Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin vak het jaar MDCCLXXX. VYFDE DEEL. te AMSTERDAM, by JO HANNES ALLART. m d c c x c.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit vyïde deel geplaatst z y n. XVlr. Declaratie der Afgevaardigden, van de Stad Schiedam ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, uit naam hunner Principaalen , met opzigt tot den inhoud der Misfive van Uitfchryvinge van den Jaarlykfchen Dank- Vast- en Bededag voor het jaar 1782* . . bl. 1 XVIII. Extract uit de Refolutien van de Heeren Sraaten van Holland en Westfrieland; behelzende het verzoek van den Ontvanger van het verhoogde Last- en Veilgeld om verlof tot het negotieeren van Zestien Tonnen Gouds. In dato 13 February 1782. • bl. 2 XIX. Extract uit de Refolutie van de Staaten van Holland en Westfriesland; inhoudende een Declaratoir van den Prinfe Erfftadhouder, raakende den Veldmaarfchalk Hertog van bruwswyk , nevens Advis der Ridderfchap, daar toe betrekkelyk, In dato 20 February 1782. , bl. 6 XX. Publikatie van de Regeering der Stad Middelburg , gebiedende aan de Burgers om zich te voorzien van Wapenen. In dato 21 February 1782. . bl. 8 * XXL  " LYST der STUKKEN. XXI. Consent van Hun Ed. Groot Mogende de Staaten van Holland en Westfriesland, in de Buitengewoone Middelen voor het Jaar 1782. In dato 21 February. bl. 10 XXII. Extract uit het Reces van het Graafa ■?/,M'°P de" Extraordinaris Landdag binnen Nymegen gehouden; behelzende Advis van Jr. r. t. van der capellen tot de marsch , wegens den Heer j. adams, en Refolutie , daar omtrent genomen. In dato 23 February 1782. . bl. 12 XXIII. Resolutie van de Staaten van Frieslandwegens de toelaating van den Heere j. adams, als Gezant van Noord - America. In dato 26 February 1782. . y. 15 XXIV. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behelzende drie Beüuiten wegens het Vereenigd werkzaam zyn met Frankryk tegen GrootBrittanmen, nevens eene Memorie van den Franfchen Gezant, daar toe betrekkelyk. In dato 4, 18 en 25 Maart 1782. bl. 16 Lxtract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato - 4 Maart 1782. . . bL 22 XXVI. Extract uit de Registers der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën , van Maandag den 4 Maart 1782. bl. 27 XXVII.  LYST der STUKKEN. m XXVII. Evtract uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. 1 . bl. 28 XXVIII. Memorie van de Vroedfchap der Stad Amfterdam ; inhoudende nadere Ophelderingen aangaande de Propofirie, wegens hec toevoegen van eenen Raad aan zyne Hoogheid, geduurende den Oorlog. bl. 30 XXIX. Sententie van den Hoogen Zee-Krygsraad, wegens 't gehouden gedrag van den Schout-by-Nacht jan biNkes, met opzigt tot 't Schip St. George, Kapt. Jan Pieter Jansjen. In dato 9 Maart 1782. bl. 34 XXX. Missive van Zyn Doorl. Hoogheid willem oen V. Prinfé van Oranje en Naslau &c. &c. Erf-Stadhouder , Erf-Kapitein, Admiraal Generaal, van de Unie, &c. &c. &c. . . bl. 46 XXXI. Extract uit het Boek der Refolutien der Edel Mog Heeren Staaten van Friesland ; betreffende de Naturalifatie in hunne Provincie. In dato 11 Maart 1782. bl. 47 XXXII. Missive van de Heeren Staaten van Vriesland, aan Zyne Hoogheid den Heere Prinfe Erfftadhouder, om den Hertog van brunswyk zich aan de directie van zaaken te doen onttrekken, en de Republiek te verhaten. In dato Leeuwaarden den 11 Maart 1782. bl. 49 XXXIII. Antwoord van Zyne Hoogheid den Prinfe"Erfftadhouder, op de Misfive van de fcdel Mogende Heeren Staaten van Friesland. In dato 15 Maart 1782. bl 5 c * 2 XXXIV.  IV LYST der STUK KEK XXXIV. Memorie van Gecommitteerden der Kollegien ter Admiraliteit, >om Redres in den ftaat der betaalingen van de kosten der Schepen, Princes Carolwa, Rotterdam en Mars, door overmagt genomen, en om bepaaling van een vasten regel voor diergelyke gevallen in 't toekomende. In dato 12 Maart 1782. . . bl. 54 XXXV. Nadere Declaratoiren der Steden Schiedam en Hoorn, omtrent de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogende van den 7 Maart 1782 , raakende de zaak van den Veldmaarfchalk Hertog van erunswyk. In dato 13 Maart 1782. . bl. 64 XXXVI. Verzoek van Bewindhebberen der öostindifche Maatfchappye, om by het doen van Uitdeeling, den Honderdften enTweehonderdften Penning ten voordeele der Com • pagnie te mogen innen; nevens het Advys van Gecommitteerde Raaden, en het befiuit van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 15 Maart 1782. . . bl. 66 XXXVII. Advis van den Heer a. w. baron van palland , Drost van Ysfelmuiden, enz. uitgebragt op den laatstgehouden Overysfelfchen Landdag, den 15 Maart 1782 bl. 74 XXXVIII. Reqtjest van de Heeren matthysooster en duco van haaren, aan de Staaten Generaal, betreffende de Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland. In nato 18 Maart 1782. . . . bl. 75 XXXIX. Re^uest aan de Edele Gr. Acht. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Am-  LYST der STUKKEN. Amfterdam, over het aangaan van eene nadere Verbintenisfe met Noord America. In dato 19 Maart 1782. , bl. 78 XL. Resolutie van Hun Ed Groot Mogenden , waar in bewilligen in het verzoek van Bewindhebberen der Oostindifche Maatfchappye , om onder Guarantie van Hun Hoog Mogenden, tien Miljoenen Guldens te mogen negotieeren ; als mede, om by provilie voor tien jaaren de Recepisfen wegens Anticipatie-Penningen te houden van natuur als de Obligatien ten laste der Oostindifche Compagnie. In dato 20 Maart 1782. ... bl. 84 XLI. Request van Kooplieden, Fabrikeurs en Trafikanten, aan de Staaten Generaal ,over de erkentenis van de Onaf hanklykheid van Noord-America. In dato 20 Maart 1782. bl. 92 XLII. Request van Burgemeefteren van Medemblik, om zeekere fomme uit 's Lands Kasfe, en voorziening omtrent de Lotery aan hun geaccordeerd. In dato 21 Maart 1782. . . . bl. 98 XL1II. Resolutie van Hun Hoog Mogenden, omtrent het Request de Heeren matthys ooster en duco van haaren, betreffende de Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland. In dato 22 Maart 1782. bl. 103 XLIV. Request van Kooplieden, Reeders van Scheepen en Trallcquanten te Schiedam, aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Bur* S ge-  vi LYST der STUKKEN. gemeesreren en Vroedfchappen dier Stad , over het fpoedig fluiten van een Verbond van Koophandel .met de Staaten vanNoordAmerika. . . bl< IO? XLV. Request van een zeer groot aantal van de voornaamfte Kooplieden en Reeders in de Haring- en Koopvaardyfcheepen, geprefenteerd aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap der Stad Enkhuizen. In dato 2 H5 LVI. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; wegens het invoeren van Impost op vreemde Wollen en Zyden Stoffen. In dato 5 April 1?82' • • . ■ bl. *48 LVII. Extract uit de Refolutien der Ed. Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, wakende de erkentenis van den Heere j adams, als Minister der Staaten van Noord-America. In dato 10 April 1782. bl. 162 LVIH. Request van s. prins en f. kloppenburg, Fabrikeuïs te Leiden, aan de Staaten Generaal, om Verbod van invoer van Wollen, Bedde Kleederen , enz. In daro n April 1782. . . bl. 164 L1X, Advis van Gecommitteerde Raaden , op het Request van Mr. e. j. penning, om Octroy op een Kopermolen. In dato 11 April 1782. . . bi. l6? LX. Aanmerkingen op het Request van den Heere Mr. penning, tot het verkrygen van een uitfluitend Oelroy op de Kopermolen te Schiedam, en op het Advis van Hun Ed. Groot Mogende Gecommitteerde Raaden' . bl. 176 LXI. Request van Kooplieden te Enkhuizen over he^ duiten van een Verbond met NoordAmerica. In dato ia April j782, bl, 177 LXII,  LYST der STUKKEN. ix LXII. PvEquesten , enz. raakende het Schip de St George, aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 12 April 1781. bL 183 LXIII. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen. In dato 12 April 1782. bl. 205 LXIV. Missive van Gecommitteerde Raaden, aan de Staaten van Holland, met eene Misfive van Gedeputeerde Staaten, van Utrecht , over de Conventie omtrent den doorvoer van Waaren en Producten; nevens de Refolu'ie van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato Ia April 1782. . j bl. 21a LXV. Antwoord van Hunne Ed. Mog. de Heeren Staaten van Vriesland, op de Mislive van Zyne Doorl. Hoogheid , den H ere Prinfe Erfftadhouder, van den 15 Maart, over de zaak van den Heere Hertog van Brunsmyk iVolfftnbuttel; nevens de verfchillende Advifen van het Kwartier der Steden, raakende dit Antwoord. In dato 18 April 1782- • - bl' JI9 LXVI. Extract uit het Register der Refolutien by Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Enkhuizen, in derzelver Vergadering genomen, In dato 16 April 1782. bl. 223 LXVII. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen. In dato ao April 1782. bl. a^8 * 5 LXV11I,  x LYST der STUKKEN. LXVIII. Memorie van den Heere j. adams aan de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, . k, • bl. 230 LXIX. Publ-ikatiiï van de Heeren Staaten van Vriesland, tot Explicatie van de Refolutie van den a8ften February 1705 , omtrent de Naturahfatie in hunne Provincie, bl. a3t LXX. Miss-ive van Bewindhebberen der OostIndifche Compagnie , aan de Staaten van Holland , over eene Geldleening van acht Milhoenen. In dato 23 April 1782. bl.234 LXXL Dank-adres van een aanzienlyk getal van Kooplieden, Fabrikeurs en Trafikanten van Utrecht, aan de Ed. Mog. Heeren Staaten der Provincie. In dato 24 April *7**- • • bl. 235 LXXII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ; raakende de wyze van het aangaan van een Verbond van Vriendfchnp en Koophandel met de Staaten van Noord-Amerika. In dato 26 April 178a. . . bl. 233 LXXTII. Memorie van den Franfchen Gezant aan Hun Hoog Mogende, kennis geevende van het intrekken der nadeelige Befluiten van het Franlche Hof voor den Nederlandfchen Koophandel, en het doen te rug geeven van het betaalde. In dato 26 April 1782. • • bl. 230 LXXIV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge ge' no-  LYST der STUKKEN. xi nomen, omtrent de verreekening van genomene Schepen. In dato 26 April 1782 . . bl. 243 LXXV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland , in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen. In dato 26 April 1782. bl 251 LXXVI. Request van Hollandfche Kooplieden en Fabnkeurs. . . bl. 252 LXXVII. Request van Kooplieden, Scheepsreeders en Trafikanten van Schiedam, aan de Regeering hunner Stad. . bl. 255 LXXVIII. Memorie en Advis, van den Hoog Welgebooren Heer a. w, baron van pallandt , Drost van Ysfelmuiden , ter Vergadering van Campen overgegeven ; en op deszelfs verzoek in de Notulen geïnfereerd. . . bl. 258 LXXIX. Advys van Jonkheer j. h. van zuylen van nyevelt. . . bl. 265 LXXX. Extract uit het Reces van 'tGraaffchap Zutphen, op den ordinairen Landdag in April 1782 binnen de Stad Nymegen gehouden ; raakende de verzogte infertie van het Avys van Jr. van der capellen tot de marsch. In dato 27 April 1782. bl.271 LXXXI. Advys van Jonkheer r. j, baron van der capellen tot de marsch en lathmer. . . . bl. 272 LXXXII. Advys van den Hoog Welgebooren Heere j. h. van zuylen van nyevelt. bl. 280 , LXXXIII.  xii LYST der STUKKEN. LXXXIIf. Missive van de Staaten van Utrecht aan de Ed. Gr. Mogende Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, over de Continuatie der Conventie , nopens den vryen doorvoer van Goederen en Pro toeten naar Zee en langs de Rivieren; nevens de Refolutie daar op genomen. In dato 2 May 1782. . . bl. 282 LXXXIV. Propositie van Gedeputeerden van Amfterdam , om de Courantiers te belet- ten, Staatszaaken in hunne Couranten te plaatfen. In dato 2 May 1782. bl. 289 LXXXV. Resolutie van Hun Ed. Gr. Mogende, op den voet van Veranderinge der Recepisfen op Anticipatiepenningen in Obligatien, ten laste der Hollandfche Kameren van de Oostindifche Maatfchappy, onder Guarantie van Hun Ed. Gr. Mogenden, met verdere fchikkingen daar omtrent. In dato 4 May 1782. . bl. 290 LXXXVI. Aanschryving wegens het houden van Maandelykfche Bedeftonden. In dato 10 May 1782. . bl. 294 LXXXVII. Missive van den Heere Prinfe Erfftadhouder aan de Staaten van Friesland. In dato 10 May 1782. . bl. 295 LXXXVIIL Rapport op het verzoek der Geïnteresfeerden in de Haringvaart langs de Maas, om ophef van het Embargo der Haringfchepen en openftelliug van derzelver Vaart. Ingeleverd ter Vergadering? van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 11 May 1782. . . bl. 297 LXXXIX,  LYST der STUKKEN. xin LXXXIX. Communicatie van het voorgedraagene door den Griffier fagel, over eene Converfatie met de Rusfifche Ministers , nevens de Misfive van den Groot-Brittau-' nifchen Staats-Secretaris fox aan den Heere sim^lin , en een billet van den Prinfe gallitzin. Ingebragt ter Vergaderinge van. Hun Ed. Gr. Mog. In dato 15 May 1782. . • bl. 299 XC. Verbaale Infinuatie van het Rusfifche Ministerie,in antwoord op deRefolutie van Hun Hun Hoog Mogende van 4 Maart 1782, over de aangenomene Mediatie tot een Particulieren Vrede met Engeland. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 15 May 1782. bl. 303 XC1. Antwoord van de Staaten van Friesland , op de Misfive van den Prinfe Erfstadhouder van den 10 May. In dato 16 May 178;. . . bl. 306 XCII. Generaliteits Rapport op het verzoek van R eeders en Geinteresfeerden in het Schip St George, om Vergoeding van fchade of fchadeloosftelling. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 16 May 1782. . bl. 308 XCIII. Advis van Gecommitteerde Raaden op het verzoek van Burgemeesteren van Medenblik, om eene Subfidie van drieëntachtig duizend Guldens, in plaats van het pro» fyt der Loterye, tot Reparatie der Haven en Zeeweeringen van gemelde Stad. Inge-  xiv LYST der. STUKKEN. gebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 16 May. bl. 313 XCIV. Generaliteits Rapport op eene Refolutie van Vriesland , raakende de vermeerdering der Petitie tot den aanbouw van negentien zwaare Schepen , met eene fornme ter aanbouw van twee nieuwe in plaats van verongelukte Schepen: Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 16 May 1782. bl. 317 XCV. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, raakende de Schotfche Brigade. In dato 21 May. bl. 3i9 XCVI. Resolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfnesland ; inhoudende Qualiftcatie op de Gecommitteerden tot de Zeeweeringen op de Helder, ter bewerkftelliginge der voorgeflagene Werken , en de' fomme , uit 's, Lands Kas daar toe te beiteeden. In dato 24 May 1782. . . bl. 321 XCVII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, raakende een Request van Directeuren der Plateelbakkeryen te Delft. In dato 24 May 1784. . . bl. 330 XCVIII. Communicatie door den Raadpenfionans in het Secreet Befogne ter Generaliteit van eene nadere Verbale Infinuatie van het Mi-  LYST der STUKKEN sv Ministerie in Rusland , betreffende Hun Hoog Mogende Refolutie van 4 Maart. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 24 May 1781. . . bl. 331 XCIX. Advis van den Baron van pallandt tot zuithem , omtrent het gebruik van een gedeelte der Landmagt tot den Zeedienst. Uitgebragt op den Landdag van Overysfel. In dato 27 May 1782. bl. 334 C. Advis van Gecommitteerde Raaden van het Zuider en van het Noorder Kwartier, op eene Misfive van Commisfaiïsfen tot de Zaaken van de Pilotage benoorden de Maaze , inhoudende verzoek dat aan hun mogen worden ter hand gefield de Refolutien van Hun Ed. Gr. Mogende , op . het ftuk van het ligten der Tonnen en het afhakken der houte Baaken. Ingeleverd ter Vergaderinge der Staaten van Holland. In dato 29 May 1782. . bl. 336 Cl. Advis van Gecommitteerde Raaden in het Zuider en het Noorder Kwartier van Holland , op het Request van P. Chomel te Amfterdam, ten einde de Kooien van de Compagniefchap, onderden naam van Elshruch en Compagnie, in het Graaffchap Mark, naar herwaarts wordende gevoerd, zullen mogen genieten van eene vermin! deringe op den Impost van Confumtie voor de helft. Ingeleverd ter Vergade ringe van Hun Ed. Gr. Mogende. In ,dato 30 May J782. . U. 343 CII.  xvi LYST der STUKKEN. CII. Concept-extensie, uit kragt der Refolutien van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , betreffende het fluiten van Vrede met Engeland. In dato 31 May 178*. bl. 356 NB. By overzigt zyn twee onderfcheidene Artikelen getekend met den zelfden N°. LVI, op bl. 148 en bl. 162. De Leezer vergeeve deezen misflag, en zy daar op bedagt, by het nagaan van de Lyst der Stukken. ZAA-  Z A A K E N; VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXIL XVII. Declaratie der Afgevaardigden van de Stad Schiedam ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende , uit naam hunntr Principaalen , met opzigt tot den inhoud der Misfive van Uitfchryviuge van den J'aarlyk' fchen Dank- Vast- en Bededag voor het Jaar 1782; hoofdzaaklyk behelzende. T^V1 men zig van we§en deezer Stads Regeerinj> i^Jf ge verpligt oordeelde, de licentieufe handelin„ gen van de Gedeputeerden ter Generaliteit te moe„ ten capteeren; daar het voor dezelven onverantwoor,, delyk is, om zonder prsallabele voorkennis en be„ oordeeling van Haar Ed. Gr. Mogende, en dus ook „ van deeze Stads Achtbaare Vaderen , tot eene Uit* fchryving van een algerneenen Dank- Vast- en Bedej, dag te hebben geconcludeerd, waar van de Exrenfie geene geringe Reproches verdient, wegens aanmer,, kelyke omisfien , welke daarin gevonden worden , „ als gewagende in geenen deele van de verpligte ,, Dankaltaaren aan het Goddelyk Albeftier, voor den „ gedistingueerden byftand aan 's Lands dappere Zee. s, helden, op den 5 Augustus 17*1 op de Doggers„ bank betoond; maar integendeel zulks, als ware \ „ een onverfcbjlJig ïiibject, pasfeerende : en daarenbo„ veö even als een noodeloos Ingrediënt voor de pu- V. deel. A „ blie-  2 feb. ZAAKEN VAN I?g2. " ^li^e1Ge,be,den» de aiiernoodzaaklykfte inroeping der " £wyke hUlp V°°rby gaande' °» 's LandsNavaa" » le Wapenen , tegen onzen onregtvaardigen Vvand „ gloneufelyk te willen zegenen. y ' zJeTVl ¥ da"enkoven gelast waren te declaree. „ren, dat deezer Stads Regeering tegen zoodanige „ licentieufe Conduites wel degelyk loude waaken en „ zorge draagen dat geen Biddagsbrieven op die WyZe „ geconftateerd binnen hunne muuren in 't veS „ zouden afgekondigd worden." vcivuig XVIII. ExtraEi uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland ; behelzende het verzoek van den Ontvanger van het verhoogde Last- en Feilgeld om verlof tot het negotieeren van Zestien Ton. nen Gouds. In dato 13 Februari 1782. J De Heer vander Does, Heer van de Noordwyken heeft ter Vergadering gecommuniceert een Misfive van den Ontfanger - Generaal van het verhoogde Last- en Veilgeld, gelchreeven alhier der1 Is da vS! leede maand en ten zelve dage ter Generaliteit in-ekomen, houdende den Itaat van zyn Comptoi en de lasten van het zelve, en verzoekende authorifatie, om hy provjfie ƒ i6ooooo-0-o tegen drie per cent in ha Jaar te mogen negotieeren ; breeder hier na geinfereerr op welke Misfire de Heeren Hun Edele Groot Moe Gedeputeerden en die van Zeeland hadden aangenomen' Z1g nader te verklaaren ; zynde dezelve doo/deTyf andere Provinciën overgenoomen. y Fiat infertio. Waar op gedelibereert, en Copie van de voorfz. Ir ^/rfT fynd£ d0°r de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht en alle de volgende Leden , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Prin-  feBi STAAT EN OORLOG. 1782. 3 Pn'ncipaalen, is de finaale Reiblutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert rnet de voorfz. Refolutien. «oog mogenbe heeren! Ik hebbe de eer ter kennisfe van U Hoog Mog. te brengen, dat myn Kas op het laatst van hetvoorleede Ë"«r heeft bedrogen een fomma van - ƒ 563600 11 14 og waar van afgetrokken zynde, het geen ik volgens U Hoog Mog. ge honoreerde Aanfcbryvingen en Refolutien van den 10, 17 en 21 De cember laatstleeden en van den 17 dezer, fchuldig ben aan de Colle. gien ter Admiraliteit te Amllerdam en in Vriesland , benevens aan de Gebroeders Vogel, ter fomma van - 80944 o q / 482664 ii 14 En dus voorfz. fomme fufficient, om de vaste Posten , op myn Comptoir geafFeéteert , te kunnen voldoen. Dog hebbe teffens de eer U Hoog Mo?, te communiceeren, dat ik nog een importante fomme ("voor zoo verre my die bekent is, en waar voor myn Comptoir waarfchynlyk , binnen korte , zoo niet in het geheel, ten minden voor het grootfte gedeelte ftaat te werden belast) fchuldig ben aan de refpective Admiralüeiten , wegens de Equipagien in de jaaren 1778 , 1779, 1780 en 1781 gedaan, als aan de Admiraliteit op de Maaze — — ƒ 521835 o o Buiten en behalven de fchavergoedin ter fomme van — —- 32848 13 8 Aan het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam —• — 109617e o o Behalven meede de Post van fcha- vergoeding —— — 7118; 8 14 Als meede wegens derzelver aandeel in de drie Vlaggen , als ook in de onvoorziene toevallen ; dog waar voor geen Penningen zyn uitgetrok- A 2 ken,  4 feb, ZAAKEN VAN i7u. ken, en dus alleen dient voor Memorie. — En laatftelyk nog voor het Fregrt Mars , door den Vyand genomen, ter fomme van — ƒ 13800 o o Aan het Collegie ter Admiraliteit in Westfiïesland en het Noorder-K war. tier — 64750 o ó En aan het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland — — 211775 o o Maar wegens het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland heb ik geen prcecife opgave kunnen bekomen , niet te min zullen U Hoog Mog. uit de voorfz. bereekeningen kunnen zien , hoe veel de voorfz. Admiraliteiten van my te pretendeeren hebben, en wel een fomme van -• l t ƒ2012359 4J 6 Hier komt nog by, Hoog Mog. Heeren, dat myn Comptoir daarenboven belast is met de betaalingen der Prtemien by U Hoog Mog. belooft aan die geen , die eenige Vyandelyke Schepen zullen hebben genoomen of gedeftrueert, als meede met de Actens van Taxatie der refpective Collegien ter Admiraliteit, gegeeven op de Reekeningen van de geneezing der Gequetften in de Actie met den Vyand , mitsgaders met de Actens van dezelve Collegien ter Admiraliteit, ten behoeven van de Verminkten. En dewyl ik, conform myne Inftructie , gehouden ben de voorfz. betaalingen te moeten doen binnen acht dagen, na dat aan my de voorfz. Adjudicatien of Actens refpective zullen zyn vertoont. En ik door dezelve Inftructie meede verpligt ben zorg te draagen , ten einde de particuliere Armateurs van alle naloop zouden werden gelibereert, datdePramien promptelyk werden voldaan. Zoo hebbe ik het van myn pligt geoordeelt, niet langer te mogen fupercedeeren , maar al het voorfz. U Hoog  feb. STAAT EN OORLOG. 178a, y Hoog Mog. eerbiediglyk onder het oog te moeten bren» gen , op dat U Hoog Mog. my zouden gelieven in ltaat te (tellen, om aan myn verpligting te voldoen, en aan U Hoog Mog. gevenereerde ordres te kunnen obtempereeren. Het zy my derhalven gepermitteert, U Hoog Mog. refpe&ueuslyk voor te draagen, of U Hoog Mog. niet zouden kunnen goedvinden my te authorifeeren , om by provifie een fomme van ƒ 1600000-0-0 te mogen negotieeren, tegens de Interesfen van drie per cento in het jaar, my flatteerende als het U Hoog Mog. behaagde , hoe eerder hoe beeter , Hoogstderzelver beveelen dieswegens aan my te laaten toekomen, dat ik dan die Penningen wel tegens voorfchreeve Interesfen zal kunnen bekomen , en vertrouwende meede , wanneer de Kas niet door onvoorziene toevallen (welke in het voorleeden jaar alleen hebben bedraagen ƒ 169169-9-8) bezwaart werd, dezelve dan wel fufficient zal /.yn , om de voorfz. fomme van ƒ 0012359-4-6, met de te negotieeren Penningen , en die welke wegens het verhoogde Last- en Veilgeld in dit jaar zullen werden, geincasfeert, te kunnen voldoen. Waar op ik U Hoog Mog. gerefpeéleerde ordres eerbiediglyk Zal inwagten, en intusfchen hebbe de eer, &c. Htog Mogende Heeren, 's Hage den 28 January 1782. (Was get.) j. patyn. A 3 XIX.  6 feu. ZAAKEN VAN 1782. XIX. Extraft uit de Refolutien van de Staaten van Holland en Westfriesland; inhoudende een Declaratoir van den Prinfe Erffladhouder, raakende den Veldmaarfchalk hertog van brunswyk , nevefis Advis der Ridderfchap, daartoe betrekkelyk. In dato 20 Fehruary 1782. In deliberatie gelegt zynde de Misfive van Zyne Hoogbeid den Heere Hertog van Brunswyk op den 21 Juuy 1781, door den Heer prafi deren de ter Generaliteit overgebragt , houdende een ernftig beklag over de demarche door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfrerdam by Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange gedaan, na dat vetlerhande Lasteringen en verregaande accufatien tot deszelfs Jaste in het publiek waren ver. fpreid, als meede de provifioneele Refolutie van Hun Hoog Mog, daar omtrent, en nog een Misfive van de Heeren Staaten Generaal van den 2 July deszelven Jaars tot beteugeling der Libellen en Lasterfchriften tegen gem. Heere Hertog, als ,meede het gecommuniceerde op deri 4 July voorfz. door den Heer pisefiderende ter Generaliteit van een converfatie met gem. Heer Hertog over Hun Hoog Mog. Refolutie van den 2 July te vooren, alle op den j daar aan ter Vergadering overgenoomen. En daar op door cie Heeren van de Ridderfchap, geëxhibeert zynde het volgende declaratoir door Zyij Hoogheid op heeden in derzelver Ordre gedaan, Declaratoir, Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange oordeelt van zyn pligt te zyn, om Zyne Hoogheid den Heere Veldmarfchalk Hertog van Brunswyk te justificeeren van den blaam , die hem aangewreeven is, en van alle accufatien, als of door toedoen en door den invloed van gemelden Heere Hertog was yeroorzaakt de elendjge en gebrekkige Haat van  pee. STAAT EN OORLOG. 1782. 7 van defenfie, daar in het Land zig bevond byden aanvang van den Oorlog, al het pratenfe verzuim, dat daar omtrent plaatfe zoude hebben gehad, en alle de zoogenaamde verkeerde maatregulen feedert eenen geruimen tyd genoomen met alle de fataale gevolgen uit dezelve refulteerende , en vind zig derhalven onbezwaart te verklaaren verzeekert te zyn, dat nimmer of ooit door HooggemeldenHaere Hertog aan Hoogstdezelve willens en weetens eenige Raad of Advis is gegeeven , niet overeenkomftig met de waare belangens van de Republiek, wordende fpeciaal zeer ten onregte geattribueert aan den invloed der raadgeevingen van Hooggemelden Heere Hertog op Zyne Hoogheids Geest, dat de Marine van de Republiek zig in geen beeter ftaat bevind , of wel , dat inactiviteit plaatfe zoude gehad hebben omtrent de Krygs-Operatien te Water in het voorleeden Jaar, hebbende Zyne Hoogheid omtrent dit laatfle Point nimmer met voorgemelden Heere Hertog geraadpleegt. Terwyl Zyne Hoogheid verder verklaart niet gewoon te zyn, om den raad van wien het ook zyn moge te volgen in zaaken van aanbelang, en byzonder als de waare belangens van dit Gemeenebest daar by zyn geconcerneert, zonder te overweegen, of dezelve daar meede overeenkomftig is, en dat Hy oordeelt verpligt te zyn in diergelyke zaaken te volgen het licht, dat hem door den AUerhoogften gegeeven is , en niet met een blind vertrouwen door de Oogen van een ander te zien , hoe zeer Hoogstdezelve altoos geneegen is om naar goeden raad te willen luifteren. Gedaan in 's Gravenhage den 20 February 1782. (Was get.) (L. S.) W. PRINS VAN ORANGE, Waar meede van gedagten waren dat genoegen diende te werden genomen , deeze zaak gefeponeert en buiten verdere deliberatien gehouden, hebben dezelve Heeren van de Ridderfchap op de Inttantis van de Heeren Ge» A 4 de«  8 feb. Z A"A KEN VAN I?82. deputeerden der Stad Amfterdam, ten einde zig 0D de zaak zelve te willen expliceren, voor hun Advis nader gedeclareert ; dat de Heeren van de Ridderfchap wel mogen lyden, dat door Hun Ed. Gr. Mog. werde verklaart , dat aan de Heeren van Amfterdam , even als aan alle de andere Leeden van de Souverainiteit com peteert het Regt om of ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog., of aan Zyne Hoogheid in Hoogstdeszelfs Eminente betrekking tot dezen ftaat, zoodanige yoorilagen te doen , als ten meeflen dienfte van dtn Eande oordeelen te behooren, zonder deswegens in het minfte verantwoordelyk te wezen , nog in Resten of daar buiten aangefprooken te kunnen werden en dat onder beneficie van zoodanig declaratoir deeze zaak werde gefeponeert en by provifie buiten deliberatie gelaten. ' 6 Is goedgevonden en verdaan, dat op Donderdag den zevenden der aanftaande maand Maart van de voorfz zaak een finaale afkomst zal worden gemaakt. ' Accordeert met de voorfz. Refolutien. XX. Publikatie van de Regeering der Stad Middelburg , gebiedende aan de Burgers om zich te voorzien van Wapenen. In dato ai February 1702. Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, allen de geene die deeze zullen zien of hooren leezen, Salut: Doen te weeten, dat alzoo wv te allen tyden bedagtzaam zyn geweest , om de Wel vaan en veiligheid van onze goede Ingezeetenen zoo veel in ons vermoogen is te bevorderen, en wv van dezelve gevoelens gettadig bereid blyven de meest door. ilaande blykeh te geeven , terwyl wy aan den andere kant ons altoos hebben verlaten op de goede genekt heid van onze Burgerye , voor de beveelen van haare Uverheid en deszelfs welmeenende oogmerken, en wy m een tyd als deeze is, in hetzelve vertrouwen bh/ven vol-  feb.- STAAT EN OORLOG. 178a. 9 volharden; in een tyd waar in ons lieve Vaderland fe» dert een geruimen tyd aangevalle is, door een magtige en listige Vyand , die niet alleen de Buitenlandfche Bezittingen deezer Republiek heeft aangetast, deszelfs Koophandel grootelyks geftremd, maar die ook (volgens de thans loopende gerugten) eenige vyandelyke voorneemens tegens deeze Provincie en fpeciaal tegen dit Eiland , in het oog zoude kunnen hebben , welke gerugten , fchoon op geen zekerheid rustende, echter wel ligt dadelyk (indien God zulks niet verhoede) konden bekragtigc worden; waar tegen wy verplicht zynde (in vertrouwen op de hulp en meedewerking van onze goede Ingezeetenen , aan wien het behoud van ons lieve Vaderland, met alles wat daar in dierbaar is, ter harte gaat) na vermogen te waaken, zoo is 't, dat wy goed gevonden hebben alle Burgers en Ingezeetenen deezer Stad te beveelen , om zig binnen den tyd van tweemaal vierentwintig uuren van de nodige Wapenen , mitsgaders van Kruid en Lood te voorzien, op pcene dat de zulke die onverhoopt en tegen onze billykeverwagting door gebrek van goedwilligheid en yver, deeze onze heilzame orders mogten nalaten op te volgen, gullen vervallen in een pcenaliteit van 10 Schellingen Vlaams , ten profyte van de Compagnie in welke de« zelve bevonden zullen werden te behooren; recomman» deerende wy by deeze alle welmeenende Ingezeetenen, zig door deeze en andere thans plaats hebbende nuttige voorzorgen , niet ontydig te ontrusten , maar met cordaatheid en trouwe mede te werken tot behoud van het lieve Vaderland, en dus (ingevalle de nood zulks mogt vereisfchen) door hun gediag aan het vertrouwen hunner wettige en welzyn betragtende Overheid , als meede aan de onvermydelyke pligt, welke zy aan hun zelve en de hunne yerfchuldigd zyn, te beantwoorden. A 5 XXI.  io feb. ZAAKEN VAN i,8a. XXI, Confent van Hun Ed. Groot Mo* gen de de Staaten van Holland en fVestfriesland, in de Buitenge» woone Middelen voor het Jaar 1782. In dato 21 February. By refumtie gedelibereert zynde op het Rapport, den 13 December laatstleeden ter Vergadering uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere «un Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Finantien, hebbende, met cn beneevens de Hee, ren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn relideerende, ingevolge en ter voldoening van Hun Ede, Ie Groot Mogende Refolutie commisforiaal van den 4 daar te vooren, overwoogen, hoedanige Middelen zouden kunnen en behooren te werden vastgeftelt tot verval der lasten van het loopende jaar, voor zoo verre dezelve uit de ordinaris Middelen niet gevonden zullen Kunnen worden. Hebben de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , mitsgaders de Gedeputeerden van de refpeclive Steden, uit den naam en van weegens Burgemeefteren en Vroedschappen van dezelve Steden, geconfenteert en bewilligt. , zoo als Hun Ed. Gr. Mog. confenteeren en be* willigen by deezen, dat, onvermindert de nadere deliberatien over de geproponeerde verhooging der extraordinaris Verponding op de Huizen, ofwel, over zoodanige andere nieuwe belastingen, als tot foutien van 's Lands Financiën in de tegenswoordige bezwaarde omjtandigheeden geintroduceert of geconfenteert zullen behooren te worden, voor dit loopende jaar 1782 de volgende extraordinaris Middelen zullen worden geheven, namentlyk op de Huizen één honderdfte Penning of extraordinaris Verponding ; op de Tienden en andere in de Verponding contribueerende Goederen dén en een halve honderdfte Penning of extraordinaris Verponding, met dien verftande, dat aan de Eigenaars, zoo van de oude als nieuwe Tienden , word gelaaten de keuze , «om, of de voorfz. Verponding, of, in plaats van dien, den vyfden Penning van het rendement derzelve Tien- den,  rEB. STAAT EN OORLOG. 1782. it den, op den voet van Hun Edele Groot Mog. Publicatie van den 3 February 1766, te betaalen, mits van de Tienden, welke onder een en hetzelve Diftrict van ingaaring geleegen zyn, de eene of andere betaaling pra> fereerende, op een eenparigen voet, zonder van het eene Blok de Verponding, en van het andere wederom den vyfden Penning van derzélver rendement te mogen betaalen ; op de Landen een tweehonderdften Penning of halve extraordinaris Verponding ; op de ordinaris Obligatien en Losrenten één en een halve honderdfte Penning; op de Actiën van de Oostindifche Compagnie jéén en een halve honderdften Penning, in diervoegen, dat over de jaaren, waar in geen hooger uitdeeling als van twaalf en een half per cent zal worden gedaan, de waarde van ieder Actie, in plaats van op vier honderd Guldens van elke honderd Guldens, niet hooger als op drie honderd Guldens zal worden gefield, en dat, by vermeerdering of vermindering der Devidenten, voor ieder per cent hooger of laager uitdeeling, de waarde van ieder Actie met twaalf en een half per cent zal worden vermeerdert of vermindert, zulks dat by een uitdeeling van vyftien per cent de waarde op drie honderd een en dertig en een vierde Guldens, en by een uitdeeling van tien per cent op twee honderd acht en zestig en drie vierde Guldens gereekent zal worden ; op de Actiën van de Westindifche Compagnie één honderdften Penning , indien daar van in het loopend Jaar een uitdeeling word gedaan, en anders niet; en op de Lyfrenten , mitsgaders op de Ampten en Bedieningen twee honderdfte Penningen j wordende de termynen van betaaling gereguleert op den 15 Mey en 1 July aanftaan. de ; en is tot den ophef van de voorfz. extraordinaris Middelen gearrefteert het Placaat aan het einde deezes geinfereerr, En is laatftelyk goedgevonden en verftaan, dat door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien, met en nevens de Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Kwartieren , zal worden overlegt, op hoedanige meest bekwaame wyze, en ten minften bezwaare, het verder benoodigde zal kunnen wor. den  12 feb. ZAAKEN VAN I?g2t den gevonden, en de Vergadering daar op gedient van uerzelver confideratien en Advis. ■ 6 Accordeert met de voorfz. Refolutien. XXII. ExtraSt uit het Reces van het Graaf. J f ^Phen' °P den Extraordinair re Landdag binnen Nymegen gehou, den ; behelzende Advis van Jr. r t van der capellen tot de marsc tf, wegens den Heer j. adams , en Re: Jolutie, daar omtrent genomen, /« dato 23 February 1782. By het Raport van de Gecommitteerden, wegens deeze Provincie ter Generaliteit, heden aai? 's Landfchaps tafel geëxhibeert, nopens 't geen federr Hunner Edel Mogende laast voorgaande Lanfe yke v " gadermg aldaar is gepasfeert, onder andere mede ovegelegd zynde een Extradt uit het Register der Refoln. tien van de Hoog Mogende HeeSn'sSteT&jSÏÏ der Vereenigde Nederlanden , van den 9 der vooriee dene maand betrekkelyk tot het nadere Adres van den Heer Adams aan den Heere prrefideerende lm' Hun Hoog Mogende, op het fubjeft van het overhan" digen zyner brieven van Credentie aan HooeSel ven, uit den naam der Vereenigde Staaten32 America, ten einde en met verzoek van een Categorisch antwoord daarop, het welk door de Heeren Gedeputeerden der refpective Provinciën Copielyk is overgenomen geworden, heeft Robbert Jasper van der Capellen tot den Marsck, eerst by mondf, en voorts in gefchnft, ter Vergadering van dit Kwartier voorg dragen, en gemfteert , dat daar van als nu , en zonder uitftel een poinct van deliberatie moest gemaakt en overzulks de nodige opening ter Landfchaps tafel ge" daan worden, breeder vervat by het fchriftjyk advySS, dien  teb; STAAT EN OORLOG. 1782. 13 dien aangaande door Zyn Ed. overgegeeven, en hier navolgende woordelyk geinfereerr. EDELE MOGENDE HEEREN! De Ondergetekende vermeent op goede gronden, en dus onlochenbaar te durven verzekeren , dat het meer dan tyd is, dat op de, voor deeze Republiek allezints honorabele en voordeelige verftandhouding der dertien vrygevogtene Amerikaanfche Provinciën, met ernst gelet worde : met dien gevolge, dat het door derzelver, Minister , den Heere Adams , gevraagd Cathegorisch antwoord , een point Uwer Ed. Mog. deliberatien, en daar omtrent overeenkomftig de wederzydfche belangen ten fpoedigfle gerefolveert worde. Hy vermeent, dat ten deezen opzigte geene verdere fcrupules kunnen plaats hebben ; en dat de onzekere gevolgen der aangebodene Rusfifche Mediatie, ons in het uitwerken van gewisfe voordeelen voor deeze Republiek, niet anders kunnen weerhouden, dan ten gevalle van eenen Vyand, met welken wy, (hoe welmeenende de inzigten van Haa're Rus - Keizerlyke Ma» jefteit ons ook mogen voorgeiteld worden) geen Vrede kunnen maaken, ten koste van zulk een onherftelbaar verzuim. Dat een langer vertraagen , om ons met dat reeds te magtig geworden Volk te vereenigen , ten gevolge zal hebben, dat aan onze Ingezetenen worden ontnomen de middelen om haaren Koophandel en Welvaart op het voordeeligfle uit te breiden. Dat door het ftrenge verbod van invoer van Engelfche Manufactuuren in America, onze Fabrieken, zoo by tyds daar voor gezegd worde, als uit haaren kwy. nenden ftaat zullen kunnen herleeven. En dat door een langer uitftel, om in deezen aan het Verlangen der Natie te voldoen , deszelfs Beffïerders zich verwytingen zullen op den hals haaien, even als of de aanbiddelyke gunftige fchikkingen der goede Voorzienigheid verwaarloosd, en als het ware, van de hand geweezen wierden. —- Dat integendeel door het effe&uuren zulker mefures zal blyken, dat alle de weezen-  ja feb. Z AA KÉN VAN i?8'ö zenlyke ïnelangen van dit ongelukkige Volk naar behooren ter harte genomen worden. Declareerende de Ondergetekende verder, dat hy hetonverfchoonlyk veronagtzaamen van deeze gunflbe gefteldheid voor de Republiek zal laaten en Hellen" voor rekening van die zulks aangaat, protesteerende tegen alle de nadeelige gevolgen, die het langer difficulreeren m deeze zoo nodige mefures voorzeker zal veroor. zaaken : waarom Hy verzoekt, dat deeze zyne aanteIcemng, ter zyner decharge, in den Recesfe deezer Kwartier worde geinfereert. (Was get.) k. j. van der capeixen. Na Jcftuure van welk Advys, is door den Heer Ja* kob Aclolf van Heeckeren , tot Enghuizen, Raad en eerde Rekenmeefter in Gelderland , tegenwoor üglyk ter kwartier Vergadering prefideerende, aan den welgedagten Robbert Jasper van der Capellen tot de Marsck, voorgehouden, dat , hoe zeer ook in het gunt voorfz. met zyn Ed. moeste convenieeren , en zig buiten dat ook veele goede redenen fcheenen op te doen, de deliberatie over het aangetogene ftuk Hem niettemin wat prasmatuur voorkwam , uit aanmerking dat de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , en van Zeeland, als de voornaamfte Commercieerende Provinciën en dewelke daar by een direcl: belang hadden, zig daar op voor als nog niet verklaard hadden , en het dus niet zeer gevoegiyk zoude weezen,voor de Staaten van dit Furflendom en Graaffchap, als daar by alleenlvk by confequentie geinteresféert, om met hunne Refolu. tien ten deezen vooruit te loopen ; gevende daarom in bedenking , of de deliberatien hier over niet beter tot eene volgende gelegenheid zouden behooren te worden uitgefteld. Edog den voornoemden Robbert Jasper van der Capellen tot de Marsch, blyvende inlteeren, dat deszelfs voorüaande Propofitie en Advys in omvraage mogte worden gebragt , en daaraan mitsdien weezende gedc- ' fe-  ?£B. STAAT EN OORLOG. 1782. I5 fereert, hebben Hun Edele Mogende, na deliberatie, goedgevonden en verdaan, dit poinct, fchoon de, door Zyn Ed. by zyn Advys aangevoerde motiven eene ferieufe confideratie fchynen te verdienen , echter , om de boven geallegeerde redenen by provifie te houden in advys, tot dat daar omtrent de Refolutien der Commercieerende Provinciën zullen zyn ingekoomen. XXIII. Refolutie van de Staaten van Friesland, wegens de toelaating van den Heere j. adams , als Gezant van Noord-America. In dato 26 February 1782. Ter Vergadering voorgedraagen en in deliberatie ge. legd zynde het verzoek van den Heere Adams, Om zyne Brieven van Credentie van de Vereenigde Staaten van Noord-America aan Hun Hoog Mogenden te overhandigen , mitsgaders het nader Adres ten dien einde, met verzoek van een Cathegorisch Antwoord, door denzelven gedaan en breeder in de Notulen van Hun Hoog MogeHden van den 4 May 1781 en 9 January 1782 vermeld. Waarop in Confideratie genomen zynde , dat de voorfz. Heer Adams niet onwaarfchynlyk eenige propofitien en gronden aan Hun Hoog Mogende zou kunnen ter hand {lellen, waarop het Congres aan hunne zyde in een Traftaat van Commercie en Vriendfchap zoude willen treeden , of andere zaaken zoude hebben voor te draagen , waar omtrent fpoed vereischt wierde ; is goed gevonden en verdaan, de Heeren deezer Provincie Gecommitteerden ter Generaliteit te authorifeeren en gelasten , ter tafel van Hun Hoog Mogenden het daar heenen ;te dirigeeren, dat de gedagte Heer Adams met den eerden als Minister van het Congres van Noord-America werd toegelaaten met verderen last aan gemelde Gecommitteerden, om \ indien door denzelven eenige foortgelyke Propofitien werden gedaan, daar van ten fpoedigden aan Hun Ed. Mogenden te informeeren. En zal Extract deezer aan hun  16 maart, ZAAKEN VAN i7ga.. hun worden toegezonden tot narigt en om zich daar na te gedraagen. Aldus gerefolveerd op het Landfchapshuis den aö February 178a. (Onder dond) Accordeert met 't voorfz. Boek. In kennis van my. (Was get.) A. j. v. sminia.- XXIV. ExtraEt uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behe!» zende drie Bef uiten wegens het Vereenigd werkzaam zyn met Frankryk tegen Groot - Brittannien , nevens eene Memorie van den Franfchen Gezant, daar toe betrekkelyk. In dat is 4, 18 en 25 Maart 1782. IS na voorgaande deliberatie en in agting genomen zynde , dat de aanneeming van de Mediatie van Haare Majelieit de Keizerin van geheel Rusland , tot bevordering van een afzonderlykeReconciliatie tusfchen Groot-Brittannien en den Staat, niet behoord te weezen van die uitwerking, dat de Krygs-Operatien daar door in het minde geretardeert of verflaauwt zouden worden , maar dat in tegendeel de regtvaardige Wapenen, tot eigen verdeediging opgevat, inmiddels en onvermindert de Vreedens-Negotiatien , met alle vigeur behooren te worden voortgezet, goedgevonden en verdaan , dat Zyn Hoogheid , als Admiraal Generaal van de  M&art, STAAT EN OORLOG. 1782. 17 de Unie, zal worden verzogt , zoo als verzogt word mits deezen , om op zoodanigen manier als Hoogstdezelve convenabelst zal oordeelen , met het Hof van Vrankryk, ten fpoedigften , te concerteeren, de wyze, op welke de Operatien ter Zee, van weederzyden , voor de aanftaande Campagne zouden kunnen worden ingerigt , om den gemeenen Vyand de meefte afbreuk te doen, en tot het aangaan van de Vreede, op Eequitable Voorwaarden, te noodzaaken. En zal Extract van deeze Haar Hoog Mog. Refolutie, door den Agent vanden Burch van Spieringshoek, worden ter hsnd gefteld aan den Heere Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van Vrankryk, met verzoek, om zyne goede officien , ter bereiking van het voorfz. oogmerk, te employeeren. En zal gelyk ExtracT: gezonden worden aan den Heere Lestevenon van Berkenroode , Haar Hoog Mog. Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk, om zyne devoiren tot het voorfz. Werk , daar die van de meefte vrugt zullen kunnen zyn, aan te wendeu. Den aanweezende Heer Gedeputeerde van de Provincie van Zeeland, heeft in het Befogne gedeclareert, dat de Heeren Staaten zyne Principaalen in het vasc vertrouwen (laan , dat by het te makene Concert der Krygs-Operatien ter Zee, Zyne Doorlugtige Hoogheid zal gelieven byzondere reflexie te neemen , op de vei» ligheid van opgemelde Provincie, als zynde, door haare locaale fituatie meest aan gevaar van wegens den Vyand gecxponeert. Luws den 18 Maart 1782. Is ter Vergadering geleezen een Memorie van den Heer Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van Vrankryk , raakende het aangaan van een Concert met het Hof van Vrankryk over de wyze op welke de Operatien ter Zee van wederzyden tegens den gemeenen Vyand voor de aanftaande Campagne zouden konnen werden ingerigt: volgende de voorfz. Memorie hier na geinfereert. V. deel. B HOOG  i8 maart, ZAAKEN VAN 1782. HOOG MOGENDE HEERENI T"V Koning heeft de twee Refolutien van den 4 JL^ deezer ontvangen, waar van Uwe Hoog Mogenben erv JI,nisraale Communicatie gegeeven heSben. — By de eerfte accepteeren U H. Mog. de me- de^onhSi ggfi' d/ voorafgaande erkentenis van Jelfden ?vH 71Theid deLr Zeeën ' e" veiklaaren ten zeilden tyd , dat zy met het Hof van Londen geener- zoïde lC±Tk 2U,Ien?a"gaan • welke onbeftaSr zoude kunnen zyn met de Onzydigheid, welke de Repubhek beftendig onderhouden heeft. 1 By de tweeïlJe t°rnfrren F H> Mo?' den Pri"s> aa" welken 51 troZ* leWmdj°V% hL-'nne Zeema^c hebbe" vertrouwd, om aan den Koning voor te flaan om de C011- gemeénenVyandf3" ? de K^verrigtingen tegen den ,-,(5LÏ°nT'Jgetrouw aan de beginfelen van gemaaktheid, dle den weezenlyken grondflag van zyn Politiek Systema uitmaaken, heeft zig zorgvuldig gewagt ZVn^ ,M0g' °Ver te haa,en ™ het^ee'. nffln,nQe ,?nlus^n.» tusfchen Frankryk en Engeland te £ te; ^ heeft 2i§ bePaaId °* "en aa« Wennwfnv handhaaving van de waardigheid der h£?r ?ank ^heid' en van haaren voorfpoed, en dïbbetónSvfffi^J17, 'I* M°S' ^geeven de minst b V,k« der edelmoedigfte goedwilligheid. SnriL ^"d'vkheden tusfchen de Vereenigde Provintien en Groor-Bnttannien eenen aanvang hebben «e. rei rl^nC Majelidt' altoos betondigIn haa. ïnnfenpn ^ ' n,et Seoordeeld dezelve tl moeten darl ?JzaTme"voeging van maatregelen tegen JeevP^f g ild' , Indkn U H' Mogenden , gehoor gcevende aan het bevel van hun eigen belang, thans den K«SS f T V"! deswege" voorllagen te doen aan iSi.^ f'y ziS verzekerd , dat zy zullen fcWm ?vn bbCn, ' dat,'a,iC menwerking een hertenJ.2 $ f0^-,' 1J"d,en dezelve »iet tot grondflag ;ndde,de "^rheid dat men zoo min van de eene al! van de andere zyde niet zal kunnen afwyken van het be.  kaart, STAAT EN OORLOG. 1782. 19 beraamde Ontwerp , om welke oorzaak en uit welke bedenking zulks ook zoude mogen weezen. Maar hoewel de Koning, in dat opzigt, volkomen regt doe aan de Wysheid zoo wel als aan het doorzigt van U H. Mogenden, is, nogthans, Zyne Majefieit van oordeel, van hun te moeten vraagen een vriendlyke en vast bepaalende verklaaring aangaande een zoo belargryk Onderwerp. Het antwoord van U H. Mog. zal den Koning in ltaat ftellen, om met volkomene weetenfchap van zaaken te kunnen raadpleegen over hunnen voorflag met den Katholyken Koning zynen Bondgenoot, en met dien Vorst een gemeen Befluit te beraamen. Midlerwyl belast my de Koning, van nu af aan UH. Mog. te verzekeren van zyne volkomene genegenheid, aangaande deszelfs verlangen om derzelver bedoelingen te onderfteünen , en van de gezindheid zyner Majefteit, om aan de Republiek weezenlyke blyken te gee. ven van zyne goedwilligheid in de tegenwoordige oraftandigheden, zoo wel als in alle andere, by welke de rust en tiet welvaaren der Vereenigde Provinciën kunnen belang hebben. 's Hage den iS Maart 1782. De Hertog de la vauguyon. Waar op gedelibereert zynde is goedgevonden en ver* ftaan, dat Copie van de voorfz. Memorie'geiteld. zal worden in handen van de Heeren van Lynden tot Hemmen , en anderen Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaaken om te vifiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergadering te doeu. Lun<& den 25 Maart 1782. Is gehoord het rapport van de Heeren van Lynden tot Hemmen en andere Haar Hoog Mog. Gedepnteerden tot de buitenlandfche zaaken , hebbende, in gevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 18 deezer maand, geëxamineert Ba de  eo maart, ZAAKEN VAN 1782,; de Memorie van den Heer Hertog de la Vauguyon, Ambasfadeur van zyne Majefleit den Koning van Vrankryk by deezen Staat , raakende het aangaan van een Concert met dat Hof over de wyze, op welke de. operatien ter Zee van wederzyden tegen den gemeenen Vyand voor de aanflaande Campagne zouden kunnen worden ingerigt. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan , dat aan den gemelden Heer Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van zyne Majefleit den Koning van Vrankryk, tot antwoord op deszelfs Memorie van den 18 deezer maand zal worden toegevoegt; dat Haar Hoog Mog. met zeer veel genoegen en aangenaamheid hebben ontfangen de verzekering van de voortduurende geneegentheid van zyne Majefleit den Koning van Vrankryk voor deeze Republiek , en van het verlangen van Hoogstdenzelven om de oogmerken van Haar Hoog Mog. te bevorderen, als meede van de gunflige dispofitie waar in zyne Majefleit zig bevind , om van Hoogstdeszelfs affectie voor den Staat reëele preuves te willen geeven, zoo in het tegenwoordig tydgewrigt, als in alle andere omflandigheeden, waar by de ruste en het welzyn van de Republiek zoude kunnen zyn geinteresfeert; dat Haar Hoog Mog., die geduurende den ontftaanen Oorlog reeds blyken van zyne Majefleits vriendfchap hebben ondervonden , met opzigt tot haar Posfesfien in de Oost- en Westindiën, in het byzonder ook ter geleegentheid dat het Eiland van St. Euflatius door de Wapenen van zya Majefleit is verovert, en dezelve met dankbaarheid erkennen , niets meer ter harten neemende, als om de affectie van zyne Majefleit voor deezen Staat , welke zy op den hoogften prys (lellen, door alle gepaste middelen te onderhouden en aan te kweeken, en daar omtrent met alle candeur en met een vertrouwelyke openhartigheid te werk te gaan, op die gronden genomen hadden haare Refolutie van den 4 deezer maand , en van dezelve communicatie aan zyne Majefleit hadden gegeeven ; dat met opzigt tot de Refolutie , waar by Zyn Hoogheid den Heere Prince vau Orange en Nasfau, als Admiraal-Generaal van de Unie, word verzogt , om met het Hof van Vrankryij een convenabel con-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 21 concert van operatien ter Zee tegen den gemeenen Vyand geduurende de aanftaande Campagne te beraamen, Haar Hoog Mog. gelet hebbende op het verlangen van zyne Majefleit in de voorfz. Memorie vervat, ten ein. de Haar Hoog Mog. haar meening over een zoo gewigtig onderwerp door een vriendelyke en juilte verklaaring nader zouden uitdrukken, dan ook geen zwaa» righeid maaken , van nu af by deezen rondborftig te declareeren, dat het Plan van gemeenfchappelyke me. fures ter Zee tegen den gemeenen Vyand zynde vastgefteld , Haar Hoog Mog. reciproquelyk op geenerlei wyze en om geenerlei oorzaaken van de uitvoering van het vastgeftelde concert van de operatien ter Zee, geduurende de aanflaande Campagne, ten zy met onderlinge bewilliging , zullen afgaan , of zig daar van laaten detourneeren. En zal ExtracT: van deeze Haar Hoog Mogende Refolutie door den Directeur Tinne, by abfentie van den Agent van den Burch van Spieringshoek gefield worden in handen van den Heer Hertog de la Vauguyon. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland hebben in het voorfz. rapport geconfenteert op welbehaagen van de Heeren Staaten hunne Principaalen. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Vriesland hebben zig met het Rapport geconformeert , inhalerende de Refolutie van de Heeren Staaten hunne Principaalen den 16 November laatstleeden alhier ter Vergaderinge ingebragt, en infleerende , dat aan den inhoud daar van moge werden voldaan. Accordeert met het voorfz. Register. B 3 XXV.  «22 maart , ZAAKENVAN 1782. XXV. Extracf uit het Register der Refo. lutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Luna* den 4 Maart 178a. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Lynden tot Hemmen en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaaken, hebbende, in gevolge en tot voldoeninge van derzelver Refolutie commisforiaal van den 26 November laatstleeden, geëxamineert een Misfive van den Heere van Wasfenaar, Haar Hoog Mog. extraordinaris Ambasfadeur en Pleniporentiaris aan het Hof van haare Majeiteit de Keizerin van geheel Rusland, gefchreeven te Petersburg den 2 derzelver maand , door den Heer Raadpenfionaris van Bleiswyk ter kennis van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden gebragt, dienende de voorfz. Misfive tot geleide van een Verbale Infinuatie, door den Heere Grave van Ofl-rman aan hem, van wegens Hoogstgedagte Haare Majefleit, ter hand geilek, houdende een nader aanbod van Hoogstdeszelfs mediatie, en goede officien tot bevordering van een afzonderlyke reconciliatie tusfchen Groot-Brittannien en den Staat; en daar nevens geëxamineert hebbende het geen op den iS December laatstleeden aan den eerden Heer van het fecreet Befogne gecommuniceert is door den Heer Prins Gallit. zin , extraordinaris Envoyé van Haare Ruskeiztrlyke. Majefleit, van dat geinformeert was door den Heer de Simolin , Minifter van Hoogstgedagte haare Majefleit aan het Hof van Londen, dat zyne' Brittannifche Majelleit de aanbieding der voorfz. mediatie geaccepteert bad, alles breeder in de voorfz. Misfive en in de Notulen van den 26 November en 18 December laatstleeden vermeld. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verltaan , dat aan gemelden Heer van Wasfenaar zal worden aangefchreeven, om tot antwoord op de voorfz. Verbale Infinuatie aan het Rusfisch Minillerie te keii- «;' nen  maart, STAAT EN OORLOG. ïffo 23 nen te geeven , dat Haar Hoog Mog. geduurenda den loop van de tegenswoordige troubles nimmer eenige geleegentheid hebben laaten voorby gaan om aan haare Ruskeizerlyke Majefleit de opregtde blyken te geeven van het volkomen vertrouwen, het geen zy in Hoogstdezelve kwamen te (lellen. Dat zy zig ook ftandvastig overtuigt hebben gehouden van het byzonder belang, het geen haare Keizerlyke Majefleit altyd heeft gelieven te neemen in den bloei en welvaart van deeze Republiek. _ Dat haar Hoog Mog. op die gronden al van den beginne af geene de minde zwaarigheid hebben gemaakt, om met alle empresfement aan te neemen de voorflag van haar Ruskeizerlyke Majedeit om door haare afzonderlyke bemiddeling de onlusten , welken tusfchen zyne Groot-Brittannifche Majedeit en deezen Staat door het onregtvaardig gedrag van Groot-Brittannien zyn ontftaan^ te termineeren ; dat Haar Hoog Mog. deeds met dezelfde fentimenten bezielt zynde, niet anders hebben kunnen ontfangen dan met genoegen de communicatie van het aanneemen der mediatie door zyne Groot-Brittannifche Majefleit, en van hunne zyde thans by herhaaling verklaaren volkoomen geneegen te zyn om een einde te maaken van de fubfideerende troubles op alle zoodanige voorwaarden , welke met haar eer en digniteit bedaanbaar zyn. Maar dat Haar Hoog Mog. als nog op het allerkragtigde perfideeren by hun antwoord op de eerde offerte van Haare Ruskeizerlyke Majefteits voorfz. media, tie , en derhalven by herhaaling moeten declareeren, dat, terwyl Haar Hoog Mog. van hunne zyde, op de invitatie van Haare Ruskeizerlyke Majedeit overeenkomftig de voorige Traétaateti tusfchen het Ryk van Groot-Brittannien en deeze Republiek, geadopteerthebben het fyftema van Neutraliteit, en vrye Navigatie, zoodanig als het zelve vervat is in de Declaratie van Haare Keizerlyke Majedeit van den 28 February 1780, zonder zig daar van door eenige andere infinuatitn of zelfs dreigementen te hebben laaten detourneeren , en dat zy voorneemens zyn , daar by ftandvastig te volharden, Haar Hoog Mog. ook met volkomen confidentie vastdelien en vertrouwen , dat de grootmoedigheid B 4 van  24 maart, ZAAKEN VAN i78a. van haare Ruskeizeriyke Majefleit niet zal toelaaten «at eenige poging gedaan worde, om daar aan de minlte attemte toe te brengen , terwyl Haar Hoog Mog. voor zeker houden, dat haare Ruskeizerlyke Majefleit Biet hun zal_ begrypen, dat het voorfz. point van vrye Vaart van dien aart is , dat daar omtrent, by de onderhandeling met het Engellche Hof, geen verandering geadmitieejt kan worden , blyvende Hun Hoog Mog. al wyders in het vast vertrouwen , dat, by aldien de Vreedens-Negotiatien door haare Majefleit op dien voet voorat ondernoomen , van geen fucces mogten zyn, en alzoo door haare Majefteits bemiddeling , geene Vreede zoude kunnen worden getroffen , op eene wyze , die met debillykheid en de eer van den Staat beftaanbaar zy , in dien gevalle Hoogstgedagte haare Majeiteit nevens de andere geconfcedereerde Mogentheeden aan Hun Hoog Mog. het dadelyk effeft zullen doen genieten , van hunne plegtige engagementen en verbintenisfen. Dat Haar Hoog Mog. wyders , zoo dra zy met be» trekking tot het voornoemde point van vrye Vaart, door haare Ruskeizerlyke Majefleit zullen weezen verzekert, bereid gevonden zullen worden , om , door tusfchenkomst van haare Majefteits Minister met het Hof van Londen te concerteeren alle zoodanige maatregulen , welke voor eene formeele ouverture van de Vreedenf-Negotiatie zouden kunnen en dienen gereguleert te worden. Dat zy tot dat einde alsdan ook, zoo ras' doenlyk, in ernftige overweging zullen neemen de determinatie van de Plaats alwaar de Vreedens onderhandelingen zouden kunnen geopent worden ; en daar in zuilen tragten zoo veel aan het gedeclareerde oogmerk van haare Majefteit te beantwoorden, als de coiifideratien , welke proflueeren uit de conftitutie van het Gouvernement deezer Landen , welke een groot eioignement aan veele inconvaiienten , tot nadeel van de Negotia» tien zelve, onderheevig maakt, eenigzints toelaaten. Gelyk zy alsdan meede haare gedagten zullen laaten gaan over het benoemen van Plenipotentiarifcfen, tot het bywoonen van de voorfz, onderhandelingen ; en pindelyk over de conditiën, op welke zy geneegen zyn de  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 25 de Vreede met zyne Groot - Brittannifche Majefleit te hertellen. Terwyl zy inmiddels haare Ruskeizerlyke Majefleit daar omtrent met alle finceriteit kunnen verzekeren, dat zy in het bepaalen van alle verdere conditiën, buiten het bovengenoemde point, het welk in zyn geheel moet werden gehouden, met eene gepaste faciliteit zullen te werk gaan, en ook geene de minfle zwaarigheid zullen maaken , om daar van aan haare Keizerlyke Majefleit openhartig ouverture te doen , zoo ras zy door 'Hoogstdezelve , op wiens grootmoedigheid , bekende billykheid en geneegentheid voor deezen Staat , Haar Hoog Mog. zig volkomen verlaaten, gecertioneert zullen zyn , dai het de welgemeende dispofitie van het Hof van Londen is , om zig met de Republiek te reconcilieeren , op voorwaarden die met haar eer en belangens overeen komen , en mitsdien zouden kunnen geoordeelt worden acceptabel te zyn. En zal ExtracT; van deeze Haar Hoog Mog. Refolutie door den Agent vander Burch van Spierinxhoek worden ter hand gefield aan den Heere Prince Gallhv zin , Extraordinaris Envoyé van haare Ruskeizerlyke Majefleit, met verzoek , om door deszelfs goede offieieu deeze Haar Hoog Mog. intentien te willen fêcondeeren. En zal voorts Extract van deeze Haar Hoog Mog. Refolutie door gemelden Agent worden ter hand gefield aan den Heer Baron van Reifchach , Extraordinaris Envoyé van zyne Keizerlyke Majelleit; aan den Heer van Thulemeyer, Extraordinaris Envoyé van zyne Majefleit den Koning van Pruifen ; aan den Heere de St. Saphorin, Extraordinatis Envoyé van zyne Majefleit den Koning van Denemarken, en aan den Heere Baton van Ehrenswaard , Extraordinaris Envoyé van zyne Majefleit den Koning van Zweeden , als Leden van het verbond der gewapende Neutraliteit; en eindelyk meede aan den Heere Hertog de la Vauguyon, Ambasfadeur van zyne Allerchristelykite Majefleit, en aan den Heere de Liano , Extraordinaris Envoyé van zyne Majefleit den Koning van Spagne, met infinuatie aan de twee laatstgemelde Heeren , dat Haar Hoog Mog. met deeze acceptatie van de mediatie van het B y Rus-  26 maart, ZAAKEN VAN -?8a Rusfisch Hof, geene de minfte intentie hebben, omzi> m Engagementen met hët Engelfche Hof te begeeven dewelke met de Neutraliteit, die Haar Hoof MoV voor de Vyandelyke aggresfie der EmdSheV, ™* zigte van de belligereerende Mogendheden fteeds£ acht genomen hebben, eenigerma'ate incompatibeftu" Zullende eindelyk ook ExtracT: van deeze Haar Hr.™ Mogende Refolutie gezonden worden aan den Heer? g"voyéVaLn^eStfe Hof ^ > ExtSdïar fl } u r Hof van zy"e Keizerlyke Maiefteit • aan den Heere Lestevenon van Berkenrode S u ' Mog Ambasfadeur aan het HofZvUnbS^ den Heer Crave van Rechteren , Haar Hoog 'm0' Lxtraordinans Envoyé aan het Hof van Spagne « aan den Heer van Reede Extraordinaris Envoyéaan het Hof yan zyne Majefteit den Koning van Pruisfen en aan de Secretarisfen Arbin en Duker, waam emende de zaaken van den Staat refpectivelyk aan de Hoven van Deenemarken en Zweeden, om te ftrekken toïdSzeiver nangtmge. f De aanweezende Heer Gedeputeerde van de Provin. cie van Vriesland heeft gedeclareert omtrent de media tie met het Hof van Rusland ongelast te zyn , ente urgeeren dat u.t dien hoofde de conclufie mog'teZot. den uitgefteld, terwyl hy by het neemen derzelve diar tegen heeft geprotefteert, en aan zig heeft gerefoveer van daar omtrent zoodanig Protest fe doen fnfereeren als aan Hoogstderzelver Heeren Staaten zal.behaagen Accordeert met het voorfz. Register. XXVI.  maart, STAAT EN OORLOG 1782. 27 XXVI, ExtracT uit de Registers der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën , van Maandag den 4 Maart 1782. Na eene rype beraadflaaging overwoogen zynde, dat de aanneeming der" Bemiddeling van Haare Rus-Keizerl. Maj. om eene byzondere Verzoening tusfchen Groot-Britianje eu deezen Staat uit te werken, geene de minlte vertraaging moet veroorzaaken aan de Krygsbedryven , of dezelven ergens in verzwakken ; maar in tegendeel de Wapenrustingen , welke deeze Staat rechtvaardiglyk ondemoomen heeft tot zyne eigene verdeediging , moeten agtervolgd worden met alle kragt , niet tegenftaande de onderhandelingen over Vrede : Zoo is goedgevonden en beflooten, dat Zyne Doorl. Hoogheid zal verzocht worden, gelyk dezelve verzocht word door deezen, op het fpoediglte met het Hof van Vrankryk overeen te koomen, op eene wyze die dezelve voeglykst zal oordeelen, nopens de manier, op welke men van weêrskanten de Krygsbedryven voor den aanftaanden Veldtogt ter Zee zou kunnen fchikken , ten einde aan den gemeenen Vyand de grootfte fchade toe te brengen , die mogelyk is , en hem te noodzaaken om op redelyke voorwaarden Vrede te maaken. En zal van deeze Refolutie van Hun Hoog Mog, Extract gegeeven worden door den Agent van der Burgh van Spieringhoek aan Myn Heer den Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van het Hof van Vrankryk, met Verzoek om zyne goede dienflen te willen aanwenden om tot het bovengemelde einde te koomen. En zal gelyk Extract gezonden worden aan den Heer Lestevenon vnn Berkenrode , Ambasfadeur van Hun Hoog Mog. aan het Hof van Vrankryk, op dat hy zyne zorge aanwende tot dat zelfde einde, waar hy zulks nuttig zal kunnen oordeelen. xxvii.  23 maait, ZAAKEN VAN 1782. XXVII. ExtraEt uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten, van Holland en West.Friesland. Donderdag den 7 Maart 1782. By refumptie en ter voldoening van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 20 der voorlegden maand, tot finale afkomst, op heden gedelibereerd zynde op de Misfive van Zyne Hoogheid den Heer Hertog van Brunswyk, op den 21 Juny 1781, door den Heer Preiident ter Generaliteit overgebragt , houdende een ernIbg beklag over de demarche der Heeren Gedeputeer. den der Stad Amfterdam, by Zyne Hoogheid den Heer Prins van Orarje gedaan , na dat veelerhande lasteringen en verregaande accufatien tot deszelfs laste verfpreid waren in "t publiek , en nog op eene Misfive van de Heeren Staaten Generaal van den 2 July deszeiven Jaars , tot beteugeling der Libellen en Laster, fchnften tegen gemelden Heer Hertog , als mede op het gecommuniceerde den 4 July daar aan, door den Heer Prefideerende ter Generaliteit, van eene converlatie met gemelden fleer Hertog over Hun Hoog Mog. Refolutie van den 2 July te vooren, alle op den 8 daar aan ter Vergadering overgenomen. Is goedgevonden en verdaan te verklaaren , zoo als Hun Ed. Gr. Mog. verklaaren by deezen, dat aan de Heeren van Amfterdam, even als aan de andere Leden van de Souvereiniteit competeert , het recht, om ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. , of aan Zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje in Hoogstdeszelfs Eminente betrekking tot dezen Staat, zoodanige voorflagen te doen, als ten meeste dienst vandenLande oordeelen te behooren , zonder deswegens in het minde verantwoordelyk te weezen , noch in Rechten of daar buiten aangebroken te kunnen worden, en dat,onder beneficie van het voorfchreeven Declaratoir, deeze zaak zal worden gefeponeert en in 't geheel bui-» ten verdere Deliberatie gelaaten. Dordrecht, Haarlem, Leiden, Amfterdam, Rotterdam  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 29 dam en Gorinchem declareert zich met de voorenftaan. de Refoliuie van de meerderheid niet te conformeeren, maar tegen derzelver laatfle gedeelte, waarby de zaak in questie word gefeponeert en buiten verdere deliberatie gelaaten, als zynde gansch informeel en te kennen geevende eene direfte onverfchilligheid omtrent het handhaven van de rechten en de aucloriteit van den Souverein, te protesteeren van nulliteit, voorts aan de Heeren hunne Committenten te referveeren eene nadere aantekening en het in 't werk ftellen van zoodanige efficacieufe middelen, als zy, in tyd en wyle, zullen oordeelen , dat tegen zulk eene gansch verkeerde Refolutie noodzaaklyk gerequireerd worden. Fiat infertio van de Refolutie van Alkmaar van den ii Oftober 1781, in de Vergadering van Holland gebrage en geheel op order en last van hunne Principaalen geïnfereerd. (Zynde dit de Refolutie te vinden , D. IF. N. CCVIII. bl. 4C Voorts eene Aanteekening door Alkmaar, omtrent het concludeeren per plura voor de Heeren hunne Principaalen gereferveert. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben aan zich, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gouda, Schoonhoven, Brielle, Hoorn, Enkhui fen , Edam, Monnikkendam, Medenblik en Purmerende aan de Heeren hunne Principaalen, tegen het voorfchreeven Protest en Infertie , zoodanig fContraprotest en Contra-infertie gereferveert als te raden zullen worden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Gouda, Schiedam, Hoorn en Purmerende hebben verklaard, dat zy Heeren Gedeputeerden niet hebben gehsefiteerd te confenteeren in de bovenftaande Refolutie, met relatie tot het Principaal point der fepofltie, edog in geenen deele op den voet van het Declaratoir in dezelve vervat, en referveeren mitsdien aan zich, om, des goedvindende, de redenen en gronden , die hun daar toe hebben bewogen , in de Registers van Hun Ed. Gr, Mog. te doen infereeren. XXVIII.  3o maart, ZAAKEN VAN j7g2 XXVIII. MemoVie van de Vroedfchap der Amfterdam; inhoudeide natrek helderen aangaande de PrL0ru? ■wegens het toevoegen van eZT//'^ elucïdatie a?1)gaande ^Znie^In ÈSSS^ °m de Propofitie der Stid Am(t»^. Jaatite lid van betrekkelyk tot eMfceinïs^e n Van'8 May '?8i, Oorlog met Zw&™^H&UT&di^ de noodige befognes te hnn^n I ^r/ftaahouder paaien en"in hef werll Sr van al e fnUf e"k'en' kelen als mee,t gepast z^*™^™^ midde' va?deeTeenoS »J.ft**t °® d- -iddel mfefie de nrinftveSrS^de ro°ft-genaamde Comffering van deeze ReJïbïeVtt ï-klï*1?6 ^ deRe' byzonder, om het geza^n 1 -; °ok niet' in h« Generaal eenTgema?ff wS****** en-Admiraalnog ook de Colleg er, 1 ! ? ? °f PraJ"diceeren: deVpeéHve AdrnSnelen ttedt^^i °f Van dezelve by hunne refnp^?»» in1-tie van zaken, aan trane, men velk!aart, ter goeder tro,,^ a ~~J Êf Conander behoord te blyven ofden nï! ' 3t d,t een en gelyk in zyne RechterT PnP D Ê" VOet' en ee" te- behLrd teTerde„CgeeLLntinPeTrr0§atlVen efficacie^yk heftnSe^ h. dat door alle zoodanige OperïtieS dZ ZY of,vertrag''»g van het Bondgenootfcba^ en'td krapr?™ de 'ntemie vati ver genomene Refofu ien noodza' keh!k ^tden^ komen, uit den boezem van, Hr % ^ ' voor te fchap Heeren werden rani,, 2dfde Bondgenootalwaar de ^crizloSe&SSuif de,Plaatfen> executie aan de « * geeven moet werden: Ten einde Hn! ?' Mü^ Se' tydverzuim de nodige ordres te Retn. *" ' 2°nder Zy.  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 31 Zynde het 'er zoo verre van daar, dat deeze idéé vreemd, en zonder voorbeeld in de Republiek zoude kunnen voorkomen te zyn; dat in tegendeel deeze Comrrusfarisfen in effecte niet anders zyn, als Gedeputeerden te Velde zouden weezen, in gevalle de Oorlog tegen de Engelfchen te Lande gevoert zoude moeten werden; En dat boven dien de Exempelen zoo wel van zoodanige Commisfarisfen in 's Lands Zeegaten, (welke Zeegaten , in een Oorlog te Water, de Refidentieplaats van zoo. danige Gedeputeerden of Commisfarisfen moeten weezen , die zig, in het geval van een Oorlog te Lande, te Velde, by of omtrent het Leger, gewoon zyn op te houden:) zoo wel als van Gedeputeerden te Velde in 's Lands Registers en by de Historiefchryvers zeer wel bekend zyn. Dat nu deeze idéé ftrookt met het oogmerk van het voorfz. laatfte lid van gemelde Propofitie, is evident uit deeze woorden, die aldaar gevonden worden, namelyk, Dat om de Refolutien, welke tot de voorfz. ein. dens zyn (trekkende, en dienen moeten tot befcherming van den Lande, en van deszelfs Bezittingen in andere Waerelddeelen, een fpoedig en promt effect te doen hebben, &c. eenige weinige Heeren uit de refpective Provinciën door de Heeren Staaten van dezelven, behoorden te werden gecommitteert, en met de nodige Inftructien en Magt behoorden te werden gemunieert en voorzien. Ten klaarften bewyze, dat men met deeze uitdrukkingen een Commisfie bedoeld , genomen uit den boefem van het Bondgenootfchap, tot bevordering van de executie van de Refolutien van dat zelfde Bondgenootfchap; mitsgaders, om zulks te kunnen doen met dien fpoed, zonder welke de beste geleegentheeden, ©m den Vyand afbreuk te doen, vrugteloos werden. Dit nu het eenigfte middel zynde, het welk de aard der zaake, tot voorkoming van inactiviteit, mitsgaders tot fpoedige executie van de Ordres en Refolutien van Hun Hoog Mog., en mitsdien de wezentlyke belangen van den Lande fchynen aan de hand te geeven: — resteert nu alleenlyk eenige byzonderheeden op te geeven, die men oordeeld in zoodanige Commisfie plaats te moeten hebben. Voor eerst, dan volgt van zelfs, dat de gemelde Com- mis-  32 maart, ZAAKEN VAN j7g2j die '™ de Zeegaten deezer Landen hunne Refidentie , geduurende den Oorlog, zouden moeten houden yerpjigt.zouden zyn, om met 2eAdmS Generaal in alle de operatien van *s Lands Vloot de Concert te gaan; — immers voor zoo veel de voorkomende geleegenheden zulks tomaten, en de dienst van denTan! de niet onmogelyk maakt: want het zoude met de ffe. zonde reden met over een te brengen zyn , dat voordeelige geleegentheeden verzuimt zouden werden, en dus de dienst van den Lande verwaarloost, door een uitftel van Operatien, die fpoed vereifchen en onder voorgeeven vaï met den Admiraal-Generaal, die mogely™S to™ hand is, daar overalvorens te willen concerteeren. len tweeden, dat zoodanige Commisfarisfen verantwoordelyk wegens hun doen en laaten moeten zyn aan het Bondgenootfchap m het generaal, en aan dien Bondgenoot in het byzonder, by wien zy 't huis hooren: het welk no»dzakeiyk werd geoordeeld , om daar door de attentie emomzigtigheid by Commisfarisfen te verwek. £Lt\An*fS di?st»1 en het bela«gvan ieder Bondgenoot voHtrekt vordert ; mitsgaders tot affnyding van alle klagten , die men tegenwoordig in de byzondere Provinciën over het gebrek van particuliere ouvertures van zaken verneemt. r^;drerdrn' fat 'eï Seen reden is> waarom gemelde Commisfarisfen door de Heeren Staaten van de refpedtive Provinciën zeiven, niet zouden werden benoemt, ter Generaliteit van wegen dezelve voorgedragen; en vervolgeus, aldaar, met de vereischte Commisfie voorzien: — want het gaat niet door, dat de Gedeputeerden van de refpeéhve Provinciën ter Generaliteit, die zeer ambulatoir zyn; hoe zeer dezelve in een zekeren zin den naam van Hun Hoog Mog. dragen, tot de keufe van gemelde Commislaiiblen, beeter als hunne hooge refpective Principaalen zouden zyn gefchikt; of dat onder die zelfde Gedeputeerden, altoos, de gelchiktfte Perfoonen tot htt executeeren van zoodanige Commisfie gevonden zouden werden: —- Terwyl het nog onreedelyker zoude zyn, dat , daar de belangens van de Bondgenooten in het delpicieeren van zoodanige Commisfarisfen, waar aan zy oordeelen deeze hunne belangen het veiligst te kunnen toebetrouwen, ten hoogden zyn geconcerneerf aaii de Bondgenooten, des onaangezien, deeze defpec- tie  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 33 tie zdude werden ontnomen , en aan den Admiraal-Generaal gedemandeert. Eindelyk, dat gemelde Commisfarisfen behooren voor- zien te werden met een ampele magt: niet, om den Oorlog op een willekeurige wyze te voeren, het welk direftelyk Itrydig zoude zyn tegen het bovengemelde oogmerk van hunne Commisfie, namelyk, de promte executie van de ordres en Refolutien van de Bondgenooten: en hunne daar uit proflueerende verantwoordelykheid aan Hoogstdezelven; — maar, met een pleinpouvoir, om, op voorkomende geleegendheden, ter voldoeninge aan die ordres, na exigentie van zaaken, met overleg van den Admiraal-Generaal , zoo veel doenlyk te disponeeren : Terwyl het van zelfs fpreekt dat daar toe geen gearticuleerde Inftruétie aan dezelven gegeeven kan werden; maar dat ten dien einde , Commisfie aan dezelve fchynt te kunnen werden gegeeven , hoofdzakelyk ingerigt volgens de teneur van de authorifatie aan Commisfarisfen, gaande naar Texel en Zeeland op den 18 April 1665 gegeeven, namelyk Om alomme het oog te houden op 's Lands Scheepen van Oorlog, op de Collegien ter Admiraliteit, door aanmaninge, aanfchryven en anderzints, ten einde alles te contribueeren, en by te brengen het geen behoord tot volkomen Expeditie van de Scheepen, waar aan nog iets zoude mogen deficieeren, en wat verders tot voldoeninge van Hun Hoog Mog. intentie, dien aangaande, zal kunnen dienen; fpi.cialyk, om de Inftructien en Ordres van den Staat omtrent hetemploy van 's Lands Vloot, bereids gegeeven en gearresteert; ofte nog te geeven en arretteeren , met alle doenlyke promptitude te doen executeeren en na te komen: en de voorts in het generaal , alles te verrigten, en te doen effeclueeren, het gunt zylieden, ten aanzien van het voorfz. err,ploy van 's Lands Vloot, ten meeften diende van den Lande zullen bevinden te behooren. — Lastende Hun Hoog Mog. dienvolgende allen den geenen , die zulks zal aangaan, de voornoemde Commisfarisfen in de gemelde hunne qualiteit en magt behoorlyk te erkennen en te obedieeren ; mitsgaders alle hulp en asfidentie te bewyzen. V. deel. C XXIX,  34 maart, ZAAKEN VAN 178a, XXIX. Sententie van den Hoogen Zee*Krygsraad Wegens 't gehouden gedrag van den Schout-by-Nache jan binkes, tnet opzigt tot 't Schip St. George , Kapt. Jan Pieter Jansfen. In dato 9 Maart 1782. Benevêns de Mis live van Zyne Door/. Htogheid. willem den V. Prince van Orange en Nasfau , Erf-Stadhouder , Erf- Kapitein , Admitaal-Generaal van de Unie, &c. &c, &c. tot Approbatie van de zelve. Alzoo de Schout by-Nacht Jan Binkes, befchreven by den Hoogen Zee - Rrygsraad op het Prins Mauritzhuis, alhier in 's Hage vergadert, ten einde de condtiitea door hem Schoat-by-Nacht, met opzicht tot het Schip St. George , Kap. Jan Pieter Janzen gehouden , te onderzoeken en daar in te Sententieeren, overeenkomliig de Waarheid, heeft bekend: „ dat hy ., Befchreevene als Commandant van 's Lands Eskwa„ der in de Middellandfche Zee , voerende het Schip ,, van Oorlog de Princes Louifa, den 23 January 1781 s, op de Rheede van Livorno is gearriveerd,en tefFens ,, met hem de Kapitein Melvil, voerende 's LandsFre,, gat de Castor." ,, Dat hy Befchr. vervolgens by eene ordre van 31 „ January 1781 de gemelde Kapitein wel heeft gedt„ tacheerd om eenige tyd by of omtrent Cor/ica,Gor„ gona, de Bogt van Genua, en by Kaap Dell Mei„ le tot Villa Franca en Nice toe te kruisfen , de j, Koopvaarders van de ontftaane difficulteiten tusfchtn „ den Staaten en het Ryk van Groot-Brittannien te waarfchouwen, by een te Verzaamelen en naar Li„ vorno of Genua te Convoyeeren; dog dat hy Befchr. „ niets het allerminfte heeft gedaan of getracht te doen, ,, waar door de Smirnaas-Vaarders, welke naar deeze „ Landen gedestineerd waaren en zich by MnJtha en „ Sicilien of in den Archipel in Zee mogten bevinden, „ van de gemelde Vredebreuk hebben kunnen gewaar- fchouwd  WAART* STAAT EN OORLOG. j732. 35 „ fchouwd en tegens het geweld der Vyanden bevei„ ligd worden , maar dat hy Befchr. zich integendeel „ met zyn onderhebbende Schip de Princes Louiza, „ zedert 23 January tot den 20 Maart 1781 op de 5i Rheede van Livorno heeft opgehouden." „ Dat daar en boven de Befchr, op den 7 Maart j, terwyl hy nog op gemelde Rheede lag , van den j, Confn! der Nederlandfche Natie Diderik Kerfbyl, „ te Livorno refideerendc , eene Miïfive ontvangen j, heeft, inhoudende dat de Engelfche Kaper de Faam, „ welke de groote Hoeker met Bakkeljaauw aldaar had j, opgebragt $ op den 14 February in het Kanaal van „ Maltha genomen en te Civita Vechia had opgebragt, „ het Hollandfche Schip St. George, Kap. Jan Pieter Janzen, komende van Smima , met eene ryke laa„ ding naar Amfterdam gedestilleerd, en dat, vermits s,, deeze Prys gerefufeerd geWor !en was te ontvangen „ in gemelde Haven van Civita Vechia, om reden dat j, dezelve Patenta Brüta of een vuilegezondbriefhad, „ hem Conful van daar gemeld wierd dat men dezelve „ Prys gewis binnen kort te Livorno zou zien arrivee„ reu, en dat 'er dus fchoone occafie zoude zyn, dat j, Schip, als mede dat te Gaeta was opgebragt te her„ neernen , het geen hy Conful van zyn plicht agtte den Befchr. in Confideratie te geeven , om deswe„ gens zoodanige Refolutie te neemen, als hem zoude goed dunken." „ Dat ook de Befchr. denzelven dag nog een andere ,, Misfive van gem, Conful ontfangen heeft, behelzen,, de , dat 'er te Livorno diverfe brieven in de Stad „ waaren , welke melden van Civita-Vechia , dat van ,, daai reeds weder vertrokken was de Engelfche Ka„ per de Faam, met het genomene Smirnaafche Schip, a, waar over hy Conful dien morgen gefchreeven had, ,, zoo dat men te Livorno generaal van opinie was, „ dat het dien nacht of 's anderendaags te Livorno ,, zoude te voorfchyu koomen, en dat derhalven ieder „ gaarn wenschte dat de Befchr. bet gemelde Schip „ tragte te herneemen met een der Fregatten dien nagt „ uit te zenden, waar toe hy Conful verzogt was den Befchr. zulks in confideratie te geeven, dog dat hy ?, Befchr, niet te min geen de minlte poging gedaan C 2 „ heelt  3ö maart, ZAAKEN VAN 1782. heeft om 't gemelde Schip St. George te herneetnen ,, of te doen herneemen." En zulks alles, niectegenitaande het 6 Artikel eener fchriftelyke InltruéKe door zyne Doorl. Hoosheid , den Heere Prince van Orange en Nasfau den 9 November 1780, alhier in den Ha°e gereeketid en aan de Befchr. by zyn vertrek uit deeze Landep medegegeven. Het Generaal oogmerk van den dienst was, de Koopvaardyfcheepen deezer Landen te Befchermen, tegens alle Infultes en Geweld, en des belchr. byzondere destinatie om dit generale oogmerk te vervullen in de Middelandfche Zee, en den BLfchr. uitdrukkelyk geinjungeerd wag met de Scheepen o der zyn orders te bekruisfen of te doen bekruisten de gelieele Middelandfche Zee en den Aichipel, wanneir de Omflandigheid het vereischte, van Smirna af, tot aan de S-raat van Gibralter toe , hem in het Combineeren of Scpareeren van de Scheepen onder zyne orders , fchikkende naar de Omltandigbeid van ryden en zaakm : en hy Befchr. volgens het 7 Artikel van dezelve Inlrructie , niet mogt toelaaten , dat dezelve Scheepen onder zyne ordres , ergens als by hooge NoodzaakeJykheid zouden inloopcn: maar hy volgens het ti Artikel in allen opzigren moest tragten aan het gemelde oogmerk van den dienst te voldoen , en dien volgens overal waar hy zig bevond onder zyne befcherrning te jx-emen., en dadelyk, zoo veel in hem was, tragten te protegeferen de Scheepen van de Onderdaanen van 'den Staat, die hy Belchr. zoude vinden protectie nodig te hebben, of die dezelve aan hem zouden komen te vragen. En niettegenfhande de Befchr. by zyn komst te Lu vorno in handen bekomen heeft, eene nadere ordre van zyne Doorl. Hoogheid , van den 29 December 1780. waarby hy gelast en geordonneerd wierd „ om aan- Honds door gedetacheerde Scheepen , vooral even ,, binn.en het naauw van den ilraat van Gibralter, aan „ de Koopvaardy Scheepen deezer Landen kennisfe te „ geeven van de difficulteiten , tusfchen deezen Staat „ en het Ryk van Groot Brittannien ontdaan, in zoo„ verre, dat wederzydfche Ministers waaren gerappel„ leerd en dat men uit particuliere brieven vernam, „ dat in Engeland Lettres de marqué tegen den Staat » vvaa-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 37 „ waaren verleend en hun te waarfchouwen op hunne ,, hoede te weezen , en zonder Convoy geen reis te ,, vervorderen , maar de eerlte Haven de beste in te „ loopen en hunne Scheepen te bergen." En wyders de Befchr. ook noch ontvangen heeft , een Schriftelyke ordre van Z. D. Hoogheid, in dato 14 January 1781, waar by by Befchr. geordonneerd en gela.st werd; ,, om zoo met het Schip de PrincesLoui„ fa , als met verdere onder deszelfs ordre geftvlde „ Scheepen , by retorfie de Engelfchen overal , als ,, Vyanden van den Staat aan te houden, aan te tas,,- ten en te neemen , alle Scheepen , Vaartuigen en ,, Goederen , en Onderdaanen van den Koning van Groot-Brittannien , of die aan deszelfs Onderdaanen ,, of anderen , woonende binnen eenige van de Terri„ toiren van 't Ryk van Groot-Brittannien toe behoo. „ ren , dezelve te veroveren , en als wettige Pryzen op te zenden, of op te brengen." Terwyl de Befchr. wel getragt heeft, zig te v°rfchoonen hier mede, dat hy niet eeüdan den 23 January 1781 op de Rheede van Livorno gekomen zynde, daar door de tyding van de Vreedebrenk, en- de "ordre van Z. Hoogheid van den 29 December 1780. verfcheide daagen laater , dan dezelve te Livorno gekomen was, ontfangen had, en dat hy dienvolgens fupnoneerde, dat de nodige ordres, om de Koopvaardy Scheepen deezer Landen, In de Middelandfche Zee en in den Archipel, van de Vreedebreuk te waarfchouwen, reeds gegeeven waaren. Dat hy ook vermeende, dat dewyl 'er al zoo veel tyd na de Vreedebreuk verloopen was, de tyding daar van in verdere afgelegene Hivens, reeds zou gtkomen zyn, en dat het reeds te laat was om de Scheepen, die in Zee mogten zyn te waarfchouwen tegens Kapers, welke eerder, dan de Befchr., de tyding van de Rjpture konden gehad hebben. Dat voorts hy Befchr. niet wist, dat 'er zig. eenige SmirnaaM/aaHers by Sicilië en Maltha^oï verder Oostwaards in Zee bevonden, maar dat hy integendeel wel wist, dat 'er om de West, Scheepen in Zee waaren, die hy zelfs- aldaar gezien had, en dat hy daarom den Kapitein Melviil, liever VVestwaards dan Oostwaards C 3 ge.  38 maart, ZAAKEN VAN 1782? gedetacheerd had het geen hy Befchr. ook meende, best met de au hem gegeevene ordre overeen te koo' men. Dat het hem niet mogelyk was geweest om overal, daar het noodig was , Scheepen naar toe te zenden; dewyl hy daar toe geen genoegzaam getal byzich Dat hy zelfs den Kapitein Oorthuis, die met h»t Fregat den Briel te Genua was, nergens heen had kunnen detacheeren , om dat dezelve gebrek aan Victualy had , welke hy naderhand te Villa Franca heeft ingenoomen; dat hy ook den Kapitein Melvilf niet verder had kunnen detacheeren , om dat hy Befchr toen nog met wist of hy Permiyfie zou bekomen , om ge, melden Kapitein langer , dan tot het laatst van Febr by zig m de Middelandfche Zee te houden ; dewyl dé Viftuahteit van denzelven Kapitein, met May ftond te eindigen , en hy Befchr. dien volgens , dezelve in 't laatst van February behoorde te dimitteeren. Dat het wyders voor den Befchr. zelfs , toen ter tyd onmogelyk was, om met zyn onderhebbend Schip de Princes Louifa te gaan kruisten, ten einda de Koopvaardyfeheepen deezer Landen te waarlchouwen • terwyl het Schip door ftorm en (legt weêr, boven 'water vry wat uit malkanderen gewerkt was , een gedeelte van deszelfs dubbelhoud verlooren had , en het Galjoen daarvan weggeflaagen was , zoo dat hy Befchr vermeende , dat het zelve Schip volflrekt buiten ibat was , om zonder Reparatie Zee te kunnen bouwen vooral uit aanmerking, dat door 'c misfen van het Galjoen , en de gevolgen van dien, 't Schip gemakkelyk deszelfs voortuig had kunnen verliezen , eii daar door zoodanige fchade leiden, welke Schip en Volk in gevaar zou gebragt , en veele en langduurige Reparatien zou vereischt hebben. Dat hy Befchr. ook getragt had, alle mogelyke fpoed met de Reparatie van zyn Schip te doen maaken; doodat men daar in dikwfls , door harde wind en holle Zee verhinderd was geworden. Dat hy daarenboven , ten aanzien van 't Berigt nopens het opbrengen van 't Schip St. George, den bon. iul alleenlyk had aangemerkt, als een Nieuwsmelder, welke de gemelde Brieven gefchreeven had , op Infti' f  maart, STAAT EN OORLOG. 17S2. 39 gatie der Livorneefche Kooplieden, die langs dien weg, hunne oogmerken zpgtén te bereiken, in welke gedag, ten hy Befchr. verderkt was geworden , door 't Varieeren van de tydingen , daar volgens de eene, het Schip nog te Civita Vecchia lag, en volgens de andere reeds van daar vertrokken was. Dat het ook op die hoogte zeer difficiel zou geweest zyn , met één Schip, het genomeue Koopvaardyfchip te herneemen, en het niet apparent was daarin te reusfeeren. En dat de Befchr. boven dien, niet in de mogelykheid was geweest, het zelve door de Fregatten, de Castor en den Briel, die hy toen ter tyd by zig had te herneemen, eensdeels om dat 't Fregat de Castor, op den 7 Maart vertimmert wierd, en zonder Roer lag , en 't Fregat den Briel , zoo wel als de Castor, zig moest Victualieeren tegens een geordonneerde Kruistocht naar de Azorifche Eilanden, ten diende van de O. I. Comp., terwyl hy Befchr. anderdeels llegts een bepaalde magt had over die Fregatten, uit hoofde, dat hy by eene Ordre van Z. D. Hoogheid , expresfelyk geordonneerd was , dezelve ten fpoedigden na de gemelde Azorifche Eilanden te detacheeren, zoo dat de Befchr. vermeinde, dat hy 't Fregat den Briel, tot geen ander einde mogt gebruiken , daar hy Befchr. wanneer hy het tot eene andere Kruistocht in Zee zond , zig zeiven in gevaar (telde, van, zoo 'er eenig ongeval aan 't Fregat bejegende, niet te kunnen voldoen aan de gewigtige Orders , die hy ten diende der O. I. Comp. ontfangen had. En dat eindelyk hy Befchr. zelfs buiten daat was , om in Zee te gaan, dewyl hy zig verpligt agtte, op de Rheede van Livorno te blyven , tot dat het Detachement van de twee Fregatten, naar de Azorifche Ei' landen volbragt was, vooral , dewyl hy voorneemens was, indien de Reparatie van 't Fregat de Castor mogt tegenvallen , per expresfe van Z. D. Hoogheid te verneemen, of hy Befchr. met zyn onderhebbend Schip, de plaats van de Castor vervangen zou, behalven dat ook 't Schip de Princes Louifa op dien tyd, toen hy Befchr. 'c bericht van den Conful, nopens het Schip St. George , ontfing nog niet volkomen gerepareerd , C 4 maar  4o maart, ZAAKEN VAN I?32 m»ar 1 da»r en ,e|en no,„ ■ i, 5Ï, " 2 52j**"«. ary 1781. toen '/iaar ^"^-dèeitb^afd °eepen beVln" dyfcheepen SftWStfSafc ^.SSTT nen het nauw van de Straat van r<7 / fven blntoirlyk de meefte l^SK^ÜSir^r,,<,• den dog dflt dezelve ordre aan den bK " WT nnidïe aanleiding geeft om tP L„ «elchi. geen de -He hy « derwfarls ^SaK^l^ fff" dan niet te min eer \a/p«i- j„ e ' ,1V »efchr. tacheeren. SC' dan Oostwaards moest de. . Dat integendeel de Befchr weetende 1 n veei  jhaaht, STAAT EN OORLOG. 1782. 41 veel eer had behooren re gebruiken tot een Kruistocht naar Maltha , en verder Oostwaards , dan het zelve op te houden in een kleinen omtrek, daar het van wei. nig nut konde zyn. Dat voorts ook, of fchoon de reparatie, welke aan 't Schip de Princes Louifa, op de Rheede van Livorno gedaan is, voor den Befchr. van zoodanige Confideratie mogte geweest zyn, dat hy uit dien hoofde, zonder zig aan eenige (Irafbaare nalatigheid fchuldig te maaken, aldaar ter Rheede konde vertoeven , tot dat het gem. Schip in behoorlyke Haat gefield was om Zee te kunnen bouwen, nogthans hy Befchr. notoirlyk was verpligt geweest om van de onder zyne ordres gefielde Fregatten, zoodanig gebruik te maaken, waar door de Smirnaasvaarders , welk by Sicilië en Maltha in Zee roogren zyn, konden beveiligd worden, dewyl hy door 'zulks na te laaten , verzuimd heeft, dat geene te doen, waar toe hy verpligt was, en waar door 't meergemelde Schip St. George, van den Oorlog had kunnen ge. waarfchouwd en tegens de Engelfchen beveiligd of fpoedig hernomen worden. Dat daar en boven de Befchr. geen de minfle grond had om het berigt des Confuls van de Nederlandfche Natie te verdenken , of den invloed der Livorneefche Kooplieden daaromtrent te Soupconneeren niet alleen , om dat de opgegeevene Soupc ms zig zelfs contradiceeren , van geen belang zyn en den Befchr. niet excufeeren kunnen , maar ook om dat 'er uit de eerlte Miffive van den Conful van den 7 Maart, welke de Befchr. 's morgens ontfangen heeft , allerduidelykst bleek, dat dezelve niet gefchreeven was op infligatie der Livorneezen, dewyl de Conful uitdrukkelyk te kennen gaf, dat het geen hy fchreef, hem van Civita Vechia gemeld was. Dat voorts de Befchr. al was 't onzeker, of hy in het herneemen van 't gem. Schip gelukkig llaagen zou, niet te min verpligt was , daar toe zyn best te doen dewyl niet de zekerheid , maar de mogelykheid eener gelukkige Reusfite voor een Aétif en vigilant Officier genoeg behoort te zyn om ten nutte der Commercie en tot afbreuk van de Vyanden eene Expeditie te doen. C 5 Dat  42 maart, 2 A AKEN VAN 1782. Dat de Befchr daar toe ook niet buiten Haat was. om dat fchoon s Lands Fregat de Castor, 't welk ge repareerd wierd en zonder Roer lag , niet kon gaan kruisfen, het Fregat den Briel nogthans zich in een goede Haat bevond , en de Befchr. wel geïnformeerd had kunnen worden, dat het Victualieeren van 't zelve Fregat op den 7 Maart geen Obltacul behoeft te zyn om t zelve voor eenige dagen in Zee te zenden. Dat ook de Ordre om de beide Fregatten naar de Azorifche Eilanden te detacheeren, den Befchr. 1102 uitdrukkelyk, nog ftilzwygende verbood om het Fregat den Briel , terwyl het zelve na de gereedheid van de Castor wagten moest , inmiddels ten voordeele van de Commercie, en ten nadeele van den Vyand te gebruiken terwyl in tegendeel de Befchr. in een geval het welk door Zyn Doorl. Hoogheid niet had kunnen voorzien worden, Conform de regulen van Zeemanfcnap , de prafente gelegendheid had behooren waar te neemen, en zyne generaale ordre te executeeren en zig door geen ongegronde vrees voor onverziene 'toe. vallen, behoorde te laaten affchrikken van eene poging, die een important voordeel aan de Commercie en Eer aan zyne Vlag beloofde, en dat hy te minder zulks had behooren na te laaten , door dien het Fregat den Briel, zig tot zulk eene Expeditie, niet op eene verre en gevaarlyke togt behoefde te begeeven , maar flegts weinig roylen van Livorno , benoorden Elba, op 't Schip St. George , behoefde te gaan kruisfen , en 'er dus geen acparentie was , dat hier door de Kruiston naar de Azorifche Eilanden, in 't allerminst verhindert of vertraagt zou worden. Dat in alle gevallen , de fijfchr. zelfs niet buiten Raat is geweest, om met 's Lanes Schip de Prince* Louifa , op den 7 Maart 17S1 in Zee te gaan daar 'er voor hem , na dat hy de twee Fregatten geordonneerd had, zoo dra mogelyk naar de Azorifche Eilanden te zeilen , geene verplichting of noodzakelykheid was om op de Rheede van Livorno, hun vertrek inadhf af te wagten; terwyl ook van zulke verbor^è in. tentie, welke de Befchr. nu voorgegeeven heeft ,& toen ter tyd gehad te hebben, om zyn Schip in plaats van het Fregat de Castor, tot de Kruistogt naar de Azorifche  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 43 fche Eilanden , door een Expresfe aan Z. D. Hoogheid aan te bieden , geen de minde Indice is voorgekomen : En ook , al had de Befchr. toen ter tyd zoodanig een Pian geformeerd, zulks hem in geenen deelen had kunnen ontdaan van zyne ontwyffelbaare verpligting, om inmiddels, daar hy was , de Commercie te befchermen en den Vyand te benadeelen , voor al daar de B'fchr. zoo dra hy den 7 Maart de brief van den Conlul ontflng, geen expresfe naar den Haag met het gem. Plan had kunnen depecheeren, en vervolgens aanftonds in Zee gaan om op het Schip 's George te kruisfen, terwyl hy "langs dien weg zonder eenig tyd veizuim, aant zyne voorgewende intentie en teffens aan zyne notoire verpligtiDg had kunnen voldoen. En eindelyk dat de Reparatie aan des Befchr. onder hebbende Schip, hem al mede niet heeft kunnen beletten op den 7 Maart in Zee te gaan , uit aanmerking dat het nieuwe Galjoen op den 8 Maart reeds afgetimmert was, en 'er na den 7 Maart te Livorno niets anders meer aan het Schip gewerkt is, dan dat da Dekken, die open waren, gebraauwd en de poorten, die befchadigt waren, gevoerd zyn geworden, het welk notoirlyk niet van dat belang , nog van dien omflag was, dat daar door een Schip van Oorlog zou verhindert worden , om eenige mylen ver in Zee te gaan, ten einde een Ryk gelaaden Koopvaardyfchip te herneemen , en teffens ware het mogelyk een Vyandelyke Kaper te veroveren. Dat derhalven de Befchr. die op den 7 Maart 178 f. niet alleen wist dat het gemelde Schip St. George, genomen was en te Livorno verwagt werd , maar ook toen *er tyd in (laat was, om volgens zyn plicht, daar op te gaan kruisfen, nogthans, zonder daar over zelfs Krygsraad te houden, nagelaaten hebbende de minfte poging te doen om het zelve te doen herneemen, daar door het belang der Commercie verwaarloosd en zyn pligt verzuimd 'heeft. En offchoon 'er geen blyken zyn, dat de Befchr. met opzet zyne ontfangen ordres genegligeerd heeft, of door eenig infaam principe zig van het volbrengen derzelver heeft laaten detourneeren , maar in 't tegendeel,  44 maart, ZAAKEN VAN ,7ga. Ske™^ a,s ^erzints geoieeKen is, dat hy Befchr. zig alleenlyk door 7(mi~ n>ge confideratien heeft laaten ophouden , vv a? door" zig een vigilant en aflif Officier dient te laaten ! ren, vermits nogthans hy Befchr. zig £ opzicht aan zoodanige negligentie en SaSKktit hS fchuldig gemaakt, welke volgens de wetten e . Pl c,, ten dezer Landen behoorden te worden Gecorr ierd ^Zut h Óu de" H°°Sen Zee-Kryg,raad,ovSvï gen hebbende hetgeen voorfchreeven Haat, 'en I geen verder ter matterie d.enende was, of eerntin, heeft mogen moveren, roirsoaders o-pior ™a ï? . ? Zee-Krygsraad, Mr. P. £, M„ ^ ^Ww/(f R deezen gedaan: recht doende uit den naamen mde'vfn Vge"S f ,5ft* Muff' Heere» laaten Gn ral de Vereenigde Nederlanden , als mede van Z. D Hooi heid den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erfftadbouder en Kapitein Admiraal Generaal van dezelve Landen; verklaard, dat hy Schour-Sy-Nacht jTÉn. kes „ zich mer opzicht tot 't Schip St. Geoige* £ „ Jan Pteter Jan/en, niet zoodanig heeft ged aagen „ ah, een vlgilar,t actief Officier betaamd, fu?pen£ „ hem dien volgens in zynen dienst , voor den tvd ,s van drie agter een volgende jaaren, met privatie van „ alle zoodanige tmc.ErfStad< houder, Erf.Kapitein , Admiraal Generaal, van de Unie,&c.&c. hoog mogehoe heeren» Uw Hoog Mog. by derzelver Refolutie van den i* December jongstleeden, ons hebbende gelieven/P ceer?e0nkenen0leen-n S'S met opzigt tot het Schip S . George Kant S p 5 terjanfen, hebben wy niet nagda'aten? da2 ^fte iÏÏES' Ên e.Den Hoo^n Zee-Krygsraad alh er gecon voceerd, om daar in te Sententieeren, zoo als dezelve in goede Justlt e zoude bevinden te behooren en heb ben ^ onze pligt geagt , Uw Hoog Mog. tgS* we ke geene genoegzaame iever en aftii t t toonen 's Lands dienst niet kan worden bevorderd dit ~« ren, en wyl wy van oordeel zyn, dat de hooge iaTreu van den Schout-by.Nacht >« , hem hebbe doen verhezen, die Activiteit, die blonder S tvd van Oorlog, m een Commandeerde OffiSer Jan een Es quader is vereischt, hebben wy niet willen afzyn, om aan U Hoog Mog. Kenmsfe te geeven, dat wy van intentie zyn, om niet meer het Commando van een Fsquader , aan gemelden Schout-by.Nacht fan Binkes toe te vertrouwen, hoe zeer wy gegloignefrd zyn van aan Lafhartigheid , of eenig kwaad opzet, Kar van ons nimmer eenig blyk of fchyn van bewys' is7voor™ koomen toe te fcbryveu, de door hem ge toonde fn achviten, traagheid en verzuimen , geduurende dkt hy het  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 4? het Commando van 's Lands Scheepen in de Middelandfche Zee heeft gevoerd. Waar meede. HOOG MOGENDE HEEREN! Wy U Hoog Mog. beveelen in Gods Heilige Protectie. (Was get.) W. PRINS VAN ORANGE. In 's Gravenhage, den 20 Maart 1782. XXXI. ExtracT uit het Boek der Refolutien der Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland ; betreffende de Naturalifatie in hunne Provincie. In dato 11 Maart 1782, Is ter Vergadering, door hèt Quartier van Ooftergo, geproponeerd, Of niet noodig en dienltig zoude zyn, de Refolutie van den 28 February 1705 te f ypliceren, ten opzigte voornamelyk van de Requifiten tot eene Naturalifatie door Inwooninge, breeder in de navolgende Propoütie geinfereerd. ,, In ernftige overweeging genomen hebbende de Re. „ folutit van den 28 February 1705 , en Confidereerende dat dezelve, offchoon volmaakt Conform, ja ,, waarlyk gegrond op de Fondamenteele Conltiturie „ deezes Lands, egter in fommige Poinéten in verval fchynt geraakt te zyn door de lengte van tyd, heeft het Kwartier gemeend , aangezien het RefpecT:, de ,, Digniteit , mitsgaders het belang deezer Provincie ,, en de hooge Regeeringe van dien, nu meer als ooit „ de voorzorgen, in die Refolutie vervat, vereifchen, ,, in bedenking te moeten geeven, of het niet noodig „ en dienftig zoude zyn , die heilzaame Refolutie te „ expliceeren, ten opzigte voornamentlyk, tot eenAfo- tu-  43 maart, ZAAKEN VAN 1?8a, r,e,j>maar duide]yk eene ^^r-^voi: ren: „ Dat voo,• %^%£^J™ * ,, houden, alleen dewelke hierLa dï v 0rde\gf dfc^S do Verhi"deren' en SlufS ,™ ë"cne" ' weIke door inwoon mg genaturaMeprd „ zyn, op de bovengemelde wyze, egtef vandih„„ „ verkreegen regt gehouden worden vfrvallen te zJn „ zoo wanneer zy geduurende vyf 0f meer TaaL f"? ,, hun Huisgez.n elders buiten deeze pïovinci met ter „ woon zig begeeven " «uvincie met ter ^^0^^^^deP^ laaten behoo- „ Landen , ten tyde hunner JaiTldX a Stede" aJs „ ingevolge den inhoud deezer ïffifc ^f™10^"' „ gequabficeerd en begoedigd 2,„ » ' §enoegzaai" Waaarop gedelibereerd zvnde ' i« rW„ n r ■ woordelyk overgenomen en fn ee e S ats W*?e veranderd, met dit. gering onder/cheid LRefü lU!e Z£weeken, xxx n.  maart, STAATEN OORLOG. 1782. 49 XXXII. Misfive van de Heeren Staaten van Friesland, aan Zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder , om den Hertog van brunswyk zich van de direclie van zaaken te doen 'onttrekken , en de Republiek te verlaaten, In dato Leeuwarden den li Maart 1782. doorluchtigste vorst en heer.' Het groot belang , dat wy Rellen in eene geruste oeffening van de wettige Regeering des Lands, en teffens de levendige bezeffing van een der voornaamRe gronden daarvan, namelyk het oprecht en duurzaam vertrouwen der goede Ingezetenen op hunnen Souve. rain niet alleen , maar ook algemeen op allen , die in het Hooge Bewind der Staatzaaken gelleld en met derzelver uitvoering belast zyn, hebben ons te raade doen wbrden , om aan Uwe Doorl. Hoogheid met dien ernst, welke het gewicht der zaake vereist, onder 't oog te brengen, dat het aan ieder Lid van Staat in de tegenwoordige critique omltandigheden, waarin de Republiek zich bevind, overvloedig bekend is, dat 'er onder de goede Ingezetenen, zoo groot als klein, een algemeen wantrouwen en misnoegen heerscht over de groote direclie van zaaken, 's Lands Interest concemeerende, en wel fpeciaal over het beftuur der Marine van de Republiek, den traagen voortgang daarin en de weinige Protectie der Commercie, zoo wel voor als na den tyd, dat door de Kroon van Engeland aan dezen Staat den Oorlog is gedeclareerd geworden. Uit welk misnoegen en wantrouwen , het geen nog allengs, in ftede van te verminderen, dagelyks tot hartelyk leedwezen van ons 1'chynt te vermeerderen, gebooren en aangegroeid is een vry algemeenen haat tegens den Perfoon en het Ministerie van den Heere Hertog van Brunswyk, welke als Conüliarius van Uwe Doorl. Hoogheid geconfidereerd wordende, in de fulpicie valt van de voornaame oorzaak der gebrekkige en traage di • rectte van zaaken te zyn. V. deel. D Dat  jo maart, ZAAKEN VAN 1?8l. Dat uit deze te onvredene difpofitie der eoede Lik « enen de allernadeeligfte gevolgen voor de publX Rust, en voor de wettige Conftitutie van dit G-rnee Iyk te tragten voortekomen. " ' Z°° veel moSe" En het is uit deze overtuiging , Doorl. Vorst I dar £t3S&'2^lSifc^ Sai bewaaring van algemeene' rS^en've trouS ^d^w? HnbT"f", Va" S Lands welzyn » aaJ uwe' Doorl" Hoogheid deze zoo ongunftige en aWmeen vermeerde rende denkwyze Onzer goede^gezetefeTonderhetot" te b engen, en ernftig te betuifen, dat Wy ot voor! koming van de pernitieufe gevolgen , welke uit dir wantrouwen en misnoegen der Ingezetenen zo voor de publieke Rust, als voor de wetfigSitSe van den Lande , vehementelyk te vreezen Ita «de konnen afzyn , om aan Uwe Doorl HnnvhJL 7aL w vertrouwen, dat even zeer aVsWy het fSg/d zTa" ^'J'00 We m£i toc denlande, is tot |k* Brunswyk , op dTbcaV m'ogelyke" w^ fte wiE T Seer'enom-zich -vanide MiS; ^: pS ".^ UIt de Republiek te retireeren - Ten einde daar door alle argwaan weggenomen 1 fehStordff 60 dC g-de^tmSw'edïr^v r: gehaald worde tot een ongereferveerd vertrouwen n„ die geenen, welke met de8 uitvoering van zaaE tor s Lands dierbaarfte belangens ftrekkende?belast zvn Do^faRn,e^'-P?0rluchcigfte Vorst e" Heer Wy Uwe htg.tem00gheid bÊVelen in de Be*««minge d«Au2- hot?uwa"r{?■ deJn 11 Maart «78a. Uwe Doorl. Hoo». heids goede Vrienden, de Staaten van Friesland ° (Was get.) Ier Ordonnantie van Hun Edel Mogenden. (Was get.) a. j. v. sminia. XXXIII.  Maart, STAAT EN OORLOG. 1782. ji XXXIII. Antwoord van Zyne Hoogheid den Prin* fe Erfffadhouder, op de Misfive van de Edel Mogende Heeren Staaten van Friesland. In dato 15 Maart 1782. edele mogende heeren, byzondere goede vrienden ! TJet is met geen minder leedweezen als verwondeX~t ring dat wy uit Uwer Edele Mogende Misfive van den 11 deezer gezien hebben , het verzoek door Uw Ed. Mog. aan ons gedaan , om den Heer Hertog van Brunswyk te willen perfuadeeren om zig van de directie der Zaaken te ontrekken, en uit de Republiek te retireeren , en zulks uit hoofde van het algemeen wantrouwen, en misnoegen over de groote directie van Zaaken 's Lands Intrest concerneerende, en wel fpeciaal over het bertuur der Marine van d' Republiek, den traagen voortgang van dezelve, en de weinige protectie der Commercie zoo wel voor als na den tyd dat door de Kroon van Engeland aan den Sraat de Oorlog is gedeclareerd geworden, en dat uit het (leeds vermeerderende misnoegen en wantrouwen zoude zyn geboren en aangegroeid een vry algemeene haat tegen den Perfoon , en het Ministerie van den Heer Hertog van Brunswyk, welke als onzen Confiliarius geconfidere,erd wordende, gehouden word te zyn de voornaam» fte oorzaak der gebrekkige en traage Directie van Zaa. ken , waar van de allernadeeligtte gevolgen voor de publieke Rust, en voor de wettige Couftituiie van dit Gemeei ebest te vreezen zouden kunnen zyn. Hoe zeer wy altoos bereidvaardig zullen zyn , om zoo veil in ons vermogen is te voldoen aan de billyke verlangens van Uwe Edele Mogende, en niets vuu« riger wenfchen dan gelegentheden te vinden om blyken te geeven van onzen yvér ter bevordering der ware belangen van dit Gemeenebest en byzonder van de Provincie van Vriesland, kunnen wy niet ontveinfen, niet over een te kunnen brengen met de regels van billykheid, om iemand, en byzonder een Heer van zoo een D 2 aan-  52 maart, ZAAKEN VAN i7g2. aanzienlyk Huis, tot wiens laste alleen word eealleeu- lln st™ i?Pg6Vat m'SI?oegen» Z01ld'r 't minfte blyk van deszelfs gegrondheid, of hewys van fchdld • een Heer aan wien wy en ons Huis , zulke wezentlvke verphgtingen hebben , die zedert meer dan d'enig ?aa! ren deze Republiek als Veld-Maarfchalk met alle vver en trouwe gedient heeft, en gcduurende o ^SSta* een volgendeP.tti3 dM P°l een verloore Schip by tioneert V3n Aa»bouw een ander gepeti. ÏÏcho voor her^tpgeenlintS d°?r beraali"§ vLPhët ™Vu. r "? ge,ei^erde aan het verlooren of senomen Schip het welk altoos voor uit Kit en vTz ? Sei „gie dVaetrl°r°Tren Tde • de ^Slchree" eerfle Lïhl ™' ÜW-e HooS Mog. in de voorfz. rinïe - 5« tïïS- ^IIe" gelirn te maaken die verande. werde niet tl? 0mCn of verlooren Schepen betaald konen een dS ' T 'l" fflinften voo/uitrusdngi verf^ de ?ermvn J3" ^ *f-heele E J. VANDER HEIM. w. v. HBRMSKERCK. PAUL HORGRONJE c. riACKER , CZ. N. STEENGRACHT O OSTERLAND. W. G. DEDEL S7 JAN PAN' H. V. STRAALÈN. ' E. W. V. WYDENBRUGH. XXXV. Nadere Declaratoire» der Steden Schiedam en Hoorn, omtrent de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogende van den 7 Maart 1782 , raakende de zaak van den Veldmaarfchalk Hertog van bruns» wyk. In dato 13 Maart 1782. De Heeren Gedeputeerden der Stad Schiedam, heb; ben voor zoo veel hun aangaat, tot elucidatie van riet Declaratoir, geinfereert onder Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 7 deezer; betreklyk het beklag en verzoek van Satisfactie van den Heere Hertog van Brunswyk aan Hun Hoog Mog., over de demarche door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam, by Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange op den 8 Jany 1781 gedaan , uit naam van de Heeren hunne Principaalen, nader verklaart: • Dat voornoemde Heeren hunne Principaalen nimmer 111 twyllehng hebben getrokken de realiteit van het regt j r jby de voornoemde Refolutie word verklaart aan de Leden van de Souverainiteit te competeeren, en mitsdien van gedagten zyn geweest; dat in die verklaa- nng duidelyk had behoord te zyn geëxpresfeert; dat dezelve is gedaan „ tot eene compleete bevestiging „ van anteneure Refolutien, fpeciatim op den 11 Octo- „ ber  maart, STAAT £N OORLOG. 1782. 65 „ ber 1586 en op den 19 July 1662 genomen: —— tot volkome affnyding van alle bedenkingen, welke omtrent de applicabiliteit der gemelde Refolutie , op de demarche van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam, hier boven gemeld, door fommige Leden zyn gemoveert; en om te itrekken tot een allerzekerfte waarborg voor het vervolg — Dat voornoemde Heeren hunne Principaalen , daarenboven van begrip zyn geweest; dat de adresfen van den Heer Hertog van Brunswyk , deszelfs beklag , en verzoek van fatisfactie, zeer verkeerdelyk , importun en ongepast aan hun Hoog Mog. zyn ingerigt; en zeer gevoelig zyn geweest over de irregulariteit der gemelde demarches ; als contineerende een inbreuk op de conftitutiooneele Wetten , Privilegiën en Vryheeden, niet alléén de Leden der Sonverainiteit, maar zelfs de particuliere Ingezeetenen competeerende; welke het gezag van Hun Hoog Mog., en derzelver cognitie in alle gevallen, hoe ook genaamt, refpueeren : — Terwyl zy daar en boven met geene onverfchilligheid hadden befcbouwt, de conduites door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit in deeze zaak gehouden : vooral hunne accesfie tot Hun Hoog Mog. jultificatoire Refolutie op den 2 July 1781 genomen; en met andere Leden hadden vermeent, dat dezelve hadden behooren te worden gedisavoueert en afgekeurt: — Dan dat gemelde Heeren hunne Principaalen evenwel hadden gepraefereert hunne gevoeligheid over de demarches van den Heer Hertog van Brunswyk te mitigeeren , en in plaats van dezelve tot eene recriminatie of een weederkeerig verzoek van fatis factie te extendeeren;om byzondere, en pondereufe reedenen, tot vermyding van confufie, en facheufe gevolgen, hadden vermeent te moeten opofferen aan de rust en eendragt; tot welkers bevordering en behoud, zy hebben geoordeelt, dat opregte Vaderlands liefde en pligt, altoos zonder onderfcheid, voorfchryven, om de inba;fie van particuliere regten en vorderingen , aan het algemeen belang, vooral in deeze tyden, te postponeerèn: En het welk dan ook het motief uitleevert, dat de Heeren hunne Principaalen , na dat zy geen zwaarigheid hebben gemaakt, om hunne gedagten aan de Nakome- V. deel. E ling.  66 maart, ZAAKEN VAN 178a. ïïngfchap meede te deelen, blyven perfilteeren, om de deliberaüen over deeze materie finalyk te feponeeren. — De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben tot nadere vetklaaring van hun Declaratoir in de Notulen van den 7 deezer geinfereert; gedeclareert: „ Dat de Heeren hunne Principaalen , wel hébben „ mogen lyden, dat door Hun Edele Groot Mog. zou„ de worden verklaart , dat zodanig Regt, als in de „ Refolutie van den 7 deezer is vastgeitelt, aan de Leden van Hun Ed. Gr. fouveraine Vergadering van „ nu voortaan volleedig worde toegekent, om het zei» ve te doen verflrekken tot interpretatie of ampliatie „ der anterieure Staats-Refolutien in dato 11 Odtober „ 1586 en 19 July anno 1663. Accordeert met voorfz. Refolutien. XXXVI. Verzoek van Bewindhebberen der Oost. indifche Maatfchappye , om by het doen van Uitdeeling, den Honderdften en Tweehonderdften Penning ten voordeele der Compagnie te mogen innen ; «evens bet Advys van Gecommitteer. de Raaden, en het beftuit van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 15 Maart 1782. Is eeleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Haage en te Hoorn refideerende van heeden, hebbende, ingevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mogende Refolutie commisforiaal van den 8 dezer maand , geëxamineert de Misfive ten zeiven dage aan Hoogstdezelve geadresfeert door Bewindhebberen van de Ndderlandfche geoctroyeerde OostIndifche Compagnie ter prafidiaale Kamer Amfterdam, verzoekende , zoo uit hoofde van de calamiteufe omftandigheeden, waar mede de Compagnie heeft moeten worflelen , en de kosten die zy verpligt geweest is te maaken, als op fundament der verdere reedenen by de. ze-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 67 zelve Misfive gedetailleert, dat Hun Edele Groot Mog; de Bewindhebberen van de Hollandfche Kameren zouden gelieven te authorifeeren, om, ingeval van uitdeeling, de honderdfte Penningen en twee honderdfte Penningen ten profyte van de Compagnie te mogen innen en ontfangen; mitsgaders dat Hun Edele Groot Mog. gouden gelieven te verklaaren, dat, ingeval 'er geen uitdeeling in dit jaar mogt plaats hebben, de Houders der Actiën van de Oost-Indifche Compagnie, even als die der West-Iudifche Compagnie, vry zullen zyn van het betaalen van honderdfte en twee honderdfte Penningen. Waar op gedelibereerd en Copie van het voorfchreeve Advis verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht , Haarlem, Dejft, Leiden, Amfterdam , Gouda, Rotterdam , Gorinchem , Schiedam , Alkmaar en Enkhuizen, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende, in gevolge en ter voldoening van U Ed. Groot Mogende Refolutie commisforiaal van den 8 deezer maand, geëxamineert hebbende de Misfive ren zeiven daage aan Hoogstdezelve geaddresfeert door Biwindhebberen van de Nederlandfche geoctroyeerde Oostindifche Compagnie ter Prcefidiale Kamer Amfterdam , verzoekende j zoo uit hoofde van de calamiteufe omftandigheeden, waar meede de Compagnie heeft moeten worftclen , en de kosten, die zy verpligt geweest is te maaken , als op fundament der verdere reedenen by dezelve Misfive gedetailleert, dat U Ed. Groot Mog. de Bewindhebberen van de Hollandfche Kameren zouden gelieven te authorifeeren, om, in geval van uitdeeling , de honderdfte en tweehonderdfte Penningen ten profyte van de Compagnie te mogen in nen en ontfangen, mitsgaders, dat tTËd. Groot Mog. zouden gelieven te verklaaren , dat, in geval 'er geen uitdeeling in dit jaar mogt plaats hebben, de Houders E 2 der  68 maart, ZAAKEN VAN i782. der Adlien van de Oostindifche Compagnie, even als die der Westindifche Compagnie vry zullen zyn van het betaalen van honderdfte en tweehonderdfte Penningen. Hebben wel, aan de eene zyde, geconfidereert, dat het eerfte en pnncipaale verzoek bv de voorfchreeve Misfive gedaan, op zig zelfs, in abflra&o,befchouwt, en met een Financieel oog ingezien werdende, van dien aard is , dat het belang van 's Lands Kas tegens de concesiie van het zelve niet weinig zoude militeeren, vooral m een tyd, als deeze, daar het Financieweezen door de onvermydelyke noodwendigheeden van een kostbaare Oorlog zoo zeer bezwaart, wel verre van eemge verligting van Confenten of Contributien te konnen toelaaten , veel eer een verhooginge der fubfiftee. rende, of eene Introductie van nieuwe Middelen zoude vereisfchen, zulks dan ook de Gecommitteerde Raaden , uit dien hoofde , volftrekt wederhouden zouden woraen, om favorabel te kunnen denken omtrent eene verzogte remisfie, waar door het Montant vaii de extraordinaris Middelen, over dit jaar geconfenteert, met eene met geringe fomme van tweemaal honderd twee en dertig duizend vier honderd een guldens en drie ftuivers (zynde het beloop der honderdfte en tweehonderdfte Penningen op de Aaien by de refpeaive Kamers) gedimmueert en vermindert zoude worden • dog de Gecommitteerde Raaden konnen tevens niet ontkennen , dat de voornaame reeden , waar meede dit verzoek werd bekleed en aangedrongen , byzondere attenue verdient en allefints geichikt is, om deeze zaak in een gunftig dagligt te (tellen , als werdende by de gemelde Misfive gepofeert, „ dat de betaaling van de honderdfte en tweehonderdfte Penningen aan de uitdeeling op de Aaien der meergemelde Compagnie , waar over by Bewindhebberen ter Vergadering van Seeventienen eerlang ftaat te werden gedelibereert, merkelyk zoude oblteeren , ja dezelve byna onmogelyk maaken, en dus eene genoegzaame reeden uitleevercn , om de 1 articipanten van eene anderfints te doene uitdeeling te verfteeken," waar uit genoegzaam is af te neemen de gevvigtige invloed, welke de dispofitie van U Ede- le  maart, STAAT EN OORLOG. 178a. Go. Ie Gr. Mog. over dit verzoek op de deliberatien van Bewindhebberen voornoemt omtrent het al of niet decreteeren van een uitdeeling noodwendig zal moeten voortbrengen ; terwyl niet minder evident is , dat in het laatfte geval, aan de Oostindifche Compagnie niet geweigert zoude kunnen werden even die zelfde exemtie van de honderdfte en tweehonderdfte Penningen , waar van de Westindifche Maatfchappye met en feedert het Confent van den jaare 1757 is gaudeerende , en dat mitsdien het gemis van het Provenue deezer Belasting voor het gemeene Land, in dat geval, nog daarenboven gepaart zoude moeten gaan met alle da fchaadelyke, en ook voor andere takken der Provinciale Inkomften , nadeelige gevolgen, die te wagten zouden zyn, indien zoo veele Ingezeetenen deezer Provincie als in de voorfz. Aétien hajrideeren , zig van hel genot der uitdeeling gepriveert zouden moeten zien. En wanneer de Gecommitteerde Raaden verder in 'overweeging neemen, hoe de Belangens van deeze Maatfchappye met de welvaart deezer Provincie ten naauwfte zyn verknogt en vereenigt , en hoe het in het tegenwoordig tydgewrigt ten uitterfte dienftig, ja volftrekt noodzaakelyk is , dat alle meest bekwaame middelen werden aangewend, om het crediet van een van ouds, zoo magtig en vermogent Lighaam te verfterken, door de ruime vetgunning van zoodanige gepaste Gratiën als het zelve zig van de Soaveraiue gunst en Landsvaderlyke zorge van U Edele Groot Mog. kan belooven , zoo vinden zy zig onbezwaart , om op het gedaane Adres favorabel te advifeeren; dan de Gecommitteerde Raaden moeten te gelyk aan U Edele Groot Mog. ia bedenking geeven, of niet, ten einde het gemeene Land, ter zyner tyd , zoude mogen recouvreeren het beloop der honderdfte en tweehonderdfte Penningen, dewelke, alsnu, ten behoeve van de Compagnie zouden worden gecedeert, U Edele Groot Mog. zouden gelieven goed te vinden by deeze gratieufe difpofitie ook tevens aan Bewindhebberen van de Hollandfche Kamers op te leggen de verpligting, om het Montant der voorfz. tegenietene Penningen na het eindigen van deezen Oorlog aan den Lande weder te rembourfeeren. E 3 Oor-  yo maart, ZAAKEN VAN 1782. Oordeelende de Gecommitteerde Raaden voorts geheel onnodig , ietwes in het byzonder te melden aangaande het tweede Lid van het gedaane Adres, ten, deerende tot het obtineeren van de daar by verzogte verklaring in het geval, dat 'er geen uitdeeling in dit jaar mogt plaats hebben , nadien den aard der zaake en de pariteit der reedenen, welke U Edele Groot Mog. tot het verkenen van zoodaanige verklaring ten aanzien van de VVest-Indifche Compagnie hebben bewoo?6j-? 1 in hetzelve geval met opzigt tot de Oostlndilche Maatfchappye volkoomen toepasfelyk zyn, en 111 faveur van dezelve in de vol (te nadruk moeten opereeren. Weshalven de Gecommitteerde Raaden zullende dienen van derzelver confideratien en Advis onder het welneemen van U Edele Groot Mogende, zouden wezen van gedagten , dat Bewindhebberen der Hollandva, o eren van de Oost-Indifche Compagnie door U Edele Groot Mog. zouden kunnen werden geauthorifeert, om , ingeval van uitdeeling op de Adien van dezelve Compagnie in dit jaar, de honderdfte en tweehonderdfte Penningen daar op geconfenteert, ten profyte van gemelde Maatfchappye te mogen innen en ontfangen : des dat Bewindhebberen voorn, verpligt zullen zyn het beloop daar van, na het eindigen van den te. genwoordigen Oorlog , aan den Lande te rembourfee. ren , en zig daar toe behoorlyk verbinden ,• En dat voorts by U Edele Groot Mog. zoude behooren te werden verklaart, dat , ingeval 'er geen uitdeeling in dit jaar mogt plaats hebben, de Houders der Actiën van de Oost-Indifche Compagnie , even als die der West-Indtfche Compagnie , van de betaling der honderdfte en tweehonderdfte Penningen zullen zvn geëximeert. J & Edog refereeren de Gecommitteerden Raaden zig niet te mm tot de hoogwyze difpofitie van U Edele Groot Mogende. ede-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 7a EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, Bewindhebberen van de prsefidiaale Kamer Amfterdam , als daar toe door de overige Hollandfche Kameren zynde geqtialificeert, neemen wederom devryheid, de hoogwigtige deliberatien van U Edele Groot Mog. te interrumpeeren. De Refolutie van Hoogstdezelve om de honderdfte en tweehonderdfte Penningen, even als in voorige jaaren van de Oostindifche Aétien te heffen , maakt hun eenigzints bekommert, en zy fcbroomen niet deeze hunne zwaarigheid U Ed. Groot Mog. onder het oog te brengen. Bewindhebberen namentlyk kunnen voor alsnog niet voorzien, welke Refolutie in de gewoone Voorjaarsvergadering van Zeventienen ftaat genoomen te worden, omtrent de uitdeeling: een zaak, welke niet dan op een formeel Point van befchryving ter conclufie kan worden gebragt. Indien echter die Vergadering refolveerde geene uitdeeling te doen, zouden zy vreezen, dat uit de letter der Refolutie ten nadeete der Participanten zoude kunnen worden geëlicieert , dat 'er van de Eigenaars der Aétien honderdfte en tweehonderdfte Penningen zouden worden gevordert; zy vreezen zulks te meer, om, dat met relatie tot de Aétien van de Westindifche Compagnie in die zelve Refolutie een ondetfcheid word gemaakt , of 'er uitdeeling plaatfe hebbe dan niet. Edoch hoe zeer mogelyk de letter der Refolutie teyens de Participanten zoude kunnen werken , vleyen zy zig egter , dat U Edele Gr. Mog. door eene gunftige interpretatie wel zullen gelieven te verklaaren , dat in zoodanig geval de Aétien vry waren van honderdfte en tweehonderdfte Penningen. Maar wanneer daarentegen by Bewindhebberen ter Vergadeting van Zeventienen wierd begreepen, dat 'er redenen waren, om aan de Participanten eenige uitdeeling te doen , zoude de gewoone wys van repartitie waarfcbynelyk niet kunnen worden gevolgt , maar die uitdeeling zoodanig moeten werden gereguleert en be& E 4 ftierd,  n maart, ZAAKEN VAN I78a. ftierd , dat dezelve ten minfte bezwaar van r\«, onmogelyk maaken , en ^ZhSaI f"1^ byna honderdfte en tweehonSerdfte PenSn.en o?''^ T eene genoegzame reeden uitleevercng om Hp'p z^-s gen ™ eene anderzints tatffl^ veSeidï SfeTenln" efr^ TOor kent. g yner Onderhoorigen grondig iïsssf ^°aia- ^tr?, die nu onlangs weder rit de f"dJ^ de, tydu,gen » kragtigt worden en TT f J r* tyd zullen mogen be. ^^^^^^ God biddende, dat hy fj EdeJe Groof ^ Zy,  maart, STAAT EN OORLOG, 178a. 73 Zynen zeegen bekroone , hebben zy de eer met de diepfte eerbied zig te noemen. edele groot mogende heeren, (Onder Rond) U Edele Groot Mog. zeer Ootmoedige en Gehoorzaame Dienaaren, De Bewindbebberen van de NederAmfterdam, landfche Geoctroyeerde Oostin¬ den 7 Maart difche Compagnie ter praefidi. Ï782. aale Kamer Amfterdam, en uit dezelve. (Was get.) p. clifford. n. faas. n. v. leeuwen. 1782. j. graafland pietersz. marten adriaan beels. j. c. hartsinck. antonis slicher. p. c. hasselaar. e. d. vry temminck, w. huyghens. pieter trip. jacob elias arnoudtz. fredrick alewyn. m, straalman. E 5 XXXVII,  74 maart, ZAAKEN VAN 1782. XXXVII. Advis van den Heer a. w. baron van palLand, Drost van l'sfelinuiden, enz. uagebragt op den laatsigekouden Overysfelfchen Landdag, den 1? Maart 1782. Het zyn aanzienlyke fommen, die door zwaare Pennen gevraagd zyn, tot afweringe van een trouwlozen Vyand , die de Republiek op een verraderiyke wyze aangevallen heefr. Een algemeene bereidwilligheid is 'er geweest om content daar in te draagen , in die vaste hoop en verwagtirtg, dat alles wat tot afbreuk van den Vyand en tot befeherming van de Commercie kost dienen, met allen yver en nadruk zoude worden in het werk gefield. Tot zyn innerlyke ontroeringe ondervind de Ondergeteekende, dat de Commercie en Navigatie dezer Lauden onder gedurige voorwendfelen zonder befchermin»e is en blyft, en dat de herhaalde aanzoeken der Inge. zeetenen , hoe nadrukkelyk ook ingerigt , vrugteloos zyn, waar door te dugten is, dat Koophandel en Scheepvaart, de Bronnen van het beftaan van de Republiek, voor alcoos verboren zulten raaken, en haare bezittingen in Oost en West-Indien tot een prooy en verwoelting der Vyanden worden. Het komt dus den Ondergeteekenden voor, dat kragtdadigen maatregelen van binnen moeren beraamd worden, en dat het meer en meer tyd word, om adfnten. tie van buiten zoeken te krygen. Om die reden heeft hy op den 17 October laatstleden by een fchriftelyke Memorie in bedenking geoordeeld te moeten geven , of het niet hoog nodig was een naauwe verbindtenis met Vrankryk aan te gaan ; waar toe zig dat Hof aangeboden hadt. De blyken van genegenheid, die de Republiek dagelyks ontving van dien kant, zyn overtuigende beweegredenen by hem geweest , om op den ij November laatstleden nader aandrang daar toe te doen en te ver- zoe-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 75 zoeken , dat het aangaan van zoodanige alliantie een poinét van deliberatie by TJEd. Mog. mogt worden. Overtuigd , dat zulks het eenigfte middel is , waar door de Republiek uit het gevaar , waar in zy zich bevindt , kan gered worden, houdt hy die Propofitie niet alleen hier voor herhaald, maar hoopt ook , dat UEd. Mog. ze waardig zullen achten om een Poincr. van deliberatie 'er van te maken. Het komt den Ondergeteekende vorders voor , dat de voorzigtigheid vorderd, de Propofitie van den Heer Adams, niet langer onbeantwoord te laaten; maar dat de Republiek veel eer Amerika behoort onaf'hanglyk te verklaaren , en met het zelve een naauwe verbindtenis aan te gaan, om dus Neêrlands Handel uitte breiden, en de geledene fchade te herltellen. De Ondergeteekende verzoekt, dat tot deszelfs decharge, deeze Memorie in de notulen magt gezet worden. XXXVIII. Request van de Heeren matthys ooster en duco van hauen, aan de Staaten Generaal , betreffende de Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland. In dato 18 Maart 1782. Aan de Hoog Mogend» Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Geeven met behoorlyke eerbied te kennen Matthys Oofter en Duco van Haren, Inwooners der Stad Amlteroam: Dat in den beginne van den jegenwoordigen Oorlog met het Ryk van Groot-Brittanien , een menigte Hollandfche Zeelieden, door de trouwlooze overrompeling onzer Koopvaardyfchepen , in gevangenis geraakt zynde, mildadige Ingezeetenen van dit Gemeenebest, vooral van deeze Stad en van Rotterdam, een Fonds hebben opgerigt , ter onderlteuning van deeze hunne on- ge-  75 maart, ZAAKEN VAN i7g2; gelukkige Landslieden, en hen Supplianten tot Commisfarisfen van hetzelve hebben aangefteld: dazv Sud" phanten in die qualiteic eene Correspondentmet de, Hertog van Richemond hebben geëntameerd\ \ en door deszelfs recommandatie zekeren Richard Diggel tot hunnen Agent hebben aangefteld gehad , en door'deÏÏ zeiven, geduurende bvna een geheel faar zoo WÏ hun doenlyk was, de Gevangenen me lleed'ng en vS dere noodzakelyk behoeften hebben doen verzorgen! Dat hier door, hoewel onvolkomen, nogthans eeni germaate aan den dringendften Nood van die ongeTuk. kigen was voorzien; dat zy Supplianten gehoopf hadl6?' °/ d°°r uitrisreling, of door andere mkTdelen dat gedeelte van Uwe Hoog Mog. Ingezeetenen , de' zoo dierbaare vryheid wederom zouden hebben mogen erlangen dan zulks niet gevolgd, en zelfs nog gfen vooruitzicht daartoe zyndet zuchten deeze brave maar ellendige menfchen in rampfpoedige gevangeniV we derom van genoegzaame kleeding ontbloot , !yn Zy Tan eveiwoli",dMf,rgetyde bi00|§e^d, en n^auwlyks even zo veel voedfel ontvangende, als genoegzaam i* ot onderhoud van hun verdrietig leven fmicffn zy a! Ie verkwikkingen en gerieflyk heden , die de mensch zelfs van den geringften ftand , niet' geheel ontbeeren' Dat zy Supplianten van harten wenschten , bv aanhoudendheid met hun begonnen werk voorttegaan maar tot hun leedwezen, 'f Fonds byna uitgeput6 L mers op verre na niet toereikende vinden, en de m S dad,ghe,d der Ingezeetenen niet meerder' kan gevergd worden wyl door de ftilftand der Koophandel, en de enorme fchaden, die de Commerciëerende Ingezeetenen van deeze Republiek geleden hebben , en nog dage. yks, ook door het gemis van alle winlten, lyden, het vermogen van de meeften dit niet verder toelaat • hun Supplianten is derhalven geen ander middel tot hnlo nunner noodlottige Landsgenooten overgebleven , dan hdd nor"?6" t0t ^ M°g' WIer edelmoedig" iieid.nog onlangs aan de Weduwen en Weezen van de der.vero,ngel«kte Kaper, de Dappere Patriot, zoo dujdelyk is gebleeken, en aan Hoogstdezelven on. acr t oog te brengen , gelyk zy met alle eerbied zyn doen-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 77 doende , den droevigen toeftand van zulk een aanmerkelyk aantal Zeelieden, alle Ingezetenen deezer Republiek , wier getal en ftaat Uw Hoog Mog. uit de Misfive en Lyst, dewelken wy de vryheid neemen aan deezen te annexeeren, ten duidelykfte kunnen opmaken. Zy Supplianten fmeeken dus Uw Hoog Mog. aan deeze in Engeland gevangene Nederlanders dat foulaas en die onderlteuning te doen toekomen, die Uwe Hoog Mog. naar derzelver hooge wysheid en alömbekende genereufiteit en mildaadigheid zullen vermeenen te behooren; op dat de gevangenen van onze natie, die tot nog toe die hulp niet hebben genoten, die anderen van wegen derzelver Souvereinen hebben ontvangen , zich ook op de voorzorge der hunnen mogen kunnen beroemen. 't Zoude prtematuur en ongepast in ons zyn , aan Uw Hoog Mog. voor te flaan , die middelen of perfoonen, dewelken ons by ondervinding daartoe gefchikt zyn voorgekomen , of de bepaaling der fommen die daar toe nodig zyn zouden, dan des gerequireerd, zyn wy bereid aan Uw Hoog Mog. onze geheele Correfpondentie, met al wat daar toe relatief is, open te leggen. De nood der Ellendigen noopt ons nog , Uw Hoog Mog. te folliciteeren , ter zaake van dit ons alleen uit menfchenliefde voordvloeiend' Request, zoo fpoedig doenlyk , eene goedgunftige Refolutie te willen neemen. 't Welk doende enz. XXXIX.  ?8 maart, ZAAKEN VAN i?8a. XXXIX. Request aan de Edele Gr. Achtb. Hee* ren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam , over het aangaan van eene nadere Verbintenisfen met Noord- America. In dato 10 Maart 1782. /geeven met verfchuldigde eerbied te kennen de Qn- &t58ft.alIe Koop!ieden en Faürikan£en Dat de geichillen, tusfchen het Ryk van Groot-Brittannien en de Vereenigde Staaten van Noo^Amer ka SS^k' T allee" aanleidine tot eenen langen en AmeHI, Urf,rkry?/egeeVen h£bben • maar dac zelfs de Amenkaanfche Wapenen zoodanig gelukkig geweest vSfci".1 hctcCon?res» geholPen doorgde KrooS „Tan Vrankryk en Spanje , haare Vryheid en Onafhanglyk, he d bereids zoodanig gevestigd en het Ryk vanGrootBnttanmen ln die engte gebragt heeft, dat heL Huis der Gemeentens in Engeland, nu onlangs, in weerwil van de tegenkantingen van het Engelfche Minilterv van Fn,S? TÉ befluk g£k°men is > S %S Si van Engeland het voeren van eenen offenfiven Krv* 2"^» fraaden, met ge,n andef oog» aan om des te poediger eene hevteediging met Amerika, zoo doenlyk, tot (land te brengen der™ in V'T felukkige ommekeer van de GemoefrlZ V vh.?g ^ ?Ln V?°,rdeeIe van de Amerikaan. Iche Vryhe-id en Onafhanglykheid hoogst waarfchynlyk zeer veel gecontnbueert heeft, het befluit van het Congres , in het laatst van den gepasfeerden Taare gnomen, om namentlyk den Invoer van Engeliche Mannfaclnuren en Producten in gantsch Amerika te verbieden. Een befluit, waarvan men in Groot-Bntta.-nien de rui:,eufe gevolgen voor de Engelfche Man^faétuu* ren, fabrieken, Koophandel en Zeevaart maar altefterk v-jorziet , om dieswegens onverfchillig te zyn , terwyl alle andere handeldryvende Natiën, die eenig belang in 1.. hunne welvaait (tellen, niets onbeproefd zullen laaien , om daar van alle mogelyke vrugten te'plukken. Dat  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 79 Dat het, dierhalven, voor den Handel en Commercie van deeze Republiek , in 't gemeen en voor die van deeze Stad in 't byzonder onverantwoordelyk zyn zou, deeze zoo gunfb'ge gelegenheid rer opbeuring onzer zoo zeer vervallene en kwynende Fabrieken in de Binnenfteden , en van den Roophandel en Zeevaart der aan Zee gelegene te laaten voorby flippen , of te gedoo» gen , dat andere handeldryvende Volkeren , met eene geheele uitfluiting zelfs van de commercieele belangen deezer Republiek zullen profiteeren, en dat wel in eene tydsomltandigheid, waarin wy» uir hoofde van den zoo onrechtvaardigen als verderflyken Oorlog, waarin het Ryk van Groot-Brittannien deeze Republiek heeft ingewikkeld , niet alleen geene egards of infchiklykheden voor het vyandig Engeland kunnen of mogen gebruiken, maar waarin wy zelfs dien trotfehen Nabuur, met reden bedugt voor de gevolgen, die eene nadere Connexie tusfchen deeze Republiek en Noord Amerika onvermydelyk hebben zal , des te gereeder en fpoediger tot het nederleggen der Wapenen, en het herftelJen van de rust van geheel Europa zullen kunnen noodzaaken. Dat zy Supplianten zich ondertnsfehen hier over niet verder behoeven uit te laaten, of in een nader en fpeciaalder betoog van die importante voordeeten, dié deeze Republiek uit eene nadere Connexie en Relatie niet Noord-Amerika verwerven kan , (fchoon zy anderzints hier toe zeer bereid en genegen zouden zyn) zullen behoeven te treeden , niet alleen om dat niemand , der zaaken kundig , zulks ligtelyk in twyiTH trekken , en tegenfpreeken kan , maar ook om dat de Staaten van Vriesland zelve nu onlangs hun gevoelen dieswegens op eene zoo aanmerkelyke wyze re jjennen gegeeven hebben , en , het geen nog fterker is , om dat de Heeren U Ed. Gr. Prazdecesfeuren reeds voor vier Jaaren , zelfs in geheele andere om* Handigheden , met een vooruitzicht, het welk by de Posteriteit zoo veel lof verwerven zal , als het van zonimige kwalykgezinde Tydgenooten gelasterd is, op middelen bedagt geweest zyn om voor te komen , dat deeze Republiek van den Koophandel op de Nieuwe Waereld niet uitgefloten zou worden , en alzoo nimmer  8o maart, ZAAKEN VAN i7s2. rner komen in die onaangenaame Situatie, waarin het Konmgryk van Portugal zich thans bevindt: welk Ryk lnZnr,\tumf0rTknS die de Supplianten dalrvan bï len Sandel 1' r ^ .^"gres met de daad van a. len Handel en Commercie op Noord-Amerika verftoo. ken ,s en dat wel alleen, om dat Portugal zich, naar ItlT deel,van ^et Ingres, al te zeer door dèn Lvloed van het Hof van Groot-Brittannien heeft laaten bellieren; welk voorbeeld dan ook met reden doet vreezen, dat, byaldien de Voortellingen , die door den ^jdama WTns Amerika aa" ^eze Republiek gedaan worden , verders , gelyk tot nu toe , onbeantwoord gelaaten of onverhoopt van de hand gewezen worden, deeze Republiek als dan en in dat geval geene betere behandeling te wagten heeft Dat zy Supplianten , om alle deeze' en andere redeZlreC\fAid^dden' dat men reeds ™or a"ge in V^iJÏÏ ?£«dd,DgenxTen Co!resP^entie mee de Xn 1»a Tn Van Noord-Amerika gekomen zou SwVf, \daC dlt gr00te Werk by zommigen zwaarig. S Lf In ontmoeten » a'« of het zelve niet Compaabe zoude zyn met de toetreeding van deeze Republiek tot de Gewapende Neutraliteit eï de vervol tgotnShegteadCoe?evade ,Medhtie' terwyl weder™ and^ tot het doen van dezen zoo noodzakelyken (tap niet kunnen overgehaald worden , om dat zy van ophne zyn , dat wy geene of geene noemenswaardige voordeden uit eene nadere Verbintenis met Amerika zouden SunÖHanr^^11 ! ^ ^en' We,ker ongegrondheid S Supplianten begrypenen aan elk onbevooroordeelde!, zeer ras te demonftreeren is, zonder hiertoe veele woorden 5 p tT"l Taf- W3t het eerfte aanSaac> ^dien het ielZT bede"klnS onderhevig geweest 'ware, of de Repubhek, na de toetreeding tot de Gewapende NeuS £ï l°°r de" °?rI°g «net Engeland, tot foortgelyk een (tap zoude hebben kunnen overgaan , zonder bv V0°rdeden d6r Gewapende Neutraliteit, by haar aanvaard, met de daad af te zien • zoo is het teffens zeker, dat alle bedenking over dë bevoegd. OoZ^f^i'-^ Cesfeerr > nu dezelve in een Uoriog met Engeland is ingewikkeld geworden: aangezien  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 81 zien zy van dat oogenblik af aan niet alleen de hulp en byltand van de gezamentlyke Bondgenooten der Gewapende Neutraliteit reclameeren kan, maar boven dien nog gerechtigd en bevoegd geworden is, ter haaier eigene verdeediging, zoodanige middelen van geweld als anderzints by de hand te neemen, als waartoe zy bevoorens noch belluiten, noch daadelyk overgaan kon , zoo lang zy met de daad in den ftaat van eene Neutraale Mogendheid was, en van de voordeden der Gewapende Neutraliteit wilde proflteeren. Uit welke Redenering dan ook notoir volgt, dat deeze Republiek, in de tegenwoordige omftandigbeid van zaken, de onaf hanglykheid van Noord-Amerika zou kunnen erkennen , en desniettegenftaande de adllftentie der Neutraa]e Bondgenooten , met het hoogfte recht kan blyven reclameeren , ten ware men een van de twee volgende tastbaare abfurditeiten zou willen beweeren:vooreerst, dat wy, hoe zeer door Engeland uit haat over het tottreeden tot de Gewapende Neutraliteit aangevallen, ons echter niet zouden mogen verweeren voor en al eer onze Bondgenooten goed konden vinden ons te komen helpen, of wel anderszins, dat wy, aangevallen zynde door de lingelfchen, dezelven, behoudens de Rechten der Neutraliteit, zoo op Doggersbank als anderzins wel met de Wapenen mogen te keer gaan, maar dat wy zulks door het fluiten van Alliantien, door welke ondertusfchen aan de Conventie der Gewapende Neutraliteit geen Prejudicie altoos toegebragt wordt , niet zouden mogen doen, hoe ver de byftand der Bond. genooten van de Gewapende Neutraliteit ook te zoeken mogte zyn ; —— terwyl het argument, van de Mediatie ontkend, nog veel minder den toets van het gezond veritand veelen kan , geconfidereerd dit argument fchynt te onderftellen dat de Republiek, tevens met de aanvaardiging der Mediatie, afgezien zoude hebben van het gebruiken van alle zoodanige midc'elen van' Wapenen, Alliantien, als anderzints, als zy ter afbreuk van haaren Vyand nuttig of noodzaakelyk oordeelen mogt : eene onderftelling , die gewis van alle fundament is gedeftitueerd , en die op niets minder zoude uitkomen als op eene daadelyke ftilftand van , Vyandelykheden van de zyde der Republiek alleen , V. deel. F waar-  82 maart, ZAAKEN VAN 1782. tTSKl W** nimT' direft noch indirect,kan ^S^r l^'T' TeWyl de Supplianten/met moeter?" ^ ^«ment, in de eerfte plaats ZT C?" ? w - Ui],eene Soede VerfandhouStaften vnn mL^" AVnendfchaP met de Vereenigde Staaten van Noord. Amerika, niet alleen verfcheide S^ÏV Koophandel voor deeze alleen op SXan ma.Vl?lgare gegrond^e Republiek zullen fSk ,t e" *d,b^d« de Fabrieken SrleeSn • crpJ. £ Bin"enfteden als op nieuw zullen Ser M-^nf^ Üde-eerd eenige Millioenen van derden LnnPn ?nUI'en 111 200 ""g^ekteProvincienzoualle CnZJ.eflfeten,worden. Ten tweeden dat,zelfs 2?JPT C 6de beIa"gen daar B^ten , de Vriendfchap of onmin van een Volk, dat zich, vooral na het gevangen neemen van twee Engelfche Legers, meer en aTwas°ihergfnlyk M heeft -eeteS te'maaken^ deezen 1 L °m We«-fcdifche Posfesfien van fchilli" ,? nf' V°?r d£eze RePubliek g«nzins onvericniuig is of zyn kan: moetende zy Supplianten ten deezen opzichte in de laatfte plaats LrremLauee'ren nat veele Ingezeetenen deezer ^«pubÏÏ/ iTdrS 't letZl JL Z? ondergaan, die ten minfte voor knnnen !ng?heel °-f gedeelteIyk voorgekomen zouden NnorH Am- fn » 10 gevalie 'er met de Staaten van Nooid-Amenka wegens hernomen Schepen en Goederen foorrgelyk eene Conventie plaats hadt al« in H?n gepasfeerden jaare met de Kroo^ van FrankryttoTila^ gebiagt is geworden : want, Ed. Gr. Achtb Heeren SzenegoS7tef C—- fieg'ts bï deï'aanv"g" n' d.ezen Oorlog aangegaan , de Ingezetenen deezerRe- Sf iLpZ,0Uden "U r6eds zeer aanzienelyke Voordeekn fcïeidP gen°0t t" h?bben : naardie» 'er reeds ve Icheide Schepen en Ladingen, door de Engelfchen aan de Ingezeetenen van deezen Staat ontroofd n handeï Rvk l£Se\7n geValkn Zyn' onS andë^të «tournSrJn p Pln UIt de West-Indien herwaarts SnrS ^Uldens gefchat;die in het begin van den m Noord-Amenka opgebragt zyn,alwaar zy wederom, intt  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 83 met het Capituleeren van den Generaal Cornwallis, uit de magt der Engelfchen gerukt en in andere handen gekomen zy. Dat hoe zeer zy Supplianten ook geconvinceerd zyn, dat de commercieele belangen van het gemeene Vaderland en van deeze Stad, altoos, doch 'wel voornameniyk in deeze laatfte Jaaren , het grootfte deel van U Ed. Gr. Achtb. zorgen tot zich getrokken hebben, en tot zich trekken ; zy Supplianten echter, uit hoofde van het gewigt der zaake gemeend hebben, de vryheid te mogen en te moeten neemen zich men dit Adres by U Ed. Gr. Achtb. te vervoegen, en U Ed.Gr.Achtb. naar waarheid te informeeren, dat de oogenblikken kostelyk, en geen tyd, hoe gering ook, zonder het grootfte gevaar van alles te verliezen, verfpilt kan worden; dewyl, by verder uitftel de Republiek hier vanhoogtswaarfchynlyk geen voordeel altoos trekken zal , even gelyk zy van de toetreeding tot de gewapende Neutraliteit geen nut altoos gehad heeft , om dat men , door de Engelfche dreigementen te rug gehouden , daartoe niet overgegaan is , dan toen de gelegenheid ■om het effect van dien te ondervinden , reeds voorby was. Redenen waarom de Supplianten zich keeren tot U Ed. Gr, Achtb., eerbiedig verzoekende, dat ÜEd.Gr. Achtb. door derzelver veel vermogenden invloed de zaaken ter Vergadering van de Ed. Gr. Mog. Staaten deezer Provincie daar henen zullen gelieven te dirigeeren , dat op dit gewigtig Ituk zoo fpoedig, en is *t doenlyk nog flaande deeze Vergadering zoodanig een finaal en decifief befluit mag worden genomen als U Ed. Gr. Achtb. en Hun Ed, Gr. Mog., naar derzelver Hooge Wysheid zullen vermeenen te behooren. En, by zoo verre dit zoo inportante werk, tegens verwagting, eenige difficulteit by een of meer der overige Bondgenooten mogt ontmoeten, dat U Ed. Gr. Achtb. als dan en in dien gevalle de concert met de Provincie van Vriesland en de overige Provinciën, die geene be< denking zullen maaken , om in onderhandeling met Amerika te treeden, zullen gelieven bedagt te zyn op zoodanige middelen , als bekwaam en gefchikt zullen bevonden worden, om te'effectueeren,dat deCommerF 2 cie  ?4 maürt, ZAAKEN VAN 178a. cie van deeze Provincie, mitsgaders die van Vriesland en van de verdere Leden , die van gelyke opinie zyn door geene dilaterende deliberatien benadeeld of te' laat tot het doen van deezen zoo gewigtigen als noodzakelyken flap befloten worde. XL. Refolutie van Run Ed. Groot Mogen» den, waarin bewilligen in het ver» zoek van Bewindhebberen der Oost» indifche Maatfchappyen , om onder Guarantie van Hun Hoog Mogenden , tien^ Miljoenen Guldens te mogen negotieeren; als mede, om by provifie voer tien jaaren de Recepisfen wegens Anticipatie-Penningen te hou. den van natuur als de Obligatien ten laste der Oostindifche Compagnie, In dato 20 Maart 1782. T^te Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuM^J mceert het Rapport den 15 deezer ter Generali. teit uitgebragt van het Befogne aldaar met Gecommitteerden uit den Raad van Staate , uit kragt van Hun Hoog Mog. Refolutie commisforiaal van den 22 te vooren gehouden, op een Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpective Kameren van de generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeventienen , gefchreeven alhier den 27 te vooren , om reedencn daar by gedetaiileert verzoekende , dat Hun Hoog Mog. tot manuien of herftel van s Compagnies credit, de Houders der AnticipatieRenningen geheven gerust te (tellen door hunne Capitaaien en Interesfen te neemen onder derzelver guarantie en fchikkingen omtrent die Anticipatie-Penningen; met quahficatie wyders op Bewindhebberen , om ten Jaste der generaale Compagnie by de refpective Kameren onder dezelfde guarantie te mogen negotieeren een iom van tien millioenen guldens op de menagieulte en muist kostbaare wyze voor de Compagnie en onder de nodige fecurueit voor het Land; en om uit hoofde van ver-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 85 verfcheide in het kort te doene uitgaven, by provifie, onder guarantie als vooren twee millioenen guldens te mogen negocieeren; breeder hier na geinfereerr. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, de Heeren hun Edele Groot Mog. Gedepu» teerden ter Generaliteit by deeze te qualificeeren om zig met het tweede lid van het voorfchreeve Rapport te mogen conformeeren; het zelve op de convenabelfte en kragtiglte wyze fecondeerende en appuyeerende; en om wyders te infteeren dat het eerde lid van het zelve nader moge worden gemaakt commisforiaal met den Raad van Staate. Accordeert met voorfz, Refolutien. Fxtraóï uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 15 Maart 1782. De Heeren Brantfen en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Finantie , hebbende in gevolge en ter voldoening van Haar Hoog Mog. Refolutie commisforiaal van den 22 der voorgaande maand , met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineert de Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpeclive Kameren van de generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie in 's Hage den 15 daar te vooren, houdende, dat de noodzaakelykheid waar in zig de voorfz. Compagnie, door den Oorlog met de Kroon van Engeland bevond, om zwaarder kosten dan in een gewoone tyd te maaken, zoo tastbaar was, dat het publiek zelfs , het geen te vooren altoos verlangde zyn Penningen aan haar te fchieten , niet alleen daar toe was ongeneegen, maar dat verfcheide van die geenen , welke aan haar Penningen hadden toevertrouwt, F 3 de-  86 maart, ZAAKEN VAN 1782. dezelve op het onverwagtlte tot een aanzienlyk bedraagen, te rug vorderden , ten deugdelyken blyke , dat het crediet zoo nodig voor den handel dryvenden Koopman, (Terk was vermindert. Dat de Maatfchappye te dier tyd buiten (laat was om de opgezegde Capitaalen af te losfen, en daardoor genoodzaakt, om, na dat zy, hoewel vrugteloos gerragt had zig op een voor Compagnies credit gepaster wyze, uit die verleegentheid te redden, voor zoo verre de Hollandfche Kameren betrof, by de Heeren Staa. ten van die Provincie te verzoeken een handlluiting met opzigt tot de aan haar gegeevene Anticipatie-Penningen welke zy dan ook gtuiftiglyk voor een jaar had geobtineert, en nu onlangs voor gelyke tyd was gecontinueert geworden. Dat het gemelde middel, het welk de noodzaakelykheid alleen konde wettigen , dan ook wel aan de eene zyde oorzaak was geweest, dat de Compagnie tot hier roe niet was overvallen geworden , maar dat het aan de andere zyde dat zelfde middel was, het welk het credit van de Compagnie nog meerder had doen daalcn, ja^ genoegzaam geheel verdwynen. Dat intusfchen de gewoone uitgaven niet ophielden maar merkelyk vermeerdert wierden door importante fommen , welke de Compagnie had moeten uitgeeven en nog geduurig zoude moeten uitgeeven, om haare luabhsfementeu in Indien van de hoognodige Troupes Ammunitie en verdere onontbeerlyke zaaken te voorzien , als byzonder door de kostbaarheid dier verzenduigen uit vreemde Havenen, waar toe men moest be. 11 uiten, uit hoofde van de onmogelykheid om Indien van hier van al het noodwendige tn voorzien. Dat wanneer men nu hier tegens overhelde het neemen en vernielen van vyf Schepen in de Saldanhabay het in Engeland opbrengen van een Retourfchip , het m de grond fchieten van een ander en het niet binnen vallen in de Havenen deezer Landen van een eenig Schip der Retourvloot , en de daar uit geboorne onmogelykheid om over de Penningen, welke de daar in gelaadene Goederen zouden hebben gerendeert, tot hier toe te disponeeren ; Haar Hoog Mog. dan van zelfs Souden begrypen, dat 'er niets moest worden verzuimt om  maast, STAAT EN OORLOG. 1782. 87 om op de best mogelyke wyze Penningen te bekomen, en zig daar door in Haat te Hellen , om te blyven voortvaaren met het aanwenden van die middelen, welke noodwendig vereischt wierden om Indiën niet geheel aan zig zelfs , en het geen daar van het gevolg zoude zyn, aan den Vyand over te laaten. Vertrouwende gemelde Gecommitteerde Bewindheb* beren om de voorfz. en verdere reedenen, in de voornoemde Misfive ter needergefteld , dat Haar Hoog Mog. hun in de tegenswoordige omflandigheeden haare hulpe niet zouden weigeren door middel van guarantie voor het montant van de reeds opgenomene AnticipatiePenningen en zoodanige Gelden , als de Compagnie nog zoude behoeven. En verzoekende insgelyks om reedenen in het breede by de gemelde Misfive geallegeert , dat Haar Hoog Mog. tot maintien of herltel van Compagnies credit, de Houders der Anticipatie. Penningen gelieven gerust te ftellen door hunne Capitaalen en Interesfen te neemen onder derzelver guarantie, en omtrent vootfz. Anticipatie-Penningen zoodanige fchikkingen te maaken als Haar Hoog Mog. meest dienftig zouden oordeelen. En Bewindhebberen, wyders te authorifeeren en te qualificeeren om ten lasten van de generaale Compagnie by de refpective Kameren onder dezelfde guarantie te mogen negotieeren , eene fomme van tien mil» lioenen guldens, op zoodanig een wys als met de meelde menage en minfte kosten van de Compagnie en onder de nodige fecuriteit voor den Lande goed en raadzaam zoude geoordeelt worden. En voorts verzoekende vermits door Bewindhebberen binnen zeer weinig tyd verfcheide uirgaaven zouden moeten wetden gedaan , waar door het volftrekt noodig zoude zyn Penningen aan handen te hebben, dat Haar Hoog Mog. hun by provifie gelieven te qualificeeren , om onder guarantie als vooren twee millioenen guldens te mogen negotieeren. Hebben ter Vergadering gerapporteert , dat zoo uit het gunt by het voorfz. Addres van weegens de generale "Nederlandfche Oostindifche Compagnie is ter needergefteld , als uit de ouvertures, welke zy Heeren Gedepnteerden en Gecommitteerden van dezelve nader F 4 had-  88 maart, ZAAKEN VAN i?Si. tldZi^lT"' a3n hun °P een vrv &tisfeftoire en £tS' wZri wasrTOorgeIcomen , dat geenzints de zefve .nnX b2are ÜtJuatie » waar in de Compagnie Krin™ -Z^' rn°? de toc(tand va" I^are zaaken en waar of l1" d*rIad*a de Srond was of konde zyn, waar op de voorfz. Verzoeken aan Haar Hoos Moe waren gedaan geworden, maar de waare motivfn dié m?de '^e^/en°0dzaak; hadden' haar "nTe "adden uit de generale vrees en fcrupule, die bv de Insezeete. Gelden^ °°5 wierde" °» K °P,de »°onge facile voet aan dezelve Compa- 0ftaat£ lMne? ^ °Pfchie^ , ter zaake van de ontitaane Oorlog tusfchen deeze Republiek en het Ryk van Oroot-Bnttannien, en in de onzeekerheid wat keer die zaaken zouden kunnen neemen ten nadeele van de generale Nederlandfche Oostindifche Compagnie, die door dezelve zoo onregtvaardige als onvoorziene aanval óSL * , j» ln den be§'inne van dien bereids eenige Jcnaade geleeden hadden , terwyl by dat alles nogthans ook zeeker ,s , dat dezelve Oostindifche Compagnie ESel^tTf"S hetL-0t hier toe niec ontfangen van haaie Retonrfcheepen binnen de Havens deezer Landen ™ « J°°ra , meed? ' om in deeze omftandigheeden van tyden alle zaaken in ordre te doen blyven , mitsgaders om alle derzelver wyd uitgefirekte Bezittin' gen m een volkomen ftaat van defenfie te brengen » waar toe reeds zeer importante fommen zyn te koste geiegt, thans is gebrast in groote verleegentheid, tot het bekomen van contante Penningen: en wel te meer door dien zig ook nog vond belast met een groote lomme die weegens bevoorens opgefchoote Anucipa. tie-i enningen, ten haaren lasten was loopende, en tot welkers rembourfement, in cas het zelve opgeëischt wierde, m wat lbüde en fecuure fituatie de Compagnie zig ook bevond , in deeze critiqua omftandigheedeii van tyden buiten ftaat zoude zyn, en waarom dan ook daar omtrent de nodige hulp en voorzieninge van Haar Hoog Mog. hadden verzogt. En dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden het gunt voorfz. is overwoogen en daar beneevns m agting genomen hebbende het groote interest, dat de gantlche Republiek heeft en behoord te ftellen in het  maart, STxAAT EN OORLOG. 1782. 89 het behoud van de generaale Nederlandfche Oostindi. difche Compagnie , als welkers verval en te gronde gaan ook van een merkelyke en zelfs importante iufluentie zoude zyn , ten nadeele van het geheele Ga. meenebest, dienvolgende van Advis zouden zyn , dat Haar Hoog Mog. dezelve Compagnie in de iituatie waar in zig tans bevind , in zoo verre omtrent haare gedaane verzoeken zouden kunnen te gemoed komen , dat tot opneeminge van de moeyelykheid, die te voorzien is, de aflosünge der Anticipatie-Penningen ten lasten van de Compagnie loopende, in deeze tydsomirandigheeden zoo faciel als bevoorens te kunnen bybrengen , zoude behooren te werden vastgelteld , dat by provifie geduurende den tyd van tien eerstkomende janren de Recepisfen weegens aangenome Anticipatie-Penningen ten lasten van de generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie loopende, zullen worden gehouden van dezelve natuur, als de weinige Obligatien, welke dezelve Compagnie ook nog ten haaren lasten is hebbende, en dat dezelve Recepisfen dienvolgende geduurende de voorfz. tyd. en dus tot den jaare 1792 toe, door de meergemelde Compagnie niet zullen behoeven afgelost te werden, des dezelve de Interesfen, waar op die genegotieert of aangenomen zyn , jaarlyks daar van prompt zal hebben te voldoen, alles ten einde dezelve generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie in de tans critique omflandigheeden tyd^te geeven, om zig onder Gods Zeegen in ftaat te konnen Hellen, immers haar tans wankelend crediet in zoo verre wederom op te beuren, dat na de voornoemde tyd, zoo als bevoorens , haar zelve ten dien opzigte zeer faciel zal kunnen redden. En dat voorts omme voorgemelde reedenen en mo. tiven Haar Hoog Mog. de meergemelde geoclroyeerde generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie ook zouden behooren te authorifeeren , om onder guarantie van Haar Hoog Mog. eene fomme van tien millioenen ten lasten van dezelve generaale Compagnie op derzelver refpeclive Kameren , onder de gewoone verbanden en met de minfte onkosten te mogen doen negotiee. ren , ten welken einde Haar Hoog Mogende zouden behooren te arrefteeren zoodanige Acle van AuthorifaF j ti'e  9o maart, ZAAKEN VAN I?ga> tie en Guarantie, als hier agter is volgende, met last aan de gemelde Compagnie, om Copie van dezelve Act, van Authonfatie en guarand te doen drukken ilhreeveg v i^'Sf»"** "* W£gens de ^r! gegeeven. Negodatie zal worden uit. Fiat Infertio, Waarop gedelibereerd zynde hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland Ut recht Vriesland Overysfel en Stad en Lande he voorfz. 'gerapporteerde Copyelyk overgenomen om in den haaren breeder gecommuniceerd te worden. JJe Heeren Gedeputeerden van de Provincie van ütïecnt m het byzonder met inhtdie van de Refolutien van de Heeren Staaten hunne Principaalen op den io gember en 17 December alhier ter Vergadering in- TTnu!n?eerexnxrGed£pu,teerden van de Provinciën van wland(vnaWestvnesland en van Z«land, hebben op het ernfligfie verzogt en geinlteert dat zo het voorfz Rapport met aanftonds ter conclufie mogt worden gebragt, ten minften Bewindhebberen van de Oostindiiche Compagnie geauthorifeert mogten worden , om Haar Soo^mL^ Pr°Vifie ' °nder de guarant^ va» naar tloog Mog. te negotieeren. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, doen te weeten , dat alzoo by de Bewindhebbe. ren var. de by Ons geoclroyeerde generaale NederlandIche Oostindifche Compagnie deezer Landen aan Ons is verzogt geworden , dat tot ftyving van des Compagmes crediet m deeze omftandigheeden van tyden, en om te eerder de benodigde Penningen die tot wel' zyn en behoud van derzelverafgeleege Bezittingen noodwendig moeten geëmployeert worden , te konnen bekomen, wy niet alleen dezelve zouden gelieven te autnorileeren , om onder de gewoone claufulen en ver. banden ten lasten van dezelve generaale Compagnie te mogen negotieeren eene fomma van tien miilioeiien «ui. dens ; maar ook dat wy dezelve Negociatie tot eene meer- 1  waart, STAAT EN OORLOG. 1782. 91 meerdere en volkoome gerustttellinge voor de GeldOpfchieters na behooren zouden willen guarandeeren. Zoo is 't, dat Wy, na genoegzaame kennis en openinge gehad te hebben , wegens de waare oorzaaken waar uit voorfz. gedaan verzoek is fpruitende, niet alleen de voornoemde Bewindhebberen van de by ons geoctroyeerde generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie hebben geauthorifeert, zoo als wy dezelven authorifeeren by deezen , om de voorfz. fomma van tien millioenen guldens ten lasten van dezelve Compagnie , onder zoodanige verbanden , als nodig zullen zyn, by de refpeftive Kameren van dien te mogen negotieeren, ten minden kosten van dezelve Compagnie, maar ook dat wy by deeze verklaaren de voorfz. te negotieeren Penningen tot de fomma van tien millioe. nen toe , zoo in Capitaal als Interesfen te guarandeeren, in dier voegen , dat in cas het mogte gebeuren, dat de generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie in gebreeke mogte blyven de beloofde Interesfen van dezelve Capitaalen na inhouden der Obligatien rigtig te betaalen , Wy vier maanden na dat de klagten dieswegens Ons zullen zyn aangebragt , en hetzelve door Ons niet zal zyn geremedieert en herftelt, de Interesfen van gemelde fomme zullen doen betaalen ten Comptoiie Generaal van de Unie, op gelyke voet, als de Interesfen van alle andere Capitaalen, ten lasten van de Generaliteit loopende zynde, en zulks tot drie per cento vry Geld , zonder eenige belastinge, nu of' in het vervolg , als waar van wy al meede ter faciliteeringe van deeze Negotiatie dezelve by deezen eximeeren, alles onder verband van alle des Generaliteits Middelen en Inkomlten. XLI.  92 maart, ZAAKEN VAN 1782. XLI. Request van Kooplieden , Fabrikeurs en Trafikanten, aan de Staaten generaal over de erkentenis van de Onafhanklykheid van Noord. America. In dato 20 Maart 1782. Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten J*w/ d«r Vereenigde Nederlan- rjeeven met alle Eerbied te kennen de Ondergetee, VJ kende, Commerceerende , Fabriceerende en zie door den Handel geneerende Ingezeetenen deezer Lan? Dat hoe zeer zy Supplianten altoos met een volkomen bererdwilhgheid berust hebben, in het beltuur en de befliutenvan U Hoog Mog. en hoe ongaarne zï ook de gewigtige dehberanen van Hoogstdelelve willen interrumpeeren, zy echter thans de vryheid meeren te moogen neemen, ja als rechtgeaarte Ingezeetenen het van hunnen onvermydelyken Pligt reekenen om in het tegenwoordige allercritiecst tydftip voor de Republiek tot ü Hoog Mog. met de vooiftdlingen hunner belangen ootmoedig te naderen mwums Welk waar Nederlander, wiên het belang des lieven Vaderlands ter harte gaat, kan ontveinzen en zich zondeir fchnk voordellen den droevigen toeltand, waar in wy door den zoo onverwagten en onverdienden as onregtvaardigen en trouwloozen aanval der Engelfcben zyn gedompeld geworden ? Wie zoude omtrent twee Jaaren geleeden, hebben durven voorfpellen , en wie zoude , met tegengaande duiltere Wolken reeds toen zaamen trokken hebben kunnen gelooven, dat onze Koophandel en Zeevaart, met alle de oneindige aankleeven yan dien de Steun en Welvaart van deeze Republiek zo fchielyk tot zulk eene verfchrikkelyke laagte zoude gevallen en gebleeven zyn , dat daar ?S de 77nn°d dJm T,weeduize»d Hollandfcbe «£J2 de Zond pasleerden, 'er in het gantfche jaar I7Si niet een op die Lyst zoude gevonden worden ? Dat daar de  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. 93 de geheele Oceaan met onze Schepen als bedekt was, men nu genoegzaam geene onzer Kielen dezelve zoude zien bebouwen : en dat wy onze geheele Scheep, vaart, by alle Natiën eertyds zoo gerefpeéteert en geprefereert , nu geheel en al in handen van andere Mogendheeden zouden hebben moeten zien overgaan ? Het zoude geheel overtollig weezen, breedvoerig op te haaien de enorme fchaadens en verliezen door de Ingezeetenen geleeden , door de onvoorziene wegneeming en plundering der Colonien, en van hunne Schepen; rampen zeeker, die meer onmiddelyk den Koopman treffen, dog die eenen algemeenen invloed hebben , en den geringflen Ambagts en Werkman de uitwerkfels des kwynenden Handels ten fterkften doen gevoelen. Dan hoe groot dezelve ook zyn mogen, zouden deeze fchadens, buiten de vergoedinge , onder U Hoog Mog. hoogstvaderlyke zorge, door een vigoureuzen tegenftand van een afgeftreeden Vyand te wagten , door tyd en vlyt moogelyk zyn te herftellen , indien deezeftilftand der Commercie flegts momenteel was, en de nyvere Handelaar de bronnen zyner toekomende welvaart niet geflopt zag; dan het is dit allerkommerlykst vooruitzigt, dat de Supplianten thans ten fterkften ontroert, daar het de grootfte dwaasheid zoude zyn,_ zig te willen verbeelden en ftil te zitten in de verwagting, dat de thans afgeweeken Negotie na den Vreede weder geheel herwaards zal keëren, daar de ondervinding zulks ten kragtigften wederfpreekt , en daar het allerblykbaarst is, dat die Natiën , welke thans in het bezit derzelve zyn , het grootfte gedeelte zullen blyven behouden; en zy zien derhalven angftig uit, naar nieuwe Bronnen , om zig in het vervolg eenen beeteren voorfpoed te belooven, en meenen die met volkomen zekerheid gevonden te hebben , in het nieuw Tooneel des Handels, het welk de Vereenigde Staaten van Noord-America hun opleeveren: eenen Handel, waar van zy op dit oogenblik , en op dit oogenblik ook maar alleen , in de geleegenheid meenen te zyn , zig een goed gedeelte te kunnen verzekeren, en welks groot aanbelang, gevoegd by de vrees van hun dit laatfte en eenigfte uitzigt te zien ontglippen, hun heeft doen be- flui-  94 ma\rt , ZAAKEN VAN ' ,?8a zeiver ernftige aandagt op dezelve veWln der* wende dat Hoogstdezelve deeze vr^Kn Jï%°£ plianten, daar hunne toekomende Welvar,- Sup' lyk ook die der gantfche RepubHek, zoo"v mefT" b,ed vermeenen aan den uitflag deeze? Lf hf' gende, met ten kwaaden zullen aelieven ,P ^ -iS han* Het kan niet ontkent worden dat RWi dlilden' Magt in zynen Handel op America £Zt\dS F°°Ie fchatten daar door in 's Land. • ,heeft' de buitengemeene Welvaart van veelï 5" g-br?gt' de de alles overtreffen^^ waar van de welverzeekerde aftrek: Lt m«5^ ' ner volmaaking heeft toegebragtfprekke? 1 ' hun" overtuigende bewyzen. ê ' ^rekken daar van tot Dan hoe zeer men in het algemeen onderfteH ** Engeland in zyne Manufacluuren niet teT™' d blyk!: het egter nit de Catoen- Fabrieken 7TüZ de Wolle Fabrieken van Amien* n„t-t ,i \ Roue" » ysfel, de Spelden van Zvvofte da ooï alle Engeland behoeft bepaald te blvven • ™ï JIes n,et tot elders wel in ftaat is, of zoude zJn h, „ " ^ °°k zigten te evenaaren. y ' hun 111 veele op- «2& ÏS^Ï,^ ffg» • «- verder te verzoeken, over den todl^ L, $ "denf attentie handel , i„ 'he°tV begin van dS Oo^™^ K°0p' door aanhoudende verliezen even ge"ÏÏP\W3S geheel geruïneerd; veelen hunnefKornf;^ ' by5a magt anderen de'moed tooTT, offi vervolgen; hunne Fabrieken kw Jen e f h f asi&s; wrl s*?*?*- der-  maart, STAAT EN OORLOG. 1782. eJ derlyk is, plaats heeft, laaten wy aan het hoogverlicht oordeel van U Hoog Mogende te befluiten , wat ook voor ons uit diergelyk Connexie nu , en vooral in Vreedenstyden te wagteu is. Ondertusfchen hebben wy zelfs eene korte, doch naar maate van de duuring, eene zeer fterke proeve op onze Colonie van St. Euftatius in 't byzonder mogen ondervinden, van het belang des Noord-Amerikaanfchen, fchoon niet eens onmiddelyken, Handels. De Registers van de West-Indifche Compagnie zouden U Hoog Mogende daar van voldingende bewyzen kunnen opleeveren ; en indedaad hunne meefte Produélen zyn voor onze Markten allergefchikst, en wy hebben daarentegen veele gerieffelykheeden en benoodigdheeden voor hun, of in ons eigen Land of in Nabuurige Duitfche Staaten; en 'er zyn nu nog veele kwynende Fabrieken in alle de Provinciën van ons Land, die aangefpoord door belooningen of door het verminderen van belastingen , misfchien wederom in bloei te brengen zouden weezen ; en van welk belang de Fabrieken voor een s Land zyn, bewyzen genoeg de aanzienelyke gratificatiën door de Engelfche Staatkunde, ter aanmoediging der Fabrieken , uitgeloofd en betaald , waar van zy meer dan de bedoelde gevolgen ondervonden hebben. Het is den Supplianten volkoomen bewust, hoe groote hinderpaalen altoos het in gebruik brengen van nieuwe Fabrieken beletten, of fchoon ook in deugd waarlyk beter , het geen wy gerustelyk durven avanceeren, het geval van veele onzer Fabrieken boven die derEngelfchen te weezen; ook hier toe kan nimmer een even gunftig tydftip als het tegenswoordige voorkoomen, uit hoofde dat de invoer van alles wat Groot-Brittannien en haare Colonien voortbrengen , door eene Refolutie van het Congres verbooden is, waar door, en Winkelier, en Gebruiker in de noodzakelykheid gebragt zyn, om hunne toevlugt tot andere goederen te neemen, en onder het gebruik derzelven de vooroordeelen daar tegen vernietigd worden. Het zyn de Fabrieken alleen niet, Hoog Mog. Heeren , welke een duurzaam voordeel voor onze Republiek belooven ; de Scheepvaart zal 'er ook inzonderheid door bevorderd worden ; want het is verre van daar,  S6 maart, ZAAKEN VAN i78a. daar, dat, zoo als zommige beweeren, de Amerikaanen eens in het geruste bezit hunner onafhangelykImd zynde, deeze beide Takken met kragt zelve zul Jen voortzetten, en wy daar dan in het vervolg geheel uit zouden geraaken. Immers wie , die maaF eenitre kennis wegens Amerika en derzelver uitgeflrektheid heeft weet met, dat het getal haarer Inwoondersniet ?w; eZ^V\i?er^enreedMis' en dat zelft de beide Oevers der M.sfifippi , de fchoonfte (treek van dat al! lezins vrugtbaar gewest, nog te bebouwen zyn; en daar hier toe zoo veele handen vereischt worden, kan er geen reeden zyn om te vermoeden, dat zy zi* met het aanleggen van nieuwe Fabrieken, zullen kunnen of willen ophouden, zoo om de meerdere lasten daar aan verknogt, als voomamelyk om dat de vermeerderingen afvoer hunner Producten daar door geftremd zouden worden. Het is dan om deeze zelfde reeden, de niet genoegzaame bevolking namentlyk, dat zy naauwelyks het bcnoodigde getal, ter vervulling der Visfcheryen, aan hun Land eigen, zullen kunnen vinden, en dus wel genoodzaakt zullen zyn, de Vragt-Vaart aan ons over te laaten. Ook is het geen enkelde onzer Provinciën, veel min eenige weinige Steeden in dezelve, die het voordeel deezer Commercie zullen genieten: neen, Hoog Mog. Heeren , de Supplianten houden zich verzeekert, dat het nut en voordeel , zig over alle de Provinciën en Generaliteits Landen zal uitftrekken. Gelderland en Overysfe kunnen hunne Linnens , Rokltreepen en andere Fabrieken niet genoeg uitbreiden ; ja zelfs de Schoenmakeryen in de Meijery zullen een confiderahen aftrek hebben; genoegzaam alle de Fabrieken van Utrecht zullen in bloei geraaken: gelyk ook te Leiden: Haarlem zal zyne kwynende Twynderyen, Stoffen, Kant, Lint en Koord-Fabrieken zien herleeven : Delft zal zyne Plateel, Gouda zyne Pypenbakkeryen, verbazend veel in vertier zien toeneemen. Hoe grooter nu de voordeden zyn, die de Supplianten zig uit eenen legaalen en wel geprotecteerden Handel met Amerika vooritellen , hoe zy te meer bedugt zyn, dat het gelukkig oogenblik zal voorby (lippen, t welk hun en de geheele Republiek deeze voordeden kan  maart,. STAAT EN OORLOG. 1782. 07 kan verzeekeren; het Tydftip is 'er, dat alles moetbeflisfen : de Engelfche Natie is den Oorlog moede , en daar dat Volk ligt tot uiterften overllaat , vreezen de Supplianten, en zoo zy vertrouwen met zonder grond, dat eene volkome Verkenning wel haast zal plaats vinden, inzonderheid als zy kans zien om nog iets ten hunnen voordeele , of ten minden iets ten onzen nadeele, van Amerika te kunnen bedingen ; en wat toch zou de Amerikaanen kunnen beweegen, m het maaken van Vreede en Vriendfchap met Engeland , eenig regard op de belangen van onze Republiek te geeven i Wanneer Engeland maar eens konde bedingen, dat yvy een zwaarder belasting van onze Scheepen moeiten betaalen , was het niet alleen een fteeds duurend nadeel, maar ook genoeg om aan de laatfte Nakomelingfchap een droevig bewys van onze te groote infchd ge en compleete uitrustinge van dien benoodigt is , mitsgaders tot verdere Equipagie van dien zoude moeten dienen, op geenerlei wyze toereikende zouden kunnen gevonden werden , in zoodanige omflandigheeden altoos als zeer billyk en ten uitterfle reedelyk is voorgekomen , dat dezelve Collegien hun toevlugt neemen tot de Provinciën zelve, om door dezelve in zoodanige groote onkosten na behooren te werden gefubfi. dieert , zoo als ten allen tyden in diergelyke gevallen met effect heeft plaats gehad, door de Petitiën welke daar toe, op verzoek van Haar Hoog Mog., door den Raad van Staate zyn gefbrmeert geworden, en waarop de Gelden ten Comptohe Generaal van de Unie zyn gefurneert, zoo als de exempelen daar van overvloedig voor handen zyn, en uit welke voorfz. voorgeftelde obfervatie , zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vermeenden als van zelve voort te vloeyen , dat erroneus is, het gunt de Gecommitteerden van de Admiraliteits Collegien in de voorfz. haare Memorie hebben ter needer gefield , „ dat namentlyk wanneer tot een extraordinarie Equipagie eene Petitie gedaan, en daar in geconfenteert ofte daar toe een Fonds geadfigneert zynde , de kosten van zoodanige Equipagie alleen daar uit , en niet uit derzelver ordinaris middelen , zouden moeten vervallen;" nadien immers die Gelden van de Petitie, zoo als hier vooren is vermeld, enkel moeten dienen , en ook gevraagt zyn , tot vervulling , en tot fubfidie van het gunt uit de ordinaris Middelen niet kan gevonden werden , in diervoegen zelfs, dat de volle fom van zoodanige Petitie niet behoeft gefurneert of betaald te werden , wanneer den dienst waar voor dezelve gepetitioneert is , niet ten volle maar alleen gedeeltelyk is geprrelteert ; gelyk ten an-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 139 andere uit het gunt voorfz. is , al meede als erroneus moet voorkomen, wanneer men by de voorfz. Memorie heeft getragt de zaaken in diervoegen te doen bafchouwen , ,, als of de refpective Collegien ter Admi-7 raliteit ten opzigte van de Provinciën zouden dienen geconfidereert te worden, als Leveranciers van de uitrustingen der Schepen , en mitsdien dezelve Admiraliteits Collegien van de Leverancie der zoodanige Behoeftens door dezelve Provinciën ook zouden dienen betaald te werden ," komende de mistastinge in de voorfz. ftellinge te meer voor, nadien allefints palpabel is , dat Leveranciers de dusdanige zyn , die met de Perfoonen, aan wien zy de Leverancie doen, geen de minfte connexiteit hebben, en alleen bedagt kunnen zyn om haare Waaren voor zoo duuren prys als mogelyk zal zyn, uit te venten, daar ter contrarie de Admira. liteits Collegien, als gefubordineert aan de gezaamentlyke Provinciën, en die derzelver Goederen en Gelden alleen adminiftreeren , mitsdien Amptshalven verpligt zyn de meefte menagie, als het reëele interesfen van dezelve Provinciën op alle wyze na te gaan en te behartigen , en op alle welke hier voorgemelde gronden zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden in de derde plaats dan ook geenfints te regt hadden konnen begrypen , op wat fondament de Collegien ter Admiraliteit daar toe waren gekomen , om nopens de veertig gulden 's maands die tans per Kop aan de refpective Collegien, voor derzelver volle Equipagie, van 's Landsweegen , worden betaald en goedgedaan , een zoodanige Reekening te maaken , dat van dezelve zouden zyn zestien voor Gagie, twaalf guldens voor Kostpenningen , en de resteerende twaalf guldens aan de Collegien zouden moeten verblyven voor uitrustings kosten : eene calculatie welke men niet weet dat immer is gewettigt geworden, en waar omtrent men dienvolgende veel natuurlyker, en als met den aart der zaak meer overeenkomende , zoude mogen ftellen, dat de voorgemelde veertig guldens 's maands , die tans per Kop aan de Admiraliteits Collegien werden verftrekt, zyn gedestineert om daar uit te vinden , eerftelyk de Traftementen en Gagien die aan de Opper- en Onderofficieren der Schepen, en de Soldyen die aan de Ge- mee-  140 april, ZAAKEN VAN 1782. meenen gegeeven moeten werden, ten andere de Kostpenningen die insgelyks daar uit dienen betaald te worden , en , ten derde , dat daar na het gunt van de voorfz. veertig guldens 's maands nog zal bevonden werden over te fchieten , zal blyven in de Casfa van de refpective Admiraliteiten tot dedommagement van alle verdere onkosten , hoe ook genaamt, die dezelve Collegien zouden moeten fupporteeren, en met welke laatfte calculatie de refpedive Collegien ter Admiraliteit te meerder behoorden te vreeden te zyn, en daar in te blyven berusten, daar het alomme doorftraald, en kennelyk is , dat de Provinciën zeer geneegen en bereid zyn dezelve Collegien in alle de extraordinaris kosten die doen moeten, en hoe zeer dezelve na tydsomftandigheeden ook augmenteeren, in alle billykheid te gemoet te komen, zoo als zulks zig niet alleen heeft gemanifesteert in de .gedaane en geconcludeerde Petitiën tot immenfe fommen voor den Aanbouw van nieuwe Schepen, met haar toebehooren, maar ook fpecialyk in de Petitiën die feedert den jaare 1777 tot hier toe , meest ter aanvulling en voorzieninge van de Admiraliteits Magazynen van Oorlog en Scheepsbehoeftens , zyn gedaan geworden, en te faamen ƒ 4800000 • q - q hebben gemonteert, waar op notable fommen bereids zyn voldaan geworden, terwyl boven dat alles de tyd der gratificatie maanden voor de uitrustinge der Schepen tans is geamplieeri tot drie maanden, daar federt den Jaare 1748 tot 1776 incluis dezelve gratificatie alleen was bepaald geweest tot een maand, ^en nog wel met die byvoeginge, dat de refpective Collegien op den Eed aan den Lande gedaan zouden hebben op te geeven den dag op welke de Schepen met een compleete Rolle Zylvaardig zouden gelegen hebben, zynde eerstmaal by Haar Hoog Mogende Refolutie van 25 November 1777 aan de Collegien toegeftaan, twee maanden volle dienst voor de toerustinge der Schepen , als een maand voor het gereed maaken der Schepen , en het groot gebrek aan Bootsvolk als in voorige Equipa* gien en in de als doen particuliere omftandigheeden nog een maand voor de Wervinge, en om de Collegien in ftaat te ftellen daar uit de noodige aantits gelden , of praemien en kosten van afgeleege Wervingen te kunnen fup»  APRH., STAAT EN OORLOG. 178a. 141 fupporteeren, ende zyn de drie maanden gratificatie 3 het uitrusten en tot compleetheid brengen der Snepen, aldereerst geconcedeert by Refolutie van Haar Hoog Mogende van 17 February 1780: te weeter een "aand voor de kosten'der maandgelden en fly ag^e van de Scheeps.Behoeftens voor dat de Rollen compleet zyn , eene maand voor handgelden en andere kosten van de Wervinge , en een maand voor Pramien ot Sdgelden , engdu's al wederom niet overeenkomende met het gunt daar van in de meergemelde Memon gepofeert , als waar by vermeld is , dat gemelde drie maanden van gratificacie alleen gegeeven zouden zyn tot goedmaakinge van allerlei kosten van Equipage , zoo van flytagie en Confumptie van de behoettens, als van Soldye en Kostpenningen voor dat de Rollen com pleet zouden zyn ; en by welke drie maanden gratihcatie aan de refpeétive Admiraliteits Collegien , nog is te voegen , dat ook boven dat alles aan dezelve by fpeciale Petitiën nog word goed gedaan een honderd guldens per Kop , voor de Manfchap die eerstmaal ot op nieuws komen aan te Werven. . Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden wyders hadden geremarqueert, dat de Collegien ter Admiraliteit by haare voorfz. Memorie het alzoo doen voorkomen, als of de voorflagen vervat m het Rapport van den 1 February laatstleeden ter Vergadering van Haar Hoog Mog. uitgebtagt, zig uitfttekten, zoo tot door den Vyand genomen, als tot verongelukte otte gezonke Schepen, daar het nogthans zeeker is, dat die voorllagen zig alleen bepaalen tot de door den Vyand genomen Schepen; zynde 'er ook merkelyke differentie tusfchen het geval van door den Vyand genomen, otte van verongelukte of gezonke Schepen, zoo als er ook zelfs groot onderfcheid gevonden word tusfchen het op den Haaks verzeilde Schip Prins Willem , en het s nagts na de Actie van den 5 Augustus 1781 gezonke Schip Holland, dan waar over de deliberatien van Haar Hoog Mog. eerst zullen te pas komen, na dat door de Collegien op de Maze , en te Amfterdam voor die Schepen relpeétive betaaling zal zyn verzogt. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden  142 april, ZAAKEN VAN in de voorfz. Memorie van de Gecommitteerdens der Collegien ter Admiraliteit verders niets van weezently« ke confideratie gevonden hadden , dan alleen de daar by met zoo veel woorden gedaane voordragt, dat voor» al in Oorlogstyden , de loopende Termyn van dienst van een Schip, zonder ondienst van den Lande, niet kan gezegd of geoordeeld worden te expireeren met de Termyn van ieder gearresteerde extraordinarii Equipa* gie en daar voor gedaane Petitie, maar geoordeeld moeten werden te duuren tot zoo lang zoo een Schip effectivelyk is gevidtuailleert, dog dat die ftellinge geadmitteert wordende, daar aan is te remedieeren, door aflaatinge van de woorden, „ mits dat de loopende Termyn van dienst van die Schepen zig twee maanden of langer na den dag der neeminge uitftrekt, of anders zoo veel korter als die loopend Termyn duurt" , agter de eerlte voorllag gevoegd; en van de woorden en in allen gevallen nimmer langer als de loopende tyd of Termyn dat die Schepen by Refolutie van Haar Hoog Mog. gedestineert of geordonneert waren te dienen," agter de derde voorflag gevoegd: en dat ook zeer gemakkelyk zal kunnen te gemoet gekomen worden aan het bezwaar het geen de Collegien ter Admiraliteit ook al goedgevonden hebben by baar voorfz. Memorie te avanceeren, dat zy namentlyk wegens betaalde halve Soldye aan de Krygsgevangenen zeer lange in het verfchot zouden moeten zyn , door haar te permitteeren, zoo dra en zoo dikwils zy het zouden goedvinden , van het daar voor door haar betaalde, onder productie van behoorlyk bewys restitutie te mogen verzoeken. Ende dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommiti teerden vervolgens als nog zouden vermeenen, dat door Haar Hoog Mog,, zoo voor het gepasfeerde, als voor het toekomende, zoude behooren te worden vastgefteld. i. Dat by het neemen van Oorlogsfcbepen of Fregatten door den Vyand aan het Collegie ter Admiraliteit waar onder dezelve resforteeren , zullen worden goedgedaan twee maanden van den volle dienst dier Schepen na den dag dat dezelve genomen zyn : mits uit dezelve twee maanden volle dienst, ook ten Jaste van  april, STAAT EN OORLOG. i7s2. m van zoodanig Collegie zal blyven de betaaHn» goeddoeninge van al het gunt over die £ e 2,dS aan de Krygsgevangenen of haar Familie zal moeS worden veritrekt, als meede de betaalinge def KosS ningen geduurende dezelve twee maanden i„™ ? tofde'^egKn°me SChiP Ede6 Sviftaaiïi5Str,UD8en-t0t aa" het «"einde dat gevictuailieert was toe geregtigt zal zyn verklaart 2. Dat aan zulk een Admiraliteits Col)* van '» Sol3venW.fSen/Ul en WOrden serembourfe r? denalve Soldyen of andere kosten, in plaatfe van die halve SoT dyen, ofte een gedeelte daal-van fubintreerende Ê hy over verder tyd, als de twee maande?„a den £l van het neemen van het Schip hier boven gerneld S de Krygsgevange gemaakte Manfchappen, óf derzêlv " F mille alhjer te Lande efFeétivelyk ïïl hebben beSld mits nogthans dat zoodanig Collegie bv haar ™W tot restitutie aan Haar Hoog :MoV S n^n , rZoek overleggen een declaratoir Tan een van haar CoZT" ofte andere Bediende, dezelve betaalge^dïï hf? bende, hoe veel die betaalingen voor SVhfn a t°e5AZ Vyand/^men is', a/zond lyk gereekèn/' ten l,Lden tyd, d3tTdie °"koste"> invoegenïs boven* lerequueerde declaratoir, aan Haar Hoof Vv3,'n?n eindelyk dat de Kapiteinen van de door den Vyand genomen 's Lands Schepen, na dat h» it Hoog M zulJen verklaard 'zig vailianXf L' 170-7, "«t'ïïi^T?^^^: M7 verdere Kostpenningen te kunnen prltendeeren Pt't f den na den dag van het neemen van het Schip, S at  144 april, ZAAKEN VAN 1782. alleen moeten addresfeeren aan het Collegie ter Admiraliteit waar onder resforteeren , maar ook dat dezelve Kapiteinen ten opzigte van de verdere maanden of tyd , die zy zullen vermeenen aan haar daar en boven uit gelyke hoofde ten laste van den Lande te competeeren, van het zelve Collegie zullen mogen en moeten verzoeken afreekening; dat het zelve Collegie daaromtrent zal disponeeren, zoo als in billykheid zal vinden te behooren , en dat het zelve Collegie tot de fomma, die daar voor aan de Kapiteinen zal hebben toegelegd, de betaaling aan Haar Hoog Mog. zal kunnen verzoeken. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland zig met het voorfz. gerapporteerde geconformeerd, hebbende de Heeren Gedeputeerden van de andere Provinciën het \oorfz. gerapporteerde Copyelyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. Accordeert met het voorfz. Register, LV-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 145 LV. Dank-adres van Heeren Gecommit- . teerden uit het Corps Kooplieden, aan de Regeering van Rotterdam, voor derzelver genomene zorge en aangewende moeite ten aanzien der erkentenisfe van den Heere adams > als Minister - Plenipotentiaris van het Fereenigd Noord-America. In dato 5 April 1782. Aan de Edele Groot Achthaare Heeren Burgemeefteren en Regeerderen der Stad Rotterdam. Geven met allen Eerbied te kennen de Gecommitteerdens uit de Kooplieden, Asfuradeurs en Reeders van Schepen der Stad Rotterdam. Dat de Supplianten, zoo voor zich zeiven als in hunne voorlchreven qualiteit, zich ten fterkiten verplicht achten om aan ü Ed. Groot Achtb. hunne hartgrondige erkentenis te betuigen voor de gunftise attentie, welke U Ed. Groot Achtb. hebben gelieven te verleenen aan hun jongst gedaane verzoek , betreklyk de zaak met Noord-America, en de wyze od welke het aan U Ed, Groot Achtb. te zamen met de* overige i.eden der Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. behaagd heelt, dezelve te brengen tot een gevvenscht einde. Den Supplianten ontbreken woorden die fterk genoeg zyn om aan ü Ed. Groot Achtb. uit te drukktn het algemeen genoegen, welk daar door aan alle har.* ne Committenten is gegeeven, en berusten voorts vof- • komen in de Vaderlyke zorge van ÜEd. Groot Achtb. en van Hun Ed. Groot Mog., om zich door geen onverhoopt dilayeeren van eenige der overige Bondgenorten, althans voor deeze Stad of Provintie, van de voordeeien, welke uit een Alliantie met America zullen proflueeren, te laaten ontzetten of belooven. Dat egter de Supplianten, en op het aanhouden van een menigte hunner Committenten, zig deeze gelegetheid niet kunnen laaten ontflippen, 'om aan U Ed. V- DE&L- K Groot  146 APRit, ZAAKEN VAN 178a. Groot Achtb. nogmaals op de allerferieufte wyze te herinneren, dat hoe nuttig ook foortgelyke Alliantien voor s Lands gedrukte Fabryken, Commercie en Na. vjSa"e zyn mogen, dezelve egter geen het allerminlie effect forteren kunnen, ten zy de Navigatie dezer Landen met meerder ernst en nadruk geprotegeerd word , dan tot hier toe gefchied is, en 's Lands navale Magt dadelyk worde geëmployeerd, zoo tot afbreuk van den gemeenen Vyand als tot kragtdadige Protectie van de uit Zee geveegde Hollandfche Vlag. De Supplianten behoeven het immers aan U Ed. Groot Achtb niet te zeggen, hoe ellendig de Protectie van 's Lands Commercie en Navigatie tot hier toe geweest is, en de na. deelige gevolgen welke daar uit, 'inzonderheid voor de Navigatie deezer Landen, ontfiaan zyn. De Nakomehngfchap zal zig hier over zoo fterk moeten verbazen , als de tegenwoordige Ingezeetenen zig daar over fchamen en bedroeven. Dan de Supplianten zouden thans hier van itil gezwegen hebben , daar het gunftig Saizoen eindelyk is verfcheenen , in 't welk hun beloofd is, dat 's Lands navale Magt nadrukkelyker tot hunne belcherming en tot berftelling van de hun aangedaane ongelyken zal gebezigd worden, indien zv niet gantscb onverwagt de tyding bekomen hadden , "dat onder bemiddeling van haare R. K. Majefleit, door onzen trouwloozen Vyand in dat tydflip een flilfland van Wapenen word aangeboden en een geneigdheid betoond om de Vrede te maaken met onzen Staat, na dat by de bezittingen en goederen van ,'s Lands Ingezeetenen zoo veel heeft uitgeplunderd als in deszelfs vermogen was, en nu hy door het lot des Oorlogs in de nau'wfle engte is gebragt, en alles te vreezen" heeft van de te zaam verbonden Wapenen van deezen Staat en die van zyne overige Vyanden. De Supplianten hebben zig tot een regel gefield nimmer zig met het politieke te bemoeijen, of zig buiten de kring van hunne Commisfie te begeven, en zullen zig des wel wagten ü Ed. Groot Achtb. lastig te vallen met hunne reflectieu te maaken over het haatelyke en listige van dezen vyandelyken kunstgreep , om hier door, ware het mogelyk , andermaal de Kegeenng deezer Landen op te houden en het gunftig oogenblik te doen verzuimen, om de gelede fcha. de  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 147 de door het maaken van een Commercie-Tractaat met America en het ageren de Concert met Vrankryk te kunnen herftellen. Iets dat de eenvoudigfle moet opmerken, kan het verlicht oordeel van ü Ed. Groot Achtb. en de overige Leden der Regeering niet ontflippen, en wy zyn te wel overtuigd dat dezelve^hunne genome maatregelen door geen looze vyandelyke ftreken, in het tegenwoordig dierbaar oogenblik voor 's Lands welwezen, zullen laten overdwarfchen en verydelen. Manr het eenige dat hun betreft en dat zy pligtshalven meenen U Ed. Groot Achtb. te moeten onder bet oog brengen is, dat door deeze geprojecteerde ffilftand van Wapenen , geen het allerminfte nut voor de Commercie en Navigatie deezer Stad zoude kunnen worden te weeg gebragt, eensdeel om dat byna alle de Schepen van deeze Stads Ingezeetenen aan Vreemden zyn ver» kogt, uit hoofde dat men voor 's Lands Schepen geen Convoy heeft kunnen bekomen , en ten anderen, dat, al waren 'er nog eenige Schepen voor handen, dezelven dan onttakeld en niet gereed zyn, en 'er ook geen lust altoos zoude zyn om dezelven in Zee te zenden en andermaal ten prooi te laaten van een Vyand, welke nu wederom tot fundament van Vrede wil leggen een Tractaat , op de onrechtvaardigfte wyze door hem verbroken, en nimmer door hem gehouden, als in tyden dat het met zyn belang overeen kwam; een Vy* and, van welke niet ten onregte is aangemerkt , dat betoond heeft minder principes van goede trouw te bezitten, als doorgaans nog worden aangetroffen onder de Mogendheeden van Barbaryen. Hoe zeer de Supplianten en hunne Committenten , Ed. Groot Achtb. Heeren, hartgrondig wenfehen, dat God Almagtig hen en het overige Menschdom Ipoedig zal verlosfen van de Rampen van den Oorlog, en zegenen met alle de Voordeden van een beftendigen Vrede; in het tegenwoordig geval met Engeland (hoewel zy de voornaame Slagt- Offers zyn van den Oorlog) verlangen zy na geene Vreede , dan die eerlyk en voor den Lande waarlyk heilzaam zyn kan, en verzoeken derhalven U Ed. Groot Achtb. ootmoedig , door derzelver veel vermogenden invloed , ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. zorge te dragen, dat geene K 2 aan»  143 april, ZAAKEN VAN 179?. aanbiedingen van den Vyand worden aangenomen weike alleenlyk ftrekken, om de genomen Maatregelen tot deszelfs afbreuk en Protectie van de Colonien , Commercie en Navigatie deezer Landen op te hou (en en te verydelen , en ons het tegenwoordig zoo lang verbeid en gunltig oogenblik te doen verzuimen; maar integendeel het ter welgemelde Vergadering daar heen te helpen dirigeeren, dat met allen yvejr en efficace zoodanige middelen worden in het werk gefield , waar door, onder den Zeegen der Voorzienigheid, 's Lands geleden fchade zal kunnen worden vergoed , en onze Vyanden genoodzaakt eene eerlyke en beftendige Vreede met ons te moeten aangaan , en ons eene billyke vergoeding van de toegebragte fchade te bezorgen. Het Welk doende enz. LVI. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal de* Vereenigde Nederlanden; wegens het invoeren van Impost op vreemde Wollen en Zyden Stoffen. Veneris den 5 April 178a. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Utrecht, hebben ter Vergaderinge ingebragt en laten leezen, de Refolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie , hunne Principaalen, inhoudende de reedenen en motiven tot het reintroduceeren van deu Impost op de vreemde Wolle en Zyde Laakenen ; volgende de voorfz. Refolutie hier na geinfereerd. Ex-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 149 Extra& uit de Refolutien der Edele Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. Mercurii den 3 April 1782. Cbehoord het Rapport by de Heeren GecommitreerX dens tot de Middelen en ter Kamere van Finantie uitgebragt ,• in het breede inhoudende de reedenen en motiven tot het reïntroduceeren van den Impost op de vreemde Wolle en Zyde Lakenen &c. Waar op gedelibereert zynde hebben Hun Ed. Mogende zig daar meede geconformeerd , en dienvolgende goedgevonden de Heeren Gecommitteerdens ter Generaliteit te authorifeeren en te gelasten omme ter Verga» dering van Hun Hoog Mog. te proponeeren. Dat Hun Ed. Mog. niet minder dan alle de overige Bondgenooten, by gelegendheid van den fatalen Oorlog , met welken de Republiek zig zoo onregtvaardig , als geweldadiglyk befprongen ziet, door een voormaligen Bondgenoot, nu machtigen , en niet minder acr.7ven Vyand, met ter daad, door gereede Confenten, en efFeclive praeftatien derzelver betoond hebben hunne bereidwilligheid om goed , en bloed , tot behoud van het lieve Vaderland , en al wat daar inne dierbaar is , op te zetten , ja zelfs van nu af aan niet hebben gedifftculteert, tot het vinden der nodige geldmiddelen, haare goede Ingezeetenen, op nieuw met eene vermeerdering der reeds binnen deeze Provincie zoo zeer drukkende lasten te bezwaaren ; dat hoe zeer deeze yver, by het ongelukkig voortduuren van deezen allezints fa. talen Oorlog wel by Hun Ed. Mog. niet zal verfl.iu. wen, als van welken zy te regt confiiereeren, dat alleen onder de befcherming van een regtvaardig God het,Succes onzer Wapenen, en de verkryging van eene billyke en honorable Vreede is afhangende, Hun Ed. Mog. Hogtbarts voor het oog der verdere Bondgenooten niet kunnen verbergen de byna onoverkomelyke zwaarigheeden , met welke zy voorzien, by verdere continuatie van deeze facheufe omltandigbeeden , te woritelen te zullen hebben, om zonder de goede luK 3 ge-  150 april, ZAAKEN VAN 1782, gezeetenen , reeds zoo zwaar boven andere Nabuuren belast, tot het verlaten deezer Provincie te noodzaa. ken, of wel den Landbouw, en de weinige nog overig zynde Fabryken aan een verder onherstelbaar verval blood te Hellen , nieuwe lasten te introduceeren, geproportioneerd naar de noodwendige uitgave , welke vereischt zal worden van eenen zoo magtigen en onderneemenden Vyand, naar behooren te keer te gaan. Dat Hun Ed. Mog. zig met reeden voordellen*, dat ook de verdere Bondgenooten meer of min zig in dezelfde omftandigheeden zullen bevinden , immers dat bet verval der Fabryken , en de daar door ontftaane mindere volkrykheid (de ware rykdom en magt van eenen ftaat in het algemeen , en in het byzonder van ons Vaderland) zig by na overal in meerderen, of minderen graad zigtbaarlyk vertoond, en dat het, zonder herlttl van dezelve, onmogelyk is de Republiek in den nog tegenswoordigen ftaat van aanzien en vermogen , te behouden, veel min tot den trap van ouden luider te doen ryzen, lydt, naar hun oordeel, geen de min* Re twyfel; gelyk het nu van alle eeuwen af aan door de verltandijfte Staatkundigen reeds is aangemerkt, dat bet verval van eenen Burgerflaat in het algemeen best word herftejd , door het aanwenden van dezelve rniddele n , aan welken dezelve zynen ouden welvaart en grootheid te danken heeft gehad .• hebben Hun Ed.Mog. het van hunnen indifpenfablen pligt geoordeeld , zorgvuliiglyk na te gaan, die middelen ook van Finaiocie, welke onze wyze Voorouders, ten tyde van den meest bloeienden Staat der Republiek, tot bereiking van een zoo heilzaam oogmerk hebben aangewend ; onder deezen is het. Hun Ed. Mog. voorgekomen, dat reeds kort na het opregten der Unie , toen geene vreemde Fabryken , immers zoo naby onze Grenzen, als tegenwoordig in ftaat waren de onzen te benadeelen, nogthans zeer wyzelyk door onze Voorouders geintroduceert is geweest , eene belastinge op alle vreemde "Wollen en Zyde Lakenen, eerst over de toen geünieerde Provinciën in het algemeen , welke dezelve naderhand ieder in den haren nog zeer lange, dog veeltycrs" op een min gepaster voet hebben geheeven, Dat  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 151 Dat hoe meer Hun Ed. Mog. deeze belasting in deri zeiver aart en gevolgen befchouwen, hoe meer zy zig billyk moeten verwonderen over de wysheid, en hec voorzigtig beleid, met welken men ter dier tyde altoos getracht heeft die middelen van beftaan binnen de Re. publiek te bevorderen, welke best in ftaat waren aan een groote meenigte Ingezeetenen een dagelyks onderhoud te bezorgen, het welk een anderfints naauw be. perkt, en op veele plaatfen min vrugtbaar territoir aan dezelven niet konde opleeveren, zoodanig, dat deeze onze zoo voorzigtige Voorouders als toen niet fchroom. den , ongeacht deeze mindere begunftiging der natuur een ongeloofelyk getal Vreemdelingen daagelyks tot zig te lokken , en daar door den welvaart , interne magc en waren rykdom ("alleen beftaande in werkende vólk' rykheid) binnen dit gezeegend gemeenebest, op eene door de gelukkige uitkomst, hunne vuurigfte wenfchen verre te boven gaande wyze te bevorderen, altyd zorgvuldiglyk gade llaande, die middelen van beftaan meest te begunftigen, welker aart eene uitgebreidheid in het oneindige meede bragt, onder welken zekerlyk in de eerfte plaats de Fabrieken en Visfcheryen gefteld wier. den , voor al die Fabrieken, welke tot kleeding, en dekfel dienen , alzoo deeze niet alleen voor het eigen vertier der Ingezeetenen , een aanzienelyk middel van beftaan opleverden, maar ook, wanneer die Manufac tuuren telfens tot gebruik van Buitenlanderen worden uitgeftrekt, dezelven eene uitbreiding in het oneindige toelaten. Te regt is het dus , door onze wyze Voorouderen reeds begreepen, dat zoo lange hier door aan de goede Ingezeetenen een middel van beftaan konde worden verfchaft , Vreemdelingen altyd genoodzaakt zouden zyn, dit werk met het Koorn en andere noodwendigheeden, op hunne wyd uitgeftrekte Landeryert gegroeid, te betalen, en dat dus, hoe meer de Volk. rykheid binnen de naauwe Grenfen van hun klein territoir bepaald was, de Republiek zelfs zig in magt en aanzien te grooter zoude vertonen , waar door zy dan natuurlyker wyze zig by haare Vrienden geacht, en ingevallen van onregtvaardigen aanval eens Vyands , door een warelyk binnen de Republiek gevestigde en ter verdediginge van goed^ en bloed altoos bereid zynK 4 de,  Ija april, ZAAKEN VAN 1782, de, Volksmacht, geducht moeite maken;daar integendeel , indien de begunftisïng van deeze middelen van beftaan , vooral in ohze Republiek , alwaar geene andere by mogelykheid, te vinden zyn , verzuimt wierd , hier door aan vreemde Landen de gelegendheid gebooren ftond te worden, om zig daar van meefter te maaken , wanneer men by verder fataal dog natuurlyk gevolg, niet alleen zyn eige Volkrykheid, en macht verliezen , maar ook niet zelden , gelyk nu helaas! de droeve ondervinding maar al te zeer bevestigt, genoodzaakt zoude zyn, tegen die geene te vegten, die men iaren lang, en nog by aanhoudendheid in een vreemd Land onderhield. Dat Haar Ed. Mog. begrypen, dat het gewigt deezer reedenen onze Voorouderen rratuurlyk in die gedagten heeft moeten brengen , dat daar de welvaart, ja het aanweezen zelfs hunner Republiek, zoodanig zy in haaren natuurlyken aart is geconftitueert , van het wel, of kwalyk vaaren, den bloei, of ondergang der Fabrieken voornamelyk afhi ,g, zyliedendaarommenooit genoeg voorzieninge konden gebruiken, om ten minde het vertier der binnelandfche gefabriceerde Stoifen, zoo veel het van hun afhing, te begunftigen en zonder eenige benadeling van den activen Koophandel, ;(de eenige welke winften aan den Staat toebrengt) voor alle nayver van vreemden te beveiligen; waar toe hun dan geen gepaster middel is voorgekomen , dan het op ftellen van bovengemelden Impost op de confumtie en het binnelandfche vertier van alle vreemde , buiten deeze Republiek gefabriceerde, Zyden en Wolle Lakenen. Dat dit alles by Hun Ed. Mog.rypelyk zynde overwogen, zy zig, uit opregte liefde en trouwe voor het dierbaar Vaderland, verpligt geoordeelt hebben de reintroduétie van deezen Impost aan de gezaamentlyke Bondgenoten te moeten aanpryzen , niet alleen om in het vervolg, gelyk hier boven gededuceert is, te kunnen dienen als een middel tot herftel van de tans zig, by gdeegéntheid des Oorloos zoo deerlyk manifesteerende vermindering van Volkrykheid, maar ook teffens om van Ronden af aan , en voorts permanentelyk te kunnen ftrekken tot een middel van Financie , en daar uit by provifie gedeeltelyk te vinden die onkosten s web  april, STAATiEN OORLOG. i782. ,53 welken de defenfie van het lieve Vaderland, in dit hachelyk tydsgewricht. noodzakeiyk maakt, ofte wel by aldien dezelve daar toe by zommigen der Bondgenoten gemist konden worden, die te doen (trekken tot beneficeering der Fabrieken door Premiegeevinge of an. derfints, zynde Hun Ed. Mog. van gedagten, dat geconfidereert de aanmerkelyke fomma, welke dit middel in oude tyden reeds heeft opgebragt, toen het geringde gedeelte der Stoffen tot gebruik der Ingezeetenen dienende uit vreemde Manufactuuren beftond, en de feedert vermeerderde pracht, mitsgaders vermindering van eige Fabrieken, hetzelve als nu een reëel grooter'e fomma den Lande zoude rendeeren. Dat de reïntroduétie van deeze belastinge al verder door Hun Ed. Mogende in een Fmancieei ligt befchouwt zynde , hun is voorgekomen niet minder alle aanpryzing te verdienen : want daar andere Impofitien, of den Koophandel of den Landbouw, of de Fabrieken noodwendig meer, of min moeten affecleeren, en dus effeclu infpecïo tegen zig zeiven werken, word by deeze geen active Koophandel of Landbouw bezwaart, en in tegendeel aan de inlandfche Fabrieken een merke'lyk voordeel toegebragt, het geen zynen invloed moet hebben op alle middelen waar meede de confumtie is belast, en dus ook deeze rnerkelyk doen accresfeeren, ja, naar maate die Impost op vreemde Manuf'aétuuren door het meerder vertier van inlandfchen afneemt, zal, by noodzaakeJyk gevolg, de belasting op de Confumtie van leevensmiddelen in dezelve evenreedigheidlteeds meerder rendeeren. Ten tweeden word deeze last voornamelyk door rykeren, en dat wel, by vrywillige verkiezinge, gedraagen , daar eene belastinge van twintig per cent hy voorbeeld op een fargie Kleed , gemeenelyk voor agt guldens verkogt wordende, door een gemeen Perfoon, eens in het jaar, ter fomma van een gulden twaalf (tui. vers, of om de twee jaaren tot zestien duivers te betaalen , zoo weinig bedraagt, dat dezelve zig naauwfyks laat gevoelen, en het zeer apparent is langs deezen weg ook aan de Confumtie van grovere Stoffen , door inlandfche Fabrieken , met ter tyd, even als voorheen , voldaan zal kunnen worden. K 5 Dat,  154 april, ZAAKEN VAN 1782. Dat, dus in wat dagligt Hun Edele Mog. de ge« proponeerde introductie van deezen ouden Impost befchouwen , dezelve niet dan allernuttigst, en'vry van die inconvenientien welke andere belastingen verzeilen, aan hun voorkomt; waar by zy nog moeten voegen, dat by de twee Oorlogen, in welken zig deeze Republiek in de voorige eeuw met het Ryk van GrootBrittannien ingewikkeld heeft gevonden," men aanftonds den invoer van alle Engelfche Manufacturen heeft verboden , om die trotfche Natie des te eerder tot eene billvke Vreede te noodzaaken ; dat nu dit middel eenisfints meede tot zoo heilzaam einde kunnende dienen , in allen opzigten nogtans aan Hnn Ed. Mog. is toegefcheenen verre geprafereert te moeten worden , boven het gemelde Generaal verbod van invoer: want dat de ondervinding, geduurende die Oorlogen geleert heeft, dat daar men het fluiken over Oftende niet konde beletten, en het onmogelyk was de reeds voor den Oorlog ingevoerde Stoffen, van de zeedert ingekomen te onderfcheiden , dit verbod van weinig , of geen nut ter waereld is geweest. Ten tweede zoude door dit verbod de verzending over deeze Landen naar buiten , indien hetzelve dadelyk geëfFeclueert had kunnen worden,ten eenemaalzyn belet geweest, en dus een gevoelig nadeel aan de Commercie , en meerdere verlegging van dezelve hebben veroorzaakt , daar nu geen acTive Koop- of Commisliehandel, hoe genaamt, door deeze reintrodudtie van de oude belastinge word getoucheert ofte in eenigerlei maniere belemmert , maar integendeel alle invoer ten eenemaal vry blyft. Ten derden zoude nooit door dit verbod van invoer, het geen een ieder zig moest voordellen byeene Vreede te zullen ophouden , iemand kunnen aangezet worden tot her opregten van eenige nieuwe Fabriek in concurrentie der Vreemden , daar deeze Impolitie als een permanent Financieel middel befchouwt, hem daar toe alle aanmoediging geeft» Hun Ed. Mog. hebben noodig geagt alle de redenen , welke de nuttigheid van haare Propofitie in deezen , zoo zy vertrouwen, middagklaar aantoonen, dus wat breeder aan Uw Hoog Mog. te detaiileeren , om dat  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 155 dat zy begrypen, dat de meede objectief) , welke het vuile eige belang , of min te verwagten beweegreedenen in deezen tnogten opwerpen , voor het grootfte gedeelte, door dit meer uitgebreid vertoog, van zelfs komen te vervallen. Eenige nogtans, welke mogten fchynen daar door niet ten eenemaal te zyn opgelost, agten Hun Edele Mog. niet onnodig, zoo kort doenlyk in te treeden. Voorat moeten zy remarqueeren „ dat het voorwendzei , of hier door , in een vry Land de Ingezeetenen legen regt en billykheid belet zouden worden, te draagen wat zy wilden, van zelfs vervalt, indien menconüdereert, dat deeze objectie op alle Imposten , vooral op die , welke de eerlte behoeften des leevens bezwaaren , van vry meerder applicatie zoude zyn , dan op deezen ; en niemand zal tegenfpreeken, of de Opperlte Magt heeft een volkomen regt zoodanige belastingen in te voeren , welke zy voor het gemeenebest de nuttigde en minstbezwaarende oordeelt; vooral wanneer dezelve als deeze , by vrywillige keufe betaald worden en niemand kwalyk kan duiden , indien hy verpligt is door het betaalen van een matige belastinge, eenige vergoeding te moeten doen aan zyne Meedeburgeren voor het groote nadeel , het geen hy hun door het obdinatelyk willen draagen van vreemde Manufuctuuren toebrengt. Alle verdere tegenwerping, welke men in deezen zoude kunnen te berde brengen, komen Hun Ed. Mog. voor van tweederlei aart te zyn , of getrokken uit een gepraatexteert belang der Buitenlandfche Negotie in het algemeen, ofte wel uit dat der Binnelandfche. Wat het eerde aangaat, begrypen Hun Ed. Mog. dat onze Manufaduuren, ook de meede Producten on. zer Colonien, by ver het grootde gedeelte der handeldryvende Natiën reeds geheel verboden, en by zomrnigen , ook by den invoer zoodanig bezwaard zyn , dat het eige belang dier Mogentheeden hen alle verdere belasting belet, dat dus inzonderheid het nabuurig Ryk van Groot ■ Brittanien zig wel wagten zal eenig yerder verbod in opzigten van de geringe en naauwlyks noemenswaardige Leverantie van die zoort, welke hetzelve ons, do^j alleen onder eene zwaare belas- tinge  156 april, ZAAKEN VAN 1782. tinge in Vreedefistyd nog overlaat , te emaneeren , uit billyke vreeze , dat deeze Republiek hun voorbeeld volgende, de Confumtie der Engelfche Manufaft luren, door eene belastinge niet eenigfints verminderen, maar by een totaal verbod geheel zoude kunnen doen ophouden. Dat verder Hun Ed. Mog. van gedagten zyn , dat al wierd de Bmnenlandfcbe Confumtie , en gevolglyk de invoer van vreemde Manufaétuuren eenigfints door de geproponeerde belastingen vermindert , zulks voor eerst wegens derzelver gering volumen aan de Navigatie geen nadeel ter waereld kan toebrengen, dat, integendeel , de meerdere invoer van ruwe Materialen , dezelve , zoo wel als de aétive Commercie rnerkelyk zal be voordeden. En zoo veel betreft eene andere objectie, dat veelligt , door het reïntioduceeren van deezen Impost , vreemde Mogendheeden roogten aangezet worden, het ruuwe Mfttertaa tot de Fabrieken nodig, by den uitvoer te belasten , denken Hun Ed. Mog dat wel het bezwaaren , of verbieden van den uitvoer dier ruuwe Materialen, gelyk het Groot-Brittannifche Ryk, in reguard der Wolle reeds gedaan heeft, by alle vreemde Mogentheeden werkelyk zal gefcbieden , zoo dra zy zig in ftaat oordeelen dezelven in haare eige Fabrieken met fucces te kunnen gebruiken; dog dat wel verte, dat deeze begunftiging onzer lnlandfche Fabrieken dezelve daar toe aanleiding zoude geeven , integendeel geen tfficacieufer middel kan worden by de hand genomen, om zulks te beletten, dan door de uitbreidhige en het werkelyk inbrengen onzer Fabrieken, hunlieden meer en meer vrees te infpireeren,dat langs dien weg met hunne ruuwe Materiaaien zullen blyven zitten , en dus in verwagting van een chemeriek voordeel, bet waare, uit de Producten hunner Landeryen voortkomende , zullen verliezen, mitsgaders hunnen Landbouw uiterlyk ruïneeren: deeze objectie verliest ook alle kragt by dien geenen, welke onbevooroordeeld het gemeen belang in het oog houdende , gelieft in aanmerking te neemen , dat onze Republiek, naar haare natuurlyke geüeldheid, altyd meer, inzonderheid groove Waaren van Vreemden zal moeten ontbieden en ge*  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 157 gebruiken , dan eenige andere ter waereld , dus deeze benoodigtheid altyd overvloedige'ftolfe tot ruilinge zal overlaaten, al gebruikten wy niet anders dan eige Mannfactuuren. Dat ook de Commercie en Navigatie het meefte gebloeit, immers voor het Land in het algemeen de voordeeligfre vrugten hebben opgeleevert, in die tyden wanneer haare Fabrieken Binnelands een uitgebreidheid hadden , van welke nu naauwlyks eene fchaduwe is overgebleeven, dar het zeeker'is, dat de verkoooing van vreemde Manufaétuuren tot Binnelandfche Confumptie gefchikt, met een Staatkundig oog befchouwt zynde, dezelve geen Negocie kan of mag genoemt worden, hoedamden naam en regt, om begunftiging te vorderen, alleen die Negotie verdient, welke den Lande, in het algemeen, win!Ie, geenfints als deeze, eene onmetelyke ichaade toebrengt, dus het verminaeren van deezen Handel Hun Ed. Mog. voorkomt een allerwenfchelykfte zaak voor het gemeenebest te zyn, daar de fchaade , welke die Kooplieden, of Winkeliers, door hec minder debit van vreemde Manufaétuuren mogten ondervinden , ook voor hun in het byzonder rykelyk vergoed zal worden , door de meerdere verkoopinge van Inlandfche, en de daar door bevorderde algemeene welvaart, welke duizende Ingezeetenen tot het koopen en llyren van hunne Waaren in ftaat zoude ftellen, die dezelve nu uit onvermogen moeten ontbeeren; dat dus ook: de Winkeliers, verre van by het ten effüCte brengen van dit geproponeerde benadeeld te zyn , integendeel ook zelfs hun voordeel daar by zouden vinden te meer alzoo langs deezen weg met eiTeéle belet zoude worden het omloopen van Vreemdelingen met Waa. ren , welke zy als van har opbrengen van 's Lands Lasten bevryd , of uit hoofden der tlegtere kwaliteit, tot merkelyke prejudicie der gezeeten Winkeliers, gewoon zyn voor minder prys aan den man te brengen. Dat Hun Ed. Mog. uit hoofde van deeze Confide. ratien , ook van oordeel zyn , dat de meerdere gêne, aan welke de Winkeliers in het klein verkopende fdoor de remtrouciie van deezen Impost, by het vifiteeren hunner Winkels fubjeft zouden zyn, eenigfints door de meer-  153 april, ZAAKEN VAN ï?3a. meerdere geleegentheid tot vetkopinge vergoed zoude worden, immers dat deeze gêne voor hun niet grooter is , dan in reguard van alle overige Ingezeetenen in waren , 's Lands Impofitien fubject, handelende 'ook heeden plaats heeft, en van ouds, geduurende genoegzaam den tyd van een eeuw, ook met opzigterii tot de Manufaétuuren is gepractifeert geweest : en wat hier van zyn moge, vermeenen Hun'Ed. Mog., dat Winkeliers in vreemde Manufactuuren willende handelen zig by vrye keuze aan de, tot voorkoominge vanSluikeryen , nodige pra;cautien fubjecl: maaken, en dat in alle gevallen bet eigen belang van zommige Winkeliers niet kan opweegen tegen het algemeene, het welke Hun Edele Mogende begrypen , dat langs deezen weg zoo rnerkelyk zoude worden bevordert. Hun Edele Mog. dus de nuttigheid , welke zy met reeden van de reïntroduclie deezer oude belasting verwagten , aan Uw Hoog Mog. hebbende voorgedraagen, kunnen nogtans van dit fujet niet affcheiden zonder eene confideratie op te geeven , welke huns oordeels de ncodzaakelykheid om alle middelen tot herftel der Fabrieken eenigfints kunnende dienen , zonder eenig tydverzuim thans aan te wenden , meer dan ten vollen evinceert , dat, namelyk de posteriteit zig met alle reeden der waereld zoude kunnen beklagen indien men van dit gunltig tydftip geen gebruik maakte , en het gebeurde, dat Landen tot hier toe van geene vrye Navigatie en Commercie gejouisfeert hebbende, by eene Vreede dezelve kwamen te verkrygen, dus ook haar Koorn , Timmerhout , en een oneindig getal andere Waaren toevoerde, zonder de ProducW van het Zuiden van Europa, als dezelve meede met eige Schepen direcielyk af haaiende, in ruilinge van ons te begeeren wanneer wy buiten een zeer aanmerkelyke aanwas onzer Inlandfche Man ufa duuren , om dezelven in ruilinge te leeveren, op geenerlei wyze in liaat zouden zyn, deeze balans van Commercie anders, dan met gereed Geld, goed te maaken. Hun Ed. Mog. agten het onnodig zig by deezen verder te elargeeren, nopens de wyze, op welke de ge. proponeerde belasting over de geheele Unie behoorde te worden gecolledeert, alzoo men ten dien opzigte de  april, STAAT EN OORLOG. 1782. i59 de fchikkingen by de oude Placaaten beraamt, alleen met verhooging van deeze belastinge, en uittrekkinge van naar tydsomftandigheeden, meede tot Catoene Stoffen, en Aardewerk zoude kunnen volgen, en de pra;cautien , daar by reeds teegen Sluikeryen genomen , verder verbeeteren, zoodanig nogtans dat deeze Impost alleen plaats had op binnen Europa geweevene of buiten deeze Landen in Europa gedrukte Catoene Stoffen; dus de Catoene Lywaten , door de Oostindifche Compagnien aangebragt, in deeze belastinge niet zouden zyn begreepen. In die Provinciën, alwaar thans reeds op den invoer van alle, buiten dezelve gefabriceerde Stoffen, een inkomende recht word gevordert, begrypen Hun Ed. Mog. dat zonder eenige zwaarigheid deeze Impost, na aftrek van het betaald inkomend regt, op de Confumtie alleen van buitenlands gefabriceerde Manufactuuren , in faveure der inlandfche zeer gepast zoude kunnen worden ingevoert. Alleen moeten Hun Ed. Mog. in deezen nog remarqueeren , hoe noodzaakelyk het Hun Ed. Mog. voorkomt , dat deeze belasting zig over de geheele Republiek op eenen egalen voet uitftrekke, zoo, om dat langs deezen weg alle geleegentheid tot het duiken best zal worden afgefneeden , als ook om dat Hun Ed. Mog. voorzien , dat wanneer eene of andere Provincie, eene diergelyke belasting alleen in den haaren introduceerde, daar door aan de Winkeliers , binnen dezelve gezeeten, doffe tot klagten gegeeven zoude worden. dat zylieden naamlyk tot geenen gelyken prys men hunne Nabuuren kunnende verkoopen, daar door aan Particulieren geleegentheid tot frauduleufen invoer van buiten die Provincie, uit naast aangeleegene zal worden gegeeven, en zylieden dus in hunne Neeringe zullen worden benadeelt. Dat verder Hun Ed. Ed. Mog. naauwelyks kunnen begrypen , hoe iemand ter weereld tegen het algemeen maken van deezen Impost over de gantfche Unie zou. de kunnen allegueeren , dat daar uit eene verplaatzin" der Fabriequen uit ryker in armer Provinciën , om de beter k&op dagloonen te vreezen zoude zyn ; dat het immers zeeker is, dat zoo lang geene belasting op vreem-  i6o april, ZAAKEN VAN 1782. vreemde Lakenen werkelyk plaats grypt , deezen ons uit de armfte Landen van Europa dagelyks worden toegevoerd, dus men , indien deeze objectie doorging aan Vreemdelingen, ja dikwils aan Vyahden, die voordeden zoude afftaan, van welke men zyne eige Bondgenooten, van wier Volkrykheid en magt men alle as» fiftentie geniet, en verder verwagten kan, ontzet, daar bet, buiten dien, geen twyfel lydt , of deeze gepretendeerde vreeze is immers , zoo veel de Fabriek van fyner .Stoffen betreft , in eene bloote chimère beftaande, en zoo veel de grover aangaat, men zig gelukkig moest agten, dezelve in de armfte oorden deezer Republiek liever dan by vreemden buiten dezelve te zienbloeien. Dat laatftelyk de moeielykbeid , welke men zoude willen voorwenden by het Collecteeren van deezen Impost te moeten paats grypen , voor al niet grooter kan uitgemeeten worden ten deezen reguarde, dan in opzigte der werkelyk geheven wordende Imposten op de Wynen, Bieren , Gemaal en andere loortgelyken ♦ en Hun Ed. Mog. begrypen , dat men in het generaal in laatere tyden wel genoodzaakt is geweest , nieuwe en gewoone middelen van Finantie in te voeren van welker mogelyk fucces men, by ondervindinge, 'geene zeekerheid ter waereld had, daar dat middel, als gezegd, reeds by het oprechten der Unie, ja in zommige plaatfen deezer Republiek voor de vereeniging, meer dan een eeuw vroeger, dadelyk in train is geweest. Hun Ed. Mogende beflnjten dan dit htm voorftd, met het zelve op het ernftigfte , naar maate van het gewigt der zaake, aan de ferieufte attentie der gezamentlyke Bondgenooten aan te beveelen; zy vleien zig, dat daar_ heedeu ten dage de nadeelen uit een verval der Fabrieken, en daar uit vooral in onze Republiek voortvloeiende vermindering van Volkrykheid, zig niet alleen in befchouwinge vertoonen, maar werkelyk oude nadrukkelykfte wyze doen gevoelen, alle de Bondgenooten , niet minder dan voorheen van de tegenswoordige tyds omftanriigheeden gebruik te maaken , willen zyn overreed, en met Hun Ed. Mog. zullen begrypen, dat daar nog de ernftige recommandatie , nog het allerloffelykst voorbeeld, door Hun Ed. Groot Mogende en  april, STAAT EN OORLOG. 1782. i6r en Zyne Doorlugtige Hoogheid Willen den IV, hoog loffelyker gedagtenisfe , bereids in den Jaare 1749 ge^ geeven, nog de zeedert opgevolgde in den Jaare 1753 daar by gevoegde pra;cautien , mitsgaders het gereitereerd, ter navolginge, wederom by openbaren Placaate aan de gemeente voorgeitelde, aller pryswaardisjfte voorneemen van Hun Ed. Groot Mog. en haare Koninglyke Hoogheid, glorieufer gedagtenisfe , genoegzaam ge. weest zyn , om het dragen van vreemde Manufaftuu. ren, in prejudicie der Inlandfchen , ook in de Provincie van Holland te verhinderen, Hun Ed. Groot Mog. zoo min als eenige der andere Bondgenooten, als nu geene zwaarigheid zullen maken, om tot bereikinge van dit allerheilzaamst oogmerk, het voetfpoor onzer Voor. ouderen, door het reïntroduceeren der dikwyls gemel. de belastinge te volgen , om dus doende met gewenschte eenpaarigheid van alle Bondgenooten, door het aanwenden van dit en andere gepaste hulpmiddelen , ook door het geeven van een goed voorbeeld aan hunne Ingezeetenen, door alle die geenen , welke eenig deel aan de Regeering hebben, in het gebruiken alleen van Inlandfche, binnen deeze Republiek gefabriceerde, Manufactuuren , voor zig zeiven, en hunne Huisgezinnen ie beproeven, of ons dierbaar Vaderland eens wederom , onder den gunliigen zeegen des Allerhoogften, zoo niet in deszelfs ouden luider en Volkrykheid herfteld , immers voor verder verval bewaard konde worden. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. (Was get.) h. a. laan. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Holland en Westvriesland, van Zeeland en van Vriesland , de voorfz. Refolutie Copielyk overgenoomen , om in den haaren breeder gecommuniceerd te worden. V. deel. L En  162 april, ZAAKEN VAN 178a, En is dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz. Refolutie gefield zal worden in handen van de Heeren van Nagel van Ampfen , en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van van de Zee, om te vifiteeren, examineeren, daar op in te neemen de confideratien en het Advis van de Gecommitteerden uit de refpeftive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen , en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen. Accordeert met het voorfz. Register, LVI. Extracl uit de Refolutien der Ed. Mog. Heeren Staaten V Lands van Utrecht , raakende de erkentenis van den Heere j. adams, als Minister der Staaten van Noord-America, In dato 10 April 1782. ,> /"behoord het Raport van de Heeren van Wester. „ VJT veld en andere Hunner Ed. Mog. Gecommit„ teerden tot den Staat van Oorlog, hebbende , inge„ volge en ter voldoeninge van Hunner Ed. Mog.Re„ folutien Commisforiaal van 9 May 1781, 16 Janua„ ry en 20 Maart deezes Jaars 1782 , geëxamineerd ,, Hunner H. Mog. Refolutie van den 4 Maart 1781, „ houdende opening van den Heer Prefideerende ter „ Vergadering van Hunne Hoog Mog. gedaan, dat „ zeker perfoon, zig noemende jf. Adams , by hem was geweest, en te kennen gegeeven had , dat hy „ ontfangen had Brieven van Credentie aan Hunne „ Hoog Mog. van de Vereenigde Staaten van Noord„ Amerika, met verzoek, om dezelve ter kennisfe van „ Hunne Hoog Mog. te willen brengen : en Hunner „ Hoog Mog. Refolutie van den 9 January 1782, hou„ dende nadere opening van den Heer Prefideerende, „ dat gem. Heer Adams by hem was geweest, en ge„ ïnfteerd had op een Cathegorisch antwoord , met ,, opzigt tot het al of niet accepteeren van deszelfs „ hier boven gemelde Brieven van Credentie: Als mee- „ de  april, STAAT EN OORLOG. l7S% 163 a» Hiinner H. Mog. Refolutie van den 5den Maart " laasSen m t geinfereerde van Vriesland, houdenï df Propofitie, om den Heer Mams als Miester van " „et Congres van Noord-Amerika te admitteeren, " , Waar op gedelibereerd en gelet zynde dat de Heeren Staaten van Holland en Westvnesland, by " derzelver Refolutie van den *9 Maart ter GenerahM tek Ynib-agt , meede in de admisfie van voorn. " Slr Adams,\\s Minister van 't Congres van Noord" Amerika hebben geconfenteerd, is goedgevonden en M San , dat de6 Heeren Gecommitteerden deezer " pTovinüe ter Generaliteit zullen worden gehort"S gelyk Hun Ed. Mog. dezelve authorifeeren " S deezen , om zig, namens deeze Provintie , te " Sorrneeren met de Refolutien der Heeren Staaten " van SSd e„ Westvriesland en var, Vriesland en " dknvol-ens te confenteeren, dat de Heer Adams z\s " Afgezant van de Vereenigde Staaten van N>ord,'; AmS worde erkend en geadmitteerd: zynde Hun Ed. Mog. teffens van gedagten , dat van Hunner " h Mm Refolutie, hier op te neemen, kenntsfe V worde gegeeven aan Haare Rus-Keizerlyke Majedeit " Tn andegre§ Neutraale Mogendheeden met Commun " catie (zoo veel als noodig is) van de redenen d e " Hun H Mog. daar toe bewoogen hebben , en met l d^rïfleverzekering dat Hunner■ E Mog. mten- tie geenzints is, hier door den Oorlog , wd-e zy Srne voorgekomen , en voor lange den te verlengen , maar integendeel, dat Hun tl. " M^^vleSgerwenfchen, dan een goedige her ' KL der Vrede,en van hunner zyde altoos bereid " zX gevonden worden , op alle mogelyke wyzen " en metSeene gepaste Faciliteit, zoo veel maar eemgV, zhis met hun Eer en Digniteit beltaanbaar is , daar „ "e, aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit *.\ worden toegezonden." Accordeert met voorfz. Refolutien, L 2 LVII.  iö4 april, ZAAKEN VAN 1782. LVII. Request van s. prins en f. kloppenburg , Fabrikenrs te Leiden, aan de Staaten Generaal, om Verbod van invoer van Wollen, Bedde Kleederen ,enz. In dato 11 April 178?. Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, ^^leevcn met verfchuldigden eerbied te kennen Simon Vj Prins en Francois Kloppenburg , Fabrikeurs in Wolle Deekens binnen de Stad Leiden , zoo voor zig zclven, als uit naam van, en daar toe gequalificeert d or de Gézamentlyke Fabrikeurs , in die Manufacturen geinteresfeert , en meede binnen de gemelde Stad woonende; dat zy zig verpligt vinden onder het oog van U Hoog Mog. te brengen, hunne regtmatigeklagten over de van tyd tot tyd meer en meer inkruipende en fterk toeneemende misbruiken , ftrydig tegen U Hoog Mog. intentie,omtrent het vertier van hunne Fabriek, waar in niet alleen zy zelve voor zig , hunne Huisgezinnen en Kinderen, beneevens de kleine Gemeente der voorfz. Stad in vry grooten getale, en by gevolg het welvaaren van die Stad zelve, maar ook verlcheideandere Steden en Plaatfen der Vereenigde Provinciën zulk een aanmerkelyk belang hebben, welke misbruiken onder anderen haare voornaame fource ontleenen van de Vilipendie, Contraventien en Fraude tegen het zoo fterk en energiek Placaat van U Hoog Mog. op den 8 May 1728 geëmaneert , en naderhand op den 8 May 173.2 met .nog meer bepalingen gerenoveert, en contineerende een Verbod van invoer van vreemde Deekens binnen deeze Landen, door verfcheide baatzugtige Negocianten, voornamelyk die zig met den Ruitenlandlchen Handel , of groote Leverantien geneeren , hoe langer hoe meer gehazardeert, gelyk dan ook de Supplianten, nog onlangs tot hun leedweezen dadelyk zynde ontwaar geworden , dat iemand binnen de Stad Amlterdam woonagtig, zig niet had ontzien vreemde Deekens on-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 165 onder een ver gezogt , en van allen grond ontbloot praetext , in te flaan , en te verkoopen, genoodzaakt zyn geworden, om met medeweeten en approbatie van die van den Geregte der voorfchreeve Stad, zig des* . weegens te addresfeeren aan den Hoofdofficier der Stad Amlterdam , met klagten , die na gedaan onderzoek , met dan al te gefundeert bevonden zyn, en waar uit dan ook Procedures zyn ontdaan , waar over ("zoo de Supplianten geinformeert worden) de geconvenieerde derke pogingen doet om te compofeeren. Dat behalven het verval in de voorfz. Wolle Deekens , de Supplianten ook nog daarenboven de vryheid moeten neemen , aan U Hoog Mog. eerbiedig te repre. fenteeren, het niet minder zigtbaar, en nog veel meer drukkend verval, in het debiet der zoogenaamde Rollen en Duffels, iusgelyks tot der Supplianten Deeken Fabriek behoorende , dog waar omtrent by welgemelde Placaaten in het geheel geene voorziening gedaan is, ten blyke van welk verval dienen kan , dat daar voorheen binnen de gemelde Stad daar van wierden gefabriceert 's jaarlyks duizend Stukken of meerder , dat aantal nu zoo cordiderabel vermindert is, dat hetzelve naauwlyks twee honderd haten kan, en welk ontzaggelyk verlies de Supplianten insgelyks nergens anders aan kunnen attribueeren , dan aan den importanten invoer en verkoop van Rollen en Duffels, weiken tait hetRyk van Groot-Brittannien , onder den naam van Vriezen, Beevers .of Bathlakenen , binnen deeze Landen plaats heeft, en welke zelfs zeedert den tusfchen deeze Republiek en dat Ryk ontdaanen Oorlog, nog even derk blyft voortduuren. Dat terwyl aan den eenen kant het aanmerkelyk verval van de eerde, en het totale verloop der laatfte foort van deeze nog niet lang geleeden, zoo gezeegende Fabriek naby op handen zyn kan , en ras onvermydelyk worden zal, en de Handwerkslieden door gebrek aan Werk , al meede hoe langer hoe meer verloopan , en met de executie ook de winden daar van tot andere Natiën zullen overbrengen , wanneer daar in niet ten fpoedjgden efhcacieufelyk word voorzien , het aan den anderen kant ogenfchynelyk zeeker is, dat nimmer een tyd tot die voorziening gundiger bedagt kan worden L 3 dan  166 april, ZAAKEH VAN i?83. dan de tegenwoordige, waar in eene ontffaane Oorlog tusfchen de voornaamfte Mededingers van der Supplianten welvaart in dit opzigt, en deezen Staat (al was het verval en misbruik ten deezen alzoo groot niet als het waarlyk is) op zig zelve het naauwkeurigfle en < ftrengite verbod fcbynt te vorderen, en aan te raaden, en waar in tevens de hoop hoe langer hoe meer aanwakkert , dat door het fluiten van een voordeelig Commercie. Tractaat tusfchen deeze Republiek en de Vereenigde Noord-Americaanfche Provinciën, deeze tak van Inlandfche Fabriek en van Commercie, als een van de meest gezogte by die Natie , op nieuw herleeven , en mogelyk eerlang meer dan ooit , zoo binnen de Stad Leiden als in andere Steden en Plaatfen van dit Gemeenebest , tot vorigen bloei zoude kunnen geraaken. Alle redenen en confideratien , welken de Supplianten ' met volkome gerustheid vertrouwen, dat aan het verligt oog van Uw Hoog Mogende geenfints echappeeren zullen, en welke hen de vryheid doen neemen zig te keeren tot Uw Hoog Mog., met ootmoedig verzoek , dat het Uw Hoog Mog. goedgunflig behagen moge , het voorfz. Placaat van dato 8 May 1728 en opgevolgde Renovatie van den 8 May 1732 nogmaals te renoveeren , en tevens by ampliatie van de gemelde Placaaten , onvermindert en volkomen in zyn geheel laatende derzelver verderen inhoud, te verbieden den invoer en verkoop binnen deeze Provinciën enhetResf->rt van de Generaliteit, van alle zoogenaamde Wolle Bedde Kleeden, Rollen-, Vriezen-, Beevers-,of BathLakenen , of hoedaanig dezelve Goederen zouden mogen' genaamt worden , welke binnen deeze Provinciën, of het_ Resfort van de Generaliteit, geheel of ten deele , niet zouden mogen zyn gemaakt, en voorts, ten 1 einde alle Contraventie en fraude te beeter voorgekomen worde, te fiatueeren en gebieden, dat elk het zy geheel, het zy half fluk Rolle-, Vriezen-, Beever- of Bathlaken, voortaan ivorde voorzien met twee Loden, een aan het boven- en een aan het ondereind, waar op gefchroefd of geftempeld worde het Wapen en de Naam yah de Plaats , waar in dezelve gefabriceert zyn, of met zoodanig ander Merkteeken, als waar uit hetzelve van  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 167 van anderen , buiten 's Lands gemaakt , duidelyk onderfcheiden worde , of eindelyk ter bereiking van dat falutair oogmerk, daar omtrent zoodanige andere voorzieninge te doen als Uw Hoog Mog. naar derzelver hooge wysheid zullen oordeelen te behooren. (Onder flond) 't Welk doende, &c. (Was get.) m. h. van son, Hendriksz. LVIII. Advis van Gecommitteerde Raaden , op het Request van Mr. e. j. penning, om OStroy op een Kopermolen. In dato den 11 April 1782. Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Haag en Hoorn, refideerendevan den 12 der voorleede maand, hebbende, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Gr. Mog. Appointement van den 20 December 1781, geëxamineert de Requeste door of van wegens Mr. Eduard Jacob Penning, Raad en Oud Burgemeefter der Stad Scniedam, en negotieerende aldaar, zoo voor zig als voor zyne Meede Geinreresfeerdens in zekere Kopermolen, aan Hun Edele Gr. Mog. geprsfenteert , waar by , om reedenen daar in geallegeert, heeft verzogt, dat het Hun Edele Gr. Mog. behaagen mogte, om aan hem Suppliant en zyne Meede-Geinteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenaam of Erfgenaamen , Nakoomelingen , Reprajfentanten of Regtverkrygenden op de voorfz. Kopermolen, te verleenen O&roy , om gedutirende den tyd van dertig eerstkomende en agtereenvolgende jaaten , de voorfz. KoperL 4 mo'  i68 april, ZAAKEN VAN ipgiJ molen onverhindert en met feclufie van alle anderen, binnen de Provincie van Holland én Westvriesland te mogen doen cxerceeren , en het ruwe Koper re mogen doen flaan , gieten of traficqueereo , zoodanig als hy Suppliant en zyne Mèede-Üéinteresfeerdeu's zullen goedvinden , met interdictie aan allen en een ieaelyk daar tegens ietwes te attenteeren, of een zoortgelyke' of andere Kopermolen geduurende den voorfz. tyd van der» tig eerstkomende jaaren binnen deeze Provincie te conftrueeren of doen condrueeren, op zoodanige ftraffeen poenaliteiten, als Hun Edele Gr. Mog. tegens de Contraventeurs zullen gelieven te ftatueeren ; mitsgaders aan hem Suppliant en Meedq.Geinteresfeerdens , zyne of bühne Erfgenaam óf Erfgênaamen, Nakomelingen , Reprrefentanten of Regtverkrygenden\ geduurende den . gemelden tyd van dertig jaaren, te verleenen vrydom van Impost op allerhande foorten van BrandftofFen, welke tot de exercitie en werking van de voorfz. Kopermolen nodig zyn en gebruikt zullen worden. Waar op gedelibeert, en Copie van het 'voorfz. Advis verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Delft, Amfterdam , Gouda , Rotterdam , Schiedam , Schoonhoven , Hoorn en Enkhuifen , om daar op te verdaan de intentie vau de Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden in den Haag en te Hoorn refidéerende, hebbende, ingevolge en ter vpl'dbening van U E iele Groot Mog. appointement van den 3Ö"December 1781, geëxamineert de Requeste door ofte van wegens Mr. Eduard J.acob Penning, Raad en Cud Burgemeéfter der S ad Schiedam, en negöiieerende aldaar, zoo voor zich, als voor zyne mede gtï itere^fcerdens in zekere Kopermolen, aan UEd. Groot M;'g gepircfenteert, waar by, om redenen daar in geallégueert heeft verzogt, dat het U Ed. Groot Mog. behaagen moge, om aan hem Suppliant en zyne mede geïuteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenaam of ■ Erf.  AfRiï., STAAT EN OORLOG. 1782. 169 Ërfgenaamen, Nakomelingen , Reprafentanten of Rechtverkrygende op de voorfz. Kopermolen , te verleenen Octroy , omme geduurende den tyd van dertig eerstkomende en agtereenvolgende jaaren de vooTfz. Kopermolen onverhinderd, en met feclufie van alle anderen, binnen de Provincie van Holland en Westvriesland te mogen doen exerceeren, en het ruwe Koper te mogen doen liaan , gieten of traficqueeren, zoodanig als hy Suppliant en zyne mede geïnteresfeerdens zuilen komen goed te vinden, met interdictie aan allen en een iegelyk daar tegens ietwes te attenteeren, ofte een zoortgelyke of andere Kopermolen geduurende den voorfz. tyd van dertig eerstkomende jaaren binnen dee* ze Provincie te condrueeren of doen condrueeren, op zoodanige draffe en pcenaliteiten als U Ed. Groot Mog, tegens de Contraventeurs zullen gelieven te datueeren; mitsgaders aan hem Suppliant en mede geïnteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenaam of Erfgenaamen, Nakomelingen, Repraïfentanten of Rechtverkrygende, geduurende den gemelden tyd van dertig jaaren te verleenen vrydom van Impost op allerhande foorten van Brandftoffen , welke, tot de exercitie en werkinge van de voorfz. Kopermokn nodig zyn en gebruikt zullen worden ; hebben de eer te remarqueeren, dat, nadien 'er veelvuldige voorbeelden exteeren van diverfe gratiën en beneficiën , die U Edele Groot Mog., zoo in faveur van nieuwe nuttige in ventien en op te rigcènesPabrïeken, als ter in darid houding van die geene, welke reeds in deeze Provincie zyn gevestigt, hebben vergunt, de Gecommitteerde Raaden dienvolgende ten deeze voornamentlyk in overweging genomen hebben, of ook de door den Suppliant op te rigtene Kop:rruolen van eenig wezentlyk nut voor deeze Provincie zoude kunnen zyn, en zulks is al aandonds vry klaar aan de Gecommitteerde Raaden voorgekomen, in overweging, dat 'er, voor zoo veel de Gecommitteerde Raaden bewust is, maar eene zoo innige Kopermolen in de geünieerde Provinciën gevonden word, en mits dien het meest benodigde Koperwerk van elders uit vreemde Landen moet worden ingevoerd. Dat door het oprigten van eene zoodanige MMen ju deeze Provincie, inzonderheid zullen worden geavanL j ta-  ï7o april, ZAAKEN VAN 1784, tageert de Fabrieken en Tafrieken in dezelve, als die tot vry mindere pryzen van het benodigde Koperwerk zullen kunnen worden voorzien , zonder dan nog te i preeken van het groot aantal van Werklieden, welke tot de exercitie en de bewerking dier Molen moeten worden geëmployeert, en die daar door met hunne Huisgezinnen het nodige beftaan kunnen vinden. Dat onderwylen , hoe plaufibel deeze redenen ook mogen voorkomen, de Gecommitteerde Raaden nogtans niet ongereroarqueert kunnen pasfeeren, voor eerst, dat de tyd van jaaren, voor dewelke de Suppliant een exclufif Octroy en ontheffing van 's Lands impofitien op de BrandftofFen verzoekt, verre excedeert die, welke TJ Edele Groot Mog. wel eens aan andere Traficquen of Fabricquen hebben gelieven te accordeeren; en in de tweede plaats, dat het verzoek van den Suppliant, om vrydom van 's Lands impofitien, ten eenemaal legt generaal, en zonder eenige de minfte bepaaling, namentlyk, om geduurende den tyd van dertig jaaren te mogen hebben generaale vrydom van Impost op allerhande zoorten van Brandftoffen , en dat een zoodanig generaal verzoek geaccordeert wordende , weinig middel over is om de misbruiken , die daar van gemaakt kunen worden, te ontdekken en na te gaan : waarom de Gecommitteerde Raaden dan ook wel hebben getragt van den Suppliant te vemeemen , of het voorfz, verzoek niet tot een zeker zoort van Brandftoffen zoude kunnen worden bepaalt, doch waar op hy heeft betuigt, zulks voor hem als nog ondoenlyk te zyn; dat wel by den eerften aanvang van het werk het Houtskool van ordinair hout zoude worden gebruikt, doch dat het zoude kunnen wezen, dat naderhand, in navolging van de Engelfchen , en tot meerder menagement van kosten , het werk met Turf en Smeekoolen wierde verrigt. Dat de Gecommitteerde Raaden derhalven deeze drie. derlei zoort van BrandftolTen , welke tot de exercitie van de voorfz. Molen zouden kunnen worden gebruikt, in aanmerking genomen hebbende , ten opzigten van de Houtskoolen moeten remarqueeretii, dat dezelve by geene Ordonnantie met eenige impofitie zyn belast, en dus, dat, zoo lang den Suppliant het werk met de- zei-  ^PRiL, STAAT EN OORLOG. 1782. 171 zelve kan verrigten, 'er ten dezen geen difficulteit is, en den Suppliant van zelfs van de vrydom van Impost jouïsfeert. Dat de Gecommitteerde Raaden ten reguarde van de Turf en Kooien in confideratie neemende dat deeze onderneeming niet alleen tot rnerkelyk gerief en voordeel van zommige Trafkquen en Fabricquen dezer Provin. cie, maar ook tot importante kosten van den Suppliant C. S. (hoe wel van eene onzekeren uitflag) kan uitloopen : hebben dezelven vermeent, alles te mogen contribueeren, wat tot faciliteit en encouragement ia dezen (trekken zoude kunnen , en vinden zich derhal. ven onbezwaard, ü Edele Groot Mog. in overweging te geeven, of niet den Suppliant, in plaatfe van aan hem eene generaale vrydom van Impost op de Turf en Kooien te verleenen , waar van nog geene Trafkquen of Fabricquen jouïsfeeren, met de meest gefavorifterda zoude kunnen gelyk gefield worden : waar meede de* Gecommitteerde Raaden vertrouwen dat den Suppliant in zyne kostbaare onderneeming genoegzaam zal worden geëncourageert. En het is op deeze gronden dat de Gecommitteerde Raaden, dienende van hunne confideratien en Advis, onder het welneemen van U Edele Groot Mog., zouden wezen van gedagten, dat U Ed. Groot Mog. aan den Suppliant, en zyne meede geïnteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenaam of Erfgenaamen, Nakomelingen, reprtcfentanten of regtverkrygende op de voorfz. Kopermolen,, zouden behooren te verleenen Otroy, omme geduurende den tyd van tien eerstkomende en agtereenvolgende jaaren , in plaatfe van dertig , zoo als door den Suppliant is verzogt geworden , de voorfz. Kopermolen onverhinderd, en met feclufie van alle anderen, binnen de Provincie van Holland en Westvriesland te mogen doen exerceeren, en het ruwe Koper te mogen doen flaan , gieten of traficqueeren , zoodanig als hy Suppliant en zyne meede geïnteresfeerdens zullen komen goed te vinden, met interdictie aan allen en een ïegelyk daar tegens ietwes te attenteeren, ofte een zoortgelyke of andere Kopermolen geduurende den voorfz. tyd van tien eerstkomende en agtereenvolgende jaaren binnen deeze Provincie te conftrueeren of te doen  17a april, ZAAKEN VAN 1781, doen condrueeren , op een boete van duizend guldens en dadelylce amotie van zoodanige Molen; en dat voorts U Edele Groot Mog. ten opzigten van den Impost op de Turf en Kooien , dewelke den Suppliant tot de voorfz. Kopermolen zoude mogen gebruiken , aan den Suppliant en meede geïnteresfeerdens , zyne of hunne Erfgenaam of Erfgenaamen, Nakomelingen, repraèfentanten of rechtverkrygende geduurende den gemelden tyd van tien jaaren zouden behooren te permitteeren , om weaens Impost van de Turf te betaalen per Ton een duiver en zes penningen , de tiende verhooging daar onder begreepen; met dien verftande, dat van de graauwe Turf, die niet vermengt is met zwarte Turf, voor twee Tonnen maar één zal worden betaald, conform het derde en tiende Articul van de Ordonnantie op de Turf; en ten opzigten van de Kooien te verklaaren , dat den Suppliant C. S. zal kunnen voldaan met voor ieder Hoed Kooien , tot de voorfz. Molen gebruikt wordende , geduurende de eerde vier jaaren te betaalen tien duivers, in de tweede vier jaaren twintig duivers, en na expiratie van de voorfz. twee vierjaarige termynen twee en dertig duivers, zondermeer, des dat den Suppliant zich voor het overige in alles exactclyk zal moeten reguleeren na de refpective Piacaaten en Ordonnantiën op de voorfz. Imposten en op die van het Zegel gsëmaneert ,• en in cas hy zoude moge1 worden . bevonaen van de voorfz. gratie eenig misbruik te hebben gemaakt, daar door zal vervallen ifl e boetertë en pcenaliteiten , zoo by de voorfz. re. fpi-ctive Ordonnantiën, als by het generaal Piacaat tegens de 1". s , Qatu&srt , en daar en boven van de, voorfz. gratie wórden verdoeken: en fpecialyk, darden Suppliant), nog deszelfs Bediendens van de voorfz. Turl eu Kooien niet zullen mogen gebruiken voor haar particulier , of dezelve verkoopen , overdoen of vereeren , direftelyk of imlireótelyk , onder wat fchyn of praeuxr het ook zoiide mogen wezen : alles mede op de voorfz. boete en poene , en dat den Suppliant voor de betaaling van dezelve boetens zal moeten in daan voor deszelfs Bediendens, behoudens zyn regres tegen denzelven. En eindelyk ook, dat den Gaarder van 's Lands im- po-  APRIL, STAAT EN OORLOG. 1782. 173 politie op de Turf en Kooien , wanneer hy eenige fufpicie zoude mogen hebben , dat van de voorfz. gratie misbruik wierde gemaakt, met adfiftentie van een Deurwaarder, of ander publiek perzoon, in des Suppliants Lootfen, Schuinen of andere Bergplaatzen, onderzoek en vifitatie zal mogen doen na de aangegeevene Turf en Kooien : waar van den Suppliant als dan gehouden zal wezen opregte aanwyzing te doen, op een boete van drie honderd guldens ; doch dat het verder verzoek van den Suppliant zoude behooren te worden gedeclineert en gewezen van de hand ; en laatflelyk dat U Elele Groot Mog. tot de executie van de in dezen te neemene Refolutie de nodige authorifatie op de Gecommitteerde Raaden zouden behooren te verleenen. Edoch refereeren zich de Gecommitteerde Raaden voornoemt ter hoogwyze dispofitie van U Edele Groot Mogende. Den 12 Maart 1782. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en IVestvriesland. ^"leeft onderdaaniglyk te kennen Mr. Eduard Jacob VJT Penning, Raad en Oud-Burgemeetter der Stad Schiedam, en Negotieerende aldaar, zoo voor zig, als voor zyne Meede - Geïnteresfeerdens in de hier na te melden Kopermolen. Dat hy Suppliant, met kennis en approbatie van Heeren Burgemeederen en Vroedfchappen der Stad Schiedam voornoemt, aldaar heeft doen opregten , en tot eene genoegzaame volkomentheid bereids heeft doen brengen, een Kopermolen, ten einde door middel derzelve te doen gieten en (laan allerlei Koper , voor Fabiïquen en Traficqaen , en andere eindens, ten hoogden nodig en vereischt wordende. Dat hy Suppliant tot den opbouw en condructie derzelve, en tot verkryginge der nodige Werktuigen, niet alleen veel moeite heeft aangewend, maar ook genoodzaakt is geweest eene aanzienelyke fom van Penningen te debourfeeren, en welk debourfemem tot het in activiteit brengen en houden der voorfz. Kopermolen dagelyks zal worden vereischt , zoo tot betaalinge van Ar-  i74 april, ZAAKEN VAN i78i. Arbeidsloonen, als tot aankoop van Materialen , en voornamenrlyk van Koper en Brandftoffen. Dat hy Suppliant vertrouwt, dat U Ed. Groot Mog., deeze onderneeminge , op welke bereids veertig jaaren geleden , de denkbeelden van verfcheide Kooplieden te Schiedam zig hebben gevestigt, dan welkers executie uit hoofde der zwaare onkosten en onzeekere reusfite is gefurcheert gebleeven, zullen gelieven te cönfidereeren, als te zyn geproflueert uit eene lust en fpeculatie tot den aankweek en vermeerdering der Traficquen binnen deeze Provintie , tot bloei en voortzetting der Commercie; en zig dan vleit, te gelyk te mogen hoopeu op U Ed. Groot Mog. gewoone grootmoedigheid en indulgentie, om den Suppliant, die zig de eerfte en eenigfte Stigter van een Kopennolen binnen deeze Provintie mag noemen , tot encouragement van zyne verdere aan te wenden moeiten , en tot foulagement van de aanzienelyke kosten en Gelden, die in het vervolg zullen moeten worden gerisqueert, te beneficeeren met zoodanige Beneficiën en Gratiën , waar meede de eerfte Stigters van nieuwe Fabricquen of Traficquen, meermalen door U Ed. Groot Mog. zyn geoctroyeert en begunftigt, zoo als onder anderen U Ed. Groot Mog. Refolutie van den 22 May 1753 , en van den 4 November 1780 Hoogstderzelver bekende genereufiteit bevestigen. Waarom keert hy Suppliant, zoo voor zig, als voor zyne Meede-Geïnteresfeerdens tot U Ed. Groot Mogende, ootmoedig verzoekende, dat het U Ed. Groot Mog, behagen moge , om aan hem Suppliant en zyne Meede-Geïnteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenaam of Erfgenamen , Nakomelingen , Reprefentanten of Regtverkrygende , op de voorfz. Kopermolen te verleenen Octroy , om geduurende den tyd van dertig eerstkomende en agtereen volgende jaaren, de voorfz. Kopermolen onverhindert , en met feclufie van alle anderen, binnen de Provincie van Hollaad en Westvriesland, te mogen doen exerceeren; en het rwwe Koper te mogen doen flaan , gieten of traficqueeren , zoodanig als hy Suppliant en zyne Meede-Geïnteresfeerdens zullen komen goed te vinden; met interdictie aan allen en iegelyk daar tegens ietvves te attenteeren , ofte een foort- ge-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 175 gelyke of andere Kopermolen, geduurende den voorfz. tyd van dertig eerstkomende jaaren, binnen deeze Proyincie te conftrueeren of doen conftrueeren , op zoodanige ftraffe en poenaliteiten als U Ed. Groot Mog tegens de Contraventeurs zullen gelieven te ftatueeren Mitsgaders aan hem Suppliant en Meede-Geïnteresfeerdens, zyne of hunne Erfgenamen, Nakomelingen, Representanten of Regtverkrygende , geduurende den gemelden tyd van dertig jaaren , te verleenen vrydom van Impost , op allerhande zoorten van Brandftoffen welke tot de exercitie en werkinge van de voorfz. Kopermolen nodig zyn, en gebruikt zullen werden. (Onder ftond) 't Welk doende , &c« (Was get.) n. de wolffgang. I78l. In margine ftond geappoftilleert. De Staaten van Holland en Westvriesland vinden goed, dat deeze Requefte gefteld zal worden in handen van Haar Edele Groot Mogende Gecommitteerde Raaden , refideerende in den Hage en te Hoorn , om dezelve gezaamentlyk te examineeren, en de Ver! fdvfsnng °P tC dien6n V3n hunne confideratïen- en Actum den 20 December 1781. (Onder ftond.) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) c. clotterbooke. LIX.  176 april, ZAAKEN VAN 1782. LIX. Aanmerkingen op het Request van den Heer Mr, prnning , tot het verkrygen van een uitfluitend Octroy op de Kopermolen te Schiedam, en op het Ad vis van Haar £d. Groot Mogende Gecommitteerde Raaden. 1. ï~"Vt tel aan de Commercie,'Trafieken en Fabrieri \_Jp ken deezer Provincie van geen voordeel zyn knn ,. vermits niet alleen Buitenlands , maar ook in Gelderland, zoo om de Situatie van het Land (alwaar de Kopermolens door Water gedreeven worden,) als ook de mindere Arbeidsloonen het Koper tot minder prys kan vervaardigt worden. 2. De Heeren Gecommitteerde Raaden moeten Abufivelyk onderrigt zyn , wanneer Haar Edele Mogende zeggen , dat maar eene Kopermolen in de Geünieerde Provinciën gevonden word , en^ dus het meest benodigde, Koperwerk uit Vreemde Landen moet ingevoerd worden ; men kan aantoonen dat 'er in Gelderland 6 Kopermolens werkende zyn, (en waarvan 'er 3 aan Ingezetenen deezer Provincie behooren,) en dat deeze genoegzaam zyn om het meest benodigde Koper te keveren , blykt , om dat binnen zeer korte Jaaren wel 2 Kopermolens gedetnoljeert zyn, en tot andere Fabrieken verandert. 3. Dat indien het al waar was dat deeze onderneeming tot voordeel van andere Fabrieken of Trafieken zoude veritrekkeri , men als dan de moeite en lust, (het zy met alle eerbied gezegt ,) niet aan andere Ingezetenen behoorde te beneemen deeze onderneeming, (dat geen nieuwe uitvinding, maar alleen op een andere wyze gefchied,) naar te volgen, en misfehien nog te verbeteren ; te meer daar de Heer Penning en zyne Meede - Geinteresfeerden deeze Fafriek vry willig hebben opgerigt, eer men dit Octroy verzogt heeft. 4. Dat het te dugten is dat men dit uhfluitend. Oc. troy eerst verkregen hebbende, vervolgens misfehien verzoeken zoude om den Invoer vair Koper uit andere Provinciën en vooral van Buitenlands te verbieden , of door  april», STAAT EN OORLOG. i78fi. 177 door meerdere Belastinge ibezwaarlyk te maken; waar door den geheele tak van Commercie en de Ingezeetenen haar daar mede geneerende veel zouden lyden, en den Negotie naar andere Landen , nog meerder zoude belemmert worden. 5. Dat wel verre om de Uitvinding van NieuweFabrieken in deeze Provincie te mispryzen,of iemand onzer Meede-Landgenooten te benadeeleu, men egter in bet vaste vertrouwen is dat onze Wettige Lands-Vaderen , over de andere Ingezetenen te gunllig denken , om door een uitfluitend Octroy haare overige Ingezetenen te benadeelen; gelyk haar Ed. Groot Mogende in den Jaare 1740 zulks ook begrepen hebben , als wanneer een dergelyk verzogt Octroy tot het oprigten van een Geel Koper Fabriek, is van de hand gewee» zen. LX. Request van Kooplieden te Enkhuizen , over het fluiten van een Verbond met Noord-America. In dato ia April 1782. Aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap der Stad Enkhuizen. Geven met allen eerbied te kennen de Ondergetekenden, alle by den bloei des Koophandels , en byzonder der Zeevaart en Visfcheryen belang hebbende Leeden der Burgery deezer Stad. Dat de Supplianten zig op den 23 Maart jongstleeden, by Requeste aan Uw Ed. Groot Achtb. hebbende geaddresfeerd, en verzogt dat Uw Ed. Groot Achtb. het daar heenen geliefden te helpen dirigeeren, dat de gelegendheid om met de Vereenigde Staaten van NoordAmerika, het zoo lang gewenschte en door de geheele Natie begeerde Verbond te fluiten , niet mogte voorbygaan; maar dat integendeel by Uw Ed. Groot Achtb. de efheacieufte middelen mogten worden beraamd, ten einde hetzelve van wegens deeze Stad , op alle moge- V, DEEL. M lyke  I7S april, ZAAKEN VAN 1782. lyke wyze en met den meeflen fpoed wierde bevorderd: Ue Supplianten met een fenfibel vergenoegen hebben mogen ontwaar worden , dat niet alleen voorfz. Adres by Uw Ed. Groot Achtb. gunfliglyk is opgenoomen, maar dat ook, ingevolge van dien, en terbereikin?e van voorfz. doeleinde, van wegens deeze Stad, tor de admisfie van den Heere Adams, als Minister Plenipotentins van de Vereenigde Amerikaanfche Staa. ttn is gecoöpereerd. Een daad zoo nuttig, zoo heilz.nm voor deeze Republiek,dat de namen dier geenen oi- daar toe hebben meede gewerkt, in een altoosduurende en eezeegende gedagtenis , tot by het laate Nakomelmafchap blyven zullen. Dat de Supplianten zig dus vleijende, dat die erkentenis by alle de verdere Leeden van het hooge Bendgenoodlchap , ten fpoedigften zoude werden gevolgt, en dus eerlang eenen vasten band van vereeniging mslclien deeze Staat en de Staaten van Noord-Amerika Ctwee Staaten beiden der Dwingelandy en Onderdrukkingen van Tirannieke Vorflen ontworfteld; en in veele opzigten Lotgemeen) zoude werden gelegt, en daar door den kwynenden Koophandel , Zeevaart en Vislcheryen opgebeurd , en dit gezegend Nederland tot deszelfs voongen luider herdeld zoude worden • Dit der Supplianten dreelend vooruitzicht rnerkelyk is beneveld , door de nieuwe dreeken van den eerloozen Vyand deezer Republiek, den Koning van Engeland . ,z;§ zeiven thans op den oever zyns verderfs bevindende , en zoo wel als de Ingezetenen deezer Ge. westen , de voor deeze Republiek zoo heilzaame en voor hem zoo doodelyke gevolgen eener naauwe Alliantie met het vrye Noord-Amerika bevroedende , niets onbeproeft wil laaten, deezen flag af te keeren; door een aanbod van vernieuwing van vorige Vreede en Vnemtlchap, op den voet van het TracTraat van 1674, en tot het onmiddelyk duiten van een dildand van Wapenen tusfchen Hem en Ons. ■ Daar dan de aandagt der Natie thans met ongeduld is gevestigd op den uitflag deezer twee groote zaaken, de erkentenis der Vereenigde Staaten van Nourd.Amenka , en het fluiten van een Traclaat van Commercie en Navigatie , ons zoo lange door hun aangeboden , en  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 179 en aan de andere zyde , op de fchynfcboone aanbie. dingen van bet Engelfche Hof, en de wyze, hoedanig dezelve by dëezen Staat zullen werden opgenomen ; hebben de Supplianten, hoe zeer overtuigd van de Vaderlyke fentimenten van Uw Ed. Groot Achtb. voor en ten beste van de Ingezetenen deezer Stad , en met hoe veel gerustheid en ftil vertrouwen, in de door Uw Ed. Groot Achtb. van tyd tot tyd genomene Maatregulen berustende , echter nu in deeze baggelyke omftandigheeden gemeend , Uw Ed. Groot Achtb. met die eerbiedige vrymoedigheid, een der eigenaartige kenmerken der Vrve West-Friezen, en aan weldenkende Regenten, aan Uw Ed. Groot Achtb., nimmer onaangenaam , hunne billyke bezwaaren tegens de voorfz. listige Demarches van het Engelfche Hof te moeten onder het ooge brengen ; vooral daar de Supplianten vreezen, dat het groot belang van veele der Supplianten, en van een zeer aanmerkelyke gedeelte der Burgery deezer Stad, en het fpoedig herftellen der Vreede, boven en meer dan veele andere Steeden, zoude kun* nen doen denken, dat daar de neeringloosheid, door het ftilftaan der groote Visfchery veroorzaakt , zoo groot , en de nood by veele zoo drukkende is , men hier meer dan elders tot het fluiten van eene Vreede zoude overhellen. De Supplianten erkennen gaarne , dat eene eerlyke Vreede, verre is te praefereere» boven de voortduuringe des Oorlogs ; maar hoe meer de Supplianten zich de voorige dagen vertegenwoordigen, hoe meer zy die van deezen tyd aandagtig befchouwen , hoe fterker zy bevestigd worden in die gedagten, dat het fluiten van eene Vreede met Engeland, voor als nog, moet worden uit den zin gefleld. Durfde een norfche Lord in het Engelfche Parlement in den Jaare 1673, met toepasfing op Holland,opent» lyk zeggen Delenda est Carthago (niettegenftaande hy zelfs , kott daar na, de woede zyner Vyanden in dit Vrye Land moest ontvlugten) wy zeggen (en al het Volk zegt Amen!) het trotfchè Albion moet worden vernederd, zullen wy immer de zoetigheden der Vreede in gerustheid fmaaken. Nooit dog was 'er eenig Ryk onder de zonne in Trouwloosheid, OndankbaarM 2 heid,  i8o april, ZAAKEN VAN 1782. heid, Wreedheid, Trotsheid en Onderdrukking aan het Engelfche gelyk. Verlangt men Stnalen van het een en ander, de Supplianten zyn alleenlyk verleegen in de ïtroomen van bewyzen, die hun daar toe toevloeijen. Om van vroegere dagen te zwygen , men herinnere zig flechts de Regeeringe der Laatfte Vorftinne uit het Huis van Tudor , de beroemde Elizabeth ; wat al Haaien van Geveinsdheid, van Heerschzucht, van Ontrouw, in den Ochtenftond van dit Gemeenebest 1 Daalt men vervolgens af tot de Vorflen uit het Huis van Stuart, Haat men intusfchen een oog op de gevloekte dagen van den hatelyken Dwingeland Cromwel ; wie wordt niet met levendige verontwaardiging aangedaan over de heillooze verbreekingen van plegtig bezwoorene Traftaaten ,• over het maaken van belemmeringen in den Koophandel en Zeevaart ; over de meer dan Barbaarfche Wreedheden den Onderdaanen van deezen Staat in alle Oorden der Waereld , te Water en te Lande aangedaan; over de fnoode ondankbaarheid en kwellingen den Behouder en Herfteller van hunne Vryheid en Conflitutie Prins Willem de Derde , beweezen. Getuigen zyn onder veele anderen, de fameufe Parlements-Acte, tot aanwas van Scheepvaart en Koophandel van g October 1751; de gezogte Oorlog van hetzelve Jaar ; de opgevolgde van 1664. , naa voorafgaande verovering van onze meeste Sterkten op de Kust van Afrika, van Nieuw Amfterdam (thans NieuwJork in Noord-Amerika) van Tabago en Sr. Euflatius , en van een groot aantal Hollandfche Scheepen; het verbranden van het weerlooze ter Schelling; de woedende Oorlog van 1672, door welke men niet minder dan onzen geheelen ondergang bedoelde ; de heillooze Vreede van 1713, in welke, door omkooping van het Engelfche Minifterie, en de laaghartigheid van Koningin Anna, alle de vrugten van eenen langduurigen en bloedigen Oorlog verlooren gingen. Komt men zoo eindelyk aan het thans regeerend Huis, herinnert men zich (om kort te zyn) alleenlyk het Rooven en Confisqueeren van zoo een groot aantal Scheepen in den voorigen Oorlog tusfchen Engeland en eenige andere Mogendheden; denkt men aan het Berooven , Opbrengen , en by een Geweetenloos Adinirali- teits  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 181 teits Hof verbeurd verklaaren van zoo veele ryk gelaadene Scheepen , geduurende de aezogte overheeringe van het thans vrygevogten Noorrl-Amerika ; aan het trotfche Antwoord van Lord Suffblk , gegeeven aan den Heere Ambasfadeur van Weideren, op zyne welgefundeerde Klagte over voorfz. mishandelingen, dat offchoon den bedoelden Handel wel niet by de Tractaaten was geprohibeerd, het echter niet was van de Convenientie van het Engelfche Hof, in de'tegenwoordige omltandigheden , zig aan de Traftaaten te houden ; aan den hoon onzer Vlagge aangedaan ; en aan ontelbaare Vernederingen van deezen trotfchen Vyand geleeden ; wie moet niet uit grond zyner ziele den fnooden Engelschman , en zyne niet min fnoode Aanhangelingen verfoeijen , en alle nieuwe Verbintenisfen met hem, als enkel door bedrog, en om ons in flaap te wiegen , uitgedagt, met verfmaading verwerpen. Vooral, wanneer men in zyn geheugen herroept de onmenfchelyke wreedheden, door den God- enEervergeeten Rover Rodney , op het weerlooze, en zig op de Trouw der Tractaaten verlaatend St. Euftatius , in den voorleeden Jaare 1781, gepleegd: Wreedheden, die alleen door eenen algemeenen Moord zouden hebben kunnen werden veryslykt: Wreedheden eindelyk, waar van de Gefchiedemsfen der Volken geene voorbeelden opleveren. Men zegge dan niet meer, dat Engeland zy onzen natuurlyken Bond- en Geloofsgenoot; hoe dat ryk omtrent zyne Verbonden met ons gehandeld hebbe is genoeg aangetoond : en wat de overeenkomst van Godsdienltige begrippen aangaat ; Hy die den Geest des Menfchen in zyn binnenfte formeerd , behoede ons , dat nimmer van ons, even als nu van hun. kan worden getuigd, dat verre het grootlte gros der Natie met Ongodistery en Deïïtery is befmet. Al het vooren geallegueerde (zoo de Supplianten eerbiedig vertrouwen) meer dan genoeg zynde om aan te toonen , dat althans nog aan geene vernieuwing' van Vreede met Engeland' behoorde te worden gedagt; maar dat integendeel met het Hof van Vrankryk in alles de Concert en met de uiterfte vigeur behoorde te M 3 wor-  182 april, ZAAKEN VAN 1782. worden geageerd; dat onze Broederen de Noord-Amerikaanen ten fpoedigften door de fterkfte Binden aan ons behoorden te worden verknogt , en dienvolgende de Oiferte van het Engelfche Hof zonder vertoeven , en met eene edele fietheid werde van de hand geweezen. Zoo keeren de Supplianten zich tot Uw Ed. Groot Achtb. met ootmoedige beede , dat Uw Ed. Groot Achtb. ter Vergadering van de Ed. Groot Mog Heeren Sraaten deezer Provincie , gelieven te doen de fterkfte Inftantien, dat voor als nog, aan geene Voorflagen van onzen Natuurlyken Vyand, den Engelfchen Koning, het oor werde geleend; maar dat integendeel, in alles met het Hof van Vrankryk de Concert werde geageerd , en aanftonds na de ingekomene erkentenisfe der Vryheid van Noord-Amerika , van alle de Leden van het Hooge Bondgenootfchap , met den uiterften fpoed een onderling Tractaat van Navigatie en Commercie tusfchen de beide Staaten werde aangegaan en gdlooten , of ten minften ingevalle van onverhoopte difficulteit of dilay van een of meer der Leeden van het Bondgenootfchap , werde gezorgd voor de belangens deezer Provincie in 't gemeen, en van deeze Stad in het byzonder: Ende dat wyders van wegens dee. ze Stad werde getreeden in alle die Maatregul n , die her meest ftrekken kunnen, om onder den Zeegen des Almagtigen , eene billyke vergoedinge van de geleedene fchade te verkrygen, en na den Vyand, met behulp onzer Geallieerden , genoeg te hebben gefnuikt denzelven te necesfiteeren tot het offereeren van eene voor ons honorabele Vreede, Lxr.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 183 LXI. Requesten, enz. raakende het Schip de St. George, aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Li dato 12 April 1781. Geeven met allen Eerbied te kennen , de Ondergeteekende, Medereeders en Geïnteresfeerdens in 't Schip St. Gaorge , Kapitein Jan Pieter Janfen en deszelfs Lading, mitsgaders Boekhouder van 't zelve Schip, woonende te Amfterdam. Dat de Supplianten, wanneer zy de ongehoorde Vreedebreuk van Engeland met deeze Republiek vernoomen hebben, wel aanltonds, naar dien 'er een meer dan gewoon getal Schepen uit de Levant verwagt werdt, by welken de Supplianten alle meer of min , dog doorgaans vry important geinteresfeerd waren, voorzien hebben, dat zy Suppl, daar door enorme verliezen zouden moeten ondergaan , dog dat zy Suppl. in overweeging neemende , dat zy zulks voornamelyk aan 't onregtvaardig Engelsen Ministerie te wyten hadden , en dat 'er in die eerfte omftandigheeden geene middelen waren in 't wetk te ftellen, om hunner Suppl. fchadens te preveniëeren , zig met alle ftilheid en gelaatenheid aan 't algemeen noodlot hebben onderworpen , en alzoo vervolgens , fchoon met geene geringe ontroering , de droevige tydingen bekoomen hebben, dat een groot aantal Schepen , waaiin zy veel Intrest hadden , en wel» ker geheele waarde verfcheidene Millioenen zal bedraagen, van tyd tot tyd door de Engelfchen zyn opgebragt. Dat nogtans in die fataale omftandigheeden zy Suppl. rnerkelyk werden geconfoleerd , door dien zy van alomme geïnformeerd werden , dat Uw Hoog Mog. de nodige orders hadden afgevaaidigd om verdere fchadens van de Commercie te preveniëeren , en byzonder mede , dat drie Oorlogfcbepen van deezen Staat, beM 4 ve-  ïS4 april, ZAAKEN VAN i732, velen hadden ontvangen, om in de Middelandfche Zee te kruisfen, ten einde de Schepen van de' Ingezeetenen deezer Republiek te waarfchouwen, en in veilige Havenen te brengen , waar door de Suppl. zig vleiden verzekerd en gerust te kunnen zyn , dat daar in alle de Havens van de Middelandfche Zee , de berigten van den Oorlog fpoedig konden overkomen, en de Nederlandfche Schepen zig aldaar voor alle gevaar konden hoeden, zoo dat de Levant alleen overbleef, daar de befchermmg nodig was , de gemelde Oorlogfchepen dus byzonder zorge zouden dragen, om de rykgelaaden Schepen, die nog van daar , en met naame van Smtrna zouden vertrekken , zonder van 't gevaar te hebben kunnen gewaarfchouwd worden , te gemoed te zeilen en in veiligheid te brengen. Dat in dit vertrouwen, wanneer de Suppl. door hunne Correspondenten geïnformeerd werden, dat het voorgemelde Schip St. George, Kaptein Jan Pieter Janfen den 24 fanuary deezes Jaars, van Smirna was vertrokken , zy Suppl. voor dit Schip, niet veel zwarigheid gemaakt hebben , of 't zoude wel aan 't zelve gelukken , om door tydige infbrmatien en de nodige befcherming bewaard te worden, dog dat de Suppl meede tot hunne uiterfte fmerte hebben moeten ontwaar worden, dat ook deeze ryk gelaaden Bodem (benevens een ander Schip, genaamd de Harmonie, Kaptein Sikke Dirks Manje,) de Prooi van de Engelfche Kapers beeft moeten worden , en te Civita Vecchia was op. gebragt, terwyl inmiddels de gemelde drie Oorlogfchepen werkeloos te Livorno waren blyven leggen & Dat egter de Suppl. nog niet alle hoop' hadden opgegceveu , om ren minden nog dit Schip behouden te Izien , vermits hun van Livorno berigt werdt dat de twee evengemelde Schepen te Gaè'ta en Civita Vecchia niet zouden mogen blyven , maar zeker naar Livorno zouden verzeilen , op welk berigt de Suppl. vermeen, den vastelyk te mogen vertrouwen , dat de gemelde drie Oorlogfchepen of altans een derzelven eindelyk op hun voorn. Schip , dat niet echapeeren kon , zouden hebben gaan kruislen, om "c zelve van de Engelfcheu, voor t ïnloopen te Livorno te herneemen , dog dat ook  A*aii,, STAAT EN OORLOG- 1782. 185 ook deeze hoop , waarin de Suppl. meenden zoo wel gefundeerd te zyn, in rook is verdweenen , en zy SuddI. berigten in dato 12 Maart van Livorno hebben ontvangen, dat het meergemelde Schip St. George onverhinderd door den Engelfchen te Livorno was op- ^Datf'de Suppl. hier omtrent met alle Eerbiedigheid de vryheid moeten gebruiken, Uw Hoog Mog. onder 't oog te brengen, dat daar de Bevelhebbers der gemelde drie Oorlogfchepen, van al 't bovengemelde ongetwyffeld kennis gehad hebben , en zy ook boven dien, door de bekende vigilantie van den Conful Kerfbvl. van alles de nodige Mormanen zullen hebben bekoomen , en de Suppl. daarby naauwkeung meenen onderrigt te zyn, dat in die gewesten geene Engelfche Oorlogfchepen zyn, om welker gevaar men zoude kunnen zeggen , dat de gemelde Bevelhebbers te Livorno waren blyven leggen, 't neemen, opbrengen en weder verzeilen van 't meergemeld Schip, zoo het de Suppl. voorkomt, aan niets anders , dan aan een verzuim is toetefchryven , waarvan de reden voor de Suppl. ondoorgrondelyk is, en dat het niet alleen is eene waarheid dat het neemen van geen een Schip zulk eene algemeene verwondering en droeffenis by een ieder en zelfs by die geenen , welke geene betrekking op den Levantfchen Handel hebben, verwekt heeft, gelyk t ook op zig zelve niet dan zeer vreemd konde voorkomeri, dat de Engelfche Kapers, die met onbewust konden zyn , hoe gemakkelyk onze Schepen hun op hunnen togt naar Livorno hadden kunnen overvallen , t evenwel hebben durven onderneemen , om met een Schip aan welks behoud hen zoo veel gelegen was, direct naar Livorno te zeilen , maar dat ook dit alles aan de Inwoonders van Livorno zelve zoo onbegrype. lyk en teffens onverantwoordelyk is voorgekomen, dat zelfs drie van de voornaamfte Huizen aldaar , welke omtrent het meergemeld Schip voldrekt ongemteresfeerd zyn, geene zwaarigheid gemaakt hebben, aan drie meede geheel ongeïntcrerfeerde Huizen te Amfterdam en te Rotterdam onder anderen te fchryven , dat men reeds verfcheidene dagen te Livorno openlyk geweeten M 5 hadt,  i86 april, ZAAKEN VAN i78a. fapti dat de meergemelde twee Schepen te Gaëta en Civita Vecchia niet konden blyven, maar dat deïlven IZ-ÏTT Tde" Verzdlen • dat h« hun zeef veel moeit» deedt dat onze Intresten zoo onregtvaardig op geofferd werden, dat de Hollanders dan maar van de verdediging hunner Commercie zouden moeten aft en en de Negotie geheel aan de Engelfchen Jveriaten' dat het, om de gemelde Schepen te herneemen m* noeg was geweest in het Kanaal van Piombino al wa 't maar met één Schip te kruisfen , maar da?'men de fchandelyke en verfoejelyke luiheid , 200 't genoemd wordt, de voorkeur hadt gegeeven, om beide gdie ffy. zen, zonder Convooy en met weinige Matroozen aldaar ,e zien arriveeren, en dat zelfs eenige va„ "nze Officieren aldaar met gezien werden en zy'er ook geen geheim van maakten om te zeggen, dat zy de gevoï gen met fchaamte vooruitzagen ; van al 't welk en meerder gneyende uitdrukkingen , die de Suppl. hS Intrest zelfs daar gelaaten, als Ingezeetenen van deeÏÏÏ «n'^h8 ZT,ma^en StaatNoor 't hart fnyden aan Uw Hoog Mog. kan blyken uit drie Brieven {e Li. yorno gefchreeven, waar van de Suppl. de Eer hebben de authentique Extracten ten deezen te annexee en. Dat intusfchen zy Suppl. zig onder eerbiedige correctie laaten voorftaan, dat hun Suppl. niet kan6 opgelegd worden de onfchuldige Viktimes te moeten zyn van het met verleenen der nodige Protectie aan hunner Suppl voorgemeld Schip en Lading, daar zy Suppl door den Handel welken zy reeds op de Levant iedaan hebben en-de getrouwheid, waarmede zy 'sLands Regten , volgens hun pligt betaald hebben, het hunne hebben toegebragt, om hunne Hoogstgeëerbiedigde Overhetd in-ftaat te ftellen , om den Koophandel , alï de eenige Zenuw van dit Gemeenebest kragtdadfg te befchermen , en zy alzoo met alle Eerbiedigheid vermeenen te mogen luppliceeren , dat de fchadens , welke hun Suppl door Inactie der Schepen van deezen Staat zyn overgekomen , en die voor de Suppl. wanneer zv die zeiven zouden moeten draagen , ten uiterften ruïneus zouden zyn, uit de Kaèfa van den Staat, waarin zy öuppi. meede een aanzienelyk Capitaal ter befcher- ining  april, STAAT EN OORLOG. 1782. i37 ming van den Koophandel gefourneerd hebben, aan hun Suppl. mogen vergoed worden; waarop de Suppl. ook roet alle Eerbiedigheid dog met niet minder fiducie vermeenen te mogen inlïeeren , om dat anderzints aan de r Commercie in het generaal en aan deeze formidable branche van dezelve (welke fteeds de zonderlinge Protectie van Uw Hoog Mog. heeft mogen ondervinden) in 't byzonder , eene breuke zal worden toegebragt, welke bezwaarlyk zal kunnen herfteld worden, aange. zien niemand zyne Schepen of Goederen onder de Convooyen zal durven rifiqueeren, wanneer 'er bedenking kan vallen , of niettegenftaande de Oorlogfchepen van de befcherming of herneeming zeker fchynen te zyn , de Schepen egter genoomen en opgebragt kunnen worden , en 'er alhier deswegens geen Dedommagement wordt gedaan, en dat ook, of fchoon men zekere berigten meent te hebben , dat de Ottomanifche Porte Heilig gerefolveerd heeft, zyne Onderdaanen in alles ïcbadeloos te doen ftellen, waar op de Suppl. voor zoo verre 't Intrest van hunne Ottomanifche Correspondenten in 't meergemeld Schip betreft, ook volkomen vertrouwen, de Onderdaanen van de Porte egter zig niet ligtelyk wederom op zoodanige wyze zullen exponeeren, om in Hollandfche Schepen , hoe zeer genoeg, zaam geconvoyeerd, hunne Goederen telaaden, al was 't maar , om de verdrietelykheid eener Correspondentie over 't reclameeren by de Engelfchen voor te komen, 't welk nogtans , zoo als van zelf fpreekt, voor den geheelen Levautfchen Handel zoude zyn van de allerprejudiciabelfte gevolgen. Om alle welke redenen de Suppl. eerbiedig de vry. heid gebruiken, zig te keeren tot Uw Hoog Mog. met alle ootmoedigheid verzoekende , dat Uw Hoog Mog. de fchadens , welke aan de Suppl. als Medereeders en G-eïnteresfeerdens in 't Schip St. George , Kaptein Jan Pieter Janfan en deszelfs Lading door het neemen en opbrengen van 't gemeld Schip door de Engelfchen te Livorno zyn toegebragt, voor zoo verre 't Hollandsch Intrest aangaat, gunftiglyk gelieven te vergoeden , of dat anderzints Uw Hoog Mog. tot fchadeloosftelling van de Suppl. zoodanige maatregelen gelieven te neemen,  188 april, ZAAKEN VAN I?8a. men, als Hoogstdezelven, na derzelver hooge wysheid zullen oordeelen te behooren. 't Welk doende (Was get..) Wed. uberfeld en serrürier. hendrik momma. henorik de roo. bo-.ch en verryn. g. h. matthes. johannes meneven. jan d'arnaud davidsz. BYLAAGEN. Extraft Translaat uit het Italiaansch. De Heeren guaita en comp. te Amfterdam. Livorno Ié Maart 1781. God geeve, dat de apparentien van bevreediging tot wezentlykheid mogen komen; het is onmogelyk dat de Hollandfche Schepen in *t generaal zig zoo gel draagen zullen, als de geene, welke zig alhier bevinden , dit zoo zynde , dan moeten de Hollanders maar van de Verdeediging van hunne Commercie afzien en dezelve (namelyk de Commercie) geheel aan de Engelfchen overlaaten. Ik vrees dat de Kommandant zyn Pyp zit te rooken, zonder eenige Movementen te maaken en ieder wist ten opzigte van de Smirnfe Pryzen dat. de eene Vryheid gekreegen had van Civita Vecchia te vertrekken, en dat de andere die te Gaëta lag aldaar niet kon blyven , alzoo op die Plaats geen Lazaret is , dienvolgens was 't genoeg in 't Kanaal van Piombino te kruisfen, dog hy heeft de fchandelyke en verfoeijelyke luiheid de voorkeur gegeeven, om beide Pryzen zonder Convooy en met weinige Matroozen alhier te zien arriveeren. — Zoo veel ontzag hebben de Engelfche Kapers voor de Hollandfche Zeemagt. Eenige van de Officieren ziet men niet eens , daar zy 'er  april, STAAT EN OORLOG. 178a. 185 'er ook geen geheim uit maaken te zeggen , dat zy de gevolgen met fchaamte voor uitzien, &c. (Was get.) gu1llian0 ricci. (Onder ftond) Accordeerd wat het geëxtraheerde betreft, met het Italiaans Origineel, getekend N°. 987. ne varietur. Amfterdam den 9 April 1781. (Was get.) joannes verceel luc. zoon. Beëedigd Translateur. Extraft Translaat uit het Fransch. De Heeren van de sande , cüilhemanson rappard en comp. te Rotterdam. Livorno 12 Maart ijBt. Deeze dient om UE. te berigten, dat het Hollandsen Schip Sr. George, gevoerd door Kaptein Jan Pieter Janfen met een zeer ryke Lading, van Smirna naar Holland zeilende en door den Engelfchen Kaper de Faam genoomen, gisteren op onze Ree is gearriveert. Ge /.egde Schip was door evengemelden Kaper naar Civita Vecchia opgebragt , dan vermits aldaar, tot Quarantaine voor de Lading, geene Lazaretten zyn , zoo heeft men hem terftond wederom doen vertrekken, en de Kaper heeft het middel by der hand gevat, het zelve naar deeze Haven op te brengen: ook weet men, dat een ander Engelfche Kaper genaamd Midftone, gecommandeerd door Tristam HiJIman genoomen heeft, het Hollandsch Schip de Harmonie, gevoerd door Kaptein \  190 april, ZAAKEN VAN 1782, rein Sikke Dirks Manje , insgelyks van Smirna naar Plolland gedestineerd, inhebbende een Lading, die op c£ 30000: — Sterlings gefcbat wordt, en heeft men gegronde reden te gelooven , dat deeze Prys insgelyks in onze Haven zal worden opgebragt, ja zelfs veronderfteld men , dat dit het zelfde Schip zy, welk tans van onze Vuurbaak gefeind is. Het valt waatlyk fmertelyk , dat de Engelfche Kapers zig zoo gemakkelyk van deeze ryke Schepen hebben kunnen meester maaken , terwyl zig in onze Haven een Hollands Esquader bevindt, dat maar werkeloos blyft liggen , zonder aan de Commercie de nodige Protectie te geeven. Het was hier reeds voor zeven dagen algemeen bekend, dat opgeroeide Schip St. George om de gemelde reden van Civita Vecchia naar deeze Haven vertrokken was ; een enkeld Fragat door den Admiraal afgezonden , zou dit Schip , als ook 't Schip de Harmonie zeer gemakkelyk hebben kunnen herneemen, daar 't immers onbetwistbaar zeker was dat deeze twee Schepen met derzelver Ladingen herwaards zouden worden opgezonden, 't Valt, in waarheid gezegt, al te verdrietig, voor de geenen die zig gelyk wy voor Uwe refpective Natie interesfeeren, deszelfs Intrest zoo onregtvaatdig te zien opgeofferd 'en 't is te wenfchen , dat die ongelukken door eene betere Directie zullen worden voorgekomen , dewyl anderzints de'Engelfche Kapers , die fteeds in onze Zeeën blyven kruisfen niet zullen ophouden, aan de Commercie nog gevoeliger Hagen toetebrengen. Opgemelde twee Schepen en derzelver Ladingen zullen by publique Veiling aan de meestbiedenden, moeten worden verkogt &c. (Was get.) a. franc8. salucci en zoon. (Onder ftond) Accordeerd wat het geëxtraheerde betreft, met het Fransch Origineel geteekend N°. 986. ne varietur! Amfterdam den 9 April 1781. (Was get.) joannes ver gef.l luc. zoon. Beëedigd Translateur. Ex-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 191 ExtraEl Translaat uit het Fransch. De Heeren breitenfeldt en gregory, te Amfterdam. Livorno 23 Maart 1781. De Heeren Staaten Generaal moeten zig egter daar meede (met de Vreede , waarvan te vooren gewaagt was:) vleien , want zy houden hunne Magten buiten aftivireit, terwyl de Engelfchen hun gang gaan met op de Hollandfche Vlag Pryzen te maaken, dienvolgens zyn de twee Hollandfche Pryzen , komende van Smirna en gedestineerd naar Kosti, dan ook wezentlyk met de grootfte Tranquiliteit alhier opgebragt dezelve zouden door de Hollandfche Oorlogfchepen hebben kunnen hernoomen worden , dan deeze hebben zig nogtans van onze Ree , als hun ankerplaats niet bewoogen &c. (Was get.) pierre dupouy & comp. (Onder ftond) Accordeerd wat het geëxtraheerde betreft, met het Fransch Origineel geteekend N°, 988 ne varietur ' Amfterdam den 9 April i78t, (Was get.) joannes vergeel luc. zoon: Beëedigd Translateur. Re.  192 april, ZAAKEN VAN 1782, Tweede Request aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, In dato ii April 1782. Geeven met allen Eerbied te kennen , de Onderge. teekende, Medereeders en Geïnteresfeerdens in 't Schip St. George , Kapitein Jan Pieter Janfen en deszelfs Lading, mitsgaders Boekhouders van 't zelve Schip, woonende te Amfterdam. Dat zy Supplianten op den 12 April des voorleeden Jaars 1781 de Vryheid genoomen hebben , zig by Requeste aan Uw Hoog Mog. te adresfeeren, met beklag over de onbegrypelyke Inaftie en werkeloosheid van 's Lands Oorlogfchepen in de Middelandfche Zee, waar door het voorn. Schip St. George onverhinderd te Livorno is opgebragt, het welk de Suppl. toen reeds ,door authentique Berigten van Livorno ontvangen, hebben doen zien, dat aan niets anders dan aan Pligtverzuim was toetefchryven en met ootmoedig verzoek , dat Uw Hoog Mog. de fchadens, welke daar door aan de Suppl. waren toegebragt, voor zoo verre 't Hollands Interest betrof, gunftifflyk zouden gelieven te ver. goeden, of dat anderzints Uw Hoog Mog. tot fchade. ioosftelling van de Suppl. zoodanige Maatregelen zouden gelieven te neemen , als Hoogstdezelven na derzelver hooge wysheid- zouden oordeelen te behooren, Dat zy Suppl. daar op 't genoegen hebben gehad, te ondervinden, dat Uw Hoog Mog., welker bekende Regtvaatdigheid niet toeliet, in deeze zaak , zonder 't neemen van de nodige Informatien en het hooren van die geenen, door welken zoodanig verzuim zoude zyn gepleegt geweest, een befluit te neemen, hunner Suppl. voorgem. Request, na 't zelve, volgens Informatie by de Suppl. bekomen , met de Admiraliteiten te hebben Commisforiaal gemaakt, onder anderen gefield hebben, in handen van den Schout-by-Nagt Jan Binkes , toen 't Esquader van deezen Staat in de Middelandfcne Zee kommandeerende, ten einde daar op Uw Hoog Mog. van deszelfs Berigt te dienen ; en dat het wyders na 't retour van gemelden Schout-by-Nagt Binkes", hier te Lan-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 193 Lande aan Uw Hoog Mog. behaagt heeft, by Hoogstderzelver Refolutie van den 17 December 1781 aan Zyne Doorluatige Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c. te verzoeken, om een hoogen Zee Krygsraad te konvoceeren, en daarin 't gedrag ■ van gemelden Schout-by-Nagt , met opzigt tot het voorn. Schip Sr. George gehouden, te doen examineeren ; welk een en ander de Suppl. ('t zy met allen Eerbied gezegd) vermeenden als een gunftig Voorteeken en eene apparente hoop van Reusfite te mogen aanzien , by aldien eventueel na een behoorlyk en volleedig onderzoek van Zaaken , de klagten, welke de Suppl. de vryheid gebruikt hadden, in den Vaderlyken fchoot van Uw Hoog Mog. nederteleggen , gefundeerd zomen worden bevonden , omtrent welk laatfte by de Suppl. geene twyfeling hoe genaamd was refideerende. Dat het vervolgens aan Hoogstgem. Zyne Doorlugtige Hoogheid gunltiglyk behaagd hebbende , den evengemelden hoogen Zee-Krygsraad te doen konvoceeren, i 't al verder ge'deeken is, dat de Suppl. in geenen deele Uw Hoog Mog met eenige loslè Soupcons of chimenque bezwaaren waren voorgekomen , maar wel in tegendeel dat het gepofeerde by hunner Suppl. voorgem. ' Rtquest met de zuiverde waarheid overeenkomftig was, alzoo welgemelde hooge Zee-Krygsraad by deszelfs Sententie van den 9 Maart 1782 met zoo veele woorden heeft gedeclareerd, door voorn. Schout-by-Nagt Binkes overeenkomftig de waarheid bekend te zyn, onder anderen, dat hy Schout-by-Nagt Binkes niets het allerminde heeft gedaan of getragt te doen , om de Smtrnaasvaarders van de Vreedebreuk van Engeland met deezen Staat te waarfchouwen en tegens het geweld der Vyanden te beveiligen ; en zulks niet tegenftaande hy de alleruitdrukkelykde bevelen van Hoogstgemelde Zyne Doorlugtige Hoogheid hadt ontvangen , niet alleen om de Middelandfche Zee te bekruisfen , of te doen bekruisfen, maar ook dit bepaaldelyk teverrigten in den Archipel, en wel van Smirna af, tot a n de Straat van Gibraltar toe , en om de Schepen , e Proteftie nodig hadden, en voor welken dezelve gevraagd werdt, te moeten protegeeren; door welke nalatigheid hy Schout-by-Nagt reeds voor de neeming V. deel. N van  194 april, ZAAKEN VAN 1782. IT^ SfSP St" Georle door de Engelfchen verzuimd heeft, dat geene te doen , waartoe hy verpligt was, en waar door 't zelve Schip van den Oorlog gewaarfthonwd, en tegen de Engelfchen beveiligd of fpoedig hernoomen hadt kunnen worden ; dat voorts alle zyne geallegueerde Excufen van allen grond zyn om> te hpffirmp yf5baare, verP1'§«ng om de Commercie te befchermen ; dat ook in 't byzonder hy Schout-byNagt gewaarfchouwd zynde , om 't SchipY St. George «Pn,rafn,en-,a1 hiertoe>h°e gemakkelyk dit ook waf, fnf rmtte ^°eLte heeft gedaan en «"zoo 't be! lang der Commercie heeft verwaarloosd en zyn pligt verzuimd; en dat wyders by Schout-by-Nagt zig in meer dan een opzigt aan zoodanige Negligentie en In- f' WeLheefC ftUldig ***** > dat de^ volgend a Cn PJ,acaaten deezer Landen behoorde geS S rt-'l W(?den5 zulks dat meergemelde Schoutby-Nagt Binkes by de voorfchreeven Sententie verklaard JjVnï^T °PZlgtC ï°ï het Sch,'P Sr' GeorSe niet z™' OffiHe/S33^ tC huebben • als een vigila"t en actief ?en vd . n3m/'en hy dienvolgens in zyn Dienst voor den tyd van drie agtereenvolgende Jaaren is gefuspenff' ,met P"va»e van alle zoodanige Traclementen rLl Jumemean '• W,eike voor hem ^derzints geduu" hebben l " ^ "V™ DknSt Va" de» W>uden 5ei™^;ku"nen Proflue"en, met Kondemnatie van denzeiven in de kosten van welgem. hoogen Zee-Krygsraad en de kosten van den Procesfe ; zynde wyders Meff'nnT11112 "ie^alleen dGOr Zvne Doorlugtige Hoog! ïpifc? w10 Maart geapprobeerdf maar ook ze fs door Hoogstgem. Zyne Hoogheid by Mislive ten zelfden dage aan Uw Hoog Mog. gefchreeven, het gev UnSvSrgeT Scboirby-Naëgt met de 'woorden wnJpT tf T™a«he,d en Verzuim beffempeld geC ï'n \T e byvoeging dat door Zyne Door. lugtige Hoogheid niet meer het Commando van een w^dï — Schout-by-Nagt zoude toevertrouwd cnSfrm1^- aIf°° -door deeze Sententie en 't opgevolgd onre/Pn^lr ,bfgnp Va" Zvne Ooorlugtige Hoogheid ontegenzeggelyk is geworden, dat de Schout-by-Nagt Bin-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. i$j Binkes zig aan een weezentlyk verzuim omtrent der Suppl, Schip St. George heeft fchuldig gemaakt, en dat wanneer dezelve Schout-by-Nagt behoorlyk gevigileerd hadt, het zelve Schip met deszelfs ryke Lading voor de Suppl. gehalveerd hadt kunnen worden; en in die omftandigheeden de Suppl. als nog de vryheid moeten neemen, aan Uw Hoog Mog. allereerbiedigst voortedraagen . dat ingevalle zy Suppl. de hier door veroorzaakte fchade zelve zouden moeten draagen, de geheele Koophandel en Navigatie en met naame de Levantfche hier door ten fterkften zoude benadeeld worden, zoo als by hunner Suppl. voorgem. Request, zoo zy vertrouwen allerklaarst is aangetoond , waar toe de Suppl. kortheidshalven de vryheid gebruiken zig met alle Eerbiedigheid te refereeren, en dat het ook (onder Reverentie) allerhardst voor de Suppl. zyn zoude , wanneer zy van eene dergeiyke Negligentie , Inactiviteit en Pligtverzuim zouden moeten zyn de onichuldige en ongelukkige viótimes, daar zy met alle Getrouwheid en Exactitude 's Lands Regten hebben voldaan, in het vertrouwen , dat de Protectie, tot welkers efïïcacieufe inftandhouding 's Lands Regten betaald worden , daar dezelve met Effect verleend zoude kunnen worden , ook weezenlyk en met de daad der Suppl. Interest zoude beveiligen . en de Suppl., wanneer de mogelykheid der Protectie, tot welkers maintien zy zoo important gecoutribueert hebben , daar was , zig niet hebben kunnen of nog kunnen voordellen, dat 'er dan nog een geval zoude kunnen exteeren, waarin zy de falutaire uitwerkingen daar van zouden moeten misfen; veel minder dan wanneer zy aan hunne zyde aan hunne Engagementen voldaan hebben, 't verzuim van een Bevelhebber, die niet door hun, maar als door de geheele Natie is aangefteld geworden , en die door de Hoogstgevenereerde Representanten van de Natie byzonder meede tot befcherming van der Suppl. Schip gefchikt was , niet door de geheele Natie zoude moeten gerepareerd worden , maar dat van een diergelyk wangedrag eenige Individus van de Natie, (welke boven dien enorme fchadens hebben geleeden , die door geene Protectie waren voor te komen,) privativelyk en alken zouden moeten zyn de ongelukkige Dupes, 't N 2 welk  196 april, ZAAKEN VAN 17»!. welk de Suppl. (onder eerbiedige Correctie) met te meer Grond van Uw Hoog Mog. vermeenen te mogen afimeeken , om dat der Suppl. fchade door verzuim van voorn. Bevelhebber veroorzaakt, voor de geheele Narie is een object van een gering aanbelang, en daartegen yoor de Suppl. gevoegd by hunne verdere verliezen byna is ruïneus en onuitftaanbaar. Dat mogelyk tegen deeze ootmoedige Supplicatie in aanmerking zoude kunnen komen , dat hoe zeer het Biet ontbreekt aan voorbeelden van vergoedingen aan Ingezeetenen van deezen Staat door Uw Hoog Mog gedaan , 'er egter geen Exempel van deezen aart , als der Suppl. verzoek in 's Lands Gefchiedenisfen bekend is, en dat by eene verhoopte Reusfite van de Suppl. meer dergeiyke verzoeken in 't vervólg aan Uw Hoog Mog. zouden kunnen worden gedaan ; dog dat de Suppl. met den diepiten ootmoed vertrouwen , dat geene van deeze eventueele bedenkingen aan hun op eêmgérlei manieren zal kunnen oblteeren, aangezien 'er in ons lieve Vaderland nimmer een diergelyk geval als waar over de Suppl. zig beklaagen geëxteerd heeft , nimmer Nederlandfche Vlootvoogden de Orders, het vermogen en de gelegenheid hadden, om de Schepen hunner Natie te beveiligen , zonder die met alle vuur en yver m 't Werk te ftellen, en ook tot innige blydlchap van alle regtgeaarde Nederlanders 'er teen fcriyn van vrees is, dat andere Vlootvoogden of Lands-Officieren op eene diergelyke wyze denken of kunnen denken , waarvan de glorieufe bataille op Doggersbank en de roemrugtige Defènfien door andere Officieren by andere gelegenheeden gedaan , tot het einde der Eeuwen ter kontrarie Preuve zullen verffrekken , terwyl voor 't overige de Suppl. met rlle Onderdaanigheid vertrouwen, dat al werdt het mogelyk gefield, dat een dergelyk Wangedrag , waartoe het verloop van meer dan twee Eeuwen in deeze Republiek gebleeken is nodig te zyn , tegen alle verwagting en vermoeden nog eens zoude kunnen exteeren, de Hoogstgeëerbiedigde /bquiteit van Uw Hoog Mog. niet zoude toelaaten, dat om die confideratie alleen , dit ootmoedig verzoek van de Suppl. indien 't anderzints op gronden van btllykheid en regtvaardigheid fteunt, zoo als de Suppl. ver-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 197 vermeenen te mogen veronderftellen, zoude worden van de hand geweezen, en zulks te minder, daar de Suppl. 't zy met eerbied gezegt, uit de gunftige Reflectie .welke Uw Hoog Mog. op hun voorig Request hebben gelieven te maaken , door 't gedrag van den Schoutby-Nagt Binkes bepaaldelyk in opzigt van 't Schip Sr. George te doen onderzoeken , gemeend hebben , zig eenigzints te mogen vleyen dat hun verzoek by dezelve Requeste gedaan , indien de daarby getailleerde klagten gefundeerd weiden bevonden , niet voor onredelyk door^Uw Hoog Mog. is aangezien, en zy dus bidden, dat het hun ten beste moge gehouden worden , wanneer zy ook om die Reden, Uwer Hoog Mog. Vaderlyke clementie in dit geval met des te meer Èmpresfement en Fiducie vermeenen te mogen imploreeren. Om alle welke redenen de Suppl. met alle Onderdaanigheid inhfereerende de gronden by hun voorig Request gedetailleerd en het daarby gedaan verzoek , als nog de vryheid gebruiken, zig tot Uw Hoog Mog. te keeren, met alle ootmoedigheid verzoekende, dat Uw Hoog Mog. de fchadens, welke aan de Suppl. als Medereeders en Geïntetesfeerdens in 't Schip St. George, Kapt-, Jan Pieter Janfen en deszelfs Lading door 't neemen en opbrengen van 't gemelde Schip , door de Engelfchen te Livorno zyn toegebragt, voor zoo ver 't Hollands Interest bedraagt ('t weik chka honderd vyf en twintig duizend Guldens zal beloopen, zoo als de Suppl. klaarblykelyk kunnen aantoonen) gunfliglyk gelieven te vergoeden,of dat anderzints Uw Hoog Mog. tot fchadeloosfielling van de Suppl. zoodanig maatregelen gelieven te neemen , als Hoogstdezelven na derzelver hooge Wysheid zullen oordeelen te behooren. 't Welk doende. (Was get.) Wed. uberfeld en serrurier. h eindrik momma. hendrik db roo. bosch en verryn. johannes meneven. g. h. matthes. jan d'arnaud davidsz. N 3 Eeni»  J?8 april, ZAAKEN VAN 1782. Eenige Refiectien op 't Rapport der Heeren van de Commisfie door H. H. Mog. benoemd, betrekkelyk 't Request der Geïnteresjeerdens in *'$ Schip de St. George , gevoerd geweest door Kapitein jan pieter jansen. T7ooraf neemen de Supplianten de vryheid te remarV cjuëereri, dat in de opgaaf van hun Request vry gewigtige gedeeltens van 'c zelve met ftilzwygen zyn voorbygegaan, zoo met betrekking tot woordelyk over. neemingen uit de Sententie door den hoogen ZeeKryasraad over den Heer Binkes geveld , als met betrekking tot de Motiven , op welken zy Supplianten hun verzoek hadden gevestigd en die zy onder verbeetering meenen , dat zoo redelyk en billyk zyn om de gegrondheid van hun verzoek te (taaven , zoo dat dit Rapport zonder der Supplianten Request geleezen wordende , de geheele zaak in een veel flaauwer ligt aan een ieder moet voorkomen, dan dezelve waarlyk verdiend , neemende zy Suppl. de vryheid zig kortheidshalve aan 't Request zelts te refereeren. Wat nu het daarop gevolgd Advis betreft, merken de Suppl. aan , dat het waar is, dat het niet wiskundig is beweezen , dat de Heer Binkes , zig wel van zynen pligt hebbende gekweeten , 't Schip de Sr. Ge. orge zou hebben gered; dog den loop der meefte waerel Ifche zaaken naauwkeuriglyk opmerkende, is 't in 't algemeen zeker , dat men van daaden die niet verrigt zyn, niet met volkomene gewisheid kan bepaalen, welk een uitflag dezelven zouden hebben gehad, indien dezelven waren werklreliig gemaakt, en dus kan men in deezen nooit verder komen , dan de hodgstwaarfchyulyke gevolgen op te geeven, en daarna zyn belluit optemaaken. 't Is by voorbeeld mogelyk, dat een middelmaatig Fregat van Oorlog , een Schip van Linie in den beginne eener Aéhe zulle een ramp kan toebrengen, waar door 't laatlte, hoe veel irerker anders, zou moeten bukken ; dog dit is flegts mogelyk en geheel niet waarlchynelyk, dus dat een Commandant van een Schip yap Linie, zig geheel niet zou kunnen verantwoorden, niet  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 199 niet met een vyandelyk Fregat te hebben geflaagen om de voorgeflelde mogelykheid: zeker zou men de groote waarfchynlykheid van overwinning voor een volkomene zekerheid neemen en hem ingevolge van dien even zoo behandelen, als of men eene wiskundige zeterheid van den uitflag hadt. —— Hoe is 't nu geleegen met de zaak van den Heere Binkes? Alle berigten van Livorno komen over een , dat de poogingen van den Heere Binkes, met eene waarfchynlykheid , die op den bovengemelden voet zekerheid mag genoemd worden, van fucces zouden zyn geweest, het Schip de St. George te herneemen ; ook zegt de Sententie „ dat alle Excufen van den Heere Binkes, ongefundeerd waren en hy gewaarfchouwd zynde 't Schip St George te herneemen en hiertoe geene de minlte pooging hebbende gedaan, het belang der Commercie heeft verwaarloosd en zyn pligt verzuimd , en dat hy zig door geene ongegronde vrees hadt behooren te laaten affchrikken van eene pooging, die een important voordeel aan de Commercie en Eer aan zyne VJag beloofde-" —— Dus hier uit blykt, dat de Le« den des Krygsraads wegens de herneeming eene even groote waarfchynlykheid gefield hebben , als de Brieffchryvers te Livorno. —— Dog by deeze ééne groote waarfchynlykheid koomt 'er nog eene andere, die namelyk, welke te vooren reeds hadc plaatsgehad: want zegt de Krygsraad , „ dat dewyl de Heer Binkes , in gebreke was gebleeven, zyn orders wegens 't kruisfen met zyn Eskader optevolgen, hy door deeze nalaatigheid reeds voor de neeming van 't gem. Schip door de Engelfchen verzuimd heeft, dat geen te doen, waartoe hy verpligt was en waardoor het meergem. Schip St. George, van den Oorlog had kunnen gewaarfchouwd en tegen de Engelfchen beveiligd of fpoedig hernoomen worden," van welke (telling men volkomen overtuigd word , door eene bloote Leclure van de orders zeiven, die ook worden opgegeeven. Ook is :de Conduite der Sententie een kragtig bewys : want was de waarfchynlykheid zoo groot niet geweest, dat men dezelve genoegzaam als eene volftrekte zekerheid moest aanmerken , dan was de grond voor 't itraffen van den Heere Binkes weg en dus de N 4 uit-  200 april, ZAAKEN VAN 1782. uitfpraak onredelyk, zynde het eenig oogmerk der Krygsraad alleenlyk en fpeciaal geweesr, om 't ge irag van den • Heere Binkes, met betrekking op 't meergem. Schip de St. George te onderzoeken; en 't is ook uit de Sententie te zien, dat de Krygsraad zig alleen hieromtrent heeft bepaald; nu is de Heer Binkes, by 't Slot derzelve aan wezentlyk pligtverzuim fcóuidig en daarom drafbaar bevonden, hoe dan kon dit plaats hebben, zoo er de gefustineerde groote waarfchynlykheid niet was geweest? Alles dan overziende, durven de Suppl. zig vleijen dat niemand zal loochenen , dat de hoogstmogelykê waarichynlykheid heeft plaats gehad en de Heer Binkes ook ingevolge daarvan , wat zyn Perfoon betreft, behandeld zynde, durven de Supplianten ook op eene zelfde handelwys ten hunnen opzure hoopen, en neemen de Supplianten voorts de vryheid te remarmieeren, dat dewyl de billykheid in gevallen als dit vordert, dat men naar eene hoogde waarfchynlykheid handelt, even als of men van de zekerheid overtuigd was , zoo zou t niet zeer redelyk zyn , individus zoo ongelukkig te doen lyden (indien anders hun verzoek gelyk zy vertrouwen billyk is) daar 'er zoo veel beweezen is als er ooit in dergelyke gevallen by mogelykheid kan beweezen worden. De tweede Reflectie van 't Rapport is, „ dat de Krygsraad den Heere Binkes, niet tot Dedommagement heelt yerweezen, en dat de Suppl. in regten tegen deezen Heer verder kunnen procedeeren;" dog 'teerde fchynt den Suppl. toe, in dit geval altans, geheel niet tot het resfort der Heeren Leden van den Krygsraad te hebben behoord : dezelven waren belast het gedrag van den Heere Binkes te onderzoeken , en na bevind van zaaken den Heere Binkes volgens de Krygswetten te draffen, ook was aan deeze fieeren niet gedemandeert, om over *t ftuk van Dedommagement te oordeelen , t welk ook niet te pas kwam , dewyl de Suppl. niet van den Heere Binkes , maar van H. H Mog. vergoeding hadden gevraagt ; en dewyl H. H. Mog. zig met hadden uitgelaaten, of Hoogstdezelven aan dit verzoek zouden voldoen of niet , konden de Heeren Leden van den Krygsraad den Heere Binkes, al had- den  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 201 den zy 't anders ook billyk geoordeeld , niet tot eene vergoeding condemneeren, dewyl zy ignoreerden, welk 't oogmerk in deezen van H. H. Mog. zyn zoude terwyl het den gemelde Heeren Leden van den Krygsl raad veel eer moest vootkomen, dat H» H. Mog. Zyne Doorl. Hoogheid hadden verzogt een Krygsraad te beleggen, om daar door naar waarheid geinformeert te zyn, wat 'er van de voorgegeevene Negligentie van den Heere Binkes was , ten einde 'ingevolge daarvan eene Relolutie, met opzigt tot het meergemeld verzoek der Suppl. van Dedommagement te neemen. Belangende nu het tweede deel van deeze Refl ftie „ dat. de Suppl. verder in regten tegen den Heere Binkes zouden kunnen procedeeren," neemen de SuppL de vryheid optemerken, dat deeze handelwys naar hun begrip ten uiterften ontydig en ongepast zoude zyn : want tog de getrouwe betaaling van 's Lands regten voor eene bekwaame defenfie , als dezelve kan plaats hebben, is de eenige waare grond , op welke de Supplianten een Dedommagement te hoopen en te wagten hebben ; dog deeze betaaling is aan 't gemeene Land en niet aan den Heere Binkes gefchied, dus de Suupl. zig aan 't gemeene Land en niet aan den Heere Binkes , kunnen en moeten adresfeeren. Ëindelyk fchynen de Heeren Commisfarisfen , die *t Rapport by H. H. Mog. hebben ingebragt, van denkbeeld te zyn , dat der Suppl. verzoek aan 't gemeene Land om vergoeding wegens eene beweezene Nalatigheid van een Bevelhebber niet gefundeert is ; dog gelyk ^ de Suppl. hier boven reeds aanmerkten, hebben zy 's Lands regten met de naauwgezetfte getrouwheid voldaan , en 't opleggen en draagen deezer Lasten is immers gefchied om befcherming te genieten , als dezelve kan plaats hebben, terwyl zy Supplianten dezelve niet hebben genooten, daar dezelve kon plaats hebben; heeft de Bevelhebber, gelyk dit zeker blykt, zyn pligt verzuimd, en niet aan de goede Intentien van H. H. Mog. beantwoord, dit kan den Suppl. niet worden te last gelegd X en daar van kunnen de Suppl. de onfchuldige en ongelukkige viétimes niet zyn. Zy Suppl. hebben aan dien Bevelhebber niet betaald en hem niet aangelteld , dit laatfte is door of van weege H. H. N 5 Mog.  202 april, ZAAKEN VAN I7ga. Mog. als Reprefentanten der geheele Natie . met de beste oogmerken gefchied; en heeft hy niet aan deeze !?r ,P kWei*en beantwoord , meenen de Suppl. onder eerbiedtge korreétte te mogen ftaande houden dat ook de geheele Natie de nadeden hiervan moet ondergaan, en dat niet eenige Individus de dupes kunnen zyn van 't wangedrag eens Mans, die, gelyk gez"S is, door de geheele Natie is aangefteld geworden te meer daar de geleedene fchade voor t^S'vÏÏ een gering belang , en voor enkele Individls, CSa de reeds geleedene groote fchadens, die door geene pro! ïidneusT6" V0°r 16 k°0men-> bvna onuitftaanbaar en En dat dit raifonnement volkoomen redelyk is,dunkt hun Suppl. onder verbetering duidelyk te blyken als men overweegt, dat als 'tLand iets betaald, zy Suppl hiertoe hunne portie mede hebben bygedraagen, endus dadelyk daar toe hebben gecontribueert , terwyl dit plaats kan hebben in zaaken daar zy Suppl. & hun particulier geen nut ter waereld van hebben ; moeten dan zy Suppl. gelyk billyk is, mede helpen draaien in lasten en vergoedingen, die eigentlyk voor hunne°Mee. de-Ingezeetenen dienen, zoo fchynt het even billyk te zyn , dat alle de Ingezeetenen helpen draagen in hunner Suppl. beveiliging of fchavergoeding , als zy van s Lands wege verzuimd zyn , gelyk hier buiten allen tegenfpraak is gefchied. Voorts neemen de Supplianten ook nu nog de vry. neid de volgende twee voorgekoomene Objedtien voor te ftellen en te beantwoorden, gelyk mede nog iets te zeggen wegens de gevreesde gevolgen, zoo min mogt goedvinden hun 't verzogte dedommagement te geeven , omtrent welk laatfte zy zig ook nog aan 't Re. quest refereeren, ,— de bedenkingen zyn — 1«. Gefuponeert dat de Bewooners van St. Euflatius konden bewyzen dat het Gouvernement in de defenfie zig niet genoeg van deszelfs Pligt hadt gekweeten , zou dan de Souverein ook niet alle die roveryen der Engelfchen moeten vergoeden? Maar 't zy den Suppl. geoorloofd hier op te repli- cee.  april, STAAT ÊN OORLOG. 178a. 203 ceeren, dat het fchynt dat dit geen plaats heeft gehad, en 't is zeker dat het met eenige reden geen plaats kon hebben : want eene meerdere defenfie zou dan Uegts voor eene menigte bloeds een uitftel van weinige oogenblikken hebben kunnen veroorzaaken , waar door geen wezentlyk nut zou zyn gefchied, en waar door de wreedheid der vyanden vermoedelyk tevens nog zou zyn vermeerderd. Dog ouderlteld (en onderfteHingen zou men tot het oneindige kunnen verdubbelen) 011derfteld, dat het Gouvernement van Sr. Eulfatius eene goede Defenfie hadt kunnen doen en dezelve hadt verzuimd , dan zouden de daar door benadeelden , ook op grond dat zulk een Gouvernement van weege de geheele Natie was aangefteld,om vergoeding kunnen aan» houden, offchoon 't evenwel zeker is, dat de Bewooners van dergelyk Eiland zeer veel minder lydelyk in zulk een geval zouden zyn geweest; zy zei ven zouden hier tegen vertoogen aan 't Gouvernement hebben kunnen doen , en des noods veelligt eene zoodanige Handelwys hebben kunnen beletten, dat in der Suppl. geval volftrekt onmogelyk was, en dan nog meenen zy onder verbeetering te mogen ftaande houden, dat eene defenfie der Navigatie zeer verfchillend is van de defenfie van Steden en Vestingen; tot deeze laatfte moet een ieder, wie 't ook zy , contribueeren, terwyl de kosten van eene gewoone defenfie der Navigatie, voornaamlyk en bepaaldelyk gedraagen worden door de Commercie, 't welk de naam zelf, te weeten die van Convooigelden, ten klaarften aanduid, en welke Convooigelden niet gefourneert worden dan door hun die Convooien nodig hebben, dus deeze dan ook een fpeciaaler grond hebben te verwagten de vrugten hier van te genieten , en als by extraordinaire Gevallen, gelyk in Oorlogstyden , door 't gemeene Land Contributien voor de Marine worden gedaan, zoo helpen ook de Kooplieden hier nog in draagen ; hoe men de zaak dus aanzie , fourneeren de Kooplieden altyd dubbeld, terwyl de Zeemagt dan ook dient, om het geheele Land en niet alleen de Commercie te befchermen. s*. Zou.  204 april, ZAAKEN VAN 1782. 2°. Zouden de Scheepen, 'die onder 't Convooy van den Heere Graave van By/and zyn geweest, ook geen regt hebben om vergoeding te vraag en? Maar dit geval fchynt geene connectie hoe genaamd met het tegenwoordig te hebben : de Graaf vanByland moest onder overmagt bukken , waar voor nooit een Souverem kan inftaan; want een Convooi van Oorlo*fcheepen, hoe fterk 't zy, kan altyd door eene meerderheid worden aangevallen; hadt de Heer IBiiues alles gedaan wat hy kon, zouden de Suppl. geen reden tot klagten hebben gehad , veel min den geringften grond om vergoeding te vraagen. In 't algemeen meenen de Suppl. dan te mogen zeggen , dat eene vergoeding, die zy hoopen, van geene gevogen kan zyn, of tot geen grond voor anderen kan itrekken, dan m gevallen die in alle derzelver omdandigheden met dit tegenwoordig volmaakt paralel zyn, en eene bloote leéture van de Hukken hiertoe betrekKelyk , toont fpoedig aan hoe weinig grond van vrees er is dat 'er dergelyke Gevallen meer zouden kunnen exteeren. Nog één enkel woord omtrent de opgegeevene waarde ; dezelve is gereguleerd na eene zeer matige bereeketting der Inkoopspryzen van de goederen, terwyl dezeiven by den verkoop te Livorno door den Oorlog zeer veel hooger zyn verkogt: weshalven de Geinteresfeerdens de fcbadens opgeevende door het verzuim van den Heere Binkes veroorzaakt, zig mogelyk zouden hebben mogen bedienen van het Montant dat de yerloorene Goederen zouden zyn waardig geweest, indien de Heer Binkes zig van zyn Pligt wel hadt geacquiteert: want dan zouden dezelven te Livorno even voordeehg hebben kunnen worden verkogt , als zulks nu voor rekening der Engelfchen is gefchied; dog zy hebben gemeend alle diskretie te moeten gebruiken om daar door, was 't mogelyk, zig eene gunftige attentie hunner geëerbiedigde Overheid te meer waardig te maaken , — het overige grootfte gedeelte der Lading behoorde aan Onderdaanen van Neutraalen, en is ook als zoodanig gereklameerd en gerestitueerd. lxit.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 345 LXII. ExtraEt uit de Refolutien vandeHeeren Staaten van Holland en Westvriesland , in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen op Vry dag den 12 April 178*. /~\mfangen een Misfive van de Heeren Staaten Ge. \J neraal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven alhier in den Hage den 3 deezer, tot geleide van een Petitie van den Raad van Staate ter fomme van ƒ 100000-00 tot foulaas der Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland ; breeder hier na geinfereert. Fiat Infertio. r Waar op gedelibereert, en Copie van de voorfz Mt.-hve en bygevoegde Petitie verzogt zynde door dé Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht en alle de volgende Leden , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgelteld tot nadere dehberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edel mogende heeren! T-^e ongelukkige fituatie van een meenigte Holland■JU/ fche Zeelieden, zeedert den Oorlog met het Ryk van Groot-Brittannien , in gevankenis geraakt zynde heeft eenige mildadige Ingezeetenen van dit Gemeene. best, voor al in de Steden van Amfterdam en Rotterdam, bewogen, tot het opregten van een Fonds , ter ondertteumnge van derzelver Landgsnooten, waar door eenigermaate aan den nood van dezelve is voorzien Deeze loffelyke handelwyze niet als ten hoogften kunnende worden geroemt, zyn de gedagten wel gegaan, om tot aanmoediging van dien , zeekere fomme Gelds, tut s Lands Kasfe aan haar toe te leggen, om de nooalydenden daar meede te hulp te komen : dan heb-  5o6 april, ZAAKEN VAN 1782, hebben de Heeren , die het opzigt daar over gehad hebben, aan ons zeedert, om goede reedenen, by haar bygebragt, vertoond , de onmogelykheid , die by hun refideerde, om zulks voortaan verder te kunnen doen •verzoekende, dat wy de bezorging der beboeftens van de Nederlandfche Gevangenen voortaan onder onze directie en administratie geliefden te neemen, even gelyk zulks door de andere Oorlogende Mogendheeden gefchied, en aan dezelve de hulp, zoo in kleederen, als dagelykfche douceuren in geld , zoodanig , en op die wyze te doen toekomen , als VVy zouden meenen te behooren. Dit verzoek by Ons in overweeging genomen, en in deliberatie gelegt zynde, hebben de Heeren Onze Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, na ingenomen te hebben de confideratien en het Advis van de Gecommitteerden uit de .refpective Collegien ter Admiraliteit, op den 22(len der voorleeden maand, aan Ons ge.rapporteert, dat zy van Advis zouden weezen, dat boe eerder zoo beeter , gerefolveerd behoord te worden, om van 's Lands weegen, en ten kosten van den Lande, daar in te voorzien, en te bepaalen de wy/e, hoe het zelve zal kunnen geleideden, ten welken einde by het voorfz. Rapport een Plan geformeert, en voorflag gedaan is, welk ter kennis van de Heeren Staaten van de refpective Provinciën is gebragt. To1 uitvoering van het welke, by provifie vereischt zullende worden een fomme van honden duizend guldens , hebben Wy goedgevonden , den Raad van Staate te verzoeken, om, voor behoudens de vrye deliberatien van de Bondgenooten, een Petitie ter bovengemelde fomme te willen formeeren, tot foulaas der Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland: welke Petitie op heeden a"an Ons toegekomen zynde, Wy Copye daar van hier nevens aan U Edele Mogende, als meede aan de H.eren Staaten van de andere Provinciën , toezenden , met vrindelyk en inftantelyk verzoek, om daar in fpoedige en gaave Confenten te willen draagen, en hunne aandeden , daar in ten Comptoire Generaal van de Unie te fourneeren, om te dienen tot een Fonds , wa;>r uit de Raad van Staate, aan den Gecommitteerde, die benoemt zal worden tot de bezorging der voorfz. Kry-s. ge-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 207 gevangenen , van tyd tot tyd , de noodige gelden zal kunnen verltrekken. De menschlievendheid, en in het byzonder de zorg, die de Regeering deezer Landen, ten allen tyden gewoon is voor 's Lands Ingezeetenen te hebben, laat Ons geenfints twyffelen, of U Edele Mogende zullen, zoo veel haar aangaat, in een tyd, waar in zoo veel millioenen gefpendeert moeten worden, met bereidwilligheid hun Confent, in het opbrengen van een fomme van honderd duizend guldens , tot een allernuttigst emploi, wel willen geeven, en zulks wel ten allerfpoedigften , ten einde deeze ongelukkige Krygsgevangenen in haare tegenwoordige toeltand , zoo haast en zoo veel doenlyk, geholpen en gefoulageert mogen worden , bet welk met verlangen te gemoet ziende, zullen Wy deeze eindigen, en God Almagtig bidden, Edele Mog. Heeren, U Edele Mog. te willen houden in zyne heilige pro» teétie. In den Hage den 3 April 1782. (Onder ftond) Uwer Edele Mogentheeden goede Vrienden, De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. (Was get.) w H. LOHMAN, vt. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. FAGEL. hoog  ao8 april, ZAAKEN VAN 1782. HOOG MOGENDE HEEREN ! By het Rapport den 22 der voorgaande maand ter Vergadering van U Hoog Mog. uitgebragt , door de Heeren van Nagel van Ampfen, en andere U Hoog Mog. Gedeputeerdens tot de zaaken van de Zee wegens eenige nadere voorzieningen, dewelke volgens het voorgeflagene van de aanweezende Gecommitteerden uit de Refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, tot foulaas van de Nederlandfche Gevangenen in Engeland zouden kunnen gearrefleert worden , hebben U Hoog Mog. terwyl de Heeren Gedeputeerdens van de Refpective Provinciën aangenomen hebben, zig nopens de ingrediënten van dat Rapport nader te zullen verklaaren , .ons ten zeiven daage verzogt , om voor behoudens de vrye Deliberatien van de Heeren Staaten der Refpective Provinciën , eene Petitie te willen formeereu ter fomme van één honderd duizend guldens, tot foulaas van de Nederlandfche Gevangenen in Engeland , en dezelve aan U Hoog Mog. te "willen laaten toekomen. Altoos gereed zynde om aan de verzoeken van U Hoog Mog. zoo veel ons betreft fpoedig te voldoen , zoo laaten wy dezelve onze Petitie ter fomma van een honderd duizend guldens die wy tot foulaas van de Nederlandfche Gevangenen in Engeland zyn doende, by deeze aan U Hoog Mog. toekomen,in dat vertrouwen, dat wanneer dezelve door TJ Hoog Mog. by Misfive zal gezonden worden aan de Refpective Provinden , Hoogstdezelve daar benevens ter bevordering van dien, zoo tot deConclufie,als tot de furnislèment van de voorfz. Penningen ten Comptoire Generaal van de Unie, zoodanige motiven en drangreedenen daar by zullen gelieven te voegen, als naar derzelver hooge wysheid meest gepast en dienftig zullen oordeelen. Aldus gedaan en geperitioneert by den Raad van Staate in den Hage, den & April 1782. Was geparapheert, F. C. VAN AERSSEN, Vt. (Onder ltond,) Ter ordonnantie van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden. (Was Get.) U J. VAN HEES. Ex.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 209 ExtraEt uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 22 Maart 1782. T~\e Heeren van Nagell van Ampten en andere Haar SLjf Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, ingevolge en tot voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 18 deezer, geëxamineert hebbende de Requeste van Matthys Oofter en Duco van Haren, Inwoonders der Stad Amfterdam, houdende dat zy Supplianten voor eenigen tyd jde vryheid hadden genomen , Haar Hoog Mog. onder het oog te brengen , de hooge noodzakelykheid die 'er was, om voor de nood der Hollandfche gevangenen in Engeland , te voorzien, en de onmogelykheid die by hun Supplianten refideerde , om zulks voortaan verder te kunnen doen, alles om redenen by gemelde Requeste breeder gedetailleert, waar aan zy Supplianten de vryheid namen zig te refereeren; Dat zy Supplianten waren gemformeert geworden, dat de gedagten van Haar Hoog Mog. mogelyk wel daar heen zouden gaan, om aan hun Supplianten provifioneel zekere fomme gclds toe te leggen, ten einde de noodlydende daar uit konden te hulp gekomen worden; verzoekende de Supplianten om reedenen in de gemelde Requeste geallegueert, dat Haar Hoog Mogende de bezorging der behoeftens van de Nederlandfche gevangenen , voortaan onder derzelver directe Adminiftratie gelieven te neemen , even gelyk zulks door andere Oorlogende Mogentheeden gefchied, en aan dezelve die hulp, zoo in kleederen , als dagelyks douceur in geld, zoodanig en op die wyze te doen toekomen, als Haar Hoog Mog. naar derzelver Vaderiyke zorge voor derzelver ongelukkige Ingezeetenen, zullen vermeenen te behooren. En daarop ingenomen hebbende de confi ieratien en het Advis van de alhier aanweezende Gecommitteerden uit de Refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen. Hebben ter Vergaderinge gerapporteerd, dat zy HeeV. deel. O ren  aio april, ZAAKEN VAN 1782. ren Gedeputeerden van Advife zouden zyn , aangezien de provifioneele voorziening, waar toe den 1 February deezes Taars is geadvifeert, niet fchynt te voldoen aan het oogmerk , om de Krygsgevangenen in Engeland van het nodigde te voorzien; maar de Supplianten de zorg daarvan , niettegendaande de favorable difpofitie in her Rapport uitgedrukt, by gebrek van genoegzaame fondlen op miHadige en liefderyke Contributien van byzondere perzoonen berusrende , fchynen te moeten opgeeven: en niemand anders zig heeft opgedaan, om die zorg op zig te neemen , maar de voorfchreeve gevangenen zonder eene nadere voorziening, aan alle'de miferien van een volkomen gebrek zouden geëxponeert blyven, dat de ongelukkige fituatie deezer luiden,aangemerkt de langdurigheid van tyd dat veele daar onder zugten, eene prompte voorziening vereischt, dat dienvolgende hoe zeer in voorige Oorlogen nooit van we. gens den Staat, in de noodwendigheeden van alle Zeelieden , onder haar Vlag genomen, regulierlyk is voorzien , de menschlievendheid , en in' het byzonder de zorge die de Regeering deezer Landen gewoon is voor s Lands Ingezeetenen te hebben, fchynen te vorderen , dat hoe eerder zoo beeter, gerefolveert worde om van s'Lands weegen, en ten kosten van den Lande daarin te voorzien, en bepaald worde de wyze hoe hetzelve zal konnen gefchieden ; dat om hetzelve op een regulieren voet te doen, zoude konnen worden gevolgt den voet by het Hof van Vrankryk gehouden wordende , volgens welken , aan alle Franfche gevangenen, zoo wel die op Koopvaardy Scheepen en Kapers, als op Oorlog Scheepen onder de Franfche Vlag genomen zyn, de nodige kleederen en een duiver daags aan yder gemeene , de Officieren na proportie , word verftrekt: dat daartoe behoord een Adminiftratie,en een bekwaam Fonds ; Dat tot de Adminiftratie een kundig en vertrouwd perfoon by Hun Hoog Mog. zoude kunnen werden gequabficeert en gecommitteert, die gelast worde om de nodige Correspondentien te houden met een geaccrediteert Huis van Commercie of ander gefchikt perfoon in Engeland, en door denzelven te doen verftrekken aan de gevangenen in Engeland het nodige, cp een en denzelven voet en wyze, als het aan de Fran-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 211 Franfche gevangenen verftrekt word , zig op eene reguliere wyze daar van reekening te laaten doen , en voor de kosten betrekken , de wisfels te betaalen , en van alles aan de Generaliteits Reekenkamer, als andere Comprablen van het Land, reekening te doen; dat tot een Fonds ten dien einde, by provifie aan voorlchreeve Gecommitteerde, tot bezorging van de Krygsgevangenen in Engeland , zoude bunnen worden ter hand gefield de fomma van ƒ 10,000: - uit het Fonds van het verhoogde Last en Veilgeld , by het Rapport van den 1 February 1782, ten zelfden einde by forme van gratificatie gedestïneert; en dat verder de Raad van Staate zoude konnen worden verzogt, een Petitie ter fomme van ƒ ioo.oco: « tot foulaas van de ge vangenen in Engeland, aan Hun Hoog Mog. te doen toekomen , die dan door Hoogstdezelve zoude kunnen werden gezonden aan de Heeren Staaten van de Refpective Provinciën, met verzoek, om daar in fpoedige en gaave confënten te draagen, en hunne aandeelenten Comptoire Generaal van de Unie te fourneeren , om te dienen tot een Fonds , waar uit de Raad van Staaten, dewelke daar toe behoord te werden verzogt,aan de Gecommitteerde tot de bezorging der Krygsgevangenen in Engeland, van tyd tot tyd, wanneer het vereischt word, de noodige gelden, op de verzoeken door denzelven daartoe te doen , zal kunnen doen verflrekken, en ten zynen behoeven, Ordonnantie zal kunnen doen depecheeren. Dat om te vermyden alle confufie omtrent de Vertrekkingen aan de voorfchreeve gevangenen,voornoemde Gecommitteerde zoude behooren te worden gelast, om zig door de Heeren van Ooster en van Haren te doen opgeeven, wanneer laast aan yder gevangene Plunjes zyn verftrekt, en welke? ten einde zig daar na in het doen tutdeelen van Plunjes aan de gevangenen op Commishevaarders en particuliere Koopvaardy-Scheepen genomen , te kunnen reguleeren, en om met 1 May aanflaande, ook van de Collegien ter Admiraliteit., en van de Oost-Indifche Compagnie , over te neemen de beheering van de gevangenen op s'Lands en s'Compagines Scheepen genomen;en dat vervolgens daarvoor in de Kas van het voorfz. Fonds zouden behooren te O 2 wor.  £12 april, ZAAKEN VAN 1782. worden overgefTort alle zoodanige gelden , als reeds ten behoeven van de Collegien ter Admiraliteit, voor het onderhoud van de Gevangenen van s'Lands -Scheepen zyn gepetitioneert of in het vervolg gepetitioneert zouden mogen worden, die niet nodig zullen weezen, en van yder Petitie zullen overfchieten , volgens de reekening van de Collegien ter Admiraliteit, na dat de halve gagien aan de Krygsgevangenen, die zig op hun woord van eer hier te Lande bevinden , en de quart gagien , die hier aan de Vrouwen en andere regt hebbende perf onen, daar uit betaald worden, zullen weezen voldaan en betaald. Waarop gedelibeert zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de Refpective Provinciën aangenomen bun daar op nader te zullen verklaaren; en is dien onvermindert goedgevonden en verdaan dat de Raad van Staate zal werden verzogt , gelyk verzogt word mits deezen , om , behoudens de vrye Deliberatien van de Heeren Staaten van de Refpective Provinciën, een Petitie te willen formeeren , ter fomme van ƒ100,000: tot foulaas van de Nederlandfche Gevangenen in Engeland , en aan Haar Hoog Mog. te laaten toekomen. Accordeert met voorfz. Register. LXIII. Misfive van Gecommitteerde Raaden, aan de Staaten van holland, met eene Misfive van Gedeputeerde Staaten van Utrecht, over de Conventie omtrent den doorvoer van Waaren en Produtten; nevens de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 12 April 1782. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 10 deezer, daar nevens zendende een Misfive van de Gedeputeerden der Staaten 's Lands van Utrecht , ttn einde , conform het goedvinden van Hun Edele Gr. Mog. daar op, aan dezelve Gedeputeerden te kunnen xe-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 213 refcribeeren; hebbende inmiddels , vermits de Cnnventie daar by vermeld op den 31 Maart laatstleeden was geëxpireert, tot voorkoming van moeyelykheeden tusfchen de Ingezeetenen der Provincie van Utrecht en 's Lands Gaarders , en in vertrouwen van Hun Edele Gr. Mog. approbatie, ordres gefteld omtrent den doorvoer der Waaren en Producten der gemelde Ingezeetenen door deeze Provincie op den voet en pra°caun'en van gemelde Conventie; zynde by die Misfive wyders gevoegt een opgave van het quantum der Goederen uit de Provincie van Utrecht door deeze , en bepaaldelyk door Amfterdam en het Resfort van dien gevoert; met informatie, dat hun geene klagten door gemelden doorvoer waren voorgekomen of dat 's Lands Finantie daar door eenig nadeel geleeden had; geevende verder in overweeging het continueeren der voorfz. Conventie op den voorigen voet, alles breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedeltbereert , en Copie van de voorfz. Misfive en Bylaagen verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der S'ad Dordrecht en alle de volgende Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie ; en worden wyders de Heeren Gecommitteerde Raaden gequahficeert om aan de Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht kennis te geeven, dat Hun Ed. Gr. Mog niet verder in de provifioneele continuatie der voorfz. Conventie hebben geconfenteert als tot ultimo May aanltaande. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN , Wy hebben op den 25 der gepasfeerde maand Maart ontfangen een Misfive van de Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht, gefchreeven aldaar den 22 bevoorens, die wy de eer hebben U Ed. Gr. Mog. hier neevens in Originali te laaten toekomen, *n ons daar toe te refereeren ; ten einde het goedvir^O 3 den  214 APftit, ZAAKEN VAN i78a. den van Hoogstdezelve op het verzoek daar bV gedaan af te wagten om dien conform aan gemelde Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht te konren refcribeeren ; hebbende wy inmiddels , hangende de dehberatien van U Edele Groot Mogende , de nodige ordres gefte d (vermits de Conventie by de voorfz Misfive vermeld op den 31 Maart laatstleeden is gel expneert, en er fomwylen moeielykheeden tusfchen de Ingezeetenen der Provintie van Utrechi en 's Lands Gaarders zouden hebben kunnen ontdaan) dat de gemelde Ingezeetenen niet worden verhindert op den voet van gedagte Conventie en onder de daar by vastgedelde pracautien , de doorvoering van hunne Waren eu Produften door deeze Provintie te doen; waar van wv meede aan voornoemde Gedeputeerden van gemelde Staaten by Misfive kennis hebben gegeeven, het welk wy vertrouwen dat door U Ed. Groot Mog zal worden geapprobeert. M^^Rlr ih£bben Wy4 de eer' ingevo]ge U Ed. Gr. Mog Reiolutie van den 31 Maart 1779 aan Hoogstdezelve te doen toekomen W opgavf Van het qXturn der Goederen uit de Provincie van Utrecht door deeze en bepaaldelyk door Amfterdam en het Reslort van dien (zynde door andere Piaatfen geen doorvoering gefchied) gevoert, en verder te informeeren , dat "n? geene klagten zyn voorgekomen , dat door den door. voer van eenige Waaren of Producten uit de Provincie van Utrecht door deeze Provincie eenig nadeel aan 't Lands binancie zoude zyn toegebragt geworden of dat met door de Ingezeetenen der Provintie vïn Utrecht zouoe zyn voldaan aan die beraamde arrangementen en praeoautien vervat in de gemelde Conventie En dewyl van weegens de voorfz. Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht wederom word verzogt de continuatie van de bovengedagte Conven. üe op den voongen vastgeftelden voet, vinden wy ons onbezwaart, om bovengemelde reedenen, U Ed Gr Mog. in overweging te geeven , of U Ed. Gr. Mog! niet wederom voor den tyd van drie jaaren , te begin- ïoudeTtefi6 eXpiratiü dCr V°°rf2- Conventie, dX zouden geheven te contmueeren en te prolongeereu op den voongen voet, en onder de daar by geddde prrc- cau.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 2ty cautien; en voorts de Gecommitteerde Raaden te authorifeeren de nodige kennis daar van aan de Gedeputeerden van de Staaten van Utrecht te geeven. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God Almagtig bidden U Edele Groot Mog. te willen houden in zyn heilige protectie, Gefchreeven in den Hage den 10 April 1782. (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) a. J. royer. edele mogende heeren, UEd. Mog zullen zig gelieven te berinneren, dat op de Misfive, door Hun El. Mog. de Heeren Staaten deezer Provincie aan Hun E1. Gr. M 'g. gefchreeven , houdende het bezwaar, het welke deezerzyds wierd geoordeelt te refulteeren, zoo uit de meerdere belastingen by Hun Edele Gr. Mog. van tyd tot tyd op de Producten , Traficquen en Fabricqu n deezer Provincie gelegt, wanneer dezelve ter Confumtie in de Provincie van Holland werden ingevoert, als ook uit de moeielykheeden en vorderingen van zeekere inkomende Rechten , aan welke de Ingezeetenen deezer Provincie, by het doorvoeren van voornoemde Producten, om naar elders ter confumtie en vertier gebragt te O 4 wor-  2i6 april, ZAAKEN VAN 1782. worden, in de Provincie van Holland onderhevig wierden gemaakt , welgemelde Hun Edele Gr. Mog, omtrent het voorfz. eerfte Point voor alsnog niet geinclineert zyn geweest aan het deezerzyds gefuftineerde te defereeren ; dog teffens omtrent den doorvoer, by derzelver Refolutie van den iï December 1777 en 17 April 1778 hebben goedgevonden en verdaan, ter voldoeninge aan de verlangens en inflantien van de Heeren Staaten deezer Provincie, .alle belastingen, daar op gelegt, voor het vervolg te doen cesfeeren en op te heffen , mits nogtans, dat omtrent het gemelde Tranfitoir zoodanige prtEcautien wierden beraamt, als wederzydfche gerustheid konden verfchaffen, dat onder pmext van het zelve geene fraudes gepleegt, en daar door aan de gemeene Middelen op de Confumtie gelegt eenige atteinte mogt worden toegebragt, tot het arresteeren van welke pracautien Hun Ed. Gr. Mog. Uw Ed. Mog., en de Heeren Staaten deezer Provincie Ons geauthorifeerr hebben, dan ook vervolgens tusfchen de Heeren uit Uwer Ed. Mog. Collegie en het Onze gecommitteert , op den 24 July 1778 in 's Hage is geformeert eene Conventie, houdende de deswegens beraamde arrangementen en pitecautien, en welke gefielde praacau. tien, by de Heeren Staaten deezer Provincie aanltonds, en by Hun Ed. Groot Mog. op den 31 Maart 1779 geapprobeert en geratificeert zyn; dog zoo dat dezelve provifioneel (waarfcbynlyk om eene proeve te neemen , of dezelven tot het voorgeftelde einde voldoende bevonden wierden) plaatfe zouden hebben en fland grypen voor den tyd van drie jaaren met eenige verdere bepalingen omtrent het Gedistilleerde , waar aan van onze zyde geredelyk is voldaan. Eu overmits de voorfz. lyd met den 31 deezer ftaat te expireeren, hebben wy aienftig gevonden ter kennisfe van Uw Ed. Mog. te brengen, dat in dien tyd aan Ons geene klagten zyn voorgekomen, uit welke wy zouden konnen afneemen, dat de geftelde prEecautien tot weeringe van alle fraudes niet fufficient geweest waren , en teffens üw Ed. Mog. te verzoeken , geinformeert te mogen worden, of aan Uw Ed. Mog. deswegens ook eenige fraudes ofte malverfatien binnen Uwer Ed. Mog. Provincie te Vooren zyn gekomen , in voege het noodig mogte ge, OOÏ-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 217 oordeelt worden daar omtrent zommige prfecautien te altereeren, ofte ook nadere te beraamen, ten einde wy hier door in ftaat zouden gefteld worden , de ordresomtrent het voorfz. Point van dootvoer gefteld , of te continuëeren, of gezaamentlyk met Uw Ed. Mog. zoodanige andere werkftellig te maaken , als Hun Ed. Gr. Mog. met de Heeren Staaten deezer Provincie nodig en billyk zouden oordeelen. En terwyl wy hier op Uwer Edele Mog. Refcriptte te gemoet zullen zien, voegen wy alleenlyk hier by, dat Wy niet in gebreeke zullen blyven, Onze Ingezeetenen inmiddels te houden aan de ftride obfervantie der bereids geïntroduceerde arrangementen en prEecautien , vertrouwende dat Uw Ed. Mog. van haare zyde insgelyks daar toe de nodige ordres wel zullen gelieven te ftellen, ten einde de Ingezeetenen deezer Provincie door geene beletzelen van het vrye gebruik der Zee, tot welker beveiliging dezelve zulke importante lasten moeten opbrengen, mogen worden afgefneeden. Hier meede, Edele Mog. Heeren, beveelen Wy Uw Ed. Mog. in de befcherming van God Almagtig. Gefchreeven te Utrecht den 22 Maart 178a. Was geparapheert, J. TAETS VAN AMERONGEN, Vt. (Onder ftond) Uwer Edele Mog. goede Vrunden, De Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. A. LAAN. O 5 lK  218 april, ZAAKEN VAN 178a. In margine ftond geappoftilleert. Zy deeze Misfive gefteld in handen van de Heeren Commisfarisfen van de vyf Comptoiren , werdende dezelven verzogt Hun Ed. Mog. daar op te dienen van hunne confideratien en advis. Actum den 05 Maart 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raader. (Was get.) a. j. royer. Notitie van het quantum der Goederen uit de Provincie van Utrecht door de Provincie van Holland gevoert , geduurende de Conventie tusfchen die refpective Provinciën. In den jaare 1779. 200 Kelders, houdende 19123 Mingelen, gedestüleert naar Curacao. 31 Stukken Genever inhoudende 123$ Aam van Utrecht naar Amersfoort. 4360 Vaatjes Meel houdende 78(5057 ponden. In den jaare 1780. 709439 Ponden gebuild Tarwe Meel. In den jaare 1781. 8550 Ponden gebuild Tarwe Meel. J54 Tonnen Bier door Weefp naar het Sticht. N. B. Al het bovengemelde Meel is door Amfterdam naar Zee gevoert.1 LXIV.  april, STAAT EN OORLOG. i782. 219 LXIV. Antwoord van Hunne Ed. Mog, de Heeren Staaten van Vriesland, op de Misfive van Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Prinfe Erffladhouder, van den 15 Maart, over de zaak van den Heere Hertog van Brunswyk - Wolffenbuttel ; "nevens de verfchillende Advifen van het Kwartier der Steden, raakende dit Antwoord. In dato 18 April 17S2. doorluchtige vorst en heer! T^Ve Misfive van Uwe Doorl. Hoogheid, gefchree. M-J' ven in 's Hage den 15 der voorleeden maand, dienende tot antwoord op de onze van den 11 , daar te vooren, ter onzer kennis en Deliberatie gebragt zynde , hebben wy ons plichts- en amptshalven genoodzaakt gevonden , terwyl dat de Zaak van den Heere Hertog van Brunswyk , door het voormaals overzenden van deszelfs Memorie aan ons , een onderwerp van overweeging gebleeven zynde , by ons Commisforiaal gemaakt was, aan Uw Doorl. Hoogheid onder 't oog te brengen , dat Üw Doorl. Hoogheid zeer kwalyk fchynt begreepen te hebben de woorden goede Ingezeetenen, in onze Misüve gebeezigd , verftaande daar door een uit onbezonnen drift niet wel geïnformeerd Gemeen» Wel verre van eene dergelyke uitlegging aan die beraaming te geeven, kunnen en moeten wy Uw Doorl. Hoogheid verzekeren, dat de Stemme des Volks in deze Provintie , met opzigt tot den Hertog , geenzints die is van een onbezonnen en bevooroordeeld Gemeen, rnnar van dat groote gedeelte bedaarde , welmeenende Vaderland- en Vryheid-lievende, en daar door achtenswaardige Inwoonderen, die de rust , maar vooral het zoo nodig vertrouwen onder die Leden der Hooge Regeering , aan welke het bewind der publieke zaaken en de uitvoerende Magt is toevertrouwt, boven alles fchatten, en daar van alleen 's Lands beitendig heil en duurzaamheid verwagten. Het  aao aphil, ZAAKEN VAN 1782. Het is de algemeene denkwyze dier goede Gemeente , welke wy by onze Misfi /e, om redenen daarby aangehaald, voor ü Doorl. Hoogheid hebben opengelegd. Wyders zyn wy uit de meergem. Misfive niet zonder verwondering ontwaar geworden , dat U Dr>rl. Hoogheid van ons requireerde gegronde bewy-en van agterdogt omtrent de direétie van den Heere "Hertog: wyl wy daar uit niets andets kunnen opmaken, dan dat U. Doorl. Hoogheid ons wilde aangemerkt hebben als Denunciateurs of Parthyën van gedagten Heer Hertog ; doch indien U. Doorl. Hoogheid zig gelieve te herinneren, dat onze zoo achtenswaardige en beminde Landsvader , Vorst Willem I mét de overige Nederlandfche Edelen, daar zy boven hun een wettigen Landsheer erkenden , verre geweest zyn van zig ooit of ooit in die qualiteit te willen fisteeren, tegens eenen heerschzugtigen Vreemdeling , destyds wel in een erkend hoog gezag geplaatst, doch teffens met den gegrondflen haat der Natie belaaden zynde, zoo vertrouwen wy , dat ü. Doorl. Hoogheid by nader overweginge met ons zal moeten toelïemmen , dat dusdanig een llap met onze waardigheid als Souvereinen van den Lande, welke wy de eer hebben te bekleeden ten eenemaal onbeftaanbaar en verre beneden ons zyn'zoude. Wy hebben aan U. Doorl. Hoogheid door onze voorige Misfive den algemeenen haat, en het dagelyks aangroeijende misnoegen onzer goede Ingezeetenen met cordaatheid en plichtshalven te kennen gegeeven'; en vermeenen daar door in dat opzigte in goede Confidentie hebben gedefungeerd. Met verklaaringe dat 't Declaratoir van U. Doorl. Hoogheid tot Justificatie van den Heere Hertog ons te onvoldoende is om daar in te kunnen berusten. Uw Doorl. Hoogheid goede Vrienden. De Staaten van Vriesland. (Was get.) t. j. j. h. van eysinga. Ter Ordonn. van Hun Ed. Mog. Leeuwaarden (Was get.) den 14 April 1782. a. j. van sminia, Het  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 221 Het Kwartier der Steden , heeft ter occafie van de Deltberatien over de vorenftaande Misfive te differente reizen, de vier navolgende Advifen uitgebragt. Advifen van het'Kwartier der Steden op het ifte Point van Befchryvinge van den Extraordinaris Landsdag in Vriesland , begonnen den 2 April 1782. Concerneerende de Misfive van Zyne Hoogheid van den 15 Maart 1782. ifte Advis. ,, Het Kwartier is niet ongeneegen , om „ aangaande deeze Zaak , aan Zyne Doorl. Hoogheid ,, te refcribeeren ; mits de Refcriptie eene Verklaaring ,, inhoudende, dat de Heer Hertog thans voor volko,, men gezuivert word gehouden , dewyl zedert al dien tyd , dat men Hoogstgedagte Vorst by de Natie ,, heeft zoeken gehaat te maken, 'er nog niemand met „ eenige fchyn van bewys tegen Hoogstdezelve is op» ,, gekomen, en vertrouwt het Kwartier dat de drie an„ dere Kwartieren, om die redenen, nu ook van hun„ ne Inftantien tot Eloignement van den Heer Hertog „ zullen afzien ; doch pasfeert de Propofitie om de „ Zaak Commisforiaal te maken , dewyl het Kwartier ,, den Heer Hertog houd voor gejustificeert , en de „ Zaak daar meede voor afgedaan. 2de Advis. ;, Het Kwartier geleezen hebbende de „ Concept Misfive door het Kwartier van Westergoo ,, geëxhibeert , verklaard by deeze , de verzekeringe „ daar inne gedaan,,, dat de (femme des Volks in dee„ ze Provintie zyn zoude, die van de ftemgeregtigde Ingezeetenen des Lands" enz., als zonder bewys of „ geblyk zynde , te houden voor los en ongegrond; „ dat wel die heerschzugtige Vreemdeling: de Kardi. „ naai van Granville : in de Misfive gedagt, met de „ gegronde haat der Natie belaaden geweest is, maar „ dat het Kwartier fustineerd, zoo als meermaalen ge. ., daan heeft, dat tegens den Heer Hertog van Brunss» wyk geene gegronde fuspicie plaats heeft, en dat „ dus die geene, welke den Heer Hertog zonder re„ den befchuldigen , geheel anders doen als de H )og „ geagte Vorst Willem de I. gedaan heeft, om welke „ redenen het Kwartier de geSxhibeerde Misfive moet „ disapprobeeren. 3de  222 april, ZAAKEN VAN 178*, 4de Advis. „ Het Kwartier verblyd zig, dat het „ kwartier van Oostergo uit de Concept Misfive wfl „ uitlaten de Woorden Stemgeregtigde, en onze wS" !g Commmemen daar door klaarlyk methetKwar„ tier der Steeden betuigende, dat hei: voorgeev nvan „ het Kwartier van Westergo, Erroneus is; Ed0g he? „ Kwartier der Steeden bepaalt zig niet alleen tot de „ Stemgeregtigde , maar tot alle Ingezetenen van dee! „ ze Provincie, zonder onderfcheid, niet geloovende „ en voor onwaarfchynlyk houdende, dat het Tiende' „ veel mm het grootfte gedeelte vanille Ingezetenen' „ eenige Haat zouden hebben tegen den Heer Hertog „ van Brunswyk: niemand in ftaat zynde eenig geblvk „ daarvan te verwonen, en dus beftaat de voorgewen- " tJfl* Wdke aan, alle of de mee«e Ingezetenen „ toegefchreeven word, op het beste genomen, i„ ee- " Zy C]ï ^rbeeld.nge,- E" het zeer kleine gedeelte, ,, die met Woorden en Daaden betoonen, den Heer " a n% Va" Brunswyk te haaten,doen hetzelve zon„ der reden, en op eene onregtmatige wvze." 4de Advis. „ Het Kwartier is van gedagten dar „ volgens de Conftitutie deezer Regeering §d00r het „ Kwartier der Zevenwouden , geen Advis kan wor„ den uitgebragt, alzoo de Heer van Plettenberg met „ geen reden kan geweigert worden over dit Point te „ advifeeren, en 'er dus vyf Grietenyen tegens vvf „ ftaan; verzoekende derhalven, dat de andere Kwa?„ tieren op dit Point geen Refolutie gelieven te nee. „ men, requireerende by, ontftentenisfe dies, dat 's „ Lands Secretaris de Misfive en Refolutie op dit Point „ niet refumeere of onderteekene." ^uiur, Niettegenftaande deeze Advifen, hebben de Kwartieren van Oostergo en Westergo , met vyf Grietenyen yaïVheCeKwartier van Zevenwouden, de voorfchreeve Misfive finaal gearrefteerd, en, zoo als hier Joren, al gezonden. * 1 De Volmachten .'der vyf Grietenyen van 't Kwartier van Zevenwouden, welke zig by de voorfz. twee Kwartieren gevoegd hebben , waren die van Doniawarftal , KngwHf' LemÜerland' Oostftellingwerf en West- Hier  april, STAAT EN OORLOG. 1782, 023 Hier tegen waren de Volmachten der Grietenyen van Utingeradeel, Aergwirden , Schoterland , Gaasterland en Opfterland; waar uir blykt dat de Stemmen hebben geftaakr , en dat het Kwartier van Zevenwouden in deeze zaak geen Alvis heeft kunnen uitbrengen. 'Jeeze vyf laaste Grietenyen hebben ook tegens de Conclufie der Mivfive geprotefteert, en hebben in Conformiteit van 't R-glement van Rege°ring, aan Zyne D orl. Hoogheid den H'ere Prince Erf-Stadhouder, hunne bezwaaren, by Misiwe ingebragt. LXV. Extraft uit het Register der Refolu* tien by Heeren Burgemeesteren en Vroedjchappen der Stad Enkhuizen, in derzelver Vergadering genomen. In dato 16 April 1782. De Heer Mr. Hendrik van Stralen, Prsefident Burgemeester en Raad , heeft ter Vergaderinge gecommuniceerd, dat hy op gepasfeerde Saturdag in handen heeft gekreegen een gedrukt Advis door de Heer Burgemeester Duyvensz , zoo als in het hoofd ftaat , in deeze Vergadering, op den 5 deezes gehouden,uitgebragt, op de Memorie van de Rusfifche Minister de Heere Prince Gallitzin, aan Hun Hoog Mog. overgegeven, vergezeld van eene Misfive door de Heer Fox, nieuw Secretaris van Staat in Engeland, aan den Heer Simolin, Rus-Keizerlyke Envoyé te London, ter hand gefteld , waar by het Hof van Groot-Brittannien te kennen geeft , hoe hetzelve geneigd is met de Republiek , zyne Oude Geallieerde , Vrede te maaken , en zulks wel op den voet van het Tractaat van 1674, by het welke de Vrye Vaart en Handel aan de wederzyilche Ingezeetenen van Groot-Brittannien en deeze R. publiek is toegeftaan , uitgezondert van zoodanige Waaren , dewelke ten tyde van Oorlog in gemelde Tractaat als Contrabanden zyn gefpecificeerd. Dat hy Praefident Burgemeester gaarn wil betuigen, die öaad niet ongeremarqueerd te kunnen laten pasfeeren , ziende dat een van de Regeerende Heeren Burgernee-  224 april, ZAAKEN VAN 1782. meesteren , en Medebroeder in Raade, door den druk Publiek maakt zyn Particulier Advis, door hem op een Poinct van Deliberatie by deeze Vergadering uitgebragt en voorgeleezen, Ja dat nog verder gaat, dat daar in vervat Haat een Periode Relatief tot het werk van Delibereeren en Refolveeren by deeze Vergadering over Poinften den Lande aangaande, die, fchoon onwaar in hei generaal opgegeeven, en uitdrukking maakt,die alle Leeden tot deeze Vergadering behoorende wel mogen opmerken , en niet ongemerkt kunnen laten pasfeeren; dat hy het doen drukken van gemelde Advis moet aanzien als een daad gantsch flrydig met de goede ordre, en vooral met de bekende Refolutie van deeze Vergadering hier na met de datum te melden, waar aan allen de Leeden van de Vroedfchap zyn gefubiecteert , en gehouden naa dies inhoud zig fliptelyk te gedragen, boven en behalven dat zulk eene daad meede flrydig is met den Eed voor de Leeden van de Vroedfchap gearresteerd, houdende geene zaaken voor de Leeden van de Vroedfchap komende, uit te brengen met woorden, gefchriften of tekenen, maar dezelve Secretelyk te houden. Dat het hem Pradident onbegrypelyk voorkomt, hoe dat de Heer Burgemeester Duivensz, die reeds in den Jaare 1776 Raad in de Vroedfchap is geworden, ignorantie pranendeert van een Refolutie nier alleen te vinden in het Register der Refolutien van deeze Vergade. ring, maar waar van ook meermaalen, en zelfs'niet lang geleden, opening is gegeeven, en nu nog op den •yden deezes aan dezelfde Heer Burgemeester Duivensz door den Prafident Burgemeester , is geallegueert geworden, fchoon de datum van dezelve als aan den Prtefident onbekent aan het hoofd van gemelde Advis werd voorgegeven, dog het geen zeer abufive is voorgedragen , dan nadien door den Heer Burgemeester Duivensz, over deszelfs inhoud geen Elucidatie wierd gevraagd (mooglyk om dat dog zyn Advis het licht zoude zien,) was het onnoodig, zig daar over verders uit te laaten. en daar van Lecture te laaten doen. Dat aan hem Pradident meer dan eens was voorgekoomen , dat het Drukken en Uitgeeven van het Advis door den Heer Burgemeester Duivensz, tot zyn oog. meik  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 023 merk hadde, en uit dien hoofde was gefchied, om daaf mede te wilden doen zien , als of by zyne Ed. Geftr. een meer Patriottifche yver huisvest, en dat zulks meer uit een zuiver Vaderlandsch hart voortvloeit, als wel by zyne Medebroederen in Raade gevonden werd, en de Refolutie van deeze Vergadering van den 5den deer zes , na zyne Idéés zouden aanwyzen; dog zulk een denkbeeld en oogmerk van de Heer Burgemeefter Duivensz, kan by hem Pradident geen plaatfe nog ingang vinden: want zulks zoude (leunen op gantsch verkeerde en valfche gronden , nadien alle de Leden van de Vroedfchap , by zig zei ven ten vollen overtüigd waren , dat hunne yver en hatt ten dien opzigte goed zyn, en niet minder dan by de Heer Burgemeefter Duivensz, fchoon niet by het publiek bekend gemaakt. Dat het zeer verkeerd by de Heer Burgemeefter Dui» -yensz is opgevat , en bezyden de waarheid ter neder gefteld, dat de Leden van deeze Vergaderinge van de goede, oogmerken in zyn Advis , zoo voorgeeft, vervat, zouden hebben gedisfentieerd, en dus dat deze'ven onbepaald op den 5den deezes voor een Particuliere Vrede met de Kroon van Engeland zouden hebben geadvyfeerd, en aan de Heeren Gedeputeerdens ter dagvaart een facile Last ten deezen opzigt afgezonden. Dat hunne Advis is geweest, en dien conform de Refolutie genomen, om de Heeren Gedeputeerdens ter dagvaart te Authorifeeren, en te Qualificeeren, om omtrent voorfz. gewigtig Poincl met de fortabelfte Sentimenten van de Leeden van Hun Ed. Groot Mogende Vergadering zoodanig te delibereeren , advyfeeren en refolveeren, als ten meefte nut en heil van den Lande zal kunnen ftrekken , echter behoudens de Refoliarien, omtrent het aangaan van de Vreede met de Kroon van Engeland, relatief tot het Hof van Vrankryk by Hun H"og Mogende genomen. Dat, daar de Refolutie van Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen van deeze Stad , in dato 15 Maart 1694, klaarlyk dicteert, „ dat, tegens de ordentelyk te neemene Refolutien, by eenige Leeden van deeze Ver* gadering, nu of namaals, geene Aantekening , Refervatie, of Denuntiatie zal mogen gedaan of geleden worden," hy Prafident Burgemeefter fustineert, datdeLeV. deel. P den  ea « c!ïï XoSfi - L t Seeren Geckpi^erdens ter dagvaart, gelproken , en hadde zyn Ed. deeze mits, en dat Ac. crochement wel verftaan , denkelyk zond hy gemerk hebben, dat het een en ander al vry wel over een kwam met de fpeciale Last en Qualificatie , waar van Zyn Ed. in het Slot van zyn Advis fpreekt, en fterk op ftaat; dat hy Pradident Burgemeefter wel eerder zoude gedaan hebben Convocatie van deeze VerSde- Xn TLt' d£ Ver/*d™ê va" Heeren Burgemeelteren en Leeden van de groote Krygsraad, gepasfeerde Sa uraag reeds aangezegt, en op gisteren ^houden! daar aan hmdernisfe had toegebragt f dat hy PrSent Burgemeefter by gelegenheid" van het Drukken , ükZ meeftèr T ft*** van de "eer' BurgL meeiler Dutvensz, de Leden van deeze Vergadering in bedenking moest geven, of de Refolutie van deeze Ver" gadering in dato 15 Maart 1694, zoo legt, niet b? hoorde te worden gerenoveeit. meeTtef °P «ede,iberfert> }s de Heer Prrefident Burge- tedankr Tri,ZS?e ^tte"tieJ in het Gecommuniceerde bedanktj en h bbgn d Leeden verklaa met dezd •Heer, ter zaake voorfz. , te ftaan in een het zelve Sen-  april, STAAT EN OORLOG. .1782. 227 Sentiment, en verders geoordeelt , dat het Advis van den Heer Burgeraeeller Duivensz , omtrent het geven van Last aan de Heeren Gedeputeerdens ter Dagvaart, overeen komt met de gedagten van de Leeden van deeze Vergadering den 5den dezes gehouden : want dat een honorable, voordeelige en fpoedige Vreede met het Engelfche Hof niet als gó;d kan wezen, maar dat die Vreede aan de andere kant niet kan nog behoorde gemaakt te worden, als behoudens de Refolutie, by Hun Hoos: Mogende, ten dien opzigte Relatif tot het Hof van Vrankryk genomen , en dus conform de Last aan de Heeren Gedeputeerdens ter Dagvaart, wegens deeze Stad bepaaldelyk gegeeven, en is voorts goedgevonden en verdaan dat het drukken van gemelde Advis direct, aanloopt en drydig is met de Refolutie van deeze Vergadering in dato 15 Maart '.694. Dat het renoveeren van dezelve Refolutie onnodig ïs , gemerkt dezelve tot heeden van kragt en waarde is bevonden, nadien nooit eenige Aanteekenen, Refervatien, of Denuntiatien zyn gedaan of geleden. Dat deeze Vergadering expresfelyk referveert, tot maintien Van voorfz. Refolutie, nadere Deliberatien aan te leggen , en zoodanig te refolveeren , als zal goedvinden en oordeelen te behooren, te meer, nadien veele Leeden nu abfent zyn. Dat aan de Leeden tot deeze Vergadering behooren»' de, zoo prefent als abfent, zal werden ter hand gefield Copie van al het bovengemelde tot informatie 'en fiarigt , ten einde daar van in hét vervolg gebruik te kunnen maken. Accordeert voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat, met voorfz. Register. Mr. Auguflinus Hendrik Duivensz, met bevreemding Vernomen hebbende, dat bovendaande Refolutie (door 't publiek maken waar van zyne befchuldigers, als of hy hier meede tegen een oude Refolutie en zynen gedaanen Eed hadde gepecceert, zich nu zelve Ichuidig maaken) in de Waereld is gebragt, terwyl hy 111 Commisfie van Stad wegen voor weinige dagen abfent was: vind zich , boe ongaarne ook , eersbalveo verplicht ,■ deeze onhebbelyke handelwyze tot voorkoming van verkeerde opvattingen vooraf bekend te maaken ; terwyl P 2 hy  S28 april, ZAAKEN VAN hy zoo dra mogelyk, zich omtrent de befchuldigingen en pofitiven in de Refolutie by abfentie van de helft der Leeden van de Vroedfchap, waarby zelfs geen Minister prefent is geweest, en dus illegaal genoomen, ter neder gefteld, nader zal trachten te juftificeeren'. LXVI. Extratï uit de Refolutien van de Hee. ren Staaten van Holland en West' vriesland, in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen op Saturdag den 20 April J732. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien , in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Refolutien commisfonaal van den 21 February en 10 deezer, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage, en teffens om de presfance vervangende de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoprn refideerende, hadden geëxamineert de herhaalde Adresfen van Bewindhebberen der generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeventienen aan Hun Hoog Mog en waar op dezelve het appuy van Hun Edele Groot Mog. hadden geimploreert, beftaande die Adresfen in een drieleedig verzoek, als, 1, tot guarantie der Anticipatie-Penningen ten laste van de Kamers loopende; 2, om authorifatie tot het negotieeren van tien millioenen onder guarantie van Hun Hoog Mog.; en s, om provifioneel en hangende de deliberatien op beide die verzoeken, authorifatie te bekomen, om onder guarantie als vooren twee millioenen te negocieeren. En dat zy Heeren Gecommitteerden hadden vermeend in ernftige oyerweeging te moeten neemen de bezwaarde en drukkende omftandigheeden, waar in de Oostindifche Compagnie door gebrek aan gereede Penningen zig tegenwoordig bevind , miisgaders de kragt der drangreedenen en pregnante motiven , welke niet ge-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 229 gedoogen dat Hun Edele Groot Moe;, met onverfchilligheid zouden aanzien de dringende nood en het fchro* melyk gevaar, waar aan, zonder eene fpoedige en toereikende voorziening , blootgefteld zoude werden het crediet van eene zoo aanzienlyke en magtige Compagnie, die aan 's Lands welzyn op het fterkfte verknogt , ook in het byzonder met de weLaart deezer Provincie in het naauwfte verband is ftaande; en dat zy vervolgens geoordeelt hadden, dat zoo ooit het thans de tyd was om opentlyk te toonen en de klaarfte blyken te geeven, dat het Hun Edele Gr Mog. zoo min aan vermoogen als aan gunftige geneigtheid ontbreekt om deeze Maatfchappy door middel van eene buitengewoone dog allezints wettige Provinciaale dispofirie, de vrugtbaare invloeden van Hoogstderzelver kragtdadige byftand te doen ondervinden ; dan te gelyk oordeelden , dat zoodanige dispofitie by proviiie en voor alsnog tot de Provinciaale guarantie der te negotieeren Penningen ter montant van acht millioenen bepaalt behoorde te worden. En dat zy Heeren Gecornmifteerden dienvolgende van advife waren, dat Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie in de refpective Kamers binnen deeze Provincie geëtablisfeert , op een adres daar toe aan Hun E 'ele Groot Mog. te doen , zouden kunnen worden geauthorifeert om onder guarantie van Hun Ed, Gr. Mog. een fom van acht millioenen guldens ten lasten van de voorfz. Kameren onder de gewoone verbanden en met fpeciaale affectatie ten aanzien van de interesfen, met de minfte onkosten te doen negotieeren; en dat ten dien einde de nodige Acte van authorifatie en guarand voor en ten behoeve van Bewindhebberen voornoemt behoorde te worden gearresteert en uitgegeeven. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de Ordre nader te examineeren, en by de verdere Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. P 1 LXVIL  83° april, ZAAKEN VAN 1782. LXVII. Memorie van den Heere j. adams aan de Staaten Generaal der Vereenig? de Nederlanden. HOOS MOGENDE HEEREN1 TAe Ondergeteekende Minister Plenipotentiaris der Vereenigde Staaten van Amerika heeft de eere, Uw Hoog Mog. te kennen te geven, dat hy met inftruchen van zynen Souverein gelast is , om de Staaten Generaal der Vereenigde Provintien van de Nederlanden een Traétaat voor te ftellen van Vriendfcbap en Koopnandel , tusfchen de beide Republieken , op een begndel van een gelyk en onderling voordeel gegrond, en overeenkomftig met de verbindtenisfen, die door de Staaten Generaal met hunne Geallieerden reeds genomen zyn, als ook met zoodanige andere Traétaten , wtike zy voorneemens zyn met andere Mogendheeden te formeeren. ö Ingevolge heeft de Ondergeteekende de eere aan Uw Hoog Mogende voor te ftellen , om eenig Perfoon of Perloonen te benoemen, met volle magt, om over dat gewigtig iluk met Hem te confereeren en te bande. (Was get.) 'sGravenbageden J. adams. 23 April 1782. LXVIII.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 231 LXVIII. Publikatie van de Heeren Staaten van Friesland, tot Explicatie van de Refolutie van den aSden February 1705, omtrent de Naturalifatie in hunne Provincie. De Staaten van Vriesland , allen den geenen , die deezen zullen zien, ofte hooren-leezen , Salut: Doen te weeten ; dat wy in ernflige overweeginge eenomen hebbende de Staats - Refolutie van den 38 February 1705, zynde van deezen inhoud: ,, Is ter Vergaderinge gereprefenteert en voorgedra„ gen, dat het refpeci , de digniteit, mitsgaders het ,, belang van deeze Provincie , en de Hooge Regeerin„ ge van dien vereisfchen , dat tot de Vergaderinge ,, van Hun Ed. Mog., als meede tot het bekleeden ,, van hooge ambulatoire Ampten, geen andere Peribo„ nen_ werden genomineerd en aangefteld, als de zoodanige , van dewelke met fundament mag worden „ vertrouwd, dat zy by alle gelegenheeden, het intrest ,, en beste van den Lande, met alle getrouwigheid ,, zullen behartigen en waarneemen :- dat tot bekomin„ ge van dat heilzaam oogmerk zeer veel zoude con„ tribueeren, ingevalle by Refolutie tot het comparee„ ren in de Vergaderinge van Hun Ed. Mog. wierden „ vastgeiteld, dat nog tot het bekleeden van eenig ,, ambulatoir Ampt eligibel zullen wezen , als zooda„ nige Perfoonen, dewelke of door geboorte, of door ,, naturalifatie en begoedigheid aan den Landfchappe „ verknogt, en by deszelfs wel of kwalyk varen ne„ vens andere goede Ingezeetenen zyn geïnteresfeerd. „ Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden „ en verdaan te refolveren, te ordonneeren en te da„ tueeren, gelyk gefchied by deezen ; dat in her toe„ komende niemand Admisfibel zal wezen tot den „ Landsdag, nog tot het bekleeden van eenige ambu„ latoire Ampten buiten en binnen de Provincie , het „ zy dat de voorfchreeve Ampten by de volle Kamers „ worden vergeeven, of door een afgezonderde adte „ van Volmagt of Volmagten, van Grietenyen en SteP 4 » den,  232 april, ZAAKEN VAN i78a. ,, den, worden getranfporteerd en overgedragen, ren „ ware dezelve zy een ingeborene van deeze Provinj, cie, of aldaar genaturalizeert en begoedigd, uitge„ zooderd alleen de Bewindhebbers plaarzen van de „ Oost- en Westindifche Compagnie, dewelke door „ Uitheemfche zullen mogen worden waargenomen; dat „ voor genaturalizeerde zullen worden gehouden , alle „ de geene , dewelke aan BJerlandfcbe Vrouwen zyn „ getrouwd, of anderzins vyf Jaaren gedurende, zon„ der interruptie gewoond, en zich gèitabilieert zullen ,, hebben en daar in continueeren , Ten minden gedu„ rende den tyd dat zy tot deeze of geene Commisfie „ of amoulatoir Ampt geëmpolyeert zullen worden ; ?, dat insgelyks voor begoedigd zullen worden gehou„ den die een ftemdragende Plaats ten platte Lande , „ of in de Steden zoo veel aan vastigheeden zal be„ zitten als van nooden is, om volgens de Reglemen„ ten tot de Vroedfchap en Magiftraat te worden ver„ koren : en op dat deeze Haar Ed. Mog. welmeenin, „ ge punftuëlyk moge worden agtervolgd en nageko„ men; zoo worden de Heeren Gedeputeerden geau„ thorifeerd , gelast en aanbevolen , om in het vifite„ ren van de Procuratien ten Landsdage, naauwkeurig „ acht te geeven, dat niemand tot Volmagt werde ge„ admitteerd en aangenomen, als die bekend zyn voor „ genoegzaam gequalificeert te wezen , ingevolge van „ deeze Haar Ed. Mog. Refolutie en Orde, als meede „ om geen Brieven van Voorfchryvinge van eenige „ Perzonen, tot een ambulatoir Ampt in *t toekomen„ de mogende worden benoemt , (exempt de twee „ voornoemde Bewindhebberfchappen) te verleenen of „ te doen depecheren , als voor de zulken , dewelke „ zullen worden bevonden te wezen gequalificeert als ,, voren; houdende Haar Ed. Mog. voor nul en van „ geender waarden, het geene deezen contrarie hier „ na mogten worde gedaau of ondernomen." Aldus &c. 28 February 170J. En eonfidererende dat dezelve , of fchoon volmaakt overeenkomende, ja waarlyk gegrond op de fundamenteel Conftttutie des Lanos , egter in zommige poinc ten door den tyd in verval fchynt geraakt te zyn, hebben  april, STAAT EN OOJtLOG. 178a. 233 ben goedgevonden en verdaan, aangezien bet refpeift, d? digniteit, mitsgaders het belang deezer Provintie en de Hooge Regeering van dien nu meer dan ooit, de voorzorgen in de Refolutie vervat, vereischten, dezelve nader te expliceeren , ,, ten opzigte voornamelyk van de requifitien tot een naturalifatie door [nwoninge nodig ," gelyk wy de opgemelde Refolutie van den 28 February 1705 expliceeren in deezer voegen : „ dat voor „ genaruralifeerden zullen worden gehouden , alle de„ welke Hierlandfche Vrouwen hebben getrouwd, an„ ders ten minden vyf volle Jaaren , zonder interuptie ,, gewoond, en zig met een Familie of Huisgezin ge„ ltabileett hebben, zullende een afweezigheid van meer dan twee maanden in het jaar uit deeze Provintie, „ voor eene interruptie gerekend worden, genoegzaam „ om den loop der geheele naturalifatie te verhinde„ ren." En zullen ook die geene, welke door Inwoninge genaturalifeert zyn, op bovengemelde wyze egter van dit hun verkregen recht gehouden worden te zyn vervallen , zoo wanneer zich naderhand , gedurende vyf of meer Jaaren met hun Huisgezin elders buiten deeze Provintie ter woon begeeven. En wyders gerefolveerd , de Heeren onze Gedeputeerden te gelasten, om zich in het vifiteeren der Jaarlyki'che Procuratien voor de Volmagten ten Landsdage, diptelyk hier na te gedragen , en conform deeze Onze welmeeninge, voor hetapproberen derzelver, naauwkeurig te onderzoeken , of de Gecommitteerden , zoo uit de Steden als Landen, ten tyde hunner Jaarlykfche Stemminge, ingevolge den Inhoud der voorfchreeven Refolutie van den Jaate 1705 , en deeze Onze nadere Explicatie genoegzaam gequalificeert en begoedigt zyn. P 5 LXIX.  234 april, ZAAKEN VAN 1782. LXIX. Misfive van Bewindhebberen der Oostindifche Compagnie , aan de Staaten van Holland, over eene Geldleening van acht Millioenen. In dato 23 April 1782. edele groot mogende heeren, Bewindliebberen van de Hollandfche Kameren neemen de vryheid U Edele Groot Mog. nogmaals onder het oog te brengen de hooge noodzakelykheid," waar in zy zich bevinden , om door Contante Penningen te worden onderfteund. Zy hadden zich , zoo wel als de Kamer Zeeland , gevleid , dat eene gunftige difpofitie van Haar Hoog Mog. hun reeds tot eene verdere Negotiatie zoude hebben in ftaat gefteld, doch vreezende, dat het Confent van zommige Bondgenooten mogelyk nietjzooipoedig zoude worden uitgebragt, als de nood der Compagnie zoude vereifchen, meenen zy zich tot U Edele Groot Mog. te mogen en te moeten keeren, en op de gtonden in hunne addresfen , zoo aan ü Edele Groot Mog. als aan de Heeren Staaten Generaal op den 21 February en 9 April voorkomende , waar toe zy de eer hebben zich by deezen te refereeren, te verzoeken , dat U Edele Groot Mog. door eene Provinciale Guarantie hun in ftaat gelieven te ftellen,' om hunne Negotiatie van acht millioenen te ëntameeren , en door eene gelyke guarantie van de reeds genegotieerde Anticipatie Penningen het crediet der Compagnie te her. ftellen, en de houders dier Anticipatie Penningen niet te doen worden van een veel erger natuur , als Compagnies nieuwere Crediteuren. Met  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 1 235 Met de dirpfte gevoelens van Eerbied en Hoogachting hebben wy de eer ons te noemen, EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, (Onder ftond) Amfterdam U Edele Groot Mog. zeer On- 23 April derdaanige en zeer Gehoorzaa- J782. me Dienaaren. De Rewindhebberen van de Oostindifche Compagnie der Kameren van Amfterdam en hei Zuider en Noorder Kwartier , en uit dezelve, (Was get.) a. v, GOES. J. CORNETS DE GROOT. J. C VAM DE BLOCQUERY. H. RAARDA. Ac S. VAN DER HOOP. N. FAAS. P. C. HASSELAAR. J. G  april, STAAT EN OORLOG. ,f8a. 23$ mineeren, daar op te komen, om te neemen de Confideratien en het Advys van de alhier aanweezende Gecommitteerden uit de refpeclive .Collegien ter Admira". hteit, en van alles alhier ter Vergaderinge Rapport te LXXII. Memorie van den Franfchen Gezant aan Hun Hoog Mogende, kennis geevende van het intrekken der na. deelige Befluiten van het Franfche Hof voor den Nederlandfchen Koophandel, en het doen te rug geeven van het betaalde. In dato 26 April 1782. * hoog mogende heeren. Het Staatkundig Stelzel des Konings heeft tot zvnen weezenlyke grondflag de onveranderlyke beginzelen van Regtvaardigheid en Gemaatigdheid. De minst dubbelzinnige blyken daar van heeft Zyne Majefteit gegeeven, zints den aanvang der Onlusten tul fchen Zyne Majedeit en den Koning van Ëngeïa„don ftaan, door alle de Onzydige Mogendheden w voorko. men met de ontwikkeling van de meest voordeeh?ge gezindheden tot haaren Voorfpoed,e„ door aan haafgfene andere voorwaarden voor te ftaan, dan die van de volflagenfte onpartydigheid. Met het opregtfte ked ÏSken"? ^ K°ni"g ^ g^^dzaafi JSn de" S A L ""e3" met °? te merken in bet Befluit b ,7- t^^fn^ den negentienden Novem. ïefchor'r d, \ H. HooS M°genden hebben oF. geicbort de uitwerkzeis hunner belcherminge ïmet nn «gt tot eenen Tak van Koophandel , van w£ de" wetten van algemeene billykheid en de uitdrElvkite bedmgften der Verbonden hun de viyhddiSSS^ De Koning gaf my toenmaals last, fj Hoog M 2 te kond.gen, dat indien dezelve het befluit neemtn om aldus een gedeelte van derzelver Regten aan zyne VVan den op te offeren, zyne Majedeit aan derïïSOnder-" daa  240 april, ZAAKEN VAN 1782* daanen friet zou kunnen voorbehouden de voordeden, by zyn jongde Reglement voorwaardelyk beloofd,noch de aloude Voorregten , welke derzelver Koophandel in zyne Staaten genoot, en die niet het gevolg zyn van eenig Verdrag, maar van goedwilligheid, en van eene overcrvende genegenheid. Uwe Hoog Mogenden haastten zich om den Koning te verzekeren, dat zy het vaste voorneemen hadden, de naauwkeurigfte onzydigheid te onderhouden, zoo lang de onlusten zouden duuren, tusfchen Frankryk en Engeland gereezen ; maar indien zy te kennen gaven, dat het befluit, welk de uitwerkzels van de kragtdaadige befcherminge der Republiek, ten voordeele der Schepen , met Timmerhout gelaaden, opfchortte, moest aangemerkt worden als niet genomen , ten minden zoo hetzelve niet nader werdt bekragtigd , verklaarden dezelven ten zelfden tyde , dat alle verdere raadpleeging over deeze zaak zoude uitgeiteld worden tot na de beraadflagingen, welke de Convoyen moesten bepaalen, oordeelde zyne Majedeit, in deeze nieuwe fchikking geene weezenlyke verandering van doelwit befpeurende, zich niet te kunnen ontflaan van paaien te dellen aan de voordeden , in de onderscheidene Havens zyns Koninkryks aan den Hollandfchen Koophandel toegedaan , toen U Hoog Mogenden voortgingen met het opfchorten, ten voordeele van de vyanden zyner Kroone , van de bandhaaving der metst kragtig geftaafde Regten : doch 't heeft Zyner Majedeit behaagd , in 't bezit daar van te laaten verfcheiden Leden der Republiek, naar gelange zy een Stelfel hebben aangenomen , 't welk, terwyl het met zyne bedoelingen indemt, te gelyk regtvaardig is. De Koning heeft toegejuicht de Vertoogen Harer Hoog Mogenden by het Hof van Londen , de poogingen , door dezelve aangewend , ter weder bekoomirigc van de middelen om de Vlag der Vereenigde Provinciën by haaren ouden luister te herdellen , als mede het uitdrukkelyk bevel , door dezelve gegeeven aan een Eskader , om zich gereed te houden tot het geleiden en befchermen van alle Schepen, gelaaden met Goederen, niet onder de Contrabanden begreepen, zoo ras de onbepaalde Convoyen zouden [bepaald zyn; en hy heeft by aanhoudenheid verlangd , dat U Hoog Mog. eindelylt zou»  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 241 zouden afzien van een hinderpaal te ftellen tegen de betuigingen zyner genegenheid , door zich geheellyk over te geeven aan de grondbeginfelen van hun belang. Van derzelver eindelyke befluiten ten deezen opzigte onderrigt , en verzekerd van de ontwikkelinge welke • U-ve Hoog Mog. beflooten hebben aan hunne Onzy. digheid te geeven , door het toeitaan van eene kragtdaadige en onbepaalde befcherminge aan den Koophan.del en den Scheepvaart hunner Onderdaanen, heeftzyne Majefleit met vermaak gehoord de Vertoogen, welke verfcheiden Leden der Unie , en met naame de Prins, welke aan het hoofd der Republiek is, hem gedaan hebben, opzigtelyk de bepaalingen, onder welke de Koophandel van verfcheiden Provinciën legt in de Havens van zyn Koningryk ; en zyne Majedeit heeft my bevolen, aan U Hoog Mog. te verklaaren, dat dezelve , by een Bdluit van zynen Raad, van aa April 1780 , waarvan ik de eer heb een echt affchrift bier nevens te voegen, herroepen heeft die vin den 14 Tanuary, 27 April, 5 Juny en 18 September 1779. Maar de Koning vergenoegt zich niet, de Onderdaanen van U Hoog Mog. dus herlteld te hebben by het genot der voordeden , welke zy trekken by de afkondiging zyner nieuwe wetten, en van alle de verdunningen voorwaardelyk toegezeid by zyn Reglement^ raakende den Koophandel en Scheepvaart der Onzydigen ; Hy wil hun een in 't oog loopend bewys zyner Goedwilligheid vertoonen, en belast my U Hoog Mog. kennis te geeven, dat hy bevolen heeft de wedergave van alle de fommen, uit kragt der gezegde Belluiten door de Tolbedienden gevorderd. De Koning vleit zich dat zoo gewigtige blyken zyner genegenheid U HoogMo'*. zullen overtuigen , niet alleen, dat hy in alle opregtheid deel neemt in den weivaart der Vereenigde Provincien , maar ook dat Geregtigheid , Gemaatigdheid en Goedwilligheid de weezenlyke en onveranderlyke grondflag zyn van zyne Staatkunde, en van zyne maatregelen. Gegeeven in 's Hage, 26 April 1782. (Was get.3 „ DE hertog DE la vauguion. V. deel. Q A£  242 april, ZAAKEN VAN 178a, A/fchrift van het Befluit van 's Koning: Raad, in dato 22 April 1780. De Koning, onderrigt aangaande de fchikkingen , door de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden gemaakt, om te voldoen aan den wederkterigheid, gevorderd by zyn Reglement van 26 July 1773, raakende den Scheepvaart der Onzydige Schepen , en zyne Majefleit , in gevolge deezer zelfde fchikkingen, willende geeven een nieuw bewys zyner geneegenheid omtrent de gemelde Vereenigde Provinciën , heeft beflooten te doen opheffen de bepaalingen , onder welke de Koophandel van derzelver Onderdaanen in zyne Staaten lag, diensvolgens , gehoord hebbende het Kaport , heeft de Koning in zynen Raad tegenwoordig zynde, bevolen en beveelt, als volgt. Art. I: Zyne Majefleit beeft herroepen en herroept het Arrest van zynen Raad van 14 January 1779 , 't welk„ aan een Vragtregt onderwerpt de Schepen van de gemelde Onderdaanen der Staaten Generaal van de Vereenigde Provinciën der Nederlanden ; die van 27 April en 5 Juny 1779 , welke een nieuw Tarif leggen op de voortbrengzels van hunnen Grond, Visfchery, Fabrieken en Koophandel, en dat van 28 September 1779 , verbiedende den invoer van Noordhollandfche Kaas in het Koninkryk. II. Zyne Majefleit bevestigt, ten behoeve der gemelde Onderdaanen van de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën der Nederlanden , de voordeelen, voorwaardelyk beloofd by de ichikkiügen van zyn Reglement van 26 July 1778, raakende den Vaart van Onzydige Schepen in tyd van Oorlog. III. Zyne Majefleit aan de gemelde Onderdaanen van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlandfche Provinciën, een treffend bewys zvner goedgunfligheid willende geeven , beveelt zyne Majefleit de te rug gave van alk de lommen, door zyne Tol- be-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 543 bedienden geheeven , uit kragt der bovengemelde Arresten. Gedaan in den Staatsraad des Konings, den tweeëntwintigden April 1780. (Was get.) SARTrNE. (Lager ftond) (Was get.) GRAVIER DE VERGENNES. (Lager ftond) (Was get.) DE HERTOG DE LA VAUGTJION. LXXIII. Extract uit de Refolutien van de Hce~ ren Staaten van Holland ende West' Vriesland, in Hun Ed Groot Mog. Vergaderinge genomen , omtrent de verrekening van genomene Schepen , of Vry dag den 26 April 1782. T^\e Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporJL/ teert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie , in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog, Refolu* tien commisforiaal van den 27 der voorleede maand , en 18 deezer, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, hadden geëxamineert het Generahteits Rapport van den 1 February te voren op een Misfive van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze Q 2 ovtr  244 april, ZAAKEN VAN ifh. over de verreekening der gelden by de Petitiën van den 25 February 1780 en 5 January 1781 gepetitioneert en by Refolutie van Hun Hoog Mog. op het Fonds van bet Last en Veilgeld geasfigneert voor de Schepen P.inces Carolina, Rotterdam en Mars; als meede een Memorie van Gecommitteerden der Collegien ter Almiralireit den 12 Maart geëxhibeert, behelzende eenige remarques en confideranen op de fchikking der verreekening in het voorfz. Rapport tot een regel in de gevallen, wanneer 's Lands Schepen voor overmagt van den Vyand zouden moeten bukken en aan dezelven over. gaan ; mitsgaders het Generaliteits Rapport van den 5 deez-r op de laatstgemelde Memorie der Admiraliteits Gecommitteerden, raakende de verreekening voorfz. Dat de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, in het hefogne opening hadden gedaan van verfcheide confideratien , ten bewyze dat de gronden by de Gecommitteerden van de refpeftue Collegien ter Admiraliteit , op den 12 Maart i?82 by Memorie aan Hun H oog Mog. voorgedragen, om dezelve te disponeeren, om, een voet willende vastftellen , waar na eerst het Collegie ter Admiraliteit op de Maaze voor de Schepen Carolina, Rotterdam en Mars, en vervolgens alle die in het geval mogten komen van de Schepen van Oorlog van haar resfort aan den Vyand te moeten zien overgegaan, betaald zullen worden , dien voet minder hadeelig voor de Collegien ter Admiraliteit te maaken, als by een rapport van den 1 February deezes jaars was voorfieflagen , niet erroneus zyn, zoo als dezelve by het laatere rapport van den 5 April daar aan volgende worden voorgelteld; en onder anderen, dat nimmer in de gedagten van de gezamentlyke Gecommitteerden is opgekomen, om de Collegien ter A imiraliteit te befc iouwen als Adminiflrat^urs van een independente Kas , of te doen voorkomen als Leveranciers die zig winden mogen pt-rmitueren ; dat zy in tegendeel erkennen en altoos erkent hebben, dat'de Heeren Staaten van de refpective Provinciën over haare Schepen, Werven., Magazynen en behoeften, als de Generalittit toebehoorende , kunnen disponeeren na haar welbehaagen ; zoo dat verkeerd gehandeld zoude weezen,  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 245 zen, dar de Gecommitteerden van de Collegien ter Admiraliteit Adminiltrateurs van Generaliteits wege zynde, voor haare byzondere Administratie, of Collegien, van de Provinciën zouden vergen , of willen bedingen iets het geen onder den naam van overwinden zoude kunnen begreepen worden ; dat is meer als zy nodig hebben om te hoeden de kosten, waar toe de extraordinaris Fondfen of Surtfidien gefchikt zyn en gegeeven worden , maar dat zy gemeent hebben dac een extraordinaris Subfidie by Petitie of anderzims tor een extraordinaris Equipage geaccordeert en geaffectiert zynde, alle de kosten daar van, uit dat Subfi tie /.00 veel mogelyk moeiten vervallen , en dat men geen gedeelte daar van ter gelegentheid van eenig bykomeni toeval op de ordinaris middelen moest doen te rug liaan , en dat wanneer het zelve door nieuwe fchikkingen by in. advertentie zoude gefchieden , zy daar van mogten en moeiten waarfchouwen. Dat zy meenden dat het genoegzaam gebruikelyk was, te zeggen, dat de Collegien ter Admiraliteit tot de extraordinaris Equipagien leveren de Schepen , en tot de Schepen de behoeften, zonder dat de uitdruk, king, dat de, Admiraliteits Collegien ten aanzien van de Generaliteit de Leveranciers der Scheepsbehoeften zynde, de kosten van het furnisfement derzelve tot de extraordinaris Equipagien, aan haar uit de extraordinaris Fondfen goed gedaan dienen te worden , kon denoteeren , • dat zy boven haar uitfchot Leveranciers winden zouden najaagen, maar dat zv in geenen deele konden worden begreepen zulks te doen , wanneer zy verzogten van haar uitfchot voor de geleverde behoeften betaald te worden , en dat Hun Hoog Mog. het zelve niet wilden doen te rug ihan op de ordinaris Middelen. Dat zy altoos hadden begreepen en nog begrypen, dat_ geen extraordinaris Equipagien , of Equipagien uit Petitiën of andere extraordinaris Fondfen te pas komen , als de ordinaris Middelen daar toe voldoende zyn : Dat vervolgens y Ier extraordinaris Petitie daar toe op verzoek van Hun Hoog Mog. g.daiii , perfé aanwyst, dat Hun Hoog Mog. de ordinaris M Helen eerst en vooral tot de zaaken van de Zee gedestineert, Q 3 ou-  e4« april, ZAAKEN VAN 178a. onvoldoende hebben geoordeelt voor de bosten, en de Subfidie evenreedig aan de extraordinaris depenfe; dat derhalven, gelyk het niet redelyk zoude zyn , dat het Subfidie wierd gecontinueert, of dat men betaling bleef vorderen voor eenig gedeelte van de depenfe van extraordinaris Equipagien , als de depenfe door iets toevallig, zoo als het overgaan van Schepen aan den Vyand is , cesfeert; zoo ook niet behoorde gevergt te worden, dat de Subfidien worden ingetrokken, en met geappiiceert op een ander gedeelte van de depenfe, het welk door het toevallig verlies van het Schip niet cesfeert, maar anterieur is aan de neeming van het Schip, en geheel gedaan en afgeloopen is voor dat het Schip rog eens na Zee gaat, en dat de betaling daar van vervolgers niet zonder relütutie behoorde te worden gelaaten tot lasten van de ordinaris Middelen van de Collegien die te vooren reeds tacité door het doen der extraordinaris Petitiën erkent zyn tot het dragen van dezelve inCtiflicient te zyn. Dat het niet is nieuw, maar van ouds geufeert , dat men de depenfe van Equipagien ter Zee heeft befchouwd als drieleedig, en beltaande voor eerst; uit bet beloop der Soldyen; ten anderen, uit het beloop der vivres of Kostpenningen , waar onder de kosten van Ligtervragten, vuuren, en verdere kosten van de Officieren begreepen zyn; en ten derden, uit de kosten van de uitrusting der Schepen, en fhrnisfementaan dezelve van allerlei Scheepsbehoeftens,ook wel de kosten van fiytagie genaamt; maar dat omtrent deeze driederlei depenle dit onderfcheid plaats heeft, dat het derde foort van kosten, die men begrypt onder den naam van uitrusting kosten, gelyk te vooren is gezegt, gedaan en geleden is , zoo dra het Schip uitgaat, om dat de uitrusting dan gedaan is , en de behoeften tot de reis 'cr in zyn. Dat omtrent de vivres hetzelfde zoude plaats hebben, indien het Land dezelve leverde; rnaar dat, aangezien dezelve door de Kapiteinen met voordeel geieyert worden, omtrent dezelve bedenkelyk is gemaakt, ten wiens lasten het cafucele verlies moest komen,ten lasten van het Land, of van de Kapiteinen; en Hun Hjog Mog. verliaan hebben, dat der Officieren gedrag daar  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 247 daar omtrent zoude decideeren , en by Refolutie van den 13 May 1767 bepaald hebben , dat aan de OfS. eieren die wel gedaan hebben, de Kostpenningen voor de geheele reis betaald zullen worden ; en aan die kwalyk gedaan hebben, niet verder als tot den tyd van het blyven of overgaan der Schepen aan den Vyand, terwyl de Soldyen, zynde het eerfte foort van depenfe, eertyds ophield, en nu voor de helft cesfeert, als het Schip aan den Vyand overgaat. Dat het niet is een capricieufe berekening, als men een derde of twaalf guldens van iedere zes en dertig guldens per man , waar mede de extraordinaris Equipagien regulier zonder de vermeerderde Gagien met vier guldens, per hoofd, die de kosten op veertig guldens brengen, te rekenen, betaald worden tot yderder voorfchreeven driederlei kosten, althans voor de kosten van uitrusting der Schepen , of van flytagie fteld gedestineert te zyn : want dat voormaals, en tot dat de betaling van extraordinaris Equipagien, byHunEd. Gr. Mog. Refolutie van den 4 November 1693 , is gebragt op zes en dertig guldens per maand voor ieder hoofd eens af, de kosten van Equipagien zyn opgegeeven by ftaaten van raming , op dien voet ingerigt, dat eerst de foldyen zyn gebragt in computatie , ten tweede de vivres of kostpenningen , met de onkosten van ligtervragten , vuurgelden en andere onkosten van de Officieren, en dezelve vervolgens zyn verhoogt met een derde voor de kosten van uitrusting der Schepen of flytage, zoo als alle de ramingen of ftaaten van on. kosten van Equipagie voor 1690 uitwyzen, en onder anderen ook blykt uit Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 7 February 1690, dienende om te onderzoeken of de kosten van de Scheepstuigen en toetakeling wel behoorden te worden gevraagd by de Petitie tot aanbouw, en of dezelve niet moesten vervallen uit NB. het derde deel der Equipagie kosten voor llytage. Dat het dierhalven geen mistasting, erreur, of gebrek van menage van het Interest der Provinciën is, dat , daar men tegenswoordig de kosten van Equipagien ter Zee aan de Collegien rer Admiraliteit , by brieven en jaarlykfche Tabellen, Schip voor Schip doet Q 4 be-  348 april, ZAAKEN VAN i?g2. berekenen, met den dag, of dat de Schepen compleet zyn geweest en gedient hebben, de G-committeerden hLÏmZ™^ C0"egien ter AdmiraliteitTarHun Hoog Mog. hebben ,ragten te doen begrypen, datdeeze derde zoort vat. kosten van Equipagte , 'dit derde van zes en demg guldens voor kosten v*?, uitrust ng p°„ KT kW3Sr be(lIed V00r daC de Schepen uitga 5 dPn lï h,m Wji daar Van even daarom £« kantor den verdeelt, en meer of min worden betaald in pro- Vvands'InH^ t" £en Schip vroe^er óf SaU iS? inHpn i kWam tC Valle" ' maar beh^rde te worden goedgedaan over den geheelen tyd waar voor het is gevictualifeert en van behoeften voorzien, die doorgaans zsmengaan, alzoo de reden waarom in op- ctfrZ •? Vlvres/cn, onderfcheid wierd gemaakt ,m tLtZ Zi™ de" Kapitei" boven opgegeeven, omtrent ae kosten van uitrusting geen plaats hebben. Ppn n /y gecommitteerden begreepen dat reeds een en andere Provincie zig met het Rapport geconformeert hebbende, het van Hun Ed. Grooï Mog. niet LvrSen7aS' °m zis voor de Collegien ter Admira. 2iteitm deeze , daar het bedenken niet valt over iets Com.nueels maar alleen over de byzondere gevallen, wanneer Schepen door den Vyand genomen worden in de bres te ftellen , en dat aan de v,r„ere met min voon.aame Grieven , by de Memorie omtrent het vorige Rapport geproponeert, by het laatfte Rapportvoldaan zynde , zy niet verder zouden urgeeren 0p het ' °f naaie,,tlyk de kosten van uitrus*trg A if;yCage Va" §''n0niK ScbePe». aan de Collegien ter Admiraliteit moeren worden betaald, z< o als Gecommitteerden van de Collegien ter Admiraliteit het fetiïhGuT^™ 'a door.bera,,r'g va" een derde van iet. iublMie over den tyd waar voor de Schepen geVictuabeert waren , of door over betaling na den dag van het neemen derzeive door den Vyand , zoo als het by de Rapporten gefc-.ikc word met twee maanden yolle oiensi ; maar nat zy dit toegevende dan ook wenschten, dat de zaaken tot een precis mogten worden gebragt; dat daar v3n oan vervolgens opening ge. daan hebbende, de Heeren Hun Ed. Groot Mog. Ge- com.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 249 committeerden van Advis waren geweest, dat de zaa ' ken ter Generaliteit daar heenen "behoorden te worden gedirigeert, dat Hun Ed. Groot Mog. zïg met den fubftamkelen inhoud van het Rapport conformeren ie moge worden vastgefteld : dat voor Schepen ot Fre' gatten van Oorlog door den Vyand genomen, 3an het Collegie ter Admiraliteit waar onder dezelve resforteeren , zal worden goedgedaan (in de plaats van twee maanden in het Rapport voorgetogen, waar van maar de helft door de halve foldy en kostpenningen kan worden geabforbeert/) eene maand van den vollen dienst der Schepen , na den dag dat dezelve genomen zvn voor de kosten der uitrusting. Dat aan zulk een Admiraliteirs Collegie van 's 1 ands wegen zullen worden gerembourfeert de kosten van Krys raaden , en van de Dedommagementen , die het ^aï hebben moeten betaalen aan Chirurgyns , Schryvers Ambagtslieden en diergelyke perfoonen, mits daarin dê menage van den Lande betragtende , de halve föld'y die het zal hebben betaald aan de Krygsgevangenen op haar woord van eer hier te Lande gerevrrteerr en de quart foldy betaald aan de Vrouwen , Kinderen of Cedulhouders van de gevangenen by den Vyand' ee* bleeven, mits by het verzoek: tot rettitutie , zoo dikrwyls als het Collegie het nodig oordeeld , aan Hun Hoog JyJog. te doen, overleggende een Declaratoir van die van het foldy Comptoir, of andere bedienden dezelve betaling gedaan heboende , hoe veel de beta lingen voor yder Schip dat door den Vyand genomen 1" , afzonderlyk gerekent zedert het neemen van het Schip, of de laatst vorige verrekening, hebben bedraa- Dat de Kapiteinen van de door den Vyand genomen »s Lands Schepen , na dat volgens Hun Hoog Mog. Refolutie van 13 May 1767 zullen zyn verklaard zig vaillantelyk te heboen gedragen , van de Collegien ter Admiraliteit, waar onder zy resforteeren , afrekening zullen moeten verzoeken van de kostpenningen haar uit hoofde van de voorfz. Refolutie, na het over' geeven van het Schip competeerende, en dat het Collegie tot de fomma die naar voor aan de Kapiteinen Q 5 zal  ajo april, ZAAKEN VAN i789. zal hebben toegelegt, de betaling van Hun Hoog Mog. zal kunnen verzoeken. Dat tot de voorfz. betalingen in de eerde plaats zullen worden gedestineerd , en vervolgens gereferveert zullen blyven , de penningen in de Fondfen daar bet bchip zelve op geasfigneert was, die na dat de betaling van het Schip op de ordinaire voet gedaan zal zyn, over eene niaand na den dag dat het aan den Vyand is overgegaan, zullen overblyven. Gelyk mede tot betaling van de kosten der gevangenen in 's Vyands Land, daar van de Collegien ter Admiraliteit zullen worden gerembourfeert, mits by de verzoeken van betaling uit dien hoofde , overleggende Copie autbenticq van de Wisfels der Cotrespondenten , of andere documenten van betaling, doch dat zoo dra een Commisfaris tot betaling van de ko«ten van gevangenen in 's Vyands Land zal zyn aangeiteld, en een Fonds daar toe geaffe&ueert , de Collegien ter Admiraliteit daar van zullen worden ontlast, en de betaling van dien , en de Adminidratie over de gevangenen, geheel aan dien Commisfaris zal worden overgelaten. Waarop gedelibereert, de Copie van het voorfchree. ve gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Leiden, Haarlem, Amiterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Enkhuyfen, Monnikkendam en Medembhk, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgedeld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. LXXIV.  ap»il, STAAT ÊN OORLOG. 1782. 251 LXXIV. Extract uit de Refolutien van de Hee. ren Staaten van Holland ende West. Vriesland, in Hun Ed Groot Mog. Vergaderinge genomen op Vrydag den 26 April 1782. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dar de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 29 der voorleeae maand, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, nader hadden gee'xamineert de Misfive van de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden van den 31 December laatstleeden, en den 10 January deezes jaars ter Vergadering ingekomen, waar nevens ge. voegt was een Petitie van den Raad van Staate ter fomme van ƒ 8409700-0-0 tot aanbouw van 19 zwaare Schepen , als zeeven van zeeventig en twaalf van zestig Stukken , behalven die in voorige Petitiën tot ƒ Ilö3foi?o-o, en ƒ 9271458-0-0- reeds waren vervat; met verzoek dat Hun Ei. Groot Mog., naar het gewigt der zaak, daar in geliefden te confenteeren, en de vereischte Penningen furneeren. En dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren, dat by Hun Edele Groot Mog, in de voorfz. Peilde diende te worden geconfenteert; en de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit verzogt , om daar van ter Vergadering van Hun Hoog Mogende opening te cioen, en te intteeren , dat dezelve ten fpoedigften ter conclufie worde gebragt; op dat de Hellingen die door het afloopen der laatstgebouwde Schepen vacant zyn geworden of eerstdaags ftaan te worden , ten eerften weder bezet, en den nodigen voortgang met den Aanbouw van Schepen gemaakt worde ; ten einde de aanwinnende Navale Magt door het minfte toeval niet weder by deszelfs opkomst tot het eerfte verval geraakte. Waar  052 april, ZAAKEN VAN 1782. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz gerapporteerde verzogt zynde door de Hoeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Amfterdam, Rotterdam Schiedam, Schoonhoven en Medemblik , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz. Refolutien. LXXV. Request van Hollandfche Kooplieden en Fabrikeurs. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en IVestvriesland. Geeven met fchul ligen Eerbied te kennen, de On. dergeteekende Kooplieden en Fabrikeurs binnen deze Provintie gezeeten, dat zy Suppliauten, hoe zeer in t algemeen overtuigd, dat geene Republiek rer Waereld, welke mets minder, dan eene uitbreiding haarer Bezittingen beoogd, eenig Intrest by het Oorlogen kan hebben; veel min eene zoodanige, welker grootfte belang en existentie zelf, op de Commercie, en dus op eene vrye Zeevaart gegrondvest is, zy lieden zig ech. ter alle de rampen , welke de onverwagte en aileronrechtvaardigfte aanval van het Ryk van Engeland V00r hun ten gevolge gehad heeft , en nog verder by het aanhouden des Oorlogs te duchten zyn, gereedlyk hebben getroo.-t, en verder zouden getroosten, indien 'tr geen mogelykheid zig opdeed om eene gewenschte billyke en 1 onoiable Vreede . anders dan door het geweld der Wapenen, met a. fiftentie der Medc-B-llieee. rende Mogendheedeu te verkrygen, dnar onze nu eenigzints herftelde Zeemagc, mitsgaders de betoonde oude Bataaflche dappeiheid onzer Zeehelden aan de eene zyde 111 de laage ftaat, tot welken het Ryk van Engeland als nu m veelen opzigte voorkomt gebragt te zyn, meer dan voorheen , eene gegronde hoope fchynen te geeven. r ' Dat  - april, STAAT EN OORLOG. 1782. 253 Dat zy Supplianten de vryheid gebruikende, U Ed. Gr. Mog. van deeze hunne gevoelens in allen gevallen op het kragtigfte te verzekeren, echter niet ontveinzen konnen, volkomen overreed te zyn, dat hoe eerder op billyke en honorable Voorwaarden een einde van deezen fatalen Oorlog konde gemaakt worden , zulks eensdeels alle vrees voor verdere verlegging der Commercie , en overrompeling onzer Colonien in Oost- en West-indien zoude doen ophouden , en aan de andere zyde wederom door een vrye Zeevaart aan de Republiek en nerzelve goede Ingezeeten de gelegenheid geeven om te jouïsfeeren van de voordeelen , welke derzelver natuurlyke legging aan haar eigen maakt, en waar aan zy haaren welvaart van de aloudfte tyden af aan, tot den dag van heden onder den gunstryken Zegen des Allerhoogden te danken heeft gehad. Dat zy Supplianten van U Ed, Gr. Mog. Lands Vaderlyke zorg voor 't gemeene Welweezen met alle fiducie vertrouwen , dat Hoogstdezelven nopens het ware belang van ons lieve Vaderland geen andere begrippen voeden, en daarom indien zulks, zoo men vertrouwd, zonder wettige offenfie aan het Ryk van Vrankryk te geeven, of eenige nadeelige gevolgen van dien kant met grond te duchten te hebben, gefchieden kan, gereedlyk profiteeren zullen van den onverwagten voorflag door het Britf'che Ministerie den 29de Maart jongstleeden aan den Heer bimolin, Minister Plenipotentiaris van Haar Rus-Keizerlyke Majedeit by het Hof van Londen gedaan, en den 3den April daar aan volgende, op de edelmoedigfte wyze door den Heere Prinfe van GaUitzin, en den Heere Marco^ aan Hun Hoog Mog. gecommuniceerd; te meer, alzoo zy Supplianten begrypen, dat U Ed. Gr. Mog. by het aankleeven der Principes in het Tractaat van gewapende Neutraliteit • tot eene bafis gefield , zig tegenwoordig beter dan voorheen van eene (tipte nakominge der te iluitene Verbintenislen zullen kunnen verzekerd houden , en naar waarfchynlykheid by de tegenwoordige tydsomflandiaheeden , en de veranderinge van het Ministerie in Engeland voordeeliger Conditiën van Vreede voor de .Republiek te bedi'gen zullen zyn, dan ooir voorheen, of misfehien by voortduuringe des Ouilogs, en na het ly. den  454 april, ZAAKEN VAN I7g2, den van veele fchaden ook nog lange daar na; dat zv Supplianten hoe zeer dus by een fpoedig hertel de? Vreede alleszints gein,resfeert te kort zouden doen aan bet billvk en onbepaald vertrouwen, \ welk ?v -u goede Ingezeetenen aan de nooit volpreezene ïLl yaderlyke zorge van U E l. Gr. Mog. SS^d^t indien zy zig m verdere Supplicatien tot het hertel der Vreede en met dezelve van de welvaart der Republiek hoe zeer by hun verlangd kwamen uit te laaten daar pmme ten dien opzigte, gelyk goede Burgers betaamt in de hooge wysheid van 's Lands Vaderen berust de; alleen de vryheid gebruiken U Ed. Gr. Mog en de Vroedfchappen der refpeétive Steden, met fchtddige eerbied onder 't oog te brengen, dat uit de menigvu? dige Supphcatien ten dien einde aan U Ed Gr JVW en de Vroedfchappen der refpedtive Steden zedert een? gen tyd geprelenteerd , aan U Ed. Gr. Mog ten vól. Ier, gebleeken is de bedugtheid , welke by het groo . fle gedeelte der Commercteerer.de Ingezeetenen deezer Republiek, en vooral ook by hun Supplianten niet zon. der grond «fideerd dat Zylieden zig door eene parti culiere Vreede met het Ryk van Engeland veeligt voor altoos verltooken zouden zien van alle voordeelen Z eer. Commercie met Noord-Amerika, fn wat (laat het zelve , by eene Pacificatie met het voorfz. Ryk ook mogte gelteld worden, voor deeze Republiek met reden te wagten al waaromme zy Supplianten, fchoon riets zoo zeer dan een fpoedig einde der Oorlogsrampen verlangende , de vryheid gebruiken , hunne belangens ten dien opzigte eennediglyk aan de wyze en VaderJvke zorge van U Ed. Gr. Mog. aan te beveelen en er ootmoediglyk te verzoeken , dat by het aangaan van eenige particuliere Vreede met het Ryk van Groot' Rnttanme , deeze Republiek toch moge gefecureerd worden, om in de voordeelen van Commercie met NoordAmerika te zullen deelen op zoodanige meest geprevihgeerde voer, ais in 't vervolg aan eeniae Natie van Europa, bevoorens in de Commercie van Noord-Amerika niet geparticipeerd hebbende , zal worden geaccordeerd. 6 't Welk doende, &c. LXXVÏ.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 355 LXXVJ. Request van Kooplieden, Scheepsreeders en Irafikanten van Schiedam, aan de Regeering hunner Stad. Aan de Edele Groot Achtbare Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Schiedam. geeven met alle gevoelens van verfchuldigden eerVJ bied en onderdanigheid te kennen de onderbete, kende Kooplieden , Reeders van Schepen en Trafikanten binnen deeze Stad. '«^«m Dat zy Supplianten te veel bezef, gevoel en ondervinding dragen van Uw Ed. Groot Achtb. welmeenende en Patnottifche denkbeelden voor het behoud van t lieve Vaderland en ter uitoefening van al dat geen, het welk tot Confervatie onzerduurgekogteVryheid , Godsdienst en Altaren zoude kunnen ftrekken, tZruV-^ 10 defe ieSenwoordige en oogenbliklyke gelteldbeid van zaken, ter meerdere bevordering hunner belangens, Uw Ed. Groot Achtb. deliberatienzouden behoeven te interrumperen. Uw Ed. Gr. Achtb. allezins wyze, voorzigtige en tot eendragt neigende raadsbelluiten , die aan gtnsch Nederland in het algemeen en aan de Supplianten en verdere Inwoners deezer Stad, in het byzonder in de oogen fcintteren, zyn daar van verlichtende Bakens en leveren aan Uw Ed. Groot Achtb. goede Ingezetenen zoodanige gedenkzuilen eener hoogstloffelyke nagedagteriis dat de zorgelooze handelingen en fchadelyke wer. keloosheid van zaken niet van Uw Ed. Groot Achtb handen geëischt, noch aan Uw Ed. Groot Achtb. iml mer tot verwyt moeten aangewreven worden Dan egter vermeenen dè Supplianten , tér fpoedio-e beveiliging van s Lands zieltogende enkwynende Gommerc e en Navigatie , niet flanger te mogen ftilzitten. om de vernieuwde inlhntien van U Ed Groot Achtb ter Vergadering van onze wettige en hoog gebiedende Overheden van dijt Gewest of Provincie te* imploreren' ten einde te effectueren, dat de importante lasten; wel-  25r.r eene Vreede als zeer noodzakelyk achten; alle de oorzaken echter der ongelukkige gevolgen en rampen moeten in ons midden gezogt worden ; en zoo lang alles niet in 't werk gefield word , het inwendig geheel bedorven gedeelte van dit Gemeenebest te verbeeteren en te geneezen , zyn alle de andere middelen , hoe gefchikt anders, en hoe hoog men 'er ook van moge opgeeven, ydel en vergeefsch, om deezen Staat aanzien, lyker, magtiger, en Neerlands Volk gelukkiger te maaken. — Dat wy dan eens een oogenblik by de inwendige gefteldheid van dit Gemeenebest ftilftaan , en wy zullen dadelyk bevinden , en ontdekken de waare oorzaake, waar over zig de ganfche Natie reeds zoo lan. ge bedroeft heeft, en zonder verbeeteringen te ontdekken , zig natuurlyk meer en meer gevoeliger toonen zal. — Eenejonbegrypelyke traag-en werkeloosheid, duurende deezen ganfchen Oorlog , in alle de zoo zeer gewenschte middelen en maatreegelen , welke wy of ter voorkoming , of ter afweering van 't geweld onzes Vyands hadden kunnen en moeten beezigen , zyn wy gewaar geworden ; werkeloosheid , waar over een ieder zig moet verwonderen, en waar over wy ons fchamen moeten: - eene byna onnoemelyke Geldfomme tot goede eindens gewillig toegeftemten opgebragt,dog waar van men tot hier toe , overeenkomftig de algemeene verwagting, geene vrugten gezien heeft: - eene onverantwoordelyke befchermeloosheid der zoo koste, lyke en voordeelige Commercie , waar van den bloei des Lands, en het welvaaren onzer Ingezeetenen afhangt, fchoon gedrukt door dubbelde dog gewillig opgebragte lasten: ■- verregaande mistrouwinge , en oneemgheeden tusfchen de Leeden van het BondgenootR 5 fchap,  266 april, ZAAKEN VAN 178a. fchap , welke ftryden tegen de waarheid, en de aan. genoome zinfprenk deezer Staat: - verwaarloozing der goede Conflitutien: — vernietiginge der gefchikfte Re. geerings Reglementen : — verminderinge der Privilegiën der Leden en voorregten der Burgeryen : — discrtpantien tusfchen Regenten der byzondere Landfchappen: harde en ongehoorde behandelingen, zonder forme van proces, en dus zonder wet, van zulke in een onzer nabuurige Provintien , welke in gemoede gehan. deld hebben, en ter Vergadering zyn uitgedreeven geworden ; eene behandeling voorwaar! welke den dag ontvlugt , en welke de ganfche vryheid in kluifters klinkt, en aangemerkt zoude kunnen worden, als eene der eerfte trappen, waar langs deeze geweldige handelwyze zogt voott te klimmen, om andere braave Leeden een diergelyk lot te doen ondergaan, ja het is den Hemel tot hier toe alleen te danken, dat men zig niet by dit alles met het bloed der onnoozelheid bezoedeld heeft: — voegt by dit alles nog de verregaande partyfchappen, door welke veele gedreeven worden: — ongehoorde en verkeerde Inzigten: — raadllagen van kwalykgezinden: — verdrukking, en daar tegen verkiezing van vreemden boven braave Landsgenooten en Inboorlingen , eene reede tevens 't welk het militaire weezen in een vry Land, als het gevaarlykfte middel moet doen aanmerken: — en eindelyk over dit alles een al. gemeen onvergenoegt Volk. Wat behoeven wy nog meer, Edele Mogende Hee. ren! om den ongelukkigen ftaat van dit Gemeenebest uit deezen onzen inwendigen toeftand afteleiden? en waar vinden wy in de historiën de rampen vermeer, dert, welke als de oorzaaken moeten worden opgeteld, welke de vernietiginge der bloeiendfte Gemeenebesten ten gevolge gehad hebben ? — Zal derhalven dit Gemeenebest geen gelyk lot ondergaan ; men fpoede zig dan , deeze meer en meer inkankerende verdorventheeden te geneezen , en men geeve gehoor aan de billykfte voorftellingen, aangedrongen door de Stemme des Volks, niet door een hoop Gemeen, als dat, waar door deeze Republiek voorheen gefoltert wierd, maar het beste gedeelte des Volks , 't geen by reede ondervin-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. sör vinding paart; van een Volk, dat zyne vryheid kent , en dat deszelfs oogen op ons doen en laaten meer, dan ooit gevestigt heeft: aandringt, zegge ik, op de verwydenng van het zigtbaarfte kwaad. Men zal als dan ondervinden, dat het nog deezen Oorlog, nog andere drukkende omftandigheeden van buiten zyn wel. ke als de waare oorzaaken van den gedreigden ondergang van dit Land moeten worden aangemerkr. — Het is waar , dat wy meede van buiten relden vinden ons te bedroeven , zoo wel over de voorafgaande ontelbaare gelede verneederingen, als over de onnoemelyke toegebragte fchadens , — verregaande ontrouw in het fchenden der heiligde Tradtaaten , waar op wv yeihg meenden te kunnen berusten, — de ondraagelyke taal, en trotfche afwyzing van het Engelsch Ministerie, en Admiraliteits Collegie op de billykfte klag. ten als de daar op volgende onregtvaardige oorlogsverklaring, barbaarfche en eervergeete behandelingen der ontmenschte Bevelhebbers, — het geplengde bloed onzer vermoorde Broederen tegen 't regt des oorlogs,onze niet alleen ontnoomen maar vernielde Bezittingen , - - oorzaaken genoeg , waarom elk Nederlander voor eeuwig tegen eene Natie, welke men ten onreg. te onzen natuurlyken Bondgenoot noemt, met alle zyne verfoeielyke aanhangelingen , moet verbittert bly. veili, en het de algemeene wenfchen van dit zoo be. leedigt Volk natuurlyk blyven moet, zoodanige behandelingen niet ongewrooken te laaten berusten. Dog wanneer wy den oorfprong van alle deeze rampen ontwikkelen, dan kunnen dezelve van den beginne aan als een natuurlyh gevolg aangemerkt worden, welke uit de zoo even opgenoemde inwendige bedorvendheid zyn voortgéfprooten, en waar van onzen natuurlyke vyand door het langduurig verblyf van zynen welge aagden, en voor ons zoo verderfelyken Minister met alle zyne hier gemaakte aflchuwelyke aanhangelingen zig eene goede uitkomst meende te kunnen beloo. ven. -- Wy hebben, Edele Mogende Heeren ! reeden den Hemel alleen aantemerken , als de oorzaak deezer verydeling onzer voorgenoomen en gezwooren ondergang, welke dit zoo wonderbaarlyk op hun zeiven te rug  268 april, ZAAKEN VAN 178a. rug keert. Dog nu onze vyand den eindelyk wakker wordenden Staat fchynt te moeten duchten, ziet hy zig genoodzaakt den toevlugt tot andere bedriegelyke en gevaariyke listen te moeten neemen : en wat was gelchikter , tot bereiking van hunne mislukte dog geenzints uit het oog verloore oogmerken , dan eene aanbieding te doen van vreede op den voet van het Tractaat van 1674: eene aanbieding hoe veragtelyk, en gevaarlyk ook, egter na hunne gedagten (door zommige verkeerde gezinden , welke altoos onder een Volk als dit gevonden kunnen worden , 't welk van vreemden als overltoomt is,) niet verworpen , maar met alle kragt, en door zoodanige middelen als hen het vermoogen en de invloed fchenken , fmakelyk gemaakt , en als zeer aanneemelyk zoude worden voorgedeld, om, was het hen moogelyk zeg ik , door dien weg den Staat van de voorgenoome beduiten te doen afgaan , en door lang rekkende onderhandelingen alle de goede maatregelen te verflaauwen, welke wy op gronden van eene onvergeedyke beleediging ter wraake beezigen mogten ; ons verder in nieuwe moeijelykheeden in te wikkelen , zoo wy ter aanneeming deezer kunst, greepen overhelden, en alle de verbintenisfen, hoe heilig ook, nu kort met Vrankryk aangegaan, te verbreeken, en door dien weg, die Mogenheid metjgrond tegen zulk een ondankbaaren Staat te irriteeren. — Dog de eer , 't belang deezer Landen , de ganfche Natie treed hier dadelyk tusfchen beide , en roepen als uit eene mond , — geene Vrede , maar eene fiere afwyzing, overeenkomttig alle de geleede behandelingen. — Hoe proeferabel de vreede , wel is waar , boven den Oorlog moet gehouden worden , moeten de aanbiedingen van die natuur zyn, dat wy uit dezelve eene langduurige vreede kunnen afleiden, en dat vooral de uitbreiding en geenzints de bepaaling der Commercie het onderwerp eener onderhandeling zy. Dit een nog ander kan onmoogelyk verwagt worden , wanneer het Tradtaat van 1674 de bafis der onderhandelingen niet alleen, maar zelfs der Vreede weezen moer. Een Tractaat, hoe ook veranderd, als dat van 1674 moet deezen Staat in alle de Oorlogen inwikkelen , welke die Moogenheid onderneemt, waar van wy meede menig- vui-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 269 vuldige bewyzen hebben , en ons dus dadelyk verdoken zien van alle die voordeelen , welke uit het zelve met mogelykheid vloeien kunnen. — Men verwerpe dan deeze aanbieding op de algemeene Stemme der Natie, zonder de minde reflexie te flaan op eene daar by gevoegde fchadelyke voordelling eener Wapendilftand, integendeel alle de kragtdaadigde middelen aantewenden , en de gewenschte maatregelen met Vrankryk de concert ten uitvoer brengen, om eene betere Vreede te erlangen , niet minder dan eene zoodanige , welke ons eene vrye Vaart, overeenkomdig het regt der Volken, doe gewinnen , de ontknooping van die banden , welke ons zoo dikmalen aan den oever des verderfs gebragt hebben , de ganfche vernietiging der Navigatie Acte , die kluifter van onze Commercie , de verwerping van de ons opgedronge erkenning op de NoordZee , de vergoeding der ons toegebragte fchadens, en de reftitutie onzer ontroofde bezittingen: dit alleen kunnen de poinélen van onderhandeling worden, welke kunnen gezegt worden overeenkomdig Neerlands gefchonden eer , zyne waare belangens en de wille des Volks te weezen. Dat derhalven de Gecommitteerdens ter Generaliteit wegens deeze Provintie dienden te worden geauthorifeert , deeze Refolutie by Haar Hoog Mogenden intebrengen: dat den Rusfifchen Minister in beleefde termen diende te kennen gegeeven worden , de averlie der Natie , en deezen Staat omtrent deeze aanbieding: dat hoe zeer Haar Hoog Mogende ook betuigen konden, eene Vreede verre boven den Oorlog te prajfereeren , tot dat laatst gewenscht einde de mediatie van Haare Rus-Keizerlyke Majedeit wel hadden willen accepteeren ; zy egter vertrouwd hadden , dat men aan deezen Staat geene voorflagen zoude gedaan hebben , welke nog de eer , nog 't belang van deeze Landen permitteerde, gehoor te geeven: dat Haar Hoog Mog. zig egter volkomen van de geneegendheid Haarer Majedeit overtuigt hielden , om eene gewenschte Vreede uittewerken , dog , dat deeze overtuiging derk zoude moeten verminderen, wanneer Haare Majedeit by vervolg in haare pryslelyke mediatie niet wilde refle&ee- ren  070 april, ZAAKEN VAN 1782. ren op het engagement, 't geen deeze Republiek met Vrankryk had aangegaan , en voor zeer heilig hield of 't geen zoude kunnen ftryden tegen de erkenning der Amencaanfche Colonien of derzelver Navigatie en Commercie: dat hetzelve als dan niet ter bevordering maar veel eer ter vertraaging der gewenschte algemeenê rust moede yerdrekken, en dus nimmer zoude kunnen voldoen of beantwoorden aan het zoo menschlievend ken- en oogmerk Haarer Majedeit: dat Haar Hoog Mogende zig gedrongen zagen , rondbordig te declameren, dat zoo lange de aanbiedinge op een fataal iractaat ven 1674 deunde en tot een grondflag blvven moest, zy genoodzaakt zouden worden , alle die voorflaagen te moeten rejecleeren, tot zoo lange 'er Propofitien door het Engelfche Hof, als den verbreeker der Vreede , mogten worden gedaan , welke aan de ganfche Waereld zouden doen zien, overeenkomdig de gelchonden eer, de onnoemelyke fchadens, en vooral die der gewapende Neutraliteit te weezen. ... Voorders vinde ik my verpligt te verzoeken op een regt »t geen my als Lid deezer Vergadering competeert! deeze woordelyk m den Quartiers Recesfe te regiflree! ren, om my ten alle tyde te kunnen beroepen bv eene Natie, welke thans meer dan ooit deszelfs oog op de daaden hunner Regenten gevestigt houd, niet onverfchdhg geweest te zyn, omtrent de belangens van 't Land en omtrent de Stemme van een vrygevogten j. h. van zuylen van nyevelt. LXX1X.  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 271 LXXIX. ExtraEl uit het Reces van V Graaf. fchap Zutphen , op den ordinairen Landdag in April 1782 binnen de Stad Nymegen gehouden; raakende de Ferzogte infertie van het Advys van Jr. van der. capellen tot de marsch. Sabbathi den ïf April 1782. By dit Kwartier in deliberatie gelegt zynde, de door de Gecommitteerdens wegens deeze Provincie ter Generaliteit overgezondene en heden aan 's Landfchaps HnlL/f w Re,f0lJUtie der Heeren Staaten van Holland en West-Vnesland, op eergisteren genomen , en gisteren aan de Heeren Hunner Hoog Moe. Gedepureerden tot de Buitenlandfche zaaken gecommunl ceert, houdende dtrzelver provinciaal Advys omtrent het antwoord 't welk aan de Heeren Ministers van Haare Keizerlyke Majefteit van Rusland zoude behoren te worden gegeven op hunne Memorie, en de daar bv gevoegde M.sfive van den Groot-Brittannifchen StaatsSecretans Fox betrekkelyk tot eene particuliere Vreede tusfchen Engeland en deeze Republiek, onder de Zltall Tui?' ^W™1^ Haare Rus-Keizerlyke Majefteit; hebben Haar Ed. Mog. zig eenpariglyk met de aangetogene Refolntte der Heeren Staaten fan Holland en West-Vriesland geconformeert, en daar toe de Gecommitteerdens ter Generaliteit voornoemd geauthonfeert, t geen overzulks voor deezes Graaffchaps AdVn ÏV La"dfcbaPs «fel zal worden uitgebragt. En hebben Hunne Ed. Mog. , wyders gldelibereert hebbende op de Propofitien In het verzoek van Rot bert Jasper van der Capellen tot de Marsch, ten einde deszelfs ter deezer gelegenheid voorgelezen, en vervolgens overgegeven Advys op dat fubjeét, in het Kwartiers Reces van dit Graaffchap mogte worden geregi treert, goedgevonden de infertie daar van te acfordeeren wanneer zyn Ed. als in deezen, ten opzigte van het hoofdzakelyke, met de overige Leden alLinscon- ve-  272 april, ZAAKEN VAN 1782. venieerende , zal komen aantetonen , dat zoortgelyke Advyfen der niet disfentieerende Leden ter Recesfe zyn geïnfereert geworden , zullende mitsdien aan den welgedachten Robbert Jasper van der Capellen tot de Marsch , op zyn verder verzoek een Extract deezes ter hand gefteld worden. Accordeert met het voorfz. Reces. (Was GetO harm. schomaker. LXXX. Advys van Jonkheer r. j. baron van der capellen tot de marsch en lathmer. edele mogende heeren! Daar wy in deeze dagen, de Vryheid, de Voorregten, en het Alvermogen van het Bataaffche Volk hulde doen , door gehoor te geven aan deszelfs Stemme, die eenparig, met zoo veel nadruk geroepen heeft, en noch fteeds roept, dat dit Gemenebest, de onafhanglykheid onzer vrygevogtene Amerikaanfche Broe. ders erkenne , en dat met dezelven mogen vastgefteld worden maatregelen ter bevordering van onzen onderlingen Welvaart: en tot verzekering eener Vryheid , wederzydsch door dapperheid en onverzaagtheid tot Rand gebragt, ten afTchrik van alle dwingelanden, die de geheiligde Rechten der Volkeren met voeten treden. Over dit gelukkig evenement, Ed. Mog. Heeren! verblyde ik my met alle welgeaarte Nederlanders: en ik bewondere te gelyk in dit beftier van zaken, hoe dat de God onzer Vaderen, by wien overheerfching des Volks een gruwel is, in deeze dagen een oog van goedgunftigheid op Nederland , ■ op het geheele nienschdom geftagen heeft. Daar  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 273 Daar wy, daar alle Volkeren der Wereld, noch zoo kort geleden gedreigd wierden, om voor de alleenheerfching over de Zeeën van den hoogmoedigen Brit te moeten bukken: eene alleenheerfching meer te dugten, dan eenige andere, die immer ontworpen is geweest; ftaan wy op dit ogenblik verbaasd , als reeds de jamraerlykfte gevolgen van dien gevaarlyken toeleg ondervonden hebbende, dat een Volk, dat zig verre boven het overige gedeelte des menschdoms rekent, dat die hoogmoedige Britten , aan eene Natie, door hen zoo gehaat, zoo dikwils gevloekt, en zedert meer dan twee eeuwen onderdrukt, dat zy aan die Nederlanders, welken zy vermeenden by alle gelegenheden, zelfs door eenen ten onzen verderve gefchikten Gezant , door de bitfte en hoonendfte taal, die noch in onzer aller geheugen is, ongewroken te kunnen beledigen; dat zy , zeg ik, ra dat zy ons op de verradelyklte wyze hebben aangevallen en geplundert, tegenwoordig aan deeze Republiek den vrrde aanbieden , als bedugt zynde voor eene rechtvaardige wraak, die wy, tegens haare verwachting , in ftaat zyn , om hen , zoo dra wy de wapenen , die de Voorzienigheid ons toefchikt, eens naar behooren aanvatten , op het gevoeligfte te doen ondervinden. Wy zyn verpligt, Ed. Mog. Heeren! de ftemme des Volks wederom te eerbiedigen: deeze roept ons toe: — geene afzonderlyke Vrede, geen Wapenftilftand , geene Vernieuwing van voorgaande verbonden met een vyand, die dezelve nooit geacht, en altoos op het wille keurig fte gefchonden en verkragt heeft. Dit is de taal van onze weldenkende Landgenoten: de voorllag door de Ministers van Haare Rus - Keizerlyke Majefteit , onlangs aan deezen Staat gedaan, fteunende op de declaratie dien aangaande van het tegenwoordig Ministerie in.Engeland, om ons in dit tydftip afzonderlyk met Onzen vyand te verzoenen , of om ons in een ftilftand van wapenen met denzelven in te laaten, is onaannemelyk: zoo dat een en ander, op eene met de digniteit van de Republiek overeenkomende wyze, moei worden van de hand gewezen. V. deel» S 's Ko-  274 AfRifc, ZAAKEN VAN j73a, veel vr°rtlrgS ^ K™d >" Engeland 'e E7C g' .ora z,g te kunnen voordellen, dat deeze Natie fuitzinnig genoeg zou zyn , om zig door zulk een lukais te laren verkloekende! eer denke il , 3 t men door deeze avances aanleiding tracht te geven om op de mogelykheid eener algemeene vrede te dén'. zenden^hrhei8 ^ onve*d™^yk dat ons doot dien ze.tden in bet naauw gebragten vyand , eene vrede wurat aangeboden met het genot van e ne vrye Zee! vaart, even als of het van denzelven afhing,Tm ons m , dat wy met alle Volkeren in het gemeen .faezi. ten , te geven of te onthouden. te dni^reTbe^is & , om dien verbondbreker te doen gevoelen dat zy haare rechten door de kracht van haaren arm kan daande houden: de Brit heef het meermalen ondervonden: dat by andermaal fiddere voor de vlag van deezen Staat! De belangen van het Vaderland , van gaimch Euro- rende de aanflaande campagne trachten te wreken : en onzen erf.vyaud doen ondervinden , dat hy ons niet ftraffeloos op de laagffe wyze heeft'mogen Lderdrul De Natie is gevolglyk beregtigt, om alle verbonden met zulk een Volk aftekeuren: Zy.is te wel ondeS o* niet te begrypen, dat de vernieuwing van die van 1074 en 167». onnodig, ondienflig, gevaarlyk is De tyd 13 gebooren, Ed. Mog. Heeren! om door «repaste n.aaneegelen en reprelailles , het vernederende Het druk Kende van die batelyke, en voor de Commercie en babrieken van deezen Staat , zoo ruïneufe Navigatie Acte te doen ophouden. Boven en behalven deeze Motiven, zyn 'er noch andere, die ons verplichten om de. Engelfche voorllagen te verwerpen : en om geene afzonderlyke Vrede met het Ryk van Groot-Brittanje te maaken. U Ed. Mog. gevoelen , dat ik hier beooge de uitmuntende de Iterklte blyken van toegenegenheid , wel- Zvn Aut SPUb ieui °l edelmoedigfle wyze van Zyn Aller-Chnstelykfle Majefleit ondervonden heeft. Daar  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 275 Daar wy nu vasfgefteld hebben , om met de vyan. den van onzen vyand , ter zyner verdere vernedering zamen te fpannen , kunnen wy hem geene vrede toeftaan, dan overeenkomftig met onzennatuurlyken Bondgenoot, en nier anders, dan wanneer het zal blyken dat hy buiten ftaat gebragt is , om voortaan met ons en andere volkeren, naar willekeur , te kunnen handelen. Dat wy van den oever des verderfs , waar op wy door de uit- en inwendige verraderlyke ftreken van dien haatelyken vyand gebragt waaten, gered zyn, hebben wy, naast God , niet aan ons zeiven , maar wel aan den Koning van Frankryk te danken. Dat het gedrag van deezen Staar dan voortaan gevestigd blyve op de grondbegtnzels van dankbaarheid en erkentenis! Groot is de verpligting van dit Gemenebest aan dien menschlievenden Koning! hoe zou het met onze Volkplantingen , hoe zou het gevolglyk met deezen Staat gefteld zyn, zoo wy van Franfche hulp ontbloot waaren geweest! Het is die zelfde magtige Nabuur, Ed. Mos. Heeren! welke onze Vaderen, toen zy mee het Spaanfche juk worftelden, heeft helpen verlosfen , die in deeze dagen onze halzen , zonder dat wy het ons in den beginne fcheenen te bekreunen, van dat der Britten heeft bevryd. • Op het gevoeligfte, op het dankbaarfte aangedaan , verwagten onze Medeburgers , dat die Gemeenebest zig tegenwoordig op het naauwfte verbinde met een welmeenend volk, dat ons beftaan en voorfpoed ter harte neemt : ——— met eene Mogendheid , die beter voor ons zorgt , dan wy zeiven doen, met eenen natuurlyken Bondgenoot, die in deeze dagen, zoo als by de uitkomst biykt , niets dan het geene tot ons eigen behoud en voordeel moest itrekken, van ons gevordert heef. Het is de Stemme der geheele Natie, het geroep en begeeren van een wel onderrigte Gemeente, die, Gode zy dank! gezonde denkbeelden van haaren toeftand heeft, die met reden vuurig verlangt om te zien, dat zonder langer uitftel de beloofde maatreegelen met den Koning van Frankryk voor de aanftaande campagi e S a vvn  a?6 april, ZAAKEN VAN 1782. van onze zyde, met allen ernst ter uitvoer gebragt worden : ■■ Zy vleid zig , en is verblyd van in dit ogenblik een blyk van welmenendheid gezien te hebben, van met der haast eens naar behooren te zullen ontwaar worden, dat van het goed en bloed , dat zy , zoo aanhoudend , gewillig , tot behoud van het lieve Vaderland heeft opgebragt, en nog geduldig veil heeft, dat van een en ander, zeg ik, eens een yverig, goed en nuttig gebruik gemaakt worde ; hier door alleen moet dit Gemeenebest liaan of vallen. Zonder handel, zonder Scheepvaart, zonder Visfcheryen, zonder Volkplantingen, naar behoren befchermd , zyn wy fpoedig te niet. ■■ Wel voorziene Oorlogfchepen en Vloten kunnen ons behouden: daar door alleen kan Nederland welvaaren, en deszelfs byna verdoofden luister doen herleven, Zoo [dra eene welbeftierde en welmeenende activiteit in bet beramen van offenfive en defenfive maatregelen tegen onzen vyand, zal komen te blyken, zullen wel. tevredenheid , genoegen en welvaart onder ons herleven. - Dus doende kunnen de gegronde grieven en bdlyke klagten van een zoo treffend verongelykt Volk, uit den weg geruimt worden. Vrye menfchen erkennen geen willekeurig beftier: — een knellend juk is en blyft fteeds onverdragelyk voor de vrygevogtene halzen onzer Medeburgers : het behoud van het Vaderland kan noch mag hun niet on- veifchillig zyn. Het geroep van dit vrye Volk, niet dat van een dol en opgerokt gemeen , maar de ftemme van het beste gedeelte der Natie vorderde nimmer iets onredelyks. Dat wy hier op onzen aandagt vestigen , Ed. Mog. Heeren ! en dus doende aan onze Ingezetenen, die hunne zaak aan onze zorge hebben toebetrouwt, trachten genDegen te geven. Om hier aan te voldoen, ben ik van gevoelen , dat U Ed. Mog. Gecommitteerdens ter Generaliteit behoorden te worden geauthorifeert, om namens deeze 1 rovincie ter tafel van Hun Hoog Mog, te declareeren, dat om de hier vooren aangetogene redenen, dee. ze Republiek geen ftilltarid van wapenen , geene afzon-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 277 zonderJyke vrede , door Engeland aangeboden , kan aannemen : tevens met eene heufche verklaaring aan haare Rus-Keizerlyke Majedeit, dat de Republiek gereed is om mede te werken tot bet herftellen der rust in Europa , zoo dra zy zal overtuigt zyn van de mogelykheid om van haaren .vyand te erlangen reparatie van zoo veel hoons, en vergoeding van zoo veel fcbadens: —■ ■ dat zy geene Vrede kan aannemen , dan overeenkomende met haare waare belangen, en te gelyk met die van haare Bondgenoten , met welke zy plegtige engagementen heeft gemaakt, om den gemee. nen vyand op eene glorieufe wyze tot reden te brengen. Voorts, Ed. Mog. Heeren I diende de Republiek van nu af aan bedagt te zyn, van zig nergens in te laten, dat by eene eventueele algemeene Vrede, aanleiding zou kunnen geven tot herltelling van voorgaande Verbonden met het Ryk van Groot-Brittanje , een Ryk dat geen Traétaten met ons gemaakt heeft, dan om des te gemakkelyker pretexten te hebben, om ons te kunnen mishandelen. —— Waartegen het van eene volftrekte noodzakelykheid is, dat dit Gemeenebest zig, op allerlei wyzen de goede dispoiitien des Konings van Frankryk trachte ten nutte te maken , om zoo doende een altoosduurende vriendfchap en goede verdandhouding met dat Ryk op de welmeenendfte gronden te vestigen , als het eenigfte middel , om onze Conditutie , onze Vryheid , Aanzien eh Welvaart , tegen alle verraderlyke geweldenaryen onzer vyanden te beveiligen , en voor verderen indracht in dezelven te bewaaren. Dus doende en vereenigt met een magtig Gemeenebest , dat zig aan het voortduuren onzer Vryheid zal laten gelegen leggen , zal het vrye Nederland uit de laagte , daar het door den verraderlyken Engelfchen invloed, als in gezonken was , met aanzien verryzen. Vereenigd met een magtig Ryk, dat zig van den beginne der Republiek als onzen natuurlyken Bondgenoot heeft gedragen ; en welkers vyandfchap ons door de Engelfchen , altoos op onzen ondergang bedagt, S 3 be-  &78 april, ZAAKEN VAN 1782. berokkend is geweest , vereenigd mer erne Mogendheid , die onze waare grootheid op alle wyzen bevordert , die in ftaat is , om ons van de landzvde , daar deeze Provincie zoo veel aangelegen is, E1* Mog.Heeren ! voor alle verderffelyke aanvallen te bewaaren: en waar toe onze armee nimmer roereikende kan zyn. Daar nu de vermeerdering onzer Landmagt , welkers voornaamfte beftier meer aan Vreemdelingen, dan aan Inboorlingen toebetrouwt wordt, niet dan drukkende, niet dan gevaarlyk voor ons Gemeenebest is , hebben wy zoo veel te meer redenen , om altoos op het welmeenenfte met Frankryk eene lyn te trekken: met een Ryk, dat, zoo dra het van onze goede trouw en oprechte dankbaarheid blyken zal zien , deezen Staat , buiten twyfel op het edelmoedigfte zal voorkomen en behandelen. _ Al het geene ik tot ü Ed. Mog. gefproken hebbe , is overeenkomende de Itemme des Volks. Alvorens ik uitfcheide, kan ik my niet weerhouden hier by te voegen, dat onze Ingezetenen fteeds blyven verwagten , dat eens zal komen te blyken , waar aan en aan wien toetefchryven is de langduurige traagheid en werkeloosheid , welke , hoe zeer men ook een fchyn van activiteit heeft trachten te verwonen , tot eene eeuwige fchande voor dit Gemeenebest, hebben plaats gehad, in het beramen en executeeren van de nodige mefures , om by tyds eenen woedenden vyand met vigueur te keer te gaan , en zynen reeds maar al te veel gelukten toeleg te voorkomen. De Natie is beregtigt om te eisfchen , dat hun goed en bloed voortaan niet nutteloos verfpild worden. De Natie vordert met recht, Edele Mogende Heeren ! dat met allen mogelyken ernst naar de oorzaak van 's Lands ongeval de rigoureufte perquifitien gedaan worden , om, zoo doende, te ontdekken de verkeerde , verraderlyke , en ter kwader trouw gegevene raadgevingen en gepleegde malverfatien van" onze inwendige vyanden , op dat derzelver invloed en voortgang ge. fluit, verydeld, ja zelfs dat de zoodanigen , die ge« tracht hebben dit Land ten val te brengen , en die daarom met den billyken haat der Natte als overladen zyn-  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 279 zynde , zig voor de vierfcbaar des Volks niet hebben weten te zuiveren, zonder aanzien van Perfoonen mogen geflraft , of ten minden uit het midden van deezen (baat verwydert worden. Waar tegen U Ed. Mog. gaarne met my zullen toe(Temmen, dat het te wenfchen waare, dat, om aan de jequiteit, aan de billyke verwachting van gantsch Nederland te voldoen, eerlyke welmeeneride, doch veron.gelykte Leden der Regeering ten diende van het Vaderland herfteld wierden. U Ed. Mog. begrypen , dat ik hier onder anderen in 't byzonder bedoele een fchreeuwend voorval in eene nabuurige Provincie, een gebeurtenis zonder voorbeeld in een Land , daar recht en gerechtigheid diende plaats te hebben , en waar aan wy ons Ed. Mog. Heeren! om der gevolgen wille, moeten laten gelegen leggen , ik meen het feitelyk ontzetten van een Lid der Ridderfchap in de Provincie van Overysfel, (die geene onderdrukking van het nuttigde gedeelte der Maatfchappy heeft kunnen dulden) door eene meerderheid van Remmen , zonder forme van Proces, en dus in het oog der wet, zonder misdaad. Ik hebbe de eer, dit myn Advis, aan TJ Ed. Mog. welmeenende en Vaderlandlievende Confideratien te fub. mitteeren : met verzoek dat hetzelve , aangezien de aangelegenheid der zaken daar in voorgedragen , tot ïnyne verantwoording by een Volk, welkers Rechten ik (leeds zal verdedigen, in den Recesfe van dit Kwartier, mag worden geïnfereert, r. j. van der capellen, tot de mar>ch en lathmer. S 4 LXXXK  28o april, ZAAKEN VAN 1782. LXXXI. Advys van den Hoog Welgebooren Heere j. h. van zuylen van nyevelt. edele mogende heeren j Hoe gewenscht het ook geweest waren, dat de zoo nuttige als allezints voordeelige erkenning van Oualhangelykheid der Amerikaanfche Colonien vroeger had mogen plaats hebben , en aan geene Leden van Neerlands Unie zoo veel droefheid had moeten kosten deeze Onaf hangelyke en voordeelige Pofitie, waarin wy thans Amerika mogen befchouwen, zoo verre te hebben voor uit gezien, en waar door onze Vyand eene opgeraapte reeden meende gevonden te hebben om deezen vStaat met eenen onregtvaardige Oorlog te overvallen en alles in 't werk te Hellen om deeze Demarche als de oorzaake van de ongelukkige Situatie, waar in eene 011weerbaare Republiek gedompeld was, te willen doen aanmerken; een ieder verheuge zig echter met mV, dat zoo inoode als listige Vonden van 't Engelsen Hof geene ingang gehad hebben , maar zig ten contrarie bearoogen gezien hebben ; van door Hooggaande Oneenigheeden tegen dezelven r.anteftooten , de wysheid met den Bloei en Welvaart van dit Gemeenebest, als in een flag voor altoos ter neder te vellen, . Het is echter nu nog even tyd , om dóór Verbintenis en overeenkomst met de Noord-Amerikaanfche Staaten aan te gaan aan onze kwynende en verwaarloosde Koophandel, Navigatie en Fabriken een nieuw leeven te geeven. Men legge dan tot dat einde en tot eenen grondflag hier van de erkenning van den Heer Adams als een Minister ons door Onafhangelyke Staaten toe' gezonden. Dau hoe nuttig en boe wenschlyk deeze Erkenning voor 's Lands verdrukte Commercie ook weezen mag, zy zal, zy kan geen het minfle voordeel doen, ten zy den verwaarloosden fteun des Vaderlands met meerder ernst en nadruk geprotegeerd word dan tot hier toe gefchied is, en onze Navele Magt 'beeter ployeerd? ^ ^ gemi;enen Vyand W0lde S^m- Hier  april, STAAT EN OORLOG. 1782. 281 Hier zoude ik meede konnen beiluiten , dan eene overtuiging, dat onzen Vyand op dit punt des tyds zoodanige listen beezigd , om deezen eindelyk wakker wordenden Staat wederom in Oaap te wiegen , en van deeze zoo heilzaame overhelling meede te doen afzien, noopt my dit nog met een enkel woord aan te roeren Niets anders bedoelt den hoogmoedigen Brit, wiens taal een jaar geleeden, nog zoo ondragelyk was, en welke zig thans zoo diep ichynt te vetneederen , dat hy voorflagen van vergelyk met eene WapendilRand durft aanbieden, dan, om door deeze fchoon fchynende Woorden, en bedrieglyke Voorflellingen, de reeds genoome maatregelen met Vrankryk en met Ame. rika te doen verydelen , en aan dit Gemeenebest door deeze aanneming den doodelykften dag toe te brengen, Wüar door zig dezelve in nieuwe rampen nog verfchrikkelyker , dan alles wat wy tot hier toe geleeden hebben , en in nieuwe moeiiykheeden zou zien ingewikkeld. Neen Edele Mog. Heeren , de Eer , 't belang van de Natie en de tegenswoordige Deliberatie omtrent Noord-Amerika hebben daar deel aan , en dulden zulk een vergelyk niet. Eene aanbieding van Vrede, gegrond op het Tractaat van 1674, kan nog voordeelig aan de Commercie in 't gemeen, nog aan de Colonien in 't byzonder, nog voor deezen Staat honorabel weezen , het mag gemaakt en veranderd worden zoo het wil; nimmer zal den ontrouwe Brit het zelve langer erkennen, dan het met zyn belang alleen overeenkomt, en tot deeze gedagte hebben wy allezints redenen, wyl by in alle deszelfs Handelwyzen getoond heeft , dat vyaarlyk de Principes van de goede trouw der onbefchaafde Natiën de zyne overtreffen. Dat dan by de Erkenning van den Heer Adams onze Gecommitteerdens ter Generaliteit meede gelast worden , alle de aanbiedingen van het Engelsch Hof dadelyk van de hand te wyzen , welke eenigzints flrydig zouden kunnen weezen aan deeze nu Vry erkende NoordAmerikaanfche Staaten , aan derzelver Navigatie en Commercie , of zoo dezelve ten grond mogte hebben dat fatigeufe en verfoeijelyk Traélaat van 1674 , maar ter contrarie dit harde Jok eens geheel afwerpen. s 5 Lxxxir,  28a may, ZAAKEN VAN 17S2. LXXXIL Misfive van de Staaten van Utrecht aan de Ed. Gr. Mogende Heeren Staa. ten van Holland en Westfriesland, over de Continuatie der Conventie , nopens den vryen doorvoer van Goederen en Produ&en naar Zee e;t langs de Rivieren; nevens de Refolutie daar op genomen ,>op Donderdag den 2 May 1782. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, gefchreeven te Utrecht den 24 der voorleeden maand , waar by voordraagen derzelver verwondering over Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 12 te vooren, door de Heeren Gecommitteerde Raaden overgefchreeven , dat de provifioneele continuatie der Conventie van den 24 July 1778 niet verder als tot ultimo May aanflaande zoude plaats hebben, en dus den vryen doorvoer van Goederen en Produclen uit de Provincie van Utrecht na dien tyd niet meer konnen gefchieden; en vervolgens, op fundament der redenen daar toe in dezelve Misfive , hier na vol. gende, bygebragt, nadruklyk verzoeken, om ten minften de tranfitoire pasfage over de wederzydfche Provinciën naar de Zee en langs de Rivieren voor de refpeclive Ingezeetenen te conferveeren, het zy onder de provifioneel voor drie jaaren vastgelielde prajcanrien , of zoodanige 'andere als Hun Edele Groot Mng. tot weering van alle fraudes met voornoemde Heeren Staaten het convenabelst mogccn oordeelen. Fiat infertio. Waar op gedeljbereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat Copie van de voorfz. Misfive zal werden gegeeven aan de Leden , om by de verdere deliberatien over de Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden met een Misfive van Gedeputeerde S aaien van Utrecht ter zaake der voorfz. Conventie den 12 der  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 283 der voorleede maand ter Vergadering overgenoomen daar op miede zoodanige reflectie te maaken als geoordeelt zal werden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren , hy. zondene goede'' Frunden , Nagebuuren en Bondgenooten. "TV01'.,de Heeren Onze ordinaris Gedeputeerden op |-"f, l en rer 0nzer Vergaderinge zynde overgebraac de Misuve by de Heeren Uwer Edele Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden den 18 deezer gefchreeven" houdende dat U Edele Gr. Mog. op den 12 daar t'e vooren hadden gerefolveert, dat de provifioneele continuatie der Conventie van den 24 July 1778 niet verder als tot ultimo May aanflaande zoude plaatfe hebben en dus den vrven doorvoer van Goederen en Produc¬ ten uit deeze Provincie na dien tvd niet meer konnen gelchieden ; hebben Wy dienflig geoordeelt Onze verwondering wegens gemelde Refolutie aan U Edele Gr. Mog. voor te houden , overmits Wy in die gedagten verleerden, dat, na gehoudene vriendelyke correspondentie met U Edele Gr. Mog. in de jaare 1777 en 1778 over het onderwerp van het tranficoir over het territoir der Provincie van Holland na de Zee, die zaake eenmaal , wat het weezen betrof, tusfchen de beide Provinciën voor het vervolg was gearrangeert en dat alleenlyk, mer relatie tot de fortne tusfchen dè Heeren U Edele Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden en onze ordinaris Gedeputeerden op den 24 [uiy 1778 in s Hage was gefloten een Conventie , welke door U Ldele Gr. Mog. op den cautien requireeren, om alle kwaade pracTyken, die onder prjetext van dezelve gepleegt konnen worden, voor te komen, welke na Ons oordeel met concurrentie van U Edele Gr. Mog. in eene daar toe te houdene conferentie best gereguleert en vastgedeld zouden konnen wor-  MAY, STAAT EN OORLOG. 1782. 28J worden; dat U Ed. Gr. Mog. vervolgens ten dien fine de Heeren Gecommitteerde Raaden hebbende gecommitteert, tusfchen dezelve en Onze Heeren Gecommitteerdens is gedoten de Conventie van den 24 July 1778, inhoudende zoodanige prascautien en voorzorgen , als aan de voornoemde Heeren wederzydfche Gecommit. teerdens voldoende waren voorgekomen , dan welke praïcautien by U Edele Gr. Mog. alleenlyk voor den tyd van drie jaaren zyn geratificeert geworden ; Wy hadden dan billyk mogen verwagten, dat U Edele Gr. Mog. Ons zouden hebben geinformeert , of U Edele Gr. Mogende de vastgeftelde prscautien by continuatie voor voldoende ter weeringe van alle fraudes vermeinden te zyn , of wel zoodanige nadere fchikkingen zouden gelieven te proponeeren, als U Edele Gr. Mog. ter maintien van dezelve Provinciaale Middelen nodig en nuttig kwamen te oordeelen, maar konden geenzins in die gedagten vallen, dat U Edele Gr, Mog. na alle deeze voorgaande handelingen , zonder eenige de minde vriendnabuurlyke correspondentie of beklag wegens gecommitteerde abuifen of malverfatien , van zig zouden hebben konnen verkrygen om eenvoudig allen doorvoer na den 31 May op den voet van de gemelde Conventie te doen ceslèeren , en zulks nog zoo veel te minder, als Wy de weigering van zoodanig tranfitoir by Onze voorige Misfives (zoo Wy vermeenen! hebben getoont tegens de zoo nauwe alliantie welke tusfchen de vereenigde Landfchappen plaatfe vind di. reételyk te ftryden , waar omtrent Wy voor tegenswoordig niet zullen herhaalen al het geene by dezelve Onze Misfives, zoo met relatie tot het uitdrukkelyk verbod van belastinge by het achttiende Articul der Urne van den jaare 1579 , als ook met relatie toe ü Edele Gr. Mog. eigene handelingen, is ter nedergefteld, dan zullen U Ed. Gr. Mog. verzoeken alleen te willen reflecleeren, dat hoe zeer de Refolutien, welke U LdeleGr, Mog. op dat achttiende Articul by dezelve aan Ons gedaane Rescriptien , hebben goedgevonden te allegeeren, ("alhoewel Wy het contrarie vermeenden te hebben aangetoont) al eens met betrekking op het vorderen van Impofitien en Lasten op alle inkomende Waaren en ProducTen in de wederzydfche Provinciën, ten  285 may, ZAAKEN VAN 178?. ten einde om aldaar geconfumeert of vertiert te wor. den, van eenig fundament mogten worden geoordeelt, om reeden , dat een generaale hefnnge der Impofitien , welke by die zelve Unie was vastgefteld , aan veele zwaarigheeden onderheevig gevonden , en hierom met gemeen confent der Bondgenooten agterlaaten geworden is , egter met relatie tot het tranfitoir door de refpective Provinciën na buiten 's Lands alle die gemaakte remarques niet in confideratie konnen komen om de zoo duidelyke letter van dat achttiende Articul , welkers expresfien notoir verder zien als op die Waaren, welke tot confumtie worden ingevoert, en overzulks de territoriaale Impofitien onderhevig vinden , ten nadeele van het gemeene Bondgenootfchap te abrogeeren, en alle communicatie met eikanderen hier door in effeéte af te fnyden. Immers wanneer men vermag door zwaare inkomende Regten alle doorvoer te beletten , zoo volgt daar uit, dat elke Provincie binnen de Limiten van zyn Territoir befloten blyft, en dat by voorbeeld geen Koopman van Amfterdam langs de Rivieren over den Stichtfen of Gelderfchen Bodem, of ook met Vragtwagens over dien Bodem, eenige Commercie op Duitschland meer zal konnen exerceeren , het contrarie waar van nogthans dagelyks zoo met de Keulfche en andere Schepen langs de Rivieren, als met de Ainhemfche en Hamburger Postwagenen gefchied , zulks de eigene handelingen van 0 Edele Gr. Mog. deswegens tot een klaare preuve verftrekken, dat U Edele Gr. Mogende deeze tranfitoire Commercie allezins met de billykheid overeenkomende aanzien en bevinden, Wy laaten ook gaarne aan U Edele Gr. Mog. gewoone doorzigt over, welke gevolgen voor de Negotie en vervreemding tusfchen de zoo nauw verbondene Landfchappen een contrarie gevoelen zou moeten na zig fleepen; verwyderinge , welke men hierom zoo wysfelyk voorzien en overzulks door dat achttiende Articul der Unie heeft willen voorkomen ; en welk eene bevatting zoude dog wegens het Bondgenootfchap overblyven. daar dog tusfchen vreemde Mogentheeden dagelyks Traftaaten worden gefloten en aangegaan , tot oogmerk hebbende , om de Goederen van malkanderen niet hooger te belasten als die zyner eige Onderzaa- teas  May, STAAT EN OORLOG. i782. 287 ten , zoo wanneer men reekenen zoude , dat het aan de Provinciën vryftond om hier in omtrent den anderen m geenen deelen eenige infchikkelykheid te gebruiken, maar alle paslage in effeéte te beletten: Wy konnen ook niet nalaaten hier nog by te voegen niet te begrypen, op wat fundament de Ingezeetenen deezer Provincie die na haare kleine uitgeftrektheid reeds zwaarder als die der andere Provinciën ten behoeve van het gemeene Bondgenootfchap zyn belast , ter beveiliging van de Zee en het oeffènen van eene vrye Commercie langs dezelve, om welke de tegenswoordige zoo kostbaaren Oorlog alleenlyk gevoert word bv continuatie met zulke zwaare Petitiën konnen belast worden , indien die zelve Zee voor hun genoten , en aan dezelve belet word, om voor eene zeer gerirg*-portie 111 de Commercie langs dezelve te participeeren , en alzoo het evident is , dat zedert eenigen tyd de refprétive Collegien ter Admiraliteit uit hunne Middelen byna geene Equipage hebben konnen fourneeren als wordende die inkomlten grootelyks door üomelticque Lasten geabbrbeert, zoo valt 'er niet aan tetvyfelen, of de relpeétive Provinciën zullen by continuatie het werk der Zee door byzondere furnisfementen moeten blyven _ louteiieeren , gelyk dan ook nog onlangs tot dien einde een nieuw Plan van zes duizend Mariniers is geformeert en deezerzyds meede geconfenteert geworden, als Itrekkende tot eene ontegenzeggelyke preuve, dat nu met geen minder billykheid gevordert word dat die zelve contribueerende Ingezeetenen van eenige kleine voordeelen daar van niet worden ontzet ak ' zulks aan hunlieden by de Unie in den jaare 1^0 en laarere transactiën reeds was geconferveert geworden Wy verzoeken zeer Vriendnabtiurlyk , dat fj Ed. Or. Mog. al het gunt voorfz. is in rype deliberatie ge. beven te neemen, en Wy flatteeaen Ons te mogen verzekert houden, dat na U Edele Gr. Mog. gewoone billykheid en vnendnabuurlykheid, welke byzonder tu"! fchen twee Landfchappen, welker Territoiren zoo zeer aan en in den anderen grenfen, behoord plaatfe te hebben , Hoogstdezelve van haaren kant gaarne alles zulkn willen contribueeren , om de banden der tot hier toe, door s Hemels zeegen. zoo gelukkig gefubfnteert heb-  a88 ma?, ZAAKEN VAN 1782. hebbende Unie te conferveeren, en in een tyd byzon. der als de tegenwoordige , eerder nauwer toe te haaien , en overzulks met Ons wel zullen willen zaamen ftemmen , om ten minden de tranfitoire pasfage over de wederzydfche Provinciën na de Zee en langs de Rivieren voor de refpective Ingezeetenen te conferveeren, het zy dan onder de provifioneel voor drie jaaren vastgeftelde praecantien , of wel zoodanige andere als U Edele Gr. Mog. tot weeringe van alle fraudes met Ons het convenabelfte mogten oordeelen. Hier meede, Eedele Groot Mog. Heere», byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. beveelen Wy U Edele Gr. Mog. in de protectie van God Almagtig, dien Wy bidden dezelven te conferveeren in goede en voorfpoedige Regeeringe. Gefchreeven te Utrecht den 24 April 1782. Was geparapheert, J. H. G. V. RECHTERES, Vt. (Onder ftond) Uw Edele Groot Mogende zeer goede Vrunden. De Staaten 's Lands van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. A. LAAN. LXXXIII.  may, STAAT EN OORLOG. 1782. aSp LXXXIII. Propofitie van Gedeputeerden van Amfterdam , om de Courantiers te beletten , Staatszaaken in hunne Couranten te plaatfen. In dato i May De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam hebben ter Vergadering voorgedraagen en in bedenken gegeeven, of Hun Edele Groot Mog. niet zouden geheven goed te vinden, dat, by proviïïe, en onver, mmdert de nadere voorziening , aan Burgermeesteren en Regeerders der Steden, Leden van deeze Vergadering, werde aangefchreeven ieder in haar Stad, en aan de Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Kwartieren refpedtivelyk, in de verdere Steden en Plaatfen, zorg te draagen , dat in geene Couranten of andere Nieuwspapieren eenige Propofitien, Brieven , Refolutien , Rapporten , en andere Aften van Staaf werden gebragt of daar van melding gemaakt; en dat de geene , welke daar tegen aangaan , mogen werden gecorngeert en geltraft volgens den inhoud van het Placaat van Hun Edele Groot Mog. van den o December 1702. Waar op gedelibereert , en Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden , Gouda en de volgende Leden tot Alkmaar incluis, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgedelt tot nadere Deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. V. deel. T LXXXIV.  2oo may, ZAAKEN VAN 178». LXXXIV. Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogende, op den voet van Verandertnge der Recepisfen op Anticipatiepentiingm in Obligatien, ten laste der Hollandfche Kameren van de Oostindifche Maatfchappy, onder Guarantie van Hun Ed. Gr, Mogenden , met verdere fchikkingen daar omtrent. In dato 4 May 1782. By refumtie gedelibereert zynde op het Rapport den 20 der voorleede maand , ter Vergadering uitgebiagt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de tuinden, hebbende, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mog. Refolutien Commisforiaal van den ai February en 10 April, met de Hoeren Gecommitteerde Raaden in den Haage, en teffens om de presfance vervangende de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende, geëxamineert de herhaalde Adresfen van Bewindhebberen der Generaale Nederlandfche Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeventienen , aan Hun Hoog Mog. en waar op de/.elve het Appui van Hun Ed Groot Mog. hadden geimploreert, beftaande die Adresfen in een drieieedig verzoek als 1 , tot Guarantie der Anticipauepenningeri ten Laste van de Kaamers loopende; 2, om Authorilatie tot het Negotieeren van tien millioenen on^erGuaxaniie van Hun Hoog Mog. en 3 , om proviiioneel en hangende de Deliberatie op beide die verzoeken Authoniatie te bekomen , om onder Guarantie als voren twee millioenen te Negotieeren; als meede op de Mislive van Bewindhebberen der Hollandfche Kameren van den 23 April, en waar van by Refolutie van den 24 Lopie aan de Leden is gegeeven, rendeeren de tot verzoek dat Hun K: Groot Mog. door een Provinciale Keiolutie hun in ftaat geliefden te Hellen om hunne lNegomtie van acht millioenen te entnmeeren, en door een ge.yke Guarantie van de reeds Gtnegotieerde An- Uci-  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 291 ticipatiepenningen het Credit der Compagnie te her. Rellen , en de Houders dier Anticipatiepenningen niet te doen werden van veel erger natuur als Compagnies nieuwe Crediteuren. Is goedgevonden en verdaan, Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie in de Refpective Kamers binnen deeze Provincie geëtablisfeert, by deeze te qualificeeren, om aan de Houders der Recepisfen op Anticipatiepenningen , welke zullen verlangen derzelver voornoemde Recepisfen geconverteert te hebben in Obligatien ten Lasten van gemelde Compagnie, onder Guarantie van Hun Ed. Groot Mo?, en teffens genegen zullen zyn by de overgifte van voornoemde Recepisfen te furneeren in Contante penningen , zoodanige fom als de helft van het Capitaal van de voornoemde Recepisfen zal komen te bedragen, en.zulks binnen den tyd , door voornoemde Bewindhebberen te oepaalen, zullen hebben verklaart, onder de gewoone verbanden uit te geeven, Obligatien ten Lsste van gemelde Compagnie, ter montant van de overgeleverde Recepisfen, en daar by gefurneerde Contante penningen tegens den Intrest van drie per cent in het jaar, vry geld zonder eenige belastingen , zullende voornoemde Obligatien door gemelde Compagnie niet behoeven te worden afgelost ; wordende wyders gearredeert de navolgende Acte van Authorifatie en Guarantie, met last aan voornoemde Bewindhebberen, om Copie van dezelve Acte te doen drukken op of agter ieder Obligatie, welke in plaats der voornoemde Recepisfen en daar by gefurneerde penningen zal worden uitgegeeven, l~~\e Staaten van Holland en Westvriesland , JLy doen te weeten , dat alzoo by de Bewind»hebberen van de Oostindifche Compagnie #> in de Refpective Kamers binnen deeze Provincie geëtablisfeert, aan Ons is verzogt, dat Wy door eene Provinciale Guarantie hun in ftaat geliefden te (teilen, om hunne Negotiatie van acht millioenen te entamecren, en door eene gelyke Guarantie van de reeds genegotieerde Anticipatie-Penningen het Credit der Compagnie te hetftelien. Zoo is 't, dat Wv, na genoegzaatne kennis en T 2 ©p«.  202 may, ZAAKEN VAN tfiz, opening gehad te hebben , wegens de waare oorzaaken , waar uir het gedaan verzoek is fpruitende , niet alleen de voornoemde Bewindhebberen hebben geauthorifeert, zoo als Wy dezelve authorifeeren by deeze , om aan de Houders der Recepisfen op Anticipatie-Penningen, welke zullen verlangen dezelve Recepisfen geconverteeit te hebben in Obligatien ten lasten van gemelde Compagnie 9 en teffens geneegen zullen zyn by de overgifte van voornoemde Recepisfen te furneeren in contante Penningen , zoodanige fom als de helft van het Capitaal van voornoemde Recepisfen zal komen te bedraagen, onder de gewoone verbanden uit te geeven Obligatien ten lasten van gemelde Compagnie , ter montant van de overgeleeverde Recepisfen, en daar by gefurneerde contante Penningen , tegens den interest van drie per cent in het Jaar, maar ook by deeze verklaaren de voorfz. Obligatien, zoo in Capitaal als Intrest te guarandeeren , in diervoegen, dat in cas het mogte gebeuren, dat de voornoemde Compagnie in gebreeke mogte blyven , de beloofde Intresfen van de Capitaalen na inhoude der Obligatien rigtig te betaalen , Wy vier maanden, na dat de klagten diesweegens Ons zullen zyn aangebragt, en hetzelve door Ons niet zal zyn geremedieert en herfteld, de Intresfen van gemelde Capitaalen zullen doen betaalen ten Comptoire Generaal van Holland , even als de Intresfen van alle andere Capitaalen en ten lasten van deeze Provincie loopende , en zulks tot twee en half per cent vry Geld, zonder eenige belasting nu of in het vervolg , als waar van dezelve werden geëximeert by deeze, alles onder verband van des gemeene Lands Inkomflen en Goederen. En is voorts goedgevonden en verdaan alle Weesmeesteren^ Voogden, Adminidrateuren of Curatoren, welke eenige van voornoemde Recepisfen op Anticipatie-Penningen onder derzelver Adminiftratie, directie of bewaring hebben , by deeze te authorifeerem, om alle zoodanige Recepisfen met het voorfz. Furnisfement ten be-  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 293 bedrage van de helft van het montant der Recepis te laten verwisfelen in voorgemelde Obligatien ten Lasten van de gemelde Compagnie; gelyk meede om van de Recepisfen of andere effecten, onder derzelver Adminillratie , directie of bewaring zynde , des noods zoo veel te verkoopen, als tot de voorfz. te furneerene Penningen zullen nodig hebben: wordende de Dispofitieop den verderen of anderen inhoud van het verzoek door voornoemde Bewindhebberen gedaan, uitgeflelt tot nader Deliberatie. Is laatftelyk goedgevonden en verdaan, dat door Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie in de Kameren binnen deeze Provincie rïfideerende , de zaaken ter generaale Vergadering van Zeventienen, daar heen zullen worden gedirigeert, dat door dezelve Vergadering , als repraïfenteerende de generaale Oosr-Indifche Compagnie , eene behoorlyke Acte werde gepas, feert, waar by voor en ten behoeve van deeze Provincie wel en wettiglyk worden geaffecteert en verbonden alle de Goederen , Koopmanschappen, Bezittingen en Inkomflen van welgemelde generaale Maatfchappy, om daar uit Jaarlyks te voldoen den Intrest tegens twee en een half per cent van alle zoodanige Capitaalen als Hun Edele Groot Mog. by Refolutie van heden, aan de Houders der Anticipatie -Penningen ten Laste der Hollandfche Kameren van de gemelde Compagnie, wel hebben gelieven te guarandeeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Leyden, Biïelle, Eiam , Monnikkendam en Purmerende, hebben tot de voorfz. Refolutie nietgecon-r curreert, maar dezelve aangezien. De Heeren Gedeputeerden der Stad Alkmaar, hebben op expresfe Last van de Heeren hiinne Principaalen verklaart, dat dezelve in opzichte van de guarantie der Anticipatie-Penningen niet geconcurreert hebben tot het neemen van de bovengaande Refolutie, en uit dien hoofde deConclufie van dezelve hebben aangezien. Accordeert met voorfz, Refolutien. T 3 LXXXV,  «04 may, ZAAKEN VAN 178a. LXXXV. Aanfchryving wegens het houden van Maandelykfche Bedeftonden. In dato 10 May 1782. eerzaame , vroome, discrete , lieve, getrouwe ! By Ons in overweeging genomen zynde de plicbtelyke noodzaaklykheid , om in de tegenwoordige tydsomftandigheden, den Goddelyken zegen en bylland over de rechtvaardige Wapenen van den Staat,'tegen den Vyand af te fmeeken; hebben Wy goedgevonden UL. door deezen aan te fchryven, ten einde de nodige ordres te (leliën tot het houden van de Maandelykfche Bedeftonden, op zoodanige wyze als naardeConltitutie van UL. diftricT bevonden zal worden te be. hooren , en God Almachtig vuriglyk te fmeeken , dat het Hem behaage de rechtvaardige Wapenen, door den Staat, tot deszelfs verdeediging , en ter befcherming van Haardfteden en Altaaren, opgevat, met Zyn genadigen bylland en Goddelyke hulpe te bekronen; dezelve allezints gelukkig en voorfpoedig te maken, en de middelen , welke aangewend worden tot afbreuk van een Vyand , die , met verbreking van de trouw der plechtigfte Verbonden, de Republiek, zoo onverhoeds als onrechtvaardig heeft aangevallen , dermaate te zegenen , dat deeze Oorlog eerlange met eene eerlybe , welverzekerde en duurzaame Vrede verwisfeld moge worden. Doende hier van mede Advertentie aan de Walfche en Engelfche Kerken die in UL. Stad mogen zyn; Waarop ons verlatende, bevelen wyUL.de befcherminge Godes. Gedaan in den Hage den 10 May 1782. Ter Ordonnantie van de Staaten. LXXXVI.  may, STAAT EN OORLOG. 1782; 293 LXXXVI. Misfive van den Heere Prinfe Erfftadhouder aan de Staaten van Friesland. In dato 10 May 1782. , EDELE MOGENDE HEEREN1 Ons is op zyu tyd wel geworden een Misfive, gefchreven op naame van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Friesland, in dato den 14 April, dienende tot antwoord op onze Misfive van den M Maart jongstleeden, betrekkelyk de z-iak van den Heer Hertog van Brunswyk Lunenburg. Wy ontvingen te« vens eene Misfive van de Volmagten van vyf Griete. nyen uit het Kwartier der Zevenwouden, ons kennisfe geevende, dat de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal wegens dat Kwartier hadden kunnen goedvinden te concludeeren , en een Advys conform dat van Oostergo en Westergo uit te brengen, niettegenftaaide vyf Grietenyen van dat Kwartier van gedagten geweest waren , onze Misfive voorgemeld voor Notificatie aan te neemen, en dat die Conclufie genomen was opfundament , dat de Heer van Plettenberg , als een Militair, over deeze zaak niet konde advifeeren. -Wanneer wy nu dit alles met vereischte aandagt overwogen, en geconfidereerd hebben, dat het Kwartier der Steden de Misfive van U Ed. Mog. van den 14 April niet geapprobeerd heeft, en dat tot de Conclufie van hetKwar* tier der Zevenwouden geene wettige Pluraliteit geweest is, dewyl de Heer van Plettenberg, in gevolge de decifie van wylen onzen Heer Vader , Glorieufer gedagtenisfe , van den ai January 1749 , over alle zaken, die hem niet direct als Militair concerneeren , en dus ook in deeze zaak kan en mag advifeeren, en dat derhalven zyne Hem zekerlyk hadde behooren in computatie te komen, hebben wy gemeend U Ed. Mog.kennisfe te moeten geeven, dat wy meergem. U Ed. Mog, Misfive niet voor eene Misfive van Hun Ed. Mog., T 4 de  jf>6 may, ZAAKEN VAN i789. fu Sf.Tn-Staften Van Fïk&hni> bunnen houden, en al* zoodanige beantwoorden. Waar mede enz. Over deeze Misfive gedelibereerd zynde, wierd door het Kwartier van Oostergo geadvifeerd „ 'dat zoodanige demarche, als van verren uirzigt zynde, niet be. hoorde ongeremarqueerd te blyven" maar aan Zyne Doorl. Hoogheid behoord te worden in bedenking gegeevenwelke Advys door het Kwartier der Zevenwouden wierd goedgekeurd ; enkel met den voorflag ren £ iïïïS* '5 geeven , te verande! ren m gerefcnbeerd, conformeerende het Kwartier van Westergo zig, ten aanzien van het Antwoord op de *™ bovenftaande Misfive, van Staatsweege te doen, net het Advys en de Propofitie van Oostergo; alleen! vooXTdvïf d£ 5-edecn,'- f6 bleeven inh™ hun S I de He r\ ^a uLtPbra^t' en meenden j i / ï Colonel van Pkttenberg niet geweigerd konde worden te Hemmen over eene Zaak we'ke den Heer Hertog van Brunswyk niet betreft als' Vefd. Maarfchalk maar als particulier. Conformeerende zie met de Misfive van Zyne Doorlugtige Hoogheid en houdende uit kragt van dezelve, de questieufe 7^ voor gedecideerd. ' 4"«tieuie -£aa!t Maar dat de overige drie Kwartieren zulks anders LXXXVIL  mat, STAAT EN OORLOG. 1782. 197 LXXXVIL Rapport op het verzoek der Gëinteresfeerden in de Haringvaart langs de Maas, om ophef van het Embargo der Haringjchepen en openflelling van derzelver Vaart. Ingeleverd ter Vergaderinge van HunEd. Gr. Mogenden op Saturdag den 11 May /78a. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert , dat de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaakeu van de Commercie en Navigatie, in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 10 deezer, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien t.r Admiraliteit in deeze Provincie refideereude, hadden geëxamineert de Requeste den 6 te voren ter General.teit gepratfenteerd door de refpective geïnteresfeerden in de groote Visfchery en Haringvaart langs de Maaze, houdende, dat in het voorleede jaar bereids aan Hun Hoog Mog. waren voorgedraagen de drukkende nadeelen voor de Reederyen , door de totaale Itremming der Haringvaart ; dan dat de Supplianten zig, om de publique utiliteit, niet flegts de winstderving, maar alle verliezen , hun door den ftilftand dier Vaart overgekomen , hadden getroost, in het vleyend vooraitsigt der openftelling in dit jaar, om voor te komen een abfolut abandonnement dezer Reederyen, die door de Supplianten al zedert jaaren lang met moeite was (taande gehouden, en egter een aanmerkelyke tak van Commercie; kunnende niet als met ruïneufe fuites voor dit Land, aan andere Natiën worden overgelaaten: dat de Supplianten op fundament hunner Confideratien , die, hoe meer gepenetreert, een meerderen indruk konden geeven van de gevaarlyke gevolgen uit de verdere inaüiyiteit der Haringvaart, met zoo veel eerbied ais fiducie vertrouwden eene fpoedige voldoening aan hun verlangen; en mitsdien verzogten, dat Hun Hoog Mog. T s het  ao8 ma*, ZAAKEN VAN 1782. het Emhargo ten aanzien der Haringfchepen geliefden op te heffen en de Haringvaart voor dit jaar en vervolgens weder vry en open te ftellen. En dat zy Heeren Gecommitteerden van Advife waren , dat de zaaken ter Generaliteit daar heenen zouden benooren te worden gedirigeert, dat de Collegien ter Admiraliteit op de Maaze en in Westvriesland en t Noorder-Quartier mogen worden geauthorifeert om wanneer zy zullen oordeelen dat het zonder ondienst van den Lande kan gefchieden , aan de geïnteresfeeroen van de groote Visfchery en Haringvaart deezer JLanden , die zig met toedemming en fchriftelyk Confent van de Heeren Gedeputeerden of PennimMieederen van de groote Visfchery aan hun zullen aidresfeeren, ot we] tot een proeve aan eenigen van dezelve, die met fchriftelyk Confent als voren daar toe verzoek zullen doen te mogen permitteeren , om niet tegen, ftaande Hun Hoog Mog. Placaat van den 26 lanuarv i7«l , deezen Zomer ten Haring te mogen Vaaren; nuts onderworpen blyvende aan alle de ordres op die Vaart en Visfchery gedeld; en verder onder zoodanige prfficautien en reftrictien , als de voorfz. Collegien ter Admiraliteit , tot voorkoming van verfperring van de voorfz. Vaart en Visfchery , het overbrengen van de Schepen en Gereedfcnappen, en het verloopen van de Manlchappen tot de voorfz. Visfchery gebruikt wordende, nodig en dienftig zullen oordeelen Waar op gedelibereert en Copie van het voornoemde gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Ge. deputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Schiedam, Bnelle en de volgende Leden, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de hnaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz, Refolutien. LXXXVIH.  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 299 LXXXVIH. Communicatie van het voorgedraagene door den Griffier fagel, over eene Converfatie met de Rusfifche Ministers , nevens de Misfive van den Groot' Brittannifchen Staats - Secretaris fox aan den Heere simolin , en een billet van den Prinfe galhtzin. Ingebragt ter Vergade» ringe van Hun Ed. Gr. Mog. op Woendag den 15 May 1782. T"\e Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecom» JLy municeert het geen de Griffier Fagel op den 13 deezer aan de Heeren Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaaken, had voorgedraagen over een converfatie met de Heeren Ministers van haare Rus-Keizerlyke Majedeit alhier , en waar in hem bebandigd hadden Copie van een Misfive van den GrootBrit! annifchen Staats-Secretaris de Heer Fox aan den Heer Simolin te London den 4 deezer gefchreeven , zynde daar nevetts door gemelden Griffier aan voorfz. Heeren Gedeputeerden, gecommuniceert een billet van tien Rusfifchen Minister, Prince Gallitzin ; alles breeder in de navolgende Notul en infertien gedetailleert. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. gecommuniceerde zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de buitenlandfche zaaken , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Ex-  3°° MAY, ZAAKEN VAN ï?82. ExtraSt uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Ne. derlanden. LuntB den 13 May 1782. DeJ?T'fer 5'agd heJeft aan de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Buitenlandfche zaa. M?rtZfrg Ma^en' d3t dlHeere". P"ns Gallitzin en Markhof i Ministers van haare Majefleit de Keizerin van geheel Rasland, voorleeden Saturdag by hem waren geweest, en zig refereerende tot de verbale [nlïnuatie door het Rusfifche Ministerie te St. Petersburg, aan den Heer van Wasfenaar , Haar Hoog Mog. Ambasfadeur aldaar overgegeeven, en den 10 deezer door den Heer Raadpenfionaris van Bleiswyk alhier gecommumceert, aan hem hadden voorgeleezen een Origineerr^SLV>/an- dCn Hefr Fox> Secretaris van Staat van £ » t? tn"ien, a,an den Heer SimoIin> Minister van haare Rus.Keizerlyke Majefleit te Londen gefchreeven, waarvan aan hem Copie hebben ter hand gefteld om te doen zien, dat het Hof van Groot-Brittannien aan het verlangen van haare Rus-Keizerlyke Majefleit om genoegen te geeven aan den Staat, in het geen door dezelve was gerequireert , had voldaan : volgende de Copie van de voorfz. Mhfive van den Heer Fox hier na geinfereert. Copy van een Brief van den Heere fox, Secretaris van Staat van Groot-Britannie, aan den Heere simolin, Gezant van de Keizerinne aller Rusfen. St. James, 4 May 17S2. Ik beb niet gedraalt met den Koning voor oogen te legden de Bekendmaaking, welke gy my de eer gedaan hebt te doen den 1 deezer maand. Zyne Majefteit heeft dezelve befchouwd als een nieuw bewys der vriendfchap van haaie Keizerlyke Majefleit , en  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 301 en als een herhaald bewys van het leevendig en opregt belang , welk dezelve neemt in de herdelling van den Vrede tusfchen Groot-Britannie en deszelfs ouden Bondgenoot. Nutteloos, myn Heer , zoude het , geloove ik, zyn, U te verflaan te geeven, dat zyne Majefleit de gevoelens haarer Keizerlyke Majefleit met zoo veel te meer genoegen heeft verflaan, naar maate dezelve beheizen raadgeevingen, in allen opzigte overeendemmende met de maatregels, welke Zyne Majedeit reeds heeft genomen , ter onderfchraaginge van de goede dienden van het Hof van Petersburg. De Koning houdt zich by voorraad verzekerd , dat haare Keizerlyke Majedeit met genoegen verdaan zal, dat hy al lang haare wyze raadgeevingen voorkoomea is , door den Hollanderen aan te bieden eene volkomen vrye Scheepvaart, volgens het Tractaat van den jaare 1674 tusfchen Groot-Britannie en de Republiek ; een Tractaat, waar by de beginzels der Gewapende Onzydigheid zyn vastgedeld , wat de Contracterende partyen aangaat , in derzelver volkomende uitgeftrektheid. Zyne Majedeit maakt derhal ven geene zwaarigheid om te zeggen, dat dezelve als een gronddag van den afzonderlyke Vrede tusfchen hem en de Heeren Staaten Generaal, aanneemt, den vryen Scheepvaart, op de beginzels , op welke haare Keizerlyke Majedeit zich beroept , in haare Verklaaring van 28 February 1780. Voor 't overige zult Gy my wel verlof geeven aan te merken , dat ik aan U, myn Heer, deeze gevoelens des Konings mededeelende, van meeninge ben niets anders te doen , dan te herhaalen , 't geen ik de eere had, op deszelfs bevel, op den 29 Maart laatstleeden aan U te fchryven. Indien dat ichryven niet de uitwerkzels gehad hebbe , welke haare Keizerlyke Majedeit zich van deezen (lap fchynt beloofd te hebben, gedaan om te dienen tot eene Bevrediging , en van welken , volgens het berigt der Staatsdienaaren van haare Keizerlyke Majefleit in V Graavenhage, de Republiek de Vredesonderhandeling met Groot-Britannie eeniglyk deedt afhangen , en indien, ondanks de gemaau^dheid, welke het Zyner Majedeit heeft behaagd op dit duk te betoonen , in de minst dubbelzinnige btwoordingen, de Republiek volhardt in het verwetpen van  3o2 may, ZAAKEN VAN l?8a. van alle gedagte van een afzonderlyken Vrede , za| de Koning altoos de voldoening hebben van gehandeld te hebben op eene wyze welke aanduidt den prys, we" ken dezelve op de Vriendfchap Zyner Kei.erïvke Vb faïfbetoont!11 ^ * ^^S^baaS Ik heb de eer te zyn, enz. ("Was get.) c. j. fox. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan, dat Copie van de voorfz. Misfive gedeld za! worden m banden van de Heeren van Lynden tot Hemmen en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Buitenlandfche zaaken , om te vifiteeren, examineedoen ^ 3lleS alh'er tÊr VerSaderi"ge -Rapport te u*™ miffieVFT1 heefS wyders aan de Hc««n Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Buitenlandfche zaaken gecommumceert een billet het geen op sisteren van den Heere Prince Gallitzin , Minister JfÉKSwï fteit de Keizerin van geheel Rusland, bad ontfcnaen. volgende hier na geinfereert. " v T myn heer! Wanneer gy de Copie van den Brief van den Heer F** aan den Heer Simolin, onder het oog van Htm ^kI' ZrT bren,gen ' Welken v^ ^teren de eer gehad hebben U meede te deelen , wil hen dan doen opmerken, dat dezelve een gevolg is van eenen nieuwen Hap welken de Keizerin gedaan beeft, ingevolge van het befluit Hunner Hoog Mog. van den 4 Maan welk tot haare kennis gebragt was , en eer zy onderricht was van het befluit des Hofs van London , genomen op onze Vertoogen, betreffende een Onderbande, gg over Vreede met Hun Hoog Mogende meeriegedeeld , agtervoigens onze Memorie van den «? Anrfi gedaan by dat Hof door zynen Minister; en dn uh hoewel volgens de uitlegging gegeeven van den Brief . des  May, STAAT EN OORLOC. 1782. 303 des Heeren Fox, wy deeze tweede als ten overvloede aanmerken, wy niet minder genoegen neemen, dezelve voor te brengen, als een nieuw getuigenis van de hooge goedwilligheid Haarer Keizerlyke Majedeit omtrent deezen Staat, en van de edelmoedige zorge , d om de voorgeflaage Werken tot de gemelde lom met de meeste menage werkdellig te doen ™ïn" l rt" ,daar toe v^volgens uit 's Lands Kas te vee?tig gute!" een fora van hondei"d «ven duizend Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren, De Gecommitteerdens tot de zaaken van 's Lands Zeeweeringen aan de Helder, aan U Edele Groot Mog. wederom zullende voordraagen , welke Werken dit jaar tot.verder behoud en beveiliging van dit gedeelte van s Lands Zeekust, na hunne gedagten , werkdellig gemaakt zullen dienen te worden, kunnen zig voor het tegenswoordige dispenfeeren U Edele Gr. Mog met een ampel detail aangaande den toedand van gemelde Zeeweeringen op te houden , alzoo 'er zedert hun laatlte rapport geene nadeelige veranderingen zvn voorgevallen. b J Niettegendaande de Stormen uit den Oosten en fNoord-Oosten en de extra hooge Vloeden van den 28 December 1781 , zoo wel als van den ia , 13 en 14 Maart  ïiay, STAAT EN OORLOG. 1782. 323 Maart deezes jaars , ihebben alle de Werken zig zeer wel gehouden. De Stranden leggen thans extra breed , en de Duinen , welke in de gemelde Stormen eenig verlies geleeden hadden, zyn ook wederom aanwinnende. De Hoofden blyven by continuatie aan het voorgeftelde oogmerk voldoen, en aan derzelver buiten einde vind men weinig diepte , zoo dat Heeren Gecommitteerden hoopen in een volgend jaar het voorfaifoen te zullen kunnen waarneemen, om dezelve eenige roeden te verlengen. Alle de opgegeeven defecten , by bet rapport van den 14 December laatstleeden , zyn thans byna weder gerepareert, en in order gebragt. En wat de Werken aangaat, welke dit jaar door Gecommitteerden aan U Edele Gr. Mog. ter executie zouden worden voorgefteld , kunnen zy U Edele Gr. Mng. verzekeren , dat om de te vooren reeds gemelde en bekende reedenen, wederom alle menage in het oog is gehouden. Op dien voet hadden zy den Opzigter van 's Lands Werken gerecommandeert , deszelfs Petitie in te rigten, zoo als blykt uit eenige posten alleen per Memorie gebragt en voor alsnog uitgefteld, en om dezelve reeden hebben zy by het examen van de hier nevens gevoegde Memorie en Calculatie van kosten daar in nog zoo veele verminderingen gemaakt als de fituatie van zaaken eenigzints kan veelen. Behalven een nieuw Werk , het geen reeds in 1780 en 1781 door den Opzigter Harge was voorgefteld, doch telkens verfchoven , en by Art. VI. gemeld, beftaan alle de overige, posten alleen jn ordinaire reparatien, of verfterkingen, en in de continuatie der groote Steenftortingen tusfchen Paal O en Preekhuishooft, dewelke_ egter wederom maar gedeeltelyk en alleen voor een vierde, geëxecuteert zoude kunnen worden. Dienvolgende zullen de kosten voor dit jaar wederom niet meer bedraagen, dan een groote honderd duizend guldens. De ordinaire, doch nodige reparatien , zyn vermeld by Articul i, 2, 3, 4, r, 7 5 8, 9, 10, 11, 12, 13, X a ij,  I 334 may, ZAAKEN VAN 17,$*, !5> '7? I9% 20, 21, 22 en 23, dezelve zullen te zaamen komen te kosten een fomm; vn * , " ' * ƒ "7040 o O Het evengemelde nieuwe Werk beftaat in eene amotie van het nog overgebleeve gedeelte oude Wierdyk, aan de oostkant van den Helder, ten einde den Aardendyk aldaar, verder in eene gelyke ftrekking, en glooying, te brengen als dezelve in voorige jaaren meerendeels reeds verandert is; en zyn de kosten van deeze verbeef tering met het Rysbellag,en de Brik-' en Kayfteenen , welke tot dekking van hetzelve vereischt worden, gecalculeert op een fom van - 14750 o 0 Voor de groote Steenftorting tusfchen Paal O en Preekhuishooft, welke de Gecommitteerden, voor als nog geene andere nog beetere middelen, ter bewaaring van dit gevaarlykfte gedeelte der Helderfe Wal , gevonden hebbende, derhalven niet geheel derven nalaaten , zullen zy voor deeze reize, ook uit hoofde van de groote fchaarsheid van Steen , en de waarfchynelyk meerder duurte derzelve niet meer petitioneeren dan . - 1 42250 o o Zoo dat het geheele montant der kosten voor dit jaar zoude beloopen een fom - t/u1 r.'i ï" " " ƒ1.34040 o o Doch na aftrek van de - . 2700c 0 o door Gecommitteerde Raaden in het Noorder Kwartier voor de ordinaris jaarlykfche Reparatien voor uit be- 1 — taald werdende, dus nog maar . ƒ107040 c o Dewelke de Gecommitteerden onder de gunftige approbatie van U Edele Groot Mog. met een gewenscht effecl:, tot verfterking van deeze Zee weering, en voorkoming van verdere rampen , hoopen te befteeden. Waar meede zy onder afbidding van des Heeren zegen»  m naaien en Arbeidsloon gecalculeert, ' op . XIV. • 750 o o Het meer voorgeftelde Werk agter de Helder, zal nu dit jaar door fchaars heid van Materiaalen niet ten uitvoer gebragt kunnen worden, dit voor Memorie. ... XV. Tusfchen het Helderhooft en Paal O., vereist de Steenglooying met honderd Lasten Kaaydeenen verfterkt te worden, het Last gecalculeert op dertien guldens, bedraagt r . . . ^ Q q Van Paal N. O. totPreekhuishooftzyn. de een lengte van honderd dertig roeden , zoude wel vereisfchen met honderd Lasten Kaayfleen per roed beftort te worden, is dertien duizend .Last , het Last gecalculeert op dertien guldens, bedraagt - . I0900Q q 0 In de Val ten westen Preekbuishooft en op de Glooying , aldaar vereist acht honderd Lasten Kaaylteen aangevoert te worden , het Last gecalculeert op dertien guldens, bedraagt - I0400 0 0 AVI II. liet meer voorgeftelde Werk tusfchen Paal 9 en u. in het voorleeden jaar op Art, 14. in voorltel gebragt, zal nu door fchaarsheid van Materiaalen dit jaar niet ter uitvoer gebragt kunnen worden, dient voor Memorie. XIX Het beneeden gedeelte der RysenSteenenglooying, van Paal 9 tot Paal 12. is op diverfe plaatfen ingezakt , zal by calculatie van Materiaalen en Ar- beids- /_[_ Tranfporteere - ƒ2279901 ol 0  I may, STAAT EN OORLOG. 1782. 329 Tranfport - 1/227990 0 o beidsloonen komen te kosten een fomma van - - 6550 o o XX. De ingezakte plaatfen in de Rys en Steenenglooying van het Kaaphooft af, zuid aan , vereist met Brikfteen gerepareert en de ontbloote plaatfen van Kayfteen wederom met Steen voorzien te worden , te faamen gecalculeert op ... 4000 o 9 XXI. Voor de reparatie en nodige verlterking ^ aan het Kaaphooft en de vyf verdere leggende Rys en Steenen Hoofden, met een aanvoer van duizend Lasten Kaaylteenen gpralculeert op - 21000 o o xxii. Voor het afwerken der opgeflagen Steenen uit de Glooying en het wederom in order te zetten van dezelve gecalculeert op - * 650 o o XXIII. i Voor reparatie aan de Aarden Dyken en de beplantinge der Duinen en Stranden, met Riet en Stroo tot opvanginge van Zand als in de voorige jaaren is gedaan, gecalculeert op . 4500 © o Somma Calculatie - ƒ264690 o o (Was Get.) FR. HARGE. x-s xcvi.  33° way, ZAAKEN VAN 178a. XCVI. Extratï uit het Register der Refolutien van de Hotg Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, raakende een Request van Directeuren der Plateelbakkerden te Delft. Veneris 24 May 1784. Is ter Vergadering geleezen de Requeste van Directeurs yan de Porcelain Fabriquen en Porcelain Fabriqueurs binnen de Stad Delft; houdende, dat de Delfiche Plateelbakkeryen zedert eenige jaaren herwaards dermaaten waren geraakt in 't verval, dat binnen den tyd van veertien jaaren een derde gedeelte van dezelyen , door gebrek aan genoegzaam debiet en verzending van het Delffche Porcelain of Aardewerk, was geaemoheerd geworden, en het floopen van zoo veele en in zig zeiven zeer kostbaare Panden , om gemelde reede noodwendig had moeten veroorzaaken eene meer en meer toeneemende atmoede, en het komen van een groot gedeelte werkvolk, dat anderzins met derzelver huisgezinnen, daar aan eene genoegzaame kostwinning was hebbende, tot lasten van de openbaare Godshuizen. Dat onder de oorzaaken van zulk een deplorabel verval geenzins van de geringften waren, dat in Braband, te Dantzig, en elders zwaardere belastingen dan voor heen op het gemelde Delffche Porcelain of Aardewerk waren geheeven ; en in Portugal en het gantfche Holfteinfche een ftrikt verbod tegens den invoer was geëmaneerd, waar door de verzending op Hamburg grootelyks was verminderd , terwyl daarentegen het inkomen en vertier van vreemde Aardewerken binnen deeze Provinciën, voornamentlyk van het Engelfche, van tyd tot tyd rnerkelyk was toegenomen , en die toeneeming aan het laatfte , onaangezien de rupture met Engeland, nog al tot verbaazing van veelen bleef accresfeeren ; daar ondertusfchen aan de Ingezeetenen van deezen Staat wierden benomen alle occafien , en wel met de zorg-  may, STAAT EN OORLOG. 1782. :33t zorgvuldigfte oplettendheid , om eenig product, van de Supplianten Fabriquen ook in Engeland te debiteeren , overeenkomftig de ftriktfte Interdictie , tegen den invoer daar van aldaar gedaan, verzoekende de Supplianten, om redenen in de voorfz. Requesten geadleguèerd , dat het H. H. Mog. goedgunftelyk behagen mogte, den invoer van het Engelfche Aardewerk binnen deeze R-epubliek op zwaaae poenaliteit ftriktelyk te verbieden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Holland en Wsstvriesland de voorfz. Requeste copyelyk overgenomen , om in den Haare breeder gecommuniceerd te worden. En is dien onverminderd goedgevonden en verftaau , dat Copy van de voorfz. Requeste gefteld zal worden in handen van de Heeren van Pallancl en anderen H. H. Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Zee, om te vifiteeren, examinneren , daarop inteneemen de Confideratien en het Advis van de alhier aanweezende Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen , en van alles alhier ter Vergadering rapport te doen. XCVII. Communicatie door den Raadpenfionaris in het fecreet Befogne ter Generaliteit van eene naderig Verbale Infinuatie van het Ministerie in Rusland, betreffende Hun Hoog Mogende Refolutie van 4 Maart. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, of Vry dag den 24 May 1781. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceert de kennisgeeving door hem op den 1 deezer aan de Heeren Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaaken gedaan , van een nadere verbale Infinuatie door het Ministerie van haare Rus-Kei» zerlyke Majefleit aan den Heer Ambasfadeur van Was- fe-  332 may, ZAAKEN VAN 1782. fenaar overgegeeven, en door denzelven aan hem Raadpenfionaris toegezonden , relatif tot Hun Hoog Mog. Refolutie van den 4 Maart, volgende dezelve nadere Verbale infinuatie hier na breeder geinfereert. Fiat inflertio. Waar op gedelibereert zynde is goedgevonden en verdaan, dat het voorfz. gecommuniceerde zal worden geëxamineeTt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot .Mog. Gecommitteerden tot de bnitenlandfche zaaken , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Verbaale Inftructie van het Ministerie van Haare Kus-Keizerlyke Majefleit. J J Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën zyn reeds onderrigt, door de Staatsdienaars der Keizerinne , by dezelven erkend , aangaande het Befluit, door den Koning van GrootBrittannie genomen, aangaande de Propofitie, door de gezegde Plunne Hoog Mogende voorgefteld als den grondflag, op welken het geheele werk der bevredisinge moest rusten, onder de bemiddeling van Haare Keizerlyke Majedeit ondernomen. De welaangenaamde vergelding , welke de Keizerin zig konde belooven van_ zoo veele belangelooze poogingen en bezorgingen, is de goede uitflag, van welke haare goede dienden zyn agtervolgd geworden. Zy kan niet nalaaten zig zelve geluk te wenfchen , volkomen gedaagd te zyn by zyne Groot -Brittannifche Majedeit, en door haare tusfchenkomst beraamd te hebben de voorafgaande voorwaarde, zoo zeer verlangd by Uw Hoog Mogenden, tot de hetdellinge van een Verbond, 't welk dezelve met zeer groot regt aanmerken als het weezenlykfte onderpand van de Vryheid der Koophandel van de Republiek. Indien zy derhalven ten deezen  may, STAAT EN OORLOG. 1782. zen opzigte vervuld hebbe, alle haare verbintenisfen , in haare tweevoudige hoedanigheid van opregte en toe. genegene Vriendinne der Republiek en van onpartydige middelaaresfe tusfchen dezelve en Groot-Brittannie , kan zy niet anders dan met een volkomen vertrouwen verwagten, dat Hun Hoog Mogende zig zullen bezig houden, met de gevoelens, overeenkomende met hunnen yver en met hunne Vaderlandsliefde jegens den Staat, welken zy regeeren, met het meest aangelegene voorwerp , 't welk zig hunner raadpleegingen immer beeft aanbevolen. De Keizerin, zig verlaatende op hunne fchranderheid en op hunne groote wysheid , is door en door overtuigd , dat zy zig van het tegenwoordig zoo gundig ogenblik willen bedienen , ter vernietiginge van den haat en de verwyderinge , die tot nog toe de onlusten tusfchen de beide Zee - Mogendheeden gevoed hebben, en dat zy, om de voltooijing van dit gewigtig werk te verhaasten, van Monden aan met zyne Groot-Brittannifche Majedeit zullen overeenkomen, aangaande eenen ftildand van wapenen, die het tweevoudig voordeel zal aanbrengen, van onmiddelyk den Koophandel der Republiek te ontheffen van de banden, welke denzelven tot nog toe gekneld hebben, en den noodigen tyd over te laaten om zig te kunnen bemoeien aangaande de fchikkingen , welke gemaakt moeten worden tot het daadelyk openen van eene onderhandeling van Vrede; dat zy, ten dien einde, zullen raadpleegen , gelyk zy uitdrukkelyk verklaard hebben voorneemens te zyn te doen , zoo wel in derzelver Refolutie van den 4 Maart, als in de Memorie, door derzelver Gezant op den 17 derzelve maand O. S. aan het Ministerie van Haare Keizerlyke Majedeit ter hand gedeld, omtrent de bepaaling der plaatze, alwaar de Onderhandelingen kunnen geopend worden , dat zy, door het overgaan tot de daadelyke benoeming der Gevolmagtigde Staatsdienaaren, welke de gezegde Onderhandelingen zullen by. woonen , de voorwaarden zullen bepaalen , op welke Hoogstdezelve geneegen zyn om de Vrede met GrootBrittannie te herdellen, en dat zy eindelyk daar toe alle mogelyke goede gelegenheden zullen geeven , zoo als dezelve uitdruklyk beloofd hebben , zoo ras de tegen- 333  534 may, [ZAAKEN VAN 1782. gcnwoordig toegeftaane voorwaarde, raakende de Vryheid van den Koophandel, vooraf zoude zyn ingewilligd geworden. Het Rus-Keizerlyke Ministerie, zyn Excellentie Mynheere den Ambasfadeur kennis geevende , tot narigt zyner Meefleren , van de gevoelens haarer Keizerlyke Majedeit, gevoelt het volkomende genoegen in daat geweest te zyn , zoo fpoedig kragt en nadruk te hebben kunnen byzetten aan de voorafgaande verzekeringen, welke het aan denzelven heeft gedaan van de gezegde gezindheden der Keizerinne , ten opzigte van de vervullinge van al dat geen, welk de Republiek moest verwagten van haare opregte vriendfchap en genegenheid voor dezelve. XCVIII. Advis van den Baron van paut.andt tot zi jithem, omtrent het gebruik van een gedeelte der Landmagt tot den Zeedienst. Uitgebragt op den Landdag van Overysfel. In dato 27 May 1782. edele mogende heeren! T""\e Ondergetekende reeds zoo dikwyls zig over de &_J} onbegrypelyke werkeloosheid van de Republik onder den verraderlyken aanval van een trouwloozen Bondgenoot hebbende beklaagd , en tot zyne innige Zielsfmerte thans ondervindende, dat na anderhalfjaar Oorlogs, en na het verfpillen van zoo veele Schatten, een twaalf of veertiental Vyandelyke Oorlogfchepen in ftaat zyn de gantfche Zeemagt van de Republiek binnen haare Havens op te fluiten, heeft niet anders dan rret genoegen kunnen zien de Propofitie van Zyne Hoogheid , om door middel van de Landtroepes van den Staat het gebrek van Z.evolk eenigertnaaten te vervullen. Hy beklaagt zig alleenlyk , dat zulks niet reeds van den aanbeginne van den Oorlog, ten minsten zoo vroeg in dit Voorjaar gefchied is, dat men zig konde vleijen daar van geduurende dit Saifoen, welk reeds  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 335 reeds half verlopen is , eenige gewenschte uitwerking te zien. Om egter geen fchyn te geven, als of hy ten oogmerke zoude hebben, eenig middel van Redres hoe zeer door een te lang uitftel byna vrugteloos geworden , te ftremmen , amplecteert hy hetzelve , met dit onderfcheid nogthans , dat hy tot het immediaat aanwerven der geligtte Manfchappen , Zyne toeftemming denkt te moeten verweigeren. Immers , daar door de buitengewoone fterfte onder de Militie van den Staat het reeds ten uiterlten bezwaarlyk is geworden, de Compagnien behoorlyk te recruteeren , zoude aan de eene zyde een nieuwe ligting van twee duizend twee honderd en negen-en-dertig hoofden , niet anders dan tot eene verdere en totaale ruïne der Kapitains konnen verftrekken; en aan de andere kant de aanwerving voor den Zeedienst meer en meer bezwaarlyk, zoo niet geheel onmogelyk maaken; en terwyl de beide oogmerken in de tegenwoor. dige tydsomftandigheden niet te gelyk bereikt kunnen worden, en de Republiek althans zekerlyk aandeLandzyde het minfte gevaar loopt, is by van oordeel, dat hy by provifie, en tot dat de toeltand van de Republiek favorabeler zal zyn geworden, de vervulling der uitgeligtte Manfchappen behoort te worden uitgeftelt (laande hy, dien conform, alle petitiën tot dat einde af, met verzoek, dat deeze ter Zyner decharche in de Notulen moge worden geinfereerd. Zynde begrepen geworden , dat in een poincl van bezwaar geen overftemming konde plaats hebben,en of fchoon Zyn Hoog Welgeb. mondeling zogt aan te dringen , dat het ligten dier Manfchappen tot den Zeedienst by provifie mogt worden vastgefteld, is zulks egter vrugteloos geweest, terwyl de Heer Baron van Foïrst tot Averbergen goedvind de Conclufie in deezer voegen te contradiceeren, dus de Landdag ten deezen opzigte zonder Refolutie is afgeloopen. (Was get.) P. W. P At LANDT. XCIX.  336 may, ZAAKEN VAN 17?».. ' XCIX. Advis van Gecommitteerde Raaden van het Zuider en van het Noor der Kwartier ; op eene Misfive van Commisfaris/en tot de Zaaken van de Pilotage ienoorden de Maaze , inhoudende verzoek dat aan hun mogen werden ter hand gefield de Refolutien van Haar Ed. Gr. Mogende, op het ftuk van het ligten der Tonnen en het afhakken der houten Baaken. Ingeleverd ter Vevgaderinge der Staaten' van Holland, ep Woensdag den 29 May 17S2. Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden in de Hage en te Hoorn refideerende van den 15 deezer^ hebbende, ingevolge van Hun Ed. Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 20 December des voorleeden jaars, geëxamineert een Misfive van Commisfarisfen van Hun Ed. Groot Mog. tot de zaken van de Pilotage benootden de Maze gefchreeven in den Hage den 18 der laatstgemelde maand , waar by dezelve Commisfarisfen aan Hun Edele Groot Mog. hebben te kennen gegeeven dat de tyd daar zynde, dat de Zeetonnen weder waren opgenoomen , zy de vryheid namen Hun Ed. Groot Mog. te melden , dat zy van ter zyde geinformeert waren , dat de Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noorder Quartier, bereids in de maand February van het jaar 1781 zouden zyn gequalificeert, om in tyd van nood eenige Tonnen te doen ligten ,• waarom zy Commisfarisfen (dit zoo zynde) verzogten, dat de Refolutie deswegens by Hun Ed. Groot Mog. genomen, aan haar mogte worden ter hand gefteld , gelyk meede zoodanige'Refolutien , die by Hun Ed. Groot Mog. op bet ftuk der Pilotage en het niet branden de Vuuren genomen waren , en in het vervolg zouden genoomen worden , op dat Commisfarisfen van de Pilotage benoorden de Maaze ,~ niets contrarie Hun Ed. Groot Mog. wyze fchik- kin-  May, STAAT EN OORLOG. 1782. 317 kingen verrigten, maar integendeel zoo veel in hun is medewerken, om Hun Ed. Groot Mog. gegevene Ordres ten nutte van den Lande te doen uitvoeren, en teffens , om voor zoo ver hun zelfs aangaat , behootlyk gedekt te zyn , ingevalle door het uitdoen der Vuuren , opneemen der Tonnen en afhakking der Baakens buiten medewerking van Commisfarisfen eenig Schip of Schepen ongemak kwam of kwamen te lyden. Waarop gedelibeert zynde, is goedgevonden en verdaan, dat de voorfchreeve Misfive met het Advis boven gemelt en de Bylaagen , zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , met de Heeren Gecommitteerde Raaden, in den Haag en te Hoorn refideerende, en de Vergade. ring daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis. Accordeert met de Voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende , ontfangen hebbende ü Ed. Groot Mog, Refolutie commisforiaal van den 20 December des voorleeden jaars, op een Misfive van Commisfarisfen van U Edele Groot Mogende tot de zaaken van de Pilotage benoorden de Maaze , gefchreeven in den Hage den 18 derzelver maand, waar by dezelve Commisfarisfen aan U Ed. Groot Mog. te kennen geeven, dat de tyd daar zynde, dat de Zeetonnen weder zyn opgenomen, zy de vryheid namen U Edele Groot Mog. te melden, dat zy van ter zyden geinformeert waren, dat de Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noorder Kwartier, bereids in de maand Februaiy van den jaare 1781 zouden zyn gequalificeert , om in tyd van nood eenige Tonnen te doen ligten, en home Baakens te doen afhakken; waarom zy Commisfarisfen (dit zoo zynde) verzogten, dat die Refolutie diesweegens by U Ed. Groot Mogende genomen, aan haar mogt worden ter hand gedelt, gelyk meede zoodanige Refolutie, die by U Ed. Gr. Mog. op het duk der Pilotage en het bianden der Vuuren genomen waren, en in het vervolg zouden genomen worden; op dat Commisfarisfen van V. deel. y de  33S may, ZAAKEN VAN i78a. de! Pilotage benoorden de Maaze, niets contrarie Flun riPn?IT M°g* V?e fchikki"gen verrigten, maar integendeel zoo veel m hun is meedewerken, om Hun t L??. h Mog-.gegeevene ordres ten nutte van den Lande te doen uitvoeren, en teffens, om, voor zoo verre hun zelfs aangaat, behoorlyk gedekt te zyn,Tgevalle door het uitdoen der Vuuren, opnamen der ïrvann^harkingrder Baake"S' b»ite" meed"«S Comnl1farisren5 «enig Schip of Schepen ongemak kwam of kwamen te lyden. , ; * i Hebben Gecommitteerde Raaden gemelde Misfive XuSLV Ed'uGr' ,M°g' Refo,Utie comSrlaaï geexamineert, en bevonden , zoo omtrent het verzoek zene , als meede omtrent het gepasfeerde nopens de gegeeven ordres, op authorifatie van ü Ed. Gr. Mog! Ifr] 10 Januaryj178i, over het ligten der Zeetonnen en wegneemen der Baakens voor de Zeegaten als nieede het met doen branden der Zeevuureri vooreerst : dat Gecommitteerde Raaden in het Noorder Kwartier den 22 January i78i , hebben laaten afgaan een Misfiye aan bovengemelde Commisfarisfen van de Pilotage Hen inPhefaNme!]tieï. deWyI GecommSde* J'aln in het Noorder Kwartier geinformeeri waren, nIS^T" VaU d£ Plaatfen en EiIa«den aan dl Noordzee gelegen , vreesden dat de Vyand iets tegen haar zoude attenteeren, zylieden Regenten, gaarne gequalificeert zouden zyn, des noods de Vuurln niet te o'mweSf &c. " " Z°0danig g6Val d£ ^^ns doen lieSn ^°™fflisfarisfe" fog de nodige arrangementen gefiïmJ<• , maaken >. om de Vuuren en Bakens onder hun resforteerende, m cas de Vyand iets mozteat- tTdoen" t£ d°en brande" of de Bakens fmver rem.Z ^kk£n' t6n ^aare 2V vermeenden zulks niet Ra^t ^ uTlfm I m,-welk geval Gecommitteerde Kaaden in het Noorder kwartier de Confideratien van risfT^nnfnp^n dePi,otage verzogten; Commisfawoo?d7n ?^jl°tage hebben daar °P geeven te antS de"' dat dewyl gemelde zaaken ui? kragte van LJ Raaden^n0^, m°gen,de pe,blutie *™ Gecommitteerde aet Noorder kwartier waren gedemandeert, zy buiten Raat waren, om haar deswegens te kunnen - iu-  tó» STAAT ÈN OORLOG. 17S2. 339 inlaaten : dus hebben Gecommitteerde Raaden gevolgt alleen de Retroacta van vroeger tyden , en U Edele Groot Moe;. Refolutie van io fanuary 1781 en deBailliuwen der Eilanden , en van de Helder en Huisduinen , Copie van U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 10 January 1781 gezonden; even zoo als by Voorzaaten van Gecommitteerde Raaden in het Noorder Kwartier was gefchied, als onder anderen den 9 April 1667 en 3 Augustus 1690; en Gecommitteerde Raaden hebben ook gevonden, dat indien de Tonnen en Baakens opgenomen waren geweest , voorheen Gecommitteerde Raaden in het Noorder Kwartier ook ordre gegeeven hebben om die weder te herdeden, zoo als is gefchied den 8 Gétober 1666, zonder dat Gecommitteerde Raaden hebben gevonden , dat Commisfarisfen van de Pilotage ooit ordre of Copie van U Ed. Groot Mog. Refolutien ten deezen refpecte hebben ontfangen ; dus is niet anders gedaan, dan gevolgt den voorigen voet 5 en welke reedenen Commisfarisfen van de Pilotage benoorden de Maaze nu hebben doen veranderen van gedagten, na verloop van een jaar, om zig daar omtrent in te laaten , en dit verzoek om Copie van die Refolutie te hebben, kunnen Gecommitteerde Raaden niet wel gisfen. In de Misfive aan U Ed. Gr. Mog. zeggen dezelve wel, om, zoo verre hun zelfs aangaat behoorlyk gedekt te zyn , ingevalle door het uitdoen der Vuuren , opneemen der Tonnen en afhakking der Baakens, buiten meedewerkig van Commisfarisfen van de Pilotage, eenige Schepen of Schip ongemak kwamen te lyden ; Maar, Ed. Groot Mog. Heeren! deeze bedenkinge kan niet wel de oorzaak zyn, want daar dezelve Commisfarisfen niet toe zyn geroepen, komt het Gecommitteerde Raaden voor, dat zy daar van ook geen verantwoording kunnen hebben, als meede dat haare meedewerkïng in deeze daar toe nu zeer,' immers niet meer als te vooren , worde gerequireert. Gecommitteerde Raaden vermeenen dat 'er een vaste en generaale Cynofure is, by U Edele Groot Mogende gerecipieert, té weeten, dat alle die geenen, die het haar zaake is , altoos Extraóten of Copien van U Edele Groot Mogende Refolutien werden gegeeven tot derzelver naY 2 rigt,  3JO may, ZAAKEN VAN 1782. rigt , of om zig daar na te reguleeren ; en zoo ook omtrent de Pilotage te vooren, en nu ook zal gevolgt ayn, en dus dat dit verzoek als een abundans Cautela kan worden geconfidereert. Gecommitteerde Raaden hebben de eer hier neevens Copie van gemelde Aanfchryvinge fub dato 6 February 1781, door haar gedaan aan de Bailliuw van de Eilanden en Huisduynen en de Helder, aan U Ed.'Groot Mog. te doen toekomen, op dat U Ed. Gr. Mog. daar omtrent zouden kunnen disponeeren, zoo als Ü Edele Groot Mog. zullen oordeelen te behooren, na bewys van de meerder of minder noodzakelykheid van dit verzoek, en waar omtrent Gecommiteerde Raaden zig geen partye Rellen, mits dat 'er niet bygevoegt werde, dat Commisfarisfen daar over ordres Hellen, die zomtyds verwarringe zoude veroorzaaken, door dien diverfePerzoonen zouden kunnen worden gequalificeert, en daar over tusfchen die Perfoonen difcrepance ontftaan , en het geen vooral geen nieuwigheid op de Eilanden zoude zyn , en vooral niet in deeze tyd , daar zelve de commandeerende Officieren van de Reede van Texel en van het Vlie, meede aanfchryvingen laaten doen, en meenen dus dat best zoude zyn , dat 'er geene als op U Edele Groot Mogende authorifatie gewettigt behoorden in agt genomen te worden, zonder meerder ordres af te wagten. Edog refereeren de Gecommitteerde Raaden, in den Hage en te Hoorn refideerende, zig ter hoogwyze dispofitie van U Edele Groot Mog. Den 15 May 1782, Aan den Officier van Huisduynen en de Helder , mitsgaders aan de Officieren van Texel, Vlieland en Ter Schelling. erentfeste, &c Het gunt de Heeren Staaten van Holland en WestVriesland , by derzelver Refolutie van den 10 January 1781, hebben gelieven goed te vinden, om in cas van nood de Tonnen te ligten en de Bakens omverre  may, STAAT EN OORLOG. I7S2. 341 re te hakken, zal UE. kunnen zien uit Copie van dezelve Refolutie, welke ons nodig geagt heeft, UE. toe te zenden, met fpeciale ordre en last, dat UE.de. zelve Refolutie niet eerder werkflelHg zal hebben te maaken, als de uiterfte noodzaakelykheid zal komen te vereisfchen , en dat, na het oordeel van Lootfen en andere, hun des verftaande -, de Vyand prteparatte en aanftal zoude komen te maaken , om de Zeegaten in te lopen ofte voet aan Land te zetten. Wy hebben ook goedgevonden UE. te gelyk aan te fchryven, om ook in cas van bovengemelfie nood, de Zeevuuren niet te doen branden, mits de Leotfen daar van informeerende. UE. zal ons ook van tyd tot tyd hebben kennis te geeven, zoo wanneer de Schippers of Stuurlieden met haare Schepen of Schuiten eenige vyandelyke Oorlogfchepen , omtrent de Kusten van deeze Provincie zouden mogen ontdekken , en in wat getal die zouden weezen gezien , en waar na toe die haarlieden courè zouden komen te zetten. Wy zullen ons hier toe verlaaten, dat UE. zyn pligt in deezen als na behooren vvaarneemen, en onze ordres punctueJyk zal agtervolgen. Den 6 February 178r. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! De tyd daar zynde dat de Soomer-Tonnen weeder zyn opgenomen , neemen Commisfarisfen tot de zaaken van de Pilotage de vryheid U Ed. Groot Mog. te melden, dat zy van ter zyde geinformeert zyn, dat Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noorder Kwartier, bereids in de maand February jongstleden, door U, Ed. Groot Mog. zouden gequalificeert zyn , om in tyd van nood eenige Tonnen te moogen doen ligten en houte Bakens te mogen doen afhakken, waarom Commisfarisfen (dit zoo zyndej verzoeken dat de Refolutie dieswegens by U Edele Groot Mog. genomen aan hen mag werden ter hand gedeld , gelyk meede van zoodanige Refolutien, die by U Ed. Groot Mog. pp het Stuk der Pilotage en het niet branden der VuuY 3 reu  342 May, ZAAKEN VAN ren reeds genomen zyn , en in het vervolg zullen genomen worden, op dat Commisfarisfen van de Pilotage benoorde de Maaze, niets contrarie U Ed. Groot Mog. wyze fchikkingen verrigten, maat integendeel zoo veel jn hun is zullen kunnen meedewerken , om U Ed Groot Mog, gegeevene ordres ten nutte van den Lande te doen uitvoeren , en tevens om voor zoo verre hun zelfs aangaat behoorlyk gedekt te zyn, ingevalle door het uitdoen der Vuuren , opneemen der Tonnen en afhakken der Baaken , buiten meedewerking van Commisfarisfen, eenig Schip of Schepen ongemak kwam te lyden. Na den Zeegen des Allerboogften over U Ed. Groot Mog. Perfoonen en Illuftre Vergadering afgebeeden te hebben, verblyven wy met alle verfchuldigde eerbied, EDELE groot MOGENDE HEERENI (Onder ftond,) TJ Ed. Groot Mogende onderdanige üienaaren, De Commisfarisfen van U Ed. Groot Mog. tot de zaaken van de Pilotage benoorden de Maaze. (Was get.) '* Hage, den 18 Dec. 1781. j. hooft. h. v. STRAALENa jan PAN. e,  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 343 C. Advis van Gecommitteerde Raaden in het Zuider en het Noorder Kwar* tier van Holland , op het Request van P. Chomel te Amfterdam, ten einde de Kooien van de Compagniefchap, onderden naam van Elsbruch en Compagnie , in het Graaffchap Mark, naar herwaarts wordende gevoerd , zullen mogen genieten van eene verminderinge op den Impost van Confumtie voor de helft. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, op Donderdag den 30 May 1782, Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn reiideerende van den 15 deezer , hebbende, in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Appointement van den 13 February deezes jaars, geëxamineert de Requeste door of van wegens Pieter Chomel , woonende te Amfterdam , aan Hun Edele Gr. Mog. geprafen teert, waar by, om reedenen daar in geallegeert, heeft verzogt , dat Hun Ed. Gr. Mog. gelieven te permitteeren , dat de Kooien van de Compagniefchap , onder den naam van Elsbruch en Compagnie , in het Graaffchap Mark, naar herwaards wordende getranfporteert, zullen mogen jouisfeeren van een vermindering op den Impost van confumtie voor de helft, mits dat, wanneer dezelve tot Amfterdam of elders in deeze Provincie worden verkogt, met een geregtelyke Atteftatie van de voornoemde Compagniefchap van van Elsbruch, en een certificaat van den Suppliant, als geaccrediteert Conful van zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen, zullen moeten zyn gemunieert , en verders onder zoodanige pitecautien , als Hun Edele Gr. Mog. ten nutte van den Lande het best zullen oordeelen te bepaalen , als meede de nodige aanfchryvingen aan de Collecteurs van dat Middel des wegens zal worden gedaan; en verders Y 4 te  344 may, ZAAKEN VAN i-g2. » verkenen Hun Edele Gr. Mog. favorable Refo- A SaL°P 8edelib«ee« , en Copie van bet voorfz. £r Lf> Al.rZynAde a°°I de Heeren Gedeputeerden Sr-hiS™ Amfterdam> Gouda, Rotterdam en Schiedam, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finale Refolutie uitgedeld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. De Gecommitteerde Raaden in den Haag en te Hoorn relideerende, hebbende, in gevolge en ter voldoening va„ (J Edele Gr. Mog. Appointement van den 13 february deezes jaars, geëxamineert de Requeste «oor ot van wegens Pieter Chomel, woonende te Amïterdam , aan ü Edele Gr. Mog. geprafenteert, waar SVn°?./Tdenen daar in geadegeert, heeft verzogt, cut u Jidele Gr. Mog. gelieven te permitteeren , dat oe Kooien van de Compagniefchap onder de naam van l-isbruch en Compagnie, in het Graaffchap Mark , na iierwaards wordende getranfporteert , zullen mo*en jouisteeren van een vermindering op den Impost van con umtie voor de helft, mits dat wanneer dezelve tot Amlterdam of elders in deeze Provincie worden ver» kogt, met een geregtelyke Attedatie van de voornoemde Compagniefchap van van Elsbruch, en een Certificaat van den Suppliant, als geaccrediteert Conful van zyne Koninglyke Majedeit van Pruisfen , zullen moeten zyn gemunieert; en verders onder zoodanige pra> cautien als ü Edele Gr. Mog. ten nutte van den JLande het best zullen oordeelen te bepaalen; als meede de nodige aanfchryvingen aan de Collecteurs van dat Middel deswegens zal worden gedaan ; en verders te verleenen ü Edele Gr. Mog. favorable Refolutie; willen niet ontkennen, dat het zeer vreemd moet voorkomen , dat een enkeld lngezeeten, zonder meer, zig bezwaart over eene Impofitie op de binnenlandfche confumtie, en daar van vermindering verzoekt, terwyl intusfchen geene van de overige Ingezeetenen zig daar over bezwaaren , of dieswegens eenig het minde verzoek doen, Ds  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 315 De Gecommitteerde Raaden weeten wel, dat wan. neer het zaake geweest is om de een of andere tak van buitenlandfche Commercie na deeze Landen te trekken, die men vreesde dat na elders zoude worden gediver. teert, in dien gevallen op voordragt van eenige Koop. lieden vermindering van lmpofitie by TJ Edele Gr. Mog. verzogt en geaccordeert is ; doch de Gecommitteerde Raaden weeten te gelyk dat zulks dan niet anders ge. fchied is dan ten faveure van de Commercie, en bepaaldelyk en alleen met betrekking tot de inkomende regten ; maar dat een enkeld Ingezeten zig beklaagt over eene lmpofitie op de binnenlandiche confumtie , en dieswegens vermindering verzoekt, zonder eenige bykomende klagten of verzoek van de overige Ingezeetenen, zulks zeggen de Gecommitteerde Raaden alsnog ten eenenmaalen nieuw en buiten vootbeeld te zyn ; dit is nogtans het geval, waar in de Suppliant verzeert: hy, en hy alleen, verzoekt, dat de Kooien uit de Mynen , in het Graaffchap Mark, die hy debir.ee* ren en verkoopen wil , mogen jouisfeeren van de ver. ' mindering van den Impost tot op de helft, uit hoofde van de duurte der Engelfche Kooien , en van de verlegenheid , waar in de Fabricqueurs hier te Lande zig daar door zouden bevinden. Het zy vervolgens de Gecommitteerde Raaden gepermitteert, de pofitiven en gronden, die de Suppliant tot daving en aandrang van dit zyn verzoek heert by. gebragt, volgens den draad der door hem geprafenteerde Requeste na te gaan en te exponeeren, als wannéér (zoo vertrouwt word) middagklaar zal condeeren , dat dit verzoek ten eenemaalen op abufive gronden berust, en alleen in ptasjudicie van 's Lands Finantie , en op een proprium intereslè en eigen belang uitloopt. Het eerde pofitif, het geen in de Requeste gevonden word, bedaat daar in: „ dat de duurte der En. „ gelfche Kooien de Traficquanten (hier te Lande) „ buiten daat deld om hunne Traficquen te kunnen „ gaande houden, en dat zy de Steenkoolen niet ont,, beeren kunnen." De Gecommitteerde Raaden geloven niet , dat de Suppliant hier meede wil zeggen (zoo als nogtans daar Uit opgemaakt zoude kunnen worden) dat de Trafic, Y 5 quan-  346 may, ZAAKEN VAN 1782. buanten tot het gaande houden van hunne Traficquen bepaaldelyk Engelfche Kooien niet ontbeeren kunnen: want indien dit de meening zoude zyn, zoo is de verzogte vermindering vaii impofitie op die Markfche Kooien volftrekt onnodig, om dat die op geenerhande wyze door die vermindering in Engelfche Kooien kunnen verandert worden , boven en behalven dat deeze itelling ook ten eenenmaalen zoude zyn abufif, zoo als uit het vervolg nader confteeren zal; veel eer dan geloven de Gecommitteerde Raaden , dat de Suppliant hier meede heeft willen te kennen geeven, dat de duurte der Engelfche Kooien zoo excesfif is, dat de Traficquanien uit hoofde van dien hunne Traficquen niet kunnen gaande houden, en dat daarom die duurte door Kooien van minderprys , gelyk de Markfche , moet worden gefubvenieert en te gemoet gekomen; maar de Gecommitteerde Raaden vraagen alsnog , waar de Fabricqueurs zyn, die zig over de duurte der Engelfche Kooien beklaagen, zoo dat zy daarom hunne Fabricquen niet kunnen gaande houden? immers zoo dit waar is, pasfen die klagten niet in den mond van een enkeld Ingezeten of Commisfionair , die een buitenlandfche Compagnie van Kooien aan de hand heeft, en dezelve tragt op allerhanden wyzen te favorifeeren; neen 1 die klagten pasfen alsdan alleen in den mond van hel gantfche Corps van die Fabricqueurs, die Kooien tot hunne Fabricquen benodigt hebben. Deeze moeten gezamentlyk zig over die duurte beklaagen, en verzoek doen , om daar in op de een of andere wyze gefoulageert te worden , gelyk zoo verfcheidene Fabricqueurs, als Brouwers, Branders, Vervvers en meer anderen op hun verzoek door U Edele Gr. Mog. reeds gefoulageert zyn. Maar wyders , wat ook van die duurte der Engelfche Kooien zoude mogen gezegt worden, en wat men ook wil dat door de laagere pryzen van die Markfche Kooien zoude worden geëffectueert, zoo heeft men reeden te geloven , dat het daar meede zoo niet geleegen is : In tegendeel de Gecommitteerde Raaden zyn vry zeker geinformeert, dat de Engelfche Kooien in Vreedestyd (want tegenwoordig hebben die geen vaste pryzen) gewoonlyk verkogt zyn geworden ten hoogden tot  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 347 tot achttien a twintig guldens ter Hoed; dat de Luikt fche Kooien thans verkogt worden tot drie en twintig a vier en twintig guldens per Hoed , en de Roerlche of Markfche, die dezelfde zyn, tot een en twintig a twee en twintig guldens, meede per Hoed ; waar uit dan ten klaarften blykt, dat de pryzen van deeze laatfte weinig gefchikt kunnen zyn om aan de duure der Engelfche Kooien te gemoet te komen; en vooral niet, zoo meede waar is, het geen verder by de voorfz. Requeste gepofeert word , en waar van nog nader zal moeten gefprooken worden , namentlyk, dat deeze Markfche Kooien omtrent maar de helft in het gebruik van de Engelfche Kooien zouden waardig zyn. Het tweede pofitief van den Suppliant by zyne Requeste , is , ,, dat 'er in het Graaffchap Mark een „ Compagniefchap is opgeregt, onder den naam van Elsbruch en Compagnie, die geneegen is , de Koo,, len, in dat Graaffchap vallende , om de Fabricquen tegenwoordig in hunne verlegenheid te gemoet ta „ komen, herwaards te doen tranfporteeren." Maar al wederom men fpreekt van eene duurte, van. eene verlegenheid van Kooien, die niet exteert, immers waar over geen klagten zyn , en waar aan die Markfche Kooien niet fubvenieeren kunnen , en vooral niet gene zoodanige duurte en verlegenheid, waar door de Traficquen belet zouden worden voortgang te hebben, niet alleen om dat dieswegens geene klagten van de Fabricqueurs zelve voorhanden zyn, maar om dat men al wederom in het zekere onderrigt is , dat 'er nog eene vry confiderable voorraad van Kooien hier te Lande gevonden word; dat die van tyd tot tyd met kleire Vaartuigen, doch zeer frequent, en zeer abondant uit Vrankryk, Luik, Braband, en zelfs uit het Markfche aan- en toegevoert worden, en dat 'er nooit meer Opleggers of Kooplieden in Kooien in de commercieerende Steden zig bevonden hebben , als tegenwoordig; en wat de valeur derzelve betreft , dat die voldoende is, zeJfs zoo , dat de Branders te Schiedam declaree. ren, des noods , de Engelfche Kooien te kunnen ontbeeren; dat inzonderheid de Franfche Kooien, die onder den naam yan Condékoolen bekent zyn , wanneer die  343 ma?, ZAAKEN VAN 1782. ïofTde Kete\ ^ebruikt word^ . ver boven de meefte foorten van de Engelfche te prafereeren zyn. Het is er vervolgens zeer ver van daan, dat'er zoodanige duurte en verlegenheid van Kooien zoude gevonden worden , die den verderen voortgang de? Fabricquen beletten zoude ; niet dat de Gecommitteerde Raaden zeggen willen , dat de Kooien niet tot hooge pryzen gefleegen zyn, en gehouden worden , om dat «en legelyk tragt te profiteeren van de omftandigheeden , waar in de Republiek zig thans bevind; maar t.ent de Franfche, Luikfche en Brabandfche Kooien, maar zelfs omtrent de Markfche, waar van thans qua> ltie is, die intrinbcq meede geen een en twintig a twee en twintig guldens per Hoed waardig zyn : en wat verder de verlegenheid betreft, waar in de Fabricqueurs zig door die duurte zouden mogen bevinden, zoo weePr^ ze"l'gtelyk te boven te komen, met hunne en te Sb\eeenre^aaren °P h°°§ere pryS te houde" Het derde, het geen in de Requeste voorkomt, is fuï h? fri™' "ameiV> » dat de Koole» „ (uit het Graaffchap Mark) mogen jouïsfeeren van " ITa VlrT» Êr!,ng Van lmP°st °P d^ confumtie tot ,, op de helft , dat ls, dat de Suppliant van U Edele ïft m°ge bekomen een Octroy , 0f permiffie , om die Kooien met zoodanige vermindering van Impost eclufif, en met uitfluiting van alle anderen, te verKoopen en debiteeren ; maar als dit verzoek geaccorvmz^m ' a'Sdan m°et hCt noodzaak]yk gevolg daar 1. Dat alle Opleggers en Kooplieden, in andere foorten van Kooien handel dryvende, moeten ftil zitten en met hunnen Handel uitfcheiden. 2. Dat het gemeene Land misfehien een verlies van meer dan een Tonne Gouds jaarlyks in zyn Finantie lyd dewyl niet alleen de Fabricquen, maar generaal alle de Ingezeetenen van dien verminderden Impost zullen willen jouïsfeeren. Waar is het nu ooit gehoord , dat een Souverain nutteloos en buiten eenige noodzaake alleen ten parti- cu-  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 349 culiere belangen van een enkeld Ingezeten, of wel van eene buitenlandfche Compagniefchap een Tonne Gouds jaarlyks in praejudicie van zyn Finantie zal willen fpendeeren , en dat wel in een tyd, dat die fpaarzaamheid allernoodzaaklykst is ? Maar 3. zal deeze vermindering van lmpofitie geaccordeert worden in praejudicie van onze eigene Brandftoffen, hier te Lande vallende, namentlyk Turf en Hout ? zal men de Ingezetenen aanmoedigen om van het gebtuik van dien af te gaan , om tot het gebruik van de Markfche Kooien over te gaan ? alsdan word 's Lands Finantie met nog meerder nadeel gedreigt, voor zoo verre de Impost op de Turf en het Hout gefteld, nog verre die van de Kooien furpasfeert. Men weet wel dat de Turf hier te Lande door de aanhoudende Veenderyen ogenfchynlyk vermindert, en door het ftygeren der pryzen minder gebruikt word, het geen al aanftonds van zelfs een avantagie voor het gebruik der Kooien uitmaakt; maar men weet te gelyk, dat 'er nog al een goede quantiteit Turf en Hout uit andere nabuurige Provinciën toegevoert word , die immers voor alsnog aan de fchaarsheid fuppleeren kan. De Gecommitteerde Raaden hebben bevorens geasfumeert, dat de Suppliant verzoekt een feclufif Octroy, of permisfie, om de Kooien in qusftie alleen , en met uitfluiting van alle anderen, met dien verminderden Impost te mogen verkopen, om reeden, dat indien die vermindering generaal over alle foorten van Kooien zoude moeten gaan, zonder onderfcheid, de Suppliant met geen mogelykheid ooit zyn oogmerk bereiken kan, om dat de Impost egaal over alle Kooien zynde , 'er geen reden ter waereld exteert, waarom de Markfche Kooien boven anderen zouden worden geprefereert. Onderwylen kunnen de Gecommitteerde Raaden niet zien, hoe, dit verzoek doorgaande, die generaale vermindering van Impost voor te komen is; want naauwlyks zal dit faveur aan den Suppliant of aan die Mark. fche Compagniefchap geaccordeert zyn , of die geen, die met de Commercie van Kooien in Vrankryk, Luik en Braband geinteresfeert zyn, zullen meede opkomen, en gelyk verzoek doen; en op wat grond zal men het kunnen weigeren ? zie daar dan nog al groot« de-  35o may, ZAAKEN VAN detriment voor 's Lands Finantie, en het geheele Middel van de Kooien tot op de helft gereduceert zonder eenige de minfte avantagie voor den Suppliant zelve , en zonder eenig wezentlyke noodzaaklykheid voor het algemeen ; en wat zal dan daar van nog het gevolg zyn? geen ander, dan dat men genoodzaakt zal wezen nieuwe belastingen uit te vinden , of de oude te verhoogeii, om aan het gemeene verlies te fuppleeren, het geen vry gemakkelyker te zeggen dan téexecuteeren is, vooral in een tyd als de tegenwoordige" Hier op te willen zeggen , dat men zig zoude co'ntenteeren , als men provifioneel maar voor een gering getal van jaaren het verzogte Oétroy mogte obtineeren, en dat dan naderhand, als men zag dat 's Lands Finantie daar door zoo veel prejudicie leed, de volle Impost wederom zoude kunnen worden geintroduceerr. Maar dit is meede van die dingen die ligter gezegt als gedaan zyn ; hebbende de ondervinding meer dan te veel geleerd , dat eene lmpofitie eens vermindert zynde, naderhand niet dan met zeer veel moeite wederom worde geintroduceert. Dan de Gecommitteerde Raaden gaan hier meede over tot de gronden en motiven, waar meede de Suppliant goedgevonden heeft dit zyn verzoek nader te appuyeeren en aan te dringen; en daar van is de eerfte : „ Dat deeze Markfche Kooien in het gebruik niet „ meer waardig zyn dan omtrent de helft der Engel„ fche of Schotfche Kooien;" maar als dit gepofeerde al wederom waar is, dan volgt noodzaaklyk daar uit dar men met het dubbeld deezer Kooien niet meer kan doen , dan omtrent met het enkeld der Engelfche of Schotfche, of dat twee Hoeden Markfche Kooien omtrent geen meerder effecT: doen dan één Hoed Engelfche of Schotfche; dus dat de Fabriekanten eene dubbelde kwantiteit van die Kooien tot hunne Trafieken zullen nodig hebben, en in plaatfe van achttienatwintig guldens per Hoed voor de Engelfche, ten minften veertig guldens voor de Markfche zullen moeten uit(chieten , om het zelfde effect als van de Engelfche re hebben ; want het is bevoorens reeds geremarqueert, en kan niet gecontesteert worden , dat de Engelfche Kooien in Vreedenstyd gemeenlyk zyn verkogt geworden  may, STAAT EN OORLOG. 1782; 351 den a achttien of twintig guldens per Hoed, en dat de ' Markfche thans verkogt worden tegens een en twintig en twee en twintig guldens per Hoed; maar waar van daan haalt men nu het foulaas, het geen men voorgeeft de Trafieken te willen toebrengen ? hoe zullen die Markfche Kooien fuppleeren aan het gebrek en de duurte der Engelfche Kooien? vervolgens daar is dan in dit verzoek wel een rnerkelyk voordeel voor den Suppliant of die Markfche Compagniefchap te vinden, maar voor de Fabriekeurs zelve niet anders dan een rnerkelyk bezwaar. Dat verder by de Requeste nog tot aandrang van het gedaane verzoek gezegt word, dat namentlyk door deeze vermindering de Binnenlandfche Neeringen, welke Kooien confumeeren, rnerkelyk zullen worden gefoulageert , behoeft alhier niet nader beantwoord te worden , als bevorens reeds gedaan zynde ; gelyk meede bereids geremarqueert is, dat U Edele Groot Mog. aan zoodanige Fabriekeurs en Neeringdoende Luiden , die verligting van Impost op de Kooien nodig hebben ge. had, op derzelver fpeciaal verzoek verfcheidene zeer aanmerkelyke gratiën verleent hebben. Wyders heeft men nog, als een middel van aandrang, by de Requeste gebruikt „ dat daar door de Negotie „ met Duitsland en deeze Provincie ook werkelyk zal „ werden geanimeert, en onze Goederen derwaards „ zullen worden getrokken." Dan hier op antwoorden de Gecommitteerde Raaden alleen, dat zulks mogelyk, maar niet zeker is, en dat wanneer dit zeker is, het alsdan ook zeker moet zyn, dat de Commercie op Vrankryk, Braband en Luyk in dezelfde evenredigheid door den minderen trek en het minder debiet van de Kooien, die van daar herwaards aangevoert worden, moet verminderen, en overzulks, dat 'er ook meede van deeze kant niet veel heils uit het verzogte Octroy te wagten is. Van geen meerder aanbelang fchynt te zyn het geen daar op in de Requeste nog volgt , dat door die vermindering de Koolmynen in het Koningryk Pruisfen , hoe langer hoe meer zullen worden aangemoedigt om te werken, en dat daar uit eene vermindering van de piy-  352 may» ZAAKEN VAN i78»r pryzen zoude ontdaan: want dit zoo zyndf», kan het wel dienen tot een motif voor de Markfche Compagniefchap , of voor den Suppliant, om het tegenwoordig, verzoek te doen, maar niet voor de Provincie om hetzelve te accordeeren ; ten anderen, z00 dependeert dat verminderen van de pryzen der Kooien enkel en alleen van het goeddunken van den Suppliant of die Compagniefchap , die natuurlyker wyze altoos met de meeste penning gedient zal zyn, en vervolgens komt dit voortutzigt meer op eene chimère, dan op eenewezentlyke realiteit uit. Eindelyk heeft men nog gezegt, „ dat de nabyheid „ van het Graaffchap Mark en de abundantie der My„ nen de b abrieken hier altoos kan gerust ftellen voor „ de vreeze van gebrek te zullen moeten lyden , het „ welk meenigmaalen in Vreedenstyd heeft plaats ge» bJad ' ,en in §eval va« Oorlog, zoo als tegenwoordig, althans onvermydelyk is;" Maar het zy gepermitteert in de eerfte plaats daar op te remarqueeren, dat die abondantie der Kooimynen in het Markfche de Bezitters derzelve altoos wel zal aanfpooren om de nabuunge Landen uit die abondantie rykelyk te voor zien, wyl dit het interest der Bezitters zelve vordert en dat 'er ook zeer weinig vrees is dat die hetzelvl zullen verwaarloozen , om dat 'er een belasting op de Binnenlandfche Confumtie gelegt is; maar in de tweede plaatst zyn de Kooien een object van Negotie , en hebben dit met alle mercantile Waaren gemeen dat de pryzen daar van ryzen en daalen, het welk altoos heelt plaats gehad , en altoos plaats zal blyven houden ; dan, des aangezien, is 'er nog in tyd van Vreede , nog van Oorlog gebrek aan Kooien in de Provincie geweest, gelyk 'er die nog niet is. Ja men zoude teffens met Engeland , Vrankryk, Ooftenryk en aan. grenzenden Vorltendommen in Oorlog moeten zyn alvorens gebrek aan Kooien te hebben, wyl elk der zoo evengenoemde Koningryken en Landen op zig zelve genoeg m ftaat is om het gebrek voor te komen , en indien (dat God verhoede; de Republiek zig in zulke bedroefde omftandigheeden bevond, zoude het ook teffens zeker zyn, dat zy geene Kooien zoude nodig heb-  may/ STAAT EN OORLOG. 1782. 353 hebben , om dat alle Fabrieken alsdan zouden Ril ftaan. De Gecommitteerde Raaden vermeenen hier meede genoeg gezegt te hebben , om te doen zien dat dit verzoek buiten eenige de minfte noodzaake is gedaan, en alleen in prejudicie van 's Lands Finantie, en op een proprium interesfe en eigen belang van den Suppliant, of de gemelde Compagniefchap, uitloopt; en zyn mitsdien onbezwaart te advifeeren , dat het verzoek van den Suppliant behoord te worden gedeclineert en geweezen van de hand. Edog refereeren de Gecommitteerde Raaden voornoemt, zig niet te min tot de hoogwyze Dispofitie van U Ed. Groot Mogende. Den 15 May 178a. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Geeft met fchuldige eerbied te kennen Pieter Chomel, wonende te Amfterdam, Dat door de j'egenswoordige troubles met het Koningryk van Engeland , de Steenkoolen bevorens uit dat Ryk na deeze Provinciën getranfporteert, en ten fterkiten alhier gedebiteert wordende, vermits de Turf hier te Lande hoe langs zoo meerder komt te verminderen, de gemelde Kooien uit dat Ryk zeer bezwaarlyk worden ingebragt , en tot zoodanige pryzen zyn geitygert , dat het de Fabrieken hier te Lande onmogelyk is , zonder hunne importante fchaade, dezelve in te Haan, en niet te min geen Steenkoolen ontbeeren kunnen. Dat onder de befcherming van zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen in het Graaffchap Mark is opgeregt eene Compagnie, onder de naam van Elsbruch en Compagnie, die de Koolen in dat Graaffchap vallende, om de Fabrieken jegenswoordig in hunne verlegenheid te gemoet te komen, bereid zyn na herwaards te tranfporteeren , ingevalle zy mogten iouïsfeeren van een vermindering van den Impost van Confumptie derzelve V. deel. Z voor  354 may, ZAAKEN VAN 1782. voor de helft, mits dat wanneer die Kooien tot Amfterdam of elders in deeze Provincie verkogt mogten worden, met een geregrelyke Atteftatie der voornoemde Compagniefchap en Certificaat van den Suppliant, als geaccrediteert Conful van Hoogstgemelde zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen, behoorlyk gemunieert waren. Dat 'er dubbele reeden zyn , waaromme den Suppliant vertrouwt U Edele Groot Mog. niet zullen ha?fiteeren die vermindering van Impost voor de helft te accordeeren , als U Edele Groot Mog. onder het oog werd gebragt, dat die Kooien in het gebruik niet meer waardig zyn als omtrent de helft der Engelfche of Schotfche Kooien, in de tweede plaats, dat door die vermindering in den Impost de Binnenlandfche Neeringen, welke de Kooien confumeeren , rnerkelyk zullen worden gefoulageert , het geene ten hoogde nodig is in de tegenswoordige omftandigheeden van den hoogen prys der Kooien , in de derde plaats , dat daar door de Negotie met Duitschland en onze Provinciën ook rnerkelyk zal werden geanimeert, en de Produften hoe meerder uit dat Land herwaards komende, ook teverwagten is , dat van onze Goederen derwaards veele zullen getrokken worden , ten vierden , dat door die vermindering de Koolmynen in het Koningryk van Pruisfen hoe langer hoe meer zullen worden aangemoedigt om telwerken , en uit dien hoofde ook langzamerhand de pryzen laager zullen kunnen ftellen , het geene tot groot voordeel der Binnenlandfche Fabrieken ftrekken zal, en in de vyfie plaats, dat de nabyheid van het Graaffchap Mark en de abundantie der Mynen , de Fabrieken hier te Lande altoos gerust kan ftellen voor de vrees , van gebrek te moeten lyden, het welk menigmaal in Vreedenstyd heeft plaats gehad, en ingeval vau Oorlog, zoo als jegenswoordig, althans onvermydelyk is. Dat den Suppliant vertrouwt, dat de gronden waar op dit verzoek berust van zoodanigen aart zullen werden bevonden , dat alles te zaamen loopt om hetzelve, zoo als in andere takken van Negotie is gefchied, en waar van deeze Provincie hun voordeel , de eene tyd  maY, STAAT EN OORLOG. 1782. 355 tyd meerder , de andere tyd minder heeft ondervonden, gracieufelyk meede toe te ftaan. Waaromme den Suppliant zig keert tot U Ed. Gr. Mog., ootmoediglyk verzoekende dat U Edele Groot Mog. gelieven te permitteeren, dat de Kooien van de Compagniefchap onder de naam van Elsbruch en Compagnie in het Graaffchap Mark na herwaards werdende getranfporteert , zullen mogen jouïsfeeren van een vermindering op den Impost van confumtie voorde helft, miis dat wanneer dezelven tot Amfterdam of elders in deeze Provincie worden verkogt, met een geregtelyke Atteftatie van de voornoemde Compagniefchap van van Elsbruch , en een Certificaat van den Suppliant als geaccrediteert Conful van zyne Koninglyke Majedeit van Pruisfen zullen moeten zyn gemunieert, en verders onder zoodanige precautien, als U Edele Groot Mog. ten nutte van den Lande het beste zullen oordeelen te bepaalen , als meede de nodige aanfchryvingen aan de Collecteurs van dat Middel deswegens zal werden gedaan , en verders te verleenen U Edele Groot Mog. favorable Refolutie. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. ("Was get.) c. thierry de bye. In margine flond geappoflilleert. De Staaten van Holland en Westvriesland vinden goed, dat ..deeze Requeste gefteld zal worden in handen van Haar' Edele Groot Mogende Gecommitteerde Raaden , refideerende in den Hage en te Hoorn, om dezelve, gezaamentlyk te examineeren , en de Vergadering daar op te dienen van hunne Confideratien en Advis., Actum den 13 February 1782.! (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) c. clotterbooke. Z a CL  356" may, ZAAKEN VAN i7%2. Cl. Concept-Extenfte, uit kragt der Refolutien van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereemgde Nederlanden , betreffende het fluiten van Fr ede met Engeland In dato yMay 1782. Dat Hun Hoog Mog., federt het aangaan van het verbond van Gewapende Neutraliteit met haare Keizerlyke Majedeit, onophoudelyke blyken hebben gegeeven van een ftandvastig vertrouwen op de web meenende intentie van haare Majefteit voor deezen Staat , en teffens ook van hun empresfement, om onder Hoogstdeszelfs Mediatie met het Hof van GrootBnttannien een gelukkige en folide Vrede te fluiten • dat Hun Hoog Mog. de gunftige difpofitie van haare Ke.zerlyke Majefteit tot deeze bemiddeling op den grootften prys blyven de ftellen , vervolgens ook verwagten, dat Hoogstgedagte haare Majefteit ftandvastig zal blyven aankleeven de Principes, by het voornoem? de veibond vastgefteld, zonder toe te laaten, dat daar in , zoo min by eene generaale Pacificatie onder alle de be ligereerende Mogendheeden, als by een eventueel herftel der byzondere Vrede tusfchen zyne Groot-Brit tanmfche Majefteit en deezen Staat , eenige verandering gemaakt, of ;aan hetzelve de minfte atteinte toe. gebragt werde. Dat Hun Hoog Mog. hier op volkomen vertrouwende , en met een daar bykomend verlangen van hunne zyde, om door bet fluiten van eene honorable en voordeelige Vrede onder.de hulp en toezigt van haare Majelleit, den Oorlog, waar inde Republiek door de Wandelyke aggresfie van bet Engelfche Hof, zonder haar toedoen is ingewikkeld, te zien eindigen, hadden nagegaan den inhoud der Misfive van den Heer Staats becretans Fox , van dato den 29 Maart 1782 , en de daar by gevoegde Memorie van haare Majeiteits Minilters de Heeren Prince van Gallitzin eii Markow mitsgaders de nadere en explicatoue Misfive van voor! noem-  may, STAAT EN OORLOG. 1782, 3J7 noemden Staats-Secretaris van den 4May, en niet konden nalaaten te verklaaren, van met genoegen uit de laatstgemelde Misfive te hebben vernomen, dat Zyne Groot-Btittannifcbe Majefteit. daar by erkend tot een grondflag- van de byzondere Vrede met deezen Staat te leggen de vrye Vaart , volgens de principes in haare Majefteits Declaratie van 28 February 1780 vervat, en daar door aan de Republiek fchynt te willen toekennen het point , dat by de Refolutie van 4 Maart laatstleeden als een Preliminair was vastgedelt , het geen Hun Hoog Mogende met de opregtfte gevoelens van dankbaarheid aanmerken, als een dadelyke uitwerking van de onophoudelyke pogingen van* haare Keizerlyke Majefleit ten nutte van deezen Staat by Zyne Groot-Brittannifche Majefleit aangewend, en byzonder van de goede Officien, die door Hoogstdezelve, na de kennis kryging van Hun Hoog Mog. voorfz. Refolutie van 4 Maart, met zoo veel yver daar toe zyn in het werk gefteld, en waar door thans het Cardinale object, op het welk de Vredens onderhandelingen zouden behooren gebouwd te worden, dermaaten is geëclaircisfeert, dat Hun Hoog Mogende de zaak uit dat oogpunt en op zig zelve befchouwende , niet langer zouden riaditeeren, om door tusfchenkomst van haare Majefteits Minifters met het Hof van London alle zoodanige maatregulen te concerteeren, als voor een formeele ouverture van de Vredens-Negociatien zouden kunnen en dienen gereguleerd te worden. Dan dat Hun Hoog Mog. ondertusfchen, hoe onveranderlyk ook in hun befluit, op den voorflag van haare Majefteit genoomen, het welk zy ftandvastig blyven aankleeven , voor zoo verre de Negociatien over eene byzondere Vrede thans van een gewensch effect, en ter betragting van bet meeste nut voor den Staat en het algemeen zouden kunnen zyn , voor haare Majefteit niet konden verbergen, dat het aanhoudend gedrag van het Hof van London, byzonder onder de directie van het vorige Minifterie , Hun Hoog Mog. genoodzaakt had, om meer en meer voor hunne veiligheid te zorgen , en volgens den wyzen raad, in het voorleede jaar te meermaalen van wegens haare Keizerlyke Majefteit Z 3 ge-  358 may, ZAAKEN VAN 173 2, gegeeven ,■ op kragtdadiger middelen van defenfie be* dagt te zyn, en ten dien einde, onder anderen, met het Hof van Frankryk hadden genegocieerd over een Plan van wederzydfche operatien tegens den gemeenen Vyand; waaromtrent zy haare Majelteit niet onbewust konden laaten, dat zy door de vastftelüng van hetzelve zig ten eenemaal buiten ftaat bevonden, om, gedaurende deeze Campagne, zonder concurrentie van zyne Allerchriftelykfte Majefteit , aan eenige voorfla« gen, zoo min tot een ftilftand van Wapenen, als tot het fluiten van een particuliere Vrede gehoor te kunnen geeven. —— Dat deeze voor den Staat zoo nood. zaakelyke Vetbintenis, gevoegt by het geval, dat haa. re posfesfien door den Vyand in de Westindiën vero. vert, door de Wapenen van Vrankryk zyn hernomen, mitsgaders by de dagelyks meer en meer toeneemende apparentie voor een fpoedig herftel der algemeene Vrede, by Hun Hoog Mog. zyn aangezien, als zoo veele omftandigheeden, die het herftel der generale Pacificatie , zoo binnen als buiten Europa, aan hun voor haar byzonder en het algemeen belang, gunftiger, dan eene feparate Vreede doen voorkomen, en datzydienthalven zig verpligt vonden, om haare Majefteit in confideratie te geeven, of niet de Republiek , door het aanneemen van zulk een principe zou kunnen bevorderen de bevreediging onder alle de belligereerende Mogendheeden, en diensvolgens nuttig zyn aan het groote en roemrugtige Plan , dat haare Majefteit met den Keizer zich tot dat einde heeft voorgelleld , en het welk zy niet twyffelen mogen, of haare Majefteit zoude als nog, de zaaken daar toe gefchikt vindende, by preferentie tragten te effeclueeren : Mitsgaders haare Propofitien ten dien einde by de verdere Oorlogende Mogentheeden wel willen herhaalen , en teffens een plaats tot het te houden Congres voorflaan; zynde Hun Hoog Mog. bereid,om haare Minifters tot het bywoonen der Conferentien met den eerften te benoemen; terwyl Hun Hoog Mog. zig verders vleyen, dat gelyk zy met alle opregtheid en vertrouwen den waren toeftand van zaaken, waar in de Republiek zig thans bevind , voor het oog van haare Majefteit komen open te kg-  may, STAAT EN OORLOG. 1782. 359 leggen, Hoogstdezelve hun van haare zyde deszelfs gedagten dien aangaande ook wel zal gelieven meede te deelen, en voorts verzeekert zyn, dat Hun Hoog Mog. het zig altyd tot eene byzondere gunst en eer zullen reekenen, om met Hoogstdezelve over het weederzydfche belang te nrnfren concerteeren. Dat van deeze Refolutie, beneevens de Memorie van de Heeren Rusfifche Minifters, en de daar by gevoegde Misfive van den Heer Fox , mitsgaders de nadere en explicatoire Misfive van denzelfden Heer Fox, ExtracT: en Copie zal worden toegezonden aan den H;er extraordinaris Ambasfadeur van WasfenaarStarrenburg, met aanfchryving , om op den voet deezer Refolutie aan het Hof te St. Petersburg de nodige reprsefentatien te doen. Dat een gelyk ExtracT: en Copie zal worden toegezonden aan den Heer Ambasfadeur van Berkenroode, met last, om van gemelde Refolutie aan het Hof van Vrankryk ouvertures te geeven , en tevens zyne Majefteit te verzeekeren , dat, gelyk Hun Hoog Mog. door het voorfz. Antwoord op gemelde Memorie deeden blyken hun onveranderlyk en ftandvastig voorneemen, om met allen yver en getrouwheid het met zyne Allerchriftelykfte Majefteit geflooten Concert van Operatien tegens den gemeenen Vyand, geduurende de aanftaande Campagne te volbrengen, zy zig ook door geenerlei voorflagen daar van zouden laaten detourneeren, en overzulks dan ook vertrouwden , dat Hoogstgedagte zyne Majefteit by het herftel der Generaale Vrede, ihet belang van de Republiek op een even zoo zeer verpligtende wyze, als geduurende den loop van deezen Oorlog heeft plaats gehad, in het oog zal gelieven te houden , en geen zwaarigheid maaken , om daar omtrent aan Hun Hoog Mogende tot derzelver gerustftelling verzeekering te geeven. En dat eindelyk ook Copie , zoo van de bovengemelde Memorie en Misfive als van deeze Refolutie zal worden ter hand gefteld aan den Heer Hertog de la Vauguyon, met verzoek, om het Declaratoir en de inftantien, door den Heer van Berkenroode te doen, door het employeeren van zyne goede officien by deszelfs Hof, efficacieufelyk te willen fecondeeren. * * *