h GESCHENK J VAN DR. EELCO VERWIJS. \ 1880. \ Boekbinderij KLOOSTERMAN TEL, 23 41 62 - A'DAM  £ 2.0 OVERYSSELSCHE GEDENKSTUKKEN, ZESDE S TU K> Vervattende een Betoog van de voornaamfïe rechten en Vryheden der Stad Genemuden,. en een Betoog der Stad Grafnorst, omtrent de bezwaaren in het gebruik van haare rechten en vryheden; alles MET BYLAGEN. ' Als ook een byvoegfel van eenige merkwaardige brieven en Hukken, met aantekeningen; en eene Proeve aangaande de grensfcheiding van het Graaffchap Ameland, door .Keizer Hendrik, in het jaar 1046 aan Bernoldus , Bifchop van Utrecht gefchonken. door Mn. J. W. RACER. Te C A M P E N, vTer Drukkerye van J. A. de C HAL MOT.   at VOORBERICHT ^ T Jn het voorgaande vyfde Stuk deezerGe& A denkftukken zyn eenige Betoogen geplaatst, die de rechten en vryheden der Kleine Steden van Overysfel betreffen. Ik heb gemeend deeze ffcoffe hier te moeten vervolgen met de Betoogen van de Steden Genemuden en Grafhorst, die insgelyks de aanzienlyke rechten en vryheden der Kleine Steden in het gemeen en inzonderheid ook derzei ver recht van eigen wetten en gewoonten bevestigen. Dit uitmuntend recht , ongekreukt bewaard wordende , is alleen in ftaat om alle rechten en vryheden van de Kleine Steden te beveiligen; en is te meer voor deeze Steden noodzaaklyk, om dat aan de zeiven geene Concludeerende ftem ter Landsvergadering -wordt toegedaan. Dit rech: behoort door geene bepaaling belemmerd te worden. Elke bepaaling toch is eene vermindering van een onbepaald recht niet alleen, maar ook zou eene bepaaling van het voorzeide recht ligtelyk aanleiding kunnen geeven * 2 tot  IV VOORBERICHT. tot p-efchillen met den Souverein, die verderflyk voor de rechten cn vryheden deezer Kleine Sieden en voor dealgemeene rust bevonden worden Kunnende hier tegen niet in aanmerking komen een vermeend nadeel, 't welk ophetPolitvkc van de geheele Provincie zyn uitzigt hebben 2ou - als zullende door eene verfcheidenheid van wetten, in een en het zelfde Land, aan de oeffeniog der Juftiüe eenige moeijelykheid kunnen toe^ebragt worden. Zulk een nadeel immers is van öuds hier niet befpeurd ; noch door Winhof (i), deeze ftoffe verhandelende, daaromtrent aangemerkt geworden:en deLandsheeren, tot den laatften toe, hebben het behoud van dit recht bezweeren moeten. Ook behoort aan niemand gevergd te worden om, int zuik een inziet , iets van zyn eigen byzonder recht te verlWn; te minder een byzonder recht, waar door hv bloot gefteld zou worden om meerder nadeel "in zyne andere rechten te lyden. Indien ook Leden der Provincie ten behoeve van het Gemcencbest iets van derzeiver byzondere rechten zullen opofferen; dan behoort zulks door allen gelykelyk te gefchieden, en dan zouden de Groote Steden, zo wel als de Kiemen, zich aan de wetten van de Provincie m den haaren moeten houden. Waaren de Kleine Steden met door magt in het gebruik van dit haar recht verhinderd geweest; dan zouden zy door een Provinciaal Reglement in het gebruik van derzeiver recht van vryekeur van Burgermeesteren én Gemcentslieden; noch door een Provinciaal lactplacaat in het gebruik van haar recht> van (i) Dtel 4. vin Stadtgerichtt.  VOORBERICHT. $ jagt, noch door meer andere Refolutien van Ridderfchap en Steden in hec gebruik van andere haare rechten niet belet geworden zyn, zonder dat derzeiver toeflemming wierd gevraagd. Alle welke inzettingen , ten opzigte van de Kleine Steden, onder eerbied, volgens het recht» van geene verbindende kracht zyn. Elders is reeds aangemerkt (2), dat Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden eerst in het jaar 1644 hebben beproefd, om het naderhand inde meeste Kleine Steden, bykans in alle punten , hoewel ongehouden en vrywillig, tot een Stadrecht aangenoomen Landrecht van Overysfelvan 1630 aldaar te doen flandgrypen. De Refolutie van'de Heeren Staaten, van den 26 Maart 1644, waar door Hun Ed. Mog. voornamen om dit uittevoeren , en die tot briefwisfeling over dit ftuk aanleiding gaf (3), vertoont ons ook een verder blyk van benadeeling der rechten van de Kleine Steden , hoewel onder betuiging van niet benadeeld te zullen worden, in de woorden: fullen die Drosten, Schuiten ende Richters, elk een in zyn d(ftri£t, die apprehenjie van dootjlagers ook by Praventie moogen hebben in dezelve Kleine Stedekens, onverminderd derjelver Steden recht ende privilegiën. Is ook voorgeflaegen, dat in de Kleine Stedekens hst Landrecht fal worden gcobferveerd. Ende is daer op gerefolveert, dat de Magiflraaten van de Stedekens deor (2) II. Stuk in de Foorrede, hl. VI. en bylagen N. 44 ö* 45. Zie ook dit VI. Stuk,-bi. 45. (3) AUaar N. 44 fc? 41». * 3  W VOORBERICHT, door de Ürdimris Gedeputeerden hier op fullen worden vcrfiaen, ten fine ter mester Clatringe hier op iy Ridderfchap en Steden fal worden gedisponeerd. Doch de ingekomen berichcen van de Kleine Steden verhinderden dat hier over eene Dispofirie door de Staaten wierd gemaakt. Men denke niet, dat ik te veel zou doen, wanneer ik alle de Kleine Steden van Overysfel omtrent dit recht gelyk achte; als ook omtrent derzelver recht van verfchyning ter Landsvergadering. Want wat ook meerder recht de eene Kleine Stad boven de andere mogt vermeenen te hebben; zulks betreft alieenlyk de uitvoerende magt, of het een of ander voordeel van Heerlyk recht, of iets diergelyks, waar in het weezen van de vryheid niet zo zeer beftaat. Maar ten opzigte van derzelver recht van eigen wetten en gewoonten en verfchyning ten Landdagc meen ik genoeg getoond te hebben (4)* dat geen onderfebeid altoos tusfehen d£7/5lven bevonden wordt. Ik hebbe dit VI Stuk vergroot met een byvoegfel van brieven en Hukken van verfcheiden inhoud, geplaatst naar order van derzelver tyd, om daar mede eenigen dienst aan de gebeurtenis van Overysfel, als anders, te doen. Bv deeze Hukken heb ik eenige aanmerkingen van oudheid enz. gevoegd ; en inzonderheid getracht, om het hoofdzaakiyke der gebeurtenis omtrent de Gerichten en oaTening van Juftitie in deeze Provincie voorteftellen (5). Ik fluite dit werkjen met eene Proeve aangaande de (4) Zie in dit VI. Stuk, W. 209. (5) Aldair, bl. 353 efc-  VOORBERICHT. VU de grensfcheiding van een zeker Graaffchap iri Ameland, waar in de Stad Deventer is gelegen, door Keizer Hendrik in het jaar 1046 aan Bernoldos Bifchop van Utrecht gefchonken; waaromtrent ik my, gelyk altyd, aan betere begrippen onderwerpè. OVER-   OVERYSSEUCHE GEDENKSTUKKEN, ZESDE STUK, BETOOG VAN DE VOORNAAMSTE RECHTEN EN VRYHEDEN DER STAD GENEMUDEN, §. I, *t ^ ^enemuden, gelegen aan den mond van de % vj | rivier het Zwarte Water, was pudtyds, zo wel als aqdere tegenwoordige Steden van Overysfel, een Vlek of Dorp, Degisfing, door. foramigen gemaakt, als of de waarzeggende Velleda der Brukters, die ten tyde van Keizer Vespapi aan heeft geleefd (ï), hier ter plaatfehaarenzetel gehad zou hebben, eo dat deeze plaats4 dje ook; (i) Tacitus de mr. Cm- Wh ??! VI, Stok, A  2 Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, ook in ftukken van laater tyd fomtyds Gelmuden wordt genaamd, daar van haaren naam ontleenen zou • is al te wilkeurig om eenig geloof daar aan te eeeven. Beter zou gelyken, dat, zo als anderen meenen, Genemuden zou betekenen gmdfche monden , in onderfcheiding van deinsgelyksaari de Zuiderzee uitloopende monden van Ysfel of Yslelmuden ter linker zyde van de rivier het Zwarte Water gelegen. Doch als men aanmerkt, dat meer plaatfen bevonden worden, waar in het woord gene , eenne, olginne,m famenftelling ofafzonderlyk fchynt voortekomen, dan is te vermoeden, dat dit woord eene zekere foort van plaatslykegefteldheid dts gronds te kennen geeft (2): gelyk veeleplaatien aan diergelyke woorden hunne benaamingen verschuldigd zyn. Wat betreft den naam Gelmuden of Geeitnuden in plaats van Genemuden, is bekend, dat Overysfelfche landtaalen zich dikwyls van onderfcheiden buigingen en famenfmeltingen van woorden bedienen. Dus is Genemuden het zelfde met Genelmuden, of Genlemuden, gelyk Herkeberg het zelfde is met Herkelberg ; en voords Gelmuden of Geelmuden waarfchynlvk kortheids halven gezegd in plaats van Genelmuden of Genlemuden. Een ander voorbeeld van diergelyke verfmelting wordt ook in de buurt van Genemuden bevonden, naamlyk in het gehucht Zelmuden of Zelemuden, oudtvds genaamd Zedemuden. Want, Zedemuden komt op het zelfde uit met Zedelmuden of Zedler mu- (2) Waarfchynlyk is gene enz. gefprooten van gaan en bedoelt eene gefchikte plaats om te gaan of wandelen, of alwaar veel gang is. Het woord geneisindelundtaalenogbe. kent en betekent, zo ik meen, eiken gang, dien een grasmaaijer in het maaijen afdoet, en waar in het gras wordt gezegd te lisgen zo als het is nedcr;;eveld. Anders ook betekent ■gyn eetn gaapen; enginne, daar van afkomftig, wyJ, ruim. Ten KfiTE, aanleid. Deel. 2. proeve. 2. W.637- Ditzouniet kwalyk ftrooken met het bygevoegde muien; zo dat Geneuuden te kennen geeven zou wyde of gaspentle monden,  van de Rechten en Vryheden der Stad, Genemuden,* 3 mudcn, waarvan het verkorte Zelmuden of Zelernuden lchynt overgebleeven, Doch de onzekerheid des naams daar laatende, zullen wyonsalleenlyk met de ongetwyfelde rechten, deezer Stad bezig houden, §. ITf Genemuden wierd door Jan vaüj Nassau, Bifchop van Utrecht, in het jaar 1275, met eene Stads vryheid of Stadrecht'befchonken; in de zelf? de eeuwe, waar in van diergelyke Stadrechten in deeze Provincie het eerft gewag bevonden wordt; na dat Zwolle ruim veertig jaaren het zelfde recht verkreegen had. De brief, hier van dpor de Bifchop aan de Stadgegeeven, behelsthoofdzaaklyk: dat hy, by raade zyner Prelaacen cn Dienstmannen , het dorp Genemuden vry gemaakt heeft, maakende daar van eene vrye Stad, aan de zelve en aan alle derzelver Stedelingen geevende alle vryheid, welke Deventer, Zwolle en de overige Steden van Zalland van hem en zyne voorzaaten verkreegen hadden en nog bezaten. Tot getuigenis en bevestiging der waarheid, dus niet tot beveiliging der gifte zelve (als waar toe ook de Bifchoplyke bewilliging genoeg was) wierd de brief gezegeld met het zegel van den Bifchop, en met de zegels van de Steden Deventer en Zwolle, en vaneenigeOverysfeIr fche Ridderen en Dienstmannen (1). HetSpadrechr. pf Stads vryheid, aan deeze Stad verleend, beftaat, gelyk van andere Zallandfche Steden, onder ande; ren, daar in, dat het recht van maaken en onderhouden van byzondere wetten en gewoonten, di§ door den Souverein niet mogten veranderd worden, "c welk een Patrimonieel recht deezer Steden en geenszins eene Souvereinjteit is (2), door deeze Stad (1) N°. 1. ■ (ij €vecysf. Qidenkfy. F. Stuk, inde Vccrel bl. VII. A 2  4 Overysfelfche Cedenkftukken, Vide Stuk, Stad verkreegen en gebruikt wierd; waar van ook de aloude Statuten deezerStadgetuigenkunnen(3). Toe deezer Stads vryheid behoort ook het recht van bellier over de Stad en derzei ver Burgeren en ingezetenen , door Burgermeesteren, Schepenen en Raaden te oeffenen (4). De bemoeijing van den Landsheer en deszelfs Ambtlieden was van ouds van dit bellier uitgeilooten; uitgezonderd dat, wat het Richteiiyke betreft, de Schout oudtyds met de Schepenen, alsoordeelwyzers, het Gericht bekleedde; en dat het fchynt, dat de bloedban, da is, het recht van Zwaard of Straf aan het leeven of van verminking van een lid, en geldboeten in plaats van deeze flraffe, in den beginne onder de Stads vryheid in deeze Provincie niet begreepen waaren (5). Boven alle de bewyzen dat deeze Stad zulk een Stadrecht van ouds genooten heeft, is daar aan zo veel te minder te twyfelen, als het zeker is, dat de Steden Deventer en Zwolle het zelfde recht van den beginDe en in het jaar 1275» toen Genemuden een gelyk Stadrecht verkreeg, reeds hebben gehad. Niemand toch zal daar aan twyfelen, dat de Stadgerichten van Deventer en Zwolle toen het recht oefFenden, by voorbeeld, over Posfesfoire zaaken; dat het yken en wroegen van maaten en gewigten aan derzei ver Burgermees teren toe kwam, als ook het bellier over Voogdyen en wat daar toe behoort; en dat de Regeerders en Ambtlieden der Steden in hunne bediening aan geen Drosten onderworpen waaren. Echter heeft nien in laater tyd, en wel na de nieuwe oprichting deezer Republyk, zien gebeuren, dat op het gebruik van deeze en meer andere rechten van Kleine Steden inbreuk wierd gedaan; als ook dat Hun Edel Mog. Ridderfchap en Steden de wetten en Couftumen en de (3) No. 2. a.l. e. (4) Ourysf. GedcklM St.k, hl. 148. 6?C (5; QwysJ. Gedeilfi. V. Stuk, bl.16l.tfc,  vm de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. $ de byzondere rechten en vryheden der Kleine Steden aan hunne wetgeeving zochten te onderwerpen. Volgens het getuigenis der Steden Hasfelt en Steenwyk , van het jaar 1628, bedoelden de Ridderfchap ende drie Hoofdlieden als toen, om de veertien Kleine Steden deezer Provincie, hoewel van ouds, zo wel als de drie Groote Steden, Leden der Provincie zynde, van haar recht en gezag te verfteeken en fchier gelyk aan het platte Land te maaken. Deeze Steden Hasfelt en Steenwyk, de eenigften van de Kleine Steden , diehaareStadsveftingenhadden behouden, en misfchien daarom minder bevreesd dan de anderen, ondernamen om ter verdediging haarer rechten en vryheden te doen't gene de andere Kleine Steden niet durfden onderneemèo. Zy vereenigden zich , en lieten openlyk by eene Publicatie van den 10 Juny 1628 afkondigen, dat zy het toen Geëmaneerde Placaat van de Ridderfchap en de drie Hoofdlieden, omtrent de Jagt, niet begeerden aan te neemen onatekomen, voor zo veel het zelve haar nadeeüg was. Zy fchroomden niet, de volgende, redenen daar van in deeze Publicatie tegeeven: dat de Ridderfchap en Steden Deventer, Campenen Zwolle, in den Lande van Overysfel, zich de Souvereiniteit des zeiven Lands zo zeer aanmaatigden , dat zy fielden, de voorzeide Steden voor geene Steden maar voor Platte Landen te houden ; en dat zyPrincen, Heeren en Meeflers over dezelve Steden waaren; en dat de ingezetenen deezer Steden zouden moeten draagen , het gene de Ridderfchap en de drie Steden hun opleiden, en doen wat zy hun bevolen; byzonder ook dat de Ridderfchap en dedrie Steden meenden, die van Hasfelt en Steenwyk en andere . Geprivilegieerde plaatfen, welken door den oorlog geen genoegzaam blyk van derzelver Privilegiën, recht en gerichtigheid zouden kunnen doen, van het recht van Jagt en visfcherye te ontblooten; en dat Hoogstdezelven aan de voorzeide Steden in dit en andere Placaaten hoon en fmaadheid hadden gedaan, waar over de Burgermeesteren, Schepenen A 3 en  6 Overysfelfche Gedèhk (lukken \ Vide Stük j en Raaden van Hasfelt en Steenwyk Redres en veran■dering van het voorzeide Placaac aan Ridderfchap eri Steden hadden verzocht; docA|dat de Ridderfchap en de voorzeide Steden haarrfiet verwaardigd hadden te andwoordem Door zulk een fterk gedrag, 't welk wy niet bevinden door de Ridderfchap en de drie Steden wederfproken te 2yn, en 't welk by eene Publicatie van den io September Ï734 is-herhaaldj behielden de Steden Hasfelt en Steenwyk het gebruik van haare rechten 5 hoewel zy echtei' niet geheel, althans niet in het gebruik van deraelver recht van befchryving ter Landsvergadering over gewigtige punten, onbenadeeld zyn gebleeven; van welke punten elders is gehandeld (6)» Doch de twaalf overige Kleine Steden , hoewel niet minder gerechtigd dan Hasfelt en steenwyk, de gevolgen van zulk eenen tegenftand niet durvende afwachten , zyn in veeleh omtrent het gebruik van derzei ver deu^delyke rechten benadeeld geworden5 waarvan zy in deeze gunftiger tyds omftandigheden een billyk herftel verwachten. Deeze gegronde hoop, die de andere Kleine Steden heeft aangemoedigd, om zich ö'ver het gebruik van haare rechten en vryheden, haar door hooger magt verhinderd, waar tegen zy zich mefgeen middelen van het recht konden of durfden vezetten, thans by Ridderfchap en Steden te vervoegen, heeft ook de Stad Genemuden aangeipoord om haare bezwaarenkortelyk te betoogen en tevens haare merkwaardigfte gedenkftükken open te legp-em De order, die wy ons in dcezen hebben vdörgelield. is gefchikt naar den rang der jaaren van onze Gedenkftükken , waar by die, welken tot vervolg Van de zelfde ftoife behoören, te 1'amen gevoegd zullen v/orden» De bezwaaren van deeze Stad hieromtrent zullen tevens daar by worden onder het bo°- gebragti Hier na zal van meer andere veron-* gelykingen, door deeze Stad ondergaan, ge/proken worden, om daar mede dit Betoog te fluiten; §■ HL (6) 'Gverpf. Gedenkft. V.Stuk , bl. 10, 172. &t.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. i §. III. Op den brief, in welken aan deeze Stad eene Stads vryheid wierd gegeeven , volgt de nog voor handen zynde brief van Jan van Arkel, Bil'chop van Ut. recht, van hetjaar 1346, beveftigende aan Schepenen en Raad en deeze Stad alle haare vryheid en recht, zo als zy van de Bifchoppen van Utrecht hergebragt hadden (r). En hier na volgt een brief van dien zelfden Bifchop van hetjaar 1347, waar by hy aan de burgeren en gemeene gebuuren der Stad Genemuden beveiligt hunne visfchery van al het water, dat gelegen is binnen het Land van den Bifchop , van Waterftein nederwaards tot aan de Voorsc en dwars over in al het water, van den eenen Lande tot den anderen; met betuiging dat zy deeze visfeherye altoos gehad hebben, en dat dezelve hun nooit befpierd noch belet geworden is. Ook geeft hy hun indeezen briefzynen Veerftal van Genemuden met al deszelfs toebehoor; en bedingt, dat voor deeze Visfeherye en Veerftal jaarlyks aan hem zou gegeeven worden zestig pond walch (2). Verfcheiden brieven van Bifchoppen van Utrecht, waar by dit recht bevestigd wordt, zyn vandejaaren 1365. 1372. 1379. 1394, (3), Niet tegenftaande de gemelde duidelyke bepaaling deezer Visfeherye, zyn echter in vervolg van tyd gefchillen daaromtrent gereezen, waar van eenige merkwaardige aantekeningen in een oud gefchreeven boek deezer Stad bevonden worden (4); als ook eene uitfpraak van Hun Ed. Mog de Heeren Gedeputeerden van de Staaten van Overysfel, van den 18 December 1645 CO No. 3,. (2) No. 4. a. (3) No. 4. b. c. .ck, Drost van Ysfelmuiden , over den LyfftrafFely. Vide Stuk, Hèelen Gerichts die hy daar tóe zou vorderen, veroordeelen zou, cn vervolgens op begeerteen verzoek van die van Genemuden, in hunne Stads vryheid doen Executeeren (7). In dit verdrag en uitfpraak is vastgefteld, dat de gevangens buiten de Stad door den Drost bewaard zouden moogen worden, hoewel te vooren, volgens den inhoud van het gemelde Verbaal, dezelven, aan den Drost of deszelfs Schout op den derden dag overgeleverdzynde, indeStads gevangenis bewaard wierden. Ondertusfchen wordt hier niet uitgedrukt, dat de Drost of zyn Schout de gevangens zou moogen Examineeren, pynigen en vryfpreekenj, anders dan met Schepenen: gelyk door het bewys, iji het bovengemelde Verbaal aangehaald, beweezen wordt, dat zulks tenoverftaan van Schepenen gefchied zy. Het recht van aantast der gevangenen en van derzelver bewaaring tot den derden dag, alleen aan de Schepenen toebehoorende, brengt hier ook van zelfs mede, dat de gevangens inmiddels door de Schepenen wierden onderzocht, uaamlyk of derzelver betichting gegrond genoeg bevonden wierde, als ook of de misdaad van dien aart zoude zyn, dat de gevangen aan den Dros tof zyn Schout zoU moeten overgeleverd worden. Dat ook de Examinatie der overgeleverde gevangens, na den tyd van dit verdrag en uitfpraak, niet altyd op dezelfde wyze zy gefchied, zal beneden blyken ; als mede dat geen vryfpraakdoor den Drost, zonder toeltemming van de Schepenen gefchiedde. De Drost mogt nimmer, zonder voorgaande veroordeeling door oordeelwyzers , iemand ter pyne Hellen (8), dus ook niet zonder het oordeel der Schepenen; fchoon almede daarvan in het verdrag en uitfpraak niet gemeld wordt. Dit toch is even zo duidelyk als uit hier na te melden bewys blykt, | dat (7) No. 5. ƒ. eene naardere verklaaring daar van. Zie No. 5, g. (8) Ovaytf. CedwTifl.m. Stuk, U. 180. fifc.  Man dé Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. ït dat ook de veroordeeling tot ftraffe met vonnis der Schepenen gefchieden moest» Trouwens dit wordt door de woorden van het voorz. verdrag en Coh« ventie duidelyk te kennen gegeeven» Want vólgens dit verdrag moet de venvyzing, dat is, de uitfpraak van het vonnis door den Drost gefchiejen terPrefentie van twee Schepenen alsKcurnooteodes Gerichts, dat is , Pares Curies, die by gevolg over de veroordeeling of vryfpraak Delibereerden en dezelve vinden moeiten, om dat geen meer andere Pares Curies tot dit Gericht vereifcht wierden. Terwyl ondertusfehen een Gericht van Drost of Schout en Pares Curies, uit zynen alouden aart en Practyk van dien tyd, van zelfs mede brengt , dat de Pares Curies oofdeelen. Want de handelingen wierden niet ten overfiaan van deeze Pares, al; of dezelve handelingen reeds geflooten en ter beleering verzonden waaren geweest, geopend en het vonnis uitgeleezen; noch de verklaaring van den Drost aan de Schepenen , aangaande zyne bevinding, maakte het vonnis uit. In het voorzeide verdrag -en uitfpraak wordt alleenlyk gemeld van het geval, wanneer de Drost den gevangen doodspligtig zou bevinden. Hier uit zou "in den eerften opïlag kunnen fchynen, als of geene veroordeeling met Schepenen plaats zou hebben, indien de Drost.den gevangen niet doodfchuldig bevond, maar het daar voor hield, dat dezelve met geesfeling , brandmerk , verbanning enz. geftraft zou moeten worden. Doch dat de ftilzwygendheid van het voorzeide verdrag en uitfpraak zulks niet te kennen geefr, daar toe is te letten, dat deeze minder ftraffen eigenlyk niet tot den hoogen maar tot den laagen Rechtsdwang behooren, en van zelfs onder het Stadrecht begreepen zyn, gelyk reeds elders is getoond (9). Dus kon daar over geene redelyke bedenkelykheid vallen , welke zou vereifchen dat van deeze minder ftraf- (9) Overysf. Gedenkft. ït. Stuk, bl. 31 ö»c. III. Stuk, bl. 92 ÊPc. V. Stuk, bl. 18 ÊPc  li Overysfelfche Gedtnkjlukken> Vide Stuk, ftraffen in dit verdrag en uitfpraak zou warden gewag gemaakt. Ook de opgevolgde voorbeelden, en het bewys van het vooraangebaalde Verbaal, zouden anderszins het voorzeide verdrag en uitfpraak te zeer van onrechtvaardigheid of zelfs ook van ongerymdheid befchuldigen: om niet te fpreeken van een diergelyk recht van andere Kleine Steden ; noch van de onwaarfchynelyke zeldzaamheid, die men anderszins hier zou ontmoeten; nocheindelykook, dat het blykt, dat ook na den tyd van dit verdrag de gevangenen niet eens zonder bewilliging der Schepenen door den Drost hebben moogen los gelaaten worden; hoewel alsdan zekerlyk nimmer eene doodspligtigheid door den Drost wierd bevonden. De betrachting van efenige nog voorhanden Hukken aangaande fommige gevallen, die na den tyd van het verdrag en uitfpraak van 1583 zyn gebeurd , kunnen ons hier ook voorlichten: als voor eersteen uitgevoerd vonnis van den jaare 1602 (10); alwaar de Drost Hendrik Bentink, twee misdaaders te Zwolle in gevangenis hebbende gehad, dezelven in tegenwoordigheid van Stokmeefters dier Stad heeft onderzocht, en op raadpleeging met Rechtsgeleerden en de ouditen van den Raad der Stad Zwolle bevonden, dat dezelven doodspligtig waaren. Terwyl aldaar vervolgens is aangetekend, dat, toen de misdaaders gericht zouden worden, de Drost en Schout op het Stadhuis te Genemuden gekomen zyn,' en na voorgaande raadpleeging met de Schepenen bevonden hebben, dat deeze misdaaders ter dood gebragt behoorden te worden , en dat derzelver hoofden op ilaaken en de lighaamen op raden gefteld behoorden te worden; als ook dat de Drost den Beul liet boven komen en hem in het heimelyke vrieg, hoe men zodane misdaaders behoort te ftrafFen; waar op de Beui in den Raad andwoordde " dat ik het lighaam aan twee „ ftukken zal houwen, 't hoofd op eea itaak, 't » Hg- (ioj N°. 5- ».  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden, 13 lighaam op een rad "; en dat men daar na te fa. men afgegaan zynde, de Drost met twee Schepenen voor het Stadhuis ging zitten, alwaar de Beul met de beide gevangens kwam, en de Drost, in tegenwoordigheid van twee Schepenen, den Secretaris aaneifchte om de belydenis der gevangens overluid te leezen, en daar na overluid den Beul een oordeel vrieg , hoe zodane misdaaders behooren geftraft te worden; en dat de Beul daar op antwoordde " ik zal hem neemen en houwen het lig— „ haam aan twee (lukken, 't hoofd op een llaak, 't lighaam op een rad "; en dat dus de Beul de eene voor en de andere nafheeft voorgebragt. Van eene diergelyke plegtigheid omtrent het oordeel des Scherprichters wordt ook ten opzigte van de Stad Campen gewaagd in de Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 21 Nov. 1569 (u), met deeze woorden: Ten dage als die Executie gefchiet t wort voor den delinquant in fyn aanhoren een misfe gelefen, ende wort dejelve delinquant voor een open venster des Raathuyfes, daar alsdan de Scholtes van wegens Con. Maj'. tusfchen den beiden Stokmeeflers ende daar neffens Éurgerm. Schepenen ende Raad toe Gerichte fitten, alwaar den delinquant fyne confesfie 0» pentlyk in aanhoren des gemeenen volkes durch eenen Stads Dienaer voorgelefen wort, daar op dan de Scholtes het oordeel aan den Scherprichter bejladet, welke Scherprichter liet oordeel en woe den gevangenen te firaffen fy, alsdan pronuncierrt in aljulke geflalt als 't fclve bevorens by den Scholtes Burgem, schepenen ende Raad beraamd is gewoi den Na dat het oordeel gegaan is, wort die gevangen terjlont ter plaat/en van dc juflU tie gekit ofte gevoert ende aldaar, na inholden der Sen, tentie, geëxecuteerd in 't bywefen des Scholtes ende der beyder Stokmeeflers. Een ander ftuk van den 16 en 18 July IG09 ("12) ftrekt (n) Gevoegd by de Deduftie der Hofdjleden van Overysfel van hetjaar jogo ondsr I, (12) No. 5. i.  14 Overysfelfche Gedenkjlukken, 'Vide Sttik^ ftrekt niet alleen tot een blyk, hoe wükeurjg da Drost toen zich aanmaatigde, 't gene de wet van den Lande anders gebood; maar ook dat de loslaating des gevangen niepzonder bewilliging der Schepenen gei'ciiiedde. Want aldaar meldt de Drost in zynen brief aan den Schout, dat, wanneer de ge? vangen niet bekennen wilde, hy Schout hem alsdan niet ter Torture ftellen zou. Daar nogthans de Drost een oordeel moetlaaten vellen of een gevan^ gen gepynigd moet worden dan niet, gelyk boveq reeds is aangemerkt, Voords wordt aldaar de oorfede gemeld, die door doezen losgelaaten gevangen ten overftaan van den Schout, by afweezigheid des Drosten, en ten overftaan van de Schepenen wierd gedaan; alwaar de losgelaaten gevan? gen niet alleen den Drost en Schout, maar ook de Schepenen der Stad Genemuden voor de genadige loslaating bedankt. Meer andere blyken, dat de Drost zonder be. williging der Schepenen zich van de gevangenen niet kon ontdoen, geeven ons twee brieven van den WEHAen. Magiftraat der Stad Campen, van den 7 en 8 Maart 1620, eri eene verklaaring van den Drost, van den 10 Maart daar aan volgende (13), Uit dit alles blykt genoegzaam, hoe de pynlyke Jurisdictie in deeze Stad döor den Drost nevens de Schepenen, volgens het gemelde verdrag en uitfpraak van het jaar 1585, behoort geoeffend te worden ; hoe zeer ook fomtyds zulks door Drosten niet mooge zyn opgevolgd : gelyk dit, onder anderen is gebeurd ineen vonnis van het jaar 1732 (14), alwaar kwaalyk gezegd wordt, dat de Magiftraat van Genemuden de Informatien van de gevangens naamens de Hoogheid des Drostambts van Ysfelmuden zou genomen hebben; en alwaar het vonnis, welk de Drost door Rechtsgeleerden had doen opmaaken, alleenlyk maar jn tegenwoor- dig- (13) No. 5. k. h m. in) Np, 5» n.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden*. 13 digheid der Burgermeefteren van Genemuden is uit-, gefproken, Terwyl ondertusfchen de kosten der Juftitie door den Drost en door de Stad elk half gedraagen zyn (15), tot een duidelyk bewys, dat ook elk de helfcder Crimineele Juftitie aldaar hééft. Het voorzeide verdrag en uitfpraak (om 'er dit, wegens den famenhang> van het gene in het zelfde ftuk gehandeld wordt / bytevoegen) fpreekt ook van de vryheid deezer Stad van billetteering van krygsvolk, van Rustique lasten (16), en van andere buiten gewoone Contributien, anders dan by Refolutie van Ridderfchap en Steden uitgezet. Tot meer overvloedig bewys deezer vryheid behooren nog meer andere ftukken, die op zich zelfs ook merkwaardig zyn (17), §. V. Een ander voorrecht gaf Florens van Wevelichoven Bifchop van Utrecht aan deeze Stad in 1382, naamlyk van drie vrye jaarmarkten, he? eerfte alle jaaren te houden op Palmdag, het andere op Vrouwen dag nativüatis, en het derde opfant Willebrords dag; dezelve jaarmarkten acht dagen voor en acht dagen na vryende, dat is, vry geleide en zulke vryheid daar aan geevende, als volgens het recht aan vrye markten toekomt (*>, %. VI. Vervolgens gaf Fredrik van Elankenheim, Bi? fchop (15) No, 5. (16) Zit hier van Overysf, Gedenkt. iyf Stuh, hl. 54. (J7) No. 6. a, è. (0 Na. 7.  16 Overysjelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, fehop van Utrecht, in hetjaar 1423» aan de burgeren en inwooneren deezer Stad het recht, om met hunne osfen en goederen alle de ftraateu in den Lande van den bifchop te mpogen gebruiken, daar in wandelen en keeren, gelyk anderen zyner SteT den burgeren, als Deventer, Campen en Zwolle, alle dezelve Itraaten met hunne osfen en goederen sebniik n en te gebruiken pleegen (1), Door deezen brief is aan de burgeren en inwooneren deezer Stad het zelfde onbepaalde en dus aan geen tol onderheevige gebruik der wegen, in de Landen van den Bifchop, toegeltaan, als san die van Deventer, Campen en Zwolle, De Frankifche Koningen of Keizeren hadden op verfcheiden plaatfen zekere tollen, die alhier vervolgens aan het Sticht Utrecht zyn gefchonken (2): en Jan van Diest, Bifchop van Utrecht, fchonkin het jaar 1328 aan de Burgeren van Deventer, Campen, Zwolle en Hasfelt piet hunne goederen eene vryheid van deeze Koninglyke tollen alleenlyk door het Land van Twen, te en door alle Veerftallen aldaar (3). Doch dat naderhand de Steden Deventer, Campen en Zwolle hieromtrent een algemeen recht door alle des Bifchops Landen verkreegen hebben eerder dan de Stad Hasfelt, zulks is daar uit op te maaken: dat de Stad Hasfelt juist ook op dien zelfden dag een gelyk luidenden brief van voorrecht, als de Stad Genemuden, van den zelfden Bifchop Fredrik verkreegen heeft (4). (1) No. 8. (2) Zie onder anderen den brief van Koning Zwentibold , van hetjaar 890. by Heda, pag. 63. (3) Brief by Dumbar , Analeiï. tom, 2. pag. 251. en Kerkh *n Wereldl. Dev. bl- 494 &c> (4) By Dumbar dnaleS. tem, 2. pag, 423 fcfo S, vu,  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 17 §. VII. Door den zelfden Bifchop Fredrik wierd ook in het gemelde jaar 1423 aan deeze Stadgegeevct een pachtbrief, waar byhyde Grute(i)en den Accys, met al wat daar toe behoort, aan deeze Stad voor altoos uitdeed, jaarlyks voor acht oude Frankifche Schilden (2). Dit, nevens meer andere voorrechten, die wy hier vooren reeds gezien hebben, is door Rüdolf van Diepholt, Bifchop van Utrecht beveiligd in eenen brief van het jaar 1433 (3). Doch ten tyde van David van Burgündien,Bifchop van Utrecht, wierd hieromtrent, als ook aangaande den Veerllal, iets anders bedongen by eenen brief van het jaar 1460 (4). Aldaar is vastgefteld, dat de Veerllal, wyuaccys en bieraccys te Genemuden aan deeze Stad ecu wig en erflyk zouden zyn verpacht, jaarlyks voortachtentich pond, van zulke waarde, als waar mede des Bifchops renten inZalland wierden betaald, dat is, drie pond vooreenen ouden Schild (5): voorbehoudens dat de Veerlieden in der tyd den tydelyken Bifchop, den Schout en den Rentmeefter des Lands van Vollenhove en derzelver huisgezinnen en dienaaren altyd,zonder eenig geld of Veerfchat, over en weder over zouden vaaren; als ook voorbehoudens aan den Bifchop zyne vyf pond, jaarlyks door die van Genemuden aan des Bifchops Rentmeefter van Zalland pleegende betaald te worden: met wyder beding, dat hier mede (1) Zie Overysf. Gtdenkjl. V. Stuk, bl. 301 fjfr. (2) No. g. . (3) No. 10. (4) No. 11. a. ,(5) Overysf. GedtrM. IV. Stitk, bl. 3*7, VI. Stuk. B  i8 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, mede te niete zouden zyn de acht oude Frankïfche Schilden en dezeflig pond wafch, welken die van Genemuden den Bifchop jaarlyks plagten te geeven voor den Veerllal en Accys voorfchreeven, en dat de tydelyke Bifchop jaarlyks aan den Veerman te Genemuden, indien hy zulks aan hem en zynedienaaren verdient, geeven wil twee mudden rogge. Ook bevestigt hun de Bifchop in deezen brief alle derzelver vryheid en voorrechten byzonder ook het water , zo als het bepaald is van Waterfteinnederwaards tot aan de Voorst en dwars over in al het water van den eenen Lande tot den anderen, alzo wyd als zy dat van ouds hebben gehad en bezeten naar uitwyzing der brieven zyner voorzaaten, die zy daar van hebben. Bifchop David gaf in het voorzeide jaar 1460, op den zelfden dag, ook nog eenen tweeden bfief aan deeze Stad (6), die van den eerlTgenoemden hier in verfchilt: dat naamlyk in denzelvenniet gemeld wordt van eene Visfeherye in haare bepaaliug van Waterflein nederwaards en/.: en dat door deezen brief aan Schepenen en Raad en de ganfche gemeente deezer Stad beveiligd is het recht om het Zwarte Water, zonder melding van eenige bepaaling van plaats, te moogen bevisfehen naar oude gewoonte: als ook dat de inhoud van deezen brief mede door de Prelaaten, Dekenen en Capittelen der vyf Godshuizen , als den Dom , oudMunfler, Sant Peter , Sant Johan en Sant Marten te Utrecht, is bewilligd. Uit deezen brief blykt, dat de voor deezen gemaakte Helling der Stad Zwolle, als of het Zwarte Water haar byzonder water zou zyn, niet gegrond geweest zy (7). Hier by kunnen gevoegd worden twee brieven van beveiliging, de een van Fredrik Markgraaf van Baden, Bifchop van Utrecht, van het jaar 1420" (6) No. M. b. (7) Mr. van Hattcm, Gefchied. der SiadZwolle, Deel 3. bl. 274- 6fa  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. ip 1496" (8), en de andere van Philips van Burgunuien, Bifchop van Utrecht, van hetjaar ij 17 (9), §. VIII. In het volgende jaar 1461 wierd door Dirk van den Water, Dykgraaf in Zalland , en deszelfs Heemraaden, by eenen brief verklaard, dat hem en zyne Heemraaden was aangebragt, dat de Stad Genemuden en haare burgers en inwooners, wegens derzelver huizen, mede zouden fchuldig zyn waden te helpen beflaan en opilagcn op te dykeu aan den Ysfeldyk in Zalland; zo dat de Dykgraaf en Heemraaden dezelven daar op hadden ontbooden om daar toe te helpen , en daar van hun hoefflag, dat is, gedeelte in het maaken van den dyk, naar evenredigheid van hoeven of landen, te ontvangen; en dat daar op die van Genemuden den Dykgraaf en Heemraaden hadden aangebragt waaragtige fchynen en befcheiden , en hunne Privilegiën getoond, zodanig dat de Dykgraaf en Heemraaden hun zulks verdroegen of toeftonden. De Heemraaden, die hier by aan en over waaren, worden aldaar opgenoemd Evert van Graes van wegen de Stad Deventer, Hermen Staal van wegen de Stad Zwolle, Heer Hendrik van Essen Ridder, van wegen het Kerfpel Wye, Godert vanHaabst van wegen het Kerfpel Zwolle, en Otto van Dqor, kik van wegen het Karfpel 01st(jJ, Ter bevatting van dit voorrecht is te letten, dat in het Dykrecht van Zalland, van 1308, aangaande de fchej. ding van de landen der genen, die den Ysftddyken , Zillf (8) No, Iï. c, (9) No. 11. d, (ï) No. 12, a, B %  Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, zullen vandeHonepe nederwaards tot aan de zee, is vastgefteld , dat alle de ghene, die gheleghenfyn tusfehen der Honepe ende Winfemer zyle, ende daer toe horen, dycken fullen oplagen en de -waden ende allen neet die vallen mach tusfehen den voerfegheden terminen in den dyck, in allen manieren dat hier voerfcreven is. Ende die van Wyndefem ende anders, die daer beneden gheleghen fyn, ende daer toe behoeren, fullen dycken nederwaert waden ende oplaghen ende' allen noet tot der zee toe. Mer hier af hebben wi wtghenomen die van Wylfem, ende die van Oefterholte, ende die vanAsfchet, ende die van Waterlleyne, ende dievan der Veenryt, ende die van Zedemuden, ende die van Cranenixeerden, ende die van Boerle, ende die bi den water, ende die van Hasjeler Kirfpel, dat ft ghene oplaghen dycken en fullen, mer die waden fullen fi helpen beflaen tusfehen Wynfemer zyle ende der zee, ende hoeren dyck dycken, den fi plaghen te dycken als hier voerfcrevcn is (2). Eier uit blykt, dat dit voorrecht, aan de Stad Genemuden en haare burgeren en inwooneren gegeeven , om wegens derzelver huizen ongehouden te zyn tot het beflaan van waden, en opflagen op te dyken, aan den Ysfeldykin Zalland, niets met het Dykrecht van Zalland gemeen heeft, maar een afzonderlyk voorrecht van deeze hooger gelegen Stad is, weike reeds een vlek en zelfs eene Stad geweest is, lang voor dat het weleer aan den vloed der zeeovergelaaten Mastebroek in het jaar 1349 cn vervolgens is bedykt geworden (3). In het jaar 1718 wierd deeze Stad door den Drost aangelchreeven, om haare burgeren en ingezetenen te zenden tot het helpen beflaan van eene wade in den Ysfeldyk. Doch na dat het gemelde voorrecht deezer ütad was getoond, en door dezelve, hoewel onverpligt, voor dat maal, en zon- (2) Dumbar , AnaleS. torn. 2. pag. 246. Vergelyk ook alle de menigvuldige oude affchriften. (3) Dumbar, Analect. torn. 2. pag. 274. 295,  van dé Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 2l zonder gevolg, en zonder dat daar door eenig nadeel aan rechten en Privilegiën van derzelver burgeren en ingezetenen, om tot het mede arbeiden aan de wade in de Zallandlche Schouwe niet verpligt te zyn, zou worden toegebragt, wegens den grooten nood was aangenomen om mede daar toe te helpen; wierd door Ridderfchap en Steden in dit Protest bewilligd (4). In het jaar 1763 heeft deeze Stadwederom nieuwe moeyelykheid over dit haar deugdelyk en van ouds bezeren voorrecht ondergaan; wanneer echter dezelve, na vertooning van haar gemelde voorrecht door Ridderfchap en Steden wterd verklaard, niet verpligt te zyn om mede te draagen de kosten tot herftelling van eene wade, die toen in den Ysfeldyk was geloopen. Deeze Stad heeft zich als toen wederom, zo wel als in hetjaar it;i8, bediend van den gemelden voorrechts brief van 1461, volgens welke door Ridderfchap en Steden, gelyk in 1718, deeze vryheid aan haar wierd toegekend (5). Zy beriep zich geenzins op het Dykrecht van Zalland, als 't welk van deeze Stad niet fpreekt. Ongeacht echter dit alles wierd in het vervolg dit voorrecht wederom aan deeze Stad betwist: en by eene Refolutie van Ridderfchap en Steden, van het jaar 1776 (6), wierd begreepen, dat de Stad Genemuden, ten minden zo verre dezelve in den kring van Mastebroek zou gelegen zyn, met het helpen beflaan van waden, zo in deZallandfche fchouwe beneden het Winfemer hek, als inde Mastebroeker fchouwe voorvallende, behoorde tebly. ven belast tot-zo lang dezelve voldoende zou hebben aangetoond, daar toe ongehouden te zyn :doch dat dezelve van de geheele herftelling der waden, en het draagen van de kosten, daar toe vereifcht, al- (4) No. 12, b. (5) N . 12. c. (6) Nn. 12. d. B 3  22 Overysfelfche Gedenkflukken, Vide Stuks • alnog behoorde vry en ongehouden verklaard te worden. Men had reeds, gelyk boven gemeld is, ih hetjaar 1718 aan deeze Stad , op de vertooning van haar voorrecht, de gemelde vryheid toegeftaan en bewilligd, datzy, volgens haar aanbod, voor dat maal en zonder gevolg, aan het beflaan eener wade van den Ysfeldyk, om reden van dringenden nood, zou mocgen helpen. Doch in 1776ZOU deeze Stad uit het bezit van haare vryheid en voorrecht gefield zyn geworden. Voords in 1763 was deeze Stad, uit hoofde van haaren meergemelden voorrechtsbrief, vry gekend van medeoptebrengen tot het herflellcn van eene wade in den Ysfeldyk, (als fpreekende deeze brief te gelyk van opflagen optedyken en van waden te beflaan) zonder dat eenig Dykrecht van Zalland als foen daar by in aanmerking wierd genomen: trouwens, zo als boven gezegd is, behoort dit hier niet toe. Doch in 1775 wierd np een Abufyf Rapport van Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden, waar door het eene met het andere, (hetzy onder eerbied gezegd) , vermengd v/jerd, de zaak anders begreepen, en de Stad by eene Polityke Refolutie uit haar deugdelyk bezit, ook zelfs zonder dat 'er wierd gelet op het verzoek van deeze Stad: naamlykdat, indien Hun Ed Mog. cenige Ledenkelykheid mogt ontmoeten , als dan Hoogstdezelven een onpartydig Richcerzouden gelieven te Hellen, om aldaar met deingezetenen van Maftebroek, Ingelanden, Heeren , Steden en Vroeden, of alle de genen, die zich in deezen tegen de Stad tot partye mogten willen (tellen , dit verfchil naar order van rechten te doen beflisfen; aangezien Raad en Meente van Genemuden hadden beflooten , nra ditgefchil by gewoone juflitie te doen beflisfen. De vevgisfingen, in dit (onder eerbied gezegd) Inconftitutioneel Rapport en Refolutie ingefloopen, 7.yn voornaamlyk deeze: dat de Heeren, tor het Rapport Gecommitteerd, in een verkeerd denkbeeid zyn geweest, als of het gemelde vooriccht der Stad Genemuden zou moeten uitgelegd wor-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden, 23 worden uit het Dykrecht van Zalland, en dat aldaar mede van de Stad Genemuden zou worden gefproken; zo dat deeze Stad, en haare burgeren en ingezetenen, wegens derzelver huizen, wel van het dyken van oplagen, maar niet van het beflaan van waden bevryd zouden zyn: als ook dat methet woord Genemuden 't welk in dit Dykrecht gemeld zou worden, niet wel iets anders dan de Stad zelve, immers zo verre die] in den kring van Mastebroek gelegen zy, zou aangeduid kunnen zyn; Hellende dus ook dat de Stad Genemuden in den kring van Maftebroek zou zyn gelegen. Deeze aaneenfchaakeling van vergislingen, waar op het voorzeide Rapport en Refolutie gebouwd zyn, zal wat naarder dienenbefchouwdte worden. Voor eerst is het gemelde voorrecht deezer Stad • en haarer burgeren en inwooneren, om wegens derzelver huizen ongehouden te zyn tothetwaden beflaan en opflagen op dyken, geheel buiten het Dykrecht van Zalland; als waar in geen enkel woord daar van gerept wordt. Daarom ook maakte de Dykgraaf van Zalland nevens zyne Heemraaden in hetjaar 1461 aanfpraak op de Stad Genemuden, zo wel wegens het opdyken van opflagen als het beflaan van waden. Daar , wanneer van de Stad Genemuden , in gelykheid van Asfchet, Waterftein, Veenryt enz. in het gemelde Dykrecht van Zalland gewag gemaakt waare, als dan geen aanfpraakzou kunnen zyn gemaakt noch bewys van vryheid te pas zou hebben kunnen komen omtrent het opdyken van opflagen; als waar van deeze plaatfen in het gemelde Dykrecht uitdrukkelyk vrygekend worden: maar als dan zou zodane aanfpraak en bewys alleenlyk plaats gehad kunnen hebben omtrent het beflaan van waden. En even dit ftrekt dus ook tot bewys, dat de leezing van het boven aangehaalde by Dumbar (7) gedrukte Dykrecht van Zalland, en van (7) Aiakct. torn. 2. pag. 264. Ook wordt neaens in dit Dyk. B 4  44- Overysfelfche Gedenkftükken > Vide Stuk, van de oudfte daar van nog voor hahden affchriften, recht is, wanneer dezelve meldt van die van Asfchet, ende die van Waterfteyne, ende die van de Veenryt, ende die van Zedemuden enz. maar niet van die van Genemuden. Hier by behoort het derhalven te blyven, zo lang niet worde getoond, dat Zedemuden het zelfde zou zyn met Genemuden. Dit zal nog te minder beweezen kunnen worden, om dat wy reeds in den beginne zeer waarfchynlyk getoond hebben, dat Zedemuden is het tegenwoordig zogenaamd Zelemuden of Zelmuden in de buurt van Genemuden. Het gemelde voorrecht deezer Stad , als buiten het Dykrecht van Zalland aan dezelve toekomende , moet derhalven aan haar ook zonder eenig Dykrecht van Zalland, met welk het niet behoort •vermengd te worden, gelaaten worden. Ten anderen, al was het ook dat het voorz. Dykrecht rnede van Genemuden melden zou; dan zou nogthans daar uit niet volgen, dat de Stad,zo verre haare vryheid zich uitftrekt, aan de voorz. Helling van het Dykrecht van Zalland zou onderworpen zyn : dewyl een byzonder, klaar enduidelyk hier vooren getoond voorrecht haar niet alleen van het opdyken van opflagen maar ook van het beflaan van waden ontheft; fchoon huizen, buiten het gedeelte van Genemuden, 't welk de Stad en derzelver vryheid uitmaakt, als dan aan den letter van het voorzeide Dykrecht zouden gebonden blyven. Want het is bekend, dat de benaaming van Genemuden zich buiten de Stad en'derzelver vryheid uitftrekt. Dus wordt ook gezegd Schout van Genemuden, Asfchet en Waterftein. En eindelyk ten derden, is het ook zo niet, dat de Stad Genemuden zelve in den kring van Mastebroek zou liggen, maar wel dat zy daar aan gelegen is. Hier om ook is in het verbod van uitvoer van mist uit Mastebroek de Stad Genemuden niet be- Dy!-recht van Burpermeefteren en Burgeren, maar overal van Schaken en buuren gewaagd.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 25 begreepen. Dat echter een gedeelte van de Stads vryheid deezer Stad binnen den dyk van Mastebroek gelegen zy: daar uit kan niet volgen dat het recht, om, wegens huizen, in de Stad en vryheid van Genemuden gelegen, tot het beflaan van waden in den Mastebroeker dyk niet gehouden te zyn, geen plaats zou kunnen hebben (8). Wy vertrouwen ook, dat niemand in twyfel zal moogen trekken ,jdat de.Stad Genemuden bevoegd is, om aantehouden, dat de voorzeide opgeworpen gefchillen door eene onzydige Ordinaris Juftitie beflist worden. §. ix. Van alle de brieven van verfchryving ter Lands- ver- (8) Daar de Stad Genemuden veel vroeger een vlek en zelfs eene Stad geweest is, dan Mastebroek is bedykt geworden: daar dezelve Stad uit doorbraaken in den dyk van Maftebroek niet overiiroomd kan worden: daar zy haar eigen byzondere dyken en kaden, onder haar eigen byzondere fchouwe , ten haaren byzonderen laste heeft; en, veel fterker dan de gemaakte dyk, door haare ligging, aan geheel Maftebroek rot eene onwrikbaare voormuur verftrekt: daar zy, offchoon aan twee einden van den dyk van Maftebroek, zo van de zyde van Hasfelt als van Grafhorst, gelegen, echter geen gedeelte van den dyk van Maftebroek uitmaakt; 't welk ook blykt uit het Dykboek, als voor en by de Stad ophoudende, en, na dat het de Stad doorgegaan is, wederom beginnende: daar mag men befluiten, dat de ingezetenen derzelve Stad met den dyk van Maftebroek niets als ingezetenen te doen hebben. In eene zekere Proteftatoire Remonftrantie en overboodige Prtefentatie, den 9 Febr. 1776 bood deeze Stad aan, om naar morgental en evenredigheid wel mede tot het l eflaan van waden in den dyk van Maftebroek de hand te willen leenen; mids dat de verdere Leden van Steden en Voeden zulks insgelyks, in opzigt van derzelver Steden en Leden byzondere landen, in Maftebroek gelegen, wilden doen; welk aanbod, van wegen deszelht rechtmaatigheid, zeer aanneemelyk is. B 5"  26 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, vergadering, aan deeze Stad gezonden, waar van meer anderen in het hier vooren gemelde Verbaal zyn aangehaald, is nog een merkwaardige brief voorhanden, van den 7 October 1582 (1), welke door Ridderfchap en Steden , uit derzelver Staatsvergaadering, alwaar toen over de onderhandeling met den Hertog van Anjou geraadpleegd wierd (2), aan deeze Stad wierd afgevaardigd. De Staaten, die den Koning van Spanje, nochdeszelfsStadhouder, toen niet meer achteden, geeven in deezen brief te kennen, dat dezelven aan de Stad Genemuden toezonden een affchrift van zekere artikelen, naamlyk der onderhandeling met den Hertog van Anjou, hun door de Algemeene Staaten, te Antwerpen vergaderd zynde, toegezonden, om daar op een béfluit te neemen. En want (dit zyn de woorden der Heeren Staaten in deezen brief) Vy op diefe hoechwichtige faeken, daer van ons ende onfer aller nacomelingen welvaart enUe confervatie dief er Landtfchappe ende Steden Privilegiën foe hoechlicken gelegen, niet dan by gemenen beraedt end femme der Landt fchap, fullen connen refolveren, foe is onfe begeren U. E. W. wyllen dfelve vifiteren end daerup refolveren , ende ten naeflen Landtdach die vuytgefcreven fall worden, heure gedeputeerden met volcomen refolutie, ter plaetfen dye U. E. W.genoempt fall worden, by onsfchicken, omme up defe ende andere hoechwichtige faecken met ons in deliberatie toe treden, ende daer inne toe ftayten als wy, tot erholdinge onfer aller vry endgerechlicheidt, bevynden zullen toe beboeren. Te deezer tyd was het met de Regeering van Overysfel aldus 'gefteld: de Algemeene Landvoogd , Aartshertog Matthias , wiens Luitenant Generaal Prins Willem de Eerste was geweest, had reeds in het voorgaande jaar 1381 van zyne Landvoogdye afgezien. Dus hadden de Staaten van Overysfel toen geenen Stadhouder. De Spaanfche Stadhouder Rennenberg was ook reeds in (1) No. 13. (2) Nctulen van Ridd, en Steden van Overysf.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 27 in het gemelde jaar overleeden: en zyn Opvolger Verddgo had het Landfchap Twente geheel in zyne magt. Want na dat de Stadhouder Rennenberg in 1581 de Stad Oldenzaal ingenomen en Twente bemagtig had, bleef dit Landlchap tot in hetjaar 1597 onder de magt des Konigs van Spanjen. Toen Wierd Twente wederom onder de magt der Staaten door Prins Maurits gebragt. Dus was het grootHo gedeelte van Overysfel bevryd van Stadhouders des Konings van Spanje, toen de Ridderfchap en de drie Groote Steden door deezen brief de Stad Genemuden ter Landsvergadering verfchreeven, 't welk anderszins door den Landsheer of deszelfs Stadhouder gefchieddet ook wierd toen deüitvoerende magt door de Ridderfchap en de voorzeide drie Steden, als Reprefenteerende de Staaten van Overysfel, aanvaard. Het gebrek nogthans,welk men, door het gemis van Stadhouders der Landsheefen, in fommigen opzigte omtrent het bellier befpeurde, wierd eerst in het jaar 1584 door de aanftelling van Adolf van Nieuwenaer Graaf van Meurs, en vervolgens in 1590, van Prins Madrits , onder den titel van Stadhouder, vervuld (3). Wat de magt omtrent de wetgeeving en nieuwigheden en fommige andere punten meer betreft; dezelve wierd toen zo min alleen door de Ridderfchap en de drie Groote Steden geoefFend, als te vooren door den Landsheer of deszelfs Stadhouder. Want over deeze gewigtige punten wierden de Ridderfchap en Steden , Grooten en Kleinen, door denLandsheer of deszelfs Stadhouder ter Lands vergadering verfchreeven (4); welke verfchryving na den tyd der Landsheeren door de Ridderfchap en de drie Groote Steden , of derzelver Gedeputeerden, is gefchied. Zulk een gewigtig punt was zekerlyk ook hetonder- werp (3) Mr. van Hattum Gefchied. der Stad Zwolle , Deel. 3. bl. 216. 238. (4) Zie hier van breeder Overysf. Gsdcr.kf. V. Stuk, bl. 172. &c.  28 Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, werp van opdragt dér Hooge Regeering deezer Provincie aan den Hertog van Anjou, over 't welk de Kleine Steden van Zalland en Vollenhove (die van Twente waaren toen in de magt van Spanje) ter Landsvergadering zyn geroepen. De voorzeide uitvoerende magt der Ridderfchap en der drie Groote Steden Helde de Kleine Steden toen buiten Haat om zich met nadruk te kunnen verdeedigen, wanneer Ridderfchap en Steden, tegen de grondwetten, waar op het nieuw gebouw van ditGemeenebest gevestigd is, haar niet ter Landsvergadering riepen over de gewigtige punten, byzonder ook niet over het maaken van nieuwe inzettingen, waar door voorgaande wetten, gewoonten en vryheden van den Lande veranderd of afgefchaft wierden; zelfs niet fchoon zodane nieuwe inzettingen mede zouden ftrekken tot verandering of vernietiging van byzondere rechten en gewoonten en andere voorrechten en vryheden van de Kleine Steden: daar nogthans voor de Kleine Steden van het grootst belang is, dat zy, volgens haar aloud deugdelyk recht, over alle nieuwe zaaken, die de uitvoerende magt te buiten gaan , ter Landsvergadering geroepen worden, en dat dit recht aan geene naardere bepaaling worde onderworpen. Het gebruik van dit recht der Kleine Steden, al is het dat derzelver.flemmen ten Landdage Delibereerende Hemmen zyn, zou de benadeeling haarer overige rechten en vryheden, door aanleiding te geeven tot grondiger overweeging ter Landsvergadering, hebben kunnen voorkomen : en zonder dit kunnen deeze Steden zich geene geduurzaame herftelling van het gebruik van haare overige benadeelde rechten belooven, Want hoe zeer men ook van de vryheid bevende voornemens der tegenwoordige Heeren Regenten zich verzekerd houden mag; zo is men echter niet verzekerd, dat volgende Regenten niet wederom gelyk de verder voorgaanden de Kleine Steden behandelen zullen. Indien grondwetten, verbondenen verfprekken hier toe genoegzaam zouden zyn; dan is  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 29 is het niet te begrypen, dat de Kleine Steden zo grootelyk in het gebruik van zeer veele haarervoornaamfte rechten benadeeld zyn geworden. Wy twyfelen geenszins, dat een thans eenpaarig en eerbiedig aanhouden der Kleine Steden by Ridderfchap en Steden zal te wege brengen, dat dezelven in het gebruik van haar voorzeide recht, zoals het van ouds heeft beftaan, en niet zo als het ten aanzien van Hasfelt en Steenwyk door het Reglement op de Regeering van 1657 cap. 1. art. 4. bepaald geworden is, herfteld zullen worden. Want fchoon het wel zo is, dat onder de woorden verandering van Landrechten in het gemelde Reglement verftaan worden alle veranderingen omtrent het recht van den Lande, zo wel in gewoonte als in fchrift beftaande en met een woord alle wetgeeving; als waar door altoos ietsgeboodenofverboodenoftoegelaaten wordt, 't welk te vooren niet gebooden of'niet verbooden of niet toegelaaten was in den Lande te doen: zo volgt echter niet, dat 'er,buiten dit en andere aldaar genoemde ge'wigtige punten , geen meer punten van gewigt zouden zyn: wyl voor gewigtige punten te houden zyn alle nieuwigheden , die de uitvoerende magt te buiten gaan. Dat in deezen brief wordt gezegd omme op defe ende andere hoechwichtige faeckenmet ons in deliberatie toe treden, ende daer inne toe Jluyten als wy, toterholdinge onfer aller vry end gerechticheidt, b'evynden zullen toe beboeren: daar uit is niet onduidelyk optemaaken, dat de Kleine Steden ter Landsvergadering mede Delibereeren , doch, dat de Conclufie wordt gemaakt zo als de Ridderfchap en de drie Groote Steden bevinden; echter zo, dat ze zomin tegen de vryheden en gerechtigheden der Kleine Steden, als tegen die der Ridderfchap, derGroote Steden en van het platte Land ftryde; waar van elders meer gezegd is (5); als ook dat dit Recht van (5) Overysf. Gedenkft. III. Stuk, bl. 212-214.  go Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, van alle de Kleine Steden nog in 1658 by Refolutie van Ridderfchap en Steden is erkend en toegeftaan (6). §. X. Daar na ontmoeten wy eenen brief door de Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden gefchreeven aan den Magistraat van deeze Stad, van het jaar Ï596 (0> meldende dat by Ridderfchap en Steden op de laatst gehouden by eenkomst te Heerde, gelyk ook in andere Provinciën, goedgevonden is, zekeren voet te beraamen, waarnaar de paspoorten en Sauvegarden zouden verleend worden; en dat Hun Ed.Mog.de Publicatie, daar toe dienende, aan den voorzeiden Magiftraat zonden, en begeerden dat dezelve in deeze Stad mogte worden Gepubliceerd. Het is derhalven ongetwyfeld, dat van ouds aan de Kleine Steden, als Leden van de Provincie , die ter Landsvergadering zyn gerechtigd, de Publicatien door Ridderfchap en Steden of Hoogstderzelver Gecommitteerden gezonden zyn, gelyk ook alsnog aan de Stad Hasfelt en Steenwykgefchiedt. Deoveri°e Kleine Steden kurfnen het voor niet anders dan eene benadeeling in derzelver recht en eene minachting houden, dat dezelven met deeze onmiddelyke zending van Publicatien zedert lange jaaren niet verwaardigd zyn geworden; maar dat de Publicatien voor de Kleine Steden aan de Drosten zyn gezonden, om door deezen aan de Kleine Steden behandigd te worden. Wy vertrouwen dat de Kleine Steden, en byzonder deeze Stad , dewyl dezelven niet aan Droften ondergefchikt zyn, tegen deeze verfmaadende behandeling in het gebruik van haar aloude recht herfteld zullen worden, (6) Aldaar II. Stuk, bl. 181. in nat. en III. Stuk, bl. J02. &c. (O No, 14.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 3? §. xr. Van eene ganfch andere ftoffe handelt eene fchriftelyke verklaaring, van het jaar 1681 (1), dooiden Drost van Ysi'elmuden gegeeven, daar by erkennende, dat de boeten van hoererye en byflaap en diergelyken niet hem maar der Stad Genemuden toebehooren , toen hem zulks door den Magistraat met fchriften en brieven van voorgaande Drosten van Ysfelmuden , als anders , was getoond. Eerst lang na de nieuwe oprichting van ditGemeebest wierd door de Drosten aan de Kleine Steden gefchil gemaakt over den Rechtsdwang in huwlykszaaken en breuken wegens misdaadèn, ten nadeele van het huwlyk gepleegd. Zy grondden hunne Helling daar op: dat deeze zaaken wel eer tot den Geeftlyken Rechtsdwang hebben behoord , en daarom, na de affchaffing van den heerfchenden Roomfchen Godsdienst hier te Lande, zouden vervallen zyn aan denSouverein, wiens algemeene Reprefentanten de Drosten zouden zyn. Doch elders is genoegzaam getoond, dat dit een zo wel als ander bezyden de waarheid is (2); en dat integendeel deeze zo wel als alle andere zaaken van het Geestlyk Gericht, zo verre dezelve onderwerpen van de Ordinaris Juftitie zyn geworden, aan niemand anders dan aan den Ordinaris Richter zyn vervallen , wien de gewoone Juftitie, elk in hetzyne, toekomt; als ook dat de Drosten verder geen Reprefentanten van den Souverein zyn, dan derzelver Inftructie mede brengt; die echter van geene opdragt van deezen Rechtsdwang over de Kleine Steden gewaagt. Ook zou anderszins een zeldzaam verfchynfel in de Kleine Steden deezer Provincie zyn gekomen, 't welk in Steden, zo min in Klei- ' nen (1) No. 15. a. (2) Overysf, Gedenkft. III. Stuk, bl. go,309.£pf.V.Stuk, bl, 23. 2.(16.  32 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, nen als Grooten, van andere Provinciën deezer Unie zich niet vertoont. Want waar toch is men in het denkbeeld geraakt, dat de Rechtsdwang over huwlykszaaken aan de Hoogheid der Refpe&ive Provinciën zou zyn vervallen? Wyders is noch genoegzaam bewyslyk, dat alle inzage , die de wareldlyke Richter in de voorzeide zaaken ten tyde van den heerfchenden Roomichen Godsdienst had, en alle breuken, die dezelve daar van genoot, ten platten Lande aan de Drosten, en in de Kleine Steden zo wel als in de Groote Steden aan dezelve Steden hebben toebehoord. Hierom wordt in de aloude wilkeuren deezer Stad van den Send- of Geestlyk Gericht gezegd: Item de eirfte zeent is in de weke na letare Jherufalem 'fo fal des conredages in der voorfcrevenweke tfy hilighen dach of wirke dach de wrogher (3) wefen to Zwolle dat hi fynen eet doe Ende fo fal de eirste zeent wefen des faterdaghes daer naejt comende in de zelue weke Ende daer folen onfes rades yrende dan mede wefen mytten wrogher. Men bediende zich in deeze Stad van het gene hieromtrent in de Stad Zwolle voor recht gehouden wierd: om dat de Stad Genemuden zulk een Stadrecht als dat van Zwolle heeft verkreegen. Terwyl het aloude Zwolfche ftatuit, in het boek van rechten en privilegiën der Stad Genemuden overgebragt (4), te kennen geeft, dat iemand, die tweemaalen over dezelfde zaak in den Send befchuldig was, verloor vyfentwintig duizend fteenen ten behoeve van de Stad, en dat hy binnen twee jaaren niet in de Stad noch in derzelver vryheid komen mogt; of, daar tegen doende , t' eiken reize verbeurde twintig pond; 't en zy dat hy de Schepenen overtuigde van zyne onfchuld: voords dat op brieven, betreffende Sendbaare zaaken. die niet door de Schepenen in den gemeenen Send waaren aangebragt, tegen burgeren en ingezetenen niet zou gelet worden: dat (3) Aanklaager. (4) No. IS- b-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 33 dat ook geen burger gereed geld zou mogen uitleenen tegens onderpand, wanneer het woeker betreft, by v erlies van honderd Schilden: en dat niemand borg zou moogen worden voor vreemden, wat woeker betreft, by verbeurte'van veertig pondaan de Stad; doch dat men, tegens den zestienden pennink jaarlyks, geld zou moogen uitdoen. De Magiftraaten der Steden, niet de Drosten, hebben derhalven van ouds de inzage in den Geestlyken Rechtsdwang en breuken, zo veel daar van den waereldlyken Richter toebehoorde, in den hunnen gehad; waar uit te meer blykt, dat de Geestlyke Rechtsdwang, zo verre dezelve waereldlyk geworden is, in de Steden aan de Magistraaten behoort, en niet mede aan de Drosten dan voor zo verre ook in lyfflrafTelyke waereldlyke zaaken. de lyfftrarfelyke Rechtsdwang door de Drosten nevens de Magistraaten van ouds geoeffend is. 't was derhalven niets meer dan billik, dat de Drost van Ysfëïmuden, in 1781, door den Magistraat van Genemuden wierd overreed, dat geen breuken wegens misdaaden, ten nadeele van het huwlyk begaan, hem toekwamen; en dat hy dus begreep , dat de meening , door Drosten hier tegen opgevat, lang na de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest was opgekomen. Verfcheiden voorbeelden van huwlyks zaaken, voor het Gericht van den Magistraat van deeze Stad gepleit, zyn nog voor handen: naamlyk van I57°j 1663, 1733 en 1738(5); als ook van breuken van hoerery en te vroeg byflaapen: naamlyk van den 10 Aug. 1680(6), van den 7 Sept. i68r, van Mey 1684, van den 7 Fcbr. 1708, van den 1 Sept, 1735,van den 22 Mey 1739, van den 2 Febr. en 27 Dec. i740j van den 27 Jan, 1741, van den 26 Maart 1743 en van den 24 Nov. 1744. (7), §. XII, (s) No. 15. c. d, e.f. (fi) No. 15. g. (7) No. 15.*, VI Stuk. C  34 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, s. XII. Voords alle geldbreuken (om tevens hier ter plaatfe daar van te melden) byzonder ook van wondingen zonder onderfcheid, en van andere geweldzaaken, hebben van ouds aan deeze Stad behoord. In de Conftitutie van Keizer Frederik den eersten wordt geen onderfcheid tusfehen Keurbaare en niet Keurbaare wonden gemaakt, maar in het gemeen gefproken van wonden, als met bloedftorting gefchiedende; en tot wier ftraffe aldaar het afhouwen der hand is vastgefteld(i). Hierom ook zyn bloedwonden in het gemeen, zelfs nog in de dertiende eeuwe, hier te Lande aangemerkt als tot denHoógen Rechtsdwang behoorende (2); fchoon naderhand een onderfcheid tusfehen Keurbaare en niet Keurbaare wonden uit het Saxifch recht is overgenomen' (3). Gelyk nuoudtyds geen onderfcheid tusfehen grooter of kleiner wonden wierd gemaakt; om dat eigenlyk geen wonden by demaat worden toegebragt: zo worden ook de breuken van wonding, zonder onderfcheid, als Stads breuken, in de aloude Statuten deezer Stad gewaagd (4). Men kon derhalven aan deeze Stad, die een Stadrecht, als dat van Zwolle', in de dertiende eeuwe verkreegen had, naderhand geen onderfcheid hier omtrent met eenigen fchyn van recht opdringen, zo min als aan de Stad Zwolle. En om dat een gelyk Stadrecht aan Genemuden als aan Zwolle is gegeeven ; daarom wordt in de aangehaalde Statuten van de Stad Genemuden, bymeenigvuldige herhaaling, gefproken van het recht, door deeze Stad gehaald van Zwolle (5); waar heen ook van Genemuden vaa (1) Overysf. Gedenkft. II. Stuk, bl. 24. . (2) Aldaar bl. 188. (3) Aldaar bl. 29. en III Stvk, bl. 164 fi?f. (4) No. 2. (5) Aldw.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 35 van ouds af Geappelleerd geworden is (6). Doch, om tot deezer Stads breuken weder te keeren: dezelven worden in de voorzeide oude Stads wilkeuren onder anderen bevonden te zyn van flaan, vechten, mestrekken , blond en blaauw te flaan of flooten, bloedwonden, houwen, fleeken, doodflaan, lagen leggen, uit de Stad gaan om iemand te flaan ofte vangen; voords iemand met verbooden wapenen te vervolgen, beangfligen, houwen, flaan, bloedwonden; iemand te ontzeggen ofvyandfchap aan te kondigen ; iemands huis aanvaarden, zelfs met wapenderhand , of iemand in zyn huis met wapenderhand vervolgen ; als ook vreede breeken; den Stadsboode ,'zyn ambt waarneemende, geweldig te wederflaan, mishandelen, zelfs te fteeken ; de Schepenen, daar zy van Stads wege komen, te mishandelen, bloedig of blaauw te fteeken of flaan; op der Schepenen kamer het mes te trekken of te houwen; vee uit de fchutting weg te neemen; iemand het zyne afhandig te maakenenz. Men vergelyke ook wyders de Extracten uit de Protocollen deezer Stad , hier vooren reeds aangehaald (7). Alle dezelve breuken moeten derhalven, onder eerbied, aan deeze Stad, als vanouds, verblyven. % XIII. Hoe ongetwyffeld ook dit recht van alle breuken aan deeze Stad van ouds heeft toebehoord; ondernam echter de Dfost van Ysfelmuden in het jaar 1694. om zulks te betwisten: doch, beter onderricht zynde, ftond hy eigenhandig daar van af(i)» Ook (6) Zie over deeze fioffi breeder Ove^sf.GeienkJf.niStui., bi 17. (7) No. 15. g, (l) N°. I6.a, cum adjunct, A.&B. C a  36 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Ook erkende dezelve Drost te gelyk by deezen brief, dat het recht van yken en breuken, daar toe behoorende, en die van te ligt brood, aan den Magiftraat deezer Stad toekomt. Dewyze, op welke de Drost zyne ongegronde aanfpraak tegen den Magiftraat deezer Stad begon, was zo vernederend en fmaadelyk voor deeze Stad, als deszelfs vermeet van alle recht ten eenen maale ontbloot was. Want wat betreft des Drosten handelwyze in deezen: hy liet den Magiftraat deezer Stad voor zyn Drosten Gericht dagvaarden, om daar overeifchteaanhooren; welken hoon van ondernomen onderwerping, als komende van een veel vermoogend Drost, onder het Stadhouderfchap van den Heer Stadhouder Willem den derden, als toen door den Magiftraat van Genemuden wierd verduwd, en aan den Drost door vertooning van bewysftukken hier in genoegen gegeeven ; meer andere bewysftukken daar van zyn hier by gevoegd (2\ Van 't gene de Drosten gepoogd hebben in de Kleine Steden zich verkeerdaantemaatigen,is niet van het minfte de yk van maaten en gewigten en van de breuken der genen, die daar tegen overtreeden. De Drosten , aan ' welken nevens de Schouten of Richters, wier Hoofdofficiers de Drosten zyn, het dagely kfch beftier, of houden van goede order, ten platten Lande toekomt, en by gevolg ook het opzigt over maaten en gewigten, 't welk inzonderheid door den yk wordt uitgevoerd; begreepen dat de yk ook in.de Kleine Steden tot hun voordeel, en tot het oogmerk om deeze Steden aan het platte Land gelyk te maaken, ftrekkgnkon. Terwyl de Burgermees'teren van fommige Kleine Steden , te bevreesd om zich tegen het veel vermoogend gezag van Drosten, Leden van Ridderderfchap en Steden, en ter Landsvergadering van zeer grooten invloed, te durven verzetten, fomwylen, of een reeks van jaaren achter eikanderen, ders ... * .F» ^.k .tjrtvij» «w* ,t.2;.oJ5 ri) (2) No. 16. b. c d. e.f, i  van de Rechten en Vryheden der. Stad Genemuden. 37 den Drosten het yken in hunne Steden lieten oefenen; 't welk deeze Steden eindelyk met pleitgedingen hebben moeten bezuuren. Niets diergelykswas in de Stad Genemuden gebeurd: doch evenwel bleef dezelve daar over niet ongemoeyd. Het onbehoorlyke van zulk eenen handel loopt van zelfs in het oogWant de ykvan maaten en gewigten is een der min. He punten van het bellier van de Stads Policy of goede order, 't welk kennelyk aan den Magiftraat b=hoort. Deeze ftelling, als op de nature der zaake en in het ambt van Burgermeesteren en Raaden gegrond^),is algemeen; en inhet beneden Sticht of Land van Utrecht wordt daar van door de Heeren Staaten ook uitdrukkelyk gewag gemaakt (4), Hier toe behoort ook een zeer merkwaardig Advys van de Rechtsgeleerden A. ƒ. van Suchtelen en Profesfor G. Jordens , volgens 't welk door Ridderfchap en Steden is Gedecideerd tusfehen den Magiftraat en Gezwooren Gemeente van Vollenhove, van den 29 Maart 1760. Het onderfcheid tusfehen de magt, om zekeren regel of ordonnantie op de groote of zwaarte der maaten en gewigten te kunnen ftellen; en tusfehen het recht van yken en boeten van de genen, die tegen de orders op den yk misdoen, wordt aldaar rechtskundig aangetoond: als behoorende het eerste aan den Souverein ;tcrwyl hetlaatfte een ftuk van Rechtsdwang is ; zelfs niet eens een ftuk van den Hoogen Rechtsdwang maar van dagelykfche of Ordinaris Policy. Daar ook de hier te Lande van ouds alleen bekende onderfcheiding van Rechtsdwang, in Hoogen enLaagen(5), het yken van maaten en ge- wig- (3) Zie Overysf. Gedenkft. I Stuk, bl. 147 ,151. en Saxisgh Weichbild, art. 42. (4) Matth. fundat. et faiïa Eccles. pag. 401. (5) Overysf. GedenkH. II. Stuk, Hoofdd. I. (J. 6. naaTilyk tot den Hoogen Rechtsdwang behoorden alleenlyk üraffen aanlyf en lid, dat is, doodftraffenen die van verminking van een lid. Alle o/erige Rechtsdwang was van ouds deLaage. C 3  38 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, wigten, en breuken dieswegens voorvallende, van zelfs onder den Laagen Rechtsdwang plaatst; en geene bedenkelykheid gemaakt kan worden, dat althans de Laage Rechtsdwang oorfpronglyk aan alle Steden van Overysfel heeft toebehoord. Men zou tegen alle waarheid en tevens onkundig moeten onderftellen, dat de Steden Deventer en Zwolle naderhand door een byzonder voorrecht den yk van maaten en gewigten verkreegen zouden hebben, indien men dit recht oorfpronglyk aan de Stad Genemuden zou willen ontkennen, die een gelyk Stadrecht als deeze Steden verkreegen heeft. Drost Eusebius Bentink had eenige geichillen met deeze Stad, die, zo als wy gezien hebben, in 1583 zyn afgedaan: doch den yk, en wat daar toebehoort, betwistede hy haar nietv Of zou men onderftellen, dat deeze en de andere Kleine Steden van Overysfel na de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest, toen zy in het Gebruik van haare rechten en vryheden verkort wierden, en de Drosten daar toe ook zochten toetebrengen, in een bezit van den yk en'breuken, 't welk zy te vooren niet zouden gehad hebben, zouden gekomen en verbleeven zyn tot dat laatere Drosten dit eerst gemerkt zouden hebben? Zulk eene onderftelling heeft zelfs zo veel onwaarfchynlykheid , dat de waarheid eener onderftelling van het tegendeel daar door dies te klaarer opdaagt. Sommigen vleiden de Drosten met een voorwendfel, dat het zoukunnen gebeuren, dat iemand niet alleen ongeykte als ook te kleine of te ligté maaten en gewigten gebruike, maar dat hy zulks ook opzettelyk en ter kwa'ader trouwe zou kunnen doen; als wanneer eene misdaad van Falfiteit zou zyn begaan, waar van de ftrafoeffening of breuke aan de Drost toebehooren zou. Doch uit deeze redeneering kan geen befluit opgemaakt worden, dat het recht van yk en breuken, in de Kleine Steden, den Drosten toebehooren zou. Want vooreerst, al' was het zelfs dat de Drosten mede deel zouden hebben in breuken, wegens Falfi- mt  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 29 teic in de Kleine Steden voorvallende; dan zou echter daar uit niet volgen, dat zulks in misdaad van Falfiteit omtrent maaten en gewigten, waarover het bewind en regeering aan den Magiftraat toebehoort, zou plaats hebben. En ten anderen, om dat daar uit, dat met maaten en gewigten Falfiteit gepleegd kan worden, zo dat wel eens de ftraffe va«i misdaad van Falfiteit zou moeten gebruikt worden, en dat daar over in deezen de ftraffe aan de Drosten zou toebehooren, niets anders volgen zou dan dat, in zulk een byzonder geval, de misdaad door een Magiftraat aan den Drost bekend gemaakt zou moeten worden. Doch dit zou dan uit eene andere byzondere oorzaak, naamlyk uit misdaad van Falfiteit , ontftaan; en dus geen invloed kunnen hebben op het yken van maaten en gewigten en breuken van ongeykt dezelven te gebruiken; al het welke alevenwel in de Kleine Steden aan het ambt van E-urgermeefteren zou blyven toebehooren. Doch genoeg van eene zaak, die ook met zeer veele bewyzen is getoond, van ouds door deeze Stad te zyn geoeffend. §. XIV. Met onze Gedenkftükken tot deeze tegenwoordige eeuw gevorderd zynde, zullen wymeldingmaaken van eene Refolutie van Ridderfchap en Steden van hetjaar 17 74, die ons ftoffe geeft tot eenige aanmerkingen ten dienfte van de Kleine Steden in het gemeen en byzonder ook van deeze Stad. Deeze Refolutie behelst eene herinnering van den Heer Drost van Ysfelmuden aan Ridderfchap en Steden aangaande de Polityke Approbatie vau beroepen Predikanten in deeze Stad, aan derzelver Magiftraat toebehoorende , en van ouds door den Magiftraat alhier gedaan; waar in de Magiftraat ook by deeze Refolutie is gehandhaafd, met by voeging echter van deeze woorden : " onverkort het „ recht van de Hoogheid en van den Heer Drost C 4 „ van  46 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, van Ysfelmuden".(T). In de kerkenorder van het Synode Notionaal van de jaaren I6i8en 1619, door de Heeren Staaten deezer Provincie aangenomen by Refolutie van den 30 July 1619, wordt art. 4.. en 5. deeze Polityke Approbatie aan de Overheid der plaatfe Refpekivelyk, anders ook aldaar genoemd Magiftraat van plaatfe refpeSlivelyk toegeëigend: en in de Steden van andere Provinciën deezer Unie behoort ook dezelve ongetwyffeld aan de Magiftraaten. Dit dient derhalven ook niet minder ftandte grypenin de Overysfelfche Kleine Steden, die ook zelfs Leden deezer Provincie en van ouds ter Landsvergadering verfchreeven zyn geweest. In de Refolutie van welgemelde onze Hooge Heeren Staaten van den 5 April 1666, naarder omtrent het beroepen van Predikanten uitgegaan (2), wordt ook niets gevonden, 't welk hier tegen ftryden zou; zoanders het tegendeel genoeg zou zyn om de Kleine Steden in haar recht te verkorten. Van deeze Approbatie wordt aldaar art. 4. gezegd, dat dezelve, van hooger Overigheit in de RefpeStive DiftriSten zal moeten gefchieden. Doch wie de hooge Overheid in elk District zy,en welk het Distri£t van elke hooge Overheid zy, geeven de Heeren Staaten zelfs te kennen in Hóogstderzelver, hoewel omtrent een ander onderwerp, genomen Refolutie van den 10 April 1685 (3). Want, wat ook voor bewoordingen by Ridderfchap en Steden wel eens anders door lub- en obreptie, in laater tydmogteningefloopen zyn, wordt hier duidelyk , aangaande het aldaar _b£voolene gezegd: Wordende de Heeren DROSTEN EN MAGISTRATEN emftig gerecommendeert, JEDER IN ZYN DISTRICT, kier op met allen ■yver te doen letten. Gevolglyk was men toen nogin geen ander begrip dan dat de Magiftraaten in de Klei- (1) No. 17. (2) Achter het Landrecht van Oveiysfel onder No. 22. (3) Achter het voorz. Landt echt onder N°. 62.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 41 Kleine Steden, als zynde deeze hunne Districten, de hooge Overheid zyn, doch de Drosten op het platte Land van hun Drostambt (4). Het volgt dan van zelfs, dat door hooge Overheid in te Refpective Districten het zelfde wordt verdaan als in de aangehaalde Kerkenorder door Overheid der plaatje RefpeSlivelyk of Magiftraat der plaatje Refpekivelyk ; te meer om dat deeze Kerkenorder door Ridderfchap en Steden by Hoogstderzelver vooraangehaalde Refolutie in deeze Provincie is aangenomen. Derhalven is zo niet, dat deeze Approbatie aan de Oppermagt of 's Lands Hoogheid zou behooren, en niet aan de Steden. In tegendeel, zy is een gedeelte van der Steden Patrimonieelen Rechtsdwang, gelyk dezelve op het platte Land tot het ambt der Drollen behoort. Het zou te verwonderen zyn , dat, indien dezelve een Refervaat van 's Lands Hoogheid zyn zou, alsdan deeze Approbatie in de andere gewesten deezer Unie aan de Magiftraaten in de Steden, die, zo min als de Kleine Steden deezer Provincie, eene Souvereiniteitindenhaaren bezitten, zou gelaaten zyn. Daar niet te vermoeden is, dat 's Lands Hoogheid van andere Provinciën meer dan die van Overysfel iets vanhaarrecht aan Steden zouafftaan. Hoewel ookzulkeen voor wendfel, dat deeze Approbatie een Refervaat van de Hoogheid v,an den Lande zyn zou, den Drosten in het allerminst niet zou kunnen baaten, om zich dezelve over Steden toeteëigenen : dewyl aldaar de zelve den Drosten niet aanbevoolen is; en voords de Drosten, gelyk meermaalen is gezegd, geene algemeene Reprefentanten van de Hoogheid d'er Provincie zyn. Eindelyk indien men op de gefteldheid en oogmerk van deeze Approbatie zelve ziet, dan is zy niets anders dan een ftuk van Ordinaris Policy, volgens welke tot den pligt van den Magiftraat behoort, te onderzoeken en te voorkomen, wat (4) Zie ooit Overysf. Gedenkft. V.Stuk, bl.26. 27. C 5  42 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, wat tot ftooring van de rust en goede order in de Stad zou kunnen ftrekken; tot welke rusten goede order inzonderheid het leeven en gedrag vanopenbaare Leerraaren, evenveel van welken Godsdienst, veel goed of kwaad toebrengen kan. Derhalven dient voor af hier over de goedkeuring te gaan van den Magiftraat, op wiens Territoir deLeerraarzynen openbaaren predikdienst verrichten zal. Was deeze Approbatie iets Kerkelyks, dan zou dezelve door geen Polityke Overheid gefchieden: maar dewyl ze Polityk is, zo volgt van zelfs datze behoort aan-den Magiftraat, aan wien de Ordinaris PoliGy ter zeiver plaatfe toekomt. Terwylde Kerkelyke Approbatie, die oudtyds door den Bifchop wierd gedaan (5), nu alhier door de Kerkenraad en Klasfis wordt verricht. Men ziet derhalven, dat veele Kleine Steden deezer Provincie ook hieromtrent te gering geacht en tegen derzelver recht behandeld worden, wanneer de Drosten zich aldaar de Approbatie van beroepen Predikanten toeëigenen. Doch deeze Stad, nevens eenigen meer, heeft het gebruik van haar recht in deezen behouden. Terwyl de verfchillige behandeling van onderfcheiden Drosten hier omtrent tot een verder bewys verftrekken kan, hoe wilkeurig deeze Heeren, door hunne groote magt en invloed, met de Kleine Steden tegen het recht hebben omgegaan. Wy hebben derhalven billyke reden om ons *te bedroeven, dat, niet tegenftaande dit duidelyk betoogde recht, alevenwel de Heeren Staaten hebben gelieven goed te vinden, om aan deeze Stad het gebruik en bezit van dit haar wettig recht te laaten met eene voorbehouding onverkort het recht van de Hoogheid en van den Heer Drost van Tsfelmuden ; 20 het fchynt met oogmerk om deezer Stad in het toekomende wederom nieuwe moeyelykheid daar over aantedoen. Wy hebben gemeend dit ftuk breedvoerig te moeten verhan- de- (6) Güdelikus de jure novisf. Rb. 6. cap. 8.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 43 delen, om dat elders, daar dit had moeten gefchieden, moogelyk door al te grooten overvloed Tan andere bezwaaren, by vergeeting door den Infteller overgeflaagen is. Wat aangaat de Approbatie van Schoolmeefters in deeze Stad, dezelve gefchiedt, gelyk behoort door den Magiftraat, zonder dat eenige Refolutien van den Lande , omtrent de Approbatie van Schoolmeefters op het platte Land genomen, hier ooit van eenige toepasiïng is gerekend. §. xv. Onder de ftukken, die van deeze Stad gewaagen, zou hier nog geplaatst kunnen worden eene Refolutie der Stad Zwolle, raakende het vervoeren van vifch van deeze Stad door Zwolle naar elders, voor eenige jaaren aldaar genomen. Doch naardien deeze onze Appellations Stad, van dewelke wy moogen verwachten om in onze rechten en vryheden voorgeftaan te worden, wel verre is van zulk eene Refolutie, ten nadeele en bederf van deeze Stad en van derzelver deugdelyk recht van vryen doorvaart onzer vifch, uittevoeren; zo hebben wy geen andere reden om daarvan hier met een woord te melden, dan om by deezen in perpetuam rei memoriam tegen deeze Refolutie te Protefteeren; 't welk wy noodig geacht hebben, om dat dezelve, als van wier intrekking wy tot nog toe geen bewys bezitten, 't eeniger tyd aan' de nakomelingfchap oorzaak tot verkeerde opvatting aanleiding zou kunnen geeven. §. XVI. Tot hier toe hebben wy de merkwaardigfte Gedenkftükken deezer Stad verhandeld, en de benadeeligen getoond , die dezelve omtrent het gebruik  44 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, bruik van haare rechten, daar by vermeld, geleeden heeft. Doch boven dien zyn ook meer andere verongelykingen haar aangedaan, als naamlyk door vericheiden in deeze eeuwe uitgegaane Placaaten of Refolutien van Ridderfchap en Steden, daar toe Itrekkende, dat deeze en de andere Kleine Steden omtrent haar Stads bellier in fommige punten aan de Drosten zouden onderworpen zyn, of dat dieswegens den Drosten het opzigt en ftrafoeffening tegen de Magiftraaten en Officianten deezer Steden zou toebehooren. Hier van is breedvoerig in het gedrukt Betoog van bezwaaren der Kleine Steden van Twente gehandeld (i ); alwaar getoond is , dat zulk een gedrag , omtrent de Kleine Steden rechtsdraads tegen haare Stadsvryheid, waar door zy aan geen Hoofdofficieren van het platte Land onderworpen zyn, llrydig en van fchaadelyke gevolgen voor dezelve is. Dat ook in fommige Kleine Steden, waar de Magistraaten zich hier tegen durfden verzetten , deeze Placaaten niet ter uitvoer zyn gebragt, doet ons nietonduidelykbevroeden, dat de Drollen wel bcgreepen, dat dit niet kon doorgaan. §. xvi r. Ook behoort tot deeze bezwaaren, dat de Drost zich zoekt aan te maatigen een Gericht over zaaken, betreffende het bezit in deeze Stad. Daar nogthans de Drosten nimmer eenig afzonderlyk Gericht in Civile zaaken , zelfs niet over het platte Land, voor de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest, gehad hebben (i); men gezwyge over de Steden, wier burgers en ingezetenen, volgens het eigen (i) Overysf. Gedenkft. V. Stuk , bl. 28— 31. (1) Overysf. Gedenkft. III. Stuk, bl 85. Gfr,. Winhof, Deel 4. achter art. 3. alwaar in de opnoeming van de Gerichten geen Drosten Gericht bevonden wordt.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 45 eigen getuigenis der Heeren Staaten, vanouds nergens anders dan voor hunnen Magiftraat aanfpreekelyk zyn geweest (2). Terwyl deeze vinding van Drosten verzonnen is uit Landrechten van Overysfel na de nieuwe oprichting van ditGemeenebest in de zeventiende eeuwe gemaakt (3); die echter geen nadeel aan de rechten en vryheden van de Kleine Steden kunnen toebrengen, en althans ook in dit ftuk niet van de Kleine Steden fpreeken. Ook zyn deeze Steden door de Staaten niet genoodzaakt geworden, om deeze Landrechten in den haaren aan te neemen (4). : Doch dat ook in allen gevalle eene aanneeming van een Landrecht, omtrent het recht der zaaken of Adminiflratie van Juftitie.. geene verandering maakt in de perfoonen, aan welken toekomt de juftitie te - Adminiftreeren, is te bekend om daar van bréeder te handelen dan reeds elders is gefchied (j). Evenwel is door het groot gezag en invloed der Drosten ook in deezen nadeel aan de meefte Kleine Steden in het gebruik van haar recht toegebragt, 't. welk, ondrr eerbied, nier langer behoort geleden te worden. Dat in fommige Steden het. gebruik van Gericht ten Posfesfoir altoos by den Magiftraatfgebleeven is ; zulks ftrekt wederom tot bewys van der Drosten wilkeurige en wederrechtclykc behandeling. Wy achten ook dat de Drosten zich met niets, betreffende het beftier of Policy in de Kleine Steden, behooren te bcmoeyen, nóch ookSurrogatie van een ander Gericht in plaats van eenig Stadgericht te verkenen (6); zo min als in eenig ander punt van beftier of Policy in de Kléine Steden, 't welk de Drosten zich aldaar fomtyds hebben aangemaatigd. %. XVIII. (2) Aldaar, W..307. (3) Aldaar , bl. 96. (4) Aldaar II. Stuk, Bylage n. 44. ^45» £? V.Stukinde Voorrede bl. IX. (5) Aldaar II. Stuk , bl. 172. (6) Zie hier over Overysf. Gedenkft. V. Stuk, bl. 25.  46 Overysfelfche Gedenkjiukken, Vide Stuk, §. XVIII. Wy hebben van onzen pligt geacht, alhier ook kortelyk van het recht van deeze en de andere Kleine Steden omtrent Arresten op vreemde perfoonen en goederen , aan dezelven toebehoorende, te fpreeken. Indien Arrest op vreemde perfoonen in de Steden gebeurt uit oorzaak, dat dezelven in de Steden en derzelver vryheid misdryven tegen het recht , 't welk aan de Magiftraaten toekomt om met ftrafoeffening uit te voeren ; dan vereifcht de aart en nature van eenen Rechtsdwang, als zonder uitvoerende magt niet beftaande, dat de overtreeders, in het Stads gebied bevonden wordende, aldaar door den Magiftraat zeiven Gearrefteerd kunnen worden. Anderszins zou die ongerymdheid moeten volgen, dat ook de Magiftraat geen Rechtsdwang hebben zou om aan vreemden , m hupne Stad komende, iets te mpogen verbieden. Maar dewyl het tegendeel volkomen zeker is; zo moet ook deeze Rechtsdwang van zelfs tot gevolg hebben , dat de Magiftraat het gebod en bevel met ftrafoeffening kan uitvoeren. De Rechtsdwang over vreemden, om hun iets te kunnen gebieden en verbieden , fluit van zelfs de uitvoering m. Anderszins hebben de Steden geen Rechtsdwang over den perfoon des vreemden en gevolglyk ook eeen recht om dien door het middel van Arrest werkftelling te kunnen maaken. Wat aangaat het Arrest op goederen van vreemden, is, zo veel betreft vaste goederen, onder het Stads gebied geleeen, geene bedenkelykheid gevallen, dat daar van . alleen byden Magiftraat, als alleen bevoegd om die goederen te Executeeren, Arrest verzocht en gedaan moet worden. Doch dezelfde reden doet ons ook vast Hellen, dat beweeglyke goederen van vreemden , in bewaaring van ingezetenen van het Stads gebied berustende, als ook Actiën en Crediten, on-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 47 der deeze ingezetenen uitftaande, insgelyks voor het Gericht van den Magiftraat moeten Gearresteerd worden: om dat geen Executie van zodane Arresten zonder den Magiftraat gefchieden kan. Want geen ander Richter is bevoegd, om die goederen uit het bewaar van een ingezeten van het Stads gebied te doen haaien, noch hem te gebieden, dat hy geen penningen zal uitteüen of geen goederen uit zyn bewaar zal laaten volgen : daar nogthans dit tot de uitvoering van zulk een,Arrest vereifcht wordt. Deeze ftoffe is elders, met oplosfing van eenige tegenwerpingen , breedvoerig verhandeld (r). Wat gefchillen ook, hier over, hier en elders moogen zyn voorgevallen: nogthans zal de. waarheid, gelyk wy vertrouwen, eindelyk het recht moeten uitmaaken. §. XIX. De Magiftraat van Genemuden had in 1757 met den Drost van Ysfelmuden eenige gefchillen over verfcheiden rechten en vryheden deezer Stad, die bykans allen zyn vervat onder de genen, die hier vooren reeds, als aan de Stad toebehoorende, verhandeld zyn. Deeze gefchillen wierden door Inductie van Heeren Gecommitteerden, tot het onderzoek van zaaken in deezen gelast, tusfehen den Drost en den Magiftraat afgemaakt, om voortekomen, dat, gelyk deeze Heeren te kennen geeven, geene kostbaare proceduren zouden worden gevoerd: gelyk dit, nevens de artikels van het verdrag, in eene Refolutie van Ridderfchap en Steden, van den ^3 April 1757, wordt gemeld (T). Wy zouden niets anders hier. op behoeven aantemerken, dan dat zulk een verdrag, alleenlyk ingegaan met tydelyke Burgermeefteren, welken in dien (1) Overysf, Gedenkft, V. Stuk, li. 33—.—36 Ci) No. 28.  48 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, dien tyd, ombekende redenen, onderworpen aan de Drosten waaren gemaakt, voor het overige de Stad niets raakt: wyl het zeker is, dat de Burgermeefleren, zonder toeftemming van de burgery of Gezwooren Gemeente , onbevoegd zyn om over Stads rechten en vryheden onderhandelingen te houden en verdraagen te maaken. Wy houden, onder anderen, daarom dit verdrag voor nietig en van geener waarde. Maar dewyl hieromtrent nog meer is aantemerken; zo hebben wy ten overvloede goedgevonden, zulks kortelyk te doen. Dit verkeerd gedrag der Burgermeefteren deezer Stad fchynt eenigszins verfchoonlyk, om dat zy aan de Inductien van Heeren van den eerften rang en van grooten invloed ter Staatsvergadering, en aan het vermoogen van den Drost, alle te faamen Heeren van de Party der Provincie, den vereifchten tegenitand niet konden doen. De vrees voor ongenade, indien men tegen Drosten op zyn recht bleef ftaan, was toen ruim zo groot, als nu de edelmoedige vrees van met fchaamte en oneer bedekt te zullen worden, zo men eenige deugdelyke rechten en vryheden niet zou Reclameeren. De reden, door de Heeren Gecommitteerden hier gegeeven, naamlyk om eene kostbaare Procedure voor te komen, ïs geringer dan derzelver verpligting om, volgens aan hun gegeeven last, de gefchillen te onderzoeken en van hunne bevinding daaromtrent aan de Heeren Staaten verlïag te doen. Indien dit waare gefchied, dan zou men hebben kunnen weeten, wat deeze Heeren zelfs dachten recht te zyn; en dan zouden de kosten van een Proces nergens beter befteed hebben kunnen worden, dan tot eenerechtelyke beflisfing omtrent deezer Stads rechten en vryheden, die de Provincie, in weerwil deezer Stad, aan zich zou hebben willen trekken, om door derzelver Drost te laaten bedienen. Een begrip, om zodane Proceduren te voorkomen, is federt lang een van de nadeeligften geweest voor het gebruik der Patrimonieele rechten van de Kleine Steden  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 4p den omtrent derzelver gezag en Rechtsdwang, wier vermindering eene vermeerdering is van het gezag der Provincie of liever van de Heeren Regentea van dezelve. Dat een afftaan door Burgermeefteren van den Rechtsdwang over zaaken van Posfesfie, zodanig dat zy echter nog iets daar van zouden behouden, in deeze Refolutie gemeld , verkeerd zy, is hier vooren aangemerkt; als ook dat het zo gefteld zy met het gene aldaar van het afftaan van Jurisdictie in huwlykszaaken wordt gezegd. En wat aangaat het aldaar gemelde afftaan van het Crimineele, gaande aan lyf en Ieeven, tot Bacnisfement en Conhnement in het Tuchthuis ingeflooten, mids dat daar in gevolgd zou worden de Conventie van 1583, en 't gene verder h'eromtrent in deeze *Refolutie gezegd wordt; zulks vermeenen wy niet recht gefteld te zyn. Want zouden de Burgermeefteren van Genemuden van het'recht tot den lyfftraffelyken Rechtsdwang afftaan ; dan zou de Conventie van 1583 niet gevolgd kunnen worden : of zou deeze gevolgd worden; dan kan niet gezegd worden, dat de Burgermee ft ers iets zouden hebben afgeftaan. Wy hebben hier vooren gezien, dat deeze Conventie van 1583, onder anderen, te kennen geeft, dat de Burgermeefteren over deeze zaaken oordeelen ; zo dac zy niet Hechts de uitfpraak met hunne bloote tegenwoordigheid vereeren, maar zelfs over de bevinding van den Drost, aan hun voorgefteld, Delibereeren. Anderszins zou het zo verre daar van af zyn, dat eenig recht van de Burgermeefteren hier in zou zyn gelegen ; dat integendeel het voorrecht gewaand en in der daad niet dan eene bloote dienstbaarheid der Burgermeefteren zou zyn. Zulk eene vervanglyke uitlegging van een voorrecht, die het zelve geheel uit het oog zou doen verliezen, en in tegendeel eene verflaafdheid van het zelve maaken, zou ook altezeer met zich zelve ftryden. De verdere byvoeging, dat wanneer uit de genomene Informatien vonden Magiftraat komt te- blyken, dat het deliSi van die VI Sim. D zwaar-  50 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, zwaarte is, dat het den Hser Drost concerneert, lot het aanbrengen of bekend maaken aan denzelven, de Magiftraat zal moogen den tyd hebben van vyf dagen, geeft hier genoegzaam te kennen, dat (gelyk wy reeds boven hebben aangemerkt, uit de nature der zaake zelve te volgen) de Burgermeefteren den gevangen wederom kunnen ontflaan, wanneer zy hem in dien tyd van vyf dagen onfchuldig bevinden. Het gene aldaar gezegd wordt van de boeten van Overfpel en keurbaare wonden, half door den Drost en half door den Magiftraat te genieten , is boven reeds gebleeken eene vergisfing te zyn : alzo uit hier by gevoegde Statuten en verdere ftukken blykt, dat de breuken van alle wondingen, zonder onderfcheid , reeds honderden van jaaren en dus reeds voor de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest, Stads breuken en geenszins Heeren of Drosten breuken , in deeze Stad, geweest zyn. Dat ook de breuken van Overfpel, zo wel als van alle misdaaden, ten nadeele van het huwlyk gepleegd , alleen aan den Magiftraat behooren, vertrouwen wy insgelyks duidelyk hier vooren getoond te hebben. Even zo vreemd is het ook, dat de Drost aldaar de boeten van ongebungelde honden aan den Magiftraat afftaat; fchoon deeze boeten nooit met eenig recht in de Steden aan de Drosten konden toebehooren: hoewel door een abufyf jagt Placaat van 1748 ten nadeele van het recht der Kleine Steden anders zou kunnen fchynen gefteld te zyn geweest. Voords is verkeerd, dat aldaar gemeld wordt dat de Infpeótie van Stads Protocollen en de Recherche over het niet uittellen van defolaate boedels penningen aan den Drost zou Gompeteeren volgens de order van den Lande. Want dat geen order van den Lande kan uitwerken, dat de Kleine Steden, tegen derzelver recht en vryheid aan Drosten onderworpen zouden zyn, is reeds verhandeld (2). Eindelyk omtrent het (2) Hier toe is ook opmerke!yk eene Refolutie van Ridd. ea  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 51 het gene aldaar van dryfgoed wordt gezegd, is te letten, dat het Landrecht niet kan dienen, om dit in de Steden aan Drosten toe te kennen; al was het ook dat-zulks der Provincie of 's Lands Hoogheid , waar van de Drosten geene Generaale Reprefentanten zyn , aldaar toebehooren zou. Ondertusfchen heeft het recht tot dryfgoed van ondenkelyken tyde aan deeze en andere Steden behoord. §. XX. In een vast vertrouwen op de waarheid van al het gene, welk wy gezegd hebben, houden wy ons verzekerd , dat Hun Edele Mogende de Ridderfchap en de drie Hoofdlieden, wier Medeleden de Kleine Steden zyn , het gebruik van onze deugdelyke gemelde rechten ons niet langer zullen onthouden. Hun Edele Mogende, die ons in dit gebruik verhinderd hebben en door Hoogstderzelver Drosten ons hebben laaten verhinderen, kunnen, onder eerbied, nu Hun Ed. Mog. thans volkomen bericht zyn , geen zwaarigheid maaken om ons, volgens de bezwooren Naarder Unie, recht te laaten toekomen, en ons onze rechten en vryheden , ween Steden ten aanzien der Stad VoIIenhove van den 26 Maart 1779, naamiyk dat deeze Stad onder de Dispofitie van dusdaane Placaaten niet behoorde begreepen te worden ,• als hebbende daar toe wel zo veel van haare rechten en vryheden getoond. Dus behoort, onder eerbied, de Stad Genemuden , die geen minder rechten en vryheden heeft, insgelyks onder zodane Placaaten, die ten opzigte van de Kleine Steden lub- en obreptyf en zonder verhoor van dezelven , door belang hebbenden verkreegen zyn, niet begreepen te worden. Men ziet hier dus te meer het nadeelige der Inductien van de Heeren Gecommitteerden, waar van dezelven, in plaats van een grondig onderzoek en daar van aan Ridd. en Sted. te doen Rapport, zich bediend hebben, D a  52 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, wederom te laaten genieten; zo dat het niet noodig zy , dat , volgens het eerfte artikel van de Naarder Unie, daar over, als tusfehen Leden en Leden deezer Provincie , door Ordinaris Juftitie of Arbiters worde recht gedaan. Deeze zekere verwachting, die wy en de andere Kleine Steden deezer Provincie hebben, geeft ons gegronde reden cm ons over de vryheid van dit vrygevochten volk te kunnen verblyden, als eene onichatbaare zaak, waaraan wy zelfs deel hebben; en die wy door eene aller billykfte aanfpraak ons mede toeeigenen moogen en moeten. Onze Stad nevens de andere Kleine Steden moeten daarom door een eenpaarig, ftandvastig en met allen behoorlyken eerbied verzeld aanhouden haar vertrouwen bevestigen ; zonder door andere omftandigheden , even als den aandacht van de Natie alleen waardig zullende zyn, zich van de betrachting en verbreiding van haar eigen aller grootst en aller rechtmaatigst belang te laaten verwyderen. Veertien Kleine Steden, Leden deezer Provincie, die door Ridderfchap en Steden in het gebruik van haare rechten en vryheden benadeeld zyn, en veel grooter invloed en nauwer betrekking dan de Groote Steden hebben op het platte Land, zyn geen voorwerpen om ter zyde gefchooven, maar als van gewigt en van een algemeen belang in deeze Provincie befchouwd en door eene tydige hulp bygeftaan te worden. De benadeeling in rechten en vryheden, aan de Groote en Kleine "Steden van buiten aangedaan, behoort, ter bevordering van het algemeen belang, eerst en vooraf uit den weg geruimd te worden; zonder dat zulks door bezigheden, omtrent Domeftyke verbeteringen in de Groote Steden, worde opgefchort. Anderszins zouden de Kleine Steden zeer. aanmerkelyk boven de Groote Steden benadeeld en de zaak der vryheid niet onzydig behandeld worden: wyl aan de Groote Steden bykans geen nadeel in het gebruik van haare rechten en vry-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. 53 vryheden van elders toegekomen is, dan met betrekking tot de Stadhouderlyke bediening. Geene zaak is ooit meer boven alle tegenfpraak bevonden dan de meenigvuldige benadeelde rechten en vryheden van de Kleine Steden deezer Provincie : en te gelyk worden Ridderfchap en Steden nergens minder in verhinderd dan in alles daadelyk aan deeze Steden naar behooren te herftellen. Het gemeen bezwaar der Groote en Kleine Steden, wegens het Regeerings Reglement deezer Provincie, kan geene genoegzaame reden van verhindering zyn , dat het gebruik van alle andere rechten en vryheden niet daadelyk door Ridderfchap en Steden aan onze Stad en de andere Kleine Steden te rug gegeeven worde. Eindelyk eene gereede hulp , door de Groote Steden aan de Kleinen in de eerire plaats te betoonen, door eene verklaaring, dat dezelven de Gededuceerde rechten en vryheden der Kleine Steden toefraan, is in ftaat om aan de Kleine Steden een voortreffelyk bewys te geeven, dat de Groote Steden de byzondere Patroonen van de Kleine Steden zyn; en dat dezelven niet min gereed zyn in het Reclameeren van het gebruik van haar rechten en vryheden, als in toetekennen het gebruik van de rechten en vryheden , die door de Kleine Steden betoogd worden. Wy zouden niet durven vermoeden, dat hetheritel van het gebruik der rechten en vryheden van de Kleine Steden als eene zaak van bedenkelykheid zou kunnen aangemerkt worden: wyl wy alsdan op het droevig denkbeeld zouden komen, dat de ganfche vryheid van deeze Provincie aan eenig redelyk Dispuk zou onderhevig zyn. Een denkbeeld waar over Koning Philips zich zou verheugd hebben. Niets derhalven kan de Kleine Steden meer gerust ftellen en haar vertrouwen op Ridderfchap en Steden meer bevestigen, dan dat Hoogstdezelven fpoedig verder aan haar betoonen , dat de zon der vryheid mede voor haar is opgegaan. D 3 BY-  54 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, BYLAAGEN- No. i. a. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Nos Lubbertus Dei gratia Abbas conventus in Soecendall Alias Dickeninge ordinis fancti Benedict! terre Drenthie TrajecTenfis dyocefis Notum facimus univerfis et fingulis hoe prefens vidimus five tranfumptum vifuris feu legi audituris. quod nos vidimus legimus & propriis nostris manibusapprehendimus & tenuimus literam in pergameno conferiptam Bene quatuor figillis figillatam cujus tenor fequitur de verbo ad verbum & est talis. Johannes Dei gratia Trajectenfis electus univerfis ?refentia vifuris falutem & cognofcere veritatem Joverint finguli & univerfi quod nos de confilio prelatorum & fidelium noftrorum villam que yocatur Genemuden attinentem Ecclefie noftre libertavimus facientes liberum opidum de eadem Et omnem libertatem quam Daventria Zuollis & cetera opida Sallandie a nobis & noftris antecesforibus obtinuerunt & obtinent diclo opido & omnibus opidanis fuis integre concedimus & donamus Et ne in pofterum fuper libertatibus a nobis fibi confesfis & datis a noftris fuccesforibus queftio eisdem fufcitetur Dedimus eis prefentem cartam in teftimonium ac munirnen figillo noftro ac figillis Daventrienfis & Zuollenfis opidorum nee non Henrici de Borklo, Anoldi de Almlo Haconis Volradi de Cunre & Frederici Redynck militum Zwederi de Vorfte Wilhelmi de Bochbrst fidelium noftrorum Communitam (i). Actum (i) De naamen der getuigen komen niet overeen met de op-  van de Rechten en 'Vryheden der Stad Genem. Byl. 55 Aótum & datum apud Zuollis Anno Domini MoCO feptuagefimo quinto in die Ponciani martyris In cujus rei. teltimonium hujusmodi vidimus feu tranfumptum figillo noftro quo utimur ad Caufas noltre Abbatie fecimus muniri & figillari. Datum anno Dommimillefimoquingenteiimo feptimoquinta feria post pancracii. Hier aan hangt een zegel van groen wafch aen een francynen jlaart. N°. 1. b. Uit het boek van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden. Johan by der ghenade Gods elect tutrecht, alle * de ghene die defe teghenwoerdige fcrifte fullen fien , heyl vrenthke gruete ende de waerheyt te kennen. Een yegelicke, byfonder ende alle moten weten ende kennen. Dat wy by rade onfer Prelaten en geloeffamen (1) dat darp gheheten Genemuden onïer kerke toehorende, gbevryet hebben, makende daer van een vrye Stat, Ende alle vry- heit, opgave van Dumb. Analett. torn. 1. pag. 233, die echter den brief zei ven aldaar niet heeft geplaatst. Onder anderen verfchiit dezelve daar in: dat ook de Stad Campen aldaar gemeld wordt. Men heeft te letten, dat de hier genoemde Steden en Edelen niet anders voorkomen dan getuigen en geenszins als Staaten des Lands; welkende Bifchop 'om Stadrecht te verleenen , niet noodig had. Dus behoefde Campen, zo min als alle de overige Edelen van den Lande, nier niet te verfchynen. In de Kronyk by Dumbar d. I. wordt ook het jaar van deeze verleende Stadsviyheid anders opgegeeven, naamlyk 1272, 't welk moet zyn 1275. (1) In hetLatyn ftaatfidelium, dat is, Leenmannen. D 4  56" Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, heit, de Deventer, Zwolle ende andere Sallandfche Steden van ons ende van onle voervaderen hebbn vercreghen ende holden, de verlenen wy ende gheven ganslick der voerf. Stad ende alle oren Burgheren Ende op dat hem hyer naemaels op de vryheyt van ons verleent ende ghegeven. van onfe nacomelingen ghien questie verwecket en worde. Soe heb wy hem ghegheven defen teghenwoerdighen breef in een ghetuygh ende vestenisfe mit onfe zegel ende mit zegelen der Steden deer van Deventer en Zwolle, ende Hennes van Borclo, Arnts van Almlo, Volraets van der Kuinre. ende Frederics Reding der Ridderen. Zweder van Voerst, Wilm van Buchorst onfer geloetfamen ghevestet ghemaket ende ghegheven by Zwolle In den jaer ons heren dufent, twee honden ende viven tfoventich op funto Ponciaens dach martelars. N°. 2. a Wilkeuren der Stad Genemuden, beginnende met hetjaar 1383. Uit het oorfpronglyke ter Secretary aldaar. Fol. I. In den jaer ons heren MCCCLXXXIII op fente peters dach die men heet ad Cathedram fo hebben wy Scepenen ende Raetmyt onfer meente s;hefad ende ghewillecoert. VVeert fake dat enyghe twie man fchelachtich worden myt woerden of myt werken ende daer yen fwaren Scepenen of Raet vrede bode vochten ie daer baven (1) dat waer om eene pene van LaAa ponden buerden (2) fe daer baven dat waer om XL (1) Tegen. (2) Beerden, droegen, dat is, gedroegen zy zich daar  van'de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 57 pont mach men ze verwinnen als recht is, wie hier na yerften op wort (3) ende vecht hier baven hi • verliefet defe voerff. pene ende die ander nyet, buert hi hier baven hi verliefet de vorlf. pene die ander nyet. Jtem waert fake dat enyghe twie man fchelachtich worden myt woerden 'of myt werken ende daer yen burgher vrede boede vochten fe daer baven dat waer om ene pene van XL ponden buerden fe daer baven dat waer om XX pont macht men ze verwynnen als recht is Ende fal hi hem der ondaet (4) of nemen dar zal he doen mithemXII(5). Jtem weert fake dat enich man die myt den anderen in vrede ftaet, den anderen quade woerden gheve dat weer om V pont. Jtem waert fake dat twie burghers vochten ende daer enich Scepen of Raet vrede bode den rechten hantdadighen die folde den vrede voert laten weten linnen vreenden Ende fchiede daer enich averlast baven van den hantdadighen of van finen vreenden, dat waer om ene pene van LXXX ponden machmen fe verwinnen als recht is. Jtem van burgher ende ghast (6) in vrede tofetten dat ftaet (XXIIII). Fol. II. Jtem waert fake dat enich man des anders tegen, fielden zy zich daar tegen, maakten zy gebeerden daar tegen. (3) Anders opvaert, gelyk in de oude herhaaling deezer wilkeuren hierachter wordt geleezen. Opvaert, dat is, opftuift of aanvalt. (4) Misdaad. (5) Met elf medezweerders nevens hem. (<5) Provincialis, hier een vreemdeling. Eccard. ad Leg. falie. pag. 5. D 5  58 Overysfelfche Gedenkflukken, Vide Stuk, ders huusan veerdeghede (7) ofna liepinfynhuus, dat ware bynachte of by daghe mytwapenderhant, des daghes om ene pene van'XL ponden, desnachtes om ene pene van LXXX ponden machmen fe verwynnen als recht is alzo menich man alzo menighe kore foelenfe hem der ondaet of nemen dat folen fe doen male myt hem XII. Item waert fake dat een burger of gast fyn mes toghe op deh anderen bi daghe dat waer om een pond fteket hi dat ware om C. SS. Item waert fake dat een burgher of gast fyn mes toghe op den anderen tusfehen dat die fonne onder toeghaat ende dat fe op ghaet daf waer om ene pene van X ponden fteket he dat waer om ene pene van XX ponden machmen fe verwinnen als recht is, fal hi hem der ondaet of nemen dat fal he doen myt hem XII. Voert wert fake dat enich man den anderen oflivich (8) makede binnen onfer Stad of vrihede dat weer der Stad omme XX pond alfoe menich man alfoe menich XX punt. Item waert fake dat een bugher den heren (9) claghede of enyghen man (10) aver finen burgher dat waer om XX pond Ende nummer burgher te warden hi hen (11) betere hem den hinder deen hi daar by leden heeft. Item waert fake dat een burgher of gast den anderen loghende (12) by daghe dat ware om een pond by nachte om C. SS, (13) Fol. (7) Aanvaarde. (8) Dood. (9) den Landsheere. (10) Naamlyk om van denzelven tegen zynen mede burger geholpen te worden. (11) En. (12) Heette liegen. (13) Om honderd fcbcllingea.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 59 Fol. III. Item waert faeke dat yen na den anderen worpe myt eenre kanne by daghe rakede hi ofte nyet dat ware om C.SS. by daghe bynachte om XX pond Item waert fake dat yen den anderen floghe mitter. vuest des daghes om een pond ilichte vuere V.SS. des nachtes om C.SS. ilichte vuere een pond (14.) bloete of blaw by dage V pond bynachte XX pont quffire fo. XVIII Item waert fake dat een man den anderen toe feghede du dades als een fchale dat is om een pond, by nachte V pond Item waert fake dat een burgher of gast den anderen laghe leghede dat waer om XX pont fal he hem der ondaet of nemen dat fal he doen mit hem XII Item waert fake dat een burgher of gast den anderen toe wighe loede (15) dat waer, bi daghe om C. SS. by nachte om Xpond Item die ene vrouwe hoere fcholde dat waer om een pond by nacht V. Item die fate in enen huus ende ene kanne ontwie worpe dat waer om een pond bi daghe bi nachte C.SS. valute folemnis ut fupra. Item waert fake dat twie burghere fchelachtich waren dat folden die Scepen foenen by oren ede Ende weert dat enich man daer baven ehaste in haelde of claghede (16) dat waer om C.SS. Item waert faeke dat enich man of wyf den anderen (14) Om een flecht pond voor vyf fchellingen ; des nachts om honderd Hechte fchellingen voor, een pond groot. 'T komtmy echter waarfchynlyk voor, dat VUete Mst , by ver. korting, is in plaats van valuere, dat is, waarde. Een weinig verder beneden zullen wy het woord valute in de voorzeide betekenis ontmoeten, alwaar in het oorfpronglyke by verkorting, ftaat vte. ' CiS) Tot gevecht ontbood, uitdaagde. (16) Daar tegen vreemdelingen inhaalde, of klaagde.  6o Overysfelfche Gedenkftükken Vide Stuk, ren diefte an teghe (17) ibnder bewifinghe dat ware om C.SS. machmen verwinnen als recht is Item waert fake dat een burgher des anders toem (18) toghe (19) die om myt rechte niet to behoert dat waer om yen pond Fol. IV. Item waer twie touwe (20) quamendaer twie tome laghen den overften toem alre yerften te fchieten (21) ende nyetin des andersfchoet (22) to legghen by enen ponden. Item waer enich menfche die op den anderen quame myt wapender hant daer hi hem bloedes mede laten mochten dat waere om I pond bi daghe by nachte X pond fleet hy dat hy den anderen raket by dage V pond by nachte XX pond Item waer enyghe vrouwe ofte man die die andere fchoeke (23) ofte fchoeken kint hete dat waer 1 pond by nacht V Item waert fake dat yen burgher den anderen ontfeghede (24) dat waer om X pond Item waert fake dat yen burgher myt enen ghaste fchelachtich worde buten onfer Stad ende die ghast in onfe Stad quame ende die burgher den ghast mishandelde onvervolghet by den Scepenen dat ware om C. SS. Item waer fake dat enich man brant in fyn huus hedde ende hys nyet wt en brochte (25) eer fyn nabuer dat waer om C. SS. ende anders nyet. Item (17) Van diefftal befchuldigde. (18) Trekwater, gedeelte water met treknetten te bevisïchen. (19) Trok, met het net betrok, bevisfehede. (20) Netten. (21) Met het net te betrekken. (22) Trek van het net. (23J Waarfchyelyk betekent het eene hoer. (24.) Vyandfchap aankondigde. (25) Uitbracht, te kennen gaf.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem.Byl.6l Item waer fake dat enich man vercoftefyn broet ofte bier vleifch of vifch oft envgher hande zaken die men eten of drinken mach ende hem des nyet betaelt en worde dat mach men fonder claghe wt panden alzo veer als hy gheliet (26) die dat fchuldich ware Item gefchiede enyghe wapenrocht (27) by daghe dat waer hem om C. SS. die dat wapenrocht makede bi nachte X pond Fol. V. Item waer fake dat enich bürgher myt enen gaste liepe op finnen burgher dat ware om ene pene van XX ponden alzo menich man als mytten gaste liepe op den burgher alzo menich XX pond Item waert fake dat enich man fine vreende, behouede (28) buten onfer Stad die mochte bidden X man ende nyet meer by I ponde Item waer fake dat enich man den anderen verhyde (*) eyghene keerle heyte dat waer om I pond by nachte V Item fo en fal ghiene vrouwe meer dan achte vrouwen bidden tot horen omhanghe (f) by I ponde alzo menighe vrouwe alze meer bid alzo manich pond Item waert fake dat enich man op der Scepenen of Raet eet fprake ofte ghicht dat waer om ene pene van XIII ponden Voert weert fake dat enich man die Scepenen of Raet lochende daer fe to rechte Honden of erghent daer fe van der Stad weghen weren dat weer om ene pene van XIII ponden tem toedienen voyers Schepenen vyffpont quizre fol. IX 3 Fol. (26) Bekent. (27) Wapengeroep. (28) Behoefde, noodig had. (*) Misfchienbekent het heiden. (t) Wat voor cey vrouwen gezeifchflp dit geweest zy, is wy nog wet gebleeken. Ik vermoede echter, dat hier ge. zien  62 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Fol. VI. Voertweert fake dat enich manden anderen pande ende die pande verwonce als recht is mit, tien panden voert fvn beste te doene Item waert fake dat enich man huis of erve huerde dat gheleghen ware in onfer vrihede dat onfen bur^-her nyet toe behoerde die folde daer ofghelden fchot (29) fchulde ende al onraetals vorfyneyggelyke goet'&c. Item waert faeke dat yeman rechtes behovede binnen onfer Stad des in den boke nyet en were wes de Scepen ende Raed (unt dermeente)wifeden vor recht daer en folde gheen recht boven gaen (30) binnen onfs Stad . Item waert fake dat enich man of wyf in desan. ders huus ghenge by nachte daer den Scepenen daghe of queme dat waer om C. SS. mach men verwinnen als recht is Item waer fake dat die Scepene twiezwaren (31J fetten in onfer Stad marke (32) yergheh (33) £.° fchuttene ende fe waer fchuttenden, die hem die fchuttinge name dat ware der Stad I pond ende den zwaren vorlT. V. SS. alzo menich hovet als daer is baven diefcharen (34)-alzo menich pond derStad ende fo menighe V.SS. den zworen ten fi byoerlove der zworen vorff. dat fe die fchuttinge nemen Voert zien wordt op het geval, wanneer een kraamvrouw haaren kerkgang doet, en'op eene zekere plegtigheid van den mantel, by die gelegenheid, haar omtehangen. Zie Dumb. Eerkl. en Wtr. Dev. bl. 168. (29) Schatting. (30) Dat zal met geen ander recht wederfproken kunnen worden; wyl het als dan een Stads wilkeur was. (31) Gezwoorens. (32) Binnen de bepaaling der vryheid onzer Stad. (33) Ergens: het zelfde betekenende met waer, 't welk beneden voorkomt. (34) Boven het getal van beesten ter weide opgefchreeven.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 63 Voert waert fake dat enich man hem hete wtlegghen (35) vor finen coere (36 die folde by fchynen der fonne wt onzer Stad tyden (37) mer fyn wyf ende zyne kinder mochten myt oren brode in onzer Stad bliven of fe wolden Ende queme he weder in onfe Stad fo folde oene die Stad haelden, unt der tyt toe (38) dat hi fyne cure ghebetert hadde teghen onfe Stad Fol. VII. Voert hebbe wy ghewilleèoert of enich man of vrouwe flurven die in onfer Stad wonachtich fin die daer lest levede van den twien die folde to voren hebben inder fcheydinghe weshemtoe lieve gefneden ware (39) fonder gholt offilver;die man fyn cleder fyn harnafch ende fyn ride peert te erven op finen rechten erfghenamën et fv bynnen Ghenemuden oft buten Voert die vrouwe" oer cleder te erven op oren rechten erfgenamen ecfy bynnen of buten ende anders nyet Voert waer fake dat enich gast in onfe Stad queme ende myshandelde onzer burgher eny ch die folde die Stad holden vor finen cure (40) ont der tyc toe dat hi onfen burgher ghebetert hadde fyn feer (4O ende der Stad oren cure Item waer fake dat enich burgher dadingde (42) buten onfer Stad teghen onfe Scepenen daer fe fin van onzer Stad weghen dat weer om ene pene van X ponden Voert fo en fal ghien van onfen burghers dadinghen (35) Der Stad verbieden. (36) Breuke. (37) Trekken, vertrekken. (38) Zo zou hem de Stad vast houden tot 'er tyt toe. (39) Voor uit hebben wat hem tot het lyf gemaakt waare, dat is, klederen. (40) Breuke. (41) Smart. (42) Dagedingde, dagvaarding verzocht.  64 Overysfelfclte Gedenkftükken, Vide Stuk, ghen teghen onfen burgher enich buten onfer Stad op ene pene van C.SS. Voert waer fake dat enich man of burgher den anderen to campe loede (43) of hant yfer verbode te draghen (44) erghen in onfer vrihede of in enywher ftede daer onfe burghers fin buten of bynnen onfer Stad dat ware om ene pene van C. SS. Voert weert fake dat enich man of wyf in taverne fate ende fynlbier ghuete in toernyghen moede myt homoede myt verkierden (45) moede enyghenman te fchendeniefe of enyghen man voert hovet of an cleder of op den heert of teghen die want dat ware om ene pene van C. SS. bi daghe bi nachte X pond Fol VIII. Voert weert fake dat een gast quame in onfe Stad ende anveerdighede (46)onfer burgher enich wes hem die burgher doet of enich man die myt den burgher is dat is brokeloes teghen die Stad Item weert fake dat enich man of vrouwe den anderen druwede (47) vor Scepenen daer feto rechte ftaet van der Stad weghen dat is om ene pene van C. SS. Item waert fake dat hem enich manofwyftughes vermate (48) vor Scepenen dan folden die Scepenen legghen enen dach ten naefte rechtdaghe. Verenyghedenfe die vreende daer bynnen fo en wonne die Stad daer nyet anmarquamen fe te rechte (49) dat waer I pond Item (43) Tot tweegevecht uitdaagde. (44) Of yzeren hantfchoen ontbood te draagen. (45) Verkeerden. (46) Aanrandde. (47) Dreigde (48) Zich ondernam met getuigen te bewyzen. (49) In het Gericht.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem.Byl, 6$ Item waert fake dat die Scepenen erghene enen hant vrede (50) eysfcheden ende diene (51) weygherde den Scepenen, dat waer X pont alfo vake als fene (52) weyghert alzemenighe X pont weert fake dat daer yenich over boerde dat were omme LXXX pont ende daer nyet van tho laten machmens hem verwinnen als recht is en fal hem der ondaet ofnemen dat fal hi doen mit hem XII. Voert heb wy ghewilkoert oft onfe Scepenen erghen wolden gaen by daghe, of by nachte ende fe VIII ghefelden of X ontboeden ende oftet(53)die veronweerden (54) ende wolden nyet gaen na daer die Scepenen vorghenghen of enyghe dincknyeten daden dat die Scepenen voer daden dat waer om ene pene C. SS. Voert wye huis of erve ghepacht heeft totvuytghanghen jaren die fal die ftrate vor fyn huys oft erve hueden en waren alzo breet als hem die Scepenen wyfen, voert vutendes (55) finen jaren weshy myt rechte bewyfen mach dat hem die ftrate ghecost hevet dat fal hem fyn lanthere dan offlaen van der yster (56) pacht Fol. IX. Voert of enych burgher des anderen vrede (57) op houwe of en twie brake unvervolleghet by den Scepenen dats (58) om ene pene. van C.SS. machmens verwinnen als recht is Voert (50) Vreede by handtasting beloofd. (51) Die dien. Diene is, by verkorting, vqoi die dene, (52) Zy dien. Sene voor fy dtne. (53) Of het, indien het. (54) verontwaardigden. (55) Ten einde van. (56) Eerder. (57) Afvreeding,heining. (58) Dat is. VI. Stuk. E  66 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Voert weer fake dat enich man den anderen lo' ghende vor Scepenen daer fe to rechte ftaen dat waer om ene pene van C. SS. Voert weer fake dat enich burgher of gast den anderen floghe vor Scepenen daer fe toe rechte ftonden van der fiat wegen dats om ene pene van XIII ponden machmen verwinnen als recht is. Voert weer fake dat twie lude fchelachtich worden in enyghen huys of in enygher taveerne alfo dat daer vrede ghebaden worden, faten fe in ener taveerne daer folde fe oer lach (59) rekenen ende gaen wt den huys beyde Waer fake dat oer yen daer na in enyghen huys of taverne fate of ware ende die ander daer na int huys quame die folde weder wt gaen ende dade hy des nyet dat ware om ene pene van C.SS machmen verwinnen als recht is. Voert weert fake dat enich man den anderen hete heryfone (*) fchalc hoeren fone of verhyde keythf (601 dat waer om I pont by nacht V Voert waert fake dat enich wyf of man fprake op die broetweghers die die Scepenen fetten daer toe dat fe weghen foelen dat broet doer die Stad op oren eet of op die wichte die hem die Scepenen gaven dat waer om 1 pont ende voert foene ende beteringhe toe der Scepenen fegghen Fol. X. Voert waer fake dat ie enich man fteke of floeghe dat waer om C. SS. Voert weer fake dat enich burgher of ghast koften enich goet tegen (61)enen ghast, ende hihem dat lavede (62) te leveren buten fine cost daer en is (59) Gelag, verteering. (*) Misfcbien betekent dit Heeren zoon, dat is, Ridders of Jonkers zoon; fpottender wyze iemand, die zulks niet echt is. (60) Keythyf, die om misdaad veroordeeld is. ZieEccARD. ad Leg. Sal. p. 97. (61) Van. (62) Beloofde.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 67 is hi ghienen onraet of (*) fchuldich anders dan den coepman fyn ghelt dan daer hi dat ghuet omrae cofte Voert waer fake dat enich burgher of ghast goet' hadde in fyn huys of in have of in onfer Stad op onfer Vrien boedem dat is hy naerre (63) te behaelden dant hem enich burgher of ghast is of te wynnen myt enyghen rechte dat recht is Voert waert fake dat twie burghers fchelachtich worden ende daer vrede ghe baden worden wie daer na den anderen anveerdighe alfo dat hine(64)ruer» de in toernen moede die brake defen voersf. vrede ende die andere nyet. Item waert fake dat enich van onfen burghers worde wt onfer Stad gheleghet vor finen cure hi behelde fine burgerfcap allike wal mer ghefciede hem enich ongeval bynnen der tyt dat hy wtgheleghet ware van finen burgher van wonden of van anderen onghevalle, hi en heeft.ghien recht den heren over finen burgher te claghen, of die fiere en machs der claghe nyet dwinghen als myt rechte. Item waert fake dat enich burgher worde uitgheleghet vor finen coere die en mochte nyet weder in comen hi en beterde te voren finen coere Ende voert alfine bade (65) daer hi bi ghebaden worde van den Scepenen Fol. XI. Item weert fake dat enich man wurde wt onfer Stad geleghet die en fol de Scholte of Scepenen of ghiman (66) huzen of haven om ene pene van C. SS. Voert wert fake dat enich man van onzen burghers (*) Af. (63) Naarder. (64) Hy dien. C65) Gebooden, beveelen, aan welken by niet voldaan beeft. (66) Geen man, niemand. E 1  68 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ghers wt onfer Stad ghinge buten oerlof onzer Scepenen myt enen ghaste ofte om enyghes ghastes wille op enyghen man te hinderen te flaen of te vaen dat waer om ene pene van XL ponden machmen verwinnen als recht is. Sal he hem der ondaet of nemen dat fal he doen mit hem XII Item waer fake dat enich man of wyf bier veyle heeft enyghen menfche bier weygherde om rede ghelt daer den Scepenen claghe aver quame dat waer om I pond Item waer fake dat enich man die in onfer Stad wonachtich is die visfche vaet (67) die falfe onfen burghers of gast vercopen om riede ghelt, fint fe verdinghet of onverdinghet pennuwerde (68) om enen pennyng als by vyeff ponden Item waer fake dat die Scepenen oren baden fanden waer (69) toe panden in enich huys die daalden bade quade woerde ghave ofte den ghenen daer die bade mede quame dat ware om ene pene van V ponden mach menne (70) verwinnen als recht is machmen nyet fomachhyallene neen fegghen^i) daer voere. Fol. XII. Die op den baden of die mit hem waere voerde mit wapender hant dat waer om V" pond Item wart fake dat men den bade fioeghe of die myt hem ware om die pande dat waer om XX ponden fal hy daer neen vor fegghen dat fal he myt hem vyften doen Item lf ake hy den bade of den anderen die myt hem ware dat ware om ene pene van XL ponden machmen verwinnen als recht is fal hy hem der ondaet ofnemen dat fal hy doen myt hem XII Item (67) Vangt. (68) Pennings waarde. (69) Ergens. (70) Mach men dene, mag men dien. (71) Alleen met zynen eed ontkennen;.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 69 Item foe en mach ghien man onfer burgher enich verre (72) panden dan fyn goet ftrekket. dat is toe verftane dat men fe nyet panden en fal an oer lyf Item weert fake dat enich van onfen burghers mitten anderen jnnewoende ende fate in den halven huys myt hem Ende wes hy finen huys ghenote of pande dat mach hy haelden op fynre heelft van den huze oft hyt wt der were ghevuert hadde myt rechte Item waert fake dat een burgher ende een' ghast wat toe doene hedden vor Scepenen als van daghebrieven ende hem die Scepenen dan enen ftemliken (73) dach legheden toe wynnen, of toe verliefen. Ende voert of oere een den anderen fyn tuych (74) befprake alfo dat de tughe bannich(75) waren datfolden fe male (76) den anderen bewifen myt oren breven op den felven ltemmeliken daghe die hem gheleghet is. Voert weert fake dat enich man in onzer ftad zate ende yen erve betymmert hedde ende hem dat befpraken worde foe weer he dat naeerre te haelden dant (77) hem enich man weer of te wynnen myt rechte. Fol. XIII. Voert waer twie man toe ghader ghelant (78) fint ende die ene graven wil, die ander moet hem weder ware (79) doen toe wat tyde dat hi wil Voert weer fake dat die fpade nyet verre (72) Verder. (73) Beftemden. (74) Zyne getuigen. (75) In den ban. (79) EIc. (77) Dan het. (78) Te Tarnen of aan eikanderen geland. - (79) Tegenwerk werk van zyne zyde. E 3  70 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, re (80) werken en conde fo folde die ene den anderen helpen vreden (81) myt holte, alzo dat die yene den anderen ghien fchade en doet. Voert weert fake dat enyghe comanfchap fchiede in onzer' ftad ende die yen den anderen fyn ghelt lavede te betalen als yen coman dat mochte he wt panden fonder claghe alzo veer alst die ander liet (82) Item waert fake dat enich brant gefchiede in onzer ftad ende daer onze burghers te brande liepen die daer den anderen fteke of iloeghe dat waer om ene pene van LXXX ponden ende die den anderen daer loghende of quade woerde gheven daer onroste of comen mochte dat waer om ene pene van XL ponden mach men fe verwinnen als recht is fal hy hem der ondaet of nemen dat fal hy doen myt hem XII. Voert meer fo en mach ghiene vrouwe haer goet ghiftinghen het en fi myt horen corenne mombaer Ende defe vorsf. willecore wart ghewillecoert int jaer ons heren MCCCXC op fente pauwels dach converfio- Ende wat daer voer ghefchiet is fonder mombaer dat blyft ftadich mar wat hier na ghefciet is dat en haelt ghien ftade. Fol. XIV. Voert meer wert fake dat twie burghers fchelachtich worden ende dat die Scepenen ghefoent hedden by horen ede wilkoer (83) van hem den anderen daer baven anveerdighe onverhaelt van den voerfchele (84) daer fe of ghefoent fint, die breket die pene daer die foene by verburghet is ende alzulken cuere als hem Scepenen ende (80) Verder. (81) Vruchten, heinen. (82) Bekent. (83) Welk van hun. Dus fchynt het volgende van hem overtollig. (84) Niet aangerand of aangedaan wegens het gefchil, Zie ook beneden not. n.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 7 1 ende Raet mit rechte aver wyst mach men hem verwinnen als recht is, fal he hem der ondaet of nemen, dat fal he doen mit hem vyften Voert meer wert fake dat enyghen menfche enyghe eerfnisfe of goet verfchenen (85) ware bynnen onfer vryhede Ende hem dan niet ghenughede an alzulker fcheidinghe als hem ghedaen worde fo mochte die ghene die dat goet ende erfnisfe wttet, comen voer Scepenen ende doen daer fyn recht dat he alzullic goet ende eerfnisfe gheuttet hevet als he mit rechte uten fal ende tens (86) fyn ede en machmen hem niet naerre comen Voert meer weert fake dat yen man hedden erfpacht of erftyns wt enen huie of erve ende die lanthere (87) queme ende folde finen pacht wt panden ende he dan ghine tilber pande of merende have op der were en vonde fo mochte he panden an. dat huys ende erve als dat gheleghen is Voertmeer fo fal he dat panden toe drien atmalen (88) dat is to drien halven jaren Ende tot eiken atmale fal he panden mitter Stads bade, Ende dan fal die bade voert comen ende ghigten dat an die Scepenen dat he daer ghepant hevet Ende die Scepenen folcn dat tot eiken atmale laten fcriven in hoer regifter dat fe daer hoghenisfe of hebben dat dat daer ghepant is Voert meer fo en mach die lanthere dat huys of dat erve nyet eyghenen, die drie atmalen en fin umme comen Ende die ghene die dat of ghepant (85) Vervallen. (86) T'eindes, na. f87) Eigenaar van het erfpachts of erftins goed, dominus derectus. Dat ook in't gemeen de gene, wien eene jaarlykiche rente of opkomst uit eenig goed toekomt, is aangemerkt als voor een gedeelte eigenaar van het goed, zie Overysf. Gedenkft. III. Stuk bl. 256. (88) Wat Atmaa! zy, is gezegd in de aantekeningen by WlNHOF. N.D.bl. 409. fjff. E 4  72 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, pant is die mach comen tot allen tyden bynnen delen drien atmalen ende lofen fyn huvs of fyn erve mitter pacht Voert meer hedde 'daer yeman meer pacht of tyns wt den vorsf. huys of erve die en mochte daer nyet an panden he en gheve den ghenen die daer yerften ghepant hevet fine pacht Ende dan mach hy voert panden an dat huys ofte erve ende varen daer voert mede als recht in der.Stad is Voert meer weert fake dat enych burgher of man queme voer der Stads Camer myt hoeghen moede ende fpreke daer op Scepenen of op Raet of waer datfe waren van der Stads weghen hoemoedighe of quade woerde daer he nyet mede volvaren (89) en mochte die breke ene pene van XIII ponden Ende foene to der Scepenen ende des Rades fegghendyt ys overdraeghen ende belyeft a°. XC. by Scepenen ende Raet mytt ghefworen meenthe dat Scepenen ende Raet folen fodane wederfpanninghenfohoghe bekoeren alst hem belyeft. Voert meer weert fake dat enich man of wyf die in onfer Stad wonachtich is kindere hedde ende fe die kindere wt hylkeden ende gaven den yenenmyn ende den anderen meer folden die kinder enich na der oelders dode in die erfnisfe tasten fo folden fe weder in brenghen dat fe wtgheboert hedden ende anders niet mar wolde der kinder enich buten bliven myt dien datze wtgheboert hebben dat mochten fe wel doen Fol. XVI. Voert waer fake dat enich menfche ftorve die fente marten toebehoerde in onfer Stad die verfchift ende verfcheiden ware van finen olders (90) als vor Scepenen ende vor fchulten fo folden die olders vorsf. ene taefle fpreyden vor hoere dore buten hufes ende brenghen daer op alzullic goet, als die dode vorsf. achterghelaten hadde den Kentmeyster toe boren ende dit mach enich menfche doen diet in finen huys ghefciet Fol. (S9) Volvoeren voldaan. (90) Zie Overysf Gtdenkjl. IV. Stuk bl. 229.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 73 Fol. XVII. Voert fo en fal ghien man dobbelen of ghienrehande fpil fpoelen dat an ghelt draghet by C fchillinghe Ende in wes huis dat ghefchiede dat weer den weert oec om C. SS. Voert weert fake dat yeman parlement (91) makede van den bancken in der kerken anders dan fe die Scepenen ghefat hebben dat waer om X pon- ^Vbert fo en fal ghien man harnafch draghen by daghe of by nachte anders dan die wakers die ghefet fin by X ponden Et en fi by oerlof der Scepe- DeFol. XVIII. Voert meer fo en mach ghien burgher fine burgherfchap op fegghen hi en gheue den Scepenen ierften V pond, ende vare voert mit der wone vyt der Stad, ofte dat en fal anders holden ghene ftade (92) . , , Voert meer weert fake dat enich man den anderen bloetwonde by daghe om C.SS. by nachte omme XX ponden fal he hem der ondaet or nemen dat fal he doen myt hem vyften Voert meer foe en mach nement zyne borgherfcap opzeggen die in den Rade is Voert meer weert fake dat enichman louede den anderen I pont grote (93) binnen onfer Stad die fal den anderen gheven vor dat pont grote XVI pont als ghenge fin binnen onfer Stad vor PaVoert meer weert zake dat enich twe burgers Erfnisfe vorfchene binnen onfer Stad of buten onfer Stad of enich goet daer fe rechtes van behoueden (94) dat en foelen fy ghenen man over gheven (91) Twist, gefchü. (92) Stand. (93) Zie boven, W.59- (94) Behoefden. E 5  74 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, eer dat vorrechtet is vor Scepen weer dat zake datter yemant over gheve buten onfer Stad eer dat vorrechtet is vor Scepen dat weer om V pond oec foe en foldet genen Stad holden Fol. XIX. Voert meer weert fake dat enich man of wyf op des anders eet fpreke de breke I pont ende fone 't Scepen ende Raedesfeggen (95)machmen verwinnen als recht is Int jaer ons heren dufent vier hondert ende foven op funte mathyas dach foe hebben wy Scepenen myt onfer fwaerne meenteghewilkoertdatniemant bier tappen en fal binnen onfer Stad Vryheit van Genemuden dat buten ghebrouwen is nae funte mertens dage. in den winter naest comende des jaer lanc by eenre pene van XL ponden alfo vake als men dat doet alfoe manich XL pond Voert meer foe enfalnyemant ketele eeftennoch panovenfettenheten fi bi oerlof der Scepene ende des Raedes bi eenre pene van X ponden Weert zake dat enich man of wyf fchult fchuldich is die men panden mach ende were binnen Ghenemuden ende wolde nyet in huys gaen als de bode tot hem queme om pande foe folde hem de bode bieden bi enen ponde dat he in huys fal gaen Ende gheven pande Ende en doet he des nyet fo fal hem de bode dat pont ofpanden Ende gaen voert in fyn huys ende openen hem dat huys ende doen hem pande Wert zake dat enich man of wyf becande fchult fchuldich weer daer men hem voer panden mach ende men daer ghene pande en vande noch voert krighen en konde den folde men wt onfer Stadlegghen Item &c. die Scepenen enRaeden verwilkortmitter meenre menten dat men gheen hues of berghe (96) of gheen dinc dat ontilber is fetten fal onfer (65) En zoen of verzoening ter uitfpraak van Schepenen en Raaden. (96) Schuur, of hooyberg.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem, Byl. 75 fer Stad voir pande oft onfen borgheren alfoe lange als fi tilber panden hebben Ghegheven in't jaer ons heren dufent vierhondert ende achtien op funte mathys dach des heylighen apostels Wy Scepen ende Raid mitten meenre meente hebben verwilkoert mit malcanderen dat die ghene die gheen loetwater (*) en nemen van onfer Stat water die en fullen nergent vifchen op unfer Stat water hier achter of waer dat gheleghen is dan hyr achter op den hoep als by eene pene van V ponden Fol. XX. Int jaer ons heren dufent vierhondert ende XXXVII dertigh doe hebben Scepenen ende Raed mit de meenre meente ghewilcoert dat men boeren fal anderhalf olde vlamesfche of payment dat dair goet voir is in der tytderbetalinge voir alle koer ponden (97) die tegen onfer Stad ghebroken wairden Ende desfe voirsf. wilkoringe is ghefchiet op Ste. mathias dach in den voirsfT jare &c. Int jaer ons heren dufent vierhondert ende foeven ende dertich doe hebben Scepenen en Raed mitt de meenre meente op S e mathias dach verwilcoert weert fake dat Enich man of wyf pande weder nemen die ghepant fint bynnen onfer Stad of anveerdichden of ghebruecden ten were by oerlove der gheenrc die fy ghepant hebben dat waer om ene pene van XL ponden Ende die pande weder te brenghen ende foe goet te maken als fy toen weren doe fy ghepant worden weert fake dat fy dat nyet en deden als vorsf. foe folde men hem dat bieden by XL ponden die pande weder te brengen foe menich ghebot foe menich XL ponden Enae nochtans folden fie umme weder brengen Weert fake dat yemant den anderen dat fine ontfeerdicde dat waer by dage of by nachte dat waer vifch vleyfch hoenre holt tuyen torf ovet of enigherhande gued dat weer groet of cleyn dat waer om (*) Water, 't welk onder de burgeren verloted wort. f97) Ponden met welken Stads breuken worden betaald.  7© overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, om ene pene van X pont Alfe menich menfche alfoe menich X pont Ende beteringe voir de fcaden te doen Voert weert fake dat enich burgher of gastin onfer Stad den anderen bieden liet Ende die gheen die daer gheboeden weer to huus were of voer der tyt der anfprake to huus quame Ende quame die gjiiene dan nyet voer, die daar gheboeden waer. ioe wonne die andere fyn clagelyke gheld weertfake dat hy die daer gheboden were dat nyet en wiste of hem dat oec nyemant ghefeghet en hadde dat folde hy hem af nemen mit finen ede Fol. XXI. Item scepenen Ende Raet hebben ghewilkoert myt der meenre meente op Ste. mathys dach in den jaer ons heren dufent vierhondert ende XXXVIII weert fake dat enich man of wyf fy weren burgher of ghast quame in enich mans huis mit hoveerdigen woerden ende toernighen moede dat weer by dage om ene pene van X ponden ende by nachte om XX ponden Ende toghe hy fyn mes of quame dair in dat huus myt wapender hant dair yemant bloedes mede laten mochte dat ware by dage om eene pene van XX ponden by nachte om XL ponden fteke hy yemant of floghe hy yemant blaw af blodich dat "waer by dage om ene pene van XL ponden ende by nachte om LXXX ponden folde hy hem desfe ondaet of nemen dat folde hy doen mit hem Xllte Voert meer fo hebben fy Scepenen ende Raed ghewilkoert in den vorsfcr. jare myt de meenre meente op Ste. mathys dach weert fake dat yemant quame dair Scepenen of Raed were ende ghevehem hoveerdighe of quade woerde dair fy van der Stad weghen weren of van enigher hande faken die van onfer Stad Roerende weren die men op hen fpreke dat were van faken die gherichtet weer of die men richten folde of dat an'horen eet of ere droge dat waer om ene pene by daghe van V ponden by nachte X ponden,, Toghen fy een mes dair boeven of nemen fy enyghe hande wapen in hoerre hant dair  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 77 fy hem bloedes mede laten mochten dat waer by cüVe om X ponden by nachte om XX ponden,, fteke hy of lloghe hy dat fy blaw of blodich weren dat waer by dage om XX ponden ende by nachte om XL ponden Mach men fy verwynnen als recht is _ , , Voert meer foe hebben Scepenen ende Raed ghewilkoert inden vorsf. jare op den vorsf. dach myt der meenre meente weert fake dat enich velt fchade ghefchiede den enen burgher an den anderen dan folde die ghene die den fchaede gefchiet ware comen an den burghermeyfters Ende begheren van hem dat hy daer twe guede mannen to lieten bieden dat fy den fcaden bellen folden Ende wes die guede twee mannen kennen dat daer ghefchiet is toe fcaden dat fy in haver of in grefe wes dat den tween mannen vorsf. dan duchte dat an den fcaden gefchiet waer dair en folden dan ghien eden boven gaen (98) fonder arglist . Ende wie dat hegheert den fcaden to benen die lal uut leggen eirst twe kanne biers den twe guede mannen eer den tyden dat fie gaen to befien Ende wie dan in den onrechte bevalt fal betalen hem die II kanne Ende voert den fcade fal men nyet bieden (99) mer men mach dat van ltundenan uut panden | Fol. XXII. Ende voert meer foe en falmen ghien fchade richten voir onfen Scepenen binnen onfe Stad van fcholde die nyet hogher draghen dan V arents gulden dat fy gast of burgher Ten weer fake dat yemant den anderen fcade gheloeft hadde die hy hem over gaen (1) mochte als toe recht were Voert meer is ghewilkoert op funte mathys dach dat nyemant hannep noch vlas roeten (2) en fal byn- (98) Geen eeden tegen gedaan moogen worden. (99) Met dagvaarding eifchen. (1) Bewyzen. (2) Reuten.  73 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, bynnen onfer drechc (3) van daer die mole placht te ftaen hent an die uterlte palen als by eenre penen van V ponden foe mannighe roete foe mannighe V ponden mach men lie verwinnen als recht is. Item wy Scepene ende Raet hebben verwillkoert op fancte mathias jn den jaer ons heren MCCCC en XLVI myt onfer meenre meente waer dat zake dat yemant over den anderen claghede ende hy de claghe nyet vullen brenghen en mach fo fal die clagher verheffen dat die ander folde hebben verloren daer hy over claghet na inholt onfer Stad bokes Item ghewilkort op den felven dach in den jaer vorsf. wer dat zake dat yenich beloof fchede (4) vor den burghermeyfteren Ende daer die burghermeyfteren koer op leghede hy waer groet of cleyne den koer den fal men richten andenghenendiedenfegghen (5) nyet holden en wolde Ende allike wal ial dat fcheyt (6) flanthachtich wefen dat hem aver ghefcheyden wort Item ghewilkort in den jaer ons heren MCCCCXLVII op fancte mathias dach myt der meente dat nyemant en fal draghen langhermesdan onfer Stat mate ende daer folen die Scepenen alle iaer koermeyfters to fetten die die mesfe folen wroghen ende wen fy wroghen by daghe die breket V punt ende fal fyn mes hebben verloren die helft der Stat ende die helft den wroghers Ende wroghen fy wen by nachte dat is om X punt ende fyn mes verloren die helft der Stat ende die helft den wroghers Ende wert zake dat hyr yemant quame van ghasten den fyn mes langher weer dan der Stat mate den fal fyn weert of weerdinne waernemen (7) dat (3) Trajectus: hier van, by verkorting, trect, waar van drecht. (4) Dat eenig Compromis gefchiedde. (5) Uitfpraak. (6) Scheyding. (7) Waarfchouwen. Misfcbien moet geleezen worden wuernen.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 79 dat hy fyn mes oflegghen Weert hy daer boven bekoert die weert of werdinne folen den koer gelden Item wert zake dat eyn burgher of gast vochte drie werf in eynen iaer ende hie die drie vechtlic alle drie ierst heft ghemaket is dat zake dat hie meer vechtlic maket in den felven iaer fo mach men hem in dat felve vechtlic brokelos ilaen Ende fclaet hie wien fo fal hi dubbelde koer ghelden na inholt onfes Stat bokes Ende weert zake dat hy meer vecht dan drie werf fo fal die clagher die hover (8) hem claghet ende theghen hem vecht die fal dat bewyfen dat hie drie werf heft ghevocht Item ghewilkort dat men alle maende als hyr recht is op onfer Stat huus alle die ghene die onfer Stat koer fyn fchuldich daer fy vor verwonnen fyn in der maent ende op den recht dach daer fal men des felven daghes den koer van betalen of pande vor halen Item wy hebben ghewilkort myt der meente dat ghene lude de bier tappen hie fie man off wyfF de en fullen myt horen eede gheen maghen aes holden (9) willen fie den luden nyet borghen fo nemen fie dat ghelt daer afF Ende weer zake dat fie yemant anfpreken vor maghenaes de mach lien (10) fo vole als he fchuldich is ende doen daer en tendes fyn eet Voert fo hebben wy ghewilkort dat men alle fancte mathias daghe der meente fal laten voer lezen der ftad boec fo veer als fie datbegheren Ende nyet meer van den iaer Item fo en fal nyemant des anders touwe optrekken ende driven laten by V pond hie fal dat eirst an den burghermeyfteren brenghen Item (8) Over. (9) Met hunnen eed geene levering van maagenaas bewyzen. (ro) Belyden.  8o Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, Item weer zake dat eyn leec menfche vochte off mysdede an enen ghiesteliken menfchen dat weer priester off jenich ander gheflelic menfche jst zake dat die ghiestlike de Verhalinge (n) eirst doet of dat hie die fchult heft fo mach die leke hem weren fonder broeke of coer an der flat Item ghewilkort myt den ghemenen Schepenen ende Rade ende mytter meenre miente op fancte mathias dach wat zake dat onzeghemene Scepenen ende Raed myt der zworen meente over dracht daer fal al ding mede doer ghaen ende daer fal de mene meynte mede to vreden fyn Fol. XXIV. Item to Zwolle is ghewyst dat XV groten is een ftad pond Item to Zwolle is ghewifet dat XV pacht groete is een flat pont Ende een olt groete is IIII krumflerte dat is II vlemfche plakken Ende XX fchillingen cleyne is een flat pont Item de ghast en fal den burgher nyet buten huze holden als hem een vrede wort gheboden to famen (12) alfo to verflaen dat de burgher dat huys fal holden Ende wolde de gast nyet vyt ghaen dat weer hem by daghe om V pond by nachte om X pond Ende fo vake als hie cornet in dat hues fo langhe als die burgher daer is fo breket die ghast den vorfcrevenen broeke Ende dit is ghewilkort op fancte Mathias dach mytter meente Item fo wye bier wil indraghen die fal die Siismeyfters daer by nemen Ende weer fake dat hie daer yenich bier van wolde vercopen by heelen vaeten dat mach hy den Siismeyflers offcorten Ende doen den Siismeflers daer bewys van doet hie dat nyet fo fal hie dat alto famen verfifen anno XL op fondach pos mathie ys dyt vorsf. artikel be- (11) Aanhaaling, aanranding, (ia) Vergelyk hier vooren bl. 66.  van de]Rechten'en Vryheden der Stad Genem.Byl. 81 belieft tachterfolgenby Schepenen ende Raedt mytter gezworen meente Ghewllkoert mytter meente dat men gheen harnfch (13) to pande fetten en fal ende nement en fal den anderen harnfch off panden als by X ponden Ende nochtan fal dat harnfch bliven onghepandet Item onfes rades vrende hoelden to Zwolle voer recht(14) dat een Schulte ghene daghe en mach legghen (15) tween partyen to wynnen off to verhelen dat an guet draghet hie moet dat doen myt fynen cornoeten off by twe guede mannen Fol. XXV. Item ghewilkort weert fake dat ynich comanfcap gefchiede daer tuych van weer bynnen onfer ftad daer en dor ven (16) die tughe geen tuych langher van doen dan een iaer Ende tendes den iaer en fal men fie daer nyet over noet eeden(i7) Ende nyemantdarff tughen anders dan die den coop heft ghegheven ende draghen Weert fake dat yenich burgher ontfecht worde daer van fullen die Scepenenen ende Raet fyne daghe holden (18) worden fie daer over ghevanghen off doet gheflaghen fo falfie die ftat quiten of ghelden Ende kende die Raet dat die burgher onrecht hadde fo folde hie die cost betalen Wolde die burgher die fake nyet bliven by den raede fo fal men hem van ftunden an uter ftat leggen Ghewilkort van den'voghelers weer fake dat ghaste (13) Harnafch. (h) Haalden te Zwolle tot een rech? der Stal Genemuden. (JS) Rechtdagen aanftellen. (16) Behoeven, (17) Noodzaaken om eed te doen. (18) Hen verdedigen op rechtdagen, alwaar hy buiten de Stad te doen had. VI. Deel. F .  82 Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, ghaste hor voghekouwe (19) legheden op onfer ftad water ende lant dat moghen die burghers op nernert ende leggen hoer tuych (20) daer Ende welic van den burghers eirst die ftede bevaerc myt fynen tughe die falfie hebben Ende ellic fal van den anderen legghen vyftich vadem Queme hyr claghe over dat weer om ene pene van X ponden Item ghewilkort mytter meente dat nyemant en fa! hyr burgher weerden hie en ghcve onfer kerken eenen olden fchik Ende daer nyet van to laten dyt voirsf. artikel is bezwaert op drye olde fchylden tot profyt der kercken ende der ftads Schepenen Item ghewilkort dat men nyemand fal water verhuren van onfer ftat water he en fi fo manlick ok en Je ftarck dat he moghe heerrevfen (21) doen. waken ende ftad dyenst doen. daer den rade an ghenoei>he Item fo en fal nemant fyn water verhuren he en fal gheven water om water nyet to te gheven als den ghenen de dat verhuert als by X ponden Ende nochtant fait onverhuert wefen uutghefproken der ftad dyenres moghen hor water verhuren to den hogheften pennynge Ende de manne de fterven des moghen hor erfghenamen hor water verhuren dat iaer lang to den hogheften pennynge Weer fake dat yenich velt fchaede ghefchiede den die Scepenen ende Raed befien daer moghen fie op verteren twe kanne biers ende dat fal betalen die gheene die in den onrechte bevalt Item ghewilkort op Ste. mathias dach mytter meenre meente dat nyemant van onfen visfchers fal vut varen opt water op hillighe daghe daer die pryfter vier (22) van biedet Sonendaghe offfone- da- (19) Gereedfchap om vogelen te vangen. (20) Gere'edfchap. (21) Krygstochten. (22) Viering.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 83 dages vier off groter eer dm tyden dat die horrmfe vut is ais by eene pene van X ponden ende wie dat anbrenct die fal hebben den halven coer Ende dea coer falmen bynnen acht daghen inwynnen Weer zake 'dat yemant eerde behovede op fyne were die mach fie halen mer hie en fal nyet halen anders dan daer hem die Scepenen off burghermey sters wifet Ende oec anders nerghent brengen dan op horen werf (23) ofte achter wech Weer yenich burgher die vut onfer ftad voer myt woene die en fal bynnen enen halven iaer dat hie vut ghevaren weer onfe burghers nyet laten daghen mytyenighen breven als by verlies fynre burgherfcap Ghewilkort op fancte mathias dach myt der meenre meente of yemant des anderen fuken toghe (24) fonder orlof of daer hie nyet to ghewaert en weer , dat men befchienen (25) mochte myt twe gude mannen of die ghene den die fuken zyn weren, dat die dat mocht befchinen felf ander (26) die onghewaerde visfcher fal fyne burgerfchap verliefen ende en fal nimmermeer ghenot hebben van der ftad Fok XXXVII. Item ghewdkort op funte mathias dat nyemant en lal hyr burgher werden hie fal eirst to Genemuden een iaer wonen Ende wil hie dan burgher worden, dat fal ftaen alsdan by den ghemenen Scepenen ende Rade Ende daer voer to doene als recht is de ftat ende de kerken Ende dit is ghewilkort myt Scepenen ende rade ende zworen meente Item ghewilkort weer zake dat yemant van onfer burgheren water hadde van onfe ftad ende die dan vut (23) Wcere. (24) Fuik ophaalde. (25) Bewyzen. (26) Met iemand nevens hem. F 2  84 Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, vut onfer ftad voer mytter wone fo moghen de Scepenen dat water verhuren to den hoghenften pennynge tot behoef onfer kerken Ghewilkort op fancte mathias dach weer zake dat der ftad renthen nyet en worden betalt op hoer tyt ende termynen dat men dat mach den zaekwolde (27) of den burgher mach of bieden eirst daghes by vyf punden to betalen des anderen daghes by X Eunden Ende fo voert opwert to ghaen to der ftat oghefte koer Item Ghewilkort op Ste. mathias dach ano. LXXXI mytter zworen meente dat die ghene den hoer fchult wert óvergefchreven (28) to betalen dat zy van renthen of van koer of van wat zaken dat moghe rorende wefen die fullen dat betalen mit ghelde als fie dat ghelovet hebben to betalen als fie daer voer ghemaent werden of fie en fullen ghien ghenot hebben van der ftad van water noch van weyde of van yenighen anderen vordele In den Iaer ons heren MIIII en LXXXIIII op fte. mathias dach foe heben Scepenen ende Raet van Ghenemuden mit der zworen meente famentlike overdraghen waert zake dat yemant van onfe burghers buten onfer ftat voer recht (29) te doen baden , dat an erfgront draghet, of an doetflach onnofelick ende fyn lyf van noets wegen befchudden ende verweren moste, of deerghelike van fodane treflike lastighe noetfaken, foe lullen twe van onfe raetsvrenden mit den burgher trecken ende helpen hem in den besten fyne daghen holden op der ftat kost in ander faken en zullen de Scepenen nyet mede uit trecken noch reyfen dan op der burgher kost of fyt begheren Ende fy mogen dat dan doen, of weygheren oft hen belieft Toe Zwolle is voor recht ghewifetende ghehaelt foe wes renthe ofte pacht nyet ghemaent noch ghe- boert, (27) Zaakweldige, Principale Schuldenaar. (28) Aangefchreeven, gelast. (a9) Voor het Gericht.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 85 boert en is, noch mit rechte daer voer ghefproken in twe ende dertich iaren de en fal ghien anfprake holden noch heben an de renthen Ende wattan dat yemant gericht fchynen heft van pacht ende renthen , de fullen doet gheftoen ende van ghienre macht wefen ten fy dat de anfpreker bewifen mach dat hy bynnen deer tyt in boringhe ghewest heft, ende mit den rechte daer nae gheftaen hadde Ghefchreven anno domini dufent vierhondert viven tachtich op Ste elyfabethts avent Item foe en fullen onfe raetsvrenden ghien treflike deerlike fakeo(3o) daer de ftat by komen mochte in verderfliken ende merckliken hynder fchade of verdriet overgheven, noch machtig wefen te doen, noch der ftat fcholde wtleenen noch renthe verfetten ende deergelike, buten confent der ghemeenre Scepenen ende Raet dede daer yemants boven hy fy burghermeyster Schepenen off Raet buten oerlof ende confent der ghemeenen Scepen ende Raet ende de ftat daer by in fcade en verdriet quame, dat folden de faeck wolders misghelden ende oprichten Alfo dat onfe ftat dat verhalen fal an oren gude alfo als dat toe Zwolle voer recht ghehaelt ende ghewifet is Anno Domini MIIIR LXXXVII des faderdaghes na fte. Valentyn Fol. XXÏX. Item foe en fal men nyemant grove gonnen in onfer kerk, hy en befette f31) onsf kerke een oldeu fchilt toe teftamente (32) toe vollest, der kerken orber daer mede te doen Ende worde dat grafF bynnen iaers nyet befarket, foe is de grove der kerke weder verfchenen mer wes befarket is , ende weder geopent wort daer fal men halve grove van to teftamente geven in den iaer ons heren MIIIIc. ende dre ende tne- ghen- (30) Zaaken van gewigr, die deeren of fchaaden kunnen. (31) Verzekere, geeve. (32) Tot een Teftament, dat is, tot eene gifte nadoode. F 3  86 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ghcntich overdraeghen mit der zuoren meente op hte. Peters dach als men nye Scepenen kiest waert dan fake dat enich van den olden Scepen de dan raed worden folde gheftorven were voir Ste. Peters daghe, dat men dan daer een ander in de ftede kiefen fal Alfoe dat de ftoel des Raets op Ste. Peters dach vol wefen fal ghefcreven op Ste. mathysdach Schepenen ende Raedt mit der zworen meente fynt overdraghen op Sie. mathys dach in den jaer dufent vierhondert, ende viven tneghtich ende famentlick ghewilkoert, waert fake dat yemant den anderen vervolghet, jaghet, naeloept ofte beanxtet mit verboden wapen, tfy pieck, glavie (31) kufe heerhamer (34) bile, vorke ende deerghelicke dat is by daghe vyf koer pont, by nachte tien pont fteket hy, houwet ofte ftaet , ende yemant daer mede bloet wondet, dat is by daghe XX pont by nachte XL pont machmen fy verwynnnen als recht is _ Burgermeifteren Schepenen ende raedt hebben mit der zworen meente ghewilkoert dat nvemant twy fnyders (35) draghen en fal noch mesfen langher dan de mate, worde daer yemant mede bevonden dat waer by daghe om X pont by nachte om XX pont wonde hy daer yemant mede dat fal ftaen op fuiken koer als hem Scepenen ende Raedt oplegen ende over feghen Item de weert ende weerdynne de fullen oer gasten de daer fitten eten ende drinken waernen ende feghen dat fy oer twy fnyders ende mesfen langher dan de mate oflegen, by den felven koer ende pene waert fake dat fy de mesfen nyet oflegen en wolden, foe heben de weert en weerdynne voldaen ende hen ontutet (36) foe mach fy de'ftat ghe. bie- (33) Lans. (34) Heirhamer. (35) Twee fuydende mesfen cf ander tweefnydend ge weer. (36) Gekwyted van hunnen pligt.  van de Rechten e« Vryheden der StadGenem. Byl. 87 bieden doen by koer de mesfen of te legen by verlies des mesfes, ende fulen burghe fetten voer den koer Ende al even wel de mesfen oflegen, deden fy daer weygheringe in foe falmen fie doen toeven (37} ter tyt dat fy oer koer befet (38) heben ende fy voert te benoteden (39) na den fiat rechte ende wilkoer Van faken daer onfe ftat boeck van helt felfs twaleften of te nemen (40) Waer konde van is in den ftoel des raeds Ende wes men yemant over gaen mach als recht is Ende wes blyken fchyn is. kerc maer dorp maer daer en fal men ghien onfchult voer doen mer worde yemant anghetaelt (41) van ondaden de men nyet certeyn (42) en weet, dan van horen fegghen beruchtighet wort de mach hem deer ondaet ende beticht off nemen , Ende zweren den ellendighen (43) eedt als hier na volghet, alfo als dat toe Zwolle ghehaelt is voir wilkoer (44) Ende wy des oec mit der zworen meente belieft ende ghewilkoert (37) Doen vasthouden. (38) Verzekerd met borge. (39) Te noodzaakenom eed te doen, te weeten den eed van oerfede, door gevangenen, by derzelver loslaating, oudtyds gedaan. (40) Zich zelf twaalfde, dat is, met elf medezweerders ontfchuldigen. (41) Aangefproken. (42) Zeker. (43) Eed van uitlandigen. Zie hier van Overysf. Gedenkft. V. Stuk, bl. 387. (44) Wilkeur. F 4  88 Overysfelfche Gedenkjlukken Vide Stuk, koert heben (45) Anno MIIIKXCI Ste. mathys daghe Ende fal aldus zweren lek zwere dat ick in al defen koninckrike van almanyen i'46) nyemant arghens en kan de myne onfchult wil helpen doen, dat my God foe helpe ende al fyne hilighen Dat ick de wondinghe ofte huyftotinghe nyet ghedaen en hebbe an den man ende des onfchuldich byn dat my God foe helpe ende al fyne hilighen Den eedt den ick nu zwoer dat de waer is ende nyet meyne (47) foe voirt an tot twaleften toe Fol. XXX. Anno XXXII op Sanft mathias dach hebben Schepenen ende Raedt myt der gezworen meenthe eendrachtlicken gewilkoert dat nyemant en fal op die meenthe ofte greent fchaeren (48) e> nyghe biesten die hem nyet to en behoeren by verlues des biesten ende fyn burgherfchap Anno &c. op fondach post mathie heben Schepenen ende Raet mytter zworen meenthe gewilkoirt Dat dye brower is ende byer tappen eirst biers genoich in doen fulen eer fye utetappen Ende weert faicke dat enych brower bier weder haelen ofte dede haelen dat gheproeft weer fal hie van elck tonne tegen die ftat gebroickt heben XX ftat pont Item Anno &c. XIII op fonnendach post mathie is ghewylkoirt by Schepenen ende Raiden myt der zworen meente dat men ghene borghe die voir den anderen ghelaeft heft tzy van pacht ofte van enyghen (45) Hier uit blykt, dat het haaien van wilkeuren uit de Hoofdftad geene verpligting mede bragt om dezelven aanteneemen. f46) Toen behoorde Oveiysfel nog onder het Duitfchc Ryk. (47) Valfch. (48) Op de gemeene grond of groen grond ter weide opgegeeven , om onder de beesten , aldaar weidende , geplaatst , gefchikt of gerekend te kunnen worden.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genenu Byl 89 chen fchulden hoir pande wtflyten fal 'er men den faic wolden eirst wtghefleten heft nae Stad recht fonder argelist ... , • Item Anno &c. XIIIC. op fonnedach post mathie heben Schepenen ende raet myt der zworen meente eendrachtlicken ghewylcoirt dat men nyemant en fal nemen borgher tworden ten fyn dat hye van Honden an myt reden gelde betaelt vyf olden fchylt, half den karcken ende half ter ftadt behooff ende fal na wtwifynge der ftadt boek een iaer langhghewont heben bynnen onff ftadt fonder argelist Item op dacn vorff. ys ghewilkoert by Schepenen ende Raedt mytter gezworen meenthe is faicke dat een buten man rechtes behoeft ende begheert als dair gheen botdach (49) en ys fal hye den burgher. meysters gheven een tacke wyns &c. Fol. XXXI. Item op dach voirsf. is oick gewilkoert'by Schepenen ende Raet mytter gezworen meenthe dat nyemant fal meer kopen dantwelothe tot fyn lot eer den tyden datter waeter gelotet ys by tien pont fo mannych lot fo mannyck koyr Item op dach voirsf. is oick gewilkoert by Schepenen ende Raet mytter gezworen meenthe wert faicke dat emants op ten Schepenen camer fyn mes toghe in toernigen mode fel verboert heben den hoechften koer als LXXX pont ftecket of howet emants den anderen off flaet blaw of blodich fal wefen twe mael tachtentych pondt fonder argelist Item op dach vorsf. ghewilkoert by Schepenen ende Raet mytter zworen meenthe dat nyemants fal meer dan vyer vareken heben op ter meenthe ende die gekrammet fo mannych vareken als dair meer opgeilaegen wort fo mannych vyff pont Ende een ongeren met vareken (50) mach men fcutten op (49) Aangeftelde rechtdag. (50) Ik gis dat het betekent eene zeuge met jonge varkens. F 5  oo Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, op een pond ende een beest te fchutten vyff pont Ende ao. 39 ys gewiJKoert dat men twe vareken i voer een fchap opgeicharen mach dan dye twe vareken fal men nyet opfcharen voyr mayiNyemantsen darff(5i) eenen vremden man alhyerto rechte flaen eer dat hye hem borge geftalt heft myt anders geen recht an to fpreken dan fyns rechtes hyer by Schepenen ende Raet the verblyven ende to voleynden Stadt koer Een vuystflach is elck by daghe een pont ende by nachte vyff pont fol. X hoer fchelden verhvede katyeft ïo \ IIIl 3 IIII. Schoecke off fchoeke kynt of horen fone V Verheide eygen keerle to hieten of fchaick II t. Emants to te feggen du dedes als een fchaick foJo. III Die in toernygen mode ergents een kanne onttwe (52) werpet fo". 1111 III. Werpen myt eenre kannen raickt hie off nyet ys by daghe vyff pont ende by nachte XX pont lol'. III r II. Mes trecke by daege een by nachteX pont II Item fteeken f is by daege vyff ende by nachte bloet wonden } XX pont II XVIII. blont of blaw flaen folio XVIII III. Een vuystflach by dage een by nachte vyff pont als nyet blont of blaw is Emants op den anderen queme myt wapende hant dair men bloet mede Jaeten mochte ys by daege een ende by nachten X pont, flaet hie dat hie den anderen/ayekt ys by daege vyff Ende by nachte XX pont fok. IIII Dat Burgher of ghast denanderenlagheleedeXX pond fo". III Dat (51) Behoeft. (52) In twee, in finkken.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl.91 Dat een burger den anderen ontfede X pont fbo. XXIIII. Dat enych burger ontfecht worde fulfen Schepenen ende Raedt i'yne daege holden worden fie dair over gevangen o'f doit geilagen foe fal fie die Stat quvten of gelden Ende kende die Raet dat die burger onrecht haden fo fal hie die kost betaelen wil hie die faicke by den Raede nyet blyven fal men hem van ftonden an wther Stat leggen foeckt foo. XXIIII Dat enych burger myt een gast liepe op fynen burgher foe mannych man als myt den gast liepe fo mannych elck XX pondt foK V III. Emants den anderen aflyvich maickten bynnen unfer vryheit foe mannych man foe mannych XX pont fo0. UI Emants die den anderen verfolcht jaeget nalopet ofte beanxt myt verboden waepen tfy myt pieck glaveye Kuife heerhamer byle vorcke ende dergelykenys by dage vyff ende by nachte X pont is dat hie myt fteken howen of flaen emants dair mede bloet wondet ys by daeghe XX ende by nachte XL pondt foK XXIX Item van Twy fnyders ende mesfen langer dan der Stat mathen to draegen foickt folio XXX oick foo. XXIII die fie draeget ys by dage X ende by nachte XX pont wonden ftaet tot Schepenen claringen Ui. Een burger den heren oft enygen man claegede over fynen burger ys XX pont Ende nimmer burger to werden eer hier dair by geleden hynder hem gebetert heft. fo°. III Die fyn claege nyet volbrengen en can falverliefen dat hy wynnen wolde XXIII XXIll. Ist faicke dat een priefter of ander geestlick menfche die verhaelinge eirst doet off dat hie die fcult heft, fo mach een leken hem weren fon der broeke ander Stadt. 111. Burgher off gast den anderen to loechenen een pont by nachte vyff pont IX. Dau loechenen off drouwen voirt recht ys vao  32 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, van elck vyff pont VIII ende flaen voir recht XlIIpontlX wjy VI Schepenen off Raet to loechenen dair zie to foo VI rgents van der Stat wegen fyn XIII pont VI. Emants op Schepenen ofte Raet eets oft ghicht fpraeken XIII pont. X. Enich man ofte wyff op des anders eetfpreeke oft op die gezworen broetwegersoffoptgewichte dat hem die Schepenen gedaen heben ys een pont ende foene tot Schepenen ende raets feggen folio. XIX weert faicke dat zie enych man fleecke off floege vyff pont folio X _ VI. Emants die den gezworen Schutters die Schuttinge neme ys der flat ende de Schutters elck een pont van elck hovet als dair ys boven die fchaede Weert faicke dat die Schepenen ergents wolden gaen by daghe of by nachte ende zye acht off thyen gefellen ontboden myt hem to gaen Ende wolden fic nyet gaen of enych dynck doen dair Schepenen voir gengen ofte deden die braicken vyff pont foo. IX Dat die Schepenen ergens enen hant vrede eysfcheden dye den weygerde den Schepenen ys X pont foe vaecke als hye ne weygerde fo mannich X pont weert dat dair enych over buerden ys LXXX pont daer nyet van te laten IX Dat enych burger dede buten onfer flat tegens unfer Schepenen dair zie zyn van der flat wegen ys X pont Ende geen von unfen burgers fal doen tegens unfer burger buten onfer flat by vyff pont foo. Vlil Weert faicke dat emants Schepenen ofte Rae't dair fie van der flat wegen oft van enygerhande faicke die van unfer flat roerende weeren, gheve henhoveerdige off quaede woerde ys by daghe vyff ende by nachte X pont Toegen fy een mes ys by daghe X by nachte XX pont, ftaecken fye off floegen blaw of bloedich by dage XX by nachte XL pont folio XXII s , •> t , „ •, Wairt (53) In 't Gericht.  van de Rechtenen Vryheden der Stad Genem. Byl. 93 Wairt faicke dat enych burger off man queme voir der ftat kaemer myt hogen mode off wair dat fie van der ftat wegen waren ende fpreke dair op Schepenen off op Raet homoedige of quade woirde dair hye nyet mede volvaeren en mochte ys XHI ponc Ende foene tot Schepenen ende Raidt feggen moegen hem bekoeren (54) fo hoge alst hen belief ys myt zworen meenthe joverdraeghen ao. XL fo. XVT Weert faicke dat enych man off vrouwe burger off gast ofte vrunde van oerer wegen een overdracht ofte verbont maeckeden onder hemoffmytanderen luden heymelick myt lufteren off openbair myt runen (55) of myt rade helpen te ftarcken ende te vorderen tegen eendrachticheit deer Schepenen ende Raets ende deer meenten &c. foekt achter twe blat voir die taeffel XXXI. Item mes trecken op ten Schepenen kaemer in toêrnygen mode ys LXXX pont fteken howen blaew ofte bloedich flaen ys twemael LXXX pont a". XLXVI Nyemanten fal op fanct Peters dach oft op fanct. mathias dach beneden int huys (56) fytten off ftaen dryncken die dair nyet toe gafte genedet fynt als by vyff ponden Anno XLIX heben Scepenen ende Raet mytter gezwoeren meenthe ghewylkoert op fondach naefancf. mathias Al die gene die op Schepenen ende Raet gyldemeysters offte emants die officia van der ftat heben fpreken ende der overfeggen (57) dat fy nyet volbrenghen en konnen als recht is fal fyn burgerfchap qwyt wefen Van (54) In keur of breuk flaan. (55) Het woord runen, hier onderfcheidenlyk vmluisteren gebruikt wordende, fchynt misleiden of iets diergelyks to kennen te geeven, of, even als door toverkonstvervoeren. (56) Stadhuis. (57) E"de van hun fcwaad fpreekea.  ,94 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Van panden XII Emants die den boden offte dye myt hem kompt omme te panden quade woirden gheven ys vyff pont die dair tegens buerde myt wapender hant X pont flaet hie oerer een XX pont ftaecke hier oerer een ys XL pont VI Enych die pande weerde een pont XIX Die pantbar fchult fchuldich ende bynnen Genemuden ys ende den boden ghene pande doen en wil fal die bode bieden by een pont pande tdone doit hie des nyet fal hem die bode dat pont aff panden ende oepenen den claeger dat huys (58) ende doen hem pande Ende ist faicke dat men dair gene pande en vynt noch voir krygen en konde den fal men uther flat leggen VI Emants den anderen pande ende die panden verwonne als recht ys myt den panden voert fyn beste tdoen V Dat enych vercofte dat men eten off dryncken mach ende hen des nyet betaelt en wórde machmen wt panden fonder claeghe alst becande fchult ys XX Emants die pande weder neemen die gepant fynt XL pont ende die panden foe guet weder in te brengen als fye waeren by XL ponden foe mannych XL pont ende nochtans ummers weder in tbrengen XX Dat men gheen huys bargen off ontylber guet fetten fal onfer flat off unfen burgeren voir panden foe lange als fye tylber panden heben by XX pont XXV Nyemant fal den anderen harnafch off pan den ende nyemant en fait oick toe pande fetten by X pont ende nochtans blyft dat harnafch ongepant Nyemant fal harnafch draegen by daege off by nach- (58) Het openen van het huis, om te panden, wordt in het Stadrecht van Deventer gezegd doer en dorpel wylw. Dumbar , Kerkl. en Wereldl. Dev. bl. 173.  van de Rechten en Vryheden der Stad Gtnem. Byl. 95 nachte anders dan die gefatte waeckers by X pont .Xil Nyemant en mach unfen burgher vorder panden dan fyn guet verftreckt ende nyet au fyn lyeft s xil Wert faicke dat enych burgher myt den anderen inne woenden ende fate in den halven hufe myt hem wes hie fynen huys genoten ofF panden dat mach hie halden op fynen helfte van den huyfe oft hiet wther where ghefuert hadde myt rechte XXXi Den rechten faick woelden falmen fyn panden eirst wt flyten eermen fynen borghes panden die voir hen gelaeft heft voir pacht of ander fchult Van geboden Vrede I Als emants van den rade vrede geboden heft tusfehen fcheelachtygen myt woirden ofte wareken wel als dan daer eirst op vaert ende vechtet ys LXXX pont buert hie dair en boven ys XL pont ende dye ander nyet Ende dair een burgher vrede geboden heft ftae't op hal ven koer op vorsfmanyeren II Die in vrede flaen ende den anderen quade woirde gheven ys vyff pont II Die rechte hantdaoighe fal fynen vrunden den Schepenen vrede laten weten fchyet dair enych overlast boven van hem off van fynen vrunden ys LXXX pondt XIII Scheelachtighen burgers follen die Schepenen foenen by oeren eede wye dair en boven gaste in haelden off claegden ys vyff pont XXIII Wye een beloefde faicke dair dye Burghermeysteren clevnen off groten koyr op gefath heft nyet holden wyl dye ghelt den koyr daier op gefath ende nochtans fait gefcheiden bliven XUII Wye boven den Schepenen foene den anderen anveerdicht onverhaelt van den voerfchele dair fie aff ghefoent fynt breekt die pene dair die foene byverborcht ys ende alfulken koer als hem Schepene ende raet myt rechte aver wyfen XXIIII Nae den geboden vrede fal die burger dat huys  96 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, huis holden ende die gast fal wthen huyfe gaen by vyff ponden ende des nachtes by X ponden foe vaecke als hie weder int huis kompt dair die burger fyt Twee fcheelachtyghe fytten in ene harbergheofte in enygen huyfe dair hem vrede geboden worde folen oyr gelach rekenen ende gaen beyde wthen huyfe Ende wert faicke dat oer een dair na in eenygen huyfe of taveerne wuere ende die ander daer nae ynt huys queme die folde weder wth gaen by vyff ponden Dat een burger icheelachtich worde buten onfer ftat myt enen gast ende die burgerden gastmyshandelde bynnen onfer ftat onvervolcht by den Schepenen ys vyff pont II Emants die des anderen huys aenveerdicht of nae liep yn zyn huys myt wapender hant ys by dage XL pont ende by nachte LXXX pont fo mannich man fo mannygen koer XXI Dat emants queme in enych mans huis myt hoveerdigen woirden ende toernigen mode ys by dage X ende by nachte XX pont Toege hie fyn mes of queme hi int huys myt wapender hant dair men emants bloed mede laeten mochte ys by dage XX by nachte XL pont fteke of floege hie yemants blaw of bloedich by dage XL by nachte LXXX pont Dat man off wieff in des anders huys ghenge by nachte dair den Schepenen claege off queme vyff pont Nyemant fal dobbelen offte geenrehande fpyl fpoelen dat an geit dracht by vyff ponden Ende die weert ofte weerdynne van den huyfe daertghefchiet geit oick vyff pont Dat een gast in onfer ftat onfen burger enych anveerdichde wes hem die burger of emants die myt hem ys doet ys broeckeloes tegen die ftat VII Dat enych gast unfen burger myshandeldein onfer ftat den fal die ftat holden voir fyn koer ten tyden hie unfes burgers feer verbetert ende der ftat koir betaelt heft Dat  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 97 Dat enych man of burger den anderen to campe loede off hant jfer verhoede tdraegen ergent in unfer vryheit off in èriyger ftcde dair unfe burger fyn buten of bynen unfer Stadt V pont wth daegen V by nachte'X pont Emants man off wyeff die fyn byer goete in toernygen verkyerden mode enygen to fchenteoysfe voert hovet of anfyn clederopten heert off tegens die want ys vyff pont by nachte X pondt XXIII Die bewislick dry werffin eenen jaer vechtlick felfs eirst gemaickt heft den machmen na die dry vechtïïck int felfte jair broekeloes flaen Ende flaet hie emants. geit dubbelden koir na inholt unfer ftat boick XI Dat envch burger wth unfer ftat gen ge buten oerlof der Schepenen myt enen gast oft om enyges gastes wille op enygen mau co hynderen to flaen of to vaen ys XL pont Van dyefte Emants den anderen diefte an teghe fonder bewvfs V pont Emants den anderen dat fyne ontfeerdichde by daghe offby nachte vyfch vleifch hoenre holt tuen torfovet enygerhande guet groet of cleynysfo mannych menfche fo mannych X pont Ende beteringe voir den fchaeden te doen XXVII Emants den andere vrede ophowet ott en twe braicke onvervolcht by de Schepenen vyff pont XXVII Emants des anderen ffuecken toghe ongeoerlofft dat men hem des overgaen kan felfs anderde die fal fyn burgerfchap verloren heben ende nimmer senot heben van der ftat Emantsdes anders toem onrechthcken toege 1 pond Wair twe towen quamen dair twetome lagendea overften toem alre eirst j$ fchieten ende nyet in des anderen fchoet to leggen by I pont Nvemant fal des anders towe optrecken ende la- VI. Stuk. G tea  98 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ten dry ven by vyff pont hie fait eirst anden burgermeister brengen Dat gaste oir vogel towe leden op unfe waterende lant dat moegen die burgers op nemen ende wel die flede eirst bevaert myt fynen tughe die zal zie heben Ende ellick fal van den anderen leggen vyftich vaedem, queme hyer claege over dat waer X pondt Van brande Die brant in fynen hufe haden ende nyet wt en brochte eer fyn nabuets vyff pont Gefchiede enych brant in unfer ftat dair unfe burgers to brande liepen die dair den an deren ftecke off floeghe LXXX pont ende die den anderen dair lochende off quaede woirden geve dair onruste off comen mochte ys XL pont W el wapen gerucht maickt by daeghe vyff pont ende by nachte X pont Van den visfcheren Alle visfchers folen burgers offgasten vyfch vercopen om rede geit pennynges weerde verdynget off onverdynget by vyff pondt XXVI Nyemant fal "vaeren op waeter op foendaghe off foenendaghes vyer off groter, eer die hoemysfe wth ys by X ponden ende wiet anbrenekt fal heben den halven koer Ende defen koerfalmen bynnen acht dagen inwynnen XXV Nyemant fal van unfer ftat water verhueren hye en fy fo ftarck heerreyfen waeken ende ftat dyenflen tdoen dair den raet an ghenoecht XX Die geen loet water en nemen van unfer ftat follen nergents visfchen dan achter op ten hoep by vyff pont XXVII Als een burger wt unfer ftat vaert mytter woene foe moegen die Schepenen fyn waeter ver- hue-  van de Rechten en Vryheden der ' Stad Genemuden. gg hueren toe den hoechftenpennyncktotbehoiffunfer kereken Van bier tappen Emants die véyle byer weigert om rede geit dair den Schepenen claege over queme ys een pont XXV Wye byer wil in draegen fal den céysmeys. ter dair by nemen vercoft hye dair byer off bewyslyck by helen vaten dat mach hie den ceysmeyster aff korten XXJi Die byer tappers folen myt eenen eet geen maegenaes holden den fie anfprekën die mach myt fynen ede lyen fo voele als'hie fchuldich ys Van Tuychnysfe Wyefick tuges vermete voir Schepenen fal men dach leggen ter naester rechtdaghe komen fye oaverenycht weder to rechte ys een pont XXV Nyemant en darff tugen van komanfehap die verjaert ys Tendes den iaer falmen dair nyemant over noeteden Ende nyemant darff tugën anders dye den koep heft geheven ende draeg°en. Van komanfcap Enych burger off gast coften enych guet tegen enen gast ende hie hem dat lovede to leveren buten fynen cost dair en ys hie genen onraidt of? fchuldich anders dan de coipman fyn geit dair hie dat guet omme cofte XIII Die in den komanfcap gelaeft heft tbetaelen als een koipman dye mach dat wt panden fonder claeghe alfo veere alst dye ander lyet Dat enych burger of gast guet haden in fyn huys off in fyn have of in onfer fiat up unfen vryen bodem dat ys hie naere'r tholden dant hem enveh burger of gast ys af te wynnen myt enygen réchte dat recht is oick-oft hem een betimmert erve befproG 2 jcen  ioo Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ken worde ys hie narer tholden dant hem enych man weer aff te wynen XIX Voir een pont grote bynnen unfer ftat geloeft falmen gheven XVI pondt alsganckber fynt bynnen unfer.ftat voir pacht Van veltfchade XXII Emants den Veltfchaede ghefchiet ys fal begheren dat die burgermeysfter dair to twe gude mannen'late bieden den fchaeden robch'chtigenden fal hie;gheven eirst iwe kanr.e biers eer fie wfgaen wes die twe mannen kennen van f haeden in haver ofte graefe gefcheet ys dair folen geen eden boven gaen wie obrecht heft lal dyt byer vorff. betaelen ende voir den fchaede machmen fonder bieden van ftonden aen panden XXII Item men fal ghenen fchaede rychten voir unfen Schepenen bynnen unfer ftat van fchulde dye nyet hogher en dracht dan vyff arn gulden dat fy gast of burger Ten weer dat emant den ander fchaede geioeft haden die hie hem overgaen mochte als recht weer Van erftall XIX Weert faicke dat enych twe burgers erffhis. fe oft guet bynen ofbuyten unfer fiat verfchenen waer dair fie rechtes van behoefFden dat en fullen fie genen man over geven eer dat voir rechtet ys voir Schepenen weirt faicke dattet emant overgheve buten unfer ftat eer dat voir rechtet ys fal geen ftat holden ende breekt vyff pondt XI11I Dat enyghen menfche enych erffnys offte guet verfchenen weer bynnen unfer vryheit Ende hem nyet genuechde aen alfulcker fchéydinge als hem gedaen worde foe mach die dat guet offerfnysfe uthen fal, fyn recht doen dat hie gerechte erfutinge gedaen heft ende tendes fynen eethmach men hem nvet narer komen XV  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. lot XV Waert faicke dat een man, hadde erffpacht offerfftyns ut enen huie quffirefo. Xv XXVI Wes renthe off pacht,nyet gemaent noch geboert en ys foo. XXVI • Van ban eken Dat emants perlement maickte van den bancken in der kerken anders dan fie die Schepenen gefat heben ys X pont XXIX Voert falmen nyemants grove gonnen in onfer kareken hie en befette unfer kareken een olden fchilt toe teftamente foekt int XXix blat XXyii JMyemant fal eerde op fynen achter wech ofte were haelen anders dan dair hem dieSchepene ofte burghermeysters wyfet ende oick anders nergent brengen dan op fyn were oft achter wech Van burgerfchap XXVI en XXVH Nyemant en fal hyer burger worden hyefal eirst toe Genemuden een jair wonen Ende wil hie dan burger worden dat fal alsdan ftaen by den gemeen en Scepenen ende Raedt Ende fal dair leggen halff totter ftat ende half totter kereken behoef Item nyemant en mach fyn burgerfchap op feggen hie en ghéve den Schepenen eirften vyff" pont ende vacre voert mytter woene wther-ftat off ten fal anders gene ftade holden. XXVII Enych burger die wt unfer ftat vopre mytter wone die en fal bynnen enen halven iaer dair nae nyet laten daegen unfen burgers myt yenigen breven by verlues fynre burgerfchap. Hadden een burger ende een gast tdoene voir Schepenen van daghe breven of oeren een den anderen fyn tuych beiprake dat zy bannych weren dat folden zie' male den anderen op ten ftemmygen G 3 ge-  io4 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, grachten reehtdach bewyfen mvt oeren breven iöeckt XIII Voert meer foe en mach nyemant fyne burgerfchap opfegge dye in den rade ys •Jtem op alle fanct mathias daghe fal men deer meenthe laten voir lefen dat ftat ^boick ist dat fyet begeren ende nyet meer van den jaere XX Een ftat pondt ys II olden vleemfchen Item XV pacht groete off X'X fchillynge cleyne ys een ftat pont XXIIl'l Een olt grote ys vyer krünftert dat ys twe vleemfche placken XXVlii Item faicke dat die Stat renthe opoirtermynen nyet betaelt en worden mach men den faickwolden of den burgen eirst dages aff bieden byvyff «n des anderen dages by X ponden ende fo voert op wart tot ten hoichften koir XXVm Ende dyen van renthen, koere oft enygen anderen faickken wes vuergefchreven wordt ende dat op oir beloefder tyt myt gelde nyet en betaelden als fye dair voir gemaent worden, folen noch water noch weyde noch generhande vordel van der ftat genieten XXI Wel voir fyn hoeft off to huys gebodet ys off voir der anfpraickentohuyskompt, kompthye nyet voir recht fo wynt die aenfprekerfyn beclachlicke geit ist dattet den geboden nyt gefaeht en weer (59 )_mach hie affnemen myt fynen eede XXII Niemant fal hannep of vlas roeten bynnen unfer drecht van dair die moelc plach tftane hent an die uterfte palen als fo mannyge roete foe mannych vyff pondt XXVIII Dat iemant van unfen burgers buten unfer ftat voir recht tdoene haden dat an erffgront draget foeckt fo°. 28 XX,X Niemartts van unfen raet frunden fal machtig wefen deer ftat fcholdewtto lenen off ftat renthen to verfetten offdeergelyken buten confent deer gemeene Schepenen ende Raidt &c. XXlIII (59) Is het dat het dien, die gebooded is, niet gezegd v,'aare.  van de Rechten en Vryheden der Stad G'enem.Byl. 103 XXIIII Wat faicke dat unfe gemene Schepenen ende raidt mytter zworen meenthe overdraecht dair fal aldynck (60) mede doir gaen ende dair fal drc meene meenthe mede to vreden zyn Dat emants alhyer rechtes behoefde dat in unfen boicke nyet en, weer wes Schepenen ende Raet mytter meenten wyfeh voir recht dair fal geen recht boven gaen bynnen onfer ftat VII Die rechten erffgenamen eens mans in onfer ftat geftorven folen in der fcheidynge voir wtli hebben fyn cleder harnafch ende ryde peert. Ende der geftorven vrowe erffgenaemen oyr cleder Te verftaen wes hem an beiden tfyden tot oeren lyven gefneden weer fonder golt ende fylver tfy bynnen oft buten Genemuden, ende anders nyet' XIIII Item ghene vrowe en mach oir guet gyftigen anders dan myt oeren gekoren mombar XVI Item willen wthgehylyckte kynderen na oir olders doit mede in die erffhysfe tasten foe moeten fie oir ontfangen guet weder inbrengen ende anders nyet meer willen zie buten bliven myt dyen dat zie wtgebort heben dat moegen fie wel doen XVI Dat enych menfche ftorve in onfer ftat die fanct. martens to beboeren die verfchift ende gefcheiden waeren &c. foeét foo. XVI Enych man fyne vrunden behoefden buten unfer ftat mach byden X mannen ende nyet meer by een pont Enych man huys of erve huyrde gelegen in unfer vryheit dat unfen burger nyet toenhoerde geit dair aff fchdt fchulde ende al onraet als voir fyn eychelicke guet Wye huys off erve gepacht hefft tot wtgaenen jaeren fal die ftraete voer fyn huys off erve hueden ende waeren alfo breet als hem die Schepenen wyfen ende tendes fyne jaeren wes hie myt rechte bewyfen mach dat hem die ftraete gecost heft fal hem fyn lantheer dan afftaen van der eirfter pacht VII (60) Alle' ding. G 4  104 Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuk, VII Emants fich wt leet leggen voir fynen koere fal by fchynen der fonnen uther ftad tyden maer fyn wyeff" ende kinderen moegen myt oeren brode blyven Ende hie en mach nyet weder in comen me en betere to voeren fynen koer ende al fyn boden dair hie van den Schepenen by geboden ys meer hie beholt fyne burgerfchap allyke wel Ende gefchiet hem middelar tyt enich ongeval van fynen burger hie en heft geen recht den heren over fynen burger to claegen ende die heer en mach hem ter claege nyet dwyngen dan noch fchulte noch Scepenen noch emants fal hem harbargen hufen of hoven by vyffpont XXV Tho Zwolle voir recht gehaelt dat een fchulte gene daghe en mach leggen tweenparthyen to wyenen of to verliefen dat an guet draecht hie moit dat doen myt fynen koirnoten off by twegude mannen Waert fake dat enych man of vrouwe burgher of gast, ofte vrende van oeren weghen, een over• drachte ofte verbant makeden onderhen, of mit ander luden , heymelick mit luisteren of openbaer. mit runen of mit rade, helpen te ftarken ende te vorderen teghen eendrachticheit der Schepen ende Raeds ende der meenten, omme Schepen ende Raet in oren faken de fy tot Oer ftat behoef te doen hebben of noch te doen moghen crighen, daer mede te overvallen ofte te dreyghen, doet te flaen of wt der ftat te flaen, of in enigher wys te misdoen ofte oick onfe ftat te helpen brenghen in anderen regiruncte, dan an Schepen ende Raet als dat van oldes onfe voirvaders rigiert hebben De ende al de ghene de daer toe helpen mit rade mit dade hadden verboert oer lyf ende al oer guet bynnen onfer ftat ende vryheden tot behoef onfer ftat Ende buten on^ fer ftat vrvheden tot behoef ons genadighen heren van Utrecht möchtmen fvnyetverwynnen als recht ysfy foldent hen onfchuldich maken mit hem twaleften Alfo als dat toe Zwolle an onfen hoeft ftat en de voerftanders cp fodane wederfpannighen inden jaer  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 105 jaer dufent vierhondert achte ende tachtich voer wilkoer verfocht jn fchriften ghehaelt ende mit hem omme ongeluc te vermiden overdraegen ys Waert faeke dat yemant enyghen van defen of van anderen faken vername de" fal' dat melden by derfelver pene Ende waert fake dat Scepen ende RaetofteGhemeente onfer ftat enyghelastof hynder creghen van defen faken van yemant hy weer van bynnen of van buten dat folde wy hem helpen wt draghen ghelyck ons felf faken in den iaer ons heren MIIIIcfesen festichopSte. mathias dach do hebben Scepen ende Raet ende Ghezworen meenthe in der tyt to Genemuden myt malcanderen overdraeghen ende hebben to famen fheloeft ellic voer hem ende hor nacomelinghen cepen of Raet off zworen meente dat fie malcanderen fullen helpen vyt draghen al ghebier(6i) last hinder off fcade dat hem van der flat weghen mach an comen nu of hyr naemels Ende by funderen van den Alardes vrenden welc Alard hyr in der vanghenfchap is doet ghebleven. In den jaer ons heren MMIc. neghen ende tneghentich des dinxdages na S^. Valentyn foe heben Scepen ende Raet in der tyt eendrachtelic overdraghen ende ghewilkort wanneert gheboert dat men heer reyfen doen fal (62) foe fal de ionghefle van den Schepenen ende de ionghefle van Raet lest in den Stoel des raeds ghekoren, yerst wtreyzen oer heer reyze te volbrengen of een ander Scepen ende Raet daer toe bequaem in oer flede te fetten te willighen ende te loven daer nae alfe weder noet gheboert heer reyfen te doen foe fullen deiongheflen daer na een Scepen ende een Raet desgheiikes oer (61) Bezwaar, van heeren draagen: of gebuir, toeval, het gene gebeurt. (62) Dat men heirtochten doen zal. G 5  ïoö Overysfelfche Gedenk/lukken, Vide Stuk, oer heer reyfe volbrengen Ende foe voert ten eynde vervolghende Item En dyt is die fondacie van Ste. katarinen altaer als die overdraghen ende ghemackt is mytten kercheren ende den ghemenen rade Item in den eirsten fo fal die priester des vorff. altaers twee misfen doen in die weke op wirke daghe dat is myt namen des dinxdaghcs donredaghes Ende alle hilighen daghe fo fal hie vromisfe doen Ende die fal hie op hoechtiden finghen Ende hie fal helpen finghen mettene misfe vesper ende vigiliën ende anderen dienst wanneer die kercheer deü dienst doet Voert foe fal hie den kercheer brenghen dat offer dat hem gheoffert wert Ende vermynren hem dat nyet Ende fal hem trouwe wefen ende nyet aftrec: Martii» Item gewyllecoert by Burgermeifteren Sehepe* nen unde Raeth myt fampt Gemeente, dat die kynderen in baere olderen ftede fullen flaen toÊ harer Ohems unde Moeyen naegelaten guideren gelyck als gebruyckelyck is, dat fie flaen in die ftede harer bestevader edder bestemoeders nage* laeten guederen (1), Ten anderden is op dach unde datum vürfs. vér* Wyilecoert dat ghiene man noch vrouwe in een ander bedde treden fall, voer unde aleer fy die voerkynderen ader fruntfcap erfutinge gedaen heb* ben by die pene van tachtentich pondt Ten darden is op dach unde datum voerfs. Ver* wyilecoert dat niemant enigh bier fal moegen in* leggen unde vertappen, daer coep offer wyncop over gaat, fonder accys daer van toe geven, by die pene van thien pondt» N°. 2. c* Ëxtratt uit een Protocol der Stad Gen& maden beginnende met 1570, Anno 1580 op fondach nae mathei apostoliden lesten february (post aha) Item is noch ten derden gewilcoert ende gefiatll* eert (1) Zie Overysf, Cedenkjl. JU.Stuk, bl. 23Q-—---232. H 2  n6 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, eert op dach ende dato voorfs. ofte zake waer dater imant mochte timmeren op andermans gront en de namaels mitten (i) mit malcanderen nyec conden accordyren, ende daer van ghyene huyercedels ofte levendighe getuyghe en waeren, zoezal dengronthere den meyerman zyne timmeragie ende gewas tot guede mans kenninghe moeten betalen alhyer binnen onfe vry heit van Genemuyden concernyrende. No. 3. Uit het hoek van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden. Wy Jon an by der ghenade Gods Bifcop tutrecht doen te weten allen luden de defen breef fullen fien of horen lefen m't kennisfe der waerheit Dat wy gelooft hebn ende loven mit defen teghenwoerdighen breve, onfen lieven getruwen Schepenen ende raedt ende onfer ghemener Stat van Ghenemuden. Dat wy fe holden fullen in al ocrre vryheyt ende recht. Alfo als fe fyt van onfen voervaderen Bifcopen tutrecht haer ghebracht (1) hebn. Ende omme dat wy willen dat hem defe voirgemelde vryheyt ende recht yast ende gheilede bliven fal ende onverbroken. Soe heb wy hem des defen teghenwoirdighen breef befeghelt mit onfen feghel. Ghegheven toe Daventer int jaer ons heren Dufent dre hondert fefs ende veertien opten anderen dach van Maert. (1) Dit woord is hier te veel. (1) HergebragO No,  ran de Rechten en Vryheden der Stad Gmem. Byl. 117 jN°. 4- Uit hst oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Wy Johan bi der ghenade Goeds bisfcop tutrecht doeö te weten allen luden, die defen brief zullen fien of horen lefen, dat ons voergecomen is, dat onfe burghere, ende die ghemeyne ghebuere onfer Stat van Ghenemuden gheen recht en fouden hebben, aen die visfeherye alle des waters , dat ghelegen is binnen onfen lande van Waterfteyne nederwaert tot aen die Voerst, ende dwers over ii alle den water van den enen lande tot den anderen. Waer afwy die ghemeyne borghere ende die ghebuere van Ghenemuden voer ons dagheden , om ons aen te brengen bi wat rechte ende belcheyde fi des voerfeiden waters ghebrukeden, ende daer in vïsfeheden. Ende want ons die voergenoemdebor • ghers eh ghebueren mit der waerheyd aangebracht hebben, dat fi alle weghen van ouden tiden des voerfeyden waters en viffcheryen ghebruket hebben, ende hem die brukewere oec nie eermale befproken en wart. noch belettet fo fyn fi alle defer zaken aen onfe ghenade ende verclaringhe ghebleven. Waerom wi tusfehen ons ende onfe nacomelinghe-bisfeoppen tutrecht aen die een fide ende die borghere en ghebuere voerfchreven aen die andere fide onfe fegghen verclaeren ende willen dat die voergenoemde borghere ende ghebuere defe voerfeyde visfeherye ewelic vrilic houden, hebben en ghebruken. fullen. Want wi dat nae allen rechte ter waerheyd gevonden hebben, dat fi fe, alle weghe ghehadt hebben ende fi hem nummer befproken noch belettet en wart. Voert om allen twivel te floppen, ende oec hoer recht, ende hoer beH 3 toea  Ïi8 QvSrysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk* toen (O te beteren ende te vervullen, fegghen wi ende willen dat de voerfeyde. borghere ende ghebuere onfe veerllal van Ghenemuden mit alle finen toebehoren verwaren, bruken ende behouden fullen, Ende van defen veerftal ende van defer voerfeyder vysfcheryen ende eiken van hem voer pi, fa fullen fi ons ende onfe nacomelingben bisfcoppen tutrecht jaerlix: op funte Lambrechts dagh of binnen vierden nachten daer na gheven, betalen ende Jèyeren tot Volïenho op' onfen huys tfeftigh pont goet nuweswas, dat lofbaer (2) is, in comans hanf ende om dat wi willen, dat defe voerfehrevene punten ewelike vast ende gheflade bliven, fo hebhen wy defen brief befeghelt mit onfen groten feghel, Ghegheven tot Volïenho in 't jaer ons he-' ren dufent driehondert feven ende yeertich des vridaghes na meydach Hier aan hangt het zegsl van den Bbfchop in rood wasch aan een francynen Jlaart. N°. 4, b, Vit het eorfpronglyke ter Secntarye van Genemuden. Wy Johan van Viernenborch by der ghenaden Goeds ende des Stoels van Roemen Bisfcop Tut, recht maken cont allen luden dat wy onfer Stat en onfen lieven borghern van Ghenemuden Cqnfirmiert ende (1) Betooning, bewys, (2) Lofwaardig, goed: pf 't welk een Koopman kan uk■ ooye.'], yerkoopen.  van dc Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 119 ende ghegheven hebben, Confirmieren ende gheven al zulke brieve, recht, vryheyde, van visfcherie ende wilcoer, als fy verkreghen hebben van al onfen Voervadera Bisfchoppen Tutrecht, ende loeven hem die vast ende ftede te houden fonder arghliist. In oerconde des briefs befegheltmit onfen leghel Ghegheven to Volïenho, int jaer ons Heeren dufent drie hondertviif en tfestichopPaelm avont jusfu domini. Hier aan hmgt een rood zegel van wasch aan een francynen jlaart. N-\ 4. C. Vit het oorfpranglyke ter Secretarye van Genemuden. Wy Arend van Hoern bi der ghenaden Goeds en des Stoels van Rome Bisfchop Tutrecht maken kont allen luden, dat wy onfer Stad, en onfen lieven Borgheren van Ghenemuden Confirmiert ende ghegheven hebben, Confirmieren ende gheven alzulke brieve, recht, vryheide, visfcherie ende wilcoer als fy vercreghen hebben van al onfen Vorvaderen , Bisfcopen Tutrecht ende geloven hem die vast endé ftede te houden zonder arghelist In orconde des briefs befegelt mit onfen {egel. Ghe» geven tot Zwolle int jaer ons Heren dufent drie hondert twee ende feventich des faterdaghes nae fente Lambers dach ■.Het zegel is van zynen francynen Jlaart meest afgevallen. H 4 No.  120 Overysfelfche Gedenkflukkén, Vide Stuk; N. 4. d. Uit het oorfpronglyke ter Secretaryg van Genemuden. Wy Deryc bi der onthenghecisfe (1) Go'des Prouest des Convenr.es van Sente Marienbarghe in Zalland anders gheheyten ten Zwarten water van oerden Sente Benedictus des Gheftichtes van Utrecht maken kondich allen luden, dat wy hebben in onfe hand gehad, ghefien endeoverlefen enen ganfen ongecancellierden brief vol ende was befegekmit 'zeghel onfes lieven ghenadighen Heren , Heren • Flobens van Wevelinchove, in fynre tyt Bifcop 'Tutrecht, dien God.ghenadigh fy, fprekende van woerden to woerden als hier na befcreven fteet. Wy Florens bi der ghenaden Goedes ende des Stoels.van Rome Bisfcop Tutrecht maken kont allen luden dat wy onfer.Stad ende onfen lieven Borgheren van Ghenemuden Confirmiërt ende ghegheven hebben, Confirmieren ende gheven al zulke brieve, recht,- vriheide', visfcherie ende wilkoer als fe fy vercreghen hebben van all onfen Vorvaderen Bisfcopen Tutrecht ende geloven hem die vast ende ftede te houden, zonder arghelist, behoudclic ons ende onfen gheftichte alzolkes wastyni'es, als fe jaerüx op onfe huys tot Vollenhoe daar af fchuldich fyn ende pleghen te gheven na inhoude der brieve, die'fe hebben van onfen Vorvaderen zeiiger ghedechtenisfe Bisfcop Johanne van Arkel-, ende behoudelic ons oec datfe ons onfeamptlude ende ghcfinde, wanneer, ende wii dicke ons des noet ende behoef is an den verftal tot Ghenemuden fonder loeh over voeren folen vort encie weder. Al arghelist wtghefcheiden. In o'ircondedefs briefs befeghek mit onfen feghcl. Ghegheven tot Zwolle (1) Andeis gthengeniffe, ipej^aijng.  van de Rechten en vryheden der Stad Genem. Byl m 7wolIe int iaer ons Heren dufent driehondert neghenltieventich op Sente Thomas dach Apos- t£iFnde want wy Deryc vorfc. defen brief aldus gePimteThebben als vorfc. fteet, So hebben wy nSeTSl des wy gebruken in onfer praueft.en au defen bfief ghehangen tot enen tughe der waerheyt GhSh-ven in 't jaer ons heren dufent driehondert Se inde neghentigh des vridaghes.na Sente Reraigius, Ad mandatum Domini Lubbertds Mensman Hier aen hangt een groen zegel van wafch aen eenfrancynenfiaett. N°. 4- e- Uit het boek van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden. o Fredericic van Blankenhem by.^rg5f"aiCc Gots bifcop toe Utrecht maken kont allen ladend^ wv onfer Stat ende onfen lieven burgheren vaniGhtJemuden gheconfirmiert ende ghegheven hebn confirmieren Inde gheven a alfulke breve, recht vryhede visfeherye ende wilkoer a s fy veicieghen hcon van al onfen voervaderen bifcopen ^cht hn^ loven hem de vast ende ftede té holden fonder a gelist BehoUlickons ende onfffl> g^hte al| kes wastynfes als fy jaerhx op onfe huysi toeVoU lenhoe daer of fchuldich fyn ende plegh?nte gheven na inholt der breve de fe hebn van onfen voervaderen faligher ghedachtemsfe bifchop» Johan van Arkel Ende beholtlick ons oeck dat fy ons enue onfe amptludén ende gefynne wanneer ende hoe  Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, dicke ons des noet ende behoef is an den veerllal toe. Ghenemuden fonder loen overvoren fullen voert ende weder Al arghelist wtghefcheyden. In oirkonde des breefs befeghelt mit onfen feghel Ghegheven toe Volïenho int jaer ons heren dufent dre honden vier ende tneghentich des vyfllen dach in den Mey, prefentibus de confilio domino Wil. helmo de Kenen Scolastico ecciefie trajectenfis RüTGERO DE DORINCK & fiENRICO ZüER. No. 4. f. Uit het hoek van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden, " Defe fcheydinge ende bepalinghe van der voiriT. watere is aengaende van Weterileyn nederwerthent anden Voerst ende dwers ouer in al den water van den enen lande tot den anderen hent an een water dat gheheten is de damdrecht. Daer ons heren ghenaden water an licht westwert an de ene fide Ende. der Ghenemudep water oestwert an de ander fyd', als de olde k.onde daer van ghegaen is, Ende hyer van is een konde gherichtlick bezeghelt aldus holdende Wy Alfer van Yfelmuden ende Egbert van den Rutenberghe bekennen mit defen open breue, dat wy van beuele Pilgryms van den Rutenberghe in der tytSchulte ende Rentemeyiler tot Vollenhoe, daer ouer ende anghewest heben van weghen bisfcop Frederix in der tyt Bisfcop tutrecht faliger ghedachtenifie daer een twist ende fchelinghe was van bepalinge des waters tuffchen onfen ghenadighen heren voirfcr. ende der Stat van Ghenemuden, daer  van de Rechten in Vryheden der Stad Genem. Byl. 123. daer by quamen van Volïenho Frederick de Wilde ende Dirck Corneyer Ende van, weghen der Star, van Ghenemuden Louwe van Bemmei ende Lauwrensken dat vier guede beleuede knapen waeren den de bepaünghe voirfcr. van oren langhen daeghen. herwert ende na van fegghen horen wel kundich was Ende feden mit oren waren woerden by oer. beste wetenfcap dat dat ghefchey t des waters voirfcr. wefen fal in de damdrecht; west fyde onfe ghenadighen heren water van Utrecht Ende van der damdrecht oestwert de Stat van Ghenemuden an denJande ter asfchat Ende want wy hier ouer ende anghewest heben als voirfcr. is, foe heb wy_ in een ghetuych der waerheyt onfe zeglen an defen breef ghehangen Ghegheuen inden iaer ons heren du-fent vierhondert ende fefs ende dertich, des So-> nendaeghes na alrehiligben dach Voert foe heft onfe Stat Ghenemuden van defe bepaünghe, fchelinge ghehadt mit den erfghenaemen ter asfchet, ende haden dat beloeft den dryen Steden Deuenter Campen ende Zwolle ende fy en konden des nyet eens worden daer dusdane fchrift van is Wy Eurgermeylteren Schepenen ende Raet der Stat van Zwolle maken kondich allen luden mit defen openen brcue want wy ende de ander Steden Deventer ende Campen nyet eens gheworden eq konden recht te fpreken tusfehen der Stat van Glie? nemuden ende de erfg. ter asfchet Rorendevanoer fchclinghe van water, Soe fy des aen ons ende an den Steden voirfcr. rechtes beloeft baden hier om heb wy ons deer faken ende rechtes voirfcr. ontledighet ende fetten dat aff fonder argelist In oirkonde defes foe heb wy onfer Stat fecreet qpt fpacium sbreefs doen drucken Ghegheuen int jaer ons Heren dufent vierhondert acht ende dertich des fonendaghes na Geregoris Victoris dach Dit gefchiede by bisfcop Rolofs tiden XX jaer Voer bifcop Dauids tiden, Ende daer en tendesheft bis-  1*4 ' Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, biffcop Dauid om oer bewys te ftarcken defelue wateren ende viffeberie bezegelt Aldus is onfe Seat Ghenemuden gebleuen in oere bruyewere ende Janghe befit, ende op oer olden rechten na wtwyiingheoers pachtsbreef den fy daer Van heben van falighe biffcop Johan van Arkel als voirfcr. flaet dit 'ghefchiedt. Ick Zweder Willemfs inder tyt Sculte toe Ghenemuden bekenne ende betughe in defen openen' breue dat voer mv gecomen fyn int gherichte daer ick toe gherichte fat mit mynen koernoten hier na befcreuen in een gheheechden gherichte ende ghefpannen^banck a!s ick mit rechte fitten folde Jacob' Gherytfs ende Gherardus ten Hamme dienres des eerfamen-Rölbfs van Beueruoerde houemeyilermyns ghenedïghen Héren van Utrecht,Schulteende Rentraeyfler des lands van Voll mhoe Ende fpraken an als ghemaghtighe dienres des Rentmeyiters voirfcr.. defe nabefcreuen lude, buren ter affchet ende by der allchet, om een konde ende tuych der waerheyt te doen ende te fegen daer fy mit den rechte toe gebracht worden foe wes hem 'wittich chde kqndich were van myns ghenedighen heren Viffcherye inder affchet gheleghm, foe woe veer dat men de van oldes te vjflehen pleghen, ende by den Rentmeyfter flands 'voirfcr. in der tyt verpachtet were daer defe na befcreuen mans'yerst op ghetughet ende-ghefecht heben mit waeren woerden ende na ghezworen mit opgerichten vingheren ende wt gheftaefdes eeds in alfodane manyeren als' hyer na beier, flaet elck voer fyn hoeft van woerden tot woerden Jrït yerfle foe heft Willem Johans ghetughet dat hem witlick ende kundich is dat myns ghenedighen heren Rentmeyfler flands van Volïenho myns heren vifi'cherye -in der asfchet gheiegen verpacht heft tbt myns heren behoef ouer XL iaren voer datum defes breëfs angaende van den vlu grauen hent an Ghenemudenre Stal ende des ghelykes heft Meynart Johanfs oec alfo ghetughet als voirfcr. is. Item  van de Rechten en Vryheden der Stad Genemuden. ia* Jtem Berent Willemfs hefc des ghelikes ghetughet dat bi tyden heer Rotghers in der tyt Vicanus falishe biffcop Rolofs ende by tiden Gheerts van Ysfelmuden in der tyt Schulte toe Vollenhoe, de voirfcr viffcherye alfo verpachtet is als voirfc.is Voert fo heben Dirck Borchorst, Berent Heynenfs, Reyner Albertfs, ende Henric Luter ghetughet, dat defelue viffcherye alzo gheviffchet is, by tyden Gheerts van Yfelmuden voirfcr. faligher ghedachten in der tyt Rentmeyfter des lands van Vollenhoe mede fegghende dat wel fommige luden tot fommighen tiden dre of vier fuken in dat water pleshen te fetten mer waut men dat beclaechde an myns heren ghenade of fynen Rentmeyfler, foe waert dat of gheftelt, ende ghien vervolgh daer vorder op ghedaen Item Johan Steuens heft ghetuget dat hy derthien jaerlanck de viffcherye voirfi. had helpen viffchen van den vlu grauen hent an Ghenemudenre ftal, ende daer nyemant in ghefet fuken of fcutten outen confent der gheenre de dat water van myns heren Rentrneyiter ghehuyrt haden, wt ghefecht defe leste twe iaer Item Albert Tohans'heft ghetughet dat hy ouer feftien jaren dat voirfcr. water gheviffchet heft van den vlugrauen hent an gheyfen drecht,ende myns herefyne pacht daer van betaelt heft ende bynnen deer tyt en had hem nyemant hynderlick ghewest als in dat water to fetten wthghefecht een iaer doe had hy Johan Wolf fes pond ghegheuen ende doe plach hem Johan voirfcr. behulplick te wefen omme myns heren water te huren Ende want voir my Zweder Willems Sculte voirfcr. defe tuyehniffe ghenchthek ghefchiet fynt daer ick toe gherichte fat mit mynen koemoten als Werner Ghysbertfen ende Claes de Wilde foe heb ik myn feghel beneden an defen breef ghehanghen in den jaer ons heren dulentvier hondert LXXlX des woenfdaghes na funte marcus daghe ewangelist. ,<'.',:,, Wy Lodewich Jordens ende Fredenck Mourus in der tyt Burghermeyltereu der Stadt van Ghene' mu-  «25 Overysfelfche Gedenk/tukken, Vide Stuk> muden doen kond allen luden ende tughen mit de* fen openen breefF dat voir ons ghecomen fyne int gherichte ons ghnadighen heren meyers van der asichet, ende heben famentiick anghefproken Gheert ter Weere Gheert Johan Seynenfs Jacob JManninck ende Cleys Vu Hink om een konde ende ghetuych der waerheit te doen ende te fegen, daer fy mit den rechte toe ghedronghen ende ghebracht worden, fo weshem wictich ende kondich is van ons ghenadighen heren viffcherye in der affchet gheleghen hoe dat men dat water van oldes plach te beuiffchen tuffchen ons ghenadighen heren ftal ende de van Ghenemuden water, Ende hoe nae ende veer men plach te fetten in de zee daer defe voirfcr. manne op ghetughet heben ende ghefecht mit waeren woerden ende na gezworen mit opgerichten vingheren ende wtgheftaefdes eeds elc voer fyn hoeft van woerden tot woerden na befcreuen jnder yerften foe heben ghetughet Jacob Nanninck en Clevs VulMnc dat fy ouer dertich jaeren dat water beuiffchet heben van den vkt grauen hent an Ghenemudere water, van den lande of, recht ouer naden Voerst, foe na foe veer alst hen beliefde onbefpiert vanyemant Ende daer nyemant in en viffchede dan ons ghenadighen heren meyers desgheiykes tughede Ghaert ter Were dat hem dat felue wittigh is ouer vyfftich ïaren ende Jangher, als by bifcop Erederix tiden oec tughede Gheert Seynen foen datter van oldes nyemant placht re fetten noch te iTaen tusfehen ons ghenadighen heren ftal ende der Ghenemudere water dan ons heren gnaden meyers de dat water gepacht haden , Ende want voer ons, defe ghetuychnisfe ghefchiet is als voirfcr is Soe heben wy onfe zeglen beneden opt fpacium dezes breefs ghedruckt Anno domini MJIIIc viuentachtich des manendaeghes na Ste Egidius dach copia vera et correcta de verbo ad verbum. (post alia) Omme oerfpronglike te weten den gront ende ver-  van de Rechten en Vryheden der Stad GenenuByl. 12? verftant van den water ende visfeherye , van We. terfteyn nedervvert hent an den Voerst, ende dwers ouer, In al den water van den enen lande :ot den anderen foe fegen de Schepenen ende raed van Ghenemuden dat fy van older tot older ghehoert heben ende in fchriften beuynden dat oer burghers de voirg. visfeherie ende wateren beuisfehet heben , voer ende by falighe tiden Johans van asfouwen elect tutrecht, ende by tiden falighe'bisfehop Johans uan Syrick dat gheleden is bouen twe hondert iaren ende XXXII Ende voert beuisfehet by tiden falighe bisfehop Willems van Mechelen Bisfehop Gwido van henegouwen ende van hollant. By tiden bifchop Erederix van Syrick Bisichop Jacobs van Oesterhoern , Ende by tiden bisfcop Johan van Diest, doemproefst van kamcryc Alle lantsheren ende bisfehoppen tutrecht gewest fyn faligher ghedachten Ende by defen voirg. landsheren ende bifcopen tiden, en waert den burgheren van Ghenemuden de visfeherye van nyemant befpiert noch becroent. Daer nae ouerlanc'k, als bisfehop Johan van Arkelfaligher ghedachten, gheweklich herewas ende bisfehop tutrecht foe fynt ghewest ende noch auegonftighe luden , de der Stat Ghenemuden weluaert vergonden (1) ende benyden brochten an om gonst, heuedanck (2) te verdienen enden heren holt te fyn dat fy ons ghenadigen heren wateren beuisfcheden, daer fy ghien recht toe en haden waerom falighe bisfcop Johan van Arkel, de Scepenen en raed, de ghemene burgheren ende ghebueren van Ghenemuden in deer tyt heft doen fcriuen wittighen ende voer hem verdaghet ende geladen, als hyer na volght Wy Johan by der gnaden Gods bisfcop tutrecht &c. (3) (post alia) Gnadighe here hoech gheboren moghende vorst hyex (1) Misgunden (2) Verheffings dank, plasdank, lofdank. (3) Zie boven bl. 117.  Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, wy Commisfarhfen uwe G. Relateren ende attesteren mits defen No. 5. t, , Brief van de Gecommitteerden van den StaL houder, Graaf van Rennenberg , aart denzelven , houdende hun Advys aan~ gaande den Lyfftraffelyken Rechtsdwang* en eenige andere rechten der Stad Gene* muden , van 1579. Uit het oorfprong* lyke ter Secretarye der Stad Genému* den. Edele Welgeboren genadige Heere Achtervolgende die commislïe van uwe G in da* te den XIMI5». february lestleden aengaende die qtiestien ende gefchillen zynde tusfehen die van Genemuyden eode den Drosfaert van Jsfelmuyden hebben wy op die gepretendeerde priuilegien van die van Genemuyden ende die geallegeerde posfesfia der zeiver zoo bynnen die zelve Stadt als elders alfulcken berecht" ende informatie genomen ais wy hebben cunnen becomen ende van ons wedervaerea ende tgene wy verftaen ende vernomen hebben een verbael gemaeckt dwelck wy uwe G. neffens defe ouerfenden, mitsgaders diuerfche befcheoen ende Documenten daer aen gehecht die zelve zaec* jke mede concerneerende ende int voirfs. ons verbael gementioneert Ende want uwe G. begeert heeft, neffens die voirfs, jnformatie ons advys-bygefchrifte ouergezonden té hebben bevindende tuweê puntten principaelyck tusfehen die van GenemuyL 2 den  I6"4 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, den ende die voirfs. Drosfaert queftieus daer op ons advys foude cunnen vallen, als te weten of die van Genemuyden Stadts recht hebben ende heure eyghen accyfen genyeten ende van voirdere lants imposten van pionniers ende andere ruftique lasten altoes vry geholden zyn geweest als andere Steden, luydt dye fupplicatie van die van Genemuyden aen zyne Hoocheyt geprefenteert daer op die brieuen aen uwe G. verworuen zyn van date decembris lestleden, Ten anderen belangende die zatcke van die jurisdictie' ende handelinge der misdadigers binnen Genemuyden geapprehendeert daer van die Heeren Staten Generael op requeste van die van Genemuyden aen uwe G. gefchreuen hebben oft die van Genemuyden competeert 'off in posfesfïe zyn dat alle gevangens in huere Stadt geapprehendeert aldaer in Stadts gevangenisfe moeten verwaert worden ende geëxamineert, getortureert, gecondemneert oft geabfolueert in prefentie van Burgemeesteren ende Schepenen derfeluer Stadt ende aldaer bynnen die Stadt geëxecuteert oft daer buyten opt Stadts gerecht ende daeromme die van Genemuyden in alfulcke vrydomme ende gerechticheit behoiren gemainteneert te worden dewyle vuyt ons verbael of jnformatie ende die aengehechte ftucken openlyck genoech blyckt Genemuyden #en Stadt te zyn, Ende defelue alle vryheden ende gerechticheden te competieren als Deventer Swol en andere Ouerysfelfche Stéden hebben dat oick bevonden wordt die omleggende cleyne Ouerysfelfche Steden als Hasfelt, Vollenhoe ende Steenwyck in faecke van gevangenen ende vrydommen van Imposten den platten lande operlacht ende van andere ruftique lasten fonder fwaricheit oft oppofitie fulcx te gebruicken als die van Genemuyden pretenderende dewelcke ook beuonden worden daer van ouer alie tyden in posfesfie geweest te zyn ende in allen gevalle vuyt die Commisfie der gemelten Drost waer van die copie in die rekencamer tutrecht oft emmers die  van de Rechten en Vryheden der Stad Gènem. Byl. x6y die minuyte te houe fal wefen, opentlyck vuytgedrukt fal fyn wat beuel jurisdicte oft gerecnticheyt die Drost van wegen O. Mat. ouer die Scade Genemuyden mach competeren dewyle nyet en worde bevonden dat hy lich op eenighe posfesfïe oft prefcriptie can gefonderen dat oick notoir is die Staten oft gehelen landfchap van Overysfel die macht nyet te hebben een Stade off plaetfe meer ce befwaeren als alle andere van gelycke qualiteyt ende conditie foo is ons advys ende goed beduncken (onder uwe G. correctie) dat die van Genemuyden in defelue heure Stadts gerecht vrydom ende gerechticheyt in beyde puncten oft different voirfs. gemainteneert befchut ende befcharmpt ende die felue in alle andere priuilegien ende gerechticheyden hun competeren indien des noot zy geconfirmeert behoirden te worden ende dienvolgendezoo den voirf. Drost van Jsfelmuyden als alie anderen foo fteeden Staten als Officieren van Ouerysfel verboden die van Genemuyden in heure priuilegien, exemptien ende gerechticheyden voirfs. eenige Ietzei off turbatie aen te doen Ende gemerckt van defe twedracht in pinlycke jurisdictie die van Genemuyden nyet alleen aentasteo oft apprehenderen ende fulcx cie jufticie ouer die misdadigers aldaer gelycklyck cesilert dewelck in Repubhca bene conjlüuta principaellyck waergenomen moet worden Soo is ter goeder confcientie ons vuyfterfte meininge dat uwe G. ex offlcio als Co. 'Mats. Stadtholder hier inne terfiont behoirt oirdere te flellen ende fulcx te verfien als naer recht ende reden ende welvaeren van uwe G. gouuernemente fal beuonden worden te behoiren hier mede ons zeer dienftelyck ende oetmoedelyck in uwe G. goede gratie gebiedend biddende den Almogenden Godt, Uwer Genade Oetmoedyge ende onderdanige dienaeren JOACHIMUS APOMUS JACOBUS GRAMAYE L 3 Ede-  iSS Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Edele welgeboren G. Heere uwer G. lange te gefparen in voirfpoedt ende gefontheit gercreuen te Leenwaerden defen I . Juny 1579. No. 5. d. Brief van den Stadhouder , Graaf van Rennenberg, aan den Aartshertog Matthias , houdende zyn Advys aangaande den Lyfftraffelyken Rechtsdwang en eenige andere rechten der Stad Genemuyden , van 1579. ^ een ligger van Copyen ter Secretarye . • van Genemuiden. Boerluchtichfte Hoochgeborne Forst Genadichfte Heere Nadien uweHoocheyt met zeker beuelfchrift van date den XI*-".. decembris lestleden my ouergefonden heeft eene claechelycke fupplicatie van wegen die Stadt Genemuyden geprefenteert, aengaende eenighe nyeuwe Jmpoften , pionniers ende andere ruftique lasten, daer mede de Drost van Jsfelmuyden hen wilt befwaeren, meer als andere Steden, ten eynde ick uwe Hoocheyt, op d inhouden der feluer Supplicatie, foude adviferen, ende op de geallegeerde posfesfie ende gebruyck der vryheden, exemptien, ende Rechten der Stad Genemuyden my foude informeeren, zynde noch van te voiren aen my groote claechten gecomen, van dezelve partyen ter caufe van de voirf. Stadts priuilegien, namentlyck die jurisdictie ende handel der misdadigers aldaer geapprehendeert, waer van die  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 167 die Heeren Staeten Generael aen my oick hadden gefcreuen, foo hebbejck gecommitteert Dr. Jóachimum Apomum ende Mr. Jacob Gramaye Co. Mat'. Raden in den houe van Vrieslandt, om hen wel particulierlyckeri te informeren op alle priuilegien, vryheden gerechticheden ende gebruvcken , der voirf. Stadt Genemuyden , als uwe Hoocheyt fal cunnen bemerken vuyt het befoigne van der zeluen Commisfarifen, fampr hen fchriftelyck advys, dewelck jck in defe beflocen ouerfeynde, Ende want jck alle defelue wel ouerfien ende gevifiteert hebbende, my geheelycken conformeere metten voirf. fchriftelyken advys, om de redenen ende Refpecten daerinne verhaelt, Is myn oitmoedich verfoeck, dat uwe Hoocheyt gelieve ex officio die faecke opt fpoedelycxt te termineren, ende daer inne te disponeren als de'/elue nae reden, biilicheyt ende tot meeste ru?te ende weluaeren van de goede onderdaenen fal beuinden oerboirlyxt te fyne, Deurluchtichlle HoochgeborneForst Genaedichile Heere, hier mede eyndende defe Bid ick Godt almachtich uwe Hoocheyt te willen verleenen in gefontheyt ende prosperiteyt allen' goeden yoertganck in fyne geluckfalige regieringe, Datum Vollenhoue den VIIIe». Septembris 1579. No. 5. e. Verldaaring van den Raad van Staate van Filips den tweeden , Koning van Spanjen, over het recht van Ly ffiraffelyken Rechtsdwang enz. der Stad Gemuyden, van 1579, uit den ligger van Copyen ter Secretaryt van voorf. Stad. Copia. Gehoort hebbende het rapport van de jnformatie L 4 ge-  108 Qrerysfelfche Gedenkftukken, Vide. Stuit , genomen by Commisfarisfen van wegen des Grauea van Renneuberch Gouuerneur van Vrieslandc ende Ouerysfel verordent op feker twee requesten by die van Genemuyden geprefenteert tegens de Drosfard van Disfelmuyden, de eene aengaende de betichtinge ende judicature tot Geirnuyden van gevangenen om Criminele faecken, Endedandereraeckende de vryheyd en exemptien van die van G: nemuyden aengaende de dicnften ende coctributien die de dorpen vande platte Lande van Overysfel dragende fyn, als pretenderende die van Genemuyden te hebben recht van Steden in alder vougen ende manieten als hebben die van Campen ende andere Steden van dm feluen lande, Eenfamentlick gehoort hec rapport van de Commisfié fo wel van de voirf. Commisfarisfen ais van den voirf Graeue van Rennenberch, fyne hoocheyt heeft by deliberatie van die van Raede van State neffens hem wefende verclaert cndegeordonneert, verclaert ende ordonneert by defen dat de voirf. van Genemuyden follen bliuenin alle de rechten pteëminentien, vryheden gerechticheden ende hoocheyden van gefloten Steden, ende dat daerorr.me alle delinquenten ende quaetdoenders tot Genemuyden geuangen wefende aldaer fullen by den Drosfard bericht moeten worden, ende by die van de weth als ordinarisfe richters gevonnijt ende voirts binnen de vryheyt van de voirf. Stadt geëxecuteert ende gerecht, Ende dat oik die van Genemuyden voirf. lullen geftaen mits draegende fulcke lasten, fettingen, endè contributien als befloten Steden geldende en draegende fyn, fonder dat fy gehouden fullen wefen eenige dienlfen, fettingen oft contributien van den platten lande te dragen, Ordonnerende den voirf. Drosfard hem hiernaer te reguleren, Behoudens nochtans dat die feluen Drosfard voir de voirf. Commisfarisfen of andere by den vorlf. Graue van Rennenberch daer toe te verorderen fal mogen ouergeven fulcke fevten ter contranen , ende die gewarigen by getuigen ende befchede lee hy m raede fal bevinden, Ende dat binnen fesfe  van de Rechten en vryheden der Stad Genem. ByL i6gx fesfe maenden na jnfinuatie van defen, om daer, op gehoort die voirf. van Genemuyden daer na al ouergefonden te worden aen fyne voirf. hoocheyt, met het advis vau den Gouuerneur ende Commisfarisfen voirf. ende voirts daerinne gedaen en geordonneert te worden naer behooren, Gedaen Antwerpen den vierthienffen octobris XVc. negenentfeuentich ondert. Matthias, onderftondt gefcnreuen Ter ordonnantie van fyne hoocheyt onderteeckend H. S. Seliers. noch ftondt onder Gecollationiert ende beuunden t accorderen metten Originale acte by my Secretario van den voirn. Ruide van Staten ende . . . N. SILLE. No. 5. f. V>rdrag en uitfpraak van Gecommitteerden van Campen en Zwolle, tusfehen den Drost van Tsfelmuden en de Stad Genemuden over den lyffirajfelyken Rechts, dwang en eenige andere rechten deezer Stad, van 1583. Uit het oorfpronglyke ter Secretary van Genemuden. Alzo enige differentie geuallen is tusfehen den Edelen ende Erentfesten Eufebium Benthinck Drosten des Amptes van Jselmuyden ter eenre, Ende die E. Borgemeifteren Schepenen en Raedt der Stadt L 5 Ge-  170 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Genemuyden ter andre ?yden belangende zeekere belettingen van krygsiuyden ende andre ongewoentlicke ruftike lasten oeck execution oever misdadighen in criminale zaeken, daer ouer genante Burgemeifteren Schepenen ende Kaedc fich beclaegeden boeuen hoere olde wclhergebrachte Stadt rechten, privilegiën, en ?e exemptieo, bedroeuet ende befwaeret tworden, Js dart durrich tusfehen fpreeJten, van de Erentfeste end;- Hoochgeieerde Willem thoe Bueckup doctor, Otto Ganfeneb anders genaempt Tengnaegel doctor, Lambert ter Khuyjen, doctor, ende Cornelis van Velthuyfen . als refpectiue Burgermeifteren ende Gecommitteerde , der beider Steden Campen ende Swolle, de gementionierde differentie vrendlicken ende lieffelicken, (edoch op rapport anbrenghen ende belyeuen van den gemeenen Raede ende gezwoeren gemeentes Luyden genante Stadt Genemuyden) verdraeghen ende geaccordyert is op verworden ende in manyeren naevolger;,de , Nemptück, dat Borgermeifteren, Schepenen ende Raedt den Droften voerfs. als oeren Lantdroften in aller redeiykheit behoerlicken fullen refpecten, Ende dat daer en tegens genante Drost de voerfs. Burgemeefteren, in alle oere priuilegien vry ende gerechtieheyden, oeck olde gewoenten , coftumen, gebruykén , ende ufantien, fal manutenyeren voerftaen, ftetcken ende defendyeren , ende infonderheyt helpen bearbeiden, dat zy.mit ghyene ruftique laft'en, oder andere extia ordinariie contributyen anders als by Ridderfchap ende Steden, uthgefadt worden, ende befwaerett worden, ende dat den feluen van ftonden an affgenomen zullen worden, zodaene vyff en twintich Soldaeten , militierende, onder hopman Moorh als hen luyden tegenwoordelicken toebelettet finnen, Ende tal voirts die zelve Drost fo veel moegelyck, met thoedoen des Erfaemen Raedts der Stadt Campen helpen beforderen die penningen desfals redt* an voirf. Soldaeten verftreckt in de naestcoempftige fchattinghen guetgedaen ader gere-  van de Rechten en Vryheden der StadGenem. ByL 171 recompenfeert muegen worden, Ende zoe voele de questie van. executie in Crimineele zaeken concernieren zullen de van Genemuyden de gevangens in oere Stadt ende vryheit geapprehendyert nae gefcheynen apprehenile anden derden dach, den Drosten eder des zeluen Scholten laeten volghen, in zyne E. cuftodye ende bewaeringhe to Warkeren, ader elders in Zallant wonende, mits dat daer en tegens de Drost voirf. zal ende wil, de gevangens zo zyn Edele Dodes plichtig te zyne, beuinden mach, in prefentie van twee Schepenen van Genemuyden als coernoten des Crimineelen Gerpcbtes de zyn edele daer thoe vorderen zal, verwyfen zal ende volgens ter begeerte ende verfuecke van de van Genemuyden in oereE. Stadt vryheyt doen executyren, hier mede zullen partyen in alle oere fchelinghen ende differentien vruntlicken ende lieffelicken gefcheiden wefen endeblyuen» Alles fonder arch ende list Jn oerconde der waerheyt hebben de Gecommittierden voirfs. oere gewoenlicke hantteken hyer onder gefadt Actum binnen der Stadt Campen opten XIIC«. dach february anno 83- WILLEM toe BOEKOP CORNELLIUS van VELTHUIS LAMBERT ther KUYLEJSf D. No. 5. g. Naarder verklaaring van Gecommitteerden van Campen en Zwolle, van den jaare 1583. Uit het oorfprónglyke ter Secre* tarye der Stad Genemuden. Op huyden den XXX july anno 1583 zyn ter belastinge der ghedeputierden van Ridderfchap ende Steden  Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Steden gecomparyert de Gedeputierde der Stadt Genemuyden om oere Raport intobrengen opt Acordt tusfehen de Ed. Eufebio Bentinck Drost lands Isielmuyden ende de Stadt Genemuyden opten Aljen» february lestleden by tusfehen fpreeken Gedeputierde der beider Steden Campen ende Swolle geholden ende gecompromittyert opt arbitrament der Heeren Doctoren naemp tikken Doctor Otto Ganfeneb genaempt Tengenagel ende Doctor Wil-, lem to Bocop, Ghedeputierden der Stad Campen, ende Doctor ter Chulen ende Cornelius Velthuys Burgermeyfteren ende Gecommittierden der Stadt Swolle belangende de extra ordinarie rustike lasten ende executien in criminah'bu's, tusfehen parthyen voerfs. vermoege t contract uthgefproecken, ende zoe de van Genemuyden oer beclaechden ende nyet wel verftonden tpunct der extra ordinarie lasten by Ridderfchap ende Steden uthghefedt zynde ende naemaels uthghefedt mochten worden, hoe ende in wat voegen op oere Stadt de gefubdiuidyert, folde verftaen worden des zy daer van verclaringhe verfocht hebben , waer op de Heeren Doótoren Eoecop ende ter Chuylen ende Tengenagel binnen Campen in den Coliegio voer Ridderfchap ende Steden daer prefent wefende oere verclaeringhe daer op alfoe gedaen hebben als dat de Stadt van Genemuyden tot gheyene andre extra ofte ordinarie lasten folden contribueren dan daer Steeuwick ende Oldenzyel plegen tho te contribueren. WILLEM toe EOEKOP LAMBERT ter KUYLEN D. CORNELIUS van VELTHUIS bekenne gecommittert gewest te fynne. No.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byi. '173 N°. 5. h. Uit den ligger van Copyen ter Secritarye van Genemuden. Copia. Anno 1601 den 12 Martii Droste Henrick Ben* tinck in prefentia van Anthonius van Braekel ende Gyfebert van Itterfum ftockmeifters der Stadt Swolle ter oorfaecken des Drosten gevanckeniffe des tydes reddeloes was. Dirck Cornelifien v?n Mechelen olt omtrent 25 jaeren bekent dat hy over een jaer geleden in Groeningerlandt met eine.n genoempt Arien jans in vechtfpel gewest ende aldaer des voors. Ariaens vrouwe int fcheiden doot gefteeken hebbe* Bekent noch dat hy omtrent Vastelavont lestleeden op een avont mit zyn twee broeders de eine Jonden ende de ander Abraharn genoempt, den voirnoemden Ariaen Jannen by Hoevelaeken opt Hoege landt overvallen endej dat zy alle drie te gelycke op hem losgefchoeten Daer hy ongeweret wefende alleine by tvuer ftondt ende wilde hemde handt geven Ende dat zy alfoo den voors. Ariaen doot gefchoeten omgebrocht hebben. Item bekent dat hy omtrent acht jaeren in Dongerdeel bi Leeuwarden in Vrieslant, daer bi gewest is als zvn broeder Frans genoempt een huisman doot Hack, waer over gemelte zyn broeder gerichtet ende hi om zyn minderjarigheyt gebrandt merckt is. Secht d' oerfaeke gewest t zyn daeromme hy den voors. Ariaen Jans doot fchoete om dat hy enige jaeren mit hem twistich gewest vrasende der halven bc-  t.74 Overysfelfche C.edenkfiuVkeny F7i« Sliih, beforchde dat hem tfelve van Ariaen foude gedaen worden. Bekent noch al zyn leven kmck verfcheiden diverien vankledren endediergelycke dingen bedreven thebben. Alfoe dat de voorf. Drost met confiilratie van Rechtsgeleerden ende over oltsten van Rad', der Stadt Swolle heft bevonden voorf, Dirck Cornehffen doodes plichtes tzyn juxra legem homicida morieturnequemifereberisejus Deut. 19 et Apocaiipfis, qui gladio occiderit, opportet eum gladio occidi. Omnis lexvult quod qui C£edem i^cerit, eapite-piectatur, probatur primo in c. omnis autem lex 4 distinctione, ut de jure civili funt tex. in L 1 et L.3. (f) Nota a's men de voorf. misdediger$ foud'i justificeren. Soe is den E. Drost Bentinck met de Scholte van Campen boven op frats Camer gecomen ende hebben metjconfultatie van onfe Raetsvrunden befonden dat de voorf. Dirck Cornelis ende Ariaen Jans nae rechte behaeren van t leven ter doot geftraft tworden, t hoeft op een flaeke en de lichamen op een radt, ende hebben den boel van Campen laeten boven comen en hem int heimeück een ordel gevracht noemen fo danige misdadigers behoert te llraffen. Daer op de Boel binnens Raedes antwoorde Dat ick tlicbam an twee ftucken fal houwen t hoeft op een flaeke t lichaem op een rat. Daer riae tfamen afgegaen zynde, de Drost mit, twee van onfe Schepens voor onfe Stadtshuys, gaen fitten, alwaer de boel mit .de bede gevangens is gecomen , alwaer den Drost in prefantia van twee Schepens den Secretarius aangeeyfcht, dat hy de belydinge der voorf. gefangens overluyde foude lefen ende i ■ ' ■ •<•> ' 1' ;als 400 Nota de Sclmlle van IsfcT^uiden ende de huysUiyden hebben tgerichce helpen rtareken Dan de liiiysliiyd.cn van Asfchet ende -: ^ Wetedteyn alleen t gerichte opgericlitet.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl 175 als oere misdaet gelcefen was, heft den Drost overluyde den boel een ordel afgevraecht, hoe fo danige misdaeders behoeren geftraft te worden, waer op de boel antwoorde ick fal hem voorf. nemen ende houwen üchaem an twee ftucken, thoeft opeen ftaeke, i üchaem op een radt, en heft alfo de eene voor de ander na voort gebracht. Jorrien Jansfen olt omtrent 22 jaere bekent, dat hy to Berckum een vrouwen, rock heft helpen ftelen. Bekent in Groeninger landt een ftucke doecx ge» Holen t hebben. Secht bi Havelte een koe doot gefchoeten t hebben. Bekent noch een wamboeys mit filveren knoopen geftolen te hebben- Secht toe Nyekercken een Pastoer zyn kleren, geftolen thebben. Bekent te Suytlaeren veel linnens en wullens geftolen thebben. Secht in Sticht van Munfter gewest tzyn,alwaer hy voele guets geftolen heft. Bekent dat hy mit zyn broder Dirck ende eenen genaempt Philippus op geae zyde Ommen verleeden fomer een Soldaet heft helpen dootflaen. Noch bekent Jurrien, dat hy mit zyn beide broeders oeck nae Ariaen Jans mede heft gefchoten. Dan fecht nyet geraeckt t hebben (a). (Y) Exodi 21 «qui percüsferit proximum fuum volens occklerc morLe moriativr. ltcrh facientes et confentientes pari poer/a plecumtur. Te,x « giosf. in C. de oifi, delega, fa. L. jubemus §. No.  ïj6 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk* N°. 5. i. Uit dm ligger van Copyen ter Secretaryt der Stad Genemuden. Copia. Eerfaeme goede vrint naerder cp die zaeke des gevangenen gelettet hebbende vinde ik goet by ibe veer als hy by dreygementen van fcharper examinatie niet andere meerdere quaede daeden van importantie wil bekennen, dat ghy als dan hem niet ter torture fult ftellen, noch den Scharprichter ontbieden, dan dewyle het geftoelen guedt an den eygener is gereftitueert men anders niet van hem kan vernemen , foe fult ghy hem dit mael uth mynen naeme Relaxeeren unde loslaeten onder behoerlicke oerveede, ende mits dat hy zyne onkosten betaele foe ver daer enich middelen voer handen fint, fo veer aver«t niet, fult ghy my diefelve in Rekeninghe brenghen, unde hem evenwal vry laeten, waer op jck: huidén u wederfchreven antwoert toe Swolle inden moeriaen bin verwachtende unde doe u hier mit Godt bevelen, datum Hasfelt den id July 1609. onder ftondt HENRICK BENTINCK toe Werckeren Oervede Ik Roeloff Claesfen van barghen fweere by minder hoechfter eedt fyel unde falicheyt dat ick deefe myne gevencknis niet fal wreken, an ghienen Scholten noch Schepeuen. der Stadt Genemuden, nochte  van de Rechten en Vryheden der Stad Genein. Byl. 177 nochtc an haerep kinderen noch an ghienen burgeren der Stadt Genemuden noch an gtóeö onderdaenen des Drost ende Scholtampts Genemuden, foe waerlick helpe my Godt ende fyn hillighe euangelium, ende bedancke den Heeren Drosten, Scholten, ende Schepenen der Stadt Genemuden voer die genadighe loslatinghe. Accutn Genemuden den 18 July 1609. onderftondt ROLOFF CLAESSEN Aldus gedaen by den Scholtes Willem de Wolffs in abfentia des Heeren Drosfaert Coernoten ende Schepenen in der tyt HENRICK PETERS ende EGBERT BISSCHOS No. 5. k. Uit het oorfpronglyke ter Secretaryc van Genemuden. JEerentvheste, Vroerne, Wyfe, Discrete gunftige goede Vrunden ende Nabuyrea Alfoe wy ghister avunt vuyttet relaes van onfe Stat ftalmeifter ende hoefffmith hebben verftaen dat fy aldaer binnen uwe Stat achterhaelt ende becoemen zeeckeren voorvluchtigen perfoon foe alhier binnen Campen favonts te voeren zyn eygen zelfts vrouwe fwaerlyck verwondet heft gehadt ; alfoe dat die in der gevenckenisfe binnen uwer Eerf. Stat is hengeler, ende dat volgens U. E. daer om van VI. Stuk. M onfe  173 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, onfe goede meeninge tegens vaq daege voor den middagh verfochten verftendiget te moegen worden. Dient daer op dwyle wy nu tegenwoordich zyn zeer fwack in getall ende daerorn nyet eyntlicx an U Eerf. nu toe te fchryven connen entfluytten., dat dfelve den voorf. gevangenen tot morgen middacb alnoch in goede vaste verfeeckering willen doen holden en bewaeren, tegen welcke tyt wy U Eerf. naeder van alles by misilve zullen adverteren. Ende ons hier toe verlaetende willen wy U Eerf inder befcherminge des Almachtigen bevelen Datum Campen den 7<^n Martii 1620. U Eerf. gunftige Vrunden ende Naberen J^urgemrcn. Schepenen .ende Raedt der Stat Campen. (Opfchrift) Eerentvhesten, Vroemen, Wyfen ende Discreten Burgt-mren. Schepenen ende Raedt der Stat Ge. nemuyden, unfen infonders guoïtigen goeden Vrunden ende Nabuyren, Tot Genemuyden No,  van ie Rechten en Vryheden der Stad Genera. Byl. iyg N». 5- h Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Erentfeste, Wyfe, feer discrete infonders veelgunftige goede Vrunden &c. Wy hebben U Erf, by deefen onvermeldet niet follen laeten als dat de Vrousperfoen, vvyens man by U. E. opt vervolgh van onfen dienaer in verfeeckeringe geftalt is, vermits hy defelve vrouwe vwlaodoa fondagen nacht feer jammerlycken gewondct, op gisteren omtrent vier uhren des naermddaeges is verftorven Sulcks dat op der voorfs. geapprehendeerdens delict naer exigentie ende merite noetfaeckelyck tot maiotenue ran de hey. JuMt,ie fal moeten worden gelet Ende alfo wy deefen aengaende aen den Heeren Drosten gefondea. om met zyn Ed. te verfpreecken dat den gevan-. gen ons mochte gevolgt worden So is ods vruntlyck verfoeck ende begeeren dat U E. gelisven willen den felven tot naerder advys van den Heem Drosten ende van ons in goeder verfeeckeringe te holden, waer aea ons vruntfchap gefchieden fal, die wy alfteets geern verfchuldigeu , Defeu tot geenen anderen eynde dienende, willen wy ons -verfochter geftalt tot U. E. vertrouwen, Ende defelve in ichuts des Almachtigen Godts bevelen Datum Campen den 8 Martii 1620. U. E, Ounftige goede Vrunden Bnrgemeesteren Schepenen ende Raedt der Stade Campen. M 2 (Op,  l8o Overysfelfche Gedenkjlukkeft, Vide Stuk , (Opfchrift) Den Erectfestèn, Vroomen, Wyfen ende feer discreten Burgemyfteren Schepenen ende Raede der Stadt Genemuyden, onfen gunftigen goeden Vrun-. den. N°. 5. m. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Ick ondergef. Unico van den Rutenborch Drost des Ampts lsfelmuden attestere, certificere, ende betuyge voor de gerechte waerheyt hoe dat feker delinquant die fyn vrouwe binnen Campen fwaerlyck hadde gewondet, waer aen fy oock is gelforver>, binnen de Stadt Genemuden gevancklyck genomen is. Ende alfo de Magiftraet der Stadt Campen aen my ondergef. verfothten door vruntfehap. dat de felve gevangen haer in handen mochte geftelt worden, om de felve als haeren berger ende inwoonder anderen ten exempel te ftraftn; fo ist dat ick lulckx met believen van de magiftraet van de Stadt Genemuden geconfénteert hebbe, fonder dat het felve in haer ofte myr,s Ampts recht ofte gereebtichevt in corfequentie ia! getrocken worden. Ende hebbe den (elven delinquant, met myn ende der Stadt Genemuden coufent, door begeerte  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 181 te e>-'de verfoeck de van Campen laeten toecoemen. Aldus gedaen biuaen Swoll den 10 Martii Anno 1620. UNICO van den RUTENBORCH. N'. 5. n. | Extract uit het Protocol van Contentieufe Gericht^handelingen der Stad Genemuden. Geilen met rype deliberatie geëxamineert de informatien door de Magiftraat van Genemuyden namens de Hoogheid des Drostampts van Yfeimuiden den 4en. 7C". iollc'. en i2et>. defer maand genomen tegens de perfoon van Willem Gerrits en fynehuisvrouwe Hiiligien Gerrits althans Gedetineerde tot Genemuiden, en uit derielver Confesflen gebleken fynde, dat de eerfte Gedetineerde oud 28 jaaren, voor omtrent drie jaer geftoolen heeft het yferwerk van twee fchalen en een fluiter van een brugge. Voor omtrent twee jaaren een dregge uit een fchuite daar en bouen nog twee oude paarden by Grafhorst, welke door den zeiven tot Zwolle waaren verkoft, dog naderhand door de eigenaar Gerrit Willems Drol van de kopers weder geëyfcht en bekomen. En laastelyk uit een hooyberg van Arent Gerryts Ketelboer eenige hembdea kusfen fioopen en fervetteu Conffceerende mede de Corpo'e delictorum dat de Gedetineerde hutsvrouwe Hiiligien Gerrits van haer mans voorgenoemde paarden en andere diveryen niet alleen kennis gehad, maar ook daarvan geprofiteerd en een gedeelte vin het geftolene linnen aan Jan van Camen verkoft heeft. M 3 En  182 Overysfelfche Gedenkjlukkett, VUe Stnk, En nauw*eunglyk gelettet, waar op in deezen tot admmiftratie van onpartydige juftitie eenigfïnts te letten ftonde. Om welke dan en andere rechten en redenen meer ik Hendrik Adoif Bentink Heer van Beverforde en Hoykink, Drost van Yfelmuyden met toegetrokken advys van de ondergetekende Rechtsgeleerden, in aanfchouw van God en zyne heylige justitie recht doende, Coudemneere de gevangene Willem Gerrits om ter plaatfe, daer men gewoon is juftitie te doen met den ftróp om den hali'e door den Scherpreghter ftrcngelyk gegeesiëlt en gebrandmerkt te weiden, bannende den zeiven voor al fyn leeven "uit den Drostampte van Ysfelmuyden en Provincie van Overysfel. Bannende mede gemelte Hiiligien Gerrits uit gemelden Drostampte van Ysfelmuyden en Provincie van Overysfel voor den tyd van tien jaaren. Aldus geadvtfeerd binnen Zwolle den 20 December 1731. v/as getekenc II. A. BENTINCK H. VAN DER WYK W. van ARNHEM Aldus gepronuncieert ende geëxecuteert binnen Genemuyden den 3 January 1732 Coram de Hoogwelgebooren Geftrenge Heer Baron Hendrik Adolf Bentinck Landdrost van Ysfelmuyden en ter praaiende van de famentlyke Relpect. Burgermeefteren der Stad Genemuyden als mede ten aanhooren van de ganfche Gemeente. in fidem was getekent D. H. TErt MEGEDE. No.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Bjl. 183 N". 5- o. Extract uit het Protocol van Contentieuze Gerigtshandelingen der Stad Genemuden. Op den 3 January 1732 is met den Heer Drost van Ysfëlmuiden de onkosten opgenomen van de gedaane juftitie van Willem Gerrits en fyn vrouw Hiiligien Gerrits foo vau kostgelt, fluiten en ontfluiten- kaak yferwerk, timmerloon &c. en hebben de Heeren van de Magiftraat met den Heer Drost daar over gecontracïeert om de onkosten elk de halffcheid te dragen, en fyn aan onze kant de onkosten bevonden te bedragen een fomma van agt en taggentig gulden en 12 fluyv. En heeft den Drost aangenomen om fyn aangewende onkosten foo van advifeeren, Fiscaal, Scherpregter &c. te fullen dragen. No. 6. a. Uit den ligger van Copyen ter Secretarye van de Stad Genemuden. Ridderfchap ende Steden derLantfchap van Ouerystei verftaen niet dat den eylchs van deler perjnongen heercomende van ruftique lakten, fonder dat liet getneene laiides fchulden fyn, ende dat daa>-omme J^jj (Je Edelen HeSilpplianten, oer Contingent daer foe be- _ . rr„,.n lioefen te betaelen, alfoe dat dit fel vete- ae «ert;u gens oere priuilegien acten ende vercla- GhedepUtierde ringen daer ü;i gedaen niet ftrydende is van Ridder¬ edog fo ver het punet der acht ende tfes- fnh-jn snili> Srp. tich gulden t8 ft. gecomen tot het feruvs \ 5 7 j van den, Soldaten jude bareh Schtnzevoer den der landen oere quota gevryet fyn Actutn upteiilant- van Ouerysfel dach binnen Campen den XXIII Decembris anno 159t Ter ordonnantie a's voren DYD. ROELINCK. Verthonen zeer demoedich de Gedeputierden der M 4 Stadt  184 Overysfelfche Gedenk/lukken, Vide Stuk, Stade Genemuiden welcke geftalte zy Supplianten mit zaliger gedachten Drost Bentinck nu corts vcrructer jaeren zekere questie hebben gehadt, belangende onder andere de ongewoentlicke Contributien, waer mede fyn Edelheeden de Stadt van Genemuiden onderftonde t befwaeren, des Supplianten eer ende eedts haluen zyn genoetfaeckt geworden Ridderfchap ende Steden van oere grauamen ende infractie oeres vry ende gerechticheden tbcclaegen, Alfoe dat Supplianten doenmaels ten hoeuen an zyn Alteze ende Raedcn van Staeten geremyttyert, de welcke jnder zaeken durch jnformatie ende aduife des Stadtholders ende Commisfarien by fentencie verclaert, blvkende mit litera A, hyer bygevoecht, luidende'dat de van Genemuiden zullen moeghen volftaen , mits draegende zulcke lasten Contributien als belloeten Steden draegende ende geldende zyn, fonder dat zy gehouden zullen wefen enige iettinge, lasten, Contributien van platte landen tdraeghen, waer uth gcuolcht dat by tusfehen fpreken van enige der beider Steeden, Campen, ende Swolle, Gccommittyerdè , de gemclte questie vruntlicker wyfe zyn veraccordyert, ende inder Collegio binnen Campen daer op verclaert, dat de Stadt"Genemuiden tct ghyene andere Extra ofte Ordinarie lasten tle by Ridderfchap ende Steeden mochten uthgefedt werden, fouden contribueren, dan daer Steènwyck ende Oldenzeyl mede plegen tgelden, defen alles nyet jegenftaende, heft den Edelen Goefen van Lacnwick verwalter des drost Ampts [sfelmuiden by zeckere mislïve de Stad Genemuiden belastet, tot betaünge van acht en dertich golt guldens waar op de van Genemuiden in oere abfentia tegens olde gewoenten geouotizyert zyn, van IIP. golt guldens de tampt vanIsfelmuyden competyert tbetaelen, heercomende van twee duyfent negenhondert ggl. XIIII ftuiuers tot landes dyenfte by Ridderfchap ende Steden uthgefedt, Ende foe myn heren nu voeroegen ende ten herten nemende de par-  van de Rechten m Vryheden der Stad Genem. iyliif particulariteyt der gemelte hoeftfomma nyet zal beuonden worden, dat Steenwyck ende Oldenzeyl tot zulcke ende dyergëlycke pleghen te contribueren , deur dven zy tot ghyene andere heren fchattin°e Contribueerden, dan alleen totalfulcke; als de lieren van den lande Ridderfchap ende Steeden affvorderden, folde daerom nae alle redelicke billicheyt wel behoêren tvolghen, naecomende de gementyonyerde heren Gecommittyerde der beider Steden verclaringe, op gelycke questie gedaen, die Stadt Genemuiden van de acht ende dertich golt guldens vorls. van gelvcken vry ende exempt twefen, byfonder gemarckt Supplianten Stadt zyn Excellentie van Oranien alsfe Stadtholder nae oere vermoeghen hebben ontfangen, getractyert, ende jnt arriuyeren vereerdt, zonder hulpe der platte landen , als Supplianten in dyer qualiteyt van de vereringe zyn Excellentie van weghen de landen gedaen wel onbemoeyt behoeren t blyuen, Bidden ende verfueken derhaluen zeer demoedich dat U. E. heren wil gelieuen , nemende in Confideratie tgene voerf. den Edelen Drost Lanwickten besten inducyren, dat zyn Edelheden mit de Gecomminyerde Executie der XXXVIII ggulden fupercedyren ofte ten minften tot discretie van Ridderfchap ende Steeden de geeyfte fomma abfoluyeren ofte moderiren Ten "einde fupplianten ftadt boeuen gemelte fentencie, contract, verclaringe van Gedeputeerde der beider Steden, oeck boeuen de Refolutie van Ridderfchap en Steeden belangende de exemptie der Coeter fchanfe ende andere Rustique lasten opten derden May anno 80, tot het vordel van de Stadt Genemuiden gedecretyert vermoge des Grieffiers boeck ende handt nyet weder befwaert dan by U. E. heren daerjnne geconfirmyert ende gemaintenyert moeghen blyuen Twelck doende M 5 No.  386" Overysjtlfcht Gedenkftükken, Vide Stuk, No. 6. h. Uit den ligger van Copyen ter Secretarye van Genemuden. Wort verftaen dat die Magistraat der Stadt Genemuyden by haer olde priuilegien ende gercchtïcheyden gemainrenierp behoeren ie worden, ende dat lieluiden Wall Edele hooch- des vveges in die betalonge van het ge- szelpprdp Frenf furderue maentlycke rhode roeden geit, ScleeiUC -E-ient- ongeholden fyn Achim Campen dèn 3 iSSte Gebiede'n- December 1619 de heeren myn R. c v. JSSEEMUDEN ut. heeren GedepuTer Ordonnantie van die hoeren Ge- teerden derLantdeputeerden fchap Van Ouer- Jn abfentie van den Griffier ysfel V. 13. VOET. Vertoonen met alle fchuldige reuerentie Burgermeefteren Schepenen ende Raedt der Stadt Genemuyden,-hoe dat fy van Pieter Wolterfen Schofs Ontfanger vuer de verpondingen van Mastebroeck aengedrengen ende gemoyt worden omme betaelinge van eenige Rhode roede geit deur last van de ' heeren Gedeputeerden die daer van de kennisfe by contradictie is Competecrende omme dat nu myn Eed. Mog. Heeren mogen fien ende verfiaen dat fuppliantcn tot fulcke rhode Roede geit als geen Ordinaris maer extraordinaris ende rustyeke lasten ongeholden ende daer van vry ende exempt binnen. Soe gëlieuen de Wal Edele heeren Gedeputeerden te confidereren dat de Stadt van Genemuyden van Extraordinaris ende rustique lasten van ondenkelyke tyden herwaerts vry fint geweest, ende daer voer nywerrelden gcexecuteert geworden blyckende vuyt zeecker Compromis ende vuytfpraecke defen  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 187 fen aengaende eerst geuallen tusfehen den Eedelen Erentfesten Êufebium Bentinck in zyn Eder. leuen Droste van Jsfelmuyden nae luyt dat felue Compromis in dato den XIIe«. february Anno XVC. drie ende tachtentich hebbende de Heeren Droste Bern tinck voerfs. met de Stadt ende heeren van Genemuyden t felue different van de gepretendeerde extraordinaris lasten verbleuen ende geftelt aen de vuytfpraeke van de heeren Doctooren Boeckop ende Tengenagel beyde Borgemeefteren ende Gecomr mitteerdender Stadt Campen ende Docter Lambert ter Cuylen ende Cornelis van Velthuys Gecommitteerde Borgermeesteren der Stadt Swolle by dewelke ten feluen jaere XVcLXXXIII den XXX™. july nae gedaene Rapport opt accort tusfehen den Ede". Eufebium Bentinck Droste des Lands van Jsfelmuyden en de Stadt van Genemuyden op ten XIIe''." february ten overfbaen van de heeren Gedeputeerden der Steden Campen ende Swolle geholden fubmitteert ende Committeert, hebben opt arbitrament der voerfs. genomineerde heeren Doctoren ende Gedeputeerden ter feluer faecke de Ruflycke extraordinaris Lasten ende voorgenomen executien belangende opte explicatie van de welcke extraordinaris Lasten by die van Genemuyden gerefufeert ende daer toe ongeholden deur krachte van haer welhergebrachte priuilegien van de Bisfchoppcn heeren van den Landen, de StadtGenemuyden tot vermeerderinge beurder Stadt gratieufelyck gegeuen naemaelen verfcheydentlycken geconfirmeert durch de naeuolgende 'Regierende Eeéren , defer Geünieerde Provintien ende fonderlinge by myn heeren Ridderfchap ende Steden der Lantfchap van Ouerysfel felffs gedaene explicatie ende verclaringe ouer dit felue poinct van de rustyeke extraordinaris lasten, vermeentelyck op te leggen op eenen gemeenen Landtdach binnen Campen gehoklen Anno XVC. negen ende tachtich den IIlcn. May tusfehen Jeffrouwe Sophia van Jtterfum Drostinne ende de Stadt van Genemuyden op haer beyder  *88 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, beyder veurftell ende verhoer gearresteert ende beflooten hebben. Dat de borgheren ofte ingefetenen derfelue .>tadt raet geene Rustycke lasten ais oeck andere oncosten totte reparatie vander fchanfe toe Coeter nyet fullen befwaert dan daer van vry geliolden worden, volgende- dat accordt ende de interpretatie desfals tusi'chen den faiigen Droste van Jsfelmuyden ende de Stadt van Genemuyden gedaen ende vuytgefproecken Refererende hun fupplianten tot derfeiuer Appostille van myns heeren Kidderfc ap ende Steden, hebbende de fupplianten geene Roode roede van doene alfoe haere Borgerye haere wachte doen ende holden daer op zy heure dan verlaten Lestelyck is notabel voornaamplvck acht te nemen op de verclaeringe van dep XXX july Anno LXXXIII voorfs. die van den vier Gedeputeerden Doctoren ten feluen daege jnden Collegie tot Campen voer Ridderfchap ende Steden daer prefent wefende opte voorfs. fcheiinge van partyen de verclaringe gedaen hebben , Als dat de-Stadt van Genemuyden tot geene andere extra of ordinaire lasten folden contrfbueeren dan daer Steenwyck ende Oldenzeel plegen toe teContribueeren. Ende dewyle dan wel kennelyck is dat de Steden van Steenwyck ende Oldenzeel noyt gecontribueert hebben ofte noch contribueeren tot eenig Roode Roede geit, alle deefe voorfs redenen in Confideratie nemende voernemptelyck lettende op de vertoende partyen inwilligen ende fubmisfie over fchelinge principaelykeu jnhererende de Refolutie ende apostille de anno LXXXIII hier vooren gementioneert, foebegeeren endeverfuecken weldienstelycken fupplianten dat myn Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden gelieuen willen by appostille op te marge van defen voorfs. Peter Wofterfen Schóeff te belasten hem van alle vordere moyenisfen aengaende de vermeente verdeelinge van de Roode Roede de Stadt van Genemuyden ofte heure ingefetenen nyet te inquieteeren ofte  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl 180 te met eenige executien te bedrouwen als daer van vry ende exempt wefende Twelk doende &c. _ ,. N\ 7- Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Florens bi der genaden Goeds Bisfehop Tutrecht doen kond alleen luiden dat wy onfen lieven getrouwen Schepenen Raet ende Gemeente onfer Stat van Ghenemuden gegeven hebben, ende geven mit defen brieve drye vrye jaer markede te hebben in onfer Stad van Ghenemuden ewehke te duyren des men den eerften hebben ende holden fal alle jaer op palmedach, den anderen op onfer Vrouwen dach, als men fchryft nativitatis, ende den derden'op fente Willebrordus dach, die wy hem gevryet hebben ende vry en willen achte dage voere ende achte dageirna voer ons en voer onle naeomelingen Bisfchopen 1 utrecht fonder argelist, beholdelic ons en onfen Gedichte onfes rechts.In orkonde des briefs befegelt met onfen fegel. Gegheven tot Vollenhoe int jaer ons Heren dufent drie hondert twee ende tachtentich op fente Urbaens dach eens heyligen Pawes ende mertelers. Hier van bit zegel afgevallen. 3f<*  l$o Overysfelfche Gedenkflukleir, Vide Stuk, N°. 8j Uz'f /«f /?oe£ van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden. Frederic bi der genaden Goits Bisfcop tutrecht maken kont alleen luden, dat wy voer ons ende onfe nacomelingen BisTèhoppen tutrecht gheorloft ende gin conientiert hebben, orlavenesde confentieren' nvt defen onfen breve die burgheren ende anwoenre onfer ftad van Ghenemuden, dat fv mit oere oiïen ende goede alle onfer ftraten bvnnen onfen landen ghebruken moghen, daer iri te wanderen ende te keren, gelyc anderen qnfer Stëtïen burgheren ais Deventer, Campen' ende Zwolle der mit hoeren pffes ende goederen ghebruken ende ghebruken pleghen, zonder argelist. in OrJ-onde defes breefs befeghelt mit onièn fegel. Ge*evw> to Deventer m 't jaer ons Heeren dufent vièrrondert drie ende twmtich des fonnendages nae fanct» Agneten dach. 0 .1 .1 i i , , . , - , „,, ' No. 9. Uit het boek van Copyen van Privilegiën der Stad Genemuden. Wy Frederick van Blanckenheym by der ghenade Gots bifcop tutrecht Doen cont allen inden Dat wy omme menighes rruwes dienftes de ons onie getruwe Schepen ende raet onfer ftat van Ghenemuden ons ende onfen gheftichte die wile °hedaen hebn ende oft God wil hyer namaelsdoenfulJen , Des dat wy daer toe ghenevghet fyn Als dat wel billyken is Dat defelve onfe "ftat in allen faken verbetert worde daer fy hulpe toe behoven Doe hebn  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. fa* hebn wy mit gancen berade ende voerfynne derfelver onfer ftat verhuyrt verpacht ende wtghedaen hebn verhuiren verpachten ende wtdoen mit defeh onfen openen breve in enen rechten fteden erfpacht voir ons ende onfe nacomelinghen bifcopen tutrecht onfe grute ende den fys mit al oren toebehoer als de gheleghen is bynnen onfer ftat van Ghenemuden te hebn ende erflike te gebruken Als om. me achte olde vranckryx fchilden des jaers Alfulcs payments als wy nemen voer den olden fchilt van onfen renten in Sallant te betalen ons of onfen rentmeyfter van Volïenho in der tyt. Alle jaer op onfer liever vrouwen dach toe lichtmisfe of bynnen acht daghen daer na onbegrepen En want wy Frederick bifcop tutrecht voirfc. defe faken mit gancen ripen rade ende mit gueden voerfynnen ghedaen hebn om orber ende nutticheit onfer ftat voirfc. ende willen dat defe pacht duren fal tot ewighen daghen toe fonder wederroepen Doe hebn wy onfe fegel an defen breef doen hanghen in kennisfe aller "dinghen voirfc. Ghegheven toe Deventer int jaer ons heren dufent vier hondert dre ende twintich des neghenden daghe in Januario. ' 3N°. ï<3. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Roedolph van Diepholt by der genaden Goits Bisfcop Tutrecht maken kont allen luden, dat wy onfer Stat ende onfen lieven Borgheren van Genemuden confirmiert, ende gegeven hebben, confirmieren ende gheven alfulke brieve, rechten, Vriheiden Visfcherie ende willekoer als fy verkregen •hebben van allen onfen voervaderen, Bisfcoppen. Tut.  .192 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ' Tutrecht ende loeven hem die vast ende Stede te houden fonder argelist, Behoudelic' ons ende onfen Geftichte affülkes wastynfes, als.fy jaerlix op onfe huys toe Vollenhoe daer aft'fchuldich zyn, ende plegen te gheven na inhout der brieve, die fy hebben, van onfen Voervader feliger gedechtnisfe Bisfcop Johan van Arkel, ende behoutelic ons oeck, dat ly ons, onfe amptlude ende gefynde wanneer ende woe ducke ons des noet ende behoeft' is aen den Veerftal tot Genemueden fonder loen overvuren foelen voert ende weder, voert foe hebben wy onfer ftat voerfcr. confiïmiert ende Confirmieren mit defen felven onfen brieve die gruyte ende den fys mit allen hoeren toebehoeren als die gelegen is bynnen onfer Stat van Genemueden alfoe fy die in pachte hebben verkregen van onfen voervaderen als om acht olde Vrancrixefchilde, des jaers, alfulks payements, als wy nemen voer den olden fchild van onfen renthen inSalland, te betalen aen ons off onfen Rentmeifter van Vollenhoe in der tyd alle jaer op onfer lieven Vrouwen dach toe Hchtmisfen off bynnen viertien daghen daer na onbegrepen. Alle argelist wtgefcheiden. Jn oirkonde des briefs befegelt mit onfen fegel. Gegeven tot Vollenhoe in 't jaer onfs Heren dufent vierhondert en drie ende dertich des donredages na onfer lieven vrouwen dach Conceptionis Aan dezen brief hangt een rood zegel van wafch aan een francynen Jlaart. N°. ii. a. Uit hei oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. David van Bourgoudien by der genaden Gotts Bi  Van de Rechten eh Vryheden'der Stad Gènem. Byt: Ï9$ Bïfcop tutrecht maken kont allen luden> dat wy bnfen geminden Scepen ende Rade, en de ganfè gemeente onfe Stat van Genemuden om mennichs truwes dienftes wille den fie ons ende onfen geftichte dyckwylle gedaen hebben ende of Got wilt noch doende fullen werden ende voer nutte endè orber onif geftichts ende om onfe tafelgude te vermeren voer ons ende onfen nacomelingen Eisfcopen Tutrecht, .den voerfcr. Scepenen Raet. ende gemeente onfer ftat van Ghenemuden onfe veerllal j wvnzvs en bierzy's tot Ghenemuden erffilic endè ewelic verpacht hebben ende verpachten mit defen onfen breve jaerlix om tachtentich pont payments ; gelyc wy jaerlix voir onfe renthen in Sallant by onfen Rentmeiller onfs lands van Salland doen boren * alle jaer te betaelen aen handen Onfs Rentmeifters 'onfs lands van Vollenhóe in der tyt, óp fant Peters dach ad Cathedram behoudeliek dat die veer in der tyt tot Ghenemuden onfs, onfe nacomelingen voirfi, onfen Schouten ende Rentmeiller onfs landes van Vollenhoe onfe ende hoere huysgefynnen endè dienre, ten allen tyden fonder enich geit off veerfchat, te gheven, over ende weder over fullen vaeren tot allen tyden, als dat geboert, ende van node is fonder em'ge weygeringe daer inne te doen, fonder noetfaeken, mede behoudlic ons onfe vyff pont, als wy jaerlix van die van Ghenemuden hebben ende fie te betaelen plegen aen handen onfs Rentmeifters van Salland in der tyd: ende hiermede fall doet ende van gheenre weerde wefen diè acht olde Vrancryxe feilde ende tfestigh pontwafsj, die fie ons jaerlix plegen te gheven ende te betalen voir dat Veerllal ende fys voorfehr.; alfoe dat fiè nu voertaen daer mede Onbelast tot ewygen dagè wefen en blyyen zullen mit vorwerden , dat wy en onfe nacomelinge voirfchr. alle jaer den veer tbc Ghenemuden gheven willen, in den hie dat aari ons ende onfe dienren verdient, twee mudden rog. ge voirf. Voert hebben wy hem alle hoere vryheit ende privilegie ende mede dat water als dat VL Stuk. N b'è-  J94 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, bepaek is van Waterfteyn nederwert tot aen die Voerst ende dwars over in alle den water van den eenen lande tot den anderen, alioo wyt, als fie dat van oldes hebben gehadt ende befeten nae wtwyfinge onfs voirvaderen fegelen en brieven, die fie daer aff hebben geftediget gevestiget ende geconfirmiert hebben, ftedigenvestigen en Confirmieren mit defen onfen brieve, die fie van onfen Voirvaderen Bisfcopen tutrecht verworven ende hem thent heer toe aen onfen voirvaderen voirfchr. gcconfirmiert fyn geweest fonder argelist. In oirkonde sbrief béfegelt mit onfen zegel Gegeven in onfen ftat van Utrecht in 't jaer onfs heren dufent vierhondert ende tfestich op ten vyften dach in De« cembri Hangt aan defen brief des Bhfchops zegel van wasch aan een francynen Jlaart. N°. ii. b. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. David van Bourgondien by der genaden Gotts Bisfcop tutrecht maken kont allen luden, dat wy onfen geminden Scepenen ende Rade, ende ganfe gemeente onfe Stat van Ghenemuden , om mennichs truwes dienftes wille den fie ons ende onfen geftichte dyckwylle gedaen hebben ende of Got wilt noch doende zullen werden ende voir nutte ende orber onfs geftichts ende om onfe tafelgude te vermeren voir ons ende onfen nacomelingen Bisfcopen tutrecht den voerfchr. Scepenen Kaet ende gemeente onfer Stat van Ghenemuden cnfe veerftal, wynzys ea bierzys tot Ghenemuden.  VM de Rechten in Vryheden der Stad Genem. Byl. ï p j den erfflic ende ewelie verpacht hebben ende verpachten mit defen onfen brieve jaerlix om, tachtentich pont payments, gelyc wy jaeri^: voir onfe renthen in Sallant by onfen Rentmeifter onfs lands van Salland doen boren, alle jaer te betaelen aen handen ons Rentmeifters onfs lands vart Vollenhoe in der tyt op fant Peters dach ad Cathedram behoudelick dat die veer in der tyt tot Ghenemuden ons, onfe nacomelingen voirfs. onfen Schouten ende Rentmeifter onfs landes van Vollenhoe onfe ende hoere huysgefynnen ende dienre, tot allen' tyden fonder enich geit off veerfchat te gheven, over ende weder over fullen vaeren, tot allen tyden, als dat geboert ende van node is fonder enige weygeringe daer inne te doen fonder noetzaken, mede behoudlic ons onfe vyff pont, als wy jaerlix -van die Van Ghenemuden hebben ende fie te betalen plegen aen handen onft Rentmeifters van Salland in der tyd: ende hier mede fall doet ende van gheenre weerden wefen die> acht olde vrancryxe feilde ende tfestichpontwafsj,, die fie ons jaerlix plegen te gheven ende te betalen, voir dat veerftal ende fys voorfchr., alfoe dat fier nu voertaen daer mede onbelast tot ewigen dage Wefen en blyven zullen mit vorWerden, dat wy en onfe nacomelinge voirfchr. alle jaer den Veer tot Ghenemuden gheven willen, inden hie dat aen ons ende onfe dienren Verdient, twee mudden rogge voirf. Ende mede fullen fie dat,fwarte water moeghen bevisfehen na der older gewoenten. Voirt hebben wy hem al hoere vryheyt ende privilegiën geftediget, gevestiget ende geconfirmiert, ftedi* geil vestigen ende Confirmieren mit defen onfen. brieve, die fie Van onfen Voirvaderen Bisfcopen. tutrecht verworven ende hem tent heer toe vanon* lèn voirvaderen Voirf. gheconfirmiert fyn gewest» fonder argelist. In oirkonde sbrïefs mit onfen fegel befegelt» Ende om die meerer vestenisfe Wille hebben wy gebeden die erbaeren prelaten Dekenen ende CaN 2 pit*,  195 Overysfelfche Gedenkflukken, Vide Stuk, telen onfer vyf Gotts huyfen, als ten Doem olde munfter, lant Peter, fant Johan ende fant Marten kerken tutrecht hoeren confent ende wille hier toe te willen geven. Ende wy Prelaten, Dekenen ende Capittelen van den Doem, oude munfter, fant Peter, fant Johan, enfant Marten kerke tutrecht voirf, anfiende den guden wille ende mening ons genedighs heren voirf. foe hebben wy onfen wille ende Confent daer toe gedaen ende geven die daer toe mit defen brieve in alle manieren als voirfcr. is, Beholtlic dat onfe en onfer Capittelen perfonen ende guder hiermede onbelast wefen en bliven fullen, en hebben dès tot oirkonde defen brieft mit onfen genedigen heeren voirf. doen befegelen mit onfer vyff Gottshuyfen feglen Gegeven int jaer ons heren Dufent vierhondert ende tfeftich op den vyften dach in Decembri De zegels zyn gedeeltelik van hunne francy nen Jlaerten afgevallen. N°. ii. c. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Frederick van Gods gnaden Elect ende Conftrmiert tutrecht gheboren Marckgreue van Baden etc. maken kont allen luden, dat wy onfe Ghemynden Schepenen, Raed ende ganfen ghemeente onfer Stat van Ghenemuden om menignes truwes dienftes wille, den fy ons ende onfen Gheftichte dicwvl ghedaen hebbn, ende oft Gódt wilt, noch doende fullen worden, esde voer nutte en orber oaff Gheftichtes ende om onfe tafel gude te ver- meren9  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl 197 meren, voer ons ende onfe nacomelingen Biftcopen tutrechr den voirfcr. Schepenen ende Raed ende Ghemeente onfer Stat van Ghenemuden onie veerftal, wynfys, ende bierfys tot Ghenemuden erflike ende ewelike verpacht hebbn ende verpachten mit defen onfen breve jaerlix om tachtentich pond payements, gelyck wy jaerlix voer onfe renthen in Sallant by onfen Renthemeyfter ons lands van Sallant doen boren, alle jaer te betaelen an handen ons Rentmeyfters van Vollenhoe in der tyt op funte Peters dach ad Cathedram, beholtlick dat de veer in der tyt tot Ghenemuden ons onie nacomelinghe voerfcr. onfe Schulte ende Rentemeyfter ons Lands van Vollenhoe onfe ende hoer huysgefynne ende dienre tot allen tiden fonder enich ghelt of veerfchat te gheven over ende weder over fullen voren tot allen tiden, als dat gheboert ende van node is, fonder enighe weygeringhe daer in te doen fonder noetfaken. Mede beholdelick ons onfe vyf pond, als wy jaerlix van de van Genemuden hebbn en fy te betalen pleghen an handen ons Rentmeysters van Sallant in der tyt. Ende hier mede fal doet ende van ghienre weerden wefen de acht oldevrancryxfchefchilden endetfeftich pondtwaii, die fy ons jaerlix pleghen te gheven en te betalen voer dat veerftal ende fys voerfcr. Alfo dat fy nu voertan daermede onbelast tot ewighen daghen wefen ende bliven fullen: Met vorwerden dat wy en onfe nacomelinghen voirfcr. alle jaer den veer tot Ghenemuden gheven willen in den hy dat an ons ende onfen dienren voirfcr. verdient twee mudde rogghen. Voert hebbn wy hem al oer vryheyt ende privilegiën ende mede dat water, als dat bepaelt is, van Weterfteyn nederwert tot an de Voerts, ende dwers over , in allen den water van den enen lande tot den anderen, alfo wyt, als fy dat van oldes hebbn ghehadt ende befeten na wtwyfinghe zegele ende breve onfer voirvaderen mede bezegelt mit zegelen onfer vyf Gods hufen tutrecht de daer af fyn ende wy mede ghefien ende ghelefeu IN 3 hebbn,,  j§8 Overysfelfche Gedenkjïukken, Vide Stuk, hebbn, gheftedighet, gheveftighet ende gheconfirmiert, ftedighe'n Veftighen ende Confirmieren mie defen onfen breve, de fy van onfen Voirvaderen Bisfcopen tutrecht verworven ende hem thent heer toe van onfen voirvaderen voirfcr. gheconfirmiert fyn gheweft. Sonder argelift Jn oirkonde sbreefs befeghelt mit onfen zeghel Ghegeven in Onfer ftat Campen in den jaer ons Heren Dufent vier hondërt fes ende tnegentich des vrydagespost Lucie Virginis, wefende de feftiende dach in Decembri Op depliqueJlaat Stenbrynck Hier aan hangt een rood zegel van msch aan feu francynen Jlaart. N°. ii. & Vit het oorfpronglyke ter Secretarye vcw. Genemuden. Philips van Bourgongnen by der genaden Godts Elect geconfirmeert van Utrecht maken kondt allen luyden, dat wy onfen geminden Schepenen Rade ende ganfe gemeente onfer Stadt van Ghenemuden , omme menich trouwe dienften wille, die fy ons ende onfen gedichte dicwilïe gedaen hebben, ende offt Godt wille noch doende zullen Werden, ende voer nutte ende oerbaer onzes GheftiChts, ende om onfe tafelgude te vermeren voer ons ende onfen nacomelingen Biftchoppen Tutrecht den voerfcr. Schepenen ende Raidt ende Gemeente onfer Stadt Ghenemuyden onfe veerftall wyn cyiTende bier cys tot Ghenemuyden erflicke ende eweiicke verpacht hebben, ende verpachten  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem.'Byl. 199 mit defen onfen brieve jaerlicxom tachtentichpont payments, gelyck wy jaerlix voer onfe renthen in Sallant by onfen Rentmeyfter ons Lants van Sallant doen boeren, alle jaere te betaelen an handen onfes Rentmeyfters van Vollenhoe in der tyt op funte Peters dach ad Cathedram, beholtlick, dat die veer in der tyt tot Ghenemuyden ons onfe nacomelingen voerfcr. onfen Schulte ende Rentmeyfter onfes Lants van Vollenhoe onfe ende hoere huysgefinne ende dienre tot allen tyden zonder enich geit off veerfchat te gheven over ende weder over fullen voeren tot allen tyden, als dan geboert ende van noden is, fonder enige weygeringe daer inne te doen fonder noetfaken. Mede beholtelick ons onfe vyf pont, als wy jaerlix van die van Ghenemuyden hebben, ende fy te betaelen pleghen aen handen ons Rentmeyfters van Sallantin der tyt, ende hier mede fal doet ende van gheenre werden wefen, die acht olde Vranckryckfche fchilden ende tfeftich pont waff, die fy ons jaerlix plegen te geven, ende te betaelen voer dat veerftal ende cyfs voerft*. Alfo dat zy nuw voertaen daer mede onbelast tot ewigen dagen wefen ende blyven fullen. Mit voirwerden, dat wy ende onfe nacomelingen voirfcr. alle jaer den veer tot Ghenemuyden gheven willen, indien hy dat aen ons ende onfe dieneren voerfcr. verdient, twee mudden roggen. Voert hebben wy hem alle hoere vryheit ende privilegiën ende mede dat water, als dat bepaelt is, van Weterfteyn nederwert tot aen die Voerft, ende dwers over in all den water van den eenen lande tot den anderen, alfoe wyt als fy dat van oldes. hebben ghehadt ende befeten, nae uytwylinge fegele ende brieven onfer Voervaederen, mede befegelt mit fegele onfer vyf Goeds huyfen Tutrecht, die daer aff zyn, ende wy mede gefien ende gelefen hebben, geftediget, geveftighet ende geconfirmiert, ftedighen veftighen ende Confirmieren met defen onfen brieve, de zy van onfen Voervaderen Biflchoppen Tutrecht verworven ende hem jN 4 thent  SGO; Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk& tdient heer toe van onfen Voervaderen voerfcr. geconfirmeert zyn geweeft, fonder arglist, jn oerzonde sbrieffs geiegelt mit onfen fegelT. Gegeven, in onfe flote Vollenhoe jnt jaer ons Heren duyfént •yyffhondert ende zeyenthiene op den thienden dach an Novembri Phl. Qp de plique ftaat ' J. Herdinck Hier aart hangt een rood zegel van wafch aan een franc.ynen Jlaart, No. 12. a. Vit het oorfpronglyke ter Secrctarye) van Genemuden., ïk Deric van den water in der tyt Dycgreye in Sallant bekenne ende betughe mit defen ópene breve , hoe dat my ende mvne heemeraden, hyr nae befcreven angebracht was, dat de Stat van Ghenemuden, ende hoer ghemene burgers ende inwoenres folden mede fchuldig wefen als van horen hulen waden helpen te befiaen, ende opfiaghen op te dyken an den Yfeldyck in Salland, alfo dat wy fe d^er op hebben, yerbodet daer mede to te helpen, ende daer off* hoer hoeffïlach té ontfangen. Woer op die van Ghenemuden ons hebben angebracht rnet waerachtigen befchvene ende hebben ons hoere privilegiën ghetoent: dat wy hem des verdraghen fonder argelist Hyr waeren oever ende an als Hcemraeden Evert van Graes van weghen die Stad van Deventer, Herman Stael van weghen der Stad yan Zwolle, Heer Henric van F.sfen Ridder \an weghen des kerfpels yan Wye, Godert van Haerst  vm dB Rechten en Vryheden der ftad Genem. Byl 20? Haerst van weghen des kerfpels van Zwolle end© Otto van Doernick van weghen des kerfpels van Olst. In orkunde der waerheid foe hebben wy Deric van den water Dyckgreve vorf met defe voereenoemde heemraeden ellic onfe fegelen an defen Tbreeff ghehangen. Ghegheven in den jaer ons. Heren dufent vier hondert een ende tfestich des yrydaghes nae fancte Margareten dach der hilighen jonfer De hier aan hangende zegelen zyn van groenen wasfche aan francynen jtaarten. ». 1 ; 1 N'. 12. b. Extract uit het Memoriaal Boek der Stad Genemuden. Genemuiden den 21 Maart 1718, Heden door de Heere Drost een misfive aan de Magiftraat gefchreeven zynde om onze Burgeren en Ingezetenen mede te zenden tot het helpen beflaan van de wade in den Ysfeldyk in de verleeden winter gelopen Is daar op door de Magiftraat weder aan gemelte Heer Drost geantwoord dat die van de Stad Genemuiden volgens alle oude Privilegiën en Regten vry waren om waden te helpen beflaan, en derhalven daar niet toe konnen Contribueren Zoo heeft gemelte Heer Drost op den 30 dato door misfive weder nieuwe inftantie gedaan ten zeiven einde dienende waar op door de Magiftraat weder is geantwoord als in de voorgaande Waar op voor gemelte Heer Drost onze brieven van verweygeringe heeft gebragt tot Campen JN 5 in  BOï Overysfelfche GedenkJIukken, Vide Stuki in de vergaderinge van Ridderfchap en Steden , waar op by haar Ed. Mog. is genomen de volgende Relolutie, Extract vyt het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staten van Overysfel. De Heere Drost van YlTelmuiden heeft ter vergaderinge geprefenteerd een misfive van de Burgermeefteren Van Genemuiden van den 30 dezer maand waar by dezelve fuftineeren dat haare Ingezetenen ongehouden zyn aan de gewade Dyken m de Zallandiche fchouwe mede te arbeyden verzoekende daar over het Declaratoir van Ridderfchap en Steden Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden de Burgermeefteren van Genemuiden aan te fchryven en te gelasten om op morgen zich alhier te laaten vinden en van haar vermeinde recht aan Ridd. en Steden te doen blyken Accordeert, met voorfz. Regifter was get. H. ROYER. Waar op door de Magiftraat zyn Gecommitteerd de Burgermeefteren Evert van der Linde, en Hendrik Dirks Timmerman welke ter vergaderinge van Ridderfchap en Steden hebben vertoond onze oude Regifters van Prsevilegien daar toe tendeerende dat onze Stad ongehouden is om waden in de Zallandfche fchouwe te helpen beflaan en in fpeciedatvan den jaare J461 door Derk van Water doenmaels Dykgraaf van Zalland, welke nevens zyne Heimraden doenmaels heeft verklaard defe Stads regten en Privilegiën te hebben gezien en gecxamineert en  Van de Rechten en Vryheden der Stad Genen. Byï. 203 en uit derzelver ware overtuygende defe Stad heeft vry erkent van waden te helpen beflaan die in de Zallandfche fchouwe mogen komen te lopen en dan no- meerder privilegiën van de Souvereinen dezer Lande aan Onze Stad verleend, daar in beftaande» dat onze Stad in geenen deele zal moogen worden bezwaard boven de Steden Campen, Deventer , Zwolle, Hasfelt, Steenwyk en Vollenhove Na afles te hebben gehoord hebben haar Ed. Mog. hier tegens geworpen dat Genemuiden door haar wierd aangemerkt voor een gedeelte als den Dyk van Mastebroek Welke door onze Gecommitteerden weder is beandwoord dat met Hiftorien en andere waarfchynlyke probatien konden aantonen dat Genemuiden voor meer als 1600 jaren in weefen en met naamen is bekend geweeft, en dat Maftenbroek voor nog geen 500 jaren is bedykt geweest dat derhalven de Maftebroeker Dyk tegens Genemuiden is aangelegd, en het zelve aanftonds uyt het Dykboek aangetoond Waar op haar Ed. Mogende vindende geen reden om deeze Stad op te leggen tot het waden te beflaan te helpen arbeiden Hebben mids het onftuimige weer en de tegenwoordige groote nood van Maftebroek aan onze Gecommitteerden voorgefiagen om voor deeze reyfe fonder Confequentie en voorbehoudens onze Privilegiën als een vrywillige gifte onze Burgers en Ingezetenen mede om het bellag der wade te laten arbeyden Waar toe gemelte Gecommitteerden zeiden niet gelast te zyn, is haar door Ridderfchap en Steden gerecommandeerd, het in onze vergaderinge voor te dragen, welke het zelve dan hier ter ftede in de vergaderinge van Schepenen en Raden en Gezwooren Gemeente hebben gebragt welke daar op hebben gerefolveerd, .dat mids de tegenwoordige nood van Maftenbroek vrywillig zonder Confequentie voorbehoudens", onze rechten en Privilegiën onze  4T04 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, onze Burgers, en Ingezetenen zullen zenden voor dit maal mede te arbeyden aan het gemelte beflag en dat het zelve onder haar Ed. Mog. Refolutien mogte worden geregiflreerd, en ons daar van extract verleend Het welke door gemelte Gecommitteerden den anderen dag in de vergaderinge van Ridderfchap en Steden is gebragt. En aan de Dykgraaf van Zalland een Register van omtrent de helft onzer Burgeren en Ingezetenen overgegeeven die wy zouden zenden met byvoeginge als wy zagen dat andere die niet verpligt waren voor deeze reyze mede arbeyden onze andere helft dan mede niet in gebreken zouden blyven Zynde ons door haar Ed. Mog. hier over het volgende ter hand gefield. Campen den 2 April 1718. Is erfcheenen Evert van der Linde en .... Timmerman Burgermeeflers van Genemuiden en hebben verklaard genegen te zyn in de tegenwoordige presfante nood de tyd om het beflag van de doorgeloapene wade in den Yffelykomtrent YVilfum, zoverie bereyts ingefchoten zynde haare inwoonders tot het arbeyden aan het voorfcr. beflag mede af te zenden mids nogthans dat het zelve niet zal worden getrokken in Confequentie of daer door eenige prejudicie aan haar regt en privilegiën om tot het mede arbeiden aan de wade in de Sallandfche fchouwe niet verpligt te zyn geen prejudicie zal wefen toegevoegd, waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden daar van kennis te geven aan de Dykgraaf van Zalland om hem daar na te reguleeren, Accordeerd met het voorf. Register was getekent H. ROYER. No.  san de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. öajf N°. 12. c. Extract uit het Register van Ridderfchap M Steden de Staaten van Overysfel. Campen den 20 April 1763. De Heeren de Droste van Vollenhoveen andere haar Edele Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de dyken hebben ter vergaderinge gerapporteerd, dat, ingevolge ende ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commifloriaal van den 25 Maart deezes jaars, het Bericht van de Magiftraat van Genemuiden met deszelfs bylagen, contineerende de redenen en bewyzen, waarom vermeinen te zyn onverpligt om mede te moeten draagen de kosten tot herftelling van de wade in den Yffeldyk by het Zalliker veer,, van advyfe zouden zyn, dat gemelde Magiftraat van Genemuiden by derzelver gefchrift en documenten, hier boven gemeld, genoegzaam derzelver ongehoudendheid van in de voornoemde wade te behoeven te contribueeren, heeft gedoceerd en aangetoond, en dat de Stad Genemuiden derhalven daar van behoorde te worden gelibereerd, Ende dat ook het geringe, dat dezelve m deezen anders by uitzettinge is opgelegd, daar in té contribueeren, voor deeze reize, zonder confequentie mede door de Provincie behoorde te worden uitgefchooten ende voldaan, om te eviteeren de moeylykheid uit een nieuws te doene repartitie daaromtrent noodzaaklyk zullende refulteeren. Waar op gedelibereerd'zynde hebben de Heeren van de Ridderfchap en van de Steden Deventer en Campen het voorf. rapport geagreëerd, en de Heeren van Zwol het zelve overgenomen en vorders  «Otf Overysfelfche Gedenkjlukken, Vide Stuky vorders aangenomen , ten eerften haare refolutie daaromtrent aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden in te zenden. Accordeert met het voorf. Register DERK DUMBAR. N°. 12. d. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel. Zwol den 2 April 1775. De Heeren de Droste van VoIIenhove en andere Hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot de zaken van de Dyken ingevolge en ter voldoening van derzelver Reiolutien Commisforiaal van den 8 en 12 Maart deezes jaers, hebbende geëxamineerd het addres Deducïoir van de Burgermeefteren van Genemuiden, houdende om daar by gededuceerde redenen verzoek, dat Ridderfchap en Steden de Stad Genemuiden, fampt Burgermeefteren en ingezetenen van dien, zullen gelieven vry te verklaren van het mede arbeiden aan de bellagn om üc waden in de Mastebroeker dyk, doch dat bvaldien Hun Edele Mogenden daer in onverhopentlyk eenige bedenkelykheid mogt kunnen ontmoeten, dat alsdan een onpartydig Rigter zullen gelieven te verlenen, om aldaar met de Ingefetenen van Mastebroek, Ingelanden, Heeren, Steden en Vroeden, of alle die geene, die zig in defen met de Stad parthye mogten willen ftellen, dit verfchil naaï  fdfl de Rechten en Vryheden der Stad Genefh. Syl 207 naar ordre van rechten te doen beflisfen aangezien de Raad en Meente van Genemuiden hadden befloten, om dat different by ordinaris juftitie te doen termineren; ais mede de misfive van Gecommitteerden van Steden en Vroeden des Landes van Maftebroek, gefchreeven tot Zwolle den 28 February 1776 met deszelfs bylage, nevens de Remonftrantie van de Burgermeefteren van Genemuiden en nadere Requeste van dezelve, Concernerende dezelve zaak en fuftenue van gemelde Burgermeefteren, hebben ter Vergaderinge gerapporteerd , dat hun is voorgekomen , dat de Burgermeefteren van Genemuiden daer by wel hebben aangetoond onverpligt te zyn tot het herjleüen van waden, het zy voor het geheel of om die een voet boven dagelyks water te helpen brengen, gelyk ook tot eenige contributie in gelde, in plaats van arbeid daar toe, voor welk laatfte zy ook op den ao April 1763 uit dien hoofde op het rapport van de toenmalige Heeren Gecommitteerden tot de zaken van de Dyken door de Heeren van de Ridderfchap en van de Steden Deventer en Campen zyn vrygefproken, zynde dat rapport te dier tyd door de Heeren van Zwolle overgenomen; doch dat zulks op verre na zo klaar niet fchynt omtrent de verpligting tot het helpen beflaan van de waden, welk een en ander by hunne Remonftrantie én Berichten doorgaans wordt geconfundeerd, daar tog volgens het Dykregt van Zalland, fit. 3. art. 14 tusfehen het Dyken van oplagen en het helpen beflaan van waden wel degelyk onderfcheid gemaakt en die van Asfchet en Waterftein, Veneryt en Genemuiden onder anderen wel yan het eerfte maar geenzins van het laatfte, namentlyk het helpen beflaan van waden worden vrygekend; dat Burgermeefteren van Genemuiden wel poleren, dat ditalleenlyktothetSchoutampt, maar niet tot de Stad Genemuiden betrekkelyk zoude zyn; doch dat het hun Heeren is voorgekomen, dat zy tot bewys van die politie, immers tot hier toe nog niets hebbes, bygebragt, dat voor  aoo" Overysfelfche Gedenkftükken', Vide Stuki Voor genoegzaam bewys daar toe zou kunnen ftrefc ken, te minder daar in opgemelden artikel van he'e Dykrecht van Zalland, die wel degelyk beide föhyi iien bedoeld en expres genoemd te zyn , als wori dende daar by eerst gemeld Asfchet en JVaterfiein* dat kennelyk het Schoutambt is, en daar na medé van Genemuiden, daar dan niet wel anders dan dé ftad zelve, immers zo verre in den kring van Mas* tebroek gelegen is, mede kan gedenoteerd weezen'; en dat derhalven van advyle zouden weezen* dat de ftad van Genemuiden, ten minften zo verre als boven , met het helpen beflaan van waden, zó in de Zallandfche fchouwe beneden het Winfemer hekke, als in de Mastebroeker fchouwe voorvallende, behoort te blyven belast tot zo lange voldoende zal hebben aangetoond , daar toe ongehouden te zyn, doch dat daar en tegen van'de geheele herftelling der waden, en het draagen van dé kosten daar toe zullende worden gerequireerd, alnog behoorden vry en ongehouden te worden verklaard. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steden zich met het voorfchreeVen rap^ port geconformeerd. En zal hier van ■, by extract deezes, worden kennis gegeeven aan Steden en Vroeden des Lands Van Mastebröek tot derzelver naright. Accordeert met het Voorf. Register DERK DUMBAR. N°. 13. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Erfame wyfc voeriichtige jnfonders goede Vrürt^ dej  vUn de Rechten en Vryheden der Stad Ceiiem. Tyt. 109 de, wy fchicken U Er. W. hier by verwaeit copie van feckere Articule dwelcke die generale Stathen. bynnen Antwerpen vergadert zynde onfs hebben ouergefandt omme daerup toe refo'.ueren ende die gefanthen diefes Lands, in die generale Vergaderonge met vollencomen refolutie affteueerdigen, Ende want wy up diefe hoechwichtige faecke, daer aen ons ende onfer aller nacomelingen weluaerc ende eonferuatie diefer Landtfchappe ende Steden priuilegien foe hoechlicken gelegen nyeth dan by gemene beraedt ende {femme der alinger Landtfchap fullen connen refolueren Soe is onfe begeren U Er. W. wyllen defelue viilteren ende daerup refolveren, ende ten naesten Landtdach die vuytgefchreven zall worden, heure Gedeputeerden mee volcomen refolutie, ter plaetze die U Er- W. genoempt fall worden, by ons fchicken, omme up defe ende andere hoechwichtige faecken met ons in deliberatie toe treeden (1) ende daer inne toe fiuytea; (i) Hier uit blykt, dat dc Kleine Steden niet alleen de Deliberarien moogen bywoonen, wy! zy anders niet gezegd* konden worden, met de Ridderfchap en de drie Hoofdrceden in Deliberatie te treeden; maar ook dat zy hunne plaats jn de Vergadering behouden, wanneer de Ridderfchap e» de voorz. dsie Steden Concludeeren » zo ais bevinden ta behooien. Ook volgt dit daar uit: om dat de zaak nog in, Deliberatie is, zo lang geene Conckriio werkeiyk genomen zy. Het is derhalven niet recht, dit de Gecommitteerden. v;m de Kléine S:eden, hunne Delibeiatien voorgcbiagt hebbende, zouden moeten aftreeden. Dit toch leert noch deRefolutie van 1602 (Overysf. Gedenkft. L Stuk byl 17 ) noch voorgaande handelingen, ald. III. S:ukt bl. izi &c. In tegendeel ds Refolutie van lóoa maakt betrekking tot den Olden gebruik; van welk oud gebruik het bewys, onder anderen, in deezen brief bevonden wordt. Ook zou het, eene verdraaying r/yn, die nauwlyks eene fchaduw van mede leden der Landsvergadering aan de Kleine Steden overlaaten zou, dat derzelver Gccommiteerden, hun gevoelen gezegd hebbende, daar op de Vergadering zouden moeten .juimen. Men behoort, om geen plaats aan eenige, dubbelVI. Stuk. O  2io Overysfelfche Gedenkflukken, Fide Stuk, fluyten als wy tot erholdinge onfer aller vry ende gezinnigheid te laaten, de Hemmen der Kleine Steden niet Jlvijeerende maar Delibereerende te noemen: gelyk het woord Deliberatie in deeze ftoffe hier en elders voorkomt. De Heer Dumbar geeft ons een nauwkeuriger bericht van de verfchryving der Kleine Steden op deezen Landdag, die gehouden wierd over het ontworpen verbond met den Hertog van Anjou: dat naamlyk geen andere Kleine Steden dan Hasieit, Steenwyk, Genemuden en Vollenhove ter deezer Vergadeiing verichreeven waaren, Bedev.daas.fche Historie en welm t byzonder van Overysfel, 1. Deel, II. Stuk bl 268 Want gelyk hier vooren bl. 27. is aangemerkt', dat dé iwentfcne Kleine Steden, als toen in de magt dèr Spaanfchen zynde, met verfchreeven konden worden: zo wierden ook om diergelyke reden, of om gebrek van befchermd e kunnen worden, de overige Kleine Steden van Zalland toen met verfchreeven. Ik vertrouw ook in het algemeen met volkomen zekerheid te kunnen vastftellen , dat niet één van die gevallen, welken door den Heer Dumbar, at. daar bl. 267. 268. zyn aangehaald, alwaar fommige en niet alle Kleme Steden ter Landsvergadering zynreroopen. bevonden zal worden, waar van niet de reden, hier voo' Ien*ëuue'j' eenise andeie byzondere oorzaak, uit de gefteldheid van zaaken op eiken tyd, of uit den aart der handeling aldaar te verrichten, getoond zou kunnen worden. Doch zulks hier te wydloopig vallende; zal ik alleenlyk met een woord aanmerken, dat de verfchryving van O denzaal, Hasfelt en Steenwyk in het jaar 1600 over de Algemeene Middelen (aldaar bl. 268.) niet betrof de uitvoering dier Middelen in 't gemeen, maar byzonder deeze toen bemuurde en daar door in veelen opzigte meer dan andere bezwaardeKleine Steden. Dit blykt uit den brief van verfchryving, die toen aan Oldenzaal'wierd gezonden, te nen Overysf. Gedenkft. Fi Stuk, bl. iSP. Voeg hier by de Befoignes van de Heeren Ord. Gedcp. van de Staaten van Overysfel, van den 25 Eebr. 1603. Dat gemeenjyk maar fommige Kleine Steden in hetRegi«er van Riddetfchap en Steden ter Landsvergadering verfchreeven bevonoen worden, daar uit volgt niet dat toen met alle Kleine Steden verfchreeven zouden zyn geweest. Want  van de Rechten en Vryheden der StadGènerh-. Byl. iït gerécht"cheidt, beuynden zullen toe beboeren , Mits- Want het blykt, dat zy, hoewel alle verfchreeven zynde „ echrer nier alle verfcheenen, Aldaar bl. 268. Ook zyn irl fommige Kleine Steden nog bewyzen overgebleeven van derzelver verfchryving op Landdagen, alwaar zy niet ver» fcheenen zyn. Zo is nog bewyslyk, dat de Stad Genemuden op de Landsvergadering van 1542, en de Stad Vollenhove op die van 1541 was verfchreeven, Overysf.Gedenkft: V. Stuk , bl 232. cjT 339- Evenwel zyn deezen tóen; nevens anderen , uitgebleeven, Aldaar Hl. Stuk, bl. 217.236;. en Dumbar d. I. bl. 266. Eene Deüberéerende ftera brengt van zelfs mede, dat iemand, diedezelve heeft,niet nc'odig achtende te verichynen, afweezig blyven magt. Op de gemelde Vergadering van 1542 waren, onder anderen, ook afgevaardigden van Ootmarfum, Enfchedeen Vollenhove; Altaar bl. 265. en Overysf. Gedenkft. IÏÏ. Stuk, bl 217. Echter wórden geen brieven van verfchryving in deezeSteden meer bevonden. Derhalven blykt tot hier toe niet vari eenig meerder recht van Oldenzaal, Hasfelt en Steenwyk dan van de andere Kleine Steden, zo veel de verfchyning ter Landsvergadering betreft, maar wel van eene volmaakte onderlinge geiykbeid der Kleine Steden in dit ftuk, die ook door de Refolutie van Ridd. en Steden van 1602 , Waar van ftraks naarder zal gefproken worden, wórdt be-. vestigd. Bifchop Rudolf van DiephoLt zou in het jaar 1443 fommige Kleine Steden genoodigd hebben om te heipen beraad-, Jflaagen over oneenigheden met deHollandeis, Dumbar, d. i. W. 264, Nog een ander voorbeeid van deezen zelfden Vorst wordi bevonden, dat hy in het jaar 1452 alleen njet de Stad; Oldenzaal handelde, om in den Munfter fchen oorlog herrit by te ftaan, Overysf. Gedenkft. II Stuk, bl. 124. Ook worden oude verbintenisfen bevonden van fommige of alle K'éine Steden met de Groo'e Steden en andcen. Doch dit alles behoort niet tot de vraag van meerder recht der eene Kleine Stad boven de andere in het iluk van verrchjrning ter Landsvergadering. De Heer Dumbar heefc uit eene handeling van de drié Groote Steden, we!ke door deeze Groote Stedsn wierd VQorgefteld cp een Vergadering van de drie Groote eh vari 01 ar»  2Ï2 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Mits beuelonge des Almachtigen. Datum opten Landt- alle Kleine Steden, by het overlyden van den Stadhouder Schenk in 1540 gehouden, opgemerkt, dat onder Keizer Karul de Kleine Steden niet altoos gewoon waaren by de vergaderingen te worden ontbcoden, Aldaar bl. 365, 366. tn Ov-.rysf Gedenkft. III. Stuk, bl. 212 &C Dit geeft de voorzeide voorfteJling der Groote Steden ook duidetyk te kennen in de woorden: dat men alle faeken die by fyn G. ende die gemer.e Staten van Ridderfcap ende Steden op gemene landtdagen ende paniculaer byeemst erkant ende heflatten fyndt, vollencomelicken ende onverbreclicken geholden ende achtervolget mogen worden Want hier uit blykt, dat de Landsvergaderingen van den Landsheer of zynen Stadhouder en de Smaten ©nderfcheiden zyn geweest in gemeene Landdagen en Partituliete Byeenkomflen. Op de Particuliere byeenkomiTen waaren de Kleine Steden niet verfchreeven. De eerfte en tweede Landbrieven van Bifchop David van BusGtraDiEN (welke Bifchop anderszins, zo wel als zyne voorzaaten en opvolgeien , üe Kleine Steden verfchreef, Overysf. Gedenkft. V. Strik, bl. 335. 336.)zynop Particuliere Landdagen van den Bifchop, Ridderfchap en drie Groote Steden beraamd, .Overysf. Gedenkft. V. S:uk. bl. 174. En tevens blykt, dat de goedkeuring der Kleine Steden, omtrent het teberaameoe of beraamde op zodanc Particuliere Landdagen, wierd vereifcht, Aldaar bl. 174 £f 175. De Landbrief van Philips van Buegukdien van 1518, fchynt in tegendeel op een algemeenen LanJdag, dat is , met verfchryving mede van de Kleine Steden, te zyn gewilkeurd: om dat in het hoofd van deezen Landbrief niet van de drie Steden in het byzonder wordt ge -aagd, maar in 't gemeen van 't goeddunvken onfer GE.MEïNER Ridderfchap ende STEDEN ONZER LANDEN 'van Overysfel; waar door, ten aanzien van het Land van Twente geen anderen dan Kleine Steden kunnen verftaan worden; wyl in Twente geen Groote Steden zyn, Aldaar. 111 Stuk, bl. 205. Duideiyker nogthans blykt, dat de" Landbrieven, van 1541 en 1546, cp gemeene Landdagen zyn gemaakt: gelyk zulks in deeze Landbrieven uitdrukkelyk wordt gezegd Dit onderfcheid van] Algemeene en Particulkre Landdagen is uit het algemeen gebruik van Dm'tfchland, nevens andere zaaken, onze Staats beftier betreffende, RB* 1  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 213 Landtdach bynnen Swolle onder tfegel derfeluer Scadc optehaalen en uitteleggen, Aldaar V. Stu\, bl. 174. in not. 3. Ook is reeds aangemerkt, dat zelfs geen Ridderichap noch Groote Steden door de Landsheeren of derzelver Stadhouderen ter Landsvergadering verfchreeven wierden dan over eewigtige punten; en de gefteldheid deezer gewigtige punfen getoond, Aldaar bl. 173, 174- De nog voorhanden 2Vnde brieven, met welken de Edelen in dien tyd ter Landsvergadering verfchreeven zyn, ais behelzende het zelfde met die welken tot dat einde aan de Kleine Steden zyn afgevaardigd bevestigen dit ook overvloedig: tcrsvyl insgelyksde brieven/aan de Groote Steden tot dit einde eertyds gefchreeven, niets anders zullen kunnen aanduiden. Voorts dewyl de Kleine Steden, zo wel als de Groote Steden en de Ridderfchap, van ouds over de voorzeide gewigtige punten, waar in 's LandsbelangLandsvergaderingen vorderde door de Landsheeren of derzelver Stadhouderen ter Landsvergadering verfchreeven zyn; en dewyl het belang der Kleine Steden met dat varf het ganfche Land verknocht is: zo volgt van zelfs, dat alle zaaken, waar over, ten tyde der Landsheeren, Landsvergaderingen gehouden wierden, haar niet minder dan de Ridderfchap en Groote Steden aangingen. De invloed van de eene Kleine Stad boven de andere, dat is, het meerder belang, welk men in de eene Kleine Stad boven de andere mogt nebben gefteid g^had, is op zich zelfs en alleen niet genoeg, noch ook gewigtig genoeg geweest, om eene ongelykheid van sezag ter Landsvergadering onder deeze Steden te wege te brengen Ook is van zulk eene ongelykheid van gezag ter Landsvergadering onder deeze Kleine Steden geen biyk te vinden, In tegendeel, gelyk de Kleine Steden van ouds ter Landsvergadering elk. even veel gezag hebben gehad; en gelyk het gezag van allen aldaar gelykerhand verminderd is- zo wordt ook inde aangehaalde Refolutie van Ridderfchap en Steden van 1602 aan allen een gelyk reent ter Landsvergadering toegeichreeven. . De vermindering van gezag der Kleine Steden ter Landsvergadering, die reeds in de zefliande eeuwe wordt befneurd, zo dat derzelver ftetnmen aldaar tot Del.bereerende Hemmen zyn geworden, kan met geene waarfchynlykhicd aan divani, die haar door de Groote Steden, wier O 3 Se-  214 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, Stadt dat wy voer dytmae! tzamentéyck daertho gebruiken aen 7--Octobris 1582 Rid- gezng alleen door die vermindering vermeerderd is, zou zyn aangedaan t toegefchreeven worden. De algemeene Onderdrukking, waar onder het ganfche Land toen zuchtte, was zo verre vin te kunnen toelaten, dat eenigeoverheerl Iching ooor onderdrukte mede Leden over anderen zoa geschieden, aat in tegendeel de bevordering van de aljemeene vryheid alleen door onderlinge bereidw.Higheid, om elk in zyn recht te handhaaven, kon en moett voordgezet worden. Hierom ook wordt geen voorbeeld van eenig hier tegenflryoig gedrag m dien tyd befpeurd; geheel anders aan in den voordgang van de zeventiende eeuwe, toén men meer ruimte tegen de verzwakte Spaanfebe magt bekwam. Toen zyn Arïstocratifche behandelingen gebeurd, die men als de eerste oorzisk vaa omwentelingen kan aanzien. Ik heb my altoos voorgeleid, en worde langs hce meer au InJbeFelhgd. naamlyk dat de boven aangehaalde onoerhande.ing der Groote en Kleine Steden van het jaar f540 oorzaak tot deeze vermindering van gezag der Kleine bteren ter landsvergadering heeft gegeeven : om dat het voger.s die handeling gedaan verfprek der Kleine S'eden, nca.rdys dat zy de Groote Steden ter Land-vergadering niet zouden tegenftemmen dan om aldaar gemelde gewigUge redenen; over welker gewigt echter, in dien tyd, geene andere beffisfing, dan door de Landsvergadering van den Landsheer of wel deszelfs Stadbouda en de R:dderichspen de drie Groote Steden, fchyrt gedaan te hel ben kunnen worden; van zelfs mede bragt , dat de Hemmen der Kleine Steden daar door de gedaante kreecen van Delibereerence Hemmen, Overysf. Geder.kft. III. Stuk, NL 224. Indien men de bewoording ran deeze onderhandeling van 1540 ('c gene my echter.niet waarfchyn'yk voorkomt Alivir bi. 225.) mogt verkiezen te bepaalen tot den eerstvolgende] Sta lhouder MaXoouaab van Egmont, die in December 1548 overleed; dan zou evenwel de gefteldhe:d van den dsar op volgenden tyd genoegzaame redenen hebben verfchaft, om het voorzeide re'tond van 154c ook onder de volgende Stadhouderen uirdrukkelyk of ftüzwygende Toordtezoiten, zo wel als om het zelve in 1540 meegaan. By het bigin van de nieuwe oprichting van dit Gemenebest,  van de Rechten en Vryheden der Stad Ginem. Byl. 215 Ridderfchap ende Steden der Landtfchap van Overysfel (op. best, of wel reeds ten tyde van den Stadhouder Graaf van Ren-, nenberg , begon de uitvoerende magt san de Ridderfchap en de drie Hoofdfteden onderworpen te worden : en Landsvergaderingen begonnen door dezelven gehouden te worden over zaaken , die anderszints te vooren door de Landsheeren en derzelver Stadhouderen zonder Landsvergaderingen wierden verricht,- als ook Landsvergaderingen door hen te worden uitgefchreeven , of befiooten om te doen uitfehryven en de Kleine Steden aldaar te doen verfchryven over gewigtige punten , over welken alleen zy zei ven nevens de K'eine Steden, of ook fgelyk boven gezegd is) zonder de Kleine Steden , ten tyde van voorige Landsheeren ter Landsvergadering plagten verfchreeven te worden. Zie eok aldaar V. Stuk, bl. 175. Die van de Stad Hasfelt alleen gaven in het begin der zeventiende eeuw omtrent hun recht ter Landsvergaderingen een ander begrip aan de Ridderfchap en de drie Groote Steden te kennen, dan uit het hier vooren verhaalde voordvloeyt: ook beweerden zy, op de Landsklaaring verfchreeven ie zullen moeten worden. Doch de Ridderfchap en de drie Groote Steden gaven hun by eene Refolutie van den 24 April 1602 tot and woord .- dat zy in haare begeerte niet konden fiaasen , gemerkt in die elie Regiflers ende loeckendaer inne d;fer Landfcaps Refol-it:en en Recesfen, voorts oeck dis ncernen der Compareer ende Jcnckeren 'en Steden vsrteekent fyn , - niet bevonden wordt, dot die S:ant Hasfelt op die vcorf. Landtdagen , clarir.gen effte lycemflen van de Staten deefer Provincie dcor haere Gede'uteerden erfchenen ende aldaer eenige Refolutie heeft helpen nemen, Aldaar I. Stuk, bylage 17. De woorden erfchenen ende alaaer eenige Refolutie heeft helpen nemen, moeten in famenvoeging verftaan worden, en geenszins als of er ftond: erfchenen NOCH aldaar enz. als wanneer de zin geheel anders en , althans ten aanzien der Landsvergaderingen , met de waarheid ftiydig zcu uitkomen: om dat uit de Landsfchaps Refolutien en Recesfen, die in de Regifters en boeken (want deeze boeken werden gemeeniyk ook Registers geraamd) aangetekend zyn, zeer wel blykt, dat de Gedeputeerden van de Kleine Steden O 4 ter  u6 Overysf elf da Gedenkftükken, Vide Stuk, (opfchrift) Den Erfamen wyfen voerficlitigen Eurgermeys- te- tcr Lnrdsvergadering verfcheenen zyn; maar niet dat zy aldaar Refolutie of Conciufie zenden hebben helpen neejien. Zeifs bly.-c he? tegendeel uit handelingen en Hukken na het jaar 1540. Uit ouder voorzeide Regfiers of boeken dan van 1540 heb ik, by het doorblaaden van dezelven, nieis on'd.Kt, 't welk rry eenig licht in deezen vcor of tegen gaf: hwewel van el.:ers blykt, dat de Kleine Steden caar te vooren Ktfoiutien ter Landsvergaderingen hielpen neemen. De woorden der voorz. Refolutie van 1c02, die op de hier vcorgcmel e uit deeze Refolutie aangehaalde woorden volgen, geeven ook niet onduifter te kenr.en, dat Kun Ed. Mog. bet oog hadden op de Regilitrs na het jaar j543> als uit welken de waarheid blykt van het gene Hoogstdezelven in de daar op volgende woorden Hellen, die dus luiden: willen everstdiejeh: Stadt, ma die andere Ka-y • «* Steden iefa* Lantfchap, volgents d-.n oiden gbmick, op aie geyricktige j.,:ncten, als dasr fyn nys wrUgcn aan te nemen, vrede ie maejrm, een Heer off te Siad'.hc'.der dej'es Lcnts aan te nemer, en d-.Tgeiycke hen vorder befclxyven, om luur ds.ilero.iun en fiqaerieèelai clsdan aen te horen, end: daer op in 'tfotmteren va-; deftr Lcntjchaps Rtcesfen in Reftluiien te letttnjme bekoren. Deeze ei. en woorden (op dat ik dit hier by voege) bewyzen wederom dat Hun Ed. Mog. zelf;, fielden, dat de Kui.-e Steden door haare Gedeputeerden op de Landsvergsdeiinccn vsn ouds vericheeren waaren,- en da: gevoiglyk ce uWe^ing der woorden, erfchenen ende aldaer eenige refet;e heeft h;l;:n pbm, hier vooren recht gemaakt is. in de zeverttende eeuwe wierd aan de Kleine Steden, beha! ven Hasfelt en Steenwyk, bet gebruik van haar voorz. Techr, om ter Landsvergadering over de gewigtige punten verichreeven te worden, in het eehee! benomen. Hasfelt en S eenwyk zouden bet zelfde hebben ondergaan, indien 6e-e!ven , z:ch niet in ilaatgeacht hadden om bet ongelyktegentegaan. Oldenzaal en Vollenhove ondernamen in hetjaar ió^8, zich hier over by de Heeren Staaten te vervoegen, doch toeo zonder vrucht, Overysf. Gedenkft. V. Stuk, bl. 9 Zy hervatteden echrer haar verzoek met beter gevo'gtn het aar 1658, na dat in rój: het Reglement op deftegeering van  w. at Hechten en Vrjheien der Sud GeAr*.. tjt. 117 teren chepeaea und RhaedtStad: Genemuyden oni;a 'z>o~-t:s oiea vruacea. New van Overysfel was beraamd, en daar by alleen aan Haslêlt en Steenwyk de verfc-ryTinz ter Lar.csve-gadering over degew; ylii - i".t:: ::ï;:~zi-i. in iitcr^ :r. wierd r.stv.orz. Re; zzzz :er.e Rê.r'.uie van R:i_i.-.c «r e- Steden van den 38 April 1658 in zo verre vermeerderd, dat 'er wierd voibzrd by de aangenaaide Refolutie van 1602, dfe het zeifde recht aan a'.le de Elci-e Steden, ab aan Hasfelt k A.:-«' <.. 5. C ei werd:, =7 neerasr ore.-* c.- gïng. bevonden, dat hieromtrent in bet Rcgeerings Reglement van 1675, berhariid in 1748, nie;s veranderd is, en dat het e.; '.z c;ezsr. is gerieev;- by he: Regeer:::;-: He:;-;-: ven 1657, vermeerderd door ce voorzeide Retciaiie van 1658, welke derhalven mede tot dit Reglement van 1557 beboert. ïerwyl bet gemelde herbaalde Reglement vsa 1675. aangaande ds Rcgccjiug en derzeiver Leden, zich bepaal: tot bet gerre van ouds recht geweestU; zonder van Has'elt en Sreenwyk noch van andere Kleine Steden, noch van de Groote Steden, in ditopzigt, byzondertegewaagenv Hier uit volgt dat alle Kleine Steden ook zelfs volgens bet Reglement van Regeering, van het jiar 1675 , behaald in bet jaar 1743, over de gewigtige ponten ter LandsreigiieriEi behooren veifc^ieevente worden. O 5 Ko.  218 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, No. ia.. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye yan Genemuden. Erfame, Vrome, Wyfe, Voerfichtige ende zeer discrete, jnionders goede vrunden, Alzo by Ridderfchap ende Steden, up lest geholdene bycumfte te Heerde, (gelyck oick in andere Provinciën) goedt gevonden is, zeeckeren voet te beramen, waer naer van nu voertan, de pafpoerten, ende fauvegarden, fullen verleent worden Hebben wy ten einde voorfs. ingelechte publicatie doen concipiëren, begeren derwegen dat defelve in UE. Stadt, up fondach toecoemende wefende den pén. defer maent ter gewoentlycke plaetzen, moege worden gepubliceert, defen tot geenen anderen einde dienende , willen wy U E. hyrmede den Almechtigen bevelen Datum Campen den 27en. Augusti Anno C. SLOET vt. De Gecommitteerden van Ridderfchap ende Steden der Lantfchap van Overisfel. Ther Ordonnan. van d' felve ROELINCK. ' (Opfchrift) DenErfamen, Vromen, Wyfen, Voerfichtigen Borgermr. Schepen ende Raedt der Stadt Genemuiden onfen goeden Vrunden. > L. S. No.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 219 N?. 15. a. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Alfoo my Joan Blanckvoort j Heere ter Cuilen» ende ter Collendoorn, Landtdrost van Isfelmuiden , ter zyden was angecomen oock daer van nae gedaeBe informatie lofweerdigh bericht, dat eenen Albert Janfs Groenvifch met een jonge doghter genaemt Merrichyn Roelofs beide wonende tot Gejiemuiden lange" met malcanderen in vuile hoer en bydaperye hebben geleeft, waar op oock gemelte Merrichyn Roelofs in de craem is gevallen, daar over Albert Janfs Groenvifch door de Magiftraet van Genemuiden is geactioneert, ende in geltboeten gecorrigeert ende geftraft; maar alfoo ick Dros-* fart voorfcr. vermeinde ende fustineerde, dat fodanige ende diergelycke boeten, niet by de Stadt van ' Genemuiden, "maar by de Heeren Drosten waeren ontfanckelyck, derhalven de Magiftraet van Genemuiden hier op ende over angefproken, dewelcke mv niet alleene mondelinge: maar oock felffsmet fchriften ende brieven van voorgaende Drosten van Isfelmuiden als anderen hebben geremonftreert, daar over dan oock in der minne geaccordeert, namentlyckdat fodanige en diergelycke boeten niet de Heer Drost maar de Stadt Genemuiden zyn toebehorende: foo is dat ick Drost voorf. van fodanig recht ende pratende, als ick vermeinde my in defen te competeren , renunciere en afftandt doe, gelyck ick daar van renunciere ende afftant doe by defen: ilgnatumZwolle den 6 Augusti 1681. JAN BLANCKVOORT. No.  £2o Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, N°. 15. b. Uit een gefchreeven hoek van rechten en privilegiën ter Secretarye van Genemuden > onder de Rubryk. Item defe naebefcreven punten fynt ghefcreven uit der Stat boeclc Zuolle. (post (dia') Van wroghen in zeend Enich man of wyf de twee werf in den zeend gewroghet worden van eenre fake (1) de verloren teghen de Stad viventwintich dufent fteens Ende bynnen twe jare en fullen fy in der Stat of in der Stat vryheit nyet komen. So vake als hy in der Stat ofte vryheit cornet foe vake heft hy ghebroken XX pont Ten fy datdiy hem alfo des onfculdich maecte Dat dan de Scepenen duchte dat hy des onfculdich were Ende waert fake datter yemant breve brochth op onfe burgher of burgherfche of óp onderiaten dat an zéendbar faken droghe de nyet bewroghet en weren in den ghemeenen zeende by den Scepenen de folde dat doen op fyns felfs geleydc. Ende wes hem dan daer over misfehiede. dat is brokeloos. tegen de Stat. Soe en fal nyemant van onfe burgheren rede ghelt lenen op pande daert an woker draghet by verliep C fchilden. Soe en fal nyemant van onfen burgheren loven voer gasten van buten dat an woeker draghet we dat breket de verliest teghen de Stat XL pont mocht mens nyet verwynnen elc fol des hem ainemen mit • hem OVIn de oude wilkeuren der Stad Hardenberg, zo als die door baar zyn opgericht, wordt art. 80 geleezen: Hen wye daer meer don eens in den feent gewroget wert anders aan tm etne Jaeksn dat weer tti eiker tyt vyf pont.  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem.ByL zit hem vyften mer gek op ten festienden penninc op een jaer dach dat mach men doen ionder broke. No. 15. c. ExtraCt uit een oud Protocol der Stad Genemuden , beginnende met 1570. Burgermeesteren Schepenen ende Raedt der Stadt Genemuiden gefyen ende geviiltyert den procesfe hangende voer den felvighe gerichte tuyfchen Jacob Olde Claes, uth den naeme Lysbeth zyn dochter , Anlegger ter eenre ende Claes Jacobs geaslistyert mit Jacob Jonck Claes, zyner vaeder Verweerder ter andere zyden ter caufa ende heercomende uth faeke van een questiofe vry fpeel kynt. Tvoerfs. gerechte op alles geledt ende gheconfideryet 't gheene des men in defen behoert te letten ende confideryren Wyfen voer recht Claes Jacbbs Verweerder de vaeder van 't questiofe kynt te wefen mits dyen dat Lyfebeth zal geholden wefen by folemneele eede te verclaeren, dat Claes Jacobs Verweerder voor den tyd als hy felfs in den gerichte by den procesfe becant hadde, carnale copulatiemet haer gebadt te hebben ende by nyemant anders gewest tzyn, met fulcke befcheide zoe de Verweerder can bewyfen contrarie datter een ander by gewest is, ende dat intebrengen by tyt van veerthyen daeghen dat hy des hebbe te genyeten, actum den IX Augusti anno 158c. Op dach ende dato voerfs. heft de vorfs. Lyfebeth in judicio gecomparyert ende tinhouden van den voorfs. Sentencien noepende den folemneele eede haer opgelecht gedaen ende gefwooren Godt lyefrlicken ten Hüleghen gefravedes edes, dat zy nyemant voer deefen tyt vleyfchelick.en becant heefc  Ê22 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk -, heeft dan aïleen by Claes Jacobs vader van haeren kynt. No. 15. d. Extracten uit de Protocollen van Contentieufe Gerigtshandelingen der Stad Genemuden: Den 3 July 1663 Erfchynt Gefe Beens Wed. van Sall. Br. Wolter Hendriks geevende te kennen hoe dat Compc den 12 jüny Jacob Roeloffen heeft doen verdagvaarden dat hy aan haar een Ryxdaalder op trouw heeft gegeeven om haar niet te willen verlaaten ende dewyle gemelte Jacob Roloffen nu tegenwoordig Comp^. niet meer bemint nogte in geendeley wyfe kent heeft daaromme gedagt den gemtc:i. Jacob Roeloffen daar over te Citeren om ftaande Gerichte met Ede te verklaaren dat hy met Comp:L'i niet te doene nogte die Ryxd. op trouw belofte gegeeven hadde ofte by Refuys prefenteert fy den Eed te doene haar die Ryxd. op trouw van hem gegeven te fyn waar toe Cottipte, haar meliori modo is refererende ende ÖE. Agtbe. 't gunt verfcr. doet erinneren om 't fyn er tyd UE. Agtb°. verklariugé daar op te mogen hebben. Burgermeefteren Schepenen ende Raden op het voorllel van Geefe Beens rypelyk geconiïderecrt* ende gelettet verklaaren dat Haar E. Agtbc feer wel bewust ende kennelyk is dat Jacob Roeloffen feyde op tyt als in Conu>e". verfoekgementioneert die prffitenfe Ryxdaald. haar niet op trouwe beloften gegeeven te hebben maar die tot een vereeringe voor haar Soontjen wegen die meenigvoudige dienst foo van Peerden haaien als anders aan hem beweefeat Den  van de Rechten en vryheden der Stad Genen. Syï. 223 Den 5 January 1664 Jacob Roloffen heeft fittende Gerichte aangenomen den Eed informa te presteren ende dieCosten foo van 't eene als van 't andere tot dispofitie van deefen Ed. gerichte aan gernte. Geefe Beens te Refundeeren waar in voornde. Geefe Beens acquinfceert ende vreedig is. Formulier van den Eedt Ick Jacob Roeloffen, belove enen Eed tot God Almagtig, ende verklaare heiliglyk dat ik aan Geefe Beens noyt trouwe noch trouwe beloften hebbe gedaan, ende haar 't geldt op trouwe niet gegeeven of in eenigen hande maniere van trouwe, of anderszins met haar te doene hebbe gehadt N°. 15. e. Genemuden den 22 Octob. 1733. r Steven Kerkhof • Schepenen < en ^Hendrik Visscher. Comparerende in deezen Edelen Agtbarea Ge- rigte de Huisvrouwe van Gerrit Kerkhof hebbende laten Citeren de Burgermeester Albert Bakker, te kennen geevende dat haar Dogter Hendryna Kerk- • hof befwangert is van deszelfs Zoon Jan Bakker, verfoekende te mogen weeten wat redenen gemelte Br. heeft om niet te willen accordeeren dat defelve te faamen moogen trouwen. Comparerende daar en tegens de Br. Bakker feggende dat bovengemelte fyn foon Jan Bakker maar agtien jaaren is, en niet en gelooft dat de Dog-  ■S24 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Dogter van de Aanleggerfe van desfelfs Soon befwangert foude fyn, alzoo hy fyn Soone, in dit laafte jaar, nadat gerugte gehoord hadde volgens vaderlyke pligt fterk gecorrigeert hadde met vermaninge en beflraffinge en in fpecie met deefe woorden dat forge foude dragen dat hy met geen vrouwsperfoonen in de wereld anders zoude verkeeren als in eere en deugt prefenteerende dit met eede teberken. :}■- ■, . . Eodem Erfchenen Hendryna Lerkhor voordraa.#eride dat onteert waar en zwanger is van Jan Bakker door trouw beloften verfoekende derhalven in deefen Edelen Gerigte dat door gemelte Jan Eakker ter eere en getrouwt mag worden hebbende fulks bekent gemaakt aan de Br. Bakker en verfogt dat defelve mogte toeftaan dat door zyn zoon getrouwt wierde het welke haar verweygerde cm dat fyn zoon onmondig waar. Door den Gerigts Dienaer Jan van Dalffen geftuurt aan Jan Bakker dat defelve in den Gerigte foude erfchynen om over heö boven gemelte te holen waar op Jan Bakker gefegt heeft van voort te willen koomen het welke door deszelfs Vader de Br. Bakker belet is zeggende, dat fyn foon het niet wanten kon, om op het Raadhuis te komen , en ook niet in ftaat is3 om in het Gerigte te erfchynen. Genemuden den 23 Octoh. 1733. r Steven Kerkhof Schepenen < en IHendk. Visscher. Erfchenen de huisvrouwe van Gerrit Kerkhof hebbende laaten Citeren Jan Bakker en dezelve afvragende door het Gerigte, of hy niet met deszelfs gPogter Hendryna Kerkhof op fodanigen wyfe ge-  m de Hechten en Vryheden der'Stad Gentm. Byl conve: leert heeft als dezelve op gistere-/) ia den Gerigte beleeden en voorgedraagen heeft. Comparerende daar op Jaa Bakker en m voorleefintre van het gepasfeerde van gisteren heeft defelve in deezen Agtb èn. Gerigte. bekent van op fodani^en wyfe met de Aanleggerfche ■ haar dogter Hendryna Kerkhof geleeft en geconverfeert te hebben, leggende dat hy gemelte Hendryna Kerkhof altoos gemeent heeft en haar ook nóoyt zal verlaaten. No. 15. £ Éxtract uit een Stads Protocol van Generhuaen* Genemuden den 29 October 1738. rPeter J. Blankkert Schepenen < en IJan Ram. Compareerende Cornelis Noorwegen hebbendé laaten Citeeren Gerrit GreeVen voordraagende dac hy aan dezelve heeft verzocht om met fyn Dogter Jutjen Greven te moogen trouwen het welke de* Gedaagde heeft geweigert toe te liaan. Waar over de Gedaagde gehoort is feggende.daf by het huwelyk noöit fal accordeeren dog weet geerk, wettige redenen daar tegen in te brengen. Decreet Verftaan gelyk verftaan word mits defen dat dewyle de jonge Dogter Iutien Greven de vyff ert twintig jaaren gepasfeert is volgens vertoonde doopcedele en de Gedaagde geen wettige redenen tegen het Houwelyk weet in te brengen hebben Haar • Ede. Agtbe. goedgevonden dat het Houwelyk na Landregte tweede deel Tit: h art-. 5. fyn voortgang zal hebben VL Stuk. P Nö»  2:5 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, No. IJ. g. Extract uit het Protocol van contentieufe Gerichtshandelingen der Stad Genemuden. 1680 den 10 Augusti Albert Jans Groenevifch door de Magiftraat geboet over ongeoorloofde byflaepmet MergjenKoelofs. N\ ij. h. Extracten uit de Protocollen van Conten'ieufe Gerichtshandelmgen der Stad Genemuden wegens betaalde loeien van mestrekken, te vroeg b-jlaapen, te ligt broot en te ligte maten, wigten enz. welke boeten ten allen tyden aan de Heeren van de Magiftraat deezer Stad zyn betaald. Keuren gevallen zedert Petri regtd:g Ao. 1617. Jan Smit is des avonds met een mes vegtastig geweest tegens twee Sluyfer Schippers in Btrentgen Ponten huys Op huvden den 11 Mey Anno 16T7 is borge geworden voor Gerbranc Peters Gerrit Dirks Jan te Walle JaD Berents ende Heudrik Berents overmits voorz. "Garbrant van de Stad daggelegt wefende 't felve niet en heeft willen verborgen na Stad regte waer over hy aen verbreukt heeft 25 ggulden 1618 op Jacobi Simon Peters is met een mes vegtagtig geweest tegens Teuais Jans martini Recht- d3S Gar-  V&n de Rechten in Vryhedendir Stad Gmm. 5;.'. 227 Garbrartt Peters heeft Coy Tan met een bloot mes na gelopen i5io Arent Prack'heeft met een Rappier maeytagtig geweest tegens den Veerman ■ 'i Jan t5erea:s peerdekoper heeft tegens Geert M .rtens huisvrouwe met een bloot mes beangst heeft Op martini Gerbrant Jervens is vegtagtig ~ev weest met een mes tegens de Smit De Smit is twemaal meteen mes tegens Gerbrant Jervens Willem Peters is met een mes vegtagtig geweest tegens Symen Peters ende hem gewoat Simen Peters is met een mes vegtagtig geweesc tegens Willem Peters ende hem gewoat Willem Pecers is met een mes vegtagtig geweest tegens Simen Peters ende hem gewondet Simen Peters is met een mes vegtag:ig geweesc tegens Willem Peters ende hem gewoadst Toachgen is vegtagtig geweest met een mes te. gens Mr. Reynder Meiiter Réynder is vegtagtig geweest me: eert mes tegens Toucaen 1620 van Petri tot Meye Gerbrant Peters is vegtagtig geweest met een mes tegens Alberc FIoristen Jacnbi Gerbrant Jervens is met een mes vegtagtig geweest tegens een man van Giethoorn Egberts Gerrits heeft raet een mes vegtaeciggeweest tegens Arent Jacobs Toucher heeft tegens de Placcaten van de Gene. rale Staten gefproken heeft van wegea de re:igeg3claert op tien gok gulden Martiay Jan de Walle is de* avonds met eea mes moeitagtig geweest tegens Gerrit Derks Gerrit Derks is vegtagtig geweest tegeas Jan de Waüe Simon Peters is vegtagtig geweest met een mes tegens Peter Fos Jacob van Gui-vfuiner is met een mes vegtagt'g geweesc tegens jan Peters van Blakztel P* x$22  228 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, i62" op Meye. Berent de Walle is vegtagtig met een mes tegens Willem Peters ende hem ge- W OpCMartiny Arent Jacobs is met een mes moeit- aÊ?|of Martiny De fmit is met een mes vegtagtig geweest tegen Jantgen Geers ende andere _ 1624 Jacobi Jochem Lasfe is met een mes moeitaetig gewest tegens Teunis Janfen Martini. Arent Jacobs is met een mes vegtagtig ceweesc tegens de Schoolmr. 1625 martiny Jan Janfen Weert is met een mes veetagtie geweest tegens Geert Tyrnens 1626 Jacobi Dietert Simons heelt met een mes moeitagtig geweest , 627 martini Roelof Jans is met een mes vegtagtig geweest by nagte 1628 Jacobi Hulsken is vegtagtig geweest met een mes tegens Geert Tyrnens 1629 Jacobi Jan Arents Smit is vegtagtig geweest tegens Arent Jacobs ende hem met een mes gcwondet . . _ i6",o jacobi De Smit is moeitagtig mettet Rapver'op'de ftrate Martiny Simon Peters is vegtagtig geweest met een mes tegens Jan Rycx 1631 Meye Peter Hendk. Bakker is fyn broot te ligt geweest 1033 Jacobi Warner Simons is vegtagtig geweest met een mes tegens Engbert Smic 1634 Petri Hillebrant Jans is met een mes vegtagtig geweest tegens Claas Geerts ende den felvcn gewondet 1663 Martini Egbert Hannen een vreemt man met een mes gefneden . 1666 Derk Tyrnens ten huyfe van den brouwer vegtagtig en tmes getrokken by nachte op Egb. ■ Hannén , , - Hendrik Willem in de Paauw met deszelfs ione Peter Hendriks de Ruiter, hebben op fekcren tyt by  van de Rechten en Vryheden der Stad Génem. Byl. 229 by nacht llaepender tyt die fone van Br. Steven Claefen aangerant ende den fel ven by de keele gevatt eedreigt en grotelyks geinjurieert 1667 Jacob Roloffen aenkomsc vegtagtig geweest met Carst Thymens _ Carst Thymens met den felven Teunis Oerrits op de felfde tyd fyn mes getrokken met Jacob Roloffen te helpen Den 14 April Jan Snyder t'mes getrokken ten huife van de Scholtes ende daar na hy met Ooiten dapper geilagen . _ Op Petri 1668 Teunis Gemts fyn mes getogen op Jan Lubberts Dito Wynold Hendriks die huylTer van Arend Smit blond en blaauw geflaegen Op Mey 1668 Symsn Floris fyn broot te ligt bevonden 1669 hebben Teunis Gerrits ende Jacob Aankomtl men anderen met meffen gewonde Martiny 1673 Teunis Carlten fyn mes getrokken met toornigen gemoede Dirk Focking en Jan Teu- D Op Mey 1678 Arent Borgers en Henrick Borgers over ligte brooden den 10 July 1678 Hendrik Borgers, Ryk ten Napel en Hermannus Borgers over ligte broden 1679 Hermannus Borgers wegens te ligc broot Den 10 July i68t Dirk Fokking wegens mes' trekken tegens de Dienaer en de beide Bierdraegers Op den {elfden dag het mes getrokken tegens de Advocaat van Rhyn en fyn Soon Den 7 September 1681 Ryk Hermen over mes trekken voor de deure van Jacob Simons wed. Joochem Tyrnens wegens te vroeg byflaepen Op Petri 1682 Jan Hannen heefc gefcoffierc Aaltyn ClaelTen 1682 den 31 May Arent Borgers wegens te ligc broot Wolter Jans ten Napel wegens het gebruiken van P 3 brand-  230 Overysfelfche G edenkflukhn, Vide Stuk, brandy Pers met het Stads wapen om te yken fonder Confent van de Magiftraat Gp Martiny 1 £82 Jan Harmen wegens het fnyden met een mes in de hant van Jacob Coerders knegt Op de beyde vasten avond 1682 Egbert vriefe over het mes trekken tegens Jacob Peters Op Martiny 1683 Simon Cornelis Jonge wegens het mes trekken in de arm van Carst Floris Kenrick Borger wegens te ligt broot Op May 1634 Willem Henrix te Walle wegens te vroeg byflapen D. Fokking over mes trekken tegens Jan Weykamp Op Petri 16S5 Peter Franfen wegens te ligt broot Op Jacobi Regtdag 1685 Arent Borgers over te .ligt broot Jan Ryx over het trekken van een mes met een Ruyter op. de Noorde Op Petri 1687 Jan Ryx wegens het fnyden met een mes agter in het lyf van Hermen Henriks Arent Borger over te ligt broot Op Jacobi 1683 Cornelis Wildeman over het mes trekken tegens Jan ten Oever Op May 1689 Johanncs Vriefe wegens mes trekken Op Jacobi 1690 Gerrit Noorwegen over het mes trekken tekens Willem Roos jan Willems te Walle over het mes trekken tegens Egbert Vriefe Petri "Regtdag 1692 Dirk Jacobs wegens het mes trekken tegens de brouwer Berent Groothuys Jacobi Regtdag 1692 Ryk Jans en Jacob Brands wegens mes trekken Óp Martiny 1693 Peter Carften over mes trekken tegens Gerrit van Steenwyk Martiny 1694 Jacob Cloofterboer over te ligt broot Dirk Dorreboom over te ligte wigte Dirk Gerrits Vollenhove wegens te ligte wi>tcn "Her-  van de Rechten en Vryheden der StadGenem. Byl. 231 Hermen Olyüager wegens te ligte wigte Wyndelt Hendriks wegens te ligte wigte Op Petri Regtdag 1696 Hendrik Voerman en Hermannus Borger over te ligt broot 1708 den 7 february Borger Arentfen Albert Willems wegens te vroeg byllapen Den 3 September 1698 Egbert ten Napel over te ligt broot Den 6 Augufti 1709 Jan Wolter wegens het kwetfen met een Schoeboom aan de voet van Claes Hendriks Wildeman Den 31 Augufti 1712 Gerrit Fokking wegens het flaan van Claes Jacobs op een Heeren weg Den 2a November 1712 Jacob Vriefe over het dreigen met een mes tegens Albert Jacobs en fmyten van fteenen in fyn huys 1713 24 Janu. De Medicus Weftenberg wegens het bloedwonden van Reynier Straatman met fyn eigen mes 1716 den 1 Deccmb. Dirk Rutgers wegens het mes trekken tegens Henrik Ryks 1717 den 13 Jann. Joochem Peters over het byten in de vinger van Hendrik Ryks op de Steendyk 1717 den 27 Mey JanFokkingoverliet mestrekken tegens Jan Ram 1719 den 15 Decemb. Jan Kuyper wegens mes trekken 1722 den 10 Meert Jochem Peters hebbendebeklaagt Jan Ryx dat hem die-met een mes in toernigen moede een fnee in fyn buys gegeven 1726 den 4 Jan. De huisvrouw van Cornelis Egberts, heeft de vrouw van Giefe Everts met ftok geflaegen en de vrouw van Giefe Everts de bovengenoemde met een mes in de wange gemeden Den 30 Nov, Hendrik Lamberts en Hendrik de Heer queftieus geweeft ende meilen tegens malkanderen getrokken 1729 den 20 Reynier Straatman met een Scheer jn de haut uit boesaardigheid Jrad nageloopen om te P 4  «2* Overysfelfche Gedenkflukktn, Vide Stuk, ' te floten ofce fteken de zoon vanJofBr. wylen Dom. Zafle Dito Jan van Rees muitagtig geweeft en heef: Berect j. Keppel met een mesin dé borst gefneden datter een weinig bloet is uitgekomen ï 730 den 19 Sept. Seino de Praam Schipper van tHoogeveen en 'ieunis Nanniks van de Zwartefiuis te samen vegt3gtig geweest met melTen 1732 den 22 Sept. Tan Wfflenjs dienflknegt van Jacob Slippe queftieus fyode geweest met het mes te trekken den 31 Oclob. Jan Peters wegen het te vroeg byflaeptn 1733 den 2 Juni Tennis Jan hebbende verfchei. deD 'malen queftieus geweest ende het me? g- trokken Den 24 Npv, Hendrik te Heer heeft jan Ryks en Ke-.drik Ryks met het mes nagefeten 1735 den 1 Sept. jochem Lubberts wegens te vroeg byflapen Dec 4 Octob. Jan Morre met een perfoon in het huis gekomen van Juffrouw Chafie waar door zy zeer geaffronteerd is geworden en genoodzaakt is geweest om uit haar huis te gaan en in een bueren huis heeft moeten vernachten 1739 den 22 Mey Klaas Rolofs Hoekman wegen «ngeykte wigte Den 1 December Bartelt Jochems wegens te vroeg by fispen ■ 1740 den 2 Febr. Hermannus Eorcherts wegen te vroeg byflapen Den 27 December Andrys Jans Bate wegens te vroeg byflapen 1741 den 27 Tann. Carts Klafen op de nieuftad wegens te vroeg byflapen. Tan van Rees wegens te vroeg byflapen 1743 den 26 Maart Hendrik Klafen wegens onfydng byflapen ' 1744 'den 24 Nov. Eerent Jan Moelaart wegens te vroeg byflapen t-51 een 17 Mey Lucas van Rees wegers enge\ ktc wigte No.  yan de Rechten en V, yheden der Stad Genem. Byl. 233 No. 16. a. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Genemuden. Alfoo de Hr. Drosc Borcherd Joost van Welevel- de tot Buchorsc Molecace ccc Heer van Zalck en Vecate Drost des ampts IlTelmuiden belieft heeft op den 23 en 2+ Augufti 1694 alhier binnen Genemuiden te fenden Dr. Hermen van Heerde beneffens Gerrit van Haerst en hebben volgens fpeciale Commisücen authorifatie van Hooggemelte Heere Drost van Iüelmuiden om binnen Genemuiden te vifiieren en vervolgens de ycke te doen palieren de tonnen voorts alle andere maten, kannen en gewichten, alle het welck door de Magiftraat van Genemuiden is gecontradiceert, en verweygert, feggende dat haer het recht van ycken, vificeren van kannen, maten, kannen, eilen en alle het geene daar aen dependeert, en niet de Heere Drost was competereude, als zynde daar van al tyt en vanondenckelycke jaren en tot defen huidjgen dagh van in poITesfie geweest, en het recht daar van akytge-. hadt hebben: waar op gemelte Heere Drost heeft goed gedacht, de Heeren van de Magiftraat voor fyn Hooghed. Gestr. gerichte tegens den 24 Septémb. icc.4. te citeren, het welck fal worden gehouden ten huyfe van Gerrit Meyer op Camperveene aen de Koelucht, om te anhoren fodanigen eifch ende conclufie als tegen defelve fal worden, genomen, alles in conformite defen neveosgaande authentique copie hier by gelecht fub L. A en B. waar op de gecommitteerde Jan VVolcers van de Koorde, Willem te Walle, en Bernhard Bruimftein refpective Burgemren.en.Secretaris deler Stadt Genemuiden hebben geantwoort en angenomen tot huiden over acht dagen te willen vertonen, en geven redenen van denegatie, voorts als mede de P 5 do-  Ê34- Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, documenten daer toefpecterende alles claarlyckuyt voorf. copie fub A te erlien: waar op dan gevolght is, dat dc voorf. Gecommitteerdens neffens Burgemren. Ryck Janfften Napel fighby gemelte Heere Drost op het Huys tot Bockhorsc hebben vervoeght, en gemelte Heere Drost vertoont alfodacigh recht ende gerechtichheden daar toe fpecterecdes ende daer by gegeven redenen fatisfactoir, waarop, gemelte Heere Drost aen de dickgemehe Gecommitteerdens hant dadelyck belooft heeft de Stadt Genemuiden in defe alle haar oude rechten, privilegiën , en in defen in het ftuck van ykeryc ten allen tyden te willen helpen ftetcken en defenderen , ende dat fodanigh recht altyt fal fyn en verblyven aen dc Heeren van de Magiftraat van Genemuiden, als mede dat defelve alle de boeten, foo by defelve altyt van tyt tot tyt na uytwyilnge haerer regifteren en protocollen, fullen innen, ontfangen, en na haar welgevallen enployeren, als mede de boeten over frauden van lichte wichten, broden of wat het foude mogen wefen, fal by de Magiftraat altyt ontfanckelyck fyn en blyven, waar mede dan defe discrepantie fal afgedaan fyn, en blyven. Signatum den i Gctob/1694. My prafent B. BRUINSTELN Secret; ©Copia Op huiden voor den Hooghadelyken Gerichte des Drostampts Yflelmuiden fynde erfchenen Doe tor Herman van Heerde, in qualiteit als Advocaac Fiscael van den Hooghwelgeb. Geftrenge Heere Drost, proponerende mondelinge hoe dat defelve Doctor Heerde, beneffens Gerrit van Haarst op den  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 23 ƒ den 230. en 24.cn. Augufti laestleden waren geweest tot Genemuiden om volgens ipeciale commislie ende authorifatie van Hooghgemelte Heere Drost, te viliteren ende vervolgens de yke te doen palieren de tonnen, voorts andere maten ende gewighten in gemelte Stade Genemuiden wordende bevonden, het welke door die van de Regeringe aldaer fynde gecontradiceert ende "verweigert, weshalven de Regenten off Burgermeefteren dier Stadt fynde geciteert, om redenen van denegatie te geven ende vervolgents haar fondamenten ende privilegiën aen te tonen, referverende anderfints fodaenige actiën als fyn Welgeb. Geftr. moghten fyn gefchaepen , alles onder behoirlyke protefteu van koften; foo fyn daer op alhier in judicio gecompareert de Burgermeefteren van de Noorde ende Willem ten Walle, beneffens de Secretaris Bernhart Bruyhftein, als Gecommitteerden van gedagte Stadt, welke in hare qualiteiten gealfumeere ende aengenomen hebben, op huiden over aght daegen, te verthonen de redenen van de denegatie voorfcr., als mede de Documenten daer toe fpecterende. Pro vera copia J. VOLLENHOVE Scholtis 1604 Ita actum in den Hooghadelyken Droften Gerighte Prafente Den welgeb. Geftr. Heere Droft, ende als asfeftbres Joaanes Vollenhove Scholtis ende Kraghc Stuirman Scholtis. Copis,  *36" Ouerysfelfche Gedenk/lukken, Fide Stuk* pro repuUica Copia B. Tck Borcherd Joost van Welvelde tot Eackhorft» Molecate ccc. Hr. van Zaliick , en Vecaten, Dcoft des Lindes LTelmuiden, certificere mits defen geordonneert , ea gecommitteert te hebben Weifel Berents Secretaris der Stede Grafhort! , of anders den eertien Suppootl, welcke defen in t Droftampc van LTelmuiden voorcom-n fal, om in perfoon, ofte voorhoofts foo mogelyck, anderfiats aen haer woonfteden t citeren uyt myaca name, ende V3a mynenc ■wegen die faraeatelycke tegenwoordige Burgerm der Stede Genemuiden, tea fine d'felve perfoaelyck, ofte door eea genoeghfame volm. op aenfta-nde maendagh, fullende fyn den 24 defes maents Septemb. i6o4ligh fullen heobea t iiflerea voer myn Droflea gerichte, voor midaagh te thyn uyrenlullende worden gehouden tea huyfe vaa Gerrit Meyer, woaende op het Camperveén aen de Koelught, om te aenhoren fodanige eifch, ende conclufie, a's tegens de felve lal worden geaomsa, teroorfakefy lieden voor eenige weeken aen my het vifiteren vaa nmen, ende gewichten ia de Stede Genemuiden hebben gedenegeert, ende verweygert &C. als ten dage voorn, nader fal werden gededuceert, bevelende aen die geene, welcke dit exploit uytvoert, vaa deffelfs doen ende wedervaren te rapporteren na behoren. Ten waeren oirconde hebbe ick de-, fen met myn figaature, enfubfcriptie beveftightop den 19 Septemb. 1694. ©onderftont B. J. V. WELVELDE Defe  san de Rechter, en Vryheden der Stad Cenex. Byl. 237 Defe wete is door Wcfiel Berent» Secretaris der Stede Genemuiden an de Burgem ;n. van Genemuiden gckiiiGueert den 20 Septemb. 1694. Quod atiesior E. BRUINSTEIN Secreu Pro vera Copia V. BERENTS Secret. No. 16. b. Extracten uit de loeien van JVillekeuren en Refoiutien der Stad Ge?umuden. 159"? Gewiüceurt dat de weerden mit ghyene andre cannen fullen byer tappen om te vercopen dan alleen de bv de Stad gedempt fyn 1649 Op" den 4- marty gewüiekeurt dat die elle, maate ende ghewigtebv de Commenye bolders ofte flytters fullen dykwyls'by de HH. geuiüteert worden tot profyt voefn. gemeente 1 1690 Den 21 martv is by Schepenen ende Raat, neffens de Gezworen Gemeente ghewiilekeurc , ende verftaen; dat geen brouwer wonende binnen Genemuvden in deszelfs vryheit, ofte in t Scholtampt van Genemuvden geene byeren 't fy by tonnen. halve vaten, vyrendeelen, ofte kleindermaaten fullen vercopen 'ende binnen Genemuyden leverendeals in vaten, houdende demaate foo groot, ende klein als in de Stad van Zwolle gebruickelvk is 1694 Den 10 Septemb. hebben Schepenen ende Raat na older gewoonte neffens de Gezworene gemeente alle de maten, kannen, wichten, ellen, ende  13» Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ende vaten gevifiteert van alle wynkelieren en Herbergyers 1097 Den 30 September hebben Borgermeefteten Schepenen en Raden nevens de Gezworene Gemeente wederom gevifiteert de maten , kannen , ellen en wichten 170T den 9 April hebben Burgermeefteren, Schepen ende Raaden iamt die van de Gemeente na older gewoonte wederom gevifiteert ende in ogenfchvn genomen, de kannen, maten, wichten ende ellen 1703 den 13 Meert door Burgermeefteren, Schepenen Raaden ende Gemeensluyden gevifiteert de maten, wichten en ellen 1705 den 28 December hebben Burgermeefteren Schepenen ende Raaden 'benevens die van de Gezworene Gemeente de maaten, ellen en gewichten gevifiteert. 1711 den 6 January door Schepenen ende Raaden mit dien die van de Gezworene Gemeente gevifiteert de wigten, maten, ellen kannen en tonnen 1715 Den 9 May door Schepenen en Raden nevens de Gezworen Gemeente gevifiteert de maten, wigten en ellen 1718 den 8 July door Schepenen en Raden nevens de Gezworen Gemeente gevifiteert de maten, wigten, ellen, vaten, kannen 1724 den 20 Cctober hebben Schepenen, Raden en Gezworen Gemeente gevifiteert de vaten, ellen wigten en maten 1732 den 5 Mey hebben Schepenen en Raden nevens de Gezworen Gemeente gevifiteert de maten, ellen en gewigten 1733 den 12 Meert door Schepenen, Raden nevens die der Gezworen Gemeente gevifiteert de maten, kannen, ellen, wigten. 1739 den 17 Febr. hebben Schepenen, Raden en Gezworen Gemeente gevifiteert de vaten, ellen, wigten en maten 1751 den 17 May hebben Schepenen, Radenen Ge-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 239 Gezworen Gemeente gevifiteert de vaten, ellen, wigten en maten No. 16. c. Wy Burgermeefteren Schepenen cn Raden der Stad Genemuyden dotm hier mede te weten,, dat ons feer wel kennelyk cn bewust is; dat fe laag wy Burgermeefteren en refoecclve Üetneeiuiuyden alhier geweest fyn, en foo lang het ons hooft voor hooft denken mag, dat nooyt eenige tydelykc Heer Drost van Ysfelmuyden binnen deefe Stad het recht van den yk geëxerceert gehad, of heeft doen exerceeren; dat fulx in het byzonder den Heere Drost Haarfolte Heer van Staveren nimmer alhier' heeft gedaen of door Dr. Gerrit Truurniet laten doen. Het enigfte dat by onfe tyden daar van is voorgevallen, is geweest, dat eens den Keer Drost Bentinck ten dien einde kerkenfprake binnen deeze Stad had laten afgaan, dog, als fulx ter onfer kennisfe quam, hebben wy het felve verhindert, hebbende hy Heer Drost dat poinct ook aanflonds laaten vaaren, foo dra wy daar over tegen fyn Geftr. voor de Ordinaris Heeren Gedeputeerden hadden berigt, fonder dat wy daer over, of voor af na, nimmer weer ontrust zyn als nu door den Heer Drost Tengnagel, konnende wy wyders in het particulier, op den Eed, door ons gedaen "voor waerheyt getuygen dat de Stad Genemuyden den yk altyd, en alleen buiten eenige Heer Drost by onfen tyd onbefpiert geoeffend heeft. En dat als wy daer toe ordre by kerkenfpraken gegeeven hadden als dan onfe ingezetenen, om dat wy geen byzondere ycker van Stads wegen hadden na de Stads ykkers van Zwol zyn gegaen, om daar haar ellen maten ccc. te laten yken ,•  240 Overysfelfche Gedenkfïukken, Vlit Stuk, yken; en cac d' eene en ander oy Dr. Truurniet als vcker van die Scad gekomen fynde, hec fomwylen foude hebben koonen gebeuren, dat Dr. Truurniec in plaats van het Stads wapen van Zwol te georuikeo op de eene op andre vaten kaDDen &c na fyn goedvinden dat van den Heer Drosc Haarfoke daar op gciïigen heeft. Synde het b'oven d'en «raar, en waaragtig dat cit doen van Dr. Truurniet nimmet met onze voorkennisfe en weiniger binnen deeze Stad, is gefchiet. In kennisfe van dit alles hebben wy Burgermeesteren voorn, defe wetent'yk afgegeven defelve met onze Stads Zegel en fubicripcie der Secretaris gedaan bekragcigea binen Genemuyden den 21 ieptember 1739. f \ L. GAILLARD ^L-s) N . 16. d. Cïremuyden den 10 Sept 1759. Cü™toón^w^dm^1 Vraagarticalen om daar op r . . " . - " gedaane citarier: n-Jcr CsumotcD < en ' Eede ten verfoeke van de C.J3D Noorwegen Magiftraat van Genemuyden te verhoorer, de Burgermeefteren Peter Jacobs van Dalf? fen en Jan Ram 1 ouderdom Getuige Br. Peter Jacobs van Dalffen verklaart oud te zya oaureac 53 jaar. Ge«  ra% ie Rechten es Vrjhedei der Stad Gr-.en. 5 '. -±z Gefïge Br. Jan Ram luLLuid a_i:? zyn 5~;a2r 2 Of Getuigen de nevensgaande attestatie z:tz hebaen getekeac en of dezelve niet de fuivere waarheit behelst? 2. Getuige Pr. Peter Jacobs van Dalffen verclaert vin ja en de opregte waarheit te fyn Getaige'Br. Jan Ram verklaard van ja, en defuyvere waarheid te fyn. En hebben voorfchreven Getuigen voor ray Scholtes en Cearnoten na gedaane wettigêr citatie verklaard als by yder arrieal gefchreven ftaat, foo wnrlyk moet haar Gad Alrazgrig helpen, na da: aïvoorens de ne::.eets wis voorgeleefen in waerheyts as c de hebbe ick Scholtis deeze geteykenc ca gezegel: op jaar en dag als boven ( T S I A- VvTGDAM i * / Scnalris Wj Peter Jacobs van DalrTen en Jan Ram cerrH-ceren mids defen voer de waarheit, dat Dr. Gerrit Truurniet ons beide als Burgermeeitren van Gene-, malden op den 16. ij. of 18 Aug. 173- binnen gemelde Stad tea huile van de Scholte" Weggedam. verfogc heeft om het daar heen by deBargermeeü:ren van Genemuiden te d:r:gerea dat fyn Ed. by de felve Magiftraat mogte worden angéftelt, om een yck aldaar te exerceren, voorgevende dat hy daar nog een voordeeltjen van hebben konde ea dergelvke woorden meer: in kennis van het voor- Sï. 'Stcx. q feiie  242 q-i--::'i'.'.'.i GrEE/7i; $:■*'<, e hebber, wy defe :fg:g?vea oa ie? : -: 1; me: eecE :e bevesrirer. G=rér:-:isa deu p Ser-rsra"-» 1739- PETER YACCBS v;..v DALSEN' JAN RAM. N-\ 16. e. C;~d . - - . :~:" t- . ■ .».- -;-. > ™g-::;.:u.;r :ra a::: :_: r .; .• :::t :-" irf:-.-.::e vaa de Heeren C;-rt::=- ^ --. van Jj MauiE;.:: eer 5::a ]..-- ---- Gere~jy.;rj r-z gezazre Graden voor dit Ed. Gefan-ageerde Gerichte oneer eei; :e worden geherri Li:-: ae Koning, ReynE: var c'er Walle. de weüue var der Meulea K;S:-.::—, Aaltje:. Eei.azic.zs hursvrauv vz-.'i y —:r rgizcaus. nendrick Wyghers en Steven Jans. 1. Onderdon artevragen Geruyge Dirk Korir e': verklaart out :e fyn :r fyn 78 jaar Gecavge Reynder vaa eer Waüe verklaart cue te zy: Ca ;ee: 'Getuyje de wt^s v:: zerMtEer vcEEzari ca: te fy: •• z'.zszï hsc: ke:.::?:"= CS ;:-z: Getuvgë HenzE. BEurraaa verkuzar: out te zvn 53 i^' Ge-  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Dy!. 243 Getuyge Aaltjen Helmighs verklaard cc.t te [zyn ruym 50 jaar Getuyge Hendk. Wighers verklaard oud te zyn 58 jaar Getuyge Steven Jans verklaard oud te zyn 56 jaar 2. Oft Getuygen voornoemt niet te Genemuyden geboren immers daer haer levens tyd dus verre verlieten hebben 2. Getuyge Dirk Konink verklaard van ja daar geboren én fyn levenstyt fq ver verlieten te hebben Getuyge Reynder van der Walle verklaard te Meppelt te zyn geboren maar te Genemuyden ongeveer 35 jaar té hebben gewoont Getuyge de Weduwe van der Meuien verklaard hier te Genemuyden te fyn geboren en haar meefte tyt te hebben gewoont ' Getuyge Hendrik Bieurman verklaard te Genemuyden te zyn geboren en wel 36 jaar te hebben gewoont Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard te Genemuyden nie't te zyn geboren maar 38 jaar te hebben gewoont Getuyge Hendrik Wychers verklaard van ja geboren ende meefte tyt tot Genemuyden te hebben gewoont Getuyge Steven Jans verklaard van ja te Genemuyden zyn geboren en de meeste tyt gewoont te hebben 3- Off de Getuygen alle geen negocie neringe fynde doende binnen gem, Stadt en off fulckr niet lange jaaren gedaan hebben fullendeider de tyd na gisfinge ende beste wetenfehap hebben te bepaaleu? 3- Getuyge Dirk Konink verklaard lange jaaren winQa kei  244 Overytfelfcheï\Gedenkftukkeii, Vide Stuk, kei neeringe gedaan te hebben na gisfing wel 40 ^Getuyge Reynder van der Walle dat al tyd zo lange te Genemuyden heeft gewoont neeringe heeft gedaan ■> - . , Getuyge de Weduwe van der Meulen verklaart neeringe te hebben gedaan omtrent 39 jaar Getuyge Hendrik Breurman verklaard neeringe 23 jaar te hebben gedaan Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard neeringe te hebben gedaan omtrent 25 jaar Getuyge Hendrik Wighers verklaard omtrent 40 jaar neeringe te hebben gedaan Getuyge Steven Jans verklaard winkel en tapneeringe'te hebben gedaan ruym 40 jaar .4- Off Getuygen zo lang het hun geheugt en zo lange zy winkel neeringe gedaan hebben wel immer gefien off gehoort hebben dat eenige tydelyke Heer Drost van Jsfelmuyden het recht van den yk over ellen maten gewigten of kannen gedaan offgeëxerceert heeft gehad binnen gemelde Stad ? 4- Getuyge Dirk Konink verklaard dat'altyt te Zwol heeft laaten yken en nooyt niet gehoort of gefien dat hier de tvdelyke Heer Drost van Ysfelmuyden het recht van "den yk binnen Genemuyden heeft gehad Getuyge Reynder van der Walle verklaard dat nooyt gefien of gehoort heeft dat de tydelyke heer drost het recht van den yck van ellen maten etc. binnen Genemuyden heeft laten doen Getuyge de Weduwe van der Meulen verklaard dat zo lang neeringe heeft gedaan altyt door ordre Van de Burgemeefteren heeft laten yken Getuyge Hendrik Breurman verklaart van neen Getuyge Aaltjen Heimigs verklaart van neen Getuyge Hendrik. Wighers verklaart van neen Ge?  van de Rechteden Vryheden der Stad Genem. Byl. 245 Getuyge Steven Jans verklaard van neen 5- Off Getuygen ook weeten off kennisfe draa- fen dat Dr. Truurnietuitnaame van den heer )rost Haariolte Heer van Staverden binnen gemelde Stad van Genemuyden immer geweest is ? om aldaar den yck te doen ? 5- Getuyge Dirk Konink verklaard, dat niet weet dat Doet. Truurniet uit naame vau de Heer Drost Haarfolte Heer van Staverden binnen Genemuyden geweest is om aldaar den yck te doen Getuyge Reynder van der Walle verklaard, dat Dr. Truurniet uit naame van den Heer Drost te Genemuyden nooyt den yck heeft gedaan foo ver hem daar van bewust is Getuyge de Weduwe van der Meulen verklaard daar geen kennisfe van te hebben Getuyge Hendrik Breurman verklaard van neen en niet van weet Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard van neen Getuyge Hendrik Wighers verklaart van neen dat Do'ctr. Truurniet binnen Genemuyden nooytheef geeykt Getuyge Steven Jans verklaart van neen nooyt niet 6. Off Getuvgen hunne refpective ellen maaten kannen gèwighten oit wel door Dr. Truurniet binnen Genemuyden hebben laaten yken? 6. 1 Getuyge Dirk Konink verklaard dat nooyt door Dr. Truurniet fyn ellen maaten gèwighten binnen Genemuyden heeft laaten yken Getuyge Reynder van der Walle verklaard dat Q 3 Q0°yt  z\6 0;erysfelfche Gedenkflukken, Vide Stuk', nooyt dooi- Dr. Truurniet binnen Genemuvden fyn elie maate is geyckt Getuyge de Weduwe van der Meulen verklaard van neen Getuyge Hendrik Breurman verklaard van neen Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard van neen Getuyge Hendrik Wighers verklaard van neen Getuyge Steven Jans verklaard van neen 7- En off van het tegendeel als Getuygen hunne gewigten maten etc hebben laten ycken niet hebben laten doen altyt op ordere'en na voorgaande kerkenfpraaken van de Burgermeefteren van Genemu\rden en nooyt op ordere van eenig Drost van Ysfelmuyden? /• Getuyge Dirk Konink verklaard dat altyt na gedane kerkenfpraake van de Burgermeefteren van Genemuyden en nooyt op ordere van eenig Drost van Yfclmuyden fyn maten en gewigten heeft laaten ycken Getuyge Reynder van der Walle verklaart dat zyn goet heeft laaten ycken op ordere vaa de Burgerm. van. Genemuyden Getuyge de weduwe van der Meulen verklaard dat 'heeft haten ycken cp ordere van de Magiftraat Getuyge Hendrik Breurman verklaard van ja, altyt op ordre van de Burgermeesteren heeft laten ycken Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard altyt op ordere van de Burgermeesteren heeft laaten doen Getuyge Hendrik Wieghers verklaart dat altyt op ordre van de Burgermeesteren van Genemuyden heeft laten doen Getuyge Steven Jans verklaard, altyt door ordere van de Burgermeesteren heeft laten yken en niet door ordere van eenig Heer Drost van Ysfelmuyden 8,  van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 247 8. Oft Getuygen als defe ordre van de Burgermeesteren van Genemuyden gegeven was dan niet met hun kannen, maten, gèwighten ellen &c. begeven hebben by de Stads yckers te Zwolle? 8. Getuyge Dirk Konink verklaard dat fyn maaten gewigte &c. heeft laaten ycken by de Stads yckers te Zwol Getuyge Reynder van der Walle verklaard van ja dat fyn elle, vnate, gewigte etc. by de Stads ycker van Zwol is gedaan en geeyckt Getuyge de wed. van der Meulén verklaard van ja Getuyge Hendrik Breurman verklaard van ja Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard altyt na Zwol te hebben geftuurt om te "laaten ycken Getuyge Hendrik Wighers verklaard van ja dat by de Stads ycker te Zwol heeft laten ycken Getuyge Steven Jans verklaard van ia 9- Het zy dan by Dr. Truurniet te tinnegieter Edink "Waterham off andere 9- Getuvge Dirk Konink verklaard dat by Waterham de gewigte en elle heeft laten ycken int jaar 1739 Getuyge Hendrik van der Walle verklaard dat heeft laten ycken by Dr. Truurniet Edink en Waterham Getuyge de weduwe van der Meulen verklaard by Waterham heeft laaten ycken Getuyge Hendrik Breürman verklaard dat heeft laten yken bv Schockink en Waterham en Hiddinck Getuyge Aaltjen Heimigs verklaard van ja Getuyge Hendrik Wieghers verklaard van ja Q 4 Ge-  248 Overys/dfcie Gedenkfiukker., Vide Stuk, GVuvge Steven Jans verklaard byEdirjcken Waterhsm "heeft laaten ycken En hebben voorfchreeven Getuygen voor my Scholtes en Ceurnoten, na gedaane wettige citatie met Eede verklaard als by yder Arden] gefchreeven fiaat foo waarlyk moet haar God Almagtig helpen, Da dat alvorens de meineedt was voorgeleezen Exemnt Stevens Jans abfentgeweest. In waarheyts Oirkonde hebbe ik Scholtes dele geteykenc en'gezegelt op jaar en dag als boven f _\ A. WEGDAM C Scholtes En heeft voorfchreeven Steven Jans die op den 10 Septemb, 1739 abfent is geweest is na gedaane Citatie voor my Scholtes en Ceurnoten a3n 't hooft te zyn op den 17 Septemb. 1739 met Ede verklaard a's by yder Artvkel gefchreeven ftaat, foo waarlyk moet" rem God Almagtig helpen na alvoorens de mein Eet wes voorgelefen In waerheyts oirkonde hebbe ik Scholtes deze geteykent en'gezegelt op jaar en dag voorengemelc ( ry\ *■ WEGDAM I \j b" 1 Scholtes No.  vim de Rechten en Vryhtitn der Stad Gtmm. Byl. 24a No. 16. £. Genemuvden den 17 Sept. 1739 ■ C°^^s%"X^ter Vnagarticulen om op derLauwerëns Eray «Ive ten verfoeke van de Ceurnoten J en Magilrraat van GeDemuy- Ijan Koorwege» den na gedaane Citatie onder Eede te verhooren Klaas Hendriks Hoekman ouderdom 1. Getuyge-Klaas Hendriks Hoekman verklaart out te zyn 67 jaar 2. Of Getuyge de nevensgaande Attefhtie getekent hééft en of dezelve niet alfo waar is ? 2. Getuyge Klaas Hendriks Hoekman verklaard deeze nevensgaande Attestatie te hebben geteykenten waar te zyn En heeft voorfchreven Getuyge voor my Scholtisen Ceurnoten na gedaane wettige Citatie tot God Almagtig verklaard als by yder Artickelgefchreven ftaat foo waarlyk moet hem God Almagtig helpen na dat alvoren de meineedt was voorgeleefeninoerkonde der waerheyt hebbe ik Scholtes deefe geteykent en met myn ziguet bekragtigt op jaar en dag als boven ©ft, WEGDAM ' _ SchoItcs Q 5 »  jyo Overysfelfche GederMulken, Vide Stuk, Ik Klaas Hendriks Hoekman nu welfaren Schip, per van Genemuyden op Zwol, attestere voor de waarheyt dat ik feer dikwils, wanneer de Magiflraac van Genemuyden by Kerkenfpraken hadden lacen weten dat jeder fyn kannen, mathea, nichten foude moeten laten yken, goederen van Genemuyden voor de wiakeliers hebbe mede genomen na Zwol, om daar het felve te laten yken: dat ik alsdan akyd ordrfe hebbe gehad om fulx te laten doen by de Stads ykers binnen Zwol, en nooyt by den yker van de Dro't van Ysfel.nuyden, dat ik ook nooyt gehoort hebbe, dat de Héér Truurniet binnen defelve Stad van Ge.aemuyden wegers den Dro-t van Ysfelmuyden fuix foude hebben gedaan. In kennufe van dien hebbe ik defe betekent in Genemuyden den 17 Septemb. 1739. KLAES H. HOEKMAN. No. 17. Extract uit hit Register der Refolu'Aenvan Ridderfchap en Steden de Staaten van Ovcrysjel. Deventer den 14 April 1774. De Heeren van Ycerst tot Aversbergen en andere Hun Edele Mogende Gecommitteerden tot de Kerkeiyke zaaken hebben ter vergadering gerapporteerd , dat, ingevolge en ter "voldoening van derielver refolutie Commifforiaal van den 8 ceefer hebbende geëxamineerd de memorie den 22 maart laatstleden overgegeeven door den Heere Droste van Yflelmuiden, waarbyaan Ridd. cn Steden kennis geeft, dat een van deszelfs Praedecesfeuren op den 27ften- "April, aan Ridd. en Steden had voorgedragen, dat tot* Genemuiden een Predikant was beroepen zonder deszelfs kennis en approbatie en  vem de Rechten tn Vryheden dtr Stti Ginm. Byl. 251 en tegen? gedaane waarfchouwinge in polTesfie was geftelt, mee verzoek om te mogen weeten hoe zig daar in zoude gedragen, en dat daar op was verftaan, dat de Drosten wegens de Hoogheid Competeerd de approbatie van het beroepen der Predikanten tot Genemuiden en overzulks die van Genemuiden daar over ook door den Drost ftrafbaar waaren, ten waare fy vermeinden anders geregtigt te zyn , het welk zy zouden moeten doen blyken aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden die daar van aan den Drost van YITelmuiden zouden kennis geeven, dat hy Heere Droste de refolutien van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van verfcheiden volgende jaaren hadde nagefien zonder te vinden, dat door "die vaa Genemuiden iets was overgezonden, en dat daarom gemeint had Ampcshalven verpligt te zyn Hun Ed. Mog. te moeten kennis geeven dit 'er nu wederom een Predikant te Genemuiden was beroepen, zonder dat deszelfs approbatie op'dat beroep was verfogt: en dat gehoord had hec zelve beroep op een andere a's de gewoone wyze zoude zyn gedaan, en zulks wel ingevolge een conventie met "het Clasfis van Campen, met verfoek om te mogen weeten, hoe hy Heere Droste zig daaromtrent zoude gedragen. Als mede de berigten ingevolge Refolutie van den aaïfcn. maart voorn, op bovengemelde memorie -ingezonden door de Magiftraat en Kerkenraad van Genemuiden, waar by defelve Magiftraat pofeert, dat zy zedert den jaare 1694 tot den jaare 1737 zes beroepen van Predikanten aldaar hadden geapprobeert, zo als uit de copien van de refolutien van die approbatien het zelve berigtbygevoegt, zoude blyken, zonder dat zig iemand daar en tegen hadde geoppofeerd, en dat zy dus vermeinde.,-in een wettige en gerufte posfesfie te zyn, om de beroepen van Predikanten aldaar te approbeeren, verzogten, dat Hun Ed. Mogende derzelver Refolutie van den 22a?°. Maart voorn, wederom wilden intrekken, te verftaan en te permitteeren, dat met de be-  C52 Overysftlfche Gedtnkjlukken, Vide Stuk, beveiliging van den thans beroepene en dagelyks verwagt wordende Predikant mag worden voordgevaaren, immers en in allen gevalle onverkortet het recht van de Hoogheid en den Heere Droste van Ysfelmuyden , waar tegen zig op het refpectueufte tot mamtien van de geregtigheden van haere Stad, m onverhopentlyke gevalle prefenteeren ten goeden regte. En houdende het zelve berigt van de Kerkenraad, dat het waar is dat in den jaare 1742, een. conventie met de Clasfis van Campen is gemaakt, waar van copie, het berigt is bvgevoegd, die egter buiten Concurrentie van de Mageftraat is ingegaan, welke ook niet uit hoofde van dezelve de approbatie hebben gedaan en welke conventie fy berigtgeveren laaten ter verantwoording van dezelve Clasfis en de Leden des Kerkenraads in den jaare 1742 hebbende gefungeerd, dat wyders de beroepen van Predikanten zedert ondenkelyke jaaren door de Magiftraat aldaar geapprobeert zynde zy niet anders hadden kunnen doen als het laatfte gedaane beroep ook aan dezelve Magistraat ter approbatie te prefenteren : mede verzoekende dat Hun Ed. Mog. meergem. Refolutie van den 2»ften. Maart laatstleden gelieven in te trekken en te permitteeren, dat de beroepene Predicant mag worden beveiligt: van advyfe fouden zvn, dat Ridd. en Steden hunne inhibitoire dispofitie van den 22^. Maart deezes jaars zouden behoren op te heffen, té verftaan en te permitteren, dat met de beveiliging en inftallatie, van den thans beroepene Predicant Bernardus Johannes Fabricius zal worden voordgevaaren : immers en in allen gevalle onverkortet het recht van de Hoogheid en van den Heere Droste van Ysfelmuiden. Waar over zynde gedelibereerd hebben Ridd. en Steden zig met voorz. rapport geconformeert Accordeert met 't voorfcr. Register DERK DUMBAR. Np.  Van de Rechten en Vryheden der Stad Genem. Byl. 25$ No. 18. Extract uyt het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staten van Overysfel, Campen den 23 April 1757* De Heeren van Coeverden tot Rhande en andere Haar Ed. Mog. Gecommitteerden tot het examineren van de verfchillen tuffen de Heere Droste van Iffelmuyden ter eene, ende Burgermeefteren van Genemuyden ter andere zyde, hebben ter vergadering gerapporteerd, dat een en ander maal getragt ende getenteert hebbende om dezelve Parthyen ra der minne te vergelykeni tot voorkoming van kostbare procedures, defelve eindelyk hadden geinduceert in fubftantie en manieren navolgende. Dat aan de Heere Droste van Jffelmuyden foude worden afgeftaan, Eerftelyk het posieftbire waar onder dan nog niet zal behoren een verbod van nieuw getimmer, fchoondaar by eenig bezit zoude mogen worden geallegeerd. 1 en tweeden het matrimoniele, bchoudentlylc dat wederzyds Parthyen eens zynde zich wel aan de Magiftraat van Genemuyden daar over zullenmogen fubraitteren. Ten derden het Criminele aan lyf en Leven gaande tor. Banniffement en Conflnement in het Tuchthuis incluys, mits dat daar in gevolgtzal wordende conventie van den 12 Febr. 1582. Dat wanneer uyt de genomene informatïen van' de Magiftraat komt te blyken dat het delict van die fwaarte is, dat het den Heere DrosteConcerneert, tot het aanbrengen of bekent maaken aan denzeiven . de Magiftaat fal mogen de tyd hebben vaD vyfdagen. Dat de boeten echter van Overfpel , en keurbare wonden half en half genoten fullen wordeo, en de procedures dies wegen gehouden, of gevoelt ivoor de Magiftraat. Dat  254 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, Dat alle andere delicten evenveel boe genaamt, niet gaande aan het lyf, of dasr geen keurbare wonde concurreerd, aan de Magiftraat ful'en verblyven ook die van fimpele Fornicatie ofontydige byflaap, en die der momberen negügeat zynde ia het doen van reken;nge. Dat de Magiftraat behouden zal het recht van den yck, met den gevolge van dien. Dat de Drost de boeten van ongebungelde honden, in de Stads jurisdictie te huvs horende, aan de Magiftraat van Genemuyden afftiat. Dat de Heere Droste'delnfpectie der Stads Pro. thocoüen ende Recherche over het niet uhtellen van defolate boedels penningen zal ccmneteren volgens de ordre van den Lande Dat ten aanzien van het dryfgoed, dcade Lycken, de Infpectie en Recherche daar over binnen de Limicen van de Stadt vailende, de Heere Drcrre van Iffelmuyden ten aanzien van het drvffgoed deszelfs oog hebbende laten vallen op den'derden art. van de 15de titul van het twede deel van 't Landrecht, waar by dat felve goed verklaard word den Heer vervallen te zyn, welken Heer hy ais Droste Prsienteerde, gecirnculteerd had daar yan af te zien, ten ware Ridderfchap en Steden zulx mogten goedvinden. Dog dat zy Heeren Gecommitteerden van Advife fouden wefen dat de Conventie daar omniet behoorde agter te blyven, en dat Ridderfchap en Steden dezelve Driftgoederen aan de Burgermeesteren van Genemuiden binnen haare Stads Jurisdictie fouden kunnen en behoren te laten en het voorfchreven geconvenieerde door haare approbatie te bekrachtigen Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden het zelve rapport mits deezen te agreëren. CE-  BETOOG DER STAD GRAFHORST, OMTRENT DE BEZWAAREN TN HET GEBRUIK VAN HAARE RECHTEN EN VRYHEDEN.   9M it Rechten ès Prytiden der Stid Grsfhirsi. ijjj BETOOG DER STAD GRAFHORST, OMTRENT DS BEZWAAREN IN HET GEBRUIK VAN HAARE RECHTEN EN VRYHEDEN. De Stad Grafhorst is, in verfcheiden ponten , in b~ gefatitik van haare Rechten en Vryheden * hoewel minder dan veel andere Kleine Steden, be« zvr_-_:L ~;^-c:_:a. als naamiyk, VOOR EERST omtrent het recht van verfchryving ter Landsvergadering over gewigt.gpuaten , waar omtrent men zich gearaagt to: ce eedrckte Betoogen vaa de Twenueae Kleine Steden en van de Stad Genemoden. Hier toe ;s ook. ten aanzien van het recht deezer Stad, amteraerken, dat in het jaar 1333 door Jak va:? Diest, Bifchop van Utrecht, aan ceeze Sta-i is gegeeven (c!:'zyn ce eigen woorden);•■ ;'5f*'7":* ie Stadtrecht toe fetten fchepen, ende mit o*JcutctoUtm recht to: richter., ir. dier. rtsniert* eis onij-ece va * Swolle, Hasfelt ende Genemuden nthctn, a,s te z;ea is in den Stads brief, gedrak: by Drmx Arjut:".. t—-. -.aar. er. ter Eereaar . -.êeze: btai berustende; zo als hier by onder N'. \- a. b. C.* e. L Terwyl omtrent het voorzeide ncr ten met csa Schtut, hier zou kunnen aangemerkt woraen, dat reeds lange jaaren voerde Spaanfche troebelen^-e Schouten niet meer met de Schepenen het Ger.cht in de Kleine Steden van O •. erysfe i gehoacen he a>^ea f-'vk d:: daar d; zzz.r- X'eir.s iteac.1 treasove** VI. Sx^s, R «■*  Ov-r:rfe'/cl;e Gtdeakjiukken, Vide Stut, vloedigis beweezen, en ook te verceernen is u-t ce Gerichts handeling van 1553 hier by onder N . 3. a. Doch daar het hier op aankomt is, dat uit deezen Stadsbrief blykt, dat ce Stad Grafhorst, zo wel als Zwolle, vanouds een Lid deezer Provincie is geweest en ter Landsvergadering verfchreeven. Daarom ook wordt deeze Stad onuer de ten Landcage verfchreeven Kleine Steden uitdrukkelyk opgeteld in het Register van Ridderfchap en Steden van hetjaar 1578, aangehaald in de Overysfelfche Gedenkftükken UI. S:uk, bladz. 223. Terwyl vcords geen fchyn of blyk te vinden is, dat deeze en de andere Kleine Stéden in het ftuk van verfchryving ter Landsvergadering minder recht zouden hebben dan Oldenzaal, Hasfelt en Steenwyk, waar van ook het tegendeel overvloedig is getoond Overysf. G/denijL VI. Stuk, bl. 209 tscalwaar tevens ook aangemerkt is, dat by naarder overweeging is gebleeken, dat ceeze en alle de andere Kleine Steden door het Reglement v2n 1675, herhaald en vernieuwd in 1748, geenszins van de verfchryving ter Landsvergadering over de gewigtke pur.ten zyn uirgeflooten , maar integendeel toegelaaten: dewyl in dit Reglement uirdrukkelyk gezegd wordt, da: de Hccge Regeerinpe van de Pro. vin:ie van Overysfel fal beftctn in Ridderf:hap en Steden, ALS VAN ÖUTS, en dat de Ridderfchap zal blyven maken het eene Lit, ende de Steden het andere Lit, MEDE GhLYKVAN OUTS. Terwyl voor het overige, in opziet der Landsvergadering, zo min van de Groote als van de Kleine Steden, iets meerder in het voorzeide Reglement wordt gewaagd. Gevolglyk, dat by ceeze vernieuwing van het voorz. Reglement van 1675 moet in het oog gehouden worden, wat hier omtrent, ten aanzien der Kleine Steden toen recht geweest zv. En dan bevindt men, dat wel volgens het Reg'emen: van Regeering van den 20 Aug. 1657 geen andere Kleine Steden dan Hasfelt en Steenwvk ter Landsvergadering ccegelaaten zyn: doch dat dit Reglement b7  v2» & R::hitn.n Vrjhekz der Sicd G.:\.'::r:t. *sf by eene Refolutie van den 28 April I5j3 inzo verre is Gearaplieerd of Geïnterpreteerd geworden» dat alle Kleine Steden, volgens de Refolutie van KidderfciEp en Steden van den 24. April irjoa-, ea dus niet fiéchts Hasfelt en Steenwyk; die aldaar, met de andere Kleine Steden hier"omtrent gelyk gefield worden •, ter Landsvergadering, over dè gewigtige punten , met derzelver Deiiberearende ftemmen zouden toegelaaren worden. Terwyl geen Wet of Refolutie na dien tyd tot aan hét voorz. jaar 1675 wordt bevonden , door weUt* de Kleine Steden zouden zyn uitge'looren Gevolglykzyn zy zelfs door den nitdrukkeivken le.tT ter van hét Reglement v-.n 1575 ALS VAN OUTS ter Landsvergadering toegelaa'ten: daar dit Reglement wederom in i-j.8 is vernieuwd geworden. TEN TWEEDEN is deeze Stad bezwaard by de Approbatie en Inprobarie van Bur?ermeeilerea en Gèrheentslieden , door de Ridderfchap en dè Steden Deventer, Carnpen en Zwolle, zondertoeftemming van deeze Stad, tegens recht, over dezelve aan den Heere Erf ftad houder opgedraageni Aangaande dit bezwaar is gezegd in het voorz. Betoog der Kleine Steden van Twente §. 7. Men behoeft ook, om dit naarder te betoogen» iiiet flechts tot een grond te leggen, dat de K'einé Steden over het Reglement van Regeering (waar by haar dit bezwaar is toegebragt) hoewel zekerlyk een gewigtig punt, niet ter^Landsvergaderiag geroepen zyn. Maar dit ook zal alleen hier genoeg kunnen zyn: naamHk dat de Ridderfchap en de> drie Groote Steden door het voorzeide Reglement; of Infhuctie een Patrimonieel recht der Kleine. Steden, gelyk het recht der vrye keur van haare Burgermeefteren en Gemeentsliéden is , aan deu Heere Erfïladhouder hebben opgedraagen. Dit zcu zelfs, al waaren de Kleine Steden ter Landsvergadering verfchreeven geweest, niet zonder haare vrye toeftemming hebben kunnen gefcrreiea : dewyl, volgens" de Naarder Unie "en alle R a grond-  ^58 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, grondftellingcn van dit Gemeenebest, geene Leden van het zelve de magt hebben om Patrimónieele rechten en vryheden van eenige Stad of medelid van de Provincie te verminderen; maar integendeel gehouden zyn dezelven daar in te verdedigen. In de JN aarder Unie art. i. die alleen genoeg is hier aan te haaien, wordt dit aldus uitgedrukt: onvermindert nochtans een ygelyke Provincie, en die particuliere Steden, Leden ende Ingezetenen van dien , haarluyder fpeciale ende particuliere Privilegiën , Vryheden, Exemtien, Rechten, Statuyten, loffelycke ende wel hergebrachte Costuymen, Ufcmcicn en allen anderen haarluyder gerechtigheden, waar inne fy luyden den anderen niet alleen geen prejuditie, hinder ofte letfel doen fullen, maar fullen den anderen daarinne met alle behoorlycke ende mogelycke middelen, ja met lyf ende goet (is 't noot) helpen handthouden, Jtyven ende Jlercken, befchudden ende ook befchermen jegens allen ende-een ygelycke, wie ende hoedanich die foude mogen wefen, die hem daar inne eenich datelycke inbreke joude willen doen. Even zo duidelyk ook is in het vervolg van dit artikel der Naarder Unie vastgefteld, dat de genen, die hier tegen mogten doen, of door de daad van anderen vermeenen mogten eenig recht verkreegen te hebben, daar over met de benadeelde Stad of medelid, by Ordinaris Juftitie, zouden , moeten ontfcheiden worden. Deeze Stad heeft, niet minder dan geheel Overysfel , haar genoegen over het Stadhouderfchap van den. Heere Erfftadhouder Willem den vierden in het jaar 1747 betoond. Doch evenwel heeft dezelve nooit onderfteld, dat deeze hooge bediening tot verkorting van Patrimonieele Rechten der Kleine Steden ftrekken zou. Deeze Kleine Steden wierden niet eerder ontwaar, dat by de Inftructie van het Stadhouderfchap iets ten nadeele van haar Patrimonieel recht van vrye keur van Burgermeesteren en Gemeentslieden waare gefteld gewerden, dan na dat dezelve Steden reeds genoodzaakt waaren zulks te moeten lyden, en zonder vrees van  van de Rechten en vryheden der Stad Grafhorst. 159 onaansenaame-gevolgen zich daai; tegen niet verzetten konden. De regel van de Naarder Unie omtrent het behoud van der Kleine Steden Patnmonieele rechten en vryheden wierd toen door overmagt niet in acht genomen. Dus was er voor de Kleine Steden, die ook door de droevige ondervinding, omtrent het aan haar by een Placaat benomen gebruik van haar recht van jagt, de behandeling van dien tyd leerden kennen, geen hoop om zich hier tegen, zonder vrees voor erger gevolgen , met vrucht te kunnen verzetten. De Kleine Steden wisten niets van het artikel der voorz. Inftructie, waar door zy in haar recht van vrye keur benadeeld wierden: dewyl de Ridderfchap en de drie Groote Steden wel de annftellmg van den Heere Erfftadhouder hebben bekend gemaakt, doch de voorwaarden of Inftructie deezer aanftelling voor zich behouden. Want dus luidt de Puplicatie van Hun Ed. Mog. " Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel doen te weeten „ dat wy, uit zeer goede Confideratien, in deeze zwaare tyds omftandigheden , en na het voor„ beeld van de Heeren Staaten van de zes andere „ Provinciën, met gemeen overleg, en eenpaan, ge toeftemming en Confent van alle de Leden ' deezer Provincie hebben goedgevonden en1 ver,, ftaan, den Doorluchtigen Hooggebooren Vorst en Heere Willem Carfx Hendrik Friso, Prin„ ce van Orange en Nasfau uit aanmerking van „ de hooge qualiteiten en lofrelyke deugden, waar „ mede zyn Vorflelvke Doorluchtigheid is bege„ nadigd, vande Hècrlyke Goederen, die m den Staat bezit, en van deszelfs aangebooren zucht „ en liefde tot behoud van de Repnblyk, en van deszelfs met ons gemeene lieve Vaderland, te „ verkiezen en aan te ftcllcn tot Stadhouder Capitain en Admiraal Generaal ovar deeze Provincie, ,, met zodane magt en auctorkeit, prarogativen en voordeden,"en OP ZODANE INSÏRUCTIE, ALS WY TOT WELZYN VAN DE RER 3 « PU-.  *c7ö Overysfelfche Gedenkftükken x Vide Stuk, „ PÜRLYK IN HET GEMEEN, EN VANDEE, 3, ZE PROVINCIE L\ HEI BYZONDER , BEST „ EN OO.siBAARST ZULLEN 'OORDEEL-V „ WAAR NA EEN YDER ZICH ZAL HEBBEN „ TE GEDRAAGEN. Aldus gedaan binnen De,i yenter den 10 Mey 1747. ju Ter Ordonnantie yan Hooggemeldo „ Heeren Staaten 3, JOAN ROUSE. Voords de Publicatie aangaande de erflykheidi van dit Stadhouderfchap, van den 7 Nov. '1747* luidt als volgt: " Ridderfchap en Steden de Staa„ ten van Overysfel doen te weeten: dat wy uifc „ gcede Confideratien voor den dienst en wélzyn yan den Staat deezer vereenigde Nederlanden „ in 't gemeen, en van deeze Provincie in hetby^ „ zonder, niet alleen dienfïig maar ook ten hoog- ften noodig hebben geoordeeld, aan den Doory, luchïigen Hoogegebooren Vorst en Heere, Wit- lem Carel Hhndrtk Fkiso , Prince van Orange „ en Nasfau, Stadhouder, Capitain en Admiraal 3, Generaal der Geünieerde Provinciën, optedraa„ gen en te defereeren het Erffladhouderfchap en ,, Capitain en Admiraalfchap Generaal over deeze Provincie, zo als wy hetzelve, met eenpaari- ge Advifen van alle de Leden, opgedraagen en f defereerd hebben by onze Refolutie van he„ den;- zodanig, dat de'Charges, Digniteiten en ,, waardigheden van Stadhouder Gouverneur Ca„ pitain en Admiraal Generaal van deeze Provin„ cie van Overysfel na het overlyden van Hoog;, gem. zyne Hoogheid fdie God Almachtig zeer ., veel jaaren voorfpoedig wil bewaaren, en ach„ tervolgen met zyne dierbaare zegeningen) zul„ Irn ervrn, fuecedeeren en devolveeren op de „ MnnnelyVe en by gebrek van die op de Vrou„ welykeDefcendehten van Hooggcrn, zyne Hoosr- heid  van de Rechten en Vryheden der Stad Grafhorst. iSt ,, hcid in wettige huwelyken geprocrcëerd, met „ die fchikkinge en Refolutie dan nog, welke wy „ ten dien opzigte voor het welzyn van den ó'taat „ in 't gemeen, en van deeze Provincie in 't by„ zonder hebben dienltig en noodig gevonden, en „ vervat zyn in dezelve onze Refolutie van heden. „ Waar na een ieder in deeze Provincie zich heeft ty te reguleeren. Deventer den 7 Nov. 1747- ,, Ter Ordonnantie van Hooggern, „ Heeren Staaten „ JOAN ROUSE. Dit vertrouwt men genoeg te zyn tot bewys, dae de Erfftadhouderlyke Inftructie in het punt yan Approbatie en Inprobatie van Burgermeefteren en Gemeentslieden, wier vrye keur een gedeelte is van het Patrimonieel recht der Univerfiteiten van de Kleine Steden, geenszins deeze Kleine Steden verbindt; maar dat dezelve voor zo verre deeze Approbatie en Inprobatie betreft, eene handeling van andere Leden is, die de Kleine Steden, volgens het recht, niet aangaat, en derhalven met geen recht haar kan opgelegd worden; ook zelfs niet ter tyd en wyle toe dat het voorz. Reglement zou zyn Geredresfeerd. Men vertrouwt derhalven, dat de Ridderfchap en de drie Groote steden, dit naarder overweegende, zullen vastftellen dat het achter wege laaten der voorz. Approbatie en Inprobatie in opzigt der Kleine Steden , niet valt in de Termen van een Redres van het Reglement van Regeering, maar dat dit Reglement de Kleine Steden nooit in dit ftuk heeft verbonden; en gevolglyk haar ook niet verbinden kan; fchoön het Reglement niet zy Geredresfeerd. Anderszins zou men 't onrecht Hellen, dat de Ridderfchap en de drie Groote Steden, bevoegd zouden zyn, om de Kleine Steden uit het bezit van rechten en.vry.heden te Hellen, ter tyd en wyle toe, dat deeze R 4 Hoogs  Gverysfelfche Gedenk/lukten, Vldz Stuk, Hooge Leden aan de Kleine Steden, die derzelver mede Leden zyn, wederom daar van het bezit geliefden te laaten toekomen. Doch't welk men van de voorz. vryheid lievende Hooge Ledtn nitt onderftellen mag; en 't welk men niet zou onderftellen kunnen zonder te vermoeden dat de denkbeelden van vryheid nog niet genoeg ten behoeve van het deugdiyk recht der Kleine Steden zouden werken, maar dat dezelven aan Ariftccratie zouden eyn verkleefd. "TEN DERDEN is deeze Stad bezwaard, door dat voor eenige jaaren een pleit over eene huwlyks zaak tusfehen lieden van deeze Stad voor het Drosten Gericht van Ysfelmuden is gevoerd; als ook . 4* Wat betreft het recht van yken van maaten en gewigten en van breuken, dieswegens voorvallende, is in de meer aangehaalde'Betoogen, en in het Twentfch gedrukt Betoog, 't welk byzonder handelt over het recht van den yk &c. en 't welk aan Ridderfchap en Steden is ingediend, overvloedig getoond, dat dit recht van zelfs aan de Magiftraaten der Steden toekomt. 1 erwy I deeze Stad zich ook. verzekerd houdt, dat de welgemelde Heer Drost van YiTelmuden haar hierover geenemoeyelykheid? zal aandoen. Hoewel geene yerfchooning behoeft gemaakt te worden, dat deeze Stad haar Betoog met geen meer Gedenkftükken van het 'voor heen aldaar gebeurde heeft overzien; maar integendeel verfehooning verzocht zou moeten worden, zo men door overtollige bewysftukken van het gene, welk uit den Stads brief deezer Stad en verdere hier vooren aangehaalde ftukken, en'uit de vooraangehaalde Betoogen van zelfs voordvloeyt, zou verveelen : gelieve men echter, als in het voorbygaan, aantemerken het bewys onder No. 5, hoe dat in het jaar 1737 het Raadhuis deezer Stad bcftoolen en eene kist met de Stads papieren daar uit gehaald, weggebragt en geplunderd is geworden; zo dat maar weinigen der Stads brieven en boeken, wederom te recht gekomen zyn; en by geluk ook de hier nevensgaande Statuten onder No. 6. Deeze Stad vermeent hier mede haare bezwaaren kortelyk te hebben opengelegd en beweezen , zonder nogthans door meer andere blykbaare bezwaaren, die oYergeflaagen mogten zyn, te willen zy» verkort. No.  166 öyerysfeifche Gedenkftükken, Fide Stuk, No. I. a. Vit eene Copye ter Secretarye yoa Grafhorst. Wy Johan by der genade Godes Bifcop Tutrecht Jnaken kondt allen luyden dat wy onder guden luyden van Grafhorst gegeven hebben ende gheVen mit defen breue vryheit ende Stadtrecht, toe fetten Scepene, ende mit onfer Schuiten Recht toe richten in allen manyeren alfe ons ftede van Zwolle, Hasfeltende-Genemuden hebben, welcke vryheit wefen fall tusfehen den Oerde en de Grafhorfter vonder toe, Beholdelick ons onsfer Luyde die wy daer hebben ende noch koemen moeghen, ende onfes dyenftes die fie ons van Rechte Ichuldich fynt, gelycke den Steden voerf.; voertan fo fall ons die itede van Grafhorst voerf. jaerlicx ghepen fefs pont zwarten tornfehen &c. op funte Odulphus dach in kentnisfe van hoeren Stadrechte, hier weren ouer daer dit gefchiede, Erfame lude ende befcheyden her Johan van Jfelfteyn Canonicus van funte Marien Tutrecht Thezaurier Her Jacob Cureyt van Yfelmuden, Otto van Yfelfteyne die Olde Erenst van Yfelmuden ende die jonge Erents zyn foene Alffer van der Schuyren, Geert Stellinck Bartélt' dair bouen Erents van Zuyrbeecke en andere vozle guden luyde jn oirconde des brieifs befegelt myt onsfen zeghel gegeuen in 't jaer ons heren dufent drehondert ende dre en der» tóch des dingxdags na mifericordia domini. No*  tan de Rechten en Vryheden der Stad Grafh. Byi. 2ö> No. i. b. Uit het geen ter Secretarye van Grafhorst wordt bevonden. Van de vry beidt van Graffhorst. Anno 1333 des dinsdachs nae miferïcordia Domini heeft Bifcop Joan van Utrecht de van Graffhorst gcgeuen vryheidt ende Stadtrecht toe fetten Schepenen, ende mit een Schuiten recht te rechten in allen manieren, als de fteden van Zwolle, Hasfelt ende Genemuiden hebben. Welcke vryheidt wefen tusfehen den oorde ende Graffhorfter Vonder, beholtelicken fyner genaeden en fyn Luyden ende des dienftes de fy den heeren fchuldich fyn gelick de voerfcreuen Steeden. Des foo fal de Stadt van Graffhorst geven jaerliks op S. Oldulphus dach fes pont fwarte tor.... in kennisfeerer Stadtrecht. Copia Copia geéxtraheert ex Aureo Libre Zwollenfi, N°. I. C. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Grafhorst. Wy Burgermeyfteren Schepen unde Rhaedt der Stad Zwolle doen khund, allen luiden und Certificeeren voir die gerechte waerheit dat vor uns gekommen und erfchenen finnen unfe guide nabunren und frunden die Borgermeifteren van Graffi. •horst  6o"§ Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, horst und hebben uns verthoent laten fien und léfen einen befegelden Brief in francyn gefebreven, die welke eniger maten veroldet dannoeh leesbaar Wefende. luiclct van woorden tot wöorde als volgt - Wy Jöhan van Viernenborch by de r genade Goedes biflehop Tutrecht maiken kunt allen luiden dat Wy Unfen guiden luiden van Grafhorst gegeven hebben , und geven met deffen brieve vryheit unnd Stadrecht toe fetten Schepene Und met unfen Scholte und Richter toe richtene in allen manieren als Unfe Stede van Zwolle vin Hasfelt und van Gennemuden hebben, welke vryheidt Wefen fal tüsfchett den oirdc und Grafhorfler vonder thoe behoudelick uns unfer luide die wy dair hebben und noch koemen moegen und unfes dienftes die fy uns Van recht ichuldig zyn, glyk dien ftedenn voirfchn voirtaene fo fall uns die ftede van Crafhorst voirfeyt jairlyks geven fes pont fwarte tornfche op fencte Odulfs dach Jn kennisfe van hoeren ftadtrechte hief •waeren an und over tho Vollenhöe, daar dit ge> fchiede Eerfam. und befcheide luide Heer Gcrryt grave van Viernenborch unfe brueder, Ridder, Heer Goddert Kerker van Isfelmuvden Henrick de Suyre, Helmich fynen Brueder, "Lambert ErnstS Zoenne, Alphart de Ruthé, unnd Johann van Isfelmuidenn, und anders guider luide veele, jn oircunde, des Briefs befegelt mit unfen fiegel, gegeven jnt jair unfs Heeren duifent dre Höndertvyf tindt feftich des dinexdages nae beloeken paefchen Die wyle Wy dan den felVen brief hier inne geinferirt gefien und durch unfenn Secretarien hebben 'doen lefen und na vlitige Collatie mitten originelenn brief die ant verolden und vergaene oVersfc iioch leesbaar und, anndennuthangendenfegellvan xoden wasfe ongecancellirt Was , bevunden van ^voorde accordeerende hebben wv fonder argelist jn oirkhunde der wairheid und ter begerten der voörfcl r. van Grafhorst under uns als oir appellandts Richteren forterende in forma eines vidimus ünfer Stadt fecret. fiegel under andesfen brief doen hangen 1  fan de Rechten en Vryheden der Stad Grqfh. Byl 70 Overysfelfche Gedenkjlakkeil, Vide Stuk, N°. i. e. Vit het oorfpronglyke ter Secretarye van Grafhorst. Imederik van Gods genaden Eleót ende Confirmiert geboren Markgrave van Baden maken kont allen luden dat wy onfen gueden luden onfer ftadt van Grafhorst all alfulck ftadtrecht ende vryheiden als fie van onfen voirvaderen Bisfcopen Tutrecht gheworven heer ghebracht ende befegelt hebben confirmieren ftedigen en loven in defen onfen brieve ftede ende vast te holden in allen manieren ende voirwerden als die brieve jnholden die hem daer op ghegeven fyn Beholdelyck ons onfen luden die wy daer hebben ende noch daar comen mochten ende onfs dienst die fie ons van Rechte fchuldich fyn voertmer foe fall ons onfe ftadt van Grafhorft voorfchr. jaarlycx gheven fes pont bruner tornfche op fant Oldulphus dag in kennisfe van hoen ftadtrechte Sonder argelist jn oirconde 's briefs befegelt mit onfen fegel gegeven op onfen llóte tot Vollenhove int jaar onfes Heeren duifent vier hondert fes en tnegentig op ten viertienden dag in December. Op de plique ftaat H. Hindebeke Aan deezen brief hangt een frail' cynen Jlaart met een zegel in rood wafch gedeeltelyck afgebroken, doch waar van het wapen nog meerendeels zigtbaar is. No* i  vm de Rechten en Vryheden der Stad Grafh. Byl 271 fct»; 1. f. Uit het oorfpronglyke ter Secretarye van Grafhorst. Philips van Bourgoingnen van Gods genaden JSlect geconfirmeert van Ütrecht maken kondt allen Luyden dat wy onfen gueden laden onfe vrunde van Grafhoiat all alzulcke ftads retht ende vryheden als fy van onfe voervaederen Biffchoppeii H Utrecht geworven hergebracht ende befegelt" hebn confirmeren ftedigen ende loven by delen onfen brieve ftede ende vast te holden, in allen manier ende voerwerden als die brieven jnholden die'hen daar op gegeven fyn beholdelicken ons onfen luden, die wy daar heben ende noch daar comen mochten ende onfes dienftes den fy ons Van rechte fchuldich fyn. Voert meer foe fal onS Onfe ftadt van Grafhorst voerfcr. jaerlicx gheven zes pont bruner tornfche op fant Odnlphns dach jn kennisfe van hoen ftadt rechten, fonder argelist, jn oirconde 's briefs bezegelt met onfen zegel gereven in onfer ftadt Zwolle jnt jaar ons Hern Duyfent vyfhondert ende zeventhien defc, XVIten. dach van OctobrL Op de plique flaat Gerdinck fian deezen brief fchyrit een zegel gehangen te hebben doch is daar vaft niets meer te zien* VI. Stuk. S No.  278 Overysfelfche' Gedenkftükken, Fide Stuk, No. 2. Extract uü het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden. Zwoll den 29 Octob. 1770". De Heeren de Drofte van Zalland en andere Hunner Edele Mog. Gecommitceerdens tot de zaaken yan finantien ingevolge , en ter voldocninge van derzelver Refolutien Commisforiaal van den 1 ° Maart en den 2°I ongeftoord zullen laaten verblyven; edog by a? dien Hun Ed. Mog. daar in -onverhooptlvk eenier bedenken mogten hebben, dat Hun Ed. Mog als dan aan dezelve ftad gelieven te vcrleenen eenonpar-tydig Richter ,• om daar voor met den Heere .Landdrost, of de Provincie , dat point na ordre van Rechten, conform de Unie van den 10 TaD 1579.. te laateh termineeren,alzode Regeering van* Grafhorst had beflooten , om het different over zuik een aller aanzienlykst Regaal, als was de Crimineele Jurisdictie, by Ordinaris Juftitie, te doen be.  van de Rechten en Vryheden'der Stad Grafh. Byl. 273 befiisfen; en gezien de ftukken en bewyzen daar toe door Hun overgelegd; Hebben ter vergadering gerapporteerd: dat, géconlidereerd, niet alleen derzelve hier over bygebragte privilegiën , maar ook, dat alnóg in posfesïle zyn, van de Crimineele Juftitie in hunne Stad Conjunctim met den Heere Droste van Yfelmuden te oeffenen, dezelve daar by, ook zouden behooren te worden gemaintineerd, eh alfo verftaan , dè Burgermeefteren van Grafhorst beregtigd te weezen om de Crimineele Jurisdictie, als boven, met Concurrentie of Conjunctim, met den Heere Droste van Ysfelmuden, te oefenen. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridd. eh Steden zig met het voorfcr. Rapport gecöaformeert. En zal hier van by Extract deezes worden kennis gegeeven, zo aan den Heere Droste van Ysfelmuden, als aan de Burgermeefteren van Grafhorst, tot derzelver narigt-. N°. 3. a. ExtraÜ uit een oud Protocol van Contentieufe zaaken en Transporten , zoo verrè nog leesbaar is, ter Secretarye van Grafhorst: Wyntgens ende Johanns Harms hem anfprekende ommekennyffe der waerheyt op feckere jntergeatorye edder vraech... . den getuigen montlycke voeri geholt en gevraecht word. In den tuyget Erents jans by den ede bee onfer Stadt van Grafhorst gedaen, dat hem"wyttych kondych ende Ock waer. achtych is , olt wefende eentrendt LXX jaeren ed hoeget hyer van aver dye vyfftych jaren vorlederi. S 2 dti  274 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, dat GhertBerenfs olde moeder ende daer nae Berent van Barckman oeres Vader ende Gert vorfz. daer nae dac huys Erue off grondt gelegen in onsfer Stadt vryheyt by Grafftrüer iveli an den dyck dat fye dat altyt rostelycke ende vredelyck befeten ende gebruycket heben, fonder enych befpreckoff bekroenen, myt rechte off anders van emandt voer ons foe hee getuych wal XL jaeren inde Raedt geucst is, ten anderden tuyget Harmas Janiïguedes verflans olt wefende omme eentrent hondert jaeren ende hem van dat vorfz. Erue hoeget auer dye LX jaeren dat Gert Berenff olde moeder ende Berent van Barckmas Gerts Vaeder ende Gert een dyell jaeren daer nae faemptlycke auer dve LX jaejaeren ende vrelycke befeten heben 'jnder feluer maeneer tuyget Johan Wyntgens ende Jan Harms elck olt wefende omme eentrent LX jaeren, en van dat erve huys en grondt vorf. hoeget aver dieXLV jaeren ende tuyget in fulcker geflaelt maeneren alfs Erenst ende Herman vcerfz. beholtelycke dat fye daer by tuygen gementeiyeke dat daer yttelycke uthhebbers off Renteniers uth heben hoers Recht dyt is beede alfs recht is voer ons Borgemeyfters ende Raet van Grafhorst als Recht is. In der fchelynge tusfehen Gherdt Berenfs ter eenre , jnde Johan Brouwer ter ander fyden beroeTende thaer van yttelycken wyllgendye Johan Brouwer Gert vorfz. affgehouwen folde hebben nae anfpracke ende andtwordt mytten beuvfe, ten beyden fyden daer by doorgefyen ende gélefen Erkandt Schepen ende Raet der Stadt Grafhorst, dat Gert Berenff fall blyuen inn fyn rustelycke ende vredelycke befyt, 't welck hy myt vyer loffwerdygetuygen bewysfen heft, angemarekt Johan Brouwer voerfz. ock feluen jnbrenget een Copie van een verdrach, welcke verdrach geen eynde van jaeren uth een fpreket off mede brenckt lus heft Johan Gherdt vorfz. dye wylgen te onn chte aff gehardt, daer omme kenne wy Johan vorf>. jnder deferanfpracke vellych ende Johan voerff. fall geholden we»  van de Rechten en Vryheden der Stad Grafh. Byl. ijy wefen Gheert vuyrfz. in fyn Rostelycke lanckwylyge posfesfie nae luyde der tuygen woe boenen angetoegen, te Iaeten blyven, ter tyt Johan Gherdt voerfz. myt better ende formelyck Recht, daer uth gelleten heft, foe als dat defs nae manere van Rechte behoerdt, Anno XVC.LIII. des donderdaeges nae fante Marthyn jn dè wynter is desfe voerfs fententie gekandt ende gewefs. daer op Johan Brouwer de wyfynge beroepen heft vor den Erfs. Raedt der ftadt Zwolle, foe heft Gert Be. renis geandtwordt dat, dyt nyet mer is dan een wyfynge jnnterlockuttory daer van men ghen appellatie van behoerdt thoe doen, daer op den Raedt geandtwordt heft dat fye wyllen kennen auer XIIII daege off Johan vorfs. fall moege appellyeren ofï* niet Anno XV<-\LIII op fante Andres dach foe heft den Raedt vann Grafhorst gekandt voer Recht dat fye Johan Brouwer der appellatie geftedygen fall ende wordt gegondt ende hebben der parthyen gelauet nw een faeterdaege naestkomende... .et hem thoe trecken ann dye ftadt van Zwolle ende laeten .... daer kennen alfs Recht is. No. 3. b. Extratt uit het Protocol van Contentieufe zaaken der Stad Grafhorst. Grafhorst den 10 Novemb. 1756. rRutger Peters Decker Coram Schep. 1 en l Gerrit Lugies Coops. me prefent in plaats van de Secret. Jacob Sybrants. Compareert de Secret. P. V. Dyk getrouwd aan S 3 < An  276 Overysfelfche, Gedenkftükken, Vide- Stukt Annegien Avink, geadfifleerd met de Advocaat W, J. Nesfink, die hy neffens deszelfs Vader de Advocaat C. Nesfink yder in het byzonder voor zyn bediende erkende en qualificeert, feggende tegens heden morgen ten tien uuren alhier te hebben doen Citeren Gerrit Willemfen Clooster, foo pofeerd voor aanfpraak»; en het is een notoire waarheid dat hy Comparant is eigenaar en posfesfeur van feker Land off-Hoff gelegen in deeze furisdictie (trekkende tot aan den Ysfeldyk, behalven agter het huis van den Comparant aldaar ftaande, mede agter offte bezyden het huis van de Gedaagde, aan gemelde Dy'k en op de grond tot die Dyk behorende, ftaande ende gelegen, en door de Gedaagde zelfs bewoond, nu is het kennelyk dat in geheel Mastebroek den dyk ende deszelfs ondervoet zig niet verder uitftrekt, dan tot aan dje daar langs heen loopendejloot, of zogenaamde zeegraaven, welke den dyk fcheyd van het daar agter gelegene Land, welke zcegraaven wel te gelyk met den dyk worde gefchouwd door het volle Rit, egter niet is tot laste van den dyk, maar van het Land daar agter gelegen, lbo dat de Eigenaar van het daar agter gelegene Land, mede-is Eigenaar van dien floot of zeegraaven,' geheel anders als omtrent ilooten tusfehen Landeryeu , waar van den eigendom gerekend word ter halver floot , waarom ook zodane floot tusfehen die aan wederzydfch belandeden egalyk moet worden gemaakt ende onderhouden, dat, als gezegd, omtrent die zeegraaven anders is, gevolglyk is de Beklaagde geenszins bevoegd, om fyn mest en vulles te werpen in de zeegraaven, en agter en bezyden zyn huis, veel min daar over en op het vaste Land van den Comparant, naast aan die zeegraaven gelegen, als nogthans de Gedaagde zig heeft laaten gelusten, want of fchoon het geblykt,-dat de Heeren van de Mastebroekerdyk fchouwe , nu al zedert ondenkclyke jaaren daar ter plaatfe bet fchöuwen van de zeegraaven niet hebben in agt genomen , zoo was het evenswei nieÉr  van de Rechten en Vryheden der Stad Grafh. Byl. 277 niet in de magt van de Gedaagde daar van voor zig gebruik te maaken, veel min ook, om zyn vulnis daar over te werpen, de Comparant heeft al loc voorkominge van procesfen de Gedaagde by Ge* richcelyke inlinuatie van den 21 July jongstleden gefommeerd om die mest en vnnis van des Comparants grond weg te nemen dog te vergeefs dus nu genoodzaakt fynde daar toe rechtsmiddelen te gebruiken, foo Concludeert om deeze en andere (desnoods) allegeerende redenen, en rechten , dac de Gedaagde zal worden gecondemneert, om promptelyk te moeten removéeren ende ten enemaal weg te doen alle zodane mest ofte andere vulnis, als hy heeft geworpen ofte doen werpen op gemelte des Comparants grond, i de zeegraaven langes zyn Land daar mede onder begreepen, alles met uitdrukkelyken Eyfch yan kosten. Staande verders den Comparant te wagten en waaren, op de Comparitie en wettige'handelinge van de Gedaagde, verfoekeode dat dezelve daar toe mag worden aangeëifchc, en by uitbly ven ofte by mancjuement van wettige handelinge Contumacie, ten fine en profyte als' na rechten, met Eyfch van kosten. Waar tegens erfchenen Gerrit Willemfen.CIooster, verfoekende copie en termyn van vier weeken. quod Concedüur Jacob Sybrands Secret. loco. Grafhorst den 8 Decemb. 1756. fJacob Sybrands Corara. < en L Willem Mol. Erfcheenen Gerrit Willemfen Clooster geadfï« ileerd met Pr. P. S. Cr. van Slangenburg, als desS 4 zelfs  »7$ Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, zelf bediende, zeggende dat vermits hy Comparant, by examinarie van de aanfpraake , foo door. de Secret. L\ V. Dyk getrouwt aan Annigjen Avink' op den 10 Noverr.b. jongstleden, voor dit Edele Gerigte tegens hem, nopens het removeeren van mest of andere vulnis, by die aanfpraake breeder •vermeld, is gedaan ende genomen, bevonden heeft» dat alles maar in bloote pofitien beltaat, waar qpj onder eerbiedigheid, nooyt een Gedaagde gecondemneerd kan worden, hy overfulks vermeynd ge~ rustelyk, onder imploraüe van het Nobile jiLdicis. officium daarover regt te moogen inwagten, fub. aiitteerende fig dien ten gevolge, ten oirdele mee, een Conclufie voor zo verre noodig, tot een eost. en fchadelooze abfoJutie als &c. No. 4. Extract uit het Protocol van Contentieufh zaaken der Stad Grafhorst. I709 den 19 Juny des avonds omtrent 9 uuren f Hendryk Egberts Coram. Schep, -i en L Peter Claefen me prefente W. Beerends Compareert in deezen Ed. Gerigte DomineSav eharias Spies hebbende doen arresteeren Dr. Eekhout als Volmacht en bediende Advocaat van Anna Ilaackmans en voor deezen Ed. Gerigte CL teeren den qo dito linde margen ten ir uuren na dato op het moment van voorfchreeven Arrest Com*  van de Rechten en Vryheden der Stad Grafli, ByL 27p> •Compareret in den boven benoemde Gerigte Doekter R. J. Eekhouc hebbende doen arresteeren Corporeel Sacharias Spies, en voor deezen Ed. Gerigte fyteeren den 20 Juny 1709 des margens ofte voor de myddaghes ten 11 uiren.- .den 20 Juoy i 709 f Hendrik Egberts Coram Schepenen -< • en L Peter Clafen me prajfente W. Berents Secret. Dr. R. J. Eekhout wefende alhier gearresteerd door de Eerwerde Heer Sacharias Spies, heeft in judicio tot Burgen geftelt Peter Rutgers met Willem Jaus. Grafh. den 20 Juny 1709. * f Hendrik Egbers Coram Schepenen -< en L Peter Klafen Compareerd in deezen Ed. Gerigte de Eerwerde Domus Spies, hebbende alhier doen arresteren en fvterendeHeerR. J.EeckhoutJ. U.D.in qualiteitals Gevolmagtigde van Anna Haakmans, ten fyoe de Heer Gearrefteerde alhier fyn actie foo vermeent te hebben in fyne qualiteit fal hebben te inftytueeren ende borge te ftellen met eis van kosten als &c. Hier en tegens erfcheenen R. J. Eeckhout benevens Pr. B. Haghuis volmacht ende bediendens van Anna Haakmans, feggende nae examinafy van de voren ftaande acte in confideratie genomen hebbende dat de Eerward. Domin. Spies fynde een vremt perfoon en geen jngefetene deezer "Provintie dien te gevolge, mede gehouden is te ftellen mede JTuffofante Cautie, defen Ed. Gerigce onderwors 5 pen  a8o Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk,' pen fynde pro omnibus expenfis damno et detrimento z« tem de non queerendi ejus rei caufa aliud triuunal et ju* düaium.folvi Landrechte I. Deel 3de t; tel art \.iclque falvis omnibus fingulis oordeelde naa rechten bevoegt te wefen te mogen Concludeeren, doende by dezen dat den Heer Arredant van deezen Agtb. Geriente fal moogen worden gecondemneert om de Gerequireerde- Liorghde.llinge te moeten presteeren dit alles onder protest van kosten foo gedaene als noch te doene &c. Waer en tegens fegt de Eerwerde Dom. Spiefs een uitheemfe wel te zyn maar geen borge alhier anlers foude konnen (tellen als de cautip juratoire belovende en anneemende het gewisde' te zullen voldoen waer mede fyn Eerwerde als een publik perfoon verfoekt te mogen en te kunnen voldaad als kunnende in deezen arreste in perfoon uitblyven alfoo zyn predikdoel foude komen ledig te (taen voornaamentlyk alfo fyn Eerwerde by'abfentie van. fyn Collega de dienst tot Meppelt alleen moet waarnemen. Wort by het Agtb. Gerigte met bewillingenge van parthyen geackordertdat de Eerw. Ds. Z. Spies met de juratoire Cautie fal mogen voldaan. Hierop erfchenen de Eerwerde Ds. Spies' ende heft in defen Ed. Gerigte de juratoire cautio met hanttastinge in Edes plaes gepresteert, waar op Dr. R J, Eeckhout een termyn heft verfocht van 4 weken. t welk wort geackordert Wort by het Ed. Gerigte mede met confent van partien geackordert dat Dr. R J Eeckhout met de juratoire cautio by handtastinge foo wel als de Eerw. Do. Spies in defen Ed. Gerichte fal konnen bedaen; Hier op is erfchenen R. J. Eekhout en heeft de juratoire cautio met hanttastinge gepresteert. No.  ■yan de Rechten en Vryheden der Stad Graflu Byl. 28E N°. aardigt brieven en jlukken. 305 ons rechtes. Item fo fullen wy alle ordele de vari pachc roren of van renthen of noetfaken des lands andragen, de ons in onfer kamer boren (4) te claren. fonder vertoch mer (5) gelyck wcclaren. Voert want ons anghekomenis dat onfes gheftichtes dienstluden in fommighen landen bêfet worden, loe fyn wy overdragen mit onfen lande. In fo wat lande dat dienstlude onfes gheftichtes van defer fide der Ysfelen befct worden ende daer toe rechte ftaen moeten, dat men de dienstlude deer lande hier weder befetten mach,' ende gerechts doen plegen ghelyclt dat onfe dienstlude in dien landen moeten doen. Voert al ist dat men alle punte nyet claerlicke fcriven en kan, foe ist doch onfe wille ende meninghe , dat onfe lant ende lude bliven fullen in alle oren rechten ende (6) van olden ghewoente fchuldich is te doen na den lancrechte fonder enigerhande wederfegn. Al arghelisr wthghefecht. In oircondedea fo hebn wy onfe feghel an defen breef doen hanghen voer ons ende onfe nacomelinghen bifcoppe tutrecht. Ende om dat dit tot ewighen daghen du. ren fal. Soe hebn wy ghebeden onfen dreen hoeftfteden van Sallant Deventer Campen Zwolle, dat fy defen breef mit ons befeglen willen. Ende wy Schepenen ende Rade der ftat van Deventer Campen ende Zwolle anfiende ende merkende de gonst ende ghenade de onfe lieve ghenadighen Here van Utrecht, tot' fynen onderlaten heft. Soe hebn wy defen breef om fynre beden wille mit hem mit onfer Steden (7) befeghelt. Ghegheven toe Zwolle jn den (4) Beuren, gebueren, behooren. (5) Vermoelyk moet in plaats van mer geleezen Worden kil. (6) Hier fchynt uitgelaaten ghvtoenten ende doen hem dis men van recht ende. Zie III. Stuk deezer Gedenkft. bl. lig. (7) H;er fchynt uitgelaaten het woord zegelen.  306 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuks den jaer ons heren dufent vier hondert ende fesfe des vyften daghes in der maent Junius. Uitfpraak van den Graave yan Bentheim tusfehen den Bifchop van Utrecht en de Stad Groningen) van het jaar 1407. Ex Diverforio primo Friderici de Blanckenhem Episc. Trajectini, MSCto. fol. XXIV verfo. Nota dat die brieff tot Deventer is in der kisten up die garwe kamer (1) Wy Bernd Greve toe Benthem maken kont allen luden, (1) Hoewel deeze brief eigenlyk niet verder tot de zaaken van Overysfel behoort, dan dat by de beflisfing van dit ge. fchil, tusfehen den Bifchop en de Stad Groningen gedaan, veelen yan de Borgmannen van den Bifchop en van den Raad der drie Hoofdlieden van Zalland, naamlyk Deventer, Campen en Zwolle mede aan en over zyn geweest; verdient dezelve evenwel hier geplaatst te worden, als zynde nog niet in druk uitgegeeven. Matthjeus meldt den brief van 1404, waar by dit gefchil over 't welk de zoenslieden niet konden eens worden, aan Graaf Bernard van Bentheim,als overman, is gebleeven, de reb. Ultraject. p. 58. Tot de 70ene of afdoening van gefchillen , tusfehen de Stad Groningen en den Bifchop, behoort ock de brief van 1405, by Mr. Burman, Utr. Jaarb. bl. 57 &c. die aldaar verhaalt, dat deeze zoene nog in het zelfde jaar gevolgd zy, naar luid van den brief by Mattïheus, jtnalect. torn. 3. p. 314. (Edit. van 1738.) Dcch deeze laatstgemelde brief behoort niet tot de vraag aangaande de hulding; naamlyk of de Stad Groningen veipllgt waare den Bifchop als Landsheer te hulden; over welke vraag door den Giaat van Bentheim eerst in 1407, in onzen brief, uitfpraak is gedaan. Deeze brief neemt  merkwaardige brieven en Jlukken. 307 luden. Dat die Erwerdige jn Goide Vaider ende Here Her Frederic van Blanekenheim Bisfcop Tutrecht an die een fyden Ende die gude lude Burgemeyftere ende Rait van Groningen , an die ander fyde jn voirtyden umtrint dat tween jair, off dair by is geleden, uns fanden mit'hoeren baden ellic van hem twee hoerer brieve, mit hoeren fegelen befegelt, begerende en biddende uns, dat wy tot Coverden wolden komen op funte Lucas dach doe neest toekomende, des nu up funte Lucas dachierst komende twee jair fall werden, des wy um beden wille van beyden tfyden, tot Coverden quamen up ten vurfcreven funte Lucas dach, dair by uns quamen Raide ende vriende des Erwerdigen Heren Her Frederics biffcop Tutrecht vurfcr. an die een fyde Ende een deel (2) gude lude van den Raide van Groningen van hoerrer Stat wegen an die ander fyde, dair over ende an waren een deel guede man van unfen borchmmnen ende van den Raide der dryer Hoftfleden van Zallant, als Deventer Campen ende Swolle, ende dair toenden uns die vurfcr. partyen dateenSoene gegain weer, tusfehen den Eerwerdigen Heren Frederic Bisfcop Tutrecht ende der Stat van Groningen vurfcr. , dair noch alrehande faken ynne weren te verclaren ende te verliken, die gebleven weren an die Zoenslude van beyden tfyden, mit voirwerden Soe wair aff die Zoenslude niet eens en woirden, dat die an uns komen folden als neemt derhalven allen twyfel weg, of het gefchi! aangaande de hulding door den Graaf van Bentheim wettig zou zyn beflist, dan of zulks veel eer door de wapenen zou zyn gefchied: hoewel uit eenen brief van 1419 (by MatyhjEus de reb. Ultr. p. 60) blykt, dat de Stad Groningen tot aan dit jaar de uitvoering van de uitfpraak van Graaf Bernard van Bentheim heeft tegengegaan. (2) Veelc: of, zo als men anders zegt: een hiel deel, v3  308 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk3 als an eenen Overman, wantfy uns van beyden tfy. den tot enen Overman hadden gecoren, biddende uns dat wy uns des als een Overman onderwinden wolden, gelyc fy in uns overdragen weren. Soe dat wy nae'unfen beraide by guetduncken unfer vriende uns des annamen um hoerrer beydet beden wille, um fy terften (3) te helpen ende eendrachtich te maken, des die Erwerdige Her Her Frederic bisfcop Tutrecht, uns nae getoont heeft, hoe dat hy die Stat van Groningen dede anfpreken, voir huldinge hem te doen, des fy hem voirweygeringe deden En dair die Zoenslude niet eens afgewerden en kunden, begeerende dat wy uns der faken underwyndeh wolden, een recht dair aff te fpreken als een Overman, gelyc dat vurfcreeven fleet Ende want wy des niet en geweygeren kunden nae den annemen dat wy angenomen hadden als vurfcr. is, foe eysfchede wy dat he uns fyn anfprake ende recht befcreven dede geven, foe dat hy uns dat mit finen vrienden a.verfande befchreven ende befegelt under finen fegel fprekende aldus. Frederic van Blanekenheim bider genaden Goits Biffcop Tutrecht, fpreken voir unfe recht, tegen unfe Stat van Groningen up die voirweygeringe die fie uns van huldinge doin ende feggen jnt ierst dat alle heerlicheit unfer kireken van Utrecht, uns mit recht toebehoert, ende want die ftat van Groningen, unfe ende unfer kireken van Utrecht is, ende in hoeren handen ftaet ende die heerlicheit ende gerichte in Groningen hoge ende lege uns ende unfer kireken vurfcreven toebehoeren , als diefelve unfe Stat van Groningen beyde punten bekennet in hoeren apenen brieven mitter Stat fegel befegelt, gelyc dat wy dat bewifen moigen mitten felven brieven, ende want befchreven Recht is, dat een Prelate die tytJic ende werntlic (4) gericht heeft in eenre Stede die (3) Ten erften, ten eerflen, (4) Wertlick, waie'dlyk. funsëetik temporalis feu few kris.  merkwaardige brieven en Jlukken. 30$ die is een tytlic ende werntlic Here der Stede Soe feszeri wy, want uns die tytlic gerichte tot Groningen toebehoeren dat wy een tytlic ende werntlic Heer dair over fyn Ende die Burgemayfters ende Rait ende die die Stat hebben te regieren in namen ende van wegen der alinger Stat en burghere fchuldich fyn uns te huldene ende te fweren holt ende trouwe te wefen als hoeren rechten Heren ende alfoe als dair recht aff is, ende hier aff blyven wy rechts by den Edelen unfen lieven Oem Hern Bernd Greve toe Benthem, biddende ende begerende-, dat hy hier aff fpreke dat recht is ende geve uns dat befchreven under linen fegel, jn oirkunde des foe hebben wy unfen fegel upt fpacitimdis bnfs doin drucken. jnt jair unfs Heren duyfent: vierhuadert ende feven des vierden daigs jn den Aprille. Ende up defe vurfcr. anfprake lieten wy weten der Stat van Groningen, dat fy uns hoir antwort avergefchreven geve under hoerer Stat fegele, des fy nyet ende dfden, mer fy antwerden, dat fy befegelde brieve hadden jnholdende dat fy blyven fol3en in alle hoeren olden recht, ende dat fy dair um niet fchuldich en weren te hulden, want hojr voirvaders des niet gedain en hadden. Up vvelke anfprake ende antworde vurfcr wy uns befpraeken ende beraden hebben mit veel hager (5 heren *n wifer lude en als uns die underwest hebben, ende wy felven oick niet beter en weten ende nae inhalt der apenen befegelden brieve di d cStat van Groningen mit hoerrer Stat fegel befegelt heb. ben, die wy gantz ende geve gefien ende gehoirt hebben, aTs^len die fprekende is, dat fy ftamende Sch'hundert jair g^ain hebben m handen de kircke van Utrecht van gifte ende van wegen des Keyfers van Romen (6), ende enen anderen, dair (5) Hooger. (6) By Matthjeus de reb. Ultra}, p. 4§- V 4  3?o Overysfelfche Gedenk/lukken, Fide Stuk, fy ynne bekennen dat die heerlicheit ende gerichte van Groningen hoge ende lege toebehoeren den Erwerdigen Heer Heren Frederic Bisfcop Tutrecht ende ünen gelhchte. Soe wifen wy voir recht. Dat die Bislcop van Utrecht een Heer is der Stat van Groningen ende dat fy hem fchuldich fyn trouweJofte ende huldinge ce doin als hoeren Here. Ende defe wifir.ge ende dit recht hebben wy wtghefeecht, jntegenwoirdicheyt der parthyen van beyden tlydcn , dats te verftain der gheenrediedieErwerdige Her Frederic Bisfcop Tutrecht van fynen Raide ende Vrienden, ende die Stat van Groningen yan hoerrer Stat Raide dair by gefchicket ende ge, 4ant hadden, up enen zekeren dach den wy beiden parthyen vurfcr. van defen faken geteykent hadden tot Covorden te komen, dair wy dit recht uteden an hoerrer tegenwoirdicheit, als vurfcr. is. In oirkunde dis briefs befegelt mit unfen fegel. Gegeven jnt jair unfs Heren duyfent vier hondert ende leven des laatflen daiges van September. Overeenkomst tusfehen Herman van Keppel en Herman van Twickel over het ambt van Twente, van den jaare 141 cv Uit het oorfpronglyke op den Huize Twickel. ïc Herman van Keppele (1) Ritte* bekenne unde be, f 1) Waarfchynlyk was hy de Neef van Herman van Kep. die in den volgenden brief voorkomt als Ambtman van Diepenheim. Deeze overeenkomst tusfehen Hesman van Kepfel en Herman van Twickel doet or,s befluken dat Twente tpen aan veele vyandelykheden was bloot gefteld welken deeze Drpst Herman van ^pel op zyn gewin en verlies genomen had. De vrees dat hy tegen de vyanden niet beltand zou zyn, kpn aanleiding geeven tot dit ver-  merkwaardige brieven en Jlukken. gl1 betughe dat ic by rade myt mage unde myt vrende byzunderenbv deren Hinrike Heren to Ghemen Hermans van Keppele myns Vedderen unde myt willen unde berade des olden Hermans van Twiclo anghenomen hebbe van mynen leuen genedigen Hern van Utrecht, dat ampt van Twente in aldusdanen vorwarden, dat ic Herman van Keppel Ritter unde Herman van Twiclo de junghe ghelyc folen to zamen iïaen, tvyn unde vorlues van den vyanden dat van den ampte to comen mach ofte van den ghenen de den lande van Twente fehaden deden ofte daen hadden binnen landes ofte buiten landes et queme to wo dat et to queme vort zint vorwarde dat ic Herman van Keppel Ritter voirg. Herxnanne van Twiclo den junghen zal gheuen alfo langhe als ic dat ampt van Twenthe hebbe alle iaer drehundert guldene alze na datum deiïes breues ghenghe en gheue zint twelf haffelle he blonken gerekent vor elcker gulden, welcke drehundert guldene ic em betalen zal to dren tiden in den vorg. iaer alze to den irften tyt to zunte Johannes in den mydden zomer hundert gulden to der anderen tyt to zunte Mertene hundert guldene to der derden tyt, to zunte Peter ad4 Cathedram hundert guldene Vort zint vorwarde dat ic Hermane vorg. alle broke zal half gheuen de van den ampte van Twente komen de wyle dat ic Amptman byn unde zal em dar gude redelike bewifinge af doen. Ok zint vorwarde dat my Herman van Twiclo vorg. holden zal fes perde myt luden ghewapent up zine eghene cost, wyn unde vorlues ghelyc dat vorg. is ok zint vorwarde dat unfer een den anderen truwelike zolen beholpelic wefen by desfen Heren ofte by finen nacomelinghen by den ampte van Twente to bhuen unde wekker van un, fer een by den ampte blift, de fal den anderen doen unde van em nemen-in allen punten gelyc dat vorg, is, ok fint vorwarde dat wy malcanderen truwelicke folen beholpelic wefen in allen faken der onfer een tp, done beuet oftekryghen mach dat unfer een des V 5 ande.  gl2 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, anderen mechtich is to rechte. Vort mer wert fake dat wy in desfen puncten ienich ghebreck hadden ofce fcheiachtich worden et queme to wo dat et to queme des folde wy geloven Heren Hinrike Here to Ghemen Herman van Keppele Hermanne van Twiclo den olden unde Ecberte van Langen wes de dar af feggen de dar leuendich af zint van ons vorg, des fole wy louen unde holden unde wert fake dat desfer dedingheslude ienich afliuich worde wan unfer een dan begeerende wer zo folde wy enen in des doden ftede kezen in alfodanen gelouen alze vorg. is. Alle desfe vorg. punte loue wy Herman van Keppel Ritter en Herman van Twiclo dejunghe unde fekert an guden trouwen fte vast unde onvorbreclic te holden by onzer eet Des tot eynen tughe der waerheit zo hebben wy Herman van Keppel Ritter unde Herman van Twiclo de jungheonze zegel an desfen breff ghehangen endeummeermere vestnisfe willen zo hebbe wy ghebeden Hermanne van Keppel unde Ecberte van Langhen desfen breff mede ouer uns to befegelen unde wy Herman van Keppel unde Ecbert van Langhen umme oire twier bede willen ende ummer mere vestenisfe willen zo hebben wy unfe fegel mede an desfen breff gehangen ghegeuen int iaer onfes Heren dufent veerhundert unde zefteyne des ierften maendaehes na lechtmisfen daghe. Aan deezen brief hangen vier zegels van groen wafch, aan francynen ftaarten. Ex Libro Officiatorum etc. Frederici de Blanckenheim Episc. Traj. MSCto, fol. 213 verfo. Copy foe myne Here Pelegrym van den Rutenberge bevolen heeft dat Scholtampt to Blanc  merkwaardige brieven en Jlukken. 3J3 Blanckenham ende dat Dyckamot van den kerfpelen Yfelham ende Blanckenham, 1418. Wy Frederic bider genaden Goits Bisfcop to Utrecht maken kont allen Luden, dat wy by guetduncken ende Rak onfs Vriende bevolen hebben ende bevelen mie defen brieve Pelegrym van den Rutenberge dat Schultampt onfs kerfpels to Blanckenham mitten Berchvrede (1) jndem Hamme mit allen horen toebehoren Ende daar toe bevelen wy hem dat Dycampt van den kerfpelen Yfelhamme ende Blanckenham mitten gefworen aldaar te reeieren, te verwaeren ende te bedrieven als een guet Schuit ende Dycgreve fchuldich is te doen Ende vanden voerfs. Schultampt fal die voerfs. Pelegrym off fyn erffgenamen, gebreke fyns, ons off onfen nacomelingen Biffcopen to Utrecht , off onfen Schuiten tot Vollenhoe goede beicheiden rekeningen doen als fy des vermaent worden Ende want ons die voerfs. Pelegrym in onfen befete (2) vanden jNyenhuys verleecht ende uitgedaen heeft vyftich olde francrixe fchilde So geloven wy voir ons ende voer onfe nacomelingen Biffcopen to Utrecht den voerff. (l) Dus worden zeer dikwyls in oude (hikken genaamd des Bifchops noten of vestingen, gedicht om den vreede tc bergen , dat is, bewaaren. Zie III. Stuk deezer Gedenkjt. bl, 6 en beneden in den ambtbrief van Wolter van Coeverden, Ambtman van Twente, van 1425- m <"c woorden: ende onfe lude ende onderJaten mit onfen floten tn denjelven lande te befchueden te befchermen ende te bevreden voer roef voer brant voer gewelt ende onrechte &c. Zie van deeze en meer andere betekenisfen van het woord BurgfriedbyBBSowvs.TheJ. PraB. adauct. torn. 1. in het woord Burgfried. Des Bifchops floten , die byzonder tot dit oogmerk gedicht waaren, febynen alleen Bergvreden gezegd te zyn: terwyl de andere Kasteden van den Bifchop gemeenlyk onder de benaaming van des Bifchops Huizen voorkomen. (2) Bezetting, belegering, te zien U.Stuk deezer Gedenkft.  "314 Overysfelfche Gedenkfiukken, Vide Stuk, yoerfl. Pelegrym noch fynen erffgenaemen van den Schulrampt ende vanden Dycampc voerff. niet ontfetten, noch doen ontfetten en fullen wy off onfe nacomelingen en hebben Pelegrym off fynen erffgeuamen voerff. die voerff. vyftich olde "fchilde betaelt den leiten penning mitten ierflen fonder argelist In orkond des briefs befegelt mit onfen feghel Gegeven to Deventer jnt jaer onfs Heren dufent vierhondert ende achtien op fant Bonifacius eivont, Brief van den Bifchop van Utrecht, aan de Stad Campen gegeeven, betreffende goederen van perfoonen onder momberfchap gefield, van het jaar 1420, Wy Frederic van Blanckenhem bider genaden Goits Bisfcop to Utrecht maken kont allen luden dat wy van onfen lieven getruwen Vrienden Scepen ende Rait onfer Stat van Campen onderwyst fyn dat vele lude bynnen Campen gefeten hoere guede onnutliken to brengen overmits quaden Regiment als dat fy hoers felves wil te vele gebruycken mogen (1) Ende om de te verhueden foe hebben wy om (1) Naamlyk in het pleegen van overdaad. De vryheid, om daar in buiten fpoorig te moogen zyn, misbruikt wordende, is bet beginfel van flaaverny, die uit de behoeftigheid, welke de overdaad veroorzaakt, gebooren wordt. In verfcheiden wilkeuren van Steden is tegen onmaatige verkwiiHng in fommige gelegenheden voorzien. Anderszins heeft de overdaad, onder de vajfche gedaante van vryheids oeffening, reeds voor lang in vcele Steden gewoed.  merkwaardige brieven en Jlukken. 3.1 ƒ om nut ende orber des gemenen goets ende onfer Stat van Campen ende hoere borgere voer ons ende onfe nacomelingen Biffcopen to Utrecht onfer StaS van Campen verleent ende verleenen overmits defen apenen brieve tot ewigen tyden to dueren. Wanneer Scepen ende Rait onfer Stat voerlf. enige hoere borger of borgerfche die oer guet onwysüc verwaeren mombers fetten oer gude te verwaeren, dat die borger off borgerfche oer guede die buten onfer Stat vrieheit van Campen in onfen Stichte van Utrecht gelegen fyn nyet belasten noch vertyen en foelen buten tegenwordicheit ende confent hoere mombers die fy bynnen Campen hebben (2) Ende gebieden énde bevelen allen onfen Amptluden dat fy van den onmundigen luden gheen vertichnisfe vestinge off belastinge en nemen Ende weert dat enich van onfen Amptluden hier en boven enige vercichnifle off' belastinge ontfenge off vestigede off befegelde dat en fal ghene macht hebben noch van gheenre weerde wefen En want wy Frederic Bisfcop to Utrecht willen dat defe vrieheit ende puncten e-welic dueren foe hebben wy voer ons ende voer onfe nacomelingen Bisfcopen to Utrecht onfen fegel an defen brief doen hangen. Gegeven to Utrecht jnt jaer onfs Heren dufent III Ic. ende twentich des negenden dages in de maent Julio. (2) Hier uit blykt, dat voor deezen iemand, door den Richter van de plaatst zyner wooning prodigus of onmondig verklaard zynde, niet buiten het Rechtsgebied des Richters in deeze Provincie daar voor wierd gehouden: wyl zulks als een voorrecht aan de Stad Campen door deezen brief verleend geworden is. Her.  %i$ , Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stak, Herman van Keppel, Ridder, Ambtman van Diepenheim. 1421. Ex Libro Officiatorum &c. Frederici deBlanCkenheim Episc. Traj. MSCto, fol. iiso. Allen den genen die defen brieff fullen fien off horen lefen doe ic verftaen Herman van Keppel Ridder ende bekenne voer my ende voer myne Erffgename dac die Eerweerdige in Goide Vadere ende Heer Her Frederic van Elanckenhem Bis. fcop to Utrecht myn genedige Her ende die Seepene ende Rait fynre drier hoeffftede van Sallant als Deventer Campen en Swolle my hebben onder gedaen ende bevolen dat huis Stat (1) ampt ende heerlicheit van Dyepénhem mit gerichte Renthe ende anders mit allen horen toebehoren hoge ende lege in allen manieren ende vorwerden als die open brieff inholt den fy my daer op hebben gegeven rait hoern fegelen befegelt welke vorwerde ic gebeft ende gefekert hebbe in goiden trouwen ende gezworen over den heiligen myt opgeriehten vingeren ende myt geftaeffderi Eeden vast ftede ende onverbrekelic toe holden in allen fchine als die brieff begrepen heeft die fprekënde is van woerden to woerden als hier nae volger. Wy Frederic van Blanckenhem bider genaden Goits Bisfcop Tutrecht Ende wy Scepene ende Raide der Stede Deventer Campen ende Swolle maken kont allen luden dat wy eenpaerlic overgedaen ende bevolen hebben ende bevelen myt defen (1) Ik bovinde niet dat deeze Stad ooit als een Lid van de Provincie zy aangemerkt; fchoon de voormaaligebyzondere Heer van Diepenheim eene zekere foort van Stadrecht aan deeze plaats mogte gegeeven hebben. Doch dit betrof de Provincie niet. Zie voords Almelofche Qudh. I. Stuk, bl. 556 ÖV. 1  merkwaardige hieven en Jlukken. 317 fen brieve Hrn. Hermen van Keppel ridder onfe Stat ampt Huis ende heerlicheit van Diepenhem myt Gerichte Rentne ende anders alleen hoern to behoren hoge ende lege uitgenomen hnldinge vaa mannen van Dienstmannen van borchmannen van kerkengiftinge opcominge ende afys die ons frederic bisfcop tutrecht voeris. ende onfen geftichte van den faken vervallen moigen te bewaren te be» drieven ende te befchermen te gewin ende te ver* liefe op fyns felffs cost amt(2) ende arbeit ende allen menfchen in finen rechte te laten na older gewoente der heerlicheit van Diepenhem ende van on~ ier wegen trouwelic ende wael te holden te berichten ende te bewaren als een guet Caftelleyn ende Amptman fchuldich is te doin fonder eenigerhande opflach ende argelist ter tyt toe dat wy Hrn. Herman voerfs. off finen erffgenamen gebreke fynsvoll ende all betaelt hebben Achte hondert ende vyfhien olde fchilde van munten des Roemfchen Coninge off van Vrancryck guet van goide ende zwaer vaii gewichte oft ander guet gelyc ende weerd gulden payement daer voer inder tyt der betalinge die wy bekennen dat hy an den huys Stat Ampt ende heerlicheit voerfs. liggende heeft Ende hier off fyn vorwerden dat hy gheen eyken holt houwen en fall ten come in orber ende nutticheitende tymmeringe der heerfcap voerfs. Oic weert fake dat dat vorfs. flotenige Timmerynge behoeffde dat fal hy dan by onfen geheite tymmert die tymmerlude fall hy voeden Mer wes dat anders coftede dat mach hy verfueken an ons vieren voerff. en wes hy rekenen tot gueder bewifirige Ten weer dat op der heerlicheit guede voerfs. enich holt gehouden worde totter voerfs. tymmeringe behoeff dat en fal hy nyet rekenen Oic foe en fal hy geen lude verwisfelen (3) ten fy in orber der voerfs. heerfcap (2) Lees anxt, gevaar. (3) Geene hoorige lieden laaten vrykoopen,- 'twelk ook mede door verwisfeling van een ander perfoon, die zich hoorig begaf, gefchiedde. Zie Overysf GedinkJi.IF.Stuk, Hl 241 &c.  318 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, fcap Voert fynt vorwerden dat Hr. Harman voerfs» gheen veedemaken en en fall btiten ons vieren voerfs* daer hy dat huys Stat ampt ende heerlicheit affheeft ontfangen fonder argelist. Mer weert dat hem wie veronrechte dat fall hy an ons fefs weken vervolgent Ende mochten wy hem rechts ende befcheits helpen dat fal hy neemen. Weer des niet fo mach hy fyn onrecht keren van Dyepenhem voerfs. ter tyt toe dat wy hem recht ende befcheits helpen konden Voert fynt vorwerden dat Hr. Harman voerfs. nyemant die vyant is onfer vier voerfs. off des geftichts van ütreecht hufen off hoven fall By finen wille off weten nae alle fynre macht, mer hy fall ons als wy voerfs. ftaen ende des geftichts voerfs, beste en oirbaer doin waer hy kanende mach daer hy myt eren doin mach Voert fint vorwerden dat wy Fredelic bisfcop to Utrecht voerfs. onfe gheftichte ende Stede voergem. weder f4) alle man to nutte ende to node die onfe vyande fyn off wezen moigen ons behelpen moigen aff ende toe van den huys Stat ampt ende heerlicheit voerfs. bcholdelic Hr. Herman ende fynen Erfgenamen gebreke fynsdesgeloesfj) voerfs mer weer dat hem om der veeden wille Rente die hy van der heerlicheit van Diepenhem heeft geminnert worde dat folde men hem weder verrichten tot twier lude.feggen van beiden fyden nae konde ende nae der waerheit Ende wanneer wy off die onfe quemen bynnen die heerlicheit van Diepenhem voerfs. fo en fullen wy dair nyemant veronrechten Oeck ist te weten dat Hr. Harman yari Keppel voerfs. ende myt hem Frederic van Hekeren gehe-iten van Rechteren Johan van Bochom Geert van Bochorst deric van Keppel ende Symon van de Schuleuborch geloefft hebben dat fy noch nyemant van hoere wegen dat huys Stat ampt ende heerlicheit voerfs. tot gheenre tyt van den geftichte van Utrecht voerfs. ontverren en fullen Ende weert oec dat hoere enich aff- (4) Tegen. (5) Geloefs, belofte.  merkwaardige brieyen en Jlukken. 31a afRivich worde dat got verbieden raoit voer der? tyt eer wy voerfs. dat huys ftat ampt ende heer» licheic voerfs. van Hrn. Herman off fiuen erffgenamen gebreke fyns geloefc hadden ende wy die Ioefen wolden foe folden de andere die dan levendich weren off haer erffgen. dat huys ftat ampte ende heerlicheit voerfs. over leveren in onfe hande Frederic bisfcop Tutrecht des geftichts ende der dryer ftede voerft'. ende brengen dat huys ftat ampt ende heerlicheit voerff. anders in nyemants handen, beholdelic Hrn. Herman ende finen erffgen. gebreke fyns des geldes voerff. Voert fynt vorwerden weert dat wy Frederic biffchop to Utrecht affiivicli gevangen off in een ander geftichte transfereerc worden dat nyet gefchien en moet (6) fo fullen Hr. Herman Frederic Johan Gert Dieric ende Symon voerfs. ofte die van hem dan levendich weren oft hoer erffgenamen an onfe drie ftede als Deventer Campen ende Swolle voerfs. dat huys ftat ampt ende heerlicheit voerfs. toe behoeff des ftichtes van Utrecht voerfs. overleveren tot allen tyden tot onfer voerfs. ftede maningen fonder enigerhande opflach beholdelic Hrn. Herman off linen, erffgenamen gebreke fyns des geldes voerfs. Ende weert dat die ftede voerff. dat huys ftat ampt ende heerlicheit nyet over en namen ende Hrn. Herman daer op befitten lieten, fo en folde hy nochtans den Here die dan an dat geftichte van Utrecht toecomende weer dat huys ftat ampt ende heerlicheit nyet overleveren ten weer by onfer dryer ftede wille als Deventer Campen ende Swolle voerfs. Voert fynt vorwerden off dat fake weer dat Hrn. Herman onfe amptman voerff. off fyn knechte enige gevangen vengen die ons ende onfen geftichte oervedich (7) weren off die uit onfen (6) Mooge: te verdaan wenfchender wyze. (7) Die ons en onzen gedichte eene belofte van niet te zullen wrseken gedaan en dezelve belofte overtreeden hadden. VI. Stut. X  320 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, ODfen lande gevoren waren off die konde dede op onfe landt onfe vyande daer yn te brengen op onfen ende onfs lants fchaden die gevangen fall Hr. Herman altyt als wy des an hem fynnén ods overleve-: ren tot onfen wille hoer recht te doin laten off hy fall daer felve over doin richten als wy hem des dan vermanen Voert fynt vorwerden wanneer wy Hrn. Herman off fyn erffgenamen voerfs. gebreke fyns. ontfetten wilien off dat hy ontfett wil wefen ende fyn geit begheert te hebben van den voerff. huys flat ampt ende heerlicheit dat fullen wy hem off hy ons clc den anderen byfonder by brieven ende myt baden twe maent te voeren laten weten Ende dan folen wy hem off finen Erffgen. gebreke hoere (8) die achte hondert ende vyf tien olde fchilde als voerfs. fyn kommerloes leveren énde betalen bynnen den Steden van Sallant in den voerfs. drier Stede enich als Deventer Campen ende Swolle daer Hr. Herman off fyn erffgen. dan kiefen ende daer voer fall hy ons dat huys flat ampt ende heerlicheit myt allen boren toebehoren als voerfs. fteet dan overleveren ende dan folen wy van hem alsdan weder annemen ende hem des verlaten fonder argelist Voert fint vorwerden dat Hr. Herman voerfs. off fyne erffgen. gebreke fyns fyn gefynde dat he nu heeft off dat hy naemaels kriget hem yerst fal laten fekeren ende zweren over den heiligen myt opgerichcen vingeren flaefdes Eedes als dat fy hem tot onfer ende des Stichts behoeff voerfs. fullen helpen holden hueden ende verwaren dat huys flat ampt ende beerlicht voerfs. ende an anders nyement te brengen nae hoerre macht in allen manieren als voerfs. is Ende want Her. Herman van Keppel Ridder Frederic van Hekeren geheiten van Rechteren johan van Bochorst Gert van Koehorst Deric van Keppel ende Symon van der Schuienborch voer hem ende voer hoer erffgen alle defe punten ende vorwerden voerfs. gefekert ende geloeft hebben in goeden (8) By gebrek van hun.  merkwaardige brieven en Jlukken. 321 den truwen myt opgerichten vingeren geftacfdes Eedes en ten heiligen gezwoeren ftede vast ende onverbrekelic toe holden ende te doin fonder enigerhande argelist Ende oec want diefeive Hr. Herman die achte hondert ende vyftien olde fchilde voersf. by onfen goetduncken uitgeleget heeft ende geleent toe vollefte dat huys ftat ampt ende heerlicheit van Diepenhem van Erffgenamen Henrix van Kuynre mede te loefen Soe hebben wy Frederic Bisfcop Tutrecht Scepen ende Raide der Stede van Deventer Campen ende Swolle voerfs» Hr. Herman van Keppel voerfs. ende finen erffgenamen gebreke fyns g'eloefc ende loven vastelic in defen brieve als dat wy hem van den voerfs. huys ftat ampt ende heerlicheit nyet en fullen ontfetten noch oick in gheenrewys daer in verkorten Ende oic dat wy hem alle punten die wy hem geloefc hebben in allen manieren als voerfs. ftaet vast ftede en onverbrekelic fullen holden fonder argelist ter tyt toe dat wy hem off finen erffgen. gebreke fyns die voerfs. acht hondert ende vyftien olde fchilden commerloes betaelt hebbenden lesten penning mitten yerften jn allen fchyn als voerfs. ftaet Jn oerkonde des fo hebben wy Frederic Bisfcop Tutrecht onfe fegel Ende wy Scepene ende Raide van Deventer Campen ende Swolle onfs Stede fegel an defen brieff doin hangen Gegeven jnt jaer onfs Heren dufent vierhondert een ende twentich des tienden dages in Decembri Ende wy Herman van Keppel Ridder Frederic van Hekeren geheiten van Rèchteren Johan van Bochorst Gert van Boekhorst Dieric van Keppel Symon van de Schulenborch voerfs. bekennen voer ons ende voer onfe erffgenamen dac wy alle defe voerfs. punten hebben gelaeffc ende gefekert in gueden trouwen ende ten heiligen gezworen myt opgerichten vingeren ende myt geitaefden eede vast ftede en onverbrekelic to holden in allen manieren alfe defe voerfs. brieff heeft begrepen Ende oirkonde des fo hebben wy onfe Fegele voer ons ende voer onfe erffgenamen an X 2 defen  222 Overysfelfche Gedenk/lukken, Vide Stuk, defen brieff gehangen Gegeven jnt jaer ons heren ende opten dach voerfs. Wolter van Covorden Ambtman in Twente. 1425. Ex Libro Officiatorum & Recesfuam Computationum Episcopi Frederici de JBlanckenheim MSCto, fol. 217. Wy Sweder bider genaden Goits Bisfcop to Utrecht maken kont allen luden dat wy by Rade ende goetduncken onfer vriende om nutticheit onfs lands van Twenthe mit gantfen berade ende goeden voerfynne overdragen fyn mit Wolter van Coverden foe dat wy hem bevolen hebben ende bevelen mit defen apenen brieve onfe Ampte van Twenthe mit finen toebehoeren twelf? jaer lang naest volgende in alle der maten als Ghyfsbert van Bronchorst Hr. to Borcklo dat by onfer voervadere tyden Bisfcopen to Utrecht te verwaren plach te bewaren ende onfe lude ende onderfacen mit onfen floten jn denfelven lande te behueden te befchermen ende te bevreden voer roeff voer brant voer gewelt ende onrechte nae alle fynre macht als een guet Amptman fchuldich is te doen ende dat fal wefen op fyns felves coste anxte ende arbeit gewyn ende verlies in fuiken fchyne als hyer nae befchreven fleet jnt yerfte dat Wolter voerfs. gene vede maken en fal die onfen landen te onftaeden mach comen ten fy by onfen wille ende by onfen weten Mer hy fal onfe huiper werden tot allen tyden als wy des begeeren ende mit truwen helpen nae fynre machr op alle die gene die onfe off ons geftichts vyanden fyn off hier naemaels werden fullen Ende he en fall daer mede tot geenre tyt zoenen vreden beftande vrientfchap heb-  merkwaardige brieven en Jlukken. 323 hebben noch gelove maken buten onfen wille ende toe doen Mer daer aff is te weten dat hy omme defer loffnisfe wille nyet vyant werden noch doen en darff. 1) tegen die gene die hy mit oervede verlaeft heeft of die hem oervede gedaen hebben Voert •weert fake dat Wolter voerfs. off fyn gefellen ende knechte by hem felven offmitten Ampteenygen gevangen vingen die onfe off onfs geftichts off des lands ende ampts vyande weren bynnen der tyt dat hy onfe Amptman is die gevangen mach Wolter fchatten (2) tot fynen oerber doch alfo dit hy ons 'ende onfen nacomelingen onfe geftichte ende lande verfekeren verfweren folden nummermeer daer tegen te doen ende geven ons des apene brieve befegelt als die behoerlic fyn Voert fall hy eiker malKc in den lande van Twenthe doen ende wedervaeren laten ende laten oic mallic in finen rechte fonder vercorten Mer in defen punten mach hy vorder doen vrientfcap of genade En weert dat yement fo befwaert worde dat ons dunckt dat hem nae den lantrecht te corte gefchiede Soe folde Wolter voerfs. alfoe ducke als dat geviele ende wy hem des vermaenden of vermanen deden daer ynne doen foe wes ons daer recht af docht wefen Voert foe en fall Wolter voerfs, nyement veyligen noch liggen laten in ftoten des Ampts van Twenthe die onfe off eniger onfer Stede off onderfaten vyande fyn ten weer op onfe orber ende des lants beste ende by onfen wille Voert fal Wolter voerff onfe dage leyften gewapent ende bloet (3) als ons des beften genuecht tot allen tyden als wyct hem laten weten ende dat fal wefen bynnen den lande van Twenthe op fyns felves coste gewynne ende verlies 3 alfoe te (1) Behoeft. (2) Hem op ge!d zetten, waar voor hy denzelven loslaaten wil. Zie boven bl. 302. (3) Zie IV. Scuk deezer Gedenkft. bl. 108. x3 •  324 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk3 te verftaen fo wes hem off den fynen wedervaerc binnen den Ampte van Twenthe het come toe van onfer bede off Lievelinge wegen off anders in eniger maten daer en fal hy ons noch onfen geftichte niet aff eysfchen ende dat en fullen wy hem nyet fcbuldig weien op te richten of ce beleggen (4) Voert en fall Wolter voerfs. nyement in Twente koeyen noch vereken noch enige varende have nemen noch 'affflaen noch holt afdoen houwen ten fy by onfen wille ende toedoen, ten were dat onfe lant van Overysfel vede hedde daerom Wolter voerfs. ongewoenliken coste doen moest , beholdelic Wolcer alle jaer al'fulcs koegelts als ander Ampclude die voer hem geweest hebben ende fy redelic gehadt ende opgebuert hebben Jtem fal Wolter voerfs. gene nye flote in Twenthe tymmeren noch tymeren laten hy en fal dat keren nae fynre macht off doen ons dat te goeder tyt te weten Voert eenige lude in Twenthe gefeten die hem tot eeniger tyt quyt copen van hoeren heerfcap die fullen hem verbieden an onfen Rentmeifter van Twenthe tot onfer behoef eer fy hem anders ergent mogen geven (5) ende daer fal Wolter voerfs. to helpen dat dat gefchié ende geholden werde en ftereken onfen Rentmeifter van Twenthe of daergebreck in viele Jtem fal Wolter voerfs. ons ende onfen Rentmeifter behulpelic wefen in den ampt mit 5- cbotbaren luden die dat fchuldich fyö te doen dat fy ons dieneG ende mennen fullen bynnen den Ampte alfoe dicke ende alfo vele als wy des te doen hebben gelyc of wy dat ampt felve hadden in onfer hant Ende hy fal oick onfe geboden doen ende vorderen tot allen tyden als een guet Amptman billix doen fal Voert mogen wy enen Rentmeifter in Twenthe fetten nae onfer gadinge die die renthen inwynnen fall beyde op onfen ende op Wolters coste gelyc nae groten van finen andeel Ende dien fall Wolter voerfs. altyt (4,) Te herllellen of te vergoeden. (5) Z»e IV. Stuk deezer Geder.kjl. bl. 108.  merkwaardige brieven en fiakken. 325 altyt behulpelic wefen die Renthen in te krygen Ende omme dat voerfs. Ampt van Twenthe te befchudden te verwaeren ende te hueden in defer maten voerfs. fall Wolter voerfs.hebben die tweedeel van den Renthen die wy daer hebben die hem onfe Rentmeifter truwelic uitreyken fail ende daer toe alle broecken ende vervalle van weertlicken gerichte in den voerfs. Ampte Mer geeftelike faken heergewaden beleninge van mannen Wisfel erftale (6) ende koren van luden dyer en fal hy hem niet onderwynden ende die fullen ons alleen toebehoeren Voert fynt voerwerden foe wat guede wuesc fyn off wuest werden of daer die lude alfoe af vetarmen dat die Rentmeifter daer niet aff gekrygen en kan daer en fal Wolter voerfs. niet af eyfchen Voert weert fake dat Wolter voerfs. enen Richter fectede die niet en dede als ons duchte dat hy fchuldich weer te doen fo fal Wolter voerfs. tot allen tyden als wy hem dat te weten doen enen anderen in die ftede fetten fonder vertoch. Voert fal Wolter voerfs. alle oervedebtieve die hy kryget die ons ende onfen geftichte oervede doen alfoe vroe als hy die ontfaet overleveren onfer Stat van Oldenzile ende die fullen fy hueden ende verwaeren tot onfs ende onfs ftichts behoeff Ende hy en fal daer geen vertoch in maken hy en fal die nemen alfoe vroe als hy die gekrygen kan fonder verfumenisfe Ende wanneer dac wy Wolter van onfen ampte voerfs na defen twelfs iaren voerfs. ontfetten willen ende hem dat opfeggen of doen opfeggen So fullen wy hem dat een iaer te voeren op doen feggen acht dage voer off na fant Mertyns dach in den wynter. Alle argelist hier ynne uitgefcheyden Hier waren over ende aen van onfen rade Ghysbert van Vyanen van Bever- voer- (6) Land. Elders wordt- het gezegd Wis/eiland. Zie IV. Stuk deezer Gedeukiï. bl. 108. X 4  326 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, voerde onfe Haefmeifter Derie Grawers onfe huusmaerfcalc ende Hu bert Wolifens rentmeyfter onfen heven raet ende getruwen Gegeven to Utrecht jnt jaer onfs Heren dufent vierhondert vyve ende tweutich op fante Severyns dach des heiligen Bis, fcops. De Bifchop van Utrecht verpacht den Novaal tienden van een zeker tot bouwland te maaken heidveld aan Ludjken Zuzeler in 1442, Ex Diverforio fecundo Roedolphi de Diepholt, Epifc. Traj. MSCto, fol. VII, Wy Roedolph etc. maken kont allen luden dat ons te kennen heeft gegeven Ludekén Zuzeler dat he fyn heytvelt geheyten die Ekede gelegen in den Kerlpelcvan Helendoern ju der buerfcap van Haer, le dat alduslange onbruyck gelegen heeft nu gerne orberen ende gebruik maken wolde. Soe hebben wy voer nut en orber om onfs geftichts renthen vermeert te werden den Myebreck (1) tienden die ons ende onfen Geftichte dair vangeboeren fall denzeiven Ludeken ende/fynen erffgenamen gebrake fyns wtgedaen ende verpacht doen wt ende verpachten myt defen onfen brieve voir ons ende onfen nacomelingen Bisfcopen tot Utrecht vyftich jair lang neeste comende nae datum f briefs om vier olde Tornoys groten elx jairs te betalen op fante martens dach jn den wynter off bynnen XII1I dagen dair nae onbegrepen aen handen onfs Rentmeisters jn Sallant jn der tyt tot onfs behoef jn oirkonde fbriefs befe, geit myt onfen zegel Gegeven toe Deventer jn den jaeren onfs Heren Dufent vierhondert XLH des viertynden dages in Aprill. Ge- (0 Nieuw gebroken, dat is, nieuw aangemerkt land, now'.e. Zie aangaande den tienden van nieuwgemaakt bouwland 1. SM, deezer Gedenkft, kt, 8.  merkwaardige brieyen en Jlukken. 32,? Gerit van Yselmueden Scolt en Rentmeiller te Vollenhoe. 1443* Fv Regiftro fecundo Officiatorum Roedolphi de Diepbolt Epifc. Traj. MSCto, fol. IV. verfo. Wv Roedolp etc. doen kont allen luden dat wy mie guede voirfynne ende by guetduncken onfs vriende van onfen Rade bevolen hebben ende bevelen mit defen onfen brieve Gerit van Ysfelmueden onfe lcultampt huys en Rentampte ons lants van Vollenhoe mitten ampte van Hasfelt mit allen hoeren toebehoren van onfs wegen truwelic te reg.eren ende te bewaren alfe een guet fculte Castelleyn ende Rentmeyfter fculdich is te doen, mit vorwerden dat he ons van allen Renthen breken vervaile wyncope Rafoen f O en anders van alle opcomynghedieons yan den vorff. onfen fchultampte en Rentampte verichynen ende comende fullen werden guede befcheyden Rekenvnge ende bewyfinge doen fall wanneer wy hem dés vermanen off doen vermanen Ende voir defe onfe vorff. ampten te vorwaeren fullen wy hem iairüx geven hondert borgoniche fchilden ende mlen hem twee off drie peerden off Ruynen voederen mit Ruvoeder ende geven hem alle jair dertich mudde haveren tot voltte iynre haver voedennge (2) voert bekennen wy dat ons Gerit voiris. geleent heeft aen reden gelde twee hundert olde francr. fchilde ander halve overlencfchen Rynfchen gulden fï) Lees wincope Ranfoen. Wincope hetekenthierfebattine in geval van koop betaald: en Ranfoen geeft vermoe. delvk hier te kennen het gene voor den naarderkoop betaald wierd. Zie IV. ftuk, deezer Gedenkft. bl. 108, als ook II. Stuk, bl. 102- (2) Zie IV-Stuk, deezer Gedenkft. bl. 48. &t* X 5  528 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, voir eiken fcnilt gerekent die wy voirt gegeven heb ben jn loesfinge onis fchuicampcs en huys voirff. foe wy dat befwaert vonden van tyden onfs voirvaders voir welke twee hundert olde fchilde wy Gerit voirff. en fyne ürfgn gebreke fyns gefat hebbenen iuten rnit defen onfen brieve jn onfe fchulumpte op onfe huys Ende in onfe Rentampt onfs lancs ?an Vpllenhoe ende geloven voir ons ende voir onfen nacomelinghen Bisfcopen tot Utrecht mie defen feU yen onfen brieve Gerit off fyne erfgen. voirff. dair van met te ontietten noch doen te ontfetcen noch m geenrewys dair aen te vercorten eer der tyt dat hem voldaen ende waei betaelc fullen weefen die S,hh?1fH fc,hiMe Voirff: ^ he ons mS verleecht hadde tot redelicker rekenynghe ende bewyfinghe Oicfynt vorwerden weert dat wy off olfe nacomehnge voirff. Gerit off fyne erffgenamen voirfs ontfetten wolden van onfen icbultampte huyfe en Rentampte voirff; off dat fye dair affontfectlt wolden wefen dat fullen wv hem off fy ons eH c ïen anderen fefs weken te voren opfegghen en dair en bynnen fullen wy off onfe nacomellgfae voftfs ïern voldoen ende betalen na inholt defes ons briefs a s vond. ftaet fonder argelist jn oirkonde etc cLe ven tot Utrecht jnt jaer MCCCCXLIII des dvnxdages na palm daghe ynx Uitfpraak der Steden Deventer, Campen en Zwolle tusfehen den Bifchop van Utrecht en de Stad Steenwyk, van 1443. Ex Diverforio fecundo Roedolphi de Dienholt Epifc. Traj. MSCto. fol. XX VIII. Dit is utfprake der Dryer Stede Deventer Cami pen ende Swolle tusfehen myns heren gnaden van Ut-  merkwaardige brieyen en Jlukken. 329 Ucrecht ende der Stat van Steenvvyck, cot Campen wtgefproken des dynxdages nae ojifcr liever Vrouwen dage Asfumptio Anno IVcXLill. Int I leggen wy Stede voerfs. dat die van Steenwyk gheen recht en hebben totten zyfen bynnen Steenwyck mer dair hebben onfs Heren gnaden recht toe. Item dat voerflach (ij dat die van Steenwyck jn pacht hadden, dair heben onfs heren gnaden recht toe eude nyet die van Steenwyck. Item die verwysfelinge van myns Heren luden gedaen, fal van gheenre weerde wefen. Dyt naebefcreven waert tot Deventer wtgefproken Anno ut fupra des faterdages nae onfer liever Vrouwen dage Wativicas. Item zoe fall onfs heren gnaden bynnen Steenwyck te zyfe hebben van hoeren bynnen gebrouwen biere van eiken vate enen Vleemfchen groten. Item op dat vreemde bier mach onfs Heren gnaden fetten , des hem gelieft Item zo fall dat Gerichte opten wolde bynnen Steenwyck blyven Item dat Gerichte van paesloe dat buten der Stad nu is, dair moigen die van Steenwyck myt rechte omme fpreken. Ende in den rechte en fail onfs heren gnade den van Steenwyck nyet hynderlic wefen , dat Gerichte jn hoere Stat te werven. Item voer alle andere fchelynge roerende van den oploep van den papen ende dat dair van gerefen is. Woe dac by gecomen is eude van der fake voerfs. fullen die van Steenwyck myns heren gnade geven ende betalen bynnen jaers (2) hundert olde fchilden. Dat is des vierdel jaers hundert olde fchilden. Item des zoe moegen die van Steenwyck op hoer bynnen (1) Zie III. Siuk deezer Gedenkjï. bl, 60. (2) Het getal van vier is hier uit gelaaten.  '33° Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, bynnen gebrouwen bier en op buiten gebrouwen bier, zoe voele zyfs leggen als onfs Heren gnS dair aff heeft ende op leeeht ter tyt toe ende zoe lange als die btat van bceenwycdielülc. olde fchilde weder heben. ua' De Bifchop van Utrecht neemt het Kloofter te Albergen in zyne befcherming, bevestigt deszelfs voorrechten en geeft aan het zelve eene zekere vryheid van tol, in 1445. Ex Diverforio fecundo Roedolphi de Diepholt Episc. Traj. MSCto., fol. XXXV. Wy Roedolph van Dyepholt by der gnaden Godes Bisfcop tot Utrecht doen kont alien luden dat wy die Pnefreren en Clercken des hufes tot Albergen jn Twentri gelegen myt horen gefynde ontfangen onder onfe befchermnisfe ende hore patroen ende geflelke Vader wefen willen ende helpen ende raden hen ten besten waer wy mogen (1) Endewillen fy holden in fuiken gunflen ende vryheiden alfe van dienfle (2) befwarvnge ofte alfe onfe voirvaderen voer ende wy nae fie thent defer tyt toe geholden hebben Ende hore guede die ter nygerbrugghen gelegen in den kerfpel van Ommen toe lande ofte toe water doer gaen maken wy voer onfs ende onfe nacomelingen Bisfcopen tot Utrecht van nu ende (1) Eene befcbryving van het oudtyds bekende Mundiburdum of mombcrfchap. (2) Dat fommige goederen, by wege van voorrecht vry waaren van Heeren of Landsdienften, zie IV. Stuk deezer Gedenk/t. bl. 126 QV.  merkwaardige brieven en Jlukken. $3? ende voertan vry van allen tollen off wechgeldemyt defen onfen tegenwoerdige brieve fonder argelyst .Bevelende ende ghebiedende allen onfen Amptluden Richteren Tolnern ende Dienre die nu fyn off namaels comende werden Ende enen yegelyken bylunderen dat gy dien voirfs. Priefteren Clercken ende horen gefynne jn defen byflandigh behulpelic ende vorderlic fyn ende alfoe dat fy hier en boven noch anders in horen rechten ende vryheyden nyec verkort noch befwaert en weerde Des toe oerkonde foe hebben wy onfe fegel beneden op 't fpacium sbriefs doen hangen. Gegeven tot Aldenzail Anno D"'. X1IIU.XLV des woensdages op fant Martyns Avont. Ambtbrieff Geryts van Tuyll op die Slynge. 1446. Ex Registro fecundo Officiatorum Roedolphi de Diepholt Episc. Traj. MSCto, fol. XI verfo. Wy Roedolph &c maken kont allen luden dat wy onfen Dienre Gerit van Tuyll gegunt ende bevolen hebben gu'nnen ende bevelen myt defen onfen brieve onfen Berchvriede (1) geheyten die Slynge (2) mytter (1) Zie boven, bl. 313. (2) Tegenwoordig Slingenborg genaamd, gelegen in het Schoutambt van Hardenberg, aan het beekjen genaamd de Slinge, welk uit de veenen, die cp de fcheiding van Overysfel en het Graaffchap Bentheim bevonden worden, vliet. Het was voor deezen een goed van deeze Provincie, totdat het voor eenige jaaren aan den Heere Graaf R. B. R. van Rechteren tot Gramsbergen wierd verkocht. Wat verder aan den weg naar Laarwouü en Emblicham ligt, opdegren: zen, eene Landweer, genaamd de Rouwe Slinge.  332 Overysfelfche Gedenkflukken, Vide Stuk, mytter hmfinge dve daer toe hoert mytten tienden toe Bruchc myt den wcchgelde dat dair toe ge* fat is ende mytten maeden ende allen fynen coebehoren geh c anderen Casteleyns gehadt hebben die voir Henric van Zelwerden , den Got genade weren te verwaren ende regeren als een guet Casttleyn ichuldich is te doen myt voirwerden dat hy onder den felven Berchvrede leggen fall enen gueden ftenen voet van tusfehen twyntich en dertich dufent iteens ende maken ende verbeteren denfelven Berchvrede aen finen vier wenden dake ende anders van buten ende van bynnen als de* behoeff wefen fall omme dair oppe te wonen Voert M hie omme den Berchvrede ietten ende maken een plancket ende beyde graven die dair omme gaen fchoen opruymen ende eene nieuwe brugge dair overleggen ende maken laeten Ende eyne Ameyde dair op alle op fynen coste en foe voert holden in gueden wefen gerake ende dake Ende dair omme diende willen die diefelve Gerit ons ende onfen Geftichte gedaen heft en noch doende fa! werden foe geloven wy voir ons ende onfen naecomelingen Bisfcopen tot Utrecht dat diefelve Gerit onfe voerfs, Berchvrede myt fynen toebehoren voerfs. hebben beholden ende gebruken fall alfoe lange als hie in levende lyve is in maten dye Casteleyns voer Henric voerfs. gedaen hebben Voert foe fynt voirworde off Gerit voerff. eny^erhande tymmer by hem dede tymmeren ofte kofte anders dan dair toe hoert dat mogen fyne erfgenamen als hie nyet langer en is affbreken ende en wech voeren alfoe verre als dat tymmer ons off onfen naecomelyngen voerfs. nyet gedelic (3) en weer dat tymmer toe copen voer fyne weerde zonder argelist Des toe oerkunde hebben wy onze ze^ele aen defen onfen brieff doen hangen Gegeven tot Deventer jnt jaer onfs Heren Dufent vierhundertfesfen viertich op onfer liever Vrouwen daghe nativitatis. (3) Gadelyk, van belang. Ambt.  merkwaardige brieven en Jlukken. ) 333 Ambtbrief Roelefs van Barvorde Castellein te Lage cn Rentmeester van Twenthe 1446. Ex Regiflro fecundo Qfficiatorum Roedolphi de Diepholc Episc. Traj. MSCto, fol. XII. Wy Roedolph Bisfcop toe Utrecht &c. maken kont allen luden dat wii myt gueden voerfien ende rypen beraeden moede en by guedduncken onfer vriende van onfen Rade bevolen hebben ende bevelen myt defen onfen brieve Roelof van Bervorde onfe Huys tot Laghe ende Rentampt onfs lands van Twenth myt allen toebehoren Renthen opcomyngen ende vervalle van onfs wegen truwelic te verwaren ende regeren als een guet Casteleyn ende Rentmeyfter fchuldich is te doen Ende onfs dair aff guede befcheyde rekenynge ende bewyftnge te doen alle jaer wanneer wy hem des vermanen off doen vermanen myt voerweerden dat Roeloff voerfs. ontfangen ende holden fall op onfen Huyfe voerfs. zoe voele knechte ende meechden als hem nae gelegentheid behoeff ende oerbaerlic dunct wefen Ende fall voer fich felfs ende dat felve gefynne aldair redelike coste doen van onfen renthen opcomyngen en vervalle voerfs. Ende loeuen oick denfelven ghefynne dair aff Ende tot derfelver coste fall onfs te bate comen alle fulke waere van hoenren ganfen verken ende andere have als dair ons van fchinen (1) fullen Ende die ghene knechte voerfs. dien dat toehoert ende gheen zonderling loen daer voer en hebben fal hie alle jaer eens cleden myt Tabbart en (1) Verfchynen, vervallen.  334 Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, en kovelen gelikelikes wandes (2) Ende fall ons van der felver koste loene ende cledinghe mede rekenynge ende bewyfinghe doen Voert fall hie mogen holden drie peerde onfe Cafleleynfchap en Rentampte mede te beryden ende te verwaren op onfe cofte ende off fie verdorven in onfen dienfte dair fullen wy fyn hoeffthere (3) aff wezen Ende Roeloff voerfs. dair op iachde off vervollich dede omme onsfen ende der onfer lyff ende guet te befchudden ende te befchermen, ende dan dair over off anders in onfen dienfte neder leghe, dat Goc verbede, dair aff fullen wy ende willen fyn hoeffthere wezen, wyns ende verlies, Voert voer fynen aerbeyt omme onfe huys ende ampt te verwaren ende te beryden als voerfs. flaet fullen wy Roeloph voerfs. alle jaer geven en boeren laten uit onfen Rentampte voerfs. XXV francrixe fchilde drie heien pont voer eiken fchilt gherekent als onfe Rentmeyfter van Sallandt daer jaerlix voer boert jn Sallandt Voert bekennen wy dat Roeloph voerfs. onff geleent heeft aen reden getelden gelde drie hundert guede gouden overlantfche koervorfl. rynfche gulden, gemuntet ende geflagen voer daghe datum •unfl' briefs, die gecomen fyn jn oerber ende nutfchap onff ende onffgeflichces van Utrecht Ende myt naemen jn losfinghe ende Tymmeringe onff huyfs tot Laghe voerfs. Ende want nyet redelic en wer he en weer wyffe en zeker die weder te hebben, foe hebben wy Roedolph voerfs. ende fyne erffgenamen gebreke fyns, gefat ende fetten myt defen onfe brieve op onfe huys tot Laghe ende in onfe Rentampt van Twentht en allen hoeren renthen opcommyngen ende vervalle voerfs. Ende geloven voer onff ende onfen nacomelyngenBisfcopen tot Utrecht vas- telic (2) Tabbaarden kappen van dezelfde ftoffe of grof laken. Zie Matthjeus de nobilit. lib. 4. ca/>. 31, (3) Vergoed ir.  Merkwaardige hrievên in pukken* ggf Selic myt defen onfen fel ven brieve» Dat wy Roe» loph ende fyne erfgen. voerfs, van de.i voerfs. onfen huyfe Rentampte ende hoeren toebehoeren nyet en fullen ontfetten off doen ontfetten noch daer aen in gheenre wys te verkorten, wy off onze nacomelynghe voerfs. en fullen fie van dien voerfs. drie hundert rynfe gulden ende dair toé van alle dat fie daer en tendes meer verleent hadden dan opgheboert ter redehker bewyfioge ierfte volle ende alle waill vernoechthebben, off doen vernoeghen ende betalen den lesten pennyng mytten ierften Voert fyn voirwerden weert fake dat wy Roeloph ende fyne erffgen. voerfs. ontfetten wolden off dat fie ontfet wol* den wefen van onfen huys ende Rentampte voerfs^ dat folden wy hem off fie onfs ellic den anderen, twee maende te voren laten weten, ende bynnen der twee maenden eer wy fie ontfetteden folden ■wy hem die voerfs. IIIC- V. gulden en des fie mer verleent hadden als voerfs. ftaet gunftelike ende volcomelike wail doen vernoegen off betalen als voerfs. is Alle punte voerfs. toe holden zonder argelist des tot orkunde hebben wy onfen fegel aea defen brieff doen hangen Gegeven op onie huys toe Laghe jnt iaer onfs Heren Dufent vierhunderc lefs ende vïertich des XII dages jn der maent JuOius. Verdrag van den Bifchop van Utrecht met de Kerfpelslieden, over de verkiezing van êen Kerkheer en Vicaris in de Rerfpelskerk van Bles dyk, 144/. Ex Diverforio fecundo Roedolphi de Dlephols Episc. Traj. MSCto, fol. XCV. Wy Roedolp by der genaden Goits Biifcop tot VI. Stuk. V Ur*  336 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Utrecht doen koet allen luden dat op ïulke fche-* lynge ende gebreke als wy op dat kerfpel van Blesdyck gehadt hebben ende hebben toecomende van hoere kei fpelkercken en/ie der Vicarye daer ynne gelegen verfproken ende overdragen js by vrienden vai. onfen Rade als onfe Capellaen Hern Kotghef ÜVlaes Deken onfer kereken tot Steenwyck ende Symon van der Schulenborch van onfs wegen des kerfpels voirfs, Johan Avyng ende Bertolt Johans zoen Alfe dat die kerfpels bueren des voirfs kerfpels blyven fullen by hoere older gewoente den Kerckhere te kiefen (i) ende den Vicaris jn der felv-er kereke myt rade hoers Kerckheren mer die offerhande ende ander vervalle jn der kereken fullen blyven flaen tusfehen den Kerchere ende Vicaris voirfs. jn der tyt zonder enich bewynt van den voirfs. kerfpelsbueren Ende hier mede zullen alle gebreke ende fchelynge , wy op voirfs. kerfpele van defer voirfs. fake wegen gehadt moegen hebben ende hebben tot defen dage toe neder gelecht ende quyt gefchulden wefen fonder argelist des tot orkonde hebben wy onze zegele aen defen brieff doen hangen Gegeven toe Vollenhoe jnt jaer onfs Heren dufent vier hondert feven ende viertich des fonnendages nae fant Johans dage ante portam latinam. i (i) Den Priefter of pastor te kiezen. Volgens het Kano-' nyke recht behoort de Collatie aan den Bifchop; doch zoda. mg dat door voorrecht of oude gewoonte het recht van Collatie ook door anderen , boewei ook geen Patroonen zynde kan verkreegen worden. Gudelin. de jure novisf. tib. 6. cap' 8. Dit recht is hier door den Bifchop opgevolgd. AmbU  merkwaardige brieven inftükken* 33? Ambtbrief Roedolphs van BeverVoerds van '| Castelleinfchap te Blankenburg en 's ambt van Twenthe, 144-8- £x Registro fecundo Officiatorum Roedolphi de Diepholt, Episc. Traj. MSCto. fol. XLV. Roedolph by der genaden Goids Bisfcop Tutrecht maken kondt allen dat wy by Rade ende guet* duncken onfer Vriende omme oirber ende nutticheit onfs lands myt berade ende voirfynne overdragen fyn myt Roedolph van Bevervoerde dat wy hem bevolen hebben ende bevelen myt defen onfen brieve onfe Hues ende Castelleyrfcop tot Blanckenborck ende onfe ampt van Twentht te verwaren ende on* fe lude en onderfaten myt onfen Sloten in den fel» ven lande te behueden te befchermen ende te bevreden voir gewelt ende onrecht nae alle fynre macht ende eenen yegeliken landrecht doen ende laten wedervaren op onfe co3t ende fal ons off onfen nacomelingen Bisfcopen Tutrecht alle jair off foe dicke ende mennichwerve wy hem des doen vermaenen guede befcheide Rekenynge ende bewyfinge doen van allen opboren broeken gewoentlyken koeflach (1) ende vervalle (2) van ons Caflel- leyr> (1) Zie IV. Stuk deezer Gedenkft. II. 157. (2) Onder de opkomften van het Drostambt van Twents Wordt in andere brieven, onder anderen, ook geteld de Aaltoge. IV. Stuk deezer Gedenkft. bl. 100. Ik heb gemeend ia naardere overweeging te moeten geeven, of aaltoge hief niet betekene aalvifchery, het zy in het gemeen in de rivieren van Twente of op zekere plaats of plaatfen in of aan dezelven, het meest tot vifchery van aal gefchikt. Zo wordt ook het woord toom, als zynde van de zelfde afkomst met fyge, naamlyk vm togen, dar is, trekken, voor eene Vifche-  338 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, leynfchop van Blanckenborch onfen ampte ende lande ry gebezigd bier vooren tl. 60. en toge voor vifchery, by Dumbar Analect. torn. 2. bl. 447. De aalvifchery wierd wel eer hooger gefchat dan tegenwoordig: om dat men in voorige eeuwen de aal even ais haring plagt te zouten en in vaten te bewaaren, en daar mede koophandel dreef. Volgens het gene my bericht is, blykt uit eene oude gefchreeven tollyst, vermoedelyk van de veertiende eeuwe, waar naar de tol op den Ryn aan den Bifchop 't Utrecht betaald wierd , dat de tol van een la.t gezouten aals is geweest twee fchellingen : en in eenen brief by Dumbar Kerkl en Wer. Dev. bl. 515. door de Stad Deventer in het jaar 1340 aan de Stad Amfteldam gegeeven, en houdende eene bepaaling van de tollen, te Deventer te betaalen, leest men van eenre tunne .ales, eenen halven koppekyn, en van eenen tal ales, eenen haU ven koppekyn. In laatere tollysten by Mr. j. van de Water Utr. Placaatb. D. 2. bl. 325, wordt de tol van eenetonne aai bepaald op één ft. en bl. 327. op één ft. 2. p. Ook is my bericht, dat David van Burgundien, Bifchop van Utrecht, in bet jaar 1469, zyne vifchery in de Vecht, van het Nederfticht, aan Jan Borre van Amerongen verpacht heeft om anderhalf heringvut goedes gezouten aals, alle jaar te betalen aan handen van zynen keukenmeester, veertien dagen voor den eerflen dag in de vasten, volgens een affchrift van den pachtbrief in "het Diverforium van deezen Bifchop Fol. 119 verfo MSCt. Men zou ook anderszins bezwaarlyk kunnen bevatten, wat de Kloosterlingen van het Klooster Jburgdeede.n met negentig twygenaal (nonaginta ligaturce anguillarum) jaarlyks, op dénen dag, door den Graaf van Oldenburg,om aan dit Klooster optebrengen, verfproken by eenen brief van het jaar nog. Mr. Jung. Cod. dipl. pro hist.Comit.Benth. fan. 6. Het groot belang der aalvifchery kan ook de reden zyn geweest, dat in de wetten der Franken de boete op den dietftal van aalnetten afzonderlyk is genoemd en byzonder hoog gefteld Pact. Legis Sal. tit. 27. art. 13. en aldaar Eccard in deszelfs aantekeningen, die het bedorven woord Obdopus, welk aldaar wordt gemeld, als den inhoud dier wet te kennen geevende, gist geleezen te moeten worden .Oltubbo of Oldopus of Olropus. Ik zou 'er nog eene gisfing byvoegen: of men niet zou moeten leezen Oldogus of Oltogus, dat is, aaltoge of aalvifchery.  merkwaardige brieven en Jlukken. 339 lande voirfs. Voert fullen wy Roedolph voirfs. des iairs cleden twee knechte myc tabbert ende kovelen (3) myc gelikeliken wande ende twee peerde voederen die Castelleynfcop ende ampt voirfs mede te beryden ende fal ons van die cledyngeende voederynge van den peerden mede Rekenynge doen Voirt loe en fal Roedolph voirfs. ghene vede miken die onfen lande ce ontladen komen mach een fy by onfen wille ende weten Voirc foe en fal Roedolph voirfs. nyemant jn Twentht koe verken off enye varende have nemen noch afflhen doen noch holt0 aff doen houwen een fy by wille en coedoen onfer Voirt enige lude jn Twenthe gefeten die hem tot enyger tyt qwyc copen van horen Heerfcoppen die fullen hem verbieden aen onfen Rentmeifter van Twenthe tot onfer behoeff eer fie hem anders ergent moegen geven ende dair fal Roedolph voirfs. toe helpen dat dat gefchie ende nyet gebraken en werde ende ftereken onfen Rentmeifter van Twenthe off dair gebreck jnne viele Voirt foe fal Roedolph voirfs. ons ende onfen Rentmeifter vorderlick ende behulpelyck wefen jn onfen ampte myt fchatbaren luden die dat fchuldich iyn te doen dac fie ons dienen ende mennen fullen bynnen den ampte ende onfe Renthen jnne te wynen alfoe dyeke ende voele wy des toe doen hebben Voirt fal Roedolph voirfs. myt onfen horigen luden redelike omme gaen, ende off die broeke deden die broeke fal hie fcheiden laten by ons off onfen Rentmeifter vaa Twenthe jn der tyt, want wy fie nyet verderflic off veriaget en willen hebben Voirt weert fake dac onfe off onfs Stichts vyande onfe lant van Twenthe verfochten (4) off toetasten ende Roedolph voirfs. ende die onze dair vervollich op deden des gewvnne ende verlies foelen (j) hoeffhere weien J Voirc (3) Zie boven bl. 134. (4) Bezochten. (<\ Hier is uiteelaaten wy. 5* Y 3  34© Overysfeljche Gedenkftükken, Vide Stuk, Voirt off dat fake weer dat Roedolph voirfs. onfe off onfes Stichcs vyande buten onfen lande wolde verfueken off doen verfueken hem te fchadighen dat fal wefen op Roedolphs voirfs felves gewynne ende verliefe ren weer dat by onfen fonderlingen beveel weer Voirt off dat fake weer, dat ons Roe. dolph enich gek verleggende woerde toe gueder bcwysliker Rekenynge foe geloven wy voir ons ende onfe nscomelicgen Bisfcopen Tutrecht hem noch fynen erffgenamen gebrake fynre dair aff nyet te ontfetten, noch te doen ontfetten noch jn geenerWys dair aen vercorten eer der tyt dat hem voldaan ende genoech gefchiet is van fynen wtgelechten gelde, weert oic fake dat wy Roedolph voirfs. off fyne erffgenamen ontfetten wolden van onfer Casteleynfcop ende ampte voirfs. off dat fie dair off ontfet wolden wefen, dat fullen wy hem off fie ons elx den anderen twee maende te vorens op leggen ende dair en bynnen fullen wy off onfe nacomelingen voirfs. hem voldoen van fynen wtgelachten gelde ende dan fal hie ons onfe huys ter Blanckenborch ende ampt voirfs. fonder enige meer bezwaringeoff opflach guetlic weder overleveren ende alie punte fonder argelist des tot oirkonde onfe fegel aen defen brieff gehanden Gegeven jnt jaer onfes heren MCCCC XLVIII. op fant Peters dach ad Cathev dram, Ambtbrief van Johan van Twikkel w, gens het Richterambt en Achterrichter* ambt van Delden, van 1448. Ex Officiatorio Roedolphi de Diepholt Enise. Traj. MSCto. fol. XXXIII verfo, Wy Roedolph by der gnaden goits bisfcop tot' Utrecht maken condt allen luyden dat wy bevalen heb-  merkwaardige brieven en jlukken. 34'! hebben ende bevelen mit defen onfen brieve Johan van fwickel onfe richtampt van Delden mitten affterrichte (i) ende alle fyne toebehoeren van onfs wegen te bewaren ende teregieren als een guet richter fchuldich is te doen by hem felver off by tween anderen gueden mannen (2) die dair nutte ende bequeme toe fyn dien hyt vort mach bevelen ende dair to fetten ende weder ontfetten Ende die fullen dan onfen amptman van Twenthe dair op zweren ende ede doen als behoerlike is Ende ons ende denfelven onfen amptman dair aff goede beicheiden rekenyuge doen als wy om 1.3) des vermanen of doen vermanen Vort bekennen wy voir ons endeonfen nacomelingen bisfcopen Tutrecht dat ons Johan voirfc. geleent heeft an gereden gelde twehonderc ende drie ende viertich overlentfche rynfche gulden die wy voirt gekeert hebben jn orber ende noetfake onfs. ftichts van Utrecht daer voer wy Jahanne ende fynen erfgenamen gebreke fyns gelat hebben ende fetten mit defen onfen brieve jn onfe richtampt van Delden ende affter gerichte als voirfs. is dair van wy voir onfs ende voir onfen nacomelingen Biscoppen tot Utrecht voirfcreven geloven mit delen felven onfen brieve Johan ende fynen erfgenamen voirfcr. niet te ontfetten noch doen ontfetten eer der tvt dac wy off onze nacomelingen voirfs. hem ïerfte voll ende ail gegeven ende betaelt hebben die voirfs. twehondert ende drie ende viertich overlenfche Rynfche gulden off anderen guede gelyken paymente an golde jn der tyt der betalingen weert 01c dat wv off onfe nacomelingen voerfs. Johan offte fynen erfgen. voirfs. ontfecten wolden van den voirfs. on- (1) Achter Gericht. Zie V. Stuk deezer Gedenkft. bl. 101. (2) Naamlyk den eenen als Richter en den anderen aU Achter Richter. t (3) Kom, hem, hen. Y 4  54? Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, £°rIic5Cai?P^e off dat fy dair aff ontfettet wolden Itn Z wv nff f °pfegg,eD ende dair ende bynpen lullen wy off onie nacomelingen voirfs. hem voldoen van den tweebondert ende drie ende veertich rynfche gulden alfe voirfs. itaet fonder argelE orkonde dels 10 hebben wy onfefecele au defen brieff doen hangen gegeven to Devenrer jnt iair onfs he- Privilegie der Stad Campen, om ballingen te moogen vangen, zo die gevonden worden binnen eene mile weges van van voirz. Stad, 1449. de verleent hebben , geven ende verlenen mit defen brieve alfoe lange ahe wy leven onfs Stat van Campen dat geen balling onfer Stat voirfs. die van doeE wondingen off anders enigen misdaden ouaden fty! £n ° ™r°q " vo.,rrvlu,chtichuucgeloecht (l) woirden, onfs Stat voirfs. bynnen omen Geftichte van Utrecht naere liggen of comen en fal dan ene gemene m,le wegens {*) Ende queme of were enigen O) Uitgelegd, gebannen. Va° • fa) Zie iets diergelyks ten aanzien van de <5wH ntr^ut by Mr. Bukman Utr. jaarb. Deel I. %. 4g S*%SÏ3d2 bUite" haar S£ads ^ geen Rechtsdwang oeffï S^JÜrt*^ '°* e£n ""^^lyk voorrecht vefeifcbf ree" I fariiï 1 UU,VOenng,°°k ncg met ecD M«der oorxec t In. de volgende woorden yan. deezen brief legunftigd  merkwaardige hieven en Jlukken. 343 van den ballingen voirfs. naere onfs voirfs. ftat dan ene mile voirfs. den mochten Scepenen ende Raet onfer Stat voirfs. dan halen ende bynnen onie Stat van Campen brengen ende dair over fonder enich misdoen tegen ons of onfe Amptlude nae onfer voirfs. Statrecht doen richten nae gelegentheit der faken. Beholdelyc ons onfer Star. van Swolle hoere vryheiden (3). Ende gebieden allen onfen Amptluden die nu fyn of namaels wefen fullen dac fie der voirfs. ODfer Stat van Campen dar jnne nyet hynderlic wefen en fullen Ja oirkonde defs briefs befegelt mit onfen zegele Gegeven tot Deventer jnt jair onfs Heren Dufent IlIIcXLIX des faterdages nae fant Pontiaens dage. Reinard vak der Roer enz. verhopen het Huis Blankenborg aan den Bijchop van Utrecht, in 1449* Ex Diverforio Davidis de Burgundia Episc. Traj. MSCto. fol. CCXXIII verio. Wy Reynart van der Roer Ridder, Godert, EIzeke ende Grycte myne echte kindere, Agnes vaa den Ahuus Vrouwe tot Notlo, Johanna van den Ahuus Heren Reynarts moeder bekennen ende betugen mit defen openen befegelden brieve voir ons ende onfe erifnamen dat wy hebben vercoft ende verCs) Eene rechtelyke uitlegging zou dit ook van zelfs mede brengen: om dat de vryheden der Siad Zwolle voorrechten waaren, door de Bifchoppen, als Landtheeien, aan haar gegeeven, die door voorrechten, nadeihand aan de Stad Campen verleend, niet verminderd konden worden. Y 5  344 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, vercopen overmits defen brieve ftedes erfcoeps den Eerwerdigen jn Gode Vader ende Here Hern. Rodoiph van Oiepholc Bisfcop tot Ucrechc ende fynen nacomende Bisfcopen to: Utrecht o.ife Huys ende alinge Hofftede ter Blanckenoorch gelegen jn den Sticht van Utrecht jn den kerfpel van Haecxberge (r) mit hoeren alingen tobehoren ende wes dair af fteic te pande of op wedercoep overmits brieve of konde Ende wy hebben vertegen van defen huyfe hofftede ende toebehoeren voirgem. ende vertien dair van myt handen ende myt monden myt allen vertichnisfen ende oplatinge als ende dair wy mit recht zullen Alze voir Roeloff van Bervorde jn der tydt Amptman jn Twentht dairhe fat tot Gerichte myt fynen kornoten als he myt recht folde tot behoef Heren Rodolfs van Diepholt Bisfcop tot Utrecht ende fvner nacomende Bisfcopen tot Utrecht voir welke huys hofftede ende toebehoren voirgem. wy voirgemelde ontfangen hebben ene iomme gelds die ons deger al ende wal betaelt js, dair ons aen genoecht ende ons ende onfen erfname nynerlye aenfprake recht of eygendom beholden noch wachtende fullen wefen aen den voirgem. Hufe hofftede ende toebehoren Voirt loven wy voirfs. Heren Rodolph van Diepholt Bisfcop ende fyne nacomende voirgem. desfes alinge hufes hofftede en.^e toebehoren voirgem. te waerne ende rechte waerfcap the doene wo men enen fteden erfcoep mit rechte fchuldich js to warene voir een eygen voir alle die gene die des te rechte comen willen, waer, wanneer wo vake ende op wat fteden hem off fynen nacomelingen voirgem. des to done (i) Ik heb te vooren IV. Scuk, bl. 324, reeds aangemerkt, dat uit deezen brief blykt, dat Haaksbergen geene afzonderlyke Heerlykheid is geweest, noch dat het kerfpel Haaksbergen door den Bifchop is gekocht. Dat beneden gezegd wordt, dit goed, naar de gewoonte des Lands van Twente te zyn opgedraagen, geeft ook genoeg te kennen, dat het in Twente was gelegen.  merkwaardige brieven en Jlukken. 345 done is buten hoeren fcaden Jn oirkonde der waerheit zo hebben wy Rynart van der Koer Ritter ende Goert van der Roer myn echte fone voiris. elc onfe fegell voir ons voir Elfeke ende Greten myne echte kyndere, voir Agnes van den Ahuus Vrouwe tot ïNotlo, voir Johanua van den Ahuus myn moeder voirgem. ende voir alle onfe erffuams omme hore bede ende gebreck horer egener fegele, beneden aen defen brieff gehangen Voirt hebben wv voirfs. gebeden Rolof van Bervorde Amptman in'der tyt jn Twentht als een Amptman delen brief mede over ons te betegelen Ende, want jc Roelof van Bervorde Amptman in der tyt jn Iwenthe voirgem. heb gefeten tot Gericht jn enen gehegeden hevmale mit kornoten hyr nabefcreven als jc mit rechte folde ende voir-my gecomen fynt Her Reyner van der Roer Ritter Goedert van der Roer fyn echrtrfone by de monctlyke ( 2) Agnes van den Ahuus Vrouwe to Notlo Heren Reynarts voirfs. moeder fuster jn hoer geesthke c!edinge ende mit hoere witten fticken (3) Johanna van den Ahuus Heren Reynerts voiris. moeder ,E1feke ende Grete Hrn. Reynerts voirfs. echte kindere mit hoeren gecoren mombairs als mit Borchart Stecke ende mit'Watheus van Schonevelde anders geheten van Graesdorp, die hem gegeven worden tot mombaers jn den fel ven Gerichte alfe oirdell ende recht wvsden dat recht was Ende fyn famentlike des aüngen hufes hofltede ende toebehoren voirgem vutgegaen ende hebben dair van vertegen als voirgem. ende als recht js ende gewoente defs lants van Twenthe fie fyn gelegen wv. r of in wat Gerichte fie gelegen fyn Dair dit gefchiede waren mit my an ende over alfe rechte koernoten ter eerder tyt Johan van Hederike ende Wigbole van Wermeló ter ander ende ter derder tyt Herman van Hulsfcher ende Johan van Hederike. In oir- (2) Moniklyke, Geestlyke. (3) Hulfel.  346 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, oirconde der wairheic zo heb jc Rolof van Bervorde Amptman voirfs. myn fegeli omme bede wille Hrn Reynerts van der Roer Riteer voirfs. Goedert van der Roer fyns loens Agnes van den A I irv voir ons ende onie naecomelinge bi-.fcoD:n Tutrecht onfen lieven getruwen Raet ende Amptman on<=for landen van Sallant ende van Yfeimaien Sceven Kamferbeke ende fycen erffgenamen alle die na-gelaten erven ende gueden rorende ende onrorende'bv Heren Deric voirfs. nagelaten foe hie die hadde ende befat op ten dach als hie levendich ende doet*was ende Vrouwe margarete Weduwe Heren Dericx voirfs. ter lyfftuchc neefcendegevraycteade die als voirfs. is aen ons gecomen fyn, vereoft bverftegeten ende te guede gefchulden veropen ov-r*even ende fchelden hem ende iynen erffgenaemen voirfs. die te guede feynen vryen wü'edaeT mede doen recht ende in allen manieren a!s wy felve d3ir mede doen ende laten machten voir ene fomme van gelde die Steven voirfs. onsdoichthc ende wael vernoecht ende betaelc heeft dair aff wv hem ende fyne erfgeaaemen voir ons ende t. cx. Dat zoJane erfnif na verloop »n jaar en dsg aan dèn Heer verviel, is ook uit de wiüearen, tusfehen dea Heer - a" Heer rt A r.ria e-- dis va- -e: ■Jjrj, Vriefenven, oprejaiaasen, in de woorden: Vxrtms^,-weert dat irti" menfche, hy w«r man of w.-jjF, fttrvt op tei rytrfcreyt* Peehe. die 'er get* witlicken ervead achter en Hete, ende daer nae iimaf» fis wi'zen ende eynea jaer nyt gtenrï:''C;»rnne nae en nem:. He dei deden g%ti anfprecke mit recht: yrat g*:i Jig menfche htdde achter gelsten hx/en fyn Tiftamev, dai hy. voer (%at jklehiüe gtgerei, fnde bavei fyvfchulden, dn fal' den wv da-, albe-ren. Di: vloeyde daar uit voord, om dat weieer het recht van erfnis te vorderen in deeze provinc-l -*; ver'oop jaa: en ia; verix>rgn fchynt :e zyn 230*est waar van, onder anderen, noch een overü^yiTel wordt' ^evonden in de oade Statuten van Deventer in de woorden: vier dat ymant rerervet warde bynnen der Siad Deyenter "die rmetdich werf, ende bynnen Itnits -were, die fiidie tHUrtife loeten en eyfchen bynnen jtirsz made en dede hie des '«-J; ix '.•■r.'u'.-vd!, f y- in f 3.1 zit diir *; gtv «,)rats feWfal mdt meer hebben, VI. Stck. Z  352 Overysfelfche Gedenkjlukken, Fide Stuk, de onfe nacomelinge voirfs quytfchelden ende bedancken ous dair affgueder betalinge S onder argelist Jn oirkonde sbrieffs myt onfs hant geteykenc ende befegelt myt onfen fegel Gegeven op onfen Slote tot Vollenhoe jnt jair onfs Heren Dufent vier hondert LXV1 den Xen. dach jn Oclobri. Uitfpraak van Bifcop David tusfehen Vrouw Margrietje Weduwe van Derick Kamferbeke, en bTEVEN KamfErbeke. 1466. Ex Diverforio Davidis de Burgundia Episc. Traj. MSCto. fol. XCIUI. David &c. maken kontallen luden Alfoe tusfehen Vrouwe Margriete wedue Heren Dericx Kamferbeken Ridder op die ene ende onfen lieven getruwen Raec ende Amptman onfs landen van Zallant ende van Ysfelmuiden Steven Kamferbeke Herert Dericx voirfs. broeder op die andere fyden zekére twyst ende fchelinge geweesc heeft, ende is rorende van Heren Dericx voirfs. naegelaten Erven gueden gelden opt'en voirfs. onfen ampten ffaende ende anders, daeromme beyde partyen voirfs. voir ons te rechte gecomen fyn ende Rechtes gepleegen heben ende dair op heben fe op zekere termynen hem by ons daer toe gefat overgegeeven aenfprake antwort Rephken Dupliken ende hoer bewys &c. foe verre, dat fie op beyden fyden overgegeven heben nyet meer in der faken te willen fchryven oft bewyfen Dat gedaen heben wy mitten Geleerden ende onfen gemeenen Raeden die fchryften ende bewys tot beyden fyden overgegeven doerfiende ende ons dair wyslyke myt rypeu raede op befproken ende bers-  mtt&d&rdïgt brieven en ftukken, 353 beraden (ï) om enen yegeliken Recht te doen alst ons in den Rechten van noede was ende heben bey- (t) Ui»: het beloop der behandeling van deeze pleitzaak blykt genoegzaam, dat dezelve voor den Bisfehop en zyne Raaden was gebragt. Men was in deeze Provincie zulfe een Gericht ongewoon. Wat troebelen de invoering van het zel»e, onder de benaaming van Canceler en Raaden, ten tyde van de Spaanfche Landsheeren hier heeft veroorzaakt, is elders gezegd, Overysf. Gedenkft. HI. Stak, bk 293. &v. Dat de Bifchop en zyne Raaden ook begreepen, dat de zaak, in deezen brief gemeld, voor hun niet behoorde, blykt uit het vervolg van dit vonnis. Doch welke ds byzondere reden zy geweest, waarom hyeenebeflisfingde^d over het geld of pandpenning op de Ambten van Zalland en Ysfelmuiden, wordt hier niet verhaald. Van da verfcheiden Gerichten in deeze Provincie is in voorgaande boek»' deelen deezer Gedenkftükken, op verfcheiden plaaifen ge» fproken. Eenige naardere ontdekking gebiedt my echtet om, by deeze gelegenheid, tot meerderopheldering, daar* omtrent nog iets te melden; voornaamlyk om dat zulks op de C mftitutie onzer Regeering van invloed fchynt te zyn. De zaaken, in deezen brief gemeld, als tusfehen twee parthyen Edellieden, zouden voor de Hoo^e Bank, dat is. het Gericht door den Bisfehop en Edelen, en naderhand mede door de drie Hoofdlieden gehouden (Overysf. Gedenkft.. III. Stuk, bl. 247; bepleit hebben moeten worden, Aldaar bl. 74, ten minften voor zo veel het zaaken waaren, waaJt in de perfoon des verweerders moet gevolgd worden , dat is, waar in de ligging of nature van het goed geen ander. Gericht bepaalt Aldaar bl. 45. In dit Gericht der Edelen of Hooge Bank wierd het vonjais, om op te maaken, befteed aan iemand uit de Ridderfchap: om dat, volgens het verhaal vanREVius, de Steden op deeze voorwaarde tot het houden van dit Gericht, in het jaar 1533, mede toegetreeden zouden zyn, Aldaar ij,-247» Winhcf, die deeze Hooge Bank befchryft, befchouwt dezelve ook niet anders dan een Gericht, alwaar de Edelen, gedagvaard wierden, Deel 4 van Hoogen Gerichte. Deeza Hoege Bank komt ook alleenlyk voor als een Gericht, alWaar Edelen aangefproken worden, in den lastbrief van l at Oe»  354 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, beyde partyen doen fcryven op dach datum sbriefs voir ons te' comen onfe fententie te hoeren pronun- cie- Gecommitteerden naar het Hof te Brusfel, van het jaar 1556, Overysf. Gedenkfl. III. Stuk, bl. 306. Deeze bepaaling der Hooge Bank gaf vermoedelyk aanleiding, dat vervolgers hier op van wegen den Koning van Spanjen wierd gevraagd , hoe en waar, tegen het Corpus of perfoon der Groote en Kleine Steden gepleit zou moeten worden, Revius Daventr. illustr. lib. 3. pag. 340. Doch het Hooge Gerichr, oorfpronglyk gehouden door den Landsheer nevers Ridderfchap en Steden, over fommige andere zaaken, (Overysf. Gedenkft. III. Stuk, bl. 247.cn F. Stuk, bl. 222. £?<:.) was insgelyks Hooge Bank genaamd. Dit blykc uit de volgende fttikken. „ Extract uit dat Register van Dachforden de anno „ 1546. Binnen Deventer geholden. „ Is by onfen genedigen Heren Stadholder, mit den „ Amptluyden en den Gedeputeerden van den Steeden , „ ercant, ende by den Dinckweerder gepronuncieert, dat , men geene Steeden Clein ofte groote, met wasteykenen '„ ter boaer ofte Leger Banckefall Laden, oftebetrecken, ", dan alle die gene die op den Steden ieis heeft te preten- deeren ofte vermeenen te feggen te hebben, fullen on„ fen genedigen Heeren dat felvige by fupiicatie of anders „ te kennen geven , die de Steden met oire wederpartie „ als dan ten naesten Lantdage voor fyn Genade fampt „ Ridderfchap ende Steden fal verfchryven endeoirc-n dif„ ferenten verhooren als behoort ende alsdan in der zaec„ ken Rechtes erkennen. „ Extratï uit het Judiciaal Register der Landtfchap van „ Overysfel. „ Deventer den 12 Octobris 1563. In zaecken der Erffgenaemen van Volïenho tegens „ Rychmax Wulffs Burgermeester der Stadt Steenwyck „ aer gaende der beftamminge (*) aen Rychma>" gedaan, „ wair C*) Eeitemming, dagvaardiug.  merkwaardige brieyen en Jlukken. 35$ eieren ende uitfpreken ende die partyen voirfs. voir ons gecomen wefende heben wy tuslchen den par& thyen ■ wair inne de Erfgenaemen fuftineren, dewyle de Steden ' allene voirder hoger Banck in recht betogen woirden, '•' dat oire volmechtigen gelyck der Riddermatigen oickal'„ daer beftammet folden mogen worden , dair en tegens de " volmechtigen van Steenwick allegeeren, dat in den jaa' re 46 by tyden Heeren Maximiliaen Grave van Buren &c. " lofHicker memorien, expresfelicken Statueert zy, woe" men de Steden toe rechte laeden fal, nemptlicken, dac " de Steden van den heren van den Lande ten naesten Landtdage verfchreven zullen worden, fo den, dat den volmechtigen geen wyder volmacht gegeeven dan opdevoi" rige verfchryvinge dair van fie abfolveert fyn &c. Wy" der inholt beyder zyts fchrlffcen und bedinge my dair van ,, behandet. :. . \ . , Erkenne ick Bernhart van Beveren Commendeur 't'ot Oitmersfum (*), voir recht, nach dem in denLandt" rechte onderfcheydentlycken verfehen und Statueert is, " wekker geftalt de Riddermatigen, und de Steden aen der " hoger banck citeert und verdachfaert behoiren to wor" den und dan de van Steen wiek tegen dien gedachten Erffge" naemen van Volïenho, zo als de nu procederen, vanon" fen Gen. heren Stadtholder niet verfchreven fyn, datt " dern und anderen beweechlicken oirfaeken halven, de " offt gedachte Erfgenamen van Volïenho in oiren voirnemen niet ontfencklick finnen. „ Deventer den 13 Marty 1564. "De dinkweerder hefFt ten verfoecke van Hendrick de Wui ffs Burgemeester der Stadt Campen, doir den " Pander van Sallandt doen afFeyfchen (f) de Gedeputeer" den Raitsfrunden van Burgermeefteren Schepenen ende " Raidt der Stadt Zwolle, die hie mit beflotene myns Gen. " Hem. Stadtholders brieven, van verfchryvinge, inplaets " van wasteykenen, tegens defen tegeawoirdigen rechtdach " ,, had- Aan wien het oordeel was hefteed. (f) Aaneifchcn om volgens gedaane dagvaarding ia het Geriebt te verlcliynen. „ Z 3  3^6 Overysfelfche Gedenkjlukken, Fide Stuk, thyen voirf. pronunciert ende voir Recht gewefen, prbnuncieren ende wyfen voir Rechc myt defen on- „ hadde doen citeren, fuftineerende, datt hie uyt den na„ meende van wegens fynre moeder, fyn Aenlpraeke by ,, manieren van fupplicaue, in den voirg. mynes Gen. He„ ren fchrifften de Stadt van Swolle overgelant, ende dat „ de Gefchicten folden fchuldich wefen defen dach dair op „ te andtwoirden, dair op de Gedeputeerden der Stadt Swolle „ voirg. excipiendo geandtwoirt, datt fie mit geflotene my„ nes Gen. Hern. brieve als voirn; in plaets van wasteyke„ nen geciteert dewelcke fes wecken voir den recht offte ,, Lancitdach behoiren uytgefant to worden, 'T welk alfo niet geicheit, dairomme niet verdschvaert als behoirt, „ ende geen andtwoirt to geven fchuldich, dairmede noch,, tans defe queftie als wefende van kleinder importantie, „ moge ten einde gebracht, ende niet vertogen noch op,", geholden worden , mogen fie lyden, datt de voirg. Bor* ,, gemei^er der Stadt Campen hem fyren eyfchbypertinen„ ie Aenfpraeke fal overgeven, ende fyn oirbodich (wie „ wal fie dair toe niet geholden) ten naesten rechtdage to andtwoirden, mit den voirbeholt ende onder defe protes„ -taiie, datt fulcx tott giener Confequentie fal getogen ,, worden noch hem luiden in hqirer gerechticheit prejudi. „ ciabel wefen. „ Uit een ligger van Copyen ter Secretarye van Oldenzaal, „ zynde ae brief van dagvaarding der Stad Oldenzaal, „ waar op het Proces ever de jagt enz. tegen dezelve is „ begonnen. Zie Overysf. Gedehkjl. I. Stuk, bl. 103. „ &c. „ Johan van Liqne GraefT van Arenbergh, Fryheertot" „ Barbancon, Soevenbergen &c. Con. Mait. Stadtholder „ ende Capitein Generaelover Frieflandt Overysfel, Gro„ hingen ende Lingen. „ Eerfame wyfe voorfichtige Lieve Befondere, Wes die „ Erentfeste Gosen vanRaesfelt, Drost flandts vanTwen,, te an ons verfocht, mogen ghy uit bygelacbtefupplicatie ,, breder vernemen, dewyle dan hyr toe bevorens over„ comen, datmen geene Steeden mit wasteeckenen, dan in ,, plaets  merkwaardige brieven en Jlukken. 357 onfen brieve, dat Steven voirf. vry ende quyt is ende wefen fall van die aenfpraeKe vaa Vrouwen Mar- „ plaets van dien met onfe beilotene brieven, fe» weecken ' voor den Rechtdach fal doen Citieren, Bevelen wy U. ,,' in Stadt Con. Mat. onfen Aldergenedichlten Heeren, dac . ghy uwe Gedeputeerde op den 10 October , binnen De„ venter met volcomen prokuratie doet erfchynen, om des volgenden dages den voorg. Droste to antwoorden, ende „ voorts to procedeeren als naar Rechte behooreu fal, Godc „ bevolen Datum Volïenho den 28 dach Augusti Anno » 1563. w „ Onderftondt „ JOAN VAN LI3NE ,", D' Opfchrift „ Eerfame wyfe voorfichtige lieve befondere Bor, - germren. Schepen ende Raedt der Stadt Qidenfael l Locus J ^ Sigilli J Van de voorgemelde'Refolutie van Stadhouder, Ridderfchap en Steden, des jaars 1546, wierd vervolgens een verkeerd gebruik ondernomen, als of dezelve algemeen zon opgevat moeten worden, zo zelfs dat ze ook tot Appellen van vonnisfen, door de Gioote Steden geweezen, zou behooren. Ook wilden de Groote Sieden deeze Refolutie niet voor wettig erkennen; verklaarende echter dat zy voor den Landsheer aanfpreekeiyk waaren zo vtr ymant myt dat corpus yan denfelven Steaen te doen ende te ageren mogte h-'bbcn, van Jchulden, Jctatde, oJF dcrgelyken faken; als te zien in eene "handeling van 1551 by Mr, van Hattvm Gefchied. der Stad Zwolle, Deel 2. bl. 400. £fc Men begreep, onder zaaken van lchtuden, fchaadc en diergcljken, aüe aanfpraaken, Z 4 met  358 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Margarieten voirg. hem voir ons gedaen van den gelden ltaende op onfen ampten van Zallant en van met welken men den perfoon des verweerders naar zyn Gericht moet volgen, dat is, met welken niet opgoeueren, oneer het Stadgericbt of onder een ander Gericht gelegen of naar haare nature behoorende, die men erfgoed of erfnis noemde, voor dit Gericht moest worden gepleit. Zo ■wordt in eenen zekeren brief van 1462 gezegd: over erfniS' fe, Jchieden endefcliulde, mogen die Scliepenenftgthn, richten ende gicktin; en dit alles wordt aldaar wederomtegengefteld aan zaaken van breuken, welken echter diergeh;ken als zaaken van fchulden gezegd zouden kunnen worden, by Dumbar AnaUQ. tm. 2. peg. 440. Aanfpraaken op beweeglyke goeoeien worden, in dit ftuk, in oen voorz. b::ef, mede onder zaaken van fchaade en (chold begreepen, ge!yk ook in bet Landrecht van Overysfel Deel. 1. tic 4. art. 2. om dat insgelyks daar in de perfoon des verweerders meet ge-Volgd worden. Overysf. Gedenkft. UI. Stuk , bl. 46. £?c. Indien men deeze handeling van 1551 vergelykt met de hies vooren gemelde handeling van den 13 Maart 1564; dan blykt genoegzaam, dat het belang van het verfchil toenmaals, naamlyk in 1551, het Appel be.rof, en niet zo zeer ds wyze van dagvaarding der Steden ter Hooge B;.nk. Hoewel wa;rfchynlyk de Groote Steden, om in het geheelnie:s van de voorz. Refolutie van 1540 te erkennen , ooknietkor.de» toelban, dat by deeze Refolutie wettig zou zyn vastgefteld, dat de Steden door gefiooten brieven, in plaats van door wastekenen, ter Hooge Bank gedagvaard zouden worden. Hiercm , na dat Ly de gemelde handeling van 1551 "de zaak, cangaance het niet Appelleeren van vonnisten der Groote Steden was afgedaan , fchynt geen verdere bedenkelykbeid te zyn gemaakt, of de dagvaarding der Groote Steden zou moeten gefchieden by geflooten brieven dan by Wafchtckenen; gelyk te verneemen is uit de voorgemelde handeling van den '13 Maart 1564. Dat in zaaken, niet tegen Edelen begonnen zynde en evenwel tot dit Geiicht behoorende, deeze Hooge Bank door den Landsheer of deszelfs Stadhouder zo wel met de Steden ais met de Edelen vin de ouc'fte'tyden af gefpannen zy, is my thans genoeg getlceker. Hier toe heef t men zich wederom te herinne, x 3 * * ren,  merkwaardig! brieven er. Jlukken. 35* van Ysfelmuidea en van den anderen gebreken voirt tusfehen hem weezende wyfen wy ende pro- nun- ren, dat de Hooge Bank alsdan geen byzonder Gericht der Edelen was, ooripronglyk inet derzelver Pares door den Landsheer gehouden, AAaar bl. 48. aU ook dat ten tyde toen ook Landswetten by wege van Gericht gegeeven wierden, zulks gefcheidde in de geheele Landsvergadering, volgens een aanmerkelyk voorbeeld van het jaar 1323, te zien Aldaar I. Stuk, Voorb. n. ro. Mr. van Hattu.w OefcMed. der Staa Zw.lie Detk lt bl. 160 , waar van jk on.'at:gs een nauwkeuriger affchrift in een oud gefchreeven Landrecht heb aangeuoffen, 't welk de moeite waard is om hier uit të fchiyven, als volgt: " Int jaer ons heren MCCCende XXIII des fonnendages nae onfer Vrouwen nativitatis doe quarn "„ op fpoelder bergh bifcop Johan van Diest bifcop toe ., Utrecht man ende dienstman ende Steden ende mtneland „' ende daer vraghede een ordeloifer van der fchuren een ', ghemeen lant orber (*) Een man die tende fchuldich is ', te gheven ende fyn faet is rede woe hyt iynen tent heren „ fal doen te weten Ende des ordels wert gheuraget engelbert van gerner Ende hy deeldet aldus Dat die man fynen tent heren dreewerf fal te weten doen Ende dat mach „ hv deen dreewerf op enen dach Ende vertent r.y aan nyet foe mach hy nemen daer toe twe fynen nae bureren ende ,, vertenden hem felven ende fetten op den tynden gasteen '„ groen rysken Voert fal hie fie hoeden UI daghe ende ,, III nachten voer fyn felves vee ende voer anders nye,', ment". Nog een ander veei klaarder bewys van het voorgemelde wordt bevonden in een oud pleit van de Stad Genemuden, gevoerd voor de Bank van den Bifchop en deszeff Raaden, nevens der Ritterjcap ende den dre Steden Divsnter Csmpen en Zwoiie jamentlick, te zien boven bl. 130. Van de wederfproken vonnisfen, die voor de Hooge Bank van den Landsheer geveld waaren, gefchiedde het \v7der beroep aan den Landsheer of deszelfs Stadhouder en Ridderfchap en Steden; welk Gericht van ouds Klaaring is genaamd, Winkof d. I. Overysj. Ceaerkji. III. Stuk, bl. 14. • &c. In de Hooge Bank is het vonnis, om op te maaken, aan . f*J Ten ri tte van he: gemeene Land. Z S  jScTo Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, nuncieren dac fie malckaoder dair voir in den Landrechce dair dac mie recb.ee behoire coeipreken ful- len, aan één der Leden bedeed, en alzo uitgefproken: doch in de Klaaring is over het uitgefproken vonnis geoordeeld volgens de mceite ftemmen; zo dat bet Appel, van de Hooge Bank van Stadhouder, Ridderfchap en Steden, naar de Kiaaring van Stadhouder, Ridderichap en Steden, te vergeiyken is by bet oude Saxifca beroep van een vonnis, door eén oordeehvyzer geveld, en vervolgens door de verliezende party beroepen op de meeste Hemmen van het zeilde Gericht, Aldaar bi. 15. Deeze aanmerking is hier te meer van belang: wyl het anderszins vreemd zoufchynen, dat van het zelfde Gericht naar het zelfde Gericht wierd Geappelleerd; als ook om dat anderszins niet duidelyk te bevatten zyn zou, waar in eigenlyk de Hooge Banx onderfcheiden van de Klaaring zy geweest. Hoe van andere Gerichten naar de Kiaaring zy Geappeileerd: is gezegd Aldaar II. 16. (f; &e. Het bovengemelde Extract uit het Judiciaal Register van Ridderfchap en Steden, van den 12 Oaober 1563, geeft te kennen, dat voor deeze Hooge Bank zo wel in zaaken tegen Steden als tegen Edelen, gewoon pleit wierd gevoerd: wyl het Proces aan één der Leden, om te vonnisfen, overgegeeven wierd: ook kon van het vonnis, zo als insgelyks van vonnisfen, in zaaken tegen Edelen in de Hooge Bank uitgefproken, plaats had, Geappelleerd worden aan den Landsheer of zynen Stadhouder nevens Ridderfchap en Steden. Dit wordt ook door een duidelyk bewys beveftigd in eene zaak van de Stad Hasfelt tegen de Stad Zwolle, van den jaare 1529, by Mr. vanHattuji Gefc hied. derStadZwolle, Deel. 2. bi. 348. In het verbond der opdragt van Overysfel aan Keizer Karel Dfes Ven. was vastgcfteld, dat, indien eenigen twist ofte miUen oprees tusfehen den landen ende Steden lan Overysfel en fall Key Mat. Zyn erven ende nacomelingen hem defen nye: voirder ondervinden dan een guet oprecht Prince ende Furst fchuldich :s ende behoort te doene, Overysf. Gedenkjï.II. Stuk, bl- 293- 6tf- Terwyl het voorverhaalde ons doet b;vroe'. den, Cf) Alwaar in not. lin. 15. in plaats van Landrechte, Hofrechte, lees: landr.-c'rtr en ni:t ten Shuirecktc, Hofrechte.  merkwaardige Iritven en Jlukken. 361 len, Voert wyfen wy Vrouwe Margriete, voirfs. in die Coscen by Steven voirfs. gedaen , in der Recht- den, dat zyne onderwinding in deezen, die Hjra ais Landsheere op'ag, daar in beftond: dat Hy daar overals Richter zat in de Hooge Bank, zonder zeif te vonnisfen. In de Klaaring had Hy eene beflisfende Stem, indien de Stemmen ltaaken. Altaar III. Scuk, inleid, bi Fll.enbl. 301. Voords klagten tegen Ofricieren en Magift: ia'enovtr verkeerd gedrag, omtrent de waarneeming van derzelver ambten, behoorden toe de Hooge Bank, A. '^.r V. S ik, bl. 422. êfc als ook Lyfitraffelyke zaaken tegen Edtlen, indien de misdaad niet baarblykelyk was, A.daar III. S'. 'ik. bl. 180. Bezwaaren over vonnisfen der Marfcfcngpr.cnten mogten voor het Gericht van den Landsheer, dat is, ds Hooge Bark, gebragt geworden, Winhof Déél. 4. yan Marker.gtrichtt. Meer zaaken , dan bier vooren gemeld, heb ik niet bevonden tot de Hooge Bank behoord ti hebben; en in 't geheet behoorden geene zaaken vm Juftitie tot de Landdags vergadering. Dan tot bevordering van de Juftitie , dat naamiyk dezelve voor de gewoone G=ricb:en haaren behoorlyken gang houde, wierd door den Lanosheer of deszelfs Stadhouder voorzien ; Overysf. Gèdénkjf. III. Stuk, bl.101. ge. Na de nieuwe oprichting van dit Gemesnebes* heb ik de Hcoge Bank niet dan in zaaken tegtm Edelen ontmoet. Door de verwerping van de Landsheeren wierd de ouae f: rm m dit Gericht weggenomen, om dat geen Lanisheer of deszelfs Stadhouder , als Richter, daar in voorkomen kon. De Edelen echter hadden belang, dat tan hunnen opzigte dit Gericht behouden wierd: gslyk geschiedde door den Dingweerder mee twee Keurnooten, Landr. van Overysf. Deel. 1. tit. 20. art. t. Daar te vooren de Hooge Ban's bekleed wierd, zo als Winhofzegt, door den'Landsforste, ofte zyn Stadthouder met fynen kirnoten, byf.'.teren i-rJ dinckverdtr uth der Ridderfch unnde dreen Steden, Deyenter, Campen und Zwa'.le. Men behield na de nieuwe oprich ;n^ der Gemeenebesten deezer Unie hier en elders eene vertopning van Landsheer, voor zoverre eet i^ bela.-.g zulks fcheen te eifchen en de Staaten goedvonden. De Steden in tegendeel hebben dit Gericht, welk, door gebrek van deszelfs oude form, r.iet meer beftond, ten haaren opz'gte niet  352 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, Rechtvorderinge van der- faeke voirg. daer aff wy de taxatie aen ons houden Gebieden ende bevelen niet gelieven te herftellen. Waarfchynlyk waaren de Groote Steden te minder hier toe genegen, om da: een zeker overblyffel van de anderszins verdweenen Territoriaale Hoogheid van den Landsheer, over dezelven, daar in was gelegen; als ook om dac het Appel van dit Gericht naar de Xandskiaaring ging. 'T is kennelyk, dat het de Hooge Bank niet betreft, dat vorens het Landrecht D. i. tit. 27. art. 2. over bezwaaren" tegen Refolutien, genomen over marken zaaken, aan de Heeren Staaten wordt geklaagd: waarom ook in die zaaken niet van het vonnis der Heeren Staaten wordt Geappelleerd : Ook is bekend , dat klagten tegen Ofrïcieren en fVla^istraaten over verkeerd gedrag in derzelver ambten, •weleer tot de Hooge Bank hebbende behoord, thans voor de Heeren Staaten dienen; en dac daar heen ook behooren verzoskfchriften ter bevordering van fpoedige RechtsoefFenin" naar den gewoonen loop van het recht te doen , met wefken men zich weleer aan den Landsheer of zynen Stadhouder vervoegde, en welken de Hooge Bank niet betroffen. Indien men onderftelt, dat, by gebrek van Hooge Bank, of ander Hoog Gericht, zaaken tegen Kleine Steden, zo veel wel eer voor de Hooge Bank hebben behoord, nu voor de Staaten, op Landdags vergaderingen, moeten gebragt worden; dan komt vervolgens in aanmerking, opwatwyze daar in' naar de Conftitutle van Regeering, die niet wisfelvallig'zyn kan, gepleit en gevonnisd moet worden. Dat de Corpora "van Steden gemeenlyk voor eenHooger Richter onder wiens gebied zy gelegen zyn, worden aansefproken , is bekend. Dit had ook plaats omtrent de itunicipia van het Roomfch gebied. Steden, onder een Hooger Overheid geze;en, worden inbetrecht aangemerkt als p-rfoonen, behoorende onder het Gericht, welk zich over het Land of Heerlykheid, waar onder zy Resforteeren uitftrekt. Terwyl het Corpus of perfoon van elke onderhoorige Srad geen ingezeten van zyn eigen Corpus of perfoon is. De oorfpronglyke gefteldheii der Steden geeft ook te kennen, dat dezelven geen ander Gericht hebben, dan aver dk Bergers en Ir.vtoeners , en dat, hier undergehörsn 4li-  marwaardige brieven en Jlukken. 50*3 len allen onfen Amptluden Schouten Richterea dienren ende onderfaten ende eiken byzonderen dat alle Borgers unde Inwöentrs mit den gruwden und guderen bijt. nenwigbeldes Wihhof, Deel. 4. Rubr. Van Stadtgerichte; Hierom is van ouds in deeze Provincie een recbc geweest, dat de Corpora der onmiddelyk aan den Souverein onderworpen Steden voor de Hooge Bank gedagvaard hebben moeten worden. Geheel anders is dit gefteld in aanfpraaken op goederen, onder het Stads wigbeld of Stadsgebied of onder een ander Gericht gelegen, of naar derzelver nature behoorende, legen eene Stad gemaakt wordende, waar in geen aanmerking, waar terplaatfede verweerder een ingezeten zy, vallen kan. Hoewel alsdan eeneSurrogatievan een ander Richter of Magistraat, die het Stadgericht derzelver Stad bekleede, indien het goed aldaar gelegen is, en naar zyne nature onder geen ander Gericht behoort, kan geëifcht worden. Want volgens het recht deezer Provincie worden geen zaaken, om reden van onbekwaamheid des Richters van het Competent Gericht, voor eenHoogerGericht getrokken, add. Cajac 9. obs. 23. Dewyl nu de onmiddelyk aan de Provincie onderworpen Kleine Steden in zaaken , waar over zy van ouds voor de Hooge Bank gedagvaard zyn, of nu voor de Landsvergadering gedagvaard worden, aantemerken zyn als ingezetenen van den Lande: zo fchynt te volgen, dat het Landrecht tegen haar moet in acht genomen worden, gelyk dit oudtyds voor de Hooge Bank, in zaaken tegen haar in acht genomen wierd. Derhalven, in plaats van oudtyds voor de Hooge Bank, behoort thans voor Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden, of, op dat bet pleit op korter termynen voordgaa, voor een door Hun Ed. Mog. te Delegeeren Richter, tegen haar volgens Landrecht gepleiten , op Ad vvs van Rechtsgeleerden, gevonnisd te worden; en tegen eene Stad in eene Heerlykheid als aan de Heerlykheid onmiddelyk onderworpen, voor het Gericht van den Heer. Ik houde het daar voor, dat het voorgemelde ook plaats heeft tusfehen de Provincie en het Corpus eener Kleine Stad, in zaaken, waar in voor geen ander Gericht dan voor Ridderfchap en Steden het pleit begonnen zou moetenworden. Wat voor zaaken hier door verdaan worden, fchynt gedeeltlyk uit het Landrecht, gedeeltlyk uit het Algemeene recht van het Duitfche Ryk en gedeeltlyk uit de Naarder TJ- nie,  364- Overysfelfch Gedenkftükken, Fide-Stuk, dat fie Steven voirsf. quyt holden van der aenfprae. ie voirfs. hem genieten latende onfs fententie voirfs. nie, te moeten opgemaakt worden. Zaaken, waar in met de Piovincie wordt gepleit over goederen, onder het Stadsgebied of onder een ander Gericht gelegen , of naar derzelver nature behoorende, komen niet voor Ridderfchap en Steden. Ik twyfel niet, dat ten tyde der Landsheeren, toen dit Gewest onder bet Dui-fche Ryk behoorde, het Algemeene Recht van Duitsland wierd in bet oog gehouden, in de vraag aangaande het Competent Gericht, omtrent gefchillen van den Landsheer en van de Provincie onderiirg en met anderen, als ook tusfehen Leden der Provincie over derzelver gezag in de Regeering des Lands. Volgens dit recht is ook te verftaan, 't gene WiNHOFzegt: die Landtfate heffe fynen Landtrichter, die Borger fynen Borgemeyfter, die man van Aiei fynen Heeren, die Heer fynen Prineen unde Ksyfer, Deel I. art. ir. in net. Van zodane pleitgedingen zyn my echter geen voorbeelden, van den tyd der Landsheeren, voorgekomen; dan wel dat ('t welk ik in het voorbygaan aanmerke) fomtyds de vraag viel, of deeze of gene door den Landsheer gedaane kosten uic zyne Domeinen, anders genaamd deszelfs Tafelgoederen, dan uit de Domeinen van de Provincie, of, om gebrek van genoegzaame opkomften derzelven, by wege van uitfehryving van Schatting, betaald zouden moeten worden. Zie OverysL Gedenkft. IV. Stuk, bl. 123. V. Stuk, bl. 38 (fe. 40 fife 276 fifa welke aangehaalde plaatfen ons de huishouding des Lands, onder de Landsheeren, te kennen geeven. add. Putfendorf jus nat. tfgent. lib. 8. cap. 5. g. 8 Zo zegt ook Winhof , dat des Heeren zaaken en des Lands zaaken onderfcheiden wasren , Deel I. art. 17. add. Overysf. Gedenkft. IJL S:uk, II. 67 (yc. Van het gevai vaD pleit, door den Landsheer tegen eene Stad begonnen voorde HooseBank, ontmoet men een voorbeeld in de zaak van den Dros: van Twente, namens den Koning van Spanjen aangevangen tegen de Stad Oldenzaal over de jagt en over verfcheiden Regalien , welken, als den Landsheere zullende toebehooren, toen aan Oldenzaal, hoewel vergeefs , wierden betwist, Aldaar I. Stuk, bl. 103 (fc. Doch ik achte dat het zeker is, dat na de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest, over Vryheden, Regalien, en gezag in 's Lands Regeering, van Kiev-  marrsardigs brieven en pukken. 365- voitfs. Behoudelick Vrouwe Margriete voirfs. hoere aenfpraeke vaa dea anderen georeken jn dea lant- Kleine Steden en anderen, waar door het Hoog gezag van de Ridderfchap en de drie Groote Steaen nauwer bepaald of minder bevonden wordt dan het anderszins zyn zou; en in het algemeen over de paaien van het hoog gezag der Leden over een of meerder Leden; niet voor de Landsvergadering der Ridderfchap en drie Groote Steden gepleit zou moeten worden: aangezien in dit geval het gefchii zou zyn met deeze Hooge Leden, wier byzonder belang van oeffe' ningvan gezag ik alsdan voor eene ge-.oegzaame reden houde zou, om te beweeren, dat het gefchileigeniys niet beitaat met de Provincie maar met hun, en dat a.sdan'met dezelven, Eiet als Sou~erein, maar als Leden der Provincie, volgenshec eerfte artikel der Naardere Unie van Utrecht, in zodane gefchillen, zou behooren voordgevaaren te worden; zo dac de gefchillen door Arbiters of te verkiezen Richters, bygewoon pleit, zouden behooren afgedaan teworden. Zieook Mr. N. Bondt, Verklaar, dtr UrJe van Utrecht, art. i. J. 26. Gefchillen over vryheden en Re^aiien, van desze of geene plaats, met den Landsheer, konden niet aaDgemerkc worden als gefchillen m<:t de Provincie. Ook de Landsheer zelf was daar in geen vonntsgesver, maar de Ridderfchap en de drie Groote Steden fpanden met den Landsheer de Hooge Bank, voor dewelke hy zyne kiagte bragt; zo dat het vonnis, om optemaaken, aan een der Leden wierd hefteed enz. gelyk noven is gezegd. Voords dewyl, na de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest de Ridderfchap en de drie Groote Steden het bewind van den Landsheer voeren; zo beftaan diergelyke gefchdlen nu ook elgenlyk met deeze Leden, die io zodane gefchillen hun gezag, welk zy over de Proviccis voeren, \oordzetten, zo wel als in de zulken, die tusfehen één of meer Leden en de overige Leden over de Regeering van den Lande mogten ontftaan. Een voorbeeld van deeze foort, van den tyd der LanJsheeren, ontmoet meD tusfehen de Ridderfchap en de drie Groote Steden, in den jaare 1561, over de ftemminff der Leden van de Lands Kiaaring; welk gefchii door tusfehen fpraak en vergeiyk is bygelegl. Overysf. GedmklK F. Stuk, 11. 40. Indien de Leden eener Republyk, die de Oppsrmagt oefFenen, zelfs Richters zouden zyn over het Se-  §rJ6 Overysfelfche Gedenkftükken, Vide Stuk, lantrechte op Steven voirfs. Ende wy gebiedea Vrouwen Margrieten voirfs. myt rechte nyet verre jn gezag, welk zy over de Provincie in het gemeen of over zekere plaatfen van dezelve in het byzonder zouden hebben, als ook over het gezag, welk andere Leden nevens hen meenen te bezitten; dan zou door de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest een willekeurig Aristocratisme zyn gevestigd. Doch juist het tegendeel van dien geeft ons he; etrite artikel der voorzeide Naardere Unie duidelyk te kennen. Wat aangaat pleitgedingen, over Patrimonieele zaaken, door een Heer eener Heeiiykheid in Overysfel te beginnen tegen het Corpus van eene Stad, die onder zyne Heerlykheid Resforteert, dezelven behooren, naar de regelmaat vaa het voorzeide recht, (in zo verre de ligging van goederen , of pleit by Arrest op goederen, hierin, volgens het recht, niets anders më-e brengt,) voor het Hoo^fte Gericht der Heerlykheid. Want (gelyk boven aangemerkt is) eene Stad, .Jie onder eene Heerlykhei 1 Resforteert, is een onmiddelyk ingezeten van dezelve Heerykheid, en middelyk van de Provincie : terwyl de andere Kleine Steden, die onmiddelyk Rïsforteeren onder de Provi:.cie, onmiddelyk ingezetenen van de Provincie zyn. Dat in dit geval de Heer, als in zyn eigen zaak, een onbekwaam Richter zy; en dat hy daarom zyn Gericht alsdan niet kan beklemden: dit heeft by ons geen ander gevolg d^n dat een ander worde G-.furrogeerd tot Richter van dat Gericht: om dat, geiyk boven reeds is aangemerkt, de onbekwaamheid van een Richter, om welke hy gewraakt kan worden, in deeze Provincie geen Dcvolutive uitwerking heeft, dat is, dat daar door de zaak niet voor een hooger Richter kan ge:rokken worden. Men beeft van ouds hier te Lande begreepen, dat de Gerichten altoos bly en fhn ; houden; mits in alle gevallen door bekwaame Richter.1- wordende bekleed. Dit vlcehook uit het Vaderiar.afch grondbeginfel, waar naar de Gerichten, volgens derzelver verfcheiden foorten, worden aangezien als aan die plaats, aan die goederen, aan die perfoonen, of aan die zaaken, order de Gerichten behoorende, verknocht; en niet als met den perfoon des Richters vervallende Een verder gevolg hier van is, dat hoewel een Richter, hy zy dan een Heer eener Heerlykheid, cf arder Rich.  rr.erhvaardige brieven en ftukleiu 36"? - in der faeke van den gelde nae jnnehout onfs fententie voirgemelt te fpreken oif myc rechce te ver- Richter niet als Richter is aan te merken in alle die gevallen waar in hy geen bekwaam en dus een wraakbaar Richter'is- evenwel de raagt van Cognitie, Decifie en Executie by' het Gericht blykt: daarom ook zyn de regels van hst Roomfche Recht, dat een Richter geen magt oeffent over zich e»lven en dat hy niet aan den Rechtsdwang van zyn minder, noch van zynsgelyken onderworpen is, by ons, in het ftuk van Gericht, van geen gebruik. O ntrent Dleitzaaken, door eene Stad tegen haaren Heet «ntevamten , is te letten dat de Heer is een ingezeten var» het Gericht, alwaar hy in zyne Heerlykheid woont, ett aldaar over zaaken, in welken de perfoon moet gevolgd! worden, in hst recht betrokken wordt; in zo verre hy, rn, d» Ridderfchap befchreeven zynde, zich niet op de Hoog» .Bank ais het Gericht der verfchreeven Edelen deezer Provincie beroepen kan; doch in andere zaaken, voor het Gericht der plaats, waar onder het goed gelegen is, of naan zvne nature behoort. H-n eene hier van «nfpraaken van den Heer eener Heerlykheid tegen het Cor)>*s zyner Stad, en van het Cj-purdet. Stai te*en den Heer gezegd is, betreft geen Staatszaake* maar Patrimonieele zaaken, die door ingezetenen, bet zj enkeie perfoonen, het zy Onpora van de Steden of anders.Unit-eriUiten, in rechte voor perfoonen gehouden worden, de, bezeten kunnen worden, waar onder ook de Rechts-. y&SSSFïï** Videdandfch recht, dat de Rechrsdwang aan den grond verknocht is, en onder onbeweeglyn ke coedere.1 b3hoort (ai*. RsirsCHiLT tefidcxm*. cap 5. « 18. is zeketlyk zo niet te verftaan, als oS de Rechtsdwang zqi) moeten aangemerkt worden als een m»d cïlegen, by voorbeald, binnen het wigbeld of plaatsfyk"e ül^ftrektheid van he: gebied eener Stad, zo dat over Schillen daaromtrent, tusfehen den Heeren eene Stad zyner BeWheid, gepleit zoa moeten worden, voorhe StadSchn even ■IcTom rechten met welken de goederen aEgelegen. zyn bezwaard, dat is, rechten d.e als eer» tedècke van het recht van eigendom, dier goederen of als f ene vermindering ran <$ rechr van eigendom, worden aan-  368 Overjsfelj'clie Gedenkftukkeii, Vide Stuk, volgen fonder argelist hier weren aver ende aen die Eerbaren onie lieve getruwe Vicaris fiovemeister Kae- gemerkt: reien waarom over zodane rechten voor het Stadgericht gepieit wordt, *t en zy deRecbtsdwang van het Stadgericht anders zy bepaald. Want dat deeze reden hiergeerje toepasfing heeft, blykt als men aanmerkt, ddtdeRecbtsdwang zo zeer onderfcheiden is van den eigendom van goederen, onder het Stadsgebied gelegen, dat dezelve noch alt een deel, noch als eene vermindering van dien kan worden aangezien, Modest. Pist. Cons. 21. n. 75.ro/. 1. Wesenb. Cons. 67. n. 27. Mekoch. Cons. tl. n. 8. vol. I. üokzou het eene blykelyke ongerymdheid zyn, dat de betrekkirg, welke de Rechtsdwang, gelyk ook alle uit de Oppermagt voord» vloeijer.de rechten, als ook de Oppermagt zelve, tot den grond hebben , eene hoedanigheid van den grond zou zyn, die te wege brengen zou, dat de Rechtsdwang en alie rechten, die van de Oppermagt zyn atgevloeyden de Oppermagt zelve zouden goederen zyn, gelegen in een Stadswigbeld: en dat derhalven eene Stad, behoorende onder eene Heerlykheid, als ook andere Kleine Steden, ormiddelyk behoorende onder eene Provincie, daar over bet Gericnt in den haaren zouden hebben, zo datflechts, om reden van Su'picis tegen den Magiftraat der Stad, een ander Richter, in plaats van den Magiftraat, daar in Gefurrogeerd zou worden. De Rechtsdwang behoort zo weinig onder de piaatslyke uitgestrektheid van het Stadsgebied, dat integendeel deeze plaatsJyke uitgeftrektheid onder den Rechtsdwang behoorr. Het Corpus van zodane Stad, een pleitgeding over den Rechtsdwang of gedeelte van den ze:ven ten Posfesfoir o£ ten Petitoir tegen den Heer zullende beginnen, moet derhalven het Gericht volgen, alwaar de Heer aanfpreekelyk is; gelyk hy is voor bet Gericht, in de Heerlykheid, daar hy woont en de zaaken ten Posfesfoir of ten Petitoir behooren; of voor de Hooge Bank, indien hy in de Ridderfchap befchteeven is. Ook volgt uit het voor verhaalde, dat de Heer, het Corpus van de Stad daar over willende aanfpreeken, hetzelve, als een ingezeten, die behoort onder het hocgfte Gericht, der Heerlykheid, voor dit Gericht, bekleed door een ander in plaats te furrogeeren Richter» in het recht betrekken moer. Incien men zou ftellen, dat een Heer van eece Heerlykheid  merkwaardige brieven èn jiukken. §5$ Raede ende anders, Meister Johan müicis Proest ons kereken t' Arnhem ende tlant Johan Tutrecht Roeloff van Bevervoerde Derick van den Schulen* borcli Arnt van Bevarfoerde Gerit van Zuylen var» Bliekenborch ende meer gueder lude jn oirkondi f briefs befegelt myt onfen Zegell Gegeven jn onsf. Stad van Deventer jnt jaer onfs heren dufent vierhondert fefs ende festich op ten feftienften dacü in Octobri. - Verklaaring van Bifchop David , dat Arent van der Klocke hem heeft te kennen ge* geeven, dat hy eenwelgebooren Dienstmvt is, van 1491* Ët Diverforio Davidis de BurgundiaEpisc. TraiY MSCti fol. CCLX. Vfo. Wv David &c. maken kont allen luden dat op dach. da^ beid zyne onderhoorige Sta J weleer (gelyk omtrent onmiddslbïsre Steden van Overysfel plaats had) voor de Hooge. Bank zou hsbhsn moeten aanfpreeken; als ook dat hyald'.jr dcor zyne Stad alioos zou hebben moeten aangefprok:-^ ■worden: dsn zou dit oos nog aldaar, en niet op de Landsvergadering , g^fehieden moeten. Anderszins zou hj(ftrydig met de uitdrukkelyke woorden der Naardere Unis art. ij) door de nieuwe oprichting van dit Gemeenebesc» van zyn recht van Appél naar de Landsklaaring, waar heen. Van de Hooge Bank en niet van de Landsvergadering Geappelleerd wordt, wederrechtelyk verdoken worden. Doch ditniet kunnende gedeld worden; zo vertrouw ik, dat, volgens aüe grondbeginfelen van het Vader landfch Recht in aanfpraaken van den Heer tegen zyne Stad en van de Stad tegen haaren Heer, moet plaats hebben het gece hier vooren is gemeld. Aal-  3"o Overysfelfche Cedenkflukken, Vide Stut, datum van defen onfen brieve voir ors gecomen is Arent van der Kloeke ende heeft ons te kennen gegeven dat hie een wailgeboeren Dierstman (i)onfs geftichts is van vader ende moeder ende hie tot alfuiken rechte ende gewoenten ftaet ende ftaen fal als anders onst gemeene wailgeboeren dienstlude van onfen lande van Vollenhoe ftaen ende oick nyet verre (2) fchuldich is te doen dan ons wailgeboeren dienstlude van onfen lande van Vollen hoe.voirfs. fonder argelist ende want dat aldus voir ons befcheitis hebben wy des tot oirkonde defen brieff mit onfen fegel doen befegelen gegeven op onfen ilcte tot Duerftede jnt jair onfs. Heren Dufent IIlIcXCI. op ten Vllen. dach jn Februario. Bezolding van twintig perfoonen, op de gr en' zen en in het Land van Twente, ter lem veiligi?ig van het zelve, in 149 r. Ex Diverforio Davidis de Burgundia Episc. Traj. AlSCt. fol. CCXCVHI. In manieren naebefcreven wiil myn genad. Her van Utrecht verfolden fynre genaden Huysmarfchalk Koloff de Vos van Steenwyck Johan van Jtterfum ende andere fynre genaden dynre tot twintich perfonen ende peerden toe die op ten palen ende in den lande van Iwenth wefen ende leggen fullen , jnt eerste willen fyne genaden fycre genaden Huismarfcbalck voir hem myt drien knechten ende IIII peerden fes ende dertich ftuvers twebutkens voir eiken fluver gerekent ende voir elck man ende peert voir eost foldt elkes dages doen betalen feftien butkens pay- Cil ZielIIStvk, deezer Gedenkft. K 44. (3; Verer, verder.  merkraardige britym en fiukkjrr. 371 payment des iacts van Sallant, ende dair toe willen fyne genaden hoer hoenneer wefen voir fchsde fy ia den velde, orfte voir den vianden ofte van den vyanden bewyslyke hadden ofte kregen, ende vorder nvet, dés fall myn genad. Heer heben fynre genaden rechten, van"alle gewyalykefyre gezsdei cvenre ende raterea opeen vyanden wervende we:dén nae olden gewoentea foaderaxgelisc, Defercedalen fyn twe alleens fprekende myt eenre hy.t gefcreven by fvnre genaden bevele jat jair opies Heren Dafec't vierhondert eea ende tnegentich op een aegenden dach jn Novembri wt malkanderen geiaeced =".-e Ik vinde ook alsnog geen zwaarigheid, om dit. gevoelen m zo verre te behouden, dat dit Graaffchap in Ameland gedeeltlyk mede aan de linker zyde van den Yslel gelegen zy geweest. Inmiddels heeft het uitgewrochte werk van den Heer Profesfor P. Bondam (2) naderhand my handleiding gegeeven, om dit Stuk wyders te onderzoeken, en myne begrippen hieromtrent ter beoordeeling voor te ftellen. Volgens het oud gevoelen was het wyduitgeftrekt Ameland gelegen niet alleen aan de linker maar ook aan de rechter zyde van den Ysfel, die in de negende eeuw aldaar het Land der Saxers van dat der Franken fcheidde (3), Ik meen dat, om deeze bevatting (1) #eri». en WereUl. Dev. Boek 4. Hoofdjl. i. (2) Charterboek der Hertogen van Gelderland en Graavenvan Zutphen, I. Deel. J.Scuk. bl. 115. &c% {3) II. Stuk, deezer Ged. bl. 9. (j'c, A 9 5  376" OverysJelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, ring te wederleggen, niet dienen kan eene zekere plaats van Sioebertus (4) in de woorden; ex pasa &axonw Hamelant oriundum. Wan t indien het zo is dat Ameland ook mede aan den linker boord van den Ysiel was gelegen ; zo dat 'er toen ter tyd niet alleen een Ameland der Saxers zy geweest maar ook een Ameland der Franken; dan kon ter bepaalina: van de plaats, die deSchryver bedoelde, inzonderheid dienen , dat hy zich uitdrukte, of hy hec Ameland der Saxers meende dan der Franken JJit doet hy in de voorzeide woorden. De bvzonderheid zelfs, dat hy den naam des ganfchen Lands, naamlyk Saxen, hier heeft bygevoegd; daar anderszins zulk eene nauwkeurigheid niet wierd vereifcht. noch doorgaans is gebruikt; fchynt te dienen tot be' yeftigmg, dat hy de verdeeling van het Land Ameland, tusfehen deeze twee volken, in het oog gehad heeft. Voords Keizer Karee de Groot en deszelfs opyolgeren, de magt verkreegen hebbende, om zo wel de Landftreeken der Saxers als der Franken, toen dezelven tot één volk geworden waaren, in Graaffchappen afcedeelen Q5) , konden vervolgens de paa en van het Graaffchap Veluwe naar hun believen ftellen; en een gedeelte van het Land, aan de linker zyde van den Ysfel gelegen, by een Graaffchap , gelegen aan de rechter zyde, voegen. Dit alles zo zynde, dan zullen de verdere redenen, door den Heer Bondam voor deszelfs cegeDgefteId gevoelen byge. bragt, myne aanmerkingen niet behoeven. Ook zou ik te overvloedig handelen, indien ik de bewysredenen, die voor dit oud gevoelen deezer ligging van Ameland pleiten, bier herhaalde. Alleenlyk zal ik hieromtrent nog aanmerken, dat ook zelfs een brief van hetjaar 855, door den Heer Bondam, M. 31. geplaatst, hier tot bewys kan dienen. Aldaar worden eenige goederen, gelegen inPagoHa- mu* (4) Aangelnald door den Heer Bonjmrj bl. 62, not. *. té II. 43. not. a. (5) JLStuk, deezer Gedeiift. U. 17.  merkwaardige hieven en Jlukken. 377' Dtnlande in Comitatu Wigmanni 6? in Pago Batu® in Comitatu Ansfridi, gezegd te zyn overgeeven/ècan» dam legem Ripuariam &? Salicam, dat is, volgens dewetten der Franken, en niec volgens de wee der Saxers : wyl die goederen niet in den Pagus Ameland, ter rechter zyde van den Ysfel, en dus in geen Saxonice Pago Ameland gelegen waaren. Dit blykt ook naarder uit de opnoeming deezer goederen, aldaar gedaan in de woorden: Hac fant nomina locorum pree-, fata hereditatis (tfc. waar onder ook geteld worden goederen inden Pagus Veluce, zynde een gedeelce vm den grooter Pagus Ameland, gelegen. Dat ook de overgift moest gefchieden naar de wet des Lands, alwaar de goederen zyn gelegen, heeft de Heer Bondam zelf aangemerkt bl. 81 &?82. Hiertoe ook zou, by tegenftelling, aangemerkt kunnen worden, dat Vrouw Adela eene zekere opdfagt van goederen, door haar Vader Wichman, Graaf van Zutphen gedaan, zocht te verydelen: om dat haar Vader, volgens de Saxifche wet, geen opdragt deezer goederen, gelegen in het Graaffchap Zutphen, 5t welk ligt ter rechter zyde van den Ysfel, en dus tot het Land der Saxers behoorde, zonder haare toelaating en bewilliging zon hebben kunnen doen (6). Ik zie daarom geen reden voor de onderftelling van den Heer Bondam: naamlyk dat het voorzeide aan den Bifchop gefchonken Graaffchap in Ameland, waarin Deventer was gelegen, doorden Ysfel zou zyn bepaald geweest. Ondertusfchen moet ik, thans beter onderricht, toeftaan, datditGraaffchap meerendeels zy bepaald geweest door de Heerlykheid Diepenheim, het Graaffchap Twente, het Graaffchap Zalland , zo als dit Graaffchap toen zich uitftrekce, en het Graaffchap Veluwe. Zelfs meen ik, dat de bepaaling van deeze Landftreeken toen ter tyd zo ongetwyfeld zeker was, dat de Keizer bykans niec meer dan van ééne zyde dit Graaf- ( Die worde doar dea Heer Bondam zo niet begreepen, meenende, dac Islegouwe dezelfde Landftreek zyn zou, die elders wordt genaamd Isloi, oudtyds de naam vin meer dan één omtrent den Ysfel ge'legea gewest. Datech-ter islegouwe en Isloi zeer onderfcheiden n:-:.msri zyn, meen ik te moeten vascileüen: om dm»»,Mg of zcz-i in 't gemeen eene Landstreek bi •:?'■■: ent: daar lo of loi ia het byzonder te kennen geeft pen laage Landflreck. Zo zyn ook Weftergoen Wefterio onderfcheiden benaamingen. Zelfs kom: rny waarfchynlyfc voor, dat in het wvd uitgeïïrekt I~Isgouwe of Zalland (17), oudtyd's geiegea zj ge (15) n. Stuk ittzir Gsder.kjl bL 5 c?c (15 ■ {9. (17} A..ii:s -:. -p. VI. Sits. B b  8g4- Overysfelfche Gedenkftükken, Fide Stuk, weest een Pagus of Landftreek, voerende in het byzonder den naam van Isloi, en wordende aanlslegouwe cegengeiceld als eene foorc aan het algemeen: gelyk ik zo even aanmerkte, dat de eene benaaming is Generaal, doch de andere Speciaal. Hier toe zou ook gelet kunnen worden, dat een zeker Graaffchap, welk de Graaf van Gelderland in het jaar 1225 aan den Bifchop afftond , in dea brief zelve wordt gezegd een Graaffchap in Zalland, en door een gelyktydig Schryver een groot Graaffchap in Zalland (18). In den grooten Pagus of Graaffchap van Zalland was derhalven een kleiner Graaffchap gelegen aleer de Bifchop dit verkreeg: gevolglyk was dit teen reeds van ouds onder den naam van Zalland begreepen. Evenwel is te vermoeden, dat de Hertog van Locharingen, die in den voorzeiden brief gezegd wordt, dit Graaffchap in Zalland wederom aan den Hertog van Gelderland ter Leen te hebben gegeeven,het zelve nevens de Veluwe, als een byvoegfel, oudtyds van den Bifchop van Utrecht heeft verkreegen (10). De Edelman Gerhard van Eukhorst bezat dit Graaffchap, in het voorzeide jaar 1225 ter Leen van den fdercog van Gelderland (20). Wanneer men deeze omftandigheden van dit Graaffchap in Zalland betracht, dan twyffel ik niet of het was gelegen naast de Veluwe en in de buurt van Eukhorst, de juifte plaats van den Pagus of Graaffchap Isloi, die derhalven was gelegen in den grooter Pagus Zalland. Dit is nog te meer waarfcnynlyk, als men let, dat geen blyk van eenig Graaifchap in Zalland, buiten dit Isloi, wordt bevonden. Voor het overige is my onbekend, dat door geloofwaardige Hukken zou beweezen kunnen worden, dat het Land van Zalland anders dan onder den naam van Islegouwe door den brief van 1086 aan de Kerk van Utrecht zou geIchouken zyn. BLAD- (18)' Maar bl. 72 &e. (ja; Aldaer bl. 7+ £ff. (2cj Aldaar bl. 73 cjfr.  BLADfYZER VAN DE VOORNAAMSTE ZAAKEN EN VAN EENIGE MERKWAARDIGE WOORDEN, A. ► Aalt f ge. 337. Achter Richter. 311. jtiast Agattalda^urg. 3JJ0 &C. Akuü. HeeHyxheid, en van weike foort. 293. 104 &c. Dit bragt gene verpiigting mede om zulk een recht aan te neemen. 88. Voor recht te doen hebben. 84., 87. Voor recht, 92. Recht vry eigen goed. 290. Rechtsdwang aan den grond gehecht. 367 &c. Rente. Verjaaring derzelva in tweeëndertig jaaren. 85. Roeten. 77. Runen. 93. Ruvoeder. 327, & Sant Marten toèbehoorig Man. TiScharen. 62, 88, 90. Schamen. 302, 323. Scherprichter, hoe het vonnis gaf. 12 &c. Schoecke. 60» Ssboet. 60. Schieten. 60. Schinen. 333. Self ander. 83. Setfs twaleften. 87Sene. 65. SlicUe. 59. Steden, derzelver recht van eigen wetten en ahdsre rech» ten. 3 &c. Inbreuk op de rechten der Kleine Steden. 4 &c. Delibereerende ftem der Kleine Steden ter Landsvergadering. 29, 209 &C Gelykheid van alle Kleine Steden omtrent derzelver recht ter Landsvergadering. 209 &c. Derzelver oudtysgebruikelyk Gericht van Schout en Schepenen. 255. Stemliken. 69. Recht der Kleine Steden omtrent het Reglement van Regeering ten aanzien der verkiedng van Burgemeesteren en Ge> meentslieden. 257. Corpora der Steden voorde Hooge Bank in het recht getrokken. 354 &c. Corpus of perfoon eerïér Stad is een ingezeten van de Provincie. 362. Zaaken tusfehen de Provincie en KleineSteden. 363. Magiftraaten der Steden hebben van ouds niet onder den Drost behoort. 374. Sticken. 345. Surrogatie van Gericht, jffoj 366. Suthempe. 382. £b5 r  302 BLADvVTZER van de VOORNAAMSTE T. Tegen. 66. Tens. 71. Testament. Befetten toe Tes- tamente. 85. Toem. 60. Tollen der Frankifche Koningen. 16. Vryheid van tol door den Lande van Twen% te en door alle veerftallen aldaar aan de Steden Deventer, Campen, Zwolle en Hasfelt door den Bifchop gefchonken. 16. Touwe. 60. Tuick 82. Twefnyders. 86, V. Vit/praalt tusfehen den Bifchop van Utrecht en de Stad Groningen. 306. Tusfehen den Bifchop van Utrecht en de Stad Steenwyk. , 328. Van Bifchop David van Burgundien tusfehen de weduwe van Dirk Kamferbeke en Steven 'EAU' ' rfiiBEKE, 35Z. V. raet. 68. Varwarke (Hof te) betekenis - van dit woord. '298. Verdrag tusfehen den Bifchop van Utrecht en Bereno Heer van Ahuis, 289. Tusfehen Engelbert van Zalve en den Bifchop van Utrecht. 299. Tusfehen Herman van Kepfel en Herman van Twikkel. 310. Tusfehen den Bifchop van Utrecht en de Kerspelslieden van Blesdyk. ' 335- Vergonnen. 127. Verhalinge. 80. Vethyde. 61. Verre. 69, 70, 370. Verwisjelen van hoorige Heden. 317. Voerflag. 329. Vogels kurden. 110. Veilenhove (Stad) merkwaardige Refolutie van Ridd. en Sted. van den 26 Maart 1779 omtrent het recht deezer Stad. 50. in not. Volvaren. 72. Voorrecht aan de Stad Cara-" pen gegeeven. 314, 342. Vrede. 65. Vreden. 70. Vtybrief van een Sant Martens Hofhoorigen. 347. Wf  WOORDEN EN ZAAKEN. • 3°5 Wilkoer. 70. Wifel land. 325. Wtleggen. 63. Wyncope. 327. Z. Zaaken van fchulden, fchaade en diergelyke. 357. Zaehvolde. 84- Zalland. 383 &c. Zedemuden of Zelmuiden. r." Zwolle, fteiling deezer Stad als of hét Zwarte water haar byzonder water zou zyn. 18, Watt. 68. Wand. 334. Wapenrocht. 6*r. Weder. 318. Wederwerk. 69. Welgebooren Dienstman. 370. Werf. 83- Wetten by wege van Gericht gemaakt, 359. Wet der Saxen en Franken. 377* Westerfiier. 380. Wiet. 290. Wight. 59.  VOORNAAMSTE DRUKFOUTEN. BI. 22. lin. 23. bezie, bezit gezet. Bl. 23. in not. negens, nergens. Bl. 27. Ua.6. Konigs, Konings. lin. 8. het grootfte, een groot. Bl. 37. lin. i8.tusfchea den Magiftraat, tusfehen den Drost en Magiftraat, Bl. 43. lin. 28. oorzaak tot, tot. BI; tji. in not. bekent, betekent. BI. 80. lin. 35. pos, post. Bl. 82. lin. 11. fchilt, ende den Schepenen een olden fchitt. Bl. 83. lin. 6. fal, fal fe. lin. 24. XXXVII. lees XXVII. lin. 25. mathias, mathias dach. lin. 32. onfer, onfen. BI. 84. lin. 13. moet op den kant getekend zyn Fol. XXVIII.Bl. 85-lin. 5. geftoen, geftaen. lin. 28. oldeu, olden. Bl. 88. lin. 4. de, de my. Bl. 89. Ho* i. 'er,er. lin. 4. XUIC. leesXIII. lin. 21. mannyck, mannych. Bl. 91. lin. 4. fulfen, fullen. lin. 28. claegede, toe claegene. lin. 30. hier, hie. lin. 34. XXIII. lees XXHII. BI. 91. lin. 30. von, van. Hn. 31. unfer, unfen. BI. 93. lin. 21. XLXVI. lees XLVI. Bl. 94 lin. 6. hier, hie. lin. 13. Ende ist, Ende XX ist. Bl. 96. lin. 8. wuere, waere. Bl. 104. lin. 40. ftat ende, flat onfe. Bl. 128. lin. 27. honen, hoven. Bl. 160. lin. 7. voirf. voirf. lin. 27. attescatatien, attestatien. Bl. 210. in mot. lin. 35. Eebr. Febr. BI. 211. in not. lin. 12. raagt, mag. Bl. 259. lin. l9.Puplicatie, Publicatie. Bl. 312. lin. 26. maendaehes, maendaches. Bl.317. lin. 28. hy dan, hy verfueken an ons vieren voerfs. en wes hy dan. BI. 323. lin. 5. Recesfuam, Recesfuum. Bl. 324. lin. .4. oafen, onfen, Bl. 381. lin. 5. aldenburg» aldaburg. By  By den DRUKKER deezes is onder anderen, gedrukc én te bekomen. I. N. CHOMEL, Algemeen Huishoudelyfc-, Natuur-, Zedekundig- en Konst- Woordenboek, vervattende veels Middelen om zyn Goed te -vermeerderen en zyne Gezondheid te behouden > enz. Geheel verbeterd en meer als de helft vermeerderd door J. A. de CHALMOT. 7 Deelea in groot 4to met meer dan 100 Plaaten. De prys is 00 guld. s. Vervolg op dit Woordenboek, door J. A. de CHALMOT, in gToot-4to met Plaaten, 3 Stukken a 14 guld. 12 ft. NB. Het vierde Stok ftaat binnen kort verzonden te worden. 3. HEUMANN, Verklaaring over het Nieuwe Testament met Aanteekeningen van A. STERK V. D. M. te Amfteldam, 9 Deelen in groot 8vo a 20 guld. 12 ft. Het 10de Deel dat op de Pers is, zal binnen kort worden ukgegeeven. 4. REIZE LANGS DEN NEDER-RHYN over het Loo, Eken, Emmerik, Wezel, Duisburg, Keizerswaatt, Dusfeldorp, Keulen tot Bon, exx voorts over Krevelt, Gelder, Kevelaar, Kleef, Nymegen, Arnhem, Roofecdaal en Dieren te rug. In Oogstmaand des jaars MDCCLXXXIV door een Gezelfchap uit eene der Nederlandfche Steden gedaan. In XXIV Brieven aan eenen Vriend medegedeeld, en met Gefchied- en Oudheidkundige Aanmerkingen doormengd, in groot 8vo. a 22 ÜÜIV. 5. PAULI G. F. P. N. MERULJE J. C Manier van Procedeeren, in de Provinciën van Holland y Zeeland en West-Vrieslandt, belangende Civile zaaken; getrouwlyk en met neerftigheid by een vergaderd uit alle Ordonnantiën, Piivilegien, Inkructien, Misfiven, Acten, Apostillen, enz. tot dien einde in de honderd jaaren herwaards by de Hooge Overheid, of van wegen dezelve uitgegeeven: alles met Civile en Canonyke Rechten, nevens der Rechtsgeleerden zo nieuwe ais oude mee-  meenfrigerï bevestigd: eerst in den jaare 1705 met veele Aanmerkingen van voornaame geoeffende Practizyns; en vervolgens mee Aarteeken in aen, de hedendaagfche Practvk betreffende, vermeerdert, door Mr. GERARüde HAAS. Mitsgaders nu op nieuw overgezien, verbeterd, en confiderabel vermeerdert, door Mr. DIDERICUS LUJLIÜS en JOANNhS van der LINDEN, Advocaaten voor de refpective Hoven van Juftitie in Holland, 2 Deelen in gr. 4to. a 12 guld. 4 ftuiv. 6. GUDE. FRIESSCHE WETTEN, met eene Nederdmtfche vertaaling en ophelderende Aanteekenibgen voorzien, eerfte Stuk in gr. 410. a 2 guld. 8 ft. Het tweede Stuk is op de Pers. 7. LANDRECHT van AÜERISSEL tho famen gebracht vnde vthgelecht, doerMELCHIOR WÏNHOFF, tweede druk, met veele Taal-, Gefchied-, Oudheidkundige en Rechtsgeleerde Aanteekeningen, benevens Registers, zo van Zaaken als van -W£orden- vermeerderd, door J. A. de CHALMOT, in groot 8vo. a 3 guld. 8. NEDERLANDS ADVYS BOEK , inhoudende verfcheidene Confultatien en Advyfen van voörnaame Rechtsgeleerden in Nederland. By een verzamelt, met korte Hoofdftukken van de Materie voor ieder Advvs, en meteen wydloopig Register voorzien, dóór Mr. ISAAK van den BERG Rechtsgeleerde. Tweede druk, geheel verbeterd , van veelvuldige Drukveilen gezuiverd, en en met notabel Advvfen vermeerderd, doorj. A.. D. C. 4 Deelen in'410. a 18 guldens, 9. OVERYSSELSCH ADVYSBOEK, behelzende' merkwaardige zo Confultatoire als Decifoire Ad- ■ vyfen en Sententien , van veele voorn'aame Rechrs" geleerden in Overysfel. By een verzamelt, m met de nodige Reg'isters voorzien, door Mr. L. C. H. STRUBBERG, 2 Deelen in 4to, de prvs is 7 guld. 4 ft. Het derde Deel 't welk reeds 60 de Pers is, zal mcreendeels beftaan uit Sententien over Preferentie en Concurrentie van het ui- terfte  terfte aanbelang, en waar in buitengemeen fin« guliere CUiestien voorkomen. 10. REGISTER der RESOLUTIENjsn PLACAA* TEN van Hun Edel Mogeuden de Heeren Staaten van Friesland. Beginnende mee bet jaar 1570, en eindigende met 1780 ingefloten, volgens ordre vau het Alphabeth, 2 Deelen in 4to. aöguld. 12 ftuiv. 11, HISTORISCH VERHAAL wegens het gebeurde met de Steden Hattem en Elburg, in den jaare 1786; of Gedenkhoek voor de Provincie Gelderland. Waarin de heillooze gevolgen van hetfehadelyk en onwettig Regeeringsreglement van 't jaar 1750, uit de merkwaardigfte byzonderheden onlangs in die Provincie voorgevallen, alsmede de aanleidende oorzaaken tot de vyandlyke aan- . val tegen de genoemde Steden , en de omftandigheden by het inneemen en plunderen derzelve, naar waarheid verhaald worden. Door D. W * * * Alles geftaafd met de origineele Refslutieh, Advifen, Protesten, Memorien, Misjives, Publicatien, en andere Staatsjlukken daartoe betrek-' . kelyh In gr. 8vo. drie Stukken. 13 DEDUCTIE voor de Heeren van de Ridderfchap van Overysfel, nopens de zaak van den Heer J. D. van derCARELLEN tot den POL en de Drosten Dienften. Gedrukt ingevolge Refolutie Hunner Edel JVIogenden van den 2 Sept. 1783, in groot 8vo de prys is 2 guld. 14. Volkomen Neerlandsch KOOKKUNDIG WOORDENBOEK , voorgefteld in de Friefche Keukenmeid en verftandige Huishoufter, leerende op een'eenvoudige, duidelyke, en teffens fmaakelyke wyze, het bereiden van allerlei fpyzen zo wel in de Vasten als op andere tyden. "Het braaden, ftooven en kooken van verfcheidene foorten van Vleefch, Gevogelte, Visch en Groentens; Soepen, Meelfpyzen, Pafteyen, Taarten en ander Gebak, voorts Confitmren, Banket enz. Wat 'er in de Slagttyd moet gedaan worden; het zou-  zoetten, pekelen en rooken van Pleefch en 'Spek} het maaken van Rolpensen allerlei foorten van WorJlen; het droogen en inleggen van veeleriei Groentens en Vrugten voor den Winter Nog orri eene menigte aangenaime Dranken en Liqueurs te vervaardigen. Beproefde Vcorfchrifceu om. Aalbejienwyn, Cider of Appeldrank, Meede, enz. te bereiden. Middelen om Bier langen tyd goed te bewaaren, en het zuurgeworden en vuilimaakende te verhelpen. De Boter 's Winters fmeu. dig te hebben, en de fterkfmaakende te verbeteren. Eindelyk, een beproefd middel, om roode Wyn en andere Vlakken met weinig moeite uit het Tafelgoed te krygen. Alles uit meer dan een dertigjaarige ondervinding, by een verzamelt door Mejuffrouw CATHARINA ZIERIKHOVEN. Twee Deelen in 8vo. i guld. 8 ftuiv. if. HUISMANS HANDBOEK, voorgefteld in den Friesfchen Stalmeester en Koeijen Doctor. Waar in de onderfcheidene Rasfen der Paarden wordt befchreeven, de hoedanigheden aangetoond die in een goed Paard vereifcht worden. Hoe de Veulens te behandelen en op te pasfen, en Hengften tot Ruinen te maaken. Van de leeftyd der Paarden, en derzelver ouderdom te leeren kennen," en wat men by 't koopen van Paarden dient in acht te neemen, omniet bedroogen te worden. Van de Dektyd der Paarden en derzelver Stoeteryen. Van het Voederen, Onderhouden, Schoonmaaken en Beflaan der Paarden. Eene nauwkeurige befchryving van de Ziektens der Paarden, benevens dé beste hulpmiddelen daarvoor: waar by gevoegt is eene uitmuntende Verhandeling over het Krebbebyten, benevens de oorfprong van dit ongemak , en de middelen om het te geneezen; insgelyks over den Droes. Nog eene volkomene befchryving van de Ziektens en Ongemakken van het Rundvee, en de beste middelen om die te helpen en te verbeteren. EindeIvk, eene vollcedige Verhandeling van de DolleHondsziekte, benevens onfeübaare middelen om die te geneezen enz. in 8vo. a 14 ft.