a3 November 1796. neden-diftrict hadt zoeken te brengen, en welke abufive uitfchrijving, na dan eens achtergelaten, dan eens weder gedaan te zijn, bij latere tijden fcheen in gebruik gebragt te zijn. Vermeenende de voornoemde Gecommitteerdens, dat of de andere Leden des Quartiers het contrarie zouden behooren te bewijzen , of dat dit erreur alnu geredresfeerd, en de Verponding bij de eerstvolgende uitfchrijving eguaal door het geheele Quartier over den jaare 1796 zoude behooren gefteld te worden. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden dit poinct provifioneel te houden in advijs, en voorts verftaan, dat aan gemelde Gecommitteerdens zal worden verleend behoorlijk acces tot de Recesfen en Chartres ter Griffie deezes Quartiers berustende, ten einde met behoorlijke accuracesfe het een en ander verder te kunnen nagaan, doende vervolgens binnen den tijd van een jaar rapport. Gelezen de Requeste van Francis Gremmen, verzoekende permisfie om eenen Rosmolen in deszelvs huls onder Dreumel tot gerief van de Ingezetenen aldaar te mogen doen ftellen. En hier op ingevolge marginaal appoinctement van  ^3 November 1796. van den 9 September laatstleden gehad hebbende de confideratien en het bericht van de Ampts Regeeringe van tusfchen Maas en Waal. Is goedgevonden en verftaan het verzoek van den Requeftrant, invoegen bij deszelvs Requeste gedaan, om op zijnen grond in zijn huis een Rosmolen onder het Kerfpel Dreumel tot het maaien van Roggemeel, ten gerieve en voordeel van de Inwooneren aldaar te mogen doen maaken , te accorderen , gelijk het zelve geaccordeerd wordt kracht deezes. CjTelezen de Requeste van Jan Peters van Hees benevens Lucas Laurenfen, voorts Willem Hoenfelaar en Jan Budding, Buurmeefteren van Hees in het Schependom van Nijmegen, de beide eerfte over den jaare 1794 en 1795, en de twee laatfte over dit loopende jaar 1796, om redenen daar bij geallegeerd verzoekende, dat de ordinaire Quota van het Dorp in den omflag der Middelen mogt worden verminderd over het jaar 1795 met /569-I3-: en over het jaar 1796 met/475-n-ï, zoodanig echter, dat die zelve Quota, bij vervolg van tjjd, telkens wederom zoude worden geaugmenteerd, na rato dat de afgebrande of geruineerde huizen in Hees wederom op gebouwd 2. IJ ij en  23 November 1796. en herfteld, ofte wel anderen in derzelver plaats gezet zouden worden, en dat daar van door tijdelijke Buurmeesteren van jaar tot jaar eene pertinente opgave ter plaatze en ten tijde, als behoort, zoude moeten gefchieden. En hier op ingevolge marginaal appoinctement van den 21 October laatsteden gehad hehbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie ; Is goedgevonden in der Requeftranten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen-'. wordende aan dezelve niet te min overgelaten, wanneer mogten verineenen, dat vermindering in de Quota der middelen voor het vervolg zoude behooren plaats te hebben, zich ten dien einde tijdig te addresferen. Op Requeste van Vrouwe Maurenbrecher, geboren Hamm , woonende te Coppenhagen , Hardingia van Hamm, en Johan van Hamm, woonende te Cleve, Vrouwe Stouba geboren Muntz, Vrouwe Hamel, geboren Muntz, en Vrouwe Weduwe Hakket, geboren Muntz, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, en cloor dezelve ter Vergadering voorgebragt, daar, bij te kennen geevende, dat Herman Tobias Huls, in leven Oud- Sche-  23 November 1796. Schepen der Stad Emmerik, bij testamentaire éi* fpofitie^aan de Requeftranten hadt gelegateerd zij ne onder de gewezene Heerlijkheden Millingen en Zeeland gelegene landerijen, zoo nochtans dat Voornoemde landerijen bij verlies van dit legaat niet in het openbaar, maar uit de hand, moesten worden verkocht aan Johan Hendriks, woonende op Klein Zeeland, voor eene fom van twaalf duizend guldens Hollandsch, in eenen termijn binnen een half jaar na overlijden van den Testateur te betaalen. Dat alnu ingevolge den 65 articul van 's Quar* tiers Ordonnantie van gemelde goederen den impost op de collaterale fuccesfien moet worden betaald na de rechte waardije derzelve conform eene beëedigde aeftimatie : Doch dat Requeftranten vermeenden, dat de voorfchreve dispofitie alleen zijn betrekking heeft op het cas, wanneer Erfgenaamen of Legatarisfen de aan hun gemaakte goederen in eigendom behouden, en dus daar van de volle waarde genieten; daar Requeftranten ter contrarie dezelve aan voornoemden Jan Hendriks alleen tegens ontfangst van twaalf duizejjd guldens moeten overgeeven, en dus daar van niet meerder dan gemelte fom profiteren. Dat het Requeftranten dus voorkwam, dat 'er eene hardigheid U-ij » in  23 November 1796. in zoude refideren, wanneer Requeftranten zouden verpligt wezen den voorfchreven impost van gemelde goederen te betalen volgens taxatie, dewijl het zoude kunnen gebeuren , dat dezelve hooger dan twaalf duizend guldens wierden getaxeerd, waar boven de Requeftranten dan noch wegens die taxatie veele onkosten zouden moeten aanwenden; verzoekende overzulks met het betalen van het recht der Collaterale Succesfie van de voorfchreve twaalf duizend guldens te kunnen en mogen volftaan, temeer, daar Johan Hendriks van de gemelde fomme noch den impost op de alienatien zoude moeten voldoen: voorts dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers tot de aangeeving en betaaling van dien impost eenen termijn geliefden te praefigeren; en dat, daar de genoemde goederen onder Millingen en Zeeland, die ieder eenen afzonderlijken Collecteur hadden, zijn gelegen , dat de Collecteur van Millingen, of eenen anderen, zoo als de Volks-Vertegenwoordigers zouden goedvinden, moge worden geauctorifeerd, om de memorien van aangeeving te accepteren , en den meergemelden impost van de voorfchreve twaalf duizend guldens te ontfangen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat Requeftranten gehouden zijn in-  23 November 1796. gevolge 's Quartiers Ordonnantie van de in den Requeste vermelde goederen den impost op de Collaterale fuccesfien te voldoen naar de rechte waardije derzelver conform eene beëedigde aeftimatie; wordende aan de Requeftranten tot de aangeevinge en betaalinge van dien impost eenen termijn van drie maanden na dato deezer refolutie gepraefigeerd, en de verzochte auctorifatie op den Collecteur van voorfchreven impost over het diftrict van Millingen verleend om de memorien van aangeeving te accepteren, en den meergemelden impost te ontfangen, gelijk gefchiedt bij deezen. Op ingekomen addres van de geweezene Commisfarisfen tot den ontfang van den 5o!lcn penning in Neder-Betuwe, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen eene Ordonnantie voor de invordering der dubbelde ordinaire Verponding van in de Neder-Betuwe gelegene goederen van Uitheemfcherh Is goedgevonden in het gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Hij 3 Het  23 en 24 November 179-6. He t Request van A. C Ragaij is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien en advijs; en om tevens daar bij op te geeven een Lijst der perfonen , welke van de Ordinaris Gedeputeerden des voorigen beftuurs jaarlijkfche gratificatiën genoten hebben. Donderdag den 24 November 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan om in aanmerking van de groote bezigheden, die tot de invordering van de te heffene 50fte penning en dubbelde Verponding vereischt worden , de daar toe gefielde korte termijnen van veertien dag$n, immers den eerften termijn te prolongeren met een maand: Is goedgevonden te perfifteren bij den geftelden termijn van betaaling, met auctorifatie nochtans op de Gedeputeerden ter Financien, teneinde, des noods, dien termijn te kunnen prolongeren. Op het geproponeerde ter Vergadering om den Eed, die ingevolge Placaat bij de betaaling van den eerften termijn moet worden afgelegd, te doen afleggen na de betaaling van den tweeden; ech-  24- November 1796. echter zoodanig, dat bij de Publicatie, deswegens te emaneren, de Ingezetenen zouden behooren te worden geadverteerd, dat zij bij het doen van den Eed.zullen moeten uitzweeren, bij de betaalinge van den eerften termijn ten minden de helft van het door hun verfchuldigde betaald te hebben. Is goedgevonden bij het geene dienaangaande in het geëmaneerde Placaat is gearresteerd te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, om aan de Commisfarisfen tot den ontfang van de dubbelde Verponding in plaats van \ pet. toe te leggen 1 pet. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden aan voornoemde Commisfarisfen tot den ontfang van de dubbelde Verponding in plaats van \ pet. toe te leggen f pet. Op het geproponeerde ter Vergadering om aan Commisfarisfen van den 50 fte penning en dubbelde Verponding te permitte-ren om voor derzeker verfchot wegens vuur en licht, gelijk meede pennen en inkt, en drukken van Recepisfen in cas van noodzaaklijkheid, eene behoorlijke declaratie in te brengen. IJ ij 4 *s  24 November 1796. Is goedgevonden bij hec geëmaneerd Placaat r.2 perfifteren , gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. Ingekomen en gelezen de Requesten van een groot aantal Burgeren en Inwoonercn der Steden Nijmegen en Bommel, mitsgaders van Thielre - en Bommelre-waerden, tenderende om te hebben verandering in het XI^ articul van het Placaat wegens het doen van furnisfement in perfoon; meede gelezen eene refolutie van den Raad, der Stad Bommel daar toe relatiev, en fpccialijk om te bepaalen, wat aan de Gedeputeerden ter Financie door Commisfarisfen zoude behooren te worden opengelegd, en wat de Commisfarisfen zouden behooren fecreet te houden. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te perfifteren bij den voorfchreven articul, zoo als dezelve is leggende ; en dien onverminderd verftaan, dat Commisfiirisfen tot den ontfang zullen worden gelast, gelijk gelast worden bij deezen, hunne gehoudene Notulen en Lijsten, na den gcheelen afloop der beide termijnen , met den aankleven van dien te verzegelen, en in praefentie van het Lid der Gedeputeerden in loco te verbranden , met declaratoir aan dien Gedeputeerden h op  24 November 1796. op hunnen gedaanen eed, dat niets van die Notulen en Lijste'n hebben achter gehouden, of doen achterhouden, of Copie daar van geformeerd , of doen formeren : wordende bij de woorden in het Formulier van Eed op (Iraffe des MeinEeds bij deezen geperfifteerd. De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel hebben verzocht aantekening, dat bleven inhaereren derzelver protest ten Recesfe fub dato 30 September laatstleden geinfereerd. En heeft de Gecommitteerde wegens Bommelrewaerd en het Schependom van Bommel ten Recesfe doen noteren, dat op den dag van het fcheiden der Vergadering, bij de refumtie, de verandering in den XIllc articul opzichtelijk de verpligting van in perfoon, immers naamkundig, de betaaling aan Commisfarisfen te doen, gemaakt zijnde, hij zich tegens die verandering tenernftigften moest verzetten; alzoo de refumtie alleen ten oogmerk heeft te onderzoeken, of de extenfie conform zij aan de intentie der genomene refolutien, en geenzins om in die, wat de zaaken betreft, veranderingen te doen ondergaan: want dat, inval dit laatfte bij refumtie wierde bedoeld, en men dan genomene Refolutien andermaal aan de deliberatien onderwierp, en dezelve bij die gelegenij ij 5 heid  24 November 1796. heid veranderen of intrekken kon, zoodane inrichting aan oneindige verwarringen aanleiding zoude geeven, en alle genomene refolutien wankelbaar en onzeker zouden zijn. . De Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, van Over-Betuwe, van Tusfchen Maas en Waal en van NederBetuwe hebben zich hier tegens hunne contraaantekening gereferveerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, of niet, daar het de Commisfarisfen tot den ontfang van den 5oflcn penning niet mogelijk is te onderzoeken, welke perfonen zich door listen hebben onttrokken, eene verandering in den Eed behoorde plaats te hebben, zoodanig, dat aan Commisfarisfen werde opgelegd aan te geeven de zulken, die naar hunne meening het verfchuldigde niet furneren. Is goedgevonden den Eed, voor Commisfarisfen gearresteerd, in zijn geheel te laten verblijven, zonder daar in eenige verandering te maaken. Op het geproponeerde ter Vergadering, of niet die geenen , welke behoorlijk kunnen bewijzen eenigen onderftand van Kerken, Armen, Godshui-  24 November 1796. huizen of anderzins te genieten, exempt behoorden te blijven van het furnisfement van den 5often penning, gelijk ook de zulke, welke onder de vijftig guldens gegoed zijn. Is goedgevonden te perfifteren bij 's Quartiers Placaat, en verftaan , dat voor den 5o{len penning niet minder dan eenen gulden zal worden aangenomen voor de twee termijnen van die geenen, welke 50 gulden bezitten: zullende dus de zoodaanige, welke daar beneden gegoed zijn, van dezelve gelibereerd blijven; wordende in zooverre het Placaat ten dien opzichte gealtereerd; terwijl de betaaling der Verponding, als meede het doen van Eed, allerdings blijven in het geheel. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Finanom hier van bij Extract aan de Regeeringen en Commisfarisfen refpective de vcreischte kennisfe te geeven, ten einde te ftrekkcn tot derzelver naricht , cn zich daar na te gedragen. Op het geproponeerde ter Vergadering, en in aanmerkinge genomen zijnde, dat noch eenige Recepisfen uit onkunde der Houders niet zijn ingewisfeld; Is goedgevonden tot inwisfeling van zoodane Recepisfen , gefproten uit furnisfementen van den  24 November 1796. den 5onen penning, tegens Obligatien tot lasten deezes Quartiers alnoch, op poene van verftek, te verleenen eenen korten en peremptoiren termijn, bij de Gedeputeerden ter Financie te bepaalen, met auctorifatie op dezelve om zulks alomme binnen deezen Quartiere bij Publicatie en advertentie in de Couranten te doen bekend maaken. Is ter Vergaderinge gelezen eene Misfive van gewezene Commisfarisfen tot den ontfang van den poften penning over de Stad en Schependom van Bommel, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd , houdende bericht, dat de Weduwe van H. van Doesburg, tijde van het furneren van den eerften termijn van gemelden 5ofte!1 penning hadde verklaard uit hoofde van den verwarden ftaat, waar in haaren boedel bij haar mans overlijden zich bevondt, in de onmogelijkheid te zijn van denzelven te kunnen taxeren, en daar van te betaalen. Waar op gedelibereerd, en gelet zijnde op 's Quartiers refolutie van den 15 Februarii laatstleden, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreve Weduwe zal gehouden zijn den alnoch door haar verfchuldigden tweeden termijn te furneren, en eed te doen, pereniptoirlijk, bij de vol-  24 November 1796. voldoening van den tweeden termijn van de alnu gearresteerde betaling van den 5oftc" penning en dubbelde Verponding. Ingekomen en gelezen eene Misfive van gewezene Commisfarisfen tot den ontfang van den 5ofiCI1 penning over de Stad en Schependom van Bommel, tot bijlage hebbende twee documenten, opzichtelijk de nalatenfchap van M. A. Sloots, Huisvrouw van J. Karremans, en houdende, dat deeze voor de betaaling van den tweeden termijn overleden zijnde , derzelver Erfgenaam M. den Ouden, woonagtig te Stevenswaard, zich bij hun hadde geaddresfeerd, en op fundament, dat hij door de adminiftratie van gemelde Departement voor alle zijne bezittingen, en dus meede voor deeze zijne Ervenis, was aangeflagen en betaald hadt in het door de Franfche Republicq uitgefchreven Emprunt forcé, verzocht uit dien hoofde van den 2den termijn van den 5oüen penning gelibereerd te zijn, onder offerte van aan het Quartier te remitteren de Obligatie hem voor het montant van het gefourneerde in den illeu termijn competerende, waarvan het Recepis die Misfive was bijgevoegd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden zich  24 November 1796. zich het gunt voorfchreve te laten. welgevallen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van met toezendinge van Extract aan voornoemde Commisfarisfen kennisfe te geeven. Is ter Vergaderinge gelezen een gedetailleerd advijs van den Burger Johan Vermafen, Fiscaal van de Financien deezes Quartiers, rakende de ingekomene Lijsten van Commisfarisfen tot den ontfang zoo van den 50^" penning, als dubbelde Verponding, met en benevens de opgaven van de Collecteurs ten aanzien der Uitheemfchen, welke ongereede goederen in dit Quartier bezitten. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden den voornoemden Fiscaal te auctoriferen, gelijk geauctörifeerd wordt bij deezen, 's Quartiers Placaat en opgevolgde refolutien ten aanzien der heffing van den 5011™ penning allerdings te executeren, bijzonderlijk met relatie tot de zoodanigen, welke nalatig in voldoening gebleven zijn. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om ingevalle zich omftandigheden mogten voordoen, welke mitigatie omtrent de breuke, of ook wel remisfie van dezelve, zouden meriteren, als dan daar omtrent zoodanig door voornoemden Fiscaal te doen handelen, als zullen oordeelen te  24 en 25 November 1796. te behooren, mits nochtans de betaaling van den 50,,cn penning alnoch voor den eerften januarii 1797 koome te gefchieden. Zullende mitsdien hier van Extract aan gemelden Fiscaal worden ter hand gefteld om te ftrekken tot naricht, en zich daar na te reguleren. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om aan de beide andere Quartieren, ter voldoeninge aan derzelver verzoek, ter hand te ftellen eene fchrifteiijke Memorie , betrekkelijk de belangens van dit Quartier bij de verdeeling van de Nationale en Provinciale lasten, en de jaarlijkfche berekening van dezelve. Vrijdag den 25 November 1796, Verle zen de Requeste van de Burgers H. Hoogers, J. C. Muller, W. van de Veelouw, W. H. van Burck, en J. J. Keer, als gevolmagtigd door een aantal van ruim twee honderd Meede-Burgeren der 'Stad Nijmegen, aan de Landfchap geaddresfeerd, behelzende een detail der fchikkingen bij Refolutie van het Provinciaal Collegie van den 4 Novemb. 1795 omtrent de Burgeren- en Armen- Kin-  25 November 1796. Kinderen-Weeshuizen, fpecialijk, dat de bepaalingen daar bij vervat, dat de Regenten en Régentesfen voor de helft Roomsch, en voor de wederhelft Protestantsch zouden moeten zijn, tot groote verwondering van veelen waren geweest, om dat zulks niet alleen in geen Stad deezer Republicq plaats vondt, en, door als te ftellen parthij tegen parthij, niet anders dan bevordering van disharmonie en veele onaangenaams gevolgen te voorzien waren, maar ook, om dat aan de Commisfie, benoemd geweest tot vereffening der differenten over de verkiezing van een Regeerings beftuur aldaar, met relatie tot de Godshuizen niets was gedemandeerd geweest, ook het zelve tot het different over het beftuur geene betrekking altoos hadt, en die Huizen onder de directie ftonden van de gegoedfte Burgers, die aan de Burgerije ten aanzien van die hunne beftiering aangenaam waren. Dat de ondervinding het gunt voorfchreven in allen opzichten betrekkelijk de Godshuizen ook al ras bewaarheid hadde, gelet reeds op den 8 Februarii 1796 door den provifionelen Raad aart de Proviforen dier beide Godshuizen wierdt gezonden eene Refolutie, waar bij dezelve disponerende over die Godshuizen het Armen-Kinde- ren-  25 November 1796. ren-Weeshuis geheel en iz/ ftelde ter dispofkie vm de Roomschgezinden, en het Burger-Kinderen* Weeshuis overliet voor de Protestanten, -met last aan de Proviforen. van het eerstgemelde om binnen veertien dagen aan de Proviforen van dé Roomfche Gezindheid , door hun tevens-bij'die -Refolutie aangefteld, dat Huis in te ruimen, dé Kinderen van den Protestantfchen Godsdienst van het zelve afte neemen, eri op het Burger-Kindéren-Weeshuis over te brengen, met gelijktijdige overgaaf van alle de effecten en gelden zonder eenige achterhouding, en dat zij daar meede voor ontflagen en gedefungeerd zouden gèhouden borden, voorts ordre aan de laatstgemelda om die Kinderen op het Burger-Kinderen-Weeshuis over te neemen. • -.' : I '■■': .;< Dat de refpective Pfövifórén' zich'deswégens aan de Landfchap geaddresfeerd, en aangetoond hebbende, dat.de fondfen van het Armen-Kinderen-Weeshuis alleen van den Gereformeerden afkomftig waren, en dat het gezegde Huis zijne fundatie geheel en al-van dezelve deriveerde, mitsgaders dat het Burger-Kinderen-Weeshuis 'alleen voor twaalf. Kinderen, wier Ouders zes*jaaren Burgers, waren geweest", gedicht, uit' een klein beginzel door de goede-directie van Provi*u Z z f0.  25 November 1796. foren was groot geworden, en op die beide Huizen ten allen tijden Kinderen van onderfcheide Gezindheden waren opgenomen, en wijders voorzieninge verzocht hebbende, dat die Huizen bij derzelver fundatiën mogten blijven bewaard, de Refolutie van de Landfchap van den 20 Februarii laatstleden dien conform was geweest, en de provifionele Raad der Stad Nijmegen daar bij gelast zich flipt na ,'s Landfchaps refolutie, en die van het Provinciaal Collegie van den 4 November 1795 te gedragen. Dat het effect van die Refolutie ook wel geweest was, dat de Raad bij' refolutie van den 26 dierzelver maand verklaarde hunne refolutie van den 8 Februarii daar te vooren provifioneel te houden in ftaat; doch dat daar bij tevens de gezegde Proviforen. gelast en ^bevolen wierden op die Huizen te admitteren zoodane vier Roomfche Proviforen en Regentesfen als bij die refolutie waren aangefteld, en hunlieder,getal,met zooveel psrfonen4e verminderen. % ; ' Houdende wijders eene deductie van de door hun gemaakte addresfen zoo aan den provifionelen Raad, als aan het. Provinciaal Collegie, ten voorfchreve Requeste in.het hreede vervat; doch dat het gevolg geweest was, niet alleen- -dat het ft".  25 November 179& formeren eener nominatie , waar bij de Proviforen en die Huizen zelve zoo veel belang hadden, aan dezelve niet alleen wierdt ontzegd, en de cognitie over de al of niet bevoegdheid der Kinderen om op die Huizen te kunnen koomen, maar dat ook op den 9 Maart 1796 hun was te huis gezonden eene Refolutie, waar bij zij nevens de Regentesfen allen onverhoord van hunne posten, die van ouds altoos ad vitam waren geweest, en waar van in cas van vacature de fuppletie gefchiedde op nominatie van de Proviforen, en electie van den Raad, zijn ontzet, en andere in derzelver plaatzen aangefteld; waar door génooddrongen waren geweest alles te moeten overgeeven tot geen geringe fmerte der Burgerije, waar van een getal van meer dan vier honderd zich bevoorens aan de Landfchap geaddresfeerd, en geinfteerd hadden, dat gezegde Huizen bij hunne aloude beftieringe mogten blijven geconferveerd. Dat dit het lot dier Godshuizen geworden zijnde, Proviforen en Burgerije, als geen kans ziende redres te effectueren, zich zulks hadden moeten getroosten , en het daar bij moeten laten blijven berusten : Dan dat, na dat zij door wegen van Publicatie, affixie en kerkenfpraak waren geïnformeerd van het Decreet der Nationale VergaZz 3 dé-  25 November 1796. dering van den 5 Augusti laatstleden, en 'sLandfchaps opgevolgde refolutie, zich eene Commisfie uit dat gedeelte der Burgerije, welke omtrent het behoud en beftiering deezer Godshuizen niet onverfchillig kan zijn , zich bij de ontzette Proviforen hadde vervoegd , om te verneemen in wat ftaat zich de zaaken bevonden, en dat gemelde Commisfie wierd geinformeerd, dat dezelve Proviforen eerst een addres aan den provifionelen Raad, en daar na aan het Provinciaal Collegie gemaakt, en het effect van het gezegde Decreet van de Nationale Vergadering en 's Landfchaps Publicatie gereclameerd hadden, dan dat zij lieden daar op niets hadden vernomen. Dat gemelde Commisfie het zich overzulks een pligt hadde gerekend die daad te moeten onderfchrasen , meede een addres aan het Provinciaal Collegie te maaken, en daar bij aan te dringen op een zoo noodzaaklijk redres der gezegde Godshuizen, en herftclling van dezelve op den voorigen voet ter confervatie en behoud van dezelve; doch dat van het een zoo weinig als van het ander was gekomen : Maar wat meer was, dat de provifionele Raad der Stad Nijmegen zich noch hadt onderjtaan, om zedert die gedaane Publicatie nieuwe veranderingen in verdere Godshuizen, als bij de El-  25 November 1796. Ellendige en andere gevoegde Broederfchappen, en bij het Gasthuis te maken, en zulks niet tegenftaande 'f Landfchaps fpeciale Refolutie ter contrarie : En dat, alzoo hét te vergeefs was Decreten en Refolutien te neemen, bijaldien dezelve geene executie koomen te forteren, en de provifionele Raad in onderfcheidene gevallen toonde de refolutien van de Landfchap in zoo verre niet te refpecteren van dezelve binnen die Stad in werking te brengen; voorts zoodanige handelingen tot niets anders kunnen tenderen, dan om verwarringen te veroorzaaken , die de nadeeligfte gevolgen kunnen hebben , de Requeftranten, als door een voornaam gedeelte van de Burgerij daar toe gequalificeerd, zich niet hadden mogen dispenferen dit addres aan de Landfchap te maaken , en te imploreren, dat ordres mogen worden beraamd en ^voorzieninge gedaan, dat het Decreet van de Nationale Vergadering de dato 5 Augusti 1796, en 's Landfchaps opgevolgde refolutie ten aanzien der Godshuizen binnen de gezegde Stad volkomen effect gewinne, en dat ten aanzien van de beftiering dier Huizen alles moge worden herfteld en gebragt in den voorigen ftaat, en voorts daar in gehouden, tot dat daaromtrent een radicaal algemeen redres zal wezen ingevoerd. Zz 3 En  25 November 1796. En hier op gedelibereerd en goedgevonden zijn* de aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier dit poinct provifioneel zoude houden in advijs, Hebben de Gecommitteerdens der Stad Thiel, en van den Bommelre-waerd met het Schependom der Stad Bommel ten Recesfe gedaan noteren, van advijs te zijn geweest, dat dit Request cum anncxisbehoorde te worden gefield in handen van het Provinciaal Collegie, ten einde het voor-? fchreve Decreet der Nationale Vergadering, en de daar opgevolgde Publicatie van gemelde Provinciaal Collegie effect te doen gewinnen. Op Requeste van den Burger J. van Roggen , om redenen, in het breede daar bij geallegeerd, verzoekende, dat moge worden verflaan, dat Requeftrant met zijne gedaane offerte, om den Eed door de Landfchap gearresteerd, en bij Publicatie van het Provinciaal Collegie d. d. 19 Maart ge* promulgeerd , te willen afleggen, heeft genoeg gedaan, en daar meede heeft kunnen en mogen volftaan. Dat het den provifionelen Raad van Nijmegen gevolglijk niet heeft vrijgeftaan den Requeftrant eerst bij Refolutie van den 6 Julii inziji nen post te continueren, en hem daarna, bij opgevolgde refolutie van den 27 dier zelve maand  25 November 1796. zijne bediening eigendunkelijk te benoemen: maar dat gemelde provifionele Raad gehouden is den Requeftrant , na erftading van den door hem geoffereerden Eed, mét intrekking van gemelde Refolutie van den 27 Julii, in zijnen post te rehabiliteren , en hem te herftellen in dien ftaat, waar in Requeftrant voor dato dier beide refolutien van den 6 en 27 Julii deezes jaars refpective is geweest : Of dat anders in deezen, zoo tot maintien der geëmaneerde wetten en ftaving van's Landfchaps gezag in naame des vrijen Volks van Gelderland, als tot rehabilitering van den Requeftrant, na de ftrengfte regelen van rechtvaardigheid en billijkheid moge worden gedisponeerd , als zal geoordeeld worden te behooren: En in achting genomen zijnde, dat het zelve Request bij appoinctement van den 30 September laatstleden gefteld geworden zijnde in handen van den provifionelen Raad om daar op te dienen van bericht, het gezegde Bericht niet is ingekomen. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat Requeftrant met zijn gedaane verzoek behoorde te worden gerenvoijeerd ter ordinairen rechten. De Gecommitteerdens der Stad en Schependom van Nijmegen hebben verzocht infertie ten Recesfe, dat zij deeze zaak houden voor mere dome/licq.  c5 en 26" November 1796. Is ter Vergaderinge gelezen eene Remonflrantie van den Raad der Stad en Schependom van Nijmegen , tenderende, dat bij het Formulier van Eed voor Stemgerechtigden, bij het RegeeringsReglement bepaald, moge werden verbleven, en wel den tijd van drie jaaren, ofte voor zoo lang, tot dat door de Conftitutie voor de geheele Bataavfche Republicq daaromtrent nadere bepaalingen zullen gemaakt zijn. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs is, dat bij 's Landfchaps refolutien en Publicatien van den 19 Maart en 17 Augusti, beide laatstleden, refpective behoorde te worden gèperfisteerd, met auctorifatie op het Provinciaal Collegie om dezelve met alle kracht door de geheele Provincie te maintineren, en te doen executeren. Saturdag den 26 November 1796. j^ijn ter Vergaderinge voorgebragt drie Misfives van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfohap te Lande , gefchreven in den Hage refpective den 14 en 21 deezes maands, aan de Commisfie ter Financie deezes Quartiers gead- dres-  . s.6 November 1796. dresfeerd, de eerfte dienende in antwoord op eene Misfive van voornoemde Commisfie van den 7 daar te vooren, en hec daar bij vervatte verzoek ten aanzien van op dir Quartier afgegeevene Adfignatien; De tweede en derde houdende advijs van afgegeevene Adfignatien voor het iftc Batt. 2de \ Brigade ; voor de Staf .... 725-:Voor de Soldije, enz. . . . 7300-:-: Voor het 3e. Batt. 6de I Brig. Eene voor de Soldij, enz. . . . 9400-:-: Eene voor Monteering, enz. . . 2291-9-5 Voor het Regiment Dragonders. Eene voor het iriu Esquadron . . . 4000-:-: Voor hec Regimenc Husfaren. Eene voor twee Esquadrons . . 5000-:-: Voor het 3dc Bate. iftc I Brigade. Eene voor Soldije, enz. . . . -7300-:-: Eene voor Monteering . , .. 2291-9-5 Voor het 2dc Batt. 2t[e § Brigade. Eene voor Soldije, enz. . , . 8200-:-: Eene voor Monteering, enz. . . . 2291-5-5 met bijvoeginge dat vertrouwden, dat deeze Adfignacien, met tijdige betaalingen zullen worden gehonoreerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden z 5 aan  -* s6 November 1796. 1 aan het Committé tot de algemeene zaaken van het, Bondgenootfchap te Lande te depecheren de navolgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. Da Commisfie tot de Financie deezes Quartiers heeft op heden ter onzer Vergaderinge voorgebragt ULieder Misfives gefchreven in den Hage den 14 en 21 deezes maands refpective,- de eerfte iot refcriptie op een misfive van voornoemde Commisfie van den 7 daar te vooren , en het daar bij gedaane verzoek aan UL. om provifioneel geene Adfignatien op dit Quartier afte geeven, om de daar bij aangehaalde redenen: De tweede, houdende advijs, dat met ULieder voorkennis en approbatie tot betaaling van de maand van vijf weeken , loopen.de van den 28 deezer tot en met den' 1 Januarii 1797 door het Bureau van betaaling der Nationale Armee op ons Quartier zouden worden afgegeeven Adfignatien ter fomme van ƒ20082-18-10: En de derde, behelzende een gelijk advijs van afte geevenc Adfignatien, als vooren, ter fomme van ƒ28716.9 5- Wij betuigen, dat ons niets aangenaamer zoude zijn,  2 6 November 1796. -zijn, dan tot verval der onvermijdelijke lasten, in welke het Quartier gehouden, is, te praefteren reële en prompte furnisfementen; en dat onze Commisfie tot de Financien overzulks alle deeze Adfignatien met tijdige betaaling zoude kunnen honoreren, en alzoo aan ULieder verlangen voldoen. Dan, Meede-Burgers, hoe zeer wij altoos bereid en genegen zijn om den Lande, bijzonder in de tegenwoordige zorgelijke omftandigheden , alle dienften te bewijzen, zoo bevinden wij ons echter daar toe op dit oogenblik ten eenemaal buiten ftaat. ULieden is volkomen bekend, hoe zeer de Financien deezes Quartiers, niet door verzuim of achteloosheid, maar door onvermijdelijke toevallen van het wisfelvallig noodlot, zijn uitgeput; en hoe zeer wij door gedwonge geldligtingen, met welke operatie alnu bij herhaalinge in de aanftaande week wordt een begin gemaakt, op alle mogelijke wijzen ons trachten in ftaat te ftellen om ons aandeel in de algemeene lasten des dierbaaren Vaderlands, zoo veel in ons vermogen is, gereedelijk en promt te berde te brengen. Wij hoopen mitsdien, daar wij door negotiatien geene gelden hebben kunnen bekoomen, dat Gij-  26 November 1796. GijLieden in dit ons declaratoir berustende, zoodanige maatregelen zult gelieven te neemen, .dat wij in het tegenwoordige geval van de betaalingen deezer Adfignatien voor eenigen tijd mogen blijven bevrijd, immers tot dat de gelden van den eerften termijn van den 5o(tal penning tegens de aanftaande maand Januarii zullen zijn ingekoomen. In welke verwachting Meede Burgers Wij na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap UL. bevelen in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering , gehouden op eenen Èxtraordinairen gecontinueerden Landdag, den 26November 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Maan  2.S November 1796. Maandag den 28 November 1796. Is ter Vergaderinge gelezen eene Memorie van den Fiscaal der Financien deezes Quartiers aan de Burgers Ordinaris Gedeputeerden overgègeeven, houdende dat de Burger Augustus Slooc, woonachtig te Meteren in Thielre-waerd was gedenuncieerd als tegens 's Quartiers refolutie zonder bezegelde Acte de Jagt aldaar te hebben geëxerceerd : Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan den gemelden Fiscaal te auctoriferen', gelijk gefchiedt bij deezen , daaromtrent nader te inquireren, en, na bevind van zaaken, conform 's Quartiers Publicatie van den 3 Augufti laatstleden tot confecutie der geincurreerde boete te procederen. Zullende mitsdien hier van Extract aan voornoemden Fiscaal worden ter hand gefteld tot naricht , en zich daar na te gedragen. De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel geproponeerd hebbende geene remisfien van 's Quartiers imposten over de jaaren ingegaan i°. Julii 1794, en 1795 refpective in het vervolg te verleenen; Is, /  28 en 29 November 1796» Is, na gehoudene deliberatie, deeze voorflag gedeclineerd, gelijk gefchiedt bij deezen. H et Request van G. Herbrechter, Pagter van 's Quartiers impost op de Bieren over het jaar, ingegaan i°. Julii 1795; Van de Beftuurders van de Dorpen Leede en Oudenwaerd; Van Schout en Buurmeesteren van Zoelen; Van H. van Heuckelom en Johannes van Haren, Pagters van het Schapen-geld in Thielre waerd, zoo aan de Waalals aan de Lingenkant over den jaare ingegaan i°. Julii 1794; en van J. van Eek van Panthaleon zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op te dienen van confideratien en advijs. Dingsdag den 29 November 1796. Is ter Vergaderinge voorgebragt en gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende, dat zij bij elke conferentien met de Gecommitteerdens 's Lands van Utrecht hadden geinfteerd, dat de Provincie van Utrecht, ingevalle die van Overijsfel in hunne weigering tot het dragen der kosten, aan de beneficering van Neder^Rhijn en IJsfel te im-  2.9 .November 1796. impenderen , bleven volharden , daar in gelijkelijk behoorde te deelen, en de helft der Overijsfelfche Quota 'voor haare rekening te neemen, en hun zoodanig van de billijkheid hunner inftantien hadden overtuigd, dat zij op den 8 Julii laatstleden befloten hadden deeze propofitie favorabel aan hunne Committenten voor te dragen, het welk ook van dat gelukkig gevolg was geweest, dat de Provincie Utrecht had aangenomen om een gelijk gedeelte met deeze Provincie, in het aandeel van het (V) weigerend Overijsfel te dragen; terwijl gemelde Provinciaal Collegie op nieuw bij de Provincie van Overijsfel, als ten hoogden bij de beneficering van den Neder-Rhijn en IJsfel ge- in- (*5 Het water van tien Eoyen-Rhijn verdeelde zich vcfoimaals bij 's -Gravemvaerd ter plaatze, daar naderhand Schénkenfcbans gefticht-is, in twee Rivieren, den Rhijn ui'Neder-Rhi.'n cn WctaV, w'ffat van in oude tijden de eerfte niet minder water als de laatfte -fchijnt getrokken te hebben. TaCitus fchrijft reeds Anaal. Wh II. cap. 6. Rhenus v.no alveo eontinaus apudprin'cipiiim agri" Batavi yelut in duos amncs dividitur, feryatque nomen et violentiam enrfus, qud Germaniam praevehitw, 'dontc Oreano misceatur: ad Gallicam ripamlatior etplacidior ddfluens verfo cognomento, Vahalem accolae dicunt. Doch het is in volgende eeuwen, en bijzonderlijk in het laatst der vóorigc en begin van deeze eeuw gebeurd, dat zich cotiiiderabile afkocmende zanden in en omtrent den mond van den Neder-Rhijn hebben opgedaan, welke aldaar dén invloed van hec water en -de vaarbaarheid van de Rivier krachtig hebben  29 November 1796. interesfeerd * zoude blijven infteren om aan haare verpligting te voldoen. Mee- beii belemmerd, waar door de Buven-Rhijn zijn votiefi)cours ïn de IVaal heelt-genoomen, zoodaiik;, dat- eindelijk de mond van- den Neder-Rhijn hoe langer hoe meerder, wat moei en en kosten men ook , om het zelve te redresferen, heeft aangewend, volkomen onbruikbaar, en genoegzaam ■ geflopt is geworden. Iri deeze gefleldheid van zaaken, alzoo de Republicq in liet gemeen, en deeze Provincie in het bijzonder, welke ander/in'-;' aan die zijde do.or den Neder-Rhijn wi.,rdt gedekt,' eene barrière en-fterkte kwam te \erliezen, refplvccrde de Raad yasi State, na meenigyuldige inftantien, in den jaaie 1701 een Canaal met' een retrenchemeut in het Dorp Pannerden aan te ♦.H -t-legs611" ■ '< t'i ;ovw r.ijv'.yiiaiv.' 1 • ]>.iar echter de Raad van State hetzelve juist niet met zoodane fpoed, als wél een werk van die importantie kwam'té te (1) Mogelijk .reeds begonnen , na dat Ci.audius Ctvn.ts het zwaar Dijk-gcvaarte of Dwar.sdijk , die door Drüsus Germaniciis- aan den linker Rbii u-oever om deszelvs loop te verilaauwen opgeworpen was geweest, hadt gellegt, Tacitlis Hist.li'j. V. cap. 19. welk gevaarte of Dwarsdijk waarfchijnlijkst Hpud principi'.'m agfi Batnvl,b\] de verdeelinge des Rlujns, gelegd is geweest, gelijk door Jo. Eb. Rau de Rheno in p'ahalim evolnlo, diruld Drnfi mole, lil. l?cap'. 2. pag. 3- st fei' inter .monumenta veiustatis Germanicae, met wederlegging der opinie van Cluverius , geleerdelijk is aangetoond. .. . . . . , ; .Waarfcliijnlijk heeft dan deeze MiUsDsu[i meede gediend tot bevordering dergegravene Grafl van Drufus, waar door de Neder-Rhijn zich ontlaste in de Nabalia, nu ouder den naam van, fsjel en uudeu 1'sfil bekend. Tacitus Hitt, lib. lr. cup. zt>.  ap November 1796. Meede gelezen de propofitie des Quartiers van eluwe, om in aanmerkinge dat de werkzaamheden te vereifchen, voortzettede, heeft zulks occafie gegeeven aan de Provinciën Gelderland, Utrecht en Overijsfel om die raak bij de hand te neemen : zijnde de graving van het Canaal volgens het geconvenieerde in Julii en October 1706 voortgezet en ten einde gebragt, en de Provincie Overüsfcl geene van de minde geweest, welke dit werk van den beginne niet empresfement heeft aangedrongen, op welkers inftantien zelvs wierdc vastgertcld, dat de onkosten van de te doene doorfnijding niet bij teder der Provinciën voor een tierde gedeelte, maar na proportie van derzelver Quotes, zoo en als tot de zaaken van de Unie contribueerden, zouden gedragen worden. Gèduurende de zes eerfte jaaren is ten deezen opzichte alles door de drie Provinciën de concert verricht: hebbende na het jaar 1711 de Provincie \mOverijsfdX\\er in begonnen te verflaauwen , en vervolgens in den jaaie 1718 zich hoe lanier hoe meer daar Van trachten te onttrekken: É'u vermits de Provincie van Utrecht in den jaare 1720 verklaarde niet meer te kunnen betaalen als haar contingent, gelijk tot noch toe hadde gecontribueerd , is gerefolveerd , dat die Provincie ook niet meer betaalen zoude als haar aandeel, even als óf Overijsfel noch werkelijk contribueerde, welker Quota zedert diert tijd bij provifie door Gelderland is vertelden, terwijl Gyerijsfel tot remboursfement door de beide Provinciën Gelderland en Utrecht zoude worden verpligt: zoo als ook na volfchreve ftukken de Stadhouder bij herhalinge is verzocht geweest dit different door decifie of anderzins te willen temiineren. Verbaal van de gehoiideite Confercntien d. d. 23' Januarii ï2 Dec. 1751. 1 Jul. 175e. 12 Febr. zo Apr. 14 Junii SAug. aoNov. 15 Dec. 1755. 27 April 1758. 29 Oct. 1766. 9 Januarii 1771. 27 April 1773. A a a  20 November 1796. den betrekkelijk de beneficering van den NederRhijn en IJsfel zijn gedemandeerd aan het Provinciaal Collegie, zonder dat de refpective Commisfien van Financien daar in de minste inzage hebben, serwijl de Leden der voorige Commisfie van Neder-Rhijn en IJsfel meede fesfie in het Quartier en Commisfien van Financie hadden, de kosten, daar aan geimpendeerd wordende, te doen betaalen uit de Domeinen deezer Provincie, welke cas daar toe genoegzaam in ftaat is. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier zich met deezen voorflag conformeerde ; Doch dat in aanfehouw neemende , dat bij de Conventie van den 7 Octob. 1706, en Compromisforiale Uitfpraak van den 18 Julii 1720 over het reguleren der fubdivifie tusfchen de Quartieren is bepaald, dat, ten einde het Quartier in haare hooge Quota eenigzins te fubleveren, het zelve niet meerder dan een derde in de kosten tot onderhoud der werken ter beneficeringe van den Neder-Rhijn en IJfel voor haar aandeel zoude furneren, en het deficit in dat aandeel van ƒ13-12-9 in het ƒ100-:-: uit de Dominiale cas (Z>) gefup- pleerd, Bij een feparaat en fecreet articul der Conventie van den i3 Julii 1720 was bij de Quartieren aangenomen, dat, bijaldien de' Pro-  29 November 1796. pïeerd, het Quartier van Nijmegen verwacht, dat bij eene hoogstnoodzaaklijke revifie van voorfchreve Subdivifie der Provinciale Quota zulks moge worden op het oog gehouden, en op eene redelijke wijze aan het genoemde Quartier te gemoed gekoomen. Op ingekomene Memorie van- den Burger J. de Roock, Ontfanger van het Amptgeld, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd; Is goedgevonden en verftaan *s Quartiers reft> lutie van den 7 Mai 1795 in zoo verre te altereren, dat de aangeftelde Beamptenals eerfte, twee^ de, derde en vierde Succesfeurs en zoo vervolgens, zullen voorkoomen, en aangemerkt worden , en alzoo ingevolge de Ordonnantie de gefielde Taxe betaalen : En dat met de reftitutie Aaa 2 aan Provinciën Utrecht en Oyerijfd, of een van beide zich mogten koomen te onttrekken em het haare tot de werken te Pannerden te contribueren, de drie Quartieren zouden fupplerei'. het geene bij manquemcnt van de furnisfementen der gemelde Provinciën, e>f van een van beide, zoude mogen te kort koomen , zoo veel tot behoorlijk repareren der oude of het maakt ,, van nieuwe werken zoude noodig zijn ; Mitsgaders dat, ingevalli het retrenchement, zoo veire 't zelve voor Bandijk dient door onverhoopte toevallen mogte koomen door te bieel,-i. die Dijk wederom tot gemeenen kosten gerepareerd . en in bclioorlijke ftaat gefteld zoude worden.  «9 November 1796*. aan de ontzette Leden zal worden ftil geftaan, tot dat de ftaat van het Comptoir zulks zal toelaten, en daaromtrent in acht genomen,. dat eerst gereftitueerd worden de Furnisfementen, die niet rentwinnend zijn. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van aan gemelden Ontfanger met toezendinge van Extract deezes de vereischte kennisfe te geeven. Verlezen de Requeste van den Burger L. de Beijer, daar bij te kennen geevende, dat in twee differente reizen nu onlangs op eene ongehoorde wijze in het negotiëren van gereede penningen te leur gefteld zijnde, echter door tusfchenkomst van een der gegoedfte Ingezetenen deezes Quartiers eene capitale fomme van vijf en twintig duizend guldens in deszelvs vaste goederen hadt genegotieerd , volgens de voorwaarden bij den Requefte vermeld, verzoekende vervolgens den Requeftrant , vermits *er misfchien noch ruim veertien dagen zouden kunnen verloopen, eer en bevoorens gezegde capitale fomme van vijf en twintig duizend guldens herwaards konde worden overgemaakt, dat het de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers gratjeufelijk moge behagen aan den Re-  2Q November 1796. Requeftrant eenen termijn uitftel van veertien da* gen, of wel uiterlijk van drie weeken te verleenen, om deszelvs verfchuldigde achterftedige penningen in 's Quartiers casfa over te doen brengen en te betaalen. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na gehoudene deliberatie goedgevonden het verzochte uitftel voor den tijd van drie weeken uiterlijk en peremptoir te verleenen, zulks doende bij deezen. Op Requefte van Derk Jacobs; Is goedgevonden bij 's Quartiers refolutie van den 18 Mai laatstleden te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. Op Requefte van de Ingezetenen des Dorps Ommeren, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen van de dubbelde extraordinaire Verponding, en '5often Penning té mogen worden geëxcufeerd; • De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden in het verzoek, bij'den Requefte gedaan, te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Aaa 3 Op  sp November 1796. Op Requefte van C. Burgers, verzoekende dat in het betaalen der extraordinaire Verponding van zijn Huis en Hofftede te Meinerswijk, te hoog in de ordinaire Verponding zijnde aangeflagen , in gelijkheid met zijne meedeburgers moge werden behandeld. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden het zelve te Hellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om hier op na bevind van zaaken in naame van het Quartier te disponeren. Is ter Vergadering voorgebragt een Request van eenige Ingezetenen des Quartiers van Zutphen, houdende addres aan de Volks-Vertegenwoordigers des gemelden Quartiers, en door het voorzittend Lid van het zelve aan het voorzittend Lid deezes Quartiers ten fine van deliberatie overgegeeven, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen van de betaaling van de dubbelde Verponding van hunne landerijen, in den Quartiere van Nijmegen gelegen, te mogen wezen bevrijd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden bij het Placaat van den 30 September laatstleden, op deeze heffinge geëmaneerd, te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt mits deezen. Het  29 en 30 November 1796. H et Request van JVI. van Megen, Pagter van den impost op de Schaapen over het jaar ingegaan i°. Julii 1794; Van Jan van Haren en andere Ingezetenen van Over- en Neder-Asfelt: en van gewezene Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5oaen penning over de Stad en Schependom van Nijmegen; Zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en daar op te dienen van confideratien cn advijs. Woensdag den 30 November 1796'. "Verlezen de Requeste van de Ingezetenen van Millingen en Pannerden, houdende, dat dezelve thans wederom den 5often penning benevens eene dubbelde Verponding moetende betaalen door Commisfarisfen tot derzelver ontfangst aangefchrcven waren, om die belasting te Eist te koomen voldoen ; verzoekende vervolgens om de daar bij vervatte redenen te mogen zijn gedispenfeerd om die penningen te Eist te gaan betaalen, en permisfie om ieder in hunne Dorpen, Ontfangers te mogen aanftellen, ten einde die penningen te Pannerden en Millingen in te maanen, mits zich onder Eede verbindende ingevolge de Inflructie, en Aaa 4 die  3 Bbb aan-  i December 1796. aanbieding van Broederfchap, in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 1 December 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen: Ter ordonnantie van dezelve. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen , en van tusfchen Maas en Waal, bij het fcheidcn der Vergadering; Is goedgevonden opzichtelijk het nijpend bezwaar van inkwartiering, waar onder het Quartier gebukt gaat, te fchrijven aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, met auctorifatie op het praefehte Lid of Leden der Gedeputeerden ter Financie om 8e door den Secretaris te concipicrene misfive tè refumeren, en na refumtie te laten afgaan. Volgt de Misfive. ■ rif;r; Vrif-, c  i December 1796. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap.Burgers Repraefentanten. De Opgezetenen ten platten Lande langs de Maas- en Waalkant in het gedeelte, van dit Gewest, genaamd het Quartier van Nijmegen, hebben van tijd tot tijd aan ons voorgedragen de drukkende last van inkwartieringen: Edoch bij onze tegenwoordige Vergadering verheffen zich die klagten thans algemeen. Wij penetreren ligtelijk, dat dit Gewest, en bijzonderlijk het Quartier van Nijmegen , door deszelvs politique fituatie verft.rekc tot een voormuur van den Staat, en daar door aan de onvermijdelijke Oorlags-fchadens, en gevolglijk ook aan de aanhoudende inkwartieringen, het eerst en het meest van allen is blood gefield; Gelijk dan .ook reeds in September 1794 de Ingezetenen door de vreemde Troupes der gecoalifeerde Mogendheden en eigen armeeën zijn uitgemergeld geworden door roof, brand, plunderingen en geweldige, doch noodzaaklijke , confumtien, zonder tot nog toe eenige vergoedinge van die fchadens bekomen te hebben; en bij dit alles in het laatst van den jaare 1794 en 1795 de FranBbb 2 fclie  i December 1796. fche Armée eenen geruimen tijd hebben moeten helpen voeden, om nu van de zeer enorme requifitien ten behoeve van dezelve en opgedwongene Adfignaten , waar van tot op dit oogenblik nog geen enkelde penning heeft kunnen gerembourfeerd worden, niet te gewagen. Dan hoe zeer ook de Opgezetenen deezes Quartiers zich de langduuriger inkwartieringen der Franfche Broederen boven andere diftricten deezer Republicq, welkers Ingezetenen gerust in hunne wooningen blijven zitten, moesten getroosten, zijn wij echter alnu, daar dezelve reeds een zoo geruimen tijd verpligt zijn geweest de langs de Maas en Waal cantonnerende Bataavfche Troupes te huisvesten, en zulken nijpenden last zoo onevenredig niet langer kunnen dragen, niet zonder reden bedugt, dat veele van dezelve hunne haardfteden zullen verlaten, en zich op een ander territoir neder zetten om hunnen totalen ondergang te omgaan. En het is daarom , Burgers Repraefentanten, dat wij ons in de onvermijdelijke verpligting bevinden ULieden in derzelver hoogwigtige deliberatien te moeten interrumperen , en met allen ernst en aandrang te verzoeken, dat het UL. moge behagen het daar heenen te dirigeren, dat de Op-  i December ^796. Opgezetenen ten platten lande langs de Maas- en Waalkant, die drukkender en ongelijker dan andere lnwooneren met inkwartieringen zijn bezwaard geweest, en alnoch bij aanhoudenheid belast blijven, hoe. eerder zoo beter daar van mogen worden bevrijd op zoodanige manier, als GijL. in uwe wijsheid zult raadzaamst oordeelen. Burgers Repraefentanten Wij bevelen UL. hier meede in Gods heilige befcherming. Gefchreven te Nijmegen den 1 December 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder góede Vrienden De provifionele Volks Vertcgenivordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. JOH. in de BETOUW.   REGISTER O P D E R£SÜI,ÏJTlEKr. Academie. datum. megen difficukeert" in het toeleggen van een nieuw fubfidie aan dê Gelderfche Academie. . . 23 Febr. Ampten. Klagten over willekeurige ontzettingen uit Ampten.', 22 Januar. Vernietiging van 't geen wegens de Quartierlijke Vergaderingen aan den Secretaris der Gedeputeerde Camer van ouds was toegelegd. . . 13 Maart. Het Ampt van Commis des -. Quartiers ter Generaliteit genortificeerd. ... 13 Maart. N. van Ever dingen aangefteld tot Ontfanger van den impost op de gebrande Wijlen en Tabak over de Stad m lande van Buuren. . . 23 April. Bbb 4 Ook  Register. datum. Ook tot Ontfanger van den impost op de Wijnen aldaar. 6 Mai. . Tractementen en emolumenten van Quartierlijke Amptenaaren bij vacature te diminueren. . ... 3 Junii. Vermindering van eenige der zeiven. . . . 4, 21 Octob. D. Ferweijde aangefteld tot Ontfanger der Middelen over het Bommelfche Comptoir. 3 Junii. Ampt-Geld, Bij de restitutie van het Amptgeld moet de originele Obligatie worden ingetrokken, het zij die in handen is van den gewezen Amptenaar, of van een ander, . 21 Januarii. Verfchuldigd Amptgeld , des noods, met adjunctie van den Fiscaal in te vorderen. 21 Januarii. Dispenfatie van de betaalinge van het Amptgeld verleend aan den provifioneel aangeftelden Richter van Nijmegen. . . . 12 Maart, Ampt-  • Register. datum. Amptgelden te diminueren na rato van de verminderingen der tractementen. . 3 Junii. Voet en wijze, op welke het Amptgeld aan ontzette Leden behoort gerestitueerd, en door de op nieuw aangeftelde betaald te worden. 22 Oct. 29 Nov. bodens. Eén der vacerende Bodensplaatzen gcmortificeerd. . 20,21 Jan. 12Maart. De toelage voor vier reizen der Bodens na 's Hage ingetrokken. . . 20 Januarii. Boe tens. De boetens op het frauderen van gebrande wateren wederom bepaald op den voorigen voet. . . 4 Octob. Bommel. De Gecommitteerdens van Bommel infteren, dat de Quartiers Vergadering binnen Bommel werde uitgefchreven. . . . • 20' Febr.  R £ g i' s t e r; • datum. Aan den Pagter van het veer te Bommel verleend voorfchriftelijke brieven, aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfehap te Lande. . 26 Mai. •Vfirr.) „ ace.v;a;ia co cb •;.-».>.. ;,a liuu r e n. De Quartierlijke imposten volgens het 4de articul van ; het Convenant meede -te verpagren over de Stad en Lande van Buuren. . - . 11 Maart. Aan de Municipaliteit van Buuren voor Jura of Leges wegens het bijwoonen der Verpagting van den impost op de gebrande wijnen en gedistilleerde wateren toegelegd 50 guldens, en aan' de Bodens' voor het afflaan 5-4-: ... .6 MaL; «61 Julii. Misfive aan het Landfchap Buuren over de betaaling bij anticipatie van het bij. Contract van inlijving uitgeloofde redemtie-geld. . 18 Mai.  R E G I i> T E R.' datum. Het recht van inlijving van Buuren in Gelderland behoeft niet eeniglijk gezocht te worden in het Graaflijk of Hertoglijk feodaal recht; maar daar in , dat Buuren oudtijds is geweest een gedeelte van het Quartier. . . . 5 Octob. Of die rechten geconfide- . reerd moeten worden als vervallen , door dien Buuren door de Franfche Republicq jure belli is geacquireerd, en door dezelve aan de Bataavfche Republicq bij Tractaat gecedeerd. . . .• 5 Octob. Of die ceslie aan de Bataavfche Republicq zich verder kanuitftrekkcn, dan tot rechten dié de voorige Heeren van Buuren hebben gehad; En andere territoriale quaeitien. . . . . 5 Octob. Commissie-Gelden. Comparitié-gclden aan het plat-  Register. dat tuil' platte land verleend van i°. Julii 1794. ... 22 April. Aan Leden, op den Landdag abfent, edoch in dienst van het Quartier geweest zijnde, onverminderd de refolutie van den 6Aug. 1795, Ordonnantie van betaalinge verleend 23 April. Gecommitteerdens benoemd tot onderzoek der uitgaven wegens vacatiën en Commisfien , en welke bezuiniging en fpaarzaamheid daaromtrent zoude behooren te worden geïntroduceerd. . . . 1 Octob. Rapport van dezelven . 4 Oct. Cuilenburg. Die van Cuilenburg begeerenin Gelderland, Quartiere van Nijmegen , te worden ingelijft, onder voorbehoud van jurisdictie en particuliere directie in het domeftique en financiële. . . 4 Junii. Cui-  I Register. Cuilenburg, van ouds een gedeelte van deeze Provincie hebbende uitgemaakt , en door aankoop een eigendom van de Ingezetenen deezes Quartiers geworden, behoort onder Gelderland te verblijven met betrekking tot het territoir, en aan het Quartier van Nijmegen in het financiële. ... 5 Octob. Diaconie-Goederen. De befchikking over de Armen-oortjens overgelaten aan de plaatzelijke regecringen. .... 20 Mai. Domeinen. Propofitie om te doenverkoopen eenige Dominiale goederen , «.tot voldoeninge van het Provinciaal aandeel in de Petitie van 60 Millioenen. . . 28 Mai. Eei>  R E iG I S T E R. datum. ! Eed. - Stemgerechtigden kunnen volftaan met het tekenen van een Declaratoir, in plaats van het praesteren van den lijflijken Eed. . . .15 Febr. De Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd van de Commisfarisfen tot den ontfangst afte neemen den Eed van de door hunL. gedaane betaaling van den 50(101 penning. . . 8 Maart. Meede geauctorifeerd om de Eeden, bij 's Landfchaps refolutien van den 19 Maart en 17 Augusti 1796 vastgefteld, van de Amptenaaren , Quartierlijke Ampten bekledende, af te neemen. . 14 Scpt. Rapport van dezelven. . 2,2 Oct. Fin ancien. 1 : **> -sof] M 00 ' fl sb fli De Staat van Financie behoort voor 's Volks oog niet geheim gehouden te worden. 10 Maart. ' De -  Register. datum. De inkomden des Quartiers (i) beftaan $in ' " (O De inkomftenvan het Qnartic: moeten ïvet ten ytiUlh woriieii gerekend, zoo als die iu.de Kwellingen voor ontfang,-wallek ingebragt, cn in de Rollen van Verpagtinge te boek ftaan; Maar daar van moeten Worden afgetrokken zekere raste' refminderingen tot ieders rifpect behoorende, welke jaarlijks, mejer ten worden goedgedaan of uitgekeerd: bij voorbeeld. i. De Generale MidMen i en het' Bezaai) en Hoorngeld, zijn maar te berekenen tegens 1-5-: ieder pagtgulden, ak-go de ftniyer per gulden voor de Predikanten daar vag afgaat.Ook moeten hier van afgetrokken worden het.ï part .voor de Steden; de tractementen der Ontfangers, en eenige furpïtl/ïn van het Bezaaij en Hoorngeld. ■ ■. i. De imposten op de Gtbrfinde M'j'Kn en Tabak moeten worden berekend tegens 1-5-: de pagtgulden, om dat de ftuiver per gulden alm eede daar van afgaat, aan de Predikanten. Noch gaat daar van af j vanïle helft, of jT5 van liet, resterend geheel voor de Steden. .... ..t Gelijk ook aan de Steden competeert de 30 pet. uit dén impost op de Gebrande Wijnen en- gedistilleerde WaterenJ Ook moeren hier van afgetrokken, worden de tractementen der Ontfangers ad ij pet. .der 70 pet. voor het Quartier. Van de zuivere floten van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien gaat al' het tractement van den Out&nger ad if pet. , ■. , ,„ .V,Cj v' i» ,'. Van het Klein Zegel moeten worden afgetrokken de onkosten van het papier, en tractementen van den Commisfaris eiv Zegelklopper. ,'ii.V flOj>;£[ CC di 13lJlGuQ Van het Ampfgeld het traetpment van den Ontfanger ad ï pet. 3. De ordinaire Verponding komt met | Huiver in 's Quartier cas; terwijl de andere 1 ftuiver voor de Predikanten, en £ ftuiver voor de Vroedvrouwen daar van afgaat. Ook moeten hier van afgetrokken worden de Tractementen der Ontfangers. Voorts behooren te worden afgetrokken de onkosten vallende op het doen der Verpagtingen met den aankleven randien, enz.  Register. » datum. i°. In het product der Ordinaire generale Middelen. a°. In het product der£a-traordinaire Middelen; als de Imposten op Gebrande Wijnen, Tabak, alienatien en Collaterale Succesfien , Zegel, Ampten. 3°. In het product der Ordinaire Verponding. . 17 Mai. De inwendige en huisfelijke lasten des Quartiers beftaan in de betaalinge. 10. Der Los- en Lijfrenten; der Generaliteits Renten ; der interesfe van de Capitalen, die op het Subfidie van de Barrière zijn geaffecteerd geweest; der Tractementen en andere onkosten. 20. In het aandeel van het Quartier in de lasten van de Unie, nu Nationale lasten. 17 Mai. Fiscaal. De Fiscaal van 's Quartiers  R e g i s t e r. datum. tiers Financien geauctorifeerd tegens die van Pannerden en Millingen, welke de invorderingen van 's Quartiers imposten verhinderen, te procederen. . . 20 Januarii. 18 Mai. De Fiscaal gelast te inquireren, en vervolgens te procederen wegens contrayen-. tie van 's Quartiers impost van 't Klein Zegel. . . 28 Novemb. Gedeputeerden ter Financie. Gedeputeerden verzocht te adviferen , welke bezuinigingen redelijker wijze zouden kunnen worden werkflellig gemaakt omtrent de Commisfien in de binnenlandfche Deputatie. . . . 21 Januarii Opgave van het gedisponeerde door de Gedeputeerden ter Financie op Requeften aan dezelven gerenvoij- eerd 17 Mai. 2. Ccc Or-  Register. datum. Ordonnantiën , betekend door drie Leden, zullen mogen worden uitgegeeven, en daar op betaalinge gedaan, in presfante gevallen. . 18 Mai. Tot betaaling der interesfe van de Tontine - Loterije te emploieren de Clerquen ter Secretarie. . .; %, . 16 Julii. Geene particuliere protesten van Steden of Ampten mogen in de advijzen der Gedeputeerden, bij het Quartier gerequireerd, in aanmerking koomen. . . 13 Aug. De Gedeputeerden ter Financie zijn niet comptabel, en dienvolgens admisfibel verklaard ter Quartiers Vergaderingen. ... 5 Octob. Verzocht de post van ƒ10000 : op den ftaat der lasten en inkomften in het vervolg te fpecificeren. . 5 Oct. Ge-  R e P i s t e r. datum, Generale Middelen. Confent in de Generale Middelen. .... co Mai. Godshuizen. Het gebouw, tot bewooning gedestineerd voor de oude Burgeren te Nijmegen, vrij verklaard van de betaaling van den 5often penning. 11 Febr. De Fondfen van het Armen-Kinderen Weeshuis te Nijmegen zijn alleen uit de liefde-giften van de Gereformeerden herkomftig , en deriveert het gezegde Huis zijne fundatie alleen van dezelve 18, 23 Febr. 25N0V. Het Burgeren - KinderenWeeshuis te Nijmegen, oorfpronglijk tot opvoeding van twaalf Kinderen , wier Ouderen zes jaaren Burgers wa- * ren geweest, gedicht, is uit een klein beginzel, door de goede directie der Proviforen groot geworden. . j8, 23 Febr. 25 Nov,  R É G I STEK. datum. Op die Huizen zijn ten allen tijden Kinderen van, onderfcheidene Gezindheden opgenomen. . . ' 18,23 Febr. 25 Nov. De Proviforen zijn van ouds geweest ad vitam, en is, in cas van vacature,' de fuppletie van dezelve gefchied op nominatie van Proviforen, en electie van den Raad. 18,23 Febr. 25 Nov. Godsdienflige fundatie der Ellendige en andere gevoegde Broederfchappen binnen Nijmegen, gefchikt tot onderhoud der Armen, en eigene electie der Proviforen iri cas van vacature, zonder nominatie. . ... .16 Julii,,25 Nov. Fundatie van het oude Burgeren Gasthuis aldaar. . 10 Aug. 25 Nov. De Publicatie van den 30 Aug. 1796, gefundeert op het Decreet der Nationale Vergadering van den 5 daar te vooren, behoort, meede ten aanzien der Godshuizen, naauw-  Register. datum. naauwkeuriglijk te worden geëxecuteerd. ... 5 Oct. 25 Nov. Gratificatiën. Zonder confequentie voor eens een douceur of gratificatie geaccordeerd. . . 20 Mai. 13 Aug. 10 Sept. Heerlijkheden. Advijs van de Gecommitteerdens van Bommel over de Heerlijkheden, releverende van Buitenlandfche Leenkameren. . . « 3 Oct. Imposten. De impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren voor drie jaaren te verpagten. . . 20 Jan. 20 Febr. 13 Maart-, 1.4 Apr. Gedifficulteerd in het verleenen van vrijdom van imposten op confumtive wharen voor 's Lands Armée. 13 Julii. Lijst van nieuwe te introducerene imposten tot vinC c c 3 ding  Register. datum, ding der interesfe Van de Capitalen uit de geforceerde • Negotiatie gefproten. . 10, 13 Aug. De exercitie eener grutterije ten platten lande in Thielre-waerd geaccordeerd, mits betalende dezelvde impofitien , als door de Grutters in de Steden moeten voldaan den. ... 29 Sept. Gepermitteerd het zetten van een Rosmolen te Dreumel. . . . 23 Nov. Misfive aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande om voorzieninge te doen, ten einde de Militairen zich koomen te wachten van te frauderen 's Lands imposten of meede te werken ên behulpzaam te zijn in het plegen van fmokkelarijen door anderen. ... 22 Octob. Ker-  Register. datum. Kerken. Addresfen van Roomfchgezinden tot bekooming van Kerken en Kerkengoederen, geheel of ten deelen. . 21 Januarii. Gedifficulteerd in een bijflag tot opbouw van de Kerk te Meteren. ... n Maart. Gebruik der Kerk te Beek gedeeltelijk aan de Roomfchgezinden ingeruimd. . 12 Maart. Commisfie tot onderzoek der bezwaaren van de Roomfchgezinde Gemeentens te Burgharen, Altforst, Batenburg, en Leeuwen , wegens Kerken, Geestelijke en Armen-Goederen. . 3 Oct. 30 Nov. Kerken van alle Gezindheden van Verpondinge vrij verklaard. . . 10 Sept. Lakemond. Lakemond, een gedeelte van het Schependom van Wageningen zedert het jaar 1539, Ccc 4 eer-  R b g i s t e r.- datum, eertijds eene Buurtfchap des Kerjpels Randwijck, behoort onder het Quartier van Nijmegen ten aanzien van de heffinge der financiële Middelen enz. . . ia Sept, i Dec, • Een Bode des Quartiers na Lakemond te zenden tot het afkondigen en aanplakken van eene Ampliatie van de Ordonnantie op den jmpost van het Klein Zegel. 12 Sept, Landdagen. De Gedeputeerden geauctorifeerd de Ordonnantiën wegens de Comparitie-gelden ten Landdage over 1795 met het half jaar te de? pechereq. . . , 15 Febr. 22 Apr. 16 Julii. Het Provinciaal Collegie verzocht eenen uitgefchreven Landdag te anticiperen. 6 Mai,  Register. datum. Militie. De Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd de noodige voorzieninge te doen tot betaaling der fubfidien en foldijen aan de Meklenburgfche troupes. . . . 21 Januarii. Aan de Franfche troupes in foldije van de Republicq. 8, 13 Maart. Ook tot licendatie van de Zwitzerfche troupes. .. 13 Maart. Misfive aan de Nationale Vergadering over het aanhoudend en nijpend bezwaar van inkwartieringen. . 1 Decemb, Momboir. Den Momboir gezonnen tot voortzetting eener procedure. 15 Julii. Monopolium. Monopoliën zijn ftrijdig met de rechten van den Mensch en wel begrepen Gelijkheid: en wanneer de kracht van dit ftelzel verdwijnt. . . . 14 April. 4 Junii.  Register. datum. Nationale Vergadering. De Dagbladen en Decreten van de Nationale Vergadering te ontbieden , en te fcponeren ter Camere van Financie. . . . 13 Maart. Misfive aan de Nationale Vergadering over den Financielen ftaat des Quartiers. 23 April. Misfive aan de Nationale Vergadering over de inlijving van Buuren in dit Quartier ten aanzien van het Financiële. . . . i? Mai. Misfive aan dezelve over het onvermogen door de rampen des Oorlogs om 's Quartiers aandeel in de gepetitioneerde 60 Millioenen promptelijk te kunnen voldoen. 4 Junii. 13 Aug. Misfive over de Subdivifie der Provinciale Quota tusfchen de drie Quartieren in de ordinaire en extraordinaire Generaliteits- en Provinciale, nu «  Register. datum. nu Nationale en Geivestelijke lasten. .... 30 Sept. 22 Nov. Misfive over het aanhoudend en drukkend bezwaar van inkwartieringen, met aandrang op fpoedig redres, en voorziening , dat dit Quartier , en in het bijzonder het platte Land , voortaan bevrijd moge blijven. . . 1 Decemb. Ne der - rh ijn en IJ s sel. Verzanding van den Rhijnmond bij Schenkenfchans. 29 Nov. Oorzaaken der verzanding, en nieuwe mond bij Pannerden. ... 29 Nov. Dijkgevaarte,-door Drusus gelegd, door Claudius Civilis ter neder geworpen. 29 Nov. Conventien tusfchen Gelderland, Utrecht en Overijsfel in den jaare 1706; tusfchen Gelderland, Holland, Utrecht, Overijsfel en Cleeffche Regering in 1745, en 1749»  Register. datum. 1749, cn tusfchen Gelderland en Holland benevens de . Cleeffche Regeering in 1771 gefloten om de verdeeling der wateren van den BovenRhijn op deszelvs takken in eene evenredige proportie en behoorlijke directie te houden tot voorkooming van overftroomingen, en ter bevordering van de vaarbaarheid \ der Rivieren. . . 12 Febr. Voet en wijze, waar na tot onderhoud der Dijk- en Waterwerken wordt gecontribueerd. En wel Metbetrekking tot de Kriben Pakwerkeh in het Pannerdenfche Canaal, en Tsfel: tot de Boven-Spijkfchen Dijk, en Boven - en Beneden - Spijkfchen oever. Bijlandfch Canaal, mond van den Nederwaal, nieuwen mond van den Neder-Rhijn en Tafel. Ouden Rhijnmond, Bot erdijk ,  Register. datum. dijk , en Osfienwaerdfchen Dam. . . . 12 Febr. De directie deezer werken, voorheen waargenomen bij eene Commisfie ter ben efic erin ge van den Neder-Rhijn en Tsfel, thans gedemandeerd aan het Provinciaal Collegie. . 29 Nov. Het aandeel van Utrecht in het Overijsfelfche zal in het vervolg door Utrecht worden gedragen. . . .29 Nov. De kosten tot de werken ter beneficeringe der Riviermonden van Neder - Waal, Neder-Rhijn en Ysfel in het vervolg te betaalen uit de Dominiale cas. . . 29 Nov. Het Quartier van Nijmegen heeft tot de voorfchreve werken niet meerder gecontribueerd als een gerecht derde gedeelte, zijnde het deficit aan de gewoone Quota uit de Domeinen gefuppleerd. 12 Febr. 29 Nov. Ne-  Register. datum. Negotiatie. Goed, in fideicommis bezeten , van de geforceerde Negotiatie geëximeerd onder eenige bepaalingen. . 21 Januarii. Het Capittèl der Canonici van S1. MartenteCrancnburg zijn gehouden wegens hunne goederen, in dit Quartier gelegen, te contribueren in de geforceerde Negotiatie. . 18 Febr. Prolongatie van den' termijn tot furnisfement. . 8 Maart. 5ofte Penning moet worden betaald van gemeenfchaplijke boedels, offchoon te zaamen geen ƒ 2000: koomen te bedragen. . . . -8 Maart. De Kellenaar van Putten is gehouden dubbelde Verponding te betaalen in plaats van 5ofte penning, van de goederen der Abtdije Abdinkhof te Paderborn, gelegen in Thielre- én Bommelre-waerden. . . 26 Mai. Com-  Register. datum. Commisfarisfen gelast het gewerkt zilver en goud na de Munt te verzenden, en niet tegens geld te laten verwisfelen. . . - 8 Maart. De Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd de Re- . keningen van Commisfarisfen van den 5often penning, van Esfaijeurs enz. te voldoen. 4 Octob. Verfchotten van geldkisten, floten, fchrijfbehoeftens enz. te reftituèren. ... 8 Maart. Misfive aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfcbap te Lande wegens het overzenden van den 50ften penning. . 10 Maart. Aan de Ingezetenen van Hedel geremitteerd de boete, geincurreerd wegens verzuimde betaaling van den5often penning. . . 30 Mai. Tegens de 'geenen, welke in gebréke blijven den 501*011 penning, en dubbelde Verpon-  Register. datum. ponding van de ongereede goederen der Uitheemfchen, te voldoen, bij parate executie, gijzelinge enz. te procederen. . , . . 8 Maart. 16, 23 April. 10, 16 Sept. 24 Nov. Confent in de heffing van eenen tweeden 5often penning van het zuiver beloop van alle eigendommen en bezittingen, 't zij rentgeevend of niet, en dubbelde Verponding boven de ordinaire. ... 17 Sept. Ordonnantie op de heffing van dezelve; inflructie voor Commisfarisfen enz. . 30 Sept. Ampliatie der Ordonnantie. 24 Nov. Protesten tegens de wijze van heffing. ... 30 Sept. 24 Nov. Aan Commisfarisfen tot den . ontfang der dubbelde Verponding toegelegd l per cent in plaats van \ pet. .. . 24 Nov. Com-  Register. ' . datum. Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5often penning zullen de gehoudene Lijsten en Notitien na afloop van den tweeden termijn verzegelen, en in tegenwoordigheid van het Lid der Gedeputeerden in loco verbranden. . . 24 Nov. N ij me ge n. Protest van Gecommitteerdens van de Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, en van Tusfchen Maas en Waal tegens den toeflag van den verkoop van den Burg, het alleroudst en vermaardst Monument op den grond der Bataavfche Republicq. . . . IOj l6 Febr> Aangelegd door de Batavieren zeiven , of door de Romeinen , die het eerst hier te Lande gekoomen zijn ; Doch door invafien in de Midden-eeuwen menigwerf verwoest, en herbouwd. i0j I(5 Febr. 2. Ddd Ilet  Register. datum. Het Quartier van Zutphen protesteert meede tegens deezen toeflag, wegens het onevenredige tusfchen den koopprijs, en de immenfe quantiteit duiffteenen aan de Colosfale muuren en Tooren. . . » . 10 Febr. De beide zoo genaamde Heidenfche Capellen , die van den koop zijn afgetrokken , zullen, als Gedenkftukken der Oudheid, volgens Landfchaps refolutie van 30 Octob. 1795 blijven ftaan. 10, 16 Febr. Dezelve fchijnen Over-.. blijfzels te zijn van Fana, in welke de openbaare Offerdienflen en raadplegingen der Godheid, zonder welke niets van gewigt ondernomen wierdt, uit den naam van het Volk door de Priesters plagten te gefchieden. . 10 Febr. Door de fchikking van de zelve tot den Christelijken Gods-  Register. datum. Godsdienst in de agtfte, en bij eene herbouwing van den , Burg in de twaalfde eeuw, is de eerwaardige ftaat van Oudheid deezer Fana, en de gedaante der voorige inrichting, in veelerlei opzichten veranderd. . . 27 De Eerfte, bijna volmaakt gelijkende na een Fanum der Romeinen in het Gebergte van den Elfas, in ruinen aldaar te zien. . . IO Yebr. De Tweede, gedeeltelijk gefloopte, fchijnt met deszelvs halfronde duiflteene muur inden Burg vasrgehecht en verbonden te zijn geworden ten tijde van Carel de Groote, wanneer het bovenfte gedeelte wierdt gefchikt tot uitoeffening van den Christelijken Godsdienst. . . p gepti Het Oudtte -Faman of Sacellum, op de Winsfelingfché Waerden is in de Waal wegDdd 2 ge-  Register. datum. gefpoeld. . . 10 Febr. Fragmenten der Oudheid uit het zelve aan Vorst Maurits van Nasfau, Stadhouder van Cleve, vereert. . 10 Febr. Ruinen van zulke-grijze oudheid, hoe onregelmatig en wanvoeglijk zich die ook mogen voordoen-, behooren, gelijk elders gefchiedt, bijzonderlijk alhier , immers voor zoo verre het wezenlijk antique aangaat, te blijven geconferveerd, en voor het Nakomelingfchap aan hun nootlot overgelaten. . 16 Febr. Uitlegging van een eerwaardig Gedenkteken van L. Cornélius Licinius, Veteramis van de XXftc Keurbende der Romeinen, benevéns \ andere fragmenten van Grafen Altaar-Steenen en infcriptien bij de flooping ontdekt. 27 Mai. Legerplaats van deeze XXaa • en  R e g '.. i s t e !r. datum. en andere Romeinfche Legioenen hier te Lande. . 27 Mai. De Graven en Hertogen van Gelre hebben den al ouden Burg niet in eigendom, maar in Pandfchap bezeten. 10 Febr. Het terrein of oppervlakte van den afgebroken Burg met de Jurisdictie, voor zoo veel noodig, en de beide Fana of Sacella enz. zoo als al het zelve aan de Provincie verbleven was, aan de Stad Nijmegen gecedeerd tot genoegen, en ten gemeenen gebruikc van de Burgeren en Ingezetenen. . . 27 Mai. Van deeze Ceslie moet de impost op de alienatien worden voldaan. . . . 27 Mai, 14 Julii. Mortificatie van de tractementen der vervallen Posten van Concherge en Portier, ten voordeele der Domeinen. 30 Nov. Ddd 3 Obli-  Register. , i datum. Ob ligatien. Vermindering der kosten bij de overtekening van Quartierlijke Obligatien. . 13 Maart. Refolutie van den 17 Julii 1795, omtrent het ten achteren blijven met betaaling der interesfe op de Comp1 toiren der Verponding, ingetrokken. . . 14 Sept. Loten uit de Tontine Loterije in Recepisfen te converteren. ... 9 Maart. Intrekking der Recepisfen tegens Tontine-brieven. . 18 Mai, De betaaling der interesfe op dezelve, en op Obligatien, uit de Tontine Loterije gefproten , gebragt óp' het Comptoir van het Klein Zegel. . , , ' . 25 Junii. Recepisfen van gefurneerde 5oac penning in te wisfelen tegens Obligatien. . 12 Sept. 24 Nov, De betaaling der interesfe v van Obligatien , gefproten uit  Register. datum. uit Recepisfen van gefurneerde50!Kpenning, gebragt op het Comptoir van den 8o !een andere penningen. 10 Aug. Ontfangers. Ontfanger van de Middelen over het Bommelfche Comptoir van zijnen post ontflagen. ... 8, io, 12 Maart. Ontfangers-Rekcningén af te hooren door de Gedeputeerden ter Financie ten bijwezen van alle Leden, des Quartiers. . . . 10 Maart, 10 Aug. Cautie voor den Ontfangst van den impost op de Gebrande Wateren en Wijnen over de Stad en Lande van Buuren. . . .18 Mai. Gedifficulteerd in het verzoek van Ontfangers der Verponding tot prolongatie van de parate executie tegens gebrekige Collecteurs. • 20. Mai. Ddd 4 Over-  Register. datum. Overstemming. In materie van alienatic en diffractie van Dominiale goederen heeft geene overjlemming plaats. . . 10 Febr. Provin c iaal Collegie. Misfive aan het Provinciaal Collegie om te hebben voldoening van het restant der twee tonnen gouds uit de Dominiale cas aan het Quar-. tier geaccordeerd. . . 25 Junii. 28 Sept. In fractie en feitelijke onderneeming tegens eene refolutie van de Landfchap herfield met meedewerking van het Provinciaal Collegie. 9 Aug. Misfive aan het Provinciaal Collegie over het inzenden van den Financielen ftaat des Quartiers aan de Commisfie tot het ontwerpen van een Plan van Conftitutie.- .13 Sept. Quar-  Register. datum. Q u artier. Propofitie om eenen afzonderlijken Clercq voor het Quartier aan te ftellen, gelijk bij de twee andere Quartieren plaats heeft. . 22 Januarii. 15 Febr. Protest van de Stad en Schependom van Nijmegen tegens de verkiezing van eenen Voorzitter uit de Stad Bommel. . . .8, o-Maart. Voor Vacatie- en Commisfie-gelden zullen geene Ordonnantiën worden verleend , dan op gewoone Quartiers-Vergaderingen. 10 Maart. Staat van 's Quartiers lasten en inkomften. . 17 Mai. Dorpen, iets aan het Quartier hebbende voor te dragen , zullen zulks moeten doen bij Request of RemonJlrantie, en niet bij Propojitie. 13 Julii. Geen Pachters, of cornptable perfonen, mogen ter D d d 5 * Quar-  Register. datim. Quaniers-Vergaderinge worden geadmitteerd. . 8, 2(5, d j Aug. Quota. Misfive aan Hun Hoog Mogeniën de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden over het bezwaar in de gefubdivideerde Provinciale Quota, en in het flot van den 91 Artic. van het Reglement voor de Nationale Vergadering. ... 9 Febr. Verdeeling der Quotes in de uitflagen tot de waterwerken. . . . .12 Febr. Commisfie tot revifie der gefubdivideerde Provinciale Quota. . . . 22, 23 Febr. Misfive aan de Nationale Vergadering, aan welke, bij ontbinding van Hunner Hoog Mogende Vergadering, derzelver werkzaamheden zijn opgedragen, over den Financielen ftaat des Quartiers,  Register. datum. en deszelvs Quota in de fubdivifie. ... 23 April. Quartiers aandeel in dè 60 Millioenen moet worden gerekend na de tweederleij Quota der Middelen en Ver- . ponding. . . . 15 Ju^n* Tot voorkooming van executie door de Nationale Vergadering te verbinden's Quartiers aandeel in de Dominiale goederen der Provincie. 16 Julii. Misfive aan het Committé te Lande houdende fpecificatie van de gedaane betaalingen op de 42 Millioenen voor de adminiftratie te Lande 12 Aug. Misfive aan de Nationale Vergadering en verzoek,- dat geene Quartierlijke Quotes afzonderlijk , maar de Provinciale Quota in masfa, mogen worden uitgetrokken. 13 Aug^ Nadere Misfives over de Subdivifie der Provinciale ? * a Quo-  Register. datum» Quota in de ordinaire en Extraordinaire Generaliteits- en Provinciale, nu Nationale en Gewestelijke lasten. . 30 Sept. 22 Nov. Misfive aan het Committé • tot de algemeene zaaken van het BondgenootfchapteLan- . de om te fuperfederen met het afgeeven van Adfignatien op het Quartier. . . 30 Sept. 3 Oct. 26 Nov. Rekening courant door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande overgezonden van 't geene door de Provinciën en Quartieren is aanbetaald, en van 't geene, dezelve noch fchuldig zijn op de gepetitioneerde fommen. 4 Oct. Re missiën. Remisfien verleend van den impost op de confumtive Middelen. . . . 11 Maart. 7, 18, 19, 20 Mai. 14 Julii, 10 Sept. 22 Oct.  Register. datum. Van den impost op het Bezaaij. ... W Maart, a6 Mai, 2, -3 Junii. \ der pagt van den impost op de gebrande Wijnen. 23 April. Schadeloosftelling aan Pagters verleend. . . 7 'Mai. Van geincurreerde boete wegens wanvoldoening van den 5orte penning remisfie verleend. '. . «3° Mai. Remisfie van Armen-oortjes. u Aug. Requisitien. De kosten van geleverde requifitien voor de Franfche Armée, adfignaten enz. in deeze Provincie loopen veel hooger dan de Provinciale Quota in de daar toe geasfigneerde 10 Millioenen, welke door de gezamentlijke Bondgenooten tot afkoop van alle Requifitien zijn geconfënteerd ; en behoorde de verdeeling overzulks na' evenre-  R e g i ster. datum, redigheid onder de Provinciën te gefchieden. . 15 Julii. Propofitie van Gecommitteerdens uit het Provinciaal Collegie over de wijze, na welke de opgedronge Adfignaten, geleverde requifitien en geledene fchadens behooren te worden opgegeeven. 15 Sept. Misfive deswegens aan het Provinciaal Collegie. . 16 Sept. Richter. De Wetgeevende, Uitvoerende en Richterlijkc magt, welkers vereeniging het gevaarlijkite kwaad is voor eene Burgerlijke Maatfchappije, van elkandercn gefcheiden zijnde , mogen geen Richters fesfie hebben in de Vergaderinge des Quartiers. Wi Januarii. 8, 27 Aug. . Rijk-  Register. datum. Rijk van Nijmegen. De civile en criminele jurisdictie des Rijks wierdt van ouds nitgeoeffend op den alouden Heiferlijkcn Burg binnen Nijmegen. . . 10 Febi\ Secretaris. Emolumenten van den Secretaris des Quartiers. . 20 Januarii. De Gedeputeerden geauctorifeerd Ordonnantie te verleenen voor 't geen den Secretaris des Quartiers competeert voor het waarneemen der Quartierlijke Vergaderingen. . - . . 10 Febr. Zijnde het geene aan den r Secretaris der Gedeputeejde Camer bi] ieder Reces wierdt toegelegd, vernietigd. . I3 Maart. Posten in de Amptszettingen wegens het leveren van affchriften der Recesfen voor den Secretaris des Quartiers. 22 Oct. 23 Nov. De Post van Commis van  Register. datum. Financien met het Secretaris-Ampt der Gedeputeerde Camer provifioneel gecombineerd, en den Commis tot Secretaris aangefteld. . 4 Oct. Staat van Oorlog. De Staat van Oorlog is opgehouden mee den 1 Aug. 1795. ... 4 Octob. De begrootinge van allerlei onderhoud , defenfie en andere posten, die op de Staten van Oorlog plegen bekend te zijn , benevens alle verdere onkosten , tractementen met den aankleven Van dien, enz. doordeCommittés te Lande en van de Marine geformeerd, endoor de Nationale Vergadering gearresteerd, heeft met ip, Januarii aanvang genomen. 4 Oct. In die gearresteerde begrooting is ieder Gewest volgens de plaats hebbende Quota's aangeflagen. , 4 Oct.  Register. Steden. Aan de Steden competeert 30 pet. van den impöst op de gebrande Wijnen. . 9 Maart. En het § part der generale Middelen , binnen haar rechtsgebied geheven wordende. . . . 10 Septi Geene ongereede Stedelijke goederen mogen worden uit de hand verkocht, maar moet zulks bij openbaare diftractie aan den meestbiedende gefchieden; wordende gehouden als goederen vari Weezen. . 9 Sept, Taxatiën. De onkosten op de taxatiën van ongereede goederen tot voldoening van Collateraal enz. verminderd. . 10 Maart. Tollen. Wachtplaatzen van den Grooten Gelderfchen Tol in voorige tijden. . . 4 Junii, 2. Eee De  R e g i s . t e r. datum. De Landfchaps tollen te Thiel en te Bommel zijn onderfcheiden van den Grooten Gelderfchen Tol. ■ -., . < 4 Junii. . De Tol te Lobede aasden Furst van Cleve overgegeeven door Hertog Carel van Burgundien. . - . 4 Junii. Meurfche Pandtol ten profijte van de Landfchap ingelost 4 Junii. Anholtfche Pandtol is afgedeeld van den Grooten Gelderfchen Tol. . _ . 4. Junii. Rykfche Tol is van de Landfchaps tollen independent, en wordt als een eigendommelijk goed bij de Stad Nijme- 1 gen bezeten. . 4 Junii. Tractementen. Aan de Gecommitteerdens ter Generaliteit het tractement niet verder te verleenen dan tot den dag van de disfolutie van de Vergadering van Hun Hoog Mogenden. 13 Maart. Geen  Pv. E. G I S T E R. datum. Geen tractementen vroe- , ger te betaalen, dan van.den dag vamhet ingaan der Commisfien 7 Mai. Nadere opgave van tractementen en emolumenten dér Quartierlijke Beampten. . 17 Mai. In cas van vacaturen de vaste tractementen der Quartierlijke Ampten te verminderen, blijvende die der tegenwoordige Amptenaaren onverkort op den gewoonen voet. ... 3 Junii. Tractementen en emolumenten van de Gedeputeerden ter Finantie, van den Secretaris der binncnlandfche Deputatie , van de Ontfangers enz. verminderd, en verdere bezuinigingen. . . 4, 21 Octob. Tractement van den Commis der Financien gehouden voor vernietigd. . . 4 Oct. Supplement-tractementen der Predikanten van den GeEee s re-  Register. datum, reformeerden Godsdienst provifioneel te betaalen. . 12 Maart, 20 Mai. 4 Junii, 14 Sept, 3 Oct. Predikants-Weduwen-tractement geaccordeerd na exfpiratie van het jaar van gratie. . . . • 9 Aug. 150 jaarlijks toegelegd aan den Predikant van Herwen en Aart, tot dat de inkomften der Pastorie-goederen tot de congrue portie zullen zijn geaugmenteerd. . . 27 Sept. Verponding. De dubbelde Verponding bij parate executie te vorderen. ... 20 Januarii. Commisfarisfen tot den Ontfang van den goft«n penning zullen teffens de dubbelde Verponding ontfangen. 22 Febr, Meeting der Buiten-landen onder het diftrict des Bommelfchen Comptoirs tot aan-; flag  Regi s t e- r. datum. flag van dezelve in de Verponding ... si Januarii. 16 Septemb. Gemeente-gronden, grienden en gecultiveerde ftukken gronds enz. in de Verpondinge aan te flaan. . . 21 Januarii. Aanbetaaling van het achterftallige jaar der Verponding over het Bommelfchen Comptoir te bevorderen. 21 Oct. 23 Nov. Geen Verponding zal in het vervolg behoeven betaald te Worden van Kerk- gebouwen van eenige Gezindheid. i0 Septemb. Collecteurs der Verponding, en bij overlijden derzelver Erfgenaamen of Bloedverwanten, zullen tegens betaaling Copien authenticq van de Maanboeken en Lijsten aan de Succesfeuren moeten overgeeven. . . 30 Septemb. Dubbelde Verponding te betaalen door de Eigenaaren ' zeiven, en onder geenedei Eee 3 voor-  ■Register. •' datum. voorwendzel ten bezwaare der Bouwlieden te brengen. , 30 Sept. Zegel. De Commisfie van den provifioneelen Richter van Nijmegen ie expediëren op een competent Zegel. . 11 Maart. Verpagtingen, verhuuringen enz. van Dominiale goederen onder Buuren te doen fchrijven op behoorlijke Zegels. . . . . 15 April. Attesten van inrekeningen, folemnifatien van Huwelijken enz. met behoorlijke Zegels te voorzien. . .20 April. Doop - Attesten. moeten worden gefchreven op Zegels van vier ftuivers. . 18 Mai, Actens tot exercitie der Jagt in het jagtfaifoen te expediëren op Zegels, .bij de Refolutie bepaald. . . 15 Julii. Onder de exemtien van het ; Zegel zijn niet begreepen Re- |  Register. datum. Refolutien, Ordonnantiën , Rekeningen, Obligatien en andere Actens, bij de Dorpen wordende uitgegeeven. 20 April. De Schouten op het ernftigfte gelast te vigileren op het gebruik van. behoorlijke Zegels bij verkoopingen , verhuuringen enz. . . 10 Sept.  DRUK FEILEN. Datum Bladz. Rcg. {laat lees 20 Januarii i 14 in Berouw in de Betouw 3 1 Gedeputeerde, Camer Gedeputeerde Camer 8 17 fchuldig, mogte Ichuldig mogte 10 Februarii 3 3 önzachlijk ontzachlijk 13 Maart 6 g zoude zouden i 9 14 Leerraars Leeraars 15 April 3 7 Collecteur Collecteurs ï8 Mai 2 2j refolutien refolutien 20 S 2- den Middelen de Middelen 9 Junii a 3 genccestlteerd genecesfitce'd 13 Julii 6 n comfuhitive 1 • confumtive 16 8 18 verzieninge voorzieninge «7 Aug. 4. 13 daar te dienen da*rop;te diepeü 10 Sept. 3 6 contraventien conniventieit 12 4 12 jachten Jagtcn 16 6 ai Buiten-laadcn Buiten-landen 30 x- 5 Volito - . Volk 3 Octob. 3 6 deezen deeze 4 3 dat zoodane dat, zoodane r 5 22 Quar- Quartiers van Nijmegen 29 Novemb. 5 24 gefuppleerd gefupplcerd worden, 1 Dec. 10 !4 Vcrtegenwordigcrs Vertegenwoordigers Register. 22 20 Boven-Spijkfchen Dijk Bciieden-Spijkfchcn ^ OVERTOLLIGE WOORDEN DOOR DRUKFEILEN INGESLOPEN. Datum Bladz. Reg. 24 Junii a 21 NE' 29 Nov. 4 3 *e 1 Dec. 4 2! bc-           RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN JANUARII 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. 2. A   Praefente Leden des Quariiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HEES, NEDER.BOSCH, HATERT, OIJ EN LENT SCHEPENDOM. Willem Doelman, johannes van veerssen, Adriaan de Koning, Jan Teeuwissen. THIEL. cornelis taaij, Adrianus van Oosterhoudt, Carel Campagne. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Adrianus Fran?ois de Virieu , Henricus Schull. Platte Land. R IJ K VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté. A o OVER-  OVER-BETUWE. Gradus Roes, Derk Leenders, johannes aelbers, Hendrik Aelbers , johannes gl0ver, Wouter Rijnders. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET BATENBURG, HORSSEN, HERNEN, LEUR, BALGOIJEN EN KEENT. Jan Festen, Jan Steenbruggen , Hendrik Heijnen. NEDER-BETUWE. Johannes Brands, Joiiannes Bor. THIELRE-WAER D. Stei'hanus Petrus van der Meulen, Jan Margriet Franciscus van Everdingen. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  ip Jannarii 1796. Reces den Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Januarii 1796, het tweedejaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 19 Januarii 1796. De Steden - Gezanten , en die van het platte Land, ter Vergadering fesfie genomen hebbende, is, na verleezing der Commisfien, wederom goedgevonden de Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas, als van ouds gewoonlijk, te laten behandelen. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat tot Ordinaris Gecommitteerde ter Vergadering van Hun Hoog Mogende uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie is benoemd de Burger Cornelis Taaij, Lid van den Raad der Gemeente der Stad Thiel, verzoekende, dat deeze ten Landdags-Recesfe moge worden geinfereerd, en daar van de jrewoone Commisfie verleend. A 3 Ter  ip en 20 Januarii 1796. T er Vergaderinge voorgebragt zijnde eene Acte van den Raad der Gemeente der Stad Thiel, gegeeven den 17 deezes, waarbij de Burger Adrianus van Oosterhoudt wordt genomineerd tot Gedeputeerde ter Financie deezes Quartiers voor den tijd van één jaar, ingegaan den 6 deezer maand, en zullende eindigen met den 5 Januarii 1797. Is zulks voornotificatie aangenomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om gemelden Burger, als gewoonlijk , in eed te neemen , en fesfie te verkenen naar behooren. Woensdag den 20 Januarii 1796. Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergadering voorgedragen , dat de Burger Johan in Betouw, Secretaris deezes Quartiers, bij het einde van het gepasfeerde jaar volgens gewoonte ter Camere overgegeeven hadde een Request, ten fine van Ordonnantie, wegens het geene hem voor het waarneemen van de Quartierlijke Vergaderingen , in zijne qualiteit, als van ouds, was competerende, met bijgevoegd declaratoir, dat het geene hem thans was aankoomende , wegens de meenigvuldige gehoudene Vergaderingen, furpas- feer-  ao Januarii 1796. feercte 't geene in voorige jaaren hadde plaats gehad: Dat hij niet willende profiteren van de zonderlinge tijds onhandigheden, die zulks hadden veroorzaakt, aan hun Gedeputeerden overliet daaromtrent zoodanige bepaaling te maaken, als zij oordeelen zouden te behooren, 't welk hem allezins welgevallig zoude zijn, en waar bij de RaadSecretaris der StadNijmegen L. de Beijer, voor zoo veel hem betrof, zich hadde gevoegd, hebbende denzelve bij den omkeer van zaaken in Januarii en Februarii de voorfchreve Vergaderingen gerefpicieerd gehad, ter zaake de Secretaris des Quartiers geduurende het beleg van Nijmegen, en na. het occuperen der Stad door de Franfche troupes, de Landelijke Vergadering, doenmaals binnen Arnhem gehouden, hebbende moeten waarneemen, en na het fcheiden van de Landfchap het retour na Nijmegen aan hem afgefneden zijnde , zich na Amfterdam hadde begeeven, tot dat hij'in de maand Maart door de Volksvertegenwoordigers des Quartiers ter hervattingc van zijnen post was gerequireerd geworden. Dat zij Gedeputeerden hadden vermeend zulks te moeten brengen ter kennisfe van het Quartier, ten einde van deszelvs goedvinden deezen aangaande te mogen worden geïnformeerd; temeer, A 4 om  20 Januarii 1796. om dat de Secretaris van de Gedeputeerde, Camer thans de Burger P. A. Schuil, offchoon de last op den Secretaris des Quartiers was leggende, van ouds het zelfde genoot, 't welk aan den Secretaris des Quartiers wierdt toegelegd. Dat zij Gedeputeerden vervolgens, om te voldoen aan het iteratiev verzoek van de Gecommitteerdens van Over-Betuwe en van Thielre- en Bommelre-waerden ten einde te mogen weeten het tractement of jaar-geld van den Secretaris des Quartiers, vermits bij de opgaave in het Quartiers Reces fub dato 2 Julii 1795 daar van geene mentie was gemaakt, hier bij voegden, dat gemelde Secretaris geen tractement, hoe ook genaamd, is hebbende, maar dat dezelve tot belooninge van zijne dienflen en moeite geniet 't geene voor het waarneemen van elke Landelijke en Quartierlijke Vergadering van ouds (V) is bepaald; zoodanig, dat zulks bij abfentie of indispofitie van denzelven door een ander, welke die plaats vervangt, genoten wordt, immers kan genoten worden. Dat gemelde Secretaris voor het fungeren bij de thans vernietigde Commisfie ter beneficeringe van Neder-Rhijn en IJsfel voor zijne moeite hadt genootcn de gewoone dag- en tr ansport gelden y zoo (*) Quart. Ree. ti.4. 20 'juM 161b ajuliiifzi. 21 'Oct. 1730.  20 Januarii 1796. zoo tot de befoignes met de Gecommitteerdens uit Holland, Utucht, Overijsfel en Chef-Markfche Krijgs- en Domein-Camer , als ten Landdage, welke tien jaaren door eikanderen gerekend, alzoo het eene jaar van het andere zeer veel differeerde, jaarlijks bedragen hadden ruim 600: guldens; dan welke door de mortificatie van die Commisfie alnu cesfeerden; gelijk meede kwaamen te cesferen de jura van de Militaire Actens der Hoofd-Officieren bij het afleggen van de refpective Eedcn in de Vergadering van de Landfchap, en van de gewoone Landelijke Commisfien, tusfchen de drie Secretarien der Quartieren deelbaar; mitsgaders voor het leveren der affchriften van de Landdags- en Quartiers-RecesJren, hoewel denzelve thans wordt belast met de correctie van de gedrukte proefbladen, en den omflag, die het drukken meede brengt. Dat wijders, wat het Ampt zelvs betreft, ter informatie van gemelde Gecommitteerdens uit Over-Betuwe en Thielre- en Bommelre-waerden konde dienen. Dat de Stad Nijmegen het Praefidic en de directie in het Quartier van ouds heeft gehad, en dat uit dien hoofde de eerfte Secretaris van die Stad, welke de Vergaderinge van den Raad in dezelve A 5 bij-  ao Januarii 1796. bijwoonde, ook altoos, als de Quartiers- en Landdagen gehouden wierden, als Secretaris in dezelve fungeerde, en tenens was geweest Secretaris (b) van de Gedeputeerden ter Financie, tot dat in den jaare 1626 die posten waren gefepareerd geworden, onaangezien de Stad Nijmegen bleef fustineren, met aantekening van protest, dat een van haare Secretarien daar toe behoorde (c) geëligeerd te worden: zijnde in den jaare 1703, wanneer dezelve wederom gecombineerd (d) bevonden wierden, verftaan, dat het bekleeden van die twee Charges door één perfoon met den dienst van het Quartier (e) niet overeenkomftig was. Dat echter, wegens het gezegde Praefidic en directie, het Secretariaat van het Quartier aan het Raadfecretariaat van de Stad Nijmegen is geannexeerd gebleven tot den jaare 1754, wanneer bij voorgevallene vacature het zelve, wegens de Cf) zwaarwigtigheid der Bediening, daar van is gefepareerd geworden, op gelijke wijze, als thans in O) Raadfign. i. d. 16 April 1597. Q»a«. Ree. d. d. 19 Tebr. 1605. (e) Raadfign.' d. d. 24 Decemb. 1625. Quart. Ree. d. d. 1 Apr. 1626. (»(ƒ) Raadfign. d. d. 8 Aug. 1754.  20 Januarii 1796. in de twee andere Quartieren Zutphen en Arnhem de Ampten van Secretaris der Quartieren van die der Hoofdlieden gefcheiden zijn. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks bij de Gecommitteerden van de Stad en Schependom van Nijmegen , van het Rijk van Nijmegen, OverBetuwe en tusfchen Maas en Waal overgenomen, om ter eerstvolgende Vergadering zich daar op te verklaaren. Op het geproponeerde ter Vergadering, of de dubbelde Verponding, in plaatze van den 5ofte penning te betalen, zal worden ontfangen bij de Commisfarisfen tot den ontfangst van dien 5oftcn penning, of bij de Collecteurs der Verponding; en of zulks door de Collecteurs zal worden gedaan gratis, of tegens genot van het gewoone Collecte-loon tot 6 pet. Is goedgevonden de Collecteurs der Verpondinge refpective te gelasten, om, na exfpiratie van de bepaalde twee termijnen tot furnisfement van den 5often penning, bij advertentie te doen bekend maken het houden van twee zitdagen, ten einde de Geërfdens, buiten het Quartier woonachtig, kunnen inbrengen bewijzen van de betaalinge van den 50^° penning wegens hunne vas-  ao Januarii 1796. vaste goederen, in de refpective diftricten gelegen; zullende van de geenen, die daar aan in gebreke blijven, de dubbelde Verponding wegens die hunne goederen gevorderd, en dezelve, in cas van wanbetaling, door parate executie daar toe geconftringeerd worden: En is wijders goedgevonden en verftaan, dat de Collecteurs refpective de helfte van het gewoone maanloon zullen mogen inbrengen en genieten. Op het ter Vergaderinge voorgedragene is goedgevonden, dat den Impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren en op den Tabak zal worden verpagt voor den tijd van drie jaaren; met auctorifade op de Gedeputeerden ter Financie om bij de volgende Vergadering op te geeven de veranderingen, welke tot betere heffing en maintien van deeze Imposten in de Ordonnantiën op de voorfchreve middelen zouden behooren te worden gemaakt. Op ingekomene ftukken, houdende, dat de Ingezetenen van Pannerden en Millingen confpireerden om de verfchulde imposten niet te voldoen; fpecialijk, dat zekere Lambertus Paauwen onder Pannerden tegens het vergaderde Volk hadde  20 Januarii 1796. de gezegd, dat zij niets moesten betaalen, ten zij aan Pannerden en Millingen zitting wierde gegeeven in de Commisfie ter Financie, en voorts behelzende het gevaar, waar in de Pagters zich aldaar bevinden voor hunne perfonen, 't welk niet dan door efficacieufe extraordinaire middelen konde worden tegengaan. Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchied bij deezen, om de laatfte waarfchuwingc van den 20 November 1748 met de noodige veranderingen te doen renoveren en publiceren; voorts tegens den voornoemden Lambertus Paauwen, en andere Ingezetenen , die de behoorlijke invorderingen van 's Quartiers impofitien tegengaan en verhinderen , voor zoo verre een iegelijk van dezelve zich daar aan fchuldig, mogte hebben gemaakt, door den Fiscaal der Financien te doen procederen, zoo als na bevind en de zwaarwigtigheid der zaak tot reparatie van de disobedientie en vilipendie van 's Quartiers Ordonnantiën en Placaaten zal vermeenen te behooren : En is wijders verftaan, dat de Buurmeesterenen Pagters, na exfpifatie van den termijn ter bepaalinge der remisfien, zullen gehouden zijn van alle die geenen, welke nalatig blijven binnen eenen door de Gedeputeerden ter Fi-  ao Januarii 1796. Financie te bepaalene termijn hun verfchulde te voldoen, eene exacte lijst te formeren , en ter Gedeputeerde Camer te bezorgen, ten einde alsdan door buitengewoone mefures van militaire executien, als anderzins, te doen procederen tegens zulke perfonen, en te doen concluderen en contenderen tot alzulke poenen, als na occurrentie van zaaken noodig zal bevonden worden. H et Request van Buurmeefteren des Kerfpels Neder-Asfelt, om remisfie van het derde gedeelte der Quota in de Middelen van confumtie over den jaare 1793 aangefchreven; Is gerenvoieerd aan de Gedeputeerden ter Financie, om bij het formeren van confideratien en advij8 op de verdere Requesten ten fine van remisfien of uitftel van betaaling zoodane reflexie te flaan, als oordeelen zullen te behooren. De Gedeputeerden ter Financie kennis gegeeven hebbende, dat de thans vacerende plaats van Boode, mitsgaders het geen voor de vier reizen na 's Hage aan de Boodens wierdt toegelegd, hadden afgefchaft; Is zulks geaggreëerd, en voor notificatie,aangenomen. Don-  21 Januarii 1796. Donderdag den ai Januarii 1795. De Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen hebben ter Vergaderinge voorgedragen , met verzoek van aantekeninge ten Recesfe , dat de Propofitie, om in plaats van den overleden Boode Pas geenen anderen aan te ftellen, ftrijdig is tegensalle ordre en regelen van billijkheid, nadien nooit anders dan eene enkelde kennis geeving van de aanftelling van Boodens door de Stad Nijmegen, als daar toe alleen berechtigd geweest zijnde, aan het Quartier was gefchied; prote terende overzulks tegens de op gisteren genoomene conclufie, als contrarierende de ordre van zaaken, "vermits de plaats van Boode reeds door de Municipaliteit van Stad en Schependom aan een ander was geconfereerd voor de propofitie van de Gedeputeerden; declarerende vervolgens, dat, wanneer het Quartier onverhooptelijk bij de genomene conclufie mogte blijven perfisteren, de Municipaliteit als dan wel zoude weeten de door hun gedaane aanftelling te maintineren. Waar tegens de Gecommitteerden van Thiel, Bommel, Neder-Betuwe, Thielre- en Bommelre-weerden haare contra-aantekeninge ten Recesfc heb-  2i Januarii 1796. hebben gereferveerd, geene voorrechten in de directie des Quartiers van de Stad Nijmegen, gecombineerd met het Schependom, zullende gedogen. (3ntfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie, gefchreven te Arnhem den 18 December laatstleden , tot bijlage hebbende het affchrift eener Refolutie van Hun Hoog Mogende van den 10 daar bevorens aangaande de onbetaalde Subfidien deezer Provincie voor de Mecklenburgfche troupes; als meede eene Memorie, wat door ieder Quartier daar in, en tot hoe lange , moet worden betaald : Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan deeze Misfive en bijlage te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om de noodige voorzieninge tot betaaling van het noch verfchulde aan de Troupes, voor zoo veel de Quota deezes Quartiers betreft, te doen. "Verlezen de Requeste van de Weduwe W. E. van Wacker, gebooren Cuper, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, verzoekende om de daar bij gedetailleerde redenen niet te worden gecomprehendcerd onder het getal van die  21 Januarii 1796. die geenen, die verpligt zouden zijn van fideicommisfaire goederen den 5often penning te betaalen , en vervolgens verzoekende te mogen worden verklaard daar van te zijn exempt, of dat ten haaren opzichte, met betrekking tot de goederen door haar met den last van fideicommis bezeten wordende, zoodane fchikkingen mogten worden gemaakt, tot welkers voldoeninge zij is in ftaat gefield. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verflaan, in hoe fingulari cafu, de Supplante te excuferen van de betaaling van den 5öften penning van de bij haar in fideicommis bezeten wordende effecten, dezelve dien ten gevolge van den te doenen Eed ontheffende; mits dat na haaf overlijden door de fideicommisfaire Erfgenaamen de betaaling van den 5ofte" penning dier Effecten alnoch zal moeten gefchieden, en daar van gemaakt aantekening op de fideicommisfaire Effecten , welke zich van de Stippliante ten RentenBoeke deezes Quartiers bevinden. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan; Is goedgevonden, tot wegneeming van alle bedenkelijkheden, de aanflellinge van Commisfarisfen van den 5olten penning in den Thielrewaerd 2. B der  2i Januarii 1796*. der Burgers Jacob de Roock, Hendrik Muurman, Theod. Melsfing, J. M. F. van Everdingen, en, bij deszelvs indispofitie of abfentie tot plaats-vervanger, N. van Dockum: En in de Bommelerwae&rd van de Burgers J. P. 't Hoofd, P. W. van der Horst, Peter van Aalst, en Hofman van Hoven, endaar bij, ingevalle de Burgers 't Hoofd en Hofman van Hoven door de Gedeputeerden ter Financie mogten worden geëxcufeerd en ontflagén, van de Burgers Petrus Prillewitz en Adrianus van Dieden, te approberen, en, voor zoo veel noodig, te ratificeren, gelijk dezelve geapprobeerd wordt bij deezen: met auctorifatie op den Burger Henricus Schuil, Gedeputeerde ter Financie , om met den Richter en die van den Gerichte de gemelde Burgers in voorfchreve qualiteit in eed te neemen naar behooren. "Verlezen een addres van de Gedeputeerden van de Sijnodus der Hervormde Gemeentens in Gelderland, en als repraefenterende in die qualiteit alle die voornoemde Gemeentens in die Provincie, verzoekende ter handftelling van de Requesten van hunne Roomschgezinde Meede-Ingezetenen, tenderende tot verkrijging van Kerken en kerkelijke goederen, geheel of ten-deele, aan de Landfchap geaddresfeerd: Mee-  21 Januarii 1796*. Meede gelezen eene Requeste van de Gecommitteerdens van de Clasfis van Nijmegen ter behandeling van de belangens der Hervormde Gemeentens bij de opkoomende gefchillen over de Kerken- en Armen-goederen in hun diftrict, en als repraefenterende in die qualkeit alle de Ge» meentens onder die zelve Clasfis behoorende, gsaddresfeerd aan het Quartier. Voorts eene Misfive van de Commisfie uit de Landfchap, mitsgaders uit het Provinciaal Collegie, tot het onderzoeken en formeren van een Plan ter vereffening der gefchillen over Kerkenen Armen-goederen: Waarop gedelibereerd, en goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier, den inhoud van voorfchreve Misfive provifioneel houdende in advijs, en in acbtingneemende, dat over geen eigendommen kan worden gedisponeerd, dan na verhoor van de geenen, die daar bij zijn geinteresfeerd, vermeende, dat het verzoek van ter handftelling van vooraangetogene Requesten behoorde te worden geaccordeerd: Hebben de Gecommitteerdens van de Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, van Over-Betuwe en tusfchen Maas en Waal met referve hunner aantekeningen daar tegens geprotesteerd : B 2 En  ai Januarii 1796. En hebben de Gecommitteerdens van Thiel en Bommel, van Neder-Betuwe enThielre- en Bommel re-waerden hunne contra-aantekeningen gereferveerd. Op gcdaane propofitie tot het doen werkftcllig maaken der meeting van de Buiten-landen onder het diftrict des Bommelfchen Comptoirs op den voet en wijze, als reeds is gefchied onder de diftrieten van het Nijmeegfche en Thielfche Comptoir , ten einde daar van volgens nieuwe Quohieren de Verpondinge te innen : Is goedgevonden zich met dien voorflag te conformeren, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te doen executeren, zoo, als oordeelen zullen te behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan , om Gemeente-gronden, Grienden, en met willige boomenbepoote, of op eenige andere wijze gecultiveerde ftukken Gronds, die in het bezit van particulieren zijn, maar waar van noch Verponding, noch Ampts lasten of andere ongelden betaald worden, inde Verpondinge te doen aanflaan, en aan de betaalinge van Amptslasten onderhevig te maaken : Is goedgevonden en verftaaa zich die propofitie te  ai Januarii 1796. te laten welgevallen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om dezelve in effect te nellen, en ter uitvoer te doen brengen. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van den Ontfanger Jac. de Roock, geaddresfeerd aan de Gedeputeerden ter Financie, betrekkelijk het verzoek van den Burger Jac. de Man tot restitutie van het door hem betaalde Amptgeld, houdende, dat den Ontfanger bij de reftitutie van het Capitaal, of van het gefurneerde Amptgeld, volgens de Ordonnantie des Quartiers artic. 6. gehouden is de originele Obligatie in te trekken, het zij die is in handen van den gewezen Amptenaar, of in die van een ander: En dat, indien een ander, gelijk in het fubjecte geval, Houder der Obligatie is, als dan niet de Ontfanger, maar het ontzette Lid, te doen heeft met dien Houder, wiens naam ui.t de infpecrie van het Rente-boek aanfïonds konde blijken, welken gemelde Burger de Man behoorde te informeren, om alzoo uno contextu op eene geregelde wijze naar inhoud van 's Quartiers Ordonnantiën deeze zaak aftedoen. Noch verlezen een Misfive van gemelde Ontfanger , houdende, dat eenige der nieuw aangebelde Amptenaren in het geheel fiil ftonden met de de betaalinge van het Amptgeld; dat hij daar  ai Januarii 1796. toe aan dezelve aanfchrijvinge hadde gedaan, dog tot antwoord bekomen , dat zij aan het verzoek van hem Ontfanger niet konden defereren, zoo lange zij niet wisten, op welken vasten voet zij zouden blijven continueren ; verzoekende vervolgens om de daar bij aangehaalde redenen eene opgaave der Amptenaaren, en dat 's Quartiers Ordonnantie op het Zegel artk. 78 en 79 achtervolgt moge worden. Waar op gedelibereerd zijnde is ten aanzien van de restitutie van het Amptgeld aan den Burger Jac. de Man goedgevonden zich te conformeren met de confideratien van gemelten Ontfanger: En voorts, in achting genomen zijnde, dat aan Amptenaaren, welkers posten korter duuren dan ad vitam aut ad eulpam, restitutie gefchiedt van het betaalde Amptgeld, met opzicht tot de nieuw aangeftelde Amptenaaren verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om aan voor-* noemden Ontfanger te zenden de volgende Lijst, ten einde de invorderinge van dc in het Amptgeld alnoch verfchuldigde Leden na behooren te doen, en, desnoods, met adjunctie van den Fiscaal deezes Quartiers, de geenen, welke verder mogten in gebreke blijven , tot voldoeninge te conftringeren. LIJST  ai Januarii 1796* L IJ S T Van de aangeflrelde Amptenaaren zedert i° Januarii 1795. Raaien in den Hove -jan Justitie. W. G. J. van Gendc, J. van Galen, J. H. Stoffenberg. Richter des Rijks van Nijmegen. J. E. Sanders van Well. Richter van Over-Betuwe. O. Th. P. P. van Hackfort, G. Fr. van Hugenpoth. Richter van tusfchcn Maas en Waal. W. T. van Bennekom. Richter van Neder - Betuwe. Reinderr. van Randwijck. Richter van Nijmegen. J. E. Sanders van Well. Richter, van Thiel en Schependom van SancPwijk. G. D. van Hellenberg. Land • Rentmeester. 11. J. van Galen. B 4 Mom-  ci Januarii 1796. Momboir. A. A. Roukens. Curatoren van de Academie te Harderwijk. S. de Kanter. N. Lange. Secretaris der Gedeputeerden ter Financie. P. A. Schuil. Commis van 's Qttartiers Financien. Gisb. Corn. in de Betouw. Commissaris van V Klein Zegel. D. Bakker. Landfchrijver van het Rijk van Nijmegen. A. L. de Fockert, Landfchrijver van tusfchen Maas en Waal. J. van Soelen. Landfchrijver van Neder - Betuwe. J. Dijckmeester. Raadfecretaris der Stad Nijmegen en Tolfchrijver aldaar. • *••.•••••* Gerichts- Schrijver en Secretaris der Stad Nijmegen. Twee  21 Januarii 1796. Twee Secretaris/en der Stad Nijmegen. P. van Aernsbergen, Senior, P. van Aernsbergen, Junior. Secretaris der Stad Thiel. R. van Gijtenbeek. Secretaris der Stad Bommel. P. van Esfen. Gerichts-fchrijver te Bommel. Secretaris/en der Banken in Thielreen Bommelre waerden. Schout en Dijk-Praefident in Heerewaarden. Secretaris van Heerewaarden. Dros/aard van Hedel. W. A. van der Feltz. Commis Generaal van het boven Quartier van Nijmegen. Commifen ter recherge. Commifen Collecteurs.  21 Januarii 1796. Op propofitie van de Gecommitteerdens uit den Ampte Over-Betuwe, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken , om zoo fpoedig, als,'zal doenlijk zijn, te dienen van confideratien en advijs, welke menagementen omtrent de Commisfie in de binnelandfche Deputatie deezes Quartiers zouden kunnen worden werkftellig gemaakt. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat in plaatze van den Burger J. W. H. Conradij ter Generaliteit was gecommitteerd de Burger Adriaan de Koning, Lid van de provifionele Municipaliteit van Stad en Schependom van Nijmegen, met verzoek, dat daar van Commisfie in communi forma moge worden verleend. De Gecommitteerdens uit den Ampte NederBetuwe, waar bij zich gevoegd hebben de Gecommitteerdens uit het Rijk, en Over-Betuwe, hebben verzocht infertie ten Recesfe, dat zij gelast geweest zijnde inftantien te doen tot wegneeming, of ten minften zeer aanmerkelijke vermindering der kosten op de intekeningen enz. bij 's Landfchaps Placaat bepaald, met 's Hoves advijs en dee-  22 Januarii 1796. deezes Quartiers opening op dit fubject niet hebben ingeftemd. Vrijdag den 22 Januarii 1796. Is ter Vergaderinge geëxhibeerd eene Acte van de Volks-Vertegenwoordigers des Ampts OverBetuwe , gegeeven den 30 December jongstleden, mitsgaders eene Misfive van den Landfchrijver des gemelden Ampts aan den Burger Wouter RijndersjaHior geaddresfeerd, van den 14 daar tè vooren, houdende, dat, vermits de quaestie, of de Richters der refpective Ampten ter Vergaderinge van de Gedeputeerden mogen fesfic hebben, dan niet, thans was gedecideerd, en de Commisfie van gemelden Burger Rijnders niet verder, als tot den tijd der decifie zich uitftrekte, hij uit dien hoofde thans wierd gerappelleerd, en in zijne plaatze was genomineerd de Burger Aelbers: Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om den Burger Hendrik Aelbers in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren. Ver-  22 Januarii 1796. I Verlezen de Requeste van G. J. van Brandenburg, rijdende Boode, A. van Welij, J. C. Paulus, J. G. Goorman, en J. Bohij, Helbardiers, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende, dat door de provifionele Raad der Stad en Schependom van Nijmegen op den 31 December laatstleden was gedaan eene Publicatie , waar bij aan de Amptenaaren van Stad en Schependom wierdt vrijgelaten zich bij Request te addresferen, om in haare posten te mogen worden herfteld , en den (tem gerechtigden Burger-Eed te praesteren, ten einde op die geene, welke door hunne hardnekkigheid of wangedrag zich daar toe niet hadden onwaardig gemaakt, alnoch reflexie zoude kunnen worden geflagen: Dat Requestranten, behalven noch een aantal van niet minder dan veertig, en daar onder de notabelfte Stads Amptenaaren, op den 6 deezes zich fchriftelijk aan den provifionelen Raad hadden geaddresfeerd , en te kennen gegeeven, dat zij vermeenden te moeten verferen in het vertrouwen, dat daar de Eed voor ftemgerechtigden zoo wel bij de Landfchap is gearresteerd, als de Commisfie tot examinatie en revifie van dien bij dezelve is gemaakt, met het afvorderen van den Eed bij hunlieden zoude worden geacquiesceerd ter  22 Januarii 1796. ter tijd toe, dat bij de Landfchap daar omtrent nader zoude zijn gedisponeérd , en dat Requestranten intusfchen inde continuatie van derzelver functien niet zouden worden verhinderd, voor al, daar de aanftellinge van den Raad maar was provifioneel voor één jaar, en dus de korte tijd van functie zulk eene aanmerkelijke verandering niet behoorde aan te raaden: Dat ook bleek uit het Extract van het Raadfignaat, dat de provifionele Raad hadt kunnen goedvinden de Requestranten van hunne posten te dimitteren, zonder eenige daar toe moverende redenen ; en dat dus die dimisfien waren ten eenemaal willekeurig; waar aan men onder een volftrekt desputismus genoodzaakt zoude zijn zich lijdelijk te onderwerpen, maar welke in eeneConftitutie van Vrijheid, Gelijkheid, Veiligheid en tegenfiand aan onderdrukking in het geheel niet voegde; en waar uit men moest befluiten, dat de provifionele Raad Ampten vacant maakte, om daar meede haare familien en guntïelingen te beneficeren, en te meer ftrijdig met de billijkheid, daar de Requestranten, geduurende den tijd van meer dan een jaar, de grootfte moeilijkheden ondervonden hadden met achterblijving der betaaling hunner tractementen en emolumentep, waar voor het  22 Januarii 1796. het fcheen, dat eene willekeurige dimisfie de vergoeding zoude moeten zijn; verzoekende vervolgens om deeze en meer andere redenen, bij den Requeste aangevoerd, dat de Vertegenwoordigers van het vrije Volk van Gelderland, als Voorftanders van Vrijheid, Gelijkheid en Veiligheid, en oeffenaars van recht en billijkheid, geliefden te effectueren, dat de Requestranten in derzelverposten en functien werden gerehabiliteerd op den Eed bij aanvang hunner bedieningen gedaan; of, zoo hier toe onverhooptelijk niet zoude mogen kunnen worden verftaan, alsdan den provijionelen Raad der Stad Nijmegen te induceren om eene ronde, duidelijke en klaare opening te geeven in woorden van alle dubbelzinnigheid gezuiverd, waar in de hardnekkigheid en het wangedrag, waar aan de Requestranten volgens de Publicatie van den 31 December laatstleden zich zouden hebben fchuldig gemaakt, worden opengelegd, ten einde zij van den blaam van Jchuldigen aan eenige misdaad ontheven worden, en in dat opzicht eene fatisfactie bekoomen mogen. Waar op gedelibereerd en goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier deeze zaak zoude houden voor domefticq; Hebben de Gecommitteerdens der Stad Bommel, van  s>2 Januarii 1796. van Neder-Betuwe en van Thielre- en Bommelrewaerden, voor zoo veel de rijdende Boode G. J. van Brandenburg aangaat, die volgens zijnen gepraefteerden eed niet alleen aan de ordres van de Magijtraat der Stad Nijmegen, maar ook aan die van de Gedeputeerden ter Financie moet obedieren, en welke in dit geval noch geene befchikkingen hebben gemaakt, verzocht infertie ten Recesfe, dat van advijs geweest zijn, dat dit Request behoorde te worden gefteld in handen van den provifionelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen, om daar op aan de Landfchap te dienen van bericht, en heeft de Burger Taaij, als Directeur, bij het formeren der conclufie, verzocht aantekening, dat zich met het geadvifeerde der ' Gecommitteerdens van de Stad Bommel hadde geconformeerd. Ter Vergaderinge voorgedragen zijnde, dat in de Quartieren Zutphen en Veluwe geen Clercqueh van de Hoofdlieden tot het expediëren der Quartierlijke zaaken worden gebruikt, maar dat in ieder Quartier daar toe een afzonderlijke Clercq is aangefteld: Voorts in bedenking zijnde gegeeven, of niet, daar de Stads Clercq, die tot het expediëren van de  22 Januayii 1796. de ftukken voor het Quartier tot hier toe was geëmploijeerd geweest, bij de verkiezing van den. tegenwoordigen provifionelen Raad op den ^December laatstleden van zijnen post hadde gedelifteert, de Secretaris des Quartiers behoorde te worden geauctorifeerd een bekwaam perfoon, provifioneel en tot wederzeggens toe van deezen Quartiere, te gebruiken. Is zulks bij de Gecommitteerdens uit de Steden en van het platte Land overgenomen, om zich daar op nader te verklaaren. Waar meede het Quartier na vcrleezing van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van, de provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Jon. in'de BETOUW. Re-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN FEBRUARII 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. 3. C   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM HEES, NEDERBOSCH, HATERT, enz. Willem Doelman, Johannes van Veerssbn, Hendrik Willem Rappard, Jan Teeuwissen, Nicolaas Brands. T H I E L. Pieter ten Bosch, Carel Campagne , Adrianus van Oosterhoudt, cornelis taaij. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz\, Adrianus Francois de Virieu , Henricus Schull. Platte Land. R IJ K VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté. C 2 OVER-  OVER-betuwe. Gradus Roes, Johannes Aelbers, Hendrik Aelbers , Johannes Glover, Wouter Rijnders. tusschen maas en waal, met he rn en. Jan Festen, Jan Steenbruggen , Theodorus Adrianus van Gelder. neder-betuwe. Johannes Brands , Johannes Bor. thielre-waerd. Augustus Johannes Sloot, Jan Margriet Franciscus van Everdingen. bommelre-waerd, met het schependom van bommel. Nicolaus Lange. Re-  '9 Februarii 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Februarii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 9 Februarii 1796. De Steden-Gezanten, en die van het platte Land , ter Vergadering fesfie genomen , en bij ab> fentie van den Burger C. Taaij tot Directeur van 's Landfchaps zaaken benoemd hebbende den Burger Nicolaus Lange, Gecommitteerde uit den Bommelre-waerd met het Schependom van Bommel, zijn, na vcrlezing van eenige Commisfien, de Quartierlijke befoignes gereëntameerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden aan Hun Hoog Mogende te fchrijven de volgende Misfive : c 3 Vr ii-  p Februarii 1796'. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Hoog Mogende Heeren! hebben bij onze Misfive van den 20 November des afgelopene jaars Uw Hoog Mogende de onevenredige fubdivifie der Provinciale Quota voorgedragen als eene der principale oorzaaken van den vervallen ftaat der Financien van het Quartier van Nijmegen, en daarbij tefTens kennis gegeeven, dat wij om voor te koomen eene onherflelbnare ruine van het Quartier genoodzaakt waren geweest de continuatie in het betaalen van die bezwaarlijke Quota aan de twee andere Quartieren te denunciëren: zoodanig , dat wij in plaatze van ƒ46-19-5 in het 100-: : niet meer dan een derde gedeelte, ter tijd toe, dat eene revifie van de Quartierlijke aandeelen in de Provinciale Quota , of andere arrangementen zullen gemaakt zijn, zouden kunnen te berde brengen. Wij hebben U Hoog Mogende almeede in het brecde vertoond den grondflag, waar op de drie Quartieren ten aanzien van de Financien provifioneel zijn gefepareerd, mitsgaders dat die feparatie, en de daar op gefundeerde fubdivifie van de Pro-  9 Februarii 1796. Provinciale Quota, zoo de zaak van zijne origine wordt opgehaald, zal bevonden worden te zijn ingericht geweest op een tijd, dat de Quartieren Zutphen en Veluwe in eene minder voordeelige gefteldheid waren, en het Quartier van Nijmegen in vollen kracht: En op die gronden, daar doch de lasten van de Unie worden aangemerkt als Provinciaal te zijn aangeflagen, hebben wij vermeend U Hoog Mogende op het ernftigste te moeten verzoeken van het daar heenen te dirigeren, dat het onbeftaanbaar flot van den 91 articul van het Reglement voor de Nationale Vergadering mogte worden geroijeerd, alzoo dit Quartier tegens alle gronden van Gelijkheid, en tegens voorige oblervantie, daar bij wordt bezwaard. Wij hadden ons gevlijd, en ook verwagt, dat de redenen, welke bij die vooraangetogene Misfive in het breede zijn geallegueerd, de gewenschte uitwerking gehad zouden hebben. Dan wij ervaren tot ons leetweezen het tegendeel, en dat die periode in het flot van voorfchreve 9ifte articul is verbleven. Een zaak nochtans, die ons zeer zwaar, ja zelvs hard, voorkoomt, en welkers fatale en pernicieufe gevolgen , die daar uit voor het Quartier zouC 4 den  9 Februarii 1796'. den kunnen ontflaan, wij als cordate,"en rechtgeaarde Volksrepraefentanten ons verpligt oordeelen , zoo veel eenigzins in ons vermogen is, te moeten voorkoomen en beletten i Inzonderheid als wij confidereren, dat 't geene het Quartier in de Bondgenootfchappelijke lasten thans fchuldig is, niet is voortgefproten uit eene onwilligheid of achteloosheid, maar uit het onvermogen, het welk aan de Bondgenooten op eene zoo overtuigende wijze is gebleken; en dat wij boven dien niets verzoeken , als 't geen rechtmatig is, en alle onpartijdige, de geftabilieerde forme van regeeringe verftaandé, zullen moeten billijken. Immers is het buiten alle tegenfpraak , dat Uw Hoog Mogende , en de gewezen Raad van State, zich nooit hebben gereguleerd na de fubdivifie tusfchen de Quartieren fubfisterende, of ten aanzien van het Provinciaal Contingent in de lasten van het Bondgenoptfchap die fubdivifie geagnosceerd. De Registers van Uwer Hoog Mogende Refolutien , en die van den gewezen Raad van State, wijzen dit uit. En bij het introduceren der Provinciale Quoten; bij de decifien van de differenten daar over in het begin der vöorige eeuw, en alnoch bij de Sta-  o Februarii 1796. Staten van Oorlog, is Gelderland met haare Quota in eene masfa, en zonder diflinctie van de drie Quartieren , op den ouden voet aangeflagen. Dit dispenfeert ons dan daar over in nadere discusfie te koomen: En het is om die aangevoerde redenen, meede op de conftitutie der Regeering gefundeerd, dat wij van onze fustenue niet kunnen afgaan; maar in tegendeel moeten perfistcren bij onze Misfive van den 10 November laatstleden, en dit object bij deezen nochmaals onder het oog van Uw Hoog Mogende brengen, met de ernüïgste inflantien, dat Uw Hoog Mogende de motivcn, daar bij vervat, in nadere overweging neemende, het daar heenen zullen gelieven te dirigeren, dat die onbeftaanbaare periode , in het flot van den 9iflc articul van het Reglement voor de Nationale Vergadering voorkoomende , werde gefield en gehouden buiten effect. En , daar ons verder verzoek, en met de rededelijkheid, en met den dienst van den Lande, volgens de voorige vorm en aloude gebruike, allezins is overeenkomende , willen wij ook van Uwer Hoog . Mogende gewoone befcheidenheid vastelijk vertrouwen, dat Uw Hoog Mogende het almeede daar heenen gelieven te dirigeren, 'C 5 dac  9 Februarii 1796. dat in het vervolg de Provincie in het generaal, en niet de Quartieren in het bijzonder, wordt gedebiteerd; immers dat het Quartier van Nijmegen ten refpecte van haare Quota in de lasten van de Unie niet hooger dan tot een derde, conform haare te dragene Confcnren, werde uitgetrokken. , In welk vertrouwen Hoog Mogende Heereu deeze eindigende, wij Uw Hoog Mogende in Godes heilige befcherminge beveelcn. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering gehouden op eenen Extraordinairen gecontinueerden Landdag den 9 Februarii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Uwer Hoog Mogende goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. h  9 Februarii 1796. Is ter Vergadering voorgebragt eene Acte van Praefident en Gecommitteerdens tot de AmptsVergaderingen in Thielre- en Bommelre-waerden met het Schependom der Stad Sak-Boemel, waar bij de Burger J. M. F. van Everdingen wordt benoemd tot Gedeputeerde ter Financie deezes Quartiers, en zulks zedert den 1 .deezes tot en met den laatften April deezes jaars 1796. Waar op gedelibereerd zijnde , is zulks voor notificatie aangenomen, met auctcrifatie op de Gedeputeerden ter Financie om voornoemden Burger, als gewoonlijk, in eed te neemen , en fesfie te verkenen naar behoorcn. Op Requesre van Rector, Conrector en Praeceptoren der Latijnfche Schooien te Nijmegen, verzoekende wegens de wanbetaaling van derzelver tractementen zedert October 1794, en om andere daar bij geallegeerde redenen, provifionele dispenfatie van het opbrengen van hun aandeel in den eerften termijn van den vijftigften penning, tot zoo lange dat de opgegeevene bezwaaren, of althans de voornaamste van dezelve, koomen te cesferen; Is goedgevonden en verftaan, dat in der Re- ques-  9 Februarii 1796. questramen verzoek, om der confequemien wille, niet kan worden getreden, wordende het zelve dienvolgende afgewezen. Op Requeste van Jantje van 't Ruijt, als admtniftrerende Voogdes over de minderjarige Kinderen van wijlen P. ten Boven : Van D. van Ommeren , als Adminiftrateur der Kerken-goederen, en § der Vicarie-goederen des Kerfpels Winsfen in den Rijke van Nijmegen, en meede namens F. van Hertefeld, als Collator van de overige § porden der voorfchreve Vicarie-goederen, verzoekende om de daar bij, refpective, geallegeerde redenen eenen convenabilen termijn van uitftel tot betaating van den 5often penning, of wel, ten aan. zien van F. Hertefeld, van de dubbelde Verponding naar keuze. Is, na deliberatie, goedgevonden der Requeitranten gedaane verzoeken te wijzen van de hand, zulks doende bij deezen. Op Requeste van G. J. van Brandenburg, verzoekende , om de alnoch achterblijvende betaaling van zijn tractement en emolumenten van Stads wegen, en om andere daar bij aangehaalde redenen, dispenfatie om den eerften termijn van den  9 en 10 Februarii 1796soften penning op den bepaalden tijd te furneren. Is, nagehoudene deliberatie, goedgevonden, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden , en wordt het zelve mits dien afgeflagen bij deezen. Woensdag den 10 Februarii 1796. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op het gerapporteerde door de -Gedeputeerden ter Financie ten aanzien van het geene aan den Secretaris dezes Quartiers voor het waarneemen der Quartierlijke Vergaderingen wordt toegelegd: Is goedgevonden gemelde Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om de Ordonnantie wegens 't geene den voornoemden Secretaris voor het refpicieren der Quartierlijke Vergaderingen, als van ouds, is competerende, te doen depecheren naar behooren; Met verdere auctorifatie om aan den Secretaris der Gedeputeerden P. A. Schuil wel te verleenen Ordonnantie, als te vooren gebruikelijk, doch teffens te dienen van confideratien en advijs, of, en welke veranderingen betrekkelijk den laatstgemelden, in deezen zouden kunnen en behooren gemaakt te worden, In-  lo Februarii 1796. Ingekomen en gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn in Gelderland, gefchreven alhier op heden, houdende, dat op gisteren de tocflag van den alouden Burg binnen Nijmegen was gefchied voor ƒ90400-:-: vrijgeld; met bijvoeging, dat de Oppervlakte of de grond van de Gebouwen benevens de zoo genaamde Heidcnfche Capel voor de Provincie te behouden zoude zijn voor 7000 :-; verzoekende met het goedvinden en finale refolutie der Volks Vertegenwoordigers van Gelderland te mogen worden gemunieerd: Waar op gedelibereerd en goedgevonden zijnde in den voorfchreven toeflag te confenteren, hebben de Gecommitteerdens van de Stad en Schependom van Nijmegen , van liet Rijk van Nijmegen, en des Ampts tusfehen Maas en Waal tegens deeze genomene conclufie ten krachtigften geprotesteerd, en ten Recesfe doen aantekenen. Dat zij zich hadden gevlijd, en ook billijk hadden mogen verwagten, dat op de inftantien der Magiftraat van Nijmegen, ten Recesfegeinfereerd fub dato 21 Augusti laatstleden, bij de Steden Thiel en Bommel, en de Ampteai Neder-Betuwe, Thielre- en Bommelre-waerden zoo veel reflexie zou-  io Februarii 1796. zoude zijn geflagen, dat het oudfte en (3) vermaardfte Monument op den grond der Bataavfche Republicq, ten minden de onzachlijk dikke ringmuuren van het zelve met de muuren van den Tooren, en muuren aan de Noordzijde, die, zonder eenige onkosten van reparatien te behoeven, het einde der Eeuwen zouden hebben kunnen verduuren, wegens derzelver eerwaardige grijsheid, van (looping en verwoesting zouden zijn bevrijd gebleven : immers dat met geene praecipitantie in deezen zoude worden voortgevaaren, maar de zaak tot een nader onderzoek in ftaat gehouden. Dat de Gecommitteerdens uit het Rijk hier bij hunne ernftigfte inftantien hadden gevoegd, om dat de civile, zoo wel als de criminele jurisdictie des Rijks op die van ouds zoo befaamde Burg was geëxerceerd geweest; zoodanig, dat zelvs de criminele executien tegens een der Voorpoorten worden volbragt; de Burggraaf op dien Burg zijne inwooning hadde gehadt, en het Comptoir van het Rijk aldaar wierdt gehouden , welk gemis alnu tot merkelijk nadeel van het Rijk zoude moeten verftrekken. 00 Verhandelde op de algemeene Rijks- en bijzondere Landdagen door de Frankische Koningen, en Duitsche Keiieren op den Burg; agter de Handvesten van Nijmegen bladz. '335 en ïgter het Veryolg der Handvesten bliiz. 143. uit de jaaxljoeken der Franken door den Burger Joh. in de Beiouw geveegd.  io Februarii 1796. Dat zij Gecommitteerdens echter met zonderlinge aandoening en tot hun innigst leetwezen thans moesten ondervinden, dat dit aloud en zoo berucht gebouw, onaangezien de onvergankelijkheid, en zwaarte van deszelvs duiffteenen- muurwerk, het noodlot zal moeten ondergaan, het welk zoo veel vermaarde Monumenten van de grijze Oudheid , ook hier O) te lande, door overrompeling van woeste Volken in tijdperken van diepe onwetenheid is te beurt gevallen, welkers vernielingen alnu de Nakomelingfchap betreurt; een noodlot veel erger, dan 't geen deezen al ouden Burg bij de invafien der Normannen in de vijfde en volgende midden-eeuwen is overgekomen, eene ontblooting naamlijk tot de fundamenten toe. Dat in een tijdvak van minder verlichting en befchaafdheid, als het tegenwoordige, wanneer Nijmegen door Carolus Audax, Hertog van Burgundien,(0 in den ïaarc H73 wierdt belegerd, en f?0 Uitlegging van inicriptien van Septimius Severus en AntoniHüS Caracalla op twee (leenen onder de grondflagen van het Huis te Britten gevonden , en op het Huis Duivenvoorde geplaatst, bladz. 6 en 10, door denBurger Joh. in de Berouw uitgegeeven. (Y) Hertog Amold van Egmond in geduurigen twist leggende met zijnen Zoon Adolph, die hem eenigen tijd gevangen hadt gehouden, hadt in den jaare 1472 zijne lar"len vl» GeIre e" Zutphen in pandfehap overgegeven aan Cml dn Stoute», ' lier-  io Februarii 1796. en de Hertog van Cleef zijn legerplaats te Lent in Over-Betuwe over den Burg geplaatst hadde, de Burgundier bij het inftorten der wallen de ftrengfte bevelen deed afvaardigen, dat dit aloud Gebouw, 't geen hij in zijn bevelfchrift met de woorden, door Keifer Fredericus Barbarosfa in den jaare 1155 gebezigd, noemt (¥) een werk der Romeinen, door niemand zoude befchadigd worden. Dat zij Gecommitteerdens niet zouden aannaaien 's Landfchaps refolutie en Placaat van den 24 September 1794, genomen onder het voorig bewind , waar bij zoodane verkoopingen van de Domeinen worden verklaard onwettig, en ipfo juró nul en van onwaarde, alzoo het zelve Placaat bij nadere refolutie in het gepasfee'rde jaar is geabrogeerd en vernietigd : Maar alleenlijk, dat het na hunne gedachten zeker is, dat geene Volks VerteHertog van Eurgundien. Hier uit ontfproot zijn voorgewend recht; en dat van Maria, zijne Erfdochter: En hier uit zijn vervolgens ontdaan de geduurige Oorlogen van Carel van Egmond, Hertog van Gelre, en Willem Hertog van CleeF, met het Huis van Oostenrijk, die eerst met Keifer Carel den V, Kleinzoon van Keifer Maximiliaan en gezegde Maria van Burgundien, een einde genomen hebben. (£) Mss. Clivenfium Annales. 3. D  io Februarii 1796. tegenwoordigers, die maar flechts provifioneel zijn aangefteld, iets, hoe gering zulks ook wezen moge, van de Domeinen, die eigendommen van het Volk zijn, mogen veralieneren; maar dat, zulks voorgenomen zullende worden, het geheele Volk eerst behoort te worden opgeroepen tot het geeven van toeftemming, voor al in deeze tijds omftandigheden, daar de gelden fchaars zijn, en de koopspenningen voor zulk eene immenfe masfa duiffteen, in aanfchouw genomen zijnde het onherstelbaar verlies van een zoo vermaard Monument der hoogste Oudheid voor de Provincie, en voor de geheele Bataavfche Republicq, eene te geringe fom bedragen. Waarom ook het Quartier van Zutphen tegen deezen verkoop en toeflag op het cierlijkfte protesteert ; latende voor rekening van de twee ande • re Quartieren de nadeelige gevolgen, welke uit de informele conclufie, deswegens genomen, zouden kunnen proflueren, met referve van haare nadere aantekening ten Landdags Recesfe op dit fubject: En het Quartier van Veluwe het terrein, en één der zoogenaamde (e) Heidenfcke Capellen goed- (f) Deeze Cape! of Fsnum liadt oudtijds opent Galleriien en een open Verwelf; Het nootlot der toekomende gelukken of ongeluk.  iö Februarii 1796. goedvindt te conferveren, met recommandatie aan het Provinciaal Collegie, om ook, zoo mogelijk, de (ƒ) tweede Capel te behouden. Dat zij Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom, Rijk van Nijmegen, en des Ampts tusfchen Maas en Waal daarenboven vermeenen, dat een Domein, 't welk in Fandfchap wordt bezeten, als eigendommelijk goed niet vermag verkocht te worden. D i Daar lukken wiefdt ih dezelve door de Priesters onderzocht, en lil de open lucht aan het Volk verkondigd. Hoe deeze Wichela* rije gïfchiedde, verhaalt Tacitus de Morib. Germ. cap. to. Bij de vernieuwing van dit Fanum door Keifer Fredep.icus Baf barosfa in den jaare 1155, en in volgende eeuwen, is aan d? ronde bui: en muuren, door het invoegen van gebakken Heeri in plaats der uitgebrooken duiffteen, eene groote vermenging tusfchen de zeer oude en latere architectuur van buiten teweeg gebragt, Sim. van Leeuwen Batav. illujlr. V. D. Hoofdfl. u 5.10. bladz. 16, 177, 387. Chronijk van Nijmegen bladz. 8,en 58. Door de flooping van het eerwaardig muurwerk ten Oosten der Capel enz. zal de aloude Bouwkunst 't zij d.in der Batavieren, 't zij der Romeinen, inden aanleg en grond" flag van den Burg, mirum et incomparabile opus in de jaarboeken der Franken genoemd, meerder blijkbaar worden. (f) Olto de 111 i Graaf van Gelre, en zijne Gemaalinne Margareiha hadden in den jaare 1250 ieder eenen bijzonderen Capellaan tot het leezen der Misfe en het verrichten van den Kerkdienst in deeze Capellen, welke reeds in den jaare 799 van de Afgoderije door Paus Leo de III op verzoek van Carel de Groote gezuiverd, en tot de Oeifeningvan den Chriftel jkeij Godsdisns: waren gewijd, p. Bondam Charterb. ven Gelder- lïlii  io Februarii 1796. Daar het immers uit de Stukken, welke alnoch voor handen zijn, aangaande den eigendom van deezen alouden Burg bewijslijk en zeker is. Dat dezelve, na het veroveren van Gallie door de Franken, een geconquesteerd goed der Frankifche Koningen geworden zijnde, door Carel de Groote tot het houden niet alleen der algemecne Rijks- maar ook der bijzondere Landdagen al voor het jaar 776 is herboud, en vervolgens aan de Koningen van Auftrafien, en naderhand de Duitfche Keur-Keiferen, als een Koninglijk en Keifer- lijk land III afdeeling bladz. 477. Joh. in de Betouw Kerken en Godsdienjlige Gejtichten binnen Nijmegen bladz. 11. Eene naaukeurige en gemeete tekening van eene aan deeze tweede bijna volmaakt gelijke Capel vindt men bij J. D. Schoepflinus in Al fat. illutlrat. Tom. I. lib. 2. Sect. 6.cap. 10. §. 126. pag. 5°4- Van de alleroudjle Capel'of Faxum* op de Winfelingrche waarden buiten de Heezepoort, in de voorige eeuw in de Waal weggeipoeld, zijn de groote iteenen Zarken , Afgodsbeelden, Gewelf/.el en verdere fragmenten door de Magiftraat van Nijmegen vereerd aan Vorst Maurits van Nesfau, Stadhouder des Furftendoms Cleve, en Giaaffchaps Mark, in den jaare 1660, en na Cleve overgebragt om geemploijeert en tot cieraad gebruikt te worden in den Diergaarde en de fonteine onder Cleef, en aan des Vorjlen Springberg tot uitnemende plaifier en geneuchte voor alle curieufe endc van verre komende Liepiebbers ende toezienders, volgens het Raadfignaat der Stad Nijmegen d. d. 12, 20 en 21 Julii 1660. Een overgebleven Beeld uit dezelve is geplaatst op de gaanderij e van het Raadhuis.  io Februarii 1796. lijk Stamgoed, in eigendom toeftendig is gebleven. Dat Keifer Henrik de III in den jaare 1047 den Graaf van Cleef Diederik den II met deezen Burg heeft beleend: Dat dit Leen door felonie van Diederik den IV, Graaf van Cleef, aan het Rijk vervallen zijnde, door Keifer Fredericus Barbarosfa in den jaare 118a wederom is uitgegeeven aan Otto den II, Graaf van Gelre, met een gedeelte van de inkomften van den Rijks-tol om daar uit den Burg te kunnen herftellen en onderhouden. Dat in de tweefpalt van het Rijk in den jaare 1197 over de verkiezing van een Keifer na den dood van Henrik den VI, welke Keifer op deezen Burg gebooren is, Otto van Saxen, als verkoren Roomsch-Koning, den zeiven in pandfchap heeft gegeeven aan Henrik , Hertog van Lotharingen en Braband. Dat vervolgens Philips van Zwaben, RoomschKoning, den vollen eigendom van dit Keiferlijk Stamgoed wederom heeft aan het Rijk gebragt tegens overgifte van andere goederen. Blijkelijk uit het Verdrag tusfchen Philips en Hertog Henrik daar over ingegaan in het jaar 1204. Maar dat in het jaar 1248 Willem RoomschKoning den Burg met den Rijkstol, en met de D 3 Stad  io Februarii 1796. Stad en het Rijk van Nijmegen, aan Otto den III, Graaf van Gelre, heeft verpand tegens eene leening van 16000 Mark fijn zilver, welke fom in den jaare 12.54 is verhoogd met eene leening van noch 5000 Mark zilver, onder anderen met die toezegging, van den Burg en de verpande goederen niet wederom te zullen eisfchen (g) voor en aleer de opgenomene penningen aan hem of zijne nazaten ten vollen zouden worden betaald. Dat dus de Graaf van Gelre geen Eigenaar geweest is van den Burg, maar alleenlijk F andheer { zijnde de directen eigendom verbleven aan den Keifer en het Roomfche Rijk. En dat de opgevolgde Graven en Hertogen ook geen ander of meerder recht op den verpanden Burg enz. hebben gehad, als bij de Verpanding was befprooken : Voorts dat door de abdicatie V3n den laatften Hertog Philips, Koning van Hispauien, op het Volk van Gelderland enkelijk jure pignoratitio is gedevolveerdhetwïi/e dominium, of de temporaire posfesfie van den Burg, den eigendom of het dominium fupremum bij den Keifer en het Rijk verbleven zijnde. Zoo (_g~) p. Bondam Cbarterb. van Gelderland II afdeel. Iladz.-i.z6, 295. III a'dcelhig bladz. 371, 467, 538, 583. Joh. in de Betouw Hctidyesten ven Nijmegen bladz. I, 75-79.  io Februarii 1796. Zoo dat, ingevalle men al eens veronderftelde, dat 'er een merkelijk onderfcheid te maaken zij tusfchen Verpandingen door particuliere perfonen met overgiften van particuliere goederen en Effecten, en tusfchen Pandfchappen, bij den Keifer en hooge Furften aan Standen van het Rijk met cesfie van territoir , en meerdere of mindere Regalia gedaan, inzonderheid (Jt) naar de oude Duitfche rechten en de Capitulatien derKeiferen met de Rijksftanden: en zelvs, dat door de Vreede, in den jaare 1648 te Munfter gefloten, het dominium fupremum van den Keifer en het Rijk was gemortificeerd , zij Gecommitteerdens dan alnoch vermeenen, dat op goede gronden en na regels van voorzichtigheid en aequiteit zoude kunnen worden beweerd, dat het dominium file verbleven zijnde aan het Volk van Gelderland, het directum of fupremum dominium vervallen is aan de Stad Nijmegen, als Rijksftad en Metropolis en met het Rijk het Hoofddeel van de generale Pandfchap hebbende uitgemaakt. En dat in allen gevallen in materie vznalienatie en dijiractie van DoD 4 mein- 0) To. Sfnüterus in JnflH. Jur. PubVei Romana-Germcnki torn. I, lik. j. tit. 4. §■ 5- Andr. Ockel in Tracc. de immemor. preefcrfpi. cap. 4. thèm. Auctóris inccrli Meditationes ad_ mjirumemum Pacis Caefareo-Snuicum fcecMne lil artic. 5. pag. 413, 4-14- Ad CapütOat. Carol, F. §. 151 «f fit-  io Februarii 1796. meingoederen geene overstemming volgens 's Landfchaps refolutie (/) plaats mag hebben. Protesterende mitsdien zij Gecommitteerdens van de Stad en Schependom, van het Rijk van Nijmegen, en Ampts tusfchen Maas en Waal ten (rerkften, ter hunner verandwoording voor de Nakomelingschap , tegens de approbatie van den toeflag van een verpand Domein-goed, ten effecte als naa rechten, niet meedepligtig willende zijn aan de nadeelige gevolgen , die in de (looping van dit Monument zouden kunnen leggen opgefloten, en die bij verloop van tijden zich zouden kunnen opdoen ; En hebben de Gecommitteerdens uit Over-Betuive verzocht aantekening, dat tot approbatie van den toeflag niet hadden geconcurreerd, de conclufie hebbende aangezien : Voorts hebben de Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen, ten aanzien van het rechtsgebied over den grond van den Burg geinhaereerd het ten Recesfe geinfereerde fub dato 15 September 1795. De Gecommitteerden van Neder-Betuwe hebben verzocht aantekening, dat zij zich tegens dit protest, voor zoo veel de (looping van deu Burg aangaat, een contra-protest referveerden. Op (i) Reces d«s Landdngs d. d. 15 Aug. 1648,  io Februarii 1796. ineekomene remonftrantie van Joh. Vermalen, Fiscaal deezes Quartiers; en daar bij in aanmerkinge genomen zijnde de Refolutien des Volks in den Rijke van Nijmegen in dato 30 October laatstleden; mitsgaders het mondeling gerapporteerde van de Gecommitteerdens uit den Rijke, voorts \Quartiers refolutie van den 11 Julii 1727, houdende, hoe dat alle Ampten en Steden binnen dit Quartier moeten inftaan, en refponfabel wezen voor de Collecte van derzelver Landfchrijvers en Secretarien van wegens den ontfang van den impost op de alienatien en collaterale fucccsfien bij derzelver infuffifance ; Is na voorgaande deliberatie goedgevonden gemelden Fiscaal te auctoriferen om met de geëntameerde procedure tegens den Burger A. L. de Fockert, provifionelen Landfchrijver des Rijks van Nijmegen, te fuperfederen, denzelven daar toe auctoriferende bij deezen. Op Requeste van de Predikanten der hervormde Gemeente binnen Nijmegen, verzoekende, om de daar bij gemelde redenen intercesfie tot bekooming der verfchene tractementen, of bij ontftentenis van dien, dat Requestranten provifioneel D 5 van  io Februarii 1796. van het opbrengen der soften penning mogen verfchoond blijven. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevondenen verdaan, dat in het tweede Lid van het gedaane verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mits dien afgewezen. Verlezen de Requeste van H. M. M. Rappard, verzoekende uitflel tot betaling van den 50ften penning, tot dat de aan hem te betalene boekfchulden zullen zijn ingekomen. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Volksvertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen in Requestrants verzoek gedifficulteerd, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Het Request van Mich. van Megen; het Request van E. van der Horst en P. J. Kerften; en het Request van de Ingezetenen van Dieden in den Ampte tusfchen Maas en Waal zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om dezelve te examineren, en daar op te dienen vart confideratien en advijs. Don-  li Februarii 1796. Donderdag den 11 Februarii 1796. Op Requeste van Buurmeesteren van Hees, verzoekende voor de Ingezetenen van het Schependom van Nijmegen provifionele exemtie van de betaaling van den 5often penning : Hebben de Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers, na deliberatie, goedgevonden, in der Supplianten verzoek te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van Boekhouder en Proviforen van het oude Burgeren - Gasthuis binnen Nijmegen, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de noodige interpretatie aan Requestranten moge worden meedegedeeldy of ten aanzien van het Gasthuis , als tot publicq gebruik gedessineerd, den 50^ penning moet worden betaald: Is goedgevonden en verfiaan, dat het Gebouw, tot bewooning voor de oude Burgeren gedestineerd, van de betaalinge van den 5oacn penning zal zijn geëximeerd, blijvende de Ordonnantie of het Reglement op den 5often penning, ten aanzien van de verdere goederen van het vooraangetogen Godshuis in volle kaacht. Het  ii en 12 Februarii 1796. II et Request van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen , ingegaan i° Julii *795 » is geft^d in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om 't zelve te examineren, en daar op te dienen van confideratien en advijs. J~ïet Extract uit het Refolutie-Boek van den Raad der Gemeente der Stad Thiel, in dato 6 deezes, is gefield in handen van den Burger Jan Bodd, om daar op te dienen van belang. Vrijdag den 12 Februarii 1796. Ifïet Request van de Canonici Capituli Sancti Martini te Cranenburg is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien en advijs. Op Requeste van de Ingezetenen van Beek, in den Rijke van Nijmegen, verzoekende exemptie van de betaaling van den 5often penning: De Volksvertegenwoordigers des Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden in der Supplianten  12 Februarii 1796. anten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn, houdende de gefubdivideerde Quota's der refpective Quartieren en der voorige Rekenkamer in eenen uitflag voor (a) de twee Provinciën Gelderland en Hol- (fl) Tot het onderhoud van de Dijk- en Waterwerken binnen het. Canaal van Pannerden wordt ingevolge de Conventie van den jaare 1706 door de drie Provinciën Gelderland, Utrecht en Overijsfel gecontribueerd na de Quotes, bij de refpective Provinciën gerecipieerd in de voldoeninge der Generaliteits lasten. Dog na den jaare 1711 heeft Overijsfel zich aan den last van het onderhoud van het Pannerdenfche Canaal onttrokken, zoodanig, dat Gelderland genoodzaakt is geworden het Contingent van Overijsfel bij provifie te verfchieten. Tot het onderhoud der werken, boven en in den mond van het Canaal in den jaare 1745 en 1749 aangelegd, wordt, volgens de Conventie van den jaare 1745, door Holland gelast -5 gedeeltens, en in, de drie resterende gcdeeltens door Gelderland, Utrecht en Overijsfel de gewoonlijke Quota, dan daar Overijsfel het kostbaar onderhoud van deeze werken ook overlaat aan Gelderland, Holland en Utrecht, wordt het aandeel van Orerijsfel door de drie andere Provinciën gefuppleerd na proportie van het geen bij de Conventie is vastgefteld. Tot onderhoud der werken, concernerende de twee Provinciën, wordt, uit hoofde van de Conventie van den jaare 1771, het aandeel van Overijsfel verdeeld tusfchen Gelderland, Holland en Utrecht: dragende Gelderland het aandeel voor zich zelvs met het geproportioneerd aandeel in het Overijsfeljche; Holland voor zich zelvs j, het geheele aandeel van Utrecht; in liet Overijsfelfche j voor zich zelvs, en de Quota van Utrecht in het Overijsfelfche. Tot  12 Februarii 1796. Holland ter fomme van dertig duizend guldens tot verfcheidene werken ter beneficeringe van Neder-Rhijn en IJsfel, met verzoek van een fpoedig confent en dadelijk furnisfement ; dragende de Provincie van Holland daar in . ƒ22012- :-io Gelderland .... 79^7^9- 6 ƒ30000- :- : En Tot onderhoud der werken aan het Bovenfpijk, in den jr,are 1745 aangelegd, bij aldien de onkosten importeren meer als 1000 guldens Hollandfch, wordt door Cleve gedragen s, en door de vier Provinciën 3: Edog 1000 guldens, of daar onder beloopende, bij die van Cleve enbijdeProvincieuf. En in deeze werken furneert Overijsfel haare Quota: ook in de nieuw aangelegde kribben tot beveiliging van het BoyenSpijk , wordende de quota van Utrecht tot onderhoud der kribben bij provilie door Holland gefurneerd. De kosten tot onderhoud van de werken aan het BentdeaSpijk worden, volgens het geconyenieerde in den jaare 1779, door de twee Provinciën Gelderland en Holland, mitsgaders door die van Cleve gedragen: En vermits de Provinciën Utrecht en Overijsfel daar toe niet hebben geconcurreerd, wordt, volgens het geconvenieerde in 1786, het contingent van Utrecht tot fuppletie van het defect van het aandeel van Overijsfel, niet door Holland, maar door Gelderland gefurneerd, en daar meede hot aandeel van die Provincie vermeerderd : Zoo dat Gelderland daar in contribueerd de Quota voor haar zelve; dan noch voor haar zelve in de denderende Quota van Overijsfel; en het aandeel van Utrecht in het defect van Overijsfel, terwijl Holland voor zich zelvs betaald j parten; de deficierende Quota van Utrecht, en Hollands aandeel in de dcfitiersnde Quota van Overijsfel. Tot  12 Februarii 1796. I En in de Quota van Gelderland de Quartieren en de Rekenkamer Nijmegen .... 2662-13- 5§ Zutphen . • . • 1749-16-iof Veluwe .... 2486- 1-11 (&) Rekenkamer . . 1089- 7-11 ƒ7987-19- 6 Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verdaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om toe voldoeninge van voorfchreve fomme van f 2.662-13-5I de noodige voorzieninge te doen. Op Tot onderhoud der werken boven en in het Bljlandfche Canaal, en boyendemond van den Nederwaalenden nieuwe mond van den Neder-Rhijn en van den IJsfel, draagt Holland voor haar zelve f gedeeltens, daar en boven de Quota van Utrecht, noch | in het Overijsjelfche voor haar zelvs, en de Quota van Utrecht in het Overijsfelfchc. Het verzorgen van den mond van den ouden Rhijn word' door de gebiterefeerde Provincie» en door Cleve gedragen op den voet van de Spijkfche Conventie van den jaare 1745. Het onderhoud van den Bpterdijk en Osfenwaardfche Dam wordt gemeenfchappelijk met de Clecffche ieder voor de helfte gedragen; alle 't in het breede gedetailleerd te vinden in da Memorie van den Burger Joh. in de Betouw de Rheni diyortiis Rhenique inferioris et Ifalae curd, bladz. 26-37. (b) Dewijl het Quartier van Nijmegen niet meerder tot de voorfchreve werken heeft willen contribueren als een gerecht derde part, is de Rekenkamer gelast het deficit van 13-12-9 in het 100-: uit de Domeinen deezer Provincie te fuppleren. Verb. d. dd. %. 19 Oct. 1708.  ia Februarii 1796. Op ingekomen addres van den Burger J. D. van Leeuwen aan de Gedeputeerden ter Financie, verzoekende, dat in zijne abfentie, als Repraefentant van het Diftrict van Thiel in de Nationale Conventie, zijn Ampt als Ontfanger der Middelen over het Thielfche Comptoir door deszelvs Zoon Jan van Leeuwen, Raad in de Burger-Magiftraat der Stad Thiel, mooge worden waargenomen : Is goedgevonden en verftaan de daar toe reeds verleende auctorifatie van de Gedeputeerden ter Financie te ratificeren, zulks doende bij deezen. Op Requeste van C. J. Bos, Weduwe vanC. J. van Neukirchen, genaamd Nijvenheim, en van Heribert van Westerveld, verzoekende restitutie van Proces-kosten in 1787 betaald, door het Quartier goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat deeze Requesten behoorden te worden gefield in handen van het Provinciaal Collegie, om, na examinatie van dezelve , zoodanig te refolveren, als bevonden zal worden te behooren, en in diergelijke gevallen heeft plaats gehad: Hebben de Gecommitteerdens der Stad Bommel daar-  12 en 13 Februarii 1796. daaromtrent geinhaereerd derzelver aantekening ten Recesfe fub dato 10 September 1795. Saturdag den 13 Februarii 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan om de reeds gefurneerde gelden tot voldoeninge van den eerden termijn der geforceerde Negotiatie of $o^n penning aan de Burgers Nic. van Staphorst, Corn. van der Hoop, W. Willinck en Chr. van Eeghen, als Adminiftrateurs derCasfa, waar in gedeponeerd worden de Quotes, welke ieder der refpective Bondgenooten furneren moeten in de reeds verfchene dertig Miilioenen aan de Franfche Republicq bij Tractaat toegezegd, over te maaken tot behoud van 's Quartiers credit: Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om de gefurneerde 5oae penning te doenligten, en aan voornoemde Adminiftrateurs over te maaken, voorts het gefurneerde gewerkt goud en zilver te doen verzenden na de Provinciale Muntkamer om door den Muntmeester tot geld gemunt te worden, zoo als nader bij gemelte Gedeputeerden zal worden geordonneerd. 2. E De  13 en 15 Februarii 1796. De Gecommitteerdens van Neder-Betuwe hebben geinfteerd, uit kracht van fpeciale refolutie, dat zulke diftricten, welke nalatig zijn in de betaaling van den reeds verfcheenen eerüen termijn, daar toe door de krachtigste middelen rechtens mogen worden geconftringeert. Maandag den 15 Februarii 1796. jBij refumtie gedelibereerd zijnde op het voorftel, om tot eene naauwkeurige expeditie van Brieven, die wegens de Landfchap en het Quartier worden afgezonden, mitsgaders van alle Depêches, uit de genomene Refolutien der Vergadering voortvloeiende , gelijk tot hier toe heeft plaats gehadt, eenen Quartierlijken Clercq te gebruiken, en de Gecommitteerdens van Thiel , Bommel en het platte Land geauctorifeerd zijnde daar toe te concurreren , hebben de Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen daar in gedifficulteerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om voor ditmaal de Ordonnantiën we-  15 Februarii 1796. wegens de verfcheene Comparitie-gelden over den jaare 1795 met het half jaar te doen depecheren. Op gelezene Memorie van den Burger J. Ganderheijden, verzoekende namens FredericaBlumke, Weduwe en Boedelhouderfche van Herman van Doesborg, woonende te Bommel uitftel van betaaling in de geforceerde Negotiatie, tot dat haarcn boedel zal zijn vereffend, en zonder bezwaar de 5ofte penning daar van zal kunnen worden opgemaakt. Is goedgevonden en verfïaan aan den Requestrant q. q. om de erheffelijke redenen, bij die Memorie vervat,, te verleenen uitftel tot den tweeden termijn van furnisfement in het begin van April a*nftaande. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden, dat de Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5o!le penning ter voldoeninge aan 's Quartiers Placaat artic. 16 zullen doen oproepen de Ingezetenen tot het doen van den Eed . dat zij hun aandeel in deeze Negociatie voor de beide termijnen, of voor den eerften termijn hebben voldaan, en meede den tweeden termijn na E 2. in-  15 en 16 Februarii 1796. inhoud van 's Quartiers Placaat zullen voldoen, en dat zij zoo in de Steden, als in de Ampten daar toe zullen vaceren op zoodanige plaatzen en uuren , als in ieder Stad en Ampt het bekwaamst geoordeeld wordt, 't welk bij publicatie en affixie of aanzegginge zal worden gedenuncieerd: Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van de noodige advertentie te doen. Dingsdag den 16 Februarii 1796. Ingekoomen eene MisTive van het Provinciaal Collegie, houdende kennis geeving dat de verkoop van den Opjlal en Gebouwen van den Burg, met behoud van het terrein en de zoo genoemde Heidenfche Capel voor deeze Provincie, aan de refpective Kooperen was toegeflngen, voorts dat men, om de tweede Capel meede te confervcren, in zoo verre was geflaagd, dat de Koopers zich hadden geëngageerd dit aloud Overblijfzel aan de Provincie over te laten onder korting van ƒ3000-: en wel zoo, dat wanneer eventueel mogt blijken, dat het zelve door te grooten (a) misftand op het ter- ' (7<) In 't!i gewezene Hoofdftad der Waercld, Si Heet exemplis, in puno grandibus uti, wordtn, onaangezieB de onnoemelijke Monumenten der Oudheid,  i6 Februarii 1796. terrein, of anderzins, op den duur, niet mogt kunnen blijven Haan , zij alnoch bereid en te vreede waren het zelve tegens betaaling van voornoemde ƒ3000 guldens wederom aan zich te neemen, mits het Provinciaal Collegie zich hier over bij het aanvangen der {looping van het Gebouw finaal verklaarde : Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat dezelve,' meer tot cieraad, als tot misstand zullende verstrekken , als een eerwaardig gedenkteken der grijze Oudheid, behoorde te worden geconfervecrd; en de oppervlakte of grond benevens de Capellen, met af/land van het territoir of jurisdictie, voorzoo veel noodig , aan de Stad Nijmegen gecedeerd tegens extraditie van eene Obligatie ter fomme van tien duifend guldens ten laste der gemelde Stad in behoeve van de Provinciale Domeinen, verrentende drie ten honderd jaarlijks te meer, daar zedert E 3 het beid, nochtans ftukken en brokken van Muuren , Misten, Gewelven en Zuilen van Tempels enz. hoe onregelmaatig en wanvoeglijk die ook mogen weezen, zelvs op Markten en in het midden der Straaten ftaande, zorgvttïdïgüjk geconserveerd, als ruinen, die fchilderachtige gezichten van de dagen van ouds opleveren, als geraamtens van eertijds fchoo.;e lichaamen, en als bewijzen van dt oigcftadigh.esJ en ve:ga kelijkhcid ailer aardflte dingen-  i6, 17 en 18 Februarii 1796. het jaar 1467 het Recht van jurisdictie op den Burg twijffelachtig en disputabel is geweest, de Stad Nijmegen, zoo wel als het Rijk namens de Landfchap, daar van in posfesfie zijnde. Woensdag den 17 Februarii 1796. De ingekomene Misfives tot aanbetaalinge van 's Quartiers Quota in de Petitiën tot de zaaken van de Zee, en om de Colonien van deezen Staat op de Kusten van Africa en America te voorzien van de noodige manfchappen, wapenen, Krijgsen mond-behoeftens tot afweering, zoo mogelijk, van vijandlijke aanvallen, waar aan deeze Volkplantingen zijn blood gefield; Zijn gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie, om, voor zoo veel de uitgeputte ftaat der Financien zal toelaten, daaromtrent de noodige voorzieninge te doen. Donderdag den 18 Februarii 1796. "Verlezen de Requeste van de Proviforen van het Armen-Kinderen-Weeshuis binnen de Stad Nijmegen, aan de Landfchap geaddresfeerd, houdende, dat het voorfchreve Huis door de liefdaadigheid der Gereformeerden in dien ftaat gebragt was, als  18 Februarii 1796. zich het zelve thans bevindt, zonder dat, voor zoo veel bekend was , eenig Roomsch Burger, ooit of ooit, tot het in fland brengen en houden van dien hadt meedegewerkt of iets gecontribueerd ; dienende tot geen ander einde, dan waar toe het zelve ab initio is gedestineerd, en de Gereformeerde Testateurs en Testatrices hun geheele of gedeeltelijk vermogen aan het zelve gemaakt en bedeed hebben. Dat Requestranten des niet te min door eene Commisfie uit den Provifionclen Raad der Stad met de grootfte bekommering vernomen hebbende, dat de intentie van denzelven waare om het gezegde Huis in het vervolg te doen dienen tot opvoeding en onderhoud van Kinderen van Roomfche Ouders nagelaaten , met wegneeming van alle relatien, die Kinderen, uit Ouderen van andere Gezindheden geboorcn, daar toe bevorens hadden gehad, en begeerte tevens, dat zij Proviforen het zelve Huis met alle zijne bezittingen en eigendommen aan de Roomfchen ten hunnen privativen behoeve zouden afftaan en inruimen , niet huiverig geweest waren de nadeelige gevolgen daar uit kunnende en notoir moetende, proflueren, bij een addres aan den provifionele Raad te vervatten , en in cas de provifionele Raad zulks onvermoedelijk tot effect zoude wilE 4 len  18 Februarii 1796. len brengen, daar tegens voor zich, en de ganfche Burgerije, alzoo het Huis, als een patrimonium commune, aan alle de Burgeren en Ingezetenen dier Stad toebehoort, op het nadrukkelijkst te protesteren. Dat Requestranten zich hadden geflatteerd , dat de redenen en motiven bij dat addres en protest vervat, bij den gezegden provifionelen Raad zoo veel zouden hebben uitgewerkt, dat zij van hun voornemen zouden hebben afgezien, dan dat, in plaats van dien, den volgenden dag hun was toegezonden eene refoluotn het meergemelde Huis aan die van de Roomfche Gezindheid over te geeve'n met alle de Boeken, Brieven en Chartres tot het gezegde Huis fpecterende, mitsgaders alle de noch in casfa zijnde gelden. Dat Requestranten geen reflexie zouden maaken op de contenue der Refolutie en de finguliere termen, waar in ze legt, alzoo een bloote lectuur dezelve een ieder als voor het hoofd deed fpringen, maar alleen ten aanzien der zaak zelvs zouden aanmerken. Dat offchoon het Huis, het welk zedert het jaar 1636 tot een Armen-Kinderen-Weeshuis was aangelegd, al eens een gedeelte van het Clooster Hesfenberg mogt hebben uitgemaakt, en alzoo van  i8 Februarii 1796. van een Roomsen Gedicht afkomstig zijn , echter de fondfen , waar door dat Huis fubfisteert, en waar uit de gezegde Kinderen worden verpleegd, alleen van Gereformeerden afkomstig zijn , waar van dat Huis zijne fundatie geheel en al deriveert, cn het welk dus uitmaakt een volkomen eigendom van de Gereformeerden. Dat overzulks, in cas de Roomfchen immer zouden kunnen gezegd worden eenig recht of praetenfie tot dat Huis te hebben ('t welk Requestranten verre afwaren van te willen dellen) zich zulks dan noch maar alleen zoude kunnen bepalen tot het gebouw zelvs, en geenzins tot de goederen en effecten, die 'er nimmer eenige relatien toe gehadhebben,of daar aan zijn gehecht geweest. Dat het dienvolgens naar inzien van de Requestranten niet alleen tegens alle rechten zoude drijden , wettige eigendommen aan wettige Eigenaarcn en bezitters buiten figuur van rechten te ontneemen , maar het zelve ook zouden zijn zaaken van de nadeeligste gevolgen , aanloopende tegens het natuurlijk recht ; daar in de verklaaring van de rechten van den Mensch en Burger, welke tot een grondfiag van het tegenwoordig- beduur gelegd zijn, gnder de natuurlijke rechten , welke den Mensch niet kunnen worden E 5 ont-  i8 Februarii 1796. ontnomen wel uitdrukkelijk is gefield veiligheid van Eigendommen; en deeze veiligheid wederom befchreven als te beftaan „ in de zekerheid van „ door anderen niet geiloord te zullen worden in „ hec uitoeffenen van zijne rechten, noch in het „ vreedzaam bezit van wettig verkregen eigendommen. Dat derhalven , zoo die van den Roomfchen Godsdienst zouden begeeren de Roomfche Kinderen afzonderlijk te hebben opgevoed, daar toe als een gefchikst middel zoude kunnen dienen het aanleggen van een nieuw Huis in een der Stads Iluifen, of anders daar toe aan te koopen gebouw, en het ontfangen van fubfidien van andere Godshuizen, op dien voet als bij de erectie van het Armen-Kinderen-Weeshuis heeft plaats gehad, tot zoo lange dat Huis voor zich zeiven een beilaan zoude hebben geacquireerd. Vertrouwende de Requestranten over zulks, dat de Volks Vertegenwoordigers van Gelderland zoodaanige fpoedige voorzieninge zullen gelieven te doen, dat het gezegde Armen-Kinderen-Weeshuis bij zijne rechten, eigendommen en adminiflratie blijve bewaard. Meede verlezen de Requeste van Proviforen van het Burgeren - Kinderen- Weeshuis y houdende, dat het  18 Februarii 1796. het gezegde Huis in den jaare 1560 door een particulier was gefundeerd tot verpleging van twaalf Kinderen, die in de Stad Nijmegen van Vader en Moeder recht en echt zijn geboren, en welkers Ouders fes jaaren ten minflen Burgers zijn geweest. Dat het gezegde Huis uit een klein beginzel voortgekomen, en bij giften en donatien van goede luiden en harten, alsmede dooreen goede directie, van tijd tot tijd, merkelijk in goederen en revenuen zijnde verbeterd, het getal der Burger-WeesKinderen in dat-Huis, zonder aanfchouw te neemen op religie, fuccesfivelijk was vergroot, zonder echter van den grond der {lichting af te wijken. Dat het derhalven niet alleen tegen de inrichting en fundatie van gezegde Huis ftrijden zoude, daar op aan te neemen en te verplegen een aantal Kinderen, wier Ouders geen Burgers dier Stad zijn geweest, maar dat zulks ook een zoodanig groot bezwaar aan de revenuen van het gezegde Huis zoude toebrengen, dat Requestranten dorden vast te dellen, dat, bij aldien zulks ter executie gebragt wierdt, het zelve notoir den totalen oni dergang van dat Huis ten gevolge zoude hebben ; implorerende om die en meer andere redenen, bij den Requeste gedetailleerd, dat het de VólksVertegenwoordigers van Gelderland behagen moge  18 Februarii 1796. ge zoodane voorzieninge te doen, dat het gezegde Huis bij zijne fundatie en eigendommen, als wettig toebehoorende aan de Burgerije dier Stad, blijve geconferveerd ; voorts dat, in cas hieromtrent geene dadelijke dispofitie vallen mogt, alles intusfchen moge blijven in llaat. Noch verlezen een Request provifioneel betekend door vier honderd zeven en twintig Burgers en Inwooneren der Stad Nijmegen, daar bij te kennen geevende, dat met aandoening vernomen hebbende, dat door den provifionelen Raad der gezegde Stad op den 8 deezes waren genomen twee onderfcheidene refolutien, waarbij dezelve disponeren over de Burger-Kinderen- en ArmenKinderen-Weeshuizen, en aan de Proviforen van laatstgemelde Huis ordonneren en gelasten om bet gezegde Huis met alle zijne bezittingen en eigendommen aan de Roomsch-Gezinden over te geeven en in te ruimen; en aan het eerstgemelde Huis, om de Kinderen, thans op gezegde Armen-Huis zijnde , voor zoo veelen de Protestantfche Godsdienst blijven belijden, in hun Huis ter verpleging op en aan te neemen, zich verplicht vonden de Volks Vertegenwoordigers van Gelderland te moeten informeren, dat, daar de bezittingen en goederen van gezegde Weeshuizen niet voortkomen  i8 Februarii 1796. men uit eenige (lichting van Roomfche Geestelijken, of van goederen, tot derzelver Corpora hebbende behoord, maar voornamentlijk zijn geprofileerd uit de liefdadigheid van de Burgeren en Inwooneren dier Stad, den Protestantfchen Godsdienst toegedaan, die Weeshuifen daar door zijn gebragt tot dien (laat, als waar in dezelve zich thans zijn bevindende, en alzoo zijn geworden een eigendom van alle de Burgers en Ingezetenen der Stad : Dat het uit dien hoofde tegens alle recht, reden en billijkheid zoude (Irijden, dat meergemelde Weeshuizen geheel of gedeeltelijk zouden worden ontvreemd en ontnomen aan hun, die een wettig recht hebben, het welk zeker plaats zoude hebben, wanneer het ArmenKinderen-Weeshuis, met alle deszelvs bezittingen en inkomsten geheel en alleen moest worden afgedaan aan die van denRoomfchen Godsdienst, en de Kinderen van dat Huis wierden overgebragt, verpleegd en onderhouden moesten worden in het Burger-Kinderen-Weeshuis, tot welke ontneeming en drijdige handelingen geene gronden altoos konden worden aangevoerd, noch uit de dichting dier Weeshuizen zelve, noch uit eenige andere omdandigheden , hoe ook genaamd , en boven dien geheel zoude drijden tegen die rechten, welke  i8 Februarii 1796. ke elk en een ieder van zijne wettig verkregen eigendommen verzekeren , als meede tegens 's Landfchaps refolutie op advijs van het Provinciaal Collegie des aangaande genomen. Dat die Huizen thans zijnde onder eene gelukkige directie en beftuur, het de Burgeren en Ingezetenen niet onverfchillig was of zijn konde, hoe het daar meede zich in het vervolg zal toedragen , en dat de Roomsch-Gezinden, indien verkiezen de Kinderen van hunnen Godsdienst feparaat te verplegen, zulks niet moest (trekken tot een merkelijk nadeel van anderen en met omkeering van zaaken , maar daar toe andere middelen konden en behoorden bij de hand gevat te worden: Verzoekende vervolgens, vermits geenzins konden gedogen en toeflaan , dat het ArmenKinderen-Weeshuis met alle zijne bezittingen, aan de Roomfchen zoude worden overgegeeven tot derzelver privatiev gebruik , en dat de Kinderen van alle andere Gezindheden, ten laste van het Burger-Kinderen-Weeshuis zouden worden gebragt, en zulks noch met het belang der Stad, noch met de algemeene w'd der Burgerije over eenkwam, dat de Vertegenwoordigers des Volks van Gelderland daar tegens zoodane voorzieningc geliefden te doen, als tot confervatie van de Huizen  18 Februarii 1796. zen en bezittingen bij derzelver fundatiën, zouden oordelen te behooren. Waar op gedelibereerd , en goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier van advijs was, dat deeze Requesten behoorden te worden gefield in handen van den provifionelen Raad der Stad Nijmegen om daar op te dienen van Bericht, blijvende inmiddels alles in ftaat. Hebben de Gecommitteerdens uit den Rijke van Nijmegen, Over-Betuwe en Ampts tusfchen Maas en Waal verzocht infertie ten Recesfe van advijs te zijn geweest, dat dit poinct behoorde te worden gehouden voor eene domesticque zaak: En hebben de Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen tegens de genomene conclufie op het nadrukkelijkfte geprotesteerd, de erkentenis van dien, als meede de dispofitie over voornoemde Geftichten pure domesticq befchouwende , mitsgaders een eigendom der geheele Burgerije van hunne Stad en Schependom zonder onderfcheid van Religie. En wel hoofdzaaklijk,om dat het Burgeren-Kinderen-Weeshuis van ouds geweest is een Beggijnen-Clooster, waar van men den tijd dei- {lichting volgens aantekeningen van des kundigen nergens  18 Februarii 1796. gens (a) gemeld vindt. Dat men alleenlijk leest, dat deeze Geestelijke Maagden haare Erven hebben afgedaan tot een Burgeren-Kinderen-Weeshuis, waar over in den jaare 1560 vier Proviforen benoemd zijn. Zo als ook ten opzichte van het Armen-Kinderen-Weeshuis, zijnde eertijds geweest een Jongvrouwen-Convent, gedicht in het jaar 1449, waar van de goederen met die der andere Geestelijke Corpora in den jaare 1580 geinventarifeerd, en in 1591 van Stads wegen aanvaard zijn. Latende de voornoemde Gecommitteerdens de gevolgen, welke uit eene verdere draling om de Roomschgezinde Burgeren en Ingezetenen hunner Stad insgelijks te doen deelen in het bezit en genot van die Gedichten of Armen - Huizen , waar op dezelve, volgens de tegenwoordige conditutie, meede een wettig eigendom verkregen hebben, aan die geenen over, welke hier toe meede gewerkt hebben. * ""Verlezen de Requeste van de Canonici van het Capittel Sancti Martini te Cranenburg, verzoeken- O) Befchrijving van Kerken en Godsdienstige GefKchten binnen Nijmegen blaJz. 66. 72. door den Burger job. in de Beiouw uit prruitgegeeveue Charters mecdegedeeldi  18 en 19 Februarii 1796. kende, vermits de revenuen van hun Geestelijken onder dit Quartier, even als de Tractementen der Predikanten, fubintreren in plaats van tractementen tot hun onderhoud, van het furnisfement van den 5often penning, en dubbelde Verponding, te mogen worden geëxïmeerd : En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie: Is goedgevonden, dat, daar de Requestranten geen dienst binnen deezen Quartiere koomen te verrichten, en dus de inkomsten van hunne goederen alhier niet kunnen worden geconfidereerd als Tractementen, daar in tegendeel eenige Predikanten, de revenuen der Pastorie-goederen trekkende in plaats van tractementen, dezelve genieten tot belooning van hun lieder te doene werk, in dit verzoek overzulks niet kan worden getreden, wordende het zelve mits deezen gewezen van de hand. Vrijdag den 19 Februarii 1796. D e Memorie van den Burger J. Ganderheijden , adminiftrerende Provifor van het gecombineerde Weeshuis te Salt-Boemel, om exemptie van dö betaaling van den 5oucn penning, als aan de a.. F heil-  19 Februarii 1796. heilzaame oogmerken van haare inftitmie niet kunnende voldoen t Is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om na examinatie en bevind van zaaken te disponeren, zoo als na billijkheid zullen oordeelen te behooren. X)e Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat 'er uit hoofde van de volle magt, aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Folk van Nederland , gedefereerd, importante en presfante geldvorderingen zouden kunnen plaats hebben, en dat de Vergadering des Volks van Gelderland dikwerf binnen zoodanigen korten tijd niet zoude kunnen worden geconvoceerd, verzoekende overzulks te mogen weeten, hoe in zoortgelijke onverwagte en epineufe gevallen zich zouden hebben te gedragen1, vooral, daar zij zich na hunne Inflructie fliptelijk moeten reguleren, en altijd verantwoordelijk zijn wegens de adminiflratie van de penningen des Quartiers. Waar op geen re/olurie is gevallen. Sa-  ao Februarii 1796. Saturdag den 20 Februarii 1796. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge geëxhibeerd een Plan, zoo als hun de Verpagting van den impost op de gebrande Wij* nen en gedistilleerde Wateren, mitsgaders op den Tabak, het gevoeglijkst en voordeeligst voor '$ Quartiers Financien was voorgekomen * met bijvoeging, dat de pagtpenningen over den gepas» feerden jaare de importante fomme van ruim zeventig duizend guldens minder waren geweest als in voorige jaaren, en dat, wanneer op denzclven voet de Verpagtinge zoude gefchieden, het te vreezen zoude zijn, dat de gemelde impost geheel tot niet zoude loopen. Dat de Capita-* len, op het Monopolium gevestigd, meenigvul* dig waren, en tot betaaling der interesfe van dezelve eene importante fommenoodig was: Voorts dat, wanneer men niet overging tot de Verpagting van dien impost ingevolge het geëxhibeerde Plan, nieuwe impofitien tot betaaling der interesfe gein» troduceerd zouden moeten worden: Vermeenende zij Gedeputeerden overzulks, dat het gefchikste was, tot voorkooming van confufien en nieuwe belastingen, de Verpagting dier Imposten te hF 2 ten  20 en aa Februarii 1796. ten gefchieden op den voorgeflagen voet, of anders bij wijze van Monopolium, zoo als het Quartier het raadzaamst en nuttigst voor deszelvs Financien zal oordeelen: En hier op gedelibereerd zijnde is het voorfchreve Plan bij de gezamentlijke Leden overgenomen , en wijders goedgevonden op Maandag den 7 Maart aanftaande des avonds binnen Nijmegen te zaamen te koomen zonder nadere verfchrijving, ten einde daags daar aanvolgende , den 8 Maart, in deezen ten meesten dienste des Quartiers te kunnen disponeren en refolveren, als na occurrentie van zaaken bevonden zal worden te behooren, het geen dan ook bij alle de Leden des Quartiers alzoo is aangenomen. De Gecommitteerdens der Stad Sak-Boemel hebben verzocht aantekeninge van advijs te zijn geweest, dat deeze bijeenkomst binnen Boemel behoorde te worden geconvoceerd. Maandag den 22 Februarii 1706. tiet Request van Jacobus de Raad, en de Misfive van Commisfarisfen tot den ontfangst van den poften penning over Beest, Rhenoij en Marienweerd, zijn gefield in handen van de Gedepu- teer-  ii Februarii 1796. teerden ter Financie, om daar op te dienen van confideratien en advijs. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Commisfarisfen refpective tot den ontfangst van den 5oftc penning te auctoriferen, om van de buiten dit Quartier gezetene en vaste goederen binnen het zelve bezittende, welke verkiezen mogten de dubbelde Verponding, in plaatze van den 5oftcn penning tegens Recepisfen, te furneren , bij de voldoeninge van den tweeden termijn in April aanftaande meede te ontfangen de gementioneerde dubbelde Verponding, met intrekking overzulks van 's Quartiers refolutie van den 10 Januarii laatstleden tot auctorifatie Op de Collectëurs der Verpondinge refpective verleend, welke op requifitie van voorfchreve Commisfarisfen zullen gehouden zijnvifie van derzelver Quohieren onweigerlijk te verkenen: En worden de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd de vereischte advertentie daar van alomme binnen deezen Quartiere, als gewoonlijk, tenfpoedigften te laten doen. Het Quartier van Veluwe ter confervatie van de harmonie de twee andere Quartieren in beF 3 den-  aa Februarii 1796. denking gegeeven hebbende, of het niet noodzaaklijk zoude zijn eene Commisfie te benoemen, uit ieder Quartier twee, ten einde het werk der Quotes tusfchen de Quartieren na te zien, en te advijferen, op welke wijze men, zonder bezwaar van de Quartieren, die van Nijmegen zoude kunnen verminderen, en zulks op het voetfpoor van voorige negotiatien op dit fubject tusfchen de Leden van het voorig bewind van tijd tot tijd gehouden, 't zij tot eene zeer maatige bijflag uit de Domeinen of anderzins; welke Commisfie vervolgens volledige opening' zoude behooren te ontfangen van het Quartier van Nijmegen, zoo wegens den 'ftaat der Financien, als de reeds gefielde of nog mogelijke poincten van menage , ten einde alzoo zoude kunnen confteren, of en in hoe verre het gemelde Quartier zal behooren te worden verligt, met auctorifatie op de voorfchreve Commisfie om van de refpective Municipaliteiten de noodige elucidatien te vragen; hebbende het Quartier van Veluwe uit den haare tot die Commisfie benoemd de Burgers J. H. van Zui» len van Nieveld en A. A. Gaijmans. En het Quartier van Zutphen , ongepraejudicieerd het gemaakt Convenant in den jaare 1794 over de fubdivifie der Provinciale Quota, zich met  22 en 23 Februarii 1796. met het geopende van VeLuwe geconformeerd, en ten dien einde haare Ordinaris Gedeputeerden geauctorifeerd hebbende, om uit den hunne daar toe te benoemen twee Leden benevens den Secretaris van dat Collegie met adjunctie van den Oud-Secretaris der Gedeputeerden den Burger E. Opgelder. Is goedgevonden en verdaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om insgelijks uit derzelver midden te benoemen twee Leden benevens den Secretaris van dat Collegie : Wordende de Secretaris deezes Quartiers gecommitteerd om die «e houdene befoignes meede te adfisteren. Dingsdag den 23 Februarii 1796. Op ingekomene Misfive van het Provinciaal Collegie, houdende confideratien en advijs op het voordel van de Curatoren der Academie te Harderwijk om aan gemelte Academie een convenabel jaarlijks fubfidie toe te leggen uit de Domeinen deezer Provincie: Hebben de Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen verklaard daar in te moeten difficulteren , alzoo het Collegie van de Gemeenslieden, inconfideratieneemendedc grooF 4 te  23 Februarii 1796. te uitfchotten, waar meede de Provinciale Cas'fa thans is bezwaard, en de daar uit voortvloeiende benoodigheid van penningen, als anderzins, op te maaken onder anderen uit de geringe fomme, waar voor men goedgevonden heeft de verkoop van den Burg binnen de Stad Nijmegen, en welk zij liefst daaraan wilden toefchrijven, niet tegengaande de gedane protesten, te laten doorgaan ; voorts de groote te voorziene verfchotten, welke meer dan waarfchijnlijk uit die Casfa noch zullen behooren gedaan te worden, om daar door te fubvenieren aan de Quartieren tot voorkooming van de grootfte onheilen , daar toe niet hadden gelieven te treden. En hebben de Gecommitteerdens van het Rijk, van Over-Betuwe en van Maas en Waal verklaard tot geene fubfidien te kunnen concurreren , als daar toe ongelast zijnde. Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen gereitereerd hebbende hunne gedaane infhntien tot inruiming van het ArmenKinderen-Weeshuis met deszelvs bezittingen en eigendommen aan de Roomsch-Gezinden tot ftuiting van disordres: Is bij rcfumtie hierop gedelibereerd zijnde goed- ge-  «3 Februarii 1796. gevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier perfisterende bij de genómerie Landfchaps refolutie van den 20 deezes ,■ waar bij de provifionele Raad der Stad Nijmegen wordt gelast zich punctueel te gedragen na 's Landfchaps refolutie van den 31 October laatstleden, en de daar op gevolgde refolutie van het Provinciaal Collegie van den 4 November daar aanvolgende, ten opzichte der Godshuizen, vermeent, dat de gemelde provifioneele Raad in het gemeen, en ieder Lid van het zelve in het bijzonder, behoort te worden verklaard perfoonüjk te zijn verantwoordelijk voor alle de nadeelen, die uit het niet, of niet behoorlijk, zorgen voor de confervatie van de rust en veiligheid zouden voortvloeijen en ontdaan. De Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen, Over-Betuwe en Ampts tusfchen Maas en Waal hebben verzocht aantekening van hier tegens te hebben geprotesteerd. Op het rapport van de Commisfie tot onderzoek van het Formulier van den Eed voor Stemgerechtigden en Amptenaaren, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier zich conformeerde met het uitgebragt Rapport; F 5 Heb-  2$ Februarii 1796. Hebben de Gecommitteerdens van Stad en Schependom van Nijmegen verzocht infertie van advijs geweest te zijn, dat in plaats van een Declaratoir (gelijk bij het Rapport) een lijffelijken Eed door de Stemgerechtigden behoorde te worden gepraesteerd , en dat binnen Nijmegen bij den Eed, in het geïntroduceerd Regeerings-Reglement ervintelijk, diende te worden verbleven. Op het ter Vergadering voorgedragene, is goedgevonden de opening van het Quartier van Zutphen op N°. 89 van den Landdag in November, zijnde de Misfive door het Quartier van Nijmegen aan Hun Hoog Mogende gefchreven over de gefubdivideerde Provinciale Quota, te renyoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde dezelve te examineren, en daaromtrent te dienen van eclaircisfement. Waar meede het Quartier na refumtie is gefeheiden. Ter ordonnantie van de provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOUW, RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN MAART 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. PlETER TEN bosch, Carel Campagne, Adrianus van Oosterhoudt. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Jan Tierens, Henricus Schull. Platte Land. R IJ K VAN N IJ M E G E N. Hendrik Derkse, Willem Libotté. OVE R.BETUWE. Wouter Rijnders, Jacob van den Bosch, Hendrik Aelbers. TUS-  TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET LEUR, HERNEN, MAASBOMMEL, O IJ EN. Aeldert Schouten, Jan Festen, Jan Steenbruggen, Peter van Heumen, Theodorus Adrianus van Gelder, Johannes van de Coolwijck, cornelis van rletveldt, MlCHIEL ROEFS. \ , .Tflaona:mo0 kav M*r\wm NEDER-BETUWE. Johannes Brands, Johannes Bor. T H I E L R E - W A E R D. Hendrik Murman, Jan Margriet Franciscus van Everdingen. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Philip Willem van der Horst. Re-  8 Maart 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in Maart 179 6, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 8 Maart 1796. De Steden - Gezanten, en die van het platte Land, ingevolge het gerccesfeerde op den 20 Februarii laatstleden, binnen de Stad Nijmegen te zaamen gekomen, en fesfie genomen hebbende, is, na dat het gewoon Gebed tot God almagtig gedaan en de Commisfien gelezen waren , tot Voorzitter en Moderateur deezer Vergadering benoemd de Burger Warmold Albertinus van der Feltz, Lid van den Raad der Gemeente van de Stad Sak-Boemel, die de praefente Leden voor derzelver tijdige comparitie bedankt, en vervolgens de redenen deezer bijeenkomst heeft voorgedragen : Hebbende de Leden van den provifsonelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen ten krachtigften tegens deeze benoeming van den Burger van der Feltz geprotesteerd, en met inhaefie van de aantekening, fub dato 11 De- cera-  8 Maart ï/aö. cember ten Recesfe geinfereerd, de Vergadering verlaten, declarerende 't geene in dezelve mogte worden verhandeld in hunne abfentie te houden voor illegaal en informeel. De Gecommitteerdens uit de Steden Thiel en Bommel en van het platte Land hebben geinhaereerd 's Quartiers refolutie van den 24 November daar te vooren,waar bij het Praefidium verkiesbaar is gemaakt, met verklaaring geen uitfluitend voorrecht van de Stad en Schependom van Nijmegen boven de overige Leden des Quartiers, naar de thans aangenomene beginzels van Regeering, te zullen erkennen. Is ter vergaderinge voorgebragt eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfehap te Lande , gefchreven in den Hage den 11 Februarii laatstleden, betrekkelijk de betaling der 25000 Man Franfche troupes in foldije van deezen Staat, met ernftige inftantie, om voor al, zoo veel mogelijk, voor de betaaling dier Tronpes zorg te dragen, toe voorkooming van anderzins te vreezene onheilen. Meede verlezen eene Misfive van het Committé van adminiftratie der Franfche troupes, gefchreven in den Hage den 1 deezes maands, daar bij ken-  8 Maart 1796'. kennis geevende, dat met voorkennisfe van het Committé tot de zaaken van het Bondgenootfchap te Lande op dit Quartier hadde getrokken eene Adfignatie groot fi 1082-13-12 aan de ordre van den Burger Gilles Galesloot, met verzoek om dezelve met betaalinge te willen honoreren : Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen , om tot betalinge van voorfchreve /no82-i3-i2 zoodane prompte voo'rzieninge te doen, als ten meesten dienste deezes Quartiers zullen bevinden te verftrekken. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5otkn penning over de Stad en Schependom van SakBoemel, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, houdende, dat toen op den 1 deezes, ingevolge en ter voldoeninge aan het 17 artic. van het Plan van heffing van den 5ofte penning, befloten den Ontfanger H. Vermeulen te gelasten zich op den 3 daaraanvolgende des morgens ten tien uuren te vervoegen op het Raadhuis te Bommel, ten einde aldaar van hun tegens behoorlijke Recepis over te neemen de gelden benevens het ongemunt goud en zilver, geprovenieerd uit de fur2. G nis-  1 - x f .,r v. * 8 Maart 1796. nisfementen van den eerften termijn van den 5oftcn penning, 't geen zij met zoo veel zorg, tijdverlies en verzaaking van particuliere belangens, geduurende eene fesfie van meer dan fes weeken, met de uiterfte bereidwilligheid hadden bij eikanderen gezameld, tot hun grootfte verbaazing ontfingen een fchriftelijk relaas van den aan hem toegezondene Bode, waar bij door voornoemde Ont. fanger Vermeulen dezelve was gelast aan hun Commisfarisfen uit zijnen naam te zeggen, dat hij van hun geene de minftc ordres afwagtede, en hij zich door bovengemelde boodfchap zeer gelaedeerd vond, hun verder renvoijeerende naar hunne Inftructie, met bijvoeging, dat hij op het Raadhuis niet zoude verfchijnen , maar op den geftelden tijd ten zijnen huize vaceren zoude om te ontfangen de gelden enz. verzoekende vervolgens om de redenen , daar bij in het breede gedetailleerd, dat de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers zoodaane eclatante fatisfactie aan hun zouden gelieven te verzorgen , als de hoon door den voornoemden Ontfanger Vermeulen hun aangedaan, kwam te vorderen. Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat voorgemelde handelwijze is (trekkende tot vilipendie en ftremming van 's Quartiers ge- no-  8 Maart 1796. nomene refolutien, is goedgevonden en verflaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, zulks doende bij deezen, den gemelden Ontfanger H. Vermeulen wel expresfelijk te gelasten aan de te doene aanfchrijving van Commisfarisfen tot ont» fang van den 5ofte penning, op zoodanige tijd, uur, en plaats, als dezelve hem nu nader zuilen bepalen , te defereren , zonder daar van onder eenig voorwendzel, hoe zulks ook zoude mogen wezen , te blijven in gebreeke , op poene van nadere dispofitie. Op verlezen Memorie van Commisfarisfen tot tot den ontfangst van den 5often penning over de Dorpen van den Thielre- en Bommelrewaerden en de diftricten van dien, houdende onder anderen, dat bij confrontatie van de Lijsten der perfonen, van de Dorpen gerequireerd en bekomen, hun gebleken was, dat 'er noch veele In- en Opgezetenen waren ten achteren gebleven met het verfchulde tot den eérflen termijn in de geforceerde Negotiatie te contribueren, en den Eed, bij de Ordonnantie bepaald, af te leggen : En. dat ook geinformeerd wierden, dat 'er noch veele in de Boven-Ampten deezes Quartiers bevonden zouden worden, die aan hunne verpligting in deezen niet hadden voldaan: Ga Is,  8 Maart 175)6. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden, met inhaeiie van 's Quartiers refolutie van den 15 Februarii laatstleden, betrekkelijk de oproepinge der Ingezetenen tot het afleggen van den Eed genomen , bij ampliatie te verflaan, dat de geene, welke in gebreke blijven op den tijd , door Commisfarisfen te ftellen, op te koomen tot voldoening van den verfchulden 5oftc penning, of om aan te toonen, dat den Eed op eene andere plaats, dan op de plaats van hun domicilie, hebben gepraesteerd , zullen worden geconfidereerd als kwaadwilligen, die zich van de voldoening hunner verfchuldigde furnisfementen ter onderfteuning van 's Quartiers Casfe en befcherming der dierbaare Vrijheid en het lieve Vaderland door ftrafbaare bedoelingen zoeken te onttrekken, en dus meede vervallen te zijn in de breuke van een honderd goudguldens, bij 's Quartiers refolutie van den 25 November 1795 bepaald: met auctorifatie op de gefielde Commisfarisfen , om de lijsten der perfonen met die der Comparanten exactelijk te vergelijken, en de naamen der gebrekige én kwaadwillige op te geeven aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde tegens de zulke, als wederfpannige Ingezetenen , aanitonds bij parate en, des noods, militaire executie zoodanig te doen procederen, als tot ftandhouding der geno-  8 Maart 1796. mene Refolutien en Placaat op deeze geforceerde Geld-Negotiatie gearresteerd, zullen bevinden te behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, of niet , daar men in het zekere overtuigd is, dat 'er noch Ingezetenen bevonden worden, die den eerden termijn in de geforceerde geldheffing niet hebben betaald, en dat deeze termijn behoort geincasfeert te weezen, bevorens tot de heffing van den tweeden termijn werde overgegaan, op dat de last, die voor gewillige Ingezetenen reeds groot is, niet door de onwilligheid van anderen noch zwaarder werde, de voldoening van den tweeden termijn zoude behooren te worden gedilaijeerd tot 1 Mai aanftaande: Is na gehoudene deliberatie, in aanmerkinge genomen zijnde, dat de kwaadwillige, welke, tot noch toe, het zij in het geheel niet, of niet volkomen, den eerften termijn voldaan Kobben, tot de voldoeninge van den eerften termijn door nadere oproeping, in ieder diftrict te doen , zullen worden geconftringeerd; En dat aan de Com' misfarisfen tijd behoort gegeeven te worden om in de diftricten refpective de convocatie behoorlijk te doen gefchieden, goedgevonden den tweeden terG 3 mijn,  8 Maart 1796. mijn, welke bepaald was te beginnen met .den 15 Maart, te verlengen tot den 15 April, 'gelijk dezelve verlengd wordt bij deezen, zoodanig dat de gaave voldoening zal moeten geeindigt ;djn met i0 Mai aanftaande, alle 't op de boete en po. j als bij 's Quartiers iterative refolutien ten aanzien van de betaaling van den eerften termijn is vastgefteld. Wordende de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd om van dit een en ander bij tijds de noodige publicatie alomme in deezen Quartiere tot een ieders narigt te heten doen. yjp gedaane propofitie, hoe en op wat wijze, na exfpiratie van den tweeden termijn in de geforceerde Negotiatie, van Commisfarisfen tot den ontfangst den Eed zoude behooren te worden afgenomen van meede aan het Placaat op de heffing van den .5onc" penning te hebben voldaan: Is, 'ïSï deliberatie, goedgevonden de Leden der Gedeputeerden ter Financie,. en wel ieder refpective i;i;loco, te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om van Commisfarisfen tot den ontfangst, welke geen certificaat van den reeds door hun gepraesteerden Eed kunnen produceren, de Eeden volgens de vastgeftelde formulieren na behooren afté neemen. Op  8 Maart 1796. Op het ter Vergadering voorgedragene, waar uit betaald zullen worden de geimpendeerde kosten aan geldzakken, geldkisten, floten, fchrijfbehoeftens, vuur, licht enz., mitsgaders het falaris der Bodens, en hoe hoog het falaris voor de Esfaijeurs zal gefield worden. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om de Commisfarisfen tot den ontfangst der geforceerde Geldheffing aan te fchrijven behoorlijke opgave van hunne verfchotten ten einde als voor fchreven te doen : met verdere auctorifatie om die onkosten na examinatie en bevind van zaaken uit 's Quartiers casfe te betaalen : wordende aan gemelde Gedeputeerden meede overgelaten de verdiensten der Esfaijeurs na redelijkheid te voldoen. Op gedaane propofitie is goedgevonden, dat het gewerkt goud en zilver , bij Commisfarisfen in voldoening van den $0® penning aangenomen, niet zal mogen worden tegens geld of gelds waarde verwisfeld, maar na de Muntkamer deezer Provincie, om tot geld gemunt te worden , zal moeten worden overgezonden: met auctorifatie op de G 4 Gé-  8 Maart 1796. Gedeputeerden ter Financie om hier van ten fpoedigften advertentie te laten gefchieden. Op ingekomene Memorie van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5often penning over Batenburg, Dieden, Oijen, Maas-Bommel, Alphen, Appeltern en Altforst, verzoekende explicatie, of het voldoende is, dat een Vader Weduwenaar , of een Moeder Weduwe zijnde , en den boedel met de Kinderen gemeenfchappelijk bezittende , eed doen wegens de betaalinge van den poften penning van den geheelen gemeenfchappelijken boedel; voorts of den 5often penning daar van moet betaald worden , ingevalle de gemeenfchappelijke boedel geen twee duizend guldens kwame te bedragen. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te verdaan ten aanzien van de eerfte vraag, dat bij de gearresteerde Formulieren van Eed voor de geenen, die betalinge doen voor hunne Kinderen, als anderzins, reeds is voorzien, en dat, betrekkelijk de tweede vraag, Vader of Moeder, Weduwenaar of Weduwe zijnde, en voor derzelver leven getochtigd , fchuldig zijn de 2. per cent in de geforceerde Geldnegotiatie te voldoen, of fchoon de gemeenfchappelijke boedel geen twee duizend guldens zoude mogen bedragen.  8 en 9 Maart 1796. Op ingekomen addres van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5one» penning; Is goedgevonden, dat van Obligacien tot laste des Quartiers, Steden, Communiteiten, Dorpen, pandveilige verfchrijvingen en gevestigde Obligacien binnen deezen Quartiere, en aan buiten dit Quartier Gezetene toebehoorende, de 5oae penning zal moeten worden betaald; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van meede ten fpoedigften advertentie te doen. De Gecommitteerdens van het Rijk hebben verzocht aantekening van advijs te zijn geweest, dat de 2 per cent alleenlijk van Obligatien tot laste des Quartiers behoorde te worden voldaan, en de Gecommitteerdens van Neder-Betuwe van tot het neemen deezer Refolutie niet te hebben geconcurreerd. Woensdag den 9 Maart 1796. De Leden van den provifionelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen, welke op gisteren de Vergadering onder protest hadden verlaten, op heden tot het bijwoonen der befoignes wederom erfchenen zijnde, en met inhaefie van het geG 5 re-  9 Maart 1796. recesfeerde fub dato den 11 December laatstleden, uit fpeeiale last van den provifionelen Raad voorgefteld hebbende het introduceren van een flemrecht en inzage in de Vergaderinge deezes Quartiers, geëvenredigd na de volkrijkheid der Steden en Districten; Is deeze Propofitie door de Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen en Over-Betuwe overgenoomen, hebbende de Gecommitteerdens van tusfchen Maas en Waal zich met dezelve geconformeerd. En hebben de Gecommitteerdens van Thiel, Bommel, Neder-Betuwe, Thielre- en Bommelrewaerden ten Recesfe doen noteren, dat in deeze Propofitie, als ftrijdig met de tegenwoordige ordre van zaaken, niet kan worden getreden , en overzulks behoort te worden gerejecteerd. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om deNegotiatie door Loterije bij wijze van Tontine of inftervende Lijfrenten, ten lasten deezes Quartiers onder het voorig Regeerings bellier gedaan, waar van alle Loten tegens Recepisfen noch niet zijn verwisfeld, zoo fpoedig, als zal doenlijk zijn, te  9 en io Maart 1796. te vereffenen op zoodaane wijze, als gemelde Gedeputeerde het gevoegzaamfte zullen oordeelen. tiet-voordel van de Gecommitteerdens van het platte Land rakende de 30 p«- van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren voor de Steden Nijmegen, Thiel en Bommel, en of, na proportie van den aftrek van de Comparitie-penningen over 1795 , de 30 pct' door het Quartier zijn geprofiteerd, is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. . Donderdag den 10 Maart 1796. 13e Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden hebben ter Vergadering voorgedragen , hoe dat volgens 's Landfchaps refolutien van den 10 en 14 Februarii des voorgaanden jaars door heilzaame verbeteringen voor het toekoomende eene opentlijke Scheidsmuur moet worden o-efteld tusfchen het voorig Ariftocratisch en het tegenwoordig nieuw bewind, en daarom hetwanvoeglijke van het geweeze beftier behoort te worden opgefpoord om het Volk de juiste Scheidsmuur te doen kennen ; infterende derhalven zij Gecommitteerdens; i°- Dat  io Maart 1796. i0> Dat de Gedeputeerden ter Financie werden verzocht en geauctorifeerd exacte opgave te doen van de Petitiën , waar in dit Quartier zedert 1784 tot 1794 incluis haare aandeelen heeft betaald, met uitdrukkinge van de fommen : Voorts te examineren de Rekeningen van de Ontfangers, welke de Ordonnantiën over de jaaren 1786 en 1787 enz. betaald hebben, ten einde als bij 's Quartiers-Refolutie van den 6 Augusti des voorgaande jaars 1795 met meerderen is vervat. 0.0. Eene opgaave van de inkomsten en lasten des Quartiers. 3°- Het totaal der jaarlijkfche Renten door het Quartier verfchuldigd. 4°« Het totaal der Tractementen en Emolumenten der Amptenaaren, zoo als die na de reductie der noodelooze Ampten uit's Quartiers Casfa worden betaald. 5°- Het totaal van het geene jaarlijks moet worden betaald aan Militairen ter repartitie deezes Quartiers. 6°- De Petitiën, waar in door het Quartier is geconfenteerd zedert i° Januarii 1795 met fpecifique opgave der fommen, welke dit Quartier daar in moet betaalen. 7°- Het aandeel van het Quartier in de aan de Fran-  io Maart 1796. Franfche Republicq uitgeloofde 100 Milliöenen. Voorts 8°- in het generaal alle posten, welke jaarlijks tot laste van het Quartier zijn loopende. En dit alles ten einde daar uit te kunnen opmaaken eene exacte balans, in hoe verre de ordinaris inkomsten van het Quartier toereikende zijn tot goedmaaking der ordinaris uitgaven, op dat, indien (gelijk apparent is) mogte komen te geblijken, dat de ordinaris inkomsten van het Quartier niet evenredig zijn aan de uitgaven, welke nu nog met de interesfe der thans geheven wordende geforceerde Negotiatie flaan te vermeerderen , in het deficit door het invoeren van matige belastingen in tijds werde voorzien : Infterende gemelde Gecommitteerdens verder, dat de Gedeputeerden ter Financie mogen worden geauctorifeerd de refpective Steden en Ampten te dienen van Praeadvijs omtrent de in te voerene minst drukkende middelen tot vinding van het blijkend deficit, op dat elk in den hunne zich in tijds zal kunnen beraaden, om in deeze aangelegene zaak zoodanig te befluiten, als ten beste van de Ingetenen deezes Quartiers zullen vermeenen te behooren. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Volksvertegenwoordigers des Quartiers zich met voor- fchre-  io Maart 1796. fchréve propofitie geconformeerd, en dien ten gevolge de Gedeputeerden ter Financie verzocht en geauctorifeerd, om daar aan binnen den tijd van twee maanden na het fcheiden deezer Vergadering te voldoen. D e Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden hebben ter Vergadering voorgedragen, dat zij vertrouwen, dat aan 's Quartiers refolutie van den 2 Julii 1795, waar bij zijn afgefchaft de Extraordinaris Commisfien in de Binnenlandfche Deputatie en Auditorcs, in allen deelen executie zal zijn gegeeven : Doch dat, daar het aan den eenen kant de pligt der Repraefentanten van een vrij Volk is, om zoo door het affchaffen van nuttelooze Ampten en Commisfien, als door andere gepaste middelen de ■fpaarzaamheid te betrachten in de uitgave der gelden door de Ingezetenen wordende opgebragt ; het niet minder aan den anderen kant de pligt dier Volks Vertegenwoordigers vordert te zorgen, dat 'er toeverzicht zij over het emploij van's Quartiers penningen, en het afhooren der Rekeningen ; infterende vervolgens om die en meer andere redenen; . i°- Dat alle Rekeningen van de Ontfangers deezes Quartiers voortaan werden afgehoord door de Ge-  io Maart 1796. Gedeputeerden ter Financie, ten aanhooren der geheele Quartiers Vergadering. 2°- Dat in het vervolg door de Gedeputeerden ter Financie geene Ordonnantiën voor Vacatiën of Commisfien, noch aan zich zeiven, noch aan anderen, zullen mogen worden verleend, dan na dat alvorens de declaratien daar van op eene gewoone, en niet op eene contracte, Quartiers Vergadering zullen zijn ingeleverd, en daar op Fiat betalinge verleend. 3°- Dat de laatfte Rekeningen der Ontfangers ter Quartiers tafele werde gebragt, en daar uit getrokken een Lijst der Ordonnantiën voor V%ca~ tie- en Commisfie-gelden, geduurende de adminiftratie van het nieuw bewind verleend en betaald. 4°- Dat daar het allezins noodzaaklijk is, dat de Gecommitteerdens der refpective Ampten weeten , waar in de juiste verpligting van hunne Gecommitteerdens in de binnenlandfche Deputatie, en dus hunne verandwoordelijkheid zij gelegen, de Secretaris van de Gedeputeerden ter Financie moge worden gezonnen om aan de refpective Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden, mitsgaders aan het Ampt Neder-Betuwe, volgens het verzoek van de Gecommitteerdens uit het zelve Ampt, tenfpoedigften te doen toekoomen affchrif- ten,  io Maart 1796. ten, zoo van de Inftructie voor de Gedeputeerden , als van de Refolutien betrekkelijk die Commisfie van tijd tot tijd geëmaneerd, en in het Formulier van Eed bedoeld wordende. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden zich met de voorfchreve Propofitien te conformeren, en de auctorifatien en requifitie, invoegen daar bij voorgefteld, te verleenen, gelijk gefchiedt bij deezen. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken en te auctoriferen, om binnen den tijd van twee maanden ter Vergaderinge te exhiberen een Plan van menage, zoo als de Tractementen en Emolumenten der Quartierlijke Amptenaaren, den Secretaris des Quartiers meede daar onder begrepen, redelijker wijze voor het vervolg zouden kunnen en behooren te worden gefield, ten einde als dan daaromtrent na bevind vanzaaken te refolveren. Op het ter Vergadering geproponeerde door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelrewaerden betrekkelijk de vermindering der kosten bij het taxeren van ongereede goederen, en het be-  io Maart 1796. bekrachtigen der Actens van Taxatiën met Eede om daar na te voldoen den impost op de Collaterale Succesfien, welke dagelijks op alle plaatzen voorvallende de goede Ingezetenen drukken, zonder eènig voordeel voor de Financie: En daar bij in achting genomen zijnde, dat iemand iets verklarende op den Eed, bij aanvang zijner bedieninge gedaan, niets anders zal verklaaren met het praesteren van den werkelijken Eed, of liever bij de herhaalinge van dien Eed; En dat de corruptie of collufie tusfchen de Taxateurs en de Eigenaaren bijna onmogelijk te praefumeren is: Is goedgevonden en verilaan 's Quartiers refolutie van den 1 Augustii795, zonder onderfcheid der waarde van de percelen, tot alle te doene Taxatiën om daar na den impost op de Collaterale Succesfien te betaalen, te extenderen, en in zoo verre de 87fte, 88fte en 89fte articulen der Ordonnantie op den voorfchreven impost te altereren; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om zulks in eene Notificatie te converteren, en alomme in den Quartiere tot eens iegelijks naricht te doen publiceren en affigeren naar gewoonte. a. H Op  io Maart 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid. Gelijkheid. Broederfchap. Meede - Burgers! "\^"ij hebben van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie , en algemeen Welzijn deezer Provincie in het laatst van het gepasfeerde jaar copielijk ontvangen eene Misfive van Nic. van Staphorst cum fuis, als hebbende de directie over de Casfe te Amfterdam opgericht , ten einde daar uit de Franfche Republicq te betaalcn, waar bij dezelve verzoeken de penningen, welke tot dat einde reeds in deeze. Provincie, ofte wel bij dit Quartier, mogten ingekomen zijn, aan hun over te zenden, en welaan hunne CasfiersCuijkvanMierop en Tetterode te Amfterdam, zullende zij daar van een noodig recief geeven; Mitsgaders eene Misfive van Hun Hoog Mogende aangaande het zelve onderwerp, met verzoek om met gemelde Commisfie te Amfterdam te correfponderen. En. r  io Maart 1796. En wij worden door onze Gedeputeerden ter Financie op heden geinformeerd, dat zij aan UL. op den 27 Februarij jongstleeden hebben kennisfe gegeeven, dat de eerfte termijn tot de heffing van den 5ofte penning binnen dit Quartier ten einde was gelopen, en zij daar door in ftaat gefield geworden een gedeelte van deezes Quartiers Quota in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq bij 't Tractaat van Vreede en Alliantie toegezegd, waar voor dezelve 5ofte penning verbonden was geworden, te kunnen voldoen, met verzoek van te mogen worden geinformeerd, aan wie die penningen moeten worden overgezonden, of op welke andere wijze Gij L: over dezelve zoudet gelieven te disponeren. ULieder antwoord hier op ingewagt wordende, ontfangen zij Gedeputeerden van den Commis A. Bonnier copielijk een Extract uit de Refolutien vanUL: in dato 2 deezes, waar bij den Ontvanger Generaal van de Adminiftratie te Lande van Beereftijn op deszelvs verzoek wordt geauctorifeerd tot het zenden van gemelden Commis na Nijmegen, om onder deszelvs handtekening te ontfangen zoodanige penningen, als aan hem alhier zullen worden ter hand gefteld in mindering van het aandeel deezes Quartiers in de Provinciale Quote H 2 van  io Maart 1796. van Gelderland in de een honderd Millioenen aan de Franfche Republicq verfchuldigd, als meede zoodanige andere penningen, als op eenige petitiën in mindering van 's Quartiers aandeelen aan hem verder zouden mogen ter hand gefield worden, en om dezelve penningen ten Comptoire Generaal van de Adminiftratie.te Lande over te brengen. Dan daar het aan onze Gedeputeerden niet raadzaam is voorgekoomen eene ten aanzien van ons geteisterd Quartier zoo importante fomme, met zoo veel bekommering, zorge , en zuchtingen , door veele der goede Ingefetenen opgebragt, op de eenvoudige Vifie van een Copielijk Extract zonder eenige authenticiteit, over te geeven, voor al, daar voornoemde Gedeputeerden op derzelver Misfive UL: refcriptie waren verwagtende, hebben wij, thans Quartierlijk vergaderd zijnde, het dienstig geoordeeld UL: daar van door deeze communicatie te geeven, met verzoek om hieromtrent van UL: goedvinden geinformeerd te mogen worden. Waar meede Meede - Burgers! Na toewenfching van Heil en aanbieding van Broe-  io Maart 1796. Broederfchap, wij UL: bevelen in Godes heilige protectie. UL: goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Gefcbreven te Nijmegen den 10 Maart 1796, het tweedejaar der Bataavfche Vrijheid- Verlezen de Requeste van Jacobus de Raad , woonende te Lith in de Majorie van 's Bosch, daar bij met meerderen verzoekende permisfie om een Grutters Molen op het een of ander Dorp in Thielre-waerd, of elders in het Quartier te mogen plaatzen, als meede in die Moolen boekweit te mogen maaien, en dc Grutterije te exerceren : En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ter voldoeninge aan 's Quartiers appoinctement van den 22 Februarii laatstleden, houdende, dat het aan niemand ingevolge 's Quartiers refolutien van den 7 Junii 1725, 6 Junii 1729 en 7 Junii 1734 gepermitteerd is eenige rosmolens of grutmoH 3 lens  io Maart 1796. lens binnen deszelvs huizen of eenige andere plaatzen binnen dit Quartier te hebben, en het nochtans met de tegenwoordige ordre van zaaken ftrijdig is zoodanige verzoeken te wijzen van de hand. Is , na deliberatie , goedgevonden het zelve provifioneel te houden in advijs. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op het voorgedragene der Gedeputeerden ter Financie fub dato IQ Februarii laatstleden ten Recesfe geinfereerd, rakende presfante en onverwagte Petitiën , welke door de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, aan hun, in abfentie des Quartiers zouden kunnen worden ingezonden. Is goedgevonden en verdaan gemelde Gedeputeerden te auetorifercn om in zoodane geval daar van per misfive kennisfe te geeven aan de Steden en Ampten, ten einde derzelver refolutien daar op ten fpoedigften aan svoornoemde Gedeputeerden te laten toekomen ; En daar toe geen tijd voor handen zijnde , als dan provifioneel zoodanige voorzieninge te doen, als ten meefien dienfte deezes Quartiers zullen oordeelen en bevinden te behooren. Bij-  io en ii Maart 1796. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op de propofitie door de Gecommitteerdens der Stad SakBoemel den 3e Julii 1795 ter Vergaderinge gedaan, en in aanmerking genomen zijnde, dat den Ontfanger der gemeene Middelen over het diftrict des Bommelfche Comptoirs H. Vermeulen door zijne Ariftocratifche denkwijfe, en daar uit voortvloeijende hatelijke handelingen ten opzichten van anders denkende, het vertrouwen des Volks deezes Quartiers verlooren heeft, goedgevonden denzelve van voorfchreeve post te dimitteren , gelijk daar van gedimitteerd wordt bij deezen , zullende de ontfangst van voornoemde H. Vermeulen eindigen op den 30 Junii aanftaande. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van aan denzelven de vereifchte kennisfe te geeven. Vrjjdag den 11 Maart 1796. V e'rleezen de Requesten van Schouten en Buurmeefteren refpective van Ingen, Resteren, Opijnen , Haaften , Vuuren , Aalst, Pouderoijen , Monnickeland, Brakel, Zuilichem en Deijl, alle namens de Inwooneren van gemelde Dorpen, om de daar bij aangevoerde redenen, verzoekende remisfie van de Imposten op de confumtive midH 4 de-  ii Maart 1796. delen enz., over de jaaren bij de requesten refpective vervat. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers refolutie van den 22 December laatstlee-den gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende onder anderen de redenen, waarom in geene verzoe^ ken, dan die alleenlijk tot den jaare ingegaan i° Julii 1794 relatie hadden, behoort te worden geëntreerd, en dat dien ten gevolge in alle andere, bij die Requesten voorkomende, als Remisfien over den jaare, ingegaan i° Julii 1793 en 1795, voorts vermindering in de voortaan aan te fchrijvene middelen enz., behoorde te worden gedifficulteerd : Hebben de Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen zich met voorfchreve confideratien en advijs conformerende, aan de Requeftranten, of wel aan de Ingezetenen van gemelde Dorpen , een kwijtflag of remisfie voor een vierde gedeelte van de impofitien op de confumtive middelen, over den jaare ingegaan 1° Julii 1794, geaccordeerd, dezelye accorderende kracht deezes. Verlezen de Requesten van Schouten en Buurmeesteren refpective van Ewijck, Doddendaal, Wjnsfen Rijks, Valburg, Zetten, Andelst, Her- veld,  ii Maart 1796. veld, Hemmen, Indoornick, Elden, Heteren, Driel, Randwijk, Lakemond , Meinerswijck , Homoer., Aefferden, Deest, Burgharen, Winsfen Ampts, Horsfen, Hernen, Dieden, Avezathen, Lienden, Meerten en Aalst, Zoelen, Wadenoijen, Drumpt, Zennewijnen , Ophemert, Varick, Heesfeit, Dalem, Rhenoij, Hurwenen, Rosfum, Ammerzoden en Well, Nederhemert, Bruchem, alle namens de Ingezetenen van voornoemde Dorpen verzoekende remisfie van derzelver verfchulde Quota in de confumtive of perfonele lasten over de daarbij vermelde jaaren; En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden en verflaan, aan de Requestranten ofte wel aan delnwooneren van voorfchreve Dorpen, een kwijtflag of remisfie voor een derde gedeelte van de imposten op de donfumtive middelen, over den jaare ingegaan i° Julii 1794, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. "Verlezen de Requesten van Richteren, Schouten en Buurmeesteren refpective van Groesbeek, Beek, Heumen, Malden, Beuningen, Aart, Bemmel, Resfen, Slijk-Ewijck, Loenen, Wolferen, H 5 Eist,  ii Maart 1796. Eist, Batenburg, Leur, Keent en Balgoij, Ooijen, Hien, Dodewaard, Marsch, Herwijnen, alle namens de Ingezetenen van gezegde Kerfpelen, verzoekende remisfie van den impost op de confumtive middelen, enz: En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Hebben de Volks Vertegenwoordigers des Quartiers , na gehoudene deliberatie goedgevonden , aan de Requestranten, of wel aan de Inwooneren van gezegde Dorpen, te verleenen kwijtflag of remisfie van de impofitien op de confumtive middelen voorde helft e, over den jaare ingegaan i° Julii 1794, zulks doende bij deezen. Op Requesten van Schouten en Buurmeesteren refpective der Kerfpelen Neerbosch, Hatert, Ooij, Perfingen en Wércheren , Weurt, Pannerden , Gent en Erlecom, Angeren, Doornenburg, Oofterhoudt, Overasfelt, Appelteren, Altforst, Wamel, Dreumel, Leeuwen, Geldermalfen, Meteren, Tuijl, Hedel, alle namens de Ingezetenen van gemelde Dorpen, verzoekende remisfie van de impofitien op de confumtive middelen enz. over de jaaren daar bij vermeld. De Volks Vertegenwoordigers, hier op gehad heb-  ii Maart 1796. hebbende de confideratien en het advijs van derzelver Gedeputeerden ter Financie , hebben na deliberatie goedgevonden aan de Requestranten, of welaan de Ingezetenen, te accorderen eene remisfie voor tivee derde gedeeltens, van de impofitien op de confumtive middelen, over den jaare ingegaan i° Julii 1794, gelijk dezelve geaccordeert wordt bij deezen. "Verlezen de Requesten van de Schouten en Buurmeesteren. refpective van Hees , Wichen", Niftrik, Lent, Alphen, Heerewaarden, namens de Ingezetenen aldaar verzoekende, als vooren. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie , is goedgevonden enverftaan, aan de Requestranten, of wel aan de Inwooneren van gemelde Kerfpelen, te verleenen kwijtflag of remisfie van de imposten op de confumtive middelen, voor drie vierde gedeelte, over den jaare ingegaan ï° Julii 1794, gelijk gefchiedt bij deezen; Hebbende dc Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen, Maas en Waal, en Neder-Betuwe doen aantekenen; Dat zij de geformeerde conclufie niet alleen voor informeel en illegaal houden, maar dat daarenboven in gemelde plan van remisfie  ii Maart 1790. fie (voor zoo verre hun bekend is) volftrekt geen evenredigheid in aanmerking is genomen , en hen, (fchoon infterende om hier op te letten) direct geweigerd is, het hunne hier toe bij te dragen; ingevolge van dien protesterende niet alleen tegen de conclufie, uit bovengemeld oogpunt befchouwd, maar ook tegen de daarop gevolgde refolutie, en alle gevolgen, die uit dien kenbaaren inbreuk op de geheiligde rechtvaerdigheid zouden kunnen proflueren. "Verlezen de Requeste van J. C. W. Flick en J. Muller, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Nijmegen ingegaan i° Julii 1795, houdende onder anderen, dat ',er een meelmagazijn voor de Franfchen binnen gemelde Stad was aangelegd, waar in zich reeds eene zeer groote quantiteit bevondt: Dat Supplianten al van tijd tot tijd met den daar over geftelden Commisfaris over de aangecving van dat meel en de betaaling van den impost van het daar van binnen gemelde Stad gebakken wordende brood in onderhandeling geweest waren, doch welke dorst te fustineren, dat hij geen aangeeving nog betaaling behoefde te doen, daar intusfchen het zeker volgens Quartiers Ordonnantie moet gefchieden: verzoekende, om  u Maart 1796. om die en meer andere redenen, dat de Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers voornoemden Commisfaris geliefden te gelasten, om al het meel, dat in gemelde magazijn reeds opgeflagen is, en noch opgeflaagen mogt worden, aan de Supplianten behoorlijk aantegeeven, en van dat geen, 't welk buiten de Stad vervoerd wordt, affchrijving te laten doen; voorts van al 't meel, dat binnen gemelde Stad geconfumeerd, verkogt, of op eene andere wijze verdebiteerd mogt worden, den impost aan Supplianten te betaalen, en daar voor genoegzaame cautie ten behoeve van Supplianten te ftellen: En hier op gedelibereerd zijnde,'is goedgevonden voorfchreve Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om na onderzoek van zaake daar op te disponeren, zoo als vermeenen zullen te behooren. Is gehoord het Rapport van den Burger Jan Margriet Franciscus van Everdingen, den Burger C. Taaij wegens ziekte abfent zijnde , Gecommitteerdens tot de zaaken van Buuren, houdende, dat de Stad en Lande van Buuren thans met Gelderland geïncorporeerd zijnde, ten gevolge van dien noodzakelijk zoude zijn, dat hoe eer zoo be-  ii Maart 1796. beter de heffing van 's Quartiers Klein Zegel aldaar wierde ingevoerd; Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen , gelijk gefchiedt bij deezen, om de noodige exemplaren van de onlangs geëmaneerde Ordonnantie op den gemelden impost afte zenden aan Praefident en Gecommitteerdens ter Politie en Financie der Stad en Lande van Buuren ten fine van publicatie en affixie: Voorts geconfidereerd zijnde, dat'er geene bedenkingen voorkomen, uit welke men zoude kunnen afleiden, dat de Stad en Lande van Buuren van ouds her met aan fdeeze Provincie onder dit Quartier heeft behoord, en een gedeelte daar van heeft uitgemaakt, als zijnde in de dertiende eeuw een Leen van den lande van Gelre geworden, waar van fuccesfivelijk hulde en trouw aan de Furften is gedaan ; Hebbende deeze Provincie zoo wel op de Stad en Lande van Buuren, als van Cuilenburg, overlang een ftellig recht gefustineerd, immers zoo verre de territoriale fuperioriteit betreft, zonder zich alleenlijk op de leenroerigheid te funderen, terwijl zelvs bij de Landfchap den 24 Oct. 1709 en 4 April 1710 op advijs van Hof en Rekenkamer, mitsgaders Ordinaris  ii Maart 1796. ris Gedeputeerden deezes Quartiers is goedgevonden geweest over de Stad en Lande van Buuren, als een oud eigen deezer Provincie, bij provifie de vijf fpecien, als de oudfte middelen zijnde, te heffen, waar toe in den jaare 1739 noch pogingen zijn gedaan : En daar bij in achting genomen zijnde, dat bij het Convenant artic. IV is gearreueerd; „ dat de In- en Opgezetenen van Buuren „ zullen toeftaan, dat over hun diftrict, op den „ voet, als in het Quartier van Nijmegen, geheven worden de imposten op de gebrande „ Wijnen en gediftilleerde Wateren, en op den „ Tabak: " En artic. V. „ dat de te doene hef„ fingen haaren ingang zullen neemen met of op „ io Julii deezes jaars 1796. Is goedgevonden de Verpagtingen van de voorfchreve imposten alnu meede te extenderen over gemelde Stad en Lande van Buuren. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van Meteren, verzoekende om de daar bij aangehaalde redenen eenige penningen uit 's Quartiers Casfe tot opbouwinge van de Kerk aldaar; Is goedgevonden in der Supplianten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Het  ii en ia Maart 1796. Het Request van Hendrik Schijven is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op te dienen van confideratien en advijs. Saturdag den 12 Maart 1796. Op Requeste van Buurmeesteren van Oijen, namens de Ingezetenen aldaar: Is aan Requestranten qq. remisfie van het Bezaaij en Hoorngeld over den jaare ingegaan 1° Julii 1794 geaccordeerd voor een vierde, gelijk zulks geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requesten van Buurmeesteren van Meinerswijk, Afterden, Deest, Borgharen, Winsfen Ampts, Leur, Horsfen, Hernen en Herwijnen; Is aan Requestranten, of wel aan de Ingezetenen aldaar, remisfie van den impost op het Bezaaij en Hoornbeesten over den jaare ingegaan i° Julii 1794 verleend voor eenderde, gelijk gefchiedt'bij deezen. Op Requesten van Buurmeesteren van Oij, Ferfingen en Wercheren, Wichen, Beuningen, Weurt, Pannerden, Gent en Erlecom, Bemmel, Resfen, Ooster-  12. Maart 17.96. Oosterholc, Slijk-Ewijk , Appelleren, Altforst, Batenburg, Balgoij en Keent, Hien, Dodenwaerd; Is aan Requestranten, of wel aan de Ingezetenen der voorfchreve Dorpen remisfie verleend van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over den jaare ingegaan 1° Julii 1794 voor de helfte, zoo als gefchiedt bij deezen. Op Requesten van Buurmeesteren van Hees , Neerbosch, Hatert, Angeren, Doornenburg, Wamei, Dreumel, Leeuwen, Hedel; Is na deliberatie goedgevonden aan de Requestranten, of wel aan de Ingezetenen der vermelde Kerfpelen, te remitteren den impost op de Bezaaijde mergen en Hoornbeesten over den jaare ingegaan 10 Julii 1794 voor twee derde gedeeltens, gelijk zulks gefchiedt bij deezen. Op Requesten van de Buurmeesteren van NederAsfelt en Alphen; Is goedgevonden aan dezelve voor de Ingezetenen aldaar te remitteren den impost op het Bezaaij en Hoorngeld over den jaare ingegaan 1°. Julii 1794 voor drie vierde gedeeltens; wordende zulks geremitteerd kracht deezes. 2. I O?  ia Maart 179Ó. Op Requeste van J. G. Herbrechter cum fuis, in qualiteit als Pagters i° van den impost op het Bezaaij over het jaar 1793 onder eenige Dorpen in Over-Betuwe, verzoekende remisfie van de restanten ad ƒ482-10-a ; 20 van den voorfchreven impost over het jaar 1794 meede onder eenige Dorpen in Over-Betuwe, daar van verzoekende volle remisfie; 30 van denzelven impost over het jaar 1795 insgelijks onder zommige Dorpen, verzoekende deswegens uitftel van betaaling; 4°van het Gemaal over de Stad Nijmegen over den jaare, ingegaan i° Julii 1794, verzoekende daar van kwijtflag en fchadeloosftelling voor, eene zekere fomme; en 50 van den impost op de Zeep over gemelde Stad en jaar, verzoekende daaromtrent kwijtflag van de restanten. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden in der Requestranten eerste en derde verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen : En omtrent het tweede verzoek remisfie te verleenen , namentlijk voor Herwen de helfte; Aart de helfte, en Loenen een derde, mits het zelve goeddoende aan alle de Ingezetenen van voorfchreve Kerfpelen naar even-  12 Maart i/<}6. evenredigheid ; terwijl aan de verder opgegeevene Dorpen Pannerden, Angeren en Gent op derzei* ver particuliere verzoeken remisfie is geaccordeerd: Voorts ten aanzien van het vierde envijfde verzoek dezelve te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om vifie van der Pvequestrantert boeken, met eede bekrachtigd, te neemen, en, na examinatie, zoodanig in naame van het Quartief te disponeren, als in redelijkheid zullen oordeelen te behooren. Op Requeste van Mich. van Megen cum fltisj Pagters van den impost op de Bezaaijde mergen en Hoornbeesten over onderfcheidene Dorpen in het Rijk en Schependom van Nijmegen, mitsgaders in Over-Betuwe; voorts van het Paarden-geld over de Stad, en het Schaapen-geld over Stad en Schependom van Nijmegen, alle ingegaan io Julii 1794* Is, na deliberatie, goedgevonden omtrent den impost op het Bezaaij en Hoorngeld remisfie te accorderen, zuls doende bij deezen, voorde Stad Nijmegen drievierde, Ubbergen drie vierde, Beek de helfte, Nederrijkfche Walt de helftet Doornic'; een vierde, Valburg een derde, en Lent drie vierde , mits zulks goed doende aan de Ingezete* nen; zijnde aan de verder opgegevene Dorpen I g op  12 Maart 1796. op hunne verzoeken remisfie verleend : En is voorts verflaan, dat Requestranten zullen gehouden zijn het Paarden- en Schaapen-geld, onder eede, te collecteren tegens genot van 6 per cent voor 10 Junii aanftaande, mits het voorige ontfangene met het als dan gecollecteerde verantwoordende. Op Requeste van J. F. Hammer, Pagter van den impost op het Bezaaij en Hoorngeld onder Groesbeek over het jaar ingegaan i° Julii 1794. Is goedgevonden aan Requestrant de verzogte remisfie voor een derde te accorderen, gelijk gefchiedt bij deezen, mits zulks goeddoende aan de Ingezetenen des gemelden Kerfpels. Op Requeste van J. van den Akker cum fuis, Pagters van den impost op het Bezaaij en Hoornvhee over de Kerfpelen Oosterholt, Zetten, Andelst, Elden, Heteren, Randwijck, Lakemond, Homoet, Erlecom en Malden ; als ook van het Schaapen-geld in Over-Betuwe beneden de Grift, allen ingegaan i° Julii 1794- Is na deliberatie goedgevonden wegens het verzoek omtrent den impost op het Bezaaij en Hoornvhee remisfie te accorderen voor Zetten een vierde, Andelst een derde, Elden een derde, Heteren een vier-  ia Maart 1796. vierde, Randwijk een vierde, Lakemond eenvierde, Homoer, een vierde, en Malden de helfte, over den jaare ingegaan i° Julii 1794, mits zulks goeddoende aan de Ingezetenen van gemelde Kerfpelen , zijnde met betrekking tot Oosterholt en Erlecom op hunne verzoeken reeds gedisponeerd: En zullen de Requestranten ten aanzien van het Schaapengeld gehouden zijn het zelve onder eede te collecteren tegens genot van 6 per cent voor i° Junii aanitaande, mits het voorige ontfangene met het gecollecteerde alsdan verantwoordende. V erlezen de Requeste van G. de Bijer, Pagter van den impost op de Bezaaijde mergen en Hoornbeeften over Bemmel, Resfen en Doornenburg, ingegaan i° Julii 1794. Waar op geene Refolutie is gevallen, zijnde op het verzoek der Dorpen tot remisfie reeds gedisponeerd. Op Requeste van H. deLille, Scholtus te Elft, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld, verzoekende remisfie van reftanten over den jaare ingegaan i°. Julii 1793, en geheel over 1794. Is goedgevonden in het verzoek van Suppliant over den jaare 1793 te difficulteren, en over den I 3 jaa.  ia Maart \j$6. jaare ingegaan i° Julii 1794 remisfie te accorderen voor de helfte, mits zulks goeddoende aan alle de Ingezetenen onder het diftrict van Suppliants gepagten impost behoorende. Op Requeste van J. Storij, Pagter van den impost op het Bezaaij en Hoornbeesten, en Maner van de confumtie ingegaan i° Julii 1794 over Maas-Bommel. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden voor drie vierde remisfie te verkenen van den impost op de confumtive middelen, en ten aanzien van het Bezaaij en Hoorngeld meede voor drie vierde gedecltens, mits zulks goeddoende aan alk de Ingezetenen. "Verkezen de Requeste van J. Holl, Pagter van de Bezaaijde Mergen- en Hoorngelden over Alphen, ingegaan i°. Julii 1794. Waar op geene refolutie is gevallen, zijnde, aan het Dorp , op deszelvs verzoek, reeds remisfie voor drie vierde geaccordeerd. Verkezen de Requeste van A. Holl, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Oijen, ingegaan i°. Julii 1794. Waar  12 Maart 1796. Waar op geen refolutie is gevallen, zijnde aan het Dorp, op deszelvs verzoek, remisfie vooreen vierde verleend. Op Requeste van W. Geurts, W. Bruggen, P. Arts, en D. Jacobs, refpective Pagters van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over eenige Dorpen in het Rijk van Nijmegen en Ampte tusfchen Maas en Waal, als meede van het Schaapengeld over gemelde Rijk en Ampt, alle ingegaan i°. Julii 1794. Is goedgevonden wegens het verzoek omtrent het Bezaaij en Hoorngeld remisfie te verleenen voor Heumen de helfte, mits zulks aan de Ingezetenen aldaar goeddoende, zijnde ten aanzien der verder opgegeevene Dorpen op hun verzoek gedisponeerd; En met betrekking tot het Schaapengeld verflaan, dat Requestranten het zelve onder eede zullen collecteren tegens genot van 6 per cent voor i°. Junii aanftaande, mits het voorig ontfangene met het als dan gecollecteerde verandwoordende. Op Requeste van N. en J. van de Poll, Pagters van den Impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over verfcheide Dorpen in het Rijk I 4 van  12 Maart 1796. van Nijmegen en Ampte tusfchen Maas en Waal, alle ingegaan i°. Julii 1794. Is goedgevonden en verflaan aan Requeftranten remisfie te accorderen, zulks doende bij deezen, voor Over-Asfek de helfte, Niftrik een derde, Winsfen Rijks een derde, en Ewijck een derde, zijnde omtrent de andere opgegeevene Dorpen op hun verzoek reeds gedisponeerd. O p Requeste van R. Cornelisfen, verzoekende remisfie van den impost op de Confumtie over 1794 ad ƒ 352-9-: en ƒ 159-11-10 van den impost op het Bezaaij en Hoornbeesten over 1793 en 1794 over Maurik: Is goedgevonden aan Requestrant de pagtpenningen tot voldoeninge van de imposten op de Confumtien over den jaare ingegaan i°. Julii 1794 voor een agtfie gedeelte te remitteren; wordende voor het overige in Requeflrants verzoek gedifficulteerd, gelijk gefchiedt bij deezen. O p Requeste van W. van der Kaaij en P. Loef, Pagter en Medeflander van 's Quartiers impost op het Bezaaij en Hoornbeesten, en van den impost op de Paarden over de Stad en Schependom van Bommel ingegaan i° Julii 1794. Is  is Maart 1796. Is goedgevonden aan Requestranten ten opzichte van het Bezaaij en Hoorngeld remisfie teverleenen voor eenderde, en op het Oorgeld een kwijtflag van een honderd enkelde guldens, gelijk gefchiedt Bij deezen. Op Requeste van P. de Noo, Pagter van 's Quartiers impost op het Bezaaij en Hoorngeld over Waardenburg en Neerijnen ingegaan i«. Julii 1794-' Is goedgevonden aan- Requestrant een vierde gedeelte te remitteren, mits zulks goeddoende aan alle de Ingezetenen. Op Requeste van H. A. van Hattum, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Heilouw, ingegaan i°. Julii 1794*7 Is goedgevonden aan Requestrant te verleenen remisfie voor een vierde gedeelte, mits zulks uitkeerende aan de Ingezetenen aldaar. O p Requeste van W. en J. Keij, Pagters van de Bezaaijde Mergen en Hoorngelden, ingegaan i°. Julii 1794 over Dalem, Enfpijck, Meteren, Drumpt en Wadenoijen. Is na deliberatie goedgevonden aan de RequesI 5 tran-  12 Maart 1796. tranten remisfie te verleenen over Dalem voor een vierde, Enfpijck voor een vierde, Meteren voor een vierde, Drumpt voor een vierde, en Wadenoijen voor een vierde gedeelte, mits zulks uitkeerende aan de Ingezetenen aldaar naar evenredigheid. Op Requeste van II. van Thiel, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Rosfum, ingegaan i°. Julii 1794. Is goedgevonden aan Requestrant remisfie voor een derde gedeelte te accorderen, mits zulks uitkeerende aan de Ingezetenen aldaar. Op Requeste van D. van der Velden en II. Rinck, Pagter en Meedeftander van den impost op de .Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over Deijl, ingegaan i°. Julii 1794. Is goedgevonden aan Requestranten remisfie te accorderen voor een derde gedeelte, mits het zélve goeddoende aan de Ingezetenen aldaar. Op Requeste van J. M. Schott, Maner der Middelen te St. Andries, verzoekende remisfie van ƒ 52-17-8 over den jaare 1793. Is goedgevonden aan Suppliant te accorderen de helfte van het reflant met ƒ 26-:-:  \z Maart 1796. Op Requeste van H. J. Mouthaan cum fuis, Pagter en Meedeftanders van 's Quartiers impost op den Tabak over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, ingegaan v\ Julii 1792, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen eenige remisfie. En hier op gehad hebbende de confideratien en hef advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden aan de Requestranten te remit' teren de lielfie der pagtpenningen over den jaarë ingegaan i°. Julii 1794'-, en geëxfpireerd ultimo Junii 1795, gelijk gefchiedt bij deezen. Op Requeste van Mich. van Megen, verzoekende remisfie van het per resto verfchulde wegens zijnen gepagten impost op het Beftiaal over de Stad Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1794. Is na deliberatie goedgevonden Requestrants verzoek te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om vifie van deszelvs boek, met eedè bekrachtigd, te neemen, met auctorifatie, om na examinatie van dien zoodanig in naame van het Quartier te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen te behooren. Op Requeste van P. Laurentius cum fuis, Pagters van 's Quartiers impost op de Gebrandewij- nen  12 Maart 1796. tien en Gedistilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen, 'ingegaan i°. Julii 1795, houdende verfcheide verzoeken tot vergoeding van geledene fchadens; Is na deliberatie, goedgevonden dezelve provifioneel te houden in advijs. Op Requeste van D. van 't Ruijt en J. G. Most, gewezene Pagters van het Monopolium der Gebrandewijnen en Gedistilleerde Wateren over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, ingegaan 10. Julii 1792, meede verzoekende vergoeding van geledene fchadens: Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden der Requestranten verzoek provifioneel te houden in advijs, Op Requeste van P. F. Warnier, Pagter van het Zoutgeld over de Stad Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1794, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen tot voldoeninge van zijnen pagt te kunnen volftaan met overgifte zijner ontfangene penningen en adfignaten; Is, na deliberatie, goedgevonden Requestrants verzoek te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om vifie van deszelvs boek, met eede be-  is Maart 1796. bekrachtigd, te neemen, en na examinatie zoodanig in naame van het Quartier te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen te behooren. Op Requeste van F. Theuniszen en H. ter Meer , Pagters van het Schaapen-geld in Over-Betuwe boven de Grift, ingegaan i° Julii 1794; Is, na deliberatie, goedgevonden en verdaan, dat Requestranten den voorfchreven impost onder eede zullen collecteren tegens genot van 6 per cent voor i° Junii aanftaande, mits het voorig ontfangene met het alsdan gecollecteerde verantwoordende. Op Requeste van R. Rutgers, Pagter van den Tol tusfchen Nijmegen en Arnhem, verzoekende remisfie van de helfte wegens den aangefchreven Tax, ingegaan i° Julii 1794- Is goedgevonden Requestrants verzoek te accorderen, gelijk het zelve gaaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van C. Campagne en H. Post, Pagters van den impost op het Beftiaal over de Stad Thiel en Schependom van Sanctwijk, ingegaan 10 Julii 1794; Is  ii Maart 1796. Is goedgevonden dit Request te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde het zelve te ftellen in handen van den Borger A. van Oosterhoudt, om vifie van Requestrants boek, ten kosten van denzelven meteede bekrachtigd, te neemen, en van zijne bevinding aan hun rapport te doen, met auctorifatie om na ingekomen rapport, daar op in naame van het Quartier zoodanig te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen te behooren. Op Requeste van Jan de Haas, Pagter van den impost op de Schaapenin Neder-Betuwe over 1793 en 1794 , verzoekende remisfie van fsz° '-''- en ƒ873--; Is, na deliberatie, goedgevonden en verflaan, dat Requestrant het Schaapen-geld onder eede zal hebben te collecteren tegens genot van 6 per cent voor i° Junii aanftaande, mits het voorig ontfangenemethetalsdan gecollecteerde'verandwoordende. Op Requeste van F. van Werkhoven en J. van Haren, gewezene Monopolisten des Bommelfchen Comptoirs, ingegaan i° Julii 1792 verzoekende remisfie van ƒ3540-:-: en ƒ865•I6-: dog in welke laat-  ia Maart 1796. laatfte door het Quartier was gedifficulteerd geworden. Is goedgevonden aan Requestranten uitftel te geeven tot 1 Julii aanftaande om gemelde ƒ3540-:-: te voldoen, en remisfie van de helfte vandevoorfchreve ƒ865-I6: te accorderen •• wordende de Requestranten ten aanzien van hunne verdere ver# zoeken gerenvoijeerd aan het Committé tot de algemene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande. Op Requeste van J. Loeiïen G. van Heel, Pagter en Meedeftander van 's Quartiers impost op den Tabak over het difirict des Bommelfchen Comptoirs, ingegaan 1 Julii 179a tot 1795; Is goedgevonden aan de Requestranten te remitteren de helfte van de pagt, ingegaan 10 Julii 1794, en geëxfpireerd ultimo Junii 1795. Op Requeste van J. Loeff, Pagter van het Pasfage-geld over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs, ingegaan 1° Julii 1794; Is goedgevonden dit Request te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie , ten einde het zelve te ftellen in handen van den Burger H. Schuil, om vifie van Requestrants boek, ten kosten  12 Maart 1796. ten van denzei ven met eede bekrachtigd, te neemen, en van zijne bevinding aan hun rapport te doen, met auctorifatie, om, na ingekomen rapport, daarop in naame van het Quartier zoodanig te disponeren, als na billijkheid zuilen oordeelen te behooren. T)p Requeste van G. van Heel cum fuis, Pagter en Meedeltander van 's Quartiers impost pp de Schaapen over de Stad en Schependom van Boemel, ingegaan i° Julii 1794, Is, na deliberatie, goedgevonden aan Requestranten te accorderen remisfie van de voorfchreve pagt voor de helfte, mits de Ingezetenen de helfte goeddoende. Op Requeste van B. Hamerflag, Pagter van *s Quartiers impost op de Wijnen, Bieren en Azijn, over de Stad Nijmegen, ingegaan i° Julii 1794; Is goedgevonden Requestrants verzoek te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie , om vifie van deszelvs boek, met eede bekragtigd, te neemen, en na examinatie zoodanig in naame van het Quartier te disponeren, als na billijkheid zuloordeelen t« behooren. Op  12 Maart 1796. Op Requeste van J. van Horsfcn, Pagter van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Thiel, ingegaan i° Julii 1794, en van den Tabak over het diftrict des Thielfchen Comptoirs, ingegaan 10 Julii 1792; Is goedgevonden het verzoek ten aanzien var» het laatfte half jaar vtm het Gemaal, ingegaan i° Julii 1794 t0 renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde het zelve teftellen in handen van den Burger A. van Oosterhoudt, om vifiè van Rcquestrants boek, ten kosten van den zeiven met eede bekrachtigd, te neemen, en van zijne bevinding aan hun rapport te doen, met auctorifatie , om na ingekomen rapport op dit Request in naame van het Quartier zoodanig te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen te behooren: Wordende aan den Requestrant ten aanzien van den impost op den Tabak over den jaare, ingegaan i° Julii 1794 en geë'xfpireerd ultimo Junii 1795 de pagtpenningen geremitteerd voor een half jaar, gelijk zulks geremitteerd wördt bij deezen. Hebbende de Gecommitteerdens uic het Rijk, Maas en Waal en Neder-Betuwe verzocht infertie van fentiment geweest te zijn, dat alle deezt? verzoeken hadden behooren gehouden te worden, 2. K in  12 Maart 1796. in advijs, tot dat over de betaalingen der leverancien op de requifitien zal zijn gedisponeerd. Op Requeste van de Collecteurs der Verponding over Winsfen , Ewijck, Beuningen en Weurt, verzoekende uitftel tot betaaling over 1794. Is na deliberatie goedgevonden te verleenen een uitftel voor den tijd van drie maanden, zoodanig, dat Requestranten alsdan gehouden zullen zijn promptelijk te betaalen. Op Requeste van A. Boll, Collecteur der Verponding onder Heteren, verzoekend» uitftel tot betaaling van ƒ3400-:-: Is goedgevonden denzelven te verleenen uitftel voor den tijd van één maand, mits als dan promptelijk betaalende. Op Requeste van J. S. F. Charifius, Collecteur der Verponding over Over-Asfelt, houdende verzoek om uitftel van betaaling. Is na deliberatie goedgevonden een uitftel tot betaaling der Verponding over den jaare 1794 van zes weeken te accorderen. Op Requeste van den Collecteur der Verponding over Neder-Asfelt, verzoekende uitftel van betaaling; *s»  ia Maart 1796. Is, na deliberatie, aan Requestrant tot betaaling der Verponding over 1794 geaccordeerd eert uitftel van driemaanden, gelijk zulks geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van de Buurmeesteren van Ochten, verzoekende remisGe van de restanten der confumtive Middelen over 1794 ter fomme van ƒ183-:-: door eenige onvermogende Ingezetenen niet betaald zijnde; Is goedgevonden de verzogte remisfie van ƒ183-; restanten over 1794 te accorderen, gelijk geac* cordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van de Buurmeesteren van Echteld, verzoekende remisfie van ƒ517-13-4 wegens achterftedige restanten van confumtive Middelen zedert den jaare 1780 tot 1794 inclufive. Is goedgevonden remisfie van /Joo-:-; tot 1794 inclufive te verleenen, mits betaaiende het overige der restanten binnen een maand. Op Requeste van W. Bor, Maaner der Confumtie over 1793 te Heusden om remisfie van * jaar, of prolongatie van den tijd der parate executie vpof een jaar. K s h  12 Maart 1796. Is goedgevonden een uitftel te verleenen voor den tijd van drie maanden , mits alsdan promptelijk aanbetaalende. Op Requeste van N. van Dockum , Schout van Enfpijk, verzoekende ontheffing van 's Quartiers reëele en perfonele lasten over den jaare 1795 ; En hier op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat Schout en Buurmeesters door den Ontfanger in November 1795 met militaire Executie zijn bezwaard geworden, en daar door genoodzaakt om de Middelen, ingegaan 1°Julii 1794 aan te betaalen, is goedgevonden in hoe fpeciali cafu de helft der Middelen, ingegaan i° Julii 1795 te remitteren, gelijk dezelve geremitteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requesten van den Collecteur der Confumtien over Groesbeek, verzoekende remisfie der restanten over 1793. Van de Waltfurfters des Neder-Rijkfchen Walts, om remisfie van den impost op de confumtive Middelen over 1795. Van Buurmeesteren van Niftrik, verzoekende remisfie der Middelen over 1795. Van Buurmeesteren van Ewijk en Doddendaal, om  12 Maart 1796. om remisfie der Middelen van confumtie over 1795. Van Buurmeesteren van Bemmel, om remisfie van ƒ687-:-:, als rellant der Middelen over den jaare 1793. Van Buurmeesteren-van Zetten verzoekende remisfie van fi 1 1-: zijnde restant van verfchulde Middelen over 1793. Van Buurmeesteren van Zetten, verzoekende remisfie van ƒ225-: : zijnde restant van de Middelen over 1795. Van Buurmeesteren van Herveld, verzoekende remisfie van ƒ300 :•: op de Middelen, ingegaan 1°. Julii 1795- Van J. Poelman, Collecteur der Verponding over Batenburg, verzoekende eenige remisfie voor de Ingezetenen wegens de Verponding over 1794, en voor den Requestrant een convenable termijn van uitftel tot betaaling. Van L. Verheijen, Collecteur der Verponding over Leur om uitftel van het noch resterende over 1793 en 1794. Van den Collecteur der Verponding over Oijen, verzoekende uitftel tot betaaling. Van J. Donkers, en J. van den Bogaards, Pagters van het Bezaaij en Hoorngeld over Dieden over 1794» om remisfie. K 3 Van  ia Maart 1796. Van den Collecteur der Verponding over MaasBommel, om uitftel tot betaaling. Van A. Verfteeg, Pagter van het Bezaaij over Avezath, om remisfie van restanten ad ƒ460-:-: Van Buurmeesteren van Maurik om remisfie van den impost op de Middelen over 1795. Van Buurmeesteren van Eek en Wiel om remisfie van de Mjddelen over 1795. Van Buurmeesteren van Ommeren om remisfie der Middelen over 1795. Van Buurmeesteren van Lhede en Oudenweerd, om remisfie van een jaar impost op de confumtive Middelen. Van Buurmeesteren van Yzendoorn om remisfie der Middelen over 1795. Van W. de Haas, Pagter van het Bezaaij over Zoelen, om remisfie van ƒ800-:-: over 1794 en 1795- Van A. de Croes, Pagter van het Beftiaal over de Stad en Schependom van Sak-Boemel, ingegaan i° julii 1795, om remisfie van ƒ258-:-: Van Buurmeesteren van Rumpt om remisfie op de Middelen en het Bezaaij over 1795. Van J. Mom, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Op-Hemert, ingegaan 1 Julii 1794, om remisfie van ƒ300-:: Van  ia Maart 179Ó. Van Buurmeesten van Ophemert benevens den Pagter van het Bezaaij, om remisfie over 1795. Van die van Est, om remisfie van de helft der Confumtive Middelen over 1795. Van M. van Arendonk, Pagter van het Bezaai} en Hoorngeld over Herwijnen en Rumpt, ingegaan i° Julii 1794» om remisfie van | der gemelde pagt. Van Buurmeesteren van Beest om remisfie op de Confumtie over 1795. Van W. van Brakel, en A. Vervoorn , Pagter en Meedeftander van het Schaapen-geld in Bommelre-waerd, om remisfie ad fg\6-:6: Van Buurmeesteren van Driel, om remisfie der Confumtie en Bezaaij over 1795, en van een gedeelte der Verponding. Van J. en C. de Gier, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Driel, ingegaan i° Julii 1794, om remisfie van een tiende gedeelte der gemelde pagt. Van C. Verdoorn, Pagter van het Bezaaij en Hoorngeld over Brakel, ingegaan i° Julii 1795 om remisfie van ƒ300-:-: op voorfchreve pagt. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in de verzoeken bij deeze Requesten gedaan niet kan worden getreden , en worden dezelve mitsdien gewezen van de hand. K4 °P  12 Maart 1796. Op Requeste van Hendrik Schijven,'s Quartiers Bode, om redenen, daar bij in het breede vervat, verzoekende voor ontflagen gehouden te mogen worden van het jaarlijks furnisfement van 200 guldens, 't welk Requestrant aan den innocenten Bode Gerrit ten Hove , ingevolge een daar van gemaakt Contract, gehouden is uit te keeren; En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat, vermits de vier Haagfche reizen, en de derde Bodens plaats, bij de Volksvertegenwoordigers des Quartiers zijn afgefchaft, en het Quartier daar door voordeel is toegebragt, uit't tractement en emolumenten, 't welk anderzins de derde Bode was genietende, gemelde fom zonder merkelijk nadeel voor het Quartier konde verftrekt worden: En dat, vermits ingevolge gemelde Contract dat bezwaar op den nieuw aan te ftellene Bode zoude moeten devolveren, het derhalven hard voor Requestrant zijn zoude om met die belasting te blijven gechargeerd: Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden, •ich met voorfchreve confideratien en geadvifeerde te conformeren, wordende dezelve mitsdien geconverteerd in eene refolutie , gelijk gefchiedt bij deezen. Op  12 Maart 1796. Op Requeste van den Burger J. E. Sanders van Well, verzoekende, alzoo Requestrantsaanftellinge tot Richter der Stad Nijmegen volgens 's Landfchaps refolutie van den 22 December laatstleden maar is gefchiedt voor den tijd van één jaar, ontheffinge van de betaalinge van het Amptgeld, als Richter; en van 'sQuartiers Zegel van 40 guldens tot de Commisfie, volgens de Ordonnantie wordende vereischt! De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers, hier op gedelibereerd hebbende, hebben het eerfte Lid van Requestrants verzoek geaccordeerd, zulks accorderende bij deezen ; En ten aanzien van het tweede verflaan, dat daar in niet kan worden getreden, wijzende het zelve mits dien van de hand. Bij 's Landfchaps refolutie van den 24 Febr: laatstleden aan het Quartier ten fine van dispofitie gerenvoijeerd zijnde eene propofitie op verzoek van de Gecommitteerdens uit den provifionelen Raad der Stad Nijmegen aan 's Landfchaps tafel gedaan, houdende inflantien om de Gereformeerde Kerk te Beek om de daar bij geallegeerde redenen provifioneel aan de Roomsch-Gezinden af K5 ie  ia Maart 1796. te {taan; mitsgaders een vertrek in de Pastorie tot gebruik van hunnen Geeftelijken: En bij 's Quartiers refolutie van gisteren de Burgers Brands en Murman benoemd zijnde, om benevens eene Commisfie uit den provifionelen Raad der Stad Nijmegen, onder approbatie des Quartiers, eene vriendelijke fchikking tusfchen beide Gezindheden te tenteren, hebben ter Vergaderinge gerapporteerd, dat met wederzijds goedvinden het volgende hadden geëffectueerd. i° Dat, wanneer dc vacature der Gereformeerde Gemeente wederom vervuld zal zijn (het welk eerlang te gebeuren ftaat) de Predikant des voormiddags te Ubbergen, en des namiddags te Beek zal prediken. 20 Dat de Gereformeerde Kerk te Beek des voormiddags, en des avonds, zal zijn ter dispofitie van de Roomsch-Gezinden, ten welken einde eenige kleine veranderingen in de plaatzing der Meubelen van de Kerk, als anderzins zullen moeten voorvallen, welke de Roomsch-Gezinden voor hunne rekening genomen hebben. 30 Dat de provifionele Raad van Nijmegen zich verbonden heeft de Gereformeerde Kerk te Ubbergen zoodanig te repareren en te meubeleren, als tot zijne beftemming voldoende zal zijn. 4° Dat  ia Maart 1796. 4o Dat de Roomsch-Gezinde Geestelijke, met bewilliging echter van den Predikant, over de beneden- en bovenkamer aan het' oosteinde van de Pastorie benevens dat gedeelte van den Hof, 't welk ten oosten van dezelve gelegen is, zal kunnen disponeren, terwijl het overige gedeelte van het Huis, ( 't welk noch uit vier of vijf vertrekken beftaat) met het westeinde van den Hof voor den Gereformeerden Predikant blijft gedestineerd. 5° Dat deeze geheele fchikking is provifioneel, zonder praejudicie of confequentie, en onder referve van de nadere deliberatien des Quartiers. Waar op gedelibereerd, en gemelte Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport bedankt zijnde, is goedgevonden zich met dat rapport te conformeren, en de provifionele fchikkingen zonder praejudicie of confequentie, en onder de conditiën daarbij bepaald, in naame der Landfchap te ratificeren. Is ter Vergaderinge gelezen eene remonftrantie van den Ontfanger der Generale Middelen over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs H. Vermeulen, houdende een detail van informatien omtrent den voordragt van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50^" penning, fub dato 9 deezes  ia en 13 Maart 1796". zes ten Recesfe ervintlijk, en teffens de redenen, waarom de refolutie, op het voorfchreve fubject genomen, behoort te worden gefield buiten effect ; of eventuelijk zoodanig geredresfeerd als in goede juftitie zal behooren, ten einde het gedrag door Remonftrant, ingevolge ontfangene ordres van de Gedeputeerden ter Financie gehouden, moge blijven ongetaxeerd; Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden bij de Refolutien ten deezen genomen te perfifteren, gelijk gefchiedt bij deezen. Hebbende de Gecommitteerdens van het Rijk, van Over-Betuwe, van Maas en Waal en Neder-Betuwe benevens den Burger Oosterhoudt Gecommitteerde wegens de Stad Thiel verzocht infertie ten Recesfe, dat tot de genomene refolutien niet hadden geconcurreerd , onder referve van nadere aantekening. Zondag den 13 Maart 1796. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat ontfangen hadden eene Misfive van den Burger P. Berckelbach van den Sprenkel, Commis deezes Quartiers in's Hage, van den. 11 deezer maand, verzoekende te mogen wor-  13 Maart 1796worden geinformeerd, hoe zich te gedragen, daar zedert de bijeenkomst der Nationale Vergadering op den 1 deezes de Vergadering van Hun Hoog Mogende hadc opgehouden, en de Gecommitteerden ter Generaliteit van deeze Provincie uit's Hage fuccesfivelijk waren vertrokken , zonder dat aan de Commifen der drie Quartieren door hun last of bevel was gegeeven, hoe zich in het vervolg omtrent de waarneeming hunner bediening zouden moeten gedragen, verzoekende dienaangaande met de noodige ordres te mogen worden vereerd: Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de post van Commis ter Generaliteit, thans nutteloos geworden zijnde, te mortificeren eQ te vernietigen, gelijk dezelve gemortificeerd en vernietigd wordt bij deezen: met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om daar van aan gemelden Commis behoorlijke kennisfe te geeven. En vermits 's Quartiers Casfe door. de vèrnietiging van voorfchreve Ampt jaarlijks een voordeel geniet van ruim één duizend guldens, is goedgevonden en verftaan .voornoemde Gedeputeerden te auctoriferen, zulks doende bij. deezen, om in plaatze van de gefchrevene en gedrukte Nouvelles en  13 Maart 1796. en Notulen van de Refolutien van Hun Hoog Mogende, de dagbladen van het verhandelde, en de Decreten der Nationale Vergaderinge, repraefenterende het Volk van Nederland, te ontbieden en ter Camere van Financie te doen berusten. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van den 10 Februarii jongstleden ter Vergaderinge voorgedragen, of niet, daar alle menagementen behooren te worden in het werk gefield tot fterking van's Quartiers Financien, het verleenen van Ordonnantiën aan den Secretaris der Gedeputeerden wegens de Quartiers Vergaderingen, voor het.vervolg zoude behooren te cesferen, terwijl het zelve, ingevalle 'er eene meenigte Quartiers Vergaderingen gehouden worden, eene groote fomme jaarlijks voor 's Quartiers Casfe zoude profiteren; Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, dat de Secretaris der Gedeputeerden geene Vergaderingen des Quartiers bijwoond, en de last van het verhandelde te ftellen ten Recesfe, is leggende op den Secretaris des Quartiers, is goedgevonden zich met het voorfchreve geadvifeerde van de Gedeputeerden ter Financie te conformeren, gelijk gefchiedt bij deezen. Heb-  13 Maart 1796. Hebbende de Gecommitteerdens van her Rijk, van Maas en Waal, Neder-Betuwe ^Thielre- en Bommelre-waerden ten aanzien van de reeds gedepecheerde Ordonnantie ten behoeve van den Burger P. A. Schuil geinhaereerd de Refolutie deezes Quartiers van den 6 Augusti 1795, vermeenende, dat voor geen Vergaderingen, dan waar bij werkelijk is geadfisteerd, Ordonnantie behoort geaccordeerd te worden; En hebben de overige Gecommitteerdens geperfisteert bij 's Quartiers refolutie van den 10 Februarii jongstleden. Op het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, is goedgevonden, dat aan de Gecommitteerdens uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie ter Generaliteit geene tractementen zullen worden voldaan verder dan tot den dag der disfolutie van Hunner Hoog Mogende Vergadering, zijnde den 1 deezes maands; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om geene Ordonnantiën voor gezegde tractementen dan conform aan den inhoud deezer refolutie te doen depecheren. De Gedeputeerden ter Financie hebben ingevolge en ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van den 30 November laatstleden gediend van der-  13 Maart 1796. derzelver confideratien en advijs ten aanzien de vermindering van kosten bij de overtekening van Obligatien tot laste deezes Quartiers, houdende in het*breede derzelver confideratien op de Refolutie der Stad Salt-Boemel van den 26 daar te vooren, en teffens, dat om, 200 veel mogelijk, genoegen te geeven, en alle omflag, zoo verre zulks met de behouding ,der goede ordre kan gefchieden, te vermijden, het in het vervolg, wanneer iemand Obligatien tot laste deezes Quartiers begeerde te hebben overgetekend , zich ten dien einde niet verder bij Request, zoo als tot nu gebruikelijk was, aan de Gedeputeerden ter Financie zoude behoeven te addresferen, maar zich alleenlijk met zoodanige Obligatien te vervoegen aan de Secretarie van de Gedeputeerden , met exhibitie aan den Commis van 's Quartiers Financien dier Obligatien' met het noodige bewijs, waar door den eigendom van dezelve is aangekoomen; zoo nochtans , dat de Commis, alvorens de overtekening te doen, die zal moeten vertoonen aan het praefente Lid, of Leden der Gedeputeerden, waar door alzoo vermijd zoude worden de kosten, tot het praesteren van een Request vereischt wordende , met het ligten en bezorgen van dien, en met de jura van twee appöinctementen; .en dat de jura  13 Maart 1796. jura van den Commis van 's Quartiers Financien, fchoon na gedagten van hun Gedeputeerden niet te hoog gefield na proportie van de moeite daar toe noodig, om de Ingezetenen en anderen in die kosten te gemoed te koomen, met een vierde zoude kunnen verminderd worden. Waar. op-gedelibereerd zijnde, is goedgevonden zich met de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie te conformeren, en het zelve voor eene refolutie te arresteren, gelijk gefchiedt bij deezen. De Gedeputeerden te Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat de Burger L. de Beijer, Ontfanger van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het Nijmeegfche Comptoir, geauctorifeerd geweest zijnde tot het waarnemen van het Commisfariaat van het Klein Zegel, wegens gedebiteerde Zegels aan het Quartier fchuldig was eene fomme van/i 1936-16-: waar op betaald zoude zijn ƒ4668, het verfchulde montant dan nog blijvende ƒ7268-15-4, welke niet in casfa bevonden wierden. En daar bij in achting genomen zijnde, dat de voorfchreve ƒ7268-15-4 met noch andere achterftedige fommen, welke aan het Quartier moeten 2. L wor-  13 Maart 1796'. worden voldaan, in de tegenwoordige tijdsomitandigheden niet kunnen gemist worden; zoo dat verbondene goederen in deeze niet te ftade koomen, maar tot geld moeten worden geconverteerd, en ook voor ontfangene penningen, waar voor geen borgtaal is gefield, behoorlijke fecuriteit bezorgt, of zoo veel van de verbondene goederen verkocht, als noodig zal zijn tot rembourfeering der ontfangene, en in 's Quartiers casfe thans niet kunnende' geflort worden Quartierlijke penningen: Is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, om tot confecutie van voorfchreve fommen in 's Quartiers casfe, binnen den tijd van twee maanden, alnu zoodanige middelen rechtens te doen in "t werk ftellen, als daar toe het prompfte en gevoegzaamfte zullen oordeelen en bevinden te behooren. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie tot bijlage hebbende het affchrift eener Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gefchreven in den Hage den 9 deezes maands, betrekkelijk de betaaling der Petitie van ƒ900000-: ter Licentiatie van de Zwitzerfche Regimenten, met ern- fti-  13 Maart 1796. ftige inftantie, om vooral, zoo veel mogelijk, voor de betaaling zorg te dragen tot voorkooming van anderzins te vreezene onheilen.' Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden voorfchreve Misfive te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om zoomogelijk, totfurnisfement van 's Quartiers aandeel de noodige voorzieninge te doen. T er Vergadering voorgedragen zijnde, dat de drie Adfignatien op het Quartier afgegeeven tot betaalinge der Franfche troupes, te zaamen ter fomme van ƒ40000-: uit 's Hage te rug gezonden waren, om op nieuw ten fine van betaaling te worden gepraefenteerd : Is na deliberatie goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om tot voldoeninge van dezelve zoodane prompte voorzieninge te doen, en ordre te Hellen, als zullen oordeelen ten meesten dienflen des Quartiers te zullen ftrekken. De Gecommitteerdens uit het Ampt tusfchen Maas en Waal hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat het ftrijdig is met alle gronden van Gelijkheid, dat de tractementen en fupplementL 2 trac-  13 Maart 1796. tractementen, fpruitende uit Fondfen, welke door alle Gezindheden moeten worden betaald, tot noch toe aan de Protestantfche Predikanten voldaan worden , en dat de Roomfche Ingezetenen van dit Quartier hunne Leeraars en Pastors zelvs moeten onderhouden; proponerende overzulks de penningen, welke fpruiten uit die Fondfen, na evenredigheid aan de Leeraars van de onderfcheidene Gezindheden toe te ftaan, en te doen uitdeelen: en wijders (zoo zulks mogte worden van de hand gewezen) daar 's Quartiers Casfa zoo zeer is uitgeput , voordragende om alle die tractementen en fupplement-tractementen in 's Quartiers Casfe te doen Horten, en de Leerraars door ieder Gezindheid uit derzelver privé beurs te laten onderhouden. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden deeze Propofitie te Hellen, gelijk gefield wordt bij deezen , in handen der Gedeputeerden ter Financie, om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen hebben na gehoudene deliberatie goedgevonden voor den tijd van drie jaaren, in te gaan i° Julii deezes jaars 1796, en te eindigen met  13 Maart 1796. met den laatften Junii 1799, te confenteren in den Impost op de Gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders op denTabak, te heffen over deezen Quartiere, de Stad en Lande van Buuren daar onder begrepen; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om naar inhoud der Ordonnantiën, op die voorfchreve imposten geëmaneerd, binnen Nijmegen, Thiel, Buuren en Bommel de verpagtinge op zoodane tijd te doen, als daar toe het gevoegzaamfte zullen oordeelen. De aanwezende Gecommitteerdens uit de Stad Bommel hebben tegens deeze genomene refolutie geprotesteerd onder referve van de aantekening hunner Committenten, en de Gecommitteerdens uit Maas en Waal verzocht infertie van tot deeze refolutie niet te hehben geconcurreerd. De Gedeputeerden ter Financie voorgedragen hebbende, dat tot de befoignes om fchikkingen te beraamen omtrent de gefubdivideerde Provinciale Quota hadden benoemd de Burgers H. Hoogers en A. van Oosterhoudt benevens den Secretaris der Gedeputeerden. Is zulks voor notificatie aangenomen. L 3 De  13 Maart 1796. propofitie om de Wijk-Armen te Nijmegen te doen jouisferen van een evenredig dedommagement voor het gemis van den vrijdom van 's Lands impost op het Gemaal, 't welk voor één jaar op een proeve bij 's Quartiers refolutie van 6 Mai 1789 was geconcedeerd geweest: Is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te disponeren, als zullen oordeelen te behooren. Op het voorftel ter Vergadering gedaan , is goedgevonden het houden der bijeenkomst tot het dragen van confenten in 's Quartiers Generale Middelen te bepaalenop maandag den 16 Maiaanftaande des avonds binnen Nijmegen, 't geen bij alle Leden zonder nadere verfchrijvinge alzoo is aangenomen. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn onder de ftukken van den Landdag in Februarii laatstleden binnen Arnhem gehouden fub N°. 113 voorkomende, bij de Gecommitteerdens van het platte Land doenmaals overgenomen, en bij het geopende van het Quartier den 22 van die maand gehouden in advijs; Is  13 Maart 1796. Is goedgevonden bij de eerstkomftige Landelijke Vergadering namens dit Quartier te openen, dat de Leden , in voornoemde Collegie gecommitteerd, alnoch voor den tijd van één jaar behoorden te worden gecontinueerd; Zullende hier van Extract aan de Gecommitteerdens in voornoemde Collegie uit deezen Quartiere worden meede gedeeld tot derzelver naricht. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegsn, van Over-Betuwe en van Maas en Waal hebben verzocht infertie , dat tot het neemen van deeze refolutie niet hebben geconcurreerd. Waar meede het Quartier na verleezing en refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Ter Ordonnantie van de provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOUW. L4   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN APRIL 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID. L 5   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Cornelis Taait, Carel Campagne , Adrianus van Oosterhoudt. BOMMEL. Warmold Albertinus van der Feltz, Henricus Weijtingh, Henricus Schull. Platte Land. , R IJ K VAN N IJ M E G E N. Hendrik Derkse, Willem Libotté. OVER-  over-betuwe. Gradus Roes, Hendrik Aelbers , Jacob van den Bosch. 'tusschen maas en waal. Jan Steenbruggen. neder-betuwe. Johannes Brands, Johannes Bor. thielre-waerd. Jan Margriet Franciscus van Eve'rdingen. bommelre-waerd, met het schependom van bommel. Dezelvde Gecommitteerde; Jan Margriet Franciscus van everdingen. Re- t  i4 April 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehoudenbinnen de Stad Nijmegen in April 1796, het tweedejaar der Bataavfche Vrijheid. Donderdag den 14 April 1796- De Steden-Gezanten, en die van het platte Land, op verfchrijvinge van de Stad Nijmegen, ter Raad kamere aldaar erfchenen, en fesfie genomen hebbende, is, na dat de Vergadering met het Gebed geopend, en de Commisfien gelezen waren, tot Voorzitter benoemd de Burger Willem Doelman, Lid van den Raad der Stad en Schependom van Nijmegen, die depraefente Leden voor derzelver tijdige comparitie bedankt, en vervolgens zich ten aanzien van de reden deezer convocatie heeft gedragen tot het poinct, in het Patent van uitfchrijvinge vervat. Verlezen de Requeste van de Cruis-Broeders te Sl Agatha in den Lande van Cuik, houdende, dat zedert in den voorfchreven Lande de Roomfche Geestelijken in het algemeen de posfesfie hunner £oederen ontnomen was, zulks meede ten opb zich-  14 April 1796. zichte der Requestranten plaatsgehad hadde, zoo dat zij zedert dien tijd geenen den minften eigendom aan hunne goederen behouden of geëxerceerd, maar alleenlijk van twaalf tot twaalf jaaren van den gewezen Domein-Raad van den Stadhouder dezelve hadden moeten pagten, en de jaarlijkfche pagten voldoen: Verzoekende om die, en meer andere redenen ten Requeste aangevoerd, te mogen worden vrij verklaard, zoo wel van het furnisfement der dubbelde Verponding, als van den 5olk" penning. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden de Requestranten te renvoijeren tot deezes Quartiers Placaat op de heffinge van den 5ouen penning en de daar op gevolgde Refolutie omtrent de betaalinge van de dubbelde Verponding, gelijk gefchiedt bij deezen. Op Requeste van Decan en Capitulairen van het Archidiaconaal Capittel van S1. Victor te Xanten, verzoekende, om de daar bij geallegeerde redenen confent en auctorifatie tot het negotiëren eener fomme van tien duizend guldens hollandsch onder verbintenisfe van derzelver goederen binnen dit Quartier gelegen, ten einde met die penningen hun aandeel in de geforceerde Negotiatie aan het Quartier te kunnen voldoen:  14 April 1796. Is goedgevonden dit verzoek te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar op na bevind van zaaken zoodanig te disponeren, als oordeelen zullen te behooren. Op Requeste van de Ingezetenen des Kerfpels Millingen, verzoekende eenen termijn van uitftel tot voldoeninge van den 50"™ penning; en dat den Administrateur des Huis Berg moge werden geconftringeerd tot extraditie van het Protocol van Bezwaar van Millingen, ten einde de Requestranten, zoonoodig, haare ongereede goederen zouden kunnen verhijpothequeren tot voldoening van de geforceerde negotiatie : Is goedgevonden in der Requestranten verzoek om uitftel te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen; en het tweede Lid te verklaaren domesticq. Verlezen de Requeste van den Burger L. de Beijer, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd , houdende, dat Requestrant niets vieriger verlangde, dan op de fpoedigste wijze aan den inhoud van 's Quartiers Refolutie van den 13 Maart jongstleden te kunnen voldoen; doch dat zich daar toe voor het tegenwoordige, meer dan ooit  14 April 1796. ooit, in de onmogelijkheid vondt gebragt, door dien in de twee laatst afgelopene jaaren van zijne goederen geene revenuen, noch penningen zijner bedieningen hadde genooten , dan alleen het geene hij aan de edelmoedigheid van de Volksvertegenwoordigers was verfchuldigd voor het adiisteren eri waarneemen van de Landfchaps en Quartiers Vergaderingen bij abfentie van den Secretaris des Quartiers: Alle welke en verdere omftandigheden, bij den Requeste vervat, den Requestrant in deszelvs huishoudelijke betrekkingen meer dan anderen hadden gedrukt, en dat dus voor hem geen gevoeglijke resfources overfchooten , dan om zónder verwijl binnen den tijd van drie weeken zoodanige zijner vaste goederen, dewelke niet ten behoeve van deezes Quartiers Financien zijn verbonden , en de noodige waarde ruim inhoudende, publicq ter koop te (lellen: Verzoekende overzulks permisfie om bij het publicq te koop (lellen van zoodanige zijner vaste goederen, dewelke niet ten behoeve des Quartiers zijn verbonden , eenen behoorlijken termijn van betaalinge te mogen (lellen, ten einde de koopspenningen uiterlijk op den eerfien van de maand Augustus aanfiaande kunnen worden geëmploijeerd rot exftinctie van des Requéstrants achterftedige fchuld  14 April 1796. fchuld aan het Comptoir van de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, als meede aan de tijdelijke Ontfangers van den impost op het Klein Zegel, en van de 8oue 40fte en andere penningen door den Requestrant tot ultimo December des afgeloopen jaars, in quaüteit als Collecteur derzelver gebeurd, en dewelke bij'deszelvs in te diene rekening verandwoord zullen worden. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden het verzoek op den voet, als bij den Requeste 'gedaan, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van den Burger A. J. W. Wall, als Quaestor van de Viduale Beurs der Clasfis van Nijmegen, verzoekende om de daar bij inhetbree'de gedetailleerde redenen exemtie van het furnisfement van den 5oftcn penning wegens de effecten in de voorfchreve Weduwen-Beurs. Is goedgevonden en verftaan, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mits dien gewezen van de hand. Op Requeste van O. Holterman, Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over' het diftrict van Over-Betuwe. 2. M b  14 April 1796. Is goedgevonden het zelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en vervolgens daar op te dienen van confideratien en advijs. Is ter Vergadering voorgebragt eene Acte van den Raad der Stad en Schependom van Nijmegen in dato 13 deezes, waar bij de Burger W. Doelr man wordt gecommitteerd voor den tijd van één jaar, ingaande i°. Mai aanftaande, in de binnenïandfche Deputatie ter Financie deezes Quartiers. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voornotificatie aangenomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om voorfchreven Burger in eedteneemen en fesfie te verleenen na behooren. Is ter Vergaderinge voorgebragt de inhoud eener Misfive van den Raad'der Gemeente der Stad SakBoemel van den 11 deezes aan den Raad der Stad Nijmegen geaddresfeerd met verzoek van uitfchrijvinge van deeze Quartierlijke Vergadering, houdende, dat de Burgerije dier Stad, door het Collegie der Gemeenslieden wettig opgeroepen, verklaard hadt nimmer te zullen gedoogen, dat het tegens de Rechten van den Mensch ftrijdende Monopolium aldaar* ter plaatze wederom werde ingevoerd; En daar de Verpagtinge van voor-  14 April 1796. fchreve middel zoo nabij was , gemelde Raad vreesde, dat daar uit fchroomelijke verwarring zoude ontftaan, met verzoek, dat alnu op deeze bij Patent deswegens expres verfchreve Vergadering omtrent de furcheance van de bepaalde Verpagting, als anderzins, zoodane heilzaame refolutie mogte worden genomen, als ten beste deezes Quartiers zal bevonden worden te behooren: En is daar bij teffens ter Vergaderinge voorgedragen, hoe dat bij de ondervinding was gezien, en aan de Gedeputeerden ter Financie op het overtuigendfte gebleken, de noodzaaklijkheid, dat de Verpagting van den impost op de fterke dranken gefchiede op den voet, als bij het Billet van Verpagtinge is vervat; alzoo deezen impost, geheven wordende op den ouden voet, altijd is geweest onder de voornaamfte middelen van 's Quartiers Financien; èn dat nu bij een vrije openftelling van die Negotie bleek, dat deswegens niets van eenig belang in de publique casfen kwam : dat zulks op dien voet continuerende noch aanmerkelijk zoude verminderen: dat de deur tot fraudes niet was te fluiten, en dat eenige weinige Grosfiers daar bij voornamelijk ten nadeele van 's Lands casfen zouden welvaaren ; Voort-s, dat door de Gecommitteerdens van Bommel niet Ma te  14 April 1796. is aangetoond, op welke wijze de gedelabreerde ftaat van 's Quartiers Financien zonder de Verpagting van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren op den voet, als vastgefteld , kan worden verbeterd, waar bij het Quartier in het gepasfeerde jaar ƒ75000 guldens nadeel heeft geleden. Waar op gedelibereerd en in aanmerking genomen zijnde, dat de gedaane Proclamatie van de Rechten van den Mensch geenzins eene bedoeling gehad heeft om den Mensch wederom te brengen in den ftaat der aloude tijden onzer eerfte VoorVaderen voor de invoering der geregelde maatfchappijen, maar alleen om den Mensch te doen genieten die voorrechten , welke hem als Burger in de Maatfchappije toebehooren, en daar meede bejlaanbaar zijn. Dat zulks blijkbaar is uit de 5* $. van dezelve, waar bij daarom expresfelijk wordt verklaard, „ dat van de Vrijheid niet meer is afgeftaan dan „ het oogmerk der Maatfchappije volfirekt vordert. Uit de nt,e §. houdende „ dat het oogmerk van „ alle Burgerlijke Maatfchappijen is om de Men„ fchen te verzekerenvan het vreedzaam genot hunner „ natuurlijke Rechten; En uit de I3d-: PlETER TEN BOSCH , Carel Campagne, cornelis taaij. B O M M E L. ~ ......... 1 Warmold Albertinus van der Ieltz, .-■....., . ■ ~ ■ ■ . a'J ' • hAM ü ' Aügustinus Geukama, Henricus Schull. {[U!i,;PJatteui:and. RIJK VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Wouter Wouters. OVER-  OVER-BETUWE. Gradus Roes, Jacob van den Bosch, Johannes Glover, Wouter Rijnders. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET HERNEN. Jan Steenbruggen , Willem Storij, Peter Arts. NEDER-BETUWE. Johannes Brands, Johannes Bor. TIIIELRE-WAERD. godefridus buschman. Jan Margriet Franciscus van Everdingen. B O MMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  ao April 1796. Reces des Qiiartiers van Nijmegen 9 gehouderTop eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in April 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. mensdag den 20 April 1796. Het Quartier van Nijmegen heeft na verleezing der Commisfien goedgevonden de landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Directeur benoemd den Burger Johannes Brands, Gecommitteerde uit NederBetuwe. Ter Vergaderinge voorgebragt zijnde eene Acte van Praefident en Raaden der Stad Sak-Boemel, gegeeven aldaar den 18 deezes maands, waar bij de Burger W. A. van der Feltz is gecommitteerd in de binnenlandfche Deputatie deezes Quartiers voor den tijd van één jaar, aanvang zullende neemen den 1 Mai aanftaande en eindigen den laatften April 1797- N 4 Is  20 April 1796. Is zulks voor notificatie aangenoomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om gemelden Burger, als gewoonlijk, in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren. Verlezen de Requeste van J. N. Hoevel, Raad van den Vorst van Hohenzollern Bergh, houdende, dat uit de ampliatie van 's Quartiers Ordonnantie over het heffen van den 5oftc" penning van den 5Jen December laatstleden hadde gezien , dat aan alle uitheemfchen daar bij wordt vrijgelaten, om of den 50^ penning bij geldfchieting tegens Recepisfen, of de dubbelde Verponding eenvoudig te betaalen ï Dat Requeftrants Principaal zich gaarne aan deeze wet zal onderwerpen , maar dat het wegens de uitgeftrektheid zijnes boedels, die al over de vijf eeuwen heeft beftaan in de daar in ervintlijke effecten van verfcheidene natuur, waar van er eenige van groote waarde zijn litigieus, en welkers eigendom dus van eene onzekere uitkomfte is afhangende; andere wederom, die met jaarlijkfche Erfrenthen voor eeuwen zijn geaffecteerd, waar van de hoofdfommen bij gebrek van papieren zijn onbekend, en wederom andere, die men tusfchen het Cleeffche en Gelderfche zonder fchikking of bepaaling van  ao April 1796. van wederzijds Souverainen niet kan onderfcheiden, niet alleen zeer moeilijk valt, maar het ook volftrekt onmogelijk is, fpecificq na te gaan en daar te Hellen een vaste fom, waar van de 5olle penning zoude moeten betaald worden; En dat dus Rcquestrants Principaal buiten magte is van de vrijheid en het voorrecht, aan alle Uitheemfchen vergund, gebruik te kunnen maken , en het hem aan de andere kant niet onverfchi'lig kan zijn eene aanmerkelijke fom zonder renten en zonder hoop van recuperatie te verstrekken : verzoekende den Requeftrant vervolgens om die en meer andere redenen , dat aan deszelvs Principaal moge werden vergund de dubbelde Verponding, zoo als de Ingezetenen den 5often penning, insgelijks tegens 's Quartiers Recepisfen te betaalen, te meer daar het om redenen voorfchreven niet is te berekenen, of de Verponding dubbeld betaald niet het beloop van den 5o(lc11 penning na aftrek van alle fchuldenen lasten zal evenaaren. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden te perfisteren bij de ampliatie van 's Quartiers Ordonnantie op het heffen van den 5o!lp penning van den 5 December laatstleden, en verftaan, dat in het gedaane verzoek ,niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien gewezen van de hand. Bij  «o Jpril 1796. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op eene Misfive van Commisfarisfen tot de Huwelijkszaaken te Echteld, daar bij met meerdere verzoekende te mogen worden geinformeerd, hoe veel Zegels en van welke prijs, bij het intekenen, als meede bij het proclameren van het huwelijk dienden gebezigd te worden, met de daar op ingenomene confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden zich met voorfchreve confideratien en geadvifeerde te conformeren, en mitsdien te verftaan, dat tot attesten van ergaane proclamatien op de plaats der intekening gebruikt zal moeten worden een 's Quartiers klein Zegel van 4 ftuivers; mitsgaders afzonderlijk een gelijk Zegel tot attesten van de daar opgevolgde inzegening of folemnifatien der huwelijken: zullende ingevalle de afkondiging meede op eene andere plaats of plaatzen, dan die der wooningen van Bruid of Bruidegom, moet gefchieden, op het te verzenden Attest der proclamatien wel gefteld worden Copia, zonder gebruik van Zegel, maar tot het inkoomend Attest van de ergaane proclamatien op die plaats een derde afzonderlijk Zegel, als vooren, moeten genomen-worden. h ' Blij-  I ao en 21 Jpril 1796. Blijvende die geene, wéftte geen 500 guldens zijn bezittende , daar van geeximeerd , en zullen daar tegens op de plaatze van het Zegel gefield worden de woorden Pro Deo. Met auctorifatie op voornoemde Gedeputeerden ter Financie om deeze te converteren in eene Notificatie, met bijvoeging, dat onder dé exemtie van het Zegel niet begrepen zijn Refolutien, Ordonnantiën , Rekeningen, Obligatien en andere Actens, die bij de Dorpen genomen, gemaakt en uitgegeeven worden, de zettingen van de Lasten daar van nochtans uitgezonderd ; maar dat daar toe behoorlijke Zegels ingevolge 's Quartiers refolutie van den 14 Mai 1793-: moeten worden gebruikt, op poene van bij verzuim te incurreren de boete, bij de Ordonnantie geftatueerd: voorts daar van alomme binnen deezen Quartiere, en Stad en Lande van Buuren, de noodige advertentie te laten gefchieden. Donderdag den 21 Jpril 1796. De^Gecommitteerdens uit de Steden Nijmegen en Thiel, mitsgaders van het Rijk, Over-Betuwe», Maas en Waal en Neder-Betuwe gëreferveerd 1 hebbende' haaré Contra - aantekening tegens zoo- dane  21 April 1796.. dane aantekening, als de Gecommitteerdens uit de Stad Salt-Boemel ten Quartiers Recesfe den 14 deezes hebben gedaan infereren op de genomene refolutie tot de Verpagtinge van den Impost op de Gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren: Doen uit kracht Van dien ten tegenwoordige Recesfe infereren, dat zij de aantekening van de Gecommitteerdens van Salt-Boemel met ftilzwijgen zouden hebben gepasfeerd, bij aldien zij daar inne niet bevonden hadden de ongemefureerde, en te gelijk abufive, wijze , waar op voornoemde Gecommitteerdens de genomene conclufie hebben beoordeeld, en wel in uitdrukkingen, die zij vermeenen onbeftaanbaar te zijn met de vriendelijke intelligentie, die tusfchen Leden van een Quartier behooren plaats te hebben; terwijl zij Gecommitteerdens niet weeten de minfie aanleidinge te hebben gegeeven om eene refolutie, die na hunne gedagten op de billijkfte gronden ten besten der Ingezetenen en van 's Quartiers Financien genomen is, te decrieren als eene contradictoire, en de opentlijk afgekondigde en plegtig bezwoorene rechten van den Menfch vialerende conclufie; eene conclufie, waar door de Quartiers Vergadering zich niet alleen voor het Volk van  •21 April 1796. van Gelderland, maar voor de ganfche Bataaviche Natie prostitueert; die niet alleen is roekeloos en ongerijmd , maar ook openlijk Jlrijdig met den E e o, die de Volks Repraefentanten bij de aanvaarding van hunnen post bezwooren hebben: Hoewel zij Gecommitteerdens niet mogen twijfelen , of deeze disfentierende Leden zullen bij een bedaarder onderzoek hunne verkeerdelijk begrepene ftelling penetreren, waarom zij Gecommitteerdens die boven ingefchrevene expresfien niet opzettelijk zullen debatteren, maar liever met ftilzwijgen dezelve voorbijgaan, oordeelende, dat door eene wederlegging van zoodane ongemefureerde uitdrukkingen de band van eenigheid onder de Leden van een Quartier niet weinig zoude worden geluxeerd, voor al in een tijd als deeze, daar men, met postpofitie van alle particuliere belangen, niet dan de goede harmonie, 's Quartiers welzijn en flijving van 's Lands uitgeputte fchatkist behoort te behartigen. Doch dac zij Gecommitteerdens, om aan de Posteriteit te doen zien, hoe zeer zij ten onrechte door de disfentierende Leden ten diverfen refpecte worden aangehaald, niet onaangeroerd kunnen pasferen, dat zij even zoo zeer alieen zijn, als de Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel immer-  21 Jpril 1796'. mermeer zijn geweest, om af te wijken van de openlijk afgekondigde en plegtig bezwoorene eeuwige rechten van den Menfch, en de ontwijfelbaare grondbeginzels van Vrijheiden Gelijkheid. Maar dat zij teffens vermeenen, dat die geproclameerde rechten van den Mensch alleenlijk bedoelen, den mensch te doen genieten die rechten , welke hem als Burger in. de Maatfchappij toebehooren, en die daar meede beflaanbaar zijn ; inr haererende zij Gecommitteerdens bij deezen de redenen bij de genomene refolutie vervat. Dat tot confistentie en fubfistentie van zulk eene Burgerlijke Maatfchappije Financien noodig zijn, en dat tot verkrijging van dezelve zoodanige bekwaame middelen moeten worden te werk gefield , welke de Beftuurders der Maatfchappije dienstig oordeelen, en het oogmerk van de Maatfchappije noodzakelijk vordert. Nam neque quies gentium fine armis; neque arma fine fiipendiis; neque Jlipendia O) fine tributis haberi queunt. Dat zij Gecommitteerdens wel willen erkennen, dat Monopoliën en onbehoorlijke Contracten bij Kooplieden, Ambachtslieden, Steden, Gemeenten en Collegien, gemaakt ten achterdeel van andere Kooplieden, en Ambachtslieden, als prae- ju- O) Tacitus Hifi. ttb. IV. cap. 74-  2t Jpril I796judiciabel aan de vrijheid van Negotie en welvaart, ftrijdig zijn tegens de rechten van den Mensch en Burger; waarom ook Pagters van gemeene Middelen voor het aangaan van hunnen pagt met eede verklaaren, dat zij met niemand hebben gecompofeerd, of onder eikanderen beloften ingegaan van niet hooger of niet te bieden. Doch dat te willen zeggen, dat het invoeren van den impost op Gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren bij wijze van Monopolie ftrijdt tegens de rechten van den Menfch, om dat de vrije handel van denzelven daar door wordt geftremd, zij Gecommitteerdens vermeenen geen fteek te kunnen houden, om dat zulks niet ftrijdt tegens de rechten van den Burger, of van den Menfch in de Maatfchappije; voor al wanneer de Maatfchappije dit volftrektelijk vordert, gelijk in het tegenwoordige geval plaats heeft, daar op de overtuigendfte wijze is gebleeken de noodzaaklijkheid van de Verpagting op den vastgeftelden voet. Dat zij verder tegen de ingefchrevene aantekening der disfentierende Leden doen remarqueren. Dat, tot in het laatst der voorige eeuw, dit middel, even als die op Wijn en Bier bij eenvoudige verpagting wierdt geheven, maar dat reeds  ai April 1796. reeds lang te vooren deeze wijze van heffinge hadt mishaagd wegens de fluikerijen, dieniet waren tegen te gaan, en de geringe fommen, die daar door in 's Lands fchatkist kwamen. Dat men in den jaare 1683, wanneer men te vergeefch bedagt was geweest om andere wegen te vinden, langs welke de groote behoeften der openbaare casfe, veroorzaakt door de zwaare lasten van den oorlog, zouden kunnen worden vervuld, men eindelijk om in mindering van het cort en fupport van 's Quartiers meenigvuldige lasten geëmploijeert te worden, en dus om zeer wijze en voorzichtige redenen, een befluit nam over het invoeren van eenen impost op Brandewijnen of gebrande Wateren bij wijze van Monopolie. Dat deeze nieuwheid ook aan veelen niet behaagde , en dat het bezwaar voor de Ingezetenen en de nadeelen der commercie, daar uit zullende voortfpruiten, ten breedften wierden uitgemeeten. Dat alnu, na de proclamatie van de rechten van den Mensch, men zich tegens de voortduuring van de Verpagting van deezen impost bij wijze van Monopolie begon te verklaaren, en dat de Volks Vertegenwoordigers na middelen uitzagen om deezen impost buiten fchade van 's Lands casfe we- (*) Qiïrt. Ree. d. cd. 28 futti, 5 Dcc. 1683. 3 Md 1C84.  ai Jpril 1796. wederom op den voet, voor den jaare 1683 plaats gehad hebbende, te verpagten: Maar dat na de vrije openltelling van de Negotie in gebrande Wateren en Wijnen het ras bleek, dat wegens deezen, impost niets van belang in de casfe van het Quartier kwam; dat zulks continuerende de pagtpenningen noch minder, en mogelijk op Niets zouden loopen, daar de Smokkelarijen niet waren te praevenieren, en dat, tot nadeel van de belangens der openbaare fchatkisten enhet publicq credit, alleenlijk eenige Grosfiers zouden koomen te profiteren. .. Dat men daarom, geconfidereerd de fchaar-sheid aan gereede en noodige penningen in de tegenwoordige tijd, tot ftijving van 's Quartiers Finan»cien 1 (gelijk ob favorem Aerarii publici bij de Romeinfche Republicq, de grootfte Voorfianderesfe van de Rechten van den Menfch, ook multa fmgularia waren geïntroduceerd) heeft moeten te rug keeren tot het voorig expediënt van Financie, 't geen altijd is geweest een der fterkfte fteunpilaaren van ,'s Quartiers casfe zedert deszelvs introductie: Niet tot het invoeren van een Monopolium in de eigenlijke betekenis, ftrijdig tegens. de rechten van den maatfchappijelijken Menfch en Burger, op dingen tot levens onder2. O houd  21 Jpril 1796. houd noodzaaklijk, als kooren, zout enz. maar tot cenen impost, die met veel voorzichtigheid geheven wordt bij wijze van Monopolie van een zoort van waaren, zonder merkelijke belasting van den gemeenen man; die aan niemand zwaar kan vallen, dan voor die geenen, die zich aan een overtollig gebruik van die waaren vrijwillig eh zonder noodzaaklijkheid overgeeven; waar in pasfagiers, vreemdelingen, doortrekkende en guarnifoen houdende Militairen lasten, en het hunne toebrengen; én waar van de prijs niet afhangt van het goedvinden van den Pagter, of zoogenoemden Monopolist. Want dat, offchoon de Pagter volgens de Ordonnantie wel alleen 'bevoegd is in het bij hem gepagteComptoir, of gedeelte des Quartiers, Brandewijn en gediftilleerde wateren te verkoopen, hij nochtans verpligt is zulks te doen voor een prijs, die daar op telkens door de Gedeputeerden ter Financie gefield, en na de duurte der graanen gerekend wordt. Dat het daarenboven is een uitfluitend voorrecht, alleenlijk voor zekere tijd bepaald, *t welk na verloop van dien tijd kan worden veranderd, verlengd of verkort, en daar van aaneen iegelijk gelegenheid wordt gegund deelgenoot te kunnen wor-  ai Jpril 170.fi. worden, en welke impost, dus op eene wijze wordt geheven, die niet contrarieert de rechten van den Burger of den Menfch in de Maatfchappije, en tegens het welk bij de geproclameerde rechten van den Menfch niet het allerminst wordt geftatueerd bevonden. Want op gelijke gronden, dat het/Zri/if tegens de rechten van den Menfch, zoude kunnen worden gereclameerd, dat geenerleij impofitien, of andere bezwaaren op goederen en koopmanfchappen zouden mogen worden gelegd, waar door de vrije handel van den Menfch altijd, veel of weinig, wordt geftremt. Dat de een niet zoude mogen worden belast óf bezwaard boven den anderen: Dat de een ook geen meerdere bezittingen zoude mogen hebben, dan de anderen, maar dat het vermogen onderling zoude moeten worden geëgualifeerd. Al het welk echter tegens het recht van den Burger, en den Maatfchappijelijken Menfch zoude aanloopen, of, om de woorden van de disfentierende Leden te gebruiken, zoude ftrijden tegens alle regelen van gezond verfiand, en goede fiaatkunde; waar door men zich niet alleen voor het O 2 Volk  21 April 1796. Folk van Gelderland, maar voor de ganfche Bataavfche Natie zoude prostitueren. En dewijl de disfentierende Leden mondeling, als een additament, bij haare aantekening hebben gevoegd, dat het argument, ontleend van de berooving van het hijpotheek voor de Geldfchieters op dit Middel, was fteunende op erroneufe gronden, zij Gecommitteerdens de disfentierende Leden willen gerecommandeerd hebben na te leezen deezes Quartiers refolutien bij de introductie van deezen impost bij wijze van Monopolie genomen, en den inhoud der Obligatien op dit middel genegotieerd, continerende; Dat niet alleen voor de betaaling der jaarlijkfche interesfe, maar wel fpecialijk voor de Capitalen, den impost op de Gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren boven alle andere Quartiers effecten en inkomften aan de Geldfchieters is geaffecteerd; in zoo verre zelvs, dat de Leden van het Quartier bij de admisfie zich met eede hebben moeten verbinden niet te zullen gedogen, dat deezen impost werde afgefchaft, voordat de (c) Capitalen, op het zelve genegotieerd , aan de Crediteuren geheel zullen zijn af- en aanbetaald; en dat meermaalen aan de Rentheffers heeft.moeten CO Qum. Ree. d. d. 25 Nov. 1691. 13 Febr. 1O92.  «I en 22 April 1796. ten worden verzocht te willen confenteren, dat noch eenige Negotiatien op dat middel (d) mog- ten gefchieden. De Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel hebben verzogt Copie, ten einde de valfche gronden, bij deeze contra-aantekening aangevoerd, om ver te werpen. Vrijdag den 22 April 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, rakende het bijwoonen der Verpagting van den Impost op de Gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren over het diftrict des Thielfchen Comptoirs wegens de Neder-Betuwe, waar toe eene Commisfie uit het Collegie van Juftitie was verfchenen, niet tegenftaande de repraefentatie van het Ampt Neder-Betuwe op de Quartiers en Landdagen door de Vergadering van gequalificeerde Gecommitteerdens uit de bijzondere Dorpen was waargenomen , en uit die Vergadering twee Leden, ingevolge de daar bij overgelegde fchriftelijke Commisfie gequalificeerd waren geweest om de Verpagtinge wegens Neder-Betuwe te refpicieren, terwijl, daar dit gefchil niet konde O 3 wor' Q!) Qiiart. Ree. d. d. Tsbr,  22 April 1796. worden getermineerd, de jura van die Commisfie inmiddels onder den Gerichtfchrijver waren gedeponeerd, tot nadere dispofitie. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden den Gerichtfchrijver van Neder-Betuwe te auctoriferen en te gelasten, om de gedeponeerde penningen uit te keeren aan de Burgers Johannes Brands en Johannes Bor, als daar toe benoemd geweest zijnde wegens de Vergadering van Gecommitteerdens uit de Dorpen van het Ampt Neder-Betuwe ingevolge fchriftelijke Commisfie, gegeeven in het Amptshuis te Kesteren den 13 deezes maands, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd en gelast wordt kracht deezes. De Gecommitteerdens Van Bommel hebben verzocht aantekening, dat tot het neemen deezer refolutie niet hebben geconcurreerd. ' N Op het voorftel, ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen , gelijk gefchiedt bij deezen, om aan de Steden en het platte land Ordonnantie te verleenen wegens het onbetaalde voor de comparitien ten Lands en Quartiers dagen van io Julii 1794 tot den 6 Februarii 1795. Op  ü2 en 23 April 1796. Op gedaane propofitie is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen om aan het platte Land te verleenen Ordonnantie van het verfcheene tractement voor een Gecommitteerde in de Generaliteits Rekenkamer van 1". Mai i795 tot den 6 Augufti daar aanvolgende. Saturdag den 23 April 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan is Idgevonden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid , Gelijkheid , Broederschap. Burgers Repraefentanten Bii het houden der tegenwoordige Landelijke Vergadering meede Quartierlijk vergaderd zijnde , hebben wij UUeder fecrete Misfive van den 12 deezes maands aan de Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland met dien ernst en attentie, welke het gewigt der zaak vordert, overwogen; en daar bij bevonden, dat het Committé der Marine ter ULieder Vergadering hadt voorgedragen! dat hetzelve door de uitblijvende be- •b ö O 4 taa"  23 April 1796. taalingen der refpective Bondgenooten op de geconfenteerde Petitiën van 10 en 5 Millioenen in de zoo facheufe en voor den Lande vernederende omftandigheden gebragt was, om te ondervinden, dat reeds eene aanbefteeding van eerfte noodwendigheden ter armature was mislukt, ter zaake van het totaal discredit door de Leveranciers uit hoofde hunner bewustheid van de flegte ftaat der casfe te recht opgevat: infterende UL. daarom ten fterkften, om het deficierende aan de Quota deezer Provincie in de bovengemelde Petitiën ten behoeve der Marine ten allerfpoedigften op te brengen, om UL. daar door te houden buiten de alleronaangenaamfte, maar bij gebrek van furnisfementen onvermijdelijke, noodzaaklijkheid, om zoodane middelen bij de hand te neemen, welke UL. in zoortgelijke gevallen bij het Reglement voor ULieder Vergadering gearresteerd, zijn overgelaten : verwagter.de UL,. binnen agt dagen geinformeerd te worden, op welke fomme bij UL. binnen korten tijd voorzeeker zoude kunnen worden gerekend. Wij twijfelen niet, of UL. zullen reeds uit de refcriptie van de Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland zijn geinformeerd geworden, dat de twee Quartieren Zutphen en Veluwe op  23 April l79$' op de eerfte Petitie van 10 Millioenen haare volle Quotes hebben aanbetaald, en dat door het Quartier van Nijmegen op deszelvs aandeel eene fomme van 21000-: was gefurneerd; met verzoek van de drie Quartieren om te mogen worden geinformeerd omtrent de Petitie van 5 Millioenen, welke nimmermeer alhier gedaan, en bij gevolg ook niet aangenomen was. Dan daar het Quartier van Nijmegen, het welk ln voorige tijden bij alle gelegenheden haare gedragene confenten heeft gerealifeerd gehad, voor al de zulke, dewelke gefchieden tot herftelling en vermeerdering van 's Lands Zeemagt, zonder welke de Commercie en Navigatie, de voornaamfte fource van 's Lands welvaaren, noch de belangrijke bezittingen van den Staat in andere Waerelds gedeeltens, die thans eenen onverwijlden bijftand vorderen, kunnen befchermd of behouden worden, wel wenfchte verzeekering te kunnen geeven, van haar aandeel binnen korten tijd reëel te kunnen praesteren , hebben wij vermeend boven het geen door de Vertegenwoordigers des Volks van Gelderland bij hunne refcriptie aan UL. is gedeclareerd en verzocht, UL. te moeten voordragen. Dat de zwaare calamiteiten aan de Ingezetenen O 5 van  23 April 1794 van dit Quartier boven andere overgekoomen, en de daar door zoo gekrenkte en verzwakte Financien het zelve volürekt buiten ftaat ftellen hunne goede wil met de daad te betoonen: daar eene woedende en alles vernielende oorlog in het einde van het jaar 1794, en begin van 1795 in zijne volle akeligheid en verwoefting zich meer als in andere Provinciën en Quartieren in het geteifterd Quartier van Nijmegen heeft doen gevoelen. Wij hebben deeze akelige toeftand aan de gewcezen Vergadering van Hun Hoog Mogende meermaalen naar waarheid voorgedragen, en wij beroepen ons alnu op de Leden van Ulieder Vergadering, die.oog en oor- getuigen deezer rampen zijn geweest. UL. is ten vollen bekend de locale fituatie van dit Quartier aan drie importante Rivieren Maas, Waal en Rhijn, die door en langs het zelve ftroomen; welke fituatie veroorzaakt heeft, dat de Ingezetenen, eerst veel geleden hebbende door de troupes tot defenfie gefchikt, en lange hebbende gezucht onder de fchreuwende ongeregeldheden van roofgierige en losbandige Engelfche en in Groot Brittannifche Soldije ftaande troupes, tot de ellendigfte toeftand zijn gebragt; en de Fi-  a3 Jpril 1796. Financien reeds bij den aanvang van bet toneel des oorlogs zoodanig uitgeput, dat het Quartier niet langer in ftaat was deszelvs aandeel in de gewoone lasten te dragen. Dat die ongelukkige toeftand is vermeerderd, wanneer de troupes der zamen verbondene Mogendheden in Maas en Waal post vattende, en door de overwinnende wapenen der Franfche Broederen van daar gedreven wordende., zulks ten gevolge hadde, dat Nijmegen gebombardeerd, en Thiel en Bommel befchoten wierdeo : Dat vervolgens na den overtogt der Maas de oevers der Waal en Rhijn door de Geallieerden bezet zijnde, zulks gelegenheid heeft gegeeven, dat de beide Legers zich langer in dit Quartier hebben opgehouden , en de ruine van de Ingezetenen zoo van de Steden, als van het platte Land, daar door is ten hoogften top geftegen , maanden lang hebbende moeten verduuren den zwaaren last van inkwartieringen zonder betaalingen, ondraaglijke requifitien, en verdere Oorlogsrampen , verzeld met doorbraakcn van Dijken en overftroomingen der Rivieren, terwijl de Dorpen ten gronde verwoest, en in de Steden de Comptoiren van de gelden geligt wierden, door al het welke zeer groote fommen, die anderzins 's Lands fchatkist hadden  «3 April 1796. den kunnen {lijven, zijn geabforbeerd geworden. UL. penetreren derhalven ligtelijk, dat in een uitgemergeld en geruïneerd land met mogelijkheid van de uitgefchrevene en loopende lasten niets in's Quartiers Comptoiren heeft kunnen gefurneerd worden, maar dat daar tegens algemeene klagten en verzoeken om remisfien zich hebben doen hooren: waardoor het Quartier van Nijmegen in zulke fchaarsheid van penningen genooddrongen is geweest bij leeningen en geldopneemingen • middelen van redding te zoeken; zoodanig, dat de Quartieren van Zutphen en Veluwe om den hoogen nood van het zelve eenigzins te fubleveren, aan het Quartier bij leeninge uit de Provinciale cas van de Domeinen een aanmerkelijk voorfchot hebben toegedaan, en waar over het zelve als toen fchikkingen heeft gemaakt ten behoeve van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, en alnu zal maaken ten behoeve van het Committé der Marine om te ftrekken in mindering van deszelvs aandeel in de geconfenteerde Petitiën, ten vollen overtuigd van de noodzaaklijkheid der furnisfeinenten. En offchoon het Quartier op dit oogenblik buiten ftaat is te voldoen, zoo neemt het zelve nochtans  23 Jpril 1796. tans aan tegens het laatst der aanftaande maand Mai één honderd duizend guldens te furneren, en in navolging van de twee andere Quartieren voor verdere aanbetaaling, zoo fpoedig mogelijk, en wanneer de Comptoiren door vermeerdering van lasten, extraordinaire geld-heffingen van den 5ofte penning , en befüeringe van de Financien op het fpaarfaamfte, flechts eenigzins zullen geftijft zijn, te zullen zorge dragen. Terwijl wij dien onverminderd den Broederlijken bijftand voor dit geruineerd Quartier bij de overige door de Oorlogsrampen minder gedrukte Bondgenooten bij aanhoudendheid in roepen, ten einde hetzelve, daar aan UL. de noodzaaklijke magt om de refpective Gewesten tot het betaalen hunner Quotes te kunnen conftringeren is gegeeven, aan geene executie blood te ftellen. UL. zullen intusfchen uit de furnisfementen, welke voor deeze desastres van plundering, roof, moord, brand, verwoesting van Steden en Dorpen, ten behoeve van het Bondgenootfchap zijn gedaan, genoegzaam overtuigd zijn van de bereidwilligheid, die bij ons altijd hèeft geheerscht, en op welken voorigen voet wij hoopen te kunnen voortgaan, zoo dra de omftandigheden van de verarmde, en onder de gevolgen van de over-  •23 Apil l79^' overgekomene rampen en calamiteiten noch zuchtende Ingezetenen zulks zullen toelaten: Hier meede eindigende Burgers Repraefentanten bidden wij God almagtig UL. te willen houden in zijne heilige befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering , gehouden op eenen Èxtraordinairen Landdag den 23 April 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid UL. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve Op het geproponeerde door de Gedeputeerden ter Financie, hoe zich, daar eenige Leden van hun Collegie, niet eigenwillig, maar tot het doen der Verpagting, en wel op fpeciale last van het Quartier, abfent bevinden, zullen gedragen, omtrent het al óf niet verleenen der Ordonnantiën voor den tegenwoordigen èxtraordinairen Landdag en Gecombineerde Collegie: Is  «3 April 1796". Is goedgevonden, dat in dit fingulier geval voor deeze reis zonder confequentie aan die Leden meede Ordonnantie zal worden verleend, even als of werkelijk waren praefent geweest, onverminderd 's Quartiers Refolutie van den 6 Augusti 1795. Op het voordel door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden, houdende, om de Ingezetenen in zoo verre van den gedaanen Eed tot het opbrengen van den tweeden termijn in den 5'oflci1 penning te ontheffen , tot dat zal zijn gebleken, dat de onwillige Ingezetenen door middelen rechtens zijn gecondringeerd, en den eerden termijn werkelijk voldaan hebben. Is goedgevonden de Gedeputeerden te auctoriferen den Fiscaal deezes Quartiers te gelasten om tegens de in gebreke geblevene Ingezetenen in het voldoen van den eerden termijn met allen fpoed ten rigoureusten te procederen, en dezelve door middelen rechtens, en, des noods, door militairè executie daar toe te noodzaaken. Op propofitie door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden om van de gedrukte notificatien en refolutien ten minsten twee exemplaren in quarto aan de Ampten refpective te zenden: Is  23 April 1796. Is goedgevonden zulks te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om, zoo ipoedig als zal doenlijk zijn, de befoignes over het redres der gefubdivideerde Provinciale Quota door derzelver benoemde Leden te doen entameren. Bü ■ !33 b9& * nat 'in bsj . . ! 3 : ij refumtie gedelibereerd zijnde op de Requesten van P. Laurentius en F. van Eldik, Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan 10 Julii 1795. Is goedgevonden, in aanmerkinge genomen zijnde , dat dezelven in hunnen gepagten, impost naar behooren niet hebben kunnen worden gemaintineerd, tot fchadeloosftelling, in dit fingulier geval en zonder eenige confequentie, een vierde der pagt over het geheel te remitteren, gelijk gefchiedt bij deezen. D e Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen hebben , na voorgaande deliberatie, goedgevonden toe Ontfanger van den impost op de  ■23 April 179.6' de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders den Tabak over de Stad en Lande van Buuren, in te gaan i° Julii deezes jaars 1796, uit eene nominatie, op derzelver auctorifatie van gftl teren door de Gedeputeerden ter Financie ter •Vergaderinge geëxhibeerd, aan te (lellen den Burger Nicolaas van Everdingen , gelijk dezelve daar toe aangefteld wordt bij deezen tegens genot van de emolumenten daar toe ftaande ; auctoriferende gemelte Gedeputeerden denzelven Burger met dc noodige inftructie te voorzien, in eed te neemen, en voor de goede en getrouwe adminiftratie genoegzaame Borgtaal voor de aanvaarding van den voorfchreven ontfangst te doen praesteren. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden den Burger J. M. F. van Everdingen, aangefteld tot Richter in Thielre-waerd, en zich binnen Arnhem bevindende, in dit fingulier geval, zonder confequentie, te dispenferen van 's Quartiers refolutie van den 7 Julii 1795, waar bij verftaan, dat geene Amptenaaren door het Provinciaal Collegie zullen worden in Eed genomen, voor en al eer aan het zelve, onder de hand van den Secretaris^ des Quartiers zij gebleken van de betaalinge van het Amptgeld: zoo nochtans, dat voor2' P noem-  23 Apil l79&' noemde Burger zal gehouden zijn binnen den tijd van een maand van de betaalinge van het Amptgeld op die bedieninge ftaande aan de Gedeputeerden ter Financie Quitantie te exhiberen naar behooren. Waar meede het Quartier na verleezing en refuratie op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve JOH. in de BET O UW. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN MAI 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID. P 2   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. PlETER ten bosch , Carel Campagne , Adrianus van Oosterhoudt. BOMMEL. Adrianus Francois de Virieu, Daniël Prillevitz, Warmold Albertinus van per Feltz. Platte Land. R IJ K VAN N IJ M E G E N. Willem Libotté, Wouter Wouters. p 3 OVER-  OVER-BETUWE. Wouter Rijnders, Jacob van den Bosch, Hendrik Aelbers, Johannes Glover. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten. NEDER-BETUWE. Johannes Brands, Johannes Bor. THIELRE-WAERD. Nicolaus Lange. BOMMËLRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Dezelfde Gecommitteerde Nicolaus Lange. Re-  6 Mai 1796' Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in Mai 179 6, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 6 Mai 1796. De Steden Gezanten en Gecommitteerdens van het platte Land , repraefenterende het Volk des Quartiers van Nijmegen , op verfchrijvinge bijopen patent van de Magiftraat der Stad en Schependom van Nijmegen, op het Raadhuis aldaar erfchenen , het gewoone Gebed tot God Almagtig gedaan, en de Commisfien refpective gelezen zijnde, heeft de Burger Johannes Brands, Gecommitteerde uit de Neder-Betuwe , benoemd tot Voorzitter, de praefente Leden voor derzelver tijdige en goedwillige comparitie bedankt, en vervolgens voorgedragen, hoe dat ingekomen waren twee Misfives van het Provinciaal Collegie „ beide tot inlage hebbende copielijke Misfives van de Nationale Vergadering , repraefenterende het Volk van Nederland, waar over zonder tijdverzuim behoorde gerefolveerd te worden, en dat mitsdien om daar over te delibereren het conveP 4 na-  6 Mai ifc>6. nabelste was gedagc deeze Vergadering bij open patent te convoceren ;■ welke Misfives dan in deliberatie gcbragt zijnde, is goedgevonden te neemen de volgende refolutien. Ontfangen en gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie, gefchreven te Arnhem den 28/ April laatstleden, tot bijlage hebbende eene copielijke Misfive van de Nationale Vergadering , gefchreven in den Hage den 25 daar te voren, houdende de groote verlegenheid, waar in het Committé van Adminiftratie der Fianfche troupes Zich bevond wegens het totaal geldgebrek om de foldijen aan gemelde troupes te kunnen voldoen, veroorzaakt door het niet furneren van penningen door zommige Provinciën op haare refpective Quota ten voorfchreven refpecte: mitsgaders een ftaat niet alleen van het geen ieder Gewest noch achterlijk is wegens foldijen enz. aan de Franfche troupes verfchuldigd, maar ook van de gelden , welke ten behoeve van de Nationale Armee noch moeten worden bij betaald, hebbende geen rninder geld gebrek plaats omtrent deeze laatfte troupes, als welke zonder eene fpoedige voorziening zouden moeten blijven buiten betaaling; koomende volgens de bijgevoegde opgaave te blijken ,  6 Mai 1796. ken, dat het Quartier van Nijmegen op de quota ter betaaling van de foldije van de Franfche troupes, tot de Maanden Maart en April deezes jaars l?96 inclufive, noch fchuldig zoude zijn eene fomme van . • • • flSH97- 4" • en voor de Nationale Armee op de lopende Petitiën zedert 1 Augusti 1795 tot ultimo deezes maands inclufive ƒ330448 15-" verzoekende, dat zonder verwijl zorge werde gedragen, dat de voorfchreve achtcrftallen promptelijk worden betaald. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Misfive te {lellen in handen der Gedeputeerden ter Financie, om daar op ten fpoedigllen te dienen van confideratien en advijs. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Policie, Financie, en algemeen welzijn in Gelderland, gefchreven te Arnhem den 30 April jongstleden, tot bijlage hebbende het affchrift eener Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in 's Hage den 27 daar te vooren , houdende eene Petitie van 60 Millioenen tot goedmaking van de in dit P 5 > jaar  6 Mai 1796. jaar noodige kosten, zoo voor de Marine en onderhoud der Nationale Landmagt, en der Franfche en andere troupes in dienst van deezen Staat, mitsgaders de bezorging der Magazijnen, Frontieren , en 't geen verder tot defenfie wordt vereifcht, als tot betaaling van den te verfchijnen termijn in de aan de Franfche Republicq ingevolge de Alliantie voor dit jaar verfchuldigde Millioenen , met de verdere reeds gepetitioneerde fommen zoo voor geheime expeditien, als kosten voor de Nationale Vergadering en buitenlandfche zaaken enz. Zullende het aandeel deezer Provincie daar in, volgens de berekening der Quota in de Extraordinaire lasten bedragen de fomme van ƒ3832500---: welke fomme, haar aanvang neemende met den 1 Januarii deezes jaars, ook meede infloot al het geene bereeds over de vier verlopene maanden betaald is , of hadt moeten betaald worden, 't zij aan de Nationale of andere Troupes in dienst van deezen Staat, ofaanritsgelden voor geleverde Matrofen a ƒ80 per kop, zullende al 't geene door de refpective Gewesten geduurende de vier eerfte maanden van dit jaar bereeds voor de foldijen en verder hier bovengemelde benodigdheden van het loopende jaar werkelijk is betaald, op het eerfte termijn worden geva-  6 Mai 1796* valideerd, verzoekende deeze begrooting in drie termijnen aan de Nationale cas te furneren, namelijk de eerfte termijn, niet minder dan een derde, voor het uiteinde der maand Junij eerstkomende, een gelijk derde met 1° September, en de 3^termijn met 1° December; latende de Nationale Vergadering verder over aan het beftuur der onderfcheidene Provinciën om zoodane finantiele operatien te arresteren, als tot het voorfchreve einde meest convenabel en minst bezwaarend voor de particuliere Ingezetenen zullen oordeelen noodig te zijn, en met verzoek van gemelde Provinciaal Collegie, vermits van den ftaat der casfen van de refpective Quartieren onkundig was, zoo dra mogelijk, van 's Quartiers intentie omtrent het verfchrijveneener Landfchaps Vergadering te mogen worden geinformeerd, ten einde niet zoude kunnen geoordeeld worden dit gewigtig ftuk op eenigerhande wijze te hebben vertraagd, en daar door aanleiding gegeeven tot eene min fpoed.ge uitvoering van expeditien voor den Lande^noodzaaklijk. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan- het Provinciaal Collegie te laten afgaan de volgende referiptie. Vrij-  6 Mai 1796. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. hebben ter rechte tijd. ontfangen ULieder twee fuccesfive Misfives van den 28 en 30 April laatstleden, tot inlage hebbende copielijke Misfives van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, de eerfte houdende drangredenen tot aanbetaaling der Soldijen aan de Franfche troupes en aan de Nationale Armee; en de tweede eene Petitie van 60 Millioenen van de in dit jaar noodige kosten, zoo voor de Marine en Landmagt, als tot betaaling van de te verfchijnen termijn in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq ingevolge de alliantie voor dit jaar verfchuld, en bij welke laatfte Misfive UL. ons in bedenking geeven, of niet het gewigt der zaak eene Landfchaps Vergadering zoude vereisfehen, waartoe UL. als van den ftaat der Casfen van de refpective Quartieren onkundig, niet hadden willen befluiten, zonder bevorens meede onze confideratien te hebben ingenomen. ' De voorfchreve zaak bij ons , thans extraordinarie hier over vergaderd, behoorlijk in overweeging  6 .Mai i?96- * ging genomen zijnde, conveniëren wij met UL. dat de dringende.wijze, waar op de voorfchreve Petitie wordt gedaan, en de korte tijd, binnen welken de eerften termijn reeds moet betaald worden genoegzaame redenen opleveren om dit ftuk, houdende het totaal der benoodigde fommen yoor de Nationale belangens over dit loopende jaar, ten fpoedigften een onderwerp van deliberatie te maaken, en op middelen te doen bedagt zijn om de betaaling op zijn tijd te kunnen daar nellen. Wij mogen derhalven niet afzijn UL. te refcriberen van advijs te zijn, dat over een poinct van die importantie en verre uitzicht niet gevoeglijk bij de Quartieren afzonderlijk, offchoon Financiële behoeftens en operatien concernerende, kan worden gedelibereerd, en dat wij daarom vermeenen, dat de Landfchap, hoe eerder zoo beter, behoorde te worden geconvoceerd, en alzoo de continuatie van den Èxtraordinairen Landdag, welke op den 24 deezes maands was bepaald, geanticipeerd, daar toe, voor zoo veel ons betreft, voorflaande den 16 deezes maands des avonds binnen Arnhem, welke tijd anderzins tot onze Ordinaire Quartierlijke Vergadering tot het dragen der Confenten was beftemd, ten einde op het een en ander alsdan zoodanig zal kunnen worden ge'  6 Mai 1796. gerefolveerd, als ten meeften dienfte van den Lande zal bevonden worden te behooren. Waar meede wij UL. beveelen in Gods befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 6 Mai 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Meede-Burgers UL. goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve Verlezen de Requeste van den Burger L. de Beijer, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd , verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de termijn van betaaling, in plaats van op den 1 Augustus, tot den 1 September nu aanftaande mogte worden gedilaijeerd : Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden des Requestrants verzoek te accorderen, zoodanig echter, dat deeze termijn zal worden gehouden peremtoir, en in geene verdere prolongatie zal getreden worden. Op  6 Mai 1796. Op Requeste van G. Herbrechter, verzoekende vergoeding van fchaade in de eerfte twee maanden van dit loopend pagejaar Julius en Augustus aan 's Quartiers impost op de Bieren over de Stad Nijmegen bij hem geleden: Is na voorgaande deliberatie goedgevonden, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden , en wordt het zelve mitsdien afgeflagen. Verlezen de Requeste van M. B. van Hellenberg, houdende, dat haar Moeder Petronella van Lienden, Weduwe en Boedelhouderfche van H. van Hellenberg in haare zinnen was getroubleerd geworden, waar door de 5ofte penning door haar niet hadt kunnen worden voldaan, noch den Eed gepraefteerd; verzoekende om de.hdaar bij gealiegeerde redenen, vermits Requeftrante niet is gequalificeerd om in naame van haar Moeder den Eed te praefteren, en bereidwillig is den 5often penning te voldoen, tot het een en ander eenen termijn van uitftel voor den tijd van zes weeken; en dat moge worden verftaan, dat Requestrante bevoegd zal zijn om in perfoon of door een Volmagtiger voor Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5orten penning binnen Thiel den eed te mogen praefteren: Waar  6 Mai 1796. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden het verzoek der Requestrante, invoegen bij den Requeste gedaan, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van Rein Rijmers, Collecteur der Verponding te Millingen, verzoekende, dat de Ontfangers der Verponding en' van dé Middelen mogen worden gelast met de executien fïil te (laan. Is goedgevonden in des Requestrants verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. , . . ., De Gedeputeerden ter Financie gerapporteerd hebbende, dat ter. yoldoeninge aan 's Quartiers Refolutie van den 13 Maart laatstleden de verpagtinge van den impost op de Gebrande Wijnen en. gedistilleerde Wateren, mitsgaders op den Tabak, over de drie 'Comptoiren deezes Quartiers , en over de Stad en Lande van Buuren hadden verricht, en dat die imposten over de drie Comptoiren jaarlijks meerder importeerden, dan in het voorige jaar, ƒ 38447-10-: voorts dat over de Stad en lande van Buuren de impost op de Gebrandewijnen jaarlijks rendeerde ƒ 8066-:-: eri op den Tabak ƒ 1209-;-: enkelde guldens. Is  6 Mai 1796. Is goedgevonden dezelve voor hunne genomene moeite en gedaane rapport te bedanken, gelijk gefchiedt bij deezen. Op het geproponeerde door de Gedeputeerden ter Financie, dat door de Magiftraat te Buuren bij het doen van Verpagtingen altoos was genooten voor Jura of Leges een Huiver van de gulden, en dat dezelve bij de verpagting van den impost op de Gebrande Wijnen en den Tabak hadden verzocht, gelijk de andere Steden, iets daar voor meede te mogen genieten, en wel vöor eens de fomme van ƒ 50-:-: voorts dat de Bodens voor afflaan mogen genieten ƒ 5-4-: Is goedgevonden de voorfchreve voorflag allezins te aggreëren, met auctorifatie op gemelde Gedeputeerden om daar toe de noodige Ordonnantie te verleenen. Op het voordel ter Vergaderinge gedaatf, '!ÖfJ het niet noodzaaklijk zoude zijn, dat daar de impost op de Wijnen over de Stad en Lande van Buuren ftond verpagt te worden, een Ontfanger van dien Impost op de gewoone emolumenten wierde aangefteld: Hebben de Volksvertegenwoordigers des Quar2. Q tiers,  6 Mai 1796. tiers, na deliberatie, goedgevonden daar toe aan te (lellen den Burger Nicolaas van Everdingen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om denzelven met inftructie te voorzien, in eed te neemeir, en behoorlijke borgtaal te doen praefteren. Op het voordragen der Gedeputeerden ter Financie ten verzoeke van den Maire van Buuren, dat de Secretaris S. G- van der Lith mogte worden geauctorifeerd om alleen 's Quartiers Zegels binnen de Stad en lande van Buuren te mogen verkoopen, zoodanig echter, dat grn andere Ingezetenen daar door geen nadeel toe te brengen, bevoorens eene Publicatie tot oproeping der Ingezetenen, of ook tot-den verkoop van Zegels mogten; genegen zijn, werde afgevaardigd: Is goedgevonden het voorfchreve geproponeerde te renvoijeren aan gemelde Gedeputeerden om daar op in naame van het Quartier te disponeren. Het Request van J. C. W. Flick en J. Muller, van J. C. Piper en A. de Koning, mitsgaders van de Buurmeesteren des Kerfpels Herwen, zijn gefield in handen vafi de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien en advijs. De.  6 en 7 Mai 1796. De Gecommitteerde uit Thielre-en Bommel re waerden heeft verzocht aantekening ten Recesfe, ten fterkften te hebben geinlieerd, dat de Gedeputeerden ter Financie op de aanfiaande Vergadering tot het dragen der Confenten koomen te voldoen aan de poincten, waar van bij de gehoudene Vergadering in Maart binneu twee maanden opcninge was verzocht. Saturdag den 7 Mai 1796. , ftohauoj! mbtüvv'm'Ü ïsixt bil ib$mi J*rj ai ieb "Verlezen de Requeste van Buurmeesteren des Kerfpels Herwen, daar bij opgeevende de redenen , waarom intra terminum geen Request ten fine van remisfie hadden ingediend, met verzoek , dat aan gemelde Kerfpel, even als aan dat van Aart, remisfie voor de helfte der confumtive middelen over 1794 mogte worden geaccordeerd $ met verder verzoek van te mogen worden geauctorifeerd die remisfie na evenredigheid van de min of meer vermogende toeftand der Ingezetenen te verdeelen, zonder dat zulks bepaaldelijk voor ieder, zonder onderfcheid, voor de helfte van hunne in 1794 oiftgeflagene Quota behoefde te gefchicden, 'én dat de restanten van onvermogenden Q a over  7 Mai 1796. over het jaar 1793 daar meede mogten worden gevalideerd, als welke de Buurmeefteren niet in ftaat zouden, zijn ten Comptoire van den Ontfanger te voldoen. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van gisteren. Is goedgevonden het eerfte lid van der Requestranten verzoek te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen; en voorts verftaan , dat in het tweede lid niet kan worden getreden, gelijk 't zelve afgeflagen wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van J. C. Piper, gewezen Collonel Commandant en Capitein van een Compagnie, op dit Quartier gerepartitieerd geweest, daar bij te kennen geevende, dat om niet als onwillig te kunnen worden aangemerkt, bij Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5o,lcn penning te Lent eenig geld hadt gebragt, dog teffens gedeclareerd, dat noch geen eed konde doen van.de volle betaling, zoo lang zijne te goed hebbende Soldije-Ordonnantie niet hadt ontfangen; en terwijl Requcftrant vreesde over het niet doen van den eed in moeijlijkheid met den Fiscaal, te zul-  f 7 Mai 1796. zullen geraaken; en nochtans buiten ftaat was ten vollen den 5oftc11 penning van zijne bezittingen, en van het geen van den Lande, te vorderen hadde , te voldoen ; overzulks verzoekende , dat aan Requestrant zijne te goedhebbende Ordonnantie mogte worden uitgegeeven, en inmiddels tot de volle betaaling van den 50^ penning uitftel verleend , tot dat voor die Ordonnantie bij deszelvs Solliciteur de penningen zouden zijn geincasfeerd: En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden om redenen des Requeftrants verzoek provifioneel te houden in ftaat. Verlezen de Requeste van Adriaan de Koning, verzoekende om de daar bij aangevoerde redenen, dat aan Requeftrant moge werden verleend Ordonnantie, als geweezen Gecommitteerde ter Generaliteit, zedert i°. November 1795. En hier op ingevolge marginale refolutie van gisteren gehad hebbende de confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat geen tractementen voor vroeger tijd dan van den dag van het ingaan der Commisfien aan Gecommitteerdens kunnen worden geaccordeerd; en dat dus ten aanzien van den Requestrant de Cróónen 3 nan-  7 Mai 1796. nantie niet vroeger dan van den 21 Januarii laatstleden , zijnde de dag, dat dezelve de Acte van benoeming in het Quartier overgegeeven, en commisfie bekomen heeft, kan worden gedepecheert. Is goedgevonden en verflaan, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien geweezen van de hand. "Verlezen de Requeste van J. C. W. Flick en J. Muller, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad Nijmegen, ingegaan 10. Julii 1795, daar bij om redenen in het breede gedetailleerd verzoekende, dat Requeftranten betaalinge mogten ontfangen voor impost van het Meel uit de Magazijnen te Nijmegen aan het Franfche guarnifoen aldaar gefurneerd. En hier op gehad hebbende de confideratien van de Gedeputeerden ter Financie, houdende dat aan Requestranten tot fchadeloosflelling behoorde te worden geaccordeerd eene fomme van 250 guldens. Is goedgevonden het voorfchreve verzoek provifioneel te houden in advijs. Het Request van Jan Loopuit is gefield in hanckm van de Gedeputeerden ter Financie om te ex-  7 Mai 1796. examineren, en daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Waar meede het Quartier na refumtie is gefcheiden. Uit last van het zelve JOH. in de BETOUW. Q 4 1 RE-   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN MAI 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL.' PlETER ten BoSCH , Carel Campagne , Adrianus van Oosterhoudt. BOEMEL Henricus Schull, Jan Tierens, Warmold Albertinus van der Feltz. Platte Land. R IJ K VAN NIJMEGEN, Wouter Wouters , Willem Libotté. OVER-  OVER-BETUWE. Gradus Roes, Jacob van den Bosch. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten. NEDER-BETUWE, cornelis van WlJCK , Aalbert van Eldik. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  17 Mai 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in Mai 1796, het tweede jaar def Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 17 Mai 1796. De Steden-- Gezanten en die van het platte Land, ingevolge het gerecesfeerde op den 13 Maart laatstleden, binnen de Stad Nijmegen te zamen gekomen, en fesfie genomen hebbende, is, na dat het gewoon Gebed tot den almogenden God gedaan, en de .Commisfien gelezen waren, tot Voorzitter deezer Vergadering benoemd de Burger Willem Doelman, Lid van den Raad der Gemeente der Stad Nijmegen, die de praefente Leden voor derzelver tijdige comparitien bedankt, en vervolgens de redenen deezer bijeenkomst heeft voorgedragen. Is ter Vergadering geëxhibeerd eene Acte van Praefident en Gecommitteerdens tot de Vergadering der Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden met het Schependom der Stad Salt-Boemel, gedagtekend den 13 deezes maands, waar bij de Bur-  ï? Mai 1796. Burger Nicolaus Lange wordt gecommitteerd in de binneniandfche Deputatie deezes Quartiers voor den tijd van één jaar zedert i°Mai laatstleden tot 1 1 M i : - ; Waar op gedelibereerd zijnde is zulks voor notificatie aangenomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Finar.cic om gemelden Burger in eed te neeracn , cn fesfle cc vefleenen na behooren Da Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van den 10 Maart laatstleden , waar bij op de inftantien van de Gecommitteerdens van Thielre- en BommelreWae'rden verzogt zijn opgave te doen, i°. Van de inkomsten ten lasten des Quartiers; i°. Het tótaal der jaarlijkfche Renten; .. 30. Het totaal der tractementen en emolumenten der Quartiers Amptenaaren ; En 40. het aandeel van het Quartier in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq uitgeloofd, voorgedragen i Dat zij zich ten aanzien van het eerste moesten refereren tot bet geinfereerde ten Recesfe fub dato 31 Julii 17-95. Wat het' tweede betreft, tot het'genoteerde in het  \j Mai 1796. het Reces fub dato 31 Julii en 21 Aug. 1795. Voorts ten reguarde van de derde verzogte opgave, tot het Reces fub dato 2 Julii 1795. En eindelijk wat het vierde aangaat, tot het gerecesfeerde fub dato 28 Octob. 1795. Alzoo daar bij eene zeer naaukeurige opgaav van een en ander refpective wordt bevonden. Gedragende zij Gedeputeerden zich verder tot de overgegeevene onvervankelijke ftaat van de lasten en inkomsten deezes Quartiers. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Gecommitteerde Leden, refpective, het voorfchreve gerapporteerde overgenomen, om zich : daar op nader te expliceren. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene onvervanglijke ftaat van de Lasten en inkomften des Quartiers over deezen loopende jaare 1796 , opgemaakt ingevolge 's Quartiers. refolutié van den 18 Mai 1758, houdende, ten aanzien van de voormaalige Generaliteits nu Nationale lasten, dat volgens misfive van de algemeene Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland in dato 27 April laatstleden was gepetitioneerd 60 Millioenen tot goedmaking van de in dit jaar noodige kosten zoo voor de Marine en Landmagt, als tot betaling van den  ï$ Mai 1796. te verfchijnen termijn in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq verfchuld, waar in de Quota deezer Provincie bedraagt ƒ 3832500-;-; Waar van afgetrokken het geene de Quartieren hebben aangenomen, in plaats van de gemeene Middelen in communie brengende, te betalen, volgens Conventie van het jaar 1700: Het Quartier van Nijmegen. . . . ƒ 206127-10-: Het Quartier van Zutphen bij gemelde Conventie ƒ109000-:-: En bij nadere Conventie van den 18 Julii 1720. 7500-:-: Noch als hier onder (1) genoteerd . 117300 :-: ——ƒ233800-:-: . Het (1) Volgens Conwuie van den jaare 1720 artic. 1 moet door de Quartieren Zutphen en Vcluwe van ieder 100000 guldeus, welke de Staaten van Oorlog met de verdere Generaliteits en Provinciale lasten boven de 900030 guldeus voor Gciderland koomen te •bedragen, bij de aanneeming in plaats van de gemeene Mjddelen , worden, .gevoegd Sooo guldens, meerder of minder na rato, bedragende de Quota van deeze 'u „«. triUmd joi sis .racfttbasJ n& ei h 'iW>  ij Mai 1796. Het Quartier van Veluwe bij eerstgemelde Conventie 136210-10: en bij laatstgemelde Conventie . 7500 : -: noch als hier onder genoteerd . 117300- :-: ■ /26ioio-io-: 700938- :-; ƒ3131562- : - : Dus blijft wegens de Quota deezer Provincie in voorfchreve 60 Millioenen tusfchen de drie Quartieren te verdeelen ƒ3131562-:-: Waar in de Quota van het Quartier van Nijmegen bedraagt . ƒ1470920-15-4 Noch in plaats van de voornoemde Middelen .... 206127-10-: Dus in de geheele 60 Millioenen ƒ1677048- 5-4 In den jaare 1795 is gepetitioneerd 's maands Provincie in alle CfoMfeto 4; zijnde hier op niets betaald. S 2 Bij  17 Mai 1796. Bij Landfchaps refolutie van den 12 Aug. 1791 in een Petitie van ƒ728000-:-: tot Equipage, waar in 's Quartiers quota . . . ƒ19191-!6- 3 zijnde hier op niets betaald. Bij refolutie van den 2 Mai 1792 in eene Petitie van den 29 November 1791 ad ƒ1932726-12-6 tot Equipage, waar in 's Quartiers quota ƒ50951- 5- 6 zijnde hier op niets betaald. Bij refolutie van den 25 Decemb. 1792 in eene Petitie van den 20 Nov. 1792 ter fomma van.ƒ1240,000-:-: tot aanbouw, reparatie en Equipage over het jaar 1793, geconcludeerd den 14 Januarii 1793, in welke's Quartiers quota . /37203-5- : waar op betaald . . 23204-: 4I resteert . . . ƒ13999- 4" H Bij refolutie van den 23 Febr. 1793 in eene Petitie van den 28 Januarii te vooren ad ƒ890420-:-: voor eenige Hulken en andere kleine Vaartuigen, geconcludeerd den 5 Maart  17 Mai 1796. Maart 1793, waar in Quartiers quota bedraagt. . ƒ'26709-10- 6' hier op betaald . 5801- 6- i\ resteert . . ƒ20908- 4- 5Ï Bij refolutie van den 22 Febr. 1793 in een Petitie van den 15 te vooren ad ƒ1878692 10-: voorAanrits-gelden, geconcludeerd den 18 Maart 1793, waar in 's Quartiers quota bedraagt . /56365-i3-io hier op betaald . 3^200- :- ? resteert '~ . ƒ21165 13-10 Bij refolutie van den 26 Febr. 1793 in eene Petitie van den 21 Dec. 1792 ad ƒ1200000-:-: totdiverfe eindens gedaan , waar in 's Quartiers quota bedraagt ƒ36003-2-10 welke is afbetaald. Bij refolutie van den 6 Maart 1793 in eene Petitie van den 28 Febr. te vooren ad ƒ2000000-:-: tot verval der kosten vereifcht om de gedeelte der Armee in ftaat te ftellen zich marfchvaardig te maaken , waar in 's Quartiers quota . ƒ60005- 4- 9! hier op betaald . 59946-15-11! resteert . . . ƒ56- 8 10 S 3 Bij  ij Mai 1796. Bij refolutie als vooren in eene Petitie van den 5 dito ƒ900000-:-: tot vinding der kosten, die boven en behalvcn de fomma van ƒ890420-:-: voor Hulken enz. noodig geoordeeld zijn, geconcludeerd den 16 April 1793, waar in 's Quartiers quota bedraagt . . ƒ27002- 7-1I hier op betaald . 9000-15-8! resteert , . . ƒ18001-11- 5 Bij Landfchaps refolutie van den 10 Mai in eene Petitie van den 15 April te vooren ad ƒ3500000-:.; tot Extraordinaire Equipage enz. geconcludeerd den 3 Januarii 1794, waar in 's Quartiers quota bedraagt • . ƒ105009- 3-4$ hier op betaald . . 24176-13: resteert . . . ƒ80832-10- 41 Bij refolutie van den 23 August: 1793 in eene Petitie van den 28 Junii te vooren ad ƒ600000-:-: tot aanvulling van Magazijnen, waar in de quota des Quartiers bedraagt fi8001-11-5 waar op betaald . 10000- :- resteert ■ , ; 7~~ /800i-n- 5-: Bij  17 Mai 1796. Bij refolutie als vooren in eene Petitie van den 10 Julii te vooren ad ƒ2000000-:-: voor Leger-lasten geconcludeerd den 14 September 1793, waarin'sQuartiers quota bedraagt . • • /6ooo5-4-9> welke genoegzaam is afbetaald. Bij refolutie als vooren in eene , Petitie van den 12 Julii te vooren ad ƒ1200000-: : voor 's Lands Fortificatiën, waar in 's Quartiers quota bedraagt . . ƒ36003- 2-10! daar op betaald . 6237-10- : resteert Bij refolutie als vooren in eene Petitie van den 30 Julii te vooren voor Recruut - gelden ad /i55755":-; waar in 's Quartiers quota bedraagt ƒ4673- : n* waar op betaald . 4627-18 -6 resteert • • ƒ45" 2'5ï Bij refolutie van den 25 October 1793 in eene Petitie vanden4Sept. te vooren ad ƒ98980-:-: tot vinding van Aanrits-gelden , waar in 's Quartiers quota bedraagt ƒ2965)-13-10 S 4 zijn-  17 Mai 1796. zijnde hier op over betaald f9-i?-6 Bij refolutie van den 13 Februarii 1794 in eene Petitie van den 13 December 1793 ad ƒ1000000-:-:, tot de Winter-diensten, waar in 's Quartiers quota . ƒ30002-12-41 hierop betaald . . 888- resteert , ƒ29 n 4-10-11 Bij refolutie van den 14 Februarii 1794 in eene Petitie van den 13 Dec. »793 ad/5297862-i3-4 tot een Extraordinairis Equipage over den jaare 1794 geconcludeerd demp Febr. 1794 ter fumma van ƒ3,618,463 -134 waar in 's Quartiers quota . . ƒ108563- 7- 2 waar op niets is betaald. Bij refolutie van den 13 Februarii 1794 in eene Petitie van den 18 Dec. *793 ad ƒ2000000-:-:, tot goedmaking der kosten der Leger - lasten , welke uit voorige Petitie niet hadden kunnen vallen, geconcludeerd den 24 Febr. 1794, waarin 'sQuartiers quota bedraagt . f60005-4 9I waar op is betaald . 54100-:-: resteert *~ \ $905-4*^  17 Mai 1796. Bij refolutie*van den 13 Februarii 1794 in eene Petitie van den 14 Jan. te vooren ad ƒ500,000:-: tot de Leger-lasten, geconcludeerd den 21 Maart 1794 , waar in 's Quartiers quota . . /i5ooi3-i-i,iJ waar op is betaald . 26840-: -: resteert . . ƒ123173-1-1is Bij Hunner Hoog Mogende refolutie van den 16 Jan. 1794 bepaald eene fomma van ƒ415190-:-: tot betaaling der Aanrits - gelden , ter remplacering der Brunswijkfche troupes, waar in 's Quartiers quota . . ƒ12456-159 zijnde hier op betaald 12334-10-: resteert . . . ƒ122- 5- 9 Bij refolutie van den 25 April 1794 in eene Petitie van den 4 April 1794 ad ƒ600,000-:-: tot aanvulling der Magazijnen, waar in de quota van 't Quartier . . 18001-11-5 'r welk is afbetaald. Bij refolutie van den 2 Mai 1794 in eene Petitie in dato als vooren ad ƒ600,000-;-: tot reparatie van S 5 ' Schee-  17 Mai 1796. Scheepen en Fregatten bij de Collegien ter Admiraliteit in West-Friesland en het Noorder-Quartier, en in Vriesland, waar in de quota van het Quartier fi8005-11-5 zijnde hier op niets betaald. Bij refolutie van den 3 Mai 1794 in eene Petitie ad ƒ50,000-:-: ten behoeve der Krijgsgevangenen, waar in's Quartiers quota . . ƒ1500-2-6? waar op niets is betaald. Bij refolutie van den 30 Julii 1794 in eene fuppletoire Petitie tot de Leger-lasten ter fomme van ƒ3000,000-: waar in de quota van 't Quartier bedraagt . . . . ƒ90007-17-2 zijnde hier op niets betaald. Bij refolutie als vooren in eene Petitie ad ƒ1,500000 : tot inkoop van Ammunitie en aangieting van Gefchut, waar in de quota van 't Quartier bedraagt . ƒ45003 • 18-64waar op betaald is . 4500- : - resteert ' ƒ40503-18-6] Bij Refolutie van den 1 Augusti 1794 in eene Petitie ad ƒ600000-:-: tot  17 Mai 1796. tot de binnenlandiche defenfie, waar in's Quartiers quota bedraagt . /i8ooi-ii-5 zijnde hier op niets betaald. Bij Refolutie van den 6 Novemb. 1794 in eene petitie ter fomma van ƒ4000000-.-: tot de Leger-lasten vallende op de binnenlandfche defenfie te Lande, waar in de quota des Quartiers .... ƒ120010- 9-7 •waar op niets is betaald. Bedragende te zamen alnocb . ƒ1128762- 8-7; Terwijl ter informatie verder konde dienen, dat verfcheiden deezer Petitiën ter Generaliteit niet geconcludeerd zijnde, of geen volkomen beflag bekomen hebbende , daar op ook geene betalingen zijn gedaan. Waar op gedelibereerd zijnde, is het vooraangetogen Rapport door de refpective Gecommitteerde Leden overgenomen, om ieder in den haare gecommuniceerd te worden, en zich vervolgens daaromtrent te expliceren. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van den 10 Maart jongstleden, waar bij op infhntien van de Gecommit- teer-  i7 Mai 1796. teerdens uit de Thielre- en Bommelre-waerden verzogt zijn op te geeven het totaal van het geen jaarlijks moet worden betaald aan de Militie ter repartitie deezes Quartiers, voorgedragen. Dat zij Gedeputeerden zich buiten ftaat bevonden daar aan te kunnen voldoen , alleenlijk ter informatie van voornoemde Gecommitteerdens hier bijvoegende: Dat door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande tot noch toe geen fpeciale kennis is gegeeven van de Generaals, Hoofd- en Kleine Stafs- en gepenfioneerde Officieren, bij de Staaten van Oorlog ter repartitie deezer Provincie gebragt: En dat ook tot noch toe van Generaliteits wegen aan deeze Provincie geene de minste legale kennis is gegeeven, hoedanig de georganifeerde Armée van de Republicq, zoo in Brigades , Regimenten , Esquadrons , Battaillons, Compagnien, Generaals, Hoofd-en andere Officieren , foldijen en tractementen met allen aankleven van dien, thans geconflitueerd is; offchoon aan voornoemde Committé de nadrukkelijklte repraefentatien zijn gedaan ter bekooming van voldoende eclaircisfementen. Waar op voor als noch geene deliberatie is gevallen. De  ij Mai IJ96. D e Gedeputeerden ter Financie bij refolutie van den 10 Maart laatstleden op de inftantien van de Gecommitteerdens uit Thielre- en Bommelre-waerden verzocht zijnde te exhiberen een Plan van menage, zoo als de tractementen en emolumenten der Quartierlijke Amptenaaren, den Secretaris des Quartiers meede daar onder begrepen, redelijker wijze zouden kunnen en behooren te worden gefield, hebben ter voldoeninge aan voorfchreve refolutie ter Vergaderinge voorgedragen, dat de noodigeelucidatien en informatien omtrent de tractementen en emolumenten ervintlijk zijn in het Reces des Quartiers fub dato 2 Julii 1795, waar toe zij Gedeputeerden zich moesten refereren, en dat daar uit konde blijken het verlies, 't welk de meeste van de daar bij vermelde Amptenaaren op derzelver emolumenten hebben ondergaan, zoo dat, ingevalle 'er eenige verandering zoude kunnen worden geintroduceerd, dezelve ten aanzien van de tegenwoordige Amptenaaren geen plaats zoude behooren te hebben, maar alleenlijk omtrent Succesfeuren in de Ampten en verdere Opvolgers. Dienende daar toe ter informatie, dat thans alle penningen tot onderhoud der georganifeerde Armée, en dus van de Landmagt deezer Republicq met den aankleven van dien worden gefurneerd aan het Comp-  1/ Mai 1796. - Comptoir Generaal der Unie of generale Casfe : dat daar door eene merkelijke krenking aan de Quartieren in het gemeen, maar fpecialijk zeer veel nadeel aan de Secretarijen van de Cameren van Financie , wordt toegebragt wegens het gemis der gewoonlijke leges, jura, Ordonnantie-gelden enz. bedragende voor den Secretaris der Gedeputeerden ruim twee derde gedeeltens van zijne emolumenten , waarom ook bij 's Quartiers refolutie van den 20 Novemb. 1795 het Amptgeld, door denzelven verfchuldigd, van ƒ4000-: op 3000 guldens is gefield; waar bij alnu accedeert het gemis van het geen voornoemde Secretaris altoos hadt gecompeteerd wegens de gehoudene Vergaderingen des Quartiers: En dat, gelijk de leges van den Secretaris door het overbrengen der inkomsten aan de Secretarije van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande ten deele waren weggenomen, zoo ook door het gunt voorfchreve aanmerkelijk verminderd waren de emolumenten der verdere Leden van de Secretarije, daar het intusfchen zeker was, dat de inkomften van zulke Ampten en posten niet te zeer moesten worden befhoeid, maar dezelve altoos eene genoegzaame belooninge behoorden op te leveren voor de moeite, zorge en onophoudelijke werkzaamheid, die aan  17 Mai 1796. aan het departement der Secretarije van Financie is verknocht, welke moeite en werkzaamheid, in vergelijking van die onder het voorig bewind, ruim twee derde is vermeerderd; en dat de leges van de Ontfangers meede geè'venredigd waren verminderd. Dat ten aanzien van den Secretaris des Quartiers door hun Gedeputeerden daar aan reeds was voldaan , te vinden ten Recesfe fub dato 20 Januarii 1796 , waar toe zij zich refereerden. Dat, wat eindelijk betrof de opgaaf van alle posten, die jaarlijks als domesticq tot lasten van het Quartier zijn loopende, dezelve beftonden in de opgegeevene tractementen aan de zes Ordinaris Gedeputeerden , Secretaris , Commis , Clercquen , Deur- en Kamer-Bewaarder, Bodens (van welke één is afgefchaft) Ontfangers, Commisfaris van het Klein Zegel , Fiscaal van 's Quartiers Financien, en Zegel' Klopper: Zijnde de tractementen der zes Extraordinaris Gecommitteerdens ad 3000 guldens', der Auditores van de Ontfangers Rekeningen ad ƒ400 : Het douceur voor den Commandant der Stad Nijmegen ad 2000 guldens jaarlijks afgefchaft; mitsgaders van Monfter - Commisfaris ad f600-: en van Camer-Jonker ad ƒ600-: van Commis ter Genera» liteit ad ƒ1000-: cesferende almeede de tractementen der zes Gecommitteerdens ter Generaliteit ad ƒ9500.1 van  17 Mai 1796. van een Gecommitteerde in den Raad van Staat en ad ƒ2050-: en in de West - Indifche Compagnie ad ƒ500-: Terwijl zij Gedeputeerden zich verder gedroegen tot den onvervankelijken ftaat van de lasten en inkomrten deezes Quartiers. Kunnende aan het gerequireerde om de laatfte Rekeningen ter Quartiers tafele te brengen , om daar uit te trekken een lijst der Ordonnantiën van Vacatiën en Commisfie gelden, geduufende de adminiftratie van het nieuw bewind verleend en betaald, niet voldoen, vermits zulks in de laatfte Rekeningen niet is vervat, maar ingebragt moet worden in die Rekeningen, welke in deezen jaare afgehoord en gefloten worden. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Gecommitteerde Leden, refpective, het zelve overgenomen, om zich daar op nader te expliceren. D e Gedeputeerden ter Financie ingevolge en ter voldoetringe aan 'sQuartiers refolutie van,den 14 September 1795 gerapporteerd hebbende van het gedisponeerde op Requesten enz. door het Quartier aan dezelve gerenvoijeerd, namentlijk dat den 1 Junii op Requeste van A. en J. Boonenbakker, als Collecteurs van den afgefchaften impost op de Coffij, Thee en Dienstboden-geld, Rijtuigen en Rijpaarden over het Thielfche Comptoir hadden verftaan „ Dat Supplianten het Coffij- en „ Thee-geld moeten inmaanen, of zoodane fchikkingen maken „ met  17 Mai 1796. „ met de Grosfiers, als zij in gemoede noodig' oordeèleo, eti „ de Grosfiers verklaaren kunnen verkogt te hebben, moe„ tende Supplianten voorts hunne inftructie volgen omtrent „ het innen van den impost van het Dienstboden-geld, Rij „ tuigen en Rijpaarden. Op Requeste van Carel Busch en Derk Uimmelberg, Pag„ ters van 's Quartiers impost op de Confumptie enz. over „ 's Gravenwaerd, ingegaan 1 ° Julii 1794 „ Dat Supplian„ ten de Pagt zullen moeten betalen tot de tijd, dat dc Ërï„ gelfche en andere Gecombineerde Troupes voornoemde „ plaats hebben geoccupeerd, moetende de Supplianten op „ hunnen gedaanen Eed de penningen, zoo voor'als na dlett „ tijd ontfangen, behoorlijk verantwoorden. Den 2 Junii op Requeste van Matthijs de Jong, Collecteur der Verponding te Haaften, „ de verzochte Ordonnantie ad „ /i78-:2-: op den Ontfanger des Bommelfche Comptoirs ge,. accordeerd. Den 4 Junii op Requeste van Corn. van Biezen, „ het „ verzochte Arrest op een derde gedeelte van het tractement „ van den gewezen Geweldigen Provoost G. H. de Haan, „ falvo jure tertii, geaccordeerd, mits het zelve binnen veer„ tien dagen gefield werde in handen van parthije, om bin„ nen veertien dagen na infinuatie te dienen van zijn belang, „ zoo eenige redenen ter contrarie mogt hebben. Op Requeste van H. H. Woldringh, Predikant op't Fort St. Andries , „ aan Suppliant tot voldoening van' deszelvs' „ tractement voor een half jaar, verfchenen ultimo December' 1794, de noodige Ordonnantie verleend. Op Requeste van Buurmeesteren van Uien en Dodenwaerd, „ 't zelve gereuvoijeerd aan het Land-Gericht des Ampts Ne- der- 2. T  \j Mai ij96. „ der Betuwe, om daar op zoodanig te disporteïen als na , billijkheid, zullen oordeelen te behooren. Op Requeste van de Buurmeesteren van Over- en NederAsfclt, „ aan de Ingezetenen van gemelde Dorpen tot het „ betaalen van hunne reeds verfchulde lasten wegens de Mid„ delen van Confumptie, mitsgaders- Bezaaij en Hoorngeld ,, een jaar uitftel geaccordeerd, waar van zullen gehouden „ zijn aan den Ontfanger en Pagters kennis te geeven; voorts „ met renvoij van Supplianten tot bekooming der opgegeevene fchadens met de noodige en voldoende bewijzen daar toe relatiev aan de Landfchaps Vergadering deezer Provincie : En dat nader bewijs zullen geeven omtrent die pen„ ningen, die wegens de fchadens in J787 en 1792 door het „ doorpasfereu der Pruisfche troupes, en daar door veroor„ zaakte fchadens uitgefchoten, en bij hun niet ontfangen „ zouden zijn. Op requeste van Johannes van Ee „ ten gevolge van eene „ generale auctorifatie bij 's Quartiers refolutie van den 31 „ Mai jongstleden verleend, aan Suppliants Vader een derde gedeelte van de pagt geremitteerd, mits dat de overige " twee derde gedeeltens promptelijk komt te voldoen, van " welk gedisponeerde Suppliant of deszelvs Vader gehouden ' zal zijn aan den Ontfanger tot zijn naricht kennis te geeven. " Den 3 Julii op Requeste van H. van Wesfein, Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen en Bieren over Thiel en Zandwijk, ingegaan 1° Julii 1794» » tcn gevolge van eene 's Quartiers refolutie van den 31 Mai laatstleden aan Sup. pliant een vierde gedeelte van zijne gemelte gepagte impos„ ten geremitteerd. Den 17 Julii op Requeste van Aris.van Tricht. „ in Sup» „ pliants gedaane verzoek gedifficulteerd. Op  ij Mai ij$&' Op Requeste van G. Herbrechter en II. Kelder Pagter en Meedeftander van 's Quartiers impost op de Bieren over dö Stad Nijmegen, ingegaa'fi i ° Julii 1795, verftaan „ de Bröu„ wers ten platten Lande te gelasten om geene Bieren, na o-e„ melde Stad verzonden wordende, te laten volgen, zonder „ dat door hun den impost daar van betaald of ingehoudort „ is, en zulks op hunne verantwoordelijkheid. Op Requeste van A. Bogenaar, en J. van Sas, Pagter en Medeftander van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het Ampt tusfchen Maas en Waal, ingegaan 1° Julii 1795. „ Supplianten verzoek ge„ accordeerd, mits alleen voor de Dorpen aan de Maaskant „ gelegen, welke Dorpen hij zal moeten opgeeven, en zulks „ zonder nadeel daar door toe te brengen aan den impost op ., de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren. Den 18 julii op Requeste van Hend. Reugers, Pagter van 's Qnartiers impost op het Pasfagegeld over het diftrict des Nijmeegfcheu Comptoirs, ingegaan 1° Julii 1794, „ aarl >, den Suppliant zeven maanden van zijnen pagt geremitteerd, „ mits dat denzelve gehouden is de vijf andere maanden „ aan den Ontfanger M. de Bruijn promptelijk te voldoen, „ als meede de aan gemelten Ontfangergegeevene Adfignaten „ tegens comptante penningen te verwisfelen, moetende het „ een en ander binnen den tijd van vier weeken gefchieden. Den 17 Augusti op Requeste van J. van Horsfen „ den „ Suppliant gelast om het eerfte verfchulde half jaar pagt over „ 1794. promptelijk te betaalen, wanneer nader over het twee„ de zal worden gedisponeerd 5 voorts aan den zeiven geac„ cordeerd, om als Pagter van's Quartiers impost op de ge„ brande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het AmptNe„ der-Betuwe te mogen compoferen, miti aan de Camer op. T 2 gee,,  '17 Mai 1796. „ geevende de Dorpen, met welke gecorcpofcrd beeft, en „ voor hoe veel. Den 25 Novemb. op Requeste van F. van Werkhoven, Pagter en Meedeftander van den impost op de Wijnen en het. Gemaal over de Stad en Schependom van Bommel ingegaan 1° Julii 1794: op Requeste van Joh. Roeland, Pagter en Medeftander van den impost van de Bieren over gemelde Stad en Schependom, ingegaan als vooren; op Requeste van Joh. Com. de Lorme, Meedeftander van de imposten over gemelde Stad 'en Schependom van het Beftiaal en Zout, mitsgaders Pagter van de Zeep en Azijn, ingegaan als vooren; en op Requeste van Joh. Roeland, Medeftander en als het boek van den impost van de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over de Dorpen Geldennalfen en Vuuren, ingegaan 1° Juin ,794 gehouden hehbende, goedgevonden, na hier op gehad te hebben het rapport van den Burger H. Schuil, Meede-Lid van het Collegie ter Financie, met overgave van vierverklaatingen door eenige Pagters voor Richter en Schepenen der Stad Bommel afgegeeven, waar bij vifie hebben verleend van derzelver boeken van ontfangst, en de dugtigheid van dezelve e„ o-ehoudene aantekeningen met folemnelen eede bekragtigd, dat de daar bij gemelde ontfangene penningen, na aftrek " van 6 per cent voor het collecteren van dien van het mon" tant der Pagten zullen worden afgetrokken, en van hetres" terende Ordonnantie op den Ontfanger II. Vermeulen afge" geeven, ten einde in betaaling van de verfchulde pagten te valideren, zo.o en in dier voegen daar bij in het breede vermeld. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen, en mitsdien verftaan, dat hier meede aan den inhoud van bovengemelde 's Quartiers refolutie is voldaan. De  17 Mai 1796. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van den 9 Maart laatstleden, waar bij op de inftantien van de Gecommitteerdens van het platte Land verzogt zijn te dienen van confideratien en advijs omtrent de 30 per cent van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren voor de Steden Nijmegen , Thiel en Bommel, voorgedragen, dat zij zich ten aanzien van dit aequivalent tot fchadeloosftelling voor het gemis der Stads accijfen opdefterke dranken, moesten refereren tot het geinfereerde ten Recesfe fub dato 9 September 1795. Waar op geen refolutie is gevallen. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat de Municipaliteit van Buuren ter gelegenheid van de Verpagtinge van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren aldaar, bij hun Gedeputeerden hadden ge'ïnfteerd, dat bij de Nationale Vergadering de fterkfté inftantien mogten worden gedaan, dat de furcheance op de Requeste van den geweezen Ontfanger Curtius, aan de Nationale Vergadering gepraefenteerd, verleend, mogt worden opgehe-ven, wanneer de Municipaliteit daar door zoude worden in ftaat gefield, om bij anticipatie de beT 3 loof-  \j Mai 1796. loofde ƒ10000-: aan het Quartier te kunnen voldoen , terwijl in de Casfa onder den geweezen Ontfanger Curtius nog wel ƒ18000-: zouden moeten berusten. Voorts dat zij geëxamineerd hebbende de Misfive van het Provinciaal Collegie, tot bijlage hebbende eene copielijke Misfive van de Nationale Vergadering, met ^bijvoeging van Staaten van 't geen de refpective Gewesten fchuldig zijn op de Petitiën tot onderhoud der Franfche troupes, en op de Soldijen aan de Nationale Armée, niet konden afzijn twee Memoden van de door hun gedaane betalingen, van tijd tot tijd, zoo aan de Franfche troupes , als aan de Nationale Armée, te exhiberen, en dat zij het onnodig achteden aan het Quartier open te leggen de onmogelijkheid, waar in zich het'zelve bevindt om aan dat verzoek ten vollen te kunnen voldoen; vermeenende dat het Quartier, om alles te contribueeren, wat eenigzints in derzelver vermogen is, en om, zoo veel mogelijk aan het gedaan verzoek te defereren, hun Gedeputeerden zouden kunnen auctoriferen, om provifioneel in mindering te betaalen op ieder refpect ƒ25000-: En dat nochmaals aan de Nationale Vergadering de uitgeputte ftaat' van 's Quartiers Financien  17 Mai 1796. cien behoorde te worden opengelegd: Op welk een en ander gedelibereerd zijnde, is goedgevonden gemelde Gedeputeerden tot de betaalinge op ieder refpect, provifioneel in minderinge, als voorgefiagcn , te auctoriferen, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd worden bij deezen; en voorts verftaan aan de Nationale Vergadering , repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, GelijkhM, Broederfchap. Burgers Repraefentanten! Ter gelegenheid van de Verpagting van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het diftrict van Buuren, een Oud-eigen deezer Provincie, en daar meede, voor zoo verre de territoriale fuperioriteit betreft, thans hereenigd, maar ten aanzien van het Financiële met dit Quartier, waar onder het voorfchreve diftrict van ouds heeft geresforteerd gehad, en daar van een gedeelte uitgemaakt, wierden onze Gedeputeerden ter Financie door de plaatzelijke Regeering aldaar geinformeerd, dat zijlieden de fomme, tot redemtie van eenige Quartierlijke impofitien bij het ingegaane Convenant uitgeloofd, ter T 4 on-  i? Mai 1795. onzer dispofitie in gereedheid hadden leggen, doch in de extraditie van dezelve verhinderd wierden door de furcheance hunner procedure uit hoofde van een Addres aan ULiedengeobtincerd bij den gewezen Rentmeester en Ontfanger Warncrus Curtius; met verzoek , dat wij bij ULiedcn , Burgers Repraefentanten, tot opheffinge van die furcheance ter voorkoominge van merkelijke praejudicien, zouden gelieven de noodige inftantien te doen, en ten einde Zij lieden in ftaat mogten worden gefield, om uit het baatig flot zijner rekening aan het geconvenieerde na behooren te voldoen: Wij hebben vermeend aan dit verzoek te moeten defereren , vooral, daar het ons in de zoo diep vervallene fituatie van de Financien deezes Quartiers niet onvérfchillig kan zijn, of aan den inhoud van het convenant ten fpoedigfte werde voldaan, ofte niet; en overzulks vermeend ons niet te kunnen nog te moogen dispcnferen van UL. te verzoeken , om op zoodanige wijze als Gijlieden in uwe wijsheid zult raadzaamst oordeelen, het daar heenen te dirigeren, dat de vooraangetogene furcheance werde gefield buiten effect, en wij daar door die gelden meede tot de dringende behoeftens van het Vaderland, en gedeeltelijke vcldoening van het aandeel deezes Quar-  IJ Mat ij$6. Quartiers in de verbazende gepetitioneerde fommen zullen kunnen emploijercn, tot welkers volle furnfsfement binnen een zoo kort tijdsbeftek, als vereifcht wordt, niet tegenftaande het infpannen van alle krachten tot redres, en het obferveren van alle mogelijke bezuinigingen in de adminifiratie van de Financien, Wij bij onze Misfive van den 23 April jongstleden ULieden, Burgers Reprefentanten , het onvermogen deezes Quartiers in het breede hebben opengelegd, met inroeping van Broederlijke bijfiand : En het zij ons vergund al noch te mogen herhaalen, dat, offchoon het niet te ontkennen is, dat ook andere gedeeltens der Republicq door zwaare inkwartieringen en drukkende requifitien op een beklagenswaardige wijze het gevoel hebben gehadt van de calamiteiten des Oorlogs, het Quartier van Nijmegen nochtans boven alle andere Provinciën en Quartieren deezen last maanden lang onophoudelijk het allerdrukkendst heeft gevoeld, belegeringen en bombarderingen der Steden , verwoestingen der Dorpen uitplunderingen en afbrandingen van ftreeken, ligtinge der Gelden uit de Comptoiren, en alle verdere rampen des Oorlogs hebbende moeten verduuren. Dan daar thans aan het Vaderland en de Vrijheid T 5 alle  xj Mai 1796. alle mogelijke opofferingen behooren te worden gedaan, trachten wij ook op alle middelen bedagt te zijn om onze Quota in de benoodigde fommen door leeningen, geforceerde Negötiatien en extraordinaire impofitien, zoo fpoedig als een tot op het gebeente toe uitgemergeld Quartier zal toelaten, te berde te brengen, ten vollen bewust, dat de behoeftens van het Vaderland in de tegenswoordige omftandigheden noch uitftel noch gebrekkige maatregelen dulden. Waar meede, Burgers Repraefentanten! Wij ULieden na toewenfcning van Heil en aanbieding van Broederfchap beveelen in Godes heilige protectie : Gefchreven te Nijmegen den 17 Mai 1796, het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. UL: goede Vrienden De Provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve JVoens-  i8 Mai 1796. Woensdag den 18 Mai 1796. "Verlezen de Requeste van Jan Loopuit, woonende te Schiedam, houder zijnde van een aantal Loten in de Loterije bij forme van Tontine ten laste deezes Quartiers in den jaare 1793 gearresteerd, daar bij om geallegeerde redenen verzoekende , dat de Loten in plaats van Tontines in Ordinaire Obligatien mogten worden verwisfeld. En hier op ingevolge en ter voldoeninge van van 's Quartiers appoinctement van den 1 deezes maands gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat het uitgeeven van Ordinaire Obligatien in plaats van Tontines, 't welk uitftervende Lijfrenten zijn, zeer fchadelijk voor het Quartier is, daar doch het zelve van ordinaire Obligatien altijd debiteur van het Capitaal blijft, en in tegendeel de Tontines met de rijd geheel affierven. Is goedgevonden te verftaan, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien afgewezen. "Verlezen de Requeste van O. Houterman , Pagter van 's Quartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Ovcr-Betvwe, ingegaan 10. Julii 1795, ver-  i8 Mai 1796. verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen van onvermogen om de Ingezetenen van geheele Dorpen te kunnen actioneren; voorts wegens den Tax, waar op R. Rutgers aan den Tol onder Eist was gefield, 't welk bij de Verpagtinge niet was opgelezen, eenige remisfie. En hier op ingevolge appoinctement van den 14 April laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden aan den Requestrant in dit fingulier geval te accorderen eene remisfie van 70 guldens, gelijk zulks geaccordeerd wordt bij deezen; En wijders dit Request te renvoijeren aan gemelde Gedeputeerden, om tegens dc Ingezetenen, daarbij benoemd, en anderen, die de behoorlijke invorderingen van 's Quartiers impofitien tegengaan en verhinderen, door den Fiscaal der Financien ordinejuris, ofte, desnoods, door buitengewoone mefures van militaire executien, te doen procederen, en te doen concluderen tot alzulke ftraffen, als na de zwaarwigtigheid der zaak zal bevonden worden te behooren: met fpeciale inhaefie van 's Quartiers refolutien van den 23 December 1795, en 20 januarii 1796. Ver-  i8 Mai 1796. "Verlezen de Requeste van eenige Kooplieden binnen de Stad Nijmegen, daar bij verzoekende intrekking der Refolutie, waar bij de Collecteurs van den afgefchaften impost op de Coffij, Thee en Chocolade gelast zijn de restanten te vorderen ; mitsgaders de Requeste van eenige Cooplieden en. Winkeliers te Bommel aan de Gedeputeerden ter Financie ten dien zeiven einde geaddresfeerd; En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ter voldoening aan het appoincrement van den 15 laatstleden ; Is goedgevonden en verftaan, dat Requestranten zullen gehouden zijn aan de refpective Collecteurs onder eede en in gemoede op te geeven, wat boven den reeds betaalden impost, al noch, zoo na mogelijk, vermeenen verfchuldigd te zijn, en het zelve als dan daadelijk aan de Collecteurs te voldoen, Op Requeste . van de Ingezetenen van het Dorp Beek, verzoekende nadere fchikkingen omtrent het Pastorie-huis aldaar. Is goedgevonden bij 's Quartiers refolutie van den 12 Maart laatstleden te perfisteren, gelijk daar bij geperfisteerd wordt kracht deezes. Op  i8 Mai 1796. Op Requeste van Schepenen en Buurmeesteren van Groesbeek, verzoekende remisfie van de door de Ingezetenen van Groesbeek verfchulde restantQuora in de confumtien of perfonele lasten over den jaare 1794, en eene vermindering op die van den jaare 1795, en vervolgens; ofte dat anderzins die penningen door een Collecteur mogen worden geinnet, of die tot hier toe aangefchrevene Middelen in het vervolg verpagt; Is goedgevonden in der Requestranten verzoeken refpective te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen; wordende dezelve ten aanzien van het verzoek om vermindering voor het vervolg gerenvoijeerd aan de Ampts Vergadering des Rijks van Nijmegen. Op Requeste van Derk Jacobs, verzoekende te worden ontheven van de betaalinge eener fomme van ƒ321-: welke bij hem wegens gepagte 'sQuartiers imposten over 1794 ontfangen, doch door de Emigranten in Engelfche foldije aan den Requestrant ontnomen was. Is goedgevonden en verftaan, dat in Requestrants verzoek niet kan worden getreden, wordende mitsdien gewezen van de hand. Op  ï8 Mai 1796. Op Requeste van Joh. Roef, verzoekende Ordonnantie tot betaaling van het geen hem noch wegens het in den jaare 1781 aangenomen verwen der Muur op de Gedeputeerde plaats zoude aankoomen: Is goedgevonden in des Requestrants verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. De Requesten van G. C. Beeldemaker; M. de Bruijn; J. van Leeuwen; P. J. Poelman; M. C. Schildhuizen , Weduwe Erkelens; van Richter en die van den Gerichte van Dieden; van Gecommitteerdens van eenige Dorpen deezes Quartiers; van Buurmeesteren van Hees ,• Druten, Puijflijk , van Boekhouder en Diaconen der Nederduitfche Gemeente binnen Nijmegen, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie , om daar op refpective te dienen van derzelver confideratien en advijs. Ontfangen eene Misfive van Praefident en Gecommitteerdens ter Politie en Financie der Stad en.Lande van Buuren, gefchreven aldaar den 10 deezes. Waar  18 Mai 1796.- Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan dezelve te laaten afgaan de volgende refcriptie. :. . Vrijheid , 'Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. "Wij hebben op heden in onze Vergadering ontfangen UL. Misfive, gefchreven te Buuren den 10 deezes, houdende kennis geeving van ULieder addres aan de Volks Vertegenwoordigers deezer Provincie, en het daar' bij gedaane verzoek, om bij de Nationale Vergadering de noodige inftantien te doen, dat de bij dezelve op Requeste van Warnerus Curtius, gewezen Rentmeester en Ontfanger van het gemeene Land van Buuren, verleende furcheance werde opgeheeven, ten einde alzoo in ftaat geitèld te worden om ULieder procedure tegens denzei ven tot voldoening van hetbaatig flot zijner rekening aan den gemeenen Lande van Buuren, en alzoo aan de gezamentlijke Geerfdens en Ingelanden derzelve, welken GijL. repraefenteert, verfchuld, te kunnen vervolgen, en wijders de bij contract van incorporatie uitgeloofde redemptie-gelden, met den 18 Maart 1797 te verfchulden, binnen drie maanden, of zoo veel eerder, als gemelde baatig flot zal zijn ontfangen, aan  i8 Mai 1796. aan onze Gedeputeerden ter Financie tegens behoorlijke quitantie te voldoen, met verzoek, dac wij het ter Landfchaps Vergadering daar heenen geliefden te dirigeren, dat aan ULieder inftantien ten fpoedigften werde voldaan. Wij kunnen niet afzijn UL. te refcribereyi, da: wij niet.alleen aan dit ULieder verzoek ter Vergaderinge van de Landfchap , in de aanftaande week te houden, zullen defereren, maar dat wij reeds op voordragt van onze Gedeputeerden ter Financie bij Misfive aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, de fterkfte inftantien hebben gedaan tot opheffmge van de bij dezelve op Requeste van voorfchreve W. Curtius verleende furcheance, waar van wij hebben vermeend UL. de kennisfe niet te mogen onthouden. Meede - Burgers! Wij beveelen UL. na toewenfehing van Heil en aanbod van Broederfchap in Godes protectie. Gefchreven te Nijmegen den 18 Mai 1796, hec tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. *> V h  ïS Mai 1796. Is ter Vergaderinge geëxhibeerd eene Acte van Cautie of Waarborg voor den ontfangst van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders op de Wijnen en Tabak over de Stad en Lande van Buuren door den Burger Nic. van Everdingen en Th. Jac. van Rijnberck Ehelieden woonende te Soelmonde, in vier percelen vaste onbezwaarde goederen ter fomme van ƒ8700-: gepraesteerd, ftellende dezelve ten bedwang, en onder fubmisfie als na rechten. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden met de vooraangetogene Cautie genoegen te neemen , en voorts verftaan, dat in dit fingulier geval de Acte van Taxatie en de Acte van Borgtogt zullen worden gemunieerd met deezes Quartiers Klein Zegels, tot de helfte competent. Op voorftel ter Vergadering gedaan; Is goedgevonden, dat geene Doop-Attesten zullen worden uitgegeeven , als gefchreven op 's Quartiers Klein Zegels van 4 Huivers : zullende op de Doop-Attesten voor onvermogenden op de gewoone plaatze van het Zegel gefield worden Pro Deo. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om hier van de noodige advertentie te laten doen. ^ Op  i8 Mai 1796. Op hec geproponeerde ter Vergadering gedaan, dat ingevolge den 9 Articul der Inftructien voor de refpective Ontfangers deezes Quartiers, den 15 Mai 1753 gearresteerd, was vastgefteld , „ dar. „ dezelve geene penningen zullen mogen uitgee„ ven als op Quitantien, en Ordonnantiën, welke „ zullen betekend zijn bij vier Gedeputeerden ter ,, Financie, twee uit de Steden, en twee uit hec „ platte Land, zoodanig dat Ordonnantiën anderzins , als boven gemeld, gedepecheerd, geen volkomen beflag hebben, noch bij het doen van Rekening in uitgave mogen geleden worden: Dat ook bij de Inftructie voor den Secretaris was bepaald, dat dezelve geen Ordonnantiën, dan invoegen als voorfchreve betekend, zal mogen contrafigneren : Dat het echter in de tegenwoordige tijdsomftandigheden te meermalen gebeurde, dat 'er Ordonnantiën in presfante gevallen met dien fpoed moesten worden verleend , dat de betekening van vier Leden, twee uit de Steden en twee uit hec platte Land, niet konde worden geëffectueerd, en zulks Wegens noodwendige abfentie van eenige Leden der Gedeputeerden ter Financie, waar door dan zoude kunnen veroorzaakt worden, dat de Ontfangers refpective zwaarigheid zouden maaken V 2 pen-  ï8 Mai 1796. penningen uit te geeven op Ordonnantiën, welke bevonden wierden naar inhoud van gemelden 9 Articul niet te zijn gedepecheerd. En daar bij in achting genomen zijnde, dat reeds onder het voorig bewind bij 's Quartiers refolutie van dens Octob. 1794 de Ontfangers deezes Quartiers zijn geauctorifeerd en gelast, „ om betaalin„ gen te doen pp Ordonnantiën, door twee of drie „ Leden, der Gedeputeerden betekend, mitsga„ ders door derzelver Secretaris, of in zijne ab„ fentie door den Commis, of een der Clercquen, „ met bijvoeging der woorden abfente Secretario, „ ondertekend, en ook geregiftreerd, ftaande in „ margine Regiftr. Fol. enz. edog alleenlijk proviJione,el in de toenmaals plaats hebbende critique tijds omftandigheden en presfance van zaaken : Is goedgevonden, met inhaefie van voorfchreve refolutie, dat in presfante gevallen de Ordonnantiën, door drie Leden der Gedeputeerden ter Financie in plaatze van vier betekend, zullen mogen worden uitgegeeven ; met auctorifatie op den Secretaris om zoodanige Ordonnantiën , door drie Leden, als voorfchreve, betekend, te mogen contr'afigneren; en op de Ontfangers refpective daarop betaalingen te doen volgen, dezelve in zoo verre van de Inftructien dispenferende. Blij-  io Mai 179Ó. Blijvende in alfè andere gevallen de voorfchreve Inftructien , en fpecialijk meede de voorfchreve 9 Articul, in haare volle kracht en waarde, om allezins te worden geobfervcerd-, en naargekoraen. Donderdag den 19 Mai 1796. "Verlezen de Requeste van G. C. Beeldemaker, Negotiant in 'sHage, in den jaare 1793 genomen hebbende een aanmerkelijke parthije Loten in de Tontine-Loterije des tijds bij het Quartier gearresteerd, en waar van een gedeelte hadde gedebiteerd, verzoekende ieder Tontine van 500 guldens voor eene Obligatie ad 400 guldens tegens 3 per cent te mogen vervvisfelen, en eventueel, dat de bepaalde termijn tot het verwisfelen der Loten voor een geruimen tijd, of tot nader bekendmaaking moge worden geprolongeerd ; En hier op gehad hebbende de confideratien cn het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden in het verzoek om ieder Tontine van 500 guldens voor eene Obligatie van 400 guldens ad 3 per cent te verwisfelen, als nadeelig voor het Quartier zijnde, te difficuiteren, gelijk gefchiedt bij deezen. En ten opzichte van het verzoek om uitftel van V r> den  19 Mai 1796. den bepaalden termijn tot het verwisfelen der Loten te verftaan, dat tot het verwisfelen van de Loten tegens Recepisfen boven den bepaalden tijd noch zal worden gevaceerd op maandag den 27 Junii aanftaande en volgende dagen tot en met Saturdag den 2 Julii daar aan volgende : zullende dienvolgens de tijd tot intrekking van de Recepisfen tegens originele Tontme-brieven of Obligatien , bepaald geweest te beginnen op den 4 der gemelde maand Julii, tot den 11 daar aan volgende worden geprolongeerd ter benoeming der Lijven voor de ten behoeve van het Quartier verblevene Loten, met auctorifatie op gemelde Gedeputeerden om hier van de noodige Advertentien in de Couranten te laten gefchieden. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Thiel, om, zoo fpoedig als doenlijk zal zijn, de Recepisfen van den 50^ penning voor Obligatien in te wisfelen tot voorkooming van verder discredit van het Quartier : Is goedgevonden zulks te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om, zoo dra de berichten van Commisfarisfen tot den Ontfangst van den 5often penning aangaande de gedaane betaalingen zullen zijn ingekoomen , ten fpoedigften te for-  19 Mai 1796. formeren een Plan, houdende de wijze, op welke deeze inwisfeling het gevoegzaamfte zoude kunnen en behooren te gefchieden. Door de Gecommitteerdens der Stad Thiel voorgedragen zijnde, dat bij refolutie behoorde te worden verftaan, dat de Verpondinge tot den jaare 1796 incluis binnen den tijd van twee maanden zal moeten worden afbetaald; Is zulks door de verdere Leden overgenomen, om zich daar op nader te verklaaren. De Gecommitteerdens der Stad Thiel geproponeerd hebbende het doen eener Publicatie, houdende, dat alle degeenen, welke in het aanftaande Jagt-faifoen zóuden willen jagen, bij hunne plaatzelijke Regeeringen refpective zich zullen moeten aangeeven tot het bekoomen van eene Acte, gefchreven op een 's Quartiers Klein Zegel van 6 guldens met last aan alle plaatzelijke Regeeringen, Richters, Schouten, Schutters en Dienaeren van dejuftitie, om een wakend oog te houden, dat niemand zonder zoodane Acte, gefchreven op een Zegel van 6 guldens tot de Jagt worde toegelaten op zoodanige verdere breuken, bij contravèntie, als zal worden geoordeeld te behooren. V4 ïs  19 en 20 Mai 1796. Is zulks bij de Gecommitteerde Leden refpective overgenomen, om ieder in den haare te worden gecommuniceerd, en zich daar op alsdan nader te expliceren. H et Request van den Gerichte van Loenen ert Wolferen, is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op te dienen van confideratien en advijs. Vrijdag den 20 Mai 1796. "V erlezen de Requesten van de Burgers M. de Bruijn, Ontfanger der gemeene Middelen, en van J. van Leeuwen junior, Ontfanger der Verpondinge, over het Nijmeegsen Comptoir, verzoekende om de daar bij gemelde redenen furcheance van den termijn van parate executie tegens hunne gebrekige Debiteuren tot ultimo December deezes jaars. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden en verftaan, dat in der Requestranten verzoek, zoo als het zelve legt, niet kan worden getreden, wordende nochtans om dezelve te gemoed te koomen, de termijn van para-  io Mai 1796. rate executie tegens de gebrekige Debiteuren, waar van die termijn mogt verloopen zijn, voor den tijd van twee maanden geprolongeerd, gelijk gefchiedt kracht deezes. "Verlezen de Requeste van Gecommitteerdens uit eenige Dorpen in ) Passage-geld, volgens de Ordonnantie van den 12 Junii 1751, en refolutie van den 6 Junii 1752, en van den 27 Mai 1763. In den impost op het (g) Klein Zegel, met dc verhooging van drie ftuivers of drie guldens tot vier ftuivers of vier guldens, mindere of meerdere X 4 fom- fjO Het Pasfage-geld is geintvoduceeid in den jaa:e 1671 : De oudüx Ordonnantie op dit middel is van den 26 Mai 1683; de nadere zijn van 24 Apr. 1723 en 24 Mai 1737. rq') Dit Middel is ingevoerd bij Ordonnantie van den 1 Aug. 1628,, voorts vermeerderd, bij die van dt-n 30 Mai 1666, 15 Jun" 1676, 25 Mai 1683 , en 26 Januarii- 16^7.  fiö Mai 1796. fommen van voorfchreve Zegels naar advenant, conform 's Quartiers Ordonnantie van den 14OCtober 1795, en opgevolgde refolutien van den 20 April en 18 Mai 1796. (V) 8o.?fi 40.^ en 20^ penning, op alle Alienatïën," voorts den 30^ penning voor Inheemfchen, en den 15* penning voor Uitheemfchen op alle Collaterale Successiën, ingevolge Ordonnantie den 6 December 1757 geëmaneerd. En eindelijk in de Ordinaire (/) Verponding met een ftuiver per gulden in conformité van 's Quartiers Ordonnantie van den 22 December 1751, en noch volgens Quartiers Refolutie van den 19 April 1780 een Oortje op ieder gulden Verponding, om daar uit te vinden de Tractementen der Vroedvrouwen ten platten Lande aangefteld. ZijnCo Deeze fchatting begon mert te henen in het begin der voorge eeu.w. zie de Quartiers Recesfen d. d. d. 4 Junii . 613. 1 Sept. 1615. 13 Mai 1616. 20 Mai 1620. De oudfle Ordonnantie op deezen impost is van den 8 Junii 1630, nader van 18 Junii 1696. En wierdt in den jaare 1664 verftaan, dat de Collaterale ftlccesfie zal betaald worden meede van Geeftelijke goederen , waar van de Corpora buiten de Provincie gelegen zijn, bij liet affteiven der Abten, Proosten, Dekens 'enz. ' (O De Verponding is geïntroduceerd met het jaar 1651, in plaats der Defecten, of Groi^dfchattingen over Steden en Ampten om het D.fti.it der Middelen te vinden. Quart. Ree. d. d. 19 Octob, 1650 en s Aug. 1651. Zijnde de Ordonnahtien van den 17 Maart 1664; 29 Februarii 1676 en 7 Deccmb. 1697.  ao Mai 1796. Zijnde voor den tijd van drie. jaaren in te gaan r Julii 1796 geconfënteerd in den impost op de (f) GEBRANDE WlJNEN en GEDISTILLEERDE WaTE- • ren, en in den impost op den (V) Tabak, na inhoud van 's Quartiers Refolutie van den 13 Maart en 14 April 1796. En worden de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd om bij het formeren van de Lijst der Verpagtinge bij de Wijnen, Bieren, Azijnen, Gemaal, Zout en Zeep, te fpeciflceren , wat wegens den impost van ieder Middel met benoeming van de Quantiteit, Qualiteit, Fust of anders, ingevorderd en betaald zal moeten worden, als, bij voorbeeld, de grootte van het Oxhoofd bij Ankers te bepaalen. Voorts op het Gemaal, dat vaneen Malder Weit, Rogge, Garst, Boekweit, als anders, ag'.tienMalder op het Last gerekend, zal moeten gevorderd worden Van de Weit ... ƒ Van de Rogge . .-. . ƒ CO De eerde Ordonnantie ^s van den jaare 1619, nader bepaald bij die van den 12 Febr. 1654, 6 April 1Ö6Ö en ioÜj.. 'O In het jaar 1047 gefchiedde het eerfte voorftel tot het invoeren van den impost van den Tabak op den voet als in de nabuurigc Provinciën. Quart. Ree. d. d. 3 'Junii 1647, cn tot ftand ge-omen Quart. Ree. 8 Junii 1^54. Zijnde de Ordonnantie geëmaneerd den 1 Julii 1684, en 13 Junii 1696.  20 Mai 1796. Bij de Bieren de grootte van de Tonnen bij Kinnetjes, en zoo vervolgens, te fpecificeren. En geconfidereerd deeze geconfenteerde Middelen geenzins toereikend kunnen weezen tot betaalinge der lasten, waar meede dit Quartier bij het dragen van zoo veele extraordinaire Confenten is bezwaard, en daar bij in overweginge genomen zijnde, hoe bij continuatie van de tegenwoordige zwaare troubles in Europa, waar in men deezen Staat zoo diep onder het voorig bewind heeft ingewikkeld, hoe langs hoe meer dezelve zal genoodzaakt worden zwaardere efforts te doen, als wel in voorige tijden, waar toe de inkomsten des Quartiers voor deszelvs Quota geenzins toereikende zijn: Hebben de Volks Vertegenwoordigers zich gereferveerd boven de reeds geconfenteerde alnoch zoodanige andere prompte en gepaste Middelen te introduceren, en te heffen, als ten meesten diende des Quartiers, en de goede In- en Opgezetenen minst drukkende zullen bevonden worden. De Gecommitteerdens der Stad Salt Boemel hebben verzocht aantekeninge, dat in den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren hadden geconfënteerd, maar niet in de wijze van heffinge; En  ao Mai 1796. Ën de Gecommitteerdens van Over-Betuwe, Maas en Waal en Neder-Betuwe, dat inhaereerden hun geadvifeerde omtrent de 30 per cent voor de Steden. D e Gecommitteerdens uit de Neder-Betuwe geproponeerd hebbende de infertie der afte hoorene Ontfangers Rekeningen ten Recesfe, en zulks bij de overige Leden zijnde gedeclineerd , hebben dezelve tegens de genomene refolutie geprotesteerd, en de overige Leden hun contra-protest gereferveerd. Waar meede het Quartier na refumtie is gefcheiden. Ter Ordonnantie van het zelve, JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN MAI en JUNÏI 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Jan Teeuwissen, Gerr.it Abraham Gejer. THIEL. Pieter ten Bosch, Carel Campagne , Jan van Leeuwen, Adrianus van Oosterhoudt, Cornelis Taaij. BOMMEL. augustinus geukama, warmold albertinus van der feltz, Hendrik Weijtingh. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Wouter Wouters, Willem Libotté. OVER-  over-betuwe. Jacob van den Bosch, Gradus Roes, Johannes Glover, Hendrik Aelbers. tusschen maas en waal. Aeldert Schouten, Jan Steenbrugge. neder-betuwe. Aalbert van Eldick, cornelis van WlJCK. t h I e l r e - w A e r d. Hendrik Murman. bommelre-waerd, met het schependom van bommel. Nicolaus Lange. Re-  25 en s6 Mai 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Mai en Junii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Woensdag den 25 Mai 1796. Sceden-Gezanten, en die van het platte Land fesfie genomen, en bij abfentie van den Burger Johannes Brands, Gecommitteerde uit de Neder-Betuwe, tot Directeur van 's Landfchaps zaaken benoemd hebbende den Burger Willem Doelman, Gecommitteerde wegens de Stad en Schependom van Nijmegen , zijn, na verleezinge van eenige Commisfien, de befoignes gereëntameerd. Donderdag den 26 Mai 1796'. "Verlezen de Requeste van de Waltfurfiers des Mederrijkfchen Waks,1 vertredende de plaats van Buurmeesteren aldaar, verzoekende voor de Opgezetenen des gemelden Waks remisfie van de verfchulde Quota in de confumtien over den jaare 2. Y 1794,  só Mai 1796. 1794, en diminutie van dezelve voor den jaare 1795 met 150 guldens. En hier op ingevolge appoinctement van den 20 Mai laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden de Requestranten qpr. ofwel de Ingezetenen aldaar, wegens de Middelen van •Confumptie, ingegaan 1° Julii 1794 en geëxfpireerd ultimo Junii 1795, te accorderen remisfie voor drie vierde gedeeltens, en in derzelver verder verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. Op Requeste van Buurmeesteren van Hien en Dodewaerd, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen af noch eene halve remisfie op de confumtive Middelen over den jaare 1794, en eene overziening van haare Quota over den jaare 1796. ' De Volks Vertegenwoordigers hebben na deliberatie goedgevonden in het eerfte lid van der Requestranten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen, renvoijerende dezelve ten opzichte van het tweede lid aan het Collegie van algemeen welzijn in Neder-Betuwe. 0P  z6 Mai 1796. Op Requeste van Hendrik van Kesfel , Pagter van het Veer over de Rivier de Waal voor Bommel, daar bij te kennen geevende, dat Requestrant meer dan zes duizend guldens wegens veergeld voor het overvaaren der Militie van den Lande, zedert het ingaan van zijnen pagt met 1 * Mai 1794, te vorderen hadde, welke fomme hij onder eerbiedige correctie vermeende, dat aan hem door het Quartier betaald wordende gemakkelijk zoude kunnen worden geliquideerd met hec Committé te Lande, even zoo als zulks voor heenen met den geweezen Raad van Staate hadt plaats gehad; verzoekende om de daar bij verder geallegeerdê redenen Ordonnantie van betaaling voor veerloon hem aankoomende van den Lande. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de Volksvertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden den Requestrant aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te verleenen de volgende voorfchriftelijke brief; Y 2 Vrij-  20 Mai 1796. Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers! De Pagter van het Veer over de Rivier de Waal voor de Stad Bommel Hendrik van Kesfel heeft zich bij Requeste aan ons geaddrefeerd om Ordonnantie van betaaling te erlangen voor het veergeld hem van den Lande competerende voor het overvaaren van de Militie zedert het ingaan van zijnen pagt met 19 Mai 1794 , bedragende meer dan zes duizend guldens, gelijk ULieden zal blijken uit deszelvs hier bij gevoegd copielijk Request, en verificatien daar toe fpecterende, waar toe wij ons gedragen. Wij hebben deszelvs verzoek allezins billijk, en van dien aart gevonden, dat wij ons verpligt achten voor denzelven te intervenieren, in vertrouwen , dat Gijlieden van de rechtmatigheid deezer vordering overtuigd zoodanige gepaste voorzieninge zult gelieven te doen, als Gijlieden meest gefchikt zult oordeelen, om den Requestrant wegens zijn rechtmatig achterwezen fchadeloos te Hellen; terwijl wij na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap Mee-  ü6 Mai 1796. Meede - Burgers! ULieden beveelen in Godes heilige befchermmge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering , gehouden op eenen Èxtraordinairen Landdag, den 26 Mai 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers de Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve Op ingekoomen Addres van den Burger Jac. de Roock en verdére Commisfarisfen tot den Ontfang van den 5often penning , houdende, dat den n deezes aangegeeven waren de goederen van het Sticht te Paderborn onder de directie van den Kellenaar te Putten op Veluwe, in Thielre-waerd onder het diftrict van hunnen Ontfangst gelegen, ter betalinge van de dubbelde Verponding, doch met declaratoir, dat hij Kellenaar, als In- en Opgezeten van Veluwe, niet mogt betaalen den 50^ penning, alzoo zulks bij Placaat van de Vertegenwoordigers des Quartiers van Veluwe verboden was, en dat hij daarom ook Y 3 ros-  26 Mai 1796. fustineerde, dat de goederen der Kellenarije in dit diftrict exempt zijn van betaalinge van eene dubbelde Verponding, verzoekende zij Commisfarisfen hier op refolutie. Waar op gedelibereerd, en daar bij in achting genomen zijnde, dat de Kellenaar te Putten alleenlijk is adminiftrateur der goederen van de Abtdije Jbdinkhof te Paderborn, aan welke de Bisfchop van Paderborn Meinwercus , zoon van Imedus, Graaf van Rediehem in Veluwe, en van Jdela, dogter van den Hamelandfchen of Zutphenfchen Graaf Wichman den II, Stichter deezer Abtdije, behalven meer andere ook deeze zijne goederen in Thielre- en Bommelre-waerden (of wel in Teijlerbant) gelegen, in de elfde eeuw (a) gefchonken heeft, en dat die goederen gevolglijk aan de Abtdije Jbdinkhof te Paderborn behooren, en niet aan den Kellenaar te Putten op Veluwe, die dezelve namens de Abtdije beftiert; en al op Veluwe te huis hoorende, dan nog de dubbelde Verponding onderhevig zijn; Is goedgevonden bij 's Quartiers refolutie van den 1 December 1795 te perfisteren, met auctorifatie op gemelde Commisfarisfen om dezelve ten aan- Qs'j V. Bondam Chartert, vrn Gelderland I Afdeelsng iladz 92, 98, 107, 110, 114, 123.  iG en 27 Mai 1796. aanzien van de dubbelde Verponding van voorfchreve goederen haare executie te doen gewinnen naar behooren. Zullende mitsdien hier van Extract aan gemelde Commisfarisfen worden ingezonden ten einde zich daar na te gedragen. Vrijdag den 27 Mai 1796. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van het Provinciaal Collegie, gefchreven alhier den 24 deezes, houdende ter voldoeninge aan's Landfchaps refolutie van den 22 April daar te voren derzelver confideratien en advijs op de Propofitie van de Gecommitteerdens der Stad cn Schependom van Nijmegen jj om het territoir en de oppervlakte of grond van den gewezen Burg benevens de twee daar op ftaande zoo genoemde Heidenfche Capellen, injoegen het zelve bij Refolutien van den 10 en 16 Februarii aan de Provincie is verbleven , over te neemen voor eene fomme van;tien duizend guldens, te betaalen in Obligatien in gelijke fommen ten laste van voorfchre' ve Stad, alzoo het recht van jurisdictie op het terrein van den Burg twijfelachtig en disputabel was geweest , de Stad Nijmegen , zoo wel als Y 4 hec  $.7 Mai 1796. het Rijk namens de Landfchap, daar van in posfesfie zijnde : En waar bij gemelde Provinciaal Collegie vermeent, dat die propofitie , vermits het territoir van den Burg thans van weinig nut voor de Provincie konde zijn, zoude kunnen worden geaccepteerd, wanneer door de Stad Nijmegen wierden gepasfeerd vier Obligatien ten behoeve van de Provincie, ieder ter fomme van ƒ2500-: : tegens eenen redelijken interest, binnen den tijd van vier jaaren afte losfen, en wel eene van die Obligatien met i°Mai 1797, continuerende daar meede jaarlijks, tot dat het geheele Capitaal zal zijn gerestitueerd .- En goedgevonden zijnde, zoo tot confervatie van de beide Fana of Capellcn in derzelver eerwaardige ftaat van Oudheid, als ter bekooming van de jurisdictie, voor zoo veel noodig, met de oppervlakte van den Burg tot genoegen en gebruik der Ingezetenen, zoo en invoegen het zelve aan de Provincie is verbleven Cb) enz., aan's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier zich met voorfchreve confideratien en geadvifeerde con- for- (J) Met de overblijfzels van Oudheden, die ontdekt mogtcn worden. Uit den hoek der muur ten Noorden is gebroken een Grafsteen, hoog 26, breed 19, en dik 10 duimen, met dit op- Lcnrift: L. COX-  ij Mai 1796. formeerde, zoodanig nochtans,.dat de eerfte terY 5 mijn l. cornélius l. r. pol. l i c i n i V s MVT. vet. ex leg xx. A N N. l x V H. S. e prIma con dat is Lucius Cornélius Licinins, zoon van Lucins Cornélius, befchreven in de Wijk of Tribus Polla te Rome, geboortig van Mntira oud Krijgsman van de xxfic Keurbende, gcflorven in liet 66fe jaar zijns levens, legt hier. Zijne Huisvrouw Prima heeft ter zijner gedachtenisje d't Grafteken opgericht. Het Gedacht der CORNELII was een der aanzienlijkde, edelfte en oudfte deiRoineinfche PetricU, die wegens hunne verdiensten de hoogste waardigheden en eerampten te Rome hebben bekleed : En de LIC1N1I onder de beroemdfte Gefl.ichten der Pkbcji. Lucius Cornélius Licinius, op deezen Steen vermeld, fchijnt dus uit die Gedachten gefproten te zijn geweest. Een Gedenkfteen van L. CORNELIaS L. F. SVLLA vindt men te Rome; van A. KOPNHAIOC A. TIOC, te Ponte Coivo, en van C. CORNEL1VS C. F. POL. Krijgsman der xiih Keurbende , meede uit de Wijk Pollia, te Maints, bij Gnnerus in infeript antiq, pag. cccxcvm. n. 5. cccxxvi. ». 4. xlix. n. i. Dxxxvni. n. 4. Hij was geboortig uit Mutina, nu Modena. Uit welke Stad veelen tot de Tribus VOLüa behoorden, pag. dxx. 1. Dxxxin.7. Na de gewoonte der Romeinen, ten tijde van Augustus, wierden op de Grafdeenen gedeld de voorhaam, toe-naam en bij-naam van den Overleden; des Vaders voor-  27 Mai 1796. mijn van aflosfinge behoorde te worden bepaald op Mai 1798 en de interest tot 3 per cent. v Heb- voor-rmm ; de naam der RbmeSifchèWijfc, in welke de Overleden was befchreven geweest; de Geboorte-plaats , voorts de jaaren van den Krijgsdienst, en des levens enz. IJij was een YETeranas, van eenen meer dan twintigjaarigen Krijgsdienst, onder de xxfte legioen. Agt Legioenen waren langs den linker oever des Rhijns geplaatst tegens de invallen der Over Rhijnfche Volkeren. Her oppergezach over dezelve hadt Augustus gegeeven aan Drufits O mankus, Zoon van den heruchten Claudius Drufus, des Keilers overleden Stiefzoon, in liet jaar na de bouwin" van Rome 763, het iode na de jaartelling der Christenen. Vier van deeze Legioenen, de nde, de xuide, de xnn de en de xvule, onder bevel van C. Süius, waien in Opper-Germ'anien langs den linker Rhijn oever gelegerd: in Neder-Germanieta tot in het Eiland der Batavieren hadt A. Caecina het bevel over de ilte, vde , xxlle en xxifte. Ieder Legioen beftond, voltallig zijnde, uit zes duizend Man. Een gedeelte der xxlle met de VETeranen, onder welkeL. Cornélius Ltcinius, was in de Legerplaats alhier, en ftieff in het öfifte jaar zijns levens. Tacitus Anmd. l i. \ cep. 31. Duo apud ripam Kheni e.xercitus trant: citi nomen fuperiori, fub C. Sil.o legatoinferiorem A. Caecina curabat. Reghnen fummae rei penes Germanieum. Citcx:.. 8. DCCCXCI. 12. MCXXII. 12. .. •-, . \ j In vroegere tijden zijn uit de muuren van deezen Burg gebroken, en op het Raadhuis geplaatst Graffteenen, van C. Jntiu's Puilens, Krijgs-Overlle der xde Legioen, welke Legioen in het jaar 823 na de bouwing van Rome, het 7olle na de jaartelling der Christenen, in den oorlog tusfchen de Batavieren onderv Claudius Civilis en de Romeinen, uit Hispanien gekomen, en hier gelegerd is geweest; van Jullus Juuius, Zoon van JuUas Ptidens, meede onder de tiende Keurbende, van Sextllïï.s Felix, van Domitia Allina, enz. welkers Op fclirifte-n niet de uitleggingen zijn meede gedeeld door den Burger Joh. in de Betouw de Monumeniis fipulcralilus hiilitum Legionïs x Ceminae ad ■ Noviomrgum eonditutim, pag. -,--<■)• 20--2.",. en in de Opfihrifïer. op altaren t;> G.Jetikjleei.ex bladz. 2--15. 39, 75-81. j -, j  %Z7 en 28 Mai 1796* fub dato 15 September 1795, en de Gecommitteerdens der Stad en Schependom, dat daar tegens insgelijks waren inhaererende 't geen ten opzichte van de jurisdictie over den grond van den Burg bij dat zelve gerecesfeerde was genoteerd geworden. H et voorftel van de Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel, fustinerende, dat de Stad Nijmegen ichuldig is den impost op de alienatien van deeze overneeming aan het Quartier te betaalen. Is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar omtrent te dienen van confideratien en advijs. Saturdag den 28 Mai 1796. De Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat geauctorifeerd waren in te Hemmen tot een intermediaer Beftuur, mits de refpective Leden verandwoordlijk bleven voor een Committé van Waakzaamheid, met aantekening hier van ten Recesfe. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat zij op gisteren het Gecombineerde Collegie bijwoonende, bij het uitbrengen van het advijs over de Misfive van de Na-  28 Mai 1796. Nationale Conventie, houdende inftantien ter betaaling van het aandeel in de gearrefteerde Petitie van 60 Millioenen, op nieuw hadden geurgeerd, dat de Commisfie tot revifie der gefubdivideerde Provinciale Quota in werking mogte worden gefield, doch dat hun tot de grootfte furprife was te vooren gekomen, dat de Landelijke refolutie daaromtrent genomen aan de refpective Cameren van Financie, tot noch toe, niet was ingezonden: Dat zij Gedeputeerden ten vollen verzekerd zijnde van het onvermogen des Quartiers om te kunnen voldoen het aandeel in de 60 Millioenen, vermeend hadden te moeten declareren, dat het Quartier genegen was daar toe het haare meede te praefteren, wanneer eene Provinciale geldheffing tot dat einde plaats hadde ; doch dat, vermits de twee andere Quartieren daar toe geene de mmfte inclinatie betoonden, en concludeerden aan de Landfchap te advijferen eene Misfive aan de Nationale Vergadering te laten afgaan, om te wor* den geinformeerd, tot welke eindens de penningen zouden worden geemploijeerd, zij hec van hunne onvermijdelijke pligt hadden geoordeeld tegens die genomene conclufie te protesteren met referve van aantekeninge tegens dezelve. Dat zij Gedeputeerden, als uitvoerders van de wil  28 Mai 1796. wil des Quartiers, vermeenden dit ter kennisfe van de Volksvertegenwoordigers te moeten brengen , en teffens in bedenkinge te geeven, of niet, onder inhaefie van voorige declaratien, omtrent dit poinct eene fetieufe refolutie behoorde genomen te worden. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel 's Quartiers grootfte furprife voor te dragen, dat de landelijke refolutie van den 19 Februarii laatstleden aan de Gedeputeerden der refpective Quartieren, tot noch toe, niet was meedegedeeld, en te infteren, dat door den Secretaris in loco daar aan ten fpoedigften werde voldaan, ten einde de benoemde Commisfie tot revifie der gefubdivideerde Quota, hoe eerder zoo beter, in werkinge gebragt worde: De Gecommitteerdens van Bommel, en van Thielre- en Bommelre-waerden hebben verzocht aantekeninge ten Recesfe, dat hunne Committenten volvaardig waren om tot de praeftatie der furnisfementen op de geconfenteerde petitiën, en meede op die, welke door de Nationale Vergadering waren bepaald , te concurreren, al was het, dat in deeze tot extraordinaire geldheffingcn mogte worden verftaan , zoodanig echter, dat dezelve Provincialijk gefchieden; willende niet verand-  •8 Mai 1796. antopordelijk zijn voor de nadeelige gevolgen, die uit vertragingen van het daar nellen van Fondfen tot het praefteren der vereifchte furnisfementen, die zekerlijk nu geen uitftel dulden, zullen moeten proflueren. Voorts hebben de Gecommitteerdens van Thiel, op fpeciale last van hunne Committenten, doen aantekenen, dat met alle kracht hadden geinfteerd, dat er eenige Provinciale goederen mogen worden verkocht, en wel zulke, die daar toe het gefchikst zouden kunnen geoordeeld worden, en aan de Provincie niet meer dan 2, of opzijn hoogst 3 pet. opbrengen; of bij welke, door het betaalen der Renrmeefters en andere onkosten, noch geld moet worden bijgelegd: Vermeenende zij Gecommitteerdens, dat bij de conditiën van verkooping zoude kunnen worden bepaald, dat de helft der Koopspenningen zoude blijven gehijpothequeert tegens interesfe van 4 pet, afteleggen binnen eenen geftelden termijn; in welk geval de Provincie van de helfte, zonder dat daar toe onkosten zouden noodig zijn, of Rentmeesters zouden behoeven gebruikt te worden, meer voordeel zoude genieten, dan nu van het geheel, en de Casfa aanmerkelijk, en zonder bezwaar der Ingezetenen geftijft worden: Dat zulke verkooping van Domeinen- goe-  28 Mai 1796. goederen al eens niet reusferende, men tot eene extraordinaire geldheffing, die Provinciaal behoorde te wezen, zoude kunnen overgaan, en dat zij Gecommitteerdens niet willen verandwoordlijkzijn voor de kwade gevolgen, die uit verdere trainisfementen zouden kunnen voortvloeijen, of voor de executie, welke door de Nationale Vergadering, volgens het Reglement voor dezelve, mag worden ondernomen, latende zulks alles over ter verandwoording van die geenen, welke of in hec geheel in geene extraordinaire Provinciale geldheffing, ofte in eene gedeeltelijke verkooping der Domeinen goederen, hebben willen concurreren. En hebben'de Gecommitteerdens van de Stad en Schependom van Nijmegen meede doen infereren, dat zij gereed zijn toe te treden, dat bij de twee anderen Quartieren werde geinfleerd tot het doen van eene algemeene extraordinaire geldheffing over de geheele Provincie, re Horten in de Provinciale cas, om daar uit, zonder de Quarrierlijke Quotas in acht te neemen, te betaalen de Provinciale Quota in de 60 Millioenen, zoo verre deeze op te brengene penningen zullen {trekken; En tot verkoop van eenige Provinciale goederen, verklarende meede onverandwoordlijk te willen zijn voor het nadeelige, 't welk moet pro- flue-  a8 en 30 Mai 1796. - flueren uit het dralen van uit te vinden de noodige Fondfen tot verval van de onvermijdelijke lasten, 1 in welke het Quartier gehouden is, en die tot redding en behoud van het Vaderland worden vereifcht. Maandag den 30 Mai 1796. Verlezen de Requeste van Buurmeesteren van den Dorpe Hedel', zoo voor zich zeiven, als in naame van alle de Inwooneren van het zelve Dorp, houdende, dat Requestranten in den afgeloopen jaare 1795, en in dit jaar 1796 aan de Volks Vertegenwoordigers hebbende opengelegd de. ongelukkige omftandigheden, waar in het Dorp Hedel door de rampen des oorlogs was gebragt, en waar in het verre boven andere Dorpen geleden hadde, hadden vermeend te mogen verzoeken ontheffing van den opbreng van den 5oUei1 penning, en dat zij, geen dispofitie daar op verneemende, zich hadden voorgefteld, dat hun verzoek was geaccor' deerd geworden. Dat het dezelve overzulks niet dan alleronverwagtst en zeer ontzettende wasvoorgekoomen door den Fiscaal deezes Quartiers te worden gefommeerd wegens de non voldoening van gemelde 5oftcn penning tot betsaling der geb. Z ii\r  t 30 Mai 1796. incurreerde boete van een honderd goudguldens; cn dat Requestranten dus verneemende, dat derzelver verzoek niet was geaccordeerd, alstoen alles in het werk gefield hadden, wat mogelijk was, zelvs met behulp van anderen, om elks verfchulde in gemelde 5often penning te voldoen, zoo wel wegens den eerften als den tweeden termijn, blijkelijk uit de verklaringen van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50^1 penning over Bommelre-waerd bij den Requeste gevoegd, verzoekende om die en andere redenen, dat de Requestranten , of wel de Inwooneren van het Dorp Hedel , van voorfchreve geïncurreerde boete ontheven, en daar van de noodige aanfchrijving aan den Fiscaal deezes Quartiers gedaan moge worden ; De Volks vertegenwoordigers hebben na voorgaande deliberatie uit zonderlinge confideratien der oorlogsrampen, den voorfchreven Dorpe van Hedel wegens deszelvs fituatie over Creveceur boven andere overgekomen, de Requestranten profe et qq. van de geïncurreerde boetens refpectivelijk ontheven, gelijk- daar van ontheven worden bij deezen; Zullende mitsdien hier van Extract aan des Fiscaal deezes Quartiers worden meedegedeeld om te verftrekken tot naricht, en zich daar na te gedragen. Het  3 Wachten van dien gelegd te Nijmegen, te Arnhem en te Zift*  4 Junii 1796. derd jaaren, als een eigendommelijk goed, door de Stad bezeten, onlosbaar is. De Zutphen, en vervolgens, na dat het Tolhuis was gcrecouvree d, wederom te Lobede; En hier van is de groote Gelderfche (.) Tol met die van Lobede dezélvde. In den jaare 1479 heeft Vrouw Catharinn van Gelre deezen Tol van Lobcde overgebragt na Nijmegen, Wageuingen, en Doesburg; en naderhand heeft Hertog Carel van Egruond dien van Wapeningen te Arnhem, en dien van den Ysfel van Doesburg na Tsfitpóri verplaatst, de Wacht van de Waal te Nijmegen hebbende gelaten. En alzoo is het van de tijden van Hertog Carel van Egmond, en van Keifer Carel den V, dewelke nochtans voor eenen korten tijd de Wacht van Ysfeloort na Docslurg heeft verlegd gehad, tot op heden verbleven; uitgenomen, dat in den jaare 1585, wanneer Nijmegen aan de Spaanfehe zijde was overgegaan, de Wacht van Nijmegen voor zekeren tijd op V Gravenwaerd is gelegd geworden : Zijnde de reden, waarom de goederen te Nijmegen ingeladen, en na boven getransporteerd wordende, op deezen Tol moeten verrold worden, daar de goederen na beneden wordende gevoerd, in den Tol niet worden aangeflagen, te zoeken in de vroegfle tijden der eerfte plaatziug van de Wacht der Waal aan het Oijfche water, doch waar van men het (braecife moment niet weet. Uit andere oude Charters is meede bewijslijk, dat de Landfchaps Tollen te Thiel en ie Bonimei, insgelijks uit den boezem der CO De CleeTche Tol, te Lobede geheven, is verfplit, en gelegd op vier plaatzcn, te Emmerik, Rees en Orfoij, zijnde het vierde gedeelte aan het Tolhuis teLobeth verbleven, welke tol geduurende de verpanding aan -de Provincie van Holland te Hchcnkenfchans wierdt gecollecteerd. Cat/mrina van Cleef,  4 Junii 1796. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen , Over-Betuwe en Maas en Waal hebben verzocht der Keiferen gelproten, ieder op zich zeiven beftaan, en niets gemeen hebben met den grooten Gelderfchen Tol, 't geen blijken kan daar uit, dat zedert den jaare 1573 tot d?n laatften Januarii 1578, wanneer de Wacht van den grooten Gelderfchen Tol te Nijmegen gelegd was, ook daarenboven de Tollen, zoo van Thiel als Bommel, te Nijmegen gepercipieerd wierden, bij gelegenheid, dat Bommel zich aan de Provincie kwam te onttrekken, en hec te Thiel zoo onveilig was, dat de Tollenaar aldaar op den ftroom door de Vijanden was opgcligt: Ook daar uit, dat de geene, die vrijheid hebben op den grooten Gelderfchen Tol, uit hoofde van die vrijheid nochtans geen vrijheid op des Landfchaps Tollen te Thiel e;i te Bommel mogen genieten. De Tpl, bekend ouicr den naam van den Meursfehen Pandtol, welke ten tijde van Hertog Eduard te Thiel fchijnt gelegd te zijn, is van de Graven vanEgmond, aan welken deeze Pandfchap door huwelijk met eene Dogter des Grave van Meuts was gekomen, ren prolijte van de Landfchap ingelost: Ert de Anhpltfche Pandtol, te Arnhem op den Neder-Rhijn ert Ysfelltroom gecollecteerd wordende , is in oude tijden van den groolen Gefdfrfehen Tol a,%edeeld geweest, en van de Hertogen ... van Cleef, Gemaalinne van Arnold van Egmond, Hertog van Gelre, hadt den eigendom deezer Tollen bekomen, en na het overlijden van den zelvcu heeft Hertog Carel van Pjurgundien, die het Furltendom Gelre en Graaffchap Zutphen hadt geoccupeert, de Tol van Lobede wedeT9n> aan den Fursc Jan van Cleve 'overgageevcn. a. A a  4 Junii 1796. zocht aantekening, dat verwagt hadden, dat door het Quartier op de laatst gehoudene Vergadering bin- van Gelre ecrstgekoinen op de Graven van Egtnoud, en naderhand aan de Flirtten van Sahns, Heeren van Anholt. Maar de Stads Rijkstol, te Nijmegen wordende geheven, is van alle deeze Tollen onderfcheiden en independent. Deeze is volgens een Charter van den 27 Maart 779 een eigendommelijk elTect geweest van Pipinus, Jute telli, of op eenige andere wijze bij Carolus Martellus verkregen, vervolgens een eigendom van Carolus Magnus en opgevolgde Frankische Koningen; daar na toeftendig aan de Duitfche Keiferen en het Rijk. Keifer Henrik de III heeft in den jaare 1047 denzelven als een leen, of feudürh Caftro imperiali annexum, uitgegecvcn aan Diderik den II, Grave van Cleef, welk leen in het jaar 1182 vervallen is verklaard, en bij vonnis van de Rijks-Vorften aan het Rijk toeërkend. In dè verdeeldheden der Rijks vortten over de verkiezing va .1 tenen Keifer in den jaare 1197 heeft//««HA-, Hertog van Lotharingen, van den verkoozen Roomfch-Komng' Otto van Saxen den Rijkstol in pandfchap gekregen, welke de Rbomfch-Koning Philips van Zwaben in het jaar 1204 wederom heeft gelost, en aan het Rijk gebragt; zijnde vervolgensin het jaar 124^ onder dé generale Verpanding van liet Castrum Nbviomagium cum- ontni domtnïo door • WiüIem Roomfch-Koning aan Olto den III, Giave van Gelre, begrepen geweest. In den jaare 1425 heeft Hertog Arnold, welkers inkomtten zoo. zeer verminderd waren, dat hij zich, .genoodzaakt vondt fchier alle zijne Sloten en Heerlijkheden te verpanden, van de Stad Nijmegen zwaare fommen gelds opgenomen, onder verband van zijn ïecht tot den Rijkfchen Tol, en Hertog Carel van Egrnond zich meede diep in fchulden gedoken, en eene meenigte van zijne dominiale Gerechtigheden verpand hebbende, heelt  4 Junii 1796. binnen Nijmegen den 20 Mai 1796 zoude zijn ge? treden in de zoo billijke propofitiè van hun Ge? committeerdens, om in het vervolg niet alleen geene tractementen en fupplementtractementen van en aan Predikanten van den Gereformeerden Godsdienst bij praedominance buiten die der Room? ichen te voldoen, noch ook deswegens Ordonnantiën te verleenen; maar ook niet voor, en aan Costers, Sijnodale en Clasficale Vergaderingen, fubfidie aan de Gelderfche Academie, en alle verA a 2 4p- in don j»are 1498 het recht, bij hem doenmaals in pandfchar) wordende bezeten, aan de Rijksltad, en het Hoofddeel der generale Verpanding, in nadere pandfebap overgegceven, na welke tijd de Stad h.et rendement van den Rijkstol tusfchen alle andere Stads inkomilen, alnu drie honderd jaaren agter den anderen onafgebroken, heelt genoten, en daar over, als over een cigendommelijk effect ten diverfen refpecteii van tijd tot tijd gedisponeerd: wordende in geene der Stads Rekeningen van den jaaie 1560, en volgende, iets van eene nieuwe Pandverfchrijvinge van Koning Philips van den voorfchreven jaare 1560, of van eene verhooginge van de Pandfchap, of van eene continuatie van dezelve, tegens overgifte van Contra- oE Reversbrieven enz. gevonden ; zoo dat het zeer waarfchijnlijk is, dat de Acte daar van op den naam van Koning Philippus den H, als Hertog van Gelre en Graaf van Zutphen, ontworpen , bij den Koning zelvs nooit zal zijn jjetekend, of geratificeerd geweest, en de geconcipieerde Revers-brief meede onr getekend gebleven. De Koning vertrok uit deeze Landen na Spanje in de maand Augustus 1559, zonder in dezelve ooit te zijn gerevmeerd. • , De  4 Junii 1796. dere van dien aart, voor zoo verre maareenigzin? ftrijdende zijn tegens de gronden van Vrijheid en Gelijkheid; dog, daar zij Gecommitteerdens hebben moeten ondervinden, dat de conclufie alleen gevallen is, ,, dat binnen drie maanden een Plan „ door de Gedeputeerden ter Financie zoude moe„ ten worden gemaakt en overgegeeven, om, na „ examinatie, omtrent de tractementen en fup„ plementrtractementen te disponeren, als zoude „ bevonden worden te behooren, zonder van het verDe zwaare troubles ontftonden met het begin van het jaar 1560. De Cardinaal van Granvellc, aan wien de Koning in het ftuk van den Godsdienst het oor leende, kwam in deeze Landen te rug. DeBulle, bij PausPAums de IV gcanesteerd, en bijzijn Opvolger pius den IV geaggreëerd , tot oprichting van nieuwe Bisdommen witrd met toeftemming van den Koning alommc in het Land gepromulgeerd; de nieuwe Bisfchoppen in hunne Bisdommen werkelijk geïntroduceerd; de fcherpe Placaten tegens dien van den Protestantichen Godsdienst, bij Carel den V ge1 concipieerd, aiomine ter executie gelsgd 5 de heilige Inquifitie was voor handen, en door het een en ander in het Land alle? in volle vei warring, z-oudanig, dat in dien tijd weinig op den •Kijifchtn Tol gedagt zal zijn geweest. Te minder, daar, de pandfchap van den Stads Rijkfchen Tol eene nadere verpanding zijnde van een gedeelre eener pandfchap, wanneer over den aart en eigenlchap van die gedeeltelijke nadere verpanding eenige bedenking was getfallen, alsdan al het geene rechtens was bevonden omtrent de tweede verpanding, ook rechtens zoude moeten zijn omtrent de eerde verpanding, welke eerfte verpanding na de Rijkswetten van de dertiende, veertiende en vijftiende eeuwen niet losbaar was.  4 Junii 1796. verder geproponeerde mentie te maaken, zij Gecommitteerdens overzulks Wel expresfelijk hebben geprotesteerd, en aantekeninge verzogt, dat zij geenzins confenteerden in het verpagten van de Middelen van confumtie, Bezaaij en Hoorngeld enz. voor en aleer tot hunne zoo duidelijk met de Vrijheid ftrookende propofitie zoude zijn gerefolveerd; declarerende derhalven bij deezen in naame en uit fpciale last van hunne Committenten, dat zij fustineren, dat bij geene mogelijkheid met eene meerderheid kan worden geconcludeerd tot poincten, welke derzelver meede Geinteresfeerdens tot bezwaar en verdrukking in deeze tijd zijn {trekkende. Dat om die reden hunne Ampten en Diftricten inmiddels geene verdere betaaling van 's Quartiers imposten zullen doen, dan derzelver Quota in het zuiver montant, dat in 's Quartiers Casfe wordt geftort, onder verdere referve van daar van eene evenredige Quota voor hunne Ampten te willen genieten, zoo als de Steden uit gemelde imposten, en uit die op het Monopolium en Tabak koomen te profiteren. De Gecommitteerdens van Bommel hebben ten fine van infertie overgegeeven het navolgende: Aa 3 Ge-  4 junii 1796*. „ Gelijkheid, Vrijheid, Broederfchap. „D e Gecommitteerdens der Stad ZBoemel ver„ zogt hebbende Copie van Zodanige contra-aantekening, als door Gecommitteerdens van de Steden Nijmegen en Thiel, mitsgaders van 't „ Rijk, Over-Betuwe, Maas en Waal, en Ne„ der-Betuwe, tegen een door hun op den 14 ,, April gedaan protest, ten Quartiers Recesfe is j, gedaan infereren; ten einde de valfche gronden „ bij gem: contra-aantekening aangeroerd omver „ te werpen, doen thans de navolgende aanmer>,, kingen op dezelve den tegenwoordigen Recesfe „ infereren. „ Vooraf moeten zij aanmerken , dat niets min„ der hunne intentie geweest is, dan om de ban,, dén van eenigheid tusfchen de Leden van dit „ Quartier te luxeren; en zij dus niet kunnen be„ grijpen, dat hun protest" onbegaanbaar zoude „ zijn met de vriendelijke intelligentie tusfchen „ dezelve ; daar zij het als een van de voornaam„ ftc vruchten der vrijheid befchouwen , dat ieder 5, zonder vrees voor vervolging, haat of partij„ fchap, zijne gevoelens vrij en rondborstig (mits )} behoudens alle behoorlijk eguards voor anders ?, den-  4 J*un" l79&' denkenden) mag uiten ; en zij niet kunnen zien " dat zij iu hun protest zulke uitdrukkingen gebe" zigd hebben, welke (zoo zij althans wel be" «epen en uitgelegd worden) zouden ftrekken totlaefie van de disfentierende Leden, of-aan- 1 leiding geven tot verwijdering tusfchen hun en dezelve. " , Wel is waar, dat zij Gecommitteerden de 'genomene Conclufie genoemd hebben contradictoir en de Rechten van den Mensch en Burger „ violeerende. „ En dat hebben zij gemeend met recht te kunnen doen : immers daar in voorl: jaare hetMo" nopolium afgefchaft is, om dat het niet beftaan- 2 baar was met de Rechten van den Mensch en Burv ger, en daar meede thans beftatinbaar verklaard " is, 'zoo is dit baarblijkelijk contradictoir, en dus " moet een van de beide conclufien valsch en „ ongerijmt zijn. t „ En daar het Monopolium (zoo als zij Ce„ 'committeerdens ftraks nader zullen deduceren) £ weldegelijk onbeftaanbaar is met de Rechten van den Mensch en Burger, zoo is het weder „ invoeren van het*zelve notoir eene inbreuk op en violatie van deeze Rechten. En deeze con„ cluOe is daar en boven roekeloos, daar zij deteA a 4 gens-  4 Junii 1796. j, genswoórdige orde van zaaken in gevaar brengt, i, van niet alleen bij deszelvs Aanhangers in dis„ credit te geraken , maar dezelve ook bij anders „ denkende befpottelijk maakt; daar men nu reeds *, van grondftellingen afwijkt, die men vooreen „ jaar pas als onveranderlijk den Volke voorpre„ dikte, en zich dus wel degelijk voor de gan)y fche Natie proflitueert. „ En wat betreft, dat dezelve ilrijdig zij met den Eed door de Repraefentanten gedaan, hier meede „ hebben Gecommitteerdens geenzins bedoeld, de „ disfentierende Leden te willen befchuldigen, als M tegen hunnen Eed en pligt gehandeld te hebben. „ Dit «ij verre. Zij hebben alleen voor hun zeiven „ begrepen, dat dit niet ftrookte met de verplig„ ting die op hun lag, om de Rechten van den „ Mensch en Burger te maintineren, en daarom „ zulks uitdrukkelijk in hun protest gezegd.- maar „ laaten voor het overige de interpretatie van dien „ Eed aan ieders gewisfe over; terwijl zij ver„ trouwen, dat de disfentierende Leden met de „ beste oogmerken tot dit befluit geconcurreerd „ hebben; doch tevens niet kunnen nalaten aan „ te merken dat ook zij in deezen geenzins hunne » particuliere belangens, maar die van de Burge„ rij welke zij vertegenwoordigen, hebben be» hartigd. „ En  4 Junii 1796. „ En hier meede vermeenende genoeg gezegd „ te hebben, om de disfentierende Leden te doen „ zien, dat Zijl: even zeer, als de overige Ge„ committeerdens, genegen zijn om de vriende,, lijke intelligentie tusfchen de Leden van dit „ Quartier te conferveren, £n alles toe te brengen „ wat in hun vermogen is , om te verhinderen, dat die banden ten groten nadele van 's Quar„ tiers belangens niet worden geluxeerd, gaan zij thans over tot wederlegging der in de con„ tra-aantekening aangevoerde gronden. ,, Gecommitteerdens van ZBoemel zijn het vol„ komen eens, met de disfentierende Leden , „ dat de geproclameerde Rechten van denMenfch ^ alleenlijk bedoelen, den Menfch te doen genie„ ten die rechten , welke hem als Burger in de ,, Maatfchappije toebehooren, en die daar meede be„ ft aanhaar zijn: en het is daarom, dat zij zich „ ten fterkften tegen de weder invoering van het „ Monopolium, als ftrijdig met de Rechten van „ den Mensch en Burger, (dat is Menfch in Maat„ fchappij) verzet hebben. „ Even zeer zijn zij overtuigd, dat tot confis„ tentie en fubfistentie van eene Maatfchappije, „ Finantien noodig zijn, en dat tot vérkrijging „ van dezelve zoodanige bekwame middelen moeAa 5 ten  4 junii 1796. „ ten worden in 't werk gefield, welke de Be„ flierders der Maatfchappij, dienflig oordeelen, en het oogmerk van de Maatfchappij vordert, „ mits dezelve niet Jlrijden tegen de grondregelen „ dier Maatfchappij. ,, Dan wie zijn het, die deeze fchattingen op„ brengen ? immers ieder Burger brengt daar toe ,, het zijne bij. Maar zal hij in ftaat zijn, om, „ behalven voor het onderhoud van zijn huisge„ zin, ook voor de behoeften van den ftaat te „ zorgen, zoo moeten hem daar toe de middelen „ en wegen vrij gelaten worden; en geen middel „ waar door hij op eene eerlijke wijze zijn brood kan winnen, en't geen hij begrijpt met fucces „ te kunnen bij der hand neemen, kan hem, zon„ der hem en zijn Recht als Burger te benadee„ len, geweigerd of ontnomen worden. Daar nu „ het verkopen van gebrande Wijnen en gediftil„ leerde Wateren, even als dat van alle andere „ waaren, eene zaak is, daar elk Burger in de „ Maatfchappij een gelijk recht toe heeft, zoo volgt „ hieruit natuurlijk, dat de Beftierders derMaat„ fchappij onder geenerlei voorwendzel dat Recht mogen verkoopen aan een enkel perfoon : en „ dus het voordeel, dat anders onder veelen ver„ deeld wierdt, aan ebn enkel Menfch te bezor„ gen. „ Want  4 Junii 1796, „ Want laaten wij ons niet bedriegen; het is „ niet de meerder fecuriteit tegen fmokkelarijen, „ maar dc bij komende winst op de te verkopene „ dranken, die den pachter van het Monopoli„ urn, hec zelve zooveel hooger doen aanflaan; „ en wanneer wij het dus wel befchouwen, zijn „ het Quartier en de pachter eigenlijk compag„ nons, die de winst met eikanderen deelen. En ,, daar de disfentierende Leden zelve erkennen, „ dat, „ Monopoliën in onbehoorlijke contracten, bij Kooplieden , Ambachtslieden, Steden, Ge„„ meentens en Collegien gemaakt, ten achterdeel „„ van andere Kooplieden en Ambachtslieden als „„ praejudicabel aan de vrijheid van negotie en wel,„, vaart, ftrijdig 'zijn tegen de Rechten van den „„ Menfch en Burger," zoo volgt daar uit van „ zelf het ongeoorloofde van zulk een contract, „ als thans bij de verpagting van het Monopo„ Hum gemaakt is. „ Dan zonderling is het dat, de disfentierende „ Leden zich zeiven in de eerstvolgende periode „ zoo vlak uit tegenfpreken. Want daar zij in de „ naastvoorgaande volmondig erkennen de onbe„ ftaanbaarheid van Monopoliën (dat is het uitfiui„ tend recht om deeze of geene waaren te ver„ kopen) met de Rechten van den Mensch en „ Burger, zoo beweeren zij aanftonds daar op dat  4 Junii 1796. >, de invoering van den impost op de gebrande ,1 Wijnen en gediftilleerde Wateren , bij wijze „ van Monopolium daar meede niet is u-rijdende, i, Waarlijk deeze redenering is fijn gefponnen ! „ Dan het zij ons tér wederlegging daar van ge» noeg, «aan te merken, dat niet de Collecte van y, den impost op de fterke dranken (want die te »» verpagten, is even zeer geoorloofd, als de Col„ lecte van den impost op de Wijnen etc:) maar „ het daar aan geannexeerd uitfluitend voorrecht „ om die dranken te mogen verkopen, het Mo„ nopolium uitmaakt, en dat zulk een uitfluitend „ voorrecht onbeftaanbaar is met de Rechten van „ den Mensch en Burger hebben de disfentierende Leden zelve geavoueerd. „ En dat het belang van de Maatfchappij zulks volftrekt vorderde, is iets dat Gecommittecrdens nog niet voor bewezen houden: Wel is „ waar, dat de tegenswoordige verpagting meer „ opgebragt heeft dan de voorige; dan daar zij „ met recht meenen te kunnen fustineren, dat de „ mindere opbrengst van den impost op de fterke „ dranken bij de verpagting van den jaare 1795 „ niet zoo zeer aan de affchafnng van het Monov„ polium, als wel aan de tijdsomftandigheden toe„ tefchrijven zij, zoo fchroomen zij ook niet, „ om  4 Junii 1796. „ om als zeker te ftellen, dat dezelve in 't ver„ volg, wanneer wij het geluk mogen hebben „ van den vreede van rondsomme bevestigd te „ zien, en dus rustiger tijden beleven, van tijd „ tot tijd zal monteren , en wel verre van op „ niets uitteloopen, wel dra weder tot zijne voo? „ rige hoogte koomen. „ En dat het Monopolium in den jaare 1683 uit hoofde van Financieel voordeel is inge„ voerd, ftrekt niet tot bewijs van deszelfs wet„ tigheid; terwijl uit het bijgevoegde blijkt, „ dat het Volk toen reeds te onvreede was over „ deszelvs invoering: dan onder den ijzerenfeep„ ter der Ariftocratie gebukt, heeft het zich dee,, ze nieuwigheid moeten laaten welgevallen; tot „ dat het eindelijk bij de jongfte omwenteling „ zijne vrijheid en rechten herkregen hebbende, „ zich openlijk hier tegen verklaarde, en deszelvs „ Vertegenwoordigers zelve , uit overtuiging van „ de onwettigheid, het zelve vervallen verklaarde. „ Het voorbeeld van de Romeinfche Republiek „ doet ook al meede niets af. Want eensdeels „ laaten Gecommitteerdens het aan de gefchied„ kundige bekwaamheden van den Steller der „ contra-aantekening over om te bewijzen, dat „ de Romeinfche Republiek de grootfte Voorftan- „ de-  4 Junii 1796. „ deresfe van de Rechten van den Mensch ge„ weest zij. (daar toch het fijstema van vrijheid, „ het geen de Romeinen zich vormden hemels„ breed verfchilt van het meer beredeneerd, en „ wijsgerig ftelfel, dat thans onder ons is aange„ nomen) en anderen deels, worden bij zommige „ Vorsten en Volkeren ob favorcm aerarii public i „ ook^srel tmlta Jingularia geïntroduceerd, die ,, het toch niet raadzaam zoude zijn hier in te „ voeren, en waar van hec onnoodig zal zijn „ voorbeelden bij te brengen. ,, Verder dat deeze Impost niet tot merkelijk „ bezwaar is van den gemeenen man (het welk „ niet waar is, daar de ondervinding]leert, dat de meeste fterke dranken door den zoogenaam,, den gemeenen man gebruikt worden) dat dezelve „ aan niemand zwaar kan vallen, dan die 'er over„ tollig gebruik van maakt, dat Pasfagiers, Vreem„ delingen, doortrekkende en guarnifoen hou„ dende Militairen daar in lasten, ftrekt ook nog „ al niet tot bewijs van de wettigheid van het „ Monopolium. „ En fchoön het waar is, dat de prijs niet van „ de willekeur van den Pachter afhangt, zoo is „ het toch eene op de ondervinding gegronde „ waarheid, dat wanneer twee of meer lieden, „ één  4 Junii 1796. „ één en dezelvde waaren verkoopen, men dan „ gelegenheid heeft, om die waaren beter koop „ te hebben, dan wanneer men bij éénen Koop„ man te markt moet gaan. „ De langere of kortere duur van de verpag,, ting beflist ook niets ten voordeele van dezel„ vè, daar een uitfluitend voorrecht voor 3 dagen „ even ongeoorloofd is als dat voor 3 jaaren : „ En wel is waar dat het ieder vrijftaat het Mo„ nopolium te pachten, of daar in te participeren ; „ maar hoe weinigen zijn 'er die daar toe gele„ genheid hebben; terwijl elk, die wel negotie in ,, fterke dranken zou willen of kunnen doen juist. „ niet in ftaat is om zulk eene pagt aanteflaan. „ En hoe krachteloos en van alle grond ont„ bloot is niet het argument, het welk, de dis. „ fentierende Leden ten voordeele van het Mono„ polium aanvoeren uit het ftilzwijgen van de „ proclamatie van de Rechten van den Mensch „ en Burger daaromtrent. Immers dezelve geeft „ alleen eenige vaste en onveranderlijke grondre„• gelen op, waar aan de Vertegenwoordigers des „ Volks alle hunne handelingen en befluiten moe„ ten toetzen. En in hoe verre het jongstgeno „ men befluit van de Quartiers Vergadering dee ,? zen toets kan doorftaan, meenen Gecommit- „ mit-  4 Junii 1706. mitteerdens klaar genoeg bewezen te hebben. „ Eindelijk voegen de disfentierende Leden nog „ 3 aanmerkingen 'er bij, om zoo mogelijk hun „ gevoelen te {laven. „ i°. Zeggen zij, „ zou men op gelijke gronden, „„ dat het tegen de Rechten van den Mensch ftrijdt, ,„, kunnen reclameren, dat geenerlei impofitien of „„ andere bezwaar en op goederen en koopmanfchap„„ pen zouden mogen worden gelegd-, waar door de „„ vrije handel van den Mensch altijd veel of wei' ,,„ nig wórdt gejiremd. " „ Dit is ten eenemaale ongegrond : Want zoo .„ dra die impoficien algemeen zijn, kan niemand „ zich daar door bezwaard rekenen, en elk die „ dezelve betaald, heeft volkomen recht, omzoo„ danige goederen te verkoopen; het geen het „ geval niet is met het Monopolium. a°. ,-,„ Dat de een niet zou mogen bezwaard wor„,, den boven den anderen." Dit ftemmcn Gecom,, mitteerdens volkomen toe, en zij zouden voor ,, hun, ook niet gaarne in eene belasting confenr „ teren, waar omtrent niet alle mogelijke gelijk^ „ heid in acht genomen was. 30. ,,„ Dat de een niet meer bezittingen zoude mo,,,, gen hebben dan de anderen, maar dat het vermo„„ gen onderling zoude moeten worden gecgalifeerd. „ In-  4 Junii 1796. „ Indien de Steller der Contra-aantekening „ {"echts met een oppervlakkig oog, de verklaa„ ring der Rechten van den Mensch en Burger „ had ingezien, zou hij daar in gevonden hebben, dat dezelve beftaan in Vrijheid, Gelijk„ heid, Veiligheid, en Tegenftand aan onder„ drukking; en dat die veiligheid beftaat, in „ de zekerheid van door anderen niet geiioord te „ zullen worden in hetuitoeffenen van zijne rech„ ten, noch in hec vreedzaam bezit van wettig „ verkregen eigendommen. Iemand dus van zijn „ wettig eigendom te willen beroven, zou on'„ derdrukking zijn, en hij zou het grootfte recht „ hebben om zich met geweld hier tegen te verzetten. En dit is de voornaamfte reden waai> „ om de menfehen zich in maatfchappije verëe„ nigd hebben; ten einde met behulp van hunne „ meedegenoten zich te befchermen tegen alle sreweld en aanvallen op hunne perfoonen of „ goederen: en waarom zij ook een gedeelte van „ hunne bezittingen vrijwillig aan de Maatfchap„ pij afftaan, om de overige gerust en veilig te „ kunnen genieten. „ Ten flotte fustineren Gecommitteerdens ais „ noch dat het argument ontleend uit de beroos. B b ving  4 Junii 1796. „ ving van de Hijpotheek voor de geldfchieters, ,, op erroneufe gronden fteunt; daar zij vasthou„ den, dat nier. denaam van Monopolium, maar „ de impost op de gebrande Wateren , de eigen,, lijke Hijpotheek is, welke aftefchaffen, in 't „ geheel niet bij hun in bedenking is gekomen ; „ zoo als in de Contra aantekening overal fchijnt „ veronderfteld te worden : Zij willen, de goede „ trouw van den Steller geenzins verdenken; „ maar merken niet te min aan dat zulk een indi„ recte veronderftelling zeer ligt in ftaat zou zijn ,, om mindoorzichtige Lieden in het denkbeeld „ te brengen, als of die van ZBoemel de gan„ fchelijke affchaffing van den Impost op de fter„ ke dranken beoogden, het welk ten eenenmaal ,, valsch is. En hoe de toeftemming van de „ Renthefferen hier in aanmerking kan koomen „ begrijpen Gecommitteerdens niet; veel eer zou „ dan derzelver toeftemming hebben moeten ge„ vraagd worden tot de uitftelling van de betaa„ ling der renten van de Capitalen op de Ver„ ponding genegotieerd. „ En hier meede meenen de Gecommitteerdens „ der Stad ZBoemel genoeg gezegd te hebben „ tot ftaving van hun gevoelen, en wederlegging „ der  4 Junii 1796. „ der in de Contra-aantekening aangevoerde „ gronden. „ Uit naam van Gecommitteerdens „ der Stad ZBoemel „ H. Weytingh. H et Request van de Burgers C. Taaij, A. van Eldik, en A. Geukama is bij de Gecommitteerde Leden overgenomen. Waar meede het Quartier na refumtie is gefcheiden. Ter ordonnantie van de provifionele Volks-Vertegenwoordigers. JOH. in de BETOUW. Bb 2   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN JUNII i796» HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. B b 3   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Johannes van Veerssen, Jan ' Teeuwissen. THIEL. Jan van Leeuwen, Carel Campagne. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Jan Carel Juta. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Willem Libotté, Wouter Wouters. OVER-BETUWE. Jacob van den Bosch, ïohannes GlOVER. , „ J Bb 4 NE-  TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, NEDER- BETUWE. CoRNELIS van WlJCK, Aalbert van Eldick, P.Z. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. BO MMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL, Nicolaus Lange. Re-  24 Junii 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Junii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 24 Junii 1796. De Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, na verleezing der Commisfien, hebbende goedgevonden de Landelijke zaaken wederom, als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, is tot Voorzitter deezer Vergadering en Directeur benoemd de Burger jan van Leeuwen, Lid van den Raad der Gemeente deiStad Thiel. "Verlezen de Requeste van den Burger M. de Bruijn, Ontfanger der gemeene Middelen over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen eene verlenging van noch twee maanden, na afloop van de prolongatie van twee maanden , bij 's Quartiers refolutie van den 20 Mai laatstleden tot de parate B b 5 exe-  24 Junii 1796. executie tegens gebrekige debiteuren aan het voorTchreve Comptoir reeds geaccordeerd. Waar op gedelibereerd zijnde is verftaan , dat in het gedaane verzoek niet kan worden getreden. De Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen hebben verzocht aantekening, dat tot het neemen van deeze Refolutie niet hebben geconcurceerd. H et Requesc van de Ingezetenen van Horsfen; van Buurmeesteren van Hedel ; van Schout en Buurmeesteren van Waardenburg en Neer-Ynen; van Buurmeesteren van Yzendoorn ; van Schout en Buurmeesteren van Op-Heusden; van W.C. H. van Randwijck; en van de Huisvrouw van Chr. de Haas, zijn gefteld in handen der Gedeputeerden ter Financie, ten einde dezelve te examineren, en daar op vervolgens refpective te dienen van confideratien en advijs. H et addres van den Burger D. Verweijde J. Z. benoemd tot Ontfanger der gemeene Middelen over het diftrict des Bommelfche Comptoirs, is bij de Gecommitteerdens van Thiel , Bommel, Maas en Waal, Thielre- en Bommelre-waerden overgenomen. Sa-  25 Junii 1796. Saturdag den 25 Junii 1796. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergadering voorgedragen; 1°. Dat wegens de Loten, welke uit de TontineLoterije ten behoeve van het Quartier verbleven zijn, en zich een getal van 355 koomen te bedragen, Lijven voor het Quartier moeten worden benoemd. 20. Dat voor de getrokkene prijzen boven de 500 guldens Obligatien op Los-Renten ten lasten deezes Quartiers moeten worden uitgegeeven, en op een der Comptoiren gerepartitieerd, 't geen zij Gedeputeerden vermeenen, dat op het Comptoir van het klein Zegel zoude kunnen gefchieden. 30. Dat het aan de Houders der Loten vrij gelaten zijnde om op te kunnen geeven, waar zij verkiezen hunne Tontine te ontfangen , te Nijmegen, of in den Hage, dus te Nijmegen iemand moest worden gequalificeerd, aanwien jaarlijks de Attestatien de -vitd worden overgegeeven, die daar na de uitrekening, en verdeeling, hoeveel aan ieder in dat jaar iscompeterende, zal maaken, en daar na de betaling  25 Junii 1796. Hng doen aan de geenen , die te Nijmegen verkoozen hebben de Tontine te ontfangen, voorts een Lijst overzenden aan een perzoon in 's Hage, na behooren gequalificeerd, om aldaar te kunnen betalen , welke Gequalificeerdens daar van na redelijkheid zullen moeten worden gefalarieerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden gemelde Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om hier omtrent, en het geen hun verder ten opzichte deezer TontineLoterije mogte voorkomen, zoodanig ten meesten dienste van het Quartier te handelen, als noodig zullen oordeelen; en wijders verftaan, dat tot de benoeming van perfoon of perfoonen , ten einde als bij artic. 3 vermeld, bij de eerstvolgende Vergadering zal getreden worden. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om ten aanzien der geligte fomme van 9497-10 : uit het Comptoir der gemeene Middelen te Thiel op ordre van den gewezen Burgemeester A. D. van Omphal, 's Quartiers refolutie van den 16 October 1795 ten fpoedigften te doen executeren naar behooren. • Op  25 Junii 1796. Op het ter Vergadering geproponeerde is goedgevonden, dat het gemunt en ongemunt goud en zilver, geprovenieerd uit den tweeden termijn der geforceerde Negotiatie onder het diftrict van de Stad en Schependom van Bommel, mitsgaders van Thielre- en Bommelre-waerden zal worden bezorgd ten Comptoire van den Ontfanger der Verpondinge Jac. de Roock, ten einde aldaar tot nadere ordre en voorzieninge der Gedeputeerden ter Financie te blijven gedeponeerd en bewaard : met auctorifatie op gemelde Gedeputeerden om daar van de vereifchte aanfchrijvinge aan voornoemden Ontfanger te doen. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Thiel, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om ter eerstvolgende Vergadering te voldoen aan's Quartiers refolutie van den 39 Mai laatstleden, offchoon alle de Berichten van Commisfarisfen tot den Ontfangst van den 5often penning aangaande de gedaane furnisfementen noch niet roogten wezen ingezonden. Op Requeste van Gerrit Arntz, woonende te Millingen; Is  25 Junii 1796. Is goedgevonden, dat het zelve, als vervat in disrefpectueufe en indecente termen, zonder dispofitie zal worden uitgegeeven. Op Requeste van een aantal Burgeren en Inwooneren der Stad Nijmegen, aan de Landfchap geaddresfeerd , houdende bezwaaren over eene Publicatie door den provifionelen Raad gedaan, waar bij zij op een zeker jaarlijks Wacht-of gevrijdegeld getaxeerd wierden, daar zij niet onwillig waren om de wapenen tot bewaaring der rust binnen Nijmegen, en, zoo de nood het vorderen mogte, ter befcherming van het Vaderland te aanvaarden, zonder eenige aarzeling bereid zijnde den Provincialen ftemgerechtigden Eed ten allen tijden, des gerequireerd, te praesteren : voorts bevattende klagten over eene nadere publicatie, waar bij zij gelast worden om binnen den tijd van vijf dagen alle Snaphaanen en Sabels op het Raadhuis te bezorgen, daar intusfchen die Vaderlandfche gevoelens , waar meede zij eenmaal doordrongen zijn geweest, en die hun waardig maakte om na de omwenteling de wapens te mogen dragen, alnog dezelvde waren, en zij niet fchroomden te verklaaren, dat het hun ten uiterften grievende zoude zijn, wanneer zij genoodzaakt raogten worden,  ~5 Junii l79&' den, om die wapenen , welke zij vrijwillig op hunne fchouders namen, na dezelve uit hunne eigene beurfen betaald te hebben, en die zij enkel en alleen ter bewaaring van de rust en befcherming der vrijheid hoopten te gebruiken, uit hunne handen te geeven , even als of zij Landverraaders en Verfloorders der goede rust waren; verzoekende vervolgens, vermits de provifionele Raad geen gehoor aan hunne gegronde klagten fcheen te willen verleenen, dat, bijaldien eene Schutterije binnen de Stad Nijmegen noodig mogte geoordeeld worden, volgens de Landelijke refolutie van den 4 November 1795 het recht van een ieder daar bij moge werde gerefpecteerd, en dat de Volks Vertegenwoordigers 's Landfchaps refolutie omtrent de affchaffing van de Stedelijke ftemgerechtigde Eeden genomen ook met betrekking tot Nijmegen zouden gelieven te maintineren: Bij het Quartier goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat dit Request behoorde te worden gefield in handen van den pro? vifionelen Raad van de Stad en Schependom van Nijmegen om daar op te dienen van Bericht, blijvende inmiddels alles in ftaat; Hebben de Gecommitteerdens der StadenSchependom van Nijmegen tegens deeze genomene conclufie geprotesteert. Het  25 Junii 1796. Het Request van eenige Geërfdens van de Dorpen Waardenburg en Neer-Ynen is gefield in handen van de Ampts-Vergadering van Thielre-waerd, mitsgaders van Parthije, om, refpective, daar op te dienen van Bericht. De Gecommitteerdens uit Over-Betuwe hebben ter Vergaderinge voorgedragen, met verzoek van infertie ten Recesfe, dat de dienden met karren, wagens en paarden tot een aanmerkelijk bezwaar der goede Ingezetenen, boven en behalven de zoo zeer drukkende inquartiering , bleven voortduuren, zonder dat tot hier toe bij de Ingezetenen daar voor eenige de minfte vergoeding wierdt ontfangen: Dat de Keuters of kleine Voerlieden noch niet in ftaat geweest zijnde zich wederom van karren en paarden te voorzien, en andere, die dezelve reeds hadden aangekogt, zich daar van uit hoofde van wanbetaling ontdoende, hier uit noodzaaklijk was volgende, dat de geene, welke hunne paarden tot den Landbouw moeten gebruiken, gehouden zijn alleenlijk de dienften te doen, het welk, boven en behalven het verlies, en de fchadc, die zij in het particulier daar door koomen te lijden, tot een niet te berekene nadeel voor de culture der landerijen, en dus  25 Junii 1796. dus ook notoir voor de geheele Maatfchappije, kwarh te verftrekken; infterende daarom, dat ten fpoedigften, en op de bestmogelijke wijze ten deezen voorzieninge moge gefchieden, het zij dat ieder Quartier in mindering van zijn Quota daar van betalinge koome te doen, het zij op zoodanige andere wijze, als het minst drukkendst voor de In- en Opgezetenen zal bevonden worden. Voorts dat de Neder-Betuwe, het welk op verre na niet in gelijkheid met Over-Betuwe door de rampen des oorlogs is geteisterd, benevens de gewezene Heerlijkheden, zoo in Over- als NederBetuwe , in het vervolg mag worden aangefchreven, om de noodige karren tot het doen derdienften voor de Armeé te leveren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te proponeren, of niet het Provinciaal Collegie behoorde te worden géauctorifeerd tot redres in het praesteren der dienften, meede door de gewezene Heerlijkheden, de noodige aanfchrijvinge aan de Ampten refpective te doen. Ontfangen eene Misfive van de Commisfie tot het ontwerpen eener Conftitutie voor het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 1 deert. Cc zes  25 Junii 1796". zes maands, verzoekende , om, zoo ras mogelijk, te mogen hebben eene opgave 1 °- van het montant der fchulden, zoo in Capitaal, als interesfe, waar meede dit Quartier is bezwaard: 29 welke belastingen, het zij reëele of perfonele, hetzij op de confumtive Middelen, of anderzins, onder welke benaaming zulks mogte zijn, in dit Quartier geheeven worden, met fpecificatie van dén aart, en bezwaar, de wijze en kosten van heffing, en het jaarlijks provenue van elke belasting; en 3? om te mogen werden geïnformeerd van de gronden van evenredigheid, waar op de heffing van elke belasting in dit Quartier gevestigd is, voor zoo verre zulks is bekend, of uit deretroacta ten tijde van derzelver introductie nagegaan kan worden ; 49 van den aart en het montant der overige Quartiers inkomften, het zij dezelve provenieren uit zoogenaamde Domein- of Conventuele goederen, of rechten, het zij uit andere revenuen van Posterijen, Loterijen, of bijzondere bezittingen, als anderzins, onder welke benaaming zulks ook mogte zijn, alles na een jaarlijkfche berekening; gelijk ook 5? eene fpecifique opgaaf van het geen tot'de huislasten van dit Quartier behoort, onder welke benaaming gemelde Commisfie voornamentlijk bedoelde, het geen tot onderhoud  '25 Junii 1796. houd en beveiliging van het Quartier en alle pu> blique werken daar toe ftrekkende, jaarlijks uit de cas van het Quartier geimpendeerd wordt. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Misfive te ftellen in handen van de Gede* puteerden ter Financie, ten einde de verzochte opgaave ten fpoedigften te vervaardigen. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie, gefchreven alhier den 11 deezes maands, tot bijlage hebbende eene copielijke Misfive van het Committé tot de zaaken van de Marine van den 7 daar bevorens, verzoekende op het ferieufte om , in voldoening der belofte, aan het zelve ten fpoedigften te willen doen toekomen de fomme van ƒ100000-:-: of zoo veel grooter fom, als de fituatie van 's Quartiers Financien zal permitteren, in mindering der Quote in de Petitiën van 10 en 5 Millioenen voor de Marine van den Staat. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan gemelde Provinciaal Collegie te laten afgaan de volgende refcriptie. C c 2 Vtfyp  25 Junii 1796. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. , Meede-Burgers! D e Gedeputeerden ter Financie hebben bij gelegenheid van onze tegenwoordige Vergadering voorgebragt ULieder Misfive van den 18 deezes maands , dienende tot andwoord op de hunne van den 14 daar bevorens, op het fubject van het verzochte furnisfement der resterende tachtig duizend guldens van de aan dit Quartier uit de Provinciale cas bij 's Landfchaps refolutie van den 4 Aug. '795 geaccordeerde twee tonnen gouds. Wij hebben bij examinatie bevonden , dat de voornaame inhoud van dien beftaat in een voorftel van de ongunstige omftandigheden , waar in zich de Dominiale cas deezer Provincie bevindt door de dagelijks vermeerderende uitgaven: Dan welke, hoe zeer ook daar meede gegraveerd zijnde, wij echter niet hebben kunnen nagaan tot die laagte te zijn vervallen, dat daar uit, voor dat het batig flot der Rekening van den gewezen Verwalter Landrentmeester G. Pronck zal ingekomen zijn, het vooraangetogene restant niet zoude kunnen worden gefurneerd. Intusfchen conveniëren wij met ULieder reflexie ,  25 Junii 1796. flexie, geobmoveerd ten reguarde der gefurneerde 15000 guldens tot betaling der Militie , en van I in 25000 guldens voor het in ftaat ftellen der Frontieren deezer Provincie, welke in conputatie zouden moeten koomen, en waar door aan het Quartier per faldo niet meer dan 56000 guldens zoude competeren, boven en behalven de helfte der penningen tot het aanleggen van KoornMagazijnen befteed. Edoch wij verzoeken , dat GijL. daar tegens meede gelievt te confidereren, dat aan dit Quartier uit de Dominiale cas volgens 's Landfchaps refolutie van den 1 Mai 1794 jaarlijks is geaccordeerd de fomme van 26000 guldens, om voor te koomen de verwarringen, welke uit het niet aanneemen vaii de vermeerdering der Provinciale Quota, voor ■zoo veel dit Quartier .aanging, noodzaaklijk zouden hebben moeten refulteren, en het oponthoud, 't geen een revifie van de fubdivifie zoude veroorzaaken; waar van de twee jaaren 1795 eb 1796 zijn verfchuldigd; en dat gevolglijk de voorfchreve fomme, welke dit Quartier aan de Provinciale cas zoude fchuldig zijn, uit die 52000 guldens gevonden kunnen worden. En dewijl het Committé tot de zaaken van de Marine op het ernftigfte infteert, dat de fomme Cc 3 van  25 JWB i/9ö. vaïi ƒ100000 aan het zelve moge worden toegezonden, of zoo veel grootere fom, als de.fituatie der Financien zal permitteren, in mindering van deezes Quartiers aandeel in de Petitiën van ïö en 5 Millioenen tot de zaaken van de Zee ; zoO vinden wij ons genooddrongen nochmaals en 'op het krachtigfte aan te houden,.dat GijL. het daar heenen gelievt te dirigeren, dat onzè Gedeputeerden ter Financie door'een fpoedig furnisfetnent der 8ocoo guldens- in ftaat .worden gefield aan de .dringende inftantien van her Committé der Marine te kunnen voldoen. - Terwijl wij ingevolge ULieder verzoek , om, tot het formeren van behoorlijke afrekening en •liquidatie, te hebben opgaave, hoe veel de helfte der penningen, door dit Quartier tot het aanlegden van Kódrtv'-'Magazijnen .hefteed , bedraagt., -UL;< meede deelen, dat in 'het geheel tot aankoop van Koorn voor iet Provinciaal Magazijn binnen Nijmegen is betaald vijfduizend vijfhonderd zes guldens en negentien ftuivers. Waar meede onder herhalinge van ons verzoek, en mwachtinge van ULieder fpoedigfte deference aan het zelve r:vnyUL. bevelen in Gods heilige befcherminge. w&ioYsh -tob «Twftni ^:grr»-JSC**-qoc: Ge-  25 Junii 1796. Gefchreven te Arnhem den 25 Junii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Meede-Burgers! ULieder goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve Zijnde het Quartier na refumtie gefcheiden. Uit last van gemelde VólksVertegenwoordigers , JOH. in de BETOUW. Cc 4   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN JULII 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. Cc 5   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Johannes van Veerssen , Jan Teeuwissen. T H I E L. Tan van Leeuwen, * A - Jl, 3aJi i. Carel Campagne, Adrianus van Oosterhoudt. B O M M E Li Daniël Prillevitz, Jan Carel Juta, Warmold Alkertinus van der Feltz. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN Willem Libotté, Wouter Wouters, OVER-  O V E R-BET UWE. Jacob van den Bosch, Johannes Glover , Hendrik Aelbers. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick,ï Jan van Voorthuizen. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  i3 Julii 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, ■ gehouden op eene gecontinueerde Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Julii 179Ó , het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Woensdag den 13 Julii 1796. Jjïet Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden de Landelijke zaaken, als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen. Is gehoord het Rapport van de Burgers J. E. Sanders van Well en Nicolaus Lange, Gecommitteerdens uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie tot de gehoudene conferentien in's Hage met de Commisfie van Financie uit het midden der Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, over het furneren der refpective Quota in de Petitie van 60 Millioenen. Waar op gedelibereerd en gemelde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaan rapport bedankt zijnde, is goedgevonden het zelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Fi- nan-  ï3 Julii 1796. nancie om te examineren, en daar op vervolgens te dienen van derzelver confideratien en advijs. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie, gefchreven alhier den 12 deezes maands, tot bijlage hebbende eene Misfive van de HoofdDirectie bij de Divifie van den Lieutenant Generaal Daandels, houdende inftantien om te willen effectueren, dat die wharen, welke aan impofitien onderhevig zijn en effectiev door 's Lands Troupes geconfumeerd worden, op een declaratoir van den Commisfaris van Oorlog, dat die goederen met 'er daad voor de Armée zijn, van het betaalen der imposten zullen geëximeerd wezen : Hebbende gemelde Provinciaal Collegie vermeend die Misfive, als van hunne competentie niet zijnde , aan dit Quartier te moeten toezenden, met verzoek om derzelver refolutie, deswegens te neemen , te willen doen geworden aan de HoofdDirectie bij de Divifie van den Lieutenant Generaal Daandels. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, eensdeels, dat de bovenaangetoge Impofitien worden geheven en'geaffecteerd zijn tot betaalinge der Militie, en de verdere lasten van den Oorlog te lande: en ten anderen, dat door de druk-  13 Julii 1796. drukkende lasten, waar onder dit Quartier als gebukt gaat, de Comptoiren thans op verre na niet toereikende zijn om de höogstnoodigfte betalingen op zijnen tijd te praesteren, en zoodanig uitgemergeld, dat het Quartier zich niet weinig bekommert zoo wel over het huishoudelijk beftaan, als over de voldoening van het Krijgs-volk, en de verdere Oorlogs-lasten , daar toe den broederlijken bijftand der andere minder geleden hebbende Gewesten reeds ingeroepen zijnde. Is goedgevonden en verftaan, dat in dit gedaane verzoek niet kan worden getreden, wordende mitsdien het zelve afgewezen. En zal hier van aan de Hoofd-Directie bij de Divifie van den Lieutenant Generaal Daandels v/orden kennis gegeeven bij de volgende Misfive. Vrijheid t Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. D oor eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie , Financie en algemeen Welzijn in Gelderland, tot bijlage hebbende eene Misfive van UL. gefchreven in het Hoofd-Quartier te Urdingen den 10 deezes maands, Worden wij geïnformeerd van ULieder verzoek, dat die whaaren, welke aan impofitien onderheevig effective door 's Lands  ,'I3 Julii 1796. 's Lands Troupes geconfumeerd worden, op een declaratoir van den Commisfaris van Oorlog, dat die goederen met 'er daad voor de Armée zijn befiemd, van het betalen der Impofitien zullen wezen geëximeerd. Opgemelte Misfive bij ons in overweginge genomen zijnde, kunnen wij niet afwezen UL. te refcriberen, dat wij bij alle voorkomende gelegenheden zullen trachten preuven te geeven van onze genegenheid om 's Lands Troupes te doen genieten alle Douceurs, van welke de eigene Ingezetenen eenigzins jouisferen : doch wij mogen hier bij te gelijk niet verbergen, dat de aangetogene Impofitien, waar van GijL. exemtie verzoekt, worden geheven en geaffecteerd zijn tot de betalinge der Militie en verdere lasten van den Oorlog te lande ; en dat door deeze en andere drukkende lasten, waar onder dit Quartier gebogen gaat, de Comptoiren thans op verre na niet toereikende zijn om de hoogstnoodigfte betalingen op zijnen tijd te praesteren, zoodanig dat men zich niet weinig bekommert, zoo wel over he& huishoudelijk beftaan, als over de voldoeninge van het Krijgsvolk en verdere Oorlogs lasten, hebbende het Quartier den broederlijken bijftand van andere minder geleden hebbende Gewesten daar toe reeds ingeroepen. Bo-  13 Julii 1796. Bovendien moet UL. ten vollen zijn bekend, dat het Quartier van Nijmegen door den oorlog en de gevolgen van dien boven andere Gewesten geleden heeft, en door zwaare onophoudelijke inkwartieringen, requifitien enz: op eene beklagenswaardige wijze is uitgeput, zoo dat, daar de Koophandel, de waare bron van welvaart, kwijnt, de Renteniers verftoken zijn van het aanzienlijkst gedeelte hunner inkomsten, en de Winkelier en Ambachtsman bij gebrek van vertier en arbeid aanmerkelijk verarmt, de Financiële omitandigheden deezes Quartiers niet permitteren in exemtie'van imposten, welke oorfpronglijk zijn gedestineerd tot de betaalinge der Militie en andere lasten des Oorlogs, en door een iegelijk Ingezeten worden betaald, te treden. Waar bij GijL. gelievet te reflecteren, dat deeze imposten in vergelijking van het geene door de Ingezetenen betaald wordt, geene drukkende last is, en dat wij mitsdien aaii ULieder gedaane verzoek niet hebben kunnen defereren. Hier meede bevelen wij UL. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering gehouden op den gecontinueerden Ex2. D d tra-  13 Julii 1796. craordinairen Landdag den 13 Julii 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. Mcede-Burgers! ULieder, goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers de Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve DI9'Jl£ ' n'9V fJï31n3'9 tin ttCTtiZittOtS-lIVi\ Op Requeste van G. van der Zande, verzoekende prolongatie van den termijn van parate executie tot invordering der comfumtive Middelen onder Hien en Dodewaerd over den jaare 1793 voor den tijd van een half jaar. De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers va* Nijmegen hebben, na voorgaande deliberatie, de verzochte prolongatie voor den tijd van drie maanden geaccordeerd, gelijk dezelve accorderen bij deezen. Is ter Vergaderinge geëxhibeerd de declaratie van vacatie- en transport-gelden van de Burgers J. E. Sanders van Well, en N. Lange, gecommitteerd geweest zijnde tot de conferentien met de Commisfie van Financie in 's Hage; Waar  13 en 14 Julii iy^6. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden dezelve te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om na examinatie daar op in naame van het Quartier te disponeren. Op ingekomene Propofitie tot betere heffing van 's Quartiers impost, op het Klein Zegel, ten naame van het ftemgerechtigd Volk des Dorps Geldermal fen.: ' Is goedgevonden dezelve te renvoijeren aan de Ampts Vergadering in Thielre-waerd, en voorts verftaan, dat particuliere Dorpen, aan het Quaitier iets hebbende voor te dragen, zulks zullen doen ih behoorlijke forme bij wijze van Request of Remonjlrantie na toedragt der zaaken; zullende in het vervolg geene Propofitien aangenomen, maar zonder dispofitie uitgegeeven worden. D e Requesten van G. Herbrechter, van F. van Werkhoven , en van Adr. de Croés zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op refpective te dienen van confideratien en advijs. Donderdag den 14 Julii 1796. "Verlezen de Requeste van W. C. H. van RandD d 2 wijek,  14 Julii 1796. wijck, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant was geweest Lieutenant Generaalten dienste deezer Landen, en Commandeur der Stad Nijmegen , hebbende alle halve jaaren van dit Quartier getrokken, als St. Major der gemelde Stad voor tractement 285-3-1I, en als Commandeur een douceur van 1000 guldens, waar van de laatfte betaaling was gedaan den 30 Junii 1794, verzoekende derhalven om de voldoening van het voorfchreve tractement en douceur zedert 10 Julii 1794 te mogen erlangen. De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben goedgevonden aan den Requeftrant Ordonnantiën van betaling' te accorderen tot i°. November 1794, zulks doende bij deezen. "Verlezen de Requeste van Schout en Buurmeefteren van den Dorpe Op-Heusden, verzoekende remisfie van de helfte der confumtie en Bezaaij over 1794» of zoo als geoordeeld zoude worden te behooren. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ter voldoeninge aan 's Quartiers marginaal appoinctement van den 24 Junii laatstleden.  14 Julii 1796' Hebben de Volks Vertegenwoordigers des Quartiers aan gemelde Dorp voor een vierde gedeelte remisfie van de Middelen van confumtie over 1794 verleend, gelijk het zelve verleend wordt bij deezen. "Verlezen de Requeste van Buurmeesteren des Dorps Hedel, in name van de Inwooners en Geërfdens aldaar, om daar bij geallegeerde redenen verzoekende; / i°. Dat door gepaste wegen en middelen de afdoening van de groote Dorpsfchuld mogt worden gereguleerd, vereffend en afgedaan. 2". Dat de Quota der Middelen, ingegaan 1 p Julii 1795 en ip Julii 1796 over ieder jaar, ten minden met een derde, mogte verminderd worden, zonder confequentie, tot dat zij wederom tot verhaal zullen gekomen zijn. 30. Dat, inval in het tweede verzoek onverhopentlijk gedifficulteerd mogte worden, decon» fumtive Middelen van het Dorp Hedel, ingegaan 1 8 Julii 1795 en 1796 op de eerstkomende verpagting der Middelen publicq verpagt mogten worden , om naar luid der Ordonnantiën in te vorderen. De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers, Dd 3 hier  14 Julii 1796. bier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben goedgevonden het eerfte verzoek, ais niet aan het Quartier behoorende, te pasferen ; voorts met opzicht tot het tweede, de Requeftranten te renvoijeren aan het Ampts-Gericht van Boemelre-waerd; en eindelijk met betrekking tot het derde yerfiaan , dat Requeftranten zich in het volgende jaar voor het dragen van het confent in de Middelen daar over moeten addresferen. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van Horsfen, daar bij .te kennen gevende, dat omtrent het verleenen van remisfie wegens de Middelen en Bezaaij niet behandeld waren als nabuurige Dorpen, maar flechts een derde bekomen hebbende , met verzoek dat zulks mogte worden geredresfeerd: En hier op gehad hebbende de confideratien en het, advijs der Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden, bij de geaccordeerde remisfie perfisterende, der Requeftranten verzoek te wijzen van de hand. De Gecommitteerde des Ampts tusfchen Maas en Waal heeft verzocht aantekening , ,dat tot het neemen deezer refolutie niet hadde geconcurreerd. Op  14 Julii Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van Waardenburg en Neer-Ynen , verzoekende remisfie van de Middelen over de jaaren, ingegaan jft Julii 1794» en i°. Julii.1795. En in. achting genomen zijnde, dat bij 's Quartiers refolutie van den 12 Maart laatstleden remisfie voor een vierde gedeelte van het Bezaaij is geaccordeerd, is goedgevonden, bevorens hier op te disponeren, het zelve nader te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om te onderzoeken, of de Ingezetenen van voornoemde Dorpen hebben geleden, als bij den Requeste is voorgedragen. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Salt-Boemel ten Recesfe fub dato 26 Mai laatstleden geinfereerd, ennaingcnomene confideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, dat van de cesfie en overneeming van de oppervlakte van den Burg enz. den impost op de alienatien. moet worden betaald, en wel volgens de Ordonnantie door ieder der Contrahenten voor de halffcheid, ten ware zulks anders bij Contract was bedongen. D d 4 Ver-  14 Julii 17^6. Verlezen de Requeste van de Huisvrouw van Christiaan de Haas, daar bij te kennen geevende, dat zij in een ongelukkige toeftand was geraakt, ter oorzaake haar Man had moeten weggaan, als zich hebbende laten gebruiken om den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren te Thiel in te zetten, waar in onnozel misleid zijnde geworden alnoch vlugtende was; verzoekende derhalven, dat ter confidentie van Suppliante en haare arme Kinderen haar Man voor ditmaal mogt worden gepardonneerd, en hem gepermitteerd om wederom te koomen : Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat, wanneer Suppliantes Man aan de Gedeputeerden ter Financie zal hebben opgegeeven de redenen, waar door hij is misleid, of door welke perfonen hij is geinduceerd, om den voorfchfeven impost in te zetten, op Suppliantes verzoek zoodanig zal worden gedisponeerd, als bevonden zal worden te behooren, zullende aan Suppliantes Man, zich ten dien einde fisterende, worden verleend vrij acces en reces. Op Requeste van de Buurmeesteren van Yzendoorn, verzoekende remisfie wegens de Middelen van  14 Julii 1796. van confumtie over den jaare 1794 van 250 guldens, om daar door de Quota van verarmde huishoudingen te kunnen betalen , mitsgaders vermindering in de aanfchrijving der Middelen. Is goedgevonden , dat het zelve, op geen 's Quartiers Klein Zegel zijnde gefchreven, zonder dispofitie zal worden uitgegeeven. Op Requeste van den Burger J. H. Brousfon, Landfchrijver, en in die qualiteit Collecteur van den impost op de alienatien en Collaterale Succesfien over het diftrict van Over-Betuwe; Is goedgevonden en verftaan, dat het zelve, bij gebreke van een behoorlijk 's Quartiers Klein Zegel, geen onderwerp van deliberatie deezer Vergadering kan uitmaken. H et Request van F. G. van der Burg, Weduwe van F. W. Schriever, in leven Predikant te Meteren; van Kooplieden in Tabak, woonende binnen Nijmegen; van de Weduwe van G. Cloofterman; van de Weduwe van J. Hendriks; van C. M. Adriaanfe, Maner van 's Quartiers Middelen in de Oij; van Dionifius Verweijde, en van Jan Loef en Goverd van Heel, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op refpective te dienen var confideratien en advijs.  15 .Julii i;'V'>. l'iijdag den 15 Julii. 1796. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op de propofitie van de Gecommitteerdens der Stad Thiel, ten Recesfe fub dato 19 Mai laatstleden geïnfereerd; Is goedgevonden, dat de Actens voor de geenen , die in het aanftaande jagtfaifoen genegen zullen zijn binnen deezen Quarticre te jagen, zullen worden verleend, alleenlijk voor het jagtfaifoen van één jaar, bij de Magifiraten en AmptsVergaderingen refpective, en door de Secretarien en Landfchrijveren geëxpedieerd op 's Quartiers Klein Zegels van 3 guldens voor ftemgerechtigde Burgers, en van 6 guldens voor de geenen, die niet ftemgerechtigd zijn : zullende voor die expeditie van ieder Acte genieten van eerstgemelde 6 Huivers, en van laatstgemelde \i ftuivers, op de verbeurte van vijftig guldens, voor de helfte ten behoeve van het Quartier, en voor de wederhelfte voor den Aanbrenger, te betalen bij die geenen, welke binnen deezen Quartiere zonder zoodanige Acte, gefchreven op een competent 's Quartiers Klein Zegel, in het exerceren van de Jagt in het Jagtfaifoen zal bevonden worden: met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om . - hier  15 Julii 1796. hier van bij tijds alomme in den Quartiere de noodige publicatie tot eens ieders naricht te laten doen. De Gecommitteerdens der Stad Nijmegen hébben verzocht infertie, dat tot het neemen deezer refolutie niet hadden geconcurreerd. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op het addres van den Burger Daniël Verweijde Jacobs zoon : Is goedgevonden te perfistcren bij 's Quartiers refolutie van den 3 Junii laatstleden. Op het geproponeerde ter Vergadering om den impost op de Speelkaarten van 6 ftuivers op 1 ftuivers te bepaalen ; Hebben de Gecommitteerde Leden aangenomen bij de eerstvolgende Vergadering zich daar op te te verklaaren. Op Misfive van het Hof van Juftitie deezer Provincie, houdende, dat lang verwacht hadde, dat den Momboir deezer Landfchap een aanvang met de procedure tegens den gedetineerden C. C. Lotichius zoude hebben gemaakt, dan dat tot hunne uiterfte bevreemding daar meede niet alleen noch niet begonnen, maar ook de Gedetineerde, fchoon bijkans een jaar gezeten hebbende, niet verhoord was  i5 Julii 1796. was geworden, terwijl het Hof zeer twijfelde, of aan den Gedetineerden de eigentlijke redenen zijner detentie wel waren bekend: Dat, hoe zeer deeze handelwijze niet ter hunner verandwoording konde komen, het Hof echter begreep, dat, wanneer zoodane trainisfementen en protractie van juftitie ter hunner ooren kwamen, hunne duure verpligting om een ieder kort, onpartijdig en onvertogen recht te bezorgen, vorderde, het zelve r.iet ongemerkt te pasferen, en overzulks vertrouwde, dat tot voortzetting deezer procedure zoodane bevelen zouden gefield worden, dat deeze zaak eens eindelijk werde getermineerd, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier, zich conformerende met de opening van het Quartier van Veluwe, van advijs was, dat de Momboir deezer Landfchap, metberuiging van 's Landfchaps ongenoegen over het in deezen plaats hebbende trainisfement, behoorde te worden aangefchreven om de zaak tegen den Gedetineerden C. C. Lotichius binnen acht dagen te entameren en voort te zetten. Heeft de Gecommitteerde uit het Rijk van Nijmegen aantekeninge verzocht tot het neemen van deeze refolutie niet te hebben geconcurreerd. Ge-  i5 Julii 1796. Gedelibereerd zijnde op eene Misfive van het Provinciaal Collegie fub No. 2. onder de Notulen van den Landdag voorkomende, daarbij in het breede betogende denoodzaaklijkheiu, om ook de Ingezetenen deezer Provincie op het voorbeeld van andere Gewesten wegens de bij hun ontfangene adfignaten, enorme requifitien, en door de rampen des oorlogs geledene fchaden, ten minften gedeeltelijk, te indemniferen, waar voor de aanzienlijke Domeinen van dit Gewest, op welke het alinge Volk van Gelderland recht en aanfpraak hadt, tot een waarborg zouden kunnen gepofeerd worden; en vervolgens voorflaande om ten fpoedigften vast te ftellen. 10. Dat de Ingezetenen deezer Provincie wegens de bij hun ontfangene Adfignaten, geleverde requifitien en geledene fchadens, voor een gedeelte, uit de Domeinen van dit Gewest zullen worden geindemnifeerd op eene nader te bepalene wijze. En 20. het zelve Collegie te auctoriferen, om een beredeneerd Plan te formeren, volgens het welke die gedeeltelijke indemnifatie gereguleerd zal worden. Heeft de Gecommitteerde van Bommelre-waerd ver-  15 Julii 1796. verzocht aantekeninge , dat, voor zoo verre de fchadeloosftelling der Ingezetenen bij die Misfive wordt gefunderd op het aandeel van dit Gewest in de 10 Millioenen , welke volgens het Tractaat van Vreede en Alliantie tusfchen de Franfche en Bataavfche Republicquen gefloten aan de beloofde 100 Millioenen kunnen gekort worden , bij de deliberatien niet uit het oog behoorde te worden gehouden, dat, daar deeze Provincie, en fpecialijk het Quartier van Nijmegen, na maate van deszelvs vermogen, het meest onder den last der betaalde requifitien en ontfangene adfignaten gebukt gaat, en het zeer praefumtiev is, dat de kosten van betaalde requifitien enz. in deeze Provincie veel hooger koomen te loopen, als derzelver Quota in het geheel der 10 Millioenen voor de andere Provinciën, Drenthe en Bataavfch Braband bedraagt , de verdeeling na evenredigheid der requifitien en adfignaten behoort te gefchieden. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden aan *s Landfchaps- tafel voor te dragen, om bij Misfive op naam van de Landfchap aan de Nationale Vergadering kennisfe te geeven, dat voor heen bij de Staten: van Oorlog niet anders dan de'Provinciale Quota was gerekend,  15 en 16 Julii 1796. kend, welke Staten van Oorlog alsdan tusfchen de drie Quartieren wierden verdeeld, en aan de Provinciale Quota eerst afgetrokken het geene door de Quartieren, in plaats van de gemeene Middelen in communie te brengen, was aangenomen te betalen volgens Conventien van de jaaren 1700 en 1720: wordende , na aftrek van het zelve, het resterende berekend na de gewoone Quota ad 46-19-5 voor Nijmegen ; 2i-i8-i|voor Zutphen, en 31-2-5' voor Veluwe. Dat de gepetitioneerde 60 Millioenen} vermits 'er geene Staten van Oorlog meer worden geformeerd, moeten worden geconfidereerd te fubintreren in de plaats van die Staten, en dat die dus niet na.de gewoone Qüota, ter Generaliteit bekend , waar na alle de Extraordinaire Petitiën voor heen wierden berekend, alnu moeten gerekend worden, maar na de tweederlei Quota, der Middelen en der Verpondinge; met verzoek, dat dien conform het Quartier van Nijmegen, voor nu en in het vervolg, moge worden gedebiteerd. Saturdag den 16 Julii 1796. "Verlezen de Requeste van het oudfte en voorzittend Lid der Ellendige en andere gevoegde Broe-  i6 Julii 1796. Broederfchappen binnen Nijmegen den Burger Johan in de Berouw, daar bij te kennen geevende, dat van ouds binnen de gemelde Stad waren geweest verfcheide (1) Fraterniteiten, van welkers inftellinge de tijd onbekend was, dan welkers (2) regelen en ftatuten onder anderen meede bragten het uitdeelen van Aalmoesfen en het plegen van liefdadigheden. Dat ook voor den jaare 1592 binnen die Stad was geweest eene Democratique Regeering, waar in tijdelijke Meesteren der Broederfchappen, immers van eenige derzelven, in diverfe zaaken , het welzijn van de Stad concernerende, waren geconfulteerd geworden: Doch dat na het overgaan der Stad aan de Staatfche zijde in 1591, uit kracht van de Capitulatie, de Meesteren van de Broederfchappen , in het (tuk der Regeeringe waren afgefchaft, en de goederen, renten, thinfen en andere inkomflen, als bc- fj) Namentlijk van den Heiligen Geest; heilige Kruis; heilig Sacrament, Lieve Vrouwe, St, Jacobs, Sn.Peters, St.Antonis, St. Olofs, St. Barberen, St. Geert ruids, St. Michiels, genaamd der Ellendige». (2) Polijd. Vergilius deinvent. rer. lib.VIl.cap. 6. A. Matthaeus de Nobilit. lib. II. cap. 36. Utrechts PlacaatBoek IIID. bladz. 575 enz.  i6 Julii 1796. bonavacantia, tot één Corpus gemaakt, om welke te adminiftreren tot der Armen meesten voordeel in den jaare 1592 agt perfonen door den Raad waren benoemd, die, hun leven lang geduurende,in functie zijnde gebleven, fuccesfivelijk, in plaats der overledenen, altoos buiten eenige voorgaande praefentatie, anderen hadden gefurrogeerd en aangefteld. Dat de Proviforen uit dien hoofde eigentlijk niet waren Succesfeurs van die voormaalige Broederen, of derzelver Meesteren in der tijd, maar van die perfonen, welke na de afdanking van de Meefteren der Broederfchappen tot hetbeftiervan derzelver inkomften waren geauctorifeerd; En dat uit kleine en geringe revenuen door eene goede en getrouwe adminiftratie en directie van eerlijke en kundige Mannen het Capitaal, zedert de disfolutie der Broederfchappen, niet tegenftaande de ruime geproportioneerde bedeelingen aan den Armen, meer dan een Tonne gouds was vermeerderd, beftaande alr.u, behalven in de Oude Renten en Thinfen jaarlijks ter fomme van 723-13-12 met 5 maldcr Tarwe en 8 malder en 3 fchepels Rogge, in twee en dertig mergen Weideland en zes mergen Bouwland; in Obligatien tot laste der Generaliteit ter fomme van ƒ 6200- 0-: Op het Quartier van Nijmegen . • ƒ63934-. o : 2 E e Op  iö Julii 1796. Op de Stad Nijmegen . . . ƒ34699-io-: En tot laste van particuliere Perfonen ter fomme van . . . ƒ23750- 0-; Dat, offchoon met relatie tot deeze heilzaame en voor alle Gezindheden even nuttige {richting bij 's Landfchaps refolutie van den 31 Octob: 1705 niets wordt gehandeld, dan dat de voorfchreve goederen niet zullen mogen worden vervreemd, en bij refolutie van den 26 Februarii deezes jaars 1796 is verftaan, dat de provifionele Raad der Stad Nijmegen zich punctueel na die refolutie moet gedragen, het nochtans zulks was, dat de Boekhouder der Broederfchappen den 16 Junii laatstleden door de voorzittende Leden van den gemelden Raad ontboden en verzocht was het daar heenen te dirigeren, dat 'er op den 18 daar aan volgende eene Commisfie uit het midden der Proviforen van de Broederfchappen zich op het Raadhuis fineerde , om met dezelve te kunnen fpreeken over de gevoeglijkfte wijze, op welke dit Collegie half uit Protestanten en half uit Roomschgezinde Leden , ingevolge eene Refolutie bij voorgenoemden provifionelen Raad genomen, zoude dienen georganifeerd te worden. Dat Proviforen, om voor te koomen alzulke onaangenaamheden, als de ontzette Proviforen en Re-  iö Julii 1796. Regentesfen van twee andere Godshuizen binnen Nijmegen , naamlijk het Burgeren- en ArmenKinderen Weeshuizen, die de geldmiddelen der Fundatiën met zoo veel kunde en trouwe in eenen bloeienden ftaat gebragt hebben, hadden moeten ondervinden, door eene Commisfie uit hun midden zich op de bepaalde tijd aldaar hadden gefifteerd om aan te hooren zoodane voordragt, als hun zoude gedaan worden, en welke hier op neder kwam. i°. Om aan de tegenwoordige Proviforen der ,5 Broederfchappen toe te voegen zes Roomfche ,, Leden; „ Of 20. drie Roomfche Leden, ieder met een „ dubbelde ftem, zoodanig, dat ieder Gezind„ heid een gelijk getal van ftemmen zoude heb„ ben. Dat de Commisfie uit de Proviforen zich hier op moetende expliceren op eene allezins gepaste wijze hadde gereclameerd de aloude conftitutie, welhebbend recht, en twee honderd jaarige posfesfie van vrije electie; declarerende echter, dat ingevalle de provifionele Raad onverhoopt mogt goedvinden te perfifteren bij eene adjunctie van Roomschgezinde Leden , zij het convenabelfte zoude oordeelen aan het tweede lid van de evenEe 2 tu-  i6 Julii 1796. fuele voorftellen zich te fubmitteren, met bijvoeginge van den Requeftrant, mits zulks met communicatie van de landschap , of, by abfentie van de Landfchap, van het provinciaal collegie, aan welk Collegie de executie en handhaving van 's Landfchaps refolutie van den 31 October 1795 was gedemandeerd, mierde vasgefield: dan dat echter met eene aanftellinge buiten communicatie van het Provinciaal Collegie, zoo als Proviforen van ter zijde wierden geinformeerd, zoude zijn voortgevaaren. Dat de Requeftrant aan den eenen kant confidereerde , dat de goede Burgerije en Ingezetenen der Stad Nijmegen, alzoo de bezittingen van de Broederfchappen zijn een patrimonium commune totius civitatis et civium, met veele redenen zoude kunnen ftaande houden, dat zij Proviforen, en in het bijzonder de Requeftrant, die verre boven een derde gedeelte van een eeuw die qualiteit bekleed heeft, niet vrijwillig hadden mogen accepteren, dat hun getal op zoodanige wijze wierde vermeerderd tegens 's Landfchaps refolutie, voor al daar het bekend was, dat de bedeelingen' gefehieden zonder aanfehouw te neemen op eenige Godsdienftige begrippen , en dat zelvs meest al ' der uitdeelingen aan Roomschgezinden wordt be-  i6 Juïii 1796. befteedt: Dat zij Proviforen ook niet zouden mogen toelaten, dat eene provifionele Raad , daar nooit de Raad eenige befehikking omtrent de aanftelling van Proviforen-, dan bij de disfoïutic van de Broederfchappen in het jaar 1592, heeft gehad, in een wettig rechten onafgcbrokene twee honderd jaarige posfesfie verandering tochrcngc, en dat zulks gefchiedende zij hadden behooren te protesteren, en bij de Landfchap,: of bij het'Provinciaal Collegie, de Landfchap niec vergaderd zijnde, ftatering en redres te verzoeken, ten einde met communicatie van de Landfchap , of van het Provinciaal Collegie, eene adjunctie wordende geaggreëerd, uit de gegoedfte en het welzijn" dcr.Burgerije- inc'cst aangekleefde Roomsch-gezinde Burgeren eenige bekwaame .perfonen na de ordre der fundatie door hun,.als van ouds, konden worden ge* ëligeerd: a .v. i «Sftu Dat de Requeftrant daar benevens aan de andere zijde overwoog, dat, hoe-zeer ook de beschikking omtrent Godshuizen in veele gevallen üspure domesticq-'zovele kunnen worden befchouwd, het echter aan geene Municipaliteiten, veel min a^n provifionele, vr-ijftaat daar omtrent vjillekèuriglijk te disponeren , voorts'dat bij de publicatie van den 2 November 1795 niet alleen de proviftmele Ee 3 Mu-  i6 Juïii 1796. Municipaliteit, maar ook alle Burgeren en iwgfzetencn, wien zulks zoude, mogen aangaan, be* volen worde de voorfchreve Landelijke refolutie en Reglement in alle deszelvs deelen, leden en poincien praecifelijk en na behooren uit te voeren , en te obferveren ; Dat hij overzulks om die en andere redenen , bij den Requeste geallegeerd, zich, in zijne voorfchreve qualiteit, ter zijner decharge en verantwoording voor de goede Burgerije en Ingezetenen, voor nu en voor het toekomende, genoodzaakt vondt, zich hier over aan de Landfchap, mitsgaders aan het Quartier, als het ftuk der Godshuizen bij refolutie van den 29 October 1795 gehouden hebbende in ftaat , te addresferen, in vertrouwen , dat de Volks Vertegenwoordigers, handhavende voorfchreve Landelijke refolutie, decifie, Reglement en publicatie, zoodanige verzieninge zullen gelieven te doen , als tot behoud deezer nuttige ftichting, en maintien der Proviforen bij hün wettig recht en onafgebroke twee hondert jaarige posfesfie, in hunne wijsheid het raadzaamst zullen oordeelen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van Nijmegen van advijs is, dat dit Request behoorde te worden gefield in handen van den pro-  i6 Julii 1796. provifionelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen, om daar op te dienen van Bericht: blijvende intusfchen alles in ftaat. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om het gewerkte en ongemunte goud en zilver, gefurneerd in den tweeden termijn der geforceerde negotiatie, te doen verzenden na de Provinciale Muntkamer, teneinde door den Muntmeester tot geld te worden gemunt, invoegen ten aanzien van den eerften termijn volgens 's Quartiers refolutie van den 13 Februarii laatstleden heefc plaats gehadt. Op het geproponeerde ter Vergadering is met inhaefie van 's Quartiers refoluie van den 6 Mai laatstleden goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om bij de Verpagtinge van den impost op de Wijnen ovër de Stad en Lande van Buuren aan de Bodens aldaar voor het afïlaan te verleenen twee zceuwfche Rijksdalers. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen , om uit het Rapport van de GecommitE e 4 teer-  ió Julii 1796*. teerdens uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie tot de gehoudene Conferentien in 's Hage met de Commisfie van Financie uit het midden der Nationale Vergadering de verzochte Extracten te doen vervaardigen , en ten fpoedigften aan de Municipaliteiten refpective in te zenden. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen tot het verleenen van Ordonnantiën voor den tijd van een half jaar voor de Comparitien ten Landdagen, refpective ten behoeve van de Steden en het platte Land. Op het gereïtereerd verzoek van de Gecommitteerdens van den Thielre-waerd, en andere van het platte Land | S Zijn de Gedeputeerden ter Financie verzocht op de eerstkoomende Quartierlijke Vergadering te voldoen aan''s Quartiers refolutien van den 10 Maart en 20 Mai beide laatstleden ten aanzien der exhibitie van een Lijst der geflagene Ordonnantiën zedert het tegenwoordig bewind. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op de propofitie. der Gedeputeerdens ter Financie over de be- noe-  i6 Julii 1796. noeming en qualificatie van een perfoon of perfonen , aan wien jaarlijks de Atteftatien de vitd door de geinteresfeerdens in de- Tontine-Loterije moeten worden overgegeeven, ten einde daar na de uitrekening en verdeeling, hoeveel aan ieder in dat jaar is competerende, te maaken, en daarna de betaling te doen aan de- geenen, die verkozen hebben te Nijmegen de Tontine te ontfangen, voorts om .een lijst over te zenden aan een perfoon , in 's Hage na behooren gequalificeerd,' om aldaar te kunnen betalen. Is, met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 25 Junii laatstleden, goedgevonden zich te voegen bij den voorflag, om daar toe te emploijeren de Clercquen ter Secretarie van Financie te Nijmegen, en den Burger P. Bcrckelbach-van den Sprenkel, gewezen Commis deezes Quartiers, in 's Hage, en om het falarieren van dezelve na redelijkheid over te laaten aan de Gedeputeerden ter Financie. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden aan 's Landfchap tafel te openen. Dat het Quartier in aanmerkirge neemende den vervallen Raat VaM deszelvs Financien, waar door •het zelve onmagtig'is het aandeel in de gepetiEe 5 ti-  ifj Julii 1796, doneerde 60 Millioenen op de bepaalde termijnen te voldoen, en teffens het gevaar van executie, het welk het zelve bij wanbetaaling moet incurreren naar inhoud van het Reglement voor de Nationale Vergadering, zich in de onvermijdelijke noodzaaklijkheid bevindt aan de twee andere Quartieren te proponeren eene broederlijke adfiftentie aan het zelve, 't zij uit de Quartierlijke Casfen, 't zij uit de Provinciale: bij onverhoopte ontftentenisfe van dien niet alleen ten fterkften infterende op eene nieuwe Subdivifie; maar ook genecesfiteerd zullende zijn tot voorkooming van executie hun aandeel in de Provinciale Domeinen te verbinden of wel te cederen aan de Nationale Vergadering, om daar uit de Quartierlijke Quota te vinden. T er Vergaderinge gelezen zijnde het Bericht van den provifionelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen op de Requeste van Burgeren en Ingezetenen der gemelde Stad aan de Landfchap gepraefenteerd, houdende bezwaaren over een aldaar geintroduceerd wagt- of gevrijde geld. En door het Lid ter Vergadering praefiderende in confideratie gegeeven zijnde, of niet de Gecommitteerdens der Stad en Schependom van Nijmegen, als  16 Julii 1796. als Berichtgeveren, gedurende de deliberatien op dit poinct volgens ordre van Regeeringe, zich buiten de Vergadering zouden behooren te begeeven; voorts daar toe zijnde verftaan: Is, doordien de gemelde Gecommitteerdens zich daar tegens verzetteden, na gehoudene deliberatie, goedgevonden dezelve nogmaals te verzoeken, gedurende het voteren over de voorfchreve ftukken zich te willen abfenteren; zullende die ftukken anderzins buiten deliberatie moeten gehouden worden. Waar meede het Quartier na verlezing en refumtie van dit P*eces op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve JOH. in de BET OU W. RE-   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G É N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN AUGUSTUS 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Jan Teeuwissen. THIEL. Jan van Leeuwen, Pieter ten Bosch, Carel Campagne. „ '" BOMMEL. Otto Pieter Mastenbroek, Warmold Albertinus van der Feltz. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN 1 Hendrik Derkse, Willem Libotté, Sigebert Liebergen. OVER-  OVER, BETUWE. Jacob van den Bosch, Johannes Glover. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, NEDER-BETUWE. Aalbert van EldiCk, Derk Jacobus van Dam. THIELRE- W A ER D. Hendrik Murman , Hendrik Josephus Meijer. B O MMELRE-WAER D, MET HET SCHEPEN DOM VAN BOMM E L. Nicolaus Lange. Re-  8 Augusti 1796. Reces des Qjiartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire. Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in Augustus 1796, het tweede jaar der Bataayfch't Vrijheid, Maandag den 8 Augusti 1796. De Steden-Gezanten, en die van het plattè Land ter Vergadering fesfie genomen hebbende, is, na verleezing der Commisfien, door de Gecommitteerdens van de Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, van Over-Betuwe en van tusfchen Maas en Waal, mondeling voorgedragen, 't geen is vervat in het navolgende Protest, en door de Gecommitteerdens van Thiel, Bommel, Neder Betuwe, Thielre-en Bommelrewaerden verklaard, dat geene reflexien op de opgelczene Commisfien waren hebbende. ■ D e Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen hebben ter Vergaderinge overgegeeven het volgende Protest, met verzoek van iufertie. 2' Ff „ Na;  8 Augusti 1796. „ ISTadien het zulks is, dat de Commisfien der „ Gecommitteerdens des Nijmeegfen Quartiers „ voorgelefen zijnde, is bevonden, „ Dat in de Commisfien der Stad Thiel gefield „ was den Burger J. van Leeuwen, als mede in „ die van Bommel den Burger W. A. van der „ Feltz. „ En vermits den Burger J. van Leeuwen Ont„ vanger des Quartiers, en uit dien hoofden is ,, comptabel; „ Als mede dat den Burger W. A. van der Feltz „ is Rigter van Hedel, en dienvolgens zoo wel „ uit hoofden van's Quartiere refolutie, waar bij „ is gedecideerd; ,, Dat geen Rigters ter Quartiers Vergadering „ mogen compareren: „ Als ook, „ Dat uit dien hoofden aan de Provintie is ver„ antwoordelijk. „ Zoo hebben de Gecommitteerdens der Stad „Nijmegen, van 't Rijk, Over-Betuwe, en „ Maas en Whaal vermeend, en als daar toe fpe„ ciaal geauctorifeerd zijnde van wegens derzel„ ver Committenten; „ Dat  8 Augusti 1796; „ Dat dezelve, zoo wel om die redenen, als „ om dat zulks uitdrukkelijk en nominatim in de „ briev van uitfchrijving verboden is, niet alleen „ niet konden gecommitteerd worden, maar ook „ verpligt waren op te ftaan, en de Vergadering „ te quiteren. „ Dan met de meerderheid van een halve flem „ verftaan zijnde, „ Dat dezelve twee Gecommitteerdens konden „ en vermogten te blijven zitten, en zulks om ,, dat den Burger J. van Leeuwen quafi geen „ Ontvanger was, maar deszelvs Vader zulks zijn ,, zoude; „ Daar het dog eene incontestabele waarheid » zij, „ Dat denzelven daar toe is aangefteld ten ge„ noegen van het Quartier; mitsgaders uit hoofde „ van die aanftelling auctorifatie van de Gedepu„ teerden tot het dirigeeren van Executien ont,, fangen heeft, en ter uitvoer gebragt. „ En den Burger W. A. van der Feltz geen ,, Rigter zijn zoude, „ Om dat de Heerlijkheden waren afgefchaft. „ Daar het de minkundigfte bekend is, „ Dat aan d'Officieren der Heerlijkheden op F f 2 „ hun-  8 Augusxi 1796. „ hunne verantwoordelijkheid is geïnjungeerd , „ hunne posten te blijven waarneemen : „ En dus gem: Burger van der Feltz compta,, bel is en blijvt aan de Provintie. „ Zoo is het dat de Gecommitteerdens voorn: „ als oordeelende niet te kunnen en te mogen zitten met Gecommitteerdens, welke compta„ bel zijn; welke gemaintineerd worden tegens ., d'uitdrukkelijke letter en zin, mitsgaders order „ en forme van regeering, welke zoo wijsfelijk .„ het justicieele en comtabele van het politique ,, heeft gefcheiden, verders het raadfaamste ge„ agt hebben de Quartiers Vergadering te verla„ ten : „ En expresfelijk te protesteren, gelijk dezelve „ bij deezen nogmaals zijn doende, tegens alle ,, het geene in hunne.abfentie verrigt zal worden, „ houdende het zelve voor illegaal, nul, en van „ geener waarde; En zulks zoo lange, de voorn: Burgers J. van „ Leeuwen en W. A,,van der Feltz daarinne fes„ fie zullen behouden , „. Met infiantie, ,dat dit hun Protest alzoo en „ invoegen voorfr. ten Quartiers Recesfe gein„ fereerd worde ter hunner decharge. „ Ac  8 Augusti 1796* „ Actum Arnhem den 8 Augustus 1796, het „ tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. W: Doelman, J: Teeuwissen, G; Elders. Wegens bet Rijk. W: Libotté, Hendrik Derkse, SlEBERT LlEBERGEN. Wegens Over-Betuwe. J: v: d: Bosch, J: Glover. Wegens Maas en Waal. A: Schouten. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de Gecommitteerdens van Thiel, Bommel, Neder-Betuwe, Thielre-waerd en Bommelre-waerd geïnhaereerd 's Quartiers refolutie van den 21 December 1/95- En hebben de Burgers J. van Leeuwen, Gecommitteerde uit den Raad der Gemeente van de Stad Thiel, en W. A. van der Feltz, Gecommitteerde uit den Raad der Stad Salt-Boemel, meede onder fpeciale inhaefie van 's Quartiers Refolutien van den 1 en 31 Mai, 10 September en W December 1795 hunne contra-protesten tot wederlegging van de abufive pofitien, bijhetvooraangetogene Protest vervat, zich gereferveerd, Ff 3 om  8 Augusti 1796. om dezelve ten allen tijden ten Recesfe te kunnen doen infereren. Hebbende de Gecommitteerdens der Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, van Over-Betuwe (uitgezonderd de Burger J. Glover, onder verklaaringe nochtans van zich van geene concluderende ftem te zullen bedienen) en van tusfchen Maas en Waal de Vergadering verlaten. Vervolgens is tot voorzittend Lid en Directeur van 's Landfchaps zaaken benoemd de gemelde Burger Jan van Leeuwen. Is gehoord het Rapport van de Burgers Jan van Leeuwen, en A. van Eldik , Gecommitteerdens tot het concipiëren van een Reglement voor een intermediair beftuur deezer Provincie, houdende, dat zij Gecommitteerdens, zoo veel mogelijk was geweest, de belangens van dit Quartier hadden gerefpicieerd , voornamentlijk om het zelve te ontdoen van de opbrenging eener zoo onevenredige Quote, als tot noch toe het zelve hadde gedragen : Dat zij hier over in het breede met de Gecommitteerdens der andere Quartieren hadden gediscutieerd , en voorgedragen, dat, zal men dit beftuur van alle verwarringen en onnaauwkeurigheden, die uit eene bedorve en verflapte admini- ftra-  8 Augusti 1796. ftratie zijn voortgekomen, redden, en een beftuur daar ftellen , 'twelk zonder fchroom aan alles kan getoetst worden, men natuurlijker wijze een be* ftuur moet daar ftellen, in het welk energie, klem, kracht en ordre te vinden is, overeenkomttig met de vrijheid zonder losbandigheid , gelijkheid in rechten, en met één woord, welke met de zoo plegtig gedecreteerde rechten van den Mensch en Burger overeenkoomen: Dat zij bijzonderlijk hadden voorgefteld, dat het Quartier van Nijmegen in een vervallen toeftand was: Dat zij de redenen daar van aan de twee andere Quartieren hadden toeerkend, en aangetoond, hoe veele landerijen enz. in de Quartieren Zutphen en Veluwe niets, ja zoo noch iets, zeer weinig, in evenredigheid van dit Quartier betalen , en daar bij gedemonftreerd, dat de Quotes der refpective Quartieren zijn geregeld in een tijd, dat 'er bijna geen culture op de Veluwe en Zutphen was, welke zedert dien tijd in het Quartier van Nijmegen niet was vermeerderd : Dat zij hadden voorgefteld , hoe veele duizenden de Inwooneren in dit Quartier binnen weinige jaaren hadden moeten opbrengen tot reparatie der doorbraken in de Dijken: hoeveele duizenden Franfchen al in September en Oc« tober 1794 een gedeelte van het zelve hadden geFf 4 in-  8 Augusti 1796. invadeerd, en alzoo het Quartier van Nijmegen tot een bolwerk voor de twee andere Quartieren gemaakt: Dat de Inwooners voor alles, 't geen zij hebben moeten leveren, veel belovende papieren hadden ontvangen, waar door dan ook de Volks Vertegenwoordigers van het Quartier genoodzaakt waren geweest, om, zoo niet aan allen , zeker aan de meesten , remisfien te verleenen : Dat niet tegenftaande dit alles een 5oRcpenning was opgebragt, en dat, fchoon dezelve niet toereikende of genoegzaam was geweest, echter de Ingezetenen buiten ftaat waren om meerder op te brengen: Dat zonder meer te behoeven aan te toonen, het zoude ftrijden tegens alle recht, billijkheid en tekens van eene gezonde Staatkunde, zoo de twee andere Quartieren deeze redenen niet genoegzaam vonden, en dit Quartier niet te hulpe vloden : Dan dat dit geavanceerde, tot hun leetweezen, weinig uitwerking bij die Commisfie hadde gehad, vermeenende dezelve niet te mogen of te moeten fpreeken over het financiële der refpective Quartieren : Dat zij zich hadden verpligt gevonden dit aan het Quartier tot naricht en ter hunner decharge te moeten voordragen, in dat vertrouwen, dat hun gedrag deswegens zal worden goedgekeurd.. Waar  8 Augusti 1796. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden gemelde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport te bedanken , en het door hun verrichte te approberen, gelijk zulks geapprobeerd wordt bij deezen. Dc Gecommitteerdens van Thiel en Bommel, hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat zij door hunne Committenten waren geauctorifeerd om ten fterkften te infteren, dat door de Ordinaris Gedeputeerden opening van den ftaat der Financien werde gegeeven, ten einde het Volk eens eindelijk weete den toeftand van dit Quartier, welkers credit dagelijks meer en meer afneemt, en niet kan herfteld worden dan door eene behoorlijke balans en evenwigt tusfchen Ontfangst en Uitgaav daar te ftellen; mitsgaders, dat dezelve fpecifique opgave doen binnen eenen peremptoiren termijn van alle de Vacatie- en Commisfie gelden zedert de revolutie uit 's Quartiers casfa betaald , als meede door wien en waar voor genoten, geene uitgezonderd, alles op hunnen gedaanen Eed. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze propofitie te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde als daar bij vermeld. Ff 5 Dings*  9 Augusti 1796. Dlngsdag den 9 Augusti 1796. De Gecommitteerdens der Stad Bommel aangedrongen hebbende, dat de genomene refolutie opzichtelijk de Jagt of ingetrokken, of de belasting zonder onderfcheid van Stemgerechtigde of niet Stemgerechtigde , eguaal werde gefield : Is goedgevonden bij de genomene refolutie te perfifteren , gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. Hebbende de Gecommitteerdens der Stad Bommel verzocht aantekeninge deezes ten Recesfe. "Verlezen de Requeste van C. M. Adriaanze, Maaner van 's Quartiers Middelen in de Oij, verzoekende om daar bij aangehaalde redenen eenige remisfie voor de Ingezetenen aldaar wegens de Middelen over 1793, of, indien zulks niet konde worden geaccordeerd, als dan uitftel van betaling tot de maand November aanftaande , neemende den Requeftrant aan om het verfchulde over 1794 meede voor de maand Januarii aan en in handen van den Ontfanger M. de Bruijn te zullen voldoen; met auctorifatie op gemelden Ontfanger om mee de parate executie niet voort te vaaren, voorbe- hou-  9 Augusti 1796, houdens echter het recht van parate executie na dien tijd, zoo wel aan zijde van den Ontfanger, als aan Requeftrant als Maaher. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ter voldoeninge aan 's Quartiers appoinctement van den 14 Julii laatstleden; Is goedgevonden het verzochte uitftel tot November aanftaande te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. "Verlezen de Requeste van de Weduwe van Gerrit Cloosterman, en van de Weduwe van Jan Hendriks, beide woonagtig in het Schependom van Nijmegen, om de daar bij geallegueerde redenen verzoekende, dat aan Requeftranten met het betalen van een verfchuld restant van ƒ860-:-: op de Middelen van Hatert (waar van de maaning door wijlen haare gemelde Mannen was gefchied, als over den jaare 1793 tot Buurmeesteren over het gemelde Kerfpel Hatert aangefteld geweest zijnde) uitftel mogt worden verleend, tot dat de aanflag der confumtie tusfchen de Dorpen Hatert, Neerbosch en Hees zoude gereguleerd , en nader voor ieder bepaald zijn; en dat ten gevolge van dien de Ontfanger der Middelen des Nijmeegfchen Comp-  9 Augusti 1796. Comptoirs fpoedig mogt worden gelast, om de bedreigde executie te praeveniertn, met dezelve tot zoo lange te fuperfederen. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hier op ingevolge appoinctement van den 14 Julii laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben in der Requeftranten verzoek gedifficulteerd , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van G. Herbrechter, gewezen Pachter van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hooren - beesten onder Loenen en Wolfferen over het jaar 1794, om de daar bij aangevoerde redenen verzoekende , dat aan de Ingezetenen van Loenen en Wolfferen , uitgezonderd O. F. van Quadt tot Wijckradt , remisfie voor het geheel van gemelden impost over her gezegde jaar' 1794 mogt worden geaccordeerd. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hier op ingevolge marginale refolutie van den 13 Julii laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben goedgevonden bij 's Quartiers refolutie van den 12 Maart laatstleden te perfisteren, en over»  9 August176$. overzulks in des Requeftrants verzoek te difficutteren, zulks doende bi' deezen. Op Requeste van Adrianus de Crocs, Pagter van's Quartiers impost op het Beftiaal over de Stad en Schependom van Bommel, ingegaan i ° Julii 1795, verzoekende te mogen hebben betaling of affchrijving van deezen impost over gemelden jaare van/258-I4 : wegens onbetaald gelaten impost van 38 koebeesten, en a Schapen van 1 9 Julii tot ai September 1795 binnen Bommel, na voorgaande prifatie voor de Franfche troupes gefiagt: . Is goedgevonden het zelve, bevoorens daar op te disponeren, te ftellen in handen van de Magiftraat der Stad Sak Boemel, om deswegens hunne confideratien en elucidatien te ontfangen. "Verlezen de Requeste van Jan Loeff en Govert van Heel, Pagter en Meedeftander van's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over de Stad en Schependom van Bommel; mitsgaders van den impost op den Tabak over het Bommelfche Comptoir, beide ingegaan j 9 Julii 1795 , en geëxfpireerd ultimo Junii 1796 , om de daar bij geallegeerde redenen verzoekende eene convenabile remisfie van de pagtpenningen, en  9 Augusti 1796. en refolutie, hoe en in welker voegen met een aangehaald vaatje Genever op dtn 44 October 1795, bij den Requeste gementioneeri , gehandeld moet worden .• Waar op gedelibereerd zijnde, is, na ingenomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, goedgevonden de gedaane verzoeken te wijzen van de hand. Verlezen de Requeste van eenige Kooplieden in Tabak binnen de Stad Nijmegen , om de daar bij aangehaalde redenen verzoekende met betaaling van een derde wegens impost op den Tabak over het pagtjaar van i? Julii 1794 tot ultimo Junii 1795 te mogen volftaan. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, en in achting genomen zijnde, dat voor de inkomst der Franfchen binnen gemelde Stad zeer veel negotie in Tabak aldaar heeft plaats gehad, waar door de Requeftranten een aanmerkelijk voordeel hebben ge. noten, hebben na deliberatie goedgevonden te perfifteren bij 's Quartiers refolutie van den 12 Maart laatstleden, waar bij aan de Pagters van dien impost over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs de helft der pagtpenningen is geremitteerd.  9 Augusti 1796. Verlezen de Requeste van F. G van der Burg, Weduwe van F. W. Schriever, in leven Bedienaar des Goddelijken woords te Meteren, verzoekende met het gewoone der Predikanten-Weduwen tractement te worden gebeneficeerd. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hierop, ingevolge appoinctement van den 14 Julii laatstleden, gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie hebben, na gehoudene deliberatie, aan de Requeftrantehet gewoone Weduwen-tractement geaccordeerd, aanvang neemendemet het einde vanhetjaar van gratie, hec zelve accorderende kracht deezes. Irlec addres van den Burger Daniël Verweijde is bij de refpective Gecommitteerdens overgenomen om ieder in den haare gecommuniceerd te worden , en zich daar op bij de eerstvolgende Vergadering te expliceren. Op Rapport van het Provinciaal Collegie houdende in het breede een detail, dat de Landfchap zekér Request van Ingezetenen der Stad Nijmegen , klagende over een aldaar geintroduceerd Wagt- of Gevrijde-geld hadt gefield in handen van den Raad ten fine van Bericht, blijvende in-" tusfchen alles in ftaat: Dat  9 Augusti 1796. Dat echter niet tegenftaande voorfchreve Mandamem'van datering door eenige gewapende Manfchappen , vergezeld van een Stads Roeidrager, van zulken, die geweigerd hadden dat Wagt- of Gevrijde-geld te betalen , bij executie panden wierdeh opgehaald en meede genomen; cn dat zij tot maintien van opgemelde Mandament den Raad van Nijmegen hadden aangefchreven niet alleen om met het ophaalen der panden te fuper^ federen, maar ook in zoo verre 'er Attentaat tegens 's Landfchap refolutie gepleegd was, het zelve onverwijld te repareren. Dat zij na verfcheide discusfien hier over met Gecommitteerdens uit den Raad gehad te hebben , benevens derzelver declaratoir, dat men aan hunne inftantien niet voldoen konde, genoodzaakt waren geweest eene Commisfie uit derzelver midden benevens den fubftitut Momboir derwaards te zenden, en dezelve te voorzien van zoodanige ample magt, als zij tot handhaving van de auctoriteit en gezag van het Volk van Gelderland binnen Nijmegen noodig hadden, en welke Commisfie in het tegens's Landfchaps refolutie ondernomene te herftellen ook gelukkiglijk was geflaagt: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat gemelde Pro-  ■ • 9 en 10 dugusti 1796. Provinciaal Collegie, en de uit hun midden gedecerneerde perfonele Commisfie-voor hunne genomene moeite en gedaane rapport behoorden te worden bedankt, en het verrichte door de zelve tot reparatie van het gepleegde Attentaat op voorfchreve 's Landfchaps refolutie allezins geapprobeerd en gelaudeerd; en voorts dit Rapport met de bijgevoegde ftukken gefteld in handen van het Hof van Juftitie, om dezelve te examineren, vifiteren en daar op vervolgens de Landfchap te dienen van deszelvs confideratien en advijs. Woensdag den in Auguftus 1706. De Gedeputeerden ter Financie in voldoenlrigc aan 's Quartiers refolutie van den 19 Mai laatstleden, en nader van die van 23 Junii daar aan volgende gediend hebbende van derzelver confideratien en advijs over de wijze van de verwisfeling der Recepisfen, uit de geforceerde Negotiatie van den 5often penning gefproten: Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden gemelde Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, om de Recepisfen van den gefurncerden 5oftenpenning, zoo fpoedig mogelijk, in te wisfelen, en daar voor Gg • uit  ïo Augusti 1796. uit te geeven gewoone Obligatien ten lasten deezes Quartiers, het zij in blanco, of op naam ter keuze van de Houders tegens den interest van 3 per cent, mits niet minder dan één honderd guldens bedragende: En is voorts verftaan, dat de Recepisfen onder de honderd guldens in een bijzonder boek ter Secretarie zullen worden geregiftreerd, en op ieder een N° gefteld, met ordre^ onder die Recepisfen te ftellen, en door den Secretaris der Gedeputeerden Ter Ordonnantie te tekenen, aan den Ontfanger, op welkers Comptoir dezelve zullen worden gerepartitieerd , om daar van de interesfe jaarlijks ad 3 per cent ter fomme van ƒ .... te voldoen. Zullende het nochtans aan een ieder vrijftaan om Recepisfen , minder dan honderd guldens, te combineren, en daar voor te verzoeken Obligatien ter montante van honderd guldens, en daar boven: Ook bij vervolg van tijd in cas van acquifitien van zoodanige Recepisfen bij ervenisfen, of andere wettige titulen van eigendom, edoch als dan in Obligatien niet minder bedragende dan vijf honderd guldens : En zullen de interesfe, zoo van de Obligatien als Recepisfen, gerekend worden te zijn ingegaan met  io Augusti 1766* met ip April deezes jaars 1796, en dus het eerfte jaar verfchijnen op 1-° April 1797; voorts alle worden gebragt ten Comptoire van den Ontfangst van den 8ofte 40fte en andere penningen, mitsgaders van den Tabak te Thiel : Zullende wijders van de Obligatien, in blanco gefteld, uitgegeeven worden Coupons, en de Rentlopende Recepisfen telkens bij het ontfangen der interesfe aan de Ontfanger moeten worden vertoond, ten einde door denzelven na betaaling zulks daar op te noteren , vermits die Renten niet op de gewoone gedrukte Quitantien ontfangen kunnen worden. De Gedeputeerden ter Financie bij 's Quartiers refolutie van den 16 Julii jongstleden verzocht zijnde op de eerstkomende Quartierlijke Vergadering te voldoen aan 's Quartiers refolutie van den 10 Maart en 20 Mai deezes jaars ten aanzien der exhibitie van een Lijst der geflagene Ordonnantiën zedert het tegenwoordig bewind,.hebben, vermits bij 's Quartiers refolutie van den 10 Maart laatstleden is verftaan, dat alle Rekeningen van de Ontfangers deezes Quartiers voortaan zullen worden afgehoord door de Gedeputeerden ter Financie ten aanhooren der geheele Quartiers VerGg 2 ga-  iq Augusti 1796. gadering, en de tijd tot het afhooren van die Rekeningen alnu zal dienen te worden vastgefleld, waar in alle de geflagene Ordonnantiën, en dus meede die van alle Commisfie- en Vacatie-gelden zullèn worden afgehoord, het Quartier in bedenkinge gegeeven, of niet, daar door, het overgeeven van zoodanige Lijst, hier boven gemeld, overbodig zoude moeten worden geconfidereerd; verzoekende derhalven daaromtrent met het nader goedvinden van het Quartier te mogen worden vereerd , en dat tevens alnu mag worden bepaald de dag, wanneer met het afhooren der Rekeningen een aanvang zal worden gemaakt. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken de gerequireerde Lijst op de vólgende Vergadering over te geeven, en tot het afhooren van de Rekeningen der Ontfangers deezes Quartiers te bepaalen den 12. September aanftaande des avonds binnen Nijmegen te zaamen te koomen, zonder nadere verfchrijvinge van de refpective Leden deezes Quartiers. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergadering voorgedragen, dat zij geauctorifeerd zijnde om op de eerstkoomende Quartiers Vergade-  io Augusti 1796. dering te dienen van hunne confideratien, welke nadere Financiële operatien boven de reeds gehevene 50,ie penning en dubbelde Verponding voor de Uitheemfchen zouden dienen te worden geïntroduceerd, ten einde het Quartier in ftaat te ftellen, om, zooveel mogelijk, haar aandeel, 't zij voor het geheel, 't zij gedeeltelijk, in de gepetitioneerde 60 Millioenen te voldoen, hun voornaam werk gemaakt hadden van te denken op voorflagen , welke zouden kunnen gedaan worden, om het voorfchreve aandeel te berde te kunnen brengen, en teffens welke belastingen zouden kunnen worden geïntroduceerd tot vinding der interesfe van de Capitalen, fpruitende uit de geforceerde Negotiatie; want-dat, offchoon het Quartier met opgenomene penningen reeds van tijd tot tijd ten hoogften is belast geworden-, ten einde in ftaat te zijn de loopende fchulden te betaalen, en aan de engagementen te voldoen, de Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers nochtans, vermits de opgenoomene penningen'reeds waren uitgegeeven en befteed, verpligt waren geweest hun toevlugt te neemen tot een extraordinair middel of geforceerde Negotiatie, onder den naam van den 5ofteu penning. Dat zij Gedeputeerden niet konden nalaten te Gg 3 te-  io Augusti 1796". reflecteren , dat het ganfche provenue van den g0ften penning mag gerekend worden te zijn geabforbeerd tot voldoening van 's Quartiers aandeel in den termijn van de 30 Millioenen, aan de Franfche Republicq bij het Tractaat van Vreede en Alliantie, uitgeloofd, aan welkers voldoening echter tot het aandeel in de 100 Millioenen noch zeer veel deficieerde: Dat men derhalven bedacht behoorde te zijn op Middelen, door welke het Quartier aan zijne pligten kan voldoen, en teffens de interesfe yan de genegptieerde Capitalen betalen. Dat om tot zulk oogmerk te geraaken zij Gedeputeerden hadden vermeend, dat behoorde vast gefield te worden; 1°. Een impost op de Thee, Coffij en Chocolade, volgens de Ordonnantie reeds op dat Middel in den jaare 1794 geëmaneerd. 5$. Een impost op de overdekte en hangende Rijtuigen, en het houden van Paarden voorplaifier, met de noodige veranderingen, na inhoud van de Ordonnantie meede reeds op dit Middel gearresteerd. 3% Een Dienstboden-geld. 40. Een impost op de Varkens, te heffen in gelijkvormigheid van den impost op de Schaapen. 5°. Een  io Jugusti 1796. 50. Een impost van 2 per cent, jaarlijks te betaalen door alle ongetrouwde Mansperfonen boven de 25 jaaren van hunne inkomften, zoo lange dezelve ongetrouwd zijn ert blijven. 6°. 2 Per cent jaarlijks van alle vaste Tractementen , zoo van politique als geestelijke Amptenaaren, zoo wel Landelijke, Stedelijke, als andere, binnen dit Quartier «Aderende. 73. Een impost op de Honden. 8°. En eindelijk daar alle deeze Middelen naauwlijks toereikende zullen wezen, immers voor eerst, de onvermijdelijke lasten te voldoen, dat voor al in ferieufe overweging zoude dienen genomen te worden de heffing van eene dubbelde Verponding boven de Ordinaire, benevens eenen 5often penning van Obligatien en andere vruchtdragende effecten , zonder eenige uitzondering, tegens ontfangst van Recepisfen. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de Gecommitteerde Leden, refpective, de voorfchreve confideratien overgenomen, ten einde zich daar op ter eerstvolgende Quartiers Vergadering te expliceren. Gedelibereerd zijnde op de propofitie der GeGg 4 com"  10 Jugusti 1796. eommitteèrdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen om den impost op de Speelkaarten van zes op twee Huivers te verminderen: Is, na deliberatie, goedgevonden, om door het herdrukken der Ordonnantie geene onnodige kosten te veroorzaaken, te perfifteren bij de voorfchreve Ordonnantie op de Speelkaarten geëmaneerd, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om dezelve.ftiptelijk door den Fiscaal te doen executeren. \ erlezen de Requeste van den Boekhouder of Voorzittend Lid der Proviforen van het oudeBorgeren-Gasthuis, den Burger G. C. in de Betouw, aan de Landfchap, mitsgaders aan het Quartier. als het ftuk der Godshuizen bij refolutie van den 29 Octob. 1795 gehouden hebbende in ftaat, geaddresfeerd, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant, in voorfchreve qualiteit op den 16 junii laatstleden namens de voorzittende Leden van den Provifionclen Raad der Stad Nijmegen ontboden en verzocht zijnde zich ten half twaalf uuren te willen fisteren op het Raadhuis, daar aan hadde gedefereerd, wanneer hem was te kennen gegeeven het voorneemen van den Provifionelen Raad om in het Gasthuis te benoemen eenige Le-  io Jugusti 1796. Leden van den Roomfchen Godsdienst tot Proviforen ; en hij vervolgens verzocht Vergadering te willen beleggen tot benoeming van eene Commisfie, welke op den i8Jc' daar aan volgende 's morgens zich zoude vervoegen op het Raadhuis om over de gevoeglijkfte wijze, op welke dit Collegie half uit Protestanten en half uit Roomschgezinde Leden zoude worden georganifeerd , te fpreeken, en dat Proviforen door eene Commisfie uit hun midden zich op de bepaalde tijd aldaar hebbende gefisteerd, aan die Commisfie wierdt gedaan eene voordragt, welke hier op nederkwam. i°. Om aan de tegenwoordige Proviforen van het oude Borgeren-Gasthuis toe te voegen zeven Roomfche Leden ; of , 2". Drie Roomfche Leden, ieder met een dubbelde ftem, en één met een enkelde ftem, zoodanig dat ieder Gezindheid een gelijk getal van ftemmen zoude hebben; met verzoek om zulks aan de overige Leden voor "te dragen. Dat de Gecommitteerde Proviforen, als toen niet alleen ingevolge de hun opgedragen last, ten fterkften hadden gereclameerd de rechten en gewoontens van het oude Borgeren-Gasthuis; maar ook tot fchriftelijk andwoord aan het voorzittend Gg 5 Lid  io Jugusti 1796. Lid van den Provifionelen Raad vervolgens hadden doen toekoomen „ dat de praefente Proviforen „ van het Oude Borgeren-Gasthuis, gehoordheb„ bende het gebefoigneerde van derzelver Ge* „ committeerdens op den 18 en 20 Junii met de „ voorzittende Leden van den provifionelen Raad, ,, indien de Provifionele Raad onverhoopt mogte „ goedvinden te perfifieren bij hunne genomene „ refolutie in de toevoeging van nieuwe Leden, „ uit aanmerking van de tegenwoordige tijd en om„ ftandigheden van zaaken, eenpaarig het convena„ helste oordeelden zich te fubraitteren aan het „ tweede lid van de eventuele Propofitie, alles „ nochtans met reclame van der Proviforen recht en ,, welhergebragte orde, om, in cas de Munici„ cipaliteit mogte blijven perfifieren om eenige ,, nieuwe Leden bij de oude te willen voegen, in dat cas, als van ouds, eene nominatie voor een „ dubbeld getal van zoodane Roomschgezinde per„ Jonen, als voor de belangens van het oude Eorge„ ren-Gasthuis hel meest gefchikt en dienstig zullen „ bevonden worden, aan de Municipaliteit, tenfine „ van electie, te exhiberen, en zulks te meer, daar „ de Municipaliteit zelvs, en te recht, begreep , „ dat de gewoone wijze, voorts welherbragte order „ en gewoonte, bij de Corpora dienen geobferveerd „ en  io Augusti 179Ó. en achtervolgd te worden , als te zien bij Raadsrefolutie in dato den 14 Febr. deezes jaars 1796 op het fubject der electie van den Kerkenraad „ genomen. Dat echter, zonder acht te flaan op 's Landfchaps refolutien van den 31 October 1795 en 26 Febr. 1796, veel min op der Proviforen aloud recht tot het formeren eener nominatie van zoodane Roomschgezinde perfonen, als voor het oude Borgeren Gasthuis het meest gejchikt en dienstig bevonden worden, de Provifionele Raad met eene directe aanftellinge hadt voortgevaaren bij eene Refolutie, divierende van het gegeeven antwoord der Proviforen , als uit vergelijkinge van dezelve aanftonds blijkbaar. En daar de goede Burgerije en Ingezetenen met veele redenen zouden kunnen beweeren, dat de Proviforen niet vrijwillig hadden mogen accepteren de vermeerdering van Proviforen tegens 's Landfchaps refolutie van den 31 Oct. 1795, voor al daar de verplegingen en badeelingen altoos zijn gefchied zonder aanfchouw te neemen op eenige Godsdienftige Gezindheid : ook niet hadden mogen toelaten, dat de Provifionele Raad tegens een wettig recht van nominatie daar aan verandering toebrenge, en dat, zulks gefchiedende, zij daar te-  io Augusti 1796. tegens hadden behooren te protesteren, en tot confervatie van deeze zoo heilzaame, en door eene getrouwe adminiftratie, en zorgelijke bezuiniging zoo zeer geprofpereerd hebbende Stichting bij de Landfchap, of bij het Provinciaal Collegie, de Landfchap niet vergaderd zijnde, datering en redres te verzoeken , ten einde, wanneer eene adjunctie wierde geaggreëerd , uit de gegoedfte en liet welzijn der Burgerije meest aangekleefde Roomscligezinde Burgeren, eenige kundige perfonen door hun Proviforen, als van ouds en na de ordre der fundatie, konden worden genomineerd, 'den Requeftrant overzulks overwegende, dat hoe zeer de befchikking over Godshuizen als domesticq zoude kunnen worden befchouwd, echter aan de Municipaliteiten niet vrijftaat daaromtrent willekeurig te disponeren, en dat in het bijzonder, met betrekking tot de Stad Nijmegen, buiten commucatie van de Landfchap of van het Provinciaal Collegie geene veranderingen mogen worden gemaakt, die tegens de Landelijke refolutie van den 31 Octob. laatstleden, en tegens het Reglement op het Stads beftier, ftrijdig zijn, zich ter zijner decharge en verantwoording, voor nu, en voor het vervolg, genoodzaakt vondt naar inhoud der Publicatie van den % November 1795 zich aan de Land-  io f» ij Jugusti 1796. Landfchap, en teffens aan hec Quartier te addresfcren, vertrouwende , dat de Volks Vertegenwoordigers, maintinerende's Landfchaps refolutie van den 31 Oct. 1795, en de daar op gevolgde publicatie, zoodanig zullen gelieven te disponeren, als tot ftandhouding van het oude Borgeren-Gasthuis bij wettig verkregene rechten in hunne wijsheid het raadzaamst zullen oordeelen, Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat dit Request behoorde te worden gefield in handen van den Provifionelen Raad der Stad en Schependom van Nijmegen ten fine van Bericht, blijvende inmiddels alles in ftaat. Donderdag den 11 Jugusti 1796. Op ilequeste van de Buurmeesteren van Gent, verzoekende, dat aan de Ingezetenen aldaar remisfie moge worden verleend voor twee derde gedeeltens van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over den jaare ingegaan i°. Julii 1794. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden bij derzelver refolutie van den 12 Maart, en nader bij die van den  ii Jugusti 1796. den a Junii laatstleden, te perfisteren, gelijk daar bij perfisteren bij deezen. Op Requeste van de Buurmeesteren des Kerfpels Neder-Asfelt, verzoekende om de daar bij breedvoerig geallegeerde redenen remisfie van ƒ222-5-: zijnde het defect van het Quotum der Confumtie over den jaare 1795, voorts verandering in de Ordonnantie van verleende remisfie met de fomme van f26-:-: Hebben de Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers na voorgaande deliberatie goedgevonden in de voorfchreve verzoeken te difficulteren, gelijk daar in gedifnculteerd wordt bij deezen. "Verlezen de Requeste van Frans van Werkhoven en Johannes van Haren, gewezen Pagter en Meedeftander van het Monopolium der gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs, ingegaan 1°. Julii 1792, houdende verzoek; i°. Dat zij Requeftranten aan gemelten hunnen pagt zouden kunnen en mogen korten de totale fomme van ƒ856-16-: zijnde den geheelen impost van 51 Ankers fterke dranken ad ƒ1616-: per Anker, in November 1794 in Boe-  li Jugusti 1796. Boemelre-waerd opgeflagen ten dienfte van de Hollandfche troupes, destijds aldaar tot bezetting van de Maaze gecantonneerd gelegen hebbende. i°. Dat aan de Requeftranten tot betaaling van /3540-6-: bij den Requeste breeder gementioneerd, mogt worden verleend uitftel tot tijd en wijlen de Requeftranten van het Committé tot de algemeene zaaken van hetBondgenootfchap te Lande zouden zijn voldaan , of wel in eventum, en bij aldien onvermoedelijk dit verzoek alzoo in het geheel, en prout jacet, niet zoude mogen kunnen volgen, alsdan ten minsten voor twee derde gedeeltens, ofte de helft van voorfchreve fom van penningen, en tot alzulken convenabilen tijd, als zoude mogen worden goedgevonden. En 30. Dat Requeftranten mogten worden ontheven van de betaaling der Armen-Oortjens zedert den 27 December 1794 tot ultimo Junii 1795 door hun onder protest betaald. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hier op, ingevolge appoinctement van den 13Julii laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben goedgevonden omtrent het eerfte verzoek, met  io 'Augusti 1796. met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 12 Maart laatstleden; gelijk meede ten aanzien van het tweede verzoek, uitftel te verleenen tot 1? November aanftaande; en voorts der Requeftranten derde verzoek te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van W. G. de Kruijff, Predikant te Hurwenen, verzoekende Ordonnantie ter fomme van ƒ105-:-.- voor écn jaar douceur als Predikant te Hurwenen , verfchenen 1 ° Julii deezes jaars 1796. De Volks Vertegenwoordigers deezes Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden deeze Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie , om daar op na bevind van zaaken te disponeren. De propofite van de Gecommitteerdens van den Thielre-waerd is bij de Gecommitteerde Leden , refpective, overgenomen, en dien onverminderd gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op na bevind van zaaken te dienen van confideratien en advijs. H et Request van den Burger Pieter Berkelbach van  ii en 12 Augusti 1796. van den Sprenckel , en van Buurmeefteren van Yzendoorn, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daarop te dienen van derzelver confideratien en advijs. Vrijdag den 12 Augustus 1796, T Is gehoord het Rapport van de Gecommitteerdens tot de conferentien in 's Hage met de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, houdende , dat op den 2 Julii laatstleden hun Gecommitteerdens was ter hand gefteld een door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande geformeerde Rekening courant, die zij Gecommitteerdens echter hadden gedeclareerd voor geene afrekening te kunnen aanneemen, maar alleen als een Brouillon, volgens welke Rekening het Quartier voor de adminiftratle te Lande per faldo zoude fchuldig zijn voor §, of voor vier maanden /35ó,786-:-ioJ , terwijl maar betaald zoude hebben in de 42 Millioenen ƒ63,250-12-8, welke Rekening echter ter Secretarie deezes Quartiers met de aantekeningen aldaar geconfronteerd zijnde, geen echt facit daar uit konde worden geformeerd, maar veel eerder, dat volgens eene gemaakte Memorie het Quartier op deszelvs Quota H h la  12 Jugusti 1796. in de 60Millioenen hadde betaald ƒ115,536- 7-55 behalven't geen het Quartier van de civile Lijst voor den jaare 1796 aangenomen heeft te betaalen, voor het geheele jaar .... 28977-13-4 En alzoo het Quartier gehouden moet worden reeds te zamen betaald te hebben .... ^44?5I3"i8-9i Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat het noodzaaklijk zal zijn daar over bij het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, met toezending der Lijsten-, elucidatien te verzoeken, is goedgevonden aan het gemelde Committé te fchrijven de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede - Burgers! De Gecommitteerdens uit deezen Quartiere wegens deeze Provincie tot de conferentien in's Hage met de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, en Gedeputeerdens uit de refpective Gewesten van Nederland, hebben onder anderen verflag gedaan van de aan hun gegeevene opening wegens de 42 Millioenen voor de behoeften tot  12 Jugusti 1796. tot de adminiftratie te Lande in de gepetitioneerde 60 Millioenen ; en teffens van eene door hun gedaane vergelijking der aantekening, bij ULieden geformeerd, tegens de lijsten door hun meedegenomen , zoo der gedaane betaalingen aan de Franfchen , als aan die der Nationale troupes, bij welke vergelijking aan hun was gedeclareerd geworden, dat de betalingen door dit Quartier op den 23, 24, en 26 Julii 1795 op inftantie van het Provinciaal Collegie, aan de Franfche troupes gedaan, belopende /i482-io-i4 niet konden worden geadmitteerd , om dat de adminiftratie van UL. niet eerder begonnen was, dan met 31 Julii 1795: En ten opzichte der door hun meedegenomene Lijst van betaalinge aan de Nationale troupes, dat de op den 13 November 1795 aan H. Engelen betaalde 20,000 guldens, behoorden gebragt te worden op de Lijst voor de Franfche troupes; en dat daarenboven afgetrokken waren geworden 20069-17-8 voor vier Adfignatien van den 29 Mai laatstleden, ter zaake die zelve eerst op de volgende termijn of vier maanden in decort zouden kunnen koomen. Dat hun vervolgens was ter hand gefteld een geformeerde Rekening , volgens welke het Quartier in de gevraagde 42000000 voor de adtninilih 2 ftra-  12 Jugusti 1796. fixatie te Lande per faldo zoude fchuldig zijn voor een derde . . . . . ƒ356786':ioï terwijl het Quartier alleen maar betaald zoude hebben in de voorfchreve 42 Millioenen .... ƒ63250.12- 8 Wij hebben hun Rapport met die attentie , welke een zaak als deeze is vereifchende, overwogen, en zijn wijders door onze Gedeputeerden ter Financie geinformeerd, dat zij deeze Rekéning met de aantekeningen ter Secretarie aldaar hadden doen confronteren, doch niet anders daar uit hadden kunnen opmaaken, dan dat het Quartier op deszelvs Quota in de 60 Millioenen, tot nu toe, heeft betaald .... 'ft'éh536^5! Behalven het geene het Quartier van de civile Lijst voor den jaare 1796, die volgens Misfive van de Nationale Vergadering van det» 2ö Junii 1796 onder de 60 Millioenen begrepen is , aangenomen heeft te betaalen , zijnde ter loopende maand 2414-16-1!. en dus voor het geheele jaar. i ƒ28,977-13-4 En de betaaling gedaan aan de gegageerde Onder-Officieren en Gemeenen op dit Quartier gerepartitieerd geweest van 1? Aug.  ia Jugusti 1796. tot uk. Decemb. 1795, welke volgens ULieder Misfive in dato 22 Maart 1796 begrepen is in mindering van 's Quartiers aandeel in de Quota voor de Landmagt te moeten verftrekken, bedragende 2.887-13-5! Voorts 't geen door dit Quartier voor 58 geleverde ArtilleriePaarden ad 175 guldens voor elk is betaald, bedragende . . • 10150 :-: En dat alzoo het Quartier gehouden moet worden reeds te zaamen betaald te hebben , ƒ203551 13-145 En waar bij noch zoude behooren gevoegd te worden voor reeds geleverd Hoornvhee voor de Sambre en Maas Armee, bedragende . • 16000-:-: Wij hebben uit het verflag van onze Gecommitteerdens wijders gereflecteerd, dat volgens de aan hun gedaane opgave de Quote van dit Quartier in de 42 Millioenen voor de AdminTftratie te Lande uit de 60 Millioenen zoude bedragen . . . ƒ1,260,1 io-:-7i Waar van \ of vier maanden . . 420,036 13 6\ En afgetogen de voorfchreve betaaling .... 203,551-13-14! Het Quartier dus noch zoude . fchujdig zijn . . . ƒ216,484-19 -7I  12 Augusti 1796. Dan dat volgens de berekening ter Camere van Financie deQuota van het Quartier in de 42,000000, is 1,173,933-15-8^ ■ Waar van | of vier maanden bedraagt .... 391,311- 5-2J* En hier van afgetrokken de voorfchreve betaaling . . 203,551-13-14! Het Quartier derhalven noch maar zoude fchuldig zijn . . ƒ187,759.11- 4^ Wij hebben derhalven noodzaaklijk geoordeeld ULieden daar van nader te informeren, met toezending der noodige Lijsten, en teffens te verzoeken, om ingevalle GijLieden eenige reflexien op dezelve , of ook noch eenige andere of meerdere confideratien ter cas fubject mogt hebben, ons die alsdan te willen meede deelen, om vervolgens daar op zoodanig te kunnen delibereren en refolveren, als wij ten dien opzichte na bevind van zaaken zullen oordeelen en vermeenen te behooren , in welkers afwagtinge Meede-Burgers! Wij ULieden beveelen in Godes heilige protectie. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Ver- fa-  ia Jugusti 1796. gadering gehouden op eenen Èxtraordinairen Landdag den 12 August. 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve. Gedelibereerd zijnde op eene Misfive van het Provinciaal Collegie , houdende deszelvs confidetien en advijs op het Concept-Reglement voor het beftuur in den Bommelre-waerd, waar bij de aanftellinge van eenen Collecteur van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien, cap. 2. art. 13 voorkomende, als mere'Quartierlijk, aan het Quartier wordt overgelaten, en in achting genomen zijnde, dat de Steden en Ampten binnen dit Quartier moeten inftaan en refponfabel wezen voor de Collecte van derzelver Landfchrijvers en Secretarien wegens den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien bij derzelver infufficance. Is goedgevonden de aanftellinge tot de Collecte van den voorfchreeven impost van den 8o^° 40^ en andere penningen in den Ampte van BommelH h 4 re-  12 en 13 Augusti 1796. rewaérd te renvoijeren en te laten aan het beftuur of Ampts Vergaderinge van denzelven Waerd. He t Request van Henrica van der Burg is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie , om, zoo mogelijk, daar op geduurende deeze Vergadering te dienen van confideratien en advijs. Saturdag den 13 Augusti 1796. Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Quartier van Nijmegen, gefchreven in den Hage den 1 deezes maands, houdende, dat uit het rapport van den uitfiag der conferentien met de Gedeputeerden uit de refpective Gewesten in Nederland wegens de promte praestatien hunner Quotes in de 60 Millioenen door de Commisfie van Financie tot het bijwoonen derzelve gedaan, mitsgaders uit het fchriftelijk declaratoir door de Gedeputeerden uit het Quartier overgegeeven, met leetweèzen hadden opgemerkt, dat het Quartier van Nijmegen *p eene verregaande wijze ten opzichte van het reeds zoo lange geè'xfpireerde eerfte termijn in de  13 Jugusti 1796. . de 60 Millioenen achterlijk is, en dat de vooruitzichten, ingevolge den inhoud van het zelve declaratoir, op de prompte furnisfementen van de volgende termijnen zeer ongunftig zijn: Dat aan den eenen kant wel zeer veel deel naamen in de rampen, waar in dat gedeelte van Nederland , het welk onder de benaaming van het Quartier van Nijmegen voorkomt, zekerlijk in eene. ruime mate gedeeld heeft, en dat daar door alle financiële operatien in dat Quartier eene dubbelde moeilijkheid opleveren, doch dat deeze moeilijkheid niets het minfie wegnam, of verminderde de volftrekte noodzaaklijkheid voor 's Lands Financiële behoefte om ook op het bijdragen van het Quartier promptelijk te kunnen ftaat maaken, en dat, na maate de moeilijkheden groot zijn, het de taak van waare Republicainen wordt om niet onder die moeilijkheden te fuccumberen, maar om dezelve door eene verdubbelde energie te boven te koomen, te meer toch, daar deeze opofferingen , welke in den naam der geheele Natie gevorderd worden, niet als voorheen gevergd worden tot in ftandhouding der heerfchzucht, maar tot vestiging der vrijheid, onder welks weldaadige invloed alle de nu noodzaaklijke Offerhanden op het Altaar des Vaderlands wel Hh 5 fpoe-  13 Jugusti 1796. fpoedig, onder den zegen van het Opperwezen, door eene nieuwe bron van bloei en welvaart flaan gevolgd te worden, waar door alle rampen kunnen worden vergoed, met fommatie in naam des Vaderlands, en op grond van de magt door het Volk van Nederland aan hun gegeeven, om door onverwijlde, krachtdadige ert voldoende middelen, het Quartier in ftaat te ftellen, om, binnen den tijd van drie weeken na den eerften deezes maands, het noch zoo aanmerkelijk achterwezen in den eerften termijn te zuiveren, en om voor de verdere loopende volkomen verzekerende maatregulen te neemen, en met verdere bijvoeging, dat ingevalle de voorgemelde zuivering niet binnen den gemelden tijd door het Quartier gerealifeerd wierde, de Nationale Vergadering zich in de indispenfabile verpligting zoude vinden, om op den voet van het Reglement, voor hunne Vergadering gearrefteerd, over te gaan tot het decreteren en effectueren van zoodanige heffing over het Quartier, als bij dezelve genoegzaam zoude geoordeeld worden, om de door het Quartier verfchuldigde furnisfementen voor 's Lands casfa te kunnen bekomen, terwijl hooggemelde Vergadering niet te min verklaarde, dat het hun zeer aangenaam zal zijn om door eene onverwijlde ha-  13 Augusti 1796. nakooming van 's Quartiers verpligting van het emploijeren van deeze Nationale magt te mogen blijven gedispenfeerd: Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden voornoemde Misfive te beandwoorden, als volgt. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten. H et is niet dan met de gevoeligfie aandoening, dat wij ons door ULieden in naame des Vaderlands, en op grond van de magt door het Volk van Nederland aan UL. gegeeven, vinden gefommeerd, ten einde door onverwijlde, krachtdadige en voldoende middelen dit Quartier in ftaat te ftellen om, binnen den rijd van drie weeken na den eerften deezes maands, het noch zoo aanmerkelijk achterwezen in den eerften termijn der gepetitioneerde 60 Millioenen te zuiveren, en om voor de verdere loopende volkomen verzekerende maatregulen te neemen; met bijvoeging, dat, ingevalle de gemelde zuivering niet binnen den voorfchreven tijd door ons wierde gerealifeerd, Gij Lieden, Burgers Repraefentanten, UL. in de in-  13 Augusti 1796. indispenfabile verpligcinge zoude vinden op den voet van het Reglement, voor ULieder Vergadering gearrefteerd, over te gaan tot het decreteren en effectueren van zoodanige heffing over het Quartier, als bij UL. gevoegzaam zoude geoordeeld worden, om de door het zelve verfchuldigde furnisfementen voor 's Lands casfe te kunnen bekoomen. Eene fommatie en exhortatie voorwaar, welke wij allezins zouden moeten billijken , wanneer onwilligheid of onachtzaamheid oorzaak hadde gegeeven tot den vervallen ftaat, en het volflagen onvermogen, waar in zich het Quartier van Nijmegen op dit tijdftip bevindt. Edoch Gijlieden, Burgers Repraefentanten, betuigd zelvs te gevoelen de ruineufe fituatie, waar in de Steden en het platte Land van dat gedeelte van Nederland, het welk onder de benaaming van het Quartier van Nijmegen voorkomt, door de verwoeftingen en rampen des Oorlogs zijn gebragt, en welke wij bij onze fucceslive Misfives zoo aan de gewezene Vergadering van Hun Hoog Mogende, als vervolgens aan UL. met zoo veel evidentie hebben gedetailleerd, dat het te vergeefch zoude zijn UL. daar meede wederom op te houden: Te meer toch, daar GijL. niet zoo zeer een affchildering vor-  13 Jugusti 1796. vordert van den' akeligen toeftand, waar onder het Quartier boven alle andere Gewesten deezer Republicq zuchtende gedrukt en gebukt gaat, maar betooningen in daaden, dat wij door groote financiële operatien met allen ijver aan de verfchuldigde pligten, welke op ons Quartier leggen trachten te voldoen, daar zonder zulke furnisfementen niet kan worden voorzien in de allerdringendfte behoeftens van het dierbaar Vaderland ; en daar deeze opofferingen onder den zegen van het Opperwezen door een nieuwe bron van bloei en welvaart (gelijk GijL aanmerkt, en waar in wij met UL. ten aanzien van de commercierende Gewesten conveniëren) ftaan gevolgd te worden, en daar door alle geledene rampen vergoed. Maar hoe zullen wij, Burgers Repraefentanten, deeze nieuwe bron van bloei en welvaart ondervinden in het Quartier van Nijmegen, 't welk bijna in het geheel geen deel heeft aan de groote en aanmerkelijke voordeden der navigatie en commercie: Daar het ontbreekt aan Fabricquen. en Trafiquen , die circulatie van geld aanbrengen, en toevloed van inwooneren tot zich trekken: welkers Ingezetenen in de Steden hun zober beftaan moeten zoeken te erlangen uit handwerken  13 Jugusti 1796. ken en eenige winkelneeringen, waar van zij de materialen meerendeêls, en de waaren genoegzaam alle, uit de commercierende Gewesten moeten haaien, en ten platten Lande voor het grootfte gedeelte moeten beftaan van den zuuren arbeid hunner handen in den landbouw, het geheele jaar door van den vroegen morgen tot den laaten avond. Gij Lieden begrijpt dan ligtefijk, welk eenen nadeeligen invloed zulks hebben moet op de middelen van Financie in dit Quartier, het welk boven dien wegens deszelvs fituatie aan zwaare Rivieren zich in de omftandigheden bevindt van geenen genoegzaamen ftaat op de jaarlijkfche producten der landerijen, immers voor een groot gedeelte van dezelve, te kunnen maaken, en daar door aan meerder rampen van doorbraaken van Dijken , overftroomingen en kwellingen van water, dan andere dirtricten, is geëxponeerd, tot voorkooming van welke jaarlijks immenie kosten moer ten worden geimpendeerd. Dan hoe zeer ook de noodzaaklijke geldheffingen in deeze droevige omftandigheden aan de Ingezetenen dubbeld moeilijk en drukkende zijn , zullen wij echter, penetrerende 's Lands dringende nood, die moeilijkheden door eene verdubbel-  13 Augusti 1796. belde energie trachten te boven te koomen, en alles aanwenden, wat tot vinding van het aandeel in de gepetitioneerde 60 Millioenen eenigzins zal kunnen bevorderlijk zijn. Wij hebben ten dien einde, na gehoord rapport van onze Gecommitteerden? tot de gehoudene conferentien met de Commisfie van Financie uit ULieder midden, onze Gedeputeerden ter Financie al aanftonds geauctorifeerd om ten fpoedigften te dienen van confideratien, welke nadere Financiële middelen en extraordinaire geldheffingen boven de reeds gehevene 50^" penning en dubbelde Verponding voor de Uitheemfchen zouden behooren gearrefteerd te worden. Gemelte Gedeputeerden hebben op heden daar aan voldaan, en wij hebben tot het invoeren van nieuwe, en, zoo mogelijk, toereikende lasten, onze bijeenkomst bepaald tegens den 8 der aanftaande maand September, terwijl wij verder door het verbeteren van de geenen, die thans geheven worden, het introduceren van bezuinigingen, en naauwgezette ordre in alle uitgaven en ontfangften, de inkomften des Quartiers zullen trachten te vermeerderen, om na onze uiterfte vermogens meede te contribueren tot befcherming van het dierbaar Vaderland, even gelijk het Quartier te voo-'  13 Jugusti 1796. vooren door fprekende daaden, zelvs boven haare krachten, zich bij aanhoudendheid volvaardig heeft betoond. Doch daar bij ULieder Misfive van den 17 April •laatstleden het aandeel deezes Quartiers is uitgetrokken tot de fomme van fi,800,157-4-: in de Quota van dit Gewest bedragende ƒ3832500-:-: en 's Quartiers aandeel nochtans niet meerder bedraagt dan ƒ1677048-5-4 verzoeken wij UL. dat het Quartier van Nijmegen in het vervolg niet afzonderlijk mag worden gedebiteerd, maar volgens voorige obfervantie, bij de Staten van Oorlog gebruikelijk, geene andere dan de Provinciale Quote werde uitgetrokken, welke als dan na eene tweederleij Quota tusfchen de drie Quartieren wordt verdeeld, en waaromtrent wij het niet ondienfiig oordeelen ULieden, Burgers Repraefentanten, te informeren. Dat binnen dit Gewest bij den beginne der Republicq is geweest gemeenfchap van de middelen van Financie tusfchen de drie Quartieren. Dat de drie Quartieren over deeze gemeenfchap (1) discreperende in den jaare 1609 de Quotes tus- Ci) Op voordel van hec Quartier van Veluwe is al in den jaare 1607 goedgevonden het different over de Subdivilie te fubmitteicn aan onpartijdiger!. Quart. Ree. d, d. 24 Noysmi. 1607.  13 Augusti 1796. tusfchen dezelve zijn gereguleerd (2) voor den tijd van drie jaaren. Dat na verloop van de voorfchreve drie jaaren over de Subdivifie der Quotes zijn gerezen verfcheide (3) debatten, tot dat het different in den jaare (4) 1618 is vereffend gedurende de Treves. i? }w*y>\.\,M -h-y 's&> ney asjftswaej -hO« (S) Op den 21 Dccemb. 1609. C3) Hebbende de Quartieren Nijmegen en Veluwe vermeend, dat gevolgd behoorde te wórden de oude Quota van den jaaie 1547, volgens welke in de 100-:-: de Quartieren droegen. 'Nijmegen . . . '. . -ja-j^f • ' ■ s 'Ro.ernionde ...... .... 25- 8-8 . ■ . Zutphen 19- 6-: Arnhem ..... 22-16-: De Subdivifie in het Quartier tusfjhen de Steden en Ampten was De Stad:Nijmegen . . 4- 8-4 .1.,.. , Thiel f. . , . . tr ,a- &•& ïSi Bommel . £a . . ' » 1- 7-6 S Het Rijk van Nijmegen . . 5-12-6 Over-Betuwe . . . 16- :- ; Maas en Waal . . . 16- :- : Neder-lietuwe . . . 17-18-4 Thitflre-waerd . . . 21-18-4 Bommelre-waerd . . . 12-12-6 Quart. Ree. d. d. 13, 20 Mai, 5 en 6 Sept. 1616. £4) Het different over de Subdivifie den 16 Maart 1618 aan de" Uitfpraak van den stadhouder Prins Mauritz zijnde gefubmitteerd, heeft zijn Excellentie den 27 daar aanvoegende het zeïve over de taaien 1617 en 1618 gereguleerd: En heert de Landfchap daar van.den s Jnnö 1619 de continuatie geduarendede'Treve.s vast gt- 5. Ii  13 Jugusti 1796. Dat in volgende jaaren over de begrooting der Quartierlijke Quotes (5) telkens verfchil heeft plaats gehadt, zoodanig, dat in den jaare 1641 wederom wierdt aangenomen (6) de Communie van de gemeene Middelen, en eindelijk in den jaare 1650 en 1652 twee bijzondere Quotes, eene na de tantièmes van de generale Middelen, en eene na de grondfchatting .of Verponding provifioneel voor den tijd van drie jaaren zijn geïntroduceerd. Dat vervolgens in den' jaar-e 1700 is gèmaakt eene Conventie , -volgens welke uit de posten, • • • " tot gefield. In den jaare iÖ22is overliet voor aangeroerde different gedaan eene Compromisforiale Uitfpraak bij Hunner Hoog Mogende Gedeputeerden, en vunrolgens den 23 Mai 1624. Q. R. d. •; ... •■< 13e Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen, van het Rijk, Over-Betuwe en Maas en Waal hebben verklaard fesfie te neemen onder fpeciale inhaefie van hun voorig protest ten aanzien der onwettigheid van de geno> mene befluiten in de Vergaderingen daar bij vernield, waarbij zich de Gecommitteerde van Thielre-waerd heeft gevoegd opzichtelijk de Gecommitteerde Leden van Leeuwen en van der Feltz, voor zoo verre zulks zijne Commisfie meedebragt: En hebben de Gecommitteerdens uit Thiel, Bommel, Neder-Betuwe en Bommelre-waerd zich gereferveerd hunne aantekening tot ftaving der wettigheid van het gedecreteerde. Het  9 September 1796. Xrïet Request van Jan Sanders, Pagter van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten onder Eist, ingegaan i° Julii 1796. Is gefield in handen van die van den Gerichte van Over-Betuwe, om daar op te dienen van confideratien en bericht. H et Request van Francis Gremmen is gefield in handen van de Ampts-regeeringe van tusfchen Maas en Waal ten fine van confideratien en bericht. H et Request van O. Houterman, Pagter van den impost op de Wijnen over het' diftrict van OverBctuwe, ingegaan ft Julii 1795: van Buurmeesteren van Millingen over den jaare 1794; vanDerk Thijsfen, en van ftemgerechtigde Inwooneren van Est, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs. ' 1 'S " CS3 : 3J: :••':**,ov>bi ezen de Requeste- van den Burger T. in de Betouw, houdende, hoe dat bij den toeflag van 'den verkoop van den Opftal en Gebouwen van dén Burg het terrein, en eene der zoo genoemde Heidenfche CapeTlen voor dèezé Provincie was be- hou-  9 September 1796. houden voor de fom van 7000-:-; Dat vervolgens om de tweede Capel meede te conferveren, de Koperen zich hadden geëngageerd dit aloud overblijfzel aan de Provincie over te laten onder korting van 3000 :-; en wel zoo, dat, wanneereventueel mogt blijken, dat het zelve door te groote misftand op het terrein, of anderzins, op den duur, niet mogt kunnen blijven ftaan, zij bereid en te vreede waren, het zelve tegens betaling van 3000-:-: wederom aan zich te neemen, mits het Provinciaal Collegie zich hier over bij het aanvangen der (looping van het Gebouw finaal declareerde. Dat wijders bij 's Landfchaps refolutie van den 30 Mai claar aan volgende de oppervlakte van den gewezen Burg met de jurisdictie, voor zoo veel nodig, benevens de twee daar op ftaande zoo genoemde Heidenfche Capellen, invoegen hetzelve aan de Provincie was verbleven, was overgelaten aan de Stad Nijmegen voor eene fomme van 10000-: : te weeten 7000-:-: voor de oppervlakte met de eerfte zoo genoemde Heidenfche Capel, en 3000-: : voor de tweede; tot welke cesfie het Quartier ten genoegen en gebruike der Burgers en Ingezetenen der Stad Nijmegen meede hadde gelic. ven te concurreren. Dat  9 September 1796. Dat derhalven het wederom overlaten van de tweede Capel aan de Koperen van den Opftal van den Burg voor eene fomme van 3000-:-: allezins vrij en onbelet blijft; doch dat eene verkoop uit de hand voor eene fomme van 2000-:-: en dus voor | minder dan de koopspenningen, door de Stad betaald , bedragen, gelijk Requeftrant van ter zijde , hoewel in het zekere , was geïnformeerd gefchied te zijn, moest worden gehouden ipso jure te zijn nul en informeel. Alzoo geene Municipaliteiten na rechten zijn bevoegd ongereede Stedelijke goederen, die eigendommen der Burgerijen zijn , eigendunkelijk uit de hand te verkoopen, maar dat daar toe zullende worden overgegaan , behalven de concurrentie van de Repraefentanten van het Volk , wordt gereqüireerd, dat zulks bij openbare diflractie aan de meestbiedenden gefchiede , zoodanig , dat ingevalle ongereede Stedelijke goederen, die bij ongereede goederen van onmundigen worden vergeleken en ten gelijken rechten Itaan, uit de hand wierden verkocht, de de Municipalen even als Momboiren, behalven de nulliteit der verkoop, tot refufie van de fchade, welke uit zoodanige onderhandfche verkoping mogte worden veroorzaakt, perfoonlijk zouden verandwoordlijk zijn: Gelijk zulks niet alleen eene  9 September 1796. onbetwistbaare leere was van alle Rechtsgeleerden , welke handelen de alienatione rerum ad Civitates pertinentium in den Requeste geallegeerd; maar dat ook in de Raadfignaten der Stad Nijmegen geene voorbeelden voor handen waren, dat immermeer eenige van Stads ongereede goederen uit de hand waren verkocht, maar in tegendeel, dat daar toe wettiglijk zijnde gerefolveerd, geene dan publique diftractien van dezelve hadden plaats gehad. Dat Requeftrant, vermits de Burgerije der Stad, daar alleenlijk noch deeze twee zeer geringe overblijfzels van het aloudfte en beroemdfte Gebouw binnen deeze Republicq , op deszelvs aanhoudende inftantien, volgens refolutie deezes Quartiers en van de twee andere Quartieren, buiten flooping zouden moeten gehouden worden, in tijden en wijlen zoude kunnen fuftineren, dat hij zich insgelijks van zijnen pligt hadt behooren te kwijten, dat op duiffteene rudera van de tweede, gedeeltelijk in den Burg (a) geënclaveerde, Capel door eene (O Zulks fchijnt gefchiedt te zijn bij de herbouwing van den Burg ten tijde van carel de Groote. Van den eetften aanleg der Capel of Tempeltje zijn geen vastgaande bewijzen te haaien uit oude inlandfche fchriftcn, als waarfchijnlijk in de eeuwen van woestheid en onkunde, die op den val van het Romeinsch Gebied hier te lande volgden, of door de ingcvallene Noordfche Volken, vernietigd zijnde.  9 September 1796. eene onderhandfche verkooping geen fom van 1000-:: en dus een derde der koopspenningen, binnen eenen termijn van naauwlijks drie maanden na de cesfie aan de Stad, wierdt verboren, voor al gelet zijnde op derzelver gedelabreerden Financielen ftaat; maar dat tot verkoop en flooping van dit eerwaardig overblijfzel zullende moeten worden getreden , die rudera publiquelïjk werden gediftraheerd, zich overzulks vondt genooddrongen tot de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers zich te wenden, en te verzoeken, dat ingevalle deeze onderhandfche verkooping voor eene mindere fomme, als de uitgegeevene Koopspenningen bedragen , onverhooptelijk mogte ftand houden , dit addres van den Requeftrant moge worden gehouden te ftrekken tot zijne decharge voor de Burgerije van Nijmegen. Waar op geen Refolutie is gevallen. "Verlezen de Requeste van Johan Hamm, Koninglijke Pruisfifche Regeerings Referendarius en Secretaris bij het Land Gericht te Cleve, daarbij te kennen geevende, dat wijlen Herman Tobias Huls, Oudfchepen te Emmerik, bij testamentaire dispofitie van den 2 December 1794 aan den Requeftrant en de verdere naastbeftaande Bloedverwan-  9 September 1796. wanten van deszelvs eerst overledene Huisvrouw Johanna Petronella Muntz had gelegateerd zijne onder Millingen en Zeeland gelegene landerijen, met deeze conditie, dat de voornoemde landerijen , bij verlies van dit legaat, niet zouden mogen in het openbaar, maar uit de hand zouden moeten verkocht worden aan Johan Hendriks, woonende op Klein Zeeland, voor de fom van 12000-:-: te betalen een half jaarna des Testateurs overlijden; zoodanig echter, dat wanneer voornoemde Johan Hendriks binnen dien tijd daar aan niet mogte voldoen, het aan de Legatarisfen vrij zoude ftaan de voornoemde landerijen, naar goedvinden, te zaamen of ieder in het bijzonder, te verkoopen; Dat gemelde Johan Hendriks aangenomen hebbende de bepaalde fom binnen den geftelden termijn te voldoen, de Requeftrant ontdekt hadt, dat 'er binnen het Quartier van Nijmegen eenen impost op de Collaterale fuccesfien wordt geheven, en dat het foms zoude kunnen begrepen worden, niet dat gemelde Johan Hendriks eigentlijk als Legataris zoude moeten worden geconfidereerd, en dien impost moeten betalen; maar dat de Requeftrant cum fuis den impost op de Collaterale Succesfie, en dan vervolgens noch den impost op de  9 September 1796. de alienatien van ongereede goederen zoude moeten voldoen. . Dat Requeftrant overzulks te rade was geworden deeze zaak liefst aan de uitfpraak, van de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers over te laten, eny om de bij den Requeste geallegeerde redenen te verzoeken , dat Requeftrant van de aangifte en betaling van den impost op de Collaterale Succesfien moge worden ontflagen , zoo lange niat uitgemaakt is, of hij daar toe verpier, is, al ofte niet; En ten dien opzichte door deeze voor diligent verklaardVoorts dat de gezegde Legatanslln onverpligt zijn,wegens; het geen uit kracht van het testament, van iHcrman Tobias Huls himis competerende, den impost op de Collaterale Succesfien of alienatien van ongereede goedeien te betaalen: Immers dat zoo onvermoedelijk mogt worden begrepen, dat zij verpligt zijn het Collateraal te betalen, de Volks-Vertegenwoordigers nochtans, uit confideratie van de hardigheid, die daar in voor hun is refiderende, en dat 'er toch door Johan . Hendriks of den impost op de Collaterale Succesfien , of ook den impost op de alienatien aan het Quartier moet worden betaald, dien impost aan Requeftrant cum fuis gratieulèlijk zou-* den gelieven kwijt te fchelden. L 1 'In  9 en 10 September 1796. En hier op, na ingekomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie tot voldoeninge aan het marginaal appoinctement van den 13 Augusti laatstleden, gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dat van de landerijen onder de voormaalige Heerlijkheden Millingen en Zeeland gelegen, door wijlen Herman Tobias Huls, aan de in den Requeste vermelde perfonen gelegateerd, door die Legatarisfen den impost op de Collaterale Succesfien moet worden betaald, en dat voorts, in cas van verkoop dier goederen, den impost op de alienatien daar van meede is verfchuld; verklarende de Volks-Vertegenwoordigers den Requeftrant dien onverminderd voor diligent, met remisfie van de geincurreerde boete. Saturdag den 10 September 1796. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, confidererende, dat, niet tegenftaande bij Publicatie van den 16 April laatstsleden ten duidelijkften hebben aan den dag gelegd derzelver ferieufe wil en begeerte, dat niemand zich aan de geforceerde Negociatie van twee ten honderd zoude mogen onttrekken, nochtans met ver-  io September 1796. verontwaardiging hebben moeten verneemen, dat op zommige plaatzen van dit Qmrtier eenige Ingezetenen zich aan hunne verpligting in deezen hebben onttrokken. • En dat, aangezien de nood van het Land vordert, dat geene contraventien of vrijlatingen in deezen kimnen worden geadmitteerd, maar dat in tegendeel door alle mogelijke middelen behoort te worden gezorgd, dat, gelijk de voorzeide belasting, welke de dringende behoefte des Vaderlands vereischt heeft, op alle Ingezetenen gelijkelijk, en naar evenredigheid hunner bezittingen, gelegd is, daar in ook door alle dezelve Ingezenen gelijkelijk gedragen worde, op dat de last, die voor gewillige Ingezetenen reeds zeer drukkend is, niet door de onwilligheid van anderen noch zwaarder werde: Hebben, na gehoudene deliberatie, goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om de refpective gewezene Commisfarisfen tot den ontfangvan den 5ofttnipenning aan te fchrijven, om ten fpoedigften aan gemelde Gedeputeerden op te geeven, welke perfonen zich in ieders diftrict refpective in deezen onwillig of gebrekig getoond hebben ; met auctorifatie op gemelde Gedeputeerden, om LI a die  io September 1796. die opgave of Lijsten ingekomen zijnde, alsdan door den Fiscaal der Financien deezes Quartiers, en meede, zoo zulks mogten noodig oordeelen, in dit fingulier geval, door geadjungëerde Fiscaalen, de noodige en meest efficacieufe middelen te emploieren, om dezelve onwillige perfonefl met de daad tot het opbrengen van hunne verfchuldigde furnisfementen te conftringerc'n, het zij dezelve door parate executie en gijzeling daar toe te noodzaaken, het zij door derzelver boedels te ftellen onder fequeftratie; hét zij door zoodanige andere voorzieningen, als gemelde Gedeputeerden alsdan naar de gefteldheid der zaak hét meest gefchikt zullen voorkoomen ;■ alles ten kosten van dezelve onwillige en gebrekige perfonen, welke de onaangenaame gevolgen daar van aan zich zeiven zullen hebben te wijten: De Gédeputeerden 'ter Financie hebben ingevolge's Quartiers refolutie van den 13 Augusti laatstleden, waar bij verzocht waren op te geeven de wijze, waar na de te verlenen Ordonnantiën op het I part der Middelen voor de Stéden zonden behooren te worden ingericht, ter Vergaderinge voorgedragen, dat zij vermeenen, dat, zoo dra zal kunnen worden opgemaakt, hoe veel het Ma t ld Quar-  io September 1796. Quartier na'aftrek van de verleende remisfien en berekeningen van die imposten, tot het collecteren van welke eenige Pagters zijn geauctorifeerd, doch het welk van de meesten noch niet is afgedaan , van die middelen over de Steden en derzelver Schependommen, ingegaan i°. Julii 1794, en geëxfpireerd ultimo Junii 1795, werkelijk in 's Quartiers casfa bekomt, van dat montant, afgetrokken het Haardftede-geld, zoo als gebruikelijk, l gedeelte voor ieder' Stad refpective bij Ordonnantie zal kunnen worden verleend , zijnde reeds in mindering daar op betalinge gedaan: Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan zich met de voorfchreve confideratien envoorilag te conformeren, gelijk gefchiedt bij deezen : Hebbende de Gecommitteerdens deiStad Salt-Boemel verzocht infertie, dat tot het rcemen van deeze refolutie niet hadden geconcurreerd, maar daar'tegens geprotesteerd, tenwaare eene evenredige defalcatie van de Comparitiepenningen voor de Gecommitteerdens ten platten Lande, die met dit \ part der Middelen voorde Steden (V) in gelijkheid ftaan, mogte plaats hebben. L 1 3 . Op fa) Wa'nWe'er.'de Ste'den haare töeflehrmmg 'gaven om hec gedeelte van de generale Middelen, binnen haar icehtsgebicd gjhevtn, Jic: weUië'-iij Vor zich rlagtcs! te genieten, tot vooldeel van het  io September 1796. Op het geproponeerde ter Vergadering , en in achting genomen zijnde, dat volgens Decreet van de Nationale Conventie alle refolutien, waar door de Leden van andere Kerkgenootfchappen ten behoeve van een 'bevoorrechte Kerk zijn belast, worden vernietigd en ingetrokken; Hebben de Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden, dat van geene Kerkgebouwen van eenige gezindheid binnen deezen Quartiere met de daar aan annexe Hoven of Tuinen, van nu af en vervolgens, zal worden geheven eenige Verponding, dezelve daar van eximerende bij deezen : Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om daar van aan de Collecteurs der Verpondinge refpective de noodige aanfchrijving te doen. Verlezen de Requeste van Pieter Berkelbach van den Sprenckel, houdende verzoek, dat de gedecreteerde mortificatie van den Post van Commis ter Generaliteit mogt worden gefteld buiten effect, liet Quartier te laten koomen, is beloofd, dat hier tegens haarde hand zoude geboden worden , op dat zij wegens brand en licht in de Wachten, en andere Ceneialiteits lasten eenigen on.lerltand genoen. In het doorbladeren der oude Quartiers Recesfen kan dit overvloedig blijken.  io September 1796. fect, of bij alteratie van 's Quartiers refolutie van den 13 Maart laatstleden, de Requeftrant geëmploieerd, 't zij onder de benaaminge van Agent, of Correfpondent, op zoodanige inflructie en falaris , als billijk zoude voorkoomen; en, inval hier toe niet mogt worden gerefolveerd, als dan aan den Requeftrant moge worden toegelegd zoodanig dedomagement of penfioen, als uit aanmerking zijner langduurige en getrouwe diensten, zoude geoordeeld worden te behooren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan , dat in Requeftrants verzoek niet kan .worden getreden. "Verlezen een Addres van het ftemgerechtigd Volk des Dorps Geldermalfen: En hier op, na ingekomene confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, gedelibereerd zijnde, is goedgevonden te verblijven bij de laatst gearresteerde Ordonnantie op het Klein Zegel, en voorts verflaan alle Schouten te gelasten, gelijk gelast worden bij deezen, ten ftrengften op hunne verantwoordlijkheid te vigileren op het gebruiken van de behoorlijke Zegels bij verkoopingen, verpagtingen en verhuuringen, en eenige fraudes ontdekkende, daar van aanftonds LI 4 aan  io September 1796. aan den Fiscaal des Quartiers kennis te geeven, doch alles zonder ontgeltenis; met auctorifaiie op gemelte Gedeputeerden ter Financie om daar toe aan de Schouten refpective de vereischte aanfchrijvinge te doen. Op Requeste van de Municipaliteit van Est; Is, na ingekomene confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat die van Est, vermits de middelen van confumtie óver 1794 hadden afbetaald, zich hadden geaddresfeerd gehad om remisfie der Middelen over 1795, doch waar in bij 's Quartiers refolutie van den 11 Maart laatstleden, als geene remis-iien over dat jaar geaccordeerd wordende, was gedifficulteerd , goedgevonden, ten einde dezelve te behandelen , gelijk de nabuurige Dorpen behandeld zijn, aan den voorfchreven Dorpe eene Ordonnantie ten beloope van een derde, als de Middelen in den jaare 1794 over dat Dorp hebben bédragen, tot remisfie te accorderen, gelijk geaccordeerd wordt bij deezen. Op Requeste van Buurmeesteren van Yzendoorn, daar bij verzoekende remisfie wegens de middelen van confumtie over den jaare 1794; en vermin-  io September 1796- mindering in de aanfchrijving der Middelen : De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, hier op ter voldoeninge aan het marginaal appoinctement van den i 1 Augusti laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Hebben goedgevonden aan het gemélde Dorp remisfie van de imposten op de Middelen over den jaare 1794 voor een vierde te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt kracht deezes; renvoijerende de Requeftranten ten aanzien van het tweede verzoek aan het Collegie van algemeen welzijn in Neder-Betuwe. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op de requeste van Buurmeesteren van Waardenburg, of Hiern en Neerijnen, verzoekende remisfie van de imposten op de Confumtive Middelen over de jaaren, ingegaan ï°. Julii 1794 en 1795. Is goedgevonden, difftculterende in der Requeftranten verzoek van remisfie over den jaare 1795, aan dezelve van de imposten op de confumtive Middelen over den jaare 1794 te verleenen remisfie voor de helfte, gelijk verleend wordt bij • deezen. LI « Op  ïo en 12 September 1796. Op Requeste van de Buurmeesteren van Millingen : De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers hebben, na ingekomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, goedgevonden aan den Dorpe Millingen te accorderen remisfie van de confumtive Middelen over den jaare 1794 voor twee derde gedeeltens, en voor de helfte van den impost op het Bezaaij. Op Requeste van Lamert van Haeften, verzoekende het douceur, door hem genoten, verder te mogen blijven genieten : Is , na hier op gehad te hebben de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, goedgevonden aan den Suppliant, voor eens, een douceur van drie ducaten te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen. Maandag den 12 September 1796. D e Gedeputeerden ter Financie ter Vergaderinge geëxhibeerd hebbende eene Misfive van de Municipaliteit van Wageningen aan hun geaddresfeerd ; Is  12 September 1796. Is goedgevonden aan gemehe Municipaliteit te fchrijven, als volgt; Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. X)e Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers hebben ons op heden gecommuniceerd UL. Misfive van den 6 deezes aan hunlieden, houdende, dat met relatie tot onze Publicatie van den 3 Augusti jongstleden het UL., zonder te inquireren, of en in hoeverre dejagt, als Provinciaal, gemeen moetende worden befchouwd, één Quartier daar op eenige lasten zoude kunnen leggen ten voordeele van deszelvs afgezonderde Financiële huishouding, was voorgekomen, dat althans , en voor al op de Jagt, geen zoodanig bezwaar gelegd koude worden met relatie tot de buurfchap Lakemond, als behoorende onder het Schependom van Wageningen , alwaar de Burgeren, In- en Opgezetenen van Stad en Schependom een onbetwistbaar recht hebben om de Jagt vrij en onbelemmerd zonder eenig bezwaar te mogen exerceren , en waarom het UL. ook niet hadt goed gedagt onze Publicatie aldaar te doen bekend maaken  ia September 1796. ken of aanplakken, alzoo dezelve in de Buuitfchap Lakemond geen kracht of werking konde hebben. Het gunt voorfchreve en de redenen door UL. geallegeerd bij ons overwogen zijnde, hebben wij vermeend UL. te moeten disabuferen omtrent het geen met betrekking tot Lakemond door UL. is geadvanceerd. Wij oordeelen, dat zulks genoegzaam zal blijken, wanneer GijL. gelieft te reflecteren; Dat het Quartier van Nijmegen de fchattingen en alle andere middelen van Financie, in Lakemond altoos heeft geheeven, en alnoch is heffende uit kracht van het Jus Regale de refpective Quartieren in het ftuk van Financien, ieder in den haare , buiten de Landfchap competerende. En dat het buiten bedenkinge is; Dat Lakemond eertijds is geweest een Buurtfchap des Kerfpels Randvjijck in den Ampte OverBetuwe, en van ouds en altijd is aangemerkt geworden als een gedeelte van het Quartier van Nijmegen. Ons is wel bekend, dat 'er is eene overgifte van Hertog Willem van Cleve in dato 14 Julii 1539, welke ook door eene Landelijke approbatie is opgevolgd, waar bij de Buurtfchap Lakemond  ia September 1796. i'mond onder het Schependom -:van Wagen ir-gen [gebragt, en tot een gedeelte van het zelve gemaakt is, met gevolg, dat aan Wageningen ten [aanzien van Lakemond dezelvde hooge, laage en middelbaare jurisdictie, als over de Stad en de 1 overige -gedeeltens van het Schependom competeert i Doch wij verzoeken, dat Gijl. teffens in aanmér- : ...... ..;•» kin^ gelieft te neemen: Dat 'er een groot onderlcheid is tusfchen vrijheden , 'waar bij rechten van Jurisdictiën, 'Tollen, Vheeren , Jachten, Visfcherijen en dièrgelijke door Graven en Hertogen deezer Provincie gegeeven zijn, en tusfchen het recht van fchattingen te heffen, welk recht is een van de'grootfte en diftinctive CharacterS van hooge Regalien, welke geen Graaf of Hertog aan iemand konde 1 , .,"1. j -ü- tn —- ' ' ■ -v iiW overgeeven: Kunnende derhalven uit de Concesfie van Lakemond tot een Schependom van Wageningen niet anders worden opgemaakt, ;dan dat Lakemond daar door wel veranderd is van jurisdictie,--maar niet van resfort; op gelijke wijze als andere Dorpen en Buurtfchappen , welke naderhand door Graven' en Hertogen tot Heerlijkheden en Schependommen zijn gecreëerd, niet hebben opge- hou-  12 September 1796. houden te zijn, en te blijven leden en deelen van die Ampten, waar toe dezelve te vooren behoord hebben, zoo als de Buurtfchap Lakemond noch tegenwoordig met andere gewezene Heerlijkheden des Ampts Over-Betuwe in de Middelen en Ampts-lasten wordt aangeflagen , en de Dijkfchouwen van Over-Betuwe onderworpen is. Uit welk dan ook van zelvs voortvloeit, dat de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers te recht aan UL. hebben gezonden de voorfchreve Publicatie, daar hun namens het Quartier de volftrekte executie der Financiële Ordonnantiën en refolutien competeert ; en dat het dus vreemd moet voorkoomen , dat GijL. niet hebt kunnen goedvinden onze Publicatie tot ampliatie van onze Ordonnantie op den impost van het Klein Zegel aldaar te doen affigeren en bekend maken. Wij verwagten dan ook van UL. dat de affixie van voorfchreve Publicatie , ten einde dezelve in de Buurfchap Lakemond meede werking hebben kan, ten fpoedigften zal gefchieden-' Waar meede wij Meede-Burgers na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap UL. bevelen in Godes heilige protectie. Ge-  1 *• ia September 1796. Gefchreven te Nijmegen den 12 September 1796, het tweede jaar der Bataavfche VrijheidULieder goede Vrienden De provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve Voorts in achting genomen zijnde, dat het Quartier van Nijmegen in het maintineren van derzelver Financiële Ordonnantiën, refolutien en publicatien binnen de Buurfchap Lakemond door de Stad Wageningen niet vermag te worden tegengegaan , is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd worden bij deezen , om ingevalle de gemelde Municipaliteit van Wageningen verder mogte nalaten de meergezegde Publicatie binnen Lakemond te doen afkondigen en aanplakken, de affixie als dan door een 's Quartiers Bode te doen verrichten. Op Requeste van J. Bor en J. de Haas cum fuis, Pagters van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over de Dorpen Hien, Dodewaerd en  ia September 1796. en Yzendoorn, houdende, dat zedert het ingaan hunner pagt meenigmaal in de binnen- en buiten Weidelanden hebben geweid eenige honderden Beesten voor rekening der Franfche Armeen, waar toe door de Opzichters die landerijen waren gehuurd; doch dat bij het vervoeren van het gemelde Vhee geen Hoorngeld aan de Requeftranten was betaald geworden tot derzelver groot nadeel; verzoekende , om de daar bij verder aangevoerde redenen, dat zij de fchade , daar door veroorzaakt, aan het Quartier in rekening mogen brengen , of bij den Ontfanger aan hunne beloofde pagtpenningen korten. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers Hebben na deliberatie goedgevonden de Requeftranten ten aanzien van hun verzoek tof fchaavergoeding te renvoijeren tot de Eigenaaren en Leveranciers der Beesten, bij den Requeste gementioneerd, gelijk dezelve daar aan worden gerenvoieerd bij deezen. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van Heerewaerden, verzoekende, om de daar bij geallegeerde redenen-, uitftel van betalin'gc tot 1". November eerstkomende van de verfchulde Verponding over de jaaren 1793 en 1794 van het Dorp  ia September 1796. Dorp Heerewaerden aan hec Comptoir; en dat de afgegaane Collecteur H. C. Mefteecker moge worden gelast om binnen zekeren te praefigerenë termijn het Maanboek der Verpondinge van Heerewaerden over te geeven aan den aangeftelden Collecteur Johannes van Dockum, om zijn Maanboek daar uit te formeren : Is na voorgaande deliberatie goedgevonden » der' Requeftranten verzoek om uitftel te accorderen , gelijk gefchiedt bij deezen: En met relatie tot het tweede, het zelve gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en daar op te dienen van confideratien en advijs. II et Request van Schout en Buurmeesteren van Geldermalfen, Gellicum en Meteren met de daar toe fpecterende ftukken is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van confideratien en advijs; met auctorifatie om van de Collecteurs der Verpondingen , bij den Requeste vermeld, te requïreren opgaveder redenen van verweigering van betekende Copien hunner Collecte- of Maanboeken tegens behoorlijke betaaling meede te deelen. De Gedeputeerden ter Financie voorgedragen hebbende, welke voorzieningen tot het provifio2. M m nee'.  12 September 1796. neel waarneemen van den Ontfangst der Middelen over het diftrict des Bommelfchen Comptofrs door hun waren gedaan. Is goedgevonden het verrichte door gemelde Gedeputeerden zich te laten welgevallen, en allerdings te approberen, gelijk gefchiedt bij deezen; met auctorifatie op dezelve om met den aangeftelden Ontfanger D. Verweijde zoodanige verdere arrangementen te maaken, als tot die voorfchreve provifionele waarneeming zullen dienstig oordeelen. Op gedaane Propofitie om het jaarlijks tractement voor den Ontfanger der Middelen over het diftrict des Bommelfchen Comptoirs te bepaalen op 800-:-: met de daar toe ftaande gewoone emolumenten, of op 1200-:-: zonder emolumenten. Is goedgevonden dezelve over te neemen, en. zich daar op bij de eerstvolgende Vergadering, die ter occafie van den aanftaanden gecontïnueerden Èxtraordinairen Landdag zal gehouden worden , te expliceren. Da Gedeputeerden ter Financie voorgebragt hebbende een project-Notificatie rakende de inwisfeling der Recepisfen van den gefurneerden 5often penning, en het daar voor uitgeeven van ge-  ia September 1796. gewoone Obligatien tot laste deezes Quartiers; Is na deliberatie goedgevonden gemelde Gedeputeerden te auctoriferen, om dezelve ten fpoedigften te laaten afgaan; en voorts verftaan, dat hier van in de voornaamfte Couranten tot naricht van Uitheemfchen, welke Recepisfen wegens Obligatien tot laste deezes Quartiers enz. bezitten , advertentie zal gedaan worden. rr\ i er Vergaderinge voorgebragt zijnde de Lijsten van onkosten en verfchotten door de refpective Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5ofte'J penning opgegeeven; Is goedgevonden dezelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om, na voorgaande naauwkeurige examinatie van dezelve , daar omtrent te dieflen van confideratien en advijs. Het nader Request van Jacobus de Raad; en de Misfive van den Ontfanger J. P. 'c Hooft, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van confideratien en advijs. Gecommitteerdens der Stad Thiel overeegeeven hebbende eene refolutie rakende de Lijsr der geflagene Ordonnantiën wegens Vacatiën en Mm a Com-<  is en 13 September 1796. Commisfie-gelden fin den jaare 1795 en 1796. Is dezelve bij de Gecommitteerde Leden refpective overgenomen. Dingsdag den 13 'September 1796. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn in Gelderland , gefchreven te Arnhem den 10 deezes; Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te refcriberen , als volgt; Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. "W'ij hebben in onze tegenwoordige Vergadering ontfangen UL. Misfive van den 10 deezes, tot bijlage hebbende eene Misfive van de Commisfie" tot het ontwerpen eener Conilitutie voor het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage des daags te vooren, houdende herhaalde inftantien tot het inzenden der gerequireerde opgave van den Financielen Staat van dit Gewest, enwel uiterlijk binnen den tijd van veertien dagen, ten ein-  13 September 1796. einde in tijds met naauwkeurigheid hunnen tastte kunnen volvoeren, met adhortatie van UL. om aan deszelvs inhoud, zoo fpoedig mogelijk, te voldoen. Wij conveniëren volkomenlijk met UL. dat de tijd, tot het ontwerpen van' een plan van Conftitutie beftemd, ten' einde fnelt, en het zoude ons insgelijks gevoelig fmerten , dat het billijk verlangen der Natie na eene gevestigde Conftitutie door eene vertraging vari> onze' zijde wierde te leur gefteld. ^r-v Dan daar onze Gedeputeerden ter Financie reeds den 6 der afgelopene maand Augustus den Staat der Financie deezes Quartiers met de ftukken, daar toe relatiev aan gemelde Commisfie hebben' afgezonden, en binnen de veertien dagen de'gee-7 ne, die daar aan hebben ontbroken, aan dezelve" zullen doen geworden, vertrouwen wij tot hec' heilzaam oogmerk te hebben meede gewerkt. Waar van wij noodig geoordeeld hebben UL. door deeze kennisfe te geeven. aUkap -.v..- > - ; ■ : •■ 1'' 6lb Mecde-Burgers Wij beveelen UL. na toewenfching van iieil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige bcfcherming. Mm 3 Ge-  14 September 1796. Gefchreven te Nijmegen den 13 September 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve Woensdag den 14 September 1796. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn in Gelderland, gefchreven te Arnhem op heden, en geaddresfeerd aan de Gedeputeerden ter Financie , houdende, dat daar'er in de door gemelde Gedeputeerden aan hun toegezondene Lijsten van adfignaten, requifitien en fchadens eene aanmerkelijke verwarring, heerschte, welke hun in het beraamen van een Plan van indemnifade eene volftrekte belemmering toebracht, en die noodwendig behoorden geredresfeerd te worden , gemelde Collegie befloten had door Gecommitteerdens uit hun midden, het zij met het Quartier, of immers met de Gedeputeerden ter Financie over de middelen van redres in conferentie te treden; ver-  14 September 1796. verzoekende auctorifatie op de Commisfie van Fi* nancie, om deeze zaak met Gecommitteerdens uit hun midden te behandelen, hebbende het Provinciaal Collegie goedgevonden deszelvs Gecommitteerdens ten dien einde op morgen ten elf uuren te Nijmegen te zenden. En hier op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat deeze Misfive door de Gedeputeerden ter Financie reeds was beandwoord, is het een en ander voor notificatie aangenomen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie 'te verzoeken en te auctoriferen , gelijk gefchiedt bij deezen , om van de Amptenaaren , Quartierlijke Ampten bekledende, binnen den tijd van veertien dagen, na het fcheiden deezer Vergadering, immers ten fpoedigften, de Eeden bij 's Landfchaps rèfolutien van den 19 Maarc en 9 Augusti laatstleden vastgefteld, afte neemen naar behooren: met auctorifatie op gemelde Ge* deputeerden , om dezelve daar van te doen adverteren. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden in te trekken 's Quartiers refolutie van M m 4 den  14 September 1796. den 17 Julii 1795» relatiev het ten achteren blijven met betaalinge der tractementen en der interesfe, van de Obligatien, op de refpective Comptoiren der Verpondinge gerepartitieerd , den tijd van zes maanden: met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om aan de Ontfangers der Verpondinge de vereischte aanfehrijvinge daar van te doen. ■ ~ - Jrlet geproponeerde ten aanzien van het verleenen der Ordonnantiën voor Supplement-tractementen aan Predikanten, bij refolutie van den ao Wlai jongstleden gefurcheerd, en zulks tot zoo lange, dat daaromtrent door de Nationale Vergar dering nadere voorzieninge zal zijn gedaan. Is door de Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen, van Over-Betuwe, en van tusfchen Maas en Waal overgenomen , met verklaaringe nochtans, dat hier door niet wilden geacht worden het Decreet der Nationale Vergadering tegen tte werken. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, om aan de Steden refpective te verleenen Ordonnantiën voor het f part der Middelen van i°. Julii 1795 tot ultimo Julii 1796, en voor het restant van het jaar 1794.  14 en 15 September 1796. Is goedgevonden deezen voorflag te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van dispofitie. Op het geproponeerde ter Vergadering, om het recht van Collaterale Succesfie dubbeld te doen betalen van alle fterfvallen, het zij de effecten aankomen ab intestat0, het zij ex testamento, of bij andere making, wanneer de Verkrijger den Overleden in de Zijdmaagfchap beftaat verder als in den tweeden graad, na de civile rechten te rekenen. Is zulks bij de Gecommitteerde Leden refpective overgenomen. t Request van Adriaan de Croes , Pagter van 's Quartiers impost op het Beftiaal over Bommel, en de elucidatien van den Burger Raad aldaar , zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op te dienen van confideratien en advijs. Donderdag den 15 September 1796. D e Burgers Raaden G. van Riemsdijk en F. H. Raeber uit het Provinciaal Collegie verzocht en Mm 5 ge-  15 September 1796. gecommitteerd om zich na Nijmegen te begeeven, en over de Lijsten van ontfangene Adfigna:en, geleverde Requifitien en geledene fchade in conferentie te treden, en te trachten dezelve op de eene of andere wijze te vereffenen, ter Vergaderinge verfchenen zijnde, hebben met exhibitie van derzelver Commisfie, en na een omftandig verflag van het geene in deezen was verricht, voorgedragen, of niet alle de Lijsten zouden behooren te worden te rug gezonden , en van de refpective Steden , Ampten en Municipaliteiten of geweezene Heerlijkheden andermaal eene exacte opgave gevraagd, op deezen voet; i°. Van alle de goederen op requifitie der Franfchen geleverd, zonder onderfcheid, of daar van de noodige Bons en repus voor handen zijn dan niet; en of daar voor betaling in Adfignaten ontfangen hebben dan niet, en hoe veel die wharen des tijds in ordinaire verkoop hadden kunnen opleveren. 20. Van alle goederen voor de Troupes zonder requifitie weggenomen met bepaaling der waarde dier goederen: 3°. Van alle de gepraesteerde Span- en handdienften. 4°. Van alle de geledene fchadens. 50. Van-  15 en 16 September 1796. 50. Van de ontfangene Adfignaten volgens's Landfchaps Publicatie van den 4 Maart 1796. 6°. Van alle de Adfignaten op rekening of ter geheele voldoening van eenige requifitien, of gepraesteerde dienden ontfangen; als meede, of van die, of andere, ook eenigen hebben verkocht, en tot wat prijs. Alles naar hun beste weeten, en onder eedes offerte des gerequireerd. Geevende teffens in bedenkinge , öf als dan de Municipaliteiten dezelve Lijsten niet zouden behooren te examineren, en met hunne confideratien te munieeren ; en of tot meerder aandrang niet een peremptoire termijn 'er behoorde bijgevoegd te worden, binnen welke de opgave zoude moeten gefchieden bij poene van verftek. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken en te auctoriferen om 't zij door twee Leden uit derzelver midden, 't zij gezamenlijk, met gemelte Gecommitteerdens in conferentie te treden, en vervolgens van het verhandelde te rapporteren. Vrijdag den. 16'September 1796. De Gedeputeerden, ter Financie ingevolge en ter  i6 September 1796. ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van gisteren in conferentie geweest zijnde met Gecommitteerdens uic het Provinciaal Collegie over de ontfangene Franfche Adfignaten , gedane Requifitien enz. invoegen bij derzelver voorflag breeder vervat. Hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat zij na examinatie van het een en ander van gedachten zouden zijn, dat de eerstgedaane opgaven, die door de Steden , Ampten en geweezene Heerlijkheden direct aan het Provinciaal Collegie zijn gezonden , behoorden te worden gevolgd; doch dat in zoo verre die niet voor handen of overgezonden zijn, de calculatie na de tweede opgave zoude behooren te gefchieden, en zulks alles na eene ruuwe berekening der prijzen, echter zoo na als mogelijk zal zijn, als komende het hun Gedeputeerden voor, dat de gedaane voorflag van gemelde Gecommitteerdens om wederom nieuwe opgaven te requireren niet raadzaam zoude zijn, alzoo zulks onaangenaamheden en murmureringen bij de Ingezetenen'zoude veroorzaaken. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan het Provinciaal Collegie met te rug zending der overgegeevene ftukken hier van kennis te geeven bij de volgende Misfive. Vrij-  i6 September 1796. Vrijheid , Gelijkheid], Broederfchap. Meede-Burgers. De Gedeputeerden ter Financie op heden hebbende gediend van derzelver confideratien over . den voet, op welke de Lijsten der bij de Ingezetenen deezes Quartiers ontfangene Franfche Adfignaten , geleverde requifitien en fchadens zouden behooren te worden te rug gezonden, en andermaal eene exacte opgave van de Steden, Ampten, Municipaliteiten of geweezene Heerlijkheden gevraagd; En tellens bij ons in overweginge genomen zijnde de aanmerkelijke verwarring, die daar in heerscht, en de noodzaaklijkheid van redres, door ULieder Gecommitteerdens zoo naauwkeuriglijk en omftandig aan ons voorgedragen; Hebben wij aan de eene zijde wel gereflecteerd de dugtigheid der aanmerkingen en redenen door ULieder Gecommitteerdens daar toe bijgebragt, waar van wij na examinatie der overgegeeyene en hier bij te rug gaande tabellen ons te meer houden geconvinceerd. Edoch wij hebben aan de andere zijde tenens in aanfchouw genomen de mee- nig-  i6 September 1796. nigvuldige zwaarigheden, waar aan het requireren van nieuwe opgaven zal iubject zijn , en het ongenoegen en gemor, 't welk zulks bij de Ingezetenen zoude kunnen en moeten veroorzaaken. Wij zouden derhalven van gedagten zijn, dat de calculatien na de tweede gedaane opgave tot een grondflag zouden behooren te worden gelegd na eene ruuwe berekening der Prijzen, dog zoo na als zal mogelijk zijn; en dat, voor zoo veel : de rekening daar op niet zoude kunnen worden gefundeerd, als dan gevolgd behoorde te worden de eerfte gedaane opgave, die door de Steden, Ampten, Municipaliteiten en geweezene Heerlijkheden direct aan UL. zijn ingezonden. Wij hoopen intusfchen, dat UL. met het formeren van een Plan, volgens welke de gedeeltelijke indemnifatien uit de Domeinen van dit Gewest zouden worden bepaald, zich fpoedig zullen kunnen bekwamen, alzoo het inkoomen van her zelve ook op onze tegenwoordige financiële operatien van veel invloed zal zijn. Wij hebben niet mogen afzijn met te rugzending der overgegeevene ftukken UL. hier van kennisfe te geeven, terwijl wij Meede-Burgers na toewenfching van Heil en aanbieding van Broe-  i6 September 1796. derfchap UL. bevelen in Gods heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 16 September 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. UL. goede Vrienden De provifionele Volks- Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers in ervaring zijnde gekomen, dat niet tegenftaande volgens derzelver refolutie van den 1 December laatstleden, en opgevolgde Publicatie, alle Uitheemfche en buiten dit Quartier gezetene, welke niet hebben verkoozen van hunne in dit Quartier leggende vaste goederenden 5oftepenning bijgeldfchieting te furneren tegens Recepisfen, notoirlijk verpligt zijn de dubbelde Verponding van hunne binnen deezen Quartiere gelegene ongerede goederen tot onderfteuning van 's Quartiers Casfa ,.en alzoo ten behoeve van den Lande, op te brengen, en niet tegenftaande zij die dubbelde Verponding op de reeds al lang verlopene termijnen hadden behooren te voldoen, nochtans eenige daar van zijn in gebreke gebleven, hetzij dooreenig mis-  i6 September 1796. misverftand, het zij uit eenigerhande andere oorzaaken, welke de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers in deeze dringende behoefte van penningen geenzins gedogen kunnen: Hebben, na deliberatie, goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk dezelve fpecialijk geauctorifeerd worden bij deezen, om de nóodige en meest efficacieufe middelen te emploijeren, ten einde dezelve onwillige en tergiverferende perfonen met de daad tot het opbrengen van hunne verfchulde dubbelde Verponding te conflringeren, door de goederen, van welke die Verponding is verfchuld, in executie te neemen, en naar inhoud der Ordonnantie te doen diftraheren, of anderzins ten opzichte van die goederen zoodanige mefures te neemen , als overeenkomilig het meeste nut deezes Quartiers zullen oordeelen te behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken om de meeting van de Buiten-laaden toé dén aanflag in de Verponding, voor zoo verre Thielre- en Bommelre-waerden betreft, ten fpoedigften, immers binnen deezen jaare 1796, tedoen effectueren. Het  i6 en 17 September 1796. H et Request van den Burger L. de Beijer Is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om tegens morgen daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. H et Extract uit het Refolutie-Boek van den Raad der Gemeente der Stad Thiel is gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie om te ftrekken ter informatie. Saturdag den 17 September 1796. "Verlezen de Requeste van den Burger L. de Beijer, in qualiteit als Ontfanger van den impost op de gebrande Wijnen en Gediftilleerde Wateren over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, verzoekende dat aan Requeftrant goedgunftiglijk moge werden verleend een convenable termijn uitftel om eenige van zijne ongereede goederen publicq te kunnen verkoopen, ten einde om uit de te provenierene koopspenningen zijne achterflallen te kunnen voldoen. En hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie in voldoeninge aan het marginaal appoinctement van gisteren. 2» N n IS  17 September 1796. Is goedgevonden en verftaan , offchoon reeds een peremptoire termijn aan den Requeftrant is verleend geweest, aan denzelven alnoch in dit fingulier geval te verleenen eenen termijn van twee maanden tot het verkoopen van ongerede goederen , mies die verkoping doende zonder eenig beraad, en zonder dezelve wederom te mogen inhouden; voorts die verkooping alzoo regelende , dat binnen dien tijd de Transporten zullen moeten worden gedaan, en de koopspenningen zijn ontfangen, ten einde, zonder eenig verder dilaij, binnen twee maanden de achterftanden aan het Quartier te voldoen. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na gehoudene deliberatien goedgevonden te confenteren in de heffing van eenen 5oneL' penning, benevens in de verhoging van eene ordinaire dubbelde Verponding voor den tijd van een jaar, boven de reeds geconfenteerde Verponding, beide bij wijze van geldfchieting tegens Quartierlijke Schuldbrieven, rentende drie ten honderd, volgenseen daar toe te formerene Publicatie en Placaat op de aanftaande Vergadering ter occafie van den te houdene Landdag binnen Arnhem. En hebben de Gecommitteerdens uit Over-Be- tu-  \7 September 1796. tuwe en van tusfchen Maas en Waal verzocht-aantekening , dat met leetwezen hadden vernomen den geringen'invloed, vooral bij de Steden-Gezanten, van haare uitvoerige voordragt aangaande de onvoeglijkheid der introductie vari eene dubbelde Verponding: Dat zij zich verpligt keurden de gronden van hunne meening daaromtrent door hun in deeze Vergadering aangewezen, om volkomen onverantwoordlijk te blijven, bij herhaling wederom in te roepen; terwijl zij Gecommitteerdens verklaarden alnoch van oordeel te zijn „ dat eene extraordinaire geldheffing, van „ welke de Verponding den bafis zoude moeten „ uitleveren, aan oneindig veele inconvenienten „ fubject, tegens de aangenomene principes van „ Gelijkheid lrjhregt aanlopende, onredelijk , „ daarenboven mifchien volftrek; onuitvoerlijk j, zoude zijn. „ Gelijk de kracht deezer waarheid door de »| Bondgenoten zeer duidelijk is gevoeld bij het „ daarftellen van het Reglement voor de Natio„ nale Vergadering, ten aanzien van de Gewes„ ten die, in de noodige furnisfementen op den „ ge fielden tijd niet zouden koomen te voldoen , „ daar wel de heffing van eenen zekeren penning, „ maar geenzins een ander middel aan hoogge* Nn 2 mei-  17 September 1796. melte Vergadering hebben voorgefchreven. „ Dat zij Gecommitteerdens moeten vragen, „ welk een aantal grondbezitters niet zullen wor„ den aangetroffen, die, alleen uit noodzaaklijk„ heid om te blijven woonen, een Erv aange„ kocht; maar bij anderen , het zij binnen, het „ zij buiten dit Quartier, daar toe de koops-pen„ ningen, zoo niet geheel, ten minde voor een „ groot gedeelte, of pandveilig of per wisfel op„ genomen hebben, en die alzoo, flechts in naam „ en in de daad geene, Eigenaars zijn: „ Wie zal in zulken val de bedoelde Verpon„ ding betalen? zouw dit den praetenfcn Eigenaar „ tc beurt vallen? dan zal hij fchatting betalen „ van het geen hem niet toekomt; maar de Geld„ fchieter, zoo hij al binnen dit Quartier woon„ agtig is, betaald den 5o,le" penning van zijne „ Effecten en geene dubbelde Verponding! „ Zoo dat, offchoon iemand, in diergelijke fi„ tuatie, zijnen boedel geheel kwam bloot te „ leggen en zijne Crediteuren zelv bij naam en „ toenaam op te geeven, dan evenwel hier op „ niets zou te vinden zijn , om, zonder duriteit „ van zulke Erven eene dubbelde Verponding „ betaald te krijgen: „ Met de primitive inftelling der Verponding „ fchijnt  17 September 1790. ,, fcbijnt ook geenzints het idéete ftroken om „ die permanente contributie, ex post , in eene „ extraordinaire heffing te commuteeren. „ Ongereede goederen, niet minder Landerijen „ als'Huifen, zijn aan allerlei variaden onderhe„ vig, aan rijzing als daling, naar omfhndighe„ den; in prijs en waarde; gelijk de Signaten, „ Protocollen en Quohieren uitwijzen: de Kopers „ echter, hebben in den aankoop haare calcule ,, geregeld conform aan de eens vastgeftelde Ver„ ponding, als een beftendigen last, geene aug,, mentatie fubject zijnde. „ Dan hoe ongelijk zijn dikwils, vaste goede„ ren in verponding aangeflagen? hoe menigwerf ,, word, in de verkoping van differente parceelen, „ door geobtineerde fphtzingen het eene parceel „ ver boven het andere met verponding bezwaart: ,, Zonder nog te willen aanroeren de ongelijk„ heid der verponding tusfchen de Steden en het „ platte Land; daar 'er veele Huizen in Nijmegen „ zijn , van tien of twaalf duizend güldens in ,, waarde, die niet meer dan 7 a 8 gulden in ver,, ponding zijn aangeflagen. „ Waaromtent het zoodanig gelegen is dat ge„ melde Stad in de jaarlijkfche verponding komt „ op te brengen nagenoeg veertien duizend gulden, Nn 3 „ daar  17 September 1796. „ daar het Ampt van Over-Betuwe in deeze lasten „ vijvtig duizend guldens jaarlijks contribueert. In dit alles kan nooit eene berekening vallen, „ volgens welke deeze last zoude worden gedra„ gen met eenparige fchouders, overeenkomfiig „ de beginzels van gelijkheid, billijkheid en 3, reden: „ Hoe zal het ten aanzien der Dijkagie-pennin„ gen worden ingericht? Hoe zal men die vooral „ in den gemeenen Dijk doen korten? „ Welke onoverkomelijke zwarigheden zal een „ ieder die onpartijdig wikt en weegt, bij rijpe ,; overweging in dit alles ontmoeten? „ Maar we'lke verfchrikkelijke ruïne is 'er langs „ deezen weg onder de goede Ingezetenen te voorzien en zekerlijk te wagten? „ Daar de Eigenaars van bezwaarde Ervgron„ den tot betaling eener dubbelde Verponding „ onmagtig zijnde, zoodanige goederen zouden „ moeten worden aangeflagen en gerichtelijk ver„ kogt: de Geldfchieters dit vooruit ziende, zul„ len haare Capitalen doen denuntieeren: bij ge„ brek aan contanten zuilen de goederen beneden „ de waarde loopen. „ En alzoo zullen, in deezen geldeloofen tijd, ,? esn aantal Huisgefinnen buiten haare wooning, „ uit  \7 September iyg6. „ uit haar bedrijf gefloten, in de bitterfte.armoede „ gedompeld worden. „ Dat zij Gecommitteerdens om alle deeze mo„ tiven, dewelke zij flegts als in het voorbijgaan „ hadden willen aanftippen, volharden in haare „ gedeclareerde meening en intentie. „ Dat, aangezien 'er doch buitengewoone Fi„ nanciele operatien onvermijdelijk zijn , men „ overzulks op andere meer met de Gelijkheid „ en rechtvaardigheid overeenkomilige middelen „ zal dienen bedagt te zijn , en dat eene generale „ heffing van zekere penning tot dat einde zoude „ behooren ingevoerd te worden. „ Dat zij Gecommitteerdens althans uit kracht „ van hunnen fpecialen last namens en van we„ gens Over-Betuwe en van tusfchen Maas en „ Waal verklaarden op het allernadrukkelijkst en „ cierlijkst te protesteren tegens het decreteren „ van de heffing eener dubbelde Verponding, „ ten einde voor zich en hunne Committenten te „ blijven gedechargeerd en gedekt tegen alle ge„ volgen, en ter contrair de refponfabiliteit daar „ omtrent te laten berusten op zulke integrerende „ Leden deezer Vergadering, welke tot het ar„ resteren van eene dubbelde Verponding hebben N n 4 „ ge-  17 September 1796. „ geconcurreerd; alle dezelve aan het Volk des„ wegens verandwoordlijk latende. £i Waar meede het Quartier na refumtie van dit Reces op heden is gefcheidën. Uit last van het zelve, JOH. in de BETOUW. \ Re-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE GECONTINUEERDE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN SEPTEMBER EN OCTOBER 1796, HETTWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. Nn 5   Praefente Leden des Quar fiers van Nijmegen. Steden^ NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Johannes' van Veerssen , Jan Teeuwissen. - .TUI E.L. Pieter ten Bosch, Carel Campagne , Adrianus van Oosterhoudt. BOMMEL. Otto Pieter Mastenbroek, Daniël Prillevitz. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté. OVE R-BETUW.E. Jacob van den Bosch, Johannes Glover, Hendrik Aaxbers. TUS-  TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, NEDER-BET UW E. Aalbert van Eldick , Derk Jacobus van Dam. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERÖ, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  27 September 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eenen gecontinueerden Èxtraordinairen Landdag binnen de Stad Arnhem in September en October 1796, het tweede jaar der Bataayfche Vrijheid. Dingsdag den 27 September 1.796. I"Iet Quartier van Nijmegen heeft na gehoudene deliberatie goedgevonden de landelijke zaaken, als van ouds gewoonlijk, door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Voorzitter en Moderateur der Vergadering benoemd den Burger A. van Eldik, Gecommitteerde uit NederBetuwe. Verlezen de Requeste van J. C. Kirchhof, Predikant in de hervormde Gemeente te Herwen en Aart, daar bij te kennen geevende, dat bij 's Quartiers refolutie van den 4 Mai 1779 aan Requeftrants Praedecesfeur C. S. Brunings, ter zaake in die twee gecombineerde Gemeentens ruim twee honderd guldens minder als- de congrue portie ont- fing,  0.7 September 1796. ring, zoodanige ƒ150-.-: welke bij 's Quartiers refolutie van den 5 Novemb. 177a aan den Predikant Hoogers ter confideratie van zijn gering tractement waren toegelegd geweest, jaarlijks bij Ordonnantie van de Ordinaris Gedeputeerden geaccordeerd waren, tot dat zijne inkomften van de Pastorie goederen tot de congrue portie zouden zijn vermeerderd. Dat Requeftrant, wiens Predikdienst te Herwen en Aart op i°. November 1795 was ingegaan, al ras bevonden hadde, dat hij in gelijke omftandigheden, als wijlen de Predikant Brunings, ten aanzien van het inkoomen zijner voorfchreve gecombineerde Pastorie verfeerde : Verzoekende den Requeftrant overzulks , en principalijk ook, om dat hij op het volle tractement, en dus meede op het genot der voornoemde ƒ150 :-: was beroepen , dat de Volks - Vertegenwoordigers deezes Quartiers het gementioneerde douceur op den voet, als aan wijlen den Predikant Brunings, geliefden te accorderen, en de Ordinaris Gedeputeerden te auctoriferen om daar voor jaarlijks Ordonnantie ter betaling te verleenen; met verder verzoek namens de Weduwe van wijlen den Predikant Brunings , dat de Volks-Vertegenwoordigers ook aan haar dit douceur, als een gevolg van het anmts gra-  2.7 en 28 September 1796. gratiae, van Mai 1794 tot Mai 1795 geliefden te doen genieten. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden de verzoeken, invoegen bij den Requeste gedaan, te accorderen, gelijk gefchiedt bij deezen; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om deswegens de noodige Ordonnantiën te verleenèn. H et Request van J. van Horsfen cum fuis, Pagter en Meedeftanders van 's Quartiers impost op de fterke dranken over het diftrict des Thielfche Comptoirs ; en van Jan Budding, Buurmeester van den Dorpe Hees, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om te examineren, en daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Woensdag den 28 September 1796. Ingekomen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn, gefchreven alhier den 15 deezes, houdende tot refcriptie op dezerzijds Misfive van den 25 Junii laatstleden, dat, offchoon de berekening van het geen aan het Quartier noch ter completering der aan het zelve door de Landfchap geaccordeerde twee  a8 September 1796. twee Tonnen gouds zoude moeten betaald worden , was conform bevonden, gemelde Collegie nochtans door den flegten ftaat van de Dominiale cas, voor als noch, in eene volftrekte onmogelijkheid verfeerde aan het verzoek van het Quartier tot een fpoedig furnisfement van hét restant ter fomme van/8oooo-:-;te voldoen; met verzekeringe echter , dat , zoo dra de voorfchreve cas zich in gunftiger .omftandigheden zoude bevinden, het Provinciaal Collegie de aan het Quartier noch competerende penningen, zóo niet geheel, ten minsten gedeeltelijk, zal doen uitrijken. Waar op gedelibereerd zijnde, is het gunt voorfchreven voor notificatie aangenomen. Verlezen de Requeste van O. Houterman, Pagter van 'sQuartiers impost op de Wijnen over het diftrict van Over-Betuwe, ingegaan i°. Julii 1795, daar bij verzoekende, dat, alzoo hij door de volftrekte verweigering van betaaling van. deezen impost onder Millingen een important nadeel aan zijnen pagt geleden hadde, in dit buitengewoon geval aan den Requeftrant eene redelijke fchade vergoeding mogte worden geaccordeerd En hier op ingevolge en ter voldoeninge aan 's Quartiers marginaal appoinctement van den 9 dae-  28 en 29 September. 179.6. deezes gehad hebbende de confideratien en hec advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden in hec verzoek, bij den Requeste gedaan, te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. Donderdag den 29 September 1796. "Verlezen de nadere Requeste van Jacobus' de Raad, woonende te Lith in de Majorie van 's Bosch, daar bij verzoekende permisfie om op het een ofander Dorp in Thielre-waerd een Grutters molen te mogen plaatzen, als meede om in die Molen Boekweit te mogen maaien, en de Grutterije te exerceren. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, hier op gehad hebbende de confideratien en hec advijs van de Gedeputeerden ter Financie ter voldoeninge aan 's Quartiers marginale dispofitie van den 12 deezes, hebben na deliberatie goedgevonden des Requeilrants verzoek te accorderen, mits betalende dezelfde lasten, als door de Grutters in de Steden moeten worden voldaan, gelijk het zelve op dien voet geaccordeerd wordt bij deezen. 2. O o Ver-  29 September 1796. Verlezen de Requeste van Derk Tijsfen, geerft Ingezeten van het Kerfpel Wamel, daar bij verzoekende om op zijn eigendommelijken grond onder Wamel te mogen zetten een Grut-molen, met paarden gedrèven wordende, en tot het maaien en verkoopen van grutte- of boekweite meel de noodige permisfie. Waar op, na ingenomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, gedelibereerd zijnde, is goedgevonden des Requeftrants verzoek te accorderen, mits betaalende dezelfde lasten, die de Grutters in de Steden gehouden zijn • te betaalen , gelijk het zelve op dien voet aan Requeftrant geaccordeerd wordt bij deezen. "Verlezen de Requeste van Adrianus de Croes, Pagter van 'sQuartiers impost op het Beftiaalover de Stad en Schependom van Bommel, ingegaan i°. Julii 1795, verzoekende affchrijving op de pagt wegens onbetaald gelaten impost van eenige Koebeesten en Schaapen binnen Bommel na voorgaande prifatie voor de Franfche troupes aldaar geflagt. En hier op gehad hebbende de elucidatien van den Burger-Raad der Stad Bommel, mitsgaders de  20 en 30 September 1796. de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ingevolge en ter voldoeninge aan de marginale appoinctementen van den 9 Aug. en 15 September laatstleden refpective, is goedgevonden in des Requeftrants verzoek te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. H et Request van G. van Rekom; van den Kerkenraad der hervormde Gemeente te Echteld; en van Hendrik en Roelof van Wordragen, Pagter en Meedeftanders van 's Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen over Ammerzoden enz. zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie , om daar op te dienen van confideratien en advijs. Vrijdag den 30 September 1796. "Verlezen de Requeste van Schout en Buurmeefteren van Heerewaarden in naame van de Stemgerechtigde Geërfdens aldaar: De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers, hier op gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie ingevolge appoinctement van den 12 deezes, hebben na gehoudene deliberatie goedgevonden, en verO 0 2 ftaan ,  ■ 3° September 1796. flaan, dat de afgegaane Collecteur der Verpondinge H. C. Mefteecker, voorts alle dusdanige Collecteurs, en bij overlijden derzelverErfgenaamen of Bloedverwanten, gehouden zullen zijn tegens betaaling Copie authenticq van de Maahboeken of Lijsten aan de Succesfeuren over te geeven binnen den tijd van 14 dagen, na dat dezelve zullen wezen gevorderd. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Refolutie van het Collegie van algemeen welzijn in NederBetuwe , gedagtekend den 23 deezes maands , waar bij de Burger Aalbert van Eldik , B. Z. wordt gecommitteerd in de binnenlandfche Deputatie des Quartiers voor den tijd van één en één half jaar, ingaande i°. November aanftaande ; Waar op gedelibereerd zijnde is zulks voor notificatie aangenomen , met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om gemelten Burger in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren. Zullende: Extract deezes ter Camere worden ingezonden, Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, aan de gecontinueerde Magt, genaamd de provi- fio-  30 September 1796. fionele Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen , gefchreven in den Hage den 8 deezes, houdende , dat met genoegen uit deezerzijds Misfives vernomen hadden de bereidwilligheid des Quartiers om alle middelen in het werk te ftellen, ten einde het aandeel in de gemeene lasten des Vaderlands door prompte furnisfementén 'te dragen, en niet twijfelden, daar toch die extraordinaire middelen moeten worden befchouwd als Offers op het Altaar der Vrijheid, of dezelve zullen uit dien hoofde door waarc Vaderlanders blijmoedig worden bijgedragen, terwijl vertrouwden, dat 's Quartiers te nemene financiële operatie zoodanig zal worden ingerigt, dat dit oogmerk bereikt kan worden , daar het Quarier in dit gegeval vertrouwen konde op de meedewerking der Nationale Vergadering tot executie van des Quartiers maatregelen, zoo het zelve die meedewerking mogt requireren, terwijl in tegendeel, Wanneer het Quartier bij continuatie mogt blijven in gebreke , om haar aandeel te berde te brengen, het zelve te wagten hadde, dat zoodanige middelen zouden worden in het werk gefield, als welke aan de Nationale Vergadering bij het Reglement verbleven zijn tegens onwillige Provinciën en Quartieren. O 0 3 Dat  30 September 1796. Dat hooggemelde Vergadering belangende de klagten nopens de onregelmatigheid, welke zoude redderen in de fubdivifie der Quote van dit Gewest tusfchen de refpective Quartieren, als mere domesticq zijnde, zich niet konde inlaten, doch vermeende, dat de zaaken intusfchen behoorden te blijven op den eens gereguleerden voet, zoo lang geen alteratie door onderling genoegen der onderfchcide Quartieren zal zijn daargefteld, terwijl noch door het Committé te Lande, noch. door dat van de Marine een andere cijnofure kan worden geadmitteerd, dan die uit eene Compromisforiale Uitfpraak geproflueerd, en door een lang gebruik gehomologeerd is : Dat het ook uit dien hoofde was, dat bij het formeren van den ftaat der Quotes van de refpective Gewesten in de fubdivifie van dit Gewest geen andere dan bij het Committé te Lande bekende voet van berekening had kunnen gevolgd worden, en dus van/46-io-5 voor het Quartier van Nijmegen in de 100, welke Gelderland , moet furneren; en dat het toch onbetwistbaar was, dat in deeze geen quaestie viel over aandeelen in de ordinaire Staat van Oorlog, te vooren plaats gehad hebbende, maar alleenlijk over eene generale begrooting van alle de behoeftens der Republicq, welke ten allen tij-  30 September 1796. tijde extraordinair zijn berekend geworden. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de navolgende Misfive tot andwoord te laten afgaan. Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap. Burgers. Repraefentanten.- hebben op zijn tijd ontfangen, en bij onze tegenwoordige Vergadering in overweginge genomen ULieder Misfive van den 8 deezes, houdende, tot referiptie op de onze van den 13 Mai daar te vooren, betuiging van ULieder genoegen over onze bereidwilligheid om alle middelen in het werk te (lellen, ten einde ons aandeel in de gemeene lasten des Vaderlands door prompte furnisfèmenten te dragen , ook van ULieder vertrouwen , dat onze te neemene financiële operatie zoodanig zal worden ingericht, dat dit oogmerk bereikt kan worden, met bijvoeging, dat wij in zulk geval zouden kunnen vertrouwen op ULieder meedewerking ter executie van onze maatregelen, zoo wij die meedewerking mogreri requireren : En teffens vervattende de redenen, waarom GijL. belangende onze klagten over de O 0 4 on-  30 September 1796. onregelmatigheid in de fubdivifie der Quota van ons Gewest tusfchen de drie Quartieren UL. in dezelv*, als mere iomesticq zijnde , niet kondt inlaten. Wij bedanken UL. voor de vriendelijke aanbieding van wel te willen meede werken tot executie van onze te neemene financiële befluiten , welke offerte wij ook**eventueel, de noodzaaklijkheid zulks vcreisfchende, van nu voor alsdan, accepteren. En vermits wij ten vollen zijn verzekerd, dat de importante fommen, welke door ÜL. gevorderd zijn, moeten flrekken tot goedmaaking van zoodaanige Nationale fchulden en kosten, zonder welke het Vaderland niet behouden of beveiligd kan worden, erkennen wij ook gereedelijk onze verpligting om ons aandeel in die daar toe noodige fommen op te brengen. Wij hebben overzulks bij* onze tegenwoordige Vergadering, met ter zijde ftelling van alle andere confideratien, bewilligd niet alleen in eene tweede heffing van eenen vijftigflen penning van allen en elk' Ingezeten deezes Quartiers, niemand uitgezonderd, "vari wat vermogen zij ook zijn, en van alles, wat eigendom en bezitting, 't zij rentgeevend of niet, kan genoemd worden , zonder eenige uitzondering; maar ook in eenen dubbelden  30 September 1796. den terrïtorialen impost of Verponding boven de reeds geconfenteerde Ordinaire. Intusfchen vertrouwen wij, Burgers Repraefentanten , dat Gijl. zult gelieven voor oogen te houden den vervallen toeftand, waarin zich het gedeelte van dit Gewest, genaamd het Quartier van Nijmegen, bevindt, en hoe zeer de gemeene 's Lands middelen en Comptoirtn door de oorlogsrampen aldaar gedrukt, en door de importante betalingen der Nationale; lasten geëpuifeerd zijn ; en dat het mitsdien aan die ongelukkige omftandigheden zal zijn toe te fchrijven, wanneer dit Quartier al eens buiten ftaat mogt worden bevonden om haare onevenredige Quota in de importante Petitiën promptelijk en ten vollen op 'de bepaalde termijnen te voldoen, in welk geval wij 's Lands Comptoiren voor het tegenwoordige bevinden. Wij twijfelen echter niet, of GijL. zijt verzekerd, dat wij bij aanhoudendheid alle onze vermogens in het werk ftellen om aan onze verpligting te voldoen, en niets verzuimen, wat (hekken kan om naar onze krachten met alle volvaardigheid onze Offers op het Altaar des Vaderlands te> brengen , daar ons de ijver en liefde tot befcherming van het zelve niet minder ter harte O 0 5 gaat,  30 September 1796. gaat, als aan eenigen van de andere Gewesten, en wij ligtelijk begrijpen, dat zonder reële furnisfementen van penningen de zaaken van ons geliefde Land niet kunnen bevorderd , en tot het gewenscht effect gebragt worden. Wij zouden hier meede deezen hebben geeindigt, maar in ULieder gemelde Misfive bevonden hebbende, dat GijL. vermeent, „ dat bij het for„ meren van den ftaat der Quotes van de refpec,, tive Gewesten , noch door het Committé te „ Lande, noch door dat van de Marine, in de „• Subdivifie van dit Gewest eene andere kan wor„ den geadmitteerd, dan die, welke uit hoofde „ van eene Compromisforiale Uitfpraak geproflu« eerd, en door een lang gebruik gehomologeerd ,, is; door dien in deezen geen quaestie valt over „ de aandeelen in de Staten van Oorlog, te voo„ ren plaats gehad hebbende, maar over aandeelen „ in eene generale begrooting van alle de behoef„ tens van de Republicq, welke ten allen tijden ,, extraordinair zijn berekend geworden, " heb^ ben wij vermeend, Burgers Repraefentanten, hier te moeten bijvoegen , dat wij verhoopen , dat Gijl. ons niet kwalijk zult neemen in deezen van ULieder gedagten te discreperen, van gevoelen zijnde, dat de Compromisforiale Uitfpraak van den  go September 1796. den jaare 1720 zich uitdrukkelijk bepaald niet enkelijk tot de Staten van Oorlog, maar tot alle jaarlijkfche gemeene Generaliteits lasten, die voor heen onder den naam van generale Petitie en Staten Van Oorlog, en nu onder die van generale begroot ing van de behoeftens der Republicq voorkoomen, door welke, wanneer die thans en ten allen tijden Extraordinair zouden moeten worden berekend, de Ingezetenen deezes Quartiers tegens de gronden van Gelijkheid in het dragen der lasten noch aanmerkelijkcr .boven haare onregelmatige Quota zouden worden bezwaard, en het geheele Quartier Wel ras eenklaps blood gefteld aan eene totale ruïne. Wij vermeenen derhalven op billijke gronden te hebben gereclameerd , en alnoch te mogen reclameren, en te verzoeken, dat, vermits'er geen generale Petitiën en Staten van Oorlog meer geformeerd worden, en de tegenwoordige begrooting van alle de behoeftens der Republicq moet worden geconfidereerd te fubintreren in de plaats van de generale Petitie en Staten van Oorlog, het Quartier voor nu en in het vervolg moge worden gedebiteerd niet na de Quota ter Generaliteit bekend, waar na voorheen alle extraordinaire Petitiën  30 September 1796. tien wierden berekend, maar na de (V) tweederlei- (Jr) Den 30 Julii 1651 hebben de drie Quartieren vastgcfteM , dat omtrent het fubdividcren, betalen en liquideren der Generaliteits en Provinciale lasten en verdere Coafenten, roor zoo veel can de middelen te kort kwam, de lasten bij provifie gedragen zouden worden na proportie van het Montant van ieders Quohieren, of na de Quota des veri'ondinc; den 21 October 1650 beraamd. En op den 25 September 1652 is tusfchen de Quartieren geconvenicerd jaarlijks te betalen, of in communie te brengen» een zeker jaarlijks tantum, in plaats van liet geen de generale Middelen en imposten bij verpagtinge zouden 1110g.ti hebben uitgebragt. ï\a de Franfche invafie in het jaar 16-2 , en na de daar op gevolgde verandering in de regcering binnen dit Gewest, was, bij inadvertentie, de verdceling tusfchen de drie Quartieren n'.ct gemaakt na de Quot* der Middelen, en der Verponding, maar alleen na de voor het Quartier van Nijmegen zoo onre- . gelraatige Quote der Verponding. Dit abuis in den jaare 16S5 ontdekt uoid;nde, hebben de Qua-tiercn Nijmegen en Veluwe Jaar van vergoedhv.ë 'gccis'cht'bij het Qüarticr van Ztitphcii, bedragende de vordering van hec Quartier van Nijmegen, doör ■ dit. abuis ontdaan tusfchen de twee en di it maal honderd duizend guldens : Doch geen vergoedinge kunnende obtineren, zijn die Quartieren genoodzaakt geworden daar over Proces te ipftituCreit tcgcnS het Quartier van Zutphen voor den tijdeiijken Stadhouder zijne Majefteit van Groot Biittauiiien. Het Quartier van Zutphen de afdoeninge van dcc;:e Procédtite wetende te beletten, zijn de' Quartieren Nijmegen en Veluwe eindelijk geobligcerd geworden.op den 55 April 1700 - in te gaan een accoort, volgens iiet wélke de Quartieren refpective hebben afgeftaan en gerénuncieerd van alle liquida- ' tien, die wegens de Staten van Oorlog en eindcre confonten tusfchen dezejve hadden moeten worden gedaan van den jaare 16ÖS af tot 1699 incluis; en waar bij verder is geconvenicerd,  30 September 1796. lei Quota, van ouds, en volgens de (Z>) Compromisforiale Uitfpraak van den jaare 1720 plaats hebbende,- ofte wel, dat dit Gewest met haare Quota in eene masfa, en zonder diftifictie van de (V) drie Quartieren, op den ouden voet werde uitgetrokken. In welkers vertrouwen Burgers Repraefentanten Wij UL. beveelen in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering , gehouden op eenen gecontinueerden Extra- ecvd, dat de vcrdeeling«rt en liquidatien voor het toekomende, •invang neemende met het begin van den jaare 1700, zullen worden gereguleerd na het tantum in plaats van de gemezne Middelen, en liet geene alsdan noch zal koomen te ontbreken, gevonden worden uit het inkomen der Verpondinge. (2>) Bij de Compromisforiale Uitfpraak is vastgeftcld „ dat de Quotes van de refpective Quartieren zoo ten aanzien van de' Middelen, als van de Verponding, zullen blijven tot verval ■\an Au gemeen* Generaliteits en Provinciale lasten. (e) Ten, waare men inclineerde van de exterende Conventien, en dg. daar bij gereguleerde Subdivifie afte gaan, en tot een grondflng en bep'aaling der Quartierlijke Quota's te doen dienen de gchejle opgaven van de inkomsten en lasten, met alle. oprechtheid zonder ietwes achter te houden door bet Quartier \an Nijmegen, en, gelijk men vertrouwt, ook door de twee andere Quartieren in den jaare 1788 en 1789 gedaan, na welke de verhoogde Provinciale Quota in den jaare 175,0 is geregu,. leet'd geworden tusfchen de Provinciën.  30 September 1796. traordinairen Landdag den 30 September 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provifionele Vertegenwoordigers van het Volks des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve Op het geproponeerde ter Vergadering, is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijven de volgende Misfive. Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. De Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers hebben ons op heden kennisfe gegeeven van de importante Adfignatien door UL. op ons Quartier fuccesfivelijk wordende verleend, en daar bij tefièns voorgedragen de uitgeputte ftaat der Comptoiren door de aanhoudende furnisferaenten op de Nationale lasten, waar door zij thans in eene volftrekte onmogelijkheid verferen om  3ö September 1796. om de voldoening van verder te geeven Adfignatien reëlijk te praesteren. Wij worden daar door, doch niet zonder gevoelige aandoening , als penetrerende 's Lands dringenden nood in deeze zorgelijke omftandigheden, in de noodzaaklijkheid gebragt UL. te moeten verzoeken, om provifioneel voor eenigen tijd met het toezenden van Adfignatien op dit Quartier te willen fuperfederen , ULieden verzekerende, dat wij, zoo dra de ledige Quartierlijke Casfen door extraordinaire geldopbrengingen maar eenigzins zullen zijn aangevuld, UL. daar van ten fpoedigften te zullen adverteren; om welke wederom tot activiteit te brengen, wij op onze tegenwoordige Vergadering hebben bewilligd in eene tweede heffing van eenen 5olle» penning van allen en een iegelijk, van wat vermogen, ftaat of conditie hij ook zij, en van alles, wat eigendom en bezitting,'t zij rentgeevend of niet^kan genoemd worden, zonder eenige uitzondering, mitsgaders in eenen dubbelden territorialen impost of Verponding boven de Ordinaire. En daar het onnodig is de rampen des oorlogs en verwoestingen, waar aan het Quartier boven alle Bataavfche diftricten is blood gefteld geweest, en hoe zeer de gemeene Lands middelen en inkom- ften  30 September 1796. ften daar door zijn gedrukt, bij UL. als daar van overvloedig kennis dragende, aan te haaien, houden wij ons ook verzekerd, dat GijL. daar wij te vooren, zoo zeer als eenige der andere 'Gewesten aan de Bondgenootfchappelijke pligten hebben voldaan , en nu, en in het vervolg trachten te voldoen, dit ons verzoek niet zult opnecmen eene ongenegenheid of onwilligheid meede te brengen; om na onze uiterfte vermogens tot de algemeene lasten des Lands gcrcedelijk en prompt te contribueren. Ondertusfchen Meedc-Burgers Bevelen wij UL. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in God.es heilige befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering, gehouden op eenen gecontinueerden Èxtraordinairen Landdag den 30 September 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. UL. goede Vrienden De provifionele Volks -Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve  3? September 1796. Op [lequeste van den Kerkenraad van de hervormde Gemeente te Uien en Dodewaerd, tenderende tot verkoop van eenen uitgang ter reparatie van de Kerk aldaar, en het daar op ingekoomen Bericht vair het Collegie van algemeen welzijn in Neder-Betuwe, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat het verzoek, bij den Requeste gedaan, behoorde te worden geaccordeerd; Hebben de Gecommitteerdens uit de Stad en Schependom van Nijmegen, uit het Rijk, OverBetuwe, en tusfchen Maas en Waal verzocht aantekening, dat tot het neemen deezer Refolutie niet hadden geconcurreerd. •M'-cföUB/I uo. ayi , Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden te arresteren, gelijk gearresteerd wordt bij deezen, het volgende Placaat op het fubject van den vijftigftenPenning, en verhooging van eene dubbelde Verponding voor den tijd v^n één jaar. D e Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen in aanmerking neemende, hoe reeds onder het voorig bewind door het voeren van eenen noodeloozen, doch zeer kostbaaren en bloedigen Oorlog, 'sQuartiers Comptoiren zijn geledigd en 2- Pp uit- ■  30 September 1796. uitgeput,.waar doof die geenen ,rr*^irs"ir •-. : Zoo waarlijk' hetpe mij God almagtig. Welke eed bij hec furnisfement van .den-tweeden termijn niet zal behoeven ■herhaald, te worden, als werkende dezelve eed over den volgenden-termijn, ten waare'nochtans iemand na het afleggen van den voorfchreven eed, en eer de tweede termijn bij hem gefurneerd is, mogte komen te overlijden, in welken gevalle deszelvs Erfgenaamen of Boedelredders ten aanzien van den-termijn, die nog resteert, gehouden zullen wezen den overflag en begrooting , van  3 September 1796. van het zuiver beloop der waarde van denzelveh boedel op nieuw te maaken, ön den voorfchreven eed af te leggen.. Zullende, om zorge te dragen, dat een ieder daar aan koome te voldoen, en dat"niet alleen uit'zijn eigen, maar ook uit eens anders hoofde, voor zoo verre hij daar toe verpligt is , bij het praesteren van den voorichreven eed, * gehouden wezen te verklaren, waar zij woonagtig zijn; of zij getrouwt zijn en met wie, of zij kinderen hebben, het zij eigen of voorkinderen, die bij hun inwoohen, en voor hun zei ven eenige goederen bezitten, en welke'die kinderen zijn;. of zij eenige Voogdijen exerceren over Pupillen, Ingezetenen van deezen Quartiere zijnde, of alhier te huis hoorende, en over welke; of zij eenige goederen van anderen, Ingezetenen van deezen Quartiere zijnde, uit hoofde van eenige Curatele, of wel uit eenigen anderen hoofde adminiftreren, en van of voor welke perfonen; als meede of zij eenige perfonen bij haarinwoonende hebben, en welke die zijn; gelijk ook  30 September 1796. ook noch, of zij eenige goederen in Fideicommis of Lijftocht bezitten, waar van het exfpectatiev of den eigendom aan Ingezetenen van deezen Quartiere behoort; en voorts of zij het voorfchreve furnisfement van den ■5ottcn penning begeeren te doen voor hun zeiven alleen , of ook wel voor haare Huisvrouwen of Mannen, het zij afzonderlijk of gezamentlijk; voor hunne Kinderen, het zij eigen of voorkinderen, voor zoo verre die bij hun wooncn, en op hun zeiven eenige goederen bezitten; voor hunne Pupillen, vopr zoo verre zij eenige Voogdije exerceren over minderjaarigen, die Ingezetenen van deezen Quartiere zijn of alhier te huis hooren; of wel voor eenige andere, Ingezetenen van deezen Quartiere zijnde, welkers goederen zij uit hoofde van eenige curatele , of wel uit eenigen anderen hoofde adminiitreren: of ook- wel uit hoofde, dat zij eenige goederen in Fideicommis of Lijftocht bezitten, waar van het exfpectatiev of den eigendom aan Ingezetenen van deezen Quartiere behoort; en dat vervolgens, in conformitc  En de taxatiën der Eigendommen. \ 30 September 1796. van derzelver gedaane verklaaringen , in alle die önderfcheidene relatien, voor zoo verre -dezélve exfteren, in ieder opzicht bij hun het voorfchreve furnisfement gedaan zal worden welver* ftaande, dat Voogden,, Curateurs of Adminiftrateurs van eens anders goederen in het doen van deeze Contributie niet zullen mogen gaan boven de twee per cent, gelijk dezelve ook niet zullen mogen declareren voor de moeite of vacatiën, die zij ter deezer zaak gehad hebben. ' iv. ; 'XIX~'ï. Dat wijders om de Ingezetenen in het maken van den overilag hunner bezittingen alle fcrupuleusheid dien aangaande weg te neemen, het een iegelijk zal vrijftaan, ten aanzien van de effecten die hij -bezie, zoo binnen als buiten 's Lands, waar op eene Cours of Prijs-courant is, die bij zich zeiven te taxeren na de waarde en de Cours Df Prijs-courant, die daar op is ten tijde van het arresteren van dit Placaat, >;iwiotaoa öi f ïrwalovm ich n» ; nc-etf  33 • .... Dat de .betaaling zal moeten gedaan worden in twee termijnen, waar van de eerfte ten minflen ter beloopè van de helf-  ■3*0 September 'Ï796. helfte van hêt verfchul'digcte, zoo ten aanzien der 50 'c Penning, als dubbelde Verponding» .zal beginnen met r°. December , 'en eindigen met den i 5ae daar aan volgende deezes jaars 1796; en de tweede met den 1 Februarii, en eindigen deh i 5de daar aan volgende des aanlïaande jaars 1797. Zullende aan den-geenen, welke Zoo ten opzichte van den 5ofK Penning, als de dubbelde Verponding, bij den eerften termijn hun gehèel furnisfëmcht koomen te voldoen , de intêresfe op de afcegeevene Recepisfen, van den 1 December aanftaande af, betaald Worden, -no reftpferf fyMKj&s* ■ ■ Dat de voorfchreve furhfcfementen in de Stedeken ■Schependommen.van dien zullen moeien-, gedaan, worden, zoo als zulks bij de Beftierders van dezelve 2al iypr(den vasrgefteld: ( En in..de refpective Ampten en ge•weezene Heerlijkheden , door welke de furnisfepientcm, ..zullen moeten.• gefchierden,aan de Anjpeen,• .waar. ondér:de'zelve Q q 4 ge- llet aatijlciUn van Commisfarisfentot den Ontfangst van Jen $cjlen penning; cn defzt Ivs pHgt.  30 September 1796. ■ gelegen zijn, in handen van die geeien, dewelke bij de Ampts Vergaderingen zullen worden benoemd, die tot den ontfangst van de voorfchreve Contributien, tot het vergen van bovengemelde .verklaaringen, en tot het afneemen van de refpective Eeden, mitsgaders tot het overbrengen der penningen, en van het gewerkt Goud en Zilver zullen worden geauctorifeerd, gelijk zij daar toe geauctorifeerd worden bij deezen, na dat zij aan handen van de Beltierders der Steden en Schependommen, en in handen .vande Ampts-Vergaderingen, voor zoo verre de Ampten en geweezene Heerlijkheden aangaat, de beloften onder eeden zullen hebben afgelegd van zich in voorfchreve Commisfie getrouwelijk te zullen gedragen , en fecreet te zullen houden alle 't geene hun in voorfchreve Commisfie zal voorkoomen, en de Furneerders zelve begeeren fecreet te houden, en in het bijzonder, op ftraffe des meineeds, 't geen hun van de bezittingen van Meede-Burgers en Ingezetenen kenbaar word, uitgezonderd in ge*  30 September 1796: gevalle hun voorkwam notoire kwaadwilligheid, en onttrekkinge door listen en flrat baare bedoelingen van te voldoen de verfchuldigde furnisfementen, wanneer gemelde Commisfarisfen de naamen van zulke Eed- en pligt-vergetende perfonen gehouden zullen zijn bekend te maken aan de Gedeputeerden ter Financie , ten einde tegens dezelve tot ftandhouding van dit Placaat te doen procederen na behooren. En zullen tot het afneemen van den Eed van eikanderen reciproquelljk geëxcludeerd wezen Vader, Zoon, Broeders, Zwagers, Oomen, Neven en Neven Germains, 't geen bij eene fpecifique aantekening, daar van te houden, ten allen tijden, des gerequircerd wordende, zal moeten blijken. X V. Dat, de Commisfarisfen, zoo in de Steden als in de Ampten tot den ontfang van de voorfchreve Contributien zullen vaceren op zoodanige plaatzen, dagen en uuren, als in ieder Stad en Ampt het bekwaamst geoordeeld, en bij puQq 5 bli- Wanneer ie Commisfarisfen vacem ren, als meede hunne . verdere verpHjrting.  Haeettwaar dcGommUf** ris/en de geJu meer de 'pehtnngen, en lei ge- * werkt'goud en zilver zllllen inlieten oyer- ■ freitgYn. 30 September 179Ó, biicatie en affixie of aanzegginge van een Gerichts-bode gedenuncicerd zal worden , ten ■ minften veertien dagen voor het furnisfement van ieder der twee termijnen, welke Commisfarisfen, ieder in den hunne, notitie zullen moeten houden van de 'gecontribueerde penningen -refpective, het, bedrag van ieder bij hun uitgegeeven wordende Recepisfen', en 'of.de Contribuanten de eerfte en tweede helfte of termijn te gelijk gefurneerd hebben; waar van-de Contribuanten .aan de Commisfarisfen ieder in hun--diftrict gehouden zuilen zijn ver* kliaringen op den afteteggenen Eed te doen;' : ...... . ib . x V I. ' ' ' '•"' Dat de voorfchreve Commisfarisfen de penningen , die onder hun gefurneerd zullen zijn , van tijd tot tijd zullen opneemen, en ordentelijk in zakken van eene .fpecie, het gemunt goud van het gemunt zilver gefepareerd, verzamelen, : gelijk zij ook het gewerkt goud en zilver, 't welk onder hun ge. . fur-  30 September 1796. furneerd zal zijn, van tijd tot tijd .zullen doen wegen, en daar van fpecifique aantekening 'houden: En dat zij hqt. montant. van alles, doch in vier. onderscheidene. Giasfen zullen noteren , en daar van aan -de Gedeputeerden ter Financie kennisfe geeven, immers,binnen agt dagen na het fluiten van ieder termijn, om tegens behoorlijke Recepisfen van de Ontfangers van de generale Middelen te. Nijmegen, Thiel en Bommel, refpective ter hunner Comptoiren door de Commisfarisfen overgeb'ragt te Worden, wélke wegens den Ontfangst van dezelve penningen, noch ook van de penningen , die zullen provcnieren van het gewerkt goud en zilver, niet zullen mogen'declareren. En dat het gewerkt goud éh zilver zal-'overgebragt worden-aan de Mtmtkamervan dit -Gewest, om-Itot geld gemunt te worden, zoo als'nader bij dè Gedeputeerden tér Financie zal worden geordonneerd, n web t. v.: d: xvi l btm» ■ 'Dat • niemand tót de Post van Commis»  30 September 1796. riifen zullen zich van dien J'ost niet excuseren, Sehaaieltosm ftelling v. n Comtnisfarisjen. misfaris wettiglijk benoemd binnen de Stad of het Ampt zijner wooninge zich van dien Post zal mogen ontflaan op verbeurte van een honderd goudguldens ten behoeve van het Quartier: En bij zoo verre de benoeming mogte zijn gedaan buiten de Stad of het Ampt zijner wooninge, niet dan om erheffelijke redenen ter erkentenisfe van de Gedeputeerden ter Financie. XVIII. Dat tot fchaadeloosftelling der Commisfarisfen wegens hunne moeite van ontfangst, van elke termijn, voor zoo veel de Steden betreft, aan ieder Stad zal worden toegelegd ƒ200 :-: en dus voor de beide termijnen ƒ400-.-: En aan ieder der Ampten voor elke termijn ƒ250-:-: en dus voor beide ƒ500-:-; zullende het Neder-Rijkfche Walt zich bij het Rijk, en het diftrict van Beest Rhenoij en Marienwaerd zich bij den Thielre-waerd moeten voegen, ongepraejudiceerd derzelver fustenue daar van gefepareerd te moeten blijven; en dat,  30 September 1796. dat, ingevalle hét diftrict van Beest en Rhenoij wegens deszelvs fituatie over de Linge verkiezen mogte Commisfarisfen tot den ontfangst afzonderlijk aan te Hellen, dezelve voor ieder termijn genieten zullen ƒ50-:-: en dus voor de beide termijnen ƒ 100-:-: Zullende geene verteeringen, noch verfchotten mogen worden ingebragt, dan alleenlijk voor benoodigde geldzakken, en voor het transport van geld van het platte Land na de Steden. X I X. Dat de Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5o'k' penning zullen worden geauctorifeerd, gelijk dezelve meede geauccorifeerd worden bij deezen, te ontfangen de dubbelde Verponding tegen genot van * per cent in plaat*ze van falaris ; zullende de Collecteurs ïefpective gehouden zijn viiie van derzelver Quohieren aan Commisfarisfen te verleenen, mitsgaders op derzelver verzoek copie authenticq der Maanboeken en Lijsten tegens behoorlijke betaalinge uit 's Quartiers casfe. Salaris der Commisfarisfen roor het ontfangen der dubbelde Verponding,.  30 September 1796. Der Esfayeurs, Breuken der n'-et comparerende. X * • ÏSv-v Dat aan de Esfaijeurs van het goud en zilver na maate van hunne moeite zoodanig douceur zal worden toegelegd, als de Gedeputeerden ter Financie zullen oordeelen in redelijkheid te behooren. XXI. Dat de geene, die na oproeping van Commisfarisfen niet gecompareerd zijn om aan hunne verpligting te voldoen, of weigeren den Eed na het voorfchrift van dit Placaat afte leggen, zullen zijn vervallen in eene breuke van één honderd goudguldens ten behoeve van het Quartier, en andermaal daar toe opgeroepen eh wederom niet comparerende, of zich weigerig toonende, gehouden zullen worden voor onwilligen, ten effecte, dat zij met voorgaande kennis der Municipaliteiten hunner wooningeh bij fequestratie hunner boedels, bij parateexecutie, gijzelinge, en, desnoods, Militaire executie door de Gedeputeerden ter Financie zullen bedwongen worden, tot tijd en wijlen zij lieden aan hunne ver-  30 September 1796'. verpligcing met de kosten , door Hunne onwilligheid Veroorzaakt, zullen hebben ■ voldaan. " ,. Auctoriferende de Vertegenwoordigers des Volks deezes Quartiers de Gedeputeerden ter Financie, en wel,jedex( derzelver refpective in loco, óm van Commisfarisfen tot den ontfangst den Eed van aan het furnisfement, bij.ditPlacaat gearresteerd, meede te hebben voldaan, volgens het vastgeftelde Formulier naar behooren afre neemen, en wijders, om ingevalle eenige duiflerheid in de eene of andere articul, 't welk interpretatie zoude vereifchen, mogte occurreren , als dan daaromtrent zoodanig te disponeren, als na bevinding oordeelen zullen te behooren. En ten einde niemand der Meede-Bur- , geren van de goede meeninge van hunne Vertegenwoordigers .eenige onwetendheid moge kunnen voorwenden, zal deeze alomme wordan gepubliceerd'en , geaffigeerd, 'daar zulks gebruikelijk is. En is wydgrs verflaan, dat de Inftructie voor' de CommisJ^risfen, in welker? handen de; fnriiis, fe-  30 September 1796. fementen van den 5o'leu Penning en dubbelde Verponding zullen worden gedaan , benevens het Formulier van Procuratie, zal worden gevoegd bij het Placaat, volgende dezelve hier na geïnfereerd. INSTRUCTIE FOOR DE COMMISSARISSEN. Art. I. D e voorfchreve Commisfarisfen zullen zich generalijk in het uitvoeren van hunne Commisfie fchikken naar den inhoud van het Placaat bij de Vertegenwoordigers van het Volk des Quartiers op de heffing van den 5oaen Penning en dubbelde Verponding geëmaneerd, en in het bijzonder van den III, XIV, XV, XVII, XVIII, en XIX Articulen van dien. I I. Op dat de voorfchreve Commisfarisfen des te beter kunnen nagaan, of alle Contribuanten voor hun verfchenen zijn, dan niet, zullen bij hun Lijsten worden geformeerd van alle de Huifen, welke in de Sudof Ampt, waar overzij gefteld zijn,  30 September 1796. zijn, zich bevinden, volgens de Quohieren der Verponding, waar van hun vifie zal moeten gegeeven worden; en zullen zij voorts op dezelve Lijsten bij ieder Huis noteren de Perfoon of Perfonen of desfelfs Geqüalificeerde, welke uit dat Huis voor hun verfchenen zijn. En voor zoo veel de Huifen aangaat, waar uit niemand verfchenen mogte zijn, zullen zij zich, zoo exact als hun mogelijk zal zijn, informeren, door wien dezelve bewoond worden, en de Perfonen , die dezelve bewoonen , na dat de tijd, voor ieder termijn gefield, zal wezen geëlabeerd, gerichtelijk doen infinueren, om alnoch voor hun te verfchijnen, en, met oplegginge der Breuke, aan hunne verpligtinge te koomen voldoen, met voorgaande kennis en goedvinden nochtans van de Beftierders in de Steden, en van Richter en Schepenen in de Ampten : En wanneer als dan nog eenige in gebreken zouden mogen zijn gebleven, zullen zij daar van Lijsten formeren, en dezelve ter Camere van Financie inzenden. I I t De voorfchreve Commisfarisfen zullen zich meede, zoo exact als hun mogelijk zal zijn, generalijk informeren, of de Huifen door meer dan a. R r eene  30 September 1796. eene Familie, en in onderfcheide gedeeltens, bewoond worden, en vervolgens reguard neemen, dat door alle dezelve aan hunne verpligting werde voldaan. I V. Ingevalle aan de voorfchreve Commisfarisfen twijfelachtig zoude moogcn voorkoomen, of eenige Perfonen voor Ingezetenen te confidereren zijn, dan niet, zullen zij daar van notitie houden, .en dezelve Notitie aan de Gedeputeerden ter Financie toezenden , om daar op nader gerefolveert te worden. V. Bij het vergen der .verklaringen , en het afneemen der Eeden, zullen voorfchreve Commisfarisfen zich exactelijk reguleren na den inhoud van den III Articul, om te weeten, of de Contribuanten de betaalinge doen voor hun zeiven, en voor haare Huisvrouwen of Mannen, voor hunne Kinderen het- zij eigene of voor-Kinderen, die bij hun inwonende zijn , voor hunne Pupillen en voor anderen, welkers goederen zij adminifireren, en voor goederen, die zij in Fideicommis of Lijftocht bézitten, en belooven, voo zoo verre zij Franfche Lijfrenten , adfignaten , eifchen voor requifitien en Schadens, die op de eene of andere wij-  30 September 1790. wijze mogten gerembourfeerd worden, bezitten, daar van, wanneer dezelve verkogt, of eene reëcle Cours zullen bekoomenhebben, of anderzins t werkelijk betaald of vergoed zullen zijn, den g0ften penning te zullen voldoen. v r. De Commisfarisfen zullen hebben te houden eene exacte Notitie van hunnen ontfang, mitsgaders van de Recepisfen, door hun afgegeeven wordende , en deeze Notitie, eigenhandig bij hun ondertekend , vervolgens moeten overzenden aan de Gedeputeerden ter Financie , dewelke worden verzocht die naar behooren te examineren, en zoo daar omtrent eenige confideratien mogten hebben, dezelve op de-eerfte Quartiers Vergadering over te brengen. V I I. De voorfchreve Commisfarisfen zullen na het eindigen van hunne Commisfie alle de Notitien, bij hen gehouden, overzenden aan de Gedeputeerden ter Financie om geëxamineerd te worden, hoedanig zij zich in dc behandeling van zaaken gedragen hebben, en vervolgens de noodige order te doen ftellen, indien aan het voorfchreve werk nog iets mogt resteren. R r a VIII. De  30 September 1796. VIII. De voorfchreve Commisfarisfen, alvoorens in functie te treden, zullen in handen van de geenen , die hun gecommitteerd hebben , afleggen den Eed hier na volgende. ,, Wij belooven en zweer en, dat wij ons in de „ Commisfie, welke ons is opgelegd, getrouwelijk „ zullen gedragen, en ons zullen reguleren na het „ Placaat bij de Vertegenwoordigers yan het Volk „ des Quartiers van Nijmegen in dato 30 September „ 1796 op de hejfinge van den poften Penning en „ van eene dubbelde Verponding geëmaneerd, voor „ zoo veel hetzelve ons aangaat, als meede nakoomen ,, de Jnfiructie, aan ons op dit fuhject gegeeven, „ en dat wij fecreet zullen houden, al '£ geen ons „ in voorfchreve Commisfie zal voorkomen, en de „ Furneerders zelve begeeren fecreet te houden, en „ in het bijzonder, op flroffe .des Mein-Eeds, 'f „ geene ons ten aanzien van de bezittingen\van ieder ,, Meede-Burger en Ingezeten kennelijk wordt, ait„ gezonderd in gevallen , wanneer ons verdachte ,, perfonen voorkomen , welke ■ zich door listen en „ Jirrafbaare bedoelingen van de voldoening hunner „ verfchulde furnisfementen onttrekken j van welke „ Eed- en pligt-vergetende perfonen wij de naamen . .. „ aan  30 September 1796.; „ aan de Gedeputeerden ter Financie zullen opgee„ ven, ten einde tegens - dezelve als wederfpannige ,, Ingezetenen te doen procederen naar behooren. F O R M U L I E R PROCURATIE. Ik ondergetekende verklaare bjj deezen, dat ik: heb gequalificeerd en gevolmagtigd, geiijk ik qualiticere'en volmagtige bij deeze 1 om in mijnen naam te compareren voor de Burgers Commisfarisfen tot den ontfangst van den g0iie:i Penning en dubbelde Verponding benoemd en geauctorifeerd, en aan derzelver handen voor mij, in mijne Ziele, afte leggen den Eed, bij het Placaat der Volks-Vertegenwoordigers des Qüar-, tiers in dato 30 September laatstleden vermeld, dat ik van alle mijne Eigendommen en Bezittingen, 't zij rentgeevende ofte niet, zoo en invoegen bij het voorfchreve Placaat is vervat, de vijftigften Penning in een of twee termijnen , en wel, in den eerften termijn niet minder-Êdan de helfte, zal furneren, houdende denzelven Eed, uit kracht van deeze qualificatie in mijne Ziele afgelegd, van Rr 3 de-  30 September 1796. dezelve verbindende kracht en waarde, als of dezelve door mij in perfoon waare afgelegd. Aldus deeze betekend te op den En hebben de Gecommitteerdens der Stad Thiel met betrekking tot de wijze van heffing, in het bijzonder, dat een iegelijk zal zijn verpligt in perfoon de betaaling aan Commisfarisfen te doen, en den Eed afte leggen, ten Recesfe doen aantekenen, dat, in aanmerking neemende de noodzaaklijkheid, dat dit Quartier ten fpoedigften, tot voorkoming van te dugtene executien bij de Na-, tionale Vergadering door langer trainisfement van betaling te dirigeren, hunne Quota koome te voldoen , dienvolgens, hoe zeer 'ér genoegzaame, gronden zijn van bezwaar voor de Ingezetenen,; door het aan Commisfarisfen openleggen van hunne bezitting, echter om geen verder oponthoud in deeze belasting toe te brengen,'de conclufie1 van het gerefolveerde' omtrent deeze wijze van heffing zullen aanzien; zoodanig nochtans, dat, daar door deeze genomene conclufie aan de Commisfarisfen rot invordering der gemelde heffing de bezitting der Ingezetenen kennelijk wordt,, aan gemelde Commisfarisfen zal worden opgelegd een Eed van Secretesfe, die bij hun, bevorens in functie te treden, zal moeten worden afgelegd, en  3° September 1796. cn zoo daar na, mogte b'.ijken, dat een of meer van hun den Eed van Secretesfe direct of indirect; hadden koomen te overtreden, zij in zoodanig geval als Mein-eedigérs exemplaarlijk en aan den [lijve zullen moeten worden geftraft, zonder dat zoodanige Commisfarisfen fieh met eenige boete van de ftraf van Mein-eed zullen kunnen of mogen bevrijden i met declaratoir van fpecialijk door hunne Committenten gelast te zijn, om , bijaldien de Quartiers Vergadering niet mogte inclineren de Commisfarisfen eenen Eed met de ftraffe, invoegen gemeld, op te leggen, als dan tegens de conclufie te protesteren. Voorts hebben de Gecommitteerdens van Bommel doen .aantekenen, dat in de heffing van den 5ofte» penning hadden geconfënteerd, met uitzondering nochtans van meubilen, klederen, boeken en vaste goederen, waar van de dubbelde Verponding wordt betaald: doch zich ten fterkften verzet tegens het openleggen van den ftaat aan Commisfarisfen, uit hoofde van het onredelijke daar inne fubfifterende, doch zonder effect; Dat zij Gecommitteerdens derhalven op het cierl'ijkfte protesteerden tegens deeze conclufie, metrcferve van hunne nadere ^aantekening ; zullende dit hun prote.'t vervolgen daar cn zoo zal bevonden wórden-te behooren. Rr 4 Heb-  30 September en i October 1796. Hebbende de Gecommitteerdens van Over-Betuwe géinhaereerd derzelver Protest van den 17 September laatstleden., en verder doen aantekenen , dat deeze woorden in de praemisfen; het welk met de meeste gelijkheid naar eens ieders vermogen, en dus na eene behoorlijke proportie, als met gemeene fchouderen wordt gedragen, behoorden te worden geomiteerd: want dat het niet kan worden genoemd eene belasting naar ieders vermogen, waar in men den eenen Burger eene importante fom doet contribueren, daar hij volgens zijn vermogen maar zeer weinig , of misfchicn niets, verpligt was te furneren; en, omgekeerd, waar in een ander Burger naar zijn vermogen aanmerkelijk zoude moeten furneren, en nu genoegzaam niets, of ten minden zeer weinig behoeft bij te dragen: gelijk zij dit een en ander ten opzichte der dubbelde Verponding in hun vooraangetogene Protest ten klaarften hadden gedemonftreerd, Saturdag den 1 October'1796. "Verlezen de Requeste van Burgers enlnwooners der Stad Nijmegen, houdende, dat daar men onder het yoorig Beftuur vermeende zich te moeten be" klagen over het kwalijk belleden der gelden, wel-  i October 1796. welke door de goede Ingezetenen dêezes Quartiers met zoo veel zorg en kommer wierden opgebragt, en waar van zulke aanmerkelijke fommen aan 's Quartiers Gecommitteerdens, Amptenaaren enz. het zij geheel overtollig, of onevenredig aan derzelver werkzaamheden , zoo ruimfchoots wierden verfpild, Requeftranten als een der heuchelijkfte gevolgen van de Revolutie natuurlijk moesten verwagten , dat door gepaste maatregelen en belangelooze daadzaaken hier in zoodanige veranderingen zouden worden daar gefteld, ais de zorgelijke omftandigheden van ons Vaderland in het gemeen, en die der Inwooneren van dit Quartier in het bijzonder meer dan ooit kwamen te vorderen. Dat het echter met geene mindere aandoening als verwondering was, dat Requeftranten moesten ervaren, dat de- uitgaven- wegens Vacatiën cn Commisfie-gelden noch genoegzaam op den voet, als van ouds , wierden gedaan : Dat 'er perfonen zijn, die met meer dan eene Commisfie worden bekleed, en alzoo uit onderfcheidene hoofden reis- en vacatie-gelden kwamen te trekken', als bij voorbeeld van Stads, platte Lands i .en 's Quartiers wegen. Dat Requeftranten, hoe zeer ook met alle hunne Rr 5 wel-  i Octobér 1796. weldenkendeMeede-Burgeren overtuigd zijn , dut r,k:t meer dan redelijk en billijk is, dat alle die Burgers, welke ten wezcndlijken dienjle van het algemeen belang werkzaam zijn, moeten worden bezoldigd, en dat dit zonder uitgaven onmogelijk gefchieden, .kan , aan den anderen kant ook verferen in het gevoelen, dat altoos, en vooral in deeze tijd, eene behoorlijke maate diende ge-' houden te worden omtrent het bclteeden van die penningen, welke door de Ingezetenen wordenopgebragt, en die ongetwijfeld; als het eigendom, des Volks moeten worden befchouwd, voor zoo verre naamcntlijk die penningen moeten dienen rer bevordering van .het algemeen welzijn; cn dat het uit dit oogpunt ook daarom was, dat alle.be-. ftuurders zich als Vertegenwoordigers des-Volks, en niet als Vertegenwoordigers van hun eigen bée lang, of van het belang en vdordeel. van deezeen geene individuele perfonen , moesten befchou-1» wen. ■ < ■■ • je< I ; a si b * 1;...: ?; • • ■ ■' ■ Dat zij boven dien ook noch in die gedagren. verfcerden, dat het, algemeen belang vordert, datdie geene, welke, in posten gefteld zijn, hunne bezoldingen voor hun zeiven : moeten genieten, cn, zonder daar van aan anderen wederom uitkeeringen te doen,- moeten blijven behouden, ten ein-  i October 1796. einde alzoo met meerder ijver en getrouwheid hutme,officien te fungeren; Verzoekende Requeftranten overzulks met gepasten eerbied, en niet minder met al den ernst, die het gewigt der zaak, namcntlijk de bekommerlijke toeftand van 's Quartiers Financien, vordert, dat de Ordinaris Gedeputeerden,, Secretarisfen , en .verdere Amptenaa-, ren deezes Quartiers, niet meer als van ouds, maar op eenen vasten voet en tot eene zekere bepaalde fomme , ten-hunnen privativen behoeve, mogen wor-' den gebragt} en dat wel geëvenredigd aan den'aait hunnu werkzaamheden, en ,den, dienst, die het algemeen belang daar vnv geniet, en alzoo, de gele-, genheid werde afgefneeden, om de werkzaamheden tan eenige Burgers, onder zoo veele ver-; fchillende benaamingen te brengen , en zich daar voor in veelerleij .opzichten ruimfchoots te doen befoldigen, en voortsdat alle zoodanige wegen mogen worden ingeflagen , en middelen bij de hand genomen, die eenigfints, kunnen {trekken ter bezuiniging van alle die uitgaven,. Welke wel voordeel aan eenige individuele perfonen verfchafién, maar die het belang deezes. Quartiers.niet volftrekt noodzaaklek maaken, op dat het Volk des Quartiers van Nijmegen niet eindelijk bezwijke, onder, de meenigvuldigc belastingen en opofferingen, en,  i October 1796. en niet moedeloos te vergeefs hoope op het heil, 't welk het zich uit de Revolutie voorgefteld en daar uit reeds lang verwagt hadde. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden met betuiginge van goedkeuringe der loffelijke bedoelingen tot redres der vooraangetögêne voorige misbruiken, en ter confervatie van 's Quartiers Financiewezen, door de Requeftranten zoo edelmoedig aan den dag gelegd, de voorfchreve Requeste, mitsgaders dc Refolutien zoo van den Raad der Gemeente van Thiel, als van de AmptsVergaderinge in Over-Betuwe, te ftellen in handen van Gecommitteerdens uit het midden deezes Quartiers om dezelve gedurende deeze Vergadering te examineren, en te dienen van hunne confideratien en Rapport hoedanig de bovengemelde Tractementen, Emolumenten, en Commisfie-gelden zouden behooren te worden verminderd en befnoeid : En zijn ten dien einde verzocht en gecommitteerd de Burgers J. van Veersfen , P. ten Bosch, D. Prillevits, wegens de Steden Nijmegen , Thiel en Bommel, en J. Glover, A. Schouten, en H. Murman, Gecommitteerdens uit OverBetuwe, Maas en Waal en Thielre-waerd, refpective , wegens het platte Land. Maan-  3 October 1796. Maandag den 3 October 1796. Ontfangen eene Misfive van de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk* van Nederland , gefchreven in den Hage den 27 deezes maands aan de Hoogst geconftitueerde Magt, genaamd de provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen , houdende , dat de tijd , op welke de Promesfes en refcriptien door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande aan de Franfche Republicq, ter voldoening aan het bekende Traité additionel moeten voldaan worden, thans daar zijnde, en die betaaling ook door het gemelde Committé reeds door de nieuws-papieren zijnde geannonceerd, gemelde Commisfie van Financie aan het Quartier kennis gaf, dat het Committé in de volgende week hunne Commifen zoude afzenden ter afhaaling van ,'s Quartiers Quota in de fomme ten bedrage van /i662i4-io-2^penning, met verzoek van die penningen in gereedheid te brengen, om onverwijld te kunnen worden afgegeeven. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers confidererende de uiterfte. noodzaaklijkheid, dat het  3 October 1796. hec gunt voorfchreve werde voldaan, waar toe 'c geene in de Compcoiren refpective bevonden wordt, niet toereikende is, hebben na gehoudene deliberatie goedgevonden deeze Misfive te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, met auctorifatie op dezelve tot het negotiëren der noodige penningen , op zoodanige wijze, en voor alzulken korten tijd, als dezelve tot voldoeninge van de voorfchreve fomme, voor het geheel of gedeeltelijk, ten meesten voordeele des Quartiers zullen bevinden te behooren. Ingekomen eene Misfive van de Nationale Ver gadering , repraefenterende het Volk van Nederland, aan de Hoogtgeconftitueerde Magt van dit Gewest, tot bijlagen hebbende affchriften van Requesten van Roomschgezinde Ingezetenen van Burgharen, Altforst, Batenburg en Leeuwen, met verzoek van hooggemelde Vergadering, dat aan derechmatige begeerte der Requeftranten möge worden voldaan, of ten minften zoodane voorzieninge beraamd , dat aan hun , immers voor den «aderenden winter een beter locaal werde aangewezen, waer in zij zonder ergenis en buitenlevens gevaar kunnen koomen en haaren Godsdienst uitoeffenen; en verder, om aan de Commisfie uit hun  3 October 1796. hun midden benoemd toe formering van het groote Plan van redres, zoo fpoedig mogelijk, alle zoodanige Hukken 'te fuppediteren, als dezelve daar toe in deezen noodig zullen hebben. En bij de Landfchap goedgevonden zijnde deezen Misfive en bijlagen te renvoijeren aan het Quartier van Nijmegen 1 om te zorgen, dat zoo veel mogelijk, aan de welmeenende intentie van de Nationale Vergadering werde voldaan. Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om ten aanzien van de opgegeevene bezwaaren der Roomschgczinde Ingezetenen der voorfchreve Dorpen, na examinatie, zoodanige fchikkingen te tenteren, als ter voldoeninge aan de begeerte der Nationale Vergadering zullen oordeelen te behooren, doende daar van rapport; en voorts om aan de Commisfie tot het formeren van het groote Plan van redres volgens Decreet van den 5 Augusti laatstleden te fuppediteren de noodige ftukken , welke van dit Quartier door dezelve mogten worden begeert. Op Requeste van Eigenaaren van Heerlijkheden releverende van buitenlandfche Leen-Camerén goedgevonden zijnde'aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier alle deeze Pvequesten, voor  3 October 1796. voor als noch, zoude houden in advijs; Heeft de Gecommitteerde uit Bommel verzocht aantekeninge, dat zoodane Heerlijkheden, bij Publicatie van den 25 Maart 1795 geëximeerd zijnde, dezelve onder de afgefchafte ook niet gecomprehendeerd kunnen wórden, en dus voor als noch moeten blijven jouisferen van die rechten, waar meede beleend zijn. Goedgevonden zijnde de furcheance van betaalinge der (V) fupplement-tractementen aan de Predikanten, bij's Quartiers refolutie van den 20 Mai laatstleden provifioneel befloten, en welk poinct bij de Gecommitteerdens uit het Rijk, Over-Betuwe en Maas en Waal den 14 September laatstleden was over genomen, ter nakoominge van het Decreet der Nationale Vergadering van den 5 Augusti daar te vooren op te heffen: Hebben de Gecommitteerdens uit het Rijk, Over- O) Een ftuiver is. op ieder pagtgulden, en een halve ftuiver op de Verpondinge, gebragt, om in iegelijk diftrict van Stad en ; Ampt te verblijven tot fupplement van 't geen aan de congrtie portie te kort l-e\ oerd', tnoeten niet bij het Quartier, maar bij de getntcrwfeeulens gedragen eti betaald worden, volgens Quartiers Re'blutic van den 1 Maart 1676. Men zie ook Q. Reces d. d. 7 April 1682 en 30 April 1763. Aan de Leden des Quartiers in CWmiSJsfie na 's Hage reizende is voor reiskosten heen en weder toegelegd 120 g; ldens. Quart. Ree. 17 Oct. 1715. Naderhand 100 git deus' nï'et drie dagen transport benen, en'gelijke di ie dagen te rug, ieder dag 9 gulden', en. voor Bellecliiere 9-9-: Quart. Rt-c. d. d. 3 Novfmb. 1731. Het transpoitgeld binnen de Provincie vindt men bepaald bij Quart. R.ecQS d. d. 9 Junii 1731, 16 Oct. 1733. enz,  4 October 1796. transpórten, Bellechieren enz. gelijk te vooren heeft plaats gehad. Dat zij Gecommitteerdens, bijaldien deeze fchikkingen van fpaarzaamheid mogten worden geaggreëerd, zouden vermeenen, dat, zonder eenige verachteringe van 's Quartiers dienst, een wezentlijk voordeel aan de Financien zoude worden toegebragt, en zij ook derhalven vertrouwden, dat de Volks r Vertegenwoordigers daaromtrent door het amplecteren van den gedanen voorflag geredelijk zullen trachten te voorzien. Waar op gedelibereerd en in overweginge genomen zijnde , dat de Financiële ftaat van dit Quartier ten hoogften vordert, dat alle menage in deeze tijdsomftandigheden wordt behartigd, is goedgevonden en verftaan gemelde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport te bedanken , en zich met de daar bij voorgeflagene fchikkingen in allen opzichten te conformeren, wordende overzulks dit rapport in eene Refolutie geconverteerd, gelijk gefchiedt bij deezen : Zullende de fchikkingen, daar bij vervat, aanvang neemen met i°. November aan* ftaande, en ten aanzien van de Ontfangers refpective met i°. Januarii 1797. En hebben de Gecommitteerdens der Steden Thiel  4 October 1796. Thiel en Bommel verzocht infertie ten Recesfe van niet te hebben geconcurreerd tot reductie der tractementen van de Ontfangers , dan bij vacature, en dus voor de Succesfeurs der tegenwoordigen, en verdere Opvolgers: En de Gecommitteerde van Thielre- en Bommelre-waerden, dat tot menagement van kosten alle Ontfangers, na dat derzelver Ontfangften zullen zijn vacant geraakt, op een gelijk tractement van ƒ700-:-: jaarlijks behoorden te worden gefteld: En dat een Ontfanger, die niet ftemgerechtigd, en daar door volgens de Landelijke Publicatie van zijnen Post vervallen is, van denzelven behoort te worden ontzet, en die Post toegevoegd en opgedragen aan een ftemgerechtigd Burger, waar door als dan het tractement, het welk thans betaald wordt, tot zoo lange gelijk blijvende, het voordeel hier door te veroorzaaken , provifioneel konde koomen, of ten voordeele van de Steden en Ampten, of van het Quartier. Ontfangen eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande aan de Commisfie van de Financie deezes Quartiers, gefchreven in den Hage den 27 September laatstleden, houdende, dat, daar de NaSs 5 tio-  4 October 1796. tionale Vergadering hadt goedgevonden alle refpecten,, waar op door de Gewesten en Quartieren de bijdragen ten Comptoire Generaal gefchieden, in eene generale begrooting in te fmelten, welk Decreet eene geheele nieuwe inrichting der Boeken op het Comptoir van het Committé te Lande noodzaaklijk maakt, het gemelde Committé, om bij den aanvang der nieuwe boeken te weeten, hoe ver de Gewesten hebben aanbetaald, en hoe groot hunne resterende fchuld is op de verfchenen termijnen der Quota, geenen beteren weg in dezen hadde kunnen inflaan , dan door het opmaaken van eene zoo volledige Rekening Courant voor alle.Gewesten , als mogelijk was; zijnde op het Debet der Gewesten gefteld hun aandeel in de Petitiën tot onderhoud der Landmagt en der Franfche troupes van den 1 Aug. 1795, wanneer de Staat van Oorlog is opgehouden tot i°. -Januarii 1796 , wanneer de generale aanvrage voor 1796 een aanvang neemt; gelijk ook de twee eerfte termijnen in de 42 Millioenen, voor welke fomme het Committé in de aanvrage van 60 Millioenen participeert, en welke termijnen met den 30 September vervielen: verzoekende het Committé derhalven, dat ten fpoedigften aan het zelve mogen worden overgezonden i^alle getrokkene en betaalde Adfignatien, zoo voor de  4 October 1796. Nationale als voor de Franfche troupes, welke ten Comptoire Generaal per fe, als comptant geld worden aangenomen, op dat het Quartier voor dezelve werde gecrediteerd: 2°. een Lijst van alle andere betrekkingen ten behoeve van het Bondgenootfchap tot 30 September 1796, gemunieerd met de nbodige bewijzen; en geauthèntifeerd door vertekening van den Secretaris, welke lijst voornoemde Committé alsdan, na examinatie, aan den Ontfanger zoude doen toekomen, met auctorifatie omme in ontfang en uitgaaf te brengen, en het Quartier te crediteren; 30 het origineel Proces Verbaal van de gedaane leverancien van Koeijen, Paarden enz. waar voor aan het Quartier behoorlijke Quitancien zouden gezonden worden, en welk Proces Verbaal het Committé behoefde bij de afrekening der Nationale.fchuld aan Frankrijk; met bijvoeginge, dat het Committé de Quote des Quartiers hadde berekend na dien regel, welke alleen bij het zelve, bij de Rekenkamer en ten Comptoire Generaal bekend is, waar in geene verandering konde maken, alzoo die onderdedenbefchouwen moest als eene domestique zaak, waar van echter aan de andere Quartieren hadt kennis gegeeven, daar het hoogstnoodig was, dat deeze zaak voor de inrichting der nieuwe boeken op eenen vasten voet gebragt werde.  4 October 1796. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om aan de verzoeken, bij yoorfchreve Misfive vermeld, ten fpoedigften te voldoen op zoodanige wijze, als gemelte Gedeputeerden na examinatie en bevind van zaaken zullen oordeelen en vermeenen te behooren. Verlezen de Requeste van Gerrit van Rekom, geadmitteerd Landmeter bij den Hove van dit Gewest, verzoekende, om de daar bij in 't breede geallegeerde redenen, tot goedmaking van dereets gedaane verfchotten tot het opmeten der buitenlanden in Thielre- en Bommelre-waerden, eene Ordonnantie ter fomme van twee honderd guldens; en zoodane last en Inftructie, als aan den Landmeter P. Prillevitz is verleend geworden.- De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hier op ter voldoeninge aan het marginaal appoinctement van den 29 September laatstleden gehad hebbende de confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, hebben goedgevonden belangende het eerfte Lid van des Requeftrants verzoek gemelte Gedeputeerden te auctoriferen om aan den Landmeter P. Prillevits, zich addresferende, eene Ordonnantie te verleenen van twee honderd  4 October 1796. derd guldens, om daar uit de verfchotten, zoo aan den Requeftrant, als aan anderen te kunnen voldoen; en, ten aanzien van het tweede lid, in des Requeftrants gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. 2iijn ter Vergaderinge voorgebragt Declaratien van verfchotten en onkosten, welke de Commisfarisfen tot den ontfangst van den reets gehevene 5oüe. penning en Esfaijeurs hadden geëxhibeerd, met de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, gemelde Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om, in dit ge' val, de declaratien zoo der Commisfarisfen tot den ontfangst, als van de Esfaijeurs te voldoen zonder eenige korting, gelijk dezelve zijn uitgetrokken, op zoodanige wijze, als opgemeldeGedeputeerden zullen vermeenen te behooren. Op het geproponeerde door de Gedeputeerden ter Financie ter Vergaderinge gedaan, Is goedgevonden gemelte Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om, in cas van verdere trainisfementen, na verloop van 1  4 October 1796. v 'van den termijn der twee maanden tot het verkoopen Van ongereede goederen bij refolutie van den Ï7" September jongstleden op Requeste van den 'Bufger L. de Beijer verleend, dezelve dadelijk bij executie publicq aan te flaan, en' tot inning van de restanten , door gemelden Burger in qualiteit als Ontfanger van den impost op de 'gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het diftrict des Nijmeegfchen 'Comptoirs aan het Quartier 'verfchuldigd , te 'diftraheren. Met auctorifatie op meergemelde Gedeputeerden om Extract deezes aan voornoemden Ontfanger toe te zenden tot deszelvs naricht. "Verlezen de Requeste van Jan van Horslen cum fuis, Pagter en Meedeftanders van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het diftricht des Thielfchen Comptoirs, ingegaan i°. Julïi deezes jaars 1796 om redenen daar bij in hét breede geallegeerd-, verzoekende , dat de Volks-Vertegenwoordigers de boetens op het frauderen van den gelibelleerdèn impost gefteld gelièfdén te aügmenteren tot eene boete van 50Ó-:'-: en boven dien verbeurd te vérklaaren de 'aan té haaien-fterke dranken, mitsgaders zoodanige 'rijd-én vaartuigen, als waar meede dezelve opzet-  4 October 1796. zettelijk en directelijk in deezen Quartiere worden gebragt. En hier op gehad hebbende de confideratien én het advijs van de Gedeputeerden ter Financie , ingevolge appoinctement marginaal van den 17 September laatstleden, Is goedgevonden en verftaan opgemelde Gedeputeerden te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij r&ëf zen, om, daar de impost op de fterke dranken niet alleen is het voornaamfte, en' het meest in 's Quartiers casfe furnerende middel onder alle de middelen, welke ten behoeve van het zelve worden verpagt, maar ook tevens een middel, het geen den fraudateurën het grootfte gewin aanbrengt, om welke reden bij 's * .Quartiers wetten ter weeringe van dién ook de zWadrlte boetcns gefteld, en de voorzieningen deswegens van tijd tot tijd vermeerderd zijn, de boetens op' het' frauderen van den gemelden impost wederom te bepaaTèn op den voet, zoo als dezelve te vooren ten tijde van een Monopolium' zijn. vastgefteld geweest, en hebben'plaats gehad: met auctorifatié op gemelde Gedeputeerden om daar van de verèischte advertentie te laten doen. Verlezen de Requeste van Hendrik en Roelof van Wordragen, Pagter en Meedeftander van 's  4 October 1796. Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over Ammerzoden, Well en Wordragen over het jaar, ingegaan i°, Julii 1794, daar bij verzoekende remisfie van een restant ad ƒ258-:-: De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben, na ingenomene confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie volgens marginaal appoinctement van den 29 September laatstleden , in der Requeftranten gedaane verzoek gedifficulteerd , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van JanBudding , Buurmeester van den Dorpe Hees, daar bij verzoekende vermindering in de aanfehrijvinge der Middelen van confumtie. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, in achting genomen zijnde, dat de Confenten over deezen jaare 1796 reets gedragen zijn, hebben, na ingenomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden van Financie, in des Requeftrants verzoek gedifficulteerd, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen; renvoijerende denzelven voor het vervolg, daar en waar zulks behoort. Ver:  4 en 5 October 1796. Verlezen de Requeste van den Kerkenraad der hervormde Gemeente te Echteld, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen eene toelage van ƒ150-:-: voorden Predikant aldaar, voor dit loopende jaar, en voorts als van ouds. En hier op hebbende gehad de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie ingevolge marginale dispofitie van den 29 September jongstleden; Is goedgevonden het zelve te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van het Collegie van algemeen welzijn in Neder-Betuwe, om daar op te dienen van Bericht, enj zoo veel mogelijk , op te geeven de origine van dit geaccordeerde douceur. Woensdag den 5 October 1796. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers gedelibereerd hebbende op de Propofitie der Gecommitteerdens der Stad Thiel, den9 September laatstleden ten Recesfe geinfereerd, , Hebben goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie, akbeftaande in eene Commisfie uit den Quartiere , én hst zelve repraefenterende, tehoua. Tt den  5 October 1796. den voor niet comptabel, en dienvolgens ter Quartierlijke Vergaderingen admisiibel. De declaratie van Vacatiën en Transport-gelden van de Burgers Brands en Murman, benoemd tot het tenteren van vriendelijke fchikkingen tusfchen de Ingezetenen van Beek over het gebruik van de Kerk aldaar, volgens 's Quartiers Refolutie van den 12 Maart laatstleden: Is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie' om na naauwkeurige examinatie te disponeren. Cjehöord het Rapport van de Bnrgers C. Taaij en anderen gecommitteerd geweest zijnde na 's Hage tot de zaaken van Buurert en Cuilenburg, en in aanmerking wezende genomen de noodzaaklijkheid , dat deeze beide diftricten door derzelver plaatzelijke legging Qa) onder deeze Provincie be- (4) Het reclit van inlijving van het voormaaïïg Graaffchap Buuren i« Gelderland behoeft niet ecniglijk gezocht te woiden in het verwarde Leenftelzel der midden-eeuwen, het welk thans is vervallen, maar daar in, dat Buuren oudtijds is geweest een gedeelte van het Qiiartier yun Nijmegen, en, voor Zoo veel het territoriale of het fouveraine teclit 'betreft, onder Gelderland heeft behoord: uit welken hoofde in de jaaren 17095 lüp* en 1739 goedgevonden is geweest over de Stad en Lande van 15 nu-  5 October 1796. behooren te zijn en te blijven, immers tot dat bij de Conftitutie met relatie tot de politie en juftitie anders zal zijn voorzien, en met betrekking tot het financiële onderling geconvenieerd: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier, voornoemde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport bedankende, en het verrichte approberenTt 2 de, Buuren, een oud eigen deezer Provincie zijnde, bij proviiie Sa vijf fpccien, als de oudfte middelen, te heffen: Laridd. "Ree. d. d. 24 Octob. 1709, en 4 April 1710. hoewel het destijds ontbrak aan energie om dit recht der Prpvincie krachtdadig door te zetten. Thans is de vraag, of, daar Buuren en Cuilenburg tot def» zclver voorigen alouden ftaat zijn teruggekeerd, deeze Landfchappen, met bewilliging van de Ingezetenen, niet wederom behooren vereenigd te zijn met die Provincie, van welk^; zij zijn afgefcheurd? Dan of, hoe gefundeerd en klaar de aloude rechten van Gelderland op Buuren en Cuilenburg ook mogen zijn, die rechten niet als vervallen moeten worden aangemerkt? door dien de gemelde Graaffchappen door de Franfche RepuWieq ■jure belli geacquireerd, en door dezelve aan de Bataavfche Republicq bij Tractaat van den iö Mai 1795 gecedeerd.zijn, van welk Tractaat de Provincie Gelderland meede één der contracterende Parthijen is geweest, zonder daar bij eenig be$ns die .wegens voor. zich gemaakt te hebben. En wijders, of de ce.sfie aan de Bataavfche Republicq zich tot meerdere en andere rechten en dominiale goederen kan ïiitftrekkcn, ?ls de föfflïgt Heeren van Buuren en Cuilenburg hebben gehad?  5 October 1796. de, van advijs was, dat dezelve behoorden te worden geauctorifeerd, om verder de zaaken derwijze te beleiden en ten einde te brengen, hec zij door het treffen van een Conciliatoir, of op zoodanige andere wijze, als met de eer en het belang deezer Provincie zullen oordeelen te behooren , zonder aan de ratificatie van de Landfchap gebonden te zijn. Op Requeste van de geweezen Proviforen van het Burgeren- en Armen-Kinderen Weeshuizen binnen de Stad Nijmegen , daar bij reclamerende -het effect van het Decreet der Nationale Vergadering van den 5 Augusti ter affcheiding van de Kerken Staat, en opgevolgde Publicatie van het Provinciaal Collegie van den 30 daar aan volgende tegens zoodanige fchikkingen, als de provifionele Raad van gemelde Stad ten opzichte hunner dimisfie en aanftelling van Roomfche Proviforen in hunne plaatzen hadden gemaakt, en verzoekende daaromtrent zoodane dispofitie, als tot maintien der Voorfchreve Publicatie zoude bevonden worden te behooren. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat dit Request behoorde te worden gefteld in handen van het Provinciaal Collegie, ten einde de  5 October 1796. de daar bij vermelde Publicatie effect te doen forteren. H et Reauest van Schout en Buurmeesteren van Beest, en van Buurmeesteren van Ubbergen zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien enadvis. Op het geproponeerde is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken op den ftaat der lasten en inkomften deezes Quartiers, in het vervolg, de Post van allerlei voorvallende extraordinaire zaaken, reparatien en leverancien aan de Kamer en andere uitgaven niet, als van ouds, in masfa te ftellen op ƒ10000-:-: maar dezelve, zoo na mogelijk, te fpecificeren. Op gedaane propofitie is goedgevonden bij de eerstvolgende Vergaderinge voor te neemen de revifie der Iuftructie voor de Gedeputeerden ter Financie van den 30 Mai 1750. Waar meede het Quartier na refumtie is gefcheiden. Uit last en op naam van de provifionele Volks-Vertegenwoordigers des Qjiar- JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD ARNHEM IN OCTOBER 1796, HETTWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE V RY HEID. • Tt 5   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Jan Teeuwissen , Geruit Abraham Gejer. THIEL.- Pieter ten Bosch, Carel Campagne. B O M M E L. Hendrik Weijtingh , Jan Tierens. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté. OVER-BETUWE. Tacob van den Bosch, Johannes Glover. TUS  TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET BALGOIJEN EN KEENT. Aeldert Schouten, Jan Festen, Jan de Bruijn. NEDER-BETUWE, Aalbert van Eldick, Dirk Slingervoet. THIEL RE-WAERD. Hendrik Murman. B O MMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  ai October 1796. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eenen Èxtraordinairen . Landdag binnen de Stad Arnhem in October 1796, het tweedejaar der- Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 21 October 1.796. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen hebben, na verleezinge der Commisfien , wederom goedgevonden de Landelijke zaaken,,als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen, en'tot Voorzitter deezer Vergadering en Directeur benoemd den Burger Hendrik Weijtingh, Lid van den Raad der Stad Salt-Boemel. Is ter Vergadering voorgebragt eene Refolutie der Ampts-Vergaderinge van tusfchen Maas en Waal, gedagtekend den 11 deezes maands, waai* bij den Burger Aaldert Schouten voor den tijd van één en één halfjaar, in te gaan i°. November aanftaande, wordt benoemd tot Gedeputeerde ter Financie in plaats van den Burger J. E. Sanders van Well, wiens Commisfie wegens het Rijk van Nijmegen met den laatften deezes maands ftont te exfpi-  ai October 1796. exfpireren, en aan tusfchen Maas en Waal te vervallen. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen , met auctorifatie op dc Gedeputeerden ter Financie om gemelden Burger, als gewoonlijk, in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren; zullende Extract deezes ter Camere worden ingezonden. (3p het geproponeerde door de Gecommitteerdens uit de Over-Betuwe; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken, gelijk gefchiedt bij deezen, om aan de Ontfangers en andere Quartierlijke Amptenaaren, vermeld bij het Rapport, over de poincten van bezuiniging, en vermindering van tractementen en emolumenten, als anderzins, den 4 deezes ten 'Recesfe geinfereerd, en bij de 'Volks - Vertegenwoordigers gehouden en genomen voor Refolurié, Extract uit het zelve per claiifulas concementcs ten fpoedigften tóe' te zenden,- ten einde te {trekken tot informatie. De Gecommitteerdens uit de Thielre- en Bommelre-waerden ter Vergaderinge voorgedragen hebbende, dat'ten aanzien der Refolutie van den 4 dee-  si October 1796. 4 deezes opzichtelijk de poincten van bezuiniging, en vermindering van de tractementen en emolumenten der Quartierlijke Amptenaaren gelast waren te declareren, dat de Ampten van Thielreen Bommelre-waerden geen genoegen waren neemende met de aanftelling van den Burger D. Verweijde J. Z. tot Ontfanger der Middelen op een tractement van één duizend twee honderd guldens, vermits bij derzelver refolutien, gelijk meede van de Stad Bommel, de gemelde Burger op een tractement van zeven honderd guldens was aangefteld geworden, onder referve van dit te vervolgen, daar en zoo als de Ampten zullen vermeenen te behooren. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden bij de vooraangetogene Refolutie van den 4 deezes allezins te perfifteren, gelijk gefchiedt bij deezen, en overzulks het gunt voorfchreve voor notificatie aan te neemen. 'Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens uit de Over-Betuwe; , Is goedgevonden bij de eerstvolgende Vergadering te delibereren over- en te refolveren op den voordragt van de Gecommitteerdens der Stad Thiel ten aanzien der aanbetaling van de Verponding in Thiel-  ai October 1796. Thielre- en Bommelre-waerden, fub dato 9 October 1795 ten Recesfe geinfereerd, en door de Gecommitteerdens zoo der Stad Bommel, als uit de Thielre- en Bommelre-waerden overgenomen ; als meede over het nader geproponeerde fub dato 19 Mai laatstleden. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van de Over-Betuwe ter Vergaderinge gedaan; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken bij de eerstvolgende Vergadering te dienen van confideratien en advijs op de Memorie van die van den Dorpe Driel in Over-Betuwe, bij refolutie van 19 November 1795 aan dezelve ten einde als voorfchreven gerenvoijeerd. Op nadere Requeste van Adrianus de Croes, gewezen Pagter van 's Quartiers impost op het Beftiaal over de Stad en Schependom van Bommel, ingegaan geweest i°. Julii 1795, fupplicerende, dat de argumenten en producten in Requeftrants voorig Request aangevoerd, bij reiteratie mogen worden gebragt in ferieufe deliberatie, ten dien gevolge , dat op het verzoek, in fine van gezegde Re-  ti en as October 1796. Request gedaan, favorabel werde gereflecteerd; Is goedgevonden bij 's Quartiers dispofitiev van den 29 September laatstleden te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. He t Request van de Buurmeesteren van Hees is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van confideratien en advijs. Saturdag den 22 October 1796. Op ingekomen Addres van den Burger Nicolaus Arriens , als Secretaris van den Gerichte van Tuijl in plaats van Gerardus Vermeulen aangefteld, door de Gedeputeerden ter Financie in bedenking gegeeven zijnde, of de nieuw aangeftelde Amptenaaren, welke het Amptgeld moeten betaalen, aangemerkt behooren te worden in de plaats der afgezette te treden, dan wel aan dezelve tefuccederen. Is goedgevonden het zelve te renvoijeren aan gemelte Gedeputeerden om dienaangaande in naame van het Quartier zoodanig te disponeren, als volgens de Ordonnantie op het Amptgeld het gevoegzaamst zullen oordeelen te behooren. Ver-  ii Oct.uber .1796. Verlezen de Requeste van den Burger Scipio de Kantef , verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen , dat Requeftrant moge wórden ontflagen van de verpligting tot betaaling van het Amptgeld ter fomme van een honderd guldens, waarop de bedieninge van Richter van Heerewaerden, bij den Requeftrant bekleed wordende, en welke geen noemenswaardige voordeden oplevert, is' gefteld ; ofte ten minften daar meede gefuperfedeerd, tot dat, hec zij bij eene nadere domeftique dispofitie, of wel bij de aanftaande Conftitutie zal koomen ce blijken , dat eenig vast tractement of andere geè'venredigde voordeelen aan die Richter-Ampt worden geaccrocheerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden bij de Ordonnantie op het Amptgeld te perfifteren, en mitsdien verftaan, dat in Requeftrants verzoek piet kan worden getreden, gelijk het zelve afgewezen wordt bij deezen. Is gehoord het Rapport van het Collegie der binnenlandfche Deputatie , houdende , dat ter voldoeninge aan de refolutie van den 14 September laatstleden op den 11, 12, en 13 deezes maands hadden gevaceerd om de Quartierlijke Amptenaaren  22 October' 1795* ren de gerequireerde Eeden te doen afleggen, en dat de Secretaris des Quartiers, na dat bevoorens,. voor zoo verre verbonden was geweest aan de zoo genaamde oude Conftitutie, of het RegeeringsReglement van den jaare 1750 volgens refolutie van den 22 Januarii 1748, en ampliatie van den 2ien 23 Mai 1788, van den gedaauen Eed, naar inhoud der Landelijke refolutien van den 7 en 12 Februarii i'795 refpective, door hunL. namens de Landfchap naar behooren was ontfiagen; mitsgaders de Secretaris en Commis van hun Collegie, voorts de Ontfangers, Commisfaris van het Klein Zegel, en Fiscaal van 's Quartiers Financien , de Eeden volgens Publicatie van den 19 Maart en 17 Augusti laatstleden hadden gepraesteerd ; 1 Waar op gedelibereerd zijnde is zulks voor notificatie aangenomen, en mitsdien verftaan, dat hier meede aan den inhoud van bovengemelde 's Quartiers refolutie van den 14 September laatstleden is. voldaan. ïs gehoord het Rapport van het Collegie der binnenlandfche Deputatie, houdende, dat bij hunL. was ingekomen eene Misfive van den Burger J D. van Leeuwen, Ontfanger der gemeene Middelen over het diftrict des Thielfchen Comptoirs, houa. V-v dea-  22 October 1796. N dende de"redenen, waar door het fïjnL. onmogelijk was geweest zich te fisteren tot het afleggen van-den gercquireerden Eed, hoe gewillig daar toe anderzins-ware : Dat hij ook vertrouwde, dat,' terwijl hij zijnen tegenwoordigen post als Lid der Nationale Vergadering bekleedde, van het daar toe ■éverkoomen zoude worden geëxcufeerd, en het daar voor' gehouden, als of hij dien Eed werkelijk hadde gêpraest&örd,. gelijk hij het daar voor bij ondertekening der Misfive verklaarde te houden, niet denkende, dat eenige vermoedens oi twiifftlingen omtrent ïljnL. zouden plaats-hebben ," daar die of'diergelijke Eeden in verfcheide betrekkingen "dodfvf^iïL. almeermalen waren afgelegd V ' > ^-Hc''. r -:' ' Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden met 4e-v'erklaörmge, bij de Misfive vervat, genoegen té neemen; • --: ' ■ ?ht».::ï •! %*% !•• -;" <••••"" Verlezen de Requeste van H, Post en P. S. Campagne, Pagters van het Gemaal en Géflagt over het diftrict van Thiel en Sanctwijk ingegaan i°. Julii 1796, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, houdende, dat Supplianten reeds bij den beginne van hunnen pagt, en daar na gedüurende den tijd,- dat zich binnen de Stad Thiel Mi-  22 October 1796'. Militaire 'Depots, als ook guarnifoen , hadc bevonden, door dezelve dagelijks door het van buiten Supplianten gepagt diftrict, zoo voor hun Militairen als voor Burgers der Stad Thiel, inbrengen van brood en vleesch merkelijk in derzelver gepagten impost wierden gepraejudicicerd : Dat Supplianten om zulks voor té koomen zich dieswegens aan den Raad der Stad Thiel haddën geaddresfeerd , cn' verzocht, "dat zijL. den Commanderenden Officier geliefden te gelasten-om te zorgen, dat zijne onderhebbendé' Manfchappen de Supplianten in hunnen pagt niet verder kwamen te benadeelen, die ook bij refolutie, aan den Commanderenden Officier toegezonden, daar op de noodige ordre gefteld hadde >' Doch dat dit:alles van weinig effect was geweest;; dat het Depót der Ruiters binnen Thiel' eènigén tijd guarnïfoen houdende in het fmokkelen hadc blijven continueren, en alle aanhaalingen; welke Supplianten hadden willen doen, hun door overmagt der Militairen wierden belet, in het breede ten Requeste daar gedaan; verzoekende vervolgens, dat de tijdelijke Commandant der Militairen, binnen de Stad Thiel cantonnerende of guarnifoen houdende , moge worden gelast om aan de poor*ea der Stad Thiel de noodige militaire wagten te Vv 2 plaat-  sa October 1796. plaatzen-, met last aan dezelve om op requificie van de Supplianten, als Pagters van het Gemaal en Geflagt, de noodige adfiftentie aan hun te verkenen ; voorts meede zijne onderhebbende Manfchap te gelasten van zich van het fmokkelen, of frauderen van '* Quartiers impost zorgvuldig te wagten op poene van ten exempel van anderen te zullen worden geftraft; of dat anderzins in deezen zoodanig moge worden gedisponeerd, als tot in ftandhouding van deezen impost en maintien van Supplianten, als Pagters derzelve, zal bevonden worden te behooren. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde , dat aan voorfchreven Commandant der Militairen, in Thiel cantonnerende of guarnifoen houdende, door de Gedeputeerden ter Financie reeds,aanfchrijvinge ten einde, als bovengemeld, is gedaan, hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te laten afgaan de volgende Misfive. . Vrij'  22 October 1796. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede Burgers. U it het inleggende affchrift van een Request door Hendrik Post en Peter Sijme Campagne, Pagters van het Gemaal en Geflagc over het diftrict van Thiel en Sanctwijk, ingegaan i°. Julii deezes jaars 1796, aan ons gepraefenteerd, zult Gijl. in het breede gelieven te verneemen de klagten door dezelve daar bij tegens Militairen, binnen de Stad Thiel cantonnerende of.guarnifoen houdende, in maer dan een opzichte vervat. Het zelve bij ons in overweginge zijnde genomen, en teffens door onze Gedeputeerden ter Financie wordende geinformeerd van hunne op een addres der Requeftranten reeds gedaane aanfehrijving aan den tijdelijken Commandant der Militairen binnen Thiel tot hec verleenen der noodige adfiftentie ter weeringe van fraudes van 's Lands imposten , hebben wij wegens het belang deezes Quartiers, en als verpligt zijnde de Pagteren bij hunne gepagte imposten te handhaven, ons niet kunnen of mogen dispenferen deéze klagten onder het oog van UL. te brengen, in dat rechtmatig Vv 3 ver-  22 October 179&. vertrouwen zijnde, en te gelijk met allen nadruk verzoekende", dat Gijlieden, de bezwaarenen fpeciale omftandigheden, door de Requeftranten bij hun Request opgegeeyeu, met ULieder gewoone attentie overwegende, die voorzieningezult gelieven te doen, en zoodanige efficacieufeordres ftellen , ten einde de Militairen zich van het frauderen van 's Lands imposten, en van hetmeedewerken pf behulpzaam zijn in het plegen van fmokkelarijen door anderen, zorgvuldigljjk koomen-te wachten, en alzoo teffens aan het rechtmaatig en billijk verzoek der Requeftranten werde voldaan. Meede Burgers. Wij bevelen UL. hier meede na toewenfching van Heil en aanbod van Broederfchap in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering , gehouden op eenen Èxtraordinairen Landdag, den 22 October 1796, het tweedejaar der. Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De pfovijionele Volks-Vertegenwoordigers desOiiartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve.  as October. 1796. 'Ver. ezen de Requeste van Schout en Buurmeefteren van Beest , verzoekende remisfie van de achterfiedige impofitien op de confumtive Middelen over het jaar, ingegaan 10.Julii 1794-, meer dan één duizend guldens bedragende : En hier op ingevolge appoinctement van den 5 deezer loopende maand gehad hebbende de confideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden aan de Requeftranten in hunne qualiteit naamens dé Ingezetenen van Beest te verleenen eene remisfie van ƒ250-.-: gelijk dezelve verleend wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van de Buurmeesteren van Ubbergen, verzoekende om de daar bij. .vermelde redenen remisfie van de Middelen van Confumtie over het jaar ingegaan 1°. Julii 1794- 9fl vermindering van die Middelen voor het jaar 1795, na maate van het thans geringe getal der Inwooneren: ian » De Volks-Vertegenwoordigers dea Quartiers hebben na ingenomene confideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, ingevolge appoinctement van den 5 deezes, aan het gemelde Dorp Ubbergen, gelijk aan het nabuurig .Dorp Vv 4 Beek,  2a October 1796. Beek, remisfie van de imposten op de confumtive Middelen wegens het jaar, ingegaan i". Julii 1794, voor de helfte geaccordeerd, hetzelve accorderende kracht deezes. Op het geproponeerde door den Gecommitteerden- van Tusfchen Maas en Waal, houdende bedenkingen overdevoldoeninge van de tractementen aan de ontzette Leden der Ampts regeeringe, fpecialijk , of die in de Ampts-zettingen behooren gebragt te worden tot het begin der revolutie, dan tot den tijd der ontzettinge uit hunne posten; voorts ten aanzien van 't geene voor den Secretaris des Quartiers wegens het leveren van affdiriften der Recesfen, welke thans gedrukt worden, in gemelde Amptzettinge jaarlijks wordt gebragt. Is goedgevonden het gunt voorfchreven te verklaaren voor een huishoudelijke zaak; wordende met betrekking tot den post in de zettingen voor het leveren van affchriften der Recesfen den Secretaris verzocht ten naasten te dienen van eclaircisfement. De declaratie van de Burgers W. A. van der Feltz en N. Lange, gevaceerd hebbende tot de refumtie van het Reces van denvoorigen £xtra- , or-  22 October 1796. ordinairen Landdag, is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op na examinatie te disponeren. CjTedelibereerd zijnde over de benoeming van eene perfonele Commisfie, beftaande uit zeven Leden, om met de Commisfie uit de Nationale Vergadering te befoigneren over het in werking brengen van het Reglement voor de Bataavfche Burgermagt, en op de Lijst van het dubbeld getal ten fine van electie gefteld zijnde de Burger Johannes Lodewijk Prager. Hebben de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen verzocht aantekening, dat gemelde Burger Prager, niet ftemgerechtigd en onder de vervolging van de wet zijnde, ineligibel $s. Waar meede het Quartier na refumtie op heden is gefcheiden. Ter ordonnantie van het zelve. JOH. in de BETOÜW. Vv 5   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE GECONTINUEERDE LANDSCHAPS VERGADERINGE BINNEN DE STAD ARNHEM IN NOVEMBER EN DECEMBER 1796, HET TWEEDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID;   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden, NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. Willem Doelman, Jan Teeuwissen. THIEL.' Pieter ten Bosch, Carel Campagne , Abrianus van Oosterhoudt. BOMMEL. Daniël Prille vitz, Jan Tierens. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté. OVER-BETUWE. Jacob van den Bosch ? johannbs glover.  . TUS SCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten. NEDER - BETUWE. Aalbert van Eldick, Dirk- Slingervoet. T H I E L R E - W A E R D. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. . Re-  22 November 1796. i^c&r ^ Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire gecontinueerde Landfchaps Vergadering binnen de Stad Arnhem in November en December 1796, fo£ «•-•••• /uaoa : > •. ïsv sassa ' tweedejaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 22 November 1796. J3e Steden-Gezanten, en de Gecommitteerdens van het platte- land ter Vergadering fesfie genomen, en, na dat het .gewoone Gebed door den Secretaris gelezen was, bij abfentie van den Bm> ger H. Weijtingh tot Moderateur en Voorzitter benoemd hebbende den Burger Daniël Prillevitz, zijn met verlezing van eenige Commisfien de Quartierlijke befoignes gereëntameerd. vJntfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 3 deezes maands, tot bijlage hebbende derzelver Decreet, na ingekomen rapport van de Commisfie van Financien genomen op deezerzijds Misfive van den 30 Sep- tem-  22 November 1796. tember laatstleden, en houdende het voorfchreve Rapport, dat, wat aanging de fubdivifie van de Quota van dit Gewest, en de bij dit Quartier gefustineerde ' onevenredigheid derzelve , zulks zoodanige domes.tique zaak was tusfchen de drie Quartieren, dat daarin van wegens de Nationale Vergadering geene verandering konde worden gemaakt. Dat de Commisfie van Financie echter met de provifionele Volks-Repraefentanten deezes Quartiers moeste conveniëren, dat omtrent de Petitiën , welke jaarlijks als gemeene Generaliteits lasten onder den naam van ordinaire en extraordinaire Staten van Oorlog tusfchen de Gewesten plegen gerepartitieerd te worden, geene fubdivifie der Quota van dit Gewest heefc plaats gehad, maar dat de geheele Provincie van Gelderland met haare Quota in eene masfa, en. zonder diflinctie van de drie Quartieren , bij die Petitiën, bekend als ordinaire en extraordinaire Staat en van Oorlog , plagt te worden uitgetrokken , en aan de onderlinge fchikkingen der drie Quartieren de repartitie of verdeeling der posten , op voorfchreve Staaten van Oorlog gebragt, overgelaten. Dan dat, daar de generale begrooting van de behoeftens der Republicq bijeengebragt uit zoo t ■ vee-  fia November 1796. Veele ondé'rfcheidene Petitiën, zoo door het Committé te Lande, als door dat der Marine, aan de Nationale Vergadering voorgedragen, en door dezelve Vergadering met vernietiging der onderdeelingen , voormaals bij den naam van refpecten bekend, tot eene generale begrooting van 00 Millioenen is gebragt, de gemelde Commisfie van Fi* nancie niet zoo gereedelijk konde toeftemmen, dat deeze generale begrooting, als fubintrerende In de plaats van het geen voorheen onder den titel van generale Petitie en Staaten van Oorlog Provincialiter gerepartitieerd wierdt, meede in eene masfa, en zonder diftinctie van de drie Quartieren , voor de Provincie van Gelderland zoude behooren te worden uitgetrokken, aangezien het vast ftondt , dat alle extraordinaire Petitiën zedert den jaare 1720 niet in masfa, maar bij de Quartieren waren gerepartitieerd, en dat alle behoeften , formerende de globale fomme van 60 Millioenen, als extraordinaire Petitiën voorgedragen en geconfënteerd waren geworden. Dat het echter niet te ontkennen was, dat on*f der die globale begrooting van de behoeften der Republicq,- bij Decreet der Nationale Vergadering bepaald op 60 Millioenen, diverfe posten gevonden wierden, welke wel eer, zoo op de *• - Xx or-  32 November 1796. ordinaire als extraordinaire Staaten van Oorlog geplaatst , ter repartitie van Gelderland in eene masfa wierden gebragt, en welke thans geamalguameerd in de globale begrooting der 60 Millioenen tusfchen de drie ^Quartieren van Gelderland als extraordinair waren moeten verdeeld worden..; '.w: Dat het bezwaar voor dit Quartier hier in gelegen, naar inzien der gemelde Commisfie, voor het tegenwoordige met geene mogelijkheid gebeterd zoude kunnen worden, anders dan bij eene domestique fchikking tusfchen de drie Quartieren, bij welke fchikking het Quartier van Nijmegen door de beide andere Quartieren zoude moeten worden te gemoed gekomen en gefubfidieerd, na rato bevonden zoude • worden het voorfchreve Quartier te hoog bezwaard te zijn door het brengen op dezelve van die posten, welke voormaals op de Staaten van Oorlog als ordinair plegen geplaatst te worden, en nu als extraordinaire Petitiën Quartiers gewijze zijn gerepartitieerd geworden., • • /) ' . ; jj - ujO Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan hooggemelde Vergadering te ,depecheren de volgende refcriptie. $k ao oos, ,:-< i :i- '■' < uaÈnsiw naba ■ >3 Vrij'  S2 November 1706. i 'l W.» gfl£l**M* öfo ris f < Jp-r:'ï|ïiw $j6lq Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap'. Burgers Repraefentanten. hebben bij onze tegenwoordige extraor* ordinaire bijeenkomst ontfangen ULieder misfive van den 3 deezes maands, ons daar nevens zen* dende ULieder Decreet, genomen op het flot o. zer misfive van den 30 September daar te vooren, behelzende onze klagten over de onregelmatigheid in de fubdivifie der Quota van dit Gewest tusfchen-de drie Quartieren. Derzelver inhoud bij ons met de vereischte attentie gelezen zijnde , mogen wij' niet nalaten UL. te bedanken voor deeze gegeevene communicatie, en teffens te betuigen, dat wij met veel genoegen daar uit hebben mogen zien, hoedanig ULieder Commisfie van Financie met ons conve-' nieert, dat ten aanzien van de gemeene Generaliteit* lasten, welke jaarlijks onder den naam 'van ordinaire en Extraordinaire Staaten van Oorlog tusfchen de Gewesten wierden gerepartitieerd, geene fubdivifie van de Quota van Gelderland-ter CJeneraliteit.heeft plaats gehad; maar dat dezelve in eene masfa, zonder diftinctie van Quartieren , Xx 3 plagc  aa November 1796. plagt uitgetrokken, en de verdeeling der Posten aan derzelver onderlinge fchikking overgelaten te worden. Gelijk meede, dat ULieder gemelde Commisfie niet twijffelde, of in eene Quartiers gewijze repartitie ter Generaliteit was eenig aanmerkelijk bezwaar voor dit Quartier gelegen, zoo dat Gijl. ook conform het uitgebragt .rapport haddet gelieven te decreteren, dat de Volks-Vertegenwoordigers der Quartieren Zutphen en Veluwè bij misfive zouden worden verzocht en geëxhorteerd om na rato van het bezwaar, bet welk dit Quartier zoude mogen hebben door het brengen op het zelve van die posten, welke voormaals op de Staaten van Oorlog, als ordinair, plagten te worden geplaatst, en nu als extraordinaire Petitiën Quartiers gewijze zijn gerepartitieerd geworden, ons bij eene domestique fchikking, als fteunende op gronden van billijkheid, te fubfidieren en te gemoed te koomen. Wij zijn dus, Burgers Repraefentanten, met ULieden volkomen overtuigd, dat een fcbifting tusfchen de posten, formerende de globale begrooting der behoeftens van de Republicq tot 60 Millioenen , van welke zommige ordinair, en andere extraordinair zouden moeten berekend worden ,  22 November 1796. den, noodzaaklijk zoude nederkoomen óp de geprohibeerde wederinvoering van refpecten , bij Decreet van ULieden in dato 28 Junii laatstleden vernietigd, als geoordeeld aan te loopen tegens het Reglement van ULieder Vergadering: En dat boven dien eenige zoodanige fchifting voor het tegenwoordige, zoo door het verloop van den tijd, als door dereets gedaane betaalingen op de globale fomme van 60 Millioenen zonder obfervantie van refpecten of relatien, zoo al niet voor geheel onmogelijk, ten minften daar voor moet gehouden worden , dat dezelve tot de grootfte confufie, verwarring en twisten zoude kunnen aanleiding geeven. Wij ftemmen ook volkomen met ULieden in , dat de fubdivifie van de Quota van dit Gewest',en onze gefustineerde onevenredigheid derzelve, zoodanige domestique zaak tusfchen de drie Quartieren is, dat daarin van wegen ULieder Vergadering geene verandering gemaakt kan worden. Dan wij vlijen ons, dat onze zoo billijke, en zoo ernltiglijk gereitereerde inftantien tot eene revifie van dezelve, om daar door op eene redelijke en vriendelijke wijze in ons rechtmatig bezwaar te mogen worden gefubleveerd, door eene gewenschte uitkomst zullen worden achtervolgt, Xx 3 en  22 November ^.1796. en die bereidwilligheid en faciliteit door de twee andere Quartieren betoond, welke wij ter bewaaring, van de goede harmonie, die tusfchen de drie Quartieren tot noch toe zoo gelukkiglijk heeft gefubfifteerd, van onzen kant zullen trachten toe te brengen. '■ Wij .kunnen intusfchen van ULieder goede en krachtige, officien niet anders dan een gewenscht effect verwachten, daar de letter en duidelijke zin van de compromisforiale Uitfpraak of Conventie van den jaare 1720 medebrengt. Dat het geene de refpective Quartieren bij de Conventie'van den jaare 1700, in plaats van de gemeene middelen in communie te brengen, hebben .aangenomen, als meede de 15000 guldens, die ingevolge de Conventie in den jaare 1720 door de'Quartieren Zutphen en Veluwe bij het tantième.-hunner furnisfementen moeten worden gevoegd, bij.de verdeeling van de gemeene Genera4j£eits lasten, onder den naam van ordinaris en extraordinaris Staaten -van Oorlog bekend, jaarlijks moeten worden berekend; en dat, zoo dikwils het aandeel van Gelderland daar in , en in de verdere extraordinaire Petitiën en Provinciale lasten in een jaar dé fomme van 900,000 guldens komt te furmonteren, als dan de Quartieren Zutphen en Veluwe voor ieder 100,000 guldens,  22 November 1796. die dezelve lasten de 900,000 guldens te boven gaan, en minder naar advenant, de voorfchreve 15000 guldens bij die verdeeling moeten vermeerderen met 8000 guldens: zoodanig, dat van het geen in één jaar werkelijk door de Provincie is betaald, en te zaamen genomen boven de 900,000 guldens bedraagt, aan het Quartier van Nijmegen van ieder die gemelde fom furmonterende 100,000 guldens, minder naar advenatft, moet worden goedgedaan eene fomme van 8000 guldens, dat is, dat door het Quartier van Nijmegen daar in haare Quota ad ƒ3757-13-4 moet worden genoten. Op welken voet bij de jaarlijkfche verdeeling alle de betaalingen, die door de dfie Quartieren in een voorgaand jaar werkelijk zijn gepraesteerd zoo op de Petitiën, als op alle verdere Generaliteits, nu Nationale, en Provinciale lasten moeten berekend worden. En hier meede eindigende . Burgers Repraefentanten bidden wij God almagtig ULieden te willen houden in zijne heilige befchèrming. Gefchreven te Arnhem in eene Quartiers Vergadering, gehouden op eenen èxtraordinairen geXx 4 • con-  ia November 1796. continueerden Landdag den 22 November 1796, het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De provijtonele Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, Ter ordonnantie van Dezelve. Verlezen de Requeste van Kooplieden in Tabak binnen Nijmegen, houdende in het breede de onaangenaame omftandigheden, waar in zij betrekkelijk den impost op den Tabak verfeerden , en de hardigheid, welke de Requeftranten zouden moeten ondergaan ,: indien niet eene fchikking wierde beraamd overeenkomstig de omftandigheden, waar in zij zich geduurende het pagt-jaar 1794 hadden bevonden, en teffens op het d»ngendfte verzoekende, dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers op gronden van het daar bij geallegeerde aan de Pagters van den impost op den Tabak, als meede voornaamlijk aan de Requeftranten , geliefden te accorderen met het betaalèn van een derde gedeelte der pagrpenningen, zoo als door hun in het jaar te vooren, ingegaan i°. Juliii 1793 en geëxlpireerd ultimo Junii 1794 is verfchuldigd geweest, en aan de Pagters is be^ taald geworden, te jtunnen volftaan.  22 en 23 November 1706. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden bij 's Quartiers refolutien van den 12 Maart en 9 Augusti beide laatstleden te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. De Requesten van een groot aantal Burgeren der Steden Nijmegen en Bommel, mitsgaders van Thielre- en Bommelre-waerden; als meede de Refolutie van de Magiftraat der Stad Salt-Boemel, en- de Propofitie van de Gecommitteerdens uit Thielre- en Bommelre-weerden zijn gefteld in himden van de Gedeputeerden ter Financie, om te examineren , en vervolgens daar op te dienen van confideratien en ^dvijs. Woensdag den 23 November 1796. Secretaris des Quartiers heeft ingevolge en ter voldoeninge aan de refolutie van den 22 October laatstleden ten aanzien van het geene wegens het leveren der affchriften van de Landdags- en Quartiers-Recesfen jaarlijks voor den ze|ven in de Zettingen der Ampten refpective wordt gebragt, ter Vergadering voorgedragen, pat reeds in den beginne bij de erectie van de Xx 5 Re-  23 November 1796*. Republicq, immers al in den («) jaare 1580 de drie Secretarisfen van de Hoofdlieden, die alleenlijk en geene 'andere Secreta-rien in de Landedelijke en Quartierlijke Vergaderingen mogen Qb) compareren en fungeren, zijn geauctorifeerd geweest dc Recesfen te laten affchrijven voor den Stadhouder, voor het Hof en Rekenkamer, voor ieder Quartier , en voor de Gedeputeerden, cn zulks in rekening te brengen. Én dat in volgende'tijden gelijke affchriften zijn gerequireerd door de refpective (f) Ampten en Steden. 'Dat met betrekking tot dit Quartier daar voor in de Amptszettingen wierdt gebragt eén post van ƒ25-:-:, 't welk in die tijden genoegzaam was, vooral daar de Recesfen van. geringe extenfie waren. Doch dat in het Rijk van Nijmegen zedert het jaar 1725 die post was verhoogd tot ƒ50-:-: en daarenboven voor het jaarlijks leveren van een de- ficierend Reces vermeerderd met ƒ25-:-: wordende ' , ■ .. tmwaï - m fcab -ïooy■• rHifhssj- os>. -i.fi- «anifiuO m -ejjcb (.1) Landd. Ree. d. d. 6 Mat 1580. (b) Quatc. Ree. d. d. 4 Haart 159Ó. Raadfignaat.der Stad Nijmegen d. d. 12. Maart 1708, 21 Mai 1711. (,<) Quart. Ree. d. d. 17 Slat 170S.  23 November 1796. alzoo zedert dien tijd in de Amptszectinge van hec Rijk voor den Secrecaris des Quartiers gebragt . . -. i. . . . 75-:-; In Over-Betuwe .... 50-:-: zijnde in den jaare 1765 de Landfchrijver gelast geweest met den Secretaris des Quartiers te befoigneren over de fuppletie der manquerende Recesfen voor het Comptoir des Ampts, en de betalinge voor de affchriften. In Tusfchen lVlaas en Waal ƒ25 :-: dan welke post in den jaare 1777 wegens de volumineusheid der toenmalige . Recesfen is verhoogd tot 50-:-: . In Neder-Betuwe insgelijks ƒ25-:-: welke post in den jaare 1776 voor het jaarlijks leveren van een deficierend Reces is gebragt tot 75 '--' In Thielre- en Bommelre-waerden . 50 :-: Zijnde door de Camer van Financie reeds van den beginne betaald . . 75 :-ï Door de Stad Nijmegen het gewoone blad-geld 1 En door de Steden Thiel en Bommel ieder ƒ50-:-: 100-:-: Aan welke twee laatstgemelde Steden zedert den  23 November 1796. den jaare 1759 de Secretaris van de Camer van Financie de affchriften gezonden, en de daarvoor bepaalde iqo-:-.\ genoten heeft. Dat de Secretaris deg Quartiers bovendien is gelast geweest alle ftukken van importantie, welke aan de Landfchap koomen, en waar van geene affchriften of duplicaten voor ieder Quartier gemaakt zijn, mitsgaders de Verbaalen van de Gecommitteerdens tot de zaaken van den NederRhijn en Ysfel, te laten copiëren,- de Griffie des Quartiers daar meede te munieren; die van jaar tot jaar re laten inbinden, en dé onkosten in rekening te brengen; zijnde zulks verricht tot den jaare. 1793 inclufive. Dat, daar nu door het drukken der Recesfen het leveren der affchriften aan de Camer van Financie, Steden en Ampten cesfeert, in aanmerking zoude kunnen koomen, of niet de vooraangetogene posten,: bij den Secretaris des Quartiers tot hier toe genoten, te zamen bedragendeƒ475?:-: en h geene door de Stad Nijmegen voor bladgeld aan de Clercq wierdt betaald, zoüden behooren te worden gebragt ten behoeve yan's Quartiers casfe om te kunnen ftrekken in mindering der kosten van het drukken, en voorts om in navolging vari het geene bij het Quartier van Zutphen volgens re-  • 3 November 1796. refolutien van den 3 Julii en 7 Octob. 1795 is goedgevonden, den Secretaris , die thans belast is met het corrigeren der druk proeven ter naauwkeurige verbeteringe, daar uit te doen genieten een recompens, bij het Quartier na redelijkheid te reguleren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden het gunt voorfchreve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten einde daar op te dienen van derzelver confideratien en advijs. Gecommitteerdens der Stad Bommel, en van Thielre- en Bommelre-waerden hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutie van 21 Oct. laatstleden opzichtelijk het bijbetaalen van het agterftallige jaar van de Verponding ter Vergadering voorgedragen , dat uit de retroacta bleek, dat in het jaar 1662 bij het Quartier gerefolveerd was de invorderinge der Verponding over het geheele Quartier twee jaaren ten achteren zijnde: Dat vervolgens in den jaare 1665 was goedgevonden de Verpondinge van den jaare 1664 te doen bijbetalen door het geheele Quartier in zes of drie maanden, en dus meede het eene achterftallige jaar. Dat zulks ook was gefchied, want dat den 3 April 1666 was vastgefteld de Verponding over  23 November 1796. over 1665 uit, te fchrijven, en te doen invorderen binnen zes maanden te beginnen met i°. Juiii 1666. , Dat de Verponding alzoo confecutivelijk over bet geheele Quartier eguaal een jaar ten achteren was uïtgefchreven en ingevorderd zonder uitzondering van het een of ander Comptoir. Dat hier op in den jaare 1672 de invafie der Franfche troupen in dit Quartier was gebeurd, het geen tot in den jaare 1675 veel verwarring hadt veroorzaakt, in welk jaar, na dat aan de Ontfangers over het Nijmeegfche , Thielfche en Bommelfche Comptoiren op den 25 April 1675 was aangefchreven de floten van hunne rekeningen over den jaare 1670, met het geene door hun tot de invafie des vijands noch mogt ontfangen zijn, in vier maanden bij te zuiveren, op denzelven 25 April 1675 voor de eerftemaal de Verponding over het Comptoir Bommel, of wel de beneden diftricten, één jaar meerder ten achteren als inde boven-diftricten Nijmegen en Thiel gerefolveerd wierdt uit te fchrijven, gelijk op het eerfte voorkoomen wel zoude fchijnen. Doch dat veel eer uit die refolutie bleek, dat de beneden diftricten op dat maal met eene dubbelde Verponding waren belast geworden; want dat tot de invafie toe alle de  23. November 1796. de drie Comptoiren noch eguaal gelast wierden hunnen ontfangst te verantwoorden, en dat niet wel mogelijk is, dat het Comptoir van Bommel boven de andere. Comptoiren een jaar zoude kunnen zijn ten achteren geraakt, daar men met alle nadruk en presfance de gelden van alle de Comptoiren deed inkomen, of dat jaar zoude door den Vijand moeten -gelige en ontfangen zijn, in welken gevalle het de grootfte onbillijkheid zoude wezen de Stad. Bommel en Thielre- en Bommelre-waerden noch eens te doen betalen; dewijl toch bleek, dat in de jaaren 1672, 1673, 1674, 1675, 1676 en 1677 door de bekommerlijke conjuncture van tijden alles zeer confus was geweest, en dus zeer veele erreurs zouden kunnen begaan zijn.-) . Dat het Bommelfche Comptoir derhalven geen jaar meerder ten achteren .konde zijn, en dat de eerfte diiTerentiale uicfchrijvjng van Verponding in den jaare 1675 was gefchied op het ogenblik van het fcheiden des Quartiers door een evident erreur, tot het welk wel meede aanleiding hadde kunnen gegeeven hebben de exorbitante achterheid van den doenmaligen Ontfanger des Bommel, fchen Comptoirs, welkers perforiele fchuld men op dat oogenblik mogelijk ten lasten van het bene-