l6 Julii 1795. "om de verfchulde page-penningen op zijn tijd te betaalen, en dat zulks dan ook ten gevolge hadde gehad, dat Suppliant door de toenmalige Ordinaris Gedeputeerden buiten het bewind van het voorfchreve Monopolie gefteld , en de adminiftratie van het zelve aan J. G. Most gegeeven was in October 1793, die het zelve tot den 7 Januarii deezes jaars 1795, wanneer de Franfche troupes Thiel hebben geoccupeerd, behouden had: dog dat in den gepasfeerden jaare door de verfchijning der geallieerde troupen het gemelde Monopolie eene extraordinaire en confiderable confumtie hadde gehad; zodanig, dat wanneer hij het zelve hadde mogen behouden, Suppliant daar door een man in ftaat zoude zijn geworden, als hebbende het zelve boven de pagt-penningen, na informatie, wel dertigduizend gulden opgebragt; verzoekende vervolgens om de daar bij geallegeerde redenen, dat de gemelde zes Obligatien, nevens de daar op ontfangene interesfe, aan Suppliant mogen werden gerestitueerd, met'auctorifatie op voornoemde Ontfanger 't Hooft, of onder wien dezelve mogten berusten, om de voorfchreve Obligatien en interesfen aan den Suppliant te extraderen en over te geeven. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden L 3 en  ié Julii 1795. gen volftaan, mitsgaders, dat tegen betaling van fiat één vierde gedeelte eene volledige quitancie tot ultimo Junij 1795 inclufive door den Ontfanger aan Suppliant zal worden uitgekeerd:- Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan het zelve te ftellen, gelijk gefteld wordt bij deezen, in handen van de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, om daar op na redelijkheid en bevind van zaaken zodanig te disponeren, als zullen oordeelen en vermeenen te behooren. "Verlezen de Requeste van de Municipaliteit van Oijen, Ampte van tusfehen Maas en Waal, daar bij te kennen geevende, dat zij voornemens wa-ren de Uitzettinge der Dorpslasten eerstdaags te doen, dog dat zij voorzagen, dat 'er disput gemoveert zoude worden over het al of niet contribueren der Buiten-Geërfdens in de fchade het Dorp door requifitien , als anderzirre, toegebragt: Dat Supplianten vermeenden, dat de last van inkwartiering is perfpneel, maar die van cómributien en requifitien reëel: Dat een Buiten-Geërfden niet gehouden is tot het dragen van perfonele, maar wel van reëele lasten, om dat- een Buiten-Geërfde, voordeden van zijne landerijen trekkende, ook  i6 Julii 1795ook gehouden is de last van het diftrict, alwaar die landerijen gelegen zijn, te helpen dragen, en om dat een Binnen-Geërfde door de last der inkwartiering, en andere inconvenienten, den oorlog eijgen, vrij.meerder gedrukt wordt, als een Buiten-Geërfden, welke last ruim zoude opwegen tegen die', dewelke een Buiten-Geërfde in zijn diftrict ondergaan heeft; voorts, om dat de Buiten Geërfdens meestendeels de gegoedfte, en daar door het best in ftaat zijn in die lasten te contribueren, dan inval de Binnen-Geërfde alleen daar toe gehouden was , hij ten eenemaal buiten de mogelijkheid zoude zijn, om daar aan te voldoen, en de Buiten-Geërfden ten opzichte zijner bezittinge van vrij beter conditie zijn en worden zoude, dan dë Binnen-Geërfde; verzoekende om de redenen, daar bij verder gededuceerd , marginaal appoinctement -of refolutie, dat de Buiten-Geërfdens te Oijen met en neffens de Binnen-Geërfdens in den omflag van gedane Requifitien, en daar op gevolgde leverancien, gehouden zullen zijn eguaal, en op gelijken voet te lasten. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan deeze zaak te houden voor domesticq. De Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen, Over-Betuwe, Neder-Betuwe, Maas en b L 5 • Waal,  17 Julii 1795. aan de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, om daaromtrent zodane voorzieninge te doen, als in redelijkheid na bevind van zaaken zullen oordeelen en vermeenen te behooren.' Verlezen de Requeste van de Buurmeefteren, des kerfpels Bemmel , verzoekende om de daar bij aangevoerde redenen remisfie der aangefchrevene middelen van confumtie over deezen jaare J795> of moderatie op zodane modicque fom, dat de Ingezetenen daar door eenig foulaas voor hunne geledene fchadens mogen ontfangen: En hier op ingevolge marginaal appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden. Is goedgevonden in der Supplianten gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd word bij deezen. Verlezen de Requeste van E. van Kolenbrander en P. van Eldik, verzoekende óp de daar bij geallegeerde gronden , om in plaats van 325-16-16, welke bij de laatstgedaane nieuwe aanflag in de Verpondinge op der Supplianten waerden onder Hien en Dodenwaerd gelegd zijn,,met de betalingè der voormaalige Verponding ad 137-5-: te mogen kunnen volftaan: En ^        RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN JANUARII EN FEBRUARII 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Ottar tiers van Nijmegen. Steden. Nïj'MEGEN. In loco. T H I E L. Cornelis Taai), Jasper van Galen. / B O M M E L. augustinus geukama, Henricus Schull, Jasper Ganderhejjden , Jan Hendrik Stoffenberc, Warmold Albertinus van der Feltz, Paulus van Essen. Platte Land.   Januarii 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in 'Januarii en Februarii i795j het eerste Jaar der Bataavfche Vrijheid* Vrijdag den 30 Januarii 1795. Xs ter Vergaderinge van de Magiftraat der Stad Nijmegen en der Gecommitteerdens van de Stad Sak-Boemel, bij abfentie van de Gecomraitteerdens der Stad Thiel, behoorlijk befchreven, de Vergaderinge des Quartiers uitmakende, gelezen eene Misfive der provifionele Repraefentanten van het Volk van Amfterdam, gefchreven aldaar den 2.1 Januarii jongstleden, houdende de hooge noodzaaklijkheid, welke plaats heeft om ten fpoe-' digften te zorgen voor de Provinciale organifatien van het algemeen publicq bellier, bekend onder den naam van Staten Generaal, ten einde de ordre , welke altoos, en voor al in de tegenswoordige conjuncture van zaakén zoo heilzaam is, te bewaren, 's Lans financien, Zee- en Landmagt, was het mogelijk , te fauveren, en in het * 3 £>e"  30 Januarii 1795. generaal alles wat het publicq Gouvernement betreft , te reguleren , en wel principalijk om de Muniripaliteiten onder het oog te brengen, dat mogelijk de independentie van ons lieve Vaderland alleen afhangt van eene cordate refolutie, en der^elver fpoedige uitvoering: Waar pp gedelibereerd zijnde, hebben de Ge-, committeerdens van Bommel het gunt voorfchreveri overgenomen om in den haare breeder gecommuniceerd te worden, en het goedvinden der Stad deswegens op morgen ter Quartiers Vergaderinge in te brengen. xJe Magiftraat der Stad Nijmegen heeft vervolgens voorgedragen, dat zij, niets anders beoogende dan het welzijn van de Stad en het lieve Vaderland, met het Collegie der Gemeenslieden, hadde gerefolveerd eenen Gecommitteerden te benoemen, om met de Gecommitteerdens uit de Provinciën Holland, Utrecht, en die zich met hun zullen voegen, te. componeren de Vergadering , bekend onder den naam van Staten Generaal, ten einde de behandeling der publicque zaaken te hervatten, en om , zoo mogelijk, aan de Repupublicq..te bezorgen eene gewenschte en duurzaaaie vreede, mitsgaders alliantie met de Repub.Hcq van  31 Januarii 1795. van Frankrijck; infterende, dat ook naamens de Stad Bommel een Gecommitteerde in de Staten Generaal zoude mogen worden benoemd. tHHllfatU.'t/ RSJgü-Ti j-ffl .Irri rJoi-1 H ob n^JSöJ Saterdag den 31 Januarii 1795. ■ -.1 -•. n iv r )j y rffTtiiv A. van der Feltz en P. van Esfen, Gecommitteerdens der Stad Bommel, hebben eer Vergaderinge openingc gedaan, dat zij gelast waaren te effectueren, dat hun Medelid den Burger A. Geukama werde gecommitteerd ter Vergaderinge van de Staten Generaal wegens het Quartier van Nijmegen, en der verdere Steden deezer Provincie, die van de magt der gecoalifeerde Mogendheden waren verlost: met bij voeginge, dat de Municipaliteit van Bommel vermeende, dat de Steden Arnhem en Wageningen meede zouden behooren te worden verzogt Gedeputeerden ter zeiver Vergadering te benoemen; en dat zulks gedaan zijnde de Stad Nijmegen, vermits de abfentie der Leden van den Hove «Provinciaal , gelijk meermaalen heeft plaats gehad, alle de Steden deezer Provincie , welke door de wapenen der Franfche Republicq zijn overwonnen, behoorde te verfchrijven , ten einde, ingevalle de ■ praefenté Leden de meerderheid van de Land- * 4 fchap  31 Januarii 1795. i'chap mogten uitmaaken, aan dien Gecommitteerden eene Commisfie in naame van de Landfchap te geeven; dan, ingevalle de comparerende Leden "de meerderheid niet mogten uitmaaken, alsdan die Commisfien te depecheren .in naame van het Quartier van Nijmegen, en verdere Leden van de Provincie van Gelderland, die van de overheerfching der gecqalifeerde Mogendheden zijn verlost. • ' Waar op is goedgevonden en verftaan tot Ordinaris Gecommitteerde ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden in plaatze van den Burger H. W. van Grootenraij te nomineren en te committeren den Burger C- H. van Grasveld , Burgemeester der Stad Nijmegen, en den Burger Augustinus Geukama , Lid van de Municipaliteit der Stad Bommel, in plaatze van den Burger D. G. van den Steen, om de belangens van het algemeen, en van deeze Provincie in het bijzonder, te behartigen, en met de Provinciën van Holland en Utrecht, en die verder aan de overheerfching der gecoalifeerde Mogendheden mogten zijn onttrokken, te concurreren tot het neemen van zodanige refolutien, welke tot het bekoomen van eene gewenschte vreede, en alliantie met de Republicq van Frankrijk het meest  31 Januarii 1795. gefchikt en dïenstigst zullen bevonden worden. En is verder goedgevonden in het Collegie ter Admiraliteit op de Maze tot den eerften Maart aanftaande te committeren den Burger Alexander in de Betou, Lid der Municipaliteit der Stad Nijmegen , in plaatze van den Burger F. J. Omeling. Zullende hier van opening aan 's Landfchaps tafel gefchieden, meede ten einde de Commisfien der gewezene Gecommitteerdens deezer Provincie ter Vergadering van Hun Hoog Mogende werden ingetrokken, met aanfchrijving aan dezelve, dat 't geene door hun vervolgens mogte werden gedaan en verricht zal worden gehouden van geener waarde, Zondag den 1 Februarü 1795. J)e Gecommitteerdens der Stad Thiel Cornelis Taaij en Jasper van Galen, ter Vergaderinge zijnde erfchenen, hebben in het breede openinge gedaan van het verlangen van de Magiftraat der Stad Thiel, dat de noodige organifatien, dewelke tot het publicq befiicr, bekend onder den naam van Staten Generaal, het meeste voordeel en behoud kunnen aanbrengen, ten fpoedigflen koomen te gefchieden; voorts dat ter Vergaderinge van Hun Hoog  i Februarii 1795. Hoog Mogenden in plaatze van den Burger P. W. L. Quarles de Quarles was benoemd opgemelte Burger Cornelis Taaij, Lid hunner Municipaliteit. Is het een en ander voor notificatie aangenomen , met auctorifatie op den Raad-Secretaris der Stad Nijmegen L. de Beijer, om wegens abfentie van den Secretaris der Landfchap, als gewoonlijk de noodige Commisfien te doen depecheren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden, vermits het Hof Provinciaal, redderende te Arnhem , derzelver functien haddc gefufpendeerd, en het uit dien hoofde daar voor moest gehouden worden , als of het zelve niet meer exifteerde, eene Extraordinaire LandfchapsVergaderinge uit te fchrijven tegens Donderdag aanftaande den 5 Februarii binnen Nijmegen, bij de volgende Misfive. De  i Februarii 1795. oimnioavO aamloos jfiarnaigsü j' Ittv ijianol l* Oi qzAStbtï:- i ob ftCB ?it) t aOISSHlCpb |0b»&9f De Staten des Qtiartiers van Nijmegen. Erentfeste , Eerfaame, Wijze en Voorzigtige , Lieve, bijzondere goede Vrienden. "^f'\\ hebben wegens de omftandigheden van tijden goedgevonden een Extraordinaris Landdag bij Patent uit te fchrijven, en daar toe aanbeftemd aanftaande Donderdag, die wezen zal den vijfdenFebruarii deezer loopende maandjes avonds binnen deeze Stad van Nijmegen in te komen; Begeerende en verzoekende derhalven dat U Eerf. hunne Gecommitteerdens op den voorfchreven dag willen gereed houden, om des Vrijdags den zesden Februarii daar aan volgende de Propofitien te aanhooren, en daarop en het geene verder mogte inkomen met de andere Gecommitteerdens te helpen neemcn, zoodanige Refolutien als tot den meesten welftand van den Staat in het gemeen, en deeze Provincie in het bijzonder zal worden bevonden te behoorcn. Met  i Februarii 1795. Met begeerte en verzoek, dat UEerf. in conformité van 't Reglement zoodanige Gecommitteerdens deputeeren, die aan de Landfchap in 't generaal, of de refpective Steden in 't bijzonder, in eenige deelen of poincten , ter zaaken van ontfang en adminhlratie van penningen niet comptabel zijn. UEerf. hier meede den Almagtigen beveelende. Gefchreven te Nijmegen den 1 Februarii 1795. Ter Ordonnantie van Dezelve Bij abfentie van den Secretaris des Quartiers L. de B E IJ E R, Raad - Secretaris. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN FEBRUARII 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nymegen. Steden. N IJ M E G E N. In loco. THIEL. Jasper van Galen, Herman Jacob Dijckmeester. BOMMEL. Warmold Aleertinus van der Feltz, Daniël Verweijde. Platte I^and.   6 Februarii 1795. Reces des Quartiers van Nymegen gehouden op eene Extraordinaire Landfihaps Vergadering linnen de Stad Nijmegen in Februarii 1795, het eerfie Jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 6 Februarii 179 Het Quartier van Nijmegen heeft na deliberatie goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas * als van ouds, te laten behandelen, en tot Directeur benoemd den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfie regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen» D e Magiflraat der Stad Nijmegen heeft ter Ver-* gaderinge voorgedragen, hoe dat in deeze conjuncture van tijden, waar in het troostrijk vooruitzicht van het einde eener bloedige en verderfelijke oorlog door eene gewenschte vreede , en eene voordeelige alliantie van het lieve Vaderland met eene magtige Republicq alle harten te zamen bind, hadde vermeend, dac in aanmerkinge be* * hoor-  6 Februarii 1795. hoorde genomen te worden, dat dusdane vreede en daar op te volgene alliantie niet anders kan verkregen worden dan door het navolgen van het luisterrijk voorbeeld van diezelve Republicq , welker Wetgevers de Oppermagt van het Volk, en de rechten van den Mensch boven alles in het oog houdende, de burgerlijke Vrijheid benevens eene evenredige Gelijkheid en Broederfchap op eene ftedige en onveranderlijke grond hebben vastgefteld, met bijvoeging, dat gemelde Magiftraat met concurrentie van het Collegie van Gemeensteden mitsdien hadde goedgevonden ter Landfchaps Vergadering van wegens de Stad Nijmegen te doen declareren en aan te dringen, dat de Opper-Heerfchappije refideerd in den boezem van het Volk, en dat dien ten gevolge geeneperfonen uit hoofde van geboorte of andere hoedanigheden eenigerhande praeëminentien bij eene nieuwe te vormene Conftitutie zullen mogen praetenderen, ofte zich arrogeren, wordende alzoo het Lid der Ridderfchap gehouden voor vernietigd, en deszelvs bijzondere Leden aangemerkt niet anders dan als Meede-Leden der Maatfchappije. En hebben de Gecommitteerde Leden van Thiel wegens gemelte Stad gedeclareerd, gequalificeerd  6 Februarii 1795. te zijn om zo ter Quartierlijke als ter LandfcbapD Vergadering te verklaaren, dat de Ridderfehap van Gelderland bij de Stad Thiel voor aigefchaft en vernietigd wordt gehouden ; Vervolgens is door de Gecommitteerdens van Bommel voorgedragen, dat namens hunne Stad, als zulks zeer noodzaaklijk geoordeeld zijnde, tot de affchafïinge van de Ridderfehap , eerst Quartierlijk, en voorts daar op Landelijk of Provinciaal, geauctorifeerd waren hunne Hemmen uit te breniren, en voorts te effectueren, dat aan de Gecommitteerden van de Ridderfehap, in het Collegie van Hun Hoog Mogende fesfie hebbende, bij het neemen van zodanige refolutie ten fpoedigften daar van bij Extract kennisfe gegeeven worde tot der zeiver naricht. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is na deliberatie goedgevonden te doen publiceren, dat door de provifionele Vertegenwoordigers van het Volk in den Quartiere van Nijmegen benoemd is eene Commisfie om een Plan van repraefentatie voor 't platte Land te on.twcrpen; En dat mitsdien daar bij alle Ingezetenen ten platten Lande zullen worden aangemaand en opgeroepen om fchriftelijk hunne gedagten dien aan* * s gaan-  7 Februarii 179 5. gaande op te geeven binnen den tijd van agt dagen na publicatie, binnen Nijmegen ten opzichte van het Rijk, Nederrijkfche Walt, Ampten van Over-Betuwc en tusfchen Maas en Waal; binnen Thiel ten opzichte van het Ampt Neder-Betuwe ; en binnen Bommel ten opzichte van Thielre- en Bommelre-waarden , van Beest en Rhenoij, en van Heerewaarden, met de Heerlijkheden in dezelve gelegen. Saturdag den 7 Februarii 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan'sLandfchaps tafel te openen, dat tot Gecommitteerde in de Generaliteits Rekenkamer wegens deeze Provincie tot den eerften Mai aanftaande was benoemd de Burger Adriaan Francois de Virieu, Lid der Municipaliteit der Stad Bommel, in plaats van den Burger O. de Virieu ; En tot Curator der Provinciale Academie te Harderwijk de Burger Scipio de Kanter in plaats van den Burger G. D. van den Steen; verzoekende , dat deeze ten Landdags Recesfe moge werden geïnfereerd, en daar van de noodige Commisfien verleend. Zon»  8 Februarii 1795. Zondag den 8 Februarii 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is na gehoudene deliberatie goedgevonden de Magiftraten der Steden Thiel en Bommel te auctoriferen , gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, in de refpective Dijkftoelenvan deAmpten vanNederBetuwe en Thielre- en Bommelre-waerden de posten der abfente Heemraaden provifioneel door bekwaame Perfonen aan te vullen, aan dewelke zal worden bevoolen ieder op deszelvs post het behoorlijke toeverzigt te houden, zo als van ouds gebruikelijk is geweest, bij derzelver verandwoordelijkheid, en worden de Gecommitteerdens van Thiel en Bommel bij deezen nader geauctorifeerd om op het een en ander een waakend oog te houden. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat de Commisfie van W. G. van Oijen, als Bewindhebber der Oostindifche Compagnie, door dien reeds als Regent der Stad Thiel was ontzet, ingetrokken en buiten effect gefteld zijnde, daar toe in deszelvs plaats tot 1 Mai aanftaande benoemd en * * 3 aan-  9 Februarii 1795. aangefteld was de Burger Jan van Leeuwen, Lid der Municipaliteic der Stad Thiel, verzoekende, dat daar van de noodige commislie moge werde verleend. ; qv/ Maandag den 9 Februarii 1795. C)p het geproponeerde ter Vergadering gedaan , is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te concurreren , dat alle Amptenaarcn binnen deeze Provincie provifioneel bij hunne verandwoordelijkheid hunne posten zuilen blijven waarneemen met uitzonderinge nogthans van die geenen, die exprcsfelijk van hunne posten wettig zijn, of zullen worden ontzet, als meede van die geene, die voor de aankomst der Franfche Armee binnen deeze Provincie hunne posten mogten hebben verlaten. Woensdag den 11 Februarii 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is na deliberatie goedgevonden bij publicatie bekend te maaken, dat de Impofitien op Coffij , Thee en Chocolaad, als meede op Koetzen, Kalesfen enz. mitsgaders het Dienstboden geld, refpective bij Ordonnantiën van 26 April en 3 Mai des  ii Februarii 1795. des afgeloopen jaars 1794 binnen die Quartier geïntroduceerd, zijn afgefchaft, en dat de Collecteurs van voorfchreve impofitien worden gelast om de penningen, welke tot den 1 Februarii laatstleden daar van zijn verfchuld, voor den 1 Mai aanftaande aan de Comptoiren der Ontfangers van de gemeene middelen in dit Quartier over te brengen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is na deliberatie goedgevonden te doen publiceren, dat alle Jagt-privilegieh met den aankleven van dien binnen dit Quartier zijn afgefchaft, eri dat met het aanftaande jagtfaifoen de Jagc voor de Ingezetenen zal worden open gefteld, bij een nader te maaken en te publiceren Reglement, blijvende de Jagt tot den 1 October gefloten. Donderdag den ii Februarii 1795. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden tot Secretaris der Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers te committeren en aan te ftellen den Burger P. A. Schuil, Commis der Financien, in plaats van den Burger Jan van Leeuwen, denzelven daar toe aanftellende kracht deezes op zoo* * 4 da-  13 Februarii 1795. danig tractement en emolumenten, als nader zal worden bepaald. Vrijdag den 13 Februarii 1795. liet Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat in het Provinciaal Collegie tot Leden zijn benoemd de Burgers H. W. Rappard, en J. H. Stoffenberg, refpective Leden der Municipaliteiten Nijmegen en Bommel, en tot Oxdinaris Raad in het Provinciaal Hof van Justitie de Burger W. G. J. van Gendt, verzoekende , dat daar van de noodige Commisfien mogen worden verleend. Saturdag den 14 Februarii 1795. Zijn ter Vergaderinge voorgebragt de Refolutien der Steden Nijmegen, Thiel en Bommel, waar bij de Burgers Gisbertus Cornelius in de Betouw, Herman Jacob Dijckmeester en Henricus Schuil, refpective Leden der Municipaliteiten aldaar, worden gecommitteerd ter Camere van de Finantien deezes Quartiers, ieder voor den tijd van drie maanden ,,- ingegaan den eerften deeser, in plaatze van de Burgers G. W. van Balve¬ ren,  13 Februarii 1795* ren, D. J. van den Steen , en A. de Roock refpective gevvezene Leden der voorfchreve Municipaliteiten. Waar op gedelibereerd zijnde is zulks voor notificatie aangenomen, en hebben de twee eerstgemelde Burgers Gisb. Corn. in de Betouw, en Herm. Jac. Dijkmeester, ieder afzonderlijk, in de Vergaderinge gepraesteerd den navolgende Eed. „ Ik beloove en zweere voor het oog en in het „ aanzien van God Almagtig aan het Volk van „^Gelderland, dat ik de post van Ordinaris Ge„ deputeerde tot de Financie van dit Quartier, „ welke mij door de provifionele Repraefentan„ ten des Volks is aanbetrouwd, getrouwlijk zal „ waarneemen conform de Inftructie en Refo„ lutien, betrekkelijk die mijne Commisfie van „ tijd tot tijd geëmaneerd, en mij in allen handel „ en wandel gedragen overeenkomstig de plegtig „ afgekondigde rechten van den menfeh engrond„ beginzelen van vrijheid en gelijkheid. Maandag den 16 Februarii 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan; is goedgevonden te arresteren de volgende Publicatie, * * S ' " VR1J'  16 Februarii 1795. -*ï /*: c-oiI ob ,A 09 , o'.riH B3Ö OfiV .f .0 f4Wï Vrjjheid, gelijkheid, Broederschap. provifioneele Vertegenwoordigers van het Volk van het Quartier van Nijmegen aan hunne Mede-Burgers, Heil en Broederfchap, DOEN TE WEETEN i Dat, door omftandigheden van tijden veele Ingezetenen dezes Quartiers in het verkeerde denkbeeld geverfeerd hebbende, alsof het recht van het klein Zegel niet langer geheven of betaald zoude worden, en daar tegens willende voorzien, hebben goedgevonden en geltatueerd, zoo als goedvinden en ltatueeren bij deze , dat voortaan het recht van het klein Zegel flïptelijk zal geheven en betaald worden, op den voet als bij voorige Ordonnantiën is bepaald ; Aldus gedaan in eene vergadering des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Nijmegen, den 16 Februarii 1795, het eerjle Jaar der Bataavfche Vrijheid. Ter Ordonnantie van Dezelven , Bij abfentie van den Secretaris des Quartiers. L: de BE IJ ER, Raad-Secretaris.  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN MAART 1795.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. GlSB. corn. in de betouw, Jan Engelbart Sanders van Well, Alexander in de Betou. THIEL. cornelis taaij, AüRIANUS VAN oosterhoudt, Herm. Jac. Dijckmeester. BOMMEL. Henricus Schull, Warmold Albertinus van der Fkltz, Daniël Verweijdz. Plat-  Platte Land. O V E R-BETUWE. Olivier Theod. Petr. Paul. van Hacfort, goossen van tricht, Gradus Roest. Re-  3 Maart 1795. Reces des Quartiers van.Nijmegen , gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutyhm in Maart 1795- Dingsdag den 3 Maart 1795. De provifionele Volks-vertegenwoordigers van Gelderland, Quartiere van Nijmegen, op 's Landfchaps kamer afzonderlijk vergaderd zijnde, hebben goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerdens adcaufas te laten behandelen, en tot Directeur benoemd den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen. De Burger Henricus Schuil, Ordinaris Gedeputeerde ter Financien deezes Quartiers, heeft den Eed, ten Recesfe fub dato 14Februarii laatstleden geinfereerd, op de inftructie ter Vergaderinge afgelegd. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, is goedgevonden de gewcezene Leden der Ordi- na-  3, 5» «« 6 Maarf 1795naris Gedeputeerden, welke buiten deeze Provincie zijn geëmigreerd, aan te fchrijven om te bezorgen, dat de Charters en Penningen deezes Quartiers, die naar elders zijn getransporteerd, wederom gebragt werden ter plaatze, daar die behooren, en om daar van verantwoordinge te doen. Donderdag den 5 Maart 1795. TPer Vergaderinge gelezen zijnde eeneCommisfie van de Volksrepraefentanten des Ampts Over-Betuwe verleend op den Burger Olivier Theodorus Petrus Paulus van Hackfort, hebben de Gecommitteerden der Steden Thiel en Bommel ten Recesfe doen infereren , dat vermeenen, dat de Burger van Hackfort als bekledende de post van Richter der Stad Nijmegen en des Ampts OverBetuwe in deezen Quartiere niet is admisfibel : zijnde nochtans zonder confequentie tot de deliberatien toegelaten ; en hebben de Gecommitteerdens uit Over-Betuwe hunne aantekeninge daar tegens gereferveerd. Frydag den 6 Maart 1795. De Gecommitteerdens der Stad Bommel hebben ter Vergadering voorgeftcld, „ dat daar de „ Staats-  6 Maart 1795. „ Staatsmaxime van Vrijheid en Gelijkheid alle „ voorrechten aan perfonele en aangeboorene waar„ digheden voor altoos affchaft en verbreekt ; „ daar deeze heilrijke leer gevolglijk haaren wel„ dadigen invloed op zoo genoemde, dochvalsch„ lijk veronderftelde , plaatzelijke en ftedelijke ,, voorrechten hebben moet, het Pnefidium niet „ meer aan den eerften regeerende Burgermeester „ der Stad Nijmegen behoord te worden opgedra,, gen; maar dat bij beurten van Quartiersdag tot „ Quartiersdag de Steden Nijmegen, Thiel en Salt„ Boemel daarin behooren te verwisfelen, tot tijd „ en wijlen, dat 'cr drie Hemmen wegens het platte „ Land van dit Quartier meede georganifeerd zijn, „ wanneer dezelve alsdan Amptelijk, of hoede ver„ deeling van het platteLandook vallen moge, daar „ inne zouden moeten deelen, doende dus elke zes„ de Quartiers Vergadering ieder Stad en ieder Ampt „ praefideren : En dat hier uit natuurlijk voort„ vloeijde, dat de tweede regeerende Burgemeester „ der Stad Nijmegen, of wie ook in zijne abfentie de „ tweede perfoon op den Quartiersdag wegens Nij» megen wezen moge , geenzins zijn plaats mag „ nog moet neemen aan de linkerhand van den tij„ delijkenPraefident aan het kleine tafeltje, voor „ het Praefidium geplaatst, maar als een parti» culier Gecommitteerde op den Quartiersdag, bij * * * ' „ cn  6 Maart 1795. „ en naast de Leden van de Municipaliteit van Nij„ megen zich moet plaatzen. „ Voorts dat, daar het bekend is, dat het oude „ Wapen der Stad Nijmegen, waar van het Quar„ tiers Wapen meede is ontleend, van ouds ge„ weest is een goude Leeuw op een blaauw veld\ ,, en dat daar na, de Stad Nijmegen door een der ,, DuitfcheKeifers tot eene zogenoemde Rijksftad „ zijnde verheeven , dit Wapen is geplaatst op ee„ nen dubbelden zwarten Adelaar, het gewoon ,, Wapen van het Duitfche Rijk en van deszelvs „ Keifer; en daar thans uit meergemelde grondbe„ ginzelen alle leenrechtelijke ftelzels, alle Go„ tifche oppermagt, en voorrechten van den een „ boven den anderen verbroken zijn, alnuhetNij,, meegfche Wapen tot deszelvs oude eenvoudig„ heid behoort weder te keerep, en die Stad de „ Arenden rechts en lings te laten vliegen, zich ,, met den gouden Leeuw op het blaauwc veld „ alleen vergenoegende. Waar tegens de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen hebben geprotesteert, en, onder referve van hunne aantekeningen, het geproponeerde overgenomen, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, rakende de toeftand der Financien deezes Quar-  6 Maart 1795. tiers, is na deliberatie goedgevonden de Ordina. ris Gedeputeerden te auctoriferen, om zoodanige fom van ƒ 15000als ingevolge'sLandfchaps refolutie van heden , gedurende het gemis van 's Quartiers gelden, uit de cas der Domeinen is geaccordeerd , te emploijeren tot betalinge der Militie , op deezen Quartiere gerepatrieerd; Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Bommel, om de Quartiers Vergaderingen voortaan te doen rouleren tusfehen, de drie Steden, Hebben de Gecommitteerden der Stad Nijmegen daar tegens de aantekening hunner Committenten gereferveerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is, nagehoudene deliberatie goedgevonden, dat de verhandelingen van deezes Quartiers Vergaderingen voortaan zullen worden gedrukt, om daar van aan elke Stad, als mede aan elk Departement, een Stem voor het platte Land uitmakende, de noodige exemplaren te zenden; zullende daaren boven een genoegzaam aantal door verkoop mogen worden gemeen gemaakt. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te auctorifeeren, gelijk gefchied bij deezen, om bij  7 Maart 1795. publicatie te doen notificeren, dat de impofiticn in dit Quartier zullen worden geheven op den vorigen voet, met auctorifatie, om de Collecteurs van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien te doen aanfchrijven hunne Rekeningen in te brengen voor den eerften Mai aanftaande; En dezelve te gelasten binnen veertien dagen ter Camere op te geeven, wat bij hunlieden tot ultimo December 1794 inclufive ontfangen is. Saturdag den 7 Maart 1795. Ter Vergaderinge voorgebragt zijnde een Plan van repnefentatie voor Thielrc- en Bommelrewaerden : Is goedgevonden het zelve te doen drukken. En hebben de Gecommitteerden der Municipaliteiten van de Steden Nijmegen eh Thiel het • voorfchreve Plan overgenoomen, om voor haare onderhoorige Ampten na het locale derzelve op gelijken voet applicabel te maken, en daar na hunne Plans in te richten. Zijnde wijders met betrekking van het houden der Quartiers Vergadering binnen de Stad Thiel tegens den 1 April aanftaande door de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen gereferveerd dc aantekening hunner Committenten. En is tot een hoofd voor de rond te zendene Exemplaren gearresteerd de volgende Refolutie.  7 Maart 1795. Vrijheid , Gelijkheid , Broederschap. De provifionele Vertegenwoordigers van her Volk van het Quartier van Nijmegen, op heden Quartierlijk binnen Zutphen vergaderd aan hunne Mede-Burgers, * Heil en Broederfchap, DOEN TE WEETEN : Dat zij uitdeingekomene Hukken ter Secretarien van Nijmegen, Thiel en Bommel Concept-plans, of Reglementen voor de repraefentatie van het platte Land hebbende zamen gefield, zoo veel mogelijk ingerigt overeenkomftig het locale van c!k Ampt^ en afgeleid uit de plegtig afgekondigde Regten van den Mensch, en daaruit voortvlocijende beginzelen van Vrijheid, en Gelijkheid; hebben gemeend dezelve ter kennisfe hunner Mede-Burgers van het platte Land te moeten brengen. Wij zenden UL: derhalven het onderftaande als fpeciaal tot Uw Ampt betrekking hebbende, ten fine vanexaminatie, met verfoek om tegens Woensdag den eerften April deezes Jaars des voormiddags ten elf uuren, één uit elk Dorp te committeeren, en met genoegzaame volmagt voorzien na de Stad Thiel te zenden, ten einde aldaar te zamen eene Quartiers Vergadering te houden, en de voorgemelde Plans of Reglementen te helpen' corrigeeren, en voorts approbeeren, en arresteeren, als mede de Stemming te reguleeren.  7 Maart 1795, En daar de overige Quartieren deezer Provincie reeds hunne repraefentatie van het platte Land hebgcreguleerd, welker Repraefentanten ter laatst gehoudene Landfchaps Vergadering verfcheenen zijn, en het dus voor het welzijn deezer Provincie in het gemeen , en dit Quartier in't bijzonder van de hoogde noodzakelijkheid wordt, dat ook in dit Quartier die repraefentatie zonder eenige de minfte vertraging voor een volgende Landfchaps Vergadering worde gereguleerd, en tot Hand gebragt, is mede fpeciaal gerefolveert, dat die Dorpen, welke nalatig zullen zijn, hunne Gecommitteerden ten dage voorf: te zenden, zullen gehouden worden dat voorgemelde Reglement, zoo als het ?elve als dan bij meerderheid zal worden gearresteert,' te approbeeren om tot eene provifioneele Grondwet voor de repraefentatie van het platte Land te dienen. Ter Ordonnantie van Dezelve Bij abfentie van den Secretaris des Quartiers L. de B E IJ E R, Raad - Secretaris. RE-  RECES DES QUA'RTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN MAART 1795HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJIM E G E N. GlSBERTUS CORNELIUS in DE betouw, Alexander IN DE Betou. THIEL. cornelis taaij, Adrianus van Oosterhoudt , Herman Jacob Dijckmeester. BOMMEL.] Paulus van Essen, Daniël Prillevitz. Plat-  Platte Land. OVER-BETUWE. Olivier Tiieodorus Petrus Paulus van Hacfort , Goossen van Tricht , Gradus Roest. I l  19 Maart 1795- Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in Maart 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Donderdag den 19 Maart 1795. De provifionele Volks Vertegenwoordigers van ■ Gelderland, Quartiere van Nijmegen, op de Landfchaps kamer binnen Zutphen afzonderlijk vergaderd zijnde, hebben goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen, en tot Directeur te benoemen den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Sak-Boemel ter Vergaderinge gedaan , ten einde den Burger Johan in de Betouw te verzoeken deszelvs post als Secretaris deezes Quartiers wederom te willen aanvaarden, is goedgevonden aan denzelven te laten afgaan de volgen^ de Misfive: Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burger! Ter onzer Vergaderinge in deliberatie zijnde ge-  19 Maart 1795. bragt, ofUEerz. niet behoorde te worden verzogt deszeis post als Secretaris deezes Quartiers wederom te willen hervatten, hebben wij goedgevonden in aanmerking der getrouwe diensten door UEerz. bij aanhoudendheid aan dit Quartier bewezen, en de bekwaamheden, waar van UEerz. zoo meenigvuldige blijken aan den Lande heeft gegeeven, UEerz. te verzoeken, gelijk UEerz. verzogt wordt bij deezen , om in deeze moeijelijke tijds omltandigheden de bovengemelde post wederom te willen aanvaarden , en het Vaderland verder van dienst te willen zijn. Waar meede UEerz. beveelende in Godes heilige befcherminge, wij verblijven na toewenfehing en aanbieding van Heil en Broederfchap UEerz. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezely L. de BEIJER, Gefchreven op een Extra- Raad-Secretaris. ordinaire Landfchaps Vergadering binnen Zutphen den 19 Maart 1795. Het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid.  2i Maart 1795. Saterdag den 21 Maart 1795. (jelezen eene Misfive van J. J. van Werkhoven en Jan Heuveman junior, als Gedeputeerdens der Dorpen Everdingen, Zijderveld er* Golberdingen in het Graafchap Cuilenburg , daar bij verzoekende , dat hunlieder Committenten zouden mogen genieten alle de rechten en praerogativen, die derzelve Gelderfche Meedebroeders toekoomen, en fpeciaal om ter Vergadering der provifionele Volks Vertegenwoordigers geadmitteerd, en dus, als tot die Provincie gehoorende, aangemerkt te worden. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dat om te beraamen de noodige maatregulen tot welvaard van de gelibelleerde Diftricten, en de belangens van dit Quartier in deeze op de efficacieuste wijze te begunfligen, zullen worden gecommitteerd en geauctorifeerd de Burgers Taaij en van Esfen, Leden van de Municipaliteiten der Steden Thiel en Salt-Boemel, zo als dezelve genomineerd en geauctorifeerd worden bij deezen, om op den 27 deezer maand zig binnen de Stad Cuilenburg te begeeven, en aldaar met de Gedeputeerdens der voornoemde Dorpen Everdingen, Zijderveld en Golberdingen in conferentie te  at Maart 1-95. te treeden, met volle magt om hier inne te handelen, zoo als ten meesten nutte van dit Quartier in het gemeen, en van voorfchreve Diftncten in het bijzonder zullen oordeelen te behooren. En zal hier van per Misfive aan de Gedeputeerdens van de Dorpen voornoemd worden kennisfe gegeeven, om te dienen tot derzelver informatie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers. Op een Extraordinairen Landdag binnen Zutphen vergaderd zijnde, is aan ons door de Leden van het Provinciaal gecombineerde Collegie van algemeen Welzijn, Politie en Financie gecommuniceerd en ter hand gefield de Misfive van den 14 Maart laatstleden door ui. als Gedeputeerde der In- en Opgezetenen der Dorpen Everdingen, Zijdeveld en Golberdingen aan welgemelde Collegie geaddresfeerd , de provifionele Vertegenwoordigers des Volks van Gelderland niet vergaderd zijnde, bij dewelke ui. kennis geeven van de revolutie, die op voornoemde Dorpen op [den 11 Maart daar te vooren heeft plaats gehad; daar bij verzoekende approbatie van ui. verrichtingen in deezen, en maintien der nieuwgekoorene Mu- ni-  ai Maart 1795. nicipaliteit, waar van Gijl. Gedeputeerden zijt, en zulks te meer, alzoo Gijl. op goede gronden vermeend een gedeelte van deeze Provincie uit te maaken, immers voor dat laffe Vlcijers in den jaare 1748 op eene allezins wederregtelijke wijze het Graaffchap Cuilenborg, door aankoop een eigendom der Burgeren deezes Quartiers geworden, hebbenweggefchonken, en vertrouwende Gijl. op gronden van het bovenftaande derzerzelver recht namens UI. Committenten te mogen reclameren, en dat door de Vertegenwoordigers van het Volk van Gelderland voorfchreve onwettige donatie voor nul en van geener waarde zal worden verklaard : Voorts dat UI. Committenten zullen mogen genieten alle die rechten enprasrogativen, die UI. Gelderfche Meedebroederen toekomen, en wel bijzonderlijk om in de Vergadering der provifionele Volks Vertetegenwoordigers te worden geadmitteerd, en dus als tot deeze Provincie behoorende te worden aangemerkt. Wij hebben niet willen afzijn, al het gunt voorfchreve in ferieufe deliberatie genomen hebbende, UI., zoo fpoedig mogelijk, te verwittigen, dat wij uit ons midden hebben verzogt de Burgers Taaij en van Esfen, Leden der Municipaliteiten van Thiel en Sak-Boemel, om zich op den 27 Maart  i\ Maart 1795. Maart aanftaande binnen de Stad Cuilenborg in den Toelast te laten vinden, om met UI. te helpen beraamen alzulke maatregulen, dewelke het meest gefchikt zullen zijn om de welvaart van UI. Diftrict en de belangens van dit Quartier op de efficacieuste wijze te begunftigen. Waar meede wij UI. beveelen in Gods heilige befcherming, en na toewenfching en aanbieding van Heil en Broederfchap verblijven Burgers UI. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie Bij abJent ie van den Secretaris des Quartiers L. d e B E IJ E R. Gefchrevèh te Zutphen op een Extraordinaire Landfchaps Vergadering den 21 Maart 1795. Het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid, RE-  RECES VAN EENE CONTRACTE VERGADERING DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N GEHOUDEN IN MAART 1795.   Praefente Leden des Quartiers van Nymegen. Steden. N IJ M E G E N> Tn loco. THIEL. Herman Jacöb Dijckmeester. BOMMEL. Platte Land.   25 Maart 1795. Gebefoigneerde by de aanwezende Leden uit de provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nymegen in eene contracte Vergadering van het Quartier binnen de Stad iVymegen gehouden in Maart 1795. Donderdag den 26 Maart 1795, Is ter Vergaderinge van de aanwezeride Leden, door de Magiftraat der Stad Nijmegen op het Raadhuis verzogt en erfchenen zijnde, voorgebragt en gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn in Gelderland, gefchreven te Arnhem den 24 dezes maands, geaddresfeerd aan de Borgeren Leden der Regeering van de Stad Nijmegen, houdende, dat geinformeerd waren, dat het Quartier van Veluwe met den Leverancier Jan Bodd had gemaakt eene fchikking, om, zoo veel mogelijk, te doen ophouden de requifitie van Vee in dat Quartier, welke fchikking hier op zoude uitkooj 3 men  16 Maart 1795. men, dat de Commisfie van Financie van dat Quartier (daar toe bij contracte Quartiers Vergadering geauctorifeerd , waar van Copie die Misfive was bijgevoegd; aan gemelde Leverancier bij formë van leening zoude avanceren, gelijk denkelijk reeds door het zelve gefchied was, de ƒ 10,000:--: Uit de Domeinen voor de zaak der Requifitien geaccordeerd : Dat hij Bodd daar voor provifioneel bij de gemelde Commisfie zoude depofitercn ƒ70,000:Llvres in Asfignaten, door hem reeds van Franfche Commisfarisfen ontfangen, voor Vee geleverd tot voorkoming van requifitien, ten einde tia afloop der zaak de ontfangene ƒ10,000:-: bij eene behoorlijke te approberene of te debatterene Rekening aan het Quartier te kunnen worden verandwoord, en aan hem daar uit alleenlijk worde te gemoed gekomen de eventuele fchade die hier uit mogte rcfulteren. Dat voornoemde Collegie geoordeeld hadde tot welzijn van den Lande dit een en ander te moeten berichten , en tevens in bedenking te geeven, of niet, op het voorbeeld van die van Vel uwe, eene contracte ; Quartiers Vergadering ïoude kunnen worden belegd, om op dezelve de tijdelijke Commisfie van Financie- te auctorifcren tot het maaken van deeze of diergelijke fchik-  2.6 Maart 1795. fchikkingen mee den Burger Jan Bodd, ten einde de Gedeputeerden uit dezelve bij de Vergadering van het Gecombineerde Collegie op aanftaande Vrijdag binnen Arnhem ftaande gehouden te worden, in ftaat mogen zijn om met concurrentie der overige Quartieren in dezen zodanige fchikkingen te maaken, als ten besten deezer Provincie zullen kunnen ftrekken , op dat eens voor al de berooving van den reeds te veel geleden hebbende Landman, ten minften voor dit important artieul moge ophouden, waar toe gemelde Leverancier zich hadde fterk gemaakt. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, dat aan de tijdelijke Commisfie van Fi-nancie deezes Quartiers geene dispofitie van de voorgemelde ƒ10,000:-:-: voor de zaak der requifitien uit de Domeinen bij 'sLandfchaps refolutie van den 12 deezes maands geaccordeerd, is gegeeven , is goedgevonden en verftaan de voornoemde Commisfie te auctoriferen, gelijk geauctorifeert wordt bij deezen, om de vooraangetogene fomme van ƒ10,000:-:-: uit de Provinciale cas der Domeinen tegens quitancie te ontfangen; met verdere auctorifatie, om na een te beraamen Plan met zoodanig perftnn of perfonen, als zich aan gemelde Commisfie van Financie A 4  •?6 Maart. 1795. toe het leveren van Vee mogten aangeeven, ter Foorkooming,. zo:mogelijk, der zwaare requifitien in dit Quartier, zoortgelijke fchikkingen, als bij voorfchreve Misfive vervat, te maaken; voorts, des noods, ter goeder rekening bij forW van lening, tegens behoorlijke fëcuriteit een gedeelte of het geheel dier penningen aan den Leverancier of Leveranciers te avanceren: En om wijdets door de Gedeputeerden uit 't zelve bij dé Vergadering van het Gecombineerde Collegie pp morgen binnen Arnhem ftaande gehouden te worden, met concurrentie der andere Quartieren, ten deezen opzichte, ter bereiking van het voorgefielde oogmerk na bevind van zaaken zodaanige maatregulen te doen neemen en te handelen , als ten besten deezer Provincie in het generaal , en deezen Quartiere in het bijzonder, sullen oordeelen en vermeenen te behooren. Zullende mitsdien hier Van Extract aan gemelde Gedeputeerden worden meedegedeeld, om te ftrekken ter informatie. Waar meede deeze Vergadering is gefcheiden. Ter, Ordonnantie JOH. in de BETOUW. R E-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD THIEL IN APRIL 1795.   Praefenie Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. GlSBERTUS CoRNELIUS in de BeïOUW. THIEL. In loco. BOMMEL. Henricus Schull, Paulus van Essen. Platte Land. OVER-BETUWE. Wouter Rijnders, junior.   i April 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, ■ gehouden binnen de Stad Thiel in April 1795. Woensdag den 1 April 1795. De provifionele Volks - vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, ingevolge het gerecesfeerde op den 7 Maart jongstledén, binnen de Stad Thiel op het Raadhuis zijnde erfchenen, heeft de Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen, na dat de Commisfien gelezen waren, de praefente Leden voor hunne tijdige en goedwillige comparitie bedankt, en zich ten aanzien van de reden dezer convocatie gedragen tot het Reces van den gemelden 7 Maart; voorts ten fine van infertie geëxhibeerd het navolgende Extract uit het Raadfignaat der Stad Nijmegen over den jaare 1795. Lunae den 30 Maart 1795. Bij refumtie gedelibereerd zijnde over het ge„ refolveerde op een Extraordinaire Landfchaps „ ver-  ï April 1795. vergadering binnen Zutphen gehouden den 7 Maart laatstleden, aangaande eene te lroüdene „ vergadering des' Quartiers van Nijmegen bin„ nen de Stad Thiel op den eerften April aan„ ftaande. „ Heeft de Magiftraat der Stad Nijmegen, inhaererende deszelfs Refolutie, op heden ten „ dien reguarde genoomen, en wel expresfelijk „ blijvende protesteren tegens het wederregtelij„ ke, het welk in deezen heeft plaats gehad, egter „ uit bijzondere goede inzigten , en voornament„ lijk, om in een tijd wanneer alle de banden van „ eenigheid en van broederfchap behooren te faa„ men getrokken te worden, het belang van het „ algemecne welzijn door eene cordaate eensge„ zindheid te helpen bevorderen5, goedgedagt ter „ Vergadering deezes Quartiers, dewelke op „ den 1 April aanftaande ftaat gehouden te wor„ den , te doen declareren', dat de Gecom„ mitteerde wegens deeze Stad G. C. in de „ Betouw is gelast en geauctorifeerd , zoo als „ denzelve gelast en geauctorifeerd wordt bij „ deezen, om fpeciaal over het poinct van een „ geregelde Volks repraefentatie van het platte Land in de Ampten van Neder-Betuwe en van „ Thielre- en Bommelre-weerden, voor zoo ver„ re dezelven nog niet mogten gcorganifeerd zijn,  ï Apll 1795. „ te helpen delibereren, en ten meesten mitte „ van dit Quartier de nodige hertellingen te hei„ pen maaken ; als meede om het Rapport der „ Gecommitteerdens uit dit Quartier tot onder„ handelingen met de Ingezetenen van het platte „ Land van Cuïjlenborg, verzogt hebbende om te „ mogen worden geconfidereerdals tot de Provin„ cie van Gelderland gehoorende, en uit dien „ hoofde bij repraefentatie ter Vergadering van dit „ Quartier te mogen worden geadmitteerd, te }, aanhooren, en daar omtrent meede te helpen „ delibereren en refolveren, als ten meesten nutte „ van den Lande in het gemeen en van dit Quar„ tier in het bijzonder, zal vermeenen te behoo„ ren : Wordende bij deezen aan welgemelde „ onzen Gecommitteerden wel uitdrukkelijk geïn„ terdiceerd , om in eenigerhande deliberatien „ over andere poincten ofte voorkoomende voor,, (lagen op voorf. Vergadering te treden, ofte „ te gedogen, dat over diergelijke door anderen gedelibereerd worde, maar ter contrarie gelast „ zodaane poincten over te neemen, en met de „ fterkfte inflantien te urgeren, dat dezelve op r, eene Quartiers Vergadering, binnen Nijmegen 35 als van ouds te houden, zullen moeten wor„ den voorgebragt en "ter deliberatie overgegeven. In Fidem Fxtracti L. db BEIJERj Secret.  j April 179$. w "1 aar tegens de Leden van de Magiftraat der Stad Thiel ten fine van infertie, en onder referve van derzelver protest, hebben overgegeeven het navolgende Extract uit het Refolutiehoék der Stadt Thiel. Woensdag den 1 April 1795. „ Bij de Burger Magiftraat gedelibereerd over *t v praefidium ter Quartiers Vergadering op heden „ binnen deeze Stad te houden, is gerefolveerd, „ deeze Stad te doert praefideren, en deswegens „ Nijmegen, als gewoonlijk 'tpraefidium hebben„ de, te onderhouden, en bij aldien dezelve niet „ van het praefidium wilde afzien , als dan de „ Gecommitteerdens Taaij en Oosterhoudt te au„ thoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om het „ praefidium aan die van Nijmegen, onder pro- test van alle praejudicie, de Stad daar door toe te brengen, te verleenen. In fidem Extracti G. van RIEMSDIJK, Secret. Hebbende de praefente Leden der Stad Bommel de voorfchreve Refolutie der Stad Nijmegen, met  i April 1795. met het Declaratoir der Magiftraat van Thiel overgenoomen. D e Secretaris In de Betouw zijne hartgrondige dankbaarheid betuigd hebbende voor het gedistingueerd vertrouwen ten aanzien van het verzoek tot hervatting van zijnen post, waar meede de provifionele Volks Vertegenwoordigers hem hadden gelieven te vereeren; Is zulks voor notificatie aangenomen. De Burgers Taaij en van Esfen hebben ter • Vergaderinge overgegeeven het navolgende Extract uit het Reces der proixjioneeh Volks Vertegenwoordigers van Stad en Lande van Culenhorg cp een Extraordinaire Vergadering binnen df Stad Culenborg gehouden op Vrijdag den 27 Maart 1795, het eerjie jaar der Bataavfche Vrijheid. De Burgers Taaij en van Esfen , Leden der „ Municipalitcit der Steden Thiel en Sak-Boemei door de Burgers Repraefentanten vanhetQuar„ tier van Nijmegen gecommitteerd zijnde, 09 B « zich,  i April 1795. -,, zich na deeze Stad .te begeven, en met Gede„ puteerdens van de Dorpen Everdingen, Zijder„ veld en Golberdingen, dje zich bij het Provin„ ciaal Gecombineerd Collegie van algemeen wel„ vaart, politie en finantie (de provifioneele Ver„ tegenwoordigers des Volks van Gelderland niet „ vergaderd zijnde) bij Misfive van den 14 Maart „ laatstleden geaddresfeerd en verzogt hadden, 3, dat hunl: Committenten zouden mogen genie„ ten alle die rechten en praerogativen, die der„ zeiver Gelderfche Medebroeders toekomen, „ en fpeciaal om ter Vergadering der provifio3, neele Volks-vertegenwoordigers te worden ge„ admitteerd, en dus, als tot die Provincie ge„ hoorende, te worden aangemerkt, in confe„ rentie te treden, van hunne komst ten dien „ einde alhier aan die Gedeputeerdens kennis ge„ geven, en door deezen eene Extraordinaire „ Vergadering verzogt en belegd zijnde, zijn „ voorn: Gecommitteerdens door eene Commis„ fie van deze Vergadering in dezelve behoor„ lijk opgehaald en verwelkomd , en na fesfie „ genoomen te hebben, deed de Burger Taaij „ verfiag van die hunne Commisfie, met exhibi„ tie van derzelver qualificatic, gedateerd opeen % Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen „ Zut-  i April 1795* „ Zutphen den 21 Maart laatstleden, welke in „ orde bevonden zijnde, is aan dezelven te ken„ nen gegeven, dat na het voorfi addres dier „ Gedeputeerdens van voorn; Dorpen van den 14 „ deezes., zig voorn: Dorpen met de Stad gecon.„ jungeerd, en zij, te zamen uitmaakende de •,, provifioneele Volks-vertegenwoordigers, van „ Stad en Lande van Culenborg, op den 19 dee„ zes reeds eene Landelijke Vergadering gehou„ den hebben, waar op over deeze materie ge„ handeld en eene Commisfie gemaakt is aan de » Repraefentanten van het'Franfche Volk, om „ hunne intentie met en over Stad en Land van j, Culenborg te verneemen; Dat "deeze Commis„ fie nog niet gerëtourneerd zijnde, de Vergade- ring zig nog niet finaal in eenige dispofitia „ zoude durven noch mogen inlaaten, maar voor „ zig zelve wel gul declareren wilde , haar zoo >; de dispofitie der Repraefentanten van 't Fran„ fche Volk, die zij wist, dat de goederen des „ gewezen Graafs als een Conquest aanmerkten, „ maar niet te min het-verrigte van het Culen- borgs Volk gepreefen hadden, 't niet contra„ rieerde, niets aangenaamer te zullen zijn, dan „ als een Lid, Diftrict, of Quartier onder Gel„ derland gerekend en aangenoomen te mogen B 2. , „ wor-  i April 1795. .„ worden, zoo nogtans, dat Stad en Land van „ Culenborg in het huishoudelijke, zoo van po- „ litie als finantie, haare eige befchikking en di- „ rectie behoude , gelijk zij altijd gehad hebben-: „ bedankende intusfchert der Gecommitteerdens „ Committenten voor 'hunne attentië door het „ zenden van deeze Commisfie beweezen, zig „ verder in de vriendnabuurfchap en broeder- „ fchap van dezelve recommandeerende , en on- „ gepraejudicieerd het voorf. verwagt wordende „ antwoord, gaarnë met hun Gecommitteerdens ,, in conferentie willende treden. Wélke cohfer „ rentie, zoo over de maatregulen, die als dan „ zouden moeten genoomen worden, als over ,, den ftaat van Stad en Land, in eventum in 't „ vriendelijke gehouden, en het overige tot na „ dat voorf. Commisfie met het refultat daar van „ zal te rug gekoomen zijn, uitgefteld en in de- „ liberatie . gehouden is, waar op de Gecommit- „ teerdens, met dankzegging voor de vriendelijke „ receptie,, affcheid .genoomen hébbenj zijnde „ deezen dag door de Gedeputeerdens van voorn: „ Dorpen in den Toetast, gedefroijeërd. 'Tnfidem Extractï. Bij 'dbfentie van den Secretaris j: D: V: LEEUWEN, gis daa/ toe verzogt en geauctorifeerd.  i April i?95' Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de gemelte Gecommitteerdens te verzoeken, zoo als gefchied mits deezen, om met Gedeputeerden van voorfchreve Dorpen en verdere Gedeputeerdens van de Stad en den Lande van Culenborg in nadere onderhandelingen te treden, doende als dan daar van rapport. De Gecommitteerdens en Gevolmagtigden wegens de Dorpen van Neder-betuwe ter vergadering binnen getreden en nedergezeten zijnde, hebben hunne dankzegging betuigd voor dezorge, welke de provifionele Vertegenwoordigers van het Volk deezes Quartiers wel hebben gelieven te adhiberen tot het formeren van een Concept-Reglement voor'de Repraefentatie van het platte Land in den Ampte Neder-Betuwe, en voor de voorlichting, daar bij gegeeven, waaromtrent echter voor als nog geene bepaalingen hadden kunnen neemen, door de laate ontfangst van het voorfchreve Plan, het geen eene rijpe overweging vereischte, zullen-, de zig ten fpoedigften daar toe bekwaamen : Dan dat, daar het inwendig beuier van het Ampt als afgezonderd van het Provinciale behoorde befchouwd te worden, een of twee Gecommitteerdens tot repraefentatie van 't platte Land wegens jB 3 het  ï April 1795. het Ampt zouden worden afgezonden na deQuartierlijke en Landelijke Vergaderingen, in de aanftaande week binnen de Stad Zutphen ftaande gehouden te worden; Vervolgens, na dat de Gecommitteerdens van de Dorpen der Neder-Betuwe waren buiten getreden, zijn de gevolmagtigde 'Gecommitteerdens uit den Ampte van Thielre- en Bommelre-waarden en der Geërfdens van het Schependom van Boemel, mitsgaders van Beest en Rhenoij ter Vergadering erfcheenenen-nedergezeten: Na lecture van aller welkers volmagten refpective de ingezondene Misfives, houdende de refolutien van de Inwoonders en Geërfdens van Heerewaarden , Opijnen, Waardenburg en Neerijnen, door de Leden uit de Steden zijn overgenoomen, om ieder in den haare gecommuniceerd te worden; wijders is, na dat eenige confideratien over het Concept-Plan voor de repraefentatie van het platte Land in den gemelten-Ampte van .Thielre- en Bommelre-waarden, en van het Schependom van Boemel, mitsgaders van. de Dorpen Beest en Rhenoij, onderling waren voorgedragen, waaromtrent echter voor als nog geene bepaalde refolutie konde genoomen worden , goedgevonden, dat de voorfjhreve Gecommitteerdens op zekere-bij hun zelvs  \ April 1795' zelvs te bepaalene dag en plaatze zouden te zaarrien koomen, om hunne confideratien aan eikanderen te communiceren, en daar uit zodaanig concept te 'formeren als ten meesten nutte van den Ampte der gemelde Waarden, Schependom en Dorp? n zal geoordeeld worden te behooren ; en om wijders als dan eene Commisfie te benoemen van eenige weinige Leden; met auctorifatie op. dezelve, om alzulk nader gerevideerd en geredresfeerd Plan aan deezen Quartiere te exhiberen, ten einde ten fpoedigften de repraefentatie van het platte Land der gemelde Waarden te reguleren. Donderdag den i April 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan tot het doen van de noodige voorzieninge aangaande het te rugbrengen van de verbragte Chartres en Penningen deezes Quartiers, Is na gehoudene deliberatie bij refumtie goedgevonden , de gewezene Ordinarïs Gedeputeerden op hunne verantwoordelijkheid te gelasten, gelijk gefchied bij deezen, om uiterlijk voor 1 Maij aanftaande, zodaane Chartres en Penningen, als voor de aankomst der Franfche Armee zijn verB 4 ' zon*  2 April 1705. fconden, met eenen behoorlijken Inventaris in handen der regenswoordige Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, refpective ten aanzien van de Penningen, wegens de tegenswoordige tijds omftandigheden, provifioneel te Thiel, en ten opzichte van de Chartres binnen de Stad Nijmegen te doen bezorgen: met auctorifatie op de Gecommitteerdens van dit Quartier ter Generaliteit, ten einde bij de Provincie van Holland te bewerken, dat de Penningen, als een eigendom des Quartiers èijnde, mogen worden uitgevoerd : En zal overzulka hier van Extract, zoo aan de Gecommitteerdens uit dit Quartier ter Generaliteit, als aan de gemelte gewezene Ordinaris Gedeputeerden worden meedegedeeld, om te ih-ekken tot darzeiver naricht, en zig daar na te gedragen. Op gedaane propofitle, is na gehoudene deliberatie goedgevonden, den Ontfanger derVerpondinge van het Bommelfche Comptoir te gelasten, zulks doende bij deezen, de agterftedige Verpondinge pver den jaare 1792 in te vorderen en te incasferen ; met verdere last aan alle andere Ontfangers en Collecteurs in deezen Quartiere, om zodaane Penningen, die nog aan hunne Comptoiren mogten verfchuldigdzijn, op den vorigen en gewoonen voet. ten fpoedigften in te vorderen naar behooren.  % April 1795- Zullende mitsdien hier van Extract aan gemelte Ontfangers en Collecteurs door de Ordinaris Gedeputeerden worden toegezonden, ten einde zig daar na te gedragen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, concernerende het affchaffen van het Monopolium der gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren binnen deezen Quartiere, mitsgaders van den Tabak, en. deeze impofitien, gelijk alle andere imposten , voor den tijd van een jaar te verpagten over de drie Steden ieder afzonderlijk, en in de Ampten volgens eene verdeelinge van ieder Ampt of Diftrict, na deszelvs gelegenheid en grootte; voorts daar van de Verpagtinge, in te gaan in deezen jaare 1795 met 1 Junii, te doen gefchieden binnen Nijmegen op den 14, binnen Thiel op den 15, en binnen Bommel op den 16 Maij aanftaande. Is goedgevonden deeze propofitie over te neemen, ten einde bij ieder Stad in den haare een Plan te formeeren , over te geeven aan de Ordinaris Gedeputeerden : Wordende dien onverminderd gemelte Ordinaris Gedeputeerden bij deezen geauctorifeerd, om te dienen van confideratien en advijs, hoe en op wat wijze deeze ImposB 5 ten  2 April' 1795. tën het gevoeglijkfte en den Ingezetenen min^t drukkende zouden kunnen geheven worden, en het zelve op de eerst volgende Quartiers Vergadering, binnen Zutphen te houden, voor te brengen. Tar Vergadering voorgedragen zijnde, datWillemina van Rijnberk, huisvrouw van Adrianus van Riemsdijk, voor Schepenen des Gerichts van Santwijk, den 18 Augustus 1787, aan Cornelis' van Rijnbeek voor de fomme van twee duizend guldens hadde opgedragen 3 een Huis en Erve, cum annexis, mitsgaders een Houtfchuur daarnevens {taande in de Waterftraai binnen de Stad Thiel, en een Hof meteen Tuijnhuisje in de Conijnenwal op Santwijk gelegen; Dat hoewel bij dit Transport was vermeld, dat de koopspenningen betaald waren, egter de gelden door de Transportante, of haaren Eheman , niet waren ontfangen, om reden dat dit Transport alleenlijk was gefchied om voor te komen de gevolgen eener proceduure tegens voorfchreven Adrianus van Riemsdijkin den jaare 1787, afwezig zijnde wegens de toenmaals plaats heb'hebbende omftandigheden, ondernomen ; En vermits door dit Transport in effecte geen eigendom was overgegaan, het dienvolgens redelijk was, dat  2 April 1795. dat de betaalde 40 penning ter fomme van/5i-i5: aan voorfchreve Adrianus van Riemsdijk wierde gerestitueerd ; voorts bij nienw Transport aan voornoemden Adrianus van Riemsdijk, doorCorneüs van Rijnberk te doen', denzelven gelibereerd van de voldoeninge van eenigen impost op de aliënatien. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden, deeze propofitie , met het daar bij overgegeeven origineel Transport , te Hellen , gelijk gefield word bij dezen, in handen van de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, om daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. T er Vergadering in confideratie gegecven zijnde, of en op welke wijze de Obligatien, ten lasten deezes Quartiers fhuinde, met mindere moeite en kosten, als thans gebruikelijk, zouden kunnen worden overgetekend, en of niet voldoende zoude zijn, derzelver over tekening alleen bij de Ontfangers, aan welkers Comptoiren refpective de betaalinge der Interesfen gefchied, en op welke dezelve zijn gerepartitieerd, te doen bevorderen. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden déeze propofitie te ftellen in handen der Ordinaris Gedeputeerden, om daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs.  2 April 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan', om de Ingezetenen en Geërfdens des Ampts Beest en Rhenoij té verzoeken, zich ten aanzien der repraefentatie van het platte Land te voegen bij den Thielrewaard. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden aan dezelve te laaten afgaan de navolgende Misfive: Vrijheid. Gelijkheid. Broederfchap. Burgers. onze tegenwoordige Quartierlijke Vergadering onder anderen gebefoigneerd zijnde over het poinct van een geregelde Volks repraefentatie van het platte Land in den Ampte Neder-Betuwe , en van Thielre- en Bommelre-waarden, voor zoo verre dezelve nog niet mogten georganifeerd zijn, en onder de Gecommitteerdens uit de refpective Dorpen meede zijnde gecompareerd Gecommitteerdens uit de Dorpen Beest en Rhenoij, tot het helpen corrigeren, en voorts approberen en arresteren van het geconcipieerd Plan; is, na dat eenige confideratien over het geprojecteerde Plan waren voorgedragen, waar omtrent echter voor als nog  2 April 1795. nosr geene bepaalde Refolutie heeft kunnen genomen worden-, goedgevonden, dat de Gecommitteerdens uit den Ampte van Thielre en Boemelre-waarden, op zekere bij hün zelvs te bepaalene dag en plaatze, zouden te zaamenkoomen, om hunne confideratien aan eikanderen te communiceren, en daar uit zoodanig concept te formeren, als ten meesten nutte van den Ampte der gemelde Waarden zoude geoordeeld worden te behooren : Wij zijn vervolgens geïnformeerd, dat de voornoemde Gecommitteerdens daar toe onderling hebben bepaald Maandag den 13 deezes maands April binnen de Stad Sak-Boemel, e:; hebben overzulks vermeend niét te kunnen afwezen , UI. het gimt voorfchreve meede te deelen, en teffens, daar de Gecommitteerdens van Beest en Rhenoij fcheénen zwarigheid te maaken in den voorflag om Beest en Rhenoij in den Thielre-waard te doen inmatriculeren, zulks aan Ulieden in confidentie te geeven, en vriendelijk te verzoeken, meede Ulieder gevolmagtigde Gecommitteerdens naar Bommel te zenden, om die comparitie bij. te woonen, ter beraaminge van de noodige fchikkingen tot een Tlan van repraefentatie ; fchijnende het ons toe ten algemeenen nutte te zullen verftrekken, wanneer Gijlieden mogtet goedvinden het Diftrict van  -e April 1795. Beesten Rhenoij te voegen bij den Thielre-waard. Wij mogen geenzints twijfelen , of Gijlieden zuk aan deezen onzen voorflag wel gelieven te defereren tot voorkoming van inconvenienten, gefehikt om onze goe.de, oogmejken, tenderende tot eene gelijke, repraefentatie van het platte Land, te vet> ijdelen.■>■■ ■,- ■ •, ■ ■ ....,: ,. Waar meede wij Ulieden de hefcher.minge Godes beveelen, na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap. Burgers Uileder goede Vrienden' De provifionele Volks-vertegenwoordigers des Quartiers.van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezelve'■ ai [ir.üstiSi nó jï3Cïi ma ^Iflïöov' fob ai Gefchreven te Thiel den 1 April 1795. Het eerjle jaar der Bataavfche Vrijheid. ' Vrijdag den 3 April 1795. -De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boeuiel hebben tén Recesfe doen infereren het navolgende : „ Na examinatie van het protest der Stad Niime- im r:iifnQ asri nofcoivbSós 355" • » gen  . 3 April 1795. , gen is gerefolveerd met eenparigheid'van ftem~' „ men , ten aanzien van het protest een contra„ protest te laaten aantekenen, en verders aan te „ dringen op gronden van vrijheid en gelijkheid, „ dat in het vervolg de-te houdene Quart-iers„ vergaderingen door de Sreden van dit Quartier bij beurten roulleren ; : vermits daar door mede „ de reiskosten.van de Gecommitteerdens,,der Ste„ den als dan eguaal konnen gedragen worden • en „ ten aanzien van het tweede , dat zulks gehou„ den word in den fterkflen zin vopr laefiev, en. „ dat die van Nijmegen zig in het vervolg zuLIun ,, onthouden .eenige fuperioriceit onder de Steden ,, van dit Quartier te betoonen. „ Omtrent het protest van Thiel is gerefolveerd „ dit zeer te Isuderen, maar tevens te corrigeren ,, de verregaande toegevenheid deswegens, met „ last fpeciaal ter Quartiers Vergadering aan te „ dringen, dat vervolgens het Praefidium in de „ Vergadering bij touren verwisfeit, zoo onder „ de Steden al? het platte Land , overeenkomfüg „ de gedaane propofitie door die van Bommel, in „ het begin van Maart op een Quartiersdag binnen Zutp.hen. De Gecommitteerde uit de Stad Nijmegen, ter Ver* gaderiug;.praefideren.de, heej§ hiertegens ten fterk- ften  3 April 1795ften gep'rötesteert, en zodaane aantekening gereferveerd, als de Stad Nijmegen tot maintien van het aloud recht en posfesfie zal oordeelen- te behooren. ■ En hébben de Leden van de Magiftraat der Stad Thiel verklaard zig me: de aantekening der Gecommitteerden van Salt-Boemel te conformeren, "en alleenlijk uit toegevenheid, emom geen oponthoud aan de verhandelingen te geeven, het Praefidium binnen de Stad Thiel aan Nijmegen te hebben overgelaten, zullende die toegeeflijkheid voor het vervolg geen plaats vinden, maar zij in contrarien val genoodzaakt wezen de Vergaderinge te verlaaten. De Gecommitteerde der Stad Nijmegen , ter •Vergadering praefiderende, heeft het gedaane pro- 'test,- eh referve van aantekening terRecesfe, ge~ ïnhaereerd. Dê Ordinaris Gedeputeerden hebben ter Vergaderinge geproponeerd, vermits 'er geen penningen in 's Quartiers Comptoiren, noch fondfen om gelden te verkrijgen, voorhanden zijn, en daar de cas van het Quartier , die buiten de Provincie is , niet eens toereikende zal wezen om de allernoodigste uitgaven te doen, of niet eene fomme van twee-  3 April 1795. tweemaal honderd duizend guldens bij' forme van acceptatien in de Comptoiren zoude behooren geplaatst te worden; Waar op gedelibereerd zijnde is zulks bij de Gecommitteerdens der Steden, en van het platte Land des Ampts Over-Betuwe refpective overgenoomen, om ieder in den haare breder gecommuniceerd te worden, en is dien onverminderd goedgevonden de gemelte Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken, gelijk gefchied bij deeze, om een Plan deswegens te formeren, zoo en als ten meesten nutte deezes Quartiers zullen vermeenen te behooren, en 't zelve ter Vergaderinge te exhiberen. Waar meede het Quartier na verlezing en refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie JOH, in ot BETOUW. c Naam-   Naamlijst van de ter Vergaderinge verfchenen geweest zijnde Gecommitteerdens en Gevolmagtigden wegens de Dorpen van NederBetuwe, Thielre- en Boemelrewaarden, Schependom van Boemel, Beest en Rhenoij. Uit Neder-Betuwe. Nicolaas Lobrij, Albert van Eldik. En wegens Lhede en Oudenwaerd. Hendrik den Drijver. Uit de Thielre-waard. Wegens Tuil. Hendrik Murmans. Zennewijnen. Comelis Fermijne. C a Op-  Ophemert. Gabel Valkis. Va r i k. ■Adrianus van Ernpel. Hee s selt. Aart van der Linden. Est. Paulus van Esje. O p ij n e n. Wa ardenborgii. Neer ij n e n. H a e f t e n. Hendrik van Heiikelom. Hel-  h e l l o u w. Stoffel Starrenbergh. herwijne n. Kieolaas Arriens. Deïjl. Jan Margriet Franciscus van Overdingen. Rump t. G. Buschman. Jan Overjleeg. Enspijk. Nieolaas van Dockum. ^ Geldermalsen. Hendrik Jofephus Meijer, Drumpt. . Johannes van Offerden, Willem Mulders, Bastiaan de Kleijn, Aart van den Hurk. C 3 Wa-  wadenoijen, Jan van Haren. Meteren. A. J. Sloot. Uit Boemeler-waard. Wegens Stads Schependom. Petrus Prillevitz. Dn IEL* Christiaan de Gier. Hu r wenen. Wouter van Hurwenen. R o s s e m. Philip Willem van der Horst. ■ Z u ij l ic h e m. Pieter van Vugt* Bra-  Brakel. Martin Godfried Hofman van Heve. Gameren. Hermanus Timmer. Bruchem, Kerkwijk en Delwijnen. NicoLaus Lange-, Hedel, Jacob de Roock. Weu. Johan de Jongh, Adrianus Vesters. Ammerzoden, Well en Wordragen. Hendrik Etiasfe, Hendrik van Dieden. Nederhemert. O. F. van Ommeren. Hee-  Heerewaar.de n. . . . van Riemsdijk. . B e es t. Pieter van Pavia, Peter van den Biefe. Dirck Bos. Rn b no ij. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRÉ LANDSCHAPS VERGADERINGE BINNEN ZUTPHEN GEHOUDEN IN APRIL 1795*   Praefente Leden des Quartiers van Nymegen. Steden. N IJ M E G E N. GlSBERTUS CoRNELIUS in de BeTQUW. Hendrik Willem Rappard. THIEL. Jan van Leeuwen, Peter van Galen , Herman Jacob Dijckmeester , Cornelis Taaij. BOMMEL Daniël Verweijde, Jan Carel Juta , Jan Hendrik Stoffenberg. Plat-  Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Jan Engelbert Sanders van Well, Gerrit Rijcken, Hendrik Derkse. OVER-BETUWE. Olivier Tiieodorus Petrus Paulus van Hacfort, T. J. Bakker, Jan Bodd. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, Wilhelmus Theodorus van Bennekom. Re-  8 April 1795' Reces des Qjtartiers van Nymegen op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphett gehouden in April 179 5. Woensdag den 8 April 1795. Jlet Quartier van Nijmegen heeft wederom goedgevonden de Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas, als van ouds gebruikelijk, te laten behandelen. Uit de geëxhibeerde Commisfien van de Volksvertegenwoordigers des Rijks van Nijmegen , en des Ampts tusfehen Maas en Waal zijnde gebleken, dat benevens andere Gecommitteerdens refpective waren benoemd de Burgers Jan Engelbert Sanders van Well, en Wilhelmus Theodorus van Bennekom ; welke eerstgenoemde is bekleedende de post van Richter in den Rijke, en laatstgcmelde in den Ampte tusfehen Maas en Waal. A 3 Is  8 April 1795. Is goedgevonden, mee inhaefle van 'sjQuartiers refolutie van den 5 Maart laatstleden, de twee andere Quartieren in bedénkinge te geeven, of, daar de wetgeevende van de richterlijke magt behoort te blijven gefepareerd, Richters tot de Landelijke en Quartierlijke Vergaderingen kunnen worden benoemd. Zijnde , dien onverminderd nochtans, gemelde Burgers J. E. Sanders van Well, en W. T. van Bennekom, zonder confequentie, en zonder praejudicie aan wederzijdfche fustenuen omtrent de bevoegdheid of onbevoegdheid van Richters om het platte land in opgemelde Vergaderingen te repraefenteren, tot de deliberatien toegelaten. He, Request van Gijsbert van Ee, tijdelijke Pagter van het Pasfagegeld over het Thielfche Comptoir, ingegaan den 1 Julii 1794, is gefteld in handen der Ordinaris Gedeputeerden, om daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Donderdag den 9 April 1795. Jrlet Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat tot Ordinaris Gecommitteerde wegens deeze Provincie  9 April 1795. cie ter Vergadering van Hun Hoog Mogende voor den tijd van één jaar, ingaande ï Mai aanftaande, heeft benoemd den Burger Cornelis Taaij, Lid der Municipaliteit der Stad Thiel. Verzoekende, dat deeze ten Landdags-Recesfe moge worden geinfereerd, en daar van de noodige Commisfie verleend. Verlezen de Requeste van DirkTijsfen, woonagtig te Wamel in den Ampte tusfehen Maas en Waal, houdende, dat aan Suppliant in de maand Augustus van Amfterdam was toegezonden een Vat Coffij en Thee, 't welk Suppliant door diverfe omftandigheden had moeten laten verblijven in de Stads Waag te Thiel: Dat Suppliant eenige dagen na 's Quartiers publicatie, waar bij de imoost op de Coffij en Thee is afgefchaft, dezelve'van daar willende haaien, zulks was geweigerd geworden door de Collecteurs A. en J. Bonebakker, als oordeelcnde alvorens auctorifafatie van de Magiftraat der Stad Thiel te moeten hebben, ten welken einde Suppliant zich aan die Magiftraat hebbende geaddresfeerd, gerenvoijeerd was geworden aan de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers; verzoekende vervolgens om de redenen, daar bij in het breede verA 4 meld,  9 April 1795. meld, auctorifatie op de Collecteurs A. en ] Bonebakker, om de gelibelleerde Coffij en Thee zonder eenig bezwaar van den voormaaligen itnpost te betaalen, aan den Suppliant te laten volgen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan mits deezen te confenteren in het voorfchreve verzoek, en dien ten gevolge de noodige auctorifatie op de gemelde Collecteurs te verkenen, doende zulks bij deezen. Verlezen de Requeste van A.enJ. Bonebakker, Collecteurs van den impost op de Coffij, Thee, Dienstboden, Rijdtuigen en Rijdpaarden over het' Thielfche Comptoir, daar bij te kennen geevende, dat aan Supplianten door eene publicatie, den 27 Februarii jongstleden afgekondigd, was bekend geworden de affchaffing deezer impofitien met 1 Februarii, zonder dat aan Supplianten eenige ordre was gegeeven, hoedanig met de invordering zouden moeten handelen; dan daar bij nadere notificatie de Collecteurs in het generaal, en gevolgelijk ook de Supplianten, gelast waren de verfehulde impofitien tot den 1 Februarii laatstleden in te vorderen, en op den 1 Mai eerstkomende aan den Ontfanger over te brengen; en Sup-  9 April 1795. Supplianten, om redenen, ten Requeste in het breede geallegeerd, geene afpeiling hadden kunnen doen, om daar door te weeten, wat ieder verfchuldigd is, en waar uit onaangenaamheden voorzagen, Supplianten moesten verzoeken eene refolutie , hoedanig daaromtrent te handelen. Voorts dat ten aanzien van den impost op de Dienstboden, Rijdtuigen en Rijdpaarden, daar verfcheide perfonen, welke chais en paarden hielden, en die in haare negotie gebruikten, hadden vermeend geen impost verfchuld te zijn, almeede moesten verzoeken eene refolutie, hoedanig met de invordering zouden moeten handelen; En eindelijk verzoekende auctorifatie op de refpective Schouten van ieder Dorp of Diitrict om de invordering van den impost op de Dienstboden, Rijdtuigen en Rijdpaarden te doen voor zoodanig percentgeld, als zal geoordeeld worden te behooren, met last, dat zij lieden die in te vorderene penningen zullen moeten brengen aan Supplianten, als Collecteurs, binnen zekeren te bepalene tijd, ten einde dezelve met de overige ten Comptoire van den Ontfanger te werden overgebragt, en dat Supplianten daar meede zul. len gehouden worden voor diligent. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden A 5 en  li April 1795. en verlhan deeze -Requeste te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden, om daar op naar bevind van zaaken te disponeren. Saturdag den 11 April 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, tenderende ten einde het Provinciaal Collegie van algemeen welzijn te auctoriferen om aan den Burger Jan Bodd de fomme van tien duizend guldens , bij Landfchaps refolutie van den 12 Maart laatstleden tot voorkooming van requifitien van Vee provifioneel uit de cas der Domeinen aan ieder Quartier geconfentcert, voor te fchieten ter goeder rekening voor Vee door hem in het vervolg aan het Quartier van Nijmegen te leveren, tegens depofitie van zeventig duizend of honderd duizend Livres in Asfignaten. En daar bij in achting genomen zijnde , dat bij refolutie deezes Quartiers van den 26 Maart jongstleden de Ordinaris Gedeputeerden zijn gequalificeerd tegens quitancie de vooraangetogene fomme te ontfangen, zonder dat zulks egter was gefchied, is goedgevonden en verftaan gemelde Ordinaris Gedeputeerden nader te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, aan voornoemden J. Bodd,  13 April 1795. Bodd, bij forroevan leeninge, te doen avanceren de ƒ 10,000 :-: uit de Domeinen voor de zaak der requifitien geaccordeerd, mits hij Bodd daar voor bij gemelde Ordinaris Gedeputeerden zal depofi-r teren 100,000:-: Livres in Asfignaten, doorhem reeds van Franfche Commisfarisfen ontfangen voor Vee, geleverd tot voorkooming van requifitien, ten einde, na afloop der zaak, de -onrfangene ƒ10,000: : bij' eene behoorlijke te approberene of te debatterene rekening aan het Quartier kunnen werden verantwoord, en aan hem daar uit alleenlijk werde te gemoed gekoomen de eventuele fchade, die hier uit mogte refulteren. Maandag den 13 April 1795. Het Quartier van Nijmegen op Requeste van Willem Engelen, Landfchrijver des Rijks van Nijmegen, goedgevonden hebbende aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het zelve behoorde te worden gerenvoijeerd aan het Provinciaal Collegie, pm daaromtrent zodane voorzieninge te doen, als na bevind van zaaken zoude oordeelen te behooren: Hebben de Gecommitteerdens uit den Rijke van Nijmegen , waar bij zich gevoegd hebben Ae Gecommitteerdens uit Over-Betuwe en Ampte tU9-  13 April 1795. tusfehen Maas en Waal, verzogt Infertie van het volgende. „ Die van het Rijk van Nijmegen declareren „ rondborstig in mandatis te hebben, voor „ zo verre hun Rijk betreft, 'te moeten proteste„ ren, zulks doende bij dezen, tegens een te for„ merene Plan van Organifatie, en dus de daar „ toe te nominerene Commisfie; terwijl zij hun „ zeiven reeds georganifeerd hebben, zodanig, „ dat zij in ftaat zijn ten allen tijden daar te „ doen, dat derzelver organifatie volkomen het „ noodige beflag heeft, en.zich daar bij tegens „ allen en een ieder verplicht vinden te mainti„ neren, verzoekende ten dien einde hier van „ aantekening ten Quartiers Recesfe. Dingsdag den 14 April 1795. H et Quartier van Nijmegen na gehoudene deliberatie op het Request van de Vaderlandfche Sociëteit binnen Nijmegen, onder de Zinfpreuk Voorbeelden trekken, goedgevonden hebbende aan 's Landfchaps tafel te openen; Dat het Quartier vermeende , dat er eene Landelijke Commisfie tot het beraamen van eene provifionele ordre tot reproe* fentatie van het platte land in de refpective Quar* tie-  14 April 1795. tieren behoorde te worden gedecerneerd; en dat mitsdien dit Hequest, met andere van gelijken inhoud, ■behoorde te worden gerenvoijeerd aan die te benoemene Commisfie. Ht bben de Gecommitteerde Leden uit het Rijk van Nijmegen , verzogt infertie van het navolgende declarat.n'r: „ Die van het Rijk van Nijmegen declareren, „ datjle "addresfen van het Genootfchap Foorbeel-„-deh trekken binnen Nijmegen niet anders kun„ nen befchouwt werden als nude dicenten, „ vertelzels, immers van alle bewijs ontblood, „ alleen op eigene uitvinding, zonder door eenige „ wet, daar toe gequalificeerd, berustende, om „ zijn even-mensch te denigreren, om dat juist „ niet zijn aangefteld Lieden , die zij apparent wel gaarne daar toe zouden gezien hebben. „ Dat men veel eerder op hun, gelijk men ook „ tvr zijner tijd en plaatze referveert te doen, „ fundamentele aanmerkingen zoude kunnen maa?, ken: men gelieve alleen voor het tegenswoor„ dige te remarqueren; Dat zij, gelijk niet ont„ kend kan werd n, zelvs veele geëmigreerd ge„ weest zijnde Leden , zoo van voorige Regee„ ring, als anders, gretig in hunne Sociëteit ge„ zogt en aangenomen hebben.  14 April 1795. Dat zij veel beter gedaan hadden om addres„ fen te maaken, zoo aan de Magiftraat te Nij- megen, als aan het Collegie der Gemeente dier Stad, tot perfectering van 't plan van „ Organifatie voor voornoemde Stad , te meer „ daar hun, immers derfelver eerfte Lid J. Ver- mafen en andere uit de Gemeente onder hun, „ overbekend is, hoe dat gezegde Magiftraat, reets voor weeken met meerderheid, en nu we- derom van over de drie weeken, unanim, „ voorn, gemeente, rondborstig, ja zelvs bij Ma- giftraats refolutie, hebben toegevoegd, dat zij „ hunne posten, in deii boezem van het Volk nederleiden, met bijvoeging en inftantie van „ zoo wel met het plan van Organifatie, waar toe ,, zelvs reets des tijds wederzijdfche Gecommit„ teerdens benoemd zijn, als met de oproeping „ van het Volk, en benoeming der Magiftraat, „ des tijds, binnen veertien dagen, voort te iy vaaren, zonder dat zulks al weder tot he„ den gefchied is. Dienende verder in aan„ merking genoomen te werden, dat zig tot „ heden geen Ingefeten van het platte Land met „ de Organifatie van de Regering in de Steden „ bemoeid heeft, nog, immers uit ons Rijk, „ bemoeijen zal, als zulks alleen, aan de Bur- •» gers  i6 April 1795. s, gers en Ingezetenen, zoo in de Steden als der„ felver Schependom, dewelke daar bij geinte„ resfeerd zijn, overlatende; hetgeen ook vrij „ beter ftrooken fal, terwijl, bij aldien zich ie„ der na welgevallen met alle Regeeringen be- moeien wil en zal, daar uit de grootfte ver„ warring ontdaan zal. „ Advijferende en infterende het Rijk dienvol„ gens uit alle het geallegeerde, dat op het in„ gekomene addres van voornoemde Genoot„ fchap geen reguard dient genomen te worden : „ Verzoekende deze in 't Quartiers Reces t'in„ fereren. Met welk declaratoir zich gevoegd hebben de Gecommitteerde Leden uit Over-Betuwe , en Ampte tusfehen Maas en Waal. Donderdag den 16 April 1795. De Ordinaris Gedeputeerden ter voldoeninge aan "s Quartiers Refolutie van den 3 deezes maands ter Vergaderinge geëxhibeerd hebbende een Concept-ampliatie der Ordonnantie op den impost Van het klein Zegel; mitsgaders een Plan, hoe de Impost op de gebrande wijnen en gediftilleer4e wateren het voördeeligstc zoude kunnen ver- Pagt»  16 April 1795pagt, of gecollecteert worden, daar de heffing bjj wijze van Monopolie met de afgekondigde rechten van vrijheid en gelijkheid niet wel konde beftaan; Voorts een Plan, om, vermits 's Quartiers Casfen bijna zijn uitgeput, acceptatien ter fomme van tweemaal honderd duizend guldens te flaan : Is het een en ander bij de Leden der Steden, en van het platte land overgenomen, om ieder in den haare breeder gecommuniceerd te worden, ten einde op de eerstvolgende Vergadering ter gelegenheid van den gecontinueerden Landdag zodanig daar op te refolveren, als men ten meesten dienste des Quartiers en den Ingezetenen minst drukkende zal bevinden. In confideratie genomen zijnde de dringende noodzaaklijkheid om te voorzien in de betaaling der Militie ter repartitie deezes Quartiers ftaanée, en de bekrompen toeftand der Financien , waar door het Quartier zich buiten ftaat bevind de Soldijen en andere lasten na behooren te voldoen , zo het zelve niet op de eene of andere wijze werde gefubfidieerd, het welke reeds aan Hun Hoog Mogende, en den Raad van State bij misfives van den 13 en 20 October laatstleden was te ken-  i6 April 1795. kennen gegeeven, met een bijgevoegd verzoek, dat, dewijl de Militie voor geen langer tijd dan tot den a December konde worden betaald, daar inne, 't zij door eene negotiatie, 't zij anderzins van Generaliteits wegen , mogte werden voorzien. Is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken en te auctoriferen, om bij de Ord;naris Gedeputeerden des Quartiers van Veluwe op het krachtigfte te infteren, ten einde een convenabel fubfidie, bij wijze van leeninge, aan dit Quartier werde voorgefchooten voor zodaane tijd, als tot reftitutie en vereffening onderling het gefchikst zal bevonden worden. X)e Ordinaris Gedeputeerden hebben ter Vergaderinge voorgedragen de noodzaaklijkheid van het benoemen van een Commis der Financien in plaats van den tot Secretaris aangeftelden Commis P. A. Schuil. Waar op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden en verftaan op den voet, gelijk bij den Quartiere vanZutphen, tot Commis van 's Quartiers Finantien onder den titel van tweede Secretaris, op zodanige inftructie, tractement en emolumenten, als nader zal werden bepaald, voorts met betrekking tot de overtekeningen van Obligatien tot laste B des  i6 April 1795 des Quartiers, met inhaefie der refolutie van den 2 deezer maand, aan te ftellen den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, gelijk op fpeciale auctorifatien der refpective Municipaliteiten denzelve daar toe met eenpaarige Hemmen aangefteld wordt kracht deezes. Vrijdag den 17 April 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, in hoe verrede tractementen der gewezene Gecommitteerdens uit deezen Quartiere zouden behooren te worden betaald, en gelet zijnde, dat geene der Ordinaris Gedeputeerden bij het aannaderen en intrekken der Franfche troupes in deeze Provincie, binnen Nijmegen, de gewoone refidentie van het Collegie, zijn tegenwoordig geweest, maar in tegendeel de plaats der Vergaderinge eigendunkelijk verlaten, en zich buiten deeze Provincie begeeven hebben. Is goedgevonden, dat geene tractementen aan de gewezene Leden der Ordinaris Gedeputeerden verder dan tot den 9 November des gepasfeerden jaars, zijnde de dag der aankomst van de Franfchen binnen de Stad Nijmegen , zullen worden voldaan; En aan de gewezene Gecommitteerdens zoo ter Vergaderinge van 'Hun  17 April 1795. Hun Hoog Mogende, als in de Generaliteits Rekenkamer en ter Admiraliteit op de Maaze, verder dan tot den dag der intrekkinge hunner Commisfien , zijnde geweest den 8 Februarii jongstleden. Voorts dat aan de tegenwoordige Ordinaris Gecommitteerden ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende , en in de Generaliteits Rekenkamer , mitsgaders aan de tegenwoordige Gedeputeerden de gewoone tractementen zullen worden voldaan van den dag van derzelver aanftellingen, terwijl het gedeelte der tractementen, in den tusfehen tijd verfchenen, zal zijn en blijven ten voordeele des Quartiers; met auctorifatie op gemelte tegenswoordige Ordinaris Gedeputeerden om geene Ordonnantiën voor gezegde tractementen dan conform aan den inhoud deezer refolutie te doen depecheren; en met last aan de Ontfangers, op welkers Comptoiren de Ordonnantiën zullen zijn geflagen , geene betalingen, dan als boven , te doen ; of, ingevalle de vooraangetogene tractementen voor verderen tijd, als gemeld, mogten zijn betaald, als dan het te veel betaalde te repeteren, en te doen restitueren •, zullende geene meerdere betaalingen aan voornoemde Ontfangers, aan welke B 2 Ex-  ij April 1795. Extract deezes door de Ordinaris Gedeputeerden zal worden toegezonden, in rekeninge worden gevalideerd. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Acte, waar bij de Burger J. E. Sanders van Well uit het platte land des Rijks van Nijmegen wordt benoemd tot Ordinaris Gedeputeerde in de binnenlandfche Deputatie deezes Quartiers voor den tijd van anderhalf jaar, ingaande op den eerften Mai aanftaande, volgens eene fchikking tusfehen gemelden Rijke en het Ampt tusfehen Maas en Waal: Waar op gedelibereerd zijnde, is zulk» voor notificatie aangenomen, onder fpeciale inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 8 deezer, ten aanzien der bevoegdheid of onbevoegdheid der Richters tot de admisfie in de Quartitrs Vergaderingen ; En is wijders goedgevonden mits deezen te verzoeken de Gecommitteerdens uit den Rijke, en des Ampts tusfehen Maas en Waal, het onderling geconvenieerde ter Vergaderinge fchriftelijk te exhiberen ten fine van infertie ten Recesfe. Op  jj April 1795- Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Thiel : Is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken te dienen van confideratien, of, en op welken voet de post van Fiscaal deezes Quartiers, en van Contrarolleur van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien, mitsgaders van het klein zegul, zoude behooren te worden begeeven, of onbegeeven gelaaten. Om te beraamen eene provifionele ordre voor de repraefentatie van het platte land in Neder-Betuwe zijn gecommitteert de Burgers Hoogers , Dijckmeester en Verweide, refpective Leden der Municipaliteiten Nijmegen, Thiel en Bommel : hebbende de Gecommitteerdens uit het Rijk geinhaereerd derzelver declaratoiren, en de Gecommitteerden van Over-Betuwe en Maas en Waal zich daar bij gevoegd. Waar meede het Quartier, na refumde van dit Reces, is gefcheiden. Ter ordonnantie van de provifionele Folks-Vcrte* gemvoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOUW,   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN APRIL EN MAI 1795.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. GlSBERTUS CORNELIUS !n DE BETOUW, Jan Engelbert Sanders van Well, Johan Caspar Muller. THIEL. Cornelis Taaij, Peter van Galen. Herman Jacob Dijckmeester. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Daniël Verweijde. Jan van Tricht. Plat-  Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derksen, * Willem Libotté. OVE R-BETUWE. Thomas Jacobus Backer., Jan Bodd, Hendrik Aalbers. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Anthonij van Gemert, Willem Storij. T H I E L R E-W AARD. Augustus Johannes Sloot. BOMMELRE-WAARD. Nicolaus Lange. Re-  3o April 1795- Reces des Quartiers van Nijmegen , gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in April en Mai 1795- Donderdag den 30 April 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat tot Ordinaris Gecommitteerden wegens deeze Provincie ter Vergadering van Hun Hoog Mogende voor den tijd van één jaar, ingaande op morgen, was benoemd de Burger Augustinus Geukama, Lid van de Municipaliteit der Stad Salt-Boemel, verzoekende, dat deeze ten Landdags Recesfe moge worden geïnfereerd, en daar van de noodige Commisfie verleend. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Acte van de Municipaliteit der Stad Salt-Boemel, gegeeven aldaar den 27 deezes maands, waar bij de Burger Henricus Schuil voor den tijd van één jaar,  30 April 1795. jaar, ingaande op morgen, wordt aangefteld tot Ordinaris Gedeputeerde ter Financien deezes Quartiers: Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen , met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om gemelde Lid, als gewoonlijk , in eed te neemen en fesfie te verkenen na behooren. H et Request van J. van Horsfen, Pagter van 's Quartiers impost op den Tabak over het deitrict des Thielfchen Comptoirs, is gefield in handen van de Ordinaris Gedeputeerden, om daar op, geduurende deeze Vergadering, te dienen van derzelver confideratien en advijs. Vrijdag den 1 Mai 1795. Ter Vergaderinge gelezen zijnde eene Acte der Volks-Repraefentanten des Ampts tusfehen Maas en Waal, zonder plaats betekening, gedateerd den 24 April jongstleden, waar bij de Burgers Wilhelmus Theodorus van Bennekom, Anthonij van Gemert en Willem Storij worden gecommitteerd om zich te begeeven naar de Stad Zutphen, ten einde* aldaar bij te woonen de zamen geroepene Ver-  i Mai 1795. Vergadering der Steden en Leden van de Provincie van Gelderland , fpeciaal meede die van het Quartier van Nijmegen. Is goedgevonden en verdaan de gemelde Burgers Anthonij van Gemert en Willem Storij voor aangenaam te verklaaren, en fesfie te verkenen na behooren. Edog op de laatstledene Vergadering in overweeging zijnde genomen, of wel Amptlieden, Richters, Hoofd-Officieren en andere Uitvoerders van 's Lands wetten en Placaten in de Quartierlijke en Landelijke Vergaderingen fesfie zouden kunnen neemen , en dat zulks doenmaals provifroneel zonder confequentie was geaccordeerd, tot dat nader daar over zoude wezen gedisponeerd, wanneer meerdere Ampten des Quartiers hunne Gecommitteerdens hadden gezonden, is door de Gecommitteerdens der Stad Thiel, dewijl meerder Gecommitteerdens thanspraefent zijn, namens de gemelde Stad voorgedragen: „ Dat het tegens alle gronden van eene goede „ uaatkunde aanloopt, dat iemand te gelijk Wet„ geever en Uitvoerder van 's Lands wetten is, „ en dat 'er niets is, 't geen meêr aanleiding kan „ geeven om iemand tot een willekeurige Heer„ fcher en Dwingeland te maaken, dan, wanneer „ hij  i Mat 1795. „ hij beide die posten te gelijk bekleed , of deel „ daar aan heeft, en dus aan zich zelvs maar ver,, antwoordelijk is. „ Dat daarom alle beroemde ftaatkundige Man„ nen, die over de Regeeringsvormen gefchreven „ hebben, de zamenvoeging van die posten als „ het grootfte gebrek in eene Regeering hebben „ befchouwd : Gelijk dan ook de Franfche Re„ publicq in het maaken van haare conftitutie „ dezelve wel degelijk uit eikanderen gehouden „ heeft, en de provifionele Vertegenwoordigers „ van het Volk van Holland met recht aan die „ zaamenvoeging zeer veele verwarringen, vexa„ tien en willekeurige handelingen der voorige „ Regeering toefchrijven. „ Dat derhalven, daar de tegenwoordige pro„ vifionele Volksvertegenwoordigers alhier niet „ vergaderd zijn om de fouten der voorige Re„ geering, en daar uit voortgevloeide verkeerde „ handelingen te approberen, noch om zich eene „ willekeurige en onbepaalde magt aan te mati„ gen, maar om eene Conftitutie te vestigen op „ de afgekondigde rechten van den Mensch en „ Burger, en zich te wagten voor de gebreken „ der voorige beftiering , nu ook manmoedig „ en met verachting van alle eigenbelang en praal- „ zucht,  i Mai 1795. „ zucht, noch op deezen dag, behoorde te wor„ den gerefolveerd , om in 's Landfchaps- of „ Grond-Vergaderingen, zoo in de Steden als „ den als ten platten Lande, bovengemelde Amp„ tenaaren even min te admitteren, als andere „ Amptenaaren der uitvoerende magt, die om „ den ontfangst van penningen, en hunne ver,, antwoordelijkheid voor dezelve, in bovengemel„ de Vergaderingen niet geadmitteerd worden, „ en echter minder verantwoordlijk zijn dan de „ Amptlieden en Richters , en andere, die „ zorg moeten dragen voor de rust en veiligheid, „ het oogmerk van de Burgermaatfchappijen, en „ zonder welke geen penningen ontfangen, noch „ behoorlijk bewaard kunnen worden, gelijk in „ de Stad Thiel in het plunderen, berooven en „ fteelen van 's Lands Comptoiren in den jaare „ 1787 was gezien , en ondervonden was , „ dat niet die geene, aan wien de zorg voor de „ rust en veiligheid, het uitvoeren van 's Lands ,, Placaten en wetten, was toevertrouwd, de„ wijl die meede Wetgeevers en Richters waren, „ daar voor verantwoordelijk zijn gefield, maar „ den Ontfanger zelve: En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan , dat, daar de wetgeevende en uitvoerende magt, de politie en juftitie, volgens  i Mai 1795. de waare beginzelen der vrijheid geheel van elkanderen behooren te worden gefcheiden, en door de vermenging van dezelve onder het vorig bewind de Ingezetenen dikwilsaanvexatien en geweld zijn blood gefteld geweest, in de admisfie van den Burger W. T. van Bennekom, als bekleedende het Ampt van Richter in de Ampte tusfehen Maas en Whaal, en voorts in het generaal in de admisfien van Amptlieden , Richters en Hoofd Officieren , dien de uitvoering van 's Lands wetten en Placaten is aanbevolen, in deeze Vergadering niet kan worden getreden, maar dat dezelve zullen worden afgewezen , en dat hier van aan 's Landfchaps tafel openinge zal worden gedaan. Waar tegen de Gecommitteerdens uit den Ampte tusfehen Maas en Waal met referve hunner aantekening hebben geprotesteert. .li Iet Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat in plaatze en bij afftand van den Burger Cornelis Taaij tot Ordinaris Gecommitteerde wegens deeze Provincie ter Vergadering van Hun Hoog Mogende voor den tijd van één jaar , ingegaan op heden, was benoemd de Burger Herman Jacob Dijckmeester, Lid van de Municipaliteit der Stad Thiel: 1  i Mat 1795. Thiel: En tot Extraordinaris Gecommitteerdens ter Vergaderinge, als vooren, de Burgers Gisbertus Cornelius in de Betouw, en Cornelis Taaij,' refpective Leden der Municipaliteiten van Nijmegen en Thiel, met verzoek, dat daar van de noodige Commisfien mogen werden verleend. TTer Vergaderinge voorgedragen zijnde, dat de Burger Cornelis Taaij tot Ordinaris Gedeputeerde ter Financien deezes Quartiers wegens de Stad Thiel voor den tijd van één jaar was benoemd, is zulks voor notificatie aangenomen. Saturdag den 2 Mai 1795. Is ter Vergaderinge geëxhibeert eene Commisfia der Volks Repraefentanten des Rijks van Nijmegen, ter Ordonnantie betekend door A. L. de Fockert, als provifioneel Landfchrijver, houdende creditiev op de Burgers Jan Engel bert Sanders van Well, Hendrik Derkfe en Willem Libotté; Waar op gedelibereerd en daar bij gelet zijnde, dat de naamen der twee eerfte Gecommitteerdens benevens de dagtekening met verfchen inkt fcheenen doorgehaald en veranderd te zijn, is goedgeC von-  I- Mai 1795. vonden en verdaan, dat in de admisfie van Leden op een gevitieerd creditiev niet kan worden gegetreden : En heeft de Burger Sanders van Well verklaard die naamen doorgeflagen te hebben, om dat vermeende, dat, daar de Landfchaps Vergadering was gecontinueerd, en hij op den vorigen Landdag was geadmitteerd geweest, alnu ook geene nieuwe Commisfie voor hem en Hendrik Derkfe zoude noodig zijn, met protest en referve van aantekeninge ten Recesfe, waar meede de Gecommitteerde Leden uit Maas en "Waal gedeclareerd hebben zich te conformeren. T er Vergaderinge gelezen zijnde eene Acte van Burgemeesteren Schepenen en Raad der Stad Nijmegen, gedagtekend aldaar den 30 April jongstleden, waar bij de Burger J. E. Sanders van Well, als Lid der Municipaliteit der gemelte Stad, tot het bijwoonen deezer Vergadering wordt gecommitteerd ; is , na gehoudene deliberatie, gemelde Burger, onder uitdrukkelijke inhaefie der Refolutien van den 5 Maart, 8 April en 1 deezer maand, voor ditmaal, zonder confequentie, toegelaten: waar tegens de Gecommitteerde Leden der Stad Thiel, en van den Thielre-waerd, perfisterende bij  i Mat 1795. bij de genomene Refolutie, ten Recesfe hebben doen infereren, dat een Richter, gelijk de Burger Sanders van Well thans in den Rijke van Nij^ megen is, op geenerlei creditiven in den Quartiere kan worden geadmitteerd. Op Requeste van Gijsbert van Ee , tijdelijke Pagter van het Pasfagiegeld over het - Thielfche Comptoir ingegaan den 1 Julii 1794, omredenen, daar bij in het breede geallegeerd verzoekende afllag der pagt, zoodanig, dat hij zal kunnen voldaan met de pagt van vijf maanden te betalen, en dat het overige aan hem wegens den inrrtarsch der Engelfche en Franfche troupes, en daar uit gevolgde verwarring, waar door hij eenen geruimen tijd geen pagt heeft kunnen ontfangen, zoude mogen worden kwijt gefcholden. En hier op, ingevolge 's Quartiers marginaal appoinctement van den 8 April jongstleden , gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden; Is goedgevonden en verfiaan, dat in Suppliants verzoek niet kan worden getreden, en wordt in hetzelve mitsdien gedifficulteert, gelijk gefchied bij deezen. Ca De  e en 6 Mai 1795. De Burgers Cornelis Taaij, als Ordinaris Gedeputeerde , en Gisbertus Cornelius in de Betouw in qualiteit van Commis ter Financien op den voet van's Quartiers refolutie van den 16 April jongstleden aangefteld, hebben, ieder afzonderlijk, den Eed, ten Recesfe fub dato den ^Februarii laatstleden geïnfereerd, ter Vergaderinge afgelegd. Woensdag den 6 Mai 1795. D e Burger Sanders van Well heeft als Ordinaris Gedeputeerde ter Financien den Eed op delnftructie afgelegd., zonder confequentie nochtans, en ongepraejudicieerd 's Quartiers Refolutie van den 1 deezer, welke in volle kracht en waarde blijft; hebbende de Gecommitteerdens van Thiel en Bommel verzogt infertie ten Recesfe, dat zijl. den gemelden Burger tot het praesteren van dien Eed hebben toegelaten, om dat dezelve bij Refolutie van den 17 April, onder inhaefie nochtans van de Refolutien van den 5 Maart en 8 April, reeds was benoemd tot Ordinaris Gedeputeerde, en om dat het belang van 's Quartiers Financien thans eene fpoedige aanvulling der ontbreekende Leden in het Collegie vordert: Waar tegens opgemelte Burger Sanders van Well verzogt heeft met betrekking tot zijne fustenue temogen blijven in 't geheel.  6 Mai 1795. De Burger Sanders van Well ter voldoeningc van's Quartiers Refolutie van den 17 April over gegeeven hebbende eene Conventie tusfehen het Rijk van Nijmegen en die van den Ampte tusfehen Maas en Whaal ingegaan over het bekleeden der Commisfien in de binnenlandfche Deputatie; en in achting genomen zijnde, dat door de Volks Repraefentanten des Ampts Over-Betuwe daar over insgelijks was gedisponeerd, waar toe echter het Ampt Neder-Betuwe, als noch niet georganifeerd zijnde , niet hadde geconcurreerd : Is goedgevonden aan de Gecommitteerdens des Ampts Neder-Betuwe te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. 1 Burgers. D aar het Rijk van Nijmegen, het Ampt OverBetuwe en van tusfehen Maas en Waal de repraefentatie van het platte Land, ieder in den haare, hebben gereguleerd, welkers Repraefentanten ter onzer Vergaderinge reeds een en andermaal zijn erfchenen, en zelvs Gedeputeerden hebben beC 3 noemd  6 Mai 1795. noemd ter Financien deezes Quartiers, mogen wij niet afzijn zulks ter kennisfe van UI. te brengen , en tefFens, dewijl het voor het welzijn dezer Provincie in het gemeen, en van dit Quartier in het bijzonder ten hoogden noodzaaküjk wordt, dat ook wegens de Neder-Betuwe de repraefentatie, zonder eenige de minde vertraging, voor eene volgende Landelijke of Quartierlijke Vergadering, werde gereguleerd en tot dand gebragt, UI. te verzoeken zich daar toe meede, hoe eer zoo beter, te willen bekwaamen, en uwe Gecommitteerdens te zenden. Waar meede wij UI. na toewenfehing van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes befc^erminge beveclen. Gefchreven te Zutphen in eene Quartiers Vergadering, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering den 6 Mai l795t het eerde jaar der Bataavfche Vrijheid. Burgers. UI. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezelve  6 Mai 1795. Op Requeste van J. van Horsfen, Pagter van *s Quartiers Impost op den Tabak over het Diftrict des Thielfchen Comptoirs, houdende, dat, daar hij zedert de maand September des voorleden jaars van wegens het platte Land geene aangeeving of betaaling van dien impost bekoomen had , en derzelver Ingezetenen alnog voortgingen met den handel van Tabak, den gezegden impost fubject, zonder hem daar van eenige kennis te geeven, veel minder den impost te voldoen j hij voornemens was daar tegens te vigileren, en actens van devoir tot het wederom invorderen van dien impost te plegen % hebbende zich, om tot dat einde te bekomen eene Acte van auctorifatie, bij den Burger van Bennekom , als Richter van het Ampt tusfehen Maas en Waal vervoegd, die zwaarigheid maakte dezelve te verleenen, verzoekende overzulks pofttive verklaaring en ordres , hoe zich ten dien refpecte verder te gedragen; En hier op ingevolge en ter voldoeningc aan 's Quartiers marginaal appoinctement van den 30 April laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden, Is goedgevonden te verftaan, dat de Burger van Bennekom, als Richter des Ampts tusfehen C 4 Maas  6 Mai 1795. Maas en Waal, geen zwaarigheid behoeft te maaken , om aan Suppliant de gewoone Acte van auctorifatie te verkenen, denzelven daar toe, zoo veel nodig , auctorifeerende, ten einde de Suppliant in flaat gefield werde, om zijnen gepagten Impost na behooren te kunnen invorderen. D e Ordinaris Gedeputeerden gediend hebbende van confideratien en advijs op het fub dato 2 April ten Recesfe geïnfereerde verzoek van Willemina van Rijnberk huisvrouw van Adrianus van Riemdijk, aan Cornelis van Rijnberk voor eene fomme van twee duizend guldens opgedragen hebbende huis en erve, daar bij in het breede vermeld, en zulks om voor te koomen de gevolgen eener procedure in den jaare 1787 wegens vrijheid en vaderlandlievende gevoelens tegen Adrianus van Riemsdijk ondernomen, en geenzins om den eigendom van die erven te doen overgaan. Is goedgevonden en verflaan , dat aan den voorfchreven Adrianus van Riemsdijk zal worden gerestitueerd de betaalde 4oïïe penning ter fomme van ƒ51.15-:, wordende de Secretaris of Collecteur, die dezelve heeft ontfangcn, tot de restitutie geauctorifeerd : Voorts dat bij het transport van vooraangetogene Huis en Erven aan gemelten Adri-  7 Mai 1795. Adrianus van Riemsdijk, door Cornelis van Rijnberk alnu te doen, dezelve zal zijn gëlibereerd van de voldoeninge van den impost op de aliënatien. Donderdag den 7 Mai 1795. T er Vergaderinge voorgebragt zijnde een voordel namens het Provinciaal Collegie, daar bij in bedenking geevende , of het Amptgeld van de Leden van het Hof van Juditie, welke ingevolge 's Landfchaps refolutie van den 7 Februarii laatstleden zijn aangebleven, tot dat zij door hunne Succesfeuren zijn vervangen , niet behoorde te worden te rug gegeeven ; En of de nieuw aangeilelde 't zelve niet zouden moeten betaalen, met die toezegging echter, dat, inval door de eene of andere onverwagte gebeurtenis hunne posten korter als ad vitam aut ad culpam duuren mogten , het uitgefchoten Amptgeld aan hun zal worden gerestitueerd; en dit voordel bij 's Landfchaps refolutie van den 11 April jongstleden gerenvoijeerd zijnde aan de Quartieren refpective van Nijmegen en Veluwen , dewijl door die van Zutphen ?een Amptgeld wordt betaald. a goedgevonden en verdaan, na hier op gehad C 5 te  7 M™ '795te hebben de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden, zich met deezengedaanen voorflag te conformeren , en dien ten gevolge de gemelte Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om den Ontfanger der Verpondinge des Bommelfchen Comptoirs te gelasten van de nieuw aangeftelde Leden uit dit Quartier in het Hof van Juftitie te ontfangen zodane Amptgelden, welke hunne Praedecesfeuren hebben moeten betaalen, ten einde die aan de ontzette Leden te restitueeren. D e Gecommitteerdens der Stad Thiel ter Vergadering voorgedragen hebbende, dat de Burger van Leeuwen, Lid van de Municipaliteit aldaar, kennis gegeeven hadde, dat te Buuren onlangs pasferende van hem ftraatgeld was gevorderd , cn, de betaalinge door hem geweigerd zijnde, men de poort hadde geflooten, waar door genoodzaakt was geworden het zelve te betaalen, met verzoek van gemelte Gecommitteerdens uit last van de Burger Magiftraat der Stad Thiel, dat, zoo veel mogelijk, moge worden bewerkt, dat dit ftraatgeld geheel worde opgeheven. Is goedgevonden aan de Municipaliteit van Buuren te laten afgaan de volgende Misfive. Vrij-  7 Mai 1795. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers. De Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben in onze tegenwoordige Vergadering voorgedragen uit fpeciale last van de Burger Magiftraat aldaar, hoe dat een Meede-Lid van hunne Municipaliteit de Burger Jan van Leeuwen aan hun hadde kennis gegeeven, dat, weinige dagen geleden, door Buuren pasferende van hem ftraatgeld was gevorderd, en dat, wanneer de betalinge door hem geweigerd was, men de poort hadde geflooten, en hij daar door genoodzaakt was geworden het zelve te betalen, verzoekende gemelde Gecommitteerdens , dat wij ons daar over aan UI. zouden gelieven te addresferen, en, zoo veel mogebjk, bewerken, dat dit ftraatgeld geheel werde afgefchaft. Daar wij nu teffens zijn geïnformeerd, dat met geene geringe kosten tot facilitcring der pnsf°ge de wegen tusfehen Thiel en Utrecht niet alken herfteld, maar ook reeds zedert eenige jaar. n zijn bezand , en ten gemeenen kosten , zoo van T,.iel, als de tusfehen beide leggende Steden, onderhouden worden, zoo is ons dit verzoek niet ongegrond voorgekoomen, en hebben wij. ons mitsdien  " 7 -Ma* *795- dien niet mogen dispenferen dit voorftel ter kennisfe van UI. te brengen, ten einde op het zelve de noodige reflexie te maaken, voorts die voorzieninge te doen, dat het gemelde ftraatgeld tot bevordering der pasfage en onderlinge correspondentie geheel werde opgeheven. Wij zullen aan onze zijde altoos bereid zijn bij • voorkoomende gelegenheden zulks te reciproceren. Waar meede, na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap, wij UI. beveelen in Godes heilige protectie. Burgers. UI. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van Dezelve, Gefchreven te Zutphen in eene Quartiers Vergadering, gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire LandfchapsVergadering den 7 Mai 1795, het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Sa-  9 Mai 1795. Saturdag den 9 Mai 1795. Is ter Vergadering voorgebragt eene Misfive van den Burger van Grasvelt, Gedeputeerde in het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoorfchap te Lande, gefchreven in den Hage den 5 deezes, en geaddresfeerd aan de Ordinaris Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers, houdende, dat zich in de grootfte onaangenaamheden bevond door de wanbetaling der Troupes, op het Quartier gerepartitieerd; dat elk, Officieren, Gedeputeerde van Provinciën, en Committé vanBondgenootfchap zich aan hem addresfeerde, en dat, daar thans konde verzekeren, dat de troupes op het punt ftaan van te revolteren, en die van het. Regiment van Weideren reeds actueel weigeren te dienen, en aan de ordres van hunne Officieren openlijk refifteren, zonder één dag te verzuimen, in de provifionele betaling behoorde te worden voorzien : Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde de vervallen ftaat van's Quartiers Financien, is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te laten afgaan de volgende Misfive. Vrij-  9 Mai 1795. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. Bij gelegenheid van den tegenwoordigen gecontinueerden Excraordinairen Landdag meede Quartierlijk vergaderd zijnde, zijn ter onzer deliberatie voorgebragt verfcheide Misfives en addresfen, betrekkelijk tot de fitnatie, waar in de Militie , op het Quartier van Nijmegen gerepartitieerd , door wanbetaling der Soldijen is gebragt, en de nadeelige gevolgen, welke uit dit verzuim zouden kunnen en moeten voortvloeijen, zoo voor 's Lands dienst in het gemeen, als voor de Troupes, op dit Quartier ftaande, in het bijzonder, om welke te ontwijken geen ander middel zoude zijn, dan de prompte betaling der Soldijen. Daar nu niets redelijker, noch noodzaakelijker is, dan dat aan de klagterf van die Troupes ten fpoedigfte werde voldaan, en alle billijke reden tot misnoegen over de achterlijkheid in die betaling weggenomen , wenfchen wij ook niets vieriger , dan op den voorigen voet te mogen continueren in de betalingen der militaire Soldijen, en alzoo te praeveniëren de ongelegenheid en confufie, welke anderzins daar uit zouden moeten profluëren. Doch,  9 Mai 1795. Doch, hoe zeer onze bereidwilligheid en genegenheid moge (trekken om daar aan te voldoen, vinden wij ons echter buiten ftaat door eenen alles vernielenden Oorlog en andere rampen, die het Quartier van Nijmegen boven de andere gedeeltens van het Bondgenoo.fchap geleden heeft, en noch lijdt, om die betalingen met die volvaardigheid, als wij wel wenschten, op zijnen tijd te praesteren. Wij vinden ons mitsdien verpligt UI. te herinneren, en als bij herhaalinge voor te dragen, dat onze Ordinaris Gedeputeerden in de maand October des gepasfeerden jaars 1794 verflag gedaan hebbende van den ftaat der Financien van het Quartier, en daar bij kennis hebbende gegeeven van de buitengewoone importante uitgaven in de Ordinaris en Extraordinaris Generaliteits lasten van tijd tot tijd door hun gedaan, mitsgaders van den bekrompen en verachterenden toeftand van 's Quartiers inkomften, veroorzaakt door de doemaalige defectueufe betaling der meeste impofitien, wij genoodzaakt zijn geweest bij onze Misfive van den 13 October laatstleden aan den Raad van State van dit ons onvermogen kennis te geeven, met verzoek om geduurende die omftandigheden tot laste van het Quartier van Nijmegen gee-  9 Mai 1795. geene Acquiten of Acten van verzoek te verleenen, of te doen depecheren. Wij hebben vervolgens bij eene nadere Misfive van den ao dier zelve maand aan den Raad van State opengelegd de ongelukkige fituatie, waar in het Quartier, zedert het afgaan der voorige brief, wierdt gebragt door een magtig, roofzuchtig en plunderziek Leger van eenen Bondgenoot binnen het zelve, en van een niet minder magtig en overwinnend Leger op de grenzen, en hoe zeer de gemeene's Landsmiddelen en inkomften daar door wierden gedrukt, en door de importante betalingen der lasten geheel geabforbeerd; zoodanig, dat door de plunderingen van het grootfte gedeelte van het platte Land de goede In- en Opgezetenen buiten ftaat geraakt waren, om voor het tegenwoordige, en zoo lange die beroovingen van hunne goederen en der vrugten van vee en van velde voortduurden, eenige penningen ten behoeve van het gemeene Land te kunnen opbrengen; het welke wij toenmaals hebben vermeend gehad aan den Raad van State breedvoerig te moeten openleggen, ten einde de Raad daar door tijdige kennis mogte bekoomen , dat wij ons buiten ftaat bevonden de Militie op onze repartitie ftaande voor langer tijd, dan tot den 2 December toen aanftaande, te voldoen,  9 Mai 1795. doen, na welke betalinge wij genoodzaakt zoudert zijn daar meede te fuperfederen, met allerernftig verzoek om adfiftentie, en dat de Raad van State daar in 't zij door eene Negotiatiej 't zij anderzins van Generaliteits wegen,.zoude gelieven te voorzien. De Raad van State heeft hier op ook erkent, dat het Quartier tot hier toe in de furnisfementen op de loopende Petitiën niet achterlijk was geweest, en vervolgens * begrijpende , dat de praefente fituatie van het Quartier het continueren in het opbrengen van deszelvs aandeel in de lasten van de Unie voor het tegenwoordige zeer moeilijk, zoo niet onmoogelijk, zoude maaken, deeze zaak ter kennisfe van Hun Hoog Mogende bij Misfive van den 31 October gebragt, ten einde daaromtrent zoodanig te voorzien, dat wegens het onbetaald laten van dat gedeelte der Militie geen confufie mogte ontdaan, en aan hec defect, het welk aan de Quota van deeze Provincie in de Petitiën plaats hadde, werde geremedieerd: met dat gevolg, datdieMisfivesinhet befoigne tot de militaire zaaken geëxamineerd, endaar van Rapport gedaan zijnde , Hun Hoog Mogende bij Misfive van den 15 November aan deeze Landfchap hebben kennis gegeeven van hun reeds gedaane verzoek aan de Provincie van Holland en Westfriesland, om, D ötf-  9 Mai 1795. onverminderd derzelver refolutie van den 8 November, (trekkende hoofdzaaklijk ten einde te beproeven, of niet eene capitale fomme van het Groot-Brittannisch Gouvernement tegens Recepisfen aan bet Comptoir Generaaleer leen zoude kunnen bekoomen werden, de Militie ter onzer repartitie, van den 1 December toen aanftaande af, bij voorfchieting wel te willen betaalen, ten waare de Provincie van Holland van gedagten mogte zijn,, dat anderzins die betaling zoude kunnen gefchieden uit eene der Petitiën tot de Legerlasten, aangezien de Cas der Generaliteit buiten ftaat was om zulke voorfchieting te kunnen doen. Dan van welk laatfte voordel tot voorziening ter betaling der Soldijen, bij de Provincie van Holland geaggreëerd, alzoo op de Petitiën tot de Legerlasten reeds zoo veele betalingen door deeze Provincie waren gefchied, en in die laatfte tijden tot defenfie van dezelve zulke aanzienlijke fommen voor de Generaliteit hadden moeten worden voorgefchoten, dat op de Quota van Gelderland in die Petitiën geen meer andere posten konden geasfigneerd worden, deeze Landfchap zich heeft geëxcufeerd gehad. Daar nu zedert het afgaan van onze voorfchreve Misfives aan den Raad van State de toeftand der Fi~  9 Mai 1795. Financien van het Quartier niet verbeterd, maar aanmerkelijk verergerd is : Daar de In- en Opgezetenen zich alnoch onvermogend bevinden om iets ten voordeele van het gemeene Land te kunnen furneren, in zoo verre, dat van de verpagte en gecollecteerd wordende impofitien geen noemenswaardige fom in 's Lands Comptoireri wordt ingebragt; ook de gelden uit die Comptoiren na elders geborgen, en alnu herwaards getransporteerd wordende, in vergelijking van de allerdringendfte lasten, die thans daar uit moeten worden voldaan, en veel minder bedragen dan de militaire Soldijen, naauwlijks toereikende zullen zijn; zoo zijn wij in die onaangenaame omfhndigheden van onvermogen gefield om alnoch op het allerernstigfte te moeten infleren, dat in de betalinge der Militie, op dit Quartier gereparticieerd, hec zij dan door voorfchot van de eene of andere Provincie , het zij door eenig ander middel van Ge-» neraliteits wegen zoodaanige voorzieninge werde gedaan, als ten deezen opzichte, in het welke voor eene prompte betaling dient te worden gegezorgt, meest gefchikt' en convenabel door UI. zal worden geoordeeld. Wij zullen echter, zoo dra deeze magtelooze foeftand van het Quartier maar eenigzins zal cesD 2 fc- •  9 Mai 1795. feren, voor het praefteren van furnisfementen, en voor de betalinge der Militie, ter onzer repartitie ftaande, zoo fpoedig mogelijk, zorge dragen, en na onze uiterfte vermogens daar in volharden, 't geen wij aanneemen bij deezen, en gelijk wij te vooren, zoo zeer als eenige der andere Quartieren, en meerder als verfcheide Provinciën , ons altoos met volvaardigheid hebben beijverd gehad. Waar meede na toewenfching van Heil en aanbod van Broederfchap wij UI. beveelen in Godes heilige protectie, Meede-Burgers Ulieder goede Vrienden De provifionele Volks Vertetegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie, van Dezelve Gefchreven te Zutphen den 9 Mai 1795, het eerde jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrij- 1  9 Mai 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken, en te auctoriferen om een Lid uit hun midden te committeren, ten einde van de voorige Ordinaris Gedeputeerden over te neemen alle Chartres, en penningen, welke uit de Provincie van Holland zullen worden te rug gebragt, voorts de penningen ter hand te doen ftellen aan de drie Ontfangers deezes Quartiers te Thiel refiderende, en zulks gefchied zijnde daar van aan hun Collegie rapport te doen, op dat, alles in ordre bevonden zijnde, de noodige acte van decharge aan de voorige Ordinaris Gedeputeerden zal kunnen worden verleend. De Gecommitteerdens der Stad Nijmegen ter Vergadering voorgedragen hebbende de redenen van de verleende Commisfie door de Magiftraat van Nijmegen op den Burger J. E. Sanders van Well: Hebben de Gecommitteerde Leden van Thiel en van den Thielre-waerd verzogt aantekeninge ten Recesfe, dat hier uit kwam te blijken de juistheid hunner aanmerkingen fub dato 1 en » deezes in de notulen geinfereerd; en dat mitsdien, perfifterende bij de genoomene refolutie, waar bij D .3 Rich-  9 en 13 Mai 1795. Richters, en Amptlieden in de Quartiers Vergadering niet admisfibel zijn verklaard, deeze zaak , die ten eenenmaal was domesticq, en bij de Land-* fchap ook alzoo verklaard was, hielden voor afgedaan. Woensdag den 13 Mai 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden den Burger Taaij, Ordinaris Gedeputeerden , te auctoriferen en te committeren, om met en benevens den Burger H. Schuil van de Voorige Ordinaris Gedeputeerden de Charters, en penningen deezes Quartiers met de daar toe fpecterende Inventaris, welke uit de Provincie van Holland reeds te Thiel Zijn te rug gebragt, over te neemen , en, zulks alles in ordre bevonden zijnde, daaromtrent zoodane verdere arrangementen te maaken, als gemelde Gedeputeerden Taaij en Schuil in deezen zullen naodig oordeelen en bevinden te behooren. Zullende mitsdien hier van Extract aan voornoemde Burgers Taaij en Schuil, en aan gemelte voorige Ordinaris Gedeputeerden worden meede gedeeld, om te (trekken tot derzelver naricht, en zich daar na te gedragen. Het  i3 en 15 Mai 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aam 's Landfchaps tafel te openen, dat bij Acte van de Municipaliteit der Stad Salt-Boemel tot provifionelen Ordinaris Raad in het Provinciaal Hof van Juftitie was benoemd de Burger Jan Hendrik Stoffenberg, en zulks in plaats, en vermits de verzogte en geobtineerde dimisfie, van den Burger Lud. Did. Wil. Car. van Tengnagel. Fr ij dag den 15 Mai 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden ter Financie te verzoeken om, zoo fpoedig als zal doenlijk zijn, in te brengen eene juiste opgave der tractementen en emolumenten van de refpective Quartierlijke Ampten en Commisfien, ten einde te refolveren, waar omtrent de menage van dit Quartier op dat fubject behartigd zoude kunnen worden, om alzoo aan het Volk een bewijs te geeven, dat deszelvs Vertegenwoordigers het meede toeleggen op fpaaarzaamheid tot verligting der Ingefetenen. ' Waar meede het Quartier na verleezing en refumtie van dit Reces op hedan is gefcheiden. Ter Ordonnantie van het zelve JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD ZUTPHEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING IN MAI 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Fraefente Leden des Quartiers van Nijmegen. ■ Steden* N IJ M E g E N. glsbertus cornelius in de betouw, Hendrik Willem Rappard, Johan Caspar 'Muller, THIEL. Hendrik van Rijnberk, Peter van Galen, Cornelis Taaij. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Henricus Schull, Jan van Tricht, Plat-  Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hêndrik Derksen, Willem Libotté. OVER-BETUWE. Thomas Jacobus Backer, Jan Bodd, Hendrik Aalbers , Peter Dibbets, Gerrit Arntz. NEDER-BETUWE. Cornelis van Westrenen, Aart Verbrug, Willem de Haas, gobel van versendaal. T H I E L R E-W AARD. Augustus Johannes Sloot. B O M M E L R E-W A A R D. Nicolaus Lange. Re-  n Mai 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Zutphen, op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering in Mai 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 11 Mai 1795. De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, binnen Zutphen op de Landfchaps Kamer afzonderlijk vergaderd zijnde, hebben goedgevonden door Gecommitteerdens ad caufas de landelijke befoignes te doen houden, en tot Directeur van 's Landfchap zaaken te benoemen den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen. Op Requeste van J. H. Mahlftede, Praedikanyt te Bemmel, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen , dat aan hem ter vergoeding der groote fchade, door de overftroomingen in den jaare 1784 aan de pastorie landen aldaar geleden, eenig douceur mogte worde toegelegd. Is goedgevonden enverftaan, dat in Suppliants ge-  sa Mai 1795. gedaane verzoek niet kan worden getreden, en wordt 't zelve mitsdien afgeflagen. Op requeste van J. de Man, verzoekende restitutie van het door hem betaalde Amptgeld als Raad ordinaris in den Hove van Juflitie, van welken post Suppliant thans was gedimitteerd; en zulks voor zoo verre aan hem, als gcfuccedeerd geweest zijnde aan den eerflen Amptenaar, deswegens geene Obligatie tot laste deezes Quartiers was gegeeven. Is goedgevonden, dat na inhoud van 's Quartiers Refolutie van den 7 deezes maands het betaalde Amptgeld aan Suppliant zal worden gereititueerd. H et Request van Johanrtes van Èe , woonagtig te Thiel, is gefield in handen der Ordinaris Gedeputeerden , om te dienen van confideratien en advijs. De Burger Henricus Schuil, Ordinaris Gedeputeerde deezes Quartiers, ter Vergaderinge gerapporteerd hebbende, dat provifioneel, ingevolge en ter voldoeninge der refolutie van den 8 deezes de herwaards getransporteerde penningen en pa- \  2a en 23 Mai 1795. papieren hadde overgenoomen en doen plaatzen: Is voor zijne genomene moeite en gedaan rapport bedankt. Saturdag den 23 Mai 1795., Op het geproponeerde door de Ordinaris Gedeputeerden ter Vergaderinge gedaan, dat door het tweede Battaillon van Weideren , en door een Compagnie Artilleristen, beide op de repartitie deezes Quartiers geadfigneerd, op het ernftigfte om betaalinge was verzogt, tot voorkooming van eene volflage muiterije van het gemelde Corps; en tellens gelet zijnde, dat het Quartier zich buiten ftaat bevind, om oogenblikkelijk eenig furnisfement van penningen te doen, is goedgevonden Hun Hoog Mogende deezen gedelabregrden toeftand voor te dragen, en te verzoeken, dat, door het voorfchieten van eenige penningen, den uiterften nood, waar toe die ter deezer repartitie ftaande Militairen gebragtzijn, moge werden voorgekoomen, bij de volgende Misfive: Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Hoog  23 Mai 1795. Hoog Mogende Heeren! Daar Uw Hoog Mogende door het Committé tot de algemeene zaaken van hetBondgenootfchap te lande reeds zijn geïnformeerd, hoe zeer het Quartier van Nijmegen uithoofde der oorlogs-en andere rampfpoeden, die het zelve boven de overige gedeeltens van het dierbaar Vaderland door de jongfte gebeurtenisfen hebben gedrukt, en alnoch ten hoogften drukken, in derzelver Financie is gekrenkt, achten wij het onnodig daar van een ampel detail bij deezen te doen : Vooral, wanneer Uw Hoog Mogende zich teffens zullen gelieven te herinneren, hoe dat Uw Hoog Mogende al op den 1 November des gepasfeerden jaars hebben ontfangen gehad eene Misfive van den geweezen Raad van State, ten geleide van twee Misfives, door ons aan gemelte Raad gefchreven, refpective den 13 en 20 October daar te vooren, en waar bij wij in het breede kennisfe hebben gegeeven, hoe door de omftandigheden, waar in doenmaals het het Quartier, zoo door de plunderingen van een groot gedeelte van het platte land door het roofziek Legervan eenen Bondgenoot, als door de aannadering van een ander magtig en alles overwinnend Leger was gebragt, wij ons buiten ftaat be- von-  &3 Mai 1795. vonden, om voor het tegenwoordige, en zoó lang die omftandigheden voortduurden, eenige betaling te doen op Extraordinaire Petitiën, en dat wij de Militie, op de repartitie van het Quartier geadfigneerd, niet verder dan tot den 2 December toen aanftaande, zouden kunnen voldoen, niet verzoek, dat de Raad geen Acquiten of Actens van Verzoek op het Quartier van Nijmegen zoude gelieven af te geeven, en in de betalinge der Militie, het zij door middel van eene negotiatic, hetzij op eene andere wijze van Generaliteits wegen te voorzien. Hoe zeer nu ook de geweeze Raad van State ons die juftitie wel heeft willen doen, van té erkennen, dat wij tot hier toe irt de betalingen op loopende Petitiën niet achterlijk waren geweest, en ook ligtelijk begreep, dat de fituatie van het Quartier het continueren in het opbrengen van deszelvs aandeel in de lasten van de Unie voor het tegenswoordige zeer moeijelijk, Zoo niet onmogelijk, zoude maaken, heeft de Raad nochtans vermeend gehad niet anders te kunnen doen, dan deezen toeftaod ter kennisfe van Uvv Hoog Mogende te brengen, ten einde daar omwent bij Uw Hoog Mogende zodaanig voorzien te worden, dat wegens het onbetaald laaten van dat gedeelte der Militie geene confufie mogte ont- E ftaan, ï  23 Mai 1795. ftaan, en aan het Deficit, het welk aan de Quota van Gelderland in de Petitiën zich voordeede, wierde geremedieerd. Onze Misfives wijders door Uwer Hoog Mogende Gedeputeerden tot de, zaaken van de Finantien, met en nevens eenige Gecommitteerden uit den Raad van State geëxamineerd, en van derzelver bevinding aan Uw Hoog Mogende rapport zijnde gedaan, hebben Uw Hoog Mogende aan deeze Provincie wel gelieven kennisfe te geeven, dat Uw Hoog Mogende de Provincie van Holland bij Misfive op den 15 November hadden verzogt, om, onverminderd Uwer Hoog Mogende refolutie van den 8 daar te vooren, (trekkende hoofdzaaklijk ten einde te beproeven, of niet eene capitale fomme van het Groot-Brittannisch Gouvernement tegens Recepisfcn van het Comptoir Generaal ter leen zoude kunnen worden bekoomen, met opzicht tot ons verzoek bij voorfchieting de Troupes ter onzer repartitie na den 1 December toen aanftaande provifioneel wel te willen betaalen, ten waare de Provincie van Gelderland van gedagten mogte zijn, dat die betaalinge zoude kunnen gefchieden uit een der Petitiën tot de Legerlasten , aangezien de Cas van de Generaliteit buiten ftaat was, om zulke voorfchieting  23 mm l795ting te kunnen doen : dan Uw Hoog Mogende is meede bekend, dat de Landfchap van deezen eventuelenvoorflag zich heeft vermeend te moeten excuferen, alzoo op de gedaane Petitiën tot de Legerlasten reeds zoo veele betaalingen waren gefchied, en dat in de laatfte tijden der defenfie van deeze Provincie zulke aanzienlijke fommen voor de Generaliteit hadden moeten worden gefurneerd, dat op de Quota van Gelderland in de voorfchreve Petitiën geene andere posten konden worden geadfigneerd, met overlatinge aan Uw Hoog Mogende om tot betaalinge der Militie ter repartitie deezes Quartiers, het zij dan door voorfchot van de eene of andere Provincie, het zij door eenig ander middel van Generaliteits wegen zoodanige voorzieninge te doen, als ten deezen opzichte, in het welk voor eene prompte betaaling diende te worden gezorgd, meest gefchikt en convenabel zouden oordeelen. Wij conveniëren dan allerdings van de hoogfte noodzaaklijkheid, dat alle fchroomelijke gevolgen, welke door wanbetaling der Soldijen, zoo voor 's Lands dienst in het gemeen, als voor de Militie, ter repartitie van dit Quartier, in het bijzonder, te wagten zijn, behooren te worden voorgekoomen, en dat door eene prompte betaaling E 2 alle  23 Mai 1795. alle redenen tot misnoegen over de achterlijkheid behooren te worden ontweeken: Maar wij moeten daar bij teffens betuigen, dat wij ons voor het tegenswoordige buiten ftaat bevinden , om die betalingen , zoo als wij wel wenschten, oogenblikkelijk op zijnen tijd te praesteren , daar zedert het afgaan van onze voorfchreve Misfives aan den Raad van State de toeftand der Financien van het Quartier niet verbeterd , maar aanmerkelijk verergerd is, de In- en Opgezetenen zich alnoch onvermogend bevindende om iets ten voordeele van het gemeene Land te kunnen furneren, in zoo verre dat van de verpagte en gecollecteerd wordende impofitien geene fommen van eenig belang in 's Lands Comptoiren worden ingebragt ; en de gelden uit de Comptoiren naar elders geborgen zijnde geweest, en alnu herwaards getransporteerd, niet eens toereikende zijn om in de allernoodwendigfte uitgaven te voorzien. Deëzen gedelabreerden toeftand der Financien dan in corïfideratie genoomen zijnde, en daar bij gelet op de dringende noodzakelijkheid, om te voorzien in de betaaling der Militie ter repartitie deezes Quartiers, hebben wij onze Ordinaris Gedeputeerdens wel gelast bij de twee andere Quar- tie-  «3 Mai 1795. tieren de noodige repraefentatien te doen, met allerernftigst verzoek, om ons in deezen momentanelen nood bij te fpringen , en dat, daar doch de lasten van de Unie worden aangemerkt als Provinciaal te zijn aangeflagen, door het voorfchieten van eenige penningen de uiterften nood, waar in die ter onzer repartitie ftaande Militairen gebragt zijn, moge werden voorgekoomen, daar men de twee andere Quartieren thans konde verzekeren, dat het tweede Battaillon van Weideren ophetpuntftond van te revolteren, en andere reeds weigerden te dienen, en aan de ordres van hunne Officieren opentlijk refisteerden 5 dog van welk convenabel fubfidie bij wijze van leeninge aan dit Quartier voor te fchieten voor zoodanigen tijd, als tot restitutie en vereffening onderling het gefchikst zoude bevonden worden, de Quartieren, immers het Quartier van Veluwe, zich hebben geëxcufeerd gehad. Wij worden nu wederom met het begin onzer tegenwoordige Landelijke Vergaderinge door het voorfchreve Battaillon van Weideren op het ernftig. fte om betaalinge verzocht, en hebben om te praveniëren het geheel verloop, zoo niet volflagen muiterijevan het gemelde Corps, onze Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd, om alle efforts te doen, E 3 ten  £3 Mai 1795. ten einde één duizend guldens aan ieder Compagnie van hec tweede Battaillon , en dus aan zeven Compagnien van het Regiment van Weideren te doen geworden zeven duizend guldens, mitsgaders aan een Compagnie Artilleristen één duizend of vijftien honderd guldens; gelijk dan ook door middel van den Solliciteur Poelman aan ieder Compagnie de gemelde ƒ1000-:-: reeds zijn ter hand gefield : En daar wij verder rondborstig moeten declareren geene middelen te weeten, om verdere betaaling aan troupes, op dit Quartier flaande, te kunnen doen, vinden wij ons in deeze onaangenaame omftandigheden genoodzaakt, bij Uw Hoog Mogende , gelijk wij reeds b:j het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap hebben gedaan , op het krachtiglte en als van nieuws aan te dringen, dat in de betaaling der Militie, op dit Quartier gerepartitieerd , door voorfchot bij wijze van leening, negotiatie, als anderzins moge worden voorzien. Wij verzekeren intusfchen Uw Hoog Mogende van onze aanhoudende bereidwilligheid en geneigdheid, om alle mogelijke krachten in te fpannen, en middelen bij de hand te neemen ter onderfchraging der lasten van het Bondgenootfchap, welke van een getrouw en welwillend, dog door plunder  23 Mai i795> deringen van de Ingezetenen, beroovinge van pu-. blicque Comptoiren, fchadelijke gevolgen van doorbraaken van Dijken, totaal gebrek van guarnifoen van eigen troupes, gelegen hebbende en alnoch leggende in de Provincie van Holland, die dus daar van de voordeden heeft genooten, gebrek aan circulatie van geld, ontfangen van papieren geld, geduurige en enorme requifitien , en andere rampfpoeden uitermaten vermagerd gedeelte van eene Provincie eenigzins te verwagten zijn. Waar meede eindigende, bidden wij God almagtig, Hoog Mogende Heeren! Uw Hoog Mogende te willen houden in zijne heilige befcherminge. Gefchreven. te Zutphen op eenen Extraordinairen Landdag den 23 Mai 1795, het eerfie jaar der Bataavfche Vrijheid. Uwer Hoog Mogende goede Vrienden, De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezelve Op  23 Mai 1795. het geproponeerde ter Vergadering gedaan , fs goedgevonden, dateer en bevoorens de Ontfangers de Ordonnantiën refpective op derzelver Comp. toiren door de geweezëne Ordinaris Gedeputeerden geflagen, en alnoch onvoldaan , betaalen , dezelve door de tegenwoordige Ordinaris Gedeputeerden zullen worden gevifeert na behooren. En zal mitsdien hier van Extract door de Ordinaris Gedeputeerden worden meede gedeeld aan de Ontfangers refpective, om zich daar na tc gedragen. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, en gelet zijnde, dat niets meer overeenkomflig is met de erkende en vastgeflelde beginzelen van Vrijheid en Gelijkheid, dan dat's Lands fchattingen en algemeene lasten, gelijkelijk door Regenten en Ingezetenen, en aldus met eenen eenpaarigen fchouder gedragen worden, is goedgevonden de Taxen , of betaalinge van zeker Tantum , waar op Leden van Regeering en andere van de imposteiar'geëximeerde Perfoonen tot redemtie van haare cünfumtien zijn gefield, af te fchaffen en te vernietigen , gelijk dezelve afgefchaft en vernietigd worden bij deezen, zullende alle im-  23 Mai 1795. imposten door alle Ingezetenen gelijkelijk en op denzelfden voet moeten worden gedragen , onverkort nochtans het foulaas, het welk in deezen opzichte omtrent Godshuizen en andere pieufe Fundatiën zal kunnen worden in het oog gehouden. Waar meede het Quartier na refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van het zelve JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN MAI 1795, HET EERSTE JAAR DER BATA AVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nymegen. Steden. N IJ M E G E N. In loco. THIEL. Hendrik van Rijnberk, Jasper van Galen, Cornelis Taaij. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Jan van Tricht, Henricus Schull. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté, Henricus van Bennekom. OVER-  OVER-BETUWE. Jan Bodd, Wouter Rijnders junior. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Jan Festen, Aeldert Schouten. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldik, NlCOLAAS LOBRIJ. THIEL RE-WAARD!, MET BEEST EN RHENOIJ. augustinus johannes sloot. Martinus van den Heuvel. BOMMELRE-WAARD. Nicolaus Lange. Re-  28 Mai 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in Mai 1795 , het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Donderdag den 28 Mai 1795. De provifionele Volks-Vertegenwoordigers van Gelderland, Quartiere van Nijmegen, op verfchrijvinge van de Magiftraat der Stad Nijmegen, ter Raad Camere aldaar erfchenen, het gewoone gebed tot God almagtig gedaan en de Commisfien gelezen zijnde , heeft Gisbertus Cornelius in de Betouw , eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen, de aanweezende Leden voor derzelver tijdige en goedwillige comparitie bedankt, en ten aanzien van de redenen deezer convocatie zich gedragen tot de poincten, in de Brieven van uitfchrijvinge vervat. D e Burger Martinus van den Heuvel, Gecommitteerde uit de Dorpen Beest en Rhenoij, is verzocht zich provifioneel te voegen bij den Thielrewaard zonder confequentie en ongepraejudicieerd de  28 Mai 1795. de fustenue der voornoemde Dorpen van een bijzonder Ampt uit te maaken ; zijnde de Burger Diederik Bos, als bekleedcnde de post van Richter te Rhenoij, in deezen Quartiere inadmisfibel verklaard; waar op denzelven dan ook deeze Vergadering heeft verhaten. Ontfangen eene Misfive van de Burger-repraefentanten van Cuilenburg, gefchreven aldaar den 25" deezes maands, houdende, dat met leedwezen, in aanzien van de verfchrijving tot het bijwoo.nen der Vergadering om te helpen dragen Confent in des Quartiers Middelen, moesten melden , dat zij met betrekkinge tot hunne deswegens te fchikkene Lands en Stads zaaken nog niet verder gevorderd waren , dan aan de Gedeputeerde Burgers uit den Quartiere Taaij en van Esfen den 27 Maart laatstleden hadden kunnen berichten; flatterende zich echter, nu de zaak van dit vrije Gemeenebest zulk eene gewenschte keer hadde gekregen, haast in ftaat te zullen zijn, om over het bijwoonen der Quartiers Vergaderingen nader vriendbroederlijk te kunnen handelen. Waar op geen refolutie is gevallen. Op  s8 Mai 179$, Op ingekomene Misfive van de Burger-vertëgenwoordigers der Stad Buuren, gefchreven den 22 deezes, dienende in antwoord op dezerzijds Misfive van den 7 daar te vooren, betrekkelijk de affchaffinge van de vorderinge van Brug- en Straatgeld aldaar. Is goedgevonden, dezelve te {tellen in handen van de Gecommitteerdens uit deezen Quartiere benoemd tot de adminifiratie van de goederen van den geweezen Stadhouder, om dezelve tè examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en rapport. En hebben de Gecommitteerdens der Stad Thiel de voorfchreve Misfive overgenomen om in den haare breeder gecommuniceerd te worden. Ver! ezen de Requeste van de Buürmeesferën der Kerfpelen van Over- en Nederasfelt , in dert Ampte van tusfehen Maas en Whaal; daar bij te kennengeevende, dat de Burger J. D. van Leeuwen, Ontfanger der gemeene middelen over het diftricc des Thielfchen Comptoirs, op den 20 April deezes jaars hun mondeling had laaten aanzeggen, zorge te dragen, dat de impost op de confumtive middelen, als ook van den bezaaijden morgen, over genoemde Kerfpelen ter behoorlijke tijd en F plaats  28 Mai 1795. plaats wierde betaaJd: En wijders verzoekende ter zaake zedert den 10 Aug: van gepasfeerden jaare, door het cantonneren der Hesfifche en Hanoverfche troupes en fterk'e inquartiering , daar na door de Engelfche troupes, die zich veroorloofden de Ingezetenen te plunderen , en te'ruineren, en eindelij k door het Corps Emigranten van Damas, toenmaals zijnde in dienst van deezen Staat, door openbaare diefftallen van paarden, koeijen, fchaapen, varkens, hooi, ftroo, brood, boter, kleederen, geld, de Ingezetenen van voornoemde Dorpen, zodaanig waren uitgeput, dat buiten ftaat waren deeze impofitien te voldoen, alnoch voor eenigen tijd verfchooning van betaaling van bovengemelde lasten. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden het zelve te renvoijeeren aan de Ordinaris Gedeputeerden ter Financien deezes Quartiers, om hier op na bevind van zaaken te disponeren. "Verlezen de Requeste van Matthijs de Jong, Collecteur der Verpondinge te Haaften in Thielre-waard, daar bij te kennen geevende, dat Suppliant bij Misfive in dato 26 November 1794 van den Burger J. de Roock, Ontfanger van de Verpondinge over het diftrict des Bommelfchen Comp- toirs  ü8 Mai 1795. toirs, aanfchrijvinge bekoomen bad, om zich in ftaat te ftellen, de Verponding over 179a te betaalen, en daar meede allen mogelijken fpoed te maaken ; Dat de Suppliant, ingevolge en ter voldoening van die aanfchrijving de daar In verfchuldigden hadde doen aanmaanen tot voldoening van haare agterftedige Verponding, het geen dan ook van dat gevolg was geweest, dat Suppliant tot en met den '27 December des afgelopenen jaars ontfangen had een fom van één honderd agt en feventig gulden twee ftuivers; Dat de Stad Bommel op den 27 derzelve maand door de roem-rijke wapenen der Franfchen in de magt derzelven gekoomen zijnde, de voorposten van dien dadelijk waren doorgedrongen tot in den Thielrewaard, en dat ter dier gelegenheid het voor Suppliant zoo fmertelijk ongeluk had gewild, dat een Husfaar , zoo Suppliant geïnformeerd was, door anderen daar toe aangezet, en van Suppliants bezitting onderricht, ten zijnen huize gekoomen was^ met een blanke zabel in de hand, hem afperfende al zijn geld; Dat Suppliant bij het verlies van zijne eigendommelijke gelden niet konde verwagten, hem meede tot fchaade te zullen verftrekken het gemisvandegelibelleerde fom van/^S-a:, verzoekende overzulks, dat de gemelte fom van F % /I78-2-:  a8 Mai 1795. ƒ178 2-: voor rekening van het Quartier mogt worden genoomen; en aan Suppliant verleend een ordonnantie op den Ontfanger der Verponding over 't Bommelfche Comptoir ter gelijker fom, ofte zoo als vermeend zoude worden te behooren. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, voorfchreve Request te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden, om daar op zodaanig te disponeren, als na redelijkheid oordeelen zullen te behooren. En vermits de afperfing, in den Requeste vermeld, zoude zijn veroorzaakt door aanwijzinge van eenige Lieden aldaar woonagtig, is wijders goedgevonden, daar de Thielre-waard voor als noch niet is georganifeerd na behooren , en de Richter in gemelde Waard het vertrouwen van het Volk verlooren heeft, de Magiftraat der Stad Bommel te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om zonder confequentie en ongepraejudicieerd de jurisdictie van den Thielre-waard, na 't gunt voorfchreve te inquireren, en vervolgens ordres te ftellen, dat tegens de fchuldigen werde geprocedeerd , zoo als in juftitie zal worden bevonden te behooren; ten welken einde's Landfchaps approbatie, daar toe en over , bij de eerstkoomer.de Landelijke Vergadering zal werden verzogt. Ver-  s8 Mai 1795. "Verlezen Requeste van de Buurmeesteren van Hien en Dodeweerd in den Ampte Neder Betuwe, houdende een breedvoerig verflag van den ellendigen ftaat dezer Dorpen, bijzonderlijk veroorzaakt zedert de Engelfche Armee over de Whaal derwaards begon te retireren, wanneer wagens en paarden wierden weggehaald, de Voerman zijn Vrouw en Kinderen zonder brood moest agterlaaten, en de Arbeider gedwongen wierdt aan de Batterijen te werken, terwijl de Engelfche Soldaat zyne aardappelen rooijde en dezelve benevens de verdere provifie confurneerde, met berooving en vernieling der goederen zonder betaaling of vergoeding; welke fchaade reeds den 28 November 1794 volgens ingeleverde Lijsten bedragen hadde over de twee en twintig duizend guldens; verzoekende om die en andere redenen, daar bij aangehaald, revifie van de quotas der Ampten des Quartiers of van de bijzondere Dorpen des Ampts Neder Betuwe, in hoope van daar door te zullen kunnen worden verligt. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dit Request te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden, om volgens inhoud van 's Quartiers Refolutien, op zoortgelijke geF 3 vil'  2.S Mai 1795. vallen gearresteerd, na bevind van zaaien op der Supplianten verzoek te disponeren. D e Misfive van de Burger-Repraefentanten der Stad Campen, als meede de Requesten van G. Brantfen, en van G. H. de Haan, zijn gefield in handen van de Ordinaris Gedeputeerden ter Financien deezes Quartiers, om te examineren, en te dienen van derzelver confideratien en advijs. tiet geproponeerde ter Vergadering gedaan, tenderende tot vermindering der onkosten, wegens het taxeren van kleine parceelen ongereede goederen, ter voldoeninge van den impost op de Collaterale Succesfien; Is gefield in handen van de Ordinaris Gedeputeerden, om te dienen van derzelver confideratien en advijs. Ter Vergaderinge voorgebragt zijnde eene acte van de provifionele Volks Repraefentanten des Ampts Over-Betuwe, gegeeven den 26 deezes maands, waar bij de Burger Wouter Rijnders junior word genomineerd tot Ordinaris Gedeputeerde ter Financien deezes Quartiers provifioneel. Is  28 Mai 1795Is zulks voor notificatie aangenoomen; met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om gemelte Lid, als gewoonlijk, in eed te neemen, en fesfie te verkenen naar behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan , of niet, daar d| Quartier door't ligten der gelden uit 's Lands Comptoiren te Nijmegen, Thiel en Bommel, en door alle andere rampfpoeden des Oorlogs bovenmaate is gedrukt, de billijkheid zoude vorderen, dat die geligte gelden uit de Comptoiren gebragt worden m computatie van de quote deezes Quartiers in de honderd millioenen, bij bet 22 Articul van het Tractaat van Vreede en Alliantie tusfehen de Republicq van Frankrijk ter eenre, en deeze Republicq ter andere zijde , tot fchadeloosftelling en vergoeding van de kosten des Oorlogs uitgeloovd. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden, de Gecommitteerdens van wegens deeze Provincie uit deezen Quartiere ter Generaliteit te auctoriferen , om ter vergaderinge van Hun Hoog Mogende , en daar het verder van de meede vrugt zullen oordeelen, de ernftigfte pogingen aan te wenden, en het daar heenen te helpen dirigeren , dat alle die geligte penningen verfirekken mogen F 4 in  28 Mai 1795. in mindering van de quota deezes Quartiers in de voorfchreve honderd millioenen aan welgemelte Franfche Republicq uitgeloofd. En zal mitsdien hier van Extract aan de voornoemde Gecommitteerdens ter Generaliteit worden ingezonden, om te ftrekken tot derzelver na^ richt, en zich daar na te reguleren. Vrijdag den 29 Mai 1795. Op ingekomene Misfive van de Burger - Repraefentanten der Stad Campen, is goedgevonden aan dezelven te doen afgaan de navolgende refcrjptie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers! Ui . Misfive, gefchreven te Campen den 25 dee^ zes maands aan de provifionele Repraefentanten van het Volk van Gelderland hebben wij op onze tegenwoordige Quartierlijke Vergadering ontfangen, en daar uit gezien, dat de commanderende Officier van 's Lands Artillerie, bij UI: in guarnifoen, zijnde een gedeelte van de Compagnie van den Lieutenant Collonel Hasfe, Haande  29 Mai 1795. de ter onzer repartitie zich een en andermaal aan UI. hadde geaddresfeerd, ten einde door UI. te mogen werden voorzien met contante penningen tot betaaling der Soldijen van zijne onderhebbende Manfchappen, en zulks ter tijd toe, dat door ons, of wel door de Ordinaris Gedeputeerden van ons Quartier, de noodige ordonnantiën voor de agterftedige en loopende Soldijen zouden zijn geflagen, verzoekende Gijl. vervolgens , daar deeze Compagnie reeds eenmaal met eene fomme van ƒ 600, bij wijze van voorfchot uit de Provinciale Casfa was gefubfidieerd, en opgemelde Commanderende Officier binnen Campen van eenen particulieren Burger, tot voorkooming van een totaal verloop zijner Manfchappen , had opgenoomen eene fomme van 500 guldens, vooreen gedeelte van welke Gijl. uw, daar de nood presfant was, tot borgen hadden ingelaaten, dat wij de onverwijldfte ordres wilden ftellen, ten einde ten behoeve van voorfchreve commanderende Officier, of wel van de Manfchappen onder zijn commando, moge werden gedepecheerd eene toereikende ordonnantie, zoo tot remboerfement der reeds door hem opgenomene en geconfumeerde 600 en 500 guldens refpective, als Ook om hem daar door provifioneel tot verdere F 5 re-  29 Mai 1795. reguliere betaling zijner Manfchappen in ftaat te fielten. Wij houden ons aan'UI. zeer verpligt voor de vriendelijke communicatie, en voor de fpoedige voorzieninge , die Gijl. in 'het voorfchieten aan gemelde Compagnie hebt gelieven te doen, UI. daar voor bedankende bij deezen; zullende onze Ordinaris Gedeputeerden, zoo dra als zal doenlijk zijn, immers binnen een maand, voor de reftitutie zorgen; terwijl op heden aan die Compagnie wordt verftrekt eene fomme van twee duizend guldens. Edog wij mogen niet afzijn UI. bij deeze gelegenheid te vermelden, dat wij reeds in het laatst van het gepasfeerde jaar aan den gewezen Raad vanStaate, en vervolgens nog onlangs, zoo aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfchap te Lande, als aan Hun Hoog Mogende, hebben opengelegd de ongelukkige fituatie, waar in dit Quartier is gebragt door de plunderingen der Ingezetenen, gepleegd door een roofziek Leger van eenen Bondgenoot, daarna door beroovingen van publicque Comptoiren, en alle andere rampfpoeden van den oorlog, gepaard met fchadelijke gevolgen van doorbraaken der Dijken, waar door de gemeene 's Lands middelen en inkomften ten eenemaal zijn verachterd, en het groot-  29 Mai 1795. grootfte gedeelte van het platte Land onvermogend is gemaakt, om eenige gelden ten behoeve van het gemeene Land op te brengen; met verzoek, terwijl wij buiten ftaat zijn de Militie , op onze repartitie ftaande , oogenblikkelijk te voldoen, dat daar inne 't zij door eene negotiatie, 't zij anderzints van Generaliteits wegen, zoude mogen werden voorzien. Waar meede na toëwenfching en aanbieding van Heil en Broederfchap wij UI. beveelen in Godes heilige protectie. Meede-Burgers! UI. goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van Dezelve, Gefchreven te Nijmegen den 29 Mai 1795, het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Op  49 Mai 1795. Op Requeste van Gerhard Brantfen, Ritmeefier in het Regiment van Tuijl, verzoekende, dat aan Suppliant ten fpoedigften de agterfïallige penningen, welke hij tot onderhoud en confervatie van zijn Compagnie voorgefchotenheeft, en zich thans na aftrek van ƒ 2600, onlangs in drie termijnen van de Gedeputeerden deezes Quartiers ontfangen, ruim 8000 guldens beloopèn, gerestitueerd mogen worden. En hier op ingevolge marginaal appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden. Is goedgevonden, dat zoo aan de Compagnie van den Suppliant, als aan die van J. A. van Dedem, ieder een Ordinantie van 1500 gulden zal worden verleend; met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om de Ordonnantiën ter voorfcheve fomme refpective te doen depecheren. Op Requeste van G. H. de Haan, geweldige Provoost te Nijmegen, verzoekende , dat aan Suppliant eene Ordonnantie mogte worden geaccordeerd voor het half Jaar tractement, ultimo December laatstleden verfchenen geweest. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden, in-  29 Mai%\795' ingevolge en ter voldoening van 's Quartiers appoinctement van gisteren. Is na deliberatie goedgevonden, dat het tractement van den Suppliant niet verder zal worden gevolgd, dan tot den dag, op welke hij de Stad en zijnen post eigendunkelijk heeft verhaten: wordende de Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd, om de ordonnantie in zoo verre te verkenen. Op ingekoomene confideratien van de Ordinaris Gedeputeerden ten aanzien der vermindering van de kosten bij het taxeren van kleine parceelen ongereede goederen tot voldoening van den impost op de Collaterale Succesfien, is goedgevonden zulks provifioneel te haten op den voorigen voet, tot dat het platte Land na behooren, zal zijn georganifeerd; met auctorifatie op gemelte Ordinaris Gedeputeerden om als dan aan deezen Quartiere te exhiberen een Plan, hoe en op wat wijze zodaanige onkosten zouden kunnen worden voorgekomen of verminderd. De Ordinaris Gedeputeerden gediend hebbende van confideratien, aangaande de wijze van overtekeningen van 's Quartiers Obligaden aan de Comp-  29 Mai 1795. Comptoiren der refpective Ontfangers; Is goedgevonden zulks provifioneel te laaten verblijven op den voorigen voet; met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om te dienen van advijs, hoe en op wat wijze de overtekening met minder kosten en met minder omflag, als tot noch toe ter Camere hebben plaats gehad, zoude kunnen gefchieden. Op gedaane propofitie, is goedgevonden de Ontfangers te auctoriferen, om met de betalingen der interesfen van de Capitalen, op hunne Comptoiren refpective ftaande, ten fpoedigflen te beginnen, uit de penningen, welke zich thans in 's Quartiers Casfen bevinden, als meede de ordonnantiën en tractementen, en daar meede, voor zoo verre de penningen zullen ftrekken, te continueren; met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om Extract deezes aan de Ontfangers refpective te doen toekoomen. Op gedaane propofitie is goedgevonden, dat de Ontfangers voor de betaling van de Ordonnantiën der Soldijen op hunne Comptoiren niet zullen mogen korten na advenant der fommen, maar van elke Ordonnantie, zij zijn dan groot ofte klein, alleenlijk genieten drie guldens. Zul-  29 Mai 1795. •Zullende ten dien einde hier van Extract aan voornoemde Ontfangers door de Ordinaris Gedeputeerden worden toegezonden, om te {trekken tot derfelver naricht,' en zich daar na te reguleren. Saturdag.den 30 Mai 1795. "Verlezen ^Requeste van Herm. Hesfe Woldring, Praedicant op het Fort Sc. Andries, verzoekende Ordonnantie voor deszelvs tractement, verfchenen op den 31 December laatstleden. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden het zeivete (tellen, gelijk gefchied bij deezen, in handen der Ordinaris Gedeputeerden, om daar op na bevind van zaaken te disponeren. Verlezen Requeste van Corn. van Biefen, verzoekende affectatie op het half jaar tractement van den gewezen geweldigen Provoost G. H. de Haan, verfchenen ultimo December 1794, tot confecutie van eene fomme van ƒ 100-7-8 , aan Suppliant competerende wegens geleverde Winkelwhaaren. Waar op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden 't zelve te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden, om daar op te disponeren, als na bevind van zaken oordeelen zullen te behooren.  30 Mai 1795. Verlezen de Requeste van Carel Busch en Derk Hummelberg, Pagters van 's Quartiers impost op de middelen van confumtie, over 's Gravenwaerd of Schenkenfchans, ingegaan 1. Julii 1794, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen remisfie van pagtpenningen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan het voorfchreve Request te renvoijeren, gelijk gefchied bij deezen, aan de Ordinaris Gedeputeerden, om daar op na bevind van zaaken te disponeren. Op Requeste van Jan Timmermans, verzoekende als Tapper te mogen volftaan met betalinge van den enkelden impost op de Bieren. Is goedgevondenen verftaan in Suppliants verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. , Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, en in achting genoomen zijnde, dat, offchoon 'er niets redelijker en billijker kan voorkoomen, dan dat de ophef van de gemeene Middelen op de confumtien tot fupport van de gemeene zaak , zoo ten platten Lande als in de Steden, volgens de bij de wetten vastgeftelde orde, worde gevorderd ,  30 Mai 1795. derd, en de executie van dien daar gefield, echter die redelijkheid en billijkheid door het voorig bellier, en wei door den bijzonderen invloed, die de zoogenaamde Repraefentanten van het platte Land, door zich meede inde Stedelijke Regeeringen geplaatst te zien, aldaar hadden weeten te bekoomen, en zich aan te maatigen, genoegzaam geheel en al wierden uit het oog verlooren, en de lasten meestal gebragt op de Inwoonderen der Steden, zoodaanig, dat ten platten Lande, over het geheel genoomen, weinig voor Confumtien wierdt betaald: Is goedgevonden, daar de redresfen der misbruiken Van het voorig bellier ten fpoedigften zullen worden werkftellig gemaakt, alleenlijk voor -ditmaal, op den voorigen voet in de heffinge der generale Middelen te confenteren bij de volgende refolutie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. D e provifionele Volks Vertegenwoordigers van Gelderland , Quartiere van Nijmegen, gedelibereerd hebbende over het Confent ih de Generale Middelen van confumtie, in'te gaan 1 Julii deezes jaars 1795, hebben goedgevonden te confenteren G . op  30 Mai 1795. op "den voet der Refolutien, den 7 Mai 1770 esi 31 Mai 1771 genomen, om namentlijk ten platten Lande, in de Ampten en het Schependom van Nijmegen, de imposten op de Bieren, Azijnen, Gemaal, Bestiaal, Zout, Zeep, Paarden, Hoofden, Haardfleden en Bakkers- en Tappers-neringen, voor den tijd van één jaar, beginnende met 1 Julii aanftaande , aan te fchrijven na de calculatie van den 24 Maart 1724; en in de Steden de Generale Middelen van confumtie te verpagten, als meede den impost op de Wijnen ten platten Lande, voorts op den Bezaaijden Mergen, Hoornbeesten en Schaapen, alles volgens de Lijst hier na geïnfereerd, namentlijk : In den impost op de WIJNEN, naar inhoud der Ordonnantie van den 25 Mai 1683, en's Quartiers Refolutie van den 22 Junii 179a, tegens twaalf en vier en twintig guldens het Oxhoofd; dog met dien verftande, dat de Herbergiers, welke den Eed koomen te doen van niet te frauderen ofte zullen frauderen, met agttien guldens zullen kunnen volftaan: zullende de verpagtinge ten platten Lande gefchieden volgens verdeelingen in districten, gelijk den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders op den Tabak, 't geen bij de Billetten zal worden uitgedrukt. Op  30 Mai 1795. Op de BIEREN, zonder verhooging, ef} alzoo voor de Ingezetenen tot eenen gulden, eri eenen ftuiver, en voor de Tappers tot twee guU dens en twee Huivers, op den voet van 's Quar-> tiers Ordonnantie van den 26 Mai 1683, en interpretatie van den 5c articul bij 's Quartiers Refolutie van den 7 December 1746, namentlijk: „ Dat alle Herbergiers, Pasfantenom geld j, logerende, ook Zulke, welke bier aan an„ deren om geld vertappen, en in hunne „ huizen te drinken geeven, fchuldig en ge,, houden zullen zijn Tappers impost te be-, „ taaien van alle bieren, welke zij koomen in te leggen. Op de AZIJN EN met de halve verhooging; Op het GEMAAL, met de halve verhooging, als in voorleden jaare , naar inhoud der Ordonnantie op den impost van het Gemaal geëmaneerd , en 's Quartiers Refolutie van den 16"' Mat 1766, en 6 Mai 1789. Op het BESTIAAL, zonder verhoogingf' voor. de Ingezetenen den twaalfde, en voor de Slachters den agtfte penning, volgens Ordonnantie van den 26 Mai 1683, en 's Quartiers Refolutie van den 6 Mai 1773. Op het ZOUT, met de halve verhooging; Ga Op  30 Mai 1795. Op de Z E E P, met de halve verhooging, naar inhoud der Ordonnantie, en 's Quartiers Refolutien van den 5 Mai 1783 en 11 April 1785. In den impost op de PAARDEN, met de dubbelde verhooging , tot twee guldens en agt Huivers. In het HOOFD-GE LD, voor de helfte, en dus van Perfonen boven de twaalf jaaren, tot twee Huivers 's maands. In het HAARDSTEDEN-GELD, in het jaar tot eenen gulden tien Huivers van ieder. In den impost op BAKKERS- en TAPPERSNE RINGE, als inden voorledenen jaare. - In den impost op de BEZAAIJDE MERGEN en HOORNBEESTEN, naar inhoud der Ordonnantie, en Refolutie van den 29 April ■1776, met de halve verhooging, en dus tot twee guldens en vijf Huivers, waar van het ordinaire tot eenen gulden en tien Huivers bij den Pagter, en het extraordinaire tot vijftien Huivers, half bij de Eigenaars, en half bij de Pagters of Bruikers zal worden gedragen, onder welk Bazaaij, bij Refolutie van den 6 Junii 1752, de velden, met aardappelen bepoot, gebragt zijn; En zal meede volgens Refolutie van den 14 Mai 1766 van de Landerijen, met Meekrap beplant, betaald moeten worden als van alle andere Landen. In  3° Mai 1795. In den Impost ojx^SCHAAPEN, ingevolge de Ordonnantie, daar op geëmaneerd, zo als in den voorleden jaare, overeenkomflig de refolutie van den 6 Junii 1757, waar van de Verpagting zal gedaan worden na Refolutie van den 3 Junii 1728; blijvende aldus ingetrokken de Refolutie den 9 December 1751; En zal over een j heel Ampt in eene Masfa worden verpagt, uitgenomen in Over-Betuwe, Neder-Betuwe en 1' i Uvwaard, alwaar de Verpagtingen in twee 1 -Hen gedaan zullen worden, te weeten in OverBetttWé, voor de eene, helfte boven en voor de andefé helfte beneden de Grift; in Neder-Betuwe voor de eene helfte aan de Whaal- en voor de andere helfte aan den Rhijnkant; en in Thielrewaard, voor de eene helfte aan de Whaal- en voor de andere helfte aan den Lingenkant. In het PAS SAGE-GELD, ingevolge en op den voet der Ordonnantie van den 12 Junii 1751, en de daar op gevolgde interpretatien van den 6 Junii 1752, 27 Mai 1763, en 27 April 1791. In den impost op het K L EI N ZEGEL, met de verhooging van drie Huivers of drie guldens tot vier Huivers, of vier guldens, mindere of meerdere fomme van voorfchreve Zegels na advenant, conform 's Quartiers Refolutien van den G 3 3 Ju-  3o Mai 1795. 3 Junii, cn ia November 1744, en de daar op gevolgde Ordonnantie van den 6 December 1757. 80e, 40", en 20e PENNING op alle olie* natiën,- voorts den 30e PENNING voor inheemfchen, en den 15* PENNING voor uitheemfchen, op alle Collaterale Succesfien, ingevolge Ordonnantie, den 6 December 1757 geëmaneerd. En eindelijk in de ordinaris VERPONDING met den Huiver per gulden, in conformité van 'sQuarticrs Ordonnantie van den 22December 1751, en nog, volgens 's Quartiers Refolutie van den 19 April 1780, een oortje op ieder gulden Verponding, om daar uit te vinden de Tractementen der Vroedvrouwen , ten platten Lande aangefteld. Wijders is goedgevonden voor den tijd van één Jaar te confenteren in de Verpagting van den impost op de GEBRANDE WIJNEN EN GEDISTILLEERDE WATEREN, en van den impost op den TABAK, alzoo de heffing van die imposten bij wijze van Monopolie met de afgekondigde rechten van Vrijheid en Gelijheid niet kunnen beftaan; En zulks ten aanzien van de gebrande Wijnen na de volgende articulen, Art. I. "Van alle fterke Dranken en gebrande Wateren, zonder onderfcheid, zal van nu voortaan, door de  30 Mai 1795. de Slijters en Tappers den Impost ad i& Stuivers per Kan betaald worden, conform Art. I. der Ordonnantie op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren in den jaare 1684 geëmaneerd; Welke Impost door de Slijters, als meede ook door de Tappers, zoo die bij geen Slijters haaien, bij den Inflag voldaan zal moeten worden aan den Pagter; welke Pagter gehouden zal zijn ten behoeve van het Quartier fufficiente Borgen te {tellen, zo als bij de verpagtinge der Generale Middelen, ingevolge 's Quartiers refolutien, is bepaalt. ^ Deeze Impost op de fterke Dranken enz. zal voor dit Jaar verpagt worden in de navolgende verdeelingen, en wel ten aanzien van het Nij■ meegfche Comptoir. 1°. Over Nijmegen en het Schependom. ' 2°. Over het Rijk en het Nederrijkfche Wald. 3?i Over de Over-Betuwe. Ten aanzien van het Thielfche Comptoir. 1°. Over Thiel, Schependom van Santwijck en Dorp Drumpt. 20. Over Maas en Whaal. • G 4 3°- 0ver  30 Mai 1795. 3". Over de Neder-Betuwe aan den Whaalkant. 4°. Over de Neder-Betuwe aan den Rhijnkant. En ten aanzien van het Bommelfche Comptoir. i°. Over Bommel en het Schependom. zn. Over Beest en Rhenoij. 3°. Over Thielre-waard aan den Lingenkant, waar onder begrepen Meteren en Est. 4°. Over Thielre-waard aan den Whaalkant. 5°. Over Bommelre- waard aan den Whaalkant, daar onder begrepen Bruchem , Kerkwijk, Delwijnen, Heerewaarden en St. Andries, edog niet het Munnikenland. 6°. Over Bommelre-waard aan den Maaskant, beginnende met Driel aan de boven- en het Munnikenland aan de beneden zijde; Zullende de Pagters verplicht zijn op elk Dorp een Collecteur te Hellen, daar de Ingezetenen de aahgeeving en betaaling van den Impost kunnen doen. I I I. De Verpagting van voorfchreven Impost zal voor ditmaal ingaan met den 1 Julii dezes Jaar 1795, en eindigen ultimo Junii des aanftaanden Jaars 1796. I V- Het  30 Mai 1795. I V. Het zal aan niemand vrijftaan, van buiten dit Quartier, of uit het een in het ander Diftrict, gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren te brengen, zonder daar van alvoorens van den Pagter of Collecteur van zijn Diftrict, of van den geenen, die daar toe door den Pagter op ieder Dorp zal genomineerd worden, een Billet gehaald en den voorfchreven Impost betaald te hebben, op de verbeurte van gelijke boete in de navolgende Articul vermeld \ En zal de Pagter en zijn Collecteur verplicht zijn van de doorpasfeerende fterke Dranken Billetten zonder ontgcltenis af te geeven. V. Geene fterke Dranken zullen van Karren, Wagens , of uit Schepen of Schuiten mogen worden gelost, zonder dat alvoorens een Billet gehaald en den Impost betaald is, op verbeurte van een , boete van 300 Guldens, welke door de Voerlieden of Schippers zal moeten betaald worden. V I. Geen Slijters, Tappers of Burgers, of wie zulks zouden mogen wezen, zullen van buiten die G 5 Quar-»  30 Mai 1795. Quartier of Diftrict van den Pagter minder mogen inbrengen dan in de volgende Articulen is bepaald. V I !. Die geenen, welke zig voor Slijters aangeeven, mogen niet minder inflaan dan vier Ankers Geneyer, of [één Anker Brandewijn, en zullen niet minder mogen verkoopen op éénmaal dan twee kannen: Edog wanneer de Tappers van de Grosfiers zouden willen inflaan, zal zulks na voorafgegaane betaaling van den Impost in geen mindere quantiteit mogen gefchieden, dan die voor de Slijters" in deezen Art. bepaald is; Terwijl de Tappers geen grootere quantiteit op éénmaal te gelijk zullen mogen verkoopen als één Kan. VIII. Ook zullen die geene, welke zich voor Grosfiers aangeeven, niet minder te gelijk mogen inflaan dan vier Oxhoofden Genever, één Oxhoofd Brandewijn en twee Ankers Liqueuren, het Oxhoofd van 30 Virtels, gerekend tegen 150 Kannen Nijmeegfche Maat. I X. De Grosfiers zullen niet verpligt zfjn.den Impost bij den Inflag te betaalen, maar daar van al-  30 Mai alleen te haaien een Billet bij den Pagtér, inhoudende de quantiteit of grootte der Ankers, Ox. hoofden of Fust, dat door hem word ingeflagen. X. De Grosfiers, na dat door den Pagter of Collecteur, bij aanvang der Pagt of Collecte, gepeilt zullen zijn, zullen gehouden weezen te refponderen voor den Tappers Impost op de gebrande Wateren, bij den Pagter of Collecteur aangetekend zijnde, na de quantiteit, die ten uitgaan van de Pagt bevonden wordt minder dan bij Billetten of affchrijving van den Pagter of Collecteur daar van uitgedaan te zijn. X I. Geen Grosfiers zullen vermogen minder uit te liaan dan één Anker Genever of een half Anker Brandewijn, of een Quart Anker Liqueuren, bij poene van 100 Guldens, op ieder contraventie te verbeuren. X I I. De Grosfiers zullen gehouden zijn behoorlijke aantekening te houden van al 't geene zoo buiten als binnen het Pagt-Diftrict, en aan wien, het zelve uitgeflagen is, en wie het zelve heeft gehaald  30 Mai 1795. haald en gevoerd : Ook zullen dezelve aan niemand in het Pagt-Diftrict, waar in woont, uitflaan, dan na hun vooraf blijkt het Billet, dat de Impost is betaald, alles op poene van 50 Goudguldens. XIII. De Grosfiers, als zij na buiten uitflaan, zullen ook eerst een Billet bij den Pagter of Collecteur moeten haaien, tegeeven zonder ontgeltenis, moetende de uitflag op den post van den Grosfier afgefchreven worden : Ook zal dat Billet aan den Pagter van die plaats, waar het ingeflagen of gecorfumeerd wordt , vertoond moeten worden , en den Impost aldaar betaald. . / XIV. De Grosfiers, Slijters en Tappers zullen zich met Eede moeten verplichten, van geen fterke Dranken te zullen lengen, en den Impost alzo te frauderen, en inval bevonden worden des onaangezien contrarie gedaan te hebben, zullen vervallen in een boete van honderd Goudguldens, endaar en boven arbitrairlijk worden gecorrigeerd. X V. Ieder Grosfier, Slijter, Tapper, zal do fterke Dranken zoo hoog en laag mogen verkoopen als ver-  30 Mai 1795. verkiezen, pullende egter de Grosfiers de Dranken niet met den Impost te zamen mogen verkoopen, maar de prijs zal van de 'voorfchreven Impost gefcheiden moeten blijven. XVI. Ook zal het aan een ieder vrijftaan Branderijen aan te leggen op het platte Land, en in de Steden ; en zal tot voorkooming van fraudes, door dezelve te plegen, daar over een Ordonnantie gemaakt worden. XVII. Den Pagter zal het vrijftaan, zoo menigmaal als hij het noodig oordeelt, bij de Grosfiers, Slijters en Tappers de afpegeling te doen, 't welk door niemand zal mogen gerefufeerd worden op de boete van 300 Guldens. XVIII. . Bij het aangaan van dit Pagt-jaar zal den Pagter de afpegeling en vifitatie doen bij de Tappers, en van dezelve voor de bij hun bevonden wordende Dranken den Impost ontfangen, en zal vervolgens telkens bij het ingaan van de Pagr, insgelijks de afpegeling doen bij de Perfoonenin Art. 17 vermeld, en van de Dranken, welke hij  30 Mai 1795. hij bij de Slijters en Tappers (exempt de Gros* fiers volgens Art. 9) zal vinden, den Impost ontvangen van den afgegaanen Pagter. Zullende den Pagter bij het eindigen van zijn Pagt niet mogen modereren, ofte minder Impost ontvangen, dan Art. I. is vastgefleld. X I X. Wanneer bevonden wordt, dat Grosfiers, Slijters of Tappers in de opgave van de quantiteit of grootte van het Fust ter kwader trouw hebben gehandeld, zullen dezelve telkens verbeuren een boete van 300 Guldens; En zal het den Pagter ten allen tijden vrijftaan daar van infpectie te neemen. X X. Wordende wel expresfelijk verboden, dat geen Grosfier, Slijter of Tapper zal mogen pagten, of eenig deel aan de Pagt hebben, direct of indirect. En is verder met betrekking tot dén impost op den Tabak geconfenteerd volgens den inhoud van de daar op geëmaneerde Ordonnantie; zoodanig nogtans, dat de verpagtinge zal gefchieden over de refpective Comptoiren van Nijmegen, Thiel en Bommel, volgens de verdeelingen, hier boven met betrekkinge tot de verpagtinge van den inv post  \ 30 Mai 1795post op de gebrande Wijnen bepaald, of'"op den ouden voet Comptoirs gewijze, in masfa, zoo als het raadzaamst zal geoordeeld worden. Met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden , om conform en op den voet van deeze Re. folutie de Ordonnantie op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders op de verpagtinge van den impost op den Tabak te concipiëren en te laaten drukken, voorts in den alingcn Quartiere te doen publiceren en affigeren na behooren. Wordende de Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd, om bij het formeren van de Lijst der verpagtingen, bij de Wijnen, Bieren, Azij- nen, Gemaal, Zout en Zeep, te fpecificeren, wat wegens den impost van ieder middel, met benoeming van de quantiteit, qualiteit, Fust of anders, ingevorderd en betaald zal moeten worden, als bij voprbeeld, de grootte van het Oxhoofd bij Ankers te bepaalen: Voorts op het Gemaal, dat van een Malder .Weit, Rogge, Boek-Weit, als anders, agttien \ Malder op het] Last gerekend, zal moeten gevorderd worden. Van de Weit .... ƒ Van de Rogge ... ƒ Bij  30 Mai 1705. , Bij de Bieren de grootte van de Tonnen bij Kinnetjes, en zo vervolgens, te fpecificeren. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, en in achting genomen zijnde, dat de geconfenteerde middelen geenzints toereikende kunnen weezen ter betalinge van de Lasten, waar meede dit Quartier thans is bezwaard. Is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken en te auctoriferen, om een Plan tot heflïnge van extraordinaire middelen, ter ftijvinge der Financien, ten fpoedigften te projecteren , en daar meede vervat zijnde 't zelve aan de refpective Steden en Ampten te doen toezenden, om zich tot de introductie van zodaane extraordinaire middelen te bekwaamen, ten einde vervolgens daar op zal kunnen worden gerefolveerd, als na omftandigheden ten meeften dienfte van het Quartier zal geoordeeld worden te behooren : Met verdere auctorifatie op gemelde Ordinaris Gedeputeerden, om als dan meede te exhiberen eenen onvervankelijken ftaat van de lasten en inkomften des Quartiers over deezen Jaare 1795. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, om aan de Ordinaris Gedeputeerden over te laaten het  30 en 31 Mai 1795. het uitfchrijvea v.an eene aanftaande Quartiers Vergadering; Hebben de aanwezende Leden uit de Magiftraat der Stad Nijmegen deeze propofitie overgenoomen, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden. Zondag den 31 Mai 1795. In aanmerkinge genomen zijnde, dat zoo welteii platten Lande, als in de Steden, de verpagtinge van 's Lands geldmiddelen op de Confumtien, op eenen gelijken voet; conform de geëmaneerde; Ordonnantiën , behoord te worden gedaan ter inftandhouding van dit Quartier, en ter betaling van Renten en andere onvermijdelijke lasten eri fürnisfementen, bij het zelve ten achteren en verfchuldigd, bijzonder daar bij onderzoek dé Casfen bevonden worden te zijn uitgeledigd, en daar verfcheide aanmerkelijke inkomften deezes Quartiers door het voeren van eenen noodeloozcn en onrechtvaardigen oorlog buiten werking zijn gebragt. Is geproponeerd, en door-de Gecommitteerde Leden der Steden en van het platte Land beloofd en aangenomen, alle devoiren bij derzelver Committenten te zullen aanwenden, ten einde in het H aan-  31 Mai 1795. aanftaande Jaar 1796, en vervolgens, de verpagtinge van 's Lands gemeene middelen, zoo ten platten Lande, als over de Steden, in gelijkheid werde geïntroduceerd. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan; Is goedgevonden, dat voortaan geen Richters, noch Collecteurs van imposten op de alienatien en collaterale fuccesfien, en voorts alle andere eenigzins aan de Provincie in het gemeen, of aan het Quartier, Steden of Leden van dien in het bijzonder, wegens ontfang of adminijlratie van penningen comptable Perfonen, op de refpective Landdagen of Quartiersdagen, of ter Vergaderinge van de Gedeputeerden ten Financien, gelijk onder het voorig gebrekkig Regeeringsgeftel tegens de voorouderlijke grondwetten wierdt geconnrveerd, zullen mogen compareren, of ter deliberatien aldaar worden toegelaten; dezelve alle daar toe onbevoegd, en inadmisfibel verklaarende bij dezen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, dat het tot een merkelijk voordeel van het Quartier zoude verftrekken, ingevalle het getal der Amptenvan Ontfangers, zoo der Middelen, Verponding, Gebrandewijnen en gediftilleerde Wateren , imposten op alienatien en collaterale fuc- ces-  -£i Mai iT9S> cesfieri, mitsgaders Amptgelden, en klein Zége! wierden verminderd, en eenige gecombineerd. Is goedgevonden deeze' propofitie te ftelleri in handen der Ordinaris Gedeputeerden om daar op te dienen van derzelven confideratien en advijs; Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden të auctoriferen, om ten aanzien vanPagters, die zich om remisfieri mogten addresferen, dezelve dé imposten te doen betalen tot den dag, dat de vreemde troepes binnen de refpective diirricteri der Comptoiren zijn ingetrokken, latende aan gemelde Gedeputeerden over, om bij abfentie van het Quartier, en alleenlijk geduurende deeze tegenswoordige tijdsomflandigheden , wanneer zulke Pagters van hunne boeken koomën te geeveh vifie, en óp hunnen gedaanen eed de ontfangene penningen , zoo voor als na het tijdvak j in het welk de vreemde Troupes dé diftricteri van hunne refpective Comptoiren hebben geoccupeerd gehad, behoorlijk verandwoorden, zodanige remisfie te verleenen, of anderzins teri opzichte van diergelijke verzoeken te disponeren, als in billijkheid zullen oordeelen te behooren. tt z Ter  3i Mai 179S- Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde een Plan, na het welke een Impost op Speelkaarten, en op het houden van Honden zoude kunnen geheeven worden; Is de deliberatie daar over tot de naastvolgende Vergaderinge opgefchort. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden bij de eerstvolgende Landelijke Vergadering aan's Landfchaps tafel te openen, dat, in plaats van den Burger Jacob Carel van Lijnden, tot Curator van de Provinciale Academie te Harderwijk uit deezen Quartiere wegens het platte Land is benoemd de Burger Nicolaus Lange : Voorts tot Ordinaris Gecommitteerde wegens deeze Provincie ter Generaliteit voor den tijd van één jaar, ingegaan den i dezes maands , de Burger Jan Willem Hendrik Conradi, Lid van de Municipaliteit der Stad Nijmegen; met verzoek dat daar van de noodige Commisfien mogen werden verleend. T er Vergaderinge bekend gemaakt zijnde, dat voor den tijd van één jaar, ingegaan den i deezes maandsjvlai, tot Ordinaris Gedeputeerden ter Financien dezes Quartiers is benoemd de Burger Hendrik Hoo-  31 Mai 1795' Hoogers, Lid van de Municipaliteit der Stad Nijmegen : Is zulks voor notificatie aangenomen, met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden om gemelde Lid, als gewoonlijk, in eed te neemen, en fesfie te verkenen na behooren. Waar meede het Quartier na verkezing van dit - Reces op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve, JOH. in de BETOUW. RE-   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE 'LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN JUNII EN JULII 1795» HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.  li.  Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. GlSBERTUS CORNELIUS IN DE BETOUW, Hendrik Hoogers. \ THIEL. Willem Adriaan van Oijen , Adrianus van Oosterhöudt, Pieter ten Bosch , Cornelis Taaij. BOM M E tl Warmold Albertinus van der Feltz, Geri-iardus Kluijtmans, Daniël Verweijde, Paulus van Essen. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Henricus van Bennekom, rwrx? o  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM, PANNERDEN, MILLINGEN. Hendrik Aalbers,' Wouter Rijnders, junior. johannes glover, Christoffel van Kraaijkamp, Burgert Burgers, Lambertus Pauwen , Gerrit Arntz. » TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Jan Festen, Aeldert Schouten. NEDER-BETUWE. Cornelis van Westrenen, Aris Vorster. THIELRE-WAARD, MET BEEST EN RHENOIJ. Jan Margriet Franciscus van Everdingen, Peter van den Biesen. BOEMELRE-WAARD MET HET SCHEPENDOM VAN DE STAD SALT-BOEMEL. Philip Willem van der Horst. Re-  3o Junii 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op 'eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in Junii en Julii Ï795» het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 30 Junii 1795. De provifionele Volks Vertegenwoordigers van Gelderland , Quartiere van Nijmegen , binnen Zutphen op de Landfchaps kamer vergaderd zijnde , hebben goedgevonden de landelijke befoignes door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen ; zijnde tot Directeur van 's Landfchaps zaaken benoemd de Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen, en tot Gecommitteerdens ad caufas , benevens gemelde Burger G. C. in de Betouw , de Burgers Willem Adriaan van Oijen en Warmold Albertinus van der Feltz, refpective Leden der Burger-Magiftraten Nijmegen, Thiel en Salt-Boemel, wegens de Steden; voorts Willem Libotté, Hendrik Aalbers, en Jan Margriet Franciscus van E verdingen, refpective Gcdepu- teer-  30 Junii 1795. , teerden uit het Rijk van Nijmegen, Over-Betuwe en Thielre-waard wegens het platte Land. D e Burger Peter van den Biefen, Gedeputeerde uit de Dorpen Beest en Rhenoij, verzogt zijnde zich provifioneel te voegen bij den Thielre-waerd, heeft gedeclareerd, dat zijne Committenten, voor als noch, niet konden approberen, dat de Burger M. van den Heuvel op de laatstgehoudene Quartiers Vergadering had toegeflemd, dat Beest en Rhenoij provifioneel onder het Ampt van Thielrewaard zouden worden gerekend, om met de Gecommitteerdens van dien Waard één ftem uit te te brengen, daar het bekend is, dat het Ampt van Beest en Rhenoij, mitsgaders de Abdije van Marienwaard, van ouds af tot nu toe, door de rivier de Linge van den Thielre waardzijn gefcheiden, en met eikanderen, noch ten aanzien van het juftitiele en financiële weezen, noch ten opzichte van de Dijkftoelen iets gemeens gehad hebben of kunnen hebben, terwijl ook voormaals de Riddermatige perfonen , waar van veele in het Ampt Beest en Rhenoij hebben gewoond, nimmer onder die van Thielre- en Bommelre-waerd gerekend waren geweest; zoo dat zij ten hoogfien in hun recht verkort zouden worden, bijaldien zij onder Thielre- of Bommelre-waerd wierden gerekend;  1 en Julii 1795. kend; voor al daar thans de gelijkheid in de rechten plaats heeft: Verzoekende overzulks hiervan aantekening ten Recesfe tot zijne decharge. Woensdag den 1 Julii 1795. Pïet Request van Goosfen van Wesfem en Derk van Reeckum Buurmeesteren, als meede van Ot Segers van Hemert en Gradus van Wesfem, Kérkmeesteren van Heerewaarden: En het Request van Gradus de Beijer, Pagter van 's Quartiers impost op de bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over B'emmel, Resfen en Doornenburg ingegaan i°. Julii 1794. Zijn gefield in handen der Ordinaris Gedeputeerden om te examineren, en daar op te dienen van confideratien en advijs. Donderdag den 2. Julii 1795. Verlezen de Requeste van Jacob Kopp, Medicinae Doctor binnen de Stad Nijmegen, verzoekende met de vacerende plaats van Archiater des Quartiers te mogen worden gebeneficeerd: Waar op geene refolutie is gevallen. Ver-  a Julii 1795. "Verlezen de Requeste van Catharina en Her>* manna Westenberg, woonagtig te Borculo, in het Quartier van Zutphen, verzoekende eene Ordonnantie van 150 guldens tot onderftand en levens onderhoud: Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, dat 's Lands impofitien door de goede In- en Opgezetonen geenzints tot eindens, als bij den Requeste verzocht, worden opgebragt, is goedgevonden in der Supplianten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen* O,, het geproponeerde ter Vergadering gedaan * is goedgevonden tot betrachting van menage af te fchaften en te vernietigen de navolgende noodeloze Charges en Commisfien. i°. De Commisfien der zes Extraordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, bedragende te zaamen drie duizend zes en zestig guldens jaarlijks. 20. De Commisfien der vier Auditores tot het afhooren der Rekeningen van de Ontfangers, te zaamen bedragende jaarlijks vier honderd 'twee en twintig guldens^ 3°. De Vacatiën van de geweezene Commisfie tot het beneficeren van den Neder-Rhijn en TsfeU bij  2 Julii 1795. bij 's Landfchaps refolutie van den 17 April jongstleden vernietigd, wordende gecalculeerd zich jaarlijks te bedragen zes duizend guldens. 40. Het douceur van twee duizend guldens jaarlijks aan den Commandant des Guarnifoens binnen de Stad Nijmegen volgens 's Quartiers Refolutie van den 13 November 1779 toegelegd. 50. Het tractement van Monfier-Commisfaris ter fomme van zes honderd guldens jaarlijks. 6°. Het tractement van Kamer-Jonker bij den geweezen Stadhouder, ter fomme van zes honderd guIdens jaarlijks, volgens 'sQuartiers refolutie van den 16 April 1750 gecreëerd. Met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden om aan het Provinciaal Collegie meede ten fine van vernietiging en affchaffing tot verligting der Provinciale Domeinen te zenden een Lijst der navolgende zoo genaamde Keuken-Ampten. i°. De Charge en het tractement van Extraordinaris Raad in den Hove Provinciaal, ter fomme van negen honderd guldens jaarlijks. i°. Het tractement en Charge van Houtvester deezes Quartiers, ter fomme van zeven honderd guldens jaarlijks, gecreëerd volgens'sLandfchaps refolutie van den 7 Mai 1731. 30. De tractementen en titulaire Charges van . Ont-  2 Julii 1795, Ontfangers van den Grooten Gelderfchen Tol te Nijmegen, Thiel en Bommel, te zamen jaarlijks bedragende een duizend en twee honderd guldens. 40. De tractementen en titulaire "Charges van Bezienders van den Grooten Gelderfchen Tol, te Nijmegen, Thiel en Bommel, bedragende vijf honderd en vijftig guldens jaarlijks. 50. De tractementen en titulaire Charges van Tolfchrijvers van den Grooten Gelderfchen Tol te Nijmegen, Thiel en Bommel, meede te zamen jaarlijks vijf honderd en vijftig guldens bedragende. De Ordinaris Gedeputeerden hebben , ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers refolutie van den 15 Mai laatstleden geëxhibeerd eene opgave van de tractementen en emolumenten van de refpective Quartierlijke Ampten en Commisfien, getrokken uit de boeken der geregifireerdc Ordonnantiën en Ontfangers rekeningen, ten einde te refolveren, welke financiële voet in het vervolg op dit fubject zoude kunnen worden in acht genomen. Het tractement der zes Gecommitteerdens ter Vergaderinge van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden bedraagd, voor ieder van dezelve . . . . . . ƒ 1583- 6-: Van  S Julii 1795. Van een Gecommitteerden in den geweezen Raad van State . . ƒ S050Van een Gecommitteerden in de Generaliteits-Rekenkamer . ƒ 2050Van een Gecommitteerden in de gc- weeze Admiraliteit in Vriesland . ƒ iaooHet tractement der zes Ordinaris Gedeputeerden bedraagt, voor ieder . 1200- :-: Nieuwjaar . . . 100- ; -: Monftergeld . . . 66-13-: In plaats van Couranten en Almanachen . . • 20- : -: Voor het afhooren der Ontfangers Rekeningen . 27-13: Voor de verpagting der Generale Middelen . 159-10 : Voor de verpagting van de gebrande Wijnen engediftilleerde Wateren, en impost op den Tabak, alle drie jaaren 200-:-:, dit door 3 gedivideerd, is jaarlijks 66-13- Voor de Landdagen en Gecombineerde Coilegien niet praecis kunnende worden opgegeeven, alI zoo  2 Julii 1795. zoo het eene jaar van het andere zeer veel difïereert, moet zulks, falvo calculo, gefield worden op 450-:- : ƒ 2090- 9-: Het tractement van den 'Secretaris der Ordinaris Gedeputeerden bedraagt jaarlijks . . . - . 12CO-: -; Nieuwjaar . . . 200- : -v Monflergeld . . . . 66-13-: In plaats van Couranten en Almanachen . . 20- Voor het afhooren der Ontfangers Rekeningen . 27-13-: Voor dè verpagting der Generale Middelen 339- 6-: Voor de verpagting van de gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren, en impost op den Tabak, alle drie jaaren 239-6-; dit door 3 gedivideerd, is's jaars . . . 79-15-: Voor de Landdagen en Gecombineerde Collegien, als de Ordinaris Gedeputeerden . . , 450- ; :  % Julii 1705» \ • ' . 'm&osh atv 2nsrno:'j£u jèK Voor ieder Quartiers Ver- gaderirg75 :-.'tgeenéniet praecife kan worden o'pge- geeven , hoe veel zulks "s" iaars rendeert, doch kan J - 'fV-IKC - «V / ten minfteü berekend wor^ den op . . • 225- ■ • ƒ 2£ü8- 7-5 Met jaarlijks tractement van den Commis van 's Quartiers Financien bedraagt 700-:-, •-'•OOI''-'' *'■' ' ' D'lSSiU'Ai'} Nieuwjaar . . « 5°" : " - In plaats van Couranten en Almanachen . io- Voor brieven-porten . 25- - Voor de Landdagen en Gecombineerde Collegien, als de Ordinaris Gedeputeerden . . • 450- : ■ Voor het adfifteren bij hef afhooren der Ontfangers Rekeningen . . . 56 - Voor het affchrijven van het Refolutie-boek met het opmaaken van het Regis- • ter . . . .. . 40 i-J1 '"r" ' I 2 ƒ I33I--■•  2 Julii 1795. Het tractement van den eer- Jlen Clercq . . . 250-:-: Verhooging . . . 100 :-: Extraordinaire diensten . 100-:-: Extra-douceur . . . 100:-: Nieuwjaaren ... 47 :-: Het fchrijfloon kan niet naauwkeurig worden opgegeeven, als verfchillende het eene jaar van het andere; doch wordt gecalculeerd op . . 100-:-: Wegens de Landdagen en Gecombineerde Collegien, het een jaar door het ander gerekend, falvo calculo, op . . 250-:-; Voor het adiilteren bij het afhooren der Ontfangers rekeningen . , . 56-:-: ƒ 1003- :-: Het tractement van den tweeden Clerq . . . aoo.... Voor extraordinaire dienden . 50-:-: Extra-douceur . . ioo-:-: Nieuwjaaren . . . Schrijf-  2 Julii 1795Schrijfloon, als voorfchreven 100 ;-: Voor de Landdagen en Gecombineerde Collegien . 250-:-: ƒ 747- \ ■ ' De : Van deft Ontfanger van den 80^ qofi' en andere p'en- ning-en, mitsgaders den impost op den Tabak, volgens de laatfte rekening, 2 p cl. van den Ontfang 1526-14-.Voor vragt en ophaalen der 40^ penningen . . 2 8-15-: Brieven-porten . . 12.-10-; Voor het formeren en doubleren zijner rekening . 45- :.; Alle drie jaaren voor vacatiën bij de verpagting van den impost op den Tabak 120 gis; door 3 gedivideerd' is • • 40- ;-; ƒ 1652-19-:  2 Julii 1795. Ijle: tractement van den Commisfarisvan klein Zegel, bedraagt . ƒ 5°°- Vragt van de pakjes .wegens de na Thiel en Bommel verzondene Zegels 10- :-: Brieven-porten . . 12- Voor het formeren en doubleren zijner rekening . 20- :-: t ƒ 542- Het tractement van den Commis ter correspondentie in 's Hage . . . 1000- :-: Het tractement van Fiscaal, en Contrarolleur van den 80, en andere penningen, mitsgaders van het klein Zegel, bedraagt . . „ 300- :-~ Het tractement van den Zegelklopper k . 60- :-: Nieuwjaaren . . 15- 5-: -Gil ïJi —v.-"- i :•! ; ■ ; ƒ 7> 5-:" Het tractement van de Deuren Camer- Bewaarder bedraagt . . .. Sco- ;-; Nieuwjaaren . . 25-15-: Voor de nouvelks . 0- 9-: I Het tractement van de Deur-  2 Julii ^9S- Voor 't fchoonmaken der kamers . . . 50- :-; Voor materialen tot het gemelde fchoonmaaken . 25- :-: Van het leveren van kaarsfen 40- :-: Voor Keulfch- en Haagfch zand . . . 6- «trnoq - navshfl Voor ordinair fchoonmaaken ,van de' Camer . . 10-10: Voor het fchoonhouden der plaats . , noh6sv:?K2fTJ3:o33-!33p Voor de Landdagen en Gecombineerde Collegien, falvo calculo . . 150- :-: Voor het opwagten van de Lands- en Quartiers- Vergaderingen . . . 37-10-: Dij het afhooren der Ontfangers rekeningen .. 26-10-: ~~f 686-14-; Het tractement der drie Bodens bedraagd, voor ieder . 150- :-; Nieuwjaaren . . 17-5-- Voor vier Haagfche reizen 150- :-: Voor de Landdagen, Gecombineerde Collegien en andere commisfien, mits-  i en.3 Julii 1795. gaders de verdere reifen, worde het eene jaar door het andere gecalculeerd op 300- :-: .fibofa bitlis jft ïnafifcfifl njboo&abstynq^j^ljw? Waar op gedelibereerd zijnde is de voorfchreve fjjst bij de Gecommitteerde Leden refpective Cr, i lijk overgenomen, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden. rr/^/ag den 3 1795. Is gehoord het rapport van de Burgers C. Taaij, en P. van Esfen bij 's Quartiers refolutie van den 1 April laatstleden geauctorifeerd zijnde om met de Vergadering van Stad en Lande van Cuilenburg over de best mogelijke v/ijze van incorporatie te handelen, en dieswegens de belangens van dit Quartier voor te liaan, vervattende , dat zij Gecommitteerdens door de Vergadering van Stad en Lande van Cuilenburg tot het houden van' eene nadere conferentie dieswegens aangezocht zijnde, en ten dien einde op derzelver verzoek op den 28 Junii laatstleden te Cuilenburg zich gefisteerd hebbende, door de voornoemde Vergadering aan hun Gecommitteerdens gedeclareerd Was: Dat  3 jatii 1795. Dat daar thans door het geflotene en geratificeerde Tractaat van Vrede en Alliantie met het Franfche Volk de voorige bezwaaren ophielden, welke hun wederhouden hadden, zij alnu declareerden zich gaarne met Gelderland te willen inlijven, en zich als een gedeelte des Volks van Gelderland zouden aanzien, zoo nochtans, dat de Stad en Lande van Cuilenburg bleven in het volle huishoudelijk befiier haarer policie en financie, even als alle de Quartieren van Gelderland in dit opzicht op zich zeiven beftaan, en dat zij dus ook als een bijzonder of vierde diftrict, of Quartier op de Landfchaps Vergadering van Gelderland zouden worden aangemerkt. Dat zij Gecommitteerdens alstoen vermeend hadden aan die Vergadering te moeten afvraagen, hoe veel dezelve (ingeval die hunne propofitie door de Provincie en dit Quartier gegouteerd, en dezelve op die wijze in deeze Provincie ingelijft wierden) als dan in de lasten, of quota deezes Quartiers zoude kunnen furneren: Dat hier op gemelde Vergadering aan hun Gecommitteerdens hadde gedeclareerd, dat het hun thans onmogelijk was zich over eenige poincten, rakende de financie, veel min over het reguleren der quotas, in te laten, door dien alle de Comp- toi-  g Juni 1795toiren onder de fequestratic des Volks van Gelderland gefield waren, en zij hier door geen inzicht genoeg in het financiële hadden, waarom zij ook uitdrukkelijk aan hun Gecommitteerdens voorfloegen om het ter Landfchaps Vergadering daar heenen te dirigeren, dat gemelde fequestratic werde opgeheven, ofte immers daaromtrent andere en meer convenable fchikkingen gemaakt werden: Als met meerdere konde blijken uit een Extract uit het Register van derzelver Pvefolutien en Notulen, 't geen zij Gecommitteerdens teffens overgaven; terwijl zij Gecommitteerdens verder vermeenden ter kennisfe van het Quartier te moeten brengen, dat in de voornoemde Vergadering zich ook bevonden hadden twee Gecommitteerdens van het platte land onder Buuren gehoorende, die even als de Vergadering van Stad en Lande van Cuilemburg hunne genegenheid te kennen gaven om zich te zamen te vereenigen, en dus met die van Cuilenburg een Diftrict of Quartier uitte maaken, en dat het hun aangenaam zoude wezen, inval de Stad-van Buuren hier toe meede konde geperfuadeerd worden, en, het zij door eene Commisfie bij het Quartier hiertoe te benoemen, of op eene andere wijze, met gemelde Stad en platte Land van Buuren in onderhandeling of confe- ren-  3 Julii 1795.' rende konde getreden worden, zich vleijende , dat zulks tot genoegen van de grootfte meerderheid der Ingezetenen, immers van die van het platte Land van "Buuren, zoude vertrekken; En zijn vervolgens, ha verzogte ên geobtinee'rde audiëntie, ter Vergadering erfchenen de Burgers E. van Driel, en Jan Heuvelman, Gecommitteerdens van de provifionele Vertegenwoordigers % Lands van Cuilenburg, welke met overgifte van derzelver creditiven hebben voorgedragen , dat zij, daar de voorige bezwaaren, welke in de conferentie' van den 27 Maart jongstleden aan de Burgers Taaij en van Esfen, als Gedeputeerden des Volks van Gelderland gecommuniceerd waren , thans ophielden met meerder vrijmoedigheid declareerden gaarne' zich met Gelderland te willen inlijven, doch dat het hun thans onmogelijk was zich over den voet, op welke die incorporatie zoude behooren te gefchieden , in te laten, door dien alle de Comptoiren onder-fequeftratie des Volks van Gelderland waren gefield, en zij hier door geen inzicht genoegin het financiële hadden, waarom zij Gecommitteerdens gelast waren zich ter deezer Vergaderinge te begeeven, om op het allerernfligfie te verzoeken, dat het ter Landfchaps Vergaderinge daar heenen mogte worden gedirigeerd, dat de ge-  3 Julii 1795gemelde fequestratie over de Comptoiren in het gewezen Graaffchap Cuilenburg wierde opgeheven en buiten kracht gefield, of immers daar omtrent andere en meer convenabile fchikkingen gemaakt werden, met bijvoeging, dat zij aan Buuren eene exhortatoire Misfive hadden afgezonden om zich met hun te conjungeren; zullende zij genegen bevonden worden om vervolgens zodanige maatregelen tot vereeniging met de Provincie van Gelderland te helpen neemen, als zij ten meeflen nutte der Provincie, en des Cuilenburgfchen Volks in gemoede zullen vermeenen te behooren. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, dat het Land van Cuilenburg, zoo wel als dat van Buuren, oudtijds tot het Graaffchap van Teiflerbant behoord hebbende, en door verfterf gekoomen zijnde tot op Huibert van Beulichem, den derden van dien naam, deeze reeds in den jaare 1281, het Slot van Cuilenburg van Reinaud den iften, Graave van Gelre, ter leen ontfangen heeft. Dat dit diftrict wijders door huwelijk in den jaare 1555 is overgegaan in het Huis van Palland; daar van bij maaking in het Huis van Waldek; van daar in dat van. Saxen- Hildburghauzen; zijnde  3 Julii 1795. de het zelve door Keiler Carel den in den jaare 1555 rot een Graaffchap verheven. Dat vervolgens de Staten deezes Quartiers her zelve van den laatften bezitter uit het Huis van Saxen- Hildburghauzen in den jaare 1720 hebben gekocht, en met 's Quartiers penningen ter fomma van negenmaal- honderd en zestig duizend achc honderd guldens betaald, welke dit eigendommelijk goed des Volks deezes Quartiers, naderhand, op propofitie van laffe Vleijers, in den jaare 1748 onwettiglijk hebben weggcfchonken. Voorts meede geconfidereerd zijnde, dat nergens blijkt, dat dit geweezen Graaffchap ooit eene Souvereiniteit op zich zeiven 'heeft uitgemaakt, maar altoos tot Gelderland heeft behoord uuezcer ue rrovmcie van Holland, en ook van Utrecht, wel eens, uit hoofde van leenpiigt van eenige Dorpen onder dit geweezene Graaffchap, de Souverainiteit van Cuilenburg, edoch zeer ten onrechte, hebben gepraëtendeerd gehad; gelijk de tijdelijke Heeren van Cuilenburg fuccesfive dit Leen van de Furfien en Staten van Gelderland hebben verheft; en gemelde Staten ook nooit een oogenblik hebben gehaefiteerd om hunne wettige aanfpraak van Souverainiteit op her geweezen Graaffchap Cuilenburg door iterative De-  3 Julii 1795, Decreten te handhaven, blijkelijk uit deezes Quartiers refolutien van den 12 Aug. 1640, 8 Mai 1641, vergeleken met die der Landfchap vari den 14 Aug. 1640, 24 Mai 1643, SI Dec« 1649, en 18, 22 Maart 1664. Is goedgevonden en verftaan aan 's Landfchaps tafel te openen, dat, daar men aan het Volk van het geweezen Graaffchap Cuilenburg geenzins de faculteit kan toeftaan om zich van Gelderland afte fcheiden, en eene Souvereiniteit op zich zeiven te vormen, aan het zelve echter volkomen de magt moet worden toegekend, om, meede als een gedeelte van Gelderland, door hunne wettiglijk verkoorene Vertegenwoordigers aan het bellier deezer Provincie deel te neernen,5 het Quartier overzulks vermeent, dat de Burgers C. Taaij, en P. van Esfen, refpective Leden der Municipaliteiten van Thiel en Bommel, met den Secretaris van de Landfchap zouden behooren te worden gecommitteerd, om, benevens de Gecommitteerdens tot de adminiftratië van de gefequestreerde goederen en revenuen van den geweezen Stadhouder uit dezen Quartiere, met Gedeputeerden van de provifionele Volksvertegenwoordigers's Lands van Cuilenburg, en Buuren in conferentie te treeden, en zoo ten aanzien van de inlijving ) K van  3 Julii 1795. van de Stad en Lande van Cuilenburg en Buuren, als ten opzichte van de gefequestreerde goederen in den Lande van Cuilenburg, vriendelijke fchikkingen te tenteren, en, onder fpeciale referve van approbatie, te reguleren; doende daar van, zoo doenlijk, ter naafter Landfchaps Vergadering rapport, ten einde daar op zoodanig zal kunnen worden gerefolveerd, als men ten meeften nutte deezer Provincie en des Volks van-Cuilenburg zal oordeelen en bevinden te behooren. Vrijdag den 3 Julii 1795. Verlezen de Requeste van Goosfen van Wesfem en Derk vanReeckum, Bunrmeefteren, als meede Ot Segers van Hemert en Gradus van Wesfem, Kerkmeefteren van Heerewaarden, daar bij om redenen van de calamiteiten des Oorlogs, welke het Dorp Heerewaardên boven alle andere van het Quartier door de buiten gewoone bezetting van de Troupes der gecoalifeerde Magten getroffen had, bij den Requeste in het breede gedetailleerd, verzoekende, dat aan de Ingezetenen van gemelde Dorp Heerewaarden mogt worden geremitteerd de Verponding en lasten, welke over den voorigen jaare hadden moeten worden betaald', voor zoo verre die noch niet  3 Julii 179$. warén voldaan, als meede vrijheid voor de Verponding en middelen over deezen loopenden jaare te verfchulden: En hier op ingevolge en ter voldoeninge van! 's Quartiers appoinctement van den 1 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs "der Ordinaris Gedeputeerden. Is goedgevonden en verftaan aan de Ingezetenen van het Dorp Heerewaarden te remitteren een' vierde gedeelte van 's Quartiers middelen in hét voorige jaar verfchuld. Verlezen de Requeste van Gradus de Beijer; woonagtig te Gent in den Ampte Over-Betuwe, Pagter van 's Quartiers impost op de Bezaaiden Mergen en Hoorn- beeften over Bemmel, Res« fen en Doornenburg, ingegaan i°. Julii 1794» verzoekende, alzoo door de oorlogs rampen ten eenemaal buiten ftaat gefteld was zijne beloofde pagtpenningen te kunnen voldoen, eene gratieüfe remisfie van dezelve; En hier op ingevolge marginaal appoinctement van den 1 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Ordinaris Gedeputeerden; Is goedgevonden, vermits Suppliant van geen genoegzaam bewijs is voorzien, in deszelvs geda-  3 Julü -795- ne verzoek te difficulteren , gelijk daar in gedi.fficulteerd wordt bij deezen. D e Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel ter Vergaderinge geproponeerd hebbende , om ten fpoedigften het Ampt van Ontfanger der Generale Middelen over het Bommelfche Comptoir, alnoch bekleed wordende door den Burger Hermannus Vermeulen, om de daar bij geallegeerde redenen , met inhoudinge van deszelvs tractement, aan een ander te begeeven; hebben de Gecommitteerde Leden van de Steden Nijmegen en Thiel, en van het platte Land aangenomen zich daar op nader te zullen verklaaren. Da Burgers C. Taaij en H. Schuil, Ordinaris Gedeputeerden tot de financie, bij 's Quartiers Refolutie van den 13 Mai laatstleden geauctorifeerd en gecommitteerd zijnde, om van de voorige Ordinaris Gedeputeerden over te neemen 's Quartiers Chartres, papieren en penningen, en om daaromtrent zoodane arrangementen te maaken, als in deezen noodig zullen oordeelen te behooren, hebben ter Vergaderinge gerapporteerd; Dat zij Gecommitteerdens zich ten gemelde einde op den 14 daar aan volgende na Thiel begeeven hebbende, alwaar volgens bekomene infor- ma-  3 Julii 1795. matie het Schip met de gelden en papieren was 1 aangekomen, en aldaar met de voorige praefente Ordinaris Gedeputeerden dieswegens in conferentie getreden zijnde, ontvangen hadden de Memorie en fpecificatie van het geld in de kisten binnen Hoorn in October 1794 bij de eerfte opening gevonden , mitsgaders het geen daar uit was betaald, waar uit bleek, dat het overfchot bedroeg /95203-I9-I4. Dat zij Gecommitteerdens noodig geoordeeld hadden deeze gelden op de Comptoiren te Thiel te doen overgeeven, en dus de voorige Ordinaris Gedeputeerden hadden geauctorifeerd en gelast om te doen overbrengen ten Comptoire van de Ontvangers J. D. van Leeuwen . . 45623- : - : P. M. van den Steen . . 26020- : - : A. H. van Eek . . . 23560-19-14 te zaamen uitmaakende bovengenoemde fomma van . . ƒ 95203-19 14 En voorts om de nog overige penningen met de Chartres en papieren over te doen brengen na Nijmegen ter nadere dispofitie. Dat zij Gecommitteerdens, na dat dit Schip te Nijmegen was gearriveerd, zich op den 2 Junii K 3 daar  3 Julii 1795. daar na toe begeven hadden, en als toen in de kisten nog bevonden de gelden bij annexe fpecificatievervat, bedragende tezamen ƒ41895-6-10-: pat zij Gecommitteerdens verder hadden vermeend die gelden op de nagemelde Comptoiren te moeten verdeejen, en dus de voorige Ordinaris Gedeputeerdens op den 3 Junii 1795 te auctorifeeren pm te doen overbrengen tenComptoire, van de Ontvangers J. yan Leeuwen, junior. . 18000-:-: M. de Bruijn . . . 15000-: - : En van L. de Beijer . 8895-6-10: te zaamen uitmaakende de bovengemelde fomma ad . . ƒ 41895-6-10: Waar uit dus bleek, dat dc overgebragte Comptante penningen te zaamen bedragen ƒ137099.6 8. Dat belangende de Chartres en papieren, defelve bij hun Gecommitteerdens op den 4 Junii waren overgenomen en wederom ter Secretarie der Ordinaris Gedeputeerden overgebragt, zoo ep invoegen defejye waren gefpecificeert op eene Lijst daar bij annex. Waar meede zij Gecommitteerdens vermeenden aan 's Quartiers intentie en hunne Commisfie voldaan, te hebben. En  3 «» 4 Julii l795En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgew den en verftaan opgemelde Ordinaris Gedeputeerden voor hunne genomene moeite te bedanken, en het verrichte ter hunner decharge te approberen, gelijk gefchied bij deezen. Saturdag den 4 Julii 1795. A.lzoo door de gehoudene dWtie van het voorig beftier in het voeren van eenen bloedigen en zeerkostbaaren oorlog tegens een vrij Volk, onzen natuurlijken Bondgenoot, de In-en Opgezetenen deezer Provincie, en allerbijzonderst van dit Quartier , hebben moeten verduuren de oorlogsrampen, die de gevoelde rampfpoeden van andere Provinciën zeer verre overtreffen, waar door alle financiële opera'ieh in het Quartier niet alleen hebben moeten ftilftaan, maar ook 's Lands Casfen volmaakt zijn uitgeledigd, en daar de • hooge noodzaaklijkheid nochtans vordert, dat de Comptoiren van penningen ten fpoedigften worden voorzien, om op eene richtige wijze die veroorzaakte oorlogskosten te voldoen, en de verdere lasten van het Bondgenootfchap tot het uitrusten van eene hoogstnoodige Oorlogsvloot ter befcherming der Commercie, de grootfte zenuw voor het beftaan van dee-  4 Julii 1795. deeze Landen; mitsgaders de aanmerkelijke achterftallige en lopende ioldijen der Militie; en het aandeel deezes Quartiers in de honderd Millioenen aan de Franfche Republicq bij het tractaat van Vreede en Alliantie ter vergoeding van hunne oorlogskosten uitgeloofd: zoo dat fie uiterfte efforts, naar en zelvs boven vermogen , behooren te worden aangewend tot Handhouding van 's Quartiers Casfen, waar toe, behalven de andere gemeene's Lands middelen , extraordinaire middelen moeten worden geappliceerd, te meer, daar nieuwe negotiatien van gelden het helpen van nieuwe belastingen tot fupport der Renten van het opgefchoten Capitaal vorderen , waar door de hoofdfom der lasten grootelijks vermeerderd, en eene duurende last op de fchouderen der Ingezetenen gelegt zoude worden. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verdaan het Placaat op de heffinge van den ioofo Penning, bij 's Quartiers refolutie van den § September 1794 gearresteerd , benevens een project van infchrijving in eene provifionele en vrijwillige Negotiatie , door de Ordinaris Gedeputeerden ter Vergadering geëxhibeerd, in de refpective Municipaliteiten der Steden en van het platte Land over te neemen, ten einde daar op bij  4 Julii 1795bij eene uit te fchrijvene Quartiers Vergadering zoodanig te kunnen worden gerefolveerd, als ten meesten dienste des Quartiers, en ten minften bezwaare der Ingezetenen, zal geoordeeld worden te behooren. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der StadThiel terVergaderingc gedaan, is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat dit Quartier het meest ten achteren zijnde in den ftaat der Financien, en zedert zoo veele jaaren in de Provinciale Quota boven hun redelijk aandeel en verre boven vermogen bezwaard, genoodzaakt is te declareren, dat voor het vervolg in de lasten van het Bondgenootfchap niet verder zal kunnen confenteren of betalen als een gerecht derde gedeelte, ten ware de twee andere Quartieren zouden willen aanneemen het maaken van een redelijke fchikking over de fubdivifie van 's Quartiers Quota in de Provinciale Quota zoo in de Generaliteits als Provinciale lasten, binnen eenen te bepalenen korten termijn, wanneer het Quartier voor dien korten tijd op den ouden voet provifioneel met de betalinge zal voortvaaren. De Gecommitteerdens der Steden Thiel en Bommel op het ernftigfte hebbende geinfteert, dat de aan-  4 Julii 1795. aanftaande Quartiers Vergadering binnen de Stad Bommel zoude werden uitgefchreven, hebben de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen verzocht, dat de deliberatie hier over mogte worden uitge' fteld tot eene volgende Vergadering; zullende ten dien einde deeze propofitie overneemen, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden : En is vervolgens goedgeyonden hier van ten Recesfe deeze meldinge te maaken. Waar meede het Quartier na verleezing en refumtie op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve, JQH. in de BETOUW, RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN JULII 1795» HET EERSTE JAAR DER BATAAVSC H E VRIJHEID.   Praefente Leden des Qji®r~ fiers van Nijmegen* . Steden. N ij M E 'G È E In loco. THIEL» Adrianus van Oosterhoudt PlETER TEN bosch > Cornelis Taaij, Jan van Leeuwen. BOMMEL* Daniël Verweijde, Gerhardus Kluijtmans, Henricus Schull. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Henricus van Bennekom/ L OVER-  OVER-BETUWE, Hendrik Aalbers, Wouter Rijnders, junior* johannes glover. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, Jan Festen. NEDER-BETUWE. Franciscus Hermannus Repeliüs, Aalbert van Eldik, B. Zoon. THIELRE-WAARD. Nicolaas Arriens. B O M M E L R E-W A A R D. Philip Willem van der Horst. Re-  iö Julii 1705» Reces des Qjiartiers van Nijmegen^ gehouden binnen de Stad Nijmegen in Julii 1795, het eer jle jaar der Bataavfche Vrijheid. Donderdag den 16 Julii 1795. D e provifionele Volksvertegenwoordigers van Gelderland , Quartiere van Nijmegen , op verfchrijvihge van de Magiftraat der Stad Nijmegen, , ter Raad Camere aldaar erfchenén , het geWoone gebed tot God almagtig gedaan, en de Commisfien der Gezanten gelezen zijnde, heeft de Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen, de aanwezende Leden voor derzelver tijdige en goedwillige comparitie bedankt, en ten aanzien van de redenen deezer convocatie zich gedragen tot het poinct, in de brieven van uitfchrijvinge vervat. H et Request van E. van Kolenbrander en P„ van Eldik; van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan i°. deezes maands; L 2 Ü.  l6 Julii 1795. H. Jacobs, Maner van de Confumtie-gelden over Heteren in Overbetuwe; mitsgaders van W. Aalbers, en Jacobus van Erp, Buurmeesters des Kerfpels Bemmel, zijn gefteld in handen van de Ordinaris Gedeputeerden ter financie, om daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. "Verlezen de Requeste van ArisvanTrïcht, woonagtig te Thiel, houdende, dat Suppliant hadde gepagt gehad het Monopolie der gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren over het diftrict des Thielfchen Comptoirs, ingegaan i". Julii 1789, en tot fecuriteit dier pagt aan den Ontvanger van voorfchreve Monopolie 't Hooft ter hand gefteld zes Obligatien, ieder van duizend guldens, ten laste deezes Quartiers op de Verponding te Bommel, ftaande ten naame van Suppliants Zwager Derk Davids, Schout van Est in den Thielrewaard : Dat Suppliant bij exfpiratie van gemelde pagt, voorfchreve Monopolie, ingegaan i°. Julii 1792 wederom hadde gepagt, als wanneer de gelibelleerde Obligatien onder voornoemde .Ontvanger verbleven waren, waar onder dezelve noch berusteden. Dat Suppliant, aan zijne laatfte pagt reeds bij aanvang zeer grootè fchaade lijdende, hier door buiten ftaat gefteld was geworden om  l6 Julii 1795. en verftaan de voorfchreve Requeste te ftellen in handen van de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers qm daar op na bevind van zaaken te disponeren. Verlezen de Requeste van A. Bogenaar en J. van Sas, pagter en medeftander van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren over het Ampt tusfehen Maas en Waal, ingegaan den 1 deezes maands; verzoekende om de redenen, daar bij in het breede geallegeerd, van den Eed, volgens de Ordonnantie in dato 31 Mai deezes jaars door Supplianten gedaan van met niemand, wie hij weezen mag, te zullen compoferen, of uitkoop te maaken, maar den vollen impost, namentlijk 12 ftuivers per kan, te ontfangen, te mogen werden gedispenfeerd, en ten gevolge van dien aan hun gepermitteerd over den geflataeerden impost te mogen compoferen, en in alles pro re nata te handelen. En hier op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden en verftaan het zelve te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden ter Financie , om daar op in naame van het Quartier zodanig te disponeren , als zal bevonden worden te behooren. Ver-  i6 Julii 1795Verlezen de Requeste van Hendrik Reugers, houdende, dat Suppliant geweest was Pagter van 's Quartiers impost op het Paslage geld over het diftrict des Nijmeegfche Comptoirs, ingegaan 1°, Julii des jaars 1794, en geëxfpireerd geweest ultimo Junii deezes jaars: Dat hij Suppliant, naauwlijks een maand lang, dezen impost met veel moeite, omflag en onaangenaamheden gemaand had, wanneer de vreemde Engelfche, Hesfifche en Hannoverfche troupes nader tot dezen omtrek overkwamen, waar door alle andere pasfage zodanig geftremd geworden was, dat Suppliant toen reets grootendeels buiten allen ontvang gefteld wierd: waar na eindelijk' de Stad Nijmegen in de maand October 1794 door de Franfche troupes gecerneerd, en in het begin van November aan dezelve overgegaan was; het geen ten gevolge hadde gehad, dat niet alleen geduurende den winter, maar ook in het voorjaar 1795 , noch Postwagen van daar gereden , noch ordinaire Vheer- of Beurtfchepen gevaren, noch eenige Vreemdelingen aldaar gezien waren; verzoekende vervolgens om de redenen daar bij met meerderen aangevoerd, dat Suppliant met betaling van één vierde gedeelte der beloofde pagtpenningen over het zelve jaar zal kunnen en moL 4 gen  16 en 17 Julii 1795. Waal, Thielre-waard en Bommelre-waard hebben , bij de refumtie , verklaard in deeze genomene refolutie niet te concurreren. Op Requeste van Roeland Scheers, Medicinae Doctor binnen Nijmegen, verzoekende om de daarbij gemelde redenen als Archiater deezes Quartiers, in plaatze van Wijlen P. N. Lotichius te mogen werden aangefteld op het tractement en emolumenten daar toe ftaande. Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden het zelve provifioneel te houden in advijs. Vrijdag den 17 Julii 1795. Ontfangen eene Misfive van den Repraefentant van het Franfche Volk Richard, gefchreven in den Hage den ao Mesfidor, het derde jaar van de ééne en onverdeelbare Franfche Republicq, tenderende om te hebben het gebruik van de Vliegende Brug, leggende op de Waal voor de Stad Nijmegen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden de voorfchreve Misfive te renvoijeren aan de Magiftraat der Stad Nijmegen, zulks doende bij deezen. Het  i; Julii 1795. Het Request van J. C. W. FHck, en J. Muller, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Nijmegen, ingegaan den eerften deezer maand; en het Request van Buurmeefteren en Schout van Ubbergen, zijn gefteld in handen van de Ordinaris Gedeputeerden, om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Verlezen de Requeste van G. Herbrechter, en H. Kelder, Pagter en Meedeftander van 's Quartiers impost op de Bieren over de Stad Nijmegen, ingegaan den 1 deezer maand: verzoekende om de redenen, daar bij in het breede geallegeerd, auctorifatie op de Supplianten, om van alle bieren, die door de Franfchen zonder aangeeving en betaaling van den impost worden in* geflagen, eene accurate aantekening te houden, zo als zij die, des gerequireerd, met eede kunnen fterken, en dezelve alle twee maanden aan het Quartier, of de Ordinaris Gedeputeerden over te geeven, ten einde daar na de geledene fchade, bij den Requeste vermeld, aan de Supplianten te vergoeden , of aan hunnen pagt te laten korten. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan deeze Requeste te renvoijeren aan  i7 Julii \79$.' En hier op ingevolge marginale refolutie van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers. Is goedgevonden, daar den aanflag der Verpondinge bij die laatfte meetinge op eenen egualen voet, na een Roofter ingevolge 's Quartiers Refolutie , is gefchied, in der Supplianten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van H. Jacobs, Maaner der confumtie - gelden des Kerspels Heteren, daar bij verzoekende remisfie van het verfchulde restant der confumtie gelden, van gemelden Kerfpel oyer den jaare 1793. En hier op ingevolge marginaal appoinctement van gisteren hebbende gehad de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden. Is goedgevonden in Suppliants gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over de Stad  Julii 1795. Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan m Julii deezes jaars, houdende verfcheide verzoeken tot maintien van hunnen gepagten impost5 Nog verlezen eene nadere Requeste van voornoemde Supplianten, daar bij opgeevende eenigé middelen van redres, die de fraudes omtrent gemelden impost zouden kunnen te keer gaan, en eerbiedig implorerende; dat zij den impost 'der fterke dranken, zoo die van het Voorig Monopolie door de Franfchen in requifitie genomen, als die welke doordézelve van het begin van der Supplianten pagt in de Stad Nijmegen zijn ingeflagen, en in het vervolg noch zullen ingeflagen worden, van hunne pagt-penningen zouden mogen korten, ten welken einde Supplianten daar van eene behoorlijke notitie zullen overgeeven aan die geenen, welke het Quartier daar toe zal geheven te qualificeren; of dat Supplianten hunnen voorfchreven gepagten impost ten behoeve van dit Quartier zouden mogen collecteren, tegen gegenot van een redelijk per cent, en dat het, in zoo een val, daar voor zal gehouden worden, als of Supplianten den voorfchreven impost van den aanvang hunner pagt reeds gecollecteerd hadden. Of dat het Quartier Supplianten van hunnen pagt zoude gelieven te cmflaan, in welken cas Sup-  i7 Julii 1795. Supplianten hunne boeken zouden openleggen, en dezelve,-des gerequireerd, met eede Herken, ten einde aan het Quartier, of daar toe gequalificeerdens,behoorlijke rekening te kunnen doen, met verzoek , om in zoo een val restitutie te mogen bekoomen yan 't geen Supplianten meerder uitgegeeven, dan ontfangen hebben. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers marginale refolutien gehad hebbende de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden ; Is na gehoudene deliberatie goedgevonden en verftaan, dat ten opzichte van het verzoek, ten einde 'er voorzieninge mogte worden gedaan, dat de Marketenters der Franfche troupes geen fterke dranken mogen verkoopen, zonder dat alvorens den impost worde betaald, eene Commisfie wegens het Quartier zich bij den thans Commanderende Franfchen Officier binnen de Stad Nijmegen zal vervoegen, met verzoek om ordre te ftellen, ' dat noch de Commisfarien, noch de Marketenters, noch eenige Franfche Militairen eenige fterke dranken aan Burgers, In-en Opgezetenen zouden mogen verkoopen, ten zij nevens de Burgers en Ingezetenen den impost betaalen; , Dat voorts een Publicatie zal worden gearresteerd, waar bij aan al-  i? Julii 1795. alle Ingezetenen wordt verboden om eenige fterke dranken te koopen van Commisfarien, Markecenters, of Franfche Militairen, dan met voorkennis van de tijdelijke Pagters, op eene boete van 100 zilvere ducatons; en dat vervolgens Hun Hoog Mogende bij Misfive zullen worden verzocht, om bij den Franfchen Repraefentaht Richard te bewerken, van daar omtrent ten eerften de noödige voorzieninge te willen doen tot het in ftandhouden van een zoo confiderabilenjtak van 's Quartiers financie. Dat betreffende articul 7. der Ordonnantie, Waar bij is geftatueerd, -dat een Slijter op éénmaal niet minder mag verkoopen dan twee kannen Genever of Brandewijn, zulks zal worden gefteld op een halve kan. Dat wat aangaat het haaien van een dubbeld billet door de Voerlieden en Schuitevoerders, de Voerlieden van wagens en karren, Zoo wel als de Schuitevoerders, zullen verpligt en gehouden zijn, eer en alvorens de poorten uitgaan, of met de fchuiten van de wal ftëeken, de billetten van uitflag af te geeven aan zekere huizen binnen de poorten dier Steden door de Pagters daar toe aan te wijzen, ten welken einde Supplianten binnen Nijmegen een dubbeld billet van uitflag geeven zullen,  17 Julii 1795' . len, het een gedrukt en ingevuld, en het tweede gefchreven om aan het aangewezen huis afgegeeven te worden op eene boete van vijftig goud gulden door die Voerlieden en Schuitvoerders te verbeuren, welke daar in nalatig blijven, met last aan de Grosfiers en Slijters om dezelve daar van te ver* wittigen, meede op eene boete van ,50 goudgul* dens, indien zij zulks nalaten: En bij aidien de Voerlieden of Schuitvoerders, welke een zooda-* nlg billet niet mogten hebben afgegeeven, echter zouden willen (taande houden, zulks gedaan te hebben, dezelve in zulken cas gehouden zullen zijn op requifuie van de Pagters ?ich deswegen» met eeie te expurgeren. Voorts is goedgevonden en verftaan, dat de Grosfiers niet zullen vermogen eenige dranken uit te flaan, als op het billet, dat op die zelfde dag gehaald is, op eene boete van honderd zil* vere ducatons. Dat meede de Pagters ten allen tijden zullen gehouden en verpligt zijn eikanderen over en we» der vifie van hunne boeken te geeven op eene boete van één honderd goudguldens, bij verwei* gering. En eindelijk, dat een iegelijk verpligt zal zijrj met klinkenden gelde te betaalen alle de Quar^ M tier?  i/ Julii 1795. tiers imposten zonder onderfcheid, en dus in geene asfignaten; wordende het poir.ct van fchadeloosftelling tot uitflag van zaaken gehouden in advijs. Zullende Extract van deeze Refolutie aan de Ordinaris Gedeputeerden worden meedegedeeld, ten einde ingevolge dezelve de vereischte Notificatie in naam van den Quartiere te doen emaneren en publiceren na behooren. En zal aan Hun Hoog Mogende worden afgezonden de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Hoog Mogende Heeren! Wh hebben bij onze Misfive van den 23 Mai jongtsleden Uw Hoog Mogende kennisfe gegeeven van den gedelabreerden ftaat, waar in de Financien deezes Quartiers gebragt zijn door ongelukkige zamenloopende omftandigheden onder het voorig Regeerings-beftier, welke dit Quartier en deszelvs Ingezetenen meer dan negen maanden onophoudenlijk hebben moeten verduuren, en welke zelvs alle de gevoelde ongelukken van andere Quartieren en Provinciën zeer verre overtreffen, waar  17 Julii 1795. waar door onze geldkasfen of geheel ledig, of in die deplorabile toeftand gebragt zijn, dat zij zich buiten ftaat bevinden om in de allernoodwendigfte uitgaven te voorzien. Wij hebben Uw Hoog Mogende intusfchen verzekerd van onze aanhoudende bereidwilligheid om alle krachten in te fpannen tot onderfchraging van de lasten van het Bondgenootfchap, welke van een getrouw en welwillend, dog door de rampfpoeden des oorlogs uitermate vermagerd gedeelte van een Provincie, eenigzins te verwagten zijn. Thans Quartierlijk vergaderd zijnde tot het introduceren van extraordinaire middelen, waar door 's Quartiers casfa op de prompfte wijze van penningen zoude kunnen worden voorzien, en het zelve, 't welk boven de twee andere Quartieren in de Provinciale Quota zoo zeer is bezwaard , in ftaat te ftellen tot het furneren van haar aandeel in de Bondgenootfchappelijke en andere lasten, worden wij door de Pagters van den impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren over de Stad en het Schependdm van Nijmegen geïnformeerd, dat de Franfche Marketenters bij verfcheide perfonen binnen genoemde Stad Genever verkoopen, en dat hoe M a zeer  ifyjm 1795. zeer die Marketenters ook van den door hun ingeflagen Genever den impost zouden moeten betalen, de Pagters dien niet durfden te vorderen , noch peiling bij dezelve te doen, alzoo gevaar zouden loopen van mishandeld en in gevangenis gezet te worden, waarenboven de Franfchen in het openbaar voor elks oog Genever van buiten inbragten, en langs de ftraaten droegen : Dat intusfcheneen ieder der Ingezetenen dien goedkoopen Genever aldaar ging haaien , en dat dit kwaad van dag tot dag nog zoude verergeren, alzoo zij geinformeerd waren, dat de Commisfaris van oorlog van de Municipaliteit van Nijmegen een Pakhuis hadde gerequireerd om fterke dranken daar in op te Haan, terwijl in bet Pakhuis van het voorig Monopolie eenige vaten Genever door de Franfchen in requifitie waren genomen, 't geen door hun dagelijks bezogt wierdt, ons verzoekende maintien van hunnen gepagten impost. Wij hebben om, zo veel mogelijk, daar in provifioneel te voorzien door een Commisfie uit ons midden den thans Commanderenden Franfchen Officier binnen de Stad Nijmegen doen verzoeken om ordre te ftellen, dat noch Commisfarien, noch de Marketenters, noch eenige Franfche Militairen fterke dranken aan Burgers, of In-en Op-  17 Julii 1795Opgezetenen zouden mogen verkoopen, ten zij „evens de Burgers en Ingezetenen den impost betalen; aan welk verzoek de Franfche Commandant ook heeft gelieven te voldoen. Wij hebben teffens goedgevonden bij publicatie alle Ingezeetenen te verbieden om eenige fterke dranken te koopen van Commisfarien, Marketenters of Franfche Militairen, dan met voorkennisfe van de tijdelijke Pagters op eene boete van honderd zilvere Ducatons: En het daarenboven noodig geacht Uw Hoog Mogende hier van kennisfe te geeven , en teffens op het ernftigfte te verzoeken om bij den Franfchen Repraefentant Richard te bewerken van daaromtrent ten eerften de noodige voorzieninge te willen doen tot het in ftand houden van eenen zo confiderabilen tak van onzes Quartiers Financien. Dit ons verzoek dan en met de redelijkheid, en met den dienst van het gemeene Land in deeze Provincie, oordeelende allerdings overeen te koomen, willen wij ook van uwer Hoog Moogende s-ewoone aequiteit vastelijk vertrouwen, dat Uw Hoog Mog. daar aan wel zullen gelieven te defereren, en flatteren ons vervolgens, dat den Repraefentant Richard op dit verzoek wel zodane M 3 re"  17 julii 1795. reflexie zal willen maaken, als het gewicht van dezelve ons toefchijnt te meriteren. Hoog Mogende Heeren! Wij beveelen Uw Hoog Mogende hier meede in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 17 Julii 1795, het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid Uwer Hoog Mogende goede Vrienden, De provifionele Vertegenwoordigers van hcc Volk des Quaftiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezelve. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, houdende, dat van de Verpondinge over het diftrict des Bommelfche Comptoirs over den jaare 1793? gedestineerd tot betaling van de interesfe en der Predikanten tractementen over den jaare 1795, noch niets was ingekomen; Is goedgevonden en verftaan de Ontfangers der Verpondingen refpective te qualificeren, om met de betalinge der Interesfe en der tractementen van de Predikanten provifioneel zes maanden ten achteren te mogen blijven, dezelve daar toe qualificerende bij deezen. 0P  Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan ten aarden van de betalinge der Amptgelden door den Secretaris der Ordinaris Gedeputeerden, Commis der Financien onder den titel van tweeden Secretaris, mitsgaders van de Burger-R.chters in den Hove van Justitie, en van den Momboir deezer Provincie, uit deezen Quartiere ; Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat ineevoke 's Quartiers Ordonnantie de Beamptens, zoo Mi het Quartier in het particulier, als bij de Steden en Ampten in den haare aangefteld, aan het Comptoir der Verpondinge binnen Bommel , tegens overgeevinge van een Recepisfe, zullen moeten furneren ieder de Taxe, waar op derzelver Bedieningen bij de Lijst van den jaare 1750, en Ampliatie van den 18 November i755 en 31 Mai 1756 zijn bepaald, en zulks, voor zo verre dezelve noch niet mogten zijn voldaan, voor exfpiratie van de maand September deezes jaars 1795, op poene als bij den 3 en 8 articulen van de Ordonnantie op het Amptgeld refpective is vastgefteld.. En is voorts goedgevonden en verftaan bij de eerstvolgende Landelijke Vergadering aan 's Landfchaps tafel voor te Haan, het Provinciaal College aan te fchrijvenom in conformité van'sLandfchaps refolutie van i April tffr voortaan geene M 4 Bü'  17 en 18 Julii 179^. Ëeampten, aangefteld wordende in die Quartic* ren, alwaar het Amptgeld wordt gevorderd, in eed te neemen, voor en al eer dezelve onder de hand van den Secretaris des Quartiers van de betalinge van zodane Amptgelden hebben doen blijken* Zullende de Actens of refolutien van aanftelling tot zoodane Ampten en Bedieningen, bij het doen van den Eed, moeten wezen gemunieerd met een Zegel, bij 's Quartiers Ordonnantie op dat Middel vastgefteld, en voorts alles in conformite van den 77, 78, 79, en 80 articulen van gemelde Ordonnantie. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden en verftaan, dat wanneer eenige poincten bij Gecommitteerde Leden der Steden of van het platte Land worden overgenomen, om in den haare gecommuniceerd te worden , die zelve Leden tot acceleratie en afdoening van zaaken gehouden zullen zijn hunne advijfen bij een volgende Vergadering in te brengen. Saturdag den 18 juin 1795. Verlezen de Requeste van Buurmeesteren en Schout der Heerlijkheid Ubbergen, verzoekende om  * 18 Julii 1795. om de daar bij geallegeerde redenen remisfie der Middelen van confumtie ingegaan i°. Julii 1794, en vermindering van die ingaande i°. Julii deezes jaars. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers marginaal appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden. • Is goedgevonden en verftaan Supplianten te gelasten, gelijk gefchied bij deezen, om provifioneel binnen den tijd van vier weeken het eerfte verfchulde halfjaar van 1794 te betalen, en dat zulks promptelijk gefchiedende, alsdan nader bij het Quartier op der Supplianten Request zal worden gedisponeert na behooren. "Verlezen de Requeste van J. C. W. Flich, en J. Muller, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Nijmegen , ingegaan den eerften deezes maands, houdende een gedetailleerd verzoek tot het doen van de noodige voorziening omtrent het invorderen van hunnen gepagten impost; En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement gehad hebbende de confideratien en het advijs der Ordinaris Gedeputeerden; ls goedgevonden en verftaan, dat het M 5 zei-  18 Julii 1795. zelve bij Misfive in originali aan de Gecommitteerdens van wegens deeze Provincie uit deezen Quartiere ter Generaliteit zal worden toegezonden , om daar omtrent de noodige voorzieninge te effectueren bij de Franfche Repraefentanten. Op Requeste van J. A. van Dedem Lieutenant Collonel, en G. Brantfen Ritmeester, houdende, dat in de noodzaakelijkheid waren, zich wederom aan de Vertegenwoordigers des Volks deezes Quartiers te addresferen, en inftantelijk te verzoeken om een fpoedige voldoening der achterfiallige Soldijen voor hunne Compagnien, terwijl zij anders volftrekt buiten ftaat waren dezelve langer te kunnen betalen , en voor de gevolgen, die daar uit voor al in deeze tijds omftandigheden kunnen refulteren, niet verandwoordelijk wilden zijn; vertrouwende derhalven, dat aan hun verzoek zonder verder uuftel zoude mogen werden voldaan. Is goedgevonden 't zelve te renvoijeren aan de Ordinaris Gedeputeerden om daar omtrent de noodige voorzieninge te doen. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en Algemeen Welzijn in Gelderland, gefchreven te Arnhem op giste-  18 Julii 1795teren, houdende, dat van den Generaal Salme bericht hadden ontfangen, dat in de Provincie van Overijsfel al meede gerefolveerd is tot de betaling der Franfche troupes , aldaar in guarnifoen, in comptanten, als meede dat hij voor de gevolgen niet langer konde inflaan. Dat gemelde Collegie op gelijke wijze door andere Commandanten gepresfeerd was, zoo dat het moment van gevaar fcheen daar te zijn, en om, ingevolge de affpraak tusfehen het gecombineerd Collegie en eene Commisfie uit gemelde Provinciaal Collegie den 15 deezer gemaakt, de betaling der Franfche troupes in deeze Provincie, immers voor de helft, in geld te effectueren tegens overneming der Asfignaten tegens 9 Huivers de Livre. Dat gemelde Provinciaal Collegie dien ten gevolge aan de Generaal van Salme hadde geantwoord, dat provifioneel, en tot dat ih deezen nadere arrangementen zouden zijn gemaakt, de Franfche troupes, binnen deeze Provincie guarnifoen houdende, hunne gewoone Soldijen voor de helft tegens intrekking der Asfignaten zullen kunnen ontfangen, voor het eerst op Woensdag den 11 deezer maand, en wel voor een derde bij de Commisfie van Financie te Nijmegen, voor eenderde bij die van Zutphen, en een overig derde bij die van Veluwen te Ar»hem.  i8 Julii 1795. Terwijl het Provinciaal Collegie geen oogenblik twijfelde, of dit Quartier zoude uit aanmerkinge van het presfant gevaar deeze provifionele betaling wel willen verzorgen , terwijl op 's Landfchaps Vergadering, die binnen weinige dagen flond gehouden te worden, in deezen verder zoude kunnen worden voorzien, op dat deeze Provincie, die tot nog toe meer dan eene andere van bezwarende betaling van deezen aart is bevrijd gebleven, niet het ongelukkig flagtoffer wierde van eene geoutreerde en allezins in deezen onflaatkundige fpaarzaamheid, moetende het Provin. ciaal Collegie, 't welk tot op dit oogenblik met onbegrijpelijke moeite deeze zaak hadde dragende gehouden, zich onverandwoordelijk houden voor de gevolgen eener langere draaling in deeze. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan de Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om ingevolge den voorflag, bij voorfchreve Misfive gedaan, provifioneel, en tot dat in deezen nadere arrangementen zullen zijn gemaakt, voor een derde aan de Franfche troupes, binnen deeze Provincie guarnifoen houdende, de betaaling hunner gewoone Soldijen, voor de helft tegens intrekking der Asfignaten, te doen geworden. De  ]8 Julii 1795. De Gecommitteerdens der Stad Sak-Boemel hebben ter Vergaderinge voorgedraagen, dat niet wilden ontkennen (zonder zulks echter te avoueren) dat den aanflag der quota van dit Quartier, zijnde 46-19-: in de ƒ 100: welke de Provinciale Quota bedraagt, redelijk en evenredig zoude kunnen geweest zijn op den tijd, wanneer dezelve was gemaakt: maar dat men moest in het oog houden, dat dezelve wasingericht opeen tijd, dat de Quartieren van Zutphen en Veluwe in vrij minder voordeelige fituatie waren, en het Quartier van Nijmegen in volle kracht, en dus voor geene verbeteringen vatbaar, ten welken einde men Hechts het oog behoorde te vestigen op de uitgellrekte heidelanden in die beide Quartieren, inzonderheid van Veluwe, 't welk ten tijde deezer verdeeling dorre heiden waren, en thans in vruchtbaare velden en bosfehen herfchapen, wejke dus haare inkomsten aan den lande opleveren, terwijl daar door tevens het getal der Inwooneren in die Quartieren is vermeerderd, die ook in de dageJijkfche comfumtive middelen het haare toebrengen, alles blijkelijk uit de meer bloeijende ftaat der Financien van die Quartieren onder het opbrengen van minder belastingen als in den Quartiere van Nijmegen. Dat  i8 Julii 1795. Dat bij eene Quartierlijke geldheffing, en daar uit te doene Quartierlijke betaling der Quota's, deeze landen, zoo wel als de vermeerderde Ingezetenen , de balans deezer Quartieren merkelijk boven de bepaalde Quota doen overflaan tot praejudicie van het Quartier van Nijmegen, 't welk voor dergelijke verbeteringen niet vatbaar is geweest, waarom men niet behoorde voort te gaan om aan deeze thans onevenredige Quota te voldoen met uitmergeling der Ingezetenen van dit Quartier: Zonder dat eenige confideratie zoude kunnen verdienen, wanneer men hier tegens wilde inbrengen , dat het Quartier van Nijmegen vruchtbaarer is, en dat daar van die hoogere aanflag is ontdaan. Want dit al eens toegeftemd zijnde de vraag wederom zoude zijn, of het zelve vruchtbaarer is, dan ten tijde van het reguleren der Quota's. Behalven dat deeze vruchtbaarheid in deeze dagen rechtftreeks tegens de Ingezetenen des Quartiers heeft gewerkt, en aan het vermogen van het Quartier eenen aanmerkelijken flag toegebragt. Want dat het kennelijk is, dat de Franfchen, na geduurende eenen geruimen tijd op onze grenzen  i8 Julii 1795zen gelegen, en aldaar alles geconfumeerd te hebben , het eerfte in het vruchtbaar Quartier van Nijmegen waren doorgebrooken, en aanftonds hunne ledige Magazijnen uit de volle voorraadfchuuren van den landman in dit Quartier hadden voorzien, daar alles in requifitie wierdt gefteld, en naar 's Bofch en Majorie van dien vervoerd tot onderhoud van de Franfche Armee zich aldaar bevindende. Dat de Franfchen voorwaards trekkende het min vruchtbaare Quartier van Veluwe vonden, noch boven dien geledigd door de Engelfchen, die den voorraad aldaar, offchoon tegens betaling, hadden geconfumeerd: Dat het Quartier van Nijmegen alscoen grootendeels in het benoodigfte voor de Franfche Armée voorzag, vooral Over- en Neder-Betuwe, terwijl de Thielrewaard eerst aan de, verwoeftingen der Engelfchen was bloodgefteld geweest, en daar na van rondsomme aan de requifitien der Franfchen had moeten voldoen, waar van geen der Ingezetenen, tot noch toe, een duit tot betolinge genooten heeft. Dat bij dit alles komt de fchade, die de Ingezetenen van tusfehen Maas en Waal, de Overen Neder-Betuwe en de Thielre-waard door de ra-  i8 Julii 1795. inundatien hebben geleden, en die van den Thielre-waard in het laage gedeelte noch dagelijks lijden, en 'tgeen dit Quartier, als aan den eerften aanval leggende, geleden heeft duor de troupes tot defenfie gefchikt. Dat men al verder zal bevinden, dat de Hospitalen, welke de Franfchen in dit Quartier te Nijmegen en te Bommel hebben geëcablisfeerd, tot hier toe op eigene kosten van die Steden waren onderhouden, tetwijl in het Qüartier van Veluwe de Hospitalen op het Loo en Dieren ten kosten der Provincie uit de Provinciale Domeinen onderhouden zijn. Behalven dat van de gedwonge Asfignaten gèene der Quartieren zoo aanmerkelijk, als dit Quartier, en fpecialijk de Stad Nijmegen, had gedeeld gehad, Vermeenende gemelte Gecommitteerdens overzulks, dat op de vooraangehaalde gronden bij de twee andere Quartieren behoorde te worden geinfteert tot het doen van eene algemeene Geldheffing over de geheele Provincie, welkers geheele provenue in de Provinciale cas werde geftort; om daar uit, zonder de Quartierlijke Quota's in acht te neemen, te betalen de geheele Quota deezer Provincie, zoo in de honderd Millioenen aan Frankrijk beloofd, als in de Petitiën voor de Zeeen  i8 Julii 1795» eh Landmagt, als meede de Militairen öp de repartitie deezer Provincie ftaande, zoo verre deeze op te brengene penningen zullen {trekken, terwijl de algemeene ontfang uit handen der te ftellene Commisfie, zoo wel als de betaaling der' Provinciale Quota en Militairen, aan het Provinciaal Collegie zouden kunnen worden gedemandeerd ; en daarvan voorts door het zelve behoorlijke verandwoording aan de Repraefentanten vari het Volk van Gelderland gedaan, ten einde alzbö aan het Volk moge blijken ,• wat gebruik van de door hun opgebragte penningen gemaakt is. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dat ingevolge de vooraangehaalde gronden op de Landfchaps Vergadering, die binnen weinige dagen ftaat gehouden te worden, daar van opening aan 's Landfchaps tafel zal werden gedaan* De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel hebben ter Vergaderinge geproponeert, dat, indien onverhoopentlijk de twee andere Quartieren mogten weigeren in zodane aan hun voor te ftellene Provinciale geldheffing en betaling te treeden, waar door eene Quartierlijke geldheffing onvermijdelijk wordt, het Quartier'van Nij-  18 Julii 1795. inegen, conform de propofitie reets bij de laatfte Landfchaps Vergadering gedaan, uit zoodane Quartierlijke geldheffing niet meer als één derde • in de Provinciale Quota behoorde re betaalen ter tijd toe, dat eene revifie en nadere bepaaling der Quartierlijke Quotes zij gefchied, en dus in zodane val namens dit Quartier daar van het noodig declaratoir aan de twee andere Quartieren ftellig te doen: Waar op gedelibereerd, en in aanmerking genomen zijnde, dat oudtijds in de fubdivifie tusfehen de Quartieren is gevolgd de oude omflag en Quota, bepaald in (a) den jaare 15^7. Dat zedert den aanbeginne van de Republicq geintroduceerd is de communie der Middelen tusfehen de drie Quartieren. Dat de Quartieren over de communie van voorfchreve middelen oneens wordende, de Quotes van de Quartieren op den 21 December 1609 zijn gereguleerd voor den tijd van drie jaaren. Dat in volgende tijden telkens verfchil over dezelve fubdivifie en begrooting der. Quotes tusfehen de Quartieren is gerezen, en daar over ver- fchei- 00 Te vinden by M. van den Houve HandLi-Chnnijk II. B. 1 Hoofd, bladz. 77.  P 18 Julii 1795. fcheide Conventien gemaakt, en (b) decifien zijn ergaan, tot' dat in den jaare 1650 en 1652 twee bijzondere Quotes, als eene van de Middelen, en eene van de Ferpondinge, alleen provifioneel, zijn geïntroduceerd, welke eerstgemelde Quota van de Middelen in den jaare 1700 , onder referve als in den 12 articul der Conventie vermeld, meer na de conftitutie van de tijd, als wel na redelijkheid, is veranderd. Dat uit dien hoofde in het betaalen van de Provinciale lasten, flaande op den ftaat van Oorlog, bij de drie Quartieren deezer Provincie een tweederleij fubdivifie plaats heeft, de eerfte genomen na het montant van de Middelen tot eene fomme van ƒ451338-:-: guldens, in welke fomme het Quartier van Nijmegen, in plaats van de gemeene middelen in communie te brengen, draagt 206127-10-: en de tweede na het montant van de Verponding, bij provifie , en alleen maar voor den tijd van driejaaren, in den jaare 1650 gereguleerd; waar in het Quartier van Nijmegen , de voorfchreve fomme van ƒ2o6I27-Io-: van ƒ451338-:-: N 2 af- (£) Uitfpraaken van den Stadhouder Fredrik Henrikvan den 18 Mai 164.2. 24 Januarii 1643 en 25 April 1644. by L. van Aitzema Zaaken van Staat en Oorlog 2. d. bladz. 824, 807, 974.  i8 Julii 1795. afgetrokken zijnde, draagt 46-19*5in het honderd. Dac het fundament van de bezwaarlijke Quota van 46-19-5 in den aanflag de Verponding zijnde, en de Verponding niet anders als provifioneel voor den tijd van drie jaaren, en zulks onder bedingen, reftrictien en limitatien, en op belofte van redres, wezende ingevoerd, het ook redelijk is, en uit de natuur van de zaak onwederfprekelijk volgt, dat voorfchreve provenue komende merkelijk te vermeerderen, als inde Quartieren van Zutphen en Veluwe, of te verminderen, als in het Quartier van Nijmegen, ook de Quota in den aanflag der Verponding, als een gevolg daar van zijnde, behoort vermeerderd of verminderd te worden na diezelve proportie. Voorts daar bij geconfidereerd zijnde, dat tot verhoedinge van totale ruine het Quartier genooddrongen wordt te moeten vorderen en aandringen op redres in de bezwaarlijke Quota der Verponding , en vervolgens in de verligting en foulagemenc van de Provinciale Quota. Is goedgevonden en verftaan, bij aldien onverhoopt de twee andere Quartieren weigeren mogten in eene Provinciale geldheffing en betaling te treeden, aan 's Landfchaps tafel declaratoir en apercure, als voorfchreven, te doen. - - . 5 Ter'  18 Julii 1795- Ter Vergaderinge zijnde gerapporteerd, dat de Commandant der Franfche troupes, alhier in guarnifoen, bedankt hebbende voor de eer, welke hem zoude worden aangedaan , zich aanftonds gefisteerd hadde ter Camere van de Ordinaris Gedeputeerden, en op de beleefdfle wijze hadde aangenomen de ftrengfte ordres te zullen ftelien, dat geen Franfche Militairen aan Burgers, of In- en Opgezetenen fterke dranken zouden mogen verkoopen, ten zij nevens de Burgers en Ingezetenen den impost betaalende: dog dat teffens hadde verzocht, dat bij Publicatie mogte werden verftaan, dat ook geen Burgers, of In-of Opgezetenen van Franfche Militairen fterke dranken zouden mogen koopen, op zekere daar toe te bepalene breuke. En hierop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de benoemde Commisfie voor derzelver genomene moeite en gedaane rapport te bedanken, gelijk gefchied bij deezen, met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden, om op den voet van dit gedaane verzoek eene Notificatie te doen concipiëren, te doen drukken, publiceren en affigeren na behooren. N 3  i8J Julii 1795. Is ter Vergaderinge geproponeerd, of niet, vermits onroerende goederenen andere effecten, de imposten op de alienatien en collaterale fuccesfien refpective fubject, aan Corpora, buiten deeze Provincie gelegen, toebehoorende, alle drie en dertig jaaren den vijftiende penning bij wegen van redemtie moeten voldoen; waar van de eerfte betaling in den jaare 1701 gefchied zijnde, wederom in den jaare 1734 hadde moeten worden voldaan; doch welke tweede betaaling eerst in den jaare 1740 was gefchied, en de derde in den jaare 1767, zoo dat de aanftaande betaaling eerst in den jaare 1800 plaats zoude hebben, alnu zoude behooren te worden gearresteerd eene Anticipatie der betaaling van het voorfchreve redemtie-geld. Waar op gedelibereerd, en daar bij in achting genomen zijnde, dat in den jaare 1664 dit middel isgeintroduceerd en geheven met relatie tot de collaterale fuccesfien van alle goederen van Abtdijen, Cloosters en andere Geestelijke Corpora, buiten deeze Provincie behoorende, en onder het resfort van deezen Quartiere gelegen, bij het afflerven van de Proosten, Dekens, Abten en andere Gceftelijken; Ca- de betaaling bij'wegen van redem¬ tie  18 Julii 1795tie in den beginne deezer eeuw bepaald zijnde op ieder drie en dertigfte jaar, de tweede betaaling echter gedaan is zes jaaren laater in den jaare 1740:. Voorts geconfidereerd zijnde de uitputting van 's Quartiers Casfa door het voeren van eenen zoo kostbaaren en onnoodigen oorlog onder het voorig Regeerings bewind , en de uiterfte noodzaaklijkheid der geldheffingen, en ftijving der Quartier» lijke financien. Is goedgevonden en verftaan, dat de betaalinge van dit Redemtie-geld bij anticipatie in twee termijnen zal gefchieden, de eerfte zullende moeten gefurneerd worden met den eerften November deezes jaars 1795, en de tweede met den eerften Januarii des aanftaande jaars 1796; en dat die Corpora, welke voor den 1 November 1795, en voor den 1 Januarii 1796 refpective betaalen, zullen kunnen korten drie per cent. Wordende de Ordinaris Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd om hier van bij tijds alomme in den Quartiere de noodige publicatie tot naricht te laten doen. Is ter Vergaderinge geproponeerd het heffen van eenen impost van den aofte" penning alle veertig jaaren, ter redemtie wegens de non alienatien N 4 ea  i8 Julii 1795. en collaterale fuccesfien, van goederen deezen impost anderzins fubject, toebehorende aan de Domeinen deezer Provincie, voorts aan Steden , Ampten, Communiteiten, Collegien, Godshuizen en diergelijke ftabile Corpora binnen deeze Provincie , in navolging van het geene bij 'sQuar-1 tiers Ordonnantie van den 6 December 1757, en opgevolgde refolutien , ten aanzien van Corpora, buiten deeze Provincie behoorendc , is geïntroduceerd en vastgefteld: Voorts hier op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat de geweezene Provinciale Rekenkamer, de Steden, Ampten, Communiteiten en Godshuizen bezitten, en zedert eenige jaaren door aankoop hebben geacquireerd, importante goederen, en dat na alle redelijkheid die goederen, welke, zoo wel als andere Corpora, van de protectie deezes Quartiers jouisferen, insgelijks ietwes tot foutien van 's Quartiers financie behooren te contribueren, op gelijke wijze als de goederen, toebehoorende aan de Ridder-Ordre des Duitfchen Huis, Capitulairen en andere vaste Corpora binnen de Provincie van Utrecht, en in dit Quartier gelegen, waar door aan de Uithecmfche Corpora alle redenen van doleance zouden worden weggenomen, dewijl niet meerder Jdan de Inbsemfche worden bezwaard:  i8 Julii 1795. ■ En dat op gelijke wijze de goederen, toebehorende aan hec Stift terHunnepe, behooren te worden aangeflagen, als meede de Cloosters- of Geestelijke goederen in de Ampten , waar van de revenuen geëmploijeerd worden tot de daar op geadfigneerde Praebenden i Zoodanig nochtans, dat van deezen impost zouden behooren vrij te blijven alle huizen en gebouwen, welke tot publicq gebruik zijn gedestineerd, mitsgaders de Pastoralia, Diaconien en Kerken goederen, welke zoo ten platten Lande, als in de Steden, naauwlijks toereikende zijn , om aan de eindens, waar toe die zijn gedestineerd, te kunnen voldoen. Hebben de Gecommitteerde Leden uit de Steden en het platte Land deeze propofitie overgenomen, om zich daar op bij de eerstvolgende Vergadering, die ter occafie van den gecontinueerde!» Landdag zal gehouden worden, nader te verklaren ten einde alsdan verder daar op zoodanig zal kunnen worden gerefolveerd, als het gevoeg- zaamfte en minstdrukkende te wezen zal bevonden worden. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Salt-Bommel ter Vergadering gedaan; N 5 ls  i8 Julii 1795. Is goedgevonden aan Herman Hesfe Woldring Predikant op Schans Andries, Ordonnantie in voldoening van deszelvs tractement als Predikant aldaar, te doen verkenen tot 1°. Julii 1795, metauc. tonfatie op de Ordinaris Gedeputeerden ter finan«e, om denzelven kennisfe te laten geeven, dat m het vervolg, vermits het ftilftaan van den Kerkendienst op voornoemde Schans, geen Ordonnantiën tot voldoening van tractementen voor een Predikant aldaar, zullen worden gedepecheerd. De Gecommitteerdens der Stad Salt Bommel hebben ter Vergaderinge in bedenkinge gegeeven, of het niet redelijk zoude wezen, dat in deeze Provincie, zoo als in de Provincie van Holland en Overijsfel en mogelijk reeds in meer andere, eenige fchikkingen wierden gemaakt, om de fchaade van requifitien, en door dwang en fchrikbaarende Arretés ontfangene Adfignaten Provinciaal te doen dragen, 't welk nimmer gevoeglijker, dan bij eene geforceerde geldheffing kan gefchieden, al was het maar dat een en ander in liquidatie van elks verfchulde, zo ver zulks ftrekt, wierde aangenomen: want dat het eene hardigheid zoude influiten, dat voornamentlijk de Middenfiand en min vermogende Burger, na voor af drie, vier, ja vijfmaal, zijn verfchulde door leveran-  i8 Julii 1795. cie of verkoop, als voorfchreve, te hebben opgebragt, noch eenmaal in geld zoude moeten betalen, terwijl de Rijken, van de inkomften hunner goederen levende, en die dus niet in het geval zijn geweest, iet in requifitie te leveren, of voor adfignaten te verkoopen, en welke boven dien noch meest al behooren tot de Voor" ftanders van het oud bewind, welke de Republicq in deezen zoo ruineufen oorlog hebben ingewikkeld, met het betalen van den enkelden 5orten penning, zonder eenige verdere fcbaade geleden te hebben, zouden kunnen volftaan. Waar op geene refolutie is gevallen. De Gecommitteerdens der Stad Sak-Bommel hebben ter Vergaderinge voorgedragen, of, om inmiddels in de eerfte nooden te voorzien, niet al aanftonds Quartierlijk een aanvang zoude kunnen worden gemaakt met het Goud- en Zilverwerk te doen opbrengen tegens Recepisfen, en vervolgens bij de te doene, het zij Provinciale, het zij Quartierlijke Geldheffing, dezelve in betaling aan te neemen, of in Obligatien te converteren , en tevens eene vrijwillige negotiatie te openen, al was het tegens vijf percent, latende aan de Geldfchieters de keuze, om de Obligatien  18 Julii 1795. tien bij eene aanftaande Geldheffing, in betaling van het verfchuldigde wederom over te geeven, of op het Quartier te houden, en hun aandeel in Comptanten te betalen. Waar op geene refolutie is gevallen. Zondag den 19 Julii 1795. D e Gecommiteerdens der Steden Thiel en Bommel den 6 Maart, 1 èn '3 April, 30 Mai en 3 Julii, refpective, ter Vergadering hebbende geproponeerd, om, daar de Staatsmaxime van Vrijheid en Gelijkheid alle voorrechten , zoo wel plaatzelijke en Stedelijke , als perfonele en aangeboorene, verbreekt, r°. „ aan den eerften regeerenden Burgemees„ ter der Stad Nijmegen het Praefidium in „ de Quartiers Vergaderingen niet verder op „ te dragen, maar het zelve bij beurten van „ Quartiersdag tot Quartiersdag te doen „ verWisfelen. 2.0. „ Om in het vervolg de Quartiers-Verga„ deringen door de Steden van dit Quartier „ bij beurten te doen roulleren. 3°. „ Om de Ordinaris Gedeputeerden ter finan„ cie te auctoriferen tot het uitfchrijven der „ Quartiers-Vergaderingen.  19 -pHI *7?54o. n Dat, daar thans uit gemelde grondbegin„ zei alle Leenregtelijke ftelzels, alle Go" tifche Oppermagt en voorrechten van den „ eenen boven den anderen verbroken zijn, het Nijmeegsen Wapen tot deszelvs oude " eenvoudigheid diende weder te keeren, " latende de Arenden van den Duitjchen Kei" fer Hngs en rechts hemen vliegen. ,0 " Dat de Stad Nijmegen zich zal hebben te '''„ onthouden van in het vervolg eenige fuperioriteit onder de Steden te betoonen. End'èeze Propofitien ten tijde, wanneer dezelve wierden gedaan, door de Gecommitteerdens van Nijmegen, onder protest en referve van Contraaantekening , overgenomen zijnde, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden; Voorts bij refolutie van gisteren zijnde goedgevonden, dat op overgenomene poincten bij de eerstvolgende Vergadering na de overneeming zal moeten worden geopend: Heeft de Magiftraat van Nijmegen, confidererende, dat de waare Vaderlands liefde vordert, zoo veel mogelijk , Broederfchap en harmonie tusfehen Leden van Staat aan te kweeken, ten einde eenparig aan het herftel van een zoo zeer gefolterd, en onder het voorig beftier uitgeput, Ge-  19 J^lii i?95Gemeenebest te kunnen meede werken, waartoe zeer aanmoedigende zijn de gunstige: omftandigheden der gemaakte Alliantie met een vrij en magtig Volk , onzen natuurlijken Bondgenoot, en de levendige bewijzen door de Goddelijke Voorzienigheid zoo zichtbaar gegeeven van de pogingen, tot redding van het dierbaar Vaderland aangewend wordende, tegens alle flinkfche oogmerken van geweld en overhe'erfching te willen zegenen, vermeend van haare zi.de te moeten vermijden, 't geen tot tweedragt of disfenfien aanleiding zoude kunnen geeven, genegen zijnde alles te contribueren en in te fchikken, wat tot welzijn van het lieve Vaderland in het gemeen, en van deeze Provincie, en dit Quartier in het bijzonder, eenigzins zal kunnen ftrekken : En overzulks het niet ondienftig geoordeeld, in plaats van een Protest of Contra-aantekening, edoch onder referve van dezelve, voor te flaan, de deliberatien over deeze Propofitien uit te ftellen, tot dat de zaaken van het Bondgenootfchap tot meerder confiftentie zullen zijn gebragt; Verzoekende, dat de gemelde Gecommitteerde Leden van Thiel en Bommel, dien onverminderd, in overweeginge gelieven te neemen: Of de rechten van den Mensch en Burger ook tot  19 Julii 1795. tot een grond hebben de zekerheid der uitoeffening van die rechten, welke tot maintenue der ordre in eene Maatfchappije beraamd, en noodzaaklijk te conferveren zijn. Of de verklaaring van Vrijheid en Gelijkheid zoo verre behoort te worden geëxtendeerd, dat alles, 't geen te voren geregeld is, onbepaald moer worden veranderd, en vrij en gelijk gefield: Zoodanig, dat op de van ouds beflemde plaatzen tot het houden van hooge Vergaderingen geen acht meer moet geflagen worden, maar dezelve gebragt tot eene circulatie door de Steden en Dorpen deezer Provincie. Of, zulks toegeftemd wordende , door dusdane extenfie ook voorige verbintenisfen zouden worden losgemaakt, welkers verbreeking zeer nadeelige gevolgen zoude kunnen na zich fleepen. Voorts, of ordre te obferveren iets anders is als praedmnineren; en of het dirigeren der Quartiers Vergaderingen kan genoemd worden eene aanmaatiging van fuperioriteit boven andere Steden, waar van de Stad, welke dezelve volgens het aloude gebruik oeffent, zich in het vervolg zoude behooren te onthouden , als flrijdig zijnde met redelijke Vrijheid en welbegreepen Gelijkheid. Of die Vergaderingen niet het gevoegzaamst wor-  19 Julii 1795. worden gehouden op een plaats, daar zich de Secretarie permanent bevindt; daar alle de Charters^ tot die Vergaderingen fpec.terende , worden bewaard, en voor handen zijn, en daar de Ordinaris Gedeputeerden ter financie hunne refidentie houden; ten waare erheffelijke redenen, de veiligheid binnen zodanige Stad bedenkelijk makende, de verplaatzing, voor een tijd, mogten koomen te requirerqn. Met verder verzoek, van daar bij na te gaan * 't geen uit de gefchiedenisfen van de regeering deezes Quartiers, van de aloudfte tijden herwaards, dienen kan. Waar uit het kennelijk is: Dat Nijmegen de oudfle der Steden is op den Bataavfchen grond, geweest zijnde een verblijfplaats , een Legerfteê van de Romeinen langs en omtrent de Rivier, reets bekend met den naam van Noviomagus of Noviomagum, en van Stad, ten tijde vanGallienus, en van Postitmus inde derde eeuw. Dat, wanneer de Romeinfche magt hier te lande door de geduurige ftormen van de Germanen merkelijk begon te verzwakken, omtrent het midden van de derde eeuw, zijn te voorfchijn gekomen de Franken en Saliers, die door de tijd met de Batavieren, en andere naastgelegene Volkeren, wel-  19 I795welke onder diverfe naamen deeze landftreeken bewoonden, in verbond zijnde getreeden, en van dien tijd af met den gemeenen naam van Franken benoemd zijn, den Romeinen deeze landen niet alleen, maar ook naderhand, en wel in het begin van de zesde eeuw, geheel Gallie hebben ontweldigd. Dat bij vervolg van tijden deeze landftreek door Saxers en andere vreemde natiën zijnde in bezit genomen, en door invallen van Deenen en Normannen telkens afgelopen, en deerlijk verwoest geworden zijnde, door de wapenen van Carolus Martellus, en daar na van deszelvs Kleinzoon Carolus Magnus is geconquesteerd, en in het Frankifche Rijk door overwinning, na het recht der Volken, wederom ingelijft, Wanneer de ftaat deezer landen eene betere gedaante begon aan te neemen, en de Stad Nijmegen aan de Frankifche Koningen, als een koninglijkftamgoed, bijzonder eigen wiejdt. Dat dit aanleiding gegeeven heeft, dat Carolus Magnus in den jaare 777, en de volgende Koningen van Auftrafien, of het Oost-Frankifche Rijk, verfcheide Rijks- en Landdagen, met de daar op vergaderde Rijksftaten, binnen Nijmegen hebben gehouden, blijkelijk uit het verhandelde O « op  19 Julii 1795. op die Vergaderingen in de jaaren 806, 815, 826, 827, 837> 838, 856, 896, 898, 911 O) enz. Gelijk zulks ook van tijd tot tijd is gefchied door de Westerfche en Duitfche Keizeren, na dat de landen tusfehen den Moefel, Rhijn en Maas, en dus meede dit Gewest, door den Frankifchen Koning Ludovicus , Zoon van Carolus Simplex, aan den Keifer Otto Magnus overgegeeven, en aan het Roomfche Rijk gehegt waren, zoo dra de flaatszaaken der andere naastgelegene Gewesten, om ordre op dezelve te ftellen, zulks vorderden, fpecialijk in de jaaren 948, 986, 1003, 1006, 1018, 1031, 1039, 1218, (70 enz. Dat 00 Annal. Francor. Bertiniani ad anti. 776, 806, 8125, 826, 837, 855. Meténfes et Tiliani ad an. 777, 806. Fuldenfes ad an. 838. Pithoeani ad an. 836. Caphular. Reg. Franc, pag. 727. Chronic. Moisfiac. Coenobii ad an. 806. de geft. Nortman. ad an. 837. Monachus Coenobii Egolismenfis de rit. Carolt' ad ann. 777,806. Aimoinus de geft. Francor. lib. IF. cap. 24,115. Poeta Saxo de vit et geft. Carol. M. lib. I. ad ann. 777. Regino in Chronic. ad an. 806. Eginhartus de geft. Ludovici ad an. 825. Erm. Nigellus de reb. geft. a Lttdov. lib. IV. V. 302. Sifridus in Arnulpho ad an.900. (£) Chronic. Hildensheimenfe ad ann. 1006, 1031, 1039. Annaiista Saxo ad ann. 1003, 1018, 1039. Sigebertus Gemblacenfis in Chronic. ad ann. 1018. Wippo in yJta Conradi Sa Hei pag, 445.  19 Julii 1795- :" Dat die Keiiers de Stad, welkers Provinciaal Huf of Paleis te Nijmegen een Keiferlijk goed was, hebben verheven tot een vrije Rijksjlad, engrootelijks begiftigd met al 't geene de vrije Rijksfteden onder den naam van Regalia bezitten, waar van de oorfpronglijke brieven (0 alnoch voor handen zijn. , Dat vervolgens de Stad met het Rijk van Nijgen in den jaare 1248 door den Roomfchen Koning Willem aan Otto Graaf van Gelre , den der. den van dien naam, voor zestien duizend mark, zilver is (<0 verpand, door welke verpanding, en vereeniging met den lande van Gelre de luifter der Graven niet weinig is vermeerderd. Dat S alt-Bommel in den jaare 1316 door Graaf Reijnald van Gelre den eerften, volgens de magt door Keifer Hendrik, den zevenden, aan hem verleend, bij rade zijner vrienden, van een Dorp (e) een Stad zijnde gemaakt, zedert dien tijd O 2 eersc (O Door den Burger Joh. in de Betouw uitgegeeven in de Handvesten van Nijmegen biadz. 1 • 75- (d) Zie den Pandbrief in de Handvesten bladz. 82 89, vergeleken met de Annal. Noviomag. pag. 65, 66,71. (O Handvest door Graaf Reijnald , gegeeven des anderen dags na St. Lucas Evangelistdag 1316. in 't Geldersch Placaatboek 1 App. col. 67.  lp Julii 1795. eerst onder de Steden van den lande van Gelre is begrepen geweest. Dat Thiel, door beleeninge van de Bisfchoppen van Utrecht, volgens Charters van het Bisdom, aan de Hertogen van Braband zijnde gekomen, door Graaf Reijnald van Gelre , den tweeden van dien naam, na ook al voorheen door Graaf Reijnald den eerften overrompeld te zijn geweest, in of omtrent den jaare 1333 jure belli is geoccupeerd, waar op naderhand eene ruiling van de Stad Hcusden tegens Thiel tusfehen Graaf Reijnald en Hertog Jan van Braband, den derden van dien naam, is gevolgd. Dat Thiel uit kracht van die verwisfeling is Gelder sch geworden, en dat de Hertogen over geene der andere Steden 's Lands van Gelre zoo een £edistingueerd rechten oppermagt, als over Thiel, hebben geëxerceerd gehad. Dat die vermangeling van Thiel tegens Heusden, en erectie van het Dorp Salt-Bommel tot een Stad, den voet heeft gelegd , dat in tijden van ongelegenheid die Steden den toevlugt hebben genomen tot de oudfte Stad, haar noemende de Cf) Hoofd-Jlad, van welke het geheele Quartier haren naam ontleende. Dat (ƒ*) Brief van Saïf-Bommel gefchreven op St. Ambrofiusdag 144:. Certificaat aan-de Afgezanten der Stad Stit-  i-9 Julii 1795. Dat bij het doorloopen der epoques, en het gebeurde in voorige tijden, ten aanzien van het houden der Volksvergaderingen, niet donkerlijk zal oncdekt worden. Dat de Volksvergaderingen, gelijk die oudtijds onder de Batavieren gehouden wierden, in de Middel-Eeuwen, door de Franken fchijnen te zijn afgefchaft. Dat, in vervolg van tijden, daar toe wederom aanleiding gegeeven hebben de Beeden of Petitiën der Furften om adfiftentie met geld of andere middelen; vermits de Furften geen magt hadden fchaitingen na welgevallen, buiten confent der Ingezetenen, in te voeren. Dat inde vroegfte tijden alle vrije lieden, onder niemands fchut ftaande , die geërfc waren , zonder onderfcheid zij waren dan Ridderen of Knaapen, Burgeren of Boeren, wierden geconvoceerd of verfchreven. O 3 Edog Salt-Bommel op derzelver verzoek verleend onder het Zegel der Stad Nijmegen op den 28 Julii 1581. in de Hand-pesten van Nijmegen, bladz. 278. Brief van de Stad Thiel van 31 Julii 1568. in het Vervolg der Handvesten, bl. 128,129. Quartiers Recesfen d.d. \6Maart 1593. 21 Decemb. 1643. 17 Febr. 1655, waar bij ingeroepen wordt de brief van Hertog Arnold van Gelre van 4 Julii 1449. LanddagsRec.*/. d. 22 Decemb. 1643.  J9 Julii 1795. Edog dat zulks daar na is veranderd, om dat aan de eene zijde in Vergaderingen van zoo veele vrije Menfchen de deliberarien ongemakkelijk , en de refolutien langzaam vielen, en dat aan de andere zijde niemand daggeld trok, en een iegelijk op zijn eigen beurs moest compareren. Zulks dat veele lieden, die niet fterk geërft waren, en geen groot belang bij de contributien hadden, niet zeer greetig waren de Landdagen bij te woonen. Dat vervolgens in de Steden overdragen zijnde, dat ten Landdage alleen compareren zouden de Burgers-Regenten, als repraefenterende de alinge Gemeenteen treffelijkfte Geërfdens binnen de Steden, alle vrije lieden (want geen fervil perfoon kon Burger van een Stad zijn), en ten platten Lande daar over geene Conventie wordende gemaakt, door het gebruik (g) de comparitie ten Landdage wegens het platte Land gekomen is tot weinige treffelijke Geërfdens, dewelke, bezittende eenige goederen van den Furst te leen, groot belang hadden, dat het Land behouden bleef, en die ook, als het zelve in nood was, ten refpecte van haare leen- (g) Vergelijk Fred. a Sande inTraci. praelimin. cap. III. 11. 19. ad Confuet.ftudah Gshiae.pag. 8. edit. Colon. 1Ö98.  19 Julii 1795* leengoederen , na de ingevoerde Leenrechten, dienst moesten doen. Bij welk gebruik de Ridderbeurtige, Knegten enSchildknapen in de drie Quartieren , oorfpronglijk als treffelijkfle Geërfdens, zich hebben gemaintineerd gehad, en, met exclufie van alle anderen, zich aangematigd wegens het platte Land op dc Lands- en Quartiersdagen te compareren, en aldaar uit ie maken de helfte van de Regeering, en de Steden de andere helfte. Dat, wanneer die Vergaderingen meer geduurig wierden na den jaare 1425, en ten tijde van de verregaande disfidien tusfehen Arnolden Adolph wegens defuccesfie in het Furflendom, de Stad Nijmegen nevens, de andere , die den naam van Hoofdjleden der Quartieren droegen, zonder onderfcheid, of die Vergaderingen.in loco, of extra eum, gehouden wierden, in dezelve heeft voorgezeten, en alnoch voorzit, de directie heeft gevoerd, en alnoch voert, de omvraagen heeft gedaan, en alnoch doet, de conclufien heeft geformeerd, en,alnoch formeert, doende door den (//) Stads Secretaris, die daar in fungeert, het Reces in {lellen. Dat de Stad uit dien hoofde ook de VergadeO 4 rin- h) Landd. Ree. d. d. 17 Maart 1595.  IQ Julii 1795. Hngen uitfchrijft, en binnen haare Raad Camer doet voortgang hebben, en zoo wel alle Quartierlijke Brieven, Actens; Commisfien enz. als de Landelijke, wanneer de Landfchap binnen Nijmegen vergaderd, onder het Zegel of IVapen der Stad doet expediëren. Omtrent welk Wapen de Gecommitteerde Leden van Thiel en Bommel dan teflens gelieven te reflecteren , dat het zelve geen voortbrengzel is van het ongerijmde en verwarde Leenfielzel, noch Gotifche oppermagt; Dat ook de Stad zich hetzelve niet heeft gearrogeert om te praedomineren, oïjuperioriteit te voeren boven de andere Steden, maar dat in den jaare 1248, wanneer Sak Bommel noch een Dorp was, en Thiel aan den Hertog van Braband behoorde, de Rijks-Had met het onderhorig Rijk van Nijmegen aan den Graaf van Gelre verpand zijnde geworden, dit Wapen tot een altoos duurend bewijs, dat zij als een Rijkjlad zoude geëerd worden, gegeeven is : Waarom ook Keifer Carel, de vijfde van dien naam, wanneer hij als Heer van de Nederlanden en Burgundien, in den jaare 1549 een altijd blijvend Verbond zoude fluiten met de Rijks en Keurvorften , benevens vier van de eerfte Geestelijken, vier van de voornaamfte Vorften, en vier van de voc#-  tg Julii 1795voortreffelijkfte Steden , onder die Steden (O befchreven heeft gehad de Stad Nijmegen tot bezegeling van bet zelve met haar Wapen, als zijnde eene der principale Steden van zijne Erflanden. Maar als de Gecommitteerde Leden van Thiel en Bommel de gefchiedenisfen der tijdvakken verder nagaan, zullen zij bevinden, dat de Stad thans niet jouisfeert van dien luifter: de talrijke privilegiën, treffelijke vrijdommen, hoog-en gerechtigheden, zelvs bovën veele andere Rijksfteden, zoo mildelijk door de Keifers aan de Stad gefchonken, en de bijzondere Conftitutie van Vrijheid, die de, 2elve in vroegere tijden heeft gehad, en die de Graven en Hertogen, zelvs Carel de V, en Philips de II noch hebben geëerbiedigd, zijn naderhand, immers voor een gedeelte, vertrapt geworden; en de Keiferlijke Arend is zedert het eindigen van de Hertoglijke regeering, onder het opgevolgd Gouvernement, zoodanig gerukt, geplukt en van vederen beroofd, dat hij zich thans onmagugbevind of rechts of links te kunnen opvliegen. De Magiftraat van Nijmegen kan derhalvenvan de wijsheid en gematigdheid van de Magiftraten van Thiel en Sak-Bommel niet anders verwachten, dan O 5 dac 0 Brief van Keifer Carel, geinfereerd in de Oplesten van Nijmegen tl. 25 l'  ip Julii 1795. dat dezelve, wanneer 'er al eens eene volkomene Collateraliteit of gelijkheid, ten allen tijden, tusfehen de drie Steden hadt gefubfifteert, of alnu voor het vervolg zoude moeten plaats grijpen, niet zullen aarzelen, van deeze propofitien provifioneel te houden in advijs, tot dat de zaaken van de Republicq, 't zij door eene Nationale Conventie, 't zij anderzins, tot eene meerdere confidentie zullen gebragt, en de vaste grondflag om het groot gebouw der Nationale Vrijheid, dat dierbaar Kleinood, daar op op te trekken, zal gelegd zijn. Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde een Borderel, behoorende tot 's Quartiers lasten en inkomften over den jaare 1794, waar uit blijkt, dat de Ordinaris Generaliteits lasten over den jaare 1794 zouden hebben bedragen . . 523,434- 8-7I De Extraordinaris Generaliteis lasten ....... 605,255. ;'-a* Voorts de Domestique en Quartiers lasten . , . . 306,167-10-8 Zullende de uitgaaf alzoo te zamen bedragen over 1794. Waar tegens de ïnkomften over 1794 zouden bedragen hebben . . . . ƒ710,516- 1-8  ip Julii 1795En daarbij in overwegingezijnde genomen, dat van het oogenblik, dat ons Gemenebest onder het voorig Regerings-bellier in eenen rampzaligen oorlog is gefleept, de Financien door aanhoudende geldverfpillingen zoodanig zijn uitgemergeld, dat men door den dringenden nood gedwongen wordt, zonder verwijl, de beste middelen aan te grijpen om 's Quartiers Casfa op de prompfle en fpoedigfle wijze van penningen te voorzien, te meer daar alle omftandigheden, zoo binnen als buiten, het doen van opofferingen vereifchen tot onderfchraging van het lieve Vaderland en bewaaring van de pas herkregene dierbaare Vrijheid en onafhanglijkheid. Voorts ter deliberatie gebragt zijnde het Placaat op de heffinge van den honderdden penning, gearredeerd den 5 Septemb. 1794, met de daar bij geconcipieerde veranderingen : Is goedgevonden en verdaan te confenteren in het ligten van eenen vijftigden penning binnen dit Quartier bij wege van eene geforceerde Negotiatie, en dus van twee per cent van ieders bezittingen , tegens eenen jaarlijkfche interest van drie percent: onder approbatie nochtans van de Burger Committenten der Steden Thiel, Bommel, OverBetuwe, Maas en Waal, Neder-Betuwe, Thielrewaard  19 Julii 1795. waard en Bommelre-waard, en van die geene, die intusfchen, door oproepinge des Volks als Vertegenwoordigers binnen de Stad Nijmegen mogten worden aangefteld, in te brengen op de aanftaande Quartiers Vergadering, die teroccafievan den Landdag binnen Zutphen ftaat gehouden te worden. Op het geproponeerde dóór de Magiftraat der Stad Nijmegen, dat, bijaldien eene geforceerde Negotiatie zal worden geftatueerd, en van deopgefchotene Capitalen eenjaarlijkfche interesfe, men vooraf behoord zeker te zijn, dat die interesfen uit 's Quartiers fondfen zullen kunnen worden betaald, dewijl anderzins nieuwe belastingen totfupport der Renten zouden moeten worden gevorderd, waar door de hoofdfom der lasten grootelijks vermeerderd, en eene voortduurende last op de fchouderen der Ingezetenen gelegd zoude worden, 't geen, zoo veel mogelijk, behoordt te worden vermijd, en dat gemelde Magiftraat daarom eene heffing van den 50"™ Penning, zonder betaling van interesfe, boven een geforceerde Negotiatie zoude oordeelen praeferabel te zijn. Is goedgevonden en verftaan met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 30 Mai laatstleeden de  i9 Julii 1795de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken en te auctoriferen, ten dien einde te doen opmaaken een ftaat van 's Quartiers financie, om te weeten, hoeveel de jaarlijkfche inkomften van het zelve zijn, en wat daar tegens zoo aan interesfe, lijfrenten, tontines, tractementen, als anders, ftedig in uitgave komt: als meede om op te geeven, wat het Quartier omtrent het een of ander, mitsgaders op de Petitiën ten achteren is, en hoeveel nu wederom in de honderd Millioenen en andere Petitiën zal moeten betalen. Waar meede het Quartier op heden is gefchei- den. Ter ordonnantie van de Volksvertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOUW,   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING GEHOUDEN BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN JULIUS, EN AUGUSTUS 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCH E VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Stedet.. N IJ M E G E N. GlSBERTUS CORNELIUS JS de BETOUW, Hendrik Hoogers. THIEL» Willem Adriaan van Oijen j Cornelis Taaij , Pjetèr ten Bosch. BOMMEL. Warmöld AlbeRtinus van dèr FeltZj Gerhardus Kluijtmans, Platte Land, RTJK VAN NIJMEGEFt Willem Libotté, Henricus van Bennekom, P OVER-  OVER-BETUWE, MET PANNERDEN. Hendrik Aalbers, Wouter Rijnders, junior. johannes glover, Lambertus Pauwen. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Jan Festen, Aeldert Schouten. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldik, B. Zoon. Johannes Brands. THIELRE-WAARD. Jan Margriet Franciscus van Everdingen, BOMMELRE-WAARD, MET HET SCHEPENDOM DER STAD BOMMEL. Philip Willem van der Horst.  a8 Julii 179$, Reces des Qttartiers van Nijmegen», op eene gecontinueerde Extraordi* naire Landfchaps Vergadering > gehouden binnen de Stad Zutphen in Julius en Augustus 1795? het eerfte jaar der Bataavfche Vrip heid. Dingsdag den 28 Julii 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft wederonj goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerden ad caufas, als van ouds, te doen be? handelen, hebbende tot Directeur benoemd den Burger Gisbertus Cornelius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeester der Stad Nijmegen. De Gecommitteerdens uit de Magiftraat der Stad Nijmegen hebben uit last van derzelver Committenten voorgedragen, dat de verfchillende opinien aangaande het al of niet zamen roepen der Ingezetenen van het Schependom van Nijmegen toe het beraamen van een Plan tot oproeping van het Volk, ten einde eene Stads Regeering te formep a ren,  28 Julii 1795. ren, zoo verre van elkander verfchilden, dat geene 1 waarfchijnlijkheid, veel minder eenige mogelijkheid, zich opdeed om zoodanig eene epineufe zaak door.minnelijke tusfchenfpraak te vereffenen; Dat derhalven de Magiftraat met concurrentie der i Gemeenslieden, in aanmerkingneemende de hooge \ noodzaaklijkheid om een einde te maaken van alle onzekerheid, en van de inconvenienten daar uit refulterende, goedgevonden hadde hun Gecommitteerden te gelasten aan 's Landfchaps tafel het daar heenen te helpen dirigeren, dat de Vertegenwoordigers van het Volk van Gelderland door eene daar toe te benoemene Commisfie den ftaat der zaaken ten opzichten voorfchreven zouden gelieven te laten examineren, en zoodanig te decideren, als ten meesten nutte voor Stad en Schependom van Nijmegen deszelvs Burgeren en Ingezetenen, volgens de afgekondigde rechten van den Menfch en Burger, en de daar uit voortvloejende grondbeginzelen van Vrijheid en gelijkheid zullen oordeelen te behooren, zonder eenige confequentie voor het vervolg. En is meede gelezen eene Requeste van Buurmeesteren en Gecommitteerden van Hees, Neerbosch en Hatert, uitmakende het Schependom van Nijmegen, daar bij te kennen geevende hun ver-  a8 en 29 Julii 1795* vermeend recht tot ftemming en verkiezing in de Regeering der Stad Nijmegen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan de twee andere Quartieren in bedenkinge te geeven, of niét eene Commisfie uit het midden der Landfchap behoorde te worden gedecerneerd, om den ftaat dier verfchillen te examineren, en te onderftaan, om alle differentiale poincten, die over het Plan van oproeping reeds zijn ontftaan, of verder mogten ontftaan, kennis te neemen, en te trachten te asfopieren, ten einde het Plan van oproeping werde tot confiftentie gebragt, de Stad Nijmegen niet blijve buiten wettige Vertegenwoordigers , en het belang der Burgeren en Inwooneren op een legale wijze moge behartigd en waargenomen worden. Het Request der Ingezetenen des KerfpelsDoornenburg is gefteld in handen der Ordinaris Gedeputeerden om te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Woensdag den 29 Julii 179$. Alzoo bij het Tractaat van Vreede tusfehen de Franfche Republicq en den Koning van Pruisfchen. P 3 is  sp Julii 1795. is bedongen, dat de landen van laatstgemelden» leggende aan den linker oever des Rhijns van alle beflisfende befchikking zijn uitgezonderd geworden tot de algemeene Vreede tusfehen de Franfche Republicq en het Duitfche Rijk: En bij het Tractaat van Vreede en Alliantie tusfehen de Franfche Republicq en de Bataavfche Republicq is bedongen , dat de Tranfche Republicq aan de Republicq der Bataven zal afftaan zoodanig gedeelte van Landen, als in oppervlakte zullen overeenkomen met die Landen, welke de Bataavfche aan de Franfche Republicq heeft afgedaan : Heeft het Quartier van Nijmegen, op het geproponeerde van de Gecommitteerdens wegens het platte Land uit Over-Betuwe, goedgevonden de twee andere Quartieren in bedenkinge te geeven, of niet de Gecommitteerdens van wegens deeze Provincie ter Generaliteit zouden behooren te worden geauctorifeerd de zaaken daar heenen te helpen dirigeren, dat 'er bij het Franfche Gouvernement de ernitigfte inftantien werden gedaan, dat bij een generale Vreede aan de Republicq der Bataven werde gecedeerd het Land van Ravenjlein, de Stad en Ampt vznHuysfcn met Malburgenen den Tol aldaar geheven wordende, het Kerfpel Huihuizen, den PolderV Grayénwaard, en^Js daartoe be-  sp Julii 1795behoorende eilanden en zanden in den ouden Rhijn, de Ampten Duffelt, en de Lijmers, van ouds Gelderfch territoir, en aan de Hertogen van Cleve in pandfchap gegeeven. Op Requeste van Hendrik van Iterfon , en Adriaan Hanfe, Gecommitteerden van het Volk van het Ampt Beest en Rhenoij, - houdende, dat de Dorpen Beest en Rhenoij zedert onheugelijke tijden zoo wel eene Amptmannie .hebben geformeerd als de Dorpen Thielre- en Bommelre-waarden, dat die Amptmannien door Rivieren van elkander zijn gefepareerd, en wel de Bommelrewaard van den Thielre-waard door de Waal, en de Thielre-waard van het Ampt Beest en Rhenoij door de Linge. Dat, niet tegenftaande de Thielre-en Bommelrewaard één Amptman gehad heeft, het Ampt Beest en Rhenoij altoos zijnen bijzonderen Amptman hadde gehad ; en dat de Dorpen Beesten Rhenoij derhalven van het recht van eene Amptmannie niet kunnen worden verftoken, en als bijzondere Dorpen ten aanzien der admisfie in de Quartiers en Landelijke Vergaderingen onder het Ampt Thielre-waard gerekend worden. En hier op gedelibereerd, en in achting genomen P 4 atij»«  20 en 30 Julii 1795. zijnde, dat der Supplianten verzoek bij de Landfchap is gehouden voor domesticq , is goedgevonden en verftaan te perfifteren bij deezes Quartiers Refolutie van den 30 Junii jongstleden, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat totextraordinaris Gecommitteerde wegens deeze Provincie ter Vergadering van Hun Hoog Mogende is benoemd de Burger Jan van Leeuwen, Lid der Municipaliteit der Stadt Thiel; verzoekende, dat zulks ten Landdags Recesfe moge worden geinfereerd, en daar van de noodige Commisfie verleend. Donderdag den 30 Julii 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat tot Ordinaris Gecommitteerde wegens deeze Provinde ter Vergadering van Hun Hoog Mogende wegens het platte Land uit Neder-Betuwe is benoemd Aalbcrt van Eldik, verzoekende dat daarvan de Commisfie in communi forma moge woxden'j'mcd gedeeld.  5i Julü 1795Vrijdag den 31 'Julii. 17 95- De Ordinaris Gedeputeerden hebben ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers refoluticn van den 30 Mai en 19 jongstleden overgegeven eenen korten ftaat der Financiën des Quartiers, zoo en invoegen dezelve was opgemaakt in Augustus 1794, houdende: Dat de inkomften des Quartiers, volgens de laatst overgegevene onvervankelijke Staat over denjaare 1794 hadden bedragen . 710516- 1- 8 De Negotiatie door Loterije bij 0 •' ^ . wijze van Tontine , . Twee jaaren Subfidic van de Rekenkamer over 1793 en 1794 52000- :- : De floten der laatst afgehoorde Rekeningen van de Ontfangers, na aftrek van de onbetaalde Renten en Ordonnantiën, te zaamen h^bende bedragen . . 346581-14 14 ƒ 1,4^147 IÓ' 6 V « Dat  31 Juli 1795. Dat de lasten daar tegens waren geweest als volgt: Ordinaris Generaliteits Lasten. Beftaande in de ordinaris Staat van Oorlog, welke over den jaare 1794 voor de Provincie van Gelderland ter loopende maand hadde bedragen ƒ 49870-8-10, en in het jaar ƒ 598445-6-: Waar van afgetrokken, 't geen de Quartieren hebben aangenomen, in plaats van de generale Middelen in communie brengende, te betalen, volgens conventie van het jaar 1700, het Quartier van Nijmegen . . . 206127-10-: Het Quartier van Zut- , phen bij gemelde Conventie 109000: en bijConven tie van 1720,7500: . . 116500- :-: Het Quartier van Veluwe bij eerstge melde Conventie 136210-10-: en bij laatstgemelde Conventie 7500: . . 143710-10-; ƒ466338- :-:  3i Julii 1795. Dus dar tusfehen de drie Quartieren noch te verdeelen was geweest, wegens de Ordinaris ftaat van Oorlog 132107- 6- : Dat de Quota van het Quartier van Nijmegen derhal ven voor het tantième van de generale middelen was . . . • • 206127-10- : En in het bovengemelte kort na de Tafel der Verponding . 62051-17- 4 Dat de Extraordinaris Staat van Oorlog voor Gelderland hadde bedragen 209247-15-: en 's Quartiers Quota ? • - 98285- 8- : De tweede Extraordinaris Staat van Oorlog, wegens de Brunswijkfche, Anfpachfche en Mecklenburgfche fubfidie Troupes voor de Provincie's jaars 60960-19- : en's Quartiers Quota . . 28633-17-3 De derde Extraordinaris Staat van Oorlog, wegens de augmentatien &c. voor de Provinciale Quota 216720-19-: en 's Quartiers Quota . . . . 101795-12-7! Van de twee Compagnien Jagers van  van Löwenftein, met het aanrits- geld ..... 17400-12- 7 En van een Compagnie Grenadiers van Witgenftein met het aanritsgeld, en de Staf van het Corps van Lega, twee maanden halve Soldije .... 6634-17- 9 De fubfidien aan Brunswijck, Anfpach en Mecklenburg, te zamen voor de Provincie 24719-6 en 's Quartiers quota . . 11611- ;- 2 Dat de Intresfe der Capitalen ten Comptoire Generaal van de Unie voor Rekening van de Provinciën op Losrenten genegotieerd (zijnde de Lijfrenten volgens Hunner Hoog Mogende Refolutie van den 7de September 1792 ten laste der Generaliteit gebragt) hadden bedragen voor het Quartier . 12012» 2- 8 De interesfen der Capitalen op het fubfidie der Barrière geftaan hebbende, waarvan de Lijfrenten meede volgens Hunner Hoog Mogende Refolutie van den ji]c September 1792 gebragt zijn ten laste van de Generaliteit , . . 2917- :- :  3ï Julii 1795- Dat betreffende de Extraordinaris Generaliteits lasten. Van de jaaren ïjfi tot 1791 op verfcheide Petitiën tot de zaaken van de Zee, en andere van tijd tot tijd aanmerkelijke betalingen waren gedaan, ook zommige ge-' heel afbetaald; en het niet te verwagten was, dat op de beta- Hnge der Reftanten verdere aanmaning zoude gedaan worden, als voor zoo verre de penningen dier Petitiën tot de refpective eindehs geëmploijeerd zijn: Dat ook door de Petitiën in de jaaren 179a en 1793 gedaan, verfcheide voorige Petitiën, als niet geconcludeerd, kwamen te vervallen, bedragende de Petitiën zedert den 20 November 1792 tot Augustus 1794 > te zaamen voor 's Quartiers Quota . . 1,002007-2-i Daar op betaald was tot ultimo December 1793 - . • 225737-3-3 Resterende dus f 776269-18-91 Dat  Si Julii 1795. Dat de Extraordinaire Quartiers lasten beftonden in eene aflosfing van 50000-:-: aan de Generaliteit; 's jaarlijks. Dat de Domejlique Quartiers lasten , ingevolge den overgegeeven onvervankelijke ftaat hadden bedragen .... 116417- 5- : Dat de interesfe van de Capitalen tot laste dezes Quartiers genegotieert, welke na aftrek van alle de fuccesfive aflosfingen noch in weezen zijn, zich bedragen. Losrenten op de Verpondinge desNijmeegfchenComptoirs, Ca- interesten ad 3 pet. pitalen . . 1,181037-19-: 35431- a. 8 Op de Verpondinge des Thielfchen Comptoirs 1,398,007-12-4 41940- 4- 4 Op de Verpondinge des Bommelfchen Comptoirs 1,349,643-12-: 40489- 5-12 Op het Monopolium des Nijmeegfehen Comptoirs 696955-:-.- 20908-13- : Op het Monopolium des Thielfchen en Bommelfchen Comp«>irs • • 432150-.-: 12964-10- ; Op de 8oe 40= en andere pennin-  3i Julii 1795. Interesfen ad 3 pet. ningen, mitsgaders op den impost van den Tabak 587925-:- 17637-15- : Op den impost van het klein Zegel . . 310,025-.-: 9300-15- : Dat met i1?. Januarii 1793 op de drie Comptoiren der Verponding, en 8oe 4oe en andere penningen, noch was genegotieerd 100,000-:-: waar van de Interesfen jaarlijks bedraagen . ... . 3000- -> : Dat de negotiatie der Lotinge bij wijze van Tontine had beftaan in 1000 Loten, ieder Lot ad 500gis:, doch van welke Loten niet meerder dan 645 Loten waren gedebiteerd: Dat deeze Tontines ' met de jaarlijkfche interesfe van 150,000 guldens aan prijzen en praemien, waar van Obligatien zouden worden uitgegeeven, bedragen . . 22000 Dog dat hier van moeite worden afgetrokken voor de aan het Quartier verblevene 355  3i julii 1795. 355 Loten , 7333-ï-; Verblijvende dus jaarlijks falvo calculo j—__ ƒ 14667-;-: Dat de Lijfrenten, volgens rekeningen in 1794 gefloten hadden bedragen: Op de Verpondinge des Nijtneegfchen Comptoirs . . 1528- :- i Op de Verpondinge des ïhielfchen Comptoirs . - . 2364- :- ; Op de Verpondinge des Bommelfchen Comptoirs . . . 1852- ;- ; Op het Comptoir van het klein Zegel . . . • . 334- f En dat de interesfen der Capitalen wegens de Amptgelden op het Comptoir der Verponding te Bommel hadden bedragen falvo calculo . . ... » 2000- :- : Waar op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden ■ en verftaan de voorfchreve opgave ten Recesfe te doen infereren, met bijvoeging ten aanzien van de inkomften des Quartiers, tot onderftand der gemeene zaak geïntroduceerd, dat dezelve haare fource hebben uit veelerleij fpecien van impofitien en contributien, waar van eenige zijn reëele, pro-  St julii 1795. profluerende uit vastigheden, 'of onroerende goe* deren; andere perfonele* welke voorckoomen tiic Waren, die geconfumeerd worden, of uit andere gemengde oorzaaken. Da: niet tegenftaande eene exacte heffing 200 der reëele, als perfonele middelen plaats heeft» het Quartier van Nijmegen nochtans, wegens haare fituatie, geene vaste zekerheid van haare jaarlijks fche revenuen en inkomften kan maaken. Want dat het Quartier van boven tot beneden zoodanig is gefitueerd, dat het van de zuidzijde van het Dorp Mook of Heumen tot voorbij Gorinchem met eene uitgeftrektheid van omtrent 20 uuren legd aan de Rivier de Maas; aan de noordzijde van Pannerden tot aan het diftrict. vaii Buuren aan den Nederrhijn en Linge, en dat de groote Rivier de Waal van Schenkenfchans ,toC genoegzaam aan Gorinchem haaren cours heeft midden door het Quartier. Dat die Rivieren, en voornamentlijk de Waal, in de Ampten van Over- en Neder-Betuwe mer den Thielrewaard aan de Noordzijde, en in het Rijk van Nijmegen, Maas en Waal en Bommelrewaard aan de zuidzijde, in vroegere en latere tijden hebben veroorfaakt zwaare doorbraken en overftroomingen tot onbegrijpelijke fchade van Q 's Quar-  31 Julii 1795. 's Quartiers inkomften, en ruïne der Ingezetenen. Behalven dat tot onderhoud der Dijken, gecalculeerd wordende op omtrent honderd duizend roeden, immenfe fommen moeten worden gcimpendeerd, waar door het Quartier in haare financien aanmerkelijk wordt gedrukt, zoo door het geeven van confiderabile remisfien van reële en perfonele lasten, als het verftrekken van excesfive verfchotten uit 's Quartiers casfa : zoo dat, daar andere Quartieren, minder of meerder, kunnen calculeren, op de jaarlijkfche voortbrengzels en inkomften haarer landen met den aankleven van dien tot fterking haarer Financien, het Quartier van Nijmegen met betrekking tot de Rivieren, die langs en door het zelve loopen, zich in die hagchelijke omftandigheden bevindt, dat het geene de minfte vaste ftaat kan maaken op de jaarlijkfche voortbrengzels van vee en velden, waar uit het zelve echter, voor het grootfte gedeelte, genoegzaam alleenlijk beftaat. Dat de inkomften van het Quartier beftaan i. In het product der Ordinaire generale Middelen, namentlijk in de impofitien op de Wijnen, Bieren, Azijnen met § verhooging, Gemaal met ?- verhooging, Beftiual, Zout met i verhooging , Zeep meti verhooging; Oor- en Baar-  3i Julii I79S* Paarden-geli met eene dubbelde verhpogingï Hoofd-geld, Haardjlede-geld, impost op de Bakkers- en Tapper s-neeringen ten platten Lande; Bezaaide landerijen en Hoornbeesten met met § verhooging, Schapen-geld, Pasfage-ge\d, welke bij de laatfte onvervankelijke ftaat over het jaar ingegaaji i° Julii 1793 over de drie Comptoiren bedragen hebben ƒ256959! pagt, guldens, en in enkelde guldens, de pagt-gulden gerekend ad 25 ftuivers, om dat de Huiver voor de Predikanten en het oortje voor den Armen afzonderlijk betaald wordt ƒ3211997-8. 20. In het product der Extraordinaire Middelen, als De impost op de Gebrandewijnen en gedifiilleerde wateren, te vooren bij forme van Monopolie verpagt in pagt guldens ad 26 ftuivers, over den jaare ingegaan i° Julii 1793 over het Nijmeegfche, Thielfche en Bommelfche Comp! toiren, na aftrek van de 30 pct aan de Steden, in enkelde pagt guldens hebbende gerendeerd te zamen ƒ96681-ia-:. De impost op den Tabak, over de'drie Comp» toiren deezes Quartiers gerendeerd hebbende te zamen in enkelde pagt-guldens ƒ26631-:-:» Product van het Klein Zegel met \ verhooging, bedragen hebbende omtrent ƒ15000-:-:. Q 2 De  31 Julii 1795. De belasting op alienatien, te weeren de 4cfte penning voor inheemfchen, de 2ofte voor uitheemfchen, de 8ofle van goederen, die bij executie verkogt worden, en op de Collaterale Succesfien de 3oPe penning voor inheemfchen, de i5de voor uitheemfchen , bedragen hebhende, als vooren, omtrent ƒ30000-:-:. De impost van den i5de penning op de redemtie der non alienatien en collaterale fuccesJien van goederen van buitenlandfche Corpora, elke drie en dertigjle jaar geheven wordende; of elke veertigjie jaar van Geestelijke Corpora, in het Sticht van Utrechten in den Lande van Clevet'huisbehoorende, en van de Ridder ordre van hetDuitfche Huister Balie van Utrecht. Ampt-geld, of belasting op alle permanente Ampten, getaxeerd na de qualiteit of revenues van het Ampt; doch welk furnisfement van het Ampt-geld, mitsgaders het I pct, 't geen het Quanier van de reductie der Renten van 3! tot 3 pcc 'sjaarlijks profiteert, tot aflosfing van Capitalen aan het Comptoir Generaal van de Unie, volgens refolutie van den 16 Mai 1766, is geaffecteerd ; dan waar meede men zedert den jaare 1782, ter zaakede inkomften verbeneden de Oorlogslasten wierden bevonden, genoodzaakt is geweest te fuperfederen.  3i Julii 17953tio. In het product der Ordinaire Verponding met den § ftuiver per gulden (alzo den anderen § ftuiver wordt betaald aan de Predikanten, en het oortje aan de Vroedvrouwen) hebbende over de drie Comptoiren met den nieuwen aanflag te zaamen volgens de laatstgeflotene Rekeningen der Ontfangers bedragen ƒ221004 -2-:. Uit alle welke inkomften betaald moeten worden i". De Los-Renten. s°. De lijf-Renten en Tontinen. 30. Het aandeel des Quartiers in de los-Renten van Capitalen voor Rekening der Provinciën ten Comptoire der Generaliteit genegotieerd. 4°. Het aandeel des Quartiers in de los-Renten op het Subfidie der Barrière geftaan hebbende. 5°. De domestique Quartiers-lasten. Vervolgens moet daar uit verder werden gevonden i°. Het aandeel des Quartiers in de Ordinaris en Extraordinaris Staten van Oorlog. a°. In de Petitiën en extraordinaris Generaliteits lasten. 3°. Het aandeel in de 100 Millioenen voor de bij het Tractaat van Vreede en Alliantie aan de Franfche Republicq toegezegde fchadeloosftelling. Q 3  31 Julii 1795. 4". In de onvoorziene Extraordinaire buitenlandfche kosten. 5". Het fonds van jaarlijkfche aflosfing aan het Comptoir van de Unie ter fomme van ƒ50000-: :. Op het geproponeerde door de Ordinaris Gedeputeerden ter Vergaderinge gedaan, houdende, dat de Weduwe van wijlen den geweezen fubitifiut Commisfaris van 'r Klein Zegel Jacobus Reinier Klijnpenninck, niet tegenftaande iterative aanmaningen en genomene refolutien, nalatig bleef de verfchene los- en lijf-renten ten Comptoire van het Klein Zegel genegotieerd, mitsgaders de geflagene Ordonnantiën , over den jaare 1794 te voldoen. Is, na gehoudene deliberatie, goedgevondenen verdaan gemelte Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen , gelijk dezelve geauctorifeerd worden bij deezen , om tot confecutie van het achterwezen des Quartiers tegens de Weduwe van voornoemden fubüitut Commisfaris Klijnpenninck zoodanige middelen rechtens te doen in het werk Hellen, als ten meesten nutte voor den Quartiere zullen oordeelen te behooren: alle 't onvermindert en ongepraejudicieerd het verder regres den Quartiere tegens den Commisfaris van het Klein Zegel A. A, F. Goris competerende.  3i Julii 1795» Het Request van den Collecteur der Verpon* ding benevens de Buurmeesters als Maanders van de Confumtie , en Pagters van het Bezaaij en Hoorngeld te Hernen. Is gefteld in handen van de Ordinaris Gedeputeerden om 't zelve te examineren, en vervolgens daar op te dienen van confideratien en advijs. I Iet Request van Joost van Ommeren is gefteld in handen van de Collecteurs van het Ampt Neder-Betuwe en van Lienden, refpective, om daar op ten naasten te berichten. Het Request van Jan Leenders en Willem Mulder, tijdelijke Buurmeesteren van Pannerden , is, na deliberatie, gehouden in advijs. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren, mitsgaders Inwooners en Geërfdens van denDorpe Rumpt in den Thielre-waard, verzoekende, om de daar bij geallegeerde redenen, voor het geheel of gedeeltelijk, van de te doene geforceerde negotiatie te mogen wezen ontlast: Is goedgevonden en verftaan in der Supplianten gedaane verzoek te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen, met ernftige reQ 4 com-  ï Augusti 1795. commandatie aan dezelve om 'c Quartier met diergelijke addresfen voor het toekoomende niet te incommoderen. Saturdag den 1 Augusti 1795. Ordinaris Gedeputeerden ter Vergaderinge voorgebragt hebbende een Plan van belasting op de Speelkaartent . Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden te arresteren, gelijk gearresteerd word bij deezen, de navolgende Ordonnantie, waar na binnen den Quartiere van Nijmegen, geheven zal worden een Impost op de Speelkaarten, Artic. I. V an ieder Spel ordinaire Kaarten zal voor im* post betaald worden zes Huivers, en van ieder Spel Tarocq-kaarten twaalf ftuivers, I I. Ieder Spel Kaarten zal door den Zegelklopper deezes Quartiers op Harten Aas worden geftempeld in tegenwoordigheid van den Contrarolleur van  i Jugusti 1795. van het Klein Zegel, welke verpligt zal zijn exacte •aantekening van het getal der Spelen Kaarten, door den Zegelklopper geftempeld, te houden. I I I. De geftempelde Speelkaarten zullen kunnen gehaald worden bij den Zegelklopper tegens dadelijke betalinge van den impost, boven den prijs der Kaarten, en een quart ftuiver van ieder Spel ten voordeele van denzelven. I V. Het zal aan Grosfiers, en aan andere Particulieren , vrijftaan hunne kaarten te laten beftempelen, mits' daar voor aan den Zegelklopper insgelijks betalende, boven den impost, een quart ftuiver voor ieder Spel Kaarten ten voordeele van denzelven. Op ieder onbeftempeld Spel, 't welk" in iemands huis bevonden wordt, (uitgenomen bij de Verkopers in 't Gros) zal verbeurd wezen eene boete van, vijftig goudguldens • zullende een Castelein, Gelaghouder of Particulier , welke toelaat, dat ten zijnen huize gefpeeld wordt met ongeftempelde kaarten, telkens vervallen wezen in eene boete van honderd goud guldens, en de daar mede fpeQ 5 len-  i Augusti 1795. lende parthijen ieder in eene boete van vijftig goudguldens; En zullen de geene, welke tegenwoordig zijn, verpligt wezen het zelve aan te geeven op eene boete van vijf en twintig goüd guldens; welke boetens zullen zijn voor de helfte ten voordeele van het Quartier, en voor de wederhelfte ten prolijte van den Aanbrenger. V t De bij den Zegelklopper te oritfangene impost der Speelkaarten zal op den voet, en in maniere, als die van het Zegel overgebragt worden ten Comptoire van den Commisfaris van het Klein Zegel, om daar van eene bijzondere cas ten behoeve van het Quartier gehouden te worden. Met auctorifatie op de Ordinaris Gedeputeerden om deeze Ordonnantie te laten drukken, en, op dat niemand eenige onwetenheid kome voor te wenden, dezelve in den alingen Quartiere te doen publiceren en affigeren, alwaar gewoonlijk zodane publicatien en affixien gefchieden. Wordende gemelte Ordinaris Gedeputeerden wijders geauctorifeerd eej\ Plan van belasting te concipiëren op^ het fpeelen met Dobbel-fteenen, op Billard-fpeelen, op Beugel-baanen en Koh-baanen; welke prppofnie, dien onverminderd, is over-  ï Augusti 1795. genomen bij de Municipaliteiten van de Steden en het platte Land, om daar overbij ieder in den haare gedelibereerd te worden. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, of niet eenige veranderinge in de 87^ 88ll<= en 89^ Articulen der Ordonnnantie op den impost der alienatien en collaterale fuccesfien ten aanzien van de kosten tot het doen taxeren van geringe perceelen ongereede goederen, welke veeltijds hooger loopen, dan den impost zelvs, zoude behooren gemaakt te worden: Is na gehoudene deliberatie, en in achting genomen zijnde, dat bij 's Quartiers refolutie van den 29 Mai laatstleden dit poinct provifioneel gelaten was, als van ouds, tot dat het platte Land georganifeerd, of in ordre en ftaat van werking gebragt zoude zijn, alnu tot verligting van den minvermogende goedgevonden te ftatueren : Dat, in cas van fterfgevallen, of in gevallen bij Artic.9en 18 der Ordonnantie vermeld, of in diergelijke , Taxatiën van geringe percelen ongereede goederen moeten worden gedaan, twee Memorien zonder zegel, edog door den Aanbrenger of zijn lasthebbende ondertekend, aan den Collecteur van deezen impost met het Attest van het overlijden  i Augusti 1795. den of begraven zullen moeten worden overgegeeven, die daar op zal Hellen den tijd, wanneer dezelve bij hem ontfangen zijn: zullende de eene Memorie bij den Collecteur blijven berusten, en de andere te rug gegeeven worden : En dat vervolgens daar op in de Steden eene auctorifatie op de vereedte Taxateurs van huizen en landerijen, en in de Ampten of Dorpen op de Schouten en Buurmeesteren van het Dorp, waar onder die goederen gelegen zijn, als gewoonlijk, zal worden verleend om de aangegeevene ongereede goederen op hunnen gedaanen Eed te taxeren : En dat voorts die Acte van Taxatie door de Taxateurs op een 's Quartiers Zegel, na de grootte van de fom gefchreven en ondertekend, met de Memorie van aanbreng en de daar op verleende auctorifatie tot taxatie, aan den Collecteur zonder nadere beëediging, zal moeten worden ter hand gefteld. Wordende de Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd op den voet van deeze Refolutie eene Notificatie te concipiëren, en te doen emaneren, als gebruikelijk is. _ Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat in plaat-  i en 3 Augusti 1795. plaatze van den Burger Jan Hendrik Stoffenberg tot Lid van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn in Gelderland tot 10. Mai des aanftaande jaars 1796 hadt benoemd den Burger Jan Bodd, wegens het platte land, verzoekende, dat deeze ten Landdags Recesfe moge werden geinfereerd, en daar van de noodigèCommisfie verleend. \ Maandag den 3 Augusti 1795. Bij refumtie gedelibereerd zijnde over de hef-^ finge van den 50^ penning bij wege van eene geforceerde Negotiatie tegens interesfe van 3Pct. jaarlijks. Is goedgevonden te arrefteren, gelijk gearrefteerd wordt bij deezen, het navolgende Placaat: Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen in overweging genomen hebbende den uitgeputten ftaat der Financien van het zelve door het voeren van eenen noodelozen, doch ruineufen Oorlog onder het voorig Regeerings .beftier, die veele Oorlogen in kostbaarheid over- tref-  3 Augusti 1795. treffende geweest is, zoo dat men in den jaare 1794 na eene zwaare Negotiatie, bij wijze eener Tontine-Loterije, genooddrongen is geweest den 5 September des laatst afgelopenen jaars te arrefteren eene Geldligting van den honderdften penning, en eene extraordinaire geheele Verponding, waar van het furnisfement in twee termijnen bepaald was, de eerfte 1°. December 1794, de tweede i0. Maart 1795, dan 't welk door de omwending van zaaken niet is gefchied: Voorts confidererende, dat na dien tijd daerenboven de inkomften van het Quartier niet alleen veel geleden , maar zelvs geduurende eenige maar.den genoegzaam opgehouden hebben, door dien het vernielende toneel des Oorlogs over dit geheele Quartier zich uitfpreidde: Dat de vooruitzichten tegenswoordig wel veel gunftiger zijn geworden; doch dat des niet tegenftaande uit de Verpagtinge van de impofitien den 19, 20, 22, 23, 24 en 25 Junii gedaan, blijkbaar is, dat die in dit met 1 Julii ingetreden pagtjaar, wel 120,000-;-: minder, als in de voorgaande jaaren zullen opbrengen. En wijders in achting neemende de hooge hoodzaaklijkheid, dat de Comptoiren van de thans zoo noodig zijnde penningen ten fpoedigften worden  3 Augusti 1795. den voorzien, om op eene prompte en richtige wijze het aandeel van het Quartier in de gemaakte en noch te makene Oorlogskosten te kunnen dragen, als meede om haar aandeel te betalen in de 100 Millionen voor de bij het Tractaat van Vreede en Alliantie aan de Franfche Republicq toegezegde fchadeloosftelling, en in de zwaare onkosten, die gemaakt moeten worden, door het uitrusten van eene hoogstnoodige Oorlogsvloot, ter befcherminge van de Commercie, dien voornaarcften zenuw van *den welvaart en beftaan deezer landen; voorts tot reparatie der Vestingwerken, aanvulling der Magazijnen, en 't geen verder tot herftelling en verbetering van het algemeen belang zal noodig zijn en vereifcht worden; als meede tot het betaalen der aanmerkelijke achterftallige en loopende Soldijen der Militie, op deezen Quartiere gerepartitieerd. Hebben, in vertrouwen, dat de goede Ingezetenen deezes Quartiers op het loffelijk voorbeeld van hunne Voorouders, die onder 's Hemels zegen tot affchudding van het flaaffche juk, en verkrijging van de Vrijheid, dat dierbaar klein nood, goeden bloed hebben opgezet, tot behoud van het Vaderland en eene volkomener verkregene Vrijheid, wel een zeker tantième van het haa-  3 Augusti 1795. haare zullen willen toebrengen, en veel liever temporair eenige opofferingen van haare effective bezittingen doen, dan 't geheel met de Vrijheid te zien verlooren gaan, vermeend in dit extraordinaire tijds gewricht* waar van de Jaarboeken der Republicq zedert deszelvs erectie geene ftaalen opleveren, en daar het op behoud van alles aankomt, ook extraordinaire middelen en wegen te moeten zoeken en appliceren; te meer, daar men in deezen op geene andere wijze eenige redding aan den gedelabreerden ftaat van 's Quartiers Financien kan bezorgen ; En j overzulks ter bereiking van zoo heilzaame oogmerken goedgevonden te confenteren en te bewilligen, gelijk geconfenteert en bewilligd wordt bij deezen, in eene geforceerde Negotiatie van 2 per cent van eens iegelijks bezittingen, tegens eenen interesfe van drie per cent jaarlijks, door alle de Ingezetenen deezes Quartiers ten behoeve van den Lande te doen op den voet en maniere hier navolgende. Art. I. waarover Dat de vijftigfte Penning zal worden Tan gefurneerd door alle de geenen, die tot den 50/fe duizend guldens en daar boven in Capi- taal  3 Augusti 1795. taal gegoed zijn , van eens ieders Obliga- ptm}i>g, tien \ Los- en Lijf-renten ; Contracten van zal gvm overleeving; Tontinen, Praebenden, ten lasten van dezen Quartiere , Provincie, of , andere Provinciën van de Unie, gewezene Admiraliteiten, of eenige andere Generaliteits Comptoiren, als meede ten lasten van Steden , Ampten, Heerlijkheden, Dorpen, Polders, Communiteiten, en Collegien, Banken, Diaconien, Kerken, Godshuizen, of andere Corporatien, hoedanig dezelve ook genaamd zouden mogen zijn, mitsgaders ten lasten van alle Rijken, Staten, Princen en Potentaten,,hoe genaamd, en fpecialijk'van Actiën, Annuiteiten en bezittingen van Capitalen in Engelfche en andere Fondfen , van uitftaande Crediten , Hijpotheecquen, Renten- of Schuldbrieven in onroerende goederen van particulieren'geradiceerd of gevestigd, van wac naam of natuur dezelve weézen mogen ; Erfpachten, Thinfen, Overthinfen en diergelijke Uitgangen of Stedigheden, gerekend tegens den penning twintig tot Capitaal, Bijlbrieven, Wisfelbrieven, gelden fn''Wisfelbanken, Actiën, Obligatien en " R Re.  3 Augusti 1795. Recepisfen van Anticipatie - penningen in en ten lasten van de Oost-Indifche en andere Compagnien, zo hier te Lande, als in andere Staten en Rijken buiten'sLands; van uitflaande Penningen onder Solliciteurs, of particulieren, zoo binnen als buiten 's'Lands; voorts van Comptante Penningen, daar van nochtans uitgezonderd gelden, uit hoofde van beleeningen op Effecten, of hijpothecatien op ongerede Goederen geproflueerd, of genegotieerd, alzoo den houder der Obligatien of Schuldbekentenisfen daar van den vijftigflen Penning komt te voldoen : Voorts van Landerijen, Thienden, Visfcherijen , Grienden , Houtgewasfchen , Heerlijkheden , Huizen , Hoflieden , Buitenplaatfen, Tuijnen, Boomgaarden binnen deezen Quartiere gelegen , al waare het, dat de Eigenaars buiten het Quartier woonagtig waren. Voorts van gelijke vaste of ongereede Goederen buiten deezen Quartiere , zoo in deeze als andere Provinciën, in het Resfort van de Generaliteit, mitsgaders in andere Gewesten gelegen, en bijzonderlijk ook van Zuiker- en andere Plan- ta-  3 Augusti 1795; tagien, en diergelijke bezittingen in de Colonien van den Staat, en in die van andere Natiën, ten waare de Bezitters dier voorfchreve Goederen, buiten deezen Quartiere gelegen, konden aantoonen in eene der andere Provinciën of Quartieren den vijftigflen Penning voor die hunne Goederen te hebben betaald of daar in aangeflagen te wezen : Gelijk ook deeze vijftigfle Penning zal worden gefurneerd door alle de geenen, die tot duizend guldens en daar boven gegoed zijn, van het geene onder den naam van Koopmanfchappen , of Koopwaaren begreepen wordt; van wat aart, natuur, conditie of zoort die ook zouden mogen wezen, 't welk een iegelijk Koopman of Winkelier in zijn huis, pakhuis of kelder is hebbende, zoo binnen als buiten 's Lands, ter Zee, o^ de Rivieren en te Lande, als meede van zoodane gelden of Capitaalen, als Factoors, voorts Negotianten, Fabriquanten , Trafiquanten , en andere neering doende lieden in hunne affaires, zoo tot die Factorien, als elders, komen te gebruiken; mitsgaders van Schepen in de R a Ha.  3 Augusti 1795. Havenen, ter Zee, en op de Rivieren zijnde, alle 't zoo na mogelijk te bepaalen, als ieder in confcientie zal bevinden te behooren. I L me daar J3at de geenen, die beneden de een yaa gee~x' duizend guldens gegoed zijn, van deeze Contributie bij wege van Negotiatie zullen bevrijd wezen, mits doende den Eed, bij het formulier hier na volgende vastgelïeld, blijvende niet te min aan dezelven onverlet, om hunne liberaliteit uit eene meer dan gemeene zucht en liefde tot den Lande te oelfenen, en zoo veel te contribueren, als hun zal welgevallen: Zullende geene Godshuizen, Weeshuizen en Fundatiën ad pios ufus , en diergelijke, van het betaalen deezer contributie bij 3 wege van Negotiatie wezen geëximeerd,' dan ^alleenlijk Diaconien, en Armen of Armenhuizen van almoefen levende, als meede zoodane Godshuizen, die zullen kunnen aantoonen aan de heilzame oogmerken van haare inftitutien niet te kunnen voldoen. III. Dat  3 Augusti 1795. * . I I h Dat om' niemant tegen zijnen wil te obligeren tot het open leggen van zijnen ftaat, en nochtans gerustheid te hebben, ^ sofie dat elk en een ieder in het doen van de penning voorfchreeve Contributie bij wege van Negotiatie zich zal kwijten naar behooren, aan een iegelijk zal worden vrijgelaaten en gerecommandeerd, zoo als hem vrijgelaaten en gerecommandeerd wordt mits deezen, om bij zich zei ven eenen exacten overflag en begrooting van het zuiver beloop en waarde van alle zijne ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van'zijne Obligatien, Effecten, Actiën en Crediten, mitsgaders Bank- en Comptante gelden , als vooren, binnen en buiten 's Lands, ter Zee, op de Rivieren en te Lande, zoo 'na mogelijk, te maakenin goede confcien' tie, en gelijk hij zich gegoed bevindt, mits bij of immediaat voor het doen van . de voorfchreve Contributie bij wege van Negotiatie ofwel van den eerften termijn van dien , onder folemnelen Eede, (en ten aanzien van de Mennogezinden met waare woorden in plaatze van Eede na ' \ R 3 Se-  3 Augusti 1795. gebruik hun toegedaan) verklaarende: 3, dat zij na hunne beste kennis en weetenv fchap, en zoo na als hun mogelijk is ge„ weestj op den voet bij dit Placaat uit„ gedrukt, den overjlag en. begrootinge van „. het zuiver beloop en waarde van alle „ hunne ongereede Goederen zoo binnen, als „ buiten deeze Provincie gelegen, voorts 5, van Effecten en t Koopwaaren, als in den eerften Articul vermeld, hoe genaamd, of waar geconjlitueerd zijnde, 'en zonder „ eenige uitzonderinge, dan bij dit Pla„ caat bepaald is, gemaakt hebben; en dat „ zij daarvan, gegoed zijnde tot een dui„ zend guldens en daar boven, ter goeder „ trouwe, ten minjlen twee per cent, met „ de daad in een of twee termijnen zullen „ f urneeren; en dat zij, ingevalle nader„ hand noch iets van hunne ongereede Goe„ deren, zoo binnen als buiten deeze Provin„ cie gelegen, voorts van Effecten als voo„ ren tot hunne kennisfe mogte koomen, 't „ geen bij toeval overgejlagen was, ook daar „ van twee per cent in maniere als boven „ furneeren zullen "; welke Eed bij het furnisfement van den tweeden termijn nier zal  3 Augusti 1795. zal behoeven herhaald te worden, als werkende' denzelven Eed over den volgende termijn, ten ware nochtans iemand na het afleggen van den voorfchreven Eed, en eer de tweede termijn bij hem gefurneerd is, mogte koomen te overlijden, in welke gevalle deszelvs Erfgenaamen, Executeurs of Boedelredders, ten aanzien van den termijn, die aan des Overledens ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen , en aan de Effecten en Koopwaaren noch resteert, gehouden zullen wezen den overflag en begrooting van het minder beloop der waarde van dezelven op nieuw te maaken, en den voorfchreeven Eed af te leggen. I V. Dat niemand, Ingezeten van dit Quartier Door**» zijnde of alhier te huis gehoorende, en ^j" eenige effecten hebbende, waar over deeze p°ennUlg Contributie bij wege van Negotiatie gaan u betaa. moet, daar van zal wezen geëximeerd, het zij « hij tot een huisgezin behoort, bij anderen, vaXJ^ of op zich zelve woont, het zij bij die zelve beheert, of onder de voogdije of ren aBet. R 4 cu~  3 Augusti 1795» curatele van anderen (laat, of de admirti'ftratie daarvan aan anderen gedemandeerd is,, zodanig, dat een iegelijk, van wat ftaat of conditie hij ook zoude mogen ziin, in deeze te doene Contributie bij wege van Negotiatie zal wezen begrepen, zonder uitzonderinge, en dat, om vervolgens zorge te draagen, dat een ieder, hiertoe verpligt zijnde, daar aan koome te voldoen, niet alleen uit eigen, maar ook uit eenes anderens hoofde , voor zoo verre hij daartoe verpligt is, alle en een' iegelijk wordende opgeroepen, voor het pracsteeren van den bovengemelden Eed zullen gehouden wezen op den bij hun af te leggen Eed, te verklaaren, waar zij wnonagtig pjnr cf zij getrouwd zijn, en met ivien, of zij kinderen hebben, het zij eigen rf voorkinderen, die bij hun inwoonen, en op hunzelven goederen bezitten, en welke die kinderen zijn, of zij eenige voogdijen exerceren over Pupillen, Ingezétenen deezes Ouar-, tiers zijnde, of alhier te huis hoorende, en ever welke: of zij eenige ongereede Goederen binnen of buiten deeze Provincie gelegen, voorts effecten van anderen, Ingezetenen deezes Qiiartiers zijnde, uit hoofde van  • 3 Augusti 1795. eenige curatele,. of wel uit eenigen anderen hoofde, adminiftreren, en van of voor welke perfoonen: als meede, of zij eenige perfoonen bij hun inwoonende hebben, en welke die zijn: gelijk ook noch of zij eenige ongereede Goederen binnen of buiten deeze Provincie gelegen, mitsgaders Effecten, of in Fideicommis of in Lijftocht bezitten, en voorts, of zij de voorfchreeve Contributie bij wege van Negotiatie begeeren te doen vour hun zeiven alleen, of ook wel voor hunne Huisvrouwen of Mannen, het zij afzonderlijk of gezamentlijk, voor hunne Kinderen, het zij eigene of Foorkinderen, voor zoo verre die bij hun inwoonen, of op hun zeiven effecten, als voorfchreven, bezitten: voor hunne Pupillen, voor zoo verre zij eenige voogdije exerceren over Minderjaarigen, die Ingezetenen van dit Quartier zijn, of alhier tehuis hooren, of wel voor eenige anderen, Ingezeten van dit Quartier zijnde, of in het zelve vruchtdraagende effecten, als vooren, heb- y bende, welke zij uit hoofde van eenige Curatele , of wel uit eenigen anderen hoofde adminiftreren : of ook wel uit hoofde dat zij eenige effecten in Fidei-commis of in Lijftocht bezitten ; En dac vervolgens in conformité R 5 van  3 Augusti 1795. van' derzelver gedaane verklaaringen , in alle die onderfcheidene relatien, voor zoo verre dezelve exfteren, in ieder opzicht afzonderlijk, bij hun de voorfchreve contributie bij wege van Negotiatie gedaan zal moeten worden; zullende geene Weesmeesters, of derfelver Suppoosten, noch ook Voogden, noch Curateurs of Adminiftrateurs van eens anderen effecten , in het doen van deeze contributie bij wege van Negociatie, mogen gaan boven de twee per cent, gelijk dezelve ook niet zullen mogen declareren voor de moeite of vacatiën, die zij ter deezer zaake gehad hebben. V. Hoedanig Dat wijders, om de goede Ingezetenen een teder nQg meercjer te gemoed te koomen in het den over- , , pag maa. maaken van den overflag, en alle fcrupu- Jten moet. leusheid dien aangaande weg te neemen, verklaard wordt mits deezen; dat het een iegelijk zal vrijftaan ten aanzien van de effecten, die hij bezit, zoo binnen als buiten 's Lands, waar op een cours of prijscourant is, die bij zich zeiven te taxeren na de waarde ende cours of prijs-courant, die  3 Augusti 1795. die daar op is ten tijde van het arresteren van dit Placaat, en zich in het taxeren daar na gedraagen; En "dat ten opzichte, van effecten, zoo binnen als buiten 's Lands, waar op geen cours of prijs-courant is, een iegelijk die zal mogen bij zich zeiven taxeren na rato van de prijzen der laatfte koopen of verkoopen, die van diergelijke effecten door anderen zijn gedaan, ofwel tot zoodanige waarde, als waar voor hij die ten tijde, wanneer hij zijnen overflag maakt, wel 'zoude willen afftaan; doch zullen de Franfche effecten, en adfignaten, provifioneel, van de betaaling van deezen gQtte Penning zijn geëxcipieert, tot dat dezelve worden verkocht, of een reële cours of prijs-courant zullen bekoomen hebben. Dat ten refpecte van koopwaaren en effecten , die eenig gevaar en rifico loopen, gelijk Scheepen en Koopmanfchappen, die actueelijk in Zee zijn, ten tijde wanneer hij zijn overflag maakt, een iegelijk die bij zich zelve zal mogen taxeren ter montant van de asfurantie, die hij daar op heeft laaten doen, of zoo hij die in het ge-  3 Augusti 1795. geheel of ten deele niet heeft haten asfureren, voor zoo verre en na mate hij die in gemoede door de loopende rifico minder waardig fchat als de opregte en reëele waarde van dien: Dat Infchulden, uitstaande Gelden, Actiën en Crediten ten lasten van particulieren, zoo binnen als buiten 's Lands, die dubieus zouden mogen wezen, zullen mogen gerekend worden na de waarde, waar voor men dezelve in gemoede zoude willen overgeeven: Dat wijders het inkoomen van Lijfrenten, Tontinen, Contracten van overleeving enPraebe.nden, zullen gerekend worden aldus te weeten, op Lijven van 1 tot 20 jaaren,' tienmaal de Lijfrenten; van 20 tot 30 jaaren, negenmaal, van 30 tot 40 jaaren, agtmaal, van 40 tot 50 jaaren, zevenmaal, van 50 tot 55 jaaren, fesmaal, van 55 tot 60 jaaren, vijfmaal, van 60 tot 65 jaaren, viermaal, van 65 tot 70 jaaren, driemaal, van 70 tot 75 jaaren, tweemaal, van boven de 75 jaaren, eenmaal: : En zullen de zuivere jaarlijfche revenuen van  3 Augusit 1795- van Tontinen, Contracten van overleeving en Praebenden gerekend worden na rato van het geen dezelve van het laatst-voorgaande jaar opgebragt of geïmporteert hebben : Dat echter de geene, zijnde Ingezetenen deezes Quartiers, die na inhoud van het Placaat van Hólland en Westfriesland van den 3 April 1793» of van Utrecht van den 1 Mai 1793, uit'eenigen hoofde, genoodzaakt zijn geweest den honderdften Penning tweemaal van zommige effecten, ten lasten dier Provinciën (taande, te betaalen of noch gehouden zijn eene contributie van 6 per cent tot furnisfement in de groote geldleening volgens Placaat van den 17 Junii deezes jaars 1795 te betaalen, van die zelve effecten, waarvan deeze extraordinaire Contributie ten behoeve van het lieve Vaderland werkelijk hebben voldaan, of alnoch voldoen, niet gehouden zijn deezen vijftigften Penning te furneeren, welverftaande nochtans, dat zulks in geenerlei wijze zal mogen worden betrekkelijk gemaakt tot de ioote en 20ofte Penning, die van Hollandfche Obligatien en Effecten, ' of tot der ioofte Penning, die van Genera»  3 Augusti 1795. raliteits Obligatien of van andere Provinciale, gewoonlijk worden geheeven, als welke heffing van den ioo*e en 20ofte Penning ten deezen in geene confideratie genoomen, of daar toe getrokken zal mogen worden. V I. Hoedanig Dat van ongereede Goederen, zoo bin<< soft* nen als buiten deeze Provincie celeeen Penning „ ~ ° ■"-&'-" * letaaii en. van Effecten, in Fidei-Commis of in moet wor- Lijftocht bezeten wordende, de voorfchree*» ** ve Contributie bij wege van Negotiatie meten, gedaan zd mo£ten worden Qp ge].jke w..ze comnüs ofen voet' doS Wonderlijk en op zich zeilyf-tocht ven> behoudens dien aangaande aan den bezeten Contribuant zijn regres tot vergoeding ten ordende. lasten van den fidei-commisfairen Erfgenaam, of van den geene, aan wien den eigendom gemaakt is, bij de overlevering of uitkeering derzelver effecten; welk regres zal plaatze hebben, niet tegenftaande zulks bij Testament verboden was, waar aan mits deezen wordt gederogeerd. VII. Hoedanig Dat van goederen en effecten, als voo- ren»  3 Augustii 1795. ren, toekomende aanMinderjaarigen, waar>™ f* van de Ouders, of langstlevende van dien, ^J™ de vruchten of interesfen genieten tot ali- jaarigen , mentatie der Kinderen, en dus ook niet daar de langer dan tot derzelver meerderjaarigheid 0uiers ds of trouwdag toe, deeze heffing moet ge- v™hte" furneerd worden uit het Capitaal der Kin- nl,tnu deren, en niet uit de vruchten. VIIL Dat alle perfoonen, Ingezetenen deezes Die hm Ouartiers geweest zijnde, en zich nu bui- dm!icm- ^ ..'11 i , urn behou- ten dezelve bevindende, wanneer dezelve uvji j*y,^"-» ' den, moe- toonen hunne Burger-voorrechten te wil- ten meeAe len behouden , zullen verplicht zijn, in in deeze deeze heffing , op den voet van dit Placaat he^"s 1 t-< j r • contribu- te contribueren, en den Jbed, ot in per- m^ foon, of door gemagtigden, afteleggen; en zullen de geenen, die, voor dat zij ten vollen aan hunne verpligting omtrent deeze heffing hebben voldaan, zouden begeeren met 'er woon buiten deezen Quartiere te vertrekken, bij arrest tot het voldoen aan hunne verpligting werden gehouden , tot dat zij ten vollen voldaan of cautie -gefteld hebben. IX. Dat  3 Augusti 1795. I X. P&nmi Dat de geenen, die uit andere Landen 'delingen 0f prqVincien zich binnen deezen Quartiere z'jn her j,oornen te bevincJen , doch aldaar geen fix- yan gei'xi- . meerd. um domicilium hebben, of welke na het emaneren van dit Placaat, zich binnen dezen Quartiere koomen'neder te zetten, niet gehouden zijn te furneren. x. Waarde Dat Militairen, Ingezetenen of OnderMUüairen zaaten deezes Quartiers zijnde, of fchoon moeten elders zich bevindende, nochtans van hunfu.r.eeren.viQ ongereede Goederen binnen en buiten deeze Provincie gelegen , voorts Obligatien en effecten, als vooren Articul L vermeld, zullen moeten furneeren in deeze Negotiatie, en den Eed afleggen ter plaatfe, daar zij hun domicilie binnen dit Quartier hebben gehouden. XI. Door wen -pat de voorfchreve contributie bij wege 'Pennins van Negotiatie zal moeten worden gedaan, ietiatd, en den Eed, daar bij gerequireerd, tsfgeendeuéed legd, door een iegelijk in perfoon, of wel gepraet- ^QQï ieinan(j van vertrouwen in zijne plaatze feerdmoft '.vorden. t9  3 Augusti 1795. te zenden, met behoorlijke Procuratie voor-^ zien om den gerequireerden Eed in zijne ziele afteleggen, X I I. Dat de furnisfementen van de voorfchre- i» tvt . : 1 fpecie di ve contributie bij wege van Negotiatie zul- £ p^ len worden gedaan in comptant geld van „mg moet zilvere en goude ten Comptoire gangbaare bllaald i munt (zullende in dit geval de Zeeuwfche ' geheele Rijksdaalders mogen gegeeven worden tot 52 ftuivers Hollands het ftuk: ) Ook in gewerkt goud of zilver, het fijne goud tegens 2 guldens het Engels; 't zilver de groote Hollandfche keur tegens 30 ftuivers het loot, de kleine keur tegens 27^ ftuiver het loot; Nijmeegfche groote keur tegens 28 ftuivers het loot en de kleine keur tegens 26 ftuivers het loot gerekend i en de andere mindere keuren na de intrinfique waarde, en zoo als het bij de Gouden Zilver-fmeeden zoude worden aangenoomen, en dus zonder eenig fatfoen, het welk in geenen deele in confideratie-moet genoomen worden* X I I L Dat deeze vijftigfte Penning zaljgefurS neeré  3 Augusti 1795. En in neerd worden in twee termijnen, de eerwike fle mec j0 Tjecember deezes jaars i70<, termijnen. de tweede met i° April 1796, des dat aan een ieder zal vrijftaan de tweede termijn te gelijk bij de eerfte te furneeren. X I V. Het ar.n- Dat de voorfchreve furnisfementen in de clmll/h refPec"ve Ampten, en Heerlijkheden on- rien tot der ieder Ampt reforterende (zonder eeni- ien Ont- ge praejuditie voor die Heerlijkheden in Ah ""vijf- °Pzicnce van de Jurisdictiën) zullen moe- tigfle» ten worden gedaan in handen van die gee- penning ne dewelke in de Ampten bij Richter en der zei- , ., r J verpligt. en Schepenen zullen worden benoemd; en in de Steden en Schependommen van dien, zoo als zulks bij Burgemeesteren en Beftierders zal worden vastgefteld; welke tot den Ontfang van de voorfchreve contributie bij wege van Negotiatie, tot het vergen van de bovengemelde Verklaaringen, en tot het afneemen van de refpective Eeden, mitsgaders tot het overbrengen der penningen, en van het gewerkte goud en zilver, daar en zoo als hierna breeder zal werden gezegt, zullen worden geauctorifeerd,  3 Augujli 1795. feerd , gelijk zij daar toe geauctorifeerd worden mits deezen, na dat zij in handen van Richter en Schepenen, voor zoo verre de Ampten en Heerlijkheden belangt, en in handen van de Burgemeesteren , voor zoo verre de Steden en Schependommen van dien aangaat, de beloften onder Eeden zullen hebben afgelegd, van zich in voorfchreve Commisfie getrouwelijk te zullen gedraagen, en fecreet te zullen houden alle het geene hun in voorfchreve Commisfie zal voorkoomen en de Furneerders zelve begeeren fecreet te houden, en fpecialijk 't geene hun van de gedaane contributie bij wege van Negotiatie van Voogden of anderen, kenbaar zal zijn geworden, mits tot het afneemen van den Eed van eikanderen reciproquelijk geëxcludeerd werden Vader, Zoon, Broeders, Zwagers, Oomeh, Neven en Neven germains, 't geen bij eene fpecifique aantekening daar van te houden, ten allen tijden des gerequireerd wordende, zal moeten blijken, en dat de voorfchreve Commisfarien deeze last gratis r en zonder eenige belooninge, ter liefde van den Lande, zullen op zich neemen en uitvoeren. S 2 XV. Dat  3 Augusti 1795. X V. Wanneer Dat de Commisfarien, zoo in de Steden, £e com- ajs jn de Ampten en Heerlijkheden , tot misfarien J zullen ra- den ontfang van de voorfchreve Contribuceeren.ah tien zullen vaceeren op zodaanige plaatfen, mede hun* j ne verdere da§en en uuren, als in ieder Stad, Ampt rerfiig. en Heerlijkheid bekwaamst geoordeeld, en 'M- bij publicatie en affixie , of aanzegginge van een Gerichts-Bode gedenuncieerd zal worden, ten minften veertien dagen voor het furnisfement van ieder der twee termijnen. XVI. ïiet fur- Dat, ten einde tegen iemands wille niet niS[»lT\ bekend moSe worden, hoe veel hij tot deecomm-sja- zen 5ofte Penning gefurneerd heeft, alsmeerJ" s de op dat de vreeze voor eenige confequeneuweik tie, dewelke uit deeze contributie bij wege bewijs van Negotiatie nooit getrokken mag wor- daar van j - - te geeven. tot eemge fchattinge of taxatie, ten eenemaal uit het gemoed der goede Ingezetenen moge geweerd zijn, de voorfchreve Commisfarien tot den Ontfangst den Eed zullen doen van nimmermeer te zullen openbaaren, hoe veel refpective van ieder hebben ontfangen: Van welk gefurneerde ÖMI-  3 Augusti 1795. Obligatien (doch van geene mindere lommen dan van één honderd guldens, en blijvende de mindere dan honderd guldens rentlopende Recepisfen) in blanco zullen gegeeven worden, ten waare de Furneerders dezelve op naam begeeren te hebben, zullende het aan een iegelijk vrijftaan ter plaatze, binnen dit Quartier, waar hij zal goedvinden, aan Commisfarien, hetzij in eigegene perfoon , of door een ander door hem daar toe gequalificeerd , het furnisfement ter hand te ftellen, zonder te behoeven op te geeven voor wien zulk furnisfement gefchied: Zoo nochtans dat om zeker te zijn , dat aan deeze Negotiatie werde voldaan, de Ingezetenen zullen worden opgeroepen tot het doen van eenen Eed, dat zij hun aandeel in deeze Negotiatie na inhoud van dit Placaat zullen voldoen of voldaan hebben, XVII. Dat de voorfchreve Commisfarien de pen- <■» ningen, die onder hun gefurneerd zullen J^li zijn, van tijd tot tijd zullen opneemen en rimdcge- ordentelijk in zakken van eene fpecie, het fi>r»«rdê 1611' S 3 ge-  3 Augusti 1795. pennitt- gemunt goud van het gemunt zilver gefegen,enhet pareerc} 9 verzamelen, gelijke zij ook het goud*n gewerkt goud en zilver, dat onder hun gesib'trzuu furneerd zal zijn, van tijd tot tijd zullen ZZVi weeSen' en daarvan fpecifique aantekeninge houden : En dat zij het montant van alles, doch in vier onderfcheidene clasfen zullen noteren, en daar van aan de Ordinaris Gedeputeerden kennisfe geeven, immers binnen agt dagen na het fluiten van ieder termijn , om tegens behoorlijke Recepisfen afgehaald en overgebragt te worden ten Comptoire van de Ontfangers van de Gemeene Middelen in Nijmegen, Thiel en Bommel refpective, uit welke Comptoiren de Militie enjille andere onkosten van Oorlog, op de repartitie deezes Quartiers (taande , worden betaald, onder Recepisfen van dezelve Ontfangers : Welke wegens den Ontfang van dezelve penningen, noch ook van de penningen, die zullen provenieren van het gewerkt goud en zilver, meede niets zullen profiteren: En dat het gewerkt goud en zilver zal overgebragt worden aan de Provinciale Muntkamer, om door de Muntmeesters tot geld gemunt te worden; zoo  3 Augusti \79S> zoo als nader bij 4e Ordinaris Gedeputeerden zal worden geordonneerd. Auctoriferende de Vertegenwoordigers van het Volk deezes Quartiers gemelte Ordinaris Gedeputeerden, om, jnval eenige duifterheid in de eene of andere Articul van dit Placaat, 't welk interpretatie zoude vereifchen, mogte occurreren, fpecialijk met relatie tot die geene, dewelke binten deezen Quartiere zijn manende, en eenige vaste Goederen of Thienden binnen deezen Quartiere zijn bezittende, als dan daar omuent zodanig te disponeren, als na bevinding zullen oordeelen te behooren. En ten einde niemand der Ingezetenen deezes Quartiers eenige ignorantie van de goede meeningc van hunne Vertegenwoordigers in deezen mogte hebben, is bij dezelve goedgevonden deeze domme te doen publiceren, affigeren, en met den druk gemeen te maaken, met erndige recommandatie aan alle Leden van het bellier deezes Quartiers, voorts alle Ingezetenen zonder onderfcheid, om zoo lief als hun behoort te wezen de behoudenisfe van den Lande, en der Vrijheid, met alle het geene hun daar in dierbaar is, zich in deezen te kwijten na behooren, gelijk zij het S 4 zd"  § Augusti 1795. Uht [In gemoede met den Eed voor God almag, tig kunnen bevestigen \ en met bereidwilligheid zich te reguleren naar den inhoud van deezen Placaate, met waarfchouwinge nochtans dat, ZQ0 wanneer tegens verwachting een of ander mogte worden bevonden ongevoelig voor zulke krachtige beweegredenen, en zich zelvs zoodanig mogte vergeeten, dat hij 't zij voor den eerften, 't zijvoor den tweeden termijn, in gebreke mogte blij, * ven het voorfchreve exactelijk natekoomen, te. gens denzelven, zonder eenige verfchooninge, zal worden geprocedeerd, zoo als men in goede juftitie zal bevinden te behooren; met auctorifatie op de refpective Richteren ten platten Lande cö oP de Magiftraten in de Steden , om de* naamen dier gebrekige en onwillige Ingezetenen op te geeven aan de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, ten einde in aanzien dier ge, brekige, als wedcrfpannige Ingezetenen, aanftonds zoodanig te disponeren als bevinden zul, lJ^^ genaamd of waar geconftitueerd zijn- u„ hekoome» de, en zonder eenige andere uitzon- hcbien- de-  3 Augusti 1795. derlnge, als bij het voorfchreve Placaat bepaald is, gemaakt hebbe; en dat ik daarvan, gegoed zijnde tot één duizend guldens of daar boven, ter goeder trouwe, ten minden twee per cent in een of twee termijnen zal furneeren op den voet, en na het voorfchrift in het voorfchreve Placaat vervat : En dat ik ingevalle naderhand nog iets van mijn ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van Effecten en Koop* waaren, als vooren , tot mijne kennisfe mogte koomen, 't geen bij toeval overgeflagen was, ook daarvan twee per cent in maniere als boven, furneren zal. Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig* For-  3 Augusti 1795. Formulier van Eed voor de geenen, die de betaalinge van den vijftigfien Penning doen voor zich zeiyen, en voor haare Huisvrouiven of Mannen. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik na mijne beste kennisfe en we* tenfchap, zoo na mij mogelijk is geweest , op den voet bij Placaat van den 3 Augufti 1795 uitgedrukt, den overflag en begrootinge van het zuiver beloop en waarde van alle mijne en 'mijnes Huisvrouws ongereede Goede- of mïjtis Mans ren, voorts van Effecten en Koopwaaren, als in den eerften Artieul vermeld, hoegenaamd of waar gecon. ftitueerd zijnde , en zonder eenige andere uitzonderinge, als bij het voorfchreve Placaat bepaald is, gemaakt hebbe : en dat ik daarvan, te zaamen gegoed zijnde tot éénduizend guldens of daarboven, ter goeder trouwe, ten minften twee per cent in een of twee termijnen zal furneeren, insgelijks op den voet en na het voorfchrift T in  3 Augusti 1795. in het voorfchreve Placaat vervat : en dat ik, ingevalle naderhand noch of mijns Mans iets van mijne of mijnes Huisvrouws ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts voor Franfche van Effecten en Koopwaaren , - als Effrctcn bezit- vooren , tot mijne kennisfe mogt koo- voè en het v i' men' 'c £ecn k*j toeval overgeflagen gende; Gelijk was,, ook daar van twee per cent, in mede■ van mijnes maniere als boven, furneeren zal. Huisvrouws (of mijns Mans) Franfche £oO Waarlijk heltB mij . F.fecien en Adfignten, wanveer dezelve werttéh verkocht, bod Almagttg. of eene reêele Prijscourant zullen bekoomen hebben. Formulier van Eed voor de geenen, die de betaalinge van den vijftigfien Penning doen voor hunne Kinderen, het zij eigen- of voor-Kinder en, die bij hun inwoonende zijn. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik na mijne beste kennisfe en wetenfehap, zo na mij mogelijk is geweest, op den voet bij Placaat van den 3 Augufti 1795 uitgedrukt, den over-  3 Augusti 1795. oyerfiagen begrootinge van het zuiver beloop en waarde van alle mijner of mijner voorKinderen ongereede Goederen, voorts Kinderen. Voor de geenen van Effecten en Koopwaaren, als m die Fran{yie den eerften Articul vermeld, hoe ge- Effecten bezitnaamd, of waar geconftitueerd zijn- ten» blite VoC" gen; insgelijks de, die zij uit eigen hoofde bezitten, yan hu„neFrun* en zonder eenige andere uitzonderin- fthe Effecten en ge, als bij het voorfchreve Placaat 0 7 J neer dezelve bepaald is, gemaakt hebbe: En dat wrden verkocht, ik daar van, dezelve gegoed zijnde of een rcielc tot één duizend guldens of daar bo- Pr'is^urant 0 zullen bekoor,:?* ven, ter goeder trouwe, ten minften hebben. twee per cent in een of twee termijnen zal furneren, insgelijks op den voet en na het voorfchrift in het voorfchreve Placaat vervat: En dat ik, ingevalle naderhand noch iets van hunne ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van Effecten en Koopwaaren, als vooren, tot mijne kennisfe mogte koomen, 't welk bij toeval overgeflagen was, ook daar van twee per cent in maniere als boven furneren zal. Zoo waarlijk helpe mij GodAlmagtig. T a For-  3 Augusti 1795. Formulier van Eed voor de geenen, die de betaalinge ^an den vijftigfien Penning doen voor hunne Pupillen, en voor anderen, welkers Goederen zij adminifireren. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik na mijn beste kennisfe en weetenfchap, zoo na mij mogelijk is geweest, op den voet bij Placaat van den 3 Augusti 1795 uitgedrukt als of adminijtreren- Voogd adminiftrerende de Goederen ge de Goederen van of van de Coe- den overflag en begrootinge van het deren van den zuiver beloop en waarde van aller voor.ioenuhn. . mijner voorjcnreve FupiLlen ongereede voor Franfche Goederen, voorts van Effecten en Efiécten bezit- Koopwaaren als in den eerften Articul tende-bij te voe- 111 1 c ' ,.. vermeld, hoegenaamd or waargecon- gen ; Gelijk , meede ven ftitueerd en onder mijne adminiftratie (mijner Pupil- zijnde, en zonder eenige andere uit- tffettcnen Ad- zonderinge, als bij het voorfchreve figmten, wan- Placaat bepaald is, gemaakt hebbe; nep dezche gn ^ .^ (jaarvan dezelve gegoed worden verkocht ' 00 of zijn-  3 Augusti 1795. ziinde tot één duizend guldens of daar "f ecn rèe~'k ■ prijscourant zul- boven, ter goeder trouw ten minften Un ieXoometl twee per cent in een of twee termij- *«»**. nen zal furneren, insgelijks op den voet en na het voorfchrift in het voorfchreve Placaat vervat; en dat ik, ingevalle naderhand noch iets van derzelver ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen , voorts van Effecten en Koopwaaren als vooren tot mijne kennisfe mogte koomen, 't geen bij toeval overgeflagen was, ook daar van . twee per cent in maniere als boven furneren zal. Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. Formulier van Eed voor de Wees-kamers of derzelver Gecommitteerden of Suppoosten. j verklaaren, belooven en zweeren, dat wij na onfe beste kennisfe en weetenfchap, zoo na ons mogelijk is geweest, op den voet bij Placaat van den 3 Augusti 1795 uitgedrukt, T 3 den  3 Augusti 1795. den overflag en begrooting van het zuiver beloop en waarde van alle de ongereede Goederen, voorts van Efvoor de geene fecten of Koopwaaren, als in den die bezitten eerften Articul vermeld, hoegenaamd, ten^tfw^ of waar geconfticueerd i onder de adgen; Gelijk mee- miniftratie van de voorfchreve Wees- de yan hunne y,^^ ^■ &Q Qn ^. Franfche Lfiec- _ a ten en Adftgna- dere uitzonderinge, als bij het voor- ten, wanneer. fcnreve Placaat bepaald is, gemaakt JrkïïhtVofetn hebben: En dat wij daarvan , dezelve reëeie Prijmtc- gegoed zijnde tot één duizend guldens rant zullen be- r 1 , , 01 daar boven, ter goeder trouwe isme» hellen.- 7 » twee per cent, in een of twee termijnen, furneren zullen, insgelijks op den voet en na het voorfchrift in het voorfchreve Placaat vervat: En dat wij, ingevalle naderhand noch iets van derzelver ongereede Goederen, zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van Effec ten en Koopwaaren, als vooren, tot onze kennisfe mogte koomen, dat bij toeval overgeflagen was, ook daarvan twee cent in maniere als boven furneren zullen. Zoo waarlijk helpe ons God Almagtig.  3 Augusti 1795. Formulier van Eed voor de geenen, die Goederen in Fidei- commis of in Lijftogt bezitten. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik als bezittende in Fideicommis de Goe- of> in ujftogt. deren afgekomen van na mijne beste kennisfe en weetenfchap, zoo na mij mogelijk is geweest, op den voet bij Placaat van den 3 Augusti 1795 uitgedrukt, den overflag en begrootinge van het zuiver beloop en waarde van alle on- r Voor Fianfche gereede Goederen , voorts van kttec- Effecten in Fi- ten en Koopwaaren, als in den eer- dekommb of lten Articulvermeld,hoe genaamd, of t^0J^e. waar geconftitueerd zijnde, en zonder geri; o$ujkme*- eenige andere uitzonderinge als bij het £""g£ voorfchreve Placaat bepaald is, ge^^ Adffgnaun,van- maakthebbe: En dat ik daarvan, het iw*i«h»*v* , den V. rkocht, oj zuiver beloop der waarde van dezelve ecn rtgeU Prijs. monteerende tot één duizend guldens courant zuilen j „ bekoomcn hef/ben. of daar boven, ter goeder trouwe, ten minnen rwee per cent, in een of twee termijnen zal furneren, insgelijks op den voet en na het voorfchrift in het voorfchreve Placaat vervat: En dat T 4 ik  3 Augusti 1795. ik ingevalle naderhand noch iets van dezelve tot mijne kennisfe mogte koomen, 't welk bij toeval overgeflagen was, ook daar van twee per cent, in maniere als boven, furneren zal. Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. Formulier van Eed voor de Erfgenaamen van een Contribuant, die ovei leden is, na dat hij den Eed afgelegd heeft, en eer de tweede termijn bij hun gefurneerd is. verklaaren, belooven en zweeren, dat wij als Erfgenaamen van wijlen na onze beste kennis, zoo na als ons mogelijk is geweest, op den voet bij Placaat van den 3 Augufti 1795uitgedrukt, den overilag en begrootinge van het zuiver beloop en waarde van alle de onroeren- Voof den gcc- i . ucn, die Enge- rehdé Goederen, voorts van Effecten naan-, is van enKoopwaaren, als in den eerften Arti- Franfcbe Efec- ten; Gdijkmee- cui vermeld, hoe genaamd of waargei* con-  3- Augusti 1795. conftitueerd zijnde , van wijlen den * van de Fran fche Efecten en VOOrnoemden Adfignaten van en zonder eenige andere uitzonderinge, voornoemals bij het voorfehrevePlacaatbepaald is, gemaakt hebben : En dat wij daar ytTkocU, of cée van, het zuivere beloop der waarde reéek Pnjscou- ' , , , v • rant zullen bc- van dezelve monteerende tot een dui- hMet>t zend guldens of daar boven, ter goeder trouwe, ten minften twee per cent pro rato van den termijn, die daaraan nog resteert, zullen furneren, insgelijks op den voet en na het voorfchrifc in het voorfchreve Placaat vervat: En dat wij, ingevalle naderhand noch iets van dezelve tot onze kennisfe mogte koomen, 't geen bij toeval overgeflagen was, ook daarvan twee per cent pro rato, en in maniere als boven, furneren zullen. Zoo waarlijk helpe ons God Almagtig. T 5 For-  3 Augusti 1795. Fomulier van Verklaaring voor de Menno-Cezinden, Ik verklaare met waarc woorden, en op Mannen-waarheid, dat ik na mijn beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na als mij mogelijk is geweest, op den voet bij dit Placaat uitgedrukt, den voor dc gee, overflag en begrootinge van 't zuivere .en, die f™. beloop en waarde van alle mijne onge- fcbe eirecten, , _ . J S> en Adfig'naten reede Goederen, voorts van Effecten bezitten, ais en Koopwaaren , als in den eerden Articul vermeld, hoe genaamd, of waar geconftitueerd zijnde, en zonder eenige andere uitzonderinge, als bij dit Placaat bepaald zijn, gemaakt hebbe: En dat ik daarvan, gegoed zijnde tot een duizend guldens of daar boven, ter goeder trouwe, ten minilen twee per cent in een of twee termijnen zal furneren, insgelijks op den voet en na het voorfchrift, in dit Placaat vervat; En dat ik, ingevalle naderhand noch iets van mijne ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen , voorts van Effecten en Koop- waa-  3 Augusti 1795. waaren als voren, tot mijne kennisfe mogte koomen, 't geen bij toeval overgeflagen was, ook daarvan twee per cent, in maniere als vooren, furneren zal. Formulier van Eed door dezulken afteleggen, die geene Goederen of Effecten voor hun zeiven, voor hunne Vrouwen, Kinderen, 't zij eigen of voorKinderen; voor Pupillen enz: bezitten tot één duizend guldens en daar boven, ingevalle ' zulks bij Commisfarisfen mogt •worden gerequireert. Ik verklaare en zweere, dat ik geene Goederen of Effecten bezit tot één ' duizend guldens en daar boven, waarvan ingevolge Placaat den vijfdgften Penning betaald moet worden. Zoo waartijk helpe mij God Almagtig. For-  3 Augusti 1795. Formulier van de Acte of Bewijs , te geeven aan die geenen, die den vijftigfien Penning in het geheel, of ten deelen gefurneerd hebben. ondergefchreven Commisfarisfen , gefteld tot den Ontvang van den vijftigften Penning in het Placaat van den 3 Augufti 1795 vermeld, over de (.a) of, over de Stad van (a) iSeZnefool. «"tóceren enverklaaren mits deezen pen van dien. op den Eed bij het aanvaarden vanonfe Commisfie gedaan, dat voor ons (V) of, Als hst verfchenen is (ofzijn) f» en in onfe en procuratie handen wegens zijne ongereede Goc- hebiende van aan deren zoo binnen als buiten deeze Proons verpond. vincie gelegen , voorts wegens Effccof, Ah voogd ten cn Koopwaaren, als in den eerften aeminijlrerende de Goederen. of, Als administrerende de Goederen van of, A's Gecommitteerde van de H'ees-kamcr der Stad of, Als Su poost of Ar-  8 Augusti 1795. 0 ü ■" of Suppoosten van de Wees-kamer der Stad ' of, Als bezittende in Fideicomm:s, of,»'» Lijftocht de Goederen afgekoomen van U f \ (c) of, wegens Articul van het Placaat vermeld, (C) zijn voornoemde eenraefteerd heeft (oïhebben) den Eed Prhmpaais Goe- ° " , „„_ deren, Fffeten aan de Contribuanten van den voor- ^ Koo,waare^ fchreven vijftigfien Penning bij het Pla- als -in den eerjien caat opgelegd, op het Formulier daar- toe gearresteerd : En dat hij (of zij) ^^£nszijnc vervolgens, op denzelvenEedbijhem 0f Zijns ims- (of tor) afgelegd, aan ons verklaard heeft (of hebben) onder ons te llcu" Koopwaaren, als in den eerjien Ar' iicul vermeld. of, wegens haare en haares Mans Goederen, Effecten en Koopwaaren, als in der. eerjien Articul vermeld. of, wegens zijver (of haaref) Kinderen Goederen , Effecten en Koopwaaren, 'als in den eer ff eit Articul vermeld, ben /.ie zij uit eigen hoofde bezitten.  3 Augusti 1795. of, wegens zijner (of haarer) voor-Kinderen Goederen, Effecten en Koopwaa- ren, die zij uit eigen hoofde bezitten. of, wegens zijner voorfchreve Pupillen Goederen, Ejfecten en Koopwaaren, als in den eerften Articul vermeld. of, wegens de Goederen, Ejfecten en Koopwaaren , als in den eerften Articul' vermeld, van den voornoemden. of, wegens de Goederen, Ejfecten en Koopwaaren, in den eerften Articul vermeld, onder de aelminiftralie van de voorfchreve ll'ees-kamer , zijnde. ben gefurneerd den eerden (d) termijn of, wegens de (of beide termijnen) van den vijftigfien voorfchreve Goe. Penning, welke ingevolge en op den deren, Ejfecten oor en Koopwaaren. voet van het voorfchreve Placaat van 00 of, den de gemelde Bezittingen aan den Lan- tweeden, oi wel de beide iermij- de nek. *  3 Augusti 1795. de gefurneerd moest (of moesten) 00 Int,ien ie* worden. (O m*nd begeert. v y dat zijne Lon- Ac turn den tributie bckend zij, als dan hier te laaten volgen : jE« dat hel voorfchreve furnisfement bedractgen heeft de fomma va» Formulier van de Acte of Bewijs te geeven aan de geenen, die boven den vijf tigften Penning hunne liberaliteit geoeffend hebben. Wij cndergefchreve Commisfaris- mtitatU matan. fen , gefield tot den Ontfang van den dis, ais hier vijftigfien Penning, in het Placaat van hovcn' den 3 Augusti 1795 vermeld, over de Stad certificeren en ver- klaaren mits deezen, op den Eed bij het aanvaarden van onze Commisfie gedaan, dat voor ons verfchenen is en in onze handen wegens zijne ongereede Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van Effecten en Koopwaaren, als in den eerften Articul vermeld,  3 Augusti 1795. meld, gepraesteerd heeft den Eed aan de Contribuanten van den voorfchreven vijftigfien Penning bij het gemeld Placaat opgelegd, op het Formulier daar toe gearresteerd : En dat hij vervolgens op den zeiven Eed, bij hem afgelegd, aan ons verklaard heeft, onder ons niet alleen te hebben gefurneerd den eerften termijn van den vijftigfien Penning, welke ingevolge, en op den voet van het voorfchreve Placaat van de gemelde vaste Goederen zoo binnen als buiten deeze Provincie gelegen, voorts van Effecten en Koopwaaren, als vooren, aan den Lande gefurneerd moest worden: Maar ook noch daar boven, uit een meer dan gemeene zugt en liefde tot den Lande, eene fomme van waaromme wij Commisfarisfen, erkennende in deezen den loflijken en prijswaardigen ijver, die den voornoemden in deeze gelegenheid ten beste van het algemeene lieve Vaderland betoond heeft, en op dat daar van ter zijner eere altoos aan de Poste-  3 Augusti teriteit blijken moge, hiervan deeze publicque getuigenisfe geeven, met dankzegginge daar voor uit naam van de Vertegenwoordigers van het Volk deezes Quartiers, volgens derzelver begeerte in het voorfchreve Placaat uitgedrukt, en metbetuiginge, dat dé Volksvertegenwoordigers het zelve als een blijk van den Patriotfchen ijver, zucht en liefde van den voornoemden tot behoud van het Vaderland, en van al wat daar in dierbaar is, altoos in aangenaame geheugenisfe houden zullen. Actum den Formulier van de Notitie der gedaane Furnisfementen door Commisfarisfen over den vijftigfien Penning gefield, van lijd tot tijd aan de Ordinaris Gedeputeerden over te zenden. Notitie der gedaane Furnisfementen van den vijftigften Penning onder de ondergefchrevene Commisfarisfen over V de  3 Augusti 1795. de Stad of over de Dor¬ pen van en hec Diftrict van dien: zedert den tot den Gl: St: Penn: Gemunt Zilver Gemunt Goud - Onc: Eng: Azen. Gewerkt Zilver ... Gewerkt Goud - Actum den De Gecommitteerdens uit de Ampten van Thielre- en Bommelre-waarden met het Schependom van Salt-Boemel hebben bij de refumtie voorgedragen , dat eenige Dorpen in de voorfchreve Waarden, bijzonderlijk Driel , Drumpt, Est, Geldermalfen, -Haaften, Herwijnen, Neder-Hemert, Rumpt, Neerijnen en Waardenburg, bij derzelver aan hun toegezondene Refolutien, uit hoofde van onvermogen hadden gedeclareerd buiten ftaat te zijn in de heffing van dit extraordinair middel te kunnen treden, maar te moeten perfifteren bij eene vrijwillige Negotiatie ten laste van deezen Quartiere tegens eenen interest van vier, vijf, en zelvs, des noods, van zes percent, hoewel zij Gecommitteerdens voor hunne perfonen, en  3 Augusti 1795' en als Repraefentanten der verdere Dorpen, dog de minderheid uitmakende, van oordeel waren, dat in eene liberale gift van den vijftigfien Penning, of in eene geforceerde Geldheffing, behoorde te worden geconfenteerd. De Gecommitteerde Leden uit de Steden Thiel en Bommel, en de Gecommitteerdens wegenshec platte Land uit het Rijk van Nijmegen, OverBetuwe, Maas en Waal, en Neder-Betuwe mee de uitertte furprife en ontroering dit contraire fen» timent verneemende, vinden zich genooddrongen de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waarden te verzoeken in ferieufe confideratie teneemen, en vervolgens aart hunne Committenten te willen voordellen, de noodlottige gevolgen , welke onvermijdelijk uit de verweigeringen van gemelde Dorpen in de tegenswoordige toeftand van zaaken moeten profiueren; Te meer, daar het geproponeerde middel boven andere extraordinaire middelen moet worden aangemerkt als het aequitabelst, waar door alle inegaliteit wordt weggenomen , eh van die natuur, dat het zelve de Comptoiren aanftonds zal kunnen vervullen met groote fommen van gereede penningen , waar meede eenigzints zal kunnen worden te gemoed gekoomen aan het principale oogV 2 merk ,  3 Augusti 1795. » merk, namentlijk het voldoen aan de Bondgenootfchappelijke verpligtingen; Dat de Municipaliteiten van de Steden Thiel en Bommel, en van'tRijk, Over-Betuwe, Maas en Waal en Neder-Betuwe, hoe zeer hunne Steden en Ampten door het verblijf van troupes ook mogen zijn gedrukt geweest, meer dan de Dorpen van Thielre- en Bommelre-waarden; ook door exactien , plunderingen en verwoestingen der Britfche, en door voldoeninge aan de requifitien ten behoeve van de Franfche, Armeen het meest geleden hebben, echter in deeze geforceerde Negotiatie , zonder uitftel, en hoe zeer ook anderzins penetreren den deplorabilen toeftand des Quartiers, hebben geconfenteerd, om den diepvervallen ftaat der geldmiddelen eenigzints op te beuren ; fchijnende de verweigering, gegrond op onvermogen, aan de Ingezetenen van voornoemde Dorpen- te zijn ingeboezemd tot verderfelijke oogmerken tegens het dierbaar Vaderland, en fpecialijk tegens dit Quartier, om twist en oneenigheden te verwekken, en om dit allerbillijkst middel, 'tgeen met eenparige fchouders door alle Ingezetenen naar ieders vermogen gedragen wordt, was het mogelijk, buiten conclufie na ordre van regeering te houden. Verklarende zij Gecommit- tcer-  3 Augusti 1795teerdens bij deezen tot hunne eventuele decharge onfchuldig te zijn aan alle de ruineufe gevolgen, die hier uit voor het Quartier zullen moeten refultercn, teffens op het krachtigfte protesterende voor het Volk, 't geen zij vertegenwoordigen, daar aan geen deel te hebben, maar die over te laaten ter verantwoording en voor rekening van die geenen, die door flinkfche vuës en heimelijke machinatien het behoud van dit Quartier tegenwerken. De Gecommitteerdens der Stad Nijmegen verwacht hebbende, dat door oproepinge des Volks die geene, welke tot Volksvertegenwoordigers binnen de StadNijmegen zouden zijn aangefteld, deeze Vergadering zouden hebben bijgewoond, hebben alnu, vermits zoodane oproeping en verkiezinge, tot noch toe niet gefchied is, met inhaefie van de aantekening van den 19 Julii laatstleden, gedeclareerd , dat gelet hebbende op de uitgeputte geileldheid van de Financien des Quartiers, op de abfolute noodzaklijkheidvaneen prompt, toereikend,en teffens, zoo veel mogelijk, egaal middel, zonder welk 'er geen hoop kan weezen, om het Quartier uit deszelvs ongelegenheid te redden; daarenboven overtuigd zijnde, dat geen ander middel tot hier toe is voorgebragt, dat aan de voorfchreve cinV 3 dons  3 Augusti 1795. dens van promptheid , toereikendheid en gelijkheid, zoo veel en op zoo eene aequivalente wijze kan voldoen, dan de introductie van eenen 5oüc Penning, offchoon zij Gecommitteerdens benevens de Magiftraat en het Collegie der Gemeenslieden eene heffing zonder betaling van interesfe boven eene geforceerde Negotiatie praeferabel oordeelen : En eindelijk met bedaardheid in acht genoomen hebbende de disordres, inconvenienten en onheilen, welke uit het niet accepteren van dit middel in de tegenwoordige circumftantien van tijden moeten voortvloeijen, zij Gecommitteerdens daar aan onfchuldig willen wezen , en de conclufie zullen aanzien : Dat zij Gecommitteerdens intusfchen met indignatie hebben aangehoord het declaratoir van eenige Dorpen in den Thielre- en Bommeire-waard, gegrond op een voorwendzel, 'tgeen op een middel , 't welk met de meeste gelijkheid na eens ieders vermogen, en dus na eene behoorlijke proportie, als met eenparige fchoudercn en met het minst bezwaar gedragen wordt, ten eenemaal inapplicabel is; Dat zij Gecommitteerdens intusfchen wel begrijpen, dat deeze geforceerde Negotiatie voor de goede In- en Opgezetenen zeer bezwaarlijk zal vallen, vooral voor de Burgers en Ingezete-  3 Augusti 1795„en der gebombardeerde Stad Nijmegen, welke door de rampen des Oorlogs, onophoudende , inkwartieringen zonder ontgeltenisfe, enorme en ondraaglijke requifitien, enz. oneindig meer geleden hebben dan andere Steden en Difiricten, en die onder de gevolgen der overgekomene calamiteiten uoch zuchten, waar door zeer veele onmagtig zijn eenig foutien aan de financien toe te brengen ; Doch dat zij teffens penetreren, dat 'er geene andere uitkomst is; en dat, in deeze uitgeputte gefteldheid der Financien, vrijwillige Negotiatien , al was het tot 6 per cent , daar de fchaarsheid van penningen ten hoogsten top genegen is, onmogelijk zijn; in een tijdftip, daar zulke aanzienlijke en richtige betalingen worden vereischt; immers dat in dit jaar de ordinaire en extraordinaire uitgaven uit de geforceerde Negotiatie voor het grootfte gedeelte zullen moeten vallen. Vervolgens in aanmerkinge genomen zijnde , dat het Quartier bij opening reeds aan de twee andere Quartieren kennisfe gegeeven hadde van den gedelabreerden toeftand van haare Financien, waar door het zich buiten ftaat bevindt om in de verpligtingen van het Bondgenootfchap door reeele furnisfementen te voo'rzien; doch dat het zelve alle pogingen aanwendde tot onderfchraV 4 Sing  3 Augusti 1795. ging van die lasten, en daar toe reets gearresteerd hadde de heffing van een vijftigfien Penning; met bijgevoegd verzoek, om aan het Quartier uit de Provinciale Cas, onder hijpothecatie van hetprovenue van den 50^ Penning, ter leening voor te fchieten eene fomme van tweemaal honderd duizend'guldens, promptelijk te restitueren bij de betaaling van den laatflen termijn van den voorfchreven 5o 1786, 1787 en zoo vervolgens tot 1794 ingefloten, ten einde daar uit zoude kunnen wórden ontdekt de oorzaak , waar door het toekomt, dat, daar het Quartier van Nijmegen de beste geldmiddelen der drie Quartieren heeft, dit Quartier nochtans het flechtfte van penningen is voorzien; en dat, daar het Quartier van Veluwe, volgens informatien, meerder dan een Millioen guldens in Casfa is hebbende, in deezer Quartiers Casfa niet meerder dan één honderd fes en veertig duizend guldens te vinden is. Dat daar uit moet volgen, dat het Quartier van Nij-  6 Augusti 1795* Nijmegen of zeer ongelijk moet gedragen hebben is's Quartiers lasten, of aan andere Quartieren verfchotten van penningen moet hebben gedaan, of dat 'er ruineufe uitgaven en verfpillingen van gelden moeten gefchied zijn: Is na gehoudene deliberatie goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden ter Financie te verzoeken en te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen , om, na examinatie van de Ontfangers rekeningen, daaromtrent te dienen van derzelver bevindingen en rapport. .Alzoo door de beide andere Quartieren de voorgeflagene Landelijke of Provinciale geldheffing en betaling, invoegen bij de aperture van het Quartier van Nijmegen van den 27 Julii jongstleden is vervat, niet fchijnt gegouteerd te worden, immers bij het Quartier van Veluwe is gehouden in advijs, en het Quartier van Nijmegen buiten ftaat is uit haare geforceerde Quartierlijke geldheffing meerder als één derde gedeelte in de Provinciale Quota te furneren, genoodzaakt zullende weezen tot de betaling van één derde te continueren ter tijd toe, dat eene revifie en nadere bepaaling der Quartierlijke Quota zij gefchied: Is goedgevonden aan 's Landfchap tafel te declareren, Dat  6 Augusti 1795. Dat het volgens de Conventie van den 25 September 11652 , en van den 22 April 1700 vast ftaat, dat een der Quartieren zich merkelijk bezwaard bevindende omtrent deszelvs,Quota in de Provinciale lasten, zoo wel met relatie tot de Verponding, als tot de Generale Middelen, bevoegd is daar van bij de twee andere Quartieren te eifchen behoorlijk redres, en dat de andere Quartieren in zulken val gehouden zijn het bezwaarde Quartier, na redelijkheid te fubleveren, waar van de geduurige veranderingen der Quotes, en der Subdivifie, in de jaaren 1609, 1617, 1618, 1619, 1622, 1624, 1642, 1643 en 1644 voorgevallen , genoegzaame bewijzen uitleveren, Gelijk ook in den jaare 1650, wanneer de Quotes van de Quartieren in de Verpondinge (a) zijn vastgefteld, te betaalen boven het inkomen of montant der Generale Middelen, zulks alleenlijk voor den tijd van drie jaaren is gefchied, en waar . te- CO De voorige en oude voet van contribueren, over de honderd jaaien te vooren in dit Quartiei gecontinueerd,, waren de - Defecten, of Grondfcliattingen over Steden en Ampten om liet Defect der Middelen te vinden, volgens een Rooster in den jaare 1547 geformeerd.  6 Augusti 179$' tegens het Quartier van Nijmegen noch (è) aantekening heeft laten doen. Dat zedert de Conventie van den 22 April 1700^ welke in kracht van de Conventie van den 25 Sep« tember 1652 alleen gemaakt is over de fubdivifie, genomen na het tantum der Middelen, tusfcheti de Quartieren geen gefchil geweest is over het montant der Middelen, hoewel die Conventie meer na de Conftitutie van die tijd door laags vleijerij , als wel na redelijkheid, is ingericht; maar alleen over de Subdivifie, dewelke gevonden wordt uit het inkomen der Verponding, wanneer de Generaliteits en Provinciale lasten jaarlijks meerder bedragen j als het geene in plaats van de. gemeene middelen in communie wordt gebragt3 volgens de Conventie van den jaare 1700 , ter fomme van ƒ451338-:-: of wel volgens de Conventie van den ï8 Julii 1720 ter fomme van ƒ466388-:-: En volgens welke fubdivifie na het montant der Verponding door het Quartier van Nijmegen in de 100: moet worden gecontriX bueerd Daar bij eisfcheride redres in de Quohieren der Verponding, met verklaaiing, dat niet verder pligtig gemaakt wilde weezen, of met meerdere fomme gedebiteerd worden, als de ei* gentlifke uitflag van de gereformeerde Verponding zojrds uit* irengen.  6 Augusti 1795. bueerd f46-19-5 door het Quartier van Zutphen /2i-i8-i§, en door het Quartier van Veluwe /3i-2-5ï Dat het Quartier van Nijmegen bij die quota van /4Ö-I9-5 aanmerkelijk boven de twe'e andere , Qtmrtiercn bezwaard zijnde met het hoogde recht fiütineert te moeten worden verligt: zijnde ook bij het termineren van de verhoogde Provinciale quota den 8 October 1790 te recht begrepen, dat de vordering van het Quartier van Nijmegen met opzicht tot eene revifie op eene redelijke en vriendelijke wijze zoude behooren te worden vereffend, en dat inmiddels, zoo lang zulks onafgedaan zoude zijn, aan het zelve uit de Domeinen behoorde te worden (c) te gemoed gekoomen. Op (.-} Mer dit gevolg, dat £usfcnen de Gedeputeerden der drie Quartfetën ordening den li Febtuarii 1794 is gcconvenieerd , en bij de Landfchap den 1 Mai daar aanvolgénde geapprobeerts, dat, blijvende de Conventie van den 18 Julii 1720 in ftaat, ,' en ten effecten dat met den Quartiere van Nijmegen over liet geene uit hoofde van dien aan het zelve wegens werke1lijk geposteerde betalingen tot den jaaic 1792 incluis zoude bevonden worden te competeren, noch in den jaare 1794, zoo mogelijk, zoude worden geliquideerd: Voorts, dat in verwagtiug, dat een ruimer product van financiën het Quartier van Nijmegen bij vervolg in ftaat zïtl Hellen om uit haare inltomtten de lasten te kunnen dragen, inmiddels roor den tijd van twaaif jaare 1, invoegen als bij 's Landfchaps refolutie van dm 3 Cc.cber 1790 is vermeld, uit de Domeinen jaar-  6 Augusti 1795» Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan nopens de anticipatie van den termijn ter betaling van de redemtie-gelden door de buitenlandfche Corpora, en in achting genomen zijnde, dat de buitenlandfche Corpora, ook in den haare de last des oorlogs gedragen hebbende, meer dangenoeg te doen zullen hebben den gearrefteerde 50fte penning te furneren, mitsgaders de verwarring in zommige Ampts-Comptoiren door gebrek van de daar toe fpecterende papieren, en de daar uitproflueren^ de onmogelijkheid om volgens de vereisch terts toê het furnisfement dier penningen, bij 's Quartiers Ordonnantie op deezen impost bepaald, binnen deri gellatüéerden termijn aan de genomene Refolutiö te kunnen voldoen: X a U jaarlijks aan den Qüaitiere van Nijmegen, met den jaare 1793 aanvanglijk, zal worden gefurneerd eene fomme van /aósod: En dat bij de verdeeiing van de Ordinaris Staat van Oorlog over den jaare 1794 van ieder ƒ100,000-: die liet aandeel van deeze Provincie in de Ordinaris en Extraordinaris Staten van Oorlog oVer den jaare 1793 , met de verder door ■ de Provincie in dat jaar, zoo op de Petitiën , als verdere Generaliteits en Provinciale lasten werkeljik gedaane bataalingen, te zaamen boven de ƒ900,000-: hebben bedragen , eene fomme van ƒ8000-: en minder of meerder als ƒ100000.: na adveuant, bij 't geene de Quartieren van Zutphen eii Veluwe in plaats van ds-gemeene middelen hebben aangenomen, zal werden gevoegd, en daar bij gerekend, en zoo vervolgens, liet bovengemelde eas osterende, van jaar tot jaar, Dan daaj  6 Augusti 1795. Is goedgevonden en verftaan, dat de publicatie der refolutie van den 18 Julii jongstleden nopens de bij anticipatie te doene bctaaling der redemtiepenningen door de buitenlandlche Geestelijke Corpora provifioneel zal blijven gefürcheerd. B-... 1 ' , jbs^d verzoekende, dat aan Suppliant moge worden gepermitteerd om met de Ingezetenen van de refpective Dorpen te mogen compoferen, mits ieder Dorp op een en denzelven voet tracterende; en dat verder moge werden verftaan, dat de refpective Pagters van gezeg-  7 Augusti 1795, zegden impost over de onderfcheiden diftricten verpligt zullen zijn eikanderen op requificie vifie van het. uitflagbock te verkenen, 0p derzelver gedaanen eed, om alzoo de fraudes,. zoo veel mogelijk, te voorkoomen: Is gefteld in handen van de Ordinaris Gedeputeerden, ter financiën om daar op na bevind van zaaken te disponeren. Het Request van II. C. 2ehelin, gedimitteetd Capnam Commandant bij de Jagers van Bijlandt verzoekende betaling van zijne agterftandige jfe gien, ter fomme van f 555-6-: Is gefteld in handen van de Ordinaris Gedept teerden ten fine van dispofitie. Op Requeste van Petrus Marcus Brouwer, Predikant te Neder-Hemert in den Boemeler-waard houdende de redenen, om welke Suppliant bedugt is in de geforceerde geldligting volgens het geftatueerde van de Vertegenwoordigers van het Volk van Holland bij dezelver Placaat van den 17 Junii 1795, en wel artic. l6, te zullen moeten lasten en deelen; verzoekende, vermits in de heffing van eenen vijftigften penning over ditQuar, ner is geconfenteerd, in de gelibelleerde Holland- fche  y en 8 Augusti 1795. fche geldligting niet te mogen worden getrokken. Waar op geene refolutie is gevallen, alzoo daaromtrent Artic. V van het Placaat reeds is-voorzien. Het Quartier heeft goedgevonden aan *s Landfchaps tafel te openen, dat tot Lid in het Provinciaal Collegie tot io. Mai 1796 in plaatze van den Burger Jan Bodd, die-daar van verzocht had geëxcufeerd te mogen zijn, hadt benoemd den Burger Goosfen van Tricht, verzoekende dat daar van Commisfie in communi formi aan denzelven moge worden verleend. Saturdag den 8 Augusti 1795. Op het geproponeerde door den Gecommitteerde uit den Bommeler-waard, tenderende om he$ Ampt van Archiater des Quartiers, waar over bij refolutie van den 2 Julii laatstleden geene dispofitie was gevallen , te mortificeren, onder het voorig bellier geïntroduceerd geweest zijnde om deezen of geenen Gunsteling te beneficeren, en van geenen den minften dienst, immers voor de Steden van Thiel en Bommel, noch voor het overige platte Land: Is na gehoudene deliberatie en in achting ge- no-  8 Augusti vj£><. nomen zijnde , dat 'er middelen van menage, zoo over het Quartier in het generaal, als over •de leden en deelen van: dien in het particulier, behooren te worden uitgevonden, om de goede Ingezetehen m de zwaare en meènigvuldige lasten', zoo veel doenlijk , - te verligten, goedgevonden het voorfchreve Ampt van Archiater en 'het tractement daar toe flaande te houden voor vernietigd, gelijk het zelve vernietigd wordt bij deezen. " -'- ' Op het geproponeerde -ter Vergadering gedaan tot het mortifkeren van het Ampt van Fiscaal van 's Quartiers Financiën; En daar op gehad hebbende de confideratien van de Ordinaris Gedeputeerden, ingevolge en ter voldoeninge van .'s Quartiers refolutie van den 17 April jongstleden, houdende, dat het Ampt van Contrarolleur van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien, mitsgaders van het Klein Zegel y 't welk door den Fiscaal wierdt waargenomen, niet dan tot merkelijken ondienst van het Quartier, en tot vermeenigvuldiging van fraudes, konde worden afgefchaft: Is goedgevonden tot Fiseaal van de Financie en Contrarolleur van den 80 en andere penningen, mits-  8 Augusti 1795* mitsgaders van het Klein Zegel, in plaats van den Burger Hendrik Willem van Grootenraij aanteftellen den Burger Johan Vermafen junior, zulks doende bij deezen : En worden de Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd denzelven op de Inftructie, den 6 December 1757 gearresteerd, in eed te neemen naar behooren. Dc Gecommitteerdens uit Thielre- en Bommelrc-waarden ter Vergaderinge geproponeerd hebbende, dat moge worden onderzocht de origine der Comparitie - penningen , door de Gecommitteerdens of Repraefentanten van het platte Land van ouds voor vacatiën en daggelden op Landsen Quartiers dagen uit des Quartiers middelen genooten, ter fomme van ƒ 5000 : en door de Gecommitteerdens der drie Steden te zaamen ter fomme van ƒ500-: voorts na de reden van ongelijkheid tusfehen de Steden en het platte Land in het o-enieten van voordeden uit de Verpagtingen der Middelen. Is het een en ander bij de gezamentlijke Gecommitteerde Leden overgenomen , om daar over in den haare gedelibereerd te worden. ' Y Do  8 Augusti 1795. Gecommitteerdens uit de Thielre- en Bommelrewaarden hebben ter Vergadering geproponeerd, dat de Ordinaris Gedeputeerden maandelijks behoorden te vergaderen, en bij den anderen te blijven, tot dat alle voorgekomene zaaken zullen zijn afgedaan. Waar op geene refolutie is gevallen, als daar inne bij de Inltructie voor dezelve reeds voorzien zijnde. In aanmerkinge genomen zijnde, hoe dat in de Ordonnantie op den impost van het Klein Zegel zeer veele blijken voorkoomen van die heerfchende ongelijkheid, welke bij het arresteeren van dezelve plaats hadde, waar door dit middel met geen eenparige fchouderen gedragen, maar tot groot nadeel van het Quartier en bezwaar van den eenen Burger boven den anderen geheven wordt; en daar bij geconfidereerd zijnde, dat, wanneer die ongelijkheid, welke geheel en al ftrijdig is met de afgekondigde rechten van denMensch en Burger, en in een Gemeenebest, waar Vrijheid en Gelijkheid de grondflag van alle handelingen zijn moet, niet beflaan kan, weggenomen wordt, het Quartier daar door veel meer voordeel  8 Augusti 1795. deel van dien impost zoude trekken, en dc eene Burger boven den anderen niet worden gedrukt. Is goedgevonden en verftaan de Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om de geconcipieerde veranderingen bij forme van Ampliatie of bij herdrukking der Ordonnantie te doen emaneren, als gebruiklijk is; met verdere auctorifatie, om, inval noch eenige onzekerheden, of duifterheden in de een of andere articul, welke verandering of interpretatie vereifchen, mogten occurreren, daaromtrent zoodanig te voorzien, als ten meesten dienfte van het Quartier zullen vinden te behooren, doende bij de eerstvolgende Quartiers Vergaderinge daar van rapport. En is deeze conclufie , na gedaane omvrage, geformeerd door de Gecommitteerdens der Stad Thiel; hebbende de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen verklaard, dat zij, daar de Raad van de Stad door oproepinge des Volks thans ftondt veranderd te zullen worden, de te nemene conclufie zouden aanzien. Waar meede het Quartier na verleezlng enrefum^ tie van dit Reces op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve JOH. in de BETOUW.  Drukfeil. , 6 Aug. bladz. 14 regel 11 ftaat gedrukt Huibert, Heer van Buren, lees Huibert, Heer van Beuficliem,  RECES VAN EENE CONTRACTE VERGADERING DES QUARTIERS VAN N' Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN AUGUSTUS 1795, HET EERSTE JAAR DER B ATA AVSC H\E VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. In loco. THIEL. Willem Adriaan van Oijen. BOM M E L. Warmold Albertinus van der Feltz. Platte Lat;d. OVER-BETUWE. Wouter Rijndeus, junior. „   2i Jugusti 1795. Reces van eene Contracte Vergadering des Oimrtiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in Augustus 1795» het eerjle jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 21 Jugusti 1795. Is ter Vergaderinge van de praefence Leden des Quartiers van Nijmegen voorgebragt en gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn in Gelderland, gefchrevcn te Arnhem den 16 deezes maands, hebbende tot inlage het affchrift eener Misfive van Hun Hoog Mogende van den 11 daar te vooren met copien van drie differente Refolutien, Publicatien cn verdere ftukken van de Provifionele Vertegenwoordigers van het Volk van Holland, door derzelver Gecommitteerdens ten dien dage ter Vergadering van Hun Hoog Mogende ingebragt; de eerfte rakende de ordres in hunne Provincie gefteld ten opzichte van de gedimitteerde of hunne dimisjie genomen hebbende Officieren, en de  21 Jugusti 1795, gelicentieerde of paspoorten bekomen hebbende Onder-Officieren en Gemeenen : De tweede over het dragen van Monteringen of Veldtekens door Militairen , die uit den dienst deezer Republicq zijn gedimitteerd , of paspoorten bekoomen hebben, en, in de Steden en door het platte Land rond zwervende, door die Monteringen eene houding aanheemen, als of zij zich noch werkelijk in dienst, van deezen Staat bevonden : En de derde over het verblijf van de Franfche Emigranten in de Provincie van Holland, en de door hun genmnenc' maatregelen tegens Vreemdelingen; met verzoek van Hun Hoog Mogende aan de Bondgenooten, refpective, om ieder in den haare dezelfde of diergelijke maatregulen te willen neemen, alle'tin het breede daar bij vervat: Waar op gedelibereerd en in aanfchouw genomen zijnde, dat, offchoon het Provinciaal Collegie uit hoofde van diverfe Landfchaps refolutien reets is geauctorifeerd tot het doen ftellen van allerlei noodzaaklijke maatregulen in tijd van rustverlïoorende en contra-revolutionaire machinatien, en dus dien ten gevolge de noodige voorzie- ning in deezen zoude hebben kunnen doen, het' zelve echter hadde gepraefereerd gemunieerd te worden met de refolutien der refpective Quartieren : Voorts geconfidereerd , dat het van de uiterlte pres-  21 Augusti i79Spresfance is, dat in deeze Provincie diergelijke publicatien en' aanfchrijvinge gefchieden ter voorziening tegens alle demarches van fufpecte Militairen, als bij gemelde Vertegenwoordigers van Holland is bepaald : Ts goedgevonden aan voornoemde Provinciaal Collegie teadvijferen, dat het Quartier van Nijmegen van fentimentis, dat dezelfde of gelijke maatregulen, als door de Gecommitteerden van Holland omtrent de voorfchreve poincten aan Hun Hoog Mogende zijn geëxhibeerd, en bij de publicatien, dien aangaande gearresteerd, is vervat, ook in deeze Provincie behooren genoomen en gearresteerd te worden: met auctorifatie op het zelve, om na ingekomene advijfen en concurrentie der twee andere Quartieren in deezen, zoo als gebruikelijk is, eene Landelijke conclufieen refolutie te formeren, en de Publicatien, zoo ras doenlijk, te laten drukken, afkondigen en aanplakken tot eens ieders naricht, na gewoonte. Zullende mitsdien extract deezes bij Misfive aan het Provinciaal Collegie worden toegezonden, ten einde daar bij vermeld.  21 Augusti 1795. In aanmerkinge genomen zijnde, dat de Gecommitteerdens wegens de Stad Nijmegen ten Landdage, in den beginne deezes maands binnen Zutphen gehouden, .gedeclareerd hebben zich nader te zullen expliceren op de Propofitie, tenderende tot auctorifatie op het Provinciaal Collegie om den aloudcn Burg binnen Nijmegen te doen verkoopen, zoo als het gemelde Collegie ten meesten voordeele van de Provincie zal vermeenen te behooren; en dat de Gecommitteerdens wegens het Rijk van Nijmegen zich insgelijks hunne nadere verklaaring hebben voorbehouden ; Is goedgevonden op de aanftaande Landelijke Vergadering te infteren, ten einde de zaak daar heencn moge worden gedirigeerd, dat van dien verkoop, immers van niet te mogen worden afgebrobken', of gedoopt, bij de Conditiën uitgezonderd worden dc Tooren met de ruinen van den Ringmuur aan de zuidzijde, benevens de twee kleine ronde Gebouwen , van ouds onder den naam van Heidtrifche Capéllen bekend, aan welkers zwaar muurwerk geene kosten ter reparatie noch behoeven nog behooren te worden bedeed, ten einde als merkwaardige Gedenkftukkcn der voorige eeuwen voor liet oog van Letterkundigen en  21 Jtlgusti 1795. cn Beminnaaren van Oudheden in volgende tijden te blijven geconferveerd : Voorts dat met betrekking tot deezen alouden Burg ten Recesfe mag worden geinfereerd : Dat het zoo uit opgedolvene overblijfzels van de hoogfte oudheid, als uit andere onwederfprekelijke bewijzen, kennelijk is, dat de grondflagen van dit overoud Gebouw reeds gelegd zijn geweest voor of ten tijde van Tiberius Clauoius Drufus Caefar, in de eerste eeuw der Christelijke jaartellinge. Dat het zelve, 't zij dan een werk zijnde der Batavieren, alzoo het Oppidum Batavorum, bij («) Tacttus vermeld, buiten het eiland des Rhijns op de uiterlte grenzen aan de Gallifche of Zuidelijke zijde der Waal gelegen heeft, daar nu Nijmegen legt; 't zij een werk der Romeinen, welke te Vetera en te Burginacium tot op de hoogtens (b~) hier ter plaatze een Legerftê van eenige Legioenen tot den jaare 425 gehad hebben, in den jaare 433 door eene overrompeling van Noordfche Volkenis verwoest, en geduurende het tijdperk (Vj) Vb. I'. Hift. cap. 19. (20 Epistolae iHuftr. Viror. de Oaftris I'eleribus , Burginacio, Harenacm, door Jen Burger Joh. in de Betouw uitgegeeven pag. 1 30.  ai Augusti 1795. perk van onkunde en van woestheid, 't welk op den val van het Romeinfche gebied hier te Lande volgde, ook is verwoest gebleven, tot dat het omtrent het jaar 775 door Carolus Magnus, Kleinzoon van Carolus Martellus, die dit Gewest geconquesteerd en het Frankifche Rijk had ingelijfd, op het prachtigst is (V) herboud geworden. Dat dit herbouwde Paleis van Carolus Magnus vervolgens in den jaare 838 bij eenen inval der Normannen, welke een groot gedeelte van Europa met branden, blaken en rooven overfixoomden, is in (d) brand gedoken, doch door Carolus Calvus wederom herfteld, wanneer het andermaal door diezelve Volken in den jaare 880 geplunderd, en door het vuur f>) vernield is. Dat het voor of immers ten tijde van Suentebolchus, Koning van Auftrafien, natuurlijke zoon van Keifer Arnulphus, op nieuw cierlijk is opgetrokken, zoodanig, dat het bij Schrijvers van die CO Eginhartus, geheimfchrijver van Carolus Magnus, de vitii Caroli cap. 17. pag. 85. Cd) Annalcs Francorum Bertiniani et Füldenfes. ai an. 8.;^. Chronic, de rest. Nortmannor. ad an. 864. 00 Regino Prumienfis in Chronic. lib. II. ad an, 8S1. Sigebertus Gemblacenfis ad an. 881. Annalcs Füldenfts-, Metenfes et Rithoeani ad an. £3o.  21 Augusti 1795- die eeuw, en door Suentebolchus zelvs, genoemd wordt (ƒ) een Koninklijk en algemeen Paleis des Rijks van een onvergelijkelijk maakzel. Dat .het zelve in den jaare 1047 door Godefrid, Hertog van Lotharingen en Braband, wederom is (g) in kolen gelegd, en in den jaare 1155door Fredericus Barbarosfa in voorigen luilter herteld,'waar van de Gedenkftukken van die eeuw noch voor (li) handen zijn: hebbende Keiler Fredrik in den jaare 118a tot onderhoud van deezen Burg (i) drie honderd Mark uit den Keiferlijken Tol geaffecteerd , waar uit dezelve naderhand dikwils is vernieuwd en veranderd, voornamentlijk ten tijde van de Hertogen uit den Huize van Egmond in de jaaren 1465, 1479 en 15*9 S 200 dat dit Ge" bouw tegenwoordig bevonden wordt voor een gedeelte van eene zeer oude, en voor een gedeelte van eene latere onregelmatige architectuur, zijnde door het berooven en telkens uitbreeken van eene (ƒ) Lambertus Ascliafnaburgenfisde reb.gest. Gematt. ad an. lotf. (g) Sigebertus Gemblacentts ad ad an. 1047. Hermannus Contractu« ad an. 1047. 0*0 Vertaaling van de Opfchriften op oude Gedenkftukken, door den Burger Joh. in de Betouw tritgegeeven, hl. 98. (O Joh. in de Betouw Handvesten van Nijmegen bl. 75 79. P. Bondam Charterboek II afdeel, bl.2^6.  2.1 Augusti 1795. eene meenigte duifdeenen, en hec fchooren van het bouwvallige met gebakken deen eene groote vermenging tusfehen oud en nieuw te weeg gebragt. Dat ten opzichte der twee kleine ronde Gebouwen , die op gegronde redenen een werk fchijnen te zijn ten minden (£) van de vierde eeuwe, immers merktekenen van de hoogde oudheid dragen, het meede kennelijk is, dat dezelve in den jaare 799, volgens gefchiedfehriften van de MiddelEeuwe, van de Heidenfche Afgoderije gezuiverd, en door Paus Leo de III tot gebruik voor den Christelijken Godsdienst (V) op verzoek van Carolus Magnus gefchikt, en aan St. Salvator, of ter eere van den Zaligmaaker gewijd zijn; alzoo die Keifer gewoon was een gedeelte van den winter en van het voorjaar in zijn Hof te Nijmegen, bij hem Palatium publicum genoemd, door te brengen tot na (wz) het vieren van het Paaschfeest. Dat bij het doorloopen van de voorlcdcne tijdperken , enjiet te rug zien na de omkceringen van de gedaante deezer Gewesten , zal bevonden worden, dat dit aloud Gebouw in de Middel-eeuvve is 00 J. D. Sciröepflinus Hlfat. illttftr. Tom. I. lib. 2. peet. 6. tap. 10. ij. 126. pagi 504 et feqq. (7) Marcellimis in yftil Suitberti. («O Aimuiiws Ui. Hr. de gejl. Francor. cap. 24.  ai Jugusti 1-795. is geweest een ftamgoed der Frankifche Koningen, en een Keiferlijk Paleis, geflicht niet alleen tot het houden der algemeene Rijksdagen, maar ook der bijzondere Landdagen, alzoo dezelve, van die tijden af, in het open veld zeldzaamer gehouden wierden, waarvan echter alnoch flaauwe merkmaalen aan de zuidzijde des Toorens te ontdekken zijn: zijnde de Burg in het bijzonder vermaard zoo door de fchikkingen ten aanzien van de Rijksverdeeling, aldaar door Carolus Magnus tusfehen zijne drie Zoonen Carolus, Pipinus en Luduvicus (n) in den jaare 806 vastgelteld\ als door zijnen Opvolger en Zoon Ludovicus Pius tot bevestiging der verdeeling zijner Staaten onder zijne drie Zoonen Lotharius, Pipinus en Ludovicus (0} in den jaare 821 : mitsgaders door het gefloten Verbond van Vreede tusfehen Carolus Calvus en de hoofden der Normannen (p) in den jaare 870, en door de Rijksverhandelingen van Lotharius, Zoon (V) Annalcs Beitiniani, Metenfes, Loifeliani ad an. 8o(5. Reginu Prumienfis in Chronic. ad an. 806. èaprtülari Reg. Franco:» pag. 727. '-(0) Eginhartus de Gejl.Ludov. ad an. B21. Sigebcmis Gemblaccnfis in Chron. ad an. 821. ,x Qp) Aimoinus de Gest. Francor. lil. 4. cap. 25. Regino Pninnenfi.-i in Chron. ad an. 870. z  ■ai Augusti 1795. Zoon van Keifer Lothaiuus , Suentebolchus, Carolus Simplex, en andere Koningen van Auftrafien, of het Frankifch- Locharingensch Rijk. Na welk voorbeeld ook de opgevolgde Duitfche Keifers, zoo dra de Staatszaaken van naastgelegene Gewesten zulks vorderden, van tijd tot tijd op deezen Burg zijn erfchenen, en Rijks- en Kerk-Vergaderingen rnet de Rijksftaten op denzelven gehouden hebben , bijzonderlijk Otto Magnus, aan welken dit Gewest benevens andere landen , tusfehen de Moezel, Rhijn en Maas gelegen, door Ludovicus, Koning van het FrankifchLotharingensch Rijk, Zoon van Carolus Simplex, was gecedeerd, in den jaare 948 : Otto de II in den jaare 973, wiens Gemalinne Theophanxa Augusta , Dochter van Romanus de jonge, Opperhoofd van het Griekfche of Oosterfche Keiferrijk, Moeder van Keifer Otto de III, dikwils op deezen Burg haar verblijf hield, en op denzelven (q) in den jaare 990 overleden is .- Otto de III in den jaare 985 en 997. Hendrik de II (V) in den jaare 1003, 1006, 1018, 1021. Cunradus Sali- Cfj Lambemis Afcharnaburgenfis ad an. 972. Chronic. Colonienfe ad an. 990. (r) Annalista Saxo ad an. 1003, 1018, 1021. Ditmarus Merfeburgenlis in Chron. Hf. 7.pag. 2526".  21 Augusti 1795. Heus (V) in den jaare 1026, 1031, 1033, 1039. Henrik de III (O in den jaare 1040, die, te vooren, in den jaare 1036 op deezen Burg in huwelijk was getreden met Cunihilda, Dochter van Canutus, Koning der Deenen enz, Henrik de IV ifY) in den jaare io64V}Henrik de V (v) in den jaare 1125; Cunrad de III (w) in den jaare 1147 en 1150 ; Fredrik de I in den jaare 1157, wiens Zoon Keifer Henrik de VI binnen deezen Burg in den jaare 1164 (V) gebooren is. Dat eindelijk deeze Burg, in den jaare 1182 door Keifer Fredrik aan (Y) Otto den II Graave van Gelre tot een Erfleen uitgegeeven, in den jaare 1204 wederom ((ƒ) aan het Rijk gebragt, en met de Stad en het Rijk van Nijmegen door den Roomsch-Koning Willem aan Otto. Graave Z 2 van (s) Wippo in v'ct'd Cunradi Salici pag. 442. (O Langius Bozavieufis in Chron. Citiz. ad an. 1040. Hermauuus Contractus in Chron. ad an. 1036. (v) Godefridus Monaclws S. Pantaleonis in Chron. cd an. ioC>.\. («) Dodechinüs Abbas in Chron. ad an. 1125. Anfe'mus in Auctario Gemilactnfi ad an. 1125. 00 Otto Frifingenfis de Gist Frederici Ui. I. cap. 62. Wilhelmus Procurator in Chren. ad an. J150. Qe) Godefridus Monachus in Chron. ad en. 1165. Tritlicïiiius in Chron. Hirfaugienfi adan. 1164. Chron. Augufienfearfafl. 1164. (if) P. Bondam Chartert, van Geld. zde afdeel. II. ?"S - «  ai Augusti 1795. van Gelre, den derden van dien naam, in den jaare 1248 verpand geworden zijnde, daar door nochtans van den ouden luister, als een Palatium publlcum et regium, nooit is ontheven, noch verftoken geworden van het bezoek der Opperhoofden des Roomfchen Rijks, een verblijf geweest zijnde derKeiferen Otto den IV in den jaare 1213 , van Albertus in den jaare 1300, van Sigismundus in den jaare 1416, en van Carel den V in de jaaren 1545 en 1546. Dat derhalven de remotie van dit oudfle der Gebouwen op den Bataavfchen grond, zoo berucht wegens de vooraangetogene en menigvuldige (z) andere aldaar voorgevallene verhandelingen en gebeurtenisfen, immers de {looping van de opgemelte zoo merkwaardige gedeeltens van het zelve , tot bekooming van penningen, om eenig voordeels wille, niet verhaast, maar aan de grijze tijd, en vernieling van volgende eeuwen behoordt te worden overgelaten. Op O) Te vinden achter de. Handvesten van Nijmegen iladz. 335, achter het Vervolg der Handvesten lladz. 143 enz. en in de Annal. Noviomag. pasGm3 door den Burger Joh. in de Eetouw uirgegeeven.  ai Augusti 1795. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens ui: Thielre- en Bommelre-waarden ter Vergaderinge gedaan, tenderende om te hebben eenen exacten ftaat van de Capitalen op losrenten ten lasten deezes Quartiers genegotieerd, welke na aftrek van alle de fuccesfive aflosfingen noch in wezen zijn, is goedgevonden, dat ten Recesfe zal worden geinfereerd de navolgende Lijst. Capitalen op de Verpondinge des Wjmeegfchen Comptoirs. Oude Capitalen ten laste des Quartiers 1-25303-19-: Op het Klein Zegel in den jaare 1667 genegotieerd . 42950- Genegotieerd in den jaare 1667 23350- :-: in den jaare 1671 . . . e 63700- :-: in 1672 . . . 3950- :-• Uit agterftedige Ordonnantiën van Compagnien gefproten . 61620-10-: Uit achterftedige Subfidien . 14075- -: Uit allerlei refpecten . . 20231- :-: in den jaare 1723 genegotieerd 114500- :-: in 1731 • • • 92500- :-: in 1732 . . . 31657-10 : Z 3 in  21 Augusti 1795. in *734 • • • 40000- :-: in 1742 . . . 17600- :-: in !743 • • • 32900- :-: in 1744 . . . 17500- ;-; *n *745 • • • 30000- ;-; in 1747 . . . 29000- :-: in 1754 . . . 77000- :-; in 1764 . . . 71000- :-; in 1770 . . . 50000- :•: in 1782 . . . 50000- :-: in !783 • • • 50000- iri 1785 . . . 100000- :-: in l793 • . . 64000- ;-: Op de Verpondinge des Thielfchen Comptoirs. Oude Capitalen . . . 142014- .-• Uit agtejftedige Ordonnantiën van Compagnien ' f ¥ . 63026- 6-4 Provinciale Losrenten - . 119952- 6-; Noch Provinciale Losrenten 124650- :•: Genegotieerd in den jaare 1712. 2000- :-: in, den jaare 1728 . . . 88000-:.: in J73i • • . 54500- :-; in I732 • . . 19400- :-: in *734 • . . 20000- :-: in  si Augusti 1795. in 1742 . . . 7000- :-: in 1743 . . . 17400- :-: in 1744 . . . 16500- :-: in 1745 . . . 34700- :-: in 1747 . . . 50350- :-: in 1748 . . . 11300- :-: in 1749 . . . 28100- :-: in 1750 . / . 44700- :-: in 1752 . . . 63000- :-: in 1754 . . . 77000- :-: in 1757 . , . 44!5- :-: in 1767 . . • 100000- in 1770 . ■. . 50000- :-; in 1782 . . . 50000- :-: in 1783 . . • 50000- :-: in 1785 . . . 60400- :-: in 1786 . . . 39600- :-: in i?93 . . - 20000. i< Op  ai Augusti 1795. Op de Verpondinge des Bommelfchen Comptoirs. Oude Capitalen . . . . 150999-13-: Genegotieerd in 1671 en 1672 45650 Uit aehterltedige Ordonnantiën 83349- : -: Uit achterftedige Subfidien . 21326- :-: In den jaare 1671 opgenomen, en in 1697 op di- Comptoir gebragt .... 4995°" :": Provinciale Capitalen . . 113955-13--' Landfchaps Losrenten in 1697 overgebragt . . 63580- 6-: Van Capitalen op Marienwaerd in 1734 overgebragt . . 3200- :-.< Genegotieerd in 1731 . . 54500- :-: in 1732 . . 26400 in 1734 . . 20000- :-: in 1742 . . 16500- :-: in 1743 • • 346oo- :-: in 1744 . . 18000- :-: in !?45 • • 35IOO- in 1747 . . 23600- :•: in 1749 . . 26833- in 1752 . . 116500- :-: in 1754 . . 76000- :-: in 1755 . . 4500- :-: in  ai Augusti 1795' in 1764 . . • 15100. in 1767 . . . 100000- :-i in 1770 . . . 50000- :-: in 1782 - . • 50000- :-: in 1783 . , . 50000- :-: in 1785 . . . ; 67500- :-: m 1786 . - . 325°°- in 1793 • • • 31000- :-; ' Op 'het Monopolium des Nipneegfchen Comptoirs. Genegotieerd in 1692 . . 25775- in 1696 . . . 3215°" in 1701 . . . 1525" :": . in 1704 • - ,, • 7ooo; :-: in 1708 . . . 5630- in 1721 . . . 6000- :-: in 1723 . . . 89000- :-: Genegotieerd in de jaaren 1694, 1696, 1701, 1704, 1707, en in 1726 op dit Comptoir gebragt 35550- in 1742 genegotieerd 26150- :- in 1744 • • • 20000- : -: 'in 1745 . * • 3000°- :': in 1747 • . • • 39875- :": in 1752 . . • 28700- :-: A a Ge-. Aa  ai Augusti 1795. Genegotieerd in 1718, 1719 en 1720, doch in 1755 op dit Comptoir gebragc . . 18700- :»; Genegotieerd op de Taxen, en in 1755 op dit Comptoir overgebragt. . . . 19900- :-: Genegotieerd in 1764' . . 2000- :-; In 1752 genegotieerd, en in 1764 meede op dit Comptoir gebragt . . . 234000- : -: Genegotieerd in den jaare 1767 75000- :-; Op het Monopolium des Thielfchen en Bommelfchen Comptoirs. Genegotieerd in 1692 . . 29500- :-: in 1694 . . . 16250- ■-: in 1696 . . . 48300- :-: . in 1701 . . . 5000- :-> in 1704 . . . 11000- :-: ni V i .To-rj ...r.TI .lort .." ' . in 1706 . . . 11000- :-: in 1708 . . . 4000- :-: in 1721 . . . 2000- :-: in 1723 . . . 9000- :-: 'in f742 . . . 23100- :-; in 1744 "• • • 20000- :-; in 1745 . . . 30000- :-: in 1747 , . . 30000- :-:  m Augusti 1793. in 1762 . . . 2000- :-; in 1752 genegotieerd en in 1764 op dit Gomptoir gebragt .... n6boo^ :-; in 1767 genegotieerd 75000- :-: Op den 80, 40, en andere penningen, mitsgaders op den Tabak. Genegotieerd in den jaare 1697 90850- i-l in 1701 . . . 13400- :•: in 1707 . . . 13900- :-: in 1726 . . . 11300- :-: in 1721 . . . 6506- :-: Genegotieerd in den jaare 1708, 1710, en 1715, en op dit Comptoir gebragt in 1726 . 58725- :-: in 17^2 . . . 28000- in 1745 . . . 10000- :-: * in 1747 . . . 33750- :-: in 1752 . . . 40000- in 1764 . . . 6500- :-; in 1767 . . . 75000- :-: in 1782 . . . 50000- :-: in 1783 . ♦ ' . 50000- :-: in 1785 . . . 61000- ;-: in 1786 . . * 39000- :-: in 1793 . , . 450c" '-}.  Q.1 Augusti 1795. Op het Comptoir van het Klein Zegel. Genegotieerd in 1709 . . . 81500- :-: in den jaare 1745 . . . 10000- :-: in 1747 . . . 22225- :-: in 1752 . . . 120300- :-: in 1764 . . . 1000- :-: in 1767 . . . 75000- :-: Hebbende de Capitalen voor rekening en ten laste der refpective Provinciën ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, achter het montant van den Ordinaris Staat van Oorlog gefpeciiiceerd (taande, voor het aandeel van Gelderland, volgens de laatst overgegeevene Staat in't jaar 1786, na aftrek der aflosfingcn, alnoch bedragen ƒ 481071-11-1 ii. Zijnde in het jaar 1717 geweest ƒ 3358260-1-6 en is voor het aandeel des Quartiers van Nijmegen daar op afgelost In den jaare 1767 . . 50000-: in 1768 . . 50000-: in 1769 . . 100000-: in 1770 . - 50000-: in 1773 . . 77000-: in 1774 - • 50000-: in l77S • i 50000-: in  21 Augusti 1795. in 1776 . . 50000-: in 1777 . . 50000-: in 1778 . 1 50000-: in 1779 . . 50000-; in 1781 . . 100000-: Waar meede deeze Contracte Vergadering op heden is gefcheiden. Uit last van Dezelve JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPSVERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN SEPTEMBER 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden de.s Quartiers van Nijmegen. Steden, N IJ M E G E N. glsbertus cornelius in de betouw, Hendrik Hoogers. THIEL. Jan van Leeuwen, Johan Richard van Lidtii de Jéude , Willem Adriaan van Oijen , Cornelis Taaij. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Daniël Verweijde. Platte Land. R IJ K VAN NIJMEGEN MET H E U M E N EN MALDEN. Willem Libotté, Peter Wouters van den ouden Weijer , Peter Jacobs, Peter Lamers. OVER  OVER-BETUWE, Hendrik Aalbers, Johannes Glover, Wouter Rijnders, junior. NEDER - BET UW E. Jan Babtist van den Heuvel, Franciscus Hermannus Repelius. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Scholten, Jan Festen. THIELRE-WAARD. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAARD, MET HET SCHEPENDOM DER STAD BOMMEL. Philip Willem van der Horst. Re-  8 September 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in September 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijbeid. Dingsdag den 8 September 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft wederom goedgevonden door Gecommitteerdens ad caufas de Landelijke zaaken te doen behandelen, en tot Directeurgenomineerd den Burger Gisbertus Corne* lius in de Betouw, eerfte regeerende Burgemeefter der Stad Nijmegen. * "Verlezen de Requeste vanL. Stoppendaal, houdende, dat Suppliant geduurende veertien jaaren het Comptoir van den gewezen Landfchrijver des Rijks W. Engelen hadt waargenoomen: Dat gemelde Landfchrijver, inden jaare 1790 tot Raad der Stad Nijmegen aangefteld zijnde, den post van Collecteur van den 80, 40^ en andere penningen over het Rijk hadt moeten abandonneren, ter  8 September 1795. ter oorzaake geen Regent een comptable wezen mag, als wanneer Suppliant door de Amptsvergadering des voorfchreven Rijks tot Collecteur was benoemd. Dat Suppliant, die onder het voorig beftuur reeds eenige jaaren Gemeensman was geweest, bij de gelukkige tegenwoordige Revolutie^ uit hoofde van zijn bekend Patriotismus, door den Franfchen Repraefentant Bellegarde op nieuw rot Gemeensman was geè'ligeerd. Dat Suppliant tot zijne uiterfte verwondering hadt moeten zien, dat men tot Landfchrijver des Rijks had verkoozen A: L: de Fockert, die alom voor eenen der fterkftc aanhangeren van deOrangeparthij was bekend, en door zijne daaden altoos als de grootftc ijveraar voor dezelve had uitgemunt', ja die zelvs na zijne aanftelling zich iwch* hadt durven beroemen een zoodanig Ampt, niet tegenftaande zijne gemanifesteerde denk- en handelwijze geöbtineerd te hebben. Dat den Suppliant zich in den beginne hadde gevlijd, dat die zelfde de Fockert zich wel zou hebben gewagt in de gemelde functie van den Suppliant te treden, doch in welk billijk vertrouwen Suppliant was te leur gefteld, alzoo genoemde de Fockert onbefchroomd genoeg geweest was de voorfchreve post  8 September 1795. post'van Suppliant op eene onwettige wijze te ufurperen, cn den Suppliant in dc uitoefening derzelve te ftremmen, niet tegenftaande de heilzaamc refolutie van het Provinciaal Collegie van den 18 Mai laatstleden, waar bij perfonén van het character van A: L: de Fockert gelast worden binnen agt dagen, na publicatie derzelve, hunne posten te vcrlaaten, en die in te ruimen aan ontwijfelbaare vrienden van vrijheid en gelijkheid, der tegenwoordige ordre van zaaken toegedaan : Dat. het ufurperen van Suppliants post door A: L: de Fockert waarfchijnlijk ontftond uit valfchcn waan, dat hij provifioneel Landfchrijver des Rijks geworden zijnde , nu ook als Collecteur voorfchreve zoude kunnen en mogen fungeren, en den Suppliant van zijne bediening ontzetten : daar echter Suppliant in plaats van den Landfchrijver W: Engelen tot Collecteur aangcfteld zijnde, de posten van Landfchrijver en Collecteur daar door waren gefepareerd, en door twee bijzondere perfonen bekleed wierden. Dat 's Quartiers ordonnantie op den 80, 40fte en andere penningen cap. 6 art. 96 uitdrukkelijk dicteert, dat het voorfchreve middel zal gecollecteerd worden bij de refpective Landfchrijvers, Secretarien, of andere daar toe expresfelijk gequa- lifi.  8 September 1795. lificeerd: gelijk ook twee formulieren van verklaringen in den 99 articul der voorfchreve ordonnantie gevonden worden, door de Collecteurs onder hunne jaarlijkfche rekeningen te {tellen, als een voor den Collecteur, die te gelijk Landfchrijver en Secretaris is, en een voor de Collecteurs, die die geen Landfchrijvers of Secretarien zijn; En artic. 104, dat bij infufficience van die Collecteurs, 'tzij dezelve te gelijk Landfchrijvers en Secretarien zijn ofte niet, de refpective Ampten daar voor moeten inflaan, en refponfabel weezen. Dat insgelijks in diezelve ordonnantie bepaalingen gemaakt zijn omtrent Collecteurs, die tevens geen Landfchrijvers en Secretarien zijn, als artic. 89, en artic. 92: en dat dus uit het gunt voorfchreve, en bij den Requeste verder gededuceerde ten allerduidelijkften manifesteerde , dat Landfchrijver of Secretaris en Collecteur twee diftincte posten kunnen en mogen wezen. Dat men ook te Nijmegen al ras vernam op hoedaane wijze die perfoon door de gepraetendeerde volksftem tot provifioneelen Landfchrijver was benoemd, namentlijk dat één Ingezeten van het Rijk twee perfonen hadt voorgefteld, die naar zijn gedagten goed voor Richter en voor Landfchrijver eouden wezen, mee afvraging aan de Ingezetenen,  8 September 1795. nen, of zij daar iets tegen hadden, zo ja, dat zij dan zulks fchriftelijk moesten opgeeven. Dat de Ingezetenen door zulk eene finguliere en allezints illegale handelwijze verftomd, en in het Net gebragt zijnde, onder anderen A: L: de de Fockert toen als provifioneel Landfchrijver wierd geproclameerd; Dat Suppliant, en andere, als individus onbevoegd zijn omtrent dit een en ander bewijzen in te winnen , en ook niemand ter hunner particuliere inftantie verpligt zoude kunnen worden dezelve te geeven, dog dat wanneer de Momboir dezer Landfchap tot dat onderzoek wierde geauctorifeerd, dit kluwen zich oogenblikkelijk zoude ontwinden, en de waarheid van Suppliants gepofeerde zoude bevestigd worden, te meer, daar, naar inzien van Suppliant, de posten van Richter en Landfchrijver Landelijke Ampten zijn , die door de Vertegenwoordigers van het vrije Volk van Gelderland kunnen en mogen vervuld worden: verzoekende om deeze en verdere daar-bij gededuceerde redenen, dat de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers den Suppliant in zijnen voorfchreven post (waar voor de door Suppliant gefielde cautie nog ten volle fubfifteert) gelieven te maintineren, flijven enfterken, en mitsdien A; L; de Fockert te injungeren en te gelasten ,  8 September 1795. teh, om binnen zekeren korten termijn al het Collateraal en 4oftc penning, dat hijzederd zijne wording van provifioneelen Landfchrijver zo onwettig ontvangen heeft, nevens dè memorien van aangeeving derzelve, gelijk meede alle memorien van aangeeving, waar van den impost nog niet betaald is, aan den Suppliant onweigerlijk uit te reiken en ter hand te Hellen, op poene van parate executie, en zich voortaan zorgvuldig te wagten, den Suppliant in zijne voorfchreve functie eenige de minde ftooring en indragt toe te brengen, op poene, deswegens te bepaalen. ^ Waar op gedelibereerd, en in achting genoomen zijnde, dat Suppliant in de plaats van den Landfchrijver W: Engelen tot Collecteur van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien door de Ampts-vergadering des Rijks is aangefteld, en dat die post zedert daar door van dat van Landfchrijver is gefepareerd, en door twee bijzondere perfonen bekleed geworden, goedge. vonden A: L: de Fockert te gelasten, gelijk gefchiedtbij deezen, om binnen den tijd van veertien dagen, na dat kennisfe van deeze refolutie zal bekoomen hebben, het collateraal en 5oftepenning, 't geen hij reeds ontfangen mogte hebben, nevens de memorien van aangeeving derzelve, gelijk meede  8 September 1795. de alle memorien van aangeeving, waar van den impost nog niet is betaald, aart den Suppliant onweigerlijk uit tereiken, en ter hand te ftellen; met verderen last, om voortaan den Suppliant geen ftoornis en indragt in het waarneemen van zijn Ampt toe te brengen. En is verder goedgevonden en verftaan, aan 's Landfchaps tafel de twee andere Quartieren in bedenking te geeven, of niet, tot maintien van 's Landfchaps refolutie en publicatie van het Provinciaal Collegie van den 18 Mai laatstleden, den Momboir deezer Provincie behoorde te worden geauctorifeerd, om na de waarheid van het go pofeerde bij Suppliants Request behoorlijk en naauwkeurig onderzoek te doen, en vervolgens van zijne verrichtinge en bevindinge aan het Provinciaal Collegie te rapporteren, ten einde daaromtrent als dan na inhoud van voorgemelde refolutie zoodanig zal kunnen worden gedisponeerd, als zal bevonden worden te behooren. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen hebben verzogt infertie, van advijs te ziju geweest, dat dit Request behoorde te worden gefteld in handen van A: L: de Fockert ten fine van bericht. B b Ver-  8 September 1795. Verlezen 3e Requeste van Buurmeesteren des Kerfpels;Nederasfelt, Ampte van tusfehen Maas en Whaal, houdende eene zeer breedvoerige Deductie van de rampfpoeden en ellende, het,Dorp Nederasfelt boven alle andere Dorpen in dit Quartier overkoomen door plunderingenen verwoestingen % met verzoek van remisfie van de verfchulde en nog resterende confumptie-penningen over de jaaren 1793, 1794 en 1795. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, in aanmerkinge van de diepe armoede en betreurenswaardige toeftand van voornoemde Kerfpel, aan het zelve in dit lingulier geval, en zonder dat daar uit eenige confequentie voor andere Dorpen zal mogen getrokken worden, te remitteren den impost op de confumptive middelen over het jaar, ingegaan 1 Julii 1794 en geëxspireerd ultimo Junii 1795, gelijk de voorfchreve impost in zoo verre geremitteerd wordt bij deezen. H et Request van G. Herbrechter, en H. Kelder, Pagter en Meedeftander van 's Quartiers impost op de Bieren over de Stad Nijmegen, ingegaan 1 Julii 1795. Van P. Laurentius cum fuis, Pag-  8 en 9 September 1795' Pagters en Meedeflanders van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan 1 Julii 1795; van Gradus de Beijer, Pagter van den impost op de bezaaijde Mergen, en Hoornbeesten over Bemmel, Resfen en Doornenburg, ingegaan 1 Julii 1795; en het Request van J. GW. Flick , en J. Muller, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Nijmegen, ingegaan 1 Julii 1795. Zijn gefield in handen-van de Ordinaris Gede> puteerden, om dezelve te examineren, en daarop vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Woensdag den 9 September''1795. De Gecommitteerdens van hetsplatte Land-geinfteerd hebbende te mogen worden geinformeerd, aangaande de origine der Comparitie-penningen voor vacatie- dag- en transport-gelden, zoo bij de Jonkeren , als Repraefentanten van het platte Land, als bij de Steden genooten, onder het voorig bewind, en zulks bij 's Quartiers refolutie van den 8 Augusti laatstleden overgenomen zijnde, om daar op nader gedelibereerd te worden; Is goedgevonden ten Recesfe te infereren : B b 2. Dat  9 September 1795. Dat de, oorfprong van den vorm onzer tegenwoordige Regeering, door meenigvuldige veranderingen in den loop der eeuwen tot de hedendaagfche gebragt, uit inftellingen van grijze en bijna vergeeten tijden moet worden afgeleid. Dat, met betrekkinge tot de origine der Comparitie-penningen, het uit 's Lands oude Voorrechten onlochenbaar is, dat zelvs ten tijde der Frankifche Koningen de wetgeevende magt niet bij den Vorst alleen, maar ook tevens bij de Onderzaaten berustede : En dat het Volk van dit Gewest, 't welk naderhand is geworden een immediaat Leen, van de Duitfche Keiferen of wel van het Rijk releverende, tot het opbrengen van gemeene lasten door hunne Landsheeren bij manier van Beeden wierden verzocht. Dat deeze Beeden, naderhand Schattingen geworden , de eerfte grondflag hebben gelegd tot grondvergaderingen en Landdagfaerten, op welke oudtijds alle vrije Lieden van dit Gewest, die in hetzelve geërft waren, wierden geconvoceerd of verfchreven. Dat. (Vï) Annales Beitiniani cd ann, 877- RobertCon Hifi. ofCharles V. Toni. 1. N. 37. Vervolg der Handvesten van Nijmegen hl. 156 Qh) offchoon zommigen, misleid door deeze en geene uitdrukking, in Gedenkftukken van dat tijdperk voorkoomende, liet gezach der Frankifclic Koningen als geheel willekeurig hebben gefchetst.  9 September i"95Dat die Convocatie of verfchrijving naderhand verandering heeft ondergaan om verfcheide redenen, maar voornaamlijk, om dat. niemand vacatieof dag-geld trok, en een ieder op zijn eigen beurs moest compareren, waar door veelen, die niet fterk geërft waren, en dus niet veel belang bij de contributien hadden, niet gretig waren die Vergaderingen bij te woonen. Dat daar door de comparitie en verfchrijving wegens het platte Land allengskens is gekomen tot weinige voornaame (/)) Geërfdens, welke Goederen bezaten van den Furst te leen; voor al toen de Lands- en Quartiers Vergaderingen zich meer gevestigd hadden ten tijden van de Hertogen uit de Stamhuizen van Gulik, en van Egmond, die als Directeurs van het Furftendom en Graaffchap de magt hadden van hunne Gunftelingen te nobiliteren: En bijzonderlijk, toen men na het afzweeren van het Hertoglijk bewind, en de erectie van de Republicq, begon voor te wenden, dat al het recht, het welk de Hertog in deeze Provincie bezeten heeft, op Bannerheeren, (c) Ridderfehap en Steden was vervallen, hoewel dat B b 3 recht, (b) Fred. a Sande ad Confuet.feudal. Gelr, Tract.praclhn. cap. 3. n. 16. (O Advijs van de Momboirs Joh. SchïasTert en J. C. van Hasfelt d. d. 5 April 1786.  o September 1795. recht, waar van de Bannerheeren niet lang hebben gcjouisfeerd gehad, eigentlijk is vervallen in den boezem van het Volk, of op Ridderfehap en Steden, als Repraefentanten van het Volk: Zijnde de Ridderfehap nooit een Regeering op zig zelvs geweest, maar hebbende met en benevens de drie Steden, (d) repraësenterende de Onderzaaten van den lande, de Regering des Quartiers uitgemaakt. Dat aan ieder comparerende Jonker als RepraeJentant van het platte Land (want in de oudfie Hukken, ook in de ( Rec- 'L A' J9 7WF 161 !' (jï) Quart; Ree. i. d. 1.4, !§> 21 Decemk. 1609.  O: September 1795. delen bij de Steden genoten wordende, en dat bij het bemiddelen van die dinerenten, de Comparitie-gelden voor het platte Land zijn gebragt geweest op (i) vier duizend guldens, en voor de Steden te zaamen op vier honderd guldens; voorts bij nader accoort op vijf duizend, en voor de gezamentlijke Steden op vijfhonderd guldens, zoo nochtans, dat op iniïantien van de Steden het Comparitie-geld voor dezelve ook wordt bevonden verhoogd te zijn geweest tot twee duizend vijf honderd guldens, en dat over de Subdivifie tusfehen de drie Steden verfchil geweest is, hebbende de Stad Nijmegen gefustineerd, dat de helft der comparitie - penningen aan haar competeerde en aan Thiel en Bommel te zaamen de (k) wederhelfte ; waar tegens Thiel en Bommel vermeenden , dat de Stad Nijmegen daar van niet meer dan één duizend guldens, en zij beiden te zamen vijftienhonderd guldens behoorden te genieten; en dat de Steden ook daar na meermalen hebben gcïnlteerd, om de comparitie-penningen in gelijkformigheid met de Jonkers van het platte Land te (1) hebben verhoogd. Op CO Q«»rt. Rec- * * 1 Sept. 1615, 3 Sept. 1610, 15 Octob. 1621. I en 9 Aug. 1628. (h) Raadiïgn: der Stad Nijmegen d, d. 6 Decemb. 1647, 5 Fcbr. 1648. (T> Raadfign. d. d. 14 Fcbr. 1676.  9 September 1795. Op de inftantien van de Gecommitteerdens van het platte Land, vervat bij 's Quartiers Refolutie van den 8 Augusti laatstleden, om te mogen worden geïnformeerd aangaande het l part van de generale Middelen aan de Steden binnen haar Rechtsgebied competerende na aftrek van het Haardftede-geld ; mitsgaders aangaande de 30 per cent en het l part van de helft, of }s der overige 70 per cent voor het Quartier wegens den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde wateren; en I part der helft, of f* van den impost op den Tabak, is ter voldoeninge van gemelde inftantien goedgevonden ten Recesfe te doen infereren; Dat de Steden oudtijds tot haare onderhoudinge verfcheide accijfen gefteld hebben, en bij de erectie van de Republicq als Frontieren zijnde befchouwd, door de Generaliteit nooit zijn voorzien geweest van Turf, Kooien, Kaarsfen enz. voor de guarnifoenen ; waar voor ook geen post op den ftaat van oorlog wierdt gebragt; Dat om daar aan te remediëren, ook al bij het oprichten van het Gemenebest, goedgevonden is, dat de Steden, haare Middelen met het Quartier gemeen makende, zoo tot het verval van de lasten B b 5 van  9 September 1795. van brand en licht in de wachten voor haare guarnifoenen , onderhoud en reparatien van de corps des guardes, en verval van andere gemeene lands lasten, als tot fchadeloosftelling voor het ontbeeren hunner op-accijnfen binnen haar rechtsgebied, hebben en behouden zouden het rechte vierde part der generale Middelen , binnen haar rechts-gebied geheeven, en zoo lange daar tegens geen onderltand aan dezelve van Generaliteits wegen gegeeven wierdt. Dat vervolgens over de vrijheid van confumtien voor de Jonkeren in plaats van vacatie- en transport-gelden ten Lands- en Quartiers dagen , en te geiijk over dit vierdepart der Middelen tusfehen de Jonkeren en de Steden verfchil gerezen zijnde, daar over uitfpraak bij den Stadhouder Prins Mauritz den 1 Julii 1623 is gedaan, provifioneel voor drie Jaaren, hoe zeer ook de Steden de fubmisfie aan die uitfpraak, bevoorens en zo lange zij konden, hadden afgeflagen, waar bij aan de Steden Nijmegen, Thiel en Bommel, voor het dragen der lasten ter verpleginge der guarnifoenen met vuur en licht, en voor de önderhoudinge deiCorps de Guardes en de verdere lasten, die van den oorlog dependerende uit het gemeen behooren gedragen te worden, is toegelegd het fes de part van  9 September 1795. van de middelen voor het eerfte Jaar, het tweede Jaar het zevende part, en het derde jaar het agtJle part, waar tegen de Jonkeren de comparitiepenningen genieten zouden. Dat daar over, mitsgaders over de quantiteit der comparitie-penningen voor de Jonkers, op nieuw different ontftaan zijnde, in den Jaare 1628 bij accoort voor den tijd van vier Jaaren onderling is geftipuleerd, dat de Steden Nijmegen, Thiel en Bommel, tot fubfidie en verval van de Krijgs- en Guarnifoens-lasten, hasr incumberende , genieten zouden het agtfie part van 't geene de Generale Middelen jaarlijks binnen haar Rechtsgebied uitbrengen of het aequivalent van dien, op ordonnantie van de Ordinaris Gedeputeerden te betalen. Zijnde wijders bij de introductie der Communie van de Middelen in den Jaare 1644 gcconvenieerd, dat de Steden voor het verpleegen van vuur en licht voor haare Guarnifoenen, mitsgaders tot verval der Krijgs-zaaken een zesde deel van de Middelen, in elke Stad vallende, zouden behouden: en dat dit zesde gedeelte der Middelen in het generaal zoude worden genomen over alle Steden van de Provincie, die met Guarnifoen bezet zijn; zoodanig echter, dat de Hoofdsteden niets daar boven of bij andere wegen zou-  9 September 1795'. den profiteren, en dat daarvan bij het Gecombineerde Collegie ordonnantie zoude worden verleend, de Steden het zelve zonder ordonnantie niet zullende mogen inhouden, Dat het, na het eindigen der communie, is verbleven bij het agtfte part; zijnde aan andere Steden, alzoo de oorlogs - lasten der Steden, meede in het particulier dienen tot verfchooninge en bevrijdinge van het platte Land, niet alleenlijk gelijke gedeeltens, maar'.zclvs aan zommigen een derde part van de Middelen, over de Steden refpective vallende, gelaten. Dat bij de introductie van den impost op de fterke dranken aan de drie Steden wegens het geeven van toeftemming, dat haaren impost ten behoeve van het Quartier wierdt verpagt, en dus voor het moeten misfen van haare Stad-accijs, als van ouds haar toebehoorende, voor zoo veel dit Middel verpagt wordt over haare Steden, als een aequivalent tot fchadeloosftelling is geconcedeerd dertig guldens in ieder honderd guldens, met het f van de helft, of Is van het resterend geheel der 70 per cent voor het Quartier; en § part der helfte, of *5 van den impost op den Tabak : En dit is de reden, waarom in de Obligatien , op dit Middel ten laste des Quartiers genegotieerd, het aandeel de Steden toebehoorende,  9 Sèpt'embèr 1/9 S' buiten verband gevonden wordt; Al het welk niet alleen in de twee andere Quartieren, maar ook in verfcheide Provinciën alzoo practicabel is jj genietende, bij voorbeeld, de Stad Zutphen |, de Stad Arnhem §; de overige Steden na rato; de StedenDeventer, Campen en Zwolle, insgelijks, om dat ze het genot, 't welk zij te vooren van de fterke dranken getrokken hadden, aan de Provincie hebben afgedaan, een derde gedeelte van de penningen, waar voor dit Middel in Overijsfel wordt verpagt. Zijnde het voorts bekend, dat den ftuiver van ieder pagtgulden der gemeene Middelen , de helfte van den ftuiver van ieder pagtgulden der 70 pet1 cent, de helft van den ftuiver van ieder pagtgulden van den impost op den Tabak; en de halve ftuiver op de Ordinaris Verponding, koomen tot betaaling van der Predikanten fupplement-tractementen, mitsgaders het oortje per gulden op gemelde Verponding tot betaling der Vroedvrouwen. Op ingekomen addres van den Burger P. M. van. den Steen, Ontfanger der Verpondinge over het diftrict des Thielfchen Comptoirs, houdende , dat in den Ampte tusfehen Maas en Waal alle publicatien en oproepingen tot voldoening der verfchulde  9 September 1795. de Verponding niet zoo ras zijn aangeflagen, of dezelve worden afgefcheurd. ,. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel de twee andere Quartieren in bedenking te geeven, of niet bij Publicatie tegens het feitelijker wijze affcheuren van zulke, en voorts van alle andere Publicatien en Refolutien, behoorde te worden voorzien; met auctorifatie op den Momboir deezer Landfchap om daarop te vigileren, en bij ontdekking tegens de daaders te procederen, als na bevind van zaaken zal oordeelen te behooren. D-attyhjil;noj. .£b ci^jbg' pfeov ebniiS e Gecommitteerdens uit den Ampte Over-Betuwe hebben ter Vergaderinge voorgedragen den inhoud van hunne gemaakte addresfen tot bekooming van rembourfement der kosten ter herftelling van de Coupures in de Dijken, op ordre van den gewezen Raad van State gedaan, en van het refponfiev van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, hoofdzaakelijk meedebrengende, dat de Generaliteits Kas in zodaanige flegte toeftand was, dat men werk hadt de dagelijkfche uitgaven, die allernoodzaakhjkst waren, gaande te houden, en dat het aan het Committé tot de algemeene zaaken van- het Bondgenootfchap te lande was toegefcheenen, of  9 « 10 September 1795. of het Quartier van Nijmegen, 't welk thans bijna niets furneerde, noch van het Bondgenootfchap petitiën kwam te doen, om 't zelve verder de handen te> binden en van penningen te ontblooten. Waar op geen refolutie is gevallen. ow.~9j.rioT o£>; niw-;d$o!')d,i9fMJo [4$ bj-Ulwe-d; Donderdag den 10 September 1795. r\ KJp het geproponeerde ter vergadering gedaan, relatiev de introductie van het Hoofd- en Haardfledcn-geld, als Quartierlijke middelen, en de redemtie van het zelve bij de Steden: Is goedgevonden ten Recesfe te infereren: Dat het Haardfleden- of Schoorfieen-geld allereerst fchijnt geïntroduceerd te zijn in den jaare 1629; immers dat daar in alstoen door de Steden (die anderzints het zelve (a) niet practicabel hadden geoordeeld) voor eens, en zonder dat het zelve in het vervolg plaats zoude hebben, tot goedmaking van de Quartierlijke lasten, is geconfenteerd; zijnde de Ordonnantie of Reglement op dien impost in het Quartiers Reces over gemelden jaare 1629 geïnfereerd; zodaanig nochtans , (<*) Q- ^..M- Decemb. 1605. 3 April 1606. 14 April 16:9.  io September 1795. jans, dat dien impost niet verpagt, maar gecollecteerd en aan 's Quartiers Ontfangers overgebragt is. Dat naderhand in den jaare 1633 de Steden tegens de hefïmge van het Haardfreden-geld hebben geprotêfteerd, doch daar in eindelijk hebben bewilligd (b) onder belofte van de Jonkers wegens het platte Land, dat dit middel in het vervolg zoude worden afgefchaft; gelijk het zelve dan ook vervolgens (c) is opgeheven. Dat niet temin bevonden wordt, dat het Haard-fteden-geld wederom voor den tijd van drie Jaaren (d) door de Steden is ingewilligd: En dat het waarfchijnlijk is, dat die impost door de introductie der verponding in dit Quartier in den jaare 1650 is gehouden voor gèmortificeerd; doch na verloop van meer dan vijf en twintig jaaren wederom (e) geïntroduceerd. Dat betreffende de origine van het Sout-of Hoofdgeld (welkers introductie de Steden altoos hebben gefustineerd ondraaglijk, en in de Steden inpracticabel te zijn) het zelve is opgekoomen in (F) Q. R. d. d. 20 NovenA. 1633. 14 Decar.b. lfe'34. 1 CO Q- R- d- d- 9> 11 Junii, 30 Noycml. 1638. 00 Q. R- d- '!< 3 Decemb. 1641. CO Q- &• ' ao April i6>4i  io September i?95' in den Jaare 1638, offchoon de Ordonnantie 5 op dat middel gemaakt, eerst bevonden wordt iü het Quartiers Reces van den jaare 1653. Dat de reden, waarom het Hoofd- en Haatdfleden-geld door de Steden is overgenomen , in geene Refolutien te vinden is, zoo dat zulks waarfchijnlijk (ƒ) door gebrek van Pagters fchijnt begonnen te wezenj en vervolgens* als voor den Quartiere het voördeeligst en den Ingezetenen der Steden minst drukkend, daar meede gecontinueerd* Dat in de jaaren 1751, 1753» i?68 en 1777 nopens het doen van eene generale verpagting van 's Quartiers imposten op de middelen van confumtie befoignes gehouden zijnde , het redres van 's Quartiers Financien met alle oplettendheid is onderzogt, in het bijzonder 't geen tot de introductie van eene redenmatige proportie tusfcheü alle In- en Opgezetenen deezes Quartiers bekwamelij k zoude kunnen worden in het werk gefteld^ en dat daar bij eenpariglijk is vermeend, dat doof eene continuatie van de redemtie van dit Hoofd- en Haardfieden-geld die redenmatige proportie tusfehen de Opgezetenen ten platten Lande, die ook om erheffelijke redenen in verfcheide opzichten wor- C ƒ) Refolutie van de Kamer i. d. 15 Mui 1752» C e  io September 1795. worden gefoulageerd, en de Inwobneren.der Steden ten diverfen refpecten in geenen deelen wordt verbrooken : Immers dat de Opgezetenen ten platten Lande in het dragen van de imposten meer advantages , na proportie van haar, beftaan, genieten, als de Inwooners van de Steden, die boven de Ingezetenen van het platte Land aan verfcheide ftedelijke lasten en impofitien onderhevig zijn. Waarom ook bij 's Quartiers Refolutie van den 22 December 1751, waar bij de publicque verpagting en ophef.van 's Quartiers Middelen was bepaald, aan de Magiftraten der drie Steden vrij gebleven is, om op den voet, als zedert het jaar 1702 was gepractifeerd, het Hoofd-geld en Haardftede-geld buiten nadeel van 's Quartiers Finantien te mogen overnemen. Dat de redenen, waarom aan de drie Steden de redemtie dier twee Middelen behoort vrij gelaten te worden, alnoch dezelfde zijn, en het niette denken is, dat bij eene publicque verpagting dier twee imposten het Quartier eenig voordeel, immers geen voordeel tegens de inconvenienten, welke uit deeze verandering moeten voortvloeijen, zullende balanceren, zoude komen te genieten. Dat de Stad Nijmegen nochtans in den jaare 1754 heeft geconfenteerd in de verpagtinge van het  io September 1795. het Schoorfteen- of Haardftede-geld binnen Nijmegen, als meede in de verpagtinge van het Hoofdgeld, integaan 1 Julii 1754, met gevolg van de andere Leden en Steden deezes Quartiers, doch onder die vaste conditie, dat dezes Quartiers Ordonnantiën en Reglementen , op alle 's Quartiers middelen beraamd en gearefteerd, zoo wel ten platten Lande, als in de Steden, na derzelver prsecifen inhoud zouden worden geobferveé¥d en geëxecuteerd , en de Pagters bij hunne gep*agte imposten gemaintineerd, en geadfifteerd: En wel fpecialijk, dat uit hoofde van deeze obfervantie, alle die Quartiers generale middelen, Zoo wel ten platten Lande, als inde Steden, IEDER AFZONDERLIJK, en ZONDER EENIGE ZAMENVOEGINGE, aan de meestbiedende in het openbaar zouden moeten worden verpagt; zoo nochtans, dat wanneer het kwam te gebeuren, dat in hec eerfte of tweede jaar deeze vastgeftelde verpagting van alle's Quartiers middelen in alle diftricten aan eene redelijke verwagting niet mogte beantwoorden , en tot mindere fommen, afs in voorige jaaren daalde, de Ordinaris Gedeputeerden zouden worden geauctorifeerd, om de voorfchreve middelen bij gebrek van Pagters door een vertrouwd perfoon * met eene behoorlijke inftructie Ces voor-  io September 1795. voorzien, mar inhoud van de Ordonnantiën en Reglementen, op die gemeene middelen gearrefteerd, ten meeften profijce van dk Quartier te laten collecteren : Dat ook zoo wel ten platten Lande, als in de Steden dezes Quartiers, alomme geïntroduceerd en geëxecuteerd zoude worden den 2de articul van de Ordonnantie op de Bieren gearrefteerd, van inhoud, dat alle gebrouwlen bij de Brouwers of eigenaars van het lier den Pagteren zullen moeten aangegeeven worden, welken Pagteren vrij zal Jlaan dezelve gebrouwten bij de kuip te pegelen , indien [zij met het aangeeven niet mogten te vreeden weezen. Dat voorts ten platten Lande, zoo wel als in de Steden, zoude worden geobferveerd; dat alle Herbergiers, pas/anten om geld logerende, ook zulke, welke bier aan anderen om geld verkoopen, en in hunne huizen te drinken geeven, fchuldig en gehouden zullen zijn om tappers impost te betaalen van alle bieren, die zij hoornen in te leggen : En wel inzonderheid, dat de Pagters van 's Quartiers impost op de Bieren , Wijnen en Gemaal, zoo wel ten platten Lande, als in de Steden, na inhoud van 's Quartiers Refolutie van den 5 Junii 1745 bij het afmijnen van hunnen impost met folemnelen eede zouden moeten verklaaren:  io September 1795. Dat zij bij het innen van hunnen pagt het geheele jaar zullen ontfangen, of doen ontfangen de juiste en volle gerechtigheid van 's Quartiers impost, ingevolge de Ordonnantie op dien impost geëmaneerd, zonder iemand te conniveren; dat zij ook met niemand eenige compofitie over de betalinge van dien vollen impost zullen maken dirëctelijk of indirectelijk, om minder dan die volle gerechtigheid te ontfangen, op poene van arbitraire correctie. En da: in allen opzichten met betrekking tot den beteren ophef van 's Quartiers Middelen geïntroduceerd en nageleeft zoude worden de inhoud van 's Quartiers Refolutie van den 1 Mai 1677 , op het fubject van 's Quartiers Middelen genomen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, tenderende, om te hebben informatie, waardoor het is gebeurt, dat het Bommclfche Comptoir met het betaalen der Verponding een jaar ten achteren is; en of het niet zeer billijk en redelijk zoude zijn, dat daar de Ingezetenen van dit Quartier, zoo veel mogelijk, eguaal behooren te worden behandeld, alnu, daar het Quartier, om aan de verpligting tot het algemeen welzijn te voldoen, zoo veele penningen noodig heeft, de Ingelanden Cc 3 on-  ■ ig September 1795. onder het Bommelfche Cöïnptoir, die zoolange dit voorrecht boven de twee andere Comptoiren hebben genoten, worden aangemaand, om deeze haare fchuld af te doen : En of niet dien ten gevolge de Ordinaris Gedeputeerden zouden behooren te worden geauctorifeerd de Ingelanden bij Notificatie te gelasten, om haare verfchulde Verponding over het agterfledige jaar met 1 Huiver, en \ ftuiver per gulden aan de refpective Collecteurs te betalen, en de Collecteurs om deeze Verponding met den ftuiver en * ftuiver, na aftrek van den maanpenning ad 6 per cent, ten Comptoire van den Ontfanger des Bommelfchen Comptoirs over te brengen. En daar op de retroacta zijnde nagezien , is goedgevonden ten Recesfe te infereren. Dat noch uit de Rccesfen, noch uit eenige andere ftukken, aan de Secretarie deezes Quartiers noch aan die der Gedeputeerde kamer, heeft kunnen worden opgefpoord de praecife tijd, in welke het Bommelfche Comptoir een jaar ten achteren gebleven is: Doch dat het kennelijk is, dat in het Quartier van Nijmegen de invordering der Verponding zedert de introductie in den jaare 1650, van tijd tot tijd, veele en veelerhande obftaculen en difticulteiten, uit diverfe oorzaaken ge-  io September 1795. gefprooten, heeft ontmoet; zoo datzomtijds zeer rigoureufe refolutien hebben moeten worden genoomen, om de invordering overal op een egualen en vasten voet in train te brengen : Waarom ook geene bijzondere Ordonnantie op de invordering van de Verponding voor den jaare 1697 heeft kunnen worden gemaakt, en dit Middel eerst zeden dien tijd op eenen vasten voet gebragt en ingevorderd is geworden. Dat in het bijzonder om de Verpondinge te Bommel te doen te berde brengen, de Ordinaris Gedeputeerden alle mogelijke devoiren en moeiten hebben moeten aanwenden, want dat, de Verpondinge over 1659 goedgevonden zijnde te innen met 1 Januarij 1660, in den jaare 1663 tot inninge der Verpondinge over de jaaren 1658, 1659 en vervolgens , vermits geen andere Middelen ter voorkooming van disordres voor handen waaren, (a) door de militaire magt tegen die van Bommel heeft moeten worden voorzien. Dat in het najaar 1673 de Stad Bommel door de Franfche troupes zijnde geëvacueerd, en wederom door 's Lands militie in bezit genoomen, C c 4 de O) Waar bij veele aannicrkingswaardigc zaaken zijn voorgevallen, Q. R. d. d. 3 Decemb. 1662; 25, 30 Maart, 9 April iCCr, en 3 Maan 1664. L. van Aitzema Zaak::: van Slaat en Oorlog 11' D. 43 D Hadz. 1060.  ïo September 1795. de Raad van State door Hun Hoog Mogende is verzogt geweest, te verneemen, welke, impofitien en middelen, Ordinaris of Extraordinaris, binnen Bommel en de plaatzcn , daaraan gelegen, geheven waren, zoo wel voor, als nadat Bommel bij de Franfche troupeswas geoccupeerd geweest: met dat gevolg, dat den Raad kort daar na bij Hunner Hoog Mogende refolutie van den 1 December iö^is verzogt, om voor den tijd van een halfjaar de impofitien en middelen tot Bommel, en de Dorpen daar onder'gehoorende, te doen invorderen, op den voet van de geëmaneerde Ordonnantiën. Dat de Verpondinge al in den jaare 1682. bevonden wordt te zijn aangefchrcven in het diftrict van Bommel, Thielre- en Bommelre-weerden, mitsgaders Beest en Rhenoij, een jaar later, dan in de boven diftrictcn , en dat die latere aanfchrijvinge veroorzaakt zoude zijn door de fchaarsheid van tijd, hooge wateren , doorbraken van dijken, en andere ongelegenheden, waardoor men aan de fubalterne Ontfangers of Collecteurs eenigen tijd, moest geeven tot inninge van haare agterftedige Verponding :' En van 's gelijken in den jaare 1687, zoo lang deeze Jlegte tijden duurden, ofte tot nadere dispofuie van het Quartier. Voorts dat bij de eerde bijzondere Ordonnantie op  ïo September 1795. op de invordering van de Verponding voor den jaare 1697 gevonden wordt, dat de Ordinaris Gedeputeerden bij gedrukte billetten zouden doen bekend maaken de Verpondingen, zoo als dezelve over den jaare 1696 (Ir) over het Bommelfche, en over den jaare 1697 over de Nijmeegfche en Thielfche Comptoiren, en zoo vervolgens van jaar tot jaar, bij het Quartier zullen worden ingewilligd, mitsgaders de tijd, wanneer de maninge van dezelve beginnen, en de parate executie plaats hebben zal. "Verlezen de Requeste van den Burger Herman Hendrik Vitringa, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende, dat bij fententie van den Hove van Gelderland in dato 24 Mai 1788 was gecondemneerd tot een eeuwigduurend bannisfement buiten deeze Provincie, om dat meede-tekenaar was geweest van zeker addres of deductie op den 10 September 1786 aan de Staten van Holland tot befcherming der Ingezetenen van Hattem en Elburg gapraefenteerd: 't welk bij de Staten van Holland, bij welken men geen minderen graad van Verlichting cn Rechtvaardigheid dan bij die van C c 5 Gel- Ci) q. R. i. i. 2 Navemb. i63i. 3 Qctub. 1*87. 4 e» 6 Decemb. 169.-.  io September 1795. Gelderland mag onderitellen, als loffelijk en verdienstelijk wasbefchouwd : Dac bij de Pruisfifche omwenteling van September 1787 voor den Requeftrant en een aantal zijner lotgenooten niets overig was gebleeven, daar hij door ondervinding wist, welk eene zwakke waarborg voor de onfchuld in die tijd de heilige Justitie was> toen eenpoliticq middel zijnde geworden, dan zijn Vaderland en haardfteden, vrienden en magen te verlaten, en als balling daar buiten een fchuilplaats tegens onverdiende vervolgingen te zoeken; Dat bij de voorgcmelte fententie van bannisfement , benevens verlies van zijnen post, hij was gecondenseerd in de kosten der proceduure, waaromtrent het eene fchreeuwende hardheid van het Hof Provinciaal was geweest de Momboirs dubbelde jura ten laste van parthijen te doen inbren gen, waarom dit ook bij het zelve met de meerderheid van èéne enkelde Jlem was overgedreven, welke meerderheid mogelijk fummo jure tot reftitutie van penningen zoude kunnen worden geconftringeerd, waar meede zij, onder dekking van den Raadsheerlijken tabberd, de Ingezetenen zoo onredelijk bezwaard hebben: verzoekende vervolgens den Requeftrant, om die en meer andere redenen, in het breede bij den Requeste ge.  ïo September i/95gededuceerd, dat, ingevolge 's Landfchaps Refolutie van den 6 Febr: laatstleden de Momboirs of hunne Erfgenaamen mogen worden gelast, de aan hun betaalde kosten der proceduure ad ƒ856-:-: buiten het rapport-geld, tegens behoorlijk Recepis aan den Requestrant in promptis op te leggen en te voldoen; Mitsgaders verlezen de Requeste namens den Burger H. W. Daandels, om reftitutie, als vooren, van ƒ 2951-11-: en de Requeste van den Burger J. H. Raauwenhof, om reftitutie van ƒ 625-:-: en ƒ 37-:-: uit dien zelfden hoofde aan de Momboirs betaald; beide insgelijks aan de Landfchap ingediend. En daar op bij het Quartier goedgevonden zijnde deeze verzoeken te accorderen op dezelfde wijze, als aan de Burgers R. J. van der Capellen en G. W. van Zuilen van Nieveld is gefchied, ten Landdags Recesfe fub dato den 29 en 30 Julii laatstleden in het breede geïnfereerd. Hebben de Ge.commïtteerdens van Bommel verzocht infertie ten Recesfe „ dat zij vermeenen den „ Momboir te moeten befchouwen als een on„ dcrgefchikt Dienaar of Uitvoerer van de beve„ len en placatcn van de Landfchap of Reprae„ fentanten des Volks, en dus niet accufabel voor het  ïo September 1795. „ het geen hij op derzelver ordres doed, zonder „ welk die post was allerzorgelijksc, en dat een „ contrarie fijstema natuurlijk gefchikt zoude zijn, om de Momboirs flaphartig te maaken : En der„ halven van oordeej zijn, dat, voor zoo verre „ de Momboir heeft geageert op fpeciale last „ van de Landfchaps Vergadering, of uit kragt „ en op grond van geëmaneerde Placaten, de „ Leden van het toenmalig bewind , die de ordres „ gegeeven hebben, of de Placaten hebben doen „ emaneeren, daar voor verantwoordelijk zijn; „ En ook die Leden, welke des tijds in den Hove „ van Justitie hebben fesfie gehad, voor zoo verre „ zij eenige willekeurige condemnatien, niet fpe„ ciaal gegrond op geëmaneerde Placaten, mogten „ hebben gedaan; Dat op voorgemelde gronden „ zij Gecommitteerden noch geenzints kunnen toe,, ftemmen, dat de Momboir of zijne Erfgenaa„ men op gronden van recht en billijkheid kun„ nen of behooren te worden gelast de Burgers „ H. H. Vitringa en H. W. Daandels, of in an„ dere gevallen van dien aart, de uitgefchotene „ penningen aan betaalde kosten te restitueren, „ te meer, daar hij die niet alle voor zich geno„ ten 'heeft, maar de verfchotten en fportel-' „ penningen als anderzints daar onder begreepen „ zijn.  io September 1795. „ zijn. Immers dat naar het oordeel van Gecom„ mitteerdens, ten dezen aanzien, alle willekeu„ rige condemnatien vermijd, en ten minften volgens de gulde fpreuk audi et alteram parteni „ parthije vooraf gehoord, en zodaane Reques„ ten ten fine van Bericht in handen van den Momboir of zijne Erfgenaamen behooren te „ worden gefteld, terwijl zij Gecommitteer„ dens eene contrarie handelwijze befchouwen „ als een inbreuk op de plegtig afgekondigde „ rechten van den mensch. „ Dat zij Gecommitteerdens voorts van oor„ deel zijn, dat zoo in deeze als in alle gevallen „ van dien aart behoort te worden acht gegee„ ven, of zodaane procedures hunnen oorfprong „ hebben genomen uit politique daaden of ver,. rigtingen door de Requeftranten des tijdes ten „ dienfte der gemeene zaak verricht en onder„ nomen; en daar dezelve uit het betaamelijk „ voorftaan van de zaak der Vrijheid en des Va„ derlands, in het bijzonder deeze Provincie con„ cernerende, hunnen oorfprong genomen heb„ ben, het billijk is, dat in de eerfte plaats het „ geheele Volk der Provincie de zulke indem„ neert, kunnende voorts deszelvs uitfchot van „ de Aucteurs of Bewerkers repeteren. „ Dat  ïo September 1795. „ Pat de voornoemde Gecommitteerdens dan „ op vooraangehaalde gronden van advijs zijn, „ dat alvoorens te disponeren of te delibereren „ over de wijze van indemnifatie en fchadeloos„ Helling aan de Burgers Vitringa en Daandels „ te doen, deze Requesten behooren te worden „ gefield in handen van de Momboirs of zijne „ Erfgenaamen ten fine van bericht ter eerstvol„ gende ordinaire Landfchaps Vergadering. De Gecommitteerdens der Stad Nijmegen, uk fpeciale last van de Magiftraat, geïnfteerd hebbende, dat 's Quartiers Refolutien van den 5 Maart, 8 April, 1 en 31 Mai laatstleden, waar bij gearrefteerd is, dat geene perfonen , aan wien de uitvoerende of Richterlijke magt is toevertrouwd, of die aan de Provincie, Quartieren, Steden of Ampten rekenfchuldig zijn, admisfibel zullen of mogen wezen ter Vergaderinge des Quartiers, of van derzelver Ordinaris Gedeputeerden, derzelver volle werking mogen gewinnen. Is goedgevonden de Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken, en te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij dezen , de vooraangetogene refolutien zodanig te maintineren, als dezelve zullen vermeenen te behooren. . De  ïo September 1795. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen hebben verzocht infertie, dat tot het neemen van opgemelte Refolutien niet hadden geconcurreerd. D= Gecommitteerdens der Stad Nijmegen met de uiterfte verwondering gezien hebbende het irreguliere , 't geen bij de opening van dezen Extraordinairen Landdag door dén Burger Willem Adriaan van Oijen met fubverfie der goede ordre heeft plaats gehad, door de admisfie van private perfoonen tot het aanhooren der Propofitie van het Provinciaal Collegie; welke hunne furprife niet weinig is vermeerderd, toen zij zagen, dat aan dezelve wierdt verleend audiëntie tot het doén van voordellen ter Staats-Vergadering, en zich evenals integrerende Leden kwamen te gedragen in tefpreeken op de naam van eene Burgerije, vinden ter hunner decharge, vermits zulke voorbeelder looze demarche renverfeert de gefchikte ordre, die in eene Vergadering van Volks-vertegenwoordigers behoort plaats. te hebben en bewaard te blijven, zich verplicht te doen noteren; Dat zij uit de retroacta geen geval hebben kunnen opfpooren, waar in particuliere perfonen tot het aanhooren van de te doene Propofitie ter opening van de Landelijke Vergadering zijn geadmit-  lo September 1795. teërd geweest, dan alleenlijk dat aan Lord Torrington, Lid van het Hooger Huis in Engeland, bij oceafie van eenen Extraordinairen Landdag binnen'Arnhem , op deszelvs verzoek, na voorafgegaane omvrage en conelufie, vermits het Parlement in Groot Brittannien met opene deuren gehouden wordt, vergund is geweest, geduurende 's Hoves gedaane propofitie, hoewel in eene voor hem onverltaanbaare taal* in's Landfchaps Kamer te mogen tegenwoordig zijn. Dat hun Gecommitteerdens ook geen voorbeeld gebleken is, dat immermeer aan private perfoonen audiëntie is verleend ter Staats-Vergadering, tot het doen van voordellen, al waren zij ook met gezag bekleed van eene geheele Burgerije. Dat die eerbewijzing alleenlijk open is aan Gecommitteerdens uit de andere Provinciën, uit de Vergadering van Hun Hoog Mogende, en Generaliteis Collegien, na voorafgegane exhibitie der credentialen; doch dat ook wel eens aan Gecommitteerdens uit het Sijnodus van Gelderland, en' uit den Senaat der Provinciale Academie bevonden wordt audiëntie tot het doen van voordellen te zijn verleend geweest» Dat den Furst van Oost Friesland, in den jaare 1705 admisfie tot audiëntie in de Staats-Vergadering  ïo September 1795 ring voor zijnen Agent verzocht hebbende, zulks aan denzelven isverweigerd, en door het Praefiderende Lid te kennen is gegeeven, dat het verkenen van audientien aan Agenten was ongewoon, zoo dat hij iets namens den Furst van Oost Friesland voor te dragen hebbende, zulks in fcriptis behoorde te vervatten, en op de gewoone wijze ter Vergaderinge doen indienen ; Dat almeede in den jaare 175a de 'Cksfis van Nijmegen door Gecommitteerdens uit derzelvef midden eene mondelinge voorlïelling aan de Landfchap hebbende willen doen, hun zülks is afgeflagen, met aanzegging, dat de Clasfis, zoo iets aan de Landfchap hadde voor te dragen, het zelve eerst aan de Sijnodus moeste bezorgen , en verVolgens bij gefchrift ter tafele van de Landfchap, zonder admisfie tot eenige audiëntie; Gelijk ook bij iterative Landelijke refolutien is verftaan , dat geen integrerende Leden van de Landfchap bij misfives iets zullen mogen berichten , zullende dezelve worden uit gegeeven; maar dat addresfen van zodaane integrerende Leden bij Bericht in communi formaaan de Landfchap moeten worden ingediend; Dat zelvs in de Quartiers-vergaderingen geene admisfie ter audiëntie aan private perfoonen* geene D d Le-  ïo September 1795. Leden der Vergadering zijnde, wordt geconcedeerd, dan daar toe expresfelijk verfchreven zijnde ; gelijk zulks den 1 April laatstleden in de Quartiers-Vergadering binnen Thiel heeft plaats gehad, met betrekking van Gecommitteerdens uit de Neder-Betuwe, Thielre- en Bommelre-waarden, Beest en Rhenoij, over het formeeren van een plan voor de repraefentatie van het platte Land: in den jaare 1749 ten aanzien vanDijkgraaf en Heemraden van Millingen over hetherftel der Dijken aldaar, en in den jaare 1736 met opzicht tot den Secretaris der Heerlijkheid Gent wegens vilipendie en disobedientie van en aan herhaalde ordres van het Quartier, gefteld tot ftandhouding der gemeene middelen. Vermeenende zij Gecommitteerden, vermits op alle verzoeken, voor zoo verre die op een legale voet aan de Landfchap worden gedaan, die reflexie wordt gellagen, die dezelve mcriteren, dat admisfien van particulieren, zoo lange geene Regeringloosheid is ingevoerd, niet behooren te worden toegeftaan, maar bij 's Landfchaps refolutie geweerd, met verzoek van infertie deezes ten Recesfe. De Gecommitteerdens wegens de Stad Thiel gezien hebbende, „ dat de Praefident van het Pro- „ vin-  ïo September 1795. „ vinciaal Collegie W. A. van Oijen deeze Land,, fchaps Vergadering zullende openen, en na de „ toehoorders, geene Leden dier Vergadering zijn „ de, te hebben verzocht buiten te gaan, nochtans „ heeft toegelaten aan twee Burgers uit de Stad Nij„ megen, die geene qualificatie tot het bijwoo„ nen van Quartierlijke of Landelijke Vergade„ ringen hadden, bij die opening te blijven, êtt „ (taande aan zijne zijde de poincten van uitfchrij„ vinge te aanhooren; en vermeenende, dat door „ den eenen Burger te doen buiten gaan, terwijl „ den anderen wordt gepermitteerd in de Ver„ gadering te blijven, grootelijks wordt gecon„ travenieerd en aangegaan tegens de zoo plegtig „ aangenomene beginzelen van Gelijkheid, heb„ ben, om zich van hunnen pligt te kwijten tot „ maintien van goede ordre, en zulke onregel„ matige handelingen met geen ftilzwijgen voorbij „ te gaan, verzocht infertie deezes ten Recesfe, ,, met protest en declaratoir, dat zij dit zoo zeer ,, tegens alle principes van Gelijkheid aanlopend „ gedrag afkeuren, en geenzins willen deelen in „ de billijke reproches , die daar uit zouden kun„ nen voortvloeijen. D d 2  ïo September 1795. Op Requeste van den Predikant,Kerkenraad en Armenbezorgers van de Gereformeerde Gemeente te Zoelen, Ampte Neder-Betuwe, aan de Landfchap gepraefenteerd; verzoekende auctorifatie tot verkoop van een bouwvallig Huisje en Erve, aan de Diaconie-Armen aldaar toebehoorende, en om de penningen, daar van provenierende, ten meeften nutte en voordeele van de Diaconie-Kasfc te emploieren; goedgevonden zijnde, dat aan's Landfchaps Tafel voor 's Quartiers advijs zoude worden geopend, dat aan Beftierderen van Diaconie-Kasfen de vrije dispofitie over de armen-gocderen behoorde te worden overgelaten, en dat overzulks zodaane addresfen aan de Landfchap voor het vervolg overtollig zijn. Hebben de Gecommitteerdens der Steden Nijmegen en Thiel, in achting genoomen zijnde, dat daar door een opene deur zoude gefteld worden tot vervreemding en verdonkering van diaconieof armen-goederen, ten Recesfe doen infereren: Dat zij tot het neemen dezer conclufie niet hebben geconcurreerd, maar in tegendeel vermeend, dat van de oudfte tijden, zelvs voorde erectie van de Republicq, Beftierderen van Diaconien geene ongereede goederen van den armen hebben mogen ver-  12 en 14 September 1795. verkoopen, noch in Erfpacht uitgeeven, als mer confentvande Landfchap, Zoodanig, datarmengoederen, zonder confenr. zijnde veralieneerd, mogen worden gerevoceerd, fine refufione pretii en zonder regres tegens den Verkooper tot whaaring: en dat zelvs in den jaare 1742 bij de Landfchap is verftaan, dat geene Contracten van Erfpacht, verkooping, permutatie of andere alienatien zullen mogen worden gemaakt omtrent armen-goederen, zonder voorgaande permis/ie van de Landfchap; zullende, inval approbatie van verkoop wordt verzogt, zodanig Request worden uitgegeeven. Saturdag den 12 September 1795. Het nader Request van P: Laurentius cum fuis. is gefteld in handen van de Ordinaiis Gedeputeerden, om daarop te dienen van confideratien en advijs. Maandag den 14 September 1795. De Ordinaris Gedeputeerden ter Vergaderinge voorgedragen hebbende , of niet de geproponeerde belastingen op het Billard, Kolf- en BeugelD d 3 Baa-  15 September 1795. Baanen, terwijl 'er zoo weinige van de Iaatstgemelde in deezen Quartiere gevonden worden, en dus bijna niets zullen opbrengen, zouden kunnen worden gehouden in advijs, vermeenende, dat met meerder voordeel voor het Quartier zoude kunnen worden geïntroduceerd een impost op Honden, Paarden van plaifier, en Rijtuigen; mitsgaders een impost op het houden van Domestiquen. Verders proponerende , of niet tot merkelijk voordeel van het Zegel zoude kunnen worden gearrefteerd, dat een iegelijk, welke eenige Rekeningen wegens arbeidsloonen, leverancien, als anders, aan hunne debiteuren overgeeven, boven de 19 guldens bedragende, verpligt zullen zijn dezelve te fchrijven op Zegels na proportie van de fom van het montant van zodane Rekeningen, conform het overgelegde Plan. Voorts , of niet de bepaalingen van de Zegels tot de ingangen rechtens, zoo als bij den 1 Articul der Ordonnantie is gefteld, behoorden te blijven op den ouden voet. Hebben de refpective Leden deeze Propofitie overgenomen, om in den haare gecommuniceerd te worden, en teffens aangenomen het goedvinden hunner Committenten binnen veertien dagen , na het fcheiden deezer Landfchap aan de Ordi- na-  14 en 15 September 1795. naris Gedeputeerden in te zenden: En is wijders goedgevonden en verftaan, welgemelde Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen, om volgens die intekoomene confideratien eene conclufie te formeren , en op de eerstvolgende vergaderinge ter kennisfe van het Quartier te brengen : In aanmerking zijnde genomen, dat het ten dienfte des Quartiers zijn zoude, wanneer het zelve geinformeerd wierdt van de Refolutien, dewelke bij de Ordinaris Gedeputeerden genomen worden op Requesten, Berichten en andere ftukken, aan dezelve ten fine van dispofitie gerenvoijeerd. Is goedgevonden gemelde Ordinaris Gedeputeerden te verzoeken en te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om in conformité van 's Quartiers Refolutie van den 29 April 1776, van alle dusdaane dispofitien jaarlijks het Quartier, bij de Ordinaire Vergadering tot het dragen der Confenten naar behooren te informeren. Dingsdag den 15 September 1795. Verlezen het addres van Willem Libotté en Peter Wouters van den ouden Weijer, Gecommitteerdens des Rijks van Nijmegen, namens het D d 4 Volk  15 September 1795. Volk aldaar gelast de Landfchap te informeren, dat zij zich ten opzichte van het Rijk merkelijk gepraejudicieerd vonden bij de genomene -Refolutie tot verkoop en remotie van den Burg binnen Nijmegen, onaangezien het protest van hun Gecommitteerdens en deswegens verzogte aantekening. Dat genoegzaam van onheuglijke tijden zoo wel de civile als criminele Jurisdictie des Rijks op die van ouds zoo vermaarde Burg geëxerceerd was geweest; in zoo verre dat in cas van criminele executien altoos het Schavot buiten tegens de Poort van voornoemde Burg, als Rijksterritoir, geplaatsten de executienvolbragt waren. Dat ook van alle oude tijden den Burggraaf of Richter des voornoemden Rijks niet alleen, maar ook derzelver Landfchrijver op gementioneerde oude Burg de inwooning hadden gehad, en het Rijks Comptoir aldaar was gehouden en dat confequentelijk het gemis van dit alles tot merkelijk nadeel van het Rijk zoude verftrekken. Dat de opfland der gehouwen wel bij de Provincie onderhouden was, dog dat de grond zelvs Rijkstenitoh- en het Hoofddeel van het zelve ten Richterlijke gebruike, zoo in het civile als criminele geweest[zijnde, men dezelve niet abandon- nee-  i5 September 1795. neeren konde; folliciterende zij Gecommitteerdens overzulks in naame van het Volk des Rijks, dat ten opzichte van het Rijks territoir en ter eeuwige gedenking der Oudheid van den Burg, door den Burger Johan in de Betouw zoo klaar gedetailleerd en geadftrueerd, immers de Tooren en de twee lleidenfche Capellen, voorts een der altoos apart verhuurd geweest zijnde huizen , ter bewooning van den tijdelijken Rijks Richter, en het Landfchrijvers huis met de eerfte of voorfte Hof-poort, voor welke altoos de criminele Juftitic van het Rijk gefchied is , benevens de geheele Ringmuur, en de grond of terrein der Burg buiten verkoop mogen gelaten worden, mogende nochtans lijden, dat den verkoop van allen verderen Opftand, Huizen en Bewooningen tot menagement, en voorkooming van onderhoud en verdere immenfe uitgaven, voortgang gewinne, Of dat anderzints zodaane nadere fchikkingen mogen worden beraamd , dat het Rijks grondgebied en deszelvs van ouds'competerende geregtigheden tot de Burg onverkort en onverkogt blijven, zoo ter bewooning en gebruik hier vooren aangehaald, als tot het houden van alle Rijks Vergaderingen en Gerichten, zoo het civile als criminele concernerende. D d 5 En  ï5 September 1795. En bij het Quartier goedgevonden zijnde dit Request te ftellen in handen van het Provinciaal Collegie , om te dienen van confideratien en advijs; mee auctorifatie, om inmiddels met den verkoop te fuperfederen. Hebben de Gecommitteerdens uit de Stad Nijmegen verklaard meede gelast te zijn ten fterkften te infteren , dat van den verkoop, immers van de flooping, bij de Conditiën worden uitgezonderd de Tooren met de ruïnen van de Ringmuur aan de zuidzijde, benevens de twee kleine ronde gebouwen , van ouds onder de naam van Heidenfche Capellen bekend, aan welkers zwaar muurwerk geen kosten ter reparatie noch behoeven noch behooren te worden hefteed, en als merkwaardige Gedenkftukken der voorige eeuwen blijven geconferveerd; voorts ten aanzien van het Territoir vermeend ten Recesfe te moeten infereren. Dat de Stad Nijmegen van de vroegfte tijden af als een (a) Rijksftad, onmiddelijk ftaande onder de Duitfche Keiferen, met het Rijk, den Burg, en het Rijks-Walt een territoir, onderfcheiden van dat van den lande van Gelre heeft uitgemaakt, en de Metropolis van het Rijk geweest is. Dat de Stad uit dien hoofde, eeuwen lang, een groot 00 P. Bondam Ckartcrb. van Gelderland III afdesl. hladz. 371.  15 September 1795. groot gezag in het Rijk heeft gehad, en het Gericht van Schepenen der Stad altoos is gerefpecteerd geworden, als het Hof- of Hóofd-Gericht van het Rijk, waar aan de Appellen in civile zaaken van de fubalterne Banken en Gerichten, de Gerichten van het Rijkswalt en van de Heerlijkheden zelvs niet uitgezonderd, devolveerden, terwijl in criminele zaaken Schepenen der Stad Nijmegen ter eerlter inftantie aldaar, even als in de Stadzelve, eene volledige Jurisdictie bij Arrest (f) in het hoogste resfort oeffenden; hebbende de Graven en Hertogen van Gelre de Stad en het (c) Rijk (F) Dit aloude Voorrecht is de Stad ontzegt den ïo Junii 1769. Landd. Rec. ■ houdelijk beftier der drie Dorpen; terwijl het Schependom m geene privilegiën met de Burgeren der Stad gedeeld, noch int. inermeer eenige inzage in het Stads beftier gehad heeft. Alleenlijk hebben deszelvs Ingezetenen gejöulsfêerd van de pro- tec-  9 October 1795. tot de verkiezing van het Stads beftier; met een detail van de (b) aanftellinge van negen perfonen, altmie van de Stad, cn liet vrij acces cn reces in dezelve, waar door zij niet als andere bewooners van het platte land met arrest binnen de Stad befprongen, maar als Burgers in rechten worden geconvenieerd: Ook wordt niemand in het Schependom ter wooning toegelaten, zonder daar toe confent van de Magiftraat der Stad Nijmegen bekoomen te hebben. Raadf. d. d. 5 junu I5GS< 4 Septm tflu 2? mm „. Nov^ 1612. 9 Aug, 1615. 16 Aprf 1628. 16 Febr. 13, 16 Nov. geregeerd geweest door haare ingeboorene, voornaamfte, oudfte en rijkfte Burgeren, bekwaam om haare Vrijheden, voor te fprceken en te verdedigen; Primores Genlis et promptisfmi vti/gi; Procerts et Comités explebe, met opzfcht tot bet geheele Volk der Ban weren, bi, T*C«ps genoemd Hifi. m. 1F. cap. I4.. m V tap. 19, 25. Na den ondergang van het Ronjeinfch gebied hier te lande in de vierde eeuw, is een tijdperk Van de diepfte onkunde _ gevolgd, gedumende het welk de Stad gefladig is bloodgefteld geweest aan invallen van Normannen en andere barbaarfche Volken,' welke deeze Landen telkens hebben afgeloopen cn verwoest, waar door de oude fonn van Regcering der Stad - «1 dre eeuwen in duiflcrnisfe lcgt; tot iht in (Ie aHfte ouder Caro,.us Magnus, wanneer deeze landen aan het Frankifch Rijk wederom waren ingclijir, en onder zijncopvolgers, EonHngen van Auilrafien, de ftaat deezer Gewesten eene betere ge-  9 October 1795. allen van den Roomfchen Godsdienst, toe Raaden in de Vroedfchap der Stad Nijmegen, cn het in Eed ge'daante begon aan tc neemen, wanneer ook vervolgens onder de Duitfche Keilers Nijmegen tot eene vrije Rijksftad wierdt verbeven, en niet alleen voorzien met de Voorrechten, dewelke aan de Rijksfteden in het gemeen eigen zijn, waar onder het jus créan&i Magijlratus, of de vrije hcftelling van haare Regenrins, maar ook met die particuliere en fpeciale conccsfien, beneficiën en gerechtigheden, waar meede de Keifcrs de Bnrgerije wegens haare trouwe en ftandvastigheid hebben begütigd. In de dertiende eeuw, na de Verpanding der Stad aan Otto III, Grave van Gelre, begon hij als Schutsheer (want het Oppergezag bleef bij den Keifer, onverkort de Privilegiën) in den jaare 1254, of zelvs, of in zijne afwezigheid door eenen Richter, de Vicrfchaar met Schepenen, te fpannen, en recht te fpreeken, terwijl de befticringc dat Stad bleef berusten in den , boezem van de ganfche Burgertje , verdeeld zedert de tiende eeuw (Annalisra Saxo ad ann. 927) in onderfchcidene Clasfen van Gilden, Ambachten, Broederfchappcn en diergelijke Collegien. Onder deeze was het eerfte in rang het St. Nieolaas-Gild, beftaande in twee honderd voornaam e Burgers, cn welkers Mecftcren wierden verkoozen door de Meesteren van de andere Gilden , Broederfchappcn en Ambachten : En door deeze onderf'chcidcne'Clasfbn bevorderden de Burgers, dat bet algemeen belang der Politie cn Financie in eene geregelde orde kondc worden nagegaan; waar toe .ook uit de beste Burgeren twee meesterem of uurcemeesteren in het einde der dertiende ceaw, en noch eenige Raadspcrfonen verkozen wierden, welke met de Raads-Ampt-mecstercn van St. Nieolaas Gilde, als te zaamen de Raad pt Magiftraat cn wettige Overheid der Stad uitmakende, de befticringc der dagelijkfdre zaaken hadden, mogende echter, zonder bevorens Broederfchappcn, Gilden en Ambachten te kennen, geene zaakenvan eenig gewigt doen, alles in gelijkheid van het Rechtaan de vrije Rijksfteden competcrendc. De  9 October 1795. Eed neemen van dezelve door de Commisfie, bij 's Landfchaps refolutie van den 19 September laatstleden benoemd tot asfopiatie der voorfchreve gefchillen door minnelijke fchikkingen,-ofte, des noods,naingegaaneCompromis, door decifie, com- mu- De Burgers van Nijmegen maakten in de jaaren 1420, 1434, 1447 en 1471 nadere bepaalingen omtrent het recht van aanftelling, het geengefchiede bij Overdragten, fpecialijk in den jaare 1499, volgens welke in cas van openvallende plaatzen door de Meesteren van de Broederfchappen, Gilden en Ampten voor ieder ontbreekend Lid eene nominatie wierdt gemaakt van twee Burgeren der trejfelijkfle, rljkfle, rekkclijkfte van {lam, tol de Regeering nul tig cn hekwaam, en welke Ovcrdragt zedert dien tijd tot het begin van den jaare 1592, als een richtfnoer heiliglijk is achtervolgd, na well; jaar de Burgerij hier van 011wettiglijk is verftoken geworden, offchoon de Gemeenslieden , als Repraefentanten der Burgerijs, in den tuifchen-tijd noch wel eens dit oud cn deugdelijk recht en Burgerlijk ei"endom hebben doen gelden in dé jaaren 1593, 1609, 1618, 1648, 1649, 1650 en 1651, 't welk alnu door de geproclameerde rechten van den Mensch en Burger van kracht behoort te blijven, totdat 'er anderzins daaromtrent door de volle toéftenuning der ganfche Burgerije, als zijnde een zaak van het grootfte belang, waar van de geheele Borgerlijke Vrijheid der tegenwoordige en toekomende Burgeren a hangt, zal wezen gerefolvccrd. Doch nimmer hebben de Keifers, Graven en Hertogen van Gelre, of de Landfchap, zich ooit met de beftelling van de Regeering der Stad mogen bemoeijen; zoodanig, dat wanneer de Hertogen uit de Stamhuizen van Guük, en van Egmond zich hadden aangetrokken de magt om jaarlijks twee Schepenen te kiezen , Hertog Carel in den jaare 1498 daar van beert moeten afltand doen. Handvesten van Nijmegen door den Burger Joh. in de Betouw uitgegeeven, l/ladz. 235,247  9 en ïo October 1795. municativ met het Provinciaal Collegie, voorts, van gemaakte aanftalte tot ontwapening der Burger- Schutters militairement, welke tot confervatie der veiligheid op het Raadhuis waren gefteld: Is o-oedgevonden de Gecommitteerde Leden van Thiel en Bommel te verzoeken , gelijk verzocht worden bij deezen, hunne devoiren tot voorkooming van onaangenaame gevolgen wel te willen interponeren. Saturdag den 10 October 1795. De Gecommitteerdens uit de Steden Thiel en Bommel gedaan hebbende een omflandig rapport van het geene in deezen door hun lieden was verricht; mitsgaders dat het Collegie der Gemeenslieden het door den Raad aan hun afgeflaan beftier voor den tijd van veertien dagen, of wel tot afdoening der differenten, zoude op zich neemen ; Zijn voor hunnen welmeenenden ijver en genomene moeite bedankt. Waar meede het Quartier na verleezing en refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van het zelve. JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DESTAD ZUTPHENIN OCTOBER 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. johan vermasen, Johannes Lodewijk Prager. THIEL. Cornelis Taaij. Pieter ten Bosch, BOMMEL. AüGUSTINVS geukama, Adrianus Francois de Virieu, J. P. Zoon. Platte Land. RIJ K VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Aart Peters van der Weerden. O V E R - B E T U W E, M E T MI L LINGEN EN ZEELAND. Hendrik Aalbers, Derk Leenders, Nicolaas Arntz, Wouter Rijnders, junior. MAAS  MAAS EN WAAL. Aeldert Scholten, Jan Festen. NEDER - BETU W E. Cornelis van Wijck, Franciscüs Hermannus Repelius. T II I E L R E - W A A R D. Philip Willem van der Horst. * t' Ti BOM M E L RE-W A E RD, M ET II ET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Dezelve Gecommitteerde Philip Willem van der Horst. i Re-  13 October 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in October 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 13 October 1795. tiet Quartier, ter oorzaaké van den Extraordinaris Landdag afzonderlijk vergaderd zijnde , heeft j als van ouds gebruikelijk , gerefolveerd de voorvallende Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Directeur benoemd den Burger Johan Vermafen, Woordhouder van het Collegie der Gemeenslieden, vertegenwoordigende de geheele Burgerije der Stad Nijmegen, bij Refolutie van den 11 deezes ten Landdage gecommitteerde Het Request van Frans van Werkhoven, en Johannes van Haren, Pagter en Medeftander van het Monopolium der gebrande Wijnen en gediftilleerde wateren over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs: H h Mits-  13 October 1795. Mitsgaders het Request van denzelven Johannes van Haren , Pagter van den impost op de Wijnen; J. C. de Lorme, en M. J. Schot van den impost op den Azijn en Zeep; J. van Haren en F. van Werkhoven van het Gemaal, en G. van Heel van het Befliaal en Zout over de Stad en Schependom van Salt-Boemel; en noch van den voornoemden Johannes van Haren cum fuis, Pagter en Medeftanders van de bezaaijde mergen en Hoornbeesten onder de Dorpen Geldermalfen en Vuuren in Thielre-wae'rd, alle over den jaare ingegaan i°. Julii 1794; voorts van O. Houterman , Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Over-Betuwe, ingegaan 10. Julii 1795- Zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. "Verlezen de Requeste van Scholtus en Buurmeefteren der Kerfpelen Opheusden, Hien en Dodewaerd, in naame van de Ingezetenen van gemelde Dorpen, houdende, dat de Inwooners waren onderrigt geworden, dat men een linie trachtte te formeren tot defenfie deezes Lands dwars door de Neder-Betuwe van Dodewaard tot Opheusden:  Ï3 October 1795. den: Dat zulksgefchiedende verfcheide'Inwooners daar door zouden worden geruineerd, door dien hun land niet alleen wierdt bedorven; maar boven dien, in gevallen van onverhoopten oorlog, de Huizen geheel zouden moeten worden geflegt. Dat Requestranten ook niet konden penetreren het nut, 't geen deeze linie zoude kunnen uitwerken, als leggende de landftreek boven de te formerene linie, gelijk een Eiland, wordende omvangen door de Rivieren de Waal en Rhijn, zoo dat een Vijand een van die Rivieren pasferende, ligtelijk deeze linie zoude kunnen overweldigen. Dat ook, inval het allernoodzakelijkst wierdt bevonden, dat eene linie van den Rhijn naar de Waal moeste worden geformeerd, 'er confiderabile Verlaten in gemelde linie zouden moeten worden gemaakt en onderhouden, wijl anders, irt geval van inundatie bij winterdag, de Over-Betuwe het water niet zoude kunnen kwijt raken , maar kort boven de linie over de huizen zoude heenlopen, alzoo niets tegens de perfing konde belfond zijn , immers ten tijde van ijsgang ; waar van de Requestranten noch de klaarde bewijzen hadden door den zoogenaamden Spanjaards dijk, die gelegd was boven de Kerk te Hien, dwars door de Betuwe tot het Dorp Heusden, in den Hbs jaa-  13 October 1795. jaare 1590: zijnde wel de zwaarfte Dijk in het Quartier, doch die echter nimmer had kunnen ftand " houden: verzoekende om deeze en meer andere redenen ten Requeste bijgebragt, dat de zaak bij Hun Hoog Mogende, of daar zulks het gevoegzaamst zal geoordeeld worden, daar heenen moge worden gedirigeerd , dat van het geformeerde Plan van voornoemde linie mag worden afgezien, of daaromtrent anders zodanig gedisponeerd, als tot welzijn en confervatie der Ingezetenen van meergemelde Dorpen zal worden geoordeeld te behooren. Waar op gedelibereerd, en in aanfchouw genomen zijnde, dat eerst en voor al de uiterfleFrontieren van deeze Provincie in zoodane ftaat van 1 defenfie behooren te worden gefteld, dat geen gebreken daar aan gevonden worden, waar aan door de kunst en menfchelijke voorzigtigheid meerder perfectie kan worden toegebragt : Dat dit gedaan zijnde, eerst het formeren van een tweede linie door middel van eenebinnenlandfche affnijding behoort in aanmerking te komen, als waar van geen gebruik kan worden gemaakt; dan na dat de eerfte Barrière is geabandonneerd en verlaten. Is goedgevonden en verftaan aan 's Landfchaps  13 en 14 October 1795. tafel te infteren, dat, met influitinge van een affchrift van voorfchreve Request, hier van bij Misfive aan Hun Hoog Mogende worde kennis gegeeven, mee verzoek, dat de executie van het Project of Plan, daar toe opgemaakt, niet mag worden ondernomen, bevorens de eerfte Barrière in een ftaat van perfectie zij gefteld, en dat als dan noch alleenlijk zoodanige middelen worden geëmploijeerd tot bereiking van dit oogmerk, welke zonder aanmerkelijk nadeel van de Ingelanden en Ingezetenen, en tegens vergoeding van de te lijdene fchadens, zullen kunnen worden werkftellig gemaakt. -e-j:j '\ó oucljhjtv abtttufeiMQsa&eo- >i L Woensdag den 14 'October 1795. Op het geproponeerde tèr Vergadering gedaan, dat volgens den elfden articul van het Placaat op de heffinge van den vijftigfien penning de daar bij gevorderde Eed door een iegelijk in perfoon moet worden afgelegd, of daar in verhinderd wordende door iemand van vertrouwen in zijne plaatze te zenden:, met behoorlijke Procuratie voorzien, om den gerequireerden Eed in zijne ziele afteleggen. 1 Is goedgevonden te arresteren, gelijk gearresH h 3 teerd  14 October 1795. teerd wordt bij deezen, het navolgende Formulier van Procuratie voor de geenen, welke verhinderd worden den Eed in per- . fpon te koomen doen, en daar toe volgens Articul 11 van het Placaat over de heffinge van den vijftigfien Penning aan een ander Volmagt kunnen gee0 ; s>b ' ven om den gerecpuireerden Eed i in deszelvs ziele afteleggen. Ik ondergetekende verklaare bij deezen, dat ik hebbe gequalificeerd en gevolmagtigd , gelijk ik qualificeere en volmagtige bij deezen om in mijnen naam te compareren voor de Burgers Commisfarisfen tot den ontfangst van de Contributie van den vijftigfien penning bij wege van eene geforceerde Negotiatie benoemd en geauctorifeerd, en in handen van die Burgers Commisfarisfen voor mij in mijne ziele af te leggen den Eed, bij  14 October 1795. bij het Placaat vermeld, dat ik van het zuiver beloop der waarde van alle mijne ongerede goederen, zoo binnen als buiten deze Provincie gelegen , Obligatien, Effecten , Koopwaaren enz., zoo en invoegen bij het Placaat van den 3 Augnsti deezes jaars is vervat, den vijftigfien penning in een of twee termijnen zal furneren, en voldoen aan de intentie van de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers in het voorfchreve Placaat: Verklarende ik ondergetekende denzelven Eed, uit kracht van deeze qualificatie in mijne ziele afgelegd, te houden van dezelve verbindende kracht en waarde , als of dezelve door mij in perfoon ware afgelegd. Aldus deeze als boven gegeeven en betekend te op den Mitsgaders het volgende ? II h 4 For-  Ï4 October 1795. Formulier van de Acte of Bewijs, te geeven aan de geenen , die den Eed gepraesteerd hebben. ondergefchreven Commisfarisfen gefteld tot den ontfang van den vijftigften penning bij wege van eene geforceerde negotiatie, bij 's Quartiers Placaat van den 3 Augusti deezes O) "f het jaars vermeld, over de (a) Stad. diftrict. certificeren en verklaren mits deezen, dat voor ons verfchenen is f» of als Ge- (b) volmagiigde en procuratie hei- bende. die in onze handen wegens zijne (e) CO of wegens bezittingen, effecten, koopwaaren enz, de bezittingen, ajs ^jj ]jet voorfchreve Placaat ver4waZn 1T vat en bepaald, gepraefteerd heeft van den Eed aan de Contribuanten van voorfchreven vijftigften penning opgelegd, op het Formulier daar toe gearrefteerd, en dat hij dien volgens op denzei ven Eed, bij hem afgelegd, aan ons verklaard heeft onder ons te  14 October 1795. te hebben gefurneerd den (d) eerften jg£$g termijn van den vijfcigften penning, de termijnen. welke ingevolge en op den voet van het voorfchreve Placaat van de gemelde effecten, bezittingen, koopwaaren enz. aan den Lande gefurneerd moest worden. Actum den Het Request van David Bakker, is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien en advijs. De Gecommitteerdens uit de Stad Nijmegen hebben ter Vergaderinge voorgedragen : Hoe dat het zulks was geweest, dat op verzoek van den Raad en Gemeente der Stad Nijmegen in Julii laatstleden bij de Landfchap eene Commisfie zijnde verleend tot zoo mogelijke asfopiatie der verfchillen over een Plan van oproeping binnen die Stad, en die Commisfie den 8 Augusti daar aanvolgende nader tot dit einde zijnde gequalificeerd, dezelve Commisfie den 9 September laatstleden rapport had uitgebragt, en zich voor gedefungeerd gehouden. . Dat de Gecommitteerden der Stad Nijmegen ten Landdage door den Raad en Gemeente, die Hh 5 - on-  14 October 1795. ondervonden hadden, dat door wege van diergelijke Commisfien, hoe zeer dezelve ook met de beste inzichten mogten werken, zelden het gebuteercl oogmerk bereikt wierdt, gelast zijnde de Landfchap voor verdere Commisfien te bedanken, dezelve Gecommitteerdens op den 8 dier maand p ropofitie ter Landfchaps tafel hadden bevorderd, om die Commisfie buiten verdere werking te doen blijven, en het geen zij ook hadden verwagt, om dat het zelve is eene domestique zaak , waar in andere Quartieren, Steden noch Diftricten zich niet mogen inmisceren, zoo als hetzelve, in andere gevallen , bij de Landfchap ook meenigwerven was gedeclareerd: Dat des niettegenftaande bij de Landfchap den 19 dier maand een andere Commisfie was benoemd tot asfopiatie, of decifie der verfchïllen met het Provinciaal Collegie. Dat gemelde Commisfie, befhande uit de Burgers Daniël Verweide, Hendrik Aalbers, G. A. Verftege, J. de Both, F. H. Rhaeber, en J. N. Leijdekkers, den 27 September te Nijmegen gekomen zijnde, en den volgenden dag met Gecommitteerdens uit den Raad en Gemeente gefproken hebbende over den ftaat des gefchils, aan dezelve kortelijk was geënarreerd het gebeurde en verrigte bij  14 October 1795. bij en door de voorige Commisfie, met expresfe bijvoeging, dat, daar de voorige Landfchaps Commisfie hadt gedefungeerd, en van wegens die Stad geene andere was verzocht, zij Gecommitteerdens uit den Raad en Gemeente zich ook zouden kunnen excuferen in eenigerlei opzichten met die Commisfie zich in te laten, dan dat zij wel wilden declareren, dat het hun aangenaam zoude zijn, bijaldien door den weg van minnelijke fchikking iets te verrichten ware, en dat zij daar toe wel wilden meede werken. Dat dit de eerfte en laatfte reis geweest zijnde , dat die Commisfie niet hun had gefproken, door dezelve ook in het geheel geen voorftel tot asfopiatie was gefchied. Dat aan het Quartier uit de Hukken en informatien verder zoude kunnen blijken: Dat de quaestie zijnde, dat eenige fustineerden, dat de Boeren in het Schependom meede behoorden te Hemmen tot verkiezing van het Stads beftier, en den Raad en Gemeente met het voornaamfte gedeelte der Burgerije het contrarie, dewijl die van het Schependom bij het regimen of beftier van de Stad, als Stad, altoos geen belang hadden, ook nimmer eenig recht daaromtrent bezeten of uitgeoeffend hadden, de gemelde Commisfie aan het Roomsch  14 October 1795. Roomsch Genootfchap Eendragt maakt magt, als meede aan het Genootfchap Voorbeelden trekken, eenige fchriftelijke vraagen , rakende dit fubject gedaan hadden: En dat uit de bijlagen van het Rapport der Commisfie fub N°. 1. en N°. 2. blijkbaar was, dat die van het Roomfch Genootfchap Eendragt maakt magt geweigerd hadden zelvs eenige vraag, betrekkelijk die zaaken, te beandwoorden; terwijl het ander Genootfchap Voorbeelden trekken alles hadde beandwoord, met grond van redenen. Dat gemelde Commisfie zedert dien tijd ook niet meer het Genootfchap Voorbeelden trekken hadt gefproken; maar zich dagelijks hadt bezig gehouden met die van het Roomfch Genootfchap Eendragt maakt magt, 't geen bij de brave Burgeren en Ingezetenen in het oog liep, en geene geringe verwondering baarde. Dat het vervolgens was gebeurd,. dat gemelde Commisfie op den 5 deezes maands October eene Misfive fchreef aan den Raad om van de Ingezetenen van Stad en Schependom itemlijsten te formeren , en die aan het zelve, noch in die zelve week, ter hand te (lellen, dewijl zij niet van parthij tot parthij handelen, maar als een middel beproeven wilde, om de gefchillen in Stad en Schepen-  14 October 1795. peiidom als in eene vlugt over alle verdere zwaarigheden heen te voeren, dat zij een voorfiel met tweederleij jlembilletten ter Drukpersfe hadde, en daar van een genoegzaam aantal van Exemplaren zoude doen drukken, om aan het Volk te kunnen worden uitgedeeld. Dat de Raad en Gemeente, ziende wat 'er gaande was, en dat in die vlugt Stad en Burgerije, denkelijk door eenen wiekflag, onherftelbaar zouden worden ter neder geflagen, voor af communicatie van die Hukken hadde gevraagd, om te zien, of 'er door die daad ook eenige praejudicie voor de Stad en Burgerije was te wagten, dan dat de Commisfie aan Raad en Gemeente vifie daar van verbleef te verweigeren. Dat dit noch meerder achterdocht had gebaard, en daar de quaestie noch niet was uitgemaakt, wie als ftemgerechtigden zouden te houden zijn, zij zich voorzichtiglijk wagten wilden daaden te plegen, die de nadeligfle gevolgen konden hebben, en haar verandwoordlijk Hellen, zulks het voornaamfle motiev was geweest, waarom de Raad hadde gerefolveerd deszelvs posten te willen nederleggen, met re/erve om daarvan zoodane advertentie te zullen doen, als zij zouden noodig oordeelen. Dat  14 October 1795. Dat het verder gebeurd was, dat Boekhouder en Meesteren van de refpective Gilden en Ampten, als volgens Contract tusfehen de Burgeren en Ingezetenen der Stad van den jaare 1499, tijde dat de Burgerije de vrije verkiezing haarer Vertegenwoordigers bezat, en uitoeffende, doch waar van zij zedert den jaare 1591 door overheerfching (offchoon tusfehen beide haare rechten noch wel eens heeft doen gelden) der Stadhouders meest al wierdt verlfoken, ingegaan met de Gilden en Amptgenooten, de verkiezing van het bellier alleen toekomende, en fustinerende dezelve rechten door de geproclameerde Rechten van den Menfch en Burger op hunlieden ook wederom gekomen te zijn, tot dat er anders zal wezen gerefolveerd, daar van kennis krijgende, den Raad hadden gedisponeerd te willen continueren, 't geen ook door, den Raad was aangenomen. Dan dat op den 8 deezes de meergemelde Commisfie eene misfive aan het Collegie van Gemeenslieden gezonden hadde, met verzoek om met haar te coöpereren tot heil der Stad, en tegens Al uur na den middag te willen vergaderen. Dat het gezegde Collegie op dien tijd ook te zaamen gekomen zijnde, in eene verwagting, dat de meergemelde Commisfie met het zelve /pree-  14 October 1795. fpreehn, en haar Plan openleggen zoude, tevens ook met een voornemen om die Commisfie te informeren, dat de Rcgeerings beftelling, als domefticq, niet ftondt aan haar, en dat er boven dien geen vacatures waren, niet alleen met furprife moest ontwaren, dat die Commisfie het gezegde Collegie meer dan een uur lang vergaderd liet, zonder iets aan het zelve te doen weeten, maar ook dat Dezelve, zonder eenige qualificatie, en zonder een woord met de Gemeenslieden gefproken te hebben, zich aanmatigde de beftelling der Regeering deezer Stad te doen, vragende aan elf Leden uit het Collegie, tot dat einde bij haar geroepen, of zijlieden ook tot Raaden wilden zijn aangefteld, zoo als zij reeds drie Leden uit den Raad daar toe hadden benoemd; doch waar van er negen, op gronden bevorens gemeld, het cordaat geweigerd hadden, terwijl de Roomfche Leden, toen en in het vervolg gevraagd zijnde, het allen aannamen, en het geen had geëffectueerd, dat door die Commisfie negen Raden, allen van den Roomfchen Godsdienst, waren aangefteld, neemende dezelve vervolgens in Eed , uitgezondert één, welke hadt bedankt, om dat zich tot die post onbekwaam rekende , hoewel hij met anderen al gelijk konde opdoen. Dat  14 October 1795. Dat de Raad niet direct bedankt, veel min advertentie daar van gedaan hebbende, ook zich hebbende doen continueren, die gebeurtenis verneemende, daadelijk op de Raadskamer was vergaderd , alwaar zij haare Officien praelteerde, en zich maintineerde , Hellende ter confervatie der veiligheid een wacht der Burger Guarde op het Raadhuis, en latende voor het overige een ieder op het zelve Raadhuis vrij ac- en reces tot alle plaatzen, zoo als ook de door de Commisfie aangeftelde Raaden hunne fesfien in de Schepenskamer hadden genomen, en ongeftoord gehouden hadden, zoo lang zij goedvonden. Dat het verder was gebeurd, dat de Commisfie den Collonel der Burgers gelastede de Burgers te doen aftrekken, of dat zij die MILITAIREMENT zoude doen ontwapenen, teffens tenterende publicatie te laten doen, en brengende ook de Militie tot dat einde in de Wapenen. Dat verder Ampten en Gilden daar op waren vergaderd, en dus het best en grootfte gedeelte der Burgerije, uit allerlei]' gezindheden beftaande, en door de Commisfie dezelve ook als zoodanig erkend, blijkelijk uit de bijlage van het Rapport fub N°. 16 in fine, welke de daaden van den Raad en Gemeente hadden geapprobeerd, en die van  14 October 1795. van de voornoemde Commisfie gedesavoueerd. Dat alstoen onder de Burgers, ten hoogden geindigneerd over deeze handelwijze der Commisfie, beweeging was gekomen, en daar geen Borger-Schutter zich zoude doen ontwapenen, er een bloedbad was te vreezen geweest, en de toneelen, veel erger dan die van Hattem en Elburg, te zien verrijzen. Dan dat de Leden van het Quartier van Nijmegen, in de Stad vergaderd zijnde, en fchrikkende van die mefures, Quartiers-Vergadering hadden doen beleggen, en eene Commisfie gemaakt uit derzelver midden, en het wederrechtelijke met alle de gevolgen van dien aan de Landfchaps Commisfie hadden onder het oog gebragt. Dat echter, hoewel de Commisfie van haar befluit om geweld te gebruiken niet was te rug te brengen geweest, eindelijk de zaak was gefchikt geworden, en dat het Collegie der Gemeenslieden het door den Raad aan haar afgeitaan bellier voor den tijd van veertien dagen hadde op zich genomen, doende daar van Publicatie, als kunnende in geenerleij opzichten eenig gezach van de meergenoemde Commisfie erkennen. Dat onder de fchikking tevens was begrepen geweest, dat de Commisfie de last aan den ComI i man-  14 October 1795. mandant van het Guarnifoen gegeeven, zoude intrekken, en het gezach aan de Gemeente laten; dan waar in die Commisfie haar woord niet hadde gepraesteerd, maar bij haar vertrek den Commandant fchriftelijk gelast geene andere ordres dan die van het Provinciaal Collegie te obferveren. Dat uit die handelingen en daaden niet alleen bleek, dat die Commisfie hadde gepleegd zaaken, waar toe zij (hoe het met haare last ook mogte zijn) ten eenemaal was ongequalificeerd , en die van overheerfching en geweld, mitsgaders attentaten tegens de Souverainiteit, die in het voorig beftier zoo zeer zijn gecondemneerd, niet waren te excuferen, en die, wanneer het Provinciaal Collegie, of Landfchaps Commisfien in ftaat zijn militaire magt tegens burgers te gebruiken, van de akelijkfte gevolgen voor de Steden cn het platte Land zijn zouden. Dat alverder uit die ftukken en informatien konde blijken, dat het gehouden gedrag der Commisfie was partijdig geweest; want dat zij met Raad en Gemeente, noch Meesteren van Ampten en Gilden, noch met het Genootfchap Voorbeelden trekken hadde gehandeld, maar alleen met het Roomsch Genootfchap Eendragt maakt magt: Dat zij die redelijke engefchikte Menfchen noemde ,  14 October 1795. de, declinerende de Leden van het Genootfchap Voorbeelden trekken , daar de voorige Commisfie dezelve meest al voor menfchen hadde gehouden, die kwalijk de rechte voor de linkerhand kenden, en de andere voor het beste en verlichtfie gedeelte der Burgerije. Wijders dat de Stad Nijmegen geene Commisfie hadde verzocht , maar dat dezelve aan de Stad was opgedrongen, en zij Gecommitteerdens dienvolgens uitdrukkelijk waren gelast, namens de Stad ter Landfchaps Vergadering de'noodige inftantien te doen, dat de refolutie op de laatstgehoudene Landdag te Zutphen den 19 September 1795 op de Burgers Verweijde en andere verleend tot vereffening, en des noods finale decifie der differenten binnen Nijmegen, worde ingetrokken, dezelve Commisfie buiten werking gefield , en de zaak aan haare domestique behandeling overgelaten. En eindelijk, dat geene Commisfien in het vervolg na de refpective Steden deezer Provincie, buiten derzelver fpeciale requifitie, tot vereffening van domestique gefchillen, waar uit een misbruik van nr militaire magt zoude kunnen ontflaan, u-orden afgezonden. li* Ver.  14 October 1795. \^erlezen eene Remonftrantie van de Leden van den Burger-Krijgsraad binnen Nijmegen, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende een ampel detail van het gebeurde op Donderdag den 8 deezes omtrent de beftelling eener nieuwe Regeering door eene Commisfie, bij 's Landfchaps refolutie benoemd tot asfopiatie, en, des noods, decifie van de gefchillen over een Plan van oproeping binnen Nijmegen, 't welk de Remonftranten aanzagen als een daad, die in vorige tijden de Hertogen van Gelre nimmermeer hadden durven onderftaan, en waar toe nooit door de Landfchap eenige auctorifatie konde zijn gegeeven. Dat dit echter eene niets beduidende zaak was bij 't geen verder was verricht, want dat de Burger W. A. van Oijen hadt onderdaan den Woordhouder van het Collegie der Gemeenslieden, zich over deeze handelingen explicerende, te bedreigen met arrest en detentie: en dat men wijders, wanneer de Raad ter confervatie der veiligheid een wacht der Burger Guarde op het Raadhuis h'adt doen ftellen, latende aan een ieder vrij acces en reces tot alle plaatzen , de verregaandftc en ongehoordfte bedreigingen door de Commisfie waren gedaan, dat ingevalle die gewapende Burgers niet  14 October 1795. • niet dadelijk van het Raadhuis kwamen af te trekken, en hunne wapenen neder te leggen, zij alsdan dezelve door het militaire guarnifoen zouden doen ontwapenen: en dat het niet alleen deeze eenvoudige bedreiging was geweest», maar dat werkelijk bereeds het Militaire Guarnifoen onder de wapenen was gebragt , en de Artilleristen bij het Canon gegeplaatst, gereed om genoegzaam op het zelfde oogenblik, ofte wel ten vier uuren des namiddags ingevolge het eigen zeggen van van Oijen aan den Commanderende Officier der Burgerije, dit befluit ter uitvoer te brengen, de wapenen van de Militie, die door Neerlandsch vrije Burgerije wordt bezoldigd, tegens dezelve te gebruiken, Burgerbloed te doen vergieten, en de geheele Stad in rep en roer te brengen ; Dan dat deeze befluiten, welke die, tegen de Steden Hattem en Elburg op het Loo genomen, zooniet overtroffen , ten miniton evenaarden, waren verijdeld geworden door de weldenkende en menschlievende Leden van het Quartier van Nijmegen, die door hunne tusfehen komst eene anderzins te voorziene Burgermoord geweerd hadden; verzoekende om de verder daar bij gedetailleerde redenen, datzoodane efficacieufe maatregulen mogten genomen worden, als tot reparatie van het geIi 3 pleeg-  14 October 1795. pleegde Attentaat tegens een gelegalifeerd Bur- • ger-Corps, dat de wapenen niet Hechts ten nutte der Stad, maar voor de geheele Nederlandfche Natie heeft opgevat, het best en gefchikst zullen voorkomen. Meede verlezen de Requeste van Burgers en Inwooners van de Stad en Schependom, welker naamen bij een Lijst op de laatstvoorgaande Landdag waren overgegeeven, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, i°- dat aan die van de Gemeente der Stad Nijmegen de fesfie ter Tafele van de Landfchap niet zal worden toegedaan. 2°- Dat aan het Lichaam der Gemeente, tot tijd en wijlen een wettig beduur aldaar zal plaats hebben, niets anders dan alleen de adminiftratie van het huishoudelijke blijve gedemandeerd. 3"' Dat dezelve Com • misfie, welke laatdelijk naar Nijmegen is gedefpicieerd geweest, om dat de Leden van dien een onbepaald vertrouwen van het Volk hebben gewonnen, even daarom, tot welzijn van het algemeen , in activiteit verblijven mogte; met auctorifatie om zich wederom derwaards te begeeven, het ondernomen werk tot eenen gewenschten uitflag door haaren bijfland te helpen brengen , en tot dat heilzaam oogmerk, zoo wel bij de oproe.  14 October 1795. roeping, als bij de kiefing zelve, praefent te zijn, meünagt, om onverhoopentlijke verfchillen te beflisfèn. En 4°- Dat niet mogte worden gelet op het geene van wegens zommige Ampten en Gilden, ofwel Boekhouder en Meesteren derzelve , aangaande de Stad Nijmegen, mogte worden te voorfehijn gebragt, om dat het zelve, hoedanig het ook mogt wezen ingerigt, nimmermeer voor eene Volks-ftem doorgaan, veel weiniger boven dezelve praevaleren kan. Dan noch gelezen het Rapport van de Commisfie, benoemd, tot vereffening der voorfchreve gefchillen: Heeft het Quartier van Nijmegen goedgevonden aan 's Landfchap tafel te openen : Dat het Quartier bij het oplezen deezer ftukken, en de omftandigheden , daar bij plaats gehad hebbende , die zaak bevindende van zoodaane uitgebreidheid en voor het Quartier van het uiterfte belang en veruitziende gevolgen, daar dezelve , hoe langs hoe meer, hatelijk fchijnt te worden, en uit derzelver geheel te geraaken, vermeent, dat, alvoorens in deeze finaal te refolveren , uit ieder Quartier twee Leden, benevens een Secretaris , behoorden te worden gecommitteerd , om, geduurende deeze Landfchaps Vergadering, alle die ftukken nader li 4 te  14 October 1795. te examineren, de aanwezende wederzijds Geïnteresfeerdens te hooren, en zoo veel mogelijk zich omtrent alles, tot deeze importante zaak relatie hebbende, te informeren, voorts daar uit een kort en fuccinct rapport en advijs te vervaardigen, met bijvoeging, zoo mogelijk, van een Plan tot ontruiming der verfchillen of finale afdoening; ten einde voor het fcheiden deezer Vergadering daaromtrent zoodanig gerefolveerd of gedisponeerd kan worden als men zal bevinden te behooren. Hebbende het Quartier daar toe uit den haare genomineerd de Burgers Cornelis Taaij, wegens de Steden, en Franciscus Hermannus Repelius, wegens het platte Land. Bü refumtie gedelibereerd zijnde op de hefiinge van den Import op het Klein Zegel is goedgevonden te arresteren de navolgende Ordonnantie. Vrij  14 October i~95- Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Ordonnantie, waar na in den Quartiere van Nijmegen geheven en betaald zal worden 't recht van 't Klein Zegel, van allerhande Actens, Documenten, Bewijs -fukken , publicque en particuliere Schriften, hierna breeder gcfpccijiceerd. De Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nymegen in aanmerking hebbende genomen, hoe dat in de voorige Ordonnantiën op dit Middel geëmaneerd eenige duilterheden wierden gevonden, die door den tijd gelegenheid tot differente explicatien, en het niet eenpaarig dragen van dezen Impost, hadden gegeeven, en gelet hebbende op de inëgaliteit, waar mede deeze Impost van 't Klein Zegel, tot hier toe, in de refpective Steden en Diftricten deezes Quartiers, tot nadeel van 't zelve, en bezwaar van den eenen boven den anderen, is geheven; als meede op de verdere kwaade Practijcquen enMefufenin 't ftuk van deezen Impost dagelijks wordende gepleegd, en in 'twerk gefteld; hebben tot wegneeminge envoorkominge van al 't zelve, goedgevonden van nieuws li 5 te  14 October 1795. te arresteren de tegenwoordige Ordonnantie op 't KLEIN ZEGEL, om ingevolge van dien, 'tzelve Middel te werden geheven en betaald over dit geheele Quartier, van allerhande Actens, Documenten, Bewijs-ftukken, mitsgaders publicque en particuliere Schriften, 't zij die voor Gerichten, of andere publicque Collegien of Perfoonen, ofte onder de hand gepasfeerd worden, ende zulks invoegen, ènde tot de Prijzen hier na breeder gcfpecificeerd. wMi-"yVor. Alle Actens, waar bij eene Actie bederrnge ge- gonnen, Eifch gedaan, ofte aan en voor daan (if Pro- , r . . cedriires ge- de refpective Genchten, zoo ten platten introduceert Lande als in de Steden deezes Quartiers gebragt, en Litifpendent gemaakt worden , 't zij dezelve genaamd worden Citatien, Dagingen, Aanfpraak, Arrest, Bezaat,Peinding, Inleiding,Verklaring, Gewalt-klagten, Gerichtelijke Klagten, ofte hoe anderszins, 't zij ook dezelve zijn Reëel ofte Perfoneel, ofte van beide zamengefteld, zullen moeten gefchreven worden op Zegels, genomen na de proportie van de Sommen bij dezelve ge- eifcht;  \\ October 1795. eifcht; namentlijk, indiende Vordering bedraagd boven 19 guldens en daar boven tot 99 guldens incluis, op een Zegel van ... . o- 4-0 boven 99 tot 199 incluis .... 0-8-0 199 tot 299 0-12-0 299 tot 399 ...... 0-16-0 399 tot 499 ...... 1- 0-0 499 tot 599 • 1-4-0 599 tot 699 1- 8-0 699 tot 799 1-12-0 799 tot 899 1-16-0 899 tot 999 2-0-0 999 tot 1499 3-0-0 1499 tot 1999 4-0-0 1999 tot 2499 5- 0-0 2499 tot 2999 6- 0-0 2999 tot 3499 7- 0-0 3499 tot 3999 8-0-0 3999 tot 4499 9-0-0 4499 tot 4999 10- 0-0 4999 tot 5999 12-0-0 5999 tot 6999 14- 0-0 6999 tot 7999 16- 0-0 7999 tot 8999 18- 0-0 8999 tot 9999 of wel daarboven 20- 0-0 II. Wel-  14 October 179" 5. I I. onzekere Wel verlhande, dat, bijaldien cenip-e Eifclicn ver- ,/.,,'« vattende, dervoorfchreve Actens, geenen zekeren welk zegel Eifch, ofte een bepaalde Somme, maar als dan moet . , , . _ . „ «enomcn integendeel Feiten, Praeftatien en dierwoiden. gelijken, zonder uitdrukkinge van eenen Schade-penning , mogten vervatten, en alzoo onzeker blijven, op hoe veel de gedaane Eifch zoude konnen worden gecalculeert, als dan daar toe zal moeten genomen worden een Zegel van twee guldens. I I I. En een Edog bij zodaanen Eifch van Feiten, uing tobou- Praeftatien en diergelijken, mede worgde,moet dende gevorderd zekere Schade-penning; zegel'dai-' 200 za' dezelve Schade-penning voor na genomen 'n montant der Acte gerekend, en ingevolge de voorfchreve Lijft, dien conform, 't Zegel genomen worden. I V. weeten en Alle Weetcn van de voorfchreve Acc"p1CI1' tens, onder der Officieren, Schepenen of Steden Zegels, ofte anderzints, moetende geëxpedieerd worden, mitsgaders alle  14 October 1795. alle Copien van die Weeten, en generalijk alle Copien der voorfchreve Actens, of andere, dienende om bij 't Exploict aan de geimpetreerde, geconvenieerde, of verweerende Parthij ter hand gelleld te worden, zullen moeten gefchreven zijn op Zegels van vier ftuivers. V. + Alle Actens van Oppofuie , waar door de gerequireerde Parthijen zig tegens de Eifchen van de aanleggende Parthijen komen te oppoferen, of zig tot litigerende Parthij ftellen, zonder onderfcheid van wat naam, aart of natuur dezelve wezen mogten, zullen moeten worden gefchreven op Zegels van gelijke waarde, als tot de Actens, waar bij de zaaken begonnen, en litifpendent gemaakt zijn, zijn gebruikt geworden. V I. Alle vervolgen van Actiën, waar door Actens van men, 't zij uit hoofde van Contumacie, j^rcvhJn. of uit kragt van ergaane Sententien, tot de Executie en uiteinde der Zaaken tragt  14 October 1795. tragt te geraken, zonder onderfcheid, van wat naam, aart of natuur dezelve wezen mogen, tot de Actens van Verwin en Executie incluis, zullen moeten worden gefchreven op Zegels van dezelve waardije, als waar op de introductive Actens Art: I. uitgedrukt, zijn gefteld; ten ware die Zegels de Somma van 24. ftuivers kwajnen te excederen; in welken geval met zodane Zegels van 24. ftuivers tot ieder van de voorverhaalde Actens van 't vervolg der Proceduires zal konnen volftaan worden. VIL Senten tiui Insgelijks zullen alle Sententien defiaefinWf. nitif moeten worden gefteld, ofte wel voor dé eerfte reize uitgegeven wordende , moeten worden geëxpedieerd op een Zegel van dezelve waarde, als waar op de introductive Acte, waar van die Sententie een gevolg is, is gefchreven. VIII. Decreten Edog interlocutoire Decreten , 't zij interiocu- in Exceptivis, of ten Principalen, zonder onderfcheid, of door dezelve de In- ftan-  14 October 1795. • • ftantie word geperimeerd ofte niet, zullen moeten worden gefteld, ofte wel voor de eerfte reize wordende uitgegeven, moeten worden geëxpedieerd op Zegels van 8. ftuivers. I X. Wanneer vervolgens alle verdere Ex- Extracten 1 , „ c -r. van Senten- tracten van zodane Sententiën of De- tien en De. creten , hoe menigmaal dezelve ook «eten. mogten gevordert of gegeeven worden, zullen mogen geëxpedieert worden op Zegels van 4. ftuivers, en dezelve Sententien of Decreten aan de Parthij moetende worden geinfinueerd of ter hand gefteld, zal men tot de Copien van dien mede met Zegels van 4. ftuivers kunnen volftaan. X. Alle Citatien die penden te lite, ofte Citatien in ook na de decifie der Zaake, door de recht, han\ ' gende, of een of andere parthij gedaan wordende, gedecideerde 't zij om voor den Gerichte, Commis- ZMken* farien van 't zelve, gerichtelijke of ongerichtelijke Compromisfarien of andere te compareren, Procesfen te reasfume- ren,  14 October 1795. ren, Stukken te inventariferen, ofte hoe dezelve anderzints mogten genaamd worden, nevens de Copien van dien, zullen moeten gefchreven worden ieder op een Zegel van 4. ftuivers. X I. rfmm Alle Sommatien, Infinuatien, Inthi- tien, Infi- ' nimticn en matien en diergelijke, door de een aan lmlli'™- de andere gedaan wordende, zonder onderfcheid, of zulks in recht hangende Zaaken is, of niet; als meede zonder onderfcheid, of dezelve voor, geduurende, of na de lidfpendentie dier Zaaken gefchieden, nevens de Copien van dien, zullen moeten gefchreven worden ieder op een Zegel van 4. ftuivers. X I I. Requeste* Alle Requesten, Supplicatien, Meen Berichten • n n door't Se- monen, Remonftrantien, en diergelijke hecie Quar- addresfen, nevens de Documenten daar bij geappheeerd, mitsgaders de Berichten daar op in te dienen, zonder onderfcheid, waar over, of op wat plaats, en aan wie dezelve worden gepraefenteerd en ingediend, zullen moeten ge- fchre-  14 October 1795. fchreven zijn op Zegels van 4 ftuivers. XIII. Uitgenomen nochtans Requesten en item aan de Berichten aan de Landfchaps of Quar- L™fci5aPs r v en Quartiers tiers Vergadering, dewelke zullen moe- vergad^-mten gefchreven zijn op Zegels van 16 se" ftuivers, en de Documenten daar bij gevoegd , ieder voorzien met een Zegel van 8 ftuivers. X I V. Welverftaande, dat tot Requesten aan de Landfchap gerequireerd wordt 't Zegel van 't Quartier, waar in de Landfchap vergadert, en tot de Documenten de Zegels van zoodane Quartier, waar in dezelve zijn gepasfeerd, gedepecheerd^ geligt, of bekomen. X V. Ende indien in communicatoire Zaa- vervog ken verder als bij Request en Bericht van Com' mumcatoire mogte gefchreven worden, zullen alle Zaaken. zoodane verdere ftukken, zonder onderfcheid , wat naam dezelve hebben mogten , voor Schriftuuren worden gehouden, en daar toe moeten worden geK k bruikt  14 October 1795. bruikt zoodane Zegels, als bij den volgenden Art. zal worden gefpecificeerd. XVI. sohriftuureh Alle Schriftuuren van Procesfen, 'c zij van proces- Qf Aanfpraak, Antwoord, Replicq, Duplicq, Triplicq, Quadruplicq, Straffen , Debath, Contra-ftraffen, Contradebath, Memorien, Solutien, Superfolutien , Salvatien,. Advertisfementen van Rechten, Contra-berichten, Wederberichten , Perfiftit, Deductien, Contra-Deductien, Inventarisfen, Intehdith, Declaratien, Diminutien , en generalijk allerhande Schriftuuren, van wat naam, aart of natuur dezelve wezen mogten, geene uitgezonderd, dewelke doorParthijen tot vordering of defenfie van haar lieder vermeend Recht, en tot informamatie van den Richter, ofte ook aan Compromisfarien of Arbiters werden geexhibeerd en overgelegd, zullen moeten gefchreven zijn op een Zegel van 8 ftuivers; doch tien Bladen en meer groot zijnde, op een Zegel van 16 ftuivers; 20 Bladen en meer, op een Zegel van 24 ftuivers; 40 Bladen en meer,  14 October 1795. op een Zegel van 2. guldens; 80 Bla^ den en meer, op een Zegel van 4 guldens; 100 Bladen en meer, op een Zegel van 6 guldens; ende 150 Bladen en meer, op een Zegel van 8 guldens; 200 Bladen en meer, op een Zegel van 10 guldens. XVII. Zullende de Documenten, bij Parthijen pocumenhinc inde geappliceerd wordende, moe- te appiiceten voorzien zijn, ieder met een Zegel ren' van 4 ftuivers; ten waare dezelve Documenten bereids op hoogere Zegels van dit Quartier mogten gefchreven zijn, wanneer daar toe geen andere of nadere Zegels zullen behoeven genomen te worden. XVIII. Gelijk meede de Copien van die Copien van Schriftuuren wordende geformeerd, om aan Parthijen ter hand te ftellen, of in thiienCas van Appel ter Secretarijen van het Gericht a quo te blijven , zullen moeten gefchreven worden, ieder op een Zegel van 8 ftuivers. K k 2 XIX.  14 October 1795. X I X. schriftelijke Welverflaande dat in de Steden, AmpAanrpraa- f Gerichten deezes Quartiers, al- ken en flut- ^- ' woorden, in waar men gewoon is de Eifchen of dictameh*" Aanfpraaken , en de Antwoorden , in zijn vrij. mondelinge Zaaken, in judicia te boek te dicteren, of tot minder oponthoud der Gerichten, in fcriptis, in plaats van dictamen, over te geeven, zoodane overgegeevene Eifchen of Aanfpraaken en Antwoorden, voor geene Schriftuuren gehouden, en van dezen Impost geheel Ten ware bevrijd zullen wezen; ten ware de Zaake voo/schnf- vervolgens aan 't fchrijven geweezen tinnen wier- zïjnde, dezelve overgegeevene Eifchen den gehou- 3en. of Aanfpraaken en Antwoorden voor ^ Schriftuuren mogten gehouden, en niet wederom de novo ingediend worden, in welken val dezelve binnen den tijd van acht dagen, te rekenen van den dag der pronunciatie van 't decreet, met behoorlijke Zegels, geproportioneerd na 't getal der Bladen, zullen moeten worden voorzien. XX. En  14 October 1795. X X. En ten einde in 't (luk der voorfchreve Praecautien tekens de Schriftuuren van Procesfen alle Fraudens Fraudens, in te praevenieren, zullen alle Advocaten, 'c ftuk dcr r ' Scbriftuu- Procureurs, en voorts de geenen, door fÉnvanProwie zoodane Schriftuuren gemaakt of on- cesfen" dertekendzijn, gehouden wezen , imrnediaat, onder het Zegel, met hun eigen hand te ftellen, het juste montant deiBladen , dewelke de voorfchreve Schriftuuren na waarheid importeren, en bij hun daar voor te Boek gefteld zijn, of zullen worden gedeclareerd, op een Boete van 25 guldens, bij de geenen, die hier in nalatig bevonden worden, te verbeuren. XXI. Waar boven die zelve Advocaten en Procureurs, of die geenen, door wien de voorfchreve begrootinge gedaan is, gehouden zullen wezen, op requifitie van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers,of derzelver Fiscaal, voor de Gerichtsbanken, waar voor zij postuleeren , en die Schriftuuren overgeK k 3 gee-  14 October 1795. geeven zijn, met folemneelen Eede te verklaaren, dat zij in haare Boeken de voorfchreve Schriftuuren voor geen meerder Bladen hebben gedebiteerd, als die gementioneerde annotitie bedraagt, noch dat zij daar voor directelijk' of indirectelijk eenige meerdere quantiteit van Bladen , tot lasten yan haare Cliënten , of anderzins hebben gevorderd, of gerekend, ofte zullen vorderen of rekenen , op Poene van 25 guldens, tot lasten der geenen, die des gerequireerd zijnde, weigeren mogten den voorfchreven Eed af te leggen. XXII. En bij aldien ondervonden mogte worden , daar inne captieufelijk, en ter kwader trouwe te wezen gehandeld , ofte dat de refpective Advocaten en Procureurs van die Schriftuuren meer kwamen te genieten, of genoten hadden, als na advenant van die annotitien, ten opzig'te van 't Klein Zegel bij dezelve ge ■ maakt, onder welk praetext zulks ook wezen mogte, zullen dezelve verbeuren een Boete van 200 guldens.  14 October 1795. XXIII. Actens van Appel of Provocatie, Verburging van de kosten van dien, en Con- burging > ,n_ tra-verburgingen, mitsgaders de Inven- ventatifttte tarisfen van de Proces-ftukken, zuUen moeten gefchreven worden ieder op een Zegel van 24 ftuivers, en de Acte van Confignatie der Boete in Cas van een kwaad Appel, op een Zegel van 16 ftuivers. XXIV. Actens van Sommatien tot voldoe- Somnude» xn-icuo ; op Senten- ninge van ergaane Sententien binnen de ticn binnen Stad, Ampt of Diftrict, alwaar de Sen- '< tentie gewcefen is, zullen moeten voorzien zijn met een Zegel van 3 ftuivers, en de Copien van dien op een Zegel van 4 ftuivers. XXV. Doch Actens van Sommatie op Sen- o^~: tentien, elders, of bij den Hove van ju- tïen buiten ftitie in Gelderland in Cas d'Appel geweezen, voorts Executoriale of Requi- Ven van Exfitoriale Brieven , en Surcheances van quiiitie en dien; Item de Actens van Confent bij surchêance. Kk 4 de  . 14 October 1795. de refpective Magiftraten en Officieren op Brieven van Executie van Sententien, bij 't Hof van jufh'tie of andere Gerichtsbanken geweezen, wordende verleend, zullen moeten gefchreven worden ieder op een Zegel van 24 ftuivers , en de Copien van dien op Zegels van 4 ftuivers. XXVI. Speciale Alle ordinaire Volmagten, Procuratien Vohm-ten. _ , ° en Subftitutien, om daar mede in of buiten 't Gericht, voor een ander iets bepaaldelijk te verrichten, indien dezelve door één Perfoon, ofte wel door Man en Vrouw te zamen gepasfeerd worden, zullen moeten gefchreven zijn op een Zegel van 4 ftuivers, en de Procuratien inhoudende de magt van Subftitutie, op een Zegel van 8 ftuivers. XXVII. En indien die Volmagten gepasfeerd zijn door twee onderfcheiden Perfoonen, op een Zegel van 8 ftuivers, en de magt van Subftitutie daar bij gegeeven zijnde, op een Zegel van 16 ftuivers. XXVIII.  14 October 1795. XXVIII. Mitsgaders, indien die Volmagten door drie of meer diftincte Perfoonen gepasfeerd worden, op een Zegel van 16 ftuivers, en met de magt van Subftitutie, op een Zegel van 24 ftuivers. XXIX. Volmagten in omnibus ad lites, ofte ad Generale i 1 n/r tt Volmagten. negotia, door Man en Vrouw tezamen, of door één Perfoon gepasfeerd, daar toe zal gebruikt worden een Zegel van 8 ftuivers, en de magt van Subftitutie daar bij vervat zijnde, een Zegel van 16 ftuivers. XXX. Zoodane Volmagten door twee diftincte Perfoonen gepasfeerd wordende, zal daar toe worden geëmploieerd een Zegel van 16 ftuivers, en met de magt van Subftitutie, een Zegel van 24 ftuivers. XXXI. En bijaldien dezelve door drie of meer onderfcheiden Perfoonen worden gepasfeerd , zal daar toe een Zegel van 24 ftuivers moeten genomen worden, en de magt  14 October 1795. magt van Subftitutie daar bij meede vervat zijnde , een Zegel van 2 guldens. XXXII. Reiafen van Alle Relafen van gedane Exploicten of ten^fan- anderzins, door eenige Schouten, Onderen, derfchouten , Roeijdragers , Boodens, Kosters, Poortiers, of andere Gerichtelijke Perfoonen, buiten en behalven derzelver Relatien, op de geëxploiteerde Actens zelve, wordende afgegeeven, zullen moeten worden gefchreven op een Zegel van 4 ftuivers. XXXIII. Extracten. Alle Extracten uit Protocollen, Signaaten, Boeken, Regifters, of andere Gefchriften, 't zij dezelve publique Collegien, of Particulieren aangaan, zullen moeten gefchreven worden op een Zegel van 4 ftuivers. XXXIV. verkiaa- Insgelijks zullen alle verdere Verklannjen. ringen van eenige publicque Perfoonen, van wat naam of natuur dezelve zijn mogten, gefchreven moeten worden ieder op een Zegel van 4. ftuivers.  14 October 1795. XXXV. Welk Zegel van 4. ftuivers mede ge- Amhentic- D que Copien. bruikt zal moeten worden tot alle authenticque Copien, of Vidimus Brieven. XXXVI. En ten einde hier omtrent alle Con- "2 travenrien te weeren , zullen na het gedateerd, publiceren dezer Ordonnantie, geene ep"Xva£t Extracten, authenticque Copien, of Vi- zegel van 't f principaal. dimus- Brieven, van wat aart of natuur dezelve zijn mogten, mogen gemaakt worden, als met uitdrukkinge van den Dag, waar op dezelve gemaakt zijn, en van 't Zegel, waar mede de principaale Acte is voorzien, op een Boete van 25 guldens. XXXVII. Alle Gerichtelijke of Ongerichtelijke g v««tóa Verklaringen, AttestatienenKondfchap- den ep pen, bij één Perfoon afgegeven wor- JJ»* dende, zullen moeten gefchreven zijn op een Zegel van 4 ftuivers, bij twee Perfoonen op een Zegel van 8 ftuivers, en .bij drie of meer Perfoonen op een Zegel van 16 ftuivers.  14 October 1795. XXXVIII. Auestatien Alle Attestatien de vita, die toe een ""' ander gebruik, als om Lijf-renten, tot lasten des Quartiers ftaande, daar op te ontfangen, mogten worden gevorderd, indien dezelve ten behoeven van één Lijf afgegeeven worden, zullen moeten worden gefchreven ieder op een Zegel van 4 ftuivers, ten behoeve van twee Lijven, op een Zegel van 8 ftuivers, en van drie of meer Lijven, op een Zegel van 16 ftuivers. XXXIX. Bffletten.Mi Alle Brieven, Billetten, Publicatien miMcaticn. £n j^erkenfpraaken, gefchreven of gedrukt, die voor eenige Kerken, Huizen, Hoven, Poorten, of andere Plaatzen afgeleezen, aangeplakt of aangeflagen worden, waar bij eenige Verkopinge van gereede of ongereede Goederen, Verpagtingen, Verhuuringen, Aanbefteedingen, Notificatien, Waarfchouwingen, ofte anderzins ten platten Lande, ofte in de Steden, Heerlijkheden en Kerfpelen deezes Quartiers, worden bekend gemaakt,  14 October 1795. maakt, zullen moeten voorzien zijn, ieder met een Zegel van 4 ftuivers. X L. En zullen geene Schouten, Kosters, PraectuStokmeesters, Boodens, Poortiers, Roe- ^FrSêns pers of anderen, wie dezelvé wezen dicn mogen, geenderhande Publicatien of Affixien mogen doen, ten zij de Billetten of Brieven hun daar van, om te publiceren of affigeren overgegeeven, met een Zegel als voorfchreven is, zijn voorzien, op een Boete van 6 guldens; ende indien het gebeuren mogte, dat aan voornoemde Schouten , Kosters, Stokmeesters, Boodens, Poortiers, Roepers of anderen, eenige onbezegelde Billetten om te publiceren, of affigeren , mogten worden gepraefenteert, zullen ' dezelve gehouden wezen, de Lieden daar van uitdrukkelijk te waarfchouwen, dat zoodane onbezegelde Billetten niet mogen worden gepubliceerd en geaffigeerd; en dat zij daar over zouden vervallen in de Boeten bij deeze Ordonnantie vermeld; alles, ten einde onkundige niet mo-  14 October 179$. mogen worden vervangen \ maar zoodane deficié'rende Zegels konnen doen Yuppieren. X L I. Waarenboven dezelve uitdrukkelijk gelast worden alle de onbezegelde Billetten of Brieven, die hun na voorgegane waarfchouwing bij Art. XL. vermeld, en ongeagt dezelve, om te publiceren of affigeren ter handen gefield worden, aanftonds, immers binnen den tijd van agt dagen, over te zenden aan de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers,of derzelver Fiscaal, metmeldinge van de Perfoon of Perfoonen, door wien dezelve aan hun zijn behandigd, op gelijke Boete van 6 guldens. X L I I. Waar tegen zijlieden die overzendinge doende genieten zullen een derde part van zoodane Breuken , waar inne de Fraudateurs vervolgens zullen worden gecondemneerd, en bij dezelve betaald. XLIII.  14 October 1795. X L I I I. Actens van Borgtogten en Indemnifa- Borgtogten cn Indemni- tien , yan wat aart of natuur dezelve fauen. wezen mogen, ook Borgtogten voor 't gewijsde , of kosten der Proceduuren , daar toe zullen de Zegels moeten genomen worden, na proportie van de Sommen bij die Actens geinfereert, gelijk bij Art. I is vervat; en bij aldien geene zekere Som daar bij is, of heeft kunnen worden uitgedrukt, zal daar toe geëmploieerd worden het Zegel van 24 ftuivers. X L I V. Actens van Confignatien zullen moe- confignaten worden gefchreven op Zegels, ge- tiei1, nomen na proportie van de geconfigneerde Sommen bij Art. I vermeld; en die Confignatie niet in Geld, maar in Effecten gedaan wordende, na de valeur van dien, of daar dezelve onzeker is, zal tot de Acte van Confignatie gebruikt worden een Zegel van 8 ftuivers. X L V. , Alle Actens van Renunciatien van In- ti *e"aunujn" ftan- tarnen.  14 October 1795. Handen zullen moeten gefchreven worden op een Zegel van 8 ftuivers. X L V I. Renovatien, Op welk Zegel van 8 ftuivers meede en Verflik- zu^en gefchreven worden alle Actens van ken. Renovatien van Inftanden ; Item Actens van Default, Verftek en diergelijke. X L V I I. specifica- Voorts meede de Specificatiën van 't kris.™" *" Salaris der Practizijns, indien het zelve 50 guldens of daar boven bedraagt, en anders niet. X L V I I I. Compro- Alle Actens van Compromis zullen misfèn en ar- ~ , , „ bitraicuit- moeten gefchreven worden op Zegels fpraaken. van 24 ftuivers , en zullen de Compromisforiale of Arbitrale Uitfpraaken, definidf of interlocutoir, 't zij in Exceptivis, of ten Principaalen, moeten worden gefteld en uitgegeeven op zoodane Zegels, als hier vooren Art. VII en VIII van Gerichtelijke Sententien en Decreten is gezegd. XLÏX.  14 October 1795. X L I X. Alle zoo Inftructoire , als Decifoire Advijfen Confultatien van Rechtsgeleerden, Ad- ^Jj* vertisfementen en Advijfen van Rech- Decifoir. ten, zullen moeten worden gefchreven op een Zegel van 16 ftuivers. ,'. n 7' 4o#?orS9^ '•• Alle Tolbrieven, Borger-en Poorter- Tor-BofBrieven, mitsgaders allerhande Paspoor- Ee;-pooiter< 0 Brieven en ten, zonder onderfcheid, zullen moeten pasporten, gemunieerd zijn met een Zegel van 16 ftuivers. Alle Ordonnantiën van Penningen , Ordoiman- Rekeningen, of anderzins, geflagen ,ien.en Qui" ö ' ° o tantien van wordende bij 't Collegie van de Gede- Penningen , puteerden ter Financie, ofte andere Col- 1 g.'flagen, en legien deezes Quartiers, ten behoeve wie daarvan van Particulieren, zonder onderfcheid, exeint Zljn' of dezelve zijn Politicq of Militair; gelijk mede] alle Quitantien, dewelke gegeeven worden aan Ontfangers of Rentmeefters, die aan 't Quartier, ofte aan eenige Steden, Ampten, of Communiteiten van dien comptabel zijn, L 1 in-  14 October 1795. indien de Sommen, bij die Ordonnantiën en Quitantien vervat, 20 guldens en daar boven bedragen, zullen moeten gemunieerd zijn met Zegels, genomen na proportie van de Sommen, invoegen als bij Art. I is vermeld; waar van nochtans geëximeerd zullen wezen de Ordonnantiën en Quitantien, concernerende de Kerken-Dienaaren, derzelver Weduwen, voorts Arbeidslieden, Appointés en miferabile Perfoonen, mitsgaders de Quitantien van Losrenten, bij 't Quartier, Steden, Ampten of Communiteiten , reeds genegotieerd, of nog zullende genegotieerd worden. LIL Op een En zal op ieder Zegel niet meer als Zegel niet - _ . r meer ais ee- eene Ordonnantie of Quuantierelpective ne pxdcn. mogen gefteld worden, wel verftaande, nantie te , , ^ . . i r fteiien. dat, mdien de Quitantie op de aigegeevene Ordonnantie wordt gefteld, als dan tot die Quitantie geen apart Zegel zal behoeven te worden genomen. L I I I. Quitantien Aangaande de Quitantien van de Lijfvan Lijnen- .en. ren-  , ï'4 October 1795. renten tot lasten deezes Quartiers, waar op te gelijk Attestatien de vita gefchreven worden, zal het Zegel, na rato van de Somme, bij die Quitantien uitgedrukt, zoo als zulks Art. I vermeld is, door de refpective Ontfangers, op welkers Comptoiren die Lijfrenten betaald worden, van dezelve betaalinge worden gekort en ingehouden, in conformité van 's Quartiers voorige Refolutien, en het tegenswoordige gebruik. L I V. Alle Huur- en Pagt-Cedullen en Con- Huur- èh iinuatién van dien zullen moeten wor- V^-Cèdui- j t- 1 f . len en Co* den gefchreven of gemunieerd zijn met uimanen. Zegels, genomen na de proportie van de Sommen, die alle de Huur-enPagtJaaren bij eikanderen gerekend, bedragen, invoegen zulks Art. I is vastgefteld. L V. Zoodanig, dat indien daar bij mogte De ca!c,, geftipuleerd wezen, bij voorbeeld, de latie van het tijd van zes jaaren, om met drie te we- ^ derzeggen, of iets diergelijks, des niet fte r 1 . Jaaren ee- U1 2 £e ilhied;».  ï4 October 1795. te min in zoodane val het Zegel zal moeten genomen worden, na de calculatie van de zes Jaaren Pagt of Huur bij elkanderen gerekend. L V I. Welke ze- Wanneer Bouwhoven of Landerijen, gels geno- niet yoor zekere Jaarlijkfche fomme men moeten worden, zoo Gelds , maar voor het halve Gewas worde verpag- d uitp-edaan en Verpagt, zal, indien ting voor t ° ... c halve Ge- zoodane Verpagting voor drie jaaren 01 Tchieci §e" minder gefchied, moeten genomen worden een Zegel van 24 ftuivers; voor meer als drie Jaaren tot zes Jaaren incluis, een Zegel van 2 guldens; voor meer als zes Jaaren tot negen incluis, een Zegel van 4 guldens; voor meer als negen Jaaren tot twaalf jaaren incluis en verder, een Zegel van 6 guldens. L V I I. of voor Wanneer Bouwhoven of Landerijen, Koorn,'in nje|. voor eene zekere Jaarlijkfche fomGeku me Gelds, maar voor Koorn Verpagt worden, zal dat te leverene Koorn gerekend moeten worden, ieder Malder Weit  * 14 October 1795. Weit of Tarw op 7 guldens, ieder # Malder Rogge op 5 guldens, ieder Malder Garat of Spelt op 4 guldens, ieder'Malder Boekweit op 3 guldens, en ieder Malder Haver op 2 guldens, alle Nijmeegfche Maat, het Last op 18 Malder gereekend, en na die Calculatie alle de Jaaren Pagt bij eikanderen gereekend, invoegen gezegd is, het Zegel moeten genomen worden , na proportie van de Som, als bij Art. I is uitgedrukt. L V I I I. Wel verftaande nochtans, dat wanneer of voor 't In een en dezelve Conditie Verpagtinge J*J ^ gedaan wordt voor het halve Gewas, en Koorn en ° r vroor Ge'd voor Koorn of voor Oeld te zamen , 01 te zame» ieder afzonderlijk; en dat die Koorn- of of iedera". , _ _ , ■• 11 zonderlyk. Geld-Pagt, alle de Pagt Jaaren bij eikanderen gerekend, zoo veel monteerde, dat daar toe een grooter Zegel, als tot de Verpagtinge voor 't halve Gewas , gebruikt zoude moeten worden, et vice ver/a, zoo zal genomen moeten worden het Zegel, 't geene in die beide gevallen het hoogde wordt bevonden. LI 3 LIX.  ï4 Octobtr 1795. • L I X. Zullende ™» alle Verhuuringen en CeditLmoet Verpagtingen het recht van deezen ImZTgX post maar eens geheven, en behoeven men na de betaald te worden, invoegen, dat tot de wegeer P"nciPale Huur- of Pagt-Cedul een fa*, op een van hoorlijk Zegel, na de proportie van de SefelÏven SOmm6 gen0men ziP^ > men tot de Coworden, pie of Weerkleed van dien , met een Zegel van 4 ftuivers zal konnen en mogen volftaan. L X. van^Ze" E" ZUll°n de kOStCn V3n de Ze8'els» gels moeien indien daar over geen ander fpeciaal be- hgefd"agehnU di"g m°gte gemaakt ziJn» half bij den woeden, ten Verhuurder, en voor de wederhelfte bij Z hedon- den Huprder moeten gedragen worden ; gei,, onder welken Verhuurder 't principaale Inftrument, en onder den Huurder het Weerkleed zal moeten verblijven. L X I. ^ Huur- en Alle Huur- of Pagt-cedullen, voor daiX deze' to deezer Ordonnantie, over den tijd ordinantie van meer als een Jaar ingegaan, waar én voör ïan- van dc Huur- of Pagt-Jaaren noch niet zijn  14 October 1795. zijn geëxpireerd, en die op voorfchreve wijze niet behoorlijk zijn bezegeld , gaan , moe- zullen binnen den tijd van zes Weeken ^ "z°ef na de Publicatie deezes, met een be- Weeken hoorlijk Zegel, genomen na de grootte der Somme van alle de Huur- of PagtJaaren bij eikanderen gerekend, moeten worden gemunieerd, op verbeurte van vijftig guldens. L X I I. Alle Erfpagt Brieven, Rentverfchrij- Èrfpagt- . ,. .■■« . Brieven e r vingen en diergelijke Stedigheden, in Remver. de gronden wordende geradiceerd, zul- fchrijvingen. len meede moeten worden gefchreven op behoorlijke Zegels , geproportioneerd na de Sommen, die dezelve komen in te houden, agtcrvolgens het gedisponeerde Art. I. L X I I I. Zullende de Jaarlijkfche Erfpagten Heedaeai, culanen van of Renten, indien dezefve in Uelcl dien tc doen, taald worden, tegens den Penning Twin- >«^» ;" 0 Geld worden tig tot Capitaal gerekend, en daar na bemid. het Zegel moeten genomen worden. LI 4. LXIV.  14 October 1795. L X I V. ofmVrog. En indien die Jaarlijkfche Erfpagten wasfen, ^ of Renten niet in Geld, maar in Vruchten of Gewasfen zijn beloofd, zullen dezelve, invoegen hier voor Art. LVII gezegd is, gerekend, tot Capitaal gebragt, en daar na het Zegel genomen worden. L X V. Koop.ce- Alle Koop-Cedullen van onroerende fLende of of roerende Goederen zullen moeten onroerende worden voorzien met Zegels, genomen Goederen. , . , ° ° na de proportie van de Sommen, die dezelve contineren, achtervolgens het gedisponeerde Art. I tot 9999 incluis. En daar boven tot 14999 • • 30-0-0 14999 tot 19999 . . 40 0-0 19999 tot 24999 • • 500-0 24999 tot n9999 . . 60 o o 29999 tot 34999 . . 70-0-0 34999 tot 29999 . . 80-0-0 3c,999 tot 44999 . . 90 o o 44999 tot 49999 . . 1 oo-0-0 49999 tot 59999 . . 120-0-0 59999 tot 69999 . . 140 o o 69999 tot j9999 . . 160-0 o 79999 tot 89999 • • 180-0 o 89999 tot 99999 . . 200-0-0 99999 tot 124999 • • 250 00 124999 tot 149999 . . 300-0-0 149999 tot 174999 . . 350-0-0 174999 tot 199999 • 400-0-c? J  14 October 1795. En zal van ieder 24999 daar boven een Zegel van 50 guldens hooger genomen worden. Ook zal bij Koop-Cedullen van onroerende Goederen 't recht van 't Zegel mede moeten betaald worden van 't Trekgeld, Wijnkoop, Speldegeld en diergelijke Onraad, alles boven en behalven de Zegels , die tot de opvolgende Actens van Tranfport worden gerequireerd. L X V I. Insgelijks zal tot alle Opdragts-Brie- opdragten 0 J en andere ven, Transporten, Cesfien, Schepen- Alienatien. Brieven , Obligatien , Rentverichrijvingen , Giften , Pandverfchrijvingen, Thins^Brieven, en diergelijke Actens van Alienatien, zoo Gerichtelijke, als die onder de hand, of voor Erfpagteren gepasfeerd worden, genomen moeten worden een competent Zegel, geproportioneerd na de Sommen , die dezelve Actens contineren, gelijk bij Art. I en de voorgaande Art. LXV is vastgefteld, ende zulks zoo dikwils en menigmaal dezelve worden j gepasfeerd of verleeden. \ LXVII.  # ï4 October 1795. L X V I I. iioe de cai- £n daar geene zekere Somme bii de- culatie te > doen,indien zelve mogte wezen vervat, maar dat in Gekr^Jn" teSendeel een Jaarlijkfche Canon daar jaarlijkfche bij was uitgedrukt, zal dezelve Jaar- Canon daar Ujkfche ,% jj . g oy is vervat. J . of in Vruchten geftipuleerd is, almede tegens den Penning Twintig tot Capitaal gerekend, en daar na 't Zegel moeten genomen worden. L X V I I I. «SSh .Me Magefcheiden, Divifien en Suben sttbdivi- divifien, en generalijk alle Accoorden en Contracten, waar bij eenige Goederen of Penningen worden toegedeeld, beloofd en overgegeeven, zullen moeten wezen voorzien met Zegels, geno* men na de jufte waarde of Sommen daar bij vervat, zoo en invoegen Art. I en LXV is vastgefteld. L X I X. "ttweE Wel verftaande, dat, daar van meer kleeden van als een gelijkluidend Inftrument gemaakt me" " wordende> het recht van 't Zegel maar eens  14 October 1795. eens zal behoeven te worden voldaan, en dat dus doende een behoorlijk Zegel tot het principaale Inftrument genomen zijnde, men tot alle de verdere Weerkleeden met een Zegel van 4 ftuivers zal konnen en mogen volftaan. L X X. Alle Huwelijkfche Voorwaarden zul- Huweiyklen moeten worden gefchreven op Ze- fche Voor" 0 waarden. gels van 24 ftuivers, doch indien daar bij mogte worden gedisponeerd van 600 guldens of meerder, zal 't Zegel moeten genomen worden na proportie van de Som, invoegen Art. I en LXV is vermeld. L X X I. Alle Togt-Brieven, voorts opene en Togt-Briebefloten Testamenten , Codicillen of wn' opcne ....... en' l'cflote diergelijke Actens van uitterfte Willen, Teftamen- mitsgaders de. Actens van Revocatie tcn of Codi" ■ cilIen' derzelve , zullen moeten gefchreven Worden op Zegels van 24 ftuivers, doch indien daar bij over eene Somme van 600 guldens of meerder mogte worden gedisponeerd, zal het Zegel moeten geno-  14 October 1795. genomen worden na proportie van de Som, als bij Art. I en LXV is vastgefteld, wel verftaande, dat een voorig Testament bij een nader Testament gerevoceerd wordende, als dan tot de Revocatiein zoodanig posterieur Testament vervat, geen apart Zegel zal behoeven te worden gebruikt. L X X I I. Welk zegel Des zal tot zoodane Testament, waar TieecivaiiCr' van twee eenshndende worden gefor* eenTesta- meerd, maar eens een Zegel, na proment moet • j o 11 genomen portie van de Somme, behoeven te worden. worden genomen, invoegen dat zulks gedaan zijnde, men tot het Weerkleed met een Zegel van 4 ftuivers zal konnen en mogen volftaan. L X X I I I. Uoedane En wordt in 't particulier, voor zoo by'Vpasft*. verre de befloten Testamenten, Codiren van be- cillen en andere makingen van uitterfte mentent1" Willen aangaat, wel expresfelijk geftamoeten «e- tueerd, dat alle Officieren, Schepenen nomen wor- , ., den> en andere publicque perfoonen, voor wien dezelve folemnclijk worden gepasfeerd ,  14 October 1795. feerd, gehouden zullen wezen, alvoorens eenige beflotene Dispofitienïe pasfeeren , tekenen of bezegelen, zich wel naarftelijk te informeeren, of dezelve Dispofitien wel voorzien zijn met een behoorlijk Zegel, achtervolgens deeze Ordonnantie; den Testateur voorhoudende, al 't geene daar toe volgens deeze Ordonnantie wordt vereicht, en in welke poenaliteiten zijne Erfgenaamen in Cas van Fraude zouden konnen vervallen; ende zulks, om daar door te praeveniëren, dat niemand door onkunde pecceert, tot fchade van zijne Erfgenaamen. L X X I V. Van 's gelijken zal daarvan in de Acte van Superfcriptie moeten worden gementioneerd , dat namentlijk, volgens aangeeven van den Testateur, een behoorlijk Zegel tot het Testament is gebruikt geworden. En indien mogt worden ondervonden, bij den Testateur daar inne gemanqueert te zijn, zoo zal zoodane Dispofitie wel ge-  14 October 1795. gepasfeerd en gefolemnifeerd, maar den Testafeur vermaand worden, om binnen den tijd van 14 dagen alnog om die Dispofitie een behoorlijk Zegel te doen Haan, 't welk aan denzelven Testateur, ofte in cas van zijn vroeger overlijden, aan zijne Erfgenaamen zal vrij Haan, en ook moeten gedaan worden; met dien verftande, dat, inval den Testateur als voorfchreven binnen den tijd van gemelde 14 dagen mogte overlijden, dien zeiven Termijn, ten aanzien van de Erfgenaamen eerft zal beginnen te loopen van den dag, dat zij van die gedane Dispofitie kennisfe hebben gehad; alles op poene bij deeze Ordondonnantie geftatueerd. L X X V. invenÏÏis- A1Ie Staaten of Inventarisfen van Boe.fen, Actens dels, Actens van Inventarifatie, voorts van Inven- a j- • . „ „ tarifatie, Aditien van eenige Erfenisfen, zullen Aditien. moeten gefchreven worden ieder op een Zegel van 24 ftuivers, doch indien de waarde der Goederen of Effecten daar bij vervat , of de Boedels, waar over de-  14 October 1795. dezelve worden gepasfeerd, 600 guldens en daar boven mogten bedragen, zal het Zegel moeten genomen worden na proportie van de Som, achtervolgens het gedisponeerde Art. I en LXV. L X X V I.* Actens van Collatien , (daar onder niet Co&ri, begrepenCollatien van Pastorijen, Kos- ^ terijen en Vicarijen) Beneficiën, Octroijen, Brieven van Gratie, Pardon , Remisfien, Legitimatien, Dispenfatien, en Confirmatien, uitgenomen in Huwelijks zaaken, Zoen-brieven, veniae aetatis, Geleids-brieven, en de Continuatien van dien, en andere diergelijke Actens, zullen niet mogen worden verleend, uitgegeeven of gedepecheerd, bij marginaal appoinctement op de Re- • questen daar toe gepaefenteerd, neen maar zullen alle dezelve behoorlijk in forma, en bij wijze van opene Brieven, moeten worden geëxpedieerd, en tot ieder derzelve gebruikt een Zegel van 16 guldens: zullende bij de investituren, en verheffingen van Leenen gebruikt moe-  14 October 1765. moeten worden Zegels na de intrinfique waarde der Leengoederen ad 3 per cento gerekend. L X X V I I. Ampte» en Alle Actens of Refolutien van aan- Bedieningen n ... . Politicq of Helling tot fcemg Ampt of Bediening, Militair. Commisfien van Officieren, of Actens van Attachés daar toe verleend, zoo Politicque als Militairen, 't zij dezelve gegeeven zijn door het Quartier, Gedeputeerden ter Financie, Steden, Ampten, Dorpen, ofte wie anders daartoe zullen wezen gequalificeerd, niemand uitgezonderd, zullen bij 't doen van den Eed moeten worden gemunieerd met een Zegel, genomen na de proportie van de Somme, waar op zoodanig Ampt of Bediening , in de Lijsten van het Ampt-geld is getaxeert, ofte na proportie van de Somme, dien de Tractementen en Emolumenten, Jaarlijks daar toe ftaande , rendeeren; op welk Zegel den dag en datum van het doen van den Eed zal moeten worden gefteld; alles in conformité van de Lijst hier bij uitgedrukt. LYST  14 Octobér%f795' L Y S T Ëen Ampt of Bediening bij de Lijst Van 't Amptgeld getaxeerd, of Jaarlijks aan Tractementen en Emolumenten renderende 100 guldens of meerder, daar toe zal genomen worden een Zege1 van .... 4guld. 200 en daar boven een Zegel van 8 3°° 12 400 . !6 5°o .... 20 600 . 4 . . 30 l°° ■ • • • 35 OOO 4 40 9°o 45 1000 .... 50 1200 .... 60 1500 .... 75 2000 .... 100 2500 . . 4 . I2£J 300° .... 150 35°o ... 175 4000 4 200 En zal voorts van elk Ampt of Bediening Jaarlijks 500 guldens meer renderende een Zegel van 25 guldens hooger genomen moeten worden. Zullende tot betere executie van dien Mm in  14 October 1795. in ieder Stad, Ampt, Dorp en Heerlijkheid van de Ampten en Bedieningen met derzelver provenuen Lijsten worden gemaakt, en door de Municipaliteiten refpective aan de Gedeputeerden ter Financie ingezonden binnen den tijd van drie maanden na publicatie en affixie deezes. L XX VIII. Amptenaars Zullende niemand eenige Ampten of TraalrfeT Bedieningen, op hem geconfereerd, 'tzij ten of En»; Politicque of Militaire, mogen aanvaar- Skên2" den » of daar van eeniS Tractement of voor en Emolument trekken, voor en al eer deeimpostvoi- zen Impost daar van voldaan, en de Acdaan is. te Van aanflelling meteen behoorlijk Zegel voorzien is. L X X I X. Amptenaars Ende op dat hier aan te praecifer denEedbin- wor(}e voldaan, zullen de geenen, die nen dit ° Quartier af- op eenig bekomen Ampt of Bediening, leggende, den Eed daar we ftaan(je binnen dit moeten hunne Actens Quartier moeten afleggen, gehouden iTgeTtï' wezen > hnmers bij het afleggen van denzelven Eed, het recht van deezen lm-  14 October 1795. Impost te voldoen, en hunne Actens «Meet» „ ,, , , ,... voor, ofinl- van aanflelling met een behoorlijk mers bij hcc Zegel te laten voorzien, op eene boete doen v:ul b den Eed. van 300 guldens. L X X X. Waar tegens de geenen, dewelke met En buiten r ti i- • 1 • 1. het Quartier eenig Ampt of Bediening binnen dit Eed doende, Quartier mogten worden bekleed, waar «»«iijk , . ,. /-v • j T-i 1 binnen een op buiten dit Quartier den Eed moet Maand mt worden afgelegd, gehouden zullen wezen, uiterlijk binnen een Maand, na den afgelegden Eed, zich te addresferen aan de Kamer van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers, om zijne Acte van aanflelling met een behoorlijk Zegel te hebben gemunieerd, op gelijke verbeurte van 300 guldens. L X X X I. Alle welke voorfchreve Inftrumenten Omflagen en Gefchriften, van wat naam, aart of enlzijnniu natuur dezelve ook zouden mogen we- gepennitzen, geene uitgezonderd, zullen moeten worden gefchreven op het blad, waar op de gementioneerde Zegels zijn geflaM 2 gen,  14 October 1795. gen, zonder dat eenige Omilagen zullen mogen worden gebruikt, op verbeurte van 25 .guldens. L X X X I I. Geen Zegel zal tot meer als eene Acte of Omflag mogen worden gebruikt; en ten einde zulks te beter te doen obferveren, zal altijd de eerfte regel van de Acte moeten worden gefchreven boven aan de Bladzijde, waar op 't Zegel gedrukt is, en door het Zegel heenen , waar onder dan immediaat de verdere regels zullen moeten volgen, op gelijke Poene van 25 guldens. L X X X I I I. Hoe omtrent Zullende nochtans alle Acten en Ge- anterieure fchriften, voor dato deezer Ordonnantie nen'tQuar- binnen dit Quartier gepasfeerd, en die tiet- gepas- geenen, welke namaals buiten dit Quar- pofte'rieure tier gepasfeerd zijnde, binnen het zelve Actens bui- worden ingebragt, zoo wel bezegelde tier gepas- als onbezegelde, tot derzelver validiteit, feert, te voor de productie in Rechten, en om handelen. dezelve, ongeregiftreert zijnde, alnoch, voor  14 October 1795. voor zoo veel daar van eenige Regiflratuire binnen dit Quartier mogte worden gerequireerd, op de refpective Protocollen te kunnen brengen, en anders niet, mogen worden omgeflagen met een behoorlijk Zegel; zoo nochtans, dat, in cas van Regiflxatuir, 't Zegel maar zal behoeven genomen te worden na de waardije der Goederen of Effecten, waar omtrent zoodane Regiftratuir is, of word gerequireerd, en gedaan. L X X X I V. Gelijk meede zoodane Omflagen ge- Acte"s in fchieden zullen mogen van Gefchriften, piJtzen °P die, haast vereifcht hebbende, gemaakt daar scen Zegels te of gepasfeerd zijn zonder Zegel, op bekomen plaatfcn, alwaar geene Zegels, immers ^ren' ge" geen Zegel tot zoodane Acte compe- moeten omrent, te bekomen zijn geweest; mits nen 14 da' 0 gen gemu- dat binnen veertien dagen na dato van nieerd wordien, een bezegeld papier, na de natuur den* en Sommen, hier voor vermeld, daar om geflagen wordt; zullende de geenen , die langer dan veertien dagen in gebreeken blijven den Omflag van een M m 3 com-  14 October 1795. competent Zegel om alzulke Actens en Gefcbriften te bezorgen , verbeuren eene Boete van 25 guldens, .boven en behalven de Boete hier na Art. C1X uitgedrukt. L X X X V. Als JilCdC 't Welk meede plaats zal hebben omConditien trent de Condiden--van Verkoopingen , van public- que verkoo. zoo van gereede als ongereede Goeverpagtin-11 deren, die na voorgaande publicatie en gen. aflixie van Billetten in 't publicq ge¬ fchieden, voorts omtrent alle Conditiën , waar op een of meer Parceelen van Goederen publiquelijk worden Verpagt, om dat dezelve op geen competent Zegel konnen gefchreven worden, wegens de onzekere Somme, die dezelve Goederen bij Verkoopinge of Verpagtinge zouden komen te renderen. L X X X V I. Die voor- Alwaaromme alzoodane Conditiën van taan oP or- Verkooping or* Verpagting in 't ver- dinaris Pa- . T. ,, pier gefcnve- volg op ordinair Papier zullen moeten ven, dog worden gefchreven, en binnen den tijd binnen 14 ° van  14 October 1795. van veertien dagen, of uiterlijk een Maand na gedaane Verkooping of Ver- mimieciti pagting, gebragt aan de Secretarijen van ™^ de Land- en Gerichts-Schrijvers van de bijzondere diftricten deezes Quartiers, waar onder de verpagte of verkogte Goederen gelegen zijn, om aldaar met een competent Zegel te worden gemunieerd, op verbeurte van 25 guldens, te verbeuren bij die geenen, die werkelijk en in Perfoon de Verkooping of Verpagting gedaan heeft, boven de Boeten hier na Art. CIX geftatueert. L X X X V I L En zullen te gelijk aan die Secretarijen warmoes te meede moeten gecxhibeerd worden het gj£* ^ Billet of Publicatie, waar op' die Pu- veiling of blicque Verpagting of Verkooping is ^nol-ten gefchied, of onbezegelde Copic van worden gedien, om met de Conditie te konnen worden geconfronteerd, op verbeurte van 6 guldens. L X X X V I I I. Op die refpective omgeflage Zegels gw* van Mm 4 zal  l ^October 1795. •tmnnieeten zal moeten gefchreven worden, niet „an Zegels. fimpdijk . Dit 'Zegel fpecteert tot inleggende Inftrument; Maar zal wel expresfelijk de generaale inhoud van 't zelve, mitsgaders de datum daar van, als meede den tijd van het doen van den Omflag, daar op moeten gefteld worden, op poene van 6 guldens, ten aanzien van Zegels niet hoven de 3 guldens; en ten aanzien van zwaardere Zegels, op verbeurte van de dubbelde waarde van dien. L X X X I X. ne Mimi- En zal geen Landfchrijver of Secre- menten der . - , zegels mo- tans den datum van het doen van den gen niet ge- Omflag vermogen te antidateren , direc- antidateert worden. tellJk °* indirectelijk, op verbeurte van 50 guldens; en daar en boven arbitrale correctie, na bevind en omftandigheden van zaaken. X C. Door wie «Ie De voorgemelde Omflagen zullen !vorde°n ™oeten S^aan worden door de Secregemutüeerd, tarien van 't Quartier, en der Gede- en de liua pu-  14 October 1795. puteerden ter Financie, mitsgaders door daar van te * betalen. de Secretarien en Landfchrijveren der Ampten, en Steden deezes Quartiers, en zoo als te vooren gebruiklijk geweest is, alle welke perfoonen voor ieder Omflag zonder onderfcheid van het grootte van het Zegel genieten zullen 6 ftuivers, zonder meer. X C I. Geen twee of meer Actens ofGefchrif- Geen twee ten, in deeze Ordonnantie geëxpres- "mog^n" feerd, 't zij Gerichtelijk of Ongerich- oP één z«- .... 111 • c Scl worden telijk, en hebben connexic zamen ol mim niet, zullen op een en het zelve Zegel te zamen gevoegd, en achter den anderen gefteld of gefchreven mogen worden; maar zal tot ieder derzelve een feparaat competent Zegel moeten worden gebruikt, op verbeurte van 100 guldens. X C I I. Gelijk meede geene Continuatien van ook geen Pagten, Huuren of andere Contracten Continu»* en van Pag- zullen mogen gefteld worden op het tenof.andezelve Zegel, waar op het eerst inge- « comracMm 5 gaa-  14 October 1795. gaane Contract is gefchreven, maar zal tot ieder van dezelve een feparaat Zegel moeten worden gebruikt; ende zulks zoo dikwils en menigmaal dezelve gerenoveerd of gecontinueerd zouden mogen worden, meede op verbeurte van 100 guldens. X C I I I. Ecu ieder En zullen de hier voor gementiomMcYeb- neerde Zegels, van wat Prijzen die ook bende, mag wezen mogen, uitgegeeven, en door de,? ccauc- een ieSeliJk in de beide Beneden-Comptorifeerden toiren deezes Quartiers, daar toe voor mkoopèn!6 af biJ die GedePuteerden deezes Quartiers permisfie hebbende geobtineerd, konnen bekomen worden, binnen de Stad Nijmegen, bij den Commisfaris van het Zegel, die tot het teekenen derzelve is geauctorifeerd, ende zulks voor de Prijzen, waar op ieder van die Zegels, bij deeze Ordonnantie zijn gefteld , het Papier daar onder gerekend, zoo nochtans, dat de Zegels op groot Papier, Post-papier of Francijn, geflagen wordende, de kosten van dien, daarboven zul-  14 October i?95- zullen worden betaald, naar advenant van deszelfs grootte en waarde { En zal, voor zoo veel het Nijmeegfche Comptoir betreft, de Verkooping of Uitgifte van de Zegels in 't Klein verblijven aan den Zegel Klopper privative, en aan niemand anders, mits denzelve zorge draagt, dat in 't Rijk van Nijmegen en Over-Betuwe zijnent wegen Geauctorifeerdens gevonden Worden, daar de Ingezetenen, tegens betaling van 't Opgeld Art. XCV bepaald, de noodige Zegels kunnen bekoomen. i Zullende dé Zegels boven de 16 guldens aan de Magiftraten, en aan de Gerichten ten platten Lande, op derzelver requifitie, door den Commisfaris van het Klein Zegel zonder Opgeld worden toegezonden , mits voor het beloop derzelver tot eene zekere fomme ten genoegen van gemelten Commisfaris cautie gefteld worde, en telken vierendeel Jaar daar'over met denzclven geliquideerd. X C I V. Mits dat een iegelijk, die bij voorfchrc- ë» in wei- , Ve keq'inntitcic  14 October 1795. £f Ve C^misfaris Zegels haalt, gehouden dkwc zal zijn niet alleen dezelve aanftonds bij het afhaalen contant te betalen, maar zullen ook geene mindere quantiteiten mogen halen, als 100 Zegels van o- 4-0 25 • . o- 8-0 12 . . 0-12-0 12 . . 0-16-0 ia . . i- 0.0 12 1- 4-0 6 1- 8-o 6 . . I-12-O 6 . . 1-160 4 2-, 0-0 4 3- 0.0 4 4- 0-0 4 5- 0-0 4 6- 0 0 4.-7- 0-0 4 8- 0-0 4 9- 0-0 4 . . 10- 0-0 3 • . 12-Jo-O 3 . . 14-.. 0-0 3 • • 16-0-0 3 • • 18- 0-0 3 • • 20- 0-0 En van de hoogere Zegels Twee van elk. X c V. voor weik Vorder zullen de geene, die de Ze- Opgeld de . « zegels in 't gels m de voorfchreve quantiteiten, of  14 October 1795. meerder gehaald hebben, om in het klein kiem mogen 0 , worden uit- wederom uit te verkoopen, voor haar verkogt< Verfchot geen meerder Opgeld mogen neemen, dan hier na is uitgedrukt, te weeten van een Zegel van 0-40 . • 0-4-4 o- 8-0 . . 0-8-8 0-12-0 . . 0-12-12 0- 16-0 . . 0-17- o 1- 00 . • 1- 1- 4 1- 4-0 . • 1- 5- 8 1- 8-0 . . 1- 9-12 i-is-o . . 1-14- 0 1-16-0 . • 1-18- 4 ft- 0-0 . • a- 2- 0 3- 00 . . 3- 3- 0 4- . 00 . • 4-4-0 en zoo voorts van de gulden één ftuiver, en van de twintig guldens één gulden. En zal van Zegels boven de 20 guldens niet meerder als éénen gulden Opgeld mogen genoten worden. Alles op de Boete van 25 guldens, voor die bevonden wordt contrarie gedaan te hebben. X C V I. Ook zullen de geenen , die de Zegels De v«koo. 1 1 pers va« in 't klein verkopen, gehouden wezen, Zegels moe- buiten haare Huizen uit te hangen, of teucenTee- te  14 October 1795. ke„ uithan- te ftellen ? eenBord, of ander zigtbaar Teeken, zwart geverwt, endaar op met witte Letters te doen Hellen de woorden [| Quartiers Klein Zegel te Koop, op verbeurte van 6 guldens. X C V I I. viefst °e Secretarien c» Landfchrijvers, cretarien, voorts de Schouten en Kosters ten plat- ^óntenen Cen Lande 'm de beneden Comptoiren, Kosters mo- zullen meede de voorfchreve quantiteit Sde bC" ZeSeIs biJ den Commisfaris mogen haaqnantiteit len, mits in het uitgeeven of gebruiken >neèdeZdi-e'S van dien zich ten reguarde van het Oprect haaien, geld exactelijk gedragende na de Ordre, daar op hier voor beraamd, op de verbeurte van 25 guldens. X C V I I I. zaaken Ra- Zullen van deezen Impost vrij en exzijn van dee- empt weezen de Officieren ten platten zen impost Lande,en Magiftraaten in de Steden, wanexempt. " neer dezelve Ratione Officii in Rechten zijn agerende; voorts meede den Fiscus des Quartiers, waaneer op auctorifatie, ofte in naam van de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers, of derzelver Ge- de-  14 October 1795. deputeerden ageert, mits als dan in margine der Acten en Documenten op de plaats van 't Zegel Hellende de woorden: Ratione Ojficii; Doch Triumpherende met de Kosten, en Verhaal vindende, zullen alle de Zegels, die in 't Proces hadden moeten gebruikt worden, meede worden gefpecificeert en betaald; door 't feponeren van Zegels ter concurrenter Somme bij de bewijsltukken ter Secretarije. X C I X. Edoch zullen onder deeze Exemtie Doch niet ... . 0 , de Zaaken met begrepen zijn de zaaken van Schou- van 0nt_ ten, Ontfangers en Rentmeesters, waar fangers, toe altijd behoorlijke Zegels zullen moeten worden gebruikt, ten ware dezelve ageren, ageerden op expresfe auctorifatie van de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers of derzelver Gedeputeerden. C. Vorder zullen van deezen Impost mee- Coiiegieu de vrij en exemt wezen Refolutien, Or- ^ m za;l. donnantien, Rekeningen en andere Ac- kevanRefotens, die bij het Quartier, deszelfs Gede-  14 October 1795. deputeerden ter Financie, de Officieren en Ampts - Vergaderingen of Gerichten der refpective Ampten, en Magiftraaten in de Steden, in Zaaken, het gemeene Land, Politie, Regeeringe, Schouwen en diergelijke concernerende, genomen en gemaakt zullen worden. C I. Doch parti- Welverftaande nochtans, dat, indien ÏÏlSet" deZ6lVe W°rden SeliSC biJ eeni§e Parti' de, moeten culiere Perfoonen, om voor haar eigen tLtof' ^ behoef te worden gebruikt, dezelve zullen moetert gefchreven worden, op zöodaane behoorlijke Zegels, als van diergelijke Acten hier voor refpective gezegt is. C I I. Nogzijii Insgelijks zullen van deezen Impost Impts'ea vriJ en exemPt 2iJn alle Ampts en Stads stads Goe- Goederen, Sijnodale en Clasficale Actït'iT' tens en Kerkelijke Attestatien, als meede ciasficaie alle Actens en Rekeningen van Kerken, mÏÏadèts Pastorijen, Vicarijen, Gast- Armen- en Kerken, Godshuizen, voor zoo veel de Kerken, vkarijenV Pastorijen, Vicarijen, Gast-Armen-en Gods-  14 October 1795. Godshuizen zelf concefneren, en ander- C5St" Al'- men- en zins tot haaren lasten zoude moeten Gods-hui- , zen. koomen. c 1 i 1. Insgelijks zullen van deezen Impost vrij en exempt wezen Pagters van 's insgelijks Quartiers en Stedelijke Middelen, mits- e* gaders de Collecteurs der Verpondinge, Ampts- cn Dorps-lasten bij het publiceren en affigeren van Billetten, tot voor- . fchreve Middelen gehoorende : Attestatien , welke bij het vervoeren van Rundvee, ten blij ke dat het gezond is, en van gezonde plaatzen koomende , moeten worden vertoond ; voorts alle Requesten, Acten, Schriftuuren, enandereMunimenten, die notoire armen en elendige Perfoonen aangaan, welkers Zaaken om Gods wille worden bediend, mits dat daar op in margine op de plaats van 't Zegel gefteld worden de woorden; Pro Deo; en, dat in cas van Triumphe cum expenfis hier omtrent meede zal gevolgd worden de Dispofitie bij Art. Cl hier vooren vermeld. N n CÏV.  14 October 1795. C I V. Gerichte- En ten einde deeze Ordonnantie in nen of Erf- a^e leden en deelen van dien na behoopagteren, ren worden agtervolgd, en door mogen gee- ne Actens net weeren van Franden en Mefufen, pasfeeren, hier omtrent voormaals hebbende plaats als die op behoorlijke gehad, het draagen van deezen Impost gefchreven" me 1 eenPaarige fchouders, ten voordeele van 't Quartier geeffectueert; zoo zal • niemand, voor wien na Land- en StadRechten Actens mogen worden gepasfeert, bevoegd wezen, over eenige Actens , hoe die ook mogen genaamd we, zen, te ftaan of dezelve Pasfeeren of Tekenen, of Bezegelen, ten zij dezelve zijn voorzien van zoodane competente Zegels, als daar toe ingevolge deeze Ordonnantie wordt vereischt, op de Boete van 25 guldens, voor die bevonden wordt contrarie gedaan te hebben; uitgenomen in de Steden of ter plaatzen, alwaar de Actens, na dat die gepasfeerd zijn, door de refpective Secretarien, op de gerequireerde Zegelen worden gefchreven en geëxpedieerd. CV.  14 October 1795. C V. Insgelijks zullen die Landfchrijvers, t,andfehrij- Secretarien en anderen, de publique ^^f" Protocollen houdende , geenerhande m°get> gec- ïic andere Actens of Gefchriften mogen depêche- als beh00rren oPuitgeeven, als die met behoor- lijk be*egeilijke Zegels ingevo'ge deeze Ordon- rcgirtreren nantie zijn voorzien; welke Zegels de- of «lepeche- ren; en moe. zelve gehouden zullen wezen in margine ten in marvan derzelver Protocollen, bij ieder ge- §me van J ° hunne Pro- reeiftreerde Acte, aan te tekenen, ten tocollen de einde de Gedeputeerden deezes Quar- i"ftevaleui' r x der Zegels tiers, zulks ten allen tijden, wanneer exprimeren. nodig geoordeeld wordt, konnen doen vifiteren , beide op verbeurte van 25 guldens. C V I. Item zullen geene Schouten, Onder- Gerfcb». fchouten, Kosters, Deurwaarders, Roei- s"PP°often> ' ' ' v mogen geene dragers, Boodens, Poortiers, of andere Expiaoten publicque Dienaaren, geenerhande Ex- Jj^**^ ploicten, van wat naam of natuur dezel- behoorlijk ve zijn, mogen doen, ofte eenige Re- bezeged' laafen van dien, ofte ook anderen, afgeeven, ten zij de Actens, of derzelN n 2 ver  14 October 1795. ver Copien , mitsgaders die Relaafen gefchreven zijn, op zodane behoorlijke Zegels, als ingevolge deeze Ordonnantie wordt gerequireerd; ook zullen dezelve bij hunne aantekeningen van de Ëxploicten te houden mede moeten uitdrukken, op welke Zegels die Actens refpective zijn gefchreven, om bij die Gedeputeerden, invoegen als hier voor, mede te konnen doen vifiteren; alles op verbeurte van 25 guldens. C V I I. Aiie c.e- En gcncralijk zullen de Burgemeerichts-per- fteren officieren, Gerichs-Perfoonen, foonen, Mi- ' ' ' mfters en Landfchrijvers, Secretarien, voorts Suppooflen, g h en anderg Suppooftett, Op moeten de * * r . - r onbezegelde derzelver gedanen Eed, gehouden zijn, fanhoudeiT,' alzoodane Acten en Inltrumenten, die en aan de ^un in derzelver refpective Functien «erde 'Ka- voorkoomen, zonder op behoorlijke Zemer over- ge]s ^ ingevolge deeze Ordonnantie, of in 't geheel op geen Zegels, te zijn gefchreven, aan te houden, en aan de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers over te zenden, ten einde dezelve te-  14 October 1795. tegens die Fraudateurs en Contraventeurs na behooren konnen doen Procederen, zonder te gedoogen, dat dezelve onbezegelde Inftrumenten in Judicio worden overgelegd, gepraefenteerd, gepasfeerd , ofte daar op recht gedaan, meede op verbeurte van 50 guldens. C V I I I. Vorder zullen geene Advocaten, Pro- Advocaa. curcurs, of Notarisfen, voorts School- ^"'J"^. meesters en alle andere Perfoonen, Ac- ne andere tens en Inftrumenten voor anderen fchrij- J^rfivenot vende, hun onderftaan , eenige van die afgeéven.aü Actens of Inftrumenten , van wat naam j|kc LZegejs. of natuur dezelve wezen mogen, in 't net te fchrij ven , of alzoo af te geeven, anders als op zoodane behoorlijke Zegels , als tot ieder derzelve, ingevolge deeze Ordonnantie, word gerequireerd, op verbeurte van 50 guldens, voor die bevonden worden contrarie gedaan te hebben, boven en behalven de Boete, die . hi er naArt. CIX refpective vermeld is. •53b .«ffobsi s9^in3'> ffi f onnennotm.- ss fW-(uV„, , '. . , ..C IX. ■ ■ ... . ; ;-'J -k.-.-> Waar en boven die Fraudateurs, die, Boete* op *T r het Fraude;- Nn 1 of  14 October 1795. ren van de 0f in 'c geheel geene Zegels, of geene genoegzaame of behoorlijke Zegels tot hunne Actens , Inftrumenten en Gefchriften, zullen bevonden worden gebruikt te hebben, verbeuren zullen, ten opzigte van de Zegels van 4 ftuivers eene Boete van 25 guldens; en ten opzigte van de Zegels van 8 ftuivers eene Boete van 50 guldens; mitsgaders ten opzigte van alle hoogere Zegels, eene Boete van 100 guldens, refpective, van ieder Inftrument, Acte, Document, of Gefchrift, waar omtrent de Fraude zal bevonden worden gecommitteerd te zijn; alles boven en behalven zoodaane verdere of andere Boeten, als bij ieder der voorftaande Articulen deezer Ordonnantie nader zijn vervat en uitgedrukt. ■r tfJmpé!^ c x. ■■■ Boeten eP Welke voorfchreve Boeten, bij den het contra- voorgaanden Art. gefpecificeerd, meede venieren de- z :r Ordon- verbeuren zullen alle de geenen, diedee- gevaïm" ze Ordonnantie, in eenige leden, dee- daardezei- len of articulen van dien, zullenbevon- dficqCis ^ den worden te hebben gecontravenieerd, bepaald. \iet  14 October 1795. het zij die gerequireerde Zegels gansch nagelaten, of dat onbehoorlijke Zegels zijn geëmploieerd, ende zulks in zoodane gevallen, waar omtrent hier voor bereids geene fpeciale Boeten mogten wezen gefteld. CXI. Alle welke Poenaliteiten en Boeten de FoimeTa» dc invordc- Gedeputeerden ter Financie deezes Q liar- lingen der tiers direct voor haar Collegie zullen Boeten.e" " Poenaliteidoen innen door den Fiscaal, daar toe ten in deeze geauctorifeerd, of nog te auctorifeeren, Ordonnantie *> begrepen. ingevolge 't Reglement op de Manier van procederen beraamd, waar na de geadjudiceerde Boeten bij parate Executie zullen worden gerepeteerd, op de gereede of ongereede Goederen van de Gecondemneerdens, na de forme en wijze van parate Executie in ieder Ampt of Stad gebruikelijk , zonder dat de Gecondemneerdens vervolgens in eenigerhande Oppofitie zullen mogen worden geadmitteerd. C X I I. En zullen alle dezelve Boeten, voor Verdeeling Nvan de 13ocn 4 ZOO  14 October 1795. ten cn pee- zoo veel daar over, bij de particuliere tïiasteTvan A™culen vai> deeze Ordonnantie, niet particuliere anders mogte wezen gedisponeerd, voor £aïlHcn' een derden-deel koomen ten voordeele van 't Quartier, voor een derden-deel ten profijte der Burgemeesteren of Officieren, onder wiens Steden, Ampten of Dillricten dezelve vallen, en voor 't resterende derden-deel, ten profijte van de geenen, die dezelve hebben uitvundig gemaakt, ofte aangebragt; en daar de voorfchreve Burgemeesteren of Officieren den Fiscaal, hier toe geauctorifeerd, mogten in ftaat ftellen om te kunnen procederen, zullen die geadjudiceerde Boeten voor de helfte bij 't Quartier, en voor de wederhelfte bij Burgemeesteren of Officieren genooten worden. C X I I I. •t.Quartier Ten waare bij die Burgemeesteren of profiteert „~ . ° aiiee,, de Officieren zelve, voorts bij Schepenen Sta? °f Gerichts- Lieden, eenige Boeten perfoonen wierden verfchuld, in hoedanen val geiucuneert, dezelve ten voordeele van 't Quartier alleen zullen koomen.  14 October 1795. C X I V. Zullende alle de differenten, quaes- Aan wie de tien en gefchillen, die ter zaake van f^k™ deezen Impost en Ordonnantie mogten ten,tcrzaaontftaan, hoe die ook genaamd mogten JJJ^f weezen, geene uitgezonderd, verblij- tte.bejew». ven ter decifie van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers, zonder dat iemand anders zich daar meede, directelijk of indirectelijk, zal mogen bemoeijen. C X V. Alle de voorfchreve Zegels zullen Formevwit geflagen worden door den Zegel-Klop- "^"tévens per of zijnen Adfillent, in tegenwoor- de nodige digheid van den Fiscaal der Gedepu- ^""aan-1 teerden ter Financie deezes Quartiers, gaande, dewelke te gelijk tot Contrarolleur van dit Middel wordt geautorifeerd; en welke Fiscaal gehouden zal zijn , aanftonds bij het liaan der Zegels, in een apart Boek, 't geen in een befloten Kasfe of Lcsfenaar, in 't Zegel-Kamertje, altoos zal moeten blijven berusten, aan te tekenen, hoe veel Zegels van ieder zoort worden geflagen, ten einde kan worden N n 5 na-  14 October 1795. nagegaan, hoe veel quantiteit, en welk zoort van Zegels, van Jaar tot Jaar geflagen en verkogt worden. C X V I. ordreop jje Stempels, waar op 's Quartiers ken en be^ Klein Zegel zijn gefneden, zullen mede waren der zjjn en blijven in handen en bewaarinee Stempels. J ° van voorfchreven fiscaal en Contrarolleur, in voorfchreve befloten Kasfe of Lesfenaar, in het Zegel-Kamertje, die daar van aan niemant den Sleutel betrouwen , en met folemnelen Eede beloven zal, geene andere Zegels te zullen doen flaan, als in zijne tegenwoordigheid, en dat aanftonds, na dat die geflagen zijn, derzelver montant en zoort, getrouwelijk in het voorfchreve Boek zal aantekenen, zonder toe te laten , dat het Quartier daar in eenigzints worde verkort, noch door hein zeiven, noch door andere, directelijk of indirectelijk. CXVII. pngt van Immediaat, na het flaan van de Zeden Contrarolleur, na gels, zal voornoemden Fiscaal en Con- datde ze- trarolieur de Stempels wederom na zich gels gella- r gen zijn. nee-  14 October 1795. neemen, en wegfluiten, en voorts zal dezelve , meede aanftonds, den ZegelKlopper met alle de geflage Zegels, mitsgaders met een Extract uit voorfchreve Boek, zenden aan den Commis- J lKm mn ' den Com- faris van 't Klein Zegel, om bij denzei- misfaris van ven te worden getekend, cn invoegen Za' voorfchreve uitgegeeven; welke Commisfaris gehouden zal zijn het getal der ontfangene geflagen Zegels met voornoemde Extract praecifelijk te confronteren ; voegende vervolgens die Extracten bij zijne Jaarlijkfche te doene Rekening. C X V I I I. In voorfchreve Stempels zal het Jaar- ne stempels tal van Jaar tot Jaar, te beginnen met 1 z|'^" ^ Januarij 1796, moeten worden veranderd, aanzien van en geen Zegels bij iemand, 't zij in of ^J^J buiten Rechten , mogen gebruikt wor- worden, den, als van 't Jaar, waar in de Zegels geflagen zijn, op eene boete van 25 guldens op ieder Zegel. C X 1 X. Alle de oude en voorige Zegels zul- £" al« «fen . de oude len overgei'clio-  14 October 1795. tezegeis,te- ien moeten worden gebragt, en tegens geus nieuwe ° 's ° ° venviiieiden nieuwe Zegels verwisfeld, bij den tij deaangetekend üjken Commisfaris van't Zegel, uitterlijk voor den eerften April van ieder Jaar, op Poene van verbeurte van zoodane Zegels , welke Commisfaris gehouden zal weezen, om die te rug gebragte Zegels aan voorfchreve Contrarolleur te extraderen , om daar van in meergemelde Boek mentie te maken, mitsgaders te kunnen aantekenen het getal, dat in derzelver plaats is uitgegeeven. C X X. Verongeluk- t« j 1 te, veifchre- kn om des tc beter te konnen weeten ve of beklad- net verbruikt getal van Zesels, worden de Zegels, t van ordomr. de Gedeputeerden ter f inancie verzogt, cnz.^uiien om de verongelukte , verfchreve of bewaard bij de kladde Zegels, zoo op Ordonnantiën, cedeputeer- ais anders, bij een te leggen, en het geden en bij de f DO ' O Rekening tal derzelver bij de Rekening op te nee- eTten°Boek' en door ^'Fiscaal en Contra- gebragt. rolleur in gemelte Boek te doen annoteren. C X X I. Aiie voiiSe En zullen hier meede, tot evitatievan oidonncn- aj,e onzekerhe(jen ? duifterheden of ftrij-  14 October 1795. digheden, alle voorige Ordonnantiën, voorts alle Ampliatien, Interpretatien zen verni* • en Refolutien op 't fubject van dien ge- a&nomen, mitsgaders alle voorige contrarie Gebruiken en Gewoontens, in deeze of geene Diflricten des Quartiers plaats gehad hebbende, van den Dag der Publicatie of Affixie deezes, zijn en blijven gemortificeerd, vernietigd en afgefchaft. C X X I I. Referverende de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers wel expresfelijk aan zich, om de voorftaande Ordonnantie te zes enz. bc- mogen interpreteren, veranderen, vermeerderen en verminderen, na occur- w00rdigers rentie van tijden en zaaken. Auctoriferende de Gedeputeerden ter den. Financie, om, inval eenige duilterheof bezwaaren over de een of de andere Art. deezer Ordonnantie, welkers bepaalinge haast vereischt, mogten occurreren, daarinnebij provifie te voorzien, en te disponeren, als tot meesten diende van het Quartier zullen vinden te behooren. Waar van welgedagte Gedeputeerden hij  En moet deeze Ordonnantiebij alle en een iegelijk worden geobfervcert. Ten welken einde dezelve zal worden gepubliceerten geaffiseert. 14 October 1795. bij de eerfte daar aan volgende Quartiers Vergadering zullen Rapport doen, om als dan bij het Quartier gedisponeerd te kunnen worden. C X X I I I. Ordonnerende, dat dezelve bij alle Magiftraten, Officieren, Richteren en Gerichten, mitsgaders bij allen anderen, die 't zoude mogen aangaan, niemand uitgezonderd, van nu voortaan, in allen puncten, leden en deelcn van dien, onverbrekelijk zal worden onderhouden, en doen onderhouden, zonder eenige conniventie, oogluiking,en disfimulatie. C X X I V. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude konnen praetenderen, zal deeze met den druk gemeen gemaakt, en alomme door 't geheele Quartier gepubliceerd en geaffigeerd worden, na behooren. Aldus gerefolveerd in de Vergadering des Quartiers van Nijmegen den 8 Augusti en 14 October 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Don-  15 October 1795. Donderdag den 15 October 1795. Verlezen de Requeste van Joh. van Haren, Pagter van den impost op de Wijnen; J. C. de Lorme en M. J. Schot op den Azijn en Zeep; J. van Haren en F. van Werkhoven van het Gemaal, en G. van Heel van het Beftiaal en Zout over de Stad en Schependom van Salt-Boemel, en noch van Joh. van Haren cum fuis, Pagter en Medeftandcrs van de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over de Dorpen Geldermalfen en Vuuren in Thielrewaard, alle over den jaare ingegaan 1 Julii 1794, daar bij exhiberende derzelver Requesten den 19 Augusti laatstleden aan de Ordinaris Gedeputeerden gepraefenteerd, met de daar op verleende appoinctementen van den 28 der gemelde maand, benevens eene Lijst en uitrekening van de verfchulde en betaalde gelden op de beloofde pagtpenningen van die gepagte Quartiers impofitien, met negen quitancien van den Ontfanger van 's Quartiers middelen, ter betooge, dat de Supplianten aan de voorgemelde appoinctementen hadden voldaan, als hebbende de pagt-penningen der Impofitien over de Stad en Schependom van SaltBoemel, tot de inkomst der Franfchen den 17 De- _ t  15 October 1795. December 1794, en van de Bezaaijde Landen over de Dorpen Geldermalfen en Vuuren het eerfte half jaar over 1794 ten vollen betaald; infterende derhalven, dat op de verzoeken, bij die Requesten gedaan, eene gunftige reflectie mogt worden geflagen, en daar in geconfenteerd: En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers marginaal appoinctement van den 13 deezer gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie ; Is goedgevonden en verftaan deeze Requesten te renvoijeren aan de voornoemde Gedeputeerden, ten einde dezelve te ftellen in handen van den Burger H. Schuil, om die te examineren, vifie van der Supplianten boeken, met eede bekrachtigd, te neemen, en van zijne bevinding rapport te doen; met auctorifatie op gemelte Gedeputeerden, om, na ingekomen rapport, op der Supplianten Requesten, in naame van het Quartier zoodanig te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen te behooren. Verlezen de Requeste van den Burger G. van Gendt, in qualiteit als Rentmeester van het Cellebroederen Huis binnen de Stad Nijmegen, daar bij deducerende, dat dit Huis met recht te rekenen  15 October 1795. nen was onder die Godshuizen, die zoo veel inkomften niet hadden om te furneren het geene jaarlijks noodig was tot haare gewoone uitgaven en onderhouden van haare gebouwen; verzoekende overzulks, dat het zelve als onvermogend moge werde ontlast van de betaaling van den uitgefchreven poften penning van haare ongereede bezittingen en Obligatien; of anderzins, in omnem eventum, zoo onverhooptelijk geoordeeld wierdt, dat gemelde Huis den 5often penning moeste voldoen, den eerften termijn, op den 1 December 1795 te betalen , ten opzigte van dat Huis te verfchuiven en te verzetten tot den 1 April 1796, om als dan in ééne masfa voldaan te worden : En hier op gehad hebbende de confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie tot voldoeninge aan 's Quartiers marginaal appoinctement van den 9 deezer maand : Is goedgevonden en verftaan aan het Cellebroederen-Huis binnen de Stad Nijmegen provifioneel uitftel ter betaaling van den 5often penning te accorderen tot den tweeden termijn, of den 1 April 1796, wanneer inmiddels de noodige informatie omtrent de gefteldheid van dit Huis kan genomen worden. Oo Ver-  15 October 1795. V erlezen Requeste van Frans van Werkhoven en Johannes van Haren, als met den Jaare, ingegaan i°. Julii 1792, voor den tijd van drie Jaaren geweest zijnde Pagter en Medeftander van het Monopolium der Gebrande wijnen en Gediftilleerde wateren over het diftrict van het Bommelfche Comptoir, daar bij om geallegeerde redenen verzoekende, ï°' Dat aan gemelden hunnen pagt zouden kunnen en mogen korten de fomme van ƒ 856-16-: fpruitende wegens impost van 51 Ankers fterke dranken-ad ƒ i6-i6i-: per Anker, in de maand November 1794 in den Boemelrewaard onder het diftrict van der Supplianten pagt opgeflagen ten dienste van de Hollandfche troupes, des tijds aldaar tot bezetting van de Maaze gecantonneerd gelegen hebbende. EA 2do. Dat de Rekening, bij den Requeste gevoegd, groot /3540-6-: van de uit der Supplianten Comptoir en Pakhuis in requifitie geftelde fterke dranken door Commisfarisfen van Oorlogvan de Franfche Republicq zedert en met den 27 December 1794 tot den 3 Januarii 1795, ingevolge ontfangene, en aan het Provinciaal Collegie van Politie, Financie, en algemeen welzijn inge- zon-  15 October 1795. zondene Bons, bij het Quartier, of wel den Ontfanger van het Monopolium over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs in betaling van der Sup= plianten verfchulde pagtpenningen tot den 17 December 1794, tijde van de inkomst der Franfchen, mogte worden aangenomen, of aan de Supplianten ten montante van dezelve fom van ƒ 3540 6-; mogte worden geaccordeerd een uitftel van betaling, tot dat van die rekening voldoening zoude zijn ingekomen : En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers marginale refolutie van den 13 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan in het eerfte lid van der Supplianten verzoek, bij gebrek van bewijs, te difficulteren, gelijk daarin gedifficulteerd wordt bij deezen: En met betrekking tot het tweede lid aan Supplianten ten montante van voorgemeltc fomme van ƒ 3540-6-: uitftel van betaling te accorderen tot 1 Januarii 1796. "Verlezen de Requeste van O. Houterman, Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Over-Betuwe, ingegaan 1 Julii 1795, daarbij om redenen in den Requeste gedetailleerd, O 0 2 ver- V  i$ October 1795. verzoekende, datdenTax, waarbij R. Rutgers, woonagtig aan den Tol, was aangefchreven, mogt worden geannulleerd en ingetrokken , of aan den Suppliant eene geëvenredigde fchade vergoeding geaccordeerd: En hier op ingevolge 's Quartiers appoinctement van den 13 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie : Is goedgevonden en verftaan dit Request terenvoijeren aan opgemelde Gedeputeerden, ten einde nadere informatien te neemen omtrent pofitien daar bij voorkomende. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van het Dorp Opheusden in den Ampte Neder-Betuwe, om te hebben ontflag van het betalen der aangefchrevene Middelen over 1794, en in 1795 en volgende jaaren vermindering in de aanfchrijving; En in achting genomen zijnde, dat dit Request niet is gefchreven op een behoorlijk 's Quartiers Klein Zegel, is goedgevonden en verftaan, dat het zelve, zonder daar op te disponeren, zal worden uitgegeeven. "Verlezen de Requeste van den Burger David Bak*  15 October 1795. Bakker, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de Vertegenwoordigers van het Volk deezes Quartiers de bediening van Commisfaris van het Klein Zegel aan Suppliant geliefden te confereren tegens eene uitkeering van twee honderd en vijftig guldens jaarlijks aan de Adminiflrateurs der goederen van A. A. F. Goris, welke fom van ƒ250 :-: de Requestrant, en, zoo hij deezer waereld mogt komen te overlijden, de Succcsfeurs in de bedieninge van Commisfaris van het Klein Zegel uit het tractement, daar toe flaande, gehouden zouden zijn aan de Adminiftrateurs der goederen van gemelden A. A. F. Goris, geduurende deszelvs leven, uitte keeren, waar meede tevens zoude worden voldaan aan het Placaat tegens het verwalteren van Ampten : En hier op ingevolge en ter voldoeninge van's Quartiers appoinctement van den 14 deezes gehad hebbende de confideratien cn het advijs der Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden en verftaan des Requeftrants verzoek te accorderen, en mitsdien denzelven op den voet,'als bij den Requeste vermeld, tot Commisfaris van het Klein Zegel des Quartiers te auctoriferen en aan te Rellen, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd en aangefteld wordt kracht deeOo 3 zes:  15 October 1795. zes: Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om den Requestrant na gedaane behoorlijke borgftelling, en betaalinge van het Amptgeld, daar toe ftaande, in Eed te neemen, en met de gewoone inftructie te voorzien. tiet Request van O. P. Mastenbroek, M. P. van Oosterzee , Cornelis Kluitmans , en andere Kooplieden en Winkeliers binnen Bommel, houdende , dat door den Collecteur van den impost op de Thee en Coffij aldaar van Supplianten was afgevorderd de betaalinge van voorfchreven impost van het geene door hun ingeflagen, en aan zijn Comptoir was aangegeeven, dog dat om redenen, daar bij geallegeerd vermeenden, dat van hun lieden de laatfte termijnen niet gevorderd konden worden: Is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om, na examinatie van de Rekeningen der Collecte ter Camere berustende, in deezen zoodanig te disponeren, als naar billijkheid zullen bevinden te behooren. Op Requeste van Schout, Buurmeesteren en Gerichts-nabuur des Dorps Geldermalfen, verzoekende om de daar bij breedvoerig gedetailleerde redenen  15 en 16 October 1795. nen remisfie der Middelen van het gepasfeerde jaar 1794, en van een gedeelte der Middelen van dit jaar. Is goedgevonden en verftaan het verzoek van remisfie, voor zoo veel het gepasfeerde jaar 1794 betreft, provifioneel te houden in advijs, kunnende in het verzoek van remisfie van een gedeelte over dit jaar 1795 niet worden getreden, en wordt het zelve mitsdien gewezen van de hand. Vrijdag den 16 October 1795. Is gehoord het Rapport van de Burgers Cornelis Taaij enAuguftinus Geukama, Leden der BurgerMagiftraat van de Steden Thiel en Salt-Bommel refpective, houdende, dat op gisteren in conferentie geweest zijnde met de Burgers Hendrik de Haas, Rijk van Gijtenbeek, en Jan Govert van der Lith,. gecommitteerd door Praefident en Gecommitteerdens rot de Politie en Financie der Stad en Lande van Buren ingevolge overgegeevene qualificatie, te zamen hadden geprojecteerd en op approbatie vastgefteld eenige articulen over de wijze van incorporatie der Stad en Lande van Buren in de Provincie van Gelderland, voor zoo verre het Dominium betreft, en in den Quartiere van Oo 4 Kif-  16 October 1795. Nijmegen met relatie tot het Financieel, in het breede bij dat Rapport vervat: En hier op gedelibereerd, en gemelte Gecommitteerdens voor haare genoomene moeite en gedaane rapport bedankt zijnde, is goedgevondenen verftaan dezelve te auctoriferen om de geprojecteerde articulen met relatie tot het Financiële zoodaanig te helpen inrichten, als ten meesten dienfte deezes Quartiers, en van Stad en Lande van Buren, zullen oordeelen te behooren : Zoodanig nochtans, dat de negende articul, betrekkelijk de repraefentatie en ftem van de Stad en Lande van Buren in de Vergadering des Quartiers van Nijmegen provifioneel wordt gehouden in advijs tot uitdragt der te houdene conferentien over de incorporatie van de Stad en Lande van Cuilenborg. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, dat bij het afhooren der Rekeningen van de Ontfangers deezes Quartiers bevonden was, dat uit het Comptoir der gemeene Middelen te Thiel was gelige eene fomme van ƒ 9467-10-: en dat zulks zoude zijn gefchied op fchriftelijke ordre van den geweezen Burgemeefter Alex: Did: van Omphal, om alle de noch in casfe zijnde gelden aan den Commisfaris Ordonnateur der Franfchen le Fevre te laten volgen, ts  i6 October 1795. Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om na genomene informatien en bevind der zaake de voorfchreve fomme van /94Ö7-io-: van den gewezen Burgemeefter Alex: Did; van Omphal te doen repeteren, en in 's ^Quartiers casfe over te brengen. Ter Vergadering voorgedragen zijnde, dat bij den Ontfanger van het Monopolium der Gebrande Wijnen en Gedistilleerde Wateren des Thielfchen en Bommelfche Comptoirs bij de inkomfte der Franfche troupes door dezelve was gelige eene fomme van 1800-:-: en uit het Comptoir van de 8ofte 40^° en andere penningen ƒ 2023-2-4Ï, niet tegenftaande er eene refolutie van de voorgaande Ordinaris Gedeputeerden aan de Ontfangers der Thielfche en Bommelfche Comptoiren was meedegedeeld om alle penningen te verzenden; daar de Ontfangers des Nijmeegfchen Comptoirs wel ordres hadden gehad om de penningen in gereedheid te houden tot verzending op nadere requifitie, dan welke nadere requifitie niet fcheen gevolgd te zijn: Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden Cer Financie te auctoriferen de noodige informatien  i6 October 1795. tien te doen neemen, en de voorfchreve fomme na bevind van zaaken van gemelte Ontfangers te repeteren, en aan den Quartiere te doen reftitueren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan: Is ingevolge 's Quartiers refolutie van den 6 Mai jongstleden goedgevonden den Secretaris der Stad Thiel G. van Riemsdijk te auctoriferen tot de restitutie van den betaalden 40^ penning van een Huis enz. in Junii 1787 aan Cornelis van Rijnberk getransporteerd, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd wordt bij deezen. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Weduwe van wijlen den Burger J. van Campen en Zoon te doen jouisferen van het geene zal worden gedrukt voor het Quartier, naar eene billijke evenredigheid. Da Gecommitteerdens uit Thielre- en Bommelre-waarden voorgedragen hebbende het verbieden van alle correfpondentien ten nadeele van de tegenwoordige Conftitutie; en om alle Vreemde • lingen en Amptenaaren van het voorig bewind uit andere Provinciën, zich binnen deeze Provincie bevindende, het verblijf alhier te ontzeggen, en  i6 October 1795. en na hunne voorige woonplaatzen te doen te rug keeren, voorts om ten fterkften te vigileren tegens alle fufpecte perfonen, en daar in bij een Landelijk Placaat te voorzien. En zulks bij het 4Quartier gehouden zijnde in advijs, hebben de gemelde Gecommitteerdens verzogt aantekeningc van derzelver protest ten Recesfe. De Gecommitteerdens uit de Thielre- en Bommelre-waarden verzogt hebbende, dat geene Quartiers Vergaderingen in het vervolg mogten gehouden worden, ten zij bevorens daarvan behoorlijke kennis aan de Ampten is gegeeven , 't welk niet was gefchied van eene Vergadering den 21 Augusti laatstleden gehouden; Is goedgevonden tot informatie van gemelde Gecommitteerdens ten Recesfe te infereren: Dat Contracte Quartiers Vergaderingen, wanneer dezelve misbruikt worden, ftrijdig zijn met de grondwetten en geëtablisfeerde form van Regeering , vermits door het houden van dezelve de abfente Leden der Municipaliteiten gepriveerd zouden worden van het recht aan hun competerende om over alle zaaken te helpen delibereren en refolveren; en dat derhalven zoodane Contracte Ver-  i6 October 1795. Vergaderingen nooit plaats hebben, als in zaaken, die geen uitftel kunnen lijden. De Gecommitteerdens uit den Ampte Over-Betuwe hebbende geproponeert het invoeren van een Capitalisten geld bijwijze, als volgt. Op het Hoofd van een Bezitter van 5000 tot 10000 guldens aan gereede en ongereede goederen, actiën, effecten, crediten, waaren en koopmanfchappenjaarlijks . . . 2-io-: van 10000 tot 15000 . . j- : -: van 15000 tot 20000 . . 10- : -: van 20000 tot 30000 . . 20- : -; van 30000 tot 40000 . . 30- : -; van 40000 tot 50000 . . 40. ... van 50000 tot 60000 . . 50- : -: van 60000 tot 70000 . . go- : -: van 70000 tot 80000 . . y0. ; -; van 80000 tot 90000 . . 80- : van 90000 tot 100000 . . po- :-: van 100000 tot 110000 . . IOo- :-; Vervolgens opklimmende voor ieder 10000 guldens met de fomme van 10-:-; Is deeze Propofitie bij de Gecommitteerdens der refpective Municipaliteiten overgenomen om in den haare breeder gecommuniceerd te worden, en  17 October 1795en zich daar op te expliceren bij de eerstvolgende Vergadering. Saturdag den 17 October 1795- Jlet Provinciaal Collegie door eene daar toe afgevaardigde Commisfie aan de Landfchap overgegeeven hebbende het affchrifc eener Misfive van de Leden van den Burger Krijgsraad binnen de Stad Nijmegen, geaddresfeerd aan de Leden van den Burger Krijgsraad binnen de Stad Arnhem, welke van eenen bedenkelijken inhoud aan het Provinciaal Collegie was voorgekomen. En daar op, mitsgaders op het rapport van de Commisfie ter vereffening der gefchillen te Nijmegen, door de Landfchap goedgevonden zijnde te perfilteren bij de voorige Refolutie van den 19 September laatstleden, zoodanig nochtans, dat twee Leden uit het Quartier van Nijmegen zullen worden gecommitteerd om met gemelde Commisfie, 't zij binnen Nijmegen, 't zij binnen Arnhem, gezamentlijk alnoch te onderftaan, of niet de differenten door fchikkingen zouden kunnen worden ontruimd; voorts, dat bij ontftentenisfe van dien de te formerene decifie aan de Landfchap zal worden ingezonden, ten einde om-  17 October 1795. omtrent de executie zoodanig te refolveren, als bevonden zal worden te behooren. Heeft het Quartier goedgevonden daar toe te benoemen de Burgers Cornelis Taaij en Auguflinus Geukama, Leden der Burger-Magiftraat der Steden Thiel en Bommel refpective, gelijk gefchiedt bij deezen. Waar meede het Quartier na verleezing van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van de provifionele Volksvertegenwoordigers des Qjiartiers van Nijmegen. Joh: in de BETOUW. Re-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN OCTOBER 1795, HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. johan vermasen, Johannes Lodewijk Prager. THIEL. Cornelis Taaij. Pieter ten Bosch, BOMMEL. Augustinvs Geukama, Henricus Schull, Adrianus Francois de Virieu, J. P. Zoon. Daniël Verweide. Platte Land. R IJ K VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Aart Peters van der Weerden. OVER-BETUWE, MET PANNERDEN. Gradus Roes , Derk Leenders, PP Ja-  Johannes Glover, Hendrik Aalbers, Lambertus Paauwen , Wouter Rijnders , junior. TUSSCHEN MAAS EN WAAL Aeldert Scholten, Jan Festen. NEDER-BETUWE. Franciscus Hermannus Repelius, Cornelis van Wijck. THIELRE-WAARD. Augustus Johannes Sloot. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Wouter van Hurwenen. Re-  17 en 08 October 1795. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in October 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 27 October 1795» Het Quartier van Nijmegen heeft wederom goedgevonden de Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen. Het Request van Buurmeesteren der Kerfpelen Heumen en Malden; mitsgaders het addres van den Burger J. Ganderheijden; zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers om te examineren, en daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Woensdag den 28 October 1795. Verlezen de Requeste van L. Stoppendaal, Collecteur van den 8oeft 40^ en andere penningen over het Rijk van Nijmegen, houdende, dat op P p 2 den  28 October 1795. den 14 deezes maands aan A. L. de Fockert met overgave van Copie hebbende doen infinueren 's Quartiers Refolutie van den 9 daar bevorens, waar bij gemelde A. L. de Fockert nochmaals was gelast om binnen den tijd van agt dagen, na infinuatie van dien, aan den inhoud der Refolutie van den 8 September onweigerlijk te voldoen op poene van nadere dispofitie, de Requeftrant zich door de halflarrigheid van denzelven de Fockert wederom in de noodzaaklijkheid vondt gebragt kennisfe te geeven, dat A. L. de Fockert daar aan geenzins had voldaan; verzoekende dienvolgens, dat alnu zoodanig efficacieus mogte worden gerefolveerd, dat A. L. de Fockert eindelijk tot zijn pligt werde gebragt, mer auctorifatie op den Fiscaal deezes Quartiers[om tegens A. L. de Fockert bij verdere verweigering bij parate executie te procederen: Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan gemelden A. L. de Fockert nochmaals te gelasten, binnen den tijd van tweemaal vier en twintig uuren, na infinuatie, aan den inhoud van deezes Quartiers Refolutien van 8 September en 9 October jongstleden te voldoen , en bij verdere verweigering ten dien einde auctorifatie op den Fiscaal deezes Quartiers te verleenen, gelijk dezelve verleend worde bij deezen, om tot main- tien  a8 October 1795. tien van voorfchreve Refolutien tegens denzelven de Fockert zoodanig te procederen, als in juftitie zal bevinden te behooren. Zullende mitsdien hier van Extract aan den Fiscaal der Financien des Quartiers Johan Vermafen worden meedegedeeld, om te ftrekken tot deszelvs naricht, en zich daar na te reguleren. De Gecommitteerdens uit het Rijk hebben verzocht infertie ten Recesfe, dat vermeenen de Collecte van den 80, 40, en andere penningen op den voet, als voorheen, bij het Landfchrijvers Ampt vergeeven te hebben, terwijl ieder Ampt voor de fecuriteit van den ontfangst aan het Quartier refponfabel is; en bij zoo verre de Fockert een perfoon is, die door zijne daaden zulk een Ampt niet meriteert, dan noch de aanflelling van een Collecteur aan het Volk van het Rijk competeert volgens de Ordonnantiën van het Quartier, te meer daar zulks thans gefundeerd is door de gearresteerde en gepromulgeerde rechten van den Mensch, ; .cooóocof: \ . ♦-. • .nagnosa Het Request van J. van der Steegh, en J. de Goeij, Buurmeesteren van het Dorp Hedel, naamens de Inwooners en Geërfdens aldaar : PP 3 Is  28 October 1795. Is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers om te dienen van confideratien en advijs. De Gecommitteerden der Stad Thiel ter Vergaderinge geinfteert hebbende te mogen wezen geïnformeerd, hoe veel dit Quartier moet betaalen voor de Land- en Zee- Magt; tot de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq uitgeloofd; voor de Franfche troupes in dienst der Republicq overgenomen; en in het generaal van alle uitgaven, met de inkomften over dit jaar, voorts hoeveel penningen in 's Quartiers Casfa zijn, ten einde het zelve ten fpoedigflen door den druk gemeen gemaakt, en aan het Volk getoont werde de noodzaaklijkheid, dat extraordinaire belastingen geheven worden: Is goedgevonden ten Recesfe te infereren: Dat de drie eerfte termijnen van de 100 Millioenen, aan de Franfche Republicq verfchuld, bedragen ƒ 30000000- : -: Dat voor de Land- en Zeemagt is gepetitioneerd. . . ƒ j0000000- : -: Dat de 25000 Man Franfche troupes in foldij van deeze Repu-  . a8 October 1795. publicq overgenomen, beloopen in het jaar ƒ12000000; waarvan deezen lopenden jaare 1795 omtrent I jaar zal moeten betaald worden; dus . ƒ60000000- :-: ƒ46000000- : -: Dat hier in is de Quota van de Provincie van Gelderland . i 293825°- En die van het Quartier van Nijmegen 1380120-10-21 Hier moet bij koomen's Quartiers Quota voor de georganifeerde Nationale Armee, doch waar van noch geen berekening kennelijk is, en dus ook het montantniet kan worden opgegeeven. Dat daarenboven het Quartier noch moet aanbctaalen de Militie , ter repartitie van het zelve geftaan hebbende, 't welk falvo calculo wel zal bedragen . . 150000-:-: Zullende dus het Quartier van Nijmegen (behalven deszelvs Quota in de georganifeerde Armee) moeten betaalen . ƒ1530120- 10-2" Pp 4 Daar  a8 October 1795, Daar op is betaald in den eerften termijn in de 100 Millioenen . . 21000- -: In de Petitie van ï 0 Millioenen, voor zoo verre de Zee-magt betreft . . 21000- .v Voor de Franfche Troupes in Soldije van deeze Republicq . . . 45778- 7-9 Voor de Nationale Militairen . . 21000- :-: ƒ108778- 7-9 En zijn 'tot deeze betaalingen geëmploieerd ƒ100000-:-: van deƒ200000-:-: guldens bij'sLandfchaps refolutie van den 4 Augusti laatstleden aan het Quartier uit de Provinciale casfa geaccordeerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, concernerende het rapport der Commisfie tot het maaken van arrangementen met Kooplieden deezer Republicq om te ftaan in acceptatie ter voldoening van de vervalle dertig Millioenen, mitsgaders van de in het aanftaande jaar te beta- le-  28 October 1795. lene tien Millioenen aan de Franfche Republicq, en de middelen, op welke men zoude mogen hoopen, dat bij de Kooplieden de acceptatie der mandats, door het Franfche Gouvernement getrokken, zoude worden aangenomen.- Endaar bij in achting genomen zijnde de te geevene fecuriteitaan de Kooplieden en andere Ingezetenen, die hun vermogend credit tot behoud van het vee^e Vaderland intcrponeren; als meede de onmogelijkheid om de volle Quota des Quartiers in de verfchuldigde Millioenen te kunnen furneren binnen den tijd, door de Gecommitteerden der Kooplieden voorgeflagen. Is goedgevonden aan Hun Hoog Mogende te fchrijven de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Hoog Mogende Heeren! Onder de zaaken, welke zedert eenigen tijd onze bijzondere aandagt hebben gevestigd, is voor zeker het poinct van de Financie deezes Quartiers een van de voornaamfte voorwerpen onzer ferienfe overweginge geweest. Overtuigd aan de eene zijde van de hoogde noodzaaklijkheid, dat wij onze uiterfte efforts aanPp 5 wen-  28 October 1795. wenden, en met alle bereidvaardigheid de prompfte furnisfementen , zelvs boven ons vermogen, opbrengen tot praesratie onzer engagementen: en niet minder penetrerende aan den anderen kant den allerdeerlijkst vervallen ftaat van de geldmiddelen deezes Quartiers, hebben wij Uwer Hoog Mogende Misfive van den 7 deezes maands, aan deeze Provincie afgezonden, met het bijgevoegd rapport der Commisfie, na Amflerdam gedecerneerd om met eenige Kooplieden arrangementen te maaken tot betaling der reeds verfchene termijnen der geconfenteerde 30 Millioenen, mitsgaders van de in het aanftaande jaar te betalene tien Millioenen aan de Franfche Republicq benevens de Memorie door Gecommitteerdens uit de Kooplieden van Amfterdam aan voorfchreve Commisfie overgegeeven, met de uitterfte attentie, en dien ernst, welke een zaak van dat groot gewigt vereischt, in deliberatie genomen; gelijk Uw Hoog Mogende ook te recht met de meest mogelijke nadruk infteren op de formele acceptatie der voordragten, door de Kooplieden geproponeerd, als het eenig middel om het Vaderland voor de fchrikbaarendfte gevolgen te behoeden. Uw Hoog Mogende zijn thans uit de refolutie, door de Gecommitteerdens wegens deeze Provin¬ cie  a8 October 1795. cieter Vergadering van U Hoog Mogende den 19 deezes ingebragt, geinformeerd geworden : Dat het Quartier van Zutphen aangenomen heeft om voor het uiteinde van November haare volle Quota in de 30 Millioenen ter dispofitie van het Committé van Bondgenootfchap te Lande te Hellen, en te zorgen, dat ook haar aandeel in dein het aanftaande jaar vervallende tien Millioenen tijdig werde voldaan: En dat het Quartier van Veluwe meede daar toe ordre had gefteld, en zich vlijdde eerlang, en voor dat de fchikkingen met de Kooplieden in werking zouden koomen, haare Quota te kunnen furneren; Begrijpende dus beide de Quartieren, dat zij niet in het cas zijnde, om van de Vaderlandlievende tusfchenkomst der Kooplieden gebruik te maaken , ook overzulks niet in het geval waren, zich over dezelve eenigermaten in of uit te laten. Dan daar het nimmermeer gemangeld heeft aan de goede wil van het Quartier van Nijmegen, 't welk bij alle gelegenheden dezelve heeft gerealifeerd gehad, en wij ook alnoch, fchoon aan den oever van den ondergang genaderd, met die zelfde principes zijn bezield, hoewel buiten ftaat om zulks, zoo als voorheen, met de daad te betoo- nen,  28 October 1795. % nen, hebben wij vermeend Uw Hoog Mogende, boven het geene bij voorfchreve Landelijke refolutie door ons is gedeclareerd en verzocht, te moeten herinneren en voor te Hellen. Dat, dit Quartier door deszelvs legging aan de Maas en aan de Waal eerst veel geleden hebbende door de troupes, tot defenfie gefchikt, en lange hebbende gezucht onder den drukkenden last van een confiderabel aantal Engelfchen, en in Groot-Brittannifche foldije ftaande troupes, en de daar meede gepaard gaande enorme exactien, de publique casfen door de voorzieningen, welke men genooddrongen wierdt te doen tot het verzorgen van requifitien , en voorts door andere zaaken , al bij den aanvang van het toneel des oorlogs zijn geledigd geweest. Dat vervolgens de Franfche Broederen het eerst in dit Quartier zijnde doorgebroken, alles in requifitie is gefield geworden, en na den Bosch en Majorie van dien tot onderhoud van de zich aldaar bevindende Franfche Armee vervoerd. Dat die overwinnende troupes voorwaards trekkende het Quartier grootendeels in het benoodigfte van de Armee heeft moeten voorzien, en van rondsomme aan de requifitien voldoen, waar van geen der Ingezetenen tot noch toe eenen duit tot bc-  28 October 1795. betalinge genooten heefc: Bebalven dat van de opgedwongene Adfignaten geen Quartier of Provincie , zoo aanmerkelijk als dit Quartier, en m het bijzonder de Stad Nijmegen, heeft gedeeld gehad: waar bij noch is gekoomen de fcbaadc , die de Ingezetenen van tusfehen Maas en Waal, Over- en Neder-Betuwen , en Thielre-waard dooide doorbraken der Dijken, en inundatien hebben geleden: zoodanig dat, de ruine van de Ingezetenen van de Steden en van het platte Land ten hoogden top is gedegen, maanden lang den zwaaren last van inkwartieringen zonder betalingen, ondraaglijke requifitien en alle andere oorlogsrampen hebbende moeten verduuren, terwijl de Steden des Quartiers gebombardeerd, Dorpen verwoest, Streeken uitgeplunderd, en de Comptoiren van gelden geligt wierden , waar door tonnen gouds , die anderfins 's Lands Comptoiren hadden kunnen vullen, zijn geabforbeerd geworden. ■ Edoch, hoe zeer ook het Quartier, 't geen dus oneindig meer geleden heeft dan andere Provinciën en Quartieren, bedorven en verwoest is, en hoe zeer ook onze krachten zijn gefleten, hebben wij echter, daar alle ordinaire middelen onvoldoende zijn , eene Extraordinaire Geldheffing van den  28 October 1795. den 50^" penning gearresteerd, waar van wij den eerften termijn niet eerder als op den eerften December aanftaande hebben kunnen bepaalen, om dat de Burgeren en neering doende ljeden, die onder de gevolgen der overgekomene calamiteiten noch zuchten, van geld ontblood, niet als adfignaten, ende Landman niet anders als ledige fchuuren hadden ; en dat dus de Burgeren voorafeenigzins moesten bij adem koomen, en het kooren bij den Landman gedorst, eer men tot heffing konde overgaan, en eenig foutien aan de Financien door dezelve konde worden toegebragt. Wij verklaaren dan belangende de opgaave van de bijzondere belastingen, waar uit de Furnisfementen aan de Acceptanten zouden kunnen worden gedaan, het geheele provenue van deeze Extraordinaire heffing van den 50^penning, waar van de laatfte termijn op den 1 April 1796 is bepaald, op het krachtigfte mits deezen te affecteren en te verbinden tot fpeciale fecuriteit der Kooplieden en andere Ingezetenen deezer Republicq, die hun vermogend credit tot behoud van het veege Vaderland wel hebben willen interponeren, en om het zelve te ftorten in de algemeene casfa, ons vlijende, dat uit het furnisfement van den eerften termijn, behalven de 21000 guldens, reeds ter  ü8 October 1795. dispofitie van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande gefteld, in de generale cas binnen twee of drie maanden geftort zal kunnen worden een en een halve of twee tonnen gouds, en dat in het geheel na afloop der beide termijnen ongeveer vijf tonnen gouds in dezelve zullen zijn gefurneerd. Het grieft ons ondertusfchen met de gevoeligfte aandoening buiten ftaat te zijn, om onze volle quota in de 30 Millioenen, gelijk de twee andere Quartieren hebben gedeclareerd te zullen doen , binnen den bepaalden korten tijd na dato der ge maakte engagementen daar te ftellen, en daar door niet alleen onder de onmagtige en gebrekhaftige te moeten worden geplaatst, maar ook gehouden te worden als aanleidinge te kunnen geeven tot ongelukkige gevolgen, die op het Quartier van Nijmegen zouden moeten redunderen, doch die wij niet afkeeren kunnen, en waar toe wij de hulp en bijftand der Bondgenooten moeten inroepen. Wij hebben echter, om zulke rampen voor te koomen, al voor langen tijd, zoo ras de inkomften van het Quartier geduurende eenige maanden genoegzaam hadden opgehouden, en ons bij de Verpagtinge van de Generale Middelen in Junii laatstleden blijkbaar was geworden, dat die wel 120,000  2 8 October 1795. 120,000 guldens minder, als in het voorig jaar, zouden opbrengen, bij de twee andere Quartieren, edoch vruchteloos, geinfteerd, tot het vast ftellen van eene algemeene geldheffing over de geheele Provincie, en, daar doch de lasten van de Unie worden aangemerkt als Provinciaal te zijn aangefiagen, het ganfche provenue daar van in de Provinciale cas te ftorten, ten einde daar uit, zonder de Quartierlijke Quota's in acht te neemen, te betaalen de geheele Quota deezer Provincie in de 100 Millioenen aan Frankrijk verfchuldigd, en voor zoo verre dezelve ilrekken mogt, in de Petitiën voor de Zee- en Landmagt. Wij vertrouwen derhalven , dat Uw Hoog Mogende volkomen zullen overtuigd zijn, dat het voor het Quartier van Nijmegen onmogelijk blijft,om het volle aandeel in de verfchulde dertig Millioenen te kunnen furneren binnen een zoo kort tijds bellek , als de Gecommitteerdens der Kooplieden dezelve zouden verlangen: doch dat wij echter in den geldloozen ftaat, waar in zich de Ingezetenen deezes Quartiers bevinden, alle mogelijke menagementen in de adminiftratie onzer Financien zullen obferveren, om met infpanning van alle krachten deeze enorme fotnmen, welke wij voor ons onevenredig aandeel in de Provinciale Quota in de  a8 October 1795. de reeds vervallen dertig Millioenen aan de Franfche Republicq fchuldig zijn, te kunnen furneren, en na afloop van de termijnen der uitgefchrevene 5ofte penning voort zullen gaan tot het heffen van nadere extraordinaire belastingen, waar uit het te kort koomende zoude kunnen gevonden worden. Intusfchen zullen Uw Hoog Mogende uit de furnisfementen, welke wij te vooren ten behoeve van de Generaliteit hebben gedaan, genoegzaam overtuigd zijn van de bereidwilligheid, die bij ons altijd heeft geheerscht, om aan de behoeften van het Vaderland met alle krachten te gemoed te koomen, en ten gevolge van dien ook genoegen zullen neemen daar in , dat wij belooven zoo veel in deezen te praesteren , als immers in onze magt is, en onze Quota, zoo fpoedig als het de deerlijk uitgeputte ftaat der Financien eenigzins zal toelaaten, te berde te zullen brengen. Terwijl wij nochmaals Uw Hoog Mogende met allen aandrang imploreren de tusfehenkomst en hulp der refpective Bondgenooten, of van die onder dezelve, welke zich daar toe genegen mogten bevinden , tot provifionele fuppletie van het defect voor het Quartier van Nijmegen in te roepen, en dezelve door Uwer Hoog Mogende invloed tot broederlijken bijftand te disponeren, onder belofte van Q q promp-  a8 en 29 October 1795. prompte restitutie , zelvs met de interesfe van dien, zoo dra de omftandigheden van het Quartier en der Ingezetenen zulks zullen toelaten. Hier meede eindigende, bidden wij Gqd almagtig Hoog Mogende Heeren! Uw Hoog Mogende te willen houden in zijne heilige befcherminge. Gefchreven te Zutphen op eenen gecontinueerden Extraordinairen Landdag den 28 October 1795, het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Uwer Hoog Mogende goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve Donderdag den 29 October 1795. D e Gecommitteerdens der Stad Nijmegen hebben voor het entameren der deliberatien over het rapport en advijs van de Commisfie tot vereffening der gefchillen ongelukkelijk te Nijmegen fub-  29 October i7Q$i fubfisterende over het formeren van een Plan van oproeping, voorgedragen, met verzoek van infertie ten Recesfe. Dat, toen zij als Gecommitteerdens uit de thans als Magiftraat der Stad Nijmegen fungerende Ge-* meente tot het meede waarnemen deezer Vergadering op eergisteren hoorden leezen een rapport en advijs der Landfchaps Commisfie nopens de differenteri binnen gezegde Stad fubfisterende, zij zich verbeeld hadden, dat aanvanglijk daar bij zoude zijn gevoegd geweest de Refolutie van den 19 September laatstleden, om daar meede aan de eene zijde te bewijzen de qualificatie en magt, welke die Commisfie zich koomt toe te fchrijven, en aan den anderen kant de Landfchap in ftaat te ftellen om te kunnen zien, of dezelve Commisfie zich fliptelijk conform den last gedragen, dan welde paaien van dien geëxcedeerd had: Want dat het eene waarheid is en blijft, dac na de inrichting der Burgarmaatfchappijen niemand zich zeiven tot Richter mag opwerpen, en dat elk en een ieder in zijne zaaken alleen kan en mag beoordeeld Worden door wettig gekooren en geftelde Richters. Voorts, dat in gevallen, daar zekere perfonen, door wegen van Compromis, als anders, zich Q q a door  2.0 October 1795. door de keus van Parthijen tot Richters Decifeurs in zekere zaaken hebben doen Hellen , dezelve gefielde Richters zich flipt elijk naar dien hunnen last moeten gedragen, en dezelve geen hair breedte mogen te buitengaan, dewijl het van feivs fpreekt, dat al het geene zij buiten dien verrichten, is nul, informeel en van geener waarden. Dan daar de Commisfie die Refolutie van den 19 September laatstleden bij hun Rapport niet hadt gelieven te voegen, zij Gecommitteerden dezelve bij deeze zouden reclameren, waar uit zal blijken; Dat de Landfchap bij dezelve expresfelijk komt te verklaaren: „ Dat zij confidererende de aangelegenheid „ der zaak, en de dangereufe gevolgen, die de. „ zelve door eene verregaande Religie-ijver zoude „ kunnen na zich fleepen, goedgevonden hadt ,, alle die ftukken te flellen in handen van eene ,, Commisfie om dezelve te examineren, en voorts „ door alle mogelijke middelen en wegen te onder„ flaan, of niet deeze differenten op eene min„ nelijke wijze door fchikking, 't zij door Compro„ mis, of anderzints, zouden kunnen worden ,, vereffend; voorts om bij onverhoopte ontflentenis „ van dien, als dan, communicativ met het „ Provinciaal Collegie, daar in te decideren.  iq October 1795. Dat de last derhalven van die Commisfie geweest zijnde om eerst te tenteren minnelijke fchikking door allerlei] wegen; Ten tweeden, fubmisfie bij wege van Compromis, bij het gezegde Rapport van het een of ander zoo min gebleken was, als er iets, ten dien opzichten, door dezelve Commisfie was verricht: En dat geene, men gezwijge alle, mogelijke middelen tot asfopiatie door die Commisfie waren ingeflagen, voorts dat geen Compromis was geproponeerd of ingegaan, terwijl het ondertusfchen eerst bij ontjlentenis van dien was, dat het tweede Lid dier Refolutie konde werkzaam zijn. Dat zij Gecommitteerdens omtrent de Decifie nopens het recht van jlemmen ter verkiezing van een beftier binnen Nijmegen zich niet zouden uitten, om dat van wegens de Stad gefustineerd wordt, dat, daar zij die Commisfie niet heeft verzocht, maar expresfelijk geè'xcufeerd, 'er aan dezelve, naar haar begrip , geene gedelegeerde Richters buiten haaren wil hebben mogen gegecven worden, en dat zij dien volgens aan die Decifie niet kan gerekend worden gehouden te zijn: Dat zij Gecommitteerdens daarom ook niet zouden uitweiden over de redenen dier decifie, bij het rappor: aangevoerd, hoewel dezelve anders veel contradictien zouQ q 3 den  29 October 1795. den ontmoeten, daarze op abufive gronden en geharfardeerde {tellingen waren gebouwd; maar alleen omtrent het geadvifeerde nopens de verdeeling der Gast- en Godshuizen aanmerken: Dat eens voor een oogenblik gefteld, doch nimmer toegeftaan zijnde, dat de gezegde Commisfie wettig was geroepen, en, op grond van dien, geauctorifeerd geweest tot de decifie der gelibelleerde gefchillen, dezelve dan noch, naar inhoud van voorgemelde Refolutie van den 19 September laatstleden in geenerleij opzichten zoude zijn gequalificeerd of bevoegd geweest het articul der Godshuizen (van welkers aart en gefteldheid de Commisfie ook niet kan gepraefumcerd worden eenige de minfte kundigheid te hebben) met die diffcrenten te melleren, of deswegens eenige befchikkingen te maaken; te minder, daar het zelve poinct, even als in alle de Steden dezer Provincie, is pure Domejlicq, en alleen behoorende aan een voorzichtig huishoudelijk beftier. Behalven dat volgens de geproclameerde rechten van den Menfch en Burger, aan elk en een ieder zijne wettige eigendommen en bezittingen verzekerd zijn, en het, boven dien, van de verfte uitzichten zoude weezen, in eene Stad of plaats een brug te leggen, welke, na da-  «o October 1795. dato in andere gevallen, en bevorens 'er door de geheele Provincie, zoo in Steden, als het platte Land, een algemeene order zal zijn beraamd, zoude worden betreden. Dat gevolglijk van de wijsheid en voorzichtigheid der Landfchap mag worden vertrouwd, dat dezelve op dat en volgende poincten, bij het gezegde rapport voorkomende, geene reflectie altoos flaan, maar het een en ander ftilzwijgende pasferen zal. Dat, om echter eenig denkbeeld van den ftaat der zaaken binnen Nijmegen te geeven, dient geweeten te zijn: Dat de Godshuizen aldaar in het algemeen worden beftierd door Proviforen, die altijd zijn verkoozen geworden uit de rijkjte en beste Burgers der Stad, geene leveranciers van Materialen of Werkbaazen zijnde; kortom dezulke, aan wien men gerust de maneance der gelden kan toebetrouwen, en waar door alle vrees voor fchade weggenomen wordt, terwijl een Binnen-Vader en Moeder de beftieringe onder opzicht der Proviforen binnens huis voeren. Dat de Proviforen uit hun midden, van jaar tot jaar, eenen Boekhouder maaken, die nevens de Proviforen alles verricht, zonder voor het een Qq 4 of  29 October 1795. of ander een pennings waarde te genieten. Zijnde het Borger-Gasthuis ingericht voor oude Mannen en Vrouwen zonder aanzien van Religie, mits Borgers der Stad zijnde. Dat het Borger-kinderen Weeshuis is geconftitueerd tot alimentatie van eenige weinige Kinderen, uit Burger-Ouders gebooren , zonder onderfcheid van religie, en dat de goede directie en donatien van Gereformeerde Borgers, als meede de vastgeftelde Collectens binnen de Stad (niet in het Schependom) het zelve meer en meer hebben in ftaat gebragt, zoo dat het zedert, van tijd tot tijd, tot alimentatie van meerdere Borger Kinderen heeft gediend. Dat het Armen-Kinderen-huis gefundeerd is tot alimentatie van ouderlooze Kinderen, geen Burgers zijnde, als meede van die van in het Guarnifoen geftorvene Soldaten, en van Vondelingen. Dat de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen, welke de minfte revenuen van alle de Godshuizen hebben, voornamentlijk uitdeelingen doen van Klederen aan behoeftigen zonder onderfcheid van Religie, wordende de revenuen verder geëmploijeerd tot het verkenen van doodkisten , brandhout , onderhoud van behoeftige krankzinnigen, enz. Terwijl de inkomften van de Stads Geeftelijke  29 October 1795. goederen tot onderhoud van Kerken en Schooien, als anders, verftrekken. Dat van deeze Godshuizen één, namentlijk het Armen-Kinderenhuis, zijn eigendom en bezitting teontneemen, en aan een geheele andere directie over te geeven, en een andere, de Ellendige Broederfchap, buiten het centrum haarer werkinge te brengen , niet anders dan de grootfte confufien en verwarringen zal moeten baaren, en van de nadeligfte gevolgen zijn. Want waar zouden meerder dan tachtig GereformeerdetArmen-Kinderen met de Binnen-Vader, Binnen-Moeder en Leermeesters blijven? Wat lot zouden de goederen hebben? In wiens handen'de admmiltratie koomen? Zullen die tachtig zielen , en zoo veelen 'er noch bijkoomen, een ander Huis zoeken? Hoe 'er aangekomen, en waar van beftacn? Maar ligtelijk is dit gevonden, zegt de Commisfie, uit de inkomften der Ellendige Broederfchap; die ook de Burger- en Armen-Weezen, als ze te kort koomen, zullen bijfpringen. Doch ieder wel denkend Burger wordt ontroerd op het voorftel van zoodane gebeurtenis, en bezeft met een innerlijk gevoel, hoe disordres en ruines fpoedig zullen verwisfelen die goede order Qq 5 en  20 October 1795. en beftaan, die hunne Voorvaderen met zoo veel zorg, ijver en waakzaamheid hebben daargefteld ! Eene Ellendige Broederfchap, die niet veel bemiddeld is, en genoeg met zich zei ven te doen heeft; die op verre na de middelen van het Armen-kinderen huis niet bezit, zal de alimentatie van meer dan tachtig Kinderen, met al wat 'er toebehoord, bezorgen! Subfidien aan de Borgeren Armen-weezen geeven, en bovendien aan het oogmerk haarer eigen inrichting voldoen! Zouden dan de Leden van die gezegde Commisfie van dit alles niets hebben gemerkt of gevoeld ! Een redelijk Menfch zal het zich kwalijk verbeelden. Te minder, als men in aanmerking neemt de fchikkingen, die aan de Roomfch-gezinden geoffereerd zijn, zoo omtrent de Burgerfchap, als Gast-en Weeshuizen, ten besten der Stad, en een ieder daar bij geinteresfeerd, te maaken, en die bij de ftukken, van tijd tot tijd gefurneerd, zijn geappliceerd geweest. Als, onder anderen, i°. Dat het Gasthuis zoude blijven op den ouden voet, maar dat ieder zoude kunnen frequenteren zijn eigen Kerk. 20. Dat in de Burger- en Armen-Weeshuizen niets  29 October 1795. niets zoude worden geleerd als leezen, fchrijven en cijfferen, en dat'er omtrent de Religie op die huizen niets zoude worden verhandeld. 30. Dat men Schooien voor onderfcheide Gezindheden zoude hebben buitenshuis, dat ieder, bevatting van den Godsdienst krijgende, bij de Meefters van zijnen Godsdienst zoude ter Schooien gaan en onderwijs genieten; ook op Zon-en Feest-dagen door denzelven ter Kerke geleid worden: En diergelijke meer. En wie zoude niet hebben verwagt, dat dezelve gretig zouden zijn aangenoomen, zoo als zulks, waren er geene andere vues, ook hadt behooren te gefchieden, hebbende onderfcheiden brave en van& de gegoedfte Roomfche Burgers zulks ook geaggreëerd. Al 't welk zij Gecommitteerdens hadden vermeend te moeten doen voordragen, om zich van hunnen pligt te kwijten, terwijl zij de zaak voor het overige aan God en den tijd overlieten. En heeft het Quartier , na gehoudene deliberatien over het Rapport van 's Landfchaps Commisfie en bijgevoegde ftukken, goedgevonden te openen, dat, voor zoo verre het Reglement op de Regeering betrof, daar inne behoorden te worden geadmitteerd de volgende veranderingen: i°- Dat  20 October 1795. i°- Dat in de vijfde afdeeling artic. 1. gevoegd werde, dat om tot Kiezer verkoozen te kunnen worden, men zal moeten geërfd zijn binnen de Stad of Schependom. 2°- In het zesde Hoofdftuk artic. 2. dat de te verkiezene Richter geen Richters-plaats buiten de Stad en Schependom zal mogen bekleeden. Dat artic. 5, achter de woorden voor handen waren gevoegd werde, en dus niet dan in den uiterflen nood. 3°" In het zevende Hoofdftuk artic. 1. dat de Ministers van den Raad en het Gericht door den Raad behoorden verkoozen te worden. En dat artic. 11. achter de woorden behoorliik in ordre worde gevoegd, zoo veel mogelijk zal zijn. Houdende het geadvifeerde nopens de verdeeling der Godshuizen in ftaat. De Gecommitteerdens uit de Stad Nijmegen hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat ter gelegenheid van eene ontflaane verandering in het guarnifoen der Stad Nijmegen, waar bij het Battaillon van Waldek uit de Stad Grave op den 27 deezes maand aldaar binnen zoude marcheren, het gebeurd was, dat de Adjudant van den thans commanderenden Officier van het Guarnifoen , naam-  29 October 1795. naamlijk den Overfte Schmidt, aan de voorzittende Leden van de provifionele Vertegenwoordigers van de Burgeren en Ingezetenen der Stad Nijmegen, Burgemeesters zaaken thans waarneemende, even voor den inmarsch van gemelte Battaillon van Waldek hadt te kennen gegeeven , dat de voorfchreve Commandant der Stad Nijmegen, ingevolge ontfangene ordres van de Commisfie tot asfopiatie van de plaats hebbende verfchillen binnen Nijmegen vergaderd geweest, niet konde gedoogen, dat de gewoone Eed door inmarcherende troupes binnen de Steden van deeze Republich in handen van de thans fungerende Regeerings-Leden der Stad Nijmegen wierde afgelegd: Dat de voorzittende Leden in Burgermeesterenkamer, bezeffende de disordres, die zouden hebben kunnen refulteren, indien altercatien of eenigerhande tegenkanting op zulk een ogenblik plaats hadden, liever hadden goed gedagt een fchriftelijk declaratoir van de voorfchreve Commandant te eisfchen; Dog dat, geconfidereerd zijnde de aangelegenheid deezer zaak, en de fchroomelijke gevolgen, die uit zoodanige daaden en handelingen van Commisfien zouden kunnen refulteren, gelast waren deeze zaak tex kennisfe van het Quartier, en door het  29 en 30 October 1795. het zelve aan 's Landfchaps tafel te brengen, en daar bij teffens ten krachtigften te infteren, dat de inconvenienten, dewelke uit zulke tegenftrijdige bevelen noodwendig moeten refulteren, in ferieufe aanmerking mogen werden genomen, en dienvolgens alle beftellingen en ordres, dewelke tegens het maintien van eene welgeregelde Politie omtrent het Militaire Weezen aanloopen , opentlijk en ten fpoedigften worden ingetrokken, en de Magiftraten der Steden, en fpeciaal de fungerende Leden van de Regeering der Stad Nijmegen, mogen worden in ftaat gehouden, om voor de rechten en gerustheid hunner Burgeren en Ingezetenen te zorgen naar behooren. Vrijdag den 30 October 1795. "Verlezen Requeste van Schokus en Buurmeefteren van het Dorp Opheusden in den Ampte Neder-Betuwe , daar bij inhaererende hun verzoek bij een vorig Request gedaan, 't welk, door dien op geen Zegel gefchreven was, wederom was uitgegeeven, ten einde, namelijk, de Ingezetenen van Opheusden, om de daar bij geallegeerde redenen, van het betaalen der aangefchrevene Middelen over 1794 en 1795 mogten worden  30 October 1795. den ontflagen, en voor volgende jaaren de aan te fchrijvene middelen voor £ gedeelte verminderd, of zoo als geoordeeld zoude worden te behooren. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers; Is goedgevonden en verftaan Supplianten of de Ingezetenen van Opheusden te gelasten om de middelen van confumtie over den jaare 1794 voor het eerfte half jaar binnen den tijd van vier weeken te betaalen, wanneer nader omtrent het tweede half jaar kan worden gedisponeerd, renvoijerende de Supplianten, ten opzichte van het verder verzoek, om in volgende jaaren te hebben l gedeelte vermindering der middelen, aan het Collegie van algemeen Welzijn in den Ampte NederBetuwe. Verlezen de Requeste van het Volk des Ampts tusfehen Maas en Waal, verzoekende, om de redenen daar bij breedvoerig gededuceerd, bij provifie in de heffing van den 5otte penning te mogen worden gepasfeerd door alzulke andere fchikkingen , als het Quartier na hunne tegenwoordige gefteldheid noodig of dienftig zal oordeelen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en  30 October 1795. en verftaan, dat in der Requestranten verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mits dien gewezen van de hand. Verlezen de Requeste van Buurmeefteren der Kerfpelen Heumen en Malden, daar bij ter oor. zaake van.de geledene fchade van den Oorlog, in den Requste in het breede gedetailleerd, verzoekende, dat aan deeze twee Dorpen mogt worden geaccordeerd een jaar uitftel in de betaaling van het voor den jaare 1794 verfchulde Bezaaij en Hoorn-geld, mitsgaders een kwijtflag van de confumtie over gezegden Jaare 1794. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van den 27 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden aan de Ingezetenen van voornoemde twee Dorpen tot het betaalen van het Bezaaij en Hoorngeld over het jaar W Julii 1794 een uitftel van twee maanden te accorderen, en ten opzichte van de verzochte remisfie der middelen van confumtie over het zelve Jaar 1794, Supplianten of wel de Ingezetenen te gelasten' om binnen den tijd van vier weeken het eerfte verfchulde half jaar te voldoen, wanneer als dan na-  30 October 1795. nader omtrent het tweede half jaar zal worden gedisponeerd. Verlezen de Requeste van Jan van der Steegh en Jan de Goeij, Buurmeesteren van het Dorp Hedel, daar bij, in naame van de Inwooners en Geërfdens aldaar, verzoekende, ter zaake van de geledene Oorlogsrampen, in den Requeste gededuceerd, eene convenable remisfie van 's Quartiers reële en perfonele lasten, zoo als na billijkheid zoude geoordeeld worden te behooren. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van *s Quartiers marginaal appoinctement van den 28 deezes gehad hebbende de confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden en verftaan Supplianten, of wel de Inwooners van Hedel, te gelasten, om het restant van de verfchulde Middelen over den jaare ingegaan 1 Julii 1793, en een derde van die van het jaar ingegaan 1 Julii 1794, binnen den tijd van vier weeken te betaalen, en daarvan het noodige bewijs te produceren , wanneer door het Quartier omtrent het overige twee derde van 1794, als meede over het jaar ingegaan 1 Julii 1795, Zoodanig favorabel ten opzichte van dit Dorp, 't welk zeker meerder dan andere Dorpen geleden heeft, Rr zal  30 October 1795. zal worden gedisponeerd, als vermeend zal worden te behooren. Ontfangen eene Misfive van de Gecommitteerdens van het Collegie van Praefident en Gecommitteerdens ter Policie en Financie der Stad en Lande van Buuren , gefchreven te Zutphen den 28 deezes, houdende om de daar bij geallegeerde redenen declaratoir, dat zoo de incorporatie van Stad en Lande van Buuren niet zittende deeze Vergadering werde daargefteld, of ten genoegen fchikkingen gemaakt, als dan alle Verbaalen omtrent dit poinct zouden moeten gehouden worden voor niet gefchied, alzoo het belang van Stad en Lande van Buuren om onderfcheidene redenen kwam te vorderen , dat hier inne niet door langwijlige deliberatien wierde gehinderd, ten einde met een der andere Provinciën (welke daar toe wel zoude inclineren) in onderhandeling te kunnen treden. Waar op gedelibereerd en in aanmerking genomen zijnde, dat de Heeren van Buuren al zedert het jaar 1298 als Leenmannen van de Graven en Hertogen van Gelre (a) zijn aangemerkt, hoewel zich fV) Brief van Graaf ReinaW den I van den jaare 1293, waar bij .'de Stad en Lande van Buwen door Allard, Heer van Bnuren, aan / / en  30 October 17-95. zich naderhand alle afhankelijkheid meer en meer Q) onttrokken hebben i En dat Buuren en CuiRr 2 lenen onder de befcherming van Graaf Reitiald gegeeven is, welke het Slot te Buuren aan Allard_ wederom tot een Leen lice t uitgegeeven. Brief van den Heer van Buuren van den jaare 1343, waar bij hij belooft zijne Heerlijkheid Buuren met alle toebehoord: aan geenen Heer, noch aan geene hand te zullen brengen noch leenen als met raade en gcheite des Hertoge van Gelre, Pontanus Hifi. Otlr. lib. V\ pag. 170. et lib--VUpag. 238. LjUjdbri* van Rein, ld, Hertog van Gelre, van den jaare 1403, waar bij san zijn beleende Man den lieer van Buuren 'en zijnen Lande, als meede aan die van Avezathen en Soeleri in Neder-Betuwe, een Landrecht heeft gegeeven; Gelderfch Placaatb. II Deel I App. col. 44. Leenbrief van 1435, waar bij Amold van Gelre de handvesten, Poort-en Landiechténvan Buuren en Beufichem bevestigd. Brief van den jaare 1439, waarbij Amold, Hertog van Gelre, de Heerlijkheid Beufichem, welke aan den Heer van Cuilenburg verpand was, lost van Johan Heer van Cuilenburg, en gemede Heerlijkheid wederom aan Buuren hecht, met belofte die twee landen van Buuren en Beufichem nimmermeer te zullen l'cheidcn. Verbond van de vier Hooflflcden van den lande van Gelre van 21 Mai 1448. met Willem Jonkheer tot Egmond, volgens liet welk die van Buuren en Beufichem zouden ftaau onder het Vierendeel der Stad. Nijmegen, en waar bij de vier Hoofdfle 'en dan ook beloofden hem bij zijne rechten te zullen maintineien: weik verbond Hertog Amold heeft geconfirmeerd den 4 Julii 1449. Brief van Hertog Adolph van den jaare 1465, waar bij de handvesten en Landrechten van Buuren confirmeert. (b) Ant. Mattliaeus de Jure gladii cap. XXII. pag. 365.  3<3 October 1795. lenburg van en met het jaar 1585, en dus kort na de erectie van de Republicq, wel eenige Contributien aan de Generaliteit hebben opgebragt, doch dat zulks niet langer heeft geduurd dan tot het einde van het twaalfjarig Beftand : Dat in den jaare 1624 bij de Generaliteit wel deliberatien zijn aangelegd over de Contributien van Buuren en Cuilenburg, maar dat dezelve niet zijn ter conclufie gebragt, zoo dat het gemeene Land daar van geene posfesfie kan allegeeren, en dat zelvs de Ontfanger Generaal in den jaare 1691 gelast is geweest de post van deeze Contributien uit zijne Rekeningen te laten, zonder daar van eenig verder verhaal te maaken : Is goedgevonden de Burgers C. Taaij en A. Geukama te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, het Verbaal van den 15 October jongstleden, betrekkelijk de gezegde incorporatie met voornoemde Gecommitteerdens van Stad en Lande van Buuren geformeerd, te fluiten naar behooren. Zijnde de qualificatien op de Burgers Hendrik de Haas, Rijk van Gijtenbeek en Johan Govert van der Lith verleend, en het Accoort of Contract van incorporatie daar toe fpecterende van inhoud, als volgt:  3o October 1795. Gelijkheid, Vrijheid, Broederfchap. Praefident en Gecommitteerdens ter Politie en Financie der Stad en Lande van Buuren qualificeren en auctoriferen bij en in kragt deezes de Burgers Hendrik de Haas en Rijk van Gijtenbeek , de eerfte onze meede Gecommitteerde, en den tweede onze bediende Practifijn, mitsgaders Jan Govert van der Lith, Secretaris van dit Collegie, fpeciaal om namens ons zich te vervoegen bij de provifioneele Repraefentanten van het vrije Volk van Gelderland , en aldaar met hunlieden, of met een Commisfie uit dezelve, in conferentie te treden over zoodane Refolutie, als bij dezelve op den 19 September laatstleden op Requeste van Warnerus Curtius is genomen en de Misfive door ons op den 6 October laatstleden aan gem: Provifioneele Vertegenwoordigers in antwoord toegezonden , en dien aangaande zoodanig te handelen, als zij Gecommitteerdens zullen noodig oördeelen, voorts werdende dezelve ter dezer gelegenheid fpeciaal meede gecommitteerd om met gemelde provifionele Vertegenwoordigers ofte eene Commisfie uit dezelve andermaal de Comparitie over de incorporatie der Stad en Lande van Buuren, bereids den 24 Julii laatstleden met GecommitRr 3 teer*  30 October 1795. teerdens uit de Provincie Gelderland, als daar toe bij 's Landfchaps Reces van den 4 Julii daar te vooren fpeciaal geauctorifeerd, te openen en deswegens zoodanige conferentie fchikkingen en accoorden te maaken en te fluiten, als zij Gecommitteerdens op Inflructie met relatie tot ditpoinct aan hun bijzonder ter hand gefteld zullen vermeenen te behooren, dezelve te teekenen, egter nochtans omtrent dit poinct. onder referve der approbatie daar omtrent bij den In- en Opgezetenen deezer Stad en Landen , ofte-die anders daar toe wettig bevoegt zullen geoordeeld worden , uitte brengen, en generaliter dat geen te doen en • verrigten wat den welvaart deezer Stad en Landen zal komen te vorderen; alles met belofte van appobatie en indemniteit ten effecte als na regten. In waarheids oirconde is deeze met ons Secreeten Zegul bezegeld en behoorlijk geteekend op den'Raadhuize Buuren den 13 October 1795. Het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid, is Was geparaph1- G. Westeroven v. Meeteren vu Lagerjiand / ' J> \ In kennisfe van mij V^' ^' / WM getekend A. de Ronde abf. Sec: Ge-  30 October 1795. Gelijkheid, Vrijheid, Broederfchap. Praefident en Gecommitteerdens ter Politie en Financie der Stad en Lande van Buuren qualificeren en auctoriferen bij en in kragt deezes de Burgers Hendrik de Haas en Rijk van Gijtenbeek, de eerfte onze meede Gecommitteerde en den tweede onze bediende Practifijn, mitsgaders Jan Govert van derLith Secretaris van dit Collegie, fpeciaal, om onder inhaefie van onze op hun verleende Commisfie d. d. 13 October 1795, alnoch namens ons Collegie zich te vervoegen bij de provifionele Repraefentanten van het vrije Volk van Gelderland, en aldaar met hunlieden of met een Commisfie uit dezelve andermaal in conferentie te treden, zoo over de Requeste van W. Curtius betrekkelijk deszelvs gehad hebbende adminiftratie over den gemeene Lande van Buuren, als over de incorporatie der Stad en Lande van Buuren in de Provincie Gelderland, cn met relatie tot het eerfte te infteeren ter finale dispofitie, en als dan omtrent de incorporatie van deeze Stad en Lande in de Provincie Gelderland zoodanig contract, op den voet van 't Verbaal van den 15 October 1795 te fluiten, en namens ons, Onder approbatie van het fouveraine Volk dezer Stad en Rr 4 Lan-  30 October 1795. Lande, te tekenen, alles op zoodane particuliere Inftructie als aan hun Gecommitteerdens zal worden ter hand gefteld, en voorts generaal onder belofte van approbatie en indemniteit ten fine en effecten als na regten. In waarheids oirconde is deeze met ons Secreet Zegul bezegeld en behoorlijk getekend op den Raadhuize Buuren den 24 October 1795. Het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Was geparaphf- G. Westeroven v. Meeteren vcLagerflond/'^~^\ 1° kennisfe van mij ^L. S. J T.y*as getekend A. de Ronde abf: Sec. Gelijkheid, Vrijheid, Broederfchap. "Verbaal, op welke tusfehen de Burgers C. Taaij en A. Geukama, als bij Refolutie de dato den 29 October 1795 uit de provifionele Vertegenwoordigers van het vrije Volk des Quartiers van Nijmegen ter eenre, en Hendrik de Haas, Rijk van Gijtenbeek en JohanGovert vanderLith , Gecommitteerdens door het Collegie van Praefident en Gecommitteerdens ter Policie en Financie der Stad  30 October 1795. Stad en Lande van Buuren, als bij Acte van Commisfie d. dd. 13 en 24 October 1795 gequalificeerd tot de incorporatie der Stad en Lande van Buuren in het Quartier van Nijmegen ter andere zijde, is overeengekomen om de Stad en Lande van Buuren in het Quartier van Nijmegen te incorporeren, en waar over door Gecommitteerdens uit het Quartier van Nijmegen en Gecommitteerdens ter Policie en Financie der Stad en Lande van Buuren nader fchriftelijk Contract op de hier na overgekomene poincten binnen den tijd van veertien dagen zal worden geformeerd en betekend. Artic. I. De Vertegenwoordigers van het Quartier van Nijmegen verklaaren bij deezen in hun Quartier op en aan te neemen de Stad en Lande van Buuren, erkent onder het Quartier van Nijmegen te hooren, alles met dat recht en gezag, als het Quartier van Nijmegen in de Provincie Gelderland is hebbende. I I. De Vertegenwoordigers van het Quartier van Nijmegen eerfte Contrahenten verklaaren hunne devoken te zullen aanwenden, dat de Stad en LanRr 5 de  30 October 1795. de van Buuren met relatie tot het Dominium in de Provincie Gelderland wordt aangenomen op conditiën. i°- Dat in cas crimineel het wijzen bij Arrest aan de Stad en Hoofdbank Buuren zal verblijven, als van ouds; doch verder zich fubmitteren aan de criminele Ordonnantie bij de Provincie Gelderland reets gemaakt, of noch te maaken, even als de Steden Nijmegen, Thiel en Bommel. a°- Dat de Officieren of Richters der Stad en Lande van Buuren zullen zijn Landfchaps-Officieren, en aan dezelve den gewoonlijken Eed praesteren, en zal dienvolgens jaarlijks door hun aan de Provincie moeten verrekend worden het provenue der civile en criminele breuken, als meede de onbeheerde goederen bij vervolg in den Lande van Buuren gevonden wordende. Waar tegens zij de kosten en mifen van juftitie zullen verrekenen op dien voet als bij de Officieren of Richters in het Quartier van Nijmegen gedaan wordt. 3°- Dat de In- en Opgezetenen der Stad en Lande van Buuren het recht zullen blijven behouden om een univerfeel Stad- en Land-Recht voor hun diftrict te formeren, en het welk de Landfchap zal fanctioneren. 4°- Dat  30 October 1795. 4°- Dat de wetten , gewoonten en gebruiken thans noch fubfisterende, voor zoo verre dit gecontracteerde of de tegenswoordige orde van zaaken niet contradiceert, tot zoo lange geen Stadof Landrecht is vast gefteld, zullen blijven op den ouden voet. 5°' Dat alle civile actiën, welke bij de Gerichten der Stad en Dorpen van den Lande van Buuren worden gefententieert, dadelijk zullen zijn appellabel aan den Hovc van Juftitie in Gelderland op zoodanig Appel-Reglement, als bij onderfcheide Landfchaps Recesfen is vast gefteld. I I I. Het Quartier van Nijmegen zal, zoo wel als de Provincie Gelderland, aan de Stad en Lande van Buuren laten ongehinderd derzelver financiële directie, zoo van de Stad, Dorpen, Polders, als gemeene landen van Buuren, en dientengevolge dezelve zoo nu als namaals houden en erkennen voor een domesticq beftuur. I V. De In- en Opgezetenen der Stad en Lande van Buuren zullen toeftaan, dat over hun diftrict, op den voet als in het Quartier van Nijmegen, geheven worden de volgende Imposten, als i°- Op  30 October 1795. i°- Op de Gebrande Wijnen en Gediltilleerde Wateren, a°- Op den Tabak, 3°-l Op de Wijnen, En 4°- op het Klein Zegel; Edog zal de Stad Buuren uit alle deeze Impofitien genieten, en door het Quartier van Nijmegen jaarlijks bij de te doene verpagting aan hun moeten worden betaald eene fomme van een duifend guldens: Zullende voorts uit de gemeene Lands Casfa van Buuren tot redemptie en afkoop van alle verdere lasten, welke, zoo nu, als bij vervolg, zouden mogen of kunnen worden gevorderd, jaarlijks aan het Quartier van Nijmegen betalen eene ronde fomme van tien duifend guldens. V. De te doene heffingen der impofitien bij Artic. IV gemeld, zullen haaren ingang neemen bij de eerfte Quartiers Verpagtinge dier Middelen, en alzoo met of op primo Julii 1796, en de jaarlijks in 't gemeene Lands Casfa te betalene fomme van tien duifend guldens zal zijn ingang neemen met den dag, dat het origineel Contract over deeze incorporatie te formeren zal zijn betekend, en wederzijdsch uitgewisfeld. yi. De  30 October 1795. V I. De Stad en Lande van Buuren zal voor de Inwooneren der Provincie van Gelderland opheffen zoodanig Straat- of Bruggeld, als actueel in de Stad Buuren gevorderd wordt, en geen Tollen, Straat- Pasfage- of Bruggelden van de Ingezetenen van Gelderland vorderen, als die geene, welke bij de In- en Opgezetenen der Stad en Lande van Buuren zelve worden voldaan. V I I. De Stad en Lande van Buuren zal met betrekking der repraefentatie in het Quartier van Nijmegen provifioneel geen ftem ter Quartiers Vergadering uitbrengen, maar alleen ad audiendum fesfie ter Quartiers, en uit dezelve ter Landfchaps Vergadering hebben, zonder eenig recht tot de Commisfien in dat Quartier vallende te mogen fustineren; En zulks tot zoo lange de Stad en Lande van Culenburg werkelijk in het Quartier van Nijmegen zullen zijn ingelijft, als wanneer over het ftemmen ter Quartiers Vergadering ten onderling genoegen eene fchikking zal moeten worden gemaakt. VIII. De  30 October 1795. VIII. De Gecommitteerden der Stad en Lande van Buuren referveren hun om deeze provifionele poincten door het fouveraine Volk van Stad en Lande van Buuren te doen approberen en ratificeren, welke appobatie op den aanflaanden Landdag den 16 November eerstkomende te houden, of zoo mogelijk eerder, aan de ondergetekende Gecommitteerdens, zal moeten blijken; zullende bij geene approbatie deeze poincten geen verder effect forteren, ofte daar uit in futurum eenige confequentien mogen getrokken worden. I X. De Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen zullen geene nadere approbatie behoeven uit te brengen, maar zich bij ondertekening deezes verbinden tot nakooming van dit Contract. Aldus tusfehen ons ondergefchreven in onze bovengemelde qualiteiren dit Contract gefloten, na voorgaande kennis aan, en approbatie van, het Quartier van Nijmegen, en deeze betekend binnen Zutphen, den dertigften October 1700 vijf en negentig; het eerfte jaar der Bataavfche Vrijheid. Waren getekend Corn^ Taaij. Hendrik de Haas , A. Geükama. R- van Gijtenbeek, J. G. van der Litii.  30 October 1795. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen en Ampte van tusfehen Maas en Waal hebben verzocht infertie ten Recesfe, dat tot het neemen van deeze Refolutie niet hebben geconcurreerd, maar vermeend, dat die van Buuren op gelijken voet, als de overige Ingezetenen deezes Quartiers, alle Quartierlijke lasten, zonder onderfcheid, behooren te dragen , en dat daar tegens eene evenreedige invloed in 's Quartiers beltier behoort te worden geaccordeerd : Dat die van Buuren door haare gunstige legging en vruchtbaarer grond tot culture van allerlei producten ook veel beter, dan andere diftricten van het Quartier, de impofitien en lasten kunnen dragen : Dat het minder dragen van lasten dan der andere Ingezetenen ftrijdig is tegens de aangenomene eubezwoore Rechten van den Mensch, en vastgeftelde beginzelen van Vrijheid en Gelijkheid, voor al ten aanzien van die van Buuren wegens hunne bekende Contra-revolutionaire gevoelens. Na den middag ten zes uuren. D e Burgers Hendrik de Haas, Rijk van Gijtenbeek en Govert van der L het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingdag den 17 November 1795- I LtQuartiervanNijtnegeti heefc wederom goedgevonden de Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen. Het Request van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers impost op de Gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan 1 Julii i795 = Het nader Request van Schout en Buurmeester des Dorps Geldermalfen; De Misfive van P. M. van den Steen, Ontfanger van de Verpondinge over het diftrict desThielfchen Comptoirs, gefchreven den 3 deezes aan de Gedeputeerden ter Financie; en een Extract uit het Rcfolutie-boek des Ampts Neder-Betuwe de dato 10 November 1795- ^ïjn  i8 November 1795. Zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Woensdag den 18 November 1795. Het Quartier van Nijmegen op de Iaatstgehoudene Landfchaps Vergaderinge geprotesteerd, en haare aantekening gereferveerd hebbende tegens het formeren der Conclufie door de twee andere Quartieren Zutphen en Veluwe, op een Request van den Krijgsraad der Nationale Guardes binnen Nijmegen genomen , waar bij dezelve 's Landfchaps Momboir hebben geauctorifeerd om tegens den gezegden Krijgsraad te procederen, heeft, ten gevolge van dien, goedgevonden ten Landdags Recesfe te doen infereren : Dat het van de vroegfte tijden af tot heden toe als eene vaste ordre en Staats-maxime bij de Landfchaps Vergaderinge deezer Provincie is geobferveerd, dat de zaaken, welke ter Landfchaps tafel koomen, zonder onderfcheid, of dezelve concerneren het algemeen belang, ofwel dat van particulieren, bij de drie Quartieren refpectivelijk worden overgenomen, om bij ieder in den haare daar op gedelibereerd, en vervolgens derzelver beflui- ten  i8 November 1795, ten in de Landfchap overgebragt te worden, ten einde aldaar de conclufie werde geformeerd : Dan dat, daar niet zelden, op een en denzelven dag, veele ftukken uit de Landfchap in de Quartieren overgaan, en 'er geen wet is, die de Quartieren verpligt de zaaken onder zich voor te neemen in die order en rang, als dezelve ter Landfchaps tafel zijn gekomen; ook de Quartieren boven dien gemeenlijk veel geoccupeerd zijn met de domestique of Quartierlijke zaaken, het bijna dagelijks gebeurt, dat het eene Quartier heden opent op een ftuk, daar het ander Quartier op eenen anderen dag zijn advijs uitbrengt, terwijl het derde Quartier noch laater, ook dikwils in het geheel niet, zijn advijs uitt, maar daar meede wacht tot een volgende Landfchaps Vergadering, of ook wel expresfelijk declareerd het zelve te houden in advijs. Dat bijaldien de refpective Quartieren allen over een en dezelfde zaak ter Landfchaps tafel hebben geopend, en twee Quartieren eenftemmig zijn, in ordinaire zaaken, geene confenten, bezwaaren of voorrechten betreffende, gemeenlijk met die twee Quartieren wordt geconcludeerd, en zulks door het derde Quartier aangezien : Maar dat in andere zaaken van grooter belang door het niet ge-  18 November 1795. geconcurreerd hebbende Quartier tegens de con* clufie wordt geprotesteerd, en de aantekening deswegens gereferveerd : Dat echter ingevalle twee Quartieren' op één zaak hebben geopend,, maar het derde niet, en het zelve tevens declareert zulk poinct bij het Quartier noch niet te zijn voorgenomen geweest, die zaak gehouden wordt buiten conclujie, zijnde 'er geen voorbeeld , dat 'er immermeer aan 's Landfchaps tafel conclufie gevallen is bij twee Quartieren op een zaak, waaromtrent het derde Quartier niet heeft geopend; terwijl wanneer twee Quartieren omtrent één zaak hebben geopend, en een der Quartieren die zaak gaarne zach afgedaan , het zelve Quartier alsdan aan het niet geopend hebbende Quartier verzoek doedt zoodanige zaak meede te willen voorneemen, waar aan dan gemeenlijk, en zoo 'er geene redenen ter contrarie zijn, wordt gedefereerd. Dat, wanneer men aan deeze ordre in het behandelen van zaaken toetst het gebeurde op de in October laatstleden gehoudene Landfchaps Vergadering , en men daar bij in aanmerking neemt Eensdeels, dat door den Krijgsraad der Nationale Guardes te Nijmegen een Request aan de Landfchap is gepraefenteerd van inhoud , als ten Re-  18 November 1795. Recesfe fub dato 14 Oct. laatstleden efvintelijk, en dat, het zelve volgens de gewoone loop in de Quartieren overgenomen zijnde, het Quartier van Veluwe al ras daar op opende om het zelve te Hellen in handen van 's Landfchaps Momboir, ten einde tegens den voornoemden Krijgsraad te procederen. Ten anderen, dat de Quartieren van Nijmegen en Zutphen, geduurende die Landfchaps Vergadering op dit poinct niet hebbende geopend, op den 31 October laatstleden, op het moment, dat de Landfchap ftondt te fcheiden, en'er reets verfcheide Leden vertrokken waren, de Burger Rhaeber, een der Gecommitteerdens tot de Zaaken van Nijmegen, zich oprichttede en vroeg, of het articul van den Krijgsraad der Nationale Guardes te Nijmegen niet zoude worden afgedaan. Als meede, dat de voorzittende Ledender Quartieren Nijmegen en Zutphen daar op declarerende, dat dit Request in haare refpective Quartieren noch niet was voorgenomen geweest, door gezegde Burger Rhaeber daar op met veel. ijver wierdt geinfteerd, dat de Landfchap niet moest fcheiden, voor dat het gezegde poinct was afgedaan, met dat gevolg, dat de noch praefente Leden van het Quartier van Zutphen zich voor een oogenblik Vv tt. uit  18 November 1795. uit de Landfchaps Vergadering abfenteerden, en, bij hunne te rugkomst, declareerden, dat zich bij de opening van het Quartier van Veluwe voegden , en dat vervolgens dit Quartier, niet tegenftaande op dien zeiven dag verfcheide zaaken buiten conclufie zijn gehouden, om dat het Quartier van Zutphen verklaarde met haare advijfen niet te zijn vervat, tegens het herhaald declaratoir van het Quartier van Nijmegen, dat het zelve Request bij haar noch geen poinct van deliberatie was geweest, in die zaak concludeerde: Als dan, zegt men, moet niet alleen ten klaarften blijken, dat die handelwijze is buiten voorbeeld, maar dat 'er ook ten kharften uit volgt, dat dezelve ten eenemaal is wederrechtelijk en zoodanig informeel , dat die zoo gewilde Conclufie dier twee Quartieren voor geene Conclufie te houden is, of van eenige de minfte rechtelijke operatie zijn kan of zijn mag. Want behalven dat het niet zelden gebeurt, dat één der twee reeds geopend hebbende Quartieren, op het hooren der opening van het derde Quartier, van advijs verandert, en 'erzichallerdings bijvoegt, en dus de gelegenheid daar toe door zoodanige handelwijs wordt afgefneden, en de relatien, die de bijzondere Quartieren ook, ter bewaaring der eenigheid, en vermijding van alle discrepances  ï8 November 1795* tot eikanderen hebben, mitsgaders de rekkelijkheden , die het eene Quartier ten allen tijden omtrent het andere heeft betoond, niet permitteren het plegen . van zoodanige Actus van praedominance o^er het andere Quartier; zoo zoude het boven dien zijn een weg te baanen en een brug te leggen, waar door twee Quartieren (zich met eikanderen verflaande) het derde deel der Provincie , ten allen tijden, en in allen gevallen, zouden kunnen dwingen, zich naar hunnen wil te fchikken tot verkragting der wetten, ordre en rechten van zoodanig Quartier, en volkomene renverfie van zaaken. En dat het is om die reden, en uit apprehenfie van de gevolgen, die daar uit kunnen refulteren, en ter, zoo veel mogelijk, afwending van dien, dat het Quartier van Nijmegen blijft protesteren tegens die wederrechtelijke Conclufie, dezelve houdende voor nul, en informeel, alle 't om te ftrekken ten effecten als na rechten. Op ingekomene Misfive van de Commisfie tot asfopiatie der Nijmeegfche gefchillen aan de Landfchap , tenderende tot non admisfie van den Burger W. H. van Burck , door den provifionelen Raad van Nijmegen gecommitteerd namens de Vv 2 Stad  18 November 1795. Stad tot het bijwoonen deezer Landfchaps Vergadering, ter zaake dezelve Lid van den Krijgsraad der Nationale Guardes was, en overzulks uit kracht van's Landfchaps refolutie van den 31 October laatstleden onder de vervolging der wet; bij het Quartier goedgevonden zijnde denzelven, als voorzien met eene behoorlijke Commisfie van de provifionele Vertegenwoordigers des Volks van Nijmegen, admisfibel te verklaaren tot de deliberatien over de voorkoomende zaaken : Hebben de Gecommitteerdens uit den Rijke van Nijmegen, Over-Betuwe, Maas en Whaal en Neder-Betuwe tegens deeze admisfie, met referve hunner aantekeningen, geprotesteerd. "Verlezen de nadere Requeste van Schout en Buurmeester des Dorps Geldermalfen, verzoekende remisfie der Middelen van het gepasfeerde jaar 1794, en van een gedeelte van dit jaar: En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van gilleren, gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden te perfifteren bij Refolutie, den 15 October laatstleden genomen, met last aan den Ontfanger der Middelen des Bommelfche Comp-  iq November 1795. Comptoirs, om met de execucie wegens de Middelen over den jaare 1794 te fuperfederen. Donderdag den 19 November 1795. Da Memorie van die van den Dorpe Driel in Over-Betuwe, concernerende de korting der Dijkpenningen op eenen egualen voet; voorts dat de Dijk aldaar in Roeijtaal te min was opgegeeven 104 Roeden i5lvoet: Is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om te examineren, en daaromtrent te dienen van derzelver confideratien en advijs. "Verlezen het provifioneel Rapport van het verrichte door de Commisfie tot asfopiatie der Nijmeegfche gefchillen: en daar uit, mitsgaders uit de bijlage fub N°-7 en N°- 8, gebleken zijnde, „ dat de Kerkenraad te Nijmegen door die Com„ misfie was gerequireerd tot opgave van Lijsten „ der Diaconie-arme Mansperfonenboven de 10 „ jaaren oud, denzelven gelastende die Lijsten des „ anderen daags 's avonds ten vijf uuren te doen „ toekoomen: voorts dat de gemelde Kerkenraad ,, bij Refolutie, met toezending van dezelve in „ eene enveloppe, hadde gedifficulteerd aan die Vv 3 „ re-  ïo November 1795. „ requifitie te voldoen, om dat zulks niet ge„ vraagd was door de Magiftraat, en dat, zelvs „ in zulk geval, de Kerkenraad behoorde vrij te „ blijven , alzoo 'er redenen kunnen zijn, dat „ Armen niet vermogen publicq gemaakt worden: Wijders fub N°- 9. „ Dat de Commisfie , in aan„ merking neemende, dat het geen Collegien , „ direct aan de Landfchap gefubordineerd, en „ voor al aan geen Kerkenraad, kan vrijftaan om „ zich bij forme van Refolutie aan hun te addres„ feren, of zich van het woord difficulteren te „ bedienen, en vermeenende dat door diergelijke „ wijze de Landfchap gecompromitteerd en ge„ laedeerd is, goedgevonden hadde dit ftuk te „ Hellen in handen van 's Landfchaps Momboir, „ om tegens gemelden Kerkenraad zoodanig te „ procederen, als hij tot maintien van 's Volks „ Hoogheid en Gerechtigheid, tot confervatie „ van eene wettige ondergefchiktheid, en tot wee„ ring van vilipcndie, en minagting der Verte„ digers van een vrij Volk, in goede justitie zal 2, oordeelen en vermeenen te behooren. En hier op gedelibereerd , en goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier, afkeurende de verleende auctorifatie op den Momboir tot eene procedure tegens den Kerken»  ïo en 20 November 1795. kenraad te Nijmegen wegens het gunt voorfchreven, het verder gerapporteerde voor notificatie zoude aanneemen. Hebben de Gecommitteerdens uit den Rijke van Nijmegen, van Over- en Neder-Betuwe en van Maas en Waal verzocht aantekeninge van gevoelen te zijn, dat de Commisfie behoorde te worden bedankt, en het verrichte geapprobeerd. Vrijdag den 20 November 1795. VorI ezen de Requeste van den Burger P. A. Schuil, Secretaris der Gedeputeerden ter Financie, daar bij verzoekende, dat het Amptgeld in plaats van 4000 guldens , waar op het gemelde Ampt van Secretaris in de Lijst is getaxeerd, mogt worden verminderd, en gefteld op 2000 guldens, alzoo hij als Secretaris jaarlijks aan emolumenten was misfende ongeveer 2100 guldens, door dien tegenwoordig de Militie van de Republicq niet meer op de Provincie was gerepartitieerd, maar door de Generaliteit betaald wierde , alle 't in het breede bij den Requeste gededuceerd: En hier op ingevolge marginaal appoinctement van den 10 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter FiVv 4 nan-  ao November 1795. nancie, en gelet zijnde, dat bij het bepaalen van de Amptgelden, niet alleen op de tractementen, maar ook op de emolumenten is gereflecteerd; Is goedgevonden aan den Suppliant te permitteren , zulks doende bij deezen, om provifioneel drie duizend guldens voor Amptgeld te betaalen, tot dat nader antwoord op de Misfive door de Landfchap aan Hun Hoog Mogende wegens het gemis der jura van de Secretarijen gefchreven, zal zijn ingekoomen , als wanneer hier omtrent finaal zal worden gedisponeerd. V erlezcn eene Misfive van P. M. van den Steen, Ontfanger der Verponding des Thielfchen Comptoirs , aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd den 3 deezer loopende maand, daar bij alnoch herhaalende den fteeds volhardende onwilligen ftaat der Collecteurs van de Verpondinge in het Ampt tusfehen Maas en Waal, welke aan geenerhande aanmaaningen gehoor gaaven ter voldoening haarer achterftedige Verponding over 1793; En daar op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan den gemelten Ontfanger P. M. van den Steen te gelasten, gelijk gelast wordt bij deezen, om zich omtrent de invor- de-  ao November 1795- dering der Verponding praecifelijk te gedragen na de daarop geëmaneerde Ordonnantie en Refolutien. De Gecommitteerdens wegens den Ampte Nederbetuwe voorgedragen hebbende, of niet een behoorlijk falaris en fchadeloos Helling zoude behooren te worden vastgefteld voor de Commisfarisfen tot het inzamelen van den 5oftci1 penning: En hier op hebbende gehad de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, tot fchadeloos ftelling der Commisfarisfen wegens hunne moeite van Ontfangst van elke termijn, toe te leggen aan ieder Stad en Ampt één honderd guldens, en dus voor den ontfangst van beide de termijnen twee honderd guldens : met auctorifatie op gemelte Gedeputeerden ter Financie, om ook aan Esfaijeurs van het goud en zilver, na maate van hunne moeite, zoodanig douceur uit te reiken, als in billijkheid zullen oordeelen te behooren. "Verlezen de Requeste van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers 'impost op de Gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan 1 Julii 1795, daarbij te kennen geevende, dat door de Vv 5 nièe-  20 November 1795. meenigvuldig gepleegd wordende fraudes, bij den Requeste in het breede gededuceerd, Supplianten buiten Haat waren, om den tweeden termijn der beloofde pagtpenningen, op 1 October laatstleden verfchenen, te kunnen voldoen; verzoekende derhalven, dat fij Supplianten zouden konnen en mogen volftaan aan den Ontfanger van gemelden impost provifioneel te betalen, hetgeen volgens hun aantekeningboek reeds ontfangen hadden, en van tijd tot tijd zouden ontfangen, tot dat door het Quartier nader zoude zijn gerefolveerd. En hier op ingevolge marginaal appoinctement van den 17 deezer gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, dat in Suppliants gedaane verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien gewezen van de hand. "Verlezen de Requeste van den Richter des Rijks van Nijmegen J. E. Sanders van Well, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant en Schepenen des voorfchreven Rijks Commisfarisfen tot den Ontfangst van den" $o^a penning genomineerd, en daar toe fchikkingen gemaakt hebbende, verwagt hadden, dat ieder aangeftelde Commisfaris zich gaarne verdienftig aan den Lande zoude hebben  20 November 1795. ben willen toonen door de hun opgedragen post waar te neemen; doch dat tot zijn leetweezen had moeten verneemen , dat eenigen dier perfonen zulks kwamen te declineren; geevende daarbij in cónfideratie eenige middelen, welke zouden kunnen dienen tot behoorlijke voorzieninge: En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dat niemand, tot zoodanigen post benoemd wordende, zich denzelven zal mogen onttrekken op een verbeurte van één honderd goudguldens, ten voordeele van's Quartiers Casfe, door den weigerende te betaalen; ten waare dezelve gegronde redenen mogte hebben, waaromme zich tot de waarneeming van dien niet zouden kunnen verledigen, welke redenen hij alsdan zal verpligt zijn aan de Gedeputeerden ter Financie met behoorlijk bewijs op te geeven : wordende gemelte Gedeputeerden geauctorifeerd om over de gegrond- of ongegrondheid dier redenen te erkennen na behooren; met verdere auctorifatie om den inhoud deezes bij Publicatie ten fpoedigften bekend te maken. In achting genomen tójnde, dat op de laatstgehoudene Landelijke Vergadering , tot verhoeding van eene totale ruine van het Quartier, en verdere  so November 1795. dere uitmergeling der goede Ingezetenen, aan de twee andere Quartieren is gedenuncieerd, dat dit Quartier niet langer kan continueren in het betalen van/4Ö-I9-5 in de 100; zijnde bijna de helfte in den aanflag deezer Provincie, en gevolgelijk niet meerder dan een gerecht derde gedeelte furneren ter tijd toe, dat eene nadere en evenredige bepaaling der Quartierlijke Quota zij gemaakt : Is goedgevonden, dat daar van aan Hun Hoog Mogende zal worden kennisfe gegeeven bij de navolgende Misfive. Vnjheid , Gelijkheid, Broederfchap. Hoog Mogende Heeren. U it het tafereel, 't welk wij van den diep vervallen ftaat der Financien deezes Quartiers onlangs Uw Hoog Mogende hebben meedegedeeld, en waar toe wij, vol vertrouwen op de edelmoedige • denkens wijze der Bondgenooten, derzelver broederlijken bijftand voor het zelve hebben ingeroepen, zullen Uw Hoog Mogende ten vollen overtuigd zijn niet alleen van het onvermogen om 's Quartiers aandeel in de verbaazende fommen bin-  20 November 1795. binnen een zoo kort tijdsbeflek, als vereischt wordt, te furneren, niet tegenftaande alle krachten worden ingefpannen tot redres, en om door leeningen, geld-opneemingen en extraordinaire belastingen aan de Bondgenootfchappelijke engagementen te voldoen: Maar ook, dat een zaamenloop van ongelukkige omftandigheden, welke de Ingezetenen meer dan negen maanden hebben moeten verduuren, en die alle de gevoelde ongelukken van andere Provinciën en Quartieren verre overtreffen, een der voornaamfte redenen is van de deerniswaardige fituatie, waar in het Quartier van Nijmegen zich, met betrekking tot haare Finantien, bevindt. Dan de onevenredige Subdivifie der Provinciale Quota van ƒ46-19-5 in de 100-:-: en dus van bijna de helfte in den aanflag deezer Provincie, is zekerlijk meede onder de principale oorzaaken van deezen vervallen ftaat. Wij hebben de billijkheid van aan deeze onevenredige Quota niet verder te voldoen, met uitmergeling der Ingezetenen, en de rechtmatigheid onzer fustenue om te mogen erlangen verligtinge van dit ongelijk aandeel, reets bij de introductie der verhoogde Provinciale Quota in den jaare 1790 met allen ernst, die een zaak van zoo veel aan- be-  ao November 1795. belang voor die Quartier vordert, bij de Quartieren Zutphen en Veluwe aangedrongen; Ook mee dat gevolg, dat doenmaals is begrepen, dat de vordering van het Quartier van Nijmegen met opzicht tot eene revifie op eene redelijke en vrindelijke wijze behoorde te worden vereffend, en inmiddels, zoo lang zulks zoude zijn onafgedaan, aan het zelve uit de Provinciale Domeinen te gemoed gekomen. Wij hebben wijders geene gelegenheid voor bij laten gaan om bij herhaalinge te infteren op redres, en hadden ons ook eenigzins gevlijd, dat dezelve bij de twee andere Quartieren die ingresfie zoude hebben gehad, welke wij ons daar van hadden voorgefteld; Edog dezelve daar op geene verdere reflexie fchijnende te maaken, immers zich des aangaande voor als noch niet willende inlaten, zijn wij bij deeze onze Vergadering genoodzaakt geworden tot verhoeding van eene totale ruine van het Quartier aan dezelve te denunciëren, dat wij niet langer zouden kunnen continueren in het betaalen volgens die bezwaarde Quota, en gevolglijk niet meerder dan een gerecht derde gedeelte furneren , ter tijd toe, dat eene revifie en nadere bepaaling der Quartierlijke Quota zij gefchied, mer ver- klaa-  co November 1795. klaaring nochtans, dat wij intusfchen in de betaaling der Militie volgens de tegenwoordige Quota zouden blijven continueren tot voorkoominge van alle fchadelijke gevolgen, welke daar uit tot merkelijken ondienst van den gemeenen Staat zouden kunnen proflueren. Wij hebben vermeend Uw Hoog Mogende hier van de kennisfe niet te mogen onthouden, daar wij thans bij het Reglement, volgens het welk eene algemeene Nationale Vergadering door het Volk van Nederland zal worden bij een geroepen en werkzaam zijn, artic. 91. met bevreemdinge bevinden: ,, Dat ten aanzien van Gelderland uit „ hoofde van de bijzondere huishouding in het „ Financiële van dat Gewest, in gevalle van wei„ gering of het in gebreke blijven van het op„ brengen van de beloofde of uitgefchrevene „ penningen, de executie eerst gedirigeerd zal „ worden tegens de Ingezetenen van het in ge„ breken gebleven Quartier. En Uw Hoog Mogende daar bij te herrinneren: Dat binnen deeze Provincie zedert den aanbeginne van de Republicq geïntroduceerd is geweest de Communie van Middelen tusfehen de drie Quartieren. Dat de drie Quartieren over die Communie on-  20 November 1795. oneens wordende, de Quotes van de Quartieren zijn gereguleerd geweest voor drie jaaren. Dat na exfpiratie van de voorfchreve drie jaaren over de fubdivifie en begrooting der Quartierlijke Quotes wederom zijn gerezen continuele verfchillen en conteftatien, en daar over verfcheide Conventien gemaakt, en decifien ergaan, tot dat de Quartieren in den jaare 1641 wederom hebben geamplecteerd de Communie van de middelen, en dat, bij aflTand van die Communie, in de jaaren 1650 en 1652 twee bijzondere Quotes, als eene van de Middelen, en eene van de Verponding, te betaalen boven het inkoomen der generale Middelen, alleen provifioneel voor den tijd van drie jaaren zijn geintroduceerd. En deeze is de grondflag, waar door de Quartieren ten aanzien van de Financien zijn geicpareerd, en waarom ieder Quartier in het zijne met eene volkomene magt daar over disponeert. Uw Hoog Mogende gelieven verder te confidereren , dat de eerstgemelde Quota van de Middelen in den jaare 1700 is veranderd, en dat na die verandering over de fubdivifie der Middelen geen verfchil gerezen is; maar dat over de fubdivifie van 46-19 5, welke haar relatie heeft in den aanflag der Verponding, en dus alleen tot het ef-  2o November 1795. effective provenue van de landerijen en erven in de Quohieren ter nedergefteld, in den jaare 1720 bij Compromisioriale Uitfpraak eenige fchikkingen zijn gemaakt. Uw Hoog Mogende zullen dan met ons ligtelijk inftemmen, dat het redelijk is, en uit de natuur der zaak onwederfpreeklijk volgt, dat voorfchreve provenue in een der Quartieren koomende merkelijk te vermeerderen, of merkelijk te verminderen, ook de Quota, in dien aanflag geradiceerd, als een gevolg daar van zijnde, behoort vermeerderd of verminderd te worden na diezelve proportie. Wij zullen thans niet daar doen, dat de Verponding al van den aanbeginne af is geirttroduceerd geweest met eene merkelijke dispariteit in dit Quartier, en dat dus den aanflag tot 46-19-5 in de 100-: : zelvs op den tijd, wanneer dezelve is gemaakt, niet redelijk en evenredig is geweest, zulks, dat het Quartier niet anders als provifioneel daar in heeft geconfenteerd. Maar alleenlijk aanhaalen, dat die Quota is ingericht op eenen tijd , dat de Quartieren Zutphen en Veluwe in vrij minder voordeelige fituatie ware») en het Quartier van Nijmegen in volle kracht, en voor geene verbeteringen vatbaar. Xx En  I 20 November 1795. En dat zedert dien tijd, zoo zeer als de landerijen binnen dit Quartier verergerden verminderd zijn, de landerijen in de twee andere Quartieren merkelijk zijn vermeerderd en verbeterd door nieuw aangemaakte landen, welke ten tijde van den aanflag der Quota uitgeftrekte heiden zijn geweest, doch zedert aangelegd tot akkermaal, bosfchen en vruchtbaare velden, die nu in prijs wel dubbeld furmonteren den prijs van onze beste landerijen, en haare inkomften aan den lande opleveren , dewijl daar door tevens het getal der Inwooneren in die Quartieren is vermeerderd, die ook in de dagelijkfche confumptive middelen het haare toebrengen, gelijk thans blijkt uit de meer bloeijende ftaat der Financien van die Quartieren onder het opbrengen van minder belastingen, als in den Quartiere-van Nijmegen. Ondertusfchen is het zulks, dat noch Uw Hoog Mogende, noch de gewezen Raad van Staate na de fubdivifie tusfehen de drie Quartieren fubfifterende zich hebben gereguleerd, of in het furneren van de Provinciale Quota dezelve geagnosceerd 1 Zoo als deeze Provincie ook daarom op den Staat van Ootlog met haare Quota in eene Masfa, en zonder diftinctie van de drie Quartieren, is aangefchrevcn, offchoon na het fepare- ren ,  ao Novemler 1795. ren der Financien van de drie Quartieren, ieder derzelver wel eens afzonderlijk met haar contingent is gedebiteerd, en "s Lands Crediteuren op ieder Quartier in het particulier bij Actens van Verzoek geadfigneerd gevonden worden. Wij verzoeken derhalven Uw Hoog Mogende, dat, volgens den voorigen form en al ouden gebruike, de Provincie in het generaal, en niet de Quartieren in het bijzonder, moge worden uit-» getrokken en gedebiteerd; voorts dat dien ten gevolge de periode, in fine van den 91 articul van het gemelde Reglement voorkoomende, mo* ge worden geligt; En dat, inval onverhoopenilijk die periode mogte verblijven, als dan het Debet van het Quartier van Nijmegen niet anders als voor een derde conform de in het vervolg te dragene Confenten moge worden uitgetrokken en opgegeeven. Waar meede Hoog Mogende Heerenf Na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap, wij Uw Hoog Moogende beveelen in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Zutphen op eenen Extraordinairen gecontioueerden X x 2 Land-  20 November 1795. Landdag den 20 November 1795» het eerfte jaar] der Bataavfche Vrijheid. Uwer Hoog Mogende goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van Dezelve. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, tenderende om de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, tot de fomme van 20000 guldens te mogen verftrekken tot het aanleggen van Magazijnen van Graanen : Is goedgevonden en verftaan aan de directie van gemelde Gedeputeerden overtelaten, om daar toe zoodanige fomme te emploijeren, als ten meesten nutte deezes Quartiers, en teffens menagement der uitgeputte financien, zullen oordeelen en bevinden te behooren. Het Request van Joh. ter Bruggen en Arien Hol, Buurmeesteren des Dorps Alphen: van Gradus Goosfens en Jan Wijnackers, Buurmeesteren des Kerfpels Puiflijk; van Jan van der Wielen en G. Janszen Brouwer, Buurmeesteren des Kerfpels Dru-  20 en 21 November 1795. Druten; van Hendrik Hoppe, Pagter van den Tol te Meteren; mitsgaders eene Memorie van de Gecommitteerdens uit de Over-Betuwe tot redres der Quohieren van Verpondinge: Zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om dezelve te examineren, en daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Saturdag den 21 November i?95Ontfangen èene Misfive van het Committé van adminiftratie der Franfche troupes in de Republicq der Vereenigde Nederlanden, gefchreven in den Hage den 17 deezes, daar bij kennis geevende, dat op het Quartier getrokken hadde de fomme van vijftien duifend guldens, welke in mindering zoude ftrekken van deszelvs Quota in de Petitie, geconfenteerd tot onderhoud, foldijen en tractementen der Franfche troupes in deeze Republicq; Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde den vervallen toeftand van de Financien deezes Quartiers , waar door men zich buiten ftaat bevind aan het vooraangetogene verzoek te voldoen. Is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijven de volgende Misfive. X x 3 Vrij'  ai November 1795. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. Geduurende onze tegenwoordige Quartierlijke Vergadering, ter occafie van eenen geconcinueerden Extraordinairen Landdag, ontfangen wij op heden eene Misfive van het Committé van adminiftratie der Franfche troupes, gefchreven in den Hage den 17 deezes, houdende, dat met Ulieder voorkennisfe op dit Quartier getrokken hadde eene fomme van vijftien duizend guldens in mindering van deszelvs Quota in de Petitie, geconfenteerd tot onderhoud, foldijen en tractementen der Franfche troupes in deeze Republicq. Hoe zeer wij nu ook bereidwillig gevonden worden om aan onze Bondgenootfchappelijke engagementen te voldoen, en wij ook mitsdien geen oogenblik zouden haefiteren de Asfignatie van de vooraangetogenc fomme van vijftien duizend guldens aan de ordre van den Burger H. Engelen te Arnhem met betaalinge te honoreren: Zoo kunnen wij echter ULieden niet verbergen de bezwaarlijke omftandigheden, waarin dit Quartier zich alnoch met betrekking van haare Financie bevindt, en waar door wij, tot hier toe, bui-  21 November 1795. buiten ftaat zijn aan het verzoek van het gemelde Committé van adminiftratie, gelijk wij anderzins wel wenfchten, te kunnen voldoen. Wij twijfelen niet, of Gij Lieden zult uit het tafereel, 't welk wij van den diep vervallen ftaat der Financien deezes Quartiers bij onze voorige Misfives aan ULieden gegeeven hebben , hiervan volkomen geconvinceerd zijn. De rampen des Oorlogs, welke onze Quartierlijke grond en deszelvs Ingezetenen hebben moeten verduuren, en die alle de gevoelde calamïteiten van andere Quartieren en Provinciën verre overtreffen, is een der voornaamfte redenen van deeze deerniswaardige fituatie. Doch daar bij komt de onevenredige Subdivifie der Provinciale Quota van f^9S in de 100 : zijnde dus bijna de helft voor het Quartier van Nijmegen in den aanflag deezer Provincie. Wij zijn daarom ook genoodzaakt geworden tot verhoeding van eene totale ruine van het Quartier, en van verdere uitmergeling der goede Ingezetenen , aan de twee andere Quartieren te denunciëren, dat wij niet langer kunnen continueren in het betaalen volgens die bezwaarlijke Quota, en gevolglijk niet meerder dan een gerecht derde gedeelte furneren ter tijd toe, dat eene revifie en Xx 4 na-  2i November 1795. nadere bepaaling der Quartierlijke Quota zij gefchied, zoo nochtans dat wij intusfchen in de betaaling van de Militie volgens de tegenwoordige Quota provifioneel zouden blijven voortgaan tot voorkooming van alle fchadelijke gevolgen, welke daar uit tot merkelijken ondienst van den Staat zouden kunnen voortvloeijen : Van al het welke wij nodig geoordeeld hebben op heden aan Hun Hoog Mogende te moeten kennisfe geeven, met verzoek, dat niet alleen volgens den alouden gebruike de Provincie in 't generaal, en niet de Quartieren in het bijzonder, in brieven van aanmaaningen, als anderzins, moge worden uitgetrokken en gedebiteerd; maar dat ook, ten gevolge van dien, de periode in het flot van den 91 articul van het Reglement, volgens het welk eene algemeene Nationale Vergadering door het Volk van Nederland zal worden bij een geroepen en werkzaam zijn, moge worden geligt; en dat, inval onverhoopentlijk die periode mogte verblijven, als dan het Debet van het Quartier van Nijmegen niet anders als voor een derde conform de in het vervolg te dragene confenten moge worde uitgetrokken en opgegeeven. Edoch om ULieden van onze bereidwilligheid ten vollen te overtuigen, cn dat wij niet gezind zij n  ai November 1795. zijn ons de Bondgenootfchappelijke engagementen te onttrekken, en den last daar van op de fchouderen van andere Quartieren of Provinciën over te brengen, verzoeken wij ULieden van de met ULieder voorkennisfe af te geevene Asfignatien, zoo mogelijk, drie of vier weeken te vooren te mogen worden geinformeerd, ten einde te kunnen overleggen, of, en op welke wijze, wij de voldoeninge zullen kunnen praesteren. Waar meede, na toewenfching van Heil en aanbod van Broederfchap wij ULieden in Godes heilige befcherminge beveelen. Meede-Burgers ULieder goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen Ter Ordonnantie van Dezelve Gefchreven te Zutphen in eene Quartiers Vergaderinge gehouden op eene Gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps 'Vergadering, den 21 November 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Xx 4 Het  zi November 1795. H et Request van die van den Gerichte van Gendt namens de gezamentlijke Geërfdens aldaar: En van Praefidenten en Heemraaden der Gecombineerde Dijkftoelen des Rijks van Nijmegen en Ampte tusfehen Maas en Whaal : Zijn gefteld in handen der Gedeputeerden tej» Financie, om te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Clelezen zijnde een Addres aan de Landfchap van een der Gecommitteerdens uit deezen Quartiere tot asfopiatie, en, des noods, decifie der verfchillen te Nijmegen Daniël Verweide, houdende dat tot zijne innige fmart maar al te veel ondervonden hadde de weinige eguards, welke veele vanNijmeegfche Burgeren voor 's Landfchaps bejluiten toonden: en dat men zich aldaar tegens de Hoogheid en Souverainiteit van Gelderland, waar meede de Commisfie is bekleed, beftendig blijft gedragen: Dat het fcheen, dat een Geest van tegenftreeving in veelen van Nijmeegsch Burgeren was gevaar en, daar in die Stad, alwaar de Zetel was geweest der Vergadering, waar in de promulgatie van de Rechten van den mensch was gedecreteerd, en waar toe dus door Raad en Gemeente, als in loco, in volftrekter zin,  ai en 23 November 1795. zin, als elders, is geconcurreerd, alnu allerlei] entraves tegens derzelver invoering vvierden opgeworpen; verzoekende om deeze en andere daar bij aangevoerde redenen omflag van zijne Commisfie, na het helpen in Eed neemen der flemgerechtigde Burgers. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van Nijmegen van advijs is, dat in dit gedane verzoek behoorde te worden gedifficulteerd : En heeft de Gecommitteerde uit de Stad Nijmegen 'r zelve overgenomen om aan Raad en Gemeente gecommuniceerd te worden. Maandag den 23 November 1795. H et Request van G. Murman, en P. Brouwer, Pagter en Medeftander van 's Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over den DorpeThuijl, over den jaare ingegaan 1 Julii 1794; Van Schout en Buurmeesteren van den Dorpe Thuijl in Thielrewaard, Repraefentanten van de Inwooneren aldaar; van Adrianus de Croes, Pagter van'sQuartiersimpost op hetBeftiaal over deStad en Schependom van Boemel, ingegaan 1 Julii deezes jaars 1795, en van Peter de Noo, Pagter van de Bezaaide Mergen en Hoornbeesten over de Dorpen Waar-  23 en 24 November 1795. Waardenburg en Neer-Ynen over den jaere ingegaan 1 Julii 1794. Zijn gefteld in handen van de Ordinaris Gedeputeerden om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. tiet Quartier goedgevonden hebbende tot de fanctie van het Provifioneel Regeerings- Reglement voor den Ampte Neder-Betuwe te concurreren , hebben de Gecommitteerdens der Stad Thiel aan hunne Committenten gereferveerd de vrije deliberatie en aanmerkingen met betrekkinge tot het Ampts beftier; en de Gecommitteerdens uit den Ampte Neder-Betuwe verzocht infertie ten Recesfe, dat tot de veranderingen in de eerfte afdeeling artic. 6 en 9 niet hadden geconcurreerd. Dingsdag den 24 November 1795. Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde een Extract uit het Refolutie-boek van het Provinciaal Collegie in dato 13 October 1795, waar bij op de ingekomene advijfen der refpective Quartieren deezer Provincie door de Raaden van het gemelde Collegie, in naame van de provifionele Repraefentanten des vrijen Volks van Gelderland, de Gecom- mit-  24 November 1795mitteerdens deezer Provincie ter Generaliteit zijn geauctorifeerd, om namens deeze Provincie in eene Petitie ter fomme van Twee Millioenen tot Extraordinaire defenfie van den Lande te confenteren. En daar bij teffens zijnde gereflecteerd, dat bij Refolutie van den 9 October laatstleden aan gemelte Provinciaal Collegie voor's Quartiers advijs Is meedegedeeld, dat het Quartier door de zwaare calamiteiten aan de Ingezetenen boven anderen overgekomen, en daar door zoo zeer verzwakte en uitgeputte Financien, buiten ftaat gefteld was een gaaf confent, achtervolgd moetende worden van prompte furnisfementen, uit te brengen, en overzulks in de bewilliging in voorfchreve Petitie niet vermogt te treeden : Dat het Quartier van Zutphen onder zekere bepaalingen in deeze Petitie had bewilligd, en het Quartier van Veluwe verklaard hadde in geene Petitiën , hoe ook genaamd, confent te zullen dragen , tot zoo lange door de andere Provinciën het achterftallige niet zal zijn voldaan: Voorts in aanmerkinge zijnde genomen, dat na de vorm van Regeering, en gewoone ordre geene landelijke conclufien door het Provinciaal Collegie vermogen te worden geformeerd, dan wanneer de advijfen der drie Quartieren eenftemmig zijn, en  24 November 1795. dat daarom in de Quartierlijke refolutien , aanhec zelve wordende toegezonden , altoos de auctorifatie wordt verleend om met concurrentie der andere Quartieren, en dus met de drie Quartieren te gelijk , de Landelijke conclufie op te maaken, en welke clauful met concurrentie van de twee andere Quartieren daar al eens expresfe niet bij gevoegd zijnde, daar onder echter altoos ftiizwijgende moet worden begrepen: alzoo buiten eene zoodanige fpeciale auctorifatie en concurrentie van alle drie de Quartieren over geene zaaken, aan de Landfchap gereferveerd , door het Provinciaal Collegie kan worden gedisponeerd, of daar inne namens de Landfchap geconcludeerd : Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, in geenerleij wijze eenige furnisfementen op de voorfchreve Petitie te praesteren. Bij het Quartier goedgevonden zijnde zich te conformeren met eene Propofitie van het Quartier van Zutphen tot het decreteren eener algemeene Burger-wapening binnen deeze Provincie, mee auctorifatie op 's Landfchaps Gecommitteerdens tot de defenfie der Frontieren, om hieromtrent eea  24 November 1795. een plan te ontwerpen, en, zoo dra mogelijk, ter deliberatie van de Landfchap voor te brengen: Heefc de Gecommitteerde uit de Stad Nijmegen verzogt aantekening ten Recesfe van daar toe niet te hebben geconcurreerd. ij de Landfchap in aanmerkinge genomen zijn¬ de, dat van tijd tot tijd Requesten ten Landdage gepraefenteerd worden van onderfcheidene Kerkenraaden in deeze Provincie tot verkoop van Diaconie-goederen , in welke Requesten nimmer wordt gedifficulteerd, maar dezelve altoos geaccordeerd, zonder dat mogelijk de Landfchap geinformeerd is, of zulke verkoopen ten meesten nutte van de refpective Diaconien gefchieden, dan niet; En daar op gerefolveerd zijnde, dat alle zoodane Requesten bevorens zullen gefteld worden in handen der refpective Municipaliteiten ten fine van confideratien en advijs : Hebben de Gecommitteerdens uit de Steden Nijmegen en Thiel verzocht te mogen worden gereflecteert de juistheid en gegrondheid van derzelver protest en aantekening, ten Recesfe fub dato 10 September laatstleden, tegens de advijfen van de Stad Bommel en van het platte Land geinfereerd. Op  24 en 25 November 1795. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel ter Vergaderinge gedaan, houdende, „ dat volgens de tegenwoordige „ Conftitutie het Privilegie van Nijmegen als eene „ vrije Rijks-Stad vervallen zijnde, daar op alnu ,, geene reflexiekan worden gemaakt, en dat der„ halven het Praefidium in de Quartierlijke Ver„ gaderingen behoorde te roulleren, echter zoo„ danig, dat het Praefiderend Lid bij ftcmming „ werde verkoozen : Is, na gedaane omvrage, door de Gecommitteerdens der Stad Thiel, de conclufie geformeerd; hebbende de Gecommitteerdens uit de Stad Nijmegen daar tegens met referve van aantekening geprotesteerd; en hebben de Gecommitteerdens der Steden Thiel en Bommel zich voorbehouden haare contra-aantekening. Woensdag den 25 November 1795. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waarden is goedgevonden en verftaan bij interpretatie van den 13 articul van het Placaat op de heffing van den 50^ penning bij wege van eene geforceerde Negotiatie te doen notificeren, dat van de furnisfementen, die  25 November 1795. die in twee termijnen moeten gefchieden, de eerfte termijn zal moeten betaald worden voor den 2often December aanftaande , en den tweeden termijn voor i0. April des jaars 1796 op poene van een honderd goudguldens, te betaalen door den geenen , welke daar aan zal blijven in gebreken. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van bij tijds alomme in den Quartiere de noodige publicatie tot een ieders naricht te laten doen. C3p ingekomene Misfive van den Ontfanger J. de Roock , aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, verzoekende te mogen worden geïnformeerd, of uit kracht van 's Quartiers Refolutie van den 16 September jongstleden is geauctorifeerd om alle ontzette Amptenaaren, in het Amptgeld aangetrokken, restitutie te doen van.de door dezelve betaalde Amptgelden. Is goedgevonden en verftaan, dat ontzette Amptenaaren, vermeenende in het geval te zijn van restitutie der door hun betaalde Amptgelden te mogen vorderen, gehouden zullen zijn zich bij Requeste aan deezen Quartiere te addresferen , wanneer op derzelver verzoeken zoodanig zal worden gedisponeerd, als na billijkheid zal worYy den  25 November 1795. den bevonden te behooren. De Gecommitteerden der Stad Thiel hebben ter Vergadering voorgedragen, en, met verzoek van infertie, geëxhibeerd het navolgende Extract uit het Refolutie Boek van de Burger-Magiftraat der Stad TieL Zondag den 15 November 1795. Gedelibereerd over het inflemmen, in eenige nieuwe belastingen deezes Quartiers , en daar op gehad het advijs van 't Collegie van Gemeenslieden, Is goedgevonden en verdaan, al nog te perfifteren bij des Magiftraats onderfcheide Refolutien, omtrent dit Sujet genomen, en aan de voormalige Gecommitteerdens ter hand gefield, en dienvolgens te protesteren tegens alle belastingen , tot zoo lange Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, welke nu reets een tijd van tien maanden de adminiftratie van het Finantiéle wezen deezes Quartiers hebben gehad , en in geenen deelen kun-  ^5 November 1795. kunnen gezegt werden, (immers van hun niet te denken,) onkundig te zijn in het Finantieel beftuur deezes Quartiers , een accurate opgaaf en Staat van des Quartiers Casfa zullen hebben overgelegt; zijnde de Magiftraat bereid, na bekomen vifie van dezelve dadelijk toe te treden tot het inwilligen van Nieuwe belastingen, zoo die dan nodig bevonden worden. Terwijl de Magiftraat onaangenaamhedens die door het verwijl van gem: opening dit Quartier zouden kunnen overkomen, field ter verantwoording van Ord/ Gedeputeerdens, en die geene die deeze billijke vordering zoude willen tegen werken , zullende de Magiftraat tot decharge van hun gehouden gedrag in deeze, en het belang en welvaart welke zij voor de Burgerij deezer Stad zijn hebbende, zoodane eventuele maatregulen nemen, als zullen oordeelen te behooren, En werdende de Gecommitteerdens ten Landdage gelast om deeze Refolutie ter Quartiers Vergadering voor te brengen, en zoo de overige Leden deezes Quartiers, in deeze niet zouden willen inflemmen, als dan te eifchen dat deeze in de Recesfen werd geinfereerd. In Fidem Extracti G. van Riemsdijk. Yy 2 En  • 25 November 1795. En hier op hebbende gehad de confideratien van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat door gebrek van de noodige Boeken, alhier op deezen Landdag, buiten ftaat waren aan hetvooraangetogene verzoek te voldoen ; doch dat ter naaster Vergaderinge met zoodanige opgaave van den Staat der Casfe deezes Quartiers zich zouden bekwaamen , waar toe teffens de noodige aanfchrijving aan de Ontfangers refpective ten fpoedigften zouden doen afgaan. Is zulks voor notificatie aangenoomen. Is ter Vergaderinge gelezen een Addres van den Burger C.W.F.Dumas, Chargé d'affaires van de Staten van Koord-America, aan de Gedeputeerden ter Financie, daar bij te kennen geevende te vermeenen, dat wegens zijn voorgemeld Character behoort te zijn geëximeerd van de betaalinge van den 5ofte penning bij wege van eene geforceerde Negotiatie van zijn goed Snelleftein onder het Dorp Neder-Ynen in den Thielre-waard geleegen : Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden omtrent voorfchreve verzoek aan Hun Hoog Mogende te fchrijven de navolgende Misfive. Vrij'  V ' 25 November 1795. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Hoog Mogende Heeren! Bij onze tegenwoordige Quartierlijke Vergadering, ter occafie van eenen Extraordinairen Landdag alhier gehouden wordende, ontfangen wij een addres van den Burger C. W. F. Dumas, Chargé d'affaires van de Staten van Noord-America, verzoekende ten aanzien zijner vaste goederen, onder het Dorp Neder-Ynen in den Thielrewaard gelegen, geëximeerd te mogen zijn van de betaalinge van den 5o,le penning, welke volgens ons Placaat van den 3 Augusti laatstleden van alle goederen, effecten en bezittingen binnen dit Quartier thans geheven wordt Wij wenfchen en beöogen niets anders, dan om bij alle voorkomende gelegenheden aan de Ingezetenen van andere landen, binnen ons Quartier gegoed, en dus meede aan die van Noord America, te doen genieten alle douceurs, van welke de eigene Ingezetenen deezes Quartiers eenigzins jouisferen, en waar inne wij ook voornemens zijn allerdings te continueren. Edoch aan Uw Hoog Mogende is bekend de vervallen toeftand van dit geteisterde, en in desYy 3 zelvs  25 November 1795. zelvs middelen zoo zeer verzwakte Quartier, 't geen wij reeds meermalen naar waarheid aan Uw Hoog Mogende hebben voorgedragen, en Uw Hoog Mogende zullen dus zijn overtuigd, dat de uitgeputte ftaat onzer Financien niet permitteert in dit ons Placaat uitzonderingen te maaken. Te minder, alzoo de Ingezetenen van andere landen in opzichte van hunne vaste goederen, in dit Quartier gelegen, eene gelijke protectie met de Ingezetenen van deezen Staat genieten, en dus dit bezwaar van eenen vijftigften penning bij wege van eene geforceerde Negotiatie van een ftuk goeds, in geenen deelen te vergelijken is bij 'tgeene van de eigene Ingezetenen deezes Quartiers geheven wordt, die daar boven met zoo veele andere fchattingcnzijn gechargeerd, van alle welke, gelijk meede van deezen 5oftci1 penning, zelvs geene Godshuizen, Weeshuizen, fundatiën ad pios ufus, en diergelijke, ten ware van aalmoefcn waren levende, vrij, maar onderhevig zijn. Wij zouden overzulks vermeenen, dat wij in het verzoek van gemelten Burger C. W.F.Dumas, Chargé d'affaires van de Staten van Noord-America, niet zouden behooren te condefcenderen, ten waare de Ministers, waarnemende de zaaken van buitenlandfche Rijken en Staten bij deeze Re- pu-  25 November 1795. publicqten aanzien van hunne ongereede goederen en eigendommen , in deeze Provincie gelegen, van zoodanige extraordinaire lasten, binnen deezen Staat geheven wordende , zijn geëximeerd , wanneer wij ons niet zullen onttrekken aan de verzochte immuniteit van den Burger Dumas in deezen te defereren, waar van wij vermeend hebben aan Uw Hoog Mogende de kennisfe niet te mogen onthouden. Hier meede eindigende Hoog Mogende Heeren beveelen wij Uw Hoog Mogende in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Zutphen in eene Ouartiers Vergadering gehouden op eetfe gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering den 25 November 1795, het eerfle Jaar der Bataavfche Vrijheid. ■ Uwer Hoog Mogende Goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van 't Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Yy 4 Don-  ï6 November 1795. Donderdag den 26 November 1795. Verlezen de Requesten van Jan van der Wielen, en G. Janfen Brouwer, Buurmeesteren des Kerfpels Druten; van Gradus Goosfens en Jan Wijnackers, Buurmeesteren des Kerfpels Puiflijk; en van Johannes Ter Bruggen en Arie Hol, Buurmeesteren van het Dorp Alphen , verzoekende alle om de daar bij aangehaalde redenen, dat Supplianten met en nevens de Inwooneren van gemelde Kerfpelen van de Middelen van confumtie en 's Quartiers impost op de Bezaaide Mergen en Hoornbeesten over den jaare 1794 tot 1 Julii 1795 mogten worden gelibereerd: En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctementen van den 20 deezes maands gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden en verdaan de Supplianten, of wel de Inwooneren van voornoemde drie Kerfpelen te gelasten, gelijk dezelve gelast worden bij deezen, om binnen den tijd van vier weeken de helft van voorfchreve Middelen, en den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten promptelijk te voldoen, ten einde zulks gefchied zijnde, als-  2.6 Novembsr 1795. alsdan over de andere helft zoodanig te disponeren , als vermeend zal worden te behooren. De Gecommitteerdens uit den Ampte tusfehen Maas en Whaal hebben verzocht infertie ten Recesfe, dat tot het neemen van deeze conclufie niet hebben geconcurreerd. "Verlezen de Requeste van Schout en Buurmeefteren van den Dorpe Tuijl, daar bij om de in de Requeste geallegeerde redenen verzoekende remisfie van de aangefchrevene Quartiers Middelen over de jaaren ingegaan 1 Julii 1794 en 1795, of zoodanige andere dispofitie, als ten beste en tot behoud van de Ingezetenen van Tuijl zoude vermeend worden te behooren. En hier op ingevolge marginale refolutie van den 23 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, voorts gelet op de ongelukkige omftandigheden, waar in zich dit Dorp is bevindende: Is goedgevonden en verftaan den Ontfanger deiMiddelen des Bommelfchen Comptoirs te gelasten, zulks doende bij deezen, om provifioneel met de invordering der Middelen in gezegden Dorpe over den jaare 1794 te fuperfederen tot nadere ordre, zoo nochtans, dat de Ingezetenen Yy 5 zul-  16 November 1795. zullen gehouden en verpligt zijn de Middelen over den jaare 1795 promtelijk te betaalen. Verlezen de Requeste van G. Murman en P. Brouwer, Pagter en Medeftander van's Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over den Dorpe Tuijl, over den jaare ingegaan 1 Julii 1794, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen remisfie van haare uitgeloovde pagtpenningen : En hier op ingevolge appoinctement van den 23 deezes maands gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verdaan de Supplianten te gelasten, gelijk gefchiedt bij deezen , om binnen den tijd van vier weeken provifioneel een derde gedeelte hunner verfchulde pagtpenningen te betaalen , als wanneer nader op deezen Requeste zal worden gedisponeerd. "Verlezen de Requeste van Schout en Buurmeeflers van Ammerzoden en Well in den Boemeler-waard, verzoekende om de daar bij gededuceerde redenen een convenabilen afllag van de Quotes der Middelen over de jaaren ingegaan 1 julii 1794 en 1795. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie;  26 November 1795. Is goedgevonden en verdaan de Supplianten, 01 wel de Ingezetenen aldaar te gelasten, gelijk gelast worden bij deezen, om binnen den tijd van vier weeken de helft van voorfchreve Middelen promptclijk te voldoen, ten einde, zulks gefchied zijnde , alsdan over de andere helft zoodanig te disponeren , als na redelijkheid zal bevonden worden te behooren. V erlczen de Requeste van Adrianus de Croes, Pagter van 's Quartiers impost op het Beltiaal over de Stad en Schependom van Bommel, ingegaan 1 Julii 1795, houdende, dat zedert den aanvang van deezen pagt tot en met den 21 van de maand September jongstleden binnen dezelve Stad na voorgaande prifatie van den Pagter, ten behoeve cn tot gebruike van de troupes van de FranfcheRepublicq, geflagt waren 38 fluks Koebeesten en twee Schampen,, waar van den verfchulden impost, gerekend tegens den penning agt van den gulden bedroeg eene fomme van/258-I4-: Dat die impost, welke betaald had moeten worden voor het Aagten van ieder Beest, niet was betaald, niet tegenftaande de inftantien daar toe door Suppliant bij den Raad der Stad Salt-Boemel aangewend, onder welkers toeverzigt nochtans het flagt-  26 November 1795. llagtgeld betaald, het vet, de huijden verkogt, en het provenue van dien geinnet, en dit debet en credit met den aankleven was afgedaan geworden, verzoekende overzulks den Suppliant, dat aan hem den verfchulden impost, volgens opgave den Requeste bijgevoegd, bedragende eene fomme van twee honderd agt en vijftig guldens veertien ftuivers, betaald, of anderzins op de beloofde pagt-penningen afgefchreven worde. En hier op gehad hebbende het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden dit Request te renvoijeren aan de Burger Magiftraat der Stad Salt-Boemel, ten einde daaromtrent op eene eerstvolgende Quartiers Vergaderinge te dienen van hunne confideratien. \^erlezen de Requeste van Peter de Noo, Pagter van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over de Dorpen Waardenburg en NeerYnen, over den jaare ingegaan 10. Julii 1794, daar bij om geallegeerde redenen verzoekende eene convenabile afflag van deezen zijnen gepagten impost, of zoodaanige andere favorabile dispofitie, als na billijkheid zoude vermeend worden te behooren. En hier op ingevolge marginaal appoinctement gehad hebbende de confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie.  i6 November 1795. Is goedgevonden en verftaan, eer en bevorens op deezen Requeste finaal te disponeren, den Suppliant te gelasten om provifioneel één derde gedeelte der pagt-penningen binnen vier weeken te betaalen. Verlezen de Requeste van die van den Gerichte van Gent namens de gezamentlijke Geërfdens aldaar, om redenen, bij het zelve gedetailleerd, verzoekende, dat aan hun tot voldoening van den zestienden termijn op de Hoofdfom aan het Quartier verfchuldigd mogt worden verleend een uitftel van vier jaaren , en dat mitsdien de vervaltijd, welke zoude geweest zijn den 3 December 1794, moge worden gefteld op den 3 December 1798. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers marginale refolutie van den 21 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden en verftaan aan de Requeftranten tot het betaalen van den zestienden termijn, vervallen geweest zijnde op den 3 December 1794, een uitftel van twee jaaren, en dus tot den 3 December 1796 te accorderen, gelijk dezelve geaccordeerd wordt bij deezen. Ver-  26 November 1795. "Verlezen de Requeste van Hendrik Hoppe, Pagter van den geoctroijeerden Tol op den Meterenfchen Zandweg, daarbij verzoekende voldoening eener fomme van /28c;-i4 8 wegens pasfage van troupes en bagage, waar van niets dan briefjes en bons ontfangen waren: En hier op ter voldoeninge aan het marginaal appoinctement van den 20 deezes gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, en daar bij gelet zijnde, dat diergelijke betaalingen door het Quartier niet anders, dan op Actens van Verzoek, gedaan worden ; Is goedgevonden en verilaan den Suppliant te renvoijeren aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gelijk gefchiedt bij deezen. H er Request van Praefidenten en Heemraaden der Gecombineerde Dijkffoelen des Rijks van Nijmegen, en Ampte tusfehen Maas en Waal, op geen 's Quartiers Klein Zegel gefchreven, is zonder dispofitie uitgegeeven. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat in plaats  a6 November *795- plaats van wijlen W. A. van Oijen tot Lid in het Provinciaal Collegie van Policie, Financie en algemeen welzijn is benoemd de Burger Gerric van Riemsdijk, Secretaris der Stad Thiel, verzoekende , dat daar van de noodige Commisfie aan denzelven moge worden verleend. Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde eene verklaaring van Jan Loef, Pagter van 's Quartiers impost op het Pasfagegeld over het Bommelfche Comptoir over den jaare ingegaan i Julii 1794, houdende, dat de collecte van gemelten impost over den voorfchreven jaare zedert den 27 December 1794 tot ultimo Junii 1795 niet meerder hadde bedragen als vijf en twintig guldens tien ftuivers volgens het Boek daar van gehouden; Is, na deliberatie, goedgevonden en verftaan vooraangetogene verklaaring met een voorig Request, daar toe relatiev , te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, temeinde dezelve te fteilen in handen van den Burger H. Schuil, om 't zelve te examineren, vifie van het daar van gehoudene Boek, met eede bekrachtigd, te neemen, en van zijne bevinding aan gemelte Gedeputeerden rapport te doen, met auctorifatie op dezelve, om, na dit ingekomene rapport, op het gedaane ver-  %7 November 1795. verzoek in naame van het Quartier te disponeren, zoo als na redelijkheid zullen bevinden te behooren. Vrijdag den 27 November 1795. Het Quartier van Nijmegen vermeenende, dat Leden, die componeren eene Vergadering, gequalifkeerd om Gecommitteerdens ten Landdage te zenden, moeten gerekend worden alle te bezitten het radicale om de Commisfien ter Landfchaps en Quartiers Vergaderingen te bekoomen, en dat het eenig en alleen van die Vergaderingafhangt , om daar toe zoodanige Leden uit den haare te committeren, als zij daar toe bekwaam en gefchikt oordeelen : Als meede, dat de Commisfien aan zoodane perfonen, van wegens Steden en andere plaatzen meede gedeeld, in de Quartieren geëxamineerd zijnde, en daar op aan dezelve de admisfie in de Quartiers-Vergaderinge toegeftaan, daar meede zoodanige zaak finaal is afgedaan, en dat, ter zaake de drie Quartieren de Landfchaps-Vergadering componeren, geene verdere cognitie ter Landfchaps tafel kan of mag in aanmerking koomen. Heeft goedgevonden op verzoek van de Gecom- mit-  27 en 28 November 1795. mitteerdens uit de Stad Nijmegen, apprehenderende niet alleen de fletrisfure, die de Stad in het gemeen, en de Vergaderinge van den Raad in het bijzonder, is toegebragt door de recufatie van de admisfie van den Burger van Burck in de Landfchaps Vergadering door de Quartieren van Zutphen en Veluwe; maar ook het nadeel, het welk alle de Steden en het platte Land daar door in het vervolg zouden kunnen ondergaan, de twee andere Quartieren voor te dragen, en te infleren, dat de Refolutie van den 17 deezes, met relatie tot de recufatie der admisfie van den Burger van Burck in de Landfchaps Vergadering worde ingetrokken , en gefield buiten alle effect. Saturdag den 28 November 1795. Bij de Landfchap vastgefleld zijnde , dat niemand , wie hij ook zij, als Stemgerechtigde zal worden aangemerkt tot verkiezing van eenig Regeerings-perfoon,'of Amptenaar , betrekking hebbende tot^het publicq beftuur, zonder alvorens lijflijk te hebben afgelegd den navolgenden Eed : Ik belave en 'zweere te zullen naleeven de gepromulgeerde Acte van de Rechten van den Mensch en Z z Sar-  s8 en 30 November 1795. Burger, door het Volk van Gelderland op den 6 Februarii 1795 vast gefield; voorts dat ik in geenen deelen zal tegenwerken de thans ingevoerde orde van Regeering; En dat verder alle Amptenaaren, welke dien Eed noch niet hebben afgelegd, verpligt zullen zijn binnen veertien dagen, na de bekendmaking, denzelven te praesteren, op verlos van hunne Ampten ; met auctorifatie op het Provinciaal Collegie om aan dit gerefolveerde de noodige executie te doen gewerden; Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om van de Amptenaaren, binnen deezen Quartiere Quartierlijke Ampten bekleedende, den vooraangetogen Eed af te neemen naar behooren. Maandag den 30 November 1795. De Refolutie van den Burger-Raad der Stad Salt-Boemel, concernerende de vermindering der Jura voor de overtekening van Obligatien tot laste deezes Quartiers; Is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Dings-  i December 1795. Dingsdag den 1 December 1795. Ter Vergaderinge voorgedragen zijnde, dat eene Commisfie uit het Quartier van Veluwe aan de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers hadde te kennen gegeeven, dat het gemelde Quartier van Veluwe vermeende , dat 'er eene hardigheid refideerdein de Ordonnantie deezes Quartiers over het heffen van den 5often penning , met betrekking tot de goederen van Uitheemfchen.: ipecialijk, dat de Ingezetenen van Veluwe, ingeval men eventueel meede zoodanige 5otte penning, of anderzins, binnen het zelve heffen mogt, alsdan in twee onderfcheidene Quartieren zouden worden bezwaard, daar zij eene diergelijke belasting in het Quartier, waar in zij woonen, geheven wordende niet kunnen ontgaan, en ten aanzien hunner eigendommen, in het Quartier van Nijmegen gelegen, dien last in het zelve Quartier dragen moeten, 't geen, na de gedagten des Quartiers van Veluwe, tegens alle recht en reden , als een perfonele last zijnde, zoude aanloopen : Voegende die Commisfie 'er bij, dat aan de Ingezetenen des Quartiers van Veluwe bij Publicatie zoude worden verboden den 5orten penning van hunne goederen , in het Quartier van Nijmegen gelegen, te Zz 2 vol-  i December 1795. voldoen, onder guarantie van dezelve tegens alle maatregulen, welke het Quartier van Nijmegen tot de executie haarer Ordonnantie in dit opzicht zoude willen in het werk {tellen, te zullen maintineren. Waar op gedelibereerd, en in aanmerking genomen zijnde, dat de goederen van Uitheemfchen, en buiten dit Quartier gezetenen, en dus meede van de Ingezetenen des Quartiers van Veluwe, gelijke protectie genieten, als de goederen van de eigene Ingezetenen; en dat die Ingezetenen het zelve belang bij 's Quartiers welvaart, even als de Ingezetenen des Quartiers van Nijmegen, moeten Hellen ; voorts ook, dat de gelden van deezen 50ftenpenning meede tot veiligheid en ter verdediging hunner in dit Quartier gelegene goederen worden gebezigd ; zoo dat het op gronden van recht en billijkheid fteunt, dat zij van gelijke lusten jouisferende benevens de Ingezetenen van het Quartier van Nijmegen ook met en benevens die Ingezetenen gelijke lasten ten aanzien van hunne vaste goederen dragen : Is goedgevonden bij Ampliatie van voorfchreve Ordonnantie te verftaan, dat alle Uitheemfche, en buiten dit Quartier gezetene, bijaldien niet mogten verkiefen van hunne in dit Quartier leggende vaste en ongereede goederen den 5otten penning bij  i December 1795. geldfchieting te furneren tegens Recepisfen, gehouden zullen zijn, ten aanzien van die hunne goederen, boven de door elk te beta.lene Verponding , eene dubbelde Ordinaire Verponding te voldoen. Zullende nochtans van deeze Verponding vrij zijn zoodanige Uitheemfche en buiten dit Quartier gezetene, welke in een der geünieerde Provinciën of Quartieren den 5often of meerderen penning van die hunne goederen betaald mogten hebben. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om hier van de vereischte Publicatie te laten doen, Verlezen eene Misfive van de Commisfie tot asfopiatie, en, des noods, decifie van de gefchillen binnen Nijmegen, gefchreven den 27 November jongstleden, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende, dat het gering getal van Protestanten, 't welk den Eed hadt afgelegd, om tot eenige post van Regeering of Minilterie gequalificeerd te zijn, aan de gemelde Commisfie geene voorwerpen opleverde, die zij met een vrij geweeten tot Vertegenwoordigers van het Volk van Nijmegen konden {lellen , te minder, daar de algemeene fituatie van het Vaderland, en fpeciaal die van het QuarZz 3 tier  i December 1795. tier van Nijmegen, in dit tijdftip Mannen vorderd, bekwaam om het Roer van bewind met eene vaste hand te Jluuren : Dat de nominatie van een dubbeld getal tot de posten van Richter , Raaden, Schepenen en Secretarien aan de Commisfie door de refpective Kiezers ter hand gefteld, hun van de waarheid van het gunt voorfchreve hadde overtuigd; en dat zij dus met recht geoordeeld hadde, dat het tijdftip daar was, waar in volgens s Landfchaps refolutie van den 31 October de keuze mogen, en ook in gemoede verpligt zijn, te furcheren, en aan de Landfchap kennis te geeven ten fine van nadere voorziening; en behelzende voorts verzoek, dat de Landfchap haare fesfien wel zoude willen continueren tot het inkoomen van het Rapport. Meede verlezen het voorfchreve Rapport der Commisfie, betekend den 30 deezes, daar bij in gemoede als een middel opgeevende, dat de Landfchap uit de volheid haarer magt daadelijk eene Regeering te Nijmegen aanftelle, en de Leden der beide gezindheid zelvs nominere, en door eene zwaare poenaliteit, die niet minder dan op een bannisfement voor drie jaaren buiten de Provincie behoorde uit te loopen, tot het aanneemen dier posten conftringere, en zulks voor den tijd bij het Reglement bepaald, en alleen in dit geval, on-  i December 1795. verkort het recht des Volks van Nijmegen tot de keuze hunner Repraefentanten voor het vervolg, ten dien einde eene Lijst daar bij voegende van eenige perfonen, op welke gemelde Commisfie vermeende, dat de attentie konde gevestigd worden. En het Quartier goedgevonden hebbende aan 's Landfchaps tafel te openen, dat zich niet kon. de conformeren met den voorflag tot het neemen " van dwangmiddelen; maar te vermeenen, dat noch eenige dagen aan de Protestanten behoorden te worden overgelaten om den Eed als ftemgerechtigd Burger te koomen afleggen, en om, zulks verricht zijnde , over te gaan tot het formeren van Kiezers, ten einde eene nominatie voor de aanftaande Regeerings Collegien tot de helfte uit de Protestanten daar te ftellen; latende zulks ten aanzien van de wederhelfte meede vrij aan deRoomsch gezinden : En dat, bij onverhoopte ontftentenisfe van dien de Vollcsftem behoorde te worden gevolgd , en uit het door de Kiezers geformeerd dubbeld getal een enkel getal door de Landfchap of door het Provinciaal Collegie met de Commisfie gekoozen te worden: Hebben de Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen, Over Betuwe en Maas en Waal, daar Zz 4 te"  i December 1795. tegens gereferveerd hunne aantekening; En heeft de Gecommitteerde uit de Stad Nijmegen, hoewel zich van de deliberatie hier over onttrokken hebbende, verzocht, dat ten Recesfe moge werden geinfereerd, dat een Reglement, zoonadeelig voor de Burgerije, niet konde worden goedgekeurd, en de gemaakte fchikkingen het hecht geheel en al aan de Roomfchgezinden in handen geeven. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat tot Gecommitteerde uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie in de Generaliteits Rekenkamer voor den tijd van een halfjaar, zullende eindigen op l Mai 1796 heeft benoemd den Burger Aeldert Schouten , Gecommitteerde uit den Ampte tusfehen Maas en Waal, zullende tot den omloop der gewoone drie jaaren, aan het platte Land competerende, opvolgen fuccesfivelijk de Neder-Betuwe, voorts de Thielrewaard met Beest en Rhenoij, vervolgens Bommelrewaard, dan het Rijk van Nijmegen, en eindelijk de Over-Betuwe. Tot het afhooren der Rekening van den Verwalter Land-Rentmeester Generaal wegens het plat-  i December 1795. platte Land benoemd zijnde de Burger Franciscus Hermannus Repelius, Gecommitteerde uit de Neder-Betuwe, en tot de daarop volgende conclufive Rekening de Burger Henrik Jofephus Meijer, Gecommitteerde uit den Thielrewaard, is goedgevonden , dat tot bet afhooren van de eerfte Rekening van den tegenwoordigen Land-Rentmeester Generaal de tourbeurte zal vallen aan denBoemelrewaard, voorts aan het Rijk van Nijmegen, dan aan Over-Betuwe, en eindelijk aan Tusfehen Maas en Waal. Op het ter Vergadering geproponeerde, isgoedgevonden bij abfentie of indispofitie van den Burger Jan Margriet Franciscus van Everdingen tot de nadere conferéntien met die van Cuilenburg en Buuren te benoemen den Burger Henrik Jofephus Meijer. Ontfangen eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gefchreven in den Hage den 27 November, houdende verzoek om te willen aanneemen de betaaling van het eerfte Battaillon Jagers, en teffens adviferende van de met kennisfe van het Committé, onder opzicht en Approbatie van het departement Z z 5 van  i December 1795. van Financie afgegeeven zullende worden adiignatien op deeze Landfchap. Voorts op het ernftigfte verzoekende de zoo lang buiten Soldije verblevene Zwitferfche Compagnie wel te willen aanbetaalen; terwijl deeze aanbetaling zedert 1°. Aug. laatstleden bij het Quartier in mindering zoude kunnen (trekken van derzelver Contingent in de geconfenteerde 4 Millioenen voor drie maanden, Augustus, September en October en een Millioen voor ieder volgende maand voor de Landmagt met den aankleven van dien: Met bijvoeginge, dat gemelde Committé alleen in het vertrouwen, dat het Quartier voor zeker in deeze. zoo hoog noodzaaklijk gerequireerd wordende betaling, alnu zonder eenig langer dilaij zal gelieven te voorzien, noch voor ditmaal op het Quartier geen meerder foms tot betaling van 's Lands troupes had doen adfigneren, als hier boven geadvifeerd hadden. Noch ontfangen eene Misfive van gemelte Committé te Lande van denzelven datum, behelzende een dringendst verzoek om de Adfignatie ad ƒ 15000 guldens, door het Committé van adminiftratie der Franfche troupes op dit Quartier afgegeeven te voldoen, terwijl in contrarie geval de nadee- lige  i en 5 December 1795. lige en onberekenbaare gevolgen aan de verantwoording van het Quartier zoude moeten overlaten. Waar op gedelibereerd, en in aanfchouw genomen zijnde, dat de Gecommitteerde Leden thans flaan te fcheiden, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk dezelve geauctorifeerd worden bij deezen, om na examinatie van voorfchreve beide Misfives namens het Quartier te refcriberen; en de refcriptie, door den Secretaris te ontwerpen, te refumeren, arresteren en te laten afgaan, zoo en invoegen gemelte Gedeputeerden oordeelen zullen te behooren. Saturdag den 5 December 1795. Is, na deliberatie, goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijven , als volgt. Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap. ' Ir Meede-Burgers. Even voor het fcheiden onzer Quartierlijke Vergadering ontfangen wij ULieder Misfive, gefchreven in den Hage den 17 November laatstleden, houdende verzoek. om in mindering van 's Quartiers  5 December 1795. tiers aandeel in de Quota van deeze Provincie wel op ons te willen neemen de betaaling van het eerfte Battaillon Jagers, in de Stad Grave thans guarnifoen houdende, waar van het geheele beloop zoude nederkoomen op /9834-i8-io; met bijvoeging, dat GijL. wel gewenscht haddet, dat de Asfignatien ten behoeve van dat Battaillon Jager-s door UL. getrokken , na gedaane betaaling, gequiteerd door den Raad van Adminiftratie van gezegde Battaillon, door ons bereeds aan den Ontfanger Generaal der Unie achtervolgens ULieder indicatie waren toegezonden , ten einde dit Quartier voor het beloop gecrediteerd hadt kunnen worden in mindering van deszelvs aandeel in de Quota van Gelderland voor de Landmagt; mee verder verzoek, om de zoo lang buiten foldije verbleven Zwitzerfche Compagnie wel te willen aanbetaalen, daar deeze aanbetaaling zedert 1 Augusti laatsleden bij het Quartier in mindering ftrekken kan van deszelvs aandeel in de ge confenteerde vier Millioenen voor drie maanden Augustus, September en October, en één Millioen voor ieder volgende maand voor de Landmagt met den aankleven van dien. Wij hebben, wat het Battaillon Jagers betreft, oaze Gedeputeerden ter Financie, met renvoij van UL.  5 December 1795. UL. Misfive aan dezelve, geauctorifeerd om tot betaalinge van de voorfchreve fom van /9834-i8-io de noodige ordres te ftellen, gelijk door dezelve ook reeds is gefchiedt: En wij twijfelen niet, of UL. zullen, ten aanzien van de voldoening der Zwitzerfche troupes, uit de daaromtrent voor weinige dagen genomene Landelijke refolutie reeds zijn geinformeerd, dat de Quartieren van Zutphen en Veluwe de Soldije-Ordonnantien voor dezelve troupes over de maand October hebben doen depecheren, en het zelve meede over de maand November zouden hebben werkftellig gemaakt, zoo beide de Cameren ter Financie door het ontfangen der Monfterrollen waren in ftaat gefteld geweest de gewoone kortingen te kunnen opmaaken : Edog dat dit Quartier om het notoire onvermogen van 's Lands Comptoiren, en de reeds meermaalen aangevoerde redenen alnoch buiten ftaat was de betaaling aan de Zwitzers, op het zelve gerepartitieerd, op dit oogenblik te kunnen doen, maar dat wij aannamen daar voor, zoo fpoedig mogelijk, zorge te zullen dragen; welk declaratoir wij genoodzaakt zijn bij deeze te moeten inhaereren. Wij hebben ter zeiver tijd meede ontfangen ULieder Misfive van denzelven datum, waarbij GijLieden op eene fpoedige voldoeninge van de Ad-  5 December 1795. Adfignatie ad ƒ15000 guldens door het Committé van adminiftratie van de Franfche troupes met ULieder voorkennisfe op dit Quartier afgegeeven gelievet te infteren : En vervolgens eene Misfive van het voorfchreve Committé, gefchreven inden Hage den 1 deezer, waar bij kennis geeven van eene met ULieder voorweeten getrokkene Adfignatie, groot 10,000 guldens aan de ordre van den Burger H. Engelen te Arnhem. Omtrent de eerstgemelde hebben wij bij onze Misfive van den 21 November jongstleden UL. zoo wij vermeenen, met eene volkomene evidentie gedetailleerd de actuele toeftand onzer Financien, en de redenen, door welke wij volftrekt buiten ftaat zijn gefteld om de voorfchreve ' Adfignatie, en nu ook deeze van ƒ 10,000-: met betaalinge te kunnen honoreren. Geen onwil, geen abufiev praetext om te pallieren eene ongenegenheid om ten beste van het gemeen te contribueren, 't geen men aan het Bondgenootfchap fchuldig is, kan getrokken worden uit een rechtvaardig getuigenis van de waarheid, het geen de nood ons afperst: Wij zoeken door het aanhaalen van het tegenwoordig onvermogen van het Quartier ons niet te onttrekken de lasten van de Unie, tot befcherming van het lie-  5 December 1795. lieve Vaderland gerequireerd, en die te fchuiven op den hals van andere Bondgenooten, hoe zeer wij derzelver broederlijken bijftand hebben ingeroepen , na aan dezelve onze abfolute en waarachtige onmagt te hebben aangetoond, en wij kunnen overzulks niet ontveinzen,, dat ons imert het Hot van UL. misfive „ om bij verweigeringe de na„ deelige en onberekenbaare gevolgen aan de ver„ antwoording van dit Quartier te moeten over„ laten. Om dat wij niet alleen niet weeten, dat het Quartier van Nijmegen voor deszelvs verarmden toeftand en verwoesting door een woedenden en alles vernielenden Oorlog in het einde van 1794, en begin van dit jaar 1795 , ooit nalatig is geweest in het praesteren der Bondgenootfchappelijke engagementen, waar van de gewezen Raad van State noch in het einde van het gepasfeerde jaar 1794 heeft moeten advoueren, dat het zelve, zoo zeer als de andere Quartieren en Provinciën zich heeft geëvertueerd in het te berde brengen van haare Quota: En wij hoopen, met het verligten der rampen van den alverwoestenden Oorlog, door reële furnisfementen te zullen kunnen toonen, dat ons de ijver tot befcherming van het algemeene Va-  5 December 1795. Vaderland , en'de dierbaare Vrijheid in dezelve, niet minder ter harte gaat, als aan een der andere Quartieren en Provinciën: Wij inhaereren daar toe ons voorig verzoek om van de met ULieder voorkennisfe af te geevene Adfignatien, zoo mogelijk, drie of vier weeken te vooren te mogen worden geinformeerd. Waar meede, na toewenfching van Heil en aanbod van Broederfchap, wij ULieden in Godes heilige befcherminge beveelen. Meede-Burgers ULieder goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen Ter Ordonnantie van dezelve Gefchreven te Nijmegen den 5 December 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Voorftaande Reces en Refolutien, daar inne vervat, zijn na refumtie op den 1 December alzoo gearrefteerd. Uit last van het Quartier van Nijmegen. JOH. in de BETOUW. RE-  RECES VAN EENE CONTRACTE VERGADERING DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN DECEMBER 1795, HET EERSTE' JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID. A a a   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. In loco. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Aart Peters van der Weerden. OVER-BETUWE. Wouter Rijnders, Junior. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, Jan Festen. Aaa »   ii December 1795. Gebefoigneerde bij de aanwezende Leden des Quartiers van Nijmegen in eene Contracte Vergadering gehouden binnen de Stad Nijmegen in December 1795» het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 11 December 1795. De Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat ingevolge 's Quartiers refolutie van den 25 November jongstleden, bij interpraetatie van den 13 articul van het Placaat op de heffinge van den 5olle penning, hadden doen notificeren , dat de eerfte termijn van de furnisfementen zal moeten betaald worden voor den 20ftcn deezes maands, op poene van één honderd goudguldens tegens de gcbreekigen : En dat wijders, tot wegneeming van alle bedenkingen noodig geoordeeld hadden meede te doen bekend maaken, dat door de twee termijnen, bij den voorfchreve 13 articul bepaald, ieder reis ten minsten de helft van het verfchulde wordt verftaan, Aaa 3 Dat,  ii December 1795. Dat, offchoon elk waar Vaderlander, die den bekenden nood van het Land gevoelt, zich niet zal onttrekken naar pligt en geweeten zich te kwijten in het dragen van eenen last, welke door alle Ingezetenen op gronden van recht en billijkheid gelijkelijk naar ieders vermogen wordt getorscht, nochtans eenige Ingezetenen, niet uit onwilligheid om dit furnisfement eenigzins te ontduiken , of om door gezochte uitvluchten ter kwaader trouwe hier in te handelen, maar in eene oprechte meening, dat de opbrenging van den i-0rtenpenning, of 2 van het 100-:-: allereerst bij den tweeden termijn gaaf behoorde te gefchieden, zoo dat men bij den eerften termijn zoude kunnen en mogen volftaan met eene zeekere fomme naar goedvinden, of een minder gedeelte, dan de rechte halffcheid, te furneren, en welke Ingezetenen dus, voor het tegenswoordige, van de daar toe vereischt wordende geldfommen tot de helfte niet naar behooren zijn voorzien. Dat zij Gedeputeerden almeede ontfangen hadden eene Misfive van de Gecommitteerdens tot de Ampts-Vergadering van Thielre- en Bommelrewaarden, houdende, dat, hoewel noch geen legale kennis aan hun was ingekomen, dat het aanftellen van Commisfarien tot den ontfangst van den  n December 1795* den 5ofte» penning aan gemelde Vergadering was gedemandeerd, dezelve evenswei, uit hoofde van de presfance der zaak, goedgevonden hadden Commisfarisfen op den 7 deezes maands te benoemen; doch dat daar in het Reglement op voornoemde 50^ penning articul 15 wordt geftatueerd; dat de Commisfarisfen de plaats en tijd tot het ontfangen van de Contributie ten minjien veertien dagen voor het furnisfement van ieder der mee termijnen zullen denunciëren; en vervolgens is bepaald, dat de furnisfementen moeten gefchied zijn den 20^' deezes op eene boete van honderd goudguldens; zij zich in de noodzaaklijkheid vonden van te moeten voordragen, dat zulks bij mogelijkheid geen plaats konde hebben, en dat, alfchoon de denunciatie noch op dien zeiven dag was gefchied, echter met het vaceren tot den ontfangst eerst op den 21 deezes een begin zoude kunnen gemaakt worden; met verzoek van eenig bericht, hoe zich in voorfchreve geval te moeten gedragen. Dat zij Gedeputeerden dit een en ander van dien aart hadden geoordeeld, dat daar inne niet gaarne zonder voorkennis van het Quartier, ofte tenminften van de praefente Leden van dien, iets zouden willen disponeren, en overzulks goedgevonden hadden eene Contracte Vergadering te verzoeken, Aaa 4 te  ii December 1795. te meer, daar de tijd te kort was om het Quartier op de gewoone wijze te kunnen doen verfchrijven; en dat overzulks het goedvinden van de praefente Leden zouden afwagten. Waar op gedelibereerd, en 't verrichte door meergemelde Gedeputeerden geapprobeerd zijnde, is goedgevonden om de goede Ingezetenen in deezen te gemoed te koomen, den eerften termijn tot het furneren van de gerechte helfte van den 50^» penning, op den 20^ deezes bepaald, alnoch te prolongeren tot den eerften Februarii des aanftaanden jaars 1796, en wijders verftaan, dat de furnisfementen van de halffcheid zullen moeten zijn gefchied op den derzelver maand op eene boete van één honderd goudguldens ten behoeve van 's Quartiers Casfa, te betaalen door den geenen, welke daar aan zal blijven in gebreke. Wordende voornoemde Gedeputeerden geauctorifeerd voorftaande refolutie in eene Notificatie te converteren, zoo ras doenlijk te laaten drukken, en die alomme te doen publiceren en affigeren binnen deezen Quartiere. Is ter Vergaderinge voorgebragt en gelezen eene Misfive van die van den Gerichte van Beest en Rhenoij, dienende tot refcriptie op eene gedaane aan-  ii December 1795. aan fchrij ving door de Ampts Vergadering van Thielre- en Bommelre-waarden tot het helpen aanftellen van Commisfarien van den 50^ penning, en houdende, dat, vermits het Ampt van Beest en Rhenoij nimmer onder den Thielrewaard gehoord heeft, of kan begrepen worden, doordien het recht van het Ampt door het Volk van Beest en Rhenoij niet is vernietigd, het voornoemde Gericht op den 3 deezes drie Commisfarien tot den ontfangt van den 5often penning over het Ampt Beest en Rhenoij mitsgaders Marienwaerd genomineerd en aangefteld hadden, met verzoek van gemelde Ampts-Vergadering van Thielre- en Boemelre-waarden te mogen worden geinformeeid, hoe hier in te handelen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om die van den Gerichte van Beest en Rhenoij aan te fchrijven zich, in conformité van 's Quartiers refolutie van den 2 April laatstleden, in deezen te willen voegen bij den Thielrewaard, ongepraejudicieerd derzelver fustenue van daar van, als een bijzonder Ampt, altoos te zijn gefcheiden geweest, en gefepareerd te moeten blijven. Aaa 5 Op  ii December 1705. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, dat den Ontfanger der Verpondinge over het diftrict des Boramelfchen Comptoirs, en van den impost op de Gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren over het Thielfche en Bommelfche Comptoir tot Commisfarien voor den ontfang van den 5often penning voor den Thielrewaard en voor den Bommelrewaard refpective zijnde benoemd, zwaarigheid maakten die Commisfie aan te neemen, als oordeelende, dat zulks meede tegens hunne Inftructie zoude ftrijden. Is goedgevonden, met inhaefie van 's Quartiers refolutie van 20 November laatstleden , te verftaan, dat, daar de Inftructie voor de refpective Ontfangers artic. 2. alleenlijk meedebrengt, dat geene Bedieningen, of Solliciteursfchap van Compagnien, mogen aanneemen, de voornoemde Ontfangers overzulks , uit dien hoofde , zich van den post van Commisfaris, waar toe benoemd zijn, niet behoeven te excuferen. Op het ter Vergadering geproponeerde is goedgevonden en verftaan, dat Custerije-goederen, even gelijk de Pastori je-goeder en, niet zullen begrepen zijn onder Godshuizen enz. artic. 2 van het Placaat op  ii December 1795- op de heffinge van den 5often penning vermeld ; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om zulks te doen adverteren, als gewoonlijk. Op Requeste van den Burger Jan van Leeuwen junior, Ontfanger der Verpondinge over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat aan Reqaestrant mooge worden verleend furcheance van de termijnen, binnen welke het recht van executie tegens Collecteurs zoude moeten gelden, zoo wel met betrekking tot de geenen, welke zedert Februarii deezes jaars 1795 reeds zijn geëxfpireerd geweest, als die verder geduurende deezen lopenden jaare en de zes eerfte maanden van het volgend jaar zullen exfpireren, en dus voor den tijd van zes maanden, of tot 1° Julii 1796. Is, na deliberatie, goedgevonden aan den Requestrant het verzoek, bij den Requeste gedaan, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt kracht deezes. De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel den 24 November laatstleden voorgedragen hebbende, dat volgens de tegensmoordige Conjlitutie het Privi- !e-  ii December 1795. iegie van Nijmegen ah eene vrije Rijksfiad (a) vervallen zijnde, daar op alnu geene reflexie kan worden gemaakt, en dat derhalven het Praefidie in de Quartierlijke Vergaderingen behoort te roulleren; echter zoodanig, dat het Praefiderlnd Lid bij fiemining wordt verkoozen. En daar op na gedaane omvrage door de Gecommitteerdens der Stad Thiel dien conform geconcludeerd, en door den Gecommitteerden der Stad O) Gedeeltelijk zijn vervallen de Privilegiën van Nijmegen, als eene vrije Rijkftad, zedert de verpanding en inlijving in den Lande van Gelre in den jaare 1248. Onder de vervallene behoort de Vrijdom op de Tollen te water en te lande door het geheele Roomfche Rijk , cn het recht oin misdaadige perfonen te mogen bannen meede uit het gansche Roomfche Rijk, en voorts alzulke jura Prineipis, waar door de Rijks Steden zoo veel in haare onderhoorige diftrictcn vermogen, als de Keiler in het Rijk • om dat zoodanige jura Principis niet anders kunnen verftaan worden gegeeven te zijn dan onder die ftilzwijgende conditie, dat de Stad als een Rijks-Stad onder het Roomfche Rijk zoude blijven resfo'rteren, maar niet, wanneer dezelve daar van naderhand zoude zijn gedemembreerd : zulks dat de reden der concesfie cesferende, ook de concesfie zelvs, als de effectus caufae, moet vervallen. Maar alle andere Hoogheden en Regalia majora zijn aan de Stad verbleven, vermits dezelve niet dan onder folemnele verzekering en Renverfaal, van daar bij ten eeuwigen dagen te zullen worden gemaintineerd, tot het Bondgenootfchap is toegetreden. On-  ii December 1795. Stad Nijmegen tegens die conclufie, als illegaal en informeel, geprotesteerd zijnde met refervevan aantekening; Is goedgevonden ten Recesfe te infereren. Dat het Praefidie en de directie in de Quartiers Vergaderingen, aan de Stad Nijmegen competerende, niet moet worden afgeleid uit die meer uit ftekende Privilegiën, waar meede dezelve als eene (&) vrije Rijks Stad door de Duitfche Keileren en Onder deeze Regalia majora is, volgens Zegelen en Brieven, het recht ven wetten te magen maaien en te veranderen, zoo als ten meesten nutte en welzijn der Burgerije en Ingezetenen naar tijds omftandigheden zal worden geoordeeld noodig te zijn: het recht van goude en zilvere Munt/lag, en van den prijs op het geld te ftellen; het recht van fchattingen o de gronden en imposten op confumptive middelen in haar diftrict te kunnen hellen; het jus aggratiandi vel mitigandi pienam, en van pardon, zelvs van doodftraf, viijgelijdc en veniam aetatis te vevlecnen; het recht van onechtgcboorene in den goede en bloede te legitimeren, en andere Heerlijke rechten, welke in voorige tijden zich hebben uitgeftrefct zoo verre, als het gezach van den Keifer zich kwam te extendeïcn, en niet minder, als of zulks door den Keifer zelvs was vei leen d. t (i) De praefeance nochtans van het quartifr van Nijmegen voor de drie andere Quartieren , of fchoon die Quartieren reeds vroeger met den Lande van Gelre zijn vereenigd geweest als het Quartier van Nijmegen, is zekerlijk af te leiden van de meerdere Oudheid en aanzien van de Stad Nijmegen, als eene Rijks- Stad.  ii December 1795. en Roomsch-Koningen is begiftigd, maar van de praeëminentie van, zedert haare inlijving in den Lande van Gelre, en dus voor de erectie van Salt-Boemel tot een Stad, en voor dat Thiel door ruiling tegens Heusden Geldersch geworden was, te zijn geweest de eerfte en de Hoofdftad des Quartiers. Want dat het eene bekende zaak is , dat deeze Provincie van ouds is verdeeld geweest in vier Quartieren , Nijmegen , Roermonde , Zutphen en Arnhem, tot dat na de affcheiding van het OverQuartier in den oorlog met Spanje, dezelve uit niet meer, dan uit drie heeft blijven beftaan. Dat ieder van deeze Quartieren voorzien geweest is van eene Hoofdftad, die aan het geheele Quartier haaren naam gaf, in haare Vergaderingen praefideerde, en de directie voerde: zijnde in het eerfte Quartier geweest de' Stad Nijmegen, en in de drie andere Quartieren de Steden Roermonde, Zutphen en Arnhem. Dat de gemelde Hoofdfteden zedert het afloopen van de veertiende en het begin van de vijftiende eeuw onder de Voor-Furften een merkelijk aandeel in het bewind van zaaken hebben gehad; in zooverre, dat ieder van deeze vier Hoofdfteden . •• de  ii December 1795. de Kleine Steden, welke in derzelver refpective Quartieren gevonden wierden, als kwamen te vervangen, en de laatstgemelde niet anders, als bij enkele zeer gewigtige gelegenheden ten Landdage wierden verfchreven. Dat echter zedert het afzweeren van den Hertog, en het vernietigen der Hertoglijke regeering, de Kleine Steden, zoo wel in dit, als in de andere Quartieren, allengskens meer bewind hebben gekregen, waar toe fchijnt meede gewerkt te hebben, dat eer de toenmaalige Staats Regeering tot haare volkomene vastheid was geraakt, de Hoofdfteden zelve begrepen hebben , dat het meer tot verzekeringe van de Vrijheid zoude verftrekken, indien ook die Kleine Steden wat meer aandeels in de beftieringe van 's Lands zaaken wierdt gegeeven, zoo als deeze dan ook zedert dien tijd doorgaans geregeld op de Lands-en Quartiers-dagen zijn verfchenen; hoewel nooit aan dezelve eenige collateraliteit met de refpective Hoofdfteden, zoo ten aanzien van het Praefidie en directie in de Vergaderingen des Quartiers, als anderzins, is verleend geworden; maar het onderfcheid tusfehen Hoofdfteden en Kleine Steden in tegendeel heeft blijven ftand houden» Dat  ii December 1795. Dat onder de (c) Kleine Steden deezes Quartiers behalven Thiel en Salt-Boemel hebben behoord Maas - Bommel en Gent , welke, fpecialijk Thiel en Bommel, gewoon waren in tijden van ongelegenheid tot de (d) Hoofdftad haar toevlugt te neemen , uitwijzends de ontallijke pasfagien in ftukken van de vijftiende en festiende eeuwen , in brieven van voorfchreve Steden aan de Hoofdftad Nijmegen, en in de Landdags- en QuartiersRecesfen ; zoodanig, dat Thiel en Salt-Boemel aan de Landfchap zelvs verklaaren, dat zij (Y) onder het eerste quartier deezer Provincie gehooren, en immediate de hoofdstad Nijmegen volgen, zijnde de eerste Hoofdstad van Gelderland. Gelijk ook bij de Staten Generaal de Stad Nijmegen wel eens is vermaand geweest, om als de Hoofdftad des Quartiers in de heffinge der Financiële middelen aan Thiel en Bommel een goed ex- em- (c) Gtlderscli Placaatb. Praetlmin. pur.cien col. j et feqq. cel. 36-38. colt 50-53. co!. 62-70. // Deel 1 Append. col. 35. 176, 183, 193, isfi, 19S, 199. Vervolg der Handvesten van Nijiriéfgeh bladz. 51- 68, door den Burger J. in de Betouw lütgegeeven. (d) Jofi. in de Betouw Handveften vale Nijmegen bladz. 277. en Vervolg der Handvesten bladz. 128. G. van Hasfelt jlukktn voor de Vaderlandfche Hijlorie I Deel bladz. 96. (c) Landdags Ree. d. d. 22 Decemb. 1643. Quartiers Ree. d. d. 21 Decemb. 1643. Raadügn. d. d. 4, 14, 15 Januarii 1655.  ii December 1795» empel te geeven : En gelijk meede, volgens de onwederfpreeklijke ufance van het Hof Provinciaal, de Brieven aan de refpective Quartieren, mitsgaders de generale Petitiën en Staten van Oorlog, altoos zijn geaddresfeerd geweest aan de Hoofd/leden, om daar van Copien aan de Kleine Steden te doen geworden. Dat, wat de Ampten aangaat, de Stad Nijmegen over het geheele Rijk en het Rijkfche Walt altoos een groot gezach als Hoofdftad heeft; gevoerd , in de uitzettingen van fchattingen en ongelden, in de ordonnantiën en dispofitien over de Dijken, en het ftellen van Heemraaden in het Rijk; En het Gericht van Schepenen, als Hof- of Hoofd-Gericht, in het exerceren van eene plenaire jurisdictie in criminele en in civile zaaken, de Heerlfkheden , in het Rijk gelegen , daar onder meede begrepen; zoodanig, dat de Landbrief van het Rijk bevonden wordt met overleg der Hoofdftad door Hertog Carel van Egmond gegeeven te zijn. Dat in den Ampte Over-Betuwe over geene zaaken, concernerende het welvaren van het Ampt, mogt worden gedisponeerd, noch lasten uitgezet, dan met toeftemminge van de Hoofdfteden Nijmegen en Arnhem , als integrerende Leden der B b b Ampts-  ii December 1795. Ampts-Vergadering wegens haare Ingezetenen in het zelve geërfd; hebbende tot de beftellinge over de Dijken ieder eenen Heemraad gezonden; welke rechten en oude posfesfie de Hertogen van Gelre aan de Hoofdftad Nijmegen in zoo verre zelvs hebben toeërkend, dat de Landbrieven, door Amold en Carel van Egmond aan het Ampt Over-Betuwe verleend, meede oorfpronglijk aan de Hoofdftad Nijmegen zijn geëxtradeerd geweest, en alnoch met die van het Rijk in den zoogenoemden Blok berusten. Dat het Ampt tusfehen Maas en Waal in Pandfchap van de Stad is, die aan het zelve eenen Amptman, Richter en Dijkgraaf, met den Landfchrijver en Onder-Officieren beftelde, mogende ook aldaar geene lasten en ongelden over de Erven buiten concurrentie der Stad worden omgeftagen. Dat het Ampt Neder-Betuwe de Stad Nijmegen van ouds als haare Hoofdftad heeft geagnosceerd, en in bekommerlijke tijden haar refugié tot dezelve heeft genomen; gelijk het de pligt der vier Hoofdfteden ook altoos, volgens (ƒ_) Pontanus, is geweest tam urbanis quant paganis fuae Tetrarchiae incolis bij te ftaan. Heb- (O m. Gtlr. Ul>. i.pag. 45.  ii December 1795. Hebbende de Gerichten van Thielre- en Bommel* re-waarden, volgens concesfie van Hertog Amold, haare Hofvaart oudtijds aan den Schepenftoel van Nijmegen gehaald. Dat de Stad Nijmegen derhalven tot vermijding der inconvenienten, die uit de geproponeerde verandering noodzaaklijk moeten refulteren, en door den tijd ontdekt zullen worden, hadde ge wenschr, dat dit recht van Praefidie en directie in de Vergaderingen des Quartiers provifioneel buiten inverfie en praeposteratie was gelaten, voornaamlijk in een tijd, als deeze, waar in alles, *t geen tot vermeerdering van disfenfien tusfehen Leden van Staat zoude kunnen aanleiding geeven, zoo veel doenlijk, behoort te worden voorgekomen, en waar in de waare Vaderlands liefde het aankweeken van harmonie vordert, om eenpaarig aan hec herflel van het zoo lang gefolterd Vaderland te kunnen meede-werken. Doch dat, daar men bij alle voorvallende gelegenheden moet ontwaar worden, hoe zeer de uitftekende Voorrechten der Hoofdftad Nijmegen boven de andere Steden worden benijd, en, zelvs met afwijkinge van de aloude conftitutie deezer Provincie, meer en meer befnoeijd, zoo als in tijden van disfenfien en onlusten de Kleine Steden Bbb 2. ook  ii December 1795. ook altoos gewonnen, en eenig voordeel bekoomen hebben, de Magiftraat met de thans als Magiftraat fungerende Gemeente der Stad Nijmegen, om zich voor de nakomelingfchap verandwoordelijk te ftellen, zich genooddrongen vindt tegens alles , wat in praejudicie van den form van Regeering in het generaal, en tegens de rechten der Stad in het particulier, wordt gedaan, te protesteren. Te meer, daar de andere Steden en Leden des Quartiers en Ider Provincie geen magt hebben om een Mede-Lid, als de Stad Nijmegen, van haar recht te ontzetten, en daar alnu eene nieuwe ordre van zaaken moetende worden gebooren, en de Rechten van den Mensch en Burger, gegrond op waare Vrijheid en Gelijkheid, herfteld, het allezins, niet alleen op de billijkheid, maar vooral ook op gronden van Gelijkheid en Broederfchap zoude fteunen, dat de populatie of bevolking in aanmerking werde genomen , en dat aan een Stad, die zoo een aanmerkelijk aantal van zielen bevat boven de twee andere Steden te zamen, en in de gemeene lasten zoo aanzienlijk contribueert, niet alleen het Praefidie en de directie in de Vergaderingen des Quartiers, gelijk van ouds altijd heeft plaats  u December 1795* plaats gehad, maar zelvs een meerdere inzage in het beftier van zaaken, of een na de Volkrijkheid gecvenredigd ftemrecht, gelaten wierde, tot tijd en wijlen zal zijn gebleken , welk Plan van Conftitutie door de Nationale Vergadering zal worden uitgebragt. Zullende mitsdien deeze aantekening ftrekken ten effecte, zoo als het behoort. Waar meede de aanwezende Leden, na refumtie zijn gefcheiden. Uit last van dezelven JOH. in de BETOUW. Bbb 3   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN DECEMBER i795» HET EERSTE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. Bbb 4   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. N IJ M E G E N. johan VeRMASEN, Willem Albert Reijnen ; Uit de als Magiftraat fungerende Gemeente , lij de opening der Quartierlijke Vergadering: Daar na, bij afwisfeling, volgens Refolutie van den ïo Octob. laatstleden, uit den nieuw aanaangeftelden provifionelen Raad der Stad en Schependom. Willem Doelman, Johannes van Veerssen. THIEL. Cornelis Taaij, PlETER TEN BOSCH. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz> Adrianus Francois de Virieu. Bbb 5 Plat-  Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté, Melz Melzen. OVER-BETUWE. Hendrik Aelbers, Johannes Aelbers, Wouter Rijnders, Junior. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. MET LEUR, HERNEN, BALGOY EN KEENT. Aeldert Schouten, Peter van Heumen, Joseph de Groen , Jan Nickels. NEDER-BETUWE. Johannes Bor. THIELRE-WAARD. Jan Margriet, Franciscus van Everdingen. BOMMELRE-WAARD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Dezelfde Gecommitteerde Jan Margriet Franciscus van Everdingen. Re-  ai December 1795- Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene* Extraordinaire 'Landfchaps Vergadering binnen de Stad Zutphen in December 1795, het eerfte Jaar der Bataavfche Vrijheid. Maandag den 21 December 1795. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Directeur benoemd den Burger Cornelis Taaij, Lid der Burger-Magiftraat der Stad Thiel. Hebbende de Gecommitteerdens uit de als Magiftraat fungerende Gemeente der Stad Nijmegen geinhaereerd het protest, geinfereerd ten Recesfe op den 11 deezes. TTer Vergadering gelezen zijnde eene Commisfie door den Burger-Magiftraat der Stad Sak Boemel op den Burger W. F. van der Feltz verleend, en bedenkingen zijnde gevallen, of genoemde Burger wel zoude admisfibel zijn tot het bijwoonen van , Lan-  21 December 1795. Landelijke en Quartierlijke Vergaderingen, ter zaake denzelve thans bekleedde het Drost-Ampt der Heerlijkheid Hedel, en geene Drosfaarden, Richters en Hoofd-Officieren, aan welken de uitvoerende magt is toevertrouwd, ter voorfchreve Vergaderingen, noch die der Gedeputeerden ter Financie, kunnen of mogen worden toegelaten. Meede gelezen 's Landfchaps refolutie van den 28 November laatstleden, waar bij, op advijs van het Hof van Juftitie, de affchaffing ;der Heerlijkheden binnen deeze Provincie met de zoogenoemde Regalia van Hoog, Laag en Middelbaar Rechtsgebied is gedecreteerd, als ftrijdende tegen de eeuwige en onvervreemdbaare Rechten van den Mensch en Burger; en artic. 8. bepaald zijnde, dat er eene Staats-Commisfie zal worden benoemd uit de drie Quartieren om te reguleren, onder welk Ampt de refpective Heerlijkheden, uit hoofde van haare localiteit, ah anderzins, zullen moeten en gevoeglijkst kunnen resforteren: Is goedgevonden en verftaan, dat's Quartiers refolutien van den 1 en 31 Mai, en 10 September laatstleden, welke bij deezen wel expresfelijk worden geinhaereerd, uit hoofde van vooraangetogene 's Landfchaps refolutie tot affchaffinge der Heerlijkheden, en het brengen van dezelve on-  22 December 1795. onder de Ampten na haare localiteit, op voornoemden Burger van geene applicatie zijn. Dingsdag den 22 December 1795. Is ter Vergaderinge gelezen een Declaratoir door • de Leden van de Magiftraat der Stad Nijmegen van den Protestantfchen Godsdienst, ten getale van Negen, en van het Collegie der Gemeenslieden, thans als Magiftraat fungerende, van denzelven Godsdienst ten getale van twintig, bij wijze van Remonftrantie aan de Landfchap geaddresfeerd, behelzende dat zij, altoos doortrokken geweest met die gevoelens, en hunne daaden altoos gericht hebbende tot die eindens, welke zij naar hun inzien, beste weeten en goede trouw vermeenden niet alleen tot heil der Stad, maar ook van de Provincie en ganfche Land te kunnen vorderlijk zijn, al vroeg na den omkeer van zaaken hadden befpeurd, dat, bij aldien binnen de Stad Nijmegen, op het voetfpoor van andere Steden en Piaatzen, de Volksftem tot het verkiezen van hunne Vertegenwoordigers in werking zoude gebragt, en elk en een ieder, zeekere jaaren bereikt hebbende, en van zijne goederen of handen arbeid levende, gehouden worden voor ftemge-  22 December 1795. gerechtigd, als meede aan de Inwooners van het Schependom van Nijmegen verleend directe inzage in de beftelling van het Stads beftier, de heilloosste gevolgen tot nadeel van de Stad en goede Borgerije, alsanderzins, niet zouden te berekenen zijn. Dat, om zulks, zoo'veel in hun was, voor te koomen, en het heil van het Volk, 't geen toch altoos de hoogfte wet behoort te zijn, te bevorderen , zij al vroeg bij zich zeiven waren bedagt geweest 'op een Plan , het geen zoude kunnen ftrekken om de Stad en Burgerij te verzekeren, dat zij tot Beftierders van dezelve uit de onderfcheidene Gezindheden zouden bekoomen perfonen, die uit hoofde hunner bezittingen , of relatientot hetwelbeftieren derStad een eigen belang hebbende , zeker moesten worden vooronderfteld het belang van het algemeen meede vorderlijk te zullen zijn. Dan dat zij, bemerkende, dat zij in die hunne welmeenende pooging veele tegenftreving ontmoeteden, dat zommige hunner Meede Leden, den Roomfchen Godsdienst toegedaan, aankleefden het gevoelen van de Roomfche Sociëteit, welke een groot aantal Roomfche Inwooners van het Schependom tot die fustenue hadden aangefpoord, en  22 December 1795. en dienvolgens vast hielden , dat de Inwooners van het gezegde Schependom, onbepaald, tot de verkiezing van deezer Stads beftier zouden worden toegelaten, en dat, zoo doende , tot geen einde van zaaken zoude te geraaken zijn, dit hun hadt doen befluiten eene Commisfie bij de Landfchap te vraagen, ten einde door deszelvs tusfchenkomst, en emploieren van haare goede officien dat verfchil te vereffenen, in eene hoop en verwagting, dat die zaak fpoedig, zonder veel omflag en figuur, zoude worden gedetermineerd. Dat het voor de Stad en Burgerije dus gelukkig zoude geweest zijn, bij aldien die verzochte en door de Landfchap ook verleende Commisfie aan het gebuteerde oogmerk hadde kunnen beandwoorden, en dat de zaaken op dat tijdftip waren afgedaan geweest en teneinde gebragt: Edoch dat, gelijk te meermaalen goede oogmerken bij gebrek van genoegzaame kennis dêr Jituatie en jïaat van zaaken, ook het dikwils niet /tellen van genoegzaam vertrouwen in die geenen, welke der zaaken best kundig zijn, een kwaade en verkeerde uitflag hebben, zulks, helaas! ook binnen de Stad Nijmegen hadt plaats gehad, en dat het de Remonftranten gevoelig trof, dat het op hunne zoo dikwils gedaane voorspellingen is uitgeloopen, en dat  2 ft December 1795. dat de zaaken alnu binnen de Stad Nijmegen zijn geraakt in een ftaat, die allerbetreurenst waardig is. Dat de Remonftranten geen voornemen hebbende om zich te elargeren over de werkzaamheden aldaar hebbende plaats gehad, nochte over het geen binnen die Stad van tijd tot tijd is voorgevallen, veel min over de Rapporten, welke zij geïnformeerd zijn , dat door de laatfte Commisfie fuccesfivelijkaan de Landfchap zijn gefchied, en waar bij men het best gedeelte der Burgerije, in tegenoverftelling van een minder gedeelte der Ingezetenen in geen favorabel licht zoude hebben geplaatst, dewijl zij vertrouwen, dat haare gedragingen buiten dien meer dan genoeg door den tijd zullen worden gerechtveerdigd, zich echter verpligt vonden de Landfchap te moeten voordragen. Dat de Burgerije der Stad Nijmegen in het algemeen, ziende, dat het binnen de Stad met de beftelling van het Regeeuings beftier als in de verkeerde Waereld zoude gaan, dat de minkundige, mindoorzichtige, en min vermogende, anders gezegd de fmalle Gemeente , beftierd door eenige Hoofden, die zich van alles zochten Meester te maaken, de meerkundige, meer doorzichtige, en meer vermogende praevaleren , en hun een beftier op- drin-  22 December 1795. dringen zouden van perfonen de Stad en Burgerije zoo onaangenaam als onbediend, en waar mede dezelve in geenerleij opzichten zouden zijn bewaard; als meede, dat 'er geen middel fcheen om zulks te keeren, of 'er zelvs een aequivalenc tegens te vinden, terwijl alle pogingen om de zaaken zoodanig te fchikken , dat de kundigste, eerlijk/te, en bij het welzijn der Stad meest belang hebbende tot dat werk zouden worden verkooren, geheel en al vruchteloos waren, moedeloos geworden is, en de een met den ander zonder eenig engagement liever verkoozen hebben zich [til te houden, en de zaaken te laten vaaren, als zich van achteren befchuldigdte zien van tot hun eigen bederf, en bederf van de Stad en Land te hebben meedegewerkt. Dat dit de waarachtige en eenige grond en reden is, waarom Nijmeegsch Burgerije niet badt kunnen befluiten zich in die zaaken te fleeken , noch te accepteren eenige voorftellen, die de tegenwoordige ordre van zaaken, zoo wel contrariëren, als ze van het verste uitzicht zijn zouden, terwijl boven dien daar door nimmermeer zoude zijn bereikt dat groote doel, het welk flrekt, om, zonder aanzien van Godsdienst, de ■kundigste en eerlijkfte Mannen te brengen in het beftier, op C c c dat  22 December 1795. dat het met het Land en deszelvs Inwoonen kan welgaan» ■ ■; . , Dat zij Remonftranten dus de Landfchap kon. den en moesten verzekeren, dat, in alle de onderhandelingen, welke binnen Nijmegen tot asfopiatie of fchikking van zaaken hebben plaats gehad, 'er van de eerfte beginne af aan, zelvs geen een oogenblik geweest is, dat de kans tusfehen het meest verlichts gedeelte der Burgerije, meest al uit die van den Protestantfchen Godsdienst beftaande, en het minst verlichtfte gedeelte van de Inwoonders der Stad met het Schependom cguaal of gelijk geftaan heeft, maar dat, tegenovergefleld, in alle voorflagen tot fchikking de balans naar die van den Roomfchen Godsdienst bleef overflaan, en dat dienvolgens, wat de Burgerij van die voorflagen ook hadt koomen te kiezen, dezelve al cijd gevaar, zoude hebben geloopen het door haar gevreesd nadeel voor de Scad, en misfchien iu de gevolgen vsur zoo veele andere plaatzen, te bewerken. Dat intusfchen de voorzichtigheid hun hadt bepaald zich hier in verder te begeeven, en de onder daagfche, gebeurtenis binnen de Stad Nijmegen het zegel helaas! op hunne zoo dikwils, doch vruchteloos gedaane, voorfpellingen gezet hadt: Eene  2ï December 1795. Eene gebeurtenis, die niet alleen klaar deedc zien de bron, waar uit dezelve voortkomt, maar die ook tevens het duidelijkst bewijs oplevert, dat eene ongelimiteerde Volksitem binnen Nijmegen niet dan de nadeeligste gevolgen voor dezelve kan na zich liepen. Want dat de Hoofden van de Sociëteit Eendragt maakt magt, zoo wel uit de minstkundige en minvermogende Ingezetenen van Nijmegen, als de Inwooneren van het Schependom, te zaamen gefteld, en alle dezelve op hunnen wenk doendé bewegen , niet naar hunnen zin kunnende Hagen in het daar ftellen van een naar hunne bedoeling Regeerings beftier binnen gezeide Stad, zich niet alleen op een gezogd praetext, dat de Commisfie zoude hebben verzuimd binnen zekeren tijd te bevorderen eene aanftelling van Regeerings Leden, hadden durven onderftaan in den nacht tusfehen Vrijdag en Saturdag den 11 en 12 deezer de Inwooneren van het Schependom te doen aanzeggen om den volgenden morgen, met ftokken gewapend , binnen de Stad te koomen om eene Regeering voor dezelve te helpen verkiezen : Maar dat ook, wanneer dezelve Ingezetenen voor een groot gedeelte daar aan hadden voldaan, en met ftokken, waar onder veele met ijzere penpen beCcc 2 fla-  S2 December 1795. flagen, binnen de Stad gekomen waren, dezelve benevens andere Leden dier Sociëteit, inwooners der Stad , troeps gewijze naar het Stadhuis te brengen, het zelve te doen inneemen, de Kamers te bezetten, vervolgens detachementen van dezelve na de huizen van zommige Burgers te zenden , dezelve op te haaien, die meede op het gezeide Stadhuis te brengen, te bevorderen dat men eene quafi verkiezing van Raaden, Schepenen en Gemeenslieden kwame te doen, en alzoo te plegen daaden , die van geweld niet te excuferen zijn, en waar van het voorkomen van funeste gevolgen alleen te attribueren is geweest aan die bedaardheid en moderatie, welke alle de handelingen en daaden van het meestkundigfle gedeelte van de Burgerije van Nijmegen altijd geregeld heeft, en noch fteets regelt. Dat men ondertusfchen niet alleen geweldiglijk hadt aangefteld een getal perfonen tot Schepenen en . Raaden , mitsgaders Gemeenslieden, en Secretarien, en door het langs loopen der huizen deezen en geenen weeten te disponeren die posten aan te neemen, ook daar van in den zeer laaten avond Publicatie van den Luive te laten doen; maar dat ook dezelve perfonen, genoegzaam alle na de wetten der Stad daar toe ongequalificeerd, da-  December 1795. dagelijks door wachten het gezegde Raadhuis hielden bezet, en de wettige Vertegenwoordigersbeletteden hunne posten op het Raadhuis waar te neemen. Dat thans dus de fituatie van de Stad zijnde het ligt was te berekenen, wat gevolgen daar uit kunnen proflueren, zoo met relatie tot de Politie en Juftitie, als Financie, bijaldien daar aan niet door wijsheid herftelling wordt toegebragt; en dat dit herftel, naar inzien van de Remonftranten, nimmer zal worden bereikt, bijaldien niet die wegen worden ingeflagen, welke zij bevoorens te meermaalen hebben aan de hand gegeeven, en tevens afgezien van die middelen, welke geëmploieerd zijn, die nadeelige gevolgen gehad hebben, en, wanneer op dien voet wordt voort gegaan, niet nalaaten kunnen verdere nadeelen te baaren. Dat zij Remonftranten zich verpligt geoordeeld hadden dit nochmaals aan de Landfchap te hebben moeten voordragen, met betuiging, dat zij voor hunne perfonen na geene Regeering rtaan , en dat zij en de ganfche Burgerije zich onfchuldig houden aan alle de treurige gevolgen, die in cas op den voorigen voet mogte worden voortgevaren, daar uit verder zouden kunnen refulteren. Ccc 3 Voorts  22 December 1795. ' Voorts gelezen het Rapport van 's Landfchaps Commisfie tot asfopiatfe, en des noods, decifie van de verfchillen over een Plan van oproeping te Nijmegen, communicatiev met het Provinciaal Collegie, aan de Landfchap overgegeeven, houdende een gedetailleerd verhaal van 't geene door dezelve en het Collegie aldaar, zedert het fcheiden der laatstgehoudene Landelijke Vergadering, was verricht, fpecialijk onder anderen, dat zij op den 7 deezes maands ontboden hadden de van de Protestantfche zijde'tot Schepenen en Raaden, voorts tot Secretarien door hun op de nominatie gefielde perfonen H. Hoogers, B. Rappardvan Balgoijen , J. W. E. de Man, W. van de Velomv, J. W. li. Conradi, J. Vermafen junior, en L. de Beijer, terwijl de Burger H. M. Reijncn zich wegens ziekte hadt doen excuferen, en dezelve door alle perfuafive middelen hadden getracht te bewegen tot hetaanneémen der Posten van Schepenen en Raaden, doch dat alle die perfonen hadden verweigerd die functien aan te neemen ter zaake van de zwaarigheden , welke hun in het geformeerde Reglement, in den gearresteerden Eed, in de omftandigheden , ter deezen plaats, gehad hebbende enz. waren voorgekomen. Dat echter de Burger L. de Beijer hadde gede- cla-  n December 1795. clareerd de post van Raad-Secretaris op zich te willen neemen, mits hij op den Eed voor de Amptenaaren, die hunne posten behouden - hadden , bij de Landfchap in Februarii laatstleden vastgefteld, en door hem gepraesteerd, gecontinueerd wierde. Dat zij daar op aan voorgenoemde perfonen hadden voorgefteld, dat het wel of kwalijk zijn van Nijmegen geheel van hun afhing , en dat hunne weigering het behoud , of den val van die • Stad zonder twijfel moeste naar zich Hepen, want dat de Commisfie en Provinciaal Collegie, inval zij bij die verweigering bleven volharden , eene Keuze zoude moeten doen uit de* Nominatie door de Kiezers geformeerd, welke geen voorwerpen, aan wien men bet Roer van Regeering met vooruitzicht op een gelukkig gevolg konde toevertrouwen, bevattede, hun derhalven biddende den gedaanen voor{lag in ernliige overweging te neemen, met verzoek om de zwaarigheden, welke hun wederhielden, fchriftelijk op te geeven, en met bijvoeging, dat men zoude trackten dezelve zoo veel mogelijk was, uit den weg te ruimen; doch dat, hoe zeer zij hun ook hadden voorgeileld de verpligting om voor het belang van de Stad Nijmegen te waaken, en te zorgen, dat de Regeering dilr Stad C cc 4 niet  22 December 1795. niet in handen van onkundigen kwam, alle hunne pogingen Waren vruchteloos geweest. Dat de Commisfie en het Provinciaal Collegie daar op andere tot de Regeering gefchikte perfonen buiten hunne nominatie hadden getracht te bewegen, en ten dien einde daar toe verzocht hadden de Burgers A. Bakker, H. J. in de Betou, W. Verhei jen, Schijf, Prager, Mos, Snoeck, Doelman en anderen, welken zij met alle dringende redenen hadden zoeken te overtuigen, dat het hun pligt was de Regeering te aanvaarden, maar dat hier ook alles te vergeefsch was geweest, uitgezonderd dat de Burger Doelman hadde verklaard zich niet te zullen onttrekken, als de nominatie met gefchikte voorwerpen konde worden aangevuld. Dat dus daar door alle hoop, om in het volvoeren van het eerfte Lid van 's Landfchaps auctorifatie gelukkig te flagen, verlooren zijnde, de Commisfie en het Provinciaal Collegie, om aan het tweede Lid te voldoen op nieuw de Nominatie?, door de Kiezers geformeerd, hadden geëxamineerd, dan dat zij, immers de meerderheid van hun, daar de nominatie der Kiezers bijna niets anders opleverde dan zulke voorwerpen , die zij voor hun ge weeten niet konden verantwoorden in  n December 1705. ia posten van bewind te ftellèn, en uit welkers adminiftratie zij zich niet anders dan de totale ruine der Stad door het fluctueren van Politie, Jufticie en Financie Iconde voorftellen, geen vrijheid hadden gevonden uit dezelve eene keuze te doen, en eene aanzienlijke Stad als Nijmegen, die zoo veel aandeel, zoo veel invloed in het Provinciaal beftier heeft, te flellen onder eene Regeering, te zwak naar hun inzien, om haare belangens, haar geluk te bevorderen: En daar dit echter het eenigfte doel van alle Regeeringen behoort te zijn, zij geen zwaarigheid hadden gemaakt, bij gebrek van gefchikte perfonen tot de Regeering, 's Landfchaps tweeden last op te fchorten, en het Provinciaal Gollegie te verzoeken tothetuitfchrijven van eene Landelijke Vergadering ten fine van nadere voorziening: Dat van deeze Refolutie aan de Kiezers kennis was gegeeven, en dat offchoon dezelve uit naam der Leden van het Genootfchap Eendragt maakt magt verklaard hadden, dat dit ongenoegen zoude baaren , en dat het Volk de zaak afgedaan wilde hebben, de Commisfie en het Provinciaal Collegie nochtans bij die genomene Refolutie hadden blijven perfisteren; zelvs, wanneer des avonds op eenen vrij hartelijken toon aan hun herhaaldelijk Ccc 5 wierdt  22 December 1795. wierdt gedeclareerd , dat , ingevalle zij bij die Refolutie bleven volharden, de Kiezers zelvs tot het doen van Keuze op den i2den zouden overgaan : Dat de Commisfie en Provinciaal Collegie des anderen daags wederom eene bezending hadden gekregen der Kiezers, die hun op de dringendfle wijze hadden verzocht van die Refolutie af te zien, aanbiedende om de nominatie met gefchikte voorwerpen aan te vullen; Dam dat zij, daar de Misfive tot de befchrijving van de Landfchap reeds was gedepecheerd, in de genomene refolutie geen verandering hadden kunnen maken, maar vermeend hadden de Kiezers te moeten waarfchouwen van 's Landfchaps refolutie in deezen niet voor uit te loopen, maarliever dezelve af te wagten, die echter bij hun genomen befluit hadden verbleven, zoo dat de Commisfie en het Provinciaal Collegie genoodzaakt waren geworden te declareren, dat zij die verkiezing zouden moeten houden voor illegaal en informeel, en de gevolgen daar van laten voor rekening der Kiezers, voorts dat, inval dit gedrag der Kiezers aanleiding mogte geeven tot infultes op iemands perfoon of bezittingen, de Commisfie en Provinciaal Collegie zulks op het krachtdaadigften zouden te keer gaan: Dat hier van  22 December 1795. van vervolgens rapport gedaan zijnde aan het-Genootfchap Eendragt maakt magt, het niet lang geduurd gehad, of men zach de Kiezers, vergezeld van een meenigte Volks, langs het Logement van de Commisfie en Provinciaal Collegie na het Stadhuis trekken. Dat de gezegde Kiezers evenwel noch eene poging hadden in het werk gefteld om de Commisfie en het Provinciaal Collegie tot het doen eener keuze te beweegen doch daar dezelvde redenen, hier bovengemeld, die de Commisfie en het Provinciaal Collegie het tegendeel hadden doen befluiten , existeerden, zij niet zwak genoeg waren geweest van hunne refolutie af te gaan; zijnde, zoo dra van de verkiezing aan de Commisfie en het Provinciaal Collegie kennis was gegeeven, zulks door hun, onder protest, en declaratoir van deezen Jiap niet anders te kunnen aanzien en houden dan informeel en illegaal , aangenomen voor notificatie , met overlating der gevolgen aan die geenen, welke dezelve hadden gedaan: En dat de Commisfie en het Provinciaal Collegie, hier door hunnen taak te Nijmegen oordeelende te zijn verricht, waren vertrokken, na alvorens het fchriftelijk Protest zoo aan de Kiezers , als aan de verkoozene Schepenen en Raaden, toegezonden te heb.ben. Dat  22 December 1795. Dat door het opfchorten der keuze aan het tweede Lid van 's Landfchaps auctorifatie wel niet was voldaan; doch dat door het ftiptelijk opvolgen van dien in plaats van het geluk van Nijmegen te bevorderen, het zelve, na gedachten van de Commisfie en het Provinciaal Collegie , verwijderd zoude worden, zich overzulks verpligt gevonden hebbende deeze zaak wederom een onderwerp der nadere en ernftige deliberatien van de Landfchap te maaken, met wensch, dat door een heilzaame refolutie eindelijk de verfchillen zullen ontruimd, en het duurzaam geluk de Stad Nijmegen bevestigd worden. Op welk een en ander gedelibereerd zijnde, is na gehoord rapport van de op gisteren benoemde Gecommitteerdens tot examinatie der ftukken, goedgevonden aan's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier zich met voornoemde rapport vsn de Gecommitteerdens van gisteren conformerende, van advijs was, dat in de gedaane keuze, hoe zeer ook daar op aanmerkingen vallen, voorden tijd van één jaar zoude konnen worden berust, en voor dien tijd de Regeerings Collegien provifioneel aangefteld, onder deeze bepaalinge nochtans, dat in cas van vacatures in den tusfehen tijd de opengevallene plaatzen der Protestanten uit Protes- tan-  sa December i~95tanten, en die van de Roomsch-gezinden insgelijks uit Leden van die gezindheid behoorden te worden aangevuld : Hebbende de Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen, Over Betuwe en Tusfehen Maas en Waal verzocht infertie ten Recesfe, dat vermeenden, dat bij het Regeerings Reglement behoorde te worden geperfisteerd: En hebben de Gecommitteerde Leden uit de Steden Thiel en Salt-Boemel doen infereren van advijs geweest te zijn, dat tot voorkooming van disordres en ongelukken de nieuw verkooze Regeering provisioneel voor één Jaar konde worden aangefteld, en dat in cas van vacatures de keuze en aanflelling, het zij uit de Proteftanten het zij uit de Roomfchgezinden, waar in de vacature mogt voorvallen, behoorde te gefchieden ; zonder echter te approberen de handelingen van 's Landfchaps Commisfie en het Provinciaal Collegie, als niet voldaan hebbende aan de laatfte refolutie en inftructie der Landfchap van binnen den geftelden tijd de Regeering daar te ftellen : En dat ook even zoo weinig konden approberen het gedrag der Kiezers en praemature handelingen der verkoozene Regeerings-Collegien tegens het protest der Commisfie en Provinciaal  n December 1795. ciaal Collegie, het een en ander voor derzelver rekening overlatende. Na den middag ten zes uitren. Het Request van Adrianus van Riemsdijk, en andere Inwooners van het Fort St. Andries; van A. J. Sloot, namens de Ingezetenen des Dorps Meteren; van Peter van Heumen, Buurmeefter van Leur; en van Otto Holterman, Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Over-Betuwe, ingegaan i°. Julii 1795. Zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren , en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. Is ter Vergaderinge gelezen eene Refolutie van de Burger Magiftraat der Stad Salt-Boemel, houdende, dat bij Publicatie van den 3 deezes maands was geordonneerd, dat niemand, wie hij ook zoude mogen zijn (fchoon anders de vereifchten tot ftemgerechtigheid bezittende) als zoodanig zal mogen worden aangemerkt, of tot de verkiezing van eenig Regeerings-perfoon of Amptenaar, tot het publicq beftier eenige betrekking hebbende, worden toegelaten, dan na alvorens te  22 December 1795. te hebben afgelegd den Eed, daar bij voorgefchreven: Dat na naauwkeurige naleezing en overweging der onmogelijkheid voor onvolmaakte Menfchen om,aan dat voorfchrift, in de promulgatie van de Rechten van den Menfch vervat, te voldoen, en teffens der fchroomelijke gevolgen die uit het afneemen van dien Eed zullen moeten proflueren , verfcheide Leden van den Raad hadden gedeclareerd en doen aantekenen, denzelven niet te zullen afleggen, of door anderen doen afleggen; voorts dat niemand der Ingezetenen van Bommel, offchoon gezeleerde Voorftanders van de nieuwe ordre van zaaken, dien Eed zoude praefteren: Dat derhalven uit hun midden fpecialijk hadden gecommitteerd den Burger W. A. van der Feltz om zich naar Zutphen te begeeven, en aan de Landfchap te declareren, dat aan niemand eenige Eeden kunnen noch behooren te worden opgelegd dan alleen met ronde en duidelijke woorden, betrekkelijk tot deszelvs politiqüe handelingen, zoo als bij voorfchreve refolutie met meerdere vervat; terwijl ingevalle de Landfchap daar bij mogte perfisteren, de BurgerJYlagiftraat van Bommel geenzins verandwoordlijk wilde zijn voor de onheilen en verwarringen, die daar uit moeten refulteren, latende die alle in zoo-  S2 December 1795. zoodanigen cas voor rekening en verandwoording van de Leden, de Landfchaps Vergadering compoferende. Meede verlezen eene Misfive van het Committé revolutionair aldaar, houdende, dat hunne gevoeligheid niet konde verbergen over den fcherpen toon, waar op de brief van het Provinciaal Collegie aan de Burger Magiftraat te Bommel gefchreven was; voorts dat een afgrijzen hebbende van geweetensdwang, de ergfte flavernije van allen, declareerden den geftatueerden Eed niet te zullen afleggen, en geperfuadeerd te zijn, dat niemand der Burgers denzelven zal afleggen. En hier op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier afkeurende de termen in de Misfive van het Provinciaal Collegie aan de Burger-Magiftraa* van Bommel , zoude vermeenen , dat den Eed bij Publicatie van den 3 deezes vervat, behoorde te worden ingetrokken ten aanzien van de Stemgerechtigden , en met een declaratoir genoegen genomen ; voorts dat ten aanzien van den Eed voor Amptenaaren konde worden aangenomen het Formulier, bij de voorfchreve Misfive van den Burger-Magiftraat der Stad Salt-Boemel voorgeflagen; ofte geperfisteerd bij den Eed bij's Landfchaps  5 23 December 1795. fchaps refolutie van den 12 Februarii deezes jaare vastgefteld. Woensdag den 23 December 1795. Op Requeste van Adrianus van Riemsdijk, Hen* drik Brouwers , Joost van Hofcen, en Jan van Herpen, inwooners van het Fort St. Andries ver¬ zoekende om de daar bij geallegeerde redenen dat de uitgefchreve Quota der Middelen, bedragende ƒ107-12-8 aan het voornoemde Fort moge worden ingetrokken* engratieufelijk geremitteerd. En hier op ingevolge appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advija van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, aan de inwooneren van voorfchreve Fort te remitteren drie vierde van de Quota over het aangefchreve jaar, ingegaan i° Julii 1795, en de fomme van /io7-i2-8 op één vierde te verminderen, zulks doende bij deezen. Op Requeste van A. J. Sloot, verzoekende verligting in de aangefchrevene middelen van confumtie aan het Dorp Meteren ; Is goedgevonden, dat het zelve, op geen Zegel zijnde gefchreven, zonder dispofitie zal worden uUgegeeven. ^ ., ^  23 December 1795. Verlezen de Requeste van Peter van Heumen, Buurmeester te Leur, verzoekende om de redenen , daar bij aangehaald , uitftel van betaalinge der confumtive Middelen over de jaaren 1793 en 1794. En hier op ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie ; Is goedgevonden en verftaan den Suppliant, of wel de Ingezetenen van Leur, te gelasten binnen vier weeken de verfchuldigde helft over den jaare 1793 ; en het verfchuldigde over den jaare 1794 binnen vier maanden te voldoen, beide de termijnen te rekenen na het neemen deezer Refolutie; met verdere last om daar van aan den Ontfanger der gemeene Middelen des Thielfchen Comptoirs na behooren tijdige kennisfe te doen geeven. 'Verlezen de Requeste van Otto Holterman, Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Over-Betuwe, ingegaan i°Julii deezes jaars 1795, daarbij te kennen geevende , dat onder het diftrict van Suppliantsgemelden impost meede gehoort de Heerlijkheid Millingen: Dat  23 December 1795* Dat Suppliant getracht hebbende, door het ftel« len van eenen Collecteur, den impost aldaar te doen ontfangen, tot zijn leetwezen daar in niet hadt kunnen Hagen, alzoo de Ingezetenen zulks voiftrekt verweigerden, onder voorwendzel van thans in alles vrij te zijn : Dat Suppliant door gemelde verweigering reets een important nadeel geleden hadt, en nog dagelijks leed, hoewel niet twijfelde, of hem zoude de voorfchreve fchaade door het Quartier worden vergoed ; verzoekende vervolgens om die en meer andere redenen ten Requeste bijgebragt, daar het hem ondoenlijk is de Ingezetenen van een geheel Dorp, die daar in te zaamen fchijnen te hebben geconfpireerd, te actioneren, en hij ook alsdan voor zijn perfoon gevaar zoude loopen, dat daar tegens zoodanige extraordinaire efficacieufe middelen mogen worden te werk gefteld, als zullen geoordeeld worden te behooren. En hier op ingevolge appoinctement van gisteren gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie ; Is goedgevonden den Suppliant te renvoijeren na het Reglement op de Manier van procederen in Financiële zaaken, laatende aan denzelve over het verzoek tot adjunctie van den Fiscaal deezes Ddd 2 Quar-  23 December 1795. Quartiers, om zich met Suppliant in deezen te voegen : En is wijders verftaan aan de gemelde Gedeputeerden over te laaten, om zoo tegens Gerrit Arents, als andere Ingezetenen van Millingen, in de bijlage fub A. vermeld, die 'sQuartiers Ordonnantiën en refolutien der Gedeputeerden moetwillig vilipenderen, voor zoo verre een ieder van dezelve zich daar aan fchuldig gemaakt hebben, zoodanig te doen procederen, als tot maintien van 's Quartiers Financien, en voorkooming van diergelijke kwaadwilligheden zullen oordeelen en bevinden te behooren. Op ingekomene Memorien van den Ontfanger der gemeene Middelen over het diftrict des Thielfchen Comptoirs J. D. van Leeuwen, houdende ernftige aanmaaning aan de Buurmeesteren, Collecteurs, Pagters en Gaarders tot prompte voldoening van het achterftedig verfchuldigde in de confumtie; en teffens fommatie, dat de geene, die eenige kwijtflag of uitftel van betaaling bekoomen, daar van aan het voorfchreve Comptoir legaal bewijs produceren, ten einde gemelde Ontfanger zich daar na kan gedragen. Is na gehoudene deliberatie , goedgevonden , dat bij advertentie zal worden genotificeerd, dat een  23 December 1795. een ieder, zich bevoegd oordeelende tot het verzoeken van eenige remisfie of uitftel van bctaaling, gehouden zal zijn voor den ig* Februarii aanftaande zich bij Request, voorzien met legaal bewijs, aan de Gedeputeerden ter Financie te addresferen, binnen welke tijd met fterke aanmaaniug en militaire executie door. de refpective Ontfangers zal worden gcfuperfedeerd : . Wordende gemelde Gedeputeerden geauctorifeerd om die te examineren, en op de eerst daar op. volgende Quartiers-Vergadering voor te brengen met derzelver confideratien en advijs ( terwijl zoodanige Buurmeefteren, Collecteurs of Pagters, die binnen dien voorfchreven tijd zich niet zullen hebben geaddresfeerd, gehouden zullen worden te hebben afgezien yau eenige remisfie.of uitftel van.betaaling: En worden de Ontfangers refpective alsdan geauctorifeerd met militaire executie het agterftedig verfchulde van die gebrekige te innen. Met verdere auctorifatie op gemelte Gedeputeerden om de voorfchreve advertentie te doen drukken, publiceren en affigerên tot naricht. Op het geproponeerde ter Vergadering, of het Weeshuis'te'Bómmei zoude .moeten lasten in den 5ortc penning, ter zaake het zelve in zijne finatiH| 3 D d d 3 cien  23 December 1795. cien te rug ging, zoodanig dat denadminiftrerende Provifor bij het doen van zijne laatfte rekening, gefloten in deeze maand, wegens meerderen uitgaaf, als ontfang, aankwam eene fomme van ƒ1984 14-15: Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat het voorfchreve Weeshuis , oordeelende te vallen in de termen van zoodanige Godshuizen, welke aan de heilzame oogmerken van haare inftitutie niet kunnen voldoen, en gevolglijk van dit furm'sfement zoude behooren vrij te zijn, zich met legaal bewijs zal moeten addresferen aan de Gedeputeerden ter Financie met auctorifatie op dezelve om alsdan, na bevind van zaaken, te dienen van confideratien en advijs op de eerstkomftige Vergadering des Quartiers, of anderzins, in naame van het zelve, daar op zoodanig te disponeren, als oordeelen zullen te behooren. Waar meede het Quartier na verleezing en refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van de provifionele Volksvertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, JOH, in pb BETOUW. Ge-  - Gebed, dagelijks bij het begin der Vergadering. Almagtig Opperwezen ; hoogfte Regeerder van de Waereld! onder wiens oog wij hier vergaderd zijn ter behartiging van 's Quartiers gewigtige belangen : Wij fmeekenUom uwen bijftand, overtuigd , dat zonder denzelven geene van onze raadHagen ooit kan gedijen. Beziel ons, nu en altijd, met den Geest van wijsheid, voorzichtigheid, Vaderlands-en Menfchen-liefde, en van waare Godvrucht. Verleen ons ook levendige bezeffen van de aangelegenheid der posten, die ons zijn toevertrouwd, en van de verantwoording, welke wij aan onze vrije Meede-Burgers , maar inzonderheid aan U, den alweetenden Richter, deswegens verfchuldigd zijn; op dat wij eensgezind, en met verloochening van alle bijzondere inzichten, den bloei en welvaart van het Volk, 't geen wij vertegenwoordigen, mogen bedoelen en bevorderen, en daar bij niet alleen deszelvs achting en vertrouwen, maar boven al uwe hooge en genadige goedkeuring ondervinden mogen : Dit bidden wij U ootmoediglijk door uwen eenigen Zoon Jesus Christus , onzen Hecre en Zaligmaker. Amen.   REGISTER OP DE JLESOLUTIES" Academie. datum. Scipio de Kanter benoemd tot Curator der Gelderfche Academie, wegens de Steden 7 Febr* Nicolaus Lange , wegens het platte Land . . 3* MaiAmpten. Alle, die bij de aankomst der Franfche troupes de Provincie hebben verlaten, van hunne Ampten vervallen verklaard ... 9 Febr- Nuttelooze Quartierlijke Ampten , tractementen en Commisfien vernietigd, als van Monjler-Commisfarh; Kamer-Jonker ; Archiater; Commisfie ter beneficeringe van Neder-Rhijn en Tsfel; Se-  Register, Secretaris van die Commisfie; Ses Extraordinaris Gedeputeerden ter Financie; Vier Auditor es van de Rekeningen der Ontfangers; Koetsgeld voor Gecommitteer- • . JtT TV» T ft * i / dens in s Hage; Douceur-gelden aan den Commandant van het Guarnifoen te Nijmegen . . '2, !6 Julii, 8 Aug. 16 Sept. Provinciale Keuken-Ampten • te vernietigen, als het tractement van Extraordinaris Raad; Van Houtvester; Van Tol-Ontfangers titulair; Van Titulaire Bezienders en Tol-Schrijvers . . 2 Julii. De Post van Collecteur van den impost op de alienatien / r, ., ✓ «■'•- jtO^naimav •.. nnmoD is onderfcheiden van het Ampt van Land chniver 01 Secretaris ... 8 Sept. 28 Oct. Ampt-geld» Amptgeld te restitueren aan  Register, datum. de ontzette Leden uit het Hof van Justitie . • • 7, 22 Mai. En aan alle Amptenaaren, welker posten korter duuren dan ad vitam,aut ad culpam. 16 Sept. De restitutie te verzoeken bij Request aan het Quartier. 25 Nov. 22 Dec. Het Provinciaal Collegie aan te fchrijven, geene Amptenaaren in eed te neemen, voor en aleer aan het zelve, onder de hand van den Secretaris des Quartiers, gebleken is van de betaaling van het Amptgeld. 17 Julii. Het Amptgeld van den Secretaris der Gedeputeerden provifioneel bepaald op 3000; in plaats van 4000: . 20 Nov. Ampts- en Dorpslasten. Of Buiten-Geërfdens in den omflag van gedaane Requifitien met de Binnen-Geërfdens gelijkelijk behooren te lasten? 16 Julii. Ampt-  Register. datum Ampt tusschen maas en waal. Bij de Stad Nijmegen in pandfchap bezeten, die aan het zelve eenen Amptman en Landfchrijver beitelde. 11 Decemb, Beeden; Hebben de eerfte aanleiding gegeeven tot Landdagfaerten. 19 Jnlii, 9 Sept. Beest en rhenoij. Verzocht zich ten aanzien van het Repraefentative wegens het platte Land te voegen bij den Thielrewaerd - Apr. 28 Mai, , , , . 11 Decemb. Weigert zich daar bij te voegen, als van ouds een bijzonder Ampt geweest zijnde 30 Junii, 29 Julii Bommel. Wil het Praefidie en directie in het Quartier aan Nijmegen niet gelaten hebben. 6 Maart, 3 Apr, Infteert op de verandering van het Wapen van het Quartier. . . . ' 6 Maart, 3 Apr.  Register. datum. Proponeert de Quartiers Vergaderingen te doen roulleren tusfehen de drie Steden. 6 Maart, 3 Apr. Mitsgaders, dat het Praefidie bij touren verwisfele, zoo onder de Steden, als het platte Land. . . 3 April. Of dat het Praefiderend Lid bij ftemming werde verkoozen 24 Novemb. Wil niet concurreren tot de fanctie van de Reglementen van beftier voor Thielreen Bommelre-waerden. 4 Aug. Bommel, inde veertiende eeuw, en wel in den jaare 1316, van een Dorp tot een Stad gemaakt, is zedert dien tijd onder de Steden van den Lande van Gelre begrepen geweest 19 Julii. Buuren. Verzocht de vordering van het Straatgeld aldaar af te fchaffen. . . 7» 28 Mai. Pro-  \ Register. Propofitie tot inlijving van Buuren in Gelderland, voor zoo veel het Dominium ter~ ritoriale betreft. . 6 Aug. De Heeren van Buuren zijn zedert het jaar 1298 Leenmannen geweest van de Graven en Hertogen van Gelre, 30 Octob. Buuren heeft oudtijds, in de vijftiende eeuw, immers in het jaar 1448, onder het Quartier van Nijmegen gehoord. 30I Octob. Articulen tot incorporatie van Buuren in het Quartier van Nijmegen met relatie tot het Financiële. . . 16 Octob. C OMMISS IEN. Gedifficulteerd in een verzocht ontflag uit eene commisfie 21 Novemb. Tourbeurten bepaald in het waarneemen der Commisfie wegens het platte Land tot het afhooren van de Rekenin- datum.  R E G I S T Ê R. datum. ningen van den Land-Rentmeester, enz. . . . • 1 Decemb. Commissie-gelden. Niets meerder dan enkelde dag- en transport-gelden zullen worden gevalideerd aan de geenen, die meer dan eene Landelijke of Quartierlijke Commisfie bekleeden. . 6 Aug. Leden, die de befoignes niet hebben bijgewoond, zullen geene dag- of transportgelden mogen declareren. . 6 Aug. Commisfie-gelden, onwettiglijk door een Gecommitteerden tot laste des Quartiers ingebragt, en aan denzelven reeds gevalideerd , zullen worden gerepeteerd. . 16 Sept. Cuilenburg. Commisfie tot inlijving van Cuilenburg in Gelderland. 21 Maart, 1 Apr. De Heeren van , Cuilenburg zijn reeds in het jaar 1281  Register. ctatum 1281 Leenmannen geweest van de Graven en Hertogen van Gelre. . . 3 Julii, 6 Aug. Het Graaffchap Cuilenburg is voor negenmaal honderd en festig duifend agt honderd guldens door het Quartier gekogt. ... 3 Julii. Verfchrijving van Cuilenburg tot het dragen van confent in de Quartiers middelen. 28 Mai. Diaconie-goederen. Armen - goederen mogen niet worden veralieneerd als met confent van de Landfchap. ÏO Sept. 24 Nov. Dijken. Thiel en Bommel geauctorifeerd de Heemraads plaatzen in de Dijkltoelen van NederBetuwe, Thielre- en Bommelre-waerden provifioneel met bekwaame Perfonen aan te vullen. . . .8 Febr. Remonftrantie tegens het leggen van een Dijk, of linie van  Register. datum. van defenfie, door de Neder-Betuwe van Hien tot Opheusden. . . 13 Oct. Eed. Formulier van Eed voor de Gedeputeerden ter Financie, en andere Amptenaaren. . . . 14 Feb. 28 Nov. 2.2 Dec. Formulier van Eed, te doen bij de betaling van den 5oftc penning. . . 3 Aug. 14 Oct» Financie. Propofitie om een fom van ƒ 200000-:-: bij forme van acceptatien in de Comptoiren te doen plaatzen. . 3, 16 April. Inftantien tot introductie van eene algemeene geldheffing over de geheele Provincie. ... i8 Julii. Slegte ftaat van 's Quartiers financien. . . 31 Mai, 4, 18, De oorzaak daar van te I^ Ju^'' onderzoeken. . . 6 Aug. Ece -Ach-  Register. datum. Achterfland in de Petitiën tot de Zee- en Landmagt. 28 Oct. Misfive aan Hun Hoog Mogende over de voldoening van "s Quartiers Quota in het uitgeloofde aan de Franfche Republicq. . . 28 Oct. De Quartieren zijn ten aanzien der Financien gefepareerd, en ieder Quartier disponeert daar over in het zijne met eene volkomene magt. 20 Nov. Fiscaal der Financien. Joh. Ver maf cn daar toe aangefteld. . . . 17 April, 8 Aug. Auctorifatie verleend om tegens Ingezetenen .van Millingen tot maintien van 's Quartiers Financien te procederen. ... 23 Dec. Gecommitteerdens ter Generaliteit. Organifatie van het publicq beftier, bekend onder den naam van Staten Generaal. 3° Januarii. De  Register. datum. De Gecommitteerden ter Generaliteit gelast de ernftigite pogingen aan te wenden , ten einde de door de Franfche geligte penningen uit de Comptoiren in computatie worden gebragt van 's Quartiers Quota in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq tot fchadeloosftelling uitgeloofd. . . 28 Mai. En dat aan de Bataavfche Republicq bij de algemeene Vreede worden gecedeerd het Land van Ravejlein, Huis/en met Malburgen, Lijmers enz. 29 Julii. Gedeputeerden ter Financie. G. C. in de Betouw, H. J. Dijchneefter en H. Schuil, uit de Steden, enz. 14 Febr. Geauctorifeerd om/15000-; uit de Domeinen te emploieren ter betaling der Militie. 6 Maart. Om 10DO0-:-: uit de DoEee 2 mei-  Register. datum. meinen voor de zaak van Requifitien van Vee bij forme van leeninge te avanceren aan de leveranciers. . 26 Maart. Om te emploijeren eenige penningen tot het aanleggen van een Kooren-Magazijn. 20 Nov. Om de verbragte charters en gelden met eenen behoorlijken Inventaris over te neemen. . . 3 Maart, 2 Apr. 9, 13, 22 Mai, Ordonnantiën , bij de voo- 3 J11'"rige Gedeputeerden geflagen, zullen worden gevifeerd, bevorens daar op betalinge gefchiede. 23 Mai. Verzocht te exhiberen eenen exacten ftaat van de lasten en inkomften des Quartiers. 19, 31 Julii 23 Nov. Zullen moeten vergaderd blijven, tot dat de ingekomene zaaken zijn afgedaan. 8 Aug. Moeten jaarlijks op de Vergadering tot het dragen der Confenten rapporteren van het  Register. datum. het gedisponeerde op Requesten enz. door het Quar-, tier aan dezelve gerenvoijeerd. x4 Sept. Geauctorifeerd tot het afneemen derEedenvan Quartierlijke Amptenaaren. . 28 Nov. Generale Middelen. Confent in de Generale Middelen. . . 30 Mai. Algemeene verpagting van 's Lands Middelen, zoo ten platten Lande, als over de Steden, te introduceren. 31 Mai, 10 Sept. Gent. Aan die van Gent een uitftel van twee jaaren verleend tot voldoening van den zestienden termijn der aan het Quartier verfchuldigde Hoofdfom. . . 26 Nov. Godshuizen. Aan het Cellen-Broederenhuis te Nijmegen provifioneel uitftel verleend van beE e e 3 ra-  Register. ,, , „ . datum. taling van den 5oftcn penning tot den tweeden termijn. 15 Oct. Staat der Godshuizen te Nijmegen. . . 28 Oct. Verzoek van het Weeshuis te Bommel, om van de betaling van den 5onen penning te mogen worden geëximeerd. . . 23 Dec, Gratificatiën. Gedifficulteerd in het geeven van gratificatiën tot alimentatie uit 's Lands impofitien. ... 2 Juiii. Haardsteden-ge ld. Introductie van den impost op de Haardfieden- of SchoorJleenen. . . . 10 Sept. Hof van Justitie. W. G. J. van Gendt, en J. H. Stoffenberg benoemd tot Leden in 't Hof van Juftitie. . . . 13 Febr. 13 Maarr. Hoofd-  Registek. datum. HoOFD-geld. Introductie van 't Hoofdof Zout-geld. . . ïo Sept. Plan tot het invoeren van een Capitalisten-geld. . 16 Oct. hoofd-S teden. Nijmegen , Roermonde, Zutphen en Arnhem de Hoofd-Steden van Gelderland. . . . 19 Juhi» ïo Nov. 11 Decemb. Jagt. Jagt-Privilegiën met den aankleven van dien afgefchaft. ... 11 Febr. Imposten. Impost op Coffij, Thee, Chocolade, Koetzen, Kttlesfen, en op het houden van Dienstboden afgefchaft. . j. FeDrt Imposten te doen invorderen na de Ordonnantiën op den voorigen voet. . 6 Maart. Alle imposten door alle Ingezetenen gelijkelijk te dra-  Register. dattn;;. dragen, onverkort het foulaas omtrent Godshuizen. . 23, 30 Mai. Gedeputeerden geauctorifeerd een Plan tot heffing van Extraordinaire imposten te formeren. . . 30 Mai, 14 Sept. Ordonnantie gearrefteerd, waar na een impost op de ' Speelkaarten zal geheven worden. . . • 31 Mai, 1 Aug. Gedeputeerden geauctorifeerd een Plan van belasting te concipiëren op het fpeelen met Dobbelfteenen, Billardfpelen enz. . . 1 Aug. Inftantien van Nijmegen, Over- en Neder- Betuwen tot het introduceren van nieuwe extraordinaire belastingen. ... 30 Oct. Landdag. Landdag door het Quartier uitgefchreven. . . 1 Febr. Origine der Comparitie-penningen ten Landdage. . 8 Aug. 9 Sept. Par- .  Register. datum. Particuliere perfonen zijn ter audiëntie in de Landfchaps- en Quartiers- Vergaderingen niet admisiibel. ïo Sept. Vereifchtens in de Gecommitteerdens ten Landdage, om te kunnen worden geadmitteerd. . . 27 Nov. Landelijke besoignes. De Landelijke befoignes door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen. 6 Febr. Tot Directeur van dezelve benoemd G. C. inde Betouw, eerfte regerende Burgemeefter der Stad Nijmegen . 6 Febr. enz, Johan Vermajen, Woordhouder van het Collegie der Gemeenslieden, als het door den,Raad der Stad afgeftaan beftier op zich genomen hebbende. . . . 13 Oct. C. Taaij, Lid van de Burger-Magiftraat der Stad Thiel. 21 Dec. Aantekening tegens eene Fff zon-  Register. datum. zonderling illegale conclufie genomen op de advijfen van twee Quartieren. . 18 Nov. Landelijke conclufien behooren bij het Provinciaal Collegie niet te worden geformeerd dan uit gelijkftemmige Quartierlijke advijfen. 24 Nov. Lingen. Rechten van de landerijen aan de Lingen gelegen, tot eene onbelemmerde uitloozing door het Hollandfche territoir en de Stad Gorinchem tot in de Mermede. . 9 Oct. Militie. Dringende noodzaaklijkheid om te voorzien in de betaling der Militie ter repartitie des Quartiers. . 16 Apr. Quartier van Veluwe te verzoeken om een convenabel fubfidie bij wijze van leening tot betaaling der Militie. 1$ Apr. Mis-  datum. Misfive aan het Committé te Lande om van Generaliteits wegen te doen voorzien in de betaling der Militie op dit Quartier gerepartitieerd. 9 Mai- Insgelijks aan Hun Hoog Mogende. . • *3 Mai. Misfive aan de Municipaliteit van Campen over gedaane voorfchot aan Artilleristen ter repartitie deezes Quartiers. • • 29 Mai. Ordonnantiën van betalinge verleend tot provifionele confervatie van Compagnien. 29 Mai, 18 Julii. Betaaling aan overgenomene Franfche troupes in Comptanten. . . 18 Julii. Geen monteringen noch veldtekens te dragen door uit den dienst gedimitteerde Officieren enz. . . 21 Aug. Misfives aan het Committé te Lande over het onvermogen van het Quartier tot het voldoen van toegezondene F f f 2 Ad- Register.  Register. Adfignatien ter betalinge van Militie. 30 Oct. 21 Nov. 5 Dec. Momboir. De Momboir geauctorifeerd te vigileren tegens het feitelijker wijze affcheuren van Publicatien enz. . 0 Sept. Afgekeurd eene auctorifatie door eene Commisfie op den Momboir verleend om te procederen tegens den Kerkenraad te Nijmegen. l8 j>j0Vt Monopolium. Monopolium afgefchaft. 2, 16 Apr. Heffinge van eenen impost op de gebrande Wijnen en' gedistilleerde Wateren. . 30 Mai. 17, 18 Julii. Misfive aan Hun Hoog Mogende tot maintien van den verpagten impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren. . 17 jü]\-u Tappers en Grosfiers zullen in het zelfde, Huis geen fter.  Register. datum. fterke dranken mogen verkoopen. . . . 16 Sepr. Praecaucien tot voorkooming van fraudes bij het vervoeren van fterke dranken buiten de Steden. . 17 SeP£- Nationale Vergadering re pr ae sen terende het Volk van Nederland. Advijs der Stad Nijmegen, om voor af te benoemen eene Confiituerende Vergadering zonder eenig uitvoerend of wetgeevend gezach. . 5 Aug. 18 Sept. Neder-Betuwe. Misfive aan die van NederBetuwe, om het Repraefentative voor de Landelijke en Quartierlijke Vergaderingen tot ftand te brengen. s 6 Mai. Heeft van ouds de Stad Nijmegen, als haare HoofdStad erkent. . . „ Decemb. Fff3 Ne-  Register. datum. Negotiatie. Propofitie tot het doen opbrengen van Goud- en Zilverwerk. . 18 Julii. Geforceerde Negotiatie van a pet. gearrefteerd. 4> *9 Julii> 3 Au2- ^ ' , * nu- j 31 Octob. ii Dec. Tot fchadeloosftelhng der 0 Commisfarien over den 5oaen penning aan ieder Ampt en Stad toegelegd 200-:-: . 20 Novemb. Tot Commisfaris benoemd zijnde zal dien post niet mogen declineren op eene boete van 100 goudguldens. . 20 Novemb. Misfive aan Hun Hoog Mogende over de betaaling van den 50^" penning door Buitenlandfche Ministers wegens hunne goederen binnen dit Quartier gelegen. . 25 Novemb. Nijmegen. Oudfte der Steden op den grond der Batavieren aan den Gallifchen oever des Pvhijns, meer dan waarfchijn lijk  Register. tlatum lijk het Oppidum Batavorum; geweest zijnde een der Legerplaatzen van de Romeinen. i • l» JuHi' 9 Oct. Bekend met de naam van Neomagum of Noviomagum en van Stad ten tijde van Gallienus in de derde eeuw; en van volkomene . Stad in de agtfte eeuw, ten tijde van Carolus Magnus. . 19 Julii, 10 Nov. Verheven tot eene vrije Rijkftad. . . . 19 Julii. 15 Sept. Voorrechten van dezelve, n Decemb. Verpand aan Otto den III, Graaf van Gelre, met den Burg, Rijk en Rijkstol. 19 Julii, 15 Sept. Heeft altoos, als Hoofdftad, de Vergaderingen des Quartiers gedirigeerd en in dezelve gepraefideerd. . 19 Julii. 10 Nov. ^ , ,, „ itt 11 Decemb. Enkelde Arend tot een Wapen gegeeven na de Verpanding: De dubbelde of twee hoofdige Adelaer is van latere tijden. ... 19 Julii. Pro-  Register. _ . . , , datum. Propofitie tot het verkoopen van den Burg om te kunnen jouisferen van den hoogen prijs der Duiffteen. 5 Aug. Eerwaardige oudheid der Ringmuuren, voor al aan de zuid- en west-zijde; der muuren van dén zoo genaamden Reuzen-Tooren, en ter zijde van denzelven aan de noordkant- • • • ai Aug. 15 Sept. De Burg oorfpronglijk een werk der Batavieren, volgens opgedolve bewijzen gegrondvest voor of ten tijde van Tibet ius Claudius Drufus Caefar; herbouwd in de agtfte eeuw door C arolus Magnus. . 2i Aug. 13 Sept. Vermaardheid van den Burg. 21 Aug. 15 Sept. Het Schependom is oudtijds een eigendom geweest van de Stad en deszelvs Ingezetenen , hebbende behoord onder de jurisdictie der Stad zonder te jouisferen van  REGISTERS» damr., van eenige der Stads privilegiën, of vrijheden. . 9 Octob. De Regeerings beftelling van de Stad gefchiede oudtijds uit ingeboorene, deugzaamfie, rekkelijkftevanjlam, bekwaamjie enrijkjte Burgeren, q Occ. Commisfie tot vereffening der differenten over een Plan van oproeping, en het recht van ftemmen van die van het Schependom tot verkiezing van een beftier voor de Stad. 2§ jü\[i) 14,29 Oct. ~ 11, 22 Dec. O blig atien. Overtekening van de Obligatien ten laste des Quartiers met minder kosten te doen. 2 Apr. 29 Mai ? 30 Nov» Ontfangers. Ontfangers en Collecteurs gelast de penningen, aan hunne Comptoiren verfchuldigd, ten fpoedigften in te vorderen .2 April Zullen van Soldije-OrdonGgg nan-  Register. nantien op hunne Comptoiren genieten drie guldens. 29 Mai. Propofitie tot vermindering van de Ontfangers-Ampten. 31 Mai. En om het Ampt van Ontfanger der gemeene middelen over het Bommelfche Comptoir vacant te verklaren. 3 Julii. Ontfangers der Verponding mogen met de betaaling der interesfe, en lijfrenten zes maanden ten achteren blijven. 17 Julii. Geligte penningen door de Franfchen uit de Comptoiren der Ontfangers te repeteren van de geenen, die tot die ligting ordre gegeeven hebben. . • • 16 Oct. Oostindische Compagnie. Aanftelling van een Committé tot de zaaken van den Oostindifchen handel en bc. zittingen. . • 10 Nov. Over-Betuwe. Mag over geen zaaken *t wel-  Register. datum. welzijn van het Ampt betreffende disponeren, dan met toeftemming der Hoofdfteden Nijmegen en Arnhem, n Decemb. Peti t ien. J3een betaaling te doen op de Petitie van twee Millioenen tot extraordinaire defenfie, alzoo daar in bij het Quartier geen confent is ge- , o Octob. dragen. y Privilegiën. Privilegiën der Stad Nijmegen zedert de accesfie tot de Unie verwaarloosd en ïo lulii, ii Dec. vertrapt. . • • l> J" ♦ Provinciaal Collegie. H. W. Rappard, S. H. Stoffenberg, G. van Trient en G. van Riemsdijck gecommitteerd in het Provinciaal Collegie. . 13 Féb. 8 Aug. : ad Nov.' Ggga Qvak-  Register., datum. Quartier. Het Quartier ontleent zijn naam van de Hoofdftad. ïo Nov. n Dec. Quartiers-Vergadering te 'Thiel gehouden. . 7 Maart, 1 Apr, Propofitie om de Gedeputeerden te auctoriferen tot het uitfchrijven eener Quartiers Vergadering. . 30 Mai. Inftantien van de Gecommitteerdens van Thiel en Bommel tot uitfchrijving van de Quartiers Vergadering binnen Bommel. . ^ Julii. Contracte Quartiers - Vergadering niet te houden, dan bij het voorkoomen van zaaken , die geen uitftel kunnen lijden. . . 16 Oct, Aantekening aangaande het Recht van het Quartier tot het Praefidie in de Vergadering van de Landfchap. 10 Nov. Op overgenomene ftukken moeten de Advijfen ter eerstvol-  Register. datum, volgende Vergadering worden ingebragt. . . 17 3u,ii' Geen Richters, Collecteurs van den impost op de alienatien , noch andere comptable perfonen, zijn admisfibel ter Quartiers-Vergaderingen, of in die der Gedeputeerden. 31 Mai, 10 Sept. Een gedeelte van 't geen voor het Quartier gedrukt wordt, te doen drukken bij de Wedc. If. van Campen. 16 Oct. Quota. Oude Quota en Subdivifie van den jaare 1547. . 18 Julii. Twee bijzondere Quotas in de Subdivifie, eene van de Middelen, en eene van de Verponding. . . 18 Julii. Inftantien tot revifie der Quartierlijke Quotes. . 4, 18Julii, 6 Aug. Declaratoir van het Quartier van niet meer dan § in de Subdivifie van de Provinciale Quota te kunnen voldoen. 31 Oct. Ggg 3 Mis-  Register. datum. Misfive deswegens aan Hun Hoog Mogende. . 20 Nov. Recessen. Gerefolveerd de Recesfen te doen drukken. . 6 Maart. redemtie-gelden. De betaling der Redemtiegelden door de buitenlandfche Corpora te anticiperen. 18 Julii, 6 Aug. Redemtie-gelden wegens ' non alienatien en collaterale fuccesfien te heffen van Binnenlandfche Corpora. . 18 Julii, 6 Aug. Remissie. Gedifficulteerd in verzochte remisfien. . ' . 1 Mai, 17 Julii enz. Remisfie verleend van een gedeelte van den impost op de confumtien. . 3 Julii, 8 Sept. 30 Oct. 26 Nov. Van de Pagt van het Pas- s3 Dec. fage-geld. . . 16 Sept. Van den impost op de alienatien. ... 2 April, 6 Mai. Ge-  Register. datum. Gedeputeerden geauctorifeerd, om , bij abfentie van het Quartier, in deeze tijds omftandigheden aan Pagters, onder zekere bepalingen, remisfien te verleenen. . 31 Mai. Requisitien. Wegens ontfangene Adfignaten en gepraesteerde requifitien fchadeloosftellinge te bezorgen. . . 18 Julii, 19 Sept. Richter. Richters, en zulke, aan wien de uitvoerende magt is toevertrouwd, mogen in de Quartiers-Vergaderinge, of der Gedeputeerden niet worden geadmitteerd. . 5 Maart, 8, 17 Apr. 1,6,9, 28> 3° Mai, 10 Sept. ai Decemb. Ridderschap. De Ridderfehap gehouden voor vernietigd. . g pebr. Ori-  R e g i s t e r. \ ëatvnti Origine der Comparitie-penningen voor de Jonkeren ten Landdage. . . 8 Aug p Sept. De Ridderfehap heeft met de drie Steden, te zaamen repraefenterende de Ingezetenen van den Lande, de Regeering des Quartiers uitgemaakt. 19 Julii, 9 Sept. Rijk van Nijmegen. Gezag van de Stad Nijmegen oudtijds over het Rijk. 15 Sept. Of het terrein van den Burg onder de Jurisdictie van het Rijk, dan onder het Rechtsgebied der Stad Nijmegen gelegen is? . 15 Sept. Rijksche Walt. Het Neder-Rijkfche Walt fchijnt onder de Pandfchap van de Stad, den Burg, den Rijkstol en het Rijk begrepen te zijn geweest. . 15 Sept. Secretaris. Joh. in de Betouw verzocht  Register, datum, zocht zijnen post als Secretaris van het Quartier te hervatten. . . ïo Maart, i Apr. P. H. Schuil aangefteld tot Secretaris van de Gedeputeerden ter Financie. . ia Febr* Gisb. Corn. in de Betouw tot Commis der Financien, onder den titul van tweeden Secretaris. . . 16 April. Souverainiteit. De opperfte magt of Souverainiteit in deeze Provincie berust in den boezem van het (Ja) geheele Volk van Gelderland. . . 6 Febr. Ste- 00 Enkele 't zij grootere, *t zij kleinere Gedeeliciis van het Volk kunnen zich die Souverainiteit alletn en afzonderlijk, niet aanmatigen. Welk leeiftelzel zoude van de gevsarlijkfte gevolgen zijn , en een voortbrerigfter van de' grootfte verwarringen en twisten, ftrijdig tegens de Acte van den Menfch en Burger, waar bij uitdrukkelijk wordt gezegd. dat geen gedeelte van het Volk zich de Souverainiteit kan aanmatigen: Ook zoude door admisfie van zoodane Helling ieder Dorp of Gehucht wel-haast een Souverainiteit op zich zeiven worden in plaats van den waaien Souverain, namentlijk het geheele Volk van Celdeiland, H h h  Register. datum Steden. Het I part der Middelen, en 30 pet. van den impost "op de fterke dranken, competeert aan de Steden binnen haar Rechtsgebied tot verval van de gemeene Lands lasten, waar voor op den ftaat van Oorlog geene posten zijn gebragt, en tot fchadeloosftelling voor het ontbeeren hunner op-accijnfen. 9 Sept. De kleine Steden wierden oudtijds door de Hoofdjlad vervangen. . . n Dec Taxatiën. De kosten der Taxatiën van kleine perceelen tot voldoening van het Collateraal verminderd. . . . 28, 29 Mai, 1 Aug. Taxen. Taxen afgefchaft. . 23 Mai. Thiel  Register. datu Thiel. Thiel fustineerc te moeten praefideren, als de Quartiers Vergadering aldaar gehouden wordt . . • i, 3 APri!- Thiel is Geldersch geworden door een vermangeling of ruiling van de Stad Hemden tegens Thiel tusfehen den Hertogvan Braband enden Graaf van Gelre, in de veertiende eeuw. ... 19 Julii. De Hertogen van Gelre hebben over Thiel eene gediftingueerde magt gevoerd. 19 julii, Thielre-en Bommelre- w aarden. II De Gerichten aldaar haalden oudtijds haare Hofvaart aan den Schepenftoel van Nijmegen. . . n Decemb. TRAC tementen. De tractementen der gewezene Gedeputeerden , die de Stad hebben verlaten bij Hhhs de  Register. datum. de aankomst der Franfchen, niet verder te betaalen dan tot den 9 Novemb. 1794, alzoo de Stad tusfehen den 7 en 8 door de Franfche troupenis in bezit genomen. . \7 April, 29 Mal, Aan de gewezene Gecommitteerdens ter Generaliteit niet verder dan tot den dag van derzelver dimisfie. . 77 April. Opgaaf van de tractementen en emolumenten van de Quartierlijke Ampten en Commisfien. . . 15 Mai, 2 Julii. Geen tractement te verleenen aan den Predikant van Schans St. Andries. . 18 Julii. Verponding. HetBommelfche Comptoir is met de inning en voldoening der Verponding een jaar achterlijk gebleven. . IO ^ ^ Qcu Aan den Ontfanger der Verponding over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs fur-  Register. datum. furcheance verleend van den termijn van parate executie, n Decemb. De Ontfangers der Verponding zullen zich ftiptelijk gedragen naar den inhoud der Ordonnantiën. . 20 Nov. Dubbelde Verponding geïntroduceerd op de vaste goederen van buiten dit Quartier gezetene, die verweigeren den 5often penning te furneren tegens Recepisfen. 1 Decemb. Zegel. Het Middel van het klein Zegel ftiptelijk te heffen. 16 Febr. Actens van aanflelling tot Ampten zullen bij het doen van den Eed gemunieerd moeten weezen met competente zegels. . • 17 Julii. D. Bakker aangefteld tot Commisfaris van het klein < Aug. 15 Oct. Zegel. ... 563 Ordonnantie op het klein Zegel gearrefteerd. . 16 Febr. 8 Aug. 14 Oct.   DRUKFEILEN. Datum Bladz. Reg. ftaat tets ,9 Maart * » d««ls desze,vs £6 4 9 wijdets wijders 3 April 7 6 Overdingen Everdingen ,9 )uJii I5 18 Generaliteis Generaliteits 6 Aug. 1+ '1 Buuren Beufichem ; 2l 4 aj nog noch 11 23 O*0 C*) 8 Sept. 6 24 5° 40 10 5 7 gearefteerd gearrefteerd n 21 gapraefenteerd gepraefenteerd 18 19 Generaliteis Generaliteits j, 5 20 Reinaid Reinald ,^ 2 15 zouden zullen 14 Octob. 11 22 Raden Raaden 55 9 vereicht vereischt 78 13 Gerichs -Gerichts j0 19 23 Ficancien Financien io Novemb. 8 23 fubfendum fubfeudum 9 24 var van j£ £ 5 gemaakt worden gemaakt te worden 21 Vertedigers Vertegenwoordigers 20 5 15 zouden zoude OVERTOLLIGE WOORDEN DOOR DRUKFEILEN INGESLOPEN. Datum Bladz. Reg. 1 Mai 3 S den *ls 3 Julii 8 11 Vrijdag den 3 Julii 1795 28 3 10 kennis te neemen, en 14 Oct. 17 7 ge- 28 ! 15 13 zullen 22 Dec. 7 24 dat .