Jdn J*r_ te van Verneburg , Bisfchop van Utrecht, die in drecht den volgenden jaare deze Richting goedkeur- eene de en bevestigde. yergade* Op den 31 van Lentemaand deed Otto,1^^ de jongfte broeder van Hertog Albrecht, voorin genegenden duizend mottoenen van Braband&icht. ten zynen behoeve, afftand van alle recht en' eisch op de Graaffchappen Henegouwen, ^-a/tar;aat land, Zeeland en Friesland niet alleen, maarzyn recht ook van alle recht op het land van Voorne en op de het Burggraaffchap van Zeeland, het welke, na Graafden dood van Machteld Vrouwe van Voorne, op hem vervallen moest, ten behoeve van]and van den Hertog, en Margariete zyne gemalinne, Fiom, en haare kinderen, zo nogthans dat deze af- ten beftand van geener waarde zoude zyn, indien ^HerAlbrecht en zyne gemalinne voor hem ftier tog Al,' ven, zonder kinderen na te laten (i); wel-brccbt. ke afftand door Keizer Karei den IV., in het volgende jaar , bevestigd werd (£). Het is zeer (0 Mieris Cbarterb. III. D. p. 185. en 214* (kj Het zelfde Boeit, aio.  2oÖ VADERLANDSCHE Ao. zeer aanmerkelyk;dat in dezen afftand, en des1366. zelfs bevestiging , geen enkel woord van HerAanmer tog mUem S^Pt wordt, waarom men ook king " deze afftand, (tot welkers bevestiging de Keiover zer > de Koning van Frankryk, de Bisfchoppen dezen van Luik en Utrecht, en anders alle Heeren daer afftand. men heerlykheden, graefelykheden en goeden voorfeit of houdt, en voort alle Baanrotfen, Ridderen, Knaapen, Steden en Gemeinten der zelve landen genodigd en vermaand worden,)als den eertien ftap kan aanmerken ,welken Hertog Albrecht openlyk gedaan heeft, om deze landen, nog by het leven van zynen broeder Willem , in vollen eigendom als Graaf en Heer te bezitten. Verbond ln dit zelfde jaar floot Albrecht met WenHSno-n ceflaus'' den Hert0S van Braband, tot veiligAihrwht heid der wederzydfche landen en onderzaen dien ten, een verbond van vrede en befcherming, van jSro-geduurende hun leven , waar by de Hertog band. van Braband wel uitdrukkelyk bedong, dat hy niet fculdigfal fynficbyet te onderwinden des ocrlogs, dat nu is twuffchen den Hertog Albrecht aan die eene fide en den Gr ave van Vlaenderen en dien van Adighen aan die andere fide, noch tieghens him yet te doen, alfo lange alfe dat oerHertos loghe duurt (l). Want Hertog Albrecht had zich Albrecht ui geenen geringen onlust gewikkeld met den doet den Vlaming, wegens het onthalfen van den HeeEnvbuiZ re van Enêhllien > die hem, eenige jaaren te voonthai. ren» m ne.c beleg van Delft met 468 paarden fen. had ten dienste geftaan, gedurende vyftien da- (O Mieris Cbarterb. III. D. p. 188.  CHRONYK.ZK. Hoofdjl. 207 dagen f» ; doch nu in Henegouwen of een te Ao. groot gezag verkregen , of zich by den Ru- 1366._ waard, wegens den eenen of anderen kwaden toeleg , verdacht gemaakt, of hem, op eenige andere wyze, het welke onzeker is, beledigd had: ten minften dit is zeker, dat de Hertog hem met geweld uit zyn flot te Engbuien deed halen en te Ouesnoy in Henegouwen het hoofd voor de voeten leggen; heten gewelk by zyne broeders, in maagfchap ver ™m bonden met den Hertog van Braband en Graa-inoorlog ve van Vlaanderen , zo hoog werd opgeno- met de. men, dat zy de wapenen opvatteden tegen den bloed. Hertog, zyn leger verfloegen , enhemin™enBsrgen trachten te belegeren ;doch deze lieden '' hebben eindelyk , door tusfchenkomfte van den Hertog van Braband, en uit ontzag voor den Koning van Frankryk, zich met hem ver-doch zoend, onder voorwaarde, dat Hertog ^-wordt Ir echt den oudften zoon van den onthalsden met hen in zyne vaderlyke goederen zoude ftellen,enbevrehem van alle' perfonele diensten ontdaandiSd> (»); en daarenboven eene kapelry, voor de rust der ziele van den onthalsden, ftichten; gelyk hy ook ten dien einde in het volgende jaar eene vergadering van twaalf kanoniken en eenen deken in 's Hage gellicht en begiftigd heeft 0). , Nu verhief Jan van Verneburg , Bis-De Bisfchop van Uirecbt, de St. Pancraskerk te Ley- vcan°^ den ,trecbi (m) Miebis Cbarterb. III. D. p. 104. (n) He- zelfde Boek, UI. D.p. ioo,ior. DeRieme* Jjefcbryv.van 's Hage I. D p. 187. (0). Mieris Cbarterb. UI. D. p. 218,219,  203 VADERLANDSCHE Ao. den, welke een aanhmgjel xvas van de Parochie-1366. kerk te Ley der dorp, tot het Bisdom van Utrecht verheft beboorettde' lol eene Collegiale kerk , onderden tzLeïdenmam T S.L P^ncras^ °P Hogeland , en ftelde deSt. ^ast, dat in dit kapittel zoude voorzitten een Pancras- Proost, die kanonik moest zyn der Utrecht[che kerk tot kerk, en Kapellaan der Bisfchoppen van U- Coïegi- TfJ m tyd ' Cn °0k door hen aa"geale> lteld worden ; zo nogthans , datdieProostdy geene waardigheid , maar eene bediening zoude zyn , wordende te gelvk het getal en onderhoud der Kanoniken door hem bepaald (p). Hertog fjer,°g Albrecht gedroeg zich nu reeds als Albrecht volltrekte eigenaar en bezitter der landen Heusden ? gaf' aI* zodanig > & Stad, Burgt en het en ande-LandLv.an Heusden, den tol van Woudrichem, re Heer-net huis te Teyhngen, Foorhout en meer an]ykhe- dere heerlykheden , aan zyne gemalinne TvneZ.M?%arJe,te in ^ocht, welke gifte door zeer malinne vele Edelen en Steden bevestigd werd , om dat in lyf- fü> gelyk zy zeggen, hebbenaengefien,datonfs tocht.- heve Heer Hertoge Willem infoo banken fcbyn de Ede ' da"et G°dt beterm m0et ' dattet ongejien it len en e,mcb °" te kümm van fyn™ lyve, en dat onfe Steden Mve Heer Hertoge Aelbert den rechte oir waere bevesti- nae fyns broeders doot, en dat /onderlinge noot engen. de oerboer des lants, dat onfe lieve Heer Hertoge Aelbert, ende onfe lieve Vrouwe by den lande le (larcker blyven , 't welcke onjer liever Vrouwen te grootten onfiade coomen mochte, fy enwaerbe- waert * r jMtii5T*fJ 'o'' ot»» .<■•. O JfI ïkiifliii"'. ' '«•'■• (p) Mie'ris Cbarterb. III. D. p. 195,107 en Bifcbryv, vm Leyden, I, D. Hoofdft. V. p. 63,  CHRONYK. IV. Hoofdft. 209 'waert ende voorfion van goeden luyden, ende Ste- Ao. den van den landen: waar toe dan ookfommi- 1367. ge Edelen hunne heerlykheden aan den Hef- : tog overgaven en verkochten, en dus van langzamerhand het juk hielpen maken en de kluisters fmeden, welken naderhand de land* zaten zo hard gedrukt en gekneld hebben (q). In het volgende jaar regelde Hertog Ah Regeft Ir echt zyne munten in Holland en Zeeland t de mnnt ten aanzien der werkluiden en hunne huu-^j^ ren, en gaf hun vryheid van fettingen, en teren beden, en van tollen, uitgezonderd van waa- Voorren, daar zy koophandel mede dreven: enrectuen» dat zy van niemand, dan van den Provoest en Ghefworen dervorfcreven munte zullen weef en ghe* corrigeert om misdaeden, uutgefettet vrouwencracht^ doet/lach , moert of diefte , waar over zy voor den Baljuw van Zuidholland moeften te rechte (laan (r). Gelyk de koophandel in deze landen merke lyk toenam, en de vreemde vorften daar by K'onr[ng mede hun voordeel vonden, zo begunftigden van zwezy ook, ten nutte hunner onderdanen, by name den, geeft deHollanders, Zeeuwen enFriezen.Das gpIAlbert, jr"n^d^ de Koning van Zweeden , in dit jaar 1368 aan ^sfian. die van Amfterdam, Enkhitizen, /Vieringen, den zefteden Briel en Voorne, aan die van Staveren en Hin- eenige lopen (j) vryheid van het ftrandrecht in Denc- Vo°r' marken en Schoonen, in gevalle van fchipbreuk,reduen< en (q) Mieris Cbarterb. III. D. p. 199,100. (r) 't Zelfde Boek p. 207 en 208» (Y) 't Zelfde Boek p. 227, 229,331. I. Deel. O  2io VADERLANDSCHE Ao. en dat de koopluiden dier Steden, in die beide 1368. landen, te recht zouden ftaan alieen voor hun~ ne eigene Voogden, zynde waarfchynlyk de tegenwoordige Confuls der handeldryvende volken,naar het Lubekker of Camper-recht, het welk te vooren reeds plaats had:immers op den 6 van Hooimaand 1355 beval Hertog Willem zynen deurwaarder (t), door die van Zierikzee tot Voogd op Schoonen aangefteld, die voechdye van alle onfen poertcren en van allen onfen luden vanHolland, van Zeeland ende van Vriesland.die tot Sconen op ten lande, jof in den water e comen fullen, te beleydene en te bewaeme tot onfer ecren , ende oirbaer allen onfe goede luden ; en dat hunne erfgenamen de nagelatene goederen zich mogten eigenen , en meer andere Voorrechten, om dat zy en de andere Hanzefteden met hem den oorlog voerden tegen Denemarken, het welke hy hoopte te veroveren; dat hem nogthans niet gelukte. Hetbe- ^n dit zelfde jaar verlengden de Friefen van ftandmec Oostergo en Westergo het beftand met Hertog Oostergo Albrecht, en beloofden hem, op den 20 van ter^ver- Lentemaand in het volgende jaar te Haarlem lengd. "te zullen komen, om over den vrede te handelen , welke vrede echter toen niet getroffen is, dewyl het beftand met hun in den jaa- («) Ms. getrokken uit het Perkament Register E. L. 2 5. Noorthollant 1350—1355. Cas C. p. 71.; en berustende onder den Heere Griffier van Alphen , en nog het Ms. naar den Perkamenten Biief van de Stad Zierikzee, mede onder den zelfden Heere Griffier van Alihen beruftende. (m) Mieris Cèarterh III. D. p. «37.  C H R O N Y K. ÏF. Hoofdfi. 211 jaare 1371 tot den 25 van Hooimaand nader Ao. verlangd wierd (v). 1368. Nu woedde hier en in meêr andere gewes- ~ 1 ten van Europa eene befmettelyke pestziek- De pest te, welke alomme een groot getal menfchen, ^t°ekdtte en , volgens fommigen , binnen Utrecht al- Utrecbu leen, wel elf duizend menfchen uit het leven wegrukte (ra). Doch, dit was het eenige Eenige ongeluk niet, 't welk het Sticht dit jaar trof: 9^^ want de onlusten, tusfehen den Bisfchop Jan dèlene-* van Verneburg en fommige Overysfelfche Ede- men deri len, duurden fteeds, en liepen op geweldena- Bisfchop ryen uit, in zoverre, dat Jan en SimonSwoI- |^an"die man, Engelbert Sall, Ottho Kenemade, Hen- voor' drik Schume van Hundenburg} Herman T-wickel, 16000 en andere ballingen, hem te Goor, by nacht, fchiideü overrompelden, en, na het afmaken van vier Sej°j* zyner huisgenooten, met dertien anderen, gevangen namen en hielden, tot dat zyne vrienden eene fomme van 16000 oude fchilden tot losgeld voor hem betaald hadden , om wel- Waar ken te vinden, hy alle floten, veftingen en in- Y°°.r hy komften van het Neder/licht, gelyk ook Vol f0^eü lenhove, verpande (s). Ookf was hy genood- van heE zaakt, om zyne en zyns voorzaats fchulden Nederte betalen, waar voor hy het Marfchalksampt, fiicht vet' en het huis te Vredeland, met de ambachten , Pa" ^flT daar onder behoorende, aan de Stad Utrecht het verzette voor 1736 mare , vier loot en zeven- Maar- tien fchalks. ampt, en (V) Mieris Cbarterb. III. D. p. 258, J^jS* (iu) Goudhoeven Chron. bl. 401. ^ mgj! (*) Slichten horst Gelderjche Gefchhdenh/en g gm* op'tjaar 1368. Dum»ak Analeüa Tom. II. p. 134. ^aehteïi" 305 en 30Ó. O a  £12 VADERLANDSCHE Ao. tien penningen zwarte (toernoifen) (y), waar 1368. door het Sticht by uitnemendheid verarmde, ' In vorige jaaren was'er dikwils te Alkmaar Te Alk- groote onlust geweest over het aanftellen maar mag 0 j i- • , . , , niemand van vreemdelingen in de regeering aldaar, in de re- waar tegen de Hertog Albrecht nu voorzag geering door een handvest, waar by hy belooft, dat komen, ^ gfJ Zyne nakomelingen , noch de Baljuw, of ót\e%z? yemande welken hy dat bevelen mocht e, niemandt renvooi-fetten en fal binnen de voirfchreeven fledc van ter ge- Alckmaer aen den gerechte, hy fal voir die tydt ^Tdaav' êeweeft hebben, poert er, woenachtig binnen Alckgïwoond maer > drie Jair lanë O)hebbe. Hoe zeer de konsten en wetenfchappen in dezen tyd hier te lande boven anderen toeVryge- genomen waren, blykt uit zekervrygeleide, door den net welk de Koning van Engeland, Eduard , aan Koning drie konstenaren van Delft fchonk , om in van En- Engeland het maken van uurwerken te koterfaan men oeffenen ; in welke konst de Engelfchen venaren ' tegenwoordig zo verre gevorderd zyn, dat gefchon- hunne uurwerken doorgaands onder de beften ken, om mede geteld worden (a). in Enge- Qp ^en 24 van Bloeimaand 1370 werd de werken1" vrede geflooten tusfehen de Hanzefteden, te komen (waar onder Kampen , Deventer , Utrecht, maken. Zwol, Hajfelt, Groningen , Zierikzee , den Briel, Middelburg , Arnemuide , Harderwyk , Ao* Zutphen , Elburg , Staveren , Amfterdam en I37°y Dordrecht waren) en Waldemarden III. Koning DeVre- van Denemarken, by dewelke hy aan haar die de ge- zelfflooten tusfehen (j) Mieris Cbarterb. III. D. p. 239. de Han- (2) Hetzelfde Boek, p. 211. (d) Het zelfde Boek, p. 22+,  CHRONYK. ir.ffoofdjl. 213 zelfde vryheden geeft , welken de Koning Ao. van Zweeden, twee jaaren tevooren, aan de 1370. Hanzefteden in Nederland vergund had (6). In het volgende jaar waren 'er weder on- Jn lusten tusfehen Hertog Albrecht, en Janvan den Ko- Verneburg , Bisfchop van Utrecht, over het rring van niet betalen van 3700 pond toernoifen, door den Bisfchop aan den Hertog, die dezelven ■ celeend had op het flot Vredeland , over het Ao. Gerecht van Tjjeljiein , en meer andere za- I37r-, ken, welken totdadelykhedenuitberftten (Y), 0nIusten doch door Eduard; Hertog van Gelder, als tusfchen gekozen fcheidsman , eerlang bygelegd wer- Hertog den OQ; tegen wiens üitfpraak, omtrent het Albrecht Gerecht van Tsfelftein , echte» in het volgen- «f™ de jaar tegenfpraak kwam : dat het, naam- van Um lyk, niet aan den Hertog Albrecht was afge- trecht. ftaan (Y)- Kort na deze üitfpraak overleedt Byge. de Bisfchop Jan van Verneburg, en Arriold van jegj Hoorn werd , in zyne plaatfe, op den Bisfchop- door den lyken zetel geplaatst , die op den 23 van Hertog Herfstmaand , by zyne intrede, te Utrecht, ^ beloofde , alle de Voorrechten der Stad Utrecht te zullen van waarde houden (ƒ). £^ ™n Hertog Albrecht, wien het reeds lang ver- bwg droten had , uit naam van zynen broeder fterft,en Willem de Graaffchappen te beftieren , we- Am. van gens den tegenftand , welken de Edelen en ™j Steden hem dikwils deeden , om dat zy zy- Bisf van ne Utrecht. (b) Mieris Cbarterb. lil, D. p. 250- W en 253. 00 Het zelfde Uoek p. 258. (e.teiftond Keizer Karei de IV af van zynrechtop^/f'ftaJ het kasteel Emries, de hoeve van Pons, de eenige goederen van Sart, Deurier en Remes, tenbe goedehoeve van Hertog Albrecht, onder voorwaar- ren de, dat hy hem en zynen zoon, den Koning Wf> van Bohemen, na den dood van Wenceflaus, onder den Hertog van Luxemburg, zonder kinderen zekere na te laten, zal ftellen en verdedigen in het voorhezit van het Hertogdom Limburg , en het Graaffchap Falkenburg, en meêr andere heerlyke goederen (0). Ao. Niet lange hier na werd de vrede tusfehen 1374.^ Hertog Albrecht en Arnoldvan Hoorn, Bisfchop van Utrecht weder geftoord; want, den Hertog Oorlog de beloofde penningen ftreng invorderende , fc*;n zo verklaarden de drie Staten van het Sticht Hertog hemden oorlog in den jaare 1374 in den Albrecht welken Sueder van Abkoude, Heer van Putten en en den Stryen, Marfchalk van het Sticht, beloofde den Hertog te helpen met het huis Vrt'deland, hem trecht% door den vorigen Bisfchop te bewaren ge- Amoii geven , onder beding , dat de Hertog hem ™* fn het bezit van dat flot en van het Mar- Hwn' fchalks- (n) Mieris Cbarterb. III. D. p. 267. J- a Leidis Libr. XXXI. Cap. 21. 22. («) Mieris Cbarterb. III. D. p. 271, Butsen» Tropb. de Brab. p. 457- ö»; J. a Leidis Libr. XXXI. C*P- «4,25. O 5  21S VADERLANDSCHE Ao. fcbalksampt zoude handhavenen, en buiten 1374. dat geen vrede met den Bisfchop maken (ff), waarop hy tegen zyn woord , aan den Bisfchop gegeven , Hollandfche bezetting innam en hem uit dat flot beoorloogde : te vergeefs belegerde de Bisfchop Woerden, maar Muyden en Weesp kreeg hyin zyne magt, met meêr andere plaatzen aan de Vecht, welken hy plunderde , of Hechtte. Hertog Albrecht veroverde het kasteel Gildenborch , door de Gilden te Utrecht ter befcherminge van de nieuwe Huizen by Vreeswyk gemaakt en aan Jan van Clarenborch te bewaren gegeven (r), en gaf het in handen van Gysbert, Heer van Vianen. Doch, die van Utrecht hernamen het zelve by verrasfing, en Hertog/llbiecht, mee zynegroote magt, (waar van eene naauwkeurige lyst voor handen (r) is, van alle de £. delen met hunne knechten , die hem ten dienste Honden) geen kans ziende , om het zelve te herwinnen, moest zich vergenoegen met eenige floten van de Ridderen van het Sticht te Ao. vernielen (?); waarna eindelyk de vrede op 1375. den 21 van Lentemaand van het jaar 1375 ~ getroffen werd , op deze voorwaarden, dat bevrer van Utrecht de Huizen, te Vreeswyk, vry digd. zouden hebben en houden, mits dat 'er geene vesting by gemaakt wierde: dat de fterkte De voor- Gildenborch eershal ven aan den Hertog Albrecht naarafte voor Cq) Mieris Cbarterb. III. D. p. 289. fY) Het zelfde Boek p. 281. 291. (j) Ms?. onder den Heere Griffier van AlpiieN berustende. (0 J. k Leidis Libr. XXXI. Cap. 25,  CHRONYK. IV. Hoofdft. 219 voor den tyd van zes weeken in handen zou- Ao. de gefteld, en, daarna, ten gronde geflecht I375y worden. Dat de Bisfchop met zeven Stolen 'Geestelyken) , of de Hertog met zeven Rid- voorders zoude zweeren, dat Vreeswyk hem toe- waarden behoorde; en dat de Stad Utrechten den ™ Zeeland,, en van (u) Mieris Cbarterb. III. D. p. 305. (y) Het zelfde Boek p. 307. O) Het zelfde Boek p. 767,  32o VADERLAND SC HE Ao. deor het inbreken der dyken , en over1375» ftromen der landen , inzonderheid in Zuidbeveland, en toen liep ook de Zuidhollandfche den Zuid- Waard groot gevaar van weder overftroomd kben'1' 16 worden' waarorn de Hertog zichgenood• Waard. zaaKc vond ' in dezennood der !anden,terhermaking en bewaring der dyken, door heilScbconbo- zame fchikkingen te voorzien (x). Ook venen had Schoonhoven het ongeluk, van, omtrent j^os dezen tyd, nevens het klooster daarbygeleter0 ver- ëen s ten groten deele af te branden (y). brand. Geduurende den Stichtfchen oorlog tusfehen Hertog Albrecht en den Bisfchop Arnold van Onlus- Hoorn , vielen op de grenzen van Braband ten ms- eenjge onluften voor, over het bezit var,de ■Hofhnd dorpen Vlymen en Engelen , welken de Holen Bra- landers onder de heerlykheid van Heusden wiU band pc- den begrepen hebben , doch door die van reezen. 'j Hertogenbosch geoordeeld werden tot Braband te behooren : Men kwam , volgens de manier dier onbefchaafde tyden, terftond tot daadlykheden, tot panden, roven en brandochwe-den' Het Krygsvolk va" den Hertog Wencederom 'jla-us deedt een' inval in Henegouwen : doch in bevre- Oogtsmaand des jaars 1374 kwamen de Herdigd. togen overeen , om het gefchil aan de üitfpraak van vyf goede mannen te ftellen (z), die dan ook op den 15 van Wynmaand daar aan volgende uitfpraken , dat gemelde dorpen tot de heerlykheid Heusden behoorden , en te- (x) Mieris Cbarterb. III. D. p. 309, 313 —— 317. en 320. (j) Scriv. Graaven van Holl. II. D. bl. 253. (?) Mieris Cbarterb. III. D. p. 295.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 221 tevens de voorwaarden regelden ,op welken de Ao. Stad''s Hertogenbosch, en verfeheideneEdelen, I37ó. die, naar het fchynt.buiten kennis en bevel hun- ner Overheeren, die daadlykheden begonnen hadden , met de beide Hertogen verzoend werden (a). Op den 29 van Hooimaand 1376 flooten Verdrag johanna, Hertogin van Braband, en Margariet , gemalin van Hertog Albrecht , een ^an Bra. verbond met malkanderen , om het tusfehen band, en hunne gemalen geflotene Verdrag, zo langeMargadezelven zouden leven, te onderhouden, en^"™* alle vermogens aan te wenden, om hetzelve in ftand te doen houden, het welke, om zyne byzonderheid , hier wel verdient opgemerkt te worden (b). In dit jaar gaf Hertog Albrecht bevel aan de Hertog muntmeesters te Dordrecht, om Plackemeeuwen, J^r"^ waar van hy het alloy regelt, te munten, en narecht zekere huizen aldaar aan de landzyde tekoo- Piackepen, om in dezelven den muntfiag te oefenen meeuwen (c): en hy toonde tevens aan Guy van Blois, een munten» zoon van Jan van Beaumont, die te Flimaing, een Kasteel en Stad in Henegouwen, welken hy van en ver. hem ten leen hield, buiten zyne toeftemming biedt het geld had doen munten, zo verre zyn ongenoe- munten gen daar over, dat hy den Provoost van Mau- *™ G^.g fowgenaar dat kasteel zond , alle werktuigen, *ea"jp/f.*1 tot het munten behoorende, deedt wegnemen, m3jng. en door Guy beloven , dat hy in het vervolg zulks niet weder doen zoude (d). In (a) Mieris Charterb. EL D. p. 298. (b~) 't Zelfde Boek p. 326. (c) \ Zelfde Boek p. 326, 327. (dj 't Zelfde Boek p. 3*7» i1^  222 VADERLAND SCHË Ao. Hoe verre de woestheid dier tyden ging > zo dat zelfs de Edelen, zonder den Graaf te kennen, elkander beoorlogen durfden, blykt tusfehen daar uic dat de Heer van 'Brederode met zyne den Heer vrienden , in dit zelfde jaar , den oorlog •van Bre- verklaard heeft aan den Heer van Egmond en derode en fjeil zynen; en zy denzelfden inderdaad ook van4-rtegen malkanderen gevoerd, en door het gemond, vangen nemen der onderzaten , het roven, door en vernielen van malkanders huizen en floten !fi&rt' h Sr00te fchade gedaan hebben; doch zy werden, bev7e' ' in het volgende jaar, door het gezag van Herdigd. tog Albrecht, verzoend , die wel uitdrukkelyk in denzoenbrief verklaart , dat hi fulkes ontfegghens onghewoen is in finen landen en van fine onder/aten, dat hi dien hoechmoet aan him trect en fe gheren te niet (e) : en aan hun te gelyk op den 25 van Slachtmaand beveelt, dat zy op den 20 van Wintermaand in den Haag zullen verfchynen , elk met niet meerder, dan vyftig mannen, verzeld (ƒ). Oproer Geen geringe onlust viel 'er ook, door die te Haar- ze]fde woestheid van geest, te Haarlem voor, m' op den 8 van Herfstmaand 1377 (g), in dewelke veelen van de voornaamfte Edelen des Lands deel hadden , en waar in eenige omkwamen. De oorzaak , waar uit deze bur- (e) Mss. getrokken uit het Metkoriale B. G. 148(5 ■ 1490. Cat R. p. 27. en berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (/) Mss. gecrokken uit het Memoriale B. G. 1450 • ■ 1496. Cas R.p. 20. en onder dien zelfden Heere berustende. (g) In het zelfde Mss.  CHRONYK. iF.Hoofdft. 223 burgerkryg ontftond, is zeer duifter: voor Ao. zoo veel men uit de oude Cfowfmkanopdel- 1377. ven , moet hy ontftaan zyn uit een ouden wrok tusfehen de geflachten van van Saenden en van Bloemenvenne , van welken de eerfte oorzaak mede onbekend is: te weten, in den jaare 1371 had Hertog Albrecht met zynen Raad van Holland en Zeeland befloten» om alle die genen, die hunne gefchillen aan hem wilden verblyven, alle hulp en byftand te bieden tegen de genen , die zulks niet doen wilden. In gevolge hier van, had 5fwzo«waar uit van Saenden ,met zyne magen en helpers , zyn ontftaan-, verfchil met' Dirk en Jacob van Bloemenvenne en anderen aan den Hertog verbleven , het welk de anderen geweigerd hadden, en was daar op in befcherming aangenomen (*), daar de anderen, om hunne weigering, mtHaarlem gebannen fchynen te zyn(i). Dezen met Gewei, zekeren Mafekyn, Heer IVillems zoon , een^ry-^ Haarlemfchen balling, en meer hulpgenooten, zelve gc. te Haarlem gekomen , vielen op het huis vanp]eegd. Simon van Saenden, en van anderen, met geweld aan: terwyl eenigen van de burgery, die in de jer^ wapenen geroepen was, zich voegden by deheid deI ftads banier,doch anderen by degeweldenaars,Burgery. en anderen wederom het geweld onverfchillig aanzagen ; bet welk oorzaak was , dat 'er velen van de voornaamftenfneuvelden, van welken 'er dertien in de üitfpraak van Hertog Albrecht geteld worden (*). Zy kregen het huis (b) Mieris Cbarterb. lil. D. p. 261,263. (i) Het zelfde Boek p. 34°(k) Het zelfde Boek p. 365-  Ï24 VADERLANDSCHE Ao. huis van Simon van Saenden in , en doodden . !377- en wondden in het zelve velen ; doch, dat Simon van Saenden daar ook gedood , en uit het venfter geworpen zoude zyn, ge'lykeenigen verhaalen (/), kan niet waar zyn : om dat Hertog Albrecht in zyne üitfpraak op den 17 van Sprokkelmaand r38o zegt: item Seg* ghen vn Heren Willem van Brederoede, fine ma* gbe ende hulperen aen die een Jyde , ende Symon n, n„ Srafnden fiM maghe m die hu¥ren an die anroerigen ' ëm{e m"nden (ra). Hertog Alhrecht, worden *ennis van deezen fnoden handel gekregen door hebbende, befloot met zynen Raad en de Sgtï/f611 Dojdr Leiden, Haarlem, St.S f^naar, Amfterdam, Rotterdam en Schiedam] (wordende de tegenwoordig zynde Steden van Zeeland met opgenoemd) zelf naar Haarlem te gaan, en de zaak te berechten (n), gelyk hy ook daar op den 18 van Wintermaand uitlpraak gedaan heeft , waarby verfcheiden der oproerigen met ballingfchap geftraft geworden zyn, en bevolen werdt, dat Jan Baken huus beyde toern endezael, daer die ondaet meest uyt gefchiedis, der nedergheworpen ft, ende vermelt van boven tote beneden , infulker vormen dat die bof (lede daer of voert meer nemmermier hevioent noch betimmert en fal worden (p). Het liep XXXI. Cap^öfrm' bL m' 1 \ LztDls Liht- (m) Mieris Cbarterb. III. D. p. 367. OOMss. getrokken uit het Memcriale B. G 1485 Z ^I4J6, Cas R' P' 20' en berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (0) Mieris Cbarterb, III. D. p. 340,34X.  CHRONYK. IV. Hoofd/I. lts liep echter tot den 17 van Sprokkelmaand van Aa: den jaare 1380 aan , eer de Hertog de ver- 1377^ flagenen verzoende , en meêr anderen met bailingfchap ftrafte (p), en ook den burgeren , die geweigerd hadden om onder of met de banier op te trekken, vergiffenis verleende ; dochdegeenen, die aan het oproer deelhadden gehad , daar van uitfloot (q). Zeeland leedt rru weder groote fchade door Het dorp eenen feilen ftorm ,'s woensdags na St. Maar- de Piete ten , die oorzaak was, dat niet alleen het JJj^ groote dorp de Piete, en veel lands en huizen, anderen* omtrent Westkappele , geheel overftroomd by Bier. werden, en de haven van die ftad met zand vliet,vei* geflopt werd, maar dat ook by Biervliet een dronKen* gat in den dyk brak, waardoor zeventien dorpen verdronken (r). Willem , Hertog van Gulik en Gelder, Graaf £iH«i. yan Zutphen, nu den ouderdom van veertien v-eG„/^; jaaren bereikt hebbende , zoo gaf Hertog trouwt Albrecht hem zyne dochter Katharina, de we- met Ka» «luwe, of liever de bruid , van Hertog Edu-tha"™> #rd, volgens het gemaakte verdrag, ten hu- ^Jj. welyk, en de Keizer gaf, of liever bevestig- togy#. de, hem in het leen van Gelder en Zutphen (s). brecbt. Schoon de meefte Steden van dit Hertogdom jo7$. Willen voor hunnen Heer erkend hadden, —* zo bleven echter fommige Steden, en Edelen, Onlusten. Jan , Graaf van Blois, en zyne gemalinne in GeiMachteld aanhangen , welken door den Bis- derlmci' fchop (p) Mieris Cbarterb. III. D. p. 3°"5> 3*56, 3e-d Sers °P Paaschdag met malkanderen handgevecht te tneen werden, zo dat'er zeer veele gemeenen Tbitl. en een groot getal Edelen fneuvelden, waarom die dag nog [lange daarna de kivaade Paaschdag genoemd werd. Ook waren verfcheidene Edelen met Adolf van Kleef, ten behoeve van Jan van Blois, in het Ryk van Nymegen gevallen, en hadden veele geweldenaryen bedreven , waar van Hertog Willem op zyne beurt wraak nam , die zich mede , in het volgende jaar, meefter van Thiel maakte, waar door die Stad in rust kwam. Door zyn vriendelyk gedrag omtrent de Hekerens en Bronkhorflen, welken hy op eene evengelyke wyze behandelde, verminderde het getal zyner tegenftreveren , en, wyl Jan van Blois en zyn aanhang zich dus uitgeput hadden, dat zy niets meer konden onderJrnoldv. nemen , zag hy zich in de geruste bezitting Hoorn van Gelder en Zutphen bevestigd : waar toe BUThop n^et weir"g hielp dat de Bisfchop van Utrecht, tc Luik , Arnold van Hoorn, door de medewerking van en Fl.van Hertog Albrecht , tot het Bisdom van Luik Wevelik- bevorderd; enhy, in hetUtrechtfcheBisdom, Utrecht* door ^or's van fPwdiMoven (t) opgevolgd „ ' werd. Ailrefht In dit iaar dichte Hertog Albrecht, in de fticht in Parochiekerk te Zirikzeej St. Lieven toegewyd, St. Lis. met toeftemraing van den Bisfchop en het Ka- venkerkte vit- jltirikzee » een Ver- (0 Slichten horst Geld. Gefchied. op het jaar radering '378, JoANN.a Leidis, Libr.XXXI.C.31.Joan.deBeka by MATTHffiUs Analect. tom. III p. 278. Cbron. de '1 rajecto & ejus Episcopatu, by denzelfden, tom. V. p. 384,  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 227 pittel te Utrecht, eene Vergaderingvanvier- Ao. entwintig Kanoniken, en regelde hunne in- i37o\ komften («)• T U1M. In het volgende jaar op den 25 van Len- ^anu^ temaand vernietigde de Roomsch - Koning ken< Wencejlaus alle tollen opdenRhyn, van deszelfs oorfprong af tot zynen uitloop in zee Ao. toe, en wederriep alle voorrechten aan kerk- ^379», lyke' en wereldlyke Vorften en anderen, hoe De genaamd, gegeven, om tollen te mogen vor-Rooms* deren (V), gelyk de Keizers, als Over h eeren Wmt* der landen, ten opzigte van den Rhyn tot jiaus ver> zyne uitwatering in zee, meermaalenfchik-niedgt kingen deswegens gemaakt hebben O). ^ Hertog Albrecht, de Graaffchappen Holland den & en Zeeland nu in eene tamelyke rust, voor Rhyn. zo verre de gefteldheid der Grooten hem toe- HertQg liet, beftierende, werd ten dezen tyde in den Mbrecbt inlandfchen oorlog , welken Lodewyk van Ma- helptdei» k , Graaf van Vlaanderen , tegen de Stad Graaf v. Cent , en hare aanhangeren voerde, inge- ^ h wikkeld- Die Stad had zich gekant tegen zy- deoproe- ne onmatige afperfingenvanfehattingen, ter rige Genvoldoening van zyn wellustig leven, en door teman.. aanhitzing van eenen Jan Heinfeus, een welfprekend man , de wapenen tegen hem opgevat, het welk van dat gevolg was, dat fommige andere Steden haare party kozen,waar door zy eerlang in ftaat raakten, om Brugge en Pamme mét geweld te veroveren. Hertog Albrecht onderfteunde den Vlaamfchen Graaf in deze onlusten, en verboodt aan de Hol- (m) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 343» (y) Het zelfde Boek bl. 349iw) Hetzelfde Boek.1 D. bl. 108, P Z  328 VADERLANDSCHÊ Ao. Hollanders en Zeeuwen, met de Gentenaars, ge* 1379. duurende dezen twist, eenigen handel te dry ' " ven, en wel inzonderheid hen van koorn en Gedrag leeftochten te voorzien, het welk van hen, van Her- en vooral van de Zeeuwen, in den wind werd brecfe' ge^aêen j en door hen alle toevoer aan de hierin Gentenaars gedaan , zonder dat 'er van wegehou- gen den Hertog eenige ftraf over werd geden. oeffend; waar uit, gelyk ook uit den geringen onderftand , welke hy aan Lodewyk deedt, blykt, dat hy zeer wel zien mogt, dat zyne nabuuren zich door inwendige onlusten verzwakten , waar door hy minder van hen te De op- vreezen had. Deze oorlog werd tusfehen de Toerige Gentenaars en den Graaf , met verfcheidenGente- heid van uitkomften, gevoerd, hebbende dan worden de Graaf, dan die van Gent, de overhand, verfla- tot dat de Gentenaars in den jare 1382 in Ren. een veldflag by Roozenbeek, door het leger des Konings van Frankryk, die den Graaf te hulpe gekomen was, geheel verflagen werden; waar door de vervallene zaaken van dien Graaf herfteld werden ; doch, hy genoot niet lange de vruchten van dezen voorfpoed, want in een hevig gefchil geraakt mee De Graaf den Hertog van Ferry over het Graaffchap v. Vlam-Boulogne, werd hy gekwetst en overleed aan deren die wonde, in Louwmaand des jaars 1384. wordt fjy werd in het Graaffchap Vlaanderen opgebragt 'en v0'f d door Philips van Bourgondiè'n, die zyne op'ge- eenige dochter Mar gariet getrouwd had, onvolgd der wiens beftier de gefchillen onder de Vladoor mingen, in het volgende jaar, bygelegd werBoureon- den> kort na het veroveren der Stad Damme dun. door Hertog Philips, welk beleg ook door Graaf  CHRONYK.F. Hoofdfi. 22^ Graaf Willem , oudften zoon van Hertog Al- Ao. Irccht, toen Graaf van Oostervant, is byge- 1379.^ woond, die, by deze gelegenheid , door Karei den VI. Koning van Frankryk Ridder geflagen werd (x). _. Floris van Wevelikhoven , tot Bisfchop van ^ris vUtrecht gekozen , en door den Paus Uihanus bevestigd zynde, konde tot het gerust bezit buiten van dat Bisdom niet geraken , om dat Ar- het Eisnold van Hoorn, zyn voorzaat, het zelve, te dom ysn gelyk met het Luikjche Bisdom, wilde bezit- jgjjjj ten, of, ten minften nog een jaar lang, de dendoor inkomften van het Utrechtfche Bisdom trek- Reinoud ken, waar in hy geftyfd werd door Willem, van ViaHeer van Abkoude, en Gysbrecht Heer van Vi- gjjdgJ anen: Doch, de laatfte had ten oogmerk, mens totJ om Floris geheel van het Bisdom te ontzet- Bisfchop ten, en zynen jongften broeder Reinoud van <™<$ aanVianen ,die door den Tegen-Paus Clemens,diQ §efteld» zich te Avignon ophieldt, tot Bisfchop van Utrecht was aangefteld , met geweld op den Bisfchoplyken zetel te zetten, waar door Flo- doch ; ris zich genoodzaakt vond , buiten het Bis- wordt dom om te zwerven ; tot dat hy, op den 7 A°0^eevan Slachtmaand 1379 > door de Heeren van reil v.^r. Arkel en van Tsfelflein in de bezitting van het kelen v. Bisdom gefteld werd (y). Maar ook hier me- rsfilftein de waren de onlusten nog niet ten einde,bnezifvan naardien Hertog Albrecht, op bevel van den hetzelve Roomfch Koning Wencejlaus , den Deken, gefteld. het Kapittel, en alle de perfonen der Kerk van Utrecht, in zyne befcherming nam, op jibrecit den 29 van Herfstmaand in het volgende neemt, jaar «p Kei- O) J. a Leid is Libr. XXXI. Cap. 36". ««lyk 00 Het zelfde Boei Cap. 31. be vel» P 3  4$& VADERLAND SC HE 'Ao. jaar (2), en allen, die hen befchadigen zou1380. den, dreigde te ftraffen: des niet tegenftaande " moeten de zaken in het Sticht zeer hol gegaan de kerk hebben, terwyl men genoodzaakt is geweeft, in' zyne' de Gunterlinghen,ten getale van negentig perfobefcher- nen, behalven de vrouwen en kinderen, uie mi|1S« de Stad te bannen («_). In dit jaar geboodt Hertog Albrecht den Gebiedt overtoorn te Ouderfchie , in den jaare IVtK. den heul * '% - s \ u 1 A* ' te her- °P zYn bevel, m de plaats van een heul (6), ftellen te op de klagte van den Heemraad van DelfOuder. \and gelegd,weder weg te nemen, en den hLui Jchie' te herftellen ,waar voor hy van Rotterdam ont ■ a0i fing vier honderd Frankrykfche fchilden(c). jo8r. In het volgende jaar (381 kreeg Hertog AU —brecht eenige hope, van gelegenheid te zullen Occo van erlangen , om eindelyk Friesland te zullen overBroek- heeren, welke nochthans in rook verdween: meer te weten; Occo van Broekmeer, een Friesch Edeldralgt man, by de zynen verdacht geraakt zynde, goede- dat hy 'hun zyn juk wilde opleggen, zo hadren in den de anderen zich tegen hem gefteld , en Friesland wer inzonderheid Folcmaar van Oosterhuizen , SS?" doch dezen had hY. uit zyne g°ederen geop , en jaagd , en Oosterhuizen ingenomen , zo dat ontfangt hy , als balling, moest omzwerven. Dan, ae weder vreezenc[e , dat geheel Friesland tegen hem «nerf.1™ de wapenen mogt komen, nam hy zyne leen. ' toevlugt tot Hertog Albrecht, en droeg hem zyne goederen op ; als Brocmerland, Averberland, twee burghen in Olderfem met allen boren, toebehooren , die burghe in Suderhufen in Lop- (z) Mieris Chartert. III. D. p.374»375(a) Hef. iclfde Boek p. 303. (fc) J. a Leidis Libr. XXXI. Cap. 33. \c) Mieris Cbarterb. III. D. p. 375,376".  CHRONYK. IV. Hoof Aft. 231 tomrfem , in Sircweren , en in Havenghufen a»: met horen toebehoren , den toern en die kerke tn i38r% Noerdenhove , onder voorwaarden , van hem te befchermen , en ontfing dezelven weder van hem ten erfleen (d), waar door hyaltyd gelegenheid konde maken , om de briezen aan te tasten, en aan dezen heerszuchtigen Occo eenen helper te vinden. Dit begrepen die van Oostergo, Westergo, en de Zevenwol den zeer ras, waarom zy een verbond vanGww>j. onderlinge befcherming flooten, waarin ookgg„ma. die van Groningen traden. De voornaamfte ken daat voorwaarden van dit verbond waren , ^ Jfegne°er. men, zo welden binnenlandfchen als uitbeemfchenboniym vyand met gemeene magt van wapenen uit het land onder- . zoude dryven: de Vryheid met alle kracht befcher-]inge bemen, en die daar aan wilden tarnen met geweld fch«vervolgen, om zich tegen de listen en het open- ver|e'di. baar geweld van Hertog Albrecht in zeker- ging dec heid te ftellen. De Friezen, onder Folcmaarvryheid. de wapenen opgevat hebbende tegen Occo, werden door hem, met eenig krygsvolk van£Qr Qo> Hertog Albrecht geholpen, geflagen, zocogefla# dat hun de moed geheel ontzonk: waar na gen. Occo zyne magt tegen Embden wende, en den oorlog met verfchillenden uitflag, gelyk het gemeenlyk gaat, tot in den jaare 1388 voer-maar om<( de, wanneer hy door Folcmaar, die Aurik , gebragt. zyne verblyfplaats, by verrasfing ingenomen had , werd omgebragt : waar door Hertog Albrecht voor ditmaal alle hope , om de Friezen te onder te brengen , en hunne vry© (4) Mie&is Chartert* III. D. p. 380? P4  43» VADERLANDSCHE Ao. vrye halzen onder zyn flaafsch gebied en 13Br. drukkend juk te doen buigen, wederom ver' loor (e). Gefchil '•' *n dit jaar hadden de Heeren Philips van en daad. Was/enaer , Jan van Heemftede, Dirck van Jykhe- Was/enaer, Willem van Alkemade en hunne fchen" he!Pers > zulk ee« hevig gefchil met de bureenige £ers van Leiden , (men weet niet waarom) Edelen dat men niet alleen in die Stad handgemeen cd de werd , maar . dat ook de burgers onder hunvanK Pe banier ui"rokken , en het huis van Fh. den,doorris vm Alphen beftormden, waarin zy meentiert.Al den eenigen dier Heeren te zullen vinden: Jwtebe.doch, dit gefchil werd door Hertog Albrecht èefcSft bd]lst' en de daadlykheden met geldboeten , bedevaarden en ballingfchap geftraft: Aanmerklyk is het, dat Hertog Albrecht ten opzigte van fommigen zegt: /oo is onfe /eggen daer af, dat /y ons daer a/ doen/uilen, daton/er liever gefelllnne befcheidelyck dunkt. Waar uit , gelyk uit meerdere andere ftukken,blykt, dat hy aan zyne Vrouw een groot deel in 's Lands regering gaf (.ƒ): gelyk zy dan ook op den 15 van Grasmaand 1384 üitfpraak over dezen twist gedaan heeft (g). Ao. In den jaare 1382 ftelde Hertog Albrecht 13S2. de Ridderorde van St. Anthonie in, waartoe " aanleiding gaf de befmetting van HenegouHertog wen, en der aangrenzende landen, met hei heiAlbrecht lige vier, het vuur van St. Anthonie geheten, fielt de ö 6 e]J sMe van ^ EggericsBeninga, Hiflorie van Oofifriesl. c« A'tb by matth/iiüs'Aia/. tom IV. p. 155-100. Schot,t. ntuo- 7/imJS van ffigsfgkg fjfjlorie . p. 200. enz. Win. (ƒ) Mieris Cbarterb. III. D. p.381.394, (g) Het «elfde Boek, p. 397. 410. 4x1.  C H R O N Y K. 'ffi Hoefdjl. 233 tn waar tegen men geen beter hulpmiddel A4J vond dan eeneKapelle,toegewyd aan dien Hei- _iL— ligen, ineenekluize van hetboschvantf^' .°*s'„ In het volgende jaar 1385, op den 20 van Sprokkelmaand, belloten het Gerecht de Oud£e|ffiten'aa^en. d* gemeene Neringen (de'gilden) van Ach- te Dordrecht, tot liet aanltellen van de Goetente de Luiden van Achten , in de plaats van de Dordrecht Twaalven , (welker affchaffing door Hertog nekT \Albmht °P den 17 van Herfstmaand deszelven jaars (;«) bevolen wordt, ten ware dattet onfe Stede van Dordrecht bcwijen mochte mit handvefien of mit brieven, die fi van om Hertoge of van onfe Voirvorderen hébben, dat fi die hebben mochten) gelyk de overeenkomst daar toe fchynt te zeggen : welk getal van Achten nu eens afgefchaft, en dan weder aangefteld , gelyk te voren de Twaalven, en eindelyk tot heden vastgebleven is (w). Huwelyk °P aandryven van de Hertoginne van Bravan mu hand werd op den 11 van Grasmaand het huitm van welyk gefloten tusfehen Willem Graaf van «net Owf-rMBf, zoon van Hertog Mrecht ^ en Marga- Margariet, dochter van Philips van Bourgonriet van dien : en ook van fan, zoon van Philips van Jiourgon- Bourgondien met Margariet, dochter van fleren jan t0g Mrecbt '■> en zyn deze huwelyken, korten van Bour- tyd daar na, te Kameryk voltrokken (0), tot gondien groote fpyt van den Hertog van Lankaster, die metMari zyne dochter PhilippaaznWillem vanOofiervant %'yJn zocht te befleden- Deze huwelyken hebben •• den grond gelegd van die grootheid, waartoe wy f/) Mieris Cbarterb. III. D. p. 418. (m) Het zelfde Boek p. 427. (»0 Hetzelfde Koek p. 420. en M. van Eaien Bejchryv. van Dordrecht, bl. 350. (0) Mieris Cbarterb. III.D.p.423, Cftrtn.deFitOigsaut Vol. II. Chap. 153,1.54.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 235 wv in het vervolg het huis van Bourgondien in Ao. JeYZe gewesten zullen opgeklommen zien IjS^ nen fchoonvader Lodercy* m het Grf "c^P^^«r. Jtato opgevolgd zynde , vervolgde den ^ oorlog tegen de Gentenaars, en belegerde verovert Damne hit welk van hem ingenomen werd, D~ by Se belegering Graaf ^mvanOjne, - maakt «Lr ook tegenwoordig was, waar na einde-raetde ?yT de vrede tusfehen hen, en den Hertog Gente. eelL°lnnTaa?e(?382 had Hertog AWrecU^L den Heer van Zevenbergen on de klagte van Dor fommigen ,(waarfchynlyk die van Dordrecht) dreebthzSn,en hy ook aangenomen, omin den oorlog Grooten Waard niet meen te moeren noch corne- ^ coten (mogelyk : torvekoten (3) , turfgraven) enGofjB. to lheTn dage (r) ; doch, in den jaare 13840? che*, op de ondervinding, dat hy geen recht had , .n den nm dit den Heer van Zevenbergen te verbie Grmen Tn hem zvnen brief van belofte wederge- Wmi. geven,en hem toegeftaan , om in den lande van Zevenbergen, gelyk voorheen, moernertnghetQ foen en hem tegen elk , die dit verhinderen wilde, in befcherming genomen (r); waarop hy weder heeft begonnen te moeren. tV) Toakn. a Leydis Lihr. XXXI Cap. 36. (J) Kten, in plaats van Koteren, Keuteren;\we\k „en in vroegere tyden gebruikte: voor Steeken. Fodwe f r Kt.iakus in Etvn. Ling. Lat. overgebragt. Dus Sud'e ToZonn, oUorveJen. waar uitbyeenekwaIe lezing zeer gemakkelyk kan gemaakt zyn cornecoten, betekenen: twffteeken. (r) Mieris Cbarterb. III. D. p, 3°°? (j) 't Zelfde Boek , p. 411'  Ao. Worden door Hertog Albrecht geftraft, 1386. Vrouw Mar ga • riet van Beijeren «erft. Kwyt- fchelding aan die van Dor. drecht. 235 VADERLANDSCHE Dit fchynen die van Dordrecht zo euvel opgenomen te hebben , dat zy gewapenderhand voor Zevenbergen gekomen, en die ftad entevens Gorincbem, met geweld aangetast hebben. Immers Hertog Albrecht, en zyne gemalin Mar gariet , deeden hier over üitfpraak met eenige Ridders en de Steden Delft, Haarlem, Lelden en Amflerdam,aan de welken die van Dordrecht het gefchil verbleven hadden ,• wordende aan het Gerechte van Dordrecht bevolen, de eerfte aanleggersin rechten te vervolgenen te ftraffen ,en de Stad zelve verwezen in eene boete van zesduizend oude fchilden, waar na zy met den Hertog en den Heer van Zevenbergen verzoend werden (t) , en hun verfehil met dien Heer over het moeren op den 8 Juny 1386 , door de üitfpraak van Hertog Albrecht, geheel afgedaan is(w), In het begin van '^volgende jaar 1386 had Hertog Albrecht het verdriet van zyne gemalinne Mar gariet, die met hem de landen beftierde, door den dood te verliezen, welke hy met groote pracht in den Haag deed begraven. In dit jaar fchold hy aan die vanDordrecht kwyt de twaalf grooten op elke morgen lands, en elke morgen tienden, in den Grooten Waard en in Thys/elins Waard leggende, tot welker jaarlykfche betaling zy in den jaare 1382 veroordeeld waren, om dat zy eenen aangevangen dyk ingeftoken hadden (v). Op den 15 van Wiedemaand keurde hy goed (t) Mieris Cbarterb, III. D. p. 426,427. 00 't Zelfde Boek, p. 443. p. H. van de Wall Verhandeling over de Handv. en Voorrechtsbrieven eer Stad Dordrecht, p. pg, {y) Mieris Cbarterb. III. D.p. 399, 44a,  CHRONYK. lV.tioofdJl. 237 goed de aanftelling van vier Raadsluiden (of M. Burgemeefters) te Leiden voor den tyd van 1386% een jaar , en ftelde vast, dat zy jaarlyksver- —rkozen zouden worden op den 10 van Slacht- B^esu. maand, welke inftelling tot heden in gebruik ^üftel. is en beval met eenen, dat niemand tot lid ijnfg van, van den Gerechte, of ook tot Bode zoude ge ■ Burgekozen worden, die niet zeven jaren achter een poorter te Leiden geweest is. Ook gat hy te ge- Leide„t fvk aan die van Leiden de vryheid, om de ftad en bepate vererooten en te verfterken , en het land ling var, daar toe noodig, by fchatting van Schepenen , f=n grover te nemen (W); by welke gelegenheid de dag daaI> Heer van Zoeterwoude afftand deed van alle COe.;met recht op dat deel van het ambacht van Zoe • de vryterwoude, het welk binnen der Stede vesten zoude getrokken worden: welke atitand door vergro0. Hertog Albrecht bevestigd is {x). ten en ta In dit zelfde jaar ontftond wederom oorlog verftertusfchen Willem, Hertog van Gelder, en >-ken. hanna, Hertoginne van Braband, over de Stad Grave welke Willem in bezit had genomen , Oortos? en de Hertogin, zich de oppermagt over de msfche» zelve toeëigenende, belegerd hield. Zy ver- vanr" bleven echter het gefchil aan Hertog Albrecht, GeWererï op den 21 van Wynmaand, die de zaak tendeHertovoordeele der Hertoginne befliste, en haar de fatad bevre- * )4 *387- Maar Hertog Willem over dit verdrag te on* en op vrede, verraste andermaal de Stad, hetwelk nieuw den oorlog te heviger ontftak, doordien de ontfto- Hertogin zich verbonden had met den Koning door' den van Vrankr^ > K^rel den VI, waar tegen Hert, Koning t0£ fFtllem zich met het bondgenootfchap van van den Koning van Engeland , Rkhard den II, frankryk gefterkt had, aan welken hy beloofd had bin* £en7°n nen vier maanden den oorlog te zullen verklaaren aan den Koning van Frankryk en den Hertog van Bourgondien (z). Hy volbragt zyne belofte, doch grootlyks tot zyn nadeel, dewyl de Koning van Frankryk , met eenfterk leger in Gelderland gevallen, hem noodzaakte, om den vrede te fmeken , welke hem vergund werd onder voorwaarde, dat deoppermagt over de Stad Grave aan de Hertoginne zoude blyven, en het verbond met den Koning van Engeland vernietigd worden (a). 5SSft Nu.vernieuwde Hertog Albrecht den vrede verlangt met die van TerSchelling, onder voorwaarde, den vré- dat zy hem hulde zouden doen, indien hy de met binnen twee jaren de Oestfriezen overwon 4 TerScM en dat hy> binnen dien tyd, het eiland zoude ling. mogen vesten naar zyn genoegen, om hen te befchermen (b); voor welken vrede zy echter aan den Hertog moeften betalen vyf honderd oude fchilden, buiten welke betaling de Her- (0 Mieris Charterb. III D. p. 452. ^ (s) rymer^s.PaW.^/.Tom.IIIP.IV.p.s. But- kf.ns Tropb. de Brab. Tom. I. p. 505 _ 509. Mieris Cbar* terb. III. D. p. 464. O) Froissart, Vol. III. Chap. CXXX. pag. 315. Slichten horst Geld. Gejchied. op 't jaar 1388. Q>) M1 £ r 1 s Cbarterb. III. D. p. 459. 3 ?'  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 23? tog ongehouden zoude zyn aan den vernieuw- ^ Ao. deïnVdkejaar liepen de gefchillen tusfehen Henrik Rover. Burggraaf vanMontfoort en den Bisfchop van Utrecht t ïloris van li evelik-dm Bisf. hoven zo hoog , dat zy malkanderen beoor-van U-, oTgden? en S.'Bisfchop, hei■ Wj3£SS& Stad Montfoort eenige weken belegerd meldt: ^ te weten, de Burggraaf, fteunende op denMw2t. Voorrechtsbrief van Bisfchop Jan van has- foort. rau, had zich het hooge gerecht in dehooge heerlykheid van Montfoort toegeëigend engeoefTend, het welke hem door den Bisfchop betwist werd, waar over zy eindelyk tot gewelddadigheden waren gekomen (d). Hertog Alhecht had zich tot fcheidsman aan de beide partyen aangeboden, entevens verboden, iemand door zyne landen te laten trekken , tot hulp van een van beiden (e); maar, dewyl zyne aanbieding zo trots was, dat hy zich in de zelve veel eer als Opperheer van beiden, dan als Middelaar, gedroeg, gaven zygeen acht op zyne aanbieding; zo dat de Bisfchop, de magtigfte zynde, den Burggraaf Henrik binnen Montfoort belegerde, doch, gedurende den tyd van zestien weken, nietskondewinnen , dewyl de belegerden, van alles wel vooryien eenen wakkeren wederftand boodden; * * tot fi) Mss. getrokken uit het Memoriale B. G. 14861496 Cas R. p 84 verfa.en berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (d) Matth^us de Nobilttate, Cap. XI. p. 120 &c. CO Mieris Cbarterb. III. D. p. 469-471- J0ANW< a Lïidis Libr. XXXI. Cap. 38.  34» VADERLANDSC-HE Ao. tot dat Arend van Hoorn , voorheen BisfchopV 1387. van Utrecht, nu van Luik, en,oom zynde van da huisvrouwvan den Burggraaf, in des Bisfchops Ssfcho? leSer gekoraeri•» den vrede tusfehen hen hervan Luik fteIde ' onder voorwaarde, dat de Burggraaf bevre- zich van de oeffening van het hooge gerecht digd< onthouden, het zelve aan den Bisfchop toekennen , den brief van Bisfchop Jan van Nasfau overgeven , en eindelyk den Bisfchop om vergiffenis zoude fmeeken ; waar tegen de Bisfchop hem en zyne nakomelingen met het Burggraaffchap erflyk beleenen zoude, gelyk hy oordeelde daar toe gerechtigd te zyn; het welke door zyne voorzaten in den jaarc 1296 bewezen was (ƒ).■ 1388. In het volgende jaar zag men wederom een " aanmerkelyk bewys van de woestheid der in- Ssfchfn gezetenenhier te lande. Jonkheer^ van Arkel, den Heer de zoonvan Otto, Heer van Arkel, en de zynen, xznArktl verklaarden den oorlog aan Hendrik , Heer van en den yianen , en erfgenaam van Ameide , nietteFianen" genftaande ZY beiden onderdanen waren van * Hertog Albrecht, en als zodanigen, wegens hunne verfchillen , voor hem te recht moeften ftaan. Zy voerden den oorlog over en weder met de uitertfe woestheid , door roof, moord en brand te plegen, tot dat Offoeindelykhet dorp Ameide verbrandde, en het flot belegerde , het welk dapperlyk verdedigd werd: gedurende het beleg kwam aldaar Graaf Willem van Oostervant, zoon van Hertog Albrecht , ea floot, op den gden van Slachtmaand, een beltand, (ƒ) Matth«us d* Ngbilit. p; 122.  CHRONYK. m Hobfdft. 241 £tand (g) , waar by de Heer van Vianen aan Ao; den Heer van Arkel overgeeft het flot en de 1388^ heerlykheid van Ameide, en de Heer van Ar-' "" kei aan den Heer van Vianen leent de fommedev^e' van 16000 Rynfche guldens voor den tyd vand'0gor twee jaaren, ten einde van welken het flot en Graaf de heerlykheid van Ameide aan den Heer van Vi- trillen anen, en de 16000 guldens aan den Heer van vt^"' Arkel moeften wedergegeven worden. Doch * zy fchynen geduurende dien tyd zich niet van vyandlykheden onthouden te hebben, dewyl 'er den 18 van Bloeimaand van het volgende jaar in den Haag een dagvaard over deze zaak is geweest, waar in belloten werd op Zondag na beloken Pinxter een dagvaard te Utrechtende** te houden, om daar te befiisfen al fuiken PMW*Hgertogr ten ende gefcil van dat binnen vrede gefcict was, Albrecht ende dat wart daer vereffent (A). Maar na het ein- en iynen de van dit beltand kwamen die van Gorinchem Raa<*gewapenderhand in het land van Vianen , en Nieuwe verwoestten alles wat overgebleven was. Doch onlusten de Heer van Vianen trok hun met zyne ge- wederheele magt tegen , joeg hen op de vlugt, °"?dbyge" doodde 'er velen , en kreeg zulk een s * aantal gevangenen, dat hy voor hun randzoen het aan den Heer van Arkel verpandde flot van Ameide inlostte, waarna, door tusfehen* tg) Joan. a Leidis, Libr. XXXI. Cap.XXXIX. Ms. getrokken uit het Memoriale B. G. 1336-1390, Cas R. p. 96 verfa , berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (&) Ms. getrokken uit het zelfde Memoriale, p. 103 en 117 verfa, berustende onder den gem. Heere. I. Deel. Q  242 VADER LANDSCHE Ao. fchenkomfte van anderen, de vrede tusfehen 1389. hen gefloten werd. *" In Grasmaand van het volgende jaar ftierf Willem Hert°g Willem, waarfchynlyk te Quesnoy in Hefterft, en negouwen , daar hy bewaard werd , en dus wordt nu volgde hem Hertog Albrecht, die reeds door te recht den Keizer tot Graaf van Henegouwen , Holvofgd en Zeeland > en Heer van Friesland ver- doorzyn" heven was, op in het wettige bezit deezer broeder, landen, volgens de fchikking van hunne moeHertog fjer , vrouw Margareet, en haren gemaal, den die de ' Keizer Lodewyk O). Waar op hy in dit jaar Han(j. de handvesten en privilegiën der meefteStevesten den van Holland bevestigde en vermeerderen Privi- de (k), en byzonder aan die van Delft de vry- der's't* heid £af' om eene vaart te graven van Delft den be- ter zyde Over/chie tot in de Maas, tusfehen vestigt. Nieuwenlande en Schoonderlo, aldaar fluizen te leggen en een fpui te maken; welke fluizen Tan die het begin zyn geweest van Delftshaven (0; van Delft waar tegen die van Delft beloofden die vaart vryheid weder te dempen en de fluizen toe te damom eene men t indien dezelven nadeelig voor het geiiTde t0t n^eene Land mogten bevonden worden (»?). Maas te Dus gaf hy ook aan die van Haarlem, in het graven, volgende jaar, de Baan buiten de Houtpoort, en (lui- om ten eeuwigen dage te dienen tot een dendyk Speelveld, met uitdrukkelyk verbod, van dete ma- zelve ken, die het begin (f) Wagenaar Vaierl. Hifi. XI Boek, bl. 320. III. D. van (i) Mieris Cbarterb. III. D. p. $io, 536, 538-541, Delfuba- 54s, 547 , 55o. ven zyn (/, -c /elfde Boek, p.533- geweeu j (,„) -t Zelfde Boek, p. 535.  CHRONYK. ÏK Uoofdjl. ' 243 zelve ooit tot eenig ander einde te gebrui Ao» ken («). 1390. Op den 30 van Louwmaand heeft Hertog " Albrecht den vrede verlengd met de Friezen ^aan van Oostergo en Westergo tot den 24 van Zo- ^Jrte% mermaand (0) , en op den 13 dier zelfde d e Baan maand denzelven weder verlengd tot beloo tot een ken Paafchen van het volgendejaar 1391, en ^uv,,[s beloofd zorg te dragen , dat Dirk van Swieten , met Urk en Emelwaart, geduurende dien tyd, vrede zal houden met Herman van Cuunre ^eü/b"_§t en den lande van Cuunre (/>). ftandmet In dit zelfde jaar ging Graaf Willem van deFHezen Oostervant, na bekomen vrygekide van den van Koning, gegeven op den 8 van Herfstmaand ffi0 en (q), naar Engeland, (het welke na den 22 dier eserg' maand moet geweest (r) Zyn) om by net^^f'' fteekfpel te Londen tegenwoordig te zyn, al-^."a„"' waar hy zo grooten lof behaalde, dat de Ko-wordt ia ning hem Ridder van St. Joris maakte. Dit Engeland werd door den Koning van Frankryk, die hem Ridder gemaakt had (j) , zo kwalyk genomen, het wel* dat hy hem naar Parys ontbood, om aan hem in foankwegens het Graaffchap Oostervant eed en hulde nk te doen, (fchoon het zelve geen Leen van Frank-lyk 8en0* ryk ware) onder bedreiging, van Henegouwen wordE4 te vuur en te zwaard te zullen verwoesten, in- («) MiERts Cbarterb. III D. p. 549. (0) 't Zelfde Boek, op die zelfde bladzyde. (p) Ms. setrokken uit het Memoriale li.G. 1385 —« i%i)6. Cas R pag;. 119 verfa,berustende onderden Heg» te Griffier van AlpheN. (tf) Mieris Cbarterb. III. D. p. 568. (O 't Zelfde Boek, p.570. Q) In het jaar 1379. Zie hier voren p. 3üo» Q ■  .244 VADERLANDSCHE Ao, indien hy zulks weigerde: het welke hy, na 1390. den raad van zyn vader , Hertog Albrecht, en van zyn fchoonvader, den Hertog van Bourgondieri, ingenomen te hebben, genoodzaakt was te doen (t). De vrede Op den 23 der Wynmaand van dit jaar Grenen floot Willem* Hertog van Guliken Gelder, den Gelde™ vrede met Johanna, Hertoginne van Braband, lalden zo lange zy zoude leven, onder voorwaarde, Braband. dat zyn zwager Jan van Cuik de ftad Grave, waar over de oorlog ontftaan was, van haar te leen zoude ontfangen en houden (u). Jan, de tweede zoon van Hertog Albrecht, „ ' na den dood van Arnold van Hoorn , Bisfchop Beijeren van Luik, ^ afftand van Dirk van der Mark, wordt die eerst verkozen was, op dien HisfchoplyBisfchop ken Stoel verheven, cn door den Paus Bonivan Luik. jac\us bevestigd zynde, werd nu door zynen vader met een groot gevolg te Luik ingeleid, Alhecbt en van de Luikenaars als Bisfchop ontfangen: doet hem waarop Hertog Albrecht op den dag na de in trehulde de aan zynen zoon Jan eed en hulde gedaan wegens heeft voor het Graaffchap Henegouwen , het wZS°U' we'k een ^een was van net B^d0111 Luik (v). In dit zelfde jaar , terwyl het gefchil tusfehen den Heer van Arkelen die van Dordrecht over het Stapelrecht nog niet afgedaan was, en de andere Steden van Holland het zelfde gefchil met Dordrecht hadden, hielden dezen den (t) Froissart Cbron. Memorabl. IV Vol. Cap. 2a. P-83- (u) Mieris Chanerb. III- D. p. 571. (v) ZantflietbyMAitTawE , coll.mna, Tom. V. p.' 137- 338-  C H R O N Y K. IV. Hoofdje, ntf den 7 van Oogstmaand een dagvaard in den Ai. Hage, zonder Dordrecht daar by te roepen, 1301. en verklaarden by eenen brief aan die van Dordrecht , dat zy tot dat ftapelen te Dor- g^uic drecht niet gehouden waren , en van dit ge- over het fchil eene gemeene zaak maakten met den gefchil Heer van Arkel, en vergoeding van fchade > ^ hunne burgeren door het verftapelen aange- Dordrecht daan f» , eifchten. Hertog Albrecht, dit over het gefchil aan zich getrokken, en de Steden van StapelHolland, en den Heer van Arkel en zyne Stad recht. Gorincbem ter eener, en die van Dordrecht ter andere zyde, gedagvaard hebbende, fprak het gefchil uit, ten voordeele van de eerften, die voor hem verfchenen waren, terwyl Dordrecht, op haar goed recht fchynende te fteunen , niet gekomen was; en ftond haar toe, om, indien Dordiecht bleef volharden in het vorderen van dit Stapelrechten haar daardoor eenige fchade deede , dezelve te mogen ver. Het haaien aan Dordrecht en haare poorteren, met ^fde belofte , van haar daar in te zullen helpen van Ootm (a): welke üitfpraak Graaf Willem van Oos- tenant tervant op den 13 van Wynmaand deszelfden beveiligt, jaars bevestigde, waar voor hy van Haarlem een gefchenk kreeg van 130 gouden Schilden (y). Hertog Albrecht, om deze wederhoorigheid en andere misdaden op Dordrecht vertoornd, verzoende zich met die Stad, op den 28 van Grasmaand,voor4400Dordrecht- fche (vi) Miehis Cbarterb. III. D.p. 5Si. (*) Het zelfde Boek p. 603. (y) Hst zelfde Boek p. 615. 620. Q3  .24(5 VADER LAN DSC HE Ao. fche guldens, en gaf vryheid tot het aanftel1391. len van de mannen van Achten enhetontvan- ~ gen van landpoorteren : welke zoen door draaf Willem van Oostervant mede bevestigd werd (z); waar op die van Dordrecht met de voornoemde Steden en den Heer van Arkel een beftand voor twee jaaren fchynen gemaakt te hebben , dewyl zy op den 13 van Zomermaand 1395 aan Hertog Albrecht dat beftand opzeggen («). I30g« Üp den 23 van Bloeimaand van den jare Verlengt 1392, verlengde Hertog Albrecht den vrede den Vre- mgt foieZen van Oustergo en Westergo tot friezen den 15 van Hooimaand , op dezelfde voorop de waarde, en met influiting van dezelfde pervoorige fonen en landen , als dezelve verlengd was voor op den 30 van Louwmaand in den jaare 1390; waarden, £n Qp jen 2 yan Hooimaand werd deze vrede tusfehen hen weder verlengd tot beloken Faafchen van den jaare 1393 , waarby de Grietmans en Mederichters van Oostergo en Westergo beloven , dat alle fcepen en cooplude ,van ■viaer dat fi comen, die 't land des edelen mogbenden Princes Hertoge Aelbrecht voorjcr even f uilen willen verfoeken, f uilen veilich varen ende kecren tnoghen overal voir ons , onfe onder [aten, Herman van Kuynre. jwn kinderen, 't land ende onderlatte wrfc. Q>). Her- (?) Miehis Civrtrl. III. D. p. <5ï?. (a) Ms. cetrokken uit het Memtriale 3.D. 1351 — 3396 Ca< ii p. verfa; cn bei uitende onder den Heere Giifüer van AtrHtN. (fr) Me, getrokken uit het 7elfJe Memoriaal p, 30.; beruiteniJc onder den zelden Heere.  C H R O N Y K. F. Hoofdjl. *47 st .. „ Alhrpcht. zvne gemalinne Mar ga- Ao. ï£%6 , had zyn oog laten vallen op ïïL Jn Peekeest , dochter van Jan van Poe - /nal aie zyn huis en land te Koude-hscüA. geest, Knaap, volvoerden, des nagts op den 22 fer met van Herfstmaand 1392 , vermoordende met haar ver- eenen Willem Cufer, den hofmeefter van den moord Hertog , die haar befchermen wilde (V). S*hïar Somn»6en echter fchryven , dat zy omgewiide be- bragt is op den 22 van Herfstmaand van den feber. jaare 1390 (ƒ) , doch te onrechte ; dewyl men. Willem Cu/er, met Otto van Arkelen zyn zoon Jan en eene menigte andere Edelen van de Cabeljauwfche partye, nevens de Steden Middelburg , Zierikzee, en Reimerswaal, waarfchynlyk befchuldigd zynde, van tegen den Hertogtefamen gefpannen te hebben, op den 17 van Wynmaand 1391 verklaaren, dat enigherbande lude ons belajien willen ende van onfen ghemadighflen Here drucken ende dringhen willen, den wi en onfe lieve gheduchten Here van Oeflervant ,finen foen ende fine andere kinderen, oft God «wil, altoes doen fullen, en willen, aldat goede\getrouwe lude horen rechten Heren fchuldig fien te doen: waarna zy zich onderling verbinden, malkander en met lyf en goed, met raad en daad, te (4) Mieris Cbarterb. III. D. p. 588. (e) Joan. de Beka by Matth. Analeïï. tom. III. p. 286. Chron. de Hall. by Matth. AnaUÜ. tom. V. p. 574. Goudhoeven Chron. p. 406. Velde naar Chron. p. 95. Bockenberg Princl fioll. p. 40. (ƒ) J. * Lei dis Libr. XXXI. Cap, 4j. Sea* ?er, Holl. Chron. p« 381, 382^  CHRONYK. IV. Hoofdjl. H!> U Julkn befchermen tegen allen, die dit tegen Ao; hen zouden onderwinden (g): een verbond, 1392. het welk door Hertog Albrecht zelf bevestigd werd, die den verbondenen ook alle hulp toezegdien welke verbondIVillemCuferdüs dertien maanden na zynen dood zoude aangegaan hebben f» En daarenboven heeft Hertog Albrecht Philips van Polanen op den 30 van Slachtmaand aangefteld tot Heemraad van Delfland, en, gelyk wy zagen, Philips van Wajfenaer op den 5 van Bloeimaand 1392 met de leenen van zy- nen vader beleend , het welk niet gefchied zoude zyn, indien zy in deHerfftmaandvan I qoo jonkvrouw Aleid, en Willem Cu fer hadden doen vermoorden f ij. Hertog Albrecht, fchoon zeer toornig over deze euveldaad, was Ichoor-de fcllui. voetende, om de daders en medepligtigen te digen, ftraffen, waarfchynlyk, om dathy hun groot J^, met getal en vermogen vreesde , als voorziende, nende* dat 'er uit hunne vervolging groote bloed- veroorRortingen,en verwoeftingen van landen en lui- deeld den zouden voortkomen; dan echter door de worden, eifchen van Coenraad Cufer van Oosterwyk, den vader van den vermoorden Willem, on» derfteund door de Poelgeesten , die by hem byzonder geliefd en bevorderd (k) waren, en van de voornaamften der Cabeljauwfche partye die zich nu in het bewind meenden te ves- (g) Mieris Onrterb. III. D. pr:j82. th) Het zelfde Boek p. 583 fi) Het zelfde Boek p. 584.588. \k) Het zelfde Boek p. 455» 5S3- en 586. Ms?. getrokken uit het Perkament Register Libr. V. 13901401. Cas E. p. 68., berustende onder den Heere Gri$er vaw hhtmn, _ Q 5  25» VADERLANDSCHE Ao. vestigen , befloot hy eindelyk in het volgen^ 1392. de jaar, de misdadigen in rechten te vervol' gen: waarop vierenvyftig der medepligtigen, ften te gemoete z'ende, uit het land weken, ken uit waar van de voornaamften waren Philips, het land. Burggraaf van Leiden, Dirk van Wajenaer, Philips van Polanen, Dirk van der Lek, Otto en Jan van Aspsren, Jan van Heemftede, Dirk van Duvenvoirde en andere edelen en onedelen meêr. Dezen, gedagvaard zynde, verfchenen niet, en werden daarop des woensdags na Pinxter 1393 , niettegenftaande de voorfpraak van Graaf Willem van Ooster* vant voor hun, fchuldig geoordeeld, en verklaard , lyf en goed verbeurd te hebben, en als zodanigen verboden in het land te koSommi- men (/). Velen der gevlugtte Heeren wahetflot ren êewe^en °P het flot Altena, het welke Altena door Hertog Albrecht aan zynen zoon Willem van Oostervant in den jaare 1387 was gegeven (wj) , na het welke eindelyk ook Graaf gelyk Willem, ziende de afkeerigheid van zynen Graaf vat^er » en vrezende , dat ook het onweder Willem, °P hem mogte vallen , de vlugt nam , en dieech- zich daar niet zekeroordeelende, naarV#i?rternaar togenbosch (h) week. In gevolge van hetge'sH"t0', velde vonnis gaf Hertog Albrecht nu, en in wykt.Sf het vervolg van tyd , aan de Steden en Baljuwen bevel, om hunne perfoonen te verHertog volgen, hunne goederen aan te tasten,hun- Albrecht ^ beveelt ^egne' (/) Mieris Cbarterb. III. D. p. 6*oï. (m) Cbron de Holl. by Matth. Analeiï. tom.V. p. 574. Mieris Chartert. III. D. p. 457. 511. (n) Cbron. de Holl. by Matth. AnaleSt. tom. V. p. 575.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 251 «e huizen te vernielen, foo datte pek nochflaek Ao. noch muyr daer op flaende enblyve (0). In meest _I39^ 3to deze vonmflen en bevelen wordt aheenI k de misdaad van den moord san ^^ Cufer gepleegd , vermeld, waarfchynlyk omgeri)him. dat Albrecht zich wegens ^ w» Poelgeest negoeeefchaamd heeft. Vreemd mag het in den eer- toen Ren opflag fchynen, dat de Hertog de huizen » en en floten dier Heeren ten gronde toe deed ne-hunne derwerpen, daar dezelven, om hunne mis-huizen te S, aan hem vervallen verklaard waren--, het welk tegen zyne belangen fchynt aan telenlopen, maar dit verdwynt, wanneer men bedenkt, dat Hertog Albrecht, wel voorziende, dat hy zich eerlang met hun zoude moeten verzoenen, te meêr, om dat zyn oudfte zoon m hunne party was, gelyk dit ook de ondervinding geleerd heeft, daar door inderdaad zvne eige belangen bevorderde, dewyl de magt dier Heeren dus verminderd werd, waardoor hy te meerder vermogen kreeg, om onbepaald te heerfchen, waarom het hem altyd te doen was geweest. Graaf Willem, en door zyne voorfpraak,Belegert en door zyne vlugt , reden van nadenkend, gegeven hebbende, als of hy mede deel aan den moord had, zo lieten zyne vyanden niet na . (0) Mieris Cbarterb. III. D. p. 601,601. Mss. eerrokken uit het Memoriale B. D. 1351 - iStf. S fi. p. 69. 95- verfa. p. 132. verfa, en berustende 'oniler den Heeie Griffier van Alphen. hn Mss. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390—1401. Cas E. P. 100. verfa; mede oud« dien zelfden jleeie berustende.  252 VADERLANDSCHE Ao. na, dit ten breedften by Hertog Albrecht vat *W2' te me, en • die ^arop heirvaartbefchreefte- htl An,\en dif ,ftad en h«flotinderdaad belegerde (j>) , gelyk 'er brieven voor han- tl27»' ^ f,f 8, en 13 van H°oimaand , door Hertog Albrecht gegeven , indenbeftttl voir den bufe tot Altbena. Hy kwam den 20 en 30 van Zomermaand voor de plaats, welke Graaf Willem wel had voorzien tot eene lange verweering , en aan zyne beste vrienden aanbevolen (?) : doch de Hertog moet echter dezelve bemagtigd hebben op den 1* van Hooimaand dewyl hy op den 14 te cl nnchem (r) en den 15 weder in den Haag is geweest (,). Die van binnen verdedigden "«wel- h±Z Yn ?gCn §roote ge^ld van den kehem f^rt0S- Ondertusfchen kwam Jan , de E~ 0pgege. lecl van Luik, met zynen Raad, en den Raad iordt ,Van If"eieuwen «ï^hen beiden, en bewerk™<*t. te , dat die van binnen het kasteel mogten opgeven, behoudens lyfengoed, en dat zy naar s Hertogenbosch zouden geleid worden : 1 Wt u ê6/chied z?nde' zo Hechte Hertog Graaf M'' rh^J},ot °P twee torens na. 6 mikm Uraat Willem van Oostervant, zich met de w?kt zy- (P) Ms. getrokken uit het Perkament Redster Libr. V- fc1^1, ^ £! P- 9°-: berustende onder den Heere Griffier van Alfhen. (?) J. k Lei dis Libr. XXXI. Cap. 48. CO Mss. getrokken uit het Memoriale B. D n» — 139Ö. C« * p. 72 en berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (0 Ms. getrokken u\t Perkament Register Libr V'  C H R O N Y K. IV. Hoofd/i. t^S 2ynen binnen 's Hertogenbofcb niet veilig ach- Ao> tende, vertrok met hen naar Braband, daar I302. men hem gunstiger was , en hield zich al- ■ daar eenigen tyd op , als blykt uit zynen naar Br-. brief , aan den Heere van Montfoort gegeven, band, om hem tegen elk, behalven tegen Hertog Albrecbt, te helpen , getekend den 29 van Slachtmaand 1393 te Nieveüe , in Braband, op de grenzen van Henegouwen (r). Dan zich ook hier, wegens het vermogen van Hertog^/lrecht op de Hertoginne van Braband, met welke dees ook in den volgenden jare een verbond (loot, waar by zy zich verpligtte de ballingen, om den moord van Aleid van Poelgeest en Willem Cufer, te vervolgen («), niet zeker oordeelende, vlugtte hy naarParyr, daarhy en v»» van den Koning wel ontvangen en onthaald^fc_ werd (v). Hier werd hy onderfteund doorfy^ Willem Eggaert, een ryk koopman te Amfterdam , aan wien hy , tot dankbare vergelding, in den jare 1410 , de Heerlykheid Purmer en Purmerland fchonk , met vryheid , om daar een flot te bouwen, het welke van den Hertog ten leene zoude gehouden worden^); en dit Slot is het begin geweest der Stede Purmerende. In gevolge van dezen opdragt heeft Willem Eggaert, als Heer van Purwgren Purmerland, aan Purmerend handvesten en wetten gegeven (x), welke heerlykheid door ft) Mierts Cbarterb. III. D.p. 60a. (u) 't Zelfde Boek p. 618. (b) J. a Leidis Libr. XXXI. Cap. 48. Cbron.de Utll. by Matth. Analeü. tom. V. p. 575. O) Mieris Cbarterb. IV. D. p. I57« (x) 't Zelfde Boek p. 160.  *54 VADERLANDSCHE Ao. door Hertog Willem in den jaare 14.12 tolvry 1392. verklaard werd , ter liefde van Willem Eg. " gaert, toen zynen Thefaurier (y). Ver- GizziWillem bleef niet lange,en flechts tot in zoent Oogstmaand (of mogelyk nog zo lang niet) zich met van ^en jare T^Q^ te paTyS; maar verzoende Albrecbt, zicn met zynen vader Albrecht en begaf zich ' naar Zeeland , alwaar hy te Reimerswaal op den 8 van Herfstmaand 1394 den brief van verzoening met zynen vader getekend heeft (2), waar by hy vrede geeft aan alle des Hertogs onderzaten , en byzonderlyk aan allen, die zyne vyanden geworden waren, om zyns vaders wille; datzy de hemopgedragene leenen wederom vry mogten aanvaarden, en dat hy dezelven aan hun zal verleiden, wanneer zy hem zulks verzoeken; dat zyn vader Altena met de onderhoorige heerlykheden zal blyven behouden; en dat hy de amptenaren aldaar, door zynen vader aangefteld, na deszelfs dood, niet zal afzetten, of over eenige zaak,op zyns vaders bevel gedaan, aanfpreken of moejen : dat hy den Edelen , die den Hertog tegen hem gediend hebben,kwytfcheldt alles, wat tegen hem bedreven was, waar van velen genoemd worden en aan anderen tyd gefteld wordt, om te verklaren, of zy in dezen zoen wilden begrepen zyn. enz. En dezen Zoenbrief hebben de Steden Haarlem , Delft, Leiden, Alkmaar, Amfterdam, Middelburg, Zierikzee en (y) Mieris Cbarterb- IV. D. p. 119 , 37T- (z) Ms. gefchreven naar den Perkamenten Brief van de Stad Zierikzee, ouder den Heere Griffier va» Alpken beruften.de.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. isS en Briele bevestigd en bezegeld : waarop Ao. hv terftond naar den Haag getrokken is , de- 1392. wvl hy aldaar, op den 13 van Wynmaand, den —fbrief bevestigd en getekend heeft, wjrbyg;» Hertog Albrecht eenige Steden van Holtod m tekeift vry verklaart van het Stapelrecht te £>or-devry. drecht fa) , en op den 24 derzelfde maand een (telling borgtogt voor drieëntwintig ballingen we- eeniger veni Willem Cufers dood , dat zy tegen Her- *n » tos Albrecht en agt der voornaamfte tabel- Stapei. iaauwfche Edelen, of tegen eenige dienaars recht en of onderzaten van den Hertog, niets zullen een borg. ondernemen; zo nogthans, dat zy, van ge-VQOr de voelen veranderende , zulks agt dagen tegeban. voren aan den poortier van den Hertog inneneEden Haag zouden moeten bekend maken, eer delen, zy hem , of eenige anderen, fchade zouden mogen doen : behoudelyk, dat zy ballingen buiten de landen van den Hertog zouden moeten blyven , tot dat zy met hem verzoend zouden zyn (b). Welke verzoening met Pin- Hertog Ups van Wasfenaer, Burggraaf van Lelden, Dirk AOm^ van Wasfenaer , Dirk van de Lek, Philips:van zkh met Polanen , en Jan van Heemftede en denHer-hen. tog Albrecht op den 12 van Grasmaand 1396 gemaakt is (c) : en kort hier na heeft de Hertog zich ook verzoend met de andere Hoekfcbe Heéren, die om Willem Cufers dood veroordeeld waren , dewyl zy op den lyst van den 3 van Bloeimaand 1398 gevonden wórden on- (a) Mieris Cbarterb. III. D. p.615. 00 Hetzelfde Boek, p. 617.- (0 Hetzelfde Boek, p. 643,644- 648.  *5<5 VADERL ANDSCHE Ao. onder diegenen, die, als leenmannen, mei 1392. hunne onderzaten tot den togt tegen de Frie' zen opontboden worden (d). Hertog Na het geheele verhaal van den dood van Albrecht Jonkviouwe/Jleid van Poelgeest en Willem Cufer, tteTdè keeren wy nu te ruS- In deze zelfde Herfstbezitting maand van 't jaar 1392 bevestigde Hertog Alvan S. brecbt de gifte van de S. Pieters kerk te Leiden en Pieten de huizen en goederen, tot dezelve behooLelden, rende' door zyne voorvaderen aan die van cn baar'e den Duit fchen huize gedaan, met uitdrukkegoede- lyk verbod aan den Schout, Schepenen, en ren, aan Raide van Leiden, van eenige keuren op die óeuDuit-kerk of Soederen te maken, daar die van den jchm Duitfchen huize by verkort zouden worden ; huize, doende hy alle keuren van dien aart, welken gemaakt mogten zyn, te niet (e): deze bevestiging fchynt noodzaaklyk geweest te zyn, om dat die kerk den Duitfchen huize voor den jaare 1371 ontnomen was (ƒ). Hertog; Op den 27 dezer maand ftichtte Hertog AlflShltire?bt het Kathuizers Klooster te Amfterdam Kathui- bUlten de Haarlemmer - port, en begiftigde het nen zelve, tot onderhoud der Moniken, met eene Klooster jaarlykfche rente van 300 Dordrecbtjche gulh]mfter. dens' êeves"ëd °P een ftuk lands, de Hoorn dam, én genaamd , by het Slooter Ambacht, en verboodt begiftigt eenig gebouw te timmeren op honderd roehet zei- den van dit klooster (g) ; op den 23 van ve' Louw- (d) Mieris Cbarterb. III. D. p. 673. (e) 't Zelfde Boek p. 589. (/) Mieris Befcbryv. van Leiden I. D. Hoofdfl. IV. p. 46. (g) Ms. getrokken uit het Perkamente RegifterLibr. V. 1390  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 257 Louwmaand van het volgende jaar gaf hy ter Ao. opbouwing van dat kloofter een huis in het 1392. Voorhout in den Haag, om het naar genoegen te gebruiken of te verkopen (h)\ en op den 7 van Oogstmaand des zeiven jaars gaf hy, in de plaats van 1000 DordrechtJche guldens, welken hy nog aan dit kloofter fchuldig was, de 48 ponden 's jaars , welken de Stad Amfterdam hem geven moest (z) van het gouden water en van de maten, welken zy van hem gepacht had ten eeuwigen dage (k). Op den 16 van Slachtmaand verklaarde VerHertog Albrecht , dat Steven van Mandric, Baljuw van den Haag (ï), het huis van Dfrc huls van Bloot , te Ryswyk , (balling (»«) om Wdlem dwc die Cufers dood) op zyn bevel, verbrand had (n). Bloot op Ten zelfden dage gaf hy aan die van Rei-W ™* merswaal, aan welken hy op den eerften van u< Grasmaand 1380 wetten had gegeven (0), Regek een het zet- V.1390 Hoi. Cas. E. p. 46. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (b) Ms. uit het zelfde Register, p.60 verfa, onder den zelfden Heere. (i) Ms uit het zelfde Register, p. 92 verfa, onder den zelfden Heere. (k) Wagenaar Amfterd. Gefchied. II. Deel, II.E.bl. 129. (/) Deze Steven van Mandric is by de Riemer Befchr van 's Gravenhage, D. II. bl. 18 of 19. niet bekend als Baljuw van den Hage. Hy is echter op den 27 van Zomermaand 1395- nog Baljuw geweeft: als blvktby't Ms- getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 —1.1396. Cas R. p. 130. verfa, beruftende onder den Heere Griffier van Alphen. (tn) Mieris Cbarterb. III. D. p. 602. (n) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 __i3p6. Cas R. p 49. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. fe") Mieris Cbarterb. III. D. p. 370. I. Deel. K  A5S VADERLANDSCHE Ao. een Handvest, van gene Schepenen te zul1392. len zetten, voor dat hy binnen de Stad zoude gekomen zyn , en dat die gezette Schepenen Sch V)3n twee Burgemeéfters zouden kiezen , die binnen en nen de vier Kersdagen alle jaren rekening Burge- zullen doen voor den Baljuw en Schepenen; meefte. en dat hy , by affterven van een Schepen, XReimers een anderen m zyne plaats zal zetten , en hem wad. by zich ontbieden, waar hy ook mogte zyn , en voor drie Schepenen doen beëedigen; en Nadere dat hy die Schepenen niet meer, dan eensin dieswe- ^et jaar ' zal verzetten 00- Hy beloofde gens. ten zelfden dage, aan Klaas Kervinken Willem van Reimersvsaal, dat de tegenwoordige Schepenen zouden blyven , tot dat hy daar komen zoude , en dat die Schepenen, Hertog welken hy zoude zetten, twee jaren zouden Albrecht bJyyen . en fat hy gene anderen zoude zetten, met Afar-dan met goedvinden van Klaas en Willem {q). gariet v. In dezen tyd, na den dood van Aleid van Kleef. Poelgeest, trouwde Hertog Albrecht tot zyne tweede vrouwe Margariet, doc,hter van Adolf, ^arfdie ^raa^" van ^eef» waar Dy ny §ene kinderen vanFflear-vervvekt heeft (r). _ hm vry- Op den 6 van Wintermaand gaf hy vryheid heid, om aan die van Haarlem, om de Brabanders aan de Bra. |yf en g0erj te bekommeren , waar zy hen in m hun **en lande mogten vinden , ter tyd toe , dat goed aan de Brabanders de by hen opgehoudene burgers van Haarlem zouden ontllagen hebben : En ten (f) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 —1401. Cas E. p. 51 ;enberuitciiüeonderden Heere Griffier van Ali-hen. (q) Het zelfde Ms. (r) Veldebiar p. 93.- Mieris Chartsrh. III. D.p. é'ij. Holl. Chron- foi. 130.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 259 ten zelfden dage deed hy den Koopluiden Ao: van Duitfcbland alle privilegiën en vryheden, 1392-, door hem of zyne voorouderen gegeven , welken vernietigd mogten worden, opzeggen,te tasten; en hen allen, die iets van hem, pf van zyne ™nze&c onderzaten, te eisfchen hadden, voor hem da-Koopiui. een, om goed recht te ontfangen (r). den van Op den 15 van die zelfde maand verpachten p«#** de Deken en het Capittel ten Dom te Utrecht ;fl™r,0 aan de Burghemeyfleren , Raat ende ghemeenre recriten Stat van Groninghen alle zyne Gerichten en Heer- op. ticheden tot Groninghen, hoge ende lege, bynnen en buten gelegben mit molde ende mit ghoe (wou- De Deden en weiden) mit hoffleden,mittymmer, mit J^JJ. ackeren, bouwigh en onbouwigh , camp, i° dat geval voor den Schout zoude gen ; en pleiten;en gaf ook een uitdrukkelyk verbod aan bevel, alle Geestlyken , den Schout en het Gerecht om los- van £)e/j?t ^jaar pver eenjae moeilykheid aan te doen lyken te De Proviforen en Dekens waren, op dees fo-affen. tyd, gewoon alle misdaden, als tegen God bedreven, voor hunne kerklyke vierfchaarte Hert. Al- trekken, en zware geldboetens af te vordepaalfde ren' waar door ^et ëoed der onderzaten, en togt der de bediening van het recht, byna geheel,in Geest- hunne handen viel. Om dit voor te komen, lyken, en regelde Hertog Albrecht,die zeer wel zag, dat de aa-^zyne Geestlyken denutfte, maar ook tevens degepnderza- vaarlykfte onderdanen van eenen Staat zyn, ten, hun indien de Opperheer hen niet kort by denteueenige pel houdt.hunne magt (w). en verbood, op den boeten te ° ■ ■ ° w' 20 eefalen, iU MlJERis cbarterb. III. D. p 591. Qv) Ms. getrokken uit het Memoriaie\ ?,. D. 135$ 1396. Cas R. p. 52 ; berustende onder den Heere fjiiffier van Alphen. (w) Mieris Charterb. IJl, D. p. 573.575».  CHRONYK. IK Hoofdfl. lót so van Wintermaand, aan alle zyne onder- Ad» danen, eenige boete aan de Proviforente.be* talen , eer5 dat zy de misdaad aan den Bal- eef de iuw aangebragt zouden hebben, en gat be-Baljuw vel aan denzelven, dat hy die faken, brueke, kennis ende misdaad wege ende aenfie ende onder fat en ah ^ fo befcherme dat fi fonder reden met befcat noch belaft en worden (£ ) '., , , heeft. Op den 26 van Louwmaand van het vol* gende jaar bewilligde Hertog Albrecht in het 1393, Slichten van een nieuw Nonnen - klooster m Hertog het zuidoost - einde van Amfterdam, van St. Albrecht Aueustyns orde, genaamd Canonesfen Regulier, bewilwaar toe de Paus reeds zyne toeftemming,had bg gegeven ; en nam dat klooster (waarfchyn- ten vatt lvk Cv) genoemd het klooster ter Leliën oï een der meuwe Konnen) in zyne befcherming; nieuw doch , op dat zyn dienst, en fchatkist da«-Jo»;«« by niet lyden zouden, voegt hy erby: behoudeliken ons en onfen nacomelingen onfen dienjt> dam. die hY rade en fchat- goeddunken van het Gerecht van Woerden, ting op. aan te leggen tot het bevesten der Stad, en de onwilligen tot het betalen dier fchatting by panding te dwingen ; waar voor hy den Baljuw belooft te zullen fchadeloos houden, indien hem daarover eenige moeite van geestlyke of wereldlyke rechten mogte aangedaan worden , omtrent zulke goederen , als die geenen, die zulks ondernamen, in den lande Die van van Woerden zouden bezitten Qd). Maar dit Bodegra- bevel behaagde den landzaten niet, oordeelt» wei- )encje ? dat Zy minder aanftoot zouden lybetalen6 den' wanneer Woerden onbewald was, dan en we- ' anders: om dat de ondervinding hun geleerd derftaan had , dat zy, in de geduurige belegeringen den Bal- ^jer Stad, altyd deelgenoten waren geweest luw met , ' J , c , t \- • geweld. in de rampen van den oorlog. Dit misnoegen ging zo verre, dat die van Bodegraven weigerden de fchatting te betalen, en, wanneer de Baljuw van Rynland en Woerden kwamen , om dezelven te ontfangen, hen met geweld, by klokflag, wederftonden; doch te ver- (a) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 •—1396 Cas R. p. 57. verfa; en berustende onder dea Heere Griffier vak Alpöem.  CHRÖNY K. IV. Wofdjl. 2Ö3 vergeefs; naardien zy daarenboven door den. Ao. Hertog nog vervelen werden m eene boete jmi van negenden honderd tlollandjée fchilden ; om welkende vinden, de ™^#.a|^V H onder zich moeften kiezen , die elk naar mate daarna, zyner goederen , en de grootheid van 4*™*" Sndeel in de misdaad moeften &h« jni»» ? waarmede zy dan met hem verzoend zouden zvn • waarvan echter eemgen, die voortvlugtigvcl.we. waren , mtgeflotén werden (6). Langzaam zen. Zg echte? dit beveften der Stede voort & de bnrgers in Sprokkelmaand 1396^: daarover hunne klagten by den Hertog in- be. bragten, dat zy, zich verbonden hebnende { an nm de helft der Stad te veften, hetzelve vol-de landbSgt hadden , maar dat het land van Woer^n, den weinig voortgang had gemaakt; waaromhdft der hv den ingelanden in het land van Woerden ,Stadte ïniren de Stad wonende, beval , de anderebevesl ï ^beveften binnen zulken tyd, als feen, het den Baljuw van Rynknd en Woerden ge-§ieStad l^ten zoude: en verder gebood, dat de uiteenige Woerden gewekene bnrgers daar weder met voorter woon zouden komen, op ftraffe van lyf«chten. en goed. En, opdat die van Woerden te beter in ftaat zouden geraken, zo gaf hy hun vrvheid landpoorters te houden, geduurenrende den tyd van drie jaren vooreerft en verder tot wederzeggens toe (O; ennogdaar- m Ms Getrokken uit bet Memoriale Bi D. 13SI J\}96, CasR. P. 8.. ; onder den Heere Griffier vaH ^ri'Tetrokfen uit het zelfde ^fle^Uiverfa en p. 146.5 berustende onder denzelfden Heere. R 4  26+ VADERLANDSCHE Ao. enboven het voorrecht, dat niemand in den J393- lande van Woerden kennip, fineer en huiden verkopen mag, die dezelve waaren niet eerst op eenen marktdag in de Stad geveild hebHy geeft be (d). van Sr - °p den 4 van Sprokkelmaand gaf hy aan truiden.' d'.e van Geertruidenberg de vryheid , om de berg de misdadigen, tot op een halve myl buiten de vryheid, Stad, te vervolgen, te vatten, en terftrafFe ïïSdadi in de Stad te voeren CO: en den volgenden gers, een da§ vergroote hy de vryheid buiten de Stad, halve en beval, dat Schout en Schepenen in die vermyl bui- grootte vryheid recht zullen doen, als in de Stadde ^tad: behoudeliken den Ambochtsheere fyn recht, moeên0 en^e ^er dyckaedfe boers rechts (ƒ). vatten -r Op den 7 van die zelfde maand bewilligde en ver. Hertog Albrecht in het ftichten van eene Kagroot de pelle, kluis en huis in het bosch in die Doensder Stad.cote' door Droeder Herman Janszoon van Dor» ' drecht, aan welken Hy, en de goede luiden , Hy be- daar toe aalmoeffen gegeven hadden; te behét'ffich" w?nen » na hermans dood, door vier goede ten van luiden , met magt voor drie anderen, om, een Ka- by het affterven van den vierden, een andepeiie te ren in zyne plaats by zich ter woon te ne®°™Sm men voor zyn leven (g). Dit Doenscote was om- (i) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390—1401 Cas E. p. 199.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (e) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 — 1396 Cas R. p. 58; onder denzelfden Heere berusten de. (ƒ) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Lrbr. V. 1390— 1401. Cas E. p. 62. verfa; onder denzeifden Heere berustende. (g~) Ms. getrokken uit betzelfde Register, p. 6j. onder denzelfden Heere berustende.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 26*5 omtrent Langeveld en Noordwykerhout gelegen , Ab. en deze is waarfchynlyk de kapel, waannde 1^ ?redikant van Noordwyk als nog, voor eene Xning van vyftig guldens, verpligt «, tP Dordrecht, Geertruidenberg en /ïezucew luncn ten eeu- had afgevorderd en genomen, ten eeuwigen igen vry van alle tollen, door alle zyne lan-^evty d%tnTvan Gemaand ftierf Floris van^ mvelikboven, Bisfchop van btreebt, nadat lan. hV het Bisdom dertien jaren en vyf maanden den. beftierdhad, teHardenberg, »0^'^ welke hy, gelvk ook Oinme, bevest had met fteene muuren (i). Door fpaarzaamheid had boven hv de huizen K», Diepcnbem tn Vrede-Bis^o? weder ingelokt, aan het *f* W.JJ? en gefterkt, welken, door de verkwisting,^ en nodeloze oorlogen zyner voorzaten ^erpand waren». Hy had zich echter genoodzaakt gezien , in Oogstmaand van tjaar 139, om Zalland en T«m aan den Hertog van Gelder weder te verpanden, waarvan de reden onbekend is (0- Kort na zyne begraving re Denzelfden.en de OverysfelfibeChron. by Domba» ^naieffi. tora. II. p. 3°7- 3'.7' g6 Dumbar. (/) Revii H*/?. Daventne Libr. 1. p. 80. toni. II. P- 339. -o ■  i66 VADERLANDS ClW Ao. Utrecht, kwamen aldaar Hertog Albrecht, en . *393' zyn fchoonzoon Willem, Hertog van Gelder, aan welken het niet onverfchillig konde zyn' wie op den Bisfchoplyken zetel geplaatst wierde , om elk een Bisfchop naar zyn genoegen te doen verkiezen. Hertog Albrecht ftefde daartoe voor Rogier van Bronkhorst, Capitulaar van Keulen ; Hertog Willem daartegen Frederik van Blankenheim, Bisfchop van StraatsFrederik burg. Dit bragt het Capittel in de uiterfte lZe!m verlegenheid. Te vergeefs trachte het wordt zelve hen tot overeenftemming in eenzelfden in zyne man te brengen. Het kwam eindelyk tot ftemplaatze men in het Capittel, wanneer Frederik met vyfzen en envyfti£>#ög^' met zevenentwintig ftemmen, door den tot Bisfchop gekozen werd. Elk dezer zondt Paus be- aan Paus Bonifacius, om de bevestiging van vestigd. zyne verkiezing te erlangen, die daarop Frederik , als de meeste ftemmen hebbende,in het Bisdom bevestigde: waarop hy, vergezeld Ilertos van den Hertog van Gelder, bezit van hetzelAibrecbt ve nam (nt), en op den 14 van Slachtmaand gebiedt, dezes jaars de voorrechten van het Sticht betoezigt zwoer en bevestigde (n). te nemen ... . , ~ 0 .> ' , „ op deDy- Dewyl de Groote Waard van Zuidholland, zo ken in door het buiten , als door het binnenwater zuidbtl- van de uitgeveende plasfen , groot gevaar vérbiedTliep' en de inSezetenen > ™ettegenftaande de het vee- goede orde daar tegen gefteld, opeeneonbenenindiehoorlyke wyze turf delfden , en zich niet ftréek. on£. Cm) Joann. a Leidis Libr. XXXI. Cap. 4.6. J. de Eeka by Matth. AnaleU tom. III. p. 291. en 294. Chron. ie Trajet!, by denzeifden tom. V. p. 391. (n) Mieris Cbarterb. III. D. p. 572.  CHRONYK. IV. Bofdjl. 267 ontzagen de gelegde dyken te befchadigen , Ao; • zo bevat Hertog Albrecht . op den 30 van die 139^ zelfde maand, aan den Kast elein van Gjj truidenberg en den Dykgraaf van Zmdholland, Daniël van der Merwede, en ook aan de Steden Dordrecht en Geertruidenberg , enden Baljuw Arent van der Dus/en met Willem van ^Cromenburg toe te zien fat zulks omtrent de dyken, en byzonderlyk den Dongendyk met meêr gefchiedde , en verbood gelled en al het veenen in Zuidholland (0); te weten, m den CX^alU- Bloeimaand ftelde Hertog^; Albrecht-, op nieuw, orde op de munten, en be- beveeU floot te maken een gouden penning van drie- njSUWe entwintig en een halve caraat , fyn goud, HollandSr den naam van HoUa.dfchc ^J^ffl gen veertig grooten het ftuk welke: hyook GM zoude doen munten, genaamd Hollandjche Groo- te mun. t,„ waardig vyf penningen j en daarenboven ten, en Z^ XIL, va„Voo,e„ ken men zoude mogen betalen tot zesgroo der ten toe- en beval, dat alles met deze nieu- vreernde we munten alleen zoude moeten betaald wor- munten, den uitgezonderd , dat de Wilbelms Schilden en Grooten zouden gangbaar blyven; met toezeeging, van in twintig jaren geen nieuwe munt in Holland en Zeeland te zullen maken: en regelde verder de waarde van alle vreemde munten, opzigtlyk tot zyne nieuwe HoU rV> Mss petrokken uit het Memoriale B. D. 135» —-1396 Cas R p 65. verfa; berustende onder den jrleere Griffier van Alphes.  26*8 VADERLANDSCHE Ao. landfcbe Schilden : welk befluit alle de Stedert, 1-391' van bolland (uitgenomenSchoonhoven en Gouda, welken onder den Graaf van Blois Honden) en deze Steden van Zeeland, als; Midde!burg,ZierikOnrust zee' Reimerswa!*l er» den Briel bevestigd, been op- zegeld , en beloofd hebben ten uitvoer te loop te brengen (p). Leiden, in dit zelfde jaar was 'er groote onrust te wgjTLeiden onder de Durêery^ welke Die van den trecht ge- Gerechte dwong, om gilden, en hoofdmanftraftmetnen derzelven, in en aan te ftellen, welken balling- toen, naar het voorbeeld van andere Steden, leraburhier no§ niet fchynen plaats gehad te hebgeren enben (?)• Hertog Albrecht zond 'er zynen eene Raad, boete f h"■ lSH00n° C?) Mieris Cbarterb. III. D. p. 593. (?) Ten zy men, volgens het begrip van anderen , wilde vastftellen uit den Brief, door Hertog Albrecht op den -30 van Oogstmaand 1391 gefchreven aan Scout, Scepenen ende Rade van Leyden , te vinden by F. van Mieris in zyne uitgegevene Handvesten privilegiën enz. der Stad Leiden, p. 377.; dat 'er in dien tyd reeds een Folders Gilde (en dus, waarfchynlyk, ook meerdere andere Gilden) geweest zy: wanneer misfchien deze onrust zal veroorzaakt zyn , doordien de Gilden zich met de bevelen van den Gerechte omtrent de loonen, als anderzins, niet hebben te vrede gehouden ; gelyk dan ook deze zelfde Hertog in den jare 1401., aan alie ambachtsgezellen in de Steden van Holland en Zeeland heeft bevolen, te vrede te moeten wezen met het loon, hun by het Gerecht gezet; zo als gevonden wordt by denzelfden van Mieris Cbarterb. III. D. p. 759. ; en Scottdt , Scepene ende Rade der Stede van Leyden op den 18 van Sprokkelmaand 1435. by rade, ende goetdencken van denwairdeins, ende der gemeenredrapeiy, het loon der Voideren aldaar gefchikt en bepaald hebben , aan welke bepalingen zich ten zelfden dage de Gefworen van denVolambochtte Leyden, als gemachticht van den gemeenen Volres wegen van Ley. den;  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 269 Raad, om den twist te berechten en de rust Ao. te herftellen; maar de burgery, wel verre van 1393. zich daar aan te onderwerpen, kwamopklokflae in de wapenen , en drong die vastftelling met verfmading van 's Hertogen Rade door , waarop , volgens üitfpraak van den Hertog, met toeftemming van de Steden van Holland en Zeeland, van den 4 van Zomermaand, die vastftelling vernietigd werd, een groot getal van burgeren uit den lande gebannen, en de burgery verwezen in eene boete van vyfduizend Hollandfche Schilden, welken op dien tyd geflagen werden (r), terwyl Die van den Gerechte ernstig vermaand werden, de Stad in rust te houden, en aan hun, om het zelve te beter uit te voeren, de magt gegeven , om uit alle zyne landen te mogen bannen allen, die zy goedvonden om eenige . mis» den- als ook aan de ftraffen van 't Gerecht der Stad, by overtreding van deze bevelen; hebben onderworpen ; omtrent welk loon in Lentemaand van dat zelfde jaar, door hel Gerecht van Leiden nog eene nadere üitfpraak , wegens eenige ontftaane gefchillen tusfehen de meesteren en knechten van het zelfde ambacht, is gedaan; en verder alle deze fchikkingen door 'den Hertog van Baurgondien zyn goedgekeurd, met bygevoegde magt aan het Gerecht van Leiden, om alle misdadige en wederfpannige Volders overal, in zyne landen, te vervolgen, te vangen en te Leiden te ttraffen: gelyk dit alles te vinden is indeaangeto*ene Handvesten, Privilegiën enz. der Stad Leiden, p. ,77 380 ; welk alles aanleiding zoude konnen geven , om te denken , dat dit Volambadu reeds in het jaar 1391 een Gilde geweestkan zyn , hoewel het op loutere gisfingen fteune en duidelyker bewyzeq pntbreken, ^r) Mie 11 is Cbarterb- III. D. p. 595.  270 VADERLANDSCHE ) Ao. misdaad uit de Stad te bannen (f). Hy be?393- val nun ook , de voornoemde vyfduizend fchilden over de burgery om te flaan, of anders ten leene op te nemen, en terftond te betalen (r), gelyk zy ook die betaling voor Welke den 25 van Wintermaand des zelfden jaars gebanne-gedaan hebben O). Maar Hertog Albrecht, nebur- gewoon zyn byzonder voordeel te ftellen gersm- tot een maat van recht en billykheid, verderhand klaarde in den jare 1401 , wanneer by den hem on byftand der Leidfcbe burgerye in den oorlog fchuldig tegen Jan van Arkel nodig had, dat bi onrechter- ten aenbrengen de genoemde burgers gebannen werden • Waren ' dat $ dier èrueke" onfculdigb waren en doch de' dat je8ens hem niet an^en toe ten tiden en dsontfan- den, noch fint gedaen en hebben , dan goideluden gene horen rechten Lantsheere fculdig waren en fyn te boet,e .. doen (0), zonder dat hy echter de ontiangewederge- ne boete van vyfduizend Hollandfche fchilden geven.0 aan de burgery wedergaf: en zonder ook de boeten, voor welken hy zich in dien tusfehentyd met fommigen verzoend had, of degoederen van fommigen, die doorhem verbeurd verklaard en reeds aan anderen verkogt waren , weder te geven (x). Op (j) Mieris Cbarterb. III. D. p. 597. , en Handvesten, Piivilegien enz , der Stad Leiaen p. 299. (t) Mieris Cbarterb. III. D. p. 599. (u) Het zelfde Boek p. 60-5. (v) Denzelfden, Handvesten, Privilegiën enz., det Stad Leiden p. 300. (*) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1 300 1401 Cas E. p. 123. verfa, p. 00. verfa , p. 126., en uit het Memoriale B. D. 1351—1396. Cas R. p. 88. verfa, p. 89 p 98. verfa, p. f19. 122.; allen bo. jrustende onder den Heere Griffier vas Almen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 271 Op den 20 van Zomermaand verklaarde Ao. Hertog Albrecht, dat Jan vau hnmerjeek, Rid- » der, Schout , of Markgraaf van ^werpen, Ivf en goed verbeurd had, om dat hy met^^s iewapend volk in Zeeland was gekomen , daar verklaart feu man had geligt en denzelven te ^m^Z. pen doen ontlyven en op een ^ "^jKffg waarom by balling verklaard en zyn goed, inen zyJ de landen van den Hertog gelegen, den Her- goede. tog toegewezen waren , die daarop die goeden verderen en tienden, te Baardwyk m het land beurd. van Heusden gelegen , aan zynen lieveling Maar fan van Arkel , Heer tot Hagejlem, tot eenvergeefl: onfterflyk leen vereerde (j). Doch in den ja- hem zy. ?e 1395 op den 2* van Sprokkelmaand gaf=shv, op voorfpraak van den Hertog van B«r-J»J™ Jndien, aan denzelven en zyne medehulpe-hemill fen vergiffenis dier misdaad , en herftelde zynegoeLem in het bezit der verbeurd verklaarde gpe-deren, op deren (z). ,, _ fpraak Gelyk de koophandel en fcheepvaart totvan del heil dezer landen meer en meer in bloei raak- Hert. v. te, zo toonde Hertog Albrecht, dat hy de ^T^on' zelve ook ter harte nam , want op den 13 van Oogtsmaand gaf hy aan zekeren^««^ Geeft Zoet van der Veer, die te Pifa kwalyk behan- eenbrief deld was, een brief van fchadeverhahngop ze- van fcba. keren Anthonys MmWge,enopalledeinge-deverha. zetenen van Toscancn, om hunne goederen ter d. * ^ zee en te lande aan te liaan, en in handen Toscanen. van M Mieris Charteri. III. D. p. S98. (z) Ms. vetrokken uithet Perkamsnte RegisterUbv. V.1390—1401. Cas E. p. 158.; berustende onder èsn Heere Griffier yan Alphen.  272 VADERLANDSCHE •Ao. van zyne dienstluiden in de havenen en fteden r »393' te leveren, die uit dezelven hem zyne geledene fchade zouden vergoeden, en voorts aan den Hertog van dezelven goede rekening doen: waaruit men ziet , dat, hoe woest ook het gedrag der menfchen van dien tyd moge geweest zyn , men echter van gevoelen was, dat de fchadeverhaling niet behoore te gaan boven de geledene fchade («). Hyver- Op den 8 van Slachtmaand gaf Hertog^/meerdert hecht aan de burgers van Woerden het voorren''recht ' dat zy nerëens mogen bezet worden, der Stad om fchade of fchulden, maar dat een iegemeniën-, lyk, die van hen iets te eisfchen heeft, zynen eisch voor het Gerecht te Woerden zal moeten doen , en aldaar zyn recht vordeAls ook «n (/>)• de voor- Op den 26 dier zelfde maand gaf hy ook rechten aan die van Haarlem het voorrecht, dat zy Haarlem.door brieven» 20 wel als door twee gezwo' renen der Stad, deperfoonen en goederen hunHertog ner bezette en bekommerde burgeren, van Albrecht het Gerecht, daar zy bezet of bekommerd zich de waren, zouden mogen vryen en afleiden (c). Heerlyk- Op den 8 van Wintermaand eigende zich heid Hertog Albrecht de Heerlykheid Gbser , wdke'de'n net zludeinde van Delft gelegen , wel- Abdisfe ke vanRyns- '•"if ^etro,?'5en ui* het Memoriale B. D. 1351 zich aan- — ,39(5 Ca$ R p_ 77 . berustende onder den Heere gematigd Grifiler van alphen. (b) Ms. uit het zelfde Memoriale p. 81. verfa en p. 82. onder denzelfden Heere berustende. (c) Ms. uit het zelfde Memoriale p. 83. , med© onder denzelfden Heere berustende.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. m ke reeds door zynen broeder Willem aan de Ab- Ao. disfe van Rynsburch ontnomen was, als welke '393-^ geen recht tot dezelve had , doch echter, by verzuim der Kechterenvan Delft, dezelve weder na zich had genomen, en beval den Rechteren van Delft aldaar recht te oeffenen, en alle zaaken, boeten en breuken, na dien tyd gevallen, te berechten en voor hem op te eisfchen {d); en op den 15 daar aan volgende herhaalde hy dat zelfde bevel aan Jan die Vlieger Jamzoon, Schout te Delft, met eene bygevoegde verklaring , -want wy om funderhnge brueke wille, die die Abdijfe van Reynsburcb ende Convent jegens ons ende onfcr heirlicheit misdaen hebben, aengetast hebben alle heerlichededie fi hebben overal in onfen lande hogheende lairhe(e). Doch verzoende weder met de Abdisfe en het '394-_ Convent van Rynsburch, en gaf op den 16 van ^ Au Hooimaand aan haar weder die Heerlicheden brechthe. van Rcymburch, van Buscoop, den Gbeer met al- veelt, ds len horen toebehoren {f). ,., «., , ÏSL Op den 8 van Sprokkelmaand 111 t volgende ™Yuni aar ba val Hertog ^/«f aan alle zyne Rechte- ne goe. ren overal in den land j de perfonen, en goede- deren in ren der burgeren vanTéie/aan te tasten,om daar zyne lanuitte vinden 20 Jcdlingen oude groten lyfpenfie als Jen 1aan totdat die van (d) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 Tbielte .. -1396. Cas R. p. 8+.; berustende onder den achterHeere Griffier vaH Alpup.n. iwmbe (e) Ms. uit het zelfde Memoriale p. 84. verfa , onder denzelfden Heere berustende. (ƒ) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. i39t — i4or. Cas E. p. 132. verfa; mede onder , denzeltden Heere berustende. I. Deel. S  274 VADERLANDSCHE Ao. Heer Jan die Scrivere Jan Scriversfoon, Priester, 1394. onfe onderfate , beeft op die voorfcreeven fiede en " bim noch ghebreken van XL jaeren lang. Een lyfrenten bevel, het welke doet zien , hoe Hecht men aan Jan in die Stad met de rechtzaken omging, en aan Sr/zou. de andere zvde' hoe Sereed Hertog Albrecht den be- was> om zyne onderzaten door geweld recht taald te bezorgen by vreemde Mogendheden (g). hebben. Op den 24 van Lentemaand gaf Hertog Albrecht aan zynen zoon Jan , Eleft van Luik, die' uit het heviëe gefchil van zynen vader geeft aan met zynen oudften broeder, den Graaf van zynen Oostervant, eenig voordeel hopende te beja!oorV; «§en> zicl1 herwaards begeven had, het ge- vLuik , heele land van Vmn met den Briel> dorpen, het land' heerlykheden, rechten, renten, en alletoev. Vonm, behoren, zo als Vrouw Machteld, van welke den Briel hetzelve geërfd had, al hetzelve hadbe£dui- zeten ' in ruilmg voor de Stad Oudewater, toebe- welke van de Graallykheid van Holland niet hoort, in gefcheiden mogt worden , en voor het huis ruiling te Rivier met zyn toebehoren, het welke hy 1°water aan ^outer van Mathenesfe had gegeven, en het welke Stad en- heerlykheid hy hem te vohuis te- ren , als zyn erfdeel, had aanbewezen Rivier wt op den 8 van Grasmaand gaf hy aan die deel." " van Dordrecht de vryheid , om alle de ghtnen aen te tasten ende te vanghen die ghebannen fyn Geeft van der meuterye en de op/et of die daer of voer- aan die vluchtig fyn en daer over te rechten als daer toe van Dor- t drecht ve vryheid , ^ Ms> getrofcker) uit het Memoriale 6. D. 1351 — 1396. Cas R. p. 93; berustende onder den Hee» re Griffier van Alphen. (h) Mieris Cbarttrb. III. D. p. 696,  CHRONYK. ty.MoofdJL 275 leboen , met belofte , dat hy, indien dezen Ao. zich mogten ter weer ftellen , al wat de Stad 1394. daaromtrent doen zoude, houden wilde, als ' of hy zulks zelf gedaan had: waar uit fchynt om.de beflooten te moeten worden, dat 'er kort te ^nfe voren eenige muitery te Dordrecht geweest tasten en is (0- te rech" Üp den 29 dier zelfde maand gaf HertogtenAlbrecht aan Jan van Arkel eene kwyting, Hertt^. waar by hy erkende, dat Jan van Arkel hem irecht begoede rekening en bewys gedaan had van kent vol-, alle goeden , renten en vervallen, welken hy daan te voor hem opgebeurd en uitgegeven had,^™a en waar voor de Hertog hém bedankt, met ontfanbyvoeging nogthans van deze voorwaarde , ger.Hec dat, indien 'er iets gevonden werd , het wel- x*Jf*n ke hy in zyne rekening niet had verantwoord, ^"mg"t en de Hertog hem , binnen het jaar , na de- byv'oeze kwyting, zulks afvorderde, hy dat zou- ging vaa de moeten betalen; en dat, indien Jan van wederArkel iets voor den Hertog had uitgelegd, ^orc_ 8 het welke hy in zyne uitgave niet gebragt waarden. had, de Hertog hetzelve , binnen het jaar vermaand zynde , zoude moeten voldoen f> \ By het flot van deze rekening moet gebleken zyn, dat Hertog Albrecht aan den Heere van Arkel eene groote fomme gelds is fchuldig gebleven, dewyl hy op den r van Bloei- (i) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 1356. Cas R. p. 95. verfa; berustende onderden Heere Griffier van Alphen. (fe) Ms- uit hetzelfde Memoriale p. 98.; onder den zelfden Heere berustende. Mikris Charter^ III. ü. p. 621. S 2  2?6 VADERLANDSCHE Ao. Bloeimaand daaraan volgende, met de Hee1394.. ren, Zwedcr van Apkoude , Heer van Gaas" beek; Hugemanvan Stryen, Heer van Zevenber- gen; en Pauwels van Haajlrecht, Ridder, Heer tot Loen, belooft die fomme op Kersdag eerstkomende te Utrecht, of te Hageftein te betalen , naar keuze van Jan van Arkel; en, by gebrek van betaling , binnen agt dagen naa de maning te Utrecht of te Hageftein te komen leisten (dat is : in gyzeling te komen) en niet Stelt #"-van daar te gaan, voor dat die gemelde fomvmStry. me> met de gemaa^te onkosten , voldaan en , en ware (/). De Heeren Hugeman van Stryen Pauwels en Pauwels van Haajlrecht doen hier deze bevan Haa ]0fte t om dat Hertog Albrecht hen op dien 2 *gi£tot zelfden dag tot zyne Thefauriers had aangeThefau- fteld in de plaats van Jan van Arkel, en riersaan. hun zyn zegel, het welke Jan van Arkel gehad had, gegeven O). Misflag j-[ier uit blykt ontegenzeglyk , dat Jan Hi °v - van rekening heeft gedaan van zynen j^nom- ontfangst en uitgaaf , eer hy van het Thetrent den fauriersampt ontzet werd, of hetzelve nedertyd yan j^fjg . en dus ook, dat 'er een misflag is by de faurier6 oude fchryvers , die zeggen, dat Heer Jan fchap' van Arkel'va. den jare 1401 tien jaren Thefauvanjm rier is geweest, te rekenen van 1389 af, en van Ar- dat hel, en (/) Mieris Cbarterb. III. D. p. 6a?,. (m) Ms. gefcbreven naar een brief in 't Memoriale B. D. 1351 — 139Ó. Cas R , tusfehen p. 104. en 105.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. en Ms. getrokken uit het PerkamenteRegister Libr. V. 1390—1401. Cas E. p. 127 ; mede onder denzelfHeere berustende.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 277 dat zvne weigering op dien tyd, omrekening Ao, «doe?, oorzaak van den oorlog tusfehen hem en Hertog Albrecht is geweest («): hy is toch maar vyf jaren Thefauner geweest , en van zyne zvne weigering van rekenfehap in den jare weigeTo t indienghy dezelve waarlyk gedaan y « heeft,' kan alleenlyk fteunen op de voorwaar- fthap de van de kwyting , welke hem Hertog Al- denjaie hecht gegeven had; te weten gelyk wy ge- I4or. zien hebben, dat de Hertog hem binnen het iaar na dezelve moest manen om het gene ievonden mogt worden in zynen ontfangst niet verantwoord te zyn, waarom hy in den are r4oi zich met recht die verantwoording In rekenfehap mogt ontrekken. Indien de Hertog en Willem van Oostervant ten dien tyde waarlyk dien eisch van rekenfehap aan Jan van Arkel gedaan hebben, is het zeker dat dezelve tot een gezocht voorwendzel heeft gediend voor Willem van Oostervant ende-. Hoekfche party, die, wegens het gebeurde om den moord aan Aleid van Poelgeest gepleegd, zynen ondergang zochten, om met hem in oorlog te komen, en het geflacht van Arkel te vernielen, waar na de Kabeljauwfche^xty te niete moest gaan. Albrecht Oo den 8 van Bloeimaand verklaarde Her- bsveeit, to„ Albrecht aan die van Nimmegen, dat zy dat die \ tolvry door zyne landen zouden van N,m- niet langer luivi^ u«v j i nii„„ mesen de varen, gelyk zy tot hier toe gedaan hadden ^ Uiddi zunen betalen. 00 J. a Leiois Libr. XXX. Cap. 40. Anonym. de vüa & rebus gestis Dominorum de Arkel, bj MatTh*ls Analect. tom. V. p. 229. S 3  278 VADERLANDSCHE Ao. maar dat hy aan zyne tollenaren bevolen had , 1394. voortaan den tol van hen te nemen (0). ' Op den 17 derzelfde maand gaf by aan die aatfd' van (^ude'mater het School, de Koftery van van du. de Parochiekerk, het Boden-ambacht, en het dewater Schryfambacht,(datis: hetSecretaris-amptjin het vollen eigendom, om, na den dood van de gedeKo°'' nen' d'e deze ;;.mpten tegenwoordig bezary, het* ten' anderen, met gelyke voordeelen, aan BoJe- en te ftellen : opdat zy de Stad, welke op de Schryf. grenzen van zyn land gelegen was, te gere* ambacht. jer voor nem Z0Ufjen befchermen , en omdat zy de twee fchuldige beden voor zyne huldiging en huwelyk betaald hadden (p). Hertog Hertog Albrecht op den 8 van Zomermaand Albrecht $e helft der goederen van zekeren Pietcr dfe van" ^aes Pieterszoons%- te Haarlem, om eenen dood- Haarlem flag , zich toegeëigend hebbende (q). gaf op eenige den 16 dier zelfde maand aan die Stad de voor- voorrechten, dat de burgers alleenlyk tegen eenten; verbeuren zouden het ly f en zestig ponden van hun goed; doch, in geval van doodflag, het lyf en tagtig ponden: dat Schout , Schepen of Raad, om tot die waardigheid temogen verheven worden, binnen de Stad moet gegoed zyn aan huizen of erven, tot honderd ponden toe» en elf jaren fchot en ongeld me£ tj>) Ms. gefchreven naar een brief in het Memoria* le B. D. 1351 1396. Cas R., tusfehen pag. 98 en $9.; berustende onder den Heere Griffier vak Alphei*. O) Mieris Cbarterb. UI. D.p. 6e8. (?) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 1401. Cas E. p. 127; beruftende onder jjen Heere Griffier vak Au-ssr*.  CHRONYK.!^. Hoofdfl. *79 Aq. „et de Stad moet gegeven Jj*ben ^ poorter fchuldigi. te geven.: en da de .chont alle breuken binnen 's jaars moet berecmen of dat de fchuldigen na dien tyd vry zullen ^den 6 van Hooimaand gaf Hertog-Al up qcii u va rfevrvheid, omhun-n,,,t *** a^nden vlten Xde te maken ,welken, ^Ld. ne poorten en vesten wcu den iare om hun. om hunnen opftand tegen hem, * den ^ ne Ves. S te 'uiten aanmatigen ovef de f nnfnTen in de Maas voor elf ponden W s Weeuwigen dage; wyders het voor3 vT dat niemand der poorteren boven zyn JyfaVntm -beurend meêr dan zesug Snel^aars^fdatde ZyOp°den xo van Oogstmaand bevestigde ^geeft HertogV^^ aan den Abt en het Klooster ^ Klooster ffS Mieris Cbarterb. Hl. D. P- 609. >,< y se hier voren bl. I92COM!msCW^.in.D.p.oio. S 4  ^ *8o VADERLANDSCHE 1394. te Eêmnd alle voorrechten, welken zy van ■ hem en zyne voorouderen verkregen hadte den ; en gaf daarenboven aan hen het voor- raii'edPnrecht' dat zy' om wereldlyke zaken, voor v0or ëene rechters , dan alleen voor hem en zyhemea nen Rade, zouden te recht ftaan: uitgenomen zynen van dyken, watergangen en fluizen, ten opRaad zigte van welken zy recht zouden moeten recht Pfegen. gel>'k anderelanden, diedaarbygeftaan. leëen zYn > en «aar recht en cofiume van den Lande (w). Dus verre ging als toen het bygeloof, dat men alle goede orde verbande, om de gunft der Geeftelyken te winnen. Graaf Heervan H"geftein, en aanval- teëen allen ' die zich der vede Onderwinden ,(waarlend ver- fchynlyk-alleender Kabeljanwfche partye , die bondmet zich op den 17 vanWynmaandi39i. onderling Adolf, verbonden hadden, malkanderen te befcherva'„V men O), aan welker hoofd zich Otto en jan van en zynen drfal bevonden, en welk verbond door Hertog oudften Albrecht zelf goedgekeurd en bevestigd was) zoonte- uitgenomen Hertog Albrecht en zyne Gemagen ütto ymne Margariet, en Willem, Hertog van Gelvan Arkel re en Gulik; en beloofde, by dit verbond , aan met hun- den gemelden Graaf van Kleef, deiyftocht Heï" WeJke Zyn V3tier ^!bmht aan zJne Gemalinne C«) Ms. getrokken uit het Perkamente RegisierLibr. V. 1390— 14.01. Cas E, p. 135.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (v) Mierjs Cbarterb. lil. D. p. 582,583.  CHRONYK. IK Hoofdfl. 281 ne Margariet van Kleef mogte gemaakt heb- Ao. ben van waarde te zullen houden en beves- 1394. tigen; en, indien Hertog Albrecht aan haar gene lyftocht gemaakt mogte hebben, dat dan Hy Willem van Oostervant, na zyn vaders over'lvden , haar eene lvftocht zoude geven , naar haar genoegen CO- D^rbond is ge- Aanme tekend daags voor dat Graaf WükmvanOoj. jjJB tervant den zoenbrief met zynen Vader teken- Ver. de waarin hy alle misdaden kwytfcheld te- DOnd. gen hem bedreven door Otto en Jan van Arkel, In verder door allen der Kabeljauzvfche partye, met namen, welken zich in den me 1391. tot onderlinge befcherming, met goedkeuring van Hertog Albrecht, verbonden hadden (y); waar uit men van de oprechtheid van Graaf Willem in alle zyne handelingen oordeelen kan, dewyl men ziet, dat hy te gelyk handelt, om zich met de gemelde Heeren te verzoenen, en te p-elyk een verbond fluit, om hen te verderven , waar van de oorlog tegen fan van Arkel, in den jare 1401. ondernomen 0m hem te vernielen , het gevolg is gev/eest. Het fchynt, dat die van Utrecht, tegen von- Hertog se verdragen,in dezen tyd vastgefteld hadden, AArecbt dat een burger van Utrecht, eenen onderdaan van Hertog Albrecht doodflaande , niets tegen datie. de Stad verbeuren zoude, en met den maag-mand zy. zoen volkomen vry zyn ; dewyl Hertog o, tocht op den 13 van Herfstmaand verklaar- ^ ^e j burger (x) Mieris Cbarterb. III. D. p. 612. (y) Zie hier voren bladz. 248. s 5  232 VADERLAND SC HE Ao. de, dat, zo iemand zyner onderdanen een 1394. burger van Utrecht in Holland en Zeeland doodfloege , tegen hem niets verbeuren zoude, trabt alleenlvk ' dat hy,door de bloedvrienden dood- vervolgd wordende, binnen zes weken borgflaande, tocht zal ftellen wegens den doodflag, en dac alleen het Gerecht zyner Stede, daar hy poorter is, maag.en ten einde Van die zes weken den doodflag zoen'vry zal verzoenen; en dat, indien de doodflazalzyn; ger geen poorter is in Holland of Zeeland, hy dezelfde vryheid zal genieten , mits dat het Gerecht der Stede, daar de doodflag gefchied is, den maagzoen maake: maar dat, indien een burger van Utrecht het ongeluk had van iemand dood te flaan, welken men bewyzen konde zes weken in Holland of Zeeland gewoond te hebben, hy, gevat zynde, terftond zonder verdrag gerecht zoude worden, en, ontkomen zynde, ten eeuwigen dage gebannen zyn uit Holland en Zeeland, en elk de vryheid hebben, om hem, binnen de palen des lands gekomen zynde , dood te flaan, zonder verbeuring jegens den Hertog, of iemand anders, of ook iemand eenige verbegeldtng terinS fchuldig te zyn, te weten, den bloedvan 't vrienden ; en dit moest duuren tot dien tyd, geen die dat die (lat van Utrecht alinge alle pent en voirvan U- finnen off ghelaten hebben op al onje luden en hTer'om onderfaten Het welke die van Utrecht trent niet goedgevonden hebben te doen, dewyl hadden de Graaf van Blois aan zyne onderzaten van bevolen. Schoonhoven en Gouda, en de onderhorige Baljuw- (?) Mieris Cbarterb. III. D. p. 613.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 283 Juwfchappen op den 1 van Hooimaand 1395- lAo: de zelfde vryheid geeft (a) ; en Hertog Atbrecht 1394. onden 16 van Herfstmaand van 't jaar 1400, onder andere voorrechten , aan Monnikendam ook dit voorrecht geeft, off eenich poorter van Monickedam vechtende waer op eenich burgher off op eenich fiichtman van Utrecht, e» hem Inde, verleempde, off dootghejlag^jj'anders in eenigher mamere misdede, die en Joude over, nvdts dier breucken, niet meer verbeuren teghens om dan off eenich burger off een Jtichtsman van Utrecht vechtende worde op onje luyden en onderraten, verbeuren Jouden binnen der Stadt van Utrecht(è); waar uit blykt, dat deze vryheid, door den Hertog aan zyne onderzaten gege, ven, alleen eene wedervergelding is van het sene het Gerecht van Utrecht aan zyne burgeren verleend had , en dus dat het zelve verkeerdelyk wordt uitgelegd, opzigt op den moord, aan fVillem Kujer gepleegd, te heb- beTn dezen zomer was Heer Jan van Kaas- P? veld uit het Munfierfche in Twent gevallen, en l™ ^ had daar groote verwoestingen aangerecht Hfecht gelvk zyn vader Bitter reeds eenige malen te doet een toren gedaan had, maar Frederik van Blan-^ fogt kenheim , Bisfchop van Utrecht, rukte met gf^8 een leger in Munjierland, tegen den vader en van Raas^ zoon iloeg hen, en verbrande het Dorp^eWen Oostdorp, over de Lippe gelegen , aan Bitter ^vtoebehorende, en keerde met grooten roof fa) Mieris Chart. III. D. p. 632. {b) Het zelfde Boek, p. 716.  Ao. 1304- Hertog Albrecht geeft aan Schiedam het Klerk en Bodenambacht,het School en de Kostery, en breidt haare vryheid uit in de Maas. Beveelt aan die van Am. fieidam en ande re Steden , om de Zuiderzee , het Maers. diep en File veilig te houden v.m Zeerovers, 284 VADERLANDSCHE weder na het Sticht, het welke hy dus in veiligheid gefteld had (c). Op den 23 van Herfstmaand gaf Hertog Albrecht aan die van Schiedam het Klerk- en Boden-ambacht, het School en de Kostéry, om dezelven ten eeuwigen dage te begeven , na dat de tegenwoordige bezitters dier ampten zouden overleden zyn,en vermeerderde hunne vryheid van het hoofd hunner haven vyftig gaarden in de Maas, en vyftig gaarden breed aan elke zyde der haven, om daar alle breuken naar het recht van hunne Stad te berechten (d). Welke gift en voorrecht door Graaf Willem van Oostervant op den 28 van Wintermaand , daar aan volgende, bevestigd werd (e). Op den 26 van die zelfde maand beval Hy aan die van Amfterdam , aan Dirk van Zweten , en aan de Stéden Enkhuizen en Grootebroek, om de Zuiderzee, het Maersdiep en het Flie te beveiligen voor de Koopvaardyfchepen, om dat hy gehoord had, dat eenigen in Zee zouden komen,(waarfchynlyk de Friezen)om dezelven te befchadigen, maar dat zy echter niemand zouden aantasten of beroven, voor dat hy vyandlykheden op zyne ftroomen gepleegd zoude hebben (ƒ). Op (O Joann. a Leidis, Libr. XXXI. Cap 40. Toan. de Beka by Mattimsus Anal tom. Hf. p. 294. Cd) Mieris Cbarterb. III. D. p. 613. (e) 't Zelfde Boek D. p. 010. (ƒ) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. (351 Ijoö.ChsR pag. ic6.verfa; berustende onderden Heere Griffier van Alpiien.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 285 Op den 12 van Slachtmaand floten Hertog Ao. Albrecht en Jobanna, Hertoginne van Braband, 1394. een verbond, om te beletten, .dat~tm]™l °"rHertog" derdanen malkanderen uit eenige Steden ofHertog Sloten benadeelden , met beloite, van, m-fluiceeri dien zulks gefchieden mogt, malkanderenveibond terftond met volk , kostloos en fchadeloos, met de by te ftaan , om elk aan zyne onderdanen^recht te bezorgen (g); een verbond, het welk &an Bram waarfchynlyk opzigt had op de gebannene band tot Hoekfche edelen: gelyk daarom ten zelfden rust.van dage een verbond tusfehen hen gefloten werd, beito^ dat de Hertogin de ballingen om den moord , meteeni- aan [onkvrouwe Aleid van Poelgeest, en Wd-gQ uiC, lem Cufer gepleegd , in hare landen niet zou-zonded? dffi , engHèrtog Albrecht daar tegen Jan van der Maelfteden, en andere ballingen düChter ■ der Hertoginne, niet zoude huisvesten in zy- van Brene landen. Op den 14 echter dier zelfde ia , en maand , maakten de Hertog en Hertoginne van Jen eene uitzondering in dit verbond, ten opzig-van Ze. te van den oorlog , die tusfehen de Jonk- venb„. vrouwe van-Brcdfl, en den Heer van Zeven gen. bergen zoude gevoerd worden, indien zy niet te bevredigen waren volgens de üitfpraak, aan hun beiden verbleven (/j) , waar omtrent zy ongehouden zouden zyn , om de fchadens te doen vergoeden , welken zy en hunne helpers malkanderen zouden toebrengen (O- °p (n) Mieris Cbarterb. Ut. D. p. 618. 00 't Zelfde Boek p. 619. . (i) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 — 1396. Cas R. p. 108. verfa; berustende onder den Heere Griffier vak Alfhën.  286 VADÈRLANDSCHE Ao. Op den 28 van Wintermaand hebben 1394- Evert van Hekeren , geheeten van der Eze, en zyne vrouw Beatrix van Almelo, hun huis titUnn Ahmh en de onderhorige Landen, welken tot en zyne nog toe geheel onafhanglyk geweest waren , vrouw aan het gebied van den Bisfchop van Uonder- trecht in der tyd onderworpen; waarfchynhrahïte^* door het verm°.sen van den tegente Almelo woordigen Bisfchop Frederik van Blankenaan het heim , die genegener was , om den zabel, fticht U- dan om den herderftaf te zwaaijen , daar ™ ' toe gedwongen, dewyl zy zeiven verklaren, dit te doen , omme te voldoen den ge/lichte van Utricht , ende eendrachticbeyt te hebben metten Eerwaerdigen ende in Godt Faeder, ende Heere , Heeren Frederich van Blanckenheim, Bisfchop te Utricht (k). _ 1.395- In't volgende jaar,opden 7 van Louwmaand tterroe gaf Hert0§ drecht aan die burgers te JVeesp * Albrecht welker huizen buiten de Noordpoort tot twindoet de tig in getale, en vier huizen over de Vecht, vesten op zyn bevel afgebroken waren, om de Stads' y=Jn vesten te maken en te fluiten, en daar voor hertel- door hem fchadeloos gefteld waren, vryheid len. om die erven binnen de Stad , welken hun gegeven waren, te betimmeren : mits dat zy den vastgeftelden prys voor die erven aan de vorige eigenaaren betaalden (/). Dezer Stads vesten waren in den jare 1374. door Arnold van Hoorn, Bisfchop van Utrecht, ge- flecht, Dumbar Analeüi II. D. 148. 339. (,/) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr V. 1390 1401. Cas E. p. 148; berustende onder aen Heere Griffier van Alphek.  CHRONYK. tV. Hoofdfl. 28? flecht (m), en van zo veel gewigt voor Her- ao. tor Albrecht tegen het Sticht, dat hy dezelven 1395. indezen tyd, wanneer hy voorgenomen had de Friezen te beoorlogen , dedeherftellen, om des Bisfchops invallen te beletten. Den volgenden dag gaf hy aan e.-nige Koop- Geeft lieden van Amfterdam, die door den Hertog^«ven Jan van Mekelenburg in eigener perfoon, op deverha; den weg tusfehen Wismar en Rostok, aange-iingaan tast, van hunne goederen beroofd, en in de eenige gevangenis waren geworpen geweest in vol-KoopHelen vrede , zonder vergoeding bekomen te^,r_ hebben, brieven vanfchadeverhalingopdien dam , op Hertog, en zyne Steden Wismar en Rostok, te den Herwater en te land, zo nogihans, dat zy de»*™ aangeflagene perfonen en goederen zouden burg en moeten leveren in handen van de Baljuwen, deSteden Rechteren en Boden der plaatzen, daar zy WUmar die opbragten, ten zynen behoeve, om daar ™ Rosuit die kooplieden, wegens hunne fchade, te 0 ' voldoen, zonder dezelven buiten zyn bevel te mogen fchatten of verkopen (n). Op den 21 dier zelfde maand gaf Hertog Geeft Albrecht aan Gysbrecht Douwe met andere Pries- vryheid ; ters en goede lieden de vryheid, om in de°™oe™r Parochie van Nieuweramflel een Klooster van te ftich. Reguliere Moniken van St. Augustyns regel ten te te bouwen , en nam het zelve in zyne be-Nieuwer. fcherming (0). Dit Klooster is gefticht ge-am-ftel' weest (m) Zie hier voren bladz. 218. (n) Ms. getrokken uit het Memoriale 8.D. 1351 — 3396. Cas R. p ui ; berustende onder dea Heere Griffier van Ai.phrn. (0) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr.  Ao. 1395- het welke in den jare IS42. verbrand is, en niet herbouwd. De BisC van 17trechtmaakt een verbond met de Heeren van Steinfurt en Oftenjlein. Hertog Albrecht geeft aan die van Amflerdam vryheid ,om zich ter Zee te verweren. 288 VADERLANDSCHE weest buiten de Regulier spoort op de hoogte van de Keizersgraft enVtrechtfche firaat te Amfterdam , en van het zelve is thans niets overgebleven (p), zynde in den jare 1532. verbrand, zo zommigen meenen,door deMonikenzelf, die na Heilo weken en daar een Klooster {lichten; of, zo anderen willen , door de Overheid van Amfterdam zelve , op dat 'er gene vyanden hunne legerplaats in mogten nemen (q). De Bisfchop van Utrecht, die zich in Overysfel fterk maakte, om eindelyk met te meerdere zekerheid Groningen en de Ommelanden onder zyn gebied te krygen, floot op den 25 van Louwmaand een verbond van vriendfchap , voor drie jaren , met Ludolf, Heer van Steinfurt, en Hendrik van Solms, Heer van Ottenftein , waar by zy over en weder beloofden , malkanderen, noch hunne onderzaten , uit hunne floten te befchadigen , maar op alle hunne eisfchen op malkanderen goed recht te doen (r). Op den 20 van Sprokkelmaand gaf Hertog Albrecht aan die van Amfterdam vryheid, om zich ter Zee te mogen verweren tegen elk, die hen aan lyf en goed wilde befchadigen \ zonder daar over tegen Hem iets te verbeuren, met belofte, van hen met raad en brieven v. 1390 T4or. Cas E. p. 149.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. Miekis Cbarterb, iii. d. p. 62ï. (p) Wagenaar Arnfterd. in zyne Opkom ft \. D. bl. 33J O) Commelin Be/chryv, van Arnfterd. i, d.bl.2QA (r)MiERis Cbarterb. iii. D. p. 623.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 289 ven te zullen helpen , indien zy daarom in eenig ander Land aangetast werden (f). Waarfchynlyk ziet dit op de vyandlykheden, door die van Wismar en Roflok tegen de Am[Ierdammers gepleegd. Dewyl de orde op het gaan van het nieuwe • Hollandfche Geld, op den 15 van Bloeimaandj 1393 door den Hertog gefteld , en door de, Steden beloofd te houden (0 , door de Ste-i den niet opgevolgd was, zoo beval hy, met' hare toeftemming, op den 2 van Lentemaand' dezes jaars , dat niemand iets kopen noch verkopen zoude , dan voor het nieuw gefla < gene geld ; dat de Rechters geen recht op fchulden zouden wyzen , dan van het zelve; en op de Markten luiden aanftellen, om toezigt te nemen , of 'er voor vreemd geld aekogt of verkogt werd , het welke dezen, als aan den Hertog verbeurd, zouden wegnemen , en daarenboven de overtreders eene boete van drie pond doen betalen , zonder met iemand daar over te verdragen (V). Ten zelfden dage herhaalde hy zyn bevel, om een weg te maaken van de poort van Leiden onder Podikenpoel tot aan de Geest (w); en dewyl deze weg op den 12 van Hooi-< maand j CA Ms. gefchreven naar een Brief in het Memo-'- rfob B, D. 1351 1396. Cas R. tusfehen p. 103 en' 104, en berustende onder den Heere Griffier van Alphen. ft) Zie hier voren bladz. 267. Ou) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 13 51 — 1396. Cas R. p is6 verfa en 117 , berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (w) Mieris Cbarterb. lil. D.p. 624, L Deel. T Ao. 1395» _ Jteltorie op het ;aan zyïerMunen, en 'erbiedt die vreemde vlunten, >p verjeurtelerzelve» Beveelt sen weg :e maken /an Leilen onder ''odiken>oel tot :an de leest.  Ao. i Fredrik van Blankenheimfluit een verbond met de Friezen, om Drent te konnen veroveren- Hoe de Bisfchoppen vrn Utrecht, den ei. gendom van Drent gekregen, en het bezit daar van verloren hadden. 290 VADERLANDS CHE maand wel gegraven, maar, volgens het gegevene bevel, nog niet ghefpect was mitfande, zo beval hy, dat zulks zonder uitftel moest gedaan worden door die van Noortich , Noortigherhout , Catwie, Valkenhurch, Oestgheest, Sasnem, Lis, Hillegom, Voerhout, en den zeiven in dien Haat te houden, dat men hem des winters met paard en wagen gebruiken konde ix% Op den 18 van Grasmaand floot Fredrik van Blankenheim, Bisfchop van Utrecht, die, het koste wat het wilde, de van het Sticht afgenomene Landen, weder aan het zelve wil. de brengen, en voor eerst het oog op Drent en Coeverden had gevestigd, een verbond met de Friezen van Stellingwerf, Scoterwerf, Upfaterland , Dodingwerffflal, Oefterfee en de gemeene Friezen voor duizend jaren, op dat zy hem in het heroveren van dit Graaffchap niet hinderlyk zouden zyn. Het zelve nu was voorheen op deze wyze in der Bisfchoppen magt gekomen. De vrye Jacht in het zelve was door Keizer Otto den eerften aan den Bisfchop van Utrecht, met uitfluiting van anderen, op den 2 6 van Slachtmaand van't jaar 943 gegeven (y) en den vollen eigendom van het zelve door den Keizer Hendrik,op denjvanLouwmand des jaars 1024, aan de Kerk van. Utrecht opgedragen (s), waarom het doorPaus Adriaan den IV. op den 2 8 van Zomermaand des jaars 1159. geteld wordt on- (x) Mieris Handvestenen Privilegiën van Leiden, bladz. 808. (y) Mieris Charterb. I. D. p. 41. 62. (z) 't Zelfde Boek p. 107.  CHRONY K. IV. Hoofdfl. 291 onder de goederen van het Sticht, het welke hy in zyne befcherming nam (a). Het was (waarfchvnlyk voor zekere geldfomme) door den Bisfchop Heribert verpandin den jare 1148. O) aan zynen broeder, door hem tot Caftelein van Coeverden aangefteld.en zyne erfgenamen na hem: Immers dit wordt daaromtrent getuigd: Dye Caflelyn van Coeverden hilt van den Sticht te lene dat Caflelynfchap van den Coeverden mitiet Maersfcalcampt van den Lande van Drenthen: hi ende fine erven, ter tyt toe, dat hi eenJommeghelden wech hadde, die hi den Sticht daer op ghelcenthadde (c). Zyne erfgenamen hebben zich gedurig wederfpannig tegen de Bisfchoppen gedragen, en oorlogen tegen die van Groningen gevoerd, zo dat Bisfchop Otto de II. zich genoodzaakt vond met een heir tegen Rudolf, Caftelein van Coeverden,op te trekken; doch,op den 1 van Oogstmaand van den jare 1226 den üag verliezende, werd hy, met zeer velen zyner Edelen, wreedlyk omgebragt (2 VAD ERLA NDS CHE Ao. der fchade betalen, honderd gewapende man1395. nen na Lyfland tegen de ongelovigen zenden, een Nonnenklooster van Benedictus orde {lichten, en het zelve bezorgen tot 25 provenden (f); maar Rudolf had eerlang berouw van deze zyne onderwerping, en nam het Kasteel van Coeverden, door omkoping, by verrasfing in: Bisfchop Willebrand deed terftond het llot Hardenberg fterk bezetten, en een heirvaard tegen Drent befchryven ; en dacht in den jare 1228 , wanneer dooreen vroegen vorst alle moerasfchen bevrozen waren , Coeverden zeer ligtlyk in zyn geweld te krygen, maar vond zich bedrogen, dewyl het zeerfchielyk begon te dooijen , waar door hy, met achterlating van alle Oorlogstuig, moest aftrekken. In den volgenden Zomer predikte hy een kruisvaard tegen Drent; doch Rudolf floot een beftand met hem, onder voorwaarde, van zich , ten opzigte van zyne misdaad tegen hem, te zullen onderwerpen aan de üitfpraak van drie Abten in Ooft friesland. Gedurende dit beftand ging Rudulf, van eenen knecht verzeld, by den Bisfchop zelf te Hardenberg, om met hem over den zoen te handelen. De Bisfchop beftrafte hem over deze onvoorzigtigheid ,• en met reden , dewyl hem dit zeer kwalyk bekwam, want die van Hardenberg fioegen, tegen wil van den Bisfchop, (ten minften werd dit voorgegeven) de hand aan hem, bragten hem buiten het Slot, en leidden hem op (e) J. de Beka Cbron. jluU.hy Anth. Matth. Jmleiï. tom. III. p. 141, Joann.»Leidis, Libr.XXII.Cap.4.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 293 op een rad. Dit werd by het volk van het Ao. Sticht echter zo kwalyk opgenomen , dat de 1395. Bisfchop, te Utrecht gekomen, zich genood-1 " zaakt vond, wegens dien moord, ftaandehet beftand , aan Rudolf gepleegd, in het openbaar te zuiveren , het welke evenwel zo onvoldoende was om de tweedragt te ftillen, dat Florens, Graaf van Holland, daar toe met zyne magt moest tusfehen beide komen (ƒ). Het mogt echter denBisfchopnietgebeuren, lang in het geruste, bezit van dit landfehap te blyven, dewyl de Drentenaars in den jare J231 weder tegen hem op Honden, en Groningen belegerden, daar zy nogthans door den Burggraaf Eghert afgeflagen werden, die daar op eenige Dorpen in Drent verwoeste. De Bisfchop, weder een kruisvaard tegen die van Drent gepredikt hebbende , kwam met een groot leger in het land , drong tot Coeverden door, en verbrande het Dorp en den voorburg van het Kafteel, zonder onderfcheid van geflacht of ouderdom allen ombrengende. Eene wreedheid! welke men niet zelden in de oorlogen der Geeftelyken gezien had. Doch, van het Kasteel over het moeras te rug getrokken, in mening, om des anderen daags het Kasteel te veroveren , zo vond hy zich bedrogen, dewyl de Drentenaars niet alleen volk op het zelve bragten, maar ook hulpbenden uit Munsterland gekregen hadden, waar door rnjoAN de Beka Chron. Auü. by Anth. Matth. AnaleEt. tom. III. p. 142. J. a Lei dis Libr. XXII. Cap. 8, 9. T l 1  i9l VADERLANDSCHE Ao. door hyzich genoodzaakt zag na huistekeren, Ï395' en zich alleenlykmoest vergenoegen,met zyne Sloten tegen Drraf fterkte bezetten, en wei te voorzien. Bisfchop Willebrand dén 7van Oogstmaand in 't jaar 1233 (g) overleden zynde, was Otto de III. van Holland in zyne plaats gekozen. Deze, het Sticht zeer verarmden met fchulden bezwaard vindende, verkocht zyne heerlyke goederen in Holland en elders, en betaalde daar mede de fchulden van het Bisdom, en loste de verpande Sloten en ! leerlykheden. Na den moord van zynen broeder Graaf tlorens van Holland, in het tournooifpel te Corbi'ê (/;), voogd van den jongen Graaf Willem en beftierder van Holland (i) geworden zynde, en daar door zyne magt vermeerderd vindende, onderwierp hy zich geheel Drent en Coeverden in het zelve, zo dat hem niemand eenigen wederftandkondedoen (&). Na dien tyd fchynen de Bisfchoppen vreedzame bezitters van Drent en Coeverden geweest te zyn , tot dat Bisfchop Jan van Diest, die Fredeland, en alle de Steden van Overysfel , uitgenomen Campen , verpand had, waarfchynlyk ook Drent en Coeverden voor eene fomme gelds in pandfehap heeft gegeven (/). En (g~) Cbron. dt Traject, by Anth. m atth. -Anal. tom. V. p. 339. (/)) Zie hier voren bl. 89. \i) Chron. de Traject, by Anth. m a t t h. Anal. tom. V. p. 340. J. de Beka Chron. Autt by densejfderc tom III. p. 148. J- a Lei dis Libr. XXII. Cap. 16. (k~) Zie de aangetogene p. 340. en p. 14S. (i) Cbron. de TrajeB. by A. Matth. Anal. tom. V. p. 348. J. de Beka Chron. Auü. by den zelfden, tom. III. p. 227. DüMBAR,^ia/.tom. II. p. 253.cn 343.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 295 En in dien ftaat fchynt Drent gebleven te zyn, Ao. fchoon de volgende Bisfchop ArMde i%9S^ Sloten van het Sticht en OverysfeLmetdebtedpn in het zelve, gelost had (in). . ^Het verbondnnfhetwelkeBisfchopFr^ van Blankenheim met de Friezen floot, om te Bis beter weder tot het bezit van Coeveraen en fchops Drent te geraken, was van dezen inhoud: dat verbond fcgefcX naar'de oude Bisfchoplyke briefde ven zouden afgedaan worden; dat het land*»»"Drent zoude blyven by zyn oud landrecht; dat 'er gene andere Sloten in Drent zouden zyn, dan alleen Coeverden , het welke met fterker mogt gemaakt worden; dat men met zoude toelaten, dat'er eenige Heeren en volk door Coeverden trokken ten nadele van briesland, of van de vryheid van Groningen , ot ook tot fchade van Drent; dat de Stad Groningen in hare oude rechten en vryheid zoude blyven als voorhenen ; dat alle brieven tusfehen Drent en Stellingwerf en het gemene Friesland in alle punten van kracht zouden blyven; dat de Bisfchop geen amptman zoude zetten op het Slot Coeverden buiten raad van Friesland en Drent; en eindelyk dat de Bisfchop den Hertog van Holland, of andere Heeren, die vyanden van Friesland mogten worden , noch met daad, noch met raad, zoude helpen, en niet toelaten , dat zy door het Sticht (m) Cbron. de TrajeB. by Anth. Matth. Anal. tom. y. p. 354. J- de Beka Chmu Au®, by denzelfden tom. lil. p. 228. T 4  2o6 VADERLANDSCHE Ao. zouden trekken , om Friesland te befchadigen: , *39v waar by nog bedongen werd , dat de Ommelanden in dit verdrag zouden begrepen zyn ,• en dat de toekomende Bisfchoppen van Utrecht dezen vrede bevestigen en bezegelen zouden Oogmerk (")• Gelyk de Bisfchop met deze voorwaarvan den den zyn voordeel bedoelde, zo zorgden ook enflde°P de ^ïlezen voor hunnen welftand, dewyl het Friezen ^L;n n'et onöekend konde zyn, dat zy van de met dit zyde van Hertog Albrecht met den oorlog geVer- dreigd werden; want door dit verdrag Helhond, jen zy zich aan de landzyde in zekerheid. Doch dit verbond met de Friezen gaf den looDe Bis- zen Bisfchop gene zekerheid genoeg. Hy achtzich ^ad reden °m tG denken> dat die van Gronog niet ningen de verovering van Coeverden, en dus de genoeg vermeerdering van zyn vermogen , met geverze- ne goede oogen zouden aanzien, als die rekerJJ den hadden, om te vermoeden, dat hy ook hen in afhanglyker Haat zoude brengen, dewyl zy onder Drent, ten tyde van Keizer Hendrik, behoord hebbende (o),gerekend moesten worden onder de gifte van het zelve aan het Sticht door dien Keizer begrepen te zyn: gelyk zy eenige jaren daar na by ondervinding dit zyn oogmerk leerden kennen. Daarom fchreef hy aan hen , dat hy dit (verbond met de Friezen) gefloten had, om de Waarom rust en vrede met de Groningers te bevestigen, loosheTd en hare Stad de bewaring. en de befcherming daarover van haar oud recht ten voiflen beloofd, en aan- ge- (n) Mieris Cbarterb. III. D. p. 625. (e) Het zelfde Boek I. D. p. 63.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 297 eenomen , de brieven zyner voorzaten van Ao. hare vryheid en privilegiën te zullen bevesti- 1395. een , wanneer hy naar gewoonte eene bede van aan de hen zoude vorderen ; dat hy de Stad zoude Gwrfnvoorftaan, en hun vryheid van tollen door eg het Sticht, evenals andereSttcbtsheden zou- ^ de geven; zo hy Coeverden kreeg, zoude hy hm bc. niet verhinderen, dat het Slot een frontier-looft burst van het ganfche Mesland zoude bly- de Stad venl daarenboven zoude hy hunne brieven Ojj-j. met Coeverden en ganfch Drent met zyn zegel-,, es ts verfterken; en dat hy verder niets begeerde, zuUen dan alleen het gene zyne, en des Sticks was, te begunftibefchermen, en niemand in zyn recht te kren-g«". ken (F) Zich dus van de Friezen en van de De BisGroningers verzekerd hebbende , en daarem■ ^ boven door die van Drent, die zeer veel van Dfntm Reinald den Slotvoogd van Coeverden, moeiten wordt ailvden , verzocht zynde , kwam hy met een daar gelege!-in Drent, en ontfing de hulde van dathuld.gd; Graaffchap, waartegen hy hunne voorrechten bevestigde en vermeerderde (q). Hierop deed hy aan Reinald (mooglyk van Bronkborst) de fomme, waar voor Coeverden aan zyne voorouderen verpand was, aanbieden en Belegert het Slot te rug eisfchen: doch Reinald dit.wei hetSIot gerende, bragt hy zyn leger voor het Slot,^ In bevocht het heftig. Het gevaar waarin Reinald zich bevond, deed zyne bloedverwanten Gysbert van Bronkhorst , Heer van Bruc- (p) Schotanus Friefche Hifi. VI. Boek bl. 20). (J) Overysfelfche Chronyk by Dumbar Mal. tom. II. p. 343- enz« t 5  sp8 VADERLANDSCHE Ao. Bruckel; Gysbert van Bronkhorst , oudfte zoon 1395. van den Heer van Batenburch, en meêr anderen , den Bisfchop den oorlog aanzeggen , waar door zy hoopten, dat hy, uit vrees van in het Neder/licht door hen aangevallen te worden , de belegering zoude opbreken : en daarenboven namen zy hun toevlugt tot den HerDe Her- tog van Gelder. Deze den Bisfchop aangetog van maand, om met Reinald tot een verdrag te koGelder men, doch niets uitgewerkt hebbende, deSffchoJ wyI de BisfchoP het slot wüde hebben voor den oor- de daar op geleende penningen , kondigde log aan. hem den oorlog aan; zeidehem, volgens de gewoonte, zyne leenen op, en riep zyne leenmannen , die zich in het Bisfchoplyke leger bevonden, tehuis: maar de Bisfchop, alles met de Heeren van Abkoude, Vianen, Brederode, Renes van Rynouwen, overlegd hebbende , befloot in het beleg te volharden, terwyl die van Utrecht en Amersfoort zich toerustten, om in de Velum te vallen, indien de Hertog van Gelder mogt optrekken , om den Bisfchop het beleg te doen opbreken. Hy beemden naauwde.R««ró/zo zeer, dat deze befloot het geeft Slot en de Stad Coeverden op te geven , indien d tfBis1 'er binnen acht dagen geen ontzet kwam; fchop13" welken verftreken zynde , zo gaf hy zich , over op behoudens lyf en goed, over (r\ Het fchynt zekere echter wel zeker te zyn , dat het verdrag voor- door tusfchenkomfte van den Hertog van Gel- waarden. D , der (f) Joak de Beka Cbron. AuB. by M a t!t h. Anal. tom. III. p. 295. enz. Cbron. de TrcjeB. by denzelfden, tom. V. p. 396.  CHRONYK. IV Soo/djl. 299 ier getroffen is, dewyl de brief vanhetzelve Ao. nol voor handen is , in dezer voege dat J39^_ Reinald afftaat van alle recht van heerfchapPY over Coeverden en Drent aan den Bisfchop gehoudens den eigendom zyner goederen, in inhoud Drent gelegen, welken opgeteld worden: waar tegen de Bisfchop hem , ten einde van vyf Voor. iaren, vyftien duizend Vranfrykfcb? Ichildett waard8. zoude betalen : zo nogthans , dat Reinald het, ten einde van vyf jaren , nog in zyne keuze zoude hebben, of hy de voorfchreven overdragt van zyn rechtop Coeverden en Drent wilde giftand doen , en de vyftien duizend fchilden daar voor ontfangen , of niet. W e ke overdragt hy vyf jaren daar na plegtig yk gedaan heeft (» De Steden van OWrfy, Deventer, Campen en Zwol hadden, tot het herwinnen van Drent en Coeverden. den Bisfchop met alle magt geholpen , waarvoor hy op den Verdrag 2Ó van Wintermaand van den pre 139Ó aan «uffchen haar beloofde, de Stad Coeverden en het Landfchap Drent te bewaren.zonder daar eenig goed en de 00 te leenen, en daar over, met raad der voor- steden noemde Steden en der Wysheidvan ^.eea^jMr. Amptman' of Castelein te ftellen uit Drent of uit Salland, die Salland zoude moeten befchermen aan de drie Steden eed doen ,en gehouden zvn! het Landfchap en Stad niet eerder aan den volgenden Bisfchop over te geven, voor dat deze aan die drie Steden bezegelde brieven had gegeven , dat hy deze punten getrouwlyk loude nakomen ,- en dat voorts de burgers dier (0 Matth eu s ad Auü. incert. de rebus Ultrajec ïinis p. 89. 97- enz-  3.oo VADERLANDSCHE Ao. dier drie Steden tolvry zouden zyn door ge1395- heel Drent en Coeverden, gelyk zy tolvry waren door de andere landen van het Sticht (t). Al het welke de Casteleins en Drosfaards van Coeverden en Drent gedaan hebben tot den jare 1592 , wanneer de Stad en hetLandfchap, door Prins Maurhs bemagtigdzynde, aan de Friezen is overgegeven (u), en eindelyk voor een onafhanglyk landfchap by de vereenigde Nederlanden is erkend, en in de Unie aangenomen, waarna het zelve, als lid van die Unie, ter vergadering van de Algemene Staten is toegelaten ,• doch, door den afval van den Graaf van Rennenberg, meeftendeels door de Spaanfchen ondergebragt, daar van ontzet; en naderhand, weder onder de magt der Staten gekomen,niettegenftaande vele pogingen, om weder toegelaten te worden , ftilzwygende van de vergadering der Algemene Staten , en van de hooge regering uitgefloten gebleven, fchoon het zelve, als een onafhanglyk gewest zyne eigene onafhanglyke regering heeft behouden (v). Hertog Op den 19 van Grasmaand gaf Hertog AlAlbucbt Ir echt, ter gunfte van Henric van Boter shem, den Bur Heere van Bergen °P Zoo"*> aa» de burgeren geren *van die Stad > die ten minften een halfjaar van Ber- in de zelve gewoond hadden , vryheid van gen op tollen door Holland en Zeeland, zo nogthans, vryheid dat zy aan zyne toIhmzen zouden moeten aan! van tol- leglen. (£) Mieris Cbarterb. III. D. p. 650. («O Re vu Daventria Illujlrata Libr. III. p. 273. Du mbar Anal. tom. II. p. 349—307. (v) Bvnicershoek §u dien tyd bet dobbelen te verbieden, opeeneenvervastgeftelde boete, op welke hy, of iemandnietigt van zynent wegen, gene aanfpraak zoudeJ^aoD*, maken; waar voor hy verklaart: endebiet ™»fchooi. beeft ons onfe flede alfo veele gunflen gedaen, dats ons wel genoegt , ende heeft ons alfo veele vorder gedaen, dat wy ons bekennen voldaeneenre bede, die wy van hem hebben wouden, te hulpe tot onfe hylicke, dat wy lefl gedaen hebben (b): Dus was alles by hem voor geld te koop,om zyne prachtige hofhouding te konnen houden , zonder dat by hem in aanmerking kwam, dat hy daar door de inkomften van zyne opvolgeren verminderde, door hun de gelegenheid te benemen, om door het verkoopen van ampten geld te verzamelen. Op den 10 derzelfde maand verklaarde Hertog Hertog Albrecht de Kapel te Emmerende , ge- Albrecht horende onder de Kerk van Parmer, tot eene ""^it Parochie - kerk, na den dood van Heer Ja-tePJme, cob Mas, Careit van Purmer, en beval dat die rende tot bueren van Purmerende met boer toebehoren, eene Pa- ae- rochie6 kerk. (!>) Miems Cbarterb. III. D. p. 629.  304 VADER LAN DSC HE Ao. geheeten Purmerender vierendeel die Capelle en lle Kerc van Purmerende houdenfullen buten coste der bueren vanPurmer, en die bueren vanVur. Maakt mer ft» '* land boer Kerc houden buten cofie der Jan van bueren van Purmerende (c). Borjden, Op den 16 derzelfdjL maand maakte Hy Jan knecht, van Borfelen, zynen knecht, om zynegetrourotzyn we dienden, tot zynen Heraut,en gaf hem den Heraut , naam Friesland, (waarfchynlyk, om dat hy hïdent0e" reeds den oorloS teSen de Friezen had naam vastgefteld) met een jaarlyks inkomen van Friesland, twee hoed tarwe, te betalen uit de inkomften van Zeeland bemest er Schelde (d). „ff . °P den 23 dier zelfde maand gaf hy aan van E. die van Edam het voorrecht, dat zv om gedm, datne misdaden, het zy doodflag, of andere, z5Mliet , door hem of zyne nakomelingen te gyzelzoumog«a den geboden worden , indien zy de breuke worden verborgen konden , tot zyn of zyner nakoom mis- melingen genoegen; uitgezonderd de breuke daden, tegen Hem of zyne dienaars misdaan; en ook verbor- lutgezonderd moord, moordbrand, vrouwengen kon-kragt en reeroof O). nen. Op den volgenden dag ontfloeghy het Hof te Crabbendike in Zuidbeveland, toebehorende hetHof aan het Klooster van den Does, van den last, te Crab- Om lendike van den (V) Gebrekkig by Mierii Cbarterb. III. D. p. 46. last, om Doch beter in 't Ms. getrokken uit het Perkamente Rtzyngezinder Libr. V. 1390— 1401. Cas E. p. 173 ; bermv tende onder den Heere Griffier van Alwien. (jï) Ms. getrokken uit het zelfde PerkamenteRegister p. 174. berustende onder denzelfden Heere. (e) Ms. medebetrokken uit hetzelfde Perkamente Register p. 175. verfa ; berustende onder denzelfdeüHeeie,  CHRONYK. IV. Hoofdft. 305 om op zekere tyden zyn gezinde en paarden Ad. te onderhouden, wanneer hy ze daar wilde 159?^ zenden, met belofte, van den Rentmeefter ^ van dien hof te zullen befchermen tegen elk, den( op die hem tot het voeden van zyne paarden zekere zoude willen dwingen; waar tegen de Abten lydente het Convent van den Does beloofden , aan den ™ez^' Hertog jaarlyks te zullen leveren te Delft drie a|leea honderd hoed haver op hunne kosten, en dat VOor de Rentmeefter in den tyd , de Kerk , der een be; Moniken woningen, alle ftallen, fchuren en P^den huizen , die daar tot hier toe geweest heb- y * ben, in goeden rak en dak zal houden , ten kosten van den vobrfchreven hove: dit verdrag zoude ftand houden twaalf jaren , waar na de Abt en het Convent , of de Hertog, het zelve , elk naar zyn genoegen , zoude mogen opzeggen (ƒ). De Hertog , op den 6 van Wintermaand des Hertog jaars 1392, alle Privilegiën en Vryheden,welke A£™£ vernietigd mogten worden, den Koopluiden ^ kwd^ van Duitschland hier te lande opgezegd heb- iuiden bende (g) , gaf hun nu, op den 28 van Zo- van mermaand, de vryheid, om hunne goederen fuff' wederom vry door zyne landen te voeren, j™. e te kopen en te verkopen, en voorts alle vry - Vryheheden , welken zy te voren hadden , toen denwe« zy de laatfte ftapel te Dordrecht hielden, on- der, en der voorwaarde, dat zy de helft meêr tollen j^g zouden geven, dan zy te voren gewoon wa- met beq. ren (ƒ) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 1401. Cas E. p. 1 ?ój beruftende oad« den Heere Griffier vak Alphen. (g) Zie hier voren bl. 259. 1. Deel. V  3o5 VADERLA NDSCHE Ao. ren te geven; van welke vryheid echter door IS0S- hem uitgefloten werden de burgers van Wismaren van Rostok, en alle onderzaten van KiX" Ónn He"0g van MMntog Q) i en voorts v"n eeni- alle zyne vyanden. Deze vryheid zoude dugen. ren tot den Kersdag eerstkomende. Voorts, dat de Koopluiden van Duitscbland eenige gemagtigden aan Hem en zynen Rade zouden zenden op den eerften van Herfstmaand, om met Hem over de betaling der tollen te Eisch verdragen (?)• Dezen by hem gekomen vanden zyndej eischte hy j dat aJ]e goederen ? die wegens de Maas> of bewesten de Maas uit Zee, de tollen, zouden inkomen, de helft meêr tol zouden die be- geven, dan te voren ; en van de goederen, zouden dle Van b0V£n inSevoerd werden , eischte hy' moeten §elyke toIien met anderen , die van buiten worden, kwamen; en van goederen, het Marsdiep in. komende, en van Amfterdam binnen doorvarende naar Vlaanderen of Utrecht, of uit Vlaan. deren weder vervoerd wordende tot Amfterdam of tot Utrecht, de helft van den tol, welken anderen geven; al het welke duren zoude twee jaren, en, na het opzeggen van den Hertog, nog een halfjaar; waarvoor hy begeerde te weten, wat zy hem geven wilden: en waar op deze gevolmagtigdender Didtjchs Koopluiden hun beraad genomen hebben (£). Op (A) Zie hier voren bladz. 287. (i) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 —Ï396. Cas R. pag. 130.; berustende onderden Heere Griffier van Alpiien. (fc) Ms. uit het zelfde Memoriale p. J34. endex dcnzelfdsn Heere berustende. s  CHRONYK. IK Hoofdfl. 307 Op den eerften van Hooimaand heeft Guy Ao; van Chastillon, Graaf van blois, enz. Heer van 1395. Gouda, aan de Stad Gouda verkocht, gegeven^, en verpacht het Marktveld binnen de zelve Graafv. Stad, om daar op te bouwen een Halle, Want- Blois, huis, Raadhuis en Vleeschhuis , en van die S^j*3* huizen renten en pacht optebeuren ten nutte M^£°et der Stad; maar dat voor het overige datveld)0m Marktveld onbebouwd zal blyven tenbehoe- een Hal, ve van hem en der Stad , waar voor de Stad Wanthem jaarlyks zal betalen veertien fchellingen Raad'huis goed Hollands geld; en hem voor deze gunst en geven driehonderd oude FranfcheVrmken (l). VleeschTen zelfden dage ftond hy ook af van het huis op te recht van erfenis van de goederen der bas- 5°"™^" taarden binnen Schoonhoven, en gaf hun de vry- van zyn heid om te erven , en hunne goederen by recht op hunne nakomelingen te doen erven, als of zy de goevan echten bedde waren (m). Bastaard Op den 8 van Oogstmaand floot Hertog den te Albrecht een verbond met zynen fchoonzoon ScboonboWillem, Hertog van Gelder en Gulik, waar by venter wederzyde bedongen werd, zorg te dra- Hertog gen , dat de onderdanen malkanderen niet ^[^f* befchadigen ; en dat, indien zulks gefchied verbond mogte zyn , het zelve door drie Heeren ter met miwederzy de onderzocht en befiecht zal worden: l"n • Herte weten, aan de zyde van Hertog Albrecht, g^™" door 'Jan van Arkel, Heer tot Hageftein-lGuli^ Brusflein van Herwinen ; en Willem van Croomnbwrch; en aan de zyde van Hertog Willem, de f O Mieris Cbarterb. Ï1L D. p. 631} (m) Het gelfde Boek, p. 631. V %  So8 VADERLANDS CUE Ao. de Heeren Gerrit, Heer van Waardenburch, _I395^ Jlobhrecht van Apeltcren, Ridders ; en Arend van Bccboep, welken zullen beloven in goede trouw, alle gefchillen, tusfehen de beide Hertogen, en beider onderzaten gevallen, te vereffenen en te Hechten: op deze wyze; dat, Hoe de indien de onderdanen van Hertog Albrecht gegefchil- hadden met die van Hertog Willem, fchenUSdedeze laatfte, des verzocht zynde , zyne drie onderda- Heeren te Heusden zal zenden , om daar de nen van zaken met de drie van de zyde van Hertog de beide j/£m££ te beflechten , en niet van daar te lenzul- fcheiden , voor dat zy de zaken in gefchil len wor- vereffend hebben , ten zy met toeftemming den be. der beide Hertogen. En dat daar toe Hertog flist" Albrecht den drie Heeren van de Gelderfche zyde vrygeleide zal geven, om te Heusden te komen, en van daar weder naar Gelder tekeeren. En dat, indien de onderdanen van Hertog Willem gefchil hebben met die van Hertog Albrecht, deze, des vermaand zynde , binnen een maand, zyne drie Heeren zal zenden naar Zaltbommel, welken de Hertog Willem , in hun gaan en keeren, in zyne befcherming zal nemen, om daar met de drie Gelderfche Heeren de zaken te berechten, en de gerezene twist te bevredigen: en dat verder de beideHertogen van waarde zullen houden, het gene deze zes Heeren zullen wyzen ; wel verftaande: dat, indien de twist tusfehen de wederzydfche onderdanen mogt vallen over erfenis of penningfchulden , dezelve zal ftaan ten landrechte , in den gerichte daar dat gelegen is , of voor den Heer, daar het behoort. Voorts, dat, indien iemand van de drie Hee-  CHRONYK.^. Hoofdfl. 3°9 Heeren van Hertog Willems zyde misdeede Aoj tefen Hertog Albrecht, of iemand van zyne ,39^ ƒ ? Heeren teaen Hertog Willem, als dan de d eXe Heeren des vermaand zynde,Nadere vier overige Heeren, uti> • j„u00r. fchikkm- binneneen maand zullen inkomen in de voor die Shrevene Steden, en volmagt hebben , «J^k *e3ad te berechten, waar na de mis-,en zul. die mibuddu l «prtnaen zal verzoend len dadige met de beide Hertogen ^ v„ laats yvn- uitgezonderd , indien de zes Heer en, 1 oHemand van hen, doodflag beginge, of over 6 H ■ ete gefchil hadde, het welke men zonde moeten rechten naar den landrechte, daar da gebeurt dat ook verder die vierHeerenmet E fcheiden , voor dat zy dezaakbech hebben , en dat ondertusfchen de beticnte ïeilighe d van Ivf en goed zal hebben te tyden Le de v erHeeren üitfpraak zullen gedaan hebS Er da^wyders, indien iemand dierHeeren Sv£w«d/ofmtlandigwas,deHertog,aan wiens zyde zulks voorvalt, des vermaand zynde eenen anderen in zyne plaats zal zetten: of dat de vier Heeren de zaken zullenberechten als of zy alle zes tegenwoordig waren. log ontftaat tusfehen zynen zoon 3™™?"^^ °ge°, Eleft van Luik , en Hertog Willem M CZn zoon zal mogen helpen gedurende dien oorlog; doch , dat! de vrede gemaakt zynde t beide Hertogen en hunne onderzaten zich zullen houden aan dit Verdrag: en dat HeriTmUem, indien'er oorlog rees tusfehen lix^lbrecht en Reinald van Guhk , den SSvanHertog^/to»,ookzynenbK,eder zal mogen helpen gedurende dien oorlog; Sar ,izelvePgeëindigd zynde, de Igde  gio VADERLANDSCHE Ao. Hertogen en hunne onderdanen dit gemaakte 1395- Verdrag zullen onderhouden. * Hier by beloofden de Hertogen malkan- Verdere lerens vyanden niet in hunne Steden en Slodezer ten te ZLlllen dulden, zo lange zy niet met hen beide verzoend waren. Eindelyk beloofde Hertog Herto- Albrecht zynen fchoonzoon Willem niette zulSen* len manen om eenige fchuld , gedurende zyn leven; en daar tegen beloofde Hertog Willem, dat hy zynen fchoonvader Albrecht niet zal manen om eenig goed, dat zyne gemalinne mogt aanbefturven zyn van hare moeder, of om eenige andere fchuld, hoe ook genaamd. Bevesti- Om dit verdrag, als Raadsmannen, na te koging van men , hebben Jan van Arkel en de vyf an*tV.er" dere Heeren zich ten zelfden dage fchriftlyk verbonden , en hunne brieven door de Verbond brieven der beide Hertogen gefteeken («)• Op den 21 van Oogstmaand heeft Willem, Heer van Oosterhout, ambachtsheer van Raamsdonk , afftand gedaan van dat gedeelte der heerlykheid van Raamsdonk, ten behoeve der Willem, Stad Geertruidenberg.het welke HenogAlbrecht, Heer van rjoor het vergrooten van de vryheid dierStad, boTt'!' °P den 4 van Sprokkelmaand des jaars 1393 , ftaat'af onder dezelve getrokken had, behoudens den van een ambachtsheer zyn recht (0 ) , welken afgedeelte ftand HerCog ^reoht bevestigde, en den Jvkheld ' Schout en Schepenen dier Stad vryheid en ■* bevel 00 Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. I3p0 I4oi CasE.p.r 78 verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (0) Zie hier voreii bl. 264.  CHRONYK.F. Hoofdfl. 3" ta'to » vtton , te» zynen behoef Seaffland ^«££3$ *?|ÖSff don£ (p). ««rfttmaand herhaalde Her- Hertog Op den 8 van Herfstmaana ner«* tn» ^/irecA» zyn bevel , aan die van uoi *>g d den van Zomermaand gege-aan lUe drecht op der , 3 * d rivieren envan Dflr. ven (qj, om a e ltaaien_u1 de wateren van Hol/awi en Zeelana, wi y ftaal^ «.naren toebehoren, mt te trekken en w & . de ^ê „ zonder immer enigen wederom door ierea te doen ^rrm beval ook allen on-te trek. iemand te ]a"n J^,' Dcht daar in te hel-ken, derdanen de btad Dordrecht da ^ pen, CTpn^flefv^wienCr). Dewyl Belooft des wegen te zullen vry w d muttr nu Wouter vande Waal aan den Hertog g ^ ds w nar hv door het wegnemen zyner ltaa Wm1 had, dat h, aoo & yan d ^ len,jaarlyks eenelcn^d trankryUche fchil-loos te honderd en ^^^^L^vznno^ Aen zo belootde de neriug, „ . van het Wynmaand, Wouter fchadeloos te zullen hou£n en hem te betalen alles het gene ny zyner den, en nem us zoUde trekken, ftaler^ re^an^tookvLeld,,^ flrt Mieris Cfarteri. tït; D. p. 633. (£1 't Zelfde Boek p. 630. (O 't Zelfde Boek p. 633- V 4  pi. VADERLAND SC HE 'Ao. lande te koop zoude gebragt worden O). Deze ^395- belasting fchynt niet geredelyk betaald te zyn Stelt geworden» dewyl de Hertog aan Willem Duycdaartoe k'mc» Baljuw van Zuidbolland, op den 5; en aan eene be- Pieter Heerman, Rentmeester van Noordholland, lasting op den 8 van Sprokkelmaand van 't volgende Sei? ^aar 1396 ,DeVel heeft ëeêeven >om deze belaszalm èn tinSin te vorderen, en de onwilligen op hun lyf elft. en goed tot de betaling derzelve te dwingen-j). De Graaf . °P den r van Wynmaand gaf Guy van Chasvan Blois tillon, Graaf van Blois, Heer van 7è?.ve/,aan geeft aan die van Texel de privilegiën , welken door die van zyne voorzaten, alleen tot wederzeggens toe, Sne geëeven waren O) > ten eeuwigen dage te priviie. mogen behouden, om dat by ondervinding gten ten hem gebleken was , dat hy door het genot •eeuwi dezer privilegiën geen nadeel had gelegen dage. den S Hertog °P den 10 dier zelfcle m™nd deed HerAlbrecbt t°g Albrecht üitfpraak over het gefchil tusdoet uit fchen de Stad Monikendam en de Dorpen fpraak Randorp en Zuydcnvoude , wegens de onkosten glfchiï01 van de nieuwe siuis ce Udam, en nopens andere tusfehen wateringen en fluizen :te weten, dat de Stad Moni ongehouden zal zyn in de kosten van deze kendam en andere fluizen, welken die dorpen mogDorpen ten maken5 maar dat de Stad, indien die Randorp Dor- Terwou- ^ Ms' Serrokken u!t het Perkamente RegisterLibr. V. 1390— 1401. Cas E. p. 186.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (f) Ms. getrokken uit het Memer/ale B. D. 1351 — 1396. Cas R, p. 143; berustende onder den zelfden Heere. 00 Mieris Cbarterb. II. D. p. i85.enIII.D.p.«rc Bieter van Scengen; Jan voor van Stengen ; Colyn Hugenzoon; Florens van rechten, den Poele ; Wolf aen van den Poel; en Pieter Colynszoon van den Brayne, het oude land van Heeraernoudskerke te bezitten, als hunne voorvaders dat bezeten hadden, met drie honderd gemeeten Jleenfchietende als bet vry mede gaat (dat is met drie honderd gemeten fchotbaar land (y), het vrye van fchot daar onder gerekend); maar, indien die Heeren het vrye behielden, dat dan alles vry zoude zyn, en dat zy, met die zelfde rechten, zouden behouden Seelnisfe, Anckevere, Polre, en Coefaert, indien zy bedykt werden , zo verre als zy tot de heerlykheid van Heeraernoudskerke behoorden. Voorts, dat die Heeren ook zouden bezitten Heinkenszant, Oenenzant (Ovezant) Arnemudenzant, met alle de aanworpen, die daar mogten vallen, enScoonnisfen(Stetms^e) tusfehen Walcheren, Borjelen en Zuidbeveland, behoudens den Hertog zyn recht, gelyk in andere Polders: dat zy, zeven jaren bedykc zynde geweest, vol fchot zullen geven, wanneer 'er bede gegeven, en het vrye daaronder gerekend wordt; maar dat, als de Heeren hun (y) Boxhorn Chronyk van Zeeland, I. D. p. 76":  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 315 hun vrye behouden, zy halffchot zullen hef- Ao. fen ' onder voorwaarde, dat, indien zy binnen 1395. de zeven jaren na de bedyking weder overftroomd werden, zy na de herdyking weder vry zouden zynzeven jaren, en ten einde van dezelven betalen, gelyk andere Polders; en,by volle heirvaard; den Hertog dienen met twee en dertig gewapende mannen (z). Op den fó van Wynmaand verbood Hertog Verbiedt Albrecht aan die van Katwyk aan Zee, die met van Kat- koopmanfchap buiten 's lands voeren, om mal- wyk am kanderen buitens lands over eenige gefchillen Zee malin rechten aan te fpreeken indien zy zo veel kanderen gegoed waren binnen's lands, dat zy betalen Lands jn konden , op verbeurte van honderd pond rechten voor elke reis zy zulks deden, in te vorderen te bedoor den Baljuw van Rhynland, die daar toe trekken, uitdrukkelyk bevel kreeg. Waar uit fchynt te volgen, dat de heerlykheid Katwyk toen nog eeen hoog rechtsgebied gehad , maar onder den rechtbank wnRbynland behoord heeft (a). Op den 25 van die zelfde maand kwam Komt Hertog Albrecht met den Abt van het Klooster ^t den te Egmond over een, dat het hooge gerecht EgmJ op negen hoeven in Popswoude , en op tien overeen hoeven in Ruken, tien jaren lang, door den wegens Baljuw van Delfland zal geoeffend worden, het hoe- waar gebied in (z) Ms. getrokken uit het Pet kamente Regist er Libr. w 1300 1401. Cas E, p. 185- verfa; berusten¬ de onder den Heere Griffier van Alphen. En by Mieris Cbarterb. III. D. p. 636. met eenige verfcheidenheid. , „, . , „ _ (a) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 135 r —1396. Cas R. p. 136.; berustende onder den zelfden Heere.  3rS VADERLANDSCHE Ao. waar voor de- Hertog aan dat klooster jaarm 1S9S- lyks zoude uitkeeren vier pond Heerengelds; Topswou-doch dat de Abt het laage gerecht van die de en negentien hoeven, en de vervallen daar van Ruien, zalhebben, gelyk alle andere Ambachtshee- ren in Delfland (b). Beveelt Hertog Albrecht, geld tot den Friefcben oorailenlSal-log nodig hebbende, beval, op den 27 dezer •UWd"n maand' aan alle zyne Balj uwen, om op eenen Haag\e keul.emden tyd in den Haag te komen, om rekomen , kening en betaling te doen van het gene zy om reke. voor hem in handen hadden, op verbeurte beuline van hun amPt 5 dat zy zorg hadden te drate dóen. ëen> dat hunne rekeningen zo gefteld waren , dat zy niet nader behoefden onderzocht te worden;dat die rekeningen op hunne komst zo gereed moesten zyn, dat zy terftond konden rekenen , wyl hy niet zoude toelaten ,dat zy in den Haag op zyne kosten lagen, om daar hunne rekeningen te doen fchryven; en dat zy hetgewoonejaarlykfche wyn- en lakengeld moesten medebrengen, en aan den Thefaurier betalen, die hunne boeken en recesfen tot na die betaling zoude houden ; en eindelyk , dat zy de brieven van hunne ampten moesten medebrengen en vertonen (e), om dus te konnen weeten, of zy dezelven wettig bezaten. Op (b) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 13 51 - 139^ Cas R. p. 136. verfa; berustende on¬ der den Heere Griffier van Alphen. Cc) Ms. gefchreven naar een brief in 't zelfde Me' morialetusfehen p. 147. en 148. leggende; en berustende onder den zelfden Heere.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 317 Op den 6 van Wintermaand verklaarde Ao. Hertog Albrecht aan den Baljuw , Burgemees- 1395. ters, openen ende Rade van Rotterdamme verftaan te hebben, dat binnm onzer (lede vocrfc..al-fJ}Jjt rehande lude fyn , manne ende wive, die den hsvee[t voeden luden aldaer, bi dage en bi nachte groten aan de tverlmt doen , en oec alfo onredelikelever Gorfe en alle goeden luden, fo dat wi duchten dat ^ de ai/ê goede lude binnen onfe ftede voerfc. overmits Slad in dies in groten discoerde en onrusten comen moch- rust te ten, daer manflacht ende ander groet misval ^Joadeju gefchien mochte, daer onfe goede luden bi verderft mochten worden, dat ons leet waer; en gebiedt deron:?e. hun dat zy dat alfo bewaeren mit bedevaerden regelden. of anders naa onfer ftede recht voerfc. fo dat's hem een ander hoeden mach (d). In dit iaar is Elburg, op bevel van Willem, Elburg Hertog van Gulik en Gelder, door AtnoldBoe-™™™f kop, Amptman en Rentmeester van de Velu-lingdm me , in het vierkant met muuren omheind, en dus tot eene Stad gemaakt (e). _ _ Op den 8 van Louwmaand van den jare t±llL. 139Ó gaf Hertog Albrecht aan den Baljuw,Hertog Schout en Gerechte van Haag-ambacht de^;treffct vryheid om by hunnen eed keuren te maken, geefc aan ten behoeve van het zelve, en beval de in-Jen Gegezetenen aldaar, die keuren te onderhouden, Haagam: op eene boete van tien ponden ten zynen bacht vrybehoeve: tot wederzeggens toe (ƒ). ^eui-èrT ^temaken. (d) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 .——1396, Cas R. p 40 verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alphrn. (e) I.J.Pontani Hifi- Gelr. Libr. VIII. p. 335(ƒ) Ms. gefchreven naar een brief in het Memoriale, usfchen pag. 125 en is6. leggende; berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  318 VADERLANDSCHE A06 - °P den 13 dier ze,fde maand êaf hy aan —2—1 die van Goede, ede, ten eeuwigen dage, vryheid Geeft van alle tollen in Holland en Zeeland, waar vryh. van voor zy hem betaald hadden veertig Ennelfche toH. aan nobels (g). J Goeden- °P den 21 dier ze,Fde maand gaf hy aan de. de landzaten van Nieuwkoop eenige voorreenGeeft ten, en fchüderde in de voorreden de aanleiaandie dende oorzaak tot het fchenken derzelven, behelzende den woesten en dus ongelukkikoop ee- gen aart der landzaten en de fnode dwinglannige dy en de fchraapzucht der Baljuwen, met lerechtén vendiSe verwen af. Hy zegt: Want wyaenen rchil'ëeJ*en ,}ebben grote fwaemisfe, die onfe lude ge' dert de meenlic ghehat hebben tot defen dage toe van doetdwing- Jlagen en van leemten , die in onfen lande gbelandy en jc\et jfyf^ enje ghefoent worden bi onfen BailjuzuchTder "Mn' dieJu £r00t wfofwwr vallen, dat veleonEaljuwen fer lude daer bi onxgoet worden, en inJleden daervan zy- om varen, dair wi onfen dienst bi vcrliefen, en nen tyd groten fade bi Men. Oic dat onfe Bailjuwen al even ig j- wjjen me( ]jmen en(je jegen den landrechte onfe luden en onder f aten vanghen, hondenboeken , ende fleenen onvsrwonnen ende onverlyet mit bitichte van brueken, of andere faken, ende gr 0Aanmer- telic befcatten foncler redene: foe enz. Maar te lung vergeefs trachtte hy door het geven van voorze fchii- rechten de dwinglandy en fchraapzucht van dery. " onrechtvaardige Baljuwenen Schouten te beteugelen , daar dezelve uit zyne eigene handelingen natuurlyk voortvloeiden: Hy verkocht de Baljuw - en Schout • ampten zo dier als (g) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 — 140t. Cas E. p 194..; berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  CHRO N Y K. IV. Hoofdfl. 319 als hy konde , en trok daarenboven van zy- AoJ ne Baliuwen en Schouten jaarlyks groote wyn- 1396. en laken-gelden; (even gelyk tegenwoordig— de Heeren der heerlykheden hunne Baljuwen Schout - ampten voor kostbaare handjchoenen wegfchenken , of onder groote jaarlykfche recognitiën geven) waar van het gevolg moest zyn, dat menfchen, geheel onkundig van de landrechten, of lichtmisten, diebyna ten einde van hun goed geraakt waren door hun ongeregeld gedrag, aangefteld werden die dus door hunne onkunde tot dwinglandy overfloegen, of om een behoorlyk inkomen van hunne uitgefchotene penningen te hebben, en aan den Hertog de buitenfporige wyn - en laken-gelden te konnen opbrengen, hunne fchraapzucht bot vierden , tot ondergang der landzaten, die, of wegens hunne eenvoudigheid , of uit vrees van naderhand flachtoffers van de wraakzucht der Bal iuwen te worden, by de vierfchaar van den Hertog hun recht niet dorften vervolgen, en daarom liever verkozen in de Steden te gaan wonen , daar het den Baljuwen onmogelyk was, om dus willekeurig en onrechtvaardig te handelen. , Om deeze geweldenaryen voor te komen,inhoua caf hy aan de welgeborenen en de huisluiden van Meukoop het voorrecht, van voorrecncen. genen Baljuw gedagvaard te mogen worden om borg te worden van doodflagen of leemten door hunne magen begaan, en dat van hun om zodanige doodflagen in het eerfte lid niet meêr zoude geëischt, en afgepand worden, dan vyf fchellingen, en voor leemten in het zelfde  320 VADERLANDSCHE Ao. zelfde lid half zo veel, als de handdadigeof 1396. zyn borg van zyne magen een kerf hadden of —1 gerechtlyk gewonnen hadden. En dat, indien zy om die reden gedaagd werden , zy met het vertonen van een affchrift van dezen voorrechtsbrief, wel bezegeld , en met bewys dat zy te Nieukoep wonen , of geriemd en gehoofd zyn , vry zullen zyn. Voorts , dat Welgeborene noch Huisluiden aldaar door Baljuwen, Schouten, Rechters, of Boden, om eenige misdaden, niet zullen mogen gevangen worden, of buurluiden in hun goed gezet, zo verre zy hun lyf en goed naar groote der misdaad met goede borgen konnen verborgen : uitgenomen in geval van moert f moert brand, vrouzvencrafte, reeroef$,vre» debrake , of doitjlag, die fy felve met ter hand gedaen hadden, en kenlic mare : of dief te of dierghelyc , die men dryvende of draghende vonde ,nf mitter versfcher date begrepen morde. En eindelyk gaf hy hun de vryheid, dat zy door de Baljuwen van zynent wegen , of by verzoek van partyen, niet mogten gedaagd worden,dan voor zynen vierfchaanbehoudens nogthans zyne heerlykheid ende prelaten van Utrecht hun Aanmer- recnt-Men moet niet denken, dat hy deze handlang o- vest, tot voorkoming van der Baljuwen geweiver deze denaryen, dezen onderdrukte welgeborenen en gifte vanhuisiuiden van Nieitkoop voor niet fchonk; tJ" Her"in genen deele. Zy moesten hem daar voor 6' betalen twee honderd fchilden (h,. Onge- luk- (h) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 1401. Cas E. p. 194. verfa en 195; berustende onder den Heere Griffier van Alpiien. Ett gedeeltelyk by Mieris Cbarterb. III. D. p. 637.  CHRONYK.^. Hoofdfl. 8*t lukkige landzaten voorwaar ! die de zeker- aö: heid van Ivf en goed van den O verheer moe- 1396. ten kopen, daar hy zich tot befcherming ~ derzelve verbonden heeft, en zy, om hem daar toe magtig te maken en te houden, fchot en lot betalen! r f Op den 23 dier maand gaf hy ook aan dre eeete^ van Westvoorn ten eeuwigen dage voor hen vanWsrtj en hunne nakomelingen vryheid van tollen vgorn door Holland en Zeeland, waar voor zy hem vryheid betaald hadden veertig Engeifche nobels (O- ™ ^ Dewyl de dykpligtigen in Walcheren met lan- HoUmi ger magtig waren om de dyken te houden, en Zeewelke in dezen tyd, voornaamlyk in het west- land. einde, groot gevaar liepen, zo beval Hertog fiev(eU Albrecht op den 11 van Sprokkelmaand aan de ge. den Abt van Middelburch, den Heere van vaarloócr Vere , Claas van Borfelen , Rentmeester pende bewester Scheld in Zeeland, en de Stad Mid-, (t) Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390—1401. Cas E. p.195. verfa j berustende onder den Heere Griffier van Alphen. ao Ms. getrokken uit het Memoriale B. IJ. I35J -——1396. Cas R. p. 144 i berustende onder denzeiiden Heere. I. Deel. X  522 VADERLANDSCHE Ao. Op den 27 van die zelfde maand beloofde 1396. hy aan die van den lande van Woerden, en 1 van het Sticht Utrecht, die geërfd zyn in het Hertog waterfchap van Sparendam , dat hy en zyne talooft nakomenngen ten eeuwigen dage zetten zulten eeu-len vyf welgeborene Heemraden, drieuithet wigen land van Woerden, en twee uit het Sticht Udfge v7f trecht, die in dien watergang gegoed zyn tot den^iT' tw^n"g morgen lands , om dat waterfchap te zullen beftieren; en flelde vast, dat dezen jaarlyks op aanftel- eiken morgen niet meer zullen mogen omlen in het flaan dan tot eenen heeren grooten, en dat, fthap indien 'er tot eenig nodig werk meêr geld van verëischt werd, zy uit eiken Kerfpel , die Woerden, in den watergang behoren, verzoeken zullen drie uit twee mannen tot waarsluiden, die debuuren van UIt e^en kerfpel, op eenen in de kerken afWoerden, gekondigden dag , by hen zouden voegen , entwee om dat werk ten minften koste te hefteden, uit het en het geld uit te zetten by den waarsluiUtrecht den' morSen morgens gelyk : en eindelyk en be ' dat deze vyf Heemraden alle jaren eens repaalt kening zullen doen, op eenen bepaalden dag, hunne welken de Heemraden in alle de Kerfpelkermast' ken van het waterfchap moeten laten afkondigen, op dat de goede' luiden die komen horen; en ook van die rekening een affchrift geven aan de waarsluiden van eiken Kerfpel op hunne eigene kosten, indien zy het zelve begeeren (/). DeOver- Op den 22 dier zelfde maand toonden Burheid van gemeesteren , Schout, Schepenen en Raad Geuda yajj (0 Miïius Cbarterb. III. D. p. 637.  CHRONYK. tV. Hoofdfl. 323 Van Gouda van oordeel te zyn , dat zy we? Ao. naauwkeurig acht moesten geven op het ge. ,396^ drae der Geestlyken in hunne Stad, dewyl zy, met^oefternming van den Grave van Bku ^ hunnen Heer, aan de arme Begynen vryheid * ^ van fchatting gaven; en vastftelden, dat alles, de wat iemand derzelve mogte aanbeftervenbo-Begynen ven de twee honderd oude fchilden , aan de aldaar, erfgenamen buiten het huis zoude moeten blyven; dat zy in alle gevallen voor den wereldlvken rechter zouden moeten te rechte ftaan; datzy.Kdiglyk gekleed, binnens huis hun brood zouden moeten winnen, zonder te moeen bedelen, ten zyde hoge nood haar perlte; dat zv eene moeder zouden kiezen om het huis te bellieren, aan dewelke alle de andere zouden gehoorzamen; en ook niemand innemen, dewelke in eenige andere geestlyke orde, of getrouwd was; dat zy ,uit het huis gaande of orrl onkuischheid, of wederfpanmgheid uithetzeL ve gezet zynde,alles daar in zouden moeten laten dat zy daar ingebragt hadden: en fielden dit alles vast tot wederzeggens toe, zo van wegen den Grave van Blois, als van der Stede van Gouda (tri). rit^™ Hen°g Op den 26 van Sprokkelmaand gat Hertog Aihrecht Albrecht aan die van Delft negen roeden lang- geeft aan fe van zyn marktveld aldaar, te meeten west- Je van ^ waard van de muren van het kerkhot van de g«n roe-, Vrouwe - kerk , zo breed als de muren van den vatt het kerkhof zich uitftrekten , om te dienen ^ veld om _ daar een (m) Mieris Chartert'. III. D. p. 63a.- toren 0p X 2 tebou* iwe».  3H VADERLANDSCHE Ao. tot een kerkhof en een toren daar op te böKJ39(5. wen («). Op den 29 derzelfde maand vermeerdermeerdert de Hert0§ drecht de voorrechten van den de voor- Heemraad van Schieland, met deze twee aanrechten merkelyken: vooreerst, dat, indien iemand van den der Heemraden balling mogte verklaard zyn, ïaaTvan of uitlandig ware , dan de andere HeemraScbieiand den fchouw zonden mogen doen en rechtvorvoor ze- deren, als of zy allen tegenwoordig waren, ten kere tyde toe, dat de balling met hem verzoend, of geidfom- je uitlandige weder in den lande zoude gekomen zyn ,• en dat zy, by overlyden van eenen Heemraad, eenen anderen in zyne plaats zouden mogen kiezen , die in den lande van Schieland aan leggende werve en rente gegoed moest zyn duizend Hollandfche ponden: en ten tweden, dat de Heemraad, ingeval de Dykgraaf, des verwittigd zynde, niet verfcheen om fchouw te doen, of dykrecht te vorderen van 's Hertogen wegen, eenen Dykgraaf zoude mogen kiezen , om ten befcheiden dage die fchouw te doen , en dat dykrecht te vorderen, waar van hy den Dykgrave de weet had laten doen : behoudens den Dykgraaf zyne magt in alle andere zaken («)• Voor welke voorrechten hy bekende van den Heemraad van Schieland, op den 8 van Lentemaand, ontfangen te hebben veer- («) Ms. getrokken uit hetPerkamenteRegisterLibr.V. 1390 1401. Cas E. p. 198.; berustende onder den Heere Griffier van Ali>hen. (0) Mieris Cbarterb. 111. D. p. 639.  CHR ON Y K. IV. Hoofdfl. $1$ veertien Gelderfche guldens , in mindering K&. van dat geld, het welk die Heemraad voor 1396. deze voorrechten beloofd had te zullen ge- ^O^den 17 van Lentemaand gaf Hertog Heuog Jlbrecht aan die van Geestmer - ambacht, Ur- geeft lem, Opdam, Heynsbroek, en allen, die in den aaneeniWaard gelegen zyn, en daar op wateren, degedorvryheid om fluizen te leggen in Heer. Huygen-?™™ Ayk, en te wateren op de Schermer, en deze^fw/fltó fluizen te verleggen, zo dikwils zy zulks goed- vrybeiii vinden , tusfehen Outdorp en Oeterleeck , by om fluirade van Dykgraaf, Heemraad,en gemeeneg« Waterfchap. welken gefchouwen zouden wor- in6^eer< den door den Dykgraaf en Heemraad, en bm- Huygennen de honderd roeden buiten of binnen niet dyk om mogen bevischt worden; en dat de kosten van dezelve zouden moeten gedragen worden door uit te wa. allen, die in den Waard wateren Geerfe Geerfe teren. gelyk; uitgenomen Urfem, Opdam, Heynsiroek en Spanbroek, die met zo vele honderden zouden gelden,als zy met dievanGmfmer-ambacht betaalden tot die fluizen, die in de nieuwe watering gelegd werden (q). Op den 24 dier zelfde maand verkocht Her-Vertog Albrecht aan Jan van Arkel, alle am-^Pt bachten, en gevolgen, hoffteden, vronen » van Ar~, voorhoven , meulen, meulenftal, vogelryen, kei de visfeheryen buiten en binnen , welken Guy ,feeu™' Graaf van Blois, van hem hield, gelegen inje^wej. Zeeland in de Dorpen wnZuidbeveland; alsm ken de den Graaf van Blois (p)Miz* is Cbarterb. III. D.p. 640. (j) Het zelfde Boek op dezelfde bladzyde. niclu' X 3  giéf VADERLAND SCHE Ao, den Broek, Steenvliet, Hinkelvoort, en Onder13015, dingen, i.ot een recht Zeelands leen; te aanvaarden , na den dood van den Graaf van Blois , of by zyn leven , indien Arkel des wegen met hem verdragen konde; waar voor hy erken? de voldaan te zyn, en welke koop tot meerder zekerheid door den Graaf van Oostervant s zynen zoon, bevestigd werd (r). Dezeleenen moeften aan den Hertog vervallen, na den dood van zynen neef den Graaf van Blois, ei\ dus had hy recht om cjezelven te verkopen. Geeft Op den 29 dier maand gaf hy aan Gillis aan Gil- van jQanngen een duin aan de zee , honderd llratin roeden lang, zo als het hem best geviel tege» een gen en in het ambacht Zuidivyk , om een heiduin van de(vlak land) van te maken,op dewelke hetG/Zweden* ^s enz^ne na^omelmgen zoude vryftaan ,om, aan de naar hun welgevallen, erven, groot of klein, zee in uit te geven, om huizen op te bouwen: en het am- dat hy en zyne nakomelingen tot een hofvanZuirf- v^scn zu'len heffen van eiken fchip, zo dikvoyk, om wils het daar aanlandt, een kabeljauw, vier een fchelvisfchen , en een fnees (twintig) fcholbuurtof ieri) in den tyd dat diergelyke visch gevanfv'hV6 êen wordti en voorts van alle andere goede1C en' ren den vyfentwintigften penning. Verder gaf hy vryheid, om daar na toe met goed te gaan en te keeren, en aan elk, waar hy ook gezeten ware, oorlof om op deze heide te komen wonen, behoudens hem zyn recht en heerlyKheid : en daarenboven aan allen deze ingezetenen de vryheid, om in de wildernisfe van (r) Mieris Cbarterb, III. D. p. 6^1.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 3^7 üan dat ambacht hunne fchaaren (kudden) te Ao: weiden, mits hem daar voor gevende zo veel i396._ als anderen gewoon waren. Dit alles echter onder voorwaarde , dat Gillis de helft van die hofvisch, envan dat pondgeld, aan hem zoude uitkeken, waar toe zyn rentmeester van Noordholland dezelve zoude verhuuren en verpachten en de helft der penningen ™Mhs*utoad ftellen (r). Dus trachtte hy het verminderen zvner inkomften, door het fchenkenvan hie* vryheid van tollen, om gereed geld, veroor-over. zaakt, door onzekere middelen te herftel- leiOP den 4«G«dB^,ïabrecbt aan zynen kamerling , Heere Liamei z van der Merwede , Heere van Stein en zyne aanDa„/. nakomelingen, de vryheid, om bet Noordlandtje ëlvan der lange als hy zoude goedvinden, en de beide o£hst einden vast te hechten aan den ouden Maas- Zuii. ea M zo als de Heemraad nut zoude oordee-jffooriSen ; op deze voorwaarden, dat de Hertog j^J* in de voorfchrevene landen het hoogegerecnt waar vaa zoude behouden, en jaarlyks vier fchellingen hy het van elke morgen lands trekken , maar dat iage geHeer DaniXl van hem te leen zoude houden rechtva» het dagelykfche 'gerecht, „tienden molen- de w rechten, visfcheryen, en alle vervallen, die leen eenen Ambachtsheere met recht toe behoren, houden? ook met magt om daar een Dykgraaf^en frS Ms. setrokken uit het Perkamente Register Libr. V 1390 _ i4oi. Cas E. p. 202.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. X 4  328 VADERLANDSCHE Ao. drie Heemraden in te zetten, en weder af te Z39<*e heerlykheidG^r,bin- (x) Mieris Cbarterb. llh D. p. 641. È '^rlt ?uU net' referte Register hibf. VC*W- M^- Cas E. p. 203 verfa berustende on- *„u\\\ n t«i' 1396- Cas R. tusfehen p. 147 en ,"bSusSe onde? denzelfden Heere.  330 VADERLANDSCHE Ao. nen Delft, welke de Abdisfe van Rynsburg 2_3jA_zich toegeëigend had, te mg genomen, doch Eigent °P den 16 van Hooimaand des volgenden jaars zich de aan haar wedergegeven had (6), zo nam hy,uit beerlyk- hoofde van de te vorengemelde brieven van \jbeer z?nen broederTOm,dezelve nu op den i X van binnen Grasmaand, weder in bezit, tot zo lange de geDeift, melde Abdisfe bewezen zoude hebben beter toe, recht op dezelve te hebben, dan hy:en beval aan Jan den Vlïeghcr , Schout van Delft. om dezelve aan te tasten en te berechten, tot wederzeggens toe (V). Dus gaf hy blyken van willekeuriglyk te handelen omtrentden eigendom der ingezetenen , naar dat zy by hem in gunst of ongunst Honden, Hertog Op den 19 dier zelfde maand gaf Hertog &TzLMrecht aande dorper-, Scager-, Wierit óeNydor-Ssr' en Langedyker - Coggen, voornaamlyk ter per-, Sca- beteugeling van der Baljuwen, Schouten, en ger.,Wie- Dienaaren fchraapzucht, de volgende vrvTange'dy- heden en voorrechten: ier-Cog- t- Dat gene Baljuwen, Schouten of Diege»i,eeni-naren by hunne aanftelling eenige fchatting fechten"'of giften van de ingezetenen zullen mogen tegen de vorderen , gelyk zulks te voren buitenfpofchraap- ri ggefchied was, op verbeurte van bet geld, zucht der het welke zy op hunne diensten ftaande hadBal ju. den; en beval ,dat niemand aan hun in dit geval wen en • • 1 1 ovv"' Schou. eenige gllte zoude mogen doen , op verbeurten, te van de helft meerder aan den Hertog. 2. Dae (é) Zie hier voren bl. 272. (e) Ms. gefchreven naar een brief in 't Memoria* le B. D. 1351—1396 Cas R. tusfehen p. 147 en 148; berustende onder den Heere Griffier vak Alpijen,  CHRONYK. IKHeoflfl- SJt « nit de Baliuw van Kennemeriand en Fries- Aa. 2. Uat^e,J,Ar„hnuten,ffene boete van 1306. land noch ^^X^nende.inhet ^ de Dorpen of gemeente,flaar denlnhoud gemeen zullen nemen , boetevanailo misdadieen . naar recht van den'and^ ' „ dezelve 2 ^ ^X^Sien, in de Pinxterdagen, goedVen verftandige knapen tot Schepenen 0 inn(I tP dienen; en dat bcnout en verllandig man uit dte D7SaTrSc°heotn, inbefchryving van Wvaard, by raad van vier goede en ver. heyrvaara, oy gemeente te benoe- SenS Kemandommiede (giften), gunst, of om noroen dat hy hun door de Baljuwen naar S en gewoonten van den lande recht en reent en ge nebben, van alle misda- S™£n hem brfreven, of ook «db» ken die °y van malkanderen te vorderen hadJen èn dat deBaljnwen, Schouten en Die„aars niemand iu gevangenis zullen brengen  33» VADERLANDSCHE ao. en houden, die, voor lyf en goed, zogoede , ;39Q- en ryke borgen kan ftellen, als hy zeifis: en dat zy ook de ingezetenen niet verder dagen mogen dan ter vierfchaar; ten zy dat iemand voor den Hertog over anderen klaagde, welken hy ter verantwoording voor zich dagen Verdere wilde. Voorts, dat het den ingezetenen van die van°aiie DorPen vry zoude ftaan»indien de Baljuwen, dezelve Schouten of Dienaars, boven dit, eenige gevoor- vangen hielden, elk in het ambacht, daar rechten, hy gezeten is, hunne medebuuren gevangen te houden, voor zo verre zy overbodig waren dezelven te verborgen , alware het dat de Baljuwen de borgtocht niet aannemen wilden, in welk geval de gemeente van dat Dorp die borgen zoude dwingen, de befchuldigden ter vierfchaar te brengen, of zeiven daar voor te voldoen. 6. Dat geen Schout of Paap in die Dorpen tappen of herberg zoude mogen houden, op de boete van tien pond daags voor den Hertog. 7. Dat gene Dykgraven , Heemraden of Klerken, of iemand van hunnent wegen, zullen mogen aannemen dyken, fluizen of overtomen , welken zy fchouwen, te maken in die Do; pen; en da elk, na de befteding derdyken, fluizen of overtomen, dien het toebehoort, des anderendaags dezelven mag aantasten zonder eenige fchade: en dat de Dykgraaf, in* dien de dyk zo gevaarlykgefchouwd werde, dat 'er fchade van mogt komen voor den lan-? de ,manninge (hulp van volk) zal bieden, naar den toeftan d van den dyk. , 8. En, dewyl getoond was, dat de zeedyk  CHRONY K. IV. Hoofdft. 333 te Winkel, negen honderd roeden lang , tot Ao. Drevbterland behorende, te laag en te fmal was, 1396» . om dat de Dykgraaf en Heemraden denzelven lietlyk keurden, en den arme luiden van Winkel meër belleden, dan zy volbrengen konden, waar door de dyken verzuimd en ongemaakt bleven, ter oorzaak van het geld, dat de Nog al Dykgraaf van elke roede jaarlyks nam, toty««re groot gevaar van den lande: zo beval hy aan aUe den Dykgraaf en Heemraad van den voor- deeze fchreven dvk te Winkel, denzelven temaken voorzo hoog en breed, als de dyken op de beide rechten, zyden gelegen, en naar die keur den dyk te fchouwen, op zulke boeten als men deandeie dyken fchouwt; en verbood aan hen, die het maken van den dyk zouden aannemen, op de boete van tien pond, eenig roedegeld te geven: en ook aan den Baljuw van MedenHik, Dykgraaf, Heemraden of Klerken eenig xoedegeld van de zodanigen te nemen. 9. Dat de ingezetenen dezer Dorpen, indien zy poorter worden in zyne of anderen Heeren Steden, of buur worden in andere Heeren landen, en echter in dezelve woonachtig blyven, met de buuren van het Dorp fchot zullen betalen, zo lange dat zy uit het Dorp vertrekken , en gaan wonen daar zy poorter of buur zyn. 10. Dat de Schouten in deze Dorpen niet meêr' dan vier dingdagen in het jaar zullen aanleggen: een in de week na den 14 van Louwmaand;een inde week na belokenPafche;den derden in de week na den 2 5 van Hooimaand ; en den vierden in de week na den 11 van Slachtmaand; en verder na eiken dingdag een panddag: welke ding- en panddagen de Schou-  334 VADERLANDSCHË Ao. Schouten, elk in zyn bedryf, in alle kerkeiï r- 39 zouden moeten doen afkondigen. Hier van floot hy echter uit zyne panding en fchulden , welken men ten allen tyde zoude mogen panden, als zyne dienstluiden zulks zou-» den bevelen. r r. Eindelyk gaf hy aan de ingezetenen dezer Dorpen het voorrecht, dat geen rechter, in zynen dienst, kennis zal nemen lan* ger dan een jaar , na dat de voorwaarden ge° fchieden, ten zy dat zy brieven namen van den rechter van de gemaakte voorwaarden, als zy gefchieden : waar van echter zyne fchulden uitgeflooten bleven \d). 'Aanmer- Uit deze handvest blykt, dat de Baljuwen j king o- Dykgraven en Heemraden, toen reeds hunne hand-eZefchraaPzucht 20 verre denteugel vierden, dat vest." zy tot nun voordeel de dykwerken zelf aannamen , en roedegelden vorderden , met gevaar van eene gehele overftroming des lands Waartoe vervoert niet de vervloekte geldzucht het menschlyke gemoed! de oorzaken inmiddels, gelyk reeds opgemerkt is, waren de fchraapzucht van den Hertog zelve, en de volgzucht van 's lands Grooten in de pracht van den Hertog. Hertog Op den zelfden dag gaf Hertog Albrecht aan fchenkt* de ingezetenen van Hoorn het voorrecht. dat aan die niemand Schout , Schepen of Kaad binvanWooninen die Stad zoude zyn, die niet reeds drie verfcuei- de voor- ■* rccnten * en ' (d~) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr.' V. 1390 1401. Cas. E. p. 207. verfa en log. berustende onder den Heere Griffier van Aifhen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 335 laren te voren daar poorter was geweest, en Ao. als zodanig fchot en fchoude betaald had. En, 13QO'. dewyl de vryheid der Stad aan ^ feekant zeer verminderd was, vermeerderde hy de- verg.: c zelve aan de landzyde , zo dat die gaan heid dM zoude van de Noorder Jmeyde tot ter PVyJenSr&&, toe op elke zyde van den weg vyftig roeden breèd. Voorts gaf hy aan de Stad het zetten van Klerken (Secretarisfen), Kosters en Schoolmeesters, na den dood der genen, die deze ampten nu bezaten (e). Ten zelfden dage ging hy een misbruik in Verbe- < den rechtbank van die zelfde Stad tegen, door tert o«* vast te ftellen.datSchepenen op eene boete yan tien pond voor elkSchepemgene vonmslen lan- misbrui, eer zullen ophouden dan drie rechtdagen,maar ken in dezelven op den vierden uitfpreken ; voor denwelk voorrecht de Stad hem beloofde, op™«J den 25 van Hooimaand des zelfden jaars, te diersud. zullen betalen drie honderd en m'mtig Hollandfche fchilden, doch het welke echter waarfchyn- Voor het lyk ook betrekkelyk is tot den voorgaanden voorrechtsbrief, dewyl 'er onbepaald van eene aan den handvest, gegeven op den ro van Grasmaand, Hertog gefproken wordt (ƒ). Dus waren de voor-zekere hechten, die hy gaf, gene enkele gunsten, gj« zelf gene vergeldingen van te voren aan hem gedane diensten, of verwachting van volharding in dezelven , gelyk het hoofd zyner 0 hand- (0 Mieris Chartert. III. D. p. 644. >/) Mss getrokken uit het Memoriale B. D. 135» —-1396 CasR. p- 148 verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. En gebrekkig byMisms Cbarterb. III. D. p. 645.  33# VADERLANDS CHÉ Ao. handvesten gemeenlylc behelst, maar gè139Ö. kochte eigendommen der ingezetenen , welken de Graaf, hoe verre men ook de dienst* Aanmer- baarheid en afhanglykheid der ingezetenen vergde~ moSte uitftrekken , zonder de hoogfte ongekochte rechtveerdigheid eri fnoodfte dwinglandy te voor- plegen , niet konde verbreken of krenken : rechten, in welk geval de ingezetenen een ontegenzeggelyk recht hadden, om dezelven tegen den Overheer te verdedigen. Beloften Kort voor dezen tyd moeten 'er hevige onvanHert. lusten in de Stad Dordrecht geweest zyn, in Albrnht zo verre dat fommige burgers de Stad wilvan Dor-den verraden, en verbranden , dewyl Herdrecht, tog Albrecht op den 25 van Grasmaand aan wegens de Stad, als eene gunst, belooft, dat alle ds bLne" ghene' die uit mfer fiede voe,fcr- gebannen nen. hn » om dat zy die verraedm en moert branden wouden, ende beruft fyn van qaadenopfet, dat aldaer gemaect was, en bier na in defen brief bi namen gefcreven flaen, als, waarop vyfendertig perfonen genoemd worden , of oei die ghene, die noch om dier fake wille voer fer. ut onfer (lede voorgenoemt, gebannen fullen worden , niet binnen onfer ftede voerfcr. vrihede comen en fullen , overmits eeniger gratie wille, die him te baten comen mochte, ten fy dat clc van de ghenen, die gebannet fyn, of noch gebannet fullen worden van den faken voerfcr. eerfl den tyd van fynre banninge uut onfer fleds voerfcr. vrihede geweefl heeft (g). Des (?) Ms. getrokken uit het Memoria'e B. D. 1351 1396. Cas R. p. 148- verfa No. 2.; berustende onder den Heere GriiHer van Alfuen.  CHRONYK. W. Hoofdfl. 337 Des anderen daags , den 26 van Gras- 1396. maand , beloofde Hertog Albrecht den Abt en het Convent van Egmond, die hem geklaagd JJ^J;^' hadden door Heer Ar ent (of Arnold) van Eg- looft den flionrf, Heer van Tsfelflein, in allerhande rech-^en ten en heerlykheden, welken zy van de voorige hetKlooGraven van Holland verkregen hadden, verkort J«j«m te worden, dat hy, als Patroon van dat Kloos- tegen ter, door Heer Arent, hun reden en befcheid Heer Afzoude doen hebben van alle deze gefchillen, noid van naar het betoog dat zy hem ter weder.zyde zouden geven (*) ; en op den 6 van Bloei- bezkytin. maand daar aan volgende verklaarde hy, dat gen te de Abt van Egmond, de Heer Joban van Weent, befcher. en zyne Kloosterbroeders hem weder opgedra- , gen hadden het ganfche hooge rechtsgebied, gen het dat zy uit gifte zyner voorvaderen verkree- Klooster gen hadden, en waarin zy door de Heeren van hem het Egmond voor henen en door den tegenwoor- Jooge^ digen nu met geweld belemmerd waren; uit-|andes. gezonderd het recht van den Moolen en het zelfs Schoutfchap, en al 't gebouwde en ongebouw- heerlykdeland, tusfehen Aremcrfwet en Winnemer- hedan fnet, om dat hooge rechtsgebied ten allen dfa"agti tyde onmiddelyk te bezitten ; en dat hy dit hooo-e rechtsgebied op die voorwaarde weder had°aangenomen , en beloofde voorts het zelve nooit te vervreemden, te verkopen of in eeniger wyze aan iemand over te dragen, maar het zelve in het Graaffchap ingelyfd te doen (£) Ms. getrokken uit het Memoriale B. D. 1351-— 1396. Cas R. p. 149, berustende onder den Heere Griffier van Alpsen. I. Deel. Y  338 VADERLANDSCHE Ao. doen blyven: en eindelyk dat hy het voornoem1306. de Klooster , als een getrouw Voorftander, ' in alle andere gerechtigheden , inkomsten, goederen, tienden en bezittingen tegen Amold van Egmond en zyne nakonielingfchap , als mede tegen alle anderen , die het zelve fchade of overlast zouden willen aandoen, zoude befchermen (;).Dus dwong hy aan de beledigde party die goederen af,omtrent welken zy klaagde mhhandejd te worden, en beloofde voor het overige haar te helpen. Voorwaar eene uitmuntende rechtsbeftiering in eenen Opperheer ! Hertog Op den 57 van Grasmaand beval Hertog Mr'ecbt sllbrccbt aan Gerrit van Heemskerk, Baljuw van de'iluls Mcdenblik, en Dirk van Poelgeest, Rentmeesen (jg ter van Kcnnemcrland en Friesland, om de fluis Nonr.ler- \\\ de Nomdcrkaag , by MederMik, ten einde kaag met net gevaar van doorbraak weg te nemen, te lèineo'' overpaalen met eene dubbele paaüng van elverpaa- zenhout, tot aan het naaste rietland, met len. overleg van den Dykgraaf, Heemraad , Wairfchap en Vroedfchap van Üverleker- ambacht voor dat jaar ten koste van dat Ambacht; en dat zy de gelden , daar toe nodig, by de ingezetenen van het zelve, van elke morgen twaalf penningen Hollands, moesten inzamelen, om vroegtyds deiloffenen gereedfehappen daar toe te koopen , het welke door de Wairsluulen van dat Ambacht ten meesten oorhaar zoude gefchieden , waar van zy aan den Baljuw en Rentmeester voornoemd, en aan (ï) Mieris Cbarterb. III. D. p. 645,046.  CHRONYK. W. Hoofdfl. 339 aan den Dykgraaf en Heemraad, goede re- Aö. kenine zouden moeten doen (£)• ' rrr I39<5. Ten zelfden dage verpachte hy het Water- - graafsmeer , by Amfierdam , aan JA^^JSt,* Sibrant Vrefe, Amfter dammeren, voqr den tyd van dertien jaren, om twintig pond s jaarlyks, graafs. zulk geld, als hy van zyne renten 11T Amfiel- meer. lan^Maasdyk bv Woudrkbm dezen winter Hertog ingebroken zynde door verzuim der ingeze- f^ecbt tenen van den lande van Altena , waar door aan dje de GrooteflPaar//overftroomdwas,en nog bleet, van Doftot groot nadeel der ingezetenen, en vooral M« en ook van Dordrecht en Geertruidenberg, zo be- ^rtrjuval Hertog Albrecht, op den ió van Bloei- de dyjv maand dit te verhoeden; en verklaarduaan rechten die Ste'den op hun verzoek andere dykrech- tot het ten in den lande van Altena gegeven te heb- I^J-» ben, en by dezelven te zullen blyven; enten u„en dien einde met dezen tegenwoordigen briel i10uden , ai'e de dvkrechten van den Grooten Waard te en geene bevestigen; ook beloofde hy aan niemand jryhe^ daar tegen eenige handvesten ot vryneaente tegen te zullen geven, waar door die dykrechtenver-geven. minderd of gekrenkt konden worden Cm). Dn den 21 van die zelfde maand had Hertog UP u Her- Albrecht, fffl Ms. getrokken uit het Memoriale B.D. 1351 — 1396. Cas li. p. 150 , berustende onder den Heere Griffier van Alphen *' . , . As Ms Uit het zelfde Memoriale p. 149-, berin. rende onder denzelfden Heere. (m) Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. v.^90 _L Uoi. CasE.p.212verfa; bemstendeonder den zelfden Heere. Y a  340 VADER LANDSCHE Ao. Hertog Albrecht reeds bevolen aan zyne, en an1396. derer Heeren onderdaanen , die zich met ter * woon in Oost- Friesland hadden nedergezet, en ócOost* ^aarc'oorz^nevyanden»deOMf/n'e2e»fterkten, friezen dat Land te verlaaten, en hun vry geleide gegebeoorlo- ven,om te gaan en te keeren overal in zyne langen , den, als ook vryheid om in dezelven te woonen, r°neCon met bedreiging, dat, indien zyne, ofanderer dérdaa"" Heeren onderdaanen , dit bevel niet gehoornen uit zaamden, zy minder genade by hem zouden Friesland vinden, dan zyne openbare vyanden; dewyl hy te huis; v00rnemens was de Oostfriezen weder tot de gehoorzaamheid aan hem en zyne nakomelingen te brengen , tot de welke zy, als zyn vaderlyke erf, verpligt waren, volgens eer, en eed, en hulde, welke zy, en hunne voorvaders , aan de Graven van Holland en Zeeland, en Heeren van Friesland gedaan hadden: en zich zeiven , en zyne Baanrotzen vergoeding te doen hebben van het nadeel in de nederlaag, door Graaf Willem den IV. geleeden (n). lngevolgehier van beval hynu, op den 11 van Zomermaand, aan alle Steden, Dorpen en Gemeenten zorge te dragen, dat 'er gene fchepen buiten 's lands vervoerd werden.op lyf en goed: En dat de ingezetenen met hunne fchepen na Braband, Vlaanderen, Gelderland en elders binnen 's lands, wel mogten varen, onder voorwaarde van weder in den lande te zullen zyn voor den 1 van Oogstmaand naastkomende Co). Op (?0 Ms. gefchrcven naareen Brief in het MetnorialeYi. D. 1351 -1396 Cas R , tusfehen p. 152 en 153,berustende onder den HeereGriffier vanAlphen.Sciiwartzenbf.ro, Groot Placaat- en Charterboek van Frü'land, I. D. p 256. (») Ms. gefchre ven naar een Brief in het zelfde Msmn- rr-  CHRONYK. IV. Hoofdfl. u1 Op den 9 van Hooimaand gaf Hertog Al- Ao. hrechtzzn die van Enkhuizen en Gommerkcrfpel, i396 1 Plaatzen Hertog Willem in den jaren ï,55 tot eene Stadhadzaamgevoegd,en ge- Ceeft^ wild dat zy Enkhuizen zoude heeten (/O ea het voorrecht, dat hy en zyne nazaten uit Gommereen getal van zestig perfonen zeven Sche- jgjrf penenS zoude kiezen, des zondags na Hemelvaardsdag, om een jaar te dienen (™. ScuWABTznNBBRG, Cbarterb.vanFneslandhD. p. =57(p) Mieris Cbarterb. II. D. p. 826 . 827Xf) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V.1390- 1401. Cas E.p. 218. verfa; onderdenzelfden Heere berustende. (r) Zie hier voren bl. 238. . ^ m Ms. getrokken uit het Memcnale B. D 1351 „U ■ I396. Cas R- P- 155-verfa, en berustende onder denzelfden Heere. Y 3  34i VADERLANDSCHE Ao. Palensgrave enz. , ende Heer van Westfrieslant X306. verlengt heeft, welke voorfchreeven vrede wy be- " koven te houden voor ons en de voor alle onfe on- derfaeten , duyrende van 's Pietersdage ad vincula naestcomende (den 1 van Oogstmaand) tot onfer Vrouwen dage asfnmtionis (den 15 derzelver maand) en dien dag al tot des anderen da^es finnen opganck in alle manier e als die eerfte vredebrief inhielt, die f prekende is van twintig jaeren, zonder al argelist (O- Waarfchynlyk heeft dit beftand gediend, om in dien tyd een vast vergelyk te treffen, gelyk deze edelmoedige vryheidlievende Friezen , door zodanige onderhandelingen , den Hertog te meermalen opgehouden hadden (w); om welk beftand te trefZet ten fen Hertog Albrecht, op den 10 van Zomereinde maand, aan de Oostfriezen van Oostergo en Wesbeftatd ter&° toc noncterd perfonen toe vry geleide den oor- had gegeven fV). Niettegenftaande dit belog te- ft.and zette de Hertog de toebereidzelen tot gen hen den oorlog y verig voort, dewyl hy, op den 17 voor£• van Hooimaand , met zynen Raad beval alle koggen en andere groote fchepen, als zy binnen kwamen, aan te houden, en na Enkhuizen in Westfriesland te laten varen , om minen Bere en fyn lude ahlacr te wachten ende ever te voeren in Oostfrieslant (w), en met reden , dewyl terftond nahet eindigen van dit beftand de oorlog tegen de Oestfriez&n is voortgezet : naamlykop den ouden voet, metrovercijen ter zee, (;) Mieris Cbarterb. III. D. p. 648. (u) Zie hier voren bladz. 210 243.246. (y) ScnwflRTZENiSERcCAnrffrt. van Friesl.,1.D. P.S56, lw) Ms. getrokken uit her Memorialen. D. 1351 — 5396. Cas R. pan 156.; berustende onderden Heeye Griffier van Alphen,  zee, en fomtyds ^^Thc^I^^ bljkt uit de volroagten door 1»e«°S d aa'n fotoigen ge & ™ ,^7 voor- „M ;«w»n, fl» *» ITs ySl Hertog . heerlicheit toebehoort wat™, At onder-»™. rlifi niet oorlogzuchtig was, tot »« ™ »„„ niet oor 6 o hebbe, zyn nemen van d?"" S°"°* en1e hedendaag- M,„h, het onze oude Schryvers en <■= ifedfenoor. fchen, die de ouden gevol8d hf,°e",' ,„g „„. T- enTS dTn^on-uftedwïsfSe°„, *£* „X Graaf'^e.» »r Op---. r,LP/vL «fi* **** M^-W, met betaamde eenen L ms, meg j dg den &5 ^Sr^ noudoom, die door de zelven. f>«wn ^'"f™' wiensiiehaamenfchildnog 269. Y 4  344 VADERLANDSCHE Ao gewroken Maar, behalven de onwaar- _139_6_ fchynlykheid, dat hem dees hoon zoude gedaan zyn aan de tafel van Karei den VI by Omvaar- wien hy wel gezien was, en aan wiens hof hy beYd 1; t zwa§e,r' va^grTaanzien en gezag.had» door de l_e weten den Graaf van Nivers, Erfprins van oude Bourgogne, zo is het niet mogelyk, dat hem Schryve- dezelve zoude gedaan zyn in den jare io9: en dus in denzd- a\ To.n. i Letd.Libr. XXXI. Cap. 51. Froissart Vol. I/. ^»ap. 7 7 P- *» s » Eggerics Benin- Matth. Anal tom. ui. p- .sl~li• S Evwtth. Aal. tom. IV. P. 161. CbrotUC. Te HÜtSdX denzelfden, tom. V. p.575. Veldenae* Qjronyk van Holland p. go. (ÏÏS^txfvSo^maand i3»6, heeft He, to^ iüSrf in den »wg üitfpraak gedaan tusfehen den SLÏÏl^ en d"n Domproost van M ,we!Ïrs de" doodflag aan Rembrand Gerbrantszoonbcgw. £^Gkkenuit%etiM^or«,I,'B.£. W-JSggJ* ViR veria en 159 jberustende onder duiiHeeieGuluer %SS2££. OP den 9 van Herfstmaand heeft byte  348 VA DERL ANDSCHE Ao ven tyd dien tocht naar Oostfriesland niet kan i 3y6. gedaan hebben. Daarenboven is de geheele toe- Haarlmzm de Baljuwen van Medenblik, Kennemerland en Amftelland bevolen, de landweer tegen de O st friezen te befchermen, en allen toevoer, van wienhe ook mogte zyn, te verhinderen. Ms. getrokken uit dér^n 'P- «» verfa, blusten e onder den zelfden Heere. En Cbarte.b. van Friesland van den hoog Ed. Heere Baron van SchwartzhSo. i. U. p. i59, en ter ze!ver plaaize en dage meêr an- ™fnïheVlnKVa" ^M aart- °P d™ '7 dier zelfde maand heeft hy ,n den Haag aan die van Haarlem ge. geven de kostery, en daarenboven de vryheid oIn hunne in zyne landen bezette burgeren en hunne goederen te mo^en affchryven. Mieris Cbarterb. III." D p. 049 Ms. getrokken uit het zelfde Memoriale p i6i ; berustende onder den Heere Griffier van aL phf.n En op den *6 dier zelfde maand geeft hy in den Haag jan de Begynen te Hoorn eenige voorrechten. Ms. getrokken uit het Perkamente?Register Libr. V. i3oo ,4oi. Ca, E. p. 2l2; beruste" de onder denzelfden Heere. En op den i van Wynmaand geeft hy in den Haag vryheid aan eenigen om op de Oostfriezen te fhoopen. Schwartzenberq Cbartere. van Friesland, I. D. p.26i. Op den 4 dier maand fcheldt hy ter zeiver plaatze aan Jan den bas. taard van Brederode, zyne breuke kwyt. Ms eetrok- ken uit het Memoriale B. D. 1351 ^ caf R. p. 163 ; berustende onder den meergemelden Heere Griffier van Alphen.Eh den volgenden dag geeft hy ter zelfder plaatze bevel, om het huis Arenhber» op te e.fchen Ms. getrokken uit het zelfde Memorialen. 163. verfa ; berusiende onder denzelfden fleere. Op den 7 dier maand geeft hy ter zelfder plaatze aan die van Medenblik een handvest, om Schepenen te mogen kiezen. Ms. getrokken uit bet Perkamente Register Libr. V. ,390 _ j40r. Cas E. p. 223. • berustende onder denzelfden Heere Griffier van Alphen Op den 2 van Slachtmaand geeft hy aan eenige Stel den van Holland en Wesxfrieslattd bevel, om de Aromen  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 340 toerusting tot dien tocht,in den jare 1398, eerst Ao: gemaakt; en zyn a!s toen de bondgenooten, de 1396. En 666, 667, 668. 670. 673, 674. 676. 678, 679,680. 683, en het gene nog verder kan getoond worden uit verfcheide Ms. gecrokken mthetPerkamenteRegisterLibr.V. Ï390 - 1401., dewelken alle berusten onder den Heere Griffier van Alphen , en behelzen eenige brieven , die invallen tusfehen die, welken Mieris in het Charterboek heeft uitgegeven ; gelyk ook uit de brieven in het Charterboek van Friesland van den Heere Schwartzsnberc I. D p. 259- te Haarlem p 259, 260, 261. in den Haag p. 262, 263, 264, 265. 266,267,268.271. 272, 273- 27S- 27ó» *77» 27$> ^TJ-  S50 VADERLANDSCHE Ao. mxig Karei den VI gebruikt in Engeland, om 1396. den vrede tusfehen Engeland en Frankryk te be- ~ 'vestigen, en het huwlyk te fluiten tusfehen den Koning van Engeland en Izabella, zyne dochter; en, wanneer daar na Koning Richard ten dien einde naarCalais was overgekomen, is de Graaf vanSainèl fW,opden 15 vanOogstmaand ,met den Hertog van Bourgogne aldaar by hem gekomen (/); en , wanneer de Koning van Engeland, om dezen vrede te doen goedkeuren en bevestigen , naar Engeland weder overftak, zyn de Hertog van Bourgogne en de Graaf van Saincl Paul wedergekeerd na den Koning van Frankryk, die zich te Amiens ophield; en , wanneer de Koning van Engeland, na een verblyf van vyf dagen in Engeland, weder te Calais was gekomen, zond Koning Karei den Graaf van Saincl Paul aan hem te Calais, om hem van alles te verwittigen , van waar die Graaf weder met de Hertogen van Lankaster en Beaufort naar St. Omer by den Koning gekeerd is, om hem verflag te doen (?«). Al het welke gebeurd is in dien tyd, dat Hertog Albrecht gezegd wordt, den tocht tegen de Friezen gedaan te hebben, in den jare 1396, het welke dus, door de tegenwoordigheid van den Graaf van Saincl Paul, in Engeland en Frankryk, tegengefproken wordt. Men vindt echter een vrygeleide brief van Tegen- den Hertog Albrecht, op den 26 van Bloeibeden- maand king op Atrfmer- (/) Froissart Vol. IV. Chap. LXXV. p. 219. 221. kingen. ("0 °e zelfden Chap. LXXVIII. p. 227.  CHRONYK. W. Hoofdfl. 35* ^,*n H i - 07, eeceven aan zekeren Mefyr Po«- Ao. Si» zegt : W* 7/« fri«to»i , eer wy onze reyfe aklair deden, onfe IZTfenden ende fcreeven, (te weten «O op den ai van Grasmaand 1396) f ymanx dair gefeten, comen wilde onder ons nu kide geven wilden onder ons te wonen (o) , enz Hier fpreekt de Hertog van zyne reis naar Frieslaïd, naden 21 van Bloeimaand 1396. en voor den 26 dier zelfde maand 1397Maar welke eene reis naar Friesland dit ooKmo- Weder_ 2e geweest zyn, of hy in dien tyd eens by leggjng • den Heer van de Kuinder geweest zy om van ™ deze naby te zien , of hy met den twerfpaltder te.enbe Friezen zyn voordeel konde doen, (het welke door de aangehaaldeftukken, welkenhetverblvf van den Hertog m dien tyd in Holland bepalen , echter onwaarfchynlyk gemaakt wordt, waarom wy denken , dat in den da- BeMt turn van dezen brief een fchryffeil begaan is) wegen? zo is dit nochtans zeker uit het voorgetelde, dien misdat die reis zyne heirtocht in Friesland met «ag. kan geweest zyn. Om dien aangevangenen oorlog, ware het Hertog Jgelyk< ras ten einde te brengen en £££ den Oostfriezen alle landingen, enftroopenj- zyneBaI. en in Holland en Westfriesland te beletten ,be- juwen val Hertog Albrecht, op den 9 en 26 van Herfst- den toemaand ,aan Gerrit van Heemskerk Baljuw van jogau» Medenblik, Jan van Heenvliet, Baljuw van Am- friezen te [tel beletten, en hen te (n) Zie hier voren bl. 340- . (0) Schwartzenberg CiarterS. non Fn«/,I.D p. 266.  352 VADERLANDSCHE Ao. (lelland en Florens van Borfekn , Baljuw van 1396. Kennemerland, zorg te dragen, dat zyne, of ,„,tf.v Pn anderer Heeren onderdanen den Oostfriezen te lande §een toevoer van eet-of andere waaren bragte be- ten, en de zodanigen, als zyne vyanden, naar fchadi- het recht van den oorlog te vangen, en te £en- fchatten: voorts om, op hunne eigene kosten , den vyand te water en te land te befchadigen , waar voor zyin eigen dom zouden hebben alles, wat zy op hem , of die genen , die hem toevoer bragten , konden veroveren (p). Ver. Ten zelfden einde fchreef hy aan de Stezoekt den van het Sticht Utrecht, aan den Bisfchop den Bis- van Utrecht, en aan den Hertog van Gelder, Steden6" dat h? m 00rloSvvas me^ de Oostfriczen, en vervan het zocht, dat zy aan hunne burgeren en onderdaSticht U. nen wilden verbieden, om dezen zyne vyanden tredt en eenigen toevoer te brengen, en hen dus te ftert0eonvanr'ken, als willende gene verantwoording doen Celder, van de fchade, welke hunne onderdanen van om den zynent wegen daarom mogten lyden (q). Oostfne- Om den Oostfriezen zo veel te meer afbreuk toevoer" te düen' gafnvniet al!een aan zyne onderdanen te zen- (ƒ)> maar ook aan de Ehgeljcben, vryheid, den. om op hen te water en te lande te ftroopen, op f» Ms, Getrokken uit het Memoriale B. D. 1351 —. 1396. Cas R. p. 159 veria; berustende onderden Heere Griffier van Alphen. Schwartzenberg Charterboek van Friesland, 1. D. p. 259. iq) Ms. getrokken uithet zelfde Memorialen. 160. onder denzelfden Heere Griffier van Alphen berustende. SchwaPvTZenbêrg Cbarterb. van Friesland, I. D. p. 260. (r) Denzelfden, Cbarterb. van Friesl. 1. Ü.p. zój.  CHRONYK.//7. Hoofdjï. 353 cp hun eigen winst en verlies , onder voor- ^ waarde, dat zo zy floten,landen,ofheerlyk- _J±~ heden bemagtigden, dezelven hem m eigen- ^eft - dom zouden moeten overgeleverd worden (s , den Enenlt zy de eüanden Ameland en ter Schelhng ^ niet befchadigen zouden. , 0mde Op den 17 van Herfstmaand gat Hertog Al- Oostffie. brecht aan die van Haarlem de kostery der Stad ^b* na den dood van den tegenwoordigen bezit- fchaditer, zo nogtbans ,dat zy terftond met hem de genkosters zouden aanftellen en by wangedrag Geeft afzetten; het welke zy na zynen dood alleen aan de zouden doen: en voorts , dat de Heemraad van llhynland geen morgen - geld gaderen , or dekoste. zetten zal , ten zv met toevoeging van een rye„ an. of twee van des Hertogen Raade, en van dedere Steden Haarlem en Leyden , ten ware die Heemraad met brieven konde bewyzen5dat zulks ongeoorloofd was (0- „, , ,. ,> ■ , Ten zelfden dage gaf hy ook aan die zelf- ook dat de Stad het voorrecht, dat die van den Gerech- haare te haare burgers , welken in perfoon , of J»»8f™ goederen , elders bezet waren , by brieven metrecht mogten afleiden van het Gerecht dier p.aat- m0gen ze, daar de bezetting gedaan was, even zo worden wel als of twee gezwoorene uuden GerechreDLzetvan Haarlem zulks deeden; met verbod aan alle Rechteren in zyne landen van in dat geval over de burgeren vanHaarlem of hunne goede» r,\ Ms. cetrokken uit her Memoriale H.D. m*—„06. Cas 11. p. 160. verfa; berustende onder den BeereGriffier van Alfhen. Schwakts. nuerg Cbarterb. Van Friesl.. LD p.261. (t) Mieris Cbarterb. III. D. p. 64c, LDeel. Z  354 VADERLANDSCHE Ao. deren recht te vorderen of te doen (v). ■'396». fn dezen Zomer vergaderde Heer Jan van Heer fan ^einejlein, Bastaard van Jan van Arkel, BisvanRei fchop van Utrecht, eenige krygsknechtenuit neflein Gelderland en Luik, viel daar mede in het land beoor- van Vanen, en voerde van daar een groten «JenSHeer °P z^n ^u's ^einefiein , het welke hy van ^ia-nieuw getimmerd had. Heer Hendrik van Vu nen. anen, dus onzagt gewekt, verzocht terftond om hulp aan die van Utrecht, dewelke hem zeer fpoediglyk gezonden werd; waar mede hy Jan van Reineffein zo wakker aantaste, dat deze ge. noodzaakt xverd met de zynen op zyn flot Reincjlein te wyken; het welke aanftonds door den Heer van Vianen, met nieuwe hulp der Utrechtfen gefterkt,ingelloten ,en belegerd werd. De Bis- De Bisfchop van Utrecht, Frederik van Blanfchop kenheim, die op dien tyd in Overysfel, en moogtnctt' te ®eventer > was» d*£ genoordhebbende, neemt kwam terftond over en zette het beleg zeer het flot ernftig voort, waar tegen Heer Jan zich wel vanRei- kloekmoedig verdedigde; maar, de voorraad neftem beginnende teonbreken, was hy eindelyk geflechthetnoodzaakt, zich met de zynen, behoudens zelve, het leven , aan den Bisfchop over te geven, die hen allen naar Utrecht in gevangenis voerde, en naderhand voor veel geld, en op belofte van tegen hem of het Sticht nimmer iets vyandigs te ondernemen, ontlloeg(tu), hebbende te voren het huis Reinejlein ten gronde toe gefiecht. De- (t>) Ms. getrokken uithet MemorialeB. D. 1351 ■ 1396. Cas R. p. 161; berustende onderden Heere Griffier van Alfhen. (w) JoAN.è Leid.Libr,XXXI. Cap. 53. Joan.de Beka  CHRONYK.JT. Hoofdji. 355 A(% Dewvl Heer Paulus van Haastrecht , Hof- 6, meester f af) van Hertog Albrecht, lyfengoed —— aan hem verbeurd had, (door welkemisdaad Hertog s onbekend) zo beval de Hertogopjden, s van Wynmaand aan den Baljuw van Delfland, Phi ^ lip van der Spange, het huis Arendsbergen, het jrends. tïe aan Heer Paulus behoorde, met al hmop gene daar op , en alles wat van het^ ze -teer^ ve afhanglyk was, op te eifchen, en gela"e demistevens aan alle zyne onderzaten, dat zy, des daaJ van SS* den voorfchreven Baljuw PflB/« Testen byllffln,omd.tH^tebemW£tf< (tf De Baljuw, dezen eisch den volgenden ^ iag doende, kreeg van den Kastelein van A■rendsbergcn, Willem Coecbacker, ten antwoor- DeKas. de dat hy het zelve niet konde overgeven telein buiten weten van den Jonkheer Jan ™>f ^e kei, die hem het zelve te bewaren naa gege op te ge» ven doch dat hy dien eisch in allen fpoed aan ven f bui. den 'jonkheer van Arkel zoude laten weeten; en ten we. Sdoofde voorts dat Huis niet te zullen fpyzen «n van en fterken tegen den Hertog Albrecht (z). ^ mn Men vindt niet aangetekend, welken de gevol- ArkeL gen hier van geweest zyn. Ondertusfchen fiet men hier weder een ftaaltje van de gro-AanmeriTmagt en ftoutheid.van het H-^ ^ kei ; en van het geringe ontzag , het wel^ ka Chron. Autt. by matth.. Anal. tom. III. P- 3°*- • (X) Mieris Cbarterb. III. D. p. SS3- • (i's Ms. getrokken uit het MemortaleB. u. 135» 1396. Cas R. pag. 163.; berustende onderden Heere Griffier van Alpiien. ,cj~m. (O Ms. gefchreven naar een Brief in het zelfde MeJriile, tnsfchen p. 148 en 149; berustende onder denzelfden Heere. z %  356 VADERLANDSCHE Ao. ke de dienaars en leenmannen van dat 1396- Huis voor hunnen wettigen Overheer, Hertog Albrecht, hadden. Jbrecbt °P den 7 van Wynmaand gaf Hertog AU geeft "aan brecht aan de Stad Medenblik het voorrecht, Meden- dat de Schout aldaar , op den eerlten van btik het Slachtmaand, ten eeuwigen dage zeven Schere°chtvanPene.n uit de Burgery zal kiezen, om een jaar Schepe- te dienen, en dat hy , by aflyvig worden of nen te vertrek buitens lands van een der Schepenen, kiezen. een ancJer in zyne plaatze zal zetten, omdat jaar uit te dienen («). Eevcelt Op den 2 van Slachtmaand beval Hertog de -ftroo- Albrecht aan Amfterdam, Mcnikendam, Edam, men Hoorn , Enkhuizen , Medenblik , en den Baljur*e°huise wen van Amflelland en van Medenblik, om elk komende met een bepaald getal van gewapende burgeren Schepen op den ftroom te gaan leggen,ten einde de uit de te bevei- Qostzce te huis varende ingezetenen en vreemden. ^ kooplieden tegen de Oostfriezen, die zich' op de ftroorr.en gelegd hadden, te befchermen, met vryheid, van op die ftroomen te mogen blyven, om de Oost friezen te befchadigen , wanneer de verwacht wordende Schepen zouden te huis gekomen zyn (b). Hertog Ten zelfden dage herftelde hy voor altoos rférftcf' de ^tad Alkmaar in haar oude dykrecht in het Alkmaar ^and van ^verdHe >met verbod aan den Baljuw van (a) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 1401. Cas E.p. 223; berustende onderden Heere Griffier van Alphen. (6) Ms.Gefchreven naar een Briefin het yemorialeQ. D- 1351 - I3°<5. Cas R. tusfehen pag, 164 en 166; beiustende onder denzelfden Heere. Schwaetzenuerc Cbarterb. van Friesl. I.D. p. 262.  C H R O N Y K. F. Hoofdfl. 357 van Kennemerland en Friesland en aan den Dyk- Ao. graaf en Heemraden , van daar over immer J39Q«. vonniste wyzen, wanneerzyvanzynent wege ;nhaar op den Schaderdam zouden te recht zitten (c). dykrecht Op den 31 van Wintermaand gaf Hertog^/- in Over. Irecht aan die van Kaarden, welken door brand beveel geleden hadden, om zich te herftellen, het Gecft voorrecht dat deSchout enSchepenen vanAW• aan die den, voortaan berechten zullen alle fngtale vanAtorende rechte, die voirtaen meer gevalt'en fullen op ge|an_ ten lande ende eifenisfe, die gelegen fyn van Hi- den te lyaers laen uter meer in die zee , alfo verre afrberechdat harde gaen mach , ende van den Loedyc:an ten , die Kruisbergen , ende dat recht tot Lutticken Ln- ^ ghe, ende voirt an der drift thoe, en voirt by Don- Muiier. gen om in der zee. Welke lande en erfenisfe tot berg bedefen dagen thoe, gelegen geweest fyn in den ^«hoord van Muyderberg en onfe Scout van Muyder-tiaaaen' berg met onfen Scepenen aldair alle dingtale berecht heeft {d). Op dien zelfden dag gaf Guy van Castihon, De Graaf Graaf van Blois , verbeterde handvesten en van Blois rechten aan die van Westzanen en Krommenie ,^*wm in welken hy vastftelde onder anderen, dat nen en geen Dienstman in die ambachten mogtwoo- Krommenen- dat de Schepenen en Schout aldaar geen me handKeef kinderen (e) zullen mogen zyn: en dat devesten- geen, (c) Mieris Cbarterb. III. D.p. 649. (d~) Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. V n9o — 1401. Cas E.p. 228 verfaen 229; berusten, de onder den Heere Griffier van Auhen (e-) Keefkinderen: anders ook wel gezegd;Keveskm. deren : Keef skinderen; Keifskinder en; Kebskmderen, Kefskinderen; dat is: Bastaarden; Onechte Kinderen: zonder onderfcheid, of dezelven geboren zyn ex Concubma; five ex Me-etrice\ [me ex Adultem: Want Kebjen; KeJ Z 3 fen'  358 VADERLANDSCHE Ao. geen, die zyn lyf verbeurt, niet meêr van zyn IS96. goed zal verbeuren,dan de helft: en voorts, dat zy door alle zyne landen , zo veel hem aanging , tolvry zouden zyn ( ƒ): DochdeHer1397. tog ook had in die zelfde landen zyne tollen. ' Op den 10 van Louwmaand desjaars 1397, Jlbrecbt ontfinS Hert°g Albrecht van de Vrouwe van eeer-t aan Sr Maartensdyk, engafwederinleenaanHeer Dirk van Dirk van Borfelen, haaren zoon, Heer van ZuiBorfelen \mt de heerlykheid Schoot, met deszelfs hoog de heer- en laag Gerecht, in Rhynland, tusfehen Nieuiykheid koop, Nieuveen, Korteraar en Zevenhoven geleScboot. gen; welke heerlykheid vervolgens ten deele is verveend, en voorts naderhand geheel door de Nieukoopfche plasingezwolgen fg). Die van I" dezen tyd heeft 'jan van Beyeren, de zoon het ge- van Hertog Albrecht, die door zyne heerschflagt van ZUcht een weerzin had in den Geestlyken ftaat, be7overfreeds getracht denzelven te verlaten, en het den Her-bisdom Luik tot zyn voordeel aan een andeïog, in- ren over te doen, (gelyk hy naderhand in den dien hy jare afftand daar van gedaan heeft) zo ^^'als blykt uit eenen voor handen zynde Brief lemvan van den 18 van Sprokkelmaand, dat Hertog Brederode Albrecht beloofd had aan Willem van Brederode, dat Jen ; Kruefen ; Keeffen; beteekentniet alleen een Byzit bonden; maar ook wel Fornicari; en fomtyds mede Adulterari; enKebfe, Kebisfe; Kevisfe; Kebswyf; koomt voor als een Byzit, Concubina ; ook wel voor Pcllex; Pallaca; en mede voor Adultera: Dus mede Kebsdom; Kevisdom; niet alleen voor Concubinatus ; maar insgeiyks voor Meretricium; en voor Adulterium. (ƒ) Mieris Cbarterb.Ul. D. p.651. (g) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr, V. 1390 1401. Cas E. p. 219. verfa; berustendeoa- ster den Heere Griffier vak Am-ben.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 359 dat hv bv den Paus zoude te wege brengen, Ao. dat hem het Bisdom Luik werde opgedragen 1397^ by afftand van Jan van Beyeren verkozen Bisfchop van Luik : waar voor Jan van B,e- lJjsdom j j „,n broeder; Philips van Folanen,Jan Luikbe. derode ^1°°^^ .JnWalravenvanBre-vonWl van Heemflede, Kidüers by wordt, derode, Knaap, den Hertog beloven1 oy^ hunnen broeder en neef #W«b te zullen^be mec het werken dat hy zich verbmde, met zyne Rid-Bisdom IrsKnaanen en Kerke, niet alleen mets te-den Herfen den Hertog, of in het vervolg tegen zy-to^l^ ne zoonen en hunne landen, te zullen onüer- en de Ie "-da Yl ; hïlsfom3 zoude regeren Sdanige Raden , als de Hertog hem zoudej^ eedragen , om zyn zoon Jan tot Bisichop te foen verkiezen, betaalen; en den gemelden Va, van Beyeren van alle zynefchulden, welken hy gemaakt had in de regering van het AanrnerB sdom.ontlasten.door dezelven als; zyne= e.ge- kmgone over te nemen (ft). Dus werden de Bisdom-voomU men gekogt en verkogc, door toedoen der nabuurile Vorften, aan de zodamgen, by de welken zy het meeste voordeel dachten te vinden , terwyl de Pauzen, om hun voordeel , znlks door de vingers zagen. Het gevolg heeft echdoen zien , dat deze koop van het Lutk- fche Bisdom geen ftand heeft gegrepen. J Onden* van Lentemaand verklaarde Her-Hertog «g CS. ^ Heer Jan ^^vUe[ £££ kost en fchadeloos te zullen houden van hetHeer^ ëfi'vanHeen' (b~) Mieris Cbarterb. III. D. p. 653. fll* kost w Z 4  36o V ADERLANDSCHE Ao. gene hy in het uitvoeren van zyne bevelen J397- gedaan had: te weten, hy had hem naar Vlismgen gezonden , om aldaar Heer Paulus van Haastrecht, Ridder , zyn Hofmeester (i), en fch.1- te ügten en naar Loevefleinte voeren; en hem deloos te daar en boven, met anderen van zynen Rade, in ba "f Vne" onderzoek te doen op Heer yJrend van uitvoe- d^rDusfen, Baljuw van Zuidholland; en Bruynren van ftem van Herwinen, een Geldersman, zynen zyne be Rentmeester van Zeeland Beöoster Schelde ve'en. (k); naamlyk, op hunne beftiering van zyne renten , en rekening daar van te vorderen. J)en laatften was, op den 28 van Grasmaand, door den Hertog vryheid gegeven , om Staveinsje te bedyken,en hem het leen daar van gefchonken, met de tienden, als ook het recht om Balj uw, Schout en Schepenen te Hellen en excynfen te heffen (/). Hy weigerde deze rekening te doen en vertrok naar Awfier■ dam , daar de Hertog hem in verzekering Bra)n- deed nernen : doch' middel gevonden hebbenfteinvan de > om wederom van daar te ontvlugten Henvi had hy zich naar het flot Loeveftéin begeven' «mwordt het welke hy van den Hertog te bewaren had] aekerfng f? het zelve met negentig man onder vier geno- Hopmannen bezet, en,zyne drie zoonen op men; het zelve in verzekering gebragt hebbende doch had hy de wyk naar Gelderland genomen (»«)! vlugt, , Hier en bezet (') Mieris Cbarterb. III. D.p. 543. 553.Zie hier voren Loeve- bl. 355. ftein. 00 Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr V. 1350— 1401. Cas E. p. 233;berustende onderden Heere Griffier van Almien. (0 Mieris Cbarterb. III. D. p. 580. (m) J. a Leidis, Libr. XXXI. Cap. 54. J,D£ Beka Cbron. AuS.byMatth. Anal, tom, III.p. 306,  CHRONYK. m Hocfdjl. 361 Hier op ontfloeg Hertog Albrecht , op den 18 Ao. " n Lentemaand, den Burggraaf van Leiden, 1^ L zyn broeder Dirk van Wasfenaar van de. . belofte, welke zy op hunne wederkomst m he land gedaan hadden , van Bruynjlem van aUtotzynenRaadbehorende m te zullen befchadigen; en gaf hun bevel, om Set alleen hem te benadeelen , maar ook Sfen die het kasteel Loeveflem zouden lier- ken enftyven (n); verder verklaardejhy-og Se zvne goederen verbeurd. In gevolge van laart déze ve beurdmaking, verkocht hy de heer-zyne TihJJstavenisfe , met al haar toebehoren, goede toHen voor de ingezetenen door ffotond en w ZïWani , gelyk de burgers van Zierikzee had- &aB„ix/e j 1 mPt mast om door Schepenenkeu- aan Jan den; en met magt, om uu 1r, R vanHemr ren te doen maken, en verbod aanden^PV , meester van Zeeland Beöoster Schelde, om nch met eenige breuken te moeijen, welken Heer 7an den Hertog zelf zoude aanbrengen, om V « n^r de rechten van Zfe/and te von- daar over naar ae rcuuu wiell nisfen ■ daar en boven beloofde hem de Her- r^ van met Braya/ki» ««1 Hemmen niet te Jvfeoor. tipn verzoenen, voor dat hy alle de brieven , rechten aewelker^hvan'hem had o'p d,heerlykheid vergunt, en het land van Stavenisfe ,aan Heer:Jan van , Heenvliet (0) zoude overgegeven hebben. In Vervolg van tyd , .en wel op den 11 van Wvnmaand van den are 140+, gaf de Her- ^gCn dezen Heeren van Heenvliet de vry. (n) Mieris Cbarterb. HI. D. p. 655. f <0 liet zelfde Boek pag. Ó57- ■ Z 5  3<52 VADERLANDSCHE Ao. heid, om de buitengorfen , voor Stavenisfe1397- gelegen, geheten Kempshof ftede, te bedyken met vryftelling van heirvaard en fchot, ge! dewekenduurende de eerfte zeven jaren, dat het land gendety- k00rn Z0Llde gedragen hebben; en met maet de nog van Schout en Schepenen in dat land te zetvermeer- ten, om het te bellieren volgens den rechte worden. X™ Zeelatld'> welke Schepenen, metgoedvinden van Heer Jan , boeten zouden mogen vastftellen tot tien zwarte tournoifentoQ,wax van de Hertog twee, en Heer Jan één deel zouden trekken (p); gelyk ook nog vervolgens Hertog Willem , op den 27 van Wynmaand van den jare 1407 , het hooge en laageGerecht van deze Ambachtsheerlykheid aan Heer Jan afftond (?) , om zyne getrouwe Hertog dienften. Hertog Albrecht , dit vuur in zvn te7Êoe begl" wlIlcndefmooren, zond Graaf Willem veflein mn„ Oostervant , met eenige benden, om Loebelege- vejtein te belegeren: Die van binnen weerden ren, zich manlyk , van half Vasten tot op Paaschavond , wanneer zy, om dat de tooren van 1 £e? Voorburg om ver gefchoten, en een groot kfzkh ?ukmuurs nedergevallen was, zichopgenaeindelyk de overgaven, waar door de drie zoons van op gena-Bruynftein van Herwinen in handen van den de over- Hertog vielen. Hier zien wy weder een geeft, ftaaltje van de woeste dolheid dier tyden ,• dat een eenig Ridder, om gene rekening te doen aan (P) Ms. getrokken uit het Perkamente Register, Hertog Albrecht 1401 — 1404. in Henegouwen Cas'E p 6%. verfa; berustende onder den Heere Griffier vIts Alphun. (?) Mieris Cbarterb, IV. D. p. 38.  CHRONYK.^. Hoofdfi. 363 aan den Graaf van Holland, zynen Overheer.met Ao."eweW een kasteel tegen hem verdedigt, het 1397^ Se h wel wist niet te kormen houden ■ ontzetten : en te gelyk een Haaltje van net Sn daS, om eenige misdaad, op den dyk^ dat de Heemraden binnen de vryheid daar o-rechten> ver zullen vonnisfen: datdeSchout hetGerecht en de Poorters, alle jaren, op nieuweïaarsdae Poortmeesters (Burgemeesters) zuh en kiezen, om één jaar te regeren, en vrede te mc^n maken gelyk deSchepenenaldaar gewoon zyn: dat zy tolvry zul en zyn te Zlendam en te Heusden: voorts gaf de Hertol def Waag met al haar inkomen ten eeuwxten dage aan het Gasthuis: en eindelyk> beval hy, dat de Dykgraaf van Medenblik en Heemraden, in het fchouwen der dyken de E en dyken der Stad niet zullen fchouwe£ maar dat die van de Stad zelf daarop u?A% geleide ^«^g™™^ Oostereo en West ergo, welken oe Prelaten en Grietmans zenden zouden, tot het getal van, id vmcu»«" tWin-denOort. friezen, (f) Mieris Churterb, III. D. p. 654.  3 fén Jaar z"Hen duuren, en dezer zonder tegenfpraak door de Schutters gehoor, keure. zaamd moeten worden , op verbeurte van negen pond, en dan nog de breuke te moeten beteren by Schepenen: dat, in gevalle de Stad eenige Schutters nodig heeft, zy zullen moeten loten ; en dat hy, die door het lot eene tocht heeft moeten doen, van de loting vry zal zyn, tot dat zy allen eene tocht ten behoeve van de Stad gedaan hebben • en dat zy allen te aller tyd gereed zullen moeten zyn tot alle tochten , om de Stad te dienen met hunne eigene bogen en harnasch • en dat ten dien einde de hoofdmans met den koning elke maand, of,zo dikwylszy willen wapenfchouw zullen doen ; maar dat de Stad hun fcherp gefchut zal leveren, in alle toch. ten ten behoeve der Stad: dat zy jaarlyks den Papegaai zullen fchieten , tusfehen den eerften van Bloeimaand en St. Jacobs dag. Voorts dat zy allen gehouden zullen zyn , om het Ge' recht te komen helpen , wanneer, wegens onrust, als anderzins, de Stads banier optrekBewys ken zoude : en eindelyk , dat het Gerecht voor de met den koning en de oude hoofdmans jaaroudheid lyks, vier nieuwe hoofdmans zullen kiezen om Holland- de goederen der fchutterye te beftieren, 'aan fche welke nieuwen de vier oude rekening van hun Schutte- beftier zullen moeten doen Uit deze ryen* keur, (V) Mieris Cbarterb. III. D. p. 659 en 660.  CHRONYK. F. Hoofdfl. 367 veur welke het beftaan der Schutterye te Ao. Wreeds onderftelt , blykr ontegenzeg- ,1397.. lvk, dat 'er voor dien tyd ra de Hollandjche Steden reeds Schutteryen geweest hebben. StO X 30 derzelfde maand fte e Hertog ^ Albrecht tot zyne Admiraals aan, ™™?™™n Heenvliet, Baljuw van Amflelland, Waterland yne ^ en den Zeevang; en Heer Gerrit van Egmond, miraa,s Baljuw van M^n^metbeveLomdeOortfriezen te befchadigen op den ftroom en m de zee en daar toe zich met manfchap,naar hun Gerrit goedvinden, te fterken ; met intrekking van mn Eg. tlle brieven, aan anderen gegeven, om op mond. de Friezen uit te leggen , uitgenomen de brieven aan twee Engelfchen , te weten : Joban Nowecl, en James Braem, gegeven. Zullende deze Heeren en hunne medehelpers op hunne eigene kosten dienen, en daar voor den genaakten buit genieten,- maar aan den Hertog overgeven alleLanden,Sloten enlieerWkheden , welken zy mogten overweldigen (c) Heer In dit iaar gaf Dirk van Zwieten, Heer van Dirk van fterkteop dit. eiland te Luttelgeest te bouwen, fj om door dezelve de roveryen der triezen op Albrecht de Zuiderzee te beteugelen (d); welken Dirk de vryvan Zwieten naderhand, in den jaare,1407■, Jjid.oai door Hertog Willem en zynen Raad de Heer- fterkfe lvkheid van dit eiland by vonniste ontzegd,ophetei. ■> en land Urk te bou- (c) Schwaktzenberg Cbarterb. van Vriesland I. D. wen. Pa(d)6C. Commeun Befcbryving vanJmJIerdamMndz. 878.  368 VADERLANDS CPÏE Ao. en aan de Vrouwe van Voorst en Keppel toe1397. gewezen werd {e): welk vonnis echter niec ten uitvoer fchynt gebragt te zyn, dewyl Hertog Willem, op den 6 van Grasmaand van den jaare 1412, de Heerlykheid Urk van Dirk van Zwieten heeft ontfangen , en weder te leen gegeven aan Herman van Kuynre,. wiens vader dezelve bezeten had , behoudens echter het recht van de Vrouwe van Voorst en Keppel (ƒ ), waar van zy, op den 31 van Hooimaand des zeiven jaars, afftand ten behoeve van Herman heeft gedaan (g) , die in den jare 1416 aan Hertog Willem beloofde, dat hy deze fterkte altyd ten zynen dienfte open zoude houden , en nimmer zyne onderdanen uit dezelve befchadigen (/;). Hertog Op den 18 van Oogstmaand gaf Hertog Albrecht Albrecht aan eenige kooplieden de vryheid, om geeft aan geduurende de eerstkomende twintig jaren, lombard te Middelburg Kauwerfuie (dat is . bank van leehoude- ning) lombaard) te houden voorde fomme ren te van honderd en vyftig oude gouden fchilden Middel 's jaars • waar voor hy die kooplieden, hun burg bui- „ezjn en nunne goederen in zyne befcher- tenfpoo- &. ' _ ^ j rige ming nam, en gat hun, geduurende dien tyd, voor- vryheid van fchatting, beden, cyns, tol en rechten, heirvaarden, welken hy, of zyne nazaten, mog- ten vorderen ; en dat hy, by aldien hunne goe- (e) Mieris Cbarterb. IV. D. pag. 48. (ƒ) Het zelfde Hoek , p. 196. Wagenaar Befchryv. van Amflcrdam, III. D. blad?.. 87. (g~) Mieris Cbarterb. IV. D. pag. 210. (b) Wacenaar Eejcbryv. vanAmflerdam,lU. D bl.87.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 3^ góederen ergens in den lande mogten aange- Ao;' houden worden , zorg zoude dragen ten hun- 1397V nen koste, om dezelven te doen vrygeven; en InhoUd hen nimmer aanbreken om enige misdaad, dezer te voren begaan, hoedanige zy ook mogte wezen; dathy ,ingevalle iemand dezer kooplieden binnen dien tyd ftierve, zynen ulterften wil zoude doen ftand grypen, zonder de doode hand, of iets anders van bet goed, voor zich te eisfchen;en,ingevalle hy, zonder uiterfte wille te befchryven, ware overleden, hy ware bastaard, oïeighen, dat dan zyn goed zoude keeren op zyn naaste oir naar den rechte van den lande, daar hy geftorven mogte zyn, met kwytfchel ding van alle recht, dat hem verviel van eenen éyghenen , bastaard , of van hun goed. Dat hy om misdaden, door eenen dezer kooplieden bedreven, hoedanige zy ook mogten zyn, dood- Derzei flag en vredebreuk met ter hand met uitgezonderd, van de onfchuldige gezellen mets houd> zal eisfchen,noch den fchuldigen aantasten, of meer, dan vyfentwintig zwarte tournoifen, van hem vorderen, en, om mindere misdaaden, minder naar vonnis van Schepenen enGezwoorenen van Middelburg,of daardemisdaadgepleegd ware. Verder fcholdHy hun ook kwyt zyn deel van de boeten, waar in zy vervallen mogten, volgens de keuren vanfpreeken zonder ifjxjsheid, of van twisten, die zy met hem, onder malkanderen, of met andere menfchen, mogten hebben; ook dat zy,geftolene goederen beleend hebbende, dezelven met zouden behoeven weder te geven, zonder betaaling van I, Deel. A a net  3?o VADERLANDSCH E Ao. het gegeevene geld en de rente van dien,en van 1397. de kosten daarop gelopen, en dat men hen "* enkel op hun woord zoude moeten geloven; het welke in alle andere gefchillen met anderen Nog ver °°k zoude moeten plaats hebben. Voorts gaf dere in- hy hun vryheid om, te Middelburg, en overal boud jn fje Steden en Landen onder zyn gebied, waVoor- Penen te mogen dragen naar hun welgevalrechten. lenJ net welke aan anderen niet geoorloofd was. Nog beloofde hy hun, dat hy, wanneer eenig vrouwmensch, om geld of eenige andere zaak ten hunnen huize geweest zynde, klaagde, dat aan haar kracht en geweld gedaan ware, zich die klagte niet zoude aantrekken , noch aan haar eenig recht doen, zo dat zy daar by gene fchade zouden lyden: als mede dat hy gene verzoeken van wereldlyke of geestlyke Heeren, wie zy ook mogten zyn, om deze kooplieden of hun goed te beftaan of gevangen te nemen, of hen het land te doen ruimen, geduurende dien tyd van twintig jaren, zoude involgen, noch gedogen, dat zy inAller- gevolgd wierden. En, om alle byzondere onaanmerk-geregelde voorwaarden niet uit te fchryven, eindelyk beloofde hy, dat gene Jiatute of onrecht." dinantie , die Schepenen en Gezwoorenen van Middelburg gemaakt mogten hebben, of nog zouden maaken, den voorfchrevene kooplieden binnen den genoemden tyd zoude deeren of fchaden (i). Dit verdrag van den Hertog met deze lombardhouders doet ons klaarlyk zien, dat de zeden op dien tyd ten (i) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390.—1401. CasE.p. 249. verfatot25i; berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  CHRONYK. ÏV. Hoofdfl. 37* ten uiterften vervallen waren De voorwaar- kêi den toch.welken zy bedingen, zyn ontegenzeg- 1397^ Ivke blyken , dat zy zich zeiven tot de groot- Aanrnerfte misdaaden bekwaam en genegen kenden ,uingove dewyl zy ftrafloosheid vart dezelve eisfchen; J«c in zo verre zelf, dat de wetten ten hunnen deVoor. oozigte krachtloos verklaard worden: terwylrechtên; de Hertog, die deze ongeregelde Voorrechten toeftaat j om een groot jaargeld van hen te trekken , door dit zyn gedrag vertoont het kenmerk van een grooten dwingland, wien recht ert Onrecht maar fpel is,en die gereed is de rust en het heil zyner onderdaanen aan zyne gierigheid en praalzucht op te offeren. DuS gaat het gemeenlyk, wanneer onkunde, latte fleijery, en flaaffche vrees den Vorften eert volftrekt gezag en vermogen gëeven. ■ OpTenio van Wynnfaandvergrf Hertog Hertog Albrecht aan die van Hoorn alle breuken en vergeef^ misdaaden, tegen hem en zyne heerlykheid aan die bedreven , uitgenomen doodflage'n , leem- vanHomf te, vredebraak en penningboeten, welken nog hunne onberecht ftonden; en beval, dat de Schout Jjj» binnen het jaar die breuken met vonnis van Schepenen zoude berechten, of dat zy van de zeiven zullen vry Zyn. Voorts nam hy de Stad in zyn gunst en genade , waar voor hy verklaarde naar genoegen voldaan te zyn (*;. . Ten zelfden dage gaf hy ook aan die van en geeft Hoorn, om de fchade, welke zy van de Oort- ^3,, friefen geleden hadden, zekerlyk door hum dat hy rte roveryen ter zee, te vergoeden, het voor- jaarlyki recht.dat hy,alle jaaren ópPaaschavond,tutg» &) Mie ft is Cbattirb. III. D. pag. óöf» K As a  37* VADERLANDSE HE Ao. de burgers van Hoorn, zoude kiezen zeven Sche^ 1397- penen,om een jaar te dienen, zonder de zelnen en ven te mogen afzetten voor het einde van het Raaden jaar; en dat hy, ingevalle een derzelven itierve zenuitedeof ontPoorterd werde, een ander in deszelfs burgery ;. plaats zoude kiezen, om tot den eers tkomenden en dat Paaschavond te dienen. Voorts, dat men, als allebreu-naargewoonte,opGoeden VrydagaldaarRaaken door den zoude kiezen, om op gelyke wyze een jaar hen bin- te dienen , zonder afgezet te mogen worden. Sar molEn eindelvk> dat Schout en Schepenen van ten be- Hoorn over de breuken der burgeren recht recht zullen doen naar der Stede recht, en dat wel worden, binnen het jaar, na welken tyd de burgers over de breuken niet aanfpraakelyk zouden zyn ; behoudens nogthans het recht van den Hertog, en de Handvesten der Stad door de vorige Graaven gegeeven (7). Hertog °P den 31 der zelfde maand gaf Hertog Albrecht Albrecht aan Heer Jan van Arkel het Huis Egeeft aan verftein, en het Steedje, dat dezelve daar ftich5LThetten ZOLlde> het welke hy aan hem met het Huis e- hooge enlaage Gerecht had opgedragen, weverftein, der tot een eeuwig en onfterflyk erfleen; en daa^" ^e'de voorts a^e inwoonders van dat te ftichflkhtene tene Steedje vry van alle tollen te water en Steedje te lande door alle zyne Landen; gelyk alle tot een andere vrije Steden van Holland en Zeeerfleen, \an^ rm). Het {lichten van dit SteedjeTchynt dom7van echter ëeen voortgang gehad te hebben, detollen wyl voor de Inwoon- CO Mieris Cbarterb, III D. pag. 661. ders. («O Ms- getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 1401. Cas E. p 261. verfa, en 262. berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 373 wyl'er in den jaare 14.05, wanneer Bisfchop Ao." Frederik en de Stad Utrecht dit Huis Everftein 1397.' belegerden , innamen , en ten gronde toe Hechteden, geen het minfte gewag van hetzelve gemaakt wordt. Ten zelfden dage gaf hy, ter gunfte vanHy geeft Heer Jan van Arkel, aan die van de Stad Haast-™*- aan recht ten eeuwigen dage vryheid van tollen, door alle zyne Landen, te water en te lande;recht vry. gelyk de andere vrije Steden van Holland en heid van Zeeland (n). tollen: Op den 7 van Slachtmaand ftelde hy by ene ^ m.cedc handvest vast, dat niemand te Geertruidenberg van Geer. Schepen of Burgemeester zal mogen zyn, dan truidendie van wettigen bedde, en goede faam is; en berg een daarenboven vier jaaren achtereen in de Stad ™™™ gewoond heeft (0). _ recht. Dewyl veele fchotbaare landluiden, in de Nog beSteden met ter woon getrokken, en daar bur- veelt Hy gers geworden zynde, meenden, dat hunnes^ot. Schotbaare landen niet langer fchotfchuldig baare waren , en daarom den landluiden, die het landen fchot dier landen inzamelden, als zy in de moeten Steden kwamen, moeilykheden aandeeden,baar°h[yJ zoo gebood Hertog Albrecht, op den 14 van veri5 en Slachtmaand, in gevolge van zyne verklaarin-aan de gen van den jaare 1585, dat alle Schotbaar Schouten land fchotbaar zoude blyven , wie het ook jjl^^jj. in het toekomende mogte bezitten (p); en aan ven. ' de (n) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. y. J390 1401. Cas, E. p. 261.verfa; berusten¬ de onder den Heere Griffier van Alphen. (0) Ms. uit het zelfde Register, p. 261 verfa,• onder denzelfden Heere berustende. (p) Mieris Charterb. UI. D. p. 419 enz. p. 568 en 6\z. Aa 3  374 VAPERLANDSCHE Ao. de Schouten, om de landluiden hier in te1397- gen de burgers der Steden te befchermen (q). Hertog Op den 20 dier zelfde maand beloofde Albrecht Hertog Albrecht aan die van Meerkerke (en (r) dfe°v°an Tbienhoven) zyne befcherming, dewyl deDykMeerTer- ëraa^ tusfehen de Lek en Merwe met recht, Je, niet te by vonnisfe van den hoogen Heemraad, die zullen Heerlykheid voor hem gewonnen had; met ten'dat v toezeê§ine van "immer te zullen toelaaten, dat weder zv wederom onder het gebied van Hendrik van onder Vianen, of van zyne Nakomelingen, vielen (r); Hendrik en op den volgenden dag verklaarde hy het da? denkwl gelykfche Gerecht van Meerkerke, zoo als de men; en Dykgraaf hetzelve by vonnisfe van den hoover- gen Heemraad voor hem gewonnen had, verkoopt die koft te hebben aan Jan van Arkel tot een erf- hïw'aïn leen' met de vrvheid• om in die Heerlykheid jm van £e ftellen Schout, Schepenen en Heemraaden; Arkel on ook alle Gerechtsluiden te zetten, zoo dikwils der zeke• het hem behaagen zoude, met dit beding.dat hy waarde de helft van alle boeten aan den Hertog zoude uitkeeren: doch, buiten dit, zoo zouden de luiden van Meerkerke den Hertog blyven dienen, Aanmer- gelyk alle andere onderzaaten (O- Hier uit king no- blykt , dat Johanna , Erfdochter van Heer pens die ffen^rik van Vianen , door haar huwlyk met pf'f W*k (q) Mieris Cbarterb. III. D. pag. 663. (rj Mieris Charterb. IV. D. pag. 667. 00 Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 — 1401. Cas E. p. 263 verfa, berustende onder den Heere Griffie.'- van Alphen. (O Ms. uit het zelfde Register, op dezelfde bladz. onder denzelfden Heere berustende.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 375 tValraven(v) ,'XVJde Heer van Brederode. de- te. ze Heerlykheid Mmlfffe niet, gelyk Vianen, i 97_^ en andere Heerlykheden, in het huis van Brederode gebragt heeft,zoo als zommigen wiHen (w). Op der? 22 van Wintermaand overleed Guy Dood t*» Ltiffi», Graaf van Blois, zon der tonde- va.G„y, deren na te laaten , waar door alle de goede- vmBlgis. ren, welken hy van Hertog Albrecht m leen be- wi 7at weder aan den zeiven vervielen: als HeerlykGouda, Schoonhoven, Tholen, Noerdvyk tadbg^ z«, itotfny, Ter/M, en anderen C*) ;™^ hebbende de Hertog de Zeewwfche leenen, wel- 6rMte ke hv in Zuidbeveland bezat, reeds m het vervalvoorgaandejaar verkoft aan Jonker >b oanlen; Arkel Vy) Deeze Gay, Graaf van , zeer ryk zynde, had echter , door zyn prachtig en overdadig leeven , zyn boedel zodanig met fchulden bezwaard, dat zyne huisvrouw Maria van Vlaanderen, dochter van den Graat van Namen, denzelven niet wilde aanvaarden, maar aan den fchuldeisfcheren overliet C*> In 'gevolge van dit weder verkrygen dezer jj,98. Heerlykheid, gaf Hertog Albrecht aan zeker Die.„er* Priester, Foppe Janszoon, op den 7 van Louw- volgens, maand 1398, het School; op den in maand ai Cta Lauwert de opperde poort «gg^ van het Slot te Schoonhoven te bewaren , met hoven eene jaarwedde van zes pond, te betalen tut begeeft. (v\ Joann. a Lf.idts de Origine & Geftis D.D. de Brederode by A. Matth Anal. Tom. I. pag. 637. ( te Schoonhoven (a). tog geeft °P den 0 van Louwmaand , gaf hy aan aan die d,e van Haarlem, met toeftemming van die van van Gouda, de vryheid , om in den Is fel een Haarlem Verlaat te maken, omdat hunne Schepen, om éen' ™e§ens een doorbraak in Goudenrak,niet door Verlaat Gou<^ konden varen ; onder voorwaarde dat in denn- zy dat verlaat niet langer gebruiken zouden /rftemaa-boven de acht dagen, na dat de doorbraak geltopt was , dan met toeftemming van hem en van de Stad Gouda ^b); waar uit blykt dat die van Haarlem, op dien tyd , grooten handel langs de rivieren naar boven hebben gedreven. dSde j °?£en s2 dier zelfde maand» verminderriemta- de de Hertog de nemtalen van Aehmeer van len van twintig op tien, om dat vele ingezetenen van Aelsmeer. dat dorp in de Steden waren gaan wonen zonder nogthans het gewone fchot te ver' minderen (c). Geeft Aan den burgeren van Kulenborch gaf hy aan die op den 18 dier zelfde maand, tot wederop- zeg- (o) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. Vi I39o—1401. Cas E. p. lyoen 171. verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alfhen. (b) Mieris Cbarterb. 111. D. p. 664. (O Het zelfde Roek, op diezelfde bladzyde.  CHRONT K. IV. Hoofdfl. 377 zegens toe , de vryheid van zynen tol te Ao. w&n,van alle hunne goederen, inkomen- I393 de en dtvarende, op welken bodem zy ook^T moeten gevoerd worden ; en dat wel om de leni„cb mogicu & , , den Heer van vryheid getrouwe dieniten nem aoux „ van den Kulenborch bewezen, of nog te bewyzen wI {e Oo den -U dier zelfde maand, gaf Francu-Hewdeiu 'ZProost van tVestfriesland^n den burge- De reninT^ die van Hoorn en Medenblik hadden , van, ^ noch door het gezag van den Proost, nocngeeftaan van den Deken , noch van iemand ander», die vm Sten de vryheid ^f»«KJ5i, daagd ofte rechte gefteld worden, om nige^^ misdaad, of by enige andere gelegenheid,recht. om dus de zware onkosten voor hen te Ipa ren aan den Hertog bezegelde brieven wilden derzeke. geven, dat zy zyne landen, noch onderza revqorfen zouden befchadigen,hy zorg zoude dra-waarden, gen, ne klagten, door hen , die dezelve gedaan hare hadden : wordende de fchade op dien tyd ge» iereoe-6 fchat °P vyftienhonderd Mark Lubeh: en werd d?n° * aan den Bode vanHamburg. om die zelfde reden in den Haag gekomen, toegezegd, dat de Hertog hunne fchade zoude doen vergoeden, indien twaalf van de beste burgeren van Hamburg wilden zweeren, dat die van Hamburg, federt het eindigen van den vrede met de Friefen, hen niet geftyfd hadden met levensmiddelen, bier en andere goederen, hun toe te voeren, of van hen te halen (ƒ). Geeft Op den 14 dier zelfde maand, heeft Her- ]vkheidr*t0g éïbreebt ' by kwytfchelding en opdragt vtUtnchtaan hem van Wilton van der Coulfter, aanHeeonder de re Jan van Renesfen en van Reynouwen, zynen Laaken- hofmeester, tot enen onfterflyken erfleen, te SZd%n verheerwaarden > als het verfchynt, met enen mn Re roden fpe™er, opgedragen het Ambacht nesfe in en Heerlykheid, welke hy in Utrecht bezat erfleen. onder de Lakenfnyders, met fynfe en alle andere toebehoren (g). aaenfdie °P den 17 dier Zelfde maand gaf He"Og vinmsu^lbrecht aan die van Westzaanen. ten eeuwi, saanen ge dage, het gebruik van den Zanddyk, leg. het ge- gende tusfehen Westzaanen en Krommenie, uitïanden ëezonderd de visfeherijen in de Sluizen, geZanddyk. lyk (ƒ) Schwartzenberg Cbarterb. van Friesland I D pag. 268. (g) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390— 1401.gw E.p. 276.; berustende onder dea Heere Griffier van Alfhen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl, 379 lyk zy dien dyk, by het leven van den Graa' Ao ve van Blois, gebruikt hadaen (ö). 139\ Od den 25 dier zelfde maand, gal Hertog Geeft aiZu ^^^^y^Az, li dat zy,op den 31 vanSlachtmaand jaarlyks.bun iM „ePoortmeesters, (Burgemeesters) en Raads-helvoor. luiden , op deze wyze kiezen zullen: dat der-recht,om S bu ge?s, daar toe geloot uit honderd enBurge. twintig van de rykfte burgeren, twee Poortmeesters en Raadsluiden op hunnen eed. enzen. bv meerderheid van ftemmen, zullen kiezen, om dat jaar der Stede goed en renten op te beuren, en te regeren: en dat zy de oude Poortmeesters , die dat jaar geregeerd hebben en de nieuwe zullen m den eedneemen: en datzy, indien iemand der Poortmeesteren binnen's jaars ontpoorterd werde, of itierve, on dezelfde wyze enen anderen zullen kiezen om dat jaar uit te regeren. Voorts ftel- ;n regelt de hy vast, dat, zoo wie, tot maaking van van het den dyk eens anders land weggravende, op weggra. heter daad betrapt wordt, terftond aan den ven van eigenaar zal betalen twee groten voor de eens Tofde; een pond aan hem, den Hertog;tien fchellingen aan den Dykgraaf; en nog vyt fchellingen aan den eigenaar van t land, tot bOCOp den 26 dier zelfde maand, beloofde 7*. ™ van Beyeren, Elect van L«ife,aan zynen broe-belooft der Graaf Willem van Oostervant, dat hy alleaan Wil. de hem bewezene goederen in Henegouwen^ aan hem zoude overgeven, tegen goederen"'^ Clf) Mieris Cbarterb. IH. D.p. 666. li) Het zelfde Boek op dezelfde bladzyde,  380 VADERLAND SC HE Ao. van gelyke waarde in Holland, of'Zeeland, en ;'398- dezelve goederen by het leven van hunnen aan hem Heer Vader niet aanvaarden; voorts dat beweze-, hy aan den zeiven, na hetoverlyden van Herdereên°in tog drecht, het broederlyk aandeel van de Henegou- goederen en landen van hunnen broeder Al den den volgenden dag met zouden losfen, de Rechter of Schout die panden zal mogen ei-„iff> genen met oplegging van den derden penning, of dezelven aan de Schotvangeren overladen , om daar uit den Hertog zyn fchot te betalen. . 3. Dat de voornoemde Schepenen en Schout elk de helft zullen trekken van de boeten, welke de Heerlykheid van den Hertog niet aangaan. 4. Dat die van Westzaanen en Krommenie, ten eeuwigen dage , vry zullen zyn van alle tollen in Holland en Zeeland, en van den tol te Heusden, tot wederopzeggens toe, gelyk andere Steden dit voorrecht hadden; behoudens, dat zyjaar en dag ,buur,broeder en inwoonder in die Ambachten geweest waren, en dat zy daar van jaarlyks een vernieuwde blyk van den Schout zouden neemen en vertonen, die daar voor één groot zoude genieten. över het zelfde land, daar de aan die *lms te Montkendam over gelegen was, en van die te bevisfchen naar gewoonte: welke' dyk Br h*M d°°r den Schout en Schepenen van Broek zouom een de gefchouwen worden mat de rechten van nieuwen Waterland (0). te leg- Op den 15 vah Grasmaand, gaf Hertog gen. Albrecbt aan die van Niedorper- en SchagerkogGeeftaahf» om dat ZY hun water niet lozen kondie van den, de vryheid, om een gat, van twaalf voeNiedor- ten wyd, te maken en te houden in Nedert- ócbaTer- ?mde' daar zy het best zoude oordeelen,om kogge hun water op Hoogtwouder ambacht te loozen^ vryheid, waar voor zy een fluis zouden leggen van ach- C"») Mieris Cbarterb. W. Ö. p. 668. 00 Het zelfde Boek, p. 669.cn ook I.D. pag. 36Ï. (0) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. Y'I3^°—'JÏZ1- Cas E' PaS- 2 78. berustende onder den Heere Griffier tam Alphen.-  CHRONYK. IK Hoofdfl. 333 actuien Niedorper- en Schagerkogger voeten Ao. wvd daar het Waterfchap van Hoogtwouder I393-. ambacht zulks best zoude keuren: en, naar om over! het goedvinden van dat Waterfchap, ma-Hoeken tene watering van veertien voeten wyd, van het voorfchreven gat tot aan Lam-üitle brechtsbagcen onderhouden alle de bruggen, wateren; die over die watering leggen zullen Waar oner na die van Hoogtwoudcr- ambacht zouden maken een vaart van actuien voeten wyd, van waarden> Lambrechtshage tot Medenblik toe: maar, indien de laatfte bewyzen konden,dat zy meer wateringen en bruggen, tot 's Lands oorbaar, maakten, dan die van Niedorper- en Schagerkozee, dat dan dezen de watering en bruggen van Lambrechtshage zouden aantasten naar hunne morgentalen, gelyk met die van Hoogtwouder-ambachti En dat die van Niedorper- en Schagerkogge hunne fluizen en bruggen zouden mogen verleggen met goedvinden van het Waterfchap ^.™by van Hoogtnaouder-ambacht, zonder tegen den verfchil> Hertog te misdoen: en dat, by verfchil tus-üitfpraak fchen de Koggen, en het Waterfchap over het te doen. leggen der fluizen, die van de drie Koggen met het Waterfchap Hoogtwouder - ambacht zouden kiezen acht mannen, uit eiken twee, om over dit verfchil üitfpraak te doen; naar welke üitfpraak de fluizen zouden gelegd worden: en dat deze fluizen, wateringen en bruggen, door de Koggen in het ambacht te onderhouden, by het Waterfchap zullen gekeurd en gefchouwen worden, op dezelfde wyze, als zy verlegd worden. Voorts  384 VADERLANDSCHE Ao. Voorts dat de Dykgraaf van Medenblik met 1398. vier Heemraden van Hoogt-muder-ambacht alWiedie le keuren op die wateringen, bruggen en fluiWaterin zen fchouwen zullen, en dezelven niet hoger fefclionu'fch°UWen' dan de Zeedyk»elker fchouweèen wen. 'Doete> en alle gemene wateringen de roede een boete: en dat zy niemand uit de Koggen verder zullen mogen dagen, dan op denZeedyk nevens den Wijen. Nadere D°ch' dat dit alles van gene kracht zoude bepaling zyn' indien die v™ Medenbhkker-kogge, ten van deze einde van drie jaren, of binnen acht weevergun- ken daar na, mogten bewyzen, dat zy daar ninS. zo groot nadeel by hadden, dat de Raad van den Hertog niet redelyk dacht, dat die van Niedorper- en Schagerkogge over hen zouden ukwateren; in welk geval die Koggen hunne uitwatering zouden houden, tot dat die van Medenblikker - kogge hen vol erf al betaald zouden hebben alle onkosten van fluizen en wateringen , welken zy by rekening voor den Raad zouden bewyzen gedaan te hebben. Byzon- In deze handvest, het gene by den Hertog derheid Albrecht zelden gefchiedde , bidt hy zyne van deze Raaden, de Heeren Jan van Arkei, den DomHand- proost van Utrecht, den Heer van Egmond^ den Heer van Gomminges en den Burggraaf van Leyden, dat zy dezelve zullen bevestigen: het welke deze Heeren ook gedaan hebben. En dit «anm„ geeft zekerl5k aanleiding, om te denken, kingo! dac hy voor deze handvest, welke tot na* ver de- deel van üoogtwouder - ambacht ftrekte , van zelve, de Koggen ene groote fomme gelds zal ge- trok-  CHRONYK. JtK Hoofdfl. 385 trókken hebben, wyl alles by hem te koop Ao. was (p). I '398*, -De Oorlog met de Oostfriezen mar ge-Hertog woontè met zeeroveryen en geringe landin- Albrecbt gen en ftroperyen, waar door de handeldry- ™^ vènde Hollanders en Westfriezen grote fchade legerrm leden, gevoerd zynde , was nu Hertog Al- Oostfriesbrecht eindelvk gezind, om denzelven metWovet alle magt voort te zettenen, was het mo-j.^" gelyk, Oostfriesland te veroveren. Daar op eëh overflag gemaakt hebbende, hoe veel volks hy daar toe nodig had, fchreef hy, Op den 2 van Bloeimaand, aan zyne fteden Bepaalt van Holland en Zeeland, met hoe veel gewapen- J*j hod den; en, boven het getal hunner knechten , v XX Tymmerluden, X Smeden, XMetfelairs, ende XXV Archiers. Delf Vc Gewapende , XX Tymmerluden, X Smeden, X Metfelairs ende XXV Archiers. Leyden llllc Gewapende, X Tymmerluden, VISmeden, V Metfelairs ende XX Archiers. Alcmaer IIIC Gewapende, V Tymmerluden, V Smeden, V Metfelairs ende X Archiers. Aem~ (q~) Mieris Cbarterb. III. D. p. 670. Schwjsrtzenberg Cbarterb. van Vriesland t D. pag. 271. met eene kleine verfcheidenheid; het welke hier uit ontdaan kan zyn, dat deze twee brieven aan twee verfcheidene fteden gezonden zyn. (j) J. ƒ. Pontani Hiptiee Gelr. Libr- VIII. P. 3*8,  CHRONYK. m Hoofdfl. fSf Aemfterdamme IBf? Gewapende, V Tymmer- Ao. lude , V Smeden, V Metfelairs ende XX _i39£la Archiers. Rotterdamme 11= Gewapende, 1111 Tymmerlude, Smede, III1 Metfelairs, ende VI Archiers. Sciedamtne C Gewapen- Vervolg de, Uil Tymmerlude, III Smede,III Met- derLy«* felairs en VI Archiers. Oudewater C\c Ge- Man. wapende, II1I Tymmerluden, III Smede, fchap en IJl Metfelairs en VI Archiers. Scoenhoven werklieIJic Gewapende, V Tymmerlude, VSme-den.aan de, V Metfelairs en XII Archiers. Goude .n, • UILc Gewapende, X Tymmerlude, V Sme- het leger de V Metfelairs en XX Archiers. Bever- te leveayk met die van der Wyk op tie Zee C Gewa- ren. door pende, ïtil Tymmerlude, 1III Smede, UII^™' Metfelairs ende III1 Archiers. Sinte Gheer-- mlmd% denberghe XXX Gewapende, III Tymmerlude, 111 Smede, UI Metfelairs ende IIII Archiers. Huesden LXXX Gewapende, III Tymmerlude , ILL Smede , III Metfelairs. tH Gravenfende XX Gewapende , van elcx twee. Plaerdinhe XX Gewapende, van elcx twee. Medenblic C Gewapende, Kil Tymmerlude , lil Smede , 111 Metfelairs ende VI Archiers. Hoerne I1IC Gewapende , X Tymmerlude, V Smede, V Metfelairs enVQI Archiers. Monikendamme C Gewapende, 111 Tymmerlude, III Smede, III Metfelairs, Edamme L Gewapende , diergelyc Enchufen I|c Gewapende, IIII Tymmerlude, III Smeëe, III Metfelairs ende VI Archiers. Grotebroec L'Gewapende, diergelyc van Tymmerlude &c. Wuudrichem LX Gewapende , III Tymmerlude, II Smede, II Metfelairs. Wefip XX Gewapende diefge-  388 VADERLANDSCHE Ao. lyc Middelburch Vc Gewapende, XX TymI398. merlude, XX Smede, X Metfelairs. Zeercxe als van Vc Gewapende, XX Tymmerlude, XSraeZeeland; de, X Metfelairs. Reymerswale LX Gewapende, V Tymmerlude, V Smede, V Metfelairs. Tbolen LX Gewapende diergelyc. Brielle met ten lande van Voirne C Gewapende, IIII Tymmerlude , III Smede , III Metfelairs. Westcappel XX Gewapende, II Tymmerlude, II Smede, II Metfelairs. Vlisfingen XX Gewapende diergelyc. Die van der GoesXL Gewapende, 111 Tymmerlude, III en van Smede, III Metfelairs. Die van der Hage den Ha- fullen minen Heer dienen met C Gewapende ge' behalven haer knechten. Item den Heer van Gaesbeke te manen minen Heer te dienen, als hy fculdig is te doen (j). Iletgetal Welke manfchap, door de genoemde ftedier man- den te leveren, met malkanderen uitmaakt, L ap' behalven de knechten der gewapende burgeren , een getal van zes duizend twee honderd Gewapenden; tweehonderd negen en twintig Timmerluiden, honderd zes en dertig Smeden, honderd zes en dertig Metzelaars en twee honderd en zeven Archiers: (Schutters) te zamen 6063 man (t). DeRid- Op dien zelfden tyd, beval hy aan twee dersmeten zestig Ridderen, in Holland gezeten, onder- °P hun leen » om ten Z(^fden dage zich by horige hem in het leger te Enkhuizen te laten vinontbo- , den den: (ƒ) Schwartzenberg, Cbarterb. van Vriesland L D. Fag. 271. (t) By Mieris Cbarterb. III. D. pag. 670. wordt ook deze Lyst met eenige verfcheidenheid gevonden, en loopt aldaar het getal in het geheel op 6417 Man.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 389 den met hunne onderhorige manfchap ; wel- Ao. ker getal, zonder de knechten, de Ridders 1398^, daar by gerekend, beliep negen honderd en Derzeltwaalf man («), en dus maakte de Holland- ver gefche en Zeeuwfche Manfchap in het geheel het"1getal van 7875 Man uit. Voorts beval hy de Leenmannen, die bui DeLeenten zyn land gezeten , en het zy uit hoof ™«n>s de van ontvangene weldaden , het zy uit Lands hoofde van jaargelden , aan Hem verpligt 0ntbowaren, te bidden in der manieren voirfcreven en-den. de nyet te manen, en in den brieve tefcryvendat fy minen Heer weten laten een antwoirdc, wair Hem myn Heer toe verlaten mach (y): te weten; de Graaf van Kleef met 200 Gewapenden; Jongheer Dirk van der Marck met 50; de Jongheer van Batenburg met 40; de Heer van Fairst met 50; de Jongheer van Steenvoirde met 40; de Heer van Bocstel met 20; de Graaf van Meurs met 100; de Heer van Bronchorst of zyn broeder te feynden met 40; de Heer van Cultnburch met 100; de Heer van Bueren met ico; Heer Otto van der Lecke met 100; Heer Jan van Vyanen Heeren Zwederfs met 20; Jan van Haerlaer van der Heul, met 20; de Heer van Gemen met 40; de fV) Schwartzenrerg , Chartert, van Friesland. I.D. p 270 Doch Mieris Cbarterb III. D. p. 673. telt in zyn opgegeven Charter maar twee en vyftig Ridders; en brengt het getal hunner manfchap, zy daar onder gerekend, op 1577= waardoor het gehele getal Her Hollandfche en Zeeuwfche Manfchap, volgens dit Cban, ter, zoude bedragen 7994 Man. (v) Schwartzenberg , Cbarterb. van Vriesland. I. D. p. i6i. Mieris Cbarterb. III. D. p. 67 J, 674. * Bb 3  3QO VADERLANDSCHE ï3p8. de Graaf van Megen met 50; de Heer van Hu&ckelem met 50 Gewapenden : te zamen met 1030 man. Men vindt echter niet, of zy, op dit ontbod , den Hertog in dezen tocht gediend hebben. Zoo ook Hy ontbood ook zyne Leenmannen en uit het Vrouwen in het Sticht van Utrecht, zoo in de Utrecht Staci'als ten Platten lande gezeten , ten getale en Gel- vari en nog isLeenmannen uit Gelderland en derlani. daerenboven. Dit getal van Leenmannen, buiten Aanmer- het Land gezeten,doet ons zeer klaar den heersking op zuchtigen aart van Hertog Albrecht zien, die dit groot deeze leenmannen alleen in dienst hield, om £eten-Van meester m het Sticht te zyn , of om ze ook mannen tegen de Hollanders en Zeeuwen, die zyne inbuiten 's halige fchraapzucht mogten wederftaan , te Jands. gebruiken; maar doet ons ook tevens zyne dwaze ftaatkunde gewaar worden, dat hy liever eene grote menigte van buitenlandfche leenman, nen wilde huren, waar toe hy zyne onderdaanen moest fchatten enfeheeren, dan in den welvaart en rykdom derzelven eene gegronde verzekerdheid tegen alle aanvallen Toepas, van buiten vinden. Eene ftaatkunde, welfing van ke tegenwoordig nog in Europa de meesdlerk!n* te vor^en en v°lken ongelukkig maakt. Men opden8 onderhoudt in tyd van vrede magtige letegen- gers, onder voorwendzel van tegen alleaanwoordi- vallen van buiten verzekerd te zyn ; maar gen tyd. inderdaad, om willekeurig te konnen heerfchen, terwyl 's Lands ingezetenen van hun geld beroofd worden, om de werktuigen van hunne llavernye te konnen betaalen. Ook beftaan deze Legers meestal uit Vreemdelingen , en worden geleid door vreemde Leger- hoof-  CHRONYK.//7. Hoofdji. 391 hoofden, die geen voet eigendom hebben in Ao het Land, 't welk zy dienen; en daarom al- 139^ leen op de wenken der Vorften, of, opperfte Bevelhebberen, en om dezen alleen in alles te believen , gewoon zyn te letten , zonder eenigzins op het behoud des Lands endevryheden der Ingezetenen acht te geven- waarby men nog dikmaals » fomnii. del in alle hogere en lagere krygsbediemngen, waardoor dan de weg gefloten wordt om nopens het opdragen, met alleen der minde re, maar zelfs der gewigugfte krygsdienften, eenige waare verdienften, en verre gevorderde iaren; of ook anders 'twelzyn van t Volk, en 't Land, of wat het ook zyn moge van eenig wezenlyk belang , in aanmerking te konnen neemen,terwyl dus genoegzaam al e bevorderingen in den krygsdienst door geld Ggrf hy den meestbiedenden verkregen worden. ^ Q^ Graaf Willem van Oostervant moest, van teTVant wegen zynen vader, bidden den Koning vraagt Jïïï Franknk, om met 200 Glayen ; den den Kovan rrankryK, ^ ; _ , ning van Hertog van Bourgoignen om met 100 , aen Fnnkfyk Hertog van Orleans om met 100; den uraar en ande. van Samen en zyn broeder om met 200; re HeeJan van Rodemare om met 50; de Henewie» reao» (de Henegouwers) om met 4co; Jan van Bar- W hangen om met 100; de Heer van GisteUn andere Vlamingen om met 100; en dus te zamenmet 1250 Glayen (glavien lanc.en)^ De R,dnen Heer Vader in dezen tocht by e ftaan ders ,n Voorts was Hertog Albrecht met oe ruu- be, oven ders, knapen en goede lieden van Zeeland,.Dyftand. overeen gekomen, dat^zy, behalven de fle^  39* VADETILANDSCHE Ao.^ den van Zeeland, hem dienen zouden op dien J^Po^ tocht met 8000 gewapende mannen f» en Seerv^f^"611 T ^u™ aCht «roten daagS: Hens. ?Jan Van Loon> Heer van Hensbergh belooffcrcè. de> °P den 1 van Zomermaand, den Hertog, volgens voorgaande overeenkomst, in dezen tocht te dienen met 200 Glayen (Glavien, lancien, en niet Galeijen) en met 4 00a gulden, welken de Hertog binnen een half jaar, naa den 24 van Zomermaand, zoude te rug geven (x), Dit ge- Hertog Albrecht gebood opk den Baljuw ook de Va" de" lande Van Altem-> °P den 2 ZoIierto- vermaand, om hem uit dat land, behalven aan hét de manfchap van Woudrichem , te zenden land van ijo; gelyk ook uit den lande van Heusden Altena Co gewapenden (3.-) Hwden: Op den 10 dier zelfde maand, fchreef Hertog Albrecht aan den Burgemeester, SchepeEn ont- nen en Raad der Stad Utrecht, dat zy ge- bêdonïe denke" moesten' dat zy hem gehouden waman- ren tot allerhande dienften , in dezer voefchap gen : Eerst van der zoene, die gemaeckt voort van de tusfehen enfen lieven Broeder , zaliger gedacbUtfecbt tm' HcnoSe Willem van Beijeren, doe ten tyde Grave, en Heer onjer landen voorsz., ende doe ten tyde den Bisfchop uwer Stad en den Geflicbte van Utrecht op die Hoogewoerdt, dat is te metten mit hondert Mannen gewapent jaer- lycx f» Mieris CLarterb. III. D. p. 675. Schwartzen, SSiiRG C atterb. van Friesland. I. D. p. 276. (*-) Mieris Cbarterb. 111. D. pag. 679 Schvvartzen:ge«g Cbarterb van Friesland. 1, D. p. 276 (j) Mikris Charterb. IV. D. pag. 680.  CHRONYK. m Hoofdfl. 393 hcx te dienen (z). lm ™n een dienst ons gun- Ao. ftehk te doen mit bondert mannen gewapent, en 1398. Utlch fcbutte op onfe panden die Oistfriefen alfo verre als wy met ons zelfis live dair jeeenwoordicb waren, op uwer en der btad coste la) Dat zy derhalven nu die bedonge rnanf S P aan hem , tegen den 7den van Koolmaand, te Enkhuizen zouden zenden hem biet g^S^^ £?ïï Stai 'ü«e?ht\ of de Bisfchop die zelf ^i, op Friesland vlamde, en dus met dulden kon- fchyn]yk de dat Hertog Albrecht het zelve overheer- te verde; en die daarom, in den jare 1395 . een ve bond metdefrfcw» gefloten had waar fchned. b^zy bedongen hadden, dat hy den Hertog in den oorlol tegen hen geen onderftand of hulp, hoe genaamd, zoude geven (O, die sèèïfchte manfchap gezonden hebben. TV Konine van Frankryk, om byftandDeKodoo^denHe'og gevraagd 'zynde op dezen jggj tocht, zond hem vyfhonderd Landen onder Mndt bevel gelyk Froisjart getuigt, van Valeriaan $0Q lattGraaf vin\'Paul, en Karei de Labret (rf). ciers. Doch , dat de Graaf van i Paul het gebied over deeze Franjche hulpbenden zoude gehad hebben, is niet wel overeen te brengen met het verhaal van J. J. Fontanus die zegt dat hy de Burgundifcbe hulpbenden voor de (Vi Mieris Cbarterb. UI. D. pag. 2Ca\ Het zelfde Boek, pag. 260. 306. (h) Hetzelfde Boek, pag. 681. (e) Zie hier voren bl. z9S en 296. U) Froissart Vol. IV. p-121. w Bb 5  39+ VADERLAND SC HE Ao. Hertoginne van Brabant , in haren oorlog 1308. met den Hertog van Gelder, geboden heeft; welke tocht van den 25 van Zomermaand tot in Wynmaand geduurd heeft, en dus dien gehelen tyd, in welken door Hertog Albrecht de tocht op Oostfriesland ondernomen en volvoerd is (e). De Ko- Ook zond de Koning van Engeland, op ge- SS%e WLyZe °m hu,p aanëezcht> aan Hertog zJdtfbreebt> veertien honderd knechten, onder I40o het opperfte bevel van den Graaf van Komman, wal Cf)- De Her. Insgelyks zyn uit Duitscbland nog eenige togk.ygt hulpbenden, onder het bevel van den Graaf ee°nige van Za!m> tot bvftand van den Hertog,aan- Duitjibe gekomen (g). hulpben- Dus beloopt het bekende getal der manden, fchap, door den Hertog tot dezen tocht ontGrootte boden,op 19465 man, indien de fteden, doryandit pen, en Ridders, allen met hunne fchuldige LeSer- manfchap gekomen zyn, waar van men echter ftrydige blyken voorhanden vindt(A). Indien men nu onderftelle, dat die buitenlandfche Leenmannen, en Duitfchers,een gelyk getal hebben aangebragt, zoo verfchilt dit echter zeer veel van 180000 man, uit welken de oude Chronykfchryvers dit leger doen beftaan (ij. HerCel J. J. Pontanus Hist. Gelr. Libr. VIII. p 338. (ƒ) |on de Beka, Cbron. Auüius, in Matthei Analetc. Belg. Tom. III. p. log (?) Joann. a Leidts Libr. XXXI. Cap. LI. p. 313. (b) Mieris Cbarterb. UI. D. p. 681. (i) Gouthoevkn Chronyk p. 400. Ren. Smoi R'. rum Bat. Libr. IX. p. 130.  CHRONYK. m Hoofdfl. 395 Hertog Albrecbt, dus zyn leger befchre- Ao ven hebbende, om te Enkhuizen te verga- ij^ deren en wel wetende, dat noch Frederik Hertog ^Blankenbeun, Bisfchop van t/^, noch^ Willem, Hertog van Gelder en Gulik, hemvan de den doortocht door hunne landen na Fries-Hdland. land waar op zy beiden vlamden, zouden/^Stegeven (waarom hy verbood dat genejj» der ontbodene fchepen door Utrecht of door fche*.a de Huizen te Gildenbercb op de Lek zouden te leen, varen (k), uit vrees dat zy mogten aange-voor te Ken worden) was ook bedacht, dewyl oory* de tocht over de Zuïdcr Zee moest gedaan worden, om zich een genoegzaam getal van fchepen daar toe te bezorgen; en beval daarom, ontrent in de helft van Bloeimaand, dat fommige -fteden van Holland hem lcheoen wel van leeftocht voorzien , leenen ïouden, met belofte van de fchippers naar hun genoegen te zullen voldoen ten overftaan van twee van zynen Raade en van twee uit haren Gerechte. Haarlem moest daar toe leenen 150; Rotterdam 45; f"»* dam 25; Gouda 40; Dordrecht 25; Alkmaar 26; Hoorn 25; Akerfloot 10; Noorden 22; Enkhuizen 26; Amfterdam 50; behalven de grote fchepen. Het is twyfelachtig , ot men dit behalven de grote fchepen (waar door waarfchynlyk Koggen (/) v^ftaran,worden^ van alle de andere Hollandfche fteden, dan alleen van Amfterdam, verftaan moet (jm). Aan (k) Mieris Cbarterb. III. D. p- 683. (/) Het zelfde Boek pag. 687. {m) Het zelfde Boek pag. 677.  396 VADER LAND SCHE Ao. Aan die van Zierikzee beval hy 25 grote . I308. fchepen gereed te houden , om , op het En van ' eerfte bevel , na Engeland over te fteken die van om de Engelfchen te halen, en na VlisfmS fchT gm °f Arnemuidm te brengen (n). En daarren, omf^11 verzocht hy nog, van de Zeeuwfche hoe veel fchepen eldaaren- ke *Jad tot dit getal moest leveren) met boven belofte , van de fchippers, ten overftaan van eenige twee uit zynen Raade, en twee uit haren van de" Gerfchte> tot genoegen te zullen voldoen, Zeeuw- en de onkosten te laten aftrekken van die jcbe gelden, welken hy van haar, om de onkosten fteden; van den tocht goed te maken, te leen geEn leent vraagd had (0) Hoe veel hy van elke ftad geld van gevraagd had , is niet bekend: alleen vindt de fte- men, dat die van Haarlem hem geleend haden; den 5000 oude fchilden; die van Delft 4000 gelyke fchilden ; die van Amfterdam 4000; en die van Leyden 3000 Dordrechtfche gulEn be- dens; welke hy beloofde te zullen weder gelooft het ven een jaar naa zyne terugkomst uit Frieszelve te land; of dat zy, by gebreke daar van, die weder fomme zouden nemen uit de eerfte bede geven. 'm Kennemerland en Friesland , waar toe de Rentmeesters in den tyd van hemgemagtigd werden (p). Aanmer-, LHfc geh,ele getal der fchepen , welken , kingo- behalven de groten, hier te leen verzocht wor- 00 Mieris Cbarterb. IIf. D. pag. 677. (0) Het zelfde Boek pag. 677 en 678. (p) Het zelfde Boek pag. 678.  CHRONYK. m Hocfdji. 397 worden, bedraagt 769, i"dien men hier nog Ao. bvvoegt de grote fchepen , en al e die , i3o3.^ welken den Hertog in eigendom toebehoor. ver het d*n zoo blyft echter het getal verre bene- grote den' de 400*0 grote en 4co, andere fche.g£ pen, naar het opgeven der oude Chronykfchryveren (q), die echter een verfchil hebben van 1000 .(r). Het getal fchynt echter uit ter mate groot in den eerften opilag; maar, wanneer men in opmerking neemt, dat deze Schepen, de Koggen mtgezonderd meestal in grote roeifchuiten beltaan hebben, welken ligt en digt opgeflagen waren, en in de meeren, poelen, en andere binnenlandfche wateren gebruikt werden (r), zoo verdwynt alle verwondering. Om deze reden , beval de Hertog, dat de kleine Schepen door de binnen wateren, en de "grote buitenom langs de ftranden, na Erfhuizen zouden varen (r). Op den 18 van Bloeimaand gaf Hertog Al- Hertog brecbt aan Herman Vincken, en Willem «w*<™B zoon, de vryheid om een uitland, genaamdHerman Rietbuere buitendyks aan Maasdam te bedy-Fincken ken, tot'een vryen eigendom voor hem enge vryzyne nakomelingen , onder voorwaarde, dat, de ^ indien zy de fluis te Maasdam met houden kon- thuere den de Heerlykheid en de tienden van dat voor buitenland weder aan den Hertog zouden val- Maasdm len: en voorts, dat zy, om dat land te be-ken>aï dy- {a) Joann. a Lkyom, Libr. XXXI. Cap. LI. p. 313. , (O GoimioEVEN Curonyk.psg. 409. (f) Van Loon Aloude Regeeringw. van Holland. II. u. p. 174. IV.D.p 375(t) Mieris Charterb. UI. D. p. 683.  398 VADERLAND SC HE Ao. dyken, aarde zouden mogen nemen ter naas. '398- ter lage, en tot de minfte fchade , voor zodanig geld, als anderen daar voor geven zonder dat het den eigenaar vry zal ftaan zulks te beletten (u). Geeft Op den 22 dier zelfde maand gaf hy aan SST r1C Van R\lnmkooP> e» Byleveld, voor zekere en Si fomme §elds' weder de V17heid> om uit te veld de wateren tusjchen Merendyk en Haenwikerka vryheid, in den Ryn, die van Vastraetsdamme nederom in moert tot Leyden gaet i tot hore beft er profyt enSS? oerbaer> m alleftufen ende watergange vriteren. llken le oerboeren ende te gebruken, die der Waerfcip van Sparendam of den Ryn toebehoren, ende uten Ryn m die Tsfel gaen beboudeliken datjy mit hem ghelden fullen alle oncost ,mo,gben morghen gelyc (v). DeFr/e- Alles dus tot den tocht tegen de Friezen in zen yan gereedheid gebragt, en de leeftocht bezorgd SS Zyr!de' door hct verbod van uitvoer der zelve vanWn- (w)>en bevel>om ze na het leger in Westfries* ri, eu land te voeren (x), zo verwekte dit in fomOoster- migen der Friezen zodanig eene vrees, dat zy wfhui-befloten» om zich aan den He"og te onderdïge'n werpen, en hem, als hunnen wettigen O verden Her-heer, te huldigen: gelyk die van Stellmgtog Al- Werf (Westftellingwerf, naamlyk zoo als uit de mecm. genoemde dorpen blykt) van Kuinere en Oos- terCu) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr V ,390—1401. Cas E.p. 284. veria; berustende onder den Heere Griffier van Alphen (tp Ms uit het zelfde Register p. 285. onder dea zelfden Heere. (w) Mieris Cbarterb. III. D. p 676 O) Het zelfde Boek, p. 683.  CHRONYK. IP. Hoofdjl. 399 terzeingerland, op den ó van Zomermaand, Ao. pedaan hebben (y). , . i±L_l- ne toeftand van Friesland was zederteem- Elendige gen tyd zeer elendig geweest door de onder- toeftand ^verdeeldheid der Schieringers en Vetkooï,™ niet ongelyk aan de beroerten* der en voor Hoekfchen en Kabeljaauwfchen in Holland en desen SI De /^«OO (Heeren derHeeV tyd" hShedèn in Friwtond) waren gewoon wüIkeurig te heerfchen, en malkanderen te beoorlogen, zonder dat, of de Stadhouders van S&zer, of de Potejlaten, door de Friezen Sf gekozen, of de Grietmans en Richters in de Steden,dit konden of, om dat zy aan de geweldenaars vermaagfchapt waren, of het felfde belang met hen hadden , om hunne fanyen te vernielen, niet wilden verhinde. ïen?welke oorlogen door de Abten, die groot deel in *s Lands regering hadden, niet zeldenaangeftookt werden , zoo dat, by hun toedoent het land door moorden en branden verwoest wierd. Dit was oorzaak, dat Snier Hovelingen zich in V^™* STvt derlinge befcherminge tegen hunne maguge deddhe, vvandtn verbonden, waar uit dan eindelyk den in de twee partyen van Schieringers en-Fctkoopers Fries- die van Western en Zevenwolde, en de lte3 n daar in gelegen, hebbende deeze dien Sm van ScLing of Aal, welke in die lage Ben* en moerasfige landen veel gevangen werd,-ge waar fVl Mieris Cbarterb. III. D. pa^. 680. mSw.Jnaktt.vet.Mm TomAV. inDedicatione pag. 3-  400 VADERLANDSCHE Ao. waar mede de ingezetenen hun voordeel dee-i I398> den; de andere die van Oostergo, 't welk, uit verdeel- goede weilanden beftaande, den ingezetenen de par- gelegenheid gaf tot het weiden en vetmaken yen' van vee. Benamingen dus, welken zy malkanderen uit fpot en fchemp gaven. Doch deze hoofdpartyen waren niet dus aan die landen gehecht, of daar woonden velen van de party der Schieringers in Oostergo, en de Vetkoopcrs in Westergo , na dat zy, zich, by verloop van tyd, vermaagfchapten, of ook hun belang, of woeste aart hen aanzette, om van party te veranderen. Deze Hovelingen heerschten dus, als dwingelanden, over hunwendzel "e onderhoriëen» onder her- fchone voorgeval Viey-ven' van de vryheid der Friezen tegen alle heid overheerfching te willen befchermen: dit was ftrekt totvan dat gevolg, dat zy, die in het onderfpit onder- geraakten, om toch voor hunne wederpar- king. lyen niet onder te doen 'naar vreemder Heeren hulp uitzagen, en zelf reeds hunne goederen aan Hertog Albrecht hadden opgedragen, en van hem ten leene weder ontfangen, waar door hy dan verbonden was hen te befchermen, en zy verpligt waren, om, tot Kwade nadeel der vryheid van hun vaderland, zygevol- ne ondernemingen te begunftigen ( z ):' terdfe"ver. w^ ondertusfchen anderen met reden oordeeldhe- deelden, dat het veiliger was onder de heerden, fchappy van éénen Dwingeland, die hen befchermen konde, te bukken, dan, door de heerschzucht van vele kleine dwingelanden, onder den fchonen fchyn van een vry volk te (2) Zie hier voren, bladz, 230.  CHRONYK. m Hoofdfl. 401 te zyn , in gedurige vrees te zitten van ^o. vernield te zullen worden. Om deze reden 1390^ fchynt dit gedeelte van Zevenwolde zich aan' * den Hertog onderworpen te hebben;het welke hem gelegenheid gaf, om onverhinderd met zyn volk in de Kuinder te landen. Hier op beval Hertog Albrecht, op den 7 Hertog van Zomermaand, aan alle zyne Baljuwen, Albrtcbt dat zy , van zynent wegen , aan alle zyne ™££ Leenmannen, en Welgeborenen, zouden be- mannen velen,dat zy welgewapend.den 24 dier maand, en welzich in het leger by Enkhuizen moesten ver gehorevoegen;en dat de oudenen zieken,die goed £e»>_wel hadden, een gewapend man in hunne plaats p^j^n moesten zenden; en in het byzonder den Bal- het Ieiuw van Rhynland, dat hy in het bedryf van ger by Rhynland, en in den lande van Woerden , de ™MÏhelft van de Welgeborenen en van de huislieden moest opontbieden. Voorts beval hy, Zoo ook ten zelfden dage, om de huislieden op teont- den derbieden met tweevoudigen heervaart; te we- ^ ten, den derden man, alle wel gewapend en de huis> elck met een fpade of met een grave, ende een ]Uiden brugge hordt, alfoe verfien van alles, des fy be- met fchehouven fullen, het fy fchepinge off harnascb (a): PJJ^» te weten ; de dorpen waren verpligt, naar ]yk voor, hun vermogen, naar het getal hunner fchot- zien. bare landen en mannen, met eenige riemtalen,dat is,fchuiten van eenige riemen, den Graaf te dienen. (b) * , Op den y> van die zelfde maand , gaf Geeft r Her- aan d'e van (a) Mieris Cbarterb. III. D. p- 680. (é) Het zelfde Boek, p. 664, 665, 681 , 688, 689. &c. I. Deel. Ce  .4oz VADERLANDSCHE Ao. Hertog Albrecht aan die van Amersfoort het 1398. voorrecht , om voorby alle zyne tollen te ~Amers~ mogen vaaren, mits betalende den honderdfoort de ften penning van de waarde hunner goedevryheid , ren . maar voor twaalf travel vaten bier het den hon^ zesde deel van een ouden Frankrykfchen fchild : derdften zo nochtans , dat die vryheid zoude oppenning houden , zo lang 'er oorlog ware tuffchen voorby hera en het Sticht Utrecht, maar dat, naa im\e° ' het maaken van den vrede, die vryheid wevaaren. der zoude ftand grypen: welk voorrechtdoor den Graaf Willem van Oostervant bevestigd werd (c). Eeves- Op den 3 van Hooimaand , bevestigde tigt hun- Hertog Albrecht de voorrechten, welken hy, ne voor-0p den 1 van Oogstmaand, in den jare door6"' l2>^- C^) aan die van Amersfoort gegeven hem in had; welke bevestiging de Graaf van Owferden jare vant, op den 5 daaraanvolgende, beloof1388. ge de te zullen geftand doen (e). Deze VoorSeven- rechtsbrief is van den Hertog, en van den Graaf, in den Haag gegeven; waar uit blykt, dat zy by de verzameling van het Leger te Enkhuizen , op den 24 van Zomermaand , Bepalingniet zyn tegenwoordig geweest; en, op den óef i,of 11 van Oogstmaand, vinden wy hen te o?"r. ' Stavoren (ƒ), daar zy, van de Friefen van tocht na Oostergo en Westergo, als Heeren van bet /Yiej7a?2 Gouthoeven Chronyk van Holland p. 400. Scho- ttüOU Historie VIL B' p' 2* i0Am' A " Libr. XXXI. Cap. LI. p. 3J3Cc 3  4oó VADERLAND SCH E Ao. de burgers uit de -Hollandfche Steden, die En1398. gelfchen te ontzetten; doch dezen antwoordden, dat zy gereed waren te volgen , waar hy voorginge; waarop eindelyk de burgers van en door Qeifc) welker getal 500 was (&), daar toe ^l^sdve~beüoien; niet om 's Hertogen gunst te herontzet, winnen, gelyk de ouden (/) beuzelen, want zy waren reeds in den jare 1394. met hem verzoend, en hadden de vryheid gekregen, om hunne in den jare 1359 geflechte vestingen (in) weder op te maaken, met by voeging van meer andere voorrechten («); maar uit dankbaarheid voor hunne herftelde voorrechten. Zy vielen dan de Friefen op het ly f, en, door den uitval der Engelfchen geholpen, dreeven zy hen, onder eene groote flachting, op de vlucht, waar na zy, met de Engelfchen, nog eene menigte Dorpen verwoeft hebbende , behouden in het leger te rug kwamen (0). Stavoren De Hertog, geen vyand meer verneemendoor den de, trok te water en te lande na Stavoren, be°legerd en beogende die Stad , na welke veelen en ge- der Friefen, naa het verliezen van den flag, wonnen geweeken waren. Deze Stad, van leeftocht by ver- onvoorzien, was eerlang genoodzaakt, zich s* aan Graaf Willem van Oostervant, eenige weinige dagen naa den 25 van Hooimaand,over te geeven: en, dewyl zeer veele Edelen uit Oos- (k) Zie hier voren, bladz. 386. (/) Joann. a Lkidis, Libr;XXXL Cap. LI. p. 314. Gouthoeven Chronyk van Holland, pag. 410. (ra) Zie hier voren bl. 191. (ri) Zie ook hier voren bl. 279. (0) Joann, a Leidis, Libr. XXXI. Cap. LI. p.314. Gouthoeveu Cbronjk van Holland, p. 410. o* oon fironf HZilhm van Onctpri>niit. ppnisrp wpi.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 47 Oosterzo en Westergo zich in die Stad bevon- Ao. £ zhebben dezen , by het verdrag 339^ van'overgave , den Hertog drecht voor Tunnen Heer -"g-omen en gehubd^ Deze was de inhoud van het verdrag van n«7r*ave en van de voorwaarden van hul- *d Swsfchen *W», Graaf van Oostervant van h t foedvinden van den Raad en ^n de gemelde StSen en tusfehen Garryt Kamminne , verdrag. rlckWalta, HercHottinghe, Syvrd WieerdT Gosliek Hesünzhe, Feyavan Dockum ende Üner Hopper van wegen het gemeene land van Ooitergo en Westergo. 1 Dat Graaf Willem , van wegen zynen Vader zoude zweeren , dat hy hen een geldt Heer zoude zyn; en dat zy Hem ten ïehóeve van zynen Vader, zouden ontfangen, hulden en zweeren tot hunnen rechten HTir'Dat de Hertog over al in den Lande, naar zyn genoegen,gSloten en Burchten zal m0SnDafeTkninwoner in het vrye bezit van zyne'goederen onbefchat zoude blyven, ten W\rV%aYdïtwonerS tot geen heirvaart zouden gehouden zyn buiten Frtesland. V Dat de Hertog de Schouten, Baljuwen, Schepenen en Ambachtslieden zal neemen ui 's Lands ingezetenen, en geen anderen. vilSatdeF^wlvry zullen vaaren door alle*,'zoo tegenwoordige als toekomende, l anden van den Hertog. VIL Dat het oordeel over alle de bedrevene misdaaden, van doodflagen enz., zal ftaan Cc 4 rt  Ao. J.398. 408 • VADERLANDSCHE aan deze Raaden van den Hertog; te wetenden Landgraaf van Liettenburcb; den Heere vau ^,Kei, ucii neere van iLgmond; den Heere van der Veer; den Heere van Lyekerck; den Burggraaf van Leyden; en Jan van Heem/lede; als mede den zeven genoemden van wegen Oostergo en Westergo; dat, wat dezen zulJen vastfteJlen, als gedaan te moeten worden ter zaligheid van de zielen der verflagenen, zal gehouden, en voldaan moeten worde; en dat daarop de Hertog alle misdaaden, tot dien dag toe, zal vergeeten en vergeeven. VIII. Dat de Friefen zullen hebben veiligheid van lyf en goed. IX. Datzy gebruiken zullen hunne FrieJche rechten, zo als deze genoemde veertien zoudenvastftellen;maar, indien die vanOwtergo en Westergo daar mede niet te vrede mogten zyn , dat zy dan de keur zullen hebben van de rechten van Westfriesland van Kennemerhnd, of van Zuidholland. X. Dat men niemand in den Lande gezeeten tot een kamp of tweegevecht zal dagen. XI. Dat zy , op het tekenen van deze* voorwaarden, de poorten van Stavoren, en van SintOdolphs Klooster, zullen openen', en den Hertog hulde doen, behoudens den Abt het gemeene Convent, en de burgers van Stavoren, lyf en goed. XII. Dat die van Oostergo en Westergo , en de Stad Stavoren, den Hertog zullen helpen, om, tot onderwerping te brengen allen, die den Hertog niet zullen willen huldigen, gelyk zy gedaan hadden. XUX En Iaatftely k, dat Graaf Willem van Oos- ter->  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 4°9 fm>««rhiervanbezegeldebrievenzoudegeven, Ao beveiligd met de zegels van zynen Vader; en mj. van zynen broeder Jan van Beijeren-E\e&van Luyk j van s'Hertogen Raad; en vande Suder. | Haarlem, Leyden, Delft, Amfterdam, Middelbar ch en Zierikzee.En was ditVerdrag getekend opMaandag naa den 26van Hooimaand Sommige fp).Hieropbebben,opdeniovanOogstmaand,J«gi« eenigen van de Friefen, te Stavoren, den Hertog den hulde gedaan ; te weten Revemnch van der tog> Sueke, Here Hoyting, Haring in den Hage, (deze zvnin Wagenbruggè). Scelta Laetkama,WybaMdletsma, Herta Hesfelinga, (deze zyn in Vyfdele). Aziga tho Bellenze, Thiert Waltba (deze zyn in Woldenfe). Feye van Dochem, Hes/el up ter Gbeest ,Garwart Kampinga en Ziwaert Wyaert Cq) Op den n van Oogstmaand, heeft Her- Hertog tog Albrecbt binnen Stavoren bevesngd het verdrag, waar op die Stad zich aan Graaf hetver. Willem van Oostervant had overgegeven, en drag van waar op eenige Friefenvzn wegen Oostergo enoverje. Westergo hem hulde gedaan hadden ; ™et™^ deze by voeging op het zevende punt van netwrBBi ea zelve dat hy binnen een half jaar zoude van de verklaaren, en dat die van Oostergo mWestergo hulde en alle anderen, die hem gehuldigd hadoen , en in dien tyd nog zouden huldigen, aan deze ^J{er. zyde van de Lauwer, binnen een jaar daar^o, met naa, zouden moeten ftichten eene Kerk van twaalf QO Schwartzenberg, Cbarterb. van Friesland l. D, Pag. 281. (?) Het zelfde Boek pag. z8i. Cc 5  4io VADERLANDSCHE Ao. twaalf Kanunniks proven, en van eenen De1398. ken met dubbele proven, en dat wel elke byvoe- prove van vyftig oude Frankrykfche fchilden ging van jaars, te beleggen aan goede en zekere reneemge ten) wejke dekanie en proven hy en zyne waarden.erfgenamen zouden begeven; en dat wel voor de zielen zyner ouderen, en van alle der genen zielen , die met zyne ouders in Friesland gebleven waren. En voorts, dat zy ter eere van God, en tot zaligheid der gemelde zielen, een Gasthuis zouden ftichten ter plaatze, daar hy het zoude goedvinden , en daarin dertien bedden leggen, en een wyf of twee in zetten, om de arme menfchen, die daar komen , te ontfangen en te havenen, die daarin drie dagen zouden moAanmer- gen blyven. Dus vermeerderde hy , ten king koste der Friefen, de Geestlyken in Friesland, deze'bv di° Van Zyne hand a£vloê(in > om dus einjrevoeg- deIvk volflagen Meester van hunne gemoede voor- deren, en eindelyk van alle hunne goederen en waarden, vermogen, te konnen worden. Dit toch was altyd, en is ook nog, eene gcmeene konstftreek van zodanige Vorften, die, met het Hun opgedragen bepaalde gezag niet te vreden, hunne magt trachten uittebreiden en onbepaaldelyk te heerfchen, dat zy de Geeftlykheid vleijen en zich ten Vriend maaken , ■ ten einde zich ten allen tyden van haaren grooten invloed op de harten der menfchen, ter vermeerdering van het Vorstlyk gezag, en dus ter voldoening van hunne toomeloze heerschzucht, te konnen bedienen. Dit fpoor drukte ook nu , zo als te meermaalen, Hertog Albrecht, want anders was het ftich-  CHRONYK. W. Htifdfi. 4" ffichten van Kerken zyne ziekte niet. Nbg. Ao; verklaard™ hy in deze bevestigvan tojg* merkwaardige verdrag, dat, v°>g«s h£ neeende punt van het zelve, de genoemoe fJrSen reeds vastgeReld hadden het recht, Te"hy hun by goede Handvesten en Brieven bezegeld "S^gjfó ]l\ZrAmfterdam, Middelburcb en &»r.fc "dS veertien Zegsluiden, ^^gSS voor Staww» op maandag naa den. 26 van 6 b(J. Hooimaand aangefteld, hebben terftond be-paaf naald welke Schattingen die van Oorwrgo en welke; Kaan denHerÉg ^«gg»; zouden betalen, en welk recht hem, ais nee & h re zoude toekomen, welke rechten zeeker ! Hertog niet gematigd gefteld zyn: te weten: de Albrecht, niet gciuaugu & j hetals Heer tienden van het Koorn; de Sluizen enn« bevisfchen der zeiven ; het recht van de )hf^ Windmolens door het geheel e Land, debe[1 zaU begeving van alle Kerken , mits dat de Friester in Oostergo of Westergo gebooren zy ; zo nochtans, dat ieder een Rosmolen zoude mïgen gebruiken , en dat de ftichters der Kerken, of hunne erfgenaamen, de begeving dfer Kerken zullen blyven behouden; en dat m Schwartzenbeug, Cbarterb. van Vriesland. LD. p % Mieris Cbarterb. llt D. p. 684. met eene geringe verfcheidenheid. »  412 VADERLANDSCHE Ao ook nu voortaan alle aanwas van land buiten -I398- dyks den Hertog zal toebehoren: Voorts dat het bouwen der Kerk, en van het Gasthuis, met de gevolgen van dien, in het zevende punt van het verdrag voor Stavoren gemaakt (j), om hunne armoede, door den oorlog veroorzaakt, uitgefteld zoude worden den tyd van vyf jaren, waar na zy, binnen het jaar, naa des Hertogs waarfchouwing, dezeiven zouden moeten ftichten: En eindelyk, dat, indien eenig gefchil mogte vallen over zaaken, in dezen vervat, dat zelve zoude ftaan ter beflisfing van de voorAanmer- noemde veertien Zegsluiden. Waar uit blykt o5eendan 'er n°odwendig een Schryffeil moetinCharter g^open zyn nopens deze bepaaling der veerby F. van "en Zegsluiden in het Charter by den Heere Mieris F. van Mieris ten opzigte van den tyd voorko- welke by hem gefteld word t op den 3 van Bloei! mmaK- maand 1398 (t), daar deze veertien eerst aangefteld zyn by het verdrag van overgave der Stad Stavoren; en de zaaken, in deze bepaaling vervat, in dat zelfde verdrag, en wel daar naa,op den 11 van Oogstmaand van dat zelfde jaar, bedongen zyn. Hertog Op den 11 van Oogstmaand , heeft HerM-recbt tog Albrecht aan Arend, Heere van E°mmd beleent en Tsfeljlein, Maarfchalk en Beleider van zyn Arendvan Heir in. den tocht na Oostfricsland, om zyEgmond ne moeite en dienst te vergelden,en aan zyen van ne nakomelingen , in erfleen opgedragen de ^yian Heerlykheid Ameland met al haar toebeho! ren, O) Zie hier voren bladz.407, 409611410. (O Mieris Cbarterb. III. D.pag. 671.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 413 ren, uitgenomen de Zeevond en de Tollen, A o. welken hy aan zich zeiven hield, en daaren- 1390^ boven het Uitland, geheeten Bil, dat aan- Heerlykgeworpen is buiten dyks en gelegen * tn* heden^fchën Meincrsgae en 5. Manengarde met zyne hoge en lage Heerlykheid (»• Gelyk by de overgave van Stavoren eem- De Over. ge Edellieden van Oostergo en Westergo den heden en Hertog Albrecht, als Heer van Friesland, ge- gemeen huldigd hadden, en, van dag tot dag, zicn0w8er^ meerder aan hem onderwierpen , zo ver- en Wesklaarden eindelyk, op den 14 van Oogst- ^bemaand, de Prelaten, Hovelingen, Griet- kennen mannen en Richteren, en alle gemeene Ge- Jlbrecbt meente van Oostergo en Westergo , dat zy V00r Hertog Albrecht , Graaf van Henegouwen , hunnen enz., Bannerheere van Friesland, en zyne nakomelingen, voor hunnen rechten hul(ligd Landsheer aangenomen, en met geftaaiden tehebeede eezwooren hebben, alles te doen naar ben: de rechten en handvesten, welken hy hun seaeven had (y), terwyl Friesland aan de andere zyde van de Lauwer, en Groningen tegen hem in de wapenen bleven. Hertos Albrecht, dus als Landsheer van D.ehun. Friesland door Oostergo en Westergo gehuldigd ^ zvnde, gaf hun, als zodanig, op den 24geeFu ■ Van Oogstmaand, zyne wetten en eenige vryheden (w). Q^ (u) Mïeris Cbarterb. III. D. p. 686. Schwart„Vkrc Cbarterb. van Friesland I. D. pag. 284. "S to Cbarterb. III. D p. 686. Schwartzen berg Cbarterb. var, Friesland 1. P-P', 284- (>) Schwartzenberq Cbarterb. van t rvsland. 1. i>. p. 285.  Ao. J12l'. Hertog Albrecht zendt een gedeeltevan de Vloot na Ae Laui«er,om,telanden, hetwelk de Friefen beletten. Dringt echter te Jande tot de Lauvoer door, verfterkt Luinen en neemt Dokkum in. Doet het lighaam ( vanGraaf j Willem den IF. ' opgra- ; ven,en te] Falen ■ cbien begraven. 4*4 VADERLANDSCHE Ondertusfchen zond Hertog Albrecht den Ridder Pwter Beetj met een gedeelte der Vloot, beftaan de tut de Amfter dammers, West. Jrtejen , Kennemers en Waterlanders , na de Lauwer en het Dokkumer diep, om daar te landen en dus de nog ongehoorzaame Friefen van beide zyden te konnen aanvallen, terwyl hy ook van Stavoren eenige benden dieper in het land zond, om zich van de Steden en SJoten meester te maaken, het welke hem doch niet zonder groten tegenftand, veelal gejukte. Doch de voorgenomene landing in de Lauwer en het Dokkumer diep mislukte, dewyl de Friefen zich zo fterk op den dyk vertoonden , dat niemand der vlotelingen het dorst wagen, om voet aan land te zetten , waarom de Ridder Beets zich moest vergenoegen met hen van de Zeekant in te [luiten, en dus den toevoer te beletten (s) Des Hertogen volk moet echter te lande tot aan deze zyde van de Lauwer zyn doorgedrongen dewyl zy het huis te Luinen, fan iiet Dokkumer diep , tusfehen de Oudwoudenerzylen de Kolhmerzyl gelegen, ingenomen m verfterkt hebben: gelyk zy ook Dokkum 'ord van friesland geworden zynde, deed iet hghaam van Willem den IV. in het Klooser florenkamp by Bolswert opgraven, en. met :yn fchild en zwaard, na Amfterdam,in eene Capel, brengen, daar hy de laatfte Mis voor zy- (x) Schotanus Friefebe Hist.p. 217. Gouthoeven bron. van Holland, p. 400.  CHRQNYK. IV. Hoofdfl. J**5 zvnen ongelukkiger! tocht gehoord had, van waar hy het zelve na Valenchien voerde, en bv zvnen Vader begroef (31). yHertog Albrecht, Friesland ondergebragt, en in de meeste Steden bezetting gelegd hebbende; ook zelf van een gedeelte derOwEndoor de verdeeldheden der Edelen meester geworden zynde (s); vond zich geSaakgt weder na ^ ™ zvne landzaten naar huis te laten treden. en de hulpbenden af te danken, om dat he onmogelyk was, in het najaar, in het lag en moêerasfige Friesland te beftaan, gelyk de verftandige Juwe Juwinga zeer wel geoorTee d had^ Di< deed hem de vrucht zyner over winning misfen, zo als in het vervolg bleek S enoch in twee deelen na. Holland ge zonden hebbende, het eene van StavormM andere uit de Lauwer by het huis te Luinen daar hy zelf tegenwoordig was, zo greepe vede/der Friefen moed,en ftonden, terfton tesen hem op. Twee van zyne grootfte Scn< oen, die door de Eb genoodzaakt waren 1 blvven leggen, werden door de inwoonders vs teAchikarspelen, daar zyne knechten gr te buitenfporigheden hadden bedreven , _ve brand. Stavoren, Dokkum, en het huis Luinen bleven echter in zyne magt, waar do hy gelegenheid hield, om altyd in Friesland landen. y (?) Joh. de Beka Cbron. auB. by Matth. Anal S°rS ]o\m. Chron. Groning by Mat Aml. Tom. I. p. 7*. Schotanus Fnefche Hut. \ Boek , p. 220' - Ao. I398-_ Vindt zich genoodzaakt we« der ria Holland met het leger over te fteken. - De Frie* t fen ftaan tegen ' hem op. n d e n 0rte:>r te et m* rH. 'II.  Ao. 1398. Eppo Nitterfum overvaltde Hollandfcbebezettingen; Doch ] word genoodzaakt na ' Gronin- 1 gen te wy- \ ken, wel- j keStad . hem * eerst t weigert, maareindelyk inlaat, j C 4iö VADER LANDSCHE Het verbond van onderwerping, door lommige Ommelander Edelen, op den elfden van Herfstmaand, met Hertog Albrecht gefloten, was de anderen tegen de borst, die, onder het beleid van Eppo Nitterfum, te Stedum geholpen van die Friefen, welke,de Schieringer party toegedaan, na de Ommelanden geweken waren , de Hollandfche bezettingen aanvielen en afmaakten , beginnende met het huis Aitzum , daar zy de Hollandfche knechten ombragten, of in de Muiden (dat is de Moerasfen) van het Damftcr diep verdronken en begroeven (a\ Hertog Albrecht zond eenige benden uit de Achtkarfpelen, welken, geholpen door de broeders Ferhildema en hunnen aanhang, hem noodzaakten na Groningen te wyken. Die van Groningen, fchoon zy, aangezet door Jarge Coppen, van Stavoren geboortig, zeer voor de behoudenis der vryleid yverden, weigerden nogthans Eppo en Je zynen binnen te laaten , zo dat hunie achterhoede reeds door de Ferhildema's tangetaft wierd ; maar Eppo en de zynen jeloofd hebbende, dat zy voortaan aan kroningen onderhorig zouden zyn, zo werlen zy ingelaaten , en dus van eenen gevisfchen nederlaag bevryd. Doch dit ver>ond van onderwerping en befcherming is net algemeen van kracht geweest, omdat de Ommelanden het aanmerkten als uit vrees georen; of ook wel, om dat het door eenige wei- (a) Toann. de Lemmige Cbron. Groning. by Matth hal. Tom. I. p. 73. Ecgerics Beninga Historie van 'ostfriesl. by den zelfden Tom. IV. pf 165.  CHRONYK. IV. Hotfdjl. 417 weinigen voor hen gemaakt was met die van Groningen, buiten hun bevel en toeftemming. Op den zesden van Wynmaand, gaf Hertog Albrecht aan de Schepenen en Raaden van Amfterdam de vryheid, om excynfen te zetten op alle goederen , die daar zouden aangebragt worden, naar hun goeddunken, tot dat zy uit die excynfen zouden gekregen hebben de fomme van negenduizend Hollandfche fchilden, om daar uit te vinden het geld, het welke zy hem tot den Briefchen oorlog geleend hadden: dus betaalde hy zyne fchulden door het onderdrukken van den Koophandel, die nu te Amfterdam begon te bloeijen; en dezen, onbedachtfaam lyk alleen op het tegenwoordige zienden . lieten zich dat bezwaren van den Koophandel welgevallen (Z>). Ook gaf hy, op den 2c dier zelfde maand , aan die van Amfterdam., tot vergoeding van eene Kogge met zout ge. laden, welke in zynen dienst m een onweder vergaan was, en waar voor hy maar vier honderd en vyftig Hollandfche fchilden had te rug gegeven, het welke beneden de waarde was, de vryheid van tollen door alle de landen, welke hem van Guy van Chaftillon, Graaf van Blois , aanbeftorven waren.fY) Op den derden van die zelfde maand, verpachte hy aan die van Gouda, ten eeuwiger dage, den wind binnen hunne vryheid, mei het recht, om zo vele windmolens te moger zetten als zy zouden goedvinden, by goed dun (b) Mieris Cbarterb. III. D. p. 686. (c) Het zelfde Boek, P- 687. I.DEEL. Dd Ao. Hertog albrecht geeft aan die van Amfterdam vryheid ,om, gedurende eenigen tyd, excynfen van de inkomendegoederen te heffen. en geeft hun vryheid vau tollen dooi alle de landen, hem van den Graaf van Blois aanbeftorven.Verpacht ten ecu. wi p en 'dage den wind aan ■ die van .Gouda.  Ao. voor 50 Schilden 's jaars. Zoo ooli het Marktveld VOOI 4.0 lchellingen 's . jaars: en geeft den bast. aarden aldaar zeker voorrecht En aan den Abt van Middelburgrecht, om keuren in Oostkappel te maken; En aan die van Nieuwfiryen het recht,om met Tbolen en Schakerlo uitte wateren. 1 ( 41S VADERLANDSCHE dunken van de gemeeneVroedfchap.waar voor zy hem, ten eeuwigen dage op allerheiligen dag, vyftig pond goed Hollands geld zouden betalen. Voorts verpachte hy ook aan hen, ten eeuwigen dage, het Marktveld voor veertig Schellingen,goed Hollands geld,'sjaars; onder voorwaarde, dat het zelve niet verder betimmerd of omheind zoude worden, als het nu was, maar altoos blyven tot zyn en der Stede nut: en eindelyk gaf hy ook aan de bastaarden, die drie jaaren burgers van Gouda zouden zyn geweest, en dien tyd binnen de Stad gewoond hebben , het recht, dat hunne goederen mogten verfterven op hunne nagelnaasten, (dezen waren namagen m het zevende lid ) burgers van Gouda (d). Op den 6 van Wynmaand, gaf hy aan den Abt en het Convent van Middelburg het recht, om in het Ambacht van Oostkappel in Walcheren keuren te maken tot tien pond Hollands toe, en de helft van de boeten te beuren, maar de andere helft aan hem uit te keeren (e~). Op den 31 van die zelfde maand, gafhy aan die van den polder van Nieuw/tryen, die hunne fluis, wegens den aanwerp, niet lopende konden houden, het recht, om uit te wateren met die van Tholen en Schakerlo, onder voorwaarde, dat zy, naar mate van hunne gemeten, de onkosten zullen dragen,met die (d) Mieris Cbarterb. III. D. p. 687. (e) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. 1.1390 1401- Cas E. pag. 297 verfa. berustende mder den Heere Griffier van Alphen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 4*9 die vari 1 holen en Schakerlo, in de fluis, heulen en waterlopen (ƒ) Op den 5 van Slachtmaand, verkoftHertog Albrecht aan Heer Gem* ü«« Heemskerk, Ridder, Heer Harper szoon, het huis te iftemJmet zyn toebehoren, gelyk ook het dorp Etersbem,om het op de zelfde wyze vanhem te houden' als hy Luitikoosthuizen van hem hield: voor welk huis en dorp Heer Gerrit van Heemskerk gehouden zoude zyn, om ten zynen koste met twee honderd gewapende mannen bezetting te houden in Stavoren van den 14 van Slachtmaand tot Bloeimaand naastkomende, om die Stad voor den Hertog te bewaren, en dat hy boven dezen dienft nog zoude betalen aan gereden gelde twee duizend nieuwe Gelderfche Guldens of de waarde van dien. En, dewyl Heer Gerrit dat huis met zyn toebehoren niet aantasten konde om dat Heer Florens van Alkemade het zelve,' volgens zyne brieven, nog eenige jaren moest houden, zo beloofde hy aan hem voor den dienst te Stavoren, en voor het aangetelde geld, jaarlyks te zullen geven honderd Engelfche Nobels, in te nemen uit de wateren en visfeheryen , geheten de Weer in Waterland , tot dat hy het huis konde aanvaarden Cê)* Ingevolge van dit verdrag ftelde Hertog AH (O Ms getrokken utt het Perkamente Register Libr. V. 1390 — hoi. Cas E. p. 301 verfa; berustende onderden Heere Griffier van Alpiien. (g) Ms. uit hetzelfde Register, berustende onder denzelfden Heere. Dd 2 Ao.I398'_^er- ioopthet' mis té leemszerk, en bet dorp Etersbem aan Heer Gerritvan Heemskerk; Dien Hy; vervolgens ftelt  Ao. tot zyner Capitein te Stavoren. Geeft aan het Gasthuis te West. lappel vryheid van fchot en heirvaartvoor alle deszelfs landeryen;En aan de Stede van Westkappeldenzeevond in haare vryheid met zekere bepaaling. 420 VADERLANDSCHE Albrecht, op den 23 van Slachtmaand,Heer Gerrit van Heemskerk aan tot zynen Capitein te Stavoren , tn beval zo wel de Gewapende, welke Heer Gerrit daarop zyne kosten zoude houden, en alle anderen, die de Hertog uit zyne fteden en landen daar leggen zoude, als alle burgeren van Stavoren, hem als zodanig te erkennen en te helpen : gevende hem daarenboven volmagt, om de ongehoorzatnen naar vereisch van zaken te ftraffen (b). Op den 6 van Wintermaand, gaf Hertog Albrecht aan het Gasthuis te fVestkappel, daar zieken en gezonden in geherbergd werden , voor altyd vryheid van fchot, heirvaart en andere onkosten van deszelfs landen , om dat zy, door het overftuiven, die niet langer betalen konden, onder voorwaarde, dat het de dyken, fluizen, en bruggen zoude maken en houden, en doen beplanten en bepoten als te voren (i). Voorts gaf hy, ten zelfden dage, aan de Stede Westkappel den zeevond binnen hare vryheid, om daar uit te vinden de kosten tot het maken van eenen nieuwen vierbaak, en om dezelven te konnen onderhouden ten nutte der zeevaart; zoonogthans, dat, indien de zeevond boven een pond groot waardig was, het ftaan zoude aan de befcheiden- heid (h) Schwartzenbekc , Cbarterb. van Friesland. I. D. p. 288. (/') Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr V. 1390 1401. Cas. E. p. 305 verfa. berusten¬ de onder den Heere Griffier van Aiphen.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 421 heid van den Rentmeester Bern ster Schelde in Zeeland, hoe veel zy daar van hebben zouden moetende het overige ten behoeve van den Hertog aangetogen en door den Rentmeester verrekend worden (*). Op den 30 van die zelfde maand, gat hy< aan die van Steenbergen vryheid van tollen door geheel Holland en Zeeland, met verbod daarenboven aan zyne Tollenaren om van hen eenig roergeld, wisfelgeld, geleidegeld, pondgeld, of eenig ander ongeld , te eisfchen tot dien tyd, dat hy aan hen zoude betaald hebben de zeshonderd Vlaamfcbe Nobelen, eoed van goude en gewigte, welken hy van hen geleend had ; belovende nogthans die betaling binnen de eerstkomende dne jaren niet te zullen doen, noch hen de vryheid van tollen op te zeggen: en dat wanneer hy, of zyne nakomelingen, die betaling deden, zv na den dag dier betaling nog een voljaai die vryheid van tollen zouden genieten. (0 Op den 4 van Louwmaand van den jar< rQ9 verminderde Hertog Albrecht de riem talen van die van Uitgeest, omdat zeer vek van de inwoonders in de fteden met ter woor getrokken waren, en dat dorp zeer verzwak en verarmd was, van tweeëndertig op zes tien- en de Schepenen van acht op vyf; ei beval den Schout, ten eeuwigen dage, me vy rtt Ms eetrokken uit het Perkamente RegisterUb vVA9o _ 1401 Cas E. p. 30S vetfa, berusten* onder den Heere Griffier van Alphen. (0 Ms. uit bet zelfde Register, pag. 309, 3'0- b' lustende onder denzelfden Heere. Dd 3 Ao. I 398.' Dok aan He van Steenbergen vryïeid van ollen door Holland en Zeeland. [ 1399- Vermia- 1 dert de 1 riemta;len, en 'Schepenen van 1 Uitgeest. t f r. e  Aó. Hertog Albrecht geeft aan Schoonhoven de hopaccyns in eeuwigen erfpacht. Vermeerdertden ban van Abbekerke met verminderingvan die van Opmeer en ZibekerJpek i 1 rv-> . ml i i 4 422 . VAD.ERLANDSCHE vyf Schepenen recht te doen,.,voor welke gunst die van Uitgeest hem betaald hadden honderd en acht en twintig Hollandfche Schilden (jn). Op den volgenden dag, gaf hy aan die van Schoonhoven in eeuwigen erfpacht de hop-accyns binnen hunne Stad voor vyftig Fr ankrykfcbe oude .fchilden 's jaars, met volkomene vryheid, om de accyns te verhogen of te verlagen ten voordeele der Stad, en beval aan den Schout, om die accyns te handhaven , wanneer de Burgemeesters zulks nodig zouden oordeelen («). Op den 7 der. zelfde maand, vermeerderde fly den ban van Abbekerke, van den Heyen van Abbekerke noordwaards van den Waal tot den Cleyghauwe toe, en zuidwaards van den Waal, zo verre als honderd morgen lands iich nitftrekken, nemende die vermeerdering van de bannen van Opmeer en Zibekerfpel if, om dat die van Abbekerke klaagden, dat iy van hunne goederen moesten te recht [taan voor de bannen van Opmeer en Zibekerfpel Hy ftelde vast, dat de Schout vooraan zoude recht doen met vyf Schepenen in le plaatze van met tien, en de zeiven kie:en twee aan de Zuidzyde van den Waal, en wee aan de LVoordzyde van den Waal, en len vyfden in den Weren, binnen den ban ran Abhekcrk: en beval ook, dat de Schout van dbbekerke over alle gefchillen in dien vermeerIerden ban recht zoude doen , zonder tegen- (m) Mieris Cbarterb. III. D. p. 689, O; Uet zelfde I3oek, p. 680.  CHRONYK. ir.HoofdJt. 4*3 uenfpraak van de Schouten van Opmeer en Zibekerjpel, en dat wel des voor denffliddaS, en voor den rooster van het Kerkhof. Voorts gaf hy aan den Baljuw van Medenblik bevel, om aan die van Abbekerke, naar deze vermeerdering, aan te wyzen, welke zeedyken, binnewegen, en watergangen zy te houden hadden, afgefcheiden van de bannen van Opmeer en Zibekerfpel Dus veranderde hy het rechtsgebied der dorpen,als wi lekeurig Opperheer,enkel naar zyn welgevallen (o> Op den 15 der zelfde maand , beval hyaan den Schout en Raad van Geertruidenberge, om alle bywegen , en liegen, welken alzonderlyk van den groten heirbaan door den ZuidhOllandfchen Waard, door de Stad üeer. truidenberg lopende tot Breda, gebruikt wer den, af te fluiten, zo dat niemand te voet of te paard dezelven zoude konnen gebruiken; maar elk genoodzaakt zyn, om der heirbaan door de Stad te volgen, en dus d< gewone tollen te betalen, op verbeurte vai zodanige boete, als gemelde Schout enRaa. daarop zouden ftellen (p). Op den 17 der zelfde maand, bevestigd hy de voorheen gedane gifte van de kostery t Haarlem aan die zelve Stad, by afftand va den tegenwoordigen bezitter Henrik van Li Mn, onder voorwaarde, dat zy hem, ged ' re: C-A Ms getrokken uit het Perkamente Register Lil V noo— Hoi.CVE.p- 3ir. verft en 31»; ™ 3j verben 347. berustende onder den Heere Gr.ffier v ^p* Ms. uit bet zelfde Register, p. 3t3. verfa; t ruftende onder dien zelfden Heere. Dd 4 Ao. Aanmerking daar over. De Her- tog be veelt aan die van Geertruidenbergde bywegen , van den heirbaan afleidende,; te fluiten: | l e Geeft e aan die n van Waar» ,M lem de " Kostery: i 1>r.6. e-  Ao. Beveelt' der Overheidvan Delf de balda dii>e Geestlyken te ftrafFen. Welk bevel dooi den Bisfchopvan (Jtrechtwordt bevestigd ; doch onder zekere bepalinge. 424 VADER LANDSCHE rende zyn leven de bedongene fomme gelds jaarlyks zonden uitkeeren (g).- Dewyl fommige Geestlyken, of die zich voor zodanigen uitgaven, op dezen tyd te l Delft, zonder gefchorene kruinen, of geest! lyk gewaad te hebben, op de ftraten grote dartelheid en zedenloosheid bedreven , zo gaf Hertog Albrecht een zeer ernftig bevel aan den Schout, Schepenen en Raad van Delft, om deze menfchen te ftraffen, en de boeten daarop vallende te bekeeren half tot zyn voordeel, waarvan de Schout hem rekening moest doen , en half ten voordeele van de Heeren van Utrecht, die daar toe recht hadden: Met verklaring, van, indien de Schepens en Raad van Delft hierin nalatig waren, zulks te zullen houden, en verhalen aan hen, als of zy zyne heerlykheden wilden verminderen (r). Dit bevel vinden wy bevestigd door den Bisfchop van Utrecht, Fredrik van Blankenheim en Willem van den Coulfier, Proost en Aartsdiaken dier Kerke, op verzoek van den Hertog, tot wederzeggens toe: zo nogthans , dat het der Overheid van Delft niet vry zoude ftaan, om de genoemde perlbnen wegens die vuile bedryven , hoe zy ook mogten zyn, met den dood, verlies van ledematen, of bloedftorting, te ftraffen, maar wel in de gevangenis te fluiten, en geldboetens naar de begane misdaden op te leggen; doch echter alles te doen met raad en goedvinden van den Proost van Delfland (*>; Dus (r) Mieris Cbarterb. III. D. p. 690. (*) Het zelfde Boek, p. 690, 691.  CHRONYK. JT. Hoofdfl. 4*5 Dus werd door het geestlyke rechtsgebied van den Bisfchop met die bepalingen den Geestlyken het hek open gezet , om tot alle vSe baldadigheden voort te hollen, dewy zT altyd bygclovige menfchen en vooral vLuwL, geLg vonden om de opgelegde geldboeten voor hen te betalen. Hier uit fan elk wel denkende wederom ten duideWkften befpeuren , hoe fchadelyk het voor £ welftand van een Staat ten allen tyfc zy, wanneer de Overheid aan de Geeitlyken Tenk gezag, hoe gering ook in zyne beginzeisvergunt, of Hechts toelaat te oefenen, naardien de ftoutmoedige heerschzugt dei GeeSen, zich fteeds trachtende boven al S te verheffen, dan ook hgtlyk zich aan wettig gebied der Overheid niet alleen wee, Te onftfekken; maar zelfs zich een volftrek gezag boven de Overheid aantemaatigen ei lan de nutfte bevelen der Burgerlyke Over heid palen te ftellen, waar m hun de Byge lovigheid fteeds behulpzaam is. , v.n deze bvgelovigheid ten opzigte de GelstlykenftSt onSêeen fchandlyk bewy het bevel van Wilton den I, Hertog van Gj der die,op den 17 van Louwmaand, aan zyn Amptlu den en Rechteren verbood eem reS e fpreken, voor wien het ook mog( zvn egen den Deken en het Capittel va den Dom te Utrecht, en hunne goederen, i 7vn land gelegen; maar hen te wyzen t< Sm en zynen Raad, om die zaken te belh fen (0- C n heulen, opdat zy zo veel meer visch mogen vangen, zo veel water inlieten, dat de inden daardoor bedorven werden. Dus zyn e fche mftukken dezelfde in elke eeuw in e zelfde gevallen en omftandigheden, en et voorkomen der zeiven deed de Hertog :noon Hy uit zich zeiven daar toe verpligt 'as, echter zyne ingezetenen duur betam. Voorts gaf hy aan die van Miferkooch oor zes goude Frankrykfche fchilden en deren Hollandfche groten, een derde meerder edragende dan te voren aan hem betaald ■as,de vryheid,om hunne fluifen en heulen ï bevisfchen, de gaten te floppen, dat geen uiten water mkwame , en weder te opeen , om het overtollige binnen water te loïb . zonder iets daar mede te verbeuren aarby gaf hy aan die van de Schermer de' •yheidjom hunne goederen op de jaarmark. ten  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 4*7 ten van Haarlem, Alkmaar, Beverwyk en AkSot te mogen brengen, en afbrengen, ^enVn verben zonderd^^g. geld aan Hem, of zynen hetalen, onder voorwaarde, dat zy hunnen Öï dreven n>et V»~ „af hv hun het voorrecht, dat de acnoui finnen den vierden dag na Pinxter m he Woordeinde van de Schermer vyf, en m het Zmdeinde drie Schepenen zoude -M en om het Sb? naar de Wetten van den lande te bedi nen, gedurende een jaar; waarna wederom anderen zouden gekozen worden; en S binnen he^^^^ ve of onbekwaam werde om Schepen « \ n, dat dan een ander in zyne^s zon de êefteld worden, om tot Pinxtereerstko lende te dienen. Dezen moesten alle de ge Sen voor Tn middag behandelen, uitge nomen aykfchouw en dykrecht : en met de Sut het recht hebben, om dyken, elk r hunnen ban, te leggen., en verlegeri, min deren en meerderen naar goedvinden, zoi der da'" voor iets tegen hem te verbeurer Eindelyk verbood hy in den banne van d Sctrwr buurman of vreemde bier te ta{ pen anders dan met gebrande Maat te weten; het binnenlandfche bier voc f/fH^/penningen, en het« IJr bier voor zes diergelyke penningen, wa ?an acht één Hollandfche groot doen; op ve beurte van veertig fchellingen. Ook itel, Kast! dat men op bierfchuld in den ba ïï van Schermer geen recht zal aoen, ten - Ao. 1399-, Ln aan i lie van ie Scherner nog meerdere andere voorrechten; 1 l li. e en verbiedtaaneen iegee lykaldaar 'r bier te r- tappen, iranders dan met j Alkmaar' le/c^emaat; 1- als mede ,y recht te [t doen op  Ao. gedronken gelagen: Verleeni aan die van Grafi gelyke voor rechten; En aan óielesftl verfcheiie voorrechten. j 3 1 < c ] T I 2 r< V% VADERL ANDSCHE met wille van den fchuldenaar, of, indien deze met zyn gelag uit de Herberg wilde doorgaan: Zoo echter, dat deze weigering van vonnisfe geen plaets zoude hebben voor tappers, ten opzigte van brouwers; noch oort voor hen, die bier by vaten zouden in- Diergelyke voorrechten gaf hy ook ten zelfden dage aan die van Graft («) Dewyl de heerlykheid Tesfel, door het fterven van Guy, Graaf van Blois, zonder manlyke erfgenamen , weder aan den Hertog vervallen was, zo gaf hy aan dezelve, op den 27 van Louwmaand, eenige voorrechten, alsI. Dat geen Baljuw, Schout, Bode of Reek ter op Tesfel, wyn, bier, of eenigen anderen drank zal mogen tappen, of zelf, 0f door anoeren tot hun voordeel doen tappen ap verbeurte van hunnen dienst,en daarbo! ren tien pond ten behoeve van den Hertogïn dat ook niemand van hen eenigen drank toude mogen kopen op gelyke boete. II Dat ?een inwoonder van Tesfel, of vreemde, wyn :oude mogen kopen om geld, om die weder ut te tappen, op gelyke boete. III. Dat de chout alle verleyen, voor hem gedaan, in en boek zal moeten optekenen, zonderng daar toe dienende; en dat hy, in geval an verfchil, volgens dat boek zal vonnisfen n eindelyk, dat men geen inwoonder vari esfel eenig maagzoen zaP mogen afvordein, uitgenomen van doodflag of leemte, ten zy f» Mieris Cbarterb. III. D. p. 691-603.  CHRONYK. IV. Hocfdjl. 4.29 zy hy tot dien maagzoen zyne toeftemming êaOpCden 7 van Sprokkelmaand antwoorde Hertog Albrecht aan die van Oost ergo en Wes-■ Yerlo , die hem vryheid verzocht hadden, van eenige gemagtigden aan hem te zenden II over eenige zaken te handelen, dat hy hen om de ftrengheid van de koude, en heï'aevTar van het ys, niet wachten konde, maar dat zy byW in Zeeland konden komen op den 16 van Lentemaand f>). Hier STuykt, dat de Opftand der briefen, by den aftocht van den Hertog, maar doeree deel opgeraapt volk verwekt is , zonder dal de Overheden daar eenig deel in hadden. Op dien zelfden tyd bepaalde hy het geta der manfchap, welke elke Hollandfche Stad t< favoren in bezetting ^de houden te we ten: Dordrecht ^aarkni L DeftL, Ley den XL, Alkmaar XX, Amfterdam XXX, Rot urdlm XX, Schiedam X, G^XXX Schoon :,t xX,' Sinte Ocerdenherge Oudewa terX, Heiden X, 's GravenzandeVi, ^ Inten . . . . Monnikendam XV , Edam VlU Hoorn XXV, Enkhuizen XX, Medenblik X * ^"emisVchin was Fr*« ~ Blank, heim, Bisfchop van Wrwfc , die met red hielde, dat Groningen en de Ommeland (v) Mieris Cbarterb. III, D. p. 693. n Schwartzenbürg Cbarterb. van Friesland. I.D. P' (i) Het zelfde Boek p. 289. Ao. 3eeft lan eeni;e gemagtigden der Friefen vryheid» om by bemin Zeelatti te komen. | Bepaalt het getal ' der tnan' fchap, - door de . HollandJche fte" den te * Stavoren • in bezetting te houden. i- Overit een,Bkomstvan Gr«- 1-  43° VADERLA NDSCHE >. onder het Sticht Utrecht behoorden M ,fchoon fnzy zich zyne gehoorzaamheid onttrokken «■bevreesd, dat Hertog Albrecht, die zich' \ zonder het bezit van Groningen niet wel van de behendige bezitting der heerfchappye over brieslandkonde verzekeren, om dat die Stad de toeylugt was der Friefche wederfpanpigen, gelyk hy hen noemde, in het voorjaar weder na Friesland met een leger zoude overgaan , om Groningen en de Ommelanden geheel te bemagtigen, waar toe hy toebereidzels maakte; en fchynt de Bisfchop ook aan die van Groningen en de Ommelanden gezonden te hebben, om hen tot hunnen pliet te vermanen, en hen zyn wettig gebied Te doen erkennen: waar toe zy echter weinig genegenheid toonden ; doch evenwel uk vrees van door den Hertog belegerd' en overwonnen te zullen worden, dewyl zy van de briefen en Drenthenaars weinig hulp te ge moete zagen, den Bisfchop met goede beloften, welke echter aan zynen eisch niet voldeden te vrede fielden, die zich wegens de tyds omftandigheden genoodzaakt vond, daar in te berusten. Immers men vindt eene overeenkomst tusfehen die Stad en de Ommelanden met den Bisfchop, getekend op den 19 van Sprokkelmaand, waarby de Stad en Ommelanden erkennen, dat zy menigh honden jaer gtftaen hebben van des Keyzers wegen , en de gtfte in handen der Kercke van Utrecht en beloven voor zich en hunne nakomelingen, hunnen' lieven genadigen Heere, Heere Frederick van Blanckenheim, Bisfchop te Utrecht, en Cy) Zie hier voren, bladz. 296". ^~ ningen < Ommela den mei den J3is fchop van Utrecht.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 451 rvnc nakomelingen , Bisfchoppen te Utrecht, Ao. _f , dat zy genen Heere fullen hulde, nocq _I39P*_ zich onder dam gh geven, dat bunnen lievenHe e- Inhoud Utrecht, ® *r 6febt'™-trent het bamis a Leidis, en allen die hem zonder pn- indezen derzoek nagefchreven hebben, zich geheel g,^ vergisfen, wanneer zy zeggen, dat de itad Groningen dit jaar den Hertog Albrecbt hulde deed,, doch in het volgende jaar door den Bisfchop bemagtigd, en genoodzaakt werd, hem voor haren Heer te erkennen. Op (g) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 688.  432 VADER LAN DSC HE Ao. Op den 11 van Lentemaand, bepaalde Her1399- tog Albrecht, dat niemand in den Gerechte Hertog van Haarlem zoude zitten, dan die gegoed Caalf W3S tot vierhonderd oude fchilden, Jodaniwie in ' ?en als hy §ew°on was te Haarlem van zyne het Ge renten te nemen; en dat hy in deStadfchotrechtvan baar ftonde voor honderd pond (d) SgrS * °P de" 12 dier ze]fde maand °««am hy ten? die van Noordwyk, op hun verzoek, het fteVernie- derecht, hetwelke, naar hunne klagten, hen tigt het benadeelde; en ftelde ten eeuwigen dage vast reecht vandat Zy hem in den oorloS zouden dienen met Noord- zes rierr»en, en van de beden geven van acht wyk en nemen, gelyk alle anderen in Rhynland en geeft de den jaarfchot betalen, gelyk zy gewoon'wa- feZ":r^jorey fsrde dvy door seheei nige an- . en zeeland vry zouden zyn van alle dere tollen, mits een vrybrief door den Schout voor- van Noordwyk getekend, en elke nieuwejaars welke2"5?38 te, vernieuwen » vertonende: dat zy ookGraafhunne beesten, die in den zomer in het duin milem zouden loopen, en van den duinmajer gefchut van Oos-zouden worden, zouden mogen losfen voor b'vef één gr00t elk beest' zo dikwils dat voorviel tigt: Voorts gaf hy hen het voorrecht, dat niemand in den dorpe of ambacht van Noordwyk om eenige misdaad zoude mogen in de gevangenis gebragt of gehouden worden, die zyn lyf en goed verborgen konde met zo goede en ryke luiden als hy zelf ware; en dat zy recht zouden plegen en vonnis geven , ten ware de zaak zodanig ware, dat de Hertog de zelve met (a) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 694.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 433 met zvne heerlykheid berechten moeste (*). Ao. Welken voorrechtsbrief de Graaf Willem van 1399^ Oostervant eenige dagen daar na bevestigd heOokgafhyop denvolgendendag totweder- en £ zegent toe aan die van Noordwyk vryheid ^ van zyne tollen te Heusden, gelyk de ande- heid van re Steden van Holland hadden, mits dat de tollen te S.e etenen van Noordwyk aldaar een jaar en Heugen. dal zonden gewoond hebben , eer zy deze vryheid mogten gebruiken, en daar van een brief van het ambacht vertonen , die alle jaren op den eerften dag moest vernieuwd ^deÏH der zelfde maand verklaarderde gemene Raad en Gemeente van Westergo z^den met onene brieven, dat zy magtig gemaakt eenigen hadden Baljuwen, Schouten en andere goe- aan L luiden, die zy gezonden hadden aan den Hertog Hertog om met hem te handelen over zo- om met danige Handveften en punten, als men on- hem te rlerline befproken had (e). . hande- Op denPi7 van Lentemaand veréémgde 1Hertog Albrecht de twee Rechtbanken van JlbrecH Oe«st£eest en Poelgeest tot éénen Rechtbank, veréé omdat uit die Ambachten zo veele men- mgt de fchen geftorven en vertrokken waren,dat de twee^ Schout de Azingen uit vreemde dorpen moest h^en halen; gelyk Hy ook tevens de heervaard, Ichot va„ ^ geest en „ ,, ^ Poeleeesti (b\ Mieris Cbarterb. III. D. bl. 69t. (c) Het zelfde Boek, b!. r>95(d\ Het zélf ie Boek, bl. 695. {e) Het zelfde Boek, bl.6950 I. Deel. Ee  454 VADERLANDSCHE 1399. en bede dier Ambachten verminderde tot —■ éénen riem (f). Geeft °P den 22 dier maand fchreef Hertog AU de heer- hecht aan die van Terfchelling , dat hy de lykheid heerlykheid Terfchelling met hoog en laag geUngtm nchc en 'alle toebehoren, gelyk zy hem zeilecneaanven gehuldigd hadden, ten leene had gegeHeer ven en verleid aan Heer Jan van Arkel, die Janvan hem daar hulde van gedaan had, waarom hy hen de gedaane hulde kwytfchold en beval Heer Jan van Arkel te ontvangen als hunnen Heer, en hem, als zodanigen, hulde te doen (g). Beleent Op den 26 dier zelfde maand verklaarde Jan van Hertog Albrecht, aan Heer Jan van Arkel ten Arkel eeuwigen erfleene verkoft, en het geld daar Heeriyk- voor ontvangen te hebben, het huis en geheid A- heele land van Ameide met de hoge en lage meUe; Heerlykheid, renten en al haar toebehoren, te verheergewaden, als het verfchynt, met een pond Hollands; behoudende echter aan zich den eigendom van de Lek daar voorby ftromende, en de tollen op dezelve; terwyl aldaar echter de Heer van Arkel zoude hebben de visfcheryen, waarden, veeren, vogelryen, en uitlanden, der voorfchrevene Heerlykheid toebehorende, gelyk Heer Henrik en zyne Vrouw Heilwich van Haerlaer, dezelve bezeten hadden, tegen dewelken hy beloofde Heer (ƒ) Mieris Handvesten, Priv. van Leyden,01753; en Befchryv.vanLeyd«n,ü. II.Hoofdft.xxxviij.bl. 610. Gj) Schwartzenberq Cbarterb, van Vriesland. I. Da bl. 280.  CHRONYK. m Hoofdfl. 435 Heer Jan van Arkel in het bezit der zelve te Aó; zullen befchermen (*). I^99;.En on den volgenden dag beloofde hy aan Belooft den zeiven, vier of vyf honder d gewapende hem gemans te zenden, om hem te helpen een huis en veft te timmeren by de fluis te Ameide, fchapt0m wanneer en zo lange hy de zeiven zoude no- een vest rgheb"en: ookda't h/zich van alle de ingezetenen zoude doen hulden, daar na hen van^J den eed ontfiaan, en hen dan Heer Jan van andere Arkel doen hulden, en ontfangen tot hunnen dingen Heer: en eindelyk, dat hy, noch zyne er-meer. ven met den Heer en Vrouw van Vianen en hunne erven, niet zouden verzoenen, oi de zeiven in het land toelaten, tenzy dezen eerst aan Heer Jan en zyne erven fchriftlyke belofte hadden gegeven i dat zy hem in het bezit der Heerlykheid Ameide ten eeuwigen daee niet zullen ontrusten CO- Dewvl 'er gefchil ontftaan was tusfehen Uitlegdie vïï OoJgo en Westergo met den Her-^Stog over den zin van één punt m het ver- dingen drag waarmede zy zich na den 25ltendag in van den Hooimaand des voorleden jaars aan hem on-Zoenderworpen hadden, te weten over het der-bnefvan de: Item fofall elc man, die in den lande geje- AlbncU ten is vry blyven m zynen goede fitten, daer met de by redt toe beeft, onbefcat, ten ware fg»*^ tergo en f „ , r ■! tester- flT> Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. v %o—i40t. Cas E. p. 330 verfa; berustende on-* derden Heere Griffier van Alpiien. - : i) Ms. uit hét zelfde Register, p.~& \ berultendé ender dien zelfden Heere. Ee 2  436 VADERLANDSCHE Ao. bruekte (k) : het welke zy dus verftonden, dat 1399. zy en hunne nakomelingen ten eeuwigen dage vry zouden zyn van tienden en excjnfen. en ongehouden van alle dienden en rechten, die anders zyne heerlykheid toebehoorden: zo is men, ten overftaan van zevenGemagtigden van wederzyde, overeengekomen, op den 27 van Lentemaand, dat de ingezete- der"h.by nen' m de Plaatze van den tienden fchoof, ten der' den twaalfden zullen geven, en vry zyn van Ingeze- alle fmaeltienden (kleine tienden) van fchatenen, pen, kalveren, varkens, ganzen , veulens, en den Her-andere fmaeltienden : en dat het aan elk vry toCg naau-zal ^aan om zwaanen en vogelen te houden keurig naar zyn genoegen: nog dat zy vry zullen zyn bepaald van alle andere tienden en excynfen, en huisworden;lage, uitgenomen den twaalfden fchoof. Voorts, dat zy elk de Huizen, op hunne eigene koften in den dyk gemaakt . van hem ten leen zouden ontfangen en bevisfchen, uitgenomen de Geestelykheid, welker fluizen en visfcheryen hy aan zich hield, gelyk ook alle visfcheryen , vandewelken geen verding gemaakt was: doch dat elk de vyvers, om zyn huis en in zyn land gegraven , zoude mogen gebruiken en bevisfchen. Nog gaf hy hen vryheid , om het koren in te mennen, indien de tiendenaar nalatig was, om de tienden te komen tellen, mits onder het getuigenis van twee geburen, die den tiendenaar vermaand zouden hebben , de tienden te laten ftaan Hy hield ook aan zich den eigendom van den wind, en der mo- GO Zie hier voren, bladz. 407.  CHRONYK. IV Hoofdfl. 437 molens, met goedvinden der Friefen, béhou- A: dens nochtam- ,dat elk een rosmolen in zyn 1399^ huis mogt gebruiken: gelyk Hy mede voor zich hield de gifte van de kerken in den lande, mits dat hy, by het openvallen der zeiven, een geboren Fries moest aanftellen tot Priester; zo nochtans, dat elk zoude behouden de gifte van het outaar, het welke hy zelf, of zyne ouders, gefticht hadden uit hun'eigen goed. Ook werd bepaald, dat den Hertog zouden toebehoren alle aanworpen en landen buiten dyks ; maar echter, dat elk, die oude dyken ingelegd had, zyn land behouden zoude, dat buiten dyks lag; mits dat men zeedyken zoude mogen maken En 'c van de aarde van dat buitendykfche land, welk ter keure en fchatting der Heemraden: dat ^ het ftichten van eene Kerk met twaalf pre Hertog) benden, en een Gasthuis, gelyk reeds tevoren en Graaf vasteefteld was (/) , om de armoede vyf ja Willem,, ren uitgefteld zoude blyven. En is deze overeenkomst, zo wel door Graaf Willem |end. van Oostervant. als door Hertog Albrecbt, ge- en ook tekend (m); gelyk dezelve mede door die van aangeOostergo en Westergo op den eed en hulde, ~eg< welke zy den Hertog gedaan hadden,is aan- ligddo0r genomen, en bezegeld op den 3 van Bloei- óostergo maand (?;) en ^es' Op den 31 van Lentemaand gaf Hertog terëeAlbrecht aan die van Ouder- en Nieuweramftel, om CO Zie hier voren bl' 4°9* j r. (m) Schwartzenderg Cbarterb. van Friesland, h D. bl. 290 (11) Het zelfde Boek bl. 292. Ee 3  438 VADERLANDSCHE Ao. om hunne armoede, wegens het vertrekken ,I399- der ingezetenen na de Steden, de vryheid, Hertog om hem met Rhynichepen of andere bekvvaAibrecbt me vaartuigen, in zynen heirvaard, te die- derul'e' nen' *n P'aats van met eene K°§ge > wier onriemta- derhoud fchadelyk was; en verminderde de len van riemtalen van fommigen, te weten; van die Oarfer-en van Waverveen van twee riemen tot één; van mfie7.er" van Middeldorp van vier tot twee; van die van buiten der Veldaert van vyf tot twee; van die van Oetenwaal van één tot een halven ; en van die van Legenait van één en een vierde deel tot drie vierde deelen; behoudens nochtans zyne bede en zyn fchot, welken zy zouden moeten betalen, als voorhenen (o). En geeft Schoon Hertog Albrecht zich in den jare aan Pif- 1392 verzoend had met den Burggrave van WasT" Leyden, Philips van Wasjenaar, die met an«aarfais dere Hoekfche Edelen, nevens Graaf Willem Burg- van Oostervant, om den moord van Aleid van graaf van Poelgeest, uit het land geweken was (p), en het Ge' ^em zvne verbeurd verklaarde goederen, zo recht we-verre zy in wezen waren, had wedergegeder. ven (q), zo had hy echter het Gerecht van Leyden aan zich behouden: doch nu, op den 2 van (0) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. . . V. 1390 1401. Cas E. pag. 340 verfa. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. Cpj Zie hier voren bl. 254, en 255. (f) Hier onder was dan ook de Burgt van Leyden, welk Gebouw de Hertog niet had doen vernielen, wyl 't zyn eigen en Graaflyk Huis was; gelyk men vindt aangetekend door Fr. van Miebis .Befchryv. der Stad teydsn, D.IJ. Hoofdft. bladz. 391.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 439 £ van Grasmaand, gaf hy het zelve aan hem Ao. te rug, om het op de zelfde wyze te bezit- I399. ten als zyne voorouders plagten (r) ; ten emde hem des te fterker aan zich te verbin- dCne Friefen van Oostergo en Westergo, en de Hy SteïenirfdJeftreken Sn j^J^K^ der Vetkoperen in dezelven, hadden nu Hertog een tocht Albrecbt wel tot hunnen Heer gehuldigd;doch voor na Hv konde zich echter van hunne aanhouden- FriesOnderwerping niet verzekerd houden zo «< lange eenige plaatzen, aan de Lauwers leggende, en aan Groningerland grenzende, hem hardnekkiglyk weigerden voor hunnen Heer te etonenfomdat de party van fScJnermgers bv hen dè overhand had; als de Acbtkarspe* en anderen: En de Schieringers mGromnïen en de Ommelanden geweken, die Stad en fnïezetenen tegen hem fterkten, zo dat zy Redenen Tvllltp rl ende Hollanders, welken dezen- da fngehaald hadden, te vuur en te zwaard ver- ^or. volgden: waar by nog kwam het misnoegen uit neemen, het kwalyk opvatten van het Verdrag , m Hooimaand des voorleden jaars gefloten, als of zv by het zelve vry van alle fchattmgen gefteld waren, daar zy, by nader verklaring van dat Verdrag,op den 27 vanLentemaand 33i aan het geven van den twaalfden fchoof en andere heerlyke rechten onderworpen zaeen fchoon zy vry bleven van andere exfvnfenen ook van buislaege: want , dat zy eene iaarlykfche fchatting van zes ftuivers op Ser huis hadden moeten beloven,heeft men (r) Mieris Cbarterb. 111. D. bl. 696. w Ee 4  440 VADERLANDSCHE Ao. nog nergens gevonden. Die misnoegen fterkJ399- te de party der Schieringers, die zich in Oostergt> en Westergo nog bevonden, het welke de Hertog voor een opftand deed vrezen. Doch de- Hierom fchynt hy befloten te hebben om ze tocht m dit jaar weder met een leger van Enkhuigeen ?'B na friesland over te fteken, om hen gevoort- heeI °"der het juk te brengen, en Groningsng ge- gen en de Ommelanden te bemagtigen: welke had; tocht bepaald was op den eerften zondag na den zesden van Bloeimaand, doch , volgens zekere aantekening, in de Register en Leenkamer te vinden, uitgefteld werd tot Waarvan den 26 van Bloeimaand (j). En is verde waare volgens deze tocht van den Hertog geheel redenen achtergebleven ;doch om welke redenen word kerbe- nergens gemeld ; mogelyk is de weigering kend der Hollandfche leenmannen, die wel zagen, zyn; dat de zucht der vrye Friefen tot volftrekkoïnen te onafhangelykheid van eenig Overheer worden onoverwinnelyk was , daar van de eenige gegist, oorzaak. Immers men vindt in de gegevene brieven , dat de Hertog dit gehele jaar in Holland geweest is (;). van X y°]fmes a Leidïs verhaalt (a) , dat, ontrent kmvan °P den eerften van Bloeimaand, Willem* Ooster- Graaf van Oostervant; en zyn broeder 'ïan va,a met de EleSt van Luik; Heer Jan van Arkel; Heer Ar- 0) Schwartzsnbekg, Cbarterb. van Friesland. I D bladz. 296. O) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 697,698, 699 702 703 , 704. 706,707,708, 709» 7'°, 711,712. Scbwart' ZENjjerg Cbaiterb. van Vriesland. I. ü. bl. 298 , 200 5nn " 301,302,303,304. * U" («) Johann. a Leidis Libr. XXX. Cap. LVL  CHRONYK. IK WW- , TJ Jlkemade; en Gerara Boel van Heemskerk , ± (q> „an Alkemaae, Henegouwers, Ho/-van met een groot leger va^ 6 JmfierrË]oel, landers, Zeeuwen, en fog ^« gelandm»-nd.nt Zy rneThlt léïer na SnMrSn zyn gevaren, verdicht, en, a daar geland zyn hebben;en dat getrokken en daar overwi van Ger. zy des morgens op de waa s ^ ^ i£T» o^?K » 4 gf even dachten te uv<= r . , wvciers daar op deren verhalen), van de J w ^ zelve pet vow, w v . toesens CS t= S ^eTneerfeflagen, en »Vhft zelve vyf weken is blyven leggen, met het zel\e vv , „ frfe/eB zich op onder ae gcuu^ , t r"nbaegeheT.^efhXr wfllfn ferva,faaI L-h te rof geflagen zyn; en dat daar  442 VADERLANDSCHE Ao. Holland is overgevaren. Maar dit verhaal _I399- ftrookt met met den voorgenomen tocht van Het welk Hertog Albrecbt op den 26 van Bloeim Jn3 getoond van Enkbuizen na Friesland, welken vn f -dt aan fine Baanritfen, Ridderen?S^l den en goede luden, waardoor het leger ver ftaan wordt, had laten weten (v\ Hier blykt, dat de Hertog Zyn leger niet te X Jlerdam maar te Enkhuizen, gllyk voorheen wilde laten byeenkomen , en dat het voor' den eerften van Bloeimaand niet vertrokken ja zelf met eens byeengekomen was. Zl mers, het fchryven aan die Ridders en Steden moest dienen, om hunne manfchap op de verzamelplaats te zenden. Daar en bo ven volgens dit verhaal, zo moet Graaf Willem met de genoemde Heren van het be gin van Bloeimaand tot diep fa Oogstmaand m Friesland zyn geweest, het welk door fomnigen tot in den Herfst uitgerekt wonkdaar wy ondertusfchen, gedurend^len tyd, den Graaf Willem, zyn broeder ?a? en eenigen van de andere Heren, in HolZd tegenwoordig vinden by het bezegelen van ZturTJ^? hertog Albrecht. Dus bevestigt nog voorj„„ rr mem op den 22 van Bloeimaand ?n handen °en HaaS de yryheden en handvesten, door zynde, Hertog Albrecht aan die van Heusden gegeven Char. („). Op den 25 dier zelfde maand bevesS *». hy te Haarlem de beleening van /J„ 2 Oosterwyk met de Ambachtsheerlykheid van Am» bl.(5ö.SC"WAIlrZENBERG Cb^b.vanFrieiland. I. D. (w) Mieris Cbarterb. UI. D. bl. 697.  CHRONYK. IV Hotfdjl. 443 a n „a„ /vv en op den 18 van Wiede- MtT^lt^^ ^broeder CJan maand bevestigt n j m en beide deze ëSgS^ ' ffiS^jïï Herengr£,— (n de Burgsraaf van op den ai van B^dmaand nog tegenwoordig geweest in den Bloeimaandnog j ^ ^ ^ S^hÏAntetaS. Ar M,/(«): ook is ™ den 2 van Oogstmaand de Burggraaf van op den 2 van yj & tejrenw0ordig geweest by Leyden m den Haag\^™° t^fen aan d:e Welker het fchenken der vrynem Jd den echtheid van ^««/«y* door alle de landen van a Qn_ Hertog (a): gelyk ook op den ió vanHerrst- waarhdd ter zelfder plaatze by het geven van van dien renSwilontkennen.zomoetmentoeftern. „en te dit vertaal van onzen goeden Ka,S, « van alle anderen, die het zonder ,u,tV»dTo»d=.Je»2dfdenHe«re.  444 VADER L ANDSCHE Ao. onderzoek nagefchreven en nog wat opge_£399. fchikt hebben,een louter verdichtsel is DuS Ichynt Hertog Albrecht van zynen vastgeftelden tocht na frieslanddk jaar geheel (zoo als ftraks: verhaald is) afgezien te hebben: en heeft Hy zooalleenlyk willen afwachten, wat de gisting der gemoederen tusfehen de Schieters en Vet kapers, welke laatften over de vastgeftelde fchattingen ook misnoegd fchvjen geworden te zyn , by vervolg van fyd zoude uitwerken, terwyl hy, door het inhouden en verfterken van Stavoren, zich altyd eenen veihgen intocht in Friesland verzekerde 5rt0i ^/°P,den 2f,Va? B,oeimaand gaf Hertog Sdt iW7Ï aafln Jr?d van der W fot een on2Z fterflyk er?een ^t Ambacht 'van der Myl, vander ™et de gifte van de Kerk, Gerecht VisAr:y/met fcheryen Vogelryen, den wind van dè MoSta* IfS uCn de manf^P, die 'er toe behoorden, vanlr of behoren zouden> niet een derde deel van MyL een tiende op den Dubbeldam, en het voordeel van den zegenworp, zo verre het Ambacht ltrekt, uitgenomen het Vroon van de Vroonvisfehen: te verheffen by verfterf met eene Mer-voecdjchen HeeSle (c). Ten 00 Ms. getrokken uit het Perkamente Register libr V. 1390 — 1401. Cas E. p. 338. verfa en* 339,be'. rustende onderden Heere Griffier van Alphe" °ff„ete ,s waarfchynlyk in de p!aatZe van /Met, zynde vo\^ns HannnusinThefaur. Ling. Teuton en KManus fn£tymhg. Teuton. Ling,, de oude Hollandfche naam van een zeer bekenden Visch, denwelken men hedendaags gewoon is Snoek te noemen, en die in de Latynfche taal voorkomt onder den naam van Lucius, of volgen» P,mugf var. Lup«s, naardien hy, naar dé wy.' ze der Wolven te Land; ook in 't Water andere Viffchen verflmdt en tot zyn voedzel gebruikt. By dó Hoog-  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 445 Ten zelfden dage gaf hy aan die van Ham- Ac te de vrvheid, om door alle zyne anden, vmHolland, Zeeland, Westfnesland en Oostfries-En geeft £S vèitfg te komen en te 6^"^^ en te lande , voorby alle zyne,tolhuize"'6„^vet. rnits betalende van elke twee en dertig vaten Hgheld bier een halven fchild van den laatfteninzyne In™ en voorts den honderdften pen-landen, muntilag , en voorts ucu uv , ƒ t rege. Bing van alle goederen, gelyk de burgers Ung ^ t> vanner tol¬ len. woneduitfchers geeft men hem den naam van Hecht, — ic nnh"aantekent Hadr. Junius inNomenclat. Pts- C!"!" fS'Een Vftch dat hy is L«tfro p««; en 'Van welk woord, en de benaSnE vffiezén Visch, breder by hem, tnvoabusHeek, fn Hechen- kan gezien worden; terwyl ('t geen ikhiei er Sop anmerke^ deze kundige Man aldaarook van dezen Visch zegt: Belgis Snoek, a Snoijen, caedere, devofare Dus vinde ik mede door den zo even gemelden Kil anus aangetekend, dat men in de Vlaamfche taal ftftSS«te Snoeijen. Putare ? amputarejfmidere. Men zoude dezen naam (volgens fommigen; ook nog Tonnen afleiden van het Iloogduitfche woord H eb; ^Jrhtn - dat is: Capere; Vangen; naardien S^ vtct gehoon is andLe Visfchen, zo vee moog'yk , op te vangen en te verfl nden ; gelyk ook va//U» af koomflig is Hacbtzoll, of Hachdoll t welk betekent een fchatting, die men voor het iec.it van te mogen visfchen in 's Heren wateren betaalt; S a s dTvoorkoomt in zeker Diploma van den jare Sï«: alwaar mé» leeft: Nee non fiscum & tb o turn de piscatione in pago Salon & tn flumne Ifala , au dmlRari numero Hacbdo'.l dicitür. In deze p.aats C men misfehien ft geen ik hier nog moet aanwkenen) voor numero beter leezen nomme Ondertu•fchen behaagt my de naamsafleiding van dezen Visch 'ton fFacbtlus opgegeven , veel beter , dan deze laaltgemelde.  446 VADERLANDSCHE Ao. van Kampen gewoon waren; en dat wel eert Jm half jaar-lang na de opzegging van deze vei. hgheid (d): doch deze veiligheid hebben zv met langer genoten,dan tot den 24 van Lentemaand des volgenden jaars, wanneer Hertog Albrecbt aan zekeren Willem Simonszoon en die hy werven zoude, de vryheid gaf om volgens oorlogs recht, te oorlogen tegen de Oostfriefen, en die van Hamburg, en allen die hen toevoer zouden brengen (e) fan d?ede volSenden daS gaf Hertog Albrecbt aandie aan die van Hemden de volgende voorrechHeiden 'en en handvesten: Dat de Schepenen en vetfchei- Gezworen, op aanmaning van de Drosfaten Scheen'"? T Richters > g^ouden zullen zyn entanV^nte ^P00"^" ^ht te doen, en vonvesten; te wyzen van alle dingtaale, naar het recht der Stad, zonder iemand te weigeren Dat de Kastelein, Drosfaat, Schouten Rich". ters allen, welken de Schepenen voor hunne Medepoorters erkennen, recht zullen doen hebben naar de Stads gelegenheid en herkomen, op verbeurte van hunnen dienst en het geld daar op ftaande, indien zy zulks overdwersnacht (ƒ) weigerden, daar het in hunne magt ftona; m welk geval de Schepenen op hunne aanmaning geen vonnis zouden gevenDat (i) Ms. getrokken uit het Perkamente ReeisterUbr u' l39°n~rcH01- Ca/E-p- 339- berustende onder dei» Heere Griffier van Alphen. (e) Schwartzenbekg Cbarterb. van Friesland I D' bl. 304. * * • (/) Dat is: tot op denderden dag; volgens den zo even aangetogen Kilianüs op't woord 5 Dwecrs-natbt.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 44? Dat de Schepenen en Gezworen, met den Ao. "Schout of Richter, hunne Medepoorteren zul- i3qq._ len kasteiden,indien zy de Schouten of wads wetten ongehoorzaam waren, of van de Stads rechten, Schepenen en Gezworen kwalyk Sen, of tegen het Gerecht deden; en dat dPe Schout, Schepenen en Gezworen met onderling overleg, de boeten zullen begroten waar van de eene helft door den Schout zal'ontvangen worden ten behoeve van den Hertog , en over de andere helft de Schepenen Vn Gezworen fchikkmg zullen maken ter betering van de.misdaad, het zy tot het doen van Pelgrimagie, het zy tot het maken van muren, of het geven van fteen tot de muren of ftraten der Stad, het welk de misdadige zal moeten volgen , of daar toe door den Schout gepand worden: üat, indien de Schout of Richter nalatig was,om over dwersnacht de breuken te begroten en te kasteiden, dan de Schepenen zulks zouden doen, het welk de Hertog zoude goed houden. Van deze breuken of misdaden, werden echter uitdrukkelyk uitgezonderd heimelyke Moord, Vrouwekracht Moordbrand, Zeeroof, (Reeroof) Dievery, Huisbraak, Sodomie , Mishandeling van iemand _m zyn eigen huis, VaIfcheMunt,ValfcheHandfchnffen of ook het Misdoen van den Hertog, Dewelof zyne kinderen ; zynen Kastelein Drosfaat^^^ of Schout, met de hand: alle welke misda-van 0flf. den de Hertog met zyne heerlykheid wilde termm berechten, behoudens de handvesten envry-beves. heden van de Stad. Deze handvesten en^-  443 VADERLAND SC HE Ao. voorrechten zyn ook bevestigd en bezegeld , *399._ door Willem, Graaf van Oostervans, ten zelfden dage (g). Hertog Op den 25 dier zelfde maand verkoft HerAibrecbt tog Albrecht aan Heer Coen van Oosterwyk oeieent Willem Cuferszoon, voor een en dertig honderd' Coen van fchliden van zynen laatften muntflag, het Ooster- Ambacht van Amfierveen tot een onverfterfwy*met lyk erfleen, met magt, om daar Schout en Sr" SchePenen te ze»en en af te zetten, zo ver- van Am- re dat Schoutamt gaat; zo dat Heer Coen Jlerveen, de helft van de breuken zal hebben, gelyk de Ambachtsheeren in Kennemcrland; maar dat hy de boete van twintig fchellingen alleen zal hebben : Dat de Baljuw in dat Ambacht niet te recht zal zitten noch breuken berechten, dan met toeftemming van Heer Coen, of van den genen, dien hy het beveelt : Dat Heer Coen , en zyne opvolgers, gevers van de Kerk zullen zyn: Dat hy alleen de zwanen zal hebben , die in den Ambachte leven, of in de wateren, daar hy visfchery heeft; en daar by eenige renten in en omftreeks het ambacht van eenige meiren en landen komende: Dat, indien Heer Coen zonder manlyk oir ftierve, het Ambacht zal komen op Harper Jansz. van Foreest, en op degenen, die hy by de dochter van Heer Coen heeft; en indien Heer Harper voor Heer Coen ftierve* dat het dan zoude vallen op Jan, oudften zoon van Foreest: en Dat van alle deze renten Clemens, Vrouwe van Slooten, Huisvrouwe van Heer Coen, de mindere helft zal hebben (g) Mieris Cbarterb. lil. D. bl. 696.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 449 hén tot haten lyftöcbt.. Deze koop en be- Ao. lening is ten zelfden, dage bevestigd door 139^ Graaf Willem van Oostervant (*> Het fchynt En bedat tegen deze belening door den Baljuw of oofthem door eenige byzondere perfonen, zwarigheden g RaU zyn ingebragt, zo dat Heer Coen van Oostenvyk juw en zich de geruste bezitting van dit gekofte Am- alle anbacht, volgens,de ontvangene belening niet.dermui kon de verzekeren; want, op den 5 van Oogst-^ be, maand, beloofde Hertog Albrecbt hem, datzitte hv Heere Arend van Leyenberg. aan wien hy handha. bet Baljuwfchap en R^ntmeesterfchap had ven. toegezegd., niet in. het bezit van dat Baliuwfchap zoude ftellen ,.voor dat hy aan Heer , , Coen bezegelde Brieven had gegeven, dat hy hem in het geruste bezit van die Ambachtsheerlykheid niet ontrusten zoude: Ook verbood HY aart het Gerecht van Amfterdam, en aan alle anderen, dien Heer ten beftemden tyde tot Baljuw te beëedigen, voor dat hy die fchriftlyke belofte gegeven had. Nog beloofde Hy Heer Coen tegen Heer Arend van Leyen* berg, èn alle anderen, te zullen fchadeloos houden, en hem in het geruste bezit van dat Ambacht te handhaven (i> Op den 18 van W le.demaand, beleende Her-1^ hy tog Albrecht Heer Gerrit Cammmga, ter be- Gmit loning van zyne getrouwe dienften in de on- Gummin* derwerping van zyn Vaderland aan Hem ge-g« met daan, met de Stad Leeuwaarden , en de dor- waardgn pen Steen/ede, Wirdum en Ferwert, tot een en drie rechten leen , naar de rechten van Holland, Dorpen; met (h) Mieris Cbarterb. III- D.bl.697. (0 Het zelfde Boek, bi. 609. 1. Deel.  45« VADERLANDSCHE Ao. met hoge en lage Heerlykheid , de giften der* 1*390. Kerken, met den Windmolen, tienden,Visfcheryen , breuken, boeten', vervallen, en toebehoren, zoals zy daar gelegen zyn ;behoudens den Hertog zyn klokkellag en dienst van de luiden in die Stad en op die Dorpen wonende, om hem ten allen tyde,des vermaand zynde, 'mOostfriesland te dienenden behoudens zyne bede en fchatting , wanneer dezelve van Oostfriesland zouDochon- den gegeven worden: Onder voorwaarde, dat kere e* ^6er ^errit °P z^ne floten in die Stad of DorVoor- Pen êene vvanden of misdadigen van den waar. Hertog zal ophouden; en dat,indien zodaniden: gen daar kwamen en gevangen werden, Heer Gerrit, of Zyn Baljuw, dezelven zouden berechten naar de handvest van het gemene Land van Oostfriesland, welke hy nog geven zoude; en dat de Hertog en Heer Gerrit de voordeden, die daar van vallen zouden , elk voer de helft zouden genieten. Voor welk leen Heer Gerrit hem hulde gedaan heeft, en Kn doet beloofd, Hem, des vermaand zynde, in Oostdeze be friesland te zullen dienen met twintig Man, bevesti- °P z^ne e'Sene kosten ; en ook, buiten Oostgen Aooxfrilland, met de zelfde manfchap; maar dan Graaf zoude de Hertog hem doen leveren, als aan Willem, anderen, zyne goede Luiden 5 Ridderen en EleftvanKnaaPen" Deze belening is , op bevel van den 2,^. Heriog, ook bevestigd door Willem Graaf van Gedach- Oostervant, en Jan vanBeyercn,E]eQ.v2n Luik(k). ten van Doch dees Genie Camminga heeft niet langen"over§e liet hezit van dit leen gehad, dewyl,enige den oor-we^en daar na, ganschFriesland weder tegen fprong den ÏchtT' a) MlER1S Charterb- IIL D" bl- 6S>8' SCHWARTZEW. f eenten SIlU8) cbarterb. van Vriesland. I. D. bladz. 297.  CHRONYK. ik Hoofdfl. 451 aen Hertoe öpftond. Dat enigen van gedach- Ao, ten zyn, dat het groot gezag van bet geflagt 'Camminga na dien tyd te Leeuwaarden, Van. het enShet voorrecht, dat het f^^fi. byzondere Poort (tegenwoordig het Vosjegat ^ [(j genaamd) met uitfiuiting van alle anderen,> Het welke dus (0) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Vm. lippus A. Cas G. 1433 — '44°. P- berustende nnder den Heere Griffier van Alphen. ° (r ) Mier! > Cbarterb. UI. D.M.700. Dat deze Hand.  45<5 VADERLANDS CUE Aó. gebeurd is, dewyl, de Stad Amfterdam alle ■ '3Q0- de landeryen in deFolewyk gekoft hebbende , de geregelde Schouw enNafehcuw over dien Zomerdyk zyn achtergebleven (s). De Bis- Fredrik van Blankenheim, bisfchop van Uy van U. trecht> die.' uit al!e die bercertens in Fnes'trecht land, Groningen en de Ommelanden, zyn voorfluit een deel hoopte ; en ten minften dacht Groningen verbond en de Ommelanden weder aan het Sticht te onderlinge derwerP«i> floot ten dien einde, op den ió hulp metvan Oogftraaand , zonder zyn oogmerk te de Capit kennen te geven, met de Capittels, de Stad teh de Utrecht, en de Steden van het Sticht aan we- óTfteden Óer Zyde van den T^'' aIs Amersfoort, DtAmêrs- venter, Campen en Zwol; een verbond van onfoort, De- derlinge hulp, indien zy beledigd werden, venter, en,na aangewende moeite, gene vergoeding wSLi konden krJ-gen, voor den tyd van twintig 'jaren. Ey wordt ook aldus aangerekend bv Casp. Commrlin in Zyne Befihryv. van Amfierdam} D. 11. B. VI. Hoofdfl IV. bl. 808. en by O. Dapper in de Befcbryv. van Am'. Jlerdam, IJ. II. Hoofdfl. VI. bl. 98, by welken laatstgemelden mede dit Handveit in zyn geheel te vinden is; doch J. Waoekaar in zyne Befcbryv. van Antfler. dam. Stuk JU. Ueei V. Boek II. bl. 83. zegt, deze Handvest gegeven te zyn op den 7 vanOogstmaand'1397, 'twelk dus overédnftemt met de Jaanekening, geplaatst zynde onder deze Handvest in de beide uitgaven van de Handvesten, enz. der Stad Amfterdam, zp diegeda&n is in den jare 1e62.cn aldaar ü. I. 13. I. Cap. VI. N°. 9. bl. 13.; als die ons bezorgd is door de getrouwe . vlyt van den zecr'Geleerden en Oordeefkundigen Heere Mr. Heumanijs Noohdkerk, in den jare 1748 en aldaar D. I. !!. IX. Hoofdfl. XXI. No. r. bl. 337. CO J. Wagenaar op de aangetogene plaats det Bejcbryving van Amsterdam , bl. 84. w  C H R O N Y K. IV. Hoofijl- 45? Bv dat Verbond werd bedongen: I. Dat, As> JL de Bisfchop onrechr W^*§m geefs om WB^nden,^_ het zelve aan de KerKen wm ^ > Wo,rdi"e de Sud, en aan de vier genoemde S^ .-"^ 7011de bekend maken; en dat dezen daarop dac zouden wachten, de zaak ««ff.^«g«*o* re brenaen; en konden zy zulks met te we XS, binnen veertien dagen, zo zoufeu zT'Trilond , of binnen veeraer, nachren naastvolgende, met hem, met alle zy ne banden .Ridderen en Knechten , Luiden en OndSien, vyanden worden van hem die de vergoeding weigerde,en den Bisfchop helpen met alle magt, " .""V^* dln naar gelegenheid , en wel gedurende den ^Dat^ a„ QrV^pn of enigen van haar, m het vanz'"J^on§deêrhandelmg,gene vergoeding Cen konden,zo zouden zy zuiks vertonen aan hem, den Bisfchop, die dan met de and* re Led£ van het verbond, zoude arbeiden tot herftel der zaken; doch kond» hy dat met uitwerken, zo zoude hy terftond een algeCapittel beleggen binnen veertien Jachten te Utrecht, en op Spolderberg m ZalKen de beledigde aan deze zyde van den. rst tl utncht, en aan de overzyde te Spotdliten zoude komen en bewyzen het leed, bun 2ngedaan;in welk geval hy Bisfchop , ™« alle zyne onderhorigen , terftond zich ^and zoudye verklaren van den belediger,en' liedenenden beledigdente water eg  45& VADERLANDS CHE Ao. te lande, gedurende den oorlog, op zyn eiI39S>. Sen winst en verlies, te hulpe komen. III. Dat, in geval 'er een heirtocht te lande of te water moest gedaan worden , hy Bisfchop, Stad, en Steden zich zullen bevlytigen, om eikanderen te voet, en te paard, en te icheep, naar gelegenheid van zaken , met alle noodzaaklykgereedfchap, elk op zyn eigen kost, winst, en verlies, te hulp te komen. IV. Dat, indien 'er eenige belegering moest gedaan worden aan eenige zyde van den Tsfel, men malkanderen de kosten zoude helpen dragen, zo als men kan , en, ten opzigte van winst, en verlies, en gevangenen, nader overeenkomen, V. Dat, indien'er aan de eene of de andere party eenige vyandjykheid gepleegd werde, en dezelve zulks terftond konde tegen, gaan en met geweld herftellen, en vervolgens daar over oorlog kwame , zy malkanderen zouden helpen , ten uiteinde van den oorlog toe, fchoon het ongelyk te voren op de bedonge wyze niet getoond ware. VI. Dat de partyen, in geval van oorlog, geen vrede met den vyand zouden maken 'y welke tegen dit verdrag aanliep, noch ook de een buiten den ander. VII. Dat, indien 'er oorlog kwame, en de beledigde party tot eenen redelyken vrede konde komen, deze die vrede niet zoude aangaan, op zichzelven, maar zich daar in aan het goeddunken der onbeledigde Bondgenoten houden. VIII. Dat, indien 'er oorlog ontftonde, die aanhield na den tyd van het uitgaan van dit  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 459 .ttt verbond, de Bondgenoten echter malkan- Ao. Iren zouden helpen tot aan het uiteinde vanj^ ÏTooSr ™ als of hec verbond nos— ftTx D«deStad en de vier genoemde Steden indien, gedurende den oorlog, de Bi§fchVp tor?e\ echter eikanderen zouden blyven helpen tot het uiteinde van den oorlog X Eindelyk: Dat, indien'er tusfehen de , v LltJ eenig verfchil rees over eenige pun e? dtveS aangaande hetzelve zouSe verbleven worden aan die der Honogeno^ d e bet minfte belang by dat gefchil hadden en, wat die goedvonden, zouden de anderen moeten volgen (f). ^Aanmer- Met dit Verbond beoogde de Bisichop zien te fterken, ter bereiking van zyn oogmerk, om Groningen ende Ommelanden te bemagti.bond„ lïn dewyl hy terftond konde voorwenden, Th^Z bet Sticht, niet alleen door hunne ongehoorzaamheid, maar ook door de verwoestingen , welken de onderling verdeelïTommeiandérs in melkanders lanaen en goej «« aanrichten groot yks verkorten beledSd *Z nï ferlyl de Steden o£r den%el zich ook fterk maakten tegen de invauen, welken de verdeelde en onbef^Z oostfriefen in hunne landen mogten ^oTdTn van Oogstmaand gaf Hertog^ Aïhrecht aan die van IVildeveen en Benthorn Reef: aaa P licht om uit te wateren in de watering/^vh rB^S door het Ambacht £^B& SmaoWe tot inden Wyn; welk waterfchaphe( recht 'J O00ro,n door (OMxtepC*art»r*.in. D. bl. 700. W%  46° VADERLANDSC HE Ao. door die van IVildeveen en Bentham zoude ..'39P- worden gemaakt, morgen morgensgelyk , en zen en ^olgensgefehouwdengehoefflaaedmetden d£ Rhy!I W"'die keuren zouden maken ten opzigte tewatc- van Bruggen, Sluizen,en Spuien, en andere ren. noodwendigheden , zonder iemands tegenipraak; en die ook magt zouden hebben, om de wëderhorigen te ftraffen naar gewoonteVoorts zouden die Ingelanden vznWildeveen. welker landen tot aan Waddmgsvcen ftrekten mdien dezelven dit waterfchap niet begeerden' en daarom in de kosten niet gedragen hadden! daar in naderhand niet komen, ten zv zv vooraf voldaan hadden, die voor hen géland zyn en de kosten uitgeleid hadden. De Ingelanden van Benthuizen zouden deze watering ook mogen gebruiken. En, indien de bezuters van dat Veen die watering niet lan. ger gebruiken wilden, zo zouden zy van het banwerk ontllagen zyn ; en dan zouden de tfuren van Benthuizen dezelve weder aanneEeve.1 mÊn' gebruiken en houden f». tigt dê „ °P den 6 van Herfstmaand bevestigde gifte van Hertog Albrecht by zyne brieven de voorheen Laneroft gedane gifte van Lancroft aan de Kapel van A Pel' om met de mkomften daar van dezelve trjcbts. ln orde te houden , en den Godsdienst ten berge, eeuwigen dage daar te plegen (v) " erzvn°ePn dren 8 der Ze,?e ™and ^d* hy tot van Bre.z.Jnen Capitein, te Stavoren, den Heer van derode brederode, tot in Bloeimaand van het volgende Capitein ; te Stavo- Cu) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 703 ^'* ren; en (?) Het zelfde Boek, op dezelfde bi'. 703.  CHRONYK. IV. Hotfdji. tft ïaar • met volmagt, om, tot oirbaar der Stad &ó: llles w doen, bet welk hy nodlg zoude vinden; m9. wèlkefkostén de Hertog hem beloofde te b~eir vetoeden en beval aan de bezetting en Bur- hem de vergoeaen ,c gehoorzamen : Ook Zeero- ^en sVoTrTde" oop.uiden befchadig- deTe(n «lfden dage beleende hy Heer vJamfteie met bet Ambacht van Barim- ■t ikte van den Hertog,volgens den mhoud j„, v,,i,»pn te leen gehouden had (x). deOprden" 6 van Hekmaandv^Her-Ve^ t0£ Jtowfo aan Coma^ ™» Zar/è ü™ een Ui- W; zyn Slykland en Uiterdyk buiten den terdyk te £i£Lyndrecbt, tusfehen de S/^k , ach- ^ dyK te z^j Cnlrhneït ten veerewaard aan de aVe^taan ter het oude Ualcboen ten vcc Coe»raarf 7uidzvde opgaande tot de grote 5Iepen acn- ^ fer S nieuwe Ga/bto, om hetzelve te be- ^ ïvken tot een koornland , zo veel en zo ucb g oot * hy zal goedvinden; nuts, dat hjg o»d,« binnen het bedykte land, zal hebben Am- Jt bachïheerlykheid, Visfchery , Vogelery, en hetrecht ?e Wind van den Molen, indien hy een ftjjj-A» heerlyk- (W) Scb*«tzmberg Cfcarttrfr. Wi L D'h6id* '"'CO MiEais GtarW*. III. D. bl. 7°4-  462 VADERLANDSCHÈ Ao. len wilde zetten; en dus alles op die zelfde Wyzeials de andere Ambachtsheren van Zwyn drecht geambacht zyn; en dat hy, en zyne medeftanders in het bedyken, het binnengedykce land zuilen bezitten als vry en ^igen èrve , behoudens den Hertog zyne Heeriyk heid en de tienden , te weten den elfden fchoof, gelyk men m Zwyndrecbt gewoon is Voor- D.it Uitland mogt Coenraad bedyken in en aan van dL" de"cuder> dyk van Zwyi,^, daar hy zulks bedy g°ed zoude vinden. Hier voor zoude Coen. Icing, raad aan de Ambachtsheren van Zooyndrtcbt voordï Z° V6u Jaar1,ykrc^e ren^ geven, als waar K ais voor, ^' ^darf lde/\z Jaar> dat %k en land nadee- van hen gehard had, indien zy wettiglyk konHge. den betogen eenig recht op dat land te hebben en zulks zonder immer iets meer van Coenraad daar voor te mogen eisfchen. Voorts zoude het den Ambachtsheren vry ftaan, om rn gevalle van inbreuk van water in Zwyndrecht, indien zy anders geen aarde konden bekomen , om den inbraak te Hoppen dezelve te mogen nemen uit het binnengedvkte" land van Coenraad tot zyne minfte fchade ter fchiering van den Heemraden; doch echter niet nader aan den dyk van Coenraad dan vyf roeden. Met bevel aan den Baljuw van Zuidholland, Overheden van Dordrecht, en allen Amtluiden in Zuidholland, Heer Coenraad behulpzaam te zyn, en gene hinderpalen te zetten, als zullende de Hertog die houden aan hun lyf en goed (y). (y) Ms. getrokken uit het Perkamente Reo-ister Libr V39? T I401' Cal E' P- 351- verfa; berustende ouder den Heere Griffier van Alphen. jc1u!"-6riub  CHRONYK. W. Hoofdfl. 4^3 On den 20 der zelfde maand ontfloeg Her- Ao. toe Mrilt te Buren van Outdorp, die te vo- JW^ Soptefiatten^ een half honderd maden lands„nadoen enH-tog daarom ten hunnen koste een Heemraad opde Buren Zaanderdam plagten te zetten, van den last van 0at. om dien Heemraad te houden gelyk zy daarg van reeds te voren vrygefteld warent door den last, «an BorfelenM uw van toenemend, Heem. om hunne armoede, dewyl zy, geen twintig mede, dat zulk een door den Baljuw zal verwonnen worden meteen gewaardenRechter, en met oirkonde als recht is. II. Dat hy, die iemand euwelt (g) en vrede breekt, zo hy voor den Baljuw met een geCO Wy%'.r: volgens Kiliaan in Etym. Teuton. Ling. betekent Judex; dat is: om Vonnis te wyzen; tenzy men hier door eisentlyk verftaan wilde Rechter of Ew Jcber van 's Graven voegen; als dieaanwyft of aanduidt het recht, op het welk zyn eifch , uit'sGraven naam gedaan, is gegrond; en op wiens eifch Schepenen, of het Gerecht, vonnis fpreeken; welk laatftemy niet kwalyk gevalt, te meêr, om dat Rechter in dien zin dikmaals in de oude Charters voorkomt; gelyk . onder vele anderen, ook te zien is in Art, III., IV.. en voornaamlyk V.,van de zo even aangetoge Handvest aan Tbolen en Schakerlo gegeven; op bl. 464 , 465., en 466. zo dat het verftand dezer woorden dan zyn zoude, dat een zodanig vredebreker, als zynde door de Handveft verklaard eerloos en wetteloos, in de Vierfchaar niet wierde toegelaten, noch als Schepen; noch als Rechter, recht eifchende op de gronden , door hem wordende aangewezen, uit 's Graven naam. Zommigen verftaan hier door Verweerder; waarfchynlyk, als Voorfpraak voor een ander; aan niemand toch kan ontzegd worden zich zelf in het Gericht te verweeren. Doch (naar myn oordeel) ver- fceerdelvk. . . ,„ (p)Dat is: lekedigt.\ymlEvelen,vo\gem de meerman s aangetogen Plantyn en Kiliaan .betekent Nocere. Alzo is evel doen, iemand fchade, ramp, onheil toebrengen. Ook zect men düsEveldaad: Eveldadigb: Evelenmoed: Évelmoedigb. Gg 3  47© VADERLANDSCHE Ao. gewaarden Rechter by oirkonde wordt over1399» tuigd, verbeuren zal twintig pond aan den Graaf. III. Dat de geen, die een vonnis beroept voor den Baljuw , voor den Graaf aan de Hoge Vierfchaar , zal moeten borg ftellen ten genoege van den Baljuw, eer hy van de Vierfchaar gaat, of gevangen moeten blyven, tot dat hy borg gefteld heeft van zodanige boete , waar in hy verwezen wordt , indien hy zyn geding verliest (/ƒ). Ü/f0! °p den 12 van slachtm;iand, gaf Hertog beleent' Albrecht aan Heer Jan van dm JVuude tot een Meetjan rechten leen het Ambacht van den Woude, ■vanden met het dagelyks Gerecht, het zetten van den Woude Schout, en het derdedeel van alle boeten; Ambacht met Vogelery, Visfchery, en alle tienden in van den den Ambachte gelegen; met de gift van de Woude-, Kerk, ende Kostery, deGrute, en de Zwanendrift, ftrekkende uit den Rhyn tot in de Drecht,tn uit de Aar gaande aan het Ambacht van Leyderdorp, met een verlopen tyns door het geheele Ambacht; ook met nog tien pond 'sjaars, uit het fchot van het voorfchreven Ambacht, acht te ontfangen uit het Mayfchot, en twee uit het Herfstfchot; en dan met nog twee pond van 's Graven buttinge's jaars, op den verfchyndag te ontfangen in zodanigen gelde, als de Graaf van zyn fchot en buttinge neemt. Alsook En van gelyken het Ambacht van WarAmbacht mond met het dagelyks Gerecht, het zetten ranWar-van den Schout, een derde van de boeten mnd. en, (£) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 708,  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 47* ,n de -helft van de tienden j met de Vogele- Ao; ™ en Visfchery van de Lee; nog met een 1399.^ plar oude Zwanen; met vyf pond '.jaars uit het Wchot.entwee pond van de buttinge; en ook met de gift van de Kerk en Kostery met denwind van deMolen.En zal de Baljuw van Znland aldaar tot genen tyde wapenfchouI en in het Ambacht, noch eenige Sting Lr van eifchen, dan in het byzyn van den Ambachtsheer, of van den Schout van zynen'twege, om al het zelve methem ^^^^^^^^ Hv de riemtalen van Weringen, om het ver riemu. rrek der inwoonderen na de Steden, van zes-len vaa en twintig op veertien, en volk daar toe als^m- naar gewoonte, behoudens zym, bede enge,. fchot ? zo als zy altyd gegeven hadden ; voor welke gunst die van Pfienngen hem betaald hadden 'wee en zeventig Hollanfc * fcWdeu van zynen laatften muntflag {f). Gelyk de meestl Dorpen van Holland en Westfriesland on dezen tyd die gunst voor enig geld, waar Sn l Hertog grolt gebrek had , Oo den 23 van Slachtmaand, gaf HertogvmlVotfi Albrecht aan die van Woerden het recht, om benige iZbomen in den Rbyn voor hunne Stad te vryheid fegln daar het hun nut en oirbaar denken»Jen zal 7 en zulks alleen tot wederzeggens toe, zon- SrJUafe onder zdfta Urne. "6 4  47* VADERLANDSCHE 'Ao. der tegen Hem, of den Heemraad van den 1399» lande van Woerden, te misdoen (7). Geeft de De Oostfriezen fchynen in hunnen opftand gevange- tegen den Hertog weinig acht geflagen te "^hebben op de veiligheid van hunne gege- lanrs van vene Gyzelaars, dewyl de Hertog, op den Acbtkar- 4 van Wintermaand, de gevangene Oost. fpe'en friezen en de Gyzelaars uit de Acbtkarfpelen vryheid, dle gelegen hadden ? Qp ^ gjot te ^ Holland ^geringe, en in denHaag, van hunne gevangeen zee- nis verloste en van hun gyzeiingfchap ontiloeg, land te en hun tevens vryheid en zekerheid gaf, om vovea. met nunne g0ederen 'mHolknd cnZeeland te wonen, zonder van iemand gemoeid te worden; ten ware zy misdeeden; in welk geval zy zulks beteren zouden, gelyk alle andere ingezetenen; met uitdrukkelyk verbod aan alle Baljuwen, Schouten, Dienstluiden, Steden en onderzaten, van deze Gyzelaars enige moeite aan te doen (?«)• Mier uit blykt, dat de Achtkarfpelcn , die in de onderwerping aan den Hertog met die van Oostergo en Westergo niet mede gewerkt hadden, maar vinnige tegenftanders van hem gebleven waren , echter daar na met hem over hunnen zoen en onderwerping in onderhandeling zyn gekomen waar toe deze gyzelaars fchynen gediend te hebben. Geeft aan Op den 7 van Wintermaand , gaf ï Ter top- lLlMomAlbYccht aan den Heer van Heukelom, en zyne ten ecu- onderzaten, voor den dienst, die zy hem teCO Mieris Cbarterb. III. D. bl. 709. (ni) SciiwARTztNBERe Chaitcrb, van Friesland. I. D. ■ bl. 304.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 473 tepen de Oostfriezen gedaan hadden en nog Ao, doen zouden , de vryheid van tollen door 1399, Holland, Zeelanden Heusden, welke zy wel wigen tot hier toe, maar alleen tot weder opzeggende vry, toe, genoten hadden, ten eeuwigen dage; met ^lan bevel aan de tollenaren, om deze vryheid niet te belemmeren, of te ftoren (»). Den volgenden dag, verklaarde Hy, dat die Erkent, van Heusden hem bewezen hadden , datzyon.dat d,e^ gehouden waren hunnen Heer buiten ae pa- den hem len van Heusden ter heirvaard te dienen opnietbe. hun eigen kosten, (het welk zy hem gewei-hoeven gerd hebbende,van hem gevangenen langen rediene, tvd gevangen gehouden waren) en beloofde^ hen dat niet te zullen vergen, maar hen tekosten. zullen leveren, als Hy aan zyne Ridderen en knechten fchuldig was te doen , indien zy hem buiten de palen van den lande van Heusden zouden dienen (o). Op den vi der zelfde maand ,verkoft Her-vertog Albrecht aan Dirk van Slingeland! den eer-koopt ften kamp lands , daar het bosch geftaanfcny heeft buiten aan Gouda, groot zes morgenGouda> derde half honden vyftien fchaft, die hem daar het aanbeftorven waren van deni Graaf van B/ws:Bosch en nog, op dien zelfden dag, aan fVfm^ van den Couster zes en een half morgen, daar naast aan gelegen Qp (V> Ms. cetrokken uit het Perkamente Register Libr. Y, Ï390 —1401. Cas E. p. 361;berustende onderden Heere Griffier van Alviien. fo) Mieris Cbarterb. iii- d. bl. lio. V%oo —1401. Cas. E. P. 3*» ^rfa. berustende önder den Heere Griffier van Alphen. ¥ Gg 5  474 VADERLANDSCHE Ao. °P den 17 der zelfde maand, benoemde hy Ï399- Mr' Dirk van Delft> die op zyne kosten geStelt Mr. ftudeerd had, en de eenige Dotter Theologie Dirk vanin den ganfchen lande was, tot zynen HofDeifc tot prediker, met eene jaarlykfche beloning van HofDre twintiS oude Ichüden, tot veertig groten; diker. en beval z^n huisgezin den voornoemden Mr. Dirk daar voor te houden en te Herken tot zyn wederzeggen Qq). Geeft Op den 23 van Wintermaand, vergunde aan die Hertog Albrecht, om de getrouwe dienften, ÏJJf" welken de Heer van Haam/lede , en Heer •mand Arend van Moermont, en hunne Broeders, vryheid hem gedaan hadden, aan de genen, die in van tol- hun Ambacht van Hannekynswaard woonden, te0* vryheid van tollen in Holland en Zeeland, gelyk de luiden van Heer Adriaan van Kruyningen in dat zelfde Ambacht hadden Cr). 1400. Op den 16 van Louwmaand van het volgende jaar, gaf Hertog Albrecbt aan die van aanA- Amfterdam het voorrecht, dat alle Schepen fierdam na, en van Amfterdam door het Marsdiep en S"an hec ^> zonder enige hindering van zynen't door 'hetweêe zouden mogen varen, behoudens zyMandiepne tollen: als ook, dat de Schepenen en «n het Raden aldaar, op den eerften van Sprokkelvarenden m™nd jaarlyks, met meerderheid van ftemom.z'on- men > zullen kiezen tot Raden (Burgemeesder item- ters) drie goede knapen, niet jonger zynde jüing van dan veertig jaren; en dat deze drie by zich zul- Cq) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 711. (r) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 14.01. Cas E. pag. 363. verfa. berustende ender dea Heere Griffier vak Alphen,  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 475 zullen kiezen een, die in het jaar te voren Ao. . Raad (Burgemeester) is geweest, die deze 1400. drie beëedigen zal, zonder dat de Baljuw of den fi* Schout vJAmfterdam daarin ftem ^ heb^£ur; ben (s). , r* » ters te Op den zelfden dag, gaf hy aan het Gast- kiezen. huis te Rotterdam alle de goederen, welken Geeft Hem of zyne nakomelingen, mogten aanbe- aan het fterven van Coman (waarfchynlyk Coopman) te Rotter- tan Hueenzoon, om dat hy een vondeling dm da was- en ook van Coman Jan Joestszoon, omgoede. dat'hv een bastaard was; beiden te Rotter ren van £,wonende;met bevel aan den^^^t ter van Koordbolland, om zyne handen vanenvan die goederen en erfenis af te trekken, en een basthet Gasthuis de zei ven gerustelyk te laten aard, ais bezitten (0- . , , , * ven. Hertog Albrecht, twee jaren geleden C«J »verbiedt aan die van Bylevcld en Reynerskoop in hetaandie mét toegeftaan hebbende om door den Rhyn var, tot Sparendam uit te wateren , wedernep op den 18 van Louwmaand, op het betoog^ in van de ingelanden van den lande van Woer-hst den deeze vryheid; en, dewyl die van Byle^ht. veld en Reynerskoop weigerden, Hem den ge-™' eeven voorrechtsbrief weder te geven,zogatuittewa, hv aan die van Woerden de vryheid, om metaren; en den Hogen Heemraad een Dam in den Rhyn geeft aan te leggen, waar zy zulks nut zouden oordee- (s*) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 712- . (ti Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390 — 14.CI. Cas E: p. 36S. berustende onder den Keere Griffier van Alvhen (w) Zie hier voren bL 3°8.  47* VADERLANDS CHE Ao. kn, om de wateren van Byleveld en Reyners* J±± koop te keren , en denzelven te verleggen n21" km ë°edTden: En dat, indien de Dam te ?am' u« vrees dat de luiden van het Sticht leggen, dien zouden doorfteken, verre in het land ter belet- mogt gelegd worden, die genen, die boven tmg van den zeiven geland zyn , en het recht hebwate ben van JI? den Riyn te wateren, zich daarling; ?n z«IJen helpen op hun eigen kosten,waarin het gemene land van Woerden hun zoude te bate komen, zo verre als de Hoge Heemen ook raad goed zoude vinden. Als ook; dat de Hoge ^ganedei',Hejemraad T ^ la"de V3" Wmdm > van 'S re Voorlands weêe of ^n partyen verzocht zynde om rechten Techt te vorderen, dat men by den zeiven aan het vorderen moet, daar van kennis zal geven Helm ?an Óen B,aljuW' en hem ^d en P^ats ftelraad Jen' om dat recht te vorderen: en dat de fchaPvanz?lve> mdien de Baljuw ten geftelden dage Woerdm. niet komt, eenen anderen Dykgraaf zal kiezen , om dat recht te vorderen, by vonnis van den Heemraad; en dat de boeten, daar m gefteld, aan den Hertog zullen komen even als of zyn Dykgraaf met den Heemraad dat recht van zynen't wege gewezen had ; dat ook, in dat geval, de gekozen Dykgraaf zich niet zal mogen ontrekken, om dat recht of ftraffe te eisfchen en te befcheiden naar het Dykrecht by vonnis van den Heemraad; en eindelyk, dat de Dykgraaf de zodanigen , die fchade aan de dyken of dammen in den lande van Woerden toebragten, of de waterkeering tegen het Sticht doorftaken, berechten zal aan lyf en goed by vonnis van den .Heemraad, indien zy gegrepen worden, of an-  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 477 anders uit den lande bannen; en verder de A£ zodanigen, die daarom, of om enige ande- ^ocy ie zaken, den Dykgraaf of Hogen .Heemraad wederftonden , verwyzen in zulke boeten, als de Handvesten van den lande van Woerden vastftellen (u). r . Op den 25 der zelfde maand, gaf Hertog Geeft Albrecht aan die van Westzanenen Komm* "^ me. door den dood van Graat buy van mois zanen en weder aan Hem gekomen, boven de Handves- Kmnme. ten en Vryheden "f^.*™™^.Z^ den, de volgende: I. Dat, indien zyn baliuw van de Wyk, onder welk zy behoorden, ,ige iemand uit de Dorpen van Westzanen en HandKrommenye befchuldigde, of enige boete eisch- vesten, te van lyf, lede, of geldboete, de Schout van Westzanen, met toeftemming van Schepenen, een rechtdag zal beleggen , en op den zeiven, indien de misdaad van dien aart is dat de Schepenen de zelve berechten mogen, zodanig een aanfpreken voor Schepenen; en dat hy en de Schout zich zullen moeten laten genoegen met het gene de Schepenen hem toe- of afwyzen zullen; en dat ook dé verwezen, zonder wederzeggen, zal betalen, het gene Schepenen gewezen zullen hebben: Maar, indien de misdaad van dien aart is, dat de Schout en Schepenen de zelve naar gewoonte van den lande, niet berechten mogen,dat zy alsdan de zaak zullen ,wyzen tot hoger rechtbank, te weten van aen Baljuw en Mannen te Wyk; dat ook de gedaagde voor hen zal te recht Haan, en vol° doen , (ü) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 713.  4?S VA DER. LA ND SC HE Ao. doen "t geen die Mannen, op den eisch van 1400- aen Baljuw, by vonnis wyzen zullen. II Dat, indien zyn Baljuw uit de Wyk enig inwoner van Westzanen of van Krommenye, om enige misdaad, moeijen wilde met gevangenis, dagvaarding, of banning, die borg konde ftellen zo goed en ryk als hy zelf js, hy d;e borgtocht,om te recht te komen zal aannemen naar de grootheid der misdaad' . en dat, indien de Baljuw die borgtocht niet wilde aannemen, die van Westzanen of Krom. meuye dien man zullen mogen bewaren tegen den Baljuw, en hem te recht brengen ten dage als zy vermaand worden van den Baljuw, zonder tegen hem of den Baljuw te misdoen: en dat de gedaagde zal moeten lyden en voldoen, het gene de Mannen gewezen zullen hebben. IÜ. Beloofde Hy die van Westzanen en Krommenye te befchermen, en niet te gedogen , dat iemand te onrecht van wegen het Geestlyk recht gemoeid wierde met dagvaarding, maning of banning, gelyk de Graaf van Blois hen befchermd had. IV. Dat die van Westzanen en Krommenye indien de Hertog, of zyne nakomelingen' ene eenvoudige bede van het gemene land van Kennemerland zouden ontvangen, zullen geven vyftig pond; maar dat, indien Kennemerland hoger bede gaf, zy dan zouden zo veel meer geven naar de grootheid der bede van Kennemerland. V. Dat die van Westzanen en Krommenye., indien de Hertog binnen Kennemerland, of ter Wyk,  CHRONYK.F.Hoafdjt. 479 ■mk, een eenvoudige heirvaard befchreef, te Ao. Zmèn zouden dienen met vyftien gewapen- 1400.^ de mannen: maar dat, indien 'er een hoger heirTaardbefchreven werd, zy dan verder zou- den dienen met zo veel gewapenden als de andere luiden ïn Kennemerland ,oï in deJPyi, geOo deC™ii van Sprokkelmaand, gaf Her-En aan Burggraaf van Leyden, het Ambacht van Ww leydm Hen Zuidwyk, met alle renten en toebe-bet Amhoren om 'er Vryheer van te zyn,met hoogbachtvan en laag Gerecht, tot een onfterflykerfleen Wj> re verheergewadèn met enen Mmer hayck ^^ of twintig pond daar voor (y); behoudens tot eett nogthans Heer Gillis van, Kralingen zyn Am- onverïachtsheerfchappy met den derden penning in Zuidwyker-Ambacht (2); en, op den 27 daar aan volgende, beval Hy aan de ingezetenen van Wasjenaar en Zuktoyk den gemelden Heer Philips voor hunnen Heer te erkennen en te hulden, gelyk zy hem tevorengelan hadden, en den zeiven m zyne Heerlvkheid te houden en te fterken (a). y Op den i4 dier zelfde maand, beval Her-Beveelt tog Albrecht aan de Zeevarenden, te Katwyk van Kat' (V) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 714J■ fV) Moet waarfchynlyk zyn: Havik: of (naar het « Ln tfrheï Hak; quod ell genus Accipitns-, columpnfftuLfvoTgens Wirf rus in (*/ƒ„. German, ia(lTmf:L Cbarterb. III. D. bl. 7.5. f zS Zie hier voren bl. 320. $ Mieris Ctorwri. III. D. bl. 717-  4&o VADERLANDSCHE^ Ao. aan Zee, dat zy aan hunnen Heer Philips vdn . 1400. Wasjenaar het verfchuldigde pondgeid , zo t werven, de vryheid,. om de Üostfrie~ zen en de zen; als ook die van Hamburg, en verders Hambur- allen, die hun toevoer deeden; te btöorlobtb>\ Sen' °P nun e*gen gewin (h). §enT °' Op den 13 van Grasmaand gaf Hertog Albrecbt (ƒ) Mieris Cbarterb. Ut D. bl. 717. (g) [Iet zelfde Roek , ibid. (£) Schwautzekbukg Chaitcrb, van Vriesland, tom. I. P- 304.  CHRONYK- IV. Hoofdfl. 483 hecht aan het Kloofter van 5. Jans ordc'teSneek, Ad. om de genegenheid en trouw, welken die Broe- 1400. ders tot Hem lieten blyken, alle Heergewa- Geeft den, welken van zyné Leenmannen in Oost- aan het friesland verfchynen zouden , om ze te ge- ^°°Jtec bruiken ten voordeele van het Klooster, op j3")t* die zelfde wyze, als het Klooster van 5. Jan sneek de te Haarlem it) de Heergewaden in Holland Heergea /iiv". , waden genoot (£). i'V ^V, vano«t- Op den ao van dte zelfde maand, flootHer- friesJan(l, tog Albrecht met de Stad Kampen en hareburgers, die door zyne uitleggers, en andere lui- Sluit met den, grote fchade geleden hadden, ter fomme die van van vyf en twintig duizend nobelen, waar voor zy van den Hertog, en de zynen, weder in fchade> bellag genomen hadden een groot getal fche- die zy pen en~goederen, welken zy daar na onder van zyborgtocht weder ontllagen hadden, dit on-^n"t wederling Verdrag! den Q0St. I. üat de Stad Kampen, en hare Burgers friefcbin en Onderzaten, met opene brieven, dóór het oorlog Stads zegel bekrachtigd, zullen kwytfcbelden jj^en • den Hertog, enzynen landen en luiden, alle™n fchade, welke zy van de zeiven te eisfchenzonder hadden. verdrag, II. Dat de Stad Kampen zelve zal vergenoegen alle hare burgers van die fchade, welke zy van Hem, en zyne luiden, onderzaten en vrien- (i) Zie van dit Klooster G. W. van Oosten ob Bruyn, Gefcbied. van Haarlem,!. D bl.91.die echter dit Voorrecht van dat Klooster niet fchynt gevonden te hebben. (fc) Schwaktzenberg Cbarterb. van Friesland. I D. ph 304. Hh &  484 VADERL ANDSCHE Ao. vrienden, geleden hadden, zonder hem daar1400. om te moeijen: en dat, indien enige derburgeren van Kampen daar mede niet vergenoegd waren, hun burgerfchap opzeiden, elders gingen wonen, en verhaal zochten van hunne fchade aan Hem en zyne luiden. de zodanige niet weder een burger van Kampen zoude mogen worden, of in de Stad of vryheid van Kampen komen, voor dathy de fchade, aan Hem, en zyne onderzaten, gedaan, vergoed zoude hebben. III. De Stad Kampen en hare Burgers zullen kwytfchelden, met bezegelde brieven, alle des Hertogs luiden, fchepen en goederen , die zy aangetast hebben voor hunne fchade , en alle borgen en borgtocht, die zy daar voor genomen hebben, zonder daar van iets te eisfchen: gelyk de Hertog, en zyne onderzaten , zulks op de zelfde wyze, ten opzigte van Kampen, en hare burgers, zullen doen. IV. De Stad Kampen; en alle hare Burgers,binnen de Stad en de vryheid van Kampen wonende, zullen, ter vergoeding van hunne geledene fchade , voorby alle tollen in Holland en Zeeland; van Heusden,en Westfriesland, en Oostfriesland, vry mogen gaan, te water en te lande, met hunne fchepen en goederen, of met wien zy ook geladen waren, die des Hertogs vyanden niet zyn, gedurende twintig jaaren, te rekenen van den tyd van het tekenen van dit Verdrag af. V. Indien de Burgers van Kampen fchipbreuk leden aan de kusten van Holland, Zeeland, tVejh friesland, en Oostfriesland, op de zee en ftroom, bin-  CHRONYK. W. Hoofdfl. 4«5 binnen en buiten des Hertogs landen, zo zul- Ao> len zy hunne fchepen en goederen, welken I4.0o. zy bewyzen konnen , de hunnen te zyn, mo- ■ ' gen aanvaarden en wegvoeren zonder tegenfpraak, behoudens behoorlyke betaling van allen, die hen geholpen zullen hebben. VI. Indien de Hertog, binnen den tyd van twintig jaaren , de fchade met die van Kampen vereffenen wil, zal Hy zulks doen met twintig duizend nobelen , in eens te betalen, en dan verder ongehouden zyn aan de gegevene vryheid van tollen en fchipbreuk, en zal, in dien gevalle, voortaan zyne heerlykheid van tollen en zeevonden vryelyk gebruiken: maar, zo niet, dan zullen de Burgers van Kampen deze vryheid hebben twintig jaaren lang; en, ten einde van de zeiven, zal de Hertog , als ook zyne luiden , van alle fchade, die de burgers van Kampen teeisfchen hadden, vry en ongehouden zyn. VII. Indien 'er oorlog ontftaat tusfehen den Hertog en zyne landen, en den Bisfchop en het Sticht van Utrecht, waar in de Stad Kampen en hare burgers en onderzaten geen deel neemen, zoo zullen de Stad en Burgers van Kampen, ftaande dien oorlog., de vryheid van tollen en zeevonden behouden; maar, indien de Stad, binnen den tyd van twintig jaaren, vyand van den Hertog wordt, zo zal die vryheid te niet zyn: doch, indien de Hertog, binnen dien zelfden tyd, vyand der Stad wordt, zo zal die vryheid in hare magt blyven, als zy wederom met Hem vrede maakt. Dit Verdrag is door Graaf Willem van Oor- 'twelk tervant en Johan van Beyeren , Elccï van Luyk, d™*Jen Hh 3 Graaf  486 VADERLANDSCHE Ao. Graaf van Loon, ten verzoeke, en op het be1400. vel van hunnen Vader Hertog Albrecht, be* van (j0s vestigd en bezegeld. • Ook hebben de Burtervant gemeesters, Schepenen , en de Raad der Stad en den [(ampen het 'zelve getekend en bezegeld (ij. 15 be' Uit dit Verdrag blykt> dat de Kamvestigd pon op dien tyd een vermogende handeldrywordt. vende Stad is geweeft, welke den Hertog, niet tegenftaande zyn groot vermogen , niet Aanmer- ontzag; terwyl de Hertog toonde de zelve dit Ver ^tad n*eC tot vyandinne te willen hebben; te dïag. 1 minder nog, omdat Hy, vooral in dezen zynen oorlog met de Oostfriezen, den Bisfchop en het Sticht van Utrecht, onder welken die Stad behoorde, en die Hem van achteren konden aanvallen, vreesde, en daarom zeer omzigtig met dien Bisfchop en het Sticht in alles wilde handelen. De Her- Op den 23 van Grasmaand, beval Hertog tog be- Albrecht het Capitein fchap te Stavoren aan Heer CaDtoin- &éntik van Naaldwyk, tot op dien tyd, dat de fchap^te Heer van Brederode, of zyn broeder fVillem, Stavoren het zelve weder zoude aanvaarden (m). tan Hen- Qp den 13 van Bloeimaand, beleende Her'iVaahl t0S Albrecht, Jan van der Boekhorft met wyk' een huis en hoffLede , achtien morgen en Beleent zeftehalf hond en drie en twintig gaarden Jan-van groot,gelegen in het Ambacht van Voorhout, bZsfmlt en met twee Paaroude Zwanen met hun geeen hof- broed, den voorfchreven huize toebehorende, ftede in welke hem van zynen vader Jan van der BoekFoorbout- horst (i) Mieris Cbarterb. III. D. bis 718 720. (ja) Sciiwartzeniïerg Cbarterb. van Friesland I. DU bl. 308.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 487 horst aanbeftorven waren: te houden by hem Ao. en zyne nakomelingen tot een recht leen, 1400-, en by verfterf te verheergewaden met een zeel winden (n). . Op den 21 dier zelfde maand, verminder-Verende Hy de riemtalen van de gemene buren van Valkenburg en Katwyk, zynde beiden Am-len vatl bachten van denHeervankVasfenaar,vzn zeven Valkenop vier, en het volk, naar het getal der riemtalen waar mede zy in den heirvaard moesten dienen, omdat velen uit die Ambachten met ter woon verhuist waren en zich in de Steden hadden te neder gezet: en dat voor een en twintig Hollandfche fchilden (OEene geringe fomme voorwaar! maar, dewyl Aanmerzyne Schatkisten uitgeput waren door den *v£ Oostfriefchen oorlog; welke fteeds bleef duren zoo waren de voorrechten by hem goed koop geworden: gelyk hy, om die zelfde reden velen van zyne goederen, en voornaamlyk veenlanden, verkoft, om de lasten van den oorlog te konnen betalen (p). „ „ . d Op den volgenden dag,befiiste Hy het ge chjl Henog tusfehen zynen Rentmeefter 'jewesterfchelde regejt in Zeeland, en de Stad Zierikzee, wegens de dc tollen tollen van de goederen, welken door Schip- te zierikpers en Koopluiden te Zierikzee uit zee aan-***. ge- rV> Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. v \3^0 __L I4oi. Cas, E. P. 384. berustende ondcc den Heere Griffier van 'A^hen. (0) Mieris Cbarterb. 111. D. bl, 720. Q>) Het zelfde Boek, bl. 097, 702, 710. 712. 7!7,?i8. H h 4  488 VADERLANDSCHE Ao. gebragt werden, het welke zy aan Hem ver. *4<-Q- bleven hadden , in dezer voegen: Dat de fchepen, geladen uit zee te Zierikzee komende, en daar hun goed verkopende , of op eenen anderen bodem ladende , een vryen opllag zouden hebben, zonder eenige tollen of on« gelden aan Hem te betalen ; en dat de goederen, te Zierikzee weder ingeladen wordende, tolvry weder zeewaard zouden mogen gevoerd worden: Maar, indien de Schippers, of Koopluiden , die goederen binnendoor wilden voeren over den ftroom van den Hertog, of de zeiven op eenen anderen bodem laden, om ze binnendoor na Brabant, of Vlaanderen, of elders, te voeren, dat zy dan de zeiven zouden moeten vertollen, aan het eerfte Tolof Wachthuis van den Hertog, zonder daar voorby te mogen vaaren; waar toe Hy het eerfte Tolhuis gefteld had te Kats in Noordbeveland, en niet nader aan Zierikzee, voor de genen, die na Brabant of Vlaanderen wilden zeilen, of ergens anders over den ftroom des Hertogs; en verder de andere Tolhuizen, daar zy zouden moeten vertollen (q). Beves- Op dien zelfden dag, beval Hy aan Heer Heeren Hug0 Vm Heenvliet' zYnen Rentmeefter Bevan S. mesterJcbelde in Zeeland, om aan de Heeren Jan in de van o. Jans Orde aanwyzing te doen van goede- twee honderd gemeten lands , toebehoord het Co" hebbende> door §ifte van Koning Willem, aan vent p0r-de. Nonnen van het Klooster Porta Cosli te taCoeli te Middelburg, welken door de Heeren van ó'. Jan Middel- (5) IVJieius Cbarterb, JIJ. D. y. ^  CHRONYK. m Hoofdfl. 489 aangenomen waren, om hare armoede,met Ao toeftemming en bevestiging van Willem Graat j^oo^ van Henegouwen, Holland, &c in den jaare mi7 (O; en om die Heeren dat land gerustlvk te laten bezitten: en bevestigde daar en boven aan die Heeren alle de Voorrechten, voorheen door Koning Willem aan het Convent Porta Coeli gegeven (f)- , -. Op den 28 van Bloeimaand , verklaarde de De koKoning van Engeland, Hendrik die deS Koning Ricbara onttroond en in dej^ cevangenis van honger had doen iterven (t), janvan der Heer Jan van Brederode en van Gemp tot Breder». zvn Leenman aangenomen, en van hem denzot zyn eëd ontfangen te hebben, dat hy , gedurem man aan. de zyn leven, zyn getrouwe Leenman zoude zvn in alles zyn heil bevorderen en alle kwaad van'hem weeren zoude, gelyk een Leenman, volgens gewoonte en recht, verpligt is te doen; waar voor hy hem in leen gaf eene jaarlykfche inkomst van honderd ponden, ot drie honderd £nge//cfonobelen,te betalende eene helftopS.M/cWc/f dag,en de andere helft op Paafcben (y). Dus tracbte dees geweldenaar, Aanmer. 0p het voorbeeld van andere Vorsten enjtag ook van Hertog Albrecht, zich te fterken door daaJ vafi buitenlandfche Leenmannen tegen zyne eige-denjEn. ne onderdaanen, welker opftand hy vreesde,geifcben * enKomnS« CO Mieris Cbarterb. III. D. W. 183. . (s) Ms getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. ,390 — 1401. Cas E. p. 387- berustende onder den Heere Griffier van Alphen (ti Hume Historie van Engeland, lil. U, Dl. öö. (J) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 73 w Hh 5  4po VADERLANDSCHE Ao. en eerlang ondervond; en hen met de afge1400. perste fchattingen zyner onderdaanen^ te betalen. Hertog Op den a van Wiedemaand, gaf Hertog Albrecht jifoecbt aan Heer Floris van Borfelen de vry- fions^ neid' om tef zee uit te leêSen °P de Oostfriezen vanBorfe.en Hamburgers, op zyn eigen winst en verte vry- lies, tot wederzeggens toe (w). Het fchynt, heid om cjat van Hamburg, die toen reeds den koopfriezentenandel der Hollandercn trachten te beletten, beöorlo de Oosfriezen in hunne itroperyen op de zeiven gen. begunstigden, het welke Hertog Albrecht op deze wyze zocht tegen te gaan en te beteugelen. En aan Op den 10 van die zelfde maand, gaf Herdie van tog Albrecht aan die van Monikendam de volMoniken- gende voorrechten: ge'voor-' Dat de burgers van die Stad vryheid rechten, van tol zouden hebben te water en te lande, ten eeuwigen dage te Sparendam, en te Heusden tot wederzeggens toe; gelyk de andere Steden van Holland en Zeeland genoten ; welke vryheid echter aan Monikendam niet zoude opgezegd worden, dan te gelyk met de andere Steden van Holland en Zeeland. (13eze Omtrent vryheid, tot wederzeggens toe, is, op den welken volgenden 16 van Herfstmaand,voor altyd kort daar toegeftaan) veianie- iL UaC de Balïuw °P den 10 van Oogstmaand alle jaren zeven Schepenen zoude zetten voor één jaar, van welken elk moest in de (w) Schwaiitzenberg Cbarterb. vauVrieslanS. I. D fel. 308. (*) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 726  C.H RONYK. UZ Hoofdfl. 491 de Stad gegoed zyn tot zes .honderd.oude Ao. fchilden in het fchot. (Dit is, op den 16 ,400^ van Herfstmaand, verminderd tot drie nonVma derd oude fchilden.) . - wordt ge. III Dat de Baljuw de misdadigers binnen maakt, het iaar zal doen berechten, of dat zy, by Llatiaheid, vry zullen zyn, tenware, dat zv vluchtig waren; of (volgens het bepaalde op den 16 van Herfstmaand) dat erheirvaard was • of, dat des Graaven gerecht opghedtucnt (opgefchort) worde; of, dat men, om andere zaken geen recht deede, en daarom de breuken verjaarden, wanneer men de verjaarde misdaden zal rechten binnen zes weeken, na dat 'er weder récht gedaan wordt in de Stad. IV Dat, indien eenig burger van Mom* kendam een Burger van Utrecht, of een Stichtsman, wonde, of doodfloeg, of eenig ander "ed toebragt, hy niet meer aan den Hertog zoude verbeuren , dan een burger van Utrecht, of Stichtsman, verbeuren zoude te Utrecht, indien hy dus misdeede tegen een burger van Mt ig£% de Vryheid der Stad zich zoude uitftrekken , Zuidwaard tot den Zomerdvk aan het Heinland, en Noordwaard tien roeden buiten den Veerftal en de zelfde breedte Oost en Westwaard: Het welke op den 16 van Herfstmaand, is uitgebreid tot twintig roeden rondom; en voort ten Waterftal uit tot op het Veer, het welke gehouden wordt binnen de Vryheid te zyn. VI. En eindelyk fchold de Hertog kwyt 1 ■■, . • ai- (^) Zie hier voren bl. 281.  49* VADERLANDSCHE Ao. alle misdaden , welken de gemene Stad te. i4oa_ gen Hem bedreven mogt hebben , behoudens de breuken der byzondere burgeren, welken ten^ WEren lyf Cn g0ed te boe" Pe^l?m Hert°S 'fnf Van voornemen geeft aan Se,veesc te z,vn > om de afgevallene Friezen die van weder, met kracht van wapenen, onder zv Haarlem ne gehoorzaamheid te doen bukken, en, dewvl ?chery* ^ g^ddelen uitgeput waren. daartoe voor%.§ d te hebben Wlllen verzamelen; want, op rendam: den 12 van Hooimaand, gaf Hy aan die van Haarlem, die de Visfchery voor de Sluizen van öparendam van Hem gepacht hadden voor vierhonderd Frankrykfche fchilden, welke pacht nog vier jaren moest loopen , die zelfde Visfchery voor den tyd van tien jaren voor om eene vierduizend vierhonderd, en vier - en - veer fomme »g gelyke fchilden, overmits (gelyk hy zegt) geids onjereyje, die wy wille en meyninge hebben te voor tien doen, oft God wille, op onfe Vyanden die Oistjaren; vriefen, behoefyk fyn, en behoeven financie te doen om provyanchie te maaken tot onfer leeverinst tn onfer reyfen tot welke fomme Haarlem (oude _ verleggben en uutleveren aan tarwe en aan bier ioYp'van yezeovergiftemogt de Hertog losfen ten ein! welken ,de van tien Jaren> indien het Hem gelegen Hv d;e kwam met gelyke fomme; anders zouden die fomme van Haarlem het nut van de Visfchery behou- Sn. ?en t0£die_n 7d' dat % de z^e zoude loslen. En heeft Graaf Willem van Oostervant de» (?) Mieris Cbarterb. UI, D. bl. 722 , 72G.  C H R O N Y K. IK Hoofdfl. 403 deze overgifte ten zelfden dage met zynen Ao. Vader te Heemftede bevestigd (a). 1400. Op dien zelfden dag , fchreef Hy aan de De Her« Steden van Holland en Zeeland, en , den vol-tog be. genden dag, aan zyne Ridderen en Leen-fchryft mannen, en Baljuwen, om, met hunne f™*^ Burgers, Onderhorigen, en Huisluiden ,ders en zich wel gewapend in het leger te Enkhuizen Leenop den 15 van Oogstmaand te laten vinden,manneg om met Hem, of met den Graaf van ,'Jvaard tena Oost friesland over te varen , verzeld gen de van Metzelaars en Timmerluiden met alledeoostfWs. nodige gereedschappen, om te moesten, te vel-^ri. len alle Sloten, Stenhuze en Vestenlsje, dye onfe vyanden vooirfchreeven hebben en jegbensons houden in onzen lande vooirfcreeven (f). Het oogmerk fchynt geweest te zyn, om alle de Sterktens der Hovelingen en Edelen te vernielen, om hen dus eindelyk te ligter onder zyne gehoorzaamheid te houden. Dit opontbodvan Burgers, Edelen en Boeren ftemt, ten meesten deele, overeen met dat van den tweeden van Bloeimaand van den jare 1398. Het fchynt echter , dat deze heirvaard Deeze geen voortgang heeft gehad, mogelyk doorheirtocht de onwilligheid der Ingezetenen: want Her-J«J tog Albrecht beval, op den 31 van Oogstmaand, voort> aan de Baljuwen van Delfland, Schieland, Rhyn-gang geland, en den lande van Woerden; aan de Bal-had: iuwen van Kennemerland, Amflelland en Meden- ^ de blik, om, dewyl Hy met zynen gemeene Raa-e]scht den en de Steden van Holland en Zeeland over nader ' draa- van zyne (a) Mieris Cbarterb, III. D. bl. 723- (b) Schwartzenberg Cbarterb, van Friesland, I. V. bl. 3°9 — 3*4-  494 VADER LANDS CUE Ad. draagen was, dat fy met hem en anders den gb141Q- mceil€n lande houden fullen en doen bewaren fyn' Steden Stad Stavoren tot Smt fansdage toe te Midfomer enBnlju- naisikomende., en toro/a gejet hadden hem te hIIIT dieT V:mfe tWBe ïkmm een ê°ed mangewaTzet Pendi *V h« ZW van dien briefte nemen land, om van elke twee riemen één welgewapend man van elke en dien na Slaveren te zenden op den Vrydae twee eerstkomende, om die Stad te heipen befcher 5 nie"; en 20 veel wapenen en levensmiddelen gewa- mede te nemen, en voorts te bezorgen, dat zv pend voor een vierendeel jaars voorzien 'waren Zvol opft'affe van lyfengoed (O- Zodanig een' aeTen ]erQdrf ^nde de Hertog met zynen Raad en den, tot de Steden van Holland en Zeeland niet gemaakt befcher- hebben, indien de uitgefchreven heirvaard Stad" uP/e"n 5 voortgang hadde ge- oieötad. had_ . De zaken ftonden nu yoor Her£ ^ Aanmer- hnch} tot dtl verovering van Friesland geheel kingover wanhopig, dewyl de opftand der Friezen die den uit- te voren alleen by het gemene volk verwekt «fit was, nu zo algemeen was geworden, dat zv fchonen fvne begunstigers ,onder welken van de eerfte hcir- hovelingen , en Edelen, waren , ten lande vaard, en uitgejaagd hadden, zo dat Hertog AlbteeU Aandfe7^ jjfD°od»^vond, hen, op den 5 en 7 Frhjche lm herfstmaand naar mate van hunnen zaaken. ltaat en geaane diensten , met aanzienlyke jaarwedden te begunstigen , waar door zyne vervallene geldmiddelen meer en meer verzwakt werden {dj. , Op (O SciiwartzeNbehg Cbarterb. van Vriesland I D bi. 314. *, , * (d) Hetzelfde Boek, bl. 315-317,  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 495 Op den ió van Oogstmaand, gaf Hertog Ao. Albrecht aan den genen „ die geland waren i4oq._ tusfehen Hiilegommerbeek en s Graven-weg, aeHertog vrvheid, om een vaart te delven door zyne Aihrtcbt Wildernisfe (het Haarlemfche Bosch) tot m de geeft aan graft van Haarlemen om, indien zy daar-totgjg; .van zyn veen nodig hadden het zelve tebyffljto. mozen aantasten tot twee roeden breed voorg„. twintig oude fchilden; onder het beftuur van fek^ vry. Heer Jan van Heemftede, en, na zynen d(wd, Jf-om van zynen Zoon, en van nog vier Mannen, door het door de meeste Ingelanden daar toe gekozen, Bosch die de zeiven weder mogten afzetten, en ande- vanmar. ren in hunne plaats ftellen: en dat zy, naden « dood van die Heeren van Heemftede, tot dat be- tot .„ de .ftuur eenen anderen zouden mogen kiezen: stads Ook dat zy, het land van anderen buiten graft. de Wildernis nodig hebbende tot dien vaart,het zelve daar toe zouden mogen aanllaan, en by onwilligheid, door den Heer van Heemftede doen fchatten en beta en : dat zv mede bruggen en fpuyen over dien vaart mogten maaken , en een fchouw op de zelve leggen; te doen by de genen, die daar toe bevoegd waren, elk in zynen ban: Voorts dat zy, die buiten de geftelde bepaling geland waren, en in die vaart wilden uitwateren de kosten zouden moeten helpen draeen' en anders die uitwatering met hebben: In, eindelyk, dat zy, die uitwatering hebbende bv weigering van betaling, door den Heer van Heemftede te vier fchatte zouden gepand worden, het welke hy aan hun veen zoude verhalen (e). ^ (e) Mieris Chartert. M. D. bl. 723.  496 VADERLANDS CHE Ao. Op den 3 van Herfstmaand , gaf Hertog '4QQ. Albrecht aan die van 1 holen en Schakerlo, Hem Bepaalt, weder aangekomen door den dood van den dat die Graave van Blois, datzy Hem in vollen heir- 17/n vaard alleen zouden dienen nwt eene kogge Schakerlo van een. en-dertig man, gelyk zy ten tyde Hem zul- va" dien Graaf gewoon waren. Deze brief len die- is gegeven te Heemftede, in de tegenwoor. eene"1"' d,gheid van Heer Jan van Arkel, en anderen; kogge. ™aar Ult blvkt> dat 'er op dien tyd tusfehen Heer Jan van Arkel en den Hertog nog gene onëenigheden plaats hadden (ƒ) Hyregelt Op den io der zelfde maand, regelde Herdienste,, Albrecht, voorde inwonende, Welgebovan den renen en Huisluiden, van het Oost - Ambacht Haag; van den Haag, de hofdiensten van zyn huis in den Haag, op dien voet als hunne voorouders de zeiven gedaan hadden; te weten, dat zy moesten dienen met veertien wagens elk met vier paarden befpannen,tusfchen Haarlemen de Maas, en tusfehen Oudewater, Woerden en de Maas, voor den Hertog, zynen Raad, voor de Bakkery, Bottelry, Keuken en Garderobe; wanneer zy dan voor zich en hunne paarden de kostzouden hebbemVoorts dat zy allen leeftocht, hoe genaamd, binnen den Haag vallende, of met fcheepen toegevoerd wordende , aan het Hof moesten bezorgen ; voor welken dienst de inwonende en buurluiden van den Haag ongehouden zouden zyn tot enigen heirvaard, uitgezonderd des Hertogs mannen, en welgeborenen: en dat (f) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 724.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 497 dat de huisluiden en welgeborenen van het Aö. Oost-Ambacht vry zouden zyn van alle tol-_i4?f: len te water en te lande in alle de landen,En geeft welken de Hertog tegenwoordig bezat , of aan die nog mogt verkrygen, mits, dat zy een jaar^\f en dag in dat Ambacht gewoond hadden, en enige elk jaar een brief van het Gerecht van den voorHaag ten bewyze namen; telkens te vernieuwen rechten op Nieuwjaarsdag: Voorts gaf Hy aan het Am bacht de keuze, om een Vleeshal te hebben of niet; en, in het eerste geval, alle voordeel, en renten , die daar op vallen zouden; en ook het voordeel van de Vifchmarkt of accyns , onder voorwaarde , dat het Gerecht geen accyns zal ftellen op enig goed, fpys of drank, dan met goedvinden van den Hertog en zynen Raad : Ook gaf Hy hun het Voorrecht, dat men niemand van het Ambacht zal mogen gyzelen , of hinder doen aan lyf en goed, die recht en vonnisfe begeert, tenzy hy eerst ,met recht overwonnen is: noch ook iemand gevangen nemen, die borgen kan ftellen, zo goed en ryk als hy zelf is, van voor het Gerecht te zullen verfchynen: uitgenomen om misdaden , welken de Hertog zelf gewöon is te berechten , als Moord, Moordbrand, Reeroof, Vrouwe» kracht, of die in zyne Wildernisfen misdeeden ; Valsheid van Drieven , van Munten; of die den Baljuw, Rechter of Dienaar floeg, om recht of om dienst wille. Eindelyk beloofde de Hertog, dat Hy, en zyne nakomelingen , nooit zullen doen afbreken of verbranden enige tegenwoordige of toekomende huizen , in het Ooft-Ambacht van den I. Deel. Ü Haag  498 VADERLANDSCHE Ao. Haag ftaande , maar hun vergenoegen met _ 1400. dat gene, dat hen wegens breuken zal toegewezen . worden : en bevestigde verder alle Handvesten en vryheden , welken dat Ambacht mogte bezitten (g). Keurt Dewyl Hertog Albrecht, in den voorleden goed ze- jare } aan Phnips van fïfqffenaar, Burggraaf dragVVan van ^eiden > net Gerecht en Schoutampt der die van Stad , het welk Hy , by zyne verzoening Leiden met hem , aan zich hield , wedergegeven met den had (i); zo keurde Hy, op den 19 van Wyngraaf maand , goed het Verdrag , het welke de aldaar. Burggraaf met die van Leiden gemaakt had omtrent de belening van dat Gerecht , ter fomme van vyf en twintig Frankrykfcbe fchilden, door zynen Vader gedaan ; te weten, dat zy Hem die fomme in vyf jaren zouden betalen , om het Gerecht en Schoutambacht te vryen , onder voorwaarde, dat hy daar op geen geld zoude laten leenen of leenen Erkent Op den 23 van diezelfde maand, erkende die van Her_ (g) Mieris Cbarterb. III. D. bi. 725. (6) Het zelfde Boek bl. 606. en zie ook hier voren bl. 438 en 439. O") Mieris Cbarterb. III. D. bl. 727. Het Verdrag van den Burggraaf met de Stad Leiden, waarby de Burggraaf beloofde, noch op het Schoutambacht, noch op het Gerecht, enig geld te leenen; maar in tegendeel daarin Lieden te zetten, met dewelken de Stad zoude bewaard zyn , en het Volk in vrede mogt blyven; en dewelken ook vier jaren Poorters der Stad en geftadiglyk binnen dezelve woonachtig waren geweeft, was bereids aangegaan op den 25. van Slagtmaand in den Jare 1387. en is ook te vinden in het zelfde Boek W. 475.  C H R O N Y K. IV. Hoofifi: 499 Hertog Albrecht, dat die van Heusden niet fchuldig waren Hem te dienen in heyertocht _i4££i buiten den lande van Heusden, ten ware dat Heusden men hen leverde (loon en koft) als Hy an- vry vaa dere luiden gewoon was te geven (*) ; en geus bevestigde voorts hunne rechten en nerko- tochu mens ten eeuwigen dage (/)• . • Op den 8 van Slachtmaand, Ronden Hen- Het drik, Heer van Vianen , en zyne huisvrouw Hoge^ Heilmch , af van het Hoge Gerecht van de van A. Stad en het Land van Ameide en der Lek, meidt daarby ftromende , ten behoeve van den wordt Bisfchop van Utrecht; en beloofden, dat die»»*» Stad , en de Sterkten daar in, altyd voor van ^ hem open zouden ftaan, terwyl zy het Lage, mcu afof dagelyks, Gerecht, en de gevolgen van geftaan. dien, aan zich zei ven behielden (»). Op den 17 dierzelfde maand, gat Hertog Hertog Albrecbt den onderzaten van zynen Hot te regelt Delft dat zy Hem, wegens de zwaarheid van den den Hofdienst , alleen met vier nemtalen dienst zouden dienen 5 en beloofde, dat Hy hen niet van zoude ter heyrvaard gebieden, dan daar de te Delfu Stad Delft zoude voorgaan met haren bannier, in welk geval zy Hem zouden dieneri met tweevoudige heyrvaard (ri). Wanneer wegens den merklyken aanwas Het St4 der Inwoneren binnen de Stad Leiden deze Pieten Stad rn Dit zelfde had de Hertog reeds erkend op den 8. van Wintermaand van het voorgaande Jaar 139S>< als hier voren te zien is op bl. 473- (n Mieris Cbarterb. III. D. bl. »7. 0») Het zelfde Boek, op die zelfde bladzyde, (n) Het zelfde Boek, bl. 7*8. li a  5oo VADERLANDS CHE Ao. Stad naa den jare 1389 wederom (0) zeer veel 1400. was vergroot geworden , werd het ook ten Kerkhof uiterften nodig gevonden, zorg te dragen, te Leiden dat de plaats, gefchikt tot begraving der Lyword ari-ken binnen deze Stad, groter mogt worden vel- gemaakt, waarom men aldaar, ten dezen tyde, groot. ook meC zeer veel iever arbeidde aan de vergroting van het St. Pieters Kerkhof, het welk thans veel te klein viel;waartoe dan ook Hertog Albrecht, by zyne opene Brieven van den 11 van Zomermaand in dit zelfde jaar (p), den Kerkmeefteren van die Kerk , op hun verzoek , en door voorfpraak van Die van den Gerechte dezer Stad, reeds had vergund, om enige huizen af te breken , eneen gedeelte van de (0) Zie hier. voren bladz. 237. en Orlers Befchryv. der Stad Leyden, D. I. Hoofdll. II bl. 45. en 46. als ook F. van Mieris en D.van Alpiien in de Bejchryv. der Stad Leyden, D. I. Hoofdfl. II. blad, 12. en D. II. Hoofdfl. xxxviij. bladz. 632. O) Mieris in het zelfde Boek, Hoofdfl. IV. bladz. 28. Deze was de tweede vergroting van dit Kerkhof, welks vorige vergroting bereids in den jare 1339. was gefchied uit krachte der bewilliging van Graaf Willem den IV. gegeven in Lentemaand van den jare 1338. en in het gezegde jaar 1339. door den Suffragaan van den Bifl'chop van Utrecht ingewyd; gelyk te zien is uit den BriefvanGraaf/^//«mrfenIV'. en het Declaratoir van den gemelden Suffragaan , by den Heer Mieris op de aangehaalde plaats te vinden : en zal deze eerde vergroting van hetSt. Pieters Kerkhoftoen ook noodzaak lyk zyn geoordeeld , naardien, ontrent dien tyd waarfchynlyk, het Marendorp met de Oude Stad verëenigd, en daardoor het getal derStedelingen aanzienlyk vermeerderd is geworden. Zie Ori.ers in bet zo even aangehaalde Hoofdfl. bladz 43. en Mieris mede in 't aangehaalde Hoofdfl. II. bladz. 11. terwyl de redenen van den aanwas der In  CHRONYK.//7. Hoofdfl. 501 de Graft, ten zuiden van 's Gravenftein (g) Ao. gelegen , in te nemen; als mede het gehele 1400. Begynhof van Pietcr Simonsz. te.Hopen, mits ' aan dezelve Begynen ene andere woonplaats werde bezorgd , het welk toen ook is gefchied (f). Her- ïnwoneren in deze Stad, voornaamlyk.te vinden zyn in den bloei der Leidfche Draperie , welke, in het midden der Veertiende Eeuw uit Vlaanderen door vele Yperlmsen herwaards overgebragt zynde, van tyd tot tyd meerder en meerder begon toetenemen ; zo dat dezelve omtrent dezen tyd reeds in andere Landen in zodanige achting was, dat men, in plaats van een Fluweelen kleed , een Leidjch Laken gebruikte; gelyk men vindt aangetekend door den meergemelden Heer Burgemeefter Orlers in zyne aangehaalde Befchryv. der Stad Leyden, D I. Hoofdfl. XI. bl. 241-244. alwaar Hy ook, zo wel de redenen van dezen wasdom, als van de vermindering dezer Neringe, zo nut en heilzaam voor deze Stad en voordeehg voor hare Ingezetenen , in 't brede verhaalt, van bladz. i4e 25-5. welke vermindering, federt dien tyd, inden welken de Heer Orlers dit fchreef, nog merklyk is toegenomen ; gelyk door den gemelden lieer van Mieris in zyne Befchryv. der Stad Leyden, IJ. 11. Hootdir. XXVII. bladz. 463. wordt opgemerkt ; en is het te vreezen , dat , indien zulks in 't kort niet veranderd • of enige middelen tot herflel , immers enige verbetering, worden in 't werk gefteld, deze fchone Draperie aldaar in weinige jaren geheel en al helaas! zal te niet lopen; en den ondergang dier Stad na zich fleepen. Cq) Dus werd van ouds genaamd het Gevangenhuis binnen de Stad Leiden , waarfchynlyk , om dat het zelve , even gelyk andere diergeïyke Huizen , v/as gebouwd van Steen, terwyl voortydsde meefte andere Huizen , hier te Lande, plegen van Hout gemaakt te worden; en kan men over de oudheid van dit Gebouw, en wat daar toe verder behoort, nazien Mieris in de aangetogene Befchryv. der Stad Leyden, D.II.Hootdft. xix. bladz. 381 386. ' , . . , (r) Dit Begynhof werd oudstyds bewoond door * ' li 3 Be'  50a VA DER. LANDS CHE Ao. Hertog Albrecht, in den jare 1367, zynen 1400. Munteren te Dordrecht grote privilegiën geDie van geven hebbende, en onder anderen, dat zy, ^oef/d^behalven van vrouwenkracht, doodflag, moord Munters °f dievery , niet onder den gewonen Rechzweeren.ter zouden ftaan, maar onder den Provoost, dat zy en Gezworens der Munt , en door dezelven Munt Seftraft worden (j); zo was dit oorzaak gemeestér worden, dat de Muntmeefter, Provoost en zyn huis'Gezworens der Munt , naardien zy geen gezin, en magts genoeg hadden , om de ongehoorzaanderên6 111611 en kwaaddoenders te ftraffen , zich tot de 'zelven niet veilig voor hen vonden ; geMunt be-lyk het gemeenlyk gaat, wanneer de Rechhorende, ters niet met de behoorlyke dwingende magt niet u's-voorzien zyn ; in zo verre, dat de Schepeden. nen van Dordrecht , op den 19 van Slachtmaand, zich genoodzaakt zagen, de Munters by eede te doen beloven , dat zy den Muntmeester Willem Tonfus, noch zyn huisgezin , magen, en nakomelingen , om enig gefchil, de Munt aangaande, het welke zy gehad hadden,of krygen mogten, geen leed zouden toebrengen, maar hem in het Munten alle gehoorzaamheid bewyzen (?), op ver- beur- Begynen, die haar werk maakten , van de zieken op te paflen; de dooden te bewaken; en voor dezelven in de huizen en op de Graflieden te bidden. Men zie van dit Begynhof den meergemelden Orlers Befchryv. van Ley■ den, D. I. Hoofdlt. VI. bladz. 117. en 118. en Mif.uis Befchryv. der Stad Leyden , D. I. Hoofdlt. XI. biadz. 158. (s) Mieris Cbarterb. UI. D. bi. 207. P. H. van de Wall Handveften &c. der Stad Dordrecht, bl.zSo. £,ie ook hier voren bl. 209. (t) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 723.  Ao. 1400. r H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 5°3 beurte van het lyf: Terwyl door dezen eed die verftandbe Schepenen ene bepaling fielden aan het al te wyd uitgeLtreKie vwucuk., «w. Hertog aan die Munters gegeven ; en dus toonden , raoeds genoeg te hebben, om de Stad in orde en rust te houden. Het gevolg van dezen Hertog verregaanden twist tusfehen den Muntmees-^"» ter en de Munters was, dat Hertog Mrecbt0^ hun die gegevene Voorrechten weder ont-denMun. nam • Doch, dewyl zy zich daar na met den teren de Muntmeester verzoenden , zo heeft Hy hunvoordezelven naderhand , en wel op den 17 van™*"5 f Bloeimaand van het volgende jaar 1401, we-geeft dergeo-even; echter onder die voorwaarde, dat nUn dedeze Willekeur der Schepenen van Dordrecht zeiven zoude ftand houden (0); welke voorwaardeweatrde Munters afhangelyker van de Overheid te Dordrecht deed worden , dan zy te voren waren. . , - „ _. Onder de ftraffen over misdaden van alle Die van foorten was , voor en in deze tyden , zeer|^£* gemeen het opleggen van bedevaarten na netdatmen Heilige Graf, en andere Heilige plaatfen,voortaan zeer gemeen f», het welk oorzaak was van niemand, het verderf der huisgezinnen , en ontvolking JJ^f8 der Steden: Hier tegen verzag ook die ver-den>mec ftandige Overheid van Dordrecht, door het ban of maken van ene Keure , op den 7 van Win-bedetermaand, waarby alle ban tot bedevaart, om™"»1 enige misdaad, vernietigd werd, uitgenomen om moord, moordbrand, dievery, zeeroof, vrouwen* (v) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 739- P- H. van de Wall Handveflen &c. der Stad Dordrecht bl. 377(V) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 92. 133. en 410. v ' li 4  504- VADERLANDSCHE Ao. wenkracht, of het -wegvoeren van Vrouwen of I4QQ. Jongvrouiven tegen haren W, openhaar Poytierfchap (ar), kwaaie Terningcn (y), roof, met al dat ter tafel toe behoort (z): maar,dat men de misdaden zal ftraffen naar het goeddunken der goeder luiden van den Gerechte, zonder enigen ban of bedevaart iemand op te leegenf». 6 I4Qf. De Steden Dordrecht, Geertruidenberg, en Hertog de inwoners van den Groten Waard , onAibncbt dervonden hebbende, dat de jaarlykfche ver3at deaft' anderinë van den Heemraad (b) tot groot na- (x) Dat ïs ï Hoerewaardfcbap. P. H. van de Wall Handvejl. £pc. der Stad Dordrecht bl. 368. Puttier toch betekent: Ganeo, Scortator. vuigo Puttierus; Puttanierus. Als te zien is by Kii.iaan in Etymol. Teuton. Lint;. in voce Puttier, en zulks wordt ook ter gezegde plaatfe breder betoogd door den welgemelden zeer geleerden Heer van de Wall, terwyl men over den oorfprong van dit woord kan raadplegen- G. C. Gebauer Differt. Antholog. Diff.1V. pag 231. welke Verhandeling, in onze taal door den Heer j. Fortman overgebragt . gevonden worJt in de Nieuwe Bydra. gen tot Opbouw der Vaderlandfche Letterkunde ; D. I. öl- 353—390- en breder den zelfden Hèer' Fortman in zyne Taalkundige Aanmerkingen , gemaakt op, en gevoegd achter, zyne Dichtlievènde Mengelingen, bl. 30. 00 Terning, voor Terlingh; Teerlinck, dat is: Dob. bel/leen , welk woord thans meert in gebruik is. Men kan hier over nazien den welgemelden Heer P. H. van be Wall in het zo even aangetogen werk bl. 369. (z) Naamlyk; zodanige misdaden , die ter berechting van de Grnaflykheids Schout Maan ; zie den Heer ?. H. van de Wall Handveflen &c. der Stad Dordrecht bl. 110 en 111. en 370. 00 Mieris Cbarterb. III, D. bl. 730. Cb) P. H. van de Wall Handvejl. qw. der Stad JJoïdrecbt bl. 309,  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 505 „cWl van den Groten Waard ftrekte, ver- Ao. foc nen aan Hertog Albrecht, dat de HeemïïSengedurende hun leven, mogten die-Heemrahef welke Hy, op den 8 van Louw-den van nen, net weiKe rjy, ^ rTf,,,pnrlpden Gro' maand, gereedlyk toeftond (0, gevendewn Saar bv aan de zeven Heemraden , en aan^j, j c 11 nldrecht en Geertruidenberg, als zo lange de Steden ^^mftt tn.^ den Groren zy leven, ook aan de Ambachts-Heeren Vd" ,4nrzuUeI1 BW de magt, om, indten zy dachten, dat fmand van de^eemraden '» Lands nut met Zoderde, en zy iemand beter daar toe kenden te mogen "te tarnen komen en zulk een Heemraad afzetten en een ander in zyn «iLs kiezen (d). Eene vastftelhng, welke AanmergSven(4r goed is dewyl de lang-?-j durige beftiering van zulke zaken de men- ^ M fchen eindelyk daar toe bekwaam maakt, enu dus kis en vver geeft, om 's Lands oirbaar fe bevorde-n ; "terwyl ook het daarby gevoegde recht, om zich van onbekwame ledentontflaan, de zeiven in ftaat Relt om indien'er by toeval, by overmagt, of by kutery , èe/onbekwaam menfch tot de heffing moge verkozen zyn , zulks ten meeftèn nutte van den Lande te verbeteren: daar eene jaarlykfche Verandering altyd meuweUrgen, en dus onbekwamen aan het Ter Relt tot merkelyken nadeel van den laOpden 31 vandiezelfdemaand, ^f^^ tog Albrecht zynen Rentmeester van ^ beveelt (ï) H- van de Wall. Handvejl. &c. der Stad Dar- U 5  5oö VADERLANDSCHE Ao. en Dreisfchier, Clais van Reymerswale, van 1401. zynen't wege uit te geven om te bedyken een Uit- een TJitgors en een Slik, gelegen ten oosten gors in van groot Dreisfchier, ten noorden van Bom- b?Dreis merJ' ten- TCSten van den van Schonden, jübier uiten ten zulden van hei land van Noordgoude, te geven, genaamd Scitershille, onder deze voorwaarden: omtebe-I. Dat de Hertog , en zyne nakomelingen' onder'' daar zullen hebben Ambacht, tienden; en zekere Ambachts gevolg ,als in Dreisfchier. II. Dat voor- zy, die dat land bedyken zouden, het achtfte waarden, gemet voor den Hertog vry zullen dyken, voor zyne Vroonen ten eeuwigen dage. III* Dat zy het zevende gemet, boven des Herl togs Vroonen, zullen mogen ukmoeren tot 's lands oirbaar. IV. Dat zy vry zullen zyn van fchot en heirvaard , zeven jaar. V. Dat de onkosten zullen geflagen worden* met mets gelyk, even als in den lande van Dreisfchier. VI. Dat de misdadigers door den Rentmeester, of van zynen't wege, zullen gebragt worden op het karteel te Dreisfchier zo lange,tot dat zy de boete betaald zullen hebl ben. VII. En, eindelyk, dat zy ter bedyking zoden en dykwerk zullen mogen halen binnen dat voorfchreven land of daar buiten, en, indien 'er niet genoeg ware, op den Gors van Bommené , en overal in Zeeland daar zy zoden zouden vinden (e). Het is' aanmerkelyk, dat de Hertog, de palen van dkNie™ dk Nieuwe Ambacht naauwkeurig bepalenweAm- ÜQ> aan het zelve genen naam geeft, waar uit (O Mieris djarUrb, III. D. bl. 733.  CHRONYK. IV Hoofdfl- $°1 uk men waarfchynlyk zoude mogen beflui- Ao. Sn dat het zelve met Dreisfchier is veree- 140^ fj Seven om dat het naar de rechtenbachc is moest berecht worden naamOo den 6 van Sprokkelmaand , gat Meer * fetgen™» welen tot op den dyk, te ma.» ken nadat zulks voor elk nodig was, en _ itV'zv zes Schepenen zouden kiezen , omd„ sll ÏJn zomerdyk te fchouwen; als drie binnen», SX, dewelke de me bevoegd zal verklaren uit de genen, me dg bet meS «eland zouden zyn 5 en dan driebeshet, ScheTenenvan 0«t ^cheneïeli aan den Schout van Ak^lm SvCgoede rekening van de boeten aam jaarpasi b n boeten de éene KS\?n beho;ve van den Hertog en de he1 Lift ten behoeve van Heer Coen van andere helft ten beha v ^^e^den echter alleen over (ƒ) Zie hier voren hl. 448.  5o8 VADERL ANDS CHE Ao. de ingedykte buitenlanden het bewind hebben, en,indien de meesten van de Lgelat den d.e het meeste land bezaten, mogten goedvinden de Schouw, en Keuren, te ver. mengen zo zouden zy vry en ongehouden van dezelven zyn (,); welk laatste kort na dien tyd ook gebeurd is (T). Roeomfchn °prduenrr12 dier ze,fde maand • deed de Koning ^oomich Koning Rupertus aan Hertog AU Aupenus breebt zien , dat Hy hem, niet tegenftaande ZtlTA gTl Verm°gen,! als Z?nen denman en tog "/"ond«daan wegens het Graaffchap Holland brecht, de aanmerkte, dewyl Hy aan hem, even als aan Sur hXT^ Vorften > ./^n, en Steden des geen ay y PaSte' °m de^oederen, en byzonvanAken t% de Lakens' van de Ergeren van Aken in in beflag be'lag te nemen , en allen koophandel met te ne- hen ai te fnyden; vermits zy weigerden Hem oen. te erkennen, en binnen hunne gtf te laten kroonen; met tegenftaande zy door zyne Gezanten daartoe dikwils verzocht en vermaand waren O)- 3S °f de" ?7 dier zelfde maand, verklaarde verzoent hertog Albrecbt met die van Oudewater, die zich met fynen Pander van Woerden, Wükm Snoy seOudewa- kwetst hadden, verzoend te zyn voor de fom- T^ZZar! f"?" hTderd fchliden ' in twee Siad ent lJden te betalen. INog gaf Hy aan hen, om ge voor- «at zy op ae grenzen des lands gelegen warechten. ren, vryheid van allen heirvaard en dienst in (g) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 734. b/pV' WACENAAR Befcbryv. van Amfterdam, IIJ. D. (O Mieris Cbarterb. III. D. bl 734.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 5°° in Oostfriesland ; uitgenomen dan, wanneer Ao. Hv re'f Wem Graaf van Oostervant, en i4or. ?1 verkozen Bisfchop van Luyk, aldaar ter helrvaard waren; en zulks, op dat zy de sïïdï beter zouden bewaren. Eindelyk ook ïaf Hv hun vryheid van tollen teSparendam v> te Heusden. Deze vryheid van heirvaard, JL rle Stad zo veel te beter te bewaren, je7enfdTghene,die ons ende onfer Heerlicheit tz ns hl ende liegen werden mogen, fchynt reeds aan te duiden, dat de Hertog van den kant van den Heer van Arkelr,^joedj. wachte, fchoon de oorlog met hem, wat ook fommfgen mogen zeggen eerst m het volaende jaar is uitgeborsten (*> 8 Op aees tyd beklaagden die van ^kze zich aan den Hertog over die van MtM-«fè* Lre dat zy enen door hen gebannen mandoor die Kien vrv gelaten', tegen het Stederechtvan Zievan Zferïii waarom Se Hertog belaste, n^tedat die beide Steden enigen aan Hem zouden van Mid' zenden, doch niet boven het getal van vyf Aübmg TtwinUg man; met bevel, dat zy ondertus-inge fchen malkanderen niet moesten beledigen bragt. rn Inmiddels oordeele ik hier, uit deze door den Hertog gemaakte bepaling, dat het getal der genen, die door de Steden Zierikzee en Middelburg aan Hem moesten worden ge7onden , niet mogte belopen boven de vyf Aanmer» en Lntk Mannen, te konnen belluiten, datking ^ (k~\ Mieris Cbarterb. III. D. bl. W>' . CO Aflchrifc van den Öorfprmgtylm Brief, te vinden onder de Archiven van Zfcrifcsw; berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  Sro VADER LANDSCHE Ao. Hy be vreest was, of die Steden, doof het _i40i. zenden van een groter getal, enig meerder wyze van aanzien en ontzag zouden menen te verwekdaton- ken, zo als het te meermalen was gebeurdderzoek. en wy dus Heer Otto van Arkel by den Hertog hebben zien komen met ene gehele ge wapende bende zyner Leenmannen en Ede" Jen, om vergiffenis van een manflag te ver zoeken (tri). ö JbSt . ?p den *4 van Grasmaand, verzoende verzoent zich Hertog Albrecht met die van Dordrecht zich met en vergaf hun alle de misdaden jegens Hem drilt en ,beg?an' ™Sezond^d den moord aan Gysgeefthen™'™" liaWe e" Wiggen Barentszoon geeen uit- Pjeegd; doch, dezen aangaande echter met fluitend die verklaring, dat Hy zich daaromtrent zourecht' de te/rede houden met de verzoening der van den ™enden ter wederzyden , behoudens nog. W-yn. thans zyne Heerlykheid en recht: Ook fchold bandek Hy hen de fchuld van den Sleyfchat kwyt j Voorts gaf Hy hun het voorrecht , dat niemand in den lande wynen mogt halen of kopen , dan ter hoogste markt, ofte Dordrecht; Nog beloofde Hy hun, om,by het verhuren van zyne tollen te Dordrecht , een affchnfc van die Boeken aan de Stad te zullen geven Dezen Voorrechtsbrief deed Hy ook bevestigen door zynen Zoon , Graaf Willem van Oostervant (n). En dat Ten zelfden dage , gaf Hy ook aan die er in ge- van («0 Zie hier voren bl. 200. 00 Mieris Cbarterb. UI. D. bl. 73Ö. P. H, van de Wall Handvesten o'c. van de Stad Do.idkecht bl 375- ' *  C H R O N Y K. IV. Hoöfdll. 511 van Dordrecht het voorrecht, dat 'er te Wer- Ao. kendam, en verders in twee raylen in het ron- i4.or. de van de Stad, geen Overflag of Stapel vanne twee Bier zal mogen zyn; maar dat zy, dewelkenmylen in binnen die palen gezeten zyn , het zelve uitj« ron { de Stad Dordrecht zullen moeten halen (0). van B\CJ. Op den 15 van Bloeimaand , gaf Hertog mag zyn. Albrecht aan die van Hoorn, ten eeuwigen da-Hy geeft ge, vryheid van tol te Sparendam, Hemden,*™ die en door geheel Oostfriesland ; en verbond Hmn zich, om geen burger van Hoorn te gyzelen, uit- yryheid gezo'nderd de zodanigen, die in zynen dienst van tolftonden, of geftaan hadden, en, gedurendelen, en dien tyd, in boete vervallen waren. Voorzeling* deze Voorrechten ontfing Hy van die Stad zeshonderd nieuwe Dordrechtfe gulden (p). Op den volgenden dag, fcheide Hy de bu-scheidt ren van Groede , van die van Petten, zo dat de buren zy alleen voor den Schout en Schepenen van™1^03' Groede zouden te recht ftaan; welke Schepe-die van nen drie in getal , en te gelyk ook Heemra-petten; den , zouden zyn; en met welken de Schouten geeft recht zoude fpreken , op den Dingftal, byj"»*™de Capel te maken : en zulks wel voor den^echten. middag by fchynende zon: met vastftelling, dat niemand , die den rechtdag verzuimen zoude, jegens den Klager of Rechter in boete zal vervallen : Ook dat de Schout het recht uit zal zitten op dien dag, eer hy van den Dingftal gaat : Voorts, dat de Schepenen fchutters zullen nemen, om de vruchten en noodCo") P. H. van de Wall Handvesten &c. van de Stad Dordrecht, bl. 374- (£) Mieris Cbarterb. III. D. bl.737.  512 VADERLANDSCHE Ao. noodwendigheden te befchutten tegen hetvee; I4QI- en dat zy mogen keuren, buitenden Schout,' ter waarde van zes penningen, en daar onder : Nog, dat de Schout niemand zal ontbieden, om heirvaard te kiezen, of om waarfchap, of enige andere zaak, verder dan op den Dingftal, met de drie Schepenen; of, indien dezen niet te huis waren, met drie Buren : Dat mede, noch de Schout, noch de Paap , zullen mogen tappen , of voor zich laten tappen, of enig deel nemen met Tappers, op verbeurte, van voortaan over niemand te rechten , en door Schepenen uit den rechtbank gezet te worden : En, eindelyk, dat de buren van Groede al zulke rechten en vryheden zullen hebben, als die van Kennemerland hebben, of van den Hertog verkryOm by- gen zullen. En werden aan hun alle deze zondere Voorrechten gefchonken , om dat die van redenen. Groede al zulk morgengeld gegeven hadden, als die van Kennemerland ; onder voorwaarde , dat deze rechten te niet zouden zyn, wanneer zy op hun zeiven, of met het gemeene land van Kennemerland, dat morgengeld niet zouden betalen (g). Gelyk Om die zelfde reden gaf Hy aan die van ook aan Schoorl, op die zelfde voorwaarde, die zelfstoorT de vrvneden en rechten, alleen met deze verCJ00r' fcheidenheid, dat in den banne van Scboorl zeven Schepenen zouden zyn (r). Die van Kort voor dezen tyd hadden de Oostfrie* Oostergo, zen van Oost ergo en Wener go met den Koen Wes- mng (?) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 737. (O Het zelfde Boek , bl. 738.  C H R O N Y K. tV\ Hoofd, 513 ïiSng van Engeland een verbond van Vrede Aöi gefloten, voor den tyd van eene eeuw, te 140i'* water en te lande; onder belofte, dat zy al-^ le geroofde goederen en gevangene onderda- maken nen van dien Koning, binnen den bepaalden vrede tyd, zouden te rug geven; dewyl zy , op^.^ den 19 van Bloeimaand , Hem by brieven van En. verzoeken, om hun een open gezegelden brief geland: van dien vrede te willen zenden, en den zei-En verven te doen afkondigen in alle zyne Zeeha• vens; verklarende tevens, die opene beze-brievén gelde brieven, niet uit wantrouwen ten zy- Van dat nen opzigte, te vragen, maar alleen om de Vereenvoudigheid van hunne ingezetenen, en ^ afk'on. de gewoonte van hun vaderland : Voorts d,ging verzoeken zy den Koning, dat Hy zynen Be- Van het velhebber te Calais wilde bevelen , om niet zelve i toe te laten, dat de Zeerovers, die het met ^ J°tt» den Graaf van Holland , en de zynen, hiel- bevel. den, zouden uit die haven lopen, dewyl de hebber te Graaf die vyanden van God en van alle goede Calais kooplieden, genaamd Likedelers, openlyk inj^0' zynen dienst hield. Aan dit verzoek voldeea };oof. de Koning van Engeland , gereedelyk, om fchepen dat Hy de ondervinding had, dat de Oost- uit die friezen zyne onderdanen in hunne fcheepvaard en koophandel zeer konden benadee- ^Op^den 9 vanWiedemaand,verklaardeMarg«- Margart* rita van Kleef, gemalinne van Hertog Albrecht, tavm dat die vzxiThesfel vry zullen zyn van gelden geet{ m te Tbesfel ■ (s) Mieris Cbarterb. IIÏ. D. bl. 740. SchwartzeNberg Cbarterb. van Friesland. L D. bl. 320. Kk  SH VADERLANDSCHE Ao. te geven aan enen nieuwen Bailjuw, Heemraa1401. den, Boden, en Raadsluiden, waar door zy enige zeer bezwaard waren geweest; en beval, dat voor- de Proviforen niemand binnen of buiten den rechten,- ]ande van Thesfel dan tot hare zeenten, welken tweemaal in de zeven jaren moesten gehouden worden,zouden mogen dagen,zonder dat zy verder mogten belast worden : en voorts, dat die van Thesfel hun koorn vry uit 2 hesje mogten voeren en doen voeren , werdie de waards zy wilden (t): welk Voorrecht door Hertog Hertog Albrecht, op den 8 van Oogstmaand ^(?s" dezes jaars, bevestigd werd (vj. En aan Op den 10 van Wiedemaand, gaf Hertog Valken- Albrecht aan die van Valkenburg en Katwyk bwg en vryheid van alle zyne tollen , ten eeuwigen SS. da§e (*)• heid Het was er zo verre van daan, dat Hergeeft, tog Albrecht door dit Verbond der Oostfriezen Hertog met den Koning van Engeland zoude afgebefchr^ft fcnrikt zvn geworden , (als enige willen) om een drie- verder op de overheering van Oostfriesland dubbele toe te leggen, dat Hy, op den 23 van Wieheir- demaand , aan de Bailjuwen van Rhynland^ vaard Delfland, Kennemerland en Medenblik aanfchryversen" ving deed, om, zonder uitftel, de gravers, gewa. die te Stavoren niet hadden willen graven, en penden, weder na huis getogen waren, op te ontbieOostf* s den' °P kun lyf en goed; en ook den huishnd over luiden een dubbelde, en driedubbelde, heirte Heken vaard te bevelen, om met behoorlyk gereed- fchap, ({) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 741. (v) Hetzelfde Roek, bl. 743. lx) Het zelfde boek, bl. 742.  CHRONYK. IF.Hoofdft. |t| fchap, wapenen en leeftocht, op den 7 van ao. Hooimaand, te Enkhuizen te zyn, ten einde 1401. na Stavoren over te fteken , om het zelve en Stava. te omgraven, en het Slot aldaar te timme-,« en s*. ren(y); als ook, om het Hooft» vau St ^ Odulf te vestigen waar toe Hy de Baanno t£ zen, en de Ridders, en Steden van Hol-gen. land en, op den 29 der zelfde maand, die van Zeeland, met een bepaald getal van gewapenden tot een driedubbele heirvaardont- b°Uitdtbevel blykt duidelyk, dat de Her-a-e, tog, op dien tyd,nog geen het minite kwaad den tyd vermoeden had op Heer Jan van Arkel, de- „nden wyl Hy zich dan wel gewacht zoude hebben,^, van zyn land, door hetbefchryven van eene{*»°<« driedubbele heirvaard na Ooftfrtesland, van manfchap te ontbloten, en dus den Heer van Arkel als tot enen inval te nodigen. Op den 2Ó dier zelfde maand, gat Her-^m6? tog Albrecht aan de Stad Amfterdam hetvoor- geeftaara recht , dat hare burgers niet mogen bezet de burg* of bekommerd worden om enige misdaden, ren van in zyne landen benoorden de Maas , dan alleen binnen de Stad, alwaar dezelven door voor. Schepenen moeten berecht en gevonmft wor- recht, dae den; uitgezonderd, indien zy vechtender hand, *y om of met de geftolen goederen, mogten gevonden worden: dat echter des Hertogs dienib noorderl lriden ooorters te Amfterdam zynde, als de Maar, 1U ' r Bail-nietmo» (j) ScnwARTZENBERG Clmterb. van Vrieil. I, D. bl. 3l(s) Het zelfde Boek, bl. 322. 3=3. 3M« Kk a  516 VADERL ANDS CHE Ao. Bailjuwen , Rentmeefters, Tollenaars , en 1401- Schouten, deze vryheid niet zouden genieten, genbe dan van die punten, die zy in zynen dienffc zetwor- misdeden. Gelyk ook, dat het dien van den den; Raade te Amfterdam vry zal ftaan , om ten den Raad behoeve der Stad, zo als zy het oorbaar vindier Stad den, excynfen te zetten; als, op elk vat bier het tot zes Hollandfche groten, zonder meer;en ïeChnf n voorts °P alle goederen, zo als zy redelyk fehef-en zulIen vinden: Nog, dat de Schout van^?«fen. fterdam van alle misdaden, ten opzigte der Excynfen gepleegd, met de Schepenen recht zal doen ten allen tyde, als hy daar toe van den Raad vermaand wordt (a). Geeftaan Op den 14 van Oogftmaand, gaf Hertog *■ c^f' Albrecbt aan St. Catbarina Gasthuis te Leyden huMe h.et voorrecht, dat Hy de keuren, ten op Leyden zigte van het zelve door het Gerecht geenige maakt of nog te maken, bevestigde, te wevoor- ten: dat in het zelve zouden ingenomen en rechten. met proven begunftigd worden twee mans en twee vrouwen, die met al hun goed , tegenwoordig , of toekomend, zouden inkomen, en al het zelve by affterven, aan dat Gasthuis moeten laten, ten ware zy zo ryk waren, dat zy by voorwaarde enig goed aan zich behielden, waar mede zy naar welgevallen konden handelen : ten anderen; dat alle de goederen van Bastaarden, of van Vreemden, die in dit Gasthuis komen,aan het zelve zullen blyven, indien zy daar in fterven: en eindelyk, dat dit Gasthuis, en ook alle Gods¬ la) Mikris Cbarterb. III. D. bl. 7421  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 517' Godshuizen binnen Leyden,de goederen van Ao; Bastaarden, of van Vreemden, by befprek ot 1401. testament aan de zeiven gemaakt, zullen er ven, zonder iemands wederzeggen (b). Op den 25 dier zelfde maand, bevestigdeBeveiligt Hy aan Schoonhoven, dat door den dood van^oorGraaf Guy van Blois weder aan Hem geko-van men was alle de voorrechten, welken het Scboonbogehad had ten tyde van Jan van Henegouwen len, zynen Oom, en van Graaf Guy «mg*«l Blois, zynen Neef: als, I. Dat de burgers yan^eaan Schoonhoven hunne vrye landen aan vrye lui-die Stad. den mogen verkopen, en ook van dezelven kopen, zonder die vrye goederen met enige willekeur te belasten, of fchotbaar te maken : maar, dat, wanneer zy enig verwillekeurd of fchotbaar land koften, het zelve ten eeuwigen dage fchotbaar zoude blyven II. Dat dewyl de tol, voorheen te Ammers, nu binnen Schoonhoven verlegd was, door de burgers generhande tol zoude worden betaald van enig goed, 't geen te markt gebragt, en binnen Schoonhoven gefleten en verteerd werd; doch, dat zy van goederen,die zy koften en niet verteerden , maar op- of nederwaards voerden, den rechten tol zouden betalen. HL Dat de Tollenaar generhande tollen of ongelden zal vorderen van zulke goederen of penwaarden, als m Mieris üaarterb. Ilt D. bl. 743- en Befchryv. der Stad Leyden; D. I. Hoofdlt. XII. bl. 168. alwaar die Heer aantekent, dat deze Handvest by lommi. een gevonden wordt cp den vierden, en by anderen op Óen veertienden, dag van Oogstmaand gegeven te "T Kk 3  518 VADERLANDSCHE Ao. als de ommegezaten, gezeten omtrent dé 1401- Stad, aldaar te weekmarkt brengen, of weder van daar voeren zullen. En laastlyk ten IV. Dat de burgers van Schoonhoven ten eeuwigen dage vry zullen zyn van den tol te Heusden ; op dien zelfden voet, als Dordrecht , en andere zyne vrye Steden zyn (c). Ontflaat Op den 25 van Oogstmaand, gaf Hertog Water- Albrecht aan de ingezetenen van Waterland, land, van die de Purmer-Ye overdykt hadden, waardoor het hou- Waterland van het grote gevaar van OverdenoiT ftroming bevrydwas, vryheid van allen dyk den dyk. te bouden, boven dien, welken zy over de Purmer-Ye geflagen hadden, waar door zy den ouden dyk hadden afgekoft; en vergunde hen op den nieuwen dyk te maken, en te houden , zodanigen hoefflag, als zy van hunne deymten , buitensdyks , ontvangen hadden; behoudens, dat zy, van hunne landen , hunnen dyk zullen houden, naar dyks recht, daar dat land gelegen is: als mede, dat zy hunnen ouden dyk zullen houden en gebruiken, gelyk hunne andere goederen, en dat de ene over de andere zal varen met zyne notie: en wyders, datzy in den ouden dyk Sluifen enSpuijenzullen mogen leggen, ten meesten oorbaar, enten overftaan van hunne Gezworens van den lande (d). Geeft aan Op den 26 van Herfstmaand, nam Hertog renvan A,bmht in zvne befcherming, de vrouwen, Peniten- maagden, en weduwen, genaamd de Zusters tieteDelftVan Penitentie, en haar huis te Delft, ftaande ^ aan (c) Mieris Cbarterb. UI. D. bl. 744. (dj Het zelfde Boek, bl. 745.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. aan Oudelf, naast de woning van Jan van Ao. miftem in de noordzyde, met alle hare tegenwoordige en toekomende goederen; en enige gaf aan dezelven de vryheid , dat elk van haar voor Set hare goederen naar haar genoegen zaïrecbwn. Sogen handelen: maar,-dat de roerende goederen, in den huize ingebragt, daar m lullen blyven, ten behoeve van die genen, welken óL in wonen zullen; op welke ene wyze iemand ook uit het huis fcheide levende of dood: en dat de goederen, door iemand der Zusteren aan het huis gegeven, by het zelve zullen blyven; behoudens den Hertog zyn recht over de goederen der Basterden5, en over alles waar van "? den brief gene melding gemaakt wordt. En, op dat deze Zusters ftigtlyk zouden leven» beval Hy, dat zy de zodanigen, die daar aan niet voldeden, naar inhoud van den brief door de Stad Delft aan haar gegeven, uit het huis zouden mogen zetten. Voorts gaf Hy aan de zeiven het voorrecht,dat zy, ten enigen tyde door gunst van goede luiden een outaar verkrygende, een eeuwige Cappelne zouden Logen ftichten, waar van zy en hare nakomelingen, by toeftemming van de grootfte helft der Zusteren, de begeving zullen heb- beOpden t van Wynmaand,werd een Vre- Vrede^ desverdrag gefloten tusfehen Hertog Albrecbt Hertog en de Friezen van Oostergo en Westergo, en ^ hunne wederzydfche helperen; behelzende^ deze Voorwaarden: Dat2'"* (e) Mieeis Cbarterb. III. U« bl. 745v J li k 4  5*o VA DE RLANDSCHE Ao. h Dat de Stad Stavoren aan den Hertog 140r. zal blyven en Hem gehoorzamen; en dat Hy dezelve, naar zyn genoegen, zal mogen verwaarden "erken: Doch, dat men, noch van de zyde deszei- van den Hertog (wiens oogmerk (ƒ) zulks ven. geweest was,. gelyk ook der Friezen) noch van de zyde der Friezen, den werf en het kloofter van St. Odulfus zal mogen betimmeren of bevesten ; en dat de burgers van Stavoren de Voorrechtsbrieven en Handvesten van den jare 139Ó, en die zy ,nog hadden, zouden gebruiken. II. Dat in dezen Vrede zullen begrepen zyn die van Ter Schelling, Ameland, Grint en de andere Friefche Eilanden, nevens die van Groningen en Ommelanden, en allen, die binnen de Friefche palen wonen, tusfehen de Wefer en de Lemmer. III. Dat niemand van des Hertogs onderzaten verder in Friesland zal mogen varen, dan tot Harich,Harlinge, en Holixen; en dat daar tegen de Friezen in des Hertogs landen alleen zullen mogen bezoeken Amjierdam , Hoorn en Enkhuizen; en dat van wederzyde, wie verder voer, zulks op zyn eigen gevaar zoude doen: Dat die van Stavoren en hare burgers geheel Friesland door zullen varen en keeren vry van tollen en ongelden; en dat dus ook de Friezen met hunne goederen te Stavoren zullen gaan en keeren met hunne koopmanfehappen, zonder tol of ongeld te geven. IV, (ƒ) Sch wart bekberg Cbarterb. vanVriesIand, I.D el. 322. en 323,  CHRONYK. IV. Hoofdfl. $%i IV Dat ook de onderzaten van Friesland zullen mogen door Muyden de Vecht opvaren, naar hun genoegen. rcii' X . rpr wederzvde. aan v. uat eecu ung^voi »— j - ,oed, wonding, of doodflag, dezen vrede loudè breken f maar, dat men de misdaad berechten zal, naar de rechten van netland, daar het gebeurd is. VI Dat elk, waar hy ook gezeten zy, zvn goed, waar het gelegen zy, vry en veihg zal mogen gebruiken, als zyne voorouders gedaan hebben. _ VII Dat allen , die uit Oostfriesland, en uit Stavoren zyn geweken; (als de Abt van Stavof « en alle de eigenaars van St. Odulfs klooster, die'mede uit dezelven geweken zyn) vry en veilig weder zullen komen op hun goed, buiten en binnen Stavoren, en het zelve vry gebruiken, gelyk in voorgaande tyden, zo als zy het nu vinden : En, indien 'er enig goed verkoft of weg gegeven ware, het zy huis, erve, of ander goed, daar zal elk van wederzyde weder op komen , zonder enigerhande kommer, die daar op gedaan mogte wezen: Maar, indien 'er huizen nedergeworpen, of weggebroken, of erven weggegraven zyn, zo zullen die aanvaard worden, fn dien ftaat, waar in zy nu zyn, zonder enigen verderen eisch daar op te maken. VIII. Indien, in de wederzydfche landen, enige onderzaten met hunne Schepen mogten firanden uit nood, zo zullen zy veilig zyn aan lyf en goed, en hun goed mogen hefchikken, gebruiken, en wegvoeren. ; IV Eindelyk: Dat deze Vrede zal ingaan Kk 5 °P Ao.  522 VADERL ANDSCHE Ao. op den 16 van Wynmaand eerstkomende; 1401. en duren zes jaren lang te water en te land, ■ in alle Steden en Dorpen, in alle Landen ter wederzyden (g). Aanmer- Het fchynt, dat de Oostfriezen dezen kingen vrede gefloten hebben, uit vrees, dat het zeTvre- voornemen van den Hertog , om hen te ^ overheren, Hem eindelyk mogt gelukken waar toe, zo wel de verregaande onëenigheden der Grietsluiden en andere Groten; als het verdriet, dat de landzaten hadden, van zich aan de ondragelyke flaverny dier kleine dwingelanden, en het gedurige gevaar van hen in hunne onderlinge oorlogen en ftroperyen op malkander, op ftraffe van ongehoorzaamheid , ten dienfte te moeten liaan, ligtlyk aanleiding konden geven. Gelyk het ook zeer waarfchynlyk is, dat de Hertog van zynen kant, zo wegens de onwilligheid zyner onderzaten, om Hem langer in dezen oorlog met de Oostfriezen ten dienste te ftaan (b); als wegens de ledigheid van zynen fchatkist, ligtlyk tot dezen vrede met de Oostfriezen belloten heeft: waar by nog komt, dat Graaf Willem van Oostervant, die nu op zynen Vader meer vermogen had dan te voren, Hem daar toe heeft aangezet, om zo veel te beter gelegenheid te hebben, van met de Adol■pben, Graven van Kleef, Vader en Zoon, met welken Hy, op den 7 van Herfstmaand van het jaar 1394, een Verbond tegen Otto en Jan (g) Schwartzenberg Cbarterb. van Friesland, I, D. W. 327(b) Het zelfde Doek, bl. 321.  C H R O N Y K. TV. Hoofdfl. 52S Van van Arkel, en de Kabeljauwfche party, AoV Hertog Albrecht en Graaf Wülemvan Ooft- vergoed£ Sntde vriendfchapen gunst van de Stad £*j de va» JrW.van groot nut konde zyt, enda" rec6thun. nm leenden Zy nu het oor aan de klachten fcha. Zdirvan f/^tover de fchade die zyd ^ v Li Hertoss uitleggersin den fnefeben den Frisvan des Hertogs iuiuege uPinnfden ovï^nooroorlog geleden hadden; en Zy belootden, opj den ii van Wynmaand, naar den üitfpraak door enige Zegsmannenin die zaak gegeven aan de Stad tl betalen zestien honderd Hollandde Schilden, waar mede zy hare burgeren/elk wegens zyne geledene fchade; zoude vergoeden : en deze fomme zoude de Stad vinden2 uit de renten, die zy Hem fchuldig was van hare tolrechten, vier jaar lang; beTndens datzy, gedurende dien tyd, zoudfSop hnynne6onde tolrechten, naar inhoud der brieven; doch, datzy, na dien Sd , die renten weder jaarlyks aan Hem en zyne nakomelingen zouden Reiken (è). En ^ Je deze belofte werd door den Hertog terftond Stad er. Saan dewyl de Burgemeefters, Schepe-kend len en Raad'der Stad W Hem, voorwotd, ^t^TcbarSw D. bl.746.  524 VADERLAND SC HE T?^r diYjerj'ariée ^rechten, alle fchade en na* -I40r:.deel h?™er burgeren, op den 14 dier zelfde maand, hebben kwvt gefcholden Cl) 2S A' °P dCp 2°,der Zelfde maand' Hy aan die ^Py^fer, wegens de zwaarheid van den " nunnen hofdienst, verligtingtot op vier riedienft men, en beloofde hen ten genen tyde te zulvwdie len gebieden, of doen gebieden, om te va- S. rCn f te reizen' het zy te pasfe of te heervatrde, dan daar de Stad Delft voorvaartten ware, dat deze Stad op zyn gebod, uittoge met hare banier, dan zouden zy moeten dienen met eenvoudige of tweevoudige heervaard, indien Hyhet begeerde, en met met meerder; en dat zy by die van Delft zouden op- en nederflaan (legeren) en daar mede waarde houden (waarfchynlyk: wacht houden) by nacht en dag: Behoudens nochtans zulken pacht, bede en hofdienst, als zy Hem en zyne Voorvaderen fchuldig waren geweest On). Begeeft Op den 11 van Slachtmaand, gaf Hy het t Maagdenfchool te Haerlem, en binnen hare den- Yry eden ' aan Heere Boudyn van Gbeervliet, fchool teCaPPellaan van Heere Gerbrand van den CoulHaerlem. fier, Proost te Eergen in Henegouwen, met bevel, dat niemand anders binnen die Stad en hare Vryheid, Maagdenfchool zal houden (»). Op (/) Mjeris Cbarterb. III. D. bl 746'. (ra) Het zelfde Boek , b!. 747. («) Ms. getrokken uit het Perkamente Register Libr. V. 1390. - 1401. Cas E. p. 434. berustende onder den Heere Griffier v&m Alfhen,  CHRONYK. IV. Hoofdfl. $*S Ao, Od den n der zelfde maand, gaf Hy aan Hoi. *» &A Alkmaar het voorrecht, dat een bur-Geeft oïlir zïmoeten gewoond hebben zes aan ^ Sar eeHy of iemand van zynent wege,™ lem in den Gerechte aldaar zal mogen kie-™ r. ïen- als ook nog een ander, dat alle Geeft-«cbten. fvken die in £ Stad wonen, van hun m lyken, die ' di 0f toekomend, foorC' of1 forvefegen,fchot met de Stad zuil n moeten geven gelyk de andere pooneïs aldaar, ^^^3^^^ V Op den 17 van die zelfae maand gat Hy aan ^ die die van Noordwyk het voorrecht, dat de landen van die huisluiden, die uit het ambachAw na andere Dorpen me ter^.et woon vertrokken waren, en fchot van dezei- * ven Veerden te geven fchotbaar zoude1 blvven om dus den nood van dat ambachtrccht. ^^^^^^ Telfs zeer waarfchynlyk, heeft de Hertog derecht. fteden niet willen verbitteren, door zulk ene blllyke zaak van de poorteren, zo wel als van de huisluiden, te vergen. DeHer, wost vergunde Hy , op den ao dier maana, tog ver- ten verzoeke van zyne Gemalinne Mar-Ramie lama van Kleef, aan de Jongvrouwen v^Be^en few („•) Mieris Cbarterb. ÜÏ. D. bl. 74f • (J) Het zelfde Boek, ibid.  $26 VADERLANDSCHE Ao. het Begynhof te Haerkm (aan welken Rv 1401. reeds m den jare i3U gefchonken had het voortaan recht, om haren Pnefter te kiezen, denwelken haren zy Hem moesten aanbieden, en aan wien fer5ïr ^ ^n hare Kerk geven zoude, Sen hy zen. Yan een §oed gedrag was (s) j en aan we]k£ Jongvrouwen Hy m den jare 1389 Regels van gedrag had voorgefchreven, haar in zv ne befcherming genomen, en haar, als zodanigen , aan de Overheid der Stad (r) aan bevolen) alle recht tot de gifte en aanbieding harer Kerke, zo dat de Meesteresfen van dien Hof, ten getale van dertien, by meerderheid van ftemmen, zei ven, by het ledig ftaan dier Kerke, voor deze hare Kerk een Priefter zullen kiezen van een rein leven; en alleenlyk den zeiven den Domproost van Utrecht aanbieden, als naar gewoonte (s). Beveelt, Op den 6 van Wintermaand, gaf Hertncte W iM T den Schout en Schepenen va? renrech. ötavo™n alle zaken te berechten, en recht te ten zal plegen naar die handvesten en brieven, wel. naar de ken Hy en zyne Voorvaders gegeven had- hrfeven,-den;.1e,Vvyder? na^,het Stadsboek, daar engeeft de willekeuren m gefchreven ftonden; Ook die Stad gaf Hy hun het recht, om vier burgers te het rechtverkiezen, aan welken zoude worden toeverImJers Jfouwd het beftier der Stads goederen; als.te ver- Excynfen; de Waag; de Maten; de Voogkiezen dy op Schoonen ; het Bodenambacht ; het totbe- Schryfambacht; het School: het DobbelheeMg fchool; (?) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 393. 00 Het zelfde Hoek, bl. 544. (O Het zelfde Boek, bl. 748,  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 527 fchool; en de Verhuring der baken; zo dat de- Ao. zei ven, en van des Hertogs en van des Stads i4ot._ we*en , het profyt en nutfchap zouden op- van de beuren en ontfangen, en, naar den raad derinkom^ Kapiteinen, aanleggen , om de Stad te be «en det vesten, daar het meest nod.g zoude zyn, en wvders van hunne uitgave aan de Kapiteinen, Schout en Schepenen behoorlyke rekening doen: met die bepaling echter, dat zulks alleen duren zoude tot Bloeimaand eerstkomende, en verder tot wederzeggens roe- behoudens de vryheid voor IhymanHop. ter om ten zynen huize, tot den eerften dag Van Bloeimaand, drank temogen verkopen zonder enigen onkost, of excyns daar van te geven. En is vervolgens, op den 10 van Bloeimaand des volgenden jaars , dit Voorrecht, zonder bepaling van tyd, tot wederzeggens toe, aan die van Stavoren op nieuw gefchonken (0- w „. Verbiedt Deindrang der Geeftlyken, op de beitie-aan die ring van den Lande en op de behandeling van van KenTechtszaken, was ten dezen tyde mte-J.^ merland zo groot, dat Hertog Albrecht, ommandi0tn te beletten , dat zy, door het bygeloot der wereldGemeente, den klem der regering niet ge.fche 2aheel in handen kregen, zich genoodzaakt vond te verbieden, op den 7 van Winter- vifgorte maand, dat een Wereldlykperfoon enen an-dagen, deren niet voor den Provifoor om wereldlyke fchuld zoude mogen,dagen, op ene boete van (t) Schwaktzenberq Cbxrterl. -van Vriesland, I. D, bl. 329 — 332.  523 VADERLANDSCHË Ao. yan twintig pond goed gelds; en, om da£ Ho 1. de Groten even zo bevreesd waren voor de inkruipende magt der Geeftlyken, als de Kleinen, denBailjuw van Kennemerland te bedreigen, dat, by verzuim van deze boete te eisfchen, dezelve hem zoude afgekort worden van het geld, het welke hy op Zvnen dienst had liaan (c). ftR'Se *r/üp ?n ZufdIn dag' gaf Hy die van van FeesP de vryheid, van de Stad te mogen verWeesp langen, vyftig roeden op de oostzyde van de met enige Vecht, van Jan Zirex huis oostwaard tot aan vryheid. het nieuwe poorthuis , dat tegen de brug ftond, om de Stad zo veel te beter te Herken, en te bevesten tegen den nood van oorlog, welke Hem aan die zyde mogt overkomen : Voorts gaf Hy hen vryheid van tol te Sparendam ten eeuwigen dage (»). Dit Aanmer- doet ons denken, dat Hertog Albrecht toen kmgdaarreeds befloten had, zich met Utrecht tegen Jan van Arkel te verbinden, en dat Hy, alleen uit vrees, dat die onderneming mogt mislukken, zich, door het verfterken van [u Weesp, aan die zyde getracht heeft voor enen verderen inval te dekken; terwyl Hy, om de Burgers van die Stad te williger tot deze verfterking te maken, hun de vryheid van tol te Sparendam voor altyd heeft gegeven. & De Her- Ten zelfden dage, gaf Hy aan de ingeze2£ «nen van ^ea, Heylo, Öosdom, en Lmi* men, (v~) Mieris Cbarterb. III. D. W. 748. (*) Het zelfde Boek, bl. 749.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 529 men, in Kenemerland. het voorrecht, datzy, Ao. gelyk anderen in Kenemerland, hunne misda '40lj^ den verborgen mogten met borgen , zo goed van Berals hun lyf en goed; en dat, indien de Bal f™-^juw die borgtocht niet wilde aannemen, de^ e„" Buren den befchuldigden mogten houden, enL immen ter naaster Vierfchaar terechtbrengen, zon enig der tegen iemand te misdoen (y). v°^' Schoon Hertog Albrecht, op den eerften var; Wynmaand, den vrede gefloten had voor den ian zyne tyd van zes jaren met de triezen van Oostergo Kapitelen Westergo . zo waren echter zyne Kapiteinennf£v™m te Stavoren beducht, dat zy de Stad zouden fp„gd^e belegeren; en dat de Hertog hen hunne wed huip en den en onkosten niet zoude betalen wegens goede beden Hechten ftaatzyner geldmiddelen; waar-taling» om Hy genoodzaakt was, hen te beloven, op den 10 van Wintermaand, dat Hy hen fpoedig zoude ontzetten, in geval van belegering ; en dat Hy hen elke vierendeel jaars zoude betalen, of dat zy van Stavoren mogten overkomen , en zich van de beftemde voorwaarden ontllagen houden, zonder iets Beveelt tegen Hem te misdoen (z). Gelyk Hy ook aan de om die zelfde reden beval, op den tweeden bur&e™' dag daar naa, aan de burgers van Stavoren, dat ^TpiteLzy aan zyne Kapiteinen , Floris van Alkemade ,nen te Derk van Poelgeest, en Jan van Wyk, zullen gehooreehoorzamen,op verbeurte van lyf en goed(a).zamen '> b Nog (Y) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 749. (s) Schwartzenbekg Charterb. van Friesland l. D, bl. 319 («) Hetzelfde Boek bl. 333. LJ  53° VADERLANDSCHE Ao. Nog flelde. Hy de voorwaarden vast, opwef1401. ken de Kapiteins zouden dienen van Kerstyd En regelt tot St. Jan in den Zomer; te weten: I. Dat de voor- Heer Floris , in het midden van de Vasten , van dTnee" ë°ed man in Zyne Plaats mo& ftelle« dienst naar genoegen van den Hertog, op dat hy der Kapi- na St. Jacob in Gallipien, heen en weder, mogteinen. te reizen. . II. Dat de Hertog in de Stad eene bezetting van zevenhonderd man zal houden, en bezorgen, dat zy voor een vierendeel jaars van levensmiddelen voorzien zyn. III. Dat de Kapiteins voor hun lyf zullen ftellen veertig mannen , daar zy niemand voor houden , te weten : Heer Derk zestien; Heer Floris zestien; en Jan van JVyk acht mannen; en dat zy voor elk man zullen hebben vyf grooten daags. IV. Dat zy nog zullen hebben elk zeventien gewapende mannen, daar zy elk zeventien mannen voor zullen houden, en voor elk man vyf grooten daags genieten. V. Kn dat zy voor deze voorfchreven luiden zullen hebben elk vierendeels jaars hun geld voor uit, om zich by tyds van levensmiddelen te konnen voorzien, als ook de gewapenden betalen (Z>). Doet aan 1 en zelfden dage, nam de Hertog ook aan, denSen" om aan zyne Steden en D°rpen te fchryven Dorpen en te bevelen : I. Dat, Heer Floris van Alkefchryven made door Hem tot zynen Kapitein te Stavode voor- ren zynde gefteld, de Steden hunne medewaarden'poorters, en de Dorpen hunne buurluiden, ah (J>) Schwartzenbeec Charterb,van Vriesland. I. bl. 33°'  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 531 allen goede mannen, aldaar zouden hebben te Ao. zenden , en uit elke Stad een of twee goede^or. Hoofdmannen daar by te voegen waar op 11 Datzy dezen van levensmoe en^moes- zy hu^ ten voorzien voor een vierendeel jaars » en da" daarenboven elk man by zich zal moeten n> houden te Stavoren één ton tarw, en zes koe ^mjZul•enkaazen, en daar van f<™^ "» voor dat hy weder zo veel zal hebben, naar jroedvinden der Kapiteinen. 6 III Dat elke Stad aldaar zal houden een ton buskruid en twee ton kogels; en dat uit elke Stad en Dorp, elke drie man zal hebben een boog-, en elk man een fchop of fpade- IV Dat elke Stad daar zal hebben vyf of zes metzelaars en twee timmerluiden , die daar zullen leggen als bezoldigden, tot dien tvd, dat zy weder vertrekken. V Dat de Steden hare medepoorteren, en dé Dorpen hunne buurluiden, zullen m orde houden, en de Kapiteins onderdanig en behulpzaam doen zyn, zonder enige famenrottingen tegen hen te maken , op verbeurte van lyf en goed. ■> VI Dat de Dorpen, die aldaar bezoldigden hebben, zorg zullen dragen, dat zy hen het fchuldige geld zenden, om levensmiddelen voor te kopen. , VU Dat Hy aan allen de Dorpen een goed man zal zenden, om aldaar de bezoldigden uit te kiezen, naar zyn goedvinden. VUI Nog beloofde Hy , aan die van Haarlem te zullen doen fchryven, dat zy cZs L Zande in het Hoofdmanfchap te Stavoren moeten laten, en hem een goed L 1 % mm  53a VADERLANDSCHE Ao. man by zetten: en ook het zelfde aan die van 1401. Delft, ten opzigte van Simon ( Hyman ) van der Does; en nog aan die van Leyden, ten opzigt© van Willem Hermansz en Claas fans V~ossz,h\inne Hoofdmannen te Stavoren; als mede aan die van Schiedam, voor Dirk Janiz (e). 1402. Op den 5 van Louwmaand in den jare Bevestigt H02» beveftigde Hertog Albrecht den verden ver-koop van den paardendienfr. aan die van koop desVelsen en Schooten,die zy aan het hof en de heerPa^den"lykheid van Brederode fchuldig waren, door van" ;Jre-den Heer van Brederode; en ftaat voor altoos derode. af van het recht 5 het welke Hy daar op mogt hebben (dj. Geeft Op den 12. der zelfde maand, gaf Hy aan aan die dje van £n\buizen het voorrecht, om hunne luizen Uitlage vmlmmcnhorn, binnen den ban van het voor- Enkhuizen, en dus hunnen kaayen uiterdyk , recht, te mogen bedyken, zaajen, maajen , etten om hun- tretten s naar oorbaar: het welke die van Broek iaagUvanvan den ^omer^ tot Wervershoven aan lmImmen- menhorn niet vermogten te doen : voorts dat bom te de Dykgraaf en Heemraad met het Waarmogen fchap gene Keuren zullen maken op die Uiten Ve6-" 'aaS > verder dan op den Zeedyk en graften: zaajen. nog , dat de Schout en Schepenen van Enkhuizen zullen fchouwen naar die Keuren, die de Ingelanden, by meerderheid van ftemmen, zullen maken : en eindelyk , dat de Ingelanden in die Uitlaag zullen mogen delven het land (c) Schwmrtienberg Cbarterb. van Vriesland I. D. bl. 331. 00 Mieris Cbarterb. W, D, bl. 751.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 533 land buiten den Zomerdyk, om den zeiven Ao; daar mede te maken, zonder verbeuring je- 1402: gens den Hertog, behoudens nogthans Hem zyne tienden en visfchery (e). Op den 14 van die zelfde maand, gaf Hertog Hertog Albrecht aan de Stad Woerden, als zynde op Albrecbt zyne grenspaalen gelegen , waaraan Hem^ee £a*an grootlyks gelegen was, byzonder in den aan-/^,ef gen, zo dikwils als zy Bc nodig oordeelen tot 1 hands behoeve,- en dat de luidenvan Drech- terland deS uizen zuilen mogen «hiu*bv-r-doen ) om water in te laten en ook wederom fluiten, zo dikwerf zy zulks goedvinden: X dat menden Zeedyktusfehen Enkhuizen ^Schardam niet zal mogen etten (beweiden) dan alleen met fchaapen, kalveren en ceoende varkens, op de boete van twee fchelingenTen dat de Dykgraaf of zyn gewaarde Bode, alle beesten ,>die hy vindt m enig zaadland buitendyks, zal mogen fchutten o| eene boete van twee fchellingen ; en dat elk benige beesten, buiten diegemelde, opdien dyk zendt, zal verbeuren drie ponden, zo dikmaals het hem afgewonnen wordt van den Dvkgraaf met twee Heemraden : Kindelyk fchold Hy die van DwJtor/andkwytalle breu> ken we^en Hy van hen te eifchen had zo ten opzigtevan riemgeld ,als van den oploop tSen cL non Hairlair, Baljuw van Medenblik : Voorts beval Hy, dat zy van elk negen morgen lands één fchild aan Hem zouden betalen • en dat de Baljuw van Medenblik in den tvd zyn Vierfchaar zal houden in het Gasthuis te Medenblik, of daar buiten waar hy het goedvindt, uitgenomen op het Kasteel te Medenblik (i). ft Ten zelfden dage, gaf Hy aan die van Hoogt- Geeft aar, houder-Ambacht de zelfde rechten als aan ^ die van Drechterland, en de zelfde kwytfcheh AmhacU ding van breuken, wegens de zelfde rmsda-de zelfde (i) Mieris.Cbarterb. III. D. bl. 756.  54° VADERLA NDSCHE Ao. den : doch alleen met dit onderfcheid, dat J4Q2- die Dykgraaf zyn Dykrecht zal houden te Voor- Lammerskage op den Zeedyk, en nergens rechten, anders , en zulks op vier byzondere tyden binnen het jaar; te weten, binnen de eerfte week na beloken Paafchen,- binnen de eerfte week na den 29 van Oogstmaand; binnen de eerfte week na den ir van Herfstmaand- en eindelyk binnen de eerfte week na den 14 van Louwmaand. Ook ftond Hy toe , dat die van Hoogtwouder - Ambacht hunnen dyk tusfehen Winkel en Werfersbove zouden mogen maken mee riet en zoden, vier voeten beneden de kley of daar boven : en belaste , dat de Schouten van Hoogtwouder - Ambacht alle recht zullen beginnen voor den middag, en niet uit den ftoel mogen gaan, eer het recht voleind is (k). Aanmer- Uit de reden, welke de Hertog geeft van deeden ff ;verSTen van deze Handvesten aan van del Drechterland en Hoogtwouder-Ambacht, tewezeHanJ-ten; m dat zy tot zyner begeerte Hem op vesten, deezen tyd gunftelyk eene bede gegeeven hebben, om zonderlinge zaken wille, die Hem aangelel gen waren, fchynt te blyken, dat het vuur van tweedracht tusfehen Hem en Heer Jan van ^e/alleenlyk fmeulde, zonder nog uitgebarften te zyn : dewyl de Hertog in het vervolg gelden opneemt, om de kosten van den oorlog met Jan van Arkel goed te maaken. Hertog Op den 24 der zelfde maand, gaf Hertog Aibredt Albrecbt aan de Stad Oudewater het voorrecht dat (O Mieris Cbarterb. III. D. bl. 757.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 54» dat de Baljuw van Rhynland ten eeuwigen da- Ao. ge aldaar, op May-avond alle jaren, zal Ï402. zetten zeven Schepenen, malkanderen in die van. maagfchap niet beftaande en eeti jaar te:vorer en op dien zelfden tyd ten halven fchote.of daar voor, boven, ftaande ; en dat dezen op dat Sche-recht va» penfchap, noch aan den Hertog of iemand zeven van zynen't wegen, noch aan zyne diena-J^ ren, zullen mogen leenen of doen leenen; ge-jaar te ven of doen geven; heimlyk, noch openbaar, hebben ; hoe het ook wezen mag; en dat, eer de Bal-en hunne iuw dezelven beëedigt, twee Raadsmannen der Burge-^ Stad hen zullen vooraf beëedigen, datzynie- kieaaU mand geleend of gegeven hebben , noch ook leenen of geven zullen: als ook, dat, indien een der Schepenen binnen het jaar aflyvig ■werd, die Baljuw eenen anderen op de gezegde wyze zal zetten, binnen veertien dagen , naa dat hem zulks van Stads wegen zal zyn bekend gemaakt: en dat, indien iemand der Schepenen daar naa overtuigd werd enig geld daar op geleend of gegeven te hebben, die zelve uit den Gerechte zal gezet worden, en ten eeuwigen dage daar uit moeten blyven; en daarenboven nog verbeuren een penning van honderd Hollandfche fchilden , half voor den Hertog en half voor de Stad, den welken hy zonder vertoeven zal moeten uitreiken uit zyn gereedste goed binnen den lande : Verder, dat men de mannen, die Achten' geneten zyn, zal kiezen op dien zelfden dag, op den welken de Schepenen beëedigd worden , en wel eer de Schepenen van het Stadshuis gaan; welke Achten op dien tyd en een iaar te voren ten halve fchote in het hoogJ fte  542 VADERLANDSCHE Ao. fte fchot moeten geftaan hebben , en gene T4Q2- namagen mogen zyn : Voorts, dat de Schout, Burgemeesters en Schepenen, en de gezworen Raadsmannen der Stad, in den tyd, op den 29 van Wynmaand telken jare uit elk vierendeel van de Stad zullen kiezen acht Mannen, die ten hal ven fchote ftaan in hethoogfte fchot, dewelken op den volgenden dag, met het Gerecht, en de Achten, ten lote zullen ftaan op het Stadshuis met negen uitgetekende loten , zo datzy, wien de uitgetekende loten te beurt vallen , twee Burgemeesters zullen kiezen, die hun de nutften zuilen voorkomen, om op hunnen eed één jaar Burgemeesters te zyn, welke eed hun door de oude Burgemeesters zal afgenomen worden; behoudens nogthans, darde voorfchreven negen Kiezers, noch zich zeiven ,• noch iemand van den Gerechte of van de Achten; noch ook iemand , die binnen de laatfte drie jaren Burgemeester was; noch ook zodanigendie malkanderen in maagfchapbeftaan; zullen mogen kiezen : dat ook de dus gekozen Burgemeester in het voornoemde fchot moet ftaan, en vyfendertig jaren, en daarboven oud zyn: Eindelyk,gaf de Hertog aan die van Uudewater nog dit recht, dat iemand, overtuigd van op eniger wyze geld fchuldig te zyn, geld of pand zal overgeven , zo veel als de fchuld bedraagt; en •dat, in geval van weigering , drie van het Gerecht , en de Schout van üudeianter , op vermaning van den Schuldeisfcher, hem in de gevangenis zullen brengen , en aldaar houden , tot dat hy de fchuld betaald heeft.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 543 heeft (/). Wyders beval Hy aan den Bailjuw Ao. van Hhynknd, en aan den Baljuw van den 1402.^ lande van Woerden, deze Handvest voor die van Oudewater ten eeuwigen dage te hand- Hertdg Albrecht,den Vrede met dievan//awi-Vrede fer?, die ophouden zoude op Pinxter, ver- met die wd te hebben tot Kersdag toe, op die zelf- yan Ham de voorwaarden, als die vrede met hen ge-g*gt floten was; zo nogthans.dat deze Brief vanaanftaa|f verlanging aan die van Hamburg niet zoude de. overgegeven worden, voor dat die van Hamburg een brief aan den Hertog hadden overgegeven, dat zy die verlanging van den vrede SaSnamen ( n ). De Vrede, die hier verlangd wordt, moet met de Hamburgers, na den iz van Grasmaand van het voorgaande jaar , gefloten zyn; dewyl de Hertog, op dien dag, aan Heer Gerrit van Heemskerk de vryheid ceeft om die van Hamburg te beoorlogen te water en te lande, op zyn eigen winst en Opdenk van Grasmaand, gaf Reinold van™»'**. Coeverden, volgens het gemaakte Verdrag met verden den Bisfchop van Utrecht, Fredrik van Blan- geeft C.t kcnheim (P), de Stad, het Slot en de Heer- jyK- rn Mieris Cbarterb. III. D. bl. 758. (m) Het zelfde Boek. bladz. 759- n * (n\ Ms. getrokken uit het Memoriale B. E. 1401 1404. Cas. R. P- 1. berustende onder den Heer Griffier van Alphen. ' (0) Schwartzenberq Cbarterb. van Vriesland,LD, bl"(j)8Zie hier voren bl. 197. eo volgende.  54* VA DER LAN DSC HE Ao. tykheid van Coeverden op eene zeer plegtige 1402. wyze aan dien disfchop over voor de fomme óeVTÏs-van vyftien duizend Frankrykjchc fchilden , fchopvan waar voor die Stad en Heerlykheid aan zyne Utrecht. Voorzaten was verpand geweest (q). Oorlog Op dezen tyd, was het tot eenen openbare J/^ ren oor!oS ëekomen tusfehen den Heer Jan trfebtmet van Arkei en Hertog albrecht en zynen oudJan van ften zoon Graaf Willem van Üifiervant. WelArkel. ke aanleiding tot dezen oorlog gegeven of genomen is, kan met gene zekerheid bepaald worden: want, dat de ouden zeggen. dat hy ontftond door de weigering van Heer Jan van Arkel om rekenfehap te doen van zyn Thefaurierfchap, ftrydt tegen de waarheid , dewyl hy, op den 20 van Grasmaand in den jare 1394, de zelve had gedaan, met dien uitflag, dat de Hertog hem eene groote fomme gelds fchuldig was gebleven; wanneer ook Onder- de Hertog de Heeren Hugeman van Stryen en over het ^auixels van Haastrecht tot zyne Thejauriers, gene aan-in P^atze van den Heer Jan van Arkel, beleiding reids had aangefteld (r). tot dezen De wrok van Graaf Willem van Ooftervant geneven °P Heer Jan van Arkel, die onder anderen heeft, oorzaak was geweest, dat Graaf Willem, ter zake van den moord van Aleid van I oelgeest, het land had moeren ruimen; en wiens grootheid dien Graaf in het oog ftak , fchynt al- . leen oorzaak van dezen kryg geweest te zvn. Graaf Willem, die zich met Graaf Adolf van Kleef Qq) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 76b. (r) Zie hier voren bl. 275——277»  CHRONYK.^ Hoofdfi. 545 Kleef had verbonden, om Heer Jan te ver- Ao. derven (Y), moet nog gene gelegenheid heb- I4°2-^ ben konnen vinden, om dat verbond ten uitvoer te brengen , wegens de grote genegenheid van Hertog Albrecht voor de Heeren van Arkel; want Jonkheer Willem van Arkel is op den 27 van Lentemaand, en Heer Jan van Arkel op den 3 van Herfstmaand, van den jare 1400. nog in den Haag,en aan het Hof van den Hertog, geweest (f): maar, eindelyk , door den ouderdom en zwakheid van Hertog Albrecht de overhand gekregen hebbende op zyne genegenheid tot Heer Jan, heeft Hertog de Hertog hem, onder wat voorwendzel weet^j*^* men niet, gehandeld, als iemand, die zware ^1,. ^ misdaden tegen zynen Leenheer had bedre-van Ar.ven; waarom Hyalle zyne goederen, in Hol-kel' enland gelegen, verbeurd verklaarde, en hemj^ . bande ten eeuwigen dage uit Bolland. Heerlen LanJan van Arkel, die dit onweder voorzien had,de; die was in tyds op zyn hoede geweest, en had daarop zich door een Verbond met den Hertog van^a Gelder en vele andere Ridders en Edelen ge'^nog fterkt, waardoor hy, oordeelende, tegen den Mbrecht Hertog en Graaf Willem beftand te. zullen verklaart* zyn, Hen beiden den oorlog verklaarde (ü).Verbond Hertog Albrecht floot, op den 14 van Gras-™et den maand, met den Heer van Vianen een Ver- ^neTtL hond , waar by deze beloofde binnen vyf gen Jan weeken, na de tekening van het zelve, aan™» ^r- Heer Jan van Arkel den oorlog te verklaren.kel Seflo"" 0 ö • ten. op O) Zie hier voren, bi. 22o. O) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 718. 724. (?<) Joann. a Leydis libr. XXXI. Cap. LX* Mm 1  54-6 VADERL ANDSC HE Ao. op zyn eigen winst en verlies; en geen vre14oa- de met hem te maken, zo lange de oorlog tusfehen hem en Hertog Albrecbt zoude duuren. Hier tegen beloofde de Hertog aan den Heer van Vianen: Voor- j. fja£ de Heer van Vianen, Heer Jan van vanctot1 en zvnen zoon Willem, of een van bei- Verbond, den , in dezen oorlog gevangen krygende, dezelven beiden, of een van hen, aan den Hertog, indien Hy 't begeerde, zoude overleveren binnen twee maanden, wanneer Hy hem voor elk van hen zoude geven vyftien duizend nobelen, of de verzekerde waarde derzelven; en dat de Hertog Heer Jan, of zyn zoon Willem, niet zoude ontflaan, voor dat zy den Heer van Vianen de behoorlyke voldoening zouden gegeven hebben. II. Dat de Heer van Vianen die Steden of Sloten, welke hy den Heere Jan van Arkel zoude ontnemen in dezen oorlog, aan den Hertog zoude overleveren naar uitwyzing van de Heeren van Montfoort ; van Wasfenair; Jan van Heemftede; en Willem van den Vliet; onder voorwaarde, dat de Hertog hem de kosten , voor de overlevering aan dezelve gedaan, betalen zoude; en dat de Heer van Vianen niets tegen den Hertog zoude verbeuren , indien hy dezelven flechte, of verbrande. III. Beloofde de Hertog met Heer Jan van Arkel geen vrede te maken, zonder den Heer van Vianen daarin te begrypen: en dat Hy geen vrede met hem zal maken, of hy zal aan hem kwytfchelden de manfchap en beleening van de Heerlykheden en goeden van de Noordeloze en Menkeloze, zo als de Vrouw van  CHRONYK. IV. Hoofdfl'. 547 van Vianen diezelven van hem ten leene hield, Ao» met alle recht, dat hy daarop hebben mogt, *4° dewyl de Heer en Vrouw van Vianen die heerlykheden, om zynen't wille, nu aan Jan van Arkel verbeuren zouden; en', in dat geval, zoude de Hertog aan de Vrouw van Vianen die heerlykheden weder ten leene geven tot zodanig recht en leen, als zy dezelven tegenwoordig van Jan van Arkel hield. IV. Daar en boven beloofde de Hertog, met Jan van Arkel, en zyn zoon, geen vrede te maken, voor dat zy aan den Heer van Viatien overgegeven zouden hebben alle brieven en eisfehen, als zy van hem, of van zynen Dykgraaf en Heemraden van de Heerlykheid van Ameide en Meerkerk, rakende het Dykrecht vorderden; en ook aan hem kwytge. fcholden zouden hebben alle recht, dat zy daarop hebben mogten. V. Dat zy met den Heer van Arkel, en zyn zoon, geen vrede zouden maken, voor dat die den Heere van Vianen kwytgefcholden zouden hebben alle diensten, of gelden , welken hy hun fchuldig was, of worden zoude, die wylen de Hertog van Gelder, de fchoonzoon van Hertog Albrecht, hem in het Verdrag van vrede toegezegd had, om de voorfchrevene heerlykheden : zo als Hertog Albrecht hem nu ook kwytfchoid alle recht, het welk Hy op de Heerlykheden van Ameide en Meerkerk hebben mogt. VI. Nog beloofde de Hertog aan den Heer van Vianen , dat, indien hy gevangen of doodgeflagen werd van de vyanden , of ftierf, ftaande dezen oorlog, Hy dan zyne Dochter, yirsx a en  548 VADERLANDSCHE Ao. en de genen , welken hy befchikken en ordi1402« neren zal met zyne opene brieven; en hare Heerlykheden en Landen befchermen zal in alle zaken, gelyk getrouwe Heeren fchul- dig zyn. VII. Dat Hy, indien Heer Jan van Arkel, of zyn zoon, hem, na dezen oorlog, beoorlogen wilde, of hem zyne goederen of Heerlykheden ontnemen boven alle recht, binnen twee maanden na zyne vermaning, zyn helper zal worden, en den Heer van Arkel, en zyn zoon, beoorlogen op zyn eigen winft en verlies , zo lange de Heer van Vianen hun vyand zal zyn: Maar, dat, indien de Heer van Arkel, of zyn zoon, de zaak, daar over zy twiften, aan Hem wilde verblyven , de Heer van Vianen zulks ook zoude moeten doen; of, dat de Hertog zoude ongehouden zyn den Heer van Arkel te beoorlogen (y). Hertog Dewyl de Hertog van Gelder helper van Albrecbt jan van Arkel was geworden, en dus zyne g l'jVJy' onderdanen gerekend moesten worden des tin Gel- Hertogs vyanden te zyn , zo vond Hertog derfebe Albrecht, op den 27 van Grasmaand, goed, kooplui- orn 5 ter bevordering van den Koophandel, den^ die aan zocjan}ge Gelderfche koopluiden , die noch vyanden zyne vyanden, noch ballingen uit zyn Land, niet wa- waren , vrygeleide voor lyf en goed door al? ren- le zyne landen tot den 24 van Wiedemaand te verleenen ; en beval zynen tollenaar te Woudrichem, aan hen zulke vrygeleide brieven £e (n) Ms. uit het Perkamente Register Hertog Albrecbt. 1401-1404. Cas E. p. 7. berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  CHRONYK. IV. Hoofdjï. 549 te geven; welken Hy wilde gehouden hebben, Ao. als of dezen door Hem zelf gegeven waren; 14.02. echter onder die voorwaarde, dat zy zyne tollen betalen zouden f». Wanneer nu Hertog Albrecbt befloten had, Neemt ecmGornichem te belegeren, en dus den oorlog met Jan van Arkel fpoedig ten einde te bren-leen van een, zo nam Hy, om de grote kosten van de Stad dat beleg goed te maken, geld op van fom-Le^ migen zyner Steden voor eene rente van^^ tien ten honderd, tot dien tyd toe, dat Hyvryheid> de hoofdfom betaald zoude hebben. Dus0miyfleende Hy, op den 4 van Wiedemaand, vanen erfde Stad Leyden drie duizend oude fchilden,«ntm te en gaf aan dezelve, tot zekerheid van de be-pen. loofde rente , zekere tienden en renten in Rhynland, onder voorwaarde, dat die Stad, indien deze tienden en renten meer opbragten, dan drie honderd fchilden, dit meerdere aan zynen Rentmeester van Noordholland zoude uitkeeren; doch dat Hy , indien dezelve minder opbragten , de ontbrekende fomme aan haar zoude betalen 1 welk verband door Graaf Willem van Oostervant ten zeiven tyde werd bevestigd (x): gelyk dan ook de Rentmeester van Noordholland, Heer Dirck van Hodenpyl, ten bevele van den Hertog, alle dezelve verpande tienden en renten aan'de Stad Leyden als toen heeft ter hand gefteld en zich daarvan ontfiagen (31); ter° wyl fV) Ms. uit het Memoriale B. 1.1401-1404- CasR. p 9 berustende onder den Heere Griffier van Alfhen. fx) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 761. 20 gaf Hy, en Graaf Willem, aan om lyf-en baar ook de vryheid, om dezelve van hare erfrenten burgers op te nemen tegen lyfrenten, of erfte verko ]ykü renten, zo als zy nutst zoude oordeeeeeft • 'en ' en bel°°fden zy beiden, de burgers, die zulke lyfrenten of erfrenten gekoft mogten hebben , te handhaven in hun recht , naar inhoud der Brieven , weiken zy daar toe van de Stad zouden ontvangen hebben (b). tn mede Op die zelfde wyze en voorwaarde namen Her* Ca) Mieris Handvesten van Leyden , bl. 460. & typ. (0) Ms. uit het Memoriale B. I, 1401 -1404. CasR, p. 11. verfa en 13. berustende ouder den Heere Griffier van Alphen, (*) Ms. uit het zelfde Memoriale p, 11. berustende onder den zelfden Heete.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 55* Hertoe Albrecbt en Graaf Willem, op den 12 Aoï der zelfde maand, van de Stad Rotterdam te Ho* leen i«o goude fchilden, zo als Hy die nu nog van ine muntje Dordrecht deed Haarr; ge inseelyks aan die Stad, tot pand van dezerfam> geldschieting, het recht van de waagsmaate, Iruyte, en van andere pachten en goederen, in en om die Stad gelegen Mi welker eigendom Heer Dirck van Hodenpyl. Ridder Rentmeefter van Noordholland, uit naam van'den Hertog, aan die Stad afftaat (d). Om nu de jaarrenten , aan de Steden ver-Hy geeft fchuldigd, welken eene fomme van uco ou-jjj»»6de fchilden beliepen, jaarlyks te konnen vin-van den zo gaf Hy aan zynen Rentmeester van NoordboU Noordholhmd bevel, om aan genen der Leem ^ bemannen betaling van hun leen te doen, die^^ met namen uitgedrukt worden ; en ook genenen. jaar. iaarlykfche renten te betalen of kleding te renten , Jgeven aan de genen , die gewoon waren derf-data. lelven te trekken; en welken veel al befton-[^e« den uit Geestlyke perfonen , Capellenen, Kloosters,en de Kapittels der Sticbtfcbe Kerken- gelyk ook niet de lakenen, welken Hy gewoon was jaarlyks op Goeden Vrydag uit te deelen ter fomme van vyfendertig ponden- voegende by dit bevel het voorwendzei dat Hy die leenen, jaarrenten en kleeders uit zyne eigene thefaurie wilde betalen , tot dat de opgenomene gelden aan die Ste- (e) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 763* (d) Het zelfde Boek, bl. 704S Mm 4  reu 552 VADERLANDS CHE Ao. den zouden voldaan zyn (e). J^Sll Schoon de Hertog tegenwoordig met het Hertog bezorgen van alles tot de belegering van Gor- HSL nAcbm, genofg te doen had' 20 verzuimde S i Hy fchter de Oostfriefche zaken niet; want, Matenis- °P den 20 van Wiedemaand, ftelde Hy tot Je en zyne Kapiteins te Stavoren aan Wouter van Goeswyn Matenisfe en Goes wyn van Poel, van den 24 wTzyné d)ezer maand tot den 11 van Slachtmaand Kapiteinsdaar aan volgende, onder voorwaarde, dat te Stavo- zy de Hollandfche Hoofdluiden uit Steden of fWi Dorpen zouden mogen na huis zenden, indien dezen hun ongehoorzaam waren , voor welken Hy hun beloofde anderen in de plaats te zenden; en dat die Kapiteins zouden doen alles, wat zy oordeelden der Stad oorbaar te zyn , zonder daar over belast te mogen worden : dat Hy aan hen de nodige wapenen zoude zenden, indien de Friezen den oorlog be^ gonden; en hen fpoedig ontzetten zoude,indien zy de Stad belegerden; als ook hen toefchikken twee Ridders, om hen met raad en daad by te ftaan: dat zy, indien de Hertog hen mogt bevelen, iemand ten doode te brengen zonder recht of vonnis, zulks zouden mogen nalaten (f): en dat ook de Hertog in Stavoren zoude houden zevenhonderd man; en dat, daarenboven, de Steden Medenblik, Enk- bui- (e) Ms. uit het Memoriale B. I. 1401 - 1404. Gis R. p. 13. verfa en 14. berustende onder den Heere GniJier van Alphen. (ƒ) Uit deze Voorwaarde kan men duidelyk zien hoe geweldadig dikwerve de handelingen van Henog' Mbrecbt zyn geweest; daar zodanig ene voorwaarde bedongen en toegeflaan werd.  CHRONYK. IK Hoofdfl. 553 huizen en Grootebroek hen zoude te hulp ko- Ao; men op hunne aanmaning met zo veel gewapenden, als Hy aan haar gefchreven had: en eindelyk , dat deze Kapiteins na den ii van Slachtmaand van Stavoren zpuden mogen vertrekken ; en zelf eerder , indien de Hertog der bedonge voorwaarde met vol- ^ne^ Hertog zich van de hulp van den Hy trekt Heer van Vianen verzekerd hebbende, zochten, ook den byftand van de Stad Utrecht waar- £egen e» aan Hem veel gelegen was, terwyl Hy vannige de zyde van den Bisfchop, die, wegens zyn Sticbtpt uitzigt op Groningen en Oostfriesland gaarne imden zae., dat de Hertog in Holland de handen vol fn. » werks had, en dus niet te bewegen zoude geweest zyn, om Hem in dezen oorlog te helpen, niets goeds konde wachten. Om nu de Stad daar toe te brengen, trok Hy het banvonnis , tegen enige burgers van Utrecht, wegens hunnen wederftand tegen den Hertog ten opzigte van zekeren watergang in het land van Woerden, geveld, op den 23 yan Wiedemaand, weder in, en gaf hen volkomene vryheid, om hunne goederen , in Holland gelegen, vry te mogen gebruiken, en door geheel Holland te mogen gaan en keeren (b\ By het aanvallende Verbond, hierop Sluit met met die Stad ten zelfden dage gefloten, werd g^d beloofd door den Hertogen Graaf Willem; dat,een aan. indien Zy den Heere van Mei, of Hageflein, vallend £- Schwartzenberg Cbarterb. van Vriesland, I.D. W,(??"Mieris Cbarterb. III. D. bl. 764. ■ J Mm 5  554 VADERLANDSCHE Ao. Everfiein, en Lederdam, of enigen van deze 1402- plaatzen, afwannen, Zy de zeiven zouden Verbond al breken, zonder ze immer te mogen hertegen den bouwen; of elders enige fterkte in dat land S-on",?iCrhfen; °f enige t0llen IegSen: en dat de der ver- Blsli:hoP en het Sticht zullen hebben en befcheide houden de heerlykheid , zo hoge als lage, voor- van den lande van der Lede; en dat, wanwaarden. neer de tegenwoordige, of enig volgende, Bisfchop met zeven fiolen (ƒ) wil zweeren, dat de Heerlykheid van Hage/lein; en de Heerlykheid van Haastrecht; aan het Sticht toebehooren; Zy dan die heerlykheden aan hem zullen overgeven: doch, dat, indien de Bisfchop zulks niet dede, hy dan echter zoude behouden de vrye vaart op de rivier; behoudens echter de lyftocht van de Hertoginne op den lande van Haastrecht , zo lange Zy leefde; en dat de Hertog die Heerlykheden behouden zoude tot dien tyd toe, dat die eed gedaan zoude zyn: maar , dat de Hertog met de Stad, het Slot van Gornichem, en den lande van Arkel, naar zyn welgevallen zoude mogen handelen, indien Hy dezelven won; behoudens nochtans de vrye vaart van het Sticht op de rivier f». voorts, dat de Stad y op haar eigen winst en verlies, nevens Hem, den (0 Ovet den &eddfrUtregtjcbe Bisjciqppen,genaamd, dm Eed met zeven Stolen, kun men nazien de fraaijo Verhandeling van den-teer geleerden Heere Mr. HtEnoNiMUs vam Alpheu; te vinden in het onlangs uitgegevene Tweede Deel der Werken van de Maetfcbappy der Nederlandj-.he Letterkunde te Leyukn, van bladz, 183 tot bladz. au. (k) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 764.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 555 d°n Heer van Arkel zoude beoorlogen , en Ao te" Hem hTt Slot van den zeiven belegeren ru en ten allen tyde, zo lange de oorlog duuren zal; daar over vyf van des Hertogen Raad en drie uit den Raad der Stad, welken alkacht genoemd worden, zullen nut en nodig oordeelel: dat wyders indien *er over gevangenen, of buit, te famen gekregen, geSüfvfeï het zelve zoude beflist worden doo drie van wegen den Hertog en drie van wegen de Stad, welke zes tot Overman louden nemen den Heer van Vanen indien zv de zaak niet eens konden worden : dat nog , indien het hen miste, zo dat zy den Heer van Arkel gene landen of floten afwonnen en zónde? vrede, of beftand, gefloten te hebben, den veldtocht eindigden, zy dan eezamenlvk eene fterkte Richten zouden neSSr^.en dezelve,elk voor de helft, bekostigen en bezetten, gedurende dezen oorlog, tot zekerheid der wederzydlche landen; en, eindelyk, dat zy met Heer fan van Arkel genen vrede zouden maken zonder malkanders bewilliging en toeftemming (/)• Ten zelfden dage, floot Graaf Willem van Graaf Oostervant nog een afzonderlyk Verbond «We» ^Shngl vriendfchap ^eSd.^ trecht, waar by die van Utrecht beloofden fluit cc„ I Gedurende het leven van Hertog Albrecht, afz0nderen van Graaf mihm, niet te zullen toelaten , lyk VérdatTemand uit de Stad ofW^r ve den Hertog, en den Graaf, ol hunnefchapfflet landen, heerlykheden en onderzaten, zoude (0 M»W8 Cbarterb. III. D. bl. 765- en 766.  556 VADERLAND SC HE Ao beoorlogen, of hen daar in helpen; en dat 1402. hunne onderzaten veilig zouden varen en verJcrecll- ^nen " dG ?tad' "Ogenomen, dat aan elk, ondefe. 11^7^ &h?d ™ *hade > onvertogen nige aan-recht zoude gedaan worden, merkeiy- Dat. «dien de Hertog, of Graaf, den waaX ?' °? 6em aantasce"» ^nder zich te wilwaarden. len gedragen naar de üitfpraak van goede Mannen , die men daar toe van wederzyden verkiezen zoude; en de Bisfchop, naar zvn phgt, zulks aan de Ecclefie, Ridderen, en Rnaapen, en aan de Stad, aanbragt en beklaagde, en de Bisfchop aan haar verzocht had hem te helpen; de Stad zulks dan, veertien dagen te voren, aan den Hertog, of Graaf zoude laten weten, eer zy Hen en hunne lan' den befchadigen mogte ; 0f de Hertog of Graaf de Stad; na welken tyd dit Verbond te niet zoude zyn. III. Dat men, in geval van twist tusfehen den Hertog en den Graaf, en hunne Landen, en de Stad, niet terftond zoude oorlogen, maar dat de beledigde zoude herftelhng verzoeken; en dat men, ten dien einde ter wederzyden twee mannen zoude kiezen' ten langften binnen veertien dagen, om het gefchil te beflisfen; en dat, indien de twee van oe zyde des Hertogs niet verdragen wilden of enen Overman kiezen, zy, na de veertien dagen, te Utrecht zouden moeten komen , en niet eer van daar mogen vertrekken,voor'dat zy een Overman gekozen en vonnis gegeven hadden; en dat, in hetzelfde geval, de twee van het Sticht, op gelyke wyze, te Dordrecht zouden moeten komen en blyven. IV.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 557 IV Eindelyk, dat de Stad de mannen van Ao. den Hertog, of Graaf, die in het Sticht ge- 1402*. zeten zyn, niet zal beoorlogen, ten zy de Bisfchop of Stad eerst van Hen aangetast wierde; zullende in dat geval dit Verbond in zyn geheel blyven (m). Dit Verbond beloofde Graaf Willem, op den 29 van Wiedemaand, gedurende zyn leven te zullen onderhouden (n). .... Om de Stad zo veel te gewilliger tot zyne hulp te maken, gaf Hertog Albrecht, op den Hertog 24 van Wiedemaand, den burgeren van U-^ecb^ trecht het voorrecht; dat zy op hunne oude^e Stad tollen door zyn land zouden gaan en keeren, utrecht ewelke tollen geregeld werden; ten anderen nige fchold Hy. hen kwyt ten eeuwigen dage den voor-^ dienst, of vierhonderd oude fchilden sjaars, welken zy Hem volgens den zoen van Gildenburg fchuldig waren (0) : voorts nog , dat men der burgeren lyf, noch goed, zal bekommeren en bezetten tusfehen de Noede en Bodegraven, ten ware, dat zy tegen Hem misdeden , in welk geval zulks aan den perfoon, en niet aan zyn goed, gerecht zoude worden: als mede, dat een onderzaat van den Hertog, te Utrecht te recht bezet wordende, aldaar ook te recht zal liaan op die zelfde wyze, als zy, die in het Sticht gezeten zyn: dat men ook in Holland de goederen der burgeren van Utrecht niet zal fchatten, dan wanneer ene algemene fchatting geëischt werd, in (m) Mifris Cbarterb. III. D. bl. 766. en 767. 00 Het zelfde Boek, bl. 768. (0) Het zelfde Boek, bl. 306.  558 VADER LAND SCHE Ao. in welk geval zy met die van Holland gelyk 1402. zouden betalen; en dat men op die zelfde wyze in het Sticht zal handelen met de Hollanders: en, eindelyk, vernietigde de Hertog den zoen , door de üitfpraak van Hertog Eduard van Gelder gefloten (p) > en gaf den Brief van denzelven aan de Stad Utrecht te rug (5). Wyders deed de Hertog dezen Brief door den Graaf van Oostervant, en door de Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Delft, Middelburg, en Zierikzee, bevestigen en bezegelen (r). Die van Utrecht, zo grote beloften van den Hertog verkregen hebbende , befloten eindelyk , Hem te wil te zyn, en hunne magt by zyn leger te voegen. Heer fan Terwyl nu Hertog Albrecht met allen yver bezig was, om Verbonden te maken, geld CJiidlwa- °P te nemen > en zyn le§er te verzamelen, ter te ver-was Heer Jan van Arkel lange voor Hem gerasfen , reed, en begon den oorlog door een aan flag da-t,h??. op de Stad Oudewater, om dezelve, by vermis u 4' rasfing, in zyne magt te krygen, 't geen hem mislukte , dewyl zyne vrienden binnen die Stad hem niet helpen konden, naardien men ontdekt had , dat de poort van den Doelen, die in de Stads muur ftond,open was gebleven, waarom zy de Stad moesten ruimen, en, daar na gevangen zynde, op hunne belydenis van dit verraad, te Utrecht gerecht zyn 0). Hier (p) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 259. (a) Het zelfde Boek, bl. 767. (r) Het zelfde Boek , bl. 768. (j) Joann. de Beka by Matth. in Analeü. Tom, III. bl. 316.  CHRONYK. W. Hoofd. 559 Hier het hoofd geftoten hebbende, trok hy Ao na het Slot Giesjenburg, het welke hy vermeesterde; en daarna toog hy na Alblasfer- Verovert dam, het welke hy met enige andere Dorpen gg£ verbrande ; waarna hy zich weder op zyn ver*randt Slot te Gornichem begaf, om dat Mot en de AlhlasJer. Stad tegen de magt van Hertog Albrecht, die dam, en o^getrofken was ,°om het zelve te belegeren emge te verdedigen (0- Onze oude Schryvers zyn Mn dfen ten opzigte van den tyd der byzondere ge- Waard. beurtenisfen in dezen oorlog, zo verward, en tegenftrydig, dat men geen den minften ftaat op hen kan maken. Men kan deze verwardheid en ftrydigheid alleen wegnemen, door die gebeurtenisfen in orde te ichikken naar den tyd en plaatzen, in welken Hertog Albrecht en Graaf fVillem verbonden gemaakt, eelden tot voortzetting van dezen oorlog oplenomen,en ook aan fommigen voorrecntea ïegeven hebben; van al het welk de bewyzen Sevonden worden, zo in het Groot Charterboek der Graven van Holland, door den naarftigen Frans van Mieris verzameld en in het licht gegeven; als in dien uitmuntenden fchat van Charters welken de WelEdele Geftrenge Heer, Mr Daniël van Alphen, Griffier der Stad Ley den, bezit, die , naar zyne edelmoedige zucht ter bevordering der wetenfchappen , en, in hetbvzonder, der kennis van de gefchiedenisfen van ons lieve Vaderland, de zeiven aan ons wel heeft willen mededeelen , om daar van, ten algemenen nutte, alhier het nodige gebruik te maken. Her(t) Joannes de Beka by Matth. in AnakU. Torn, JII. bl. 317.  $6ö VADERLANDSCHE Ao. Hertog Albrecht had ondertusfchen zyn Ie-' 1402. ger, beftaande uit Henegouwers, Hollanders t Hertog Zeelanders, en Westfriezen , Edelen en Burdoet zin g6rS' £n °°k Uk SehuurdeKnechtenuit£wg die zy aan Hen te leen gaven, tot den enige oorlog tegen Jan van Arkel, tegen tien ten gelden te honderd; en voor welke rente Zy aan de Stad een' weder in handen fielden , het gene zy den Hertog jaarlyks fchuldig was van den Molen Ter Goes, tot dien tyd toe, dat Zy die geleende fomme zouden betaald hebben (w).. En ook Op den 9 van Hooimaand, geven Zy, in van Zie- net nejr v00r Gornichem zynde, aan de Stad heteie&erZieriliZee ene kwy"ng van zes duizend fchilvoorc'or-den, welken Zy van haar geleend hadden tenichem gen tien ten honderd, waar voor Zy zo velen zynde: van hunne inkomften in Dreifcbier verpanden, (74) Goudhoeven Chronyk van Bolland, D. I. bl.414; (v) Of, volgens fommigen, te Zevenhoven, 't welk echter min waarfchynlyk is. Zie Mieris Cbarterb. III. D. bl. 768. (u>) Mieris Cbarterb.D. III. bl. 769.  CHR ONYK. JF. Hoofdfl. 561 den, tot dien tyd, dat die geleende fomme Ao. door Hen zoude zyn voldaan (x). En, op UQ2- ^ den 4 van Herfstmaand, geeft Hertog y/Z-Ookbebreekt, terwyl Hy Gornichem beleegerde, aanlooJEHy» Heere Clais van Borfelen van Cortkene, en aan"°^.azyn. Heere Jan van Heenvliet van Cattendyke, de^s^e, belofte, dat Hy, ten allen tyde, als Hy ko penen te men zal te Middelburg, Zierikzee, en RWers-^^ wale, op hunne vermaning, en naar hun goed \urg Zie, vinden, de Schepenen dier Steden zal zetten,-a-zèe^n en verzetten; en dat Hy niemand tot Sche-Rampen zal zetten, dan dien zy noemen, en aan wale. Hem, naar gewoonte, in gefchrifte overge-.^ v,en. ven; met oyergifte, dat deze belofte zoudeden van geduuren tot Paasfchen eerftkomende, en nog ciais van twee jaren daar na, om dat zy Hem hieropBerfik» geleend hadden tien duizend oude Schilden 4Nog beloofde Hy daar. en boven aan die Hee-vlietm ien,,dat zulks ook, ten einde van die twee jarenzoude ftand houden, tot dat Hy de voorfchrevene, fomme vol uit zoude betaald hebben(y). Vervolgens, vinden wy, op den ^J^30 van Wynmaand, Hertog Albrecht in dtx\Haag,dam de daar Hy aan de Stad Rotterdam, in gevolgeBierbery, van de aan die Stad by zyne Voorvaders ver-;deSchooi, leende Handvesten, wedergeeft het begevenen0Sceh"yf. van de Oihcien van de Bierbery, Boden-am..ambach. bacht, Schry f-ambacht, het School en de Kofte- ten, en de ry:Koitery, te rug. Cx) Ms. uit den Perkamentenbrief'van de Stad Zie. 'rikzee , berustende onder den Heere Giiffier van Alphen. (jy) Ms. getrokken uit het Memoriale 13. I, ,4oi • 1404. Cas R. p. 1-. berustende onder den zeifden Heere. N n  5Ö2 VADERLANDSCHE Ao. ry: welke Gifte , op dat dezelve beftendig 1402. zyn mogte, vervolgens ook door Graaf Wil- • lem is bevestigd geworden, met belofte voor • • ' zich en zyne Nakomelingen, om die van Rotterdam daar in te houden en te ffcerken; by zynen openenBrieve, gegeven in dënHageop den 28. dier zelfde Wynmaand (2). Ook vinden wy naderhand den Hertog en Graaf Willem, in aüe de Charters, beftendig in den Haag. Uit welk alles ik dan meene ontegenzeglyk Het be- te blyken, dat het beleg van Gornichem niet leg van langer kan geduurd hebben , dan van het diem' begin van Wiedemaand tot in het begin van heeft ge-Wynmaand ; naardien het niet zeer waarduurd fchynlyk is; dat beiden, zo wel Hertog Alruim drie^w^:ai3 Graaf Willem, zich uit dat beleg, aiaanden.>t wejk ganfch njet voordeelig voor Hem ging, na den Haag zullen begeven hebben, en daar in ruft gebleven zyn; terwyl nog, hoven dit alles, en zyne Leenmannen, en de Burgers der Steden, niet verpligt waren, om den Hertog zulken langen tyd in het veld te dienen. Het zoude dan te vreezen geweest zyn, dat de Hertog, indien Hy had gewild het zelve beleg nog langer uitterekken, alsdan gene anderen, dan enige vry willige Edelen en de gehuurde Engcljche Knechten, by zich zoude hebben gehouden. Heer Jan Voor dit ondernomen beleg nu had Heer van Arkel jan van Arkel) wel voorziende, dat de Hertog ^c|eebf[n_deze zyne Stad en het Slot zoude belegeren, op (z) Beide deze Brieven worden gevonden by F. yj\N MitRH Cbarterb, Ili. D. bl. 770, en 771.  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 56*3 od datHy dus, naar zyne gedachten,een fpoe- Ao. die einde van den oorlog mogte maken, zich, 1408^ met zvneBondgenoten,binnen dezelveStadbe-nen Gor. se ven , om, met alle kracht en magt, de Stad, nkbem. !n inzonderheid het Slot, het welke het fterk-om het ™, 't geen beneden 8^JÏSduM £:nd'e,Tegit zelve rondon1 dezelve en het Slot neder, om dus aan de Belee. gerden allen toevoer van mond- en krygsbehoef-en en anderen byftand af te fnyden, en ook "tevens, zo veel Hem mogelyk ware, te beletten , dat iemand daar uit ontkwame Ook deed Hy, Rennende op de grootheid van zvn leger, de Stad, en, voornaamlyk, het Slot, hevig befchieten, en de Beleegerden door geduurige ftormen aanvallen, op » dat Hv hen dus mogte afmatten en tot een overgaaf dwingen, Maar Heer Jan van //r-siaat da S die zich tot ene kloekmoedige verdeedi-■ Jormea t ng had bereid, en ook van gefchut zeer wel & « doorzien was, floeg die ftormen met zodam-lukkige een mannenmoed en geweld af, dat een groot uitvalStal der Beftormers fneuvelde; waar by dan *n; waar ook zeer vele uitvallen, welken hy, van tyd nigeEde- tot tvd, ondernam, aan hem zeer wel geluk-lenge. tPtr zo dat hv, in eenen derzelven, de Zera-vangen ï« aanvallende, velen van hen verfloeg, enneemt. enigen gevangen kreeg; en onder dezen ce volgende edellieden; met naamen:J?fow van Borfclen; Fiom van den Abele; Claas Kervmcvan Rimerswaal, Heer van Lodyk; Ridders :Boudeivi en Floris van Borlclen, Gebroeders ;, Clais vanSwyeten; Willen van Keynts; imN n 2  564 VADERLANDSCHE Ao. Ups van Everingen; Jan den Eaftaard van Bor1402. felen; met nog negentig andere Gewapenden: en wederom, in enen anderen uitval op het Volk van den Graaf van Kleef, die, zo als wy hier boven (a~) gezien hebben, zich met den Hertog, ten nadeele van Heer Jan van Arkel, had verbonden, namen zy gevangen Jongheer Walraven van Brederode; Heer Gillis Schenk, Ridder ; Steven van Berenbroek; Jacob Scbikker; Piet er Potter ;en Huyge Poft. Doch, het viel evenwel niet altyd zoo gelukkig voor hem uit,* want, op den 24 van Wiedemaand, ook een uitval doende op het leger van de Henegouwers, werd hy, naa het verlies van velen van zyn Volk, tot aan de Die hy, Stadspoort te rugge gedreven (Z>). Somop hun migen van deze gevangene Heeren ; als: woord Walraven van Brederode ; Floris van Borfelen; ontilaat'^on'J van (kn-Abele ienClais van Swyeten ;werindien ' den, naa het geven van gyzelaars en het rede Her- gelen van hun randzoen, door Heer Jan van tog hen jtkel, op hun gegeven woord van eer van ^^[^Jweder te rug te zullen komen, voor den tyd geven, van één maand en dag, ontflagen; onder om we- voorwaarde, dat de Hertog aan hen vrygeder in de]eije wilde geven, om, in zyn land, hunne g?va"ge"vrienden te mogen bezoeken, en hen dan in nis tc o ■> keeren; de gevangenis te Gornicbem te laten wederWeIkedekeeren. Uit vrygeleide werd hen door HerHertog tog Albrecht, in den Haag, op den 18 van hen ver-Slachtmaand , voor den tyd van zes weeleent; ken gegeven , met vryheid , om dan we~ der (_a) Zie hier voren bladz. 545. {è~) JoANNi a Leidis Libr. XXXI. Cap. LXII.p. 322.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 565 der na Gornicbem te keeren, hun gegeven Ao. woord aan den Heer van ArJtel te houden, 1402. en hunne vrienden en magen, die in hunne plaats zich binnen Gornicbem begeven hadden, te bevryden (c) : gelyk Hy ook , naderhand, in tegenwoordigheid van Graaftijjook. Willem van Ooftervant, aan Heer riorts van hand, aan Borfelen op den 6 van Lentemaand m aenFlorisvan iare iacu , beloofde, om het randzoen, door Borfelen ïen Heer'™» Arkel van hem bedongen (te et beweten: 5824. Engelfebe nobelen) te zullen^en betalen, uit de eerfte bede, die Hem in Zee-te rug land zoude worden gegeven: waartoe Hy dan geeft, ook de Ambachten aanwees, uit welker bede men de voornoemde fomme aan Heer lHons van Borfelen moest voldoen (d). . Gedurende dit gemelde beleg, zond Graaf^ f Willem van üoflervant een deel knechten nadoet de Heerlykheid Scbounerwoerd, die dezelve teSchooner. vaat en te zwaard verwoefteden, en de be-WOerd roofde ingezetenen gevangen in het legerverwoesDragten; op dat dus de Heer varlArkeloptalie mogelyke wyzen, mogte worden befchadisd, en vernederd (e). Wanneer, eindelyk Hertog ^«**H«tog geen kans zag, om het beleg van Gorm-^recbt ihem, met enige hoop van verovering, lan-hetbeleg jrer uit te houden, en verder voort te zet-vsn Cw- 0 ten ^nichem op. (ATAs. getrokken uit het Memoriale B. I.1401-— uo4 CasR p. 2i.Verfajberuftende onder den Heer ^^MTuifhTzelfde, p. co. Verfa en 6u beru, en enigen gevangen genomen. Maar, deze kleine overwinning werd den Heer van Arkel wel betaald , naardien zeven dagen laDie van ter die van Rotterdam en Schiedam in het Land fwfei'i van Arkel vielen, en alles, wat nog na het Scbiedlmbe5e§ was baande gebleven, verwoesteden ,verwoes-en vernielden; 't welk door hen verricht zyntenhet de, zyn zy, beladen met den groten door vanhen geroofden buit, behouden naar hunne Steden te rug gekeerd. In dit zelfde jaar verzamelde Graaf Willem ene aanzienlyke magt uit Haarlem, en Kcnnemerland; uit Ley- den  CHRONY K. W. Hoofdft. 5^7 den en Rhynland;.mt Jmfierdam, Waterland Ao. en Goiland) en zond dezelve, onder het ge- 140*bied van Heer Hendrik van IVasfenaar, Burggraaf van Leyden, naar het Land van Arkel, met laft, om alle die landen te verwoeften, en het daar ontrent gelegen kleine Meedje en Kafteel Hagefiein, 't welk, nu ruim veertig jaren geleden , door Heer Otto van Arkel ma hoge rouuren en torens bevestigd en met een dlepe graft omfingeld was (ƒ), by verrasfing, te bemagtigen; of, indien hem zulks mislukte, alsdan hetzelve, ten mmften, te belegeren; gelyk dit beleg dan ook door ^Hendrik R niet zyn ondernorige-j- Manfchap werd ondernomen en enigen ty^egert uitgehouden;wanneer zy het Huis 0£kaiteel,rtog^ein. door hun geweldig fchieten, trachteden geheel en al te vernielen; waar naa zy eindeIvk toen hen dit hun voorneemen niet volkomen gelukte, de Voorftad, als mede den Molen, verbrand hebbende, weder zyn afgetrokken, naa dat zy een groten buit, door het rooven en plunderen, hadden gemaakt, en welken ryken buit van zeer vele gerooide beeften en andere goederen zy met zich'wegvoerden. Doch ook Heer Jan van Arkel zet-De= Heer te zulks aan den Hertog wederom duur be-™y£ taald • dewy 1 hy, gansch onverwacht, met zyn brandt Volk voor Nieupoort gekomen zynde, dezelve Stad innam en verbrande (g). Hiermede nup«r*. v fchynt m T F. Cortgeen, Sticbts Chronykjen. VA joANN. a Leidis Libr. XXXI C.p. LXI.?■, 3,«. joiti. de Beka by Matthsus in Aiaaleft. Tom. V. bl. 317. enz. * Nu 4  56"8 VADERLANDSCHÈ Ao. fchynt deze veldtocht, aan de beidt- zyden, een J402. einde genomen te hebben: immers men vindt deswegens by de Gefchiedfchryvers van dien tyd verder niets aangetekend, fchoon de oorlog geduurd heeft tot den u van Slachtmaand van het volgende jaar gelyk Wy zulks in het vervolg nog nader zullen zien. Hertos °P den 14 van Wynmaand, werd LutjeAlbrecbt broek met Grootebroek, door een Gunstbrief le\SCLut-Vm Hert,°S /]lbrecht, gegeven in den Hoge, jebroek vereenigd , om te famen één Poortrecht, of met Groo- Stede-vryheid, te hebben; waar by de Hertog tebroek: beval , dat die van Lutjebroek voortaan die zelfde Voorrechten zouden genieten met de Stede Broek, in wier Rechtbank zy, van de tien rykften uit hunne gemeenfchap , één Schepen zouden zetten, en denzelven alle jaar veranderen of vernieuwen .- terwyl Hy daarby tevens vaft ftelde, dat hier door de vryheid van Broek gelangd zoude zyn Weftwaard tot aan den Ban van Hoogkarfpel; Zuidwaard van den Heirftraat vyftig roeden ; Noord waard tot de huizen, die daar toen {tonden, en nog vyftig roeden daar buiten: en hen daarenboven nog al verder kwytfchold één riem, welken zy, tot op dien dag, gehad hadden met Wejlwoude en Oofierblokker (?) Staat een Men had nu nog de gewoonte, om befchulKampge- digingen, daar de getuigen en bewyzen van de toe, mis- (*) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. I4oi — 1404. tas R, p 48. „«fa; berustende onder den Heer Griffier van Alphen. (O Mieris Cbanerb. III, D. bl. 770.  C H U O N Y K. IV. Hoofdll. 56) misdaad ontbraken, door een Kampgevecht te Ao beflisfenO)- In gevolge hier van, daagde, op 1402-. dena-5vanWynmaand,3pflnCoppcBZofl»toteen om de Kamo 7acob Willemszoon van der Beetje, om dat waarhy voPoiaf,zynemoeder f^f^^. ^ gekwetft te hebben ten dood toe, in de te engr lenwoordigheid van den Raad des Hertogs, befchul. om dit waar te maken op zyn lyf; waar te- digingte w gen bewyzen: fFï In dezen tyd was die gewoonte, hier te Lande, niet meer zo algemeen, dan wel in vroegere dagen, afgezien, reeds in de twaalfde en volgende Eeuwen, verfcheide Landfchappen en Steden, bemerkende de onmenfchlyke wreedheid, fchandelyke roekeloosheid, enTet grote onrecht, dat 'er in dit Kamprecht geleien was, zo dat niemand zyns lyfs langer zeker ware dan het enen wreveligenWaaghals,enkvyaadaarugen Aanklager of Befchuldiger getufte; zich tegen deze onredelykheden en geweldenaryen, door Handveften enVoorrechtsbrieven van de Graaven en Heeren dezer Landen, hebben beginnen te voorzien; gelyk dit in 't breede wordt aangetekend, en met bewyzen, z0 uit 's Lands Jaarboeken,als uit de bygebrachte Handveften, Privilegiën, en Oude Keuren der Landfchapnen ,en der Oudfte Steden vmHolland en Zeeland, meeft allen behelzende een Verbod, om enige Ingezetenen en Poorteren van die Landen en Steden, ten welker voordeel deze Voorrechtsbrieven gegeven waren, ten Kampe te mogen dagen; ten klaarften geftaafd door den naarftigen Oudheids Onderzoeker Kornelis vANALKEMAOEin zyne Verhandeling vmt Kamprest ; Hoofdd. XL. bl. 189. 2°3-en Hoofdd. LXX. u,s «q. Zie ook de Bejchryvmg der Stad, Delft, gedr.te Delft 1729. Hoofdft. XII. bl. 582. —s88 en kortelyk de zeergeleerde Heeren Balth. Huïdecoper,»to/ Boek VI. vs. 500. en volg r en P. A. van de Wall in zyne Jantekeningen op de Handvejten&c der Stad Dordrecht; bl. 28. Nn 5  570 VADERLANDSCHE Ao. Sen Ja.cob inbragt, dat hy zulks verantwoor-. 1402. den wilde , en waar maken op Jam lyf, • dat hy daar aan geheel onfchuldig was: Dit beloofden zy beiden te volbrengen op hun lyf en goed aan handen van Philips van Dorp, Thefaurier, ten behoeve van den Hertog ;'c Borgen geen Philips dan ook, ten dien dage, vanwevoorde gen den Hertog, aannam. Dat nu.Jan Coppen ?fSé zom zulks houden zal> daar voor hebben gekamp- loofd °P hun lyf en goed,den zei ven Jan te vrevechters de te brengen, levende, ziek, of dood, op gefteid zulken tyd, als de Hertog daartoe bepalen zal; zvnde>' te weten : Claas Jan Mattbyszom; Jan Claas zoon, zyn zoon; Jan Dirkszoon Mol; Claas Jans zoon; Heyn Pieters zoon te Broek; Jacob Gael; Jan Pieter Kallyns zoon; Matthys Harman Giclken zoon Mul; Heergen Dirks zoon • en Jan den Bakker: en hebben desgelyks'geloofd te vrede te brengen, levende, of dood, Jacob Willemszoon voorfchreven, Claas Hermans zoon; Claas Moenen zoon; Hans Bruyn; Lambrecbt Pieter Claas zoon; Melis Boudyns zoon; Pieter Ludiks zoon; Jacob Grotinks zoon; Wordt en Outger Matthys zoon. Dit dus onderling door den beloofd zynde, werd, des anderen daags, Hertog zynde Donderdags den 26. van die zelfde foThe? maand' dezen Kampvechteren, van wegen Kampge-den Hertog, een dag befcheiden, om te vecht be vechten van dien dag over zes weeken, zo paaid. dat zy op Dingsdag te voren, des avonds, in den Haag zouden moeten zyn, om zich op Woensdag te bereiden tot vechten op Donderdag, gewapend met een harnafch naar genoegen , met glavien, zwaarden, en daggen van gelyke langte, zonder pennen, haa- ken,  C H R O N Y K. IV. Hoofdlt. 5?» STA ^£ atarln; en zonder enig herder arg of lift daar in te vinden; met ve der bevel, dat deze Kampvechters zullen te vrede komen, ten dien dage voormiddag, "nV^ Hertog Albrecht aan Wouter van MateneJJeen ^ Gcohn van den Poel, wien Hy te voren («)opde be. reeds de bewaring der Stad Staveren voor_een waring Wnrren tvd. had aanbetrouwd ; dezen hun- van #a. nefdienft verlangd , en hen bevolen , om—' a s zyne Capitainen die Stad te bewaaren tot ï Hertogs eer en oirbaar; met bevel, dat niemand aldaar enen anderen perfoon tot zyne befcherming zal mogen aanneemen of nuuren, dan met bewilliging van deze zyne CtofhL4B)Hertog^, ten dage ? Heer Philips van Dorp , zynen The-gJ^* Wier verlyt en beleend met het zand ,pbilips nik en'aanworp, genaamd Duvenoorüc , leg-van Dorp gtde, naa" Sd van den daarvan « WJjJj. ven Leenbrief, dat diep van Dmvenotrde Otst^e. ef, Scelvliet Zuyt of, Cats Xotrtbevelandt, '( Worighefant West of; ende 't Lant van Scou^ mms getrokken uit het MemorialeB. I. I4°i —— 1404. Caf R. p. 18 verfa en ,o.beruItende onder den Heeiê Griffier van Alphen. dn\ Zie hier boven Bladz. 552. (,A Ms. getrokken uit het Memortale B.I. MOI — ,404. Cm R. P- 19. onder denHeere Griffier van Alfhsn beruftende.  572 VADERLANDSCHE Ao. den Noirt of; met die voorwaarde, dat, in1402. dien deze zynen Thefaurier van Dorp aflyvig ' wierde zonder wettige geboorte natelaten, het zelve Leen dan zoude komen op Gosswyn van den Poel (0), Zoon vaa den Zuster van hem van Dorp (p). frïlm °P den 29 van d*e ze'^de Wynmaand, is verlyT ^eer Z^der > Heer van Montfoort , door den IïeerGraaf Willem van Oostervant, verlyt en bevan/k/o?.v-leend met het Huis en de aanhoorige Landen f°1rt met van Linfchoten (q). te'". °P den 7 van Slachtmaand, heeft Hertog Herto* -dlbrecht het gebied en de vryheden der Stad Albrecht Edam, by ene byzondere Handvest, uitgebreid vergroot en vergroot; en daar by verftaan , dat die de vry. van Oorgaat zullen zyn Poorters met die van £ jd VM Edam> en dat zv te faamen in alles een ge' am' ]yk recht moeten genieten (r). to" geeft °P den 14 van die zelfde Maand, gaf aan Mun-Hertog Albrecht aan die van Munnikendam, vikendamom dat zy Hem en zyne Voorvaderen vele 5eth grote dienften hadden beweezen ; en, inzonen het derheid, Hem in den oorlog tegen OoflvriesSchryf- land bygeftaan, en andere onkoften voor Hem ambacht:gedaan; het School en het Schryf-ambacht bin- (0) Waarfchynlyk is deze Goeswyn dezelfde, die in den hier voor geroerden Brief wordt genaamd Goifen van den Poel. fj>) Ms. getrokken uit het Perkamcnte Register van Hertog Albrecht, 1401 1404. Cas E. pag. 12. beruftende onder den Heer Griffier van Alphen. Dit werd eerst bedykt in 't Jaar i36o.,blykens de uitfpraak van dezen Hertog van den 16 van Lentemaand 1300., by Miebis Qbarterb. III. D. bl. 119. (« *»)• Dood-la- Ook geeft Hy, op den ro dier Maand, gen in a3n j)hk Potter, zynen Secretaris, ene Hoftoibe- ^ec'e' ge'egen iö het Noordeinde van den gaan: " &age °P de mcI: vryheid, om Straaten Geeft aan en Bruggen over dezelve Beek te maken; en Dirk Pot- verders daar mede te handelen, als men met ter, zyn vry eigen goed gewoon is te doen, zonder Sccreta- jemands tegenzeggen (v). HoffteTe, NoS Seeft Hv' °P den eerften dag van gelegen ' Wintermaand, aan Heer Hcnrik van Naaldin den wyk het Land, gelegen tusfehen üofivoorn en °,p,de Stryp , 't welk dikmaals was ingebroken, 'en door wylen Heer Willem van Naaldwyk j£*™en .bedykt geworden, om het zelve te bezitten rit van als vry eigen goed , behoudende alleen de Naald- Hertog voor zich zyne Graaflyke Tienden, *»yt enigvan het geen daar op zal wasfen(w). lïeS £ Verder begiftigt Hy, op den 3 dier zelfde fchen Maand, den Armen by Hemden, die gezeten Ooftvoornzyn in het Godshuis, genaamd den Tempel op en de oude Maas, gedicht door zyn Neef Heer Str& '• Wil- Ms. getrokken uit het Memoriale B I. 1401 — 1404. Cas R. pag. 22. onder den Heer Griffier van Alphiin beruttende. {%>) Ms. getrokken uit het Perkamente Register van Hertog Albrecht, 1401 I4°4- Cas E. pag. 13. verfa, en pag. 14. onder den zelfden Heer barultende. (w) Ms.getrokken uit dat zelfde Register, pag, 14. verfa; mede onder den zelfden Heer beruftende.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 575 Willem van Kronenburg, met zekere Jaarlyk- Ao. fche renten, aan het zelve Godshuis ten *4|* inwiaen dage, op St. Jansdag te midzomer,tly begifSr faar fe betalen doof zynen Rentmeefter van den Lande van Heusden (x). huis > jc„ Ook bewilligt Hy, op den 9 dezer Maand, Tempel, ;n het (lichten van ene Capelrie ter ere vanby Heus. ^Woode Kerk te verzoek van HMlegond, dochter van Meefter Jyk(J)ie Claas van der Stegbe M. ■ ZcKnX0i Op den ai. van die zelfde Maand , gaiEnbewiL. Hertoe Albrecht aan Scbellinckhout het Poort- Hgl in da of Stede-recht , en vergunde aan desze^Sjic ung Ingezetenen, ten eeuwigen dage, de volgen-peirje jn de Vryheden: - ~ n , , deüuds I Dat de paaien en Ban dier Stad zal zyn Kerk te Van' het Kerkhof, zo als het toen was, Noord- Delft: waard denGemenen Weg langs tot aan den-ook geeft Blokdyk, en aan beide de zy den vyftig Roeden, Hy« of Maaten 5 Zuidwaard tot aan den ouden Zyd- nnkbout dyk en daarbuiten, en aan beide de zyden vyttighetPoort. Roeden- en Wetlwaard tot aan den Me et- recht, en ^gbsborneen daar buiten, en aan de beidenogenigo zyden vyftig Roeden. VryUe. II. Dat de Schout ,van wegenden Hertog , den. alle jaren . opNieuwejaars dag, zal kiezen en eeden , uit twee en dertig van de Rykften, die bet hoogfte gefchot liaan, zeven Schepenen voor één jaar; en dat hy, indien/er één dier Schepenen uitlandig , of aflyvig ) werd, 1 (x-\ Ms. getrokken uit het Perkamente Reghter, van Hertog Albrecht 1401 1404- Cas E. pag. 15. veria; beruftende onder den Heer Griffier van AlphfJT. (y) D. van Bleiswïk, Befcbryving der Suad Delft ; bl. 159.  5/6" VADERLANDSCHE Ao. werd , enen anderen zal kiezen in zyne _*4Q2. plaats, om dat jaar Schepen te wezen. III. Dat de Stad alle Donderdagen een Weekmarkt zal hebben; en nog een vrye Jaarmarkt, ingaande acht dagen voor den twaalfden van Wiedemaand, en uitgaande acht dagen na dien twaalfden behoudens den Hertog zyne tollen. IV. Dat elk Poorter en Gaft zal betalen na zulk pajement, als de Hertog en zyne Nakomelingen zullen zetten. V. Dat de Poorters, gedurende de eerfte tien jaren, zullen betalen van elk morgen lands , dat zy bezaajen , of bezaajen zullen , voor de Tienden écnen Wilhelmus Hollandfchen gulden. VI. Dat de Poorters zullen hebben alle zodanige Handveften en Vryheden, als de Stad Medenbliky voor dezen tyd, van den Grave verkregen had; behoudens der Hertoginne Margareta van Cleef zulke lyftochten en duwarien, gedurende haar leven, als de Hertog aan deze zyneGemalinne gegeven had (2). DeMagi- Dit zelfde jaar levert ons een fpreekend bei"^«anWyS der oordeeJkund>ge wysheid, fchrandere maakt een voorziëciëheid ' en getrouwe waakzaamheid Keure te-van de toenmaalige Magiftraat der Stad Leygen het den, voor het welzyn van hare Stad en BurgevankGenry'en h°e zv'van oudsher, altyd is bedacht krompe" geweeft,om de achting en het aanzien van de Lakenen.i° die Stad toen reeds bloeiende Lakenredery, welke in volgende dagen nog merkelyk is (z) Mieris Cbarterb. III. D. bl. 778.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfi. S?7 is toegenomen; doch in deze onze dagen helaas! Ao. tot een zo groot,en nog mtêr en meêrdage- 1402-, lyks toeneemend , verval (deels, door de te grote inhaligheid van verfcheideLakenreders; die, ommeerder winften te doen, de Lakenen van geringer deugd hebben gemaakt, en daardoor den weg gebaand, dat deze fchoone Neering dus verre is verloopen; en deels, door de te weinige zorg der Magiftraat, die zich thans het welzyn dier anderzins zo nutte Neeringe luttel fchynt te bekreunen) geraakt, dat men dezelve,als byna tot niet geloopen, moet aanmerken; by de Buitenlanderen, die meest alle in die dagen gewoon waren zich van Leydfche Lakenen te bedienen, te bewaaren,naaraien zy als toen te wel bezefte, dat hier aan de welvaart der Stad, en dus ook -de rykdom der Ingezetenen, grotelyks gelegen was, en dit een en ander, genoegzaam alleen,daar van afhingen: want, men vindt als nog ene Keure, door de Heeren Schout en Schepenen van die Stad gemaakt in dezen tyd, uitwyzens het Jaartal van 1402. daar by gefteld, ichoon men den dag, waarop zy werd beraamd, by dezelve niet heeft gevoegd, 't geen in dien ouden tyd, nu en dan, wel meêrmaaien is verzuimd geworden. Deze Keure is te aanmerkelyk,dan dat wy dezelve hier niet woordelyk zouden inlasfchen, waartoe ons de gunftige toeftemming van den méérmaals gemelden Heer Griffier van Alphen , aan wiens mededeeling wy dezelve zyn verpligt,in ftaat heeft gefteld. Deze Keure nu, behelzende een Verbodt van eenige gekrompe Laakenen buyten O o het  578 VADERLANDSCHE Ao. l}et gebiedt van den Grave van Hollant te ver1402. co-pen; is van dezen woordelyken inhoud : Scout ende achte SctFENEN der Stede „ van L[-yden doen cond allen luden, dat „ wi, bi rade der ghemeinre Vroefcip , ten oirbair dezer Stede ende ter vorderinghe „ der gueder Draperie die deur die ghenaden „ Goios bi goeden gheordineerden cueren „ langhen tijt gheftaen heeft, eendrachtelic „ ghecuert hebben,datte nieraent die binnen „ Leyden woent en mach ghecrompen La„ ken buten ons Hen n palen vercopen fi en hebben hoir volle lode nae hoiren toebe„ horen nae inhout der Cuer. Ende alle La- ken die fi buten vercopen dair fullen fi „ die enden dair der Stede zeghel an is dat laetfle of bi hem hebben om te weten „ dattie Lakene ghezeghelt fijn. Wair ye- ment die hier en bouen dede ende ment mit twien wittachtighen tughen betughen „ mocht die verbuerde III. Ü. van elcken ftuc. Wair oec dat fake dattie Rechter „ an yement twiuelde dair hi die wairheit niet of vernemen en mocht die mach Hi s, anfpreken vp finen eet. Ilt dat hi dair „ voir zweert, fue is hi qwijc. mer wil hi 3> niet zweren, foe is hi vanden voirfcreuen „ boeten verwonnen. Scriptvm anno JJomi- ni m' cccc* feevndo." (0). On- (ti) Getrokken uit een Ms. Pririlegieboek der Stad Leydspo B. fol 248. van den Heer Griffier vaivAi.phen; in welk Boek nog verfcheide andere, hier toe betrekking hebbende, Keuren, Reglementen, Ordres en Bevelen , zo van vroegere als van lagere dagtekening dan deze hier bygebragte Keure , gevonden worden ; uit  C H R O N Y K. IV. Hoofdd. 579 Ontrent dezen tyd werd 'er een Saamen- Aokomst beraamd te houden te Kleef, tusfchen de welke allen de aandachtige zorg, door de Leydfcbe Magiltraat in vorige dagen , tot behoud en aankweeking dezer voortreffelyke en andere zeer nuttige en voordeelige Weeringen en Handteeringen, ten duidelykften, ter vermeerdering van haren welverdienden lof, doordraait. Nog kan men des wegens meerder andere bewyzen opfaamelen uit de Handvesten , Privilegiën, enz. der Stad T fvdfn uiteeeeeven door F. van Mieris ; fol. 363. . \jl ook fof. 373- 38o. welke Heer van Mieris, in zyne Befcbryving der Stad Lcyden, fol. 461. inseelvks kortelyk aantekent, hoe de Lakenneering bmuen de Stad Leyden,met oplettendheid en voorfpoed, reeds van zeer vroege tyden af, is gepleegd en alle mogelyke zorg voor de welvaart van dien handel gedragen; terwyl ook hier van een allezins voldoende bewys verftrekt het Oude Keurboek der Stad Leyden, beraamd en vastgefteld in den lare 1406., welks geheele Zevende Capittel bevat LXU. Keuren , alleenlyk handelende van de Draperie; Folres; Laken te vercopen; en verder ontrent alles, wat tot de Lakenneeringe behoort, naaukeuriee toeverzigt neemende en daar op behoorlyke ordres, met benalinge der boeten , penen en ftraffen, Hellende. Men zie wy^ers, zo over deze allezins voordeelige Neermg der Draperie, als over andere binnen Leyden geoefende habtieken , den Burgemeefter J. Orlers in zyne Befchryving der Stad Leyden ; D. I. Hoofdft. XI. bl. 241. —— 261. alwaar Hy mede de oudheid en waardigheid der Leydfcbe Lakenen met voorbeelden uit de oude Gefchiedenisfen ttaaft: terwyl ook de gemelde Heer van Mieris,in zyne voorgeroerdefl«/cèryw«S,over de verfcheide in de Stad Leyden bereid wordende Stoften,en over de [lallen, tot derzelver bereiding, onderzoek, en wat meerder verëifcht mag worden, nodig, ia 't breede handelt D. II. Hoofdft. XXVII. fol. 456 467- Waar- by men nog moge voegen , het geen wy over het thans méér en meêr in de Stad Leyden toeneemend verval dezer fchoone Draperie gezegd hebben in onze Aantekeningen hier voren op bladz. 501. not. (/>)■ Oo a  580 VADERLANDSCHE Ao. de Afgevaardigden van den Keizer en Koning 140a. der Romeinen, Rupertus, of anders gezegd Rob- wordt door den hier voren méérmaals eemeldsn Leydf.n's Griffier Mr. DANiè'r. van Alphen , in zyn Byvoegzel op de aangehaalde Befcbryving der Stad Leyden van den HeereF. vak Mieris, met allen recht geroemd de trouwe iever, waarmede, in vroegere dagen, de Regeering van die Stad was bezield, om de Neeringen en Handel aldaar getradiglyk in bloei te doen toeneemen, en ook daarom het opzigt over enige Neeringen genen anderen, dan die goede kunde der zeiven hadden , aan te bevelen en toe te vertrouwen, alzo zy begreep, dat het aanzien en welvaart dier Stad voornaamlyk daar in bolronden: zo als dezelve ook nog, tot op den huidigen dag, alleenlyk daar in geleegen zyn ren re gelyk beklaagd de zeer groote en zigtbaare vermindering van alle de Neeringen, Handteeringen en Manufacturen , welke die Stad eertyds tot een zeer groot aanzien en magt, als ééne der eerfteSteden dezer Republiek,heeft verheeven; daar deze hare eer, luider en vermogens thans merkelyk zyn afgenomen, en nogdagelyks op eene zeer doorfteekende wyze meêr en meêr afneeraen : waarom deze Heer ook aldaar allen, wien de zorg der be. vordering van het welzyn dier Stad is toevertrouwd, en de handhaaving van haren luilteren vermogens enigzins ter harte gaat, op het ernftigfte vermaant, en met Herken aandrang en klem van redenen tevens aanfpoort, om, drukkende de voetllappen hunner wyze, voorzigtige en loflyke Voorvaderen, met vereende zinnen en krachten, zich op allerleije wyzen te benaarftigen, opdat dus dit reeds daar zynde groot verval dier Neeringen en Fabrieken wederom opgebeurd, en daardoor die Stad in haren vorigen bloei herfteld, mogen worden; en zulks wel eer het te fpadu is r welk tydfrip raogelyk, binnen een zeer korten omtrek van weinige jaaren , indien dit verval aldus dagelyks toeneemt, zo als men zigtbaarlyk bemerkt , wel daar zal zyn ; wanneer alle middelen tot herltel vruchteloos zullen worden bevonden. Men leeze wat des aangaande welgemelde Heer Griffier van Alphen, ter gezegder plaatfe op bladz. 26.* » 29.*, aanteekent.  C H R O N Y K. W.Hoofdjl. 581 Robbert van Beijeren, en van die van Hertog Aa derling een Verdrag aan te gaan1, om de» He- —; tos van Gelder den oorlog aan te doen , en al komstder daar tevens vast te ftellen den voet, op welken, Gezanten Q , . .„ Ufrtnp en Graaf, als de Kei-van den zo de gemelde Hertog en 01 * ' . Roomcb Z:r,elkander,en aanvallender en R der wyze, zouden te hulp komen (è); doch,denHer. ;k^rdVdoTdgveaenSrtog Wfm van Gelder^ JnGulik die op den 16 van Sprokkelmaand d<< il i Monlckhuyfen in 't Kloofter der Carthuy- %s by zyne Gemalinne , in gevolge v« J_iL. 140,. heeft Hertog Albrecht aan Heer B«^- ft het L\» Rid^r, tot een recht erheen ge Gerecht Teven het Gerecht van PVyk, gelegen in den™ W fande 'an^danig als het zelve*^ Gerecht by vorige brieven van de Hertogin - ^ aan r^e van Brabant aan hem Heer Boudewyn Kuyst Boude. «niedra^en geworden, met bevel aan den wyn eÏ DrSfaard van den Lande van fiïSen.om den zeiven als zodanig te erkennen,en hem in al, wat nodig is, de behulp- J,Y m 174 & 175- Anderen ftellen.dat zyn dood V deï . Q dier Maand is voorgevallen. Ms HandeePst Chrö^yk van M. van Hoovn, onder den Heerc Griffier vak Alphen berustende. v) O J  58ï VADERLANDSCHE Ao. zarae hand te bieden :• en zulks ter zake van i H°3- de getrouwe dienften, welke hy den Hertog, zo in den oorlog tegen Ooflfriesland , als in andere gevallen, had bewezen [d) Mee/Ier Wanneer dezer dagen Paus Bonifacius de IX, Eilaerd zyn gezag in Duitschland en andere Landen Schone. door den invloed van den Roomfchen Keizer wordt en andere Duitfche Vorften , boven zynen door den Heftryder Benedictus den XIII. , welken de Paus ge- Koning van t'rankryk voor Paus erkende en zenden na ais zodanig in de Landen , onder zyn gebied dcrlan- behoorende, trachtte op alle mogelyke wyze den, om te handhaaven; gevestigd zag, magtigde Hy onder- door ene Pauslyke liulle Mee/Ier Eilaerd Schozoek te nevejd t van de Orde der Predikheeren en •t°ged°aPgMeefterin de Godgeleerdheid, om te reizen der Gee-door- alle de Landen van het Duitfche Ryk, ftelyken en ook zonderling door deze Nederlanden ' enKloo- ten einde aldaar onderzoek te deen op den gen "" toefland der Kerke » de zeden en gehoor' zaamheid der Geeftelyken; en het gedrag der Kloofterlingen: en verder re waaken te^en het invoeren van alle zodanige gevoelens welken tegen de by den Roomfchen Zetel vastgeftelde Leere enigzins mogten irryden; op die wyze de goi'de Gemeente , dewelke, immers voor verre het grootfte gedeelte zo wel Aanzienlyken, als Gërihgen, in die dagen, door ene diepe onkunde, allezins blindeiing geloofde,'t geen aan haar door de Monniken Prieliers en andere Geeftelyke Heeren, meestal O?) Ms. uit het Perhamente- Register Hertog Al. breebt. 1401 1404 Cas E. pag. 47. berustende onder den Heeie Griffier van Alphen.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 583 al niet meerder ervaren dan de onkundige Ge- Ao. meente zelve, werd voorgepraat; van naare \W_ gehoorzame onderwerping aan dien , over het goed en gemoed der Menfchen, en dus over der zeiven tydelyk en eeuwig welzyn , meteen onbepaald gebied heerfchenden,btoei aftrekken; en aizo het aangematigd onwettig Paustyk gezag verkleinen Op dat nu dezen Paw/yteOnderzoeker geen tegenwind, immers hier te Lande, mogte ontmoeten , zo heelt Hertog Albrecht, by zynen Open Brief van den 7 dezer zelfde Maand, zich thans,niet minder dan zyne onderdanen , verphgt willende tonen , om dit Geeftelyk gebied van den Roomfcben Paus te erkennen, bri deszelfs oefening in zyne Landen toe te laten, en te gedoogen; denzelven Inquifiteur of Onderzoeker, en alle zodanige Perlbnen, welken deze daar toe zal magiigen, gelasten, en tot zyne Medehelperen aanneemen; genomen in zyne byzondereEn door befchermin&;allendenzelvennietalleentoege-H^ ftaan , om zodanigen onderzoek , ais &em.nzyne door en van wegen den Roomfchen Paus wasbefcheropgedraeen , te doen ; maar zelfs om dieming gegenen , "welken zy mogten fchuldig vindenjjjwj. aan ongehoorzaamheid jegens de Pauslyke gmüing bevelen, of aan enige zo genaamde afwykingvan aUe van de door Pauslyk gezag vastgeftelde Lee-zodanige re; als mede , alle zodanigen, die dezenvryheden, ongehoorzaamen, en afwykeiingen, zoudenenigzins byftaan, helpen , of verbergenj wanneer hen mogte zulks door wettige getuigen werd aangekon-bsgeereo. digdjin hechtenis te neemen eom de gevangenis te (tellen ; en verder naar goeddunken te ftraffenj en ook allen zynen Baenndzen O o 4 R*d'  SU VADERLANDSC HE Ao. Ridderen , Kniptn. BaiHtnocn, Scouten, Bur1403. gemeeflertn, Seepentn, Rcchteren, ende Amptluden, ende voirt alien Prelaten , Priefierfcap, ende antUttn zyne gbtmencn Inden overal in zynen Lande geftten, binnen Steden , ende dair baten , bevolen, om dienselven Pauslyken Onderzoeker en zyne Gemagtigden in alles de behulpzaame hand te bieden,en zulks wel op de nadruklykfte wyze in deze woorden: Ombieden, ende bevelen, ende ghebieden u allen ende eiken bi/onder op onfe hulde, ende alles des gbi jegeti ons verbueren moecht, dat gbi Meefter Eylaert, of finen Stedehouders voirfz duftanighe lude ritflelic laet onderfoken , ende corrigieren, ende bim ghchulpich vorderlic ende bijtandich dair in fijt, ende oic die vanghenuje, ende Jlocke in uwen bedrive bim daer toe opent , ende doet om die misdadige lude zeker dair in te wefen, tot alre tijt ah ghi dez van hun verfocht fult worden , ende voirt himluden mit horen Mieneren ende have bejehermet, ende gheleide doet van onfer wegen jegen enen ygbeliken die bim deren wilde, want wyze in onfe gheleide ende Aanmer- bejehermenifje ghenomen hebben (e). Men mag king over zich te recht grotelyks verwonderen over dit zon- dezen Brief van Hertog Albrecht, die, fchoon derling pjy } tot voeding zyner heerfchzucht , de vaneen Geeftelyken, wanneer Hy hunne hulp tot Hertog, zyne verheffing en vermeerdering van zyn gezag nodig had, zeer wel (naar de gewone wyze der Vorften) wist te vleijen, zo als wy (e) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. 1401 ■ 1404. Cas R. pag. 54. verfa & pag. 55. berustende onder den Heer Griffier van Alphen.  C II R O N Y K. W Hoofdji. 585 w„ Wem' f) reeds meêr, dan eens, hebben Ao. Sien ecnfer ook wel anderzins der Geeftelyken rechtsgebied, op ene zeer ernftige wyze,nu en dan had binnen behoorlyke palen gebragt.en tevens zorg gedngen,dat deGeefteWkheid haar gezag niet te verre mogte uitftrekken; gelyk wv mede hier boven (g) hebben aangetoond: tpj zv men oordeele, dat de Hertog dit Paushk onderzoek, met zo grote vryheid, wel heeft willen begunftigen, en het zelve den Pauslyken Afgezant, en zyne Gemagtigden op deze zonderlinge wyze toelaten , voor deze éénereize, uit enebyzondereftaatkunde, om daardoor den Roomfchen Keizer, met wien Hv gelyk wv zo even (o) zagen, in ene zeer naauwe vriendfchap was, en wiens geneegenheid Hy voor zich en de zynen gaarne wilde behouden; en die (zo als ter loops (i) gezegd isj dezen Paus Bonifacius tegen zynen Mededinger befchermde, aangezien deze Paus met alleen de verkiezing van dezen Keizer, zonder den minften tegenftand , terftond had goedgekeurd,- maar ook zelfs werd verdacht lehouden , van aanleiding gegeeven te hebben tot het afzetten van zynen Voorzaat, den KdzetfyenceJIausQOiie believen -.terwyl Hy, m Zie nopens zodanige gedragingen des Hertog! hier voren op bladz. 410. en dders> meerder andere V°SeZideenhier voren bladz. 260. & jtf* & bladz. 52(i)&Zie2hier voren biadz. 579- en volg. m Zie hier voren bladz. 582. . (k) Flav. Blondus Libr. X. Decad XI. Theod. de mem de Schifm. Libr. II. Cap. XXVIII. O o 5  586 VADERL ANDSCHE Ao. Hy, die der korist van veinzen,ene,genoeg. 1403. zaam natuurlyke , eigenfchap der Vorsten, ter bereiking van hunne geheime oogmerken, zeer kundig was; ook tevens zeer wel begreep , dat, wanneer dit Onderzoek zoude zyn afgelopen, en diePa/w/yteZendeling uit zyn gebied wederom vertrokken, Hy dan mede de vorige middelen , om zyn wettig Graaflyk ge?ag tegen den onrechtmatigen dwang der Gee^elyken te handhaven, even als te voren, zoude konnengc ruken;en daar door de'Teeftelyk-heid, indien ze, volgens haren heerfcbzuchtigen aart, in het een ot' ander geval tegen Hem mogte wiüen opitaan 5 tot behoorlyke onderwerping en gehoorzaamheid aan zynen wille brengen: en ook nog daar en boven wist Hy den weg wel, en, zich niterlyk gelaatende als dezen Pauslyken Zendeling in alles ten wille te zyn, op eena bedekte wyze uit te werken, dat dezen, in het oefenen van dit zyn Geeftelvk gebied, zodanige hinderpalen ontmoeteden , welke hem zouden noodzaken, om die zyn Onderzoek te ftaaken, en daar mede niet verder te gaan, dan het den Hertog zoude welgevallig zyn. Dus wist Hy, met alien uitwendigen fohyn van oprechtheid . dien Pau. lyken afgezant, in gevolge van de bedorve regels ener verkeerde Regeerkunst en valfche .Staatkunde, te vleijen ; en inmiddels den Paus. en dien volgens ook den Kei. zer zeiven, fchandelyk te bedriegen. Dit gedrag des Heitogs,ontrent den Paus en den Keizer, ftrekke a'len , die wys zyn, ten voorbedde, hoe weinig ftaat 'er doorgaans is te maaken op eens Vorllen uiterlyke vertooning van vriend-  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 587 vriendfchap en welmeenendheid, die meestal Ao. dient ter bedekking van zynftaatzuchtig doel- 1403. wit' Wie toch kan het hart der Vorften doorgronden! Hunne veinzende vleijery fchynt fomtyds goed te keuren zulke verrichtingen, dewelke Hen in der daad mishaagen, om dat dezelve hunne heerfchzuchtige oogmerken dwar^boomen. Een Vorst deelt ook daarom dikmaals gunstbewyzen uic aan de zulken, welker daaden Hy afkeurt; en zulks alleen, om den geenen, die zich aan het uiterlyke (even als de jonge kinderen, die, met wat klatergoud opgetooid , doorgaans wonder wel in hun fchik zyn) vergaapen , te blind doeken; en inmiddels zyn geheim oogwit, ter uitbreiding van zyn gezag, op ene wettige of onwettige wyze, te bereiken. Een Vorst toch tracht veel al zyne eigene grootheid, voornaamlyk, te bevorderen, want dit is der menfchelyke zwakheid eigen; en Hy acht ook dierhalven meesttyds noch Eeden nochVerbonden-, welke allen Hy trouwlooslyk fchendt,zo dra Hy oordeelt dezelve tegen zyne onwettige oogmerken te ftryden, en het Hem opgedragen gezag enigzins te bepaalen. De Heerfchzucht toch, aller Vorften eigendom, laat Hen niet toe zich binnen de paaien , met welke hun gezag omfchreeven en beperkt is, te houden; maar leert Hen alle wettige banden te verbreeken, en al!e rechten en wetten, die het door Hen fleeds beoogd wordende onbepaald gezag tegenftaan, te verkrachten; om dus willekeurig tekonnen heerfchen, en (onder fchyn van der Ingezeetenen welzyn te bevorderen) hen allen tot zvne volftrekte fiaaven te maken. Zy dan, J die  588 VADERLANDSCHE Ao> die verflandig zyn, en niets anders, dan het 1403. waare welzyn hunner Medeburgeren, bcdoe- len, wachten zich zorgvuldiglyk, om te veel op Vorften te vertrouwen ,• en Hen te veel ten wille te zyn! Doch, laat ons wederkee-. Hertog ren tot Hertog Albrecht. Albrecht Twee dagen later, geeft de Hertog aan veilyr ^eer jan van fan IVoude, Ridder, en zynen ^"^"nakomelingen, zo in het Mannelyk als VrouWoud'ë welyk oir, tot een onverfterflyk erfleen, de met de Heerlykheid van Warmond, met al zyn toeHeer/yk- behoren , en met vyf pond goed geld, die beid van de Hertog aIdaar jaarlyks uit het herfstfchot wond; gewoon was te trekken, omindezeive, ais een verhef- Vryheer, te oefenen het hoge en lage rechtsfende de gebied,' en verders te hebben en genieten alle eenIhogezodaniSe rechten en voordeden, zo als de en vrije Hertog zulks altyd, tot op dien dag toe, had Heerlyk- gebruikt en genoten: uitgezonderd alleen zekeheid: re rente, welke den Hertog aldaar jaarlyks , boven het gezegde herfstfchot, werd betaald, en ten zynen behoeve door den Rentmeefter van ISoordholland ontvangen: en dan nog onder deze voorwaarde, dat hy Heer Jan van den IVoude ïn deze zyne Heerlykheid geen Ballingen , noch andere Kwaaddoeners, zal mogen ophouden, of aan deze! ven aldaar enige fchuilplaats verleenen (J). Dus is 'er tusfchen deze gunst (0 Ms. getrokken uit het Ferhamcnte-Reghter van Hertoj Albrecht. 1401 1404. Cas E. pag. 17. beruilende onder den Heere Griflier van Alphen. Ook beruft de Originele gezegelde Brief, met een onder uit hangend Zegel in groenen wasfche , onder den WelEdelenGeftrengenHeereCornklisPietek van Leyden, tegenwoordigen Vryheere van Warmond; Raad inde Vroedfchsp en Schepen der Stad Haerlem; enz. enz.  CHRONYK. IV. Hoofdji. 589 gunst en die van den 12. van Slachtmaand van Ao. den Jare 1399 , aan dezen zelfden Heere Jan van 1403. den Woude door den Hertog beweezen , nog een ' merkelyk onderfcheid,aangezien hy toen alleen met de Ambachtsheerlykheid van Warmond, en met het dagelykfcbe Gerecht en den Schout aldaar te zetten , boven nog enige andere Voorrechten , was begiftigd geworden (m); daar de Hertog nu dit Goed tot een Vrye Heerlykheid verheft, en dezen Ambachtsheer met het tioge en Lage rechtsgebied beleend. Op den n. dier zelfde Maand , verleent Verleent de Hertog aan Heer Coen van Oojlerwyk fVü-^Q0e" lem Cuferszoon en zyne Huisvrouwe Clemen/te, (crwyk Vrouwe van Sloeten; welken Hy in vorige da-vergifnis gen zeer veele gunften had beweezen (n); en van 't welke Heer zich onlangs tegen den HertogSf™ hy fchyntvergreepen tehebben,-immers (derVor- H°m ften gunften zyn toch üeedsdewisfelvalligfte;m0gtmis. en de paden der Hoven de glibberigfte: want,dreven dien de Vorst heden verheft, verftoot Hy hebben, dikmaals op morgen; en wel zonder enige wettige reden; ja, fomtyds alleen uit grilligheid; of om dat hy, te goed en te deugdzaam zynde, 's Vorften onbetaamlyk gedrag en te groote heerschzucht tegenftaat) in zyne ongenade gevallen te zyn; en dewelke daarom, van wegen denzelven ,was in hechtenis genomen ; vergifnis en kwytfchelding van alle zodanige breuken en misdaaden, (welken Hy echter niet meldt) als zy tegen Hem en zy. ne Heerlykheid begaan mogten hebben; en f» Zie hier voren op Bladz. 47°' en 471. (») Zie hier voren op Bladz. 448' 454- en S7-  590 VAD.ERLANDSCHE Ao. en herftek hen , onder zekere voor hen zeer naJ403- deelige voorwaarden, in alle hunne goederen, 't zy leengoederen 't zy andere vrye eige goederen, die de Hertog, in dien tusfchentyd, had in zyne bewaaring doen neemen;met verlof, om alle dezelven te mogen vermangelen of verkopen (zo als Hy zegt) naar hun believen: en fchenkt aan hem daarenboven, waarfchynlyk als ter vergoeding dier bezwarende voorwaarden , het goed tot Slikerbinch, 't geen hy te voren van den Hertog plag te leen te houden, tot een vry eigen goed, om daar mede te handelen , gelyk men met vry eigen goed gewoon is te doen (o). Dirkjan Op den 14. dier zelfde Maand , hebben Dtedjm Heer Willem van Cralingen, Baillu van DelfZ09tl land, en Heer Philips van Spangen , Baillu van aange- Scbicland, beiden Ridders; te faamen aangeiteld tot fteld Dirk Jan Docdynszoon , tot Schout van Schout Nootdorp, om het zelve Ampt waar te neevan AW«men ter eere en nutte van den Hertog, als ?' Landsheer; en van hen beiden, als Aanftellers (ƒ>). Jmfld- °P den daar aan volgende, werd het veen Ambacht van Amflelveen, met alle zyne renwurdt ten en toebehoren; het welk Hertog Albrecht, doorCöe?iin den jare 1303. , had verkoft en verlyt fierwyk aan den 20 even gen°emden Heer Coen van verkoft üoflerwyk Willem Cuferszoon (q); nu door den zeiCo) Ms. getrokken uit het Perkamente - Register, vaa Hertog Albrecht 1401 1404. Cas E. pag. 17. No. 2. beruftende onder den Heere Griffier van Alphen. (ƒ>) Mieris Cbarterb. III. D. bi. 774. (^) Zie hier voren op bladz. 448, en 440. Terwyl de  C H R O N Y K. IV. Hnfdft. 591 zeiven wederom verkoft en overgedragen Ao. aan Vrouwe Margantha van Kleef.. Hertogin- 2±?3l ne van Beyeren , Gravinne van Henegouwen.iZuVroa. en van Holland, 's Hertogen Mbrecbts Ge- wc Mar. mahnne; met verzoek, dat het den Hertog*-»** mogte behagen deze overdragt goed te keu-^ ren, en alzo het zelve verkofte Ambacht aan welgemelde Vrouwe Margaretba vanKleefte verken 0); aan welk verzoek vervolgens de hoog- Welke gemelde Hertog, in 't byzyn en met toeftem-door den ming en goedkeuring van zyn Zoon, Graaf Hertog Willem van Uoflervant, op den 3. van !>prok- Ambacht kelmaand , ook heeft voldaan en zyne ge- wordt melde Gemalinne met het voorfchreven Am-verlyt: bacht verlyt en beleend Pp rige  594 VADERLANDSCHE Ao. rige vrees verfpreidt; altoos mogen ferm1403- wen , vermyden , verfoeien , haaten, vlieden , • verbannen en helpen beftryden ! De zodanigen alleen toch zullen (leeds van hun ne Medeburgeren (alle Ingezeetenen van enen Burgerftaat; grooten en kleinen ; ryken en armen; zyn toch der.Vorften en Overheden Medeburgers; en met hen allen onder elkander natuurlyke Broeders) worden geacht, geëerd geliefd; ja tederlyk bemind : en dezer nage! dachtenis zal ten allen tyde met ene onfterflyke dankbaarheid worden vermeld; en tot aan de laatfte dagen door een onverwelklyken lof blyven verzeld en bekroond! Dit is,ondertus. fchen.uit de,zo oudere als laatere, Gefchiedboeken van onderfcheide Volken insgelyks genoeg bekend, dat ook zodanige Vorsten, door het Volk tot voorftand van 's Lands rechten en vryheden,waar op alleen de bevordering van het gemeene welzyn is gegrondvest, geroepen en aangefteld; wanneer Zy, door ene vermaledyde heerfchzucht vervoerd en dies, tot koestering van dezelve, zodanige zaken, die, volftrekt, tegen het hun opgedragen gezag ftry den, onderneemende, dit des Volks heilzaam en eenigst oogmerk voorby zien;zich, daar zy de Vaders en Befchermers hunner Medeburgeren behoorden te zyn , in fchandelyke en gevreesde Dwinglanden ontaarden ; en daarom, in plaats van den goeden, wyzen en getrouwen raad van de Oudften en voornaamfte Hoofden des Volks in te neemen en zich naar dien raad te gedraagen, denzelven verfmaaden; die voorzigtige en verftandige Raaden des Volks met ene onverdraaglyke kleinachting be- han-  C H R O N Y K. ÏV. Hoofdfi. S9S handelen en bejeeg-nen;f verkiezende me stal Ao. te vogen,or" hunne eigene dwaaze en hee ch- 1403%, zuchtige denkbeelden, willekeurige gedachten * en dolle voorneemens; of den kwaaden en ondeugenden raad van trotfche, doch tevens laffe, Vleijers, welken, iomtyds Vreemdelingen , des Volks welvaart niet ter harten gaat; en welke, altyd, niets anders,dan hun eigen belang , voordeel en grootheid, bejagende, wel draa, niet alleen het Volk , maar zelfs deze, hen blindeling gehoorzaamende en naar hunnen verkeerden en verderflyken raad fteeds luisterende dwaaze, Vorsten aan hunne öaaffche ketenen zo fterk kluisteren, dat zy allen, Volk en Vorst, ond r het fchandelyke juk dezer gehaatte en gevloeke Vleijers geprangd gaan, en dezelven, als hunne Opperheeren, naar de oogen zien) en op den voet 's Lands getneene welzyn verwaarloozen; of ook wel fomtyds, op den verachtelyken raad hunner valfche en tr uwiooze Vleijers, die dikmaals ^an 's Land^ vyanden op het naauwfre verknoft zyn en denzeken in alles ten dknfte ftaan, mei deze 's Land» openlyke vyanden. 't zy hei nelyk 't zy openbaarlyk, tot 's Volks verarming en bede om 's Volks Oudften en voor« naamfte Hoofden , als met (corpioenen , te kaltyden en uit hunne tegen woord gheid te verdryven; en dus deielven met enen yzeïen (laf geweldadigtyk te verdrukken en verpletten; ten einde zy, op die wvze de> te gemakkelyker , hunne eig- ne grootheid en verfoeilyke dwinglandy op de puinhoöpen van 's Volks vertrapte rechten en vryheden, tot 's Landt geheelen ondergang, mo^n Pp a boa-  596* VADFRLANDSCHE Ao. bouwen, het Volk zelve zich geheel dïenft1403. baar maken,en ene volftrekteeigendunkelyke alleenheerfching invoeren ; door dat zelfde Volk, aan 't welke Zy hunne verheffing fchuldig waren , ter oorzake van dusdanige hunne wanbedry ven en van hun alzo misbruikt gezag , of van hunne waardigheid beroofd, en dooreen rechtvaardigVonnis afgezet; of ftrengehk (ook zelfs wel met de dood) geftraft; of, met hunnen gantfchen aanhangen met alle hunne afkomeJingen,geweldadigerhand uit het. door hen dus verdrukt zynde Land verjaagd en verdreeven zyn geworden.Een iegelvkgoed en braaf Burger toch, wien de waare deugd alleen lief is, en die dus meteen oprechten moed en een verheeven geest is bezield , moet, noodwendig, in zyn hart een vyand van een onafhanglyk en willekeurig Meester zyn, en ene eigendunkelyke magt haaten ; en deze zal daarom ook, op alle tyden en by alle gelegenheden , toonen , een getrouw en ieverig Minnaar der aldus onrechtvaardiglyk en fchandelyk geboeide Vryheid zyner waarde Medeburgeren te zyn; en hy zal dies mede fteeds, op allemogelyke wyze, trachten hen uit deze hunne onrechtmatige en geweldige verdrukkingen en bitterlyk knellende flaaffche banden, welken hy niet kan aanzien, noch ongeftralt dulden, te verlosfen.En.voorwaar! een zodanig gedrag van een aldus mishandeld Volk (leunt ook op alle regelen van recht en billykheid: want,gelyk alle Overheid is ten nutte en diende van het Volk; en het Volk dies geenzins ten nutte en dienfte van de Overheid; zo is mede, volgens ene gezonde Staatkunde, het den Vorst, die aileenlyk is de eerste Burger in  CHRO'NYK. IV. Hcofdfl. 597 in een Burger ttaat,en daarom ook noodzakelyk Ao. Soet zyn, door zyn goed, eerbaar, ku«ch,_i4oS1 raatie eerlyk, getrouw, rechtvaardig, vroom, Szinslr'aff, deugdzaam en eedrae.een uitmuntend voorbeeld zyner MeI burgèren,om zich aan Hem tefpiegden en hunne gangen, in allenopzigte. naar sVorl en wvze e5loflyke gangen terichten, en 'sVorsten voetftappen te drukken; (Mm R*gU *l exen* pl«t Ze Opperde magt aan'één hoofd; het zy dezel e am meerder perfonen;moge zvn toevertrouwd ; of huedanigen gemengden regeeringsform de menfciielyke wvvheid,met ene fchrandere bedachtzannheiden allemogelvke voorzigtigheid, ook moge hebben uitgedacht, als | naar der gefaamlykeBurgeren oordeel;de meest gefchiktde, om te konnen (trekken toe de besre en getrouwde bewaking der geheiligde rechten en gerechtigheden; eigendommen en vryheden;zo van dengantfehen gemeenen Burgerftaat, als van ieder Lid van den zeiven in het by zonder. Dus is dan een Vorst, welke magt Hem ook door het Volk, of wel de Oudfte^ en de vo< •rnaanifte Hoofden des Volks, zy opgedragen, (leeds onder het bedwang der Wetten ,• en, in der daad , niet anders, dan het ui'trlyk zich vertoonende beeld of affchynzel van des Volks Opperde magt. Ook is Hy daarom verp!igt, alleen a Volks welzyn en het nut van dat StaatkundigLigchaam te bezorgen.met voorby zien van allen eigen belang. Hyisdan Hechts een Amptman van den Burgerftaat, en blyft dieshalven verfchuldigd, ten allen tyde, van alle zyne verrichtingen aan den Staat, of het Gemeenebest, (dat is: het Volk te faamen vergaderd ; of wel aan des Volks voornaamfte Hoofden, of Oudften; by welken de Oppermagt des Volks h) verantwoording te doen; en dien volgende ook tevens, wanneer Hy zyne pligten verzuimt, of,zyn eigen voordeel alleen op het oog hebbende, en zich des Volks welzyn weinig be. kreu-  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 599 kreunende, alle de Hem opgedragen magt Ao. te buiten gaat door het Volk, als zyne laage 1403^ flaaven, die, door 't geweld verdrukt, laffelyk kruipen voor zyne hoogheid, magt en gezag; (ja; als ware dus het zelve Volk geworden zyn volftrekte eigendom, 't welk op Hem, of by vry willige gifte ; of by looze ilreeken en op valfche en bedrieglyke voorwendzels; of by erfrecht; is gekomen) op ene alkrverfoeilykfte wyze te mishandelen; met fchoonfchynende woorden, vergiftigende voortbrengfels van een geveinsd en uitermaaten vallen, hart; te misleiden; en met onnutte verkwistingen , prachtige hofhoudingen, en kostbaare yertoohingen, benevens meerder andere ydele geldfpilüngen, terwyl men het weezeniyke en noodzakelyke,naamlyk,'sLands hoogstnodige befcherming tegen de geweldenarijen der Vyanden , verwaarloost; uit te zuigen; en dus het Hem door,of van wegen hetVolk toevertrouwd gezag, op alle mogelyke wyzen, te mubrmken, de zwaarfte ftraffen onderworpen; met minder, dan een byzonder perloon van dac zelfde Staatkundige Ligchaam oie enige by de Wetten van datVolk vastgeftelde ordebevelen , of fchikkingen, hoe ook genaamd overtreedt;daar door de nodige veiligheid des V olks fchendt, en dus de algemeene rust van den Burgerftaat enigermaaten benadeelt.-— uocn, kat ons liever van enige verdere Bedenkingen over dezes Hertogen gedrag en foniniger fndere vroeger of laater Vorften gewoons handelwyzen, welke de aandacht der Oefchiedkundigen nooit zullen ontfnappen , voor het tegenwoordige afftappen ! ezeive toch zyn alhier , buiten myn ooga.erK Pp 4 ea  6oo VADERLANDSCHE Ao. en betrek , reeds te verre uitgebreid. Sa* l^o.?,. pienti quoque tam fat diclum. Men befchouwe dan nu de verdere daaden van Hertog Albrecht, die men thans, in onze dagen , (gelukkiger waaiiyk, dan de dagen onzer Voorvaderen in de tyden van Graaflyke verdrukking en geweldige overfuerfchingl >ryIvket ni0t:di° >'k en onpartydiglyk mag beüordeelen. van ' Des daags « voren (te weeten, op den Asfendeifï' van Sprokkelmaand) had Heer Ar ent van en haar Leyenborch aan den Hertog afftand gedaan klmen van het Hof&eÜ te in het Ambacht d.n ei- van Vaiksnburch, 't welk hy van den Hertog gendom te leen hield; waar op welgemelde Hertog van het het zelve Hof geld geeft aan Jonkvrouwe Lyf. ^^^^^/endelfen haren Echtgenoot fVynani in 't Am.™ Arnhem tot een vry eigen goed, om daarbacot van mede te handelen naar hun believen en welgeValken- vallen, als met hunne andere eige goederen(a) buret. 0p den 7. diej. zeif(je sprokkelmaand bcAlbrefbt ^mlh^ Htr:°S Albrecht den Stedelingen van bevestigt brouwershaven mee zyne Opene Brieven, by de vry. deweke Hy de , aan die 6tad door zyne heidvan Voorzaten , de Graven van Holland en van i?nb* Zeelmd' verleende , Vryheid nader bepaalt vtn; en en bevestigt; en wyders allen den Ingezetebeioott nen > binnen de paaien dezer Vryheid woodenlnge-nende, belooft te handhaven by alle zodanizetenen ge Keuren en rechten, als Hy aan hen, by do,rHemzyne bezegelde Brieven, had gegeeven(c> gegeten IN' aar- puren te (M) Ms. uit het Perkamente-Register Hertog Albrecht, Houder.: I40t ,404, Cas E_ p3g> lg> veffa. beiuftende onder den Heere Griffier van Alphf.n. iv) ms. uit het zelfde Perkamente.Register pag 21. berultende onder den zelfden Heere. Deze, alfoier gemelde, Keuren zyn ook ten dies zelfden dage dooy  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 6*01 Naardien nu reeds in die dagen de Onderza- Ao; ten van den Koning van Schotland, door hunne a en seweldige rover ven ter Zee, den Verleent geduunge en gew. g - è inzonder-Brievea Onderdaanen van Hertog*' ff , z Scha, wïrl den Ingezetenen van zyn oi aaticnap ÏÏ- van tyd tot tyd groote fch.de toebr^tenf^ daar trachteden te voeren; zo heeft Hertogdg&*f_ AMelhT by zyne Opene J3rfm» mi ^fr-««: 7 e/eeven op den 14. van deze zelfde Sd^ïafdrSPosters Ut^Middelburg vergund vryheid, om, 't zy binnen 's Hertogen landen 't zy daar buiten op de open vrye Zee aan te haaien en te bezetten allen Onferdaanen van den genoemden Koning van Schotland; en ook alle der zeiven goederen; dat zy dus hunne geleedene fchade op de Sdouen jte water en te land, zouden konnen en ^Sen verhaalen; met last en bevel, om aUe dezelve Perfonen en goederen in verzee. kerde bewaaring te brengen en te houden binïen's Hertogen Landen; en wyders,om Zulte, v welkzy verricht zullen hebben, telkens en aanüonds ter kennis van den Hertog te doen Smen; op dat die aan hen daar uit «ogtevol- 1390., en gemeen gemaakt in D. III- bladz, 56P S°*" P 5  6oi VADERLANDSCHE Ao. doen en betaalen alle zodanige fchaden en kos«en, ais zy van deScbotten, door der zeiven Zee.roveryen, zouden aanwyzen geleeden en , te* wederbekooming dier fchaden, gedaan te hebben; en reet verder bevel,dat deze gegeevene vryheid zoude geduuren tot op 's Hertogen herroeping en wederzeggen (w). en nog Ge!ykJdarnT ook ' op den 6' vsn Lente- aan een maand, de Hertog aan eenen anderen Poor- ander ter der zelfde Stad Middelburg verlof en vry- Poorter heid geeft, om aan te tasten, te hekomme- tesénde ,Sn e" te bezetten alie d* Onder daarin van onderda- den Her«>g van Bretagm ; als ook alle der nen des zeiven Schepen en goederen, waar hy dezelHertogs ve, het zy binnen deze Lauden; het zy op J^L «eldfer L^anden Stroomen; het zy in de open IykeBrie-ot vryeZee; zal konnen magtig worden; met ven? gelyk bevel, om alle dezelven, niets uitgezonderd , hier in deeze Landen in goede bewaaring te brengen en te houden,- en zulks alles aa-i Hertog Albrecht en zynen Raade ten fpoedigften te berichten , die dan aan hem daar uir. zal voldoen en geeven, zo veel als hy en zyne Medegezellen aan d;e van Bretagne zyn te kort gekoomen ,-a!s mede alie zodanige kosten, als zy , rot weder bekooming van hunne gele.dene fchaden, zullen hebben gedaan: en wyders ook , dat deze Brieven zouden geduuren tot op 's Hertogen kennelyk wederzeggen (X). Intusfchen had de Hertog, twee dagen te vo- (w) Ms. uit het Memoriale B. T. 1401—-1404, Cas R. pag. 26. veria ; berustende onder den Heera* Griffier van Alphen. (*) Ms. uit het zelfde Memoriale pag. 27. veifa; berustende onder den zelfdeu Heere.  CHRONYK. I". Hoofdfa 603 „rt^n aan de Ingezeetenen van Castrieum; Ao: HeemsuT; en Fehen; dewelke aan Hem, T403.' ? l e dagen, zeer groot gebrek aan — ÏSd had zo a?s uit het voorgaande reed$den Inge. ê !; „pMeeken is Cv); vier beden hadden zeetenea genoeg geWeeken « CJ) d ke Voor-vanG«- Sn'- Da aflethotbare luiden , binnen =/ die Dorpen thans woonende , of naderhand^. ett blende komen woonen , 't zy dezelve be-^&«; fto "n 'tTy onbeftorven zyn , gehoudentwee ^ zullen zyn, aldaar gelyk fchot en onkosten «jj*^ «et en benevens de andere inwoonden enrechten. Kuren, te betaalen: als ook, dat voortaan noch de Hertog, noch iemand^van zynent weeën, niet zal mogen iemand van deeze Dorpel ngen ter gvzding dagen , uit zake enig! breuken of misdaden, ten zy delete des Hertogen heerlykheid mogten betreffen (z). Men verwondere zich niet over d?t gedrag van den Hertog , met zodanige UiDg ovet R Ji* kleine Dorpen of Gebuur- dezes gunften aan zulke Kleine uur^c Hertogen ten te fchenken; want, vermits Hy, om den Oorlog tegen den Heer van Arkel verder te wyze in vorderen; en dus,daar en tegen,ook weder-Voor. om verpligt,aande zulken, dewelke zich ge-rechten, willig toonden tot zyne hulpe, en Hem fpoedielvk met debenoodigde penningen byfprongen, alle zodanige Voorrechten, als zy^van (•ft Dit blykt overvloedig uit het verhaalde hier voren, bladz. 549. 550. 551. 5*>; e« ff*"(t) Miekis Cbarterb., D. UI. bladz. 777-  604 VADERLANDS C HE Ao. Hem verzochten, te verleenen en op die wyze 1403- aa" hen zulkegroote Voorrechten,als tot zekeren prys,te verkoopenjwaarom' men dan deze welke verleende Voorrechten , als-der Ingezeetenen dtardoorvry eigen goed, mag aanmerken ; welke de 2eetenneenGraf enJaan hen nimi™ïr mogten ontneemen, vry eigenzonder «zeiven grovelyk te verongelyken : goed zyn het welk gefchiedende, zo ftond het ook den gewor- Ingezeetenen vry , om , ter bewaaring van üen° hunnen dus verkreegen, en als gekoften, eigendom , alle hunne natuurlyke vermoogens te gebruiken; en de geenen, die hen van dit hun goed beroofden, te ftraffen; en hen, als geweldenaars, met allen hunnen aanhang, uit het Land te verjaagen («). Intusfchen was dit al dikmaals de handelwyze der Hollandfche Graaven , om, als hen geld benoodigd was , den Ingezeetenen daar voor allerhande Voorrechten te vergunnen. Aantoon. Wyders ; naardien , fchoon wel de ondende, ëenigheden, welken in den jare 1377. een fmeïien fchrikivk °Proer en veele doodflagen te de, on- "oerlem veroorzaakt hadden , door Hertog luiten ie Albrecht, en zynen Raad, waren bygeiegd, Haerkm.en de fchuldigen geftraft (b): zo was echter daar door de wrok tusfehen de ftrydende partyen geenzins uitgeblufcht; maar dit twistzieke vuur van onëensgezindheid en partyzucht fmeulde aldaar nog onder de asfche. Het was dan ook om die reden, dat Hertog Albrecht, ernftig bedacht zynde op middelen , om deze bedekte onlusten , op alle mogelyke wyze, te ftiüen en dit vuur van twee- 00 Zie hier voren bladz. 594. en volg. (b) Zie hier voren bl, 222—-—225.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 60 $ tweedragt geheel uit te dooven; zich, op den Ao, zelfden vierden dag van Lentemaand van 1403; dezen jare I4o3 , genoodzaakt vond wegens de meter bardicbede , discorde ende tmdracht, die men te Haerlem zag , tot voorkooming en verhoeding van veele, dagelyks gevreesd wordende, ongevallen, enige orde op de Regeering van die Stad te fteilen Dewyl nu de bekende en uit al het vorige genoeg blykbaare edelmoedigheid van den Sgemelden Heere Griffier Mr. Daniël van Alphen, in het bevorderen van de Hiftone- . kunde, voornaamlyk, van ons waarde Vaderland ons heeft toegeftaan, het Charter, door den Hertog, als toen ten dien einde uitgevaardigd , geheel in deze oiueCbronyk in te lasfchen; zo zullen wy hetzelve Stuk, zo als dit onder den welgemelden Heer, getrokken uit de Jrchiven van Holland, beruft, alhier letterlyk laaten volgen: te meerder, naardien het zelve in het Groot Charterboek der Graven van Holland , in het Derde deel bladz. 775. en 776 door den arbeidzaamen Heere *rans van' Mieris zeer gebreklyk, zo als het aan wylen dien Heere was voorgekomen, is uiteegeeven , en dat wel in enen Styl, welke van den Styl, in dien tyd gebruikelyk, zeer veel verfchilt. Dit echter levert ons een ontegenzeglyk bewys , dat men , ( zo als fommigen te onrecht beweeren) uit de verfcheidenheid van Styl, geen bewys van echtheid of onechtheid , van enig Charter, met reden, kan opmaaken, ver mits de Uitfchry vers, fomtyds,die verkeerde naauwkeungheid hebben gebruikt, om enig,hen voorkoomend^rm in den Styl, taal en fpelling, van hunnen tyd 1  6o6* VADERLAND SCHÈ Ao. over te brengen , ten einde het zelve dui 1403^ voor hunne tydgenoten meerder verftaanbaar te maaken. Zulks nu blykt ten duidelykften uit dit Stuk. Daar en boven, is ook dit zelfde Charter, in de fierlyke uitgave der Handvesten, Privilegiën, enz. van de Stad Haerlem , uit Jast van de Edele Groot-Achtbaare Heeren Burgetneesteren, Schepenen en Raaden der Stad Haerlem , in den jare 1751. der waereld medegedeeld; bl. 61. — 63. wel beter, doch echter nog gantfch onvolmaakt, in 't licht gebragt. Deze Handvest nu behelst niet alleen eene dadelyke orde op de Regeering dezer Stad ; maar fpreekt ook van andere punten, door den Hertog,tot bewaaring der ruste aldaar, beflist en vastgefteld; als daar zyn: het maken van Keuren; en het ksf n van Beeflen ,die in de fVildemisJe bevonden en ge/chut worden. Ziet hier dan dit merkwaardigCWfer t Hertog ,, Aelbrecbt, bi Goid genaden etc. doen Albrecht n condt allen luden, want wi verftaen ende^ op '* de m 1 waer vernonien hebben van groede^Re- » ter hardichede, discorde ende twidracht, geering „ die ftaet in onfer getrouwer Stede van Hair» der Stad }> Jam bi aenbrenghen van onfen goeden iutot denT " den ende P°'rteren van onfer goeder Steping van >> van Haiilem voirfz. die ons dairom alle on- „ vervolcht hebben, ende om dat te verhoelusten; M den, ende wi vromer altoes daer toe gheen regelt^ negen fyn onfen goeden luden overal byndetepun-» nen on^en Landen ende Steden, te ruiten ten, tot » ende te vreden te fetten : Soe hebben wi verdere }, wel beraden mit goeden voerfien bi bewaring^ goetduncken ons Raets onfer getrouwer der vust o 1 jj . 1 aldaar. »» ^tede van Ha»tem voirnoemt, om menighcü trouwen dienft, die fi ons, ende onfe» m voir-  C H R O N Y K. IV. HoofJJl. 607 ' voirvorderenmenichfoudelicgbedaen heb- Ao. "ben ende ons, ende onfen nacomehngen, 1403. ofc God wüt, noch doen fullen, ende om te verhoeden groet mannacht endeon" eheval, dat van der voirfz. discoerde en' de twidracht comen mocht,ghegeven hebben, ende geven mit defen tegenwoirdi" gen Brieve, ende Handvesten, tot ewi" gen daghen duerende, fulke punten van r. recht, als hier nae ghefcreven ftaen: Eerft foe fullen wi wt defen drie ende „ dertich goeder knapen hier na ghefcreven, >4 Symon van Zae'Öden l, Huge van Riedwyck „ Ghysbrecht van Rietvek „ Pieter van Zaenden „ Willem van Scoten „ Philips van Cralingen „ Jan van Spemewoude „ Florys Scodye „ Jan Wouters Symonszoenizöfin w Willem vanden Woude „ Jan Lottynssoen „ Jan van Foreest „ Gheryt Albout „ W illem van Asfendelf „ Allaert Salamoenszoea „ Jan hylantszoen „ Jan Brauwe *„ Cleis Hoene „ Willem van Zaenden „ Gheryt Bufe „ Dirc van Bakenesfe „ Willem die Gribber „ Jan ,an Huefen ^ ^  ooS- VADERLANDSCHE Ao. „ Heinric Dierixfoen j, Clais Zeelander ~ „ Jan Willem Janszoensfoen „ Clais van Asfendelf Janszoen „ Gheryt van Berkenrode „ Huge van Diemen „ Willem van Adrichem Diedwynizoen „ Gheryt Baec „ Willem Doenenzoen, ende „ Meynart Claiszoen. „ alle jair nemen op zunte Gheertruden dach s, zevenScepene,ende die zevenScepene fullen „ voert wt den zesendetwintich mannen, die „ dair dan bliven, kiefen alle jair vier Ra„ de, op onfer Vrouwen avont Anriunciaeio „ dair naist comende, ende die kondichen „ openbairlic in onfer Prochikerc van Hair„ km , op onfer Vrouwen dach Annunciacio, „ ende defe zeven Scepene, ende vier Ra„ de, fullen een jair lanc aen onfe Gerecht „ wefen onder een, ende niet langer, ende „ men en falfe binnen sjairs niet ontfetten. „ Ende aldus falmen van jair te jair die „ Scepe, ende die Rade binnen onfer Stede „ voirfz. kiefen wt den drie ende dertich „ knapen voirgenoemt. Ende foe wie Sce„ pen, oft Raet gheweest heeft, die en fal niec „ weder aen onfe Gerecht comen voir die „ tyt dat elc van defen drie ende dertich „ knapen voirfcreven Scepen ende Raet „ binnen onfer Stede voirfz. gheweest heb„ ben, dats te verftaen ende te weten, dat „ elc van den drie ende dertich knapen voirfz. „ gelike aen onfe Gerecht voirfz. wefen fal. „ Ende wairt dat enich van defen drie en- }> do  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 609 5, de dertich knapen voirfcreven, die nu fyn, Aó. ' oft namaels wefen fullen, ftorve ende af- 140^. ' livich worde, oft wt den poirtrecht gin- a ** ghe, oftveroude, oft van goede verarmde , • oft van fuiken gherufte worde , dat die !' ander van den drie ende dertich mannen ,] dochte, dat hi dair onnutte toe wair, " foe fouden die ander diere van den drie en" de dertich mannen waren, bi hoiren eedcn ons overgheven in fcrift vier goide knapen van goiden name ende gherufte, ghe" goedt binnen onfen lande van Hollant aen " huyfinge, erve oft erfrenten tot zes hondert " feilden toe, fulc als wi van onfen renten * nemen fullen in der tyt, ten minften byn" nen onferStedevan/fair/eweenderdendeel ',' dairof te hebben, die bynnen onfer Stede voirfz. tien jair lanc ondereen poirter " gheweest hebben, ende hoir poirtrecht ghe" houden, als fi fculdich fyn te doen, ende " van dien vieren fullen wi enen kiefen endö fetten in die ftat vanden aflivigen, oft " onnutten als voirfcreven is, binnen acht daghen na dat ons die vier man overghe* „ geven worden in fcrift. Ende wairt dat wi " bynnen dien acht daghen voirfz. ghen man ' en koren voirden aflivigen oft onnutten 4 l] foe oirloven ende confenteren wi den ghe* „ nen die dair te live bliven van den drie „ ende dertich mannen voirfcreven enen te kiefen voirden doden, oft onnutten, gelyc oft wi tfelve ghedaen hadden , ende ,| foe wes defe drie ende dertich knapen ' voirfz. tot enigher tyt kiefen ende ordi-  6 io VAD KR LANDS CIIE Ao. ti neren fullen. dat fal wtgaen bi den gevolch 140'. ,, vander meefter menye. „ Voirt wes defe drie ende dertich kna„ pen voirfcreven die inder tyt wefen ful„ len, kueren , ordineren , fetten fullen bi „ hoiren eeden, bi rade ons Scouten, byn„ nen onfer Stede voirfcreven , om die in ruften ende in vreden te houden , dat „ houden wi vafte ende gheftade gelikerwys ,, als of wi tfelve ghedaen hadden , ende „ die gheoerdineerde ende ghefette ftuckcn, „ die dair ghefec , begrepen, oft ghekuert „ worden , en fullen niet weder ontdaen , „ noch weder gheroepen worden ten fi bi „ onfen Scout, ende bi der meefter menye „ van den drie ende dertich mannen voir- fcreven te volgen. „ Voirt hebben wi onfer getrouwer Ste> „ de voirnoemt fulke gratie ghedaen ende „ ghegeven, dat alle lant dat onfe poirteren „ voirfcreven nu ter tyt ligghende hebben, „ oft namaels vercrigen mogen aen onfer „ wilddernL-fe, oft dair omtrent, die beeften „ die dair in gaen, die onfen voirfz. (poirte- ren) toebehoiren , oft den ghenen die fi „ tverhuiren , dair wt liepen, ghingen, oft „ ghejaecht worden, ende ghefcmC worden „ in onfer wilddernibfen. die foudemen vry „ mogen loilenen elke fcaer om acht pen„ nynge, fonder meer hinder oft fcade dair „ af te Jiden. „ Voirt, wairt dat wi oft onfe voirvorde„ ren onfer getrouwer Stede voirnomt eni„ ghe hantveilen, brieven, oft previlegien „ ghegeven hadden in voinyden,dair enich „ pun-  C H R Ö N Y K. JV. HoofJfl. 6ii "\ pume in (tonde, dat dele hantvefre, oft Aö. enighe hantvefre oft brieve, die onfe Ste- 1403. " de van Hairkm hebben, erghent contrarie " niochte wefen, dair en ("ouden die haotyeften ,' noch brieve, noch die punten dairin be,i grepen noch defe hmtvetten niet mede ver„ myndert wefen: mer defe hantveften, ende „ alle hantveften ende brieve, die onfeSte„ de-voirfz. hebben, gheloven wi voir ons, ,, ende voir onfen nacomelingen, onfer ge„ trouwerstede van Hairkm voirfz. ende hoi,', ren nacomelingen volcömelic vafte ende „ gheftaie te houden, ende in gheenre wys „ te verbreken. „ In oirconde defen brieve bezeghelt mia „ onfen Seghele: ende om die meerre zeker- hede wille ; ende wi gherne fien fouden onfer goeder Stede voirfz. in ruilen ende „ invreden; Soe hebben wi bevolen ende ghe„ beden onfen heven ende ghemynden Zoem, » „ Heeren Willem van Beyeren , Grave van „ Oistervant, dat hi defe voirfcreven hant- vefte mit ons wil bezeghelen. , Ende wi Willem van Beyeren, van Hene„ gouwen, ende van Hellant, bi der gratiën Goids Grave van Oistervant, hebben om " beden wille ons liefs Heeren ende Vaders, ende om fonderlinge mynne ende liefte die wi hebben ende dragen totter goeder *' Stede voirnomt ; ende om dat alle " voirfcreven punten bi onfen wille ende confente ghefciet fyn , defen brief mede befeghelt mit onfen zeghele, ende gheloveri „ alle defe voirfz punten vaite , gheitade eri„ de onverbroken te houden voir ons, ende Qq 2 » onfe  fjia VADERLANDSCHE Ao. „ onfe nacomelingen der goeder Stede van 1403- ,) Hairlem, ende hoiren nacomelingen in al„ len manyeren als voirfcreven itaet. „ Ghegeven in den Hage opten vierden „ dach in Maerte, int jair ons Heeren du„ fent vierhondert ende twee, naden lope „ van onfen Hove. „ Juffu Domini Ducïs. „ Prefentibus de Confilio. DominisBurch„ gravio de Leyden, Florentio de Haemjleden, „ Militibus; Walravio de Br ederode, Nicholao „ de Borfalia de Cortkene, Jobanne de Heen„ vliet , Theodorico de Poelgeest, Cyskino de „ Dyepenborch, Militibus; necnon Gberbran„ do de Coufier, Prepofito Montis Hanonie. „ S. Philippus de Dorp. „ P. de Zande. „ Ex CorT." Na da!; Inmiddels had ook Hertog Albrecht zich, Hy zich ten zelfden dage, op het verlangen der Burgehad ver- ren Van Haerlem, verzoend met Symon van meTsy Zaenden5 en aan hem > en zyne borgen, tnon van kwyt gefcholden het geld, 't welk deze aan Zaenden.Uem, by vonnis van Willem, Graaf van Oostervant, en van het Gerecht der Stad Haerlem , betalen moest; immers, voor zo verre zulks aan Hem ftaan mochie : behoudens noch- (c) Ms. getrokken uit het Perkamente- Register; Hertog Albrecht 14.01 1404 Cas E. p. 21. verfa, en 22; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. (d) Men zie van dezen hier voren , bladz. 22a -—225.  CHRONYK. IV. Hoofdjl. 613 nochtans , dat Symon , en anderen , naar Ao. den rechte van Haerlem , zouden moeten i403'_ beeteren, het gene zy, voor dien tyd, tegen Hem , op enigerhande wyze , mogten hebben misdreeven (e). Op den 10 der zelfde Lentemaand, heeft Hertog de Hertog aan de Ingezetenen van denZeevang, J**™{J. op hun demoedig verzoek, en te kennen ge-|; Dyk. ven van hunne behoeftigheid, en om hensiuis-en daar in te gemoet te komen, zo dat zy door andere die van Luuk, Oofihuyzen , mEtberfem, nietj^; l|*J boven reden mogten worden bezwaard, ge Zetvarg! geeven zodanige Dyk- Sluis- en andere rechten , welke tot dezer Ingezetenen ontlasting enigzins konden dienen; en verders gelast, dat de Tienden- aldaar op een gelyken voet zouden worden geheven; ais ook aan het recht en de inkomüen der Geeftelykheid in de Landen van den Zeevang behoorlyke palen gezet ; en wyders enen iegelyken verboden , op zwaare boeten , enig Beest te laten lopen of weiden op den Zeedyk, tusfchen Oorgaat en Etherfem (ƒ). Ten zelfden dage, verzoende zich deHertog Verzoent met de Ingezetenen van Purmerendc en vanjghv°et Waterland, wegens den oploop en het ge- Pul.me, weid, het welke zy gepleegd hadden tegen rende en zyne Dyk graven , wanneer Hy de Purtner'wa% deed overdyken; onder voorwaarde, dat zy,'*™""*» voor Cé} Ms, getrokken uit het Memoriale B. I. 1401 « ,404. Cas II. p. 27. j beruftende onder den Heere Griffier van Alphen. (:ƒ) Ms. Privilegie der Stad Edam , onder dea zelfden Heere berustende. Qq 3  6u VADERLANDSCHE Ao. voor elk Man, die tot honderd ponden ge140-?. goed, en op den tyd van den oploop in het ~"T77~ ^orp woonachtig was, aan Hem zouden becenop- ta'en zes Pond van zulk payement, als Hy ion , al- gewoon was van zyne renten te neemen; en dan- vei» van iederMan,die beneden de honderd ponden pm: gegoed was, drie pond: dat men ook een Weduwenaar met: zyne Kinderen voor één Man. en ene Weduwe met hare Kinderen de-gelyks voor eén Man, zoude doen betalen; de ene helft op May dag, en de andere helft te Sr. Jan in den Zomer daar aan volgende van dit zelfde jaar: behoudens nochtans, dat daar van zouden vry zyn de zulken , die hunne onfchuid konden betogen, en die, ten tyde van dien oploop , niet in IVaterland geweest waren; als ook die, wegens armoede , om toir broet gaen. Daar en boven gebood Hy , dat eik , die zich aan dezen zoen niet houden wilde , op zyn lyf en goed, binnen acht dagen naa het geven van dezen brief, voor Hem en zvnen Raad moest verfchynen, om rekenfchap te geven, waarom hy zich aan dezen zoen niet houden wilde (g). vrr^d'^ den volgenden dag, verbood Hy aan l'4_ de Ingezetenen van AmjtcVand, om van den /? Me^t hunner Beesten Turf te maken, op ene '>rurf var.boe:e van drie pond, te verbeuren telken Beesten- reize ais zv zullis deeden ; en gebood hun. Mest te ö * C?) Ms. .getrokken uit het Memoriale B. T. Ljct 1404 Cas li. pagi 28. bcruitenJe onder den HsJ-iC Gilffiwï wak Alpuen.  C H R O N Y K. IV Hoofd(t. 615 om met die Mest hunne Landen te moeten Ao. toemaken (6). ■ ' , ^Pll. Op den 19. van die zelfde Maand, ver- pmp > zoende Philips. Heer van (Vasfenaar, Burg-Burs. traaf van liyim, zich met de eigenaars der graaf van gufzen en Hoven onder den Burg geleger> ^ teeen oeweike Hy enige moeilykheden had op- zjch met ■sevat, daar over, dat deze zich enig rechtdie s„d, hadden aangematigd, binne der vryheje van,» Kerft ■ ftain tan platen , ftrate, weruyrge inden WJKenreIli 4orleW die Hem te naa gekomen waren, alles kxvvt • en'beloofde voor zich, en zyne nakomeWen .die vocrzeideErven te waren ten eeuwigen dage, zo als zy die toen betimmerd en bemuurd hadden, na inhoudt home voirwairde die zy van zyne Voirvaders hebbe: befoudelick Wy%m Wermbouis fin fuiken coip ah hi heeft ain die gr aft die onder Jun buys geLe was. Voorts beloofde Hy voor zich en voor zyne nakomelingen, vast te zullen houden, het gene de Schout met de acht schepenen, ten gemenen nutte, zouden keuren, ten ojhbevestigt, (b) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. hoi -,404 Cas R P. 28. berustende oneer den Heere Griffier VAN ALPH N. Qq 4  616 VADERLANDSCHE Ao, zigte van Platen, Straten, of Werven, om 1403- den Rhyn te verwyden, of te vernaauwen; doch, de Visfchery in den Rbyn behield Hy aan zich zeiven (*'). Wydcrs is ook deze zoen door (0 j. van Hopt Dienstboek der Stad Leyden, bladz. 48. & 49' dlti dezen Brief, uit het Origineel Franchyn, onder de oude Hukken der Stnd berustende letter'yk heeft afgefchreeven ; gelyk ik dat zelve affchrift dan ook aldus, voor zo verre de hier boven geplaatste woordelyke uittrckzels betreft, heb gevolgd. Ook heelt de Heer Fa. van Mikiüs dit Charter overgenomen; zo uit dit gemélde Dienstbouc; als uit een Ms. Privilegeboek der Stad Leyden , berustende onder den Heere Griffier van Alp hen ; en alzo in zyn Groot Charterboek D. III. fol. 777. en 778. overgebragt, Men vindt mede dezen zelfden Zoenbrief geregistreerd in 't Stads Privilegeboek A. fol. 52. verfaberustende ter Secretary der Stad Leyden. Voor dezen tyd toch oefende de Stad Leyden alleeulyk het rechtsgebied over het Land, de Huizen. Straaten, en Wateren, die binnen het beftek van den Burg niet begrepen waren ; en de Burggraaf alleen had de befchikking over alles, wat op zyn grond, of onder zyn byzonder gebied , en binnen zyne Graften, gelegen was; gelyk Hy dan ook, als eigenaar, het volkomen gezag over de Huizen, rondom den Burg getimmerd, oefende , en dezelven , naar ?yn welgevallen , en zonder iemands tegenf^raak, verhuurde; of ook wel Verkoft , op zoaanife voorwaarden , dewelken Hy voor zich oorbaar dacht; gelyk overvloeJiglyk blykc uit het hiér boven geplaatste uittrekzel van dezen Zoenbrief: terwyl wederom alles, wat, door onderlinge verbintenis van de Stad en den Burggraaf, onder een vërêemgd rechtsgebied was gekomen, gemeenerhand werd beftierd naar de Keuren of Ordonnantiën , tot dat einde ta famen gemaakt; welke verëeniging van rechtsgebied al zeer vroeg heeft plaats gegrepen, immers al voor den jare 1266, naardien in het Oudfte der voor handen zynde Handvesten van deze Stad , gegeven door Graaf' Floris den V. , op rien Huize Teylingen , des Zondags na St. Lucie d&g , zynde geweest den 19. December van dat zelfde jaar izó*.  CHRONYK.F. Hoofdjl. 617 door Hertog Mrecht, ten zelfden dage, be- Ao. vestigd geworden (fr> Ge. il_±- thans met n,eeraer, ë p f in deze Ha.dveste zegt, ^a He^I'oudTv ofrechten , Lr zyne Voorvaders d 1 Srd,«leend, niet alleen bevestigt en ver. aan die Stad verleen , vermeerdert, met voortrieuwt; Ede'.en ,om der uitneemende weten van zynen R ad ^0| en, In(,e,etenen verdienden * ^ Jsrigd gebied bereids van, Leyden wiile) v-n dit ve«vii g Handveste> » V"lde" en by F. van Mieris G«« CbsrurtotfJ* tb,nnH79\IÏ kan gezien worden; intusfehen was het I. bladz. 344-» *an * . de Burggraaf in de Stad Leyrechtsgebied het wJ e de juh*^ qorf . ]Vk uit de vereeren w£lk Marendprp,, fte gedeelte de Stad ^ • onder L TtT b Heeflykheden door den Huize van ■iV/fPJrr aan welken reeds in die vroege dagen ffltfenaai mec aMe de daaraan gehechte ook d't5wr^2f b'hoorde; in eigendom als toen Vï^f!^^TJS^^r öopr welke (amenwordende bezet n, g j ^ Re^inge v dcze voeging dan ot* °L g8fp!itst ?n twee deelen, St3r aen Gr»f van Hou and en den Burggraaf van f * ™ aèlSde bTbeurten een Schout , en ieder Leïdm1, «c''enndee„y3lle boeten en breuken by ieder Vi" W genoten wordende,- zoo als van dit voor ^ 2;%^ te zien is de Burgemeester T. een en »nds' J'S"L„ rfcr ft*/ Leyden, U. I. OrleRS 2 & volg: & Hoofdft. IV. bladz. 8-.&volg: en U. ^a i r, en D. H. IftH 'vvi blafz! 391. en volg: terwyl ook in hec ï00 r wfr «IfdeS'rri. gemaakt in den jare 1406., en ^fJS^Ogl Zoenbrief, de gemelde veN IA- Mieris Cbarterb.lll- O. bladz. /77- Ql 5  f5i8 VADERLANDSCHE Aö. Gelyk grote Vorsten dikwyls aan byzon14°3' dere peribnen hunner onderdanen Brieven van f'chadeverhalmg op de onderdanen van andere liVLke Vorsten gaven » zonder nochthans den Vrede verklaart niet die Vorsten le breeken ; zo verklaarden den Oor- ook, in deze tyden, byzondere perfunen den log aan Oorlog üan grote Vorsten, wanneer zy, geduA%r°e%t rende enen langen tyd, te vergeefs, om ver'goeding van fchade hadden aangehouden. Ziet hiervan, ten voorbeeide, ene Verklaring, welke wy,otn hare by zonderheid, geheel, zo als dezelve berust in de meermaals gemelde verfameling van Charters, tot onze Vaderlandfche Gefchiedenisfen betfeklyk', aankomende den meergemelden Wel- Edelen Gefirengen Heere Mr. Daniël van Alpiien , Griffier der Stad Leydesj , met het gunflig believen van dien Heer.; den Hiftor.ekundigen alhier mededeelen: „ Weten fcole Ghi Hbechgeborne Eer„ luchte Vorfte, Hertoge van Uollande, dat „ die Prutzen (/) Heren ump de eren mi„ nen Vader un mi dat unfe genomen heb„ ben mit onrechte unt unvarwaret , unc min Vader dat vervolget heeft vor Heren ,, ende voir Steden unt eine dar umme nen s, recht wedervaren konde, hiex umme bin j, ic ir vyent worden , unt des wol dat ic ■ < . ■ . , ; ,,m éne (7) PauissEN; Een groot en welbekend Landfchrp in Europa, verdeeld in Neder- en Opper- Prut' fen; anders ook wel genaamd het BrandenbUrgfche en Poolfche Pruis/en : thans beiden gehoorzamende aan Zyne Majefteit, Fp.edp.ik lil., Kor.irg van Pruis/en; AJarigtaaf van Brandenburg; des Heiligen Roomjclien Ryks Keurvorst; &c. £fV. grj.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfi. 6"ro % ene neuen fchaden don konne , ane ic Ao. " moete de juwen mede befchadigen, hir 14.03. " umme fcoie ghi weten, dat ic Claw?s Lcm" beke juwe.vvent wefen wil , ende al die gene de umme minen willen doen ende la" ten willen , juwer, ende al juwer onderfa" ten , ende al der geenre die ghi mit ** rechte verdedinghen moghen ; w:v te ic " min ere dar anders nicht an vorwarm " kan hir umme wil ic mi an eren teghen Z iuwerwaret weten. Des to tughe foe hebbe ic min inge fcgel gedruct op delen ' brief die gefcreven es to Slevborcb (?n) " na üódes bort XÜ1K ja;r in eenre dmd* den jaire dar na dez Sonnendages to myd- „ vaften. . Defe voirfcreven brief quant eerit minen genadigen Heere van Hollant opten leften dach van Zvieye, anno dufent vierlij hondert ende drie." i s) De indrang der Geestlyken op de We: Hertog reldlyke. rechtspleging was, wegens h'rftraat vyftig Roeden breed, techtên. te weten > aan de Zuidzyde en aan de Noordzyde : V\ illende wyders , dat de Poorters van Hoogkarjpel altyd in het Gerecht van Broek zullen hebben twee Schepenen , en écnen Raad: welke twee Schepenen nu, en voortaan jaarlyks , zullen worden gekozen door (»•) Ms. getrokken uit het Memoriale, 13. £ 140* —— 1404. Cas 11, pag. 30. veria; berustende onder den Heere Griffier vajs Alphen.-  C H R O N Y K, IV. Hcofdft. U 3 door twaalf van de Rykften der Parochie Ao, Hoogkarjpel; waar na dezelve by den Baljuw van Broek, als naar gewoonte, zullen worden beëedigd: waar tegen de gemeene Steden van Broek nu, en voorts allejaaren, zullen kiezen , in de voorfchreeve Parochie van Hoogkarjpel, den Raad: welke Schepenen en Raad men alle jaaren zal vernieuwen, volgens de Keuren en Handvesten der Stede Broek. Wyders heeft de Hertog, by dat zelfde Charter, nog verftaan en goedgevonden , dat de Poorters van Broek, uit de Parochie van Hoogkarfpel, des Hertogs tienden aldaar zullen heb■ ben'en houden in zulken pagt, en tot zulken tyd, als de Stede Bioek van Hem bebriefd en bezegeld heeft (jr> Drie dagen later, vergunde de Hertog aan En aan de Heeren Gebroeders , Jlbert en Gillis vande GeArvemuyden de vryheid, om in hunne Am -v™e^*. bachten, gelegen m Zeeland, van 's HeerenMuyden wegen, te ftellen zekere boeten, ten hun-het zetnen behoeve te verbeuren by alle die ge-^en van ren, die in hunne Ambachten mogten on-^J™^ derftaan enige Wapenen te trekken,om daargenea in mede te vechten, hoewel niemand daar door hunne wierde gekwetst; als ook andere zwaarderAmbach. boeten op die genen, welke een ander kwa- ^""neri me te kwetfen, zonder dat 'er enige verzoe-of won.' ning tusfchen beiden plaats had; roet bevel den. aan allen Schouten en Schepenen , welke nu , of namaals , in die zelve Ambachten zyn, (s) Ms. getrokken uit hetPerkamente • Register, van Hertog Albrecht 1401 1404. Cas E. pag. 24. be* rustende onder den lieere Griffier van Aapjen. r  624 VADERLANDSCHE Ao. zyn, of zullen zyn, om die zelve Heeren 1403» Gebroeders van Amemuyden in deze aan hen geg^even rechten te handhaven (t). Hy fteit ÜP den laatlien dag van die zelfde Maand, Hènrik geeft de Hertog, op zekere voorwaarden, Willem. aan thnrik Willemszoon Uten Broek het waar' 2^nannemen van 's Hertogen Herberg in den Hatot de Re > om 1 en ahes wat daar toe bewaamee- hoort, na het overlyden van zyn Vader Wil» Ini|n HVr?n le,n ^t6n wien zorg thans was berg in* aanbevoien > te bezorgen en bewaren, ten dei)fV^f;meesten nutte van den Hertog, zo en in En tot dier vo« gen, als verëifcht wordt: gelyk Hy zyn Zee- denzelven ook tevens aanfteit tot zynen Zeevonder te vonder, westwaards van Scheveningen af tot ■ScW- jn Qufo Zidde;en oostwaards van Scheverangen. nm^m ^ tot aan half wegen Catwyk («). De Her. VVanneer ook , ontrent dezen tyd, enig tog doet verfchil en twist was gerezen, tusfehen Ja» uitfpraak cob den Bastaard van Egmond, en Klaas Herver^chu" mes' aanSaande net Schoutampt van Purmeaangaan- ren '■> heefc de hertog die beide partyen ontde het" boden voor Hem, en zynen Rade, in den Schout- Hage , en gelaat , dat elk hunner zoude ampt vanmet zjch brengen zyne Brieven en betogen, ren. °P we'Ken zy, een ieder voor zich, hunne aanipraak op het voornoemde Schoutampt grondeden : Dit gefchied zynde, heeft de Hertog met zynen Rade dezelve Brieven en betogen doorgezien, en uit dezelve eens ie- (/) Ms. getrokken uit het Perkamente-Register, van Htrtog /ilbrccbt 1401 1404. Cas E. pag. 24.verfa; berusrence onder den Heere Griffier vaw Alpiien, (u) Ms. uit dat zelfde Register, pag. 25. berustende mede onder uien zelfdeu Hetre.  C H R Ö N Y K. IV. Hoofdd. êi$ iéders voorgewend recht onderzocht; waar Aó. uit dan gebleken is, het beste recht tot dat 1403* zelve Schoutampt te zyn by den gemelden Jacob den Bastaard van Egmond, naardien hy ouder Bevelbrieven van den Hertog, tot de waarneeming van het zelve Ampt, had: waarom dan ook de Hertog met zynen Rade, op den 19. van Bloeimaand, in deze zake uitfpraak heeft gedaan, ten nadeele van Klaas Her mes; en wyders denzei ven Jacob den Bastaard van Egmond, in het zelve Schoutampt van Purmeren, op nieuws bevestigd, om het zelve, van 's Hertogen wegen, te bedienen en waar te neemen naar inhoud der Brieven, welke de Hertog aan hem reeds tot dat einde in eerder dagen had gegeeven; met bevel, om, indien hy mogte goedvinden het zelve Schoutampt door een ander, in zyn plaats, te laten waarneemen en bedienen , daar ontrent dan echter te letten op het voordeel van den Hertog; en dus ook in alles voor zynen Gemagtigden aan den Hertog te verantwoorden (v)~ Dewyl, op den 22. van Grasmaand van den pe gurgd lare 1360., de Regeering en de goede Ge-graaf van meente der Stad Jmfterdam, met Heer Dirk Leyden , vanfVasfenaar, Burggraaf vm Leyden, Rid-1" eer^eert der, door bemiddeling van den Heer vandie'van Brederode, en van Heer Gerard van Heem/Ie- Amjlerde was overeen gekomen en verdragen ,dam ver. wegens zeker tusichen Hem en die StadJ"*^ ont- (v) Mj. getrokken uit het Memoriale B- I. 1401 ■ 1404. Cas ft. pag. 34- verfai berustende onder deri Heere Griffier van Alphen. Rr  626 VADERLANDSCHE Ao. omftaan verfchil over den Tol, in zulker UQ.1» voegen , dat de Burggraaf aan allen den wegens Poort,eren van de Stad Jmfierdam vergunde, den, aan om Tolvry te mogen varen, voorby alle 's Hem ver- Burggraven Tollen, zo te Water als te Lanfchuidig. de, met alle hunne goederen, genen uitge^n,Tol;zondercj. en zujks ten ajjen tyde. behajven op de drie Jaarmarkten , welken de Burggraaf te Vlaardingen ; te Voorjchoten en te Valkenburg heeft, dair zullen die poirters van Jmfielredam tollen gbeven van horen goede, als andere luden, die dair tollen pleghen te gbeven. Dit echter onder deze uitdrukkelyke voorwaarde, dat die van Jmfierdam zouden verpligt zyn, voor die gunfte, aan den Burggrave, en zyne nakomelingen eweliken durende , jairlixe te gheve twie en dertich pont Hollandfcbe , fulcx paymends , als onfe lieve Here, die Grave, jairlicx van zinen renten neemt. En van dit gefloten Verdrag , ten wederzyden, behoorlyk gezegelde Opene Brieven , ten dien zelfden dage, waren uitgegeeven En dat O): terwyl ook Hertog Albrecht, als Hol» Verdrag iands Graaf en Heer, het zelve Verdrag, op Hertog den acntlïen daS daar aan, met zynen BeJibrecht yelbrief had gefterkt en bevestigd, en eeii bevestigd iegelyk van beide zyden geboden, hetzelve zynde) te onderhouden en natekomen; met beloften , om hen ter wederzyden, daarin te flyven en te houden, als recht is (x): zo heefc deszelfs Zoon , de hier zo flraks gemelde Heer <» Mieris Charterb. D. III. bl. 119. & iao. Het zelfde Boek bladz. jai.  C H R O N Y K. M Hoofdfl. êtf Heer Philips, Heer van Wasfenaar, in deze Ao. dagen Burggraaf van Leyden, op den ïi. der 1403; gezegde Bloeimaand, deze vernielde Jaarren-^" "" te, door de Stad Amfterdam aan Hem te be^Jj^.0 talen vöor die vergunning van Tolvry voor-'hand door by zyne Tollen te Alphen te varen, verkoftdezes aan Heer Floris van Alkemade , Ridder (y); Burggrawelken koop en verkoop Hertog Albrecht,™°Jjjjj ten zelfden dage, by zyne Opene Brievenop Am. heeft bevestigd; en tevens dezelve jaarren-//«-^7», te, welke de Burggraaf van den Hertog te"ic ho°f* leen hield , aan Heer Floris van Alkemade'verdrag' gegeven tot een vty eigen g*oed, om daar by toe-' mede te handelen naar zyn welgevallen (z). ftemming Vervolgens heeft deze Burggraaf, na dat de v?n den Stad Amfterdam zich verbonden had, om de-^r"°|* zelve Jaarrente voortaan aan Heer Floris van^ Heer' Alkemade te betalen , der gemelde Stad dis Floris fchuld , voor zich en zyne nakomelingen,van ^J'. kwyt gefcholden op den 5. van Oogstmaand^ » hier aan volgende(0); waar naa, op den 18.°"^" van die zelfde maand , welgemelde Heerst aari Floris van Alkemade de meergenoemde Jaar- de Stad rente aan de Stad Amflerdam opdraagt en <*mfterkwytfcheldt, met overgifte van alle de oor-^j^^ fpronglyke Brieven, daar toe behorende 0?).c 16 c* Dewyl de Wevers en Volders te 4mfter~Hért0g dam faamenrottingen maakten en grote ongQ-Albrecht ïegeldheden bedreeven (c) , zo gaf Hertog geeft aari ^Amfleri O) Mieris Charterb. D. II F. bladz. 778. (&j Het zelfóe Boek óp dezelfde bladz; Het zelfde Boek bladz. 781. (£) Het zelfde Boek bja'dz, 783. (c) Schoon ik de oorzaaken dezer oproerige faaraëriRr 2 rot-  6a3 VADERLANDSC HE Ao. Albrecht, op den 24. van die zelfde maand, 1403- aan die Stad, op haar verzoek, de vryheid, dam de Van vryheid, rottingen niet voor zeker wete te bepalen; zonde ik byna durven gisfen, dat dezelve uit misnoegdheid over hun loon zullen zyn voortgefproten, aangezien men, reeds op den 3. van LentemaaBd des voorgaanden jaars, Hertog Albrecht aan de Steden van Holland en Zeeland ziet zyne bevelen geven, dat alle Ambachtsgezellen, en inzonderheid de Volders , zich zullen hebben te vreden te houden met het loon , hen by het Gerecht gezet, op ftrafFe, daar by bepaald; zo als men dien 's Hertogen Bevelbrief vindt by van Mieris Charterb. D.III.bl. 759.,hoedanig bevel door den Hertog reeds, op den 30. van Oogstmaand 1391, aan de Volders te Leyden , alwaar zy ter dier zake enig oproer hadden verwekt, was gegeven, 't geen die zelfde Heer ons heeft medegedeeld in de Handvesten, Privilegiën, enz. der Ó7ö voor zo veel tyds , als Schout, Schepenen en hK en Rade zouden goed vinden: welke vry-Land, te heid Hy gaf tot wederzeggens toe, zo nog-bannen: thans, dat het Ban-Vonnis, voor dit wederzeggen gegeeven, van waarde zoude blyven ook na dit wederzeggen (d'). Den volgenden dag, verklaarde Hertog Ah naar gelang der gepleegde misdaden en bevind van zaken, zullen oordeelen naar rechten billyk te moeten gefchieden; op den n. van Lentemaand van denzelfden jare. Men zie aldaar bladz. 379. en 380. Ondertusfchen was 'er te Leyden al in het jaar 1393- °y °e Magiftraat, ten allen tyde het oog houdende, om da Draperie, binnen hare Stad, te bevorderen en ook tevens de goede Gemeente in rust en het genot van welvaart te houden; gelyk wy hier voren (bl. 579.) reeds hebben aangetekend; enebyzondere ordre gefteld, op bet Loon djr Lakenvolders; als mede op den 25. Juny M95ene Keure gemaakt, houdende ordres op het -werken van der Laken-folders Knapen; ah ook verbod van het gebruiken der Woudfcher aarde; en het aanrecb. ten van enige Complotterien: en nog in den jare 1399. ene andere Keure, houdende ordres tot betaling van bet verdiende Loon aan de Laken-Folders ; als ook aan derzelver Knapen: alle welke Keuree mede gevonden worden in het hier voren, bladz. 578.not. (^aangetogen M«. Privilegieboek der Stad Leyden van den Heer Griffier van Alf-hen. rd) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. i4°ï 1404. Cas R. pag. 35- beruftende onder dea zelfcUn Heere Griffier van Alphen. Rr 3  630 VADERLANDSCHE Ao. Albrecht aan Harberen van Leewen bevolen te 1403. hebben, dat hy Jongvrouwe Margarita van verktot g^, volgens de nitfpraak van zyn Zoon, oprig te™er JanJati Beyeren, m een gefchil tusneemen Ichen de Kinderen van Heer Daniël van der het ver- Memode Heer van Steyn, en hunnen Oom lm Mar Heer^teyn, van welken Heer Dagarita mel deze Jongvrouvve Margarita de oudfte van Steyn Dochter was; om dat aan die uitfpraak nog na Hoi- niet was voldaan; van den Huize te Stem dïnmzeT,?0 ,n?men ' itldien k0nde» en Ml \*stevi-mknd brengen, vermits zy daar meest gegoed en vermaagfchapt was, en zy ook anders grote fchade zoude Iyden: en beloofde Hy, dat, wanneer dit zyn bevel zoude zyn volvoerd, Hy dan ook alles des aangaande op zich zoude neemen , en des voor den zelfden Harberen in ftaan (e). Geeft aan daSen later» gaf Hy aan die van die van Hemden, zo, ter zake van aan Hem beweHeusden zene getrouwe dienften; als ook, om de alPen»ge daar ontftane onrust neder te leggen; deze rechten, volgende Voorrechten en vryheden: I. Dat de hoogfte boete, welke men op den Dyk des Lands van Heusden , roerende Dyks-zaaken, zal verbeuren, zyn zal vieren - twintig ponden , waarvan de eene helft voor Hem, en de andere helft voor de Heemraden zal zyn. II. Dat men niemand, in de Stad en hetLand vatiHeusden wonende,zal mogen bannen wegens, (O Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. 1401 yT.}*0*-' Cas R* Pa8- 35* betustende onder den Heere Griffier van Alphïn.  Ao. 14.03. CHRONYK.F. Hoofdji. 631 : „ •n^r.^notT t-pn t\t dat drie van des Doodgeflagens magen met plegtigen ee- de naven, cac ae j3Ctt.nwguc ww^wmj^, raad en daad,aan dien Doodflag fchuldig is. III. Dat niemand, in de Stad of den Lande van Heusden gezeten, die een getrouwdeVrouw, of een of meer getrouwde Kinders heeft, om enige misdaden, op welke wyze ook gepleegd, meer zal mogen verbeuren, dan zyn lyf, en de helft van zulk goed, als hy en zyne Vrouw, of zyne getrouwde Kinders , met malkanderen gemeen hebben ; maar, in tegendeel, dat hy, indien hy met hen geen gemeen goed heeft, al zyn goed, ten behoeve van den Hertog, zal verbeu- ^Ook^gaf Hy, op den laatften dag dezer En ook Zelfde maand, aan de Stad Muyden ene»» de Handvest, houdende verfcheide grote Voor- %*fg' rechten; te weten: icheide I Al recht te houden buyten huyfe op-aanzien„ ter'ftrate, oft by de brugge, ende te be-i^j* ginnen van middach. II. „Item, geen dyck te fchouwen dan te , rechte fchouwedaghe, ten waren dat die " Schepenen kennen tot lants noode. " UI. „ Item, Sluyfen,nochSylen te fchouwen , dan op die rechte fchouwedaghe , " ten waere dat die meerdeel van den Sche- V penen kenden dattet noodt ware. fV „ Item, fo fullen die meerdelen van den Schepenen kiefen die Rade, ende de w „ Schout (/) Mieris Charterb, D. III. bladz. 779. R r 4  63a VADERLANDSCHE Ao. „ Schout falfe eeden fonder vertreck: als 1403» » hun die Schepenen hieten. V. „ Item, foo fullen die Rade, off die „ één, by meerdeel van den Schepenen der „ Stede, fchot uytfetten ende inpanden haer „ fchoude, ende hare boeten tot haren wil„ le buyten yemant anders van onfen we» ghe- VI. „ Item, foo fullen die oude Sylmee„ fiers kiefen die nieuwe tusfchen onfer „ Vrouwen dach Purificatio, ende SintePie„ ter dach ad Cathedram, ende vernughen aen „ de Schepenen met eenen grooten. VII. j, Item , foo fal onfe voornoemde „ Stede alfulcke dienden gheven , als fy in „ voortyden ghehadt heeft: als haer Outaer „ nae haren fondatien , haer Coflerye, ende „ dat Baltengeldt te nemen: Ende alfulcke „ wateren vry te wefen, als tot defe daghe „ toe vry gheweest heeft. VIII. „ Item , foo fal die Schout alle „ banne inwinnen onder die Schepenen , „ daer fy hun onder verfchynen, offfyful„ Jen quyt wefen. IX. „ Item, een man, die een onfchoudc ,, werdt in gebonden tyden, die en fal niet „ weder te rechte comen, eer ten eerften „ oopen Rechtdaghe, off ten anderen. X. „ Item, een man , die voor recht „ gheboden, of befet wort, is 't faeke dat „ hys eens wort met fynen wederfaecke, „ eer fy voor recht comen , fo fullen fy s, quyte wefen. XI. „ Item, foo gheven wy onfen voor„ gheqpemden Steden , overmidts dat fy »> niet  CHRONYK.IK Hoofdjl. 633 - nïec en vermach alleen te houden de brug- Ao. " ge brugh-geldt te nemen, ende daer fy 1403.^ " off in voortyden van onfen ouderen brie" ven ghehadt heeft : Van een ghehden waahen, off een gheladen carré, off een " gheladen flede van elcx eénen groote : Ende van den ongheladen elcx eenen eroote: Vier onghefadelde paerden eenen " Jroote: Vier offen, off vier koyen eenen " groote- Vyfende twimich fchapen eenen *' groote': Vyf ende twintich vereken eenen " xS?^," Item, eenich man, die fyn landt aenghefproken wort, om te weeren eenen " zeven te wefen van een anders lande » die en fal nae hout doen, noch banne gel- " XIII. „ Ende waer yemandt van onfen , Dienaren, die nu zyn, off naemaels wefen fullen, die defe voorfchreven puncten ' verbraecke, ende niet en hielde,dat wouden wy aen hun houden als aen den ghee" nen , die ons van onfer heerlicheyt ver'! minderen wilde (g)." Gelyk Hy mede, ten dien zelfden dage,zoNog gaf voor zich zeiven ,als voor zynen Zoon, Graaf Hy vry mUetnvan Oostervant ,vry geleide gaf door alle geteute zyne landen, en by alle zyne vrienden, die,fche[de om zynent wille, waren geworden Vyanden Perfonen, van den Heer jan van Arkel; naamlyk aan door zyn Heer Arent van Leyenberg; Ueer Arent Sconouwen; Ridders; Heer Jan üarayn, ue- Vrienden; (eï Mieris Charterb. D. III. bladz. 779. & 780. ^ Rr 5  6u VADERLANDSCHE Ao. ken te Gorincbem; Qtto van Gellinchem; Jan 1403. van Blankenvoirt; en Dirk van Leyenberg, den ~ Baftaird, met hun Gezin en Knechten;mits, dat zy geen Ballingen waren; en zulks al' leen voor den tyd van acht dagen na datum des Briefs (h). Doet uit- 0ok kfeft Hy » °P den i7. van Wieden fpraak in maand, uitfpraak gedaan wegens zekere verde ge- fchillen, federt een geruitnen tyd tusfchen de cusfch"n InSezetenen van Gooilanden de StadNaarden. C^/wPiaats Sehad hebbende, over de Gemeente alen /vw-daar, welke, gelegen in den Lande van Gooiland, den over by toeftemming der vorige Graven en Heren de Ge, van dezen Lande, door de Ingezetenen van aldaar: Go°ilan(l en de Stac* Naarden te faamen, gedurende vele jaren, was gebruikt geworden; en daar by verftaan, dat dezelve Gemeente zal blyven, ten eeuwigen dage, ongedeeld; behoudens elk, ter wederzyde, zyn byzonder recht, hen voortyds toegekomen hebbende: met verderen last, dat de twee Burgemeesters der Stad Naarden en de vyf Buurmeesters van den lande van Gooiland voortaan altyd, gefaaralyk, een redelyke icharinge zullen zetten dier voorzeide Gemeente; waar in zo die Burgemeesters en Buurmeesters niet eensgezind waren, dat dan des Hertogen Baillu zoude zyn een Overman, in dier voegen, dat hy alleenlyk de meeste fieramen moet volgen, zonder wederzeggen; be- hou- (è) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. i^oi ■ 1404. Cas R. pag. 35. verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 63£ houdens den Hertog zyne Heerlykheid, en Ao enen iegelyken zyn recht (O- ; 4 J'- Op den 24. van die zelfde Maand ver-Ver. klaarde de Hertog (gelyk Hy zulks te doenktot da reeds in het ^e^i^^^J^n. te hebben voorgenomen) by enen Bnet aan ^ > eB den Baillu, Burgemeesteren en Raad van dehet slot> Stad Schoonhoven, dat Hy aan zyne Gemalmne, aan zyne Vrouwe Margarita van Kleef, by goeddunkenGer^hnzyner Kinderen en van zynen Rade, onderj^^ ^ meerder andere goederen,in lyftochthadge-ge0,vente eeeven de Stad Schoonhoven met den Huize en hebben, Slote aldaar; en beval Hy deswegens aan hen, omHaar, als rechte Landvrouw, te ontvangen, en ook aan Haar hulde te doen;en vordersHaar, in die hoedanigheid, geduurende haar leven, te erkennen, behoudens zyne Heerlykheid , en den Eed, die zy Hem gedaan hadden (*). Dewyl Heer Jan van Beyeren,Ekct van Luyk, Hertog >sHertogen}ongfteZoon,zeerller^^ den Vrede tusfchen Hertog Albrecht en Graai ^ Willem van Oostervant; met Heer Jan van /fr^ verbinden te doen herftellen en fluiten,het geenallezmszicb ,om, tegen de oogmerken van Graaf Willem aan-wjd» Uep; zo wis? deze Graaf te bewerken, dat^11 er jftemming, fn Ms. getrokken uit het Perkamente. Register Hertog Albrecht, 1401 I4°4- 9*s' E' Pa«: 2?> verfaf berustende onder den Heere Gnffier van Aifhes. (k\ Ms. uit de Ms. Arcihven der Stad Schoonhoven;. berustende onder dien zelfden Heere. Ook wordt deze Open Brief van Hertog Albrecht gevonden 10 de Be. Ctbrn. der Stad Schoonhoven van H. van Berkuw:, Hoofdd. III. bl. 53- en 54.. <»e ook aldaar Hoofdd, II. bl. 16. en vaa's Hertogen voorneemen en van deezen Brief reeds had gewag gemaakt.  63Ö VADERLANDSCHE Ao. 'er, op den 6. van Hooimaand, tusicheti zynen. 14° 3 y Heer Vader en Hem ene onderlinge belofte en gecnVre-verzekerin§ werd gegeeven, dat de een,buide mee ten weeten en toeftemming van den anderen, Arkd te geen Vrede of Beftand met den Heer van maken. jr'eï zoude maken De Her Hert0S Albrecht, op valfch aanbrengen, tog ba- de Schepenen en Gezwoorens in den Lande looft aan van Hemden, te onrechte tegen de Voordie van rechten dier Stad verzet hebbende,en deswed?H«id gens nader onderrechc zynde, beloofde, op vest,'in den 17.dier zelr"de maand, de Schepenen alhet ver- daar niet weder te zullen verzetten , noch kiezen laten verzetten, dan op den Heiligen DertZtin's tiendaS> wanneer die zeven Schepenen, die aldaar,tedat Jaar Schepenen geweest zyn, als naar zullen gewoonte en volgens het recht der Stad ge» houden; geven, zullen kiezen zeven andere Schepenen ; welke vervolgens zullen kiezen drie Burgemeesters. Wyders verklaarde de Hertog , dat Hy, ter zake van deze beloofde gunfte , van die Stad zoo veel ontfangen hadde, dat Hy deswegens zeer wel vergenoegd was; en dat Hy derhalven de Stad daar van kwytfchold (ni). Gaat een Op den 6. van Oogstmaand, floot de Hertog Verdrag met zynenTollenaar te Woudrichem en teSchoon» zynen" hoven> genaamd : Tsbrant van den Couter,een Tolie- Verdrag, dat hy, Zo lange als 'er tusfehen naar te Hem en den Heer van Arkel geen Vrede, Zoen, of (7) Mieris Charterb. D. III. blad. 781. (m) Ms. getrokken uit het Perkamente- Register, Hertog Albrecht 1401 1404. CasE. pag. 28 verfa; berusteode onder den Heere Griffier van Alphen.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 637 of Beftand ware , in den Tol zoude zitten op Ao. rekening; en niet op enige pacht; maar,dat 14031. hy, by Vrede, Zoen, of Beftand met den Heer muM. van Arkel, zvne pacht zal aannemen, en dG~cbemi en zelve van dien tyd af gelden , naar inhoud tzScboon. der Brieven, welken daarvan waren (w). Uït'^e«* dit Verdrag, zo wel als uit de zo even aansetogene verbintenis, op den 6. van Hooimaand tusfchen den Hertog en zynen oudftenZoon aangegaan,blykt ten-duidelykften, dat 'er tot op dezen dag volftrekt nog geen Beftand, Zoen, of Vrede tusfchen den Hertog en Heer Jan van Arkel plaats had. ■ Op den volgenden dag, gaf Hy, tot we-Geeft derzeggens toe , aan de Scheepmakers te Haarlem, burgers dier Stad zynde, doch bui-makers ten dezelve wonende, of in 't vervolg nogte Haar. zullende wonen , het byzonder Voorrecht,/" dat zy vry zullen zitten van alle ongeld, en»J» . van allen dienst ; uitgezonderd alleen het ongeld en den dienst in dezelve Stad (0). Doch, dit byzonder Voorrecht, alsftrydigWelke met het Voorrecht van het Ambacht van Symon Hy, wei■vw Zoenden, 't welk te voren aan denzelven Jg dagen 'door den Hertog, volgens daarvan zynde Char-^ * ters, was gegeven; heeft de Hertog, na ver-imrekt. loop van weinige dagen, te weten; op den 29. dezer zelfde maand, weder ingetrokken; en aan denzelfden Symon -van Zaenden nader bevestigd het aan hem te voren gegeven Voorrecht, dat memant voirtan in Spnons Ambocbt voirfz. J va» J{ Ms. getrokken uit bet Memoriale B. I. 1401 1404. Cas R. pag. 4°. "trfa; berustende onder öon Heere Griffier van Alpken. '. I. bl. ïaöi. en 1327. Fr. van Halma Ttneel der Vereend, Nederland, bl. 72. en 137. P. Brugman Be. fchryv. van V Graaffcbap van Holland; geplaatst voor de Chronyk van HuSiand, enz. door P. Scrivemus; bl. 15. en inzonderheid by H. van Heugen Batav. Sacr. part. II. fol. 338. —• 352 , alwaar men een afneeldfel van den Hand van dit Convent en verfcheide Urieven, rakende de (lichting, inwyding en andere zaken van Ss 2 di Ao. 14° 3-  644 VADERLAND SC HE Ao. Hertog Albrecht; en wel inzonderheid der 1403. Ingezetenen van Zeeland; door hunne ge- " duurige zeeroveryen te onrusten ; en op die wyze , dagelyks , den koophandel der Nederlanderen, geweldadiger hand, te belemmeren , trachtende den zeiven niet alleen merkelyk te befchadigen ; maar 's HertoHertog §en onderzaten zelfs te dwingen, om den Albrecht Koophandel te laten vaaren;zo heeft Hertog verleent Albrecht, op den 23 dezer maand, by zyne aan twee Opene Brieven van Schaverhaling, (doch een vanJ/"jr-weiniS anders dan Hy zulks onlangs («0 ge- kappei "daan had) twee Poorteren van Westkappel geBrieven magtigd, om, zonder tegen Hem iets te misvan Scha-doen? aj]e perfonen en goederen der Schot» i1nTtegeVen overal in zJn land te mogen aanflaan,bede .y^f-kommeren en bezetten, ter vergoeding der ten. verongelykingen en fchade; die zy, van de Schotten te hebben geleden, wettig konden bewyzen: en gelastte Hy tevens aan alle zyne Dienstluiden, dat zy zulks zouden hebben te bevorderen en te helpen bevorderen op alle mogelyke wyze, wanneer zy daar toe door de Poorters van Westkappelle zouden worden vermaand, en zulks zo langen tyd, tot dat de- dit Klooster, zal aantreffen. By dezen kan men nog voegen den zo ftraks genoemden Fr. van Mieris in zvne Befcbrjving der Stad Leyden , ü. II. Hoofdft. XXXVIII. bl. 614., die ook, op meerder dan eene plaats dier Be/ihryving, van dit aanzienlyke Klooster gewag maakt, als D. I. bladz. 22. en D. II. bladz. 360. 561. 581. en f)ii. Een zeer breedvoerig Register, behelzende geauthentizeerde Copien van den Fundatiebrief en der verdere Charters van dit zeer vermaarde en ry ke Convent, gefchreeven op Pergament, berust onde den Heere Griffier van Alphen. C«0 Zie hier voren op bladz. 601.  C H R O N V K. IV. Hoofdll. 6*45 dezen van alle hunne geledene fchade waren Ao. voldaan; met verder bevel, dat men in goej_uo3_. de bewaring zoude houden het geen'er werd bevonden overig te zyn, om daar op *s Hertogen goeddunken te mogen verftaan (*> Twee dagen later vergunt de Hertog den die van Onderzaten van Waterland het Voorrecht,^wr. dat zy van het onderhouden van den Ouden iand van Dyk zouden vry zyn en verleent aan hen noghec houenige andere Voorrechten (y); Dit nu heeft deg Qu,, zeer naarftige Heer Frans van Mieris , mis-den Dyk, leid door het aangetekende in H.SoET£BooMseiibegim. Waterland,gefteld.dat op den^5-vanOo£t-ftigtben maand van den jare 1401 zoude zyn gefchied™^ , (z). Doch, dat dit jaartal ontegenzeggelyk eenrechten. misdag is, blykt, zo uit het hier onderaan- (xl Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. 1401^1404. Cas R. P^g. 4i: veria ; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. M Ms. getrokken uit het Perkamente - Register, Hertoch Albrecht 1401. — 1404- Cas E.pag. ^. verfa: berustende onder den zelfden Heere. "f,) Mieris Cbartefb. D. III.bl.74S. Z,e voren bl N18. Dit nu moet ik, als Uitgever dezer Chronyk, hier melden, dat wyleh de Schryver van dezeWe,, de -leiding van den Heer van Mieris bundeling gevolgd hebbende, dus, op die gezegde bladzyde, hier m een groten misfiag heeft begaan, welke door Hem met eerder fchvnt te zyn ontdekt, dan , na dat aan Hem deze alhier aangehaalde Brief, getrokken-uit dit gemelde Perkamente» Reeister, ter Register- en Leenkamer van Rolland terustende, door de vriendeiykueid van den meergemelden H»er Grffier van Alphen, was medegedeeld; en miss wel, na dat deze gezegde bladzyde 513., met nog entee volgende, reeds was afgedrukt. De gunftige Lezer gelieve derhal ven dezen misQag van vvylen onzen Cnronvkfchryver vriendelyk te verfchonen, en dus de op cie bladzyde gemelde Voorrechten, aan die van Waterland verleend, als alhier behorende :aan te merken 1 Ss 3  Ao. 1403, 646 VADERLAND SC HE getogen ontegenfpreeklyk bewys,• als ook , daar uit, dat de Parmer-Te eerstin het volgende jaar bedykt is, by welke bedyking de Ingezetenen van Waterland een opftand ver¬ wekt hebben, waar over zy, op den tienden van Lentemaand van dit jaar 1403, door Hertog Albrecht in ene geldboete beflagen zyn ; zo als wy hier voren gezien hebben (a). Bevrydt Gelyk Hy ook al verder, op voorfpraak perfonen van den Abt van Egmond, ten dien zelfden van den dage', heeft kwytgefcholden aan Geryt Bairdienst,'s toutsfoon van Oyen; Alyt; Willem; Geertruut; Graven- dicdwa'UyClare; Bavc ; Griet en liatryn; zyne ^e3'^se" kinderen; van allen zuiken dienst, als waar toe zy aan Hem, tot hier toe, gehouden waren geweest, wegens h,unne geboorte, en welken dienst men noemt' V Gravendienst; (waarfchynlyk, Keurmede) gelyk ook aan Griet, de. wettige vrouw van den voornoemden GerytBairloutsfcon,we\ke door haar houwelyk met denzelvenGeryr in dien zelfden dienstvervallen was; en dus heeft Hy hen allen en hunne Nakomelingen , .ten eeuwigen dage ,bevryd van den voorfchreven dienst; ten ware zy, met houwelyk, of met befterfenisfe van hunne namagen, die zyne dienstluiden van den voorfchreven dienst waren, daar door wederom in den zelfden dienst mogten vervallen: Behoudens nochtans den Hertoge en zynen Nakomelingen anders allen zynen dienst, op - we ke wyze zulks ook ware, dien zy aan Hem en zyner Heerlykheid, van . rechtswegen , ichuldig zouden zyn te doen (b). Wan- (a) Zie mede hier voren op bladz. 613. en 614. (b} Ms.: ure het Perkamente-Register Hertog Al" biecht  C H R O N Y K. IV. Hoofdd. 6tf Wanneer in het laatst dezer zelfde maand Ao. Eneel Pieterszoon, Schout van den Hage (O, 1403^ was overeengekomen en in het vriendelyke Enggl verdragen met zyne naaste Magen en Lrrgev/gen uitwateren door », Hertogen Wilder.™ en nisfen in de Lisferbeek; welke watering zalfecncen: moeten worden gemaakt door die genen , welke in den zeiven Noordveen zyn gehoeffiaagd en dus daar toe verpligt; met verlof, om t £fcen daar toe vereischt wordt, als zoden , zand, en andere behoeften, te halen uit s Hertogen Wüdernisfen, zo dikmaals als zy zulks nodig hebben; als mede, dat zy zullen moren kiezen vyf Heemraden, welke met den Schout van Lisfe de gemaakte werken zullen fchouwen; en verder het recht zullen hebben, om Keuren te maken ten nutte van den voorzeiden Noordveen, zo over wateringen., bruggen, fpnyen, flnuen; 't ueen verder ten dienste en voordeele van difn kan ftrekken; alles op zodanige boeten enflraffen jegens de overtreders dier Keuren, (m) Mieuis Cbarttrb. III. D. bl. 787.  6$6 VADERLANDSCHE Ao. als men van fiuken en wateringen in Rbyn1403» lami is gewoon in acht te neemen: met bevel, dat, indien 'er enig misverftand tusfchen de genen, die op de gezegde Beek of den Noordveen zullen fchouwen, mogte ontftaan, zulks door de Heemraden van Rbynland zal moeten worden geëffend en befiist (n). Regelt de Toen, ontrent dezen tyd, aan den Hertog, verko- wiens grote verlegenheid om geld, ter zake ping van van de zeer kostbare Oorlogen door Hem vèfnen, Sevoerd' in a!les doorftraalde, was bericht hy zyn ' geworden, dat enige perfonen, welke van Zoon den Hem, en van zynen Zoon, Graaf Willem Graaf van Van Oostervant, hadden gekoft eenige Feevl»r%- nen> geleêen in de nabyheid der Stad Haerdaan; Iem tusfchen de Gastbuislaan en de Hillegommerbeek; meerder Veenen aanfloegen, dan zy waarlyk hadden gekoft, uitwyzens de Brieven van Opdragt , aan hen daar van door Hem en den gemelden Graaf afgegeven; zo heeft de Hertog daar op Henric van der Woerts, 's Hertogen Houtvester van den Haerlemerhout, gelast, om dezelve Veenen te doen overmeeten, ende overmaat aan Hem duidelyk optegeven; waar na de Hertog, wegens de gevondene overmaat, met dezelve Kopers is verdragen ; en aan hen , in gevolge van dat Verdrag, op den 20. dezer zelfde maand, heeft afgeftaan, het geen bevonden was door hen meerder te zyn aangeflagen, dan het waarlyk verkofte en opgedragene, mee by- (n) Ms. getrokken uit het Perkaviente - Register Hertog Albrecht, 1401. — 1404 Cas. E. pag. 35, berusteude onder den Heer Griffier van Alfhen.  C H R O ft Y K. IV. Hoofdft. 057 byvoeging zelfs van nog enige.Voorrechten : Ao. behoudens nochtans aan den welgemelden 1403. Grave van Oostervant alle zodanige rechten, ö3 als Hy op dezelve Veenen mogte meenen te hebben. En heeft daar op wyders deGraaffiet welk van Oostervant de verkoping van alle dezel-deze ve Veenen, leggende tusfchen 't Manpat' en ^jfnam Aé-Gastbuislaan, en de Grietenbruggbe en de^J^' Lisferbsek; welken Hy van zyn Vader, ter vestigt, vergoeding der gedane onkosten tot den Friefcben Oorlog, gekregen én aan byzondere perfonen verkoft had; by zynen Openen Brief van den eerften van Wynmaand daar aan, bevestigd (0). Op den 24- van die zelfde maand, verleen-Hertor ■de Hertog Albrecht aan de Burgers en Inge- Albrecht zetenen der Stad Edam en van den Oorgate',^^ü ter zake van veele getrouwe dienften aan^J^nfi!t Hem beweezen, inzonderheid wet het doenVan den van' grootë kosten en het aanwenden vzaOtrgate zeer veel arbeids in het bedvken van dePar-e™ss tner-Te, verfcheide Voorrechten, tot den zei* J^teni ven Dyk betrekking hebbende, en tot deszelfs behoud dienende (ƒ>)• Ten (o) Beide deze Briever. zyn te vinden W Fr. van lYfiEitis Charterb. D. HI. bladz. 784. en 785. (p) Ms. Privilegie oer StadEüA.v., berustende onder 'den'Heere Griffier van Alphen. NB. Dit Ms. houdt de gifte van dit Odtroy op Maandag na St, Mattbeus. dag des jaars 1403. dat is: 24. September van dat jaar. Doch, anderen (tellen dezelve op Maandag r.a St. Martensdag des jaars 1403. dat is: 12 November van dat jaar: ten ware men had gemeend Maandag na Si. ■Martensdag in den Zomer; welke was in du jaar den *. July. . T t  658 VADERLANDSCHE Ao. Ten zelfden dage,gaf Hy aan Heer Hugè i4.03._van Heenvliet de vryheid, om by de Kerk en En aan °P het Kerkhof te R«gg' > gelegen in den lande Hugovaovm Voorn, te (lichten een Monniken-KloosHeenvliet ter van Regulieren; en verëeerde tevens aan vryheid, dat Klooster, en aan deszelfs Prior en 't geK?oofter heeIe Convent deze aanmerkelyke Voorrechte nichten ten, welken wy, zo als ze ons door den te Rugge, meergemelden Heer Griffier van Alphen zyn in het medegedeeld, alhier, onder zyne gunftige ^»7entocftemmin§'.woordely|< Ia£en volgen: vereert >. *• Dat wi na des Proehipapen doot, die dar Kloo-,, de Kercke tot Rugge nu heeft, die felve fter met „ Kercke nymant anders geven en feilen tot vöof- " geenre ty1» dan den genen, die die Prioer rechten. 5» ende Convent voirfz. ons dair toe noe„ men feilen, den welken wi voirt prefen„ teren feilen den Prelaten t' Wirecbx, alfoe „ wi tot hier toe ghedaen hebben. II. „ Item, hebben wi den fel ven Cloes„ ter, Prioer, endeConvente ghegeven on„ fer Vrouwen Outaer, ende dienst in der „ Kercken voirfz., om dat te virdienen als „ behoirlic is, ende dair of te hebben fulke „ renten, nutfcip ende vervallen als dair toe „ ftaen , ende dat gewoenlic is dair of te „ hebben , ende fi feilen oic fulke vryheden „ hebben ende gebruken voir onfe tollen, „ ende in onfen landen, als die Cloesteren „ van de Regulieren tot Eemfteyn in Zuyt„ hollant, ende toe Leyderdorpt in NoirthoU „ lant hebben. III. „ Voirt, foe hebben wi bim ghege„ ven alfoe dat aen ons coemc alle renten, vruchten, ende vervallen toebehoirende „ dei  C H R O N Y K. IV. Heofdjl. 65? }, der tymmeringen ende der edificien der Ao. 4, Kercken te Rugge, ende des feilen fi voif uo.fo i, him , ende onfe bure aldair die felve Kevcke in goeder rake ende dake houden 4, als dair billiken toebehoirt." Wyders, gelastte dë Hertog by dezen Voorrechtsbrief aan zynen Rentmeester , Baillu, Schouten, Schepenen, Rechteren, en allen zynen Dienstluidea, overal in den lande van Voorne en de Stad van den Briele om dat gezegde Klooiter, deszelfs Prior en ganfche Convent in allé die voorgemelde punten en gunften te handhaven en befchermeh, en allen, die dezelve mogten beledigen, te ftraffen aan lyf en goed, naar rechten (q). De Previfortn, door den Bisfchop van [7-De Provitrecht in Holland en Zeeland aangefteld omtai ^ii het zogenaamde Geestlyke recht te oeffenen, {™opl~ad die het doorgaans, gelyk wy meermaals (tj ge- Utl.ecbt zien (.™jjj.;' gezetenen der Stad Sint Omer; en hen gege-tegen dia ven de vryheid, om alle de poorters en onder- vanS/«/ zaten van Sint Omer en alle der zeiven goe Omer: deren over al, waar zy dezen kondenmagtig worden in 's Hertogen Landen of Stroomen, te bekommeren, bezetten en aanhouden met alle middelen van rechten , ten einde uit dezeiven den Delvenaarenmogte worden vergoed alle de fchade, welke zy konden bewyzen door die var. Sint Omer aan hen te zyn toegebragt: terwyl de Hertog ook, by die Brieven, allen zynen Magiftraten en Dienstluiden gelastte, om dezen Delfifche Poorteren hier in met alle hunne vermogens te helpen en by te ftaan, tot dat hen alle die voornoemde fchade geheel zal zyn vergoed: en wyders, om het gene 'er mogte bevonden worden overig te zyn , in goede en verzeker- Cv) Ms. getrokken uit het Perkamtntt-Regi/ler Hertog Albrecht 1401 1404. in Henegouwen Cas E. pag. 36, veria v berustende onder den Heere Grifte? v.ur Alpukn. Tt 4  C64 VADERLANDSCHE Ao. kerde bewaring te houden, ten einde daar MQ3 ontrent 's Hertogen goeddunken te verftaarj en in acht te neemen (tu). Geeft,by 1'wee dagen daar naa, beval de Hertog, zyn ie- met vooroverleg van zynen Raad, aan zynen Und'van be™nden Zoon, Heeren van Beyeren, ^•«aan frkozen Bisfchop van Luik, en Graaf van zynen Loon, het land van Voorn, met alle zyne Zoon toebehoren en Heerlykheden, renten, landvoorden en luiden, om hetzelve te hebben en zend En-^ rfgeeren, by 's Hertogen leven, zo' als geifche tlV het zelve aan hem naa zynen dood beNobeien wezen en gegeven had, naar inhoud der •tJaars: Brieven, welken Heer Joban van Hem, en van zynen Broeder, den Graaf van Oostervant , deswegens had r»; onder voorwaarde, dat Heer Joban aan Hem, gedurende zyn Ieven, zoude geven drie duizend Engelfche Nobelen, 's jaars,- te betalen op drie onderfcheidene tyden, of binnen vyftien dagen daar na; en ook behoudens daar en boven, dat Heer Joban Hem met de magt van het voorfchreven Land zoude te hulpe komen, gelyk alle andere zyne Landen zulks te doen verpligt zyn, wanneer het nodig was: Ook gaf Hy aan de Ingezetenen van Voorn fterke bevelen, dat zy, zonder enig tegen zeggen, dezen zynen Zoon, Heer Joban van Beyeren, met alle onderdanigheid zouden ontvangen, aannemen, en voortaan gehoorza1 men f» Ms. getrokken uit het Memariale B. I. 1401 ■r—14°4- Cas R. pag. 45. berustende oDder den jieere Griffier van Alphen. Qx~) Over deze, aihier vermelde, eerrte gifte van Hertog Albrecht is hier voren, op bladz. 37A.. reeds door my gefproken. '  C H R O N Y K. IV. Hoofdji. '665 men in alles, wat Hy aan hen gelasten zou- Ao. de; in aller voegen, als of Hy Hertog zelve 1403. daar tegenwoordig was (y> Op den 4 van Wynmaand, gaf Hertog BegunMrecbtun Heer Gerard van ^f^f ^^u, der, de vryheid, om m zyn Ambacht en^ Parochie van Scoudee in Zuidbeveland ieder Zuidhe.. week op Donderdag te mogen doen houden M cm vrye Weekmarkt; en verders al Ie jaren m« een een vrye Jaarmarkt in te gaan op den laatften ^ Zondag van Grasmaand en te geduuren totenJaar. op den Donderdag daar aan volgende; op markten; welken men allerhande goederen en koopmanfchappen zal mogen ter markt brengen; en veroorloofde wyders den voornoemden Heere Gerard van Maldegom, om aldaar zodanige keuren te mogen maaken en boeten zetten, als zullen konnen dienen, om die Markten te beteren en in rust te houden; en als ook in andere Zuidbevelandfche Dorpen, welken met zulke Markten begunftigd zyn, gewoonlyk plaats hebben; met uitdruklyken last aan Schepenen aldaar, om over het inwinnen der zelve boeten te ftaan en rechtte fpreken, zo als behoorlyk is (2) Ook vergunt Hy, op den b. van die zeli-Vergunt de maand, aan Heer Klaas Kervink van Key-aanHeer lersvtale, dat, indien hy, zonder wettigen^Zoon achter te laten, mogteaflyvig worden,*«™* rV) Ms. getrokken uit het Perkamente. Register Ilertofi /llbrecht 1401. 1404. Cas E. pag. 39- be- lunenrie onder den Heere Griffier van Alphen. Va) Ms. uit het zelfde Perkamente-Register, pag, 5-7. berustende onder dien zelfden Heere,  666 VADERLANDSCHE Ao. alsdan zekere zyne Ambachten, of Leeti1403^ landen, zullen komen en blyven op zyne vanRey. °udfte Dochter; en zulks met alle de Am. mtrswa- techtsgevolgen en rechten, in alle manie- v*,zyne ren, als op zynen Zoon (a). Leeman- Wanneer nu, ontrent dezen tyd, enig make'n verfchil was ontftaan tusfchen dezen onzen aan zyne Hertog Albrecht en den Heer van Bergen op Dochter -.den Zoom, ter zake (naar 't ons toefchynt) Verzoent van enige 's Hertogen Tollen, welken, gezich met fteld zynde op des Hertogs ftroomen, door van£rerde onderzaten van dien gemelden Heer van gen op ' nerg™ te betaalen waren verzuimd; en waar den over men, van wegen den Hertog, verfcheide Zoom: goederen der voorgemelde onderzaten had in beflag genomen, ten einde daar aan de fchade der niet betaalde Tollen te verhalen en het gefchondene Hertoglyk recht te wreeken; terwyl ook weder des Hertogs onderdanen verfcheide ongeoorloofde zaken in de Landen en op de wateren van dien Heer van Bergen hadden gepleegd; zo is eindelyk, dezer onderlinge onëenigheden aangaande, op den 10. van deze maand, ene Verzoening tusfchen den Hertog en dien Heer van Bergen op dm Zoom getroffen, waar van over en weder over Bezegelde Opene Brieven zyn uitgegeven , by welken die in beflag genomene goederen zyn ontflagen;en den B ergemarenït toegeflaan vry en veilig op 's Hertogen Stroomen en in 's Hertogen Landen te vaaren en te keeren,- gelyk ook den Onderdanen van den 0?) Mïuus Cbêrterb. D. IJl. bladz, 7Z5. en 78$,  C H R O N Y K. W. Hoofdfl. 667 Ao. den Hertog, om vry en veilig te vaaren en Jgk te keeren in Brabant en overal in des Heeren Ln Bergen Landen (b). OP den volgenden dag geeft Hertog Al- Neemt irecht geleide aan Aelbrecbt Nagel; Dtrk Poesrff en fih^, om te Staveren te leggen, engjjjj *fH' r in zynen dienst te blyven, tot op zyn^ wederleggen; en acht dagen daar na onbe Poesen grzLeenn(d;gen daar na, gelast de Hertog^* aan zvnen Kastelein van het Slot te Geertrut-in zyn denbeL om het zelve Slot, 't welk zeer yer-dienst: vallen was, te verbeeteren, voor zoveel de Beveelt Tood-aklykheid zulks vorderde ; er| om& daar toe te lichten zodanige gelden , als devan.tSlot Landpoorters van Dordrecht fchuldig waren te Geer. Jaarlyks aan den Hertog, tot onderhouding^», lanhet zelve Slot, optebrenger1; met be-*?. «j vel aan zynen Rentmeester van Zuidholland om dezen zynen Kastelein daar mede te laten herftel. geworden, zonder denzelven hier in op eni.,en: &dé We tegen te ftaan; alles tot s Hertogen kennelyk wederzeggen {d\ Nog verleent de Hertog, twee dagen la-Verleent ter, aan alle de goede luiden en ingezeete-a.n die nen van den Lande van Heusden, ter zake- ^ van veele getrouwe dienften, aan Hem en Heusdtu zy- n\ Ms. getrokken uit het Memoriale, B. I. 140» —S404. Cas R. pag. 4«- berustende onder den Heere GrÏ?)e vlrf SmwaS"zenberg ,Charterb. van Friesland 1). 1. bladz. 33<5- . . . ,n T t.n. Cd\ Ms. getrokken uit het MemertaleV. 1. 1401 — ï404. Cas R. pag. 46. verfa;enPag. 47. berustende oer den Heere Griffier vau Auphei?.  Ao. groote Veorrechten. 1 1 < 1 i | i 2 i i 1, 1 4 j- 2 p 11 n l v 668 VADERLAND SC HE zynen Voorvaders betoond, verfcheide aanzienlyke Voorrechten en gunstbewy/en byzonderlyk betrekking hebbende oo de Rechtsoefening in den zeiven Lande, en de oprichting van twee Hooge Rechtbanken aldaar;waar van de ene wordt geplaatst te Hedikbuyzvi • en de andere te Genderen; zo dat tot de' eerstgemelde behooren Engelen, Hymen. Baerdwyk, Heesbeen, Oudbeusden, Herpt en Hedikhuyzen; en tot de laastgemelde Veen Wyk, Aalburg, Doveren, Drongelen, Babilouenbroek en Genderen; alle te faamen Dor)en, gelegen in den Lande van Heusden: ;n houdende ene nadere bevestiging van alle iezer Ingezetenen verdere oude Rechten ^ryheden, Handvesten, en Herkomen, die rly, of zyne Voorzaten, aan hen in vorige lagen mogte hebben gefchonken (e), Wy 00 Deze Handvest wordt by den Heer van Mieris :erteld,als te zyn verleend op den 20. van Wynmaand ies jaars 1404. En is dus ook geplaatst door Hem 1 zyn Groot Charterboek D. III. bladz. 703. en 7aA a dier voegen, als dezelve voorkomt in de Niiuve iejchryvingvanHeusden; dat is, zeergebrekkelyk. Intussen is deze Handvest door Hertog Albrecht aan die an den Lande van Heusden reeds gegeven een geheel lar te voren, te weeten: op den 20. van Wmmaand 103., blykens het Ms. getrokken uit het Perkamente. '.egtster Hertog Albrecht 140 r J404. Cas E. p 0. berustende onder den Heere GrifHer van Alphen! let moet my met recht verwonderen, dat de anderns zo naaukeurige Heer Fr. van Miekis , ter gezegde laatfe, geen gewag heeft gemaakt van een (behalveii og enige anderen) in deze Handvest voorkomende lerkwaardig gebrek , *t welk toch den aandachtigen ezer terftond moest in het oog lopen; en daar en bo. ?n reeds was opgemerkt by den Uitgever der aangeto- ge-  CHRONYE. W. Hoofdd- 6ÖSI , Wv hebben hier voren (ƒ) uk oude echte, Ao. en onwederfpreeklyke bewyzen nagegaan en-1403^ betoogd, dat Hertog Albrecht, den oorlog voerende tegen Heer Jan van Arkel, de Stad Gornichem hteh belegerd van het einde van Wiedemaand tot aan het begin van Wynmaand van den voorleden jare i*o*., wanneer Hy, geen kans ziende, om dat beleg langer tyd, in de verwachting van een voor Hem gunftigen uitflag, uit te houden, het zelve opbrak , zonder dat 'er te voren, of Vrede of enig Beftand, tusfchen deze twee oorlogende partyen was gemaakt ; en dat dus ook de ftrooperyen en verwoestingen , aan de beide zyden , van tyd tot tyd,met groote hevigheid zyn voort gezet. Deze oorJog.Einde nu werd eerst geëindigd op den elfden vanvan den Slachtmaand van dezen tegenwoordigen jare^ I403. door tusfchenfpraak van des Her-/^ togsanderen Zoon, Heer Joban van Beyeren,door |en verkozen Bisfchop van Luyk, ten wiens ver-byHertog zoeke de Hertog, zo voor zich zeiven, zh Albrecht gene Nieuwe Befchryving der Stad Hemden; wanneer fv zegf Hier is iet overgeflagen, dat wy met hebben kunnen her/lellen. Dus dan leest men in het opge2de Ms. deze door dien Uitgever, als gebrekkelyk, Seteekende periode:,, Ende foe wanneer onfe Dros- fLt 'of Rechter voirfz ycmant van onfen vo.rfï " onderfaten aentasten ende vangen, wil voir penmnc " bmel en, dair hi.n fyn mage of vnende , die alfoe, " e ende alfoë. r'yc fyn als hi es, of verborgen wil" fen te recht te brengen, foe fel onfe Drosfaet, ende " Rechter voitfe den felven bmelugen verborgen ende him dair of mit rechte dair na binnen XIIU. dagen "toefpreken, of hi fel dair 'of vry ende qüyt *K(Ê% bier voren bladz. 560.-568. Voeg daar'by *t geen voorkoomt op bladz. 635- en Ó37«  *fd VADERLANDSCHË iao* voor„zynen oudftJen Z?on« Hertog Willem , I4°3' ?a* Beyeren, op den achtften van die maand geteken- 111 den Hage den Vrede, en zulks wel volkoden Vre- men naar het genoegen van den Heer van «usfchen- i\Ul> heeft êetekend> ten behopve van Jan fpraik 'ff'f M» Arkel en deszelfs Zoon m van des- als ook van derzelver Landen, Ste- zelfs den-, Luiden, Onderzaten, Medehelper en la^Ei/ctf!™ den gcnen* die' om hunnentwille,' 's m«W.Seri?ge? Vyande" Seworden waren; z0 dat die Vrede aengaen Jel ende aengait op Sinte Martyns dach'in den winter naestcomende ter zonnen opganc Jonder argelist, ende dueren fel ende wefen tot Sinte Lucien dage toe naestcomende ter zonnen opganc(g). Gelyk deze Vrede dan wyders, in 'c vervolg van tyd, meer dan eenmaal , ook by het ieven van dezen onzen Hertog, is verlangd geworden,zo als wy (g) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I i*or *—1404. Cas R. pac. 4%. Verfa; berustende Onder den Heere Grifher van Alphün. Uit dit Stuk nu , en alle de te voren aangetogene echte Stukken , meene ik thans ten klaarften te blyken, dat men, tot hier toe heeft misgetast, wanneer men dit beleg van Gornicbeir, brengt tót ih den Zomer van den jaafe 1403.; en wilt dat de Vrede door tusfcbehkomst van den verkoozen Bisfchop. van Luyk, Heet Joban van Beyeren, anderen Zoon van Hertog Albrecht, en Broeder van Graaf Willem van Oostervant, is bewerkt en geflooten in bet leger voor Gornicbem; en dos nog gedutirende dat beleg, 't welk middelerwyl, bv 't fluiten van dezen Vrede, reeds voor meer daft twaalf Maanden door den Hertog was opgebroken geworden, In dit verkeerd gevoelen echter ftaan Joann. a Leydis Cbtenic. België. Ub. XXXL cap. LXII. pag. rrr. 32a. & 323. R Snoivs Rer. Batav. lib. JX. cap. XXI. p. m. 132.' W"! van Gouthoeven in zyn Cbrtnyk van Holland, D li bladz. 414. Sc 475. A. Kïmp Befcbryv. der Stad Cs-  - C H R ö N Y K. IV. Hoofdft. 6ft wv nog naderhand zien zullen. Inmiddels Aö, werd nog by dezen Vrede door den Hertog 1403. wel duidelyk bedongen dit volgende: „ En-ByZOndsï de wair dat fake, dat die Stat van Wtrechtbeding * ende die Heer van Vyanen, of enich vanby diea : him beyden, die onfe hulperen fyn in defen Vrede mitten Heere van Arkel, Willem 1* " „ nen Gorinebem en Lande -van Arkel, B. V. bl. HS*-—'5*. v 11 Hiftor. der Graafl. Regeer, in Holland., cap. YXIII bl. ij5. Fr. van Mieris Hiftor. der Nederland/. Vorften, D. I. B. I. bladz. 6, J. Wacenaaii in zyn Vaderlandf. Hiflorie, D. III. B. .XI. | XX. ht.dz -\%\. en 352. Foeke SjoerdS Hiftor. Jaarb. vanO enN. Friesland; D. IV. Hoofdft. XV. %.XIV. bladz 238. en 239. en meerder andere Gefchiedfchryvers:'terwyl men moet vastftellen, dat hier in de een den anderen ter goeder trouwe heeft gevolgd; en du» hebben zy allen, by gebrek van een echt bewys, zich tan een en denzelfden misfiag fchuldig gemaakt. (By alle deze, door wylen den Optteller dezer Chronyk aangehaalde, Schryvers, meene ik, als Uitgever, noa te moeten voegen den braven Heer a. M. CeriaiBR, die, hoe kundig ook, echter, in zyn onlang* uiteeeeven Tafereel der Algemeent Gefcbiedenisfe van de Veteinigde Nederlanden; D. II. St. I. B. VI. bladz. 5* en » onderfaten, hulperen, en hulperhulperen i J o nle(-welen' noch ftanden en wouden; foe UrtefS " T fel|heen van denparthyen voirfcreven. en het * d?n a.nderen aent£«sten, vangen. noch flaen, land van » oi' eniëe Pande, of fcade doen in den onFianen. ,, fen mit brande, mit rove, of anders te „ water of te lande, want wi dez nyemant „ gehengen en willen ; mar willen defen j, Vrede binnen onfen palen wail ende „ onverbroken gehouden hebben." Ook vindt men vermeld , dar lieer Jan vart Arkel, door dezen voorfpoed trots en opgeblaazen geworden zynde , terftond , na dat deze Vrede aldus was getekend: aan die van Utrecht door zynen daar toe afgezonden Bode; of, zo anderen meenen, door enen Brief; heeft gevraagd, of zy mede onder dezen Vrede wilden begreepen zyn; en, zof zy dien Vrede aldus niet wilden aanneemen dat hy hen dan voor zyne Vyanden zoudê houden. De trotsheid dezer, op ene zo zonderlinge wyze ingerichtte, vrage ver<* toornde zodanig de Utrechtenaar en, dat zulks aanleiding tot het voortduuren van den Oorlog tusfchen hen en den Heere van Arkel gz£ (h\t gelyk wy dit in het vervolg nog zien zullen. Hertog Op den 9. dag van die zelfde maand, worAlbrecht den door Hertog Albrecht alle de Vryheden devihe'aan de Werklu^en der Munte vJHolland dender eertyds verleend, 't zy binnen of buiten de Munte, werkende of niet werkende , op nieuwe (h) W. Heda , Hiflor. Èpiscop. Vltraiect. fub Fr*, derico, Episcopa LI. fol. 267. en Matth. Vos«ivs in Annal. Hiftor. Heil. & Zftt. lib. XIV. propt Sn.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 673 nieuws bevestigd; en tevens den Regeerde- Ao. ren der Stad Dordrecht bevolen, om alle de- 1403._ zelve Werkluiden daar in te handhaaven (f). . Naardien die van de Stad Momkendam, Am vm by het beiyken van de Purmer-Te, verfcheidede ijoi. ongeregeldheden gepleegd en 's Hertogen hndfcbe dienaars en anderen, welke door den Her-Munt: tog derwaard- gezonden waren, in enen op> Vergeeft loop, zeer grovelyk beleedigd hadden , zo™*^. was daar door de toorn van dezen hunnen kfniam Vorst zwaarlyk tegen.- hen ontfteken gewor- hunne den, in zo verre, dat zy genoodzaakt wier betoonde den, om aan Hem, ter zake van dezen op£edérw loop, twintig perfonen over te geeven, welken ^[d. Hy deswegens zoude mogen te recht ftellen; of op zodanige andere wyze met dezeiven handelen, als het Hem zoude goeddunken: waar na Hy echter de Burgers en Ingezetenen dezer Stad wederom in genade aangenomen, en hen, by zynen Open Brief van den (£) Ms. getrokken uit bet Perkamente- Register, Hertog Albrecht 1401.- 1404- in Henegouwen Cas E pag. 41- berustende onder den Heere Griffi-r van Alphei*. Ook is die Oorfpronglyke Perkamente ■ Brief ■van Hertog Albrecht, verfterkt met een Zegel van Groen Wafch , af hangende aan enen enkelen francbyrten Staart (met welken dit aangetogen Ms. in allen deelen , uitgezonderd enige kleine verfchiüen tn de fpe!üt1g overeenftemt) «» berustende in de Muntkamer van Holland, als nog in weezen j volgens het getuigenis van 4en Wel-Edelen Geftrengen, zeer geleerden en wydberoemden Heere Mr. P. H. van de Wall , die 'denzeWen in de by zyn Wel- Ed. Geftr, u]KegevznHandve, ons voert, dair fy vele arbeyts in gedaen voor zy- J} hebben, ende van ons noch niet of geflenste" '00nt en ^n'" ^en ^ien ly^e evenwel dusniangehee^ onze Hertog, door ene of andere ons warenon.onbekende reden bewogen, aan dezen Flo> beloond rens Aelbrechtszoim Bol, ter dezer zake, voor gebleven, volgende tyden toegelegd een pont grote, Hollants payments 's jaers, ende enen roe, of vier pont Hollants paytnent voir den roe, te hebben ende te bueren alle jaer opten Kersavont van onfen Rentemeefier van Kermerlant ende van Vrieslant: met bevel aan denzelven Rent- mees- \k) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. 1401 —1404. Cas. R. pag. 50, berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 675 meester, om de eerfte betalinge daar van te Ao. doen op Kersavond naastkomende, en ver- 1403. der zulks alle jaar preeifelyk te vervolgen, telkens onder quitantie van den voornoemden Florens Aelbrechtszoon , ten einde daar mede die betaling in zyne jaarlykfche Rekening te verantwoorden (/) Van deze gebeurtenis, als zynde van een gering aanbelang, zoude ik hier geene melding hebben gemaakt; doch, het is alleen gefchied,om daar by myne Va- Aanmerderlandfche tydgenooten onder het oog te*™»0™ brengen het zonderling geluk der dagen, beurte. welken wy, door Gods gunst, mogen belee- nis. ven, daar thans geen Ingezeeten van dit ons Vry Gemeenebest, wie hyookzy, (immers met enig recht of fchyn des rechts) kan genoodzaakt of gedwongen worden eenen anderen, van welken hoogen of aanzienlyken rang dezelve zy, en met welke magt of gezag dezelve ook moge zyn bekleed, ten dienst te ftaan, zonder daar in toe te ftemmen , of daar voor behoorlyk beloond of betaald te worden; naardien wy allen, zo wel den eerften als den laasten % den hoogften en den laagften ; den armften en den rykften ; te faamen zyn Medeburgers, en Vrye Ingezeetenen van deze Vrye Republiek, wien allen even dezelfde Voorrechten en Vryheden toekoomen; zo dat van niemand, wie hy ook zyn moge , immermeer enige Vroon ■ of Heeren-dienfien, of welken naam men ook aan dezeiven wille geeven, konnen wor- 00 Ms. getrokken uit het Memoriale 15. L 1401 — 1404. Cas R. Pag. 50. berustende onder den Heere Griffier van Alpmen. VV 8  f570 VADERLANDSCHE Ao. worden gevorderd , als ftrydig tegen alle 1403. recht en billykheid, en in enen Vryen Burgerftaat, hoedanig deze Nederlandfche Republiek is,nooitkonnende geduld, maar met alle onze vermogens fteeds moetende tegengegaan en geweerd, worden; naardien alle dezelve dienften, hoe gering deze ook zyn mogen , enige Slaverny aanduiden en ingewikkeld medebrengen. O ! gelukkige ; ja driewerf gelukkige Vrygeboren Nederlanders! indien gy maar weet uwe Vryheid recht te gebruiken, en geftadiglyk met alle voorzigtigheid en bedachtzaamheid op uwe hoede te zyn tegen alle de listen en lagen der geenen, die, met enig gezag en vermogen boven hunne andere Medeburgers bekleed en uitmuntende, U; of wel enigen uwer voornaamften; op alle wyzen; het zy met vleijende woorden en valfche eerbewyzingen;het zy met fchandelyke omkoopingen; het zy met fchoonfchynende beloften van aanzienlyke bedieningen en voordeelige ampten; het zy met ydele en niets beduidende grootfche eertitels; het zy met laage en laffe bedreigingen; het zy door enige andere verfoeilyke wegen; te eniger tyd mogten trachten te verleiden; hier door uwen Vryen gelukftaat te ondermynen; de hun aanbetrouwde magt, met alle onbehoorlyke , ja doemwaardige, middelen, tot uwe onderdrukking en vertrapping van alle uwe Voorrechten, de eenigfte fteunzels van uwen welvaart; van uwen overvloed ; van alie de zegeningen , welken Gy thans geniet: te misbruiken; en dus ook zelfs, met enegeheele vernietiging van uwe zo duurgekofce en in het bloed uwer Voorvaderen gevestigde Vryheid; dit in vroeger  CHRONYK. W. Hoofdfi. 677 per dagen zo gezegend Land in hunne zwaar Ao. knellende ketenen te kluisteren; en U allen, 1403zonder onderfcheid van ftaat of rang,tot gedienftige Slaaven, die in alles ,wat zy begeeren, van hunne wenken afvliegen, en zich fteeds voor hunne fchitterende hoogheid en dwingend gezag op het eerbiedigde nederbuigen; temaaken! Gedenkt fteeds,öVrye Nederlanders! dat dusdanig is de weg en wyze van alle onwettige overheerfchingen ! Wacht u dan zorgvuldiglyk voor alle zulke of foortgelyke verleidingen en aanlokzelen! Herinnert U zeiven geduuriglyk de zeer veele bittere rampen, die uwe Voorvaders van tyd tot tyd hebben gefmaakt, toen zy onder het zwaar drukkend juk van geweldige Heeren, die zich allengskens, met het onderkruipen van uwer Voorvaderen rechten en het kwaad gebruik maaken van hunne deugdzame en zagtmoedige zeden; als ook van" hunne gewoone toegevendheid en dikmaals te verre gaande infchiklykheid; tot hunne magtige Overheeren en Alleenheerfchers hadden opgeworpen; gebukt gingen ! Gedenkt het bloed door uwe Voorvaderen met een onverfchrokken moed tot verkryging dier Vryheid, die Gy nog tot op heden geniet, uitgeftort! Waakt dan tot ' behoud dier Vryheid in den Burgerftaat en in den Godsdienst, als het dierbaarfte gefchenk, 't welk het Menschdom ooit van den goeden God hier op aarde heeft ontvangen! De Vryheid is het grootfte, het beste van alle de goederen, welken ooit enig mensch in deze waereld kan deelachtig worden! Geeneaardfche goederen; noch zilver; noch goud; noch de kostbaarfte paarlen of edele gefteenten; V 3 in  678 VADERLANDSCHE Ao. in welke ryke maate iemand dezeiven ook 1403. moge bezitten , zyn tegen de Vryheid te waardeeren! Wat baaten overvloedige rykdommen; wat baaten eerampten en aanzienlyke waardigheden den geenen , die eens anders Slaaf is; die een Oppermagtig Vorst in alles moetgehoorzaamen en zich voor Hem nederbukken; die gtheel afhangt van het eigenwillig welbehagen van éénen alleen heerfchenden , vrymagtig gebiedenden , Opperheer, welke over zyn eer, aanzien, en ichat» ten ; ja over zyn leven; naar eigen goeddunken en zonder enige verantwoording , kan befchikken ! Welk een bitter onheil is het dan voor een Vrye Ziel geboren te zyn, om zodanige Vorsten te moeten dienen ; het zy dezeiven uit de Huizen van Henegouwen; of van Beyeren; of van Bourgondiën ; of uit enig ander Vorstelyk Huis; gefprooten zyn! Acht het dan toch, ö waarde Vaderlanders! fleeds voor het grootfte geluk op aarde , Vrygebooren te zyn , en Vryheid te genieten , om alleen naar den regel van goede Wetten te leeven! Deze Vryheid is een goed, 3t welk nooit op ten hoogen prys kan gefteld, noch tegen enige zaak verwisfeld worden, om dat niets van al het aardfche by haar in waarde enigzins is te vergelyken ; fchoon zy helaas! te weinig by veelen doorgaans wordt geacht en bemind; waarvan de oorzaak meestal is te vinden in den grooten voorfpoed, welke de weelde en verwyfdheid met zich voert, waar door de Menfchen , ^erwaarloozende al wat enig weezendlyk zielsvermaak kan aanbrengen ; met verachting van  C II R O N Y K. m Hoofdjl. 679 van alle kennis en wetenfchappen; en ver, Ao. voerd[ door ene zotte zucht tot veelerleye 140J. waereldfche vermaaklykheden ; zich in al ïerhande wellusten baaden en dus geheel en al aan alles, wat alleen de uiterlyke zinnen ftreeït, overgeeven ; ja, als verkopen en Saven. Het is met de Vryheid aldik3s als rnet de Gezondheid,, welke een Mensch eSst dan mist, wanneer hy door ziekten of kwaaien wordt aangetast. Die ,yn ziekte recht gevoelt, tracht op al e wvzen daarvan ,heriteld te worden en zynen vorisen welftand weder te bekoomen. Dien het juk der flaverny knelt en^drukt, ver angt naar het zoet genot der Vryheid, twelk hy door allerleye mogelyke middelen bejaagt en Lekt te verkrygen. Een geliefkoosd voorwerp te misfen, leert eerst het zelve recht waarde* rL M^Ö'dierbaarVaderland!Gedënk,dat de Vryheidyuw grootfte fchat,eens verlooren zvnde, door ü nimmer zal weder bekomen worden' Des, Nederlanders! nog eens, vervult fteeds uwe Burgerlyke pligten, en waakt toch iaii allen tvde voor het behoud van uwe Vry5Sd, van uwe Onaf hanglykheid! -Dankt den Heere der Heeren, den God van Nederland ; die aan U dit dierbaarst pand gefchonken heelt! «iHr Hem met enen aanhoudenden, en ernft gen iever, dat Hy dit heerlykfte gefchenk n zyne gunste voor U en Uwe Nazaten be. waare tot aan het einde der Eenwen! Eert en dient dien Heere alleen! Gehoorzaamt zyne Wetten, en houdt zyne weldaaden in de hoogfte waarde ! Hy, die de rechtvaardig, beid zelve is, van wien alleen alle goede orV v 4 de  680 VADERLANDSCHE Ao. de zynen oorfprong heefc, haat alle heersch14Q3- zuchtige Dwingelandy ! Dat dan toch uwe zielen fteeds mogen zyn vervuld met ene geheiligde liefde tot de Vryheid, welke God zelve in het menschlyk hart heeft ingedrukt ! Hy, die de God der Vryheid is, wilt niet, dat de Slaverny het voortreflykfte werk zyner handen zal misvormen. Wilt Gy dan ook , ö brave Vaderlanders! de Vryheid, dit Hemelsch gefchenk.en nu, en tot aile tyden, en by alle gelegenheden, befchermen met alle uwe vermogens; met alle uwe krachten; met al uw goed en bloed 1 Zyt toch akyd alleen derWetten, en Uwer daar op gegrondde Vryheid, dienstbaar! Verbryzelt alie andere flaaffche banden en ketenen, met welken men U ooit zoude mogen willen binden of enigzins gekluisterd houden! Buigt nimmermeer uwe Vrye halzen onder enig drukkend juk van een heerschzuchtig Nabuur, of van één alleen gebiedend Vorst, welken fchoonen naam, of vleijenden eertitel, men Hem ook geve! De oude Gefchiedboeken van alle Volken en alle tyden toch leeren ons, dat, daar het gezag, de voornaamfte klem der regeering, in handen van één perfoon is, ene zodanige magt ligtelyk tot ene fchandelyke trotschheid, ene doemwaardige onrechtvaardigheid , en ene vervJoekte onderdrukking uitipat. Hy toch, die alléén het Oppergezag in handen heeft, bezit ook de magt, om ,, zelfs onder een fchyn des rechts, door zyne afhangehngen, den onfchuldigen te itraffen;en den fchuldigen.de vryheid te geven, om alle gruwelyke fchend-  C H R O N Y K. IV. Hoofdji. 681 fchenddaaden.gieriglyk en ft^<^;»^. drvven. Hier van leveren ons alle de Gefchied- HQfr boeken, zelfs de Heilige niet uitgezonderd een overvloed van voorbeelden. Betreedt dan ö myn. waarde Landgenooten ! daar toe geduuriglyk alle uwe vermooge.ns, dat den icemer der Oppermagt, die door U aan uwe Oudften, aan uwe Vroedften, aan uwe Lesten is toevertrouwd, hen nooit worde ontwrongen' Die OudUen, Vroedften en Besten van het Vrye Volk van Nederland regeeren U naar recht en billykheid en naar het voorfchriftder Wetten, tot handhaavmg van Uwe geliefde Voorrechten en tot bewaaring van uwe Vryheid, zo dat men moge zeggen, dat alleen-de Wetten U regeeren. Dusdanig^ als nog de gelukftaat van ditGemeenebest! Waakt dan, ö Vrye, Onafhanglyke, Nederlanders! W aakt met allen iever tot bewaaring van dit Uw heerlyk geluk! Duldt nooit, dat iemand, wie hv ook zy, zich boven Uwe Oudften, Uwe Vroedften, Uwe Besten, die het roer der Regeering, Hun door U aanbetrouwd, naar 't voorfchrift der Grondwetten van dezen Vryen Staat, in handen hebben; en aan wien allen, die onder U met enig gezag, hoe genaamd ,bekleed zyn, tot alle tyden, als dienende Amptenaars van dit Gemeenebest, hunne verantwoording verfchuldigd zyn; verheje, en dus Uwe Onafhanglvke Vryheid, en het gezag en aanzien dier Grondwetten verkrachte! Is dan ('t welk God verhoede!) ooit iemand, welk een groot vermogen aan bem ook in handen zy gegeven, zo Jout., dat hy zulks tracht te onderneemen, ot zich tegen die Grondwetten te nellen; en , tot *& Vv 5 ver»  6-82 VADERLANDSCHE Ao. verantwoording van zyne verrichtingen én I4°3- uitgevaardigde ordres geroepen zynde, zich, fchoon Hechts een Dienaar van Uwen Vryen Staat, daar aan durft onttrekken, en tevens daar op aan deze Uwe Oudften, Uwe Vroed-, ften, Uwe Besten, antwoorden, dat Hy niet gewoon is van zyne verrichtingenen uitgevaardigde ordres eenige reden tegeeven; beteugelt dien euvelmoed, zo als het betaamt; en dwingt dezen wederfpanneling tot verpligtte gehoorzaamheid en billyke onderwerping aan 'sLands Wetten 1 Dat de Wetten alléén in Nederland heerfchen ! Dat toch hier, binnen de landpalen van dit ons Vrye Gemeenebest, nimmermeer moge worden gehoord deze gewoone taal der alléén .gebiedende Vorften: Dus is myn Wil. Dit beveel ik. Dus is myn Welbehaagen ! Waakt daar tegen zonder ophouden en met al-, len iever! Gedenkt, dat Nederlands Vryheid in een zeer groot;ja,in eengeduurig; gevaar is 1 Zyt toch daarom nimmermeer zorgeloos ontrent het behoud der Vryheid, welke zeer ligtelyk door fchandelyke onverfchilligheid; verfoeiiyke lafheid, laage ligtgelovigheid, te weinige aandacht en waakzaamheid , en al te groote infchikkelykheid verlooren gaat! De Vryheid wordt wel- draa verlooren ] als men zulks het minfte denkt, en dus, wanneer men op de listige aanflagen der geenen, die haar , zonder ophouden t ook in ftilte; en fomtyds onder den lchyn van haar te befchermen; door allerleye, zo wel bedekte als openbare, wegen en middelen, geduuriglyk belaagen; de minfte acht Haat: maar zy, dit ons dierbaarfte pand, kan, (gelooft  C H R O N Y K. m Hoofdjl. 6B3 looft my, myn waardfteLandgenooten!) eens Ao. verlooren zynde, niet gemakkelyk; ja, zelfs 1403. meestal nooit; weder verkreegen worden. Bewaakten oudtyds de wakkere 1 rojanen, met alle zorgvuldigheid,hetHoute Beeld van hunne godinne Pallas ,als (zo zy waanden) uit den hemel gevallen,om dat, volgens de verdichte openbaring van hunnen god Apollo, het welzyn hunner Stad van de getrouwe bewaaring van dit Palladium, dit gefchenk hunner Godinne Pallas, hunne Befchermheihge, afhing: zo bewaakt Gv, ö Nederlanders! nog met veel meerder zorg en iever voor 's Lands dierbaarfte pand, de Vryheid, als een i alladium U van den waaren God, den eenigen oorfprong alles goeds , den God der Vryheid van t\ederland , gefchonken , van welks bewaaring het welzyn onzer Republiek alleen afhangt; en aan welks verlies ook haar gewisfen ondergang, zo m den Burgerftaat, als in de Kerk; dat is, in onzen, naar de leer des H. Euangehums allezins gezuiverden, Godsdienst ; is verknoft! Houdt fleeds in gedachten, dat dit oude Palladium den Trojanen listiglyk door de Grieken is ontroofd gewerden , en ook daar op de geheele ondergang van het eertyds vermaarde Troja gevolgd ! Herinnert u ten allen tyde, hoe het groote Houte Paard, door de Grieken, by het opbreken der belegering van Troja, achtergelaten , onvoorzigtiglyk door de Trojanen, tegen den wyzen raad der fchranderften hunner Medeburgeren, met een groot vreugdengeiuich werd binnen de muuren dier Stad ingehaald ; wanneer zy, te laat zich over hunne on- voor-  68+ VADERLAND SCHE Ao. voorzigtigheid beklaagende, moesten onderI4°3- vinden, dat zy, door hunne goede trouw zich te ligtgeloovig op de fchalkheid der Grièkfche Raadgevers en hunnen trouwloozen aanhang: hadden verlaaten; en dus zeiven de omkee ring van hunnen ganfchen Burgerftaat bewerkt! Dat dan ook nog ö Vrygevochten Ne derlanders » de Eendragt fteeds binnen uwe Landpaalen hare beftendige wooning benoude en zich nimmer daar buiten begeeve! Da' aller byzonder Staatenbelang voor het algemeene belang der Vereende Staaten, in alle tyds omftandigheden en by alle gelegenheden, wyke en plaats maake! Gedenkt uwer aangenoomene Spreuk : Concordia res parvae creseunt! Want, daar veele kleine Staaten door de Eendragt onderling verbonden zynde, den magtigften Vorsten, derzei ver te onderbrenging beöogende, in hunne vyandlyke aanvallen konnen wederftaan ; zo moeten zy , wanneer de Tweedragt dezeiven verdeelt , wel draa bukken, niet alleen voor alle vyandlyk geweld van enig meêr vermogend Nabuur; maar ook zelfs hunne vrye halzen buigen voor de lagen en listen dier geenen uit hunne Mede burgeren , welken ftoutheid genoeg bezitten , om hunnen ondergang te zoeken, en zich over de puinhoopen hunner Vryheid een pad te baanen naar den afgryzelyken top van de duizeling baarende fteilte ener gewaande Oppermagt en tevens dien Zetel hunner doemwaardige grootheid in 't geftorte Burgerbloed vast te zetten. De Eendragt alleen ö Vrye Onaf hanglyke Nederlanders! kan ü voor alle open- baa»  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 685 baare en geheime Vyanden onverwinbaar Ao. maken In de Eendragt alleen beftaat de 1403» gelukkige Vryheid van deze onze GemeenebestReseering, welke nimmermeer zal te ondergaan zo wy zeivendoor Tweedragt en geduuri|e verdeeldheden ons zeiven inwendig niet verfcheuren ;endus ook zeiven degeheele vernietiging van deze eertyds zo geduchte, als hoog gefchatte, Gemeenebest-Regeering bewerken. In deEendragt alléén is alle onze kracht en mast gelegen. Door de Eendragt alleen1 zullen Jolafhanglyk blyven, zo lang ditLand voor redelyke Schepzelen bewoonbaar zal wezen: maar, door Tweedragt za onze Vryheid, onze Onafbanglykheid, wel draa worden te onder gebragt; en dus dit, nu zo gezegende, Land tot ene woeste wildernis tn enen geftadigen prooy der overftroomende wateren, als 't was in vorige dagen, wederkeeren. Een kleine Stad toch wordt onverwinnelyk door de Eendragt der Burgers: zv verftrekt haar tot torens, wallen, iterkten en bolwerken. Deze deugd alleen ftelt haar in zekerheid tegens allen geweldigen aanval der Vyanden. Dies was ook het antwoord denVrager, waarom Sparta, een Stad van Griekenland, met geene vestingwerken en andere fterkten was omfingeld?gegeven,dat dezen aan haar geheel onnut waren;want,dat deEendragt, gepaard met de Dapperheid der Burgeren, aan haar verftrekten tot genoegzame Bolwerken; en dat, deze deugden geweken zynde, Sparta door geene vestingen, hoe fterk ook,zoude konnen verdeedigd worden en behouden blyven De tyd heeft mede de waarheid van dit  686 VADERLANDSCHE Ao. zeggen bevestigd. Vol zyn de Gedenkboeken 1403- °"er Ouden van zodanige Voorbeelden. YVien toch is onbekend, hoe de Staaten van Griekenland , zo lang zy , verzakende allen eigen belang , en alleen bezield met een edelmoedige begeerte tot waare eer; oprechteen blaakende liefde tot hun Vaderland; en zodanigen iever voor 's Lands Vryheid, dat geenerhande gevaar in ftaat was, om hen daarvan af te trekken; zich , uit ene zuivere zucht voor het algemeene welvaaren , onderling door den lieflyken Eendragts band verëenigd hielden;'den magtigftenMonarch, welke in die dagen op aarde was, niet alleen het hoofd durfden bieden; maar ook zelfs zyne bynaa ontelbaare legers hebben op de vlugt gedreeven, en dien grooten Monarch zelfs genoodzaakt, om zich aan zodanigeVoorwaarden te onderwerpen,welke niet min fchandelyk voor den overwonnen, dan roemruchtig voor de overwinnaars, waren: en hoe die zelfdeGriekfche Staaten, naderhand, toen bedrieglyke eigenbaat en valfche eerzucht dezeiven onderling hadden verdeeld; zo dat ook de een tegen den anderen de wapenen opvattede, en zy dus in hunne eige ingewanden wroeteden , door een nabuurig en heerschzuchtig Vorst (fchoon veel minder magtig, dan dien zy te voren , toen de Eendragt hen allen bezielde, hadden verflaagen) zyn overwonnen en onder de zweep gebragt; in zo verre, dat zy, niet tegenftaande alle in volgende tyden aangewendde ieverige pogingen , om zich in hunnen vorigen Vryen ltaar te herftellen , ook zelfs daar door hunne  CHRONYK. IV. Hoofdfi. 687 ne flaverny geduuriglyk hebben vergroot en Ao. verzwaard gezien ! Dus heeft de Tixeedragt 1403. dit eertyds Vrye Griekenland, door Eendragt tot den aanzienlyklten trap van Magt gefteeeen, met de yzere ketenen van ene vervloekte eeuwigduurende Slaverny geboeid , en-in de uiterfte armoede gedompeld; gelyk deze voorheen zo bloeiende Gemeenebesten tot op den huidigen dag nog onder die zelfde bittere rampen helaas ! zuchten! Dat dan toch myne dierbaare Nederlandfche Medeburgers ! deze en andere voorbeelden uit de aloude Gefchiedboeken U, in allen opzigte, ter waarfchouwing, om fteeds op uwe hoede te zyn, mogen (trekken! Wacht U ook tevens voor alle zulke vuile verraders en fchalke onverlaten, welke, door hun Sireenen gezang, ü ene ftille gerustheid, en ene te onbepaalde onderwerping, zouden trachten in te boezemen , en U dus in flaap te wiegen, op dat zy, dies te veiliger, der Vryheid de hartader mogten affteeken; en, terwyl ene dodelyke fluimering uwe oogleden zal fluiten, U van uwe Oudften,uwe Vroedften , uwe Besten , berooven; en U dus, geheel befchermingloos, in hunne dwingende boeiien en drukkende ketenen kluisteren! Waakt dan altyd, 6 brave Medeburgers! op dat, door een ogenblik fluimerens, Uwe Vryheid nooit verlooren gaa; en Gy en al uw Nakroost als dan gedwongen worde, om den geenen, die, uwe welmeenende toegevendheid en al te goed vertrouwen misbruikende , zich van uwe eige wapenen zal hebben bediend,om uwenoppermagtigenMees-  633* V ADERL ANDSCHE Ao. ter en alléén gebiedenden Heer te worden ; 1403. als zyne nederige en gehnorzaame Slaven, wien Hy geen reden van zyn doen te geven verfchuidigd is ; maar die zich voor Hem met een diepen eerbied fteeds moeten nederbuigen; voor altyd te dienen! Spiegelt U 6 waarde Vaderlanders! Spiegelt Uten allen tyde aan het zo magtige en eertyds waerelddwingende Gemeenebest van Rome, 't welk alleen zyne Vryheid heeft verlooren door lafheid en zorgeloosheid , wanneer niemand moeds genoeg bezat, om dien geenen uit hunne Medeburgers , die de ftoutheid had van zich, onder den valfchen ichyn van de Vryheid te willen bewaaren en befchermen, Meefter te maaken van de geheele magt dier zo geduchte Republiek, en dezelve gebruikte, om de Vryheid te verdrukken;het Gemeenebest te overheerfchen; zich aan het hoofd der zaaken te ftellen; en over alles, als een volftrektOpperheer, te gebieden; den msnften tegenftand (ook zelfs niet met manmoedige woorden en oude Vryheidüevende taal) te toonen: maar ook toen nog werd, in tegendeel, deze Dwingeland voor alle zyneaangewendde moeite, zorg en oplettendheid in 't behartigen van 's Lands welzyn, met de uitgezochtfte en vleijendlte woorden, door de Befchreeve Vaderen bedankt; terwyl door Hen alle zyne verrichtingen , fchoon ze tot 's Vryheids ondergang verftrekten, werden volkomen goedgekeurd en gepreezen ; en Hem allen lof en eer in ene ryke maate toegezwaaid, als of Hy alle'én was de Behouder van het Gemeenebest en de Befchermer der Vry-  C H R O N Y K. ÏV. Hoofdji. 6ty Vryheid; welker ondergang Hy; zich van de genegenheid van 's Lands Krygsvolk, 't welk Hy met ïcnoone dciuucu, 6.^i.>>-— ««vm ydele eertitels, mildadige giften en andere vuile omkoopingen, vleidde, hebbende meester gemaakt, zo dat Hy over al het zelve, 't welk volkomen van zyne wenken afvloog, met een onbegrensd gezag naar zynen heerschzuchtigen wil kon gebieden; en, op die wyze verfterkt en door die magt onderfteund, zich op den throon.waar van Hy de Vryheid affchopte, nederzettende; ook tevens, door alle mogelyke wegen en middelen, zichzelven boven de Wetten verheifende ; inmiddels met alle zyne vermogens bewerkte : daar die, eertyds zo braave, zo heldhaftige , zo ftoutmoedige , Romeinen zich nü voor dien heerschzuchtigen en trotfchen Geweldenaar op het eerbiedigst nederbogen j Zynen onrechtvaerdigen hoogmoed met alle lafheid vleidden; en Hem om zyne genadige gunstbewyzen fmeekten! Dus ondervond dit magtige, dit fraaye Gemeenebest, hoe vreeslyk , hoe geducht zy voor de Vryheid Hy, die over 's Lands Krygsvolk, t welk eigenlyk is, en nooit anders moet zyn dan den gewapenden arm van den geheelen Vryen Burgerftaat, een onbepaald gebied voert! Niemand toch durfde zich tegen dezen zo gewapenden Dwingeland (tellen. Hy was te groot, tema°tig geworden, en daarom (chaamdeHy zich langer een Burger, een Onderdaan te zyn, en de Grondwetten van den Staat, hoe* wel daar aan door een plegtigen en heiligen eed verbonden, te onderhouden,te beicherXx tóeö, Ad. 140^  690 VADERLANDSCHE Ao. men, en na te komen. Hy heeft ons dus' 1403- door dit zyn verfoeilyk en doemniswaardig gedrag, geleerd, dat de middelftand tusfchen het oppergezag ende onderwerping, een gedwongen ftand zynde, naauiyks enigen duur kan hebben, naardien de dagelykfche verdorven eerzucht van enig heerschztichtig Mensch genoeg is, om hem, die met enig gezag bekleed is, de paaien van het zelve te doen overfchryden. Een zodanig heerschzuchtig Mensch toch bekreunt zich, noch aan 't recht; noch aan de wetten; noch aan den eed. Dezen fchendt hy, zo dikmaals hem de lust bekruipt, om zynen toomloozen drift tot overheerfching zyner Medeburgeren te voldoen. Dit, het geen men vindt by den vermaarden en treflyken Griekfchen Toneeldichter Euripides, is by den zulken een vaste regel, ene geliefde ftelling: SiviolandumeJljus,Revnandi caufa violandum. Het was ook daarom van de aloudfte tyden vooralle Republieken, ter bewaaring van hare Vryheid, ene zeer n'oodzakelyke, en altoosduurende, les: Kemounus de nobis excellat! Echter, zoude deze zo trotfche, zo heerschzuchtige Dwingeland van dit oude Rome, nooit, dezen vcrderflyken flap hebben ondernomen, indien de Eendragt haren Zetel beftendig in dit Gemeenebest had gehouden : maar , toen aldaar de Tweedran haar woonplaats had gevonden , en door dezelve de Volksdeugden zo verre waren verbasterd , dat de Ondeugd zich aldaar openlyk een aanhang mogte maaken, om de waare vryhcïimihnaars te overheeren en , ook op de geweldadigfte wyze, te verdrukken, zo  C H R O N Y K. IV. ïïoofdfi. 6ai zo dat alle goede trouw en zuivere Vader- Ao. landsliefde van daar moesten verhuizen , 1403* _ en plaats maaken voor fchandelyken hoogmoed , vuil eigenbelang,en dwaaze heerschzuchc, waar door die kloekmoedige Romeinfche Helden geheel en ai werden misvormd en in eer- en weerlooze Slaaven, niets anders, dan valfche eertitels en ydele belooningen, beiaagende; en zich den ftaat des Vaderlands luttel, of geheel niet, aantrekkende; en dus 's Lands Vryheid verradende; veranderd: toen durfde ook deze doemwaardige Dwingeland het waagen, om dit Onaf hang-' ïyke Gemeenebest onder zyne dwingende heerfchappy te doen bukken; zynen geweldigen fchepter over de, door te groote weelde in allerieye ondeugden verzopen , en door, Tweedragt verdeelde, Romeinen te zwaaijen; en zynen oppermagtigen throon aldaar te vestigen. Dus, ging die magtige Roomfchs Republiek, welke, gewis, de eeuwen zoude hebben verduurd, indien de Tweedragt buiten haar gebied was verbannen gebleeven , te gronde, en hare oude Onafhanglykbeid en Vryheid verdweenen als in een ogenblik ; en zulks alleen door Iwiedragt, de moeder van die laffe zorgeloosheid en laage yleyery der voorheen zo geduchte, doch nu verbasterde , Romeinen ! Waar was toen de oude deugden beroemde heldenmoed hunner Vry heidlievendi Voorvader-m, die hunne heerschzuchtige Koningen verdreeven; de Vryheid op der zeiver throon geplaatst, en zich Onafhanglyk gemaakt, hadden ! Immers , leeren ons de Cefchiedboeken van dit zoverXx 2 maar»  tfoa VADERLAND SCHE Ao. maarde Gemeenebest, dat, zo lang zyne T4Q3- Burgers, met ene zuivere Vaderlandsliefde bezield, onder hunne Arendftandaards, eendragtiglyk tegen de Vyanden uittrokken, en alléén den bloei en de grootheid van hun Gemeenebest, en het behoud der Onaf hanglyke Burgerlyke Vryheid, beoogden , hec zelve fteeds zyne Vyanden heeft overwonnen magtige Volken aan zich onderworpen gemaakt; en bynaa der geheele Waereld de wet gefteld: doch, dat het zelve, wanneer de Burgers, een iegelyk hunner zyn eigen belang bedoelende; alléén de rykdommen, grootfche eertitels en een verheven gezag, najaagende; en dit alles , als ene hunne ydele zinnen ftreelende fpeelpop aanbiddende ; op die wyze in hunne eigene ingewanden hebben begonnen te wroeten, en het gemeen Burgerlyk ligchaam door heerschzuchtige tanden van laage eergierigheid, gepaard met vervloekte geldzucht,van één te ryten en te verfcheuren; ook wederom door zyner Burgeren eigen handen is ter nedergeveld, en dusjammerlyk te gronde gegaan , zo dat een groot getal van zyrje voornaamfte en aanzienlyklte Burgers de beklaaglyke flachtoffers der gefchondene Vry* beid zyn geworden ; en alzo , onder en door hun eigen geweld, in hun eigen bloed verfmoord. Dus dan is de Burgerlyke Onaf banglyke Vryheid der eertyds zo dappere en magtige Romeinen door geduurjge twisten en Burgerlyke Oorlogen ganfchelyk vernield geworden. Ook ftrekt de ondergang van dit Gemeenebest allen Nakomelingen ten doorken-  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 6^ luchtigen. voorbeelde, dat (volgens de aan- Ao. merking van C.Comelius Tacitus, dien groo- 14-03ten Staatkundigen Romeinfcben Gefchiedfchryver: Principatus et Libertas funt res dis/ociabiles) de Vorstlykheid en Vryheid onverzellyke zaken zyn : waarom ook te recht de pryswaardige Christelyke Dichter Aurelius Prudentius zegt: Vnitum durat; ml dijjociabile firmum e(i. Spiegelt U dan toch ö braave Nederlanders! ten allen tyde aan dit en zeer veele andere, zo oudere als jongere; zo vroegere als laatere; Gemeenebesten, welker V7beid en Onafhanglykheidmeestal door zorgeloosheid, toegeevendheid, infchikkelykheid, vleyery,tweedragt, lafhartigheid, on verfchil ligheid, enandere zoortgelyke dwaasheden en ondeugden zyn verlooren geraakt; waardoor alle die Gemeenebesten geheel zyn ondergegaan, zo dat van veelen der zei ven by naa geene gedachtenis meerder is overgebleeven! Spiegelt TJ toch aan alle dezeiven! Waakt met een geitadigen en wakkeren iever voor 't welzyn van dit uw Vaderland; en laate ene ongevoelige zorgeloosheid ü toch nooit bekruipen ! Bemint uw Vaderland boven alles, en houdt fteeds voor ogen en in uw hart diep geprent het heerlyk gezegde van den grooten Griekfcben Wysgeer Plato; aan 't welk de Vader der Romeinfche we\fpreekendheid ; die Vader des Vaderlands van dien Vryen Burgerftaat; M. Tullias Cicero, den verfchuldigden lof toezwaait: dat de Menfchen niet alleen voor zich zeiven worden geboren • maar dat het Vaderland zich èén ded toeeigent; het ander deelde Kinderen; en -neder* um een ander deel de Ouders en Maagen. Die Xx 3 groo-  694 VADERLANDSCHE Ao. groote Mannen toch leeren ons door dit hun E4-Q3- gezegde , dat wy, boven alle andere betrekkingen, alles, naast God, aan ons Vaderland verfchuldigd zyn, zo dat wy (leeds, wanneer het de nood vordert, gereed moeten zyn, om ons goed en bloed, en al wat ons lief en waard is, voor des^elfs welzyn en behoud , en tot befcherming van deszelfs beste goederen en dierbaarfte panden, de Burgerlyke en Godsdienflige Vryheid, op te offeren ! De zuivere Vaderlandsliefde toch is ene allerdeugdzaamfte aandoening van een oprecht hart en ene weldenkende ziel, dewelke , hoewel zy wel eens met een al te fterke en niet te juist beftuurde (fchoon in de daad goede en welmeenende) drift kan gepaard gaan, echter allezins lof, en ook (waar zy de maat mogte te buiten gaan) alle veifcho. ning, verdient. Dat dan 6 waarde Landgenoten ! ene waare en wel gefchikte Vaderlandsliefde U fteeds beziele! Stelt U zeiven ten allen tyden manmoedig in de bresfe ter verdediging van uw Vaderland; van uwe^ryheid! Waakt, zonder ophouden, zonder enige (luimering, tegen allen, ook den geringiten , inbreuk in uwe rechten; en verdeedigt alle uwe rechten manmoedig, en zonder enige oogluiking, tegen allen en een iegelyk, wie hy ook zy; en zulks zelfs tot uwen jongiïen levensmik ! Bewaart dan en befchermt (reeds, met een onbezweeken heldenmoed, uwe onwaardeerbare Onafhangljkheid, uwe dierbaare Vryheid tegen de listen en laagen van alle openbaare en heimelyke Vyanden, op dat niemand wen Vryen Staat, noch met de wapenen, noch  C H R O N Y K. IV. Hoofdft 695 noch door fchandelyke en listige onderne- Ao. mingen, te eniger tyd , overweldige ; of U U03. allen in zvne flaaffche boeijen flaa! Zyt nimmer zorgeloos, of onverfchillig, wanneer 'er enige onè'enigheden over het aantasten en fchenden der Rechten en Vryheden van uwen Onafhanglyken Burgerftaat welk onheil de goeHemel altyd van dit ons lieve Vaderland wille afwenden!) mogten komen teontftaan; maar ievert fte ds, als Vrye Burgers van een Vryen Bur-reiftaat, voor het behoud van alle uwe Voorrechten en Vryheden, op dat dezeiven nooit, door ene ftoute hand, gefchonden of ontéerd worden! Waakt, met enen geduurigen ernst, voor de getrouwe bewaaring van uwe, door het bloed uwer brave Voorouderen zo duur gekofte, Vryheid en Onafhanglykheid; en betracht, gelyk eerlyke, goede, getrouwe, deugdzame,en godvreezende Burgers betaamt, fteeds uwen phgt. om de Vooiftaniers van üiêp Vryheid; deBejchermers van Üive Voorrechten; uwe Oudften, uwe Vroedften, uwe Besten, te verdeedigen, niet alleen met mond en pen; maar, ook zelfs (wanneer het nodig mogte zyn) met het zwaard in de vuist tegen alle zodanige, Buiten- of Binnenlandfche, uwe Vyanden , die zich ooit (de, God altoos verhoede I) zullen durven onderwinden, om enigzins uwe OnafImnglyke Vryheid te ondermynen en uwe geheiligde Voorrechten in het minfte te verkorten, of enigermate te befnoeijen! HerinnertUde lesfe van den waarlyk wyzen Wetgever van het eertyds in en door de Vryheid bloeiende Athene , wanneer Hy, enen Vryen Burger zvne Burgerpligten voorhou■ Xx 4 den*  6g6 VADERLANDSCHE Ao. dende, met nadruk zegt: Dat hy, die zich in *4°3- ene Burgerlyke Beroerte onzydig houdt,voor eerhos behoort te worden verklaard! Merkwaardig is ook ten dezen opzigte het zeggen van den wyzen en welfpreekenden M. Tullius Cicero: Sit deniqae wfcriptum in fronte vniuscuiusque Civis; Quid de Republica fentiat. Dat men dan fteeds vry uit fpreeke, wat men denkt, en nimmer veinze! Simulare enim non decet Virum honejium. Het is daarom zeer wel en krachtig gezegd: Loquere vt te videam. Uit de fpraak leert men de Menfchen te recht kennen Gedenkt ook ö dierbare Vaderlanders! geduuriglyk, en by alle gelegenheden, aan het bloed uwer eertyds zo zwaar gedrukte Voorvaderen, die zich fteeds ftandvastiglyk met een onverfchrokken mannenmoed, ter bewaaring hunner Voorrechten; hunner Vryheden; tegen de onrechtvaardige Dwingelanden hebben in de bresgefteld; en, door hunne bedaarde kloekmoedigheid; wys beleid; fchrander vooruitzigt; onbezweeken trouw; en brave dapperheid, eindelykover de Dwingelandy getriumfeerd! Gelooft toch niet, dat de Vorften der tegenwoordige eeuwe van een minder heerschzuchtigen aart, of van een vroomer en • deugdzamer gedrag, zyn, dan die van vorige eeuwen ! En , waarlyk! waar was uwe Vryheid; waar waren uwe heilige Voorrechten; ja; waar was ook zelfs dit uw zo gezegend Vaderland gQweest; indien uwe Voorvaders de godonte'ejende behandelingen der, hen tegen eed en pligt verdrukkende, Dwingelanden, met onverfchillige oogen, hadden aangezien; alle dezeiven met ene laage lafhartigheid geduld; en zich  C H R O N Y K. IV. Hoofdft. 697 zich niet,tegen derzelver eerlooze handelwyzen Ao. envermaledyde verdrukkingen, zo met mond 1403en pen, als met wreekende wapenrustingen, op het ieverigfte en met bedaarde kloekheid ten kosten van hun goed en bloed yerdeedjgd? Dan toch zoude dit, nu zo gelukkig, zo zalig, Nederland, dit fchoone Gewest, waarfchynly k reeds onder de alvernielende watergolven bedolven , en dus in ene woeste Wildernis; in een Hinkenden Modderpoel; in ene afgryzelyke woonplaats van allerhande fchadelyk Land-en Watergedierte, veranderd zyn geworden: terwvl dan ook deszelfs verarmd overfchot aan enigmagtigNagebuur, als een overheerscht Wingewest, zoude zyn te beurt gevallen ; en Gy allen nuonder hetondraaglykjuk van ene bittere ilaverny gedrukt zoudt hebben moeten gaan. Dit toch zal, gewislyk, het lot van dit ons Vaderland zyn, zo ooit zyne Vryheid (dat God verhoede!) door enig Dwingeland mogte worden te onder gebragt. Wrant, wanneer eenmaal in dit Gemeenebest,'t welk nu alom, met ongelooflyke kosten, fteeds tegen de geweldiglte overftroomingen door zwaare Dyken, Dammen, Sluizen en andere foortgelyke kostbare werken, ter weering van de magt der wateren noodig, wordt befchermd, de Vryheid aan onverbreekbare ketenen zal zyn gekluifterd; en de willekeurige Llegeering van emgOppermagug en alleenheerfchend Hoofd alhier zal zy n gevestigd ■ dan zal ook aanftonds alle onze, nu door de ganfche waereld wydenzyd uitgebreidde, Koophandel van hier de vlugt neemen; tot onze nydige Mabuuren verhuizen en overgebragt worden; en 's Lands geheele welvaart Xx 5 ver"  6g3 VADERLANDSCHE Ao. verlooren gaan: waarvan dan ook een gewis I4°3' gevolg zal zyn, dat genoegzaam alle de Landenvan dit Gemeenebest wel draa niet anders zullen worden aangemerkt, dm Bedorven en Verdronken Land. Waakt dan, ö dierbare Landgenoten ! fteeds voor 't behoud der Vry, Beid, op dat dus mede dit ons gezegend Vaderland moge behouden blyven ; en de Vryheid, zyn waardigfte pand, waar door alléén dit Land kan bloeien en zyn luister en aanzien bewaaren; door U aan de Vakomelingfchap worde overgeleverd, zo als Gy dat heerlyk pand uit uwer Vaderen handen hebt ontvangen! Drukt toch, zonder ophouden die brave voetftappen van deze uwe vroome Voorouderen, op dat men fteeds in U, als hunne onverbasterde Telgen, moge herkennen het echte beeld dier Vryheidzuchtige Vaderen! Het voegt U toch, als Vrye Bataviers, uwe Rechten, uwe Vryheden, met allen ernst,voor te ftaan; de daaden en verrichtingen van allen, die onder U jn enige hoog. heid, gezag, aanzien, en bewind gefteld zyn, en aan wien dus de bevordering van hetgemeêne welzyn des Lands is toevertrouwd; aan de vastgeftelde Grondwetten van den 13urgerftaat, en aan uwe wettiglyk verkreegene Voorrechten meteneverëischte engenoegzaame kunde, te toetfen; dezeiven met ene hoogstnodige bedaardheid te beöordeelen; en , alles met een ryp beraad verftandiglyk overwogen zynde, naar bevind van zaken. goed te keuren ofte verwerpen! Dat toch hier toe alle de Leden ener Maatfchappye bevoegd zyn, is ene onloochenbaare waarheid, dewelke door geen re- de-  C H R O N Y K. IV. 'Hocfdjï. 699 delvk Mensch kan tegengefprooken worden. Ao. Gebru kt dmö Nederlanders!deze uwe wem-ji^ ee rechten met enen verftandigen wel befaaden. en naar mate der U aangedane verongelykingen wel gepasten iever tot behoud ulv Vnheidl Draagt toch met alle bejaardheid en éénsgezinde: harten, zorg, dat nooit ene geweldige; doch, zo Gy wel ver êen adl zynde uwe Rechten met alle Eendragt wilt doen gelden en uwe Vryheid met eenpaarige krachten handhaven ; ene magteboze hand U daar van, noch door bedreigingen noch door geweldadige aanvallen, affchrikke; en U, noch door vleijende woorden en bedrieglyke handelingen; noch door fchoonfchynende beloften ; noch door verWendeygeldfPillingen; noch door grootfche eertitels; noch door ydele eerampten en alle foortgelyke zinfttee ende dm'en', immermeer verleide en verlokke om Haar ten wille te zyn; en uw Vaderland en ïvMdSbare^idteverraadenlStdttoch, zonder vertraagen, alle middelen in 't werk om de heerszuchtige poogingen, die uwe sSiynvrienden (doch in de daad uwe Vyanden) eens zouden mogen aanwenden te,: onderdrukking uwer Onafhan^lyke Vryheid en ter beklimming van haren Throon; met allen ftandvasti|en en getrouwen heldenmoed te Jnteftaan! Gebruikt toch fteeds alle voorz ft gheid en omzigtigheid tegen de zu ken welk! daar toe ooit enige-gelegenheido aanleiding mogten zoeken of krygen! Zyt tegen allen dezen , die ooit of ooit zouden trachten U van hen afhanglyk temaken, geduuriglyk  700 VADERLANDSCHE Ao op uwe hoede! Waarlyk; men kan in 't be.' i4o3. Ichermenonzer Vryheid, in 't verdeedigen onzer Onafhanglyke Rechten, nimmermeer te voorz.gtig zyn; noch enige te groote omzigtigheiden waakzaamheid gebruiken! Sterkt dan en onderfteunt uwe Oudften, uwe Vroedften uwe Besten, welke, alléén in naam van U van dit geheele Vrye, Onafhanglyke Folk, al he't hen toebetrouwd gezag oefenen en U met kloekmoedige wysheid regeeren; opdat zy niet alleen fteeds vry mt de borst manmoedige woorden der Vryheid mogen fpreeken; doch ook te ge yk konnen zorgen, dat deze hunne woorden niet, als in de lucht vliegende verdwynen; maar, dat alle hunne Vryheid ademende beveeien door alle hunne Medeburgers; grooten en kleinen; aanzienlyken en geringen; ryken en armen; ftiptelykworden gehoorzaamd; dat ook elk en een iegelyk, die dezen Vryen Burgerftaat dient, hoe groot ook zyn gezag; hoe hoog ook zyne geboorte zy; en hoe zeer hy ook, door zyne grote rykdommen en inkoomften, in uiterlyken luister en aanzien allen zynen Medeburgeren overtreffe ; aan deze uwe Oudften uwe Vroedften, uwe Besten, ten allen tyde! daar toe geroepen zynde, ene duidelyke en oprechte verandwoording van alle zyne verrichtingen openlegge en dezelve aan hun doorzigtig oordeel alléén onderwerpe; en, dat men ook nimmermeer dulde, dat die verfchuldigde verandwoordingen door enige ingewikkelde redenen of ongepaste kouleuren worden verdraayd of gevernist,en dus de zuirere waarheid verbloemd; op dat mert fteeds alom befpeure, dat het Volk van Nederland is een Vry en Onaf- hang-  C H R O N Y K. IV. Hoofdft. 701 hanglyk Volk,dat zyne rechten kent en weet te Ao. doen gelden; en met ene geduunge oplettend-^ heid en iever voor 't behoud zyner Vryheid waakt: en op dat men dus ook met te laat zegge, waar is deze, eertyds zo aanz,en!y. ke , zo geachte , zo magtige Nederlandfcbe Republiek; waar is de oude Bataaffebe deugd en heldenmoed dier dappere en Vryheidhevende Batavieren gebleeven! Nog eens dan ö myne waarde Medeburgers! Volgt toch fteeds dezer oude en met ene edele zucht tot Vryheid en Üna) hanglykheid bezielde Batavieren loflyke voorbeelden na, met allen ftanvastigen iever ! Drukt hunne mannelyke en pryswaardige yoetftappen met een onverfchrokken moed ! Gordt zelfs (wen het nodig is) de Wapenen aan! Laat het algemeen indrukzel van genoegzaam al e de redelyke Bewooners van dezen Aardbol, om voor Vrouw, Kinderen, Have, en Godsdienst te ftryden, ook inzonderheid de brave Nederlanders bezielen! Trekt dan manmoedig, als kloeke Helden, ten ftryde tegen enen heerschzuchtigen Nabuur en allen anderen, die ooit zouden trachten U onder zyne dwingende magt te brengen,en U te overheerfchen; voor 't behoud van uw Vaderland, Vryheid , Voorrechten, en wettige Overheden; voor uwe Vrouwen en Kinderen, voor uwGoed en Bloed; voor uwe Haardfteden en Altaaren! Befchermt die allen en al het uwe voor alle geweld en overlast; en verlaat U toch nimmermeer te veel op gehuurde en meestal vreemde Krygsbenden , die geen belang hebben m uwe welvaart; in uwe Vryheid; in t behoud van  ?o2 VADERLANDS GHE Ao. van uw Land; in 't welk verre de meesten 1403* geen voets breedte bezitten; noch in de befcherming van al wat het uwe is: maar die enen gebiedenden Veldheer, van wiens wil en wenken zy fteeds afvliegen, en wien zy. dus blindelings gehoorzamen, eerder zouden konnen ten dienfte liaan, om (indien den zodanigen te eniger tyd, 't welk God altyd verhoede! ongelukkiglyk de lust en begeerte mogte bekruipen, om als een gehaattenD wingeland te handelen en dit Vrye Land onder zyn alleenheerfchend gebied te brengen) U te verdrukken ; uwen bloeienden Koophandel te vernielen ; uwe goude Vryheid te verkrachten; uwen geheelen welvaarenden Burgerftaat omtekeeren; en U allen tot Slaaven, voor 4s Dwinglands hoogheid nederbukkende en met knellende ketenen om uwe halzen voor zvne voeten kruipende, van zyne vermaledyde Heerschzucht te maken ! De ondervinding van vroeger en laater tyden heefc toch te meermaalen geleerd, dat vreemde en gehuurde Krygsknechten in der daad,meesttyds,niet anders zyn, dan de bestgefchiktfte werktuigen der Dwingelanden, welker heerfchzuchtige gevoelens door dezeiven meêr en meêr worden aangekweekt en geftadigiyk onderhouden. Het was ook daarom een verfoeilyke raad, welken men aan Periander, dien wreeden Dwingeland van Corinthe, gaf: tVilt Gy in uwe Tyranny volharden, zo draag zorg, dat Gy fteeds door een groote magt van vreemde Krygsknechten gedekt zyf/Ook hebben,in alle tyden, de meest heerschzuchtige Vorften dezen zelfden weg, als den voor Hun zekerften en  C H R O N Y K. IV. Hoofdd. 703' en tot hunne oogmerken meest dienftigften, Ao. verkoozen, om die Volken, welke Hun te vo- 1403; ren vrywilliglyk enig gezag over het Krygsvolk hadden opgedragen, door het misbruik van dat gezag te onderdrukken, te overheerfchen, en alzo hunne Dwinglandy, door hulp dier gehuurde Vreemdelingen, te vestigen. De voorbeelden uit andere Gefchiedboeken optehalen, zal hier onnodig zyn 5 naardien ons ook onze eigeoude Vaderlandfche Gefchiedenisfen van vorige eeuwen genoeg konnen leeren hoe ene zodanige vervloekte Staatkunde dien Dwingelanden, welke dag noch nacht rusteden, om alle middelen te beraamen, waar door zy de Nederlanders onverbreekbaar vast aan flaaffche ketenen mogten kluisteren; geduuriglyk inboezemde, om fteeds ene bezoldigde en vreemde Krygsmagt op de been te houden • en dezelve tevens alom door 't Land te verfpreiden en in de. voornaamite Steden in te legeren, tot een merkelyk bezwaar en overlast van Burgers en Boeren. Zy toch begreepen wel, dat dit middel alléén genoeg was om gemakkelykalle 's Lands oude Voorrechten te verkrachten, en de natuurlyke Burgerlyke Vryheid zodanig te onder te brengen , dat dezelve nooit wederom, als uit het lof,' konde verryzen; en dat dus hier door de Nederlanders voor eeuwig van hunne vrye rechten beroofd, en tot der Vorften afhanglyke Slaaven gemaakt zouden worden Die gehuurde vreemde Krygsbenden toch konnen doorgaans zich (enige weinige zeer brave, weldenkende, hunnen phgt te recht kennende, en hunnen plegtigen eed naar be- hoo-  704 VADERLANDSCME Ao. hooren betrachtende, Mannen uitgezonderd) 1403» bgtelyk verbeelden verpligt te zyn alléén den ' Veldheer, die hen gebiedt; doch niet den Burgerftaat , in wiens naam , en op wiens gezag hy echter alleenlyk over hen het gebied voert; in wiens eed en zy, en ook hun Veldheer verbonden zyn , en die dus mede hunner allen bezoldingen betaalt ; ten dienfte te ftaan , en zyne beveelen te gehoorzamen: ja; men heeft ook zelfs wel eens gezien, dat zodanige vreemde Krygsknechten, op last hunner Overften , hunne wapenen tegen 's Lands Overheden , hunne Betaalsheeren , die zy tegen alle geweld te befchermen waren verpligt, hebben gebruikt, en deze hunne Overheden aan de fchandelyke heerfchzucht van enen Dwingeland, die zulks begeerde, opgeofferd ; den ganfchen Burgerftaat omgekeerd; en het te voren Vrye Volk in ene eeuwige Slaverny gedompeld. Men mag dus zodanige gehuurde vreemde en gewapende Knechten meestal befchouwen, als een groote bende van getuchtigde en geduchte Slaaven , in devvelken alle denkbeelden van Vryheid, indien 'er dezen ooit by hen mogten hebben gehuisvest, geheel en al zyn verdoofd door de gewoonte van de'heerfchappy dis gewelds, waar voor toch alles moet wyken, te oeffenen. Deze wreede gewoonte, ftrenge krygstucht en hunne volftrekte ondergelchiktheid aan de n wil van één cénig Mensch, op wiens enkel woord zy allen, hoe groot hun getal ook zy, op één ogenblik, in ene zodanige beweeging, als Hy beveelt, worden gebragt, zo dat hun allen zyn wil ene  C H R O N Y K, IV. Hoofdjl. 705 ene wee is, zonder dat Hy ooit enigen A°' tegenfpraak gedooge of iets wille onder 4 ó\ zoeken; terwyl Hy , op hst eerfte gegeven teken, ene Wet van te rooven, te branden , te moorden; of anderzins te fterven; afkondigt; veranderen alle derzelver ftille en vreedzame gevoelens en ingefchapene genegenheid tot Vryheid in ene flaaflche hebbelykheid tot het pleegen van allerhande geweld, het verdrukken hunner Medemenfchen, en het verfmaaden van alle Burgerlyke Regeering, Vryheid,en Wetten;aan de welken zy, fchoon Onderdaanen en Ingezeetenen van dien Burgerftaat, die hen kleedt en voedt, dikmaals, ook door de misbruikte magt van hunnen gebiedenden Veldheer, met geweld zyn onttrokken ; wanneer een zodanig Veldheer, nochtans tegen eed en pligt , ene Regeering in ene Regeering opricht, 't geen veeltyds aanleiding kan geeven tot het ontftaan van geduurige twisten en hevige beroertens ten bederf en ondergang van de Vryheid en van den geheelen Burgerftaat. (Efi enim Forum Militare in Republica libera Monftrum informe, ingens, horrendum, nefandum, Libsrtat;qne exitio[isfimum.~) De Militaire Jurisdictie is ook in onze Nederlandfche waereld een zaak, die den Loontrekker doet geloven , geen Meester te vinden inden genen, die hem betaalt; dat is te zeggen: dat de Hoofden van het Krygswezen in dit ons Vrye Gemeenebest, door welks Hoge Overigheid, als Gemagtigden van het Vrye Volk van Nederland, (in wiens boezem alléén de Opperfte Magt woont, en 't welk ook de nodige gelden verfchaftjzy allen echter, zo y y wel  ;o6 VADERLANDSCHE Ao. wel de Hoogde, als de Laagfte, voor hun1403. nen dienst worden betaald; door deze onwettiglyk aangematigde Militaire Jurisdiclie, zich verbeelden verre boven alles verheeven te zyn, zo dat zy zich nimmermeer en in geen ding aan de wettige Burgerlyke Overheid en Politieke Magt verpligt achten, dan alleen welftaanshalven ; en fteeds zich oordeelen verder gerechtigd , om al wat enigzins mogelyk is, naar zich te trekken, zonder ook zelfs aan den Souverain deswegens enige verandwoording te doen, of verfchuldigd zich te achten. Inmiddels is dit ene gewisfe waarheid, dat Hy, die de Betaalsheer is, altyd meerder is, dan alle zyne Dienaars, die van Hem de dagelykfche betaaling ontvangen. De zekerheid van dit geftelde moet de Hoogmoedigen, hoe zeer hen de toepasfing van dit wezendlyk onderfcheid ook moge treffen, echter, zo zy voor reden vatbaar zyn; ene ontembare drift van Hoogmoed hen niet geheel en al overmeestert, en tot het plegen van verfoeijelyke en doemwaardige daaden aanzet en als wegfleept; overtuigen, dat zyden Gemagtigden van Neêrlands Vry Volk alle onderdanigheid , gehoorzaamheid; en dies ook ene oprechte verandwoording van alie hunne verrichtingen, fchuldig zyn. Derhal ven is een al te groot gezag, in der Krygshoofdenhanden gefteld, voor de Vryheid allergevaarlyksr. Dit ondervond wel eer (zo als wy ftraks zagen) de Romein/che Republiek, welke ten val werd gebragt, zo draa zy onder ene Krygsregeering moest bukken; want de Krygsknechten, met hunnen Opperften Veldheer, C. jfulius C&far, aan  CHRO N T K. IV. Hoófdji. 707 aan 't hoofd, haakten naar niets anders, dan dat Ao:. de vastgeftelde Vrye Regeringsvorm werd ver- *4Q3anderd: waarin wanneer zy hun doel hadden -bereikt, toen werd ook de geheele Butgerlyke Vryheid te ondergebragt; en 'de fchoonheid, •welvaart, magt, luister, aanzien, en alles, wat het Oude Rome verbeerlykte, gingen wel rasch gansch en al verlooren. Ook was nimmermeer vooreen Volk enigeRegeeringdruk•kender, dan ene Krygsregeering. Dit betoogen niet alleen, op het ailerduidelykfte, alle goede Schryvers, die immer den aart der Regeeringen niet behoorlyke aandacht onpartydiglyk hebben onderzocht, en over het ■ Recht der Volken met de nodige kundigheid gehandeld; maar ook dit bewyzen overvloediglyk de Gefchiedfehryvers van alle tyden. Krygsbenden toch, den toom der Regeering in handen hebbende, zullen ligtelyk tot de grootfte buitenfpoiïgheden overhellen , om niet üechts de regeering van alle zaken, alléén naar hunnen onbezuisden wil, zonder op enig recht te letten, of enige billykheid in acht te nee/nen, te regelen; maar ook, om telkens, wanneer het hun geluft 4 hunne Opperfte Veldheeren aftezetten ; anderen, naar hun welgevallen, ook zelfs uit de heffe des Volks, te verkiezen, en alles het onderfte boven te keeren. Wat kan dan ooit voor een Vry Volk geduchter en verfchrikkelyker bedacht worden, dan een Gewapend Geweld! Ja; hoe geducht, hoe vetfchrikkelyk fteeds de gewapende Krygsbenden, die meenen het wettig gezag der gebiedende Overheden geheel ontwasfen,en van dezeiven niet af hangY y <2 lyk  7o8 VADERLAND SC HE Ao. lyk te zyn, voor allerleije Staaten, zelfs de I4°3'_ magtigften niet uitgezonderd, fteeds geweest zyn, leeren ons genoeg de Cefchiedenisfen van alle tyden! Ook mag men overvloedige voorbeelden daar van befpeuren, niet alleen in de Cefchiedenisfen van het Roomjcbe Keizerxyk; maar ook in het Muscovifcbe Gebied, toen eertyds de Strelitzen aldaar alles naar hunnen zin befchikten : Ja, men ziet nog zelfs in deze onze dagen, hoe de Janhzaaren in het Ottomannijcbe Ryk dikmaals, door hunne onbefchoftheid, de Befluiten van den Divan dwingen, en dien hogen Turk/chen'Raad, waar in hunne Keizer zelfs voorzit, noodzaakt , om hun te wille te zyn, en zich naar hun goedvinden te gedragen. Dusdanig konnen overal de droevige gevolgen zyn, wanneer men de Krygsknechten niet genoeg in enen behoorlyken teugel houdt; en ook duldt, dat hunne Overffen enigzins de paaien van het aan dezeiven toebetrouwde Krygsbedwang overfchryden. Dit gefchiedende moet aanftonds, en zonder het minlle uitftel ; en ook zonder enige infchikkelykheidsmet allen mogelyken ernst, en met ene welgepaste kloekmoedigheid , tegengegaan en tot bewaaring der gulde Fryheid, geweerd worden. Dit is, waarlyk, al dikmaals een Hoofdgebrek, 't welk alles bederft en oorzaak van veele onheilen' is, dat men niet genoeg acht geeft op de eerfte beginzelen der afwykingen; en dus doorgaans te zorgeloos is , om dit kwaad in zyn eerften aanvang te ontdekken en te (luiten; en daar door te verhoeden, dat het verval niet zo groot worde: dat het geheel onherftelbaar fchynt.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 709 fchvnt. En dit groot Hoofdgebrek, meestal in Ao. Vrye Staaten plaats hebbende, bevestigt maar al te veel de waarheid van het zeggen enes vermaarden , Godgeleerden: Ieder Volk vormt zelf zyne eheTyrannen. Wilt dan toch, o waarde Medeburgers ! geftadiglyk, tegen het eerst inkruipend kwaad op uwe hoede zyn; en gedenkt hetwaare zeggen van dien beroemden,U wel bekenden, Dichter: Principïis obfia! Sero medieinaparatur. Dit toch, gelyk het plaats heeft ontrent alle ziekten in eenMenfchelyk Lighaam, befpeurt men ook fteeds in het Politieke Lighaam van een Gemeenebest, welks Vryheid langzaamerhand door achteloosheid verloren gaat. Een gebiedend Veldheer toch, die aan 't hoofd der Militaire Jurisditlie is , en over dezelve naar zyn believen mag befchikken, zoude zich ook wel draa boven zynen, door het Vrye Volk gemagtigden, Souverain kunnen verheften; dus aan dat Vrye Volk, uit wiens boezem alléén het geheele Oppergebied zynen oorfprongheeft, dit zyn wettig recht ontweldigen; en ene willekeurige Regeering over het zelve invoeren; om dus voor zich dat ydele genoegen te hebben,van op de puinhopen van dit nog Vrye Vaderland, als Souverain, als een klein Mwarchje in een gering Monarchaal Staatje, te heerfchen en te gebieden. Zulk een kwaad wille de goede God van deze onze Vrye Republiek altyd afwenden ! Ook is dit kwaad niet te vreezen, zo lang Vryheid waare Vryheid blyft; dat is: zo lang de zucht tot Vryheid wezendlyk is een verftandig en wel beredeneerd bezef van haren innigen aart en onfchatbare waarde; doch geenzins een uitwerking Yy 3 van  ?ïo VADERLANDSCHE Ap. van een gistend bloed, dat alleen de onbezuls1403. de d"ften, en tevens den Nationalen hoogmoed gaande maakt: zo lang dan de Vrybeidh ontdaan van 'c ftkkrend klatergoud van harsfenfchimmige Voorrechten: zo lang zal ook die ftelregel vast en onwrikbaar blyven, dat geen Vry Volk ooit enige Wetten ontvangt van hunnen Dienaar; van hem , dien het Vrye Volk de Wetten moet voorfchryven, en met hunne bevelen belasten; en tevens voor zyne dienften betaalen: en, dit is ook zeker, dat, wanneer het anders toegaat, als dan ook des Volks Vryheid geheel en al is verloren. Srelt u dan öbrave Medeburgers! fteeds, opaliewyzen, in de bresfe tot bewaaring van 's Lands Vrybeid, en Onafhanglykhcid; want, indien on ?e Onafhanglyke Vryheid eens uit ons midden wegraakt door een geweldadigen dwang van enig Heerschzuchtig Gewapend Hoofd, die toch nimmermeer een ander nevens zich kan dulden; dan ook zultGy, ö Vrye Vaderlanders! het ogenblik zien geboren, 't welk U voor eeuwig aan zwaar knellende banden zal leggen; en U en Uwe Kinderen alle de wiliekeurige Wetten der hardde Dwingelanden doen eerbiedigen! Wilt dan toch 5 Vrybsid. lievende Nederlanders! zonder ophouden daar te. gen waaken; en wilt des ook nimmermeer dulden, dat de bewaaring van uwe Vrye Steden aan enige vreemde en gehuurde Knechten worde aanbetrouwd; maar, waakt zeiven voor uwe eigene Vryheid; befchermt en bewaart uwe eigene Vesten; oefent U zeiven in den Wapenhandel; en zyt ten allen tyde pereid, om, als de nood aan den mankorat, zei-  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 711 zéven de wapenen aan te gorden en alle Ao. rr- 1 • ] _ 1— —' ~ j jAnry ook zyn, het hoofd te bieden! Herinnert U zeiven geduuriglyk het in alle tyden en omHandigheden waar bevonden zeggen van dien wel bekenden en beroemden Wysgeer: Met de ziel van den Slaaf is men niet verre meêr af van de Slavernyl Laat U dan ook nooit verblinden door verleidend goud of ydele woorden en fchoonfchynende beloften en eertitels, om uwe Wapenoefeningen te laten vaaren, en dus afftand te doen van het befchermen uwer Vryheid, uw dierbaarfte fchat; want, door U zeiven ö waarde Medeburgers! in den Wapenhandel te oefenen, zult Gy de ketenen vervaardigen, om, ten allen tyde , alle inbreekende heerschzucht te kluisteren, en ü zeiven, eeuwiglyk, voor het flaaffche juk van enig Dwingeland , die eens zoude konnen opftaan, te beveiligen! En, zo dan ooit iemand zich zoude durven onderwinden, om U van enigen uwer Voorrechten te berooven, dan zal uwe bedrevenheid in den Wapenhandel U terftond lichtende fakkelen in de hand geven, om, met der zeiver behulp, uwe dus geweldiglyk geroofde Voorrechten uit de donkere kerkers ener vervloekte Dwinglandy, in dewelken de gehaatte Dwingland dezeiven, om die allen aan uw gezigt te onttrekken en te verduifteren, had, als voor eeuwig, opgefloten, terug te voeren. OefentUdan gewilliglyk en vlytiglyk in den Wapenhandel; en gedenkt fteeds, dat elk uur, 't welk gy befteedt aan de Wapenoefening, is een vry willig offer voor de waarde Vryheid; voor den heerlyken Gods» Yy 4 dienst}  7ia VADERLANDSCHE Ao dienst; voor de Algemeene rust; en dus ook ucr voor het welzyn van uweperfonen; uwe Vrouwen; uwe Kinderen; ja, voor het behoud van het geheele dierbare Vaderland! Zyt verzeekerd, dat uwe Wapenoefening U, in alle onaangenaame tydsomftandigheden, zal geëerd en gevreesd maken by alle uwe Buitenen Binnenlandfche Vyanden; en ciat, zo lang Gy zelren niet gewapend en in den wapenhandel bedreeven zyt, 'er ook geene waare Vrybeid binnen uwe iandpaalen zal huisvesten I Ene gewapende en in de Wapenoefening wel bedreeven Burgerytoch is de éenigüe fteunpilaar van 's Lands Vryheid. Bedenkt toch fteeds ö VryeNederlanderslhai geen niemand vanU allen • kan onbekend zyn, dat de oefening in den Wapenhandel is één der voornaamlte hoofdpligien van een Vrygeboren Burget! Want, in een Vryen Burgerftaat is, inzonderheid, elk Inwoner, van zyn geboorte af aan, gefchikt tot een Voorftander van zvne Rechten en Vryheden; en tot een Verdeediger, niet alleen van zyn Vaderland en van zyne Medeburgers; maar ook van zyne eigeneen byzondere bezittingen en waarde Aanverwanten, tegen alle Buitenlandsch Geweld: en het beste, het fterkfte Bolwerk, tegen alle onwettige Overheerfching, is alléén in de gewapende en wel geoefende vuist van den Vrygeboren Burger zeiven. Hetis immer;, < dit zal geen braaf Neder* landcrooitontkennen) een heerlyk, een byzonder, ons door de Godiyke Voorzienigheid gefchonken, Vwrecht een Vrygeboren te zyn; en te woonen in dit gezegende Land, alwaar een jegelyk Burger zich mag en kan wapenen tegen  C H R O N Y K. W% Hoofdfl. 7*3 sen alie Geweldenaars , welke hem van zyne Ao. eigendommen; van zyne Vrouw en Kinde- J_4°_3_ ren; zouden willen beroven; of van zyne Vrybeid en Voorrechten onueaen. Zorgc dan op deze wyze Gy allen, Vrygeboren Burgers van dit ons Verëenigd Nederland* met allen mocelyken iever , voor het behoud van dit ons" dierbaar Vaderland; van onze kostelyke Vryheid; van alle onze fchoone Voorrechten! Paart altyd dezen uwen rechtmatigen iever , uwen wettigen heldenmoed, met uwe allerernftiafte gebeden tot uwen God; den God uwer Vaderen; den God van Nederland; die ons met dit uitmuntendstpand, de Vryheid inden Burgerhaat en in den Godsdienst, heeft begenadigd; en die nooit met onverfchalhge oogen zoude konnen aanzien, dat men de door H°m gefchonken Voorrechten verwaarloosde en veronachtzaamde: die ook daarom den geweldigen Rover van dituw, van Hem verkregen, heerlykst Voorrecht (indien er zodanig een Rover ooit mogte opftaan) gewislyk met allerleije tydelyke en eeuwige itratfen, hier en namaals, in zyn perfoon en nagedacht op het verfchriklykst zal ftraffen, naardien Hy is de God der Vryheid en een Haater van alle fchandelyke Heerschzucbt; van alle vervloekte Üwngelaridy! Smeekt dan dezen uwen en uwer Vaderen God, zonder ophouden, dat Hy ons alien genadiglyk bewaareby dit ons waardfte pand ; en dit Vrye Volk fpaarein zyne heilryke gunfte! Dus danftelle een iegelyk van U dit altyd onder zynovoornaamfte Voorrechten, dat Hy is een Vry geboren Nederlander, en een Christen ƒ Vrye, getrouwe, Yy 5 °^  VADERLANDSCHE Ao. onafhanglyke, gewapende, en waakendeBurI4°3' gers zyn alléén in ftaat, om allen indrang van enigen Geweldenaar te keeren; terwyl vreemde en gehuurde Krygsbenden ligtelyk door fchoone beloften en enen vermeerderden loon welke helaas! dikmaals al te veel vermogenkunnen worden overgehaald, om, ofgelykty! dig twee Heeren te dienen, of met den Geweldenaar te faamente fpannen. Ook waren zulke gehuurde vreemde gewapende Slaven, in vroegere tyden, by de oude Volken, hier en elders, onbekend. Toen ftreeden 's Lands waarlyk Vrye Ingezetenen voor hunne eigene Vryheid, en bezittingen. Toen befchermde een iegelyk Burger zyn eigen Vaderland tegen den indrang van een boozen Vyand. Toen... Doch laat ene geheiligde drift en zuivel re iever voor de dierbaare Vryheid'en OiiafhatjTlykheid ons niet al te verre van onsondernoomenwerkaHeiden,• maarlaat ons dus hiervan afftappen en wederkeeren tot ons vorig verhaal der verdere verrichtingen van Hertog Albrecht , waar van ons deze onze Aanmerkingen, voortgefprooten uit een rein Vaderlandsch en Vryheidlievend hart, 'twejk veel deel neemt in 's Lands vvelvaaren ,'t geen alléén door het kloekmoedig befchermen van onzen waardften fchat,de Burgerlyke en Godsdicnjlige Vryheid, tegen allerleije, zo Buitenlandfche als Binnenlandfche, overweldiging kan worden bevorderd, een weinig hebben afgeleid! De waare Vaderlandlievende Leezer, die meteen gelyke zucht wt Vryheid is bezield, en wien dus deze korte (fchoon voor fommigen, anders denkenden,misichien te lange>itweiding(zo ik hope) geen-  C H R O N Y K. IV. Hoofdd. 7*5" geenzins zal hebben verdrooten, neeme dezen Ao. mynen uitflap ten besten; terwyl ik den goeden 1403* God bidde, dar. Hy dit ons lieve Vaderland tegen alle overheerfching van enig magtig Heer ten allen tyde genadiglyk wiile befchermen, op dat wy de Vryheid, hetgrootfle, het beste goed, dat wy van onze Vaderen hebben geërfd, ookongefehonden aan onze Nakomelingen mogen overlaten! Daartoe is ook voor al nodig, dat Eendragt in onze tenten woone, en dus enebeftendige Eensgezindheid, tusfchen de Burgers onderling niet alleen ; maar ook tusfchen de Burgers en de Overheden; altyd worde gevonden; waartoe men wederzyds nu en dan iets dient toetegeven, naardien toch hier op aarde nergens enige volmaaktheid is te vinden. Wanneer deze EettsgezindheidfUm crypt, dan is, noch Buitere noch Binnenlandsch Geweld ,ooit in ftaat dit Gemeenebest te onder te brengen; ja,'zelfs niet te verneederen ;of de Vrye Burgers van hunne Vryheid en Voorrechtende ontzetten Het geduurig betrachten van 's Lands gouden fpreuk: Eendragt maakt magt: maakt ons als een koperen muur, op welken alle geweld affluit: Daar de Tvmdragt integendeel ons maakt tot eenelendiglighaam, 't welk door een inwendige kanker geftadiglyk verteerd wordt, enten val neigt. Dat dan ene geduurige Eensgezindheid onder alle de Ingezetenen van dezen Vryen Staat, zo groten als kleinen ;zo ryken als armen; zo magtigen als geringen; heerfche, om te faamen, tot behoud onzer fchoone Vryheid, de handen in één te flaan, en daartoe alle onze vermogens eendragpglyk in te fpannen! Hier toe bezieie onze goe-  7i6 VADERLANDSCHE Ao. de God allen 's Lands Burgeren en Inwoone1403. ren, welker pligt is de tegenwoordige Algemeene Vryheid van dit ons waarde Vaderland, met alle hunne vermogens te befchutten en befchermen, (Efl enim Boni Civis prcefentem liberum Reipubiiccefiatum lueri, nee ewn mutatum veile. Waarlyk ene zeer treflyke fpreuk, welke indien ieder Burger, van welken rang of aanzien hy ook zy, naar zyn eed en pligt, altyd voor oogen en in zyn hart geprent hield, dan was onze Vryheidin zekerheid, en waren geene Burgerlyke beroertens ooit te vreezen!) mee een waare zucht tot behoud van onze Onafhanglyke Vryheid, gegrond in onze wyze Wetten; op dat dit gezeegend Vrye Gemeenebest, wyslyk en voorzigtiglyk beftierd door onze Verëenigde, Onafhanglyke, Souveraine Staaten ; braave, vreedzame en manmoedige Vooritanders en Befchermers onzer Vryheid; ieverige waakers tegen alle, haar benadeelende, onderneemingen; en onpartydige Bevorderaars van al wat recht en billyk is; in 't genot van de Godlyke gunfte, bloeye enbeftendig blyve tot aan het einde der eeuwen! >\ Nu keeren wy weder tot Hertog Albrecht. Gelyk wy hier voren (m) verhaald hebben , dat, op den 8 van Slachtmaand laaftleden, de Vrede met Heer Jan van Arkel en zyn Zoon, door den Hertog in deij Hage was geteekend, zo dat dezelve zyn aanvang zoude neemen op Sint Martyns dag en geduren tot der Zonnen opgang van Sinte Lucia l» Zie hier vortn op bladz. 669. & Ö70  CHRONYK. IV. Hoofdfl. 717 Lucia dag daar aan volgende , en dat die Ao. Vrede ook in 't vervolg, van tyd tot tyd, is _H°Jlverlangd \ zo dient alhier nu mede door ons te worden gemeld, dat, op den derden dag der Wintermaand dezes jaars , de eerfte ver- Eerfte laneine van dien Vrede , ten verzoeke vanverlandes Hertogs anderen Zoon, Heer Jan van ging van. Beieren, Elect van Luyk en Grave te Lo°n,f»Je + is gefchied, en wederom door den Hertog voor Heer jan zich en voor zvnen oudften Zoon , Heer van ArWilkm van Bey'eren, Graaf van Oofiervant ,kel^ordt in den Hage geteekend, zo dat zulks aengaen^ Au hl ende aengaet op Sinte Lucien dach naejtco-brecht mende ter jonnen opganc fonder ar gelijl, ew^getekendj dueren fel ende voejen tot Sinte Ponciaens daae toe naeflcomende ter Jonnen opganc (n). Wyders werd by deze Vredesverlanging . niets naders gefproken, noch van den Heere van Vianen, noch van de Stad Utrecht, welken beiden het, by de vorige Vredesteekening, wasvrygelaaten,omin dien Vrede deel te neemen ; maar alles deswegens ftilzwygende als nu in den vorigen ftaat gelaaten; en alleenlyk aangaande Heer Floris van Borfelen en Heer Walraven van Br ederode , welke beiden Heer Jan van Arkel, in twee onderfcheide uitvallen uit de door den Hertog beleegerde Stad Gornicbem, met meerder andere, zo Zeeuwjche als Hollandjche, Edellieden, 00 Ms. getrokken uit het Memoriale B.I.1401.—• IA04. Cas R. pag 50. verfa en 5*- beruftende onder den Heere Griffier van Alphek. Zy voorts te ietten, dat Sinte Lucia dag jaarlyks invalt op den 13 December ; en Sint Pontiaan dag op den 14 January.  7i8 VADERLANDS CHE Ao. den, had gevangen gekreegen; gelyk te voren . *4°3- (V) door ons is aangetekend; het volgend Endaar afzonderlyk beding gemaakt: „ Voirt van by,no. „ fuiken gelde als Heer Florys van Borfelen pens „ ende Walraven Heere tot Brederode den JlnBor- " Heere mn Jrkel fculdich fyn van hore vanfeien en » gemfle, dair feilen fy ende hoir vrienWalra- „ den ende borgen dach of hebben ende ven van „ niet of geven dezen vrede lang dueBredere,-^ rende. Behoudelic dat al fulke brieue, afzonder-'» als dieHcer van Arkel heeft van Heren Florys lyke van Borfelen ende Walraven voirfz. ende van voor-^ „ hoeren vrieuden , van den gelde voirfz dat ■Gemaakt " die na wtSanc dez vreden voirfcreuen g ' „ wefen ende bliuen feilen in hore volco„ menre macht" (p). Dit dan zo zynde, werd den Oorlog tusfchen de Stad Utrecht, by dewelke zich de Heer van Fianen voegde; en de Heeren Jan en Willem van Arkel aangemerkt als nog niet geëindigd; gelyk wy zulks in 't vervolg ook nog nader zien zullen. De Her-. Op den 7 van die zelfde Maand, vertbg geeft ieenc Hertog Albrecht aan twee zyner Dienftzyn^Vee-knech£en' weike van zy" dagelyksch huisDienst- gezin zyn; te weeten, aan zynen Kamerknechten dienaar Hugo Nagel, en aan zynen Bode, die alle (ff") Zie hier voren bladz. 563. & 564. (j>) Zie wyders het door iny hier voren op bladz. 565. aangeteekende nopens het bedongen randzoen voor Heer Floris van Borfelen, waar van aan hem door den Hertog, op den 6. van Lentemaand des volgenden jaars, de terug gave wordt beloofd en aangeweezen.  C H R O N Y K. IV. Hoofdft. 719 alle zyne brieven en andere bevelen beftel- Aoi de of bezorgde , genaamd Robbitgen, uit H°3» zonderlinge gunst en (zo Hy Hertog zegt) den tienOW dictists -wille , die fy om gedaen hebben en-den pende noch doen mogen; dat is,inplaatfe van zo-nfofi: van danig dienstloon, welk Hy anderzins (naar™™^ billykheid) aan hen zoude hebben moeten ontrent eeeven; het recht van den tienden penning viufin* der waarde van allen Visch, dien alle vreem-g» en de lieden , geene Onderdaanen van HemW|£t zynde, zouden vangen op zynen ftroom tus-Vreem. fchen Vlisfingen en Jerfikeroort; als mede den gevan ieder Schip met Mosfelen of Oefters,vangen, mede in de kreeken of plaaten, op dien ftroom leggende, door gelyke vreemde lieden gevangen zynde , twaalf grooten; en zulks hun beiden te faamen, hun leven lang geduurende; met dat beding, dat de geen, die van hun beiden de langst levende zal zyn, alléén, zo lang hy leeft, deze renten en voordeden zal behouden; en wyders met een uitdrukkelyk bevel aan den Rentmeester van Bewester- Schelde in Zeeland, om dit recht voor deze 's Hertogen Dienaren; of voor die genen, wien zy de waarneeming en invordering van het zelve mogten aanbeveelen; te helpen bewaaren, en hen daar in te ftyven en te fterken tegen allen en enen ie„elyken , die hun deswegens wilden hinderfykzyn(3). fa~) Ms. getrokken uit het Memoriale BA. 1401 — 1404. Cas R. pag- SI. verfa* en pag. 5a. berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  720 VADERLANDSCTIE Ao. Twee dagen daar na, wordt aan de geè'rf_If 2ll den *n den Rbieder- Waard tusfchen daar Rbieder- Rhieder-Kerk placht te ftaan en den kleinen IVaard Wacldam , gelegen in Zuid- Holland , door worde, den Hertog verleend vryheid, om den zeiHercoes ven Waari te bedyken; by ene uitgebreide goeddun-Handveste wegens de aanflelling van een ken ,,be- Dykgraaf en vyf Hoog- Dyk- Heemraaden ; dykt. en bevattende verders enige Voorrechten en Vryheden voor de Ingelanden van dien Waard (V). De lier- Op den volgenden dag, belooft de Herlooffaan t0S aan ^eer Gerard van Heemskerk en aan d^Hee.1 Heer Melis van Mynden, welken te faamen ren van Hy het Baiilufchap en Rentmeesrerfchap , Heem- zo van Amjielland als van Waterland, te bek m dienen had toevertrouwd , dat zy om elkan]fe»,dat fe** Breuken, welken de een en de ander eik hm,- tegen Hem mogten misdoen, niet zouden ner zyne worden aangefprooken; maar dat een iege•ige^jU*3yk hunner zyne eige breuken zoude moeten veram- boeten en beteren, naar recht en billykwüurden.heid (s). Hier voren (f) hebben wy breedvoeripjvk nagegaan de byzondere Verbonden , welke door Hertog Albrecht waren aangegaan en gefloten met den Heer van Vianen; als ook met de Stad Utrecht, met dewelke insgelyks 'sHer- (r) MiERts Charterb. D, III. blldz. 786. (j) Ms. getrokken uit het Memoriale B. I. 1401 — 1404. Cas R. pag. sr. verfa; berustende onder den Heere Griffier van Alphei». (/) Zie hier voren op bladz. 545.-548. als ook bladz. 553.- 558.  C H R O N Y K. IV. Hcofdjl. 721 *sHertogen oudfte Zoon, Heer Willem van Bei- Ao. jeren, Graaf van Oostervant, nog een afzonder- 14-03. lyk Verbond van Vriendfchap, op dien zelfden tyd, floot; en aan welke Stad de Hertog nog verfcheide Voorrechten toeftond, op dat Hy haar tot dat Verbond mogte beweegen; en zulks alleen , om zich door dezer hulp en byftand te fterken in den Oorlog , welken Hy had voorgenoomen tegen Heer Jan van Arkel te onderneemen: Gelyk wy dan mede O) hebben gezien , hoe dat Hertog Ah hecht, dezen Oorlog met geen te grooten voorfpoed enigen tyd gevoerd hebbende , denzelven, op het ernftig voordel van zynen anderen Zoon, Heer Jan van Beyeren, verkozen Bisfchop van Luyk en Graaf te Loon, eindigde, door voor zich en hoogstgemelden zynen oudften Zoon, den Graaf van Oostervant, op den achttien van Slachtmaand laatstleden , te tekenen een Vrede ten behoeve van welgemelden Heer Jan vati Jrkel en deszelfs Zoon, Heere Willem tot Arkel; by welke tekening het den Heere van Vianen en der Stad Utrecht werd vrygelaaten, om in dien Vrede deel te neemen ; mits nochtans, dat, indien deze Heer van Vianen en de Stad Utrecht zich aan dien Vrede niet wilden houden, 'er zorg zoude moeten worden gedragen, om alle befchadiging of geweld uit 's Hertogen Landen teweeren, op dat binnen zyne landpaalen die Vrede behoorlyk en onverbroken mogte blyven ; waar by wy voegden, dat ook de Heer van (u) Zie hier voten op bladz. 669 — 6?ï.  722 VADERLANDSCHE Ao. Arkel aanftonds, na de tekening van dezen 1403. Vrede, of door een Bode, of by een Brief, aan die van Utrecht hun befluit over het aanneemen van dien Vrede heeft afgevraagd : Wy hebben al verder r» gemeld, dat, op den derden dag dezer Wintermaand, deze Vrede door den Hertog is verlengd geworden tot op den 14. van Louwmaand naastkomende ; doch, dat daar by niets naders, betreffende den Heere van Vianen en de Stad Utrecht, was gefproken; zo dat daarontrent alles was in den vorigen ftaat gebleeven \ en men dies den Oorlog tusfchen die beiden en den Heer van Arkel als nog niet opgehouden moest aanmerken. Het zal dan nu de tyd weezen , dat wy kortelyk het een en ander, nopens de voortduuring van dezen Oorlog tusfchen de Stad Utrecht en den Heer van Arkel, alhier aantekenen. Heer Jan Men vindt nergens enig gewag gemaakt vanArkeivzn het andwoord, 't welk die van Utrecht Wyftden Qp dien, aan hun door den Heer van Arkel voeren gezonden, Bode of Brief hebben gegeeven ; tegen die veel min, dat het zelve enigzins naar het van U- genoegen van dien Heer zoude zyn geweest. d7n*Hee"*n teSendee' wordt ons verhaald , dat de vanAï*.1Utrechtenaars wel draa hun misnoegen over Ken-, dit trouwloos gedrag van Hertog Albrecht die bei. hebben doen blyken, wanneer zy zich hoogbekUa-h lyk bekIaaSden> dat Hy Hertog dit Vredeseen oververdra.g nad gefloten met Heer Jan van ArHenog kei buiten hunne toeftemming, en dus het /iibrecbt;Verbond, 'tgeen door Hem met de Utrechte- (f) Zie hier voren op biadz. 712. en 713.  C H R O N Y K. IV. Hoofd/}. 723 tenaars te voren was aangegaan , op ene Ao. fchandelyke wyze gefchonden; zo dat zy nu 1403^ zich door Hem bedrogen en geheel verfteeken zagen van de hope, welke men hun by dat Verbond (w) had gegeeven, om Hage. (leinen Everfiein te bemagtigen; uit weike twee fterke plaatfen de Heer van Arkel aan alle de Ingezeetenen van betBisfchoplyk Suit een zeer groot nadeel konde toebrengen, en wel inzonderheid op de rivier de Lek, en al r het daar by gelegen Land Qx). Die trecht dan, ten uiterften misnoegd op den Her-ffingen in tog en vergramd door de trotfche boodichapde Arke!A van den Heer van Arkel, doorkruisten alle de/che Lan-nabygelegene landftreken , zonder zelfs V4en.,«mSgen gebied te ontzien; deeden geduu-'eehteni rklvk verfcheide invallen in de Arkelfcbe landen- brandeden zelfs de Voorftad van Gornicbem af; en richteden aldaar zo groote verwoestingen aan , dat 'er byna niets in die geheele landftreek ongefchonden bleef; waar tegen ook de Heer van Arkel alles, wat 1^m^Hea maar voorkwam of tegenftond, aan de ichrik-^„ vaH kelvke woede der alles verflindende vlam- Arkel almen opofferde: zo dat men zeggen moge,ie» in het dat dit Oorlog tusfchen den Heer van Arkel^^ en de Stad Utrecht met haaren getrouwen tevuureH Bondgenoot, den Heer van Vianen, met geene te zwaard mindere hevigheid, dan te voren, gevoerd verdelgt. wierd: f» Zie insgelyks hier voren op bladz. 553. en 5Ü4> (x) K. Burman Utrecbtf. Jaarb. D. h bladz. 33. en bladz. 38. „ Zz 3  7H VADERLANDSCHE Ao. wierd (y): gelyk Hy dan ook, ontrent dit zelfde J403, tydpunt, de Haven of Sluis, genaamd de Vaan en leggende aan de gemelde rivier de Lek thans behoorende tot de Bisfchoplyketafelgoederen^), niet fpaarde; maar ook deze fraaije plaats in brand ftak en venvoefiede; 'tgeen door den Bisfchop zeer euvel werd opgenomen, alzo deze, vermits het Oorlog der Stad Utrecht in het byzonder aanging, ter dier tyd nog niets vyandlyks tegen Hem had ondernoomen (a). D[3 rj. Ondertusfchen hadden die van de Stad trecbte- Utrecht, en de Heer van Vianen, aan Hertog naars cn Albrecht doen weeten. dat zy geen genoegen tmrJS:nvamen met den Vrede' welken Hy met Heer nen HoênJan van Arkel, in dier voegen als hier voren dea Her-t*) is verhaald, had aangegaan,- dat zy des tog wee-in den zei ven niet wilden zyn begreepen- en iyVn dt„00k, daaro™ weif«den alle zodanige fchade, Vrede, welke zy> ftaande dien Vrede, binnen en (y) M. Vcssivs Annal. Holland, lib. XlV.prope v8 i Men kan over deze plaats, zynde thans ene Hooéè Heerlykheid , der Stad Utrecht in eigendom aankomendeen leggende in dat gedeelte van den Lande vznUtrecbt het Wdk men doorgaans den naam van het Oveikwartierioe voegt ;en paaiende, Westwaard, aan den tyèl en zich (trekkende, van de Lekzf, ontrenteen half uur gaans Noord waard aan, na de Stad c7/wfo; naVreeswnk oVrfé Vaait, genaaind; endeszelfs merkwaardige lotgevallen in 't breede zien den Sehryver der Hcdend. Hiftor of legen-a). Staat van alle Polken. D. XXII bevattende 't Vervolg van dien van Utrecht; Hoofdft. XVJI. bladz 408. -424. Seedcrt welken tyd deze plaats den naam van de Vaart bekomen hebbe, wordt ook aangetekend door Cortgekn in Stichts Cronyi; apVreeswyk (a\ W. Heda Hifl.Ephcop. Vltraicü. in Vit* Fr ede riet Epifc. LI. Fol0 267. e (b) Zie boven op bladz. 669.-672.  C H R O N Y K. IV. ÈSföfft. 725 door 's Hertogs gebied, den Heere vmAr, Ao kei en zynen onderzaten hadden toegebragt, _IJP^_ te beeteren en te herfteilen : Het is nu zeer doorlig waarfchynlyk, dat zy in dit hun voorneemen, •« « van zich in dezen Vrede niet in te laten, door^/ge. 'sHertogen oudften Zoon, Heer Willem van noren , BeyerenGraaf van Qoftervant , wier> dit Vre- „iet w,l, desverdrag, 't welk ^ Hertog zyn Heer Va- ^ der ook voor Hem had getekend, gansch « / tegen de borst was, fchoon Hy, in uiterlyken fchvn, niet wilde zich tegen deze zynsHeer Vaders fchikkmg Hellen of dezelve openlyk tegen gaan (c), zullen zyn geltyfd geworden He;to? fk Waarom dan ook de Hertog,zeer gebelgd Alhrecht dat die van Utrecht en de Heer van Vianen zich gjj* tegen zyn goedvinden durfden verzetten; des van Ar- deze beiden zynen met den Heere van Arkel ge- M de maakten Vrede niet wilden aanneemen; en ook vgheg, volltrekt weigerden deze voorgemelde ïcna- Utrecht- de door hen hunnen vyanden, binnen enaejJ en door's Hertogen landen, aangedaan,te ver»den Heo goeden; by zynen Openenbriet van den .o.re. van dezer zelfde Wintermaand aan de Heeren«««« yijê'dn Heere van ^c/, en zynen Zoonebefchadi. WiVcm tot Arkel, heeft verleend en gegevensen;zelf» de volle vryheid, zo voor hen, als voor hun-door zyne" Onderzaten en Bondgenooten om, bin-J*; M. Omgekomenen verfmoord : Deze vervaarlyke ITomt, verzeld mee zulke verichnkkeiyke Watervloeden, heeft ook oorzaak geweest der zo merkelyke verwydenng van de Zee. ga en tusfchen de Eilanden Tesfel en fVtennL; en der wegipoeling van het land rontsomme de Steden Medenbhk en Enkbmzen, w dat, federt dien tyd, die van Jmjterdam . en Enkhuizen met groote Koopvaardy- Schenen op de Word-Zeehebben begonnen te vaareV, terwylDordw^ tevoren de aanzienlykfte Koqpftad terr Zee was. Sommi¬ ge Schryvers zyn van gedachten, dat ook fot hetverwyden der gemelde Agaten zeer ' veel heeft toegebragt het gedrag van de Moniken der Abdycn en m*£u%M Odulpbus enLudwgakerk, dewelke m die LndUreeken van Tesjel en meringen gedicht wa" n Deze Monien toch, tot welker onderhoud de omleggende Landeryen, die uit derf zeiver aart moerasfig en waterachtig waren, d enden;hadden, om deze hunne Landeryen meerder vruchtbaar temaken, door dezeiven enige grachten en llooten gegraaven, dewelke fdoor de geweldige overftroomingen der  730 VADERLAND SC HE Ao, Koord-Zee en door de geduurige eb en vloed Ho;!- van weSen de menigvuldige en groote dyk' breuken nietkonnende worden belet merkelyk werden verwyderd; eindelyk zyn doorgebroken; in één gefcheurd; te faamen gevloeid; en dus hebben plaats gemaakt voor de mfchietende Zee, waar door de omleggende Landftreeken zyn af- en weggefpoeldf zo dat dezelve op die wyze als in een openbaare Zee zyn veranderd; welke veranderingen waar aan fteeds, van alle eeuwen af, de ganfche bovenvlakte van den Aardbol is onderworpen geweest; voornaamlyk in deze onze laage Landen, dewelken door het ontzaglyk geweld der zo kostbaare Dyken geftadiglyk moeten worden bewaard en voor een geheelen ondergang behoed; al zeer dikmaals hebben plaats gehad (k). Ver. O) Men zie van dezen hevigen Storm en geweldige overlrroomtngen M. vASDEa Hoüve Ms.I/a„dLt-Cbro. vyk; D. IV. B.XI1I. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. Joann. a Leydis Chronic. Bel* \ ih XXXI. Cap LXI1I. R. Snoivs Rer. Batav. Lib. IX fol. 13a. De Cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Prteslandt-, gedr. by Confent van den Houe door M Colyn. W. van Gouthoeven Cbronyk van Holland:^ !* \' l15' );F; LE Petit La GranJe Cbronia. de Hol. lande,Tom Livr. III. pag. 3I„. en 320. M. Vossrvs tnAnnal.Holl.et Zeel. Lib. XIV. pag. 4« Reygers bergen Chron. van Zeeland; D. II bl 17. S A Gabbema Nederl. Watervloed.; bl. 144.'en meerder andere Gerchiedfchryv,rs. De voortreflyke Scbryver V. H. der Graaflyke Regeertng in Holland brengt dit gebeurde tot den jare .400., zoalsby hem is te ziln cap. XX1IL bl. 113. en 114., in welk jaar men mede in een Oude korte Friefcbe Cbronyk gewag gemaakt vindt van een zeerhoogen Watervloed, waardoor Frleslandin- zon-  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 731 Verders vindt men by genoegzaam alle de Ao. Chronyk- en Historie-Schryvers verhaald ene 1403. alle verwondering waardige gebeurtenis van ^ de ene zo genaamde Meermin: van dewelke ik hier Purmérm alleen zal aantekenen, 't gene ik des aangaande meer kortelyk gemeld vinde in het Vierde Deel op wordt het Dertiende Boek van de nog onuitgegeven jj»^ Handvest- of Chartre- Chronyk van Jonkheer of Zeem Matthys vander Houve , welke my doorWJf geden meermaals gemelden Heer Mr. Daniël vangen. van Alphen, onder wien dezelve (het eigen Handfchrift van den Heer Vander Houve) als nog berust,-volgens zyne gewoone vnendelykheid, ten mynen byzonderen gebnuke is beleend geworden. Het zelve vervat alleen deze weinige woorden: In deefen (lom mertter een Wilde Zeevrou in de Purmer Mevr gevangen, deefe tot Haerlem gefchickt leerde^ zonderheid zwaarlyk werd befchadigd,zo dat men aan dien vloed,a!sbyuufleekendheid,dennaamvan denFrtefcben Vloed heeft gegeven; onder welken naam de getrouwe Hoilandfche Hiftoriefchryver Em. van Metwen, wanneer hy, in zyn Derde Boek der NedcrlandfcbeHts. torien. verhaalende den zwaaren Watervloed van AllerSé ligèn-dag des jaars 1570., tevens verfche.de merkwaardige Vloeden, deze Nederlanden op verfch.llende u'den geweldigiyk geteisterd hebbende, optelt en aanekem ook aan dezen Vloed gedenkt op fol". 65. verfo me: dèie woorden: Anno 1400. gbebeurde eenen boo. «ben Vloet, den Vriefcben vloet genoemt. Niet te mm kan ik myby dit dezes kundigenSchryvers gevoelen met voegen, naardien de oüdfte en voornaamfte Chronyken Hiftoriefchryvers dit hier boven verhaalde brengen tor dezen jare 1403. Dezen nu, in alle zodanige GechicSaalen4te3 volgen, daar geene andere echte bewyzen hun Verhaal tegenfpreeken, dunkt my het veiiigst en raadzaamst.  >3i VADERLAND SC HE Ao. haer fehen deden, fy leerde/pinnen, brootcnde 1403- melck eeten Waar by ik nog voege, 'tgeen de Heer W. A. K^uythoff in zyn Gefchied■verhaal van de Vuur- en Watersnood de Stad ■Ed\m meermaals overgekomen aantekent- dat van deze Meermin, of Z eroyf, als no* tl Eoam in het Pringenhol, en boven de PurmerPoort, een afbeeldzd te zien is, m.t dit Knuppelversje, of Rymtje daar onder: Dit Beeldt hier Opgericht tot een Gedachtenis, Wat in het Purmermcyr voor heen Gevangen is. Anno 1403. De zeer geleerde Matth.t;vs Vossrvs. van dit verhaal fpreekenJe, verklaart het zelve voor verdacht te houden . hoewel zeer veelen het zelve hebben geboekftaafd als een waarachtige gebeurtenis; terwyl hy meent, dat van zulks, indien het waar was, het gerucht wel tot de nabuurige Volken zoude zyn voortgelopen; daar het zelve nu maar alleen by Hollandfche, en dat nog wel by nieuwe, Schryvers wordt aangetekend; en de ouden daar van zwygen (l). Mid- (/) Zie Hem in Anaal. Holland, et Zeeland. Lib XIV prope finem. Meerder van deze zo genaamdeMe'ermv' of Zeevrouw, mag men leezen by verfcbïliende Vader' landfche Gefchiedfchryvers, welker fommigen die Ver. baal, als waarlyk gebeurd, opgeeven; anderen hec zelve, ais twyfelacbtig, vermelden• en wederom anoeren met het zelve den (pot dryven. Men zie dan wegens deze zaak Joa»n. a Leidis in Chronic. Belg. Lib,  CHRONYK. IV. Flocfdft. 733 Midrielerwyl is 't niet onwaarfchyn'yk, Ao. dat deze voorgemelde hevige Storm in den H°3j__ Her- Hertog Albrecht Lib. XXXI. Csp. LXIIJ., die by dit zyn Verhaal nogbeïevert voegt, dat ten zjnen tyde re Haerlem nog hebben ge-zich , om leefd énige deugdzaarne en geloofwaardige mentenen, deZ;y/>e te die zeiden deee Zeevrouw menigmaal aldaar gezien te doen be* hebben. Dit zelfde getuigt ook R. Snoivs Rer. Ba- dyken. tav. Lib. IX. Fol. 132- dat dit by gefchrifte is hagelaaten door de genen, die haar hebben gezien eu dus zulks van hand iotband overgeleverd. Nog wordt van dit Verhaal gewag gemaakt in De Cronycke van Hollandt, Zeelant ende Frieslandt, ghedruct byConfent van den HouedoorM. Colyn: Ookby VV. van Gouthoeven in de Cbronyk van Hollandt, D. I. bl.415. J. MeYeWsinAnnal.Flnndrice; Lib. XIV. fol. 219. M. Z. van Bcxhorn Toneel van Holland, bl. 367. die dit geval brengt tot het jaar 143°- doch, mogelyk, by een mistelling in 't jaartal: Siffr. Petrvs in Append. ad Chronic. J. de Beka, fol. 151. A. Blchelivs in notis ad W. Hed2E Hiftor. Episcop. Vltraiect. fol. 283. j. Reygeksbekoen Chron. van Zeeland; D. II. bl. 175. C. Wacht endorp Corte Rym . Kronyck, B. VIII. vf. 29. 88. Hadr. Jvravs in Batavia; cap. XVII. Ferr. Locrivs in Chronic. Belg. Tom. 111. pag. 491. C. Schotanus Ce/chicden. van friesland, B. VIIL bl. 163. II. S. Korte Kronyck van Purmerende, Neck, Purmer/and,en l/perdam, &c. circa fin. ] F. Le Petit La Grande Chroniq de Hollonde; Tl*»'. 1. Liv. III. pag. "ty. & 320. S. van Leluwen Nad. Bew. tot de Befchr» der'Stad Leyden, bl. 345-—349' Th. Schrevelius Befchr. der Stad Haerlem, B. VI. bl. 397. en 39K. S. Ampzing Belcbr. der Stad Haerlem, bl. 379. en 380. ]. L. GorTf rii'Ds Hiflor. Kronyck D. II. B. VI. bl. 1321. L. Smids Schatkam. der Nederl. Oudhed. op Edam. MibSON Rcize na en door /taliën, D. I. Br. II. bl. lö. en by nog een zeer groot aantal van andere Gefchiedfchryvers, welken allen hier aantehaalen, by my geheel onnoodig wordt geoordeeld, lntusi'chen worde dit Ver. haal, als geenzirs van alle waarfchynlykheid ontbloot te zyn , begreepen door de zeer geleerde Heeren tfoxhorn; Bvciieuvs; en Jvnivs op de zo evim aangeto ge»  734 V ADERL ANDSCHE Ao. Hertog een zeer groote bekommering 1403» over het gevaar, waarin dit ganfche Land zich gen plaatfen; en ook na hen door L. Goicciardyn in zyne Befchryvmg der Nederlanden en der Stad Haerlemen S. Ampz:kg ter gezegde plaatfe; en wel, inzonderheid, zeer breedvoerig door H. van Rym in zyne Aantekeningen op H. van Heussen's Oudbeden en Gejtichten van Noord-Holland; D. II. bladz. 297 302. welke dit hun gevoelen bevestigen met het geen door veele zeer geleerde Mannen uit oude en laater geloofwaardige Schryvers over diergelyke en andere Zeemonfters wordt gemeld. By het geen de Schryver dezer Faderlandfche Cbronyk wegens deze Zeevrouw alhier heeft aangetekend, meene ik, als Uitgever van dit zyn nagelaaten Gefchrift, ook hier nog te moeten voegen, t geen wordt gevonden by Joh. Smith Scheepstocht na Aieuw-Engeland, gedaan in 't jaar i6<±. bladz. 2. en 3 voorkomende in de Zee-en Landreizen na Oost-en West-Indien, uitgegeven te Ley aen bv Pr vander Aa; D XXV. L. vanden Bos Oud-Nieuws der Ontaekte Waereld; Cap. XIV. bl. 409.-41S en Sim. de Vries Wonderen en Wondergevallen aan in en omtrent de Zeeën , bladz. 543 55o. welke twee laatstgemelde Schryvers mede aantekenen uit de Hiftorta Anatomica van Barthounvs , dat 'er te Leyden door den Hooggeleerden en Wydberoemden Heere Pieter Pauw , wel eer Doctor et Profefor Medicina, Anatomes et Botanices nonincelebris in Academia Lu<*. duno-Batava; is ontleed, of geanatomizeerd, esxiZeeman, gevangen in de nabyheid van Brafilien; met byvoeging, dat'er van deze Zeedieren fommige Geneesmiddelen tegen enige menfchelyke kwaaien konnen worden gemaakt. Wat 'er inmiddels van de waarheid of onwaarheid van dit Verhaal zy, wil ik hier geenzins naaukeuriger onderzoeken; veel min beflisfen.» doch, dat 'er wel eens, nu en dan, in de groote en ruime Binnewateren alhier Zeegedrochten worden gevonden, blykt uit het geen in Grasmaand van den jare 1755- ontrent het wel bekende Dorp Assendelf gelegen in de nabyheid van bet Y, ontrent één uurgaans van de Stede Bcverzcyk en twee uuren van de Stad Hier- tem <  C H R O N Y K. IV. Hoofdft. 735 zich had bevonden, vermits byna overal Ao. de Dyken waren doorgebroken, en veele [403. Lan- ƒ) Deze Ordres van den Hertog worden gevonden (doch zonder datum) ter Register- en Leenkamer van Hol- Aaa  733 VADER LA ND SC HE Ao. Gelyk dan mede tot dit zelfde rydpunt be1404. hoort een ander Bevelbrief van dezen onzen En dag Hertog, by den welken Hy alle de Ambachts • vaart die heeren van Zuid- Holland dagvaart, tegen den TuZuid'Z2' deraanftaande Hooimaand, te Dordrecht o?er de om aldaar raet den ^tog, of die van zyl bezor. nen Rade, te verdragen over 't getal van gHcider Manfchap, welke Hy Hertog uit den Lande nodige van Znid-Holland begeert te hebben, om te fchap te Staveren te leggen; willende, dat aan deze staveren zyie bevelen füptelyk zal worden voldaan op ciatHy niet worde genoodzaakt dezeiven' het zy by mondelinge boodfchap, het zy by enen naderen Bevelbrief, te herhaalen; vermits Hy den dienst dezer Manfchap op' geenerhande wyze konde ontbeeren (q). Op den achtften dag van Louwmaand in zeker ' den I4°4' ëeeft HmoS ^>recht aan Gors,ge Sette cl Hier voren (ƒ) hebben wy vermeld, dat de Hertog, by enen Open Brief van den 24*. van Wiedemaand des jaars 1403., aan den Baillu, Burgemeeftëren en Raad der Stad Schoonhoven te kennen gaf, dat Hy, met overleg en toeftemming van zyne Kinderen en van zynen Raad,deze hunne Stad, met het Huis en Slot aldaar en al wat daar aan gehoort, had gefchikt en gegeven in lyftocht, als een Weduwelyk uitzet, aan zyne tweede Gemalinne, Vrouwe Margareta van Kleef'j en hun gelastte , om deze zyne Gemalinne, als hunne rechte Lands vrouw, te ontvangen en té hulden: Wanneer nu, niet langen tyd daar na deze hulde by die van Schoonhoven was Vrouwe gedaan, en dezer Stad Burgers en Ingeze-^S tenen aan deze Vrouwe Hertoginne, als Lyf- Kkef tochtelykeLandsvrouwe,in gevolge van dezebeyes» *s Hertogen Opene Brieven, hadden trouw tigt alle gezwooren; zo heeft ook wederom welge- Je Handmelde Vrouwe, Margareta van Kleef, Oema- der S[ad linne van Hertog Albrecht, ter gimfhge Schoon. beandwoording van al hetzelve, alle de Hand- boven. vesten. Voorrechten, Vryheden en oude Her» OA Ms. getrokken uit liet Perkamente- Register % Hertog Albrecht. 1401.--1404- Cas E. pag. 44. berus* tende onder den Heere Griffier van Alphen. (Y) Zie hier voren op bladz. 635. w Aaa 2  740 VADER LA NDSCHE Ao. ' Herkomen, welken dezelve Stad gebruikt en bezit; by haren Open Brief van den 12. dier zelfde Louwmaand bevestigd; en tevens beloofd, om haar daar in te houden en te" fterken tegen allen en een iegelyk, die dezer Stad daar omtrent enigen hinder of belet zouden willen doen; en zich wyders verbonden, om alle dezelve Vryheden en Voorrechten, op geenerhande wyze, te verminderen • maar dezeiven liever, zoveel in haar vermogen zyn zoude, te vermeerderen (r). Hertog Twee dagen daar naa beveelt Hertog AlMrecht hrecbt aan zynen Ap0theker, met naame Koeen APo-^'mn Barqftre, om een Apotheek, met theek in alle deszelfs gereedfchappen en benoodigddentf^e heden, in den Hage op te rechten en geftate hou- diglyk te houden; en regelt tevens de voordeelen en inkomften aan denzelven daar voor jaarlyks te geven (u). _ Hoewel nu op dezen dag, als zynde Sint Pvni tiaans dag, de Vrede, die door Hertog Albrecht voor zich en zynen oudften Zoon,den Graaf van Oojlervant, met Heer Jan van Arkel, voor de eerfiemaal, op den derden dag der Wintermaand van het voorgegaane jaar 1403, was ver- (O Ms. getrokken uit de Ms. Archiven der Starl Schoonhoven, berustende onder den Heere Griffier vam: Alphei»: En wordt deze Brief ook gevonden in de Befchryving der StadSchoonhoven van H.vanBerkum; Hoofdit. III. bl. 54. en 55. zo als die Schryver mede aldaar Hoofdd. II. 1)1. ,6. dit aldus gebeurde reeds had verhaald. 6 (») Ms. getrokken uit het Memorialen. I. Lior.— 1404. Cas R Pag. 56. berustende onder den Heere Griffier van Alfhen.  C H R O N Y K. IV. HoofJJl. 741 verlengd geworden, een einde nam («); Ao. zonder dat ik ergens heb gevonden, dat 'er de- 1404zen aangaande, federt dien laatstgemelden dag tot op dezen dag toe, enig nader Verdrag is gefiooten; zo wordt 'er nochtans (myns weetens) by geen der oude Gefchiedfchryveren enig gewag van nieuwlyks hervatte vyandlykheden tusfchen den Hertog en den Heer van Arkel omtrent dezen tyd gemaakt: Maar in het tegendeel blykt het uit de oude echte Gedenkftukken , dat deze Vrede andermaal in de volgende Sprokkelmaand is verlengd geworden; gelyk wy aldaar, op zyn plaats,zullen aantoonen. Ten zelfden dage, heeft Heer Johan van Heer >• Beyeren, 's Hertogen jongde Zoon, Ele& van h™ ™» Luyk, en Graaf van Loon; wien de Hertogbe4stigc reeds, op den 24. van Lentemaand van den de Privi. jare 1394, het Land van Voorn had opge-legien dragen; en ook naderhand, zelfs nog onlangs op den 29. van Herfstmaand van hetvanden jongst afgelopen jaar, overgegeven, om hetLande zelve, nog by's Hertogen leven, te hebben van en te regeeren; zo als wy dit een en anderVoorn' hier voren (w) bereids hebben aangetoond; bevestigd alle de Privilegiën, Voorrechten, Vryheden, Keurenen Rechten, by de Heeren en Vrouwen van Voorn, der Stad Briele eercyds gegeven, gemaakt en met bezegelde Brieven gefterkt O). Vyf (d) Zo als dit hier boven op bladz. 717. wordt gemeld gevonden. («0 Zie hier voren op bladz. 274. en op bladz. 664. en 66S- • • • j n • • (jt) Zo als zulks te zien is m de Yrtvüegien enz. Aaa 3 van  74a VADERLANDSCHE Ao. yyf dagen later bevoorrecht Hertog JU H van Heenvliet de vryheid tot ffichung ehdatden hetriftiging van een Klooster m den Landeperfoon vS SS, aan welk Klooster Hy by zynen" Ooen Brief ten dien tyde vergunde enige ^ Voorrechten, onder welken dan ook gevonden Priester wordt een recht voor den Prior en t Kloos-van Ter tot benoeming van een P«^'"'»rfS£ van de Kerk te Rugge, welken dm benoem-men . den Hv terftond zoude voordragen ter goed-moet keuring aan den Stoel te Utrecht, naar ouderzyn een glSte 00; m *° als de Heer Jfgg-Ji (rt Ms. getrokken uit het Perkamente-Regifier, Hertos Albrecht 1401.—1404. Cas li. pag. 4<5- verfa, berustende onder den Heere Griffier van Ale^n, Van dezen Open B ief des Hertogs. houdende deertiende v yheid tot ftlch.bg van het Klooster te Rulle en de aan het zelve vergunde Voorrechten; Sfik'hier voren, op bladz. 658. en 6So. broeder gefproken. v Aaa 4.  744 VADERLANDSCHE Ao. thans nader zegt: „ dat die Cureyt die ons 1404- »> die Prior mitten bruederen toe lenden fel Priester;» ende wi voirt prefenteren feilen, eenwairen geen „ lic Priester wefen fel ende gheen brueder hroX'" Va" ,den Cloosifr» e"de fyn infthucie, "iue c' „ proclamacie, officiacie, abfencie,precarie „ ende alle andere faken ende punten, die „ der Heren recht van Utrecht toebehoeren „ altois aen den Heren van Utrecht verfoe5, ken fel in alre manieren als ander Curey„ ten van der Kerken te Rugge hier voir„ mails ghedaen hebben." Wyders voegt de Heer Hertog, om te kennen te geven zyne geneigdheid tot, en verbintenis aan den Bisfchoplyken zetel van Utrecht, te willen dat dit opterichten Klooster van dien zelfden Utrechtfchen Zetel alléén zal afhangen; en zulks met deze duidelyke woorden: „ v'oirt „ foe is onfe menynghe dat die Prior noch „ nyemant van denCloofterenige privilegiën „ impetreren en fel van der Curen weghen, „ die der Heren van i7/r aan wien de Hert°g de Kostery ling van binnen de Stad Rotterdam had gegeven, met ds Koste-Dirck Snoey Jansz. dezelve Kostery had verry der ruild tegen een Capellerie in de Stad Brielè ^I?-"SevestlSd °P der Lieve Vrouwe Autaar, wel- ke (b) Ms. getrokken uit het Perkamente. Register Hertog Albrecht. 1401 —1404. Cas E. pag. 45. vfa berustende onder den Heere Griffier vaït Alphen. Wordt ook gevonden in de Oudbed. en Ge/licht, van ZuidholL ra Sqbieland', vert. door H. w»n Ryn; bladz. 2 85.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 745 ke ter begeving van den Hertog ftond; zo Ao. heeft de Hertog deze gedane verwisfclmg, 14 behoeve van den Hertog; en middelerwyluit aüen aan den Hertog was ter ooren gekomen, dat sHeru^ dezelve Lombardier de ftoutheid had van in ten was fommige Steden de Burgers en Poorters der gebannen Stad Middelburgen derzelver goederen en ei-met vergendommen, welken hy aldaar mogte Wjbjjgj.. treffen, te bekommeren en te bezetten; met een openlyk voorneemen, om in die itout-goede. heid te volharden en met alle zodanige be- ren 5 te zettingen en bekommeringen verder voort te belenen, gaan; ten einde, zo hy voorgaf, daaraan te™ vernaaien alle zulke infchulden, gelden1 en van md. renten, als hy van de gemelde Stad Middel-delburg, iurg meende te konnen vorderen; zo heeft de* hunne Hertog, aan wien thans de wettige: eigen-g^J» dom van alle zulke eisfehen van inlchuiden,tingen>te gelden en renten, als zynde onder de ver-bekombeurt-verklaarde goederen van denzelven Lom-meren. w bar- rV) Mieris Charterb. D. III. bladz. 7S7. K*J Aaa 5  746* VADERLANDSCHE Ao. bardier begrepen, uit krachte van het wettig. HQ4- ]yk gewezen Vonnis, toebehoorde, by zvne Brieven van den 25. dezer zelfde maand, afgevaardigd aan allen Heren Baenroidzen, Ridderen, Knapen, ende goeden Steden, Ampu luden, ende anders allen goeden Luden, dair zyne igegenwoirdigen hieuen toe comen [ellen ende eiken byfmder, van die geval kennis gel geven; en tevens op het ernftigfte verzocht en gebeden, dat zy toch gelieven te zorgen dat indien 'er enige Burgers of Poorters der Stad Middelburg, op de voorzeide wyze door den genoemden Lombardier , binnen hunne Landen, Steden, of gebied, althans waren bezet of bekommerd; ofnadezennog mogten worden bezet of bekommerd • alle zodanige bezetting of bekommering 'zoude worden gehouden van onwaarde; en dus terftond afgedaan en vernietigd; met verder toeverzigt, dat zulks in 't vervolg niet meer' der konde gefchieden fW), Wy (d) Ms. uit den Perkamenten- Brief, gevonden ia t Memoriale B. I. 1401.-1404. Cas R. tusfchen pag. 59- en 60. berustende onder den Heer Griffier van Alphen. Of deze Lombardhouder zy geweest één v-n die genen, aan weiken de Herrog op den 18. van Oogstmaand ,397. zulke buitenfporige, ja zelfs fchandclyke. Voorrechten heeft verleend, zoals hier voren op bladz 3 r-3/r':'S Tmeld ' durve » nie< voor ene zekere waarheio(fchoon het zeer waarfchVnlykzy)bepa!en:Doch zo het aldus is geweest, heeft de Hertog, hoe groot ook van magt en aanzien in de waereld, zelfs nol ondervonden, dat Bet kwaad altyd zynen meester loont-Hy toch kan, door de vergunning van zulke ongeregelde Voorrechten, veel aanleiding aan deze Lombardiers gegeven hebben, om grote euveldaden te begaan, en, op alle onbehoorlyke wyzen, geld by één te fchrapen, ten einde  C 11 R O N Y K, IV. Hoofdjl. 747 Wv hebben hier kort tevoren (e) aange- Ao. tekend, dat, fch'oon de eerfte verlenging van H°±_ den tusfchen Hertog Albrecht en Heer ^Tweede van Arkel kde,rt den elfden van^Slachtmaand^^ des voorleden jaars ingeganen Vrede metdenVrede den 14 van Louwmaand van dit jaar was „et 1 leer geëindigd , 'er echter nadien tyd geene vyan-^ p delykheden zyn gepleegd: dus ftaat ons nu**^ alhier ook te melden, dat.de Hertog, opde-tQg A,_ zen zelfden dag, zynde Sint Matbysdag, brecht ge, dermaal dien Vrede heeft verlengd, die aen-geven. &aet en Sormendage natst comende ter Jannen opganc duerende tot Meye dage toe dair naistvoU gende ter Jonnen opganc (ƒ). Op den 18. van Lentemaand beleent de De HeiHertog milcmvan Dongen, minderjarigen en iongften Zoon van W/Ven» ca» Dongen, met/ew ^„ het eoed van de Zwaluvoe en al wat daar toe behoort; en zulks ten verzoeke van Heer mee het üttovander lek, die, het zelve goed van^van den Hertog te leen houdende, daar van at-/jHW. ftand deed ten behoeve van .den voornoemden einde in faat te zyn, om den Hertog jaarlyks de op ene buitengewone wyze beloofde grote lbmme van penningen op'te brengen, terwyl de Hertog tevens door dit zyn do/n te kennen gaf, oP hoe geringe waarde.Hy het recht "en het welzyn van 's Lands Ingezetenen Ichatte, daar ffi , als een Tyran', dit een en ander voor eenrykelyk inkomen veil had. Zodanig is al d.kmaal» het gedrag dier Vorften , die alles aan hunne heersenzucht en gierigheid, rtle-n om boven anderen uittemunten, opofferen! Ditzy allen ten fpiegeü en der Vryheidminnaaren ter waarichouwing! (e~) Zie hier voren bladz. 740. en 741. rA Ms.naar een Papier, gehecht in liet Memoriale, c Y ,10Ii 1404. Cas II. tusfchen pag. 40.61141. bémstepde onder den. Heere Griffier van Au'hes.  748 VADERLANDS C FIE aan den Hertog hulde en manfchap heeft gedaan Heer >^ bastaard-zoon van OoL. hout; mtts dat Willem van Bongen, wanneer hy meerderjarig zal zyn geworden, hetzelve m eigen perloon vernieuwe. Dit echter met uitzondering der twee overfte Driften, welken Heer Otto van der Lek van den Hertos te leen zoude blyven houden (0} 6 £l-f,\ beleent Hy ten zelden dage, EngelGraaf van *^raaf van Nas/au, als Man en Voogd Nasfau, van zyne Vrouwe Johanna, Vrouwe van der als Voogd ^* en van Breda, met alie de Hollandfche vTou;y:'t7g0ederen' T,ken°P haar gekomen en met de' b"ftorven 7aren»a s emge Erfdochter van Heer mw. Jan van Polanen, Heer van der Lek en van firafc fcbe Lee- (*;, zo als hy en zyne Voorouders alle dezel%:tllVt! goed^envandeGravenvan//./Whadden <££te, ^en gehouden. Uitgezonderd nochtans Lek er, ^kere Jaarrente, gevestigd op's Hertogen Breda , goed van Vroenregeest; en nog vier en veer£gela. tig morgen Lands, genaamd de ffuycb™. Ie- (gj MrsRts Charterb. D. III. bladz 788 (*) Deze Heer w» /V*«£«, Heer d £ ^ &c- was een zeer ryk en magtig Heer, bezittendezeer veele Heerlykegoederen; en onder dézen de voorname en aanzienlyke5«^««,> van Breda, dewelke, nevens alle de andere Heerlykheden en grote goederen van het zeer oude Hallandfche Huis var'\potanel, door dit buwelyk van Graaf tngelbert van Nas/au me Johanna, éénige Erfdochter van dezen Heer Jan Zn Polanen, zyn overgebragt in het Huis van Nasfau, Oie onder meerder anderen, den Heere Pa. van Mieris in' zyne Aantekening op het Groot Charterboek, D III bladz. 79S , en tot op heden toe daar in gebleven; waar door het Nasfaufche Huis alhier het eerst tot die grote  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 749 legen in de nabyheid der Stad Delft; al het welk Ao» de Hertog voor zich ten eigendom behield («)• 1404» te maat en rykdom is geftegen en irt deze Nederlanden nader gevestigd geworden: Want, uit dit huwelyk van Graaf Enselbert van Nasfau en Johanna van Polanen zvn de volgende Graven van Nasfau en Princen van Oranje gefproten ; en is derhalven dat huwelyk aantemerken als het eerfte beginzel van dien 1 ak van Nasfau in de Nederlanden, dieinzoveele doorluchtige en vermaarde Mannen aldaar heeft gebloeid; gelyk, onder meerder anderen, ook wordt aangetekend door den zeer voortreflyken Schryver van het Leven van IVi lemden Eerden • D. I. B. I- bladz. 7. en volgg. terwyl dit oud en doorluchtig Huis van Nasfau zyn oorfprong heeft genomen \nDuitschland; zynen naam omleenendevanhet oude Stam-Slot en de Stad Nasfau, gelegen aan de riv.er ■ óeLöbn in A&lVetterau, uitmakende een gedeelte van è^mstphaalfcbenKreits, welke dus te recht is aame. merken als de Wieg en Bakermat van dat doorluchtig Huis. Ook wordt van dit, thans alhier tot zo hogen aanzien ver. heven, Geftacht, in de eerfte tyden, binnen onze Nederlanden, wanneer men reeds alhier met roem vermeld vindt deaanzienlyke Geflachten van Brederode ;Wasfenaar; Arkel i Naaldwyk; Polanen; Egmond; IVwde; Cralinzen; Perfyn; Asfendelft; Raaphorst; en zeer veele anderen; geen gewag gemaakt.Dit Huis van Natfau werd ook in 't vervolg van tyd, geen geringen luifter bygezet door de aanzienlyke, en zeer ryke erfenis van den vermaarden Philibert de Challon , Prins van Oranje Brosder van Claudede ChallonfiemMmevin Hendrtk Graaf van Nasfau, Vader van Reinier, Graaf van Nasjau,é\z, zynVadernog inleven zynde, byuiterfte wille van hoogeemelden zynen Oom Philibert de Challon werd verklaard tot zvn éénigen Erfgenaam in zyn Prinsdom van Oranje en andere Heerlyke en magtige goederen in Bourgondten geleaen,welke allen.op die wyze.aan het Huis van Nasfau zvn gekomen, onder die voorwaarde, dat Hy, verlatende den naam en wapenen van het Huis van Nasfau, voortaan met zyne Erven en Nakomelingen alleen gebruiken zoude (0 Mieris Charterb. D. III. bladz. 788.  75o VADERLANDSCME Ao. Twee dagen later heeft de Hertog aan de 14°*- Burgers en Poorters der Stad Edam, dewelken Nof v,e/- zich, geeft Hy aan die den naam en wapenen van challon; zulks Hy daar *tac1 na, federt den jare 1530., altyd is bekend geweest met h enden naam Van Renc de Chaléon' Prfps van Oranje net tege welke> inden jare I544.,5 Kinderloos overlydende by iiem mi»-zyne Ujterfte wine tot zyt] ^nigeri en algeheelen Erfgaane inge!)aam aanfte!(ie zyn Vollen Neef, Willem van Nasfau een op- oudften zoon val, zyn Vaders jonger Broeder Willem, loop. Graaf van Na,fau ; als toen maar elf jaren oud zynde; en, in onze Vaderlandfche Gefcbiedenisfen , met den naam van Willem den Eerfien, Prins van Oranje, genoeg bekend en alom met verfchuldigden roem gedacht ; zo als men dit alles breder vermeld vindt by den zo even aangetogen lofwaardigen Schryver van het Leven van Willem den Eerflen, D. I. B. L bladz. 12 & volgg: Doch, geen minder luifter verkreeg 'ver'voll gens dit boorluchtig Huis door het bekleeden der gewigtige bedieningen van Stadhouder; Capitein- en Admiraal Generaal van Holland; Zeeland; Utrecht; en andere Gewesten van de^rye Onafhanglyke Republiek der Fercenigde Ne-Jerlanden ; welke hoge waardin heden aan het zelve een zeer groten invloed in het beltier der zaken dezer Republiek, zo binnen 's Lands als in hare handelingen mee andere Mogendheden, gaven; waar door dit Huis een zodanigen trap van'aanzien bereikte, dat het veehydsnevens de Eet lte Vorften en Gekroonde Hoofden, niet alleen in Europa; maar ook zelfs in de andere VVaerelddeelen; werd geacht en geëerbiedigd, vooral in de bloeiendfte tyden dezer eertyds zo geduchte als hooggefchatte, Republiek, van' welke dus dat Huis dezen zynen voornaamften glans altyd heeft ontleend: terwyl nooit enig ander Graaflyk of Vorftelyk Huis van Duitscbland, met het welke dit Huis anderzins in allen opzigtegelyk ftaat, een zo hogen trap van aanzien beeft konnen beklimmen. Intusfchen is het zeker, dat alle de luifter en het aanzien van dit Huis is geheel ondergefebikt aan de luifter en het aanzien dezer Republiek, met welke de eer en glans van dit Huis ftt-eds moet ryxen of daalen; gelyk ook daarom de btave Dichter Willem vasuer 1'ot, mzyne Aan-  CHRONYK. m Eoofdft. 751 zich, in zekeren oploop, tegen den Hertog Ao. merkelyk hadden misgreepen, waar door zy i4°4'_ in Aatifpraak aan den teeenwoordigen Prins Erfstadhouder, tot zyne Doorluchtige Hoogheid zegt: U, die de Liefde zijt en Glorij dezer tijden, 'ü, groote Batavier, die ,met dee£ Frijcn Staat, In heil en glorij rijst, of met dien ondergaat l Hoe groter dan de bloei is van dit Onafhanglyke Gemeenebest der door het zwaard,dapperheid .heleid.en moed 'zyner Ingezetenen Vrygevochte Verëenigde Nederlanden; des te groter zal ook altyd zyn de eer,luifter en aanzien van dit Doorluchtig Huis: Enzulks is thans des te zekerder, na dat, op de ftemme des Volks, de hier voorgemelde gewigtige cn hoge Ampten van alle de zeven Vrye Gewesten dezer Verëenigde Nederlanden, in den jare 1747., door debyzondere Staaten dier Vrye Gewesten zyn ve'rëenigd in den perfoon van Zyne Doorluchtige Hoogheid Willem Karei, Hbnrik Friso, Prins van Oranje en Nasfau, &c. &c. &c. in de Gefchiedboeken bekend met den naam van Willem den IV; en, vervol°ens, nog, zo in dat zelfde als in het daar op gevolgde jaar, erfelyk verklaard in de mannelyke en vrouwelyke nakomelingen van hooggemelde Zyne Hoog* beid' gelyk dan ook thans deze Ampten worden bediend door zynen nagelaten Zoon, Prins Willem den V • vvien ik van ganfcher harte wenfche, dat (echter behoudens's Lands volle Vryheid; aller Burgeren heilige en wettige Voorrechten; en der Overheden van elke der zeven Vrye Gewesten dezer Verëenigde Nederlanden Onafhanglyke en alléén Gebiedende Oppermagt en Souverainiteit) dezeiven, ten beste van den Lande, nog een langen reeks van veele jaren, onder het genot van Gods dierbaarfte zegeningen , in ene ftille ruste en met alle genoegen, zo wel van alle de zeven Souveraine Staaten ; als van Zyne Hoogheid, en het Vrye Volk van Nederland; moge waarnemen; en dus alle deze aanzienlyke bedieningen , dan, wanneer Hyzal oud en der dagen zat geworden zyn; overlaten aan zynen Zoon, Wu l&m Fredlbik, thans Erfprins van Oranje, &c.&c.  752 VADERLANDSCHE Ao. in zyne ongenade waren gevallen; zulks alles 1404. gunftiglyk, met zynen Open Brief, vergeven ' en &c! Dat wyders de Eendragt fteeds in dit Onafhanglyke Vrye Gemeenebest beerfche, en dit ons Jieve Vaderland, van tyd tot tyd, meerder en meerder in magt en gezag toer.eeme, tot vermeerdering van den luifler en het aanzien van dit Vrye Verëenigde Nederland; en dus ook van het Doorluchtig Huis van Oranje-Nasfau; welks welvaart aan den welvaart en bloei dezer NederlandfcbeRepubliek onaffcheidelyk is verknocht! Ditgeduure dus, onder Gods gunlle, tot aan het einde der Eeuwen! Gelyk nu verfcheide Vorften, uit dit Doorluchtig Huis gefproten, van tyd tot tyd zeer grote dienften aan deze Vrye Republiek der Verëenigde Nederlanden hebben bewezen , zo wel in Oorlog als in Vrede» zo heeft ook de Republiek zulks nooit onbeloond gelaten, maar het zelve altyd met alle mogelyke erkentenis beandwoord, verre te boven gaande alle zodanige beloningen, welke by andere Dienaars van dezen Vryen Staat, zo in de Burgerlyke Regeering,als in den Kryg,terZee en te Lande, onder dewelken ookverfcheiden werden gevonden,die hunne afkomst uit geen minder Doorluchtige Huizen mogten tellen, enmede,zo wel alle hunne vlyt en krachten als hun leven, ten diende van dit Gemeenebest hefteed en opgeofferd hebben ; immermeer zyn genoten geworden : Want, behalven dat dit Huis, immers alle de Af kornelingen van den hoogstgemelden Doorluchtigen Prins Willem den Eerften , hoogl, ged. door 's Lands Staaten zyn vrygefteld van alle lasten, van welken aart of natuur dezeiven zyn ,of hoe die lasten of fchattingen ook mogen worden genaamd; en om welken, hoogst nodig zynde tot onderhoud van dezen Vryen Staat, op te brengen anderzins alle Burgers en Ingezetenen; niemand , groot of klein; ryk of arm; edel of onedel ;aanzienlyk of min aanzienlyk; van alle rangen en ftaaten, uitgezonderd; zyn verpligt en gehouden: zo kan het ook uit de Registers der Financien, zo van elk der Zeven Vrye Staaten als van de Unie, overvloediglyk blyken, dat aan dit Huis, van tyd tot tyd, zeer veele Millioenen Schats zyn toegelegd: en heeft mede deze Republiek zich altyd benaarftigd, om hare erkentenis openlyk aan den dag te leggen; dit Huis met al-  CHRONYK. m Hoofêfi. 753 en kwvcgefcholden; en tevens verklaard des- Ao. wegens door dezelve Stad en hare Burgers M°4v en Poorters zeer wel voldaan en betaald te zyn ai'erieiie weldaden, ten kosten van's Lands kasfe, te overladen en het zelve in eer en aanzien te doen toeneemen, selvk'zulksduidelyk wordt aangetoond door den tmmunrenri>n Schryver van't Leven van Willem den I. D. 111. d; XII bladz 751.—761. Oranu van andere bewyzen van erkennelvkheid niet te fpreekën, zal hét genoeg zyn dit voorbeeld hier te melden, hoe déze Republiek ,nü ontrent ééne eeuw geleden, haar eigert behoud heeft inde waagfchaal gefield , om, met haar eigen geld / gewapend Volk en Vlooten, aan Prins Willem oen III de Kroon van Crooi-Brittannienop\hoofd te zetten.net welk Haar eelukt zvnde door dién Koning gantsch niet,naar behoreu en verwachting, aan deze Republiek is erkend geworden; zo als dit alles door den beroemden J. Wagenaar. en andere Historiefchryvers breedvoeriglyk en dmdelyk is Mboekttaafd geworden: daar, indien deze onderneeming aan de Republiek ware mislukt; zulks gewislelyk den geheelen ondergang van dezen Vryen Staat zoude naar zich gefleept hebben. Ook hebben s Lands wettige Overheden hare erkennelyke gedachtenis voor alles, wat de érootè Vorst, Willem de I., het voornaamfte fieraad van dit Huls, ten nutte en welzyn van dit thans nog Vrye Gemeenebest, wiens Stichter en Grondlegger Hy, genoegzaam algemeenlyk, wordt genaamd; met ene onu.tfpreeklvke wvsheid en weergalozen mannenmoed (onder de 1-rachtdadige beftieririg van de zienlyke hand Gods) verrichtheeft; openlyk aan dend.ggelegd en vereeuwigd door het Vorftelyk Gedenkteken, ter zyner eere in de Srad Delft, alwaar het ftoflyk overfchot van dien Onfterüyken, nu Zaligen, Held begraven is opgericht; 70 als nog onlangs is aangemerkt by den door my dik. maals «roemden Heer Griffier van Alphen m de Befclr^der Stad Leyden. O.Il.Hoofdir XXXVIIL hl 788 not. 4. Men kan, dezen Huize betreffende, meerder vinden by den braven Leydfiben Burgemeester T Orlers in zyn Ge/lacht. Boom der Graven van Nasfau; en by een zeer groot aantal van andere Gefchiedfehryvers. Bbb  75+ VADERL ANDSCHE Ao. zvn met Eénhonderd en zeventig nieuwe 1404. Holhndfcbe .Schilden, welken aan Hem voor die gunfte door dié ingezetenen der voorzeide Stad gegeven werden (£). Zo even (/) door ons gemeld zynde, hoe de Vrede, tusfchen den Hertog en den Heer van Arkel op den achiiren van Slachtmaand des voorgeganen jaars gefloten (m)t nu voor de tweede reize op den 25. van Sprokkelmaand laatstleden was verlengd geworden tot op den eerften der aanftaande Bloeimaand; moest men billyk verwachten , dat, in dien tusfchentyd , alles onder de wederzydfche Ingezetenen zoude in rust en vrede zyn gebleven; doch het tegendeel daarvan komt ons te blyken uit den Open Brief, welken Hertog Albrecht op den 15. van Grasmaand dezes jaars uit den De Vrede Hage heeft afgevaardigd aan alLn Baillu wen.; worde Schouten, Burgemeesteren, Schepenen, Ravoiko- den, Rechteren , en Uienstluiden over al in noterf5* ^e L-anc*en van Holland en van Zeeland; zo wel tusfchen i" de Steden als daar buiten; by den welken Hertoj Hy allen den zeiven bekend maakt, dat tusAibrecht fchen Hem en den Heere van Arkel een Vreen Heer ^ jg gefjoten voorden tyd van vier jaren. fan van , D . ,.J . ■> , ' Arkel, ente rekenen van den eerlten van de naastkozulks wel mende Bloeimaand, met dit gevolg, dat, voor dengeduurende allen dien tyd, de wederzydfche tyd yan Onderzaten in alle veiligheid met eikanderen vier,aren'konnen omgaan; koopmanfehap dryven; en door en in de wederzydfche Landen vaaren , ko* (k) Ms. Privilegie der Stad Eoam, berustende onder den Heer Griffier van Alphen. (/} Zie hier voren op bladz. 747. (ni) Zie mede hier voren op üladz. 660.—.673.  CHRONYK. IV.Hoófdfl 755 komen, en wederkeeren, als naar ouder ge- Ao. woonce; en hun allen, en enen ieder van hen in 'i byzonder , ook te gelyk met allen ernst gelast en beveelt, om dezen Vrede getrouwelyk en oprechtelyk te houden en te bewaren, en denzelven tevens terftond , en zonder enig uitftel, alomme, een iegelyk hunner in zynen ban en onder zyn rechtsdwang, openlyk te doen afkondigen ; en daar by insgelyks allen 's Hertogen onderzaten , uit zynen naam, te gebieden, om dezen Vrede in allen deele volkomenlyk te on* derhouden, op ftraffe van lyf en goed , te verbeuren by die genen, dewelken tegen den zeiven mogten komen te handelen. Dit toch voegt 'er de Hertog in den gemelden zynen Brief by: Oic foe en fel defe Vrede wet aftergaen om der doitjlage en der faken wille die in onfer Stede tot Goude gbefchiet fyn aen Symon Spaijert ende finen medegefellen. En zulks alles, na inhouden der brieve die dair of fyn tuffchen ons ende den Heere van Arkel fonder in eniger wys dair jegens te doen («). Dit gebeurde met Simon Speyert, een inwdoner der Stad Gornicbem, en zyne vennooten, mede ingezetenen van den lande van Arkel, waar ontrent alle die Onderzaten van den Heer van Arkel door 's Hertogen onderzaten zeer zwaar, met inbreuk van den nog ftand houdenden Vrede, waren verongelykt; en waar van door ceenen der reeds in 't licht gegeven oude & Chro- C») Ms. naar een Brief te vinden in het Memoriale B. 1.1401-—H04« Cas R> tusfchen pag. 62. en 63. beruftende onder den Heere Griffier van Alphsn. Bbb 2  756 VADERLANDS CHE Ao. Chronyk- of Historiefchryvers (immers, voor 1404- zo veel ik weete) is gewaagd; beoogt mede welgemelde Heer Jan van Arkel, in zynen Brief op den 14. der naastvolgende Wiedemaand aan den Hertog afgezonden, met deze nadrukkelyke woorden: „ Wy , Heer „ t'Arckel, tot Pierpont ende 'slants van Mee„ helen.heten u weeten,dat u luyden, ende „ onderfaeten onfen luyden, onderiaeten, ende „ hulperen ter Goude gevangen, ende geflae„ gen hebben, ende die gefchint, ende gerooft „ boven eenen goeden vrede, dair wy met u „ in ftonden, des wy uwe befegelde brieve „ hebben" (0): terwyl deze Brief nog verder verfcheide verongelykingen, den Onderzaten van Heer Jan van Arkel door's Hertogen Lieden en Onderzaten, ftaande den voorgemelden Vrede, aangedaan, vermeldt. De Her- Vermits die van Hoogkarfpel en Lutkebroek rog ver- den Hertog zonderlinge dienften hadden ^"h™ gedaan en tevens zware onkosten gedragen I7rfp7f~'m dQ oorlogen, welken de Hertog, federt en Lmke- enigen tyd , had gevoerd, zo tegen de Friefen, broekem-ah tegen den Heer van Arkel; en ook dagelyks g-eniT no& zwaare 'asten moesten dragen in hethouVool 2 den van bezetting binnen de Stad Staveren; rechten; zo heeft de Hertog, twee dagen na dezen gefloten Vrede, op het ernftig en aanhoudend verzoek van de Ingezetenen dier plaatfen. en in erkentenis van deze hunne* byzondere dienCo) Getrokken uit de Ms. Handvest.Cbronyk van M. vander Houve, D. IV. 15. XIII. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. iVJeerder zal men, hier na, door ons nopeas dezen Brief van den Heere Jan van Arkel gemeld vinden.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 757 dienften , alle de Handvesten en vryheden, Ao, welken Hy aan hen by zyne bezegelde Brie- '4Q4* ven reeds te voren had vergund, bevestigd ; en hen verëenigd met die van Grootebroek, zo dat zy te faamen, en onafgefcheiden van elkanderen , zullen Haan in een zelfde Poortrecht en onder éénen en denzelfdenRechtsban, en wyders genieten alle zodanige Voorrechten , "als by die van Grootebroek altyd zyn genooten geworden (p). Ontrent dezen tyd, zyn Tsbrant van der Hy neemt Laen; Tsbrant Strevelant; en Hugo van Swie.™°*w^a ten, van wegen de Stad Leyden afgezonden Gouden na den Hage, om te fpreken met de Afge-penning zondenen van andere Steden; en ook met denman, Hertog, welke wilde doen munten een Gouden penning, die de drie éénen Nobel zouden doen; en zyn ook van daar wederom getogen na Huis, om op het aldaar ter dier zake voorgeftelde en verhandelde beraad te neemen met den Raad en Gilden (q): , Op den 27. van die zelfde maand, heeftgj^ Hy aan die van Graft, in aanmerking der Hy aRn groote dienften, die zy Hem van tyd tot tyd die van hebben gedaan, verleenden gefchonkenver-Graft & fchcideaanmer. kelyke Voor- (py Ms. getrokken uit het Perkamente-Register Her- rechien. tog Albrecht 1401.—1404. Cas E. pag. 50. Vf. berüstende onder den Heere Griffier van Ai.piien. (d) ExtraA uit de Ms. Rekeningen der Stad Leyden van den jare 1404.; berustende onder den Heere Griffier van Alphen. Wyders mig men over de Goud", en Zilvere Munten, door Hertog Albrecht gellagen, zien K. van Alkemade over de Goude en Züvere Gangbare Pen. ningen derGraven van f/olland; bladz. Bo.—oó.alwaar derzelver Af beeldzels en Uitleggingen te vinden zyn, Bbb 3  758 VADERLANDSCHE Ao. fcheide aanmerkelyke Handvesten en Voor14.04. rechten, ombyhen. ten eeuwigen dage,en * 'onverbreekelyk, gebruikt en bewaard te worden (r). Philips, Op den derden dag van Bloeimaand,heeft Heer vanfleer Philips, Heer van Wasfenaar, Burggraaf Wa>fë- van Leyden; die, gelyk ook zyne Voorou- drTagt'hetders' hec AmPc van Krf" naarder, hetwelk Ktyt. men, by verbastering, in Oude Stukkenmewaan1er.de wel heefc genaamd Griet waarder; Grieckfchap opwaarjer-, en Grietwachter; van den (iraafvan llev"nHolland te leen hield; die zelve GrieckwaarfFoude detfehap opgedragen aan zynen Neef, Heer Jan van IVoude, Ridder, Heer van War, mond, in dezer voegen: tot eenen erfleen —■ dat hy van ons ende onfen nacomelingen houden fall hy ende zine nacomelingen. Dat fi altoes een grieckwairder wefen fidlen van onfen wegen tot allen Steden Dair wy off onfe nacomelingen Cryt maken fullen of grieckwaerders fetten ——« (s). Wy (V) Mieris Charterb. D. III. bladz. 788. & 789. (s) Getrokken uit een Ms. Privilegeboek der Stad Levoen B. fol, 141. en 142. van den Heer GriffiervAN Alphen; alwaar deze Leenbrief, af^efchreeven uit het Register der Leenen van IVasfenaar B. fol. 58., gevonden wordt. Dit Amptnu bellond in liet opzigtover het Kampveld,op het welk,wanneer een Kamp vooitgan;; had , een Perk , Kring , of Kryt,werd afgebakend , of afgetekend, en welk Kampveld zelve daarom ook voor komt onder den naam van Krytboeve, als in een Open Brief van Graaf Willem den lll.van Holland, bygenaamd; den Go-den; gegeven op den 8 van Oogstmaand van den jare 132a. te vinden in het Geluwe Register, Litt P. berustende ter Kamer van de Rekeningen in Holland; en ook gevonden wordende in de Belcbry. ving der Stad Leyden van den Heer Burgemeester { Or. MRs; D, I. Hoofdft. XIII. bladz. 297.cn by den'Heer F.  C H R O N Y K. IV. Hoofd/f. 759 Wyders ook heeft Hertog Albrecht aan Ao. Aht Dochter van Willem Gheryts zoon, morH9^ "aiJ » nen» De Her¬ tog geeft F van Mieris Charterb. D. H. B. *97- en van Kryt, als behalven in den hier boven aange.oeen Leenbrief, ook in een Uitfpraak, gedaan in den ,are 145 >• over zeke gefchil tu.fcbcn Heer milerrvan Mathenes Abt v n en Heer Willem, Heer ™ f**^ » waarvan gewag wordt gemaakt door den ^rmelker Monnik, Broeder van Leyden, m zyn KS'ïï.fiï-^ Hoofdd LXXX. e,Hnsge.ykS ,n de Leem echten van Brugge, Hoofdlt. LXXII. en elders. £,/ och betekent een Park; een «r.BfS zo als te Jen is by K.liaisUS in Etymologica leutcmcae Lmguae; en den ze r taalkundigen B. Huyoecopkr m zyn Proeve Van Tall. en Dichtkunde,^. 470. en 471. en nog ut Jvoérker in zyne breeder Aantekeningen op het f8BflaJo. en in zyn bl. 468 en 46* ^rby men nog mag voeger, S. H. van I»ny. y .,„„/,; Vereen. Nederl. JJ. 1. vera. 11. ffioMft ïfïSdrTTsA en 188. Ook wordt in die zelf^V^e^nm^ Leenrechtenvan Brugge de naam (qui L-ne dtcitur: «rrf ,,n rfpr aenen.die.u tnaamvanden Graaf, het oTweTh'ebeulde tW^ aftekende, afba. \ "li hewaarde, oppaste, fcbilue, en de Wetten of Ktè? ontrent'hetLW/>,«gebruikelyk, handhaafde; 5mede np 't goeddunken der daar by zynde Graaf,fke Leenmannen, Ui Kampen, na dat'er een wem.g hA „1 "èvochten, ftaakte; den Kampen beval op te LY ,!n ?en al e zyne vermogens aanwendde, om deh°, n te bev edSen; gelyk zulks uit de voornoemde fW iTrtn Brvgge en uit 01. Vredius aantoonen L""rW*Af«RmIde en P. vander Schellij, over het l' HoZderen, Hoofdd. XL1II. en LV. SKÏÏMïSl. by dezen den Hfr ]. Wac.naar ^T^ePaderlandfche Historie, D. III. B. Xll. § VIII. ,n zy»e7rf7;; ' inde welke deze geleerde bl. 44«. en 443- "^ch^ e> of dit Ampt van KrytSchrV'I?döof den htr bovengemelde» Heer Philips Zl l^ar Z beklad geworden, ais Burggraf  760 VADERLAND SCHE Ao nende te Rotterdam, dewelke van de GraafJ4£H; lykheid van Holland te leen hield zes morgen lands. IVtlkm van Leyden, of als Heer van Warfcnaar; echter verklaart zyn gevoelen meêr tot dit laatue overtehellen, zo, om dat men het zelve niet vindt gemeld als een aanhang! zei van 't Burggraaffchap in den Zoenbrief, by den welken Hy het Burggraaffchap (nochrms met behoud van enige daaraan verknofte rechten) in den jare 1420. heeft afgedaan; als ook, omdat het zelve nog na dien tyd door zyne Nakomelingen is bezeten geworden. Doch, de meergemelde Heer Grillier van Alphen, die my dezen aangaande zyne gedachten heeft medegedeeld en tevens verlof, om dezeiven alhier in te Iasfchen , vergund, is van oordeel, dat het Kiytwaarderfchap is geweest een Arapt op zich zei ven, 't welk door de Graven, naar hun believen, aan enen Edelman, om het zeiven in hunnen naam te bedienen en waar te neemen, werd opgedragen; en dat hut dus, noch tot het Burggraaffchap, noch tot de Heerlykheid van IVasfenaar, heeft behoord; en op die wyze ook,en by Heer Philips van Wasfcnaar, en by zyne Voorzaten en Nazaten, als een Hollands Erfieen . is be. zeten geworden; met liet recht, om het zelve wederom aan eenen anderen aanzienlyken Edelman, als een Leengoed, uit te geven. Verder mag men over den Oorfprong en Natuur der Cerechtelyke en Openbare Kampgcvecbte.nhier te Lande, zien het kortelyk aangetekende door den welgemelden Heere J. Wagenaah in ?yne Vader, landfche Historie , D. IIÏ. B. IX. § XXXII. blad/;. 118.—123. en in zyne Refcbryving van Amflerdam', D. II. B. II. bladz. 114. Waa bymen me le kan voegen ol 't geen oudtyds ontrent de Kampgevechten in Friesland allezins rechtens was, en hepaald is in het Corpus der Oude Friefcbe Rechten ; 't welk te vinden is by den arbeidzaamen Ciir. Schotanu? in zyne Befchryvinge van de Heerlyckheidt van Frie'slandt tusfchen 't Elie end de Lauwers, Hoofdd. ill.bladz. 36—io<5. en aldaar over 't Kamprecht, bl. 46. en 47. Zie ook nog my hier voren op bladz 568.— 571. Wyders moetik, als Uitgever dezer Vaderlandfcbe Cbronyk, den taal-en oudheidJjeveadea Lezer nog verzenden tqc de seer geleerde  CHRONYK. IV, HcofJJl. 761 lands, gelegen in dén Ambachte van Rotter- Ao. Aim, 'in 't Oudeland; en, door het ongelukkidyk verbranden van haar Huis, ftaande b\n-Gberyt$z, nen de Stede van Rotterdam, zeer grote fcha-gw;» de had geleeden; uit louter medelyden, öpL;|aèf|-,, dat zy daardoor weder op de been mogte niesen worden geholpen en te beter in ftaat gefteld,in het om dit haar afgebrandde Huis van nieuws op te timmeren; dezelve zes Morgen Lands,^wdatlu zvnen Upenen Brief, gegeven in den Hage uot een op den 4 van Bloeimaand dezes jaars, gefchon-vry eigen ken tot enen vryen eigendom, met verlof, om goed i dezeiven te verkopen, ofte vermangelen;en daar mede naar haar eigen goeddunken te handelen, in dier voegen, als zy met hare andere vrye eige goederen vermag en gewoon is te handelen, zonder iemands tegenzeggen, waarom Hy dan ook aan haarkwytfcheldt de hulde en manfchap aan Hem, als Graaf en Leenheer, deswegens te voren gedaan; dezelve Landen daar van ontheffende ten eeuwigen dage (?)• Des onlangs uitgegeven Taal. en Oudheidkundige Aantekeningen op de Oude Friefche Wetten; Sï. I. D. I. Cap. XLV. hl. 60. en 61. (f) Ms. getrokken uit het Perkamente-Register Hertog Albrecht. 1401.— H°4. Cas E. pag. 51. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. D^ze's Hertogen Brief verdient ene zonderlinge aandacht, naardien by denzelven de tegenwoordig vermaarde Koopftad RotTEKDam genaamd wordt, te gelyk een Stad; en een Am* bacht. Het is zeker, dat deze Stad Rotterdam geenzins is te tellen onder de oudrte Steden van Holland, 't welk in 't breede te betogen alhier noch de tyd noch de plaats is. De geleerde M. Zuerivs van Boxhorn in zyn Toneel van Holland, bladz. 265. en, na- hem, Mr. Pr- Brvgman in zyne Befehryv. van 'tGraaffcbap Holland, geplaatst voor de Cbronyk van P. Scriverius, Bbb 5  76i V ADERLANDSCHE Ao. Des daags daar aan, vergunt Hy aan Heer 1404. Floris van Alkemade, Ridder, dit zonderling VerïcenT Voorrecht,dat al die genen, dewelken op desden Huize zt;tfs Huis, genaamd: tleer IVouters werf :znderKroone- zins ook wel eens genaamd: Alkemade, naar desbvfondër Zelfs doenmaliêen Bezitter: heden Kronefiein Voor- genece": gelegen in het Ambacht van Zoeten recht; woude, bl. 20.,zeggen wel, dat die Stad in den jare 1270. is met een Bolwerk omgeleid en met Stads Privilegiën vereerd; doch helaas! zonder eenig bewys. De naar. flige S. van Leeuwen in zyn Batavia Illuflrata, ü. I. Hoofdft. V. J 5a. bladz. 196. heeft dezen misdag van den Heer yan Boxhorn ook wel opgemerkt; en daar by aangetekend, dat hy vindt zekeren Brief van Jan van Holland, gegeven in den jare 1293., by den welken aan die van Rotterdam wordt vergund vrydom en Poortrecht; doch, behalven dat het jammer is, dat Hy ons geen nadere opening van dien Brief geef ; noch enig bericht, waar dezelve is te vinden; zo dient daar ontrent ook wel gelet te worden, dat Jan van Holland niet eerder tot het Graafichap is gekomen, dan in 't jaar 1296., na den dood ^anzynen Heer Vader, Graaf Flo rus den V. Meerder aandachts verdient het geen die arbeidzaame Opfpeurer der Neder!andlche Oudheden , ter zelfder plaats, vermeldt geleezen ie hebben in ene Hand. vest van Graaf Willem den 1H, by^naamd: den Goeden; in den jare 1328. aan de Ingezetenen van Rotterdam gegeven, by dewelke deze plaats wordt genaamd een Ambacht. Deze Handvest toch is gegeven door den welgemelden Graaf te Geertruidenberg op den 25. van Zomermaand des jaars 132b. en wordt woordeiykgevonden by den Heer Fr. van Mieris in zyn Groot Charterhoek, D. II. bladz 4Ó3.en4Ó4 uit welke duidelyk blykt, dat Rottekdam ten dien tyde nog geen Stad is geweest; maar een Ambacht, \ welk berecht werd do óf een Schout cn Zeven (niet Twee, zo als de voornoemde Heer S. van Leeuwen, by vergisfing zekerlyk, aantekent) Gefworen, uit dat Ambacht by raade van 's Graven Baillu van Schieland te kiezen. En is daarmede het best over een te brengen, 't geen ik hier voren op bladz. 190. heb  C H R O N Y K. F. Hoofdfl. 763 vioude, naby de Stad Leyden; woonen, en Ao. Poorters zyn te Leyden, hun Poorterrecht met 1404. verliezen; maar het zelve in allen deele behouden, op die zelfde wyze, en dus ook met die zelfde rechten en vryheden, als of zy binnen de saad Leyden woonachtig waren (a). Ten zelfden dage, vernieuwt Hy, op hetVer, verzoek van Ysbrandvan der Coufier, derech-nieuwt ren en vryheden , welke de Ingezetenen van voor die trytm-to vorige tyden hadden -rkregen,-^,zo van zyne Vrouwe Moeder, de tveizerinne by hen Marpriete, Gemalinne van den Roomlchen veriorene Keizer Lodewyi den Vyfden, Hertog van Beye-rechten reZ' als van zynen Heer Broeder milernden^^ Vyfden, Hertog van Beyeren; en voor Hem • Gravinneen Graaf van Holland en Zeeland, en waar van de Brieven en Handvesten ongelukki°lyk waren vervoerd geworden en dus, by verzuim van goede bewaaring, verlooren geraakt: aangezien de meestenen besten der lneezetenen dier plaatfe en landftreeke, ter zake van ene zeer groote fterfte, aldaar wel eer plaats gehad hebbende, waren genoodzaakt heb aangetekend, dat onze Hertog Albrecht, w dra •Hv-was aangenomen tot Ruwaard van Holland, in tjaar o aan 'die van Rotterdam heeft vryheid gegeven , om hunne Sta,! met muuren te omringen zo verre als hunne vryheid en poortrecht ftrekte. Doch du is thans 5""er zake betreffende alhier genoeg. Mogelyk op een ander tyd daar van iets meerder en beter. fal Handvesten en Privilegiën van Rhynland,vetzameid en uitgegeven door Mit. Sim. van Leeuwen ; bladz. ?17 en FÏf van Mieris Charterb. D. III. bladz. 789. Men zie meerder vandit Huis te Kroneftein by denzelfden van Leeuwen , in zyn Batavia lllujlrata; D. I. Hoofdft, XII. bladz. 1260.  764. VADERLAJVDSCHE Ao. geweest uit dezelve plaatfe en landftreeke HQ4- netter woon te vertrekken: en vergunt Hy denzelven Ingezetenen, zo in aanmerking van het voorgemelde verzoek, als ook van derzelver ingezetenen grote armoede, de vryheid om, bevryd van alle zyne Graaflyke Tollen' te mogen varen door zyne Landen van Hollanden Zeeland; op die zelfde wyze, gelyk die vryheid, door Graaflyk verlof, by Je meeste Steden gebruikt werd; en zulks ten eeuwigen dage (o). DeKoop-„ Wann5er» ontr,enc deze tyden, enige lieden Kooplieden van den Duitjehen Hanze aan van den den Hertog hadden verzocht en ook van Duit, Hem', naar alle wetten van rechtvaardig. üZze hclden billykheid. gunftiglyk verkregen zenden verlor, om alle zodanige goederen, welke Brieven uit verongelukte Scheepen, aan de Holland- Dankzei' ^ 5 7 °f ontrenc den eerften van S In Wynmaa,nd ders vor,gen W** met verlies Borg- van veeier lyf en leven , tot aller grote tocht aan fchade, gebroken zynde, in 's Hertotren LanS ;in;den-war?n geb°rgen geworden, en^aan hen de te rugm eiSendom behoorden; om Gods wille, en gave der tegen voldoening der arbeidsloonen, terug goederen,te mogen erlangen; zo hebben die Ouderin zyne mans en gemeene Kooplieden van den Duit. Landen Jchen Hanze , ten dien dage te Brugge in Vlaangen> deren vergaderd, op den io. van deze maand, hunne gedienftige Brieven van dankzegging aan den Hertog afgevaardigd; by dewelken . ZY (v) Ms. setrokken uit bet Perkametitc-Rcti/ïi r. Hertog Albrecht. uoj.—1404. Cas E. pag, 52. berustende onder üen Heer GiiffiervAN Alpkek.  C H R O N Y K. M Hoofdft. 76$ zy den Hertog verzochten , om al het geen Ao. als nog van die goederen was onverkoft 1404en overig gebleven, in handen van hunne Gemagtigden, die aan Hem deze hunne Brieven zouden overbrengen, te doen leveren; en tevens den Hertog verzekerden, dat zy zich daarby voor dit alles ten zynen behoeve Borg . «ellen,met belofte, van deswegens ,ten allen tyde, voor Hem te zullen verandwoorden; zo dat zy zich verbinden en gefaamlyk aanneemen door deze hunne Brieven, om Hem, zo voorden tegenwoordigen als voor den toekomenden tyd, daar van wegens alle fchade, aanfpraak en namaning te bevryden en te bewaren (». Negen dagen later, verleent de HertogDe H^ allen den Burgeren en Kooplieden der Stadtog vef, Utrecht, welke verlangden met hunne koop-leent aan manfchappen te reizen na Antwerpen, omal-gj™ daar hunne waaren te vertieren en koophan-welken » del te dry ven, een vry en zeker geleide; om, ,mr de geduurende den tyd van drie weeken, in alle amveiligheid met hunne goederen door en in^rpfcbe zyne landen te trekken, te vertoeven, te^J™ varen en weder te keeren; mits dat dezeiven trekken> niet zyn Ballingen zyns lands ; of zyne open-vry geleibare Vyanden; zonochtans, dat25'van hun-de door ne goederen zullen verpligt zyn te betalen de gewone rechten en tollen; en dat ook die van de Stad Utrecht, geduurende dien tyd, den Hertog of zyne Onderzaten, op enigerhande Cw~) Ms. getrokken uit het Memoriale. B. I. 14c*. — 1404. Cas R pag. 65. vf. berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  76(5 VADERLANDSCHE Ao. hande wyze, niet zullen hinderen, befchadi1404. gen, of beleedigen x). Alzo, op Maandag na het Pinkfterfeest, De Fr/V- 't welk in dit jaar inviel op den jq. dezer jf*Henbe" maand, de Friezen wederom begonden te roeweieromren van Oorlog; zoontbood de Hertog, die den Her-zelfs in den Hage was, de Gemagtigden der tog met Steden tot zich, teneinde met dezeiven daar Oorlog" over te heraaddagen; waarom van wegens de te drei- Stad Leyden derwaards reisden Jan Grotens en geni Tsbrand van der Laen: wanneer ook de Hertog tevens aan de afgezondenen der Steden klaagde over de Bruidsgave, welke de Hertogin van Brabant met nadruk eischte (y); en waar O) Ms. getrokken uit hut Memoriale; B. I. 1401. 1404. Cas R. pag. 66. berustende onder den Heere Griffier VAN ALI'HEN. O) Deze, dus verre onvoldaan geblevene, Bruidsgave werd, ter dier tyd, met enigen aandrang geëischt door Vrouwe Joanna , Hertoginne van Brabant, (eerst kinderlooze Weduwe van Willem den IV, Graaf Van Holland en Zeelaua ;ennade,hand hertrouwd met Hertog IVenzelaus, Gra.if van Luxemburg, Zoon <-an Jan, Koning van Bohemer.; als te zien is by Joann. dLeidis in Chronic. Belgic. Lib. XXVJI. Cap. XIV. tol. 267.) en zulks biel buiten recht; alzo dezelve, als eenfchuld, door Graaf// Wem den V, van Holland, in 'c jaar 1351. reeds openlyk was erkend; en deszelfs achtertrallen , in 't jaar 1394., naar luid ener eigenhandige fchuldbekentenis van onzen Hertog Albrecht, nog beliepen negen duizend vier-en tachtig oude Keizers-Scbilden met den Arend, tot welKer voldoening zyne uitgeputte Geldmiddelen geheel buiten ftaat waren; waarom Hy nu den beftand der HMatidfcbe Steden vorderde, op dat dezen Hem uit die beflommering wilden redden , om dus een voor zyn Graallyk Huis en eige goedaen gevreesd onheil voor te komen; en waartoe Hy dezelve Steden by dezen zynen eisen , gelyk hier boven gezegd is, als bezwoer; in hope, dat zy die fchuld op zich bilden nee-  C H R O N Y K. IV. Hoofdfi. 767 waar in Hertog Albrecht van de Steden vorder- Ao. de dat zy Hem zouden helpen; zeggende, Ü£4»_ fa '\ 0p Ay» (iel niet toebrengen en mochte te bèta- Ook valt Yen üoch, dit alles bewoog de Steden niet de totog tot zyn hulp. Daar werd dan wederom een WHem sewoone Dagvaart niet lang daarna(tewee-|asljg; ten; kort na Sacramentsdag, dewelke als toen waarom was'op den 3- dier zelfde maand) befchre-^ ven, tot dewelke van wegens de Stad Leyden jn ,( een nogmaals werden afgezonden de gemeldeen andet Heeren tan Grotens en Tsbrand van der Laen jhulp voren nog ƒ benevens hen, de Heer Kbrandf*™ Strevelant; op dewelke de zaak der voorfchre-a ve neemen en voor Hem betaalen. Doch , deze zyne pogingen waren (als boven gemeld is) geheel vruchteloos. De dood van onzen Hertog, kort na dezen tyd , gevolgd zynde, bleef die zaak , enigzins, ftille; tot dat Antony, tweede Zoon vanPw/^s, Hertog van Bourgondten, geteeld by Vrouwe Margaretha. Dochter der Zuster van bovengemelde Vrouwe Joanna; insgelyks genaamd Margaretha . Gravinne van Vlaanderen; welken Vrouw toanna reeds, twee jaren voor haar aflterven, had aatvelHd tot Voogd van Brabant; na het overlyden van hooggemelde Vrouwe Jnanna; tot Hertog van Brabanten Limburg zvnde ingehuldigd , wylen s Henogen Albrcchn oudften Zoon, Hertog IVillem van Beyeren, Graaf van llollavd, den Zesden van dien naam, opeen nieuw tot voldoening van die lchuld, met allen ernst, aanmaande, en daarop toen deze Hertog Willem, van tvd tot tyd, verfcheide uitvlugten zocht, te «erker aandrong. zo dat 'er verdere verwydenngen te duchten zouden zyn geweest, indien niet Hertog Jan van Bourgondien zulks had bemiddeld; dit gefchd door een Verdrag bygelegd; en dus deze twistende partyen bevredigd; gelyk dit, onder meerder anderen, breeder verhaalt de Heer Tan Waornaar in zyne voortrellyke Vaderlandfcbe Hi/lorie, D. UI. B. XI. 5 XXVI. bl. 384. en 385.  ?63 VADERLANDSCHE Ao. ve Bruidsgave opnieuw, doch zonder vrucht ^ UO,4• voor den Hertog, werd verhandeld; en al wyders geraadpleegd over het zenden van Volk naar Friesland, en naar Gornicbem ten einde aldaar de rust te bewaren, en te'gens allen overval op zyn hoede te zyn (2). Op den 29. van die zelfde maand, geeft de tog ver- Hertog, voor den tyd van éére maand, vry Jeent vry geleide aan acht perfonen van Ter Schelling, geleide om tot den Hertog te komen en met Hem ""forfn OV6r en'-e za^en'we^- ken hebben; als daar toe voorzien met volden der komen last van die Oudermans en gemeene Kooplit- Kooplieden van den Duitjeben Hanze te Brugge, den van verfcheide van de in 's Hertogen landen uit /chenU't óe aan de Hollandfche zyde verongelukte Bonze, Scheepen geborgene goederen ontvangen enigen hebbende; den Hertog en allen zynen Onderder ge- zaten, nopens alle zodanige goederen en lakebnederen nen ' als m de voorfchreven Scheepen waren ontva"- geweest, by hunne Opene Brieven hebben volgen heb- k omelyk kwy tgefcho!den;en tevens plegtiglyk, bende, Voor zich en de gemeene Kooplieden van den naar de 'voornüem^en DuitjebenFlanze; beloofd,naar gee- (a) Extrafl uit de Ms. Rekeningen der Stad Leyden van den jare 1404. berustende onder den Heere Griflier Van ALPHtK. 00 Sciivvartzenberg Charterb. van Friesland, D. I. b!adz. 337. (b) Zie hier voren bladz. 7(54. en 765.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 76? geene verdere of andere goederen of lakenen,. Ao» dewelken mogten zyn vermist, immermeer te 1404^ zullen taaien, noch daarop enig verder of nverien, nader onderzoek doen, 't zy in rechten 'tzynoch verdaar buiten; noch ook den Hertogof enigen ™^r" zyner Onderdanen, nu noch.te eniger .tyd,^ een - nawegens alle dezeiven enigzins bekommeren ,éct on. beletten, bezetten, of hinderen ppsgeensKj'derzoek hande wyze, over of ontrent enige zaken,tdeQ™l,en welke den voorfchreven goederen of lakenen mogten aangaan en betreffen {c). Op den 4. dezer Wiedemaand, werd door0a öfi(< Heer Arent vander Dus/en, Ridder; Baillu vanl;)S VerZuidAiolland, een Brief aan den Hertog aanmaan gevaardigd, houdende een verzoek, dat het.s^n ^ den Hercoge mogte behagen, om aan Schout^,, en Schepenen der Stad Dordrecht genadiglyk te vanDWvergunnen, dat zy, op dien tyd, mogten recht, om Vonnis wyzen en recht doen over twee per-V°nmste, foonen, dewelken zich hadden fchuldig gemaakt aan eendoodflag, begaan aan denper-over foon van Allart vander Hay: Op welk verzoek twee de Hertog acht gevende, heeft den SchoutDc-orMaen Schepenen het zelve toegeftaan van gracien^is' ende nyet van rechtswegen (d). Men mag hier Aanmer. uitzien, hoe weinig zich de Hertog bekreun-^„gover de over der Steden Vryheden en Voorrechten, dit geval, wanneer Hy, meestal, een eigendunkelyke en's HerOppertnagt oefenende, aan dezeiven dikmaals ^jfn niet (c) Ms. uit het Memoriale. BI. 1401.— U°4- Cas R. pag. 67. berustende onder den Heere Griffier van Alphen, (J) A^.der Ms. getrokken uit het zelfde Memoriale, ter zelfder plaaife : berustende onder den zeifders Heere. ^ Ccc  770 VADERLANDSCHE Ao. niet toeliet van deze hare wettige rechten ge. 1404. bruik te maken, zonder alvorens daar toe zyn verlof te hebben gevraagd, 'twelk zoHy aan haar gaf, dan verklaarde Hy tevens zulks te doen alleen by wege van genade; doch geenzins naar rechten. Dusdanig is de handel wyze derSouveraineOpperheeren. O! Aanbiddelyke Vryheid! O! Dierbaarft pand en waardigst gefchenk van den goeden God! O! Gelukkig Vaderland, waarin wy, bevryd van alle dwingende banden van enig vrymagtig Opperheer, als nog onze geheiligeVoorrechten vrijelyk mogen gebruiken ; en niet verpligt zyn enige andere Oppermagt, dan alleen de Wetten, te erkennen en tegehoorzaamen; of ook aan iemand enigen eerbied te bewyzen, dan alleen den genen, die, met een wettig gezag door den Burgerftaat bekleed, de Wetten handhaven, zo als het betaamt; en recht en gerechtigheid, als waardige Dienaars van den Heer der Heeren, in de vreeze van Zynen Heiligen Naam, ontrent allen en eenieder, groten en kleinen, armen en ryken, zonder enigen aanzien van perfoon; zonder gunst of afgunst, en vry van allen eigenbelang; oefenen, zo als het totbefcherming der ongelukkigen tegens alle onrechtmatige onderdrukkingen van enigen meêr vermogenden, en tot bewaaring van alle goede orde, rust, vrede en eendragt; dienffigis; en tevens ter verbreeking van alle flaaffche ketenen ener vervloekte Dwingelandy, door den Vorst der Duifternisfen en zyne allen afgryzen waardige Dienaaren, tot voortplanting van geduurige krakeelen, twist, tweedragtenalle andere helfche ondeugden, en dus  C H R O N Y X m Hoof aft. 771 dus ten bederve van het geheele Menschdom, Ao; dagelyks rnet enen onheiligen iever gefmeed 1404.1. wordende, kan verftrekken; en die alléén ook daarom onzen eerbied waardig zyn! Dusdanig is (Gode alléén zy de eere!) tot hier toe de gezegende gefteldheid van dit ons Nederlandsen Gemeenebest! Ah! Dat deze nimmermeer door de onheilige handen van enig heerschzuchtigMenschmoge worden onteerd en gefchonden,- maar dat deze 'sLands Vryheid moge geduuren in Gods gunfte tot aan het einde der Eeuwen ! Op den volgenden dag , hebben Fecka ^w Aymga; Feya Halbada; Sywerd tppema; en Cammin. Geke PVigersma; te faamen ene plegtige Ver-ga ftaat klaring gegeven, en dezelve met hunne ze-zeker zyn gelen bevestigd; dat Roward Camminga zyrv*i™ ^ eigendom in Peters Vennc, gelegen by Epenfa aau bet FJuis'm Holwerder Hamrick, heeft overgegeven Kioofter. aan het Konvent Kïaarcamp tot een vryen Klaar. eigendom; voor dat gedeelte, 't welk hetto^' voorfchreven Konvent bezit 'mSauwerda Stins en Staate (e). Twee Ce') ScnwAKTZENBERG Charterb. van Friesland, D. I bladz. 337- Deze brave en zeer geleerde Man, aan wiens noeste vlyt wy dit fchone Groot Placaat- en Charterboek van Friesland, welks Fierdc Deel in het ionest afgelopen jaar1782.net licht zag, te danken hebben; de Hoogwelgeboren Heer, 'Jonkheer Georg Fredekic Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg , Grietman over Menaldumadeel; QrdinarisGedcputeer. de ter Vergadering van de Hoog- Mogende Heeren Staa. ten Generaal der Verëenigde Nederlanden, wegens den Lande van Friesland; &c: &c:&e: is helaas! tot groot verlies van het Vrye Friesland niet alleen ; maar ook van deze geheele Republiek der zeven Verëenigde CCC 2 Vr?§  77* VADERLANDSCHE Ao. Twee dagen later, werd 'er door den Her. I4Q4- tog met Heer Floris van Alkemade, Ridder De Her- en Willem van Gent ,een Verdrag aangegaan' èen Ver by ?• Wflk Zy' °P zekere v0(>™aarden, zich drag metverbinden> om* voor zekeren korten tyd, Heer FA. zyne Kapitainen te zyn binnen de StzèStaveris vnn ren; en wyders beloven, om aan Heer Jan Alkema- mn Heemflede, den jongen, te betalen't geen Willem de hertog denzelven fchuldig is wegens het vanGenr, van 's Hertogen wegen waargenomen hebbenom zyne de Kapitainfchap te Staveren: waar tegen de nerfje Hert0£ wederom aanneemt zulks alles, wat "yn te .z.v van Hem' zo wegens deze te doene bètastaveren-^g, als wegens hunne gedane dienften en die En gelast zy nog verder zullen doen, mogen hebben te die van vorderen, aan hen te zullen betalen uit het Hoorn gene die van de Stad Hoorn zouden worden wegen^tfonden aanHem icbuldig te zyn jen gelast te vol. Hy tevens aan die van de voorzeide Stad doen. Hoorn, om deze zyne fchuld aan Heer Floris van Alkemade en Willem van Gent te voldoen en 't zelve aan Hem te verantwoorden (ƒ). * Onbe. Wanneer 'er, op den 15, van Grasmaand «dra? laatstleden» door den Hertog een Vrede, van Her.voor den ^ van vier jaren, met Heer Jan tog Air Van Vrye Nederlandfche Staaten; welke allen in Hem een ivakkeren Voorltander van 's Lands Voorrechten en een ieverigen Befchermer der Vryheid, betreuren; en dus tot bittere fmert van allen, die waare verdieniren eeren, en de Vaderlandfche Gefchiedkundeen andere geleerde Wetenfchappen hoogfchatten; op den 6. dag van deze Oogstmaand 's jaars 1783., (toen juist dit blad ter Drukpers lag; in 't vyftigfte jaar zynsouderdoms, in 'sGra' ven hage overleden. (ƒ) Schwartzenberg Charterb. van Friesland, D. I. bladz. 337. en 338.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. m van Arkel werd gefloten,- zo verklaarde de Ao. Hertog tevens by zynen Openen Brief, ten Mfïi. dien dage ter bekendmaking van dien^ Vrede J«g uitgegeven, dat defe Vrede niet fel aftergam^^ om der doitflage en der faken wille die in onjer4rket. Stede tot Goude gbefchiet fyn aen Symon Spatjert ende finen medegefellen; gelyk wy zulks hier voren (g) hebben aangetekend. Billyk moest men verwachten, dat de Hertog deze zaak en de verdere verongelykingen, door Heer Jan van Arkel en zyne Onderzaten geleden, en over dewelken die Heer reeds menigmaal zyne klagten by den Hertog en zynen Raad had ingebragt, en om voldoening deswegens verzocht en aangehouden; nu, na het fluiten van dien Vrede, als een vasten en zekeren Vrede, terftond zoude hebben afgedaan, en den Heer van Arkel daar ontrent genoegen gegeven; doch geenzins. Integendeel, de Hertog bleef geheel en al in gebreke hier ontrent naar recht, reden en billykheid te handelen. Of nu dit 's Hertogen onbetaam-A™ wu. lyk gedrag zy toetefchryven aan zynen doorken zulks onbegrensde" heerschzucht gevoedden hoog- zy toe te moed, die Hem wel ligtelyk konde verhin-fchryven, deren, om zich voor den Heere van sMel,™™wien Hy fteeds als zyn Onderdaan aanmerkte; * en aan wien Hy daarom oordeelde, geen recht fchuldig te zyn; maar hem lleeds, naar de gewoonte der Vorften, met ene hooggaande k'einachting en ene geduurige verfmading te moeten behandelen; in zo verre te vernederen, dat Hy, volgens zyn eed en pligt, aaa (?) Zie hier voren op blad w Ccc 3  77\ ' VADERLANDSCHE Ao. aan dien Heer recht en gerechtigheid deed -I40t wedervaaren: dan wei aan de doorfleepenfle konftenaryen van 's Hertogen oudften Zoon, Graaf Willem van Ooftervant, wien als ten uiterften gebelgd op den Heer van Arkel, alle Vredesonderhandelingen en verdragen', door den Hertog, zynen Vader, met dien Heer aangegaan , hooglyk mishaagden , ichoon Hy, volgens ene den Vorften aangeboren kunst, veinsde daar mede genoegen te neemen , zo als wy hier voren (h) hebben gemeld; en die dus, met een bedekten toeleg, om den Oorlog-op een nieuw te doen ontbranden ;;.door allerhande -flinkfche wegen en bedrieglykehandelwyzen, van welken de •Vorften zich doorgaans looslyk en meesterlyk weeten te bedienen; in 'tgeheim heeft konnen èewerken, dat een behoorlyk onderzoek van alle de door dien Heer van Arkel ingebragte klagten, van tyd tot tyd, wierd verfchoven en door dat middel den Hertog, die reeds hoog bejaard was, verhinderd, om dezeiven af te doen en den Heer van Arkel recht te verfchaffen; is ons, daar de Gefchiedfchryfchryvers de oorzaak van zulken ongeöorloofden handel niet hebben nagelaten, geheel onbekend. Doch, diniszeker, dat, op den Heer ) Zie hier voren op btedz. 637. en 725. 0) Zie hier voren op bladz. 756".  C H R O N Y K. IV. Hoofdfi. 775 redenen van bezwaar, en opgevuld met ver- Ao. Icheide klagten tegen den Hertog en de Hol- i4ot. landen, ter zake van merkelyke verongey-den Hèrkingen Hem en zynen Onderzaten en Me-tog en dSfelpèrendoor den Hertog en de zynen aan- jj™*. gedaan, zo door het ontydig verbreken van> heni den tusfchen den Hertog en Hem van Arkelaange. gemaakten Vrede, als door het fchendenderdaan o,, fan Hem en de zynen door den Hertog en-^ zvne Voorzaten verleende rechten en vry-hetftel. heden: met verzoek, dat de Hertog aan Hem en de zynen deswegens wilde doen recht wedervaaren en alle zaken in vorige goede orde herftellen ; en met deze verdere aanmerkelyke bvvoeging en bedreiging, dat, indien de Hertol in allen dezen mogte weigerig bly ven, HY van Arkel alsdan deze zyne klagten zoude Soeten waereldkundig maken en daar over fchnven allen Coningen, Vorften, Heeren, Ridderen, Knegten, Steden, en allen goeden luyden, 2 ons die kerckücke noiddede, dat wy dogb al te node deden, mogten wy voorhganck hebben. Sluitende de Heer van Arkel dezen zynen Brief met deze merkwaardige woorden : Lnde, Zve geminde Heer, wes uwe genade ter.» «ewaerdigt te doen, datwd u geweerdtgen ons u intwmh, ende dage ^gttn\e fc^yven^ daer wy ons toe veriaeten mogen ik). Daar nu M Dezen merkwaardigen Brief vindt men in de Ms, »C i,fCbronyk van Jonkheer M. vander Houve, f 'fv ï XII berustende onder den ifcere Griffier L Lhfn: en heefc de Heer Fr. van Mieris denzeU Ajar nk ook overgebragt in zyn Groot Charterboek, tët verkeerde jaartal van 1403- ■ Ccc 4  &rf VADERLANDSCHE Ao. die fdirykén. van .Heer Jan van Arkel niet zo M^. -veel konde te-wege brengen, dat hem op deze XanlL-i- . zyne: rechi matige klagter,,, omtrent alle de jjing «t. hem, aangedane verongelykingen enig herftel werd vergund zo kan men , dit overwegenOorlorj. de. 00k hgteiyk de redenen,opmaken, waarom m den jare r4 c5., na dat Hertog Albrecht was overleden, en zyn oudfte Zoon Willem Graaf van Oqftervant, tot de regeering dezer Landen gekomen; de Heer van Arkelhteh getracht , om zich zeiven het geweigerd recht te veïfehaffen en den. hem toegebragten hoon te wreeken., door de wapenen wederom optevatten; 't welk.dan ook ten gevolge heeft gehad, dat het oorlog tusfchen dezen UenogJvMem dm PI. en Heer Jan van Arkel op een nieuw is ontflaan en met geen minder hevigheid dan te voren, gevoerd ; waar Over, als buiter! ons beftek zynde, wy niet meerder zuilen zeggen; msar alleenlyk aanmerken, dat door die bier voren das vermelde (naar onze dschtenWn gering licht aan 't verhaal der Geiehiedichry veren, wegens den oorfpronsr. van dezen nieuwen Oorlog, wordt bygezet(7) t Na dat Herrog /Abrecbt, inden voorbaanden jare, tot flilling van alle de bedekte onlusten, welke in de Stad Haerlem als toen federt het .zware oproer aldaar in den jare J377. zo heviglyk gewoed hebbende, nos overig waren gebleven; en tot voorkoming en verhocding van nieuwe ongevallen , voor welken men aldaar in gedurige en grote be- kom- m W. van Gouthoeven Cbronyk van Holland; P. **t "130z. 420. en 421, en anderen.  C H R O N Y K. IV. Hobfdft. 777 kommeringwas; enige orde op de Regeering Ao. van die Stad had gefteld-, en wyders enige up^_ punten, ftrekkende tot bewaring der openbare ruste aldaar, beflist; en zich ook, ter begeerte der Burgery van die Stad, met Symon van Zaenden verzoend; en denzelven , tot bewys van de oprechtheid dezer verzoening, met nieuwe gunften overladen; zo als dit alles hier voren (to) door my breder is verhaald; mogt de Hertog, in alle redelykheid, vertrouwen, dat daar door de wrok tegenNieuwe den voorgemelden Symon van Zaenden, inoniuscen vroegere dagen opgevat, geheel en al zoude zvn uitgedoofd en dus de rust in die btadt„ns te volkomelyk herfteld: Nochtans, heeft men Haerlem in dit jaar het tegengeftelde van 's Hertogen ontftaan-, verwachting aldaar zien gebeuren, wanneer 'er een nieuwe opftand en hevige beroerte is voorgevallen, waar in niet alleen zeer veele perfonen zwaarlyk, en zelfs fomtmgen doo-£ ™J* delyk, gekwetst; maar ook nog enige ande-de aan_ ren doodgeflagen zyn geworden; onder wel-zienlyke ke laatften gevonden werd de meergenoemde» Symon van Zaenden; en ook verders Willem van™ denWoude; Jan van Zaenden; Symon van den flagen. Woude Willemszoon; Dirck Symonszoon {n); en (»*) Zie hier voren bladz. 604-—613. bladz. 637. en 638. en ooit bladz. 652. en 653. (tï) Deze is zeer. waaricbynlyk geweest Dirck Sy* iwnzoon van Hcemskercke: zoals mede denkt de kundiee T Wag^-Naar in-^zyne Amfterdamfche Gejchiede. Jsfen; D. II. B. III.bladz. 138. en die in dezen, om wettige redenen, verfchilt van zekeren Ouden ongenoemdeu Schryver, voor ontrent CCLXX. jaren gebloeid en ons ene Korte en aangenaame Befchry ving der HollandCcc 5  778 VADER LA NDSCHE Ao. en nog enige anderen (o): 't welk by den HerJJ2± tog zeer euvel zynde opgenomen, zo heeft !S. ?y Sewiid-dat de ^huldigen aari die euveldaad liercog daar over ftren§e]yk zouden worden geftraft. een zeer ten einde a!,en e" een iegelyk zich daar aan groot zouden fpiegelen; en daardoor meerder foortmi.snoe- gelyke onheilen, by vervolg van tyden,voorgej>™ °P' komen ende rusten vrede binnen dezelve Stad eindelykeens geheel herfteld mogten worden; en daarom ook, van zyner hoge Heerlykheids* wegen, by zyne Opene Brieven, gegeven in den Hage op den voorgemelden veertienden En de da§ van Wiedemaand, den Schout, BurgeMagi- meefteren, Schepenen en Raaden der voorihaac dier noemde Stad Haerlem wel ernftiglyk gelast ia? gSnbevolen' en volle m2& en vryheid gegeven' alie'de om ten d,en tyde »Ult zynen naam , even als of fchuldi. Hy zelve daar tegenwoordig ware en zulks gen fe alles in eigen perlöon verrichtte; uit dezelmei een VÊ Stad "iet aIleen ' maarook uit alle 's Herbannisfe. t0Sen landen ,• welke onder zyn gebied ftaan, ment uit te bannen en te doen uitroepen alle die genen, 'sHerto- welken zich aan den dood der voorzeideper' fcSï* f°nen; of der genen, welken ook aldaar waren bied • dood gebleven; of te eniger tvd aan hunne En dat bekomene dodelyke kwetzuren zullen komen wel ten te derven; en zulks wei ten eeuwigen dage, eeuwigen zonder immermeer of te eniger tyd wederom dage; fcbê Steden , en inzonderheid der Stad Amjlerdam, in deLaiynfche taal nagelaten hebbende; welke gevonden wordt achter Rcruiu et Frbis iïmfetödatnenfium Hhto. rïa, auilore 'Job. ifacio Pontano, (o) Jo.ann. a Leydis Chronic. Belgic. Lib. XXXT. cap. LXIV. bladz. 323. W. van Gouthoeven Cbronyk' 'jan HollandD. II. bladz. 415.  C H R O N Y IC. IK Hoofdft. 779 in dezelve Stad, of enigen 's Hertogen Landen, Ao te mogen komen: Verieenende de Hertog 1404. wyders aan de Magiftraat oier Stad Haerlem de magt en vryheid, om, wanneer enigenJ dezer gebannen perfonen zich namaals mogten verftouten tegen dit hun bannisfement aan te gaan en in 's Hertogen Landen te komen, dezeiven over al, waar zy die binnen dit zyn gebied mogten vinden, aan te tasten en te vangen; en vervolgens te {haffen met den zwaarde-En al verder allen zynen Bailluwen; Met bevel Schoutenen Rechteren van alle Steden Vlek-»"mj** ken, Dorpen, en Heerlykheden van alle des Hertogs Landen, gelastende , om alle dezewerij gebanne perfonen, die zich onder hunnen Schouten rechtsdwang zouden ophouden, aan té tasten,^ Rechte vangen, en op de zo even gemelde wyze^ ^ te ftraffen: als mede, om den Schout endit zyn Gerechte van de Stad Haerlem, wanneer de-gebod te zen derzelver hulp enbyttand, om diegeban-g^agenne perfonen te vangen en over deze.ven teG£rechL rechten, mogten nodig hebben; daarontrent van op alle mogelyke wyze by te ftaan, en te Haerlem helpen; en dat zelfs meteneernftigébyvoe-m Jl« • ging van zyne hoogfte ongenade in deze wocr,^^ den: Ende fo wie dn niet en deêb, dat woudenzyri; wi houden aen fyn lyf ende aen fn goet, ah aen den genen, die ons van onfer heerhcheyt verminderen wilden. Bevelende de Hertog nogEnaM al verder by dien zelfden Brief aan den Schouthet Geen Gerechte van Haerlem, om nog drie per-recht van lonen, welker naamen Hy opgeeft, en wel-^*. ken zich waarfchynlyk we! aan den gemeldenzekereb { opftand , doch niet aan de begane doodflagen, drie pef. zullen hebben fchuldig gemaakt., te bannen tonen te voor  7§o VADERLANDSCHE Ao, voor den tyd van tien naastkotnende iaren uit de Sim Haerlem, zo dat zy ook, geduu. bannen rende de eerfte drie jaren, zullen moeten blv. tTd'rvannVen/!U ^ def Hert°gs Lande"; en, ten !ienTaa-t!nde va) Door dit alles fchynt echter de rust in die Stad nog niet herfteld te zyn geweest: Want (op dat ïk dit, fchoon enigzins buiten de orde des tyds, en alleenlyk om de aaneenfchakehW Herog dezer HaerlmJ^ onlusten te bewaren, hier Albrccktm voege) het is my, uit oude echte ftukken komt te gebleken, dat de Hertog, na verloop van ZBwr/wBjenige weinige weeken, zich in perfoon heeft bef/O Ms. getrokken uit het Memoriale. B. I. i4or .— 1404. Cas R. pag. 68. verfa,en 69. berustendeon" der rièii Heere Gri.'her van Alphen. Van dit Oproer en den moord, aan Symon van Zaenden gepleeird . maakt s^w-f, 01.nKEvij.Lu1s in zyne Be/cbryv. van Haerlem; B. VI. bladz.399.,. a!waar hy aamekent . er, nevens dezen, nog vyf anderen zyn overvallen en vermoord; en vervolgens driehonderd en no? mM, der perionen uit die Stad werden verdreeven.  CrlRONYt/K Hcofdfl. ?%i begeven na de voornoemde Stad, ten einde Ao. aldaar door zyne hoge tegenwoordigheid, de 1404», eereezène gefchillen en alle de oniftane onlusten neder te leggen; de wederzydfche partyen onderling te verzoenen; en, op die wyze de rust en vrede binnen die Stad volkomenlyk te herftellen; en dus te verhoeden, dat aldaar, het twistvuur niet geheel zynde uitgedoofd; maar alleenlyk als onder de asfche noch glimmende gebleven en alzo wederom zeer fchielykkonnendeontvlammen;op nieuws eeen meerder rampen en ongevallen mogten ontftaan; en dat 'er als toen, terwyl de Hertoe zich aldaar bevond, een zo zwaar oproer, niet alleen tegen de Magiftraat van Haerlem, maar ook tegen dien Landsheer zeiven, is uiteebarften, dat daar door des Hertogs heillame pogingen, tot herftelling der rust en vrede aangewend, ganfchelyk zyn verydeld ceworden. In dat zeer hevige Oproer toehAlwaar vvn enige muitzieke Burgers, bygeftaan door wederom ïommigenuitde Gemeente, te faamen wapenen gekomen ; hebben de alarmklok" setrokken; hetStads Raadhuis overweldigd;onlusten daar uit met kracht en geweld de Baniere der ontftaan; Stad weggenomen; zyn met dezelve opgetrokken, ook tegen's Hertogen perfoon zyn aanzienlvk Gevolg, en het Gerecht van Haer. km; en aldus gewapend op het Zand ftaan gebleven; hebben ook wyders fommige Lieden gedood, zelfs in's Hertogen hoge tegenwoordigheid 5 en verder, niet tegenftaande alle zachtzinnige vermaningen en minlyke verzoeken om zich ftil te houden en in rust en vrede na hunne huizen tekeeren, m deze  782 VADERL ANDSCHE Ao. hunne muitzuchtige bewegingen volhard1404-waarom dan ook de Hertog, over deze gewell Om de- dadjge en zeer ftraf bare ondernemingen met welken allen recht vertoornd en op dieMuitemakers tal van P«even van den 9. van Oogstmaand dezes Muitema-jaars, heeft verbannen ten eeuwigen dage kersten niet alleen uit de Stad Haerlem 1 maar z?lft eeuwen uk a„e d Land ^ ^ ^ ^ J^ts bannen zynf gehoorzaamheid ftaande; zonder ooit worden, weder binnen enigen der zei ven te mogen komen, op verlies van lyf en goed. Naardien nu van al dit gebeurde by geenen der Vaderlandfche Gefchiedfchryvers (zo veel ik weete) enig gewag wordt gemaakt en het zelve te merkwaardig is, om der vergetelheid al verder te blyven opgeofferd, zo heb ik, daar my de in dezen allezins doorftralende genegenheid van den zo edelmoedigen Heere Griffier Mr. Daniël van Alphen , om alles wat m zyn vermogen is, tot opheldering der Vaderlandfche Gefchied- en Oudheidkunde by te brengen , hier toe de gelegenheid verichaft, my niet te vreden gehouden met het enkel verhaal van al het zelve hier te melden; maar zelfs gemeend, dat het den Bemmnaren onzer Vaderlandfche Historiën niet onaangenaam zyn zoude , wanneer ik het oude Charter zelve, waar uit ons dit voorgevallene met alle de hptzelve verzeld hebbende omftandigheden is bekend geworden na de bekomene gunftige toeftemming van'den welgemelden Heere Griffier van Alphkn hierin voegde. Zie hier dan het zelve Charter van woorde te woorde: Ael-  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 783 Aelbrecbt &c: doen cond allen luden, Ao. want wi gecomen waren binnen onfer Ste- 1404-_ " de van Hairlem om fulke onrust als aldairDes Her. " eevallen was van dootflagen ende vantogsOpe,'; quetfingen, doe Symon van Zanden ^fj^' ' van den Wonde, en ander luden doot ble-™™ ven, neder te leggen ende te zoenen endeBannisfe. " onfe' goede Stede van Hairlem in rusten ment teende in vreden re fetten ende te verhoe-gn ^ l den meerongevals ende quahcvarens dat^ K dair of foude hebben mogen comen. fcm-Haerlem. " de overmits dies dat te benemen foe had" den wi voir ons ontboden beyde partyen " van den dootflagen voirfcreven ende had" den an him begeirt dat fi die faken an ons " endean onfen Raide wouden bliven; want " wi enen ygeliken die afterwefen hadde " gernete befceide helpen wouden. Desbo" ven al dit eenrehande lude fyn gecomen " die hier na gefcreven ftaen, dat is te weten, " Heer fan van Heemjleden.die Jonge mit finen " Knechten; Wouter Aertsz ; Gheryt Aertsz.; " Claes Jelhrechtszoon; Gheryt Albout ende " Claes fyn zoen; Aïllairt Salomoensz- ende " fyn twe broeders; üyrc van den Woude " Willemsz ; Willem Willemsz.van den Woude; " Pieter Willemsz van den Woude; ColynGhys" brechtsz ; Albaert Bercmaer mit finen twe -i fonen ende mit finen gefellen diehi brochj te uter fVyck; Jan Lottynsz. ende fyn "Knecht; florys Jan Seoddyenz. ; Otte Spaensz ; Lottyn Bertoutsz,; Willem Ber" tont Lottynszoomz.; Gheryt Bertout Lottyns" zoonsz ; Willem Willem Bertout LottynsC, zoonsz.; Willem Heren (Voutersz. ende Jan " „ van  784 VADERLANDSCHE Ao " vanZa^en fyn zoon; Claes HeynricDlrcxM04. „ zoonsz.; Jan van Gbiefen; ?m Jansz, . „ jonge Jan Jansz. fyn broeder; Daniël Jansz „ fyn broeder; Florys uten Campe; Symon » bggelyn; Gbystgen Wolf aertsz ; ClaesPie„ tcrsz.; Bet wout Jansz. van Andwerpcn ; Claes „ T/ebranl Dubbenz ; Jacob Vogel; Jacob Ver„ deboutsz.; fan Verdeboutsz.; Willem Ver„ debouhz.; Dyrc Verdeboutsz.; Huge Verde„ boutsz. ; Jan Voechtsz. ; Jacob Voechtsi „ Roeltgen van Asfendelf, ende fyn wyf„ Willem Lacher; Jan Willem Jan Coptgens„ zoonsz.; Lottyn Witte Gbeyenz., Dyrttgen „ die Ve,wer; Claes Beec; Dyrc Jansz. por. „ tier; Abraham Jan Claes die grutersz ; IViU „ fim Tralinc; Jan die Wilde; Bertout Ja. „ cobsz.; Jacob Rant; Claes Rant; Dyrc » l0e^l Claes Dirc &*mpiz.; Dyrc Struis; „ jan F iet enz. van Zaenden; Gheryt van Paes„ fchen ; Jan van Honte; Jan Matbysz.; „ Gheryt Kouter; Jan Aelbrecbtsz. die canne„ maker; Jan Valkenz.; Gheryt Bet gen; ende „ Jan jacob Eylairtsz. mit hoiren hulperen „ ende fommige vander gemeinte, ende „ hebben die clocken geflagen ende dieven?, fteren van der Stedehuys opgebroken en„ de mit lederen dair 'in geclommen ende „ hebben der Stede bannier uten huyfe ge„ nomen mit crachte ende mit gewelde bu„ ten confente wille ende weten van ons oft „ van onfen Gerechte van Flairlem ende fyn „ dair mede jegens ons felfs lyf ende tiegens „ onfe vnende ende Gerechte van F/airlembli. „ ven ftaenoptZant gewapent ende mit grotenhomoet, ende hebben lude van de lyve » ter  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl, 7^ 1 ter doot gebrocht in onfer tiegenwoirdic- *<* i heit, dair wi oic onfen Raide Steden en- *4Q-N _ 1 de Vrienden tot him fenden dat fi die \ bannier weder opt huys dragen fouden, ' ende dat fi ende elc man tot finen " huyfe gaen foude ende him te rusten fet" ten des fi ymmer niet doen en wouden " mer bleven ftaen in fulker hardicheit jegens * ons als voirfcreven ftaet. dat ons in gheen" rewys en ftaet te liden: Mar willen dat " alfoe fcarpeliken ende hardehken corrigie> ren dats him ewelic een ander hoeden " mach. Ende want defe lude mit hoiren " hulperen aldus defe verraderye jegens ons " felfs lyf opgefet hebben boven hulde man" fcip ende eede die fi ons gedaen hebben " ende boven vrientfcip die fi vpten felven dach van ons hadden: Soe feggen wi mie " defen üegenwoirdigen brieve van onfer hoger Heerlicheit wegen allen den ghenen " die voirgenoemt fyn tot ewigen dagen wt ' onfer Stede van Hairlem ende wt allen on" fen Landen nymmermeer tot gheenen dage " dair weder in te comen op hoir lyf ende " hoir goet rechtevoirt in onfen handen. Ende " ombieden ende bevelen ende maken mach" tig allen onfen Bailiuwen Rentemeesteren " Scouten Rechteren Dienstluden ende an" ders allen onfen goeden Luden ende onderï faten over al in onfen Lande binnen Steden " ende dair buten ende elc van him bifonder op " hoirlyf ende op hoir goet ende op fulcgelt alsfiop onfen diende Itaende hebben, dat ü " die Luden aentasten ende vangen foe wair * fi die 2-evinden connen in onfen Lande, " Dé d », ende  785 VADERLANDSCHE Ao. „ ende die brengen in onfer vangenisfe tot *4Q4- » onfer behoef. Ende wairt fake dat fi him „ niet gevangen gheven en wilden, foe dat „ onfe Dienstlude ende goede lude voirfcre„ ven jegens him vechtende worden ende „ dat fife dootfloegen, dair en feilen fi jegens „ ons noch jegens onfer Heerlichede niet „ an misdoen noch verbueren, want wi dat „ [an] ons trecken gelikerwys of wi tfelve „ deden. Ende wair oic dat fake dat yement „ defe misdadigen voirfcreven huysde oft „ hoefde oft in enigerwys ftarcte, dat wilden „ wi an dien verhaelt ende gecorrigiert heb„ ben als an den misdadigen voirfcreven „ fonder verdrach. In oirconde&c. Gegeven „ in den Hage vpten ixften dach in Augusto „ int jair ons Heren M. CC CC. ende „ vier" (q). Door dit Dit met ene zo verfchriklyke hevigheid op lyks ont.nieuw ontvlamde vuur van Oproer was dus fiaan Op.oorzaak■> dat de door den Hertog voorgenomeroer ne verzoening, zo wel over den in den jare wordt de 1377. te Haerlem geweest zynde opftand; Ko* ls over den j°nSften. onlangs voorgevallen, voorge- en gewislyk ontftaan uit de fmeulende vonken nomene van dien vorigen, dewelken nu nog niet geheel verzoe- fchynen uitgedoofd te zyn geweest; geheel htaderd-'5n al is achtergebleeven; en ook, geduren' de 's Hertogen leven , geen plaats heeft Welke konnen vinden. Ja; men vindt zelfs, dat 'er ook eerst,a] zeer veele jaren na den dood yan Hertog Al* (jf) Ms. getrokken uit het Memorialen, I. i4or.— 1404. Cas R. pag. 78- verfa et pag. 70. berustende onder den Heere Griffier van Alphen.  CH R O NY IC IV. Hooft/I. ?%7 Albrecht zyn verlopen, alvorens zyn Zoon en AjA Opvolger Hertog Willem van Beyeren, den i4°4^ •j/^enGraaf van //o//W van dien naam,lang na S weglns die beide opftanden, en alle derzelver bittere gevolgen, met allen die daar aan fchuldigftonden , volkomen heeft willen verzoenen; gelyk uit de by Hem,op den 26. van Herfstmaand des jaars 1408.; en op den 16. van Oogstmaand des jaars 1410.; als ook op den 23 van Wiedemaand des jaars 1415-> ceeevene Opene Brieven kennelyk is (r), Ontrent dezen tyd, ontftonden 'er ook zeer Oploop zwaare beroertens en onëenigbeden m tojjgStad Amlierdam; wanneer m een oploop,waar lu omtrent de Oude Kerk aldaar, een Priester ,Ileer Heer Willem Bmynszoon genaamd, werd omge-miiem bragttf) over welk voorval ook naderhandg^ drie voornaamé Burgers dier btad, ais aan oien ver- doodOag fchuldig, zyn in hechtenis gezet en moord, vervolgens onthalsd geworden (O; terwyl de verdere fchuldigen deswegens voor het kerkelyke Recht des Bisfchops van Utrecht waren betrokken geworden («). Ge- f-A Men vindt deze Brieven by den Heer Fr. vax Mieris in zyn Groot Charterboek, D. IV. bladz. in. __, n. bladz. 148. en bladz. 339-en 34"°- ,rT (i) IrMNN.aLEYDis Chronic. Betgic. lib. XXXI. cap. LX1V. bl. 323 w- VAN Goüiiïoeven Chron. van Hollands D. II. bladz, 315. " f A O Dapper Befchryv. van Amflerdam , B>. II. tt™fdft ' VII. bl. 100. C. Commelin Befchryv. van Amfterdams B. VI. Hoofdd. V. bindz 898. en 899. J. Wagenaar Amjlerdam en zyne Gefchted. D. II. B. OrYwVh in 'c breec,e te zien uit de 0ude Stukken-> door welgemelden ******** voor 'i eerst in \  788 VADERLAND SC HE Ao. Gelyk dan al mede, in deze zeer verwar» 2i°±de dagen wanneer die van Haerlem en/JmHetUaisfterdam elkander onderling met een allerhe%deeeZvl®1 geweld bekrygden, aanvielen, en op alle plonderd wyzen, "achteden te vernielen; het zeer aanen ver- zienlyke oude Huis te Heemflede werd geplon» brand, derd en vervolgens aan de woede der alles verteerende vlammen opgeofferd (v). Hertog Ook heeft Hertog Albrecht, op den tlZbt^' der £emelde VViedemaand, aan de Inftigt de'r êezetenen der Stad Monnikendam gegeven eni. SradMö».ge aanmerkelyke Voorrechten, en onder dentken. zeiven ook deze byzondere; dat, jaarlyks op SemetienT?- V3n 0oêstmaa«d, door LXI. der rykgoede ft,e Sorteren van die Stad, mits dezeiven Voor- aIlen mondig zynde, zullen worden, by de rechten; meeste ftemmen,gekozen éx\eRaden,ova in dat naastvolgende jaar te zyn Raadsluiden der zeive Stad, en niet langer; dat ook den Schout van Monnikendam geen ftem by die verkiezing zal hebben; dat die drie nieuw gekozen Raadsluiden ten. zelfden dage behoorlyk zullen moeten worden beëedigd door den, als dan in de Stad en by de hand zynde , oudften van die drie Raadsluiden, dewelken ieder jaar zullen afgaan; en dat ook niemand, dewelke geen zes jaren lang Poorter in die Stad is geweest, allicht gegeven, en geplaatst als Bylagen achter het aan getogen Derde Boek; onder Litt. B. NQ. j 6 mee de Nederduitfche Vertalingen van dezeiven; bladz ï°3-—'7o. O) J. a Levdis Chron. Belg. lib. XXXI. cap. LXIV W. van Gouthoeven Chron. van Holland; D.II blads* 315- Sam. AmpzingBefchryv. van Haerlem; bl. 88 en L. tuitis Schat kam, der Ncéerl. Oudbeden, bl. 131'  C H R O N Y K. IV. Hoofdfi. 789 aldaar zalmogen hetSchepenampt bedienen, Ao. offtem by de opgemelde jaarlykfche verkiezing i4°4» der drie Raasdluiden hebben (V). Wanneer Hertog Albrecht nevens zyne eer- Bewyst fte Gemalinne, op den 25. van Louwmaand zekere des jaars 1382., aan den Deken en het Ka-P^nir;; tel van St. Pankras in de Hofkapel van Voorne vore; aarj hadden gegeven, als ene milde gifce, twaalfden Deponden grooten 's jaars, op dat dezen, ter ken en^'t erkentenis, ene eeuwige gedachtenis van Hen zouden vieren; zo had Hy hen dezeiven be-Pan. weezen op den Rentmeefter van Beöofler-kras m Schelde in Zeeland, om dezeiven jaarlyks van de Hofdien te ontvangen op den elfden dag van^P^ee Slachtmaand; en naderhand, ter vermyding„e(.ei;en, van de grote kosten en veelvuldige moeite, en ïaarftewelken die voorgemelde Deken en Kapittel Jyk door genoodzaakt waren te doen, om dat zelveJenest(frnt" geld jaarlyks te bekomen; dezelve penningen van Fogr. had beweezen op zynen Rentmeefter van den»,»betaald Lande van Voorne; zo heeft Hy nu, in aan-gewormerking neemende, dat Hy het Land vanWJJJ Voor- èw\ Handvaten en Privil. van Monnikendam; bl. ■\'f. van MiÉRfs Charterb: D. III. bl. 789. en 790. En worden de genen, die alhier onderden naam van Raden en Raadsluiden voorltomen, thans genoemd Bui gerr.ecflers, welken als nog jaarlyks op den 9. van Oogstmaand, of St. Laurens- Avond, worden verkozen en beec Jigd. Men' zie over de benaming en oudheid dezer waardigheid den geleerden Heere J.Wagevaar^- derL Histor. D. III. B. XI. %. XXII bl. 361.-364- en ' Befchryv. der Stad Amfterdam; D. VIL B. I. bl. 286. en 28?. en den zeer kundi^en Heere Bi H. van be Wau, in zyne wel doorwrochte Aantekeningen op de Hand. vesten en Privilegiën der Stad Dordrecht, bl. 9 94. en bl. 95.-28. Ddd 3  * foo VADE.RL A NDSCHE. Ao. Voornehzd opgedragen, vry in alle manieren Hï Zulks bet eigentyke en als natuurlyke karakter der Evïelfclente zyn, is allen, die de oude eh nieuwe Historiën doorfnuffeld hebben, genoeg bekend. Ook is dit Emehch Karakter niet onaartig atgefchetst in hec genoeg bekende, uit het Framcb vertaalde,Traktaatje: De [Vilden van Europa.  796 VADERLANDSCHE Ao. dat ongelukkige (/;) eiland uitplonderden en 1ft0-4- verbrandden j 't welk voor die van Hollanden Wettt do Zeeland, dewelken aan die verfoeilyke onderGnvinne neeming, eigenlyk gezegd, geen deel hadden, «m*fe.*W dat droevlg gevolg ivas, dat Vrouwe ren op de Margaretha, Gravinne van Vlaanderen, alle Hollan. de goederen, den Hollanderen en Zeelanderen zlcuZn ^ornende en inhaar gebied gevonden worwrêëkt. dende; Qeed aanhouden en bezetten: doch dit gefchil werd door een, korten tyd daarop gevolgden, Vrede, fpoediglyk, uit den weg geruimd (7). Hertog Na dat nu de Hertog uit de klagten, aan Albrecht Hem door de Ingezetenen van den Grooten verbiedt Waardvzn Zuidholland gedaan, met ene grote flrengfte verontwaardiging had vernomen, dat men, allen en «iet tegenftaande zyne hier voren aangetogeenen ie- ne Brieven van den 28. der jongstverlopene Saanlmaand' n°ê aI geftadiglyk voortging met het ce moeren moeren > g^ven , en turf delven m den Wilen mrf ie humoer, binnen de palen door den Hertog delven in omfchreeven, en zulks geheel en al aanloden mi- pende tegen zyne uitdrukkelyke bevelen, en "amtr gedijende tot derzei ver landen geheel bederf en (/O Een gelyk lot had dit eiland reeds in 't midden dor bloeimaand van -t jaar 1585. getroffen , toen het "Zelve met een Vloot van honderd Schepen , by Rtfbacd tien II. Koning van Engeland'uitgerust, werd ingenomen, geplonderd en verbrand: en tevens de meeste Ingezetenen of vermoord of gevangen genomen ; gelyk zulks wordt verhaald door Jac. Meyerus in AnnaLFluntivic. lib. XIV. fol. m. 203. (Ó Men zie den gezegdtn Jac. MÏybrüs dict. libr. fol. m. 219. verfo.  C H R O N Y K. IV. Hoojdfi. 797 en ondergang; zo heeft Hy, deswegens ten Ao: uiterften verftoord, zulks, by zyne Opene 1404» Brieven van den 9. der Hooimaand, andermaal ten fcherpften verboden, en allen en enen iegelyk, wie zy ook zyn, die aldaar nog gedolven hebben, of ook nog mogten delven, wel ernftelyk gewaarfchouvvd, dat zy zulks terftond zullen hebben natelaten; hunne handen daar af te trekken; en zich tot zulks te doen geen het minfte recht zullen mogen aanmatigen of onderwinden; op ftraffe van 's Hertogen hoogfte ongenade; en verbeurte van lyf en goed by de genen, die, nu of te eniger tyd, tegen deze zyne bevelen mogten komen te handelen; en by die genen, welken daar in om Icon werkten, de verbeurte van hunne rechte hand: en insgelyks by dezelve Brieven den Dykgraaf van den Grooten Waard van Zuidbolland;de Steden van Dordrecht en van Geertruidenbergi den Baillu van Zuidbolland; den Kastelein van Heusden; den Kastelein van Geertruidenherg; en wyders allen den Ingezetenen in den Lande van Zuidholland; gelast en bevolen, datzy dat moeren en delven aldaar, zonder enig uitftel, zullen keeren en tegengaan op alle mogelyke wyzen: willende al verder, dat de voorzeide Steden den Dykgraaf, wanneer zy daar toe door hem worden verzocht en aangemaand, metallehunne vermogens zullen helpen, en byftaan; met belofte van hen in alles te zullen handhaven, en van alle fchade en aanfpraak aller wegen bevryden en ontheiien (£)• Drie (k) MiEais Charterb. D. III. bfc 791. P- Hi van i>b v J Wall  ?o8 VADERLANDS CHÉ Ao. Drie dagen later, verleent Hy aan die van 1404- WeesyerlarfreU na dat zy aan Hem hunnen Verleent hogen nood en onvermogen, om Hem voort- ^^aa^™".twaalfWemen» 20 als ^ gewoon kar/pel en fchuidig waren , op zyne reizen en te Staveriigting?S« Eee  goa vaderlandsche Ao. zynen Medefïanderen en Dienaren, om te leg1404. gen overal in's Hertogen Landen en op's Hertogen Stroomen binnen Holland en Zeeland; en byzonder op de grenzen van dezelve Landen en Stroomen; ten einde aldaar alle goude of zilvere Gelden, welken iemand, wiehy ook ware, aan of by zich hebben mogte, om uit de voorzeide Landen te vervoeren, dadelyk, als verbeurd Billioen, aan te tasten, waar van de eene helft zal komen ten voordeele van den Hertog; en de andere helft ten behoeve van den voornoemden Wouter Boon en zyne Medeftanders, zo tet goedmaking van hunne gedane kosten, als ter beloning van hunne aangewende moeite en vlyt: en tevens met enen duidelyken last aan allen zynen Bailluwen, Rentmeefteren, Schouten, Burgemeefteren, Schepenen en Rechteren, binnen de Steden en daarbuiten, om den gemelden Wouter Boon en zynen Medgezellen, in allen dezen, te helpen, te bevorderen en byteftaan, ten einde 's LandsGraaflyke Heerlykheid deswegens te bedry ven en te bewaren: Waar by de Hertog dan nog wyders, om zynen ernst, van hier in volftrektlyk te willen zyn gehoorzaamd, te kennen te geven, voegt deze nadruklyke woorden: „ Ende waeryement van him oft anders „ onfen onderfaten die den Mnt-a Wouter oh finen medeghefellen hier in enighen hinder „ oftletfel dede dat wilden wi houden ende „ verhalen an him als an den ghenen die ons „ van öhfet "hoechfter Heerlicheit ende mun'„ te verminderen ende crencken wilde:" terwyl Hy ook, om voor te komen, dat zyne Onderdanen hier in niet onrechtvaerdiglyk mog-  C H R O N Y K. IV. Hoofd/l. 803 mogten worden gehandeld, nog laat volgen dit Ao. merkwaardige: „ Mar waer dat fake dat Wmter 1404.. „ oft fine medeghefellen voirfcreuen yement „ enich payment namen anders dan inder ' maten voirfcreuen dat feilen fi verrichten " ende lellen voirder dair oft ftaen tot onfer " corre&ien ende ons beteringhe dair of „ doen" (q). Naardien, ten dezen tyde, Heer Claas van vergunt Reimerswaal, Baillu van Reimèrswale, voor-s^out nemens was te doen ene Bedevaart na Sintvm Rei. Jacob van Compofiella in Galligien; zo heeft demerswaai Hertog, op den 7. van Oogstmaand, aan de vry. hem vergund, om den Schout van Reim"'byt(mnfwale, uit 's Hertogen naam, te gelasten,zen van dat hy, gedurende de afweezigheid van dendenBaiiiu, Baillu en tot op deszelfs terug komst van de-het Baüze zyne Bedevaart, het Baillu's ampt zalmo-1^™1* gen waarneemen, en dus Vonnisfe manen-.ende neemen: recht aldair hantieren gbelikerwys ende in alre manieren oft die Bailiu felue tvaer (r). Alzo de Heer van Vianen-, met wien , als Beveel: Bondgenoot van die van Utrecht, de Heerjj™^ van Arkel- thans , fchoon deze met Hertog ven en Albrecht reeds was bevredigd, nog in oor-anderen log was, zo als wy hier voren (O gezien hunne hebben, ontrent dezen tyd, aan allen 's Her-JJJbuu^ togen Onderdanen, wonende, zo te Schoon- ' ho- ' r-.t—■•? deS Hcren ëoeden van Arkel nocb van den hnre vyande goede en Joude bruken, of hi wout Heer van op him verhalen: zo heeft de Hertog, zeer Kanen; gebelgd over dezen Houten ftap van den Heere van Vianen, op den 10. dezer zelfde maand, allen den gemelden zynen Onderdanen , en enen iegelyken hunner in 't byzonder, wel ernftelyk te kennen gegeven, dat Hy, ftaande met den Heer van Arkel in enen goeden vrede; en dies begeerende, dat de Heer van Arkel en de Heer van Vianen, en hunner beider goederen, binnen zyn gebied voor elkander in alle veiligheid, zo als het behoorde, zouden zyn; wilde, dat zy de goederen van den Heere van Arkel en van zyne Onderzaten zouden kopen en gebruiken, als hunne eigene goederen; en derhalven zich aan dit fchryven van den Heer van Vianen niet bekreunen; alzo Hy hen dezen aangaande tegen den Heer van Vianen wel zoude befchermen Q). Verleent Drie dagen later, gaf de Hertog aan die Vrygeiei-van Ter Schelling, tot acht perfonen toe, v!n7lreVry§eleide' êedurende den. tyd van zes Scbeiiingiveeben na dien dag; of anderzins, zo Hy mogte goedvinden deze gunst eerder intetrekken, dat dan dezelve echter nog zoude ftand (O Ms. getrokken uit het Memoriale. B.1.1401. 1404.. Cas R. pag. 77. berustende onder den Heere Grifier van A^phen.  CHRONYK. IV. Hoofdji. 805 fhnd houden acht dagen na dezelve intrek- Ao. king («). ,. e „ ü°iL En, twee dagen na dien dag, geett Hy Geeft aan enige perfonen vryheid en verlof, om, fommigen binnen de Vryheid van Rotterdam, hunnevww mesfen en wapenen te dragen , zonder daar ta dragen inne jegens Hem, of zyne Heerlykheid iet- teR0tter. wes te misdoen («). Ontrent dezen tyd, werd de Schout dery«a van Stad Dordrwfc, Heer >« van Arkel, van***/ Dordrecht na den ffege tot den Hertog, rei- doodge. zende, op zynen weg, by Overfchte, doorIlagen. zekeren Jan Schoenhout en zyne Aanhangers dood geflagen (w). En werd terftond door den Hertog, in des nedergeflagens plaatfe, tot Schout der Stad Dordrecht aangefteld Heer Willem van Brakel; Knape (ar). Hier voren (y) vermeldden wy, hoe dat De Heer Hertog Albrecht, op den 18 van Lentemaand enVrouw dezes jaars, Graaf Engelbert van Nas/au^vetUm als Man en Voogd van zyne Vrouwe Joban-im het na, Vrouwe van der Lek en van Breda, ver- iy- (u) van Schwartzknberg , Groot Charterb. van Friesland; D. I. bladz. 339- Waarfchynlyk zal dit een vernieuwing zyn geweest van het Vrygeletde van den T9 van Bloeimaand jongstleden, 't welk wy h.er voren op bladz. 768. hebben vermeld. Cv) Ms. getrokken uit het Memoriale.B.l. 1401.— 1404. Cas R. pag. 77« vfa. berustende onder den Heere Griffier van Alphen. £• ■ rwy t van Beverwyck , t Begtn van Holland tn Dordrecht ; Kap. X. bladz. 175. M. Balen, Befchryv. van Dordrecht; B. III. Hoofdft. II. bladz. 335. Cjx) M. Balen op de aangetogene plaatfe. (jy) Zie bier voren op bladz. 748 en 749. Eee 3  8o6 VAD ERLANDSCHE Aoi lyde met alle de HollandfcheLeengoederen, 14°4- op deze eenige Erfdochter, door doode van Land en haren Vader Heer Jan, Heer van der Lek de Stad en van Breda, bedorven en aangekomen: ™mi»r'waar ky WJ nu a'hïer moeten voegen, dat goede deze hoge Echtgenoten, als Heer en Vrouw Voor- der Stad en Lande van Breda, drukkende de rechten; loflyke voetfrappen van hunne Voorvaderen; dewelken by hunne intrede gewoon waren, den Ingezetenen gunst en genade te bewyzen; ook aldus, by hunne blyde inkomfte aldaar, op den 24. dezer Oogstmaand, der Stad en den geheelen Lande van Breda met verfcheide aanzienlyke Voorrechten hebben vereerd; en aan dezeiven, ter onverbreekelyke bevestiging van deze goede gunfte, hunnen Open Brief, gefterkt met hunne Zegelen , ter hand gefteld (2). Eu feiten Gelyk dan ook deze zelfde hoge Echtge^en n°s noten, overwegende de getrouwe dienften, wStad "door de Stad Breda hun beweezen;en tevens ene by- begrypende, dat deze Stad is de hoede van zondere dat ganfche Land, zo dat door haar behoud vryheid. ^at geheele Land van Breda wordt behouden , en in haren bloei ook de bloei van 'c Bredafcbe Land is gelegen; nog , op dien zelfden dag, de Stad Breda afzonderlyk hebben begunftigdmet dit uitmuntende Voorrecht, dat nergens in het geheele Land van Breda enigen opflag van goederen zal mogen zyn, dan alleenlyk binnen de Stad Breda, en derzelver Vryheid; (s) Mieris , Charterb. D. III. bladz. 792. en Th. E. van Goor , Befchryv. der Stad en Lande van Breda; B. IV. bevattende de Privilegiën, &c,No. 54.  C H R O N Y K. IV. Hoofdjl. 807 heid; met belofte van die Stad, ten allen Ao tyde, in dit recht te zullen handhaven, fry- 1404. ven en fterken O). De Her- Hier voren (è) zagen wy, hoe Hertog;?/-tog verhecht met Heer Floris van Alkemade en Willem nicuwt van Gent een Verdrag heeft gefloten om, ge-drag me( durende enigen tyd, zyn Kapitamicnap teHeerffc. Staveren te bewaren; en, vermits die beftem-m van de tyd als nu ftond te eindigen, zo heeft Hy, op den 11. van Herfstmaand, met uemilem zelfde perfonen deswegens, voor een oa-vanGent bepaalden tyd, op zekere voorwaarden een wegens nieuw Verdrag aangegaan, endaar by aanh«Kyihen beloofd, zulks alles, wat zy dezen aan.™^ gaande in het v%rvolg van Hem zouden mo-ren. een hebben te vorderen, te zullen betalen uit de beden en fchoten, laatftelyk door die En bevan den Lande van Zeeland aan Hem.gege- veeitzyven; waarom Hy dan ook zynen beiden ™nt' Rentmeesteren, zo van Beooster- als van Be-iea in oester-Schelde, ieder voor de helfte, gelast, Zeeland om zulks alles aan de voorgemelde Heer hun des Floris van Alkemade en Wtllem van Gent te™*™™ betalen telken vierde gedeelte des jaars, naar behoren, mant wy him dair of quiten feilen, mit onfer Capitanen quitancie, in hore nkeninge (O- ^ (a) Dezelfde Th. E. van Goor, ter zelfder plat- fe, No. 55- O) Zie hier voren op bladz. 772. Ce) Scbwartzenberg Groot Charterb. van Friesland, D l. bladz. 339. en 340. die (op dat ik, behoudens de' achting, welke men aan de nagedachtenis van dezen Hoog-Ed. Geboren en zeer Geleerden Heere allezins Ichuldig is, zulks alhier aanmerke) in de tekening van Eee 4 de»  808 VADERLANDSCHE Ao. Elf dagen, na dien dag, verleent Hy; 1404» by zynen Open Brief, aan Heer Klaas Ker* Verleentvink "°an Rdmerswale, op zekere voorwaar aan Heer den, de vryheid, om het fchor, flikland, KeZnk en de 8orsfen» ge'egen voor het westeindè van Rei vzn Reimers<0)ale en voor Lodyk, tebedyken, merswaieZn aan te leggen tot korenlanden ten zynen verlof, voordeele en'sGemeenen Lands nutte: Geom enige]yk Hy ook nog, ten zelfden dage, by dien flykTn7ènze,fden Brief' aan den gemelden Heer Klaas gorsfe'n, Kervink, zo voor hem zeiven als voor zyne gelegen erfgenaamen, verlof geeft, om, insgelyks, in Zee- het fchor, flik en gorsland, gelegen tusfchen bédykên Lodyk&Ti Schachtspolder, te mogen bedyken, en tot en al mede ten zynen voordeele en 's Lands korenlan-nutte te bekwamen tot korenland j behoudens den te^ den Hertoge zyne hoge Heerlykheid; doch inaaen: roet vry(jorn van auen 's Hertogen beden en fchoten voor den tyd van zeven eerstkomende jaren; als ook met het volle recht van aldaar te zetten, en ook wederom te ontzetten, zo dikmaals zulks hem zal gelieven en goed dunken, Schout en Schepenen; ten einde dit dus bedykte Land te regeeren en beden dag,op welken deze Briefis gegeven, een kleinen misflag begaat, denzelven Hellende op den 8 September 1404. Dit Charter toch is (volgens het onderfchrift) gegeven jn fan Hagbe des Donredaghes nae cnfer Vrouwen dacb Nativitas anno M. CCCC. ende vier. Deze dag na valt jaarlyks op den achtften dag van de maand September; welke in den jare 1404. was Maandag; en dus was toen Donderdag den elfden dag dier maand. Dit nu is de reden, waarom ik hier van de opgave van wylen dien Hoog ■ Ed. Geboren Heere ben afgeweken.  C H R O N Y K. W. Hoofdfi. 809 beftieren naar de oude herkomen en rechten Ao* van den Lande van Zeeland: en beloofde de .!4°4; Hertog den voornoemden Heere Klaas Kervink van Reimerswale in alle de voorfchreven goederen tegens allen en een ieder te zullen ftyven en fterken; terwyl gemelde Heer den Hertoge wegens deze goederen en flyklanden, leggende voor Reimerswale, voor Lodyk,' en voor Duvenee, allezins had voldaan en vergenoegd (d). Ook geeft Hy, drie dagen later, aanGeeftaan Heer Dirk van Borfelen, Heer van Zuilen,^ het voorrecht, om in alle zodanige Ambach-Berfelen ten, welken hy bezit, of ook na dezen tydhecrecht, nog mogte verkrygen, gelegen zynde in denom.inzyLande van Walcheren, Keuren te maken'Daech^* waar aan een ieder zich zal moeten houden; in en waar naar de Schepenen der zeiver Am- cberen , bachten zullen verpligt zyn ten allen tydeKeurenta recht te fpreken en vonnis te wyzen, wan-maken; neer zy daar toe door dezen hunnen Am-^ g bachtsheer, of zynen wettigen Rechter, zul-ren te len worden vermaand; met dien gevolge, fteiien: dat de in dezen ongehoorzamen daar over zullen worden in hechtenis gezet en zo lang gehouden, tot dat zy over zulks den Herto. ge» (d\ Ms. getrokken uit het Perkamente. Reghter , Hertog Albrecht. 1401—14°4- in Henegouwen, Cas E. pag. 61. berustende onder den Heere Griffier Vaw Alphen. Dezen Heere had Hy.in het voorgegane jaar, ook de gunst bewezen, dat,hy,zonder wettige Zoons natelaten, irervende, alsdan zyne Dochter aan hem zoude opvolgen in alle manieren, als of zy een Zoon warej gelyk wy dit hier voren, op bladz, 665. en 666., aantekenden. Eee 5  Sio VADERLANDSCHE Ao. ge, en dezen hunnen Ambachtsheer, zullen J404. hebben genoegen gegeven: Ook heeft Hy 1 den voornoemden Heere Dirk van Borfelen vergund de vryheid, om in deze zyne Ambachten te {tellen Exeyfe op de Bieren tot zodanigen behoef, als hy ten welzyn van het Ambacht zal meenen te behooren (e). Vrouwe Op den 29 dezer zelfde maand, geeft Msrga. Vrouwe Margaretha van Cleve, Gemalinne Gr?vinnevan Her">g Albrecht, als Gravinne van Holvan Hol- lafJd> en genaamd Kempshof {lede £ieen_ en die Zuutmoer, welke aan Hem en aan Heer vliet de Albrecht van Arnemuyden, ten dien tyde één vryheid , der oudfte en aanzienlykfte Ridders van Zeebed'ken ^an^' te ^aamen toebehoorden; uit te geven KelpT en te bedyken tot Korenlanden; behoudens bof/lede echter's Heeren Albrecht van Arnemuyden zyn en die Ambachtsrecht, voor zo verre Hy daai* in Zuut- geg0ed zyn mogte. Ook fchonk de Hertog, moer' by dien zelfden Brief, aan de Bedykers van die voorzeide Uitgorzen de aanzienlyke vryheden van Heervaarden en van alle andere lasten, aan welken de naby gelegen Landen van Stavenisfe onderhevig waren; en zulks voor den tyd van zeven jaren, na dat die dus bedykte Uitgorzen zullen hebben Koren gedragen. Gelyk Hy al mede aan den voorschreven Heer Jan van Heenvliet het recht gaf, om aldaar te zetten Schout en Schepenen, die dat Land mogten regeeren en bellieren ten meesten nutte en oorbaar, naar de rechten en coftumen van den lande van Zeeland; en aldaar, naar goeddunken van den gemel» den Heer Jan van Heenvliet, boeten in te Hellen tegen de Overtreders: wyders met magt, om in de zo even aangetogene Privilegiën enz. van de Stad Briele; bladz. 171— 174. Men zie ook dezelfde Be fcbryving van die Stad-, D. I. Hoofdft. XI. bladz. iö«  C H R O N Y K. IV. Hcofdfi. 8i$ om die aanftelling van Schout en Schepenen Ao. zo dikmaals te doen en te veranderen, als Hy 1404^ Heer van Heenvliet zulks zal nodig en nuttig keuren (k). . , , rw^r Hertog Albrecht, voor enigen tyd, aan de Beveelt Kinderen van Hendrik Janszoon van der Cos- ^ terlande hebbende, by vry willige gifte, ofnaaren, uit enige andere oorzake, afgeftaan zekere om te renten en goederen, gelegen binnen de Stadb™^ van Reimerswale in Zeeland; en die vanüe;-korame, merswale zynde gebleven in gebreke, omaanren de de voornoemde Kinderen zulks, als hen,Poorters naar den inhoud van 's Hertogen Brief, wet-vjn de tiglyk toebehoorde, te laten volgen, tevo\-merswafe doen en te betalen; zo heeft Hy Hertog\n Zeegoedgevonden, om, op den 13 dezer zelfde/*»^: maand, zyne fcherpe bevelen af te vaardigen aan alle zyne Tollenaars in Hollanden Zeeland, om, op den ontvang van dezelve zyne bevelen, zonder enig uitftel of oogluiking, aantehouden, te bezetten en te bekommeren alle de Poorters der Stad Reimerswale, zo in hunne perfonen als in hunne fchepen en 'goederen, waar en wanneer dezeiven aan enige Graaflykhéids Tollen mogten komen; en dezelve allen aldaar op te houden en te bewaren, tot op dien tyd toe, dat de voorzeide Stad aan de voornoemde Kinderen van Henrik Jamzoon van Oosterlande zal hebben voldaan en betaald alle de voorfchreven, aan hen door den (k) Ms. getrokken uit het Perkamente-Register, Hertog Albrecht. 1401—»4°4> in Henegouwen. Cas E. pag. 62. via. berustende onder den Heere Griffier 'van Alphen.  3i6 VADERLANDSCHE Ao. den Hertog gegeven , renten en goederen; 1404. met alle derzei ver achterftallen, als hun daar " van nog mogten toekomen; tevens met alle de kosten door die voornoemde Kinderen ter bekoming van al het zelve, reeds gedaan of nog verder te doen, alles ten vollen genoegen van deze meergemelde Kinderen: met dit geftreng byvoegzel, dat, indien enig Tollenaar mogte verzuimen aan deze zyne Bevelbrieven te gehoorzamen, zulks aan denzeiven zoude wórden verhaald en toegekend, alfe aen fulc geit, als fi vp onfe tollen flaende hebben Jonder verdrach (/). Vergunt Aangezien de Magiftraat der Stad HaerGerecht lm» federt een geruimen tyd, genoodzaakt van was, grote onkosten te doen , en daarenH«er!em,bovzi\ nog veele moeite aan te wenden, om om t'ei- ai|en Vrede, ftaande binnen dezelve Stad, rendeèi" tot vier .lyden van ieder l'aar te bewaren en jaars met£e bevestigen; zo heeft de Hertog goedgevonde klokke den, dezen aangaande beteren gepaster beveVrede aflen uit te vaardigen, ten einde daardoor tevens ggDj 'mogten worden verhoed al lemanflag en vechteryen , welken, by verzuim van die voorgeroerde bevestigingen, zouden konnen gefchieden; en daarom aan het Gerecht van Haerlem, by zyne Opene Brieven van den 24. der voornoemde maand, ten eeuwigen dage gedurende, te geven magt en vryheid, om aüen Vrede, in Stads Boek van gemaak- ten (O Ms. getrokken uit het Perkamente'Register, Hertog Albrecht. 1401—1404. in Henegodwen. Ca* E. pag. 67. vfa. berustende onder deu Heere Griffier VAN ALPHfiN,  C H R ,0 N Y K. IKHdofdfi. Si? ï€n Vrede zynde gefchreven , of na dezen ial0> zullende worden gefchreven, welken men te 1.0'^i voren gewoon was met de hand te bevesti—-—1 gen of op den dorpel te leggen, voortaan; tot eiken vierendel iaers dats tever/laenvpten meye auont vp Sinte Jacobs auont vp alre heiligben auont ende vp onfer vrouwen auont purificatio , by openbare klokflag af te kondigen, en te bevestigen,* met begeerte, Dat die Vreden mitter doeken gkekundicht alfoe va/Ie ende gheflade ghebouaen fullen worden inde rJoefen binnen onfer /lede voirfcreuen ende dair buten ghelyc of die Vrede ghegbeuen waer milten handen ende monde: en wyders nog met deze byvoeging der ftraffe tegen de Vredebrekers: Ende foe wye dien wtgheluyden . Vrede brake of dair ouerdede dat ivaer vp fyn lyf ende tfestich pont nainbout onfer handuesten die onfe /lede voir noemt uan ons heeft (rn). Ten zelfden dage ftelt ,de Hertog Wouter Stelt van Ghent aan tot Castelein van -zyn Huis en Wouter Slot te Medenblik> om het zelve, op zekere*™ bepaalde Voorwaarden en vastgeftelde wedde, Castelein behoorlyk in goeden rake ende dake te hou-van zyn den; getrouwelyk te bewaren tot 's Herco-Huis en gen behoef en dienst; en wederom te ope-^°^ nen en te leveren, ten allen tyden, wanneeruik: hy daar toe door den Hertog; of door enen ,by Brieven van den Hertog Gemagtigden; zal worden aangemaand: Middeierwy! gelast ook de Hertog den Tollenaar van Woudri- ckem, (m) Handvesten en Privilégiën der Stad Haerlem j bl. 63. en 64. en van Mieris Charterb. I). JU. bl. 794. Fff  Ao. 1404. S18 VADERLANDSCHE chem , om aan den gemelden Wouter van Ghent jaarlyks, uir de inkomfren van dezelve . Tollen, van wegen den Hertog , uittereiken en te betalen, zodanige fomme van gelden, welken aan hem, als Castelein van het voorgemelde Huis en Slot, en tot behoorlyk on« derhoud van het zelve in rake ende dake, waren toegelegd; en wyders van die uitgave by brieven van quitantie telkens in zyne jaarlykfche rekening goede verantwoording te doen («). Geeft op Drie dagen later, geeft de Hertog, als Graaf zekere van Zeeland, aan Pieter Olairtszoon van Du"V001," venée het Gitgors en Slik, leggende voor het ranPtoirGraaflyk Tolhuis te Jerftkeroord in de Parovan Duve-chie van Breek, om het zelve, ten zyaen nèe een eigen nutte en voordeel, en tot 's Lands oorUi^??';3 [e baar en welzyn, te bedyken en bekwaam te l"rjj'j^r_temaken tot Korenlanden; behoudende echter Dord, on de Hertog daar over zyne Hoge Heerlykheid, 't zelve tezo fet de voorzeïde Pieter van Duvenée en bQtdgQjgn_zyne Erven verpligt zouden zyn, om, welanden1. ' gens dat ze've Eand, den Hertog en zynen Nakomelingen te dienen, zo als men in de voorfchreve Parochie van Breek Hem te dienen gewoon is : en verder met deze voorwaarde, dat, indien dezelve Uitgors en Slik mogte bevonden worden groter te zyn, dan XV. Morgen; als dan de voornoemde Pieter van Duvenée dit meerder bevonden wordende Land mede zal doen bedyken ten be- hoe- 61) Ms. getrokken uit het Memoriale B. 1.1401 — 1404. CasR. pag. 85. verfa: berustende onder dea -Heere Griffier vüf Alphsn.  CHRONYK. IF.Hoofdjï. 819 hoeve en voordeele van's Hertogen Gema- ^o.' linne, Vrouwe Margaretha van Cleve, Her- 1404. toginne en Gravinne dezer Landen ; alles ■—?s nochtans buiten hare onkosten. Ook vergunt de Hertog aan den gemelden Pieter van Duvenée de vryheid, om in het zelve Bedykte Land te zetten en aanteftellen Schout en Schepenen , ten einde die zelve Land door hen te doen regeeren en beftieren naar de rechten, zeden en costumen, welken in Zeeland plaats hebben; met magt, om dezelve Schout en Schepenen te ontzetten en anderen aan te ftellen, als het hem zal gelieven: belovende de Hertog, om den meergenoemden Pieter van Duvenée in dezen jegens allen en een iegelyk te zullen befchermen, en Herken, als recht is (ai). Ten zelfden dage werd 'er in den Hage tusfchen Hertog Albrecht, zo voor Hem, g^J1 als voor alle zyne Landen, Steden en Onder- Albrecht, danen, ter eenre; en tusfchen EnnoEdzards- en Enno zoon, Hoveling te Norden, zo voor Hem,Eclzardsals voor Hara, zyn Broeder, en alle hunne Onderzaten, Knechten en Luiden, onder Hen en des-* gehorende, ter andere zyde; gefloten ene zelfs goede en beftendige Vrede en veiligheid van'^Ioec*er* alle zaken, by welke alle verfchillen, twis-ge^[ot'en> ten en tweedragt, welken tusfchen Hen, ter wederzyden, mogten zyn, of geweest zyn, werden bygelegd en uit den weg geruimd; en welke Vrede zyn ingang nam op dien zelf- (0) Ms. uit het Perkamente Register. Hertog Albrecht 1401 —1404. Cas E. pag. 04. berustende onder den Heere Griffier van Alfhen. Fff a  820 VADERLANDSCHE A0< zelfden dag der rekening, en ftand zoude 1404. rouden? zondereenigen inbreuk of fchending, —gedurende de eerstkomende twaalf jaren (p). Be Her- Vermits 'er in deze dagen byzonder binbiedt"l" nen dat gedeelte van die ons Vaderland, len woe-'1 we'k met den naam van Kennemerland keren bekend is, een groot aantal van winaeke voor- lieden wierd gevonden , welke , gedreven jSf?in door ene re VCJrre g33"^ fchraapzucht, zich merland. niet ontzagen, om hunne Me burgeren, zo wel door een fchandelyk woekeren, als met het cp- en voorkopen van allerhande, ook zelfs nodige, waaren, als uictezuigen en te verarmen, ftrydende tegem alle Godlyke en Waereldlyke Rechten; zo heeft de Hertog, oordeelende het van zyn pligt te zyn, om voor het welzyn, van alle zyne Onderzaten, zo armen als ryken, te zorgen; nodig gevonden , tegen zulken verfoeilyken handel met ftrenge bevelen te waaken, en allen zodanigen woeker en voorkoop in Kennemerland op het fcherpfte te verbieden, by enen Openen Bevelbrief, of Placaat, door Hem , omtrent dezen tyd, uitgevaardigd 9 welks merkwaardigen inhoud wy hebben gemeend, met gunffig verlof van den WeiÉdelen Geftrengen Heer Griffier van Alphen , die de goedheid gehad heeft van ons denzelven medetedeelen ,■ ten dienfte van alle Vaderlandfche Oudheidsminnaaren alhier, woordelyk, te moeten laten volgen: „ Ael- 0) Ms. uit bet Perkamente Regtfter. Hertog AU breebt 1401 —1404.. Cas e. pag. 64. berustende onder den Heere Griffier van Alphkn.  CHRONYK. IV.Èoofdft. 821 „ Aelbrecht, bi Goids goenaden Palens- ^o. ,, grave opten Ryn , Hertoge in Beyeren, I40^,. „ Grave van Henegouwen, van Hollanc, „ van Zeeianc, ende Heer van Vrieslancr, Hertog„ laten u weten allen onfen Dienaeren en-lyk Pla. „ de onderfaten over al in den bedrive van ^j]3"^ „ Kermerlant ghefeten binnen Steden , endepevaar# " „ dair buten, dat wi mit waer verftaendigd. „ hebben, dat vele Lude in den bedrive „ voirfcreuen fyn, die him lange tyt gheneert ende bewonden hebben mit woecke„ ren, ende mit voercopen, ende hebben „ vele van onfen armen onderfaten dair me„ de grotelic belast ende zeer verarmet, „ dat ons in ghienre wys langer en ftait te liden, wanttet tiegens Qode ende Rechtte is, ende oic van dep heiliger Kercken „ verboden. Ende om dat wi meynen onfe „ arme Lude van dier belastinge voirt te „ befcudden;' Soe hebben wi bevolen ende „ ghemachticbt Heren Gilis van Cralin„ gen onfen Bailiu van Kenemerlant, en„ de Heren Danel Boen Provifoir aldair, die voirfcreuen faken te ondertasten, te „ berechten, ende ons aen te brengen clairlic wes dair of is; waerom wi u allen, ende elcken bifonder, dien enich geit of ,, goed mie woecker ofte mit voircope of„ ghenomen es, ombieden ende bevelen „ mit ernften, dat ghi Heren Gillis, en„ de Heren Danel voirfcreuen clauiicken „ aenbrenghet , ende ouergheeft in fcrifte „ tufchen dit ende onfer Vrouwen-dach „ Purificatio naestcommende binnen onfer 9, Stede van Hairlem, wat ghelt, of goed Fff 3 ,5 mie  3aa VABERLANDSCHE Ao. „ mit woecker, of tnit voircope u ofgheno1404. ,, men is, ende wye u dat ofghenomen hs* - „ uet; want wi dat aen dien alfoe meynen te ,, corrigieren, dats him een ander voirt wail „ hoeden moghe. Ende waer yemant die enich geit ofte goed ofghenomen ware mit woecker, ofte mit voircope, ende dat niet an en brochte ende overgaue als voirfcreuen, dat wilden wi an dien verhalen, als „ an den ghenen , die dat geit ofte goed mit „ woecker, ofte mit voircope ghenomen hadde. In oirconde defen brieue ende onfe „ fegel hier op ghcdruct. Ghegheuen enz."(?). DeHeer Wanneer, omtrent dezen tyd, Heer Walvan Bre- raven ^ Heer van Br ederode, door enige opbekent gekomene zwarigheden van penningfchulden, van den in ene grote verlegenheid en befiommering Graaf was geraakt, en Hy geen middel wist, om yan Ow-zicn uit die onaangeaaame omftandigheid, zo enige* fpoedig, als wel nodig was, te redden, ter gelden zake, dat zyne fchuldëisfehers Hem geduugeleend riglyk benaauwden; zo heeft Hy zyn toevlugt if heb" genomen tot 's Hertogen oudften Zoon, Heer en' Willem van Beyeren, Graaf van Oostervant, met een ootmoedig verzoek , dat dezè zyn genadigen Heer Graaf Hem in dezen zynen hogen nood wilde byftaan met de nodige gelden ; welke Heer Graaf dan ook dit zyn nedrig verzoek, (9) Ms. uit het Memoriale B. IJ 1401— 1404. Cas R. tusfchen pag. 46. en 47. berustende onder den Heer Griffier van Alphen : alwaar deze Brief dus, als dezelve hier boven ftaat gemeld, woortlelyk wordt gevonden, en wel zonder byvoeging van den juisten dag of maand, wanneer dezelve gegeven zy.  C H R O N Y K. IV. Hoofdfl. 8&3 zoek, om Hem enige pereede penningen te Jee- a0. nen en optefchieten, heeft ingewilligd, en dies I4.o4> den Heere Pterfant, Heere \m Audregmes, * Baillu van Henegouwen, enz., gelast, om den welgemelden Heere Walraven, Heere van Br ederode, te overhandigen zes honderd en zestig goude kroonen, ten einde H;m uit deze zyne tegenwoordige beflommenng te redden | gelyk dan ook is gefchied en door welgemelden Heer van Brederode, op den 15. van Slachtmaand dezes jaars, te Bergen in Henegouwen, daar voor is verleeden, getekend en met zyn zegel bekrachtigd» ene behoorlykc Schuldbekentenis, by dewelke Hy verklaart, dat die Graaf van Oostervant aan Hem, in zyn grooten nood, de voorgenoemde gelden, ter fomme van zes honderd en zestig Franfche goude kroonen, van goede waarde, gehalte en gewigte, heeft geleend, opgefchoten en overgeleverd door handen van den voorgemelden Heer Pier/ant; en belooft dezelve gelden, ten allen tyde, op het believen van hoogstgemelden zynen gena« digen Heer; of van den Houder dier voorfchrevene Schuldbekentenis; te zullen te rug geven en voldoen; terwyl Hy tevens daar by, ter betaling van deze zyne fchuld, heeft verbonden en nog dadelyk verbindt alle zyne goederen, waar dezeiven ook zyn of konnen worden gevonden (r) „ & ■ Naardien, in vroeger tyd, «kï^"CTJ*X$? 's Gravenzande door Graaf Willem den U.*b™» Fff 4 van O) Mieris Groot Charterb. D. III. blada. 794-  ü24 VA D É R L A N D S CH E Ao. van Holland, Roomsch Koning, begunftigd 1404. waren met den vrydom der Tienden van alle zodanige vruchten, welke zullen wasfen in den aan haren Hof te 's Gravenzande; en 'er, mogede Begy-lyk, enigen twyfel zoude konnen ontftaan nen van 0ver de voortduuring van dit byzonder Voorin*1 recht' 20 heeft onze He"Og Albrecht, op verleen- den voorgemelden vyftienden dag der Slachtden vry-maand, dit der 's Gravenzandfche Begynen dom van door Koning Willem gefchonken Voorrecht Tien- bevestigd , zo voor die tegenwoordige Begyden 5 nen) als voor die genen, die namaals aan haar zullen opvolgen; en tevens gelast den Rentmeester van Noordholland, of anderen, welke gewoon zyn dezelve Graaflyke Tienden te innen en te ontvangen, om deze Begynen deswegens niet te moeijen of aan te fpreken, op enigerhande wyze; alles op zodanige ftraf* fen tegen die genen, welke hier inne dit gebod mogten overtreeden, en dus deze Begynen in dit haar Voorrecht enigzins benadeelen, als men gewoon is uit te oefenen tegen allen, die 's Hertogen Heerlykheid wilden verkorten CO^ Verleent Twee dagen later, vergunt de Hertog aan va" ime.a,'eri InSezeEeHen van Ameland in Oost-Friesland de "^nd, zo wel den tegenwoordigen als den toeneutrali- komenden, dat zy ftil en onzydig zullen zyn teit in en blyven in zodanigen oorlog, twist en gefpetuten fchfl» als Hy Hertog met de Oost-Friezen ^ ' heeft gevoerd; thans nog voert; of, na dezen, \i) Ms. getrokken uit het Perkamenten - Register. Hertog Ael.brecbt 1401 -— 1404. x'as E. pag. 65. berustende onder den Heere Griffier van Al?hek«  CHRONYK. IV.Hoofdfi. 825 Ken, nog zoude mogen voeren; en zulks tot Ao„ op dien tyd, dat Hy die Oost-Friezen door I404<. kracht en geweld zal hebben overwonnen onder zyn bedwang gebragt Q). Friezen; Alzo die van Waterland, van alle oude ^ tyden gehouden en verpligt waren, om dendje ^ Hertog, zo in zyne heervaarden als in andere waterdienften, altyd te dienen met vyftig Riemen -,land van en met zo veel Volks, als naar de Riemtalenvyftigo? gewoonlyk is; en dezeiven, omtrent dezenat^intig tyd, zo grotelyks waren verarmd, dat hetRjeilita. hun onmogelyk was, den Hertog en zyneien. Nakomelingen voortaan op dien vorigen voet te blyven dienen; zo heeft de Hertog, op den volgenden dag, uit loutere gunfte voor die van Waterland, die voornoemde van ouds verfchuldigde Riemtalen verlicht; en hun vergund de vryheid, om, voortaan en ten eeuwigen dage, Hem en zyne Nakomelingen , in hunne heervaarden en andere dienften, alleen te dienen met acht en twintig Riemtalen, en zo veel Maafchap, als daar toe worden verëischt: behoudens echter den Hertoge zya bede en fchot, zoals zy die zelven tot op dezen tyd toe hebben bewilligd : en hebben die van Waterland aan den Hertog voor deze zyne hoge gunst be taald één honderd en tien Engeljcba Nobeïen; welke penningen de Hertog ook erkend ontvangen te hebben, en daar voor die van Waterland kwyc te fchelden (u). Den 0) Van Sciiwartzenberg. Charterb. van Vriesland. D. ï. bladz. 340. (u) Miükis Groot Charterb. & III, bladz. 79S*. Fff 5  8a6 VADERLAND SC HE ^0> Den dag daar aan, welken men, naar de 1404. duistere begrippen dier tyden, aan Sinte Eli- '—zabeth had tosgewyd, was er in deze Lan? Zeer den, een zeer hevige Storm uit het Noorden, hevige ' welke, voomaamlyk in Vlaanderen en Zee^0™Qüitland, het water uit de Noordzee zo verre den erT'boveri ^ Dyken verhefte, dat nimmer te zwaare voren zulks door eenig menfch was gezien Water- geworden, wanneer die grote Watervloed het vloed; geheele Lind drie mylen lang met hetZeevva»aani"]yk,ter geheel en al overflxoomde en vervulde, in Vlaan-waardoor een onnoemlyk getal van menfchen deren enen beesten het leven verloor. In Vlaanderen Zeeland, wercj zwaarfl;e fchade geleden in de zo genaamde Vier Ambachten; Sluys; Darnme^ Roodenburg; Oostburg; Bierftiet; Hugofiiet; Wulp; Kadzand', en Beuk/wit: en was dip Vloed zo zwaar, dat zy alles verbrak, en wegfleepte; zodat ook cegen denzelven geen eenig Befchutzel, noch Zeeweer, noch zelfs Duynen, beftand waren; en daardoor, vermits door den geweldigen tegenftand. van den hevigen Noordenwind het Zeewater den hertred niet konde neemen, aldaar zeer veele Polders niet alleen overftroomd; maar zelfs geheel weg geraakt en verdronken zyn: doch, in Zeeland'» alwaar ook zeer veele Polders overvloeiden , en daaronderNoordb-eveland; Zuidbeveland; cn Duw eland; was men gelukkiger, alzo dezeiven, binnen korten tyd, het .water kwyt raakten en in den volgenden Zomer bedykc werden: En het zal zekerlyk deze Watervloed zyn, welken Marcus van Vaarnewyk bedoelt met deze wóórden: Anno xiiij. honden viere, brack bef gat inne ter mevwer Sluys, aids  CHRONYK. ië, Hoofdft. B27 ende daer verdronchen wederomme veel pro- Ao. chien, de namen daer af en hebbe ick met connen gbevinden (V). ■ f Op den 28. van die zelfde maand, heeft mmg de Hertog, bewogen door de bdlyke klag-^trecie fe a" Inggelandenbvan Rhieder. Waard m*WfVmeulie Land van Rhieder-Ambacht ^nf, doJr hen, in gevolge van de by den Htf-||^ t0p- op den 9. van Wintermaand des von-aao de laars zo als wy hier voren f» reedsingelan.- nen te worden bedykt, dat zy daar »v-^|* door een al te groten onverwachten aandrang Rhicder, van water waren verhinderd geworden, zo Waard dat zy üedykers daar door zo danige fchade te^voren hadden geleden , dat het hun ondoenlyk was, dit Nieuwe Land te behouden en ge-aeveni heel en al te bedyken, zo als't behoorde; ten ware zy met meerder Voorrechten voorzien en daar door geholpen mogten worden; op dier Ingelanden en Bedykeren nederigst verzoek, de hun, by de vorige Handveste, verleende Voorrechten en Vryheden bv ene nadere Handveste met alleen bevestigd; maar alle dezeiven nog op ene aanmerkte wyze uitgebreid en met meerder andere Voorrechten vermeerderd (xï. ue- (V, Ia den Spieghd der Nederlandfcber Audthevt - B. IV. Cap. xxxv. foi. cix. recto. Men zie óok'Uc MeYerus in Annal. Reu Flandnc . Lib. tond D.1I Hoofdft. xxvj. bl. 175 & ittf- W^by S'dan nog kan voegen S. A. Gabbema Neaerl. Watervloeden; bl. H5- & 146. f w"i Zifi hier voren op bladz. J%0. . S Ms. getrokken uit het Perkament-RegtsUr.  828 VADERLANDSCHE Ao. Gelyk Hy' ook, ten zelfden dage, aan die 1404. van Nieukoop de vryheid geeft, om, ter wee- ■ ring van alle vreemde wateren , dia op de Geeft Laflden van dat Ambacht mogten uitvvateren dien vanen dezeiven overilroomen; met overleg van wyheid?hunnen Schout, Heemraden, en Gezworen; om een' en °°k van alle zodanige goede en dezer zaKadyk, ke kundige Mannen, welke hun-, op hun totfchut-verzoek, mee hunnen wyzen en voorzigtigen -vreemd" raad ZOuden wil,en byftaan; in dit hun Amwateren bacflt van Nieukoop enen goeden en ten te leg- voorfchreven einde bekwaamen Kadyk te leggen ; gen; tot zo lange, als de Hertog zulks zoude komen goed te vinden en meenen alzo te behooren (y). Doet Wanneer, in dezen tyd, verfchil was genitfpraak reezen tusfchen die van Qverleker * Ambacht verfchil" en die van Drechterland wegens rwee-entusfehen twin"g Riemen, welke die van Overlekerdie van Ambacht , zouden gekoft hebben van die Overh- van Drechterland; zo heeft de Hertog, lZii?mmen Zyn Raad nevens Hem ' gelasc en be* die van voIen aan Coenen van Harier, Baillu van Dtechter-Medenblik; om, en die van Overleker-Amhnd.we-hacht en die van Drechterland, te dagen in kere ver-de" Ha&* v00r den Hert0S en zynen Raad, fchuldig-ter wederzyde voorzien en gefterkt met alle de Riem-zodanige Handveften en befcheiden, als zy telen; elks, ten betoge van hun vermeend recht, zou- Hertog Aelbrecht. 1401 —1400. Cas E. pag. 66. verfa. berustende onder den Heere Griffier vam Alphen. (y) Ms. getrokken uit het Memoriale B. 1.1401 —1403. Cas B,. pag. 89. berustende onder dien aelfden Heese.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 829' zouden oordeelen nodig te hebben, ten ein- Ao. de, al het zelve door den Hertog en zynen 1^ Raad onderzocht zynde, daar over Uitfpraak mogte worden gedaan, zo als rechtens te zyn zal worden bevonden. Dit onderzoek aldus plaats gehad hebbende , is , op den elfden dag van Wintermaand, deUitfpraak gevallen ten voordeele van die van Drechterland, als welken door den Hertog en zynen Raad, naar luid van hunne Handvesten, zyn bevonden geworden, een beter recht voor hun gevoelen te hebben, dan die van Overleker- Ambacht; waarom dan ook de Hertog dien van EnverDrechterland, ten zelfden tyde, heefc ge-g" daan kwytfcheldiug van die voorzeide twee- /ie en-twintig Riemen, waar over dit verfchil van was gereezen ; als ook van Bede en Heer-Dreetow. vaart, ten eeuwigen dagen: en nog wydersJJ^ hun vergund, om daar en boven van Hem tefcheI(,.ng doen afkoping van nog andere twintig Rie-en afkomen ; zo dat die van Drechterland voortaan ping van alleenlyk op zes-en-dertig Riemen zouden zeker^ blyven gefteld, om daar mede den Herteg te,en> Re. dienen in zyne Heervaart; behoudens echterdej en den Hertoge zyn bede en fchot, welken van Heerouds her daar toe hebben geftaan; des noch-vaart, tans dat die van Hoogkarfpsl, en mnLutkebroek, als ook die van Schellinkbout, zul- . len blyven op derzelver oude Riemtalen: en al verder gewild, dat met deze zyneUitfpraak die van Overleker - Ambacht en die van Drechterland van den anderen zullen zyn gefcheiden en alzo blyven ten eeuwigen dage van alle pachten en riemtalen; en dat, in t vervolg. noch die van Overleker ■ Ambacht, noch  830 VADERLANDSCHE Ao» noch iemand anders, immermeer enige Rie1404. men zullen mogen kopen op die van Dreck- ter land, tot geenen dage (2^. DeHeer Ten zeliclcn dage , werd 'er door Heer 7enhut Willem van Egmond, Ridder, Heer van Zeze» (luit ventuyzen, en.de Stad Gouda, een vriendeeen Ver- lyk Verdrag gefloten, by het welk bedongen drag niet is, dat die génen van Zevenhuizen, welke Gouda bet P°orterrecht van de Stad Gouda hebben nopens bekomen, niettemin wouden gehouden zyn en de Geërf-blyven van hunne erven, welken zy in ZedeninZe-venbuyzen mogten bezitten, optebrengen gevenhuy ]yke fchar.tingen en lasten met die Gebuuren ' van Zevenhuyzen* zo als die nu is omaeflagen: en zulks behoudens een ieder zyn recht; alles zonder argelist Ook (z) Mieris Groot Charterb. D- IN. bladz. 795. getrokken uit de Handvesten van Drechterland. En veel accuraater Ms. getrokken uit het PerkamenteRegister. Hertog Aeïbrecht. 1401 —1404. CasE. pag. 67. berustende onder den Heer Griffier van Al-phen. (a) Mieris Groot Charterb. D. III. bladz. 736". en dit Verdrag is een gevolg van een veel uitvoeriger Verdrag tusfchen dezen zelfden Heer Willem van Egmond, Ridder, Heer van Zevenhuizen en de Stad Gouda, nu ruim achtien jaren geleden; te weten op den 6. van Wynmaand des jaars 1386., gefloten ; en by 't welk Hy den Poorteren van Gouda veel groteren meerder Voorrechten, omtrent net gebruiken, bedelven en moeren van hunne Landen, welken ter die tyden tot hunnen eigendom in Zevenhuizen behoorden, toeftaat; dan die •gemeene Buuren van Zevenhuizen genooten; zelfs met die voorwaarde, dat, wanneer dit bevoorrechte Moer of Land vervreemdde uit de handen yan zodanigen Poorter van Gouda en overging in den eigen-  CHRON YK. IV. Hoofdft. 831 Ook werd 'cr, in dit zelfde jaar, met al- Ao; len ernst geraadpleegd wegens het maken j404. van ene opening by Catwyk, zo dat den «- Rhyn aldaar zoude mogen uitwateren in Zee; Raaden, naardien men te Leyden oordeelde, datPjestozulks voor die Stad zeer nuttig en heilzaam^ ^ zyn zoude; zo werden van wegens dezelvewateren Stad tremagngd Heer Floris van Alkmade ;vao den benevens Claas Jansz Vos, en Jan Gae-fj^ ven % ten einde, met alle mogelyke oplet-in tendheid en naarftigheid, te onderzoeken, of zulks enigzins konde worden uitgevoerd, zo dat men "daar van de gewenschte vrucht mogte verwachten; waar toe dan ook de ophemelde Leydfche. Gemagtigden , dikmaals, op kosten derzelve Stad , derwaards reisden met pypen, waterpasfen, en andere tot het doen eigendom van een ander Poorter van die zelve Stad, dat zelve Land of Moer behouden zoude alle die zélfde vryheden, welken daar aan by deze 's tfeeren van Egmond's Handveste waren gegeven; terwyl Hy dezen Poorteren daarby ook belooft, dat Hy derzelver Veen zal doen fchouwen met zynen gewrirden Rechter, ende Heemraet van zynen Ambacht van Sevenhuyfen met recht, als 't nut, ende des lants oirboir is, ende zy't begeren: mits nochtans, dat die Poorters der Stad Gouda zullen betalen van hunne Landen zodanig Morgengeld, als gemeen buurland , morgen morgens geiyk, gehouden en gewoon is te doen; te weten: tot onderhoud van Dyken . Wegen, Waterfchepen, Sluipen, en tot Heemraders-geld, waartoe die Poorters echter niet anders zullen mogen worden aangemaand, of eniae andere weete krygen, dan alleen te Gouda openbaar in de Kerk-- zo als deze Handveste breder medebrengt en te zien is by den welgemelden Heer VANMi&ais in dat gezegde Deel, bladz. 450.&451. 1  832 .VADERLANDSCHE Ao. doen v^n hetzelve onderzoek hoogstnódi>ó 1404. gereedfehappen Q)i dochi welkverflag dezé Hee- (b) Dit blykt tiit de Reeckeningen van Leyden Ao. 1404. gedaen by Tsbrant vander Laen, Tsbrant Strevelant, Huge van Swieten enz. waar van een Ms. Extradl berust onder den Heer Griffier vam Alphen. Dat de Rhyn hier omtrent , voortyds, door een cementjieene kanaal in Zee is geleid geworden , dunkt zeer waarichynlyk te zyn aan Joach. Öudaan, die meent zulks te kónnen worden afge* nomen uit een doorgaande hoge Landftreek, ttt zyden over Valkenburg, in 't gemeen de Hogemor* gens genaamd, daar (zo ais hy getuigt) het oude eementwerk in dtn grond zit; en al by den Rhyn langs, zeewaard aan, kan Itünd gegrepen hebben; om dat, by de ontdekking van het Huis te Britten t in het jaar 1520 , een kanaal, of waterloop, van cementjleen te wederzyden Opgebouwd, in hetllrand gezien is, daar het ïleerjohan van Wajftnaar, te dier tyd, tot onder deDuynen heeft doen jiafpooren; gelyk zulks alles door dien Oudheidskenner wordt aangetekend in zyn Roomfche Mogendheid, Zatnenfpr, I. bladz. 31. & 32. En, hoe, nadat Hoog- Heemraden en Hoofd-Ingelanden vanRhynland, in de jaren *53 7» & 1556. reeds hadden geoordeeld, dat Rhynland van groter en meerder Waterlozing behoorde te worden voorzien ; en men had bevonden, dat in het jaar 1570. het grootfte gedeelte dier Landen , In Zomermaand , nog dras of onder water lag; in de jaaren 1571. en t572., de Hoog-Heemraden van Rhynland, met toeftemming van Hoofd-Ingelanden , met grpte moeite en kosten, getracht hebben, den Rhyn alhier in Zee te doen uitwateren en zelfs tot het vaaren bekwaam te maken; hoe zulks ook van dat gevolg is geweest, dat, die Doorgraving gefchied zynde, is soed bevonden, zo dat het Water van binnen fterfe Uitüep en in deZee ftortede; en 'er ook een Schuit, door twee Duikers tot in Zee, met zo veel geweld is gedreeven, dat men dezelve naaulyks konde tegenhouden , op dat dezelve niet door de kracht def Zee  CHRONYK. IV. Hoofdft, 833 Heeren van dit hun goed gedaan onderzoek Ao. hebben ipgebragr, is by my tot nog toe 1404> niet—•—■ Zee verloren mogte worden; doch ook, hoe deze piernaakte opening, niet lang daar na, door een zwaar Onweder wederom is toegeftnpt en toegeweld ; verhaalen ons de Burgeneever Or1 ers in zyne Befihryving van de Stad Leyden; D. 1. Hoofdft. 1. bladz. u. & 15. en uit hem A. P/irs in zyne Katwykfche Oudheden; §. iij- bladz» 60. & 61. Dat echter deze dus gemaakte Opening door een zwaar Onweeder, waarvan de tyd niet is aangeteekend, zoude zyn toegeftopt ge. worden , is zeer onwaarfchynlyk voorgekomen aan de kundige Heeren Jan Engelman Chris» tiaan Brunings , Toezieners; en Melchior Bolstra, Landmeeter van Rhynland ; benevens Nolke !kes Hania: by hun Verbaal van den31. van Wintermaand des jaars 1767. nopens de Mid* delen /n't gemeen , om't gevaat van de Meir te keer te gaan : alwaar zy ftellig meenen, te mogen gisfdT, dat die voorgemelde Doorgraving in tyden van nood, uit vreeze van Overftroorning, is toegedamd geworden, en wel met veel ver>haasting;- zo als men zoude kunnen opmaaken uit een zydft.uk van een Schuit, met een ketting aan één der Paaien vastgemaakt , even als een JvJelkfchouw, (mogtdyk dezelfde Schuit, waarmede men eertyds, gelyk zo even is gemeld, de proef heeft genomen; en't welk aldus in den jare 1708. (volgens het getuigenis van oude, eerbare en.allezins geloofwaardige Mannen) in de oude fluis van die Doorgraving is gevonden en uit den grond gewerkt geworden: zo a's men dit kan vinden in de Nieuwe Nederlavdjche Jaar* hoeken, van den jare 1773- blaclz- 534 er!. "■';iarby men moet voegen, het opg^melde Getuigenis, mede te zien aldaar op blaaz. 49s. 6c.406 Van deze Doorgraving vindt mtn mede gtwag gemaakt in ene Oude Aantekening i gevonden by den Heere Acbiaak Ploos vah Amstbl , Heera va» Ggg  834 VADERLAND SCHE * ö niet ontdekt geworden: zo veel weeten wy Uoi uit den tegenwoordiSen toeiland, dat bier —— op van Tkitnhoven; enz. enz. welke ons wordt medegedeeld door den geleerden Ant. Matjthaevs in zyn Traftaat de Ntbilitate; tot een Byvoegzel op het HL doofdft. van het IL Boek; bladz. 768. Ook mag men daar over nazien het Verbaal, ter dezer zake gehouden by, Mr. Jacob du Quesnoy, Raad van den Hove van Holland, en Wilhelm vak Berpndrecht, Secretaris van denxelven Hove , als Commisfarisfcn van den veorfz. Hove; benevens het Declaratoir door het zelve Hof van Holland, op den 17. Oétober 1570. deswegens gegeven. Wyders heeft men dit ftuk, volgens het Verhaal der gemelde Schryvers Orlebs en Pars, naderhand wederom in beraad genomen ; verfcheide omftandigbaden deswe^ens nader laten onderzoeken; en Kaarten en Bellekken van Sluizen, daartoe dienftig, doen maken; zonder dat daarin, .tot op dezen tyd^ets is gevolgd. Mogelyk beöogen die SchrywBrs met dit .Verhaal , het geen in de [aren 1627. & 1628. hierin al verder is verricht, en deswegens by Dykgraaf, Hoog-Heemtaden en Hoofd ■ Ingelanden van Rhyniand, in'de maanden February, May, Juny, & November 16291, volgens de daarvan bekend zynde Refolutien, verhandeld geworden; terwyl over ditituk van zo grote bedenKelykheid in .nog laater tyden , en wel in de jaren 1740. 1741. 1742. en vervolgens ; tot in den jare 1771. tevens met zeer ernftige Bedenkingen over het Bedyken van een gedeelte van de Haarlemer- Meer . (of Leydfche. Meer), met alle mogelyke oplettendheid en een geftadigen iever, is geraadpleegd geworden : Gelyk men dit alles in't breede kan nagaan uit de Refolutien, Misfiven, Wemorien, Confideratien, Berichten, en foortgelyke Stukken, welken ons worden medegedeeld in het uitmuntend en voor onsk en wel inzonderheid voor. onze Nakomelingen , zeer nuttig werk.  C H R O N, Y K. IV. Hoofdft 835 pp niets (immers, niet met enen goeden Ao. uidlag) fchynt te zyn gevolgd; als ook dat ,40^ het " werk; genaamd: De Nieuwe Nederlandfche Jaarboeken; en aldaar in den jare 1766. op bladz. 6l0, — 675. en blddz. n 90, —-- «214. m den jare ï 7Ó7. op bladz, 262. — 265. tf» den jare 1772. op bladz.,1097'—in den jare 1773. op bladz. 185.t—208. en bladz. 314. —322. /s ook bladz. 323-—348. en nog op bladz. —419. gelyk mede op bladz, 469. — 54*» en insgelyks op. bladz. 861.— 940. en laatstelyk in den jare 177*. op bladz. 194- — 298. en nog op bladz. 750. — 801. Terwyl , op den IC. van Wynmaand van het hier voorgemelde ja at 1771., door de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staatett van Holland en .Westfriesland, en de Wel-Edele Heeren Dykgraaf .en Hoog - Heemraaden van Rhynland; in welker handen Hun Ed. Gr. Mog» by derzelver Befluit van den S« van Bloeimaand des jaars 1766. het naaukeurig en bedaard onderzoek dezer van zo verren uitzigte zynde zaak hadden toevertrouwd , om vervolgens Hun Ed. Gr. Mog., als den SoUverein des Lands, deswema te dienen van hunne Confideratien en Advis } aan hoogsteemelde Hun Ed. Gr. Mog. (welken ook by vorige Misüven van den 17. van Oogstmaand 1770. reeds eenige Memarten en Confideratien van des kundige Luiden waren bezorgdj nog laatstelyk , behalven ook eenige andere tot verdsre opheldering, nodig zynde Stukken, werd gezonden de zeer merkwaardige Memorie van den Hooggeleerden HeereVioNYsws van de Wynpers-i se , Profesfor op de HoUandjche Hogefchool te Leyderti over deze zo gewigtige zaak aan Hunne Ed. Mog. &Wel-Edhdn. door.welgemelden Heer frofesfoï ter hand gefteld; met een bygevoegden Brief, ■waarin hooggemelde j ïeeren Gecommitteerde Raaden en Dykgraaf en Hook-Heemraaden vanRbynland . ondèr anderen , dit volgende fchry ven s Ho»  336 VADERLANDSCHE Ao. het geen daar toe, in veel later tyden, 1404. nogmaals is ondernomen, al mede van geene de minfte vrucht geweest is. Wan- Hoe feer wy ons nog niet in gereedheid voor als nog bevinden, om kier neevens U Ed. Groot Mog. te dienen van onfe Confideratien en Advis, foo vertrouwen wy, dat het egter aan U Edele Groot Mog. niet onaangenaam fal zyn, Van de voorfz. Memorien en Stukken voor af gedient te werden, en teffens wel zullen willen aggregeren , dat wy in een Saak vsn foo groot gewigt, en waar op foo veel bedenklykheden vallen, niet als na een Jcru.» puleus examen , en na foo veel moogelyk alles gepondereert en overuooogen te hebben , met velkoome kennisfe van Saake'n ons komen te termineereni waar toe wy egter , foo fpoedig doenlyk , en joo veel deefe omflaggelyke en allefints gewigtige faak fal Permitteeren, ons Jullen tragten te bequaamen, en aan U Ed. Groot Mog. ordres te voldoen. Op welk fchryven door Hun Ed. Gr. Mog. terftond is genomen dit Beftuir : Dat Copie van voorfz. Misfiye en" Bylagen zoude worden gegeven aan de Leden der Vergaderinge , en het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raden , mitsgaders van Dykgraaf en Hoogheemreden worden afgewagt. En, naardien dit Advis by Hun Ed. Gr. Mog, tot hier toe nog niet is ingekomen; maar als nog te geinoet wordt gezien; zo zyn de Raadplegingen daarover ook in der Staaten Vergadering dus verre opgefchort gebleeven. Inmiddels verlangt elk Vaderlandlievend Ingezeten, dat op deze zaaken eindelykeens een den Lande heilzaam en voordeeljg belluit moge worden genoomen, eer het kwaad nog meêr en meêr verërgere en geheel ongeneeslyk worde. Niet te min zyn 'er, geduurende deze opgefchortte Raadplegingen, nu en dan, hier en daar , eenige behoedmiddelen in't werk gefteld, ten einde (zo veel immer mogelyk is) voorzieninge te doen, dat het kwaad niet verder voortkruipe; tot de welken ooit (myns oordeels) mogen wor-  CHRONYK. IV. Hoofdft. 83? Wanneer nu in deze dagen de Landen /\0. van Holland en Zeeland zaten in het lief- l4o4. lyk worden 'gebragt de twee Keuren by Dykgraaf en Hoog. Heemraaden van Rhynland op den 3. van Wiedemaand des jaars 1775. en op den 7- van Wynmaand des jaars 1776. vastgefteld en atgeleezen; alzo by de eerfte derzelver welI ernftisdyk wordt verboden het Baggeren in de Groote Haerlemer- of Leydfche; als osk in de Spiering. Lutke- en Kaager ■ Meeren : en by de laatfte a.le nodige ordres worden gefteld Nopens het onderhouden der Aanbermingen langs de Werken van het Groote Haerlemer- of Leydfche ■ Meer: welke Keuren insgeryks worden gevonden in de voorgemelde Nieuwe Nederlandfche Jaarboeken van den jare 1775. bladz. 1350.— *35*- en van den jare ll76. bladz. 571- — 573. Wyders heeft de Stad Leyden altyd zich aan deze zaken zeer veel laten gelegen zyn; en wel inzonderheid aan het Bedyken van deze Leydfche, en daar naast aangelegene Meeren, welken aan die Stad in eigendom toebehooren , waarom dan ook op den 6. van Wynmaand des jaars 1632 ene zeer merkwaardige Refolutie by de Ed. Gr. Achtb. Heeren van de Vroedffbap der zelve Stad Leyden is genomen, ten einde deswegens niets te befluiten, dan met eenparige ftemmen; waarin echter, vervolgens in den jare 1740, eenige verandering is gevallen. Alvorens ik van dit ftuk afftappe, moet ik hier nog byvoegen, dat men vervolgens, na dat deze m den jare 1572. gemaakte Opening wederom was toegeftopt , aan de daartoe gediend hebbende Craft den naam van het Mal'.egat, om dat die uitkomst op den duur aan het heilzaam oogmerk niet beandwoordde, heeft gegeven, en daar op, naar den rymtrant van dien tyd , twee kleine vaersjes gemaakt, welken men zien mag op de hier boven aangetoge plaatfen van j. Orlers en A. Pars. Doch, by een Kaart, in 't jaar 1588., en dus maar zestien jaren , na dat dezelve was gegra. Ggg 3  838 VADERLANDSCHE Ao, lyk genot van een volle rust en aangenaame 1404. vrede, 't welk men, zo als ons uit de Ge=——fchiedboeken genoeg bekend is, in dien tyd zeer zeldzaam ontmoette ; zo werden dezeiven daarinwel draa geftoord door een ,zo voor den Staat als voor het Graaflyk Huis, fmertelyk toeval, aangezien Hertog M gegraven, uitgeseeven door Joh. van Deütfkow, wordt deze Graft genaamd de Nieuwe Vliet; fchoon echter aldaar in de Vliet zelve ftaat het woord: Mallegat. Ook wordt ze in de Keuven van Rhynland , gedrukt te 's Gravenhage in't jaar 1629. bladz. 67. genaamd: De nieuwe gegraven Waterlofmge tot Katwyck; welke Keure is de CCI.V. Keure in de Keuren ende Ordonnantiën van het Hooge • Heemraatfchap van Rhynlandt« gedrukt te Leyden in't jaar 1664. bladz. 410. gelyk ze ook dien naam nog heeft behouden in de Keuren van den 2. Maart 1650. en van den 5. Oftober 1662., te vinden in dat zelfde Keurboek; bladz. 411.—414. hoewel 'er in die twee laatstgémeldo Keuren wordt bygevoegd dit: genaemt het Mallegat. By deze gelegenheid mott ik hier, ontrent deze di ie opgemelde Keuren, nog aanmerken, dat dezeiven, waarfchynlyk, zyn te verftaan van die Waterlozing, welke loopt van de Steene - Brugge te Katwyk af tot aan het Duin toe ; en niet van die Graft, welke loopt van de gemelde Brugge af tot in den Rhyn. Deze eerstgemelde toch, gc< raamd het BovenmallegaS, zal Rhynland van de Graaflykheid van Holland gekoft hebben; maar de laatstgemelde, genaamd het Benedenmallegat, Joopt door Landen van byzondere Perfoonen, die hun. ne Landen gebruiken, kopen en verkopen, tot op den kant van het Benedenmallegat; naar hun welgevallen: immers, de voornoemde Keure van den 5. Oótober 1662. kan onmooglyk anders ver» ftaan worden, dan van het Bovenmallegat, dewyl de kanten van ket Bewdenmallegat nooit metSchü$tn worden belegd.  CHRON YK. IV. Hoofdft. 830 Alhrecht, welke deze Landen nu den tyd Ao, van zes-en-veertig jaren bad berecht (cj» 1404. oo den van deze zelfde Wintermaand, zynde Sinte Lucien-Dag, ™/™ fd^Z JÏZch? van vier-en-zeventig jaren, door den dood werd weggerukt; daar zeer vee len dit ver- yordt ^ lies srotelyks betreurden. Zyn lyk, geuai-gravtn femd zynde, werd, met grote eere en eenin den kostbaaïe en prachtige uitvaart, ter «arfeg^^ befteld in den Hage, en wel m * H^fte Vrouhapelle aan de noordzyde van het Hooge we; (0 Hy werd, in't begin van't jaar 1358.^ W mits de krankzinnigheid van zyn Broeder Hertog Willem den V., verkozen tot Ruwaard van den Lande; zie hier voren op bladz. 180. en, oP zyn verzoek, door.den Keizer, in't jaar ijfi., genoemd tót onmiddelyken Heer en Graaf; a,- bladz. 2H. doch nam eerst den titel van Groef aar int jaar 1377-, welken titel Hy nadethand , om zekere redenen. onverfchillig met dien van Ruwaard verwisfelde en gebruikte; op bladz. «S **)*»•f den jare 1389., hooggeuielde zyn Broeder ftitrt, en Hy denzelven, als wettig Heer en Graaf .opvolgde; op bladz 24a. zo dat Hy (gelyk J, VelSSf» 2 £ CirU ^ Holland ^ mtgegevendoorM. Z. vak Boxhorn bladz. 94. M. Vosbivs iXnal Holland. [jZeeland^ Lib. XIV. P"£$gj en M. vak Balen in de Befchryv. van Dordrecht B.IV. bladz. 755. zeer wel zeggen) eigen lyk , gedufende omtrent een-en-dertig jaren, alleen zyn Broeders Ruwaard ; Tutor; Voogd; ofJJ^! en -s Lands Aw.tawMrd.r; U geweest naardiende Edelen en Steden Hem, fchoon door den Keizer fot onmiddelyken Heer en Graaf benoemd, n et. als zodanig / gedurende het leven, van zyiB.ceder, hebben witien erkennen. Dus ta en d.e Schryvers mis, dewelken zeggen, dat Hy alleen negentien jaren, als Ruwaard, en den volgenden tyd als Graaf, zoude geregeerd hebben. Ggg 4  840 VADERLANDSCHE Ao. Altaar,- in die zelfde Grafltede , in welke 1404. zyne eetile Gemalinne begraven lag (d). 1 Dezes (d) Dezen tyd van 's Hertogen dood geven dus 2\J" Veldenaer> ^ zyn Vervolg van den vertaalden Fasciculus Temporum; fol. CCCVI. refto en m zyn Chronyk van Bolland, Rc. uite^even door M. Z. van Boxhobn; bladz. 99.- De onpe. noemde Scbryver de Vita R Rebus gestis Doml in Veteris Mvi AnaleÜis , Tom. VIII. aut Novea Jiditioms ln 4to. Tom. V. pag. 230. & 231. Surtrid. Petrus in Append. ad Joh. de Beha, foi. Til u'/A* ™" HouvE in'f iV- Deel van zyn Ms. Handvest Chronyk; 15. XIX. berustende oqder aen Heer Gr;ffier van Alphen. M. van Ba. Ien, 111 de Befchryv. van Dordrecht; B.IV. bladz ?r55'J' SE.Y0^SBaRGEN Clwnyk van Zeeland; D. ÏI. Hoofdft. XXVi. bl. 17*. als ook K. van Aj. *emade van de Munten der Hollandfche Graven; tol. 92. en J. de RrfiMHR Befchryv. van 's Graven*?£e' r ' 1- Hoofdft. V. fol. 269. en 270. Anderen ftellen zulks te zyn voorgevallen oP den vortgeii dag, re weeten: op den 12. van Wintermaand; als K. BtiRMAN in zyn Utrechtf. Jaarb. D. I. bl. 52. cn J VVagekaar in de Vadert. Hifior. D. hl. IA, „ij' 2B bJadz' 352* daar.toe bewogen door ïndeSr een>?-nven W°rdt^ alS te zvn ^breven onder een^ Privilegie van de Stad Haerlem, voor- ïr£ ,%by T?' Sc«REV^.us i„ de BefchryZg v™ Haerlem, h\. 246, en dus luiden de: HertoJo Mbrecht fiarf apjunte Lucien avont in't Jaer s Zr t f^ ' JAnder,en wederom geven dien fterf. dag op twee dagen later; te weeten: op den ,5 T?h yyyT^; 3,s; l' a LEyDIS in W .Kfr. ifarav. Lib. IX. Cap. XXI. pag. 1» M Vossrvs in Annal. Holland. £? Zeeland.Ub.XiVpaj' ^WW», D.i JU. pag. 6„ die echter naderhand des-  CHRONYK. IV. Hoofdft. 841 Dezes Hertogs eerite Gemalinne was ge- ^o.' naamd Margaretha van Bryge , Dochter' uo4. van Lodewyk, Hertog van Brieg , een Vor - ften. Genaamd Mar gare. , , , tha van deswegens van gedachten moet zyn veranderd; als blykt uit her door Hem geplaatfte aan t einde van het Derde Deel van Zyn Groot Charterboek. Terwyl nog al verder anderen dit fterfgeval {lellen op St. Paulus-Dag in den Winter; of weldon d«n 25. van Louwmaand, van dit jaar 1404. Stilo Curm; dat is : naar den Styl, of loop. van den Hove: (Deze dag toch werd, in de Roomsch-Cathoheke Kerk , gevierd ter gedachtenis d=r Bekeering van den Apostel Paulus: want, het geen ik ergens door een geleerd Man heb aangetekend gevonden, dat men door Paulus Dag hier ookkonde verftaan den 12. van Wintermaand, om dat die dag was toegewyd aan Paulus Episcopus; kan ik bezwaar'yk toeftemmen, naarditn ik zulks in enen. zeer ouden Ms. Calender der Feestdagen van de Catholyke Kerken in Holland, berustende onder den Heer Griffier vaw Alphen, niet vinde vermeld.") Onder deze laatften nu zyn: Die Oude Divijie - Chronyk van Holland, Rc. Divif. XXVI. Cap. LVItl. De Chronyk van Holland, met de vermeerderingen van W. van Gouthoeven; D. I. pag. 415- J- F- LE Petit Chroniq. de Hollande & Zelande; Tom. 1. Liv. III. fol. 520. A. Kemp Befchryv. der Stad Gorinckem; B V. bladz. 153. en Th. Velius in zyn Chron. van Hoorn; B. I. bl. 29. terwyl echter de kundige Beer Seb. Centen, in zyne Aantekenm. gen aldaar, het hier voren gemelde gevoelen van J. Reygersisergen omhelzende, daardoor ene by Th. Velius opgekomene zwarigheid wegneemt: in welke Aantekening (op dat ik dit hier ter loops waarfchouwe) aan't einde een grote drukfaut is ingeilopen, en voor't woord: maanden; zal moeten worden gefteld: weeken. Doch, welke ook de dag van dezes Hertogs overlyden moge zyn geweest; (fchoon ik voor my ftelle, dat deszeifs- dood is voorgevallen op Sinte Lucien-Dag; of den da^g Ggg 5  84a VADERLANDS CUE ^0 ftendorn gelegen in Neder Silezie ( ne kinderen geboren. Sommigen meenen,^^ dtt de Hertog voor deze zyne Gemalinne dewelke een treflyk Huis, in de nabuurfchap der Stad zyne kinHaerlem, heeft gebouwd het welke, naar^l= haaren naam, het Huis te Kleef :werd geheeten, h geble. enven. {],) T. Veldemaer in zyn Chronyk van Holland, Q£ uitgegeven door M. Z. van Boxhorn bladz. S. 'Op welken tyd van dit jaar de Hertog mee deze zvne tweedé Gemalinne in den echt werd verbonden, is my niet voorgekomen; doch, datzulks, of in den aanvang van dit ,aar; of andm in bet midden; moet zyn voorgevallen blykt uic het-Vftbond, 't welk 's Hertogen oudfte Zoon, Graaf Willm van Oostervant. oP den 7. ****** maand des zelfden jaars, heeft gefloten met hoog«melden Graaf Adolf van Kleef; alzo Hy , by ff Verton" den Grave van Kleef beloofde de Ivftocht wélke zyn Vader aan zyne Gemalinne feïri t van Klelf mogte hebben gemaakt van w£rde te zullen houden en bevestigen , en verder; indien de Hertog aan deze zyne Gemaunne JeeVe lyftocht mogte hebben gemaakt; alsdan na S Vaders overlyden, aan Haar eene lyftocht te jvicn vw-fav j inmiddels moet ik: nier Holland, enz. bladz. 387. ,foeö heeanen mismelden den-hier voren op W^^J^J,, flag, alwaar dit Huwelyk verteer^yk»^ te zyn gefchied tusfchen . den 16. van Slaciumaana en den ö. van Wintgrffla.an.d i39a«  846" VADERLANDSCHE Ao. en dat Zy, na ?s Hertogen dood, zich aldaar 1404. veeltyds zoude hebben opgehouden (t); ' doch, anderen zyn van gedachten, dat dé Het oorfprong van dit Huis veel ouder is; en dat KkeFteoïhendve aan die heldhaftige Vrouwe Aleidt voor Dochter van Diderik, Grave van Kleef, ea haar ge- eertyds Gemalinne van Diderik den yjj. bouwd Grave van Holland fT), zyne ftichting zoude onzeker zyn verfchuldjgd CO- Deze Vrouwe Graymne, van dewelke men vindt gemeld, dat Deze Zy ene zeer vroome en godsdienftige Vrouwe .SS«!,was' heeft §effichr het Klooster der Predikta van heeren, of'Dominicanen.; dewelken men ook Kltef wei Jacobynen noemt; en zulks ongetwyfltichthetfeld alléén uit enen godvruchtigen iever. derpZ Dk K]ooscer> toegewyd zynde aan St.Vindikhee. cefa-> .werd daarom eertyds ook wel genaamd ren in 'St. Fincents Klooster. Het zelve ftaat aan W. van GotJTHOivrN Helt , dat Vrouwe iu«.Lweta van Kleef dit Klooster hetft cefticht $faar ?397 ° & Byveegzelop.de Oude Chronykvan Holland, bladz 97- & »8- ^dbf T kundige Heer H. van Heussen fchynt te kennen L willen geven . dat Hertog Albrecht zelve die Klooster heeft begonnen aanteleggen; en dat na zvn dood, deze Vrouwe Gravmne zyne Weduwe hit zelve verder zoude hebben doen optimmeren-, tot welke gedachten, fchoon dezeiven by geenen anderen Schryver worden gevonden, wel aanieidine eeeft de Open Brief van Willem van der Does Abt van Ste. Maria's Klooster te Middelburg, van den derden van Grasmaand des jaars 1403-5 by ■ den welken de (lichting van dit Klooster wordt bevestigd ; het zelve tot een Convent aaneenoomen en raet de gewoone Voorrechten van de Predikhèeren der Orde vanSt.Dominicus begunftigd ; en weiken Brief men zien kan in Zyn Htstor. tptscopat. Fader. Belgii; Tom. I. pag- 609. waarby men nog voeae 't geen 'er gevonden wordt van dit Klooster;p'»g. 429. & 430. vtet dift, pag. 609.— 612. terwyl hy nog op pag. 609. aantekent, dat cit Klooster in eon oude Geographijcke Kaart van s Gravenbase mei den naam van het Vincente-Klooster ftaat bekend- Forte quia D. Vincentio dedicatum; Ferrerio eius Ordinis; an alttri Vincentio. Men voege hier by nog 't geen dezelve Scbryv.r heeft in zyn Batavia Sacra ; part. II. pag. 238. Doch , als men met dien Brief wederom vergelykt de twee Brieven van welgemelde Vrouwe Margareta van Kleef, welker eerfte is gegeven te Schoonhoven op dtn 9. van Lentemaand des jaars i4°4r naar den looP des Hofs van Holland: dat is: niiar ors gemeen fchryven 1405. en de andere in den Hage op den 20. van Bloeimaand van't jaar 1405., zo moet men daaruit beflmten.» dat Zy zelve dat Klooster heeft then  848 VADERLAND SC HE Ao. we' iets Jater; fchoon men zulks met geene I404. j'uiste zekerheid kan bepaalen. Aan deze —5—fchrandere en wakkere Gravinne Weduwe ÈtnTdr0eï> Hertog Willem de VI., die zynen Vaby'af- 'der wy'cn Hertog Albrecht in de regeerirjg weezig- Zyner Erflanden was opgevolgd, her beltier heid van der zaken in de Landen van Holland en Zee* ftSSori^- °P» tÖrwyl Hy zeive Kenoodzaakt was, Hertog zich in Henegouwen en Vlaanderen opte#?/Jm houden; als ook de Franfche zaken re bedtn VI, fchikken, en den oorlog tegen die van Luyk naamen^ VOereD en zu,ks verrichtte welgemelde op zynen Vrouwe Margareta van Kleef ook al verder last; met dat voor dien Hertog gewenscht gevolg, dat doen betimmeren; als ook, dat het zelve in de gemelde Bloeimaand nog niet geheel en al voltooid was : gelyk te zien is uit die Brieven , ons ook medegedeeld in dm. Histor. Episc. Fad. Belg. Tom. I. pag. 608. Onder andere zaken , welken de Kerk van dit Klooster eertyds beroemd maakten, was een Broederfchap ,. in 'dezelve opgericht ttr eere van den Heiligen Viticentius Ferrerius, etn Dominikaner Monnik, welke, misfchien, de Befcberm Heilig van, dit Klooster is geweest; gelyh wy ftraks uit H van HiasstN aantekenden: IJlt Breederfchap deed jaarlyks, op dtn eerften Zondag na Pa;:sfchen, een piegtigen Ommegang langs het Voorhout en derj Vyvtrberg ,\ in welk recht het zelve door Paus Clemens den VII. werd beeestigd: Gelyk men dit, en verfcheide andere zaken , deze Kerk en dit Klooster betreffende, vindt in't bretde aangetekend doo*- Mr. J. de Riemer in zyne iiejehryv. van 's Gravenhaee; D. I. Hoofdft. VII. blad?. 3^4. & voig, (n) Zie VisiJ. Emmivs Rer. Frific. Histor. Lib. XVII pag. 243. eu J. Wauenajir Vaderl. Histor. O. lil. B. XI. J. xxxi. bl. 397. en ook aldaar not. (3).  CHRONYK. IV. Hoofdft. 849 dat dc Vrede, welke op den eerften van Wyn- ^oï maand des jaars 1401. tusfchen wylen Her- tog Albrecht en de Oostfriezen was geflo-— * ten (0), nog vier jaren werd verlengd, zo dat ten wederzyden een vrye n koophandel Met veel zoude plaats hebben; en alle ftraffen- en wra-beleid en ke over voorledene verongetykingen biyvenj^jjg. verboden CpJ- met welk Verbond aan dezenzelven. Hertog Willem door zyne Styfmoeder geen geringe dienst werd bewezen: Doch, hoewel dus wederzyds alle vyandlykheden werden geftaakt; en dies alle vreeze voor enige onaangenaame ontmoetingen uit de harten der wederzydfche Ingezetenen behoorden gehee! en al te zyn verbannen; zo konde dit echter niet zo veel uitwerken 4>p de gemoederen der Friezen, dat zy niet in ene geduurige vreeze waren voor de Hollanders, aangezien dezeiven de Stad Staveren nog in hunne magti én daardoor altyd een vryen ingang iri Friesland hadden : inmiddels. vindt men nergens , dat ' er; geduurende het beftier vaii deze vreedzame Vrouwe, alhier enigen verderen oorlog gevoerd is i of enige andere byzonder gedenkwaardige zaken gefchied zyn. Eindelyk eindigde ook deze deftige en brave Zyfterft; Vrouwe Margareta van Kleef in den Hagesn wordt hare levensdagen in den jare 1412.; den juis-Jjg"""8» ten dag van dit fterfgeval, my nergens zynde Kerk vaJi voorat Kioos* (0) ivien zie van dezen Vréde hier vorèn bladz. 5l(a) Vbb?Emmivs in Rer.Frific. Htft.lAb. xvij.pag. 243. & 244. vt & pag. 253. & 256. en uit dezen P. Scrivebius dè Graven vanH«lhni\ biadï. 387; Hhh  ö|o VADERLANDSCHE Ao. voorgekomen , kan ik dies niet bepaalcns 1404. *,aar Jyk werd> volgens hare begeerte, al- trTirtn* in d? Kerk Va" dk door Haarge(richte Predl Klonter begraven,aan de noordzyde van bet *«r»»inHooSe Altaar, m ene Tombe, dewelke, den/Za- zeer herlyk en konstiglyk gewrocht, aldaar in ge. vorige dagen gezien werd Kinde- . WYlen Hertog Albrecht, hoogl.géd., had ren van tilt zyne eerfte Echtgenote, zo als wy hier wylea voren (V) zagen, gewonnen zeven Kinderen; Albrecht * wete": dlie Zopnen, en vier Dochteren. uit zyn Pe oudlle z°on Willem, geboren in't jaar eerfte 1365 f», was, by 'c leven vim zyn Heer Vahuwelyk dér, reeds Graaf van Oostervant, van wien Vrouwe fy !" dej* oaze Chronyk ook dikmaals geMwga- iproken hébben (t); en dewelke in't jaar t&S< reu van gehuwd was met Margareta, Dochter van s' Phi. (?) Fafckulüs Temporum, vertaald en vervoled door J. Veldenaar; fol. CCCVI. refto ; en no2 denzelfden J. Veldenaar in zyn Chron. van Hot land, enz. bladz. 99. Die Oude Dtvifie - Chron. van Holland; Divif. xxvj. Hoofdft. xxxj. W van Gouthoeven in zyn Byvocgzel op de Oude Chronyk &eigic. Lib; XXXI. cap. xxxvii. pag. 3cs. De Scbryver van bet Oude Goutjche Chronycxken, bl 115. P. ScrIverius de Graven van Holland' bladz 38i. & 387. en J.OERiEMERinzyneSSt: van s Gravenhage; D. I. Hoofdft. VII. bladz. W> (0 Hier voren op bladz. 842. * (O Zie bier voren op bladz. 205. 0) Ais te zien is hier voren op bladz. 220 S75' s? o243-245* 246- «se». 252.2S;:  CHRONYK. IV. Hoofdft. 851 Philips, Hertog van Bourgondien (jO, De- Ao. ze nu werd zyn's Vaders Opvolger in de re- 1404. géering dezer Landen: gelyk wy zulks zo- " ftraks (?;) terloops gemeld hebben. Zynen tweeden Zoon Albrecht, genaamd naar zynen Vader , viel te beurt het Hertogdom Straubinge»,gelegen in Neder-Beyeren (w). Deze jonge Vorst was van een fchoone en ryzige geltalte en by uitneemendheid zachtzinnig en goedaartig: Hy is nog voor zyn Heer Vader overleden, zonder Kinderen natelaten, want Hy is nooit gehuwd geweest: en men heeft zyn Lyk ter aarde befteld in't midden van het Choor der Kerke van het Klooster der Karme- fti) Zie hier voren op bladz. 334. Cv) Ziehier voren op bladz. 848. en 811.not. (f). (je) Beyeren is een zeer groot Landfchap en keurvorftendom in Duitschland, en wordt, ver» deeld in Opper- en Neder - Beyeren ; onder welks hiagtigen Vorst en Heer, die in rang is de tweede Keurvorst des H. Roomfchen Ryks, mede gehooren de Opper-Paltz; het Landgraaffcbap Lüchtenlerg; de Graaffchappen Ckam, en Haag; als ook ds Heerlykheden Wiefenjleig en Mindelheim. Dé Stad Straubïngen, gelegen in Neder - Beyeren aan dén Donauy'm ene zeer vruchtbaare Landsdouwe; tusfchen de Steden Pajjau en Regensburg; is, ,een zeer fchoone Stad, voorzien met een fraaije Brug over die rivier leggende j en ook met een nette Kapittel - en een Parochie - Kerk , aan St. Jacob en St. Triburtius toegewyd. Men vindt aldaar insgelykseen Karmeliter-Klooster, en in deszelfs Kerk de Tombe van dezen Hertog Albrecht van Beyertri tot Straubingen. In deze onze dagen is aldaar een Keurvorstlyke Regeering , of Rentambt,. tot dewelke vier-en-twintig Land- of Pleeg• GerlChten behooren; , Hhh !»  85& VADERLANDSCÏIE Karmeliter 'Monniken te Straubingen (x), I404. Zyn j°n8^e Zoon, met naarae Ja»?, werd ———in't jaar 1391., geordend zynde als OnderDiaken Qy), verkozen tot Bisfchop van Luik (2), en in't jaar 1394. door zyn Heer Vader benoemd tot Heer van het geheele Land van Voorne met den Br iel, en alle de Dorpen , Heerlykheden, rechten, renten, en alles wat daar toe behoort (a~), welke gifte in't jaar 1403. door dezen zynen Vader nog nader wordt bevestigd (b); ook is Hy, zynen Broeder Albrecht overleden zijnde, denzelven in het Hertogdom Straubingen opgevolgd, 't welk Hy door zynen Stadhouder, vermits Hy, als verkozen Bisfchop van Luik, in dat Hertogdom altyd niet kpnde vertoeven, heeft beftierd (c); men heeft ook in deze onze Chronyk al nu en dan van dezen Heer Jan van Beyeren gewag gemaakt (rf). Van wylen's Hertogen Albrechts Dochteren werd Catbarina, nog jong zynde , in't jaar 1362. verloofd aan Eduard, Hertog van Gelderland (e); welke, dit zyn huwer (*) Anbr, Presbyter in Chron. Bavar. fol. 03» en J. Trithemivs in Chron. HirJangienJ.Tom. LUfol. 323. (j) Zie denzelfden Trithemivs op de aangetogen plaats. (2) Zie hier voren bladz. 244. la) Zie ook hier voren bladz. 274. (b) Als mede bladz 6(54. (c) Andr. Presbyter in Chronic. Bavar. fol. 93J (d) Zie hier voren op bladz. 252. 358.370.441. 450. 485. 635.- 669.717- 74i- 79o. 813. en elders. (e) Zie hier voren op bladz. 199.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 853 huwelyk in'c jaar 1371. voltrokken zynde; A0; en Hy zich op de reize na Holland begeven 1404. hebbende, om het byleger te houden; op het verneemen, dat de Brabanders m Gulikkerland waren gevallen, dit zyn voorneemen op(chortte,om bier in den Hertog IVtU hm van Gulik, zynen Schoonbroeder en Nabuur, ter hulpe te komen ; te meêr, daar Hy vreesde, dat,indien het den Brabanders gelukte vsxïdeGulikkers te verdaan, zy dan zouden trachten in Gelderland te dringen ;en daarom ten fpoedigften zich met zyn Krygsvolk by den Hertog van Gulik voegde, met dien gewenschtenuitflag, datHy, op den 22. van Oogstmaand van dat zelfde jaar 1371-» den-gemelden Hertog van Gulik verloste en ene volkomene overwinning op de Brabanders behaalde; waarna Hem, door dien (lag zeer vermoeid en verhit zynde; en zich op een {teen, om wat te rusten, nedergezet, en, om wat koelte te krygen, zynen helmct afgenomen hebbende ; op ene verraderlyke wyze door eenen zyner bedienden jonkheer Herman Beer van Heze, met een yzeren bout een zo zwaaren flag op het ontblootte hoofd werd toegebragt, datHy, op den tweeden dag daarna, aan die ontvangene wonde zyn 'leven verloor : welk fmertelyk toeval deze Vrouwe Catharina, dewelke daardoor, bykans in een zelfden .tydftip, Maagd, Bruid, én Weduwe is geweest, in ene bittere droefheid ftortede. Men vindc aangetekend, dat Jonkheer Herman door wraakzucht tot dit verfoeilyk (luk zoude zyn vervoerd geworden, om dat deze Hertog Eduard des JonkHhh 3 heers  854 VADERLANDSCHE heers Hermans zeer fchone Vrouwe zoude hebben verleid en dus misbruikt (ƒ). Ma*4°4- derhand , en wel ontrent het midden van het volgende jaar, werd deze bedrukte Vorftin* ne , dus ongerepte Weduwe van wylen Hertog Eduard van Gelder, wederom ten huwelyk' beloofd aan den oudften Zoon van voorgèmelden Hertog Willem van Gulik, mede Willem genaamd, wien Keizer Karei de IV, verlydde met het Hertogdom Gelderland eri GraaffchapZw^fo/z; en met wien Zy dan ook in't jaar 1377., na dat Paus Gregorius de XI., die toen op den Apostolifchen of Roomfchen Stoel zat, daartoe zyne toeftemming had verleend , in den echt verbonden werd (g), Deze (■ƒ) Van dit verraderlyk ombrengen van Hertog Eduard van Gelder mag men zien het aangetekenr de hier voren op bladz. 215. Van dezen bloedigeh Veldflag en alle de hier kortelyk verhaalde omftandigheden kan men nazien Annal. Novefienfi apud Martene in CollcH. Nova. Tom. IV. pag. 590, Joank. a Ley is in Chronic. Belgic. Lib. XXXI. cap. xxi'. pag. 295. J. pe Froissar.) Hist.R Chron. Vol. III. fol. 55. P. Divzevs Rer. Brabant. Lib. XV. pag, 182. & feqq. C Butkens Trophées de Brabant Tom. I, fol- 489- & feqq. Corn. Zantiliet Chron. apud Martene in Cil'leél. Nov.Tom. V. pag. 296. & feqq. W. Teschemacher Annal. Cliv. Part- IU pag. 399. Herm. Cormervs in Chronic. apud Eccarovm in.Script. Rer. German. Tom. II. pag, 1120. J. Pontanus in zyn Gelderf-Gefchied. D. IL bladz. 146. —148. Mart. Zeilfri Epist.Tom.lt, pag. 227. '& M- Vossivs in Annal. Holland. £fc. Lib. XI. pag. 368- & 39- (g) Zie hier voren op bladz. 216. en 225. als ook Joanh, a Leïdis; P. Diwevs; C. Butkens; ' i" ' . ' " M,  CHRONYK. IV. Hoofdft. 855 Deze zeer deugdzame Vrouwe ftierf kinder- M* loos op den 10. van Slachtmaand van het 1404^ jaar 1400. en werd niet lang daarna gevolgd door haren hooggemelden Gemaal, Widem Hertog van Gelderland en Gulik; en Graaf vxnZutphen ; dewelke overleed op den 16, van Sprokkelmaand van het jaar 1402., nadat Hy, met veel roem, zyne Landen had geregeerd, en zich altyd een dapper Oorlogsheld betoond. En zyn deze beide Echtgenoten vervolgens naast den anderen begra* ven in't Klooster te Munnkhaufen, gelegen in de nabyheid der Stad Arnheui {h) . Ene andere Dochter van wylen Hertog Albrecht, genaamd Margareta, werd, op den achttien dag na Paasfchen van't jaar 1385.; dat was: Dingsdag den 11. April; ten wyve gegeven aan W van Bourgondien, Graaf van vers, Zoon van Philips wan Frattkryk, Hertog van Bourgondien: en wel-op denzelfden dag, op den welken haar oudfte broeder/*U lem, Graaf van Oostervant, trouwde met Margareta, Dochter van den hooggemelden Hertog Philips van Bourgondien ij): Deze Van van Bourgondien, die in het Jaar 1404; ?ynen Vader in dit Hertogdom opvolgde, M- Vossivs; en enigen der andere Schryvers; door my in de vorige Aantekening'/) bygebragt, op de aldaar aangetogen plaatfe.n. (U) Magnum Chronicon Betgicum apud j. 1 isto. rivm RerMerm. Scriptor. FeLTomAU. pag m. 35 • & W. Tkschehmacher m Annal. Lliv- Juüce, CJt- T%)lZph£™en op bladz. B34-é& bladz.85o., Hhh 4  «56 VADERLANDSCHE Ao. voerde met veel dapperheids het Leger aan te. gen de Turken, en wordt by de Gefchiedfchryvers met den naam van den Onverfaagden vereerd (T): Verder dient hier nog 'kortelyk verhaald, dat deze beide gemelde Huwelyken met zeer grote pracht en praal werden gevierd te Kamerik, en aldaar in de Cathedrale Kerk van onze Lieve Frouwe ingezegend door den Bisfchop van Kamerik, den Hoogeerwaarden Heere Johan Serclais; terwyl het Bruiloftsfeest werd bygewoond door Karei den VI., Koning van Frankryk; den Hertog van Bourgondien ; den Hertog van Beyeren; den Hertog van Bourbon; den Hertog van Berry; den Graaf van Valois; den Hertog van Bar; den Hertog van Lotharingen; den Graaf van Montpenfier; den Hertog van Brabant; den Hertog van Trimou* ville; den Graaf van Alencon ; den Graaf van Tweebruggen ; den Hertog van Bretagne; den Hertog van Lunenburg; den Prins Albrecht van Oostenryk; den Graaf van Glertnont; den Graaf van Guije; den Graaf van Brienne; den Graaf van Blois; de beide Graven Willem en Jan van Namen; den Burg-, graaf van Beauvaix ; den Burggraaf van Meaux; den Burggraaf van Rohan; en nog een zeer groot aantal van veele andere magtige en beroemde Heeren ; zulks 'er in geen vyfhonderd jaren herwaards een zo heerlyken dag, noch te Kamerik qpch elders, zoude zyn gevierd, w^?'8Swverio8. de Qwen van ffvllanf, &c.  CHRONYK. IK Hoofdft. 857 vierd geweest. Alléén de twee Bruidegoms ^o. en de twee Bruiden hadden de eer, van met I404> den Franfchen Monarch aan dezelfde tafel te fcyren: en alle de overige Heeren, Hertogen, Prinfen, Graven en de andere aanzienlyke Heeren , werden aan andere Tafels op het kostbaarfte onthaald: Dit Feest geduurde acht geheele dagen aan malkander; en men bragt vervolgens nog acht gelyke dagen door met het houden van Steekfpelen en meerder andere Ridderlyke oefeningen, alvorens een ïegelyk der Gasten van daar na zyn Huis terug toog. Het is geheel buiten het oogmerk dezer Chronyk, alles in't breede te verhalen. ■ Dit alléén moet ik hier nog by voegen , dat 'er, behalven de zeer grote menigte Ridders*, Edellieden , en andere Heeren uit Henegouwen, Holland, Brabant, en Frankryk, die zich in't gevolg van hunne Vorften by dit zo luifterryk Feest te Kamerik tegenwoordig bevonden; nog wel meerder dan drie-duizend Ridders, Edellieden, en andere aanzienlyke Heeren uit Buitschland, Engeland, en andere omleggende en nabuurigé Ryken, Staaten, Vorftendommen, en Landen , derwaards waren toegevloeid, zo dat alle de Huizen, Herbergen, Schuuren, Kelders,en Stallingen,niet alleen in de Stad; maar zelfs in de nabygeleegene Gebuurten, Gehuchten, en Dorpen, als opgepropt waren met menfchen,' paarden; en al wat daar toe behoorde, en ter bezorging gevorderd mogte worden. Q). Dit zy hier B van (h Di« meerder begeert te weeten 'van deze v * Huwe- Hhh 5  858 VAD ER LAND SC HE Ao. van die ovcrheerlyke Huwelyksfeest reeds 1404. genoeg gemeld. Inmiddels mag ik niet met fhïzwygen voorbygaan, dat uit dit Huwelyk is geboren Philips, Hertog van Bourgondien, bygenaamd den Grooten, welke zynen Heer Vader, nadat deze, op ene allerverraderlykile wyze, in tegenwoordigheid van den Dauphin van Frankryk, en op deszelfs gegeven bevel, tegen alle met de dierbaarfte eeden bevestigde beloften, op bet KasteeJ van Monter eau, door handen van den Heer Taneguy du Cbastel, Pro* voost van Parys, éénen der grootfte Vertrouwelingen van den Dauphin, in den jare 1419. met een oorlogsbyl in't aangezigt een zeer zwaare wonde ontvangende cu zich tegen dien willende verweeren; terftond door de overige faamgezwooren Vrienden van den Daur Kuweiyken, zie Lois Gollut dans fes Memoires des Bourgongnons, &c Liv. IX. Chap. II. M. Voesivs in Annal. Holland. Rc. Lib. XII. pag. 397. & 398. als ook 't geen uit Trithemivs & Meyervs bybrengt P. Scriverius de Graven van Holland. Rc. bladz. 380, en 381. W. van Gouthoévew ir Zyn Byvoegzel op de Oude Chronyk van Hollands D. L pag. 415. Ferr. Locrivs in Chronic. Belgic. Tom. 111. pag. 483. en andere Schryvers; terwyl ik hier nog enige byzonderheden heb geme ld uit een Oud Handfchrift, berustende onder den Heere G> iffiei van Alphen ; en hebbende dit Opfchrift: Omftandigh Verhael van dat Houwelyck van die twee Kinderen van FUlips Hartogh van Bourgenjen, ende van die groote Perfoonadien ende viachtighe Heeren, die welcke aldaer teghenwoordieh fijn gheweest, a '1  CHRONYK. IV. Hoofdft. 859 Dauphin was vermoord geworden (*»); op- Aö, volgde in bet Hertogdom van Bourgondien, I404, en naderhand ook werd Graaf van Hencgou- « wen - van Holland; van Zeeland; en Heer van Friesland : Dus dit Huwelyk den grondflag heeft gelegd tot die grote magt en dat luifterryk aanzien, waartoe het Huis van Bourgondien» en wederom na het zelve het Huis van Omtenryk, in volgende dagen, zyn gefteegen in deze, thans van allen Vorstlyk juk en overheerfchend Graaflyk gezag verloste, en tot op dit tydftip toe (God lof!) nog Vrye, Nederlanden (»)'• Van deze doorluchtige Prinfesfenu aftoppende, zullen wy thans overgaan tot ene korte befchcuwing van het lot deitwee andere Dochters van wylen Hertog AU brecht. Ene derde Dochter van dezen Hertog, genaamd Johanna, werd int jaar 137Q. Gemalinne van IVenceslaus den VI, Koning van Bohemen, die ook, na den dood van zyn Vader Keizer Karei den IV., den RoomscbKeizsrlyken troon in't jaar 137Ü. beklom; doch , (m) Men zie van dezenaffchuwelyken moord, door den Dauphin van Frankryk aan den braven Hertog Jan van Bourgondien gepleegd ; die Oude Divike Chronyk van Holland, Rc. Divif. XXVIII. Hoofdft. X. fol. 292. Feue. Locrivs in Qnromc. Bclgic. Tom. III. pag- 500- & 5°i. a,s mede Lors Gollot dans fes Memoires des Bourgor.gnons, Rc. Livr X. Cbap. XLVHI. alwaar men dit zo fchandelvk geCrnee !de Verraad , waarvan de Dauphin de aanlegger was, in alle zyne omstandigheden breedvoeriglyk vindt verhaald. (n) Magnum Chronic. Belgic. apud J. Pistori* VM Rer, Germ. Vet. Script. Tom. III,pag. ra. 351.  85o VAD Eli LA ND SC HE Ao. óocn» door zyn zeer flecht gedrag zich die hooge 1404. waardigheid onwaardig makende, naardien Hy ~ zich in een aanhoudend ontuchtig leven en verregaande geduurige dronkenfchap verliep en de zaken Van het Keizerryk allezins verwaarloosde; in het jaar 1400 door alle de verëenigde Keurvorfren des Roomfchen Ryks, te Frankfort te faamen vergaderd, by een één pang Befluit, als een tot de KeizerlykeRegeeringgeheel onbekwaam Mensch; van het Keizerdom werd afgezet. Deze ongelukkige Vorllin is, zonder kinderen natelaten, overleden (/>). Verder is wylen dezes Hertogs Albrechts vierde Dochter mede genaamd Johanna, doch van anderen Ida, geworden de Echtgenote van Albrecht den* IV., Hertog van Oostenryk (p); bygenaamd den Geduldigen , geboren in't jaar 1377.; Zy verloor dezen haren Gemaal in't jaar 1404., wanneer Hy in't beleg voor Znaim , een Stad (e) Het zelfde ChroniconMagnum op de aangetogen plaa^en ook pag. 356 alwaar men de ongelukkige •wyze van de dood dezerVorftinne vermeld vindt.Ook mag men van dezen Boheemfchen Koning en Roomfch, Keizer, onder anderen, zien T. L. Gottfried. Histor. Kronyck, D.IJ. R. VI. pag.,1272 1276. (p) Dat .zelfde Chronicon ter zelfder plaatfe. Andr. Presby-tr in Chronic. Bavar. fol. 93. P, Scriverius de Graaven van Heiland; pag. 379. & 388. Men zie nog van deze zeven Kinderen, bcv hal ven de .aangeronen Gefchiedfchryvers, de Oude Chronyk van Holland, uitgegeven door W. van Gogthoeven, D. I. bladz. 397. J. Veldenaar in zyn Chronyk van Holland, enz, bladz. 95. en J. Wagenaar in zyn Vadert, Histor. D. III. B. XI. S, xxj. biadz. 353.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 86l Stad in Moravien gelegen, fneuvelde (#); na ^0. dat Zy Hem had gebaard enen Zoon Albrecht j * den V., Hertog van Oostenryk, welke , zich —. —' in den echt begeven hebbende met Elizaheth, Erfdochter van den Keizer Sigismond, terftond, na het overlyden van dezen zynen Schoonvader, de troonen van Hongaryen en Bohemen bekwam, en op den eerften dag des jaars 1438. tot Koning van het eerstgemelde; en op den 6. van Bloeimaand daaraan tot Koning van het laatstgemelde Ryk gekroond werd; waarna Hy ook op den 30. van die zelfde maand, met éénparige Hemmen der gefaamlyke Keurvorften des H. RoomfchenRyks is verkoren tot Roomsch- Koning, en, onder den naam van Albrecht den II., den Keizerlyken troon heeft beklommen; welken Hy echter niet lang bezat, naardien Hy, door het overmatig eeten van meloenen de Roode Loop bekomen hebbende, aan die hevige ziekte, of (zo andere zeggen) door vergif, op den 27. van Wynmaand des jaars 1439. ltierf (/)'. Hy liet, by zyn overlyden, achter, behalven twee Dochters, ene zwangere Weduwe, uit dewelke in't begin van het jaar 1440. werd geboren een Zoon, ge* (?) Andr. Presbyter in Chronic. Bavar. fol. 03. (r) Mn. Sylvivs in Histor, Bohem. Cap. LV. & LV1. Magnum Chron. Belg. apud j. Pistorivm Rer. Germ. Stript. Vet. Tom. III. pag. m. 409, Die Oude Divifie Chronyk van Holland; Divif. XXVII. pag. 287. en W. van Gouthoeven , pag. 433. en J. L. Gott-Ried Histor. Kronyek, D. II. B. VI. pag. 1331. & 1333.  862 VADERLANDSCHE ^0 genaamd Ladislaus^ en ook wel bygenaamd 1404. Postumus -als na. zyns Vaders dood ter wae- _ reld gekomen,- dewelke, maar vier maanden oud zynde, werd gekroond tot Koning van Eongaryen ; en naderhand in't jaar 1454. ook tot Koning van Bobemen: Deze bereikte flecbts den ouderdom van achtien, of (zo anderen willen) acht - en - twintig jaaren < en fticrf kinderloos Q). Natuur- Behalven deze gemelde zeven wettige Kin- nen van deren' heeft WyIen onze He»Pg Albrecht wylen nog nagelaten twee (?) Natuurlyke Zoonen; Hertog wel» Albrecht, (f) Men zie de Oude Divifie - Chronyk; en W. van Gouthoeven ; als ook J. L. Gottfried op 'de zo even aangetogen plaatien. ft) Immers ik vïnde nergens met naamen ver; meld meerder, dan twee, Natuurlyke Zoonen, door • Hertog Albrecht nagelaten : Dezen tcch worden genoemd in die Oude Divifie.Chr&nyk van Rolland; Divif. XXVI. Cap. LVIII. pag. 270. en door Wi van Gouthoeven Chronyk van Holland j D. h pag. 415. ookby Joann. a Leydis in Chronic. Bei. gic. Lib. XXXI. Cap. LX1V. pag. 323. en M; Vossivs ln Annal. Holland. & Zeeland. Lib.XIV. In fin. te weten: Adriaan, welken Vossivs noemt Anoud; en Willem; fchoon echter de gemelde Joann. a Letdis in diü. Chrön. Lib. XXXII; Cap. XXVIII. pag. 364. fchryft, dat Hertog Wil. lem de VI. veele Natuurlyke Broeders, door wylen zynen Vader Hertog Albrecht geteeld,had; welken dus fchvnt te hebben gevolgd J. Wa oenaar in zyn Vadert. Histor. D. HL B. XI. f. xxj. bladz. 353. fchryvende; dat Hertog Albrecht nog veifcheiden natuurlyke zonen beeft nagelaten^ Echter heb. ben die beide Gf fchicdfchryvers geener anderen naamen aan ons opgegeven, dan alleen van Adri. tan en Willem. Dies men byna mag twyielen, of *«r  CHRONYK. IV. Hoofdft, 863 welke genaamd waren Willem en Adriaan*, Aoi én Tzo als Jonkheér Matthys van der j404# Houve («) zege) Ex joluto & foluta nam dat is: Wt twee vrye ongetroude perfoonen oeboren. Ik oordeele het derhalven niet onwaarfchynlyk , dat Hy deze beide Zoonen heeft geteeld by Jonkvrouwe Aleid van Poelveest, Dochter van Heer Jan van Poelgeest, zynen Schildknaap; welke Hy, na het overIvden van zyne eerfte Gemalinne, tot zich nam 'er wel meerder, dan deze twee, zyn geweest} ook weete ik niet, dat ergens elders in de Gefchiedboeken van dezes Hertogs andere Natuurlyke Zoonen wordt gewag gemaakt. Want, wat er gevonden wordt by den Heer van Heussen in Histor. Episcop. VltraieB. Tom. I. pag. ó-io. en in de Oudbed. en Ge/licht, van Delfland; bladz. 386* van Lodewyk , den basterdzoon, van Hertog Albrecht van Beyeren, Ridder, Heer van Vlisfingen en Scandener, een groot Weldoener van het Klooster van Sti Fincent in den Hage; (van welk Klooster men zien kan het hier voren op bladz.846-848. en ook aldaar ia de Note (rn) aangetekende) is een loutere misdag; insgelyks geheel aanlopende tegen het gene die Schryver zelfs had gezegd in de zo even aangehaalde Oudhed. en Gèjïicht. van Delfland op bladz. 370., alwaar deze Heer Lodewyk wordt genoemd de bastaerd van Hertog Willem VI. Gelyk dan mede zulks een loutere misflag te zyn ten duidelykften wordt aangetoond door Mr. J. de Riemer in zyne.Befchryv. van VGravenbige, D.I. Hoofdft. VII. bladz. 37e. in Not. (m); die ook aldaar zegt; dat Hertog Albrecht buiten zyne wettige kinderen maar twee bastaardzoonen heeft nagelaaten ; te weten, PVillem en Arnoli. Van zyne nagelatene bajtaard. dochter zullen wy ftraks nader fpreeken. (a) Ms. Handvest ■ Chronyk, D.1V. B. XIII. be. lustende onder den Heere Griffier va» Alphen.  864 VADERLAND SCHE Ao> nam en als zyne Byzitte gebruikte £vj. Zy J404. was ene zeer fchoone; doch tevens zeer wulp-* (v) Het zy echter verre van my, zulks, dat deze Aleld van Poelgeest zoude geweest zyn de Moeder dezer beide Natuurlyke Zoonen, voor ene zekere waarheid uit te venten; en dat wel des te minder; aangezien W. van Gouthoeven in zyn Byvoegzel op de Oude Chronyk van Holland, D.I. bladz. 201. Sim. van Leeuwen in Batav. Illuftr. D. 1. Hoofdft, XII. bl. 1077. en uit dezen ook D. Burger van Schocrel in zyn Chronyk van Schagen op bladz. 55., aantekenen; dat Willem, de Natuurlyke Zoon van Hertog Albrecht van Beyeren, was gewonnen by Maria van Bronkhorst: (De Schryver der Hedend. Histor. of Tegenw. Staat van allé Volken, D. XVTIL zynde 't Vervolg van dien van Holland ; Hoofdft. X. bl. 435. zegt: Maria of Gysberta^ van Bronkhorst: en M. Brouerius van Niöek in zyn Kabinet der Nedetl. Oudhed. D. li bladz. ióS. verkiest hier Gysbexta.') hoewel zy zulks ook zeggen, Zonder eenigbewys; noch melden , wie deze Jonkvrouwe Maria van Bronkhorst (of wel anders Gysberta van Bronkhorst) geweest zy. Of zy geweest zy ene Dochter van Ggsbrecht van Bronkhorst, die in't jaar 1350. in Holland kwam ten dienfte van Hertog Albrecht van Beyeren , en ten wy ve had Joanna van Voorn, Dochter ' van Jan, Heer van Voorne; of wel liever een Zoons Dochter van dien Heer Gysbrecbt, wiens Zoons Zoon Jacob van Bronkhorst, Jacobs Zoon, was getrouwd aan Magteld van der Made, Jans Dochter, dewelke inden jare 1446. nog in leven was; zo ais dit een en ander van deze twee gemelde Heeren Gysbrecht en zyn Kleinzoon Jacob van Bronkhorst aantekent Sim., vak Leeuwen Batav. Jllustr. D. I. Hoofdft. XII. bladz. 892. — 804. Of wel ene Dochter van enen anderen Heer, gefproten uit dit zelfdu Huis , waarvan ons uit de Gelderfche Gefckiédenisjen van Pontanus een Geflachtrtgister wordt medegedeeld door F. Halma in zyn Toneel dit.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 865 wutyiche Vrouwe; en , om dat Hertog Al- Ao. brecht op haar verliefd was, trotsch en onver- 1404. draag» " der Verëen. Nederland. D. 1. pa?. 175.. alwaar ik echter, zo min a's by Sim. van Leeuwen, geene Jonk vrouwe Maria van Bro fikkot st (noch ook Gysberta van Bronkhorst)gemeld vinde. Doch, in de Geflachtl/st van ditzelfde Huis, voorkomende in de Gelderfche Gefchtedenisfen van A. van Such», tenhorst, B. I. bl. 91.'en 92. ontmoet my Gys* betta,ate Dochter van Gysbert den Derden, en Zuster van Willemen Otto; met by voeging, dat Zydoor die beide Broeders by Verdrag van't jaar 14.17. van de heerlykegoederenis uitgefloten: het geen dan Brouk. -mus vanNidek meent te zyngefchied, om dat zy geftoord waren over die boeladie van hunne Zuster metHertog Albrecht :Doch, hoe zeer fommigen mogten meenen zulks wel enisen fchyn van waarheid te konnen hebben.zo levert dit by my echter geen zeeker bewys uit, te meerder, daar ik in die zelfde Gedacht-, lyst vinde, dat de Vader en Oom van deze Broeders in hetjaar 1399.een gelyk Verdrag hebben aangegaan, by't welk dezen a-Is toen ook hunne Zuster Catharina ; petrouwd met Heer Hendrik , den 1'aatften uit het Huis van Wisch, van de heerlyke goederen hebben uitgefloten. Ook is het naaulyks te geloven, dat die Edelen in ons Vaderland alstoen ontrent dit punt zo teder zullen hebben gedacht, dat zy den luister van hunne aanzienlyke Gedachten zoudon gemeend hebben daardoor te zynontëerd, om dat ééns hunner Zusters met den Landsvorst boeleerde, terwyl zulks, in dien tyd niet alléén, geenzins iets buitengewoons was/maar men ook zelfs als nog» in deze-meêr verlichte en veel heerlyker dagen van het Christendom,(tot ene onuitfpreeklyke fchande van die genen, dewelken ydelyk waanen, dat zy het befte gedeelte des Menfchdoms zyn, en zich daarom verre boven alle anderen, die zy aonzien als *• alléén tot hunnen dienst gefchapan Slaaven, ver, heffen) zodanige ergerlyke boeladien, zo met Vorftelyke als met andere Aanzienlyke Perfonen, genoegzaam openlyk en zonder enige fchaawte, ziet plegen; I i i en  866 V AD E RL AND SC HE Aö. draaglyk (naar de gewoonte der Vorftelyke 1404. Boelinne n) tot den hoogden trap; zynde gefpro' 1 " ten en dan verders die afgefletene, of bezwangerde » Vorfte'yke Boelinnen ten huwelyk, belïeeden aan foinmiee laffe Zielen, die, fchoon van ene luisterryke geboorte , echter zo laag van geest zyn , dat zy, als onwaardige nazaaten dier voortreflyke Vooronderen , aan welken zy hunnen oorfprong verfchuldigd zyn, zich , door ene zeer grore beloning , "t zy van geld of jaarlykfche inkomften . 'e zy van enig aanzienlyk of vet en rykelyk opbrengend Ampt, daartoe laten verleiden, om zich met ene dus , byna openlyk, ontëerde, en alom als zodanig bekende, Vrouw in den echt te verbinden ; wanneer zy nog de onbefchaamdheid hebben, ent deze hunne allezins verfoeienswaardige daad te dekken met deze ydele en dwaze verontfchuldiging , dat Vorjlelyk bloed niet befmet; even als of een Vorst ware veel heiliger , dan enig ander Mensch i daar intusfehen de grootfte Vorst gelyk ftaat met den by de waereld verachtften Bedelaar , béiden voortgefproten uit den zondigen Adam, en beidén ,naar 't lighaam, lotftof zullende wederkeeren : terwyl den deugdzamen , hoewel hier verachten , Bedelaar gewislyk in den laatften Oordeelsaag , wanneer zy beiden voor den Oppc-rilen Rechter, den Vorst der Vorften , den Heere der Heeren , zuiien moeren verfchyuen , door 't Goddelyk reebtvaerdigst Vonnis een veel heerfyker lot voor Eeuwig zal te beurt vallen , dan den Vorst, die fteeds in ontucht, dronkenfehap ,. meineed , ontrouw , 'en allerhande onge* sechrigheid, alhier bh/moedig en ongeftraft ja zelfs gevreesd; uit ened waae vreeze geè'erd;en door fchandelyke alle Vryheid hatende Siaaven , en tevens zyne ondeugende voetftappen di ukkende godlooze Mentchcn, aangebeden,- heeft gewandeld. ■■ Voor bet overige weete ik my niet te herinneren , dat ergens in de Gefchiedboeken van dien tyd enige andere Byzit van Hertog Albrecht wordt genoemd, dan alteenlvk AJeid van Poelgeest. Niettemin  CHRONYK. IV. Hoofdft. 86> ten uit ene vermaarde adelyke Mam der Hol- Ao. wy breder van 's Hertogen liefdenhandel met deze hoogmoedige Vrouwe ; haren dood; en de geweldige llaatsberoertens , door dit een en ander te wege gebragt; gefproken, waartoe wy dus, koitheidshal ven, als nu den Lezer wyzen. Van deze twee 's Hertogen Natuurlyke Zoonen werd Jonkheer Adriaan in den jare 1415. benoemd tot Schout der Stad Bordrecht O), dewelke de zyde van zyne wettige Landsvrouwe, Vrouwe Jacoha van Beijeren , Gemalinne van Hertog Jan van Brabant, hield; toen hare door ene affchuwelyke heerfchzucht gedreven Oom, Hertog Jan van Beijeren ; te voren geweest zynde Bisfchop van Luyk', trachtende, tegen alle re» gelen van recht enbillykheid, met geweld "an wapenen, deze zyne Nichte, eenigfte nagelatene Erfdochter van zynenBroeder Hertog/Fi/- lem min blyft dit alles, by gebrek van een dutdelyk bewys; in bet onzekere. Echter wil ik geei.zms loochenen, dat Hy inet nog meerdere andere Vrouwen (fchoon in de Gefchiedboeken minder by haar naam bekend zyncle) kan hebben geboeleerd; in 't byzonder, na het affterven van zyne eerfte Gemalinne, en voor het aangaan van zynen anderen Echt. (w) Zie hier voren op blads. 247 —- 256. Men voege daar by Joann. a Leydis Chronic. Belgic.Lib. XXXI. Cap. XXXVII & Cap. XLIl. & M. Vossivs in Annal.Holland Lib XII.pag 401. en anderen. (x) T. van Bsverwysk Befchryv. van Dordrecht, li 175. M. Balen Befchr. der Stad .öerrfwfoj B. III. Hoofdft. II, bl> 236. Mi a  ,868 VADERLAND SC HE Ao. lem den VI., van de Graafichappen Hene«ouJÓB*- we" i Holland, en Zeeland; en de Heerlykheid Friesland; en dus van haar wettig Erfgoed, te ontzetten; in t jaar 1418.de Stad Dordrecht had ingenomen, met Krygsvolk bezet,en ook .aldaar, en in de Stad Briele , als Graaf en Heer dezer Landen reeds was gehuldig i: En werd ook .daarom dezen Jonkheere Adriaan door hoogst.gemelde Hertog Jan van Brabant en Vrouwe Jacoha; befloten hebbende,om,met overleg .der andere Hollandfche Steden, als, nevens de Edelen, uitmaakende de Staaten des Lands, de gemelde Stad te belegeren,- en ten dien einde ook hun Leger reeds voor die Stadnedergeflagen hebbende; toevertrouwd de verdeedlging van het fterke,Blokhuis, door hen .te Papendrecht , even-boven de Stad, aan de rivier de Merwe, alwaar de Hollanders lagen, opgewor.pen; terwyl de Brabanders zich, beneden de Stad,iu een Dorp, de Myle genaamd, alwaar .i.nsgélyks een Blokhuis was aangelegd, hadden gelegerd , op dat dus door de Belegeraars , hunne magt in dier voegen verdeeld hebbende, der Stad allen toevoer mogte worrlen aigefneeden, en dezelve, door dit middel, tor de overgave gedwongen. Den loop van die Beleg te verhaalen buiten ons oogmerk zynde , zal ik alieën melden , dat het zelve voor de Belegeraars zeer ongelukkig uitviel, naardien het zelve werd opgebroken en het Blokhuis ihhetDorp de Myle door de Brabanders byhun aftrekken, op bevel van den Herton van Brabant, aan de vlamme opgeofferd ; waarpa ook de Hollanders aftrokken doch het Blokhuis te Papendrecfit bezet lieten : waar van  CHRONYK. m Hoofdft. 869 Van het gevolg was, dat die van Dordrecht, Ao. aangevoerd door Hertog Jan van Beiferen, 1404. op dit Blokhuis, nu van alle hulp verfteeken, "" ' aanvielen, en bet zelve ftormenderhand, op den 10. van Oogstmaand d2sjaarsi4i8.,bemagtigden ,* wanneer dit Blokhuis door hen werd aan brand gefteeken; en tevens welgemelden Jonkheer Adriaan en alle de Manfchap , niemand uitgezonderd , die met Hem dac Blokhuis bezet hield, door die aanvallers zonder enige genade werden doodgeflagen fVjJÜ Die andere 's Hertogs Natuurlyke Zo :>n , Jonkheer Willem, werd de eerfte Heer van Schagen jsj. Sommige Schryvers meenen, dat (y) Magn Chron. Belg. apud J. Pistorivm in Rer. Germ. Script. Vet. Torn. III. pag. 395. Joann. aLEYDis in Chronic. Bp/g. Lib. XXXI. C*p. LXIV. pag, 323. Oude Divijie-Chronyk van Holland;Divif. XXVIII. Cap. VIL pag. 291. W. van Gouthoeven Oude Chronyk van Holland ; D. I. pag. 439. en 440. J. Veldenaar Chronyk van Holland, enz. bl. 116. M. Balen Befchryv der Stad Dordrecht; B. III. Hoofdft. II. bl. 236. en B. IV. bl. 766. en 767. M. Vossivs in Annal. Holland. Lib. XVI. pag. 509. en J. Wagenaar in de Vadert. Ilifior, D. lil. B. XII. $ V. bl. 429 431. (z) Schagen is ene oude, vermaarde en Adelyke(dat is: Riddermatige) Heerlykheid, en een voortreflyk' Dorp, gelegen in West-Friesland; nu gemeenlyk geraamd: Noord-Holland; nabyde Stad Medenblik, de, eerfte Hoofd-Stad der West - Friezen; als ook naby dé Stad Alkmaar, de laatlle of uittrfte Grensplaats van Xennemer/tfïid.OnderdezeHeerlykbeid behooren ook Colhoorn; Burghoorn; Barzingerhoorn; en Haringhuizen; welken te faamen, zo ver als derzelver Ban gaat „ door Hertog/^'Mem den VI., als Graaf van Holland e.n Zee-- Iii 3  8"7» VADERLANDSCHE Ao. dat Hertog Albrecht, weinig tyds voor zyn a£ r 404. flerven, in 't jaar 1404, dezen zynen NatuurlyJ ken Zeeland; en Heer van Friesland ; op den 12. van Bloeimaand 1415. , zyn begunftigd met ééne Vryheid, en een Stederecht; met byvoeging van enige goede en voordeelige Handvesten en Voorrechten ; dewjslken men kan vinden by F. van Mterts Groot Charterb. D. IV. pag. 337. en 338. Dj oudheid van deze plaats, ende dapperheiddT Ingezetenen yanSc/iagen, mag men daarin-:opmaken,dat,reed* in den jare 1166,die van Schagen, vergezelfchapt met meerder andere Friezen, hunne Gebuuren en Landslieden, door de Kennemers, of Burgers en Inwooners van Haerlem en Alkmaar, die niet lang ie voren Scha* gen (als bv verrasfin^) hadden uitgeplunderd en verbrand; tot weerwraak getergd zynde, in een grote menigte naar Alkmaar zyn opgetogen , en die Stad belegerd hebben.; met dat gevolg , dat de genen, die tot hulp van deze Stad gekomen waren , door het groot aantal der Belegeraars verfchrikt , zyn afgetrokken en dus de Alkmaarfche Burgers, door hunne vyanden ingefloten, in het uiterfte gevaar van 't leven, hebben verlaten ; terwyl die van Alkmaar , zich dus van alle hulp verfteeken ziende , het m?nmoedig befluit namen , oin, met alle mogeiyke onverfaagdheid en ftandvastigheid, tot behoud van het Vaderland en de Vryheid, hun leven op te ofFeren. Deze dappere Burgers toch begrepen; dat, daar het den lof van alle brave en deugdzaame menfchen verdiende, zo iemand met de wapenen in de vuist zyn Vaderland en Vryheid trachtte te befchermen; men dan ook gewislyk gelukkig mogte achten dien genen, welke dus , voor het behoud van zyn Vaderland, en zyne Vryheid ftrydende, zoude fneuvelen. (Si etiim pugnare pro Patria eiusque Libertate virtutiseft, pro f'atria ac Libertate mori fclicitatis. Dusdanig was in deze gebeurtenis het gevoelen en ook bet zeg, gen van den Schryver der Chronyk , ons het eerst medegedeeld door den Heer Ant. Matthbvs in Veteris Mvi Analeüotum Tom. IV.five Novae Editioonis in 4to. Tom. II. onder dezen titel: Willelmi Aft-  CHRONYK. IV. Hoofdjï. 871 ken Zoon met die aanzienlyke Heerlykheid a.0„ heeft begiftigd (a) : Doch, anderen zyn van ï404„ ge ^ MonarW et Procurawis Egmtmdani Chnnicon.') Ah I Dat deze fchone taal en dit heerlyk befluit dier daDnere. brave en getrouwe Burgeren van Alkmaar, Cvan welker dapperheid, braafheid, en getrouwheid c0k de zo beroemde belegering, welke die Stad jn den iare tegen de Spaanfche wapenen onder't beleid van Don Frederko, Zoon van den wreerien Hftos van Alva, heeft ondergaan en mannetykverduurd. volgens 'techt verhaal der Gefchiedfchryveren, aan ons geen gering, maar een zeer fterk fpretkend, bewys verfchaft) en in deze dagen en ten allen iyde, in de harten aller Burgeren en Ingezetener van dit ons tot nog toe (Gode alléén zy lofi )Vrye Gemeenebest der Verëenigde Nederlanden mogte zvn en blyven ingeprent, zo dat niemand hunner ooit moge trachten, of zelfs denken, zich te onttrekken om, tot behoud van dit ons gezegend Vaderland , en van deszelfs heerlykfte pand, de Vryheid m dén Ilurgerftaat en in den Godsdienst, zich te wapenen , en met een onverfchrokken iever te firyder« i en dit alles tegen allen, wie zy nek zyn; en met hoecaniêe grote magt en luift'erryk aanzien zy ook mogen zyn bekleed , Heeren . Edelen , JVlagiftraten, of hunne geweldige Dienaars, 't zy Uitlanders , 't zy Inlandeis: die dit ons waardfte pand zouden durven aanranden of enigzins willen benadeelen ; op dat wy dus dit dierbaar gefchenk van onzen goeden God met alk rzetrouwheld, wakkerheid en een onbez* ut' ken mannenmoed, ook zelfs met opoffering van ons eigen goed en bloed; altyd mogen zien verdeedigd, en het zelve ongefchonden , tot aan het einde der tyden fteeds blyve bewaard.' Daar is toch geen gafchikter middel tot handhaving van enze onwaardeerbare Vryheid uittedenken, dan dat de gefraralyke Uuraery van alleonzeVrye Staaten,Steden er, aanzietJyke Vlekken en Dorpen zich fteeds in den wapenende! oefent, en zich tegen alle opkomend of dreigend ge- . weid terftond wapent: Hier aan alléén ook zmlen allen , die maar enigzins bedreven zyn in de Ger Hi 4 lca,s-  873 VADERLANDSCHE Ao. gedachten, dat Hertog Philips van BourbonÏ4J4» dien, de eerfte Hollandfche Graaf uit het Bour- fchiedenisfen van ons Vaderland, vo!mc*cTig moe. ten erkennen dat wy, naast Gods Vaaeriyken by. ftand, onze Vryheid verfcbuidigdzyn; en dat zulks ook noodwendig tot baar behoudenis ftrekken moet. O^k eifcbt_dit van ons. eiken een iegelyk, het zo btroem.-e Traclaat van Unie, in de jaren i<78 en. 1579 tusfchen onze Verëenigde Vrye en Souveraine Staaten gefloten. Des, moeten zv alien.die zich tegen ene zodanige Burgerlyke Waperoefening het zy met list het zy met geweld. Hellen en dezelve zoeken te weeren , aIs Schenders onzer hedigfte Vei bonden ; Verachters onzer Vryheid; en Vyanden van dit ons Vaderland; altyd worden befchouwd en aangemerkt; en vervolgens ook daarom buiten de grenspalen van dit ons Vry Gemeenebest geftoeten en yerdreeven. Dat dan ons allenTmyne waarde Ncderlandfche Vrye Medeburgers.' dè goede God die dit zo dierbaar pand aan ons mildelyk heeft gefchonken en hetzelve tot hier toe ongefchonden, met tegenftaande zeer veele listige en gewcldadigé ondermyn.ngen en aan val/en, gen?diglyk bewaard daartoe geve enekloekmoedigeWouwheidenenen itandvast.geo heldenmoed, om fteeds met alie onze vermogens, en met ene bedaarde vrywilügheid At zyn gunftig gefchenk heldhafriglyk te be! fchermen tegen alle vuile fchalkheld, en tegen alleinlandfcb en uitlandfch geweld.' -~L Vo% dat ik weder terzake keere; enmy bege.e naTwwwelke plaats, twee jaren daarnaa , te weN f t 17 "iï'!^lvk-lot "of>do°r toedoen van enige jonge Edelheden, uit het Krygsheir van GraafïEg Aen Idie met een groot Leger mitFnesland las Zi lek™en VCh, °VSUhCt 0n^'uk. Alkmaar overvan° r»',fl TT*™' DezV™& Ridders, de bloem lan fSfi l LTTïl Wdk te Schorel Jen Dorp, aan\ Friesland paaiende, enigen tyd vertoefde oin zich wat te ververfchen - heet zyndeTnaarden ftryd lên 71T Va" 'C Leger niet konnende verbej *en, zyn (fchoon tegen het genoegen van den Graaf)  CHRONYK. IV. Hoofdft. Sjg: Jkurgwdifchs Huis dezen zynen Neef Ao, Jonkheer Willem , in het jaar 1427. deze I4_Q4- HeerGraaf^ te paard gedegen en in Friesland ingerukt, en voort gereden tot aan Schagen , welk Dorp zy hebben afgebrand en uitgeplunderd, 't geen hun echter niet al te wel '13 bekoomen; want, deFriezen uit Schagen en andere nabuurige piaatfen, wetende , dat men zich van den bekwaamen tyd moet bedienen, en dies het aas uitzetten , om visfchen en vogelen te vangen, achteden deze fchade niets , op dat zy hunnen vyand een voordeel mogten afzien ; en verfchuilden zich zo lang in 't riet , tot dat die Hollandjche Jonkers , zich verbeeldende , dat de Friezen, van de welken zy niemand vernamen , geheel verflagen en verflaauwd waren en zich niet meerder durfden vertoonen; al. Ie zorg des wegens lieten vaaren en in't geheel niet op hunne hoede waren ; maar al verder , gansch onbedachtfaam, het Land introkken ; wanneer de Friezen, hen op de hielen gevolgd zynde en in 't land befioten hebbende , allen gelykelyk en onverhoeds deze jonge Hollandjche Ridders op 't lyf vielen ; dezeiven in verwarring brachten, en de meeften van hun ter nedervelden : De Graaf , deze droevige maare verftaande, en duchtende, dat het Krygsvolk, door deze zo verfebe wonde grotelyks 1 verflagen, niets zoude durven onderneemen , be* floot met zyn Leger van Schorel optebreken , en , onverrichter zake , huiswaards te trekken. Men zie over deze'hier kortlyk verhaalde gevallen het aangehaalde Chronicon Wülelmi; pag. 459. & 460. M. Stokk in 't leven van Graaf Floris den III. pag49 Sc 51. J. de Beka Chronic. pag. 54. & jbi Ark. Bvchelivs. Matth Vossivs Annal. Hol. land. Lib. II. pag. 76 — 78. P. Scriverius de Graaven van Holland; bl. 143, 145. C.Scho- TANUs Friefch. Hiftor. li. IV. pag. 97 & 98. S. Eikelenberg Alkmaar en zyne Gejchied. bl. 47. 48. & 50. den Ongcnoemden Schiyyer derüTronyfe van Alkmaar , bladz. 31. & 32. J. Wacenaak Vader/, Hiftor. D. II. B. Vil. J xx. bj. 260. en Iii 5 a6ï'  874 VADERLANDSCHE Ao. Heerlykheid heeft gefchonken (c): En zulks 1404. heeft wel de meeste fchyn van waarheid; Deze 261. en anderen. Daarenboven heeft M. Stoke in't leven van GraafDiederik den II.vs.zz. bl. 15. bereids van ditSchagen gewag gemaakt, en over zulks reeds in de Tiende Eeuw ; want deze Graaf is o. verleden in 't jaar 987. als verhaalt die zelfde M. Stobe, bladz. 19. Men zie mede die Oude Divi. fie-Chronyk van Holland, Divif. V. Hoofdft. Vlf. bladz. 107. En voege nog daarby den geleerden M. Altinc Notit. German. Infer. Part. II. pag. 154., alwaar Hy aanhaalt een Open Brief van Graaf Diederik den V. gegeven op den 26. van Hooimaand des jaars 108*3., by den welken deze Graaf bevestigt alle de Giften door zyne Voorzaten aan de Kerk van Egmond gedaan , en tevens dezelve vermeerdert; uit welken brief dan ook onwederfpreeklyk blykt, dat Schagen, ten tyde van Graaf Diederik den II., dezes Graven Bet-Over-Grootvader, reeds bekend was ; gelyk dezen zelfden Brief ons mededeelt de Heer Fr. van Mieris in zyn Groot Charterb. D. I. bladz. 70— 72. Wyders kan men van dit zeer aanzienlyk en volkryk met Stecterecht praaiend Dorp, of open Vlek, Schagen, gelegen in ene zeer vruchtbaareLand6douwe, meerder vinden, onderzeer veele andere Schryvers , by M.Z.vanBoxhorn in zyn Toneel van Heiland ;bhdz 353. M. van der Houve Handvest ■ Chronyk; D. I. B. II. bl. 118. Sim. van Leeuwen Batav. Illuflr. D. I.Hoofdft." V. bladz. 202. & L. Smids Schatkamer der Nederl. Oudhed. bladz. 306. terwyl Dirk Burger van Schoorel ons ene Chronyk van de gnntfche Oude Heerlykheid van Jut Dorp Schagen heelt medegedeeld. En over den tegenwoord-igen toeitand de3er plaats mag men nazien den Schryver der He. iend. Hiftor. of Tegenw. Staat van alle Volken, D. XVIII. bevattende 't Vervolg van dien van Holland; HoordiJ. X. bladz. 434 —. 444.. (•) Dit zegt volmondig Sim, van Leeuwen in Batav.  CHRONYK./^. HoofdjT. 875 ze Tonkheer WiÜem, dus begunftigd, heeft Ao. dan ook, op den 6 van Oogstmaand van dat 1404* ge- Batav. Bluflr. D. I. Hoofdft- V. bl, 202, , en wordt ook toegeftemd door D. Bïrge* van Schooiel in zyn Chronyk van Sc hagen M. Sj. Daarentegen zegt M. Broucrius van Nidek , dat Jontcheer Willem deze gift van zynen Natuurlyken Vader, Hertog Albrecht, reeds irj den jare 1394. zoude hebben ontvangen ; zie KabinetderNederl.Oudhed. D. U bl. 102, Doch alles zonder enig bewys; en tegen alle waarfchynlykheid. Qt) Van dezen Hertog fpraken wy hier voren bladz. 85a- & 859. . ,. (c) Dus verhaalt het ons Joann. a Leydis , me wei eerst, Lib. XXXI. Chronic. Belg. Cap LXIV. alleenlykhad aangetekend! dat deze Jonkheer Witter» was de eerfte Heer van Schagen, zonder daarby ie» meerder te voegen; doch naderhand Lib. XaaII. Cap. XXVIII. pag. 347-zegt. dat die Hertog.ten aanzien van 'sMans vroomheid, en omdatriy was des Hertogs Natuurlyke Oom van 's Moeders1 zyde, aan Hem deze Heerlykheid met al zyn toebehooren heeft gefchonken. Zulks erkent ook ten vollen Tonkheer Wülem zelfs by zyne Handveste op den 6 van Oogstmaand in dit zelfde jaar 1427 aan d,e van Schagen gegeven. G^lyk dan nog by zekere Schriftuure van Nieuwe Feyten Rc. in Procedures voor den Hogen Raade in Holland litispendent tusfchen de Curateurs over de goederen van Willem Heere van Schagen Rc. ter eenre; en Heer Diderik van Schagen, Heer van Goudriaan, cumjuis, ter andere zyde i te vinden in de Chronyk van Schagen door D. B. roei van Schoorel ; bladz. iafl—147•wordc vermeld, dat Hertog Philips van Bourgondien, als Ruard en Oir der Landen van Holland aan dezen Jonkheer Willem, zynen Baftaard-Oom , deze Heerlykheid heeft gegeven tot enen rechten Leen, gedurende den tyd , dat Hy Hertog de regeenng dezer Landen in handen zoude hebben , volgens de daarvan zynde Brieven , gegeven op 4t. 1 ntcr ' en  «7 T°REL' «"w-W» ^agen, bladz. 76. o8. de Oude Cbronyk van Holland; D. 1. hl. aor Sim ïf,^»"? ***y. tUHflr. D. I. Hoofdft. XII. bl, ja?^'^ooaiLCSra». va«  CHRONYK. F. Hoofdft. 877 ook by den Paus Nicolaas den V. (ƒ), Ao. dat deze Hem legitimeerde-, of voor een Jj4°4> wettig geboren verklaarde (g). Hy gaf Hem ansgelyks op den 23. van Oogftmaand des jaars 1440., ene zeer voordeelige Handv-elr, ter bevordering van zyne Visfcheryen in de Scbager-Cogge, en in de Niedorper- Cogge (Ij).. . Deze Jonkheer Willem was te voren reeds Castdein op het flot te M&denblik {ij', ook was Hy -Ridder geflagen in den (f) Deze Paus' zat op den Apoftolifcben Stoel te Rome van den 6. van Lentemaand des jaars 1446, op welken dag Hy met eenparige fleuimen doorde Kardinalen tot die waardigheid werd verkozen;tot. op den 24. van Lentemaand des jaars I455«. wanneer Hy Itieif. Men zie van dezen Paus, alsden besten en deugd2aamften , r d:e ooit op dien Stoel heeft gezeten ; 'en die wegéns zyne aanmoedigingen, welken Hy den Geleerden, op alle mogelyke wyze, gaf, voor dénenyan de eerfte Herfte! Iers der Guleerdnèid ln^HerTvVesten is te houden ; Platina de Vitis Pontificum; fol. m. 144. 148. vfo. Edit. Venetiis_, Ao. 1518. & A. Bower Hiftor. der Pauzen; D. VIL bladz. 382. — 391. (g) van Gouthoeven ; van Leeuwen ; en Burger van Schoorel ; op de zo even (in not. e.) aangetogen plaatfen : M. Vossivs Annal. Holland. Lib. XV. in fine. J. de Riemer Bi/chryv, van's Gravenhage; D. 1. Hoofdft. VIL bl. 379. in Not. (m). "' (h) Deze Handveste vindt men by D. Burger, van Schoorel, Chron- van Schagen; bl. 99-106. (i) Zulks getuigt Joann. a Le?dis in Chronic. Belg. Lib. XXXH. Cap. XXVIII. pag. 347. en wordt ook dus aangetekend op de zelfde zp even aangehaalde plaatfen by Gouthoeven; van Leeuwen; €n Burger van Schoorel ; welke laatfte Hemcchter Biet plaatst onder de genen, welken met dit, . eer-  878 VADERLANDSCHE Ao. den Oorlog tegen de Friezen; en bezat de 3404. waardigheid van Admiraal vm Holland Hy was een zeer vroom en godvruchtig Heer, die daarom ook, naar de bygelovige begrippen en gewoonten van die duiftere tyden, het Graf van de Heilige Maagd en Martelaresfè Caibarina , gelegen op den Berg Sinal, ons uit de HiftSrie van den Heiligen Man Gods genoeg bekend, heeft bezocht; die, mede uit dezelfde beginzelen van godvrucht, tweemaal te Jeruzalem is geweest , om aldaar het zo genaamde Heilige Graf van Onzen Heere te bezoeken en in hetzelve zyne godsdienftige oefeningen te houden;, wanneer Hy tevens, met alle de in dien tyd gebruikelyke plegtigheden, tot Ridder van het Heilige Graf, onder het afleggen van de verëifchte geloften , werd aangenomen (/). fnsgelyks heeft deze Heer doen bouwen het Adelykè Slot van Scba- eertyds zeer aanzienlyk, eërampt/'t geen meestal door Adelyke Heeren 'werd bediend , zvn bekleed geweest; in zyn Chronyk der Stad Mede-Mik-, bladz. 7' ' ir. alwaar hy van dit ampt handelt , en de naamen dt r van tyd tot tyd geweest zynde Casteleins van het Sloi te MedenUik, fedcrt het jaar I288. tot op 't jaar j44.6. en vervolgens,optelt; waarby men voegt IV]. Bacuèaius van Nloek Ka~ iinet van Ntdetl. Oudhed, !. bladz. 124. (k) van Gouthoeven; van Lekuwi n ; f:n Birger Vak Schoorel , mede op de hierboven in Not. (e) aangetogene wWifen. ; (i) Joann. & Le^uis Chronic. Belgic. Lib. XXXII. 'Cap. XXVIII., die aldaar dat Graf; dk-gebruiselrke tilegtighédui ; en verëischte geloften; korten B6C,  CHRONYK. IV.Hoofdji. 87* Schaden, ftaande in het midden van deze AoStede,bezuiden het Marktveld, en door een J4<^b__ Voorpoort en ruim Voorplein van het zelve afgefcheiden; te midden in een Vyver. Dit Slot is voorzien van verfcheide Torens; en werd, van ouds, voor zeer fterk gehouden: Op de grote Zaal van dit Slot vindt men twee Pilaaren van porfierfteen, dienende om de twee voorde hoeken van den Schoorfteen te dragen dezeiven zouden uit de puinhopen van het oude zo beroemde Cafthago, gelegen in Afrika , hervvaards zyn gebragt , zo als ons ook een Latynfch Dichtftukje van den vermaarden Dichter en Profesfor Caspar Barlaus j in goude letteren opeenlangwerpigen zwarten fteen boven dezen fehoorfteen uitgehouwen , te kennen geeft. Verders pronkt dit Slot met vermakelyke Lusthoven en een zeer groten wel geregelden Boomgaard, achter het zelve gelegen (>> net, befchryft. Men kan ook over deEe Ridder, orde i deszelfs mftelling-, en lotgevallen zien Mibjevs Origin. Ordin. Milit. Lib. I. Cap. 16. «21. (m) Hit Slot zoude gebouwd zyn in *t jaar 1394» door dezen Jonkheer Willem, eeiftan Heer van Schagen , volgens het aangetekende door M. BRouërrus van Nidek Kabinet der Nederl. Oudhed. D.I. bl. 102. , die daarin zal gevolgd hebben het zeggen van S. van Leeuwen Batav. Illuftr. D. I. HooFdfi. XII. bl. 130Ó., dewelke echter in dat zelfde werk te voren, Hoofdft. V. bl. 202., had vermeld, dat het zelve Was gebouwd in 't jaar 1440.» waarmede ook overëenftemmen W. van Gouthoeven in zyn Byvoegzel op de Oude Chronyk van IItHand\ D. I. bl. 85. en D.Burgbkyai» Schoo-  8So VADERLANDSCHE Ao. Wyders heeft nog deze Heer Willtm van Jij 04. Beyeren voor de eerftemaal de Zype, in de nabyheid van het Dorp Sint Maarten bedykt, en uit het zelve een grote en fchone Landftreek, welke Hy noemde het Nieuwe Land, gemaakt («>. Deze Jonkheer Willem rel Clwon. van Schagen • bladz. 22. Ook is dit laatite veel waarfcbynlyker , naardien deze Heer Willem van Beyeren eerst in 't jaar 1427. met dit Heerlyke Goed (zo als wy zoftiaks bl.871 — 874. zagen ) is begiftigd geworden: En hiermede ftemt msgelykswel meest het verhaal van Joann. a Leynis, die , na dat hy ons had gegeven bericht der betoonde gunst van Hertog Philips van Bourgondien aan dezen Jonkheer Willem met de gifte van deze Heerlykheid daarop laat volgen : Qui (fcilicet Wilhelmus Albertt Ducis Baftardus) véïiiens ad Domntumfuum adificauit Cajlrum inSchaghen, inquo detnceps cum Vxore fua habitauit. L;b. XXXIf Chronici Belgici Cap. XXV UI, pag. 347. loeder" beichryvinge van dit Kafteel , of Slot, of Adelyk Huis te Schagen kan men vinden by D. Burger van Schoorel in zyn Chron. van Schagen, bl. 22 25. en bl. 53. en 54. M. ISuouëRius van Nidek Kabm. der Nederl, 'Oudhed. D. I. bladz. 102.. 112 L. Smits Schatkam. der Nederl. Oudhed. bl. 306* & den Schry ver van de Hedend. Hiftor. of Tes-'enw' Staat van alle Volken, D. XVIII. zynde 't Verve/è van dien van Holland Hoofdft. X. bl. 438. &430 («) Dus luidt des wegens het Verhaal van Toann.' a Leydis in Chron. Belg. Lib.xxxii.cap xx-riii pag. 347 en uit hem van J. Wagenaar Vadert. Hiftor. D. III. B.xi. 5. xxi. bi. 353. Hoedanig de Zype eerft zy geweest mag men zien by M. Alting in font.Oerm. If!fer Part. IB pag. & 2 M deze Bedyking had Hertog Albrecht reeds veele jaren zwanger gegaan , als blykt uit de Opens grieven van den jare 1388. en zyne nadere bevé- leir  CHRONYK. IV. Hoofdft. S8s Urn heeft twee Vrouwen gehad: Zyne eerfte Ao. Vrouwe was Adelbeidvan Hodenpyl, Doch- 1404; ter ' jen in den jare 1390., ^ van melding maakt M Vossivs Annal. Holland. Lib. x:ij. pag. 4H;en méde uit de zeer fterke en ieverige pogingen , daar toe in den jare H03- door Hem aangewend waar van wy hier voren op bladz. 736. en 737. hebben aeibroken. Deze 's Hertogen Albrechts laatfte polinden, om deze Bedyking tot itand te brengen i toonen duidelyk aan, dat D Burger va* SchooSB, in zyn Chronyk van de Stad Mcdenblik, bladz. 172 8c 173. & Th. Velius in zyn Chronyk van ■Hoorn , B. I. bl. 21. geweldig mistaften, wanneer zy vernaaien, dat deze Bedyking reeds in den jare Ï388 is ondernomen geworden; maar dat dezelve binnen weinige jaren wederom is ingebroken, tot Erote fchade der Bedykers. Wanneer echter deze Bedyking door Jonkheer Willem van Beyeren gefchied zy, deswegens is nergens (zo veel ikweeie) de juffie tyd bepaald: Doch, vermits ik vinde,dat Hertog Philips van Bourgondien, als Graaf van Holland, op den eerften dag van Bloeimaand van den iare 1443.. een OZtroy heeft verleend, om de ■Zyté te bedyken , alzo zulks van tyd tot tyd ter behoudenisfe van Wefi. Friesland, en dus ook ten nutte van ganfeh Holland, ten hoogften noodzaaklvk was; waarom ook de Hertog zich uier ongenepen toonde, om (des noods) bet zelve ten zynen kosten te doen, gelyk men zien mag uit de Volgende, door Hem by deze zyne Brieven vanOSro» eebruikte , woorden : te vreden te zyn , dat het loorf. Land, de Zype genaamt bedykt werdt, het zy door ons, of op onze leoften, het zy het bedykt werdt door anderen, zoo als het door onze Gouverneurs en Raaden gevoeglykst en voordeeligst zal uitgevonden werden: zo komt het my niet onwaarfchynlyk voor, dat die Bedyking. in of ontrent dit jaar door Tonkheer Willem van Beyereni, die van dezen hooggemelden Hertog van Bourgondien zo grote en zo menigvuldige weldaaden had ontvangen, en &kh dia  882 VADERLANDSCHE Ao. ter van Heer Jan Arentszoon van Hodenpyl, ï404^Ridder, en van N. Dirks Dochter van derMa. die zo fterk in dezes Hertogen gunst deelde; daar Hy de grote genegenheid van dezen zynen Landsheer , tot het volbrengen van het werk dezer Bedyking, allezins befpeurde; om dezen Hertog, zynen Weldoener , te believen, zal zvn ondernoomen: En ik worde tot het voorftellen van deze gedachten, als ten hoog/ten waarfchynlyk, des te meêr bewogen, alzo zyn onlangs van dien zelfden Hertog verkregen Hecrlyk goed, Schagen, zeer naby de Zype is gelegen; aangezien de Schager-ea Nieuwdotper - Kogge, in welker eerfte deze Vrye Heerlykheid van Schagen , vervattende de Stede Schagen, alsook Barfingerhoorn , Haringbuizen; Kolhoorn, en Burghoorn; is gelegen: ten Noorden aan de Zype en aan den Wieringerward paalt ; des de Bedyking der Zype niet anders, dan tot merkelyk voordeel zyner Ingezetenen en Burgers van Schagen, konde verftrekken. Doch , hoe het daar mede ook gelegen zy ; of door wien de Bedykirg als toen in ftarid moge zyn gebragtzo heeft men echter reden om te denken, dat daar toe, ontrent dien tyd, iets is ondernomen geworden; indien het waar is, 'tgeen men vindt in zekere Memot ien rakende de Dykaadje van de Zype, dat de Zype in Herfstmaand «sr: het jaar 1509. een Doorbraak geleden heeft. Mterder van de Zype, der zelve ouden en tegenwoordigen toeftand verfchiilende Bedykingen , Doorbraken en Overitroomingen; grootte; geueldheid derLanderjen; Regetring , en ai wat daar toe meerder behooit; kan men vinden by S. van Leeuwen Batav. Illuftr. D. I. Hoofdft. IV. bladz. 159. D, Bt rger van Schoorel Chronyk der Stad Medenblik' bl. 52.en 172 179. Th. Velius Chron. van Hoorn' en S. Cent: n in zyne Aantekeningen op dezelve '• B. 1. bl. 21. B. III. bl. 320. & B. IV. bl. 499. en inzonderheid in ne Heaend. Hiftor. of Tegenw, Staat van alle Volken; D. xvm. zynde 't Vervolg van aien van Holland; Hoofdft. IX. bl.409 415, Wydeis is 'er ook nog door Dirrick Adria*nsz. Val.  CHRONYK. IV. Hoofdft. S83 Made CoM uit dewelke Hy gewonnen Ao. heeft drie 'Zoonen ; te weten; Albert, die 1 »o» m Hem is geworden Heer van Schagen; en in't jaar 1467. in den Oorlog van Luik door Her toe Karei van Bourgondien werd Rid* der geüagen: , die Ridder gefiagen werd in't jaar 1465. fa den flag van Menu leh-'i; en Willem, die in t jaar 1475., ZYnde Kapitein wegens die van Haerlem, in het beleg voor 'Nuts werd Ridder gefiagen- en twee Dochters; als Barbar a. die in't jaar 1474. in huwelyk trad raet Hendrik van Zuilen; te Utrecht', en Jenne, die getrouwd is geweest met Philip Ruigemk* Raad in den Hage in den jare 1477 (p)' Dezes Tonkheers Willeras eerfte Echtgenote over* Vaicoocm in fjme geflelt, chronycke van Leeuwin* hom, Voortyden ontrent der Sypen Gelegen inWest» Vriesltmdt over veel honden jaeren verdrorcken, met nog alle handelingen , hedyckingen , en tnunda* tign . ■ van de Sype. (t) Van het Geihcht van Hodenpyl , oorfnronglyk (zo men meent) tut de Heeren van Avemes * nW men zien Sims "an Leeuwen Batav. Illultn D-. 1. Hoofdft XII. bi. 985. en 986. Gelvk dan ook her. Stamhuis van der Made, zo wel als de HotftaJ Made . gde en in de nabyheid der Stad Delft, wel eerder |yn bekend geweest, zo als insgelyks te zien is in dat zelfde Boek, b!. 1290. t . (t>) Het verder verhaal van dezes Jonkbeers VAl* /em's Kinderen en verdere Afkomelingen, ontmoet men by W. van Goutkoe-en in zyn Byvoegzel op de Oude chronyk van Hdland , D I. bl. «01. & 202 Sim. van Leeuwin Batav. hluftr. D. 1* Hoófdft. XII. bl. 10 V en 1078.^ en M. bRouSmus van Nidsk Kabin. der Nederl. Ouahed. ü. i. bl< n2t „8. als ook by D. Burger vaH Schoorel Chron. van Schagen , bl. 55' " 02t E k k 2  884 VADERLANDSCHE Ao. overleden zynde , hertrouwde Hy met Dia1404. ria van Polanen (q), by dewelke Hy geen kinderen heeft gétceld. Rehalven deze zyne wettige kinderen heeft deze Jonkheer Willem van Beyeren nog nagelaten ene Natuurlyke Dochter, genaamd Belye, dewelke Hy ten huwelyke heeft gegeven aan zekeren Aars Gerritsz , daarby voegende tot ene huwelyksgifte tweehonderd goude Hollandfchc Rhyns gulden eens; met nog vyfentwintig Bourgoenfche Schilden 's jaarlyks geveftigd op alle zyne goederen (r). Voor het overige heefe ff) Wiens Dochter deze Maria van Polanen ge» W.eest zy , heb ik nergens konnen nafpeuren. inmiddels kan men van het Genacht van Polanen t oorfpronglyk uit het zeer oude Adelyke Hollandfchc Huis van Wasjenaar nazrtn W. van Gouthoeven en S. van Leeuwen ; den eerften op bl. 165. en den anderen op bl. 1160. — 1162. van beider zo even aangetogene Werken. En wie van tyd tot tyd zyn geweest Heeren van Schagen. na dat de eigendom dezer Heerlykheid uit het Huis van dezen Heer Willem van Beyeren , Ridder, by verkoop, in 'tjaar 1658.,aan een ander was overgegaan , vermelden ons D. Burger van Schoorel in zyn Chron.. van Schagen, b'. 69. öc 70, ook bl. 72. 74. M. Broucrjus v^n Nidek Kahin, van Nederl. Oudhed. D. 1. bl. 118. en 119. en de Schryver der Hetitnd. PI ijl. of Tcgeww. Staat van alle Volken , D. XVIII. zynde 't Vervolg van dien van Bolland, Hoofdft. X. bladz. 435. (r) Dit nu vinden wy in de nier voren op bladz. ^75. in do Aantekening (c) aangehaalde Schriftuur, Art. 35.--4* in't breede vermeld; uit dewelken wy ook vemeemen, dat' ucze Juffrouwe Belye twee kinderen heeft nagelaten, weikei ene is getrouwd geweest met zekeren Doe Jansz. Doch, wie de Moeder van deze Juffrouwe Belye ttf Sjeweestj is my onbekend gebleven.  CHRON YK. W. Hoofdft. 8S5 heeft deze Heer Willem van Beyeren, ge- Ao, dutirende al zyn leven , den roem, van een 1404, braaf en deugdzaam IVian en van een dapper ~ pn kloekmoedig Krygsheld geweest te zyn , weggedragen; en is van allen en een iegclyk, ter zake van zyn verheven geest,- waare Vaderlandsliefde ; en andere uitmuntende gaven; .als ook wegens zyne menigvuldige loflyke verrichtingen; ten allen tyde,by allen en ven iegelyk zeer geëerd en hoogstgeacht geweest; en dus heeft Hy met roem zyne dagen tot een zeer hogen ouderdom gebragt, en zyn leven geëindigd te Schagen op den 25. van Slachtmaand van den jare 1473 (s). Wyders heeft Hertog Albrecht, behalvcn de hiervoren ( j _) gemelde twee Natuurlyke Zoonen , nog nagelaten ééne Natuurlyke BaftardDochter , welker naam was Natalia; doch Dochter welker Moeder ik niet heb konnen opfpeu-^"^ ren. Deze Jotikvrouwe Natalia werd de Albrecht. eerfte Gemalinne van Heer Barthout van Asfendelf, die was Ridder ; en werd eerfte Heer van Asfendelf Ku): Hy hertrouwde, na het (r) Joann. a Leydis in Chronic.Belg. Lib.xxxiï. Cap. xxviii. pag. 347. W. van Gouthoeven in zyn Byvoegzel op de Oude Chronyk van Holland, D. i. bladz. 201. & Sim. van Leeuwen Batav. Illufir. D. 1. Hoofdft. xn. bl. 1077. waar by men voege D. Buroer van Schoorel Chronyk van Schagen; bl. 55., die ook bl. dó", aantekent, dat deze Jonkheer Willem en zyne Echtgenote (welke Hy op deze laatftgemelde plaats verkeerdelyk noemt Johanne) te Scbagen in de Kerk onder ene verhe-; veiw tombe begraven leggen. (t) Zie hier voren bladz. 862. & 853= iu) Vaa deze Heerlykheid Asfenaelf , gelegen ia JUk 3 Keu-  886 VADERL^NDSCHE Ao. het affterven van Vrouwe Nataliavan Eeye1404. ren , met Oditia van der Horst , dewelke ■• "' in Kerwemerland, (dewelke in zeker Verdrag, door Wilhelmus, den Eenentwinrigften Bisfchop van. Utrecht, < p den 28, van Wintermaand van den jare 1063., gefloten met Regimbertus, Abt van Epternnch:, vordt genaatrd Alfemannedilf; of ook Ascumunnedilf: en in een Brief van Diderik denV-, Grave van Holland . gegeven op den 26. July des jaars 1083. , Ekmunde/ft; of ook Escmundelf: welke twee ouce Charters ons wonen medegedeeld door Fs. var Mieris Groot Charterb. D. L. het eerfte op blaüz. 64 66. en het andere op bladz. 70. — 72; zo als dan ook deze oude nar.men ons worden opgegeven d.or den zeer kundisen M. 4LTJNG in Notit. Gemat. Infer. part. II. pag. 13. Wyders heeft mtde van dit Verdrag van Bisfchop Wilhelmus met den Alu van Epternach reeds gewag gemaakt de in de oude Kerkelyke Hiftone'zeer ervaren Heer vak Heussen , in JSatavta Sacra; part. I. pag. 132.,- alwaar Hy tevens aantekent, dal deze Bisfchop Wilhelmus was de Zoon v«n WHAngus en Broeder van Wichar. dus. Voogd van Gelderland. Deze Wicbardus de Derde r.u was de laatfie Voogd van Gelderland , gelyk men zien mag by Joann. a Leydis in Chra. mc.Lelg. Lib. Xl.Cap, lV.pHg.126. Dit toch is zeker, op dat ik,als uttgeever dezerChronvk.zulks hier nog byvoege.dat, ten zynen tyde.deze Voogdye van Gelder, land door den Roomfchen K.et\zeiHendrik den Vierden is verheven tot een Graaffchap , zo dat zyn Zoon en Opvolger genaamd Gerard, geweest is de Eerfte Erf graaf van Gelderland ; gelyk dit hoe zeer alle de Gefchiedfchryvers van dien tyd zulks anders willen beweeren, nog onlangs ten duideJykften betoogd , en in een zeer helder daglicht gefteld heeft de zeer geleerde en door zyne uit. gebreide kundigheden alom beroemde Heer Mr, Jr jk ter Bondam , een fieraad der Uirechtfche üogeicöoql , in zyn uitvoerig Faxbericht voor het  CHRONYK. IV. Hoofdft. 887 m het jaar 1429. geftorven zynde, zo trouw- Ao; jdeHy, ten derdenmaale , met Maria van 1404 Lan- het Charterboek der Hertogen van Gelderland en Graven van Zutpben; D. 1. Afdeel. I. in het welke Hy in het breede handelt, zo over de eerfte Graven vanZutphen, als van Gelre, en der ze!ver Opvolgeren; als ook over de eindelyk plaats gekregen hebbende verëeniging dier twee Graafschappen , ontrent het midden der Twaalfde Eeuw, in den perfoon van Hendrik van Nasfau; en tevens met fpreekende bewyzen de veele misdagen der oude Hiftoriefchryveren , die aanleiding gegeven htbben, dat de Oude Gelderfche Hifiorie in ene byna onoverkcmelyke verwarring is gebragt; en v/y dus, tot op dezen tyd toe, deswegens zogroveiyk gedwaald , en in ene duiftere onkunde gewandeld hebben; aantoont,bladz. 8. 1 61 '•) mag men zien A. Ivnivs in Batav. cap. xix. S. Ampzing Befchr. der Stad Haerlem', bl. 25. & 26. en nog bl. 80. Sim. van Leeuwen Batav. Illuftr. D- I. Hoofdft. XII. bl 124?.. & 1243. en Lun. Smids Schatkam. der Nederl. Oudhed. bl. 22 als ook Th. van Brussel in zyn Aanhangzel op dezelve Schatkamer; bladz. 34. ——36. Intusfchen dient men nog te letten, dat het Huis te Asfendelf, in de oude Jaarboeken en Charters vermeld-, hebbende gelegen by het nog in weezen zynde Dorp Asfendelf, en oudtyds geweest het gewoon verblyf der Heeren van Asfendelf; wel meet worden onderfcheiden van het Huis Asfumburg ; aangezien dat voorgemelde oude Huis te Asten4elf, ook fomtyds Asfendelfsburg geheeten, reeds in den jare 1425., nevens meerder oude Huizen, Kafteelen en Sloten, den Hoeksgezinden toebehoo> rende, door die van Haerlem en andere Kabeliausgezindèn is verbrand en omver geworpen, en nooit wederom opgebouwd; daar het Huis Asfum* burg, ruim een eeuw later, by Oud-Haerlem is gshouwd; zo als men dit een en ander, behalven by* verfcheide andere Schryvers, ook vindt aangetekend doot Kkk 4  888 VADERLAND SC ME Ao. Langerak ; en laatfrelyk , na het overlyden 1404. van deze Vrouwe, ten vierdenmaale rnet Barta ■—~" van Cralingen. Eindelyk ftierf Hy in den jare 1444., zonder wettige Kinderen natelaten (u). De Koe- ' oen nu ^eze onze Hertog Albrecht van del van Beyeren, Graaf van Henegouwen, van Holwvlen land,van Zeeland, en Heer van Friesland, was ^llbreclit over^e^en f™) ' bevond men zyn boedel met werYbe.zo vee-'e gr0te en zware fchulden belast, dat vonden dezeiven daar uit volftrekt niet konden worwiet on- den voldaan; 't welk dan ook zyne achtergebare3 " 'atene Weduwe , Vrouwe Margaretha van fchulden Kleef Qx) , noodzaakte, om zich daar onbe- trent naar *s Lands oude wetten en gewoon|«raard. ten te gedraagen , en alle de daarby gebruikelyke plegtigheden, hoe verneederende dezeiven ook voor de Weduwe van den Landsheer zyn mogten , in acht te neemen , ten einde zy niet in de fchulden en lasten des Boedels zoude zyn gehouden. Deze Hertoginne Weduwe werd dan verpligt, om 'sHertogen nagelaten Boedel, openlyk , ten overftaan eu by tusfehenkomfte van den Rechter, met den voet te ftooten ; en ten dien einde, na alvorens een Voogd te hebben gekozen , in door M. Brouö'rios van Nid.es, in zyn Kabinet, der Nederl. Oudhed. D I. blaJz, 337. (v) w. van Gouthoeven in zyn Byvoegzel op de Oude Chronyk van Holland; D. L bladz. 149. en Sim. van Leeuwen, Batav.llluftr. O. I. Hoofdft. xii. bl. P53. Cyi) Van 's Hertogen Albrechts dood en begra* ving is te zien hier voren op bl.837. —$40. {x) Van deze Vrouwe hebben wy hier voren c$ blad?. 845. - 850. breedvoerig gefprekea.  C H 11 O N Y K. IV. Hoofdfl. 889 ïn geleende klederen, aan dewelken zy geen Ao. den minften eigendom had, en houdende enen 1404. halm in hare hand, voor het lyk van dezen haren Echtgenoot , daar het op de baar geplaatst was, om ten grave te worden gedragen, uit te gaan;als dan den halm, dien zym hare hand had, weg te werpen; en aldaar zich te verklaren, dat zy afftand deed van alie de goederen, welken wylen haar Gemaal, die doorluchtige Vorst en Heer, Hertog Albrecht , had metter dood ontruimd en nagelaten, met alle des Boedels innefchulden en uitfchulden , rechten en gerechtigheden ; uitgezonderd alleen die goederen, van dewelken zy, (waarfchyne^yk volgens Huwelykfche Voorwaarden) haar leven lang geduurende, het vrye vruchtgebruik moest genieten 0'> Mogelyk , ö zou- De plegtigheid , waar mede de afftand «Je? Boedels van wylen Hertog Albrecht door zyne pversebleevene Weduwe is gedaan, heeft ons in sefchrifte nagelaten Jan Mathysze , Klekk (of Secretaris, der Stad Briele , dewelke in dien tyd leefde; in de Politieke Regeering, enz. van den Briele en den Lande van Voorn; ons medegedeeld door K. van Alkemade en P. van der Scheli ing by de Befchryvlng van de Stad Briele (n den Lande van Voorn; en aldaar bladz. 310. en na dezen ook door J. Wagenaar in zyne Vaderlandfche Hiflorie , D. III. B. jfc J. xxi. bladz. . 356. En over deze wettige wyze van uit den nagelaten boedel te gaan, en daar mede, te weten • met die plegtigheid van voor de baar uit te paan; 'te betuigen , dat men de erfnis niet aanvaart- maar dezelve van de hand wyst, verftoot ©n verlaat,- in foromige Steden en Plaatfen dezer Kkk 5  39© VADERLAND SC HE Ao. zouden de oude Vaderlanders nooit hebben !4°4° toegelaten, dat men hunnen eerfien Graven , uit Nederlands» als nog gebruikelyk ,mag men zien den Aucteur der Aantekeningen (zynde Mr. P. van der Scheliing) order het gemelde werk van Tan Wathtszi geplaatst, bl. 309. & 310. en dat zulks was allezins volgc-s 's Lands Coltuimen. of Aloude Wetten en Rechten, blyLt uit 't geen men vindt by den grooten Hf go de Groot in zyne Inleid, tot as Hollands. Rechtsgeleerd». B. II. D. XII. fi. 18. alwaar hy zegt: Moer een Vrouw den heelt gemeene hoedel afftaende cr.de gaende voor de Haer uyt, alleen met haer dagtlykfihe kleederen, is bevryt van dejchuldcn, die Jiasnde Huwelyk zyn gemaektzo als men ook daar zien mag de Aantekeningen van Mr. S. van Groewiwegen van der Made die tevens in dezeiven vermeldt, dat 'er desaan' gaande in enige Steden byzondere'Xewmj zyn. Zo als zulks dan ook voor "een Wet is verklaard inde Stad Leyden; by da CCIIh. Keure; hebbende dezen titel: Voor de Beer uyt te gaen. en welke Keure niet alleen wordt gevonden in het laatst uitgegeven Leyajcae Keurboek van den jare 1658. maar ook reeds voorkomt inde eerfte openbare uitgave van dat zelfde Keurboek, Gedruct ten berele van aie van de Ge. rechte, int Jaer 1583., alwaar dezelve is de CX1WK Keure; met dit Opfchrifc: Voor de baer uyt gaen. zynde dezelve aldaar overgenomen uit het Keurboek dezer Stad, 't welk in~Hooymaand van het jaar 1545. van het Stadhuis is afgelezen zo als dezelve aldaar is te vinden in het Tweede' Deel van het Derde Boek , als de xxij. Keu^e met dit Opfchrift : Voer die baer vuyt te mogen gaen. In deze volgende bewoordingen : Item een vrouwe fal eer haer man ter kercke gebrocht werdt mogen renunchieren voer Schoudt ende Scepsnen van den boel, ende vuyt gaen mit huer cleederen , zoe zy dagelicx gaet, fonder alsdan in eenige voorder feut den gehouden te zyn, ten waer nochtans jy een open. batr coopwyff geweest ware. Zo als deze Keuremy uit  CHRONYK. IV. Hoofdft. 89* uk den Huize van Holland gefproten , een Ao. zodanigen , voor zulke hoge en aanzienlyke ^04. per- uit dat nooit gedrukte Keurboek van 't jaarA 'S4S- J* fn-desedeeld door den Heer Griffier van Alphek, pntfwS! het zelve , met ^g^SS^ hemst Ook ontmoet men in de Dirgboeisen , beru énde ter Griffie derzelve Stad Leyden, verfcSe getallen, in welke ene Weduwe van het recht 't geen deze Keure aan haar geeft, een weuis gebruik heeft gemaakt: als: op den:ao. van Wintermaand 1649. . den 25. van Louw. maand 1666. . den 23. van Wintermaand 167Ö. , E jV vafl Wintermaand 1678. , en in meerder andere gevallen, zo voor als na de opgenoemde tvden in de voorgemelde Boeken ta vmden. Dit ze'lfde recht heeft ook plaats te Gouda , in welk- Stad de Ordonnantie van de Vierjchaar, Art, rCXÏX medebrengt, dat de Vrouw zulks is gehouden 'te doen, wanneer het Lyk van haar Man is «kis ; en zulks . in tegenwoordigheid van Schepenen dier Stad ; of van twee allezins gefooi waardige perfoonen. Dus ook te Rotterdam , welker Stads. Keur beveelt, dat alle Weduwen . die zich willen ontlasten van de fchulden door hare Mans, of ftaande het Huwelyk, of voor het aangaan van 't Huweiyk. gemaakt, gehouden zyn de Sleutels van het Huis op de Lykkist te leggen, en dezeiven openbaarlyk La de. Kerk te laten dralen! en voorts met hare dagelykfche Klederen me het Sterfhuis met het Lyk na de Kerk te gaan , met eens tien Huivers aan geld; en vervolgens uit het Huis te blyven , zonder daarin weder te keeren De Keuren der Stede Oudewater , welken m zeer veele zaken overëenftemmen met die van de Stad Leyden, vorderen ook op An. CXXX. , dat de Vrouwen zich van dit haar recht aldaar moeten bedienen ten byzyn van den Schout en twee ScheDenen ; even als dit ook in de hier boven aangetogen Keure der Stad Leyden wordt gevo-derd. Ook zyn 'er nog metxder Steden, alwaar dit zelf.  So2 VADERLAND SCilE Ao. perfonen byna ondragelyken, finaad had aan, jj.04. gedaan. Inmiddels mag ik hier niet, gondef zulks de recht , volgens de uitdruklyke Keuren , flard prypt. Men zie mede Joh. Voet in Commtntar. ad 1'andeüas Lib. XL1I. Tit. I l de CeJJione Bonorum ; § 12. en S. van Leeuwen Rooms HollandsRecht, B. IV. D III. J 14. En zulks heeft niet alleen plaats in veele Steden van Holland ; maar ook in fommige Steden van de andere Gewesten dezer Nederlanden ; waar van ten voorbeelde mag vtrftrekken de Stad Utrecht, alwaar van ouds de gewoonte is geweest, dat het der Vrouwevryftaat afftand re doen van den met fchulden belasten Boedel , mits leggende of hangende de Sleutels op of aan haar Mans doodkist; of wel anderzins,indien hy buiten de Stad geftorven is , dezelve Sleutels brengende in handen van het Gerecht; mitsgaders dan aldaar doende den behoorlyken e'ed , dat zy geene goederen van wylen haren Man heeft aanvaard, of wil aanvaarden; en daar by tevens verklarende , dat zy zich in zo elendigen en deerniswaardiger) ftaat bevindt, dat zy hare Scbuldeisfchers nie: kan betten ,- en dat zy ook niets anders ter waeield hetft behouden , dan alleen hare dagelyk. fiche klederen : H''e?toe nu behoort zeker Extracï uyt het allerley JÜen-Roek va^ den Gerechte der Stad Utrecht, nopende het voir de baer uytgaen, en JIputtl op de kist leggen , dm 17 Januar. MDCXXII, alwaar reen leesc dit volgende : iJeede Aart Her. bink , doodgraver in St. Jacobs Ktrk , brengen in de Secretarye ziekere Sleutel. die , jb Verklaart word. gehangen heeft aen de baer , daer mede het doode lig', baars, van Jan de Vïfjcher, in Lauwmrecht, in de voorsz. Kerke te begraefenis geuragt is , dewelke by de Wed. rrn den felven ie Visfcbti aen dejelve beer gehangen was; zo als dit ons is medegeaeeid door J. va» de Water , in het Groot Flacaatboek des Lands en der Stad Utrecht ; D. III, B. J. Tit. X. An. LXIX. bladz. 370. waarby men vcege het Flaeaat van Keizer Karei van den 4, May 1546. , '  C H Pv O N Y K. IV. Hoofdft. 893 zulks te doen opmerken , met ftitewygen Ao. voorby gaan , dat een gelyk lot in dit zelfde £404. jaar was té beurt gevallen aan de Hertoginne Weduwe van Philips van Bourgondien , wiens Doch'er Hertog IVUlem van Beyeren, Graaf van Ooftervant, in huwelyk had (z)s Deze Hertog Philips van Bourgondien) zynde de tweede van dien naam , en byeenaamd de Stoute,overleed op den a6. van ° Gras- bv 't welke zyne Kelzerlyke Majefteit aan de Regeerders der Stad Utrecht geeft de judicature , ter terker inftantie. van alle Burgers, Brieven van Inventaris en Ceffie verkregen hebbende , te vinden in ^t zelfde Boek; Tit. Xt. Art. I. bladz. 37»- *n t geen te faamen merkelyk opheldert de Ordonnantie van dien zelfden Keizer , op de Cojiuymen en Ulantien der Stad Utrecht; gegeven in de Vryheyt van Turnhout op den 5. july 1550. al mede voorkomende in dat zelfde Bo=k ; Tit. X. Art_ LXIIl. Rubr. XXIII. handelende van Sckiftinge, Scheydmge, ende Boedelrecht § xxr. bladz. 354 alwaar men leest: lam, een Weduv/e die voor de bare uytgaen wil, zal dat moeten doen fonder huyck ende kovel, endi met dagelycxfche>'kleederen, fonder eenig goet uyt den boedel te hebben Zo dat uit dit een en ander genoeg blykt ,dat voor de baar uit te gaan: en de Sleutel op ie kist te leggen: als één en de zelf. de zaak moet worden aangezien. Zie Ed. vanZurcs, Cod. Batav. Tit. Ceffie. § II. No. 6. et not. («). en voeg daar by 't geen men vindt aangetekend op den Tit. Sleutel op dè kist leggen. Met welken Titel Mr, P. van der Schelling de Derde Uitgave' van dien Codex heeft vermeerderd, en aldaar gevonden wordt op bladz. 1032. en 1033. (2) Van dezen Hertog Philips van Bourgondien; en het Huwelyk zyner Dochter raet Graaf Willem van Ooftervant; als ook zyns Zoons Jan van Bourgondien met Margaretavan Beyeren , zuster van denzëlFden Graat Willem ■, hebben wy hief voren, op bladz. 234. & 85c. , ook bladz. 855. en volgg. breeder gefprooken.  894 VADERLANDSCHÈ Ao. Grasmaand dezes jaars 1404. te Halle 3 een I404. kleine bevestigde Stad in 't Graaffchap van "Henegouwen , gelegen in de nabyheid der Stad Brusfel^ Hoofdftad van het Hertogdom Brabant; terwyl insgelyks zyn Boedel met zo zwaare fchulden was bezwaard , dat men dezeiven volftrekt onbetaalbaar vondc, waarom ook de Hertoginne j zyne Weduwe s weigerde dezes Bourgondifchen Hertogs Boedel te aanvaarden ; maar befloot dien Boedel te verfrooten , en zich niet fchaamde , om, ten bevvyze van dezen haren afftand , in tegenwoordigheid van een Openbaar Besmptfchryver, haar Gordel aftedoen, en denzelven, benevens haar Beurs en Sleutels,met de vereifchte plegtigheid, op de doodkist van baren doorluchtigen Gemaal te leggen (a). Op die zelfde wyze gedroeg zich ook , enige jaren laater 3 Bona de Dochter van Henrik, Prins Van Bar, gehuwd met den beroemder, en dapperen Held, H'alerand van Luxemburg, Graaf van Sint Paul (b~), wiens enige Dochter, 00 Zie J. Mjïyervs in Annal, Flandr. Lib. XIV. fol. 219. vrfo. Pont. Hevtervs Rer. Barguni. Lib. II. Cap. XXIII. pag. 50. Monstrelet Chreniq. Vol 1. Cbap. XVIII. fol. 17. J. Wjs. «enaar in zyr. Vaderl,. Hiftor. D. lil. B. XI. j xxi. bl. 356. en anderen. {b) Dit is een der twaalf Landfcbappen . waar1 uit het aanzienlyke Gr.iaffehap Artois beftaar , 't welk eertyds was ene der Zeventien Nederlandfcbe Provinciën ; doch nu behoort aan de Kroon van Frankryk : Hec voorzeide Landfchap St. Paul was reeds cioor Boudewyn den II. bygsnaamd den Kaluwen , die op den tweeden dag van Louwmaand des  CHRONYK. IV. Hoofdft.. 805 ter Joantid, éne zeer fchotie Vrouw, gehuwd Ao. geweest, aan Antony, Hertog van Brabant en 1404 Limburg; reeds voor Hem, op den iti. van Oogstmaand des jaars 1407., was overleden; wanneer Hy te tvoix± een Stad in't Hertogdom Luxemburg , op den 12. van Grasmaand van 't jaar 1415-» dic tydelyk leven had afgelegd , en zyn Boedel met onbetaalbare fchulden werd beladen gevonden (c): terwyl Hy , geduurende zyn ganfche leven , zyne Landsheeren , in verfchillende Oorlogen , met alle getrouwheid en dapperheid had gediend. Inmiddels (dat ik zulks alhier met een woord aanroere) kan men uit deze aangehaalde voorbeelden zien , dat de Neder* landfcbe Vorften welverre af zyn geweest van over 's Lands Ingezetenen een oppermagtig en willekeurig gebied te mogen voeren, zo ais fom* migen nog hedendaags zulks uit dezer Vorften dikmaals misbruikte magt trachten te beweeren , en die dus gaarne onze oude Nederlandfche V ders ( fchoon waarlyk meêr dan te veel geprangd geweest onder het geweldadige juk, hun door die Vorften , flrydig tegen alle wettig gezag , op hunne hal .en gelegd) als geboren Vorftelyke Slaaven willen doen voorkomen,- het zy men zulks pooge ftaande te houden uit kracht ener begoocheling door de laffe gevoelens, verderflyke leerwyzen, en ganfchelyk bedorve zeden van verdes jaars 918. Is overleden , tot een Graaffchap verheven; als men zien kan by Ferr, Locrivs ia Chronic. België. Tem. II. pag. 147. O) Dezelfue Ferr. Locaivs in dióto Chrm Belg. Tom. 111. pag. 492, 494, & 498. gcwcs-si «au , ■.»».»—■ -— 1^ t_  8o6" VADERLANDSCHE Ao. verfcheide vleizieke Vreemdelingen, die, Tóor1 1404. het grootfte gedeelte hennen oorfprong trekkende uit het gebied van Oppermagtige en "alléén heerfchende en gebiedende Voritcn , in zeer groten getalle na dit ons Vaderland, als een ander Canadn, zyn afgekomen; het zelve hebben als övernxoomd ; en , daar in geen den minften fchyn Van Vryheid konnendeverdraagen, zich daarom benaarftigeri, om, terwyl zy, door hunne Hechte voorbeelden, de öudc goede zeden en deugdzaame denkwyze der Nederlanderen in zeer Veele opzigten reeds hebben bedorven en verbasterd, nu ook in de Vrygeboren zielen onzer Vaderlanders alle zuchten liefdevoor de Vryheid uit tedooven: het zy men zulks doe met andere fchandelyke" oogmerken en uit zodanige vuile beginzels en inzigten,welken,hoezeer wy zouden meenen daar naar uit het geen men van tyd tot tyd, ter langzaame ontwikkeling van die, meteen groot doch kwaad overleg bedekte, doeleindens, als der Vryheid tendeerden nadeelig,ziet gebeuren te mogen kunnen gisfen,echter voor ons tot nog toe niet geheel en al zyn te doorgronden: Doch, op welke valfche gronden ook men deze bedrieglyke Helling wille bouwen; en met welken • geheimen doelwit men dezelve trachte door te dryven ; zo meene ik echter door zulke en 'andere voorbeelden , van welken een goed aantal in 's Lands oude Gefchiedboektn (d~) voorCrf) Uit de 20 menigvuldige andere Voorbeelden j welken men in 'sLar.ds Oude Gedenkfchriften ontmoet , ten blyke, dat onze Nederkndfche Vorften, even zo min, dan de geringde Ingezetenen , boven de Wetten verheven waren , zal het genoeg zyn , om alhier aanteroeren het byaonder gtval, 'twelk aan  CHRONYK. IV. Hoofdft. 897 voorkomt, genoegzaam te worden beweezen, Ao. dat dezelve, wel beproefd zynde, geen ft^_i_404- aan Hertog Karei van Bourgondien , met den naam van Karei den Stouten in de. Hiftorien genoeg bekend , in den jare 1468. te Hoorn, alwaar Hy eni- . ge dagen, ter gslegenheid van.zyne inhuldiging als Vorst en Heer dezer.Landen , had vertoefd, ontmoet is: want, wanneer Hy wederom van daar wilde vertrekken, zo werd een gedeelte van s Vorften goed in beflag genomen door een Burger dier Stad, van wien de Vorftelyke Hofmeester, ten behoeve van den Hertog en zyn Hofgezin , een Os had gekoft; doch den koopprys onbetaald gelaten. De Hertog vertoornde zich geenzins over deze daad van dien Burger, dewelke alleenlyk htt hem toekomend recht gebruikte, om dus, zonder verdere moeilykheid, aan de voldoening der aan hem door óf van wegen den Hertog gemaakte fchuld te geraken: Ook liet de Hertog zich riiet lang door enige verzoeken of fmeekfehriften deswegens vervolgen : maar, Hy, zo dra zulks tot zyn kennis was gekomen , beftrafte zynen Hofmeefter, en gaf terftond bevel, om aan dien Burger, als 's Hertogen wetti. een fchuldeisfcher, het aan hem voor dien Os uitgeloofd en toekomend geld ter hand te ftellen , en wilde niet buiten de Stad vertrekken , alvorens die fchuld betaald was: gelyk wy dit geval ons medegedeeld vinden door Theod. Velius in zyn Chr». hyk van Hoorn j B. I. bladz. 83.; die ons , ter zelfder plaatfe, nog een ander geval mededeelt, t welk insgelyks aldaar op dien tyd den hooggemelden Hertog bejegende , en ons een fprekend bewys oplevert van de oplettende zorgvuldigheid en lofwaardigekloekmoedigheid van den Achtbaren Raad dier Stad Hoorn; want, wanneer aldaar zeker perfoon bv den Hertog aanhield , om door Hem begiftigd te worden met het Kosterfchap van de Grote Kerk, én de Hertog dien Verzoeker daarmede wilde begunftigen , zo heeft die pryswaardige Raad van Wn aan den Hertog zulks, met ene groteftandïastigheid, tolfliekt geweigerd en Hem geandL ' i *  898 VADERLANDSCHE 1404^ landfcbe Vorften,hoe hoog dezeiven ook elders in woord dat het zetten van een Koster hun rec^t was »t welk der Stad Hoorn door Heuoa ï Irech. va« ^yerw in het jaar ig fi> Was f* ken ondermeerder andere Voorrechten; gelyk zulks ook hier voren op bladz. 324. & 335 i3 ISJu len dCZe Achtbl'e S aiien Magiftraten ten roemwaardigen voorbedde er navolging wegens hunnen betoonden onge. ên zich "ïït\ Voorrec1^ ■» bewaaïa en zich niet te laten ontneemen ; noch dezeiven aan eenen anderen optedragen of overtegeven was deeerftepligt van den loflyken Raad dier Stad ' welke verbeelde of vertegenwoordigde de ganfchê Burgery, wier eigendom dit Voorrecht door de gifte van Hertog Altrec.it was geworden , en welkf al! hetVZV^f b3d' °m daar0Ver "^hikken; of Hp JS J?ederümweS te geven. Wat deed nu deze Hertog die gewis geenzins is te tellen onder do gemaatigdfte Nederlandfche Lands vorften i £aa: di e? in .egendeel van een zeer heerschzugtigen aart was IStelkï d/ fy5e «f^^^ige ftreeken van 2>nen Vader byna den doodelyken ilag hadden toe» gebragt, welhaast, zo Hy in"zynen Joop nfé ge. 5i,"h^h*^,nfche,yk ZOüde verDiedSd hebben ; op f Laa^cer,i°% Vnn den manmoedigen Hoorn. desIfnd ' StheldeKV;s een Oppermagtig Vorst ff » » , i' Z:ch rmec a,le 2vne vermogens daar te- ften fvn^de ^zich d£SWeêens andere Vorften, zyne Naastbeftaanden of Gebuuren , metver- i«hr°vi„ r byft3fld ? Ge£n3ins: H* erkende^ h f M6" GrJ00t-Aetbaren Raad der Stad #MrB .■ «y handelde in dezen volgens zynen Eed en PJi-t« vaS Z1ck "S* h„6t aa" Hem ëedaans bi!|yk ^rtoos "B£,recbt- der Burgery van H,orn aankomende* en ftond vrywillig en goeds moeds af van zyn eer. ite voorneemen, latende aan den Raad de vryebeftelling van dat Kofterfcbap over. Wie nu , dien deze en aadere foortgelyke gevallen uit 's Lands Ge- fchied.  C H R O N-Y K. IV. Hoofdft. 890 in magt en aanzien waren geftegen; en hoe zeer Ao. dezeiven dan ook,door hunne laffe vleijers, die, 1404. niets * fchiedboeken bekend zvn. zal langer willen beweeren, dat AenNederhndfchen Vorften, en onder dezen ook den Graven van Holland, eertyds eenOppermagtig en Willekeurig Gezag over *s Lands Ingezetenen heeft toegekomen; datZy volftrekte Heeren en Meesters , ja alléén de Opper fte Gebieders, en volftrekte Eigenaars waren van het ganfche Grondgebied , en van alles wat daar op en in is, of ook leeft en zich beweegt, zo dat alies dezer Heeren vollen eigendom was; enalle'sLands Ingezetenen hunne Dienstbaaren en Slaaven , ook zelfs van de wieg af, waren , die des ook alles aan dezer geweldige Heeren Landsvorftelyke Opperhoogheid zouden zyn verpligt geweest; dat des ook alle de rechten en gerechtigheden , welken 'sLands Ingezeetenen, by vervolg van tyd, hebben bezeten, waren loutere gunften dezer Opperfte Landsheeren, die alle dezeiven den Ingezeetenen uit enkele goedheid hadden gegeven, en dies ook wederom ten allen tyde, wanneer het Hun geluste, dezeiven aan hen konden en mogten betwisten en geheel ontneemen , zonder enige tegenfpraak; en zonder dat men dit dezer Heeren doen immer met den naam van onrecht of geweld zoude konnen doopen! Zodanige ftellingen verder te verdeedigen, kan (naar myn gering oordeel) niet meerder in enige gezonde hersfens vallen ; ten ware iemand zulks wilde beweeren alléén uit alle Vryheid hatende beginzelen, tegen zyneeigeneovertuigingen; en tevens met allezins fchadelyke, ja fchandelyke en verderflyke, oogmerken; en om. uit de voorbeelden van de door deze Landsvorsten te dikmaals misbruikte magt zodanige Leerftellingen te trekken, welken alle zuivere gronden van waare Vryheidondermynen ; ja zelfs geheel omverrewerpen ; en zo de oude Nederlanders tot de verachtfte Slaaven , die nier. vry durven fchryven, fpretken, of denken, zouden maaken: en dus dan ook tevens, buiten en tegen allen recht, te beöordeelen en in eenigen twyfel te nekten de wettigheid der Verklaaring door 's Lands Ml » Sou"  9cfo VADERLAMDSCHÉ Ao. nïets anders dan hünne eigene grootheid beja"«' 1404. gende» alle Vorften gefhdiglyk omringen, en . zelfs de besten door hunne vaifche tongen bederven, onderlleund, uit loutere heersch. , zucht, (een kwaad, allen, immers den meeften, Vorllen eigen, en geene grenzen kennende) het hun toebetrouwd bepaald gtzag, ook al te dikmaals, tot ene verfoeüyke onderdrukking der goedé Ingezeetenen dezer Landen, hebben misbruikt, daar zy op het plegtigfte verbonden waren, om dielngezeetenen tegen allen overlast en geweld te befchermen ; dezeiven by hunne natuurlyke Vryheid tè bewaaren en derzelven wettige Voorrechten met alle hunne vermogens (volgens den inhoud van hunnen Eed, dien Zy, by het aanvaarden der Rcgeering, aan handen der Ingezeetenen, of derzei ver Vertegenwoordigers en Gemagtigden, den Staaten dezer Landen , moeiten afleggen ; en welken Eed Zy dus op ene fchandely- ke Soüvereine Staten voor het oog der geheele Waereld gedaan op den 26. van Hooimaand van den jare 1581.; op welken heerlyken dag de Stntert Generaal der Verëenigde Nederlanden, op goede en we! beproefde gronden , door de Staten der byzondere Verëenigde Gewesten te voren aangenomen en goedgekeurd den Koning van Spanje hebben verklaard te zyn ipfo jure vervallen van zyne heerfchappy, gerechtigheid en erfnisfe van alle deze Landen; welker onafhanglyke Vryheid die de groote en goede God doe bsftendig zyn tot aan het einde der Eeuwen! op dien luisterrykften dag werd geboren: gelyk dit alles breeder te zien js in het FfaCaat; deswegens ten dien dage uitgegeven, en gevonden wordende by P1 e te r B or Chris tiaensz. in zyne Historié der NederlandJcheOorhge?,iB,XVUbl.35. — 38. jen elders.-  CHRONYK. IV. Hoofdft. 931 fce wyze al dikmaals hebben overtree- Ao. den; en door deze hunne verfoeienswaar-JVH^ dige daaden ten vollen bevestigd het wel bekende zeggen: Dat de Vorften doorgaans fpeelen met de Eeden, als de Kinderen met de Kooten.') voorteftaan en te verdeedigen, zonder daar tegen enigen inbreuk te doen of immer te geheugen ; nochtans in deze Nederlanden altyd aan de Wetten des Lands zyn onderworpen geweest; en dies ook verpligt geworden , om , zo wei als alle' andere Landzaaten, der Vaderlandfche Rechten en Oude Loflyke Herkomrten te gehoorzamen , en alle dezeiven ftiptelyk te achtervolgen en onderhouden • ja zelfs, alle de pleg«Theden en gewoonten, welken aan die Wetten en Rechten verknocht zyn , in acht te neemen, op dat ook Zy dus de vruchten en uitwerkzels van dezeiven zouden mogen en konnen genieten naardien , zonder het nakoomen van alle die verëischte plegtigheden , de kracht dier Wetten en Rechten ganfchelyk verviel, en dezeiven dus voor Hen , zo wel als voor de verdere, deze nodige plegtigheden verzuimende, Landzaten , die allen met Hen een gemeen recht hadden, nutteloos, en aan een doode letter gelyk waren (e). Wat nu voor hec overige betreft den aart en het zedelyk gedrag van wylen Hertog Albrecht (e) Dit wordt ook aldus opgemerkt door P. *m 'bPR Scheluhg in zyne Jantekeningen op het hier voren bl. 888. not. (y) aangehaalde werk vsn Tak Mathysz. bl. sio. Aant. 5. en J. Wagenaar. Vaderlt Hiftor. D. 111. B XI. § xxi. bl. 35<5. Lil 3  ooi VADERLANDSCHE brecht (f) ; deswegens zyn de gevoelens rAcz Ji?jl_aUen dezelfden. Sommigen toch meeten zyne deugden op hec allerbreedfe uit , Hem Hertognoernende ttn Vorst, die den Chriltelyken aan en 1 Godsdienst ten hoogftcn bemindde en op alle z'edelyk mogelyke wyze verdeedigde ; godvruchtig ; gedrag, deugdzaam ; vroom ; goed ; zachtmoedig ; befcheiJen; en rechtvaerdig een ieverigen Voorftander der Geefrelykbeid,- een Befchermer der behoeftigen ; een getrouwen Vader zyner Onderdaanen ; en wyders begaafd met alle zodanige loflyke hoedanigheden, welken een groot Vorst konnen gezien , geëerd, en waarlyk bemind maaken (g). Anderen daar en tegen befchryven Hem, als een wellustigen; wraakzuchrigen; Iafhardgen; vreesachtigen; trotfehen; en kwistzieken Vorst (h"). Wynu hebben in de verfchillendegevallen van zyn leven, voor zo verre als ze door ons hier voren in deze onze Chronyk naar de zuivere waarheid zyn opgetekend, ge vonden, datHy een Mensch en een Vorst was, die , en fommige goede, en fommige minpryswaardige, hoedanigheden bezat, zo dat men (myns oordeels; Hem, noch onder de beste, noch on- (/) De Keer Matthys Balen getuigt, dar'er te Dordrecht, bezyden de Rechtkamer van de Mun. te van Holland, is te zien een Schilden van dezen Hertog Albrecht van Beyeren ; in zyne Befchryvinz van Dordrecht, B. HI. bladz. £"83. (g).Zodanig befchryven Hem J. Tkithemivs in Chronic. Hujaugiens. Tom. IL fo). 323. en Ands. rBESBYTER m Chronit. Bavar. fol. 93 Sijitr. D. IIJ. JJ. XI. § xxi. bladz. 354.  CHRONYK. IV. Hoofdft. 903 onder de flechdle Vorften, tellen mag. — Dat Ao. Hy niet vry was van heerschzucht, en, kun- I4°4' nende geen bepaaling in zyn gezag dulden; maar trachtende fteeds volftrekt onbepaald te heerfchen; ook daarom ten uiterften geducht was voor de Steden, deed Hy al draa, toen Hy het roer der regeering in handen kreeg, blyken (O ; waarom ook de Steden daartegen met alle hare vermogens , die echter fomtyds, C zo wel in die dagen onzer Vaderen, als nu in onzen leeftyd tot nadeel van onze tegenwoordige op alle mogelyke wyze ondermynd wordende Vryheid^) door fommiger verfchillende gedachten, te zeer bepaald werden \ waaktenen zich beïeverden, om bara natuurlyke Vryheidstechten , loflyke gewoonten , oude herkomsten, en verkregene of erkende gerechtigheden met alle mogelyke zorgvuldigheid te bewaaren, eri dus behoed te worden voor het meêr en meêr toeneemen van ene al te zwaar knellende flaverny, terwyl toch het drukkend Graaflyk Juk allen 's Lands Ingezeetenen reeds toen genoeg prangde,- gelyk het hen allen, by volgende bittere tyden , nog al meerder en meerder heeft benaauwd en dermaten gedrukt;dat wy zeer veel reden hebben , om den groten God te danken, datHy ons, door zyne oneindige goedheid, van die Vorftelyjcaoverheerfchingenflaaffche banden,waaron« der onze brave Voor vader s fteeds deerlyk hebben moeten zuchten, en ook dikmaals dien trotfchen ïyrannen als kruipende Slaaven dienen; heeft ver* (t) Zie hier voren op bladz. 190. 108. & 251, an ddeis. LH 4  034 VADERLANDSCHE Ao. verlost en ons dit Godlyk gefchenk,dit heer-' 1-404. lykst kleinood , de goude Vryheid vergund ; en Hem , mee allen oprechten iever en godvrucluigen ernst, gelkdiglyk te bidden, dat Hy ons allen , groten en kleinen; rykerien armen; edelen en onedelen; aanzieniyken en minaan» zienlyken; genadiglyk wille behoeden , dac wy niet, als de gevvasfehene Zeuge, tot het oude vuile flyk van het heerschzuchtig eti voor Vrygeboren Zielen alleronverdraagïykst Graaflyk gebied wederkeeren, om ons daarin te wentelen ; en dat Hy dies niet wille toelaten, dat wy immermeer tot die fchrikkelyke dwaasheid vervallen, om, daar wy nu Vry zyn, een Meefier (die onze thans Vrye halzen , welken nog nooit enig flaafsch juk gedragen hebben, zoude buigen en dwingen onder zyn ailéénheerfchend juk en ons dus itooten in een jammerpoel van bitteren druk en eeuwige Slavernyjl aanteneemen; ons dierbaarst pand van Vryheid in den Burgerftaat en in denGodsdienst te verzaaken; voor enig Oppermagtig Vorst en Heer, wie hy ook zy, neder te knielen en dus de yz^re ketenen,waarmede enig Vorst ons voor eeuwig zou. de willen kluisterende kusfen: maar dat Hy allen ?s Lands Ingezeetenen wille begenadigen met waare wysheid en ongeveinsde god vrucht, op da' wy allen, gefradiglyk overdenkende, hoede losbandigheid der zeden is de moeder der Slaverny, (een voor Vrye Gemeenebestgezinden allerhacelykst gedrocht)aan alle ziel en iigchaam bedervende zeden , die ons Vaderland overftroomen, en waarin de kleinen en minaanZienlyken , uit welvoeglykheid , die hier meestal de plaats der' goede zeden febynt te be»  CHRONYK. IV. Hoofdft. 905 "nekleeden, de groten , of aanzienlyken en Apedelen, navolgen, en derzelver fcha^delykej^ en onedele voetftappen drukken ; geheel en al mogen vaarwel zeggen, en, uit ene zuivere liefde tot God en Zyne allerheiligfte geboden, met een geheel oprecht hart .en ene allezins bereidwillige ziel, alleen de Deugd, die het beginzel en de fteunpiiaar is der Vryheid, beminnen, omhelzen . en geftadiglyk aankleeven; en dat Hy verder ons allen, groten en kleinen; ryken en armen ; aanzienlyken en minaanzien'yken ; edelen en onedelen; dienstbaren en vryen; die dit ons gezegend Vryen Onafhanglyk Nederlandsch Gemeenebest , zyne Steden, Vlekken, Dorpen, Burgten, Kasteden, Sterkten, Gehuchten, Gebuurten, en ook het geheele Platte Land, bewoonen en bevolken; fteeds wille bezielen met ene getrouwe eensgezindheid en met pen waaren mannenmoed , om , in een oprechten en goeden iever , en met vereende krachten, bedaai^elyk, doch tevens dapperlyk , en , zo als het Batavierfchc Helden betaamt ,' in een 'heilig vertrouwen op Gods eenadigen byftand , dit ons van Zyne Vaderïyke hand gefebonken heerlyk goed * de onwaardeerbaare Vryheid, (in en door welke alléén de bloei van ons gezegend Vaderland, *t welk na den ondergang der Vryheid het armoedigfte en rampzaligfte Land van den ganfehen aardbodem zoude zyn ; als nu beftaat; in en door welke alléén wy rust en veiligheid voor onze perfonen en goederen mogen genieten , en alle onze Voorrechten en 'Gerechtigheden konnen worden gehand- ■ Lil 5 baafd  $o6 VADERLANDSCHE Ao. haafd en verdeedigd) op alle wyzen te fJ4°4« hefchermen tegen allen en een iegelyk , die ons daar van, met list of geweld , openlyk of bedektlyk , zouden poogen te berooven; of het genot van dezelve enigzins te ondermynen! Dat dan hier toe alle Vrygeboren Burgers en Inwooners van dit ons Gemeene? best, in gevolge der verpligring,dewelke uit krachte van het Utrecht/che Unieverbond op aften Vryen Nederlanderen legt» zich fteeds eenpaariglyk oefenen in den zo nuttigen en den Ver derveren der Vryheid grotelyks mishagenden Wapenhandel,om dus te leeren het verdeedigend Geweer,'twelk gewislyk is het Ichoonfte, het edelfte fieraad inde hand van den VryenMensch, te hanteerenen gebruiken ter bewaaring van hunne eer, vryheid en leven; ter befcherming van hunne Vrouwen, Kinderen en Goederen, hunne Haardffeden en Altaren; en om zich dus, metenegeduurige oprechte dankerkentenis aan den God der VitYHEirve handhaven in die Onafhanglykïieid, in welke wy oorfpronglyk hier op aarde door dien alléén wyzen en algoeden Schepper zyn gefteld geworden 1— Deze onze Hertog Albrecht, daar Hy, trotfch en heerschzuchtig zynde, fteeds haakte om zich in alles boven allen te verheffen, en dies ook zeer genegen was tot ydele pracht, was mede niet vry te pleiten van fchraapziekte' en geldzucht (*), terwyl Hem al dikmaals, de geldmiddelen , zo tot voeding van zynen grootfchen en heerschzuchtigen aart, m tot ftyving van zyne kostbare levens... ^ wr in eHeS. V°rCn ' °P bfedz' 334' 371'  CHRONYK. IV. Hoofdp. 9*7 Mi en ter voldoening van zyne grote praal- Ao, Sten onverdraag!yke^rotsheid,on^ om welken te bekomen, Hy ook nu en clan verbazende laagheden beging; den genen,die Hem met de benodigde penningen byftonden, allerhandeVry heden,welke fommigen zelfs to fchanr delyk zyn, om -hier byzonderlykgenoemd te worden,fchonk,endenZulken^ onbetaamlyke, gunften bewees ^ W-r na betreft dezes Hertogswellustigen aart,welken als tot allerhande-ongeregeldheden geneigd, fommigen aan Hem toefchry ven , moet ik aanmcrken,dat ik nietweeteooitgeleezen tehebbeo , datHy ene buitengemeen genegenneid tot wyn of fterke dranken heeft betoond ; ot zich daarin en in allerhande overdadlge brasferyen te buiten gegaan ; en aan eue venoeil^ ke dronkenfchap overgegeven: Oo fommiMn zeeeen, datHy aan de litf kozen£ Suen vin Jen ongeoorloofd Minnefpel zo verflaafd was, dat Hy verfcheide Natuurlvke Kinderen heeft nagelaten Qn) ;zoismy n«meerindeoudfte%chteGefchiedboeken voorgekomen de naam van enige andere By7ic dan alléén van Jonkvrouw? Akid van Polkeest. welke Hy ook, als zodanige mfermaten beminde , en zicht m. alles geheel Sn haar overgaf, terwyl Hy Weduwenaar was van zyne terfte Gemalinne, en alvorens co ^^^^^^^^f^iTT^ waardw bewys biervoren op bladz. .368. ~ W Nopens dit Verhaal »«g *«" *»* ffiy gezegde hier voren op bladz. 862. & 863. w de Aantekening (0»