RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NYMEGEN IN JANUARII EN FEBRUARI1 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID. 3-   Praefente Leden des Ouartiers van Nijmegen. Sleden, NIJMEGEN MET HEES, NEDERBOCSH, HATERT, OIJ EN LENT SCHEPENDOM, In loco. T H I E L. Carel Campagne, rombout van riemsdijk, Pieïer ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Platte Land. R IJ K VAN N IJ M E G E N. Hendrik Derkse, Willem Libotté, Jacobus Smits. OVE R.BETUWE, Jacob van den Bosch, Johannes Glover., Hendrik Aalbers. A 2 TUS-  TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, Aeldert Verstege. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick, Dirk Slingervoet. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Dezehde Gecommitteerde Hendrik Murman. Re-  3i Jamiarii 1797. Reces des Qnartiers van Nijmegen gehouden binnen de Stad Nijmegen in Januarii en Februarü 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 31 Januarii 1797, De Volks - Vertegenwoordigers des Quarders van Nijmegen op verfchrijvmge van de Magiftraat der Stad Nijmegen ter Raad-kamere aldaar zijnde erfchenen, heeft de praefiderende Burger D. Prillevitz, Raad der Stad Salt-Boemel, na dat bevorens den almagtigen God om zijnen dierbaaren zegen over deeze Vergadering in den Gebede was aangeroepen, en de Commisfien gelezen waren, de aanwezende Leden voor hunne tijdige en goedwillige comparitie bedankt: Waar na tot Voorzitter op nieuw zijnde verkoozen de gemelde Burger Prillevitz , heeft denzelve vervolgens voorgedragen de redenen deezer convocatie, naamlijk, dat, vermits de Raad der Gemeente der Stad ïhiel verzocht hadde , zoo fpoedig mogelijk, uitfchrijving eener Quarders Vergadering, ten A 3 efn-  • 31 Jmmmü i797- einde te befoigneren over eene Refolutie bij de Gedeputeerden ter Financie genomen, en aan gemelden Raad toegezonden, om door Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5oftc penning en dubbelde Verponding te doen overbrengen de binnen Thiel gecollecteerde penningen , door welke Refolutie de voornoemde Raad om verfcheide redenen vermeende bezwaard te zijn uit hoofde va» de niet genoegzaame Executie des Placaats van den 30 September des voorigen jaars; als meede over de te doene heffing van den tweeden termijn , de Magiftraat der Stad Nijmegen vermeend hadde aan dat verzoek te moeten defereren, en bij open Patent deeze Quartiers-Vergadering aan te ftemmen : Verzoekende mitsdien hij Praefiderende , dat daaromtrent, en op het geene wijders mogte voorkoomen zoodanige befiuiten mogten worden genomen, als de refpective Leden ten meesten nutte en welftand des Quartiers zouden oordeelen en vermeenen te behooren. De Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat de heffing van den 5often penning en dubbelde Verponding, ver, vat bij Placaat van den 30 September 1796, ten aanzien van den eerften termijn in geeneh deelen rich-  31 Januarii 1797. richtigwas opgebragt, maar dat'er eene meenigte van perfonen gevonden wierden, welke noch niet hadden betaald : Dat wel waar was, dat de executie regens de onwillige door de Gedeputeerden ter Financie was in het werk gefteld ; doch dat door de meenigvuldige onwilligen noch een geruimen tijd zoude behooren te worden gewacht , terwijl de Raad der Gemeente der Stad Thiel, in vertrouwen, dat hier aan zal worden voldaan, genegen was de over de gezegde Stad en Schependom van Sanctwijk opgebragte en gefurneerde gelden te laaten volgen. Meede gehoord het Rapport van de Gedeputeerden ter Financie, houdende een omftandig verflag van de te dirigerene executien in NederBetuwe, te Ravenswaij, Rijswijk, Maurik, Ek, Ingen, Ommeren, Lienden, (1) Marsch, OuA 4 de" O) De Ingezetenen yau de Marsch tietadiêii halve fchrtuing, dat is half zoo veel als de andere Ingezetenen des Quarders , van alle de gemeene Middelen en impofitien door het zelve geïntroduceerd , het Klein Zegel alleen uitgezonderd. Want rustellen Gelderland en Utrecht is vertlnl, of aan Gelderland het privatiyum domlnium territoriale, het recht van Oppcrhecrichappije, over het district van de jl/arfch competeert; dan of Utrecht daar over met Gelderland ecu Cottdetninium territoriale toekomt. Het eerftc wordt door Gelderland, het ttfeede door Utrecht hcweerd. .... •iw.t'V.' r w *: Van  31 Januarii 1797. dewaerd , Heusden, Uien, Dodenwaerd, Ochten, IJzendoorn, Echteld, Soelen, Avezaaten, met eene bijgevoegde Memorie van den Fiscaal der Financien ten aanzien van het reeds aldaar verrichte, en de verder te verrichtene Executien in Tusfehen Maas en Waal en de verdere Amp- ten, Van deeze hoofd-quaestie dependeert eene' tweede, te weeten, of liet aan Gelderland toeftaat fchattingen en imposten over dit zelve diftrict in zulke maate, als raadzaam vinden, alleen te heffen: dan of Utrecht daar toe voor de halffchcid bevoegd moet worden geoordeeld. Het eerfle is een effect van het prirattyifm dominium; het tweede van een Condgminium. Het hellen van die tweede halffchcid der Middelen is dan tusfehen Gelderland en Utrecht contentieus : ipder oordeelende tot het trekken van die halffcheid bevoegd te zijn; In eenen omflag van 75000-:-: over Gelderland in het jaar 1547, wtóf in Neder-Betuwe is getaxeerd geweest op 4383, fchijnt in de fmaldeeling over de Kerfpelen de ilarseh voor het geheel te hebben gecontribueerd: maar in dejaaren 1621, 1622, cn 1623 zijn tusfehen Gelderland, en Utrecht onder mediatie [van de Staten Generaal, of wel derzelver Gecommitteerttens Muijs en jfoaehïmi, versheide onderhandelingen gevallen, eti volgens eene provjfioiiele fchikking de heffing van cenige financiële middelen voor de halffchcid aan Gelderland ingewilligd, en veiflaan, dat noch Gelderland noch Uticcht zich de andcie helft bij provifie zoude aanmatigen , zoo lang het principaal verfchil tusfehen Gelderland cn Utrecht over de Heerlijkheid Marsch niet was uitgemaakt. Uit oude .Charters blijkt het, dat in den jaare 1451 eenig» ontftaane g jfchillen in de Heerlijkheid Marsch zijn gedecideerd 4oor Gedeputeerden van den Roomfch - Koning Maximlic.cn van  3i Januarii 1797. ten, de OverBetuwe nochtans uitgezonderd. En hier op gedelibereerd, en in aanfchouw genomen zijnde, dat geeneMunicipaliteiten bevoegd zijn het overbrengen der gedaane furnisfementen in hunne diftricten tegens het geëmaneerde Placaat, en de daar op gefundeerde ordres der Gedeputeerden A 5 ter van Oostenrijk, als Hertog van Gelre, cn David van Burgundien, als Bisfchop van Utrecht : En in den jaare 1530 tusfehen Raadcn en Gedeputeerden van Carel van Egmond, Hertog van Gelre, en Carel den V, als Heer van Utrecht; in welke deciflen de Heerlijkheid Marsch genoemt wordt gelegen in het Kerfpel van Menen, om dat de Rhijn vvaarfehijnlijk, oudtijds, bezuiden de Marsch geloopen heeft, en dit diftrict aan de Vrijheid van Rhenen vastgehegt geweest is : zijnde de Rhcnenlche Tol ook aldaar ontfangen. Voorts dat in den jaare 1552 in eene procedure tusfehen Prior eu Conventualen van de Carthuizers te Utrecht als Posfesfeurs van het Veer te Rhenen ter eenre, en Walraven van Hattem, waar b;j zich gevoegd hadde de Amptman van Neder-Betuwe, ter andere zijde, over het frauderen van het Veer, in de Marsch alleen aan Utrechtfche zijde is recht gedaan, zonder adfumtie van Gclderfc'ue Gerichts perfoncn , dan welke fentemie cn getenteerde executie door Gelderland is gedeclareerd te wezen incompetent nul cn van onwaarde. En eindelijk dat, daar'de Marsch een Gericht heeft, gecoinpofeerd gedeeltelijk uit Gelderfehe, gedeeltelijk uit Sticbffche Gerichtsluiden , in den jaare 1053, overcengekoomen is, dat alle appellatien van het Gericht van de Marsch zouden gedecideerd worden door Commisfarisfen van beide de Hoven van Juftttie van Gelderland en van Utrecht. Dan deeze gevallen bepaalen zich of tot politique, of tot ordinaire ciylle of crimhjclc zsaken, waar in beide de Ce- wes-  3i Januarii 1797. ter Financie, aan Commisfarisfen, tot den ontfang gefteld, te beletten, of eenige verhinderingen toe te brengen in de noodzaaklijkheid, waar in de Gedeputeerden ter- Financie zich bevinden om die gelden te kunnen toucheren : Voorts gelet zijnde op het declaratoir van gemelde Gecom- mit- wcstcn ccnc onverdeelde jurisdictie oeETcnen, en geenzins tot Financiilt. In den jaare 1755 hebben Gecommitteerdens der Ordmans Gedeputeerden in conferentien mét Gecommitteerdens's Lands van Utrecht, op de abufive veronderftelling van een condomi.,;,,,„ raperhritatis tüsfcbai de beide Provinciën, een voorflag gedaan tot wegneeming van alle de inconveuienten, welke uit eene gemeenfchappelijkc heffing i of eene bijzondere heffing van ieder voor de helft Van de middelen van financie, v-aren te voorzien; doch het Quartier ontdekkende, dat de geproponeerde conventie tot zijn fundament h.dde een cmfjum fUpMcmatls UrrHorialis, en dat dit nochtans geen gemaakte zaak was, maakte zwaarigheid m de approbat e : n het geprojecteerde, cn droeg die geheele zaakaar, deLan fchap voor, welke venneenendc, dat men met konde advouereneenige'concurrentie van Utrecht, noch in het nuk van Souverainiteit, noch in het heffen der Middelen of executie van jurisdictie daar toe fpecterende, en noch veel mmder dat men konde adopteren het project accommodement, niettemin het Hof en Rekenkamer auctorifeerde, om te tenteren, of niet door eenige ichikkingen de ^« T,*^, met Utrecht zouden kunnen worden getermmea-d L..ndfchaPs Reces d.d. * Ocu l756< ** <**• 1759, * "«'«J* 4pr. 20 Octoh 1761, 19 Apr. 1764 en 25 Apr. 177Ó. Quartiers Reces A. i. 30 Maart 1604, ao Januarii 5J««»> 19 K»v. 1755' 3i Mai 175*-  31 Januarii 1797. mitteerdens, dat de Raad der Gemeente van Thiel de over de Stad en Schependom van Sanctwijk opgebragte penningen alnu zoude laten volgen. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, voor ditmaal genoegen neemende met het voorfchreve declaratoir, goedgevonden teperfilleren bij den bepaalden tweeden termijn van betaalinge; met auctorifatie nochtans op de Gedeputeerden ter Financie om dien termijn na bevind en omftandigbeden van zaaken te mogen prolongeren, des noods, tot den 1 April aanftaande , en daar van als dan aan Commisfarisfen tot den Ontfang de vereischte aanfehrijvinge, met inhaefie van derzelver Misfive ten aanzien der oproepinge van de Dorpen enz. te laten gefchieden. Zullende mitsdien hier van Extract aan gemelde Gedeputeerden worden meedegedeeld. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat volgens verleende auctorifatie bij 's Quarders refolutie van den 24 November laatstleden, bij notificatie van den 28 caar aan volgende hadden laaten bekend maaken, dat tot inwisfeling van de Pvecepisfen der voorgaande 50^ penning noch zoude worden gevaceerd ter Camere van hun Gedeputeerden van en met  3i Janiiarii 1797. met den 2 deezes maands tot en met den io',edaar aan volgende; en dat die geenen, welke alsdan in gebreke bleven hunne Recepisfen binnen dien tijd te bezorgen, verdoken zouden zijn van het recht van inwisfeling derzelven. Dat zij Gedeputeerden dien ten gevolge ook op de gefielde dagen, en niet langer, hadden doen vaceren ; dan dat na omloop van dezelve alnoch verfcheide Ingezetenen deezes Quartiers zich met Recepisfen van gefurneerde 50^ penning hadden zijds Landen ingevolge die Concordaten, als een en dezelvde Ingezetenen, gelijk voorheen, mogen worden behandeld, en het goed vertrouwen en onderlinge harmonie tusfehen zoo nabuurige Landen zonder eenige collifie blijven geconferveerd. En hier meede-eindigende Burgers Repraefentanten bidden wij God Almagtig UL. te willen houden in zijne heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 1 Februarii 1797, het derde jaar der Bataavfchc Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenivoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Verlezen de Requeste van F. W. van Nieuwkerken genaamd Nijvenheim, aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfeerd, en door dezelve ter deezerVergaderinge voorgebragt, daar bij verzoekende , dat aan Requeftrant, als gewezen Lid van de voormaalige Ridderfchap des Quartiers de com-  i Februarii 1797. comparitie-penningen zedert v>. Julü 1794 tot den 1 Februarii 1795 ad 85-:-: als meede het tractemens, als gewezen Extraordinaris Gedeputeerden zedert 10. Februarii 1795 ad 125-:-: op Ordonnannantie moge worden verleend. . En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden, wat aangaac de comparitie-penningen den Requeitrant te renvoijeren aan de Ampts-. Vergadering van Tusfehen Maas en Waal, waar aan de noodige Ordonnantiën reeds zijn uitgereikt; en voorts verdaan, dat in het tweede verzoek van den Requeitrant niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. O' p Requeste van Joh. vair Eek van-Panthaleon , Lieutenant Collonel van de Cavallerie bij dc Armee van den Staat, verzoekende auctorifatie op, de Gedeputeerden ter Financie om aan Requeitrant voor de fom der achceritallen tot den 31 Dec. 1795 van fijn tractement als Lieutenant cifectiev van de Cavallerie, ofte voor 621-.-: in mindering van dezelve tot liquidatie van 't geen Requeitrant voor zich en voor zijn Dochter in de geforceerde geld heffing, den 3 Aug. 1795 gearresteerd, zoude hebben behooren tefurneren, - eene  i Februarii 1797. eene Obligatie op gewoone Renten ten laste deezes Quartiers, houdende aan Tooner, uit te geeven. De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie vermogens marginale refolutie van den 26 November laatstleden, en gelet, dat Requeftrants tractement niet direct bij Ordonnantie, maar uit de Soldijen door den Ritmeester van de Compagnie betaald wordt, hebben, na deliberatie, goedgevonden in het verzoek, bij den Requeste gedaan, te difficulreren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van H. van Aernsbergen, H. Kortebos, en P. van Aernsbergen Junior, gewezene Commisfarisfen tot den Ontfang van den ^0ftcn penning over de Stad en Schependom van Nijmegen, houdende verzoek, dat aan hun mogten worden goedgedaan de onkosten en verfchotten te fomme van 333-.-: bij die gelegenheid geimpendeerd: De Volksvertegenwoordigers des Quartiers hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, ter voldoeninge aan het appoinctement van den 29 November  i Februarii 1797. ber laatstleden, en gelet, dat door Requeflrantea eene Memorie van verfchotten en onkosten geëxhibecrd, en daar op eene Ordonnantie op den 524 Octob: 1796 reeds verleend is, hebben na deliberatie goedgevonden in het verzoek, bij den Requeste gedaan, te difficulteren, gelijk daarin gedifficulteerd worde bij deezen. Op Requeste van de Weduwe van wijlen den Burger D. L. de Win, om de daar bij geallegeerde redenen verzoekende, dat Requeftrante moge wezen verrchoond van het betaalen der dubbelde Verponding en 5ofle penning, met declaratoir, om, zoo in ftaat mogte worden gefield om te kunnen betaalen, als dan haar verfchulde ie zullen voldoen. Is na voorgaande deliberatie, en na hier op gehad te hebben de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, goedgevonden in der Requeflrante verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedilficulceerd wordt bij deezen. Op Requeste van Boekhouder en Diaconen der Gereformeerde Nederduitfche Gemeente binnen Nijmegen, daar bij verzoekende, dat de Diaconie aldaar wegens derzelver flegte financiële toeitand 3- C mog-  i Februarii 1797. mogte worden geëxcufeerd van het betaalen der dubbelde Verponding en 5ofte penning van effecten en goederen tot de gezegde Diaconie behoorende. En hier op ingevolge appoinctement gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie is goedgevonden bij den inhoud van het geëmaneerde Placaat te perfisteren, en mitsdien verftaan , dat in het verzoek der Requeftranten niet kan worden getreden. "Verlezen de Requeste van Diaconen van de Gereformeerde Gemeente te Thiel, mitsgaders de Requeste van Kerkmeefter, Ouderlingen en Diaconen van Rijswijck; En de Requeste van Predikant, en verdere Leden van den Kerkenraad van Maurik, en in die qualiteit de bedeeling doende aan den Armen des gezegden Kerfpels, om de daar bij geallegeerde redenen verzoekende ontflag van het betaalen van den 5o,tol penning en dubbelde Verponding van de effecten en goederen der Diaconien refpective, als naauwlijks kunnende {trekken tot onderhoud en behoef der noodlijdende. En hier op ingevolge marginale refolutien gehad hebbende de eonfideratien en het advijs der Gede-  i Februarii 1797. deputeerden ter Financie, is goedgevonden bij het geëmaneerde Placaac te perfisteren, en mitsdien verdaan, dat in de verzoeken, bij de Requesten vervat, niet kan worden getreden, wordende dezelve afgewezen. Op Requeste van G. Herbrechter, Pagter van 's Quartiers impost op de Bieren over de Stad Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1795, houdende verzoek tot fchadeloosftelling wegens den niet bij hem ontfangene impost. De Volksvertegenwoordigers des Quartiers hier op vermogens appoinctement van den 26 November laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie hebben na deliberatie goedgevonden in des Requeftrants verzoek te difficulteren, daar in difficulterende bij dezen. Op Requeste van M. van Megen, Pagter van het Schaapengeld over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1794, daar bij verzoekende ontflagen te mogen wezen van de incasfering van gezegde Schaapen-geld: En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, C 2 ver-  i Februarii 1797. vermogens appoinctement van den 29 November laatstleden: Is goedgevonden bij 's Quartiers genomene refolutie te perfifteren, en mitsdien in Requeftrants verzoek te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van Beftuurders van de Dorpen Leede en Oudenwaerd , daar bij verzoekende, dat aan de Ingezetenen dier districten, in gelijkheid van anderen, eene remisfie over den jaare 1794 moge werden verleend: De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie volgens appoinctement van den 26 November jongstleden, hebben, na gehoudene deliberatie goedgevonden aan de Ingezetenen van Leede en Oudenwaerd te verleenen remisfie voor een derde gedeelte op de confumtive middelen over den jaare 1794, het zelve accorderende bij deezen. Verlezen de Requeste van Jan van Haren cum fuis, alle Inwooners van Over- en Neder-Asfelt, daar bij verzoekende, dat aan Requeftrantenmogte worden geremitteerd de verfchulde impost op de Schaa-  i Februarii 179?. Schaapen over den jaare ingegaan r?. Julii 1794. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers, zich conformerende met de eonfideratien en het geadvifeerde door de Gedeputeerden ter Financie, en gelet op de door de Requeftxanten geledene rampen des Oorlogs, en verdere bij den Requeste geallegeerde redenen, aan dezelve eene volkomene remisfie geaccordeerd, dezelve accorderende kracht deezes. Op het geproponeerde ter Vergadering over het verdand der woorden bij 's Quartiers refolutie van den 4 October 1796 voorkoomende ten aanzien van de vacatie-gelden op de Landdagen voor de Gedeputeerden ter Financie, en het bijwoonen der Vergaderingen van het Gecombineerde Collegie, naamelijk of voor het adfisteren van ieder dier beide Vergaderingen des daags zes guldens, dan wel voor beide te zaamen, in plaats van negen guldens wordt toegelegd. Is, na voorgaande deliberatie, hoewel onder het voorig beduur wegens het refpicieren der (4) Landdagen, en voor vacatiën op de VergaderinC 3 gen (*) Bij's Quartiers Refolutie van den 20 Tunii 1657 w. s goedgevonden, dat de Gedeputeerden op hunne eigenkosten, buiten last en ófltgéjtenisfe van het Quartier, de Landdagen zouden bereizen, en de Secretaris alleen zes gulden daags voor vacatie zoude hebben.  i Februarii 1797- gen van het Gecombineerde Collegie, aan de Gedeputeerden ter Financie, zelvs aan abfente Leden, afzonderlijk Ordonnantiën wierden verleend, tot ontruiming van alle duinerheden goedgevonden de woorden van zes gulden, bij devooraangetogene Refolutie voorkoomende, betrekkelijk te houden tot de vacatie-gelden zoo voor het bijwoonen der Landdagen, als der Vergaderingen van het Gecombineerde Collegie, en dus voor beide gezamentlijk, aan de werkelijk praefent geweest zijnde Leden, vermogens refolutie van den 6 Aug. 1795, en zulks meede ten aanzien van de Clerquen. Zullende ten gevolge van dien na den 1 November des gepasfeerden jaars geene Ordonnannantien dan alleenlijk voor het bijwoonen der Landdagen, invoegen, als bovengemeld, aan de tegenwoordig geweest zijnde Leden worden gedepecheerd; en teffens cesferen de zoo genaamde Nieuwjaar en, (5) Monjier- Couranten- en Alma- nak- (O Monder-gelden wierden betaald, om dat de Gedeputeeidcn moeden zprge diag:n, dat de goede krijgs discipline onderhouden wierde, fpecialijk, dat de Compagnien ftaande ter repartitie van deeze Provincie en Quavtiere, zoo veel doenlijk, compleet, wel gewapend, en promtehjk, zoo veel doenlijk betaald weiden, volgens het (lot der MonflerrolU: rok konuenze de Compagnien, binnen het resfort van het Quartier guarnifoen "houdende, o'te ter repartitie vanhetzelveftaar.de, monjleren.  i Februarii 1797. nakien- gelden, waar voor, als gewoonlijk,, op den 31 December jaarlijks ordonnantiën wierden verleend. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Acte van den Raad der Stad Nijmegen gegeeven op heden, waar bij de Burger W. Doelman wordt benoemd tot Gecommitteerde in de binnenlandfche Deputatie deezes Quartiers voor den tijd van één jaar, in te gaan met den 1 Mai deezes jaars. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen, wordende de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd den voornoemden Burger alsdan in eed te neemen, en fesfie te verkenen. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van Soelen; De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben , na ingekomene eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctemenc van den 26 November laatstleden, goedgevonden het zelve te ftellen, gelijk gefield wordt bij deezen in handen van den Collecteur der Verpondinge aldaar, ten einde daar op te.dienen van Bericht. C 4 > Het  t en 2 Februarii 1797. ï~ïet Request van G. M. Elsnerus de Virieu, en van Boekhouder en Proviforen van het ArmenKinderen-Huis binnen Nijmegen, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van eonfideratien en advijs. Donderdag den 2 Februarii 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Notitie van verfchotten en vacatiën van den Fiscaal der Financien deezes Quartiers : Waar op gedelibereerd zijnde , is na ingenornene eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie goedgevonden de voorfchreve Notitie provifioneel voor notificatie aan te neemen, en met het toeleggen van eene redelijke extraordinaire belooning voor de veelvuldige aanhoudende moeite te fuperfederen , tot dat deeze heffing van den 50^ penning en dubbelde Verponding zal zijn afgeloopen. En is wijders verftaan , dat aan de Schouten voor het exploicteren der fommatien ieder zal worden toegelegd twee guldens des daags; en, voor zoo verre die Exploicten meenigvuldig mogteo Zijn geweest 4 met overlatinge aan gemelden Fis-  2 Februarii 1797. Fiscaal om zulks na billijkheid te bepaalen, mits niec excederende drie guldens des daags; voorts met auctorifatie op denzelven om die betaalingen te doen, en in rekening ten laste des Quartiers te brengen. Zullende'ten dien einde hier van Extract aan den Fiscaal worden meedegedeeld om te ftrekken tot deszelvs naricht, en zich daar na te gedragen. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers marginale refolutie , genomen op de Propofnie van de Gecommitteerdens der Stad Thiel, tenderende om te hebben elucidatie, in hoe verre aan de eerst gearresteerde 5one penning was voldaan, ter informatie voorgedragen, dat eene generale auctorifatie op den Fiscaal deezes Quartiers is verleend geworden , om tegens de gebrekigen volgens de aan hem ter hand gefielde Lijsten te procederen, waar van, voor als noch, geen volledig Rapport van den Fiscaal was ingekomen, om te kunnen weeten, of alle de gebrekige reeds hebben voldaan. Waar op gedelibereerd zijnde is het gunt voorfchreve voor notificatie aangenoomen. "Verlezen de Requesten van de Burgers H. ProC 5 per,  a Februarii 1797'. per, IJ. van der Leeden, J. J. Schot, en F. H. Repelius, Predikanten refpective te Hien en Dodenwaerd, IJzendoorn en Echteld, omredenen, daar bij vervat, verzoekende, dat de Kerken, als Eigenaars der Pastorie-goederen, gehouden zullen wezen de dubbelde Verponding, bij het Placaat van den 30 September laatstleden vastgefteld, voor haare Pastorien te betaalen. En hier op ter voldoeninge aan 's Quartiers marginaale refolutie gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden te perfifieren bij het voorfchreve Placaat; zullende in cas van executie van Pastorie- en Cufterie - goederen de Weeten der Actens, of Executorialen moeten worden gedaan en geinfinueerd aan de Predikanten en Custeren refpective, en, bij vacature of abfentie, aan de Gemeentens der Kerfpelen, en voorts zoo en invoegen zulks na Landrechten eigenten behoort. "Verlezen de Requeste van Hendrik van Heukelom en Johannes van Haren, Pagters van den impost op de Schaapen in den Thielre-waerd, zoo aan de Waal- als Lingen - kant over den jaare ingaan i°. Julii 1794» daar bij verzoekende, dat aan hunL. eene convenable remisfie van de pag- ten  a Februarii 1797. ren over den voorfchreven jaare mogte worden geaccordeerd: En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctemenc van den 2.6 November laatstleden: - Is goedgevonden en verftaan de Requeftranten te gelasten de restanten tegens genot van 6 pet. in te vorderen, en alsdan derzelver Maanboek te bezweeren : Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om ten aanzien van de bepaaling der tijd zoodanig verder te disponeren, als oordeelen zullen te behooren. Verlezen de Requeste van Peter van Wijk , woonagtig te Amerongen , daar bij te kennen geevende, dat in den jaare 1784 door den Directeur over de Annaten publicq was verkocht, geduurende het leven van cén perfoon, de opkomften of revenuen van de Commanderijen te Ingen, beftaande in huuren van Huizen, Landerijen, mitsgaders opkomften van Thiendens, gelegen in den Ampte Neder-Betuwe, onder voorwaarde, dat de Kooper of Genieter daar tegens van gemelde opkomften, geduurende zijn leeftijd, zoude moeten betaalen de Verponding, Ampts- en Dorpslas-  a Februarii 1797'. lasten, en verdere uitgangen, als meede de buizingen en goederen in behoorlijke reparatie onderhouden, met verdere lasten bij den Requeste gefpecificeerd. Dat Requeftrant des tijdes die aankoop ten naame van zijnen Neef Pieter Hendrikze van Wijk , en dus geduurende het leven van denzelven, hadde gedaan ; en zulks na eene berekening van tienjaarige opkomften, welke bij verkoop opgegeeven was te hebben bedragen, na aftrek van al het voorgemelde, eene fomme van 2487-: Dat Requeftrant dus vermeend niet gehouden te zijn daar van de dubbelde Verponding te moeten betaalen, om dat 'sQuartiers Placaat van het voor handen zijnde geval geen melding maakt, en Requeftrant betaalinge zoude moeten doen voor die geenen, aan wien hij, geduurende het leven van zijn voornoemden Neef Pieter Hendrikze van Wijk, tractement, als anders, moet uitkeeren, terwijl geen regres tot vergoeding tegens die geene, aan wien de Commanderije competeert, was hebbende, door dien alleen de jaarlijkfche revenuen, geduurende het léven van Requeftrants Neef tegens voorgemelde uitkeeringen verkocht waren, en de dubbelde Verponding meer dan dertienhonderd guldens kwam te bedragen ; verzoekende over-  2 Februarii 1797. overzulks om die en andere redenen in hetbreede ten Requeste geallegeerd, dat de Volks-Vertegenwoordigers zouden gelieven te verftaan , dat Requeftrant niet verpligt is de dubbelde Verponding van de goederen tot de Commanderije van Ingen gehoorende en in Neder-Betuwe gelegen, te betaalen. En hier op vermogens marginale refolutie gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, en gelet, dat van alle goederen, zonder onderfcheid , in de Verpondinge aangeflagen, ook de dubbelde Verponding moet betaald worden, is goedgevonden en verltaan, dat in des Requestrants verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. Na den middag ten zes uuren. Var, ezen de Requeste van Willem van den Bogaard, Rentrneescer van het Ewouds en Elizabeths Gasthuis te Wijk bij Duurftede, om redenen, daar bij in het breede vervat, verzoekende, dat het gemelde Gasthuis wegens deszelvs goederen in Neder-Betuwe en wel onder Rijswijk cn Meerten gelegen, mogen zijn geëximeerd van de be-  2 Februarii 1797. betaaling van de dubbelde Verponding, met ordre aan den Fiscaal van het Quartier om provifioneel tegens het zelve niets te doen of te onderneemen. ' En hier op vermogens appoinctement gehad hebbende de eonfideratien en advijs der Gedeputeerden van Financie is goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden, wordende mitsdien het zelve afgeflagen. Verlezen de Requeste van Boekhouder en Proviforen van het Armen-Kinderen- Weeshuis binnen Nijmegen, verzoekende, daar het zelve Godshuis door de groote meenigte van Kinderen, welke het zelve thans ten haaren lasten heeft, en daar door volftrekt buiten de mogelijkheid gefteld is om de dubbelde Verponding, en 5ofte penning van deszelvs goederen en effecten te kunnen voldoen, dat de Volks-Vertegenwoordigers het zelve van het opbrengen van deeze dubbelde Verponding en 50^ penning voor ditmaal en zonder confequentie geliefden te eximeren: En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van gisteren. Is goedgevonden te perfisteren bij het geëmaneerde Placaat, en mitsdien in der Requeftranten ge-  2 Februarii 1797. gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van G. M. Elsnerus de Virieu, daarbij te kennen geevende, dat hij onlangs door de ftemgerechtigde Ingezetenen was verkooren tot Secretaris van den Gerichte van Zuilichem, en uit dien hoofde ingevolge 's Quartiers Ordonnantie voor het aanvaarden van dien post moet betaalen het gefixeerde Amptgeld ter fomme van 200-:-: Dan dat de inkomften van dien Post aanmerkelijk waren verminderd, door dien de Collecte van den 8ofte 4ofte en andere penningen , te vooren daar meede vereenigd, thans daar van was afgefcheiden, en door een afzonderlijken Collec teur wierdt waargenomen, zoo dat van deeze eene Post twee waren gemaakt; verzoekende den Requeftrant overzulks , dat het de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers moge behagen , uit aanmerking van bovengeallegeerde vermindering van de inkomften, het Amptgeld evenredig te verminderen, en mitsdien te decreteren, dat Requescrant met de betaaling van de helft van het voorfchreve Amptgeld zal kunnen en mogen volftaan: En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quar-  a Februarii 1797. *g Quartiers marginale refoluüe gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden bij 's Quartiers Ordonnantie op het Amptgeld te perfisteren, en mitsdien in des Requeflrants verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Het Request van Gradus de Beijer is gefield in handen van Gedeputeerden ter finantie om te examineren, en daar op te dienen van eonfideratien en advijs; en is, dien onverminderd, goedgevonden dat in 't vervolg geene remisfien van pagtpenningen over den jaare 1794 zullen worden verleend. Waar meede de Volks Vertegenwoordigers na refumtie van het gerecesfeerde zijn gefcheiden. Uit naam en last van dezelve JOH, in de BETOUW. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN MAART 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. 3- D   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden, NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Jan van Leeuwen , Carel Campagne , Pieter ten Bosch, Rombout van Riemsdijk. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté, Jacobus Smits. OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM,PANNERDEN, MILLINGEN. Gradus Roes, Johannes Glover, D 2 Hen-  Hendrik Aalbers, Jacob van den Bosch, Christoffel van Kraaijkamp, Lambertus Verhoeven, Burgert Burgers, Jan Hendrik Teunissen , Lambertus Paauwen, NlCOLAAS arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET KEENT EN BALGOIJ, LEUR, HERNEN, HORSSEN. Jan Festen, Jan Bruijsten, Aeldert Schouten, Jan de Bruijn, Peter van Heumen, jurriaan van kampen , Willem Verheijen , Jan Lam, Roelof de Ruijter. NEDER-BET U "W E. Dirk Slingervoet, Aalbert van Eldick. THIEL-  . THIELRE-WAERD. Hendrik Murman. B OMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. D y Re.   8 Maart 17.97. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene Extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Nijmegen in Maart 1797, het derde Jaar der Bataavfc/ie. Vrijheid. Woensdag den 8 Maart 1797. De Vertegenwoordigers de vrijen Volks van Gelderland op verfchrijvinge van het Provinciaal Collegie van Politie Financie en algemeen Welzijn binnen de Stad Nijmegen te zaamen gekoomen, en op heden ter Landfchaps Kamer vergaderd zijnde, hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, na verleezing der Commisfien, goedgevonden de Landelijke zaaken wederom , als van ouds , door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Voorzitter deezer Vergadering en Directeur te benoemen den Burger Nicolaus Lange, Gecommitteerde wegens Bommelre-waerd. D 4 o De  8 en 9 Maart 1797. De Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen, van Over-üetuwe en van Tusfehen CVJaas en Waal hebben ten aanzien der Commisfie , door de Stad Thiel verleend op den Burger Jan van Leeuwen, geinhaereerd derzelver protest en aantekening ten Recesfe fub dato 8 Augusti 1796 ervintlijk. Hebbende de Gecommitteerde wegens Thielrewaerd geperfifteerd bij zijnen last, meede ten Recesfe geinfereerd fub dato 26 Aug 1796. JJet Request van die van den Gerichte van Gent namens de Geërfdcns aldaar; en van Schout en Buurmeesteren van de Dorpen Geldermalfen en Meteren, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om te examineren, en daar op te dienen van eonfideratien en advijs. Donderdag den 9 Maart 1797. Het Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landfchaps tafel voor te dragen , dat in aanmerking genomen hebbende, dat, op den voet bij 's Landfchaps Refolutie van den 8 October 1790 bepaald, op den ia Februarii 1794 tusfehen « de  9 Maart 1797. de drie Quartieren onderling is geconvenieerd j dat bij de verdeeling van den Ordinaris Staat van Oorlog over den voorfchreven jaare 1794. van ieder 100,000 guldens, die het aandeel van deeze Provincie in de Ordinaris en Extraordinaris Staten van Oorlog over den jaare 1793, met de verder door de Provincie in dat jaar, zoo op de Petitiën als verdere Generaliteits cn Provinciale lasten werkelijk gedaane betaalingen, te zaamen boven de 900,000 guldens hebbende bedraden, eene fomrne van b'00 guldens, en minderof meerder als 100,00c guldens na advenant, bij het geenede Quartieren van Zutphen en Veluwe in plaats van de gemeene Middelen hebben aangenomen, zoude worden gevoegd, en daar bij gerekend, volgens het gelTipuleerde bij de Conventie van den 18 Julii 1720: En dat zoo vervolgens, het bovengemelde cas exflerende , van jaar tot jaar zal worden geliquideerd, zoo en op den voet, als bij het geconvenieerde op den gezegden 12 Februarii 1794 is bepaald: Dat het Quartier van Nijmegen overzulks hadde doen opmaken de Quora van de Provincie in de Petitie van 60 Millioenen tot goedmaking van de in den jaare 1796 noodige kosten zoo voor de Marine en Landmacht, als tot becaaling van den D 5 te ,  9 Maart 1797. te verfchijnen termijn in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq verfchuldigd, volgensMisfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van van Nederland, in dato 27 April 1796, en de Quota van de Quartieren in de fubdivifie volgens de Convenden van de jaaren 1700 en 1720, enalnu verzocht van het geftipuleerde bij den voorgemelde ae Articul van de Conventie van den jaare 1720 dadelijk het effect te mogen genieten, en dat de fomme bij de hier navolgende Memorie vervat, ten fpoedigflen aan het Quartier van Nijmegen door de twee andere Quartieren moge werden voldaan. Volgt de vootfchreve Memorie. IS"aar inhoud der Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, in dato 27*= April 1796 bedraagt de Quota van de Provincie van Gelderland in de Petitie van 60 Millioenen tot goedmaaking van de in dat jaar nodige kosten zoo voor de Marine en Landmagt als tot betaaling van den te verfchijnen termijn in de 100 Millioenen aan de Franfche Republicq verfchuld ƒ3,832,500-:-: Waar in de Quota van de Quartieren is, als volgt. Nij-  9 Maart 1707. Nijmegen, Zutphen, Veluwe. Na de Quota ad ƒ46-19-5 voor Nijmegen , /2I-l8-ll yoor Zutphen , en voor Veluwe, Z»i/ gemelde Misfive berekendf 1^00,157- 4-: ƒ839,557- : -5 ƒ 1,192,785-15-6 De Quota moet zijn volgens de ■Conventien van den jaare 1700 en 1720 . fi,677^- 5-4 9'9'8o7-i6-: 1,235,643-18-8 Dus . ƒ123,108 18-8 ƒ 80250-15-6 ƒ 42858-3-2 veel te weinig te weinig Moe-  9 Maart 1797. Moetende derhal ven aan Nijmegen worden uitgekeerd door Zutphen. . . ƒ 80250-15-6 En door Veluwe. . . . 42858- 3-2 ƒ 123,108-18-8 De Quota van de Provincie van Gelderland bedraagt dan. . . • /3,832>5°°- :": Het Quartier van Nijmegen heeft, in plaats van de gemeene Middelen, bij Conventie tusfehen de drie Quartieren den 22 April 1700 vernieuwd , aangenomen . . ƒ 206127-10-: Het Quartier van Zutphen als vooren . . ƒ109000-:-: En bij nadere Conventie van den 18 Julii 1720. . . . - 7500';--' Nog als fub (a) genoteerd . . • 117300-:-: ƒ233100- : -: Het (A) Volgens Conventie vin den jaare 1720 Art. 2, moet dbor de Quartieren van Zutphen en Veluwe van ieder 100,000 guldens, dat de Staten van Oorlog met de verdere Generaliteits en Provinciale Lasten boven de 900,000 guldens voor Gelderland koomen te bedragen, bij de aanneeming in plaats van de gemeene Middelen worden gevoegd 8000 guldens meerder of minder na rato, bedragende de Quota van deeze Provincie in alle de Lasten over het jaar 1796 ƒ3,832,500-:-: en dus ƒ2932,500-:-: de ƒ900,000 gefurmonteerd, zijnde alzoo alnu voor Zutphen en Veluwe ieder ƒ 117,300-:-:  .9 Maart 1797. Het Quartier van Veluwe bij voorfchreeve Conventie van den jaare 1700. . . ƒ 136210-10-: En bij nadere Conventie van den jaare 1720 . . . 7500- : •: Noch als op vorige bladzijde fub (#) genoteerd. 117300- : -; " ƒ 261010-10-: " ƒ700938- : -: En hoewel op den i2e Februarii 1794 nader is geconvenieerd, dat, om dat men bij de verdeeling van de ordinaris Staat van Oorlog, daar de aanneeming der Middelen berekend wordt, niet konde weeten, hoe veel de lasten in het loopende jaar zouden bedraagen, men zulks eerst in het volgende jaar zoude inbrengen, kan en moet echter, terwijl nu alle de lasten in eens worden opgegeeven, dit direct gefchieden; en wanneer die lasten in deezen jaare noch meerder, als de opgegeevene fomme, mogten bedragen , kan dat meerdere als dan in het volgende jaar worden berekend. Op Requeste van Adrianus van Riemsdijk verzoekende restitutie der Proces-kosten door hem in  9 Maart 1797. in den jaare 1790 betaald aan den Richter der Stad Thiel, modo deszelvs Erfgenaamen, wegens eene door gemelden Richter hem aangedaane procedure, ter oorzaake Requeftrant zich in het nootlottig jaar van 1787 met meer andere Burgers van Thiel tot verdeediging der goede zaak in dienst der Stad Utrecht begeven hadde, en ten gevolge van welke procedure hij Requeftrant voor vier jaaren buiten Thiel was gebannen geworden met condemnatie in de kosten en mifen derjuftitie; Goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat het Provinciaal Collegie behoorde te worden geauctorifeert om op des Requeftrants verzoek, overeenkomftig hun geadvijfeerde ten aanzien van de taxatie der Rekeningen, in naame van de Landfchap te disponeren; Heeft de Gecommitteerde van de Stad Bommel verzocht aantekening, dat bleef inhaereren het geadvijfeerde fub dato 10 Septemb. 1795 ten Recesfe geinfereerd. Vrij-  io Maart 1797. Vrijdag den 10 Maart 1797. Op hec geproponeerde ter Vergadering door de Gecommicteerdens der Stad Thiel ; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen tot het formeren van eene nieuwe Ordonnantie op het Pasfage geld met weglating van de exemtien voor Leden deezes Quartiers in ccmmisfie zijnde, en reizende met haare Vrouwen , Kinderen en Domestiquen bij hun zijnde; van Bedienden en Domestiquen, mitsgaders der verdere train, ter occafie van reizen van Stadhouders, met Schepen, Schuiten of rijtuigen, welke tot transport der Bagagie als anderzins gebruikt worden, Voorts mee nadere en duidelijke explicatie ten aanzien van Militairen, en zulks ten naaften , immers voor het dragen der confenten, ter Vergaderinge voor te brengen. He, Request van Hans Willem van Aijlva, Johan Meerman, Pieter Vermeulen, Johannes Theodorus Wilkens, en Maria Aletta van Wageningen, Weduwe van wijlen Dirk Willem van Dam; en van W. Crijnen zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Het  io en ii Maart 1797. H cc IVquest van Henricus Gremmen is gefield in handen van de Ampcs-regeeringe van tusfehen Maas en Waal om daar op te dienen van eonfideratien en Bericht. Saturdag den 11 Maart 1797. "V"erlezen de Requesce van Decan en Capiculairen der Kerke ten Dom te Utrecht, houdende, dat zij Vercoonders geinformeerd zijnde, dat bij 's Quartiers Placaat van den 30 Sept. 1796 de betaaling van eene dubbelde Verponding van alle de goederen in het Quartier gelegen was geïntroduceerd, vermeend hadden, dac de heffing van deeze extraordinaire belasting geenzins relatiev konde worden gemaakt tot derzelver goederen (£) aldaar ge- fê) Herkomftig uit de verbeurd verklaarde goederen van Evera'rd, Heer van Eist, welke zicli in het jaar 697 met de Ongelovigen, waaifehijnlijk met Radbout, en de Frieren, verhoudt tot ontrusting der gtenfep des Prankifchen Gebieds. Hierom wierden alle zijne goederen geconfisqueerd, ten behoeve der Schatkist van de Frankifche Koningen door Pipinuf, en door deezen aan zijnen Zoon Carolus Martellus weggefchonken; welke dezelve in den iaare -25 of 726 wederom gaf onder de beftïeringe van üisfehop WVlihrordus. en aan de Kerk van Marithaime of Êliste, het te -ehwoordig Eist. Zie de Gi tbrief van Carolus Martellus in het Chartert, van Gelderl. /. D.iladz. 3.  li Maart 1797. gelegen, maar alleenlijk toepasfelijk konde zijn op de In- en Opgezetenen, in het zelve Quartier woonagtig, en zulks, vermits het algemeen bekend is, dat in de tegenwoordige tijds omfhndigheid genoegzaam in alle de Provinciën zoodanige Extraordinaire lasten geheven worden, waar toe ieder In- en Opgezeten in zijne eigene Provincie gehouden is te contribueren. Dat zij Vercooners derhalven in dat billijk vertrouwen verferende, dat In-en Opgezetenen extraordinair betaalende in 's Lands lasten in zoodanige Provincie, alwaar zij te huis behooren, in eene nabuurige Provincie niet wederom extraordinair , en alzoo dubbeld zouden worden bezwaard , zich geflatteerd hadden , dat met het heffen van zoodanige dubbelde Verponding van de goederen in het Quartier van Nijmegen geenzins 's Quartiers intentie konde geweest zijn de goederen der Vertooners aldaar onder die heffing meede te begrijpen, en dezelve alzoo op nieuw extraordinair te bezwaaren, en hen wederom te doen deelen in eene zoo extraordinaire belasting, daar zij in de Provincie van Utrecht bereids zoo extraordinair tot 5 pet in hadden geparticipeert; verzoekende overzulks om die en andere redenen, daar bij geallegeerd, dat de Volks-Vertegenwoor- 3. e ai.  ii Maart 1797. digers des Quartiers hun Vertooners van de extraordinaire heffing eener dubbelde Verponding in het Quartier van Nijmegen zouden gelieven te libereren, en mitsdien te verftaan, dat de Publicatie, hiervooren gemeld, geenzins relatiev is tot de goederen van de Vertooners aldaar gelegen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in het verzoek, bij den Requeste o-edaan, niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. Verlezen de Requeste van Adriaan Boesfes, daar bij te kennen .geevende, dat hij is een inboorling deezes Quartiers, en zedert zijn retour uit OostIndien het grootfte gedeelte van het jaar zijne vaste woonplaats te Leeuwen gehad hadde, alwaar deezes Quartiers impost op de confumtive middelen betaalde, hebbende fpeciaal aldaar zedert de maand Mai 1796 gehad zijne permanente wooning. Dat hij na de verandering vanBeftuur, en het ophouden van debetrekking, welke hij als Mede-Regent vanHolland op die Provincie hadt, niet langer tot de inwooning aldaar, geduurende een gedeelte des jaars, genegen, maar vastelijk gerefolveerd was zich na Gelderland, alwaar hij zijne landgoederen hadt leggen, te begeeven, en op dezelve zij-  ii Maart 1797. zijne aanhoudende inwooning te hebben; Edoch waar in van de maand Januarü 1795 tot in de maand 1796 door het bekende perfoneel arrest op dc Leden der Regeering krachtdadig was belet geworden ; en dat hij zich in die omftandigheid hadt moeten laten Welgevallen, als een Hollandsch Ingezeten , tegens zijnen zin en wil te furneren in de geldheffing aldaar van den 17 Julii 1795. Dat, hoe zeer ook het plaatzelijk Beduur van Holland hadt moeten begrijpen den Requeftrant na deszelvs vertrek van hun territoir niet meer onder hunne Ingezetenen te kunnen tellen, dezelve echter getoond hadde zulks anders te begrijpen, door aan des Requeftrants gewezene wooning te zenden de aldaar toen plaats hebbende fummatie tot furnisfement van de 6 percent, den 30 Junü en 10 Aug. 1796 gearresteerd. Dat dit gepasfeerde den Requeftrant in zoo verre in verlegenheid gebragt hadde, dat hij niet kunnende weeten, wat die demarche in Holland ten zijnen aanzien tot gevolg zoude kunnen hebben, hadc moeten refolveren met alle furnisfementen, zoo hier als daar te wagten, tot dat daaromtrent de verdere gevolgen hadt gezien, om niet in het thans te meer onaangenaame geval te geraaken van tweemaal van zijn vermogen te gelijk te moeten furneren. E 2 Dac  ii Maart 1797- Dat hier op gevolgd was, dat Requeitrant meede namens de Commisfarisfen van zijne woonplaats tot furnisfement was gefommeert geworden; Verzoekende vervolgens om die en andere daar bij geallegeerde redenen, dat de Volks-Vertegenwoordigers hem Requeftrant, voor zoo veel noodig of dienstig, voor een Ingezeten deezes Quartiers, en tevens ten aanzien van het furnisfement der geldheffing van den 30 Sept. 1796 bij provifie en met excufatie van boete en kosten voor diligent geliefden te verklaren; voorts aan hem tot het doen van gemelde furnisfement te verleenen dilai, tot dat zal zijn gebleken, dat hij van de hier voren gemelde demarche geene verdere gevolgen te wagten heeft. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden den Requeftrant , voor zoo veel noodig, voor een Ingezeten deezes Quartiers, en tevens ten aanzien van het furnisfement der geldheffing van den 30 September 1796, met excufatie van boeten en kosten, te verklaren voor diligent : En voorts verftaan, dat in het verder verzoek van den Requeftrant niet kan worden getreden, wordende het zelve afgeflagen mits deezen. Maan-  13 Maart 1797. Maandag den 13 Maart 1797. Verlezen de Requeste van L. W. P. van der Borch, Generaal in Zweedfchen dienst, maarzijnde een Ingezeten van het Hertogdom Cleve, houdende, dat in het Quartier van Nijmegen uitgefchreven zijnde de heffing van eenen 5o(Ie penning, en van eene dubbelde Verponding van alle ongereede goederen, de Verpondinge fubject, binnen denzelven Quarticre gelegen, Requeftrant, offchoon met ongerede goederen, welke Verponding verfchulden, binnen dit Quartier geposfesfioneerd, evenwel, om dat hij is een Ingezeten van het Hertogdom Cleve, daar aan niet kan of mag voldoen, ter oorzaake zijne Koninglijke Majefteit van Pruisfen bij Edict, in dato 13 Januarü 1797 aan alle Ingezetenen van het Hertogdom Cleve uitdrukkelijk heefc bevolen die in het Hollandsch Gelderfche uitgefchreven extraordinaire Verponding of 5oac penning niet te betaalen : verzoekende den Requeitrant overzulks ten aanzien van het gunt voorfchreven te mogen verklaard en gehouden worden voor diligent; Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden den Requeftrant hier meede te verklaren voor diligent. E 3 Ver-  13 Maart 1797. Verlezen de Requeste van J. C. Mosslij gewezen Capitein onder het gelicentieerde Regiment Zwitzers van Stockar, thans provifioneel binnen de Stad Nijmegen zich ophoudende, vervattende in het breede de redenen, waarom den Requeftrant als een Vreemdeling gehoorende onder de Inwooneren en het Gebied der Zwitzeriche Cantons, en alleenlijk binnen Nijmegen eene provifionele inwooning houdende tot tijd en wijlen het ftuk der fchadeloos ftelling bij de Nationale Vergadering zal zijn gereguleerd, tot het furnisfement eener 5oae penning gerekend behoort te worden ongehouden te zijn; met verzoek, dat de VolksVertegenwoordigers om die en andere redenen, ten Requeste aangevoerd, hem Requeftrant zouden gelieven te verklaaren voor als nog ongehouden te zijn in de voorfchreve 50^ penning te moeten furneren, declarerende den Requeftrant bereid te zijn met folemnelen eede te zweeren, dat, zoo dra de fchaade, zoo bij het koopen zijner gewezene Compagnie als anderzins, doorhem geleden, gedecideerd en hem door den Lande betaald zal wezen, als wanneer hij eerst konde gerekend worden tot de Inwooners van dit Gewest te behooren, ten allen tijden zal bereid bevonden wor*  13 Maart 1797V worden om zijn aandeel in meergemelde 5ofte penning, mitsgaders in andere extraordinaire lasten promtelijk te furneren. En hierop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. Op Requeste van den Burger J. P. 't Hooft, Ontfanger van den Impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het Thielfche en Bommelfche Comptoir, verzoekende om de daar bij in het breede geallegeerde redenen, dat de Refolutie tot vermindering van I pet. van zijn Adminiftratie loon of Percent-geld van zijnen Ontfang ten zijnen refpecte mag worden opgeheven, en dat het zelve ingevolge zijne Inftructie , bij den aanvang zijner bedieninge bepaald, mag blijven en gelaten worden op den ouden voet. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te perfifteren bij 's Quartiers refolutie van den 4 Octob. 1796, en mitsdien verftaan, dat in Requeftrants verzoek nie: kan worden getreden. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn E 4 in  13 Maart 1797. in Gelderland, gefchreven te Arnhem den 21 Febr. laatstleden, houdende indantien tot voldoening der Quota deezes Quartiers in de reeds gedaane uitdagen ter beneficeringe van den NederRhijn en IJsfel: Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan welgemelte Collegie te laten afgaan de volgende refcriptie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede - Burgers. Door de Gedeputeerden ter Financie op heden ter onzer Vergaderinge voorgebragt zijnde ULieder Misfive aan dezelve den 21 Februarii laatstleden afgezonden, houdende adhortatie om dadelijk na den ontfangst derzelve zoo der Casfe der twee Provinciën Gelderland en Holland, als die der drie Provinciën Gelderland, Utrechten Overijsfel, door onze verfchuldigde Quota's te verderken, hebben gemelde onze Gedeputeerden teffens voorgedragen , dat in Januarü des afgeloopen jaars ontfangen hebbende den uitflag onzer Quota ter fomme van f2661-13-5! ten behoeve der Casfe, lpecterende de twee Provinciën, en vervolgens in Sep-  13 Maart 1797.' Septemher ter fomme van ƒ4159-!-: voor de Casfe der drie Provinciën , maakende te zaamen eene fomme van ƒ682I-I4-5J niet in gebreke zouden gebleven zijn, als vanouds, het aandeel deezes Quartiers te furneren, als overtuigd, dat een lang dilaij in deezen van nadelige gevolgen wezen moet voor het Credit van dit Gewest, met betrekking tot de andere daar bij geinteresfeerde Gewesten , welke derzelver Quota 's reeds voor lange zullen hebben gepraesteerd; Dan dat, daar dit Quartier wegens het geaccordeerde fubfidie uit de Provinciale Cas alnoch is aankoomende de fomme van ƒ80000 :-: vermeend hadden, dat GijL. daar uit de verfchuldigde Quota deezes Quartiers zoudet hebben verflxekt. En dewijl wij ons niet kunnen verbeelden, dat daar op bij UL. eenige fpeculatie zal kunnen vallen, verzoeken wij UL. daar uit beide onzevoorfchreve Quota 's te willen vinden, en aan den Adminiitrateur E. J. Brantfen te willen doen geworden. Meede-Burgers Wij beveelen UL. hier meede, natoewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige befcherminge. E 5 Ge-  ï3 Maart 1797. Gefchreven te Nijmegen den 11 Maart 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder Goede Vrienden - De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve, Öp het geproponeerde ter Vergadering; Is goedgevonden tot wegneeming van twijfeling of duifterheid door het woord plaatzelijke Regeering, vermeld bij 's Quartiers Refolutie van den 20 Mai 1795, ten aanzien van de vier BovenAmpten te verftaan de Buurmeester en van ieder der refpective Kerfpelen, en betrekkelijk de BenedenAmpten de refpective Schouten en Buurmeesteren der Dorpen. Zullende mitsdien hier van Extract aan de Ontfangers der Middelen refpective door de Gedeputeerden ter Financie worden toegezonden om de Oortjes, welke ten behoeve van de Armen bij de Verpagtinge zijn betaald, aan Buurmeesteren, voorts Schouten en Buurmeesteren als bovengemeld , te kunnen demanueren. Bij  13 Maart 1797. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op het geproponeerde fub dato 5 October 1796; Is goedgevonden, dar de Gedeputeerden ter Financie niet alleen zullen beloven en zweeren goede en getrouwe Gedeputeerden van dit Quartier te zullen zijn; 's Quartiers best allezins te zullen zoeken en voorftaan, zonder aanzien van perfonen; en alles wijders te zullen doen, wat goede en getrouwe Gedeputeerden fchuldig en gehouden zijn te doen, zooveel mogelijk is, maar ook in alle deszelvs Leden en deelen ftiptelijk te zullen naarkoomen de volgende Inftructie. Art. I. Het Collegie van de Gedeputeerden zal beftaan, uit zes Leden, drie uit de Steden en drie uit het platte Land , en zal in het zelve Collegie niemand mogen fesfie hebben, die uit hoofde van eenige ontfang van 's Quartiers penningen direct of indirect comptabel is. I I. De Leden van de Gedeputeerden zullen eikanderen niet mogen beflaan in de navolgende graden van confanguiniteit of affiniteit, als Vader en Zoon, Schoon-Vader en Schoon-Zoon, Broeders  13 Maart 1797. ders en Zwagers, mitsgaders Oom en Neef. I I I. En zal ieder Lid der Gedeputeerden, als meede de Secretaris, voor jaarlijkfche Gagie genieten 't geen bij Quartiers refolutie van den 4 Occober laatstleden is bepaald, zoo wel die in loco zijn, als van buiten koomende, het tranfport daar inne begreepen. , I V. Ende zullen deeze Gedeputeerden den tweeden Dingsdag in ieder Maand binnen Nijmegen moeten vergaderen , en zoo lang bij den anderen blijven, tot dat alle zaaken zullen afgedaan zijn, om alle Quaestien en Verfchillen ter Kamere gebragt, en andere zaaken van Financie afte doen, en daarenboven alle twee Maanden de Maand-ftaaten en andere voorvallende zaaken, dewelke noodig afgedaan moeten worden, te fluiten en te termineren; Voorts, zoo dikmaals als de nood na occurentie van zaaken vereifchen zal, in welken gevalle de praefente Leden de abfente verfchrij ven zullen, die ook zullen gehouden wezen op verfchrijvinge te compareren, ten ware door eene Commisfie van den Lande, indispofitie, hoo- ge-  13 Maart 1797. ge Wateren, Ijsgang, inpracticable Wegen, of andere erheffelijke en aequivalente redenen genoodzaakt waren abfent te blijven, waar van aan het Collegie per Misfive zullen moeten kennis geeven, blijvende aan de praefente Leden, ten minften de meerderheid van het Collegie uitmaakende, over, om over alle loopende zaaken te disponeren. V. Het zelve Collegie zal in de maand Augusti'en januarü voor den tijd van zes Weeken of twee Maanden na bevind van zaaken vacantien mogen maaken , of anderzins de tijd na convenientie reguleren; welverftaande echter, wanneer in die" vacantie de zaaken al te meenigvuldig wierden, of ook affaires voorvielen, welker expeditie haast vereifchen, dat alsdan de Leden zullen worden verfchrevcn, en in die vacantie extraordinair vergaderen moeten. V I. . f Ook zullen van het geene verhandeld en gebefoigneerd wordt, doen houden goed Register en pertinent Verbaal, en de refolutien des anderen daags doen refumeren, en alle Brieven en depêches ,  13 Maart 1797. ches, de Kamer concernerende, door den Praefiderende doen parapheren, en door den Secretaris ondertekenen. V I I. En zoo de Praefident binnen een half uur naliet gefielde uur der Vergadering ter Karnere niet kwam te verfchijnen, zal den Praefident van de voorige week de zaaken voorbrengen, en met de praefentc Leden, ten minden do meerderheid van het Collegie uitmaakende , daarover delibereren en refolveren. VIII. De -Praefident in der tijd zal alle zaaken in 't Collegie hebben te proponeren, omvraage doen, de opinien colligeren, en met de meeste Hemmen concluderen, zonder dat dezelve buiten het Collegie of kennisfe van de praefente Leden eenige Depêches zal mogen doen; en zullen geene Extraordinaire Ordonnantiën mogen geflagen worden, dan na dat daartoe bevorens bij het Collegie refolutie is genomen; dat wijders alle ordinaire en extraordinaire Ordonnantiën zullen moeten worden getekend door vier Leden, twee uit de Steden, en twee uit het platte Land, en door den Secretaris gecontrafigneerd: en ingeval het mogte ge-  13 Maart 1797. gebeuren, dat bij abfentie van het Collegie eenige Extraordinaire Ordonnantiën zouden moeten worden geflagen, zoo zullen die wel aanftonds worden opgemaakt, dog behalven door het praefente Lid of Leden meede door zoo veel abfente Leden , aan welke dezelve ten dien einde zullen worden toegezonden , (V) ondertekend moeten worden; en zullen die Extraordinaire Ordonnantiën vervolgens alsdan door den Secretaris, welke daar van regiftrature moet laten doen, gecontrafigneerd, en alzoo uitgegeeven worden. I X. De Leden zullen ook hebben te fecreteren en aan niemand openbaaren de particuliere advijfen, die dezelve Leden in alle voorvallende zaaken komen te geeven. X. Zullen goede zorge draagen, dat de Confenten Ordinair en Extraordinair , ten behoeve van de gemeene zaake ingewilligd, ter behoorlijker tijd betaald worden. X I. De Refolutien bij het Quartier genoomen zullen door hunL. geëxecuteerd worden, ten welken CO Mitsgaders ingevolge 's Quaitiers Refolutie van den !8 Mat 1796.  i3 Maart 1797. ken einde zij 's Quartiers Reces bij de eerfte Vergadering na den Quartierdag zullen nazien, en, wat hunL. daar bij belast is, examineren. • XII. Zullen ten dage van de Verpagtingen der Generale Quartiers Middelen meede daar op letten, dat de Pagters aan de Ontfangers ftellen goede en fufficiente Borgen, daar meede zij bewaard zijn, conform de Refolutien bij het Quartier genomen, of die verders genomen zouden mogen worden. XIII. En bij aldien over de fufficance of infufficance der Burgtaaien verfchil mogte koomen te ontdaan, zal de dispofitie en decifie daar over door die Leden van de Gedeputeerden, welke tot het doen dier Verpagtingen zyn gecommitteerd, verblijven en wezen overgelaaten, voorbehoudens nogtans aan de Ontfangeren, om, inval oordeelden daar door bezwaard te zijn, zich aan het Quartier te mogen addresferen, ten einde dienaangaande erkend te worden na behooren.' X I V. Zullen de Pagters na behooren maintineren in het regt van haaren gepagten Impost, en om de vol-  13 Maart 1797. volle Impost van het verfchulde te bekoomen. X V. Zullen op verzoek van de Ontfangers alle onwillige en gebrekige Pagters en haare Borgen, door de Magiftraten of Gerichten in de Steden, en Richteren of Gerichten refpective ten platten Lande, na costume locaal, na datze daarom door hun Gedeputeerden zijn gerequireerd, echter van zulks te doen weigerig of in gebreke blijven, tot betaaling conftringeren, en met de daad na den inhoud der Ordonnantiën en Reglementen, reeds gemaakt of nog te maaken, doen executeren, dezelve, des noods zijnde , doen apprehenderen en incarcereren, als na bevind van zaaken zullen noodig oordeelen te behooren. XVI. Zullen daar op letten, dat de Pagters of Collecteurs niemand meer afvorderen of afdringen, als hun volgens Quartiers Ordonnantiën behoort, zullende die geene, die mogten aangeklaagd of bevonden worden contrarie gedaan te hebben, doen actioneren, en de zaake zulks vereifchende doen apprehenderen, met voorkennisfe van deMagiftraten- of Gerichten in de Steden, en van Rich* 3- F. te.  13 Maan 1797. teren of Gerichten refpective ten platten Lande, na costume locaal, en vervolgens aan de Kamer van de Gedeputeerden doen overbrengen om na exigentie van zaaken te worden gecorrigeerd. XVII. Alle quaestien en verfchillen, die ter zaake van de Gemeene Lands middelen zullen koomen te ontftaan, het zij in materie van fraude, contraventien, refiftentien of anderzins, zullen ter eerfter inftantie moeten worden gebragt, en voorts getermineerd bij de Kamer van de Gedeputeerden , welke bij aanvang van hunne bediening bij Eede folemneel onder anderen zullen moeten belooven en zweeren, in het termineren van voorfchreve quaestien en verfchillen na hunne beste kennis praecies recht te zullen doen, ingevolge de Ordonnantiën op den Ophef der Middelen geëmaneerd zonder aanfchouw van perfoonen. XVIII. Al het welk meede plaats zal hebben in alle zoo wel aangefchrevene als gepagte Lands Middelen en andere ingewilligde Quartiers penningen tusfehen Ontfangers, Pagters en Maanders over het aanbrengen van dezelve, als ook over de-Boeten  13 Maart 1797. ten als anders, om alle die verfchillen, welke over hét eene en andere mogten koomen te ontdaan , ten fpoedigden en ten minden kosten van Parthijen de plano naar inhoud der Reglementen, daarop beraamd en nog te beraamen, te decideren, zonder die elders te renvoijeren. X I X. Alle Ordonnantiën, die op de Ontfangers van Quartiers Middelen gegeeven worden , zullen moeten zijn beteekend door vier Leden, te weeten, twee uit de Steden en twee uit het platte Land, mitsgaders den Secretaris of in desfelvs abfentie den Commis , uitgenomen van zaaken van de allergeringde importantie, en niet boven de twaalf guldens bedraagende, alle welke Ordonnantiën met Quitantien moeten worden ingebragt, om verzekering van voldoening re hebben, En zullen zij Gedeputeerden van die Ordonnantiën meede een pertinent Register doen houden. XXI. Zullende zorge draagen, en de Steden en de Ampten aanfehrijven, dat die Verpondinge en andere ingewilligde Quartiers lasten ter goeder tijd F a ge-  13 Maart 1797• gepubliceerd, omgeflaagen en geïnnet worden, in conformicé van de ordre en manier bij het Quartier beraamd, zoo nochtans dat geene Middelen zullen uitgefchreven worden, als na voorgaande confent en bewilliging van het Quartier. XXII. Alle particuliere klagten den Oorlog aangaande, en die bij hunL. niet kunnen geremedieerd worden , zullen die overbrengen en laaten ter plaatfe, daar het behoort, om na vereisch daar in te doen remediëren, ende alomme ten platten lande te doen onderhouden en naarkoomen die Placaten, die over het doortrekken en logeeren van Krijgsvolk zijn gemaakt, en uitgegeeven, of nog gemaakt en uitgegeeven zullen worden, daar tegens de Officieren ten platten lande gehouden zullen zijn, zoo'wanneer eenig Volk, het zij te voet of te paard, in haare reipective Ampten of Dorpen Jtoomt te logeren, ende te vernachten, aanftonds te doen neemen pertinente informatie, zoo van de Compagnien als van. de naamen der Ritmeefteren en Capiteinen, hoe veel Billetten zij gehad, ende of en wat foulen, èxactien en andere befchaadingen zij begaan, en de Huisluiden toegebragt hebben, en het zelve binnen den tijd van agt of  13 Maart 1797. of ten langden veertien dagen aan de Kamer van de Gedeputeerden overfchikken , ten einde aan den inhoud van de Placaten genoeg gedaan moge worden, en daar de Officieren daar inne hun devoir niet deeden, zal het zelve gefchieden bij de Gedeputeerden. XXIII. Zullen de Ontfangers deezes Quartiers in hunne handen den gewoonen Eed van getrouwheid en purge laten doen, en hun met Commisfie en Inflructie voorzien, om zich na te kunnen reguleren , en voor hunnen ontvang en uitgaave ftellen fufficante en goede cautie, ingevolge Quartiers refolutien, en de Borgtogten van de voorfchreve Ontfangers in een apart Boek regiftreren , om alle drie jaaren gerevideerd, vernieuwt en verbeterd te worden. XXIV. Zullen de Ontfangers daar toe houden, dat alle jaar op de gefielde tijd Rekening en Reliqua doen van hunne Adminiftratie. XXV. De Verpagtingen van de Generale Middelen van confumptie, als ook van de Bezaaijde Landen en F 3 Hoorn-  13 Maart 1797. Hoornbeesten als anders, zullen gedaan worden door vier Gedeputeerden , geadfisteerd met den Secretaris , te weeten twee uit de Steden en twee uit het platte Land, maakende met eikanderen nochtans zoodanige fchikking, dat niet fungeren onder dat Comptoir, waar onder zij refpectivelijk reforteren, en zullen de Officieren, of hunne Geauctorifeerdens, mitsgaders de Landfchrijvers, zoo verre het platte Land aangaat; voorts twee Gecommitteerdens in de Steden, voor zoo verre de Steden concerneert, ten dage van de verpagtinge praefent moeten wezen, zonder eenige cognitie te hebben Over die Verpagtingen, of direct of indirect zich daar meede te bemoejen, maar alleenlijk om de handtastingen van de Pagters en Borgen gerichtelijk te koomen afneemen, en te gelijk de Gedeputeerdens en den Ontfanger, die daarbij meede tegenwoordig moet wezen, te informeren van den ftaat, enfufticance van voorfchreve Pagteren en Borgen. Zullende die Ampdieden of hunne GeaUtcorifeerdens', mitsgaders de Gecommitteerdens en Landfchrijvers daar voor genieten zoodane Vacatiën, als bij het Quartier zijn gefield, of nog gefield zouden mogen worden , voorts zullen dezelve direct of indirect geen deel mogen hebben in die Verpagtingen, alles invoegen als bij de Generale Ordonnantie is uitgedrukt.  13 Maart 1797. XXVI. En zullen alle jaaren voor de verpagtingen deiGenerale Middelen aan het Quartier moeten overgeeven een ftaat van 's Quartiers lasten en inkomften, om over de noodige Middelen bij 't Quartier gerefolveerd te worden. xxvii. Zullen aan geene perfonen va-ste penfioenen mogen accorderen, als meede geenerhande remisfien of kwijtflagen aan de Pagters van 's Quartiers Imposten en Domeinen mitsgaders affchrijvingen van Verpondingen mogen doen buiten praeallable kennisfe en goedvinden van het Quartier. XXVIII. Zullen geen part noch deel mogen hebben in eenige leverancien of werken ten diende van den Lande of Quartiere gedaan, cn zullen geene Ordonnantiën , Schuld-brieven , Obligatien , Subfidien, Paaijen, Tractementen of Actiën, hoedanig die ook mogten zijn, en het Quartier fchuldig zoude mogen wezen ofte worden, (uitgezonden: wettelijk gecontinueerde Rente-brieven of Obligatien) vermogen in te koopen , ofte bij mangelinge van goederen en koopmanfchappen F 4 met  13 Maart 1797. met Contra-Obligatien of anderzins in eeniger manieren, het zij door hun zelfs, of andere , directelijk of indirectelijk, tot hunnen behoeve of profijte mogen verkrijgen of deel daar aan hebben, bij verlos van dezelve, en daarenboven het zij met ontzet van hunne bedieningen voor zekeren tijd, of ook wel in het geheel, het zij anderzins na omftandigheden en bevind van zaaken arbitrairlijk te zullen worden geftraft of gecorgeerd. XXIX. ■ De Gedeputeerden zullen niet vermogen eenige Ordonnantiën te geeven op Decharges, Actens van Verzoek, Asfignatien, of hoe dezelve genaamd zouden mogen worden, bij het Committc tot de algemeene zaaken van het Bondgenootschap teLande, of andere Commités, aireede gedepecheerd of die nog gedepecheerd zouden mogen worden, en waar inne bij het Quartier niet en is geconfenteerd ; Ook wel letten, dat geene Overbetaaling gefchiede, en in geene Decharges, Actens van Verzoek of Asfignatien, als boven, participeren directelijk of indirectelijk, ten waare hun dezelve bij Ervenisfe aankwaamen, ook om het depecheren van de Ordonnantiën en Attachés geen tantième mogen genieten , en daarom fpecialijk en voorts generalijk noch  13 en 14 Maart 1797. noch voor hun zelve, hunne Huisvrouwen, Kinderen of iemand anders geene gifcen, gaaven, of gefchenken mogen ontfangen, genieten of profiteren, van iemand, die zij weeten aan dit Collegie iets te doen te hebben; uitgezondert kleinigheden van Eet- of Drinkwaaren, bij poene van daar over, het zij met ontzet van haare bedieninge voor zekeren tijd, of ook wel in het geheel, het zij anderzins, na omftandigheden en bevind van zaaken arbitrairlijk te zullen worden geftraft of gecorrigeerd. XXX. Ook zullen de Leden van dit Collegie directelijk of indirectelijk niet mogen adviferen, bijraadig zijn, ofte bedienen in zaaken, welke aan de Kamer ter decifie ftaan, ofte denkelijk aldaar zullen gcbragt worden. Dingsdag den 14 Maart 1797. "Verlezen de Requeste van die van den Gerichte van Gent namens de Geërfdens aldaar, om de daar bij. geallegeerde redenen verzoekende, dat aan hun tot voldoening van den zestienden termijn van het verfchulde aan het Quartier nog mogt worden verleend een uitfiel van twee jaaren, en mitsdien F 5 den  14 Maart 1797. den vervaldag gefield, in plaats van op den 3 December 1796, op den 3 December 1798. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben na deliberatie goedgevonden aan de Requeftranten te verleenen een uitflel peremptoirlijk tot den 3 December deezes jaars 1797, zulks doende bij deezen. "Verlezen de Requeste van Gradus de Beijer, woonagtig te Gent, als gewezen Pagter van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over Bemmel, Resfen en Doornenburg, ingegaan i°. Julii 1794 , houdende verzoek tot verdere kwijtflag. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, vermogens marginaal appoinctement van den 1 Februarii jongstleden; voorts gelet, dat aan gemelde Dorpen reeds femisfien zijn verleend, is goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden; wordende aan denzelven nochtans tot het invorderen der restanten geaccordeerd een uitflel van een halfjaar, gelijk gefchiedt kracht deezes. Op  14 Maart 1797. Op Requeste van Schout en Buurmeesteren van de Dorpen Geldermalfen en Meteren: De Volks-Vertegenwoordigers, hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, hebben, bevorens hier op te disponeren, goedgevonden het zelve te fiellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Collecteurs der Verpondinge over gemelde Dorpen de Burgers C. Taaij en G. van Meteren, om daar op ten fpoedigften , immers binnen agt dagen na infinuatie, te dienen van Bericht; blijvende de executie uit hoofde der non voldoening tegens ^oornoemde Dorpen inmiddels gefurcheerd. Op Requeste van J. E. Sanders van Well, gevolmagtigd Adminiftrator van Decan en Capitulairen van de Archidiaconale Kerk van St. Victor te Sancten, verzoekende, daar het Capittel Eigenaar en Posfesfeur is van de alinge Thienden, grove en fmalle, en in het bijzonder meede van de Tabaks Thienden, in den (d~) Ampte Tusfehen Maas en wa . ■■tJ",%t:Us ccv ïficb bib !br.7 jorf tn na VIII. Zal alle inkooraende Requesten, Remonftran* tien en Berichten, welke onder een nummer worden gebragt, zoo veel doenlijk, na de ordrej waar op gefteld zijn, na het eindigen der Landde rijke Vergaderingen bij 'een verzamelen. IX. Indien aan hem ter occaile van befoignes uit de Landfchap refulterende, of anderzins, deeze of geene notable Hukken, zoo tot de gemeene Lands Regeering, of de aparte huishouding van de twee andere Quartieren fpecterende, mogten voorkoomen, zal bij dezelve door alle bekwame middelen, zoeken magtig te worden , en tot gebruik Van de Secretarije laaten affchrijven. X. Zullende voorts verpligt zijn deszelvs NotulBóek exact te bewaaren, en; hetzelve vol zïjn* de, ter Secretarije fe oneren. Zal een bijzonder Boek- houden van Formois lieren van Actens en Commisfieii, welke,de S.e« cretaris van de Landfchaj^gewoon is ts expedi^ ■"Va G s eren?  15 Maart 1797. eren, het welk ter Secretarije zal worden bewaard. - X 1 L i ' Alle Kaarten en verdere Hukken, fpecterende tot de gewezene Landelijke Cornmisfie:van Keder-Rhijn en Ysfel, :cn 't geene daar toe verder eenige relatie heeft,, zal hij bij eikanderen bijzonderlijk behouden. . X V I I. In aanzien van de Chaftres Papieren en Documenten, welke tot het Quartier in het bijzonder fpecteren, zal in navolgende manlere hebben te handelen. XIV. Dat een apart Loquet zal houden van alle inkoomende Brieven aan het Quartier en derzelver bijlagen, of bij de overige Quartierlijke Hukken feponeren. ... .-- .. ... .- •., X-V, , .. .,. , Zal alle Commisforialen, • het gebefoigneerde in dezelve, en de Rapporten van dien, bij één houden, en in een afzonderlijk Loquet plaatzen. X- V I.,.. ... Zal een apart Loquet houden van-de Staaten van 's -Quartiers Financiën. ' XVII. Zal  15 Maart 1797. x v i r; Zal alle inkoomende Requesten, Remonitrantien en Berichten bewaaren in een afzonderlijk Loquet., - 3 X VII I. Zal gehouden zijn dcszelvs Notul-Boek te bewaaren, en vol zijnde ter Secretarije tefeponeren. tftftg - • • - X"PX. : ' ■ ■ : Zal geene oude papieren, charters, documenten of boeken van de Secretarije mogen neemen, als tegens eene behoorlijke aantekening van ieder ftuk in een boek, het welk daar toe ter Secretarije expres, eri in het bijzonder, zal worden gehouden; blijvende hij daar meede zoolange gechargeerd , tot dat van de reftitutie van dien door de hand van een der Clercquen, in margine tegens het Recepis te zetten, zal zijn gebleken. Ook geene ftukken, boeken, documenten of papieren, tot dit Secretariaat fpecterende, aan iemand der Leden mogen laten uitvolgen, als tegens behoorlijke aantekening, door zulk een Lid in voorfchreven Boek te doen, en telkens in G 3 mar-  iS. Maan 1797. margine, wanneer de- reftitutie is gedaan, zulks hebben te noteren. X; X I., Wordende echter door 't geene artic. 19-en seis gezegd, niet verboden, omftukken, papieren of boeken in de befoignes, 't zij Landelijke of Quartierlijke, te mogen meede neemen; het weik aan hem, zonder daar van aantekening te maaken, zal vrijftaan, mits dat. dezelven, na geëindigde befoignes, door hem wederom op zijn plaats bezorgd worden. XXII. ■ ■ nav - j:::v: 3230 anos zr. Zal gehouden wezen al 't geene, zoo in de Landfchaps als Quartiers vergaderingen, en derzelver afzonderlijke befoignes, voorkomt en verhandeld wordt, voor zoo verre gefecreteerd behoort te worden, niet te releveren, maar allezins te fecreteren. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Thiel ter Vergadering gedaan , houdende, dat het overvloedig bekend was, dat bij onderfcheidene Landfchaps refolutien, zoo wel onder het voorig Beduur, als na de revolutie onde* het tegenwoordig bewind, ten fterkfte is. ge*  15 Maart 1797. gezorgd tot confervatievan het recht en hoogheid der Steden in militaire zaaken; ten einde niet geheel en al onder een Militair bewind gefield te worden: Dat echter alriu, niet tegenftaande dit, het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande hadt kunnen, goedvinden een Reglement te arrefteren, waarin de Steden genoegzaam alle hunne voorige voorrechten verliezen, als het geeven van 'het Wagt-moord, het -bewaaren van de Sleutels dei- Poorten (e) enz. en, op derzelver verzoek de beide andere Quartieren in bedenking gegeeven zijnde, of niet bij de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, de noodige inflantien zouden behooren te worden gedaan ten fine van rcÓïes ; '"' <" ;' 1 ' ■ ' V? ■ Is,, na deliberatie, goedgevonden aan Y Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier van Nijmegen vermeende, dat dit poincc behoorde te worden gefield in handen van het Provinciaal Collegie om daar op te dienen van eonfideratien en advijs. v..:. i i >ynl oUr fisv l i: r/. '..;> or,!.-.. -j. ..nel nv.'b G 4 Don- (0 Refol. Stat. Gerter. 24. Aug. 1629. Refo!. Gr. Vergacï. 55 Maart 1651. Ref. HoH. 16 Maart 1652,  i6 Maart 1797. Donderdag den 16 Maart 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Deductie van de Abtdis eivScifts Jufferen ter Hunnepe, houdende , dat het.Stift ter Hunnepe was gefticht in he;trbegin, van de dertiende eeuw voor Ade,lijke Jufferen van Gelderfche. en Cleeffche, en naderhand van Over-IJsfelfche in plaats van Cleeffche afkomst, of door Irmgardisy'dochter van Ptto den III, of door -Richarda, moeder van Graaf Gerhard van Gelre, waar van de-Fundatie aan de Abtdije der Cistercienfer ordre te Roermonde in den.jaare 1225 opgedragen, en.drie jaaren laater door Paus Gregorius den IX in de befcherminge des Pausfelijken Stoels genomen was; behelzende vervolgens een voordel van de tegenwoordige gedaante van het Stift, met verzoek om de redenen, daar bij geallegeerd, dat zij in haare deugdelijke rechten , eigendommelijke posfesfie . en voorige herkoomen van des Cloosters goederen en inkomften ongeftoord mogen worden gemaintineerd, en dien ten gevolge geëxcufeerd van alle inventarifatie en overgaaf van rekening: Mede gelezen het Rapport van de Burgers W. Libotté en andere Gecommitteerdens tot het op'' maa-  ïó Maart 1707. maaken van een ftaat van het voorfchreve Stift", houdende, dat in conferentie geweest waren met Gecommitteerdens uit de Provincie van Overijsfel ten dien einde benoemd, doch dat in den haare geen ftukken hadden kunnen opfpooren, waar uit omtrent de zaaken van het. Stift eenig (ƒ) licht te bekoomen ware, en dat, daar de Copie der Deductie hun eerst geduurende 's Landfchaps G 5 Ver- (ƒ) Het Stift ter Hunnepe is ooifpronglïjk geweest een eenvouwdig Nonnen-Clooster van de Cistercienfer orde, aangelegd op eene horstagtige grond, digt bij Hun epa of Hoenepe, een beekje, reeds bekend in Charters van den jaare 906 en 1046; welk Clooster na die fituat'e wierdtgeheeten het Clooster van Ma~ rta ter Horst op de Hoenepe, of bij verkorting Marienhorst, •nu doorgaans het Clooster of Stift- ter ■ Hunnepe ; gefticht in het begin der dertiende eeuw alleen'voor Gelderfche en Cleeffite Maagden'. — • • * Pontanus Hifi. Gelr. lib. VI'. pag. 153. Buchelius ad Hedam pag. 215. v.ot. d. cn Lindeboni Blfl. Episeop. Dr.ventr. cap. 2. '§. 1. pag. Ï52 noemen Irmg'dfdls, dogter van Graaf Otto den Hl, als eerfte Stichteresfe vin dit Clooster, en brenTge.11 zulks op her jaar HSf. Doch Dunibar Kerk. en H'aerdJl. venter I D. bladz. 459 zegt, dat omtrent den jaare 122Ö door Richarda,- Vrouwe'vair Graaf Otto den II dit Cloofter gedicht is geworden. Uit een- Charter- bij Bondam ID. 3de nfd-el. bladz. 549 kan de ' misllag van Pontanus , Buchelius en Lindebom ontdekt worden. Maar een zeer oud Charter onder- de papieren van de Stifts kasfc behelst, dat Vrouwe E'.concra, Finilinne van Gelre Fundatrice van het Clooster ter Hunnepe- zoude zijn geweest • ten ware men Eleonora liever wildejioyden voor eene notabile wel-  iS'Maart 1797. Vergadering was ter hand gekoomen, het hun ondoenlijk was geweest de daar bij aangevoerde gronden anders dan oppervlakkig in te zien, terwijl derzelver beoordeeling des te moeielijker wierdt, door dien niet tegenftaande alle aange» wende devoiren geen (lukken toE de zaak relatiev van het Provinciaal Collegie hadden bekoomen. . ^ En weldoenderfche van dit Clooster, gelijk liet zelve door Ilenric, Bislchop van Utrecht, ook met verfcheide goederen begiftigd is geworden. Chronic. Thilenl. pag. 234. hebbende het zelve vervolgens geflaan onder het opzicht van den Abt van het Clooster Camp, bij Rijnberk gelegen. Misfive van het Hof van Gelderf d. d. 16 Novemb. 1548. Het zelve is gebouwd geweest op Geldsrfchen bodem., territoir van het Quartier van Zutphen, binnen de jurisdictie van het Schout-Ampt Zutphen in de Buurtfehap Epfe, grenzende aan de Provincie van Overijsfel na bij de Stad Deventer, hoewel na de conflitutie dier tijden, ten aanzien van het Kerkelijke, fpecterende tot het Kerfpel ten Berge, of de Parochie der Bergkerk te Deventer, in-welken opzichte hct-CIoofler in zommige Charters .gezegd wordt te resfo-rteren onder het Sticht of Dio^'cefe van Utrecht; hoewel door liet afleiden der beek Hunepa, dien men naderhand den naam vzn Markelfche Schipleek heeft weeten te geeven, de fituatie dusdanig is veranderd, dat man de rudera of restes van het Cloofter Gebouw op den Overijsfelfchen bodem zoude bevinden, fchoon van Gelderfche zijde daar ter plaatze al van ouds geheven is de Hunnepertol, 't geen zij niet zouden kunnen gedaan hebben, ingevalle 2ij aldaar geen territoir gehad hadden. Die van Overijsfel hebben dus bij de eerfte fundatie des tloolters daar toe genoegzaam- geen relatie, veel win eenig recht,  16 Maart 1797. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier gemelde Gecommitteerdens yoor hun gedaane rapport bedankende de Deductie enverderè Hukken, daar toe relatief, zoude renvoijeren aan gemelde Commisfie, ten fine van eonfideratien en advijs, met auctorifatie op het Provinciaal Collegie om alle ft ukken en befcheidem, aangaande 'ïïfi'&ï 75.; lI%J 193 t!?J>1993öq9D9P 9b qp shfT'-JOJJHJB" j. ■ . ■ (ja , -. ai [tejj$A'jff '' recht, geW9, als zijnde alleenlijk voor Gelaefjehe en Cleeffche Maagden gefticht, maar, wanneer daar in naderhand waren toegelaten, blijkt het, dat zij zich, zelvs, ware het mogelijk, met exclufie van Gelderland, de meeftc directie daar over hebben aangematigd;- zijnde de Prior esfen alle of Gelder fel';\: of Cleeffche, of ook ten deelc Munferfché, geweest, en Johanna van Voerst in het jaar 15S4 de eerfte Ovcrijs'el/chc daar toe vërkOOfën; omtrent welke tijd Oveiijsfd meer voet in het Stift heeft begonnen te'krijgen. Na de verbranding Van het Clooftcr in den-laare 1578 doorhet Krijgsvolk van Rennenberg, wanneer bij het Hof van Gelderland in den jaare 1580 lange was beraadllaagd over de Stad, waar in BeftSSRwiaftSs relidentie zoude houden, zijn de doortellingen binnen-Deventer komen wooneu. Na dien tijd is dit Cloofter geraakt onder de beheering der Ridderfchap van G&Mïahd èn Overrsfl, welke het 2elvc Hl een waereldlijk Stift veranderd hebben, waar uit door negen ongehuwde Jongvrouwen, Chanoinesfcn geheten, aanzienlijke pracbenden genoten worden, cn van welken étSrie cie tituj van SlMdis voert, ovei-het reciit van verkiezingen van welkcnmen zie het Landdags Reces d. dd. 30 Aug. 1745. es cn 14 Apr'l 1750- 23 Januarü, 15 April 1756. nJlpr.zZ Nvvemb. 17-^9. € Nonrrii. ïjjz; •• '  i6 Maart 1797. de zaaken van het gemelde Stift ter Cancellarije van gemelde Collegie berustende, aan de Commisfie te fuppediteren, of voor zoo verre niet te vinden mogtén zijn, daar na naauwkeurig onderzoek te doen. "Verlezen de Requeste van W. Crijnen, Houtkoper, woonende te Lent, daar bij verzoekende auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie tot fcetaaling vaneen Acquit ter fpmme van/325ö-i9-: op de Petitie van 4 Millioenen den 21 Octob. 1794 gedaan, en den 24 December daar aan volgende ter Generaliteit geconcludeerd. En hier op ingevolge marginaal appoinctement gehad hebbendé de eonfideratien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, houdende informatie, dat bij r*s Landfchaps refolutie van den 6 November 1794 in deeze Petitie wel was geconfenteerd, doch echter onder die mits, en met dit uitdrukkelijk accrochement, dat, daar deeze Provincie toen ten tijd voor een gedeelte was geinvadeerd^ en voor verdere invafie ftond geëxponeerd, en daerenboven derzelver Financien geheel waren geëpuifeerd, zoo als zulks ook ter kennisfe van de verdere Bondgenooten was gebragt, en derhal ven buiten ftaat om de noodige be-  ï6 Maart 1797. betaalingen te kunnen doen , dezelve in geen verpligting zoude zijn, om dit hun gedragen confent met reëele furnisfementen te bekrachtigen: Maar dat de Raad van State de Quota deezer Provincie, hetzij door eene te doene negotiatie, gelijk voor de Provinciën Zeeland en Vriesland was gefchied, of op zoodane andere wijze, als het gevoeglijks!'geóórdeeld wierdt, zoude voorfchieten. Dat dus hier uit kwam te blijken, dat het Quartier niet verpligt is, om op die Petitie eenige betaaling te doen, en gevolglijk in des Requeitrants verzoek diende te worden gedifficulteerd, met overlating echter aan den zeiven, om zich tot voldoening van voorgemelde fomme nader aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfchap te Lande te kunnen addresferen, en te verzoeken eene Ordonnantie op eene vorige Petitie, waar op het Quartier noch fchuldig is, ten laste van den Ontfanger van de adminiftratie te Lande, ten einde door dien Ontfanger als dan tot betaling van die Ordonnantie een Acquit op dit Quartier kan worden afgegeeven. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden zich met voorfchreve eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter financie te conformeren, hou-  i6 Maart 1797. houdende dezelve kracht deezes geconverteerd in refolutie. ... 'od 53 ff.:*.. :Vi.:: N.«-."; Verlezen de Requeste van- Hans Willem van Aijlva, Johan Meerman, Pieter Vermeulen, Jo" hannes Theodorus Wilkens, en Maria Aletta van Wageningen Weduwe van wijlen Dirk Willem van Dam, alle, offchoon bezitters van eenige vaste goederen binnen deezen Quartiere, echter Ingezetenen van zóódanige Gewesten, in welke in den voorleden jaare 1796 eene extraordinaire contributie van alle de bezittingen der Ingezetenen is gevorderd geworden, om de daar bij geailegeêrde redenen verzoekende, dat de goederen vart Requestranten, gelegen, binnen deezen Quartiere, niet onderworpen mogtén zijn aan de dubbelde Verponding bij Placaat van den 30 September laatstleden vastgefteld, maar in tegendeel daarvan geëximeerd, en dat daarvan mogte aanfehrijvinge gedaan worden aan de Gedeputeerden ter Financie, ten einde zij Requeltranten mogten gelibereerd worden van zoodanige executien, als waar meede zij of hunne goederen worden bedreigd, mitsgaders dat geduurende de deliberatiën van deeze Vergadering op dit addres alle procedures van executie mogten gefurcheerd en opgeheven blijven. , Waar  i6 Maart 1797. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in het verzoek, door de Requestranten refpective ten Requeste gedaan, niet kan worden getreden, wordende mitsdien het zelve afgewezen: met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om Commisfarisfen tot den ontfangst in den Thielrewaerd aan te fchrijven en te. gelasten, ten einde betreffende Hans Willem van Aijlva te onderzoeken, of denzelve in Vriesland aan de aldaar geïntroduceerde gedwonge geldheffingen heeft voldaan , en bij zoo verre zijnL. niet in ftaat mogte zijn het zelve te kunnen aantoonen, als dan hem te verpligten, boven de dubbelde Verponding zijner ongerede goederen, de beide 50°™ penningen van alle zijne overige bezittingen te voldoen. Op het geproponeerde ter Vergadering is goed-gevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken ten fpoedigften op te geeven de naamen der Commisfarisfen tot den ontfang van den 5often penning, welke in gebreke gebleven zijn in te zenden de Lijsten der geenen, die nalatig zijn gebleven te furneren in de geforceerde negotiatie in den jaare 1795, en in den eerden termijn der geldheffingen in 1796. Vrij-  \7 Maart 17971 Vrijdag den 17 Maart 1797. Verlezen de Requeste van de Geërfdens van de Dorpen Waardenburg, enNeer IJnen ieder meer dan tien morgen lands aldaar bezittende, daar bij te kennen geevende, dat de tijdelijke Heer van Waardenburg altoos het recht om een Collecteur der Verpondinge. over gemelde Dorpen aan te {lellen had gehad én geëxerceerd, welk recht ook aan de tijdelijke Heeren van de Dorpen in he: Quartier van Nijmegen bij den zden articul van de Ordonnantie op de Verponding is overgelaten. Dat uit dien hoofde op den 6 Febr. 1761 door den tijdelijken Heer van Waardenburg en NeerÏJnen tot Collecteur van de Verponding over gemelde Dorpen was aangefteld Nic. Spillenaar,. woonagtig te Waardenburg, welke behoorlijke en fufficiente cautie gepraelteerd, en de Collecte na behooren waargenomen hadde, waarom het aan niemand vrijftond denzelven te discontinueren of afte zetten. ■ Dat des niet tegenftaande den 1-1 Mai laatstleden eenige perfonen hadden kunnen goedvinden den gemelden Collecteur N. Spillenaar niet alleen'te be^ danken en te ontflaan, maar ook in deszeivs plaats aan  17 Maart 1797. aan te ftellen den Burger P. de Noo, en zulks om dac de Heerlijkheden afgefchafc zijnde de Stemgerechtigde Geërfdens bevoegd zouden zijn de afzetting en aanftelling. te doen: verzoekende vervolgens om de redenen, daar bij geallegeerd, en fpecialijk, daar de Ordonnantie op de Verponding van den 22 Decemb. 1751 door het Quartier. van Nijmegen als Souverainen in het Financiële niet gealtereerd, veel minder vernietigd is, dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers zullen gelieven te verftaan, dat de'afzetting van N. Spillenaar, als Collecteur der Verponding over de Dorpen Waardenburg en Neer-IJnen, en de aanftelling van P. de Noo tot Collecteur der Verponding in deszelvs plaats den 12 Mai 1795 gedaan, is informeel, nul en van onwaarde, en dat overzulks gemelte A. Spillenaar als Collecteur der Verponding over gemelde Dorpen zal blijven fungeren. En hier op vermogens appoinctement van den 25 Junii 1796 gehad hebbende het Bericht van de Ampts-Vergadering in Thielre-waerd, mitsgaders vanParthije: om redenen, daar bij gedetailleerd , tenderende dat het verzoek van de Requestranten moge worden gewezen van de hand, en de afzetting van Nicolaas Spillenaar, ais Col-» 3- H lec-  i7 Maart 1797. lecteur der Verponding over de Dorpen Waardenburg en Neder-IJnen, en de opgevolgde aanftelling daar toe van Peter de Noo, alles door Stemgerectigde Burgers gefchied, verklaard voor wettig, goed, ftedig en van waarde. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, na gehoudene deliberatie, met de voorfchreve Berichten genoegen genomen, gelijk daar meede genoegen neemen bij deezen. En is wijders verftaan, dat de ade articul der Ordonnantie op de Verponding van den 11 Dec. 1751 in zoo verre zal worden gealtereerd, dat de aanftellinge van Collecteurs ten platten lande in het vervolg niet enkeld door Geërfdens, die tien mergen lands in zoodanig Kerfpel of Dorp bezitten, zal gefchieden, maar door alle Stemgerechtigde Geërfdens in dezelve zonder onderfcheid van hoeveelheid van bezittingen; zoo nochtans, dat de aangeftelde Collecteur ten genoegen van de Geërfdens zijnen ontfangst zal moeten verborgen met verband van onbezwaarde goederen, ten. minften tot het beloop van een jaar van denzelven ontfang, en dezelve borgtogt binnen den tijd van veertien dagen na dato van de aanftelling moeten overbrengen in handen van den Ontfanger des Comptoirs 5 voorts bij het zetten van de Dorps- lass  ij Maart 1797* lasten de quitancie van den Ontfanger aan de Geërfdens vertoonen, dat hij het voorige jaar ten vollen, en het jaar, over het welk hij is maanende, voor de helfte betaald heeft. Wordende de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers geauctorifeerd deeze refolutie te doen drukken, en alomme in den Quartiere te doen publiceren en affigeren tot eens ieders naricht. Op Requeste van Predikanten en Kosters in Over-en Neder-Betuwe houdende een vertoog, dat zij flegts bruikers der Pastorie-goederen zijnde de Kerken hunner Gemeenten, of eigentlijk wel hunne Gemeente zelve, als Eigenaars der Pastorie-goederen gehouden moeten worden; dat ten gevolgen van dien niet zij, maar de Gemeenten, tot de betaaling van de dubbelde Verpondinge verpligt zijn, voor al, wanneer de Gemeente behalven de Pastorie-en Kosterie - goederen nog andere Kerken-goederen bezit: alzoo de Pastorie- en Kosterie-goederen met de overige Kerken-goederen een geheel uitmaaken, van het welk de Gemeente een zeker gedeelte overgeeft aan den tijdelijken Predikant, en een ander gedeelte aan den tijdelijken Koster, om voor de inkomften daar van hun werk ten dienfte der GeH * meen-  Ï7 Maart i?97' meente te verrichten, en het overige aan zich behoudt om daar uit het noodig onderhoud Van de Kerk, en verder daar toe behoorende gebouwen te vinden; en dat gevolglijk uit dit gedeelte dier goederen, die de Gemeente dus meer bijzonder aan zich gehouden heeft, .de last der dubbelde Verponding moet gedragen worden; VerZoekende vervolgens om die en andere redenen daar bij aangevoerd, dat de Kerken hunner Genieenten/als Eigenaars der Pastorie-goederen gehouden zullen wezen de dubbelde Verponding voor haare Pastorien te furneren. • Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden tot voorkoominge van gefchillen tusfehen Commisfarisfen tot den Ontfangst van de dubbelde Verponding en Predikanten en Kosters, en tusfehen laatstgemelde en Kerkmeesteren hunner Gemeenten, aan 's Landfchaps tafel voorre Hellen het verleerten van confent of permisfie tot bet verbinden en bezwaaren van voorfcheve goederen, bijaldien de voldoeninge van de dubbelde Verponding op geene andere wijze kan gevonden worden, en zulks voor zoodanige fomme, en met Verder, als de dubbelde Verponding, refpective zal bedragen. Is  17 Maart 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn, houdende volgens marginale refolutie van den 16 Julii 1796 derzelver eonfideratien en bericht op het Rapport door de Burgers C. Taaij, A. P. van Westervcld, en J. H. van Zuijlen van Nieveld over den financielen Staat van de Domeinen deezer Provincie ter Landfchaps tafel uitgebragt; behelzende onder andere omtrent den (g) Stads Rijkjehen Tol te Nijmegen, dat welgemelde Collegie zich buiten ftaat bevondc meerder licht te kunnen geeven, dan het geene door de Gecommitteerdens was aangemerkt; en dat ook den originelen Pandbrief, welke'bij de iterative Land Rentmeester-Generaals Rekeningen opgegeeven wordt te berusten in eene Capfa fub Litt.B, onaangezien vcele recherches , niet hadII 3 de - (^jMeh zie not. (c~) in het Quartiers Reces ch 'Bf% jfojfJ 1796. Deeze 'Rïfkfche Tol was in den jaare 1248 een gedeelte van de generale Verpanding van de Stad, Burg en het Rijk, door de Rijksltcndcn bekrachtigd, zoo dat, wanrleerdé Verpanding van den Rijkfchen Tol aan de Stad Nijmegen irf den jaare i'498", nu na verloop van drie honderd jaaren, lostoar zoude mogen worden, meede op die zelve gronden zonde kunnen en mogen worden gcfustin/èrd, dac de Verpanding van dé Stad, Burg'cji het Rijk zoujfc losbaar- wezen. - •»  17 Maart 1797. de kunnen (/») uitvundig raaaken. Waar op geen refolutie is gevallen. Op flö De handel over eene nadere Verpanding in den jaare 1560 kan wel begonnen wezen, maar fchijnt nimmer tot een volkomen effect gebragt; zijnde de Acte bij den Koning van Hispamcn, die ter dier tijd.reeds uit deeze Landen vertrokken was, met getekend, geappreteerd of geratificeerd. Het Renverfaal', op naam der Stad Nijmegen , is meede onbetekend. In de Charters, Boeken, Rekeningen enz. van den jaare ,560 en vervolgens, ter Secretarije van Nijmegen berustende is geene de minfte mentie van deeze nadere Verpanding, of van geld tot zoo eene aanmerkelijke fomme van omtrent 20ooo: die bij de verhooginge zoude zijn uitgefchoten, te vinden. Gelijk ook van deeze zoo genoemde nadere Verpandmg van den jaare 15C0 geen gewag gemaakt wordt bij de Schrijvers der Gelderfche.gefchiedenisfen, fchoon zij alle gewag maaken van dc Verpanding van den jaare 1408. En wanneer al eens mogte worden onderfteld, als echter neen, dat deeze nadere Verpanding van den jaare 1560 mogte zijn werkftellig gemaakt; zoo zoude nochtans zeker blijven, dat de natuur en aart van die Pandfchap door de nadere verhooging geenzins geoordeeld zoude worden te wezen verandprd maar in tegendeel die vootige Verpanding daar door veel'eerder te zijn gecorroboreerd; over welkers losbaarheid of pnlosbaarheid alleen in confideratie kunnen koomen de oude wnten en gewoontens van Duitsland, met betrekking tot zulke Pandfchappen, die bij den Keifer of andere FurCten aan St-nden van het DnitOhe Rijk mogten zijn uitgegeven ,n de We I3de 14de en r5de eeuwen, wanneer men in Duitsland weinig of geene kennis hadde van bet* Kmanorum.  17 Maan 1797. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden, houdende , dat het allezins met de rechten van den Mensch en gronden van Gelijheid ftrijdende was, dat Burgers van de (z) Steden in dit Quartier, H 4 en (/') Aan de Steden en Burgeren van Nijmegen, Thiel en Bommel heelt van oude tijden, uit kracht van dcrzelver weihebbende Privilegiën, gecontacteerd eene generale exemtic en vrijheid van Tollen in den lande van Gelre op de Rivieren de Maas, Waal, Rhijn en ijsfirf in reguarde van hunne eigene goederen, whaaren en koopmanl'chappen, die voorfchreve Rivieren open af gevoerd wordende; zonder dat de Burgeren om voorfchreve vrijdom op de Tollen te genieten iets anders naar rechten njodig hebben, als de vertooning van hunne Burgerbrieven, of certiücatien , gedepecheerd onder het zegel van de Steden haarer Borgerfchap; welke vrijvaarende Burgeren, niet dan hun welhebbend recht gebruikende, daar door niet kunnen gezegd worden aan eenen derden eenig ongelijk te doen. In het bijzonder heeft de Stad Nijmegen met der'zelver Burgeren eene univerfile vrije vaart op de Maas, Waal, Rhijn en IJsfel geëxerceerd uit kracht van Keiferlijke cn Roomsch-Komnglijke Privilegiën, en wel, gelijk dezelve vermelden, ubi- cunqde LOCORUM, et ad proprium eorum ARBil RUIM, a qualibet exaetione telonii cnm utfiverjts et jineutis quibuseunque bonis et mercibus fu'is cujuscunque valóris ftu condithnis exifiant, per tenant Jive per aquam, ubicunque per totum regncm five romanorum imperium; welke Piivileg:en, gelijk de Keiferen met uitdrukkelijke woorden daar bij voege», san Nijmegen en de Burgeren gegeeven zijn propt er praeclarae devotionis injignia, et muliiplices ce diuturnos 'laboret, quibus divh Romanorum imperc.ioribus et Regibus , ct ipfi Imperia, adhaeferint Charterboek van Gelderland / D. zde afdeelhfg ü. 371.en 519. Handvesten vaa Nijnsegciibladz. I,en volgende.  17 Maart ,1797. en waarfchijnlijk ook van de andere Steden in deeze Provincie , en meede van Steden buiten deeze Provincie, op een Burgerbrief, waar bij verklaard wordt, dat de lading van een Schip aan hun is competerende , vrij kunnen ^varen , van welke vrijheid de Ingezetenen van het platte land verftoken waren, en dat dienvolgens, daar alle privilegiën zijn afgefchaft, deeze tot heden plaats hebbende ongelijkheid behoorde te worden weggenomen, en aan de Inwooners van het platte land gelijke rechten, als de Burgers der Steden zijn hebbende, vergund; met verzoek om daar van opening aan 's Landfchaps tafel te doen: Is na deliberatie goedgevonden daar van de gewoone apcrture aan 's Landfchaps tafel te laten gefchieden. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens van Tineke- en Bommelre-waerden: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel voortedragen om aan het Provinciaal Belluur van Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Over-IJsfel en van Stad en Lande, mitsgaders aan de Repraefentanten van het Volk van Bataavsch Braband, en van Drenthe kennisfe te geeven van dezer■ zijds informatien aan de Nationale Vergadering door  17 Maart 1797. door het Provinciaal Collegie te doen toekoomen op hoogst derzelver Misfive ten geleide van de Lijst der Officieren , welke door den Staat op penfioenen waren gefield; naamelijk, dat men vermeent; i°. Dat alle Officieren, welke penfioen zijn trekkende , verpligt zullen zijn te tekenen het declaratoir voor de politique Amptenaaren bij dit Geweét vastgefleld, te weeten, het erkennen van de Oppermagt des Volks, en de belofte van de tegenswoordige ordre van zaaken niet te zullen tegenwerken. 20. Dat de zulke, welke daar toe nog in flaat zijn, zich zullen moeten verbinden, des gerequireerd, den noodigen dienst aan den Lande te praefleten. 30. Dat, daar bij het ontwerp der conflitutie voor het Volk van Nederland aan een Lid in den Staats-Raad jaarlijks niet meer zal worden betaald dan 7000-:-: welkers werkzaamheden niet te vergelijken zijn bij die der gepenfioneerde Officieren, als een zeer werkloos leven hebbende, dien ten gevolge de penfioenen werden verminderd. ■ En 4' . Dat de gepenfioneerde Officieren zullen verpligt zijn hunne penfioenen binnen 's Lands te verteeren: 1» II 5 Voorts  17 en 18 Maart 1797. Voorts hoogst-dezelve te verzoeken om deeze eonfideratien op het krachtigfte te willen appuieeren, ten einde dezelve bij de Nationale Vergaring worde geaccepteerd en geapprobeerd. Saturdag den 18 Maart 1797. "Verlezen de Requeste van den Burger J. Vermafen, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant tot Land- Dijk- en Gericht-fchrijver des Ampts Over-Betuwe aangefteld, dog niet compatibel zijnde met die van Fiscaal deezes Quartiers Financien, en Contrarolleur van den 8ofte en andere penningen, zich verpligt vondt laatstgemelde post, waar meede de Volks-Vertegenwoordigers hem wel hadden gelieven te beneficeren, wederom in den i'choot van het Quartier neder te leggen, met verzoek, dat de Volks-Vertegenwoordigers die zijne dimisfie goedgunfiig geliefden te accepteren , en hem zijn ontflag te accorderen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden het verzoek bij den Requefte gedaan te accorderen , gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij dezen , met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om ten aanzien van eene extraordinaire belooning voor deszelvs veelvuldige aanhoudende moei-  i8 en cio Maart 1797. moeite, bij 's Quartiers refolutie van den 2 Februarii laatstleden vervat, eene zoodane extraordinaire belooning aan den Requeftrant te verkenen , als evenredig aan die moeite na bevind van zaaken zullen oordeelen te behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering; Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden tot Fiscaal van's Quartiers Financien, mitsgaders tot Contrarolleur van den 8ofte en andere penningen , mitsgaders van het Klein Zegel bij dezen te committeren en aan te ftellen den Burger Johannes van Rees, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om denzelven in eed te neemen, en met inftructie te voorzien. Maandag den 20 Maart 1797. "V"erlezen de Requeste van de Buurmeesteren van het Dorp Hees in het Schependom van Nijmegen overdejaaren 1794, 1795, 1796, en 1797. daar bij te kennen geevende, dat op een voorig Request van hunL. aan het Dorp Hees was vergund remisfie van drie vierde gedeeltcns van hun Quota in den omfiag der middelen ovèr het jaar 1794-, waar voor de Requeftranten reeds de gelegenheid  20 -Maart 1797. ' gehad hadden namens de ongelukkige Ingezetenen van dat Dorp, die door de oorlogsrampen zoo oneindig veel hadden gefouffreerd gehad, haare dankbetuiging aan de Volks-Vertegenwoordigers oprechtelijk afte leggen. Dat Requeftranten vervolgens in de maand October laatstleden op eene vermindering van de ordinaire Quota voor het Dorp in den omflag der middelen hadden geinfteert; Edoch dat het zelve verzoek doenmaals aan de Requeftranten qpr. niet hadt kunnen volgen, om dat dezelve omflag des tijds reeds gemaakt, en de aanflag > als van ouds, o-efchiedt zijnde, daar in als toen geene verandering konde worden geadhibeerd. Zoo dat zedert dien tijd de Quota van het Dorp Hees in den omflag der Middelen , even gelijk tc vooren, verbleven was op de fomme van 1322-7-: dewelke met mogelijkheid aldaar niet konde worden ingemaand, om dat binnen-Hees in'het jaar 1794 geheel afgebrand of ten eenmaal onbewoonbaar geworden was een aantal; van niet minder als zeven en twintig huizen, die te zamen voor heen in de confumtie waren aangeflagen op eene fomme van 569-13-: blijkelijk uit de geformeerde Lijst den Requeste bij gevoegd, van welke zeven en twintig huizen eerst, loopende het jaar 1796, we-  zq Maart 1797. wederom vijf wooningen waren opgebouwd; zoodaanig, dat de mindere ontfang aldaar noch zal bcloopen ter fomme van 475-11-: verzoekende de Requeftranten derhalven om deeze en andere redenen-daar bij aangevoerd,. bij reiteratie, dat de ordinaire Quota van het Dorp Hees in den omflag der Middelen, conform het gunt voorfchreve, moge worden verminderd 'met eene fomme van 475-**?: Echter onder deeze fpeciale mits, dat die zelve Quota, bij vervolg van tijd, telkens wederom zal worden geaugmenteerd na rato dat de afgebrande of geruïneerde Huizen in •Hees wederom opgebouwd en herfteld, ofte wel anderen in derzelver plaats gezet zullen worden, en dat daar van door tijdelijke Buurmeesteren van jaar tot jaar, eene pertinente opgave, ter plaatze en ten tijde, als behoort, zal moeten gefchieden. Waar op gedelibereerd zijnde is, goedgevonden deeze Requeste te renvoieren , gelijk gefchiedc bij deezen, aan die geene , die tot het maaken der verdeelinge der lasten over het Schependom van Nijmegen, ;en het doen van den omflag der confumtive Middelen aldaar, zijn, of zullen worden gecommitteerd, om, naar inhoud van 's Quartiers refolutien , op zoortgelijke gevallen gearresteerd,.op: het verzoek der Reque- ftran-  ao Maart 1797. ftranten qpr. na redelijkheid en bevind van zaaken te disponeren. . "Verlezen de Requeste van Govert van Wtterweerden, woonende te Maurik, geaddresfeerd aan de Gedeputeerden ter Financie, en door dezelve aan deezen Quartiere voorgebragt, verzoekende om de daar bij geallegeei'de redenen remisfie van de boete wegens het niet tijdig voldoen van den eerden termijn van den 5oüen penning en dubbelde Verponding bij Placaat van den 30 September 1796 gearresteerd. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden dit Request te renvoijeren, gelijk gefchiedt bij deezen, aan welgemelte Gedeputeerden om hier op na bevind van zaaken in naarae van den Quartiere te disponeren. Verlezen de Requeste van H. van Batenburg, woonagtig te Batenburg, daarbij te kennen geevende, dat ontfangen hadde eene misfive van Commisfarisfen tot ontfangst van den 50^penning van den 16 deezes om binnen veertien dagen betaaling te bevorderen der Verponding der goederen van den Heer van Batenburg; dan dat Requeftrant  20 Maart 1797. ftrant, daar de Admodiateur der goederen van den Heer, zoo wel als den Heer van Batenburg zelvs buiten 's Lands woonen, en het niet mogelijk was binnen veertien dagen antwoord op een verzonden brief aan den Heer van Batenburg te bekomen, of die betaaling te bevorderen, daar door genoodzaakt wierdt te verzoeken prolongatie van den termijn tót i°. Mai aanftaande, vermeenende Requeftrant, als waarneemende eenige zaaken voor den Admodiateur, niet alleen, dat de gezegde betaaling op dien tijd zoude kunnen gefchieden, maar verpligtende hij zich om op dien tijd de gezegde betaaling te zullen praefteren. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden; wordende het zelve mitsdien gewezen van de hand. D e Gedeputeerden ter Financie hebben tec Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van den Ontfanger J. de Roock, tot bijlage hebbende eene Lijst van aangeftelde Beampten, die tot hier toe in mora waren gebleven de verfchulde Ampt-gelden te voldoen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden voorfchreve Misfive te renvoijeren aan welgemelte Ge-  20 Maart 1797» Gedeputeerden, ten einde na bevind van zaaken tegens onwillige Beampten tot voldoeninge der verfchulde Amptgelden door den Fiscaal des Quartiers zoodanig te doen procederen, als naar inhoud van 's Quartiers Ordonnantie zullen oordeelen te te behooren. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter. Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van den Schoutus des Schout-Ampts Heteren, houdende., dat zich met de toegezondene infinuatien , aan de Ingezetenen van Lakemond te exploicteren, hebbende vervoegd gehad bij den Richter van Wageningen, den zeiven hem hadde gezegd, dat hij die bevoorens in het Collegie van Jufiitie moeste brengen, en dat hij Schout tot antwoord hadde bekoomen te moeten (k) weeten zijne zaaken. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden ep verftaan,. dat de Infinuatien aan de Ingezetenen van Lakemond, met overlevering vaneen Co- .Men moet in achting neemen het wezcndlijk onderfchcid, het welk 'er,is iiiter concesjioncm eorum jurium, quae Superiori eómpitunt jure Ma'jcftatis, et ad Jidutem et decus Reipuhlicc.e tucndum, et eorum, quae fuut in commercie-. Dus is niet al* leen uit de conftitntie dgezer Provincie ten tijde der conceslie van Lakemond aan Wageningcn tot een Schependom, maat zelvs uit de natuur dej' zaak incontestabef,' dat de Furstclijkfi — magt  sa Maart tZ97> Copie, zullen worden gedaan door een Bode des Quartiers, en dezelve daarbij gefommeerd om op den 3.1 deezes maands tot Eist in het Amptshuis aan.handen van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50^ penning, en dubbelde Verponding aan hunne verpligting te koomen voldoen. Hec Request van G. F. van Hugenpoth toe Aart; van G. Herbrechter; van N. Arntz 5 van Proviforen van het Armen-Kinderen - huis binnen Nijmegen; mitsgaders eene Misfive van P. Berkelbach van der Sprenkel zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter. Financie, om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te disnen van eonfideratien en advijs. Da Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat gelast waren het raagt over de Domeinen hemels breedte verfchilt van derzelver magt over de Regalia majora, welke behooren tot de Oppermagt, et aÏÏ jitra Majeftatis, tot welke voornaamlijk behoort het recht van fchattingen in te voeren, en andere geldmiddelen den Ingezetenen op te leggen. Om dit oilderfcheid moeten alle Heerlijkheden, hoe aartzienlijk 011 gepriviligeerd dezelve ook mogen zijn, de tand fchattingen contribueren aan het Quartier, waar in zij leggen, 3-  'jo Maart 1797. het daar heenen te dirigeren, dat het Provinciaal Collegie werde geauctorifeerd onderzoek te doen na de (/) Stift ze waerden, en andere Riddermatige goederen, ten einde dezelve na bevind van zaaken voor de Provincie te reclameren. Waar op geen refolutie is gevallen. De Volks-Vertegenwoordigers, inhaererende 's Quartiers refolutie van den 4 Maart 1596, hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat geen Secretarien van Steden, noch Landfchrijvers van het platte land, O) in de Vergaderinge van den Quartiere zullen geleden worden. • Dings- (0 Behoord hebbende aan het Adelijk Nonnen Clooster van de Praemonlbatenfer Orde te Sennewijnen, volgens aloude Charters van dien tijd gellicht ge\«est in het jaar 12.29 door Vrouwe Machttüa, Weduwe van lieer Henrik van Smithuizen, bij raade en tpedoen van Eolpsri, Heer rt:n der Leek, getrouwd aan haare Dochter Olilda, of volgens andere oude Charters, Ohilaa, cn door Graaf Willem van Holland Roomsch-Koning in den jaare IZSfai mitsgaders door Otto den Hl, Graaf van Gelre, in 1258 begiftigd; Voorts door Paus Gregorius de IX, IWMC.cnt.ius de III, en Alexander de IV in 3f, Pietcrs en hunne befchetming genomen, waar van de Praebenden, na de verandering van den Godsdienst, geconfereerd wierden aan perfonen van de Proteftanfche religie, welke aan de requijita familiae, daar toe vercischt wordende , konden voldoen. (ti>). Op voorfchrifteli.ike Misfive van deiv Stadhouder Willem den IV is aan de Secretarien der Stad Nijmegen C. IV. Vonck en H. En-.'.  m Maart 1797. Dingdag deu 21 Maart "Verlezen de Requeste van Nicolaas Schans , woonende te Leeuwen , aan de Gedeputeerden ter Financie geaddresfecrd, en door dezelven tor deezer Vergaderinge voorgebragt, houdende, dat hij. zedert verfcheidene jaaren was geweest Pagter van 's Quartiers impost op de Bezaaide IYÏcrgen en Hoornbeesten onder het diftrict des Thieifchen Comptoirs; dat hij ia den jaare 1794 en 1795 heeft gepagt gehad den gemeiden impost over de Dorpen Altforst, Horsfen, Dreumel, Wamel, Appekern, Leeuwen. Dat hij altoos gezorgd had, dat den Ontfanger op behoorlijke tijd was betaald geworden, zonder , dat de Opgezetenen door hem waren gevexeerd geworden. Dat thans in deeze conjuncture van tijden een groot gedeelte van de Inwooners van genoemde Dorpen begrepen hadden niet te behoeven te betaalen voor en al eer de requifiticn, door de Franfche Troupes in voorfchreve Dorpen gedaan, I 2 aan Eitgétd}!,. óm .rjclcgciiWcid te hebben van zich in hi'.nne funeikn meer en meer bekwaam te inaaken > aJmislic ia OjjUlltiers Vergadering geaccordeerd geweest. Qnart. Ree. d, i. 18'Jhtói - 1749. Raadflgn. d. d. ?o April 1749.  si Maart 1797. aan hun wierden betaald door het Quartier van Nijmegen; daar de Requeftrant in den gepasfeerden jaare 1796 door den Ontfanger Jan van Leeuwen qq. met militaire executie tot voldoening van zijn verfchulden gepagten impost over 1794 en 1795 was geconftringeerd geworden. Verzoekende vervolgens om die en andere redenen, ten Requeste in het breede geallegeerd, om die geene, welke in gebreke zijn gebleven van gemelden impost over 1794 en 1795 aan hem verfchuld te betaalen , tot dat einde te mogen conftrin'geren, twee Militairen aan hem te accorderen, en die twee Militairen te auctoriferen, en aan zijn huis te zenden, om dezelve bij zijne debiteuren ter betaaling vaii haaren verfchulden impost te gebruiken. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na gehoudene deliberatie, de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd om de noodige manfchappen, als verzocht, aan den Requeftrant te accorderen, met prolongatie van den termijn tot betaalinge voor den tijd van drie maanden, zulks doende bij ddezen. Op Requeste van J. B. Plaatenberg, woonende te Waardenburg, Antonij van Dieden te Geldermal-  2i Maart 1797.' malfen , Arnoldus Bras te Meteren, en Zeger Hoskam te Hurwenen, verzoekende verklaaring van ongehouden te zijn om gelden voor hun af* genomene dranken aan de Pagters te voldoen. De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers hebben, na deliberatie, goedgevonden dit Reqüest te ftellen, gelijk gefteld wordt bij deezen , in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op na bevind van zaaken te disponeren. Gei elibereerd zijnde op het Rapport van de Burgers Nicolaus Lange en andere Gecommitteerdens , bij 's Landfchaps refolutie van den 20 deezes benoemd, ten einde, zoo mogelijk, de veffchillende opinien der refpective Quartieren omtrent het ftuk van fchadeloosfïelling wegens de Adfignaten, requifitien, fpan- en hand-dienften , en fchadens te conciliëren: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier gemelde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport bedankende, van advijs was, dat confor-m hetzelve zoude behooren te worden verftaan. Dat uit de Dominiale cas, en onder fpeciaal verband der Provinciale 'Domeinen, ingevolge 's Landfchaps refoluticvan den 15 Julii 1796 tót eene 1 3 • ge-  ai Maart 1797. gedeeltelijke fchaade vergoeding voor adfignaten, requifitien , fpan- en hand-dienrten en fchadens zullen worden uitgegeeven Provinciale Recepisfen ter fomme van twee Millioenen voor elk Quartier, en dus te zaamen van zes Millioenen: Met dien verftande , dat door de Quartieren Zutphen en Veluwe, in aanmerking van de meerdere fchaade, bij het Quartier van Nijmegen geleden, web een gedeelte der alzoo aan ieder Quartier uit te geevene twee Millioenen hebben willen •affiaan aan en ten behoeve van het Quartier van Nijmegen, overzulks volgens onderling gemaakte fchikking, cn zonder dat hier uit eenige confequentie, hoe ook genaamd, zal mogen wordèn getrokken, geprofiteerd zal worden bij het Quartier van Nijmegen .... 3,qoo,ooo bij het Quartier van Zutphen . . 1,200,000 bij het Quartier van Veluwe . . 1,800,000 Dat de voorfchreve Provinciale Recepisfen zullen verrenten tegen 4 pet. ingaande den 1 Januarü 1798, en te verfchijnen op 1 Januarü 1799. Dat aan de refpective Quartieren, na rato van het geene hun uit de Dominiale Kas wordt toegelegd, jaarlijks voor Renten zal worden uitgekeerd zoodanige fomme, als na aftrek der gewoone lasten uit de reven'ues zal bevonden worden over te fchie-  aa Maart 1797. fchieten, zoodanig nochtans, dat uit deeze fchikking geen het minfte verband voor de Quartierlijke Financien zal refulteren, noch dezelve nu, of in het vervolg, tot fuppletie van Capitaal of Renten zullen kunnen worden gehouden. Dat echter zoodanig Quartier , het welk bij onderzoek mogte bevonden worden meerder te hebben getrokken, als het zelve tot de vooraangetogene vergoeding van adfignaten, requifitien, fpan-en hand-dienftenen fchaaden, behoevt, zulks zal verpligt zijn overte geéven ten baate van het Quartier of Quartieren, welke mogt ofte mogten worden bevonden minder, dan de voor hun benoodigde fom ontfangen te heben. . Dat wijders over de geheele Provincie een Maximum zal worden vastgefteld, mitsgaders geformeerd eene generale en eguale cijnofure, aan welke , meede over de geheele Provincie , de aangiften tot fchaade-vergoeding voor adfignaten, requifitien, fpan- en hand-dienften en fchaaden, zullen worden getoetst, en dien conform of aangenomen, of verworpen worden. En dat tot het formeren van zulk plan , en verdere daaromtrent te regulerene poincten eene Commisfie behoorde te worden benoemd van twee Leden uit ieder Quartier, geadfisteerd met den I 4 Se-  21 en 22 Maart 1797. Secretaris van de Landfchap, met auctorifatie op dezelve om van het Provinciaal Collegie en refpective Commisfien van Financien de vereischte ftukken en elucidatien te vragen, en zulks noodig oordcelende zelvs Leden uit gemelde Collegie te adfumeren, doende vervolgens ten naasten aan de Landfchap rapport. Woensdag den 22 Maart 1797. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden bij advertentie in de Couranten te doen bekend maaken, dat de geene, die, buiten deezen Quartiere woonagtig, binnen het zelve geërfd zijn, hunne verfchuldigde dubbelde Verponding van die hunne goederen binnen zekeren korten termijn, bij de Gedeputeerden ter Financie te bepaalen, aan handen van Commisfarisfen tot den ontfangst in de refpective diftricten zullen hebben te voldoen, bij poene van parate executie der goederen, waar van de Verpondinge is verfchuldigdi En worden welgemelte Gedeputeerden geauctorifeerd deeze refolutie ter uitvoer te brengen. Op  22 Maart 1797. Op het geproponeerde is goedgevonden den impost op ieder fpel ordinaire Kaarten van zes ftuivers te verminderen op twee ftuivers, in te gaan i°. Mai aanftaande, blijvende den impost van ieder fpel Tarocq-Kaarten op twaalf ftuivers : En zullen de geene, die gequalificeerd zijn tot het verkoopen van Zegels in het klein, meede gehouden wezen geftempelde Kaarten te verkoopen : Zullende de boete op ieder onbeftempeld fpel, ingevolge den 5 articul der Ordonnantie verbeurd, zonder eenige conniventie , direct geinnet worden door den Fiscaal naar inhoud van het Reglement op de manier van procederen beraamd , en na adjudicatie op de gereede en ongereede goederen van de Gecondemneerderis gerepeteerd. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om hier van bij tijds alomme in den Quartiere de noodige Publicatie tot een ieders naricht te laten doen. Op gedaarie propofitie is goedgevonden aan Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50^" penning en dubbelde Verponding in den Thielrewaerd, welke, niet tegenftaande herhaalde aanfchrijving van de Gedeputeerden ter Financie, nalatig zijn gebleven de gerequireerde Lijsten van I 5 de  22 Maart 1797. de gebrekige in het doen der furnisfementen in te zenden , te laten afgaan de volgende misfive. Aan Commisfarisfen gefield tot den onlfangst van den 50^ penning en dubbelde Verponding in Thiclreivaerd. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers. Bij het fcheiden van deeze onze Quartierlijke Vergadering worden wij door onze Gedeputeerden ter Financie geinformeerd, dat, niet tegenftaande derzelver iterative aanfehrijvingen, GijL. nalatig blijvt in het overzenden der gerequireerde Lijsten van de gebrekige in het doen der furnisfementen , zoo der eerfte geforceerde heffinge van den 3 Aug. 1795, als in den eerften termijn der tweede heffing van 30 Sept. 1796. Wij gelasten UL. derhalven die voorzieninge te doen , dat voor den 11 April aanftaande de voorfchreve Lijsten ter Camere van Financie zijn ingezonden; en dus in deeze te verrichten, wat goede Commisfarisfen fchuldig en gehouden zijn te doen. Waar toe ons verlatende, en onzen last ferieu- fe-  n Maart 1797. lelijk recommanderende bevelen wij UL. in Godes protectie. Gefchreven te Nijmegen den 22 Maart 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. UL. goede Vrienden, De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Aan Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50 p8 penning en dubbelde Verponding te Nijmegen, en in Bommclre-waerd. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ons bij het fcheiden onzer Vergadering kennisfe gegeeven, dat niet tegenftaande derzelver aanfehrijving, GijL. nalatig blijvt in het overzenden der gerequireerde Lijsten 'van de gebrekige in het doen der furnisfementen in den eerften termijn der heffinge van 30 Septemb. 1796. Wij recommanderen UL. op het ferieufte zorg te  aa Maart 1797. te dragen, dat de voorfchreve Lijsten voor den 11 des aanftaande maands April ter Camere van Financie zijn ingezonden , en kunnen niet denken, dat wij in onze goede opinien, van UL. opgevat, ons zullen bedrogen vinden. Waar toe ons verlatende, bevelen wij UL. in Godes protectie. Gefchreven te Nijmegen den 22 Maart 1797? het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. UL. goede Vrienden, De Volks - Vertegenwoordigers dc: Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive betrekkelijk tot het Financiële: Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om ten aanzien van het daar bij geproponeerde zoodanig te handelen,ais ten meesten dienfte deezes Quartiers zullen oordeelen en vermeenen te behooren. Op het geproponeerde ter Vergadering is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden de Gede- pu-  £2 en 23 Maart 1797. puteerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om 's Quartiers refolutie van dea 4 October laatstleden tot inning der daar bij vermelde reftanten door executie effect te doen gewinnen, en verder door den Fiscaal der Financien in deezen naar inhoud van 's Quartiers Ordonnantiën en refolutien ten dien opzichten zoodanig te doen procederen, als zullen bevinden te behooren. Donderdag den 23 Maart 1797. Op het geproponeerde ter vergadering is goedgevonden aan de, Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Brtrcderjchap. Meede-Burgers. Vu hebben reeds voor eenen gerujmen tijd, zoo aan de gewezene Vergadering van Hun Hoog Mogende, als naderhand aan de Nationale Vergadering, en aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande voor-  23 Maart 1797. voorgedragen, wat dit gefolterd Quartier in den jaare 1794 en 1795, eerst door de zoogenaamde geallieerde Troupes, en daar na door de Franfche Armée heeft moeten verduuren boven de Ingezetenen der andere Gewesten : En het zijn die betreurenswaardige rampen van het alvernielend Oorlogsvuur, welke ons veroorzaaken die moeilijkheid, om in dien ftaat van uitputting, waar in zich dit Quartier bevindt, onze Financien , gelijk te vooren, gaande te houden. Wij hebben daar bij tcffens opengelegd, dat wij door geforceerde gcldhcffingen, en andere zoo verhoogde ordinaire' als extraordinaire middelen onze uiterftc vermogens in het werk ftellen om 'aan onze verpligting te voldoen ; en met alle empresfement aangedrongen, dat met het afgeeven van Adflgnatien op ons Quartier voor eenigen tijd mogte Worden gefuperfedeerd. GijLieden, Meede - Burgers, hebt ook ondervonden onze bereidwilligheid , om, zoo veel mogelijk, onze Offers op het altaar des Vaderlands te brengén tot ftijvhrg der algemeene Lands Casfe. Daar wij alle de van tijd tot tijd afgegeevene Adfignitién, zotr voor de Nationale als Franfche Troupes, niet alleen prompt hebbén betaald ; maar ook noch onlangs aan het Committé tot de al-  23 Maart 1797. ■„ugemeene zaaken van bet Bondgenoodfchap te Lande hebben gefurneerd één honderd duizend guldens, Wij herhaalen dan onze gedaane inftantien bij deezen: te meerder, daar de eerfte termijn van onze tweede heffing van eenen 5oa'tn penning en dubbelde Verponding nu afgelopen zijnde, wij met de invordering van den tweeden termijn een aanvang hebben doen maaken, welken wij om de uitgeputte Ingezetenen onder de zwaare lasten, gepaard met de drukkendfte eindelooze inkwartieringen, niet te laten bezwijken,- genoodzaakt zijn geworden eenige weeken te dilaijeren. Doch tot ons zonderling leedwezen ondervinden wij daar in eene aanmerkelijke ftoornisfe ter zaake van eene Publicatie der Cleeffche Regeerings-Raad op den naam van zijne Pruisfifche Maieiteit, waar bij de Ingezetenen van den Lande van Cleve en Mark worden gelast geene dubbelde Verponding van hunne goederen, in dit Quartier gelegen, te betaalen , en zelvs het reeds betaalde te reclameren. Wij kunnen niet ontkennen, dat deeze zoo onverwachte Publieatie ons zeer heeft gefurpreneerd;, alzoo onze handelwijze is overeenkomftig met de Concordaten tusfehen dit Gewest en Cleef en  23 Maart 1797. en Mark; En wij hebben daarom, daar de Nationale Vergadering ons wel heefc gelieven aan te bieden van te willen meede werken tot ftandhouding van onze financiële befluiten, wegens de bedenkelijke gevolgen, welke uit de executie der goederen van de Cleeffche en Markfche Ingezetenen zouden kunnen refulteren , vermeend gehad de kennisfe daar van aan hoogst-gemelde Vergadering niet te mogen onthouden, ten einde dezelve in haare wijsheid zoodanig befluit neeme, als na den aart der zaake zal vermeenen te behooren, en wij mogen weeten, waarna ons in deeze zoo bezwaarlijke omftandigheden te kunnen gedragen. Ondertusfchen vertrouwen wij, dat bij UL. zoo wel als bij het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, aan onze inftantien, om provifioneel voor eenigen tijd van afte geevene Adfignatien op dit Quartier verfchoond te mogen blijven, zal worden gedefereerd. Meede-Burgers Wij beveelen UL.' na toewenfching van Heil en aanbieding van'Broederfchap in Godes heilige* befcherming. - •;''10V /} ' Gc-  23 Maart 1797. Gefchreven te Nijmegen den 23 Maart 17971 het derde jaar der Bataavfche Vrijheid, ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers zijn na gedaane refumtie van het gerecesfeerde op heden gefcheiden. Uit last van dezeken JOH, in de BE TOUW. 3   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENEN GECONTINUEERDEN EXTRAORDINAL REN LANDDAG BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN APRIL 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID, K 2   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM HEES, NEDER-BOSCH„ HATERT enz, In loco. THIEL. Carel Campagne , rombout van riemsdijk, Pieter ten Bosch. ,ÜU3J -ÏIOO.I ASVia TH33>I BOMMEL. Daniël Prillevitz. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN,. Jacobus Smits , Hendrik Derkse, Willem Libotté. X 3 OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM,PANNERDEN, MILLINGEN. Gradus Roes, johannes glover, Christoffel van Kraaijkamp, Burgert Burgers, Jan Hendrik Teunissen, Lambertus Paauwen , NfCOLAAS ARNTZ. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET KEENT EN BALGOIJ, LEUR, HERNEN, HORSSEN. Jan Festen, Jan Bruijsten, Aeldert Schouten,. Jan de Bruijn, Peter van Heumen, JuRRIAAN van kampen, Willem Verheijen , Roelof de Ruijter. NE-  NEDER-BET UW E. Jan van Voorthuizen, Aalbert van Eldick. THIELRE-WAERD. Hendrik Murman, Hendrik Josephus Meijer. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange, Aart de Graauw. Re   i9 April 1797. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eenen gecontinueerden Extraordinair en Landdag binnen de Stad Nijmegen in April 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Woensdag den 19 April 1797. De Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland, bij Refolutie van den 22 Maart laatstleden op Reces gefcheiden, en op gisteren wederom binnen de Stad Nijmegen te zaamen gekomen zijnde, hebben de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden de voorkoomende Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas, als van ouds, te doen behandelen. Is ter Vergadering vdorgebragt eene Misfive van den Raad der Stad en Rechtsgebied van Wageningen, gefchreven aldaar den 1 deezes maands aan de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, houdende, dat namens de Opgezetenen derBuurtfchap Lakemond ter hunner Vergadering geproK 5 , 'du-  19 April 1797. duceerd geweest zijnde een Extract uit het Refolutie-Boek van gemelde Gedeputeerden, ingevolge welke dezelve hadden kunnen goedvinden een der Quartiers Bodens te gelaster., om zich te vervoegen bij den Schoutus des Schout-Ampis Hetcren, en aldaar te ligten de aan hem toegezondene Infinuatien ten fine van exploict aan de Ingezetenen van Lakemond; voorts die Infinuatien aan dezelve Ingezetenen, met overlevering van Copie te doen, en hun te Jommeren, om op den 31 deezes maands tot Eist in het Ampts-Huis aan handen van Commisfarisfen tot den ontfang van den 5pfe}, penning cn dubbelde Verponding aan hunne, verpligting te koomen voldoen: En hun tevens zijnde gecommuniceerd, dat die Exploicten. werkelijk gefchied waren, zij niet wilden ontveinzen, dat deeze demarche hun ten uiterlten gefrappeerd , en ook tevens gevoelig geanimeerd hadde, om, conform hunne duure verpligting, de aan hun, als Vertegenwoordigers der In- en Opgezetenen van Wageningen en Rechtsgebied en elk gedeelte van dien , toevertrouwde rechten en praerogativen niet te doen glisferen, maar, naar hun vermogen, te handhaven en befchermen. Dan dat, offchoon het hun nooit ten kwaaden geduid zoude hebben kunnen worden, om alzulke on-  19 April 1797. onverwagtfte, ongeoorloovde, zonder eenige reden of grond, ja zonder eenige tentamina tot de ordinaire vriendnabuurlijke en rechtelijke weg te doen , ondernomene infractie , en rechtsgebied fpolierende daaden, met gelijke munt te betaalen, en onmiddelijk zoodane ftrenge maatregelen te neemen , als tot maintien van hun welhebbend recht .zoude behooren, zij echter, na rijpe deliberatie, goedgevonden hadden, om, voorloopig, eene meer aan de Broederfchap beantwoordende weg in te liaan, en eene vriendnabuurlijke misfive te doen afgaan, en daar bij, op eene wel vriendlijke, doch niet minder ferieufeen dringende wijze, te infteren, dat de gemelde Gedeputeerden ten eerften die fpolie, turbel en indragt in hunne wettige en erkende hooge, laage en middelbaare jurisdictie, door het willekeurig en eigener auctoriteic zenden van een 's Quartiers Bode tot het doen van infinuatien en fommatien in dezelve, zonder behoorlijk confent van den Richter van Wageningen en Rechtsgebied, waar onder indisputabel de Buurtfchap Lakemond is gehoorende, en zonder emploi van een der Stads Bodens van Wageningen gepleegd, naar behooren en op eene met den aart der zaak overeenkomftige wijze, te repareren en af te fchaffen, met geene mindere era-  IQ April 1797. ernflige vermaaning, dat voornoemde Gedeputeerden zich van alle verdere inbreuk doende daaden zullen gelieven te onthouden, ten einde alle verdere onaangenaamheden, en ineen tijdftip, als het tegenwoordige, ten hoogden dangereufe verwijderingen, te praevenieren: Terwijl bij ontftentenisfe van het een en ander, zoo wel -ter verkrijging van opgemelde reparatie, als tot weering van alle verdere infractien, genoodzaakt zouden zijn zoodane middelen in het werk te {tellen, en zoodane maatregelen te arripieren, als zij zouden vermeenen te behooren , met bijvoeging, dat niet zouden inquireren de bevoegdheid tot het heffen eenes 5orten pennings in de Buurtfchap Lakemond, alzoo dit ftuk nooit het allerminfte recht furneerde tot he: doen van ingreep in hunne erkende jurisdictie, terwijl zouden afwachten het geene de Vertegenwoordigers des Quartiers van Veluwe deswegens in hunne hooge wijsheid zouden goedvinden te refolveren tot maintien van hunne publicatie van den 25 Februarii 1796. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden de voorfchreve Misfive te beantwoorden, als volgt. Vrij-  19 April 179/* Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. Onder de Stukken, welke onze Gedeputeerden ter Financie in onze abfentie ontfangen, en bij de tegenwoordige Vergadering aan ons op heden voorgebragt hebben, is meede geweest ULieder misfive van den 1 'dezes maards aan hunL. geaddresfeerd , houdende klagten over de gedaane infinuatie door een deezes Quartiers Bodens aan Ingezetenen van Lakemond, om tot Eist in het Amptshuis aan handen van Commisfarisfen tot den ontfang van den 5ofte» penning en dubbelde Verponding aan hunne verpligting 'te koomen voldoen: Door welk exploict zonder voorgaand confent, en zonder emploi van een Gerichtsbode van Wageningen, GijL. vermeent door oiizê Gedeputeerden geturbeerd te zijn in ULieder recht van hooge, laage en middelbaare jurisdictie ofer Lakemond , met inftantien van ULieden, ten einde zij Gedeputeerden die fpolie en indragt op eene met den aart der zaak overeenkomftige wijze repareren, en met vermaaning aan dezelve om zich van verdere fpolierende daaden te onthouden. Wan-  19 April, 1797. Wanneer wij, Meede-Burgers, hier op , en verder op alles, 'c geen bij ULieder voorfchreve Misfive is ter nedergefteld, eene ferieufe reflectie flaan, meenen wij klaarlijk daar uit te kunnen ontdekken, dat het ftuk in verfchil bij ULiedcn niet wordt befchouwd in zijn waaren ftaat, . of opgevat, daar het eigentlijk naar onze gedagten behoort. . Om dit wat nader te detailleren, verzoeken wij UL. te willen aanmerken, dat wij geen zwaarigheid maaken aan UL. te concederen, dat Lakemond door de overgifte van Willem van Cleef> Hertog van Gelre, en de opgevolgde Landfchaps approbatie in den jaare 1539 , gebragt is onder het Schependom van Wageningen, . en tot een gedeelte van het zelve gemaakt, met dat gevolg, dat gezegd kan worden aan ULieden e finu et beneficio Principis de landrechtelijke. jurisdictie over Lakemond, gelijk over de verdere gedeelten.» van het Schependom, te competeren. Doch dat het aan de andere zijde niet minder zeker is, dat Lakemond van ouds is geweest een Buurtfchap des Kerfpels Randwijk in Over-Betuwe, en vervolgens ten allen tijden is aangemerkt geworden als een gedeelte van het Quartier van Nijmegen: En dat het zelve Quartier de fchattin- gen  10 April 1797. gen en andere middelen van Financie, zedert de introductie van dezelve, aldaar heeft geheven, en daar van in eene geagnosceerde posfesfie is; zoodanig , dat, betreffende het ftuk van Financie bij geene mogelijkheid door een ander Quartier eenig recht daar op gemaakt kan worden. Dat het boven dien niet kan worden tegengefproken, dat er een groot onderfcheid is tusfehen het recht van jurisdictie, door Heeren, Graven en Hertogen van dit Gewest uitgegeeven, èn tusfehen de Regalia tnajora , of 's Lands hoog-en gerechtigheden , waar onder het recht van fchattingen te heffen voornaamlijk behoort: Daar het eerfte, na de conftitutie van dit Gewest, aan een Stad, of aan een particulier perfoon, door den Furst mogt worden afgeftaan; maar de laatfte door denzei ven niet konden worden veralieneerd, of aan een ander overgegeeven; ons dat zoodanige Regalia majora tot de jura Majejfatis, en onder de grootfte en distinctive characters van de Sou-, verainiteit behooren. Gelijk zulks in de Rechts-en Staatkunde zoodanig bekend en alom aangenomen is, dat wij vergeeffche moeite zouden doen dit te bevestigen, en om welk onderfcheid het ook is, dat alle Heerlijkheden, hoe aanzienlijk en geprivilegieerd de-  10. April 1797. dezelve ook mogen zijn , aan de Provincie of Quartieren, in welke zij leggen, moeten (a) contribueren. : - - - Het is .op deeze gronden , dat wij bij onze Misfive van den 12 September des voorigen jaars aan ULieden reeds hebben voorgedragen , dat door de Unie en incorporatie van Lakemond met Set Schependom van Wageningen die Buurtfchap wei is onderhevig gemaakt aan de rechten en costumen van Veluwe en Wageningen, zonder dié van Over-Betuwe, met uitzonderinge nochtans der Dijkrechten, meer onderworpen te zijn, en in zoo verre is veranderd van landrechtelijke jurisdictie, maar niet van resfort onder het Quartier van Nijmegen: Op gelijken voet en wijze, als andere districten van het Quartier, welke met het recht van jurisdictie tot Heerlijkheden door Graven en Hertogen gecreëerd, of tot Schepandommen uitgegeeven .zijn, niet opgehouden hebben te zijn en te blijven leden en deelen vin die Ampten en Quartieren, waar toe dezelve te vooren hebben behoord: Zijnde het aan UL. ten vollen bekend, dat deeze Buurtfchap 'noch tegenwoordig met de andere gewezene Heerlijkheden van OverBetuwe in de. Middelen van Confuratie, ea'in k,*r, • •"« èvQ «a 3}ii!nelxn«' 60& < nshsdiHhsctë! ' (a) Landd. ROt. 'd. d. 18' Maart. 1622.  io April 1797. de Ampts-lasten worde aangeflagen, en de Dijk* fchouwen van Over-Betuwe onderhevig is. De vraag dan hier op nederkoomende, of onze Gedeputeerden ter Financie door het zenden van een 's Quartiers Bode aan de Ingezetenen van Lakemond ten einde als bij de infiriuatie wordt vermeld, zonder voorgaand confent, en zonder emploi van een Gerichts-Bode der Stad Wageningen, in het recht van ULieder jurisdictie over die Buurtfchap fpolie, turbel en indragt hebben gedaan, ofte niet, zoo verzoeken wij, dat GijL. met ons verder gelievet te reflecteren. Dat de Quartieren deezer Provincie in het ftuk der Financien zijn gefepareerd, en als afzonderlijke Corpora, 'ieder in den haare , voorzoo veel het poinct van Financie aangaat, den Souverain uitmaaken; immers tot zoo lange de gemeenfehap van het Financiële tusfehen dezelve niet wederom is (b) ingevoerd, en de Conventien over de fub- dt- O) Na het reguleren der Provinciale Quota in den jaare 1579 verfchillen tusfehen de Quartiereu Over de Subdivifie ontflaan zijnde, is door de Staten Generaal voorgeflagen de introductie der Communie of gemeenfehap van middelen tusfehen dezelve , onder fubmisfie der differenten aan den Stadhouder. Qttart. Ree. d. d. 24 Nov. 1607. 23 Maart 1618. 5 Febr. 1629. 30 Oct. 2, 5, en 21 Novemb. 1633. Deductie achter het Quartiers Ree. van 1638. 20 Julii 1(542. Dan uit deeze gemeen- .3. L iïfy  iq April \797divifien niet zullen wezen geannulleerd: En dat ten gevolge van dien de Volks-Vertegenwoordigers der refpective Quartieren ex fuprema potestate aan derzelver Gedeputeerden ter Financie niet alleen de zorg van 's Lands fchattingen hebben aanbevolen; maar ook het beftier (c) over alle Financiële zaaken met de volftrekte jurisdictie, accesfien en aankleven van dien: En onder welke concesfien van jurisdictie ook, als een effect van dezelve, behoort het recht van executie der Quartierlijke Ordonnantiën en Placaten. Dergeftalt, dat de Gedeputeerden ter Financie, als Mandatum van den Souverain , bevoegd en zelvs verpligt zijn de Quartierlijke Financiële Placaten op allerlei wijze, ook, des noods, met de flerke hand te maintineren, zonder gehouden te zijn van de Middelen, die tot handhaving der Financien worden in het werk gefteld, aan Beftierders van Dorpen, Schependommen of Buurtfchappen r bin- toai> ziin de Ouartieren telkens gefcheiden , bijzonderlijk na „«introduceren der Verponding over de geheele Provmae, en A.proyiflonele verdeelinge, hoeveel elk Quartier m de too-:-. I proportie der Verpondinge in de refpective Quarueren tegens dent6 en 9penning zoude betaalen, vermogens LanddagsRec. d. d. 25. Sept 1652. (O Land. Ree. d. d. 18 Aug. iop*. •+*«• ^ 9 Oct. «?«• 30 April 171a.  ip April 1797. binnen het Quartier te vooren eenige kennhfe te geeven. Gelijk het Quartier dan ook bij haare refolutie van den 7 Junii 1751 allen Schouten binnen het zelve heeft geordonneerd om op de eerfte requifitie van de Pagters van den impost op de gebrande Wateren en den Tabak door het geheele Ampt, waar in de geene, welke gerequireerd worden , woonachtig zijn , met de voorfchreve Pagters te gaan rechercheren, zonder daar toe auctorifatie of voorgaand confent noodig te hebben: En bij interpretatie van den 13 October 1763 , dat alle Schouten , mitsgaders Land- en Gerichts bodens binnen deezen Quarriere op de eerfte requiiltie van de Pagters en Medeftanders van de voorfchreve imposten, in alle (J) Heerlijkheden, Kerfpelen en Dorpen van het geheele Ampt, waar in de Gerequireerdens woonen, met voornoemde Pagters en L 2 Mee- 00 Vermogens refolutie van den 5 Mai 1601 zijn de Gedeputeerden geauctorifeerd erceutie te verleenen aan Pagters, ingevaije Heeren van' Heerlijkheden , of Officieren ten platten Lande,, zulks mogten weigeren; mitsgaders tot invordering van Ampts-lasten, die ingewilligd zijn; Quart. Ree. d. d. 5 Mai ifjot Gelijk meede de Landbodens van Thielre en Boirrmelrewaerden gelast zijn , ook inde Heerlijkheden,, namens den Ontfanger der Middelen over het Bommelfche Comptoir de gebrekige Pagters, Borgen, Schouten en Buurmeesteren te executeren. Qyart. JXcc. d. d. 10 Novemb. 1752. Iösgeföks' in ' de  19 April 1797. Meedeftanders zullen moeten doen vifitatien, zonder daar toe fpeciale auctorifatie of confent te behoeven , onverkort echter de jura der refpective Schouten, in wiens Heerlijkheid, Kerfpel o£ Dorp de pegeling of aanhaaling gedaan wordt. En het is uit kracht van die bijzondere magt van cognitie en dispofitie over het Financiële aan de Gedeputeerden der drie Quartieren, ieder in het zijne, competerende, dat dit Quartier den 7 April ,718 aan de Monopolisten heeft toegeftaan om zonder Schoutus te mogen vifiteren in Lakemond, ingevalle de Raad van Wageningen niet bezorgde, dat aldaar een Schout woonagtig was: En dat bij refolutie van den 13 November i744 op Misfive van den Raad van Wageningen van den 2 daar te vooren, houdende verzoek om eenig redres in de Acte van Auctorifatie tot adfistentie der Monopolisten van den a Mai 1736 ten aanzien der Buurtfchap de Heerlijkheden de Collecteurs der Verpondinge wegens achterend te panden. *?3 3' ^ S Sl J* te» Ontfanger der Middelen op alle p aatzen en . eerlijkheden in het Bommelfche Comptoir de gebrek.ge Maan„eestets, of de Schouten en Buurmeesteren wegens de aangef^evene M.ddelen, als ook de Pagters en hunne Borgen voor „et 'Bezaai] en Hoorngeld , te panden, cn hunne gereed goederen op te haaien, en te executeren; musgaders om te doen aanmaniuge en executie voor verfchulde Ampts-lasteu. Qt-ert. R*& *■ *• 4 UmH  19 April 1797. fchap Lakemond, goedgevonden is die misfive te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien, of dievooraangetogene Acte, zonder de Financien deezes Quartiers daar door te praejudicieren, eenigermaate zoude kunnen worden verzacht: En waaromtrent die ver* andering ook gevolgd is, dat de vifitatien onder Lakemond door den Gerichts-bode van Wageningen gefchieden na bekomene auctorifatie van den Raad. Dan hoedanige Actus jurisdictionis, welke door Pagters en andere Dienaars van Financie worden verzocht, en auctore Praetore plegen te gefchieden in alle Steden en Schependommen deezes Quartiers, geenzins kunnen opereren tegens middelen van executie, die de Gedeputeerden ter Financie bij voorkoomende gelegenheden ex fupremd potestate tot maintien van 's Quartiers Placaten genoodzaakt zijn in 't werk te ftellen ; offchoon wij anderzins de magt van cognitie en dispofitie van de Gedeputeerden ter Financie niet tot bijzondere handelingen willen extenfibel houden , wanneer die handelingen als Financieel niet kunnen, worden aangemerkt, en tot een voorwerp hebben een punctum juris ordinarii, feparaatvan het poinct van Financie : Zoo als de Schoutus des PanderL 3 Amptg  ro April 1797Ampts Hetcren dan ook om die oorzaak ingevolge den 2 artrcul van de Inftructie voor Commisfarisfen tot den ontfang van den 50^» penning en dubbelde Verponding zich met de toegezondene infinuatien heeft vervoegd gehad bij den Richter van Wageningen en Rechts-gebied om confent tot het doen van het exploict, het welk zonder eenig uitftel wierdt gerequireerd, daar de voorfchreve Commisfarisfen bij gemelden articul hunner inftructie onder anderen worden gelast van de gebrekhaftige en uitblijvende perzonen lijsten te formeren , en aan de Gedeputeerden over te geeven, ten einde ingevalle van disobedientie, waar aan refractaire zich als dan mogten hebben fchuldig gemaakt, en welke voor de Camer van Financie, als alleen daar over competent, actionabel zijn, wegens transgresfie van financiële wetten zoodanig in rechten te doen ageren , als zullen oordeelen te behooren. Ziet daar, Meede-Burgers, onze eonfideratien, welke wij aan UL. omtrent deeze zaak wel hebben willen meede deelen. Wij vertrouwen, dat-aan ULieden uit derzelver detail genoegzaam zal zijn gebleken, dat er voor het cas van Spolie , deficientibus duobus extremis Spolu» geene termini habilss gevonden worden;  ip April 1797. en dat wij, ten aanzien van een gewild cas van turbatie, van onzenkant UL. wel kunnen verzekeren, dat de intentie onzer Gedeputeerden ter Financie niet is, ofte geweest is om ULieden in eenigerlei manieren de landrechtelijke jurisdictie, gelijk die aan Wageningen over Lakemond als een Schependom door Willem van Cleef, Hertog van Gelre, met opgevolgde Landfchaps approbatie is geconcedeerd, te betwisten, maar UL. in rustige en vreedige posfesfie daar van ongeftoord te laten. Meede Burgers na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap bevelen wij UL. in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 19 April 1797» het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers de: Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve* L 4 Het  10 en 20 April 1797. Het Request van Edle van Meinertzhagen , gebore van Motzfeldt; van de Inwooners van het Fort St. Andries; van de Dijkgeflaagdens van Lhcde en Oudenwaard; van A. H. van Eek; van de Kinderen van Goosfen van Verfendaal , en eene Misfive van het Provinciaal Collegie vanden 4 deezes, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, cn daar op vervolgens te dienen van eonfideratien en advijs. Donderdag den 20 April 1797- öp Requeste van Hendrik van Kesfel, Pagter van het vheer over de Rivier de Waal voor B ommel is goedgevonden den Requeftrant aan het Committé tot de algemeene zaaken van hetBondgenootfehap te Lande te verkenen de volgende voorfchriftelijke Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. "^Wij hebben bij onze Misfive van den 26 Mai des voorigen jaars ULieden vertoond de facheufe om-  »o April i~97. omftandigheden, waar in de Pagter van het vheer over de Rivier de Waal voor Bommel Hendrik van Kesfel is geraakt door wanbetaling van eene fomme van meer dan zes duizend guldens, welke hij wegens veergeld voor het overvaaren van Militie van den Lande zedert het ingaan van zijnen pagt met i°. Mai 1794 over dat en het volgende jaar 1795 te vorderen heeft, ten einde deeze zijne •billijke praetenfie voldaan , en hij wegens zijn rechtmatig achterwezen fchadeloos gefield wierde. Deeze onze intercesfie, hoe zeef ook op alle redenen gegrond, tot ons leedwezen voor. als noch van geen het minst effect geweest zijnde, heeft gemelde Pagter zich bij occafie van onfe tegenwoordige Vergadering andermaal bij Requeste geaddresfeerd, en daar bij te kennen gegeeven, dat zijne Crediteuren hem niet langer uitfiel wilden gecven , en de verfchulde pagt van het Vheer door hem aan de Stad Bommel voldaan moest worden, waar toe hij reeds bij Panding was aangefproken, en dat het te voorzien was, dat buiten betaaling met Mai aanftaande hij door verdere rechts middelen zoude worden geconftringeerd. En -daar dus bij mangel van eene fpoedige hulp des Requeftraots ruine onvermijdelijk is, hebben wij ons verpligt gevonden , om nogmaals L 5 in  so April 1797in faveur van den zeiven bij ULieden eenige pogingen aan te wenden. Wij behoeven UL. niet te demonftreren, hoe hart het den Requeftrant vallen moet om bij continuatie gepriveerd te blijven van het genot der gelden hem uit voorfchrevcn hoofde zoo rechtmatig competerende, en wij verzoeken derhalven ophetinftantelijkfte, dat GijLieden, Meede-Bur£ers, eindelijk eens gehoor geevende aan deszelvs billijke klagten, middelen zult gelieven te beraamen, waar door niet alleen den Requeftrant, mitsgaders de Pagters van het Vheer over de Waal voor Nijmegen, en van het Lexkes Vheer over den Rhijn bij Wageningen, maar ook andere Vheerlieden binnen dit Quartier zich in gelijk geval bevindende, hoe eerder zoo beter, het zij door het verleenen van Acte van verzoek ten fine van liquidatie op korting onzer Quota , zoo als zulks ia voorige tijden met den gewezen Raad van State heeft plaats gehad, ofte zoo als het convenabelfte zal bevonden worden, betaald, en alzoo uit hunne praefente ongelegenheden, daar zij dagelijks de executie van hunne goederen buiten hunne fchuld en toedoen voor oogen zien, gered mogen worden. Mee-  20 April 1797. Meede -Burgers, wij bevelen UL. na toewenfching van heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 20 April 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen tot het verleenen van Ordonnantie aan het Lid, wegens de Stad Bommel gecommitteerd, tot voldoeninge der'onkosten en verfchotten van kettingtrekken en arbeidsloonen, die veroorzaakt moeten worden bij het meeten van de buitenlanden in Thielre-en Bommelre-waerden, met verdere auctorifatie om te zorgen, dat die meetinge, hoe eerder zoo beter werde voortgezet, en voor het aanftaande winter - faifoen vol tooid. Het  ao en 21 April 1797' Het Request van Catharina Westenberg is, met inhaefie van 's Quartiers voorige refolutien, laatftelijk van den 2 Julii 1795, alzoo 's Lands penningen tot eindens, als daar bij verzocht, niet worden opgebragt, ook daartoe niet mogen worden gebruikt, gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie , om voor ditmaal uit de vacante militaire tractementcn eene gratificatie aan de Requeftrante te verleencn. Vrijdag den ai April 1797. De Gecommitteerdens van Gent en Erlecom. Pannerden en Millingen hebben ter Vergaderinge voorgedragen : Dat daar de comparitie-penningen ter fomme van 5000 guldens, welke bij de Leden van de geweezene Ridderfchap des Quartiers plagten genoten te worden , zedert de gezegende omwenteling gedestineerd zijn geweest om daar uit te gemoed te koomen aan de kosten en verzuimen van affaires, welke de geene , die van het platte Land tot de 'Quartiers en Landdagen worden gezonden , moeten maaken: En daar overzulks de diftricten van de gewezene Heerlijkheden in het Quartier, als tot de reprae- ƒ«-  ai April 1797- fentatie hunner Ingezetenen op de Qitartiers en Land' dagen ongetwijfeld meede gerechtigd, en ook door het Provinciaal Collegie van Politie , Financie en algemeen welzijn daar toe opgeroepen , insgelijks uit dat fonds voor hunne Gecommitteerden vergoeding voor kosten en vacatiën moeten trekken; echter de Gecommitteerdens van Gent en Erlecom, Pannerden en Millingen tot heden zoodanige vergoeding niet hebben ontfangen , nogte geinformeerd zijn geworden , waar zij zich daar over moeten vervoegen; Proponerende de meergemelde Gecommitteerdens overzulks, vermits die Comparite-penningen niet wierden gegeeven aan de Leden van de geweezene Ridderfchap in betrekking van hun aandeel in het beftuur der Ampten, maar in relatie als Leden van de Ridderfchap van het Quartier ten aanzien van hunlieder comparitien in bet Quartier en in de Vergadering van de Landfchap, dat deeze zaak bij het Quartier in deliberatie genomen, en aan de Gecommitteerdens van de diftricten der geweezene Heerlijkheden redelijk contentement gegeeven mag worden. Waarop gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden de gemelde Gecommitteerdens van de gewe-  21 April 1797. wezene (£) Heerlijkheden Gent en Erlecora, Pan- (b) Bij de eerfte Quartierlijke en Landelijke bijëenkomlten zijn de Gecommitteerdens van Gent erfchenen onder de Gecommitteerdens der Quartierlijke Steden, tot dat Gent in den jaare 1506 door Hertog Carel van Egmond als eene hooge-Heerlijkheid ter leen is uitgegeeven; zijnde als toen door dep Heer ter Landelijke en Quartierlijke Vergaderingen gcrepraefenteerd, even als alle andere Edelen het platte land repraefentcerden. Uit een brief van den 16 Julii 1233, geinfereerd in hetCI/artcrb. van Gelderland I D. 3de afd. bladz. 408. is af te neemen , daé door Graaf Otto den III omtrent den jaare 1233 aan die van Gent in Over-Betuwe Stsds-vrijheid gefchonken is geweest. En zijn de oude Stads-rechten van Gent door Hertog Willem van Gulik in den jaare 1382 in getchüit gebragt, door Hertog Reinald de IV iu den jaare 1410 , en door Hertog Amo'.d van Egmond in den jaare 1423 bevestigd: volgens Charters van omtrent den jaare 800 is Gent in Over-Betuwe reeds bekend geweest onder den naam van Gattnitat, Dezelve zijn gevoegd in het Chartert, van Gelderl. I D. ijle afd. bladz. 10, 13, 24, 29, 43, 99, Het Dorp Pannerden heeft toebehoord aan het Ctpittel van St. Lambert te Luik; zijnde in het jaar 1284 door den Proost aan de Canonici te Etnbrik vcrkogt; en in den jaare 1294 gecedeerdaan Diderik van denBijlandt, dewelke hetzelve in den iaare 1356 tot een bruidfchat met zijne dochter Sophi.i aan Willem, Heer tot den Berg, heeft meede gegeeven. Van llillingen wordt reeds melding gemaakt in een Charter van den jaare 720 of 721; in het welk Graaf Ebroinus wordt gezegd Stichter van een Kerk aldaar geweest te zijn, geinfereerd in 't Charterb. I afdeel, bl. 2. in den jaare 1330 is het zelve door Diderik den IX, Graaf van Cleef, gecedeerd aan Johan van Linden, welkers erfgenaamen dit Dorp in het jaar 1430 of 1434 aan Willem van der Leek, Heer tot den Berg, hebben overgelaten.  oj April 1797. , Pannerden en Millingen te renvoijeren aan de Ampts-regeeringe van Over-Betuwe om deezen aangaande fchikkingen te maaken. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat ontfangen hadden eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn, gefchreven te Arnhem den 8 dezes maands, tot bijlage hebbende eene fecrete Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in 's Hage den 7 daar te vooren aan de hoogst geconftitueerde magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, tot uitnodiging om tegens den 24de aanftaande Gecommitteerdens derwaards te zenden, om met eene Commisfie uit hoogstgemelde Vergadering in conferentie te treden over het daar ftellen van financiële operatien voor de buitengewoone behoeften van den Lande, daar bij in het breede vervat. En hier op, in aanmerkinge dat dit Gewest aan de voorfchreve uitnoodiging zich niet zal kunnen onttrekken, bij de Landfchap goedgevonden zijnde uit ieder Quartier te benoemen twee Leden, welke, even als de Gecommitteerdens in den voorleden jaare afgevaardigd, overmits de plaats H  ai April 1797. plaats hebbende orde in het Financiële , en de bijzondere huishoudinge ten dien opzichte in ieder Quartier, niet dan Quartierlijk zullen mogen handelen: Hebben de Volks-Vertegenwoordigers daar toe uit hun midden verzochten gecommitteerd de Burgers Nicolaus Lange, Gecommitteerden uit den Bommelre-waerd en Schependom van Bommel, ter Vergadering praefiderende, en Hendrik HooT gers, Lid van den Raad der Stad Nijmegen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken, tegens de Amptenaaren, welke nalatig zijn gebleven hunne Actens van aanltelling met een behoorlijk Zegel te iaten voorzien, 'na bevind van zaaken zoodanig door den Fiscaal der Financien deezes Quartiers te doen procederen, als ingevolge de Ordonnantie op dit Middel geëmaneerd zullen oordeelen te behooren. V erlezen de Requeste van Samuel Keuchenius, Predikant te Alem en Maare, daar bij te kennen geevende, dat hij onder Heerewaarden in Bommelre-waerd geërft is in zeker ftuk Land, genaamd den Hoogenwaard, waar van hij tot hier toe in'de Ver-  2i April 1797. Verponding moet betaalen tegen 4 mergen eh 75 roeden, daar de geheele Waerd, leggende zedert jaaren aan den afloop der Rivier de Maas thans geen vier hond groot is, en hij in waarheid betuigen konde verfcheide jaren gehad te hebben, dat ter betaaling van de ordinaire Verponding en verfchot van Ampts- en Dorpslasten de pagtpenningen niet toereikende waren. Dat Requeftrant nevens deezen Waerd nog geërft legd met een ftuk Land, genaamd de Blankvlietfche Geeren, leggende in de ordinaire Verponding aangeflagen voor 12 mergen, daar dit Land thans flegts vier mergen groot is, en dat hij des niet tegenftaande, van dit merendeels weggefpoelde land tot hier toe de volle Verponding hadt moeten betaalen; verzoekende vervolgens om de daar' bij geallegeerde redenen , dat hij van zijn bezwaar in deezen mogte werden gelibereerd; immers van het betaalen der ordinaire en extraordinaire dubbelde Verponding, tot dat door eene meeting van die landen zal bevonden zijn, hoe veel Verponding het geene nog overgebleven is, zal verfchuldigen. Waar op geene refolutie is gevallen. Op het geproponeerde ter Vergadering om de betaalinge van de Verponding der buitenlanden in 3- M Thiel.  ai April 179?'3 Thielre- en Bommelre-waerden op den voet, als de Verpondinge over het Bommelfche Comptoir tot noch toe is ingewilligd, naar het te formeren nieuw Quohier een aanvang te doen neemen met i°. Januarü 1797, en het daar voor te doen houden, als of de geordonneerde meeting reeds binnen den jaare 1796, ingevolge 's Quartiers refolutie van den 16 September laatstleden, was voltooijd geweest, met uitzonderinge nochtans der dubbelde Verponding, welke volgens Placaat van den 30 Septemb. 1796 naar het oude Quohier zal worden betaald, voor zoo verre die niet geinnet mogte zijn. Is na gedaane omvrage goedgevonden zich met de bovengemelde propofitie te conformeren, en dezelve te houden geconverteerd in eene Refolutie. En is deeze conclufie geformeerd door den Burger J. Teeuwisfen, voorzittend Lid uit den Raad der Stad Nijmegen; hebbende de Gecommitteerdens van Bommel, Thielre-, en Bommelre-waerden, alzoo de wetten geen terug werkende kracht mogen hebben, èn nimmer dit het gevolg eener wetfbehoorttezijn, tegens alle nadeelige gevolgen, die hier uit moeten refulteren, geprotesteerd, met referve van nadere aantekening. De Gecommitteerdens uit de Steden Nijmegen en Thiel, van het Rijk, Over-Betuwe, Tusfehen Maas  22 April 1797. Maas en Waal en Neder-Betuwe 1 ejben hier tegens zich voorbehouden hunne contra-aantekening, Saturdag den 22 April 1797. Ontfangen eene Misfive van het ProvinciaalCollegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn, gefchreven te Arnhem den 4 deezes, dienende tot refcriptie op dezerzijds brief van den 11 Maart daar te vooren, en houdende de redenen, waar door het hun volftrekt onmooglijk was aan het daar bij gedaane verzoek te defereren , daar 'er tegenwoordig geene penningen voorhanden waaren, infierende derhalven op het furnisfement der Quota deezes Quartiers in de fommen ter benefiringe van den Neder-Rhijn en IJsfel, zoo voor de kas der twee Provinciën Gelderland en Holland, als voor die der drie Provinciën Gelderland, Utrecht en Overijsfel uitgeflagen, te zaamen bedragende 6821-14-52-; Terwijl intusfchen yerzekerden, dat niet in gebreke zouden blijven, om, zoo dra de ftaat der Provinciale kas zulks eenigzins zal gedoogen, eenige penningen in mindering der nog aan het Quartier eompeterende gelden te furneren. Waar op gedelibereerd zijnde , is goedgevonM 2 den  22 April 1797. den en verftaan, ten einde door vertraging geen nadeel aan de werken der voorfchreve Rivieren werde toegebragt, de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, om het aandeel deezes Quartiers in de aangetogene uitdagen te voldoen. Op het geproponeerde ter Vergadering om aan de Gecommitteerdens tot de conferentien in 's Hage, uit deezen Quartiere benoemd , toe te voegen eenen Amanuenfis; Is goedgevonden voornoemde Gecommitteerdens te auctoriferen , gelijk gefchiedt bij dezen, als Amanuenfis te mogen emploijeren den Burger Walraven Francken , Clerq ter Camere van Financie, op een dag-geld van zeven guldens voor ieder dag, die denzelven ten dienfte der gemelde Gecommitteerdens uit deezen Quartiere in 'sHage zal zijn, en wijders op het Transport-geld daar toe ftaande. Het Request van Commisfarisfen tot den ontfang van den 5ofte penning en dubbelde Verponding over de Stad en Schependom van Nijmegen; mitsgaders van Johannes van Haren, en J. Roeland Pagters yan 's Quartiers impost op den Tabak over het  2S April 1797. het Bommelfche Comptoir, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om te examineren, en daar op te dienen van eonfideratien en advijs. Op Requeste van tijdelijke Buurmeesteren van de geweze Heerlijkheid Hedel, in naame van de ftemgerechtigde Burgers aldaar, verzoekende approbatie van de gedaane verkiezing van Schepenen en Heemraaden, mitsgaders Schout, Secretaris en Gerichtsbode, goedgevonden zijnde, aan'sLandfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat dit Request behoorde te worden gefield ,jn handen der voorige Leden van het Dorps beltuur of oude regeering van Hedel om daar op te te dienen van bericht. Wijders op Requeste van de Leden van het Gerichts- en Dorps beftuur te Hedel goedgevonden zijnde, te openen, dat het zelve behoorde te worden gefield in handen van de nieuwe aangeftelde Leden van het beftuur van Hedel, en ftemgerechtigden aldaar ten fine van Bericht; Hebben de Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelrewaerden verzocht aantekening van advijs te zijn geweest, dat deeze Requesten teffens behoorden te worden gefteld in handen van de Ampts ColM 3 le-  22 April 1797. leglen van voornoemde Waerden ten fine van Bericht en onderzoek. Op het geproponeerde ter Vergadering is na gehoudene deliberatie goedgevonden onder de articulen, zullende dienen tot inftructie voor de Gecommitteerdens na 's Hage te infereren , dat, daar de penningen door deeze Provincie aan de Generaliteit ter defenfie van dezelve in den jaare 1794 voorgefchoten, tot heden niet gerestitueerd, geliquideerd of vereffend zijn , op de restitutie dier gelden, ten fterkften zal worden aangedrongen : Dat meede zullen worden aangedrongen de klagten der Ingezetenen over de enorme uitgaaven in het ftuk der Fortificatiën ; Voorts op het onderzoek naar en het ftraffen van hun , wier trouw en directie in de adminiftratie van 's Lands penningen verdagt gehouden worden : Bijzonderlijk, dat het Committé van adminiftratie voor de Franfche Troupes tot de ftrengfie rekening werde geconftringeerd, en de fchuldigen wegens wanbeftuur, zonder eenige oogluiking, geftraft: Dat meede het Committé te Lande ter verantwoording werde opgeroepen wegens deszelvs achteloos toezicht op het gedrag van het aan het zelve ondergefchikt Committé van admi- ni;  22 en 24 April 1797. niftratie, en wegens deszelvs achterlijkheid in het vorderen van rekenfchap van het zelve alle vierendeel jaar, wanneer nooit zulke misdagen ten verderve der Financien hadden kunnen plaats grijpen. Dat wijders zal worden geinfteerd op redres van de penfioenen aan Militairen, overeenkomftig de geformeerde remarques; en op de verdeeling der tien.Millioenen, welke volgens het tractaat van Vrec.de en Alliantie met de Franfche Republicq gekort kunnen worden, na evenredigheid der geleverde requifitien enz. Maandag den 24 April 1797. Tot Plaats vervanger van den Voorzitter Nicolaus Lange , na 's Hage gecommitteerd, is benoemd de Burger A. vanEldick, Gecommitteerde uit Neder-Betuwe. Op het geproponeerde ter Vergadering, hebben de gezamentlijke Leden aangenoomen zich te bekwaamen tot het dragen der Confenten tegens de gecontinueerde landelijke Vergadering in den beginne van Mai aanftaande, en goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen ingeM 4 vol-  24 April 1797. volge 's Quartiers refolutie van den 31 Januarü deezes Jaars de Vergadering ten gemelden einde te verfchrijven tegens den eerften dag na het fcheiden der Landfchap. D e Gecommitteerde der Stad Bommel ter Vergaderinge voorgedragen hebbende, dat de Burger W. A. van der Feltz, aangefleld provifioneel tot Richter en Schout der Stad Bommel, het Amptgeld, om in Eed te kunnen genomen worden, volgens's Quartiers refolutie van den 17 Julii 1795 hadde moeten betaalen; verzoekende, vermits de provifioneel aangeftelde Richter der Stad Nijmegen J. E. Sanders van Well bij refolutie van den 12 Maart 1796 daar van was ontheven geweest, auctorifatie op den Ontfanger Jacob de Roock, om het betaalde Amptgeld aan voornoemden Burger W. A. van der Feltz te restitueren. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden deeze propofitie te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om ter eerstvolgende Vergadering daar op te dienen van eonfideratien en advijs. De Gecommitteerde der Stad Bommel geproponeerd hebbende het toeleggen van een douceur aan  24 April 1797. aan de Stads Bodens aldaar, wegens de veelvuldige exploicten aan gebrekige in het furneren van den 5oue penning en dubbelde Verponding, en zulks ten aanzien van de Schouten geappuieerd zijnde door de Gecommitteerden van Over- en Neder-Betuwe. Is goedgevonden deeze propofitie te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, ten fine van eonfideratien en advijs. "Verlezen de Requeste van Henricus Gremmen, houdende verzoek, dat aan Requeitrant mogte worden gepermitteerd , om aan zijn huis en op zijnen grond een Rosmolen onder het Kerfpel Deest tot het maaien van Roggen- en ander meel ten gerieve van de Ingezetenen aldaar, te mogen doen zetten. En hier op vermogens het appoinctement van den 10 Maart jongstleden hebbende gehad de eonfideratien en het Bericht van de Ampts-Regeeringe van Tusfehen Maas en Waal. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers , na gehoudene deliberatie goedgevonden des Requeftrants verzoek te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen ; mits ten aanzien van het Gruttenmeel betaalende die zelfde M 5 las-  24 April 1797. lasten, die de Grutters in de Steden gehouden zijn te betaalen. H et Request van Inwooneren van het Schependom van Nijmegen; mitsgaders de Berichten refpective van de Burgers Corn. Taaij, als Collecteur van de Verpondinge van Geldermalfen , en G. van Meteren, als Collecteur der Verponding over Meteren, op de Requeste van Schout en Buurmeesteren van Geldermalfen en Meteren, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om dezelve te examineren, en ingevolge 's Quartiers refolutie van den 8 Maart laatstleden te dienen van eonfideratien en advys. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Acte van Praefident en Raaden der Stad Salt-Boemel, gegeeven aldaar den 6 Maart jongstleden, waar bij de Burger Augustinus Geukama wordt benoemd tot Ordinaris Gedeputeerde des Quartiers wegens de Stad Bommel. Waar op gedelibereerd zijnde is zulks voor notificatie aangenomen, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om gemelden Burger, als gewoonlijk , in eed te neemen, en fesfie te verkenen. Is  24 April IJ97' Is geëxhibeerd eene Acté van den Raad der Stad Nijmegen, gegeeven den 17 Maart laatstleden, waar bij in plaatze van den Burger W. Doelman, dewelke bij Raads refolutie van den 28 December daar te vooren was gecommittceerd geworden , dog welke Refolutie den 16 Maart om redenen, vervat bij eene ingekomene Misfive van den 20 daar aan volgende, was ingetrokken, tot Gedeputeerden ter Financie, voor den tijd van één jaar, in te gaan i°. Mai aanftaande, wordt benoemd de Burger J. Teeuwisfen , Meede - Raad der voorfchreve Stad. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden, met intrekkinge van 's Quartiers refolutie van den 1 Februarii laatstleden, de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worde bij deezen, om gemelden Burger, als gewoonlijk , in eed te neemen , en fesfie te verleenen naar behooren. De Gecommitteerde uit den Thielre-waerd H. Murman heeft voorloopig ter Vergaderinge voorgedragen, dat de Burger Nicolaus Lange tot het refpicieren van de Landfchaps- en Quartiers-Vergaderingen, en fijnL. in de Commisfie van Financie,  24 April 1797. cie, refpective, wegens Thielre- en Bommeirewaerden waren benoemd \ dat ten aanzien der Commisfie van Financie , na die benoeminge door aandrijven van zommigen verandering fcheen gezocht te worden , alzoo daar toe , volgens informatien , eene nominatie van een drietal was vervaardigd, verzoekende, voorzoo verre zulks noodig mogte bevonden worden, in de voorfchreve aan fijnL. wettiglijk opgedragene Commisfie te worden gemaintineerd.Waar op geene refolutie is gevallen. De Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland op heden goedgevonden hebbende voor eenige weinige dagen uit eikanderen te gaan, en zich te adjourneren tot Maandag den 8 Mai, is, bij het Quartier, na gedaane refumtie, vastgefteld meede te fcheiden op Reces. Uit naam en last van de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOÜW. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, BIJ CONTINUATIE GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN, IN MAI 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Carel Campagne, Rombout van Riemsdijk, Pieter ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Atjgustinus Geukama. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Jacobus Smits , Willem Libottê. OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM,PANNERDEN, MILLINGEN. johannes glover, Gradus Roes, Burgert Burgers, Lambertus Paauwen , Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET KEENT EN BALGOIJ, BATENBURG, LEUR, HORSSEN. Aeldert Schouten, Jan Festen, Jan Bruijsten, Jan de Bruijn, Herman Coerman, Peter van Heumen, Roelof de Ruijter. NEDER-BETUWE. Dirk Slingervoet, Aalbert van Eldick. THIEL-  THIELRE- WAERD. Hendrik Murman, Hendrik Josephus Meijer , Godefkidus Buschman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange, Aart de Graauvv. 3- N  9 Mai 1797' Reces des Quartiers van Nijmegen, bij continuatie gehouden binnen de Stad Nijmegen, in Maii797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 9 Mai 1797. De Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland, ingevolge refolutie van den 24 April jongstleden zich tot den 8 deezes hebbende geadjourneerd, en op heden bij eikanderen gekoomen wezende, zijn meede de Quartierlijke befoignes gereëntameerd. Bij het opleezen der Commisfien bedenkinge gevallen zijnde, of de Burger J.H.Meijer, gecommitteerd wegens Thielre-waerd, zijnde Schoutus des Dorps Geldermalfen, en hebbende de Collecte der confumtive middelen te Waardenburg , ter Vergadering deezes Quartiers zoude behooren te worden geadmitteerd, dan of daar toe uit hoofde van 's Quartiers Refolutie van den 31 Mai 1795, en opgevolgde, zoude inadmisfibel en onbevoegd zijn : Is goedgevonden dit poinct te ftellen in handen van  9 Mai 1797. Van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien, of gemelde Burger als comptabel aan deezen Quartiere wegens ontfang of adminiftratie van penningen moet worden aangemerkt. O ntfangen eene Misfive van de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Veluwe, gefchreven (e Arnhem den 22 April laatstleden, houdende, dat het different tusfehen dit Quartier en de Stad Wageningen over de heffing van den $efif* penning in het diftrict van Lakemond bij hun, na dat het belang van gemelde Stad was ingekoomen, nader in deliberatie gebragt zijnde, vermeend hadden Copie van het voorfchreve Belang aan deezen Quartiere te moeten inzenden, met verzoek de gronden en motiven daar in vervat, in ernftige en rijpe overweginge te neemen, en inmiddels de zaak te laten in Jlatu quo. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden te refcriberen als volgt: Vnjheid, Gelijkheid, Broeds)fchap. Meede-Burgers. hebben op zijn tijd ontfangen, en in deezes onze eerfte Vergadering doen verlezen ULieder N 2 i-Möi  9 Mai 1797. Misfive, gefchreven te Arnhem den 22 April laatstleden, tot bijlage hebbende een affchrift van een aan ULieden ingezonden Belang der Stad Wageningen, waar bij dezelve zich bezwaard oordeelt over de heffing van den 50^™ penning in hec diftrict van Lakemond , en houdende teffens U Lieder vriendnabuurlijk verzoek om de gronden en motiven, daar in vervat, in ernftïge en rijpe overweeging te neemen, en inmiddels de zaak te laten in flatu qua, terwijl GijLieden in dat vertrouwen verfeerdet, dat wij, daar door nader van het recht der Stad Wageningen op het diftrict van Lakemond overtuigd , van onze gefoveerde fustenue wel zullen willen afzien, en daardoor meede werken tot confervatie van de zoo hoog noodige harmonie tusfehen de twee Quartieren. ! Het voorfchreve Belang met de daar bijgevoegde copielijke brief van Willem van Cleve, Hertog van Gelre , en van de approbatoire Landelijke refolutie, beide van den jaare 1539, bij ons naar behooren overwogen zijnde, zij het ons, MeedeBurgers, vergund bij deezen aan ULieden voor te drao-en, dat het ons uit alle omftandigheden klaar is voorgekoomen, dat het begrip van den Raad der Stad Wageningen omtrent deeze geheele zaak niet zoodanig is, als, naar onze gedachten eigenlijk zoude behooren.  9 Mai 1797; Daar het eene incontestable waarheid ds, dat Lakemond van alle oude tijden af is geweest een Buurtfchap van het Dorp (V) Randwijk in Over-Betuwe, en zedert de concesfie tot een Schependom aan Wageningen altoos is aangemerkt als een gedeelte van het Quartier van Nijmegen; in zoo verre , dat dezelve met de geweezene (b') Heerlijkheden niet alleen in de Amptslasten van Over-Betuwe, maar ook in alle ordinaire en extraordinaire middelen van Financie en fchattingen aangeflagen is geweest, en alnoch word aangeflagen. Zoo dat, offchoon deeze Buurtfchap is toegevoegd aan het Richter-Ampt van Wageningen, en tot een gedeelte van het Schependom van die Stad gemaakt, dezelve echter niet heef: opgehouden te zijn cn te blijven een lid en deel van Over-BeN 3 tu- (V) Onder de Lijst van die Mergentaelen van 0\er-Bet:imn ditrch die Bttermeisïers Ao. 1497 bccijdt vindt men Gent mie die Buirfchappw . . . .■ 927 mergen Heter en mit Resicnner iroeck en 't ll-'eerbrocck 813 ——-- Rdndick mit der BtiirJ'chap . . . . . 775 in een Lijst der Mergentalen, geformeerd in den jaare 1493 leest men Randick mit der Buiïfchap .... R77 < É&) Bij de verdeeling van de Amptslasten wordt Lakemond onder de Heerlijkheden uitgetrokken met 415 meriea.  9 Mai 1797' tuwe, Quartiere van Nijmegen, op gelijke wijze als andere Dorpen en Buurtfchappen , die tot Heerlijkheden en (c) Schependommen door de Voorvorften zijn gecreëerd geworden. Dergeftalt, dat deeze Buurtfchap door de overgifte van Hertog Willem den tweeden van dien naam, en de opgevolgde Landelijke approbatie, in den jaare 1539 wel is veranderd van landrechtelijke jurisdictie, maar niet van resfort, en door die Unie met Wageningen enkelijk onderhevig is gemaakt aan de rechten en costumen van Wageningen,. zonder aan die van de Over-Betuwe, de Dijkrechten nochtans uitgezonderd, meer onderworpen te zijn. Wij hebben bij onze Misfive van den 19 April jongstleden dit een en ander aan den Raad van Wageningen in het breede vermeld, en oordeelen dienvolgens het onnodig op nieuw in een fpeci- ficq CO Zoö heeft Graaf Otto de III, wanneer hij de magt om Stadsvrijhedeti te yerieenen in den jaare 1232 of 1233 bii een Privilegie van Keifer Fredrik, en Koning Hendik, met toe• fle:nming de,s Rijks, verkregen hadt, Stedelijke Vrijheid ot jus Civi'atenfe verleend aan Gent in Over-Betuwe, met toevoeging van de Buurfchap Erlecom tot een Schependom. En al vroeger is met goedkeuring des Keifers, als Overleenheer, de Buurfchap Liendcn als ten Schependom gebragt onder het Stedeken Batenburg,  9 Mai 1797. ficq detail te treden ter beandvvoording der (tellingen, bij hun Belang gemaakt, alzoo derzelvêr lustenue met geen fchijn van reden daar bij is gedemonftreerd. Wij zullen echter de voornaamfte gronden, daar toe bij gebragt, ter toetze brengen, en vinden als een eerlle argument aangehaald, „ dat de Stad „ Wageningen, vermits Lakemond door Hertog „ Willem was geconcedeerd om te flrekken i°. tot „ mehrer vefienisfe der Stad. 2do. tot Jlerckunge „ der Waecken ; voorts dat de Ingezetenen van „ Lakemond zouden jouisferen van dezelvde pri„ vilegien en vrijheid, gelijk andere Burgers der „ Stad, en daar tegens wederom bef vernis helpen „ dragen, daar door niet alleen het recht verkre„ gen heeft van hooge , laage en middelbaare ju„ risdictie , maar ook om zoo wel over Lake„ monds Inwooners en derzelvêr bezittingen, als „over de Ingezetenen van hunne Stad, tot be„ vestiging van deszelvs Financien, perfonele en „ reëele belastingen te beffen. Dan hier omtrent verzoeken wij te reflecteren, dat wij geenzins aan Wageningen betwisten de hooge, laage en middelbaare jurisdictie, zoo en invoegen die, met uitfluiting der jurisdictie ten N 4 Dijk-  9 Mai 1797. Dijkrechten, door meergemelden Hertog Willem aan die Stad is geconcedeerd; Maar dat, offchoon Wageningen bij die overgifte (d) verkregen heeft het recht van landrechtelijke jurisdictie, in geenen deelen daar uit volgt, dat die Stad éenig recht bekoomen heeft tot 's Lands hoog- en gerechtigheden, waar onder het indiceren en trekken van fchattingen, die de Ingezetenen aan de Landsfurftelijke Hoogheid moeten opbrengen en betaalen, behoort. Vermits de Domeinen van den Vorst van den Lande, en de Regalia majora niet op gelijken voet en wijze moeten worden gedetermineerd, en 'er geen groot onderfcheid is tusfehen de Vorftelijke magt over de Domeinen, en derzelvêr magc omtrent de Regalia majora, daar de Vorften her eerfte aan Steden en zelvs aan particulieren mogten overgeeven, maar de laatstgenoemde niet konden worden geconcedeerd, om dat dezelve, als onvervreemdbaare en onaffcheidelijke merken en tekenen van 's Lands hoogheid, behooren tot de jitra Majejiatis: En dat boven dien, na de conftitutie van de Pro- (/f) Plaatzen, oaetfoxU bijjevoegd , worden na de incorporatie gemeenlijk gereguleerd (ia de ftatmen en gewoonten Van het principale lichaam. |  9 Mai 1707. Provincie in dien tijd, zoodanig recht niet konde worden gegeeven, daar het inwilligen van altoos duurende belastingen, en het heffen van fchattingen, onder gezegden Hertog Willem van Cleve «och (Y) onbekend was, en mits dien de woorvan befwemis helpen dragen te verftaan zijn van Servitia, Angariae, Parangariae, welke Burgers van zommige Steden aan hunne Vorften verfchuldigd waren , of wel van bijzondere Stedelijke lasten. De tweede pofuie, tot welkers onderzoek wij overgaan, beftaat hier inne, „ dat het Quartier ,, van Nijmegen die fouverainitcit , welke men moet bezitten om in eenen onbeperkten zin „ fchattingen, 't zij reëele, 't zij perfonele, te „ heffen, ten tijde , op welke de incorporatie van Lakemond plaats hadt, nimmer aan zich ,, heeft gereferveerd of behouden; en voor welke „ gepraetendeerde fouverainiteit van het Quartier -,, van Nijmegen daarenboven geen fchijn of be„ wijs was bijgebragt. Edoch GijLieden, Meede-Burgers, begrijpt ligtelijk, dat het Quartier van Nijmegen nooit N 5 heeft (e) De Vorfien leefden uit hunne eigene goederen en in&miten van Tollen, Ityjnden, Hecrgewaarden enz.  9 Mai \~<)7. heeft beweerd eene fouverainiteit over Lakemond te hebben-; maar wel, dat Lakemond in het territoir, of liever diftrict, van het Quartier van Nijmegen gelegen is, en onder het fouverain gezag en territoriale magt van de alinge Landfchap behoort : Doch tevens, dat, zoo lange de gemeenfehap van het Financiële tusfehen de Quartieren niet wederom is ingevoerd, ende Conventien over de Subdivifie, tusfehen de Quartieren gemaakt, blijven fubfifteren, de refpective Quartieren in het ftuk van Financien blijven verdeeld, en als' gefepareerde Corpora, voor zoo veel de heffing der geldmiddelen betreft , ieder in den haare, den Souverain uïtmaaken , en bevoegd zijn tot ftandhouding haarer Financiën zoodanige middelen te arresteren, en in train te brengen, als gefchikter wijze geïntroduceerd kunnen en mogen worden, mitsgaders het heffen der imposten te reguleren, zoo en invoegen, als met de conftitutie van dezelve overeenkoomt. Wij zijn intusfehen niet weinig gefurpreneerd over de uitdrukkingen bij eene derde ftelling, welke bevat, „ dat het eene aperte onwaarheid is, „ 't geen het Quartier van Nijmegen durft pofe- ren, de fchattingen en andere middelen van  s, Financie over Lakemond altijd te hebben ge„ heven, als hebbende de imposten op de aliena„, tien en collaterale fuccesfien niet voor den „ jaare 1721, en dus allereerst 182 jaaren na de ,, inlijving van de Buurtfchap Lakemond tot een „ Schependom, beginnen te profiteren uit kracht van aankoop voor eene fom van 1000 guldens, „ uit te keeren aan de Gelderfche Academie ,, boven de 1800 guldens, welke het Quartier „ van Nijmegen ieder jaar gewoon was tot on,, derhoud van dat nuttig infihut te betaalen. Wij zullen die ongemefureerde expresfien tot confervatie van goede intelligentie liefst voor bij gaan , daar het aan ULieden wel zal bekend zijn , immers daar het eene aperte waarheid is. Dat, wanneer na den afftand van het Furftendom Gelre en Graaffchap Zutphen door gemelden Hertog Willem van Cleve aan Keifer Carel den V. bij het vermaard Verdrag, voor Venlo den 12 September 1543 gefloten, in den jaare 1547, en dus geene 182 jaaren, maar enkelijk 8 jaaren, na de inlijving van Lakemond tot een Schependom van Wageningen, eene Petitie of Bede tot 's Lands dienst van vijf- en zeventig duizend guldens over dit Gewest was uitgeflagen , dezelve eers^t over de vier Quartieren geftnaldeeld is; en da.5  9 Mai i7$7. dat de (f) Over-Betuwe in de Subdivifie met drie duizend agtlionderd zes en negentig guldens, en fn de onderverdeelinge tusfehen de Dorpen met de Buurtfchappen het Dorp Randwijck. met" Lacmont is uitgetrokken geweest op één honderd zeventig guldens; voorts dat Wageningen, afgezonderd van de Buurtfchap Lakemond, als onder het Quartier van Nijmegen resforterende, en aldaar aangeflagen, in de fmaldeeling onder het Quartier van Veluwe met drie honderd fes en tagtig guldens gebragt is; Zynde op gelijke wijze bij volgende omflagen van Beden onder den laatften Hertog Philippus de II, Koning van Spanje , de Subdivifien tusfehen de vier Quartieren gecontinueerd. ULie- (f) Op Over-Betuwe wierdt de voorfchreve fora verdeeld over de Kcrfpelen en Heerlijkheden, als volgt, Harwen .... 442-i7-i°| Andelst . 97. 3- i| Aart 170- :- 5I Setten . 121- 3 11J (;ent 315 15- 2 J Horaoet . 43-11- 6£ Dorncnburgh , . 48-11- 64 Eist . . 546 10- 2J Arigeren .... 194- ö" 3* Eldeh . 182- 3- 4* Ikfnfnel ... - «94- 6- g| Driel . . 194- 6- 3j Doomick met-Resfea 97- 3- I» Heieren . 170-:- 53 1 ent isj- 8-1 ij Randwijk met ÖrVritolt .... I45-'I4-8| .Lacmont 170-: - 5£ Ewijk met L*nen I«-»4- 8| Pannerden 242-17-10* Perfeit .... 242 17-101 In Doornik 24- 5Valborgh . - • - 145-14- 8| Himmen . 34» »i »*  9 Mai 1797. ULieden is verder bekend, Meede-Burgers, dat de kostbaare en langduurige Oorlog tegens den genoemden laatsten Hertog het opftellen van altoos dnurende belastingen wel haast noodzaaklijk maakte; bij de introductie van welke fchattingen de Buurtfchap Lakemond altoos in de Middelen, en in de Defecten onder het Quartier van Nijmegen, Ampte Over-Betuwe, bevonden wordt gecontribueerd te hebben. En hoewel wij niet anders vertrouwen, of Gij Lieden, wanneer de retroacta worden nagezien, zullet dit alles meede dus bevinden, hebben wij echter daar te boven vermeend hier noch ten overvloede te moeten bijvoegen, dat reeds in den jaare 1663, 1664 en 1667 tegens gebrekhaftige Ingezetenen van Lakemond in het betaalen zoo van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien, als van Verpondinge en Klein Zegel executien zijn gedecerneerd: Dat meede in den jaare 1712 de Collecteur van. den impost op de alienatien, hijpothecatien en collaterale fuccesfien over Lakemond is gelast de. onwillige en gebrekige Debiteuren aldaar, in conformité van 's Quartiers Ordonnantie op dit Middel, paratelijk op hunne perfonen, goederen, effecten en obligatien, waar die in, deezen Quar- tie-  9 Mai i79j' fiere te vinden mogten zijn, te executeren. En dat, wanneer het Quartier goedgevonden fiadt een familie-geld in te willigen, te betalen in Clasfen , in den jaare 1694 op verzoek van die van' Wageningen tot eenige vermindering van het tantum voor die van Lakemond is gecondefcendeerd : Behalven dat Lakemond in de Amptslasten van Over-Betuwe, en in de aanflagen in de confumtive Middelen met de overige gewezene Heerlijkheden , en Kerfpelen refpective contribueert. Wij kunnen dus niet begrijpen, hoe die van Wageningen bij hun belang kunnen poferen , „ dat Lakemond zedert de inlijving tot een Sche„ pendom, als een nieuw aangekomen gedeelte van „ Wageningen, is overgebfagt onder het Quar„ tierlijk resfort van Veluwe, en dieswegen de „ Ingezetenen deezer Buurtfchap verpligt zijn ge„ worden te participeren in alle lasten, die..toen„ maals reeds door Veluwe geheven waren, en naderhand opgekoomen zijn, en in het reëele „ en perfonele niet verder onderworpen aan het „ Ampt Over-Betuwe. Wij twijfelen dan niet, of GijLieden, dit een én ander in confidentie neemende, zullet met ons moeten conveniëren, hoe nietig zeker accoort tusfehen Leden uit de Ordinaris Gedeputeerden dee-  9 Mai 1797. deezes Quartiers en uit het Quartier van Veluwe in den jaare 1722 rakende de fuppletie van het Subiidie aan de Academie te Harderwijk tegens "het genot van den impost op de alienatien en collaterale fuccesfien over Lakemond wordt bijgebragt: en waarom wij het ook onnodig achten ULieden met alle circumftantien, die omtrent het fubfidieren der Academie te Harderwijk door het Quartier van Nijmegen , welke het herftel dier Academie voor inutiel verklaarde, en het fubfidieren van dezelve bij aanhoudendheid verweigerde, hebben plaats gehad, en welke de eigenlijke ftaat deezes- gefchils niet concerneren, op te houden; Terwijl wij alleenlijk met betrekking tot het geallegeerde genot door het Quartier van Veluwe van impost wegens het collateraal en alienatien voor den jaare 1721 hier bijvoegen, dat de Gedeputeerden van het Quartier van Nijmegen van dien tijd, niet zonder de uiterfte furprife ontwaar geworden zijnde, dat nu en dan (g) getenteerd geworden was om die van Lakemond te obligeren tot (g~) Wanneer eene Publicatie van de Ordinaris Gedeputeerde aangaande de Co'lecte van den 80 40 30 en 20 penning in dato 17 Febr. 1713 te Lakemond was afgetrokken, en daar tegens eene Contra - Publicatie aangeplakt op de naam van de Gedeputeerden des Quartiers van Veluwe, hebben de Gedeputeerden deezes Quartiers een Bode afgezonden om bij pro- vi-  9 Mai 1797.' tot het dragen en contribueren aan het Quartier van Veluwe, den Collecteur, die teffens Collecteur van dien impost over de Stad Wageningen was, ten ftrengften hebben gelast die ontfangene* penningen, voor zoo verre dezelve noch onder hem mogten berusten, aan den Ontfanger van dat Middel te demanueren, en het noch verfchuldigde te innen; daar niemand bevoegd of berechtigd kan zijn binnen Lakemond eenige lasten of impofitien te ftellen dan het Quartier van Nijmegen, alzoo weinig als het Quartier van Nijmegen voegd en berechtigd zoude wezen lasten en impofitien te doen ftellen over diftricten van het Quartier van Veluwe. Billijk vertrouwen wij derhalven, dat GijLieden , alnu beter geinformeerd zijnde , volgens derzelvêr befcheidenheid wel zullet gelieven te' begrijpen, dat het onnodig is ons te verzoeken" de zaak te laten in Jlatu quo, offchoon wi j anderzins van onze zijde gaarne alles willen contribueren, wat tot onderhouding van eene mutuele vriend- vifie de voorfchreve Contra - Publicatie af te neemen, en herwaards te brengen, en bij het Quatier verzocht refolutie ten aanzien het apprehenderen van zoodanig pcrfoon, die diergelijke Publicatien linnen dit Quartier wederom mogten koomen af te trekken, ol'feitelijkheden te bellaan. O. R. 16 JtiriH »?»>  9 en 10 Mai 1797. vriendnabuurlijke harmonie, en verdere aankweeking van dien kan verftrekken, waar van wij meermaalen door woorden en daaden preuves gegeeven hebben, en, de zaaken daar na gefchapen zijnde, in het vervolg verder willen geeven. Meede-Burgers. Wij beveelen UL. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 9 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Woensdag den 10 Mai 1797. Is gehoord het Rapport van de Burgers Nicolaus Lange en Hendr. Hoogers, bij 's Landfchaps en 's Quartiers refolutien van den 21 April laatstleden uit deezen Quartiere gecommitteerd om wei Gecommitteerdens uit de twee andere Quartieren •3- O zich  10 Mai 1797. zich na 's Hage te begeeven, ten einde achtervolgens den voorflag van de Nationale Vergadering, vervat bij misfive van den 7 daar bevoorens, den 24 daar aanvolgende met eene Commisfie uit hoogstgemelde Vergadering benevens de Gecommitteerdens der overige Gewesten in conferentie te treden over het daar ftellen van Financiële operatien, welke zullen moeten ftrekken tot verzekering van de benoodigde penningen voor de buitengewoone behoeften van den Lande, behelzende het geene in de gehoudene befoignes was voorgevallen en verhandeld, en wijders het geene door de Gecommitteerdens uit de refpective Gewesten wasgeadvifeerd geworden; alles in hetbreede bij dat Rapport met de bijlagen, daar toe fpecterende, vervat. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers het geene door voornoemde Gecommitteerdens in deezen is verricht ten allen opzichten geapprobeerd, en vervolgens goedgevonden dit Rapport te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om het zelve te examineren, en omtrent de poincten, daar bij vervat, te dienen van eonfideratien en advijs. » ' 1 - Op  io Mai 179?. Op gedaane propofitie, is goedgevonden aan «5 Landfchaps tafel te concurreren, om van wegens deeze Provincie bij Misfive de Nationale Vergadering te verzoeken de zaak der (JO Heerlijkheden, van buitenlandfche Leenkameren releverende, ten einde te willen brengen, 'c zij bij hei daar ftellen der Conftitutie, *c zij door den weg van onderhandelingen met zoodanige Mogendheden, van wiens Leenkameren dezelve releveren, O 2 of (!) De Heerlijkheden zijn haare geboorte vcrfchuldigd aan het thani vernietigd Leenftelzel der Midden eeuwen, wanneer de Vcr' itcn hunne ondcrdaanen aanmerkende als een gedeelte van hunnen eigendom, zich bevoegd hielden het recht om d:e te b-ilutieu of te rcgeercn, aan hunne lievelingen, of ter bdoon ng van bewezênê dientién , of ook tegens betaaling van zekeie vaste fora van penningen, of van jaarlijkfche uitkeeringcn, ter leea uit te gecven, of ook wel geheel en al weg te ftkenken, en daar door zekere afgefcheidene districten van hen geheel er» anders onverdeeld gebied in Heerlijkheden te hervormen, waarvan de tijdelijke bezitters' of Vafallen, ieder in den haat*, we de; om uitoeEfcnden die rechten van publicq gezach, die de Verst zclvs te vooren hadde uitgeoefend. Binnen deeze Gewesten hebbende Hertogen en Graven, en, klimt men hooger op, de Ketters en Koningen van het Duitfche en fr.mkilche Rijk, deeze Landen door geweld van wapenen overwonnen hebbende , dezelve onder hunne voornaarafle Legerhoofden uitgedeeld, of ten belooning van betoonde hulp aan hunne Gunftelingen en Hovelingen gegeeven, d e wederom gcdeeltens van de aan htm gefclionken bezittingen aan ai.d.r-r. uitgav.n.  io en 11 Mai 1797. of op zulke wijze als hooggemelde Vergadering om het lot der Inwooners van zoodanige Heerlijkheden overecnkomftig te doen zijn aan de aangenoomene grondbeginzelen van Vrijheid en Gelijkheid in haare wijsheid zal oordeelen te behooren. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier in plaats van den gedimitteerden Rentmeester van 's Landfchaps Domeinen in Bommel, Thielre- en Bommelre-waerden , fampt Beest, Rhenoij en Acquoij, als meede van de Casterens-waerden Jacob de Virieu, goedgevonden had, mits ftellende de gerequireerde Borgtogt, te benoemen den Burger Warmold Albertinus van der Feltz. Donderdag den 11 Mai 1797. Ingekomen en gelezen de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie op de Extract Refolutie van den 9 deezes, ten aanzien der Commisfie van de Gedeputeerdens ter deezer Vergadering uit Thielre- en Bommelre-waerden genomen , houdende, dat uit hoofde de Burger H. J. Meijer de Collecte der confumtive Middelen te Waardenburg is hebbende, denzelve te recht als comp- ta-  ii Mai 1797' tabel aan den Quartiere moet worden aangemerkt, en dus uit dien hoofde ter Vergadering inadmisfibel en onbevoegd gehouden worden. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan zich met de eonfideratien van welgemelde Gedeputeerden te conformeren, en dezelve te houden geconverteerd in Refolutie. De Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden hebben verzocht aantekening tot het neemen deezer refolutie niet te hebben geconcurreerd, met verklaaring hier van aan hunne Committenten bij het doene rapport te zullen kennis geeven, en referve van daar omtrent te handelen, als zullen oordeelen te behooren. V erlezen de Requeste van G. Herbrechter , verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat aan Requeftrant, Pagter,van 's Quartiers impost op de Bieren geweest zijnde over het.jaar, ingegaan i°. Julii 1795, wegens geledene fchaade mogte worden toegelegd alzulke fom van penningen, als de Volks-Vertegenwoordigers in goede gerechtigheid zouden convenabel oordcelen, en daar voor Ordonnantie verleend. En h»r op vermogens appoinctement van den 20 Maart laatstleden gehad hebbende de confideO 3 ra-  li en 12 Mai 17$7. ratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, dat in Requeflrants verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mits dien gewezen van de hand. Vrijdag den 12 Mai 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene declaratie van de Burgers N. Lange en H. Hogers, houdende derzelvêr vacatiën en tranfport na 'sHage, mitsgaders van den Clercq W. Francken , volgens ss Quartiers refolutie van den 22 April laatstleden als Amanuenfis geëmploijeerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de voorfchreve declaratie te ftellen, gelijk gefield wordt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op na examinatie in naame van den Quartiere te disponeren. H et Request van W. E. Elders, en van J. van den Acker cum futs zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Sa-*  13 Mai 1797. Saturdag dèn 13 Mai 1797. Op ingekomene Remonftrantie van Gecommitteerdens uit de Dorpen van Tusfehen Maas en Waal, houdende, dat voor de revolutie de Repeering van Tusfehen Maas en Waal hadt beftaan uit Amptman en Richter, mitsgaders Jonkers, waar van den Amptman teffens Dijkgraaf, en eenige Jonkers Heemraden waren, terwijl de Politie aan den Amptman was gedemandeerd geweest , en denzclve met de Jonkers en Gecommitteerdens uit de Steden Nijmegen en Thiel over het Financiële van het Ampt de befchikking hadt gehad ; en daar bij teffens exhiberende een Concept-Plan of Reglement tot Regeering of het Beftuur van Tusfehen Maas en Waal, zullende beftaan uit twee Collegien; het eene, aan wien het Ampts Beftier van Politic en Financie, mitsgaders (f) DijO 4 ken , (•<) De jurisdictie van den Dijkftoel, en de Dijkféhouwcn van tusfehen Waas cn Wa.ü over den Furfteiijkcn Bandijk, welke in ieder Ampt den IIoo'd-Dijk is, waar meede de Ampten het eerst zijnjjefloten geworden, ftrekken zich nit tot binnen het Dorp.B/oak, en dus zclvs op den Cleeffchen bodem. Mogelik om dftt Mook behoort onder het Ampt Goch, 't welk bij den Furst van Cleve irf Pnndfchap wordt gehouden van dit Gewest, en om dat de Dijkrechten, en de jurisdictie van de Dijkftoe'en, niet word.n gelimiteerd door de jurisdictie ten Land-  13 Mai 1797. ten. Wegen, Wallen en (k) Watergangen zal toe- ver- Landrechten. Op gelijke wijze voert de Dijklroel van OverBetuwe de Ichouw over den Dij!; te Holthuizen, Cleelch territoir, onder het Ampt Hueslèn, met jurisdictie ten Dijkrechten. W De Weteringen en Wallen in tusfehen Maas en Waal behooren, gedeeltelijk, onder eene gecombineerde Schouw van het Rijt van Nijmegen en van Tusfehen Maas cn Waal. In den jaare 1321 gaf Reinald de II, Zoon des Grave Reina'ds van Ge're, aan die van Tusfehen Maas en Waal een Inndbr.'ef, cn vergunde daar bij, op begeerte van die van het Rijk en van Tusfehen Maas en Waal, het bedijken der Landerijen, het le den van twee Weteringen, het leggen van Zijdwinden in dezelve, en in elke zijdwindc een Sluis, onder fcepaaKngen, daar bij vermeld. Deeze vergunning gefchiede itnêt oogmerk om de particnli re Schouwen aan eenen Dijkgraaf en Heemraden te brengen door het geheele Rijk, en het geh;e!e Tusfehen Maas en Waal, en om door zulken aangcftelden Dijkllocl het graven der nootlige Weteringen, en algemeen e Watergangen door zoö veelc bijzondere diltrjeten, die ieder een verfchillend fciteresfe daar bij hadden , te perfecteren. Carel van Egmond, Hertog van Gelre, gaf in den jaare 1532 aan d:e van liet Rijk van Nijmegen, en aan Tusfehen Maas cn Waal, en wel aan ieder afzonderlijk, eenen nieuwen Landbrief. Bij die Landbrieven wierdt bepaald, dat de Dijkgraaf van Tusfehen Maas cn Waal met Heemraaden de Schouwen zoude voeren over de zoogenoemde oude Wetering , loopende, volgens de fituatic van den jaare 1321, van het Dorp Ramingen in het Rijk tot beneden in Tusfehen Maas en Wa?l bijna in eene rechte linie uit in de Maas door de Graejj'elijke (b j verbastering Griffelngfche~) flm's, terwijl die zelve Wetering bij het Pihilijkfche Scfuitlakeri, lings af, langs het  13 Mai 1797. vertrouwd zijn, en het andere Collegie het recht O 5 zal liet Drrp Altrorst in de Maas liep, en alnoch loopt, door de Blaauwc Sluis. En dat de Dijkgraaf des Rijks met Heemraden zoude fchouwen de tweede of nieuwe Wetering. Tusfehen deeze Dijkfloelen, met de Rijkfche Dorpen Beuninaen , Ewijk, Winsfen en de lïoven-Dorpen van Tusfehen Maas en Waal, fampt Jlorsfcn ter eenre, en ele lïeneden-Dorden ter andere zijde, is in den jaare 1653, na dat reeds in den jaare 1631 over de wijze van waterloozing, en het onderhoud der wallen en (luizen enz. bij-den Hove Provinciaal deeïfie was ergaan, een ampel accoort geformeerd, waar bij, uit kracht van 's Iloves fentenrie van den 19 Mai io\io goeelgevonden wierdt eene nieuwe Sluis, de tegenwoordige Grif' felingfche of Rijkfche Sluis, gelijk die nu legt, te maaken, en aan,!Maas-Bommel tot eene particuliere waterloozing te geeven de oude Graejfelijke of Grijfelingfche Sluis, mits dit Dorp dezelve op haare kosten behoorlijk zoude onderhouden, en eenen Dam tot affchciding in de Wetering maaken. De Dorpen Leeuwen en Puiflijk bleven in de gemeene oude Wetering haar waterloozen; maar bij 's Hoves fententie van den 29 Junii 16C6 eene eigene en particuliere waterloozing door eene bijzondere Wetering en Sluis aan Puiflijk en Leemvtn geaccordeerd zijnde, is dezelve op gemeene kosten der geinteresfeerde Dorpen gegraven en tri den jaare 1668 geperfecteerd: waar door Maas-Bommel in den jaare 1653, en vervolgens Puiflijk en Leeuwen in den jaare 1Ö68, van het overige gedeelte eles Polders zijn gefepareerd. Wamel, Dreumel en Alphen, lager gelegen zijnde, hebben met deeze oude weetering nooit iets gemeens gehad, houdende haare eigene Weteringen, Watergangen Wallen en Sluifen. De tweede Wetering, bij den brief van den jaare 1321 bedoeld, uitwaterende te Appcltcren, is onder den naam van van  13 Mai 1797. zal hebben over zaaken van Juftitie zoo civil h als crimineel , mee verzoek van approbatie en fanctie; is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier van Nijmegen van advijs was, dat dit Request cum annexis behoorde te worden gefield in handen van de Ampts Regeering van Tusfehen Maas en Waal, ten fine van Bericht ten naasten. Op Requeste van den Dijkftoel des Ampts Tusfehen Maas en Waal, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen , vermits „ de (/) Zeven ., Gevers tot het beleiden der flille waarheid, en tot het praepareren haarer Dijkgave maar ge„ nieten mogen zes weeken na de (m) compari- » tie, •Van niettïtie Wetering bekend ; doch dé Wetering of watergal)?, die van de Ttsrfchc Sluis af tot in de nieuwe Wetering ..loopt, is van later tijd, als gegraven en die Tcerfchc Sluis gebouwd zijnde uit kracht van een foïcir.ncel Convenmt van den jaar? 1487, in orginrli op den huize Duckenbtirg berustende. , . (J) Het gebruik der Zeven Gievers fchijnt in de Dijkrechten geintroduceerd te zijn, omdat zij, als refjective onder- cn bovenged'jkdiagdens gepracfumeerd worden best re weeten, of te moe;cn wceten, welke Herbrèngers cn goederen tot den Dijk van haa'cn mallen Buurman gchooren. De Zcvan Gcevers zijn niet gewoon goeiereu in den Dijkte geeven, zonder alvooreni de Eigenaars voor hun te ontbieden  ?3 Mat 1797. ., tic, en als dan den verlooren Dijk, ten over., Haan van Dijkgraaf en Heemraaden moeten gèe^ „ ven en heeren, ten waare zij ten zei ven dage daar meede nog niet gevat waren, als wanneer ,, haar bij Dijkgraaf en Heemraaden nog zes vree„ ken daarenboven zullen mogen worden vergost, „ mits datze o.p den laatften dag van dien haare „ Dijkgave peremptoiri.ijk ten overftaan, als bo<„ ven zullen hebben te doen, auctorifatie van de Landfchap ex plenitudine* potestatis , om deezen peremptoircn termijn, bij tit. 9. art. 1. van het Dijkrecht der (?z) vier Dijkftoelen des Nijmeeg- fchen den, en te hooren, of zij iets tot hunne bevrijding, of tot aanwijzing van pligtiger goederen hebben bij te brengen, om zich in het heeten en gceven dtar na,te kunnen gedragen. Qt) Daar onder wordt begrepen at 't geene in oude tijden tot de Ampten heeft behoort; om dat de Dorpen, die naderhand Heerlijkheden geworden zijn, altijd zijn gebleven deelen van dezelve Ampten, en, naderhand gecreL'erd zijnde tot Heerlijkheden, wel'van jurisdictie maar niet vanresfort veranderd zijn, cn waar uit proflueert, dat het Recht van particuliere cn afzonderlijk Schouwen in Heerlijkheden de landerijen aldaar niet bevrijdt van de Dijkgavcn in de Ampten, waar in zoodanige Heerlijkheden gelegen zijn, voorvallende : zelvs n'et, fchoon eenige Heerlijkheden hadden afzonderlijke Dijken buiten den Bandijk, en het recht van Schouwen daar over, alzoo het recht van Schouwen niet meet geconfundeerd worden met het recht van Dijkgave. Vermits de Dijkfehouwen in haaren eigen aart, natuur en oogmerk niet verder kunnen gaan als o\ ey  13 Mai 1797. li-hen Quartiers vastgefteld, in het fingulier geval van een verlaten en ongeheerd Vak Dijks onder Maas-Bommel, ten Requeste vermeld, te te mogen prolongeren, is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat de verzochte auctorifatie, onverkort het Dijkrecht, zonder confequentie voor het over de Dijken, en daar toe beperkt zijn, daar de Dijkgaven in tegendeel na haaren aart, oogmerk en einde gaan buiten de .Dijken over de Erven. Tot bewijs, dat de Dijkltoelen van de Ampten recht hebben met haare Dijkgave te mogen overfpringen in andere Schouwen, kan blijken uit eene Dijkgave in den jaare 1603 te Lent, waar :'n niet alleen eenige erven binnen den Bandijk, te Cent gelegen, gegeeven zijn, maar ook erven daar builen in de Erlccbm aan de andere zijde van de Waal. Want offchoon zoodanige goederen zijn gelegen buiten de jurisdictie van den Ampts-Richter, behooren dezelve echter onder de jurisdictie van des Ampts-Dijkfroelen, om dat de jurisdictie ten Landrechten met de jurisdictie ten Dijkrechten niets gemeens heeft. Men vindt nochtans, dat de Dijkfloel van Neder-Betuwe ten opzichte van een Dijkgave te Echteld gevallen, en inden Dijk gegeeven hebbende eenige goederen onder de Dijkfchouwe van IJzendoorn gelegen, op klagte van Joost Pieck, Heer van IJzendoorn, aan Carel van Egmond, Hertog van Gelre gedaan, is gefield in ongelijk door twee daar toe gecommitteerde Furftelijke Raaden en de Heemraaden van de vier Dijkftoelen refpective des Nijmeegfchen Quartiers , tot reden deezer klaringe of uitfpraak gegeeven hebbende dat een Dijkfchouw in des anderens jurisdictie of Schouwe niet kan of mag eenige gpederen ingeeven, of jurisdictionale magt plegen.  13 Mai 1797. het vervolg in hoe Jingulari ca/u zoude behooren te worden verleend. Op ingekomene Misfive van het Provinciaal Be. ftuur van Holland van den 13 April laatstleden, houdende kennis geeving van het zenden eener Commisfie uit hun midden bij de Nationale Vergadering, ten einde de intrekking van het Decreet nopens de ftemming over het Plan van Conftitutie te verzoeken , met de aanfpraak door de gemelde Commisfie gedaan; op de uitgebragte advijfen der -Quartieren Zutphen en Veluwe bij de Landfchap goedgevonden zijnde, dat namens deeze Provincie eene Misfive in convenable termen zal worden gefchreven aan de Nationale Vergadering, met inftantien om geene verandering te maaken in het Decreet van den 11 Maart laatstleden; Is goedgevonden die Conclufie, geformeerd bij het voorzittend Lid uit het Quartier van Zutphen te contradiceren, met referve van aantekening daar tegens ten Landdags Recesfe; en aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de volgende Misfive. Vtiy  13 Mai 1797. Vrijheid, Gelijkheid, Brsederjehap. Burgers Repraefentanten. tiet heeft het Provinciaal Beftuur van Hulland behaagd bij derzelvêr Misfive van den 13 April laatstleden aan dit Gewest kennisfe te geeven van het zenden eener Commisfie uit hun midden ter ULieder Vergadering, ten einde de intrekking van het Decreet nopens de ftemming over het Plan van Conftitutie te verzoeken. >> Deeze Misfive met de daar bij gevoegde aanfpraak aan 's Landfchaps tafel gelezen zijnde, is dezelve met de bijlage bij de refpective Quartieren overgenomen om ieder daar over na ordre van Regeering, binnen dit Gewest gebruikelijk, in 'den haare afzonderlijk te befoigneren, en deswegens het Quartierlijk advijs aan 's Landfchaps tafel in te brengen, met die uitkomfte, dat de twee Quartieren Zutphen en Veluwe hebben geconcurreerd om te neemen die Refolutie, welke bij eene Misfive op den naam van de Vertegenwoordigers des Volks van Gelderland, op heden aan ULieden afgezonden, in het breede is vervat. Wij  13 Mai 1797. Wij hebben vermeend niet te kunnen goedkeuren om in onze betrekking als Provinciaale Beftuurers ons uit ons zeiven ten opzichte van dit Decreet Provimialiter aan ULieder Vergadering te vervoegen. Doch ons vertoog hieromtrent bij de twee andere Quartieren geen ingresfie vindende, hebben wij moeten ontwaaren, dat buiten onze toefremming, en in onzen weerwil in deeze zoo importante zaak door de ,twee Quartieren op naam van de Landfchap is geconcludeerd geworden ; welke conclufie wij hebben gecontradiceerd onder referve om daaromtrent te handelen, ajs zullen oordeelen te behooren. Wij hebben ons verpligt geoordeeld UL. hier van ouverture te moeten geeven, om niet geoordeeld te worden ons in te mengen in het geen aan ULieder Vergadering is opgedragen, en door ULieden in handen eener Commisfie gefield. Waarmeede Burgers Repraefentanten Wij ULieder Vergadering en het Vaderland bevelen in de hoede van God almagtig. Gefchreven te Nijmegen in een Quartiers Vergadering, gehouden op eenen 'gecontinueerden extraordinairen, Land-  13 en 15 Mai 1797. Landdag den 13 Mai 1797, hec derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. De Gecommitteerdens van Bommel, Thielreen Bommelrewaerden hebben verzocht aantekening tot het neemen deezer refolutie niet te hebben geconcurreerd. H et Request van Stemgerechtigde Burgers en Ingezetenen des Dorps Thuijl cum annexis is gefield in handen van de Gecombineerde AmptsRegeering van Thielre-en Bommelrewaerden, om daarop, geduurende deezeQuartiers-Vergadering, te dienen van Bericht. Maandag den 15 Mai 1797. Op ontfangene Misfive van de Nationale Vergadering, gefchreven in den Hage den 11 deezes, en  15 Mai i?97i en geaddresfeerd aan de hoögst geconftitueérde Magc van die Gewest, inlierende op de prompre furnisfementen , ten einde voor te koomen, dar. het Vaderland niet onherftelbaar verloorën gaa op het zelve tijdftip, waar op, door de aangroejende waarfchijnlijkheid van eene algemeene Vrede zich de blijdfte vooruitzichten in het verfchiet opdoen; Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen , dat deeze Misfive behoorde te worden gerenvoijeerd aan het Gecombineerde Collegie, om daar aan, zoo veel mogelijk, te voldoen. En is wijders verftaan , dat aan hooggemelde Vergadering van wegens dit Quartier zal afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers - Repraefentanten. O nze Gecommitteerdens, benoemd ofn met Ge committeerdens uit ULieder Vergadering, en der andere Gewesten in conferentie te treden over het daar ftellen van algemeene Financiële operatien, alnu bij hunne te rugkomst in onze Vergadering erfchenen, en van het verhandelde in 'sHags 3« P in  15 Mai 1797. in het breede verflag gedaan hebbende, hebben wij hun gehouden gedrag ten allert opzichten geapprobeerd. Wij twijfelen niet, of het onaangenaame tafereel van den toeftand deezes Quartiers, 't welk door onze Gecommitteerdens aan ULieder Commisfie is voorgefteld, zal UL. volkoomen hebben overtuigd, dat het zelve door de geledene ranvpen des oorlogs, die zich in vplle akeligheid op deszelvs bodem heeft doen gevoelen, als anderzins, ten eenemaal buiten ftaat is, om met en benevens de andere Gewesten in de dringende behoeftens van het Vaderland te kunnen voorzien , en haar aandeel op te brengen. Wij hebben, gelijk ULieden, Burgers Repraefentanten , is bekend, om alles toe te brengen, wat eenigzins mogelijk is, in de furnisfementen der gemeene Casfen der Republicq , den 50"*" penning en dubbelde Verponding boven de ordinaire voor de tweedemaal gevorderd, en den tweeden bijna geinnet; dan waar in wij, gelijk wij meede ter kennisfe van ULieden gebragt hebben, aanmerkelijke ftoornis hebben ontmoet door eene Publicatie van de Cleeffche Regeering, waar in zijlieden de inwooners van den Lande van Cleve en Mark verbieden te betaalen de extraor* q di-  15 Mai 1797, xlinaire Verponding van hunne goederen, in.dk Quartier gelegen, welke, bijzonder der Geestelijke Corpora, aanzienlijk zijn, en daarenboven hun gelasten restitutie te. vorderen van het geene die Ingezetenen in de voorige geldheffing*hebben gefurneerd gehad. ; Wij vertrouwen overzulks , ■ dat Gijlieden ligtelijk zult begrijpen, in hoedanigen kwijnenden ftaat de Ingezetenen zoo in de Steden, als ten I platten Lande, deezes Quartiers door de krijgsrampen , welke-dezelve ongelijk meerder, dan die van eenige andere Gewesten, hebben ondergaan, gebragt zijn, en weLzuit gelieven toe te geeven, dat dit Quartier niet vatbaar kan geoordeeld worden voor nieuwe of herhaalde geforceerde geldheffingen. Wij worden dan genopddrongen den moed toe redding op te geeven, zoo zulks niet kan gevonden worden door bezuinigingen van 's Lands penningen in het algemeen door.onze gecommitteerdens aan ULieder Commisfie voorgefteld, hoe zeef het' ons aoderzins aangenaam zoude geweest zijni uit het verflag van onze Gecommitteerdens eene dispofitie toe het daar ftellen van eenen.alge meenen maatregel bij de gezamentlijke Gewesten te hebben .mogen óntwaaren, waar toe wij Pa zou-  15 Mat 1797. zouden hebben kunnen concurreren, om ook ons aandeel aan het dierbaar Vaderland op. te brengen in deezen kommervollen toeftand van 's Lands geldmiddelen. Doch in het beraamen van welke middelen wij verzoeken, dat altoos op het oog gehouden moge worden, hoe het Quartier van Nijmegen tot aan het jaar 1794 benevens de andere Gewesten haar aandeel in de Bondgenoodfchappelijke lasten mee de uiterfte volvaardigheid heeft gefurneerd gehad; hoe het toneel des Oorlogs in het einde van dat jaar en in 1795 oneindig langduuriger geweest is in dit Quartier , dan in andere Gewesten, hebbende moeten ondergaan de belegeringen van Nijmegen en Grave, waar door: .de nabuurige diftricten in het Rijk van Nijmegen en Tusfehen Maas en Waal zijn geruineerd; het befchieten der Steden Thiel en Bommel; de gevechten in Tusfehen Maas en Waal, de Betuwe, en Thielre- en Bommelrewaerden, en het ftuiten van den voortgang der alles overwinnende Franfche wapenen geduurende verfcheide maanden ; met de enorme fchadens door de coupures der Dijken, en de daar door geformeerde inündatien ; Hoe de Quartierlijke penningen, die bij de Ontfangers nog in casfa wierden bevonden door. de Franfchen zijn geligt, c M , en  15 Mai 1797. en tot heden toe niet gerembourfeerd; Hoe alle financiële ordinaire heffingen, geduurende dien tijd, en nog lange daar na geftremd, en geheel hebben ftil geflaan; Hoe, alvorens dezelve maar eenigzins wederom aan den gang geraakten, dé behoeften van het dierbaar Vaderland tot eene hoogte {tegen boven de krachten des Quartiers in de voordeeligfte tijden; Hoe men genoodzaakt is geweest over te gaan tot geforceerde negotiatien, en zulks van Ingezetenen , die zoo veel reeds geleden hadden; En hoe het Quartier in de volgende tijd, tot nu toe, door deszelvs fituatie, en de daar aan grenzende demarcations linie, nog verder uitgeput is door de onophoudende doormarfchen en inkwartieringen der Troupes na en van den Rhijn. Van ai het welke het gevolg niet anders konde zijn, dan de totale ruine van dit Quartier, waar door het zelve niet in ftaat is om haare Quota door gewoone maatregelen te voldoen, en waar in het voor ons te zorglijk wordt op den voorgaarden voet bij geforceerde extraordinaire geldheffingen te continueren, terwijl wij nochtans gaarne maatregulen zullen verneemen, die tot opbeuring van den benaauwden ftaat van 'sLandsgeldmiddelen ook voor dit Quartier gefchikt zouden mogen voorkoomen, P 3 ore  i$ Mai 1797. om geïntroduceerd te worden, en waar toe.wij alsdan zouden kunnen treden op zoodanige wijze, als met Gecommitteerden uit ULieder Vergadering, en die der andere Gewesten nader zouden kunnen worden bepaald. Waar meede * Burgers Repraefentanten, wij UL. bevelen in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 15 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. - Ter ordonnantie van dezelve. En aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande; Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers.. ■Vu hebben bij onze Misfive van den 23 Maart laatstleden aan de Commisfie van Financie uit de Na-  15 Mai 1797' Nationale Vergadering met alle empresfement aangedrongen, dat met het afgeeven van Adfignatien op dit Quartier voor eenigen tijd mogte worden gefuperfedeerd, daar wij in dien ftaat van uitputting, waar in zich het zelve bevindt, onze Financien, gelijk, te vooren, niet kunnen gaande houden. Wij hebben intusfchen alle de van tijd tot tijd afgegeevene Adfignatien, zoo voor de Nationale als Franfche troupes promptelijfc betaald, en aan UL. gefurneerd gehad een honderd duizend guldens. Edoch de Financiële ftaat der Comptoiren, piet tegenftaande de twee plaats gehad hebbende heffingen van eenen .50^ penning en dubbelde Verponding, thans niet toelatende aanzienlijke fommen te verftrekken, verzoeken wij UL. op het ern(tigu.e geene Adfignatien van groote fommen, gelijk tot-dus verre zedert eenige maanden js gefchied, op dit Quartier af te geeven, alzoo wij zijn genooddrongen geworden onze Gedeputeerden ter Financie te gelasten alzulke Adfignatien niet aan te neemen, noch te betaalen. Wij hebben vermeend UL. de kennisfe hier van niet te mogen onthouden. Terwijl wij Meede ^Burgers, p 4 . na  ï$ Mai 1797. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap UL. bevelen in Godes heilige befcherriiinge. " Gefchreven te Nijmegen den 15 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. H et Quartier van Nijmegen heeft goedgevonden aan 's Landsfchaps tafel kennis te geeven, dat het zelve tot Leden in het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn heeft benoemd de Burgers Goosfen, van Tricht, en Gerrit van Riemsdijk, en zulks tot i°. Mai 1798, ten waare bij invoering der Conftitutie vroeger verandering in de inrichting van dit Collegie gemaakt wierde» Is , na gehoudene deliberatie, góedgevónden de twee andere Quartieren in bedenking te geeven, of niet van de Lijst der gepenfioneerde Officieren behoorden te worden geligt dezulke, die onder r * de  15 Mat 1797. de 55 jaaren oud, en geene lichaams gebreken hebbende , op derzelvêr Request om penfioen zulks bekoomen hebben zonder offerte, om wederom, des gerequireerd, den Lande ten dienfte te Haan ; met auctorifatie op het Provinciaal Collegie om deeze nadere remarque op de lijst der gepenfioneerde Officieren aan de Nationale Vergadering, repraefenteerende het Volk van Nederland, meede te doen toekoomen.' (3p ingekomene Misfive van den Hove van Juftitie, houdende deszelvs eonfideratien en advijs; Of door de- affchaffing der Heerlijkheden eo ipfo is verftaan , dat de Officieren in dezelve Landfchaps Officieren zijn geworden ,■ ten dien effecte. dat dezelve aan het Provinciaal Collegie, en het Hof van Jullitie den Eed moeten praesteren; het zelve meedebrengende , dat bij de Publicatie der affchaffinge der Heerlijkheden van den 7 Decemb. 1795 alle höog, laag en middelbaar rechtsgebied, den Heerlijkheden gecompeteerd hebbende, vernietigd en verklaard zijnde het zelve voor geen fchadeloosftelling vatbaar te wezen , daar door dat Rechtsgebied in den boezem van het alinge Volk van Gelderland was te rug gekeerd en het recht aldaar nu in naam van het zelve moest worden . .. 003 E&fcwbiXüQ *' a - . uit-  15 en 17 Mai 1797. uitgeoeffend: Dat ook volgens refolutie van den 13 Augusti 1796, conform die gronden, was verftaan, dat de criminele kosten, die te vooren uit de privative cas van de Heeren der Heerlijkheden , als Eigenaaren van het dominiale recht, en van de voorrechten van dien jouisferende, wier? den betaald, alnu uit de Provinciale cas zouden worden voldaan, 't geen dan ook ten notoiren gevolge moeite hebben, dat de boetens aan den Lande worden berekend; en dat alnu die Officieren in de gewezene Heerlijkheden zijn geworden 'sLandfchaps Officieren, en gevolglijk naar den aart der zaak en 's Lands Placaten gehouden den Eed, op hunLieder Officie ftaande , aan het Provinciaal Collegie, en den Hove in forma afte leggen. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier zich conformerende met de eonfideratien van den Hove, van advijs was, dat het Provinciaal Collegie behoorde te worden geauctorifeerd, om daar van aan de belang hebbende bij aanfehrijving kennis te geeven, ten einde zich daar na te reguleren. Woensdag den 17 Mai 1797. Op Requeste van Nicolaas van de Poll, en Willem van Bruggen, verzoekende in qualiteit als Pagters van 's Quartiers impost op het Hoornvhee over  17- Mai 1797. over den jaare 1794 over de Dorpen Wichen, Niftrik, Beuningen, Ewijk, Heumen enz. remisfie der pagt van de twee laatfte maanden September en October, in welke, eerstgenoemde maand de Avant Guarde van de Engelfche Armée aan deeze kant der Maas retireerde. . De Volks-Vertegenwoordigers perfisterende bij, deezes Quartiers refolutie van den 2 Februarii laatstleden hebben in der Requeftranten verzoek gedifficulteerd, gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. . • . Op Requeste van Gerrit Willems-, voor zich ze-lven, en als Voogd over de minderjaarige. Kinderen van zijnen overleden Broeder Berend Willems, en van jan Cloosterman , als Meede-Voogd, verzoekende, om de daar bij geailegeerde redenen , fplitzing der Verponding van vier perccelen Bouwland onder Hees bij den Requeste brceder gefpecificeerd. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen hebben na deliberatie goedgevonden voorfchreve Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om na verhoor van den Collecteur van de Verpondinge daar op in jnaame van den Quartiere te disponeren. Het  17 Mai 1797. H et Request van Peter Wouters van den ouden Weijer; van Gradus van Welij in huwelijk hebbende Maria Kuppes; van W. Boers, Wed. van Jacobus van Doesburg, mitsgaders van F. Hammer, en H. I. Mouthaan, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, ten fine van eonfideratien en advijs. Op ingekomene Misfive van het Provinciaal Collegie, daar bij in confideratie geevende om de post van Hiftorie-fchrijver van die Gewest, welke hunnes inziens zonder ondienst van den Lande wel zoude kunnen worden afgefchaft, té mortificeren, en het tractement, bij den Hiftorie-fchrijver genoten wordende, liever als een fubfidie aan de Gelderfche Académie, die des wel benoodigd is, toe-te leggen; is goedgevonden aan's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier^ in aanmerking neemende, dat bij 'ö Landfchaps refolutie van den 30 April 1773 aan den Profesfor P. Bondam, offchoon aan de Academie van Utrecht beroepen, bij provifie van drie tot drie jaaren het douceur van 250 guldens, bij 's Landfchaps refolutie van den 11 October 1770 aan denzei ven als Hiftoriefchrijver deezer Provincie toegelegd, is gecontinueerd , en dat voornoemde Profesfor Bondam zich  ï7 Mai 1797' zich doenmaals heeft verklaard te obligeren, dat, bijaldien hem iets menfchelijks mogte overkomen, eer het Charterboek van Gelderland door hem mogte uitgegeeven zijn, in zoodanig geval van fterven deszelvs geheele Collectie, en alle fchriften daar toe betrekkelijk, door deszelvs Erfgenaamen aan de Provincie ter goeder trouwe zullen worden geëxtradeerd en overgegeeven, enteffens gelet, dat, ingevalle die verzaameling van oude Charters, door denzelven met zooveel moeite en kosten verkregen, onder gemelden Profesfor Bondam onuitgegeeven verblijven , dit interesfant werk niet zal worden ten einde gebragt, vermeenen zoude, dat dit douceur bij provifie voor den tijd van drie jaaren aan voornoemden Profesfor P. Bondam behoorde te worden gecontinueerd, mits het Provinciaal Collegie informerende, en opgeevende, hoe verre hij met het voorfchreve werk is geadvanceerd; en mits het Charterboek binnen zekeren korten tijd vervolgende met een vierde afdeeling; voorts zich op nieuw verbindende, dat ingevalle van overlijden deszelvs geheele Collectie, volgens bovenaangehaalde refolutie , ter goeder trouwe door zijne Erfgenaamen aan de Provincie zullen worden overgegeeven. Op  17 Mai 1797. Op Requeste van de gezamentiijke Wijkmeeïte•ren der Stad Arnhem om de daar bij vermelde redenen' verzoekende op eene ftrenge poenaliteit verbod tegens het gebruik van titels op eene zoo genaamde Geboorte,' of ingebeeld recht gegrond, als welke tegens de aangenomene gronden van Gelijkheid ftrijden: en de daar op ingekomene eonfideratien en advijs van het Provinciaal Collegie, houdende onder andere, dat hoezeer bij de Publicatie van den 6 Februarii 1795, waar bij alle erfelijke Adeldom vervallen wordt verklaardt, geen fpeciale mentie van de Titulatures is gemaakt, uit de analogie der zaak nochtans voortvloeijdde, dat alle Titulatures, zoo uit hoofde van geëxisteerd hebbende Adeldom, als anderzins, profluerende, tot opbeuring en in ftandhouding van Ariftocratifche denkbeelden verftrekken, en tegens de waare Repdblicainfche grondbeginzelen lijnrecht inloopen, cn noch des te meer behoorden te worden geweerd, vermits alle de geconftitueerde Magten binnen deeze Republicq , en de Repraefentanten des Volks zelvs geene andere Titulature dan die van Burger- hebben vermeend te moeten adopteren : Dat daarom alle titulatures in alleAtftens, Advertentien, ©f Publicatien, of al wat eenigzins onder publicque gefchriften. kan  \7 Mai 1797* gerekend worden te resforteren, behoorden verboden, en door de woorden Burger of Burgeresje vervangen te worden, op gelijke poenaliteit met die, welke tegens het dragen van liverijen is geftatueerd, daar toch deeze beide zaaken in hunnen aart zeer veel overeenkomst hebben. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier zich met de eonfideratien en het geadvifeerde van welgemelte Provinciaal Collegie zoude conformeren, in zoo verre, dat dit verbod alleenlijk betrekkelijk zal zijn tot Publicatien, en alle publicque Actens, en dat die geene, welke zich veroorloven eenige Publicatien of affixien te doen van Inftrumenten, waar in de voorfchreve titels gebezigd zijn, daar voor op de boete tegens het dragen van liverijen geftatueerd, verantwoordelijk zullen gefield worden. Op Requeste van Peter Arts cum fuis, gewezen Pagter van 's Quartiers impost op de Schaapen over het Rijk van Nijmegen over den jaare 1794, verzoekende om van de Collecte, aan hem gedemandeerd, ontflagen, en met restitutie van het verfchot voor zijne moeite beloond te mogen worden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers heb-  ij 18 en. 19 Mai 1797. hebben na deliberatie, goedgevonden dit Requeac te ftellen , gelijk gefield wordt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op in naame van den Quartiere te disponeren. ' . Donderdag den 18 Mai 1797. H et Request van Herman van Dungen, Jan Schouten, Eldert de Wit, en andere Inwooneren van Est , in den Ampte Thielre-waerd, is gefield in handen van de Municipaliteit te Est, om daar op te dienen van Bericht ten naasten. De Misfive van de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Zutphen; als meede het Request van Joh. van Haren, en J. Roeland, Pagters van 's Quartiers impost op den Tabak over het Bommelfche Comptoir, ingegaan i°. Julii 1796 zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te vifiteren, examineren , en daar op alsdan te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs. Vrijdag den 19 Mai 1797. D e Misfive van de Ampts-vergadering van Thielre- en Bommelre-waerden, gefchreven te Bommel den  it> Mai 1797' den iê deezes; mitsgaders eene geëxhibeerde co* pielijke infinuatie den 10 Maart 1797 door C.Verweij> Landbode in deh Thielre - waerd * gedaan aan G. van Meteren te Geldermalfen, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om te examineren, en daar op te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs. Op het geproponeerde ter Vergadering, en in achting genomen zijnde, dat ter gelegenheid van eene extraordinaire Landfchaps vergadering in Julii 1795 in confideratie was gekomen, dat bij het tractaat van vrede tusfehen de Franfche Republicq en de Bataavfche was bedongen, dat de Franfche Republicq aan de Bataavfche zal afflaan zoodanig gedeelte van landen, als in oppervlakte zullen overeen koomen met dié landen, welke de Bataavfche aan de Franfche Republicq heeft afgeftaan; mitsgaders dat bij het tractaat van vrede tusfehen de Franfche Republicq en den Koning van Pruisfchen bedongen is, dat de landen van hoogst gemelde, leggende aan den linkeroever des Rhijns, van alle beflisfende befchikking zijn uitgezonderd geworden tot de algemeene vrede tusfehen de Franfche Republicq cn het Duitfche Rijk; en dat doenmaals goedgevonden is geweest 3- Q de  19 Mai 1797- de Gecommitteerdens uit dit Gewest ter Vergadering van Hun Hoog Mogende aan te fchrijven de zaaken daar heenen te helpen dirigeren, dat 'er bij het Franfche Gouvernement de ernftigfte inftantien werden gedaan, ten einde bij een generale vrede aan de Bataavfche Republicq mogen werden gecedeerd het land van Ravenftein metMegen, de Stad en Ampt Huisfen met den f» Tol aldaar geheven wordende, het Dorp (V) Huihuizen , den 's Gravenwaerd en (c) Lobich met de (d) Duffelt, de f» Lijmers met den (f) Cleeffchen Waerd. Is O) Deeze Tol, even onder Huisfen, boven het "Malburgfche vheer, is in de voorige eeuw verlegd geweest te Emmerik; doch na de doorfnijding te Pannerden de Nedcr-Rhijn meer water bekoomen hebbende, is dezelve wederom geplaatst aan den Land-aan , en tenens te Emmerik verbleven, waar door alnu, in plaats van één, twee Tollen geheven worden. (t) Huihuizen is gelegen in, en oudtijds gequotifeerd geweest onder de Over-Betuwe, volger» Zetcedullen van 1473, en zelvs van 1557- (c) Naa den dood van Hertog Arnold \£ het Huis en Tol te Lobith door Hertog Carel van Burgundien , die dit Furllendom en Graaffchap hadt geoccupeerdaan den Furst Johan van Cleve overgeaeeven met den last, daar inne geradiceerd , waar onder behooide het privilegie van Tolvrijheid door de Voorzaaten van Hertog Arnold aan de Gelderfche Steden vergund. (i) üeDufelt is oorfpronglijk Geldersch territoir, zijnde door Hertog  io Mai 1797. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel de twee andere Quartieren in bedenking te geeven, daar de waarfchijnlijkheid van eene algemeene Vrede zich in het verfchiet begint op te doen, of niet hier van aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, behoorde te worden kennis gegeeven, ten einde, alzoo de genoemde diftricten tusfehen de Landen van deeze Republicq, fpecialijk van dit Gewest, zijn gefitueerd, waar toe ook eenige van dezelve voormaals hebben gehoord, en door verpanding van het zelve zijn gefepareerd geworden, daar op zoodanige reflexie te necmen , als het gemeene welzijn en belang Q a dee- tog Arnold aan den Furit Johen Van Cleve verpand voor 6000 Rijnfche guldens , welke Pandfchap na het overlijden v:vn Hertog Arnold Am den Furst van Cleve in den jaare 1473 is geconfirmeerd door Carel Hertog van Burgundien, ter zeiver tijd Posfesfeur van het Hertogdom Gelre. Qe~) Buiten tcgenfpraak is de Lijmers met Sevenaar , zoo wel als de Stad en het Ampt Goeh, door Verpanding aan den Furst vsn Cleve gekoomen in de trouble tijden van Hertog Arnold. Cf) Bchoorende onder Ac Lijmers. De Steenwaerd en bijgelegene zijn na den jaare 1532 betrokken meede onder de Lijmers doch volgens verpagteedullen van de Vifcherijen in den Rhijn van den Furst van Cleve van den jaare 1414, en transporten voor den Richter van Over-Betuwe van de jaaren 1410 tot 1.530 blijkt, dat dezelve gerekend wierden gelegen te zijn onder de Kerfpc!cn Aart en Herwen»  19 Mai 1797. deezer Republicq is vereifchende, en hooggemelde Vergadering in haare wijsheid zal oordeelen en vermeenen te behooren. Waar meede het Quartier na verlezing en refumtie van dit Reces op heden is gefcheiden. Uit naam en last van het zelve, JOH. in de BETOÜW. R E-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN MAI 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. Q 3  Praefentè Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Carel Campagne , pvombout van riemsdijk, Pieter ten Bosch, Jan van Leeuwen. BOMMEL. Daniël Prillevitz, AuGUSTINUS GeüKAMA. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, MET OOIJ EN PERSINGEN. Hendrik Derkse, Willem Libotté, Jacobus Smits, Coendert Janszen ^ Rijk Daams, OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM,PANNERDEN, MILLINGEN. Gradus Roes, Johannes Glover, Christoffel van Kraaijkamp, Burgert Burgers, Lambertus Verhoeven, Lambertus Paauwen , Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET KEENT EN BALGOIJ, BATENBURG, LEUR, HORSSEN. Jan Festen, Jan Steenbruggen, Jacob Bruijsten, Aeldert Schouten, Jan de Bruijn, Peter van Heumen. NEDER-BETUWE. Dirk Slingervoet, Aalbert van Eldick. q 4 THIEL-  THIELRE -WAERD. Hendrik Murman, godefridus buschman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  2p Mai 1797. Reces des Qjiartiers van Nijmegen \ gehouden binnen de Stad Nijmegen in Mai 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Saturdag den 20 Mai 1797. De Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers op verfchrijvinge van de Gedeputeerden ter Financie binnen de Stad Nijmegen te zaamen gekoomen, en fesfie genomen hebbende, is, na dat het gewoon Gebed door den Secretaris gedaan, en de Commisfien gelezen waren, tot Voorzitter deezer Vergadering benoemd de Burger Nicolaus Lange, Gecommitteerde wegens Bommelrewaerd en het Schependom van Bommel, die de praefente Leden voor hunne goedwillige comparitie bedankt, en zich vervolgens ten aanzien van de redenen deezer convocatie heeft gedragen tot de poincten in de brief van uitfehrijvinge vervat. Is ter Vergaderinge voorgedragen, dat volgens Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, in dato 4 Mai 1797 is gepetitioneerd 40 Millioenen, zijnde de beQ 5 groo-  zo Mai 1797. grooting der behoefeens voor den dienst van den Lande voor dit loopende jaar 1797, waar in de Quota van de Provincie van Gelderland bedraagt ƒ 2,555000-:-: Waar van afgetrokken het geene de Quartieren hebben aangenomen, in plaats van de gemeene Middelen in communie brengende, te betaalen volgens Conventie van het jaar 1700. Het Quartier van Nijmegen. . ƒ 206127-10: Het Quartier van Zutphen bij gemelde Conventie ƒ 109000-:-: En bij nadere Conventie van den 18 Julii 1720 . 7500-:-: nog als hier onder (1) genoteerd . 66200-:-.* l ■ 182700:-: (O Volgens Conventie van den jasre 1720 artic. 2 moet door de Quart'eren van Zutphen en Veluwe van ieder 100,000 guldens , welke de Staten van Oorlog met de verdere Generaliteits en Provinciale lasten boven de 900,000 guldens voor Gelderland koomen te bedragen, bij de aanneming, in plaats van de se-  .20 Mai Ï797. Het Quartier van Veluwe, bij eerst gemelde Conventie . 136210-10-: En bij laatst gemelde Conventie . 7500-:-* nog als hier onder genoteerd . 66200 :-: 209910-10-: 598738-:-: ƒ 1,956262-:-: Dus blijft wegens de Quota deezer Provincie in voorfchreve 40 Millioenen tusfehen de drie Quartieren te verdeelen ƒ1,956,262-:-; Waar in de Quota van het Quartier van Nijmegen bedraagt . 918872-11-3I En in plaats van de voornoemde Middelen ..... 206127-10-: Dus in degeheele 40 Millioenen 1,125000- 1-3I Waar gemeene Middelen worden gevoegd Sooo guldens, meerder of minder na rato, bedragende de Quota van deeze Provincie in alle de lasten over dit jaar 1797 ƒ 2,555,000-:-: en dus ƒ1,655000-:-: de 900,000 guldens gefurrnonteerd, zijnde al£00 alnu voor Zutphen cn Veluwe ieder, /'6620c-:-:  20 Mai 1797. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenoomen. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter voldoeninge aan 's Quartiers refolutien van den 29 April 1776, en daar op gevolgde van den 14 September 1795, gerapporteerd van het geen bij hun was gedisponeerd op Reqüesten enz. volgens 's Quartiers appoinctementen, namentlijk dat . den 18 Mai 1796", door den Burger H. Seliull, gewezen meede Lid van bun Collegie, volgens 's Quartiers refolutie van den 12 Maart daar te vooren overgegceven zijnde eene Verklaaring, met eede bekrachtigd door Jan Loef voor Richter en Schepenen der Stad Sak-Boemel, houdende, dat als Pagter van feet Paslage-geld.over de Stad en Schependom van. Salt-Bommel van 1 Julii 1794 tot ultimo Junii 1795 niet meerder onttogen hadt als 367-11-: en hebbende vilie van zijn boek aan gemelde Burger Schuil gegeeven, goedgevonden was „ den Burger H. Schuil voor zijne genomene moeite te bedanken, „ voorts dat gemelde ontfawg^ne penningen, na aftrek vim „ 6 percent voor het collecteren van dien, van hei: montant „ der pagt zullen worden afgetrokken, eri van het resterende „ Ordonnantie op den Ontfanger II. Vermeulen afgegeeven, „ ten einde in betaaling van de verfchulde pagt te valideren; zroo en invoegen bij die refoluue breeder vervat. . Dat op den ao Mai 1796 door hun Gedeputeerden ten verzoeke van den Maire van Buuren ter Quartiers Vergadering voorgedragen zijnde, dat den Secretaris J: G: van der Lith mogt worden geauctorifeerd, om alleen 's Quartiers Zegels binnen de Stad en Lande van Buuren te- mogen verkoopen, zodanig echter, dat om andere Ingezetenen daar door geen nadeel toe te brengen, bevorens eene Publicatie tot oproeping  20 Mai 1797. ping- der Ingezetenen, of ook tot den verkoop van Zegelsmogten genegen zijn, werde afgevaardigd; en dit geproponeerde bij 's Quartiers Refolutie van den 6 derzelvêr maand, gerenvoijeerd zijnde aan de Gedeputeerden, oin daar op in naame van het Quartier te disponeren, goedgevonden was te laten afgaan het navolgende. „ Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. „ Publicatie. „ De Ordinaris Gedeputeerden des Quartiers van Nijme" gen hebben goedgevonden, in naame van de Volks-Ver" tegenwoordigers deezes Quartiefs, volgens verleende auc" torifatie bij 's Quartiers refolutie van den 6 deezer loopende maand, bij deezen op te roepen alle zoodanige Ir.ge" zetenen binnen de Stad en Lande van Buuren, welke ge", negen mogten zijn tot het verkoopen van 's Quartiers Ze" gels, ten einde zig daar omtrent aan hun Gedeputeerden ", bij Requeste binnen den tijd van vier weeken te kunnen addresferen, om, door dezelven daar op zoodauig te kunnen worden -gedisponeerd, als geoordeeld zal worden te „ behooren. „ Zullende deeze tot een ieders narigt alomme binnen de „ Stad en Lande van Buuren worden gepubliceerd en gcaf„ figeerd. „ Actum ter Camere binnen Nijmegen den 20 Mai 1796, „ het tweede jaar der Bataavfche Vrijheid. „ Ter ordonnantie van gemelde Gedeputeerden. Dat op den 27 Mai op Requeste van het Archidiaconale Capittel te Xanten, verzoekende auctorifatie tot het negotier r'ea eener fomme van tien duizend guldens, en dat daar voor hun-  20 Mai 1797. hunne binnen dit Quartier gelegene goederen zouden kunnen cn mogen verbinden, ten einde die penningen gedeeltelijk tot betaaling van den 5ofte penning aan deezen Quartiere en verder aan de lasten en ongelden, voorts ter hunner fubfistentie, in deeze geldelooze tijd, te kunnen gebruiken, aannemende, om na de voltrekking van de Vreede, zoo dra mogelijk, het zelve Capitaal, van jaar tot jaar, met duizend guldens telkens te zullen afleggen, „ het gedaane verzDek „ was geaccordeerd, mits gehouden zijnde in tijd van Vreede „ 's jaarlijks één duizend guldens af te leggen. En dat eindelijk op den 10 deezes maands op Requeste van .G. van Wttenwaerden, inwooner des Kerfpels Maurik, bij 's Quartiers refolutie van den 20 Maart laatstleden aan hun gerenvoijeerd, „ aan den Requeftrant de geincurreerde „ boete was geremitteerd. Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen, en mitsdien verftaan, dat hier meede aan den inhoud van bovengemelde 's Quartiers refolutien van den 20 April 1776, ende daar op gevolgde van 15 September 1795, is voldaan. De Gedeputeerden ter Financie geëxhibeerd hebbende eene exacte ftaat van de lasten en inkomften des Quartiers over deezen jaare 1797, opgemaakt ingevolge 's Quartiers Refolutie van den 18 Mai 1758, is dezelve, na verleezing, voor notificatie aangenomen; En is vervolgens goedgevonden op maandag te treden tot de befoignes over het dragen der con- fen-  ïo Mai 1797* fenten, en te delibereren over de wijze, hoe die tot onderftand der gemeene zaak het gevoegzaamfte, en den ingezetenen minst drukkende gevonden zouden kunnen worden. Op het geproponeerde ter Vergadering, of Schouten van Kerfpelen , vermits dezelve bij 's Quartiers refolutie van den 10 September 1796 zijn gelast ten ftrengften op hunne verandwoordlijkheid te vigileren op het gebruiken van behoorlijke Zegels bij verkoopingen, verpagtingen en verhuuringen , en eenige fraudes ontdekkende, daar van aanftonds aan den Fiscaal kennis te geeven, daar door moeten worden verftaan te behooren tot de geenen, welke volgens 's Quartiers refolutie van den 31 Mai 1795 verklaard zijn geworden onbevoegd tot het compareren in de Quartierlijke Vergaderingen. Is goedgevonden deeze Propofitie te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. H et Request van Peter Heijfen en Coenraad Coenraads, Pagters van den impost op het Gemaal over Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1796, verzoekende tegens be- gaane  20 en 22 Mai 1797. gaane erreuren, excesfen, grieven en bezwaaren van de Gedeputeerden ter Financie in integrum te worden gefield; is gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van Bericht. H et Bericht van de Ampten van Thielre-en Bommelre-waerden op de Requeste van de Stemgerechtigde Burgers en Ingezetenen des Dorps Tuijl, enz.; de Requesten van E. C. Luitjes qq; van J. vanErp, en W. Janszen, Buurmcefleren van Bemmel; van H. de Lille, van Gradus de Beijer, van J. G. Herbrechter, en van W. Ruttinck, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve te examineren, en daar op vervolgens te dienen van eonfideratien en advijs. Maandag den 22 Mai 1797. "Verlezende Requeste van W. Boers, Weduwe en Boedelhouderfche van Jacobus van Doesburg, mitsgaders J. F. Hammer, en H. J. Mouthaan, Pagters van den impost op den Tabak over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs ingegaan i°. Julii 1792, om de daarbij geallegeerde redenen verzoekende, dat het de Volks-Vertegenwoor- di-  44 Mai 179f. digers deezes Quartiers behagen moge de Requeftranten, als aan den Ontfanger van Eek betaald hebbende de pagten verfchuld op i°. Julii 1793 en 1794 refpective, en ruim een derde der pagtpenningen van den impost op den Tabak verfchuldigd geweest over het jaar i°. Julii 1794 tot 10. Julii 1795, van de betaaling der verdere pagtpenningen, op grond van den 20 artieul van de generale Ordonnantie, te ontheffen, met die gedaane betaaling genoegen te neemen , en den gezegden Ontfanger te auctoriferen zijne tegens de Requeftranten begonne executie op te heffen. En hier op vermogens appoinctement van den 17 deezes gehad hebbende de eonfideratien en hec advijs van de Gedeputeerden ter Financ ie; Is goedgevonden om de redenen en motiven bij den Requeste geallegeerd het gedaane verzoek te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd worde bij deezen, mits Requeftranten verpligt zullen zijn met eede te behouden niet meerder, dan 't geene bij den Requeste vermeld, van hunnen pagt ontfangen te hebben. "Verlezen de Requeste van Gradus de Beijer ^ gewezen Pagter van den impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over Bemmel, Resfen 3. R en  au Mai 1797- en Doornenburg, ingegaan i°. Julii 1794, daar bij verzoekende, dat het de Volks-Vertegenwoordigers gunftig moge behagen Requeftrants verzoek, bij zijn Request van den 2 Februarii gedaan, ten einde met de reeds ontfangene en betaalde 609 guldens, als meede met 't geen nog tnogt koomen te ontfangen, en vervolgens als ontfangst te betaalen, te kunnen en te mogen volftaan, te accorderen, of ten reguarde van denzelven zoodanig favorabel te refolveren, als tot afwending van Requestrants anderzins onvermijdelijk verderf zullen vermeenen te behooren: Dan, zoo onvermoedelijk bij derzelvêr Refolutie van den 14 Maart jongstleden mogten gelieven te perfisteren, als dan in zoodanig onverhoopt cas, tot invordering der bij den" Requeste vermelde reftanten, in plaats van een half jaar, een uitftel van anderhalf jaar aan den Requeitrant gunftiglijk te verleenen, ten einde hij tijd moge hebben van te kunnen beproeven, wat Requeftrant nog van die reftanten zal kunnen bekoomen, waar toe hij zijne uiterfte devoiren zoude aanwenden. En hier op ingevolge en ter voldoeninge aan 's Quartiers appoinctement van den 20 deezes gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Is  22 Mai 1797. Is goedgevonden, gelet zijnde, dat den Requeitrant tot inning der restanten noch een termijn van vier maanden voor handen heeft, bij de gemelde Refolutie te perfifiereii, gelijk daar bij geperfifleerd wordt kracht deezes. "Verlezen de Requeste van Peter Wouters van den ouden Weijer, verzoekende, dat bij interpretatie van de Ordonnantie op het Klein Zegel mogte worden verftaan , dat Obligatien tot lasten van Dorpen, voor het emaneren van de Ordonnantie zonder zegel gepasfeerd, beftaanbaar zijn, en door de Landfchrijvers of Secretarien ten Protocolle van bezwaar geregiftreerd mogen worden ; Ofte eventueel, dat uit confidentie der bij hem aangetogene redenen de Landfchrijver des Rijks van Nijmegen moge worden geauctorifeerd pm de bij Requeste gelibelleerde Obligatie ten laste des Kerfpels Ewijk, groot 7000 guldens met een competent Zegul te munieren , en, zulks vooraf gegaan zijnde, na vereisch te kunnen regifireren. .En hier op'vermogens marginale refolutie van den 17 deezes gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is na voorgaande deliberatie goedgevonden des Requftrants verzoek te accorderen, en mitsdien R a den  aa Mai 1*797." den Landfchrijver des Rijks van Nijmegen te auo toriferen om de bij den Requeste vermelde Obligatie met een competent Klein Zegel te munieren, en, zulks vooraf gegaan zijnde, ten Proto* coile van Bezwaar te regiftreren. Verlezen de Requeste van Gradus van Welij, in huwelijk hebbende Maria Kuppes, daar bij te kennen geevende, dat aan gemelde Requeilrants huisvrouw bij Magefcheid over den ouderlijken boedel onder anderen was toe- en aanbedeeld eene Obligatie ten laste van het Dorp Ewijk, groot in Capitaal 1500: in dato 17 Decemb. 1783. Dat het in die tijden genoegzaam een conftant gebruik fcheen geweest te zijn, dat Obligatien door Dorpen of Kerfpelen fchuldig beleden, als vrij van 's Quartiers Klein Zegel met de woorden pro pago beftempeld wierden; daar echter tegenwoordig geene Obligatien , fchoon door diergelijke Corpora fchuldig bekend, van het Zegel geëximeerd, maar wel degelijk daar onder gecomprebendeerd zijn. Dat Requeftrant, om redenen bij den Requeste vermeld, gezegde Obligatie gaarne ten Protocolle van Bezwaar hadde geregiftreerd, dan dat daar in zwarigheid wierdt gemaakt, dewijl bij den 107 ar*  22 Mai 1797. artïcul van de Ordonnantie op het Klein Zegel den Landfchrijvers verboden is onbezegeldeinflrumenten te regiftreren, verzoekende overzulksauctorfatie op den Landfchrijver des Rijks van Nijmegen om de vooraangetogene Obligatie met een competent klein zegel te munieren, teneinde, zulks vooraf gegaan zijnde, ten Protocolle te kunnen worden geregiftreerd. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en her advijs van de Gedeputeerden ter Financie, vermogens appoinctement van den 17 deezes, Is na gehoudene deliberatie goedgevonden het verzoek van den Requeftrant nomine uxorisgedaan, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen: En is wijders verftaan de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om aan de Secretarijen in de Steden, Ampten en gewezene Heerlijkheden refpective aan te fchrijven, om in diergelijke gevallen, als vooraangetogen, onbezegelde Obligatien ten laste van Kerfpelen of gewezene Heerlijheden, voor het emaneren der laatfte Ordonnantie op het Klein Zegel fchuldig beleden en gepasfeerd, met competente Zegels te kunnen en te mogen munieren. R3 Ver-  sa Mai 1797. "Verlezen de Requeste van den Burger A.H. van Eek, Ontfanger van den 8oac 40^ en andere penningen , mitsgaders van den impost op den Tabak over het geheele Quartier, daar bij verzoekende, dat aan Requeftrant; voor deszelvs extraordinaire moeite wegens de betaaling van de Renten van de Obligatien en Recepisfen , gefproten uit de heffing van den 50"™ penning eene jaarlijkfche toelage moge worden verleend, zoo als vermeend zoude worden evenredig te zijn aan zijne moeite. En hier op vermogens appoinctement van den 19 April laatstleden gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie; Is na deliberatie goedgevonden het voorfchreve verzoek , tot dat 'sQuartiers Casfen in een bloeijender ftaat zullen geraakt wezen , te houden in advijs. Verlezen de Requeste van de Burgers J. van Veerfcn, A. ten Boven, en H. Kortebos, Commisfarisfen van den 5oflen penning en dubbelde Verponding over de Stad en Schependom van Nijmegen, daar bij verzoekende eene redelijke belooning voor het lang vaceren, of ten minften om die daggelden niet minder te ftellen, als die van de Zilverfmeden of Esfaijeurs, of zoodanig als de Volks-  22 Mai 1797. Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers zouden oordeelen te behooren. En hier op hebbende gehad de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, vermogens appoinctement van den 21 April laatstleden; Is na deliberatie goedgevonden het verzoek, bij den Requeste gedaan, provifioneel te houden in advijs. s "Verlezen de Requeste van C. C. Edle van Meinertzhagen, gebooren van Motzfeldt, woonagtig te Cleve, als Eigenaarfche van den huize Zeeland en daar onder leggende goederen, mitsgaders verdere landerijen onder Perfingen gelegen, bij den Requeste vermeld, verzoekende ter zaake van de Publicatie, waar bij den Ingezetenen des Hertogdoms Cleve verboden is betaalinge der dubbelde Verponding van de goederen , zoo de Ingezetenen aldaar in de Provincie van Gelderland zijn posfiderende, te doen, auctorifatie op den Ontfanger M. de Bruijn, om aan de Requeftrante of haare ordre te restitueren de reeds betaalde dubbelde Verponding van den huize en goederen onder Zeeland, Millingen, mitsgaders onder Perfingen gelegen , en. zulks tegens exhibitie en intrekking der daar van voor handen zijnde Recepisfen; R 4 En  22. Mai 179Y' En hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, vermogens appoinctement van den 22 Maart jongstleden ; Is na gehoudene deliberatie goedgevonden dit poinct, voor als noch, te houden in advijs. Verlezen de Requeste van den Burger G. F. Hugenpoth tot Aart, verzoekende om redenen, daar bij in het breede gedetailleerd, dat aan Requeftranc moge worden geaccordeerd, om de buitengewoone geheven wordende dubbelde Verponding na het oude Quohier te voldoen, en bij den tweeden termijn te decorteren, 't geen na inhoud van het nieuwe Quohier bij den eerfien was overbetaald: Voorts dat ten aanzien van den te hoogen aanflag van Requeftrants Weidens, en aanflag van deszelvs Thiendens onder het Kerfpel Aart gelegen, zoodanige verandering in het nieuwe Quohier der Verponding moge worden gemaakt, als door de Volks-Vertegenwoordigers zoude bevonden worden te behooren. En hier op ingevolge appoinctement van den 21 Maart jongstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie ; Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers na deliberatie goedgevonden in het eerfte lid van  S2 Mai 1797. van Requeftrants verzoek om de dubbelde Verponding na het oude Quohier te voldoen, en bij den tweeden termijn te decorteren 't geen na inhoud van het nieuwe bij den eerften was overbetaald, te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. En belangende het tweede lid, gelet zjnde, dat bij de op handen zijnde Conftitutie voor deeze Republicq waarfchijnlijk eene nadere accurate opmeeting zal plaats hebben, is goedgevonden het zelve, voor als noch , te houden in advijs. Verlezen de Requeste van Proviforen van het Armen - Kinderen - Weeshuis binnen Nijmegen, daar bij verzoekende te mogen hebben uitflel tot het betaalen der uitgefchreven dubbelde Verponding en 5CA11 penning, tot dat zij lieden met de Commisfie tot de Kerken- cn Armen-goederen eenige fchikkingen ter betaaling der fchulden van het Godshuis zouden hebben gemaakt , en om provifioneel verklaard] te mogen worden voor diligent: En hier op gehad hebbende de eonfideratien cn het advijs van de Gedeputeerden ter Financie volgens marginale refolutie van den 21 Maart laatstleden ; R 5 Is  22 Mai i?97* Is na deliberatie, goedgevonden in der Requeftranten verzoek te difficulteren, gelijk daarin gedifficulteerd wordt bij deezen. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op eene Propofitie door de Gecommitteerdens der Stad Boemel ter Vergadering gedaan, houdende, dat de Burger W. A. van der Feltz, aangefteld provifioneel tot Richter der Stad Bommel, het Amptgeld om in eed te kunnen genomen worden, volgens Quartiers refolutie van den 17 Julii 1795 hadde moeten betaalen, met verzoek, dat, vermits de provifioneel aangeftelde Richter der Stad Nijmegen J. E. Sanders van Well bij refolutie van den 12 Maart 1796 daar van was ontheven geweest, auctorifatie op den Ontfanger de Roock om het betaalde Amptgeld aan voornoemde Burger van der Feltz te restitueren; En hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden en verfiaan, dat in het verzoek, bij voorfchreve Propofitie vervat, niet kan worden getreden : En gelet, daar het verzoek van den Burger J. E. Sanders van Well, welke alleenlijk voor den tijd van één jaar 'tot,Richter der Stad Nijmegen was aangefteld geworden , was tenderende tot ont-  ai Mai 1797. ontheffing van de betaalinge van het Amptgeld als Richter, en van 's Quartiers Zegel ad 40 guldens tot de Commisfie, volgens de Ordonnantie wordende vereischt, en dat door de Volks-Vertegenwoordigers ingevolge refolutie van den 11 Maart 1796 het eerfte lid van Requcftrants verzoek is geaccordeerd , en het tweede gewezen van de hand , is verder na gehoudene deliberatie verftaan, dat gezegde Burger J, E. Sanders van Well, thans ad vitam aut ad culpam tot Richter der Stad Nijmegen aangefteld, meede verpligt is het Amptgeld , volgens de Ordonnantie daar toe ftaande, te voldoen: Wordende de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd aan den Ontfanger J. de Roockhier van aanfchrijvinge te doen, en Extract deezes aan den Richter Sanders van Well meede te deelen tot deszelvs naricht. "Verlezen de Requeste van eenige inwooneren van het Fort St. Andries daer bij om geallegeerde redenen verzoekende remisfie en kwijtfchelding van 's Quartiers middelen over het jaar 1797, en wijders dat voor de aanfiaande verpagting de Quota van het geen door de Ingezetenen in deezes Quartiers middelen wordt verfchuld zoodanig mogt verminderd worden , als  22 Mai 1797. als naar tnaate van de Inwooners, en derzelvêr onvermogen mogt worden geoordeeld redelijk en aequitabel te zijn : En hier op ingevolge appoinctement van den 19 April laatstleden gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Amptsvergadering van Thielre- en Bommelre-waerden ten fine van eonfideratien en bericht. Verlezen de Requeste van Joost van den Acker cum fuis, Pagters van deezes Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over den jaare 1794 over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, daar bij verzoekende, dat aan hun het montant der bij den Requeste geannexeerde Rekening, zich bedragende eene fomme van 931-3-3 mogte worden geremitteerd: En hier op vermogens appoinctement van 11 deezes gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden te perfifteren bij deezes Quartiers refolutie van den 2 Febr. laatstleden, en mitsdien in der Requeftranten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op  22 Mai 1797. Op Requeste van Joh. van Veerfen, H. Kortebos, en A. ten Boven, als gefielde Commisfarisfen 'tot ontfangst van den 5°fte penning, en dubbelde Verponding over de Stad en Schependom van Nijmegen, verzoekende auctorifatie om alnog tot het uiteinde deezer maand Mai ter inning der furnisfementen van den voorfchreven termijn te vaceren, na omloop van welke de Requeftranten niet zouden ledig ftaan om de naamen der onwilliger,, die als dan nog niet aan hunne verpligting hebben voldaan, met en benevens de generale lijsten van hunnen ontfangst over te geeven. De Volks-Vertegenwoordigers hebben na gehoudene deliberatie in der Requeftranten verzoek gedifficulteerd, gelijk daar in difficulteren bij deezen. Gedelibereerd zijnde op eene Propofitie der Stad Bommel, tenderende tot het toeleggen van een douceur aan de Stads Bodens aldaar wegens de veelvuldige Exploicten aan gebrekige in het furneren van den 50^ penning en dubbelde Verponding; en zulks meede ten aanzien van de Schouten ten platten lande: en hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie. Is goedgevonden deeze Propofitie, voor alnog, te houden in advijs.  22 en 23 Mai 179?. De declaratie van de Roeijdragers der Stad Nijmegen, en van L. Stoppendaal, als adjunct Fiscaal der Financie: eene Memorie rakende het maaken van eenen nieuwen omflag tot betaaling der confumtive middelen in het Schependom van Nijmegen : Het Request van Commisfarisfen van den 5oltel penning over het Ampt Neder-Betuwe; van D. Bongers, cn van M. C. Schildhuizen, Weduwe Erkelens, zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie om dezelve & examineren, en daar op vervolgens te dienen van eonfideratien en advijs. Dingsdag den 23 Mai 1797. Is ter Vergaderinge voorgedragen, dat de gedaane betaaling op dc Petitiën, bij de opgaave ten Quartiers Recesfe fub dato 17 Mai 1796 geinfereerd, niet verder was berekend als tot i°. Junii 1794: En dat tot den tijd van die opgaave op de nagenoemde Petitiën, in plaats van het opgegeevene, betaald, en door het Quartier nog fchuldig was, als volgt; naamelijk op de Petitie van den 12 Julii 1793 ad ƒ 1,200,000 :■: voor 's Lands Fortificatiën betaald zijnde ƒ 18237-10 resteerde noch ƒ 17765- 12-10I Op  23 Mai 1797Op die van den 13 December 1793 ad ƒ 1,000,000-:-: tot de winterdienften, zijnde betaald ƒ 3823-12-1* refteerde f&6i?9-:-3 Op die van 18 December 1793 ad ƒ2,000,000-:-: tot goedmaaking van de kosten der Legerlasten, welke uit voorige Petitie niet hadden kunnen vallen, betaald zijnde ƒ 56262-3-: bleef noch te voldoen .... f 3743^-91 Op die van 14 Januarü 1794 ad ƒ5,000,000-:-: tot de Legerlasten betaald zijnde ƒ i47498-:-6, bleef het Quartier nog fchuldig . . fp.'$\Sm\^Sl En dat in het geheel was afbetaald het aandeel des Quartiers in de Petitie van den 20 November 1792, ad ƒ1,240,000-:-: tot aanbouw, reparatie en equipage over het 1793: In de Petitie van den 28 Januarü 1793, ad ƒ890,240 :-: voor eenige Hulken, en andere kleine Vaartuigen, mitsgaders in de Petitie van den 28 Junii 1793 ad ƒ600000-:-: tot aanvulling van Magazijnen; Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden zulks ten Recesfe te infereren, om te dienen ter informatie.  &3 Mai 1797. Ontfangen eene Misfive van de Amptsvergadering der Ampten van Thielre- en Bommelrewaarden, gefchreven te Bommel den 16 deezes maands , houdende verzoek, dat, daar de Burger H.J.Meijer, welke uithoofde van zijnen ontfangst der confumtive Middelen over den Dorpe Waardenburg bij het Quartier als comptabel was geconfidereerd, van zijnen ontfangst hadt afgeftaan, tot waarneeming van derzelvêr belangens in de Vergadering mogte worden geadmitteerd: Meede verlezen eene infinuatie den 10 Maart laatstleden aan G. van Meteren door den Landbode C. Verweij geëxploicteerd, en ter Vergadering geëxhibeerd. En hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden en verftaan, dat voornoemde Burger H. J. Meijer, zoo lange zich wegens het gepofeerdc ten zijne opzichte bij voorfchreve infinuatie vervat, niet naar behooren zal hebben gezuiverd, tot de Vergaderinge van de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers niet kan worden geadmitteerd. De Gecommitteerdens van Thielre-en Bommelre-waarden hebben verzocht aantekening van tot het neemen deezer refolutie niet te hebben ge- con-  23 Mai 1797. concurreerd, zullende zulks door Extract deezes ter kennisfe brengen van de Ampten refpective, ten einde hier omtrent zoodanig te handelen, als zullen oordeelen te behooren, met referve van nadere aantekening. De Gecommitteerdens der Steden Nijmegen , Thiel en Bommel, van bet Rijk, van Tusfehen Maas en Waal, en Over- en Neder Betuwen hebben eventueel haare contra-aantekening gereferveerd. De Gedeputeerden ter Financie hebben terVergaderinge voorgedragen, dat ingevolge refolutie van de Volks - Vertegenwoordigers deezes Quartiers geadfumeerd hebbende de Burgers C. Campagne, enj. Glover tot het examineren der Rekening, doorJ.G.Most en P.Heiligers cum fuis, Adminillrateurs van het Thielfche Comptoir overgegeeven, dezelve nogmaa.s tertafele van de Vertegenwoordigers des Volks moesten exhiberen, met de femarques, die hunLieden op onderfcheidene posten in de tweede verbeterde rekening waren voorgekoomen, daar bij in het breede vervat: En fpecialijk, dat bij het flot der rekening aan hunLieden gebleken was, dat de Adminiftrateurs van het Thielfche Comptoir alnog aan -het Quartier zou3, S den  23 Mai 1797. den fchuldig zijn f^ifi-i^s terwijl de requifitien van Genever , bedragende de fomme van ƒ13016 11-: welke op ordre van de Municipaliteit van Nijmegen was gerequireerd geworden , in deeze rekening door de Adminiftrateurs wel wierden opgegeeven, edog in die rekening niet konden worden ingebragt. Dat bij examinatie HunLieden meede was gebleken, dat door de Monopolisten des Nijmeegfchen Comptoirs alleenlijk twee maanden, te weeten Julii en Augustus, aan den Ontfanger waren betaald geworden ter fomme van ƒ 11385-16-10! Dat dezelve alnog over de maanden September en October fchuldig waren . ƒ 11385-16-1 of over November .... 5692 18- $\ 13 dagen in December . . . 2487-18-10 ^9566-i3 10 En dat daaromtrent te noteren ftont, dat ingevolge refolutie van de Gedeputeerden van den 13 December 1794 de Monopolisten van hunne pagt ontflagen waren, en dus na dien tijd alleenlijk als Adminiftrateurs konden worden geconfidereerd : Moetende van deeze fomme nog worden afgetrokken ƒ3281-16-: welke ingevolge refolutie van de Gedeputeerden van den 4 Novemb. 1794 aan den Ontfanger J. van Leeuwen waren ter hand ge-  23 Mai 1797. gefield geworden, zoo dat alnog voor bet Quartie; te vorderen (lont eene fomme van ƒ'16284-17-10 Dat de Gedeputeerden en geadfumeerde Leden verder moesten noteren, dat zij Adminiftrateurs almeede zouden verpligt zijn rekening te doen van de adminiftratie van het zelve Comptoir, te rekenen van den 13 December 1794, zijnde den dag van den omflag van de Pagt tot den 1 Julii 1795- Weshalven de gezamentlijke Monopolisten des Nijmeegfchen en Thielfchen Comptoiren nog in het geheel aan het Quartier buiten de adminiftratie van den 13 December 1794 tot f°. Julii 1795 om deeze reden zouden fchuldig zijn eene fomme van ƒ25457-io-15 Waar op gedelibereerd, en in aanmerkinge ge-i nomen zijnde, dat volgens dit Rapport door de Adminiftrateurs aan het Quartier behooren voldaan te worden de resterende fom van ƒ9172-13-5 terwijle over de requifitien van Genever, bedragende de fom van ƒ13016 n-: welke op ordrevan de Municipaliteit van Nijmegen is gerequireerd geworden, de Adminiftrateurs desThielfche Comptoirs zich aan gezegde Municipaliteit kunnen ad-, dresferen; voorts dat, wat aanbelangd het Nijmeegfche Comptoir, dezelve fchuldig en gehouden zouden zijn aan het Quartier te betaalen de fomS 2 me  23 Mai \7g7' me van ƒ16284-17-10 zijnde het restant van hunne pagt tot 13 December 1794, wanneer dezelve van hunne pagt zijn ontflagen geworden, ten waare nochtans zij Adminiitrateurs zich nader om remisfie kwamen te addresferen : En wijders, dat dezelve zouden behooren te doen rekening van hunne gehoudene adminiftratie van den 13 December 1794 tot den 1 Julii 1795. Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie, famt geadfumeerde Leden, voor derzelvêr genomene moeite en gedaane rapport te bedanken, en gemelde Gedeputeerden wijders te auctoriferen, om de rekening, van de adminiftratie des Nijmeegfche en Thielfche Comptoirs, met de Monopolisten en naderhand Adminiftrateurs des Nijmeegfche, en Adminifirateurs des Thielfche Comptoirs, te fluiten, en de gelden, des noods door middelen rechtens, te incasferen, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd worden kracht deezes. Ingekomen en gelezen eene Misfive van de VolksVertegenwoordigers des Quartiers van-Zutphen, gefchreven te Nijmegen op den extraordinairen gecontinueerden Landdag den 13 deezes, houdende, dat verfcheidene Ingezetenen des Zutphenfche Quartiers, Eigenaren wezende van goederen binnen dit Quartier gelegen, waar van zij zoo wel  -3 Mar 1797den 5orc als ioone penning in de geforceerde geldleningen te Zutphen hadden opgebragt, zich aan hunL. hadden geaddresfeerd, als door de extraordinaire geldheffing eener dubbelde Verponding binnen dit Quartier geheven wordende verre boven anderen zich bezwaard rekenende ; en dat zijL. vermeend hadden voorloopig aan de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers te moeteu verzoeken van de zoodanige hunner Ingezetenen', als in het voorfchreve geval zich mogten bevinden , niet te willen presferen tot de gemelde contributie, maar in tegendeel dezelve te houden voor diligent. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden bij 's Quartiers Placaat, op de heffinge der dubbelde Verponding geëmaneerd, te perfifteren, en daar van aan de Volks - Vertegenwoordiges des Quartiers van Zutphen kennisfe te geeven bij de volgende refcriptie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. "V^ij hebben ontfangen, en in deeze onze Vergadering gelezen ULieder Misfive van den 13 deezes, -waarbij GijLieden op inftantien van Ingezetenen S 3 des  23 Mai 1797. des Quartiers van Zutphen, Eigenaaren zijnde van goederen binnen dit Quartier gelegen, waarvan zij zoo wel den 50^" als ioo!"e" penning in de geforceerde geldleeningen binnen het Quartier van Zutphen hadden opgebragt, en welke zich verre boven anderen bezwaard rekenden door de extraordinaire geldheffing eener dubbelde Verponding, te betaalen bij elk en eén iegelijk in dit Quartier geposfesfioneerd , 't zij binnen of buiten het zelve woonagtig, ons gelievet te verzoeken dezelve niet te presferen tot de gemelde contributie, maar in tegendeel, dezelve voor diligent houdende, die ordres te ftellen, dat ter zaake voorfchreve op geenerleij wijze in hunne goederen mogen worden bekommerd. Wij vermeenen bij alle voorkoomende gelegenheden betoond te hebben , hoe zeer wij de goede intelligentie tusfehen de Quartieren van een en het zelvde Gewest hebben gewaardeerd, gelijk wij diezelve alnoch ten hoogden aeilimeren, en aan derzelvêr billijke verzoeken gaarne trachten te beantwoorden ; Maar het doet ons leed , dat wij in het thans verzochte geval verferen in die termen , dat wij aan ULieder gedaane inftantien nieï kunnen voldoen. Wij behoeven niet aante haaien de bezwaarlijke  23 Mai 1797ke omuardiiVeden , waar in die Quartier zich ten aanzien van deszelvs Financielen toeftand bevindt, en welke ons niet permitteren uitzonderingen in ons Placaat te maaken 5 noch ULieden te doen rcfl -cteren, dat de betaaling van deeze dubbelde Verponding, waar voor rentgevende Recepisfen tegens 3 pet. worden uitgegeeven* eene geringe last is in vergelijking van den last, die de Ingezetenen deezes Quartiers boven deeze dubbelde Verponding hebben te dragen; daar echter de Ingezetenen van andere Quartieren en Gewesten in opzichte van hunne vaste goederen, in dit Quartier gelegen, een gelijke protectie met de eigene Ingezetenen deezes Quartiers genieten; en waarom ook niet zoo zeer de perfonen, 't zij dan binnen of buiten ons Quartier woonagtig, welke zoodanige grondlasten betaalen, als wel de territoriale goederen, die dezelve dragen, in aanmerking koomen, tot woedaane reële lasten een Eigenaar is verpligt, voor zoo verre die grondlasten tot een onderwerp hebben de beveiliging en vreedzaam genot der goederen. Wij hebben vermeend UL. hier van te moeten kennisfe geeven, niet twijfelende, of de refpective Eigenaaren, confidererende deeze algemeene verpligting tot het betaalen van reëele lasten, S 4 zul-  23 Mai 1797. zullen zich tor voldoening deezer dubbelde Verponding gehouden achten; en wij vertrouwen, dat gij lieden met ons wel zullet gelieven te conveniëren , dat wij bij ons gcëmareerd Placaat moeten verblijven, zullende in andere gelegenheden, de zaaken daar na gefchapen zijnde, het ons aangenaam zijn aan ULieder inftantien te mogen defereren. Meede-Burgers. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap bevelen wij ULieden hier meede in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 23 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden , De Volks • Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Ontfangen eene Misfive van de Gedeputeerde Repraefentanten van het Volk van Stad en Lande, gefchreven te Groningen den 9 deezes maands, vporfchriftelijk verleend aan den Burger F. A. van  \ 23 Mai 1797. van der Marck, Profesfor aan de Univerficeit derProvincie Groningen, om te zijn geeximeerd van de dubbelde Verponding van zijne goederen binnen dit Quartier gefitueerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden bij het geëmaneerde Placaat te perfisteren, en daar van aan gemelde Gedeputeerde Repraefentanten van het Volk van Stad en Lande kennis te geeven, bij de volgende Misfive. Vrijheid., Gelijkheid, Broederfchap. Meede Burgers. Bi het houden van deeze onze tegenwoordige Vergadering ontfangen wij ULieder Misfiye, gefchreven te Groningen den 9 deezes, waar bij GijL. ons gelieft te verzoeken om favorabel te disponeren op den inhoud van een Request door den Burger F. A. van der Marck, Profesfor aan de Univerfiteit van Stad en Lande, ter ULieder Vergadering geprefenteerd, copielijk in gemelde ULieder Misfive ingefloten, houdende het zelve, om den Requestrant op de aangehaalde gronden van reeds gedaane betaalingen voor zöortgelijke belastingen in ULieder Gewest, zoo van deszelvs gereedè als ongereede goederen, zonder onderS 5 fcheid,  23 Mai 1797. fcheid, waar ter plaatze ook gelegen, alnu van hec voldoen der bij ons gedecreteerde dubbelde Verponding vrij te erkennen, en de Commisfarisfen ten diens ontfangst te injungeren om denzelven van de gedreigde Fiscaals actie te bevrijden. Niets zoude ons aangenaamer wezen, dan dat wij aan ULieder intercesfie, en aan des Requeftrants verzoek in deezen, tot genoegen hadden mogen beandwoorden, terwijl wij niets meerder wenfchen, als om de Ingezetenen van de andere Gewesten te doen genieten dezeïvde protectie en voorrechten , dewelke de eigene Ingezetenen deezes Quartiers eenigzins koomen te genieten, en waar in wij voornemens zijn allezins te volharden. Edoch wij mogen voor UL. niet verbergen, dat de bezwaarlijke omftandigheden, waar in dit Quartier zich ten aanzien van deszelvs Financielen toeftand bevindt, ons niet permitteren in ons Placaat de verzochte uitzondering te maaken. Te minder, wanneer wij daar bij reflecteren, dat de betaaling van deeze dubbelde Verponding, waar voor rentgeevende Recepisfen tegens 3 pet. worden uitgegeeven, eene geringe last is, in vergelijking van den last, die de Ingezetenen deezes Quartiers boven deeze dubbelde Verponding hebben te dragen ; daar nochtans de Ingezetenen van an-  23 Mai 1797. andere Gewesten in opzichte van hunne vaste goederen, in dit Quartier gelegen, eene gelijke protectie met de eigene Ingezetenen deezes Quartiers genieten; en waarom ook niet zoo zeer de perfonen, 't zij dan binnen of buiten ons Quartier woonagtig, welke zoodane grondlasten betaalen , als wel de territoriale goederen, die dezelve dragen, in aanmerking koomen , tot woedane reëele lasten een iegelijk Eigenaar, 't zij inheemsch, 't zij uitheemsch, is verpligt, voor zoo verre die grondlasten tot een onderwerp hebben de beveiliging en het vreedzaam genot der goederen. Wij hebben ons verpligt geoordeeld UL. hier van kennisfe te moeten geeven, niet twijfelende, of de Requeitrant, in aanmerking neemende deeze gemeene verpligting, waar toe alle indiftinctelijk wegens hunne ongereede goederen in het betaalen van deeze tributaire of reëele bezwaren gehouden zijn, zal zich tot deeze contributie of dubbelde Verponding meede gehouden achten, en dezelve voldoen, wanneer wij den Requeftrant van alle gedreigde Fiscaals actie, en geincurreerde boete, waar voor die goederen executabel zijn, genegen zijn te bevrijden : terwijl ons in andere gelegenheden, de zaaken daar na gefchapen wezen-  24 Mai 1797. zende, niets aangenaamer zal zijn dan aan ULieder intercesüe te kunnen defereren. Meede - Burgers Wij bevelen UL. hier meede na toewenfching van heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 23 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Woensdag den 24 Mai 1797. Verlezen de Requeste van Hendrik de Lille, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant bereeds van den jaare 1777 af aan, dan deeze, dan geene 's Quartiers imposten gepagt gehad hebbende, over den jaare 1794 gehad hadt den impost op hetHoornvhee en den Bezaaijden Mergen over het diftrict des Kerspels Eist. - Dat de Generale Ordonnantie, waar op de genoem-  £4 Mai 1797noemde en andere Quarders imposten verpagt worden, en die gevolglijk als een pagts-voorwaarden is verftrekkende, uitdrukkelijk meedebrengt „ dat de Pagters van 's Quartiers imposten „ afflag zullen mogen vragen, ingevalle de vijand „ eenige Dorpen koomt te occuperen, ofte dat „ het Krijgsvolk deezer Landen in eenige Dorpen „ koomt te logeeren, en vrijen aftogt geblazen „ wordt. Dar volgens deeze Generale Ordonnantie dus voor alle fchade, welke door Krijgsvolk eenen Pagter in de bij hem gepagte impost wordt gecaufeerd, de eigene Militairen zelvs daar onder begrepen , korting geconcedeerd en beloofd wordende, Requeftrant mitsdien op fundament hier van, ingevolge de Publicatie ten dien einde geëmaneerd, bij Request aan de Volks-Vertegenwoordigers in het breede hadt voorgedragen de fchaade en nadeelen, zoo hij door de Troupes van de Engelfche armée en andere daar bij gehoorende Corpfen hadde geleden. Dat door de Volks-Vertegenwoordigers daar op wel aan de Ingezetenen des genoemden Kerfpels de helfte van gezegden bij hun verfchulden impost was geremitteerd geworden, doch dat Requeftrant ten' aanzien van dien als Pagter in dezelvde fitu-  24 Mai 1797. fituatie gebleven was, verzoekende vervolgens om de daar bij in het breede geallegeerde redenen, dat aan hem de maanden October en November van de niet aan de Ingezetenen geremitteerde helfte van 's Quartiers impost op het Hoornvhee over den jaare 1794, bij hem gr pagt geweest, en dus een derde gedeelte van dien, mogte worden geremitteerd: En hier op vermogens appoinctement van den 20 deezer gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden en verftaan, dat in des Requeftrants verzoek niet kan worden getreden , en wordt het zelve, mitsdien gewezen van de hand. Verf ezen de Requeste van G. Herbrechter, gewezen Pagter van 's Quartiers impost op de Bezaaijde Mergen en Hoornbeesten over Herwen, Aart, Pannerden , Gent, Angeren, en Loenen over 1794, om redenen, daar bij in het breede aangevoerd, verzoekende , dat den Ontfanger mogte worden gelast, om wegens ende ter zaake van het resterende van den impost op het Bezaaij en Hoornvhee onder Herwen, Aart, Pannerden, Angeren, Gent, voorts van het geene Loenen, uitgenomen O. F. van Quadt tot Wijckradt, wegens  24 Mai 1797. gens denzelven impost over het jaar 1794 is verfchuld, geene verdere aanmaaning te doen, mits echter hij Requeftrant zoude gehouden blijven tot het inmaanen van gezeide reftanten al het mogelijke aan te wenden, en dat geen, wat hij daar van zoude koomen te ontvangen, aan den Ontfanger te extraderen. De Volks-Vertegenwoordigers hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van den 20 deezes gehad hebbende de conilderatien en het advijs der Gedeputeerden ter Financie, hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, dat in des Requeftrants gedaane verzoek niet kan worden getreden , aan denzelven nochtans accorderende eenen termijn van uitftel van twee maanden peremptoirlijk , gelijk zulks verleend wordt bij deezen. "Verlezen de Requeste van E. C. Luitjes, in qualiteit als door het Provinciaal Commitré van Holland ad interim en geduurende de abfentie van den Burger G. F. van Hugenpoth aangeftelde Adminiftrateur van den Bijlandfchen Waerd, daar bij te kennen geevende, dat zedert eenige jaaren de Regeering deezer Provincie, en de Leden van de Cleeffche Krijgs- en Domein-kamer over en weder,  £4 Mai 1797. der, en ieder afzonderlijk, hebben gefascineerd het territoriaal rechtsgebied en fouverainiteit over drie morgen en 380 roeden Lands, over de Rivier op den zoo genoemden Bijlandfchen Waerd gefitueerd, en welk land aan een Cleeffche fchatting van 7-4-: per morgen onderworpen is; en tevens bij het vernieuwen van het Quohier der Verponding onder Millingen, aldaar in het Quohier buitendijks is aangeflagen fub No. 57. Dat door of van wegens de adminiftratie van den Bijlandfchen Waerd ter voorkooming van collifie tusfehen Gelderland en Holland de Verponding van het gezegde land over den jaare 1792 onder Millingen is voldaan geworden met 13-2-9: doch dat de Cleeffche Krijgs- en Domeinkamer zulks ontwaar geworden zijnde, alzoo fusdneerden zulks Cleefsch territoir te wezen, het zelve als eene fteliing in posfeifie hadden aangemerkt, en aan voornoemden Adminiltrateur van den Bijlandfchen Waerd G. F. van Hugenpoth verboden geene Verponding of fchatting, hoe genaamd, van het zelve te betaalen, maar in tegendeel alles bij provifie te laten in flatu quo, tot dat na eene voorgaande gemeenfchappelijke opmeeting van de in quaesde zijnde grond, de grensfeheiding gereguleerd zoude kunnen worden. Dat  24 Mai 1797. Dat Requeitrant, hoe zeer ook bereidwillig om de genoemde lasten te betaalen, echter uithoofde van het voorfchreve verbod zich buiten ftaat gefteld vondt de betaalingen op de bloote inftantie van den Collecteur van Millingen te kunnen of te mógen doen : Verzoekende overzulks om die en andere redenen, daar bij geallegeerd, dat de Volks-Vertegenwoordigers den Collecteur der Verpondinge over Millingen zouden gelieven te gelasten, om met de verdere inmaaning van dien van het meergemelde land provifioneel te fuperfederen, of daaromtrent zoodanige andere refolutie te neemen, als na derzelvêr prudentie zullen oordeelen dienstig te weezen. De Volks - Vertegenwoordigers hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat met de inning der Verponding van vooraangetogene drie morgen en 380 roeden lands provifioneel zal worden gefuperfedeerd, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om daar van, op aanzoek van den Requeftrant, aan den Collecteur derVerpondinge onder Millingen de vereischte aanfehrijvinge te laten doen. 3. T Ver-  24 Mai 1797. "Verlezen de Requeste van W. Ruttinck, Predikant in de Gereformeerde Gemeente te Resfen, daar bij verzoekende, dat aan denzelven mogte worden verleend een fupplement van 150 guldens jaarlijks tot vollest van zijn niet toereikend tractement: En hierop vermogens appoinctement van den 20 deezes gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden den Requeftrant te renvoijeren aan den Richter en Ampts-Regeeringe van OverBetuwe, gelijk gefchiedt bij deezen. V erlezen de Requeste van W. E. Elders, in qualiteit als generaal Boekhouder van de Roomfche Wijk-Armen binnen de Stad Nijmegen, daar bij verzoekende voor het gemis van de vrijdom van het Gemaal van de Rogge over den jaare 1796 een Ordonnantie van eene fomme van 600 guldens, ten behoeve van de Roomfche Wijk-Armen : En hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinctement van den n deezes gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat, daar bij 's Quartiers refolutie van den 13 Maart 1796 in  24' Mai 1797. in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op te disponeren, gefield was geweest eene propofitie om de Wijk-Armen te Nijmegen te doen jouisferen van een evenredig dedomagement voor het gemis van vrijdom van 's Lands impost op het Gemaal, 't welk voor een jaar op een proeve bij 's Quartiers refolutie van den 6 Mai 1789 was geconcedeerd geweest; voorts door de Gedeputeerden ter Financie ingevolge refolutie van den 17 Mai 1796 nog voor één jaar de Ordonnantie van de geaccordeerde 600 guldens opgemaakt was geweest, alnu nog voor één jaar eene Ordonnantie van 600 guldens aan de Wijk-Armen der Stad Nijmegen zoude kunnen worden verleend. Is na deliberatie goedgevonden in het verzoek, door den Requeftrant qpr. gedaan, te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van Nicolaas van de Poll, en W. van Bruggen, mitsgaders H. de Lille, te zaamen cum fuis Pagters van 's Quartiers impost op de bezaaijde Mergen en Hoornvhee over de Dorpen Wichen, Niftrik, Beuningen, Ewijk, Weurt, en' Heumen in den Rijke van Nijmegen , en den Ta Geen Voer^ lieden of Schippers " mogen afj j vaaren, voor * dat hel Pas', fage-geld is e betaald , bij zekenpoens  £4 Mat 1797. Mogen, 0:11 dit te eludcren, niemant buiten opnemen 5 ten waare het Pasfage-geld haar eer/I vAerd voldaan. Van wat plaats zij dat als dan moeten reken"-n, en aan wien behandigen. Ordonnantie zal betaald zijn, op poene van vijftig goudguldens. ' VI. Ende nadien eenige Schippers of Voerlieden, om deezen impost te eluderen, de reizende Lieden wel zouden mogen wijzen buiten der Steden Poorten, om dezelve aldaar op teneemen en wederom te laaten afgaan, alvoorens dat dezelve gekomen zijn aan de Steden of Plaatzen Jaar zij naa toe rijden, is wel expresfelijk geftatueerd, dat geen Schippers of Voerlieden eenige Pasfagiers onder we;en zullen mogen in- of-opnemen, ten dj aan hun Schippers of Voerlieden irooraf door dezelve betaald zij het ver[chulde Pasfage-geld, gereekend van de Plaats, waar van het Rijtuig of Schip is afgevaaren of gereden, het welk zij ian ook bij hun Retour, of immers binnen vier en twintig uuren daar naa, sullen restitueeren aan den Pagter of Collecteur, daar zij afgevaaren of afgereden zijn, op poene en correctie in ien voorgaanden Articul vermeld. VII. De  •24 Mai 1797. VII. De Schippers en Voerlieden zullen moeten voor hunne Knegts, of die zij | hunne Scheepen, Schuij een, Wagens enz. . toevertrouwen en laacen voeren, mits- ; gaders den Pagter of Collecteur voor hunne Bediendens inltaan; en in cas van contraventie tegens deeze Ordonnantie, gehouden zijn de boetens bij dezelve geincurreerd, te voldoen. VIII. En zullen alle Chaifen en Karren , te Huur gaande, achter op het Schild moeten wezen gemerkt met het Wapen van 't Quartier of Stadt, alwaar te huis hooren, ende getekend met een kennelijk merk van den Eigenaar, zulks het zelve openlijk kan worden gezien, op poene van vijf en twintig guldens. I X. De Pagter of Collecteur van dit Pasfage-geld zal daar van geen Remisfien vermogen te geeven of Quijtfcheldinge te doen directelijk of indirectelijk in eeni- Schippers n Voerlic'en moeten wor hunne 'Cnegts , nitsgaders ien Pagter if Collecteur voor zijne Bediendens \n\laan. De lïuur- Chaifen en Karren moeten met het merk van den Eigenaar getekend zijn. De Pagter en Collecteur mag geen quijtfchelding van het Pasfagegeld doen.  24 Mai 1797. - Als iemand door de Pagter of Collecteur tot iet aaiing wordt aangefprokcn en ontrouw is, wat boeten incurreren. Wat poene cnderhtvig is, die den Pag- eenigerhande manieren, op poene van vijftig guldens te verbeuren, zoo wei bij den Pagter of Collecteur, als tot lasten van den-geenen, aan wien bevonden zal worden Remisfie te wezen verleend. X. • En op dat deeze Ordonnantie in alle haare Articulen of gedeelten, ofte elk van dien, wel mag werden gepractifeerd, ende den Pagter of Collecteur noch het Gemeene Land in haare refpective Gerechtigheden niet gefraudeerd noch verkort , zoo zullen de geenen, welke , door den Pagter of Collecteur behoorlijk aangefproken zijnde, bevonden zullen worden contrarie gedaan, ofte eenige ontrouwigheid dien aangaande gepleegd te hebben, daarover voor de eerfte reize verbeuren een boete van vijftig, en voor de tweede reize een boete van honderd goudguldens. X I. De Pagter of Collecteur zal zoodanige ordre mogen ftellen van toe te zien ende te  24 Mai 1797' te onderzoeken, dat hij in dit Middel niet werde gefraudeerd ofte verkort, als hij te raade zal worden, zonder dat hem door iemand, wie hij zij, daar in eenig belet zal mogen gedaan worden, op eene boete van honderd goudguldens, ende verders arbitraire correctie naar de maate van 't gedaane belet of gepleegde refiftentie; alles boven de poenen en breuken in de Generale Ordonnantie geëxpresfeerd. XII. Wordende alle Commisfarisfen of Opzigters van Wagens, de Commisfarisfen of Opzigters van Schepen en Schuijten alhier en in de andere Steden deezes Quartiers, en ten platten Lande alle Gerigts-Bediendens geauctorifeert, niet al leen om de beboeting in conformité var deeze Ordonnantie te doen, maar zelf (mits zoodane Arresten doende, zoo ah na Land- en Stadt-Rechten gebruikelijk is) op verzoek en pericule van den Pagter of Collecteur te mogen aanhouden, én fluiten de Wagens of Schuijten dei gee' Pagter in hel vorderen van het Pasfagegeld belet doet. Commisfarisfen enz. van Scheepen en Wagens in de Steden en Gerigts-Btdienden ten platten Lan- j de, mogen op verzoek van ' den Pagter of Collecteur de Contraventeursaanhouden, mits hetzelve doende zoo als naa Land- en Stad,  24 Mai \797' Stad - richten behoort. De interfraetatiedeezer Ordonnantiegerefervecrd aan 't Qiiariier, en bij abfentie aan de Gedeputeerden. Wanneer, m waar de Pagt-penvingcn moebetaald wordi». geenen, die den Pagter of Coilecceur zal vermeenen tegen deeze Ordonnantie te hebben gepecceert, ter tijd en wijlen hij bij den zoodanigen Contraventeur gecontenteerd, of in cas van verfchil de boete zal hebben geconfigneerd, of voor dezelve Borge gefteld, tot tijd en wijlen daar over zal zijn erkend door de Burgers Gedeputeerden ter Financie. xi Tl Ende inval in deezen iets mogte geomitteerd en voorbijgegaan zijn, ofte daar eenige duifterheid gevonden mogte worden, willen de Volks-Vertegenwoordigers van den Quartiere de interpraetatie van dien aan zich, ende bij abfentie aan de Burgers Gedeputeerden , gereferveerd en voorbehouden hebben, omme daar inne te refolveren en decideren naar behooren. X I V. Zoo wie Pagter blijft van dit Middel, zal gehouden wezen alle twee Maanden een gerecht zesde part van zijnen 'uit* ge-:  24 en 25 Mai i?oj. geloofden Pagt te betaalen aan de refpective Ontfangers tot Nijmegen, Thiel en.Bommel, ieder in zijn Diftrict. . X v. En zal tegens de aanftaande Verpag-* tinge, tot Bommel meede verpagt wor' den het Pasfage-geld van Dalem van alle Perfoonen met Wagens en andere Voifures hooger aanrijdende, het zij onder 't Pasfage-geld te Bommel ofte apart, zoo ende als de Burgers Gecommitteerdens op dezelve Verpagtinge zullen goedvinden. Wordende de Gedeputeerden ter Financie ge* auctorifeerd om die voorfchreve geredresfeerde Ordonnantie ten eerften te doen drukken , in train te brengen, en'dien conform de eerstvolgende verpagting te doen. Donderdag den 25 Mai 1797. erlezen de Requeste van jacobus van Erp, en W. Janszen , Buurmeefteren des Kerfpels Berrimel, daar bij verzoekende, dat aan Requeftranten de penningen, wegens vuur en licht en htfug. V ren  25 Mai 1797. ren van een Wacht-huis, voor de Militairen in den jaare 1795 en 1796 in het Kerfpel Bemmel gecantonneerd geweest zijnde, voorgefchooten mogen worden gerestitueerd, ofte aan hunLieden brieven van voorfchrijvinge verleend: De Volks-Vertegenwoordigers, hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie , hebben na deliberatie goedgevonden de Requeftranten ten aanzien van de verfchotten wegens vuur en licht te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om ter cas fubject aldaar zoodanig verzoek te doen, als zullen vermeenen te behooren. En voorts ten aanzien van het bezwaar der huu« ren van Wachthuizen ten platten lande, en het onderhoud van dezelve in de Steden, aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfehap te Lande te fchrijven de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede Burgers. "Verfcheide In- en Opgezetenen deezes Quartiers hebben bij gelegenheid van onze tegenwoordige Vergadering ons klaaglijk te kennen gegeeven den aanhoudende last van inkwartiering van Troupes, de  25 Mai 1797. de meenigvuldige uitgaven wegens het cantontieren in de jaaren 1795 en 179Ö, zoo van Franfche als Hollandfche Militairen; en hoe zij genoodzaakt zijn geweest ten dienfre van dezelve, en der Commanderende Officieren van dien, niet alleen te furneren het noodig vuur, licht, en brandhout, maar ook het verfchaffen van wachthuizen , met het geen daar in verder volgens militair gebruik noodig was: Dat daar toe hadden gedebourfeerd groote fommen , offererende tcffens de originele Quitancien en Recus; met verzoek, dat, daar het hard zoude zijn, dat zij boven en behalven de onaangenaamheden, welke het eantonneren van Militairen in een Dorp veroorzaaken, en het geen niemand, dan zulks ondervonden hebbende, recht kan bezefFen, niet alleen penningen zouden moeten voorfchieten, maar daaren boven na de restitutie van dien lange wachten, onze intercesfie bij ULieden, om degelden door hun wegens huuren van Wachthuizen voor de Militaire Troupes in den jaare 1795 en 1796, in hunne Dorpen en Kerfpelen gecantoneerd geweest zijnde, voorgefchoten te hebben gerestitueerd; Gelijk ook door de Steden ten aanzien van het onderhoud der Wachthuizen addresfen zijn gemaakt. V 2 Wij  25 Mai 1797. Wij confidereren, dat de huuren, en de kosten van het oprichten van zoodanige Wachthuizen ten platten lande, zoo wel als de voorfchotten van vuur en licht in de Wachten, zijn lasten van het gemeene land, tot welkers defenfie en fecuriteit men noodzaaklijk oordeelddie aan te leggen: En dat uit de natuur der zaak ook is profluerende, dat dezelve in de Steden behoren te worden onderhouden ten kosten van den Lande, als waar aan het gemeene Land, meerder dan de Steden, gelegen is. Wij vertrouwen derhalven, dat GijLieden met ons zult gelieven te conveniëren, dat niet wel met de regels van recht en billijkheid zoude te compasferen zijn, dat de Dorpen en Steden privativelijk daar meede worden gechargeerd; maar in tegendeel, dat het allezins redelijk is, dat het gemeene Land daar toe contribueert; en verzoeken mitsdien, dat GijLieden dit poinct in ernllige overweeginge neemende die voorzieninge wel zult gelieven te doen, dat de betaalde huuren van Wachthuizen ten platten lande, en de kosten van onderhoud van dezelve in de Steden, worden ge« rembourfeerd op zoodanige wijze, als GijL. tot fchaadeloosftelling het gefchiksc zult bevinden. Mee»  • - 25 Mai 17 97Meede-Burgers. Wij beveclen UL. hier meede na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige protectie. Gefchreven ie Nijmegen den 25 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrrjheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des' Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financien te verzoeken en te auctoriferen om het geene Ontfangers, Adminiftrateurs , gewezene Monopolisten enz. aan den Quartiere bevonden worden alnog fchuldig en ten achteren te zijn, door de prompfte middelen van executie ten fpoedigften te doen invorderen. De Gecommitteerdens der Stad Bommel terVergaderinge geëxhibeerd hebbende een Acquit, afgegeeven op dit Quartier, in mindering haarer V 3 Quo*  25 en 26 Mai 1797. Quota in de Petitie van ƒ5000000-:-: tot de Legerlasten, geconcludeerd den 21 Maart 1794, en het Quartier in deeze Petitie alnoch fchuldig zijnde 2515.-1-I; Is goedgevonden dezelve te renvoije'ren aan de Gedeputeerden ter Financie, om daaromtrent na bevind van zaaken te disponeren. Vrijdag den 26 Mai 1797. Op gelezene Commisfie door den Raad der Gemeente der Stad Thiel verleend op den Burger Jan van Leeuwen ter Vergaderinge deezes Quartiers j Hebben de Gecommitteerdens uit het Rijk, en van Tusfehen Maas en Waal, aantekening verzocht, dat bleven inhaereren hun protest den 8 Augustus 1796 ten Recesfe geinfereerd. Verl ezen de Requeste van P. Hondius, Predikant te Gellicum en Rhenoij, verzoekende aanfchrijving aan Commisfarisfen tot den ontfangst der 5ofte penning in hèt Ampt van Beest en Rhenoij om den Requeftrant geene moeijlijkheid aan te doen over de niet betaaling (1) der dubbelde Ver- (o Volccns de oudfle kerkelijke wetten onder de Fiankifche Koningen v,*s «iet alk.en de grond der Keilt, des Kerkbofs, en de PM'  i6 Mai 1797. Verponding, daar Predikanten geen Eigenaars der Pastorie goederen zijn, en Requeftrant nochtans als bruiker der Paftorale landen aldaar, volgens aanmaning van gemelde Commisfarisfen, gevaar liep van bij nalatigheid in het betaalen daar toe door den Fiscaal genoodzaakt te worden; Waar op gedelibereerd en in achting genomen zijnde, dat bij 's Landfchaps refolutie van den 17 deezes is geconfenteerd in het doen verbinden en bezwaaren van Pas orie- en Cusiorie-goederen tot voldoeninge der extraordinaire dubbelde Verponding, indien die voldoeninge op geene andere wij. ze kan gevonden worden, en zulks voor zoodanige fomme , en niet verder, als de dubbelde Verponding refpective zal bedragen; is goedgevonden den Requeftrant tot de vooraangetogene refolutie te renvoijeren, gelijk daar toe gerenvoijeerd wordt bij deezen. Ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie Financie en algemeen welzijn, gefchreven te Arnhem den 21 deezes maands, tot bijlage hebbende het affchrift eener Misfive van de Nationale Vergadering, gefchreven den V 4 19 Pastore met deszelvs Tuinen, maar ook de Pnstorie-bouwJanden, vrij van alle gewoone lasten, die anderzias van i; landerijen gemeenlek betaald moesten worde:;.  26 Mai 1797. 19 daar te vooren aan de hoogstgeconftitueerde magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, met de daar bijgevoegde misfives van het Committé te Lande en van de Marine, in de dringendfte termen infterende tot de prompfte furnisfementen, en verwagtende binnen weinige dagen geïnformeerd te worden, wat in deezen op dit aanfchrijven zoude zijn verricht, om in ftaat te zijn hunne maatregelen daar na in te richten, alle 't in het breede bij de voorfchreve Misfive en bijlagen vervat. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dat aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, zal worden kennis gegeeven, dat niettegenftaande de uitgeputte ftaat van 's Quartiers casfe, echter wegens den dringenden nood, waar in zich het Committé tot de zaaken van de Marine bevond, over eene fomme van vijf en twintig duizend guldens konde worden gedisponeerd, edoch dat aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande provifioneel geene penningen konden worden uitgereikt, bij de volgende Misfive. Vrij.  £tj Mai 1797. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanren. Bij gelegenheid van onze tegenwoordige Vergadering tot het dragen der Confenten, en om te delibereren over de wijze , hoe die tot onderftand der gemeene zaak het gevoegzaamst zouden kunnen worden gevonden, ontfangen wij eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn, tot bijlage hebbende eene copielijke Misfive van ULieden, gefchreven in den Hage den 19 deezes aan de hoogstgeconftitueerde magt genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, waar bij aan dezelve worden toegezonden de affchriften zoo eener Misfive van het Committé tot de zaaken van de Marine, als van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande aan ULieden, daar bij ten fterkften infterende, om tot voorkooming van de nootlottiglte gevolgen door onverwijlde en krachtdaadige maatregelen in den benaauwden toelland, waar in zich de refpective Committés tot de uitvoerende magt wegens gebrek aan penningen bevinden, te voorzien, terwijl GijL. yerwagcede binnen weinige V 5 da-  26 Mai 1797. dagen geïnformeerd te worden, wat in deezen op ULieder aanfchrijven door dezelve, of wel door de Quartieren refpective, was verricht, om in ftaat te zijn ULieder maatregelen daar na in te richten. Wij vinden ons overzulks, voor zoo veel het Quartier van Nijmegen aangaat, verpligt ter beantwoordinge van dien ULieden te informeren, dat wij ligtelijk begrijpen, dat zonder reëele furnisfementen de zaaken door ULieden niet kunnen worden bevorderd, en tot het gewenfchte effect gebragt, en dat wij in die zelfde fentimenten mee ULieden zijnde in deeze dringende nood tot dienst en nut van het gemeene Land het onze zullen trachten toe te brengen om de jamnYerlijkfte onheilen van het Vaderland meede te helpen afkeeren. Waarom wij dan ook om alle volvaardigheid en onze bereidwilligheid naar, ja boven, vermogen in het dragen der gemeene lasten te betoonen, niet mogen afweezen UL. kennisfe te geeven, dat, niet tegenftaande de flechte en uitgeputte toeftand der Financien deezes Quartiers over eene fomme van vijf en twintig duizend guldens ten behoeve van de Marine kan worden gedisponeerd ; en dat wij de afgegeevene Adfignatien zoo voor  26 Mai 1797. voor de Nationale als Franfche troupes promptelijk hebben betaald, hoewel thans buiten vermogen om aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfchap te Lande provifioneel verdere uitreikingen te kunnen doen. Onze Gecommitteerdens tot de Financiële conferentien, op den 24 April laatstleden en volgende dagen in 's Hage gehouden , hebben UL. ten klaarften voorgefteld, dat dit Quartier door de geledene Oorlogsrampen buiten ftaat is om met en benevens de andere Quartieren en Gewesten haar aandeel, voor als noch, te kunnen opbrengen, en dat wij den moed tot redding moeten opgeeven, zoo zulks niet kan gevonden worden door bezuinigingen van 's Lands penningen in het algemeen. En gelijk dezelve dan ook daar toe hebben geinfteerd gehad niet alleen , dat het Committé van adminiftratie tot het doen van rekening en verandwoording werde. opgeroepen, en alle wanbeftuur voorbeeldelijk , zonder eenige oogluiking, voor het oog der Natie geftraft: Maar ook ten fterkften hebben aangedrongen de klagten der Ingezetenen over de enorme uitgaven in het ftuk der Fortificatiën, en in't generaal tot onderzoek naar, en het ftraffen van, hun te vorderen, wier trouw en directie in de adminiftratie van's Lands penningen werdt verdagt gehouden:  a6 Mai 1797. Zoo zullen wij van het niet betrachten van die fpaarzaamheid, welke ter verligting van het Volk in het opbrengen van lasten behoorde te worden geobferveerd, hier bij voegen eene verklaaring aangaande de manier en wijze, op welke eene vcrpagting van het gras op de Buiten-werken van de Stad Nijmegen, op het Fort Knodzenburg, en de Sterrefchans te Pannerden den 18 deezes maands is gefchied, ons kortheids halven, en om ULieder zoo gewigdge deliberatien met geene herhaalingen op te houden, daartoe gedragende. Hier meede zouden wij, Burgers Repraefentanten, hebben geëindigd, zoo niet op heden ter onzer Vergaderinge was voorgebragt eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gefchreven in den Hage den 19 deezes, waar bij het Provinciaal beftuur van dit Gewest, in vertrouwen, dat op aanfchrijving van gemelde Committé van den 14 April laatstleden het daar bij opgegee'ven aantal beeften tot voorzieninge der behoeften van de Franfche Sambre- en Maas - Armee na Nijmegen zal zijn aangevoerd in mindering van het totaal van het aandeel van dit Gewest in 1500 Stuks dito, welke aan de Chef van voorfchreve Armeé zijn toegezegd, verzocht wordt met den meest  2 6 Mai meest mogelijken fpoed in verdere mindering van het gewestelijk aandeel na Nijmegen te doen afzenden twee en festig fluks Rundervhee, daar het totaal gebrek van de Sarnbre- en Maas Armee dubbelden fpoed vereifchte, terwijl de Beesten, gelijk de voorige, te Nijmegen zouden worden overgenomen door een Gemagtigde van de Franfche Republicq, geadfrsteerd door een Gemagtigde van het gezegde Committé. Onze Gedeputeerden ter Financie , bij abfentie van het Gecombineerde Collegie te Nijmegen praefiderende, hebben op ontfangst van voorfchreve Misfive daadelijk de prompfte expeditie daar toe verleend, en aanflonds de twee en festig fluks Runderbeesten doen ontbieden. Dezelve bevinden zich thans alhier, en aan de Franfche Commisfaris hier van kennis gegeeven zijnde, ontfangen wij eenerefcriptie, copielijkhier bijgevoegd, dat denzelve die beesten buiten nadere ordre niet kan overneemen. Zulk eene verweigering heeft ons ten uiterften gefurpreneerd, daar deeze beesten een gevaare en ten kosten van den Lande in weidens moetende worden overgebragt, of de Leveranciers derzelvêr deswegens fchadeloos gefield, zulks niet dan tot aanmerkelijk verlies voor den Lande moet ver- ftrek-  26 Mai 1/97. (trekken: en wij vertrouwen derhalven, dat zulke irreguliere handelingen terverfpillinge van 's Lands penningen ULieder attentie niet zullen ' ontglippen , en door UL. zoodanige voorzieninge zullen worden gedaan, dat zoortgelijke depenfes en verkwistingen van 's Lands geld voor het vervolg worden gepraevenieerd, en voorts zoodanige ordres gefield, dat voorfchreve 62 lluks Rundervhee dadelijk door de daar toe gefielde Commisfarisfen werden overgenomen. Waarop met allen ernst aandringende zullen wij Burgers Repraefentanten ULieden hier meede bevelen in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 26 Mai 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve. V erlezen de Requeste van Schout en Buurmeefleren van de Dorpen Geldermalfem en Meteren, daar bij te kennen geevende, dat de Col- lec-  s6 Mai 1797. iecteürs der Verponding over gemelde Dorpen C. Taaij en G. van Meteren, niet tegenftaande alle gedaane inftantien en gemaakte addresfen aan het Collegie van de Ordinaris Gedeputeerden in gebreke gebleven waren aan hun Requeftranten, elk in zi,n reguard, te verleenen Copie authenticq der Collecte-Boeken, al 't welke ten gevolge hadde, dat meergemelde Dorpen reeds door den Ontfanger uit hoofde der non voldoening met daadelijke executie gedreigd wierden , verzoekende vervolgens om deeze executie voor te koomen, dat de Volksvertegenwoordigers deezes Quartiers den Fiscaal geliefden te gelasten de bij deezen Quartiere genomene ~ refolutie, waar bij de Collecteurs verpligt worden copien hunner Collecte-Boeken aan de Dorpen te verleenen, ter executie te leggen. En hier op vermogens appoinctement van den 14 Maart jongstleden gehad hebbende het Bericht van den Burger C. Taaij, houdende in het breede een detail der redenen, waarom de discontinuatie van den Berichtgever, als Collecteur der Verpondinge te Geldermalfem, moet worden gehouden voor geheel nul, nietig en van onwaarde, waar over dan ook eerst zoude behooren te worden erkend; dan dat hij, zoo ras zulks buiten zijne prae-  a6 Mai 1797. praejüdicie konde doen, genegen was copie authentlcq van het Collecte-boek, het zij ter Secretarie van de Ordinaris Gedeputeerden , het zij van Geldermalfem, zoo als de Volks-Vertegenwoordigers zouden goedvinden, tegens redelijke betaaling over te geeven: Vertrouwende den Berichtgever mitsdien bij zijn wettig verkregen recht, om als Collecteur te blijven fungeren, te zullen worden gemaintineerd; en dat dien volgens de zoo genaamde ftemgerechtigde van Geldcrmalfem zullen worden gelast hunne onwettige refolutie van discontinuatie, bij den Berichte geappliceerd, in te trekken, of dat dezelve door de Volks-Vertegenwoordigers buiten effect gefield worde: En, in eventum, zoo onvermocdelijk mogte begrepen worden, dat de Geërfdens op nieuw over de continuatie of ontzetting van den Berichtgever konden disponeren, dat als dan de hier toe gequalificeerde Geërfdens behoorlijk zullen moeten worden geconvoceerd, ten einde nader bij dezelve hier over gedelibereerd en gerefolveerd te worden; met auctorifatie op den Berichtgever, om inmiddels de Verponding over 1794 , als reeds ten Comptoire hebbende moeten voldaan zijn , en het geen hier door langer opgehouden zouden worden, in te vorderen , en ten Comptoire te voldoen. Mee-  26 Mai 179?. Meede vermogens marginaal appoinctement van den 14 Maart laatstleden ingekomen en verlezen zijnde het Bericht van den Burger G. van Meteren, houdende in het breede de redenen, waarom het aan de Ingezetenen en Geërfdens van Meteren niet heeft vrijgeftaan den Berichtgever, als Collecteur der Verponding over het Dorp Meteren, af te zetten, en Johannes van Rekum in deszelvs plaats aan te ftellen, en dat mitsdien gemelde afzetting en aanftelling is informeel, nul, nietig en van onwaarde,- en tellens behelzende deredenen, waarom Berichtgever geweigerd heeft Copie authenticq uit zijn Maan Boek der Verponding van het Dorp Meteren te geeven; verzoekende dienvolgens, dat in de conclufie van Schout en Buurmeefteren van Geldermalfem en Meteren, bij hun Request gedaan, moge worden gedifficuiterd. En hier op vermogens marginaal appoinctement van den 24 April jongstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie is goedgevonden, naar inhoud van 's Quartiers refolutie van den 17 Maart laatstleden, aan de Geërfdens der Dorpen Geldermalfem en Meteren over te laatenomde Berichtgeveren refpective te continueren en aan te ftellen, of te disconti» nueren, zoo als ten meesten dienfte van de voor3. X aan»  z6 Mai 1797. aangetogene Dorpen zullen oordeelen en bevinden te behooren: En is verder verftaan, dat de Berichtgeveren gehouden zijn Copie authenticq van derzelvêr Maanboeken, voor zoo verre dezelve een eigendom der Berichtgeveren mogten zijn, Quohiersgewijze, tegens behoorlijke voldoeninge, volgens 's Quartiers refolutie van den 30 September 1796, meede te deelen, en de Quohieren, die aan het Dorp mogten behooren, over te geeven. Voorts om geen nadeel aan 's Quartiers casfen door het niet vorderen van de Verponding toe te brengen, en ter voorkooming van inconvenienten, die daar uit moeten proflueren, is goedgevonden de Berichtgeveren refpèctive te auctoriferen , gelijk dezelve geauctorifeerd worden bij deezen, om met de invordering der Verponding over de jaaren 1794 en 1795 voort te vaaren. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om aan de Berichtgeveren C. Taaij, en G. van Meteren refpective hier toe de vercifchte aanfchrij vinge te doen. De Gecommitteerde wegens de Stad Bommel heeft verzocht aantekening ten Recesfe, dat tot het neemen deezer refolutie niet heeft geconcurreerd: En de Gecommitteerdens van Thielre-en Bom-  26 Mai 1797. Bommelre-waerden, dat de gedaane discontinuatie der Berich-geveren is gefchiedt overeenkomftig den iode articul van het Reglement tot beftuur in dên Ampte van Thielre-waerd. Op bet geproponeerde ter Vergadering rakende de inwisfeling der Recepisfen van den gefurneerden 501 penning en dubbelde Verponding: Is goedgevonden en verftaan, dat daar meede Zal worden een begin gemaakt op 10. Julii aanftaande"; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om daar van eene notificatie ten fpoedigften te doen" afgaan, en hier van in de voornaamfte Couranten tot naricht van Uitheemfchen en van die geenen, die buiten het Quartier woonagtig zijn, eene advertentie te laten infereren. Met verdere auctorifatie om bij de eerstvolgende Vergadering op te geeven, welke middelen of impófiren tot betaalinge der gewoone interesfe zouden behooren te worden geïntroduceerd, en op welk Comptoir dezelve zouden behooren te worden geadfigneerd of gerepartitieerd. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden, met inha- ft- van 's Quartiers refolutie van den 8 Maart 1796 de Gedeputeerden ter X 2 Fi-  o6 Mai 1797. Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen om her gewerkt goud en zilver, geprovenieerd uit de heffinge van den 5ofte penning, en dubbelde Verponding, na de Muntkamer deezer Provincie, om tot geld gemunt te worden, door één van derzelvêr Leden te doen overbrengen op zoodanige wijze, als daar toe het gefchikfle zullen oordeelen. V erlezen de Requeste van Johannes van Haren enj. Roeland, Pagter en Meedeftandervan's Quartiers impost op den Tabak over het Boemelfche Comptoir, ingegaan i°. Julii 1796, daar bij verzoekende, eerflelijk remisfie van geledene fchade, in toto monterende ter fomme van 1753 guldens: ten anderen ontflag van de Pagt voor de nog loopende jaaren tot ultimo Junii 1799 inclufive. Meede verlezen een nader Request, daar bij verzoekende, dat aan hunlieden mogt worden verleend uitflel voor het geen zij ten achteren, en den Ontfanger fchuldig zijn, den tijd van drie maanden; ten anderen ontflag van de Pagt voor de twee laatfle jaaren,- en auctorifatie op dezelve, om geduurende den loop van dien, deezen impost tegens een maatig per cent, voor rekening van het Quartier, te adminiflreren op alzulke con»  26 Mai 179J. conditiën, als door de Volks-Vertegenwoordigers daar toe zouden worden bepaald. De Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers hier op ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers appoinccementen refpective van den 21 April en 17 Mai gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben na gehoudene deliberatie goedgevonden en verftaan , dat in der Requeftranten verzoek , bij den Requeste gedaan, niet kan worden getreden , wordende dezelve mitsdien afgewezen. Des avonds ten zeven uuren. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen gedelibereerd hebbende over het Confent in de generale Middelen van Confumtie, in te gaan i°. Julii deezes jaars 1797, hebben goedgevonden te confenteren op den voet der Refolutien, den 7 Mai 1770 en 31 Mai 1771 genomen, om naamelijk ten platten Lande in de Ampten en het Schependom van Nijmegen de imposten op de Wijnen, Bieren, Jzijnen, GeX 3 maal,  26 Mai 1707. maal, Befliaal, Zout, Zeep, Paaiden, Hoofden, Haardfieaen en Bakkers en Tappers neeringen, voor den tijd van één jaar, beginnende met r°. Julii aanftaande, aan te fchrijven naar de calculatie van den 24 Maart 1724, en in de Steden de generale Middelen van Confumtie te verpagt. n , als meede den impost op de Bezaaijde Mergen , Hoornbeesten en Schaapen; en over de Stad en Lande van Buuren den impost op de M ijnen, alles volgens de Lijst hier na geinfereerd: naamelijkj In den impost op de Wijnen , van de Ingezetenen tot twaalf guldens, en voor de Tappers tot vieren twintig guldens het Oxhoofd, doch met dien verftande, dat de Herbergiers, welke den Eed koomen te doen van niet te frauderen, of te zullen frauderen, met agttien guldens zullen kunnen volftaan; en met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 22 Junii 1792. Op ^Bieren, zonder verhoogirg, en dus voor de Ingezetenen tot eenen gulden en eenen fluiver, en voor de Tappers tot twee guldens en twee ftuivers', onder die verklaaringe nochtans: „ Dat alle Herbergiers, Pasfanten om geld lo„ gerende, ook zulke, welke Bier aan anderen „ om geld vertappen , en in hunne huizen te ■» drin-  2 6 Mai 1797' „ drinken geeven, fchuldig en gehouden zullen '„ zijn Tappers impost te betaalen van alle Bie„ ren, welke zij koomen in te leggen. " En op vreemde Bieren, als bij de Ordonnantie van den 26 Mai 1683 met een vierde verhooging. Op de Azijnen, met de halve verhooging, en dus de Ton van vier Kinnetjes tot drie guldens. Op het Gemaal, met de halve verhooging, als in den voorleden jaare. Op het Bestiaal, zonder verhooging, voorde Ingezetenen de twaalfde , en voor de Slagters de agtfle penning, met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 6 Mai 1773 ten aanzien van de Kalveren genomen. Op het Zout, met de halve verhooging. Op de Zeep , met de halve verhooging. In den impost op de Paarden, met de dubbelde verhooging tot twee guldens agtftuivers, onder inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 5 Junii 1755. In het Hoofd-Geld voor de helfte, en dus van perfoncn boven de twaalf jaaren, tot twee ftuivers maandlijks. Haardsteden-geld , in het jaar van ieder eenen gulden tien ftuivers. In den impost op de Bakkers- en Tappers- neeringen, als in den voorleden jaare, X 4 °P  26 Mai 1797. Op de Bezaaijde Mergen en Hoorn-Beesten met de halve verhooging, en dus tot twee guldens vijf ftuivers, waar van het Extraordinair ad vijftien ftuivers, half bij de Eigenaars, en half bij de Pagters of Bruikers zal worden gedragen, moetende volgens 's Quartiers refolutie van den 14 Mai 1766 van de landerijen met Meekrap beplant, betaald worden, als van alle andere landerijen, en onder inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 39 April 1776. In den impost op de Schaapen , ingevolge de Ordonnantie daar op geëmaneerd, zoo als in den voorleden jaare, overeenkomfiig de refolutie van den 6 Junii 1757, waar van de verpagring zal gedaan worden na refolutie van den 3 Junii 1728; blijvende aldus ingetrokken de refolutie van den 9 December 1751; En zal over een geheel Ampt in eene Masfa worden verpagt, uitgenoomen in Over-Betuwe, Neder-Betuwe en Thielre-waerd, alwaar de verpagtingen gefplitst, of in twee deelen zullen gedaan worden, te weeten in OverBetuwe, voor de eene helfte boven, en voor de andere helfte beneden de Grift; in Neder-Betuwe voor de eene helfte aan de Waal- en voor de andere helfte aan den Rhijnkant, en in Thielre-waerd voor de eene helfte aan de Waal- en voor de andere helfte aan de Llngen-kant,  s6 Mai 1797. In het Passage Geld volgens de Ordonnantie van den 24 Mai 1797. In den impost op het Klein Zegel, met de verhooging van drie ftuivers of drie guldens tot vier ftuivers, of vier guldens, mindere of meerdere fommen van voorfchreve Zegels naar advenant, conform 's Quartiers Ordonnantie van den 14 October 17957 en opgevolgde refolutien van den 20 April en 18 Mai 1796. In den impost of belasting op de Speelkaarten , naar inhoud van 's Quartiers Ordonnantie en Publicatie van den 1 Augusti 1795, met de vermindering van zes ftuivers op twee ftuivers volgens refolutie van den 22 Maart 1797. In den impost van den 8oftc 40fte en 2ofte penning op alle alienatien; voorts van den go*1*-'penning voor Inheemfchen , en van den 15dcn penning voor Uitheemfchen op alle collaterale successien, ingevolge Ordonnantie den 6 December 1757 geëmaneerd. En eindelijk in de ordinaire Verponding met een ftuiver per gulden in conformité van 's Quartiers Ordonnantie van den 22 December 1751, en noch volgens 's Quartiers refolutie van den 19 April 1780 een oortje op ieder gulden, om daar uit te vinden de tractementen der Vroedvrouwen ten platten lande aangefteld. Zijn-  26 Mai 1797. Zijnde voor den tijd van drie jaaren, ingegaan i°. Julii 1796 geconfenteerd in den impost op de gebrande wijnen, en gedistilleerde wateren, en in den impost op den Tabak, na inhoud van 's Quartiers refolutie van den 13 Maart en 14 April 1796. En worden de Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd om hij het formeren van de Lijst der Verpagtinge bij de Wijnen, Bieren, Azijnen, Gemaal, Zout en Zeep* te fpecificeren, wat wegens den impost van ieder middel met benoeming van de quantiteic, qualiteit, Fust, of anders, ingevorderd en betaald zal moeten worden, als bij voorbeeld, de grootte van het Oxhoofd bij Ankers te bepaalen. Voorts op het Gemaal, dat van een Malder Weit, Rogge, Garst, Boekweit, als anders, agttien Maldcrs op het Last gerekend, zal moeten gevorderd worden. Van de Weit .... ƒ Van de Rogge .... ƒ Bij de Bieren de grootte van de Tonnen bij Kinnetjes , en zoo vervolgens te fpecificeren. 13ij de deliberatien over het dragen der confenten tusfehen de Gecommitteerdens uit de Steden, en wegens het platte land over het i part  26 Mai 1797. van de .generale Middelen, afgetogen het Haardfteden-geld, bij de drie Steden genoten wordende, en de Comparitie - penningen voor het platte land ter fomme van 5000-: : eenige bedenkingen gevallen zijnde. Is tot vermijding van alle onaangenaame discusfien en noodelooze tijdverfpillingen , na gehoudene deliberatie, goedgevonden, dat door de Steden Nijmegen,,Thiel en Dommel, te zaa?nen, aan het platte land zal worden uitgereikt, of gevalideerd, eene fomme van twee duizend guldens, te betaalen naar evenredigheid van het montant van het | part voor ieder der drie Steden refpective: Zoo nochtans, en met dien verftande, dat deeze uitkeering zal worden gehouden door de Steden te gefchieden uit toegeeflijkheid, zonder de minfte confequentie, en alleenlijk, fchoon ongehouden (daar de Confiitutie geconfidereerd wordt eerlang op handen te zijn) tot voorkoomïng van verwarringen in het dragen dér Confenten, en de heffinge van de zoo benoodigde Geldmiddelen. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden, ten Recesfe te inftreren dat de penningen ter fomme van ƒ 2000-: : door de Steden uit het i part der Middelen gemist wordende onder de  z6 Mai 1797. de Ampten in minderinge van haere gewoone Quota's in de confumtive Middelen zullen worden verdeeld volgender wijze; aan het Rijk van Nijmegen . . 300-:-: aan Over-Betuwe .... 500-:-: aan Tusfehen Maas en Waal . . 450-:-: aan Neder - Betuwe .... 500-:: aan Thielre-waerd . . . . 125 aan Bommelre-waerd .... 125-:-: En dat de Amptsregeeringen zullen gehouden zijn, ieder in zijn Ampt refpective, de geadfigneerde fom te verdeelen tot verligting van de Dorpen, die te hoog zijn aangeflagen, of wel het meest bezwaard boven de andere Dorpen van ieder Ampt. De Gecommitteerdens van Over-Betuwe hebben verzocht, dat ten Recesfe moge worden aangetekend, dat niet konden verbergen hunne uiterftc furprife, waar meede zij wierden aangedaan op het hooren van den tweeledigen voorfiag door de Gecommitteerdens der Stad Thiel nopens het dragen der confenten ter Vergadering gedaan', om, naamelijk, of de Quartierlijke belastingen te quotiferen; of dezelve op de populatie te doen baferen: Dac zij Gecommitteerdens in de eerde plaats  9.6 Mai 1797. plaats niet begrijpen, hoe het in gezonde herfenen kan opkoomen van belastingen te willen heffen, zonder dat dezelve door het Quartier zijn gefanctioneerd: en met reden vermeenen te mogen vragen, waar men hier toe de noodige kracht en klem vinden zoude buiten de Quartierlijke Ordonnantiën? en hoe de Ordonnantiën effect forteren zullen, zonder dat er jaarlijks ingevolge dezelve wordt geconfenteerd? en dat des niet tegenftaande de eerfte voordragt der Stad Thiel nopens het quotiferen der belastingen tusfehen Steden en Ampten hier op nederkoomt. Dat de tweede propofitie van de Gecommitteerdens der Stad Thiel om naamelijk de belastingen te baferen op de populatie van dien aart is, dat zij Gecommitteerdens naauwlijks kunnen uitdrukken, met welke benaaming men dezelve behoort te doopen; dat die propofitie, (om aan dezelve de beste benaaming te geeven,) een middel fchijnt te zijn om daar door een praetens recht, bij gebrek van betere argumenten, eenigzins te trachten te verdedigen: Want dat te veronderftellen, dat zulk een principe wezentlijk zoude huisvesten bij Mannen, die den naam van Volksbeftuurders dragen, voor hunL. zoude hoonend zijn, daar zulks immers een teken van eene geringe Regeerings- kun-  16 Mai 1797. kunde zoude aan den dag leggen; om te zwijgen van het droevig vooruitzicht voor de Burgers van zulke Steden om eenige vruchten van het denkvermogen hunner Regenten te zullen plukken, die een zoodanig grondbeginzel ih goeden ernsc dorden te beweeren, en niet minder onteerende zoude zijn voor de Revolutie, van zulken Regeerings-gedrochten te hebben voor den dag gebragc. Dat zij Gecommitteerdens hier moeden bijvoegen, dat het er zoo verre van daan is, dat dit grondbeginzel ooit zoude zijn geadopteerd, dat in tegendeel bij het regelen der Provinciale Quotas wel het vermogen der Provinciën, doch geenzins de populatie, door de Bondgenooten in het oog gehouden is, zoo als uit de thans nog plaats hebbende Qaota's ten vollen konde conderen. Dat ook aan zulk een middel van heffing nimr mer is gedagt geweest bij het daar dellen der Nationale Vergadering, daar de Bondgenooten aan dezelve, in cas van nalatigheid der Gewesten in het furneren van haare Quota's, wel de heffing van eenen zekeren penning, gebafeerd op het vermogen, maar geenzins op de copulatie, hebben voorgefchreven; en dat men, noch bij het Plan van Conftitutie, noch in de advijfen van particuliere  c.6 Mai 1797. Here Leden der Nationale Vergadering over de financiële poincten, geen den minften zweem van zulken grondbeginzel vinden zal. Dar het, na gedachten van hun Gecommitteerdens , veel meer met de gelegde gronden ftrooken zoude , ingevalle men al voor lang de Quartierlijke repraefentatie hadde doen baferen op de populatie: Dat daar door als dan zoude zijn voorgekoomen, dat geene al te groote magt in een klein gedeelte Burgers kwam te concentreren, die alzoo, volgens te weinig menichen-kennis, maar al te ligt de beginzelen der Vorsten koomen in te zuigen, en zeer gereed tot Ariftocratie overhellen, om dus, waar het mogelijk, het geheele Quartier te beheerfchen; Dat, ten voorbedde,, op den eerfien Landdag, na de revolutie, toen de Volks-Repraefentanten blaakten van het geheiligd vuur der Geestdrift, en dienvolgens de vernietiging der Wapenborden (tekenen, waar aan de Dwaasheid zich vergaapt) decreteerden , de Stad (2) Bommel als toen niet hadt kunnen nalaaten van in deezen al vroegtijdig bij uitftek den Souverain te fpelen, met tegens het neemen van dit Decreet opentlijk te protesteren, en het protest ten Landdags-Recesfe te infereren : Dat Qi) Thiel en Bommel volgens het Landdags Reces d. d. io F tbr. iri?5-  2 6 Mai 1797. Dat zij Gecommitteerdens zich ook gerustelijk op het getuigenis der Vergadering beriepen, of niet de Kleine Steden geduurig en bij aanhoudendheid, zonder de minfte noodzaaklijkheid, onder de deliberatien de Souverainiteit hunner Burgeren in den mond hebben: Dat door het baferen van de repraefentatie op de populatie men zoude hebben voorgekoomen, dat de Gecommitteerdens der Kleine Steden hun gering getal Burgers als wettige Kinderen, en de overige Ingezetenen des Quartiers als 'bastarden kwamen te befchouwen, dan dat, daar de Conftitutic op handen is, deeze verkeerdheden een fpoedig einde neemen zouden. De Gecommitteerdens van het Rijk, en van Tusfehen Maas en Waal hebben verzocht infertie van zich met de gronden, door de Gecommitteerdens van Över-Beruwe voorgedragen tegens het quotiferen der Qjiartierlyke belastingen, of dezelve te doen baferen op de populatie, te conformeren. De Gecommitteerdens van de Steden Thiel en Bommel hebben hier tegens gereferveerd zoodane contra-aantekening als hunne Committenten zullen noodig oordeelen, om die ten allen tijden ten Recesfe te doen infereren. De  2.6'Mai 179?. De Gecommitteerdens van het Rijk van Nijmegen-, van Over-Betuwe en van Tusfehen Maas en Waal hebben verzocht aantekening ten Recesfe dat bleven inhaereren hun protest op het fubject der Supplement-tractementen, den 20 Mai 1796 ten Recesfe geinfereerd; en dat vermeenden, dat, daar in het Decreet tot affcheiding van Kerk en Staat eene duifterheid fchijnt te renderen ten aanzien van het „ daadelijk intrekken en buiten effect „ ftellen van alle zoodanige Provinciale Placaten, en Octroijen , die de Leden van alle Kerkgenootfehappen in Nederland verpligten om ten „ behoeven van eene bevoorrechte Kerk personele „ belastingen op te brengen enz. en een weinig verder „ het, dien onverminderd, in ftaat te laten, „ of voor zoo verre daar van reeds mogt afgeweeken „ zijn, in voorigen ftaat te rug te brengen, de „ wijze van betaalingen der Bedienaaren van de „ gewezene heerfchende Kerk enz. bij eene Misfive aan de Nationale Vergadering, nog geduurende deeze Quartierlijke bijeenkomst, zeer duidelijk behoorde te worden gededuceerd den aart en oorfprong der Supplement-tractementen in dit Quartier, en daar bij teffens van hoogstgemelde Vergadering verzocht interpretatie, „ of deeze Sup3 Y pi*  a6 Mai 1797. „ plement- tractementen behooren te worden ge,, confidereerd als belastingen , die ingevolge het „ voorfchreve Decreet behooren te worden (3) „ afgefchafc, dan niet. De Gecommitteerdens van de Steden Nijmegen, Thiel en Bommel, Neder-Betuwe, Thielre-en Bommelre-waerden hebben geinhaereerd hunne contra-aantekeningen, latende aan de Gecommitteerdens van het Rijk, Over-Betuwe en tusfehen Maas (3) In eenige der Gewesten en Quartieren zijn de goederen, die voorheen aan Cloosters en andere Geeftelijke Corpora hebben toebehoord, en als geene locale, of privative eigendommen van Gemcentens of Ingezetenen der plaatzen, in welke zij leggen, konden worden aangemerkt, gebragt onder eene gemeene politique adminiftratie bij 's Lands Comptoiren tot onderhoud van den Kerkdienst, en om fupplementen of evengroote tractementen der Predikanten daar uit te betaalen. In dit Quartier worden zoodanige fupplementen, of tractementen tot fuppletie der congrue portie, bij Predikanten genoten, wanneer de Pastoralia geene genoegzaame middelen van beflaan uitleveren. Quart. Reces d. d. 19 Junii 1680, 8 Junii 1681 enz. Na de affchaffing der Cloosters, en andere geeftelijke corporatien, zijn alhier veele goederen van dezelve, uit welke het onderhoud van den Godsdienst, fuppletie der congrue portie, onkosten in Kerkelijke zaaken enz. eigenlijk moesten gevonden worden, al overlang ten voordeele van het Quartier verkocht en gefaecularifeeid. Quart. Ree. d. dd. 21 Januarü 1621,  s.6 Mai 1797. Maas en Waal niet te min over, om, particulierlijk, zoodane addresfen te maaken, als zij zullen oordeelen en vermeenen te behooren. De Gedeputeerden ter Financie ter Vergaderingé hebbende voorgedragen, dat omtrent de verzoeken van de Dijkgeflaagdens van Driel in Over-Betuwe , en van Lheede en Oudenwaerd in Neder-Betuwe, aan hun Gedeputeerden bij refolutienvanden ^November 1795, en 19 April 1797 Y 2 re- 1621, 22 D-'C. ifaa, 17 Sepu 1652, 10 Sept. 1653, 7 Julii 1654, I Jug. l6>55 17 Maart-> H 4W» 2 ^«g- 1675, I2s 15 Januarü 1676, 7 Mai it'85 enz. Voor zoo verre nu de betaaling der Supplementen, of fuppletie der congrue portie, uit andere londfen ge'chied , kin die betaaling niet befchouwd worden uit de eigenlijk gezegde cas des Lands te gefchieden, maar al; een betaal'n; uit pennin.en, die bij liet Lai d worden beneed, of voor welke, verko.ht 0!' tot ande-e eindens gebezigd zijnde , het Land of Quai ier vergoeding hee.t in de rc\enuen der penningen van die verkochte en gefatcularifeerde Geeftelijke goeder n. Moe ende de fluiver op ieder pagtgulden, cn de halve ftuiver op de Verponding dus worden geco.nfiaereeid als te {trekken 'Ot remplacement, of als yiteresfe van die ten vo >rdee!e van het Quartier veralieneerde Geestelijke goederen, ui-welke het onderhoud van den Godsdienst, onkosten in Kerkelijke zaaken enz. gevond 'n morsten worden, en derliaiven van een-: geheel onderfche ce e natuur, dan de personele \elastjfipln in andere Gewe .ien, i!p welke bij het Decreet dor Nationale Vergadering tot affclieidjng. van Kerk cn Staat gezien wordt.  a<5 Mai 1797. refpective gerenvoijeerd, het eerfte concernerende de korting der Dijkpenningen op eenen egaalen voet; en de (4) verdeelinge van dezelve; en het tweede raakende de korting van eene zekere fomme jaarlijks voor hunne Dijken, welke bij het oude Quohier der Verpondinge hadde plaats gehad , en in het veranderde en nieuwe Quohier, aan den Collecteurs overgegeeven, niet te vinden was; voor als noch niet konden voorbrengen de van hun gerequireerde eonfideratien en advijs. Is zulks voor notificatie aangenomen. Sa- (4) De Geërfdens kunnen hunne Dijkpenningen mergentaals verdeden , om dat het tantum der Dijkpenningen bij het introduceren der Verponding aan de Dorpen is toegelegd in masfa , en niet "voor ieder roede Dijks, tot korting van het bezwaar der Dijken aan den zesden penning der opkomften, waer na de Verponding gereguleerd is : Dit is blijkbaar, om dat onder de Dijkpenningen ook het bezwaar der Amptslasten afzonderlijk is begrepen; en geene Amptslasten op den roeital der Dijken , maar op den mergen , worden verdeeld. Bij de eerfte repartitie zijn de Dijken ook n'et roeitals gemjze verdeeld; maar aan ieder Dorp is een zeker tantum toegelegd, zoo als zulks noch bij veele Dorpen en Buurtfchappen in wezen is, zulks dat de verdeeling bij de Geërfdens naderhand particulierlijk is gemaakt. Uit een Brief van Wolfram, Deken van het Capittel van Oud-Munfter te Utiecht van den jaare 1244 fchijnt het, dat ten tijde van Otto den II, of van Otto den III, Graaven van Gelre, de grootheid der mergentalen, van de landhooven in . de Betuwe bij eene afmeeting is opgenomen, als meede de leng-  27 Mai 1797. Saturdag den 27 Mai 1797. refumtie gedelibereerd zijnde op het geproponeerde ter Vergadering, of Schouten van Kerfpelen moeten verftaan wórden te behooren tot die geenen, welke volgens 's Quartiers refolutie van den 31 Mai 1795 verklaard zijn geworden onbevoegd tot het compareren in de Quartiers Vergaderingen: En hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie, voorts inaanmerkinge genomen zijnde den invloed, Y 3 die lengt* en het ioUingital der Dijken; en dat alstcen aan ieder Eigenaar in de Betuwe , naar evenredigheid van de grootheid*zijner landerijen, zijn hoef/lag in de Dijken is toegelegd en aangewezen, dien hij vervolgens zou hebben te maaken, en te onderhouden. Men vindt dezelve geinfereerd in het Charlerb. van Gelderland I. D. Ül afdeeling bladz. 450. De Betuwe was reeds in den jaare 715 verdeeld in landhoeven. Dit blijkt uit de aan de Schatkist der Frankifche Koninoen verbeurd verklaarde manft, terrae, cafae en domus, welke de Grondheer van Eist Everard ïri de Betuwe heeft bezeien; en mogelijk, zoo lang de Betuwe bevolkt is geweest, heeft een ieder inwooner zijne landhoeven of manft gehad. Immers bij Tacitus fftst. Ut. V. cap. 23. vindt men reeds, dat bij de plundering van het Eiland der Batavieren de Romeinfche Veldheer Petilius Cerialis de hoeven en akkers van Claudius Civilis , den Krijgsoverften dei Batavieren, in het Eiland gelegen, ongeroerd liet.  jsf Mai 1797. die de relaafen van Schouten in Financiële zaaken op de deliberatien zouden kunnen hebben, bijzonderlijk door derzelvêr adfistentien aan Pagters van den impost op de gebrande wijnen en gedistilleerde wateren volgens iterative Quartierlijke refolutien , als anderzins, waar door dezelve in veelen opzichten met de Richters gelijk ftaan; is goedgevonden, dat Schouten behooren onder de zoodanigen, die onbevoegd zijn te compareren in de Quartierlijke Vergaderingen. De Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben verzocht aantekening ten Recesfe van advijs te zijn geweest, dat Schouten van Kerfpelen onder de onbevoegden tot de comparicie in den Quartiere bij refolutie van den 31 Mai 1795 niet worden gecomprehendeerd. De Gecommitteerdens van Thielre- en Bommelre-waerden, tot het neemen deezer refolutie niet hebbende geconcurreerd, verklaaren, ten opzichte van Schouten in de Beneden Ampten, aan de Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden te referveren zQodane aantekening, als zal bevonden worden te behooren. Ver. ezen de Requeste van Stemgerechtigde Burgers en Ingezetenen des Dorps Tui,l, daar bij te  2.7 Mai 1797' te kennen geevende, dat bij het Reglement van Beftuur 'voor de (5) Amvrsrepraefentatie van de Dorpen en Heerlijkheden in den Thielre- en Bommelre-waerden , door of namens de Reprefentanten van het Volk van Gelderland plegtig gefunctioneerd, en den 28 Augusti 1795 gepromulgeerd artic. 8 geftatueerd zijnde, „ dat, ver„ mits aan het platte land van nu af aan zijn ver„ vallen alle rechten, welke wel eer aan de Rid„ derfchap zijn toegekend geworden, het Col\, legie, het voorfchreve Ampt repraefenterende , Y 4 3, daar (5-) Al van óuds is er eene naauwe vereeniging geweest tusfehen , Bommel, Bommel-re- en Thielre-werden. In Giftbrieven van de jaare 999, cn 1034 vindt men reeds de Eninge van de Villa BoMELE, Of het Dorp Bommel met Bomela of den BommHrewaerd. Charterboek van Gelderl. I. afdeel. Wató. 83,113. En van Tiêlre-wert en Bommelre-wert in een vervalfcht Charter bladz. 96 ; Ook worden bij de reductie van den Thielrewaeid aan dit Gewest van den jaare 1593 & Ingezetenen van Thiel: e- en Bommelre-waerden gezamentlijk genoemd die van de Weerden. Zijnde Bommel, Bommehe- en Thielrewaarden in de veertiende eeuw te zamen gebracht onder één • Gerichts-Collegie van 16 Schepenen, beftaande uit 8 van Bommel, 4 van Bommelre-waerd, en 4 van thielre-waerd, van welken de helft jaarlijks veranderd wierdt, als 4-inBom. mei, en 3 in eiken waerd. Blijkelijk uit het Charter van Graaf Reinald den II van den jaaie 1327- Uit hoofde van deze naauwe vereeniging worden de beide Waerden dikwils geconfidereerd als ééN Ampt uit te maaken. Celijk niet alleen maar een Amptman of Hoofd-Ofiicier daar over bij de Land- fchay  27 Mai 1797. „ daar na ten naauwkeurigften onderzoek zoude „ doen, en zich daar van in de posfesfie.ftellen: voorfchreve Ampts-Vergadering reeds tot twee herhaalde reizen een Lid in het Collegie van de Ordinaris Gedeputeerden hadt benoemd gehad. Dat het voorfchreve Ampts-Collegie op fundament van dien bij refolutie van den 5 April laatstleden wederom voor den tijd van één jaar in voornoemde Collegie hadt gecommitteerd den Burger H. Murman, uit hun midden van wegens Tuijl ter Ampts-Vergadering gecommitteerd; dan dat, fchap was aangefteld, maar ook bij de Dijkrechten v:>n Thielreen Bommelre-waerden, en bij het Reglement van Beftuur voor de Ampts repraefeutatie van de Dorpen en gewezene Heerlijkheden in de twee Waerden met het Schependom van Bommel, om de vereeniging van die Waerden uit de drukken, het woord Ampt door de Landfchap is gebezigd in fingulari numero; daar in tegendeel om de verlcheidenheid der Ampten te denoteren in het Dijkrecht der IV Dijkftoclcn des Nijmeegfeben Quartiers gebruikt worden de woorden van Ampten, elk Ampt, ieder Ampt, einder Ampt. Heest en Rhenoij is een lid van deeze Waerden, en maakt met dezelve één lichaam uit, zijnde van ouds aan dezelfde rechten onderwoipcn geweest; Uit deezen hoofde komt in een accoort tusfehen Amptlieden en Ridderfchnppen van Thielreen Bommelre-waerden en des Ampts Beest en Rhenoij den 3 April 1626 opgericht, Beest met Rhenoij en Maiienwaerd voor als een gedeelte van die Waerden, wordende daarbij een onderlid van ééfi lichaam genoemd.  ft 7 Mai 1707. dat, op aanzoek van ftemgerechtigde Ingezetenen van Meteren, Geldermalfem, Est en Waardenburg, de meerderheid in voorfchreve Ampts-Collegie hadt kunnen goedvinden , onaangezien het Protest der minderheid, van haarbefluit aftegaan , en met verachting van het door hun zoo plegtig bezwooren Reglement eene nominatie van drie Perfonen te formeren, en aan de ftemgerechtigden ter keuze rond te zenden, waar uit door de Stemgerechtigden dier Dórpen, welke de meerderheid uitmaakten, was benoemd de Burger Godefridus Buschman; verzoekende de Requeftranten vervolgens om de redenen, daar bij verder aangevoerd, en daar zij tegens deeze wederrechtelijke handelingen van de meerderheid der AmptsVergadering op het krachtigfte hadden geprotesteerd, dat het de Volks-Vertegenwoordigers gunftig moge behagen de Requeftranten bij het effect van voorfchreve Reglement te maintineren, immers tot zoo lange de meerderheid, daar inne eenige alteratie begeerende, zulks op eene legale en confticutionele wijze zal hebben geëffectueerd; en dat mitsdien decommisfie, bij refolutie van den 5 April door voornoemde Ampts-Collegie wel en wettig op hunnen Gecommitteerden den Burger H. Murman uirgebragt, moge worden geaggreY 5 eerd,  27 Mai 1797. eerd, en aan denzelven Quartierlijke Commisfie verleend: Meede verleezen eene Memorie van den Burger H. Murman , Gecommitteerde wegens Thielrewaerd: Voorts het Bericht van de Ampts-Vergadering van Thielre- en Bommelre-waerden vermogens marginaal appoinctement van den 13 deezes : En eindelijk het Request van Gecommitteerdens namens differente Dorpen ter Ampts-Vergagaderinge van Thielre- en Bommelre-waerden, daar bij infterende, dat het door het Volk dier Ampten ingevolge refolutie van den 27 Junii 1795 wettig aangefteld Lid in het Collegie van de Ordinaris Gedeputeerden den Burger Godefridus Buschman daar voor mogte erkend en gehouden worden. En op een en ander ingevolge en ter voldoeninge van 's Quartiers refolutie van den 20 daar aan volgende hebbende gehad de^onfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden, gelet zijnde, dat door den Burger H. Murman geene commisfie naar behooren is vertoond, en denzelven uit dien hoofde niet kan worden geadmitteerd tot Ordinaris Gedeputeerde, de commisfie door de Ampts-Verga- de-  27 Mai 1797. deringen in de Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden verleend den 28 April laatstleden op ■ den Burger Godefridus Buschman tot Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers voor notificatie aan te neemen. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie , wanneer hun van den afttand van het Schour-Amptvan Rumpt, door gemelden Godefridus Buschman thans bekleed wordende, zal zijn gebleken, denzelven in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren. Op ingekoomene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn, ingevolge en ter voldoeninge van 's Landfchaps refolutie van den 29 November des afgepen jaars voor 's Landfchaps Officieren in ieder der refpective Quartieren geformeerd hebbende afzonderlijke Inftructien met bijvoeginge van dezelve ten fine van appobaüe; Hebben de Gecommitteerdens der Steden en Ampten refpective de Concept-Inftructie voor de Richters in den Quartiere van Nijmegen overgenomen om in den haare gecommuniceerd, en daar op vervolgens zoodanig gerefolveerd en aan 's Landfchaps tafel geopend te worden, als bevonden zal worden te behooren. Volgt  A7 Mai 1797. Volgt de Concept-Inftructie voor de Richters in den Quartiere van Nijmegen. Art. L D e Richter zal gehouden zijn zijne vaste woonftede te houden binnen zijn aanbevolen Ambt; ten ware om erheffelijke redenen ter erkentenisfe van de Landfchap, of bij desfelfs abfentie van het Provinciaal Collegie; het zelve Ambt getrouwlijk zal bewaren , een ieder des begeerende regt en vonnisfe te laten gefchieden en weLand- dervaren , zo en als naar Stad- recht behoord, die bepalingen dezer Provintie binnen zijn toevertrouwd Ambt te verdedigen ; de ftroomen en wegen binnen het zelve naar zijn vermogen te beveiligen. I I. Indien iemand de hoogheid, ofte geregtigheid des Volks van Gelderland eenige hindernisfe deede, of tegens dezelve iets mogte onderneemen, zal hij hier van aan het Provinciaal Collegie van Politie , Finantie en algemeen Welzijn dadelijke kennis geeven , om daarin na behoren te handelen. I I I. Ook zal de Richter naarftig toeverzigt dragen, dat  27 Mai 1797. dat niemand , wie hij ook zijn moge, eenige gemeentens, ftraaten, fteegen , of gemeene gravens afheinde, of afgrave, en indien zulks moge gedaan zijn, zal hij dezelve doen nederwerpen en inruimen, en insgelijks hiervan het voornoemde Collegie verwittigen, waar en bij wie gedaan. I V. Dat hij alle middelzanden in de Rivieren onder zijne Jurisdictie opkomende wel en ernftelijk waarneemen en toezigt op dezelve zal houden, en die zanden, zo dra men die bekomen en bloot zien kan, gerigtlijk doen bevaren, en befteeken tot behoef van deeze Provincie, en zich daarin zodanig te gedragen, dat 's Landfchaps geregtigheid niet verzuijmd noch verkort word, maakende van alzulke bevaring behoorlijke certificatie, onder zijn Zegel en handtekening oirconde Schepenen of Gerichts-Lieden, welke certificatie hij Richter zonder verzuim en terftond aan het Provinciaal Collegie zal inzenden om aldaar bewaard, en ten profijte van den Lande daarmede gehandeld te worden; voorts ten deezen in 't algemeen zig te gedragen naar het waterregt van deeze Provincie. V. Dat  1? Mai 1797. V. Dat hij geene doodflagers, of andere euveldaders uit een ander diftrict het zij gevonnisd of voortvlugtig in zijn Ambt zal tolereren , dan die daartoe van de Landfchap of Provinciaal Collegie permisfie verzogt en bekomen hebben, maar zal die moeten . apprehenderen, en te regt ftellen, en zal daarvan zonder verwijl aan het Collegie voornoemd behoorlijke kennis geven. V I. Voorts regte Gerigt-dagen, en behoorlijke Schouwen houden op fteegen, ftraaten enz: voor zo ver hem dit aanbevoolen is. V I I. Alle die breuken, groot en klein, die in zijn Ambt zullen vallen, terwijl hij Richter weezen zal, naarfliglijk invorderen, zonder aanzien ofte verfchooning van iemand, wie hij ook zijn moge, of op eenigerhande wijze , op poene van daar voor te worden gecorrigeerd naar goeddunken van den Hove van Juflitie deezer Provincie, naar gelegenheid der zaake, en van op hem alle de nadeelen hier door veroorzaakt te vernaaien, daar hij gehouden zal zijn terftond wel en naarfliglijk naar  27 Mai 1797. naar de euveldaaden, die ter'zijner kennis zullen koomen, gerigtlijk te inquireren, en de informatien naar ordre regtens, en locale ftijl doen uitvaardigen, en de ingewonne informatien wel opregtlijk doen relateren, en bij de Schepenen laten bezegelen, zonder eenigzints daar in te disiimuleeren en te veinzen. VIII Zal ook gehouden wezen zijn uiterfte diligentie te doen, om aan te tasten en te aoprehenderen alle openbaare Delinquanten, enKwaad-doenders, Moordenaars, Brandftigters, Straatrovers, Doodflagers, Knevelaars, Verkragters, en. Ontvoerders van Vrouwen, Valfche-Munters, Weder-wrakers van Juftitie, Dieven, en anderen die uit hoofde van's Landfchaps placaten, voor zoo verre die door deeze ordre van zaaken niet zijn ingetrokken , niet behooren te worden getolereerd, die hij verneemen zal onder zijne Jurisdictie zich op te houden, en aangetast zijnde daarop en tegens te procederen zonder eenige disfimulatie, of iemand daar in te verfchoonen, en zoo verre hij die Delinquanten niet kan apprehenderen, zal hij derzelvêr goederen beide haaflijk en erflijk onder zijn Ampt gelegen, terftond ar- res-  27 Mai 1797. resteren, en bij goeden Inventaris onder zich nee. men, om als dan op die goederen naar rechten te procederen. I X. Maar zal den Richter niemand met gevangenis mogen bezwaaren dan over zaake bij de Wet bepaald, en niemand ftrenger mogen behandelen dan nodig is, om zich van zijnperfoon te moeten verzekeren , op poene van daar over gecorrigeerd te zullen worden. X. En zal met de te recht Helling van den gevangenen , ten eerlten mogelijk, een aanvang maaken, zonder die langer dan 14 dagen, of tot den eerften aanftaande recht-dag daarna, op kosten deezer Provincie te houden, ten ware dit anders bij die van de Wet of door het Hof van Juftitie worde verordent en bevolen, waar van hij zich eene fchriftelijke Verklaaring zal laaten geeven, en die bij zijne rekening overleggen. X L Zal den Richter niemand aan den lijve doen richten, zonder daar van aan het Hof van Juftitie behoorlijke kennis te hebben gegeeven, en de Refolutie van het zelve daarop zal hebben ontfangen, voor  '27 Mai 1797. vcor zooj verre zulks in de refpective Steden of Ampten gebruiklijk is. X I I. Zal den Richter tien ftuivers daags voor fluitinge, bewaring en verpleging van ieder gevangene mogen in rekening brengen ; doch zullen die geene, welke mogten worden ontflagen, hunne eigen kosten moeten betaalen , ten waare zij uit armoede de kosten niet konden voldoen, of die gevangene bij fententie kost en fchadeloos waren ontflagen, waar van hij in zijne rekening behoorlijke mentie zal hebben te maaken. XIII. Den Richter zal verdagt zijn in alle componV tien , en advijfen van breuken, zoo veel in hem is, te letten, dat de penningen der compofitien vrij tot des Landfchaps profijt koomen, en dat alle kosten en uitfchotten van Juftitie daar en boven betaald worden. X I V. Zal ook gehouden zijn over zaaken die wel compofibel zijn , doch over welke door den Richter alleen geen afdragt mag gemaakt worden, het goedvinden van het Provinciaal Collegie te verzoeken, en toe te zien, dat dezelve voor nietmin3. Z der  27 Mai 1797. der, dan het gewijsde vonnis, of Landrecht bepaalt, worden afgemaakt, ten waare de breukhaftigen of misdadigers voordvlugtig of zoo arm waren, dat men op dezelve de geregte breukeniet zoude kunnen verhaalen. X V. Veel minder zal hij aangaande criminele hooge breuken, daar Lijf of Lid aan verbeurd is, of andere criminele ftraffe toeftaat, kunnen fcheiden, zonder fpeciaal confent van het welgemelde Collegie, aan welk Collegie als meede aan het Hof van Juftitie hij behoorlijke obediëntie en eere zal bewijzen. 1 XVI. Item zal de Richter niet vermogen eenige verbreukte goederen te verkopen, dan in 't openbaar bij de kaars of bij mijnen , en bij voorgaande ordres van 't Provinciaal Collegie , ten ware hem zulks anders bij 't Collegie was toegedaan. XVII. Insgelijks zal den Richter fchuldig zijn, allejaar daar toe gelast zijnde, rekening en bewijs te doen aan het Provinciaal Collegie, en dat ten kosten van de Landfchap, makende in zijne rekening bij goede en behoorlijke diftinctie melding ende ver- klaa-  27 Mai 1797. klaaring van alle breuken, groot en klein , hoedanig die mogen zijn, geene uitgezonderd, die telken jaare verfchijnen zullen, het zij dat die gefcheiden zijn of niet, of datze alnog aan het Gericht hangen, of niet, met befcheidenlijke verklaaring en goed onderfcheid der zaaken, en waar uit die breuken, compofitien en afdragten gevallen zijn, op dat het Provinciaal Collegie behoorlijke kennis drage hoe de zaaken ftaan, om bij hec zelve Collegie daaromtrent te doen vorderen 's Landfchaps Hoog- en Geregtigheid naar behooren. XVIII. Ook zal den Richter op zijne rekening overbrengen een gerigtelijk attest der Gerigts-banken of ander behoorlijk bewijs van de misdaden of breuken, die binnen den tijd zijner rekening bij haar weten zijn gevallen, en van geene kleine breuken afdragt laten maken, minder dan de vonnisfen uitwijzen zullen, ten ware die breuken bij den breukhaftigen goedwillig, en zonder fententie af te wagten, conform de Lijften bij de Landfchap den 2 Julij 1625 beraamd, worden gepraefenteerd, dewelken den Richter zal mogen aanneemen , in rekening verandwoorden , en aan^ gaande de ongewezene kleine breuken , na dat Z 2 die  27 Mai 1797- Land- die breukhaftige volgens Stad- Recht verpligt zijn, ten ware in zaken, waarin volkomen bewijs ontbrak, of dat die breukhaftige zo arm waren, dat men die breuken op hem geheel niet zouden kunnen vernaaien, waarvan hij in zijne rekening behoorlijk bewijs zal moeten inbrengen. ^ X I X. En zal ook gehouden zijn vollen ontvang te maken van alle breuken, in zijnen Ambte gevallen, des zal hem geleden, en in uitgaaf zijner rekening gepasfeerd worden al zulke portie en deel, als hem volgens zijn Commisfie toegelaten en geaccordeerd is. X X. Ook zal den Richter niets hoegenaamd van eenige gevallen breuken mogen verbergen , of tot zijn bezonder voordeel genieten of behouden , of toelaten, dat genomen worde bij iemand, waardoor die breuke verkleind mogte worde op poene van arbitraire correctie, en inval zijn Huisvrouw, Schrijver, Dienaar of andere buiten zijn weeten iets terzaake voorfchreveontfangen hadden, en dat1 hij zulks komt te verneemen, zullen die daar voor met het dubbeld tot 's Landfchaps profijte gecorrigeerd worden, het welk hij Richter in ontfangst zijner rekening zal moeten brengen,  27 Mai 1797' XXI. Ook zal bij niet mogen agterhouden maar in den ontfangst zijner rekening brengen deeze navolgende vervallen en profijten, zoowel als alle anderen, te weeten: Dat uit gratie vergund worde, dat eenige misdadigers in fecrete plaatzen, en niet in het openbaar, geëxecuteerd worden, het geen hij egter niet dan met confent van de Landfchap, of van 't Provinciaal Collegie zal mogen toelaten, van al het geene bij eenige misdadigers bevonde» mogt worden, ten tijde van hare apprehenfie, het zij goud, zilver, juweelen, of alle welke andere goederen. Van alle gevonden en onbeheerde goederen, als insgelijks van aangedreeve goederen in of uit de Rivieren, en van andere zaaken, daaden of misbruiken, van wat natuur, die zijn mogen, welken hij als Richter, of zijnen Dienaars in ontvang zal brengen zonder iets te verbergen, of agter te houden nog te gedogen, dat daar van iets bij de zijnen genoten of ontvangen worde, zonder dat hij zal vermogen van eenige zaaken of daaden, breuken te neemen, waarop die van ouds niet gefield zijn , voorbehoudens aan den Richrer het Z 3 £c"  27 Mai 1797. gewoonlijk loon van vervallen, en andere profijten , die als falaris geconfidereerd moeten worden. XXII. En inval den Richter hier tegen mogte handelen , en het Provinciaal Collegie, of iemand van het zelve of andere het Collegie voornoemd daar van berigt doende, zal hij boven gebeurlijke correctie ook gehouden zijn de kosten te betaalen, die in die zaaken mogten zijn gevallen. XXII L Ook zal den Richter hem niet onderwinden te vcrgeeven eenige posten, ofte ambten, dan van welken hem de begeeving wettiglijk is opgedragen , hebbende niet te min goede toeverzigt, dat dezelven naar behoren, en volgens den inhoud van een ieders Commisfien en inftructie worden bediend. X X I v. Ook zal hij toezien, dat de posten van DijkPraefident, voor zoo verre dezelve in zijn aanbevoolen ambt plaats mogten hebben, bij goede treffelijke, bekwame en beregtigde perfonen naar Land- en Dijkregten genoegzaam geërfd en gegoed bediend worden. XXV. Ook  27 Mai 1797. XXV. Ook zal den Richter gehouden zijn den LandRentmeester generaal en particuliere Rentmeesters der Domeinen deezer Provincie in het vorderen der pagten en andere fchulden, die men aan de Domeinen fchuldig is, alle hulp en bijHand van regten te verleenen, de kwade betaalers volgens Stad- regt tot betaaling in regten te noodzaaken, zonder eenige oogluiking of aanzien van perfoon, maar daarin zodanig te handelen, dat alle fchade voor de Domeinen deezer Landfchap worden gepraevenieerd, en zonder daarvoor ten lasten deezer Provintie te genieten. XXVI. Wanneer den Richter Ambts-halven verpligt zal zijn zig buiten zijn Ambt te begeeven , of dat hij befchreeven wordt buiten 't zelve te koomen, zal hij daarvoor elke dag wegens vacatie negen guldens en wegens verteering en tranfporc genieten acht guldens. XXVIL Zal ook geenerleij dienst, hoe ook genaamd, van de Ingezetenen mogen vorderen, dan de zodanige , welke ten algemeene nutte van den LanZ 4 de'  27 Mai 1797. de, of op fpeciale last der Landfchap of van het Provinciaal Collegie zullen moeten worden gepraesteerd. XXVIII. En zal den Richter hem, als een goed Richter fchuldig is, gedragen en naar inhoud zijner Commisfie en deeze zijne inftructie, of andere die hem namaals door de Landfchap, of van harent wegen gegeeven zoude mogen worden , en het geen hem op zijne Rekening tot dierst van den Lande naar reden en vereifch van zaaken en tijds gelegenheid geordonneerd zal worden, hem te reguleeren. EED. Ik beloove , ende zweere , dat ik de Provincie van Gelderland een goed en getrouw Richter van waartoe ik gecommitteerd ben., volgens mijne Cmnmisfie en Inftructie, waar van mij lectuur gegeeven is , en waar van mij Copie zal worden ter hand gefield, zijn zal, deezen mijnen post'wel en opregtelijk zal bedienen, de. Rechten, Hoogheid en Geregtigheid deezer Landfchap naar al mijn vermogen zal bewaaren, zonder dezelve, daarin op eenigerhande maniere te laaten verkorten ; de verkortingen en inbreuken, zoo gebeuren mogten directelijk zal overbrengen aan het Pro-  27 Mai 1797. Provinciaal CoVegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn te Arnhem , om daar tegens de noodige voorziening te doen, dat ik alle keuren en breuken , die in mijn aanbevolen Ambt vallen zullen, ten meesten profijte van > Landfchaps Domeinen zal invorderen, dat ik een ieder, zonder aanzien van perfoon, van zaaken, ter mijner keipiisfe behoorende zal doen regt, vonnis f en enbefcheid volgens de Edicten en Statuten van den Lande, dat ik van alle de exploicten mijner officie ten allen tijde, als ik hier toe zal verzocht worden, zal doen goede en wettige rekening aan het Provinciaal Collegie voornoemd, en mijne restanten, die ik fchuldig zal blijven , betaalen daar behoorenzal, enzalookin alles agtervolgen alle de Placaten, zoo wel van de Munte, als andere van de Landfchap gepubliceerd en alnog te publiceer en, dat ik ook weduwen en weezen na rechten zal helpen, en niemand onder dekzel van mijn officie calangeeren, verdrukken, befchatten, of ecnig geweld tegens recht, redenen, en gewoonte van den Lande doen, zonder in eenige der voorfchreve pointen te ftmuleeren, om goed of geld, om vriendfchap, of maagfchap, om haat of nijd, of om welke andere redenen ook : .Voords vcrklaare, beloove en zweer ik voor wettig te houden alleen zoodanige regeerings form, welke z 5 ëe'  27 Mai 1797. gegrond is op de Oppermagt des geheelen Volks, dien volgens houde ik voor onwettig, en daar meede ftrijdende alle erflijke ambten en waardigheden. Voords beloove en zweere ik gehouw en getrouw te zullen zijn aan het Volk en aan di Wet (en mi] in mijn Ambt trouw en eerlijk volgens mijn plicht en inftructie te zullen gedragen:) Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. Op Requeste van Maria Caecilia Schildhuizen, weduwe van H. Erkelens; Is, met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 20 Mai 1796, alzoo 's Lands penningen tot eindens, als daar bij verzocht, niet worden opgebragt, ook daar toe niet mogen worden gebruikt, goedgevonden het zelve te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om, voor ditmaal, zonder confequende uit de vacante militaire tractementen aan de Requeftrante eene gratificatie te verleenen. Op het geproponeerde ter Vergadering, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken tot het formeren van een ftaat van bezuinigingen, en der tegenwoordige mindere uitgaven,  27 Mai 1797. ven, dan onder het voorig beftuur hebben plaats had, en zulks ter kennisfe van een ieder door den druk gemeen te maaken. T er Vergadering voorgebragt zijnde een Extract uit het Raadfignaat der Stad Nijmegen, waar bij de Raad J. Teeuwisfen wordt verzocht om bij naderen aandrang te infteren op de betaaling van de fomme van 600: voor de Wijk-Armen; voorts, dat de Diaconie-Armen op eenen egualen voet met Wijk-Armen voor dit loopcnde jaar 1797 mogen werden behandeld: Meede gelezen de Requeste van Boekhouder en Diaconen der Nederduitfche Gereformeerde Gemeente te Nijmegen, ten einde, als voorfchreven, tenderende: En in aanmerkinge zijnde genomen, dat de meeste Leden der Vergadering reeds vertrokken waren , is dit een en ander gehouden in advijs ten naaften. Waar meede de Volks-Vertegenwoordigers, na gedaane refumtie, zijn gefcheiden. Uit naam en last van dezelve, JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN JULIUS 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Carel Campagne , PvOMBOUT van RlEMSDIjK, Pieter ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz, AuGUSTINUS GeüKAMA. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN. Hendrik Derkse, Peter Wouters van den Ouden Weiter, Willem Libotté. OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM,PANNERDEN, MILLINGEN. «i Gradus Roes, johannes glover , Burgert Burgers, Lambertus Paauwen , Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET BATENBURG, LEUR. Aeldert Versteege, Jan van Koolwijk, Herman Coerman, Peter van Heumen. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick , Bart van Lienden, Dirk Slingervoet. T H I E L R E - W A E R D. Godefridus Buschman. B O M MELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  3 Julii 1797. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene extraordinaire Landfchaps Vergadering binnen de Stad Nijmegen in Julius 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Maandag den 3 Julii 1797. Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland op verfchrijvinge van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn binnen de Stad Nijmegen te zaamen gekomen , en op heden ter Landfchaps Camer vergaderd zijnde, hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, na verleezing der Commisfien, goedgevonden de Landelijke zaakén wederom, als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te laten behandelen, en tot Voorzitter deezer Vergadering te benoemen den Burger Nicolaus Lange, voorts tot Gecommitteerdens ad caufas de Burgers Wemmer van de Veelouw, Carel Campagne, en Daniël Prillevitz, refpective Leden der Magiftraten van Nijmegen, Thiel en Bommel wegens de Steden, Willem Libotté, 3- A a Gra-  3 Julii 1797. Gradus Roes, benevens gemelde Burger Nicolaus Lange wegens hec platte land. Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde eene acte in dato Batenburg den 1 deezes maands, waar bij den Burger Hendrik Coerman door fungerend Richter en Schepenen van Batenburg wordt gecommitteerd tot het bijwoonen deezer Extraordinaire Landfchaps Vergadering. Is goedgevonden de deliberatie over de voorfchreve acte en Commisfie te houden buiten conclufie, totdat voornoemde Burger zal hebben ingebragt bewijs, dat hij door een Collegie wegens het ftemgerechtigd Volk tot het committeren van Leden ter Landelijke en Quartierlijke Vergaderingen gequalificeerd, of door het ftemgerechtigd Volkzelvs, teneinde als voorfchreve, is benoemd en gecommitteerd. "Verlezen de Requeste van E. van Muijden en A. van Tricht, Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande wijnen en gedistilleerde wateren over de Stad-en Lande van Buuren, houdende, dat Requeftranten aan den 's Lands Ontfanger N. van Everdingen ten agteren waren voor verfchuldigde pagtpenningen eene fomme van drie dui-  3 1797duizend zes honderd twee en veertig guldens twee ftuivers agt penningen, veroorzaakt door de omHandigheden bij den Requeste in het breede vervat; met ootmoedig verzoek, dat door den Lande van Buuren bij Publicatie moge werden bekend gemaakt, dat de voorzeide impost moet betaald worden, zoo als bij de laatfte verpagting is geftatueerd; en teffens, dat het de Volks-Vertegenwoordigers moge behagen aan de Requeftranten een gedeelte der voorfchreve achterftedige penningen te remitteren, en het overige verfchulde om te liaan over de aanftaande twaalf termijnen : Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te verleenen provifionele furcheance van Executie, voor zoo verre het Quartier aangaat, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om daar van aanfchrijving aan den Ontfanger van den impost op de gebrande wijnen en gedistilleerde wateren te doen; en betreffende de verdere poincten, bij den Requeste vervat, het zelve te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, ten fine van eonfideratien en advijs. Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van NederA a 2 land,  3 fulii 1797. land, gefchreven in den Hage den 7 Junii laatstleden aan de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, daar bij zendende het Decreet bij hun op voorfchreve datum genomen, op deezerzijds Misfive van den 26 Mai daar te vooren, houdende onder anderen klagten over eene Verpagting van het Gras op de buitenwerken van de Stad Nijmegen , op het Fort Knodfenburg en de Starrenfchans te Pannerden, welke op eene onbehoorlijke wijze zouden zijn gefchied , en over de belemmeringen door de Franfche Geëmploijeerdens te Nijmegen aan eene leverancie van 62 ftuks Runder-Beesten, door de Provincie van Gelderland, op aandrang van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande ten behoeve van de Franfche Sambreen Maas Armée te Nijmegen geleverd, toe gebragt; Waaromtrent, belangende het eerfte poinct, het voorfchreve Committé bij Misfive van den 2 Junii hoogstgemelde Vergadering voorloopig hadde geinformeerd, dat de gezegde gedaane Grasverpagting door hun provifioneel buiten approbatie en in advijs was gehouden, terwijl zij niet zouden nalaaten om naauwkeurig te doen onderzoeken , hoedanig men te Nijmegen met betrekking tot die Verpagting was te werk gegaan om daar na  3 Julii 1797na dienaangaande hunne eonfideratien en advijs aan de Vergadering te laaten toekoomen; En dat ten aanzien van het laatfte poinct was gedecreteerd de Commisfie van buitenlandfche zaaken te verzoeken en te committeren om des wegens de noodige demarches te doen, of te laten doen, en te effectueren, dat aan de Franfche zijde zoodanige belemmeringen aan leverancien, welke op derzelvêr aandrang en ten hunnen behoeve worden gedaan, ten fpoedigften worden uit den weg geruimd; alle 't breeder bij voorfchreve Misfive en bijgevoegd Decreet vervat. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden, de vooraangetogene Misfive, voor zoo verre de verpagtinge van het Gras, en de aangewende kosten tot onderhoud der daar bij vermelde Beesten betreft, te ftellen, gelijk gefield wordt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Ontfangen eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gefchreven in den Hage den i Junii deezes Jaars, ter beandwoording van deezer zijds Misfive, van den 25 Mai daar te vooren, houdende, dat de betaalde huuren van Wacht-huizen ten -platten A a 3 lan-  3 Julii 1797. lande, ten noodzaakelijke gebruike-lder Troupes van deezen Staat geëmploijeerd geweest zijnde, door het gemeene Land zullen kunnen en behooren te wórden gerembourfeerd, voor zoo verre dezelve huuren met de billijkheid zijn overeenkoomende, welk rembours zal dienen te gefchieden bij wijze van verrekening in het aandeel van 's Quartiers Quota, mits het zelve van de gedaane betaaling met .behoorlijke bewijzen en befcheiden doedt blijken, in dier voegen, als ten aanzien der reftitutie van vuur en licht, in dezelve Wachthuifen gepraefteerd, gebruikelijk is: Doch dat ten aanzien van de Wachthuifen in de Steden het geheel anders gelegen was, dan met die, welke ten platten lande buiten gewoon worden gerequireerd, aangezien in de Steden ten allen tijden gefchikte Stedelijke localen zijn onderhouden geworden buiten kosten van den Lande , en dat gemelde Committé derhalven in de restitutie van kosten deswegens moest difficulteren, als aanloopende tegens de geufiteerde ordres van den Lande. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden voorgemelde Misfive , voor zoo verre aangaat de wijze van het doen der opgaven, en verrekening in het aandeel der Quota, te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs.  3 Julii 1797- « Het Request van H; F: J: Schenk van Nijdeggen, mitsgaders van Johannes van Haren en J: Roeland Pagter en Medeftander van 's Quartiers impost op den Tabak over het Boemelfche Comptoir, ingegaan i Julii 1796, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Op Requeste van den Burger J. M. F. van Everdingen, houdende, dat in de maand Mai 1796 aangefteld zijnde tot Richter in den Thielre-waerd, in gemelde qualiteit tot voldoening van het Amptgeld aan den Ontfanger de Roock betaald had de fom van een duifend guldens, waar vooraan hem eene Obligatie groot vijfhonderd guldens zoude worden afgegeeven; dan dat geïnformeerd zijnde, dat goedgevonden was den Burger Nicolaas Arriens, als Secretaris van het hooge Gericht van Tuil, de helft van zijne gefurneerde penningen tot voldoening van zijn Amptgeld te doen restitueren, in plaats van een Obligatie daar voor te geeven, en vermeenende in deezen met den Burger N. Arriens in gelijke betrekking te ftaan, den Requeftrant overzulks de vrijheid nam zich tot de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers Aa 4 te  3 Julii 1797. te wenden, met verzoek, datjjj'aan hem de helft zijner betaalde penningen ad vijfhonderd guldens, tot voldoening van voorfchreve Amptgeld, in plaats van eene Obligatie moge worden gerestitueerd. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om op het zelve overeenkomftig de Ordonnantie op het Amptgeld in naame van den Quartiere te disponeren. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op het voorftel van de Gedeputeerden ter Financie, houdende, dat daar bij 's Quartiers Refolutie van den 17 Maart laatstleden was verftaan, dat de aanftelling van Collecteurs der Verponding ten platten lande, in het vervolg, niet enkeld door Geërfdens, die tien mergen lands in zoodanig Kerfpel of Dorp bezitten, zal gefchieden, maar door alle ftemgerechtigde Geërfdens in dezelve, zonder onderfcheid van hoeveelheid van bezittingen, zij daar uit niet duidelijk konden ontwaaren, of de ■ Geërfdens, die tien mergen lands bezitten, fchoon niet ftemgerechtigd zijnde, uitgefloten zijn dan niet: Mee-  3 Julii 1797' Meede verlezen de Requeste van de 'ftemgercchtigde Geërfdens des Kerfpels Op- Heusden, ten zeiven einde tenderende. Is goedgevonden voor 's Quartiers welmeening te verklaaren, dat alleenlijk fiemgerechtigde Geërfdens tot de aanftellinge van Collecteurs der Verpondinge ten platten lande zullen zijn gequalificeerd. En is wijders goedgevonden voorfchreve Requeste van de ftemgerechtigde Geërfdens des Kerfpels Op-Heusden te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om op de verdere poincten, daar bij vervat, te dienen van eonfideratien en advijs. De Gecommitteerdens der Stad Thiel, en uit de Neder-Betuwe hebben verzocht aantekening ten Recesfe van tot het geeven deezer interpretatie niet te hebben geconcurreerd. Het Request van David Juta Forfter; van J. van Tright; en het Bericht van de Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden op de Requeste var* de Inwoonders van het Fort St. Andries zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. A a 5 Dings-  4 Julii 1797. Dingsdag den 4 Julii 1797. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, relatiev de voet en wijze van inwisfeling der Recepisfen van den gefurneerden 5o,lcn penning en dubbelde Verponding, en in achting genomen zijnde, dat de Gedeputeerden ter Financie voor als nog, om verfcheidene redenen, buiten de mogelijkheid zijn geweest, om achter volgens 's Quartiers refolutie van den 26 Mai laatstleden daar meede een aanvang te maaken. Is goedgevonden gemelde Gedeputeerden te auctorifceren , gelijk gefchiedt bij deezen , om ten fpoedigftcn te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs, op welke tijd met de voorfchreve inwisfeling een begin kan worden gemaakt, voorts wanneer de interesfe der obligatien uit dien hoofde fpruitende behooren aanvang te neemen, als meede op welke Comptoiren dezelve dienden te worden geadfigneerd of gerepartitieerd, en welke middelen of impofitien tot betaalinge der gewoone interesfe zouden behooren te worden geïntroduceerd ; zullende mitsdien hier van Extract aan gemelde Gedeputeerden worden meedegedeeld tot naricht en om zich daarna te gedragen. ••' Is  4 Julii 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Zutphen, gefchreven te Zutphen den 30 Mai laatstleden, houdende, dat met niet minder verwondering, dan leedwezen uit dezerzijds refcriptie van den 24fte daar bevorens hadden gezien, dat hunne voorloopig gedaane intercesfie ten faveure van zulken hunner Ingezetenen, als zich door de heffing eener dubbelde Verponding in dit Quartier bij hun hadden koomen te bezwaaren, geene betere uitwerking hadt mogen hebben , dan dat bij het Placaat, daar op geëmaneerd, was verbleven, met betuiging, dat het hun zoude fmerten, wanneer de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers niet mogten kunnen befluiten van voorfchreve Placaat opzichtelijk de voorgemelde dubbelde Verponding, ten gevalle der Ingezetenen des Quartiers van Zutphen, door eene favorable exemptie te altereren, en zij daar door bij retorfiè gelijkmatige maatregelen zouden moeten doen fiand grijpen, waar van zich echter pligtshalven niet zouden mogen dispenferen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te refcriberen volgender wijze. Vrij-  4 Julii 1797' Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap* Meede-Burgers. He t was bij het houden van deezen extraordinairen Landdag, dat wij hebben ontfangen, en eerst op heden gelezen ULieder Misfive van den 30 Mai laatstleden, gefchreven op het fubject der heffing eener dubbelde Verponding bij wijze van geldfchieting van alle ongereede goederen, de Verpondinge fubject , binnen deezen Quartiere gelegen, met betrekking tot ULieder binnen het zelve geërfde Ingezetenen, en waaromtrent GijLieden ons gelieft kennisfe te geeven, dat, wanneer wij niet mogten kunnen befluiten ons Placaat, opzichtelijk de voorgemelde dubbelde Verponding, ten gevalle der Ingezetenen des Quartiers van Zutphen , binnen dit Quartier geposfesfioneerd, door eene favorabile exemtie te altereren, GijLieden gelijkmatige mefures zoud doen rtand grijpen; Edoch dat GijLieden gepraefereerd haddet ULieder gevoelens aan ons rondborftig open te leggen, liever dan over te gaan tot middelen van retorfie, die, hoe zeer buiten ULieder toedoen, veelligt aan de goede harmonie tusfehen wederzijdfche Quartieren zoude mogen nadeelig zijn,  4 Julii 1797* zijn, waar van GijLieden, hoewel ongaarne, emploi zoudet maaken, ingevalle binnen een maand tijds ULieden niet kwame te blijken, dat aan deeze ULieder hjrhaalde inftantien zal zijn gedefereerd. Bij onze voorige refcriptie hebben wij aan ULieden hoofdzaaklijk opgegeeven de redenen, om welke wij op dit ftuk geene uitzonderingen met betrekking tot Ingezetenen des Quartiers van Zutphen in dit Quartier geërfd, kunnen of mogen toelaaten, en wij hadden ons gevlijd, dat GijLieden in de daar bij geallegeerde motivenzoudt hebben berust. Het doet ons mitsdien leed, dat wij ULieden hier meede geen volkoomen genoegen hebben kunnen geeven. Maar wanneer GijLieden gelieft te overwegen, dat wij geen anderen last op de landerijen van de Ingezetenen van ULieder Quartier hebben opgefteld, dan de Ingezetenen deezes Quartiers zelvs dragen; zoo kunt GijLieden van ons niet verwagten, dat de redenen, welke ons gepermoveerd hebben, om bij ons Placaat te perfisteren, eene andere uitwerking zouden kunnen doen , als te vooren. .Wij behoeven overzulks niet te treden in een on-  4 Julii 1797onderzoek, in hoe verre de heffingen van lasten, 't zij reëele, 't zij perfonele, in het algemeen behooren te worden geregeld, om alle hardigheid en iniquiteit daar van te weeren: Alleenlijk zullen wij aanmerken, dat, daar de Ingezetenen van andere Quartieren en diftricten tot geene andere grondlasten bij wijze van geldfchieting gehouden zijn, dan die de eigene Ingezetenen betaalen, met geen fchijn van reden kan worden gezegd, dat zoodane lasten ftrijden zouden tegens billijk- en redelijkheid: waar toe, te vergeefs, dunkt ons, wordt aangehaald de vordering van ULieder geïntroduceerde drievoudige Verponding van Corpora en Eigenaaren buiten deeze Republicq, met exemtie van de geene, welke in eene der geünieerde Provinciën den 50** of meerderen penning mogten betaald hebben, van welke exemtie de Ingezetenen deezes Quartiers meede het advantage hadden genooten, niet tegenftaande de voorfchreve Grondlast, niet minder als de dubbelde Verponding in dit Quartier , tot onderwerp was hebbende de beveiliging en het vreedzaam genot der goederen; Alzoo immers de eige Ingezetenen van ULieder Quartier van dit bezwaar meede waren geëximeerd: En daar nu de bijzondere Quartieren het recht heb-  4 Julii 1797. hebben om, elk in het zijne, de fchattingen en grondlasten, welke zij tot het dragen haarer Quota in de gemeene lasten noodig hebben, zoodanig te regelen , als zij het gevoegzaamst oordeelen, fpreekt het van zelvs, dat, inval Gijlieden mogt goedvinden reële lasten op de goederen in ULieder Quartier gellcueerd, op te ftellen, en de Ingezetenen van ULieder Quartier daar aan te onderwerpen, elk en iegelijk, in het Quartier van Zutphen geërfd, en dus meede de aldaar geposfesfioneerde Ingezetenen deezes Quartiers, gehouden zijn daar in te lasten, en zich alzulke gelijke maatregelen te laten welgevallen. Dan wij zouden de waarheid benadeelen, inval wij kwamen toe te geeven een recht van retorfie, als kunnende geen retorfie plaats grijpen, dan ingevalle wij de Ingezetenen van ULieder Quartier, of van andere Provinciën of Quartieren, in dit Quartier geposfesfioneerd, hoogere grondlasten deeden betaalen, dan den eigene Ingezetenen deezes Quartiers. Kunnende geene buitenGeërfdens zich beklagen over het betaalen van reëele lasten bij wijze van geldfchieting tegens gewoone interesfe, waar aan de eigene Ingezetenen op eenen eenpaarigen voet zijn onderhevig gefield. Wij  4 3Wii i?97Wij hebben dan deeze zaak nogmaals in overweginge genomen, maar geene redenen gevonden, om van ons Placaac af te gaan, hoe zeer het ons anderzins aangenaam zoude geweest zijn aan deeze inftantien van UL. te mogen defereren, en alzoo nieuwe blijken te geeven, hoe zeer wij altoos genegen bevonden worden van onze zijde alles te contribueren, wat tot onderhouding van de goede harmonie tusfehen zoo naauw verknochte Quartieren kan (trekken, vertrouwende van ULieder gewoone befcheidenheid , dat Gij Lieden ons wel zult gelieven ten beste te houden, dat wij ons alnog in de noodzaaklijkheid bevinden van bij ons Placaat van den 30 September laatstleden te moeten verblijven. Meede - Burgers na toewenfehing van Heil en aanbieding van Broederfchap bevelen wij UL. hier meede in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 4 Julii 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks • Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelve.  5 Julii 1797. Woensdag den 5 Julii 179?. Op ontfangene Misfive van de Nationale Vergadering, daar bij inzendende een aantal exemplaren van het ontwerp der Conftitutie, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier van Nijmegen van advijs was, „ dat het Provinciaal Collegie behoorde te wor„ den geauctorifeerd om de toegezondene exem„ plaren van het ontwerp van conftitutie te doen „ expediëren, ten einde als bij de Misfive van „ de Nationale Vergadering , repraefenterende „ het Volk van Nederland, is vervat; voorts dat „ de refpective Grond-vergaderingen de ftemlijs„ ten, houdende het getal der ftemmen van de „ ftemgerechtigden , zoo voor als tegen dat plan „ uitgebragt, onmiddelijk na den afloop van de „ ftemming, immers binnen den tijd van drie da„ gen, zouden behooren in te zenden aan wel„ gemelde Provinciaal Collegie, om door het „ zelve vervolgens geëxamineerd zijnde, op den „ eerften dag der Landelijke Vergadering , dia „ nu behoorde te fcheiden op Reces, om op den „ 16 Augustus aanftaande wederom des avonds „ binnen te koomen, daar van aan de Landfchap 3. B b „ rap-  5 JuM l797„ rapport te worden gedaan, ten einde alsdan zoodanig nader te refolveren , als bevonden „ zal worden te behooren : En de twee andere Quartieren daar bij gevoegd hebbende , „ dat het Provinciaal Collegie behoorde te worden geauctorifeerd om met de „ verzending van het Plan van Conftitutie Copie „ der vooraangetogene Misfive van de Nationale „ Vergadering tevens aan de Grond-Vergaderingen „ te doen toekoomen, en aan dezelve tot het „ onderwerp van deliberatie voor te ftellen, of „ de ftemming over de aanneeming of verwer„ ping van het voorfchreve Plan op den voet van het Decreet van den u Maart laatstleden zal „ gefchieden, dan hoofdelijk, welke deliberatie „ bij 's Landfchaps Misfive van den 10 Mai „ jongstleden is voorbehouden, en het refultat „ van dien meede bij de aanftaande Vergadering der Landfchap in te zenden: Is vervolgens goedgevonden tegens d\tvoorJlel tot een onderwerp van deliberatie, bij het additament der twee andere Quartieren vervat, te protefteren, en daar tegens nadere aantekening ten Landdags Recesfe te referveren. Op  5 Julii 1797, Op ingekomene Misfive van de Nationale Vergadering, houdende, dat verfcheide Burgers en Ingezetenen van Batenburg zich aan hunne Vergadering hadden geaddresfeerd met veelerlei klagten tegens de aldaar tot hier toe in het beftuur gebleven zijnde Leden van het voorig bewind, aanhangers van de zoogenaamde oude Conftitutie, over mishandelingen en onderdrukkingen, welke zij door dezelve dagelijks nog moesten ondergaan, over de fmooring van de vrije Volksftem, voor al tot het verkiezen van hunne eigen Beftuurders : dat, daar veele dier klagten tot het juftitiele en huishoudelijke behooren, hoogstgemelde Vergadering de Klagers wel hadde gerenvoijeerd aan de Landfchap ; dan dat, penetrerende hunne ver-" pligting, volgens den last van het Volk van Nederland hun opgelegd, waar door hun de bevordering van 's Volks belang is gedemandeerd, en dus meede om de onderdrukt wordende Vaderlanders de hand boven het hoofd te houden, en de verwarringen, die door lieden van het voorig bewind in het beftuur te laten, te wege gebragt worden, zoo veel in hun is, te ftuiten, en verder voor te koomen, goedgevonden hadde de Landfchap op het ernftigfte te verzoeken aan de B b 2 bil-  5 Julii 1797. billijke klagten der Requeftranten ten fpoedigften te willen te gemoed koomen. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier deeze Misfive zoude ftellen in handen van het Provinciaal Collegie , om, na onderzoek van zaaken in naame van de Landfchap, aan de Requeftranten het noodige redres ten fpoedigften te bezorgen, overeenkomftig de Publicatie van de Rechten van den Mensch en Burger. V erlezen de Requeste van 1L F. J. van Schenk van Nijdeggen , daar bij fustinerende, dat Requeftrant, als reeds zedert den jaare 1794 dit Quartier hebbende verlaten, en niet eerder dan in September 1796 te Nijmegen, alleen om een korten tijd te logeeren gekoomen, ook geen Burger aldaar zijnde, niet verpligt was den 50^" penning te furneren, verzoekende derhalven, dat de Fiscaal deezes Quartiers mogt worden gelast om ten refpecte van den voorfchreven 5o!len penning tegens den Requeftrant, als daar van volgens het Placaat geëximeerd, geene actie te inftitueren. De Volks-Vertegenwoordigers hierop gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van  5 frl» l797van den 3 deezes, hebben na gehoudene deliberatie in desRequeftrants verzoek gedifficulteerd, daar in difficulterende bij deezen. De Gedeputeerden ter Financie ter voldoeninge aan het appoinctement van den 3 deezes gediend hebbende van eonfideratien en advijs op Requeste van de Pagters van 's Quartiers impost op de gebrande wijnen en gediftilleerde wateren over de Stad en Lande van Buuren; Is na gehoudene deliberatie • goedgevonden , het eerfte poinct van der Requeftranten verzoek te accorderen, en mitsdien verftaan, dat door den Lande van Buuren zal worden bekend gemaakt, dat de voorfchreve impost zal moeten worden betaald, zoo ais bij de laatfte Verpagting is vastgefteld: en betrekkelijk het tweede poinct, het verleenen van remisfie der achterftallige penningen , dat in het zelve niet kan worden getreden, zoo nochtans, dat, daar provifioneel furcheance van executie, voor zpo verre het Quartier aangaat, aan de Requeftranten is verleend, en de Gedeputeerden ter Financie zijn geauctorifeerd geworden, om daar van aanfehrijving aan den Ontfanger van den impost op de gebrande wijnen en gedistilleerde wateren te doen, het resterende Bb3 zal  5 Julii 1797. zal worden omgeflagen over de aanftaande twaalf termijnen. "Verlezen de Requeste van J. van Tricht, Gommis ter recherge te Bommel, daar bij verzoekende, dat mogt bevrijd blijven van bet betaalen van het Ampt-geld, ofte anderzins een jaar te mogen wagten met het zelve te betaalen; voorts dat de procedure, waar toe de Fiscus deezes Quartiers was gcauctorifeerd, mogte worden gefurcheerd: De Volks-Vertegenwoordigers hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie ter voldoeninge aan het appoinctement van den 5 deezes, hebben, na deliberatie, 'in dit fingulier geval en zonder eenige confequentie , aan den. Requeftrant een jaar uitfiel verleend, binnen welken tijd deszelvs verfchuld Ampt-geld zal hebben te voldoen, gelijk zulks aan hem verleend wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van D. Juta Forster, Commis Collecteur der Convoijen en Licenten te Bommel, daar bij verzoekende ontheven te worden van het betaalen van het Ampt-geld, als meede, dat de 'procedure, waar toe den. Fiscus dee*  5 Julii 1797. deezes Quartiers tegens den Requeitrant was geauctorifeerd, mogte blijven opgefchort. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden het verzoek bij den Requeste gedaan, voor als noch, te houden in ftaat, voor zoo verre de betaaling van het verfchulde Ampt-geld betreft, met auctorifatie op den Fiscus om de geëntameerde procedure tegens den Requeftrant provifioneel niet verder voort te zetten. En is wijders goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te verzoeken en te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om de Lijst van de Taxen op de Ampten of civile bedieningen, zoo bij het Quartier als bij de Steden en Ampten enz. begeeven wordende, te revideren, en daaromtrent ten naaften te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs. "Verlezen de Requeste van de Inwooneren van het Fort St. Andries; En hier op gehad hebbende het Bericht van de Ampts-Vergadering van Bommelre-waerd, ingevolge refolutie, vervat bij marginaal appoinctement op gezegde Requeste d. d. £>3 Mai laatstleden: Mitsgaders de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 5 deezes, hebB b 4 ben  5 Julii 1797. ben de Volks-Vertegenwoordigers met betrekking tot de remisfie over de jaaren 1795 en 1796 genoegen genomen met het bericht; edog betrekkelijk den jaare 1797 goedgevonden die ongelukkige Ingezetenen aan den Ampte van Bommelrewaerd favorabel te recommanderen, ten einde dezelve uit hetprovenue van de penningen, welke de Bommelre-waerd thans meede uit de door de Steden geaccordeerde penningen is genietende, zoo veel mogelijk, gefoulageerd worden; alles met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 1 Februarii laatstleden, en om redenen door de zonderlinge krijgsrampen het voornoemde Fort overkoomen. Gedeputeerden ter Financie gediend hebbende van derzelvêr eonfideratien en advijs op eenige poincten, voorkoomende in de Requeste van de Stemgerechtigde Geërfdens van het Kerfpel Op-Heusden. Is goedgevonden de poincten,-welke bij den Requeste voorkoomen, als domefticq te befchouwen, en uit dien hoofde dezelve aan het ftemgerechtigd Volk te Op - Heusden over te laaten. Don-,  6 Julii 1797. Donderdag den 6 Julii 1797. Is ter Vcrgaderinge gelezen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 29 Junii laatstleden aan de hoogst geconftitueerde Magt, genaamd de Pvepraefentanten van het Volk van Gelderland, houdende, dat ook dit Gewest, wel verre van deszelvs Quote in de voor den jaare 1796 gearresteerde begrooting der zestig Millioenen te voldoen, in tegendeel, hoe zeer de termijnen, binnen welken dezelve hadde behooren betaald te zijn, reeds lange zijn verloopen, ten dien reguarde eene zeer aanmerkelijke fomme ten bedrage van ongeveer een Milliocn tweemaal honderd duizend guldens ten achteren is, waar door hoogstgemelde Vergadering zich in de onaangenaame, doch onvermijdelijke, noodzaaklijkheid gebragt vondt om gebruik te moeten maaken van dat recht, het welk aan dezelve bij het Reglement, volgens het welk hoogstgemelde Vergadering door het Volk van Nederland is bijeengeroepen, en werkzaam moet zijn, is opgedragen, en ingevolge van het welk dezelve bevoegd is, om, ingevalle éenig Gewest in de betaaling van haare Quota .op de gefielde terB b 5 mij.  6 Julii 1797* mijnen in gebreke mogte blijven, van de gezamenlijke Ingezetenen .van zoodanig nalatig Gewest te heffen zulken buitengewoonen penning, als vereifcht zal worden tot voldoening van haare voorfchreve Quota. Dat derhalven befloten hadde van de gezamenlijke Ingezetenen van dit Gewest, ter voldoeninge van deszelvs voorfchreve Quote, op en met den 9 Augustus aanftaande te heffen eenen 5often of anderen penning van alle derzelvêr bezittingen, zoo roerende als onroerende, geene van dien uitgezonderd; terwijl het intusfchen aan hoogstgemelde Vergadering aangenaam zijn zoude, dat door eene gepaste Financiële mefure, door dit Gewest zelve te neemen, of reeds genomen, het zelve zich noch tijdig in ftaat zal vinden om deeze anders onvermijdelijke geforceerde heffing af te keeren; voorts met intimatie, dat ingevalle dit Gewest in gebreke mogt blijven om het voorfchreve achterwezen, ten beloope van ongeveer Een MilHoen tweemaal honderd duizend guldens, voor den voorfchreven bepaalden termijn van 9 Augustus aanftaande op te brengen, de Nationale Vergadering dezelve penningen als dan zal yerhaalen aan elk der Ingezetenen van dit Gewest, welke in gebreke zoude mogen blijven des-  6 Julii 1797. deszelvs aandeel in de door de Nationale Vergadering uitgefchreven geforceerde heffing te voldoen, ieder Ingezeten voor zijn individueel aandeel, en zulks bij parate executie, zoodanig als dezelve in dit Gewest gebruiklijk is. En hier op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten af"gaan dc volgende refcriptie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten. hebben ter onzer Vergadering ontfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie .en algemeen welzijn, daarbij ons copielijk toezendende ULieder Misfive, gefchreven in 's Hage den 29 Junii laatstleden aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, houdende, dat door ULieder Commisfie van Financie . ingevolge de aan haar gecxhibeerde ftaaten van aanbetalingen aan UL. was te kennen gegeeven, dat ook dit Gewest, wel verre van deszelvs Quota in de door UL, voor den jaare 1796 ge. ar-  6 Julii 1797. arresteerde begrooting van 60 Millioenen te voldoen, in tegendeel, hoe zeer de termijnen, binnen welke dezelve hadden behooren betaald te zijn, reeds lange waren verloopen, ten dien reguarde eene zeer aanmerkelijke fom ten bedrage van ongeveer één Millioen tweemaal honderd duizend guldens ten achteren is, waar door GijL. in de onaangenaame, dog onvermijdelijke, noodzaaklijkheidUL. vondt gebragt, om gebruik te moeten maaken van dat recht, 't welk aan UL.bij het Reglement voor ULieder Vergadering is opgedragen, en daarom befloten hadt om van de gezamenlijke Ingezetenen van dit Gewest ter voldoening van deszelvs voorfchreve Quota in de voor den jaare 1796 gearresteerde begrooting van 60 Millioenen op en met den 9 Augustus aanftaande te heffen eenen 5otol of anderen penning van alle derzelvêr bezittingen, zoo roerende als onroerende, geene van dien uitgezonderd: met bijvoeging nochtans, dat het UL. ten hoogiten aangenaam zoude zijn, dat dit Gewest door eene gepaste financiële Mefure , door haar zelve te neemen, of reeds genomen, zich nog tijdig in ftaat mogt bevinden, om deeze anders onvermijdelijke geforceerde heffing af te keeren, en door vrijwillige opbrengften het achterwezen te voldoen, in  6 Julii 1797. in welken gevallen de door ULieden beflotene heffing, of in het geheel geen plaats zoude behoeven te hebben, of Hechts in zoo verre, als tot voldoeninge van het te kort koomende der vtrfchuldigde Quota als dan bevonden zal worden noodig te weezen. De Quartieren, voor zoo veel het Financiële aangaat, gefepareerd zijnde, hebben wij vermeend ULieder Misfive ook, voor zoo veel het Quartier van Nijmegen aangaat, afzonderlijk te moeten beandwoorden: En, daar GijLieden bevoegd zijt, om, ingeval eenig Gewest in de betaaling van haare Quota op de gefielde termijnen in gebreke mogte blijven, van de gezaamentlijke Ingezetenen van zoodanig nalatig Gewest te heffen eenen buitengewoonen penning , als vereifch: zal worden tot voldoening van haare verfchuldigde Quota, betuigen wij met eene grievende aandoening den inhoud van ULieder Misfive in overweging genomen te hebben. De noodlottige fiaat van dit Quartier en deszelvs financien is UL. ten vollen bekend, en het tafereel der rampen, aan hetzelve overgekoomen, aan UL. zoo dikwerf afgefchetst, dat het een misbruik van ULieder attentie, en noodelooze interruptie van derzelvêr hoogwigtige occupatien zou-  6 Julii 1797. zoude zijn, inval wij dezelve op nieuw zouden willen detailleren of afmaaien. Wij gevoelen, Burgers Repraefentanten, zeer wel den nood des Vaderlands, het welk zonder het neemen van krachtdaadigst werkende maatregels niet te redden is, mitsgaders onze verpligting om ons aandeel in de door UL. gearrefteerde begrooting der 60 Millioenen voor den jaare 1796 te voldoen. En offchoon wij niet kunnen penetreren, dat de executie van het achterftedige in de Quota van de 60 Millioenen voor dit Gewest het eerst en met de meest werkende kracht zoude worden uitgevoerd in het gedeelte van het zelve, dat meer dan eenige plaats in ons Vaderland door de rampen des Oorlogs geteifterd is, en waarin reeds zulke enorme geldhefiingen hebben plaats gehad, zoo neemen wij maar al te zeer het algemeen belang van dit geheele Gewest in aanfchouw, dan dat wij niet, al wat in ons vermogen is, zouden bijdragen, om dit onheil, 't geen niet dan onberekenbaare rampen, kosten, en daar uit voortvloeijende algemeene ontevreedenheid der Ingezetenen van dit Gewest zoude na zich liepen, te trachten af te weeren. GijLieden begrijpt ligtelijk, dat ons niets meer verheugen zoude, dan dat wij in ftaat bevonden wier-  6 Julii 1797. wierden aan onze verpligting in deezen or.middelijk te kunnen voldoen. Dan hoe zeer dit zelvs met de fataalfte en paraatfte executie dan noch phijficq onmoogelijk zoude zijn, hebben wij echter oogenblikkelijk zoodanige efficacieufe befluiten genomen, en zijn reeds bezig dezelven op het krachtdaadigst ter uitvoer te brengen, dat wij ons alnu durven vleijen, dat, indien ten deezen Hechts die befcheidenheid en infchiklijkheid, en dat geduld, 't welk den aart der zaak en onze bedenkelijke fituatie meedebrengt, gebruikt wordt, wij dan ook ten fpoedigften zullen kunnen praefteren, al wat eenigzins redelijker wijze van ons zal kunnen worden gevergd; zoo zelvs, dat wij wel dra aan onze geheele verpligting zullen voldoen. Eene extraordinaire heffing van eenen 50^" penning hebben wij reeds voor de tweedemaal geeffectueerd teffens met die der dubbelde Verponding, boven de ordinaire uitgefchreven, waar van wij thans het provenue vcrzaamelen, en voor de gemeene zaak bepaaldelijk hebben afgezonderd; En wij hebben die invordering geëffectueerd men die feveriteit, en dezelve zoo geëxecuteerd, als waar van misfehien noch in geene andere Provincie een voorbeeld voor handen is. Daar wij - de  6 Julii 1797. de Ingezetenen deezes Quartiers in de noodzaaklijkheid gebragt hebben om hunne boedels voor onze Commisfarisfen te moeten openleggen; En van een notabel gedeelte deezer onze laatfte heffing zijn wij nu noch bezig de invordering te doen, zelvs met militaire executien, terwijl wij dit almeede voor de algemeene Bondgenootlchappelijke cas expresfelijk hebben geaffecteerd. Intusfchen gevoelen wij wel, dat, om aan den algemeenen nood des Vaderlands te gemoed te koomen, wij zonder verwijl zullen moeten voldoen , en hier toe declareren wij reeds ons onmiddelijk te hebben bereid op den ontfang van ULieder Misfive; En gedeeltelijk zijn wij nu uit het bedrag der nog loopende heffinge in ftaat ter dispofitie van ULieden te ftellen 200,000: guldens , die direct gereed leggen: En daar de Quartieren van Zutphen en Veluwe aan het Quartier van Nijmegen volgens het Convenant van den jaare 1700 en 1720 nog fchuldig zijn eene fomme van 123108-18-8, hebben wij die fom aan de ordre van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande geadfigneerd, welker betaaling zoo veel minder haefitatie zal lijden, daar die fchuld nimmer is gecontefteerd geworden, noch gecontefteerd kan worden. Wij,  6 Julii 1797* Wij voegen, Burgers Repraefentanten, eindelijk hier bij twee adfignatien op het Provinciaal Collegie, te weeten eene ad 60,000 en de andere ad 40,000 guldens, te zaamen uitmaakende de fom van 100,000, welke door het zelve zijn geaccepteerd, en te Arnhem gedomicilieerd, op drie en vier maanden refpectivelijk na dato betaalbaar, en waar toe de penningen liquidelijk op dien tijd voor handen zullen zijn. Zoo dat wij eene alleraanmerkelijkfle fom direct en op zeer korte termijnen zullen hebben geacquiteerd: daar wij ons tevens in ftaat ftellen oin het restant van ons aandeel in de 60 Millioenen (waar van wij de liquidatie van de refpective Committé's zullen inwagten, om die met de onze te vergelijken , en het eventueel Hot onderling te doen confteren) ter befchikking van UL. te ftellen. Wij vertrouwen derhalven, dat GijL. hier uit met ons zult overtuigd zijn, dat wij zelvs boven onze krachten aan onze noodlottige verpligting trachten te voldoen: En wij twijffelen ook geenzins, of GijL. zult nu ook wel tevens met ons conveniëren, dat wij, ftaande onze efforts ter zuivering van ons geheel aandeel, niet in ftaat zullen zijn eenige betaaling op de Petitie van 40 Millioenen te praesteren; waaromtrent wij in 3. Cc de  6 Julii 1797. de droevige noodzaaklijkheid ons bevinden UL. rondborftig te moeten declareren, dat wij geene verdere Adfignatien zullen kunnen accepteren noch honoreren: ' En wanneer GijL. in aanmerking neemt de importante fommen, die wij reeds op die Petitie van 60 Millioenen hebben betaald, grooter niet alleen dan onze relative vermogens toelaaten, maar ook, zoo wij wel zijn geïnformeerd, grooter dan de meefte Bondgenooten in proportie hunner Quota's hebben gepraesteerd, zoo zult GijL. van de billijkheid van ons verzoek , om.ten minften voor eenige maanden van die Adfignatien verfchoond te zijn , doordrongen wezen, en dienvolgens de refpective Committés daar van adverteren. Terwijl wij niet zullen nalaaten zonder het minfte verwijl, zoo dra wij voor de Petitie van deezen jaare wederom eenige penningen hebben ingezameld, UL. daar van kennisfe te geeven; en alzoo, voor zoo verre ons aangaat, en voor zoo veel de natuur der zaak, ja zelvs zoo ver de mogelijkheid eenigzins heeft toegelaten, aan onze verpligting hebbende voldaan, vertrouwen wij, dat GijL. met deeze onze mefures volkoomen genoegen neemen, en ons daar van bij refcriptie wel zult willen verzekeren. Waai  6 Julii 1797. Waar meede Burgers Repraefentanten! Wij UL. bevelen in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen in eene Quartiers Vergadering gehouden op eenen Extraordinairen Landdag den 6 Julii 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ordonnantie van dezelven,, D= Gedeputeerden ter Financie gediend hebbende van eonfideratien en advijs op eene Misfive van de Nationale Vergadering, vermogens appoinctement van den 3 deezes, en zulks voor zoo verre de verpagting van het gras, en de aangewende kosten tot onderhoud der daar bij vermelde Runder-beesten betreft, is goedgevonden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, ta laten afgaan de volgende Misfive. Cc j Vrij-  6 Julii 1797. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten! U Lieder Misfive van den 7 Junii laatstleden in onze tegenwoordige Vergaderinge zijnde voorgebragt, en uit ULieder daar bij gevoegd Decreet gezien hebbende, 't geen door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande op 't geene, bij onze Misfive van den 26 Mai daar te vooren aan UL. was vervat, verricht is; hebben wij niet willen afzijn ULieden, Burgers Repraefentanten, voor die oplettendheid, waar meede GijLieden deeze zaak wel hebt gelieven te behandelen, en te gelijk voor de communicatie, die GijL. ons daar van hebt gelieven te laten toekomen, te bedanken, 't welk ons dan gelegenheid geeft ULieden verder te moeten verzoeken, dat de krachtdaadigfie ordres door UL. werden gefield tot eene fpoedige verpagtinge van het Gras in de Buiten-werken te Nijmegen, op Knodfenburg en te Pannerden op de Sterrenfchans , 't geen thans onbeheerd en ongemaaid blijft leggen, en grotendeels geftolen wordt. Voorts met betrekkinge tot de leverancie van de Runder-beesten door deeze Provincie ten be- hoe-  6 Julii 1797' hoeve van de Franfche Sambre-en Maas Armee, en de belemmeringen, welke door de Franfche Geëmploijeerdens tot Nijmegen aan de leverancie van die 62 fluks veroorzaakt zijn geworden, twijffelen wij niet of de kosten, daar aan de Aannemeren eene fchadeloosflelling is beloofd geworden, Zullen in rekening aan de Franfche Republicq door ons kunnen worden ingebragt. Waar meede Burgers Repraefentanten! Wij ULieden bevelen in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 6 Julii 1797 , het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder 1 goede Vrienden, De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelven. "Verlezen de Requeste van Johannes van Haren en J. Roeland, Pagter en Meedeflander van 's Quartiers impost op den Tabak over het Bommelfche Comptoir, ingegaan i°. Julii 1796, daar bij verC c 3 zoe-  6 Julii 1797' zoekende, dat de Requeftranten mogten worden ontflagen van haare pagt over de twee laatfte jaaren , aanvang neemende met i°. Julii deezes jaars 1797 , en geauctorifeerd, om geduurende de twee resterende jaaren deezen impost voor rekening van het Quartier té adminiftreren zonder eenige ont> geltenis of belooning, mits onder folemnelen eede belovende den zeiven impost in die twee resterende jaaren te zullen maanen met alle mogelijke getrouwheid en accuratesfe, en mits daar voor Hellende eene voldoende cautie ten genoegen van den Ontfanger. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hier op gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 3 deezes hebben na gehoudene deliberatie verftaan, dat in der Requeftranten verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. "Y erlezen de Requeste van D. Bongers, daar bij verzoekende, dat aan hem wegens veelvuldige extraordinaire moeiten en zorgen, welke aan zijn post als Stokmeester niet verknogt waren , en welke bij de ontfangften der beide heffingen van den 5oae» penning en dubbelde Verponding over de  6 Julii 1797- ■ de Stad en Schependom, mitsgadersNeder-Rijkfche Walt, en het ganfche Rijk van Nijmegen, hadden plaats gehad, een douceur mogte worden toegelegd: De Volks-Vertegenwoordigers dés Quartiers, hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben na deliberatie goedgevonden dit verzoek provifioneel te houden in advijs, tot tijd en wijlen alie lijsten, daar toe fpecterende, zullen zijn binnen gekoomen. D= Gedeputeerden ter Financie gediend hebbende van eonfideratien en advijs op eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenóotfchap te Lande, betrekkelijk de huuren van Wagthuizen ten platten lande ten noodzaaklijken gebmike der Troupes van deezen Staat geëmploijeerd geweest zijnde, vermogens appoinctement van den 3 deezes; Is goedgevonden, daar reeds op zommige overgeleverde rekeningen behoorlijke betaaling door de Gedeputeerden ter Financie isgefchied, deeze Misfive voor notificatie aan te neemen. C c 4 • Ge-  6 Julii 1797. G edelibereerd zijnde op eene Declaratie van den adjunct Fiscaal der Financie L. Stoppendaal wegens gemeriteerde vacatiën; Hebben de Volks-Vertegenwoordigers, na ingenomene eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, daar den Declarant voor zijne vacatiën, geduurende den tijd van agttien dagen te Druten in rekening brengt des daags de fomme van fes guldens, deeze rekeninggediminueerd op vier gulden des daags; en zulks alleenlijk voor ditmaal, zullende in het vervolg de kosten moeten gevonden worden uit de verfchuldigde boeten , immers ten lasten van de nalatigen in het betaalen van den 5often penning , en tegens dezelve firengere maatregulen in het werk gefield. • Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de twee andere Quartieren in bedenking te geeven, of niet bij ampliatie der gedaane Publicatie noopens de voet en wijze van fchadeloosftelling voor ontfangene adfignaten, geleverde requifitien , fpan- en hand-dienften en geledene fchadens , zoude behooren te worden verftaan; dat geene adfignaten boven de reeds ingeleverde, verder zullen mogen worden opgegeeven; maar dat al-  6 en 7 Julii 1797. alleenlijk zal zijn gepermitteerd de fautive opgaven te redresferen; En of zulks meede niet behoorde te worden vastgefteld omtrent de opgegeevene fchadens (de fchadens, door de Troupes der gecoalifeerde Mogendheden veroorzaakt , nochtans uitgezonderd;) voorts dat nog prijs, nog quantiteit omtrent de geleverde requifitien verhoogd, maar wel verminderd, zullen mogen worden. TI et Request van G. van Gendt, in qualiteit als Rentmeester van het Cellebroederen Huis te Nijmegen; van Commisfarisfen van den 5one" penning over het Ampt Neder-Betuwe, van den Burger Corn. Taaij, als Collecteur der Verponding onder Geldermalfem , zijn gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Vrijdag den 7 Julii 1797. Op Misfive van het Provinciaal Collegie tot bijlage hebbende eene Misfive van de Commisfie uit de Nationale Vergadering tot de buitenlandfche zaaken, gerequireerd hebbende eene opgaave der Leenen binnen dit Gewest van vreemde LeenkameCc 5 ren  7 JW" l797' ren releverende, en door welgemelde Provinciaal Collegie geremarqueerd zijnde, dat met de opgaave van voorfchreve Heerlijkheden , en affchaffingvan derzelvêr (i) ferviliteit, niec volkomen aan 's Landfchaps oogmerk wierdt voldaan, terwijl daar door alleen de Ingezetenen dier Heerlijkheden van den Leenpligt wierden ontflagen, en be- zit- CO Eigenhonrige, Hofhoorige, cn Servile lieden en goedeie.i behoorende tot Hoven, Curiae, of Curies Dominicae, vindt men in de Quartieren van Zutphen en Veluwe. In bet Quartier van Nijmegen zijn zulke fervile goederen zedert eeuwen onbekend. fa een Charter, van den jaare 854 wordt nochtans gewag gemaakt van een Renthoeve of Hof met deszelvs onderhoorige Eigenhoorige luiden te Gent in Over-Betuwe- ook te Appelthern in Tusfehen Maas en Waal in een brief van den jaare 1146. Koning Cunradus de II ftont in den jaare 1024 al zijn recht af, 't geen hij op de eigenhoorige luiden in den Hof te Gent in Over-Betuwe hadde, aan het Cloofter van Lauresheim of I.örfch; 't welk in den jaare 1046 door Koning Htnrik den III wierdt bekrachtigd. Omtrent het jaar 891 of 892 was reeds de Kerk van Gent aan het Cloofter I.örfch gefchonken. Van Wafehthinftge luiden, te Doornenburg in Over-Betuwe, or van vrije Hoorige, welke tot geene flaaffche dienftcn verpligt,, waren, maar ter vergelding van hunne vrijlating uit de volfc'huldise Eigenhoorigheid van hunnen Hof, eene zekere hoeveelheid van Wafch ten gebruike der Kerke voor hunnen ' Hoofd-Thins op bragten, leest men in Charters van de elfde eeuw. In de Quartieren Zutphen en Veluwe ontmoet men twee zoorten van Hofhoorigen, naamlijk Laten of vrije Hofreden, en volfchuldige eigenhoorige luiden. De Laten of Maalmannen zijn  7 Jffli 17 97zitters van particuliere leengoederen van buitenlandfche Heeren of Kameren releverende met het onereufe van dien bleven bezwaard: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel zich te conformeren met den voorflag tot het doen emaneren eener Publicatie, waar bij aan alle In- en Op.gezetenen van dit Gewest, welke leengoederen, buizijn Hofhoorige, die ontflagen of gevrijd zijn ten opzichte van hunne goederen uit de Eigenhoorigheid en Lodig- of Ledigheid, Ligeitas in het middelecuwig Latijn, van hunne Heeren. Zij bezitten hunne goederen, zonder bij verderf Keurmede, anders ook Manus Mortua genaamd, te betaalen. Van oprukkingen, en andere lasten en dienden, waar toe de feryi originarii, mancipia, Lijfeigene of volfchuldige Eigenhocrigen verpligt zijn, zijn zij vrij, betaalende alleenlijk de Thinfen en Stedighedcn, welke van ouds op het goed gedaan hadden, jaarlijks aan den Heer, of deszelvs Ilofmeijer in den Hof, waar onder dezelve hoorig waren: En voor zoo ver de Hofrechten betreft, moeten de bezitters van eigenhoorige en hofhoorige goederen, ten rechten daan voor den Ilofmeijer, of Schutte van dien Hof, Curia ot Curtis dominica, cn deszelv's Tegcders en Hcijen of Hofgenooten. De Graaven en Hertogen van Gelre waren van deeze Hofhoorige goederen de Erf-Vacchden of Erf-Voogden , Advocati hereditarii, en hadden uit dien hoofde ook den bttnnus tertiuf, of het derden deel van alle gewinnen van die goederen, welke uit de verzuimen der Hofhoorigen in het verzoeken van de gewoone oprukkingen, en in het nalaten der Hofdienjlcn, en de daar uit voortfpruitende belmttndigheid getrokken konden worden, al het welk men in het breede vindt bepaald bij een verdrag tusfehen Hertog Arnold van Gelre, en den Abt der Abtdijc Abdinkhof te Paderborn, bijzonderlijk aangaande de homines pref rü gekoorénde in den Hof te Putten op Veluwe.  7 Julii 1707. buiten dit Gemeenebest releverende, het zij uit hoofde van eigendom bezitten, of, bij abfentie der Eigenaaren , adminiftreren, wordt geinjungeerd om binnen den tijd van veertien dagen of drie weeken, op zekere poenaliteit, aan het Provinciaal Collegie in te zenden of aan den Momboir der Landfchap op te geeven, een behoorlijk denombrement van gezeide goederen met bijvoeging van den aart des leens, van wien releveerd, hoeveel Heergewaad betaald wordt, en voorts ten einde, als bij voorfchreve Misfive in het breede vermeld. T er Vcrgaderinge gelezen zijnde de eonfideratien en advijs van het Provinciaal Collegie ter voldoeninge aan 's Landfchaps refolutie van den 10 Aug.en29Novemb. 1796, en i^Mai 1797, opde Requesten fub dato 16 Julii en 25 Novemb. 1796 enz. ten Quartiers Recesfe geinfereerd, houdende de voorfchreve eonfideratien, dat het aan het Provinciaal Collegie was voorgekomen , dat het in deezen overtollig zoude zijn om in alle de bijzondere details der bij die onderfcheidene ftukken gefpecificeerde bezwaaren te entreren, daar toch de zaak der Godsdienftige Geftichten in het algemeen bij de Publicatie van den 30 Aug. 1796 gede-  7 Julii 1797- decermineerd zijnde, het in deezen alleen op den waaren zin en meening, en op de applicatie van het Decreet der Nationale Vergadering van den 5 Augusti 1796 op dit fubject zoude aankoomen , en waaromtrent het Provinciaal Collegie van opinie zoude zijn. Dat, daar de Nationale Vergadering dit Decreet alleen als een exhortatoir aan de refpective Gewesten heeft voorgedragen , de Gewesten daar aan ook verder niet gehouden zijn, dan voor zoo verre zij het Decreet gehomologeerd, en als het hunne hebben aangenomen, welke homologatie altoos in eenen gezonden zin behoort te worden opgenomen, zoodanig, dat de Landfchap een anterieur door dezelve genomene refolutie, welke zij vermeend heeft te'moeten daar ftellen, niet uitdrukkelijk revocerende, ook niet gerekend kon worden, door de acceptatie van het Nationale Decreet, dezelve ftilzwijgendc te hebben gecasfeerd , maar dat Nationale Decreet alleen in zoo verre te hebben aangenoomen, als het tegens die anterieure Landelijke refolutien niet inliep, en waar uit gemelde Provinciaal Collegie vermeende te moeten afleiden Voor eerst, dat'sLandfchaps refolutie van den 4 November 1795 alnoch moet gerekend wórdenkracht  7 Julii 1797. kracht van wet te hebben, en dat overzulks alle fchikkingen, welke dien conform binnen de Stad Nijmegen mogten zijn gemaakt, behooren iland te blijven houden. Ten tweeden , dat alle particuliere fchikkingen, welke door de Magiftraat van Nijmegen met opzicht tot de Godsdienftige Gedichten binnen die Stad mogten gemaakt zijn, en welke de termen der vooraangetogene Refolutie excederen , ingevolge den waaren zin en meening, en de applicatie van het Decreet van den 5 Aug. 1796 moeten vervallen, door de Magiftraat worden ingetrokken, en alles daaromtrent in integrum gerestitueerd: En eindelijk ten derden, dat zoodanig Decreet, als bij deeze twee poincten vervat, bij de Landfchap genomen zijnde, de zaak hier meede behoort te worden gehouden voor afgedaan, en dat in zaaken, waaromtrent geene fpeciale voorziening bij de Landfchap is gefchied, de Magiftraat van Nijmegen, inval zij de magt van fuperintcndentie, welke aan haar in die qualiteit over de Gedichten binnen haare jurisdictie competeert, te buiten gaat, dezelve daar over in cas van exces en bezwaar ten Hove convenibelis, en dezelve alsdan langs den ordinairen weg rechtens moeten worden getermineerd. En  7 Julii *797En hier op, na gehoudene deliberatie, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van Nijmegen zich zoude conformeren met de eonfideratien en het advijs van welgemelte Provinciaal Collegie, hebbende Leden, uit de Stad Nijmegen gecommitteerd, verklaard ten aanzien van het derde poinct, de competentie van den Hove naamelijk om in deezen te erkennen, niette hebben geconcurreerd, met verzoek var. aantekeninge daar van ten Recesfe. De Gedeputeerden ter Financie gediend hebbende van derzelvêr eonfideratien en advijs omtrent den voet en wijze van inwisfeling der Recepisfen van de gefurneerde 5oaen penning en dubbelde Verponding. Is goedgevonden aan welgemelde Gedeputeerden over te laaten de bepaaling van den tijd, van welken de interesfe zullen beginnen te loopen, met auctorifatie, om met de inwisfeling der Recepisfen een begin te doen maaken met den 18 September, en vervolgens, aanftaande. Zullende bij de eerstvolgende Vergadering de eonfideratien wordén ingewacht ten aanzien der impofitien , welke tot betaaling der interesfe zullen moeten worden geintroduceerd, en op welke Comp-  7 Julii 1797. Comptoiren de Capitalen gereparticieerd. Verlezen de Requeste van J. M. Menfo , woonende te Rhenen, verzoekende, om de daarbij geallegeerde redenen, dat het de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers behagen moge aan Requeftrant alnoch tot het verwisfelen van agt Recepisfen, te zaamen groot 128-:-: uit de heffing van den eerften 5ofte» penning een korten peremptoiren termijn te verleenen: Van Samuel van Lijnden , tenderende meede tot inwisfeling van twee Recepisfen, ieder van agt honderd guldens uit den eerften 50ftc" penning gefproten: Van Nicolaas Arntz, verzoekende auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om deszelvs Recepisfen, geprovenieerd uit de eerfte heffing der 5oae penning in eene Obligatie te mogen converteren: Van Roosje Godfchalk Hijmans, Weduwe van Hijman Hij mans , woonagtig te Wijk te Duurftede; En van eenige Burgeren en Ingezetenen van de Stad en Schependom van Nijmegen, daarbij verzoekende , dat alnoch een termijn ter inwisfeling der Recepisfen van den eerften 5Pften penning mogte worden geaccordeerd. Waar  7 Julii 1797. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden eh verftaan, dac alnoch tot inwisfeling van Recepisfen, gefproten uit furnisfementenvan de eerfte heffing der 5oae penning, tegens Obligatien tot lasten van deezen Quartiere een korte en peremptoire termijn, bij de Gedeputeerden ter Financie te bepaalen, zal worden verleend, met auctorifatie op dezelve, om zulks alomrne binnen deezen Quartiere bij Publicatie te doed bekend maaken. Zoo nochtans , dat de interesfe op die uit te geevene Obligatien eerst zullen beginnen te loopen van den termijn deezer inwisfeling: voorts dat een iegelijk, die zich ter inwisfeling van Recepisfen tegens te ontfangene Obligatien mogt vervoegen, zal gehouden zijn in perfoon te compareren , en onder eede te verklaaren, dat die Pveccpisfen wegens werkelijk door hem betaalde 5o. Of ter zaake voorfchreve met parate executie op de goederen van den Graaf van Bentheim Steinfort zal worden voortgevaren? 2do Of die executie meede zal gefchieden voor het furnisfement in de geforceerde Negotiatie in Julii en Aag- I795 gearresteerd? 3»° zoo ja, of dan daar voor de 5ort2 penning der waarde van de goederen tegens Recepis, dan wel eene dubbelde ordinaire Verponding van dezelve, zonder uitgifte van Recepis, zal worden ingevorderd? En eindelijk 4t0. of hij Fiscaal in aanzien der Weet van de te doene verkooping zal kunnen volilaan met een gerichtelijke infinuatie aan den Rentmeester van den Graaf, met last om, daar van aan zijn Principaal kennis te geeven? of hoe zich dienaangaande anders zal hebben te gedragen.  24 Augusti 1797. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden dè Executie voor het furnisfement in de geforceerde Negotiatie van .1795 houdende in advijs, den gemelden Fiscaal te gelasten met de executie tot bekooming der verfchulde dubbelde Verponding volgens Placaat van den 30 Septemb. 1796 voort te varen, wordende de form van executie aan gemelden Fiscaal met communicatie en overleg der Gedeputeerden ter Financie overgelaten. En zal hier van Extract aan voornoemden Fiscaal door de Gedeputeerden ter Financie worden meede gedeeld, om te ftrekken tot deszelvs naricht, en zich daar na te gedragen. Op gelezene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande aan de Repraefentanten van het Volk van Gelderland van den 11 Julii laatstleden, houdende , dat op ontfangst van dezerzijds Misfive over de verregaande fraudes en contraventien, welke door de Franfche troupes in het Quartier van Nijmegen omtrent den impost op de Brandewijnen en gediftilleerde Wateren worden gepleegd , niet nagelaten hadden aan den Franfchen Generaal de Jean te fchrijven, ten einde zoodanige fraudes op eene efiïcacieufe wijze tegen te gaan. Tc  24 Augusti 1797. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier die Misfive voor notificatie zoude aanneemen. Op Requeste van de ftemgerechtigde Ingezetenen van Op Heusden; Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, na ingekomene eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 17laatstleden, goedgevonden het verzoek der Requeftranten te renvoijeren aan het Ampts beftuur van Neder-Betuwe; zulks doende bij deezen. De Gedeputeerden ter Financie gediend hebbende van eonfideratien en advijs op de Propofitie, ten einde den termijn van de gevraagde Opgave van de fommen Franfche Adfignaten, welke waren voortgefproten uit inwisfelingen der gewestelijke of plaatzelijke Casfen gedaan , ofte wel voortgekoomen van fournitures of leverancien ten behoeve van het Franfche Gouvernement of Armeën geleverd , en waar toe den termijn van veertien dagen was gepraefigeerd , te prolongeren; Is goedgevonden den termijn, als meede den bepaalde termijn tot het redresferen en beëedigen der  24 Augusti 1797. der geledene fchadens enz. als nog tot 1. October aanftaande peremptoir te prolongeren; met auctorifatie op welgemelde Gedeputeerden ter Financie om hier van de noodige aanfchrijving, daar en zoo zulks behoort, te doen. Op het geproponeerde ter Vergadering; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om aan de refpective Clasfes binnen deezen Quartiere te laten toekoomen een Extract uit het Reces des Landdags, betrekkelijk het confent tot het bezwaaren van Pastorieen Custerij-goederen, voor zoo verre het beloop der extraordinaire Verponding aangaat. Op het geproponeerde ter Vergadering, is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om van den Burger H. W. van Grootenraij, gewezen Fiscaal des Quartiers, te reclameren zoodanige ftukken en papieren, welke van de Camer van Financie onder denzelven alnoch mogten berustende zijn. H et Request van W. Engelen ; van J. Wijmans; en van H. Hofkens, zijn gefteld in handen van den Raad der Stad Nijmegen, ten fine van Bericht. Het  ■24 Augusti 1797. H et Request van Reinier Verhaav is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daarop na bevind van zaaken te disponeren. Op Requeste van H. Linders, woonende te (6) Nijmegen, verzoekende met Elizabeth Coenen, zijner overledene Huisvrouws halve Zuster, meede woonagtig binnen de Stad Nijmegen, te mogen trouwen, en op de daar op ingekomene eonfideratien van het Hof van Juftitie. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, (7) Een Huwelijk met eener overledene Huisvrouw» Broeders Weduwe vindt men toegedaan bij de Magiftraat der Stad Nijmegen in het Raadfign. d. d. ,5 Mtart 1637, en met eener overledene Huisvrouws Zusters Dogter in het Raadfign. d. d.ZMai 1653 en 23 Mai 1693. De Stad Nijmegen, als Rijks-Stad, heeft altoos gehad de erkentenis in alle matrimoniele zaaken binnen dezelve en het Schependom tusfehen Burgeren en Inwooneren naar het praefcript van zulke wetten en ordonnantiën, als bij de Stad waren gearresteerd , hebbende nooit in Landfchaps echt-otdeningen geconfenteerd, als met yooriehoud van deszelvs recht inmatrimonialibus. Onder de Voogden , Graven en Hertogen van Gelre behoorde deeze erkentenis aan het forum ccclefiasücum, cn was den Bisfchop of Geestelijken Richter, als in naame en var wegens de Stad, over de Stad en Schependom van Nijmegen geconcedeerd. Guedesdagb. ipfo Lueae 1559. Bij de erectie der Republicq, en de introductie der Evan' ge-  24 en 25 Augusti 1797. nen, dat het Quartier, zich conformerende met 's Hoves geadvifeerde, in Requeftrants verzoek zoude difficulteren. Vrijdag den 25 Augusti 1797. Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering; repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 18 Julii laatstleden, tot bijlage hebbende het Decreet, genomen op eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootschap te Lande wegens de nieuwe en nadere Verpagting van het seUfche Apostolifche religie , zedert en met de jaaren 1580, 1581 en 158a , het Geestelijk recht zijnde koomen te omftaan, is die Geestelijke Jurisdictie binnen deeze Provincie vervallen geoordeeld op Ridderfchap en Steden, repraefenterende de Staten van den Lande, welke deeze op bun vervalle Jurisdictie of zelvs konden behouden, of aan een ander demanderen; zoo als dan ook Ridderfchap en Steden, de Stad Nijmegen uitgezonderd, de exercitie haarer jurisdictie in matrimonialibus aan den Hove van Juftitie in den jaare J597 hebben gedemandeerd. Dan deeze erkentenis in alle Huwelijks zaaken is van de Stad Nijmegen afgetrokken door Uitfpraak van den Stadhouder d. d. 2t Mai 1767, waar bij is verftaan, dat het Matrimoniele aan de Landfchap, en vi mandali aan het Hof behoort. Land. Ree. d. d. 8 Julii 1767. Quart. Ree. d. d. 20 Mai 1754- Raadfign. d. d. 31 Januarü 175% , 16 Januarü 1754» 19 W'1 V66> 23 Mai 1767.  2j Augusti 1797. het gras op de Buiten-werken te Nijmegen, op Knodfenburg , en te Pannerden op de Sterrefchans; voorts met betrekking tot de gedaane leverancie van de Runder-beesten .door deeze Provincie ten behoeve van de Franfche Sambfe en Maas Armée, en de belemmeringen, welke door de Franfche Geëmploijeerden te Nijmegen aan de leverancie van 62 ftuks dier Runder-beesten veroorzaakt zijn geworden, houdende het zelve, dat de onkosten, uit het gedagt retardement der leverancie van de gezegde Runder-beesten voortfpruitende, in rekening zullen behooren, en ook kunnen geleden worden, en wederom door het Committé aan het Franfche Gouvernement in rekening ingebragt, en alzoo gerembourfeerd. Waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden het eerfte lid voor notificatie aan te neemen; en het tweede te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar van het noodige gebruik te maaken. V erlezen de Requeste van den Burger Corn. Taaij, als Collecteur der Verponding van Geldermalfem , daar bij verzoekende, dat bij interpretatie van 's Quartiers refolutie van den 26 Mai laatstleden mogte werden verftaan, dat Schout en 3. K k Buur-  35 Augusti ^797' Buurmecfteren van Geldermalfem zouden gehouden en verpligt wezen om ingevolge den 4 articul van de Ordonnantie op de Verponding de Geërfdens van hun Kerfpel voor half September aanftaande te doen convoceren , om over de continuatie , of discontinuatie van den Requeftrant als Collecteur, conform 's Quartiers voornoemde Ordonnantie behoorlijk te erkennen: Als meede, dat bij interpretatie van 's Quartiers refolutie van den 17 Maart laatstleden duidelijk mogt worden bepaald en vast gefteld, of alle Geërfdens, 't zij ftemgerechtigd of niet, bevoegd zijn over die continuatie of aanftelling van een nieuwen Collecteur hunne ftem uic te brengen, of wie daar toe anderzins bevoegd is, en voor hoe veel een ieder, welke daar toe gequalificeerd is, in het een of ander cas zal behooren geërft te wezen, en in de Verponding te betaalen. En hier op vermogens appoinctement van den 6 Julii laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers , na gehoudene deliberatie, met betrekking tot het eerfte poinct het gedaane verzoek aan den Requeftrant geaccordeerd, zulks accorderende bij deeze; en betreffende het tweede poinct goed- ge-  2-5 Augusti 1797. gevonden den Requeftrant te renvoijeren tot de daar omtrent genomene Quartiers refolutie, en de daar op gevolgde Publicatie. De Gecommitteerdens der Stad Bommel, Thielre- én Bommelre-waerden hebben verzocht aantekening, dat bleven inhaereren hun geïnfereerde ten Recesfe op dit- fubject. G ebleken zijnde, dat bij zeker Request ten naame van Egbert de Jong en Marcelis van Elk, zich qualificerende als Gecommitteerdens uit het Dorp Puiflijk en Aefterden; voorts meede namens Gecommitteerdens van de Dorpen Over- en Neder-Asfelt, Winsfen Ampts, Deest, Druten, Leeuwen, Dreumel, Alphen, Altforst, Appelthern en Burgharen, de Commisfien en Volmagten , daar bij als documenten geappliceerd, niet zijn voorzien met behoorlijke Klein Zegels volgens de Ordonnantie op dat middel, dicterende artic. 28, dat zoodanige Actens, door drie of meer difiincte perfonen gepasfeerd, gefchreven zullen moeten zijn op Zegels van 16 ftuivers en met magt van fubftitutie op Zegels van 24 ftuivers en de boetens in cas contraventie bepaald art. 107, 108 en 109. Is na gehoudene deliberatie, goedgevonden ten Kk 2 aan-  25 Augusti 1797. aanzien der boetens zoo wel bij de Inftellers dier Commisfien of Volmagten , als bij den Landfchrijver, dewelke dezelve geauthentifeerd heeft, verbeurd, de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om, na verhoor van den Fiscaal, daaromtrent te doen handelen na raade. Ter Vergaderinge geëxhibeerd zijnde eene Declaratie van Vacatiën en Transport de Burgers P. ten Bosch en N. Lange, benoemd tot de conferentien met Leden uit het Provinciaal Collegie over Financiële zaaken, competerende; Is goedgevonden dezelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van examinatie en dispofitie. Verlezen de Requeste van P. Poorten, Rentmeester der goederen van den Burger A. B. F. de Steenhuis, domicilierende in Vlaanderen, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, offchoon het gearresteerde Plan van fchadevergoeding fcheen te excluderen de geenen, die buiten deeze Provincie woonen, dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers des Requeftrants Principaal met en nevens andere Ingezetenen in dit Quartier tot het opgeeven en gearresteerde ver- goe-  25 Augusti 1797. goeding zijner fchade, onder Hernen geleden, en door de Franfche troupes veroorzaakt, gunftiglijk geliefden te admitteren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden in het verzoek, bij den Requeste gedaan, te difficulteren , gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. "Verlezen de Requeste van Evert Schouten en Hendrik Mutter , Buurmeesteren van den Dorpe Lent, over het jaar 1795, verzoekende, om de daar bij geënarreerde redenen, in. Dat de Militaire executie, waar meede zij werkelijk belast zijn, moge werden opgeheven, ten einde , boven het reeds geleden verlies en fchade geene verdere kosten mogen werden gecaufeerd. 20. Dat over het jaar 1795 aan het Dorp Lent een kwijtflag in de Quota der aangefchrevene Middelen, overeenkomftig den ftaat van zaaken en Inwooners aldaar, moge worde verleend; En 30. Dat aan de Requeftranten in haare qualiteit tot inmaaning en uittelling van het geene, 't welk na denzelven kwijtflag van de gelibelleerde Quota zal koomen te resteren , eenen convenable termijn  25 Augusti 1797. mijn uitftel, althans voor drie maanden , moge worden toegedaan. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan , dat in het verzoek, ten Requeste gedaan, niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien gewezen van de hand. H et Request van G. A. van Randwijck ; van Aen. Mackaij, en van W. H. Buijtenhuijs, alle houdende verzoeken om te mogen worden gecomprehendeerd onder die geenen , welke een recht van aanfpraak hebben op de fchadevergoeding door de rampen van den Oorlog binnen deeze Provincie gecaufeerd , en bij Publicatie van 30 Mai 1797 gementioncerd, met auctorifatie op de Commisfarisfen tot den ontfangst van de lijsten dier fchadens, om die van de Requeftranten aan te neemen, en hun tot justificatie van dien conform de Publicatie te admitteren; zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om na ingenomen Bericht van den Raad der Stad Nijmegen , daar op in naame van het Quartier te disponeren. tiet Request van J. H. Boshart; van Aleidavan Soest, Weduwe van E. Brans; van Jenneke van de  25 Augusti IJ97' de Velde; van D. H. Cromftrom, Weduwe van N. H. W. van Delen ; van G. van Atteveld; van Ida HiskaHesfe, Weduwe Woldring; en van de Commisfie tot het revideren en doen beëedigen der geredresfeerde opgaven van geledene fchadens enz. te Gent, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op in naame van de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers te disponeren. jrTet Request van Klaas Kraft is gefteld in handen van den Raad der Stad Nijmegen ten fine van Bericht. H et Request van Marcus Franken cum fuis; en van Boekhouder der Wijk-Armen binnen Nijmegen zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Waar meede het Quartier na refumtie van dit Reces is gefcheiden. Uit naam en last van het zelve. JOH. in de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN SEPTEMBER 1797, HET DERDEJAAR DER BATAAVSCHE V R Y H E ID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. T H I E L. Carel Campagne , pvombout van riemsdijk, Pieter ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz , AuGUSTINUS GeüKAMA. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, MET MALDEN. Jacobus Smits , Hendrik Derkse, Gerrit Gerrits. OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM, EN MILLINGEN. johannes glover, Derk Leenders, Burgert Burgers, Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aaldert Schouten, Jan Festen , Aeldert Versteege. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick, Bart van Lienden. THIELRE-WAERD. Godefridus Buschman , Hendrik Murman. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM DER STAD BOMMEL. Dezehde Gecommitteerde Hendrik Murman. Re-  13 en 14 September 1797' Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in September 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Woensdag den 13 September 1797. De Steden Gezanten en Gecommitteerdens van het platte Land, repraefenterende het Volk des Quartiers van Nijmegen, op verfchrijvinge van de Gedeputeerden ter Financie in de Raad-Camer der Stad Nijmegen erfchenen, het gewoone gebed tot God Almagtig gedaan, en de Commisfien refpective gelezen zijnde, heeft de Burger Aalbert van Eldick, Gecommitteerde uit NederBetuwe, benoemd tot Voorzitter, de praefente Leden voor derzelve tijdige en goedwillige comparitie bedankt, en zich ten aanzien van de redenen deezer bijeenkomst gedragen tot de poincten, in de Brieven van Uitfchrijvinge vervat. Donderdag den 14 September 1797. Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland,  14 September 1797. land, gefchreven in den Hage den 6deezes maands aan de hoogst geconftitueerde Magt, genaamd de Vertegenwoordigers des Volks van het Quartiervan Nijmegen, daar bij inzendende derzelvêr Decreet, genomen op deezerzijds Misfive van den 23 Augusti laatstleden , na daar op gehad te hebben het rapport haarer Commisfie van Financie, houdende de gronden waar door gemelde Commisfie zich genooddrongen vondt declinatoir op deezerzijds verzoek, dat de Quitancien der gearresteerde vrijwillige Negotiatie a 5 pet. in betaaling der gedecreteerde executie mogten verftrekken, te moeten adviferen, als bepaald zijnde door de ten deezen refpecte reeds gevallen Decreten, die ter contemplatie van een of ander Gewest, of Quartier van Gelderland , aan geene verandering fusceptibel konden worden geoordeeld: Dat bij de Decreten van dén 29 Junii, 5 Julii en 28 Aug. laatstleden refpectivelijk de executie der Gewesten, die gebrekig zouden zijn hunne achterftallen aan te zuiveren, ten opzichte van de 60 Millioenen^voor den 9 Augusti, en ten opzichte van den eerfien termijn van de 40 Millioenen voor den 30 deezes maands September, was vast gefteld. Dat het dus alleen was uit infchiklijkheid voor de Ingezetenen dier Gewesten, en  14 September 1797. en" tot vermindering van dubbelde kosten, moeite en omflag , dat bij Decreet van den 28 Aug: was verftaan, dat deeze twee gedecreteerde, en zoo kort op elkander volgende, executoriale heffingen in eenen gecombineerden penning zouden worden geinnet; en dat deeze geftelde termijn van den 30 September voor de invordering van den eerften termijn der 40 Millioenen zoodanig peremptoir moest worden geconfidereerd, dat daar van onder geen voorwendzel, hoe genaamd, eenige verlenging of achteruitzetting aan eenig Gewest zoude mogen worden geaccordeerd. Dat in het bijzonder de vijfde articul van het Decreet van den 25 Aug. laatstleden, waar bij de wijze der eventuele executien der Gewesten is gearresteerd, in deezen decifoir was, en bepaalde, dat de Nationale Vergadering in cas van executie zal kunnen overneemen zoodanige geforceerde heffingen, als door.een of ander Gewest of Quartier, in welke deeze Executien zullen moeten plaats hebben, zedert den 6 Julii deezes jaars reeds mogten zijn uitgefchreven, of alnog binnen den bij de wet geftelde termijn zouden worden uitgefchreven, mits dan nog de termijn van zoodanige geforceerde heffingen, in geval die op langer tijd mogten zijn gefteld, gebragt worden binnen  14 September 1797. nen den termijn tot de executie bepaald, en dat de renten, zoo daar bij mogten zijn uitgeloofd, dan nog blijven zullen ten lasten van dat Gewest, in welk die heffingen zijn ondernomen. - Zoo dat, wanneer de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers derzelvêr nu uitgefchrevene vrijwillige Negotiatie (in onderftellinge, dat dezelve voor den 30 September aanftaande geen genoegzaame voorraad van penningen zal aanbrengen om de achterfiallen van ditQuartiet in de beide fommen van de 60, en eerfte termijn der 40 Millioenen refpectivelijk ten vollen aan te zuiveren, waar voor alle waarfchijnlijkheid fcheen te pleiten) veranderde in eene toereikende geforceerde heffing, als dan, maar ook dan alleen, de Nationale Vergadering, naar luid van gemelde 5d= articul van het Decreet van den 15 Aug. laatstleden, het tot een onderwerp haarer deliberatien zoude kunnen maaken, of zij zoodanige heffing, voor de eventueel te decreterene executoriale heffing zal kunnen overneemen onder voorwaarde, als bij denzelven articul gementioneerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te neemen de navolgende refolutie. Vrij-  i4"'September-1797. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, in aanmerking neemende, dar. de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gerechtigd is van de refpective Gewesten te vorderen prompte aanbetaalingen van haare verfchuldigde Quota's in de gearresteerde begrootingen, en bij gebreke van den opbrengst de magt heefc bekoomen om over te gaan tot middelen van executie, bij het Reglement bepaald, dat is tot het uitfchrijven, op haar eigen Nationaal gezach, van eene heffing over de gebrekige Gewesten, en te zorgen, dat niemand der Ingezetenen van zoodanig gebrekig Gewest dezelve ontduiker . Mitsgaders dat gemelde Vergadering, door den noods des Vaderlands gedrongen, ingevolge hunne Decreten van den 29 Junii en 5 Julii laatstleden, hunnes ondanks, thans gebruik moet maaken van de magt door het Nederlantfch Volk aan hun verleend, om ten opzichte van zoodanige Gewesten, die. nalatig gebleven zijn in het praesteren van haare Quota in de 60 Millioenen guldens voor den dienst' van den jaare 1796, en den eerften 3* L1 ter-  ■14' September 1797. termijn van de 40 Millioenen güldens voor den dienst van den jaare i797 gearresteerd, te decreteren de heffing van zulken buitengewoonen penning, als bij die Decreten zijn uitgedrukt, of die naar evenredigheid van de intusfchen gepresteerde furnisfementen in mindering deezer Quota zullen moeten worden betaald: Meede bijzonderlijk attenderende op den dringenden inhoud eener Misfive der Nationale Vergadering van den 28 Augusti jongstleden, behelzende kennisgeeving van het Decreet ten voorfchrevendage genomen, om, wanneer de Quota deezes Gewest in den eerften termijn, of het eerfte derde gedeelte der 40 Millioenen, voor den dienst van dit jaar gearresteerd , op den 30 deezer maand September niet ten vollen zal zijn aanbetaald, het Decreet van executie, op den 5 Julii daar te vooren ten deezen opzichte genomen, en, om alle mogelijke bewijzen van infchikkelijkheid aan hunne zijde te geeven, tot noch toe niet geëffectueerd, na dien dag, in dit Gewest directelijk effect te doen gewinnen. ^ . Dan nog het Decreet van meer gemelde Nationale Vergadering van den 6 deezes maands , genomen op deezerzijds Misfive van den 23 Adg. daar te vooren, betrekkelijk eene te opene vrijwillige Ne>  '14 September 1797. Negotiatie van 12 Tonnen gouds, en een daarbij gevoegd verzoek, dat de Nationale Vergadering geliefde goed te vinden, dat. die Ingezetenen, 'welke tot deeze vrijwillige Negotiatie hunne penningen zouden furneren, zich daardoor zouden kunnen bevrijden van de betaaling voor hun aandeel in de eventuele tegen dit Quartier re decreterene executie : En bij welk. Decreet het voorgemelde verzoek, als ftrijdig met het aangenomen fijfthema, is gedeclineerd gewerden, zoo nochtans, dat, wanneer het Quartier deeze vrijwillige Negotiatie (in onderftelling, ,dat dezelve voor den 30 September aanftaande geen'genoegzaame voorraad van penningen zal aanbrengen om de achterftallen des Quartiers in de beide femmen van de 60 en 40 Millioenen refpectivehjk ten vollen aan te zuiveren) mogte koomen te veranderen in eene toereikende geforceerde heffing, als dan, maar ook dan alleen, de Nationale Vergadering, naar luid van den 5 articul yan het Decreet van den 25 Augustus laatsteden, het tot een onderwerp haarer deliberatien zal kunnen maaken, of zij zoodanige heffing voor de eventueel te decreterene executoriale heffing zal kunnen overneemen, onder voorwaarde als bij den zeiven articul gementioneerd: L1 » En  14 September 1797. En: eindelijk in aanfchouw neemende, dat de aanhoudende nood des Lands door de reeds onder hec voorig beftuur tot op den bodem geledigde fchatkisten en ontzettende opeenftapeling van .fchulden deezen ftrengen maatregel vordert: Hebben, na gehoudene deliberatie, om de Nationale Vergadering van die onaangenaame verpligting, welke door de Natie om dusdanige executie te bewerkftelligen op hunne fchouderen is gelegd, te bevrijden; en teffens om de goede Ingezetenen voor de fchaade, daar door anderzins moetende ontftaan, te verhoeden, en alnoch door eigene in dit Quartier te vindene middelen, de executie voor het achterftallige voor te koomen , goedgevonden de Negotiatie tot twaalf Tonnen gouds bij refolutie van den 23 Augusti laatstleden vastgefteld, te bepaalen op de volgende Conditiën. Art. I. Aan de Deelneemeren in deeze vrijwillige Negotiatie, welke geheel en al in comptante penningen furneren, zal betaald worden een interest van vijf per cento, vrijgeld, zonder eenige korting, waar van in de Obligatie zal worden mentie gemaakt. II. De  i'4 September 1707. De Houders van zoo oude als nieuwe Obligatien tot lasten deezes Quartiers en van Recepisfen, geprovenieerd uit de eerfte en tweede heffing der $oai penning èn dubbelde Verponding (zoo nochtans, dat de Recepisfen dér ifte $o'le penning zullen moeten geverifieerd zijn)' doende aan interesfe 3 per cento , zullen de vrijheid hebben dezelve Obligatien ten Comptoire, waar op dezelve refpective zijn gerepartitieerd, en Recepisfen voor de eene helft, en de andere helft in geld te kunnen furneren; zullende aan de Deelneemers, Wélke aldus voor de helft met Obligatien of Recepisfen, als voorfchreve, furneren, worden gegeeven Obligatien tot vier per cento, meede vrijgeld, zonder eeniffe korting, III. Van de Obligatien, welke bij het furneren, als vooren, zullen zijn geëmploijecrd, zal de interesfe worden betaald tot den dag, waar op dezelve gefurneerd worden. zèêoll sb'ehü^ial tëp&pht - -l Die geene, welke eenige Obligatien of Recepisfen furneren, zullen gehouden zijn op dezelve hunne naamen te tekenen, ten einde ten allen tijLl 3 den  14. September 1797. den voor alle namaaning aanfpraaklijk te kunnen zijn, en zullen geene Obligatien worden aangenomen , waar op. eenige ongeroijeer.de verbanden genoteerd ftaan , .,of aan de Ontfangejen en Coramisfaris refpective ,..als befmet, bekend zijn. Ook zullen de Coupons, tot Obligatien behoorende, teffens moeten worden overgegeeven. . oA-tzob nèddiJH bffdy'j^J? • 1. lluz , o:;:./ aï7yy. opz-ichtelijk het achterftallige zoodanige verdere maatregeleri te neemen, als wij tot voorkooming van eene allernoodlottigftc executoriale heffing ten meesten oorbaar van dit Quartier en deszelvs goede Ingezetenen, die tot furnisfementen bij.anticipatie, alleenlijk in's Hage voor eenen kort bepaalden termijn ten Comptoire Generaal hebbende open geftaan , niet gevoegzaam hebben kunnen contribueren, zullen bevinden te behooren. Hier meede eindigende Burgers Repraefentanten! bevelen wij ULieden in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 14 September 1797 , het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden, De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter ■ Ordonnantie van dezelve. De Gecommitteerdens der Stad Thiel hebben uit last hunner Committenten ten Recesfe doen aantekenen van begrip te zijn, darde Negotiatie ' - ' van  September ll$f. van zes- óf twaalfmaal honderd duizend guldens, het zij geheel of ten deelen, niet in papier, maar geheel in geld, behoorde te gefchieden, en geopend te worden tegens 5 per cento; vermits de Negotiatie in papier niet anders als ten uiterften nadeelig voor het Quartier zoude wezen, en in geenen deelen aan het voorgeftelde oogmerk om 's Quartiers Casfa uit de verlegenheid, en de Ingezetenen uit dreigend gevaar van executie te bevrijden, zoude voldoen. Dat zij Gécommitteerdens dus deeze conclufie tot eene Negotiatie, meede in papier, zullen aanzien om geen occafie tot confufie of oponthoud te geeven, maar ook teffens declareren, dat de Stad Thiel denadeelige gevolgen, die uit zoodanige Negotiatie in papier voor 's Quarties cas zoo zichtbaar voortvloeit, overlaat voor rekening en verantwoording van die Leden, welke hier in toegeftemd hebben. En hebben de Gecommitteerdens van Bommel ten Recesfe doen infereren in voorfchreve Negotiatie niet anders te hebben bewilligd, dan in dat vast vertrouwen, dat door de Gedeputeerden ter Financie eene exacte ftaat, zoo veel mogelijk, van het provenue der eerfte en tweede heffing van den 5oftcn penning, en van de dubbelde Verpon-  14 September 1797. ponding, en van de eindens, waar toe het provenue. van de voorfchreve heffingen is geëmploijeerd, ter eerstvolgende Vergadering zal worden voorgebragt. "Verlezen de Requeste van C. M. Adriaanfe, Maander van 's Quartiers middelen onder de Oij over de jaaren 179a, 1793 en 1794, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen opheffing der Militaire executie, en,dat aan hem een uitftelvan twee maanden moge worde verleend: ■ Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan, dat in het verzoek, bij den Requeste gedaan , niet kan worden getreden, en wordt hec zeiven mits deezen gewezen van de hand. Verlezen de Requeste van Maria Eva Nicolafia Six, Weduwe van wijlen Jan van Leeuwen, in leven voormaals gewezen Secretaris bij het Collegie van de Ordinaris Gedeputeerden deezes Quartiers, verzoekende op fundament van het daar bij gemotiveerde, dat de Volks-Vertegenwoordigers geliefden te verftaan, dat de dispofitie der Publicatie van het Provinciaal Collegie bladz. ia . op de Requeftrante niet, is toepasfelijk, en dat de Requeftrante erheffelijke redenen van verfchoo- ning ■  14 September 1797. ning wegens de perfonele abfentie van haar en wijlen haren Eheman buiten deeze Stad, geduurende de belegering van dien, heeft bijgebragt; met auctorifatie op de Municipaliteit der Stad Nijmegen, ofte die daar toe door dezelve mogten wezen gecommitteerd , om alnoch de gefpecificeerde opgaven van de geledene fchaaden der Requeftrante, en het formulier van eed, daar op gearresteerd, conform aan de gelibelleerde Publicatie , af- en over te neemen. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden deeze Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om, na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad van Nijmegen, daar op in naame van het Quartier te disponeren. Verlezen de Requeste van Johanna van Renesfe van Wilp, gefepareerde Ehevrouw van W. C. van Dedem tot Driesberg, houdende de redenen, waarom Requeftrante vermeent, dat zij onder het getal der Geëmigreerdens niet kan worden gecomprehendeerd, met verzoek van auctorifatie op Commisfarisfen om de opgave van Requeftrantes geledene fchaaden te accepteren, te doen beëedigen, en op de lijst der andere reeds opgegeevene en geaccepteerde fchaadens te ftellen: 3. Mm En  ■14 September 1797. i En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Requeste te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om, na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. Verlezen'de Requeste van Anna Catharina Broen; mitsgaders de Requeste van Margaretha van de Sande, Weduwe van wijlen B. H. Schwartz; beide verzoekende, om de daar bij refpectivelijk \ gedetailleerde redenen, van de gedecreteerde j fchaade - vergoeding door rampen van den oorlog s gecaufeerd, meede te mogen jouisferen. . Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden dezelve te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar op, na ingenomen bericht van den Raad der Stad Nijmegen, in naame van den Quartiere te disponeren. "Verlezen de Requeste van W. D. Schonbach, I in qualiteit als Adminiflrateur van den boedel van J wijlen W. F. van Wijhe, Weduwe van O. F. W. van Quadt tot Wijckradt, verzoekende op fundament van de daar bij gemotiveerde redenen, dat de Volks-Vertegenwoordigers geliefden te verftaan,  • 14 September i7S)7' Haan, dat'de Erfgenaamen van wijlen W. F. van Wijhe, in leven Weduwe van Quadt tot Wijckradt, tot het ingeeven van de fchaadens, aan wijlen derzelvêr binnen dezen Quartiere gelegene ongerede goederen, door de troupen van de gècoaiifeerde Mogendheden én die van de Franfche Republicq veroorzaakt, berechtigd zijn, met last aan Commisfarisfen, tot het opneemen van dien binnen de Stad Nijmegen gecommitteerd, die door hem Requeftrant qq te doene opgave aan-, en van hem den gerequireerde Eed af te neemen. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden deeze Requeste te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op in naame der Volks-Vertegenwoordigers te disponeren. Verlezen de Requeste van J. G. Most, houdende in het breede de redenen, waaruit, zoo Requeftrant vermeent, ten klaarden manifesteert, dat niemand der buiten dit Quartier abfent geweest zijnde minder voor een geëmigreerde kan gehouden worden, dan Requeftrant, en dat de geallegeerde redenen van Requeftrants afwezendheid zoo erheffelijk zijn , dat het gedisponeerde bij de Mm 2. Pu-  14 September 1797. Publicatie van 30 Mai 1797 omtrent het bijbrengen van redenen van verfchooning op den Requeftrant allezins applicabel is, met verzoek, dat de Volks-Vertegenwoordigers Commisfarisfen geliefden te auctoriferen, om de opgaave van Requeftrants geledene fchaade en ontfangene Adfignaten te accepteren, en dezelve op de lijst der geaccepteerden te ftellen. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Requeste te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om, na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op na bevind van zaaken te disponeren. "Verlezen de Requesten van de Kinderen en Erfgenaamen van F. van Suchtelen; van P. S. Wolff, Weduwe van wijlen R. D. van de Weteringe; van H. G. H. van "de Weteringe; van D. F. van Veersfen, en van D. van Ysfeldijk, verzoekende om de door de Requeftranten refpectivelijk geallegeerde redenen van de gedecreteerde fchaadevergoeding, door de rampen van den oorlog veroorzaakt, meede te mogen jouisferen. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden  14 en 15 September 1797. den dezelve te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om , na ingenomen Bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. II et Request van die van den Gerichte van Dieden is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Vrijdag den 15 September 1797. Is ter Vergaderinge gelezen de Requeste van A. Nuij en A. van Soest, geweezene Veerlieden der Stad Thiel; daar bij te kennen geevende', dat Requeftranten van den 17 September tot in het laatst van October des jaars 1794 verfcheide Engelfche, Hesfifche en Hollandfche troupes over de Rivier de Waal heen en weder gebragt hadden: Dat hun daar voor deugdelijk was aankoomende eene fomme van drie honderd zeven en tagtig guldens, elf ftuivers, volgens eene behoorlijke gefpecificeerde rekening aan de Magiftraat der Stad Thiel overgegeeven. Dat vervolgens in de maanden Februarii, Maart en April des Jaars 1795 op order van gemelde Mm 3 Ma-  15 September iroj. Magiftraat verfcheide perfonen, Wagens enz. tot de Franfche Armcé gehoorende meede door Requestranten de gezegde Rivier de Waal waren overgezet, waar van .hun volgens fpeciiique overgegeevene Rekening aankomt eene fomme van twee- honderd vijf guldens cn vier ftuivers, en dus te zaamen eene fomme van ƒ 592-15-: Dat Requeftranten reeds zoo langen tijd na die penningen gewagt hebbende , en zich tot hoogst-noodig emploi van dezelve in de hoogfte noodzaaklijkheid bevindende, geen ander middel wisten, dan zich tot de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers te addresferen, met nedrig verzoek, dat aan Requeftranten Ordonnantie op de Gedeputeerden ter Finantie deezes Quartiers, tot betaaling van gemelde fomme moge worden verleend , als kunnende gemakkelijk naderhand met het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande , zoo als zulks wegens veerloonen van Troupes onder het voorig Beftuur met den gewezen Raad van Staate heeft plaats gehad, worden geliquideerd; ofte immers dat aan hun voorfchriftelijke brieven ten voorfchreven einde aan welgemelde Committé verleend mogen Worden. a En hier op gedelibereerd zijnde, is goedge- von-  15 September 1797- vonden de verzochte voorfchriftelijke Brieven cum infertione ïibelli aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te accorderen; Zullende mitsdien aan welgemelde Committé gefchreven worden de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede Burgers. "XV^at A. Nuij en A. van Soest geweezene Veerlieden te Thiel ons hebben te kennen gegeeven zult GijLieden uit nevens gaande Request met meerderen gelieven te verneemen, daar toe ons gedragende. ' Wij meenen ons geperfuadecrd te mogen houden van de rechtmatigheid der fchuld vordering, en kunnen ook naauwlijks twij Helen aan de verdere pofuien in dit Request, waarom wij dan ook niet hebben kunnen afzijn aan het verzoek der Requeftranten te defereren, en bij deezen U Lieden te verzoeken daar op eene gunftige dispofitie te verleenen, ten einde de Requeftranten eindelijk eens haare juiste praetenfie mogen krijgen voldaan. M m 4 Het  15 en 16 September 1797. Het welk wij van ULieder gewoone billijkheid te gemoed ziende, zullen wij Meede-Burgers na toewenfcbing van Heil en aanbieding van Broederfchap UL. bevelen in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 15 September 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen Ter Ordonnantie van Dezelven. Saturdag den 16 September 1797. Ingekomen eene Misfive van de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, gefchreven in den Hage den 5 deezes, verzoekende op het allerernftigfie dit Quartier, i°. tot aanzuivering van deszelvs achterwezen op de Petitiën van den jaare 1795., om daar door weg te neemen de klagten van zoodanige Gewesten, die dezelve aangezuiverd hebben, en met  i6 September 1797. met reden aandringen, dat men niet alleen de daar in gebrekige Gewesten aanmaane, maar zoo veel mogelijk conftringere tot derzelvêr voldoening. 2°. Om alnog, boven en behalven het achterwezen in de Quota van het Quartier in de 60 Millioenen van den jaare 1796, voor den nu onlangs bij de Nationale Vergadering gedecreteerden termijn van 30 September aanftaande ten vollen aan te zuiveren 's Quartiers Quota in den eerften termijn van de 40 Millioenen van den jaare 1797, om daar meede voor te koomen de executien over dit Quartier, die tegen de gebrekige volgens de Decreten en aanfchrijvingen van de Nationale Vergadering anders onvermijdelijk zullen moeten plaats hebben. 30. Om almeede, voor het uiteinde deezer maand, aan te betaalen 's Quartiers Quota inden tweeden termijn der 40 Millioenen, die met ultimo deezes vervalt, en waar uit berekend is, dat zouden voldaan worden de drie Millioenen aflosfinge neffens de Interesfe der Bataavfche refcriptien, aan de Franfche Republicq op de laatfte 50 Millioenen gegeeven, en te zamen een object van vijf Millioenen uitmakende, die zullen vervallen op den 22 deezer, en waar in het aandeel van dit Quartier zoude bedragen /i47,394-6-8ï, Mm 5 en  i6 September 1797. en welke termijn verder meest al moest (trekken tot betaaling der Franfche en andere Troupcn, en dagelijkfche behoeften voor de Marine. Met verder verzoek, om aan welgemelde Commisfie, zoo fpoedig mogelijk, op te geeven, op welke fomme van 's Quartiers wegen zoude kunnen ftaat maaken, om nog in den loop deezer maand effective te worden aanbetaald, en over welke de Commisfie overzulks tot afbetaaling van opgedagte refcriptien zoude kunnen disponeren , en dan met gerustheid de Annonces dier betaaling te kunnen laten doen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan welgemelte Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland te refcriberen, ais volgt. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. hebben in onze tegenwoordige Vergadering ontfangen ULieder Misfive, gefchreven in den Hage den 5 deezer maand , houdende een verzoek om ULieden, zoo fpoedig mogelijk, te willen aanfehrijven, op welke fomme GijLieden van we-  16 September 1797. wegens die Quartier zoudet kunnen ftaat maaken , om door ons nog in den loop deezer maand effective te worden aanbetaald op de refpecten, bij ULieder Misfive vermeld, en over welke fomme GijLieden overzulks tot afbetaaling der Bataavfche reicriptien zoudet kunnen disponeren, om dan met gerustheid de annonces dier betaaling te kunnen laten doen, hoedanig verzoek GijLieden meede hadt gedaan aan de hoogst geconftitueerde Magten der bijzondere Gewesten. Dit poinct, en 't geen verder bij ULieder Misfive is vervat, een ferieus object onzer deliberaticn geworden zijnde, begrijpen wel met ULieden de noodzaaklijkheid van eene allerfpoedigfte voldoening ; en dat het algemeen belang vereifcht, dat door prompte aanbetalingen 's Lands Casfen zoodanig worden onderfchraagd, dat GijLieden order kunt ftellen om de dringende behoefcens op zijn tijd te kunnen voldoen. Het zoude ons mitsdien ten uiterften aangenaam zijn aan ULieder inftantien promptelijk te defereren; dan daar door onze geduurige opofferingen en uiterfte efforts om in de algemeene behoeften van het Vaderland te voorzien', 's Quartiers casfen thans zijn geëpuifeerd, hebben wij tot ftijving derzelve eene Negotiatie van twaalf tonnen gouds  16 September 1797. gouds geopend, waar door wij hoopen in ftaat te zullen worden gefield het achterwezen deezes Quartiers in de 60 Millioenen , 't welk wij vermeenen bijna te hebben aangezuiverd, en de eerfte termijn van de 40 Millioenen te kunnen aanbetaalen. Mecde-Burgers. Wij bevelen UL. na toewenfehing van Heil eu aanbieding van Broederfchap in Godes protectie. Gefchreven te Nijmegen den 16 September 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden, De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Ver. ezen de Requeste van A. A. Roukens, Momboir der Landfchap , daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant zich vervoegd hebbende bij Commisfarisfen uit den Raad der Stad Nijmegen, om, na inhoud van 's Landfchaps Publicatie van den 30 Maart laatstleden zijne gedaane Opgaven van fchaade met eede te be- krach-  16 September 1797. krachtigen, bij die gelegenheid hadt moeten ontwaaren, dat gemelde Commisfarisfen in eene fusftenue verfeerden, als of den Requeftrant, wegens door hunL. gefustineerde emigratie, ten einde voorfchreve niet konde worden geaccepteerd, en dat hij, volhardende daar toe aangenomen te worden, zich oveizulks aan de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers zoude behooren te addresferen; verzoekende vervolgens, om de daar bij in het breede geallegeerde redenen, dat moge werden verftaan, dat Requeftrant niet valt in de termen der Publicatie van den 30 Mai laatstleden, ten aanzien der Emigranten geëmaneerd, en dat dien ten gevolge Commisfarisfen binnen de Stad Nijmegen onledig zijn zullen om den Requeftrant zijne opgegeevene fchaadens ingevolge gemelde Publicatie, te doen beëedigen naar behooren. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op, na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, in naame van deezen Quartiere zoodanig te disponeren, ais zullen oordeelen en bevinden te behooren. . .Ver-  i6 September 1797. Verl ezen de Requeste van B. Rappard., daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant des zomers zijn domicilie of vaste woonplaats hadt te Balgoij in den Ampte tusfehen Maas en Waai, en geduurende de andere tijden des jaars binnen Nijmegen, terwijl als gcasfocieerde in een Comptoir te Rotterdam zich, tusfehen beiden, ter waarneeming van zaaken derwaards moest begeeven. Dat Requeftrant in den zoomer van den jaare 1794 meede op Balgoij gewoond hebbende, en met het aannaderende herfts faifoen na Nijmegen vertrokken zijnde, het gebeurd was, dat zijn huis en goederen aldaar eerst door de troupes, behoorende tot de Engelfche Armee, en daarna door die der Franfche Republicq waren geoccupeerd, en aan dezelve fchaade toegebragt. Dat Requeftrant zijn huis binnen Nijmegen betrokken hebbende, door zijn Compagnon in de Negotie te Rotterdam was gerequireerd om derwaards over te koomen, teneinde, in die critique tijds omftandigheden, arrangementen ten aanzi&n van zaaken, die Compagniefchap rakende, te maaken. Dat Requeftrant dan ook na Rotterdam vertrokken zijnde de Stad Nijmegen, geduurende zijn ver-:  i6 September 1797* verblijf aldaar door de Franfchèn was in bezit genomen. Dat Requeftrant zijne fchaadens opgegeeven , en zich tevens aangeboden hebbende die met cede te justificeren, de Commisfarisfen tot de opneeming der fchaadens, zoo over Nijmegen als over Balgoij gefteld, zwaarigheid maakten hem daar toe te admitteren buiten fpeciale auctorifatie der VolksVertegenwoordigers, ter zaake hij niet op die plaatzen zijner wooning zoude verbleven , maar na Rotterdam vertrokken zijn; verzoekende vervolgens om de redenen, bij den Requeste gededuceerd ten bewijze, dat op Requeftrant niet van applicatie is of gemaakt kan worden het poenaal gedisponeerde bij de Publicatie van den 30 Mai 1797 tegens die geenen, welke tijde van de komst der Franfchèn binnen deeze Provincie dezelve Provincie verlaten hebben , dat 'de VolksVertegenwoordigers de refpective Commisfarisfen, tot de opneeming der fchaadens over Nijmegen eh Balgoij gefteld, geliefden te auctoriferen den Requeftrant tot de beëediging zijner fchaadens, bij den Requeste gelibelleerd, ten fine van vergoeding te admitteren. De Volks-Vertegenwoordigers hebben, na voorgaande deliberatie, goedgevonden dit Request te ftel-  iö September 1797. ftellen, gelijk gefteld worde bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om na ingenomene eonfideratien en bericht 'c zij van den Raad der Stad Nijmegen, 't zij van de locale Municipaliteit te Balgoij of Amptsregeeringe van tusfehen Maas en Waal, in naame van den Quartiere daar op na bevind van zaaken te disponeren. "V erlezen de Requeste van R. C. van Randwijck, Weduwe van wijlen J. N. van Randwijck, verzoekende, om de daar bij geallegeerde redenen, auctorifatie van de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers op de ^Municipaliteit der Stad Nijmegen, ofte die daar toe door dezelven mogten wezen gecommitteerd, omme alnoch de gefpecificeerde opgave van de geledene fchaade der Requeftrante en het Formulier van Eed, daar op gearresteerd, conform aan de Publicatie, af- en over te neemen, ten einde te verftrekken, als daar bij bepaald. En hier op gedelibereerd zijnde , hebben de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden deeze Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op na bevind van zaaken te disponeren. Ver-  i6 September 1.797. Verle cn de Requeste van G. Hardus, daar bij te kennen geevende, dat deszelvs Boekhouder Prager (welke Requeftrants Wijnnegotie zedert eenige jaaren hadt waargenoomen) in den jaare 1794 na de komst der Franfche troupes door de Franfche Repraefentanten of Commisfarisfen was gerequireerd geworden eene groote quantiteit Wijnen van Requeftrant af te geeven en te verkoopen tegens Franfche Adfignaten. Dat Requestrant de waarde van die Wijnen en het montanr der ontfangene adfignaten, ingevolge Publi.catie d. d. 30 Mai deezes jaars aan Gecommitteerdens door gemelden zijnen Boekhouder hebbende doen opgeeven, ten einde daar voor Recepisfen te ontfangen, tot zijne groote verwondering hadt moeten verneemen, dat gemelde Commisfie zwaarigheid gemaakt en geweigerd hadde die opgave aan te neemen, om reden, dat Requeftrant des tijds zoude zijn.gëemigreerd geweest, en zijn post als Regent verlaten hebben: verzoekende vervolgens om de redenen van verfchDoning, daar bij gedetailleerd, in het opgeeven zijner geledene fchaaden als alle andere Ingezetenen te mogen worden geaccepteerd. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevon3. Nn ^ 'den  v6 September 1797- Jen deeze Requeste te renvoijeren, gelijk gerenvoijeerd wordt bij deezen, aan de Gedeputeerden ter Financie, om daar op na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Njmegen, zoodanig te disponeren, als bevinden zullen, te behooren. Is gelezen een tweede Request van J. Poelman, houdende nadere redenen, waarom vermeent niet gezegd te kunnen worden onder de Clasfe van Geëmigreerden te forteren: En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de voorfchreve Requeste te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om, na ingenomen Bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op in naame van den Quartiere te. disponeren. "V"erlezen de Requeste van Eva Smeets, bij testament van A. Hasfe, in leven Lieutenant Collonel van de Artillerij in dienst deezer landen, geinftitueerd zijnde tot zijne eenige en univerfele Erfgename , daar bij te kennen geevende, dat gezegde Lt. Collonel zijn guarnifoen hadt gehad binnen Nijmegen , tijde dat dezelve in den jaare 1794 door de Franfche troupes aan de Landzijde was  16 September ^797-. gecerneerd : Dat den 7 November deszelven jaars van den coenmaalige Stadhouder ordre aan het guarnifoen deezer Stad gekoomen zijnde om dezelve Stad te verlaten, hij in de onvermijdelijke verpligting geweest was die ordres te obtempercren, en de Stad was uitgetrokken. Pat Requeftrante, 'als Erfgenaame van wijlen denzelven, de fchaadens door de rampen des oorlogs aan het huis van denzelven toegebragt, opgegeeven hebbende zich aangeboden hadde om dezelve met folemnclen eede te fterken , doch waar meede zij was afgewezen, ter zaake Commisfarien, daar toe gefteld, gedeclareerd hadden niet te kunnen decideren , of gezegde Lt. Collonel moest worden gecomprehendeerd onder dezulken, welke kunnen gezegd worden buiten deeze Provincie te zijn geëmigreerd geweest; verzoekende om de redenen, daar bij aangehaald, dat het de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers behagen moge de Requeftrante tot de justificatie van de gelibelleerde fchaade te admitreren, en de Commisfarien, tot de opneeming derzelve binnen Nijmegen gefteld, tot de aanneeming van dien te auctoriferen. Waar op: gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar op, na ingenomene Nn 2, con-  i6 September 1797. eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, in naame van 'het Quartier te disponeren. Op Requeste van Aletta van der Stern, woonende te Druten, verzoekende om de redenen bij den Requeste aangevoerd, dat het de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers moge behagen haar Requeftrante meede in de gearresteerde fchaadeloosftelling te doen participeren. is goedgevonden het zelve te ftellen, gelijkgefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie om, na ingenomene eonfideratien en bericht van de Amptsregeeringe van tusfehen Maas en Waal, daar op na bevind van zaaken te disponeren. • Op Requeste van J. Meijer, woonagtig te Horsfen, houdende in het breede de redenen, waarom vermeent onder de Clasfe der Emigranten niet te forteren , met verzoek, dat het de Volks-Vertegenwoofdigers des Quartiers, uit confidentie der bij den Requeste aangevoerde omftandigheden, behagen moge"de Commisfarisfen, tot opneeming der fchaadens over het diftrict van Horsten gefteld, te auctoriferen den Requeftrant, na be-«  16 September 1797. behoorlijke justificatie van zijnen ter zaake-.de* oorlogs geledene . fchaadens op de lijst derzelvc te noteren, en alzoo gezegde ^ijile fchaadens, aan / te neemen. fff n'33 öi ahaVi De Volks vertegenwoordigers hebben na deliberatie goedgevonden dit Request te-ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Ge; deputeerden ter Financie, om, na ingenomene eonfideratien, en bericht van de Amptsregeëring van tusfeheh Maas en Waal, daar 'op in naame van den Quartiere te disponeren. >PTi -ndmjjffö?, 8 '. .-li vOrmoi/T 500H v.trA Op Requeste van Frans Beberon, woonende binnen de Stad Nijmegen, verzoekende om de daar bij geënarreerde redenen auctorifatie op de geftelde Commisfarien om de bij hem ontfangene Adfignaten alnog bij dc overige opgaven aan te neemen: " ■ ' •'"-' '* Is goedgevonden het zelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om, na ingenomene eonfideratien en bericht van den Raad der Stad Nijmegen, in naame van het Quartier daar op na bevind van-zaaken te disponeren. H et Request van Francis Janszen Róelofs, en Jan vanSwam, Buurmeefteren des Kerfpels WicN n 3 hen;  ió in 18 September 1797. hen; en van J. H. Spillenaar, woonendè te Ophëmèrt; t Zijn gefteld in -handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. *i?Sg> fia.csd.:.r ? n^thïOov/rjsgsr.yV kjUcüV. s€&' Maandag den 18 September 1797. Ontfangen eene„Misfive van Commisfarisfen over de Acceptatie-kas. te Amfterdam, gefchreven in den Hage den 1 deezes,,houdende, dat de voorfchreve kas, welke vplgens de Refolutien van Hun Hoog Mogende in dato 8 September 1795 tè Amfterdam is opgericht geweest, ten einde door middel van. Wisfelbrievun te betaalen de toen yferwjle termijnen van de ioö Millioenen guldens aan de Franfche Republicq, thans zijnde afgeloopen zoodanig, dat alle de daar'meede bedoelde oogmerken waren bereikt, zij Commisfarisfen over die kas verlangden van derzelvêr gehoudene adminiftratie in dezen .Rekening en Verantwoording te doen, en,deswegens gedechargeerd te worden, ■wa?r toe bij Decreet van de Nationale .Vergadering van .den 24 Augusti laatstleden de Generaliteits Rekenkamer was geauctorifeerd: Dat zij Commisfarisfen gehoopt hadden van den Ontfanger Generaal een fpeeificq Declaratoir te kunnen ontp tl V fan-  i8 September 179.7. fangen, hoeveel door ieder Gewest in de voornoemde kas te Amfterdam was 'gefurneerd geworden , om den praecifen ontfangst met een legaal document te kunnen bewijzen; doch dat bevonden hadden, dat de Boeken aan het Comptoir Generaal niet over eenkoomen met de door hun gehoudene aantekeningen en [Boeken, en dat verr fchciden bij hun ingekoomene fommen niet aan het Comptoir Generaal bekend zijn, en dus ook niet in credit van de Gewesten geboekt, verzoekende derhalven dat aan hun mogen worden-toegezonden authentique en gelegalifeerde Extracten uit de Boeken van Financie, van. de fommen,, welke door het Quartier aan de Commisfarisfen van de voornoemde kas gezonden zijn, of wel, indien dit niet feparaat mogte zijn-aangetekend, als dan een zoodanig Extract van alles, wat op het refpect van de honderd Millioenen door het Quartier is gefurneerd, met fpecificatie der foramen hoeveel en datums, wanneer ieder betaling gedaan is, hoedanig verzoek meede aan alle de Gewesten, zonder onderfcheid, gefchied was. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan voorfchreve Commisfarisfen te laten afgaan de volgende refcriptie. N n 4. Vrij-  -ï'8 September 1797. Vrijheid, f. Gelijkheid, ■ Broederfchap. Meede - Burgers Op heden ter-'onzer Vergaderinge voorgebragt zijnde ULieder Mi-sfive,- gefchreven in den Hage den 1 deezes-maands, mogen wij niet afzijn ter voldoeninge aan het verzoek, daar bij gedaan, ULieden te refcriberen, dat onze Gedeputeerden ter Financie op ULieder Misfive van dén at Junii laatstleden, houdende op de dringendft'è wijze verzoek , dat zij Lieden geliefden te zorgen dat- de fom van ƒ221,287-! 1-8 welke GijL. nog te goed haddet, daar niet meerder dan ƒ278,7 ia-8-8 van dit Quartier waren ontfangëtt, aan ULieden -t'c Amfterdam, -of wel aan de Casfiers Cuijk van TYÏieföp en Tetterode, tijdig bezorgd wierde, ten ware zijL. verkiezen mogten dfezelve aan het Comptoir Generaal te furneren, de noodige ordonnantiën tot voldoening' van gemelde/s21,287-11-8 den 12 Julii 1796 hebben 'afgegeeven en betaald ten behoeve van den Ontfanger Generaal van de Adminiftratie te Lande C. van' Beereftëin , of deszelvs ordre, namentlijk' * ' ' • Op den Ontfanger M. de Bruijn. . ƒ50000- : -: Op den Ontfanger J. D. van Leeuwen. 58287-11-8 Op  i8 September 1797. Op den Ontfanger H. Vermeulen. . 40000- : -: En op den Ontfanger J. de Roóck. 73000- : - : ƒ221,287-11-8 Bedragende mee de fom van '278,712 8-8 - de ^gèqöiflenjeerd&l nocJcd jrW vijf tonnen gouds. - Hier mee'de aan ULiéder intentie verhoopende te hebben voldaan, zullen wij , Meede - Burgers ULieden na toewenfehing van Heil en aanbieding van Broederfchap bevelen in. GoDEs heilige protectie. .Gefchreven te Nijmegen den 18 September 1707, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. |j opi ULieder th im.jtSfm f» t-ic/..i; 3.-5 goede Vrienden . De Volks Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie vak dezelve. Op het geproponeerde ter Vergadering, is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijven de volgende Misfive. j4i« R.?3??{?g ^huv^ ^iA « rpbnoi^s nii-i oif> soj N n 5 Vrij.  18 September 1797. ' ' ' Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers. ^Wij hebben bij onze Misfive van den 6 Julii laatstleden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, kennisfe gegeeven van het afgeeven van twee Adfignatien op het Provinciaal Collegie, de eene tot zestig duizend, en de andere tot veertig duizend guldens, te zaamen uitma'akende de fom van 100,000: welke dooi* het voornoemde Provinciaal Collegie waren geaccepteerd, en te Arnhem gedomicilieerd op drie en vier maanden refpectivelijk ha dato betaalbaar, en waar toe de penningèn liquidelijk op dien tijd voor .handen,zouden zijn. Dan bij ULieder Misfive van den 9 Augusti laatstleden wierden wij geïnformeerd, dat de gemelde roegezondene Asfignatien, dewelke niet eerder dan den 15 Oc-tober en 15 November refpective aanftaande betaalbaar zijn, voor als nog .ïn geene. rekening, lopende over den eerften ter,mijn deezes jaars, gebragt zouden kunnen worden Wij verzoeken ULieden derhalven, ingevalle GijL. de voorfchreve Asfignatien ten einde, waar toe die zijn afgezonden, niet zoudet gelieven te .. * ac-  18 September $?/■■-■-... ,. . . jffl rlois tv b goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Qitartisrs van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve* "Verlezen een Extract Uit het Raadfignaat der Stad Nijmegen in dato 24 Mai laatstleden, houdende auctorifatie op den Raad-J. Teeüwisfen om namens den Raad bij nadere aandrang te verzoeken, dat de Wijk-Armen aldaar de fomme van 000 guldens, voor het gemis van vrijdom van den impost op het Gemaal over den jaare 1796 geaccordeerd, wederom mogten genieten voor deezen loopende jaare 1797; voorts om de noodige in- flan-  18 September 1797. ftantien te doen, ten einde de Diaconie-Armen op eenen egualen voet met de Wijk-Armen voor dit loopende jaar 1797 't genot'van vrijdom van impost mogten hebben. Meede gelezen een daar bijgevoegd addres namens Boekhouder en Diaconen der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie tè Nijmegen. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie; voorts gelet op 's Quarders refolutie van den 6 Mai 1789, hebben de Volks-Vertegenwoordigers goedgevonden zich met het geadvifeerde van gemelde Gedeputeerden te conformeren, en, voor dit jaar, aan de Diaconie-en Wijk Armen, iedef refpective, tot eert evenredig dedomagement voor het gemis van vrijdom van den impost op het Gemaal over voorfchreven jaare te verleenen eene fomme van zes honderd guldens; met auctorifatje de .Gedeputeerden ter Financie om daar van de noodige Ordonnantiën- te doen depecherori. "V"erlezen de Requeste van G. fkrbrechter, PagT ter van 's Quartiers impost op het Gemaal over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan i". Julii deezes jaars, daar bij te kennen geevende, d?t er zich zeer veele bezwaaren in het vcr- tre-  i8 September 1797. treden van het recht van deezen zijnen gepagten impost kwamen voor te doen, van die wezentlijke importantie , dat hij zich verpligt bevond dezelve te moeten brengen ter kennisfe deezer Vergadering, ten fine van redres, in het breede bij voorfchreve Requeste gedetailleerd; verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de VolksVertegenwoordigers met betrekking tot die bezwaaren zoodanige voorzieningen zouden willen doen effectueren, als ten beste van 's Quartiers Financien en tot behoudenis van dgn Requeftrant qpr. bevinden zullen te behooren. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers goedgevonden deeze Requeste ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om, met concurrentie van den Raad der Stad Nijmegen, daar voor te zorgen, en, zoo veel noodig, die ordres te ftellen, dat 's Quartiers Ordonnantie en refolutien, betrekkelijk den impost op het Gemaal, in allen deelen en poincten iliptelijk worden nagekoomen, en wijders daar op zoodanig te disponeren, als tot ftandhouding van voorfchreve Ordonnantie en refolutien.zullen oordeelen te behooren. Op  i8 September 1797. Op Requeste van G. Herbrechter, gewezen Pagter van 's Quartiers impost op de bezaaijde mergen en Hoornvhee onder Herwen, Aart, Pannerden, Gent, Angeren en Loenen over het jaar 1794, verzoekende om voor de restanten van dat jaar, onder de. verarmde Ingezetenen aldaar berustende, te hebben acquit en decharge. Hebben de Volksvertegenwoordigers na gehoudene deliberatie goedgevonden te perfisterën bij 's Quartiers refolutien van den 12 Maart en 9 Augusti 1797, en mitsdien verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden, wijzende het zelve van de hand. Op Requeste van de Ingezetenen des Kerfpcls Pannerden, verzoekende om de daar bij gealle•geerde redenen remisfie van den impost op de confumtie, en van den bezaaijden mergen over den jaare 1797. De Volks-Vertegenwoordigers hebben na voorgaande deliberatie in der Requeftranten verzoek gedifficulteerd, daar in difficulterende bij deezen. Verlezen de Requeste van J. C. Muller, woonende te Nijmegen, daar bij te kennen geevende, dat  ïS September 1797. dat Requeftrants tuin en tuinhuis, (taande en gelegen op den Hunnerberg in den jaare 1794 bij de berenning en belegering van de gemelde Stad, zoo door de troupes der gecoalifeerde Mogendheden, als die der Franfchèn totaal waren verwoest geworden. Dat Requeftrant om de daar aan geledene fchaaden zoo juist mogelijk te kunnen opgeeven en beëedigen , dezelve door des kundigen ter zijner gerustftelling hadt doen opneemen: Dat Requeftrant zich aan de binnen voorfchreve Stad geftelde Commisfarisfen geaddresfeerd hebbende om die aan hun opgegeevene fchaaden in perfoon te beëedigen, niet weinig was gefurpreneerd geworden, toen die Commisfarisfen verweigerden den eed van Requeftrant afte neemen , onder voórwendzel, dat zoodane eed zoude moeten worden gepraesteerd door die geenen, welke de voorfchreve fchaaden hadden opgenoomen: Daar nóchtans de Publicatie van 30 Mai deezes jaars uitdrukkelijk dicteert; dat de fchaaden moeten geverifieerd werden of met beëedigde Attesten, of met declaratoir der Municipaliteit en, of met lijffelijicen «ede; zoodanig, dat de eed, die door iemand wegens zijne geledene fchaadens in perfoon wordt afgelegd , door Commisfarisfen abfolute moet worden geaccepteerd ; verzoekende den Requeftrant  .i8 September 1797. ftrant overzulks auctorifatie op de Burgers Gedeputeerden ter Financie , om , ter oorzaake de fesfie van Commisfarisfen binnen meergemelde Stad is geëindigd, den Requeftrant deszelvs eed op zijne gelibelleerde geledene fchaaden in derzelvêr handen te doen afleggen. . Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers Requeftrants gedaane verzoek geaccordeerd, doende zulks bij deezen. "V erlezen de Requeste vanjac. Poelman, junior; mitsgaders de Requeste van Hendrik van Batenburg, woonende te Batenburg, verzoekende, dat de Requeftranten mogen werden ontheven van de poenaliteit bij Publicatie omtrent het emigreren geftatueerd; met auctorifatie op de Municipaliteit van Batenburg om de Requeftranten, even als andere berechtigde Ingezetenen, tot de opgave van hunne geledene fchaade te admitteren, en dezelve met eede te doen fterkcn. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens marginaal appoinctement van den 17 Aug. laatstleden; r Is, na gehoudene deliberatie, goedgevondenen ver-  i8 September 1797. verftaan, dac in de verzoeken, bij de Requesten refpective gedaan , niet kan worden getreden , en worden dezslve mits deezen geweezen van de hand. Op Requeste van W. D. Schonbach , als Adminiftrateur der goederen van Otto van Quadt tot Wijckradt, binnen deezen Quartiere gelegen, verzoekende admisfie tot de opgave der geleedene fchaadens aan het huis van Requeftrants Principaal binnen de Stad Nijmegen. Is, na deliberatie, goedgevonden het zelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om, na ingenomen bericht van den Raad der Stad, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. "Verlezen de Requesten van W. Engelen; van P van Eldick en A. F. van Meddendorp; van N. Krafft; van S. Weijmans; en van H. Höffkens, daar bij verzoekende, dat de fchaadens, door de Requeftranten aan Adfignaten en rampen des Oorlogs refpective geleden, op de Lijsten der andere reeds opgegeevene Adfignaten en fchaadens mogen worden gefteld, met auctorifatie op Commisfarien om zulks te bevorderen, 3- P o En  i8 September 1797. En hier op vermogens marginale appoinctementen van den 24 Augusti jongstleden gehad hebbende het Bericht van den Raad der Stad Nijmegen, vervat bij Misfive van den 13 deezes maands. Is, na gehoudene deliberatie , goedgevonden de vooraangetogene Requesten en Bericht te Hellen, gelijk gefteld worden bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op "na bevind van zaaken in naame van den Quartiere te disponeren. Verlezen de Requeste van P. W. van der Horst v woonagtig te Rosfurn, daar bij te kennen geevende , dat Requeftrant op den 28 Febr. en 26 Mai 1796, zoo voor zich zei ven als voor en naamens die geenen, wier goederen hij administreert, en voor anderen , van welke hij commisfie bekomen hadt, gedaan hebbende betaalingen van den eerften en tweeden termijn in de ligting van den s°nen PenninS binnen dit Quartier bij wege van geforceerde negotiatie, ten bedrage van zés duifend zeven honderd en veertig guldens, zich op den 20 October deszelven jaars naa Nijmegen begeven hadde, ten einde de daar voor ontfangen Recepisfen in Obligatien te verwisfelen; Dat Re- que-  18 September 1797. queftrant des tijds in de gedagten verleerde van alle de gezegd**Recepisfen mee zich genomen en verwisfeld te hebben, dan dat eenige maanden daar na ontwaarde in een verpagting-boek nog twee Recepisfen van de gedaane fumisfementen, ieder ad 75 guldens. Dat Requeftrant, daar dit verzuim der verwisfeling der Recepisfen in Obligatien, niet bij opzet, maar bij inadvertentie of abuis was veroorzaakt, gelijk hij oorbiedig was ten allen tijden met eede te behouden, zich onderdaags ter Camere van de Gedeputeerden hadt vervoegd om alnog tot die verwisfeling ingevolge Notificatie van den 27 Julii deezes jaars te werden toegelaten: Dan dat die Notificatie vorderde eene eedelijke verklaaring, meede bevattende, dat die gee* ne, welke de verwisfeling alnog begeert te doen, onkundig is geweest van de gedaane Publicatie en daar bij bepaalde termijnen tot de inwisfeling ; verzoekende vervolgens, daar Requeftrant zoodanc verklaaring in gemoede niet konde praesteren, en daar het gelibelleerde verzuim, niet uit dien hoofde , maar uit eene andere oorzaak, was voortgekoomen, ook dat verzuim niet tot zijn privatiev nadeel, maar tot fchaade van eenuitheemfchen zoude ftrekken, dat het de Volks-VertegenwoorO o 2 di-  18 September 1797. digers behagen mogte hem qpr. tot de verwisfeling der gelibelleerde recepisfen tegen Obligatien op dien voet, als de Notificatie van den 17 Julii 1797 vervat, alnog te admitteeren, met dispenfatie van dat gedeelte van den Eed, dat onkundig is geweest van de gedaane Publicatien, en daar bij bepaalde termijnen tot verwisfeling; voorts te permitteren, dat hem den eed, door een der Ordinaris Gedeputeerden te Bommel of in Bommelre waerd moge worden afgenoomen. En hier op gedelibereerd zijnde hebben de Volks-Vertegenwoordigers het verzoek, ten Requeste gedaan, accorderende goedgevonden het Lid, wegens de Stad Bommel ter Camere van Financie fesfie hebbende, te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om van den Requeftrant den eed, als bovengemeld, af te neemen naar behooren. "Verlezen Requeste van C. E. van Lijnden verzoekende, om de daar bij geallegeerde redenen, auctorifatie op Commisfarisfen uit de Municipaliteit der Stad Nijmegen om alnoch de geledene fchaade, ten Requeste vermeld, aan te neemen, en dezelve conform het bepaalde formulier te doen beëedigen: Waar  i8 September 1797. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden voorfchreve Requeste te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om, na ingenomen bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op na bevind van zaaken te disponeren. Verlezen de Requesten van J. Storij; van Jac. Adr. Storij; van A. de Groot Weduwe van J. Storij; van A. J. Loderus; van M. de Groot; en van A. Uhlen , Weduwe van Echtren, alle woonende te Maas-Bommel, verzoekende, om de daar bij refpectivelijk geallegeerde redenen, in de termen van fchaadeloosftelling te kunnen en mogen deelen. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden deeze Requesten te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om na ingenomen bericht zoo van de Amptsregeering van Maas en Waal, als van de Municipaliteit van Maas-Bommel, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. He t Request van de Ingezetenen en Geërfdens des Kerfpels Pannerden is gefteld in handen van de Gedeputeerden van Financie om het zelve te examineren, en daar op te dienen van eonfideratien en advijs. . De  i8 September 1797. Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, van den 7 deezes, houdende inftantien om uiterlijk voor den laatften October aanftaande aan het Committé te Lande in te zenden eene fpecifique Notitie van alle de betaalingen op de. extraordinaire Staten van Oorlog over de jaare 1793, 1794, en 1795 gedaan, meede geëxtendeerd tot de extraordinaire Confenten van die zelfde jaaren, is gefteld irt handen van de Gedeputeerden ter Financie,'om dezelve te examineren, en daar op bij de eerstvolgend* Vergadering in October te dienen van dëszè'iver eonfideratien en rapport.' De Misfive van de Nationale Vergadering, meede van den 7 deezes, rakende de korting voor Zegel en Jura bij de betaaling van de adfignatie door het Committé te Lande ten behoeve van Roevens en Comp0. groot ƒ4500-:-: afgegeeven, is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ren fine van eonfideratien en rapport. Het Request van Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50 penning en dubbelde Verponding over het Rijk van Nijmegen is gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs.  19 September 1797. Dingsdag den 19 September 1797. Verlezen de Requeste van Otto Meijnhardt, inwoon^- van Wamel, houdende, dat hij, tijde van de komst der troupes in den Ampte tusfehen Maas en Waal in September 1794 zijne wooning verlaten hadt gehad: edoch dat hij daar toe als Ontfanger van de Amptslasten deszelven Ampts hadt ontfangen de fchriftelijke ordre, bij den Requeste geannexeerd: verzoekende vervolgens om de daar bij geallegeerde motiven, dat de VolksVertegenwoordigers des Requeftrants bewezene redenen van abfentie voor erheffelijk erkennende, hem geliefden te verklaaren voor meede gerechtigd tot de bij die Publicatie beloofde fchaadeloosftelling, met auctorifatie op de Municipaliteit des gemelten Ampts om de perfoon of perfonen, die in zijne abfentie zijne zaaken hebben waargenomen, in des Requeftrants plaats tot het opgeeven en beëedigen van de requifitien, fchade enz. waar toe dezelve het beste gefchikt zijn, aan te neemen. Waar op gedelibereerd, en in aanmerkinge genomen zijnde, dat de Requeftrant, Ontfanger der Amptslasten, en dus als een Officiant, door den O 0 4 toen-  19 September 1797. toenmaeligen fungerenden Richter des Ampts is gelast geweest, om zich met zijn Comptoir tegens de onveiligheden van het Krijgsvolk na elders te begeeven; en dat zijne emigratie dus niet uic eigen beweeging, maar gedwongen moet geconlidereerd worden; hebben de Volks-Vertegenwoordigers na hier op vermogens appoinctement van den 18 Aug. laatstleden gehad te hebben de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, den Requeftrant tot het opgeeven zijner geledene fchaaden, ter bekooming van voldoening daar voor, admitterende, het verzoek, bij den Requeste gedaan, geaccordeerd, het zelve accorderende bij deezen. Ver, ezen de Requeste van Antonij van den Heuvel, inwooner van Leeuwen, daar bij te kennen geevende, dat Requeftrant om zijne zwakke Huisvrouw voor fchrikken der krijgsoperatien te bewaaren met haar was gegaan in October 1794 na het buurfchap Aalst in Neder-Betuwe, en van daar willende te huis keeren, hij zulks wegens het bezetten der Waal ondoenlijk bevonden hadt; dat hij dus niet kunnende na huis koomen, een bezoek bij zijn Broeder te Rotterdam hadt afgelegd, doch dat vermeende, daar door niet te kunnen  19 September 1797. nen worden gerekend onder de perfonen, die buiten de Provincie zijn geëmigreerd geweest, alzoo hij aan zijne twee meerderjaarige Zoons Jan en Johannes van den Heuvel het bellier over zijne affaires en huishouding, die zij reets gewoon waren meede te voeren, hadt aanbevolen gehad, die ook Requeftrants zaaken en huishouding, even als of hrj zelvs aanweezig was geweest, hadden waargenomen , en van het begin tot het laatfte toe in Requeftrants huis gebleven waren ; verzoekende overzulks, dat de Volks-Vertegenwoordigers hem geliefden te houden te behooren onder de geenen, aan welke de fchaadeloosffelling voor fchaade, zoo wel als voldoening der leverancien en fpandienften competeert; en dat hij mag kunnen volftaan met de opgave en beëediging door zijne twee meerderjaarige en zijne zaaken waargenomen hebbende Zoonen Jan en Johannes van den Heuvel te laten doen. Waar op gedelibereerd, en. gelet zijnde op de erheffelijke redenen van verfchooning, en ter admisfie van de gedecerneerde fchade - vergoeding bijgebragt, is na hier op ingenomenè eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 17 Aug. jongtsleden, goedgevonden het verzoek bij den ReO 0 5 ques-  ïo September 1797. queste gedaan, te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt kracht deezes. "Verlezen de Requeste van Adriaan Boesfes, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de Volks-Vertegenwoordigers hem Requestrant geliefden te verklaaren voor meede berechtigd tot de fchaadeloosftelling ingevolge de Publicatie van .den 30 Mar 1797» mec auctorifatie op de Municipaliteit des Ampts tusfehen Maas en Waal om denzelven daar voor te erkennen, en om de perfoon of perfonen, welke geduurende die zijne abfentie zijne zaaken hebben waargenomen, in des Requeftrants plaatze tot het doen der opgaven van requifitien, fchaaden enz. en het beëedigen van dezelve, te admitteren. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden van Financie, vermogens marginaal appoinctement van den 17 Augusti laatstleden, is goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek, ten Requeste gedaan, niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien afgewezen. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgebragt eene Memorie van den Burger  19 September 1797. ger R. van Gijtenbeek, geadjungeerde Fiscaal deezes Quartiers aan hun gfëxhibeerd, houdende . i°. Dat als nalatige in het betaalen van den 50^ penning over 1796 zich meede bevonden twee Commisfarisfen over het diftrict van Thielre-waard. 20. Dat Commisfarisfen tot den ontfangst van den 5ofte penning enz. over het diftrict van Thielre-waerd weinig of geene Certificaten aan die geene, welke den Eed hebben afgelegd en gefurneerd, gegeeven hadden, maar alleen een Reccpis van het geen aan Comributien hadden betaald: Dat er alnu op de lijst der gebrekige in den 5o(te penning onderfcheiden Perfonen zich bevonden, die werkelijk hadden gefurneerd, en welke Perfonen door het gemis van de verklaaring, dat zijL. den Eed hadden gedaan en gefurneerd, alnu buiten de mogelijkheid waren van zulks voldoende te bewijzen, 't welk, wanneer zij een Certificaat van den Eed te hebben afgelegd, en welke op naam gegeeven wierden, waren hebbende, zulks zouden hebben kunnen doen. Dat hier door bij de aanftaande Citatie der op de lijst zich bevindende gebrekige, deeze of geene zullen worden opgeroepen, welke hebben gefurneerd , en die zulks door Getuigens zullen kunnen bewijzen; verzoekende, alzoo de zulke niet  19 September \707- niet alleen redenen hebben van zich geindigneerd te houden, maar ook voor hun verzuim betaaling zouden vorderen, met de ordres van hun Gedeputeerden, en hoe zich in het cas, wanneer zulks ten dage der oproepinge door die lieden wierde gevorderd, zal hebben te gedragen, te mogen worden vereerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen om door den voorfchreven geadjungeerden Fiscaal het interesfe des Quartiers in deezen allerdings te doen waarneemen, en daaromtrent te verrichten, 't geen oordeelen zal te behooren tot voorftand van 's Quartiers Financien; met overlaating aan die geenen, welke gefurneerd, en geen Certificaat van den gepraefteerden Eed hebben bekoomen, ingevalle van oproeping, hunne aangewende kosten van de zuimachtige Commisfarisfen te kunnen répéteren, zoo en invoegen bevinden zullen te behooren. Is ter Vergaderinge door de Gedeputeerden ter Financie voorgebragt een Rapport van den Burger R. van Gijtenbeek, geadjungeerde Fiscaal, betrekkelijk eene daar bijgevoegde Lijst van de gebrekige in het voldoen van den 5oftcn pen-  19 September 1797. penning den 19 Julii en 3 Aug. 1795 gearresteerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan de Gedeputeerden ter Financie over te laten om in deeze zoodanig te disponeren, als overeenkomftig het geëmaneerde Placaat zullen oordeelen en bevinden te behooren. Is gehoord het Rapport van de Gedeputeerden ter Financie, vervattende eene propofitie tot introductie van nieuwe belastingen om te vinden de betaalinge van interesfe der geforceerde en nu gearresteerde vrijwillige Negotiatien; daar bij voorflaande de volgende imposten, als op de i°. Domefticquen. a°. Rijdtuigen van plaizier op riemen hangende 30. Honden. 4°. Hairpoeder, en eindelijk 5°. een zeker percent van alle de tractementen der Quartierlijke Amptenaaren: Vermeenende zij Gedeputeerden, dat deeze opgegeevene impofitien, welke door een ieder met eenpaarige fchouders gedragen worden, ten minften nadeele van de Ingezetenen van deezen Quartiere zulien verftrekken, en tot vinding dier verfchulde interesfe toereikende zijn. En  ' 19 September 1797. En hier op-door de Gecommitteerdens van het platte Land voorgefhgen zijnde het fcheiden op Reces tot Dingsdag den 10 October aanftaande, en de deliberatien hier over tot dien tijd uit te ftellen, ten einde voor af te befpeuren, welk effect de gearrefteerde vrijwillige Negotiatie koome te forteren: Hebben de Gecommitteerdens van Thiel en Bommel, confidererende de noodzakelijkheid van eene fpoedige introductie van nieuwe impofitien tot vinding der interesfen, en dat dit poinct reeds bij de voorige Vergadering om zich daar op te bekwamen bij de Steden en het platte Land is overgenoomen geweest, tegens het uitftellen der deliberatien hier over ten fterkften geprotegeerd. En hebben de overige Leden hier tegens eventueel gereferveerd dezelver contra-aantekening. De propofitie om op het houden van ieder Billardfpel te ftellen eenen impost van 50 guldens; op ieder Beugel- Kolf- en Kegelbaan 25 guldensop ieder riem fchrijfpapier 10 Huivers; mitsgaders de propofitie tot alteratie en ampliatie van den 90 articul van de Ordonnantie op het Klein Zegel, zijn bij de Leden der Steden en het platte Land overgenomen, en is wijders na gedaane refumtie goed-  19 September 1797. goedgevonden te fcheiden op Reces, om op den tweeden dingsdag in October des avonds binnen de Stad Nijmegen te koomen, en daags daar aan volgende de befoignes te reëntameren. Uit naam en last van de Volks - Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. JOH. in de BETOUYV.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN OCTOBER 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. 3- Pp   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. T II I E L. Carel Campagne, rombout van rlemsdijk , Pieter ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz, Augustinus Geukama. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, Jacobus Smits, Hendrik Derkse, Peter Wouters van den Ouden Weijf.r. P p 2 OVEPv  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM, PANNERDEN, MILLINGEN. Jan Bodd , Derk Leenders, Gradus Roes , Johannes Glover, Burgert Burgers, Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET BALGOIJ EN KEENT. Aeldert Schouten, Jan Festen , Aeldert Versteege, Jan de Bruijn.- NEDER-BETUWE. Bart van Lienden, Aalbert van Eldick. THIELRE-WAERD. Godefridus Buschman , Herbekt van Ballegoijen. BOMMELRE-WAERD,' MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. De bovengemelde Gecommitteerde Godefridus Buschman. | Re-  io October 1797. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden op eene extraordinaire Landfchaps Vergaderinge binnen de Stad Nijmegen in October 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 10 October 1797. De Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland op verfchrijvinge van het Provinciaal Collegie op 's Landfchaps kamer te zaamen gekoomen zijnde, hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, na verleezing der Commisfien, goedgevonden de Landelijke zaaken wederom, als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen, en tot Voorzitter deezer Vergadering te benoemen den Burger Aalbert van Eldick, voorts tot Gecommitteerdens ad caufas de Burgers H. Hoogers, C. Campagne, en D. Prillevitz, refpective Leden der Magiftraten van Nijmegen, Thiel en Bommel uit de Steden, -Aeldert Schouten, gemelde Aalbert van Eldick en Godefridus Buschman uic het platte Land. Pp 3 Ver-  io October 1797. "Verlezen de Requeste van Rolanda Engelen, woonagtig te Nijmegen, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, auctorifatie op de binnen de voorfchreve Stad geftelde Commisfarisfen om den eed op de door de Requeftrante opgegeevene fchaaden afte neemen , en daar van de noodige aantekening op de lijst der fchaadens te maaken. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden deeze Requeste te renvoijeeren aan de Gedeputeerden ter Financie, om daar op, na bevind van zaaken , in naame van den Quartiere te disponeren. Op Requeste van Maria Agnes Streek, Weduwe van T. H. Meijnhardt, verzoekende om de daar bij aangevoerde motiven, dat de Volks-Vertegenwoordigers de Requeftrante geliefden te verklaaren meede berechtigd tot de fchaadeloos ftelling bij Publicatie van den 30 Mai 1797 gerefolveerd. De Volks-Vertegenwoordigers hebben na voorgaande deliberatie goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie, om daar op, in naame van den Quartiere, zoodanig te disponeren, als na bevind van zaaken zullen oordeelen te behooren. Op  io October 1797. Op Requeste van Arnoldus Cornelis, thans woonende te Grave, verzoekende om de daar bij gededuceerde redenen, dat aan Requeftrant, gelijk aan andere Inwooneren van dit Gewest, vergoeding van fchaade moge worden vergund. De Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers hebben na deliberatie goedgevonden dit Request te renvoijeren, zulks doende bij deezen, aan de Gedeputeerden ter Financie om daaf op in naame van den Quartiere te disponeren. Op Requeste van Allegonda Schiltmans, woonende te Wamel, verzoekende onder Oorlogsfchaadens het affchieten haarer vingers aan de rechte hand door een Canon-kogel, en geledene fmerte, temogen opgeeven, enz. Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden , dat in het verzoek, by den Requeste gedaan, niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. Request van J. Bodd; van Benjamin Hamerfiag; en de Verklaaring der Leden, compofercii le ie reit des Kerfpels Pannerden, zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Fi-  i M October 1797. Financie, om dezelve te examineren, en daar op te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs. Woensdag den 11 October 1797. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Liquidatie tusfehen het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen welzijn in Gelderland en de Commisfie van Financie deezes Quartiers, waar bij het Quartier alnoch is competerende de fomme van ƒ24666-13-5-3-, in het breede bij voorfchreve Liquidatie gedetailleerd en gefpecificeerd. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om de voorfchreve fomme ingevolge de vooraangetogene liquidatie ten fpoedigfien te incasferen. Op Requeste van Ifaac Gramfer, Koster, Voorzanger en Schoolmeester bij de hervormde Gemeente te Neder-Asfelt, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen admisfie tot fchaade-vergocding; Is na gehoudene deliberatie goedgevonden het zelve te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter  II October 1797. ter Financie, om, na ingenomen bericht van de Ampts-Regeeringe van Tusfehen Maas en Waal, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. Op Requeste van Chr. Koentz, als gevolmagtigde van de Weduwe van S.Rienewerf, inleven Predikant te Niftrik, Balgoij en Keent, verzoekende qpr. als vooren, admisfie ter fchaade-vergoeding; Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden het zelve te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar op, na bevind van zaaken, naamens deezen Quartiere te disponeren. ï~Iet Request van Gijsb. van Gameren, Onderfcholtus van de Avezathen is gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Is ter Vergaderinge gelezen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 20 Septemb. laatstleden aan de hoogst geconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, houdende, dat ter hunner kennisfe gekomen zijnde, dat de fiemming des Pp 5 Ne-  li October 1797» Nederlandfchen Volks over het. Plan van Conftitutie op den 8 Augusti laatstleden in alle de Gewesten niet was gefchied op den gelijken en eenparigen voet, welke behoort plaats te hebben, wanneer een geheel Volk over zijne algemeene belangen uitfpraak doet, maar dit, in tegendeel, de geconftitueerde Magten in zommige Gewesten zich veroorloofd hadden, om , bij Provinciale Publicatien, daar bij te voegen zekere bcpaalingen en bijzondere verordeningen; en , in andere Gewesten, daar benevens het Volk te doen ftemmen over zekere huishoudelijke zaaken, dewelke destijds niet te pas kwamen; alles ftrijdig met het voorfchrift, vervat bij het Reglement voor de Nationale Vergadering, en bij Proclamatie van den 9 Junii laatstleden, en nadere Publicatie van den 25 Julii daar aan volgende, het noodig geacht hadden hunne ernflïge afkeuring van gemelde handelingen dier Gewestelijke Bcfluuren te doen blijken, en tevens aan te fchrijven , dat zij geene hoogstgeconftitueerde Magt in eenig Gewest bevoegd achten, om, ingeval de item des geheelen Volks over eenige algemeene Nationale belangen moet worden uitgebragt, daar aan eigener auctoriteit iets het minfte toe of af te doen, of wel te gelijker tijd het Volk in derzelvêr Gewest over eenig  ii October 1797. eenig ander onderwerp naar goedvinden te doen ftemmen, maar in tegendeel, dat zij verftaan, dat de hoogstgeconftitueerde Magten in alle de Gewesten zich ten dien opzichte ftiptelijk en naauwkeurig zullen houden aan het algemeen voorfchrift, zonder eenige eigendunkelijke (1) additamenten of bepaalingen; met verklaaring, dat zij, in het toekomende, alle zoodanige ftemming over algemeene belangen des Volks, welke door Provinciale Publicatien', of andere dispofuien zal bepaald, of met eenige bijvoegzelen zal vermeerderd zijn, ingevolge den duidelijken letter van het Reglement, zullen moeten houden voor nul, onwettig en onverbindende, terwijl in zulke gevallen aan de hoogstgeconftitueerde Magten in de Provinciën niet anders wordt overgelaten, dan de bezorging der locale en eener goede Politie bij het houden der Grond- of Kies-Vergaderingen en zoodanige verdere fchikkingen, als hun bij het Reglement voor de Nationale Vergadering zijn aanbevoolen : En dat zij derhalven vertrouwden, dat de geconftitueerde Magten in alle de Gewesten , indenkende de noodlottige gevolgen van eene tegengcftelde handelwijze voor de Vrijheid en het Vaderland niet zullen aarzelen om aan deeze CO Qaa". Ree. d. d. 5 Julii dtizes jaars 1797.  11 October i _7y_7. ze ernftige adhortatie te defereren, maar dat zij in het vervolg zullen zorge dragen, dat de (temming des Volks in zijne Grondvergaderingen over algemeene Nationale belangen binnen hunLieder Gewest ftiptelijk gefchiede volgens het Reglement en hunne Proclamatien, zonder daar in iets het minde toe of afte doen; zoo en invoegen daarbij met meerderen vermeld. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier deeze Misfive voor notificatie zoude aanneemen. T er Vergaderinge voorgebragt zijnde eene Misfive van de Commisfie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, tot de buitenlandfche zaaken, ten bijlage hebbende eene Note van den Charge d' Affaires van het Hof van Denemarken, waar bij denzelve in naam van zijne Deenfche Majefteit, intercederende voor hoogstdeszelvs bloedverwant den regerenden Graaf van Bentheim Steinforth, zich beklaagt over 's Landfchaps refolutie op den 23 Aug. laatstleden genomen, waar bij de Heerlijkheid Batenburg, aan gezegde Graaf toebehoorende, provifioneel, wat het politique en justitiële betreft,  ii October 1797. treft, wordt geïncorporeerd in het Ampt tusfehen Maas en Waal, verzoekende eenig bericht nopens den toedragt deezer zaak: Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te concurreren , dat aan de voorfchreve Commisfie provifioneel namens de Landfchap werde gerefcribeerd, dac de Landfchap op het fcheiden ftaande, een gedetailleerd bericht ten deezen opzichte zoo fchielijk niet kan vervaardigd worden, dan dat het zelve, zoo dra mogelijk, zal worden gezonden: Dat echter de Landfchap de Commisfie voorlopig behoorde te informeren, dat dezelve altijd in begrip hadde geverfeerd, dat omtrent de Heerlijkheid Batenburg, als een (1) buitenlandfch Leen zijnde, voor als nog geene verandering konde ondernomen worden, en dat al het geene daar f i") liet territoriaal recht- over de Heerlijkheid Batenburg competeert aan de Landfchap, Land. Ree. d. d. d. iö Mai 1620. iC jun. 1640. 16 Maart 1C64. En contribueert Batenburg aan het Quartier van Nijmegen Land. Ree. d. d. 23 Febr. 1-577. 29 Nor. 1600. 12 Fehr. 1605. 29 Nov. 1630. wordende alhier beleend als een Keilers leen. Land. Ree. d, d. 26 Maart 1664. Zijnde al in den) jaare 1254 als een Rijksleen bekend: edoch waren de Heeren van Batenburg niet anders of verder gehouden de investiture te verzoeken, dan te Aken, wanneer de Keifer en Roomi'ch-Koning aldaar gekroond wierdt. De Heeren van Batenburg, waar onder behoorden Horsfin en Leur, vertellenen als Banneiheeren, ten Laiuldage. Landd. Ree, . d. d, 22 Noyemi, 1564.  ii en 12 October 1797. daar vervolgens gebeurd was, alleen een gevolg was geweest van de exhörtatoire Misfive der Nationale Vergadering, om aan-de Ingezetenen dier Heerlijkheid het effect te doen genieten van de rechten van den Menfch en Burger, aan dezelve volgens: de tegenwoordige ordre van zaaken competerende. Donderdag den 12 October 1797. Ontfangen eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, gefchreven in den Hage den 25 Sep-' tember laatstleden, dienende tot refcriptie op dezerzijds Misfive van den 18 daar te voren, houdende, dat, vermits de Adfignatien, daar bij vermeld, bekomen hadden door de Nationale Vergadering, zij dezelve zonder fpeciaal Decreet en auctorifatie van die Vergadering niet konden te rug zenden; dog dat, wanneer in aanmerking namen , dat de Provincie Zeeland bij de Nationale Vergadering geobtineerd hadde eene fuppletoire fchaade vergoeding wegens het gemis van derzelvêr Committimus over de jaaren 1794 en 1795, dewelke aan die Provincie gevalideerd zal worden in deszelvs Quota in de begrooting der ge- . . mee-  12 en 13 October 1797. meene Landskosten over 1798, cn dat, onaangezien deeze post niet kan dienen in mindering der Quota over 1797, dezelve nochtans, cafuquo, dat executie zoude moeten plaats hebben , gecomputeerd zal worden in de optelling der gedaane furnisfementen van dat Gewest, gemelde Committé niet twijfelde, of dit Quartier zoude op den eerften aanzoek, daar toe bij de Nationale Vergadering te doen, gelijke computatie op den eerften termijn van 's Quartiers Quota in de 40 Millioenen obtineren. Waar op gedelibereerd en in aanmerkinge genomen zijnde, dat de gelden voor de beide Adfignatien ter fommen, refpective, van 60,'boo-: en van 40,000 in gereedheid leggen, is goedgevonden deeze Misfive voor notificatie aan te neemen. Vrijdag den 13 October 1797. "Verlezen de Requeste van Peter Heijfen en Coenraad Coenraads, geweze Pagters van deezes Quartiers impost op het Gemaal over de Stad en Schependom van Nijmegen, ingegaan geweest i°. Julii 1796, om redenen, daar in zeer breedvoerig gedetailleerd, verzoekende, om tegens de erreuren, excesfen, grieven en bezwaaren bij de Ge-  13 October 17<)J. Gedeputeerden ter Financie in derzelvêr Decreten, appoinctementen en fententie de datis ig% en 16 Febr. deezes jaars 1797, in zaake van Requeftranten tegens'M. Verbeet en P. van Ellekom, ter praejudicie van Requeftranten, begaan en gecommitteerd, in haar geheel te worden herfteld; mitsgaders, dat ten dien einde de fententie, den 16 Februarii 1797 in de gelibelleerde Procedure ten principalen gevallen en gepronuncieerd, door deeze Vergadering zal worden verklaard te laboreren aan nulliteit, dezelve fententie derhalven Hellende buiten effect, en de-Requeftranten daar tegen accorderende volledige restitutie in integrum, met overlating aan de Citanten, nu Requeftranten, om bij Request aan het Collegie van Gedeputeerden. van Financie, zoo gelijk het zelve thans is geconftitueerd, te verzoeken praefixie van eenen nieuwen dag van rechten en dagvaarding van Parthijen tegens denzelven , omme alsdan in de voorfchreve Procedure, door ofte van wegens Citanten, nu Requeftranten, bij mandement van Citatie tegens M. Verbeet en P. van Ellekom ter Camere van Financie geëntameerd, bij monde pf anderzins te worden gerepliceerd en gedupliceerd; voorts de  October 17$?. novo daar inne te worden gefcntentieerd,alsna rechten' en practijkzal bevonden worden te behooren: Ofte dat de Volks-Vertegenwoordigers zoodanig anderzins omtrent de voorgedragen poinctën zouden gelieven te disponeren, als de zorg voor den welvaard en bloeij Van 's Quartiers Financien aan hun toevertrouwd, het maintien van Pagters in het volle recht van haare gepagte imposten daar van onaffcheidelijk, voorts die gevoelens vanj-uftitie en aequiteit, welke rechtgeaarde VolksVertegenwoordigers éigen zijn, convenabel zouden doen voorkoomen. Meede verlezen een nader Request van de voorfchreve Requeftranten, verzoekende dat hun lieder beklag wegens begaane erreuren, excesfen, grieven en bezwaaren van tijdelijke Gedeputeerden ter Financie , bij derzelvêr overgegeevene Deductie van den 13 Mai 1797 vervat, mag worden afgedaan, ten einde hun recht en juftitie mag wedervaren : Dan nog een Request van dezelve, inhaererende hun nader addres van den 14 Augusti laatstleden. En hier op vermogens Apostille van den 20 Mai deezes jaars gehad hebbende het Bericht van de Gedeputeerden ter Financie. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers deezes 3-: Q *i Quar-  13 October 1797. Quartiers na gehoudene deliberatie met het vooraangetogen Bericht genoegen genomen. Op Requeste van de Ingezetenen en Geërfdens des Kerfpels Pannerden, daar bij verzoekende, dat het Kerfpel Pannerden van den zwaaren last der Verponding mogte worden ontheven, ofte immers zoodanig gemodereerd, dat de Ingezetenen eenigzins in ftaat mogten worden gefteld den last der Verponding te kunnen dragen. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, na hier op gehad te hebben de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Amptsreregeringe van Over-Betuwe, om te dienen van Bericht. Op Requefte van Antonia van Mullukom, eertijds Weduwe van den Medicinae Doctor W. van der Weerden, en nu herhuwd met A.Verheijden, thans woonende te Eken, verzoekende te mogen participeren in de gearresteerde fchaadeloosftelling: x De Volks-Vertegenwoordigers hebben na gehoudene deliberatie in Requeftranr.es verzoek gedifficulteerd, daar in difficulterende bij deezen.  13 October 1/97. Op Requeste van Frans van der Salm , woonende te Alphen, verzoekende eenige vergetene posten van fchaaden alnog te mogen opgeeven. Is na voorgaande deliberatie in Requeftranw verzoek gedifficulteerd, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Op Requeste van.Dirk Sas, woonende te Wamel, verzoekende alnog 100 Malder Haver, als vergeeten, te mogen opgeeven: De Volks-Vertegenwoordigers hebben na deliberatie in Requeftrants verzoek gedifficulteerd, zulks doende bij deezen. Op Requeste van Victor Steiguer, verzoekende, om. de daar bij geallegeerde redenen , .bevoegd te mogen worden verklaard om te participeren in de fchaadeloosftelling : De Volks-Vertegenwoordigers hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat in Requeftrants verzoek niet kan worden getreden, en wordt 't zelve mitsdien afgewezen. Op Requeste van de Weduwe van Gerrit Cloofterman, en van de Weduwe van Jan Hendriks, woonende te Hatert, verzoekende om de daar bij Qq 2 ver-  13 en 14 October 1797. vermelde redenen kwijtflag van ƒ470-:-: wegens de confumtien over 1792, en 1793, verfchuld- Is goedgevonden te perfifteren bij 's Quartiers refolutie den 9 August. 1796 genomen. Saturdag den 14 October 1797. "Verlezen de Requeste van Francis Janszen Roelofs, en Jan van Swam, Buurmeefteren des Kerfpels Wichen, daar bij te kennen geevende, dat in de jaaren 1795 en 1796 door onderfcheide troupes deezer Republicq gerequireerd waren negen cn veertig karren: dat Requeftranten alle moeiten hadden aangewend om na te gaan, voor welk Regiment dezelve gebruikt waren, edoch vruchteloos; verzoekende vervolgens om de daar bij gededuceerde redenen auctorifatie op de Burgers Ordinaris Gedeputeerden om op de bij den Requeste gevoegde lijst Ordonnantie ten fine van betaaling te verleenen. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers, na ingenomene eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, vermogens appoinctement van den 16 Sept: laatstleden, goedgevonden ds Requeftranten te renvoijeren, zoo als gefchiedt bij deezen,  .14 October 1797. zen, aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande. "Verlezen Requeste van Benjamin Hamer-dag, Pagter van den impost op de Wijnen en Bieren , mitsgaders op den Azijn over de Stad Nijmegen, ingegaan i°. Julii 1794, daar bij verzoekende, dat van de betaaling van de agt laatfte maanden ten opzichte van de Wijnen en Bieren, en van de tien laatfte maanden ten opzichte van den Azijn goedgunftiglijk mogte worden gelibercerd, offererende om de ongeveer twee duizend zeshonderd Livres Franfche Adfignaten, bij hem uit hoofde van gezegde imposten ontfangen, (zoo als bereidwillig was jiirato te behouden) ter dispofitie van deezen Quartiere over te geeven. En hier op gedelibereerd zijnde , hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, na ingenomene eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 10 deezes, goedgevonden den Requeitrant te gelasten vifie van deszelvs Boek of Boeken te geeven, voorts te bezweereu; en dienvolgens in des, Requeftrants gedaane verzoek , zoo als het legt, te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Qq 3 Ver-  ï4 October 1797. Verlezen de Requeste van G. Rink, woonende te Maas - Bommel , verzoekende om de bij den Requeste geallegeerde redenen van de poenaliteit , bij de Publicatie van den 9 Februarii 1795 omtrent het emigreren geftatueerd, ontheven, en overzulks, even als andere berechtigde Ingezetenen, tot de fchaadevergoeding geadmit teerd te mogen worden: En hier op' gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, na daar op te hebben ingenomen het bericht van de Municipaliteit van Maas-Bommel, vermogens appoinctement van den 10 deezes maands, is goedgevonden, na gehoudene deliberatie, in des Requeftrants verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. Verlezen de Requeste van M. Francken , C. van Lutterveld, en W. Brenkman, Burgers en InwooT ners der Stad Thiel, daar bij te kennen geevende, dat zijlieden nog Recepisfen wegens furnisfement in de eerfte geforceerde geldheffing waren hebbende, welke niet bij hun tegens Obligatien ten laste deezes Quartiers waren verwisfeld, en, om zoo veel mogelijk een rond Capitaal te hebben, aangekogt voor een gedeelte. Dat,  14 October 1797. Dat, voor zoo verre die aankoop betreft, Requeftranten buiten magte: waren , uit kracht van de Notificatie van den 27 Julii deezes jaars, dié met hunne Recepisfen wegens furnisfement te verwisfelen , alzoo de daar in geftelde Eed de Requeftranten zulks verhinderde; verzoekende vervolgens om redenen daar bij in het breede gedetailleerd , hunne Recepisfen alnog te mögen verwisfelen, en dat, zoo 'er eene eedelijke verklaaring noodig was, Requeftranten bereid waren te verklaaren, dat zij die Recepisfen wegens 'gefuf' neerde 50^ penning, en door aankoop bekoomen hébbenzonder echter daaromtrent ter kwaad er trouwe te hébben gehandeld, of dezelve onder eenig voorwendzel van praejudicie van het Publicq Credit van het Quartier te hebben gekogt. Noch verlezen een nader Request van de Requeftranten : Eri hier op vermogens appoinctement van dén 24 Aug. laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is, na gehoudene deliberatie , goedgevonden te perfifteren bij 's Quartiers Refolutie van den 7 Julii aatstleden. Qq 4 Op  14 October 1797. Op Requeste van P. Hoeffmit en A. van den Broek, als geweezene' Buurmeefteren van Batenburg, verzoekende om daar bij aangevoerde redenen, uitflel tot het doen der zettingen,: tot dat de aldaar fubfiflerende differenten zullen zijn ontr ruimd; , Is goedgevonden bij de Refolutie, den 24 Augusti laatstleden genomen, te perfifteren, gelijk daar bij geperfifteerd wordt kracht deezes. H et Request;van Directeurs over de Watermolens in den Polder.van Wamel, Dreumel en Alphen, is gefteld-in handen van de Gedeputeerden ter Financie, .om , na ingenomen Berigt van de Ampts regeeringe van Tusfehen Maas en Waal, te dienen van eonfideratien en advijs. Het Request van Buurmeefteren . van Hees ; mitsgaders van Buurmeefteren van Hatert zijn gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie, ten fine van eonfideratien en advijs. Op het geproponeerde, om door gepaste maatr regelen de gedreigde fchaade van de goedwillige Ingezetenen af te weeren, en dezelve iri gelegenheid te ftellen de Nationale executie, door  14 October 1797. door het hunne bij te dragen, voor te koomen. Is goedgevonden te arresteren de navolgende. Publicatie. . . ■ Vrijheid, . Gelijkheid,. , Broederfchap. . D e Volks-Vertegenwqordigers des Quartiers van Nijmegen in overweginge genomen hebbende, hoe door de gearresteerde Publicatie van den 14 September laatstleden wel hebben getracht hunne Meede-Burgeren en Ingezetenen binnen deezen Quartiere gelegenheid te geeven, . om door vrijwillige •furnisfementen van penningen de door ,de Nationale Vergadering gedecreteerde Executie voor het geene het Quartier in de 60 en 40 Millioenen alnoch fchuldig is, afteweeren: Edoch, dat niet alleen veele Ingezetenen wederhoudcn worden door de geringe verzekering, /welke de Deelneemcrs door het geftatuecrde bij de 8lle en 9dc articulen bekoomen; maar ook, dat andere om die zelve redenen flechts een gedeelte furnexen van dat geene, waar toe Vaderlands liefde en eigen belang hun anderzins zouden noopen: . En daar benevens in aanmerking neemende het verlangen van zeer veele hunner Meede-Burgcrs en Ingezetenen, dat deeze maatregel zoo verre wier-  14 October 1797. wierde geextendeerd, dat zij in eens met volle gerustheid hun aandeel in het restant der 60, en de termijnen der 40 Millioenen konden furneren onder ftellige guarantie voor executie, en eene volkottiene verzekering van voor hun gefurneerde in allen gevallen Obligatien te zullen ontfangen, ten einde zich voor eventuele fchaade te kunnen bevrijden. Voorts- genegen zijnde aan die rechtmaatige bekommeringen der Meede-Burgeren en Ingezetenen te gemoed te koomen: Hebben, met inhaefie der Publicatie van den 14 September jongstleden, na gehoudene deliberatie, en na ingekomene begrooting van het geene dit Quartier op de Petitiën van de 60 en 40 Millionen zoude fchuldig zijn; en meede gelet, dat volgens berekening, gecalculeerd naar het proven'ue van den 5ofte penning, elk van zijn vermogen en bezittingen ter afbetaaling van de beide geheele Petitiën ten minften 1 pet. zoude behooren te lasten, goedgevonden, om, was het mo- ' gelijk, de executie te praevenieren, en aan het geene van dit Quartier gevorderd konde worden te kunnen voldoen, de gearresteerde vrijwillige Negotiatie open te ftellen tot eene onbepaalde fom, en zulks tot den 15= Januarü des aanftaande • . jaars  14 October 1797. jaars 1798, wanneer dezelve zal gehouden worden voor gefloten. En zal tot dat einde de deelneeming in deeze Negotiatie, waar toe een iegelijk Meede-Burger en Ingezeten om daar in, voor al voor den eerften termijn, te participeren worden uitgenoodigd en aangemoedigd, kunnen gefchieden bij de Ontfangers, in de gemelde Publicatie- van den 14 September laatstleden benoemd, en de furnisfementen gedaan worden in drie termijnen; de eerfte termijn voor den eerften November aanftaande, de tweede voor den eerften December daar aan volgende, en de derde voor den vijftiende Januarii des aanftaande jaars 1798, terwijl het teffens aan een ieder blijft vrijftaan om zijn verfchuldigde bij den eerften termijn in het geheel op de refpective Comptoiren te furneren, daar onder blijvende gerekend het geene reeds gefurneerd is. Beloovende overzulks zoodanige der Ingezetenen en Meede-Burgeren, die in deeze vrijwillige Nego?iatie, op dien voet als voorfchreve, deel neemen, of reeds hebben genomen, te zullen guaranderen en zeker ftellen tegen alle executien, die uit bovengemelden hoofde van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te wachten zouden mogen zijn, voor-  14 October 1797. voor zoo veel elks gefurneerde in Comptanten betreft: En zullen mitsdien in gevalle van eventuele excutoriale heffingen, het zij die Nationaal, het zij Quartierlijk, mogten worden geinftitueerd, de bij wege van anticipatie gefurneerde penningen verftrekken in mindering of voldoening van elks verfchuldigde in de-Petitiën van.de 60 en 40 Millioenen, welke bij onverhoopte Nationale executie door of namens het Quartier voor de Geldfqhieters in de Nationale cas zullen worden geftort; en in allen gevallen voor de aldus'bij anticipatie,, om te valideren in de executie of heffing , van een quotelen penning voor het. restant debet op de 60 Millioenen , en termijnen in de 40 Millioenen , gefurneerde penningen Obligatien ten laste deezes Quartiers worden uitgegeeven. Terwijl de zoodanige* welke van de gelegenheid om in deeze vrijwillige Negotiatie deel te neemen, geen gebruik maaken, en alzoo uit eigene verkiezing tegens eene aanftaande executie zich niet willen fchadeloos ftellen, aan hun eigen lot en de meer energique maatregelen van de Nationale Vergadering, overgelaten worden, en het Quartier zich de tegen hun te dirigerene executie niet zal aantrekken. , Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Fi- nan-  , 14 October 1797. nancie om deeze Publicatie ten fpoedigften te doen emaneren , als gebruikelijk is. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan , is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijvcn de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede • Burgers De Gecommitteerdens wegens de Stad Nijmegen ter onzer Vergaderinge voorgedragen hebbende de onmogelijkheid om dfe Pagters van 's Lands gemeene middelen te maintineren tegen fluikerijen door het openleggen der Fortificatie-werken, en de zoo zeer fchaadelijkc faciliteit in het beklimmen der Stads wallen bij gebrek van Guarnifoen, waar door de Financie deezes Quartiers aanmerkelijk worden gepraejudicieerd, en eene onvermijdelijke ruine der Pagteren gecaufeerd, ons verzoekende met betrekking tot die bezwaaren zoodanige voorzieningen te willen helpen effectueren, als ten beste van gemelde Financien, en tot maintien der Pagteren bij hun recht in het vertreden van hunne gepagte imposten, noodzaaklijk zouden oordeelen: Heb-  14 October 1797. Hebben wij in aanmerkinge van de billijkheid van deezen voorflag, en wegens het grootbelang van het Quartier in dezen, vermeend UL. te moeten verzoeken, en met allen nadruk te •infteren, dat een geheel Bataillon Bataavfche troupes, hoe eerder zoo beter, en vervolgens permanent, in bezettinge moge worden gehouden', ten dienfte van den Lande in het gemeen, en van voorfchreve Stad in het bijzonder, en ten einde deezer Quartiers Financiële Ordonnantiën en refolutien tegen fmokkelarijen van 's Lands imposten zullen kunnen worden gehandhaaft na behooren. Inmiddels Meede - Burgers bevelen wij UL. in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 14 October 1797, heiderde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Op Requeste van J. H. Spillenaar woonagtig te Ophemert, daar bij verzoekende, dat de Gede- pu-  14 October 17$7. puteerden ter Financie, om de bij den Requeste geallegeerde redenen, mogten worden geauctorifeerd om aan Requeftrant voor een Recepis eene Obligatie ten laste deezes Quartiers rentlopende tegens 3 pet. uit te reiken: En hier op vermogens appoinctement van den 16 Sept. laatstleden gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie; Is na deliberatie goedgevonden het verzoek, bij den Requeste gedaan, provifioneel te houden in advijs. Op Requeste van die van den Gerichte van Dieden, daar bij verzoekende, dat, daar het door die Ingezetenen geleverde niet volgens het Maximum, maar verre onder het bepaalde Maximum gefteld was, wanneer aan andere de gedaane leveringen ingevolge het geftelde Maximum betaald wierden, aan die Ingezetenen het door hun op requifitie enz. geleverde , meede op gelijke wijze ingevolge het Maximum mogte worden voldaan. En hier op vermogens appoinctement van den 14 September laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en het advijs van de Gedeputeerden ter Financie; Is, na gehoudene deliberatie, daar ingevolge bet  14 October 1797. het Placaat tot fchaadeloosftelling al 't geene boven hetMaximumïs gefteld geworden, na het zelve moet worden gediminueerd , en het geen onder het Maximum is opgegeeven, ingevolge die opgaave moet verblijven, goedgevonden in der Requeftanten verzoek niet te treden. Bij het leezen.der Requeste van de Gecommitteerdens uit den Voike van Nijmegen , aan de Landfchap gepraefenteerd, gebleken zijnde, dat de daar bij geappliceerde documenten niet zijn gemunieerd met behoorlijke Klein Zegels volgens de Ordonnantie op dat middel: Is na deliberatie goedgevonden ten aanzien der boetens, zoo welbij de Inftellers, als dengeenen, die dezelve met incompetente Zegels hebben gemunieerd en geauthentifeerd, verbeurd, de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, om na verhoor van den Fiscaal, daaromtrent na bevind van zaaken te doen handelen. Op het geproponeerde ter Vergadering; Is goedgevonden de bepaaling der tijd ter inwisfeling van de Recepisfen der tweede geforceerde Geldheffinge over te laaten aan de Gedeputeerden ter Financie; met auctorifatie op de- zel-  14 October 1797. zelve om de daar voor af te geevene Obligatien en rentloopende Recepisfen te adfigneren ten Comptoire der Verpondinge te Bommel. Waar meede het Quartier na verlezinge van dit Reces op heden is gefcheiden. Uit last van het zelve JOH. in de BE TOUW. R r  ■  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN OCTOBER 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. Rr 3   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. - NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Carel Campagne, Romrout van Riemsdijk.' Pieter ten Bosch. BOMMEL. Daniël Prillevitz. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, Jacobus Smits', Hendrik Derkse, Peter. Wouters van den Ouden Weijer. Rr3 OVER-  ■ OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLECOM, EN MILLINGEN. Jan Bodd , Derk Leenders, Johannes Glover, Burgert Burgers, Nicolaas Arntz. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET LEUR, BALGOIJ EN KEENT. Aeldert Schouten, Aeldert Versteege, Peter van Heumen, Jan de Bruijn. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick, Dirk Slingervoet. THIELRE-WAERD. Herbert van Ballegoijen. BOMMELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM DER STAD BOMMEL. Dezelvde Gecommitteerde Herbert van Ballegoijen. Re-  25 October 1797. Reces des Quartiers van Nijmegen, gehouden binnen de Stad Nijmegen in October 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Woensdag den 25 October 1797. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen op verfchrijvinge van de Gedeputeerden ter Financie ter Raad-kamere der Stad Nijmegen erfchenen, het gewoon Gebed tot God Almagtig gedaan, en de Commisfien gelezen zijnde , heeft den Burger Aalbert van Eldick, verkooren tot Voorzitter, de praefente Leden voor derzelvêr tijdige en goedwillige comparitie bedankt , en ten aanzien van de redenen deezer convocatie zich gedragen tot het poinct in de brieven van uitfchrijvinge vervat. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen , dat zij gezien en geëxamineerd- hebbende eene Publicatie door de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, den 12 deezer maand gearresteerd, wegens de heffing-van den 8oto Rr 4 pen-  £5 October 1797. penning van de Ingezetenen deezes Quartiers , en wel voor den 15 November aanftaande , en daar bij in confideratie hebbende genomen, dat, wanneer die Ingezetenen, ingevolge de Publicatie van den 14 dezer, | gedeelte van een 50^" penning kwamen te betaalen , die betaaling op verre na niet genoegzaam zoude zijn, om voor dezelve den 8oftcn penning, welke van hun bij executie zal worden gevorderd, te kunnen voldoen, en dus de daar bij gedaane guarantie krachteloos gemaakt, vermeend hadden het Quartier hier over extraordinair te moeten convoceren , ten einde daaromtrent nader zoodanig te refolveren, als bevonden zal worden te behooren: Geevende het Quartier vervolgens in bedenking, of niet aan de Nationale Vergadering zoude behooren te worden gefchreven , dat men niet hadt kunnen verwachten, dat dezelve zoude befloten hebben om tegens dit Quartier die executie te onderneemen , daar het aan een ieder overbekend .was, en aan de Nationale Vergadering meermalen was voorgedragen, dat geene der Gewesten meerder door de rampen des oorlogs is geteifterd, dan dit ongelukkig Quartier, en dat de Ingezetenen van dien nog dagelijks gedrukt worden door inkwartieringen der doortrekkende troupes: dat het  25 October 1797. het derhalven voor de Ingezetenen van dit uitgeputte Quartier, die al reeds twee reizen den 5o,len penning en dubbelde Verponding van hunne bezittingen hebben voldaan, ten uiteriTen hard moet vallen , alnog te worden geëxecuteerd, en genoegzaam geruineerd, daar men in vroegere tijden andere Gewesten, voornaamlijk de Provinciën Zeeland en Vriesland, in omftandigheden, die bij deezen van het Quartier geenzins te vergelijken zijn, zeer aanmerkelijk hadt gefoulageerd en te gemoed gekoomen, ja zelvs uit de Generaliteits cas voor laatstgemelde Provincie 3 pet. van haare Quota eenigen tijd betaald , en in welke foulagementen dit Quartier, immers indirect, meede hadde gelast : Doch dat, indien echter de Nationale Vergadering geen gehoor zoude willen geeven aan deeze voordragt, en onverhooptelijk bleef perfifteren om met de executie voort te gaan, alsdan het Quartier zoude dienen te declareren, dat niet konde gedoogen die executie te laten dirigeren, eer en alvorens het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande zoude hebben overgegeeven eene accurate en fpecifique rekening van 't geene 't zelve zoude vermeenen , dat het Quartier op de Petitie van 60 Millioenen, en op den eerften termijn van die Rr 5 van  25 October 1797. van 40 Millioenen nog fchuldig zoude zijn, ten einde dezelve te kunnen examineren , en , zoo daar op eenige remarques mogten vallen, die te kunnen opgeeven en vereffenen, alzoo men alhier vermeend de Quota in de 60 Millioenen genoegzaam geheel te hebben afgedaan, en ook reeds zoo veele betaalingen op den eerften termijn der 40 Millioenen te zijn gefchied, dat tot aanbetaaling geene Salle penning noodig zal zijn geheven te worden: als zijnde het billijk, en over al gebruikelijk, dat een Crediteur, eer hij tot executie van zijnen Debiteur overgaat, die Crediteur verpligt is aan denzelven eene fpecifique rekening van zijne praetenfie ter hand te ftellen. Waar op geene refolutie is gevallen. O ntfangen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie , Financie en algemeen Welzijn, gefchreven te Arnhem den 20 deezes maands, tot bijlage hebbende het affchrift eener Misfive van de Nationale Vergadering van den 12 daar te vooren ten geleide eener Publicatie, waar bij aan de Ingezetenen van het Quartier van Nijmegen wordt kennis gegeeven, dat hoogstgemelde Vergadering befloten heeft van ieder derzelvêr te vorderen eenen 8oaen penning van zijne bezittingen tot  25 October 1797» tot voldoening der achterftanden zoo op den laatften termijn der 60 Millioenen over het jaar 1796, als op den eerften termijn der 40 Millioenen over dit jaar. Meede gelezen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 18 deezes aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Vertegenwoordigers des Volks van het Quartier van Nijmegen , houdende , dat noodig hadden geacht kennisfe te geeven, dat bij Decreet van den 12 daar te vooren eenige Leden hadden benoemd tot het werk der Executien van de achterftallige Gewesten en Quartieren , en voorts dezelve geauctorifeerd ten einde eenige Leden uit hun midden te defpicieren om in dit Quartier het noodige omtrent de gedecreteerde executie te verrichten, en naar gelang der omftandigheden zoodanig te handelen als zij gerade zullen oordeelen, mits na het afloopen der Executie of voldoening van het achterftallige doende rapport; met aanfchrijvinge, teneinde aan deeze intentie des te beter werde voldaan, om aan alle zoodanige fpeciale Commisfien, als uit de bovengemelde Commisfie reeds benoemd zijn, of nog te benoemen,; alle in-  25 October 1707. informatien en adfifientien te geeven of te doen geeven, als zij in deezen zouden mogen requireren, teneinde deeze Commisfie in de uitvoering van den aan hen gedemandeerden last uit dien hoofde geen entraves of hindernis mogen ontmoeten, en in ftaat gefteld worden om alle andere beletzeis fpoedig uit den weg te ruimen, terwijl niet twijffelden , of, daar de nood des Vaderlands hun tot deezen ftap genoodzaakt heeft, aan deeze hunne ferieufe intentie zal werden voldaan. Noch gelezen eene Misfive van de Commisfie der Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gedefpicieerd tot het werk der heffing van den uitgefchreven 8ofte penning, en executie van dien in het Quartier van Nijmegen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan de Nationale Vergadering , repraefenterende het Volk van Nederland, te fchrijven de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten! willen niet ontveinfen zeer gevoelig aangedaan te zijn geweest over den inhoud van Uw lie-  25 October 1797. ïieder Misfive, gefchreven in den Hage den ia deezes maands, waar bij GijLieden aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, gelievet kennisfe te geeven , dat, hoe aangenaam ULieden ook het tegendeel zoude geweest zijn, GijL. in de noodzaadlijkheid Uwlieden bevondet om gebruik te maaken van die magt , welke bij het Reglement voor de Nationale Vergadering zoo uitdrukkelijk aan UwLieden gegeeven is , en dus van elk Ingezeten van het Quartier van Nijmegen voor deszelvs individueel aandeel in de achterftanden van dit Quartier, zoo op den laatften termijn van de 60 Millioenen van den jaare 1796, als op den eerften termijn van de 40 Millioenen voor dit jaar; verpligt zijt te heffen eenen 8often penning van deszelvs bezittingen , en wel voor den 15^en November aanftaande. Wij hebben uit voorfchreve Misfive, door het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn, na ordre van Regeering binnen dit Gewest ons copielijk meedegedeeld , met leetwezen alverder ontdekt, dat de Publicatien, om zulks aan de Ingezetenen deezes Quartiers bekend te maaken, daar bij niet -alleen zijn afgezonden, maar wierden ook teffens met ontroeringe door  25 October 1797. door UwLieder Misfive van den 18 deezes geïnformeerd, dat de Leden uit ULieder midden gecommitteerd zig ten fpoedigften herwaards zouden begeeven tot bevordering der heffing van den uitgefchreven 8often penning, en executie van dien. Hoe zeer wij nu niet anders als zeer kunnen roemen de loffelijke ernst en ijver, dien GijL. betoont om aan uWe plegtig gedaane beloften getrouw bevonden te worden, wanneer GijLieden in weerwil van UwLieden zeiven, in de onvermijdelijke verpligting wordt gefteld om van Ingezetenen van een gebrekig Gewest eenen buitengewoonen quotelen penning te moeten heffen; Zoo hadden wij echter niet kunnen verwachten, dat GijL. zoudet befloten hebben om de executie wegens het achterftedige het eerst cn met de meestwerkende kracht te onderneemen en uit te voeren in een gedeelte van een Gewest, en wel in een alzulk Gedeelte, het welk meer dan eenige plaats in ons Vaderland door de rampen des Oorlogs is geteisterd, en waar in reeds zulke enorme geldheffingen hebben plaats gehad £ En hoe zeer wij ook mogten genegen zijn ons te fubjecterert aan die Middelen, die als noodig ten dien einde bij het Reglement voor UwLieder Vergadering zijn vastgefteld, indien GijLieden onverhoopte- lijk  25 October i7 Op Requeste van Pieter Vermehr, woonende te Nijmegen, zoo voor zich zeiven, als meede  26* October 1797. in naam en Van wegen zijn Schoonbroeder en Zuster J. F. van Troijen en H. J. Vermehr Ehel. woonende te Bommel, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat het de Volks-Vertegénwoordigers deezes Quartiers mogte believen Requeftranten bevoegd te verklaaren, om ten aanzien van den gemeenfchappelijken boedel van wijlen hunne Ouders C. W. Vermehr en G. C.Vonck in leven Ehel. te participeren in de fchaadeloosftelling, bij 's Landfchaps refolutie en publicatie van den 30 Mai 1797 aan de Ingezetenen deezer Provincie toegezegd; met auctorifatie op de Municipaliteit der Stad en Schependom van Nijmegen om Requeftrant ter beëediging zijner dienaangaande gedaane opgaaf, na dat dezelve aan het gearresteerde Plan getoetst, en, des noodig, dien conform geredresfeerd zal zijn, te admitteren. De Volks-Vertegenwoordigers hebben na deliberatie deeze Requeste gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie, om , na ingenomen Bericht van den Raad der Stad Nijmegen, daar op in naame van den Quartiere te disponeren. Op ingekoomene Misfive van Nicol. van Staphorst, en verdere Commisfarisfen van de Acceptatie-Kas, daar bij van de Volks-Vertegenwoor- di-  26 en 27 October 1797. digers of derzelvêr Commisfie van Financie verzoekende een officieel Document, met fpecificatie hoeveel en wanneer op dit refpect betaald is, ten einde het zelve te voegen bij de Rekening, welke reeds aan de Generaliteits Rekenkamer was ingeleverd. Hebben de Volks-Vertegenwoordigers, na deliberatie goedgevonden deeze Misfive te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om aan het verzoek, bij voorfchreve Misfive gedaan, te defereren. ■ Vrijdag den £7 October 1797. Is gehoord het Rapport van de Burgers Hoogers en andere Gecommitteerdens tot de conferentien met de Commisfie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gedefpicieerd tot het werk der heffing van eenen uitgefchreven 8often penning en executie van dien in dit Quartier, houdende, dat zij Gecommitteerdens aan welgemelde Commisfie in het breede hadden kennis gegeeven zoo van den financielen toeftand des Quartiers, als van de operatien, .welke zijn in werking gefteld om aan de algemeene lasten te voldoen i en vervolgens in discus- fien  *7 October 1797. fien getreden waren over het noodige tot het verrichten der gedecreteerde heffing van voorfchreven 8often penning, en caju quo executie van dien; mitsgaders omtrent het geeven of doen geeven van alle zoodanige informatien en adfistentien, als tot uitvoering van de door de Nationale Vergadering aan die Commisfie gedemandeerde last noodig zoude bevonden worden. Dat zij Gecommitteerdens aan welgemelde Commisfie verder hadden voorgedragen de redenen, waarom zij vermeenden, dat, zonder'tusfchenkomst van eenen 8ölbn penning, door de Nationale Vergadering gedecreteerd, de vrijwillige Negotiatie , bij Publicatie van den 14 September en 14 October refpective bij het Quartier gearrefteerd, en die wegens een vrees van de Ingezetenen voor de Nationale executie niet zoude nalaten te reusferen, toereikende zal kunnen zijn tot voldoening van 's Quartiers tegenwoordigen achterftand, waar voor de executie zoude worden gedirigeerd; met ernftige inftantien, dat dé Commisfie de gedecerneerde executie zoude gelieven buiten effect te houden, tot dat de termijnen der vrijwillige Negotiatie zouden zijn afgelopen, en gebleken zoude zijn, of en in hoe verre 's Quartiers verfchuldigde op de eerfte en tweede ter-  17 October 1797. termijn der 40 Millioenen voor den dienst van deezen jaaren daar uit zoude kunnen worden voldaan; wanneer zij wijders, in cas van eventuele executie, ten aanzien der nalaatige en halstarrige Ingezetenen, die geen deel in deeze Negotiatie hadden genomen, de behulpzaame hand zouden verleenen en meedewerken tot derzulker executie. Dan dat welgemelde Commisfie op deeze hunne conditionele voorilagen zich niet hadde kunnen uitlaten, zich alleenlijk explicerende betrekkelijk de heffing en executie zelve, en tot het daar toe meede werken ter voorkooming van exorbitante kosten, bij gebreke van adfiftentie daar uit moetende proflueren ; of opzichtelijk de voldoening van het achterwezen, waar op de executie rust, als geftand moetende doen den letter der genomene Decreten : Doch dat, daar het Quartier--«ich huiverig toonde tot het leenen van de behulpzaame hand, ja zelvs in de algemeene heffing en executie op grond van het decreet der Nationale Vergadering van den 12 October, invoegen daar bi} omfchreven , vermeende niet te kunnen meede werken, en zulks uithoofde van het declaratoir, vervat in de hier voorgemelde Publicatie deezes Quartiers, en om dat oordeelde genoegzaam te hebben aanbetaald op de 60 Millioenen, en eert ge-  a7 October Ï707. gedeelte op den eerften termijn der 40 Millioenen , en andere redenen, het zelve zich aan de Nationale Vergadering zoude kunnen addresferen tot bekooming van modificatie derzelve , of zoodanig anderzins, als zouden oordeelen en vermeenen. te behooren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden voornoemde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaane rapport te bedanken, en voorts verftaan, dat aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland', zal worden gefchreven, en per Courier afgezonden, de volgende Misfive. Vrijheid , Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten ! Op het ontfangen van UwLieder Misfive van den 18 deezes maands door onze Gedeputeerden ter Financie Quartierlijk geconvoceerd zijnde , worden wij door dezelve geinformeerd van het arrivement van UwLieder Commisfie tot het werk der heffing van den uitgefchreven 8o;lcn penning en executie van dien in deezen Quartiere. Wij hebben daar op aanftonds eenige Leden uit onzer midden verzocht en geauctorifeerd om met gemelde UwLieder Commisfie te treden in , con-  27 October 1797. conferentie, en mee derzelvêr meedewerking zoodanige maatregelen te beraamen, waar door eene executie zoude kunnen worden voorgekoomen. Dan uit het rapport onzer Gecommitteerdens op heden aan ons gebleken zijnde, dat voornoemde UwLieder Commisfie geenen anderen last hadde dan tot de heffing van den 8oae penning en het dirigeren der Executie , en dat zij derhalven niet konde overnemen of zich inlaten op den en de Co.iccpt refo'utie van de Groote Vergadering van den jaare 1651, tot hèt arrefteren van de perfonen en goed .ren der Regenten, o:n met de daad zouder eenige forme van Proces op en aan de voorfchreve goederen de praeftatie der Confcnten en de aeh-erftallen te vernaaien : het welk -e regt bij de Mi five van den Raad xan State van den 27 Januarü 1717 was geeünfidereerd als het iragtdadfgst middel: terwijl zij Gecommitteerden ook volvaardig waren te concurreren tot het projecteren van zoodanige middelen van Con\lra nte (den dwang van inlegering van Krijgsvolk, boewei menigmaal met fucces gebruikt, echter uitgezonderd) als de Gecommitteerdens der refpective Provinciën en uit den Raad van State zouden aan de hand geeven om de onwilHgen en gebrekigen Bondgenoot tot zijn pligt en tot dadelijke praestatie van gedragafl confenten conform de Unie te noodzaaken.  &7 October 1797. en onze Gecommitteerdens ftellig verzocht zijn zich te declareren, of wij de behulpzaame hand zullen leenen aan de executie, door UWLiede-r Commisfie te dirigeren, hebben wij door onze Gecommitteerdens verklaard bereid te zijn, om, wanneer na ontfangene fpecifique opgaav van de achterftand des Quartiers, en examinatie van dien, bij het eindigen van den termijn tot deelneeming in de gearresteerde Negotiatie mogte koomen te geblijken, dat 's Quartiers tegenwoordig deficit daar uit niet kan worden voldaan, als dan te willen en te zullen meedewerken tot de te doene executie, en alle zoodanige inforrnatien en adfistentien te zullen geeven, als van ons in deezen mogen worden gerequireerd, edoch op zoodanige evenredige en rechtmaatige wijze, dat ook de goederen van de Buitenlandfchen, binnen dit Quartier geërfd, wegens hunne alhier gelegene goederen , meede onder die te dirigerene executie Worden gecomprehendeerd. Wij hebben UwLieden , Burgers Repraefentanten , al bij den beginne van onze geforceerde geldheffing kennis gegeeven, dat wij in het vorderen van de dubbelde Verponding aanmerkelijke iloornisfe hebben ontmoet door eene Publicatie van de Cleeffche regeering, waar bij derzelvêr T t % .in-  27 October 1797* inwooneren verbieden te betaalen de extraordinaire Verponding van hunne goederen in dit Quartier gelegen, en zelvs reftitutie vorderen van het reeds betaalde; daar onze Ingezetenen , in het Cleeffche gegoed, betaalen moeten alle ordinaire en extraordinaire lasten, die op de goederen in het Cleeffche gelegen , worden geimponeerd, 't welk ook met de (2) Concordaten, tusfehen de beide Staten ingegaan, overeenkomftig wordt bevonden •, En door welke ftoornis ons zeer aanzienlijke geld fommen, waar meede dit Quartier niet kan nog vermag bezwaard te worden, zijn onttrokken. Wij meenen op redenen van billijkheid allezins te {leunen, dat wij in de heffinge van de Cleeffche, alhier geërfde, Ingezetenen, mitsgaders van de o-oederen van de Ingezetenen van de Quartieren van Zutphen en Veluwe binnen dit Quartier ge- C- (2) In het jaar 1748 zijn de vaste goederen en Thiendens, toebeboorende aan Ingezetenen des Hertogdoms Cleve en Graaffchags Mark, binnen dit Quartier gelegen, vrij en exempt verklaard van de dubbelde Ve pondio'g, om dat de Ingezetenen deezes Quartiers daar van bij placaat van d.-n 25 Novfemb. 1-47 door hst be aaleu van den softe pe.ining waren geéximcerd, en volgens de Concordaten gelijke lasten van dt; landerijen van wederzijden Ingezetenen moeten geheven worden.  27 October 1797. fitueerd, en de executie van dien, door UwLieden worden gemaintineerd; of dat, bij aldien Gij Lieden zwaarigheid mogtet maaken ons tot middelen van executie te doen overgaan uit eonfideratien van politiquen aart,- alsdan dit .Quartier daaromtrent behoort te worden te gemoed gekoomen , door de fchaade, weike het Quartier daar bij zoude lijden, ten laste van het Bondgenootfchap te neemen, dat is, aan het Quartier op baar verfchuldigde achterwezen te doen valideren. Gelijk wij almeede behooren gemaintineerd te worden bij het geconvenieerde met de twee andere Quartieren van dit Gewest met betrekking tot de voldoening van de door ons getrokkene Adfignatien ter fomme van 123108-18-8, welkers wanbetaling tot ons leetwezen niet is overeen te brengen met de acceptatie van betaaling, bij de pjegtigfte (3) Conventien toegezegd, en waar Tt 3 van (j) Bij de Conventie van d:n 22 April 1700 is vastgefteld Artic. 5. ,, Dat om de verdeelingen en 1'qnidatien, zoo veel doenlijk, 'te „ reguleren 'naa den ouden voet, bij de réfpectïve Quaitieren jaar„ lijks bij continuatie, in 'pfaats ven de gemeene middelen, in gemeen„ fclïap zal worden gèbragt eene vaste fomme van vier honderd en „ een en vijftig duizend drie honderd agt en dertig gulden, bij voorige „ Conventie van den 25 September 1Ö52 va'stgefleld; des dat daar „ inne het Graaffchap Zutphen zal" worden verligt met eene" fomme u van  27 October 1797. van'de fchuld incontestabel is. Zijnde het UWLieden bekend, dat, om het Quartier van Nij- me» „ van agt duizend vijf honderd negen tn veertig guldens, en het . j, voorfchreve tantum veidceld , als volgt „ Tot laste van het Quartier van Nijmegen tw.ehon„ derd zes duizend een -honderd z. ven en twintig gul„ dens, tien jluivers ƒ2061 ij-10 ; „ Van het Quartier van Zutphen één hondtrd negen „ duizend guldens ioqcco- : -; „ En van liet Quartier van Veluwe één honderd zisen „ dertig duizend twee honderd tien guldens, tienfluivers. 136210-10-: „ Maakende te zaamen de voorfebre fomme van vier „ honderd een en vjjfiig duizend diic honderd egt cn „ dertig guldens . ƒ451338-:: Artïc. 6. „ Dat het voorfchreve tantum, in plaats ven de gemeene Middelen, „ van de gemeene lasten voorafgetrokken zijnde, 't geene daar aan nog , zal koomen te ontbreeken, zal worden gevonden uil hel inkamen van de l'crj.ondingcn. na proportie van de fubdivüje, bij de Corn- niisfarisfen van de Veipondingen daar over tusfehen de refpective Quartieien in den jaate 1650 op den Landdag te Zutphen uitge. „ fprken. En bij de Conventie van den iS Julii 1720 Artic U „ Dat de Quotas van de refpective Quartieren, zoo ten aanzien „ v;,n de Middelen als van de Verpondingen , zullen blijven, zoo „ als die laatst bij de dnven.ie van den jaare 1700 zijn vast gc„ fteld, en dat de rejpecöye Quartieren continuerende jaarlijks tot m verval van de gemeene Ceneraliteits en Provinciale lasten in te „ breng n eene fomme van 451338 gulden volgens de verdeelingc bij „ «levoorfchreve Conventie van den jaare 1700gemaakt, de Quartie- m ren  27 October 1797. megen het effect te doen genieten van het geftipuleerde bij den 2det1 articul der Conventie, T t 4 van ,. ren van Zutphen en Veluwe, boven haar Cont'ngcnt, daar in znl„ len inbrengen ieder eene fomme van 7500 ie zanten 15000 guldens, „ zoo dat de fomme, die jaarlijks tot verval van de gemeene Gene„ ra'.iteits en Provinciale lasten zal wo:den ingebragt, zal monteren „ 46GS3S g ldens. Artic. 2. Dat zoo dikwils als de gemeene Generaliteits en Provirxtale las» „ ten in een jaar z :llen fürrhVnteren de fomme van 900,002 guldens. alsdan de Quartieren Zutphen en Veluwe voor ieder 100.000 gul„ dens die dezelve lasten de vjorfchreve poo,oco guldens zullen fur„ monteren, en minder naar adv--nam, de voorfchreve 15000 gul„ dens zullen vermeeideren met 8300 guldens, welke vermeerderinge „ zal eesfereri, wanneer de geme ne Generali eits en Provinciale „ lasten in één jaar weder de voorfchreve fomme van 900,000: gul„ dens niet zullen fu monteren. * Voorts bij 's Landfchaps refolutie van den 1 Mai 1794. ,, Dat om het Quartier van Nijmegen in het toekoomende van'het „ gtftipulceide b j den 2de articul van de Conventie van den jaare „ 1720 daadelijk het effect te doen genieten, bij de Gedeputeerden „ der drie Quartieren op den 12 Febr. 1794 onderling was geconve„ nicerd, dat bij de verdee ing van de Ordinaris ftaat van Oorlog over den jaare 1 94 van ieder ioo,oeo guldens, die het aandeel „ van deeze Provr'n.ie in de Ord'naris en Extraord naris Staaten van „ Oorl g over den jaare 1793 met de verder door de Provincie in „ dat jaar zoo op de Pe itie.i als \e dere Generaliteits en Provinciale „ lasten v/erkeli k gsdïane beta lingén . te zaanieu boven de 900,000 „ guldens hebben bedragen, eene fomme van 3ooo guld.'ns, en m'n„ der of mee-der als 103,000: guldens naar advenant, bij het geene „ de Quartieren van Zutphen en Vel.1 we in piaais van de gemeene „ Middelen hebben aangenomen, zal worden gevoegd, en daar bij „ gerekend, e.i zoo vervolgens, h.'t bovengemelde cas exfteiends, „ van jair tut jaar.  27 Gctober 1797. van jaar tor jaar aan het zelve moet worden ge» valideerd, 't geen de Quartieren Zutphen en Veluwe moeten furneren , wanneer de Bondgenootfchappeüjke en Provinciale lasten de fom van 900,000 guldens koomen te excederen, te beginnen met den jaare 1793. Wij moeten hier bij verder rondborfiig declareren, dat wij volftrekt onmagtig zullen bevonden worden om langer en voortaan te voldoen aan de Botidgenootfchappelijke pligten op dit Quartier gelegd, ingevalle GijLieden, Burgers Repraefentanten, ens niet belieft toe te fchieten tot bekooming van redres van een der principale oorzaaken van den vervallen ftaat onzer Financien, naamlijk de ' onevenredige SubdivHie der Provinciale Quota. Wij hebben bij aanhoudendheid om revifie aangehouden, ten einde voor te koomen de onherftelbaare ruine van het Quartier, alzoo die Subdivilie van 46-19-5 in het 100:-: is gemaakt geweest in een tijd dat de Quartieren Zutphen en Veluwe in eene min voordeelige gefteldheid wa-? ren, en het Quartier van Nijmegen (4) in vollen kracht. Nietg Óp Ook in deeze ganseh ongelijke Qnora, gecalculeerd na het monttnt van de geprojecteerde Quohie:cn van Verponding, om de-  27 October 1797. . Niets redelijker zijnde, dan dat het Quartier, de bloeiende ftaat van het zelve door onvoorziene toevallen alnu veranderd zijnde, hier in werde gefubleveerd, tot dat andere arrangementen daaromtrent zullen gemaakt zijn. En welke j op zich zelvs onevenredige , 'Quota nog aanmerkelijk is verzwaard door de verhooging der Provinciale Quota , als geregeld zijnde na de opgaave van het overfchot van het inkoomen der Quartieren boven haare huishoudelijke lasten, welk overfchot van de twee andere Quartieren, na proportie van haare Quota in de Subdivifle, veel grooter zijnde dan die van het Quartier van Nijmegen , het Quartier boven maate heeft bezwaard, zelvs zoodanig, dat, inval die twee Quartieren , na proportie, geen meerder overfchot dan het Quartier van Nijmegen hadden gehad, dit Gewest even ais de Provinciën Zeeland en Vriesland op foulaas en vermindering van de Provinciale Quota hadt kumnen aanhouden. En zoo zeer wij door deeze onevenredigheden Tt5 ge- dezelve te betaalen boven het inkoomen der generale Middelen , alleenlijk aangenomen Provisioneel , voor den tijd van drie jaaren, aanvang genomen hebbende met den i Januarü 1651, tot dat door de gerediesfeerde Quohieren van Verponding zoude blijken, hoedanige hogere of mindere Quota ia de Subdivifle een ieder Quartier zoude moeien dragen. '  27 October 1797. gedrukt worden, even zoo zeer worden wij bezwaard door de fataalite Quartierlijke executie bij het flot van den 91 articul van het Reglement voor UWLieder Vergadering, tegens welk flot wij ook, ter zijner tijd, ons (5) Quartierlijk protest hebben doen aantekenen, alzoo de lasten vah de Unie altijd als Provinciaal of Gewestelijk, en niet Quartierlijk, zijn aangeflagen geweest; daar Hun Hoog Mogende en de gewezen Raad van State zich nooit hebben gereguleerd na de Subdivifle tusfehen de drie Quartieren; maar Gelderland altoos in eene masfa, en zonder diftinctie van Quartieren tot voldoening der algemeene Bondgenootfchappelijke lasten hebben doen uittrekken, en zulks om dat de Quartieren alleenlijk provifioneel, en tot zoo lang de Communie der middelen niet wederom zal zijn geïntroduceerd, ten aanzien van de Financien zijn gerepareerd : En door de directie van deeze Quartierlijke, en niet Gewestelijke, executie, is den aanflag van het Quartier nog onevenrediger en fchier ondraaglijk geworden; voor al in een Quartier, in het welk de fakkel des Oorlogs in de jaaren 1794 en (5) Bij de opening van het Quartier aan *s Landfchap tarel d. d. so Noreml. 1795. Landdags Ree. d. d. 20 Auvemh. 1795.  27 October 1797. en 1795 veel langduuriger en zwaarer heeft gewoed dan in eenig ander Gewest, en 't geen dienvolgens oneindig meerder dan de twee andere Quartieren geleden heefc door het ondergaan van belegeringen, en daar van onaffcheidelijke Krijgsrampen; in het welk de enorme quantiteit van Adfignaten , die op ftraffe des doods hebben moeten ontiangen worden , en onder de goede Ingezetenen alnoch berusten , aan fchaaden eenige Millioenen bedragen; daar de Requifitien de fom van anderhalf Millioen verre excederen; daar de Quartierlijke penningen , die bij de Ontfangers wierden bevonden, zonder reftitutie zijn geligt; daar alle ordinaire financiële heffingen hebben moeten ftilftaan, en remlsfien op remisfien moeten verleend worden, boven en behalven de onnoemelijke Oorlogs fchaadens, fchaaden van infnijdingen en doorbrak, van Dijken, inunderingen, Kar- en Wagen-diens :n en onophoudende inkwartieringen, waar door de Ingezetenen, alnog dagelijks, worden belast en uitgeput. Wij hebben deezen .mandelen toelland van het Quartier aan UwLieder Commisfie breedvoerig opengelegd, benevens onze financiële operatien, van tijd tot tijd in het werk gefteld om aan de Bondgenootschappelijke lasten te voldoen, en dat  27 'October 1797. dat de achterlijke ftaat van aanbetaaling is toe te fchrijven niet aan gebrek van welwillendheid en ijver, maar aan de omftandigheden door onze Gecommitteerdens aan welgemelde UwLieder Commisfie gedetailleerd: En dat, daar het ons te zorglijk fcheen tot eene derde geforceerde heffing over te gaan, ons het raadzaamst was voorgekoomen, vermits de Quota door gewoone maatregelen niet kan gevonden worden, eene vrijwillige Negotiatie op den voet, als bij onze Publicatie is vervat, te arresteren, op welkers reusfite tot voldoening van onzen achterftand wij vertrouwen, in gevalle GijLieden tot het afloopen van den termijn derzelvêr -zoudet gelieven te fuperfederen met de heffing^van den 8ofte" penning, en executie van dien. En het zijn, Burgers Repraefentanten, deeze redenen, om welke wij zwaarigheid gemaakt hebben, voor als noch, te concurreren tot het leenen van de behulpzaame hand tot die executie, offchoon in cas van voortgang van dezelve, in-, voegen als voorfchreven, ten aanzien der nalaatige en halftarrige Ingezetenen, die geen deel in onze Negotiatie genomen zullen hebben, niet ongenegen zullen bevonden worden meede te werken op zoodanige wijze, ais tot voorkooming der • ' ver-  27 October en 3 November 1797. verdere totale ondergang van het Quartier zal geoordeeld worden te behooren. Waar meede Burgers Repraefentanten! Wij 'UwLieden bevelen in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 27 October 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. 'ULieder goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Vrijdag den 3 November 1797. 1 De Gecommitteerdens van de Steden Thiel en Bommel, en van het platte Land voor eenige weinige dagen uit eikanderen zijnde gegaan, en zich geadjourneerd hebbende tot, den 3 deezes maands, zijn bij hunne te rug komst op heden de befoignes gertëntamecrd. Is  3 en 4 November 1797. Is gelezen eene Misfive van het Provinciaal Collegie van Politie, Financie en algemeen Welzijn gefchreven aan de Commisfie ter Financie op den 1 deezes maands en door dezelve ter Vergaderinge voorgebragt, houdende, dat, door de Nationale Vergadering kennis gegeeven zijnde, dat hec definitiev Vredes tractaat tusfehen de Franfche Republicq en zijne Keiferlijke Majefteit, waar in ook de Bataavfche Republicq begrepen is, op den 17 der afgeloopene maand te Udine was gefloten, zij zich haasteden dit heuchelijk evenement te communiceren. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden de voorfchreve Misfive voor notificatie aan te neemen , in hoope, dat dit heuchelijk evenement voor deeze Republicq van de gewenschte gevolgen zijn zal , en den grondflag leggen tot eene-, algemeene vreede , zoo noodzaaklijk voor het ganfche Menschdom. Saturdag den 4 November 1797. De Commisfie uit de Nationale Vergadering afgezonden ter executie van de nalatige Gewesten ter Vergadering audiëntie verzocht hebbende is dezelve door twee Gecommitteerdens benevens den  4 November 1797. den Secretaris aan de tweede trap bij de Gaanderije opgehaald, en in de Raad Camer tot aan het boven einde geconduifeerd, en aldaar door de Leden gerecipieerd wezende, voorts ter rechter zijde van het voorzittend Lid zijnde nedergezeten, heeft gemelde Commisfie voorgedragen, dat zich gevlijd hadde, dat het Quartier zich zoude hebben geëxpliceerd , of het zelve al of niet genegen was te defereren aan haare inftantien om de behulpzaame hand te leenen aan het bewerkftelligen der heffing van den 8often penning en executie van dien, dan dat,.daar ondervondt, dat haare vraagen nimmer duidelijk, maar conditioneel, waren beandwoord, om alle dubbelzinnigheid voor te koomen , haaren voorflag hadden gecomprehendeerd bij eene Misfive, welke gemelde Commisfie tenens was overgeevende. Waar meede de voorfchreve befoigne geëindigd zijnde, welgemelde Commisfie, invoegen als hier boven gementioneerd, wederom is gedimitceerd : En is na verleezing van voorfchreve Misfive, genomen de volgende refolutie. Is ter Vergaderinge gelezen eene Misfive der Commisfie uit de Nationale Vergadering , afgezonden ter executie van de nalaatige Gewesten, zich  4 November 1797. zich thans alhier bevindende, gefchreven op heden, behelzende, dat daar verpligt waren conform hunnen last de hand te houden aan de executie der Nationale Publicatie van den 12 October laatstleden, als het notoire gevolg daar van, in naame der Nationale Vergadering, requireerden. 'Eerfteüjk , dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers alomme, waar men gewoon is alhier publicatie en affixie te doen , doen afkondigen en aanplakken de Notificatie, bij hunL. in naam der Nationale Vergadering den 1 deezer betrekkelijk de heffing en execucie van den 8o!'-CL1 penning binnen dit Quartier gearrefteerd: Ten tweeden, dat aanfehrijvinge gefchiede aan alle Municipaliteiten, Ampts- en Dorps-regeeringen binnen dit Quartier, welke ingevolge en op den voet dier Publicatie en Notificatie door hunL. zullen worden aangefchreven, ten einde opzichtelijk het werk der meergemelde heffing en executie hunne bevelen in naam der Nationale Vergadering te obferveren en naar te koomen, mitsgaders de refpective Ingezetenen daar toe te houden, en conform den wil der Nationale Vergadering te verpligten. Ten derden," dat de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hunL. informeren, of doen infor- me-  4 Novembtr 1797. meren, uiterlijk binnen driemaal vier en twintig uuren, na den ontfangst deezes, hoedanig geral Envelopes ofte Billetten, ep artic. 3 der Notificatie vermeld, zijL. grosfomodo gerekend, zouden moeten depecheren aan ieder Municipaliteit, Ampts- of Dorps-regeering binnen dit Quartier, op dat alzoo meede de gemanifesteerde wil der Nationale Vergadering ingevolge hoogtderzelver Publicatie van 12 October laatstleden werde achtervolgd en naargekoomen. Ten vierden, dat hunL. meede word geaccordeerd, en uiterlijk meede binnen driemaal vier en twintig uuren toegezonden ofte aangewezen zoodanig perfoon of perfonen, welke de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers gewoon zijn het rondbrengen van Publicatien en andere te doene affixien binnen dit Quartier te demanderen, ofte te doen demanderen, met last aan zoodanig perfoon of perfoonen om hunne ordres in deezen te achtervolgen en naar te koomen, ten einde zijL. alzoo in ftaat gefteld worden de gemelde Billetten of Envelopes, 0p articul 3 der Notificatie gemeld, naar behooren en op de minst kostbaarfte Wijze aan de In- en Opgezetenen te doen bezorgen. Ten vijfden, dat de Volks-Vertegenwoordigers de Ontfangers der gemeene Middelen in dit Quar3* V v - üer  4 November 1797. tier gelasten hun Lieder ordres, in naam der Nationale Vergadering hun te geeven , te obferveren en naar te koomen omtrent al 't gunt hun, be- ; trekkelijk deeze heffing, zal worden gedemandeerd , mitsgaders gelast en bevoolen ; terwijl zorge zouden dragen, dat dezelve Ontfangers met hét uitvoeren der te geevene Nationale bevelen, 1 in geenen deelen te kort fchieten in het richtig naarkoomen van hun Ampt en bediening- Eri laatftelijk, dat de Volks-Vertegenwoordigers behoorlijke zorg dragen van of zelve, of door anderen, daar toe door de Volks-Vertegenwoordigers te auctoriferen, en aan hunL. bekend te maaken, geduurende den loop der gemelde heffing, hunL. te kunnen dienen van informatie en adliftentie, en zulks conform den wil der Nationale Vergadering, bij aanfchrijving van den 31 October laatstleden meede bekend gemaakt, ten einde alle retardement in deezen te praevenieren en voor te koomen. Alle 't met meerderen daar bij vervat. Waarop gedelibereerd, en in achting genomen zijnde de Requifitien, uit naam van de Nationale! Vergadering bij voorfchreve Misfive gedaan, hoe zeer ook anderzins bij het Reglement, volgens! het welk eene algemeene Nationale Vergadering door het Volk van Nederland is bijeengeroepen,  4 November 1797. artic. 91 is vastgefteld, „ dat ingevalle van het „ in gebreke blijven van het opbrengen van de ,, beloofde of uitgefchrevene penningen het ar.n ,, de Nationale Vergadering zal vrijftaan, om de* „ zelve te verhaalen aan elk Ingezeten van zoo* danig Gewest, welke daaromtrent in gebreke „ zoude mogen blijven , ieder Ingezeten voor „ zijn individueel aandeel , en zulks bij parate executie , zoo als dezelve in ieder Gewest ge* „ bruikelijk is, zonder dat het Provinciaal Beftuur „ zich daar tegen eenigzins zal mogen verzetten ; en dat dien ten gevolge de parate executie behoort bevorderd te worden op zoodanige wijze , als dezelve in dit Quartier gebruikelijk is, zonder dat het Quartier zich daar tegens zal mogen verzetten. Is dien onverminderd, en ongepraejudicieerd de gronden en motiven bij deezerzijds Misfives van den 25 en 27 October laacstleden en van heden aan de Nationale Vergadering vervat, goedgevonden aan de vooraangetogene Requifitle, uit den naam van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, bij voorfchreve Misfive gedaan, genooddrongen, te defereren, gelijk daar aan gedefereerd wordt bij deezen. Zullende hier van Extract aan gemelde Commisfie worden meedegedeeld bij de volgende Misfive. V v 3 Vrij-  4 November 1797. Vrijkeid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers! Wij zenden aan UL. hier bij de Refolutie bij ons op ULieder Misfive van heden genomen , ons tot derzelvêr inhoud gedragende. En deeze hier meede eindigende, Meede-Burgers! bevelen wij wL. in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 4 November 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. c&fc itu ,thirv^:'l c- .. • • .v • 3 De Gecommitteerdens der Stad Bommel hebben ten Recesfe doen infereren, dat tot het neejmen deezer Refolutie niet hebben geconcurreerd, riet tegenftaande de gedaane requifitie uit-naam der Nationale Vergadering , voor als noch niet genoegzaam zijnde geïnformeerd, op welke gron-  4 November 1797. den de magt van de Commisfie uit de Nationale Vergadering tot het doen van Requifitien aan het Quartier zoude berusten; met referve van nadere aantekening. De Gecommitteerdens van Over-Betuwe, waar meede zich gevoegd hebben de Gecommitteerdens der Steden Nijmegen en Thiel, voorts de overige Gecommitteerdens wegens het platte Land hebben verzocht aantekening ten Recesfe, dat zij om de zeer gewigtige redenen, in de Misfives aan de Nationale Vergadering vervat, en welke, hunnes inziens, van dat belang waren, dat zonder redres het Quartier nooit in ftaat zal zijn haare Quota in de Petitiën te kunnen furneren, pligtshalven op de vrage der Commisfie, Zal het Quartier meedewerken tot het heffen bij wijze van executie van eenen 80^" penning, Ja dan Neen? daar toe niet hadden kunnen concurreren dan onder de voorwaarden, welke bij de voorfchreve Commisfie niet zijn aangenomen geworden; en't gunt hun ook bij de genomene refolutie hadde doen perfisteren. Dat echter, daar zij zich door de Commisfie uit naam van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, benevens de verdere Leden des Quartiers in requifitie gefield V v 3 von-  4 Novemhtr 1797. vonden, inziende den aart der zaak benevens de gevolgen, die uit eene ontduiking deezer requifitie zouden kunnen voortvloeijen, te raade waren geworden voor hun advijs uit te brengen, dat zij zouden vermeenen, dat aan het gerequireerde behoort te worden gedefereerd, mits het Quartier, vastftaande deeze werkzaamheden, niet ophoude haare billijke grieven en bezwaaren ter Nationale Vergadering in te brengen, in die veronderttelling, en dat vaste vertrouwen, dat hooggemelde Vergadering, de 1 welwillendheid des Quartiers befchouwende, van haare zijde ook alles zal aanwenden om redres in 's Quartiers billijke bezwaaren daar te fieJlen, waar door het zelve kan worden in ftaat gefteld, om als een nuttig Lid van het Gemeenebest, gelijk voor heen, aan deBondgenootfchappelijke pligten te voldoen. En zal Extract van bovengemelde refolutie worden mecdegedeeld aan de Gedeputeerden ter Financie om aan het bij voorfchreve Misfive gerequireerde, Zoo fpoedig als mogelijk zal zijn, te voldoen. Ontfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den. 31 Octob, jongst-  4 November \7<)7> jongstleden, houdende, dat zijL. met de uiterfte verwondering uit dezerzijds Misfives van den 25 en 17 daar te vooren hadden gezien de zwaarigheden om te concurreren tot het dirigeren der executie, welke zijL. genoodzaakt waren geweest, ingevolge het Reglement voor deszelvs Vergadering gearresteerd, tegens de Ingezetenen van Gelderland, en wel eerst tegens dit Quartier te decreteren, ten einde de gemeene zaak door het gemis der benoodigde penningen niet in de geduchtfte verwarring geraake, en onherftelbaar worde bedorven. Dat ten aanzien der inftantien omtrent het refultat eener vrijwillige Negotiatie, men de mefure, welke men van welgemelte Vergadering verlangde met opzicht tot de executie, die voor den achterftand van de 60 Millioenen, cn van den eerfte termijn der 40 Millioenen gedirigeerd moet worden, in geenen deelen konde admitteren, ten einde het effect der executie niet te verlammen, of het genot daar van te dilaijeren. Dat voorts, wat aanging de vordering, om alvorens eene fpecifique rekening te ontfangen van den achterftand van het Quartier, zij zich verzekerd hielden, dat iets diergelijks wel gefchikt zoude zijn, om het middel van executie van tijd tot  4 November 1797. tot tijd te dilaijeren, en op het oogenblik van deszelvs werking illufoir te maaken , maar in geenen deele om eenig nut aan het ten achteren zijnde Quartier toe te brengen, terwijl het Quartier zelvs het best in ftaat is om te kunnen opmaaken het praecife montant van 't geene door het zelve tot den 30 September laatstleden op den achterftand der 60 Millioenen, en op den eerften termijn der 40 Millioenen betaald was, of door het honoreren van afgegeevene Adfignatien aangenomen waste betaalen, cn met de Committés te Lande, en van de Marine te vereffenen: terwijl, bij aldien de heffing van den 8orte penning meerder mogt opbrengen, dan het finale restant van den achterftand op de 60 Millioenen en op den eerften termijn van de 40 Millioenen, zulks in mindering zal ftrekken van 's Quartiers aandeel in den 2dcn termijn van de 40 Millioenen; vertrouwende derhalven, dat men dezerzijds alle tegenwerkingen zal laten vaaren, en aan hunLieder Gecommitteerdens tot het werk der executie de hand bieden, aan dezelve alle noodige informatien en adfistentie verleenen, en door de refpective geconftitueerde Magten en Beampten in het Quartier doen verleenen, en langs dien weg hunne poogingen tot behoud van het Vaderland  4 November 1797. land en befcherming der gemeene zaak fecunderen; alle 't met meerdere bij de voorfchreve Misfive vervat. Meede gelezen eene Misfive van de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 31 Oct. laatstleden, en houdende de gronden, waar op de Commisfie van Financie hun advijs omtrent de hoegrootheid der penning, en wat tot de executie betrekkelijk is, heeft gefundeerd. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te refcriberen, als volgt. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten! Vu hebben wel ontfangen ULieder Misfive van den 31 October laatstleden, in antwoord op onze Misfives van den 25e en 2_7e refpective daar te vooren• en hier over in deeze onze tegenwoordige Vergadering gedelibereerd zijnde, zijn wij met ULieden volkomen geperfuadeerd, dat niets voor  4 November 1797. voor de belangen der Republicq en voer de be- veiliging der Onafhanglijkheid en Vrijheid van meer gevvigc is, dan de volvaardige zamenfpanning om de Nationale Financien te (lijven; en dat het algemeen interesfe vordert, dat elk Gewest en Quartier meede werke om dezelve in ftaat te ftellen tot het vervullen der verbindtenisfen, en de onontbeerlijkfte behoeften, waar toe. wij ook, met infpanning van alle krachten, zelvs boven het vermogen van het Quartier, in voorige tijden het onze hebben toegebragt. Edoch wij moeten betuigen, dat omtrent den achterftand of tegenwoordige fchuld van dit Quartier op het restant der 60 Millioenen, en op den eerden termijn der 40 Millioenen , door ULieder Commisfie van Financie ons bij derzelvêr Misfive van den 31 October laatstleden meedegedeeld, ons verfcheide bedenkingen zijn te vooren gekomen, die wij in aanmerking van de gevolgen, welke daar uit zouden kunnen voortvloeien, ons niet mogen dispenferen ter kennisfe van ULieden te brengen, voor al, daar GijL. ons het best in ftaat erkent om te kunnen opmaaken het praecife montant van het geen door ons tot den 30 September laatstleden daar op was betaald, of door het honoreren van afgegeevene Ad~  4 November 1797. Adfignatien was aangenomen te betaalen, en met de Committés te Lande of van de Marine te vereffenen. Wij bevinden dan, dac de Quota van het Quartier bedraagt in de 60 Millioenen ƒ1,800,157. 4-: En in den eerften termijn of ï der 40 Millioenen . . 400,034-14-: /2,aoo,i9i-i8-: En dat de geheele gedaane betaaling te zamen bedraagt . 1,740,812 12-: Zijnde hier onder begrepen de Kar- en Wagen-vrachten , die men vertrouwt, zoo als die zijn betaald, gevalideerd te zullen worden, en 't geen voor de Marine is betaald ter fomme van ƒ199,760-.-: Zoo dat het Quartier nog zoude fchuldig zijn . . . J459T379 6-: Dan dat hier van afgetrokken wordende de Asfignatien door het Provinciaal Collegie afgegeeven ac* 100,000- :-: De fchuld maar zoude blijven ƒ359,379. 6 ? Welke fchuld, indien daar bij 't geene, 't welk door de Quartie-  4 November 1797. tieren Zutphen en Veluwe aan die Quartier wegens de 60 Millioenen moet worden uitgekeerd ad ƒ123,108 18-8 , worde gevoegd , maar bedragen zoude ƒ236,270-17-8; en inval omtrent 70,000 in 1795 voldaan, en die dus op de Petitiën van 1795 mogten gerekend worden betaald te zijn, wierden gedecorteerd, als dan ƒ3o6,27o-I7-8 . . ƒ3°ó-270--7•'8 Dog vermits door den Ontfanger Generaal van Bereftein voor de Adfignatien voor de Franfche troupes tot den 15 April 1797 is afgegeeveneene Quitancie, zoo op de 5 maanden van het jaar -•795» a-s °P *-e ^° Millioenen over 1796 , zoude de fchuld, ■wegens de Adfignatien in 1795 afgegeeven, hier nog moeten worden bijgevoegd ad . . 63000-:-: hebbende den gemelde Ontfanger de quitancien voor de Nationale troupes, zoo wel die in 1795 als in 1796 zijn afgegeeven,  4 November 1797. ven, alle gefield betaald te zijn op de Petitie van 60 Millioenen over 1796: zullende alzoo, falvo calculo, de fchuld des Quartiers zich noch bedragen ..... ƒ369270-17.8 En het is om die reden, dat wij de vrijheid neemen bij deezen te remarqueren, dat wij niet fchuldig zijn de fomme van bijna ƒ500,000-:-: waar op de fchuld bij voorfchreve Misfive van ULieder Commisfie van Financie is berekend, maar alleenlijk nog de fom van ƒ369,270 17-8. Wij willen dus gaarne aan ULieder hoogwijs oordeel overlaten te jugeren, of voor ons raadzaam zijn zoude het helpen dirigeren van executien wegens het geene het Quartier niet fchuldig is, hoe zeer ook, bij aldien de heffing van den 8one penning meerder mogt opbrengen dan het finale restant van den achteriland op de 60 Millioenen, en op den eerften termijn van de 40.Millioenen, zulks in mindering zoude firekken jyan 's Quartiers aandeel in den 2:e» termijn van de 40 Millioenen; daar de magt, bij het flot van den 91 articul van het Reglement voor U.Lieder Vergadering aan ULieden gedefereerd, bij het Quartier van Nijmegen nimmermeer is verleend  4 November 1797. leend geworden; En dat, voor zoo verre dit Gewest tot het toeftaan van zoodanige magt heefc meedegewerkt, de executie alsdan ook Gewestelijk, en niet Quartierlijk, hadde behooren ondernomen te worden: Te meerder, daar de Ingezetenen deezes Quartiers geene gelegenheid gegeeven is, om, gelijk zulks aan de Ingezetenen van Holland in haare Provincie is vergunt, binnen dit Quartier in eene Anticipatie - Negotiatie, bij UwLieden gearresteerd , deel te kunnen neemen. Wij hebben ook wel uit ULieder Misfive vernomen, dat GijLieden het poinct van bezwaar wegens de verweigering van betaaling der dubbelde Verponding door de Cleeffche Ingezetenen van hunne goederen, in dit Quartier gelegen, hebt gelieven te ftellen in handen van ULieder Commisfie toe de buitenlandfche zaaken om UwLieden daar op te dienen van derzelvêr eonfideratien en advijs, waar voor wij niet kunnen nalaten ULieden onze dankzegging te betuigen; doch hadden teffens gehoopc, daar bij verzekering te vinden, dat fchaadens, die uit eonfideratien van eenen politiquen of bedenkelijken aart ten aanzien van het Bondgenootschap, door het Quartier moeten geleden worden, ook aan het Quar-  4 November 1797. Quartier het montant daar van op haar verfchuldigd achcerwezen zoude worden gevalideerd, terwijl het ten hoogden onredelijk zoude zijn, dat, om andere IV1 ogendheden genoegen te geeven, dit Quartier het nadeel zoude moeten fupporteren, zonder eenige fchaadeloosftelling daar van in den haare te genieten. En hoewel wij geenzins twijffelen, Of er zal volgens het 83üe articul van het Reglement voor ULieder Vergadering een ricktig, zuinig en eerlijk gebruik gemaakt worden van de penningen der algemeene Nationale Cas, en die penningen daadelijk befteed tot die eindens, waar toe dezelve door het Volk worden opgebragt; zoomoeten wij nochtans, daar het Volk deezes Quartiers zeer reikhalzend is te mogen weeten, waar toe 's Lands penningen der 60 Millioenen zijn befteed, UL. inftantelijk verzoeken, dat door de Committés der uitvoerende Magt, en andere Commisfien van Adminiftratie, volgens haare inftructien en verpligting, eerlang gefchiede eene praecife opgaav van het richttg] zuinig en eerlijk gebruik der voorfchreve zestig Millioenen, terwijl wij in contrairen gevalle moeten protesteren tegen alle nadeelige gevolgen, die noodzaaklijk uit langer verwijl zullen moeten voortvloejen. En  4 November i7$7. En het is om alle deeze, en de bij onze Misfive van den .2.7 October laatstleden vervatte onbetwistbaare en folide gronden, dat wij wel hebben moeten perfisteren bij de voorfchreve gronden en motiven; edoch dien onverminderd op de requifitien van ULieder Commisfie, op naam van ULieden gedaan, ons genooddrongen vinden aan dezelve te defereren, hoe zeer ook anderzins volgens het 91 articul van het Reglement voor Uwlieder Vergadering, „ de executien ,, moeten gefchieden, zoo als in ieder Ge,, west gebruikelijk is, zonder dat het Provin„ ciaal beftuur zich daar tegens eenigzins zal „ mogen verzetten; en het welk wij ook vermeenen bij UwLieder Misfive van den 31 deezes bedoeld te zijn. En hier meede eindigende Burgers Repraefentanten! bevelen wij ULieden in Godes heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 4 November 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Otdonnantie van dezelve.  5 November 1797* Zondag den 5 November 1797'. 1 Ontfangen eene Misfive van bet Provinciaal ColI legie van Politie, Financie en algemeen welzijn, B gefchreven te Arnhem den 20 October, tot bijI lage hebbende het affchrifc eener Misfive van de D Nationale Vergadering van den 11 daar te vooren, 1 ter kennis geeving aan de Ingezetenen van Gel| derland, Holland, Zeeland, Utrecht, Overijsfel, | Stad en Lande, Drenthe en Bataavfch Braband, | dat hoogstgemelde Vergadering befloten heeft ter ij bekooming van het achterwezen op den tweeden | termijn der 40 Millioenen voor den dienst.van j dit jaar gedestineerd, eene buitengewoone hefj fing te doen, ten waare door vroegere betaaling, | voor den 14 November eerstkoomende, de ach» I terftand van elk in gebreken gebleven Gewest of I geheel aangezuiverd, of zoodanig verminderd mog| te zijn, dat de heffing van de bij hunne Publicatie I gemelde buitengewoone penning of geheel konde I vervallen, of zoodanig verminderd worden, als ft nader op denzelven 15 November zal worden geI fixeerd of bepaald. Nog ontfangen en gelezen eene Misfive van het I Provinciaal Collegie, gefchreven te Arnhem den I 21 October, tot bijlage hebbende eene Misfive van 1 3* Xx ■ .de ■  5 November 1797'• de Nationale Vergadering, gefchreven in's Hage den 11 deezes Maands, ter geleide van het Decreet van hoogstgemelde Vergadering van den 5 daar te vooren, waar bij befloten hebben om van de gezamentlijke Ingezetenen van dit Gewest, of wel eerst van het in gebreke gebleven Quartier of Quartieren, ter voldoening van deszelvs Quota in den tweeden termijn van den voor deezen jaare gearresteerde begrooting van veertig Millioenen te heffen eenen honderdften penning van alle derzelvêr bezittingen, zoo roerende als onroerende , geene van dien uitgezonderd; en den dag, waar op deeze buitengewoone heffing daadelijk voortgang zal hebben, te bepaalen op den 15 November eerstkoomende, met inthimatie, dat, indien het achterwezen van dit Gewest voor den bepaalden dag van den 15 November niet mogte wezen opgebragt, zij als dan hunnes ondanks gebruik zullen maaken van de Magt door het Bataavfche Volk aan hun verleend, en de penningen alsdan zullen verhaalen, aan elk der Ingezeten van dit Gewest, en zulks van ieder Ingezeten voor zijn individueel aandeel bij parate executie, zoodanig als dezelve in dit Gewest ge* bruikelijk is; alle 't met meerdere bij voorfchreve Misfive vervat. Waar op geene refolutie is gevallen. t  6 November 1797. Maandag den 6 November 1797. "Verlezende Requeste vanFijtje Staak, Weduwe Brunings, in zijn leven Predikant te Herwen en Aart, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat het de Volks-Vertegenwoordigers gunlliglijk moge behagen aan haar te permitteren , om het Weduwen-tractement ad 75 guldens in Vriesland, de plaats haarer geboorte, en alwaar zij zich bij haare familie bevindt, te mogen verteeren, en dat haar tevens moge werden betaald het Weduwen-tractement over' 1796 vervallen. De Volks-Vertegenwoordigers hebben na deliberatie goedgevonden het verzoek der Requeftrante te accorderen, gelijk het zelve geaccordeerd wordt bij deezen, blijvende 's Quartiers refolutien van den 26 Sept. 1660 en 4 Septemb. 1668 in haar geheel en onverkort. H et Request van J. C. W. Flick, en J. Muller is gefield in handen van de Gedeputeerden ter Financie , om voor den 28 deezes maands daar op te dienen van eonfideratien en advijs; met auctorifatie op den Ontfanger M. de Btuijn, om hangende de deliberatien met de executie te fuperfederen. Xxï De  6 en 9 November 1797. De Gedeputeerden ter Financie, ingevolge marginaal dispoiuiev van den 10 October laatstleden, gediend hebbende van eonfideratien en advijs op de Verklaaring der Leden , compoferende de Municipaliteit des Kerfpels Pannerden: Hebben de Volks-Vertegenwoordigers, na gehoudene deliberatie, goedgevonden dezelve te ftellen in handen van den Fiscaal deezes Quartiers aan welken de voorige ftukken, hier toe relatiev, zijn gerenvoijeerd, om naar inhoud van 's Quartiers refolutie van den 20 Januarij 1796, te handelen, en daar van het noodig gebruik te maaken. T ot het tekenen der afgehoorde Ontfangers rekeningen uit deezen Quartiere is benoemd de Burger Jacobus Smits, Gecommitteerde uit het Rijk van Nijmegen. Donderdag den 9 November 1797. Xs na gehoudene deliberatie goedgevonden te arresteren de volgende Notificatie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers \an Nijmegen bij Publicatie van den i4e Sep- tem-  9 November 1797. tember jongstleden om , was het mogelijk te praevenieren de door de Nationale Vergadering volgens de magt, door het Volk van Nederland aan hoogstdezelve gegeeven, gedecreteerde executie, en om aan het geene van die Quartier gevorderd wordt, te kunnen voldoen, geopend hebbende eene vrijwillige Negotiatie, met uitnodiging en aanmoediging bij nadere Publicatie van den 14 October daar aanvolgende aan elk en een iegelijk der Meede-Ingezetenen om daar in, voor al bij den eerden termijn, den 1 dezer maand November bepaald, te participeren, en de furnislementen conform de voorfchreve Publicatien te doen; daar met leedweezen bevonden was, dat de reeds gedaane furnisfementen in de geforceerde heffingen niet toereikende zijn geweest tot voldoeninge van den achterftand des Quartiers; en genegen zijnde om zoodanigen der MeedeIngezetenen, welke voor den gemelden eerften deezes maands daar in deel genomen, en hun verfchuldigde, ten minften voor een derde gedeelte, gefurneerd hebben, te guaranderen tegen alle executien , die uit hoofde van het restant der Quota in de Petitie van 60 Millioenen tot den dienst over den jaare 1796, en in de termijnen der Petitie van 40 Millioenen over dit loopende X x 3 jaar, Bi  9 November 1797- jaar, van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te wachten zouden mogen zijn, en zulks voor zoo veel elks gefurneerde in Comptanten betreft: Hebben, na gehoudene deliberatie, goedgevonden te doen notificeren: Dat die geene, welke conform de vooraangetogene Publicatien voor den 1 deezes maands in de voorfchreve Negotiatie hebben deel genomen, in de aan hun door de Commisfie tot executie der gebrekige Gewesten te zendene Envelopes of Billetten van binnen, en als een opfchrift bij de tekening der naam van buiten, zullen verklaaren het furnisfement aan het Quartier naar behooren in Comptanten te hebben voldaan, waar van, zulks gerequireerd wordende, hunne Recepisfen zullen moeten vertoonen. Dat de Deelneemers bij den tweeden termijn van den 1 December aanftaande tot den 9 daar aan volgende inclufive zullen worden opgeroepen, zoo als opgeroepen worden meede bij deezen, om ieder voor de Municipaliteit zijner woonplaats, of die wegens dezelve zullen zijn gecommitteerd, in ptrfoon, of bij ziekte of andere wettige verhinderine-. van welk ten genoegen van Commis»- farisfen zal moeten blijken, door een ander met oe-  9 November 1797. behoorlijke Procuratie voorzien, te verklaaren of te doen verklaaren, refpective, op zijn Burgertrouw en verbeurte van zijnen goeden naam, en ah onder eede, met betuiginge van het bezef derftraffe, waar in hij zich in cas van fraude of contraventte zoude bloodftellen, reets in Comptanten te hebben gefurneerd, of nog volgens den inhoud der Publicatie te zullen furneren, zijn verfchuldigde te zaamen bedragende in Comptanten de volle 2 per cent, of den 5ollen penning zijner zuivere bezittingen, zoo binnen als buiten 's Lands, als meede, gehuwd zijnde van de bezittingen zijner Huisvrouw, mitsgaders der Kinderen , zoo dezelve afzonderlijke eigendommen bezitten, en bij den Deelneemer inwoonende zijn ; ook van zijne Pupillen, zoo voor dezelve in deeze Negotiatie deel genomen is, of ook voor anderen, welker goederen hij adminiftreert, naar de waarde, waar op men dezelve na gemoede taxeert, zoo daar van geen Markt-prijs is; en anderzins naaide Cours of Prijs Courant van den 6 Julii deezes jaars in conformiteit van de Publicatie, gearresteerd bij de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, van den 11 Augusti laatstleden. Zullende het aan Vrouwen, gehuwd of ongeXx 4 huwd,  p November 1797. huwd, vrijltaan, naar keuze, in perfoon, of door een Gevolmagtigden,. de verklaaring, invoegen voorfchreven, te laaten doen. En zullen de Municipaliteiten verpligt zijn de gehoudene Lijsten van de naamen der Deelneemers ter Camere van Financie in te zenden voor den 16 December aanftaande peremptoirlijk. Dat het Quartier voor deDeelneemers, welke, invoegen als bij Publicatie vervat, voor den 1 deezes maands deel genomen, en hun verfchul* digde a pet., of 5often penning ten vollen in Comptanten zullen gefurneerd hebben, zal. betaalen, en zQodaanige Deelneemers gegarandeerd zullen zijn voor de executie wegens de 60, en de termijnen der 40 Millioenen. En geconfidereerd met den eerden deezes maands November de deelneeming in deeze Negotiatie en guarantie, als daar van een gevolg zijnde, is geëindigd geweest, onverkort nochtans de nog te doene furnisfementen door de Deelneemers op de bepaalde termijnen, hebben de Volks-Verte» genwoordigers om', de goede Ingezetenen, welke verzuimd hebben daar in te participeren, alnog te gemoed te koomen, goedgevonden te bepaalen eene nieuwe Negotiatie voor den tweeden en derden termijn der 40 Mi-hoepen van 2-4 pet. hun-  9 November 1707. hunner zuivere bezittingen, te furneren door die geenen, welke in de eerfte Negotiatie geen deel hebben genomen, te betaalen in twee termijnen, de eerfte voor den 1 December 1797, en de tweede voor den 1 Januarü 1798 , tegens den interesfe van vier per cent, met inhaefie der Publicatie van den 14 October laatstleden met betrekking der geenen , die niet verkiezen , of onwillig zijn in deeze tweede Negotiatie te participeren. Met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie, om dezelve te doen èmaneren, en affigeren, tot eens ieders naricht. Op het geproponeerde ter Vergadering is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen de Ontfangers der Verponding, impost op de Gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren, Alienatien en Collaterale Succesfien en Tabak, mitsgaders Commisfaris van het Klein Zegel aan te fchrijven om aan die geenen der MeedeIngezetenen, welke na den 31 October laatstleden om deel te neemen aan de Negotiatie, bij Publicatie van den 14 September en 14 October refpective gearresteerd, zich aan hunne Comptoitoiren refpective mogten hebben geaddresfeerd, Xx 5 en  9 November 1797. en gelden gefurneerd, die gelden aan dezelven te restitueren of te doen restitueren tegens overgifce der Recepisfen, die daar voor mogten zijn afgegeeven ; met verdere last aan dezelve, als meede aan de Ontfangers der Gemeene Middelen refpective om te obferveren een ftipfte geheimhouding van het gunt hun ten aanzien van de bezittingen van ieder Meede-Ingezeten mogte voorkoomen en kennelijk worden, op verlos van hunlieder goeden naam en Ampt, en zoodanige verdere ftraffe, als na occurentie der zaake zal geoordeeld worden te behooren. En zal hier van Extract aan welgemelde Gedeputeerden ter Financie worden meedegedeeld tot naricht en zich daar na te gedragen. Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, is goedgevonden aan de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergaderiug, repraefenterende het Volk van Nederland, te fchrijven, als volgt. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Meede-Burgers l Onder meer andere zaaken, waar over wij thans Quartierlijk zijn geconvoceerd, is als een voornaam  9 November 1797. naam object ter onzer deliberatie gekoomen het 'poinct der gedecreteerde , en thans te dirigerene heffing van eenen 8oaen penning, en executie van dien. Daar nu het water aan de lippen is, en onze uitgeputte Comptoiren in de tegenwoordige omftandigheden buiten ftaat zijn de op dit Quartier afte geevene Adfignatien door prompte en oogenblikkelijke betaalingen te honoreren, vinden wij ons genooddrongen bij UL. op het ernftigfte te infieren om zoodanige voorzieninge te doen, dat het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, en Commisfarisfen, of wel den Ontfanger van het Commisfariaat der Franfche troupes in foldije der Bataavfche Republicq met het afgeeven van Adfignatien op dit Quartier provifioneel gelieven te fuperfederen, en aan een meer als andere Gewesten en Quartieren uitgemergeld gedeelte Lands wel zoo veel tijd van verademing gunnen, dat door de ordinaire, zoo wel als extraordinaire, geldoperatien, nu zelvs bij executie, de Comptoiren tot de verdere betaaling worden in ftaat gefteld. Wij houden ons te zeer van ULieder welwilwillendheid voor de geruineerde Ingezetenen overtuigd, dan dat wij ons niet vlijen zouden, dat GijL.  9 November 1797. GijL. het billijke van ons verzoek inziende, en teffens de verwarringe, die uit het niet honoreren der aftegeevene Adfignatien met betaaling zoude voortvloeien, aan onze inftantien zult gelieven te defereren.. • En hier meede eindigende Meede - Burgers. bevelen, wij UL. na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 8 November 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. De Commisfie tot het ontwerpen eener Conftitutie voor het Volk van Nederland verzocht hebbende eene praecife opgave van de inkomften deezes Quartiers, welke ten behoeve van de gemeene zaak geheven worden; mitsgaders van deszelvs particuliere of huishoudelijke bezwaaren enz. Is,  9 November 1797. Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden, ter voldoeninge aan voorfchreve inftantien, en -effens aan 's Landfchaps refolutie van den 16 Julii 1796, aan welgemelde Commisfie te laten toekoomen eene ter goeder trouwe gemaakte opgaaf of ftaat van de ordinaire en extraordinaire inkomften, domestique lasten en uitgaven , en particuliere bezwaaren bij de-volgende Memorie. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. inkomften van het Quartier van Nijmegen, tot onderftand der gemeene Bondgenootfchappelijke pligten ingevoerd, hebben haaren oorfprong uit veelerlei zoorten van belastingen, waar van eenige zijn reè'ele, andere perfonele, op het vertier gelegd, of welke voortfpruiten uit andere gemengde oorzaaken, den Landbouw en Koophandel betreffende.' De reëele of belastingen op vaste goederen worden niet verpagt, maar gecollecteerd, en aan de Ontfangers der refpective Comptoiren betaald, en beftaan in de O) Verpondinge, welke Grondfchatting met den 1 Januarü 1651 in plaats der Defecten is ingevoerd volgens 's Landfchaps  9 November 1797. fchaps refolutie over de drie Quartieren, en daar bij teffens goedgevonden, dat dezelve eenpaariglijk en op eenen voet zoude geheven worden van alle vaste goederen, in de Quartieren refpective gelegen, naar de revenuen, ten aanzien van de Huizen en Gebouwen, als aan reparatien onderhevig zijnde, tegens den 9den penning der Huuren, en met betrekking der Landerijen, Thiendens enz. tegens den 6llcn penning der zuivere jaarlijkfche inkomften; Edog bij provifie voor den tijd van drie jaaren, en wel onder de volgende ftipulatien. Dat, naamlijk , binnen de voorfchreve drie jaaren het redres der Verponding in de refpective Quartieren, daar en zoo zulks noodig, bij de hand genomen, vervolgd en afgedaan zoude worden : Dat ook alle Ampts-Stads-Dorps- en andere lasten, die vergeeten of niet beraamd waren, alnog bij de refpective Quartieren zouden mogen worden ingebragt, om na den voet, deezen aangaande gehouden, meede getaxeerd en afgedaan te worden. Dat voor het onderhouden of leggen van Hoofden of kribben zoude gekort worden, gelijk ook voor alle zwaare onverwagte toevallen, als van doorbraken van Dijken, extraordinaire nieuwe Chierongen, en zoo voorts. Dat,  p November 1707. Dat, aangaande het houtgewas van opgaande boomen, ten tijde het hout zal vallen, oprechtelijk in ieder Quartier, zoo door Kooper als Verkooper zulks zoude worden aangegeeven, alvoorens de bijle daar aan te leggen, om daar van den zesden penning, als van de landerijen, tot de Verponding te betaalen. In het jaar 1650 zijnde Quotes van de refpective Quartieren in de Verponding vastgefteld, meede aanvang hebbende genomen met den 1 Januarü 1651, om dezelve te betaalen boven het inkoomen der generale Middelen, en zulks alleen voor den tijd van drie jaaren, waar tegens nog daarenboven het Quartier van Nijmegen eene aanrekening heeft gedaan, daar bij eifchende het redres in de Quohieren van Verponding, met verklaaring, „ dat voortaan niet pligtig wilde „ gemaakt wezen , ofte met meerdere fomme ge„ debiteerd worden, als de eigenlijke uitflag van „ de geredresfeerde Verponding zoude uitbren» genOp den 30 Julii 1651 hebben de Quartieren te zaamen vastgefteld, dat omtrent het fubdivideren, betalen en liquideren der gemeene Provinciale lasten, voor zoo veel aan de Middelen te kort kwam, na proportie van het Montant van ieders ge-  9 November 1797* geprojecteerde Quohieren, alles zoude wezen bij provijie , en zonder praejudicie , ter tijd toe bij het redres der Verponding bevonden zoude worden het een of ander Quartier hoogere of mindere Quota in de fubdivifie te zullen moeten dragen. Zoo dat de Verponding, van den (1) beginne af, geintroduceerd is geweest met eene merkelijke dispariteit tot laste van het Quartier van Nijmegen; en het Quartier ook op het redres van de Quohieren der Verponding, en de daar na proportionele aanflag van 46-19-5 in hec 100' hoe" wel tot nog toe vruchteloos, altoos heeft geinfteerd. Zijnde dit bezwaar van het Quartier van Nijmegen zedert de introductie der Verponding merkelijk vermeerderd door het verlos van veele landerijen , welke tot groote fommen en conflderabile vermindering van de Quohieren en 's Quartiers Financie hebben moeten worden afgefchreven; daar in de twee andere Quartieren de landerijen merkelijk zijn vermeerderd en verbeterd door nieuw aangemaakte Tabaks- en andere landen, welke bevorens bij de introductie der Verponding niet veel waardig zijn geweest, dog nu in prijs fur- (1) Quart. Ree. i. A 21 Dcc. 1G49, 19 Octob. 1650.  9 November 179?. furmonteren de prijs der beste landen in het Quartier van Nijmegen; zoo als in die zelve Quartieren veele landen tot akkermaal en bosfchen zijn aangelegd, welke in den jaare 1650 nietshebben gerendeert : En om deeze redenen blijft het Quartier van Nijmegen aanhouden op een generaal redres der Verponding, en de daar na gereguleerde Quota. Bedragende de geheele Verponding in dit Quartier met i| ftuiver per gulden, na aftrek van den maanpenning ad f6-:-: van het honderd, voor de fubalterne Collecteurs, en het geene alle jaaren aan de Predikanten voor den § ftuiver , en aan de Vroedvrouwen voor het oortjeri word betaald, jaarlijks eene fomme van /a20,155-10-11. Zijnde bij tijden van noodzaaklijkheid eene (1) Extraordinaire, of verhoging der Ordinaire mee |,|,|,! uitgefchreven, en jaaren achter eikanderen geheven geworden. En wijders aan te merken, dat, daar door over- firoo- (1) Zedert het jaar 1763 is geen Extraordinaire Verponding geheven; om dat de zesde penning der revenues tot de ordinaire Verponding al een vrij hooge aanflag is, en de Landbouw, waar in het voornaarnfte product van het Quartier beftaat, door hoogere belastingen zeer zoude benadeeld en gediscourageerd-worden. 3 IJ ij  o November 1797* ilroomingen en veelvuldige doorbraken veele landerijen van gedaante waren veranderd, alle landen in deezen Quartiere, (a) buiten Dijks gelegen, onlangs zijn opgemeeten, daar van Quohieren geformeerd , en volgens bepaalde Clasfes na de natuur der landerijen in de Verponding aangeflagen. (II) Impost op de Alienatien. Tot de reëele fchattingen behoort de impost gelegd op alienatien of verkopingen, vermangelingen, cesfien, donatien en verpandingen van alle onroerende goederen, Huizen, Gebouwen, Tuinen , Molens, Thienden, Thinfen, Erfpagten, Uitgangen, Stedigheden en Rentverfchrijvingen, het zij publicq, het zij onder de hand, het zij in geld, vruchten of diergelijke beftaande, onder den naam van den 20^, 40fte, en 80^ penning bekend. Naam- (j) De buitenlanden aan de Rivieren gelegen zijn zedert het jaar 1650 zesmaal opgemeeten,-cn in de Verponding af- en aantefchreven, naaf maate' van derzelvêr a.:'-cn aanwas; doch de winst of verlies voor het Quartier is bij eene meeting geheel onzeeker. Betreffende de Landerijen, ter culture gebragt, z'jn er geene dan op een klein diftrict .der Mookfche heide, in het NederRijkfche Walt, en in eenige moerasfige broeklanden; maar van zoodanige geringe valeur, dat het, voor-als noch, der moeite niet waardig is geacht daar van een n;euw Quohier tc formeren, en aanflag in de Verponding te doen.  9 November 1797. Naatnlijk bij vrijwillige alienatie van alle goe< ij deren en vastigheden worde , telker overdragt, van hec tantum der Koopspenningen, hooggelden, rantfoen-gelden, vereeringen en diergelijke bepaald de 4oftc penning door Inheemfchen , dat is | van lnwooneren deezer Republicq, en die ingevolge Concordaten, als Gelderfche Ingezetenen f moeten gehandeld worden, en de 2oiK> penning door Uitheemfchen. Bij gerichtelijke verkoopingen , of welke bij ïexecutie gefchieden, van verwonne goederen, die ïboven den tijd van redemtie, buiten verkoopinge, in posfesfie gehouden worden, de 8ofte penning voor Inheemfchen , en die daar voor gehouden I worden, en de 4ofte penning voor Uitheemfchen. Voorts wordt door de kooper alken de halve |8oile of half 4oüe penning betaald, wanneer goederen door Gods- of Armen-huizen, Diaconien of Idiergelijken worden veralieneerd, om dat in die ■gevallen de voorfchreve Godshuizen van deezen limpost zijn geëximeerd. (III) Impost op de Collaterale Successien. Tot de reëele lasten behoort te worden gebragt 1de impose op de Collaterale fuccesfien , welk Irecht zonder onderfcheid van graden, en 't 'zij IJ ij 2 ex  9 November 1797. ex testamento of ab intestato, bedraagt de 30^ penning voor de Inheemfchen en de 15* voor de Uitheemfchen, zoo niet bij Concordaten enz. anders is bedongen, van alle onroerende goederen, hier vooren onder het middel van alienatie-gelden vermeld, mitsgaders van los- en lijfrenten-brieven, of Obligatien , flaande op's Quartiers Comptoiren, Steden, Ampten, Dorpen, Polders, Communiteiten en Collegien, onder het Quartier resforterende , en diergelijke ftabile Corpora, als meede van alle Obligatien, Renten of Schuldbrieven in onroerende goederen van particulieren geradiceerd of gevestigd, van wat naam of natuur dezelve zijn, die bij ervenisfen, ab intestato, of uit kracht van Huwelijks-voorwaarden, Magenfcheidingen, Testamentaire of Codicillaire dispofitien, Legaten, Praclegaten, Donatien mortis caufd, of andere diergelijke lucrative oorzaaken, al was het zelvs bij renunciatie, van de zijdval, of in linea collaterali aankoomen. Zullende deeze impofitien op de Alienatien en Collaterale Succesfien jaarlijks, het eene meerder het andere minder, voor het Quartier renderen de fom van ƒ30,000-:-: Wordende door de Secretarien en Landfchrijveren, als Collecteurs, en op zommige plaatzen door  p November 1797. door afzonderlijke Collecteurs, ontfangen, en aan het Comptoir Generaal van deezen impost overgebragt en verrekend. (IV) Impost op de redemtie der non Alienatien en Collaterale Successien. Deeze belasting wordt betaald van onroerende goederen en effecten, toebehoorende aan Provinciën, Steden, Conventen, Communiteiten en andere ftabile Corpora, buiten deeze Provincie gelegen, van welke alle 33 jaaren wordt betaald de i5de penning; wordende ten aanzien van goederen aan de Domeinen deezer Provincie toebehoorende , voorts aan Steden, Ampten, Communiteiten , Collegien, Godshuizen en diergelijke flabile Corpora binnen deeze Provincie; aan de vijf Ecclefien, en aan de Geeftelijke Corpora in de Provincie van Utrecht te huis gehoorende, en van de onroerende goederen van de Duitfche Ridder-Ordre ter Balije van Utrecht; voorts van.de onroerende goederen en Thienden van het Capit•tel van Sc. Victor te Sancten,, en S" Martini te Cranenburg in het Quartier gelegen, alle 40 jaaren geheven en betaald den 20^ penning. En zijn alleenlijk van deezen impost bij 's Quartiers refolutie van den 6 Aug. 1795 geëximeerd IJ ij 3 hui-  t / 9 November 1797. huizen en gebouwen , welke tot publicq gebruik zijn gedeftineerd, mitsgaders de Pastoralia, Diaconien- en Kerken goederen , voorts Godshuizen, zoo in de Steden als ten platten Lande, die niet of na'auwlijks toereikende zijn aan de oogmerken van haare ïnftitutién te voldoen. En vermits het grootfte gedeelte van deezen impost alle 40 jaaren betaald wordt, maakt de iaacilc gedaane betaaling, door 40 gedivideerd, jaarlijks fi 134-1-2*. De Perfonele belastingen, excijttfen en imposten op zommige eet- en drinkwaaren, welke voor het grootfte gedeelte-alle in het openbaar worden verpagt, zijn iri hét Quartier van Nijmegen bekend onder de' bénaamingen van (3) gemeene of geheraale Middelen; beftaande in den Impost op de (V) Wijnen. Deeze impost wordt geheven bij het Oxhoofd, houdende zes Ankers, zonder onderfcheid van zoort. Voor de Burgeren en Ingezetenen . 12- :- : Voor G) Men li eelt dê naam van generale of gemeene MiWelen > welke da algemeene Staten bij de creetie der Kepiibficq in alle de Vcfeenigde Gewesten op een eenparigen voet zochten in te voeren, behouden, om de fchaltingèn van ajkrlej zoort aan te flgu., fchoon dezelve allcenl.jk ten behoeve van ieder Bijzonder Gewest geheven wotdefu  9 November 1797. Voor de Tappers . . . . 24- ; - j Zoodanig nochtans, dat de Tappers en Herbergiers, den eed doende van niet te zullen -frauderön kunnen voliraen met -. ' . . ,■ . . 18- : En wordt vart Wijnen, bij Gerechten., Collegien, Schutterijen of Rotten , voorts bij Vergadèrirfgen'van' jonge Lieden , Gébuuren of andere Compagnien ingelegd , Tappers impost betaald: - •rl9s.Msv"*lo orblmdad- Deeze impost wordtin dé Steden' verpagt, en ten platten Lande onder • -s3 den aanflag volgens eene caleulatié in den jaare 1724 gemaakt ^ Bègrepên. ' o(l ■ -. !. ï SÉ fiu ailimal 'ü.'.ir! nsv Wffod (VI) Bieren. Van het Bier, binnen het Quartier gebrouwen, wordt betaald van de Ton ,• inhoudende vier Ankers of Kinnetjes; Door de Burgeren en Ingezetenen . 1- 1-: Door de Tappers of Herbergiers . 2-2-'.' Van alle Bieren bij Vergaderingen van Gezelfchappen , Schutterijen , Gildens of in diergelijke gemeene Huizen gedronken wordende j en waar ' IJ ij 4 voor  o, November 1797. Voor bijlage van .penningen, gefchiedt is, wordt betaald Tappers .impost. Van een pijp Mom, houdende a§ Ton. . . . * . . . , 14-11- 8 Vaneen Oosters vat Jopenbier ,. 24-10-! Van Engelfche,-Lubekfche, Bremer- en Hamburger-Bieren, ook van . - de inlandfche Bieren, in het fatzoen van dezelve .Topn,en -,geflagen ;. gelijk meede van Oosterfche en andere Uitheemfche of Overzeefche Bieren, van;. ■ de Ton, vopr een Ingezeten of Burger . » ■ , • • , . .4- l'lc> Voor een.Tapper . . .. 5-16-10 De Brouwers-betaalen voor ieder hoofd van haar familie bij haarinwoonende , 10 jaaren en daar-boven oud .zijnde,:-'s maands 7 ftuivers, en dus in het. jaar . . . .... 4- 4- ; Wordende deeze impost in de Ste:den verpagt, en ten platten Lande on,der.den aanflag volgens calculatie, in 1724 gemaakt j begrepen, (VII) AziJNEN, Yan de Azijnen zonder onderfcheid , tusfehen Wijn-  9 November 1797. Wijn- en Bier-Azijn met \ verhooging van de Ton, inhoudende vier Kinnetjes . . 3- :-; Wordende deeze impost in de Steden verpagt, enten platten Lande onder den aanflag, in 1724 gemaakt, aangefchreven. (VIII) Gemaal. Op het Gemaal met de halve verhooging van een Last Tarwe of Weit tot agttiep Malders gerekend . . ... . 45. :- ; Van een Last R,ogge . . 21- :- ; Van een Last Garst of Boonen, daar brood van gebakken wordt , 15- . ; : . Van een Last Boekweit, die om te verbakken gemaalen wordt_ . . 10-10- : Wordende deeze impost in de Steden verpagt, en ten platten Lande onder den aanflag^ in 1724 gemaakt, begrepen, en geheven van ieder perJoon boven tien jaaren. . . , 1-16- : Én van vijf tot tien jaaren, in het jaar : • . • . • .*,•:• . . .- :-i8- ; (IX) Bestiaal of Geslagt. Van alle Osien, Koejen, Schaapen, Lammeï: . . IJÜ 5 . ren,  9 November 1797. ren, Varkens, jong of oud, geflagen of gedoken , of binnen her. Quartier geeonfumeerd wordende ; Voor de Ingezetenen de twaalfde penning; en voor de Slagters de agtjie penning, van 'c geen het Slagtbeest • gekost heefc. Van Kalveren, 't zij groot of klein 1-5- : : Wordende deeze impost in de Steden verpagt , en ten platten Lande onder den aanflag volgens calculatie, in 1724 gemaakt, begrepen. (X) Zout. Met de aagen van deeze lasten die Dorpen ten eeriemaal onvermogend waren, hebben dezelve van het Quartier, als h'Qt bij ter zake van den impost op het Bezaaij en Hoorngcld merkelijk gcinteicsfeeid, verzocht gehadt, dat eene begrootinge mogte worden gemaakt van liet montant, het welk de impost op het Bezaaij en' Hoornbeesten zedert dertig or vijftig jaaren bij verp.igtingc hadde opgebragt over die Dorpen, en dat vervolgens van het geene de voornoemde impost in dertig of vijftig volgende jaaren bij verpagting meerder zoude koomen te renderen, als in de voorgaande dertig of vijftig jaaren, aan die Dorpen mogte worden geaccordeerd om gcëmploijeerd te Worden tot aflosling vafl de Capitalen, welke dezelve tot het zetten der Molens hadden doen negotiëren. Zulks aan die Dorpen"zijnde geaccordeerd, zijn de Gedeputeerden ter Financie gewoon jaarlijks van dat furplus Ordon. nantie op den Ontfanger te doen flaan,om de genegotieerde Capitalen daar meede af te leggen; en wordt dé impost van het Bezaaij en Hoorngcld, inval binnen voorfchreve bepaalde jaaren die Capitalen mogten wezen afgelost, bij het Quamer in het geheel genooten.  9 November 1797. (XVIII) 'Schapen- geld. Van ieder Hamel of ander Schaap, vet geweid wordende , van 1 Mai tot 31 Octob. 's maands . . :- 2- : Na October tot 30 April . . :• ; 8 (XIX) brandewijn en gedistilleerde Wateren. Deeze impost bedraagt van de Brandewijnen, Genever en alle gediftilleerde Wateren, zonder onderfcheid, van ieder Kan , houdende 28 op een Anker, 12 ftuivers, en dus per Aam . 67- 4-: (XX) Tabak. Van alle Tabak, zonder onderfcheid, het zij Canaster, gefponne bladeren of andere Tabak, wordt betaald van ieder pond . . :- 2- : Dus van 85 ponden . . . 8-10- : Van de 550 ponden . . . 55" :" : Behalven deeze impoficien, die op het vertier, landbouw en Koophandel leggen, wordt geheven een (XXI) Passage - geld. Van Perfoncn met een Schip of Schuit de Rivier  9 November .1797vier op- of af-varende, of met eenige, geene eigene, voitures doorpasferende, te weeten van Nijmegen de Rivier op na Emmerik, bij ieJ.r perfoon . . . . . . :-i-8 na Cleef . . . . . 1-3- • — Venlo . . . ... . , . > -6-r; — Mook . . ■ , ... :-2- : — Grave . • . . . : -1-; — Arnhem • . ... . : ■—■ Thiel te lande . . . .-. .--3.- — Utrecht ... . . . : -6- : De Rivier af op Thiel . . . :-i-S Met de Rotterdamfche Postwagen op Cuilenburg ..... ^-5-: Van Thiel op Utrecht en Arnhem . --4-,: Op Buuren, Cuilenburg, Wijk, Rhenen , Wageningen en op Bommel te landwaard . . . . : -2- : Meteen Schuit de Rivier af op Bommel Met een Schuit de Rivier af op's Bosch :-i-S Die met de Rotterdamfche of Utrechtfche Wagen hunne reis over Thiel verder vervorderen, betaalen het Pasfage-geld te Thiel. Van Bommel te water op Pouderoijen, I Heusden en Hedel, om verder te gaan . : | 3* Z z te  9 November 179;. te land op 's Bosch en Heusden . - :~a- : te land op Ucrechc . . • • : "4" Op Gornichem . . • • En verder aldus naar advenant van de eene Stad of van zoodanig Dorp of Plaats op de andere; zijnde Koetziers en Postillons vrij en exemt. (XXII) Amptgeld. Of belasting op alle permanente Ampten, waar bij de Officianten bij het aanvaarden van hun Ampt moeten voldoen een Tax , naar de qualiteit of revenues van het Ampt, volgens de Ordonnantie. (XXIII) Klein Zegel. Na de Clasfen bij de Ordonnantie bepaald, en tot 'Commisfien van Ampten of Bedieningen, bij de Lijst van het Amptgeld getaxeerd. (XXIV) Impost op de Speelkaarten. Voor ieder fpel ordinaire Kaarten . : a-: Van ieder fpel Tarocqkaarten . . Door de voornoemde vierentwintigerlei zoorten van belastingen en impofitien, waar van de meesten zijn verhoogd, met hoedanige verhoo- gin-  9 November 1797J gingen in de twee andere Quartiere dezelve niet bezwaard zijn, en van welke 'er verfcheidene in het geheel niet, of vrij minder, aldaar gevorderd worden, worden de Ingezetenen des Quartiets van Nijmegen zeer gegraveerd, hoewel met de Ingezetenen der andere Quartieren inwooneren zijnde van dezelvde Provincie; en zullen alnu" tot vinding der interesfe van de geforceerde en nieuwe vrijwillige geldheffingen met nieuwe impoiitien moeten belast worden; zoodanig, dat het Quartier, zoo het zelve ten aanzien van de onevenredige Quota in de fubdivifie niet wordt verligt, zal moeten te gronde gaan. Vooral, daar het Quartier van Nijmegen, het welk genoegzaam alleen moet beftaan van den Landbouw en Veeteeld , niet tegenftaande alle voorzorg, en geftrenge heffing, zoo der reëele als perfonele Middelen, nochtans geenen vasten ftaat kan maaken op derzelvêr jaarlijkfchc revenuen en inkomften. Want ten aanzien van het Quartier van Nijmegen is het bekend, dat hetzelve vanboven tot beneden zoodanig is leggende, dat het aan de zuidzijde van het begin des Kerfpels Heumen tot bij Gorinchem met eene uitgeftrektheid van omtrent twintig uuren is gefitueerd aan de Maas ; aan de 2 z z noord-  9 November 1797- noordzijde van Pannerden tot aan het geweezen Graaffchap Buuren aan de Rivier de BenedenRhijn en Linge; en dat de groote Rhijn-tak, de Waal, van Schenkenfchans tot genoegzaam aan Gorinchem midden door het Quartier zijnen loop heeft. Dat die Rivieren en Rivier-takken, bijzonderlijk de Waal, in de Over- en Neder-Betuwe met den Thielre-waerd aan de noordzijde, en in het Rijk , Tusfehen Maas en Waal en Bommelrewaerd aan de zuidzijde, alwaar men ten wederzijden gevaarlijke fchaardijken bevindt, groote en zwaare doorbraaken en overftroomingen tot onbegrijpelijke fchaadens van 's Quartiers inkomften, en bederf der Ingezetenen hebben aangerecht: inzonderheid des winters bij het losbreeken van het Ys, waar door dikwils Ysdammen tot een on-v geloovlijke hoogte en dikte opgekruid worden,| waar door bij doorbraken alle Dijk- Pak- Rijs- en Waterwerken tot eene onbegrijpelijke fchaade der Ingezetenen worden geruïneerd , Bergen, Schuuren en Huizen ter nedergeftort, en uithoofde van die fchaade confiderable remisfien gegeeven moeten worden, zoo van reëele als perfoneele lasten, behalven excesfive verfchotten, welke uit; 's Quartiers cas als dan moeten wouden verftrekt tot  9 November 1797. totonderfteuningevan zoodanige, die tot zoo zwaare kosten van herftellinge van Huizen als anders , niet genoeg vermogende zijn, en buiten ftaat zouden wezen hunne verfchuldigde lasten en imposten van confumtie in het vervolg te voldoen. Dat het eertijds zoo confiderabel en vruchtbaar Dorp Herwen genoegzaam geheel verlooren, en Aart en Pannerden, de eerfte en bovenfte Kerfpels van het Quartier aan de noordzijde van de Waal, door het graven en verbreeden van het Canaal te Pannerden en de geduurige overftroomingen in armoede zijn geraakt: Hebbende de ondervinding daarenboven zedert veele jaaren achter eikanderen doen zien, dat zelvs de bloiendfte landerijen in het geheele Quartier, zoo boven als beneden, en bijzonderlijk in de bedijkte Polders der lagere diftricten, door de verhooging van de bodems der Rivieren bedorven , en door de geduurige kwellingen als uitgemergeld worden ; zoodanig dat, daar andere Quartieren en Gewesten rekenen kunnen op de jaarlijkfche revenuen haarer landerijen tot ftijving der Financien, het Quartier van Nijmegen geene zekere ftaat kan maaken op de jaarlijkfche producten, hebbende, als binnen 's lands gelegen, geen noemenswaardig genot van de groote en aanmerkelijke voordeden Zz 3 der  9 November 1797. der navigatie, en. der meenigvuldige takken van commercie, visfeherijen enz. , gelijk de Provinciën aan de zee gelegen , of uit haare fuuatie, fterke bevolking, grootere rijkdom der Ingezetenen en andere gunftige omftandigheden daar toe meer gefchikt. Dat de drie Steden des Nijmeegfchen Quartiers zijn gedeftitueerd van Fabricquen en Manufacturen, die circulatie van geld aanbrengen, en dat de weinige, welke nu en dan worden aangelegd, bij voorbeeld Glasblazerijen , Stijfzelmakerijen, van zeep, van azijnen, om verfcheide redenen in geen opgang kunnen worden gebragt, maar zieltogende tot derzelvêr vernietiging weg ipoeden ; En zijn de Brouwerijen van verfcheide zoorten van Bieren, die vooral binnen de Stad 'Nijmegen eenen aanmerkelijken tak van Negotie uitleverden, allengskens vervallen. Wordende de geiinge handel, die 'eris, nog gedrukt door eene rigoureufe heffing der Convoijen en Licenten, zeer opge lijk aan die, welke in verfcheide andere Gewesten plaats heeft. Moetende de Ingezetenen hun beftaan zoeken te erlangen met ambachten , handwerken en eenige winkelneeringen. Dat ten platten Lande geen negotie gedreven wordt als van Tabak tot aanmerkelijk nadeel van de  9 November 1797. de kooren-velden in zommige diftricten; vankersfen, aardappelen, hout en andere producten van de velden, van Rundvhee, van Paarden in den Thielre-waerd, doch alle van die natuur, dat geene derzelve genoegzaame refources tot ftijving der Financien kunnen aanbrengen ; zoo dat de Ingezetenen ten platten Lande voor het grootfte gedeelte moeten beftaan van den zuuren arbeid hunner handen in den landbouw; en welke fobere middelen, geringe refources en weinig winst teffens oorzaak zijn, dat het getal van vreemden, die zich in het Quartier van Nijmegen koomen te etablisferen , in vergelijking van de Gewesten, daar Commercie, Navigatie, Scheepsbouw, Visfcherijen, Fabricquen, Trafiquen , Manufacturen , rijkdom, pracht en welvaart enz. plaats hebben, zeer gering is: Gelijk ook verfcheide importante goederen in het Quartier van Nijmegen gelegen zijn , die aan buitenlandfche Corpora behooren, of welkers bezitters zich met hunne woonplaatzen buiten het zelve bevinden, en derzelvêr groote revenuen tot merkelijk nadeel van 's Quartiers Financien op andere plaatzen verteeren, waar van de gewezene Heerlijkheden Batenburg, Hernen , Horsfen , Wel en Ammerzoden , Brakel, Dalem, Neder-hemert en meer andere tot bewijs kunnen worden bijgebragt.  O November 179?. Bij dit nagaan van den waaren toeftand van de Financien deezes Quartiers behoort voor al meede in aanmerkinge te worden genomen het jaarlijks onderhoud der Dijken, tot het maaken, repareren , verhoogen en verbreeden van welke, als' gerekend wordende op ruim honderd duizend roeden, immenfe fommen moeten worden ten kosten gelegd ; En hoewel het onmogelijk is die kosten juist op te geeven, alzoo het een jaar van het andere merkelijk verfchilt, nochtans door eikanderen berekend worden op ruim een Rijksdaalder per roede Dijks, en welke kosten in plaats van te verminderen (gelijk men vreest) vermeerderen zullen , en de landerijen tot het repareren der Dijken vergraven, waar door het Quartier in haare Financien onbegrijpelijk wordt gedrukt. Boven de Verpondinge en deeze lasten tot onderhoud der Dijken vereischt, en de kosten, die verder tot een groot aantal van Kribben, PakBlees- en andere werken op de Rivieren moeten worden geëmploijeerd, welke jaarlijks vermeerderen , en merkelijk furmonteren de kosten deswegens bij het invoeren der Verponding gevalideerd wordende , moeten de landerijen in het Quartier van Nijmegen verder mergentaals gewijze contribueren in de Ampts- en Dorpszettingen , welke penningen niet koomen in  9 November 1797. *s Quartiers cas, maar geëmploijeerd worden tot bctaaling der renten van de Capitalen op de Ampten en Dorpen refpective genegotieerd, der tractementen van de Dijkftoelen , Dienadrs van juftitie, Schouten, en Onderfchouten, léverancien in watersnood, maaken van wegen, repareren van bruggen, verdiepen van watergangen,' verbreeden van kadens, en diergelijke noodwendigheden , bedragende de Amptszettingen in de meeste Ampten een daler per morgen behalven vier ftuivers, die jaarlijks uitgezet worden tot onderhoud der hoofden en kribben, terwijl de Dorpszetcingen zeer ongelijk zijn, moetende verfcheide Dorpen daar in lasten tot zes, en tot tien guldens per morgen, en in het Rijk van Nijmegen en in Tusfehen Maas en Waal nog daarenboven tien ftuivers per morgen tot onderhoud van Dammen, gelijk 'er in andere diftricten nog eene belasting op de landerijen gevonden wordt onder de naam van Wal- Sluis- en Molen-lasten,' tot- het zetten van Molens, bouwen en onderhoud van Hulzen enz. Zoo dat door deeze en diergelijke belastingen de revenues der landerijen merkelijk worden geabforbeerd, en de inkomften der Ingezetenen zoodanig verminderd, dat men, lettende op alle de Zz 5 'bi>-  9 November 1797. bijzonderheden. der inwendige ongevallen , aan welke het Quartier onderhevig is, zich zal moeten verwonderen, dat het Quartier zich zoo promptelijk heeft kunnen kwijten om haaren aanflag in de lasten van de gemeene defenfie, zoo ordinaire, als extraordinaire, vol vaardig op te brengen; hoewel zulks ook niet gefchied is, dan met infpanning van alle krachten, en boven het vermogen der geldmiddelen ; Want daar andere Gewesten en Quartieren haare zwuare lasten na de Vreede van Aken hebben kunnen verligten, of capitale fchulden aflpsfen, is het Quartier van Nijmegen genoodzaakt geweest niet alleen alle de Financiële middelen, zommige met derzelvêr zoo halve als dubbelde verhoogingen , te doen continueren , maar zelvs nieuwe, onder welke het Amptgeld, te introduceren, en daarenboven haare Financien met verfcheide Tonnen gouds aan opgenomene penningen te belasten, wilde men het Credit van, het Quartier niet laten verboren gaan, de loopende fchulden betaalen, en aan de engagementen voldoen. Hier bij nog accederende, dat, daar de ZeeGewesten door de wapening ter zee bevoordeeld worden , en het comptant geld uit de andere Gewesten derwaards vloeit om aldaar in circulatie  9 November IJ9J. de te blijven, en door leveranciers, aanneemers en werkvolk, in die Gewesten woonagtig, te worden ontfangen , in tegendeel dit Quartier , benevens het gansch Gewest, genoodzaakt wordt dezelve gelden tot de Marine in den fchoot der equiperende Provinciën uit te ftorten, zonder' daarvan, als buiten hun territoir wordende befteed, een te rugkeerend genot te hebben : En dat de Ingezetenen daarenboven tot hunne ambagten en handwerken de noodige materialen , en de winkelwaaren genoegzaam alle, uit de cominercierende Provinciën moeten haaien, na dat reeds van dezelve onderfcheidene impofitien ten voordeele van die Gewesten zijn genoten. Voorts dat dit Gewest, maar bijzonderlijk het Quartier van Nijmegen , door deszelvs fituatie, als het naast aan de frontieren van den Staat gelegen , verftrekt tot een voormuur van de andere Gewesten, en in cas van rupture met buitenlandfche Mogendheden aan den eerften aanval, devaftatien en onvermijdelijke rampen des Oorlogs, dikwils zoo bitterlijk, en zoo veel • zwaarer dan in andere Gewesten en Quartieren gevoeld, en door de drukkende en lleeds voortduurende inkwartieringen alnog wordende ondervonden, het eerst van allen is blood gefteld. LAS- /  9 November 1797. LASTE'N DES QUARTIERS. Generaliteits Interesse. Op de Capicalen , voormaals ter Generaliteit voor (1) rekening van de Provincie op Los-Renten genegotieerd, moet het Quartier jaarlijks ten Comp- (1) In den.beginne van de Republiq waren de Provinciën gewoon aan de Generaliteit de benoodigde penningen tot ftuur van den Oorlog naar eDne gemaakte repartitie op te brengen; Ook met baar Credit de Generaliteit te adfifteren, uitwijzends de - interesfe , welke eenige Provinciën nog langen tijd wegens zoodanige gcucgotieerde Capitalen op den Staat van Oorlog hebben geprofiteerd gehad. Maar naderhand begrepen de Provinciën , voor al dan , wanneer derzelvêr, Credit door deeze of geene omftandigheden eenigzins was verminderd, en deeze vermindering van Credit was meest al het gevolg der zwaare Oorlogen, welke de Staat bij .tinhoudendlicid verpligt was te voeren, dat h:t met haare convenientie beter over een kwam, dat op het Credit van de Generaliteit' voor haar wïeridl gcncgoticc-d, cn 'dat zij zich maar aileen aan elkandcrcn .verbonden tot; het furnisfement van elks aandeel in de Interesfe en termijnen van loding. Daar uit is vervolgens voortgevloeid, dat, vooral in den Oorlog, dewelke djoi' de Vreede van Utrecht 'geëindigd is, zulke immenfe Capitalen ten laste van de Generaliteit voor de Provinciën op de gedrae,ene Coufenten opgenomen z'jn geworden. Na het fluiten van de Utrechtfche Vreede warerf de Provinciën nalatig veor derigtige voldoening hunner Contingenten in de jaarlijkfche reuten en interesfe te zorgen, waarom het Comptoir Generaal van de Unie in den jaare 1715 moest wbr- v / ', den  9 November 1797. Comptoire Generaal van de Uuie betaalen de 'interesfe vóórhaar aandeel in dezelve ad fi 2012-2-8 En is de aflosfinge van Capitalen aan het Comptoir Generaal van de Unie zedert den jaare 1767, bij tien gefloten, zoo als het ook tien maanden gefloten is gehouden, en niet geopend dan op verzekering, dat-deProvinciën, welke men ondertusfehen te gemoed'was gekomen door eene merkelijke vermindering van den last der Renten en interesfe, voortaan richtiae betaalingen zouden doen. Eene Memorie van de Capitalen , loopende tot laste van de Provincie Gelderland op het Comptoir Generaal van de Unie; mitsgaders een ftaat van 't geene de Provincie Gelderland door het fvijmeegfch Quartier ten Comptoire Generaal van.de Unie betaald heeft, vindt men in het Quartiers Reces d. d. o Junii 1730; Voorts een Staat van alle de Capitalen, genegotieerd ten Comptoire Generaal van de Unie zedert anno 1690 voor 'rekening en ten laste van de zeven Provinciën en het Landfchap Drenthe, en de daar op gedaan» betaalingen, achter de Ordinaris cn Exlraordinaris Staaten van Oorlog over 1785. enz. Behalven deeze fchulden voor rekening van de Provinciën genegotieerd, zijn 'er fchulden direct genegotieerd ten laste van de Generaliteis Cas, x>f wel door de provinciën tot/aste van de Cas der Unie gelaten. Ook is 'er nog een derde zoort van fchulden, befiaande in Capitalen, genegotieerd op de Contributien, en na het eindigen van den Qorlog over de Spaanfche fuccesfie overgebragt op het fubfidie, het welk door het Huis van Ooftenrijk, ingevolge het 19 articul van het Tractaat van Barrière van deit jaare 1715, en de Conventie in den jaare 1718 daat op ge, volgd, aan den Staat moest worden betaald, dan welk fubfidie in den jaare 1744 geheel zijnde opgehouden, de Capitalen daar op geaffecteerd, zijn gekomen voor rekening, van dc Provinciën.  9 November 1797. bij den Staat van Oorlog over den jaare 1785 ervindlijk, gefchied uit eene bijzondere Negotiatie van vijf tonnen gouds, en daar toe verder gtaffectueerd het furnisfement van het Amptgeld, mitsgaders het I pet, het geen het Quartier van de reductie der Renten van 3^ tot 3 's jaarlijks profiteert; dan met welke aflosfingen zedert den jaare 1782 ter zaake dat de fchulden, uit de oorlogen eh de laatfte troubles gefprooten, dermaaten zijn aangegroeid, dat het tegenwoordig inkoomen ver beneden de tegenwoordige onvermijdelijke lasten is, men genoodzaakt is geworden te fuperfederen. De interesfe der Capitalen, op het (2) fubfidie der Barrière geftaan hebbende, 's jaars voor het aandeel des Quartiers, ad . . ƒ2917-:-: On- (s) Den 3 Februarii 1745 is door den Raad van State gepetitioneerd de jaarlijkfche betaaling van /202406-19 3 tot voldoening der Renten cn interesfe van de Capitalen, geaffecteerd op het fubfidie van de Barrière; waarvan fyo6^o-:-: wierdt vereii'cht voor de jaarlijkfche interesfe van de nog resterende onafgeIoste Obligatien, en het overige ter fomme van ƒ111776-19-3 tot voldoening der. Lijfrenten: dog de repartitie van voorfchreve fom van /2O2406-i9-3 op den Staat van Oorlog is nooit geweest een waar object van een vrij confent, maar een blood gevolg van voorige confenten, vermits zij alleen tendeerde tot goedmaking der inteiesfe van de Capitalen, onafgelost overgebleven uit die, dewelke de Bondgenooten, geduurende den Oorlog over de fuccesfie van de Spaanfchc Kroon,  9 November 1797. Onder deeze Generaliceits lasten behoort het verfchuldigde op voorige Petitiën , als meede het geene het Quartier nog op posten van de Staaten van Oorlog zoude fchuldig zijn. Domestique Quartierlijke Lasten , die uit de Inkomsten worden gedragen. De Quartierlijke (1) Tractementen enz. bedragen 25684-9-: Subfidie aan de (2) Gelderfche Aca- Kroon, hadden goedgevonden te negotiëren op de Contributien en niéuwe Cbnqnestén. In liet jaar 1790 zijn de nog overig geblevene Lijfrenten, zoo die bevorens op het fybüdie der Barrière geaffecteerd waren, als die voor rekening der Provinciën waren genegotieerd, voor rekening van de Generalitcits Cas gelaten, en zulks tegens het profijt, dat gevallen is op de Lijfrenten, die hoewel afgeflorven, echter als zoodanig niet waren opgegceven. CO De vernietigde Quartierlijke Ampten en Commisfien vindt men in het Quart: Ree. d. d. 2, 16 julii 8 Aug, 16 Sept. 1795. De poincten van bezuiniging, zuo ten aanzien der tractementen en emolumenten van de Gedeputeerden ter Financie, derzelvêr Amptenaaren, enz. als ten opzichte der Quartierlijke Commisfien in het Quart. Ree. d. d. 13 Maart, 3 Junii, fa 21 Octob. 1796, CO Land*. Ree. d. d. 31 Julii 1051. 7 Oct. 1653. 10 Mai 1684. Quart. Ree. d, d. 5 Oct. 1653. 07, 28 Noycmb. ib9u 5 Dcc. 1606. 8 Junii 1700. 4 Aoy. 1723.  . t 9 November 1797Academie te Harderwijk jaarlijks . 2800- :-. Allerhande uitgaven van Vacatiën in (3) verfcheiden opzichten nevens de onkosten van verpagtingen der gemeene Middelen en andere inkomften, enz 29037-10-: De Capitalen ten laste des Quartiers van Nijmegen (4) van tijd tot tijd genegotieerd, bedragen ƒ6,904,600-:-: waar van de interesfe tot 3 pet. jaarlijks beloopen' . . . 207138- :: Behalven die der geforceerde geldheffingen van den 50^ penning en dubbelde Verponding, in den jaare 1706 gedaan , welke Jalvo calculo bedragen ƒ700,000-:-:. Waarvan dc interesfe ad 3 pet. . . . 21000- : : De tegenwoordige vrijwillige Negotiatie, eenige duizenden onbepaald, om dat men het zuivere montant nog niet praecifelijk weeten kan, te zaamen gecalculeerd op eene fomme van ƒ500,000-;-:. Waar van de interesfe ad 5 pet. bedragen . . . 25000 :-: De Cs) Quart. Rcc- d. d. 2 Julii 1795, 17 Mai 179C (jQ Quart. Ree. d. d. 31 Julii 1795, 17 Mai 1796.  9 November 1797' . De Lijfrercen (5) bedragen vol-\ gens geflocene Rekeningen in 1796 . o^o- .-; De interesfe der Capitalen wegens de Arnptgelden falvo calculo . . 2000: -: Het jaar Tontine , volgens het jaar . . . . ' io3533:x9-: ''" '• ' ■ii<.-.',?x>:.!.t j •••• ■•' Mooéicl nota i: aihtmt, UlTKEERlNGEN uit de GENERALE MlDDELEN , Brandewijnen en gedistilleerde Wateren, Tabak, enz. De geheele tantièmes van de generale Middelen van Confumtie, voorts Brandewijnen en gediftilleerde Wateren, mitsgaders van den Tabak, hier vooren ten vollen gefteld en uitgetrokken zijnde, moet alhier in defalcatie worden gebragr. het geene de Steden, Nijmegen, Thiel en Bommel daar uit trekken, namentlijk I gedeelte van de generale Middelen (6) over die Steden en der- • zei- b) Quart. Ree. d. d, 31 Julii 1795, i? Mai 179ö. De Stad Nijmegen hadt al vroeg tot haare eigéné ondcrhotidin* accijfen gefteld op Wijnen, Bieten, Vleefch, Gemaal, Zout en Zeep. Raadfign. der Stad Nijmegen d. dd. 6 Mai 1570,' tfKov. 1591, 17 W 20 m. 8 Noy. 1592, 25 Aug. iw3,' 2I Febr. 25 Aug. 28 Oct. '1594, 3i Maart 1595, 18 Febr. 10 AoV; 159s". Thiel cn Bommel aangaande Laridd. Ree. d. d. 9 April i67g, 2.6 Maan B« A a a  9 November 1797. zeiver Schependommen vallende, except alleen het Hoorngeld en Bezaaijde landerijen, en zulks voor de leverancien , of her. doen bezorgen van -6 Maart 1681. De Steden confereerden, dat zoo zij in alles ■ / de générale middelen zouden lasten, zij van haare neerinaen zouden worden berooid, cn voor de Ingezetenen van het platte , land de lasten' dragen, en maakten daarom zwaarigheid om aan die Middelen binnen haar gebied tot behoef der algemeene of Gewestelijke cas, voor het geheel, loop te geeven. Eindelijk hebben dezelve geconfenteerd, dat de gemeene Mid-. delen in de Steden werden ve.pagt, en ten gemeenen behoeve • de penningen ingezameld met aanhechtinge van deeze voorwaarden voor het vervolg; „ Dat zij toeftemming gaven om de « renende Middelen binnen haar Rechtsgebied geheven, het Z welk zij voor zich plagten te genieten, ten voordeelc van de ,', gemeene cas te laten koomen, edoch tegens het genot van een gedeelte derzelve, om wegens brand en licht in dewach- ) ten Ten andere lasten voor zich van eènigen onderftaud te c jouisferen : En om deeze te dragen is aan de Steden een zeker „ aandaelin de generale Middelen toegellaan. Op gelijke wijze is bij de introductie van den impost op de ...ebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren , welke de Steden bevorens de introductie van dit middel ten haaren p.ivativen voordeel pleegden te .verpagten, bepaald om dezelve, welke op dien voet de 'Stads accijfen misfen moesten, fchndeloos te ftellen , „ dat ieder. van dezelve uit de opkomften van die ., Middel'een gedeelte , binnen haar rechtsgebied vallende, „ voor zich zouden .genieten. Want daar het natuurlijker wijze npodzaaklijk volgt, dat de' Inwooncren van Steden meerder lasten moeten dragen dan de lmvooueren van het platte Land , heeft men al zeer vroeg daar in nachten te voorzien , zoo door voorrechten, als anders.  9 November 1797. van het noodige vuur of brand en licht ten dienile van de Wachten en Corps des Guardes van de aldaar guarnifoen houdende Militie enz. bedragende dit § part van de generale Aaa 1 Mid- derzifts, oiii de Inwooneren binnen de Steden niet mee;der té bezwaaren , daa de geene die op het Land (*) verbleven waren. .,..}»:)- - •» ...;;J/f ««.I »«•.., - .... . .t (*) Tot omtrent de negende eeuw woonden bijna alie Inwoonercn deezer Gewesten ten platten Lande. Steden waren oudtijds niet bekend, uitgenomen eenige weinige, mcerendcels betraande "in Verblijlplaatzen van de Ropieinen langs en omtrent de Rivieren, en die weinige , zelvs de Stad der Batavieren, bij uitftek genoemd, fchijnén meer vastigheden geweest te zijn om, in tijden van nood, voorraad, wapenen en menfehen tebergen, dan wél Steden om daar in beftendig verblijf' te houden. In de agtfte Eeuw onder Carel'den Gróóten begon men alhier Steden te bouwen, ert onder zijne Opvolgers vermeerderde het getal derzeive, voor ftl, daar de Bisfchoppen en Cieestelij! en hun. verblijf in de Steden vestigden, en den heiligen dienst daar In waarnamen, waar door veele lieden «.wierden nangefpoord om zich ter wooning binnen dezelve neder te zetten.,' inzonderheid bij de invoering van Schutterijen , Güdcn , Ambachten en::. Graaf Otto de III "riehttedc in de dertiende Eeuw yerfcheide Sleden op. naamlijk Roermonde, Arnhati, 'Bot*.rtffc HarJcnvijck, Waganngen enz. Na welk voorbeeld de volgende Ftirftcn meede steden hebben aangelegd. Dus de Steden, de eene voor, de andere na, tot ge"meenen beste zijnde gefticht, heeft men ooi; 'aan de zwaardere la-ten, die zij boven de Verfpreideu ten platten Lam'ft 'hadden te dragen, trachten te gemoed te koomen.  9 November 1797'• Middelen aan de S teden, ingegaan 10 Julii 1796, waar van afgetogen het Haardfteden-geld 9787-17-12 Dan nog het l part der helft van de 70 pet. van den impost op, de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over de drie Steden . . 43.18-16- : , De ftuiver van ieder pagtgulden der 70 pet., over het Nijmeegfche en Thielfche, en § ftuiver over het Bommelfche Comptoir , . . 2381-10- 8 En ïs van den impost op den Tabak voor de Steden . . . 1319-12- 3 De ftuiver per pagtgulden van den impost op den Tabak over het Nijmeegfche en Thielfche, en I ftuiver over het Bommelfche Comptoir . 678-13-8 Recapitulatie dèr Inkomsten. De generale Middelen van de Verpagting over het jaar ingegaan i° Julii 1796 over de"drie Comptoiren hebben bedragen 239521I pagtguldens, en in enkelde guldens, den pagtgulden gerekend ad 25 ftuivers, om dat de ftuiver voor de Predikanten , en het Oortje voor den Armen, afzonderlijk betaald wordt . . 299401-17- 1 De  9 November 1797. De Verponding ordinair met i\ ftuiver per gulden over de drie-Comptoiren , na aftrek der Collecte-penningen , -en 't geene jaarlijks aan de Predikanten voor den § ftuiver, en aan de Vroedvrouwen voor het Oortje wordt betaald, volgens de-laatstgeflotene Rekeningen der Ontfangers 220155-10-11 De impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren, verpagt in April 1796, bedraagt met den jaare, ingegaan i°. Julii 1796 na aftrek van de 30 pet. aart ~'dê'; Steden betaald wordende, in önkelde guldens over het Nijmeegfche Comptoir 89785- 4- : Over het Thielfche Comptoir - 12190-17- : Over het Bommelfche Comptoir 19889- 9- ; De Ontfangst van den 8ofte 4o'te 3ofle 2orceen 15''° penning, of imposten op de alienatien en collaterale fuccesfien over het geheele Quartier, genomen op ... 30000- :- : De impost op den Tabak over de drie Comptoiren des Quartiers, verpagt in April 1796, bedragende met den jaare ingegaan 10. Julii 1796, in enkelde guldens 21958- 6- :  9 November 1797. De ontfangst op het Klein Zegel, genomen op . . . . . 15000- : - : De impost op de Speelkaarten heeft in den jaare 1796 gerendeerd . ,1318- 4 : Dus hebben de inkomften over deezen loopendé jaare 1797 bedrag gen . . .... . ƒ659699- >*>- 3 De Quartierlijke of Huishoudelijke lasten zijn Interesfe van de Capitalen tot laste des Quartiers, zoo als hier vooren gefpecificeerd, te zaamen/253i38- :-: Lijfrenten, Amptgelden, en Tontinen . 18863-19-: Generaliteits interesfe 12012- 2-8 Interesfe der Capitalen op het fubfidie der Barrière geftaan hebbende 2917- ;-: Subiidie aan de Academie te Harderwijk . 2800- ;- : Quartierlijke tractementen en andere domestique lasten . . . 54721-19- ï De hier voorgemelde uitkeeringen uit de Generale Middelen, Bran- : -r>' ■ , . de- • ttè dug 9ÏA > j  9 November 1797» dewijnen en gedistilleerde Wateren, Tabak enz. 18486- 9-15 ■ ■ ƒ302939-io-7 welke huishoudelijke lasten afgetrokken van de bovengemelde inkomften , fchiet over tot de Bondgenootfchappelijke, en ftuur_^ der gemeene zaak . . . ƒ296759-! 7-12. Wordende hier alnoch genoteerd, dat de op zich zelvs onevenredige Quota des Quartiers nog aanmerkelijk is verzwaard door de verhooging der Provinciale Quota met .--8-7 in de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog, en met :-i5-6 in de Petitiën, als geregeld zijnde na de opgaaf van het overfchot van het inkoomen der Quartieren boven haare huishoudelijke lasten, welk overfchot van de twee andere Quartieren, naar proportie van haare Quota in de fubdivifle, veel grooter zijnde dan die van het Quartier van Nijmegen, het Quartier boven maate heeft bezwaard, zelvs zoodanig dat, inval die twee Quartieren, naar proportie, geen meerder overfchot, dan het Quartier van Nijmegen, hadden gehad, deeze Provincie, even als de over een al te hoogen aanflag geklaagd hebbende Provinciën, op foulaas en vermindering dér Provinciale Quota hadt kunnen aanhouden. j)an  9 'November 1797. Dan noch, dat het Quartier van 'Nijmegen, als particulier Eigenaar aangemerkt, niet behoort te worden gepraejudicieerd door fchikkingen ten aanzien der gecedeerde goederen van den gewezen Graaf van Cuilenburg; dat is, dat door zulke fchikkingen de wettigheid der betwist wordende donatie van de Stad, en het gewezen Graaffchap Cuilenburg, met alle deszelvs rechten, gerechtigheden , regalien en inkomften voor de fomme van ƒ967800-:-; guldens in den jaare 1720 gekocht, en van alle de verdere landerijen huizen en erven door koop zedert aangekoomen, tot nadeel van een derden, dat is het Quartier van Nijmegen, niet behoort te worden gedecideerd. Voorts, dat in den jaare 1796 over de Stad en Lande van Buuren, als oudtijds onder het Quartier van Nijmegen gehoord hebbende, is verpagt den impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren, bedragende met den jaare ingegaan ï°. Julii 1796 in enkelde guldens ƒ0066-ic-: insgelijks den impost op den Tabak ad^iaoQ-:*; en op de Wijnen ad ƒ383•IO : .te zaamen ter fomme jjan ƒ9659-:-: doch dat het Quartier van Nijmegen wordt belet de voorfchreve pagtpennirjgen te jprasferen. Hebbende het Quartier van Nijmegen geene 'li-  9 November -1797. inkomften van particuliere' zoo genoemde Domeinen of Geestelijke goederen, noch rechten uit revenuen van Posterijen, Loterijen, of bijzondere bezittingen, of andere, onder welke benaaming zulks ook zoude mogen zijn \ provenierende. Wijders kunnen de gronden van évenredigfi'efd, waar óp de heffing van elke belasting in ditQuart'i'er gevestigd is, uit de Ordonnantiën en Ampliatien van dezelve gevoegzaam worden opgemaakt, en verder uit de reuoacta ten tijde van derzelvêr introductie, en uit de Recesfen des Quartiers Worden nagegaan. De kosten tot de werken ter beneficeering der Rivier-monden van Neder-Waal, Neder-Rhijn en IJsfel, voor welke een fom van tien duizend guldens 's jaars op den Ordinaris Staat van Oorlog is §erepartitieerd geweest over deeze Provincie, mitsgaders Utrecht en Overijsfel, doch welke zedert den jaare 1790 daar van is afgelaten, en in welke kosten het Quartier van Nijmegen een derde gedeelte plagt te dragen, zijn zedert den gepasfeerden jaare 1796 niet langer ten (1) lasten vanjde refpective Quartieren gebragt geworden. Inde huishoudelijke zaaken heeft het Quartier, Aaa 5 niet 'fjij Quart. Ree. i. tl. 20 Noyemb. 1796.  9 November 1797. niet tegenftacnJle een zeer accurate perceptie der Middelen is in acht genomen j de uiterfte fpaarzaamheid moeten oeffenen, door zich te onthouden van verfcheidene aanmerkelijke verbeteringen van deszelvs inwendig beftaan, die met hoop van v fucces zouden kunnen zijn bij de hand genomen, jaa zelvs van noodige voorzieninge omtrent plaats hebbende gebreken, alleen uit bezef van deszelvs geringe resfources, en daar meede gepaard gaande bekommering van niet zomwijlen buiten ftaat te geraaken om deszelvs aandeel voor het Bondgenootfehap te kunnen opbrengen. Waar meede het Quartier na fefumtie is gefcheiden- Uit last van het zelve ; JOH. inde BETOUW. RE-  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, ÖP EENEN GECONTINUEERDEN EXTRAORDINAIREN LANDDAG BINNEN DE STAD NIJMEGEN GEHOUDEN IN NOVEMBER EN DECEMBER 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefenie Leden des Quartiers van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. T II I E L. > . i••/ fe.: ï i ft Wj ■ ' Carel Campagne , Cornelis Taaij , PlEïER ten 130scii. ~ BOMMEL. Daniël Prillevitz , aügustinus g'eukama. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, Jacobus Smits , Hendrik Derkse, ^ Peter Wouters van den Ouden Weijer. OVER-  OVER-BETUWE, MET GENT EN ERLE COM, EN MILLINGEN. Jan Bodd , Dsrk Leenders, Gradus Roes , JoilANNES-Gi^VER, Burgert Burgers, Nicolaas Arntz. TUSSCIIEN MAAS EN WAAL, MET LEUR. Aeldert Schouten, Jan Festen, Aaldert Verstegen, Peter van Heumen. , rvTivxuia*! .iSWAtl NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick , Bart^van Lienden. THIELRE-WAERD. GoDETRIDUS BüSCtf-MAN, | BOMMELRE-WAERD; MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  i$ November 179/. 1 Reces des Quartiers van Nijmegen, op eenen gecontinueerden extraordinairen Landdag binnen de Stad Nijmegen gehouden in November en December 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 28 November 1797. liet Quartier van Nijmegen heeft wederom goedgevonden de landelijke zaaken, als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te laaten behandelen. Ve rlezen de' Requeste van Buurmeefteren des Kerfpels Hatert , -Schependom van Nijmegen , daarbij verzoekende, dat in de jaarlijkfe betaaling der confumptie van den jaare 1795 af, en voorts in het vervolg zouden kunnen volftaan, met ten Comptoire des Quartiers te betaalen jaarlijks eene fomme van fS^^-i met auctorifatie op den Ontfanger, om daar van in het boek behoorlijke aantekening te doen, en dat, hangende de deliberatien over dit poinct den Ontfanger zoudè mo-  28 November 1797. moge worden gezonnen met de executie tegens de Requeftranten te fuperfederen tot tijd en wijlen nader zoude zijn gedisponeerd. En hier op vermogens apoitille van den 14 October laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden de Requeftranten te renvoijeren aan den Raad der Stad Nijmegen, gelijk gerenvoijeerd worden mits deezen. ezen de Requeste van Gijsb. van Gameren , Onderfchout van Ave fathen, om redenen bij den Requeste geallegeerd, verzoekende, dat aan hem voor gedaane Exploicten aan 492 perfonen mogten worden toegelegd zoodanige jura, als aan Requeftrant ingevolge de wetten en Placateh zouden competeren, cn dat daar voor eene Ordonnantie op een van de Ontfangers deezes Quartiers mogte worden verleend: En hier op vermogens apoftille van den 11 October laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden bet.verzoek, bij den Requeste gedaan , provifioneel te houden in advijs, tot -dat een algemeen rapport door welgemelde Gedeputeerdens, hoeveel voor ieder dag aan deExploic- teurs  g8 November 1797. teürs zoude behooren te worden toegelegd, zal zijn ingekooinen. Op Requeste van Pieter van Nievelt, in huwelijk hebbende Catharina Rappard, zoo voor zich zelvs als naamens de overige kinderen van wijlen Coenraad Rappard, verzoekende om de daarbij vervatte redenen admisfie tot fchaadelöosftelling wegens de fchaadens aan het Huis en Bosch Brakkeftein in den jongden oorlog j zoo door Engelfche , Hannoverfche , Hesfifche , als Franfche troupes geleden, en aan de daar toe geftelde Commisfie opgegeeven. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben, na deliberatie, góedgevonden deeze Requeste te renvoijeren, gelijk gefchiedt bij deezen^ aan de Gedeputeerden ter Financie, om daar op, na bevind van zaaken> in naame van den Quartiere te disponeren. Jïet Request van Schout en Buurmeesteren van Hien en Dodewaerd is gefteld in handen van het Collegie van algemeen welzijn in Neder-Betuwe ten fine van Bericht. 2. ■ Bbb Woent'  29 November 1797. Woensdag den 29 November 1797. Op Requeste van J. van Roggen, houdende, dat een en andermaal zich aan de Landfchap hadde geaddresfeerd, ten einde zoodanige middelen zouden mogen worden beraamd, die konden (trekken om den Requeftrant in zijne bedieninge te herftellen , dog dat, daar de Landfchap, door .deeze zaak bij derzelvêr refolutie van den Novemb. 1796 voor domesticq te verklaaren, hadt begrepen dezelve voor geene politique beflisfing vatbaar te zijn, alnu verzocht perrnisfie om de procedure, welke hij ter zaake voorfchreve genoodzaakt wordt tegens den Raad der Stad Nijmegen te entameren, voor den Hove van Juftitie deezer Provincie te voeren, en dat het gemelde Hof van Juftitie moge worden geauctorifeerd om daar in ter eerfter inftantie te erkennen; En het daar op ingekoomen Bericht van den Raad der Stad Nijmegen, goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van advijs was, dat het Hof behoorde te worden geauctorifeerd om in prima injlantid in deezen te erkennen en te decideren, zoo als in goede juftitie zal vermeenen te behooren. Heeft de Gecommitteerde uit de Stad Nijmegen ver-  èo November 1797. verzocht infertie, dat bleef inhaereren de aantekening fub dato 25 Novemb. 1796 ten Recesfe ervintelijk. Op Requeste van J. Hol en J. la Garde Buurmeesteren des Kerfpels Alphen, en;het daar op ingekomen Bericht van D. Sterk , Schoolmeester aldaar , goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier van Nijmegen genoegen zoude neemen met het Bericht, met recommandatie nochtans aan den Berichtgever om de ordre op het fchool houden ten platten Lande, en deszelvs inftructie ten deezen , ftiptelijk te obferveren en na te leeven; Hebben de Gecommitteerdens van Tusfehen Maas en Waal verzocht aantekening, dat tot het neemen deezer aperture niet hadden geconcurreerd. Op het voorftel van de Gecommitteerdens van Thielre-waerd, om de Publicatie, waar bij het denunciëren van Obligatien tenlaste der Provincie en Quartieren wordt verboden, meede te extenderen tot de Ampten: En op Requeste van A. S. de Virieu, verzoekende , dat deze Propofitie op voorftel van de Bbb 2 Gv  29 November 1797. Gecommitteerden van Thielre-waerd moge worden gedeclineerd; goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier voorfchreve Propofitie en Request zoude ftellen in handen van het Provinciaal Collegie ten fine van eonfideratien en advijs ten naasten; Hebben de Gecommitteerdens uit Over-Betuwe verzocht infertie tot die opening niet te hebben meede gewerkt, vermeenende, dat, wanneer wettige Crediteuren van eenige Ampten of Steden, voor het geheel of voor een tijd, verdoken wierden verklaard van het effect der bedingen bij de Obligatien voorkoomende , op de goede trouw van welker flipte en heilige naleeving particuliere hunne gelden hebben gefchoten, zulks het gereedfte middel zoude wezen om al het Credit van Steden en Ampten te ontzenuwen, en de Ingezetenen huiverig te maaken om hunne gelden ten behoeve van eenige Ampten of Steden te hefteden. Dat dezelve ook niet in dit opzicht met de Provincie en Quartieren kunnen worden pararel gefteld,'als welker genegotieerde penningen tot bijzonder behoef van dezelve Ampten en Steden, maar geenzins ten behoeve of defenfie van het gemeene Land worden befteed, en overzulks gemelde Ampten en Steden volkomen gelijk ftaan met particuliere Debiteuren.  30 November 1797. Donderdag den 30 November 1797. Op Requeste van Matthijs van Bronkhorst, aan de Landfchap gepraefenteerd, daar bij te kennen geevende, dat nevens *,B. van Neukirchen genaamd Nijvenheim , en C. I. van Neukirchen genaamd Nijvenheim, alle Leden van de voormaalige Ridderfchap des Quartiers van Nijmegen, in den jaare 1787 over hunne gemanifefteerde politique gevoelens, endaar na ingerichte pogingen ter behartiging van 's Lands welvaren , door de Momboirs deezer Landfchap in procedures waren betrokken geweest, achtervolgd met fententien ten hunnen lasten, meedebrengende condemnatie in de kosten van dezelve procedures; verzoekende vervolgens, daar die fententien met alle gevolgen en aankleven van dien bij 's Landfchaps Publicatie van den 9 Februarii 1795 vernietigd waren, reftitutie van de uitgefchotcne kosten: Goedgevonden zijnde aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier dit Request zoude ftellen in handen van het Provinciaal Collegie, om daar op na bevind van zaaken in naame van de Landfchap te disponeren. Hebben de Gecommitteerdens der Stad SaltBbb 3 Boe-  30 November en i December 179?. Boemel verzocht infertie, dat bleven inhaereren derzelvêr aantekening ten Recesfe fub dato 10 Septemb. 1795 ervindlijk. m Op Requeste van Prior en Canonici regulares tot Gaasdonck bij Goch aan de Landfchap gepraefenteerd, verzoekende permisfie en noodige auctorifatie om derzelvêr Bouwhof, den Zoetenborn genaamd, onder Wichen ten hunnen nutte te mogen verkoopen en transporteren; Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier de noodige auctorifatie tot het publicq verkoopen en transporteren van gemelten Bouwhof zoude verleenen, zoodanig nochtans, dat de Requeftranten zullen verpligt zijn de drie en dertig jaarige redemtie-penningen, voor zoo verre dezelve verfchenen zijn, aan het Quartier te voldoen. VïijJag den 1 December 1797, Op voordragt door de Gecommitteerdens van Over-Betuwe; Is na deliberatie goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te proponeren om 's Landfchaps refolutie van den 1 April 1611 , waar bij aan alle Erf-  i December 1797. Erfgenaamen van de Officieren, welke ten laste der Domeinen ftaan, het volle ^tractement wordt geaccordeerd van dat jaar, waar in die Officieren koomen te overlijden, in te trekken en buiten effect te ftellen, mitsgaders de refolutie van den 25 April 1725, waar bij de voorige refolutie is geëxtendeerd tot alle Leden van Hof en Rekenkamer met derzelvêr Ministers en Suppoosten. In aanmerkïnge genomen zijnde, dat in de diftricten van Buuren en Cuilenburg, en andere zoogenaamde Prinsfenlanden, om reden, dat zij geen deel van de bijzondere Gewesten uitmaakende de Provinciale geldheffinge hen ook riiet concerneerde, tot noch toe geene heffing van eenen quotelen penning tot ftijving van 's Lands cas in den tegenwoordigen dringenden nood des Vaderlands is werkftellig gemaakt, is goedgevonden daar het onredelijk en met de principes van gelijkheid geheel en al onbeftaanbaar is, dat, terwijl de Ingezetenen der negen Gewesten bij continuatie extraordinaire en zeer drukkende lasten moeten opbrengen, en derzelvêr vermogens door geforceerde Geldheffingen worden uitgeput, de Ingezetenen van eenige gedeeltens der Republicq van den opbrengst van zoodanige extraordinaire lasten beBbb 4 vrijd  r December 1797. vrijd blijven, aan de twee andere Quartieren te proponeren om nadere inftantien bij de Nationale Vergadering te doen, ten einde de Ingezeten dier plaatzen, ook ten aanzien van het voorledene, het hunne in 's Lands algemeene Schatkist kunnen opbrengen, en teffens daar van kennisfe te geeven aan de hoogstgeconftitueerde Magten der andere Gewesten om de voorfchreve inftantien te willen fecunderen. Op Requeste van J. E. Sanders van Well, daar bij te kennen geevende, dat als Ampts-Richter en Praefident van den Dijkftoel des Rijks van Nijmegen bij het ontfangen van zijne Commisfie en Inftructie was aangefteld op alle zoodanige wedden, tractementen, profijten, vervallen en andere emolumenten daar toe ftaande, gelijk zijne Voorzaten gehad en genooten hebben. Dat dus daar onder indisputabel gehoorde en begrepen was de vrije inwooning op, en het gebruik van den thans geremoveerden Burg binnen Nijmegen; op welke van de (19 vrpegfte tijden af zoo wel de civile als (O Oudtijds wierden de Gerichten van het Rijk in civile zaaken niet op den Burgc, maar te IViclien en te Beuningcn gehouden. Landbr. van her Rijk van Nijjnegen, gegeeven bij HertogCarel van Egmond in den jaare 153:. Geld. PI. B, l I). 1 App. col. z.  I December 1797. &ls criminele Gerichten gehouden, Ampts-Rekeningen en Uitzettingen gedaan, voorts alle Amptsen Dijks-zaaken, den Rijke eenigzins fpecterende, verricht waren; verzoekende vervolgens om redenen, daar bij geallegeerd, dat de Vertegenwoordigers des vrijen Volks van Gelderland hem voor het gemis van de inwooning en het gebruik van den gewezen Burgt 's jaarlijks eene evenredige vergoeding, te rekenen van den dag, dat zijn Post als Richter des Rijks bekleed heeft, geliefden te accorderen. Bbb 5 Meer col. 2. Naderhand is vergund deeze Gerichten om de onver, ligheid van het platte Land te doen houden op den Burgtj eerst alleenlijk voor den tijd van één jaar, en vervolgens tot dat men het platte Land wederom zonder gevaar zoude mogen frequenteren. Raadfign. der Stad Nijmegen $td post $&. verini 1563, 30 Dcc. 1587, 2 Noy. 159a, 31 Maart 1593. Landdags Ree. d. d. 27 Maart 1593. Geld. Pl. B. 2. D. co/38. In zaaken bij Appel zoo van de Gerichts-banken van het Rijk, als van Herwen ci\ Aart, aan Schepenen van Nijmegen, ,als het Hoofd Gericht des Rijks, en Appellations-Richteren, devolverende wierden de procedures op den Burgt in bijwezen des Burggraafs gevoerd; docli de zaaken van appel van de Heerlijkheden des Rijks Grocsbeek, Perfingen, Oij en van het Nederrijkfche Walt, mitsgaders van Oijen en Dieden in Maas en Waal, op het Raadhuis in de Raads- of Schepenskamer, in afwezigheid des Burggraafs. De criminele zaaken in het Rijk kwamen tct eerfter inftantie ter cognitie van Schepenen van Nijmegen, even als in de Stad zelve, en wierdt meertenelcels het Gericht op den Burgt gehouden.  i en 2 December 1797. Meede gelezen het geopende des Quartiers van Veluwe , vermeenende, dat in het gedaane verzoek behoorde te worden gedifficulteerd: Is goedgevonden, gelet zijnde, dat de bedieninge van Burggraaf is (2) onderfcheiden van het Richter-Ampt in den Rijke van Nijmegen, zich met het geopende des Quartiers van Veluwe aan 's Landfchaps tafel te conformeren. Saturdag den 2 December 1797. O ntfangen eene Misfive van de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, gefchreven in den Hage den 2 November laatstee 3) De winning op den Burgt competeerde oud ijdsaan den Slotvoogd des Keilers, naderhand des Hertogs van Gelre, waar van hij den titul van Burggraaf voert. Want de bedicninge van Burggraaf is onderfcheiden van het Richter-Ampt des Rijks, als zijnde twee afzonderlijke posten. De Burggraven plagten ook oudtijds die twee bedieningen te onderfcheiden in het -voeren hunner titels, en zich te fchrijven Burg-Graaf tot Nijmegen, of Burggraaf van het Slot van Nijmegen, en Richter en Dijk. Graaf in den Rijke, zoo als uit de Actens van de veertiende en vijftiende eeuw blijken kan. Vervolg der Handvesten van Nijmegen bladz. 101, 138. De titul van Burggraaf, Richter en Dijk Graaf des Rijks van Nijmegen is van latere tijden, en de eer cn praeëmtnentien van den Richter des Rijks van Nijmegen , teffens "Burggraaf zijnde , waren aan laatsgemelde bcdieninge geattacheerd. Quart. Reces d. d. 14 Aug. 1640.  a December 1797. laatstleden aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd Repraefentanten van het Volk van Gelderland, houdende, dat voor dezelve niet mogten verbergen , dat voor eenigen tijd ter hunner kennisfe gebragt waren de bezwaaren, welke de Vertegenwoordigers van het Quartier van Nijmegen* fustincren te hebben tegen die van Zutphen en Veluwe, uit hoofde, dat deeze laatstgemelde Quartieren zouden weigeragtig zijn te voldoen aande Convenanten, tusfehen de drie Quartieren van dit Gewest fubfifterende nopens de fubdivifie der Provinciale Quota, of wel nopens de fupporten door die van Zutphen en Veluwe aan het Quarvan Nijmegen te geeven, in zulken geval, wanneer de Quota in dit Gewest in de Generaliteits lasten eene zeekere daar bij bepaalde fom te boven gaat: En ten gevolge van welke weigering onder anderen onbetaald gelaten zijn twee Adfignatien door die van Nijmegen op de beide andere Quartieren ter vereffening van die toegezegde fupporten of fubfidie afgegeeven ter fomme van /8os5o-i5-6, en van /4285S-3-2 refpectivelijk. Dat wel gehoopt hadden, dat dit misverftand zonder hunne toekomst door onderlinge opheldering en toegevendheid zoude zijn uit den weg geruimd, dog dat eene nadere nu onlangs ont- fan-  2 December 1797. fangene Misfive van die van het Quartier van Nijmegen hun vergewist hadde, dat de bovengemelde gefchillen nog blijven voortduuren: En dat, daar het voor handen zijnde geval met het Quartier van Nijmegen van zoodanigen aart is, zij geoordeeld hadden, zonder zich voor' als nog de beflisfing daar van aan te trekken, de Landfchap op het crnftigfte te moeten aanzetten , om hoe eerder zoo beter het misverftand , ten deezen opzichte tusfehen de Bcftuurders der bijzondere Quartieren onderling gerezen , door gepaste middelen op te heffen en te zorgen , dat de penningen, ingevolge hier van door het Quartier van Nijmegen ingehouden, op de eene of andere wijze, het zij Quartierlijk, het zij Gewestelijk, aan de Nationale Casfe gefurneerd, en dus de geheele Quota van dit Gewest voldaan worden, teneinde voor te koomen de onaangenaame noodzaakÜjkheid, waar in zij zich, hunnes ondanks, anderzins zouden vinden, om, ongepraejudicieerd de bijzondere fustenuen der refpective Quartieren, dezelve, en alle andere dergelijke, bij het een of ander Quartier afgewezene posten van de gezamenlijke Ingezetenen van dit Gewest zonder aanzien der fuhdivifie, of huiszelijke Concordaten af te vorderen; voorts dat, inval de Landfchap mogte oordeelen, dat de tusfehen-komst van de  2 December 1797. Nationale Vergadering of van Gecommitteerdens , ten dien einde door hun re noemen, van eenig gewenscht nut zoude kunnen zijn , om dit misverftand bij wege van minnelijke asfopiatien , ofte wel van arbitrage tusfehen de refpective geïtiteresfeerdens te vereffenen, zij zich daar toe aanboden , en in allen gevallen 's Landfchaps refcriptiè hier op, uiterlijk binnen vier weeken na den ontfangst deezer, zouden te gemoed zien; En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden, daar de refcriptiè, ten Landdags Recesfe geïnfereerd , geconcludeerd is op de uitgebragte advijfen van de Quartieren Zutphen en Veluwe, afzonderlijk aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de navolgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid , Broederfchap. 1 Burgers Repraefentanten ! Bij het houden van deeze onze extraordinaire Landelijke Vergadering hebben wij eerst ontfangen en gelezen ULieder Misfive, gefchreven in den Hage den 2 November laatstleden aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, waar uit wij  % December 1797. Wij met een bijzonder genoegen hebben mogen verneemen, dat de dringende 'noodzaaklijkheid om alle beletzelen tegens eene prompte aanvulling van 's Lands casfa op te heffen, en de verpligting om niet toe te laten, dat door huisfelijke gefchillen tusfehen de Quartieren van dit Gewest over de fubdivifie der Provinciale Quota, en de fupporten door de Quartieren Zutphen en Veluwe aan het Quartier van Nijmegen te geeven, in zulken geval, wanneer de Quota van dit Gewest in de Generaliteits lasten een zekere bij de Conventie van den jaare 1720 bepaalde fomme te boven gaat, de prompte en geheele[af. betaaling van de Quota wierde gedilaijeerd, ULieden verbood hieromtrent langer inactief te blijven ; en dat GijLieden daar bij te recht deedt reflecteren, dat dit poinct ophield een domestique zaak te zijn, wanneer daar door eene daadelijke wanbetaaling of korting in het aandeel van een der drie Quartieren in de Quota van dit Gewest wordt veroorzaakt, met bijvoeging, dat GijLieden, ingevalle mogt geoordeeld worden, dat de tusfehenkomst van ULieden, of van Gecommitteerdens door ULieden te noemen, van eenig gewenfcht nut zoude kunnen zijn, om bij -wege van minnelijke aslbpiatie, of wel van arbi- tra-  a December 1797. trage de verfchillen tusfehen de refpective Geïnteresfeerdens te vereffenen , ULieden daar toe aanboodt, en uiterlijk binnen vier weeken na den ontfang van ULieder Misfive eene refcriptiè zoudet te gemoed zien. Bij de befoignes, daar over op heden gehouden, goedgevonden zijnde den inhoud van ULieder Misfive te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie der drie Quartieren, conftituerende het Gecombineerde Collegie deezerProvincie, en de conferentien over dit poinct op aanftaande maandag een begin ftaande te neemen, zullen wij, na het afloopen van dezelve, niet ledig fiaan van den uitflag dier conferentien aan ULieden ten fpoedigften kennisfe te geeven, terwijl wij om allen misverftand uit den weg te rui. men, al wat mogelijk is, en wat redelijker wijze zal kunnen gevergd worden, van onzen kant bereidwillig zijn toe te brengen. Ondertusfchen zult GijLieden, Burgers Repraefentanten, met ons moeten inftemmen, dat het buiten mogelijkheid is, dat het verfchil over de fubdivifie bij de Landfchap , dat is bij de drie Quartieren , kan worden getermineerd, immers niet bij finale Uitfpraak beflist, door dien de twee Quartieren zich bij eikanderen vereenigd houdende,  si December ifSf?' de , de Uitfpraak niet anders dan ten nadeele vaft het Quartier van Nijmegenkan uitvallen. Daar nu bij het i2d!-* articul der Conventie van ■1700 is bepaald, dat, voor zoo veel het een of ander Quartier door extraordinaire groote, zwaare en langduurige desastres niet in ftaat raogt wezen om in haare Quota te continueren, ingevolge van dien articul zal verpligt zijn te confenteren ineen Richter om te erkennen over het redres, het geen het klagend Quartier is vorderende; en dat bij het 3de articul van de-Conventie van den jaare 1720 is geftipuleerd, dat de refpective Quartieren zich ftiptelijk zullen reguleren na het 12* articul van de Conventie van den jaare 1700: Voorts dat niet alleen in den jaare 1712 tot twee •differente relfen aan deeze Provincie eene bezendingè van drie Gecommitteerdens uit hunner Hoog Mogende Vergadering, om het doenmaalig different over de fubdivifie der Provinciale Quota bij accomodement of decifie te termineren, heeft plaats gehad, maar zelvs ook bij de Conventie van den jaare 1720 door tusfchenfpreeken en perfuafien der Burgers Sicco Goslinga, Francois Fagel, en Francois Hoornbeek, daar toe doof hun Hoog Mogende benoemd, het doenmalïg misverftand over de fubdivifie is vereffend, zoo zullen wij,  2, cn 4 December 1797. wij, bij ontftentenisfe van minnelijke fchikking, mee dankzegging voor ULieder vriendelijke aanbieding, dezelve allerdings accepteren, als oordeelende geenlbeter en bekwaamer weg te kunnen inflaan om het verfchil, bijzonderlijk over de fubdivifie, uit den weg te ruimen, tot voorkooming van allen verderen nadeeligen invloed, die tot metkelijken ondienst van de gemeene zaak bij voortduuring daar uit moet proflueren. Deeze hier meede eindigende, Burgers Repraefentanten! bevelen wij ULieden in Gods heilige befcherminge. Gefchreven te Nijmegen den 2 December I7jp7, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Qiiartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Maandag den 4 December 1797. Op het geproponeerde van de Gecommitteerdens der Stad /ThieL, daar bij verzoekende, dat 3- Ccc den  4 Deecmber 1797. den Burger Rijk van Gijtenbeek, of tijdelijke Secretaris van Sanctwijk zal worden geïnterdiceerd in het vervolg den 40"™, 8o(ta of andere penningen te ontfangen, en gelast de reeds ontfangene gelden aan den Secretaris van den Raad der Stad Thiel en Sanctwijk uit te reiken, en dat die als van ouds als Collecteur over die beide diftricten alleen zal blijven continueren: En hier op vermogens dispofuiev van gisteren gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie; Is goedgevonden zich met het voorfchreve geproponeerde te conformeren, en mitsdien dezelve te houden geconverteerd in eene refolutie. xc'" * "T 0 tioh twiotnin'i 0? nsvs . "Verlezende Requeste van de Directeurs over de Watermolens in den Polder van Wamel, Dreumel, en Alphen met deMaas-Bommelfche Keefie, daar bij verzoekende, dat aan de Geërfdensin den gemelden Molen-Polder van Wamel, Dreumel, en Alphen het volle'furplus over het jaar 1794, zoo als de Verpagting van het Bezaaij en Hoorngeld over dat jaar zulks aanwijst, voor zoo verre het zelve bij hen noch niet is genoten, mogte worden gevalideerd en betaald; En hier op vermogens appoinctement van den 24 OCr  4 en 5 December 171)7. 24 October laatstleden gehad hebbende de ccmiïderatien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, na ingenomen Bericht van de Ampts-Re~ geering van Tusfehen Maas en Waal; Hebben de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, dat in der Requeftranten verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien gewezen van de hand. Op Requefte van verfcheide Ingezetenen van den Ampte van Thielre-waerd, verzoekende om derzelvêr verfchuldigde in den 5often penning en dubbelde Verponding aan Commisfarisfen alnog te mogen voldoen; Is, na gehoudene deliberatie, goedgevonden in der Requeftranten verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt bij deezen. De Gecommitteerdens uit den Thielre-waerd hebben verzocht aantekening tot het nemen deezer refolutie niet te hebben geconcurreerd. Dingsdag den 5 December 1797. Is ter Vergadering geleezen eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfehap te Lande, gefchreven in den Hage Ccc g den  5 December 1797. den 20 Oct. jongstledèn , over de klagten dooide Pagters van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over riet diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, gedaan wegens de fraudes door de Franfche Militairen gepleegd wordende; houdende, dat penetreerden de noodzaaklijkheid, dat die fraudes met alle mogelijke fpoed en ernst worden tegengegaan, en, is het doenlijk, geheel voorgekoomen; dan daar de Franfche troupes niet onder hunne ordres ftonden, niet anders hadden kunnen doen,- dan het voorval te Nijmegen bij eene Extractsgewijze vertaaling van het Request van voorfchreve Pagters ter kennisfe van den Generaal en Chef Beurnonville te brengen, met de nodige drang, dat daar in, mitsgaders tegen alle zoodanige fraudes der gemeene Middelen in het Quartier van Nijmegen op eene efficacieufe wijze mogt worden voorzien, van welke verrigtingen zij vermeend hadden de Volks-Vertegenwoordigers niet onkundig te moeten laaten, op dat dezelve ook bij voornoemden Generaal ten voorfchreven einde zoodanige demarches zouden kunnen doen, als raadzaam zouden oordeelen ; Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen. Is  5 December 1797. Js na gehoudene deliberatie goedgevonden zich te conformeren met de propofitie des Quartiers van Zutphen om aan de Nationale Vergadering voor te ftellen ten einde door gepaste middelen, ter gelegenheid van het Congres, het welkte Raftad ftaat gehouden te worden, te doen effectueren, dat het beletzei, 't welk aan de Vrijheid cn natuurlijke rechten van veele Ingezetenen in dit Gewest gefteld wordt, uit den weg geruimd werde door mortificatie van den Leenpligt van alle zoodanige Heerlijkheden, als van buitenlandfche Vorften en Corpora te leen worden gehouden. Op het geproponeerde door het Quartier van Zutphen, belangende het billijk en dagelijks toeneemend misnoegen der Ingezetenen over de aanhoudende vertraaging van het doen van Rekening en Verantwoording door de refpective Committés der uitvoerende Magt in 's Hage, niet tegenftaande men zich daar meede van overlang gevlijd hadt, en de voornoemde Committés herhaalde reizen daar toe reeds zijn aangemaand; Is goedgevonden te concurreren, om naamens de Landfchap bij de Nationale Vergadering op het krachtigfte te infteren om ernftige voorzieCcc 3 nin-  5 Dgcember 1797. ninge te doen en gepaste maatregelen te neemen. ten einde aan het algemeen verlangen der Natie in dit ftuk ten fpoedigften werde voldaan. "Verlezen de Requeste van de Pagters van 's Quartiers impost op hetBeftiaal, daar bij verzoekende , dat tot majntien van de Requeftranten in hunnen gepagten impost zoodane voorzieninge moge werde genomen, dat de Refolutie van den Raad der Stad Nijmegen, waarbij is verftaan, dat in het vervolg geene Kalveren beneden de 6q ponden binnen de Stad geflagt noch verkogt mogen worden, mitsgaders derzelvêr Publicatie tegens het houden van Varkens binnen de Stad, mogte worden ingetrokken en buiten effect gefteld: En hier op vermogens appoinctement van den 21 Augusti laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie , na ingenomen belang van den Raad der Stad Nijmegen; Is goedgevonden in der Requeftranten gedaane verzoek te difficulteren, gelijk daar in gedifficulteerd wordt kracht deezes. J"Iet Request van J. C. W. Flick en J. Muller; mitsgaders van W. Rieken cum fuis; zijn gefteld in  5 en 6 December 1797. in handen van de Gedeputeerden ter Financie orri dezelve te examineren, en daar op te dienen van eonfideratien en advijs. Woensdag den 6 December 1797. T er Vergaderinge geexhibeerd zijnde eene door het Gecombineerde Collegie geconcipieerde refcriptiè op de Misfive der Nationale Vergadering van den 2. November laatstleden, ten Landdags Recesfe op heden geïnfereerd: Is goedgevonden zich met voorfchreve project refcriptiè te conformeren onder dèeze veranderingen nochtans, im0 Dat worden" geomitteerd de woorden; relatiev de fubdivifie onzer Provinciale Ouota: 2do Dat achter het wbord zaak gevoegd wordt; rakende de betaaling der Adfignatien door het Quartier van Nijmegen op de twee andere Quartieren af gegeeven: 3do Dat in plaats van geregeld en afgedaan wordt gefield; in de termen is gebragt van geregeld en af gedaante worden: 4°'En eindelijk dat in plaats van bedankende wordt gefield vertrouwende UL. te zullen kunnen bedanken. En is wijders verftaan, daar de geconcipieerde Misfive op de uitgebragte advijzen der Quartieren Zutphen en Veluwe is geconcludeerd, afzonderC c c 4 . lijk  6 December 1797. lijk aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te. laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, ■ Gelijkheid , Broederfchap. Burgers Repraefentanten! rpv: . 1 wee {temmen van de drie Quartieren, na ordre van de Regeering,van dit Gewest, eene Landelijke refolutie (1) uitbrengende, uitgenomen in zaaken, waar in (2) geene overftemming valt, is op heden Landfchappelijk goedgevonden op ULieder Misfive van den 2 November, relatiev de fubdivifie onzer Provinciale Quota aan.UL. Lennisfe te geeven. dat de zaak in het Gecombineerde Collegie tusfehen de refpective Gedeputeerden op last der Volks-Vertegenwoordigers der drie Quartieren van dit Gewest is geregeld en afgedaan, en UL. voor de aangebodene tusfehenkomst in deeze.huishoudelijke Financiële zaak te bedanken; Dan daar alleenlijk omtrent de betaaliug der Adfignatien , door ons op de twee andere Quartieren afge^ecven, fchikkingen gemaakt zijn, R"smnz:AJ 10b nasitvbi ' "j.cjsjiu sd q© - CO LMidd" Ree. tl. d. 14 Oct. 1713, (1) Laiïdd. Rcc. d. 21, 2'-; Apr. i;,yy , 8 Mai 1620, 19 Oct. 1658, z Oct. 1659. . -  6 December 1797. en het poinct der fubdivifie ongetoucheerd gebleven is , hebben wij niet verder geconcurreerd dan om UL. te bedanken voor de vriendelijke aangebodene tusfchenkomst tot ontruiminge van het verfchil over de wanbetaaling der door ons afgegeevene , en aan UL. gezondene Adfignatien , en voor de oplettendheid, waar rneede GijL. deeze zaak wel hebt gelieven te behartigen; En blijven ten aanzien van het poinct der fubdivifie onzer Provinciale Quota, 't welk bij de Landfchap, dat is de drie Quartieren, niet wel kan worden getermineerd, inhaereren onze Misfive van den 2 deezes, waar van wij hebben vermeend UL. de kennisfe niet te mogen onthouden. Hier meede eindigende Burgers Repraefentanten! bevelen wij UL. in Gods heilige befcherming. Gefchreven te Nijmegen den 6 December 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Qjiartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve. Ccc 5 Don-  .? December 1797. Donderdag den 7 December 1797. De Gecommitteerden van Tusfehen Maas en Waal ter Vergaderinge voorgedragen hebbende de onophoudende klagten van de Houders der Obligatien , gerepartitieerd op den impost der gebrande Wijnen en gediflilleerde Wateren des Nijmeegschen Comptoirs over de wanbetaalinge der yerfcheene interesfe op die gemelde Obligatien , waar door veele der Geldfchieters in groote ongelegenheid gebragt worden, ftrekkende tot een aanmerkelijk verval van 's Quartiers credit, en daar bij in overweginge gegeeven hebbende om wegens de voorfchreve redenen tot maintien van het Credit des Quartiers den Ontfanger van voorfchreve Middel in zijnen post provifioneel te furcheren , en dezelve door een ander te doen waarneemen, tert einde alzoo de Fiscaal deezes Quartiers in ftaai te ftellen de ordres der Gedeputeerden ter Financie tegens den voornoemden Ontfanger met kracht te kunnen uitvoeren; En hier op, mitsgaders op het geproponeerde door de Gecommitteerdens der Stad Thiel, vermogens refolutie van gisteren, gehad hebbende de eonfideratien en advijs der Gedeputeerden ter Financie; Hebben de Volks-Vertegenwoordigers, na ge- hou-  7 December 17917. houdene deliberatie., gelet zijnde op deezes Quartiers iterative refolutien , voorts dat aan de belofte , vervat bij refolutie van den 29 Novcmb. 1796 niet is voldaen, goedgevonden den Ontfanger van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het Nijmeegfchen Comptoir van zijn post te dimitteren, gelijk gedimitteerd wordt kracht deezes, met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om dien post door een bekwaam perfoon provifioneel, en tot dat daar over zal worden gedisponeerd, te doen vertreden en waarneemen, en wijders ten aanzien van het Comptoir en de penningen, daarin berustende, zoodanige arrangementen te maaken, als na bevind van zaaken ten meesten dienfie des Quartiers. zullen oordeelen en vermeenen te behooren. Zullende mitsdien hier van Extract aan gemelde Gedeputeerden worden meedegedeeld , ten einde zich daar na te gedragen. Gecommitteerdens uit het Rijk van Nijmegen ter Vergaderinge voorgedragen hebbende , dat van ter zijde waren geinformeerd, dat bij Commisfarisfen tot den ontfangst van den 50'^" penning en dubbelde Verponding over .de Stad en Sche-  7 December 1797. Schependom van Nijmegen, groote abuizen of flordigheden hadden plaats gehad; zoodanig dat van eene en dezelvde fomme twee R.ecepisfen zouden hebben uitgegeeven, 't welk voor'sQuartiers financie grootclijks ten nadeelc zoude kunnen ftrekkeh; met verzoek, dat de Gedeputeerden ter Financie bi] het ontfangen der Recepisfen en het uitgeeven der Obligatien hier op naauwkeurig zouden gelieven te reguarderen; Is na gehoudene deliberatie goedgevonden dit poinct te Hellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van informatie, en om verder in deezen zoodanig te handelen, als na exigentie van zaaken oordeeien zullen te behooren. De Gecommitteerdens des Ampts Over-Betuwe 'griniteerd hebbende tot het laten afgaan van eene Notificatie i wegens het aanbecaalen van de Verpondinge in de Thielre- en Bommelre-waerden , Beest en Rhenoij, op welke een jaar ten achteren zijn; Is goedgevonden met inhaefie van 's Quartiers refolutie van den 23 November 1796 alnoch te verleenen eenen termijn van twee maanden tot het nazien der Recesfen en Charters ter Secretarije des Quartiers berustende. De  . 7 December 1797. D e Gedeputeereen ter Financie ter Vergadering voorgebragt .hebbende eene Memorie van remarques der Gedeputeerden ter Financie des Quartiers van Zutphen niet relatie tot het verhoogen van het tantum van deszelven Quartiers generale of gemeene Middelen in de berekening der drie Quartierlijke Quotes in de Provinciale Generaliteits lasten : Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers te verzoeken het zelve ftuk over te neemen, en wijders ten aanzien der propofitie van de betaaling der Adfignatien , door dit Quartier op de Quartieren Zutphen en Veluwe refpectivelijk afgegeeven, in termijnen, te declareren, dat, daar door het reeds afgeeven van die Adfignatien de zaak zich niet bevind in haar geheel, door het Quartier daar in niet kan worden getreden, de twee andere Quartieren ten aanzien van dit verzoek moetende renvoijeren aan de Nationale Vergadering. D oor de Gecommitteerdens van Thielre- en Boemelre-waerden op last van hunne Committenten geproponeerd zijnde om tot voorkooming van de veelvuldige fraudes van het Klein Zegel, op elk Dorp door het Quartier een perfoon te qua- Ü-  7 December ifo?. litïceren onder eede, om op het gebruik van het Zegel, en meede op het Ipeelen met ongefiempelde Kaarten , naauwkeuriglijk acht te flaan , en denzelven voor zijne moeite , de helft van de Breuken te doen profiteeren ; Is goedgevonden deeze Propofitie te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op te dienen van eonfideratien en advijs. Waar meede de Volks Vertegenwoordigers des Quartiers na gedaane refumtie zijn gefeheiden. Op last van dezelven, JOH. in de BETOUW.  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENE EXTRAORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN DE STAD • NIJMEGEN IN DECEMBER 1797, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers van Nijmegeft. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM.1 In loco. 'THIEL. Carel Campagne, Rombout van Riemsdijk, Pieter ten Bosch. BOMMEL» Daniël Prillevitz , * Augustinus Geukama. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, Jacobus Smits , Hendrik Derkse. 3- D dd OVER-  OVER-BETUWE , MET GENT EN ERLECOM. Jan Bodd , Derk Leenders, Johannes Glover, Burgert Burgers. TUSSCHEN MAAS EN WAAL, MET LEUR. Aeldert Schouten, Peter van Heumen. NEDER-BETUWE. Aalbert van Eldick, Dirk Slingervoet. THIELRE-WAERD. Godefridus Buschman. B O M MELRE-WAERD, MET HET SCHEPENDOM VAN BOMMEL. Nicolaus Lange. Re-  15 en 16 December 1797. Reces des Qjiartiers van Nijmegen, gehouden op eenen extraordinairen Landdag binnen de Stad Nijmegen in December 1797, het derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Vrijdag den 15 December 1797. De • Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen hebben, na verleezinge der Commisfien , wederom goedgevonden de Landelijke zaaken , als van ouds, door Gecommitteerdens ad caufas te doen behandelen, en tot Voorzitter aan 's Landfchaps tafel en Directeur benoemd den Burger Henrik Hoogers, Lid van den Raad der Stad Nijmegen. Saturdag den 16 December 1797. Op ingekomene Misfive van de Nationale Vergadering van den 5 deezer, houdendeexhortatie om te confenteren in eene heffing van Sper cento van de inkomften der Ingezetenen van de geheele .Republicq tot herftel van 's Lands Zeemagt; met Ddd a bij-  i6 December 1797. bijvoeging, dat binnen den tijd van veertien dagen de verzekering van's Landfchaps concurrentie hier toe waren verwagtende , en bij ontftentenisfe van dien het ftilzwijgen voor zoodaane verzekering zouden houden. Is goedgevonden aan's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier, in aanmerking neemende de uiterfte aangelegenheid van dit poinct, op zich zeiven zoo wel als in zijne gevolgen befchouwd, en teffens de verpligting van Volks-Vertegenwoordigers om buiten de uitdrukkelijk verklaarde wil des Volks niet te treden in eenige mefure, welke is afwijkende van het Reglement, waar op de Nationale Vergadering is zaamengeroepen , de voorfchreve Misfive zoude ovcrneemen, om den inhoud van dien, daar zonder oproeping des Volks niet anders als Quota's gewijze de gemeene lasten kunnen gedragen worden, ter deliberatie van het Volk, daar toe in ieder diftrict op te roepen, te worden gebragt, en deszelvs intentie te verftaan ; En dat wijders van advijs was, dat aan de Nationale Vergadering,'repraefenterende het Volk van Nederland, voorloopig behoorde te worden kennis gegeeven, dat de Landfchap buiten concurrentie des Volks zich onbevoegd achtende in de voorfchreve heffing te confenteren, ook daar door  16 December 1797. door buiten ftaat is-binnen den bepaalden termijn haare refolutie uit te brengen , en dat, inval hóoggemelde Vergadering daar op bleef infteren binnen dien tijd, de Landfchap zal genoodzaakt wezen zwarigheid te moeten maaken tot de voorfchreve heffing, zonder fpeciale last des Volks, te concurreren. Op ingekomene Misfive van het Committé tot de zaaken Van het Bondgenoodfchap te Lande, houdende, dat het geeven van ' Patenten wederom was gebragt op'den ouden voet, en alzoo de Bataavfche troupes niet zullen mogen obedieren aan eenige Patenten of Marsch-ordres, dan aan die van.het Bondgenootfchap te Lande, en op vertoon derzelve, en dus met intrekking van het 5de en 6de poinct van de refolutie van den 24 November laatstleden. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen , dat het Quartier deeze Misfive zoude renvoijeren aan het Provinciaal Collegie, ten einde daar-meede te handelen, als met de voorige refolutie van het Committé te Lande over het ftuk der Patenten genomen. Op ontfangene Misfive van het Provinciaal Beftuur van Holland, gefchreven in den Hage den 5 D dd 3 dee-  \6 Dectmher 1797. deezes maands, houdende in antwoord op 's Landfchaps Misfive van den 29 November daar te vooren, dat zedert lange gepenetreerd van de onbillijkheid, dat de Ingezetenen van de Diftricten aan den gewezen Stadhouder behoord hebbende, en welke altoos tot de Provincie van Holland zijn gerekend geworden , als meede die van Vianen, zijn vrij gefteld gebleven van de zoo excesfive geldheffingen, waar aan de Ingezetenen van Holland zijn onderhevig geweest, alnu eene perfonele Commisfie hadden benoemd om dezerzijds in>> ftantien , voor zoo veel Gelderland betreft, op alle mogelijke wijze bij de Commisfie uit de Nationale Vergadering tot de zaaken van de Financie te jtppuieren, en met allen aandrang te infteren, dat ten fpoedigften over alle die Diftricten en Landen meede zoodanige penningen worden geheven, waar door de Ingezetenen van dezelve met dié van het Hollandsch en Geldersch Gewest worden gelijk gefteld ; terwijl niet zouden nalaten van den afloop der gehoudene conferentien kennis te geeven. En op omfangene Misfive van het Provinciaal Beftuur 's Lands van Utrecht, gefchreven aldaar den 13 deezes, meede in antwoord op 's Landfchaps Misfive ter exhortatie om meede te werken,  i6 December 1797. ken , ten einde de Nationale Vergadering te permoveren tot eene quotele buitengewoone geldheffing in de diftricten van Buuren, Cuilenburg, en andere zoogenaamde Prinfen-landen, welke van die buitengewoone heffingen tot aanmerkelijke praejudicie van alle overige Inwooners van Nederland waren bevrijd gebleven; mitsgaders op de geproponeerde nadere regeling en verbetering van de Lijst der gepenfioneerde Officieren. Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat het Quartier de vooraangetogene Misfiven voor notificatie zoude aanneemen. Op Requeste van den Praepojitus en Canonici Regulares Sli Augustini te Nuis, verzoekende auctorifatie om derzelvêr zoo binnen-weijden als bouwlanden , aan verfcheidene Percelen, te zaamenin Ampts lasten voor veertig morgen, of zoo groot en klein onder Zetten, Ampte Over-Betuwe , gelegen zijn, te kunnen en te mogen verkoopen , en transporteren \ Is goedgevonden aan 's Landfchaps tafe! te openen , dat het Quartier de noodige auctorifatie tot het publicq verkoopen en transporteren van gemelde Percelen zoude verleenen , zoodanig echter , dat de Requeftranten zullen verpligt zijn de Ddd 4 drie  16 December 1797. drie en dertig jaarige redemtie-penningen, voor zoo verre dezelve verfehenen zijn, aan het Quartier te voldoen. H et Request van G. Herbrechter, J C W. Flick , en H. Keiler, Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal, ingegaan iv Julii 1794 is gefteld in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Waar meede het Quartier na gedaane refumtie is gefcheiden. Uit hst van het zelve TOH. in m BETOUW.  RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, GEHOUDEN OP EENEN GECONTINUEERDEN EXTRAORDINAIREN LANDDAG BINNEN DE STAD NIJMEGEN IN DECEMBER 1707, HET DERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID.   Praefente Leden des Quartiers- van Nijmegen. Steden. NIJMEGEN MET HET SCHEPENDOM. In loco. THIEL. Carel Campagne , PvOMBOUT van RlEMSDIJK , Pieter ten Bosch. BOM M E L. Daniël Prillevitz , Augustinus Geukama. Platte Land. RIJK VAN NIJMEGEN, Jacobus Smits , Hendrik Derkse, Peter Wouters van den Ouden Weijer. OVER-  over-betuwe, met gent en erlecom. Jan Bodd , Derk Leenders, Johannes Glover, Burgert Burgers. tusschen maas en waal, met leur. Aeldert Schouten, Peter van Heumen.. neder-betuwe. Aalbert van Eldick , Dirk Slingervoet. [thielre-waerd. Godefridus|Busciiman. bjommelre-waerd, met het schependom van bommel. Nicolaus Lange, Re-  a8 December 1797. Reces des Qjiartiers van Nijmegen], gehouden op eenen gecontinueerdden extraordinairen Landdag birtr nen de Stad Nijmegen in Decem* her 1797, het derde jaar der Ba- ' taavfche Vrijheid. Donderdag den 28 December 1797. tiet, Quartier van Nijmegen heefc wederom goedgevonden de Landelijke zaaken door Gecommitteerdens ad caufas, als van. ouds , te doen behandelen. Op ingekomene Misfive van de Nationale Vergadering tenderende om, onder concurrentie der refpective Gewesten, tot herftel van 's Lands Vloot, eene heffing te doen van 8 pet. van de jaarlijkfche inkomften der Ingezetenen over de geheele Republicq, alles op zoodanigen voet als bij de Publicatie , daar nevens overgezonden, is gefpecificeerd ; met eene nadere bijgevoegde Publicatie om de gemelde Ingezetenen tot een fpoedig voorfchot van penningen, bij anticipatie , aan te moedigen , bij refumtie gedelibereerd zijnde, is goed- ge-  28 December 1797. gevonden aan 's Landfchaps tafel te openen, dat uit de refpective rapporten, welke de onderfcheidene Gecommitteerdens ter hunner Vergadering hebben gedaan nopens den last van derzelvêr Committenten op dit fubject, zijnde gebleken, dat verre de meerderheid des Volks, daar over expresfelijk opgeroepen, hoe zeer ook hun aandeel in herhaalde geforceerde geldheffingen, nu zelvs bij executie wordende geïnnet , tot bezwijkens toe heeft moeten dragen, en hoe zeer het ook begrijpt, dat hunne gelden tot de zaaken van de Zee in den fchoot der Zee-Gewesten worden uitgeftort, zonder eenig te rugkeerend genot, nochtans in de wijze van heffing, in het Decreet der Nationale Vergadering vervat, heeft ingeftemd, in dit zonderling geval, zonder hier door gehouden te willen worden eenigzints van het Reglement, waar op de Nationale Vergadering is bijeengeroepen, als de eenigfie regel en cijnofure, die'er, geduurende het intermediair Beftuur van zaaken, plaats heeft, af te wijken, en alzoo zonder eenige confequentie voor het vervolg, van advijs is, dat hier van bij eene gemotiveerde Misfive aan de Nationale Vergadering behoort te worden kennis gegeeven , en dezelve in fubftantie geïnformeerd , dat het Volk heeft vermeend, dat, daar de ont- zach-  28 December 1797. zachlijke Vloten van vijandelijke Oorlogfchepen de wateren der Zee fchier bedekken, het belang en zekerheid des Vaderlands allezins vordert, dat 's Lands navale magt, welke in den bloedigen flag van den 11 October laatstleden zoo veel geleden heeft, wederom ten fpoedigften op eenen refpectablen voet werde gebragt zoo tot maintien der onafhanglijkheid van het Bataaffche Volk, als om het aanzien der Republicq als Zee-Mogendheid te behouden, en vereenigd met andere ZeeMogendheden van Europa de Beheerfchers der Britfche Natie tot eenen billijken vreede te noodzaaken ; Edoch dat hoe zeer het Volk overtuigd is van de noodzaaklijkheid tot het neemen van zulke krachtdaadige maatregelen tot herftelling van 's Lands vernielde Zeemagt op de fpoedigfte wijze, en tot derzelvêr meestmogelijke fterkte, en dat die redenen het Volk roepen tot het doen van fpoedige en toereikende opofferingen, het zelve niet minder overtuigd is, dat, daar de beste maatregelen om geld te verkrijgen zijn de hoogstnoodz laklijke bezuinigingen in de algemeene 's Landr uitgaven, eene verdubbelde fpaarzaamheid in het publicq beftuur, in het geheele Financie-wezen, en in alle takken van adminiftratie , befchouwd behoort te worden als een der krachcdaadigfte maat/  a8 December 1797. maatregelen om in den Financielen nood te voorzien , en tot fpoedig herftel van 's Lands Zeemagt te kunnen bijdragen; en teffens dat, daar de ver-, andwoording der adminifirqtie met de hoogstnoodige fpaarzaamheid zoo zeer in verband ftaat, ook van het richtig en zuinig gebruik van alle de door het Volk- opgefchotene penningen op eene onbewimpelde wijze werde opening gegeeven, en dus het zelve niet alleen geïnformeerd, waartoe alle die fpmmen, welke gefurneerd zijn, zijn geimpendetrd geworden, maar ook daar door werde gcpermoveerd tot nieuwe opofferingen. l)e Gecommitteerdens der Stad Thiel, en van Neder Betuwe hebben verzocht aantekeninge ten Recesfe, dat de groote meerderheid des Volks aldaar , hoe zeer ook overtuigd van de noodzaaklijkheid, dat's Lands navale magt ten fpoedigften worde herfteld, was van advijs geweest, dat de heffing, door de Nationale Vergadering voorgetuigen, als ftrijdig met het 85 en 86 articulcn van het Reglement, waar op hooggemelde Vergadering is bijeengeroepen , behoort te worden gedeclineerd, houdende het voorfchreve Reglement als de eenige waarborg, die 'er geduurende het intermediair beftuur van zaaken met algemeene toeftemming is daargefte.ld ; en het welk, zoo lan-  ' 29 December 1797. lange liet zelve niet zal zijn vervangen door eene Conftitutie, bij het geheele Volk van Nederland wettig aangenomen , behoort te worden achtervolgt. ■ Vrijdag den 29 December 1797* "Verlezen de Requeste van G. W. van Balveren, daar bij te kennen geevende, dat hij in het jaar 1794 bij de aankomst der Franfche troupes door de rampen des oorlogs aanzienlijke fchaade geleden hadt aan het Huis te Weurt en daar bij gehoorende goederen, hem Requeftrant toekoomende en gelegen onder Weurt, Rijke van Nijmegen ; waar van Requeftrant getragt had pertinente opgave te doen aan Commisfarisfen over het articul der fchaaden aldaar; dan door welken Requeftrant was afgewezen, na zijne opinie, buiten oorzaak, daar eene Ampts- en pligts-halven gedwonge abfentie, voorzeker ten aanzien van Re? queftrant, onder de bij de Landelijke Publicatie bedoelde emigratien niet kan worden gerangfchikt, en alzoo de praefentie van Requeftrant ter Landfchaps Vergadering in eene der andere Hoofdlieden deezer Provincie met geen den minften fchijn van reden onder het denkbeeld van emi3. E e e gra-  29 December 1797. gratie vallen kan, ofte ook verlating van zijnen post genoemd zoude kunnen worden : verzoekende vervolgens om de daar bij in het breede gedetailleerde redenen; dat de dispofitie pag. 12 der Publicatie de dato 30 Mai 1797 op der. Requeftrant niet is toepasfelijk, en dat den Requestrant erheffelijke redenen van vcrfchooning heeft bijgehragt, met auctorifatie op het Gericht des Rijks van Nijmegen , ofte die door het zelve mogten zijn gecommitteerd, om alnoch de opgave van de geledene fchaade van Requeftrant aan deszelvs huis en goederen onder Weurt, en hec formulier van Eed, daar op gearresteerd, conform aan de voorfchreve Publicatie, af- en over te neemen , ten einde te verftrekken, als daar bij bepaald. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonden dit Request te renvoijeren, gelijk gefchiedc bij deezen, aan de Gedeputeerden ter Financien, om daar op na bevind van zaaken in naame van het Quartier te disponeren. V erlezen de Requeste van J. G. Most, daar bij te kennen geevende, dat aan Requeftrant was geëxploicteerd eene Memorie ter inftantie van den Fiscaal des Quartiers, waar bij Requcstrant eer-  29 December 1797. eerftelijk in qualiteit als met wijlen P. Heiligers en andere Meedeftanders gehad hebbende de Administratie van het Monopolium der Gebrandewijnen en gedistilleerde wateren van het Thielfche Comptoir; ten anderen, als met diezelvé gehad hebbende de pagt van het Monopolium des Nijmeegfchen Comptoirs van imo Julii tot den 13 Dec. 1794, en vervolgens de adminiftratie van het zelve Comptoir van gezegde 13 Dec. 1794 tot i°. Julii' 1795, wordt gefommeerd tot voldoening van twee differente fommen, mitsgaders tot extraditie van eene Rekening, daar bij vermeld, met inthimatie, dat in cas van nalatigheid infinuant R. O. ingevolge 's Quartiers refolutien en de auctorifatie van de Ordinaris Gedeputeerden zoude gehouden zijn met de prompfte middelen van executie voort te procederen: verzoekende vervolgens om de daar bij gededuceerde redenen, dat de Fiscaal des Quartiers mag worden gezonnen om met de pourfuite der gelibelleerde zaak tegens Requeftrant en conforten te fuperfederen. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden bij deezes Quartiers refolutie van den 23 Mai laatstleden te perfisteren, en mitsdien het verzoek ten Requeste gedaan af te wijzen, gelijk gefchiedt bij deezen. E e e 2 Ver*  29 December 1797. Verlezen de Requeste van W. Heshufius, Rentmeester van de Capittels goederen van het Huis Batenburg, daar bij te kennen geevende, dat ter inftantie van den Fiscaal deezes Quartiers aan den Requestrant qq. was geinfinueerd een Billet, waar bij gemelde Fiscaal, ingevolge refolutie van den «17 Octob. 1797 van de Gedeputeerden ter Financie, bij parate executie, voor de bij 's Quartiers refolutie en Placaat van den 30 September 1796 gearresteerde heffing van eene dubbelde Verponding en verfchulde breuke, op Dingsdag den 2 Januarü 1798 zoude verkoopen de Thiendens onder Horsfen van het Graaflijk Huis Batenburg. Dat Requestrant qq. daar van daadlijk met toezending eener Copie aan zijn Principaal Ludwich Rijks-Graaf tot Bentheim wel had kennis gegeeven , echter nog geen andwoord of inftructie hoe zich in deezen te gedragen hadt ontfangen; verzoekende vervolgens om. de daar bij aangehaalde redenen, dat het de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers behagen mogte de gelibelleerde bij parate executie verkooping van de voorfchreve Thienden van den Graaflijke Huize "Batenburg onder Horsfen, gepraefigeerd op den 2 Januarü 1798, voor den tijd van vier weeken uit te ftellen: Waar  29 December 1797. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden te verftaan, dat in het gedaane verzoek niet kan worden getreden, en wordt het zelve mitsdien afgewezen bij deezen, V erlezen de Requeste van Willem Brenkman, daar bij te kennen geevende, dat verzocht zijnde tot het montant van één duizend guldens aan te koopen Recepisfen uit de geldheffing van 30 September 1796, aan een ander daar toe last gegeeven hadde, dan welke perfoon, niet genoegzaam kundig , in plaats van Recepisfen uit de geldheffing van 30. Sept. 1796, voor circa 700-:-: Recepisfen, uit de geldheffing van 3 Aug. i795gefprooten, hadde gekocht, hoe zeer de termijn ter inwisfeling der Recepisfen uit de heffing van den 3 Aug. 1795 verftreken is, verzoekende vervolgens tot voorkooming van eventuele fchaade, dat aan Requeftrant moge worden toegedaan om voorgemelde Recepisfen tot het montant van een duifend guldens tegen eene Obligatie ten laste deezes Quartiers te verwisfelen; ofte wel denzelven fchaadeloos te ftellen met te rug gaave der penningen, welke door hem ter aankoop der Recepisfen uitgefchoten en betaald zijn. En hier op gedelibereerd zijnde is goedgevonEee 3 den  29 December 1797. den en verftaan, dat in het gedaane verzoek niet kan worden getreden, wordende het zelve mitsdien afgewezen. "Verlezen de Requeste van de tijdelijke Buurmeesteren van Hees, Schependom van Nijmegen, daar bij verzoekende, dat Buurmeesteren van Hees in de jaarlijkfche betaaling der confumtie van den jaare 1795 af, en voorts in het vervolg, zouden kunnen volftaan met ten Comptoire van deezes Quartiers Middelen , te betaalen jaarlijks eene fom van/885-I6-: met auctorifatie op den Ontfanger der gemeene Middelen om daar van in het Boek behoorlijke aantekening te doen , en dat, hangende de deliberatien over dit poinct, den Ontfanger mogt worden gezonnen met de executie tegens de Requeftranten te fuperfederen , tot tijd en wijlen nader zoude zijn gedisponeerd, echter onder deeze fpeciale mits, dat dezelve Quota bij vervolg van tijd telkens wederom zoude worden geaugmenteerd, na rato dat de afgebrande of geruïneerde huizen in Hees wederom opgebouwd en herfteld, ofte wel andere in-derzelvêr plaats zullen wezen gezet, en dat daar van door tijder lijke Buurmeesteren, van jaar tot jaar, eene pertinente opgaave ter plaatze en tijde, als behoort, zoude moeten gefchieden. En,  29 December 1797. En hier op vermogens appoinctement van den 14 Octob. laatstleden gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie; is goedgevonden de Requeitranten te renvoijeren aan de Municipaliteit der Stad Nijmegen, gelijk gerenvoijeerd worden bij deezen. Op Requeste van W. R. A. Piper, geboore van Oijen, verzoekende tot het opgeeven van geledene fchaaden alnoch te mogen worden geadmitteerd; Is goedgevonden en verftaan , dat in het verzoek, bij den Requeste gedaan , niet kan worden getreden , wordende het zelve mits deezen afgewezen. Op Requeste van F. Teunisfen en J. van den Acker, Pagters van het Schaapen-geld boven en beneden de Grift, verzoekende betaaling van verfchotten en kosten, tot het collecteren van dien impost over 1794 door Requeftranten geïmpendeerd: De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben, na deliberatie, goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefchiedt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie om daar op, E e e 4 na  30 December 179.7. na bevind van zaaken, in naame van den Quartiere te disponeren. Saturdag den 30 December 1797. Ontfangen eene Misfive van Lodewijk Rijks Grave tot Bentheim, gefchreven te Borgfteinfort den 10 December 1797 aan de Landfchap, houdende, dat communicatie ontfangen hadde van een Billet op requifitie van den Fiscaal des Quartiers van Nijmegen, concernerende het ter verkoop aanflaan van 6 Blokken Thiendens onder Horsfen, aan hem toebehoorende, tot betaalinge van de geeischte dubbelde Verponding, breukeen kosten. Dat hij, als een Vriend en getrouwe Nabuur van de Bataavfche Republicq, als geparenteerd aan den Koning van Denemarken, en als meede ingefloten in de getekende NeutraiiteitsActe tusfehen de Koning van Denemarken , de Franfche en Bataavfche Republicquen getekend, deeze ongerechte procedure nimmer verwagt hadde, te minder, daar hem door den Gezant des Konings van Denemarken bij de Bataavfche Republicq vaste verzekering was gegeeven, dat zijne goederen in de Bataavfche Republicq leggende zouden zijn geeximeerd van extraordinaire lasten: en  30 December 1797. en zelvs daar alle andere buiten Lands Geërfdens in de Bataavfche Republicq van de dubbelde Verponding, die van hem gcëjscht wierdt, waren gelibereerd geworden; verzoekende om die en andere in de bijlagen geallegeerde redenen, dat aan de Commisfie tot den ontfangst der dubbelde Verponding en aan den Fiscaal eene refolutie tot furcheance van Verkooping van gemelde Thiendens onder Horsfen moge worden geëxpedieerd , en hij alzoo gedispenfeerd van de noodzaaklijkheid om zijn beklag verder bij de hoogfte Mogendheden in te brengen. Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat de beftiering der Middelen van Financie aan ieder der Quartieren deezer Provincie afzonderlijk in den haare gedemandeerd, en deeze Misfive overzulks door de Landfchap aan dit Quartier is gerenvoijeerd geworden; Is goedgevonden aan zijne Rijks-Graavelijke Excellentie tot Bentheim te laten afgaan de navolgende Misfive. Eee 5 (O Hoog • (O Tot vermijding van tegenftrijdigheid, en tot voorkooming van onaangenaamheden worden de woorden Vrijheid en Gelijkheid, op welke twee geheiligde grondbeginzels, als zuilen van den waaren Burrerftaat, het tegenwoordig beftuur is opgetrokken, boven de Brieven, die buitenlands afgaan, voor als nog, en zoo  30 December 1797. Hoog en VVelgeboorcn Graaf en Heer! 13ij onze tegenwoordige Vergadering heeft het Provinciaal Collegie van Politie , Financie en algemeen welzijn aan ons ingezonden Uwer Excelléntie's Misfive, gefchreven te Burgfteinfort den 10 deezes maands aan de Vertegenwoordigers des vrijen Volks van dit Gewest, houdende klagten van vorderinge van de dubbelde Verponding vermogens ons Placaat van den 30 September 1796, en het ter verkoop aanflaan van eenige Blokken Thiendens wegens de voorfchreve Verponding onder Horsfen, Uw Excellentie toebehoorende, met verzoek om dien verkoop te furcheren. Den inhoud van dien, en der daar bijgevoegde ftukken, bij ons in overweginge genomen zijnde, fchijnen ons de redenen van bezwaar, en daar op gevolgde klagten van Uwe Excellentie gegrond te zijn in een denkbeeld, dat alle andere buitenlandfche Geërfdens in de Bataavfche Republicq daar van zouden zijn gelibereerd geworden. Wij zoo tang de Titnls met den eernaam van Burger niet verwisfeU zijn, achtergelaten; gelijk ook in de Depêches, buitenlandfth wordende afgezonden, het bovengemelde Motto niet •wordt gepiaaist, volgens Refolutie van Hun Hoog Mogenie d. d- 10 Ju'" J795-  30 December 1797. Wij mogen derhalven niec afzijn Uw Excellentie te informeren, dat de bezwaarlijke omftandigheden, waarin wij ons bevinden tot bekooming van penningen ter beveiliging van den Lande, ons genooddrongen hebben onder andere perfonele en reëele impofuien te heffen eene dubbelde Verponding , waar voor Recepisfen en vervolgens 's Lands Obligatien, rentgeevende drie ten honderd, worden uitgegeeven, van alle onroerende goederen en Thienden, in de Verpondinge binnen deezen Quartiere aangeflagen, toebehoorende niec alleen den zulken, die buiten den Quartiere woorjrm, maar oók op die van alle en een iegelijk der eigene Ingezetenen en Inwooners, zonderuiczonderinge van iemand: en welke dubbelde Verponding voor de Uitheemfchen, welke voor hunne goederen dezelve protectie van den Staat, ais de eigene Ingezetenen, Q2) genieten, nietanders als • (ï) Dat, wanneer de nood van een ftaat extjaordinaire lasten lot defenlie van het Land vordert, als dan de Uitheemfchen, in ditn ftaat geposfesfloneerd, fciioon van alle perfonele lasten vrij zijnde, wegens de aldaar leggende gronden, welke gelijke protectie met die van de eigene Ingezetenen genieten, en door dusdaanige buitengewoone Middelen te beter worden geasfecureerd, zicli geen-ons van de rfeëele lasten kunnen onttrekken, is een gemeene (ioktegtljüris puiiish Want hoen cl ., . iemand van wegen Z'jne goederen niet Jiiiiplxihr et ehfulute kui worden gezegd een oudcrisut re zija, ten dien cilectc en  30 December 1797. ais een gering bezwaar" voor de buitenlandfche Geërfdens kan worden aangezien, als in geenen deelen te vergelijken zijnde met het bezwaar der eigene Ingezetenen , die boven deeze dubbelde Verponding met nog zoo veele andere fchattingen zijn gechargeerd, en van welk bezwaar zelvs de Domeinen van deeze Provincie en Quartieren niet vrij, maar onderhevig, zijn. Wij vinden wel in de bijlagen van Uwer Excellentie's misfive , dat het bekend zoude zijn, dat de goederen van den Koning van Pruisfchen en zijner Onderdaanen, offchoon eerst abuiivelijk daar toe waren gebragt, echter mderhand van de betaaling deezer dubbelde Verponding zouden zijn bevrijd geworden. Doch Uw Excellentie gelieve daaromtrent te conildercren, dat wel in den jaare 1748 , wanneer de Ingezetenen deezes Quartiers eenen vijfcigften penen met die verpligtende relatie, als tot de pcrfoncn en inwooners van de plaats ze'.vs, kan en moet echter denzelve Worde» genaamd en aangezien, als een onderzaat fecundum qtiid et aliqtto mado , volgens de aamrerkhige van C. Ki.ocKius de Contribuiionib. Cup. XIII n. 14 -- 19. Voor al vervak het fundament der klagte, wanneer in geenen deelen gepaocedeerd wordt tót meerder bezwaar der goederen, Uithcemfclien to flendig, boven die der eigene ingezetenen, en in het bijzonder, wanneer de eigene Ingezetenen zelvs verre boven de Uitheemfchen worden beiast en gedrukt.  30 December Ï7Q7. penning, maar geen dubbelde Verponding, die van de Uitheemfche gevorderd wierdc, betaalden, vrijdom ten deezen opzichten aan de Ingezetenen van het Hertogdom Cleve en Graaffchap Mark, binnen deezen Quartiere geërfd, geaccordeerd is geworden , ten grondflag hebbende de Concordaten tusfehen wederzijdsch Hertogdommen en Graaffchappen van oude tijden opgericht, en alnog fubfilterende , waar uit in zulke gevallen voor anderen, in gelijken cas niet verferende, geen argument kan getrokken worden. Daar nu de Cleeffche en Markfche Ingezetenen in Gelderland , en de Gelderfche Ingezetenen in Cleve en Mark refpective geërfd, niet hooger of zwaarer in Grondfchattingen mogen worden aangeflagen als eigene Ingezetenen; en thans de eigene Ingezetenen de betaaling der dubbelde Verponding onderhevig zijn, is'er ook geen fchijn van reden, waarom de Cleeffche en Markfche Ingezetenen, binnen dit Quartier geërfd, van de voldoening deezer grondfehatting alnu zouden worden gelibereerd. Na het bekoomen van deeze informatien twij.felen wij niet, of Uw Excellentie zal met ons moeten conveniëren, dat, ingevalle aan de Buiten-Geërfdens vrijdom van deeze reëele belasting wierdc  33 December 1797. wierdt geaccordeerd, het Quartier van Nijmegen niet alleen eene aanmerkelijke fom zoude moeten misfen, maar ook daar door de zoo zeer bezwaarde Ingezetenen, die door plunderingen, verwoeftingen en vernielingen van huizen en plaatzen door de troupes en armeen der onderfcheidene Mogendheden zoo deerlijk zijn uitgeput, zouden worden geabimeerd: en dat, daar het betoonen van reëele deferences voor andere Mogendheden de zaak is van het gemeene Bondgenootfcbap, welke nimmer tot fchaade van een bijzonder Quartier kunnen verleend worden, wij overzulks aan het verzoek van U Excellentie, inzonderheid ten aanzien van de zes Blokken Thienden onder Horsfen, die als Thienden des Capittels van Batenburg de Verpondig onderhevig zijn, en alleenlijk ter voldoeninge van de dubbelde Verponding van die Thienden zeiven, zijn aangeflagen, niet kunnen of vermogen te defereren. Uw Excellentie kan inmiddels verzekerd wezen, waar van wij bij alle voorkoomende bekwaame gelegenheden zullen trachten reëele preuves te geeven, dat het ons zonderling aangenaam zal zijn met Uwe Excellentie in eene goede en vriendnabuurlijke verftandhouding te verferen. Waar  30 December 1797. Waar meede Hoog en Welgebooren Graaf en Heer! Wij Uw Excellentie in Godes'heilige befcherminge bevelen. Gefchreven te Nijmegen den 30 December 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid, Uwer Excellentie 's goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen. Ter Ordonnantie van dezelve. Het opfchrift Hoog en Welgebooren Graaf en Heer! LODEWIJK, Rijks Graaf tot Bentheim te Burgfteinfort. D e Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergadering voorgebragt eene Misfive van het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande van den* 15 deezes, houdende, dat bij hunne Misfive van den 24 Julii laatstleden hadden te rug gezonden twee Adfignatien , getrokken op de Quartieren Zutphen en  go December i7<)7. en Veluwe ter fomme van /42858-3-a en van ƒ80250-15-6 uit hooide, dat gein betaaling op dezelve hadden kunnen bekoomen; dan dat nu ontfangen hadden eene Misfive van de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering, te kennen' geevende, dat er fchikkingen tusfehen de drie Quartieren gemaakt waren omtrent de betaaling deezer Asfignatien, verzoekende vervolgens te rug zending van dezelve om den reizende Commis op nieuw daar meéde te munieren tot bekooming van voorgemelde penningen, dewelke het gemelde Committé hoogst benoodigd was tot presferende betaalingen. Waar op gedelibeerd zijnde is goedgevonden aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te fchrijven dè volgende Misfive. Vrijheid , Gelijkheid , . Broederfchap. Meede-Burgers. De Gedeputeerden ter Financie hebben aan ons heden gecommuniceerd ULieder Misfive van den 15 deezes maands, houdende verzoek, dat aan ULieden ten fpoedigften mogten geworden zoo- dani-  I 30 December 1797. danige Adfignatien, als GijLieden noodig zult hebben ter bekooraing van ƒ42858 3-2 en van ƒ80250-15-6 op de Quartieren Zutphen en Veluwe refpective door ons getrokken, en door ULieden aan onze Gedeputeerden ter Financie te rug gezonden uit hoofde, dat de reizende Commis van den' Ontfanger Generaal, ter incasfering deezer penningen gechargeerd, op dezelve geene betaaling hadt kunnen bekoomen. Dat GijLieden alnu van de Commisfie van Financie uit de Nationale Vergadering waart geïnformeerd geworden, dat er fchikkingen tusfehen de drie Quartieren waren gemaakt omtrent de betaaling deezer Adfignatien, en door hunL. verzocht de noodige ordres te ftellen, ten einde die fommen ten fpoedigften na 's Hage werden overgebragt. En derhalven, daar GijLieden door de te rugzending der gemelde Asfignatien buiten ftaat waart aan dit verzoek, zoo fpoedig als begeerd wordt, te voldoen, en alvorens de reizende Commïs te kunnen afzenden, op nieuw met deeze Asfignatien zoudet behooren te worden gemunieerd, moestee initeren , dat dezelve hoe eerder zoo beter aan UL. werden ingezonden. Wij mogen derhalven niet afzijn door deeze UL. kennisfe te geeven, dat ons ter voldoeninge der 3- Fff As-  30 December 1797. Asfignatie van/4a858-3-a door het Quartier van Veluwe reeds Ordonnantie verleend, en dezelve bij onze Gedeputeerden ter Financie ontfangen is; en dat ter betaalinge der andere van ƒ80250-15 6 door het Quartier van Zutphen eerstdaags Ordonnantie zal worden verleend , van welkers ontfangst onze gemelde Gedeputeerden niet zullen in gebreke blijven ULieden binnen kort kennisfe te doen dragen, om ten aanzien van het incasferen alsdan zoodanige voorzieninge te doen, als GijLieden zult oordeelen te behooren. Waar meede wij Meede-Burgers. ULieden na toewenfching van Heil en aanbieding van Broederfchap bevelen in Godes heilige protectie. Gefchreven te Nijmegen den 30 Decemb. 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve.  30 December 1797. Is ter Vergadering gelezen eene Misfive van de Nationale Vergadering, waar Hij. dezelve aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, verzoeken opgave i0., welke diftricten tot verkiezing van de Leden van hoogstgemelde Vergadering zijn opgeroepen, fchoon niet onder deeze Provincie gehoorende. 2d0. Welke extraordinaire geldheffingen in deeze Provincie zedert de Revolutie in I795 > en op welke tijden, hebben plaats gehad; en 3"0 Of en in hoe verre de voorfchreve Diftricten daar in hebben gedeeld: En welke Misfive, alzoo geene andere Landen, dan die van Buuren en Cuilenburg onder de telling des Volks bij dit Gewest gecomprehendeerd zijn, door de Landfchap is gerenvoijeerd aan dit Quartier. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan de Nationale Vergadering, repraefenterende het Volk van Nederland, te laten afgaan de volgende Misfive. Vrijheid, Gelijkheid, Broederfchap. Burgers Repraefentanten! T er beandwoording van ULieder Misfive van den 14 December laatstleden, den 20 daaraan Fff a vol-  30 December 1797. volgende bij het Provinciaal Collegie ingekomen, waar bij het UL behaagd heeft aan de hoogstgeconftitueerde Magt van dit Gewest te verzoeken, om, zoo fpoedig mogelijk, immers binnen den tijd van drie weeken , na het ontfangen van voorfchreve Misfive, op te geeven; Eerftelijk , welkere diftricten, landen of plaatzen 'er binnen het territoir van dit Gewest, of daar aan grenzende zijn , wier Ingezetenen meede zijn opgeroepen tot de ftcmming van Leden van U Lieder Vergadering', en echter, niet onder het Beftuur van dit Gewest resforterende , alhier aan geene extraordinaire lasten, geldheffingen of geforceerde negotiatien zijn onderworpen geweest. Ten anderen , welke verhooging van lasten , extraordinaire geldheffingen of geforceerde negotiatien in dit Gewest zedert de Revolutie van 1795, en op welke tijden, hebben plaats gehad. Ten derden, of die diftricten, landen of plaatzen ook in eenige dier lasten, geldheffingen of geforceerde negotiatien hebben gedeeld; en zulks ten einde geïnformeerd te wezen , of alle Ingezetenen der Republicq , welke van de voorrechten der thans plaats hebbende orde van zaaken gebruik maaken, de extraordinaire ook meede, al ofte niet, helpen dragen: Heb-  30 December 1797. Hehben wij, overmits de voorfchreve ULieder Misfive door de Landfchap is gerenvoijeerd aan dit Quartier, waaronder de bedoelde diftricten, fchoon niet onder deeze Provincie gehoorende, tot de verkiezing van Leden van ULieder Vergadering zijn opgero pen, niet mogen in gebreke blijven , aan ULieden te refcriberen. Dat 'er geene andere landen of plaatzen onder de telling des Volks bij dit Gewest gecomprehen'' deerd zijn, d^n die van (1) Buuren en Cuilenburg, het eerfte voormaals hebbende geresforteerd onder dit Quartier, én het laatfte met alle deszelvs voorrechten in het jaar 1720 door het zelve aangekocht, en in het jaar 1748, zonder immer een poinct van befchrijvinge te zijn geweest, door eenige weinige Leden der Vergadering buiten last van hunne Committenten op eene wederrechtelijke wijze weggefchonken, dan welke donatie wij ten eenemaal nietig en onbeftaanbaar befchouwen. Opzichtelijk nu de verhooginge van lasten, en extraordinaire geldheffingen, die zedert den aanvang der jongfte omwenteling hebben plaats gehad , en de tijden , op welke dezelve zijn geïntroduceerd, mogen wij niet afwezen , daar de Fff 3 be- (O Volgens Rofolutic van Hun Ilcog Mogende d. d. i Octoïcr 1795.  3<3 December 1797» beftieringe der geldmiddelen aan ieder Quartier afzonderlijk is gedemandeerd, ten aanzien van dit Quartier ULieden te vermelden, dat de meeste imposten met verhoogingen, van zommigen zelvs verdubbeld, geheven worden, en zedert de Revolutie van 1795 eene aanmerkelijke vermeerdering van den impost op het Klein Zegel heeft plaats gehad , als meede , dat behalven de affchaffing van (2) exemtien, teffens een nieuwe im- (s~i De taxen, en de exemtien van liet Pasfage-geld zijn vernietigd bij 's Quartiers Refolutien d. d. 23 Mai 1795, en 24 Mai 1797 refpective. Ingevolge den 23 articul van de Generale Ordonnantie wierden de geeximcerde perfonen met opzicht tot de Middelen van co;ifi::i:tie jaarlijks op zeker tantum gefteld, en daar van telkens een Lijst geformeerd, en aan de refpective Ontfangers der Middelen behandigd, alzoo in den jaare 1666 als Een poiitct van verbetering der Middelen door de GedepUt eerden ter Financie was opgegecven , en bij 's Quartiers refolutie van den 4 April vastgefteïd. „ Dat de Leden van Regeering, Ministers, Ontfangers en Predikanten door het geheele Quartier op zeekoe fomme getaxeerd zouden wor, den, en dr.ar door vrijdom genieten van den impost op ., 's Lands middelen, voor zoo veel hunne huishoudelijke con',, liimtie aanbelangde. Vcorts in het jaar 1672 bij Refolutie van den 25 April „ dat aan die geenen, welke weigerden in den Ta.x te zijn , zuiks zoude worden toegelaten; zoo nochtans dat nimmer '■ wederom in tien Ta:; zouden worden geadmitteerd, cn daar benevens alie jat;en folcmnclijk zouden moeten zwoeren „ niette zullen frauderen; zoo als bij den 23 cn 24 articulcn „ der Generale Ordonnantie vermeld. Maar  30 December 1797. impost op de Speelkaarten in den jaare 1795 is geïntroduceerd. Voorts dat bepaaldelijk ten behoeve der gemeene zaak volgens ons Placaat van den 3 Aug. 1795 eene 50°* penning van eens iegelijks eigendommen en bezittingen; en volgens Placaat van den 30 September 1796, benevens eene dubbelde Verponding boven de ordinaire, eene tweede 5one penning, geheven, en met alle feveriteit gevorderd is, zoodanig zelvs, dat door die geenen, die Fff 4 tot Maar zedert het jaar 1-45 wierdt de vrijdom der getaxeerde Leden bepaald tot die van de Wijnen, Azijn, Bier. Bestiaal, Zout, en Zeep, met uitzonderinge van het Gemaal. Quart. Hec. d. d. 23 Maart 1724, 3 Junii 17-33, 3 Junii 1745 fchijnende de voornaame oorzaak der inuoductie van den Tax, of uitkoop der generale middelen, geweest te zijn, dat het voorh.en wel eens gebeurde, dat de Pagters zich indirect beklaagden , dat de invloed van zommige Regenten en Ministers veel nadeel aan hunnen gepagten impost toebtagt; ter affhijding van welk dan is bepaald, dat alle die voornoemdperfonen, die eenige influentie op de Pagters konden hebben, of waar voor de Pagters, uit refpect, of conlideratie toegevendheid konden gebruiken, voor zeekere fomme verpligt zouden zijn in den Tax te koomen. Andere vaste exemtien, admodiatien of uitkoopen hebben geen plaatze, uitgenomen, dat het Haaid-Steden- en Hoofdgeld in de drie Steden door ieder Stad voor eene zekere fom wordt overgenomen, en voorde Ingezetenen betaald, welke twee imposten ook bij derzelvêr introductie in den jaare 1629. en 1638 refpective niet verpagt, maar gecollecteerd, en die gecollecteerde penningen aan 's Quartiers Ontfangers zijn «vcrgebragt geworden.  go December 1797. tot 50 guldens gegoed'waren, één gulden heeft moeten worden betaald, en niemand gélibereerd geweest is, dan alleenlijk die beneden de 50 gulden bezitcende was: Alzoo wij de waare Gelijkheid, die vooral ook in het Financiële behoort te worden in acht genomen, niet bewaard vinden in de mefure, waar bij die geene, die na aftrek hunner fchulden geene drie honderd guldens bezitten, van de voldoening der extraordinaire geldheffingen vordm uitgezonderd : behoorende de Gelijkheid niet alleen te beftaan in gelijke aanfpraak tot het ftérrïrceht, en andere voorrechten der thans plaats hebbende orde van zaaken, maar wel voornaamlijk, en in de eerfte plaats, in eene Gelijkheid in het dingen der onvermijdelijke lasten; waarom wij ook geene Fundatiën of Geftichten, hoewel arme en onvermogende Ingezetenen daar uit gedeeltelijk of geheel onderhouden worden, van deeze extraordinaire Geldheffingen hebben beviïjdgebad. Dat vervolgens in dit jaar 1797 door veele Ingezetenen gefurneerd is 1 pet., en a\ pet. van hunne bezittingen-, in twee negotiatien refpective , tenderende om onder onze guarantie te mogen praevenieren de door ULieden gedecreteerde executien, dan aan welke financiële operatie van Öözen kan: de Publicatie tot heffing der 8olle  30 December 1797. 8óflc penning van ULieder kant geen geringe belemmering heeft toegebragt. Belangende het derde, of, en in hoe verre die diftricten in de geforceerde geldheffingen hebben gedeeld , zult GijLieden gelieven geïnformeerd te zijn, dat de diftricten van Buuren en Cuilenburg in geene der extraordinaire lasten hebben gedragen; zijnde het ULieden bekend , dat de hoogstgeconftitueerde Magt in dit Gewest bij Misfives van den 23 Augustus en 29 November laatstleden bij ULieden ten fterkften heeft aangedrongen om eene extraordinaire geldheffing in gelijkformigheid van de geene, die in dit Quartier geheven zijn, in de diftricten van Buuren en Cuilenburg te introduceren; daar eene exemtie in opzigte van deeze en andere door de Franfche Republicq gecedeerde landen, die eene gelijke protectie als alle andere gcdeeltens der Republicq genieten, en van de voorrechten der tegenwoordige orde van zaaken gebruik maaken, niet anders zoude kunnen worden geconfidereerd, als ftrijdig met de rechtvaardigheid en het weldadig fijstema van Gelijkheid, daar 's Lands overige Ingezetenen hier door naar proportie meerder motten worden bezwaard, en van die nadeeJjge gevolgen, dat zelvs eenige Ingezetenen van Fff 5 dit  30 December 1797. dit Quartier zijn uitgelokt, om zich onder de diftricten van Buuren of Cuilenburg met de woon te begeeven tot ontwijking der zwaare geldheffingen, die in dit Quartier hebben plaats gehad: Weshalven wij bij reiteratie blijven infteren, dat ten fpoedigften eene geldheffing, gelijk aan de gedaane heffingen in deezen Quartiere, ook aldaar werde ingevoerd, en dus aan de Ingezetenen van Buuren en Cuilenburg gelegenheid gegeeven om hun regtmaatig aandeel te helpen dragen in de zoo drukkende lasten, en buitengewoonenooden des dierbaaren Vaderlands. En hier meede eindigende Burgers Repraefentanten! bevelen wij ULieden in de befcherminge van God almagtig. Gefchreven te Nijmegen den 30 December 1797, het derde jaar der Bataavfche Vrijheid. ULieder goede Vrienden, De Volks-Vertegenwoordigers des Oiiartiers van Nijmegen, Ter Ordonnantie van dezelve. Is na gehoudene deliberatie goedgevonden te accorderen de infertie van het navolgende.  30 December 1797. „ De Leden, uitmakende de Ampts-Vergade„ ringen van Thielre- en Boemelre-waerden, niets ,, meer ter harten neemende, als om de Ingeze„ tenen op alle mogelijke wijze te gemoed te ko„ men, en hen die Lasten welke zij thans moeten ,, torsfen zoo draaglijk te maaken als maar eenig„ zins mogelijk is , hebben ten dien einde ter „ Quartiers Vergadering doen voordragen. „ Dat die geenen, welke in de tweede Nego„ tiatie de dato 9 November deel genomen heb„ ben, zullen gereekent worden daarmeede ge„ praevenieert te hebben de betaling van den 80 „ penning. Behoorcnde ten dien einde aan die ., geenen welke den 80 penn. gefourneert heb„ ben bekend gemaakt te worden, dat zij, (mits ,, derzelvêr quitantien aan de Comptoiren van de „ Ontvangers , tot de laatfte Negotiatie be„ noemd, overbrengende, en vervolgens daaren„ boven zoo veel fourneerende als 2'J pet. van „ hunne bezittingen zullen bedragen) gereekent ,, zullen worden deel te hebben in de tweede „ Negotiatie van den 9 Nov. 1. 1. „ Dan deeze propofitie verworpen zijnde, heb„ ben de ondergetekende op last en auctorifatie „ van hunne Committenten de navolgende Pro„ pofitie gedaan. „ Dat  30 December 1797. „ Dat die geeren, welke in de eerfte Negotia„ tie van 14 Septemb. en 14 October 1.1. gefour- neerd hebben op den 1 November daaraanvol„ gende, voor diligent verklaard worden; of ook alle de zulken, welke gefourneerd hebben voor „ dat tijdllip op het welk de refpective Ontvan„ gers de aanfchrijving van het Collegie van Fi„ nancie deezes Quartiers hebben ontvangen, om „ geen geld in de eerlle Negotiatie meer aan te neemen, maar alle die penningen na den 31 „ October gefourneerd, aan de refpective fourj, neerders te rug tc geeven tegen intrekking van „ de recepisfen daar voor aan hun ter hand ge„ field ; dat alle de zulken voor diligent ver„ klaardt en aangemerkt zullen worden daadelijk „ in de eerfte Negotiatie deel genomen te heb„ ben; zullende dan daarvan per Misfive aan de „ onderfcheidene Ontvangers kennis dienen ge„ geeven te worden. „ Dan ook dit voorftel insgelijks van de hand „ geweezen zijnde; „ Proponeeren de ondergeteekende als nog, „ dat aan de zoodanige welke bevonden zullen „ worden den 80 penn. rxel gefourneerd te heb„ ben, de gewoone interesfe van drie pet. zul„ len worden vergunt. „ Ein-  ■ 3° December „ Eindelijk, zoo ook deeze hun voordragt, „ even als de andere Propofitien te vooren ge„ meld, niet mogt worden geagreëerdt; zoo is „ het, dat (vermits de geruchten willen, dat de „ Ontvangers te Nijmegen faciler geweest zijn, ,, om de Ingezetenen te doen deelen in de vrij„ willige Negotiatie gearresteerd op den 14 Sep„ tember a. c., dan wel de Ontvangers te Thiel „ en te Z Boemel) dat van de refpective Ont„ vangers deezes Quartiers, welke tot die Nego„ tiatie waren gequalificeerd, gerequireerd worde „ eene pertinente opgave op hunnen gedaanen „ Eed, wie al en wie niet voor of uiterlijk op „ den 31 October 1. J. zig bij hun hebben aangc„ geeven om in de meergemelde eerfte Nego„ tiatie te willen deel neemen, ten minften „ om zulks te doen voor zoo verre het in hun „ vermogen is, ten einde de Ingezetenen van het „ eene diftrict van dit Quartier niet komen te „ profiteeren van een faveur waarvan de andere diftricten verfteken zouden zijn. De ondergetekende Gecommitteerden der „ Ampten van Thielre- en Bommelre-waerden „ hebben het van hunnen onvermijdelijken plicht „ geoordeeld zig van deezen hunnen last te kwij„ ten, en dus te trachten de goede Ingezetenen niet  30 December 1797. „ niet in fchijn of met woorden, maar met 'er „ daad te gemoed te koomen. En het zoude hun „ grievend fmerten, dat geene van alle hunne, „ zoo Zij meenen billijke , propofuien eenigen „ den minden ingang zouden vinden; te meer, „ daar zij zig volkomen verzekert houden, dat „ de kortheid des tijds, die'er tusfehen den dag, dat de Ampliatie van den 14 October deezes „ jaars tot kennis van de Ingezetenen gekomen, „ en tusfehen den 1 November 1. 1. geweest is, „ (als hebbende de gemelde Ampliatie in de be„ neden diftricten niet voor den 11 der gemelde „ maand October kunnen gepubliceerd worden) „ veroorzaakt heeft, dat veele Ingezetenen daar van onkundig gebleven of te laat geïnformeerd „ zijn geworden, die derhalven ongelukkig en, „ zoo de ondergefchrevene meenen, tegen alle „ gronden van billijkheid , ja tegen het voor„ beeld van nabuurige Gewesten, bezwaardt en gedrukt worden. „ Hierbij komt het onderfcheiden begrip, waar „ in veele goede Ingezetenen gebragt zijn gewor„ den met betrekking tot de Notificatie van den „ 9 Novemb. 1. 1., daar de ondergetekende zig „ verzeekert houden dat veele uit louter onkunde „ gedwaald hebben, en dus helaas! het flagtofier ftaan  30 December 1797■. „ ftaan te worden van eene Executie welke zij „ niet gemeriteert hebben. ,, Al het welk ondergef. Gecommitteerdens „ nodig geoordeeld hebben tot hunne decharge „ fchriftelijk over te geeven, en daar van infertie ten Recesfe te verzoeken, op dat daar door „ openbaar worde, dat zij op alle mogelijke wij„ ze hebben zoeken voor te komen de fchaaden „ waar aan zij tot hunne innige fmert nu moeten „ zien dat veele hunner Ingezetenen bloodgefleld ,, worden. „ Nijmegen den 4 December 1797, het derde „ jaar der Bataavfche Vrijheid. „ G: BUSCHMAN. „ N LANGE. „ Gecommitteerdens der Ampten van „ Thielre- en Boemelre-waerden. Waar meede het Quartier na verlezing van dit Reces is gefcheiden. Uit naam en last van de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, ■ JOH. m de BETOUW.   RECES DES QUARTIERS VAN N Y M E G E N, OP EENENy EXTRAORDINAIREN LANDDAG GEHOUDEN BINNEN DE STAD ZUTPHEN IN JANUARII 1798, HET VIERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRYHEID. 4- Ggg   Praefeme Leden des Qt/artiers van Nijmegen. ja/ I - Steden. NIJMEGEN MET HEES, NEERBOSCH, HATERT, OIJ, LENT SCHEPENDOM. Hendrik Hoogers, Willem Antonius Franciscus Weijman» Jan Teeuwissen, , • Deuk Thijssen. T H I E L. Carel Campagne , Pieter ten Bosch. BOMMEL. cornelis BüIJS. Platte Land. , RIJK VAN NIJMEGEN, Hendrik Derkse , Jacobus Smits. Ggg 3 OVER-  OVER-BETUWE. Jan Bodd , Johannes Glover. TUSSCHEN MAAS EN WAAL. Aeldert Schouten, Aeldert Verstegen. NEDE R-BETU WE. Aalbert van Eldick, Cornelis Beijer. THIELRE-WAERD. Godefridus Buschman. B OMMELRE-WAERD. Nicolaus Lange. Re-  27 Januarü 1798. Reces des Quartiers van Nijmegen , op eenen extraordinairen Land' dag gehouden binnen de Stad Zutphen in Januarü 1798, het vierde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Saturdag den 17 Januarü 1798. Do Steden-Gezanten en Gecommitteerdens wegens het platte Land, repraefenterende het Volk des Quartiers van Nijmegen, binnen de Stad Zutphen op het Raadhuis aldaar in de Landfchaps- of Vertrek-kamer deezes Quartiers erfchenen, het gewoone gebed tot God almagtig gedaan, en de refpective Commisfien gelezen zijnde, is tot Directeur van 's Landfchaps zaaken benoemd de Burger Hendrik Hoogers, Lid van de Regeering der Stad Nijmegen; en zijn wijders tot Gecommitteerdens ad caufas genomineerd gemelde Burger H. Hoogers, P. ten Bosch en C. Buijs wegens de Steden Nijmegen, Thiel en Sak-Boemel, A. Schouten, A. van Eldik en N. Lange Gecommitmitteerdens uit Tusfehen Maas en Waal, NederBetuwe en Botnmclre - waerd wegens het platte Land. Ggg 3 De  27 Jamiwrii 1798. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat bij examinatie van de ingekomene lijsten , betrekkelijk de ontfangene adfignaten, geleverde requifitien, fpan- en handdienften en geledene fchaaden ondervonden hadden, dat onderfcheidene Dorpen hunne opgaaven hadden ingericht na en ingevolge het gearrefteerde Maximum : En dat, vermits de prijzen van het hooij , ftroo en haver bij het gezegde Maximum zoo exorbitant hoog waren gefield geworden, en het te vreezen was, dat'er eene merkelijke korting (welke als dan niet zonder de grooifte praejudicie voor verre de meeste der goede Ingezetenen zal kunnen gefchieden) zoude moeten plaats hebben, overzulks vermeend hadden , voor en al eer verder met de examinatie dier lijsten voort te gaan , nadere elucidatie van de Volks-Vertegenwoordigers deezes Quartiers te moeten verzoeken, uit dien hoofde teffens proponerende om de gezegde prijzen na redelijkheid te verminderen. Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zijnde, dat de bij de nadere opgaav tot het Maxi' mum verhoogde prijzen behooren te worden gebragt tot de prijzen, waar op bij de eerfie opgaa- vo  2,7 Januarü 1798. ve zijn gefield geweest; en dat het geleverde voor Adfignaten niet in masfa, maar fpecificq ïn maat en gewigt, zoo na mogelijk, immers altoosnominatim, hadde behooren te zijn opgegeeven. Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk gefchiedt bij deezen, om hier inne pro re nata volgens redelijkheid en- billijkheid te handelen; wordende aan de refpective Steden, Ampten en Diftricten overgelaten, om, zulks noodig oordeelende, ten hunnen privativen kosten, tot de examinatie der van hunnen 't toe gen ingezondene lijsten te committeren, en aan gemelde Gedeputeerden ter Financie toe te voegen een of meer Leden refpective uit den haare. De Gedeputeerden ter Financie hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat, daar bij de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers nog niet bepaald was, welk douceur aan de Ontfangers der gemeene Middelen, die met den ontfangst en uitgaaf der penningen van de twee afzonderlijk geheven geweest zijnde 5o(le penning zijn belast geweest, behoorde te worden toegelegd, het thans meer dan tijd was om daar op bedagt te wezen, en overzulks hadden vermeend dit een en ander aan de Volks-Vertegenwoordigers deezes QuarGgg 4 tiers  «7 Januarü 1798. tiers te moeten herinneren, en teffens in bedenking te geeven, of niet de billijkheid vordert, dat aan die geenen, welke met de moeiten, aan het werk déezer heffingen verknocht, zijn gechargeerd geweest, voor hunne extraordinaire dienHen, oplettendheid en tijdverzuim een douceur naar redelijkheid behoorde te worden toegelegd; en fpecialijk, of niet, in overweginge genomen zijnde de lastige post door den Fiscaal des Quartiers bekleed, de zonderlinge moeite zoo uit hoofde van deeze beide heffingen, als in andere zaaken door denzelven aangewend, eenige belooning zoude meriteren. Waar op gedelibereerd zijnde, hebben de VolksVertegenwoordigers deezes Quartiers goedgevonden welgemelde Gedeputeerden ter Financie te auctoriferen, gelijk geauctorifeerd worden bij deezen, voor de bijzondere moeite, oplettendheid, tijd verzuim en extraordinaire diensten, aan die geenen , welke daar meede zijn gechargeerd geweest, zoodanig douceur toe te leggen, als na billijkheid en redelijkheid zullen oordeelen en bevinden te behooren. Maan-  29 Januarü 1798. Maandag den 29 Januarü 1798. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Acte van den Raad der Gemeente der Stad Thiel , gegeeven aldaar den 8 deezes maands, waar bij de Burger P. ten Bofch voor den tijd van één jaar, te rekenen van dato voorfchreven tot den 7 Januarü 1799 wordt benoemd tot Gedeputeerden ter Financie deezes Quartiers.' Waar op gedelibereerd zijnde, is zulks voor notificatie aangenomen , met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om voorfchreven Burger in eed te neemen, en fesfie te verleenen naar behooren. Op het geproponeerde door de Gecommitteerdens wegens de Stad Nijmegen; Is goedgevonden de Gedeputeerden ter Financie bij deezen te auctoriferen, om, in navolging der andere Quartieren, ook aan de Ingezetenen van dit Quartier de Recepisfen van fchaadevergoeding ten fpoedigften te extraderen, en ter hand te Hellen. "Verlezen de Requeste van Pieter Wiegand, Clercq ter Secretarie der Stad Nijmegen, daar bij  co Januarü 1798. bij te kennen geevende, dat Requeftrant in navolginge van het geen daaromtrent te voren hadt plaats gehad, in zijne voorfchreve quajiteit in de jaaren 1796 en 1797 als Clercq bij den Secretaris deezes Quartiers gefungeerd, en het noodige, zoo in het expediëren van Quartierlijke brieven, als van de verdere depêches uit de genomene refolutien voortvloeiende, verricht hadt; en dat zulks in het afgeloopen jaar, meede als van ouds, tot alle zoodane cxpeditien, welke van wegens de Landfchap moesten plaats hebben, was geextendeerd geworden. Dat Requestrant voor alle de voorfchreve expeditien, welke, inzonderheid in den jaare 1797, zoo voor de Landfchaps- als Quartiers Vergadering zeer veelvuldig waren geweest, niets, hoe ook genaamd, van wegens de Stad noch van het Quartier hadt genootep, daar in tegendeel inde Quartieren Zutphen en Veluwe voor al het gunt voorfchreve aan de Clercquen een, met de moeite geëvenredigd, jaarlijks tractement wierdt verleend. Dat Requeftrants praedecesfeuren wel met hem in gelijke gevallen hadden geverfeerd, door dien meede tot het doen der voorzeide expeditien wierden gebruikt, dan dat echter aan den eenen kant dat werk des tijds aan zoo veel omflag niec onder-  29 Januarü 1798. derhevig was, en aan de andere zijde de emolumenten veel grooter waren, door dien van alle Commisfien en Militaire Actens, welke bij de Landfchap wierden verleend, de Clercquen een zeker gedeelte der jura, bij de refpective Secretarien wordende genooten, kwamen te profiteren, 't welk na deeze ordre van zaaken geheel was koomen tecesferen ; terwijl nog daarenboven door de voormalige Vertegenwoordigers des Quartiers aan Requestrants praedecesfeuren, hoe zeer ook de aart der werkzaamheid van die tijd niet in vergelijking kan gebragt worden met het enorme werk, 't welk thans moet worden verricht, van tijd tot tijdeen douceur was toegelegd, uitwijzends, onder meer anderen, de Quarders refolutien d. d. 29 April 1777, 28 Mai 1781, 6 Mai 1783 enz. verzoekende vervolgens om die en andere redenen, bij den Requeste geallegeerd, dat het de Volks - Vertegenwoordigers goedgunftig moge behagen aan Requestrant, 't zij in ééns, ofte wel jaarlijks, zoodanig convenabel douceur te accorderen, als met de billijkheid beftaanbaar zouden oordeelen. Waar op gedelibereerd zijnde hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers, in aanmerkinge neemende de redenen, bij den Requeste vervat,  29 Januarü 1798. vat, en de veelvuldige werkzaamheden, welke door den Requestrant, inzonderheid in den jaare 1797, zijn verricht, en waar voor niets genoten heeft, goedgevonden denzelven, voor ééns, toe te leggen, gelijk gefchiedt bij deezen, een douceur van drie honderd guldens; met auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om deswegens de noodige Ordonnantie van betaalinge te verleenen. Op Requeste van Gijsbert Derkzen, Kerkmeefter der hervormde Gemeente te Herwen, Ampte Over-Betuwe, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat het de Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers behagen moge Ordonnantie op eenen der Ontfangers te verleenen, waar op de door den Requeftrant qq te veel gefurneerde twintig guldens in de laatfte negotiatie van den 5oae11 penning wegens goederen van de Kerk van Herwen mogen kunnen bekoomen worden. De Volks-Vertegenwoordigers hebben, na gehoudene deliberatie, goedgevonden dit Request te renvoijeren aan de Gedeputeerden ter Financie om daar op na bevind van zaaken in naame van den Quartiere te disponeren. Op  'i<) Januarü 1798. Op Requeste van J. A. Quack en Zoonen , verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen met de geledene fchaadens, conform eene geannexeerde Lijst van aangeeving, binnen de Stad Nijmegen beëedigd , alnoch te mogen worden geadmitteerd, met dat effect, dat de Requeftranten nevens andere Burgers en Ingezetenen zullen participeren in het geen ter zaake van geledene fchaadens, bij aankomst der Franfche troupes veroorzaakt, zal worden geconcedeerd en gearrangeerd. De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hebben , na deliberatie, goedgevonden dit Request te ftellen, gelijk gefteld wordt bij deezen, in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten einde daar op in naame van den Quartiere zoodanig te disponeren, als na billijkheid zullen oordeelen en vermeenen te behooren. Op gedaane propofitie door de Gecommitteerdens der Stad Nijmegen opzichtelijk drie aan den Raad van Nijmegen ingediende Requesten door de Buurmeefteren van Hees en Hatert, mitsgaders van de Weduwe van G. Cloosterman en de Weduwe van Jan Hendriks. Is  co Januarü 1798. Is goedgevonden de voornoemde Requesten te ftellen in handen van de Gedeputeerden ter Financie ten fine van eonfideratien en advijs. Verlezen de Requeste van W. Rieken cum Tuis, Pagter en Med< ftanders svan 's Quartiers imposc op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het difirict des Nijmeegfchen Comptoirs, ingegaan i°. Julii des jaars 1796, verzoekende om de daar bij geallegeerde redenen, dat de VolksVertegenwoordigers des Quartiers, zoo veel eer.igzins mogelijk , aan het ongeluk der Requeftranten geliefden te hulp te koomen; en met dat inzicht aan dezelve eene zekere, met het aanzienlijk verlies geëvenredigde, fomme gelds toe te leggen tot eene fchaadepenning, om alzulke fomme gelds door hun, bij haare opvolgende te doene betaaling der beloovde pagtpenningen, het zij in eens, of anderzins in termijnen fuccesfivelijk te mogen inhouden, met auctorifatie op den Ontfanger om het zelve aan de Requeftranten alzoo in betaaling te valideren. En hier op gehad hebbende de eonfideratien en advijs van de Gedeputeerden ter Financie, hebben de Volks-Vertegenwoordigers, na deliberatie, goedgevonden het verzoek der Requeftranten provifioneel te houden in ftaat.  29 Januarü 1798. Ver! ezen de Requeste van V/. Rieken cum fuis Pagter van 's Quartiers impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren over het diftrict des Nijmeegfchen Comptoirs, ingegaan i°. Julii 1796, daar bij verzoekende, dat het derde articul van de Ampliatie der Ordonnantie van den impost op de gebrande Wijnen en gediftilleerde Wateren d. d. 9 Mai 1689 bij wege van Interpretatie of Ampliatie mogt worden gealtereerd; De Volks-Vertegenwoordigers des Quartiers hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie vermogens appoinctement van den 7 December laatstleden, hebben na deliberatie goedgevonden het gedaane verzoek provifioneel te houden in advijs. Verlezen de Requeste van J. C. W. Flick en J. Muller, gewezene Pagters van's Quartiers impost op 't Gemaal over de Stad Nijmegen ingegaan i°. Julii 1795, daar bij verzoekende, dat aan Requeftranten voorden aan huncompeterende impost, uit hoofde van de hun door de tijds omftandigheden toegebragte nadeelen , die zij niet hadden kunnen voorkoomen, nog beletten, mogte worden geaccordeerd en uitgegeeven eene Ordonnantie op den Ontfanger van 's Quartierr gemee-  29 Januarü 1798. meene middelen te Nijmegen ter fomme van ƒ2149-9-8. Als meede voor den impost van het koorn, door de Franfchèn op de buiten-molens gemalen, en binnen de Stad geconfirmeerd, eene Ordonnantie op gemelden Ontfanger tot alzulke fomme, als na redelijkheid zoude geoordeeld worden te behooren. De Volks-Vertegenwoordigers hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, hebben na deliberatie goedgevonden het verzoek, ten Requeste gedaan , provifioneel te houden in advijs. Verlezen de Requeste van G. Herbrechter, J. C. W. Flick en H. Kelder, gewezene Pagters van 's Quartiers impost op het Gemaal, ingegaan geweest i°. Julii des jaars 1794» daar bij verzoekende om ook van haare Adfignaten zes per cento in geld te mogen genieten; En hier op gehad hebbende de eonfideratien van de Gedeputeerden ter Financie, is goedgevonden dit verzoek bij provifie te houden in ftaat. Is ter Vergaderinge voorgebragt eene Misfive van het Provinciaal Collegie tot bijlage hebbende Copie eener Misfive der Nationale Vergadering, re-  29 Januarü 1798. repraefenterende het Volk van Nederland, aan de hoogtsgeconftitueerde Magt, genaamd de Repraefentanten van het Volk van Gelderland, gefchreven inden Hage den 18 deezes, houdende, dat op den 9 daar te vooren hadden gedecreteerd in het Quartier van Nijmegen te heffen eenen buitengewoonen iooften penning van de bezittingen der Ingezetenen , en teffens eene generale Commisfie gequalificeerd om die Executien te di, rigeren, uit welke Commisfie eerstdaags eenige Leden herwaards zouden worden gedefpicieerd, welken zij vertrouwden dat a'lle informatien zullen bekoomen, en alle adfistentie ondervinden, welke dezelve ter zaake voorfchreve zouden vermeenen noodig te hebben ; met bijvoeging van eenige Exemplaren van de Publicatie, ten einde dezelve alomme te. doen publiceren en affigeren, alwaar men gewoon is zoodanige Publicatien en affixien te doen; Waar op gedelibereerd zijnde hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers de voorfchreve Misfive en bijlage gerenvoijeerd aan de Gedeputeerden ter Financie om daaromtrent de noodige voorzieninge te doen. 4* H h h Des  ■29 Janilarii 1798. Des nachts omtrent twaalf uuren. •ofl bbwnaztlsg frpr.h: *•»•• fu ««niios^pjgpoH Is ter Vergaderinge gelezen eene Misfive van de Conftituerende Vergadering, repraefenterende het geheele Bataavfche Volk, aan de hoogstgeconftitueerde Magt, genaamd Repraefentanten van het Volk van Gelderland , gefchreven in den Hage den 22 deezes maands, houdende kennisgeeving, dat de genoemde Vergadering uit hoofde van den dringenden nood , en het onmiddelijk gevaar , waar in zich het lieve Vaderland actueel bevindt, ten gemelden dage hadt beflöten, om met volkomen .vernietiging-van het Reglement, voor de Nationale Vergadering gearresteerd bij Hun Hoog Mogende op den 30 December 1795, daadelijk in werkmg te brengen het (telzel der eene en ondeelbaare Bataavfche Republicq in alle derzelvêr betrekkingen, zoo naar binnen als naar buiten, in het Politique en Financiële, met ineenfmelting der'oude ftaatsfcbulden, met dat gevolg, dat van dit oogenblik af ophouden alle Provinciale Beftuuren, zoo als die hebben gefubfiftcerd in de geheele Republicq ,• wordende derhalven de tot dus verre zoo genaamde Provinciale en Quartierlijke Beftuuren verklaard voor ontbonden, en provifioneel veranderd in intermediaire Adminifira-  D9 Januatii 1798. tivf Beftnuren af hanglijk van, en verandwoordlijk aan genoemde Confütuerende Vergadering, mer last aan de hoogstgeconftitueerde Magt iri dit Gewest , als Beftuurders van de Provincie van Gelderland, om het vooraangetogene Decreet te refpecteren, cn zich daar na irlptelijk' te gedragen: mitsgaders bevel, om aan dit Decreet onverwijld te voldoen, en aan de Pro-» clamatien en Decreten dier Vergadering uit diens hoofde gedaan en genomen , of nog te doen en te neemen, nu en in het vervolg geenerlei vertraaging, hoegenaamd, toe te brengen; maar daar aan door alle billijke en efficacieufe middelen, in de magt der Befluurders van dit Gewest zijnde, de behulpzaame hand te bieden, en wijders om in dit Gewest of Quartieren zorge te dragen, dat aldaar de opecbaare rust niet geftoord, geene Perfonen nog Eigendommen ontrust, en geene emigratie van Perfonen, of vervoering,vart Goederen uit het zelve naar buiten 's Lands worden toegclaaten, anders dan op vertooning van Paspoorten behoorlijk gevifeerd door de Commisfie van binnenlandfche Correfpondentie uit de Conftituerende Vergadering : Gelijk ook dat de inning der Collective Middelen, Verpondingen, en alle andere zoo gewoone als buiten-gewoone LasH h h 2 ten  29 Januarü 1798. ten, op dit oogeublik in dit Gewest of Quartieren in werking zijnde, geenerlei ftremming of ftilftand lijde, maar op den zeiven voet blijve voortgaan, en richtig worde geadminiftreerd, tot dat de Conftituerende Vergadering daaromtrent nader zoude hebben gedisponeerd, en dat de Provinciale en Quartierlijke Casfen, benevens de bijzondere daar onder resforterende Ontfangers of Collecte-Comptoiren in géenerlei wijzen worden vervoerd, gefpolieerd, nog eenige penningen uit. dezelve geligt ; anders dan op fpeciale Ordonnantiën van voornoemde Vergadering, en door de Commisfie van Financiën uit dezelve getekend; uitgezonderd zoodanige ligtingen, welke (trekken tot betaaling der gewoone Ordonnantiën in voldoening der Gewestelijke Schulden, en het verftrekken van fubfidie van het eene Comptoir aan het andere, als ook dat geene, waar door eenige ftagnatie in het betaalen van Interesfen zoude kunnen veroorzaakt worden; alles provifioneel, en onder fpeciale en hoofdelijke verantwoordlijkheid van de Befluurders van dit Gewest; requirerende de Conftituerende Vergadering van Dezelven op ontfangst van deeze Misfive een onverwijld antwoord ter accufatie van derzelvêr receptie, en ten blijke, dat aan den geheelen inhoud van dien zij voldaan. Nog  29 Januarü 1798. Nog verlezen eene Misfive van de Conflïtuerende Vergadering van denzelven- datum , ter geleide, eener Proclamatie aan het Bataavfche Volk , wegens de ontbinding der Provinciale Beftuuren, en het daar op gedecreteerde; 1 Waar op gedelibereerd zijnde hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers goedgevonden -aan 's Landfchaps tafel te openen, dat penetrerende de noodlottige gevolgen, welke uit een lang verwijl der deliberatien over het defereren aan den inhoud van voorfchreve Misfive moeten refulteren, en teflëns in overweging neemende, dat als Vertegenwoordigers van het Volk alleenlijk zijn deszelvs Afgevaardigden , en niet het Volk zelvs, aan welkers Oppermagt zij plegtig hebben beloofd gehouw en getrouw te zijn; Voorts erkennende en eerbiedigende die Oppermagt en Volks-wil, en in de uitoeffening derzelven geene belemmering op de eene of andere wijze aan het Volk willende toebrengen, vermeenen zouden, dat, daar uit hoofde van den dringendften nood en het onmiddelijk gevaar, waar in zich het dierbaar Vaderland bevindt, de Confiituerende Vergadering, repraefenterende het geheele Bataavfche Volk, tot het Befluit van den 22 deezes maands is overgegaan, aan hoogstgemelde VerH h h 3 ga-  Sy-Jdnuarü 1798. gaderitig ten fpoedigften behoorde te worden ger.d'cribeerd, dac de Landfchap, tot voorkooming .van onheilen en verwarringen, zich mee onderwerk ping aan het gedecreteerde verklaaren zoude voor ontbonden, en provifioneel, en tot zoo lang hieromtrent bij de Conftituerende Vergadering geene andere" of nadere voorziening zal zijn gefchied , zich te hebben geconftitueerd tot een intermediair Adminiftrerend Beftuur, ondergefchikt en verantwoordelijk aan de Conftituerende Vergadering; zoo nochtans, dat zij zich deswegens niet wilden refponfabel rekenen aan het Volk wegens den gedaanen Eed. "De Leden van het Quartier van Zutphen aan de Landelijke tafe'l in bedenking gegeeven hebbende , of, daar de Landfchaps en Quartiers Vergaderingen ontbonden en adminiftratiev geworden zijn, het niet noodzaakiijk zij i°. Dat de Landelijke Vergadering zich provifioneel permanent verklaare, onder den titul De Leden uitmaakende het intermediair adminiftrativ Beftuur van Gelderland, ten dien gevolge, dat geen der Leden zich zal mogen abfenteren zonder permisfie van den Voorzitcer, en de abfente Leden zullen worden gerequireerd zich te fisteren. a°. Dac  20 Januarü 1798. 20. Dat-de hier aanwezige Leden van het Provinciaal .Coüegie gelast worden hier te verblijven, 3t0 Dat het adminiflrativ Beftuur eenige Leden uit den haare gelaste, om aan haar te adviferen, wat ingevolge dier Decreten behoort te gefchieden f Dat het zelve Beftuur ten fpoedigften de publicatien en proclamatien van de gewezene Nationale Vergadering, nog ongepubliceerd, doe publiceren; en de noodige aanfchrijvingen, fpeciaal op de grenzen, doe. Dat tot het bevorderen der expedhien niet alleen de drie Quartierlijke Secretarisfen elkander behulpzaam zijn; maai\o.ok daar toe ten fpoedigften de noodige Clercquen en Bodens van het Provinciaal Collegie worden opontboden. Dat de adviferende Commisfie, die van de Leden van het Provinciaal Collegie de noodige elucidatien vermag te requueren , vervolgens alles, onder approbatie der Landfchap, helpe uitvoeren, wat in deeze presfante omftandigheden naar den aart der zaake vereischt wordt, en tot voorkooming van verwarring en regeeringloosheid dienen kan. En hier op gedelibereerd zijnde hebben de VolksVertegenwoordigers des Quartiers-, nu geconverteerd in een intermediair adminiftrativ Beftuur, goedHhh 4 ge-  29 Januarü 1798. gevonden zich met die propofitie te conformeren , onder deeze veranderingen nochtans , dat de titul aldus worde gefield: De Leden uitmaakende het intermediair adminiftrativ Beftuur van het voormalig Gewest van Gelderland. Dat achter het woord gerequireerd gevoegd wer* de , op last der Vergadering; en achter dier Decreten de woorden én andere voorkoomende zaaken. En eindelijk, dat het woord Landfchap worde veranderd in intermediair adminiftrativ Beftuur. O ntfangen eene Misfive van de Conftituerende Vergadering, repraefenterende het Bataavfche Volk, aan de Vertegenwoordigers des Quartiers van Nijmegen, gefchreven in den Ilage den 22 deezes maands, tot bijlage hebbende een Decreet ten zeiven dage bij gemelde Vergadering genomen, houdende kennis geeving, dat alle Decreten en wetten der Nationale Vergadering, zints den 1 Maart 1796 tot den voorfchreven 22 deezes genomen ofte vastgefteld, zouden blijven in volle kracht, voor zoo verre dezelve niet zullen bevonden worden met de thans vastgeftelde ordre van zaaken te firijden, en door de gemelde Vergadering zullen worden ingetrokken, of buiten effect gefteld; En  29 Januarü 1798. En hier op gedelibereerd zijnde, hebben de Leden , welke uitwijzends het begin des Reces hebben uitgemaakt de Vergadering der Volks-Vertegenwoordigers des Ojartiers van Nijmegen, alnu uit kracht van de genomene refolutie geconverteerd wezende in eene Vergadering van Leden uitmaakende het intermediair adminiftrativ Beftuur van het voormaalig Quartier van Nijmegen, het gunt voorfchreven voor notificatie aangenomen. D e Gedeputeerden ter Financie betrekkelijk de Ordonnantiën, welke uit hoofde van de Conventien van de jaaren 1700 en 1720 door de Quartieren Zutphen en Veluwe tot een fubfidie moeten worden gegeeven aan dit Quartier, voorgedragen hebbende, dac het Quartier van Zutphen thans gedeeltelijk aan deszelvs verpligting hadde voldaan, en dat dit Quartier dus over eenige Adfignatien, bij het Provinciaal Collegie geaccepteerd, en op den 15 Februarii aanftaande betaalbaar, mitsgaders over eenige Ordonnantiën, te zaamen bedragende eene fomme van ƒ80000 guldens, in mindering van ƒ80250-15-6 konde disponeren. Dat meede het Quartier van Veluwe eene Ordonnantie ter concurrenter fomme in voldoeninge van het geen aan dit Quartier uit voorH h h 5 fchre-  Januarü 1798. fchreven hoofde was competerende hadde afgegeeven: En teffens hebbende geproponeerd, of niet aan de Commisfie van Financie uit de.Conftituerende Vergadering, repraefenterende het geheele Bataavfche Volk, bij misfive zoude behooren te worden, kennisfe gegeeven, dat dezelve over de voornoemde 'fommen zoude kunnen disponeren , met verzoek om .ten dien einde é.én der reizende Commiien, naar behooren gequalificeerd, tot het afnaaien dier penningen te auctoriferen, waar door alsdan het tranfport dier gelden merkelijk gefaciliteerd, en de kosten, welke daar uit anderzins zouden proflueren, meede konden gemenageerd worden. Is na voorgaande deliberatie goedgevonden welgemelde Gedeputeerden ter Financie ten einde als voorfchreven te auctoriferen, gelijk dezelve daar toe geauctorifeerd worden kracht deezes. De refolutien, in deeze en de voorige zitting genomen , zijn na refumtie gearrefteerd. ö I Uit naam en last van de Volks- Vertegemvoordigers des Quartiers van Nijmegen, nu geconverteerd in een intermediair adminiftrativ Beftuur. JOH. in de BETOUW.  GEBESOIGNEERDE BIJ HET INTERMEDIAIR ADMINIST ATIV BESTUUR VAN HET VOORMAALIG QUARTIER VAN N Y M E G E N, IN DESZELVS VERGADERING BINNEN DE STAD ZUTPHEN GEHOUDEN IN JANUARII I 798, HET VIERDE JAAR DER BATAAVSCHE VRIJHEID.   Praefsnte Leden der Ver Nadering van het (i) intermediair adminiftrativ Beftuur van het voormaaiig Quartier van Nijmegen. . . l a: De Burgers Hendrik Hoogers, Jan Teeuwissen, Cornelis Buijs , Aeldert Schouten , Pieter ten Bosch, Godefridus Buschman, Johannes Glover, Hendrik Derkse, Nicolaus Lange, Cornelis Beijer, Aalbert van Eldik, AalCO Door de refolutie, waar bij de Landfchap en Quartieren zichhebben ontbonden, heeft alle voormaalige betrekking van Steden en Ampten opgehouden: En zijn die Leden, welke ten tijde van het converteren der Vergadering in een inteimediair administrativ Beftuur praefent waren, en op dat moment Gelastigden wierden van de Conftituerende Vergadering, repraefenterende het Bataavfche Volk, alleen bevoegd geoordeeld, om in het intermediair adminiftrativ Beftuur fesfie te neemen, alzoo de qualificatie der Conftituerende Vergadering alleen op hun konde gerekend worden toepasfelijk te wezen.  Aeldert Vers/tegen, Tan Bodd, . Willem Antonius Franciscus Weijman , Jacobus Smits , Derk Thijssen , Carel Campagne. Ge-  30 Januarü 1798. . Gebefoigneerde bij- het intermediair adminiftrativ -Beftuur van het. voormaalig Quartier van Nijmegen ■ in deszelvs Vergadering binnen de Stad Zutphen gehouden in Januarü 1798, het vierde jaar der Bataavfche Vrijheid. Dingsdag den 30 Januarü 1798. De Leden, uitmaakende het intermediair adminiftrativ Beftuur van het voormaalig Quartier van Nijmegen, in aanmerking neemende, dat de Conftituerende Vergadering, repraefenterende het geheele Bataavfche Volk , aan ieder der voormaajige Quartieren afzonderlijke Misfives afzend, hebben vermeend, provifioneel bij eikanderen te moeten verblijven, fpeciaal om de Financiële adminiftratie. G edelibereerd zijnde op het derde lid der Propofitie door de Leden van het gewezen Quartier van Zutphen aan de Landelijke tafel gedaan omtrent de benoeming van eene adviferende Commisfie : Heefc  30 en 31 Januarii 1798. Heefc het intermediair adminiftrativ Beduur van het voormaalig Quartier van Nijmegen vermeend, dat uit ieder der voormaalige Quartieren tot de voorgeftelde Commisfie behoorden te worden benoemd twee Leden, hebbende daar toe eventueel uit den hunne benoemd de Burgers Johannes Glover en Nicolaus Lange. Woensdag den 31 Januarü 1798. De adviferehde Commisfie een Reglement van ordre ter befpoediging en bevordering der deliberatien en expeditien voorgedragen hebbende, is goedgevonden, dat't geen omtrent de Vergadering van het intermediair adminiftrativ Beftuur van het voormaalig Gewest van Gelderland is vastgefteld, in zoo verre zulks van toepasfing is, zal gevolgd worden omtrent de Vergaderingen van het intermediair adminiftrativ Beftuur der voormaalige Quartieren; Naamlijk; Dat de rang van zitting der refpective Leden zal gerekend en bepaald worden door middel van het trekken van Nummers, en, langer dan een week duurende, t'elker weeke zal worden veranderd, bij de benoeming vaneenen nieuwen Praefident. Dat  3i Januarü .170$. - Dat de Praefident de Vergadering.met een Gebed zal doen openen , volgens bet Formulier hier achtergevoegd, en dat alle.de Leden geduurende het Gebed zullen opftaan.' Dat de Secretaris voor de refumtie de lijst der Leden zal leezen, welke door een duidelijk ancwoord een blijk zullen geeven van hunne tegenwoordigheid,, zullende de Secretaris aantekening houden van de afwezigen. Dat die door ziekte of andere wettige redenen belet wordt de Vergadering bij te woonen^ daar van fchriftelijk zal kennis geeven, of doen geeven aan den Praefident, en bijaldien die aan de wettigheid der opgegeevene redenen mogt twijffelen, zal hij dezelve ter beflisfing der Vergadering brengen. Dat door den. Secretaris daar na , ten fine. van refumtie, zullen gelezen worden de Notulen der voorgaande zitting, na welke voorleezing de Praefident de gemaakte cxtenfie in . overweging zal brengen. : Dat de Praefident vervolgens in overwegingiza'1 brengen alle voorkoomende .ftukken. ■ Dat de Praefident op zijn praeadvijs zal mogen concluderen, indien de Vergadering ,(na .dat hij zal gevraagd hebben, of iemand daar op iets heelt 4* I i i aan  31 Januarü 1798. aan te merken) door haar ftilzwijgen daar intoeftemt, dan gehouden zal zijn, zoo ras een, of meer Leden het begeeren, eene hoofdelijke omvrage te doen, wanneer hij met wettige meerderheid zal moeten concluderen. Dat, zoo de {temmen flaaken, de zaak zal blijven in advijs tot de volgende zitting, en dat, bijaldien dan wederom de ftemmen flaaken, de Praefident zal beflisfen. ,. Dat de Praefident het befluit op ieder zaak met luider ftemme zal uitfpreeken, en aan den Secretaris opgeeven. * Dat alle voorftellen, welke een Lid verkiest te doen, in gefchrifte zullen moeten worden overgeleverd. -Zullende de Vergadering desgelijks in geene ovèrweging neemen eenige verzoeken van buiten inkoomende, ten zij dezelve in gefchrift worden ingeleverd. Dat ieder Lid, die iets heeft voor te draagen, den. Praefident zal vraagen om het Woord. Dat de Praefident benoemd zal worden voor den tijd van agt dagen , of voor zoodanigen tijd als zal worden goedgevonden, welke benoeming zal gefchieden bij briefjes met de volftrekte meerderheid, zullende de eerfte reis .tevens een Vice- Prae-  31 Januaril 1798. Praefident benoemd worden., om ingevalle van ziekte of anderzins te kuntren optreden, terwijl in diergelijke gevallen in het vervolg de afgegaane Praefident deszelvs plaats zal vervangen. Alles echter onder voorbehouding van zoodanige verandering of ampliatie, als in het vervolg omtrent een of ander van voorfchreve articulen zoude mógen góédgevonden wórden te maaken. GEBED. Ahnagtig Opperwezen, Hoog/te Regeerder van alles! Maak ons door Uwe genade bekwaam tot de volbrenging van onzen dieren pligt, ter bevordering van Uwe eere en tot Heil en Welvaart des Bataavfchen Volks. Hoore ons om Uwes Zoons, om Jesus Christus wille! Amen. Gelezen zijnde eene Misfive van de Conftituerende Vergadering, repraefenterende het geheele Bataavfche Volk, aan het intermediair adminiftratiev Beftuur van het voormaalig Quartier Nijmegen, houdende kennis geeving van de aanftelling der Leden tot het intermediair uitvoerend Bewind, met last om de daar toe benoemde Burgers in gemelde hunne qualiteit te erkennen, en hunne I i i 2 or-  31 Januarü 1798. ordres, als zoodanig, te obedieren op derzelvêr bijzondere verantwoordlijkheid. Is zulks voor notificatie aangenomen. Quod testor jOII. in de BETOUW, gewezen Secretaris van het voormaalig Quartier van Nijmegen, en der Landfchaps V?>gaderingen van het voormaalig Gewest van Gelderland. RE-  op de IvESOLUTIEI, Ampten. datum. TV. A. van der Feltz benoemd tot Rentmeester van 's Landfchaps Domeinen , in Bommel, Thielre- en Bommelre-waerden, enz. . 10 Mai. Propofitie om den Post van Historie - fchrijver van Gelderland te mortificeren. \-j Mai. Ampt-geld. Tegen Amptenaaren, onwillig in het voldoen van het Ampt-geld, door den Fiscaal te doen procederen. . 10 Maart. W. A. van der Feltz , en J.E. Sanders van Well, aangeftelde Richters te Bommel cn Nijmegen refpective, zijn gehouden hec Ampt - geld volgens de Ordonnantie te voldoen 22 Mai. Iii 3 Tot  Register. datum Tot voldoening van hec Ampt-geld uitftel verleend. 5 Julii. Ampt Tüsschen Maas en Waa,l. De grove en fmalle Thienden in Maas en Waal zijn voor een gedeelte in de dertiende eeuw aan de Kerk van St. Victor te Sancten gefchonken. . . . 14 Maart. Maas en Waal is reeds voor het jaar 1321 bedijkt, en tot Koorn-land aangelegd geweest. ... 14 Maart. Conftitutie van de Amptsregeering van Maas en Waal onder het voorig bewind. . 13 Mai. De jurisdictie van den Dijkftoel aldaar ftrekt zich uit tot over Mook , thans Cleeffchen bodem. . . 13 Mai- De oude en nieuwe Weteringen in Tusfehen Maas en Waal behooren gedeeltelijk onder eene gecombineerde Schouw  Register. datum. Schouw van het Rijk en Tusfehen Maas en Waal. . . 13 Mai- Wanneer , en door wien, het graven deezer waterloozingen is vergund. . . 13 Mai. Armen. De Armen - oortjens moeten door den Ontfanger der Middelen betaald worden aan de Buurmeesteren der Kerfpelen in de vier Boven-Ampten , en aan Schouten en Buurmeesteren in de Beneden-Ampten. ... 13 Maart. Voor het gemis van vrijdom van 's Lands impost op het Gemaal aan de Wijk-Armen te. Nijmegen verleend eene Ordonnantie van 600-:-: En gelijke Ordonnantie aan de Diaconie-Armen aldaar. 24 Mai, 18 Sept. Batenburg. De Buurfchap Lienden tot een Schependom aan Batenburg gevoegd. . . 9 Mai. lii 4 Ba-  Register. datum. Batenburg wordt hier beleend als een Keifers-leen. u Oct. Het territoriaal recht over Batenburg competeert aan de Landfchap. . . . 11 Oct. Batenburg contribueert aan het Quartier van Nijmegen, n Oct. Geïncorporeerd in het Ampt Tusfehen Maas en Waal ii Oct. Tot Batenburg behoorden Leur en Horsfen, en compareerden de Heeren van Batenburg als Bannerheeren ten Landsdage. ... " Oct. Beest en Rhe n o ij. Behooren met Marienwaerd onder Thielre-waerd, als een gedeelte van dezelve. .... 27 Mai. bomme l. Al vroeg is 'er eene naauwe vereeniging geweest tusfehen Bommel, Thielre- en Bommelre-waerden. . . 27 Mai. Bur|g-  Register. datum. Burggraaf. De bedierringe van Burggraaf, als Slotvoogd, is onderfcheiden van het Richter-Ampt des Rijks. . i Decemb. B UUREN. Buuren en Cuilenburg behooren te contribueren in de extraordinaire geldheffingen, en inftantien daar toe bij de Nationale Vergadering, . 23 Aug. 1, 15, 30 Decemb. Die van Buuren zijn onder de telling des Volks bij dit Gewest gecomprchendeerd. ... 30 Decemb. CoMMISSlEN. De landelijke Commisfien beftonden onder het voorig bewind, na ordre van regeering deezer Provincie, door de drie Quartieren gerepraefenteerd wordende, uit zes Leden, drie uit de Ridderfchap, en drie uit de Steden, Iii 5 be-  Register. datum. benevens de drie Secretarisfen. De Quartierlijke, uit drie uit de Ridderfchap, en drie uit de Steden , of wel een uit de Ridderfchap, en een uit de Steden, meeftendeels uit de Hoofdftad, met den Secretaris. . 23 Aug. Aan het eerfte Lid in Commisfie wordt Extract der Refolutie commisforiaal ter hand gefteld. ... ~3 Aug- Commissie - Gelden, Vacatie-gelden der Gedeputeerden ter Financie voor het bijwoonen der Landdagen en Vergaderingen van het Gecombineerde Collegie. 1 Februarii. Monfter-gelden, bij de Gedeputeerden ter Financie genoten , zullen in het vervolg cesferen. 1 Februarii. Daggeld voor een Amanuenfis bij Gecommitteerdens na  Register. dattim. na 's Hage bepaald op 7-:-: behalven het gewoone transport. ... 22 April. Committé tot de zaaken van het algemeene Bondgenootschap te Lande. Misfive aan het zelve om provifioneel geen Adfignatien van groote fommen op het Quartier af te geeven. . 15 Mai, 17 Aug. . over het onderhoud en betaaling der Wachthuizen in de Steden en ten platten Lande. ... 25 Mai, 3 Julii. . over de verrekening van 's Quartiers aandeelen in Petitiën zedert de laatfte revolutie . . " . 17 Aug. om de afgegeevene Adfignatien van ƒ60,000: en 40,000 te rug te zenden, zoo dezelve niet kunnen worden gefteld op rekening van het verfchuldigde op den eerften termijn der 40 Millioenen 12 sept. 18 Oct.  Register. datum. Misfive om een Batcaillon Bataavfche troupes na Nijmegen te zenden tot handhaving van 's Quartiers Financiële Ordonnantiën tegen fmokkelarijen van 's Lands imposten. . . .14 Oct. 5 Dec. over de betaling der Adfignatien op de Quartieren van Zutphen en Veluwe getrokken. . 30 Dec. 29 Januarü 1798. Concordaten. Concordaten met Cleef en Mark. . . . 1 Febr. Cleeffche en Markfche In- ' gezetenen mogen in Gelderland ; en Gelderfche in Cleefsen Marksland niec hooger in grondfchattingen worden aangeflagen , als eigene Ingezetenen. . .1 Febr. 27 Oct. 30 Decemb. Schaadens, die om andere Mogendheden genoegen te geeven, door het Quartier moe-  Register. datum. moeten geleden worden, behooren Bondgenootfchappelijk te worden gefupporteerd. 2,7 Ocrob. 4 No\ vemb. 30 Decemb. Consenten. Confehcen in de generale Middelen. . . 26 Mai. 2000: door de Steden uit het l part der Middelen wordende gemist, onder de Ampten te verdeelen in mindering van haare Quota ih de confumtive Middelen, om de Dorpen , die te hoog zijn aangeflagen, of het meesc bezwaard zijn boven andere Dorpen, te verligcen. ". 26 Mai. Propofitie, om de Quartierlijke belastingen te quotiferen, of op de populatie te doen baferen. . . 26 Mai. . Cuilenburg. Behoort te contribueren ïn de extraordinaire geldheffingen. . . . 23 Aug. ijijDèc. Recht  Register. datum. Recht van het Quartier op het gewezen Graaffchap Cuilenburg. ... 23 Aug., 9 Nov., 30 Decemb. Cuilenburg is onder de telling des Volks bij dit Gewest gecomprehendeerd. 30 Decemb. Duffelt. De Duffelt aan Hertog Johan van Cleve verpand voor 6000 Rhijnfche guldens. . 19 Mai. D IJ k e n. Waar toe het gebruik -der Zeeven-Geevers in de Dijkrechten geïntroduceerd. . 13 Mai. Het recht van afzonderlijke Schouwen in Heerlijkheden bevrijd de landerijen aldaar niet van de Dijkgaven in de Ampten. . . 13 Mai. Op welke voet de Dijkpenningen te verdeelen. . 26 Mai. E l s t. De geconfisqueerde goede-  .Register. datum, deren van Graaf Everard. onder Eist door Carolus Martellus aan de Kerk te Utrecht gefchonken ter beftieringe van Bisfchop Willebrord. n Maart. . Executie. Bij executie van Pastorieen Custerie-goederen tot bekooming der dubbelde Verponding de Weet te doen aan de Predikanten en Custeren, en bij abfentie of vacatie, aan de Gemeentens. . . a Febr. De Gedeputeerden gelast, 't geen de Ontfangers en Adminiftrateurs van 's Quartiers penningen fchuldig zijn, door de prompfte middelen van executie te doen invorderen. 25 Mai. Surcheance van executie verleend. ... 3 Julii, 23 Aug. .6 Nov. Commisfie uit de Nationale Vergadering tot heffing van eenen 8oftenpenning, bij wege van executie. < 25 Octob.  Register. datum. De executie van de Gewesten en Quartieren is altoos aan veele z .vaarigheden onderhevig geweest,. . . *f Octob. Executie van het Quartier door den Raad van State. 27 Octob. Het Quartier gerequireerd om meede te werken tot het heffen van eenen 8o^n penning bij wijze van executie. 4 Novemb. . van eenen iooftcn penning. . . ... 29 Januarü 1798. : Fiscaal der Financien. Aan den Fiscaal J. Vermaferif aangefteld tot Landfchrijver in Over-Betuwe, dimisfie verleend. . . iS Maart. Joh. van Rees tot Fiscaal der Financien aangefteld. . 18 Maarc. De Fiscaal geauctorifeerd tegens den Heer van Batenburg tot bekooming der dubbelde Verponding de execu- b tie te dirigeren. • . 24 Aug , 30 Dec. Ce-  Register. da! urn. Gecommitteerdens. Na 's Hage om in conferentie te treden over héc daar ftellen van Financiële operatien. . . .21 April. Inftructie voor dezelve. • 22 April. Commisfie uic het Quartier om met Gecommitteerdens uic de Nationale Vergadering tot heffing van eenen 8often penning, en executie van dien, in Conferentie te treden. ... 25 Occob. . Door eene Commisfie uit het Quartier opgehaald , en ter audiëntie in de Vergadering begeleid. . . 4 Novemb. Gedeputeerden ter Financie. Inftructie voor dezelve. 13 Maart. Aan de Gedeputeerden ter Financie behoort de zorg voor 's Lands fchatcingen , en de executie der poenale Ordonnantiën tot ftandhouding van dezelve. . Ip April. Kkk Ook  Register. datum. Ook het beftier over alle financiële zaaken mee de.volftrekte jurisdictie, en recht van executie, aan dezelve bij de Staten der Provincie gedefereerd. . . 19 April. Door de Landfchap is aan de Quartieren tot m.aintien van de Financie ook eenige, dog niet alle, trappen of deelen van het merum imperium geconcedeerd. . 19 April. Gedeputeerden geauctorifeerd tot het verzenden van het gewerkt goud en zilver, uit de heffing van den goftef> penning gefproten , na de Muntkamer. . .16 Mai. En om met de inwisfeling der Recepisfen van gefurneerde 50rte penning en dubbelde Verponding een begin te maaken. . . . 7 Julii. Tot inwisfeling van Recepisfen , gefproren uit furnisfementen van de ille heffing der  R e g I s T 6 R. datum. der 5ole penning tegen Obligatien alnog verleend eet* korte peremptoire termijn. 7 Jujii. Opheffing van eene Proeè1- -i dure voor de Gedep-uteeFden bij Mandament van Citatie,. geëntameerd over. bezwaaren in eene Dorpszetting. '. 7 Juin. Aantekening van de Gedeputeerden in het Verbaal van het Gecombineerde Collegie over de te doene liquidatie tusfehen de Quartieren. 21 .Aug. # GEëRFDENS -dagen. Geërfdens zelvs comparerende op Geërfdens, Verga» deringen zijn niet gehoudente tekenen of afte leggen het declaratoir, voor Advocaten en Procureurs, namens hunne Principalen koomende , gearresteerd. . .19 Aug. Gelderland. Het tijdvak over de fuccesfie van Limburg, en de Kkk 2 daar  Register.. datum. daar uit gefprotene Oorlog tusfehen Brabrand en Gelderland met de gevolgen van dien, is een der duifterfte in de Gelderfche Hiftorie. . H A"g- Generale Middelen. Reden van benaaming. . 9 Novemb. Generaliteit. Capitalen ter Generaliteit voor rekening van de Provincie op Los - Renten genegotieerd. ... 9 Novemb. Gemaal. Permisfie verleend tot het zetten van een Rosmolen. 24 April. De Gedeputeerden ter Financie geauctorifeerd ordres te ftellen tot ftandhouding van's Quartiers Ordonnantie op den Impost van het Gemaal. . . • 18 Sept. En om voorzieninge te doen, dat de Publicatie van ' den 27 Mai 1751 tegens den in-  R e G i s t e r. datum, invoer van meel en "brood werde achtervolgd. . . - 26" Octob. Gent in Over-Betuwe. Reeds bekend in Charters van de negende eeuw. - 21 April. Heefc' Stads vrijheid bekoomen in den jaare 1233. 21 April,' 9 Mai. Gecommitteerdens uit Gent verfchenen eertijds ter Landdagfaert onder die der Quartierlijke Steden. . . 21 April. Erlecom van ouds het Schependom van Gent. . 9 Mai. , Godshuizen. De fchikkingen ten aanzien van de Godsdienftige Gedichten binnen de Stad Nijmegen gemaakt, welke de termen van 's Landfchaps Publicatie van den 30 Aug. 1796, en van het Decreet der Nationale Vergadering van den 5 daar te voren, excederen, vervallen verklaard, en dat alles daaromtrent moet Kkk 3 " wor-  Register. dattim, worden gerestitueerd in integrum. . . . ?. Julii. Gratificatie. Gratificatie verleend uit de. vacante militaire tractementen. . . .'-sa* l i 20 April, 27 Mai, Douceur van 105 guldens aan den Predikant van Hurwenen geaccordeerd. . 7 Julii, Voor bijzondere moeite, oplettendheid en tijdverzuim aan die geene, welke met het werk de heffingen van de 50^ penningen en dubbelde Verponding zijn gechargeerd geweest, eene gratificatie toegelegd. ... 27 Januarü 1798. Aan den Clercq ter Secretarie der Stad Nijmegen voor de veelvuldige expedi» tien en moeite bij de gehoudene Landfchaps en Quartiers Vergaderingen voor eens toegelegd 300-:-:. . 29 Januarü 1798. Heer-  R e g I s t e R. datum. Heerlijkheden. Gecommitteerdens uit de gewezene Heerlijkheden ten Lands- en Quartiersdage fustineren meede berechtigd te zijn tot de Comparitie-pen- . ningen. ... *T April. Oorfprong der gewezene Heerlijkheden. . . *° Mai. Het recht binnen de Heerlijkheden wordt provifioneel nog feparaat uitgeoeffend ; zijnde onzeker, welk eene gedaante dezelve bij eeneeventuele aanftaande Confti- , tutie verkrijgen zullen. . 10 Mai. Hertoglijke Magt. De Hertoglijke magt is na de afzweering van den laacften Hertog wedergekeerc in den fchoot van het geheele Volk, en niet rechtftreeks vervallen op Bannerheeren Ridderfchap en Steden, dat is, op de ten Landdage en Kkk 4 Quar-  Register. datum. Quartiersdage befchreven geweest zijnde Edelen en tijdelijke Regenten der Steden. 31 Januarü. Hertoglijke magt over de Domeinen en Regalia Majora 19 April, 9 Mai. Hoofd-Steden. De vier Hoofdlieden der Quartieren hebben zedert de veertiende eeuw een aanmerkelijk aandeel gehad in het bewind van's Lands zaaken. 31 Januarü. Hunnepe. Het Stift ter Hunnepe verzoekt bij haare inkomften en posfesfien te mogen blijven gemaintineerd. , . 16 Maart. Is geweest een VrouwenCloosterin de dertiende eeuw voor Gelderfche en Cleeffche Maagden gefticht in de Buurfchap Epfe. , .16 Maart. JNa de verbranding van het Clooster in 1578 geraakt onder de beheering van de Ridder-  Register. datum, derfchap van Gelderland en Overijsfel; en refideert te Deventer. . . .16 Maart. Imposten. De impost op den Tabak over het Bommelfche Comptoir op nieuw te verpagten. 21 Aug. Het Celle-broederen-Huis te Nijmegen blijft jouisferen van vrijdom van imposten, als van ouds. . . 21 Aug. Propofitie tot het introduceren van nieuwe imposten om te vinden de interesfe van de geforceerde Negotiatien .19 Septemb. Kerken. De Kerken der Gemeentens, ofwel de Gemeentens zelve, moeten worden ge- « houden Eigenaars te zijn der Pastorie- en Custerie-goederen 17 Maart. - Affcheiding der Kerk van den Staat. . ... 23 Aug.  Register. datum. Lakemond., Exploicc van eene infinuatie aan d^Tflgézètenen van Lakemond door een Quartiers Boode. . . ao Maart, 9 Mai. Lakemond voormaals geweest een Buurtfchap des Kerfpels Randwijk. . '19 April, 9 Mai. Is met de andere geweezene Heerlijkheden van OverBetuwe in de Ampts lasten aangeflagen , en aart de Dijk- ■ fchouwen onderhevig. . 19 April,[ 9 Mai. Het Quartier heeft -aldaar de Financiële Middelen altoos geheven, en is alnoch dezelve heffende. . • . • 19 April,-9 Mai. Misfive aan Wageningen, ten aanzien van het recht van jurisdictie over Lakemond, als het Schependom van Wageningen. . .* 19 April. • Ook aan het Quartier van Veluwe. ... 9 Mai. De Gedeputeerden geauctorifeerd 's Quartiers opperS* ■ magt  Register. datum. magt in het financiële over Lakemond te maintineren. 7 Julii. Hoe de Publicatien van Billetten enz. in het financiële behooren te gefchieden in Lakemond. . •. 7 Julii» Leengoederen, Servile Goederen. Eigenhoorige, Hofhoorige, volfchuldige Lieden en fervile goederen in de Quartieren Zutphen en Veluwe bekend. ... 7 JuIiIMar s ch. Verfchil tusfehen Gelderland en Utrecht over het privativum dominium of het condominium territoriale over het diftrict van de Marfch. . 31 Januarü. Wordt gezegd te zijn gelegen in het Kerfpel van Rhenen. . . . 31 januarü. Door den (1) loop van den Rhijn CO De Provincie van Ge'de.Jand heeft van Qiids toegekomen het recht van jurisdictie over de geheele Rivier den Rhijn aan bei.  Register. datum. Rhijn bezuiden de Marsch fchijnt die diilricc aan de Vrijhed van Rhenen vastgehecht te zijn geweest. . 31 Januarü. Onderhandelingen om de differencen met Utrecht over de Marsch te termineren., .31 Januarü. . Militie. . De betaalde en gequiteerde Adfignatien voor de Nationa- beiden z;jden, zoo verre als dezelve loopt aan de eene zijde langs Gelderland ; 'zoo dat de Provincie van Utrecht geen recht van hooghe'd of jurisdictie over den Rhijn of Lek heeft gehad , zelvs niet tot de halve diepte. Hertog Carel van Egmond fchreef daarom in den jaare 1535 aan de Koninginne Maria Regente „ dat-van ouds de Rhijn „ tot beneden Wijck te Beufmchem aan beiden , zijden de hoogheid van Gelderland heeft toegekomen; en dat over „ 100 jaaren en langer geen Bisfchop zich de hoogheid des „ ftrooms hadt onderwonden; maar des Furften van Gelre ,, Amptluiden daar meede" hadde laten geworden; verzoekende „ daarom afftand van de tuFbatie-door den Schout van Rhe„ nen gedaan, gedenkende deszelvs hoogheid en jurisdictie, „ gelijk andere Furften, te verdedigen.' Ook heeft hét Hof van Utrecht bij brieven van den 11 Maart 1547 geagnosceerd, dat het Veer te Rhenen de jurisdictie van Gelderland onderworpen is. Dit recht van hoogheid en jurisdictie heeft Gelderland ook toegekomen óver den IJsfcl aan beide dc zijden des ftrooms, volgens Condfchappen' van den jaare .154.8, uit kracht van het  Register. datum. nale Armee te zenden aan de Commisfie van Financie uit , de Nationale Vergadering,, of aan het Comptoir Generaal , ten einde het Bureau van betaaling rekening kan doen van de directie en adminiftratie bij het zelve gehouden. . . . 15 MaartHet geeven van het Wagtwoord, het welke aan zijde van Gelderland in den jaare 1555 bevaren is een Sandplaat tusfehen Deventer en Zwol aan de Overijsfelfche zijdê. Tegen den Furst van Cleef heelt Gelderland dk recht ook van ouds gebruikt, biijkelijk uit Condfchappen wegens bevaaringen in de jaaren 1469, i6i\ en 1612 in de Rivieren "Waal en Rhijn tusfehen de Over-Betuwe en den Lande van Cleve gedaan. De Maasftroom is ook altijd gehouden te zijn van Gelderfche' jurisdictie te Ea-enbu;g, Maas-Bommel, Oijen enz. biijkelijk uit de fententie bij het Hof Provinciaal van Gelderland den 6 Julii 1670 geweezen tusfehen den Heer van Ammeroden en den Momboir der Landfchap als ■ Impetranien , en den Craaf' en Drost van Boekhoven als Gedaa^dens, en uit de Refolujie van Hun H 28 Dec- N IJ M E G E N , Nijmegen, als Hoofddad, verfchreef van ouds de Quartiers Vergaderingen van Ridder-  I ; Register. datum. derfchap en Steden, dirigeerde dezelve en praefideerde. 31 Januarü. Eene uitfchrijvinge der Quartiers Vergadering, door de Gedeputeerden gedaan, verklaard te zijn informeel, en aanloopende tegens het recht de Stad Nijmegen, 'als Hoofdftad , alleen competeren de. . . . 3t Januarü. De verfchrijvinge der Quartiers Vergaderingen gedemandeerd aan de Gedeputeerden ter Financie. . . 31 Januarü. De Jurisdictie in caujinnatrimonialibus heefc van ouds gecompeteerd aan de Scad Nijmegen. . . 24 Aug. Ontfangers. Ontfanger van den impost op de gebrande Wijnen en gedistilleerde Wateren over het Nijmeegfch Comptoir gedimitteerd. . . ? Decemb. Lil 3 Over-  Register. datum, O ver- Betuwe. Over-Betuwe is 'van oude tijden , en lang voor den jaare 1327, wanneer de Dijkbrieven gegeeven zijn, bedijkt geweest. . . 14 Maart. Huihuizen oudtijds gequotifeerd onder Over-Betuwe. 19 Mai. De Betuwe is zedert de bevolking in hoeven en akkers afgedeeld geweest. . 26 Mai. In den jaare 1 244 fchijnen de landhoeven in Over- en Neder Betuwen bij meeting te zijn opgenomen; ook het roedengetal der Dijken. . 26 Mai, Pagters. Geaccordeerd het zenden van Militairen op executie tot betaaling van verfchuldigde imposten , en prolongatie van den termijn tot betaaling. . • . 21 Maart. De Gedeputeerden geauctorifeerd met de Monopolisten  Register. datum. ten en Administrateurs des Nijmeegfchen en Thielfchen Comptoirs de Rekeningen te fluiten, en de gelden te incasferen. . . • 23 Mai; 29 Dec. Pannerden. In den jaare 1356 tot een bruidfchat aan Willem, Heer van den Berg, gegeeven. 21 April. Passage-geld. De Gedeputeerden geauctorifeerd de Ordonnantie op het Pasfage - geld te revideren , met omisfie der vrijdommen. . . .10 Maart. Ordonnantie op het Pasfage-geld. . . / 24 Mai. ' Patenten." Het geeven der Patenten wederom gebragt op den voorigen voet. . . 15 Decemb. Petitie. In de Petitie ter fom me van ■ 4 Millioenen van 21 Octob. L 11 4 1794  Register. datum, 1794 is geconfenteerd, mits de Raad van State de Quota van dit Gewest voorfchiete door eene te doene Negotiatie. , . 16 Maart. Nadere betaaling op Petitiën 23 Mai. Provinciaal Collegie. G. van Tricht en G. van Riemsdijk benoemd tot Leden in het Provinciaal Collegie. ... 15 Mai. Rapport van eene gehoudene Liquidatie tusfehen het Provinciaal Collegie en Gedeputeerden ter Financie. 11 Octob, Quartier. De Quartiers Vergaderingen , te vooren door Nijmegen , als Hoofdftad , uitgefchreven , zullen in het vervolg door de Gedeputeerden ter Financie worden geconvoceerd. . . . 31 Januarü, De 24 April.  Register. datum. De poincten van verfchrijving moeten in de Brieven of Patent worden vermeld. . 31 januarü. De Quartierlijke bijeenkomften zijn begonnen ten tijde van Hertog Reinald den IV. . . . • ' 31 Januarü, De Quartieren zijn in het ftuk der Financien gcfepareerd, en maaken uit den Souverain, voor zoo veel het poinct van Financie aangaat; immers zoo lang de gemeenfehap der Financiële middelen tusfehen de Quartieren niec wederom is ingevoerd. 19 April, 9 Mai. Die Collectens hebben van de confumtive'middelen, zijn comptabel, cn ter Quartiers Vergaderingen inadmisfibel. 11 Mai. Schouten behooren onder de zoodanigen , die onbevoegd zijn ter Quartiers Vergaderingen te verfchijnen. 27 Mai.' Commisfien tot het bijwoonen der Landelijke en QuarLll 5 tier-  Register. datum. tierlijke Vergaderingen moeten zijn gegeeven door het ftemgerechtigd Volk, of Collegie door het zelve daar toe gequalifkeerd. . . 3 Julii. Opgaaf van de inkomften en lasten des Quartiers. . 9 Novemb. Het Quartier ontbonden, en geconverteerd in een intermediair Beftuur, ondergefchikt en verandwoordelijk aan de Conftituerende Vergadering , repraefenterende het geheele Bataavfche Volk. 29 Januarü 1798. Reglement van ordre voor het zelve beraamd. . 31 Januarü 1798. Quota. Berekening der Quota van de drie Quartieren in de Petitie van 60 Millioenen. . 9 Maart, enbijvoegzel. in de Petitie van 40 Millioenen. . . 20 Mai. Subdivifle der Provinciale Quota. . . . 17 Aug., 27 Octob. Articulen uit de Conyentien van 1700 en 1720 daartoe relatiev. ... 27 Octob.  Register. datum. Redemtie-Gelden. Bij den verkoop van Geeftelijke Goederen moeten de redemtie-penningen , voor -zoo verre dezelve verfchenen zijn, worden voldaan. 30 Novemb. 15 Decemb. Remissie n. Remisfie verleend aan Lede en Oudenwaerd voor § op de confumptive Middelen over den jaare 1794. . . x Febr. Aan Over- en Neder-Asfelt remisfie verleend van den impost op de Schaapen over 1794. ... 1 Febr. Geene remisfienin het vervolg te verleenen van pagten verfchuldigd over 1794. . 2 Febr. Gedeeltelijke remisfie verleend van verfchulde impost op den Tabak.i . . 22 Mai. Remisfie op de confumtive Middelen verleend aan de Inwooners van St. Andries. "5 Julii. Re-  Register. datum. Requisitien. Tot eene gedeeltelijke fchaade-vergoeding voor adfignaten , requifitien , fpanen hand-dienden en fchaadens zullen worden uitgegeeven Provinciale Recepisfen ter fomme van zes Millioenen ai Maart. Hier van zullen drie Millioenen, zonder confequentie, worden gelaten aan het Quartier van Nijmegen. . 21 Maart. Auctorifatie op de Gedeputeerden ter Financie om de tot het Maximum naderhand verhoogde Prijzen na redelijkheid te verminderen. 27 Januarü 1798. De Gedeputeerden geauctorifeerd de Recepisfen van fchaadevergoeding ten fpoedigften te extraderen. . 29 Januarü 1798. Richters. Richters van gewezene Heerlijkheden zijn door de ver-  Register. ' datum. vernietiging van dezelve geworden 's Landfchaps Officieren , en moeten aan het Provinciaal Collegie en Hof van Juftitie den Eed afleggen. 15 Mai. Criminele kosten in de gewezene Heerlijkheden worden voldaan uit de Dominiale cas , en de boeten aan den Lande berekend. . . 15 Mai. Concept inftructie voor de Richters in het Quartier van Nijmegen. . . .27 Mai. Inhaefie der Refolutie, dat geene Richters admisfibel zijn ter Quartiers Vergadering. . . . 17 Aug. Rijk van Nijmegen. De Gerichten des Rijks van Nijmegen gehouden op 's Furftendoms Burgt. . 1 Decemb. Secretaris. De Steden en Ampten zullen* profiteren, 't geen dezel-  Register. datum. zelve aan den Secretaris van het Quarcier plagt3 Mai. Pastorie- en Custerie-goederen mogen tot voldoening der extraordinaire dubbelde Verponding verbonden en bezwaard worden. . . 26 Mai. De meetinge der buitenlanden in Thielre- en Bommelre-waerden moet voor het winter-faifoen zijn voltooid. 20 April. De Verponding der buiten landen in Thielre- en Bommelre-waerden te betaalen met i°. Januarü 1797 naar het nieuwe Quohier op den voet, als de Verponding over het Bommelfche Comptoir tot noch toe is ingewilligd 21 APril- Propofitie tot aanzuivering der Verponding in Thielreen Bommelre-waerden. . 7 Decemb. De Verponding is ingevoerd in den jaare 1650, en als-  Register. datum. alstoen de Quotes van de Quartieren in de Verponding, provifioneel, en zonder praejudicie, vastgefteld. 9 Nov. Tot hecaanftellen van ColJecteurs der Verponding ten platten Lande zijn alleenlijk Jlemgerechtigde Geërfdens gequalificeerd. . . 3 Julii, Verkooping van Thienden bij executie tot bekooming der dubbelde Verponding. 30 Decemb. Misfive dienaangaande aan den Grave tot Bentheim. 30 Decemb. Die van Soelen verzoeken 150-: uit den overfchot der Verponding aan den Predikant aldaar te mogen betaalen, als van ouds. . . 22 Aug. voorschrifteliike Brieven. Verleend aan den Pagter van het Veer over de Waal te Bommel. . . 20 April. Aan den Pagter van het Veer te Thiel. . . 15 Septemb.  Register. datum. UlTHEEMSCHEN. Geposfesfioneerde Uitheemfche , fchoon van alle perfonele lasten vrij zijnde, behooren evenswei uit hoofde der jouisfance van gelijke protectie in opzichte deezer hunne bezittingen, billijkmaatig te contribueren tot defenfie van het Land. . 30 Decemb. Hier door wordt geene de minfte atteinte aan de Concordaten gegeeven. . 3° Decemb. Zegel. Tegens Amptenaaren, welke nalatig zijn hunne Actens van aanftelling met een behoorlijk Zegel te doen voorZien, door den Fiscaal der Financien te doen procederen 21 April. Onbezegelde Obligatien tot laste van Kerfpelen, voor het emaneren der laatfte Ordonnantie fchuldig beleden, zul-  R E G. I S T E R, datum. zullen mogen worden gemunieerd mee competente Zegels 22 Mai. De gequalificeerdens tot het verkoopen van Zegels Zullen gehouden wezen meede geftempelde Kaarten te verkoopen. . 22 Maart. ' .Publicatie of oproeping te Buuren, of ook Ingezetenen aldaar tot het verkoopen van Zegels genegen mogten zijn. 20 Mai.  BYVOEGZE1L TOT DE BEREKENING DER QUOTA VAN DE DRIE QUARTIEREN IN DE PliTITIE VAN 60 MïL t.lÓËNE N, OP Datum. Bladz. Reg. 9 Maart. 6. 9- D e lasten bedragen . . . ƒ35832,500-:-: Afgetrokken de Middelen ad .' . 700,938-: : Resteert aan de Quota te verdeden ƒ3,131,562-:-: Daar in is de Quota van de Quartieren van Nijmegen . /i,47o,92o-i5"4 Zutphen . 686,007-16-: Veluwe . 974>633' 8 8 ƒ3,131,562- :- : Dus voor het Quartier van Nij- ■ : megen. wegens de Middelen ƒ206127-10-: nog na de Quota 1,470,920-15-4 -t- i ^ 7, ~, fi5677,048- 5-4 Voor het Quartier van Zutphen/ wegens de Middelen ƒ233,800- :-: nog na de Quota 686,007-16-: , . ƒ919807-16-: Voor het Quartier van Veluwe. wegens deMiddelen/*26i,oio-io : nog na de Quota 974)633- 8-8 flM5J43-l*-S ƒ35832.500" •- •'  D E. U K, F E I L E N. Datum. Bladz. Reg. ftaat Ues 2 4 Nederbocsh Nederbofch 2 Febr. 4 19 Commanderijen Commandeurije 8 Maart 1 8 de des 9 a 11 800 8000 13 4 15 der Casfe de Casfe t> 20 te willen doen te doen i? 34 Sremgerectigde Stemgerechtigde 10 16 praesteten praesteien 21 46 door daar 9 Mai 7 14 geen een 4 Julii 15 12 voegd bevoegd 6 20 den eigene de eigene 24 Aug. , 1 19 gevolgen dien gevolgen van dien 25 4 26 deliberatie, goed- deliberatie gbedgevon- gevonden den 4. Scptemb. 4 10 Quartier Quartier 18 17 13 deszelver derzelvêr 14 Octob. 1 23 ds de 4 24 aatsleden laatsteden 27 7 28 boewei hoewel 13 25 Ook in Ook is 28 Decemb. 2 22 van advijs is het Quartier van ad¬ vijs is 29 jan. 1798. 7 25 Quartierr Quartiers 19 3 administativ adiuinistrativ OVERTOLLIGE WOORDEN DOOR DRUKFEIL INGESLOPEN. *5 Oct. 4. 12 die Crediteur  Te Nijmegen, ter Drn!,kciije van A. van Goor en Zoon.