1835] E 13   er gemeente. Voor gevoerd „De Yadereging", tooneelspel i door de komische Dorpsschool of de angsten", terwyl ;e komische voorsseli. Wij moeten achtingen by deze rgesteld en dat de J. C. Gr., P. V. L., hun verschillende , berekend voor bun speelden natuurlijk flink gehouden en k het applaus, dat ïal opging, c initiatief nam tot Geref. Kart Bjynsbui In 1899 gdbt Ingekomen i wiji van woo, verandering, Verrneerderii In 1899 ove Vertrokken wija van woo verandering Verminderir Totaal bev' Wasse;  d, maar worden dikken aangeidelberglen. Zij ite rotsn open rvan de .' bedekJreusotm drie roefden ;e ver»ervuur?en de tot de berg nebben zij 41 te plaatsen; teganov onder de Engelsut dooden en 71 gewoi Colenso.... 5 doodi gewonden, 't Klinkt wanneer men ziet wijze ln de Staatscc melding wordt getr gewonden, met opga der verwonding, pit zelfs met vermeldinj dan verdwijnt alle 01 zijn de maatregelen Geen wonder dat blijven dat God 1 Telkens zien se de zienigheid. Toen vo<   NEDERLANDSCH INDIA» IN HAAREN TEGENWOORDIGEN TOESTAND BESCHOUWD; o f TrJLJÜH. en GJUQfflDJCG B E R I G T van ha are REGEERING, derzelver BESTIER en HANDELINGEN; _ ha are BEZITTINGEN; haare MILITIE; haar' kwijnenden HANDEL, ZEEVAART enz. BATAVIA,   NEDERLANDSCH IN HA AREN TEGEN WOORDIGEN TOESTAND BESCHOUWD. VAN DE REGEERING. OPPERSTE REGEERDERS. Gouverneur Generaal is de Eer- €^ fte Perfoon in Bediening der Ne- D derlandfche O. I. Comp.: In ver- , ^„ a$fy fcheide opzigten heeft bij te veel ^^Sm ^> magt; want hij kan alles ogenbliklijk beflisfen, mits het voor zijn Rekening neemende, en om het te verantwoorden aan de Bewindhebbers in Nederland, waar mede gewoonlijk twee A 2, Jaa-  * NEDERLANDSCH INDIA. Jaaren verloopen , en dus meer als te langen tijd bij onderdrukking, voor de lijdende Partij. De Gouverneur, zorgdragende wel in vriendschap te Haan met den Advocaat der O. I. Comp., aIs de Man daar het meest op draaid, mist het ïelden of hij blijft in 't gelijk en in magt. Be Gouverneurs Generaals Bediening is zeer rrofitabeJ; V00r den een egter meerder dan voor den anderen. Zulks hangt gewoonlijk van 's Mans banier van denken af. Honderde middelen en wegen zijn er voor een fchraapzugtigen, om deze neiging te voldoen. — Het aanitellen, bij voorb. vaneen Commisfaris over den Inlander, volflaagen afhangling van den Generaal. De Pagters de Adminiilrateurs, alle de vergecvene bedieningen, en alle malverfatiën contribueeren 'er toe, of kunnen het doen. Het was dan juist zoo verwrnderenswaardig niet dat een Generaal 44maal hondert Duizend Rijksdaalders naliet, fchoon zeer wel bekend was dat zulk een Generaal, bij zijn aanftelling tot die Charge, niet meerder had bezeeten als 180000 Rijksdaalders; maar het was verwonderenswaar- di-  NEDERLANDSCH INDIA. * diger, dat de Maatfchappij geen bewijs vroeg nopens die geldwinning: zij had daar immers regt toe? • Monopoliën onregtvaardigheeden, fchelmftrejken; ja in dien zin het allerfterkst, dat door 's Menfchen verdorven Geest kan worden bedagt, heeft men ,in Nederlandsen India zien werkftellig maaken om fchatten op te leggen. —Is 'er zomwijlen een braaf Man die *t condemneerd; dan is het gewoonlijk: God! zij weeten het wel in 't Vaderland. En zulks is wel te gelooven, dewijl men 'er zig in Europa niet aan geleegen laat leggen, endoor die onverfchilligheid eigen voordeel uit het oog verliest; want men kon ten minften, wilde men Schurken en Bloedzuigers niet na verdiende ftraifen, hen nu en dan, even als een vollefpons, uitpersfen, tenr voordeele van de Jaar uit Jaar in agteruit gaande Compagnie, die waarlijk eerlang, zoo niet ten eenen maale, ten minften voor 't grootfte gedeelte, ten gronde zal moeten gaan. —— Nederland kan 'er als dan mede gevoel van krijgen, en, daar hetzelve nog lang van een groot voordeel geevenden handel zou hebben kunnen A 3 jouis-  6 NEDERLANDSCH INDIA. jouisfeeren, zal de hebzugt flegts eenige Particulieren verrijkt hebben, met nederwerping van 't Gebouw. —. En 't zoo verre eens wezende, zoo zullen de gevolgen zijn: —• Middelen van Redres, wanneer het te laat is. De Generaal geniet bijzondere Eerbewijzingen: Voor zijn Huis Haan gewoonlijk twee Grenadiers, nevens verfcheide Helbardiers, die de Perfoonen ter Audiëntie aandienen; men vind den Generaal, bij 't geeven van Audiëntie, zittende aaneen Tafel vol veritrooide Papieren, gekleed in 't Camizool, gemeenlijk alles zeer kort en brusk beantwoordende. , Wanneer hij uit rijden gaat, is 't in deezer voegen: z Trompetters wel gegalioneerd te Paard voor uit, van diilantie tot diilantie blazende. I Europeefche hardlooper wel uitdoscht. 4 Zwarte hardloopers met dikke Rottingen. i Wagtmeefter met izRuiters, met ontblootte Pallast in de vuist. De Koets, daar de Generaal met een Fluweele Rok  NEDERLANDSCH 'INDIA. ff Rok en Allonge-Pruik (fchoon nog 200 warm in Indië) dan in zit, heeft op zijde een Cornet, iets agterlijk twee Helbardiers, en de Train word met eenige Ruiters gefloten. Mij, wie ?ö ook mag zijn, behalven de Raaden van India, moet, in een Rijtuig zittende enden Oppergebieder te gemoet komende, 't zij Man of Vrouw, direft uit zijn Rijtuig komen, en buigen of nijgen, zoo diep men kan, hetwelk de Generaal met een knikking des Hoofds beantwoord. Deeze Eerbewijzing valt zeer ongemakkelijk, bijzonder voor de Sexe; te moeten ftaan in een brandende heete Zon en al de ftof van 't ijsfelijk Cortege over het lighaam en in 't gezigt. tc krijgen, valt gansch onaangenaam. Tafel houd een Generaal niet, ten minften wat men Tafel kan noemen: alle avonden om zes uuren word het Avondgezelschap geadmitteerd. —. Dat beftaat uit zodanige Heeren en Dames als twee dagen te voren hebben ■ laaten belet vraagen. Aan de Deur op de floep zittende, in een zwart Camizool met een linne flijve muts op, werd het gezelfchap gerecipieerd, en A 4 wan-  8 NEDERLANDSCH INDIA. wanneer die akemaal zijn gekomen, zegt de Gebieder, Vrienden trekt je Rokken uit, waar op een ieder Rok, Hoed-en Degen aflangd; verTolgens gaat men zitten op Stoelen , die langs een rei op de floep zijn geplaatst, een iegelijk egter na zijn rang, en gebeurd het dat 'er een is, die zulks niet obferveerd, werd hem door den Gebieder gezegd, Baar isUE F laats niet, UE. moet daar zitten; men krijgt verders een glas bier, en de Conditie is u Flaizierige Avonüftond, vervolgens, ieder een Pijp Tabak, en de Converfatie neemt een aanvang ; doch in zulker voegen, dat men enkel met zijn Buurman ïpreekt, zonder zig te durven verflouten zoo luid te zijn, dat het de Oppergebieder hooren kan, dewelke met de naast hem zittende Perfoon', dus ook de hoogfle in rang, voor dien Avond alleen Conveileerd, en alles wat de Generaal overluid fpreekt, beftaat in de;.volgende Conditiën, die hij initeld: de Vrouwenhaar gezondheid, en zoodraa hij zulks zegd, fpringt een ieder van zijn floel, met het glas Wijn, dat hij opdat tijdftip reeds in de hand heeft , en zij formeeren zaarnen een grooten halve  NEDERLANDSCH INDIA; ? halve cirkel, en, met het Hooft voor uit geboogen, roepen zij uit Mevrouw Generaals Haare gezondheid: Dan volgen de gezondheeden van een ieder der aanweezende, ieder opftaande en diep buigende bij de wenfching zijner gezondheid. — Deeze Conditiën rekt de Generaal zoo lang uit tot de klok negen uuren flaat, wanneer men opftaat, zijn Rok en Degen weder krijgt, en zig empresfeerd om op des Gebieders gezondheid te drinken , die zulks beantwoord met Bankje voor mijn gezondheid; voorts neemt het gezelfchap aficheid, en in diervoegen pasfeert de Oosfïndifche Generaal alle Avonden zijn tijd. Men oordeele nu hoe aangenaam die vifites moeten zijn, voor a! wanneer een fatzoenlijk en verHandig Man het ongeluk heeft van naast een gemeene domme weetniet te zitten, dewelke in Europa fomwijlen Schoenmaaker, Kleermaaker, Slagter, of wel iets diergelijks geweest is, en het in Oosfïndiën tot den Trap van Onderkoopman heeft gebragt. —— En tefïens, hoe onaangenaam het moet vallen, als men diergelijk foort met de Eerfte Ampten ziet bekleed, en 'er Laag- A $ hee-  lo NEDERLANDSCH INDIA. heeden geduldig van moet veelen. 1 Men denke niet- dat een langduurig verblijf in India hen bijzondere bekwaamheeden heeft bijgezet, en Zijlieden daarom tot de eerfte Charges zijn geraakt. Het zij verre ! Zij zijn de onbekvvaamfte Lieden, zoo wel in Compagnies zaaken, als in de Gonverfatie. —i Door allerhande laage Middelen eerst een ftuiver gelds bij malkander gefchraapt, en zig daar door in bediening gebragt hebbende, verzuimen zij dan ook niets om meerder fchatten te verzamelen, onverfchillig in-wat maniere; ook lijd de Maatfchappij gevoelige benadeeling door hen, en zoo doende klimmen zij tot al hooger Trap, tot zoo verre, dat zij kunnen voorgedraagen worden tot Raad van India; daar toe bekostigd men dan een gedeelte van 't gefchraapte geld en wanneer die Trap verkregen is, zijn ze ongenaakbaar En men ziet gewoonlijk dat alvorens diergelijk foort van Lieden tot die, in India zoo zeer begeerde, Charge, geraaken , zij Lievelingen van Mijn Heer de Generaal zijn; men heeft in blaakende gunst, en in des Gebieders vertrouwen gezien, Jlen,  NEDERLANDSCH INDIA. H Een, wiens Moeder in een Kelder in Holland groentens verkogt; die als Zwabber - Jongen in India was gekomen. -— en wiens Gonverfatie volkomen bevestigde dat hij uit de groente Kelder was. Een ander, een geweezene gemeene Smous van Geboorte, lange Jaaren in India Koetzier geweest zijnde, vervolgens zig begevende tot het handelen, daar in veel voordeel per fas et nefas gemaakt hebbende, koopende toen de Batavifche Scheepens-Plaats, houdende zelfs Koets en Paarden, was het niet onaardig zulk een Man te zien, gekleedt in 't Fluweel of wel gegallonneerd, de Armen heel ftijf en wijd van 't Lijf flaande, en onder een paar manchettes te zien uitkomen, twee grove handen, die getuigenis gaven van de Roskam. —• Van dat foort zijn 'er te veel, en het is ook al te min wectenswaardig om 'er meerder te befchrijven. Wat hier gemeld ftaat is om een fchets te geven, zonder den Leezer te willen doen walgen met verdere aanhaalingen. Deeze en foortgelijke Lieden, moet men op 't zeerst ontzien: Zij hebben 't oor «Van den Ge^ neraal,  \z NEDERLANDSCH INDIA. neraal, en bezitten geen Ziel om hun Evenmensen van nut te wezen , maar wel om dien te benadeelen. Immers werd een kundig en fatzoenlijk Man bij hun met veragting aangezien! De Dire&eur Generaal is de tweede Perfoon. Wat de Direftie inden Handel aangaat hangt van hem af; hij is 't die de Eisfchen van. Koopmanfchappen inrigt, en daar aan voldoet: Een kundig en ervaren Koopman moet hij zijn, wil hij nuttig wezen; hij dient van den handel, op alle buiten Comptoiren, zig wel te laaten onderrigten, en zorg te dragen dat hij de Pakhuizen in India, zoo ter Hoofd Plaatze als op de buiten Comptoiren, niet opvnld met ongewilde Koopmanfehappen, die daar zomwijlen jaaren blijven leggen tot hooge fchaade, veelen dier Directeurs , of verdaan den handel niet , of wel zoeken Parade te maaken in l:uropa, bij den Advocaat van de Compagnie, en aldus bij de Compagnie zelve, met het vertoonen hoe veel Koopmanfchappen zij ter Hoofdplaatze hebben afgezet» de Pakhuizen geleegt, en dus op  NEDERLANDSCH INDIA. H op nieuw groote Eisfchen kunnen doen. Dan men befchouwd in Europa zulks oppervlakkig. Men gaat niet na, dat die afzetting der Koopmanfchappen van de Hoofdplaats is veroorzaakt, door dat dien kundigen Directeur, tegens de Eisfchen der Dienaaren van dé buiten Comptoiren aangaat en hun ongewilde Goederen opdringt , die wel aanftonds bij de verzending van 't generaal werden afgefchreeven; doch Jaa-' ren blijven leggen ter plaatze waarheen die gezonden zijn. Intusfchen vertrekken de Boeken na Europa; aldaar ziet men met genoegen hoe fchoon de kundige Dire&eur de Pakhuizen kan ledigen; men beloofd zig van die afgezonde Goederen, daar men als dan nog gten tijding van heeft, veel voordeels, en zoo verliest men den draad uit het oog. Aan deeze en diergelijke fchijnwinst is de Nederlandfche O. I. Compagnie maar al te veel onderheevig, en waarlijk, zo het van nabij door kundige Lieden befchouwd word is het een groot Lichaam zonder kracht. De  i* NEDERLANDSCH INDIA. De Inkoop van Goederen, die niet voor handen zijn, dat al heel dikwils dus werd gedirigeerd, gefchied mede bij den Directeur, en daar uit heeft hij zijn meefle voordeel. Op den Directeur Generaal volgen de Raaden van India, zes a zeeven in getal, ter Hoofdplaatze, waar van de meeste, tot hun voordeel, als Prefilent een Collegie beheeren; onder deezen vind men al heel dikwerf onkundige en gemeene Lieden, als, bij voorbeeld: Men heeft gehad een Man, genoegzaam zoo Memorieloos, dat wanneer men denzelven een papier over gaf, men wel diende op te letten, waar hij het leidde, ten einde het hem te kunnen aanwijzen, wanneer het vereischt wierd, en dus vergat hij ook al het geen men hem mondelings rapporteerde: Deeze Man was wel eer Matroos geweest, (en dat wel bij uitftek) een der O. I. Comp,, van een allerlaaguV afkomst, en niemand behoefde zig te verwonderen, den Directeur , of gemetamorphofeerde Matroos inden tweeden Perfoon der Bezitting van de Nederlanders in India, dikwijls te zien zitten in 't bloo-  NEDERLANDSCH INDIA. ïy *t bloote Lijf, met een enkel dun Kleedje aan, en dus audiëntie geevende. Men zag ook onder de Raaden van India een Man, wiens grootfle vermaak beftond in 't onder de voet drinken van uitgekipte Drinkebroers, welke Levenswijs hem korzelig maakte , en een ieder allerbrutaalst deed bejegenen. Deeze Man trouwde met de onegte Dochter van een huistimmer-» man, geteeld bij een Compagnies Zwarte Slavin-ne, die in de Ketting geloopen had, en door haar Vader was uitgehuwlijkt, mede aan een Tim-merman, die als Fabricq in 't Ambagts-Quartier was komen te fterven. Nalaatende die Vrouw, met veel gef..„. Geld. Men kon van een ander zeggen, zoo ooit vad-. zigheid gepaard ging met de allergrootfte onkunde in alles, het was bij hem te vinden; geen middelen wierden bij denzelven voor te Laag aangezien, om maar geld bij een te fchraapen. —- En zijn Onkunde was, zonder vergrooting gefprookens zoo groot, dat hij niet in flaat was om een brief van tien Regels na behooren op 't Papier te' brengen: Van Zijne inhaaligheeden en Kneevela- rijen  16 NEDERLANDSCH INDIA. rijen fchreeuwen zijn geweezen Onderhoorigen nog, en men hoord nog ter Plaatze, waar hij wel eer als Hoofd ageerde, die bittere tijden befchrijven. — Inlandfche Kinderen, Meisjes die 'er wel uit zagen, moest men aan zijn Vrouw, ter oppasfing en om haar wat te vermaaken, zenden; onder dat pretext kwamen die eerst in zijn Huis, maar van daar na Batavia vertrekkende Wierden dezelve, niet tegenftaande de fmeekingen der naabeftaanden, medegenoomen, tot flaaTen gemaakt, en voor groot geld verkogt. Een ander had onnoemelijke fchacten vergadert op een der eerfte Gouvernementen in India, en het herdenken van zijn Beftier, rukt tot heeden nog zugtingen uit der Ingezetenen Boezem. Men zag 'er een ander, die in India geboren, en nooit van daar geweest noch meerder hebbende gezien, als Batavia en haare Ommelanden j als Adfiitent het Hollandsen leerde, en pasfeerde eenige graaden op de Secretarij. Men vind in Europa een Pedant belagchelijk, en jnendurft 'er cok om lachen; maar een Oost Indifche Pe-  NEDERLANDSCH INDIA. 17 Pedant is allerbelachelijkst, vooral wanneer men zig bedwingen moet om deszelfs Oost-ïndiscn hoog Caiacter, en dezen bezat, buiten de ilijl van Refolutien of Requeften, zoo veele Jaaren by hem gebezigt; geene kennis van Comp'agn. belangen, maar achte egter de Poft, welke hybekleedde wel te hebben gemeriteerd, en was alzo meede een der Ooft-Indifche Regeerders, daar de Compagnie veel voordeel van heeft te wagten. Een ander Raad van India, die, door 't volbrengen van ganfch geen honorable dienften voor een 'Oppergebieder, tot die Charge was geraakt, ca groot geld door verfcheide Monopoliën, zo in Rijst als Brandhout enz. enz. had vergadert, wilde in alles voor een bijzonder Man worden aangezien, en die een extraordinaire Geest bez,at, fchoon fin zig daar door zeer belachelijk maakte: Over de Maatfchappij liet hij zig zeer onverfchillig altoos uit, of dit nu wel zooveel uit flegte denkbeelden voortkwam, dan wel dat hij vermeendè zulks een geestig zeggen te weezen, wist men niet; immers waare het gansch niet goed, noch geestig, een Raad van India te hooren zeggen: De Cowipag- B m$  iS NEDERLANDSCH INDIA. me moet maar be/laolen worden; die het niet en doet, mtriteerd niet den mam van Compagnies Dienaar te dragen. -— Tot flot dier Regeerders zal men nog een Carader aannaaien , van een die al eens een gemaakt fortuin in drie Jaaren had opgemaakt, en 'er toen weder een op nieuw maakte. En zonder van deszelfs valsch Carafter, en hooge verbeelding van zig zelfs te willen gewaagen, zoo was hij der JVlaatfchappijë zoo genecgen dat zijn geliefst Spreekwoord was : De Compagnie moet maar belmoren worden; die het niet doet is Gek; men let Vf tog in Holland niet op, en zijn de Bewindhebbers te zot, om hun, trouw te behandelen. Zcmmige gaven hem gelijk, en dat men in Holland 'er niet op reflecteerde; maar of alle Bewindhebbers zotten wraren, dorst, nog kon men niet avouceren. Deeze,'en alle zoortgelijken maaken, weinige ukgezondert, de Regeerders van Hollandsen India uit. De meeste hunner zijn van de allerlaag{le Afkomst. En men oordeele nu in wat handen Compagnies belangens rusten, en of het haar wel  NEDERLANDSCH INDIA. r| wel voördeelig kan gaan. —— Thans ziet meri dö Indifche gelukzoekers, en Fortuinmaakers* l;i weinige Jaaren fchatten vergaderen; maar léaf ons eenige Jaaren te rug treeden, en het qq§ over voorige tijden flaan, dan zullen wij zien* dat, rot i óo inclufive, geen Dienaar der Maat-' fehappijé', yw de eerile afgerekend, fchattcil heeft vergadert of daar mede na Europa geko-J men is: 'J'om ging het voor de Compagnie voordeelig; en toen ook kon zij roemen Eer* lijke Dienaarcn te hebben. Deeze Qpperfle Regeerders genieten de vol* gende Eere en Voorregten: De Titel is HOOGE 1NDIASCHE REGEERIflÖi En aan ieder Lid werd gegeven de Naam' Hiï Ed. Heer, zoo wel in de Vergadering, als iri de particuliere omgang: Het is dus niet onaar" dig zulks altoos te hooren repeteeren, als Zij* lieden worden aangefprooken, en zij zijn dar.r zoo Schrikkelijk op geileld, dat ik niemand raaiden zoude zulks na te laatén* als bij voorbee': e' B i- j i  zo NEDERLANDSCH INDIA. ja Êdëte Heer! neen Edele Heer; als het U gelieft Edele Heer: enz. enz. Altoos Edele Heer,-voor al wanneer men denkt dat die Edele Hoeren, zonitijds van Smits, Kleermakers en nog veel minder afgeftamt zijn. —- Voor hen word aan alle Poorten en Wagten de Trommel geroerd ; zij mogen rijden met vier paarden voor de Koets. Hunne Koetzen mogen , van boven tot onderen verguld zijn, en de Paarden zijn op 't Cierlijkst getuigd; zij hebben altoos twee Hardloopers voorde Koets, en Portieren met Glaazen aan hunne Koetzen; alle Rijtuigen die hen te gemoet komen , moeten ftil ftaan, en de daar in zittende Perfoonen opiiaan, cn op het nedrigste buigen. Zij mogen zoo pragtig gekleed gaan als 't hun behaagt, en tot binnen het Katfeel rijden. Zij genieten alles uit Compagnies Pakhuizen voor den inkoops prijs.' En laatftelijk zoo worden hunne Vrouwen alleen Mevrouwen geheeten , met fpeciaale uitfluftin'g varï alle andere Vrouwen; zoo dat farzocnüjkc Lieden door ongeluk in India komende,  NEDERLANDSCH INDIA. 21 de, hunne Vrouwen fchoon dezelve in Europa zijn gebleeven , moeten hooren tituleeren Juffrouw, en of dit in zig zelfs wel niets betekend, heb ik opgemerkt dat het gewoonlijk met een veragten.de Lach- gefchicd, bij voorbeeld: Mijn Heer! ds Juffrouw Uw Beminde's Gezondheid, herhaaiende 't woord van Juffrouw zoo dikwils men immers kan daar toch de raeefte dier Hoeren van India's vrouwen van 't gemeenfte volk herkomftig zijn. Men zie flegts te rug op de Befchrijving > hier. voren aangehaald van een dier Vrouwen, meeft zonder opvoeding, altoos Malleyts fpreekende, Bier drinkende en Betel kaauwende. Egter moet een iegelijk voor die Schepfels buigen, en, haar te gemoet komende, met zijn Rijtuig ilil houden; zij werden ook, na het .overlijden hunner Egtgenooten; met uitfluiting van alle andere, als Douarierè's befchreeven. Om deze en diergelijke Eere te erlangen word in Nederlandsen India die poft zoo zeer gezogt en nagejaagd. Een van de Leden, der Nederlandsche Ooft'mdifche Koopmans-Regeering geniet meer-. B 3 der  n NEDERLANDSCH INDIA. Vereer, dan bijna een Vorft in Europa : Devre^ & Öq Natiën, welke fomwijlen te Batavia l i, Jagchen'er wel om, maar beklaagen 7' k bitser, dat men hen altoos noodzaakt te moeten blij-, Veii Uil ftaan, wanneer men die Ooftmdifche Raadsheerlijke Poppen ziet aankomen. Men moet piet denken, dat al die Hoogmoed en Eerbewijfcingen in India noodzakelijk zijn: waarlijk niet, sorn geen redenen hoe ook genaamd: Laat men zig zulks nimmer wijsmaken; de Inlander flaat 'er geen reflexie op, voor al te Batavia, om dat daar £m|treeks geen andere als gemeene Inwoonders wonen. Neen! het komt alleen voort, uit vervloekte laatdunkendheid en hoogmoed en 't was wel. der moeite waard, dat daaromtrent, in Europa, een vaste en betamelijke fchikking wierd gemaakt, %f %# V W %;# V MINDERE BEDIENDENS. Op dé Raaden van Tndia volgen in rang de Gouverneurs, Secr?ta.ris.fen? Leden van Juftitie, Gom-  NEDERLANDSCH INDIA. 23 Commandeurs, Predikanten, Commisfaris, en Sjabandhaars, Eqüipagie - Meefter, Militaire en Burger Staf-Officieren. Deeze alle mogen met vergulde Gharettenen Koetzen rijden, doch zonder Portieren , en ook zonder Hardloopers ; maar zij mogeri llrikken, lijsten eii kwasten aan en tot dér Paarden-Tuigen hebben; voor hun word 't Volk aan de Poorten en Wagten uitgeroepen, en komt in 't Geweer; zij kunnen bok Fluweele klederen draagen. En op deeze volgen weder de Opperkooplieden, Scheepenen, Opperhoofden en OnderEquipagie-Meefters, dewelke mogen voeren, een gefchilderde Wagen, doch niet 't minfte verguld, mede zender Portieren , egter lijsten en kwasten gebruiken ; voor hun word het geweer geprefenteerd, en zij mogen in 't Fluweel gekleed gaan. Na hen volgen de Kooplieden, Onderkooplieden, en die daar mede gelijk ftaan: Deze mogen wel Rijtuig houden; doch zonder verguldfel, of fchilderwerk, en maar van flegt nmw hout: Zij mogen geen kwasten noch lijsten bij B 4 'c Tuig  -4 NEDERLANDSCH INDIA: 't Tuig gebruiken, maar moeien zig met enkel Touw vergenoegen, zo dat het bijna ichanue is, op-dien voet een Rijtuig te houden; ook noemen, zelfs de Slaaven, diergelijke wagens, /tinkende IVagens; Zij mogen ook geen Fluweel dragen; ja de Kooplieden en Cnder-Kooplieden enz. moeten zig maar zeer onderdanig toren, zo zij fortuin willen maaken ; want men ziet hun als uit der hoogte aan; en het is voor haarde grootfle eere, in het gezelfchap van een Edel Heer geadmitteerd te worden: Altoos zitten de Onder-Kooplieden aan het laagfte einde, en nimmer verwaardigd zig een Edel Heer hun in gezclfchap aan te fpreeken; zo dat een Onder-Koopman, uit Nederland komende, en een fatzoenlijk Man zijnde, hoedaanig 'er thans maar al te veel komen, zig in de vernederdiïe ftaat bevind, en zig meesttijds doodlijkchagrineerd over zijn reukeloos beilaan, om in die Gewesten zijn fortuin te komen zoeken, hetgeen aan zoo weinigen gebeuren mag, dat verre de meeste van hun van Hartzeer, Ziekten en Gebrek fterveii; zoo dat, zonder vergrooting gefproken, van de vijf-..  NEDERLANDSCH INDIA. 2? tig uitkomende Onder - Kooplieden, het 'er aan drie gelukt; die dan nog zodaanig aangefchreven moeten zijn, dat men hun niet durft voorbijgaan, waarom ik ieder braaf Man raaden zou, om tot de Refolutie van na Ooflindië te vaaren, niet dan op het uiterfte te komen; de meeste hebben 't zig ook beklaagd, en hoe fatzoenlijker Man, hoe erger; want op dien is het gemunt , en zij behandelen hem met een aanliotelijke veragting. Daar en tegen raade ik allerlei gemeen ilag van Volk na deeze Landen te vertrekken; want voor zulken is het een Paradijs, en zij kunnen vast op fortuin hoopen. Zeker, zo de Menfchen het wel in Europa wisten, zij zouden zig wel wagten, van zo ligt na Hollandsen India te gaan, en zag men eens van nabij in Europa, de aldaar aangedaan wordende allervernederendfte en Tirannifche behandelingen; ik vertrouwe vast (of alle billijkheid, moest daar ook vaarwel gezegt zijn) dat de daar zijnde Oppergebieders , in die zaak wel eens order zouden ftellen. Men kan dan hier vrij uit B $ roe-  26 NEDERLANDSCH INDIA. roepen: Groote God! nimmer is een Hollander meer gedrukt en veragt geweest, onder het Spaanfcbe Juk, als onder dit in India gezagvoerend gemeen gebróedzel: Uitvaagzeis, die men in Holland onder 't Canaille reekend, komen hier voort en fpeelen hier de groote Heeren ! Geen Troost, geen Hulp, geen Reflexie voor een ongelukkig ordentelijk Man, wien 't wreede nootlot na dit Land heeft gevoerd; ja hoe meenig braaf Man ziet men hier niet vergaan, en een zorglijk, hartkwellend, veragt en armoedig leeven leiden. RAAD van JUSTITIE. Dit is altoos een independent Collegie, en menigmaal een breidel voor de Oostïndifche zogenaamde Hooge Regeering geweest: Dikwerf waren die twee Vergaderingen oneenig, vooral wanneer de Juftitie niet blindelings wilde voldoen aan de begeertens, fchoon meestentijds abfurd, onbezonnen en kwaadaartig der Indifche alias  NEDERLANDSCH INDIA. 27 alias Hooge Regeering. Dat Collegie heeft in zig gehad verfcheide braave, onbaatzugtige, kundige Prefidenten en Leden. — Het is het eenig tegenwigt der al te onbepaalde Oostïndifche Magt, en alwaar ongelukkige nog eenige hulp en {leun vinden. De IVlaatfchappij moest aan het zelve wat meerder toeleggen, en het is waarlijk fchande, dat zulk een nuttig en hoog Collegie zo weinig tot haar beftaan geniet. SCHEEPENS - CÖLLEGIÉ. De Prefident van dit Collegie is gemeenlijk orlkundig en zonder de minlte ftudie in die zaakehj en welke, om dat het een Raad van India is, geen onderregting begeerd, als zulks be^ neden zijn Caracter reekenende. — Dan om een regt denkbeeld te geven, zal men de meeste der Leden van dat Collegie eens kortelijk befchrijven," zo als die vóór eenige jaaren waren. De Vice-Prefident, die verfcheide Jaaren als Oppermeester op de Compagnies Schepen had ge-  -3 NEDERLANDSCH INDIA. gevaaren , cn Burger geworden was, als een der gepermitteerde Smokkelaars, met de Amphioen-Smokkelhandel een Capitaal overgewonnen had, maakte vervolgens in dat Collegie te geraaken: Men kan oordeelen wat kundigheid bij dien Man moest plaats hebben! Dit Ampt, nog al van aanzien zijnde , had dezelve daardoor dan ook een fchrihkelijke Laatdunkendheid, als zijnde dit gewoonlijk bij domme gemeene Schepzels, voor al in India. Zijn volgend Lid had verfcheiden handteeringen gehad , en was eindelijk Wagen - Verhuurder geworden ; jong uit Europa, om zijn liegt Comportement gezonden, gaf hij zig ook, bij zijn aankomst in India, over aan het allerfpoorloost gedrag, en leide zig dus nergens op toe. v Die na hem volgde, was als matroos in India aangeland, de Zoon van een Ambagtsman, verkogt wel eer Worst langs de Huizen, behuuwlijkte vervolgens veel geld, met een zwart Wijf, en kogt zig toen een Scheepens-plaats. Een vierde was in India geboren, fprak nog krom  NEDERLANDSCH INDIA; ^ krom Hollandsen, maar, eenegroote Erfenis verkregen hebbende, kogt hij de Scheepensdienst. ' Een vijfde was een Westphaalfche Mof, die ten eenenmaale groen fprak, eerst Matroos en vervolgens Stuurman bij de Compagnie geweest, waarna hij Burger en Wagen-Verhuurder wierd; hier mede verzamelde hij een ftuiver Gelds, en bezorgde zig daar door het Ampt van Scheepen. Deze nu maken de Leden van denBurgerftand, en dus het meeste uit! Deze zijn bet, welke fomtijds zo a 30 Menfchen (fchoon Indiaanen) ter dood veroordeelen! Moet men 'er niet van ijzen, als men nagaat hoe veel onregtvaardigheden door zulke onkundige en laage Zielen kunnen worden gepleegd. Misfchien zal iemand vragen , Wat redenen die Menfchen toch bewegen, om het Ampt van Schepen na te jagen ? Dat is voornamentlijk om deze redenen, en welker oorfprong uit trotsheid komt, door dien de Scheepenen den rang van Opper-Kooplieden genieten: Dat zulke Lieden in een Gefcbilderd Rijtuig mogen rijden; Dat hunne Koetspaarden met Lijsten m  3o NEDERLANDSCH INDIA. en Kwasten mogen vercierd worden; dat zij een Iluw.eelen Rok mogen draagen, en dat bet Geweervoor km aan de Poortm word'geprefereerd. Alzoo kan begrepen warden, hoe vqurig gemeen Volk, na die Trap rijkhalst; ook fpaaren zij 'er geene middelen toe. xx&xxxxxxxxxkxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx MILITAIREN; MILITIE. De Militaire^ in India zijn het allerbehaaglijkst, en nimmer ziet men aan een Officier de minüeag* ting op Batavia bewijzen; zij komen nergens en moeten zig zeer fober behelpen; ook vind men 'er veelen, die Amhagtslieden in Europa zijn geweest, Officiers in India, en deze hebben nog wel hef meefte aanzien ;. doph epri regtfchapen Officier moet 'er dat niet verwagten, dus ikhetnimrner zo een raden zou, het in India by de Hollanders te zoeken. De gemeene Militairen op de meeste buitenComptoiren, vooral om de Groote Ooft, w,;r4en zeer flegt behandeld. Men geeft hun 13. ftuiversvoor een galden die  NEDERLANDSCH INDIA: dit is doorgantsch Hollandfch India: Zoo dat een Soldaat, aangenomen voor ƒ 9:0:0. 'smaands in Nederland, betaald word met 5-. Guld.en i7.1tu.iv. Men dwingt hen om gemaakte monteeringen, hembden enz, te neemen, tegens zwaare betaling, daar de Commandanten een middel van beftaart uit hebben. Men geeft hen niet als Rijst, en zulks nog heel fpaarzaam, dewijl de Difpenfiers een middel van beftaan daar uit moeten haaien. Men noodzaakt hun al verder om Arack te koopen van den Commandant, zo dat dit Artikel gemeenlijk een derde hunner weinige maand-gelden verflind. Men geeft hun nochkousfen noch fchoenen,zo dat zij altoos bloots voets moeten loopen, en daar cn boven flaat men hen op het allerongenadigst. En dus kan men oordeelen hoe genegen dat Volk bij voorkomende gelegenheid vegten zou! Buiten dien zijn het meest Franfchen, Duitfchers en andere Vreemdelingen, in wien geen zugt is voor de Nederlanders, en waar van de meeste door Zielverkopers na India geronfeld zijn. GEE-  32 NEDERLANDSCH INDIA. GEESTELIJKHEID. Men ziet 'er onder, welke de nedrigheid moesten behartigen, de Trotsheid in top voeren, waar •bij men dan in de meefte Ongeleerdheid voegen kan. De grootfte Partij beltaat in bedroefde Predikers, waar onder fommige zijn, welke nooit op Stoel in Europa zijn geweest, en, van Schoolmeesters of Schoenlappers, Predikers in Oostïndie zijn geworden. Een Predikant heeft de Rang van Commandeur; hij mag in een vergulde Koets of Wagen rijden , met Lijsten en Kwasten aan der Paarden-Tuigen; ook mogen zij in 't zwart Fluweel gekleed gaan. Dit zijn Voorregten, daar zij wel zetfs opgedrongen hebben, oorfpronkelijk voortkomende uit een zeer wanvoeglijken hoogmoed, het welk dan ook heeft voortgebragt: Dat te Batavia, buiten die van de Edele Oostïndïiche Heeren, geen kostbaarder vergulde Rijtuigen  NEDERLANDSCH INDIA. 33 gen noch opgefchikter Paarden, dan die der Predikanten worden gezien: Zo dat men, zulks ongewoon zijnde, zig ten uiterfte verwondert in zulk een zwierig Rijtuig, en met de allerzotrle houding eenSchepfel, in 't zwart Fluweel'met de Bef aan, te zien zitten, jagende door de Stad met den Neus in den wind: Voeg hier bij, dat mén hen alle avonden vast in Gezelfchappen ontmoet, met pijp en glas, en al vrij dikwerf met de kaart in de hand, waar door verfcheide zig geen tijd gunnen tot een behoorlijke ftudie, maar Memorifeeren eenige Predikatiën uit Schrijvers; daar is gewoonlijk van hun eigen niets anders oridér, dan de klank hunner Hemmen en zotte gebaarden. Veelen hunner leggen zig toe op Handel, en het is een gunst, wanneer men een Predikant na Sumatra's West-Kust zend, om le Bondzegelen uit te deelen; maar hier onder fchuild een zeer kwalijk aan een Geeftelijken voegenden handel: Zij ontzien zig zelfs bij zulke gelegenheden niet om Slaaven en Slavinnen te koopen en te ve.rkoo-pen; de Schepen braaf vol te floppen, en kwans- C wijs  3* NEDERLANDSCH INDIA. wijs een groote lijst van Christenen overteleggen, die zij, quafi, op hun togt zouden bekeerd en gedoopt hebben. — En daar word dan vervolgens in Europa mede geparadeert; ook gaat het meest op de Buiten-Comptoiren dus toe : De meeste Indianen, welke zig laaten'doopen, zijn flegts Naam - Christenen, worden het uit eeni& inzigt, en zijn allerelendigst onderwezen. sjabandh'aa r. Is de Ontfanger of Licentmeester: Alle Vreemdelingen moeten zig bij hem vervoegen, en hij verzorgt hun het benodigde , dat altoos moet worden betaald en daar de Vreemdelingen zoo menigmaal over gefchreeuwt hebbe-n, mogende niemand, buiten hem, 't geringde aan hen leveren ; de-winst verdeeld hijmet den Generaal, zo ook, wanneer bij hun Suiker, Arack enz, leverde en in zulk geval moet de Compagnie menigmaal agter ftaan; ja dit veroorzaakt de zo menigvuldige opgaaf van fchaarsheid-aan Suiker. ; De Boom  NEDERLANDSCH INDIA. |J Boom ftaat gedeeltelijk, of wel in 't geheel, onderzijn gezag, zoo dat de Sjabardbaars gewoonlijk de grootfte Smokkelaars zijn, weshalven deeze dienst een der profijtelijkfte is. COMMISSARIS TOT, EN OVER. den INLANDER. Ge woon ijk word die post bekleed dooreen nabeftaanden van den Generaal, en die dus met den zeiven deeld. Koffij, Vogelnestjes &c., moeten de Inlanders aan den Commisfaris leveren voor een Modicq prijsje, en ook geld van denzelven tegens exorbitante Renten neemen. De Commisfaris betaald, met zoooo. Rijksdaalders de Inlanders , voor Waaren, daar de Compagnie z 5 qo©o. Rijksdaalders voor word in Rekening gebragt ; zoo er onwillige Inlandfche Grooten gevonden worden, zet men hen van hunne bediening af> etk vim laat ben digt afromen* •asfcfc r • ,..-h i ro- r~f J--.2 t ; ljL h::::J. .-va C * BE-  35 NEDERLANDSCH INDIA. BEZITTINGEN. Batavia, de Indiaanfche Hoofdplaats, is voorzien van een Kalteel, dat ten eenemaale vervalt, zoo aan de Wooning beneden, als op de Bolwerken, en aan de Muuren: De Gragten zijn op de meeste Plaatzen altoos droog; daar word geen de minlle hand aan gehouden, zo min als aan des Stadts wallen en Punten, fchoon Jaarlijks aan de Compagnie genoeg in Rekening word gebragt voor Materiaalen &c.; doch het geen gefchied om redenen, die men uit het vervolg ligt zal ont* waaren, wanneer van 't Ambagts - kwartier gefproken word. Batavia had wel eer een WaterKaftéel, dat nu ten eenemaale als weggezonken is: Over al, waar men des Stads-en Kaïieelswerken, befchouwd, ziet men een droevig vervalle vertooning: Het Volk , dat hetzelve de. fendeeren moet, bellaar gemeenlijk in 200 Koppen, meest ziekelijke Soldaaten en Officieren, die het Landden den Dienst vervloeken; hier en daar rond-  NEDERLANDSCH INDIA, 37 rondom de Stad, zijn eenige Postjes, voorzien met i). a zj. Man, meest in den bedroefdften Toeftand des Waerelds, en die bij eene Attacque van geene de minfte Nuttigheid zouden kunnen zijn. Aan de Zeekant legd de Stad open, en die kleine bezettingen leggen meestal Landvvaardts in, zoo dat ik durve verzekeren dat 3. a 4. Schepen van Engelfchen, Franfchen of van andere Europifche Natiën, Batavia in z. a 3. dagen weg zouden neemen : Op de Rheede leggen wel Schepen, d' ch op zijn hoogst met 3. a 4. man b emant, en zonder kruit. Vier honderd man, met eenige veldftukjes, voet aan Land te laaten zetten, kan met het grootfte gemak gefchieden een half uur boven de Stad, aan de Oostkant, alwaar gewoonlijk zulke goede Wagt gehouden word, dat men de Plaats kon inhebben, eer men 'er eens om dagt. Ik ftelle nu wel, bij Verrasfing, maar met een gróotere Magt, behoefde men met geen Overvalling te werk te gaan ; want de weinige Militairen, die de Bezetting uitmaaken, liepen vast over; Artilleristen, ten minften die zoo mogen genaamt worden, zijn 'er niet, Men confidereere nu C 3 wat  38 NEDERLANDSCH INDIA. wat Confuiie 'er weezen, en hoe weinig moeite hét kosten zoude. De Inlander, die, door al de kneevelarij?n, de Hollanders als de Pest haat, en die nog heel diep Landwaardts in is, voegde zig ook vast bij de Partij. De Buiten Postjes zijn deeze: ANKEE, 3 uuren Landwaardts in, en bezet met 20. Man. MEESTER CORNELIS, 6 uuren Landwaardts in, heeft eene Bezetting van ij. Invalides TANGERANG; 10 uuren Landwaarts in, eene Bezetting van 30 Man. JAC ATR A, en RYSWYK, anderhalf uur Land waards in, en ijder met eene > Bezetting van 15. Man. • Zij zijn altemaal op 't allerbedroefdfte voorzien van alles, wat tot Defenfie behoord: Mag men dus vraagen, of niet oordeeïen dat ik gelijk hebbe met het overmeesteren van- Batavia zoo ligt te Hellen? Het  NEDERLANDSCH INDIA. 3? Het waare anders nog.al der moeite waardig om 'er een kans op te wagen, en de Overwinnaar zoude nog al wat vinden: De Geld-kamers zijn gewoonlijk wel van Goud en Zilver voorzien, en de Pakhuizen van Koopmanfchappen, buiten eene fchoone Contributie, die het zoude kunnen opbrengen, gemerkt haare rijke Inwoonders; doch op eenige Tonnen Gouds zal het niet wel te ichatten zijn; En het grootfte voordeel zou nog zijn, dat de geen, die Batavia weg nam, Meester van Java's Kusten was, en wat Voordeden Java opleverd is genoeg bekend. De Ongezondheid alleen was de grootfte tegenftander;, maar zij, die 't onderneemen, moesten, na de vermeestering van Batavia, hun Hooftplaats te Samarang op Java vestigen, alwaar het zeer gezond is, en zig niet lang ophouden. Java eens ten onder gebragt zijnde waren de Specerij - Eilanden, 't Fundament van de thans reeds wankelende Hollandfche Compagnie, mede heel fpoedig bemagtigd. Dog Eer ik van de Hooftplaats afiiappe, zal ik, in Voldoening der hier voren gedaane belof- C 4 ten,  40 NEDERLAND CH INDIA. ren, van 't Arnbagts-kwartier fpreeken: Het is eene inrigting die de Maatfchappij, zonder noodzaaklijkheid, zeer veel geld s'Jaarskost; het is daar, waar men een menigte Werklieden, zoo Europifche als Inlandfche vind, en waar alle Materiaalen en Mineraalen werden verwerkt; doch niet, zo als het behoorde, tot dienst van de Compagnie; want dan was het eene zeer goede Inftelling, zoude ook zoo veel niet kosten als nu, en dan waren de Fortificatiën, Pakhuizen en Woonhuizen in een vrij beteren Staat. Dan daar word zelden in gewerkt, tot nut van de Maatkhappijë; maar wel voor den Generaal, en Edele Heeien, moetende de Compagnie de Last draagen ; want wanneer de Generaal, of Edele Heeren, Een Huis , Ruiten-Plaats, of wel andere kapitaale Werken aanleggen en laaten maaken, worden de Bouwlloffen en Materiaalen uit het Kwartier geleverd , op de Gebouwen en Pakhuizen &c. van de Compagnie afgefchreeven en op de Boeken overgebragt. Zie daar de waare oorzaak dat die Werkplaats Jaarlijks zulke confiderable Onkosten verflind, en der-  NEDERLANDSCH INDIA. 4* der Maatfchappijë Gebouwen , Pakhuizen , en Fortificatiën in zulk een verval geraaken; ook maaken al de Baazen der Werklieden daar een rijke beurs mede, en het is te Batavia niet verwonderenswaardig bij 't overlijden van een dier Baazen te hooren, en 't geen nog in Anno 1776. is gezien, dat dezelve Honderd Duizend Rijksdaalders nalaat. Het was een Timmermans Baas, die zulk een Capitaal aan zijn Erfgenaamen overliet; ook geen dier Baazen , of zij houden Rijtuig, hebben fraaie Tuinen, en leven in zigtbaaren Overvloed, het geen ook wel is na te gaan, gemerkt de Gebieders, met hun te gebruiken, en door hen toe te laaten om het bij hun genootene: de Compagnie aan te rekenen, hun lieder Rekening niet wel kunnen of mogen nagaan: De Baa-1 zen, intusfehen, denken, zoo mijne Gebieders dus fteelen dan mogen wij ookgerust dubbeld fchrijven.. Amboina, alwaar een Gouverneur en een geheelen Raad is, Amboina, is de Plaats, welke de Nagelen aan de Compagnie leverd. Een Gouverneur aldaar moet in zijn Gouvernement, van zijne onderhoorigen, fchier meerder worden ontzien, C 5 dan  || NEDERLANDSCH INDIA. dan voormaals de Cezars in oud Romen (men vergeeve mij deeze Vergelijking). Men moet hem, het zij in de Vergadering of in de particuliere Converfatie, altoos gelijk geven; is'er iemant Hout genoeg om zulks niet te obferveeren, hij word, fchoon een Lid van den Raad zijnde, aanitondsna Batavia opgezonden, alwaar hij dan vast ongelijk €n zijne verdere Condemnatie krijgt ; want de Gouverneurs draagen altoos zorg om des Generaals handen te vullen. Edoch indien mindere dan Raads-Leden, ongelukkig genoeg zijn, van in des Gouverneurs ongünst te vallen, zo boeten zij dat gewoonlijk met den rug, waar van twaalf Corporaals met Rottingen de Executeurs zijn. Met den armen Inlander word op het alleronmedogendite omgegaan, en hij flechts naar goeddunken getaxeerd , vooral op de Hongy, of Ronde togt, welke de Gouverneur Jaarlijks doet: Als dan field hij Op alle Dorpen, Gehugten enz. Inlandfche Orang Kaya's of Sergeanten en Corporaals aan, die daar voor goed Geld moeten betaalcn, en nog bedanken voor dienften, welke zij niet begeerd noch gevraagd hadden: Voldoen zij niet aan des Gou*** '< '> ver-  NEDERLANDSCH INDIA. 43 verneurs Eisch, zoo is haar Lot allerbehaaglijkst; ja zeker Ambons Gouverneur heeft zig niet ontzienzodaanig een op een Huk Gefchut te laatenbinden, en dat vervolgens te laaten affchieten, waar door die ongelukkige Man, voor zijn ganfche leevèn: gebrekkig was. Deeze aanftelling verwisfeld hij alle Jaar, en verkrijgt dus daar door een continueel inkomen. Alle Refidenten op de onder zijn Gouvernement ilaande Posten, moeten 's Jaarlijks ] Tribut aan den Gouverneur opbrengen; bij ver- [ zuim van zulks word hen hun Ampt fpoedig ontnoomen: doch daar op pasfende mogen zij ongeftraft knevelen enafperfen. Uit dit een en ander kan men nagaan, hoe weinig de Ingezeeten den Hollanderen beminnen moet; ook bidden zij dagelijks om van de Hollandfche dwingelandij ontilaagen te zijn. Een Gouverneur geniet op een Gouvernement, onder anderen deze volgende Voorrechten: Men noemt hem in zijn Gouvernement Edel Heer, en zijn Vrouw, Mevrouw: Hij heeft altoos twee Schildwagten voor zijn Deur Üaan, en voorts eene bijzondere Lijfwagt. Als  44- NEDERLANDSCH INDIA. Als hij uitgaat, of uitrijd, gaan twee Trompetters vooruit, en een gedeelte van zijn Lijfwagt voor en agter hem. Een iegelijk, die denzelven tegen komt, moet Uil ftaan en allernederigst buigen. De Fortificatie Werken, zijn te Ambon in een zelfde desorder als te Batavia; daar legt op 't hoogst 2,00 Man in bezetting, die bij aanval geen den minften wederftand zouden doen, maar eerder tot den Vijand (veronderfteld een Europifche) evergaan, en wat hulp men van de Ingezeetenen te wagten hebbe, kan uit de hun aangedaan wordende braave behandeling worden nagegaan; te meer als ik nog zegge , dat die Lieden de Nagelen aan de Compagnie leveren, en moetén leveren, tegens een zo geringen prijs, dat men die bijna niet durft noemen, waarmeede die Arme Leveranciers onmogelijk uit kunnen,: zig derhalven daar over bitter beklaagen, en dus de gelegendheid als bij het hair vatten zouden, om van Koopers en Meesters te veranderen, die wat meerder voor hunne. Producten zoude durven geeven. Daar  NEDERLANDSCH INDIA. 4? Daar gaan 's Jaars drie Schepen na Amboina, tot afhaaling der Nagelen; {legt bemant en bedroeft voorzien zijnde van alles, wat tot defenfie kan dienen, op zijn hoogst vijftig Man op hebbende: Die Kielen vertrekken in December van Batavia, en komen in Junij weder te rug. De bezetting, de Onkosten , enz. van dit Gouvernement, betaald de Compagnie met Een hondcrt agtien d twintig Duizend Guldens, ten minften word haar zo veel in Rekening gebragt. Men oordeele zelfs, hoe gemaklijk het aan een vreemde Natie, het zij Engelfche of Franjcbe, vallen zoude zig Meester van dit Gouvernement te maaken, en moet men zig niet verwonderen , dat zulk eene flordigheid en onvoorzigtigheid kan plaats hebben, nopens eene Bezetting van zoo veel gewigts voor de Maatfchappij ? Maar zqo gaat het in Holiandfch India, en dus zü het gaan tot dat het eens zal verlooren zijn, ten ware men in Holland eens daar over de oogen opende. Bandd's Gouvernement leverd aan de Compagnie de Noote Muscaat en Foelij; en legd z$ k  4-6* NEDERLANDSCH INDIA. a8 Mijlen van Amboina. Daar is mede een Gouverneur als Opperhooft, met dezelfde voorrechten en gezag als die op Ambon: Eenige der Eilanden van Banda zijn zeer ongezond, voor al die, op welke de Bezettingen der Hollanders zijn. r . Altoos ontbloot van Militairen, en met verwaarloosde Fortificatiën, zoo men een Partij oude Muuren, daar eenig Gefchut op legd, zoo kan noemen, flerven 'er vast binnen het Jaar 60 van de 75 Man. Niemant, dan zulkcn, welke de eerfle Ziektens doorftaan, en de Inboorlingen , kunnen 't 'er houden; een woedende Vuurberg, waar de zogenaamde Vesting digt onder legd, contribueerd mede niet weinig tot die al-^ vernielende Ongezondheid. De L everanciers der Nooten zijn Burgers,voor 't meerder gedeelte geboren Bandaneezen, die de Plantagie-Perken door hun Slaaven laaten bewerken, en het is daar even zoo gefield omtrent de Noot, als in Amboina met de Nagelen; de Leveranciers zijn bepaald wegens den Prijs, welken zij voor kunne Specerijen ontfangen, en het is  NEDERLANDSCH INDIA. 47 is fchreeuwende zoo weinig als 'er hun voor betaald word; ook kunnen die Perkeniers hunne kosten, zoo tot het onderhoud als verlies van Slaaven niet goed maaken: En was het dit nog alleen, maar buiten dat worden zij, zoo met de veritrekking van Rijst en Lijwaat voor de Slaaven , waar van het provenu behoord tot de Beurs van den Gouverneur, als anderszins, op de on* regtvaardiglte en inhaaligfte wijze behandeld. Dus kan men bevroeden, hoe genegen die Menfchen der Hollanfche Compagnie kunnen zijn, en is het niet te verwonderen, dat, daar Banda een plaats is, waaruit de Compagnie zulke groote voordeden trekt, men de Leveranciers niet beter behandeld ? Vind men in dit een en ander geen groote Menschlievendheid en zulks nog wel op een Plaats, genoegzaam afgezonderd van het overige des waerelds, daar continueel Ziektens regeeren, en men dagelijks een Vuurberg ziet Vuur fpuuwen? Op eenige der Eilanden is het egter gezond, waarom ik altoos gedagt en gezegd hebbe, dat men 'tComptoir op een dier Eilanden, en alzo verder van den Vuurberg af, moest  48 NEDERLANDSCH INDIA*! moest vërplaatzen, en alleenlijk een kleine ftërkte op de oude Plaats laaten hetwelk ook genoeg: en voldoende was: Als dan zou men zig in Banda beter maintineeren, en 'er behoefde zoo veel Volks niet, opgeofferd te worden. Dit ontwerp is te Batavia ook wel voorgeflagen; doch men is daer al te dikwerf flof en het bekende fpreekwoord, bet zal mijn tijd wel uithouden, daar te zeer in zwang. ■ Eene vreemde Europifche Moogendheid zoude zig dus even zoo ligt van Banda als van Amboina kunnen Meester maaken, en zig daar vast maintineeren, met flegts de precautie te gebruiken van het Etablisfement, ■ invoegen als boven 'gezegd is, te verleggen. In December of January vertrekken Jaarlijks twee Schepen na Banda,, tot het aanbrengen van Rijst, en 'tverdere benodigde, en om de Specerijen aftehaalen: Zij komen in Juny weder té tug, zijnde even zoo bemant en voorzien als de Schepen na Amboina: De Maatfchappij, voU gens opgaaf en opbrenging der Bediendens aldaar, bekostigt 'er Jaarlijks ruim 80 Duizend, Gul-  NEDERLANDSCH INDIA 49 Guldens, boven de voordeden van de belastingen genietende avance op de handel-goederen, welke zij zend; doch dat in geen Aanmerking mag komen, aangezien de groote voordeden, welke de Noot en Foelij opleveren. Het Gouvernement Maccasfar op 'tEiland Olebes, word bij de Hollanders aangemerkt als de Sleutel van* de groote Oost; aldaar is een Gouverneur, die dezelfde voorrechten geniet als de voorgaande; digt aan het ftrand'legd het Hollandfch Kasteel, het welk'geen de minlie buitenwerken van naam heeft, en gemeenelijk beftaat de Bezetting uit 200 Man, de baldaadigfte en onvergenoegdfte in ganfch India, en die bij een Attaque zig geen oogenbük zouden bedenken om tot den Vijand • over te gaan. De Maceasfaar is moedig en ftrijdbaar; doch een geflaagen Vijand van. de Hollanders, die, zoo veel hun mogelijk is geweest, de Boegineezen verhoogt hebben, ten kosten der Mavcasfaa» ren, en zulks dus ook nog onderhouden. Hunne -vijandfchap word verder gevoed, door dien zij de Tienden van al hun Gewas aan de 0ém- D paguie  ?o NEDERLANDSCH INDIA. pagnie moeten geeven, buiten het geen de Gouverneurs nog voor zig zelfs hen afpersfen, als ook ook om dat de Hollandfche Gouverneurs hun Vorften maar al te dikwerf afzetten, en dan daar toe de Boegineezen, als eerfle Bondgenooten van de Maatfchappijë, gebruiken, waarna de afgezette Vorst na Batavia gezonden, en vervolgens van de Hooge Regeering, op 't enkel berigt van den Gouverneur, gecondemneerd, en na elders voor zijn gantfche Leeven gebannen word. De Heeren Gouverneurs doen zulks meest altoos uit eigen belang, en om dat 'er Inlandfche Prinfen zijn die 't betaalen. De Vorflen van de O verwal, als Dompo, B/ma, Sumbauwa, waar het Sappanhout valt, {taan ook meest onder het willekeurig believen van den Hollandfchen Gouverneur, het geen al meer dan eens een vernielenden oorlog heeft voortgebragt; dewijl, zoo dikwils daar een Koning fterft, 'er verfcheide Mede-dingers zijn, en hij, die als dan het meest des Gouverneurs handen vuld, rword door de Hollanders gemaintineerd. De Hollandfche Maatfchappij geniet van deeze Be-  NEDERLANDSCH INDIA. *r Bezetting geene andere Producten als Rijst, en haarë Tollen i die egter, op geen zeventig duizend Guldens na, de Onkosten kunnen goed maaien? niettemin brengt het zijn Gouverneur groote voordeelen aan , en om een Oog over de Oost van dien kant te hebben, moet het worden aangehouden, als ook om de uitroeijing der Specerij-Boomen in 't Koningrijk Bouthony 't geen die Vorst aan de Hollanders toeftaat: Maar men zal moeten lagchen over de manier van die Specerij-uitroeijing: Een Sergeant en twee Soldaaten zijn de Executeurs, en men kan ligt begrijpen, welk een groot werk die Lieden kunen afdoen; te meer, daar de Specerij-Boompjes , hen door den Inlander moeten worden aangevveezen , die dat zoo min doet als maar immers mogelijk is, alzo de Koning van Boutbon het onder de hand aan zijn Onderdaanen op 't fterkst verbied, weetende die Vorst de Specerijen zeer wel aan den Man te brengen; dat de Engelfchen ook wel weeten: De Franfchen, of Engelfchen, kunnen altoos vast verzekerd zijn, Specerijen in Straat Boutbon te zullen erlangen. D 2 Met  5-.- NEDERLANDSCH ÏNDIA. Met dat alles verbeelden zig evenwel de Nederlanders, voor al in Holland, dat de Specerij-Boomen in die Contreijen worden uitgeroeid; maar, God betert! wist men het daar, gelijk het reëel is, men zou ten dien opzigte wel van concept veranderen, en op dat poinct beter zorg draagen: Vast gaat het, dat Jaarlijks vreemde Schepen in Straat Boutbon komen en ïaaden, Jaarlijks gaat er in January, een Schip na Alcicasjar; daar zijn ook altoos 3 a 4 Sloepen, welke Jaarlijks, moeten kruisfen en Stuurlieden tot Gezaghebbers hebben; doch eerder dienen tot Zee-Rooverijen op den handeldrijvenden Inlander, dan wel .tot een behoedmiddel* tegen het fmokkelen der Specerijen: Die Vaartuigen zijn ook doorgaans liegt bemant, en van tuigen Ammunitie elendig voorzien,dat ook niet wel anders zijn kan. De Gouverneur heeft altoos eige Sloepen, die op het best van alles moeten voorzien worden, en waar van de Compagnie, tot prejuditie van haar eige Vaartuigen en kosten , de Leverantie heeft ; des Gouverneurs Vaartuigen dienen tot den handel op Belf , Banda,  NEDERLANDSCH INDIA. Banda, Bima'Batavia en Java, die de. Gebieders daar gewoonlijk voeren. Ternaaten is ook een Gouvernement, en van een Gouverneur voorzien: Aldaar legt eene Bezetting van 150, Man; het Levert wat Goud op, den handel is 'er niet groot, en het is voor de. Maatfchappij een Bezwaar-Post van ruim 60. a 70. Duizend Guldens, welke jaarlijks betaald: worden aan de twee Vorilen van Tedor en Ternaaten , volgens Contract, en voor uitroeijing der aldaar groeijende Muscaat-en Nagel-Loo.-q. Dit Gouvernement brengt weinig op aan zijn Gouverneur; doch welke, door een Monopolie van handel, in Lijwaaten, Dranken, Provizieii, Rijst &c. met uitfluiting, op de hoogfte ongenade, der arme Ingezeetenen, dat Gebrek weder vergoed, en daar door zijn de Inlanders, en mindere Hollandfche Bediendens, in'een droevige Armoede; ook heeft men daar nimmeidroeviger dagen , als onder de Tirannij .van een inbaaligen Gouverneur. De Militairen zijn er even zo wel gemoed als op de andere Gouvernementen en dus ook de Inlanders. De Fortifi- D 3 ' catien  54 NEDERLANDSCH INDIA. sa tien zijn 'er mede al .in een foqrt-gclijke droevige geiteldheid , en één Europisch Schip, na bchooren bemant, nam Ternaaien weg. Timor, alwaar een üpperhcoft is en ccr,e kleine bezetting legt, kan mede onder de GrootOost worden gerekend; de rVlaatichappij houd het aan uit vrees, dat, bij verlaating, een ander 'cr zig zoude nestelen; want de Onkosten verilinden de Winden ruirn op, zoo dat het geen Voordeel geeft. Hier mede zal ik over gaan tot de kleine Oost, gelijk het in India Word genoemd, of anders Java. Samarang, een Gouvernement, in de Reüdentie Plaats van Java's Gouverneur; men zag 'er in de jongst verloopen Jaare een, die het van Conftapelsmaat, in den tijd van 9. Jaaren , tot dien Post bragt; hier op kon gczegt worden, bravo! dat moet een Perfoon van verdienllen zijn, en die eenige Dieniten san de rVlaatichappij heeft beweezen! . . . Maar zngt: Zijn opkomst en bekwaamheden waren deeze: Van Conftapelsmaat, Clerct] ter Secretarij, vervolgens derde en tweede dito, en Geheim-Schrijver  NEDERLANDSCH INDIA. %% ver bij den Generaal , zoo dat al de Dienden, door hem in dien tijd voor de Compagnie gedaan, bedaan hebben, in het copieeren van Refolutien en Opdeden, Placaaten, en het tekenen van Zegels: Van Geheim - Schrijver Secretaris geworden, waren zijne bezigheden al niet meerder, en zulke Dienden bragten hem in 't kort tot den Post van Javas Gouverneur, daar toch wel het meest toe gecontribueerd heeft de gunlt van den Gebieder. Acht men nu niet wel dat die FVlan, door zijne trouwe zwaarwigtige dienden en met welken hij de Maatfchappij zo bevoordeeld heefr, zulk een aanzienlijken Poll verdiende? Zestien jaaren was die Heer oui, toen bij Cicrcq wierd en dus reeds met zijn z. jaar Gouverneur! Men denke niet dat 'er geen Lieden in India waren, welke niet alleen bekwamer waren, maar het ook beter gemeriteerd hadden, dan dien baardeloozen Jongeling; het is alleen om dat daar op nooit refledie geflagen word, zoo men maar in gunst ftaat. Een Gouverneur van Java voerd bijna zoo veel Statie als de Generaal te Batavia, en heeft een D 4. con-  NEDERLANDSCH INDIA. ccnfiJerabel Inkomen: Hij mag 2.00 onmedogende te werk gaan als 't hem behaagd, mits hij fiegts zorge dat de Generaal 'er zijn Contingent van krijgd. Daar zijn verfcheide Refidentien op Java, die onder 't Gouvernement behooren , en waarvan alle de Refidenten groot Geld winnen; doch ook weder verpligt zijn daar van een Aandeel aan den Gouverneur op te brengen. Maar welke zijn toch de Sources daar alle die Geldwinningen uit voortfpruiten ? De Inlander en de M.aatfchappi]! Alle de Dieverijen te meiden , zoude te ver heen leiden : Het zij genoeg met korte Woorden te zeggen, dat de Arme Ingezetenen het vel word afgeilrcopt, en de Compagnie zoo veel beftoolen als een iegelijk maar kan doen, en zulks door allerlei} wegen. De meeste Postjes op Java, en onder dat Gouvernement fortcerende , hebben eene Bezetting \4oi%fi\% 30..Man en zijn niet in ftaat om eenEuropifchèn Vijand een enkelen dag op te houden. famrang heeft eene Bezetting van 250. Man op *l evenhoogft; doch ook gemoed als op de andere Plaat-  NEDERLANDSCH INDIA. 57 Plaatzen , en derzelver Fortificatiën even welgeiteld. De Inlander is in zijn hart de Hollanders even zoo genegen als over al, en zag .e gaarne verhuizen. Java leverd vijf k zes Duizend Lasten Rijst, en Zout, zoo veelde Maatfchappij begeerd; dus ook Indigo, Catoene-Gaaren, Houtwerken, Sui-: ker, CofFij, Vogelnestjes, enz. en is alzo een van de beste Landen des waerelds, te meer aangezien, het 'er zeer gezond is. Nog is op Java eene afzonderlijke Refidentie, Cberibon genaamd, welkePost wel het Neusje van de Zalm is, en brengt 's Jaars aan zijn Refident wel 100,000. Ducator.s . op, zo afgeperkt op den Inlander, als geftoolen van de Maatfchappij. Hoe ware het ook anders mogelijk, zo veel inkomen van een Refidentie te hebben ? ook geeft men dien Post aan geen anderen dan aan des Generaals naait beitaanden, het geen, meestendeels, wilde, waanwijze Knaapen zijn, die zig niet ontzien, om op de allerbaldadigfte wijze met den Ingezeeten om te fpringen. • Ceylon, een. der. voornaamite Bezittingen van de. Maatfchappij, is ook in de beste gefteldheid van D 5 alle,  $S NEDERLANDSCH INDIA. alle, en heeft gewoonlijk eene goede Bezetting; de bekwaamheid vandeszelfs Gouverneur, zijnde de Heer Falck, en het afzenden vandirecte Schepen uit Nederland contribueeren tot dit een en ander zeer veel. De voordeelen welke daar, zo op de aangebragte Negotie als anderzins, vallen, bedraagen zelden meer als negen en tien Tonnen Gouds; de Onkosten en Uitgaaven daar en tegen wel e,'f . doch de groote Voordeelen op de Caneel kunnen die meerderheid van kosten ligt opweegen. Zedert den Jaare 1766. zijn 'er de Hollanders genoegzaam Meester. De Vorst van Canciia, weleer zo groot en trots, heeft hunne Opperheerschappij moeten erkennen, en een gedeelte der Kusten aan hun afltaan. Dit behoorde wel eer aan s' Lands Inboorlingen, en men kan dit aanmerken als de eerlle oorzaak van den laatften Oorlog, die, fchoon zo voordeelig voor de Compagnie uitgevallen, egter deszelfs Ofiregtvaardigheid niet verminderd. De toenmaals regeerende Gouverneur begeerde van alle nboorlingen, die Landerijen bezaten, het bewijs van hunnen Eigendom te zien, dat even zo goed  NEDERLANDSCH INDIA. y$r goed was ais of men 'c confisqueerde; want eefi Cingulees kort geen anderen Archiven voorleggen ais te verzekeren, dat zijn Voorouders 'ef Bezitters van waren geweest; doch zulks was onvoldoende, en, om 'er bezitters van te blijven, moesten zij aan den Gouverneur Geld geeven, of Zig getroosten uit hunne bézittingen verjaagd te worden, en die publicq te zien opveilen, welkeönregtvaardighëïdook de Wapenkreet was. De Hollanders mogen thans overal Caneel pellen, en door het gahfche Land handel drijven; dus het alleen aan hen liaan zal, om in der tijd Voordeelen hier uit te krijgen. Ceylon leverd aan de Compagnie, behalven de Caneel, nog uit, KofTy en Peper, 't geen Matura geeft; voorts eenige Fyhe Steeneri, zo Amatisten als Topaazen, Areec, eh wijders, diverfe Lywaaten, Jaffanapatnams en 'Tutecoryns: Punte Gak is de Laadplaats, en voorzien van een ongemakkelijke, doch niettemin kostelijke Rheede. Coromandel: Op die Kust hebben de Hollanders ook een Gouvernement, Nagapatnam geheeten, en daar men verfcheide Gouverneurs ont-  ■6o NEDERLANDSCH INDIA. ontrouw en onregtvaardig heeft zien worden; zoo dat 'er zijn geweest, die van Gouverneur Deferteur wierden, en wanneer zulk een Plaag 't Gebied voerde, wierden de Inwoonders en Weevers gedrukt, en de Maatfchappij had'er mede gevoel van. Meestendeels los, en verwaand, afkomflig uit den allergemeenflen Stand, heeft men 'er een gezien, wiens Moeder in Holland haar brood won met het afgeeven van Papier en het Haan bij de publique Secreten. Dit beneemd egter niet dat men ze in hun Gouvernement Edele Heer, en de Vrouw Mevrouw noemd. Nagapatnam is de verzamel Plaats van alle de Lijwaaten, die op Kust geweeven worden, als van Bimilipalnam, Sadraspatnam, Paleacatta, en Jagemackpoenam, alwaar de Maatfchappij over al Posten heeft, welke onder het Nagapatnams Gouvernement forteeren. De Koopmanfchappen, die wrij daar brengen, zijn, Tzer, Japans - Koper, Lood, Peperen Specerjen, ook Goud: Men geeft voor dat hier mede gewonnen word ruim Vijfhonderd Duizend, Guldens; dan men gelieve te begrijpen, dat op alle Gouvernementen, Comman- de-  NEDERLANDSCH INDIA: 6ï dementen en Refidentien nimmer den regteri Prijs van den Verkoop bekend gefield word; want de flille winfien, welke de Gouverneurs &c. neemen, moeten altoos eerst daar van af; 200 dat men wel kan opgeven hoe veel winst aan de Compagnie op haar Koopmanfchappen word in Rekening gebragt; doch geenzins het zuivere Rendement, dus is 't ook gelegen met den Inkoop; men zal dit bij alle dienen te reflecteeren, en .om in geen herhaaling te vervallen zij dit eens voor al gezegt. De Tollen, met de boven gezegde Avance, zullen tot Vijf honderd Vijftig a Sestig Duizend Guldens opleveren, maar de Onkosten der Bezetting (mede als boven, volgens Opgaave, en waar onder over al, even als bij Verkoop en Inkoop gefchied de Ontrouw rijkelijk plaast heeft) verzwelgen die Winfien wel ruim weder. Nagapatnam is een gefortificeerde Stad; de Militairen worden 'er tamelijk wel gehouden; doch hebben even zoo weinig zugt voor onzen dienst als over al. Mallcbaar, was wel eer en Commandement, thans een Gouvernement, Cocbin geheeten: onder  6i NEDERLANDSCH INDIA. der het Gouvernement forteeren de volgende Posten, CoUan, Cranganor, Calkoifon, Por ca, Paponctty Chtttua. De Maatfchappij heeft Cannanoor ook gehad, doch nu niet meer; de Gouverneur Scrff Hapte het af, waaromtrent de ontrouw mede geen kleine rol gefpeeld heeft. Aldaar had men in gebruik gebragt om bij de Boeken de Schulden der Vorsten, welke de Peper leveren, en daarop in voorraad Schulden bij de Compagnie maaken, vrij hooger te Hellen dan r€èel waar was; dit van Jaar tot Jaar 200 voortgaande (en waar bij de Beltierders het beste voeren) gevoegd bij het Hellen van eenige andere valfche Posten, in de Boeken, veroor2aakte evenwel eindelijk dat men te Batavia niet langer dorst zwijgen; dewijl de benadeeling al eenige honderd Duizend Guldens beliep: Men {telde dan een nieuwen Commandeur aan; men gaf hem twee Commmisfarisfen mede als ook deCopij Negotie-Boeken, om die tegens de Origineelen te confronteeren; de nieuwe Commandeur had daarenboven order om zijn Voorzaat aanltonds in Arreft te neemen, en na Batavia te  NEDERLANDSCH INDIA.1 63 te zenden, 't welk ook gefchiede, maar zonder eenig Voordeel voor de Compagnie, die haar Geld kwijt bleef, en de opgezonden Comman» deur maakte met eenige Duizenden Koupias te Batavia zijn zaak fchoon, egter is ook waar dat de voorige Beftierders wel het meelt daar van genooten hadden; doch de laatfte , Commandeur wordende, had behooren de Boeken tegens't reé'ele beter na te gaan, en was alzoo verantwoordelijk. De Maatfchappij had zig ook nog niet ten eenemaale in Holland vergenoegd behoeven te houden , maar zig haare 1'chaade, zonder onregtvaardig te zijn, door dien Commandeur hebben kunnen doen vergoeden. De Handel aldaar word gedreeven, met Lood) .Koper, Suiker, Kwikzilver, Benzuin, en Camphur^ waar op de Compagnie ten hoogden twee hondert Duizend Gulden winst heeft, het welk met vijftig Duizend Guldens van de Tollen, te zaamen twee hondert vijftig duizend Guldens, uitmaakt; waar tegens de Lasten twee hondert dertig duizend Guldens bedraagen; het levert wel twee Millioenen Ponden Peper uit, Cardamon&c. Te  1 H NEDERLANDSCH INDIA. Te Cochin legt eene Bezetting .van 250. Man; de Fortificatie Werken zijn na de gewoonte van India. Malacca, dit is ook een Gouvernement, en een Last Post van wel twintig Duizend Guldens 's faars, afgerekend van de Voordeelen, welke de Maatfchappij 'er behaald, op haare Lij waaien, Opium, en eenige andere kleinigheden, als mede van haar inkomende regten. Hetzelve leverd wederuit Tin, Olijfants-Tanden, en wat Goud; en het Kasteel, door de Portugeezen gebouwd, een goede gefteldheid, voorzien met een Bezetiirg van a8o. a 300. Koppen. In dit Gouvernement is het als in meelt alle de andere namelijk veel Voordeels gevende aan zijn Gouverneur; men heeft 'er egter de Heer Schippers als Gouverneur van daan zien komen zonder Schatten, maar die Heer bezat een grond van Eerlijkheid , en ieder een volgde juist zijn voetüappen niet; want men heeft 'er gezien welke in ruim drie Jaaren Capitalen vergaderden: Afperzing, Ontrouw , en particulieren handel ten nadeele van de Compagnie, deeden dat geld fpoedig winnen; ook zijn de Burgers als dan ten allcruit- terften  NEDERLANDSCH INDIA/ 4* terftèn gedrukt geworden, zoo dat 'er gc-weeft zijn, die zig van daar hebben moeten ftf* tireeren; ja het is 'er zelfs zo gegaan dat eer* Burger en Ingezeeten door den Gouverneur Zélfs geilaagen wierd, welke behandeling uit afgunft* wegens handel, die den Gouverneur alleen wilds drijven, haaren Oorfprong natm Fadang, op Sumatra's West-Kust is ëenGorri* mandement, dat tegenwoordig ten eenetnaal in verval van handel is. Het gaf weleer groote Voor-' deelen op; men dreef 'er den handel met aller» handeLijwaaten, Amphioen, en Zout, waarvoor men Goud, Peper, Benzuin en Camphur kreegi de Maatfchappij heeft'er een klein Kasteel tot ver* blijfplaats van den Commandeur en verdere Be* diendens; voorts legt 'er eene Bezetting van icö, a ixo. Koppen, maar de Fortificatiën zijn in eerl. bedroefden toeitand; het verval des Handels heels men te danken aan 2. a h gekken, welke, op Re* commandatie-Brieven uit Holland, moesten gë>. ëmploijeerd worden, en daarom aldaar in bedii* ning wierden gefteld; dit, gevoegd bij kneveia* rijen en bedriegerijen, heeft veroorzaakt, da£ dê E  66 NEDERLANDSCH INDIA. Inlander genoegzaam 'geen Lijwaaten van de Compagnie wil aanflaan, zo dat de Pakhuizen aldaar vol onverkogte Lijwaaten zijn; de Engelfchen, te Bancaoehe contribuè'eren 'er mede niet weinig toe, het geen hier van daan komt dat in vroegere dagen de Engeifchcnioi het drijven van handel op Padang door de eige Bediendens van de Compagnie wierden gelokt, als die wel 3. Engelfehe Scheepen s' Jaars aflosten en laadden; de Commandeur floeg gewoonlijk die Lading aan, tegens ruiling van 's Lands Produéten, en dit fpel ging zo lang goed tot de Engelfchen den weg vonden om direcl met den Inlander, zonderden Hollander, te kunnen handelen, zo dat voorige Commandeurs Schatten gewonnen hebben, maar de tegenwoordige van die Smokkel-Voordeelen ontflooken zijn , waarvan egter- de grootfte fchade op de Maatfchappij, gelijk thans blijkt, vallen moet, het geen men ook ligt uit dit een en ander zal kunnen opmaaken, als men begrijpt dat de Commandeur^ thans bijna geene andere Voordeelen genieten als hunne flille winfien op het weinige dat aldaar vcrkogt en ingekogt word, en op het ontrouw aangeeven der on-  NEDERLANDSCH INDIA. 6*7 onkosten. De halfene Schaal, die de Bediendcns bij de inzameling of ontfangst van 't Goud gebruiken , conti ibuëerd mede niet weinig tot den afkeer, welke de Inlander thans voor den Hollander heeft, en hem het handelen met denzelven doet fchuuwen. Pakmbang, genoegzaam in Straat Banca gelegen, is eene Refidentie; de Maatfchappij heeft 'er eene Bezetting van 60 a 70 Man en het is eene zwakke Vesting; haare onkosten beloopen veertig Duizend Guldens: Men houd 'er ook twee a drie Sloepen ; doch zeer liegt bemant, en die eerder tot Dienst voor den Refident, dan voor haar gefchikt zijn, Daar valt Tin, Peper, en Goud, hetwelk de Maatfchappij altoos met gereede Penningen betaalen moet; ook is 'er, mijns bedunkens, geen Vorst rijker als die van Palembang, doordien hij 'tGeld, dat hij voor zijn Tin en Peper krijgt, gevoegd met het Goud uit zijne eige Rivieren, altemaal als bijeen ftapeld en verzameld. Tin en Peper word door den Refident ook door Sluikhandel aan de Engeïfeben, die daartoe Jaarlijks in Straat Banca ko- E % men  68 NEDERLANDSCH INDIA. men, geleverd, en welke het van daar, zoo na China als elders, weder vervoeren: Die Smokkel handel is te Batavia zeer wel bekend, maar word egter niet belet om dat 'er Generaal zijn Contingent van heeft. Borneo: Op dat groote ^Eiland heeft de Maatfchappij flegts een klein Pallifade -Feitje, Banjermasjïng geheeten; zij huod 'er een Refident met eene Bezetting van circa 30 a 40 Man; zij zend 'er Rijst, Zout, Amphioen en Lijwaaten, en geniet daar van nog zo veele Voordeelen niet als de Onkosten beloopen,fchoon maar zestien Duizend Guldens bedraagen. Peper en wat Diamanten zijn de Retouren; de Winften van den Refident fpruiten als meer gezegt is, en hij wint 'er ook Geld Hier mede hebben wy alle de vaste Bezettingen der Hollanders in India doorgeloopen; want in Bengaaien, Souratta, China, en Japan zijn zij niet meer als Factoors. Bengaaien: Hoewel de Hollanders aldaar een Fort hebben, Hougly genaamt, kunnen zij egter niet wel anders aangemerkt worden; gemerkt de Contributie, die men hen zo dikwils doet betaa- Icn:  NEDERLANDSCH INDIA. 69 len: Het is 'er thans voor de Maatfchappij in een zeer foberen Toefland, het welk, als mede de hoogeLasten, fpoedig eene andere fchikking vereischt, zo wel als de ontrouwe behandeling. Aldaar refideerd alsEerfte, eenDirefteur met eenige weinige Militairen, het grootite vervoer uit Bengaaien beftaat inveelderlei foorten van Lijwaaten, Zijde Stoffen, Amphioen en Salpeter, en alleenlijk is het maar uitfchot der Engelfchen dat de Hollanders krijgen ; ja het ftaet flegts 'aan de begeerte dier Natie om ze van daar te doen verhuizen. Souratta: Aldaar is ook een Dire&eur; deHollanders hebben 'er Pak- en Woonhuizen; maar het is 'er thans alles in een volkome desorrde, de Rediendens zijn onder elkander oneenig, ontrouw enonbedagt: Zij ontzagen zig zo weinig dat zij onbefchaamd dorften voorgeeven, dat 'er >oooo. Roupien moeiten betaald wörden, enkeld voor de permisfie tot het maaken van een trap in de Hollandfche Verblijfplaats, en waarvan alleenlijk waar was, dat de Direfteur dit geld in zijn zak wilde fteeken. Eenige Lijwaaten, Capok en Cat,- E 3 jouw  70 NEDERLANDSCH INDIA. jouw is het meeste wat 'er van daan komt, voor de Suiker, Koper &c. welke de Compagnie daar heenen zend. Een fpoedig Redres word aldaar ten hoogden vereischt. Japan, daar de Hollanders alleen van de ChriHenen op vaaren,leverd thans mede geringe winden op; met twee Schepen drijven zij 'er Jaarlijks den handel: Suiker, ManufactuurenenSpeceryen is den voornaamde aanbreng, waar voor men 9000. Kistjes Koper, ieder van 120. pond en 25. a 30000. ponden Camphur, in Retouren bekomt: Op den aanbreng wint de Maatfchappij geen tien Duizend Guldens,' na aftrek van haare ongelden. Van Jaar tot Jaar worden 'er de Hollanders meer en meer met de allerzigtbaarde veragting behandeld: Men geeft 'er de fchuld van aan de ontrouwe en onbekwaame Opperhoofden, welke derwaards befcheiden zijn geweest , en wel voornamentlijk aan de inhaaligheid van eenen in 't bijzonder. De {tille Winden en Voordeelen zijn daar voorzeeker ook, dewijl een opperhoofd van Japan met zijne derde Reize Middelen genoeg bezit, het geen op eene dire&e wijze nimmer gefchieden kan; doch  NEDERLANDSCH INDIA. £i doch hoe zulks toegaat is niet wel te bewijzen, alzo de mindere Bediendens van de Jaj>ans-Vz$rders (mogelijk om dat die 't zelfs niet regt weeren) daar omtrent zeer geheim zijn ; men hoord 'er wel zo iet van zeggen, maar het welk, als praatjes, niet voor reëel is op te geeven, ten minnen diende men (zo verzekerd word) als MedeLid in den Raad aldaar geweest te zijn, om het wel te wceten. Het is andertusfehen genoeg bekend, dat de Hollanders, in Japan weezende, als op een Eiland gebannen zijn, en zeer weinig voorrechten genieten ; ook moet men niet gelooven dat andere Natiën zouden geweerd worden, het tegendeel is waar. Op China, daar vier direfte Schepen uit Nederland op vaaren, word de Handel, voor 't meeste gedreeven met Tin, Geld en Nagelen, en 't is bekend dat den uitvoer van daar beftaat in Thee, Zijde Stoffen en Porcelijnen. De aldaar vallende, geheime voordeelen fpruiten uit de contante Penningen, welke men uit s'Compagnie's Kasfe ligt, en onder de Chineefen uitzet tegen 10, per cent, onder voorgeeven dat men die Penningen zelfs ' E 4 . van  «Z NEDERLANDSCH INDIA. van Particulieren negotieerd , en nimmer aan 'liCorapagnie's Kasfe raakt; wel is waar, dat, als "qv Bankroeten voorvallen, het geen nu en dan al gebeurd, de Maatfchappij het niet draagt, en zulks Weder geflopt word na verloop van een a twee Jaaren, na maate der grootte van het Bankroet, door de groote Intrest, die men weder, op nieuwe gefchooten Capitaalen, van 's Compagnie 'sGeld genoomen, trekt; egteris het zeker, dat, wanneer de Bankroetentder Chineezen eens al te groot waren,, en de Dienaaren het niet meer konden op^ woekeren met 'sCompagnie'sPenningen, zij zelfs Bankroet zouden moeten fpeelen, en wie zou dan de Schaade lijden ? Immers de Compagnie ? Het is daar mede gelegen als met het oude Hollandfche Spreekwoord: De Kruik gaat zo lang te water tot iat zij breekt: Dus is alles kort en zakelijk ter neder gefield, en omtrent de Dienaaren, zo veelgezegd, als men dagt voldoende te zijn om 'er een Denkbeeld van \t geeven; want zo men daar omtrent uitgebreider Wilde zijn, was er een ruim veld epen. Men kan & meeftg m dètïe eordeelen als zonder Trouw, Eers  NEDERLANDSCH INDIA. 1$ Eer, of Liefde voor hunne Heeren en Meefters-; een ieder denkt maar om zig te verrijken, ten koste van de Maatfchappijë en waarlijk haare vermindering, haare waggeling, en haaren val, zo die 'er op volgd, zal zij aan haare Dienaaren en haar zelfs te danken hebben. Haar zelfs om dat zij bij tijds India niet gezuiverd heeft van Schurken ; doch, mijns bedunkens, zouden deeze volgende en geringe middelen tot Redres, en ook tot Voordeel van de Maatfchappijë kunnen dienen. „ Een Commisfaris en vijf Raads -Perfoonen „ voorzien met volkoome Magt: Luiden in wiens „ Eer en Trouw men volkoomen kan berusten, „ uit Europa na India te zenden: Aldaar, van al„ le bemiddelde Dienaaren , Rekening van hun- ne bezitting te vorderen, en van hem, die be„ vonden word zig dezelve ten kosten zijner „ Eer, en Nadeel van de Maatfchappijë bezorgd „ te hebben, de helft zijner Goederen ten haa„ ren voordeele te confisqueeren, en hem met „ het overige uit India zenden. Voorts eene in„ krimping te maaken op alle buiten-Comptoi„ ren , zo omtrent de Gouvernementen, Com* E ) man-  74 NEDERLANDSCH INDIA, „ mandementen en Refidentien, als omtrent de „ Dienaaren; want waar toe dienen toch al die „ Raadsvergaderingen? Zij zijn onnut enveroor„ zaaken ilegts onkosten , door het aanhouden „ van nuttelooze Dienaaren. „ AUe onbekwaamen of overbodige Dienaaren 3, moest men na Europa zenden, of wel in den j, Burgerltand ftellen. „ Te Batavia de Generaal en opperfle Regeer„ ders wel te laaten, maar de overige Dienaaren 3, aldaar tot de helft te verminderen, zoo wel „ in de Comptoir-Bediendens als in de Admini„ flrateurs. ten zuiniger Schikking omtrent het „ Ambagts - kwartier , de Werf, en al de Pak„ huizen ; tot derzei vers Beftierders, zo veel „ mogelijk , trouwe Dienaaren te gebruiken en , die alle daarom een ordentlijk goed inkomen „ toe te leggen. „ Een Generaal nooit langer dan drie Jaaren in „ dat Ampt te laaten, na welken tijd hij moest „ gehouden zijn aan zijn Opvolger en de Raaden „ y^n India , niet alleen Verflag voor hem in 't bij„ zonder, maar teffens van 't gedrag, in zijn Be- „ ftier,  NEDERLANDSCH INDIA. 7* ,j ftier , van alle zijne gevveezene Onderhoorigen „ te doen. „ Alle vijf Jaaren een Commisfaris, invoegen „ als voren gezegt is, uit Europa te zenden, die „ in India alle verantwoording afneemt, alles na„ gaat. en van dit alles in Europa berigt doet. Den Generaal en de Raaden, meerder inkos, men te geeven, en ontrent de Oostindiiche Eer„ bewijzingen eene betamelijke en welvoegeiijke „ Schikking te maaken. Dit een en ander zal wel „ contribuëeren tot voordeel van de Maatfchap„ pijë, en men zal haar geenzins van onrechtvaar„ digheid kunnen befchuldigen, wanneer zij te „ rug neemt de helft, van het geen dat ontrouwe „ Dienaaren haar op eene fchelmagtige wijze heb„ be ontfloolen; zeker althans is het dat zij daar „ door een Schat bij elkander krijgt; doch aan de „ andere kant is het ook maar haar eige goed. „ En laatftelijk alles in Nederland niet te laaten „ aankomen op een enkeld Man, dat gewoonlijk „ de Advocaat is; te meer daar zulk een Perfoon r fomwijlen niet alleen onkundig in die zaaken is, l maar ook,door derzelver menigvuldig, en uit- » ge-  76 NEDERLANDSCH INDIA. » geftrektheid, niet na behooren op alles reguard „ kan {laan en Verflag doen, als waar toe vrij „ meerder kundige Lieden dan één vereischtwor„ den; ook gaat het niet vast dat zulk een Man, „ daar het alles alleen opdraaid, tegens alleomkoo„ ping ftandvastig zoude Haan, en daar tegen niet s, beftand zijnde, volgd 'er niets op, als gevaar „ voor de Maatfchappij, door valsch Verflag van „ zaaken, zo wel met betrekking tot den Handel 5, als tot Perzoonen: Immers heeft het zijne Re„ denen, dat men in India zoo veel Confideratie „ voor den zeiven heeft, en meer dan eens heeft „ men gezien, dat een enkelde brief van den Ad„ vocaat, met Recommandatie zijner vrienden, „ hun eclatant fortuin bezorgd : Zijne Recom„ mandatien zijn ook van de meeste kragt, en „ van de besten, zelfs die van zijne Hoogheid „ niet uitgezonderd ". Zeevaardi omtrent 30 Schepen vertrekken Jaarlijks na India; ieder Schip is gewoonlijk bemant met 230 a 250 Koppen ; de Officieren zijn meest alle van 't gemeenfte flag van Volk, Matroozen van geboorte, die de Navigatie als een Ambagt aan-  (NEDERLANDSCH INDIA, 7? aanmerken en verftaan; men 'geeft hun accurate Inftructien mede, zoo dat zij altoos weeten hoe de Coursfen zijn, en ten dien opzigte als enkelde onbezielde Werktuigen kunnen worden aangemerkt; ook zijn bij de meeste, zooniet bij alle,' geen bondige, kundige Waarneemingen hunne kunst aangaande te vinden: De goede Inftructien, buiten welke zij niet mogen, durven, noch kunnen gaan, is wel het behoud der meeste Compagnie's Schepen; doch braaf vloeken, laage expresfién gebruiken en Hagen geeven verftaan zij des te beter: Die Officieren zijn Een Schipper, als Hoofd: Een Opper-Stuurman: Een Onder - Stuurman, en twee Derde-Waaken. Zij voeren aan Boord een al te onbepaald gezag, en die lompe onbekwame Menfchen, zijn onverdraaglijk in hun gebied. De Schipper hoord men op een reize wel honderd maal zeggen: ik ben Hoofd van den Bodem: Hij veld altoos Sententie, en altoos moet hem gelijk gegeven worden. De an-  78 NEDERLANDSCH INDIA. andere leeven na hem ook eveneens met hun minderen en hun Difcours is gemeenlijk wel geÜoff erd met je Liegt het; wat Blik ... — wat Bond . . — na je M... en zoo voorts, en ik acht een fatzoenlijk Man, welke met die' Schepen overvaart, het zij als Pasfagier, Onder-Koopman of Adfittent, allerbeklaaglijkst; want dat Volk behandeld zulk een Man met alle veragting, zo wel ten opzigtevan zijne Goederen, als met allerlei uitgevondene Bagatellen uit te denken, die iefnant, fchoon het flegtsBagatellen zijn, het Leeven op een Schip allerbitterst maaken. De Cajuit is gewoonlijk zijn verblijfplaats, en wanneer men hem wil plaagen, laaten die laage Zielen hem geen rust, door 't maaken of laaten maaken van allerli Geweld door de Jongens. Spreekt hij 'er eindelijk een van, dan is het: wat Blik . ..denkje? Moeten de Jegens ook geen Plaats hebben? ,waar bij dan komt, dewijl men altoos niet om laag in de Cajuit kan blijven, het moeten aanhooren van de gemeenfte en zot He Difcourfen, en dan met dat Volk des Middags en 's Avonds te moeten {pijzen; maar, ö Hemel! wat Eeten! Gemeenlijk  NEDERLANDSCH INDIA. 79 lijk is de Spijs, welke door de Schippers gekogt en medegenomen wordt, zeer flegt ; de Kok, in meest alles wat kooken aangaat, onkundig; een Mattroos word 'er genoomen om als Hofmeefter aftegeeven, en is daartoe meest altoos ten eenemaal incapabel, zeer morfig en lui: Het Tafellaaken is een fmeerig, vuil Zijldoek, vermeerderd de Walging niet weinig, en niets, van het geen de Maatfchappij voor de Tafel mede geeft, word 'er door den Schipper toe gegeven. Het is ook waarlijk te verwonderen, dat, daar men bij alle andere Natiën een goede Hof meefter en Kok heeft, zulks bij de Compagnie niet zijn mag. Men kan aan het flegt bereiden der Spijzen, de Ongezondheid, die men op de Schepen ziet , voornaamlijk toefchrijven. Het arme Volk is 'er wel het allerflimftc aan, als welker Eeten niet gaar en vol vuilnis is; want op de zindelijkheid omtrent de Kost word zo min reflectie geflagen, als op derzelver bereiding; dus ik oordeele dat 2 Koks en 3 Koksmaats , mits goed weezende, op een uitgaande fchip ten hoogflen noodzaaklijk zi;n, zo wel als eene goede attentie op de zin-  Jèo NEDERLANDSCH INDIA: zindelijkheid en goéde bereiding van het Ketenden nopens, de Combuis. Zoo gaat het toe, wanneer men uit Europa vertrekt; maar in India vaarende is het fteelen nog vrij wat erger. De Schippers in 'r Land Steelen zoo veel zij maar kunnen; Touwwerk,Zeilen , Ankers, alles word verkogt, en dan op verklaaring afgefchreeven j waaromtrent mede wel redres vereischt wordt, zoo wel als ten aanzien van een mede-vaarend Pasfao-ier, Onder-Koopman of Adfiftent, op dat die Menfchen met vreede mogten overvaaren , en wat den armen Matroos belangt, men moet betuigen verwonderd te zijn hoe 'er nog gevonden worden, die de Compagnie willen dienen. I Zie daar eene korte, doch waare befchrijving. Het is den Schrijver onverfchillig , of dezelve goedgekeurd , of afgekeurd word: Hij fmeekt om geen Applaudisfement, en zal zig, over de veroordeeling van dit zijn Werkje, zoo min bedroeven als over de Goedkeuring van hetzelve zig verheugen. Hij fchreef het .... Om dat hij het voor zig zelfs goed vond. EINDE,